T A F R E E L van de BEZITTINGEN en den KOOPHANDEL der EUROPEANEN Inde BEIDE INDIËN. Getrokken uit de Wysgerige en. Staatkundige Gc« fchiedenis van de Bezittingen en den Koophandel der Europeanen in de bej.de Indien, vau den Heer G. T. RAYNAL * * *. * Te AMSTERDAM, Bv m. sc halekamp, mdcclxxxiv,   VOORBERIGT. KWeinig Schryvers viel het lot te beurt van den Heer guillaume thomas raynal; zo haast zyne Wysgerige en Staatkundige Gefchiedenis van de Bezittingen en den Koophandel der Europeanen in de beide Indien in het licht kwam , zag hy zich even zeer vervolgd als bewonderd. Zyn Werk wierdt door gantsch Europa gelezen en herlezen. Zommige Staatkundigen en Geestlyken fchreeuwden even zeer over deszelfs fchadelykheid; en wilde het, misfchien wel met den Schryver tevens , ten vuure doemen, Zy zeiden "er van : dat het Vrygeestig en Godslasterlyk was, en gefchikt om het volk tegen het wettig gezag opterokkenen. Het is niet onmogelyk dat deze befchuldiging door zommigen , op aan/poring van anderen, in goeden ernst gemeend wierdt; doch het is tevens niet onmogelyk dat zommige fchandvlekken hunner anders zo achtenswaardige Or* de, wier [node huichelary en heerschzugt door den Schryver met zo flerke kleuren gefchilderd worden, verbitterd zyn geworden, om dat hen zo jlout het Masker wierdt afgeligt, en dat zy, om hun wankelend gizag te handhaven , het * 2, Vülk  tl VOORBERIGT. volk hebben trachten diets te maken, dat dezen aanval een aanval was op den Godsdienst zelf; of dat zv , verenigd met ene Staatkunde die be. lang heeft by de domheid des volks , zich van deze list bediende om ligt gelovende lieden te weer' houden van zich die kundigheden, te verfchaff'cn, welke even noodlottig voor de dwingelandy als noodzaaklyk tot bewaring der vrykeid zyn. Immers hoe menigmaal moest de Godsdienst, zelfs in handen van zyns hoewel onwaardig: Dienaren, niet ten fpeelpop dienen van Staatkundige oogmerken! Ons Vaderland heeft helaas ! geduurende den jongflen Oorlog , daar van op nieuw overvloedige bewyzen opgeleverd. Ons oogmerk is 11 et ene opzettelyke verdediging van dat werk te fchryven ; het zy genoeg aantemerkcn , dat hetzelve niet is gefchrevcn om het volk in'den Godsdienst te onderwyzen; en dat de fchryer, verre van zich fchuldig te ma** hen aan het geen men hem te last legt, blyhen geeft van achting voor denzei ven , en af her ym Regeringloosheid; maar dat hy bchcorlyk onderfiheid weet ie maken tusfehen Godsdienst en huichelary ; en dat hy in V helderfle licht feit de onwederfpreeki-yke waarheid : dat Vr zo veel Miliioenen Mcnfcken op den aardbol geplaatst zyn om gelukkig te zyn , en niet om den luis-  VOORBERIGT. m luister te vergroten, de trotschheid te vïeyen en de grilligheden ten dienfle te (laan van een ge* ring getal Wezens van gelyken oor [pronk; of anders : dat de Vorften beft aan tot heil der Volken en niet de Volken om de Vorften. Ondertusfchen , hoe zeer men ook tegen dit werk' gewroet hebbe, de ervare Staatsman , de kundige Handelaar , de ware Wysgeer en de gevoelige Menfchenvriend hebben te gader den Schryver in hnn hert ene eerzuil geftigt, voor de kundigheden die hy ten toen fpreid zo wel, als voor den mannelykeu ernst met welke hy de onvervreemdbare regten van den Mensch en van de Volken verdedigt. Het gewicht zyncr Staatkundige bedenkingen is reeds door menigvuldige gebeurtenisfen geduurende den jongften Oorlog bewezen , en zal mogelyk docr volgende , mm fchien niet ver af zynde , gebeurtenisfen nader bevestigd worden. Geen wonder derhalven dal een boek van zo veel ver dien ft en algemeen gelezen en begeerd wordt, en dat een heir van Staatkundige Schryvers zo gretig op hetzelve geelast en gantfche brokken daarvan verzwolgen hebben, welke zy vervolgens het Publiek als hunne eigen harsfenvruchten hebben opgedischt. Om het licht welk dat werk verfpreid over den Koophandel en dcszelfs Gefchiedenis onderna• 3 • men  iv VOORBERIGT. men wy hetzelve in een kort beftek te brengenWat de behandeling betreft , wy hebben zo veel ons mogelyk was de eigen uitdrukkingen van den Schryver en in alles de zaken trachten te behouden ; hoewel wy dezelve merkelyk hebben moeten inkorten : V welk ons dikwyls niet weinig moeite veroorzaakte. 'Daarenboven hebben wy genoegzaam alle zyne Wysgerige en Staatkundige uitweidingen moeten agterwege laten , als niet onmiddelyk tot ons ontworpen beftek behorende ; door welk alles het werk zekerlyk veel van zyne voortreftykkeid heeft verloren. Maar ons oogmerk was alleen nuttig te zyn voor den Koophandel en dcszelfs Gefchiedenis , en de kennis daar van , door middel van dit kort begrip algemener te maken. Hoe wy in de uitvoering geflaagd zyn , gelieve de lezer te beoordelen, I N-  INHOUD. Inleiding. Bladz. i I. HOOFDSTUK. De bezittingen en den koophandel der Portugezen in Oost-Indie 9 II. HOOFDSTUK. De bezittingen en den koophandel der Hollanders in Qost-Indie. . • . . . 30 III. HOOFDSTUK. De bezittingen en den koophandel der Engelfchen in Oost-Indie. .... 55 IV. HOOFDSTUK. De bezittingen en den koophandel der Franfchen in Oost Indie. 91 V. HOOFDSTUK. Den koophandel der Denen en Zweden, en yan Ostende en Embden op Oost-Indie, koophandel op de Philippynfche Eilanden en op China. 129 VI. HOOFDSTUK. Ontdekking van Amerika. -— bezittingen der Spanjaarden in Mexiko. . . . 151 VII. HOOFDSTUK. De bezittingen der Spanjaarden in Peru. 171 VIII. HOOFDSTUK. De bezittingen der Spanjaarden in Chili en Paraguai. 199 IX. HOOFDSTUK. De bezittingen der Portugeezen in Brazil. 222 .X  I N H OUD. X. HOOFDSTUK. De bezittingen der Europeanen op de Antilles 249 XI. HOOFDSTUK. De bezittingen en koophandel der Europeci • nen op de kust van Afrika. ■ Handel in Slaven en derzelver arbeid op de Eilanden BI. 273 XII. HOOFDSTUK. De bezittingen der Spanjaarden , Hollanders en Deenen op de Amerikaanfche Eilanden en in Guyana 522 XIII. HOOFDSTUK. De bezittingen der Franfchen cp de Amerikaanfche Eilanden en in Guyana. 351 XIV. HOOFDSTUK. De bezittingen der Engelfchen op de Amerikaanfche Eilanden . 1 394 XV. HOOFD ST U K. :1 De bezittingen der Franfchen in Noord' Amerika 424 XVI. HOOFDSTUK. De bezittingen der Engelfchen in Noord Amerika. .459  T A F R E É L van d i BEZITTINGEN en den KOOPHANDEL DER ÊUROPEAANEN in dé BEIDE INDIEN. INLEIDING* voor 't menschdom gewichtigfte ge^" beurtenisfen, zyn, ongetwyfeld, de ontdekking der nieuwe Waereld, en de vaart na de Indien voorby de Kaap de Goede Hoop. Van toen af ontftond 'er een omwenteling in den handel der Natiën , in hare magt , hare zeden , hare nyverheid, hare Staatkunde, in één woord, in haar natuur - en zedelyk leven. 't Is de Koophandel, die de volkeren befchaafd heeft j 't is aan zyne uitgeftrekte A Ver-  % T A F R E E U verftandhouding dat de waereld 't heeft dank te wyten , dat zy niet meer barbaarsch is. De Grieken waren hunne eerfte zeden aan den handel met de Tyriers en Egyptenaren verfchukiïgd. De Grieken hebben alle wetenfchappen, alle konften, boven al die der regeringc, tot den hoogften trap van volkomenheid gebragt. De Romeinen gaven der waereld een allerfchitterendst tafreel; doch zy voegden nimmer enige nieuwe ontdekkingen by de uitvindingen der Grieken, 't Is de onderdrukking alleen , welke ouder hen de volkeren } die zy in de barbaarfchheid ftortten, verenigde. In de zevende eeuw was Europa overheerfche door bygeloof, arm, zonder kundigheden, zonder nyverbeid, zonder konften, zonder koophandel. In de negende eeuw waande Rome, gelyk wel eer, kroonen te kunnen geven en afnemen ; maar 't was zonder burgers en zonder zoldaten ; 't had alleen nog aangenomen gevoelens , leerftellingen en lift. Zonder de zucht tot vryheid in te boezemen, deed het de onderdanen tegens hunne opperheren opftaan. Dc nood waarin men zich bevond, om de Normannen en ook de Arabieren te rug te dryven , deed de zeemagt in Europa herleven. Karel  DE* BEIDÉ INDIEN. $ rel de Grote in Vrankryk, Alfred de Grote in Engeland , benevens enige Steden van Italië, hadden fchepen ; derzelver fcheepvaart wekte den handel op. Die der Arabieren was de grootfte, dien ' men immer , zedert dien van Athene en Karthago, zag. Dit hadden zy dank te wyten aan hunne rhagt, en de gefteldheid van't land, 'c geen zy bezaten. De Venetianen j Genuezen, en Arabiers van Barcelona namen fchielyk daar in deel. De Arabiers zelve, ryk door dien handel, en zat van veroveringen gewórden , hielden op 't volk te zyn, 't geen de boekeryen der Ptolomeusfen verbrandde, 't Is 't enige veroverend volk, 't geen het licht der reden en de menfchelyke nyverheid bevorderd heeft. Men is aan hun de ftel-en fcheikunde, benevens vele nieuwe fterre werktuig-en geneeskundige waarheden ver* fcbuldigd. Maar 't is de Dicht -konft welke aan hun de dierfte verplichtingen heeft. Ten zeiven tyde begonnen de Genuezen, met de onderdanen van 't Greksch keizerryk, den handel, dien deze zich na de Indien geopend hadden , te delen. Die der Grieken viel met hun ryk* Alle de wetenfchappen , alle konften , die der regering, gedrukt door 't lafhartigfte bygeloof, raakten in verval. Daar zy eilanders waren, zagen zy zich, van alle zyden door de zee omringd, A a zon*  4 T A F R E E L zonder fchepen. Zy verzetteden zich tegen die der Egyptenaren en vSaracenen , met 't Grcgoois vuur ; wapenen eens volks , dat geen deugd meer heeft. Konftantinopole, onbekwaam zyn handel te befchermen, liet dien den Gcnuezen over. Vrankryk , Engeland en Duitschland waren toen zonder manufakturen , zonder koophandel, zonder fchepen. De ftaat van koopman was in de verachting, die de ongerymdheid van het ftaatkundig fystema deed geboren worden, en die ze deed aanhouden. Een arme, maar vermogende adel was alleen in aanzien, 't Is deze die 't eerst de tollen , de in - en uitgaande rechten , die van tranfitt vernachting, aubaine en andere verdrukkingen zonder einde in wezen bragt: want alles hing van zyne grillen af. De Joden, die niet traag waren, om zich van den koophandel meester te maken, gaven dien niet veel aanzien. Zy waren toen in gantsch Europa, 't geen zy thans in Polen zyn. Zy verrykten zich , ten fcofte van de bygclovige Christenen, welke 'er zich over wreekten door wrede vervolgingen, die zy door de wisfel wisten te ontduiken. Deze heeft veel toegebragr, om de Kooplieden minder afhanglyk van de Vorften te maken. De Italianen of Lombarden verwierven, by deze gunftige omwenteling, de befcherming van  DER feEÏDE INDIEN, f enige Landvoogdyen, waar door zy de Agenten van geheel Zuid Europa wierden. Het Noorden, een weinig later, ontwakende , verenigde Hamburg en Lubek zich met zulk een goed gevolg, dat dit Eedgenootfchap welhaast uit tachtig vrye Steden beftond; welke een keten van de Oostzee tot aan den Rhyn formeerde , en de Noordfche voortbrengzels tegen de Zuideïyke en de Afiatifche, met de Lombarden verwisfelde. Vlaanderen bloeide insgelyks door zyne Laken-fabrieken. De bloei dezer landen maakte indruk op vele Vorflen ; zy begiftigden de Steden met voorregten, en men zag verfcheide gilden oprichten. De gelukkige dagen van Italië begonnen aantebreken. Te Pifa, te Florence, te Genua werden Gemenebesten opgericht : de koophandel bloeide 'er. Venetië was ten hoogften top geftegen. Hare Zeemagt overtrof die harer naburen. Haar koophandel was uirgeftrekter dan die van geheel Europa. Het Gemenebest deedt Geldleningen , met oogmerk om de vermogende onderdanen aan de Regering te verbinden. Godsdienffige yver hadt de Spanjaarden, van onder 't juk der Arabieren getrokken. Spanje, 't geen, door 't huwelyk van ferdinand en isabella, en door de verovering van Grenade, zyne verfcheiden provintiën verenigde, was ene. A 3 mo-  0 TAFREEL mogendheid, gelyk aan Vrankryk, geworden; Zyn grond was zelfs nog vruchtbaren De fraaije wollen van Caftilie cn Leon werden te Segovie bearbeid. De Spanjaarden waren toen vol moeds en vertrouwen op zich zeiven. Zy verachtten alle andere volken en waren de enige natie , die een vast voetvolk, 't geen zeer krygszuchtig was, op de been had. Van dit karakter waren ook de Portugezen, fchoon hun Staatsbeftuur op beter voet gefchikt was. InFrankryk had zeker Burger, in de vyftiende Eeuw, een voordcligen koophandel opgericht. Meer dan drie honderd faktoorsbeftuurden allerwegen zynen handel. Men betigtte hem valfcheJyk| van euveldaden; hy werd van zyne goederen beroofd en gebannen. Dit vertraagde enigermate de nyverheid, welke onder Lodewyk den XI , die het volk vrycr gemaakt hadt, begon aantcgroeijen. Engeland was wel niet zoo ryk en vernuftig; Maar de natie had reeds dien onrustigen geest, die baar tot de vryheid moest opleiden , na welke de zucht haar ingeboezemd werdt, door de verdrukking harer Opperheerfchers, welke zich by haar verdagt maakten. De Vlamingen bewerkten hare wollen. De fchepen der Hanze Heden voerden haar lood en tin uit. Duitschland verkreeg nu^ een geruster geilek*-  DER BEIDE INDIEN. 7 üeldheid. De bulk aurea had de rechten van 't hoofd' en de leden des ryks geregeld. Onder MAXiMrLiAAN den I. werdt de ftaat in kreitzen verdeeld, 't Volk beminde den landbouw en den kryg;'thadt niets te vrezen van zyne nabuuren, en zyne nabuuren niets van 't zelve. De leen. roerige regering was 'er minder fchadelyk dan elders. De Mynen van Saxen waren nog niet bekend. De Disch en Paarden waren de enige weelde der Groten, die zich met deGeestlykheid bedronken, zonder den ftaat te ontrusten. Het Noorden was nog barbaarfcher, armer en zwakker. De Turken bezaten mede niets; doch dejanitzaren maakten hen geducht. Zy keerden 't ryk der dweepachtige en bygelovige Grieken omver. De verlichtfte luiden, onder hen, zogteri ene fchuilplaatze in Italië , alwaar zy befcherming vonden. Zy bragten kundigheden , goede modellen, en de liefde tot de oudheid , met zich. Rome hieldt op der onkunde gunftig te zyn , fchoon het die zo wel gedient hadt. Te gelyker tyd met de Jaarmarkten , waren 'er fpelen en fchouwplaatzen, waarvan de vermaken 't volk los maakten van den godsdienst, dien „de geestelykheid voorfchreef. Maar als zy zag, dat hare beftraffingen zonder vrucht bleven, zojgafzyzelvo A 4 hei.  g T A F R E E L heilige blyfpelen. De pausfen verloren ongevoe» lig hunne geftrengheid. De fraaije letteren en konften waren by hen in eer; doch te gelyk werden de wysgeren vervolgd. 't Was tyd, dat de Wysbegeerte en de Geleerdheid der zedek unde en der reden , gedrukt onder affchuwelyke leerftelzels en verfoeijelyke praktyken s te hulp kwamen, L HOOFD-    der beide INDIEN. 9 I. HOOFDSTUK. Van de bezittingen der Portugezen , in Oost-Indie. jO)asdanig was de foeftand van Europa , toen de Portugefche Koningen 't ontwerp beraamden , om hunne heerfchappy en hunnen zeevaart uittebreiden. Men hadt dus lange geloofd dat de Atlantifche Zee onbevaarbaar was. De Moren moesten ons van deze dwaling terug brengen. Men ontdekte de bronnen van hun geluk en befloot uit dezelve te putten. Hendrik, Zoon van jan den I., Koning van Portugal, nam deverftandigftemaatregelen. Zeelieden onder zyn oog gevormd, ontdekten Madera in 1419. Zy vonden het zelve geheel mee bosfehen bedekt, welke verbrand wierden, Deszelfs bewoners maaken thans 64030 perfoonen uit. Na de ontdekking van Madera wendden zy den fteven na de West kust van Afrika. Onder j an den II. zeilden zy da Kaap de Goede Hoop om. Emmanuel deed, in 't jaar 1497, een vloot van vier fchepen, onder bevel van v asca de g a m a , vertrekken , die, na elf maanden zwervens, in onbekende Zeeën, in Indoftan aankwam. Afie , waarvan Indoftan een der rykfte delen uitmaakt , ftrekt zich uit, tusfehen den drienenveertigften en. twe honderd zevenden graad lengte. \ Wordt zo wel na 't noorden A $ al s  ro TAFREEL als na 't zuiden door twee grote ketens bergen geftut, door twe andereWens in 't midden aan een verbonden, waaruit een overvloed vsn bronnen ontfpringen, die een verfchillendfn loop nemen. Jn ?t grootfte gedeelte van Indoftan, is 't niet de Zon, maar de Regens, die de faifoenen beftemmen. In de droge mousfon, ziet men nauwlyks een wolkje in den dampkring. Als dan wordt het land verteerd door brandende hitten, 't Verfchil der faifoenen doet zich nog meer op zee gevoelen. Indoftan is een der oudst bevolkte landen des Aardbodems. De konften en wetenfehappen hebben 'er 't vroegfte gebloeid. De Grieken gingen 'er vóór Pythagoras kundigheden fcheppen. Een zagte Jucbtftreek, een zuivere lucht, een vruchtbare grond, die vruchten geeft byna zonder bebouwinge , moest noodzakelyk de eerlte menlchen verzamelen. De Indianen zelve hebben het fpoor van hunnen Godsdienst en Staatkunde verloren. De Bramins de enige bewaarders der boeken, zyn nimmer te bewegen geweest dezelve te openen, vóór dat het den Heer hastings , Gouverneur der EngeHche bezittingen in Bengale, gelukt is , etlyke van hen de dwaasheid van hunne agterhoudenheid te doen begrypen , waar door hy bezitter van hun wetboek is geworden. Dit werd uit achttien Samkretfche fchryvers getrokken , en onder opzicht der Bramins in het Perfisch vertaald; uit welke taal het vervolgens door den Heer halhed in het Engelsch is overgezet. De Bramins, die alleen dit Boek verftaan , maken daar van 't gebruik, 't geen net)  der beide INDIEN. ir men meesttyds van Godsdienftige Boeken gemaakt heeft: een gebruik voorgefchreven door het eigen belang , de driften en de dwepery. Dit geeft hen een onbepaald vermogen. Het volk is verdeeld in vier klasfen. De eerfte beftaat uit de Bramins, welke wederom in verfcheiden rangen verdeeld zyn, waar van zommige in de Maatfchappy andere buiten dezelve leven. De twede klasfe is die der Kxygslieden, onder verfchillende benamingen overal verfpreid. Op Malabar noemt men hen Nairs, Zy zyn zeer roofzuchtig, doch van ene voorbeeldeloze getrouwheid voor hen welke hunne befcherming kopen Dë derde beftaat uit de menfehen die 't land bebouwen. De vierde, welke die der konftenaren is, is in zo vele andere verdeeld , als 'er handwerken zyn. Nimmer mag men dat zyner ouders verlaten. Aldus leidt de flaverny de konften tot den hoogden trap van volmaaktheid. Behalven deeze is 'er nog een vyfde klasfe, zamengefteld uit het uitfchot van alle de andere. Alle deeze Rangen zyn door onoverkomelyke fchei - muuren van elkander afgezonderd. Zy kunnen noch trouwen, noch te zamen eten. De Pelgrimagie na den groten tempel van Jagrenat 'alleen mengt de rangen onder een, Behalven ene wrede foort van heldhaftigheid aan het vooroordeel verknogt, zyn deze volkeren goedaartig, zonder eerzucht. Nauwlyks kennen zy de driften, die ons in beweging brengen. De hitte en hunne geaartheid beteugelen hunne drift niet voor de vermaken der liefde. De kunften en nog meer wetenfehappen worden by hen verwaarloosd.  12 T A F R E E L Joosd. De Indianen hebben een medelydend Karakter , hunne zedekunde verwydert hen even zeer van den geest van vervoJginge, als van veroveringe. De Portugezen vonden hier ook nog Mahometanen, meerendeels afftammelingen van Arabieren , die in dit land gevallen waren. Op dit uitgeftrekt land waren zy de faktoors der Arabieren en Egyptenaren. Hun godsdienst liet hen de veelwyvery toe; zy hadden overal, waar zy nu en dan woonden, vrouwen ; zy raakten in aanzien by de vorften en wierden welhaast meester van het bewind ; zy waren te gelyk kooplui en apoftelen; kopende een groot aantal ilaven, die zy befneden, en aan welke zy de vryheid gaven , na hen alvorens in hunne Jeeritellingen te hebben onderwezen. By de aankomft der Portugezen, was Indoftan verdeeld tusfchen de koningen van Kambaia, Delhy, Dekan, Narzinge en Kalikut, die verieheide tolpligtige Vorften onder zich hadden. De laatfte dezer Vorften bezat de ftreken , die 't mast aan zee lagen. Dit voordeel, verzeld van zekere bygelovige overlevering , maakte Kalikut tot de fterkfte fïapelplaatze dezer landftreken. Men bragt 'er van 'tgeheel Oosten aan: edele geileen ten, paarlen, amber, yvoor, porcelem, goud, zilver, zyde-en katoene-ftoffen, indigo, zuiker, alle zoorten van fpeceryen, koftelykhout, welriekende kruiden, fraai je vernisten, in een woord, alles wat den welluft des levens vermeerderen kan. G a m a van deze byzonderheden onderricht, deed zich in de haven brengen, waar de handel 't fterkfte bloeide. Hy floeg, in een ge-  der beide INDIEN. 1$ gehoor, een verbond van koophandel voor met den Koning; doch de 'nyd der Mufulmannerï deed dit mislukken. Zyne terugkomst te Lisbon verfpreidde ene onuitfprekelyke vreugde , door de hoop van een ryken handel en veroveringen, die de afItand van den Paus deed wettig fchynen, Men bood zich by hopen aan, om op de nieuwe vloot, die na de Indien moest gaan, te dienen. Dertien Portugefche fchepen kwamen voor Kalikut , onder bevel van alvarez c a b ral, en bragten aan zamorin, den Koning deslands, enige onderdanen, door g a m a met geweld weggevoerd , te rug. 't Volk, verleid door de listen der Mufulmannen, vermoordden een vyftigtal Portugezen. Cabral verbrandde, om hen te wreken, alle de fchepen der Arabieren, welke in de haven waren, befchoot de ftad, en vertrok vervolgens na Kochin en Kananor. De Koningen dier beide fteden, in de hoop van zamorin niet langer tolplichtig te zyn, boden hem aan hun bondgenoodfchap, fpeceryen, goud en zilver. Verfcheide andere tolplichtige Vorften volgden hun voorbeeld. Deze gefteldheid deed den Portugezen ene fterke overhand krygen, want de Vorsten erkenden hunne opperheerfchappy, ten einde 't juk van zamorin te ontwyken. Kort daarna durfden de fchepen der Moren, van zamorin en zyne Vasfalen zich niet meer vertonen. De Portugezen , zegepralende in 't Ooften, zonden ieder ogenblik, na hun vaderland, fchepen , die 'er de faam hunner overwinning veripreidden. De Zeelieden van alle oorden (levenden na Lisbon om de indifche waaren te ko-  H TAFREÉt kopen 't Hof van Lisbon had toen de wysheid, om al zyn vertrouwen aan alPHONsus albüqoerque te geven, die jnzichts genoeg had, om te ziel dat men Goa „odig had, 't geen omtrent ' S fraaifte havens van Indie en een der voordeligfte posten was. De verovering daar van kostte hem niet veel. Idalkan, de oude bezitter dierftad, verplichtte hem wel die te vertn'mil![ C was °P ze binnen kort te hern verovennS va" Goa, hoofdplaats van alle de Portugefche bezittingen , en de ftapel van hunnen gehelen handel in de Indien fleepte t verlies van Kalikut na zich. Toen was de yoorfpoed der Portugezen zonder palen, de landzaten veel te zwak zynde om hen te kunnen tegenhouden. De enige natie waartegen deze op hunne hoede moesten zyn ' waren de Egyptenaren. ' 3 Alexander de Grote, getroffen door het verltand, de nyverheid, en werkzaamheid dezes volks en de fchoonheid van hun land, tusichen tvve zeeën gelegen, fmeedde 't ontwerp om in Egypte den zetel zyns ry'ks en des koophandels te véftigen. Zyne vroege dood deed dit itaken ; doch onder de regering van zvn opvolger Ptolomëus, nam de handel van dit land door oneindg veel zorg en werk begiftigd, een Herken aanwas. Deze werd hoofdzakdyk met de Indien gedreven Hy Jokte in zyne havens de fchepen van alle natien De rykheid van dit land bragt langen tvd veel toe tot den luister van 't Roomfche ryk In de dehng der allergrootfte magt , werd EgVps te aan 't üosterlch Ryk gehegd. Deze itaat had  der beidé INDIEN. 1$ had onwrikbaar moeten pal ftaan, zo de rykdommen de plaats van moed konden bekleden. De Grieken trooftten zich, toen zy zagen, dat de oorlogen der Saracenen 't grootfte deel van den handel op de Indien na Konftantinopoleovergebragt hadden. Dit voordeel alleen zoude, misfchien, de oude glorie des ryks hebben doen wederkeren , of zoude ze onderfchraagd hebben; maar ene bedorve regering bragt alles in de war. Den Italianen en boven al den Venetianen gelukte het zich den weg na Egypte te openen. Deze moesten derhalven ongeruft zyn over den voorfpoed der Portugezen. Zy deelden hunne vreze den Soudaan van Egypte mede, wiens tollen reeds fterk leden "by den fcheepvairt der Portugezen. De Egyptenaren, onderfteund door de Venetianen, deden, van Suez, na de Indien vier grote fchepen, twee galeiien en drie galjoten vertrekken, tot herftel des handels. De Portugezen hadden dezen ftorm voorzien; zy zonden ene aanzienelyke wapenrusting derwaarts , onder bevel van d'acuyna , die zich meester maakte van 't eiland Socotora, honderdtacntig mylen van de ftraat van Babelmandel gelegen , welk tot 't uiterfte door een zeer dapper garmfoen verdedigd werd. De onverzaagdheid der Portugezen alleen kon ze overwinnen Doch dit dor Eiland, vruchtbaar alleen in Aloë, voldeed niet aan de verwagtinge des overwinnaars. De Portugezen, verzwakt door 't afzenden van fchepen na Europa, werden op hun beurt door de vloten van Egypte en Kambaia overwonnen. De zegepraal duurde niet lang; de Portugezen herkregen de overnand en behielden dien in de geftadige zeegevegten. Al-  ï6 T A F R E E L ALBUQUERquE vond goed van dien kleinen oorlog een einde te maken, door de verwoefting van Suez. Hy ging met ene vloot de rode zee in, doch hy was gedwongen re rug te gaan. Zedert was hy bedacht op verfcheiden middelen, om tot dit zyn ,doel te ko • men , 't geen hem zekerer ondernemingen voor ene wyl deden uitftellen. De Turken hadden Egypte veroverd. Europa begon 't juk van flaverny aftefchudJen , *£ geen zyne bewoners, zedert de overwinningen der Romeinen, verachtelyk gemaakt had. De Vorften, ten einde de buitenlporige onkosten der kruistogtcn goed te maken, waren genoodzaakt ge weeft hunne flaven en landeryen te verkopen, 't Recht van eigendom begon onder de burgers ingevoerd te worden Ondertusfchen, zonder de ontdekking van vasco de ga ma zou dit flauwe licht der vryheid weder uitgebluscht zyn. Da Turken gingen 't menfehdom onderdrukken, en dit juk zou nog zwaarder geweest zyn als 't voorige, zo deze woeste veroveraars van Egypte niet na de Indien te rug gedreven waren door de Portugezen. Meefters van den handel der Indien, zouden zy de ont. zachlykfte zeemagt van de waereld gehad hebben, die Engelanl, verdeeld door de belangens zyner vryheid, en Vrankryk. door die zyner meefters, niet zouden hebben kunnen in even- ' wicht houden. De godsdienst hield Duitsland, en de eifchen eens tyrans en bedriegers Italië verdeeld. Europa kon gene genoegzame magt tegen die der Turken opleveren. In byna ganfeh Europa brengt een gods. dienffc, die geduurig met zich zeiven en ene' on-  bs & ë EfDÈ I N D 1 ë Ni tf onbepaalde zeden-kunde te ftrydeh heeft, 't êns deel van den ftaat tegen 't ander in beweging, onderhoudt ene gilling in de gemoederen, en doet altoos emgcn gevóelen dat de merisch :vry is» Maar onder 't juk van een' Godsdienst, die de tyranny heilig maakt, en den throon op 't altaar bouwt, die den teugel viert aan den wellust en de verftandelyke vermogens in onbruik houdt, is gene hoop op omwentelingen* De 'lurken vermoorden hunne Vorsten, maar hebben geen kragt van ziel genoeg , om op ene verandering van rcgeringsform te denken. 't Was derhalven met de vryheid der waereld gedaan geweest, zo 't bygelovigfte en a misfchien, 't fiaafachtigfte volk des Kristendoms, den dweperachtigen Mufulman niet pal gezet hadt, met hem den zenuw der rykdommen aftefhyden. albuquerquf/ deedt meer: na dat hy gezorgt hadt, dat geen fchip uit de Arabifche zee in die van Indie komen konde, zogt hy zich de heerfchappy der Perfifche golf te geven. Aan haar' ingang legt de Stad Ormuz, welke in de elfde eeuw gebouwd, de hoofdftad van een aanzienelyk Koningryk was, voorzien van twee goede havensj ryk, verfterkt , vol van een befchaafd volk en de ftapelplaats van den Perfifchen handel, welke op Europa gedreven werd uit de havens van Syrië en Kaffa. \ De landaart van dit Ryk was wellevender en vriendelyker dan enige andere. De weelde was 'er ten hoogften top, AlbuquerquE begon met defteden, van Ormuz afhanglyk, te pionderen; fchoon deze verwoestingen niet van zyn' lmaak waren, achtte hy ze nodig, om 't volk vreze aan te jaB gen.  ï8 T A F R E E U gen. Daarop vertoonde hy zich voor de hoofd, plaats, die hy opeischte. Maar in plaats dat deze zich overgaf kwam een vloot fchepen, uit Ormuz , Arabie en Perfie zvn eskader bevechten ; doch flegts vyf zyner fchepen vernielden deze gehele magt. Toen frondt de Indiaan toe , dat albuquerque een Kasteel, dat de ftad en hare twe havens befchoot, bouwde. Deze kennende de waarde des tyds, verloor geen ogenblik, om dit bouwen te verhaasten. De inlander ziende zyn weinig volk, lchaamde zich den Staat daar aan opgeoffert te hebben. At ar, de eerfte ftaatsdienaar , befloot door konftenaryen zyne fout te hcrftellen. Door deze gelukte 't hem de Portugezen onder zich zelve te verdelen, en te maken , dat drie zyner fcheepskapiteins hem verlieten , toen hy op 't punt ftondt de ftad tot het uiterfte te brengen. Doch zodra hy Onderkoning en meester der gehele Portugeiche magt geworden was, verfcheen hy op nieuws voor de plaats met een toeftel, tegen welke een bedorven hof en veragt volk geen tegenftand kon bieden. Men onderwierp zich. De Perfifche Oppervorst vroeg aljbuquerque om fchatting; deze liet aan zyne gezanten kogels, granaten en fabels vertonen. Zie daar, zegt hy, de mum der fchatting die de Koning van Portugal geeft. Aleuquerque dagt, na deze onderneming, zyn gebied verder na 't oosten van Afie te kunnen uitbreiden. Ceylon deedt zich 't eerst aan hem voor, een Eiland 't geen tachtig rnylen lang en dertig breed is , te voren by den naam van Taproban bekend. Twe natiën, ver- fchife  DER BEIDE INDÏËN, t§ fchillende in regering en godsdienst, bewoon** den het. De Bedas na de noordkant, verdeeld in ftamnien, gehoorzamen een niet vrymagtig Opperhoofd. Zy hebben veel gelykenis met de Bergfchotten. Zy zyn vry gebleven, en hebben nooJt de vryheid hunner naburen aangegrepen. De Chingulezen aan de zuidzyde , zyil talryker en vermogenden In vergelyking Van de Bedas zyn zy befchaafd. Zy zyn , gelyk de Indianen, in Hammen verdeeld, maar verfchilien in godsdienst. Zy verftaan zich wel op den oorlog; zy weten van bun bergachtig land, by de verdediging tegen de Europeanen gebruik te maken. Beide die volkeren hebben in overvloed vee en vruchten. Men vondt 'er Olifanten , de enigfte kaneel die in Eu* ropa geacht is, edele gefieenten , paerlen, en de beste havens van Indie; deszelfs ligging was nog voortreffclyker. Hier hadden de Portugezen de Hoofdplaats hunner bezittingen moeten ma* ken. 't is 't middelpunt van het gehele Oosten. Zo oordeelde 'er de Onderkoning niet over; by gaf aan de kust van Malabar de voorkeuze boven die van Koromandel, fchoon de eerfte arm, de laatfte ryk in voortbrengzels was. De bezittingen van Sc. Thomas en Negapatnam werden eerst na hem geiegd.. Hy dagt door 't in bezit nemen van Malakka, den handel 't meest te zullen uitbreiden, na dat hy van Ceylon meester was geworden. 't Land waarvan Malakka de hoofdftad is, heeft by ene geringe breedte, honderd mylen lengte; ten noorden grenst het aan Sjam; voor 't overige worde het door de zee befproeid. ' B 2 De  20 T A F R E E L De luchtftreek is 'er zeer zagt, en de grond vrugtbaar. De regering was 'er aller wreedst, zynde leenroerig, en maakte van de Maleijers een zeer bard en woest volk, 't geen de burgerlyke orde in vele dingen omkeerde. Nogthans was Malakka, door zyne ligging, de voornaamfte markt van Indie geworden, In zyne haven waren altoos fchepen uit Japan , China, van de Philippynfche en Molukfche eilanden, van Bengale, Koromandel, Malabar, Perlie, Arabie en Afrika. In dezen handel wilden de Portugezen delen. Zy vertoonden zich eerst als enkele kooplieden; doch zy waren verdacht en hatelyk geworden , en werden omgebragt, op enige weinige na, die ter fcheep na Malabar vluchten konden. Dit geweld gaf aan de onderneming van albtjqjjerquE, o;n deze ftad te veroveren, een aanzien van rechtvaerdigheid , die de Portugezen min hatelyk moest doen voorkomen. Op 't ogenblik , dat hy de plaats , die zich tot verde. diging gereed gemaakt hadt, wilde belegeren , dreigde men hem, dit doende, zyn vrind arauj o, in handen der belegerden gevallen, te doen omkomen. Echter werdt Malakka, na een hevi. gen tegenftand, ingenomen. De inwoners, die zich dit nieuw juk niet wilden onderwerpen, vluchtten landwaarts in , en werden nog veel woester , barbaarfcher en moordzieker ,• zodat het mogelyk zyn zoude dit volk uitteroeijen , maar men zoude 1 et door geweld onder enige andere regering niet kunnen brengen. _ Ene zo fchitterende voorfpoed deedt de Koningen van Siam en Pegu , verfchrikt over dezen zegepraal, albuquERquE gezanten tos-  DER BEIDE INDIEN. 8Ï toezenden, met aanbod van den handel en een verbond met Portugal. In dien tyd nam een klein fmaldeel van de vloot den weg na de Molukfche eilanden, die klein in omtrek en tien in getal zyn. Hunne inwoners hadden een half heidenfche, half Mahomethaanfche godsdienst. Zy waren zeer lui. Hierin werden zy geflerkt door 't menigvuldig nut 't geen zy uit den Kokos-boom trokken , als gevende hun dekzel, drank en medicynen. De Sago-boom, waarvan 't merg een aangenaam eten is, fpysde hen. Met 't een en ander leefde deze menfehen vergenoegd, toen de Chinezen, hier by geval aan geland, hen de nagelen en muskaat-noot leerden kennen en 'er hen fmaak in deden vinden. Toen werden deze fpeceryen een tak van handel. De Portugezen ontnamen dcnzelvcn den Arabieren , en eigenden zich de Molukfche eilanden toe. Ondertusfchen ging albuquerque voort, met zich Malabar te onderwerpen, 't geen in zyn afwezen zich weder vry hadt willen maken. Zedert vergenoegde hy zich met alle de zaken , onder zyn bewind , in goede orde te brengen , waar door hy zich de hoogachting der Indianen verwierf, die nog lang na zyn dood, hem by zyn graf om herftel van de knevclaryen der Portugezen kwamen bidden. Hy flierf te Goa, in 't jaar 1515, zonder fchatten> en in ongenade by emmanuel. Wanneer men nu gadeflaat alle deze veroveringen , al dien blinkenden voorfpoed, de uitgeftrektheid van de landen en natiën, waartegen zy den oorlog voerden; een oor log , B 3 waar  fg T A F R E E t waar in tegen één Portugees, meer als honderd dappere mannen gefield konden worden, want hun gehele magt beliep geen veertig duizend man , ichynt dit wonderfpreukig en ongelooflyk ; maar de Portugezen waren toen een fier en moedig volk, 't geen zy dank te wyteft hadden aan de ingevoerde ridderfchap, aan 't aanzien des adels, aan de oorlogen, die zy ter verdediging van hun goed, vryheid en godsdienst gevoerd hadden. Alle deze omftandigheden werden verfterkt door de begeerte na fchatten. Maar deze zelve fchatten bedorven weldra alles, en deden alle edele gemoedsdriften verdwynen. Niettemin vervolgde lopes soarez, de opvolger van albuquerque, zyne ontwerpen. Deze laatftc zag, te Malakka Chinefche fchepen en kooplui. Hy vatte een hoog denkbeeld op van een volk, waarvan de geringfte meer wellevendheid heeft, dan elders de adel. Hy moedigde ze aan hun handel te Malakka te vervorderen. Zy onderrechtte hem aangaande vele byzonderhedeb van dat uitgefirekte Ryk. Hy gaf 'er kennis van aan 't Portugefche hof; 't geen, alhoewel het een gering denkbeeld van China hadt, een Eskader deedt vertrekken, om een gezant derwaarts te voeden. Zodra 't zelve digt by Canton gekomen was, kwamen de Chinefche fchepen het van alle zyden bezichtigen. Men liet hen dit toe en gaf den Mandarins op Canton den afgezant over , welke na Peking gevoerd wierdt. Deze kon, op zyne reize na Peking, zich over de rykheid, bcbouwdheid, volkrykheid en goede regering des ïands niet genoeg verwonderen. Die  der beide INDIEN. 23 Dit Ryk, ten noorden aan Rusfisch Tartarye , ten zuiden aan Indie , ten westen aan Thibet, ten oosten aan den Oceaan grenzende , bevat omtrent de gehele uitgeftrektheid van 't oostelyk Afie. Men zegt, dat 't beftaat zedert vier duizend jaren. Alles wat dit volk bezit draagt de diepe voetfporen van ene oude nyverheid. De landbouw is 'er zodanig aan de volkrykheid onderworpen , dit men in de koornlanden , noch floten, noch hagen ziet, en zelf weinige dernuttigftebomen, die de voedende zappen van 'c graan na zich zouden trekken. De heuvels, die men in Europa met wyngaarden bedekt ziet, dragen hier koorn. Deze zyn in verdiepingen verdeeld ; en vertonen zich, als een toneel van terrasfen, die, naarmate zy reizen, enger worden. Een droge muur fcheid ze van elkander af. Men heeft 'er waterbakken gemaakt, om water te verzamelen. De fleilfte bergen zyn met timmerhout beplant. De Mynen die men 'er vindt, worden niet bewerkt. De Zee, die langzaam, maar onweêrftaanbaar werkt van 'tOost na 't West, vindt hier palen in de nyvere werkzaamheid der Chinezen. De rivieren hebben alle door gragten gemeenfehap met elkander. De Oceaan is 'er bedekt met ontelbaare barken , wier masten zich van verre als bewegende bosfchen vertonen. De nuttigheid is de richtfnoer van dit volk; hierom heeft 't meest koornland en weinig weiden; 't voedt zich grotendeels met vis, gewasfehen en konfituren. De gragten maken de paerden overtollig tot 't overvoeren van waren. Alle dagen zyn werkdagen voor dit arB 4 beidt  2H T A F R E E L beidzaam volk , behalven de ecrfte van 't jaar, toegewyd aan familiebezoeken , en de 'laatje , toegewyd aan de herinnering der voorouders. Ene der openbare amptsverfichtingen der Keizers van China is , in dc lente, de aarde, met al den tocftel van een feest, en ene heerJykheid , welke alle de boeren in den omtrek na zich trekt, te beploegen en daarna te bejsaaijen. De Onder-Koningen herhalen dit in alJe dc provintiën. Dit is evenwel ene enkele plechtigheid; want de weelde laat niet na aan t hof van Peking bekend te zyn. Maar deze plechtigheid is ingericht, om den landbouw te yereeren; hierom geeft men den boeren, die in hun werk uitmunten, eeretekens en aanzien. De vaart, de visfeheryen en de jachtjzyn 'er vry. De bezittingen zyn 'er even onaf hanglyk als de menfehen. 'Er is noch dadelyke, noch perfonelyke fiaverny. De gecstelykheid, die overal zo ftout is, ómü hier gene eifchen maken. De belastingen zyn 'er zeer matig, belopenden van een tiende tot 't dertigfte der voortbrengzelen. Ene inftelling zo overoud als deze kan niet fehielyk veranderd worden: geen Keizer kan ene vermeerdering van lasten voor zich zelvcn bewerken, en niemand wil dit voor een ander doen. Het is de Koophandel die voor weinig tyds enige nieuwe cp zommige goederen gelegd heeft. De Mandarins ontvangen ze m Waapenj zy voeden de Overheid en Zoldaten. 't Geld, dat van 't verkogte overfchot komt, gaat in de openbare fchatkist en dient voor de behoeften van den Staat. Een gedeelte blyft 'er altoos van in de magazynen, voor een tyd van gebrek.  PER BEIDE INDIEN. 25 De Chinezen bedienen zich van voedende^fpyzen, en kleden zich meest met blauw katoen, en de ryken met zyde. By de laatfte optelling, waren 'er in China 59,798,364 man, in ftaat om de wapenen te kunnen voeren. De grote volkrykheid maakt, dat de misgewasfchen meest al vergezeld gaan van bloedige oproeren , waarin velen fneven. Als de behoeften van de eerfte noodzakelykheid ontbreken, erkennen de Chinezen gene magt, die hen niet voedt. De Keizer weet derhal ven , dat hy over een volk heerscht, 't geen hem toegedaan is , zo lang hy 't gelukkig maakt. De noodzakelykheid, waarin hy is, om rechtvaerdig te zyn, maakt dat hy ook wyzer en verlichter wordt; dit geeft hem by de natie 't achtenswaardig aanzien van een' vader des huisgezins. In China behouden de Ouders een onbepaald gezag op de Kinderen, tot welke jaren zy ook gekomen mogen zyn. 't Keizerryk gaat niet over tot den Oudften, maar tot dien Prins, dien de Keizer en de Ho. gen raad der Mandarins den bekwaamden keuren. Dit geeft hun nayver. De Onder-koningen en Overheden delen in de liefde van 't volk. De Adelyke aanhangen zyn 'er onbekend. 't Bygeloof is zonder kragt in China; 't kan hier den baas niet fpelen , gelyk elders. Om in de regering te komen , moet men van de fecte der Geleerden zyn , die geen bygeloof duldt. De Bonzen mogen op hunne leerftellingen gene zedelyke plichten bouwen. China is 'er nogtans vol van ; zy zyn geëerbiedigt by 't volk en van 't hof veracht. Lo zy een geB 5 deel  26* 9 A F R E E L deelte van de natie bederven, is 't niet dat gedeelte , wiens voorbeeld en gezag invloed heeft op de zeden. Deze laatste kan men met veranderen , om dat zy door de opvoeding ingeboezemd worden , als ook door de wetten , die ze voorfchryven, en door de gebruiken, die ze bandhaven, Deze wet ten dienen om te vereuwigen de overlevering , dat geheel China ene grote familie is. Dit alles maakt van de Chinezen een zeer menfchelyk volk : geen ander heeft zo veel vaderlands-gezindheid. De laatste inval der lartaren heeft zyne zeden doen dalen, doch ^atzich aanzien , dat zy] hare oude zuiverheid zuden wederkrygen. xNogthans zyn de Chinezen met zo ver gevorderd in de enigzins ingewikkelde wetenfchappen, als men van zo een oud volk zou kunnen verwachten. Ene der kunsten waarop zy zich 't minst verftaan js die des üorlogs. Dusdanig was 't Keizerryk van China, wanneer thomas per es, der Portugezen Afgezant, te Peking aankwam, 't Hof was zyne natie toegedaan: hare roem vervulde toen gantsch Ahe. Ferdinand d'andreade, de bevelvebber des Eskaders , moest, door zyn goed gedrag , dit aanzien vermeerderen. Hy voer langs de kusten en dreef een gerusten] handel. Up t ogenblik van zyn vertrek verfcheen zyn Broeder met een twede Eskader. Deze bedreef vele geweldadigheden, zo als de Portugezen in lndie gewoon waren te bedryven. De Chinezen rusten hierop ene Vloot uit, die de Portugezen deedt wyken. Zy werden uit China gebannen en Thomas Peresin de gevangenis  DEJ BËIDE INDIEN. 2? genis geworpen, daar hy overleedt. Naderhand bekwamen ze weder vryheid om in de haven van Sanciam handel te dry ven. De goede dienften die zy den Chinezen enigen tyd daarna bewezen, in het verdry ven van den Zeeroover 1 ehang si lao, maakte dat de Keizer hun Macao gaf, van waar zy op Japan handelden. Hier vonden zy een Ryk, dat in fchatten, in pracht van Gebouwen en vruchtbaarheid voor China niet behoefde te wyken. De Japannezen werden beheerscht door b} geloof. Deheerfchende Godsdienst, die der sintos , erkent de onfterflykheid der ziele, en eerbiedigt ene menigte Goden. Deszelfs Hoge-priester , dai. ri, heerscht over Japan. Wyl de Keizer van Japan een geheiligd perfoon en een afftammeling der goden is , zo wordt de minfte ongehoorzaamheid tegen de wetten als de grootfte misdaad aangemerkt, in wiens ftraf zelfs de maagfchap begrepen wordt. De onderfcheiden Godsdiensten , vol wrede en bygelovige leerftellingen, maken van de Japannezen een woest, wreed, en affchuwelyk volk. Schoon de Geestelykheid den Miffionarisfen niet gunstig was, maakten zy nogthans enigen opgang , en de Kooplui dreven een voordeligen handel. Met dezelve, zo wel als met deze uitgeftrekte bezittingen, moest de begeerlyklieid der Portugezen voldaan zyn. De ondeugden , 't misbruik der rykdommen, de dronkenfchap over hunnen voorfpoed, 't ver af zyn van 't Vaderland deden deze natie veranderen. Geestelyke yver deedt hen barbaarsch worden ; zy begingen tegen de Vorften en hunne 'onderdaken allerlei looit van geweld. Op 't laatst  28 TAFREEL laatst hadden zy voor elkander geen goede trouw of menlchlykheid; zy wierden beheerscht door een mengelmoes van ontucht, Godsdiens, ugheid, gierigheid en wreedheid. Weest (laa- hZf/ufu f't11 ZItegen de geenen welken iunne bebloede handen ontmoetten Coje sophar, Staatsdienaar dés Kon in gs van Kambaia, befloot de Portugezen aantetal ren. iiy maakt zich meester van Diu, en belegert het Kasteel, dat hardnekkig verdedig wordt Castro met ververfchingen en nieuwe manfchap aangekomen, verflaat den vyand, en doet voor opgenomen penningen het kasteel weder opbouwen Alles wat castro echter dcedt, om de ouae eerzucht in zyne land- FVfuC1J V0/0611 hcr]cvcn » was vruchteloos: het bederf der zeden nam toe, en de lafhartigheid , verzaad van allerlei gruweldaden, voltooide hunnen ondergang. Amboina fchudde 't eerfte het juk af De Portugezen overal in de Jndie verfoeid, za^en een groot bondgenoodfehap oprichten om hen te yerdryven. üm dit te doen mislukken , zondt sebastuan na fndie ataïde en aile de Portugezen , welke in de oorlogen van Europa hadden uitgeblonken. Men meende, by hunne aankomst, de vei afgelegene bezittingen te moeten verlaten, en zich omtrent jviaiabar en Goa te moeten verfterken. De meelle Portugefche bezittingen werden vyandeJyk aangetast; maar ataïde behieldt ze nog enigen tyd met ongewoone dapperheid • de oude grootheid dezer natie fcheen voor 'enigo ogenblikken te herleven. 6 Waar m dat Portugal zich aaq philippus den  DÉK BÉIDE indien. 2? den II. onderworpen hadt, merkten de Portugezen in .'Indie zich als onafhanglyk aan. Enige begonnen te muiten ; andere werden Zeerovers; fommige[begaven zich in dienst van enige Vorsten des lands, en deze werden meest Generaals of Staatsdienaars, 't Leger was zon. der krygstucht , de Oorlogfchepen bleven in de havens, en de zeden verbasterden ten hoogite. Allengs verloren de Portugezen hunne grootheid , wanneer ene vrye , verlichte en verdraagzame natie zich in Indie vertoonde , en hun derzelver heerfchappy betwistte. Van alle hunne veroveringen hebben zy alleenlyk Macao Diu en Goa behouden. Macao zendt na Goa vyf of zes fchepen met goederen te Canton afgekeurd, welke van daar terugbrengen fandelhout , Indifche faffraan , gember , peper, lywaten, en andere goederen, door Goa op de Kust van Malabar of in Suratte verkregen. De ladingen welke deeze volkplantingen aan ur->pa bezorgen belopen thans maar 3jI/5jOoo livres. II. HOOFD.  S* T A F R E E L II. HOOFDSTUK. Van de bezittingen der Hollanders in Oost - Indie. chland, dat vvyd uitgcfirekt gebied, werdt eertyds bewoond door een moe. dig » krygszuchtig volk, wiens bezigheid en vermaak de oorlog , lopen, zwemmen, ryden en de jacht waren; latende de zorg der huiïelyke zaken der vrouwen en den ouden mannen over. Zyne zeden waren eenvoudig ; 't huwelyk was by 't zelve heilig; zyne fpyzen grof; zyne gastvryheid groot. Al zyn rykdom bellond in vee en paerden. Zodanig was de natie die 't land tusichen de Waal en Rhyn, onder den naam van Batavie , gingen bewonen. Hare regering was een mengzel van alle mogelvke regeringen , toen ce. sar den Rhyn overtrok, en haar in 't eerst onderwierp, fchoon zy naderhand den eernaam van vrienden en broeders des Roomjchen volks verwierven ; een eernaam die zy , door hunne trouw en dappere diensten in verfcheiden togten, verdienden. Met den val aller burgcrlyke en krygsdeugden, welke Rome tot dien trap van grootheid verheven hadden , viel dat groote Ryk, waar van ieder een ftuk na zich trok De Franken overweldigde de Gaulen, en Batavie werdt  DER BEIDB INDIEN. 3Ï werdt een gedeelte van dat groot koninkryk, welk deze veroveraars opregtten in de vyfdé eeuw, en 't geen na den dood van Karei den Groten verdeeld werdt. Een zyner kleinzonen bekwam Duitschland, waar in Batavie, 't geen de Normannen Holland noemden, begrepen werdt. In de tiende eeuw verkregen de Graven van Holland, die gelyk de andere Prinfen, tot dat tydftip 9 ene magt, die maar voor een tyd duurde en dus onbeftendig was, geoefent hadden , dezelve rechten , als de grote Leen-mannen van Duitschland. 't Was echter verloren moeite, die zy zich zomtyds gaven , om dit volk met ene eigendunkelyke magt te beheerichen , 't welk, door de geest van vryheid bezield , wilde, dat oorlog , vrede , lasten en verbonden altoos 't gezamentlyk werk der Graven, der Edelen en der Steden zyn zou. Ieder der provinciën hadt hare byzondere wetten en voorrechten. De misbruiken der Paufen , en de oproerige welfprekenheid eens Monniks gaven gelegenheid tot ene hervorming in den Godsdienst, dien Philips II, door allerlei foort van geweld en vervolgingen, wilde te keer gaan; 't geen niet gefchieden kon , zonder de voorrechten .der Nederlanden te kwetzen. Zeven arme , moerasfige, kleine provinciën , wier gantfche fchat in enige weiden en in de visfchery beftond, wêerzettede zich dit geweld, en gingen een der rykste en vermogendfte Gemenebesten, en, mislchien, 't model der handeldryvende ftaten van de waereld ftichten. Hunne wor* ftelingen waren zwaar en langdnurig ; men nam  3^ T A F R E E L nam toevlucht tot allerlei middelen ,* men gaf de zeerovers een fchuilplaats , om daar mede de Spanjaarden te bevechten; men ftrekte den koophandel zo veel mogelyk uit. De Hollanders waren meester geworden van dien op Lisbon. De Koning van Spanje deedt dien verbieden , en hunne goederen in zyne havens in beflag nemen. Men deedt ene vruchteloze poging, om een weg, door 't Noorden, na Indie te vinden , om aldaar de Waren uit de eerfte hand te kopen. Juist op dit tydftip gaf kornelis houtman , om fchulden te Lisbon gevangen, den Amfterdamfchen kooplieden te kennen , dat zo zy hem zyne vryheid bezorgen wilden, hy hun vele nuttige ontdekkingen konde mededelen ; waatoe hy door zyne uitgebreide kundigdeden dier rcize en des handels in ftaat was. Hy voldeed zyne belofte. Men maakte een genoodfehap en vertrouwde hem vier fchepen, om over de Kaap na Indie te varen. Op dien tocht moest men de kusten , rivieren , havens, landen en handel befpieden. Het wys gedrag des bevelhebbers gaf gelegenheid tot een bondgenoodfehap met den Koning van Java. Houtman keerde na zyn Vaderland te rug, niet met grote fchatten, maar grote hoop. Ingevolge van zyne narigten, moest men zich op Java neerzetten, welk den peper-en fpecery handel in hunne handen brengen moest. De Admiraal van neck onderfteunde deze onderneming met acht fchepen ; wel haast deedt hy vier fchepen beladen met rykdommen na zyn Vaderland vertrekken, werwaarts hy kort daarna ftevende, na alvorens enige kantoren op  BEE. BEIDE INDIEN. 33 pp de Molukfche Eilanden opgericht eri Verbonden met enige Oppervorsten gemaakt te hebben. De blydfchap over deze gebeurtenisfen dö genoodfchappen te veel vermeerdert hebbende en elkander fchadelyk geworden zynde , vestigde de Staten Generaal, in 't jaar 1602, de Maatfchappy van Oost Indie; wier eerfte fondfen niet groot, doch genoegzaam waren, en wier voorrechten die van enen onafhanglyken ftaat evenaarden. De zestig Bewindhebbers vart dit fonds beftieren al wat de uitrusting, koop en verkoop , als ook de ftaatkunde aangaat , die men met de Vorsten in Afie in acht te nemen hebbei Van dergelyk ene Maatfchappy is geen voor. beeld in de oudheid; zy ftrekte alle de navolgende ten model. Dit nieuw h'gchaam werdt wel dra vermogend*, nadat men den Admiraal warwick met veertien fchepen en enige jachten afgezonden, en deze een fort op Java gebouwd , Verbonden gemaakt, gelukkige flagen tegen de Portugezen geleverd, en de vooringenomenheid der Oosterlingen, by wien de Nederlanders als rovers, vyanden van alle orde en Godsdienst,door de Portugezenafgefehildert waren, overwonnen hadt. De fchaal hing nog* thans lang in evenwicht , totdat eindelyk de Portugezen voor alle hunne euveldaden en goddeloosheid moeften boeten. De omwenteling van 1640 gaf Portugal wel zyne vryheid, doch niet zyne Oosterfche Staten terug. Ondertusfchen hadden de bedryven der Nederlanders in Indie niet dat fchitterende, dat fiere der C por-  g4 T A F R E E L. Portugezen maar alle hunne daden waren, zo niet grootsch , nogthans nuttig. In ÏC07 zogten zy zich den toegang tot China te openen; maar de Portugezen hielden dien gefloten. In 1624 vestigden zy zich op 't eiland Forraofa, dertig mylen van China afgelegen ; hoewel de hoofdplaats dier nieuwe bezittinge een klein eilandje, digt by 't groote was. De verovering van China door de Tartaren, deed meer dan honderd duizend Chinezen hierna toe komen, die 't zelve bloeijende maakten ; doch kort daarna zich in des zelfs opper bewind ftelden en de Nederlanders verjoegen, die nu niet anders dan over Kanton op China handelen. Zy deden ook enige vergeeffche pogingen, om in handel met Japan te komen, waarin zy eindelyk flaagden, dooiden toevalligen fchipbreuk van een hunner Kapiteinen, die hen berigtte , dat de Japannezen de Portugezen moede en hen toegedaan waren. De Portugezen hadden zich hatelyk gemaakt, door 't invoeren van een' nieuwen Godsdienst, welke dit Ryk vroeg of laat in fcheuringen met den ouden Godsdienst zou hebben doen vervallen. Zy werden derhal ven in 1638 uit dit land verbannen , 't geen niet toe ging , zonder ftromen bloeds te vergieten. De vreedzamen aart , dien de Nederlanders getoont en de dienst die zy den Japannezen bewezen hadden , met hun gefchut tegen de Portugezen te laten fpelen , deedt hen zich ftaande houden in dit Ryk; doch een opgevat wantrouwen der Landzaten beroofde hen van dit voorrecht. Zedert het jaar 1741 zyn zy verbannen op het eiland Nangazaki , welk door  DER BEIDE INDIEN. 35 cioor een brug met de Stad gemeenfchap heeft. Hunne ichepen worden by hunne aankomst ontwapent. Zy voeren in Japan Europiichö lakens, zyde ftoffen , gedrukte Lywaten , verfhout en Speceryen. De thuisladmgen waren aanmërklyk vóór dat den handel aldaar beperkt werd Thans kan men de winst van dezen handel niet boven 50,000 livres be* groten , vcrmids de Hollanders jaarlyks gefchenken na de Hoofdftad moeten zenden. Dé betaling gefchied met het beste koper en met kamfer, welke teAmfterdam gezuiverd en van daar door geheel Europa verzonden wordt De Chinezen, zyn nevens de Hollanders het e« nigite volk welk in het Keizerryk word toegelaten; hun handel is even zeer belemmerd en bepaald. MiddelerWyl dat deKompagnie zich den Japanfchen handel zogt toe te ygenen, bey verde zy zich ook om dien. der Molukfche eilanden te vermeesteren. Zy bediende zich van de Forten, die zy den Portugezen ontnomen hadt, en van anderen ,, die men haar hadt laten bouwen, om de Koningen van Tidor en Ternate, meesters van dezen Archipel, tot haar oogmerk over te halen; deze waren genoodzaakt toetelatenj dat men den muskaat- en nagel-boom uit hunne heerfchappy wegvoerde. Hier voor ontvangt de eerfte 70,950 Livres 4 eri de twede 13.200 Livres 's jaars. 't Gouvernement van Tern-ue en Tidor kost de Kompagnie 154,000 Livres 's jaars. Dit ve 'ies vergoedt zy zich te Amboina , alwaar de nagel-boom alleen groeit. Deeze Boom heeft 't aanzien van een berC 2 ken-  T A F R E E L ken-boom. De Kompagnie heeft den inwöï ners vier duizens ftreken lands gegeven, op ieder vnn welke zy de vryheid hebben hondert- vyfcntwmtig bomen te planten, leder geeft gevvoneiyk ruim twe pond nagelen, zo dat ieder gewasch ruim een millioen ponden oplevere. Vier milliöenen in Europa en twee in indie ftrekken ten waarborge van misgewasfen en ongelukken. De tien ponden kosten twe guldens en acht ftuivers aan dc Kompagnie. 't Bewind is enigzins verfchillend in de Eilanden van Banda, waar van 'er drie bebouwd, alleen in 't Heelal den Muskaat boom dragen. Deze gelykt na een Peren boom. Als de v ucht gedroogd is, .neemt men 'er de eerfte fchil af, 't geen de Foely geeft. Men fpreidt de Nooten uit op horden, waar op men ze by een matig vuur, zes weken lang, droogt. Daarna legt men ze in kalk-water, een nodig behoed middel tegen de wormen, 't Pond Foely kost de Kompagnie negen ftuivers, en de JVoten een en een achtfte ftuiver. Behalven deze fpeceryen brengen de Eilanden van Banda niets voort. Dj Sago Itrekt 'er tot brood; en wyl dit voedzel 'er niet in genoegzamen overvloed gevonden wordt, gaat men te Java levensmiddelen halen. De Kompagnie voert zelve enige waren na Banda. Dit is de enige eigenlyk gezegde bezitting, die Europeaansch is, wyl de Europeanen de eigenaars der landeryen zyn. De landaart van Banda, die bloeddorftig en woest was , is door de Kompagnie uitgeroeid. Op 't eiland Rozegein, digt by de anderen gelegen, zendt men de lui. den, die van een flfccjit gedrag zyn; alwaar de on-  DER BEIDE INDIEN. 3? ongezondheid van lucht hen weldra doet fterven. De moeite, die men zich gegeven heefc om den Muskaat-boom in Amboina aantekweken is te vergeefsch geweest. Ten einde zich deze bezittingen te verzeke. ren, is de Kompagnie gedwongen geweest, zich van de Eilanden Timor en Celebes te verzekeren. Op 't eerfte 't geen 't kleinfte is, dryft de Kompagnie een kleinen onverfchilligen handel; zy heeft aldaar een Fort met vyftig man. 't Twede heeft omtrent honderd en dertig mylen , in zyn middeliyn, is zeer bewoonbaar , wordende door geduurige regens koel gehouden; en heeft zeer dappere inwoners, wier wapen een erts is, zynde een ponjaard anderhalf voet lang. - Zy zyn vlug, naarftig en fterk. De mahomethaanfche Godsdienst heerccht 'er nu. De handel, die de Portugezen en Engelfchen hierop dreven, en die den Hollanders in hun oogmerk , om den nagel- en muskaathandel zich alleen eigen te maken, hinderlyk was i, deedt hen de Portugezen en Engelfchen van daar verdry ven, zodat zy 'er in 1660 geheel meester van waren. In de vergaderingen der Vorsten dezes Eilands zit de Gouverneur voor. Men heefc ze de wapenen doen afleggen, ten einde de Kompagnie niet te fchaden. De Chinezen zyn de eenige die hier toegelaten worden ; deze brengen 'er tabak, goud-draad, porcelein en ruwe zyde; de Hollanders brengen 'er opium, fterke dranken, gomlak, fyne en grove lywaten ; men haalt Ner een weinig goud, veelryst, wasch, flaven en tripams van C 3 daan.  S« TAFREEL daan. De onkosten kunnen hier door de voordelen niet worden goedgemaakt; doch men houdt het voor den neutel der fpecery-handel. De bezitting van Borneo, misfchien 't grootfte Eiland van de waereld, waar op de Portugezen en Engelfchen zich, ,de een na de anr der, neergezet hebben, en waarop zy vermoord en uitgeroeid zyn, fchyht ons van minder aangelegenheid voor de Kompagnie. De Hollanders, met een klein Eskader in 1648 daarvoor verfchenen, deden den Vorst befluiten, hun den uitfluitenden handel van de peper toe te Haan, in verwisfeling waarvan zy opium , zout en grove lywaten derwaards zenden ; de voorde, ïen trekken zy uit enige diamanten en zes honderd duizend ponden peper, die zy tegen vierendertig livres de honderd ponden koopen. Sumatra geeft groter voordelen. Dit Eiland, halende elf graden in de lengte, en welks heet klimaat door de winden en overvloedige regens wordt gematigd, wordt ten zuiden bewoond door de Maleiers, wier Godsdienst de Mahomethaanfche is, doormengt met vele verdichtzels. Ten Noord-westen vindtmen ene Natie Batta genaamd, wier gewoonte is de verraders en overlpelers op te eten. Ten Noorden alleen groeit de Benjoin, in Perfie in gebruik , als ook de Kamfer, welke de beste is en door dc Japannezen en Chinezen verre boven hunne eigen word geacht. Eertyds was dcszelfs koophandel aan de haVen, van Achem bepaald. Bmneulandfche beroerten deden dien ganfchclyk vervallen. De Hollanders richtten zes Kantoren , op do gerustfte plaatzen van 't eiland op. 't Beste kantoor  DER BEIDE INDIEN. 39 toor van de Kompagnie alhier isPalimban, alwaar zy voor 66,000 Livres een Fort en een garnifoen van tachtig man houdt. Zy koopt hier twe millioenen ponden peper, voor 23 Livres 2 ftuivers de honderd ponden, en anderhalf millioen ponden tin, welke van 't F'.iland Banka koomt, voor 61 Livres 12 ftuivers de honderd ponden. Deze prys is den Koning nog voordelig , om dat hy den onderdaan 'er veel minder voor geeft. Schoon hy de behoeften voor zyne ftaten van Batavia krygt, moet men met hem in Piasters handelen. Dit gevoegd by 't goud, dat hy uit de rivieren haald, maakt, zegt men, een onnoemelyken fchat. Daar de Vorsten alleen een voorwendzei zoeken, als zy gelegenheid zien, om zich te verryken, is 't wonder, dat die rykdommen niemand in verzoeking gebragt hebben , vermids dezelve • zo gemaklyk te vermeesteren zyn. De handel, dien de Kompagnie te Siam dryft, is zeer in verval geraakt; zy zoude deze bezitting reeds lang verlaten hebben, zo zy 't fapanhout, 't geen zy tegen vyftig ftuivers de honderd ponden koopt, tot het ftuwen van hunne fchepen niet nodig hadt. Na meer dan ene vruchteloze poging maakte zy zich meesteresfe van Malakka, waarin zy door den weg van omkoping flaagde. Hier vondt zy een welgebouwde fortresfe , en een gezond klimaat; maar de handel was 'er zeer vervallen : dezelve is zedert niet in bloei gekomen. De verkoop beftaat hier in een weinig opium en blaauwe lywaten ; de inkoop in olifantstanden, in kalin tegen vyfC 4 en-.  4Ö TAFREEL endertig guldens de hondert ponden, en een weor'g goud tegen 90 Guldens 'c Mark. Deze handel zou levendiger zyn, zo de Vorften van dit land aan de Verbonden getrouw waren, die den Hollanders een uitfiuiteuden handel toelaten, 't Onderhoud van deze bezittinge kost der Kompagnie 's jaars twintig duizend guldens. Maar door deze en die van Batavia waren de Hollanders lang meesters van de enige vaart, waardoor vreemde fchepen in Indie komen konden; doch zedert de ontdekkingen van twe nieuwe kanalen, dat van Lamboc en van Baly , in I '44 door de Engelfchen en in 17 6 i door de Fran, fchen gedaan, heeft dit voordeel opgehouden. Nadien deze Natie hare grootheid in Indie op de fpeceryen , gelyk zy dit in Europa op den haring-vangst gedaan hadt, zogt te vestigen , was zy fchielyk bedagt den Portu. gezen t eiland Ceüon te ontnemen, alwaar deze toen bezig waren de regering en den godsdienst des lands om ver te werpen. Tegen dit geweld boodt de Hollandfche Admiraal spilberg, die zich 'teerst aan dit eiland vertoonde, den koning van Candi de hulp zyns vaderlands aan. Dit voorftel werdt gretig aan. genomen. Door deze verenigde magt warden zy, na een langen en bloedigen oorlog, jn 1658 uitgeroeid. De Hollanders bezetten dc kusten rondom 't eiland; de forten te Jafana. patan, Manar en Calpantyn, ftrekken om de gemeenfehap met 't nabuurig land te ftremmen. De hoofdplaats dezes gouvernements is Kolombo , 't geen de Portugezen zeer viytig verflerkt hadden; anderzints zou Punte- Gale dezelve geweest zyn Pq  der Beide INDIEN. 41 De Kompagnie dryfc alleen den handel van 't geheele eiland, die beftaat in amethisten , faphieren , topazen, robynen, in peper, die zy tegen vier, in koffy , die zy tegen twe ftuivers 't pond betaalt, in cardamom, in z.lidoeken en gingangen, in yvoor en enige oliefanten , in arec en betel, welke beide de Indianen geduurig kauwen. Men vischt hier paerlen , die nu niet meer overvloedig zyn. Maar 't groot voorwerp, 't geen de Kompagnie hier bezig houdt, is de kaneel, die zy niet overal voor denzelven prys koopt , maar die haar door elkander gerekent geen tien ftuivers 't pond kost. Dit gewas wil alleen hier voortkomen. De Kompagnie onderhoudt hier thands eene bezetting van omtrend twe duizend man. Hare jaarlykfche uitgaven aldaar beiopen elfmaal hondert duizeud guldens, en de voordelen die zy uit de min voordelige takken trekt, belopen niet wel een müljoen; 't geen te kort komt moet uit de winst op de kaneel goed gemaakt worden. De Hollanders zyn ook niet altpos in 't ongehoord bezit van dit liiland gebleven, zy hebben menigmaal met den Koning oorlog gevoe.-d; die , welke in 1766 eindigde, heefc hun een duurzamen vrede bezorgd, by welke zy als Souvereinen van 't eiland, en eigenaars van de kaneel erkend worden. Doch de voor leien , die zy uit die bezittinge konden trekken , zouden veel aan» merkelyker zyn, zo zy de landeryen onder de inwoners verdeelden, in plaats, dat de koning daar alleen eigenaar van is; dit zou de algemene nyverheid opwekken. Door deze eenvoudige handelwyze zoude het c5 »n  i,i TAFREEL inftaat zyn der Kompagnies bezittingen te Malabar en te Koromandel te befchermen. Naauwlyks waren de Hollanders in Indie verfchenen, of zy richtten, met toefremming van de Vorften des Lands, verfcheide Kantoren op, van welke zy jaarlyks vier of vyfduizend Balen lywaten na Neganepatnam voeren , welke het hoofd kantoor is. Deze plaats nam allengs toe , zodat zy met een Fort verfterkt, en in 1742 met muuren omvangen werdt. De onkosten dezer bezittinge kunnen door de voordelen van den verkoop der waren, hier aangevoerd, omtrent vergoed worden. Zodat het enig belang, het geen zy hierby hebben, beftaat in de winst die zy met de lywaten doen. De handel, welken de Portugezen in de wilde kaneel van Malabar , zedert 't verlies van Ceilon dreven, bewoog de Hollanders hen uit Cochin te verjagen, waarvan zy, fchoon bewust dat de vrede in Europa reeds getekend was, zich meester maakten. Toen rekenden zy zich vast genoegd gevestigd op de kust van Malabar ; Cochin fcheen hun bekwaam om Cananor , Cranganor en Coulan te befchermen. Maar 't is hun niet gelukt de andere Europeaanfche natiën van dezen handel uittefiuiten. Zy brengt 'er aluin , benzoïn , kamfer, fpiouter, fuiker, yzer, calin, lood, koper en kwik-zilver. Hiervoor haalt men een volle lading kaire. De voordelen, hierby gemaakt, zyn niet genoegd zaam, om de kosten van deze bezittingen, en 't uitrusten der fchepen goed te maken; fchoon van daar ook twe millioenen ponden peper na Ccylon gebragt worden, die de Kompagnie tegen tachtig roupien de baal van vyfhonderd ponden  der beide INDIEN, 43 ponden koopt, daar de andere natiën 'er byna honderd voor geven moeten; maar dit voordeel wordt verllonden door de onkosten, welke de oorlogen, waartoe dit voorrecht aanleiding geeft , vorderen. Dit deedt den Gouverneur mossel zeggen, dat hy wenschte dat de zee Malabar reeds lang verllonden hadt. Mislchien was deze ongelegenheid te verhelpen, met zich den handel van de peper alleen te vermeesteren, door 'er voor een tyd meer geld voor te geven, dan de andere natiën. In dezen ftaat van zaken, begon de Kompagnie te bemerken, dat zy een ververfchingsplaats nodig hadt, waar hare vloten ververfchingen vinden konden. De heelmeester van riebeek, die de Kaap de Goede Hoop door een verblyf van enige weken hadt leren kennen , floeg dezelve voor. Men betrouwde hem de zorg om hier ene volkplan. ing opterichten; men befloot, dat ieder, die zich hier zoude neêrzetten, zestig akkers land. van i Co roeden ieder, afgeftaan zou worden; die gene welke vee en huisraad nodig hadden, zouden 'er van voorzien worden, Na een verblyf van drie jaren, ftondt het een ieder vry, weder na huis te keren 't Grote land, waar zy dagtcn zich neer te Zetten , werdt toen bewoondt door de Hottentotten , een vee hoedend volk , 't geen gast vry en goedaartig, maar ook morfig, dom cn lui was. Van riebeek volgde , in 't eerst, de algemene gewoonte; hy begon met Zich door geweld meester van 't land te mafcen ; dit vergramde den inboorling, en gaf aan-  44 TAFREEL aanleiding tot vyaudlykheden. De Hollandera nog onvermogend, bragten, door belaften en gefchenken , de gemoedcien tot bed a ren ; en zy zyn zedert in het gerust bezit hunner overweldigingen gebleven. Dc Kompagnie heeft in twintig jaren tyds 46,000,000 Livres verfpild, om de volkplanting aldaar tot haren tegenwoordigen ftaat te brengen; zy word door de zeelieden voor de fchoonfle bezitting der gehele waereld gehouden. Hare ligging is op den zuidlyken uithoek van Afrika ; zestien Mylen van daar legt een fchiereijand, ten Noorden door de Tafelbaay en ten Zuiden door Baay Fals geformeerd ; in de eerfte van welke de meeste fchepen binnen lopen, uitgenomen van het midden van Mey tot het midden van September , wanneer dc Ree aldaar zo gevaarlyk is, dat zy , op hoog bevel, zich na de laatfte moeten begeven. Dc lucbtsgcneldheid is 'er vry aangenaam en ongemeen zuiver. De grond is niet zo vrugtbaar als men wel voorgeeft. De bewoners der volkplanting, hoewel nret zeer tal.-yk, zyn verfpreid honderd vyftig Mylen langs den oever der zee, en vyftig Mylen landwaarts in De ftad van de Kaap . de enigfte in de gehele volkplanting, beftaat uit duizend huizen van fteen gebouwd, aan het einde van dezelve ligt de tuin der Miatfchappy, welke acht of negenhonderd roeden in de lengte haalt. De Wynftokken naby de Hoofdplaats gelegen, zyn zeer vruchtbaar; dc beroemde Conftantia Wyn, welke fiegts op vyftien Mo gen gronds ingezameld en met Muscaat Wyn vermengd wordt, ontvangt de Maatfchappy tot den prys dien zy zelve heeft bepaalt j  DÏR E E I D E INDIEN. % paalt; het overfchietende wordt verkogt voor ïzoo Guldens het OxhoofcL Het Koorn, welk op veel grooter affrand van de Kaap geplant wordt, is 'er overvloedig en de p ys matig. De Landbouw eindige op veertig of vyftig mylen van de Haven: aldaar zyn de Velden mee kudden bedekt, welke twee of driemaal 's jaars na de Hoofdplaats gevoerd en aldaar ve. ruilt worden tegen Europifche of Indifche voortbrengzels. De volkplanting , die zeven honderd man gerege:de troepen ter befcherming heeft . telt vyft en dü'zend Europeanen , van welke het ve de gedeelte de wapens kan voeen; dit getal zou groter zyn , indien de Maatfehappy meer vryheid in den Godsdienst dulde. Het getal der flaven, e.ders gekogt, beloopt veertig of vyfrig duizend. De voordelen dezer bezittin:. e beftaan niet zo zeer in de tienden van 't koorn , de wyn, of in de ui - en inkomende rechten, weike alle door de kosten, welke ha.e mtgef'rektheid noodzake'yk maakt, veriionden worden; zy zyn gelegen in de fchuilplaats voor de fchepen , in de veiverfchingen en in t mededelen van 't nieuws uit de be:de waei e den welk zy aan deze've verzorgr Deze volkpl nting z ude voorzeker bkeijender zyn, zoden volkplanteren door de Kompagnie mee- vryheid in 't bouwen van't land, en 't d yven van den koophandel toegelaten was , 't geen men van den r\d en de kundghe:d der beiluurders moet hopen. Nu omb'-ak het der Kompagnie nog aan ene ve zamelplaats, alwaar de waren, uit hare verscheiden ind.auniche bezittingen aangebragt , kou-  46 TAFREEL konden worden opgelegd. Zy wierp in den jare 1609 't oog op Java, een hiland, 't geen driehonderd mylen in den omtrek heeft 1 en bedorven Mahomethaandom was den godsdienst van den inboorling. De Regering was verdeeld! tusfchen vele Oppervorsten, die in twedragt en oorlog leefden. Wreedheid en haat maakten 't karakter der Javanen uit. De Groten hadden vele Haven, in den oorlog verwonnen of gekogt, weiken zy onmenfchelyk behandelden. Zy hadden veel verftand, maar een bedorven hart. De Hollanders begonnen met de Engelfchen te verdry ven. De verovering dezes Eilands was 't werk van den tyd , behendigheid , verradery en wreedheid. Men was nog nauwlyks ter helft van de uitvoering dezes ontwerps gekomen , toen men in Java reeds een Gouverneur aanftelde, en voor hem een paleis, ene wacht, en een vorftelyk aanzien verzorg» de» Met dit laatfte dagt men den Indiaan eer* bied in te boezemen, en 't vooroordeel, als of de Hollanders enkele rovers en bandieten waren, te doen verdwynen. Zy ftelden aan enige Prinfen in de nabuurfchap van Java voor gezanten aan Prins matjrits te zenden, waardoor zy de Oosterlingen verblindden, en de hoogmoed van dezen Prins ftreelden, om zyne befcherming te verkrygen, die zy nodig hadden ter ver» nieuwinge van hun Oktrooi, 't geen ten einde ftondt te lopen, en 't geen, om 't al te groot geweld 't geen zy overal in Indie oefenden, misfchien niet vernieuwd zou geworden zyn , zonder de kragtdadige voorfpraak van dien Prins. Bantam befiaat de westzyde van 't Eiland. Des-  DER BE I D E INDIEN. 4? Deszelfs Koning, onvermogend om aan de Kompagnie de onkosten te voldoen, die zy gemaakt hadt, om hem andermaal op den throon te helpen, was gedwongen haar een uitfluitenden handel, in zyne Staten, te vergunnen. Hare magt is zo groot, dat zy een zyner opvolgers, in 1749, in ballingfchap zondt. Zy houdt hier een garnifoen van drie honderd acht en zestig mannen, die in twe flegte forten leggen , waarvan 't ene den Gouverneur, en 't andere den Koning ter woninge firekt. De onkosten dezer bezitting worden der Kompagnie vergoed door de voordelen op de goederen welke zy aldaar verkoopt. Haar winst heeft zy op 3,000,000 ponden Peper, die zy aldaar koopt voor 12 Guldens 16 ftuivers de honderd ponden. Nogthans zyn de voordelen van deze plaatfe niet te vergelyken by die van Tjeribon, door de menigte van waren, die zy van hier trekt, en welke zy zeer goedkoop inkoopt. Het levert haar jaarlyks iooo Lasten Ryst van 3,300 ponden, tegen 38 Guldens 8 ftuivers het Last; 1,000,000 ponden van debestu Suiker, voor 6 Guldens 14 ftuivers 8 penningen de honderd ponden; 1,200,000 ponden Koffy, tot 2 ftuivers het pond,- 100 Kwintalen Peper, tot 2 Huivers het pond; 30,000 ponden katoene garen, het fraaifte tegen 14 ftuivers het pond; 600,000 ponden Arec, tot 6 Guldens de honderd ponden. Deze onregtmatige pryfen hebben nimmer de vreedzame landzaten aan bet muiten gebragt. Honderd Europeanen kunnen hen in bedwang houden. De onkosten dezer bezictinge worden goedgemaakt  48 TAFREEL maakt door het voordeel op de Lywaten welke jnen derwaards voert. 't Ryk van Mataran of Java is moeijelyker in onderwerping te houden. By het overlyden van den Vorst ftonden verfcheide mededingers tot den throon. De Kompagnie begunftigde den onbekwaamften, die, Koning geworden, door de vermaken in ilaapgewiegt, endoor ene ilegte opvoeding bedorven en onbekwaam gemaakt wierdt , om haar te kunnen fchaden. Zy houdt hier drie honderd ruiters en vier honderd zoldaten; wier onderhoud, en dat der be-> dienden drie honderd en tachtig duizend guldens kost; hier door is zy van hare voordelen verzekerd. De havens van dit Ryk zyn de werven voor de Kompagniesfchepen geworden. Zy vindt hier ook al het nodige hout voor hare bezittingen , en laadt 'er de verfcheide waren, die het Ryk zich verbonden heeft haar te leveren; als 5,000 Lasten Ryst. tot 24 Guldens het Last; het Zout dat zy nodig heeft, tot 14 Guldens 8 ftuivers het Last; ioc,ooo ponden Peper, tot 9 Guldens 12 ftuivers de honderd ponden; al de Indigo, tot 30 ftuivers 't pond; de Cadjang voor hare fchepen, tot 38 Guldens 8 ftuivers het Last; Katoene garen , van 6 tot 15 ftuivers het pond; de Kardamom tot een fchandeiyken prys. Madura is van de havens van Mataran alleen door een klein kanaal afgefcheiden. De Kompagnie heeft niet gezogt vaste bezittingen op 't Eiland te verkrygen; haar geheel gebied beftaat in 't kleine Koningryk Jacatra. De affchuwelykheden, waarmede deszelfs verovering  Der beïde INDIEN. 49 ving gepaard ging, maakten 'er een woesüeny van. De Gouverneurs imkof en mossel. hebben wel getracht dit te verhelpen , door de landeryen voor een zeer gering geld den inboorling afteftaan ; doch dit heelt tot nog toe niet dien goeden uitflag gchaa , dien men 'er van verwachtte. De gantfche bevolking dezer landen beftaat in hondert vyftig duizer.d flaven , door een klein getal blanken beftierd. Zy geven twe millioenen ponden koffy, honderd twintig duizend penden peper, vyfentwirtig duizend ponden katoen, tien duizend ponden indigo, tien miliioenen ponden fuiker, en zes duizend leggers arak* Alle deze voortbrengzels , zo wel als die van Java, worden na Batavia gebragt. Deze Had heeft aangename, fraaie en wel gemeubileerde huizen. Hare «raten zyn wyd en recht, maar niet beflraat , om de hitte niet te vermeerderen ; zy is een der aangenaamfte plaatzen van de waereld. Hare inwoners , en die harer voorlieden bedragen honderd duizend zielen , onder welke tien duizend Europeanen zyn, die veel al zeer ontaard zyn, wordende, die in Indie zyn geboren, door flaven opgevoed; ook zyn 'erMaleiers, Javanen, Makasfaren en Chinezen , die de voomaamfte ambachtslui zyn. De flaven maaken het overige getal uit. De zeden harer inwoners zyn 'er bedorven, doch niet zo flerk als men gelooft; men drinkt 'er veel , maar men leeft 'er vry kuisch. De weelde is hier te groot, om bepaald te worden , zo als men zulks getracht heeft. Batavia is zeer fchoon in haar'omtrek, men vindt hier overal zeer fraaije landhuizen D en  5o TAFREEL en thuinen Schoon zy niet anders dan een Ree heefc, is dezelve door de eilanden, die haar dekken, voor alle winden beveiligt, 't Voor» naamöe dier eilanden is Onrust, waar wel vier honderd Európeaanfche timmerlieden aan de fchepen werken, 't Geen 'c meeste aan de diepte van de Ree en , door 't belemmeren van den omloop van 't water, aan de gezondheid der inwoners fchaadf, is een zand- en modder» bank , die der vaart zeer h.nderiyk is en toeneemt. Alle de fchepen der Kompagnie, behalven die welke regelrecht na en van Ceylon, China en Bergale gaan , komen hier aan. De verzendingen voc r de verfebeiden havens van Indie zyn dcnke'yk nog aanzienelyker ; hiertoe gebruikt men , out e fchepen , en die geren welke gedwongen zyn enigen tyd in Indie te ve'wylen. Geen partikulier vaartuig mag van hier in zee gaan , zonder een paspoort van de Kompagnie De Haven-handel voor 't gebruik van Batavia alleen is aanzienelyK,* een gedeelte der flavinnen dienen den Chinezen tot vrouwen, wyl zy gene uit China mogen voeren. De Icheep-vaart van Batavia wordt noch vermeerdert door twaalf Chinefche Barken, welke hier de Waren van hun land , wier waarde op anderhalf milhoen guldens gerchat wordt, flytcn. INadien deze ratie meer goed aanbrengt, dan zy uitvoert, zo wordt het overige haar betaald in geld , waar van 't Kapitaal nog vermeerdert, door de fommen , we'ke die eene onder hen , welke fortuin gemaakt hebben , mede nemen in de  ÖEftBETDE INDIEN. 53 de terugtocht na hun vaderland , dat zy zelden uit 't oog valiezen. Van de Europeanen , zyn de Spaanfche alleen wel ontvangen, die hier rmt goud. Cochenille en Piaste. s Lywaaten komen kopen, als mede Kaneel, die zy hy de Chocolaad gebruikei , en na de Mamlles voeren. Franfchen komen hier niet, dan in tyd van Oorlog Engelfchen ziet m;n hier meer, welke z:ch hier van enige waren omdjen , waarvan 't Kapitaal jaarlyks vyfmaal honderd duizend guldens bedraagt, 't geen zy in fpecien ontvan :en, en niet in enige "waren , die zy liever zouden hebben, om in China te gaan verkopen. Batavia ontvangt vyf ten honderd van alle in en uitgaande Waren; de iokomften van dezen tol zyn verpacht voor acht honderd vier en zestig duizend guldens, 's jaars; fchoon dq Kompagnie niets, en de eerfte beampten niet meer betalen , dan zy willen ; en aihoewel de Kompagnie hier , gelyk in alle hare bezittingen, den grootften koophandel dryft, de winst van de Batavifche voortbrengzeis kan tegen de onkosten niet opwegen, die drie mdlioencn guldens bedragen. Deze fom is veel te groot, offchoon een Raad van Indie, van Juftitie, en vele andore Ampte^aren daa; van betaald worden. De Kompagnie begeeft altoos de eerfte ampten De Gouverneur heefc, door zyn invloe I, een volftrekt gezag ; want daar alles in den raad van Indie by meerderheid van ftemmen befh>t moet worden, is 't toch zelden, zyn gevoelen niet te zien doorgaan Zyn aanfteliing is alleen voor vyf jaren, maar hy verflyt zyn leven meest al D 2 M  '52 T A F R E E L, Sn dezelve. Zyn pracht was eertyds zeer groot, maar de Generaal ïmhof heeft dezelve veel verminderd. Zyne jaargelden zyn maar gering; maar de vryheid, welke hy heeft, om uit der Kompagnies pakhuizen de goederen te nemen, tegen den prys van den inkoop, maakt, dat by zeer ryk kan worden. De Raad van Indie is aan de Bewindhebbers in de Nederlanden onderworpen. De vergadering vauZevcntienen, zamertgefteld uit acht afgezondencn van de kamer Amfierdam , uit vier van Ze. land, uit een van ieder der andere kamers, en één lid van den Staat, heeft 't opper bellier over alle de zaken van de Kompagnie; zy vergadert 'twemaal 's jaars. Vier van hare leden zyn belast met zaken, die de grootfte geheimhouding vorderen , welke zy, zonder kennis der mede-bewindhebbers, zo voor Europa als Indie beftellen. By de terugkomst der Schepen, wordt de balans van Batavia met die van Holland vergeleken; de winst is doorgaans aanmerkelyk. De eerfte Inlaag der Kompagnie bedroeg niet meer dan 6,459,840 Guldens, dewelke in lommen van 3000 Guldens, aktien genaamd, verdeelt werden, waarvan de prys zomtyds tot boven 26,cco Guldens genegen is. Van dezelve, dat is van 't oude Kapitaal van inleg, is door elkander ruim 21 ten honderd jaarlyks betaald Van deze Actiën zou de waarde, nu reeds fterk gevallen, noch meer verminderen, zo de ware ftaat van der Kompagnies zaken bekend was. 't Is de fpecery-handel die deze dalende Maatfchappy nog fchraagt. 't Geen haar bloeijen deedts waren, in den b@-  DER BEIDE INDIEN. 53 beginne, de menigvuldige ryke pryfen, d;e zyop de Portugezen mankte; de welgebou 1 de Forten en Steden die zy deze natie afnam ; alle hare bezittingen waren enkel ingericht tot den handel, en hadden niet.'t kostbaar aanzien van verovering; haar handel was by de opkomst van de Kompagnie zeer Uitgeftrekt en' voordelig, 't Geen haar ongevoelig van die hcogte heeft doen dalen zyn geweest de menigvuldige oorlogen , welke zy tegen den 'inboorling moest voeren; de kwelling die haren handel hier en daar leedt; het mededingen van andere natiën na die rykdommen; de omweg die de Waren volgens hare wetten nemen moesten , om op Batavia te komen ; 't verbad om niet regelrecht van de ene plaats op de andere te mogen handelen; 't kwaad gedrag van hare hoge en lage Ampt naren ; 't flccht bellier der Bewindhebbers in Europa; de te grote omflag van alle hare Kamers, die ieder hare werven en Kantoren hebben willen; en 't opnemen van geld in Indie tegen ene hoge rente , daar men ?t in Holland voor ene kleine hadt kunnen bekomen. Alle deze wanorders kunnen niet hcrfWd worden, dan door een Verftandiger beftuur. Men moet beginnen met alle die Bezittingen in indie, welke n;et van onontbeerlyk nut zyn, te verlaten, 't' vernie'en van 'nutteloze forten, en 't hervormen harer voornaamfte volkplantingen i door den handel van de ene Ihdiaanfche haven op de andere aan de particulieren over te laten. Dit zoude de Ree van Batavia tot een porto-franco voor alle natiën maken. Deze hervorming is des te nóodwendïger, D 3 na  54 T A F R E E L na mate de Kompagnie gevaar loopt den fpe- ceryhandel, zo niet geheel, ten minfte Voor een gedeelte te verliezen. Zy dent meer oplettenheid te gebruiken m de kei ze der luiden, die zy in haar dienst aanneemt, en op de manier van 't uitrusten harer Schepen. Hare Schippers behoorden goede Zee-< fficiers te zyn. De Armee moet verbeterd,worden, zynde zarr.en: efteld , uit een hoop Hecht volk, zo Soldaten als Officieren. Hare beste bezittingen zyn in een weerlozen ftaat. De Franfchen of En^elichen dien liet invalt , kunnen ze zonder tegenftand wegnemen ; 6 Oorlogfchepen en 15" o Man voetvolk zyn gèioeg om de Hollanders uit Afie te verdryven. De Kaap de Goede Hoop kan even gemaklyk genomen worden. Deze waarfchouwingen moeten de Republiek op het behoud der lndïfche bezittingen met emsc doen denken. Dat zy zich herinnere dat de Kompagnie, zonder enige hulp van de Regering in de oprichting harer bezittingen genoten te hebben- voor Oktrooi van tyd tot tyd aan dc kepubliek betaald heeft ia,595»oco Livres, en byna twintig ]aar lang drie ten honderd van de uitdeling; behalven dat zy gedurenden den Oorlog van 1065 twintig Oorlogfchepen vo< r den Staat moest onderhouden"; dat zy 's lands kas in hachelyke tyden heef' bygefprongen; dat zy de Salpeter voor de Legers en Vloten tot een matigen prys levert; dat%y de Haarlemfche en Leidfche Fabrieken nog voor haren gehelen ondc gang behoed; dai° zy 's jaarlyks aan 's Lands kas 850,000 LiviCs voor inkomende en uitgaande rechten 02-  ^ „ , [ —ju^,. u ^e Soek, i STAAT van bet Fonds der Hollandfcbe Ooftindifcbe Maatfihappy, opgerigt in den Jaare 1602. Getal der Aktien en haare waarde. .Uitdeelingen gedaan zeden bet Jaar 1Ó05 W den Jaare 1777. Gebeele fomme der Uitdeélingen tot hst Jaar 1777. Jaarlykfcbe Opbrengji dezer Vit deelingen»dooreen genoomèi. Veranderingen in de waarde der Aktien zedert het "jaar 170.^ tot den Jaare 1?74- | KAPITAAL «1wiïïL?ï«K? Getal Derzel. ÜITDEELINGEN gedaan zedert het jaar x6o5 tot den jaare^. (^"^"h-S VJSKaIN^G * d^Si.-S ^ ^ Zede"^^ cien welke pitaal der ver , . a , v üngen roti deelingen,1 Ia.. - I J | . ,. dit Kapitaal __ A Aktien. waarde. f Ten 1 1 I Ten 1 Ten op deezenj dooreen 'i Ten ( Prys der Aktien. I ia Guldens I WeS iDgelegd " jMrei1, Io"' waar in. Jaaren. Hon. Waarin. Jaaren. Hon- waarin, tyd. genomen. Jaaren. Honderd. 3 | j tournois. hebben. in Guldens, j inliv. tour». derd. j j derd. J derd. | in Guldens. j in livres tonrnois. | j van de van ae ———- , - 7 —' j j \ecolom. ,..910 lecolom. ..2249^ G»W. Cz;W. /#©. ~. //». T. 1723 654 {1631 22620 £21030 49764 a4824(5 1 15 1(?53 4° r« Geld. 1718 40 In'Geld. . 1724 603 653 21000 22590 46398 49698 | 75 idem. 1659 12^ idem. 1719 40 tóe». ' 1725 614 660 21420 22800 47124 50160 i l6o7 4° idem. 1660 40 idem. 1720 40 idem. 1726 658 563 22740 19S90 50028 43758 j „ 1608 20, idem. lóói 25 idem. 1721 33' tóe,». 5727 560 658 19800 22740 43560 50028 ] 1609 25 idem. 1663 1722 30 idem. 1728 655 612 22650 21360 49830 46992 I 1610 5° idem. 1663 30 idem. 1723 ral tóe». 1729 628 679 21840 23370 48048 51414 i ! lyx •••*V"r. !<5Ö+ • 171-1. 15 tó«». ï.73o 715 65c 24450 22500 53790 49500 1 ; 1612 572 idem. 16Ó5 27^ idem. 1725 20 tóe». i/3< ÉP* 742 23760 25260 52272 55572 1 I(^3 1666 1726 25 itfenu 1732 779 711^ 26370 24337 lof. 58014 43542 iof. ; I014 1667 1727 20 idem. 1733 644 788 22320 26640 49104 58608 ! 1615 422 idem. 1668 12- idem. 1728 15 Hem. 1734 754 647 15620 22410 56364 49302 j 1616 62g- idem, jóö9 i2i idem. 1729 25 idem. i?35 645 714 22350 22420 49170 53724 ; *6l7 • 4° idem. 1730 25 idem. 1736 756" 675 25680 23250 56496 51150 j 1610 l67I 45 idem» 1731 25 idem. i?Z7 53* 586^ 18960 20595 417** «309 l6ï9 ,'"*•.•,'5 idem. 1732 25 idem. I738 585 534~ 20550 19020 45210 41844 1620 372 idem. 1672 15 idem. 1733 25 idem. i?39 494 572 17820 20160 39204 44352 J 1621 IÖ73 335 obligat. 1734 25 idem. '74° 5°6 4°3 18180 15090 39996 33198 ! 1622 ••• Jö74 * 735 25 idem. 174* 391 439 1473° 1617° 32406 35574 i 1623 25 Nagelen. 1675 '736 20 idem, j I742 403 350 15090 13500 33198 29700 IÖ24 1676 25 tn Geld, 1737 15 idem. > 1743 35° 434 13^00 16020 29700 35244 1625 20 In Geld. 1677 !•••• »733 15 idem. »?44 4°7 464^ 15210 i6P35 3346* 37257 ! 1626 l"\ I(5/8 | 1739 15 idem. 1745 4/o5 420 17115 15600 37653 34320 < 1627 I22 j idem. 1679 I2è comraft. 1740 i|| idem, ; 1/46 368 450 14040 16500 30888 36300 Guldens. Liv. ft. 1628 1680 25 idem. 1741 ï# idem. 1747 434 369 16020 14070 35244 30954 Amfterdam, 3,674,915 8,084,813 l629 25 idem. 1681 22- idem. 1742 if| idem. J748 366 455 13980 16650 30756 36630 1 _ . 2153 l6o° • 1682 33^ idem. 1743 i2£ idem. J749 423 495 '3690 1785^ 345'8 39270 j K,uiaen%. Uv.Tomois. Zeeland, 1,333,882 2,934,540 8 en een 3Ö31 J72 idem. 1683 , ,744 j5 idem, '75° 489 594 17670 20820 38874 45804 \ I 6,459,840 84211,648 Overfch: 1632 1684 Jy45 IS idem% 1751 603 575 20190 20250 46398 4455o ( Delft, 470,000 1,034,000 van 8043000 1633 I22 idem. 1685 40 In Geld. 1746 20 idem. J752 580 546 20400 19395 44880 42669 j gl. of gl. of 20 idem. 1686 i2i idem. 1747 20 idem. '753 5597 534 '9785 I9°2Q 43527 41844 \ Rotterdam, 177,400 390,280- 18481. 66001. '634 1687 20 idem. 1748 20 idem. 3650 ten 21,; ten i?54 555-5 5°7~k '9665 18225 43263 40095 i tourn. toura. ^035 I 20 ^ idem. 1 1Ó83 33*- idem. 1749 9.3 idem. Honderd. Honderd! 1755 S»5% 407 18465 15210 1 40623 334Ó2 'j ï Hoorn, 266,S68 587,109 12 / I 22 JSagelen.1 1689 33| idem. 1750 25 idem. 1750 4°4i~ 446 15135 16380,, J 33ac>7 36oS6 I i2f idem. 1690 40 Mem» 1751 25 idem. l757, 555? S°7é IOÖ65 18225 43263 40095 ï 1 Enkhuyfen. 536,775 1,180,905 1636 25 idem. 1691 40 f idem» 1752 25 idem. 17S>i 458 396 16740 14880 36828 32736 _ l 122 idem. 1692 25 idem. 1753 20 idem. 1759 386^- 417 14595 1551° 32109 34122 K.coS.n ,T«,t r.o 1637 15 idem' l6,95 20 J754 20 idem. l?6,° 4'4 3?8 15420 14340 33924 31548 o,459.04» 1^.11,040 25 idem. 1694 20 tóe»/. 1755 20 idem. 1701 39° 335 I47oo 13050 32340 2^710 "vin 1 1638 10 capleten. 1695 25 idem. 1756 20 idem. '7°2 323 379 I1690 14370 27918 31614 \ \ 25 In Geld. 1696 15 Mem. 1757 20 '763 407 353è ^210 13505 33462 29931 1639 1697 15 coatraft. 1758 15 idem. 1764 374 4°ó 14*20 15180 31284 33396 | 1640 15 Nagelen. 1698 j5 iriem. j7s9 15 idet„t \ 1765 405 5g5 15180 20550 33396 45210 jj 25 In Geld. 15 fyem 1?(,0 ,5 idem< 1706 593 546 20790 19380 45738 43Ó36 j 1641 , 15 Nagelen. 1699 2o In Geld. 1761 iS idem. 1 1767 580-^503 20415 18090 44913 3979® i 25 idem. I5 Memé ,7Ó2 l5 idgm /7Ó8 5i8 455 18540 16650 40788 36630 1 1642 50 In Geld. 1700 25 idem^ l?63 1S }dem 17Ó9 472 4,Q 17160 15300 37752 33660 1 164? 15 Nagelen. 1701 ao idem^ 1?Ó4 ,5 1770 4I2 323 15360 12750 33792 2S050 ! 1644 25 idem. 1702 ao .idem. 1?65 l7| jdgm 1771 3i4 3gó 12420 14580 27324 32076 f 20 In Geld. 1703 25 idem. ,7ó6 20 idem' l77* 369 326 14070 12780 30954 28116 g J^45 1704 25 idem. 1767 20 idem' J773 323 363 12690 13890 27918 30560 1 1645 22£ I idem. 1705 25 Uem. 1768 20 idem. 1774 336 3«3 !3°8o 13890 ^776 30560 I 25 | idem. 1706 25 tów. 1769 20 idem. l647 1707 25 idem. 1770 15 iV» § 1048 25 idem. 1708 25 idem» 1771 122 tóe/». I J049 30 1709 25 idem. 17 72 122 | 1650 20 We». 1710 2S idem, 1773 I3| ;V/m. I 1651 15 idem. 1711 25 idem» 1774 125 ,ve». 652 25 1712 1S idem. 1775 13? 1 1653 125- tóe/;;. 1713 30 idem. 1776 12^ Wew. 654 15 idem. \7H 33J lJn Ia| ^ | 1655 laf tóe»;. 1715 40 /V/e/». 1656 17 \ idem. 1716 40 ijem. 1657 1717 4o idem. jl ' l_ 9'° 2249' ^ 365I f |   He. Boek STAAT der Schepen, door de Hollandfche Maatfchappy na de Oost-Indiën gezonden, van het jaar 1720 tot den jaare \ 1729, der Manfchap, der Schepen, welke uit Oost-Indien zyn te rug gekomen; van-den algemeenen opbrengst der \ Verkoopingen, der uitdeelingen aan de Deelgenooten, en van het gereed geld, zo na de Kaap de Goede Hoop als na de \ hmg'zmim- _J | Afgezoa-J (Terug- 'aigbmbene Opbrengst der Verkopingen, 'tjitdee- zo na de Kaap au na j 'Jaaren. ! den fche-,Manschap, gekomerr j Indicn gezonden. | pen. Schepen. < — >lingen.! " — I In Guldens, In Livres Tournois, In Guldens. |In Livres Tournois» 1 guld. ft. p. Guld. ft. p. Tenh.g guld. ft. j" guld. ft. p. J ï™? o205 25 I9-597,874 i2 43>"5,324 2 4f 40 4,125,000 | 9,075,000 I Ï3S Tr IT° 3i 14,985,07213 32,967.159 16 7^ 331 6,825,000 15,015,000 I Uoo f l4o° 26 ^494,365 19 42,887,605 i 8§ 30 7.075,000 1^,565,000 iIoa li l1 5 29 16,247,50517 35,744,5121741 i2£ 6,887,000, 15,151400 ï7,:} ?! **** 31 20,577,4*7 9 45,270,384 7 9f 15 7,4i9,ooo 16.^1,800 «o A5 3 I J9>38.5,44i 10 42,647,971 6 20 7<4i2r;oo 16,^07,500 ™ ?J° 5l 21,312,026 8 46 887,778 i 11 25 7,675,000 i6.88j,5co llol Ta A°° 3o 18,564,98617 40,842,971 i4| 20 8,091,994 17,802,-586 16 ' Ï?S ot ' 28 20,322,402 44,709,284 8 15 50'58,ioo 12,227,820 34 , 6590 25 i8,ico,ii6 12 939,820,2551291! 25 4,525,000 9,955,000 i 374 I 69505 303 ,188,587 83917 9414 893,246 15 9|; 236 j 65,593,5!^ !M4^305,906 16 JaarlyL{37a38| 3° ! 18,858,733 18 ia 41,489,324 13 7 231 j 6,S59>3S9 8 14,430,590 13 7 j PRYS DER SPECERYEN, IN DE JAARLYKSCHE VERKOOPINGEN, DOOREEN GENOMEN. guld, Livres Tournois. 4500000 Ég Peeper. a 11 ft het fg 2 in nm <■ aa* ™« 400000 -.Kancel, a ,j 01 ü:;!Scoo 400000 — Nagelen, a 4J Gl .... r 1, ' « 250000 NofenMnscaaca £ Gj 'V. ".W. I'..' ^ £ S *J 90000 - loely, a 6| Gl , ___58j,öoo ilaS?,*» 7,997,500 I 17,594,500   r DER BETDE INDIEN. 55 betaald; da' de verkopingen van voor 45,000,^00 1 ivres met j, of > ,100,030 L'vres in ge'd verkregen en' de g ederen meest bui en de t\ep jbHek geHeten worden, waar d >or de Koop. leien wederom aanziewyke voorde en beh en, die de Indifche vaart den Staat zeer bekwan.e Zeelieden ve'fchafi: en dat zv dan bed uite of het haar belang zy, dit hgchaam voor zy. nen val te hoeden! Dit moet men natuurlyker wyze verwachten in een land, waarin ene zagte en wyze regering bloeit; zo maar de zeden, door de rykdo.n en weelde ontaart de kragt van goede ichikkingen niet ontzenuwen! III. HOOFDSTUK. Van de bezittingen der Engelfchen in Oost - Indie. e Britten waren een woest, onMchaafd, arm volk, zonder koophandel, hmdveken, of konden, toen willem de veroveraar, omftreek^ het midden der e'fde Keuw, Groot-Britannie te onderb> agt, en te ge.yker tyd een weinig befchaafdherd invoerde. De gantfche handel bleef in hinden der Joden en Lombardilchï bankiers, dis men ni begunltigde, dan vervolgde. I end rik de Vil gaf D 4 den ■  •55 T A F R E E L den Boeren vryheid om landeryen te kopen j dit verminderde de grote ongelykhe;d, en wekte de natuurlyke begeerte, om ryk te worden, op. Men richtte gi den op, die de Handwerken regelden. De wysheid van dien Vorst belette nogthnns niet , dat vele ongerymdc ilï» fie:ih)gcn in ftand b'even. De wreedheid van den Hertog van alba deedt vele woilen-ftofi'en-wevers uit Vlaanderen na Engeland verhuizen. Elisabeth moedigde de nyverheiii en koophandel aan. De Engelfci.cn begonnen, in hun eigen land, de Schepen ie bouwen, die zy voortyds van de Hamburgers en Lubekkers kogren. Weidra waren zy in het bezit van den Muskovifchen handel, door hunne zeevaart opAichangel. Schoon hunne pogingen , om een doortogt door 't ÏVoorden na Indie te vinden , niet flaagden, kwaii en echter hunne Schepen aldaar , zomm;ge door de Zuid zee, andere voor by dc Kaap de Goede Hoop. Jn den ja:e jöco verenigde zich ene maatfchappy, welke men 'f uittiuitend recht gaf, om op Indie te mogen haridelen ; nogthans met dit beding, dat zo dit voorrecht den ftaat nadel:g was, men t zoude affchaffen, mkAs de belanghebbende twe ja-en voor af te waarfchouwcn. Haar Kapitaal was in den beginne flegts 369,891 ponden en 5 fchèlHngen, De Engelïefien, welke met vier Schepen, onder bevel van Lancaster, in het jaar 160 uit Europa vertrokken, gedroegen zich by hunne kormt in Indie befchéiden en vreedzaam, zértede zich ncvgens dan met toeftemming der inboo lingenneer, hadden maar enige kleine kantoren, en dreven een  DER ï E I D E INDIEN. 5? 'ten handel, waar in de Portugezen en Hollanders, door hunne bvz.mdere voorrechten, en hebbende vele vaste plaatfcn en goede havens in handen, hen ver overtroffen. Om zich uittebreiden bouwden zy forten, èn richtten volkplantingen op de eilanden Java, Pouleron, Am. boina en Banda op. Dit deed<- hen in den fpeceryhandel delen, toen nog van meer aangelegenheid. Maar de voordelen, welke de Hollanders op hen hadden, maakten 't ligt hen te verdryven. Men kwam echter in het jaar 1619 overeen, dat de Molukfche eilanden , Amboina en Banda der beide natiën in 't gemeen toebehoren, dat de Engelfciien één, en de Hollanders twe derden der fpeceryen zouden hebben , en dat ieder evenredig het zyne tot de verdediging der hilanden zoude toebrengen. Maar de Hollanders talmden niet met >dit traktaat in Jndic nutteloos te maken ; en een voorgeven van verraad 't geen de Engelfchen echter ontkennen , ftrekte hun tot een reden, om ze van Amboina te verjagen. Deze hoon bleef ongewroken, to' dit cromwel, tegen deze natie verbitterd, niet kunnende gedogen, dat zy zich een aanzien van op» perheerlchappy ter zee aanmatigde, haar den oorlog verk aarde, die meest op Zee gevoerd , en de aanmerkeiykue is, die men ooi*, te water gevoerd heeft. :t Voordeel 't geen de Engelfchen behaalden , hadden zy aan de grote hunner Schepen, waarin men hun zedert nagevolgd heeft, dank te wyten De vrede deedt de bezittingen der Engelfchen»-.geen voordeel, alleen verzekerde hy hun ten vryen handel; de Molukiche Eilanden bleven in dcnzelven D 5 ftaat;  5g TAFREEL ftaat; maar de mocrd te Amboina, volgens *tü zeegen der Engelfchen gepleegd, wierd ontfchuldi d en met geld afgemaakt* Zodra de Protector 't uitfluitend Oktrooi van de Kompagnie vernieuwd hadt, hervatte zy haren handel met nieuwen moed, byzonderlyk in de Perfifche golf, alwaar hare overwinningen over de Portugezen , welke tot dus verre aldaar voor onverwinbaar gehouden waren, haar een zeker aanzien verworven hadden, en alwaar de handel veel leedt door de geweide» naryen der Portugezen , 't geen de Keizer, abbas i, een moedig en zegenpralend Vorst, tegens hen verbitterde, en hem aanfpoorde om zich by de Engelfchen te voegen, die met verenigde magt op ürmuz vielen, en 't veroverden. Toen bouwden zy aan de haven Garn. bra de Stad Bender-Abasfi, waarvan de legging zo ongezond als voordelig voor den handel was. De Engelfchen bedongen hier de bevryding van alle belastingen voor hunne goederen, en de helft der tollen, zich verbindende daarvoor altoos twe Oorloglcheprn in den zeeboezem te tullen houden. Deze Stad nam binnen kort aanzienelyke in vermogen toe. De Armeniërs, misfchien de kundigfte kooplui van de geheele waereld, dreven hier den lywaat handel, dien de te roofzieke Portugezen, en de te veel met de ipcceryen zich bezig houdende Engelfchen en Hollanders veronachtzaamden. Misfchien war. n de Armeniërs te ryk en te vernuftig , om zich den voet te laten ligten. Zy ftaken na Indie over, kogten daar katoen en verdeelden hetzelve ondei de fpinftcrs; dj'en aldaar de lywaten, onder hun opdicht weven; bragten ze  DER BEIDE INDIEN. $9 ze vervolgens na Bender-Abasfi en zo na Tspahan. van waar zy in TürKyen, en zelfs totin Europa gevoerd werden, Deze verruilden zy tegen Marokyn, Sagryn, GoudeftoffLn, ryke Tapytwerkèn, Turkoifen, Wol en Kemelshair, Zyde en Gommen. De Hollanders, fcnoon eigenaars der fpeceryen, zagen dien voorfpoed niet zonder jalouzy aan. Hun handel was in den beginne niet zeer voordteiig in Perfie, vervolgens maakten zy met 't Hof van Ispahan een verbond, waardoor zy meer begunftigd waren. Maaide geduuüge ftaatsomwentelingen, en de ondrukkingen ener eigendunkelyke magt, deden dezen en dien der andere natiën in 't vervolg zeer verminderen. De Aghuanen gaven ze den doodfteek Deze Aghuanen , een Volk van Kandabar , een bergachtig land ten Noorden van den Indus, waren nu den Mogol, dan den Peruanen onderworpen en dikwyls onafhanglyk. Zy onder hen , die niet in de hoofditad wonen, leven in tenten, en maken een fterfc, behendig en krygszuchtig volk uit. Men zag 't zelve, omtrent 't begin dezer eeuw, een inval in erfie doen , 'er alles verwoesten, en 't eindelyk onder hun geweld brengen. Die {treken, welke zy niet uitgeplonderd hadden, werden dooide Rusfen, Turken en Tartaren vernield. Thomas-koulikan hadt het geluk alle deze rovers uit zyn vaderland te verjagen, door nog barbaarfcher te zyn dan zy; en nogthans vermeerderde zyn dood 't algemeen onheil, en een der fchoonfte Ryken van de waereld werdt als een  40 T A F R E E L; een groot kerkhof, sis een eeuwig fchandelykgedenkltuk van vernielinge. In dezen ftaat van verwarring, waren 't de Engelfchen, die de onmogelykheid ziende om over Indie op dit land te handelen, het in de ge. dagten kregen , dit over de Kaspifohe zee te beproeven. El ton was aan 't hoofd dier onderneming; doch deze , door zich al te fterk in de gunst des Perfifchen Keizers in te wikkelen , zich by dc Muskovieters verdagt ge. maakt hebbende , trokken deze de toegeftane voorrechten in,- en dus viel dit ontwerp in duigen. Dit behaagde ten hoogften aan de En. gelfche Maatfchappy , welke door die nieuwe handel niet weinig ontrust werd. Met dit alles kwynde de koophandel te Bender Aba;fi , dien zy hoopte te Basfora beter te zullen dryven. Deze Stad, vyftien mylen lager, dan daalde Tiger en de Euphraat zich verenigen, is zeer uitgeftrekt, en heeft 50,000 inwoners , meest Arabieren, en ook enige Armeniërs , benevens een klein getal vreemdelingen. De grond is vruchtbaar , de Schapen zyn er zeer goed, en de luchtftreck gezond. De haven werdt ene ryke ftapelpiaats, alwaar de Europifche waren over den Euphraat, en alle de Indifche waren over zee kwamen. De Tuiken, meesters van dit land geworden, deden 't geweld eer Portugezen tegen dezen handel eindigen , en moedigden denzelven aan. Schoon nu, onder me zo onbeftendige Regering, dezelve aan gedurige verwisfelingen blootgeftold zy, brengen aidaar jaaxlyks de Engelfchen voor i52 00,0 00j  DER BEIDE I N D I E N. 6t ï,2oo,ccö ; de Hollanders voor 800,000 , de F'anfchen voor 6co,ooo , de Moren , Banianen en Arabieren voor 2,-,00,000 roupien aan waren, beftaande in ryst, zuiker, geftreepte en geborduurde neteldoeken , fpeceryen, grove, witte en blauwe lywaten, kardamom, peper, fandel-hout, planken, tek-hout, goude en zilvere froffen, tulbanden, indigo, paerlen, koffy, yzer, lood en lakens. De nelft dezer waren gaan in Perfie, alwaar zy met kanvanen, terwyl 'er niet ene bevaarbare rivier in 't ryk is, door 't gantfche land gevoerd worden ; de rest wordt over Bagdad, Aleppo , en 't woest Arabie verzonden. Ongetwyfeld zou deze handel uitgeftrekter zyn, zo de Regering dien niet ftremde. De Mahomethanen, die, uit beginzelen van godsdienst , 't lenen van geld tegen een hogen intrest verbieden, hebben vele natuurlyke bekwaamheden , om in denzelven te flagenj nogthans zoude zy door den alte groten naaryver der Europifche natiën zelve belemmerd worden. Hiervan zag men in (748 een treffend voorbeeld, wanneer de zaken der Holland che Maatfchappy te Basfora, met veel beleid en voorfpoed door den Heer knyphauzen beftierd werden, en de Engelfchen op 't punt ftonden hunnen voorrang hier en in de andere havens in .Indie te verliezen. Ene zaak, welke zo wel hunne verwaandheid als belangen kwetfte, deedt hen de Turken 't daar heen brengen, dat zy de goederen van dat kantoor verbeurd verklaarden. Hierop trok de Hollandfche faktoor na 't kleine Eiland Karrek, alwaar hy zich verfterkte, en alle de Arabifche en Indiaanfche Schepen aanhieldt, en  62 T A F R E E t en de Regering dwong hom de fchade te ve?. goeden. Hier dreef hy den handel met voordeel, tot dat zyn opvolger, in 1765, door den AraHfchen Zeerover mirmahana, van bier verdreven geworden is, 't eeen eer Holiandfche Maatfchappy een Millióéh guldens deedt verliezen. Met dit al heeft Rasfora, bevryd van deze mededingers, een anderen, de nog verfchritekelykeris, gekregen. Ik beoog Maseate, ene ftad aan de westkust der Pèrfifché golf gelegen. De grote alb uquerqu e nam ze, in 't jaar Ï507, in, en verftrooide haren handel, dien men aan Ormuz bepa!en wilde. Den val der Portugefche magt deedt hare inwoners zich voor onafhanglyk en voor zeerovers opwerpen, eerst dc tndkche, daarna ook Europifche Schepen aantastende. Maar de Engelfchen deden hen over dit beftaan een gevoelig berouw hebben. Zedert is hare haven door verfcheide natiën bevaren, byzonder door Engelfchen , welke vry zyn van de betaling van vyf ten horderd Men weet niet, waarom deze zich niet op 't eiland Baharem hebben neer gezet. Dit is nu de enige plaats, welke ene ryke paerl-visfchery heeft, waarvan de voordelen jaarlyks anderhalf millioen roupyen bedragen. By deze golf legt Arabie, verdeelt in 't fteenachtigc, 't woest, en 't gelukkig Arabie. In *t eerfte vindt men byna niets dan rotzen; 't twede is vervuld met dorre vafeijen en zandbergen ; 't derde neet alleen gelukkig, omdat het min onvruchtbaar is. Deszelfs bevolking is zeer oud. Gene natie was zo kundig in den koop-  DER BE IDE INDIEN. €$ koophandel , als de Arabieren , dien zy van Spanje af tut Tonqirin roe dreven De nat;ën van 't weren haalden van hen de konsten , weterlchapren ert.nattige zaken ; maar na dat zy de heerfchappy der Kalifs hadden afgeichud, vtr ielen zy in dwepery en bygeloof. Hun Karakter en weertrekken fteken vry zichtbaar tusfehen de 'Jurken, Arrikanen, en Perfianen af. Zy zyn de ftig , ernftig, eeriyk, ge. zc'lig, koelbloedig i doch ontzachlyk in hunne woede , bovenal in hunnen minyver. In woest Arabie -/yn omtrent twe rmllioenen menfchen, verdeeld in horden, ce een aanzienelyker dan de andere. Een erflyk hooid is van ieder derzelven de Rechter. Zy leven altoos onder tenten. Zy maken hunne klederen, tenten , touw- en tapyt-werk , met de wol hunner Scnapen, 't hair van hunne geiten en kamelen. Om een genoegzaam beltaan te vinden pionderden ?y eertyds de karavanen, welke na Mekka ga.m, die nu met hen over een gekomen zyn , hun voor den vryen doortogc honderd beurfen , welke onder alle de horden verdeeld worden, te betalen. Die gene, welke 't meest na 't Noorden van woest Arabie wonen , leven van den roof, dien zy op den vreemdeling en reiziger oefenen. De kameel , een dier 't geen met weinig fpyze en drank zich vergenoegt, is hun hierin ene hulp, en d:aagt al vluchtende den buit weg. Hy kan des noods driehonderd mylen in acht dagen afleggen. Dit volk valt meniamaal in i-yrie, Mcfopotamie en Pertie. In Arabie zyn de beste l'aerden van de waereld, nergens weet men met dit dier zo goed om  ö4 tafreel om te gaan, als hier. Vóórdat de Portugezen den handel op de Rode zee geftremt hadden , waren de Arabieren de faktoos van dezen handel. Aden was hunne ftapelplaats, wiens leg« ging hen met Ethiopië, Egypte, Indie en Perfie gemeenfchap deedt hebben. De koning van Hyemen, na de Turken, die zich hiervan hadden meeseer gemankt, verjaagd te hebben, trok den geheelen handel na Mocha Deze was in den aanvang niet aanzienelyk ; doch de koffy bragi ene grote omwenteling in denzelven te weeg. De Koffyboom, oorfpronkelyk uit Ethiopië , geeft ene vrucht, die een Arabier 't eerst gebruikte tegen de flaperigheid, en welke drank' door de Pelgrims weldra veripreid wierd. Men richtte huizen op, waarin men dien drank den gantfehen dag vinden konde, en alwaar men zich met de zaken die dagelyks gebeurden, ophieldt. Dit is de oorfprong der koffyhuizen De grote drift, waarmede dezelve in Konftantinopolen bezogt werden, deedt ze verbieden , doch men sin* voort met koffy te drinken. Omtrent delen tyd kwam de mode der koffyhuizen in Londen in zwang, welke daarna door geheel Europa is algemeen geworden. De uitvoer van de koffybonen beloopt twaalf miliioenen vyihonderd en vyftig duizend ponden, 't welk jaarlyks in Arabie aanbrengt 8,7i$55ooo Livres , waar mede het de Koopmanlchappen betaald, die van elders in de havens van Jedda en Mocha komen. Mocha bekomt uit Abysfinie Schapen , olifantstanden , muskus en flaven. Van de Oostkust van Afrika komt goud, flaven 3 amber > en  DER BEIDE INDIEN. 6$ yvoor; van de Perfifche golf dadels , tabak eri koorn ; van Suratte een grote menigte grove lywaten ; van Bumbay en Pondichery yzer , lood en koper , 't welk alles uit Europa aangebragt is; van Malabar ryst, gember, peper en faffraan; van Kairo, kardamon en zelfs planken; van de Maldivifche eilanden, benzoin, arendshout en peper; en van Koromandel vyf honderd balen b'auw linnen* Deze waren * welker verkoop 6, 100, ooo Livres bedragen kan , worden in 't binnenfte van 't land verbruikt* Voortyds hadden de Europifche Kompagnien Agenten te Mocha neer gezet. Men drukte hen door tollen die tegen de Traktaten {treden, De Gouverneur van de ftad perfte haar geld af. De winst deedt enigen tyd die vernederingen verdragen , maar zedert Kairo zich in dien handel ftak , heeft men opgehouden aldaar vaste Kantoren te houden. Den handel werdt gedreven door fchepen, van Europa met yzer, lood, koper en geld afgezonden, welke een Super • karga aan boord hadden, die 't opzicht over den inkoop van de koffy hadt. Verfcheide omftandigheden deden die vaart allengs afnemen , zo dat de voordelen de onkosten niet konden goedmaken, welke 'er nodig wa. ren , om fchepen regelrecht van Europa derwaarts te zenden. Toen lieten de Èngelfche en Franfche Kompagnien fchepen van hare In. diaanfche bezittingen vertrekken , om aldaar koffy te kopen, dewelke zy ook zomtyds in fchepen van partikulieren laden, die alle jaren met voordeel een kargazoen in de Rode zee gasn verkepen , en voor een geringe prys met kotfyviachten voor de Kompagrrën ce rug E moe-  66 TAFREEL moeten keren. By de Nederlandfche Maatfchappy zyn de partikulieren van deze vryheid verftoken; anderzints zouden zy zich zekeriyk die ten nutte maken; zo wel als die om re handelen op Jedda , een haven twintig mylen van de heilige ftad gelegen , alwaar een vry bloeijendtn handel gedreven wordt. Suratte zendt hier alle jaren drie fchepen, waar van de ladingen voor io,oco, oco Livres verkogt worden: Bengale zendt hier twee of drie fchepen heen, wier ladingen een derde minder waardig zyn, en beitaan uit ryst, gember, faffraan, zuiker, zyden ftoffen en katoen e lywaten. Deze fchepen vinden aldaar de vloot van Suez , twe of drie dagreizen van Kairo , aan het uiteinde der Rode zee gelegen. Zy beftaat gemeenlyk uit twintig fchepen , geladen met mondbehoeften en koopmanfchappen, waar voor zy koffy, katoene lywaten, zynde ftoffen en fpeceryen ontvangt. De onkunde en traagheid der zee ■ lieden doet een groot gedeelte dezer goederen een prooi der zee worden. Zy worden gedeeltelyk in 't latad vertierd , en gedeeltelyk gekogt door de Karavanen die na Mekka reizen. Deze ftad is den Arabieren altoos dierbaar geweest; zy geloofden dit de geboorteplaats van Abraham te zyn; zy liepen in aantal derwaarts hun godsdienst verrichten, in een tempel , wiens grondlegger zy hem meenden te zyn- Mohammed vernielde zyne beeldenen weidde dien den enigen God toe. Hy beval, dat alle navolgers zyner wet, zich ten minften ééns in hun leven derwaarts moesten begeven. Een bewys zyner Staatkunde was 't bevel, 't geen hy gaf?  DER BEIDE INDIEN. 6f gaf, dat ieder pelgrim vyf ftukken katoenë ly* waten moest kopen, en ze doen zegenen} om hem en zyn gantfche gezin rot een zweetdoek te verftrekken Dit maakte van Arabie 'Ê middelpunt van een groten handel , toen *C getal der pelgrims op verfcheiden millioenen bc. liep. Maar, zedert is, na mate der afgelegenheid der plaatzen van Mekka, deze yvcr zeer Verminderd, 't Zyn nu byna enkel Turken, die hier komen. Derzclvcr getal bedraagt omtrent 150,000 's jaars. 't Voordeel der Engelfchen in de Perfifche en Arabilche golven , zette hun aan hunnen handel tot na Malabar , de kust van Kormandcl , de Ganges en China uittebreiden. Zy deden ene poging op Japan, welke mislukte Niettemin fteeg de voorfpoed van de Kompagnie zodanig , dat hare Aktiën 260 ten 100 wonnen ; haar kapitaal, na afbetaling harer fchulden, werdt op 1,500,000 ponden fterlings begroot. Deze voorfpoed moedigde enige kooplui aan , van den verkwistenden en wellustigen karel 11. de vryheid te kopen , om regelrecht na Indie te varen; dit hielp alles in de war: de Engelfchen behandelen elkander als vyanden; de ryke handel op den Indostan Hond Uil. De onwenteling Hf 1608 voorgevallen , bragt gantsch Europa in de wapenen. Ene zaak, welke onder de minst bekende verdient opgetekend te worden, is, dat, geduurende den loop der vyandlykheden , de Franfchen Engeland 4200 koopvaarders afnamen , wier ladingen óp 30, 000, ©00 ponden fterlings gefchat wiérden , en dat de meefte ichepen-, welke -uit Indie wederkeerden, E 2 W  ÓS TAFREEL in die noodlottige lyst begrepen waren. Ds invoer der Indifche lywaten, behalven de Neteldoeken en die welke tot den handel op Afrika nodig waren, werdt verboden, om de binneniandfche fabrieken niet te benadelen. De kompagire werdt als 't Koningryk nade'ig uit gekreten. Dit geding werdt lang en heftig bepleit], en eindeiyk ten voordele van de byzondere koopl eden uitgewezen , welke toen te zamen ene nieuwe kompagnie oprichtte. De twe kompagnien yverden van toen af om elkander te vernietigen; doch het na ;eel daar van wede zyds ondervindende, verenigde zy hare fondfen, in 'tiaar 170*.;van toen af heeft de Kompagnie meer aanziens en een geregelder en wyzer bedaan verkregen ,- zedert haar oktrooi door 't Parlement bevestigd was. Enige ligte tegenfpoeden verdonkerden , van tyd tot tyd, dit geluk. De Kompagnie had op 't Eiland Palocondore zich neer gezet. Enige oproerige Macasferfche Zoldaten verbrandden in 1795 't fort, en vermoordden de meeste Engelfchen. Sumatra, alwaar zy ene bezitting hadt, en een fortres wilde bouwen , werdt in 17'9 't toneel van bewegingen, die zeker tot haar nadeel zouden uitgelopen ' ebben , zo de inboorlingen niet gevreesd hadden voor 't noch harder juk der llollanders. Vervolgens ontftonden 'er oproeren in Malabar , gefproten uit de hebzucht van der Kompagnies dienaren , doch die door meerder billykheid in deze laatften , fchielyk gedempt werden. De geheele waereld was 'e toneel van den oorlog van 1 '44. De zwakheid der ene en de rykdom der andere Kompagnie geven reden e  DER BEIDE INDIEN. 69 den, waarom de Franfchen, die kort te voren met de Engelfchen als hu'ptroepen , in de verfchillen der Indiaanfche Vorften dienden, rich, daarna van 't vaste land en uit de zeeën van Afie verdreven zagen. De iaa fte vrede zette de Engelfche Kompagnie in 't bezit der heerfchappyen in Eengaie en op de kusten van Koromandel en Malabar. Malabar is een land , 't geen zich van den Indus af tot aan kaap Komorin uitftrekt, diar in begrypende de nabuurige Eilanden , de Mal. divifche niet uitgezondert. Deze maken een lange keten Eilanden , waar van de noordelykfte honderd en vyftig mylen van kaap Komorin , 't eerfte vaste land, af zyn. Men telt 'er tot 12,000 Eilandjes, afgefcheiden door kleme gragten. Zy zyn ten hoogften onvruchtbaar , behoorden voortyds den Portugezen , maar nu aan een eigendunkelyk Vorst, die zyn zetel te Male houdt. Hy is de enigste koopman in zyne Staten. Dit gevoegd by 't gebrek aan natuurlyke voortbrengzels maakt dat dezelve kwynen; men voert 'er alleen de bast van den Kokosboom, om kabeltouwen van temaken, gedroogde visch, enkau» ris. De Europeanen hebben twe bezittingen in Travancor; de Denen hebben ene kleine loge te Coleche, alwaar zy zelden eenige in - of verkoop doen, Anjingue behoort den Engelfchen. 't Zelve is meer voordelig aan den beampten, dan aan de Kompagnie zelve. De Portugezen, die zich 't eerst van Kochin meester hadden gemaakt, wierden 'er uit ge* dreven door de Hollanders. De Koning van E 3 dit  f0 T A F R E E L. dit land is zeer arm; door den Vorst van Tra» vancor verjaagd , leeft hy onder de muuren zyner oude hoofdfrad van zes duizend roupien, die men hem betaald op de tollen zynes lands. Ene ftad, omringd met vruchtbare landcryen, gebouwd aan ene rivier die fchepen van vyfhonderd ton kan bevatten, moest een bloeijende handel hebben. Zo dezelve kwynt, moet men 'er de reden van zoeken, in de onderdrukking der Regering; even zo als te Kalicut, geregeerd wordende door een Bramin. Deze ftad en 't omleggende land, wordt flegt bcllierd; zyn koophandel is belemmerd door een aantal van tollen. Een zyner grootfte voordelen is dat men, langs de rivier Beypour, het Tekhout bekomt. Deze zyn de voornaamfte plaatzen van Malabar , meer aangenaam dan ryk. Men voert 'er niets uit, dan welriekende kruiden, fpeccryen, ïandal-hout, kurcuma , kardamom , gember , valfche kaneel en peper. De valfche kaneel verfchilt alleen van de ware, in zo verre als zy zwakker is. De peper handel, welke vooriiamelyk in Malabar gedreven wordt, is onder dc Engelfchen, Hollanders en Franfchen verdeeld, en bedraagt tien millioenen ponden 's jaars , d;c tegen tien ftuivers verkogt, een voorwerp van vyf millioenen maken. De waarde der andere v*oortbrengzeJs, Welke dit land oplevert, bedraagt de helft dier fomme. Bier voor woróca de levensmiddelen en tnènufakturen betaald. Kanara, grenzende aan Malabar, is een onuitputivk ryst-magazyn. Deze Staat, voormaals de bloeiendile Yan deze oorden, is zeer f ver-  DER BEIDE INDIEN. 71 vervallen , zints dat Hyder-Ali - Kan het bewind daar van in handen gekregen heeft. Zy kan zich beroemen de weilustigfte Hoeren en de fchoonfte Dansferesfen van den Indoftan te leveren. Goa was door den handel 't middelpunt der Indiaanfche fchatten en de vermaardfte marktplaats van 't Heelal geworden. Nu is 't niets meer, en niets geeft grond om op enig herftel te hoopen. De Maratten ten Noorden van Goa gevestigd, ontrusttede den Oceaan al. daar door hunne plonderingen. De Mogol, om deze roveryen te beteugelen , verzamelde ene vloot, waar aan de Maratten ene tegen fteldc, onder bevel van conagy angria, wiens moed in verfcheide bloedige gevegten hem dezen post hadden verworven. Deze Marat had het ontwerp van onafhanglykheid gefmeed. Hy verzekerde zich van de fchepen onder zyn bevel, en ftrekte zyn gebied veertig mylen langs de kust uit. In 't eerst tastte hy de Indifche, Moorfche en Arabifche , en vervolgens de Europifche fchepen aan, welke laatfte altoos onder Convoy moeiten varen - en dikwyls nam hyook derzelver geleifchepen weg. Zyn opgeworpen Staat hieldt zich zo lang ftaande, tot dat de Maratten, dien hy geweigerd hadt fchatting te betalen, zich met de Engelfchen verenigden, om ze 1 op denzelven tyd te water en te land aan te grypen , waar door dezen ftaat vernietigd werdt. Doch dit vermeerderde de magt der Maratten, die-reeds al te geducht was. Deze, in den beginne bepaald aan hunne bergen, hebben zich allengs meer en meer uitgebreid en E 4 zyu  7z T A F R E E L: zyn befaamd geworden door hunne invallen in de nabuurige landen , alwaar zy alles uitplunderen. Zy leigen tuslchen Goa en Suratte. De laatfte Stad was langen tyd de enige haven , op welke de handel der Mogolfche Staten gedreven werdt. De Maratten , die een derde der tollen ontvingen , om den binnenImdfchen handel niet te ftremmen , maakten zich een oproer ten nut, om de Stad aan te vallen, die, om zich niet ten prooi der plonderinge te zien , de Engelfchen te hulpe riep, welke het Fort innamen. Deze omwenteling herfteide de rust enigzins in Suratte en aan des zelfs Nabab, doch ftelde het tevens af* banklyk van deze te hulp geroepen magt Bombay, welk Eiland ruim twintig mylen in den omtrek haalt, was zyn aanzien aan de voortreilykheid van zyne haven verlchuldigd, waardoor het den ftapel van den Engelfchen handel op Malabar, Suratte , de Perfifche en Arabifcbe golven werdt. De nyverheid heeft zich hier bezig gehouden met 't bouwen en uitrusten van fchepen. Voortyds gingen de fchepen na de plaats hunner inladinge; nu vertrekken zy regelregt na Bombay, daar zy de vragt ii nemen De Kompagnie voert den tytel van Admiraal yan den Mogol, en onderhoudt enige zeemaeht op de kust, In den jare 1773 bedroegen de inkomsten van Bombay en de onderhorigheden 13,607,212 livres, en deszelfs uitgaven 12,711,150 livres. Zy heeft zich te Bombay wel verfterkt; doch de Maratten, wier belangen altoos ftrydig zyn met die der Engelfchen , zyn nog altoos in ftaat deze plaats uittehongeren, en 't is'te voorzien dat dit volk > S  der beide INDIEN. 73 't geen even zo veel zucht heeft, om zich te vergroten als de Engelfchen, met hen in onmin zal geraken. Dit is minder te duchten op de kusten van Koromandel en Orixa. De luchtftreek is aldaar heet , doch gezond. Dit uitgeftrekte land behoorde eerst aan één Vorst; doch wiens lafhartigheid zyncn Gouverneurs aan. leiding gaf, om zich onafhanglyk te maken. Kort na die omwentelingen vertoonden 'er zich de Europeanen. Hun handel beftondt in 't eerst alleen in Diamanten van Golconda. De Lywaten waren alleen bekend te Mazulipatam. De trek dien deze in Europa^vonden, maakte, dat ieder een zich aldaar neer zette. Dit deedt men aan den oever van de zee, 't geen meest al met toeftemming van den inboorling gefchiedde. 't Land 't geen men hun toeftondt, was weinig en met Alöcbomen afgeftoken. Daarna bouwde men vaster Forten, 't Getal der Menfchen vermeerderde door de vreedzame Regering, wiens pogingen, om deze vreemdelingen te verwyderen , vejgeefscb waren. * De gantfche handel beftaat hier in katoene lywaten, welke wy ligt nadrukken! en zelfs zouden kunnen verbeteren, zo wy maar de verfitorfen, en 't zelve water hadden. Men fluit kontrakten met de Indianen, die ze meer landwaarts hertellen en kopen, en men betaalt hun een derde of vierde van 't geld op hand. Dit gebruiken zy , om door bedienden, door 't ganfche land verfpreid, den Wever iets voor. uit te geven , die ) op hun beurt zorgen de Hukken , zo dra zyj geweven zyn3 van 't geE 5 touw  74 T A F R E E L touw te nemen. Alzo hebben alle verfrandige Kompagniën een jaar geld voor uit, waarmede zy 't geen zy voor 't volgende jaar no. dig hebben , beitellen. De Fabrikeurs zyn te arm om zonder order en voorfchot te werken. Daar de lywaten die na Europa moeten, gantsch anders gewerkt zyn , dan die welke in Indie gedragen worden, zouden zy ook, zo zy ze al beitelden zonder order en er mede bleven zitten, in Indie daar voor gene kopers vinden. De weg van belening heeft te veel zwarigheid. De I ndianen hebben drie foorten van renten ; die welke zonde is, bedraagt 48, die welke OBverfchillig is, 24, en die welke ene deugd is, 12 ten honderd. Deze laatfte is nog fterk genoeg, om de Europeanen, welke zich daartoe begeven , te bederven. Behalven enige lUahomethanen, bekend onder den naam van Chalias , is de gantfche handel in de magt der Europeanen , verbonden met enige Banafiianen en Armeniërs. Men kan op 3,500 Balen begroten de Lywaten, welke men van Koromandel trekt, waar van de Franfchen 8co, de Engelfchen 1, 200 en de Hollanders 1,500 uitvoeren. De gehele fom der 3,500 balen beloopt niet boven 1,450,000 roupien. Deze balen worden in Indie verbruikt, 't Getal dier gene welke voor Europa gefchikt zyn , bedragen 9,500, waar van de Deencn 800 > de Franfchen 2,500 de Engelfchen 3000 ■ en de Hollanders 3,200 balen trekken; derzelver waarde beloopt 3, 8co, 000 roupien. Deze fom wordt niet enkel met geld, maar ook met lakens, yzer, lood, koper, koraal  der beide INDIEN. 75 raai en enige minder aanzienlyke goederen betaad. 't Oosten betaalt ze met fpeceryen, peper, ryst, zuiker, koorn en dadels. Alle die goederen bedragen 2,000,00- roupien, zo dat Korumandel nog in geld 3,250,000 roupien ontvangt. Op deze kust hebben de Engelfchen verfcheide bezittingen. Als Divicote, dar hier de eerfte piaats verdient; Madure , ene grote, itcrke ftad, dewelke na 't nemen van Trichenapaly nog fterker geworden is; Guadelour, aan den mond van den Kritsna gelegen, 't geen zy van een indiaanfeh Vorst kogten, en waarby zy 't fort St. David bouwden, 't welk in ) 750 door de Franfchen ingenomen werdt, om negen, jaren daarna in handen vyn de vorige bezitters wedertekeren; en Mazulipatnara , waar zy enige handwerken begonnen hebben en veel goederen ilyten, die door verre gewesten met Karavanen worden afgehaald. De Provintien die Groot Bricannie aldaar verder bezit zyn Kondavir, Moutafanagar, Elour, Ragimendri en Chikakel, ftrekkende zeshonderd Mylen langs de kust , en van dertig tot negentig Mylen landwaarts in; het heeft dezelven op de Franfchen vermeesterd. De inkomften bedragen 9,000,000 Livres, van welken de ïndiaahfche Vorst Hechts 2,025,000 Livres trekt. De Goederen welke in de Engelfche bezittingen, tusfchen kaap Komorin en de Ganges 'gelegen, gekogt of gemaakt worden, komen te Madras by een. Deze ftad werdt voor ene Eeuw door wi taltak langhorne gebouwd, in een dorre, zandige en waterloze ftreek, met oogmerk om  76 TAFREEL om den koophandel van St. Thomas derwaarts te zullen lokken, 't welk ook gebeurd is. Zy is verdeeld in de witte en zwarte Stad. Zynde de eerfte in Europa beter beker d by den naam van het fort St. George, alleen door Engelfchen bewoond en met aanzienlyke werken omringd. De andere is, in t jaar J?67, van een goeden muur en een watergragt omringd; zy wordt bewoond van 300,000 Joden , Armeniers , Moren en Indianen. Een Myl verder legt Chepauk, alwaar de Nabab var Arcate zintshet jaar 1769, zyne Hofhouding heeft. Het gebied van Madras ilrekt zich tegenwoordig uit vyftig Mylen ten Westen , ten Koorden en ten Zuiden. De bloeiende handwerken en plantr.adien daar in gelegen geven weik aan 100,000 Menfchen. Deze voordelen zyn de vrugten van het verdelgen der Franlche magt aldaar, en van de Oorlogen welken het gevoerd heeft, om m a m e ta l 1 - k a n te handhaven in het gebied welk hem is in handen gefteld , waar door hy in bezit geraakt, is van een uitgebreid gebied en een inkomen van 31,500,000 Livres. Hy keert daar van uit aan de Engelfchen 9,000 000 Livres, voor de befcherming zyner vastigheden. De Engelfche Kompagnie dacht hare dierbare bezittingen aan de Kust van Koromandel veilig genoeg te zyn, zedert het vernietigen van de magt der mededingende Natie en onder befeherming van ere geoeffende krygsmagt van 18,000 Cipaiers en ^,500 Blanken, toen hyder - ali k \n , in den jare 1767 , dezelve aanviel en hun veel nadeels toe-  DER BEIDE INDIEN. ?7 toebragt, geduurende een twejarigen Oorlog. By het eindigen van dezelve heefc zy zich tot een hoofdbcginzel voorgefteld, te beletten, dat hyder. - ali - kan , de Maratten en de Souba van Decan geen onderlinge, verbintenis aangaan of enige veroveringen behalen. Zo lang deze Staatkunde haar gelukt zal zy op Koromandel de overmagt behouden , en zo zy haar inkomen boven hare uitgaven kan doen klimmen , zal zy in ftaat zien om bare bezittingen op Sumatra te befchermen. Op dit Eiland hebben de Engelfchen niet voor het jaar 1688 ene volkplanting opgericht. De Zeelieden, uitgezonden tot het oprichten van een kantoor , hadden bevel zulks te dnen te Indaponfa ; doch de fchepen werden gedreven na Bencouli waar zy bedoten, zich neder te zetten. De eensgezindheid die tus/chen ben en de Landzaten in 't eerst plaats had , werd wel dra door de roofzucht en dwingelandy die de Engelfchen bezielden, verbroken, en deze genoodzaakt, na de vernieling hunner Magazynen, zich fcheep te begeven; d >ch zy werden terug ontboden en bouwden toen het Fort Marlborough, welk in den jare i~5o door de Franfchen bemagtig 1 en vcnield werd*-, doch zedert wederom in hunne handen geraakt is. Dit kantoor bragt in den jare 773 0,3 1,817,415 Livres boven de uitgaven. Op her. Eiland Balambangan, op den Noordlyken uithoek van Borneo gelegen, hebben de Engelfchen ins. gelyks een kantoor trachten optenenten, zynde dit Eiland door den Koning van Solon in  ?8 T A F R E E L in den jare 17*6", daar toe afgeftann , dit kantoor is te gelyker tyd aangelegd, veroverd en verdelgd door verfcheïde omftan* dighe!en, waar van de Engelfchen onkundig of veinzen onkundig te zyn en die hen 9,000,000 Livres gekost hebben ( p Bengale kunnen zy dit verlies vergoeden. Bengale is een uitgeflrekt Landfdhap in Afie, grenzende ten Oosten aan 't Koningryk Azen en Arrakan ; ten Westen aan verfcheidé Provinciën van den Groten Mogol; ten IN oorden aan verfchrikkelyke klippen; ten Zuiden aan de zee. 't Strekt zich uit langs de twe oevers van den Ganges. Der.e rivier, na in haren loop vele grote en vruchtbare Eilandeft gemaakt te hebben, ontlast zich met verfcheïde monden in zee, waar van alleen twe bevaren worden. De Grote Mogols zyn altoos erkend geweest, als Opperheren van dit land. De Onderkoning houdt nu zyn zetel te M ixondaba". Deze ten achteren zynde in 't betalen der fchat tingen , ten tyde van Koulikan, en de Keizer geen geld hebbende om hem te gever., gaf hem vryheid dit zelfs in Bengale te halen; ióo, 000 van zyne rovers plunderden het uit , en fleepten 'er onnoemelyke fchatten van daan. Bisnapore is de enige ftreek , waar de eigendunklyke magt niet beftaat; deze kleins Staat heeft de béste Regering van dc waereld; de tegenwoordige bewoners zyn nog afftammciingen der oude Indianen. Dit overtuigd ons dat ene goede wetgeving beftendiger is , dan alle de gedenkftukken van koper. De Raja van dezen ftaat kan 't overfchot der inkomsten aan deszelfs verbetering belleden, wyl I hy  dér beide INDIEN. 79 hy den Mogol niet meer, en niet eer dan hy wil, fchattingen betaalt. Schoon nu Bengale ver af is van zo groot een geluk , is 't altoos, de rykfte provincie van 't .Ryk. Het voert falpeter, opium, zuiker , ryst, koorn, zout, zyde en katoene lywaten uit. 't Zendt deze laatfte na Thibet, wiens kooplieden ze tegen rabarber en muscus verruilen. De handel van Bengale op Agra, Delhy en de provinciën, welke aan deze prachtige hoofdlieden grenzen , is nog veel ryker; voorheen verzond het voor 17 of 18,000,000 roupien aan goederen daar na toe; doch thands zo veel niet meer. De handel ter zee heeft gene zo grote vermindering ondergaan. Kateck , de voornaamfte plaats voor dien handel , -werdt in 1740 door de Maratten veroverd; doch deszelfs inwoners zyn in hunne zaken niet belemmerd geworden, die zy met Azem hadden. Dit land was overvloedig van alles voorzien , behalven van zout, welk gebrek zy met 't gedroogd fchuim van de zee vervulden. In 't begin dezer eeuw bragten enige Bramins hun bygeloof derwaarts, waar men by geluk den natuurlyken Godsdienst volgden. Deze overreedden het volk , dat 't zuivere zout te gebruiken welbehaaglyker aanBrama zyn zou. Van dat tydftip af vertrokken van de Ganges dertig tot veertig vaartuigen met zout, waarop vier millioenen roupien gewonnen werden. De betaling gefchied in enige waren, voornamelyk in zyden. Deze, enig in haar zoort, vordert geen de minfte zorg. De zydewormen zyn op de bomen aan zich zelfs overgelaten en doen 't werk zelfs. De bomen fchieten geduurig nieuw-  go TAFREEL nieuw blad, deze natuur-verwisfelingen worden twaalf raaien in een iaar herhaald. Behalven deze twe takken van fcheepvaarC behoren alle vaartuigen welke van de i Gangesi worden afgezonden , aan dj Europeanen, en worden gebouwd te Pe;u, gelegen tusfchen de golf van Arrakan en Siarn. De enige haven , welke voor de vreemdelingen open ftaat, is Sy* riam, die hier alleen komen, om fchepen te bouwen en te kielen, waartoe zy alle de nodige bouwftoffen vinden Zy halen 'er vandaan tek-hout, wasch, yvoor, calin, en olie die zeer goed is tot het behoud der knepen, Devolmaakuc topazen, faphieren, amethisten en robynen horen hier thuis ; men haalt ze aan 't hof, te Ava, De Armeniërs hebben zich hier zeer vast genesteid. Een der voornaamfte handeltakken van Bengale, is die des opiums, waarop men in ndie verzot is. De meest en beste Pavot, waar van de opium 't uittrekzel is , wordt te Patna aangekweekt. De voornaamfte leden der Redering van Batavia d >en unnoemlyke winden met daar in handel te dryven. Enige vrye Engeifche en Franfche kooplieden brengen die na de kust der Maleijers en een gedeelte van Sumatra. De gantfche handel van den Ganges brengt jaarlyks' in Bengale i a, ooOj ooo Roupien. De Armeniërs zyn byna de enige partikuliercn > welke hun geld in den handel plaatzen, fchoon die door de Europeanen gedreven woidt. De onmogdykheid, waarin door de kwellingen der Regering, de indianen ge« bragt worden, om daar in deel te nemen, be-  DÉR BEIDE INDIËR f J let niet, dat zy hunne rykdommen Vérifièêfderen, door geldleningen. De intrest, die ge-' meenlyk negen ten honderd 's maands is, wordÊ nog zwaarder, wanneer men van de Chëks opnemen moet. Derzelver familie is zeer oud* zeer vermogend en zeer handeldryvend. Zy heeft zich altoos ftaandc gehouden door hareti invloed , op 't hof van Delhy. De Franfchë en Nrderlandfché Kompagnieri hebben zekere' bepaalde fommen van haar opgenomen," maar de geldleningen der Engelfchen zyn zonder pa^ ïcn geweest. De Portugezen, die 'c eerst dit gèwest bëzogten , Vestigden zich te Chatigan, aan dert Ooster arm van den Ganges; en de Hollanders te Balasfor; welk voorbeeld de andere Kompa hiën volgden. Daarna gingen zy de rivier hoger op , en zetten zich neer te Hougiy. Dë Regering gaf hun vryheid Logies té bouwen óp de plaatzen , daar de meeste manufaktureri waren , en zich aan de rivier te verfterkén* Deze opvarende ontmoet mén voor eerst Kcm licota, welks lucht ongezond, welks water brak, en welks ankerplaats onveilig is. De Engelfche Kompagnie heeft 'er een distrikt , dat vier mylen in den omtrek heeft , en haar iii vollen éigendom toebehoort. Zes mylen hoger bouwden de Denen , iri het jaar 1756, Frédeïik-Nagor, 't geen nooit groot aanzien verkrygen zal. Chandernagor , twee en een halvë myl hoger, behoord dén Franfchen. De inval der Maratten in Bengale deedt aldaar ècn groot getal Wevers ene wykplaats zoeken. Met dit al is Kolicotade eerste plaats geblevén, door zyne oneindige fchatten , die 't in ftaat ftelleu, da F grootst*  82 T A F R E E LI grootste handelsontwerpen te fmeden. Eerii myl verder ligt Chinchura, of liever Hougly, een Hollandsen fort , welks koophandel door meer dan een hinderpaal gekwelt wordt. Een vierde van een Myl boven Hougly ligt Bandel, waar nog de Portugefche vlag waait, hebbende zy voormaals aldaar hunnen handel gevestigd ; doch welke nu van geen belang is. De Ganges is altoos , behalven in de maanden October, November en December, bevaarbaar. By de punt van Palmeros neemt ieder natie lootzen in. 't Geld welk zy aanbrengen wordt in boten geladen. Zy komen , door een naauwe vaart , tusfehen twe zandbanken, in de rivier Hougly. Van hier worden muskus, lak, borax, roodhout, peper, kauris en enige andere goederen, die daar van andere plaatzen gebragt worden, gehaald. De Waren welke aan dit land eigen zyn, beftaan in falpeter , zyde, zydeftoffen, neteldoeken, en ene menigte iOorten van lywaten. De Borax en falpeter komt van Patna; de Hollanders waren 'er eertyds meefter van ; de Engelfchen hebben hun dit doen verliezen. Dezelve wordt voor ballast ingefcheept, gevolglyk moest die natie , welke de meeste fchepen derwaarts zendt, 'er zich van vermeesteren. De uitvoer daar van beloopt 10,000,000 ponden , tegen drie ftuivers het pond; zy wordt voor tien ftuivers verkogt. Casfimbazar is] de algemene markt der zyde. Men verkoopt ze op de plaats voor 120 tot 130 roupien 't kwintaal. Europa gebruikt 'er 400,000 ponden van. Daca, ene onaan- ge-  DER BEIDE INDIEN. .%$ geriatrie, maar vruchtbare plaats, op 24 graden Noorder breedte, is de markt der lywaten Hier bedienen zich de Europeaanfche Kompagniën van Moorfche Makelaars , die, onder dien naam, ook voor partikulieren en Mogollers zei ven handelen. De natiën, welke de beste lywaten zoeken, fluiten de kontrakten reeds in 't begin van 't jaar , en betalen den fabrikeurs van dien tyd af een gedeelte op hand. Deze hebben alzo den tyd , om goed werk te maken. Enige lywaten worden ruuw , andere halfwit verkogt; maar wyl de op 't oog beste lywaten zomtyds in 't bleken verflimmeren, kan 't wel zyn , dat de Makelaars , die fyner kenners hierin zyn, ze met opzet ruuw verkopen. Deze lywaten kunnen nooit goed gebleekt of opgemaakt worden, dan ieder in de plaats, daar zy gemaakt zyn. De beste lywaten van Daca zyn de effen, geftreepte en geborduurde Neteldoeken , die, hoe fraai ze ook zyn, 't nog meer zouden wezen , zo de Regering der nyverheid niet te veel hinderlyk was. Met acht millioenen roupien betaalden de Europeanen voor enigen tyd , den inkoop in Bengalen. Het yzer, koper, lood, de wolle ftoffe, de fpeceryen maakten omtrent een derde daarvan goed ; de rest werdt in geld betaald, tot dat de Engelfchen eigenaars geworden van dit land, den uitvoer der waren vergroot en den invoer vermindert hebben , om dat zy de penningen tot betaling nodig, uit de inkomften van hunne nieuwe veroveringen beginnen te trek- &eri* „ „ , St. Helena, welk eertyds den Hollanders toebehoorde, ftrekt nu den Engelfchen tot F 2 ene  U T A F R E E Ë ené ververfchingplaats. Dit Eiland ligt evers ver van Afrika als Amerika , op vyftien graden zuider breedte, 't Is niet meer dan een klip, maar bedekt met ene zeer vruchtbare aarde, daar alles welig op groeit. De zieken herftellcn hier zeer fchielyk. Zyn enigfte gebrek is , dat de fchepen die uit Europa komen, daar kwalyk ankeren kunnen. Deze zoeken daarom de wyk aan de Kaap de Goede Hoop, of aan de Comorifche Eilanden. Dezelve leggen in 't Kanaal van Mozambique. De natuur vertoont zich hier in haar vollen doch eenvoudigen rykdom. 't Johanna Eiland is de ververfching plaats der Engelfchen. Een Arabisch Koopman een Portugeesch Edelman in Mozambique vermoord hebbende, wierp zich in een fchuit, en kwam daarmede aan dit Eiland. Hy bediende zich van zyne meerdere kundigheid, om zich tot deszelfs opperhoofd optewerpen; zyn klein-zoon oeffent aldaar nog 't zelve gezag. Deze gebeurtenis veranderde niets in de zaken der Engelfchen ; alleen kopen zy nu de levensmiddelen een weinig duurder. De handel, welke men in Indie van de ene haven na de andere dryven kan, hield de Kompagnie niet lang bezig; zy liet dien den partikulieren over, en begunftigde denzelven; zomtyds laadden deze hunne waren, voor een matig vrachtgeld. Dit wekte den fcheepvaart en nyverheid der Engelfchen op. De Kompagnie had in den beginne hare eige fchepen; daarna huurde zy dezelve geheel bemand en toegerust , om na en van Indie een overeengekomen getal tonnen te brengen. De fchepen die in dezen vaart gebruikt worden, zyn van 600  DER BEIDE INDIEN. ts 600 tot 800 tonnen. By derzelver vertrek neemt de Kompagnie alleen zo veel fcheeps ruimte, als zy toe be.ging van haar yzer, lood, koper, wolle ftoffen en JV'adera-wyn , de eenigfte waren, die zy na Indie zendt, nodig heeft. De rest wordt met fcheepsvoorraad en andere vrye goederen gevuld. De Reder van 't fchip en deszelfs Kapitein, die een gemeen deel daarin hebben , voorkomen de fluikeryen , uit vreze dat hun fchip zal worden afgewezen, eri onderhouden de goede orde en de gezondheid der Matrozen. Voor ieder man, welke levendig in Engeland wederkeert, krygt de Heelmeester een pond fterling. De Kompagnie is alzo niet gedwongen een aantal van Matrozen werkeloos in Indie te houden, om der doden plaatze te vervullen. De voorfpoed der Kompagnie heeft haar hare fondzen, die in den beginne 369,^91 Ponden waren, tot 3,200, 000 ponden fterlings, verdeelt in actiën van 100 pond, doen vermeerderen: zedert 't begin dezer eeuw, bedraagt baar verkoop 's jaars byna 3,000,000 ponden fterlings. Haar voorfpoed zoude nog veel aanzienelykcr zyn geweest, zo de wetten van Engeland dien niet hinderlyk waren. De rechten op de thee zyn allerzwaarst. Zo de Regering beoogt heeft 't gebruik van dien drank hier mede te verhinderen , heeft zy zich bedrogen De Europeanen brengen jaarlyks te zamen 17,400,000 ponden thee uit China j men rekent, dat 'er in alle de landen van Europa, buiten Engeland, 5,400,000 ponden verbruikt worden, derhalven lchiet 'er voor Engeland i 2,00e, 000 ponden over, die, by den verkoop, de rechF 3 ten  86 T A F R E E L. ten daaronder begrepen, 3, 200,000 ponden fterlings kosten. Zo de tollen zo veel niet opbrengen , als zy volgens die rekening moesten doen, moet men zich der fluikeryen herinneren. De legging van 't Eiland Man was daar aan allergunstigst- Nu heeft 't ryk de vrydommen van 't zelve aan zich gekogt, dit heeft den thee-handel van de Kompagnie een nieuwen bloei gegeven, door 't fluiken der vreemde thee te hinderen. De thee en andere Indifche goederen worden met geld betaald. De Regering bepaalde de uittevoerene fom op 300, oöo ponden fterlings en dat men , aan Koopmanfchappen van Engeland, het tiende gedeelte zoude nemen van 't geen men in fpeciën in de fchepen laadde, doch dit bevel is nimmer opgevolgd. Het geen de Kompagnie zo veel aanziens deedt verkrygen was de heftigheid van 't Engelsen nationaal karakter, 't geen door de verovering van Bengale in beweging gebragt werdt. Deze natie vestigde den grondflag harer heerfchappy alhier in 't jaar 175?} maar zy Haagde daarin niet , voor dat zy de Franfchen verjaagd had. Zy hadt het befluit genomen hare overwinningen niet te eindigen voor dat zy een Souba zoude gevanden hebben , die onder hare befcherming zich zoude wiilen begeven. Een oud ontthroond Mogol floeg de Kompagnie voor , zelve den tytel van Souba te aanvaarden ; doch zy vergenoegde zich met den zedigen naam van Pachter, 't Zuiver overfchotvan haar inkomen alhier bedraagt 1,200,000 ponden. De fchikkingen der Kompagnie om aan deze bczittinge' vastigheid te bezorgen , zyn  der beide INDIEN. 87 zyn zeer verftandig. Zy onderhoudt in Indie 8,200 Europeaanfche Soldaaten en 50,000 Cipaijers, die door Europilche Officieren aangevoerd , hen in dapperheid niet veel toegeven. , _, Drie duizend dezer Europeanen, en 25,000 van de Cipaijers zyn langs den Ganges verfpreid. De voornaamste bende legt te Benarez. Deze ftandplaats is verkoren , om dat zy 't meest is gefchikt om de krygszuchtige volkeren , welke van de bergen een inval zouden beproeven , te rug te dryven , en om dat 't het voordeligfte is den oorlog op een vreemden bodem te voeren. Men heeft voorzien in mogelyke ongelukken ; by Kalikuta heeft men 't fort Williams gebouwd , waarin de geflagen Armee zich des noods zou kunnen bergen; dit fort is reeds fterk genoeg, fchoon 't noch verre af is van voltooid te zyn , om de gantfche magt van Afie, en die welke men van Europa derwaarts zenden kan, te wëerftaan. 't Zelve heeft alreeds 8,000,000 roupien verflonden , en men kan niet wel berekenen , hoe veel deszelfs voltooijing kosten zal. Alleen is 't jammer, dat Kalikuta, de eerfte ftad van Indie, en daar nu 600,000 zielen wonen, door dit fort niet gedekt wordt. Waarfchynlyk heeft men ene gezonde legging boven 't gewicht dezer bedenkinge gefield, Evenwel zyn de Engelfchen. niet bevryd van alle ongerustheit. De magt van den Mogol kan groter worden. Hyder-ali-kan, die van ons den oorlog geleerd heeft, is niet ontbloot van krygsmagt, en is een onverzoenelyk vyand der Engelfchen. De Maratten betwisten hun F 4 een  p TAPREEL een vierde van 's Lands inkomen, welke eifchen, zo de Kompagnie, door den weg van omkopinge, niet 't geluk heeft ze te doen mislukken , het gantfebe land ten prooi kan doen vallen aan de plunderingen ener Ruite» rye , wiens vaardigheid boven alle verbeelding is. Maar , zonder dat dit ongeluk gebeure, is 't waarfchynelyk, dat de inkomüen van Bengale altoos dezelfde zullen bly? ven ? Wy geloven 't niet. De Engelfche Kompagnie brengt geen geld meer in 't land maar haalt het 'er zelf; hare Agenten vergaderen ongelooflyke fchatten, die zy in de hoofdrad gaan verteren ; zo doen ook de parti* kuliere kooplui, die aldaar aanzienelyke fortuinen gemaakt hebben. Dit alles moet eenmaal de fchaikist fchraier maken. De Engelfchen denken 'er anders over. Zy hopen door een wys bellier dit land meer en meer te doen bloeijen , en de fchatten, wel, kc 't geweld in de aarde deedt begraven, 'er weder uit te voorfchyn te doen komen. Een beter landbouw, verbe'.erde fabrieken zul» len den uitvoer jaarlyks vermeerderen. Andere Europeaa:;fche Natiën hebben de landen aan pachters afgeftaan, en hen gedwongen de pacht voor uit te betalen; by de Engelfchen! betaalt ieder land naar zyn uitgeftrektheid, en 't hoofd van 't Diftrikt is borg voor de betalinge. Dit heeft de Engelfche bezittingen in aanzien boven die van andere Europeanen doen toenemen. Wie zou op dezen voet gelooft heb-' ben , dat de Bengalers het verlies hunner vorige heerfchappy gedwongen geweest zouden Zyn te betreuren ? Hier toe zyn zy gebragt doof  DEK BEIDE INDIEN. 8fr door menigvuldig geweld en knevelaryen der Amptenaren van de Kompagnie. Zy begonnen hunne wreedheid met het verhogen der Pachten, Zy eigenden zich den uitfluitenden verkoop toe van zout, tabak en betel, dingen van de eerfte noodzakelykheid; zy verkogtcn alleen 't katoen ; zy verboden den handel aan alle partikuüeren, behalven de Engelfchen ; zy vorderden meer manufakturen > dan gewerkt konden worden , om andere na-tiën van dien handel uittefluiten; zy veranderden , in 't midden van den overvloed van 't geld, zyne munten , en vervalschten ze, foh'oón zy naderhand gedwongen waren ze weder m te wisfelen , by welke verwisfeling den eigenaar alleen ieedt. Een groote droogte doet he" gewas mislukken, en veroorzaakt een ysfelyke hongersnood. Men befchuldigd de Engelfchen van , onder voorwendzel van magazynen voor hunne legers op te leggen, de allerverfoeijelykfte monopolie te hebben ge^ dreven. Dat enige partikuüeren deryst, met oogmerk om zich te verryken, hebben opgekogt, is mogelyk, maar dat dit door orde van de Overigheid gefchied zoude zyn , is niet te geloven» De ryst, die anders één ftuiver de drie ponden kost, (teeg in prys tot vier ja tot zes ftuivers 't pond, en was nog op veel plaatfen niet te krygen. Drie millioenen menfchen, dat is een vierde van de bevolking van Bengalen, fterft van honger ; de oevers van den Ganges zyn bedekt met lyken ; men ziet de Bengalers, in hunne dorpen, of in de Europifehe bezittingen om voedzel fmekende, uitgemergeld en verteerd door uitputtinge neêrzygen F 5 ea  9 T A F R E E L en den geest geven ; de velden bedekt met lyken wazemen een dank uit, die ene ziekte, gelyk aan de pest na zich fleept! De Engelfchen zullen zich evenwel niet vry pleiten , van gelegenheid tot deze algemene ellende gegeven te hebben ; zo zy op de droogte hadden acht gegeven, zouden zy in 't gebrek aan ryst hebben kunnen voor» zien. Een zo flecht beftuur moest de middelen tot voorfpoed der Kompagnie voor haar vruchteloos maken. By 't opmaken harer balans in 1773 is het, volgens ene allergunstigfte rekening , gebleken, dat zy 32,274,000 Livres te kort komt. Hier aan waren de Amptenaren , in Bengalen, door haar llecht gedrag, alleen fchuldig. Het voordeel der Kompagnie, voor de Regeringe, is gelegen in een inkomen van 33,450,000 Livres, die zy jaarlyks aan dezelve verzorgt; en 't vermeerderen der fchatten van partikuüeren , door de kosten der fcheepvaart, en de uitdelingen , welke 8i ten honderd hoger zyn dan de gewone intrest. Om een volflagen Bankroet te voorkomen ontfloeg het Parlement de Maatfchappy van de jaarlykfche belasting van 9,000,000 Livres; het bepaalde de uitdeling op zes ten honderd, in plaats van twaalf; het beval dat ieder bewindhebber vier jaren zou dienen ; dat het vierde gedeelte der bewindhebbers jaarlyks zou vernieuwd worden ; en dat ieder fremgerechtigde 22,500 Livres zedert een rond jaar in eigendom moest bezeten hebben. Daarenboven maakte de Maatfchappy zelve nuttige fchik- kingen  DER BEIDE INDIEN. 91 kingen. Zy "eigende zich de gehele ruimte toe der fchepen uit Indie komende , van welke voorheen ene ruimte van dertig tonnen aan de eigenaars was .overgelaten , om daar in goederen na haar goedvinden te laden ; hier door bezuinigd zy jaarlyks 2,250,000 Livres. Zedert dat zy vericheide misbruiken met een goeden uitflag heeft aangetast, klimt haren voorfpoed, en deze zal itoenemen na gelange nogandere ongeregeldheden te keer gegaan worden. IV. HOOFDSTUK. Van de bezittingen der Franfchen in Oost - Indie. JJ_J)e oude Gaulen hadden geen andere onderlinge gemeenfchap, dan die uit de bepaalde behoeften van woeste vólken wordt geboren; hunne buitenlandfche verbintenisfen waren nog minder van belang. De bewoners van Belgium hadden alle vreemde voortbrengzels, als zedebcdervend, verboden. De Celten en Aquitaniers verzamelden uit hunne rivierenftofgoud om de Koopmanfchappen te betalen welke de Middelandfche Zee hun opleverde. In Gallie wie;d den handel uitgebreider, na dat de Romeinen het hadden overheerd en befchaafd. Men zag te Arles , te Narbonne en te Bourde- aux  •9* T A F R E E L aux Zeehavens aanleggen en Maatfchappyen van Kooplieden oprichten. Doch de invallen der Franken en van andere Barbaren fielden paal aan deze opkomende nyverheid en deden dezelve , door hunne onderdrukking, verhuizen naar de Kloosters , die toen ter tyd nuttig vrjr het Vaderland waren. In de zevende Eeuw gaf dagobert een weinig levens aan de gemoederen ; doch dit verdween fpoed'g, om weder te'voorfchyn te komen onder karel den groten, die den voorfpoed der Natie deedt klimmen ; dan dit flrekte Hechts tot een lokaas voor de Zeerovery dei- No: mannen ; en de Vafallen der provintien bragten de Burgers onder hunne flaverny. Verfcheïde Koningen bevlytigden zich om dezer dwingelandye palen tellellcn en den Koophandel uictebreidcn, welke door de Godgeleerde Gcfcbillen, de . onkunde van het Ryksbeftuur en de gouddorst der Regenten iïeeds verdrukt was. INogtbans had geen Koning met ernst gedagt , dat Vrankryk een voordeügen handel op Indie dryven kon, fchoon de voorfpoed der andere natiën hier voor een bewys was, wanneer na voorafgaande mislukte ondernemingen, gerard de vlamikg zich, in 't begin der zeventiende Euwe , met enige INormandierfche Kooplieden verenigde, om enige fchepen na Indie aftezenden. De vrucht, die men uit deze togten trok, was een hoog denkbeeld van Madagaskar, in gevolge van welk zich ene Maatfchappy verenigde , om daar ene bezitting op te richten , die dc vaart verder na Indie moest gegemaklyk maken. Die  der beide INDIEN. 93 Dit Eiland, door het Kanaal van Mozambique gefcheiden van de kust van Afrika, heeft 336 mylen inde lengte, en op de grootste breedte 120 mylen. Deszelfs grond is bergachtig, en heeftfaangename valeijen, beplant met altoos groene bosfchaadjen. Ten westen van het Eiland vindt men een volk Quimosfe genaamd, klein van geftalte en fchroomagtig ; verder is het onder verfcheide volken verdeeld, die van e'kander onaf hanglyk zyn. 't Barbaarsch vooroordeel, om de kinderen , welke niet op gelukkige dagen in de waereld komen, om te brengen, fchaadt der bevolkinge aanmerkeiyk. Dit volk is groot en fier, hebbende een oppervlakkig denkbeeld van alle onze kunsten , maar ook tevens een mengzel van alledei bygeloof, wetten waar van zy den oorfprong niet kennen , en die hen verplichten den Raad, beftaande uit 'c hoofd van ieder provincie en enige gryzaarts, te gehoorzamen. De eerbied voor de voorzaten is in deze gewesten zeer groot, en het volk uit den aart tot gezellige deugden gefchikt. Deze gefteldheid van het Eiland en deszelfs bewoners was ongemeen gefchikt om de oogmerken der Kompagnie te bevorderen, indien daar van het behoorlyk gebruik was gemaakt; doch het gedrag der beltuurders deedt alle hoop des aangaande in rook verdwynen. Zy maakten haar gehaat by de Europeanen en by de landzaten , en de Kompagnie befloot, in den jare 1670, deze bezitting aan de Regering, van welke zy ze ontfangen hadt, terug te geven. Zedert heeft het Hof van Verfailles van tyd tot tyd enige acht op Madagakar geflaeen, zonder nogthans gevoel van deszelfs waarde  94 TAFREEL waarde te hebben • het moest zyn Koophandel en aanzien in Indie verliezen om die te kennen. Zints dit tydftip heeft het getragt zich aldaar te vestigen. De mislukte pogingen, in de jaren 1770 en 1773 daar toe gedaan, moeten door verftandiger maatregelen hervat worden, om het bedoelde oogmerk 'te bereiken. Suratte was tot het middelpunt van alle de zaken in Indie gefield. Deze is de voornaamfte Stad van Guzuratte , een Schier-Eiland tuslchen den Indus en Malabar. 't Is zestig mylen lang, en byna evenveel breed. Verfcheide rivieren vermeerderen hare vruchbaarheid. Van 15. May tot 15. September regent het 'er gedurig; de rest van het jaar is de lucht zo klaar, dat men 'er geen wolkje aan ziet. De grond brengt 'er voort koorn, ryst, katoen, zuiker, ijvee en wild, het geen gevoegd by de manufakturen genoegzaam was, om de inwoners te doen gelukkig zyn. De Godsdienstvervolging hadt enige Perfianen uit hun vaderland verdreven, en zich hier doen neer zetten , en den landbouw en handwerken doen bloeijen. Hunne wysheid deedt hen een diepe rust genieten, te midden van de flaatsomwentelingen. Zy maakten altoos, onder den naam van Perfis, een alzonderlyk volk uit, wyl zy zich met de indianen niet vermaagdfchapten. De voorfpoed van Gufuratte, door hen bewerkt, wekte de begeerte van twe grote Magten op; de Portugezen vielen het ter Zee aan, en namen Diu, den fleutel der ryks weg; de Mogollen dreig-  DER ÈETDE INDIEN. 95 dreigden het van den landkant. Badür , een Pataan0, welke den throon bezat, voelende de onmogelykheid, om hun beiden 't hoofd te bieden, maakte vrede met de Portugezen, en bragt 't daar heen, dat zy enige troepen met de zyne verenigden, om zich tegen den dapperen akóbar te verzetten Deze verbindtenis deedt hem terug deinzen , vrezende den onverwinnelyken Portugees, die men den Mo. gollers als luiden van een byzonder geflacht van den Hemel nedergedaald , affchilderden. Akóbar komt tot inkeer, weet zyn volk weder moed in te boezemen, valt op 't verenigde leger aan, en houdc de Portugezen aan ftukken, Zedert is Guzuratte in handen der Mogollers geweest, die aldaar de manufakturen deden bloeijen. Kort daarna verhuisden vele vreemde wevers uit Malabar derwaarts, en bragten 'er de Lywaat - Fabrieken over. Alle de fchatten van Koophandel en voortbrengzels verenigden zich te Suratte, op de rivier Tapti gebouwd, enige mylen van de Zee. 't Zelve ftrekte den Mogollers ten Zeehaven , waar zy de voorwerpen van pracht kogten} en de Europeanen, welke toen nog niet die grote bezittingen in Indie hadden, voorzagen zich hier van Indiaanfche waren. De Suratters hadden ene voortreflyke Zeemagt; hunne fchepen van ioootot 1,200 tonnen, van tek-hout gebouwd, duurden zeer lang, wyl zy ze met zekere olie tegen 't bederf wisten te bewaren. Het touw was van de kokosbast; de zeilen van katoen. Hunne fchippers hadden altoos bekwaamheid genoeg voor die vreed-  9$ T A F R E Ë L. vreedzame Zeeën. Hunne matrozen, Loscar.3 geheten, waren meer dan genoeg voor die tochten De grondregelen van handel], die wy naaulyks vermoedden dat plaats konden heboen, wierden in dezen uithoek van Alie gevolgd. De eerlykheid was 'er fterk ; de rykdóm4 men waren 'er zeer groot. De Banianea, eert indiaanfche Stam, waren de vermogend te ; zy floten in één half uur kopen van enige millioenen. Zy voedden hunne kinderen tot den handel op, behandelden hunne flaven met goedaartigheid, leefden mee veel ma'igheid, en byna alleen van vruchten, uitgezondert.by de huwelykeiï hunner kinderen , waarby alles ten beste was. Hunne vrouwen waren eenvoudig en zedig. Dezelve ipaarzaamheid ging over tot de andere Kooplieden van Suratte, wier grootfte uitgaaf aan hunne huizen beItond; derzelver verdiepingen fpróngën zodanig de ene boven de andere uit $ dat de ftrafen van boven byna gefloten waren- Zy waren van buiten prachtig befchoten met hout, Van binnen met porcelein verfierd; de zolders waren van boven met Yvoor en Paarlemoer ingelegd; in 't midden der kamers fprongen altoos fonteinen, omringd met fraaije fopha's; hun grootfte vermaak was zich hierop te doen kneden, 't geen hen fomtyds van wellust deedt bezwy. men. Zy hadden ook Danferesfen, die men als Priesterinnen der wellust kan aanmerken, enige dienden daar van in de Tempels; de Geestelyken, die elders door 't overfpel den gehuwden en ongehuwden ftaat te gelyk bederven, leven met dezelven. 'Er is ook een minder zoort, dat de burgers vermaakt; hare nafleep vart  dek beide INDIEN. 97 Van muzikanten gelykt een hoop gedrochten, Zy betrachten niet veel, zelfs niet in 't openbaar , de zedigheid; fchoon zy zich niet naakt vertonen. Alles loopt te zaxhen om haar vermogen op de zinnen uittebreiden: hare houding, kleding, en fieraden. Niets, evenaart de zorg die zy voor haren boezem dragen, dien zy in heuten doosjes befluiten. De konst om te behagen is 't leven dezer danferesfen, waarin zy door hare zoetaartige en liefkozende manie* ren ongemeen weten te dagen. Deze ryke ftad werdt, in't jaar 1664., door sevagi, geplundert, welke 'er meer dan 12,000,^00 roupien van daan haalde: deza fom zou veel groter geweest zyn, zo de Engelfchen en Hollanders de voorzorg niet gebruikt hadden van hun Kantoor te verfterken, in welk, als ook in 't Kasteel, grote rykdommen geborgen wierden. IVlen omringde haar zedert met muüren. Dit verlies zou welhaast herfteld geweest zyn, zo de Engelfchen niet in 't hoofd gekregen hadden, alle de fchepen, die van hier naar an. dere plaatzen gezonden werden , in beflag te te nemen. Dit geweld duurde drie jaren, en verplaatste de fchatten en den handel. Andere Rovers maakten daarna zyne vaart onveilig , zyne karavanen werden nu en dan ook uitgeplunderd. JNoghtans is Suratte altoos ene grote koopftad; 't is de ftapel van de ontelbare manufakturen van Guzuratte, van ene menigte lywaten, zyde ftoffen, lakens, tulbans, die men hier van Chales, dat is een zeer dun en fyn laken maakt, en waar van enige van 1000 tot 1500 roupien kosten. Behalven het katoen', G dst  -o3 T A F R E E L dat hier verbruikt wordt , zendt Suratte nog 's jaar van 7000 tot 8000 balen daar van naar Bengale. Alhoewel "t zelve vele Waren daar voor in ruilmg uit Afie en Europa ontvangt; trekt het nog jaarlyks ten rninlte 25 . of ..6, 00,000 Livres in Zilver. Caron was 't hoofd der Franfche bezittinge in Suratte, opgericht in 1664. Te voren hadt hy de Hoilandfclie Kompagnie gediend, van welke hy, door de Hechte bchande'ing van den Keizer van Japan om harent wil ondergaan, afkerig was geworden. Suratte, daar hy in den handel, met rvker en nyverer natie te dingen hadt, mishaagde hem. Hy flaagde niet in zyne onderneming, om zich in de baai van Trinquemale, op 't Eiland Ceylon, ene vrye en onifhanglyke haven te openen. De Hollanders waren 'er meefter van. Men bouwde 'er een Fort, en geen levensmiddelen vindende, om deszelfs Garnizoen te voorzien, deedt de wanhoop hem op St. Thomas vallen, alwaar 'er een gro?e voorraad van was. De vestingwerken die de Portugezen aldaar hadden opge-icht , weerhielden de Franfchen niet, die de plaats in het jaar 1672 flormendchand veroverden. Dezelve werdt daarna door de Koning des lands be'egerd, in welke onderneming de Hollanders , die nu met de Franfchen in oorlog waren , hem deden flagen. Toen verzame'de martin het overfchoc van Ceylon en S1". Thomas, om daarmede het kleine vlek Pond'chery te bevolken, 't geen Weldra ené Stad werdt , wanneer de Kompagnie vooruitzichten kreeg op ene nieuwe bezitting. Enige  DER BEIDE INDIEN. 99 Enige misflonarisfen hadden , ónder 't prediken van 't Euangelie, hunne zeden en gedrag in Siam doen beminnen. Een heersenzuchtige Griek , die op ene reize herwaarts zich by den Vorst > die ziekelyk en zwak was hadt weten bemind te maken, en dien hy jh 't ryksbeftier zogt optevolgen, meende j dat de Franfchen hem hierin van dienst zouden kunnen zyn. Hy zondt des een afgezant naar Vrankrykj met aanbod van ene verbintenis met zyn Meester, en een vryen handel in Siam. Lodewyk de XIV, wiens eerzucht daar door geftreeld werdt, deedt een Eskader vertrekken ^ waarop meer Jefuiten dan Kooplieden waren, en wier hoofdbezigheid minder de handel dan de Godsdienst was. Nogthans hadt de Kompagnie j met reden, de grootfte verwagting opgevat van de bezittingen te Siam. Dit Koningryk legt, gelyk de Indostan 3 ondet de verzengde Lüchtftreek. Beide landen hebben ketens van bergen, die als takken zich verenigende, in de klippen van Thibet en Tartaryé uitlopen. Aan de zyde dier bergen zyn twee faifoenen; als 't aan de ene zyde zomer is beerscht de winter of de regentyd aaü de andere. De aarde geeft hier , door hare overgrote vruchtbaarheid, tvvehonderd voud. , De vruchten zyn hier in den grootsten Overvloed» De natuur, onvermoeid in 't uitdelen van hare gaven , bedekt den grond hier,en.daar met ryke mynen; maar de affchuwelykfte verdrukking maakt alle die voordelen vruchteloos. Dé Siammers zyn alle Haven. Zy zyn in drie Xoorten verdeeld : de ene foort werkt in t Paleis nes Keizers, de andere arbeidt aan openbare ge~ q2 bouwen  too TAFREEL bouwen en de verdediging vin 't Ryk; de derde maakt de Dienaren der Overigheid uit. De jaarwedden worden niet in geld maarm flaven betaald. De menfchen moeten zes maanden voor de rege-ing werken , zonder gevoed of betaald te worden ; dus hebben zy n'iet meer dan zes maanden , om voor zich zeiven te arbeiden. Niemand heeft hier enigen eigendom, zelfs niet de vruchten van zyn thuin, d e hem ontnomen kunnen worden. De Siammers zyn niet alleen flaven van den Vorst, maar zelfs van zyne Olifanten , waar van de minst aanziehelyke vyftien bedienden heeft, akoos bezig om gras, bananen en fuikerriet voor hem te fnyden. Zyne wachters, onder voorwendzel van hem te dienen, jagen hem in de thui :en, -daar by alles verwoest; van dit recht bedienen zy zich , om zich de vrykoping daar van ten nutte te maken. De Siammers haten derhalven hun Vaderland, hoewel zy weten, dit 't het beste land van de waereld is ; de meefte vluchten in de bosfchen, alwaar zy een woest leven boven ene bedorvene Maatfchappy verkiezen. Eertyds bloeide dit land zo fterk, dat, volgens 't getuigenis van fommigen, in 't midden van de zestiende eeuw, wel duizend fchepen op zyne ree kwamen. De tyrannie verwoeste kort d »arna alles, 't geen dus kwynde en in verwarring was. De Siammers hadden een byzonderen eerbied voor alles , wat van Japan kwam. 't Was moeijelyk voor de Franfchen dit vooroordeel uitteroei]en , 't geen echter nodig was, om der Franfche nyverheid enig leven te  BEIDE INDIEN. IOI te geven. Zo iets in ftaat w s d-'e verande. ring te bewerkftelligen, vleiden zy zich, ^vas 't dc Christeïyke Godsdienst; maar de Jduiten maakten aezen en zich zei ven hatelyk by de geestelvken des lands. Het Fort Bankok, 't geen men den Franfchen gegeven hadt, kon ten ftapel ftrekken van alle hunne Waren. De haven van Me gui kon de vaart op de kust van Koromandel en Be igale gemaklyk, en ene gemeenfchap met verfcheiden ryke gewesten maken , waarin, onder anderen, die gom gevonden wordt, waar mede de Chinezen en Japanezen hun kostelyk vernis maken. Hy die hier van meefter is, zal altoos een voorddigen handel op China en Japan kunnen dryven. Behalven alle deze voordelen , konde de Kompagnie uit Siam voor Europa trekken yvoor, rood verw- hout Casfia, en ene grote menigte buffel- en reehuiden. Misfchien hadt men' 'er de peper en de fpeceryen kunnen aankweken ; maar de Franfche Jefuiten waren alleen bedacht, om bekeerlingen te maaken op 't ogenblik dat de Griekze Minister , die ze derw iarts gelokt had, hen nodig had, ter uitvoering van zyn ontwerp , lieten zy hem zitten ; zy werden in zynen val medegelleept, en verloren ten zJfeen tyde Mergui en Bankok. Middelerwyl dat de Kompagnie nog in Siam bellondt, zogt zy ook in Tonquin te d.ingen. Hier dagtzy in gerustheid den handel te kunnen dryeen, onder een vo*k welk de Ch nezen voor zeven Eeuwen onderwezen hadden, 't zelve hadt den natuurlyken Godsdienst , vorens dc leer van Confucius. 't btaatsligchaam is niet zo G 3 goed  los T A F R E E L goed aan een verbonden als in China ; de zeden der inwoners zyn niet zo zuiver als die der Chinezen , wier zedelyke deugden , wier eerbied voor de ouders zyniet hebben. Zy hebben geen vertrouwen op hun Opperheer, noch op den Vreemdeling. Alles kwynt daar, in 't midden der twisten. De Portugezen en Hollanders waren gedwongen geweest, van hun ontwerp 3 om zich in Tonquin te vestigen, aftezien. ' De Franfchen waren niet gelukkiger. Enige partikuüeren van Madras delen nu met de Chinezen deszelfs kleinen. handel. Cochinchina was al te na aan Siam, om niet de opmerkzaamheid der Franfchen na zich te trekken. Denkelyk zouden zy zich daar neergezet hebben , zo zy hadden kunnen voorzien , wat die Staat eens worden zou. Enige uit hun land verjaagde Tonquinezen , gewoon aan den Oorlog, varen den vloed , die i'onquin van Cochinchina affcheidt, over , vallen in dit land , en overheerfchen een hoop verftrooide menfchen , die, om gelukkig te zyn, niet nodig hadden in Maatfchappy te leven. Zy vestigen daar een Ryk, gegrond op Eigendom en Landbouw. De Ryst , 't ligtfte en over vlo ediglte voedzel, hieidt de zorg der Volkplanteren 'c eerst bezig. De vlakten werden 'er mede bezaaidt, en gaven een ryken Oogst. Andere voorwerpen hielden hen, in reden hunner aangelegenhe'd op. Men bouwde honderd galenen, welke altoos de kusten verdedigen. Alle deze voordelen waren waardig een Volk, dat zagte en menfchelyke zeden hadt. Deze menfchen ItVw'n in een byzonder geluk; zy ken-  DER BEIDE INDIEN. 10 J kennen noch bedelaars, noch dieven. Dit alles fpruic uit de wyze maatregelen, welke zy, de tyranny ontvluchtende, namen, om de magt van hunnen nieuwen Vorst aan palen tebinden : maatregelen, welke zedert altoos heilig zyn waargenomen. De plechtige verbintenis , welke zy by hunne grondlegginge aangin. gen , werdt alle jaren met grote plechtigheid hernieuwd. Zedert heefthet goud , 'twelkhyuit de mynen deken deedt, den Landbouw doen kwynen , en de oorfpronkclyke zuiverheid der zeden bedorven ; 't een en 't ander heeft den invoer van tollen na zich gefleept. De Hovelingen hebben aan dit werk de laatfte hand geflagen , met den Vorst te bederven door hunne vlyery. Dezelve is nu niet minder flechr, dan de andere Afiatifche Vorsten , welke ene eigendunkelyke magt hebben. De Chinezen dryven hier den voornaamften handel, die ineen groot getal artykelen beftaat, en waar tegen zy ontvangen Hout, Suiker, Thee, Goud, Arendshout, Peper en Kaned, die nog beter is , dan die van Ceyion ,- maar de hoeveelheid is 'er gering van. Men bewaakt de bomen geduurig met ene wagt. Dc Franfchen , die alhier niets anders dan lakens, lood, buskruid en zwavel konden invoeren , en hunne meefte waren met gereed geld betalen moeiten, vonden zich genoodzaakt met de Chinezen in Maatfchappy te treden. Maar de voordeden , Welke men by de uitwisfelinge der Waren gevonden zou hebben , zouden rykelyk tegen deze ongelegenheid hebben opgewogen ; inden maar de grilligheid van eei eigendunkelyken G 4 Staat  104 T A F R E E L Staat niet belet hadt, dat men befirendige han dekontwerpen, en die gene , wélke veel tyds Zcdde.' ^ ™ "* te brenSen> ln dezen ftaat van zaken be^on de Kompagnie zich te beklagen haar Kantoor in Suratte verloren te hebben , 't geen zy verlaten hadt , zonder hare fchulden te betalen. De Mogolfche Regering nodigde haar meer dan eens , om mededingers van de Kn^ellchen , die men vreesde en haatte, in den handel te worden doch zy heeft dit nooit gedaan. Haar enigfte zorg was nu zich te Poadichery te verfterken. De Hollanders, na alvorens den landaart te hebben willen omkopen, om de Pranichen aan te vallen, vermeesterde zien daar van, in den Oorlog, die met den ^?,iT1?3Ty?-eindifide' en wdke he» verplichtte de Stad in een beter ftaat overte- geven , dan zy die genomen hadden. Martin werdt op nieuws ais beftierder van Pondichery aangefteld. Zyn wys overleg deedt de zaken der Franfchen ,n indie een goeden dienst. Dit was ailes wat hy voor de Kompagnie doen kon , die in Vrankryk onder de financiers grote vyanden hadt, welken wisten te bewerken, dat men hare waren Peduurie mee nieuwe lasten bezwaarde, onder voorwend zei van de nationale manufaktuurert voor te laan. Men belette den verkoop der Indiaanfche ftoften, om die der Franfchen aantemoedi. gen. De invoer van de ruwe zyde uit Bengalen werdt verboden. Alen verhoogde de inkomende rechten van de katoene ■ lywaten. Ah je deze Uagen waren voorafgegaan door ontel, bare  der biidï INDIEN. 105 bare fouten , die zy zelve begaan hadt. De rampfpoeden van den Oorlog over de Spaanfche throonsopvolginge verhaastten haren val. Dit belette haar niet dc vernieuwing van haar Oktrooi, dat in 1714 ftondt te eindigen, te verzoeken. Men ftondt 't haar toe voor tien jaren. 't Is een algemeen aangenomen gevoelen, dac Vrankryks voorfpoed met den dood van colbert verdween. Zyne financiën wierden Hecht beftierd,- vele middelen,'t een verderflyker dan 't andere, werden by de hand genomen , om ze te herftellen. 't Wantrouwen werdt allengs algemeen; de bankroeten vermeerderden ; 't geld verdween ; de landen bleven onbebouwd ; de werklui gingen na buiten 's lands,- 't volk hadt noch voedzel, noch kleding; de adel diende in den Oorlog zonder betaling, en belastte zyne goederen- De wanorde was zo groot, dat by den dood van L dewyk den XIV. de fchulden van 't ryk 2,062, 138,001 Livres, die aan jaarlykze intrest byna 9 -,000,000 Livres kostten. Ten eincie den Staat uit deze verlegenheid te helpen, deedt zien law, een Schot, op; die , door zyne ontwerpen , de verwarring nog vermeerderde. De grondflag zyner hoop was ene Bank , waar uit men ene verbazende fom papieren-geld zou doen omlopen. In 't midden dezer razernye raakte 't goud en ziiver in verachting ; ieder een wilde papieren-geld hebben. By 't eindigen dier koortze behield de Kompagnie hare voorrechten , waar van zy zich niet als een ligchaam kooplui, maar als een G 5 hoop  jo6 TA F R E E L hoop financiers bediende. Zy dreef derhalven in Indie alleen een geringen en onzekere!) handel. Onder 't bewind van den Kardinaal de fleury wist men dien Staatsdienaar te bewegen, de Kompagnie by te ftaan, wiens zaken met een nieuwen moed hervat wierden. Dumas werdt na Pondichery afgezonden. Hy verkreeg welhaast de vryheid om [te munten , 't geen de Kompagnie 200,000 roupien 's jaars ppbragt. Hy aeedt zich Karikal aflïaan , 't geen hem een groot deel in den handel van Tanjaour gaf. Enigen tyd daar na, wilden 100,000 Maratten, met oogmerk om een inval in Decan te doen , eerst enige Nababs overheren. De familie van den overwonnenen en gcdoden Nabab te Arcate en andere kwamen ene wykplaats te Pondchery zoeken. Men ontving hem met alle de achting die men voor bondgenoten hebben moet. Ragogi bousola, 't hoofd der Maratten , deedt ze opeifchen, benevens ene fchatting van 5c 0,000 roupien. De afgezant welke dit voorftel doet bekoomt een weigerend antwoord , op een toon, welke de Indianen dus lang van de Franfchen niet gewoon waren. Dit deedt Ragogi befluiten den Vrede aan Pondichery toe te ftaan. Midde'erwyl zondt de Regeering la bourdon ais na 1'isle de France , geïegen ten Oosten van Madagaskar. Djgt by 't zelve leggen nog drie andere Eilan ieq ; de Portugezen , die ze 't eerst ontdekten, noemden ze Mascarenhas , Cerné en Kodrigue. Zy vonden 'er noch menfchen, noch viervoetige dieren, en zetten 'er zich niet neder. DeTian- fchcn  DES. BEIDE INDIEN. I07 fchenvan Madagaskar vluchtten in 1665 na Mas. carenhas. 't Zelve is zestig mylen lang en vyfenveertig breed; men vondt 'er heuvelachtig land, en enige fteile bergen. Zy bragten 'er in 't eerst Vee, daar na\bouwden zy 'er Koorn. De gezondheid en overvloed van 't land deden 'er menig een zich heen begeven. Men hadt 'er reeds in 1718 enige koffy-bomen geplant; in 1763, toen men zyn naam met dien van Bourbon reeds lang verandert hadc, was zy. ne bevolking 4627. blanken en 15149 zwarten ; 'er was een "overvloed van vee en ande. re voortbrengzelen. Derhalven was deze bezitting van aangelegenheid voor de Kompagnie. Dit zou zy nog meer zyn, zo zy ene haven hadt. Hierom floeg mea 't oog op Cerné. Hier hadden de Portugezen , volgens hunne gewoonte , vee en wild neergezet; de Hollanders vermeesterden't, en lieten't naderhand varen. De Franfchen namen 'er in 1720 bezit van, en gaven het .'den naam van Isle de France. De eerfte volkplantelingen werden landen tyd vergeten; in 't jaar 1735 kreeg la bourdonais orde, het tot voordeel te doen gedyën. Hy verbeterde de haven , en maakte, door zyne wyze en wakkere fchikkingen, dat dit Eiland, 't welk vyf en veertig mylen lang, en dertig mylen breed is, binnen kort ene bekwame ververfchingplaats voor de jFranfche fchepen werdt , die naar Indie voeren. Hy richtte vestingwerken op, en bouwde fchepen. Niettemin werdt hy verdacht gehouden , en herroepen, om zyn gedrag te rechtvaerdigen.  los T A F R E E L Op dien tyd was DUPLEixhet hoofd der Franfche bezitting te Chanriernagor. Vóór zyn beilier haaf. dezelve, fchoon in de gelegenheid gefield om zich te vemken. gekwynd. De Kompagnie had zich bnten ftaat bevonden enig geld derwaarts over te maken. De nieuwe bewindhebber bragt grote fchatten met zich en veel werkzaamheid. De Franfchen vonden ligt krediet in een land, dat van geld overftroomt. Hun handel werdt uitgebreid en bloeijend, in de bes:e gewesten van Indie. In dezen post had hy twaalf jaren gedient, toen hy tot opperbefherder in Pondichery geroapèn werdt. De zaken ware-i in dat tydftip ten top van welvaart. La bourdonais, die een Oorlog met Engeland voorzag, ftdde een ontwerp voor, welk den Franfchen 't gebied der Afiatifche Zee geven moest.* 'Jen dien einde verzogt hy om een Eskader , 't geen aan Isle de Francezo lang wachten zou , tot de vyandelykheden een aanvang genomen hadden. Daarna moest het in de ftraat Sunda gaan kru.fen , om de Engelfche fchepen te onderfcheppen, die der Franfchen te beveiligen , en , was 't mogelyk, zich van 't klein Engelsch Eskader meester te maken. De Bewindhebbers der Kompagnie bragten 't daar heen dat het Eskader terug geroepen werdt ; doch 't nemen van byna alle de fchepen , welke in Indie voeren, tooide hunne dwaasheid. La bourdonais, zonder zich door hunne kinderachtigheid den moed te laten benemen, fchoon hy byna van niets voorzien was , bragt een klein Eskader van vyf fchepen in Zee , waar mede hy de Etgelfchen floeg en Madras mm.  OER BEIDE INDIEN. 109 nam. De Kompagnie werdt toen geregeerd door twee luiden. die elkander haatten. Hy die toegedaan was aan de bewindhebbers welke 't terug roepen van 't Eskader hadden aangeraden , te onvreden, dat labourdonais fn zyne onvermoeide werkzaamheid hulpmiddelen gevonden had , waarmede hy de Engelfchen braveerde, wekte, waarfchynelyker wyze, de jalouzie in 't hart van dupleix op, die la bourdonais in alles dwarsboomde. Zo vele hinderpalen deden dezen laatsten den moed verliezen , en na Europa terug keren, alwaar een akelige kerker de beloning van veele glorieryke daden, en 'tgraf der Franfche hoop in Indie was. De Engelfchen hier door de handen vry er gek-egen hebbende, vallen de Franfchen aan en belegeren Pondichery, van voor welke plaats zy, door den dapperen tegenftand van dupleix , genoodzaakt waren terug te trekken De Vrede deedt de vyandelykheden ophou» den, maar niet. de hoogachting , welke de Franfchen zich by de Indianen hadden verworven , en waarmede dupleix zyn voordeel zogt te doen in Indostan, een fchoon en ryk gewest, 'taeende veroveraars der oudfte tyden reeds gelokt hadt. Zedert den inval van alexakder den g 1 oten leefden de In* dostaners in rust, tot aan 't begin der dertiende eeuwe , wanneer gengiskan, aan t hoofd ener bende zegepralende Tartaren, die 't grootfte de t van' Aüe veroverd nadden , zyne zeg^pralendj wapenen op den westeroever van d n Irdus bragt, alwaar hun verbiyf koit van duur was. Kort daarna zag men  iió T A F R E E £ men de Pataners aldaar regeren. Derzelver grootheid werdt in 1398 door tamerlan aangevallen, die op 't einde zyner bloedige overwinningen zich meefter zag van die grote ftreek lands j die zich van Smirna tot aan den Ganges uitflxekt. Zynè kinderen genoten niet lang deze ryke halatenfchap, die hun in wrede Oorlogen betwist werdt. Een zyner afftammelingen babar, in Cabulistan gevlucht, wendt, in zyne verlegenheid 't oog op: Indostan, 't geen voor hem bukte en daar hy ene willekeurige macht oeffende , echter door enige formaliteiten belemmerd,- want deze verplichtten hem de vergaderingen in 't openbaar te houden , en voorkwamen dus vele geweldenaryen1 De Regering was geheel krygskundig,- de Vorst had vier duizend man , die men zyne eerfte flaven noemde, en waaruit men de Omrahs, dat zyn de Raadsheren des Keizers trok. Zy hadden grote voorrechten, en bezaten Staten, doch die zyniet vervreemden konden, en waarvan de Keizer erfgenaam was , zowel als van de eerfte en lagere amptenaren. Deze Omrahs hadden veel aanzien ^ om dat daar uit de Nababs verkoren werden , welke laatfte zo veel als gouverneurs ener provincie waren , waarin menigmaal verfchéiden Indiaanfchc vorstendommen befloten waren. Ieder Nabab hadt opzienders , wier aanftelling en perfoon niet van hem afhing. De Keizer behieldt voor zich 't recht van leven en dood. De burger* lyke zaken behoorden tot den Cadi. De Divan hadt 't opzicht over de inkomsten, uitgaven»  DER BEIDE INDIEN. III ven , en nalatenfchap van den Keizer. Echter hadt men enige Indiaanfche Princen in 't bezit hunner Vorstendommen gelaten , waarin zy naar hunne eigen wetten regeerden. Deze weiden door de natuurlyke inwoners van 't land bewoond, en maken 't talrykfte volk uit, 't geen onmiddelyk aan den Mogol onderworpen is. 't Getal der Mahomethanen bedraagt 10,000,000 en dat der Indianen 100,000,000. Jaarlyks doortrok de Keizer zyne provinciën, om te onderzoeken de beltiering der Nababs ; hy deedt recht aan de onderdrukten , ftrafte de onderdrukkers , en ontving de fchattingen van 't Ryk. In de e reizen was de Keizer gezeten op een gouden throcn, ryk met edele, gefteenten voorzien , en gedragen door een prachtig toegetuigden Olifant, 't Een en ander boezemde zyne onierdanen verwondering en vreze in, die de Adogols hun ryk deden behouden en uitbreiden , zodanig, dat zy geheel Indostan, behalven e-.-n kleine iïrook lands op de kust van Malabar veroverden. De dood van aurengzeb wasde eindpaal der Mogohche g' ootheid. De wanorde begon door de menigte der Dingers na den throon, waarvan de bef hikking van de keuze des Keizers af; in.. De verdee dhe>d van belangens , maakte dat men gedo lde, dat de Nababs min athanglyk en vermogender wierden. De Mogols hadden niec meer van hunne oorfpronkelyke ftrengheid; ais 't 'er op aankwam om iets van belang te verrichten , hadt ieder vreemdeling den voorrang boven de Indianen.Dit lokte veie Peruanen, Turken en Tartaren derf  nj T A F R E E L derwaards, die weldra in 't Iieflyk Indostan verwyfd werden. In dezen ftaat van zaken bragt thomas koulikan in den jare 1738 , zyne overwirnende wapenen tot in de hoofdftad des Keizers muhammet te Delhy , daar deze door zyn overwinnaar met de verdiende minachting behandeld werdt. Na onvergelyke'yke fchattitigen geligt, en die provinciën , welke voor Perfie best gelegen waren, ingenomen te hebben , liet hy muhammet op den throon , wyl deszelfs lafhartigheid hem b'lette zich te wreken. Deze werdt 't voorwerp der algemene minachting zelfs van zyne Omrahs ; 't gezag, 't geen de Nababs tot dus ve re in toom gehouden hadt, beteugelde niet meer hunne heb- noch heerschzucht. De Nababs verklaarden hun ampt erflyk en vervreemdbaar. By ene openvalling van dien post, verzamelde hy die geld hadt, een Ie ■ ger , en deedt, zo hy konde , zich gelden. Zy maakten de bevelen des Keizers na. Alle bevelen van 't Hof van Delhy, 't geen men verachtte en befpotte, veroorzaakten een oproer. De Regering gedroeg zich naar mxer en meer verderflyke beginzelen , waarop zy bouwden, om te vergeven en te vermoorden, al wat hun verdacht was. 't Krygsvolk vermeerderde deze wanorders , in plaats van te dempen ; fchoon aangenomen op orde en betaald ten koste der Mogols , deden de i\ababs daar mede al wat zy wilden. De krygslui werden meeften tyd zo flecht onderhouden, dat de eerfte die hen geld boodt, veizekerdkon zyn, dat ze in zyn dienst zouden overgaan. De  DÈK BÉIDE INDIEN» m De Regeringloosheid en verwoesting drukten langen tyd den Indostan , wiens overgrote fchatten het bewaarden voor ene ganichelyKe omkeringe. De onveiligheid en *t wantrouwen deden een gedeelte daar van onder de aarde begraven. De barbaarschheid der Mogols gebruikte beulen, die deh bezitteren de wreedfte fob teringen aan deden, om dezelve te ontdek* ken. Duizenden van menfchen kwamen, in deze vruchtbare oorden, om van honger en ellende. De boer verliet de ploeg , de wever 't getouw; hunne vlucht deedt alles kwynen. Alle deze onheilen breiden zich tot de kusten van Koromandeï uit , zedert de Souba van Decan , nizam - elmolotjk, door zyn dood het daar niet meer voor behoedde» Men zag met vreze te gemoet , aat de Lutopeaanfche handel aldaar ftondt te vallen i ten zy de ene of andere magt een zeker aantal werklui, in een haar onderworpen ge* bied verzamelde. . , Dit was het ontwerp van d u p l e i x. De dapperheid der Mogol fche natie hadt de Europeanen* die onder haar handelden , vele vernederingen doen ondergaan , benevens vele knevelaryen, die't byna niet mogelyk maakten, hier handel te dryven. Eenieder wenschte hierin ene verandering te zien.' Dupleix beproefde dit't eerst, met behulp der talryke troepen, die te Pondichery waren, en de Staatkundige kennis, welke hy van 't land van den Mogol verkregen hadt. Deze verzekerde hem van een groten invloed op dal Ryk. Hy durfde over het Soubadom van Decan, en 't Nababfchap van Carnate befchikken , ten voordele van twe luiden, die hy in onderlinge  U4 T A F R E E L. afhanglykheid, en in die van zich zelven hield ; bovenal hadt hy zorg gedragen in 't JNababichap van Carnate, op wiens grondgebied de voor de Franfchen zo gewichtige S 'ad Pondichery ligt, iemand te plaatz n 0^1 wien hy zich verlaten kon. In vergeding dezer dienften deed hy zich ene grote ftreek lands af Haan , onder anderen 't Eiland Scheringham , waarop een overgrote en zeer oude tempel gefticht is , in v-elken dr. beeltenis van den God witshnou bewaard werdt, ■en werwaarts pelgrims uit alle oorden van Indostan vergiffenis hunner zonden kwamen vragen, onder't geven van'offerhanden , uit welke de Brarcas , d:e met hun gezin een getal van veertig duizend menichen uitmaakten zich voedden. Dit Eiland gaf den Fran'chen veel invloed op 't nabuurig land , en ene volftrekte heer. fchappy over Tanjaour. 't Land 't geen zy rondom Karcial en Pondichery verkregen, was niets in vergelyking van de uitgeftrekte ftreek , die zy aan de Noordkust verkregen. Zy bevatte Condavir , Mazilipatam , Divy , de vier Karkars of Provinciën Elour, Montafanagar, kagimendrie en Chikakol; [deze vergunningen maakten hen vo.ftrekte meefters van de kust van Koromandc l en Orixa, in ene uitgeftrektheid van zes honderd mylen , van Medapilly tot aan de befaamde Pagode van Jagernat. Hunne begeeriykheid yerflondt reeds by voorraad , de fchatten , welke zints zo vele eeuwen in die uitgeftrekte oorden opeen geftapeld, doch welke niet dan met de wapens in de hand te krygen waren. De * Hol-  DER BEIDE I N D 1 E N. ïf$ Hollanders en Engelfchen , welke op die krasten Kantoren hadden , konden niet zien , dat; hunne mededingers hunne meefters werden. Dit was ene bedenking, Welke in 't oog liep, "doch waarop men geen acht paf. De Afiatifche volkeren bewezen 't hoofd der Franfche natie vee! eer , waar mede hy zeer gediënt was. Men gaf hem den tytel van Nabab. ■Dit gaf hem een groten invloed op een groot Ryk, en maakte hem Souverein in zyn gebied. De Kompagnie veriprak zich byzondere voordelen van de Regering over alle de landen^ die ten noorden van de Krishm leggen, en zo groot zyn , als geheel Vrankryk. Deze fchikkingen konden niet nalaten 't hof van Delhy te mishagen; doch men vreesde 't niet, wyl men aan 't voorbeeld zyner menigvuldige vyanden zag , hoe zwak 't zelve was. Geen een van dezelve was voor den Mogol geduchter , dan de Maratten, dié uit hunne bergen, waarin zy, na^dat zy uit Indostan gedreven waren , een kleinen Staaft gevestigd hadden , geftegen op een klein paard, fterk op de been en aan de 'vermoeijing gewoon , een kleine tulband op 't hoofd, een mantel, die hun tot een rok en deken verftrckte- op fchouder, een besten Zabel op zyde, en een gordel om 't lyf, met een weinig ryst en een Iedere waterfles, een vliegende marsch deden, in de provinciën des Mogols in vielen, en daar alles verwoestten. Met deze maakte hy vrede , op voorwaarde dat dc Maratten een vierde der inkomften van Decan hebben zouden; 't welk hun daarna weder geweigerd wordende , hen op nieuw H 2 niet  u6 r T A F R E E L niet in 't hafftas nnar op 't paa>d joeg. Tri hunne verwoestingen deden zy 't ryk cji het hof van Delhy heven; zy zetleder. Yon-tcr af, breidden hunre gnnzcr u;t; en enijji v-m hrn vestigden verre van hun Vaderland ol.f:.a;.gelyke Stoten. De Franfchen hadden chanda^fb gefield in 't l\ababkhap v. n Areate, ,\ en hadt hem een mededinger, m a h a m e 3 -.\ i. i k a jj genaamd, verwekt; Hun naam itrck'e der f ngelfchen en Franfchen tot een voorwmdze!, om een oorlog te voeren , ond r 't gi eide van dupleix en saunders, waarin de overwinning van de ene natie tot de andere beurtelings overging. Het was te voorzien , dat deze onenigheden nitt geëindigd zouden worden , ten zy de vrede uit Europa kwam De beide Maatfchappyen maakten ene overeenkomst , volgens wt.ke t-ne voikomene ge.'ykheid van grondgebied, fterkte en handel op de kusten var Koromandel en Orixa ftand grypen zou. Doch de ooi lug tutfehen de twe JXatien barstte reeds uit , voor dat dit door de beide Hoven bekr, gtigd was. Op dat tydftip waren de zaken der Engelfchen in Indie in een neteh'gen toefland. De Europeanen hadden 't gebruik ingev0e;d van den bengalers, welke om wanbedryf uit hun land moesten vluchten , ene wykpladts in hunne forten te verkopen. Een der vcornaamfte Amptenaren van Bengale nam, om zyn wanbedryf, den toevlucht tot de I ngelfchen te Kalicuta , alwaar hy wel cn fangen werd. De Souba hier door gehoond, zet  DER ÜEIDE INDIEN. H7 Zer zich aan 't hoofd van 't leger, valt op de Stad aan, en vermeestert ze. 't Garnizoen werdt in een zeer klein hol gefloten, waarin 't grootfte gedeelte flikte. De Admiraal wat zon, onlangs in Indie met een Eskader aa-gekomen, en de Overffe clive, welke m den oorlog van Carnate had uiigemunt, wreekten zich hier over , hernamen Kalikuta, en verfcheiden andere aanzienelyke plaatzen, en behaalden ene volle overwinning over den SOlJndien de Franfchen begrepen hadden, dat deze zegen oraal hun verderf zeker ni zich gefieept zoude hebben , zonden zy den .Souba heimelyk of in 't opei b iar hebben bygeftaan. Hun eng oogmerk was zich van ene onzydigheid in Indie te verzekeren; de Engelfchen wiegden hen met deze hoop in flaap, tot dat zy met meer t* hoefden te vrezen , dat zy hunnen vyand huipe zouden verlchaf. f n Toen vielen zy hen in 't middelpunt hunner magt aan. 't Verlies van Chandernagor fleepte da: van aile F-antche kantoren na zich. Deze verbazende omwenteling ftelde de Engelsen in ftaat, om volk, geld, levensmiddelen en fchepen na de kust van Ko' romandel te zenden, alwaar de Fianfc-.en geland waren met ene aanzienelyke land - en zeemacht: ene magt, welke in ftaat was de bezittingen hunner iNatie te dekken , en die der Engelfchen te vernielen. Vóór de vyandelykheden waren die der eerften aanzienelyk, maar te veel verfpreid. Dupieï-x hadt zich in 't duurzaam bewind van Arcace weten te ftellen, alwaar de wysH 3 heid  ii& T A F R E E L. heid en gematigdheid van drie achtereenvolgende Nababs, die deze waardigheid nu als erflyk in hun gedacht begonnen aantemerken, dit Jand zo zeer in bloei hadden doen toenemen, dat't nu reeds vyf millioenen roupien opbragt. Zo de Franfchen hieraan alleen zich gehouden hadden, zou deze magt hun een behendig en onwrikbaar beflaan , levensmiddelen , waren en geld gegeven hebben, Een zamenloop van kwaad bellier, en 't voortreflykgedrag der Engelfchen maakten , dat, na de overgaaf van pondichery in 1761, dc Franfchen niets meer in Indie hadden. Deze tegenfpoed was lang vooruit gezien door luiden, welke acht gaven op't bederf der nationale zeden van Vrankryk, welk in Indie „ door de overgrote fchatten en de warmte en wellustigheid van't klimaat, zeker vermeerderd moest worden. leder zogt, om ftrydl, zyn eigen voordeel. De Bevelhebbers, welke voor 't onderhoud van ren zeker getal Cipayers betaald werdén , rtaken 't geld in den zak; de Bedienden, wolke de Waren van de Kompagnie verkogten , gaven haar niet eens de helft des vco; deels , en verkogten haar zeer duur d-'e Waren, weikc zy uit de eerfte hand moest gehad hebben. Voor alle deze wanorders had* den de bewindhebbers zich in dc noodzaike*, lykheid gefteld de ogen te fluiten, want zy beoogden in deze posten niets dan 't aanzien en de rykdommen, welke zy verfchaften. 't Gewicht der onheilen, welke de Kompagnie in Indie drukten , werdt vermeerderd door den toeftand harer zaken in Europa. JNadat de vrede Europa in rustherfteld hadt, brag-  DER BEIDE INDIEN. HO krasten de bewindhebbers den kostelyken tyd door twisten, of men de Kompagnie zou. de laten befhan dan niet. Km ,or.g vernuf. tk koopman is de oorzaak vr.n haar behoud Fne der voornaamfte rédenen van den val der Kompagnie was dc afhanglykheid , waarin zy l07de Regering gehouden werdt , die hare Be°windhebbe?s aanbelde, en die: een 1— faris plaatlte , welke onmiddelyk t oog over he be ber hadt; zedert liep alles in oe war. De Ko"ing zette' daarna nog een tweden Kommisfaris aan; van toen waren 'er m J Kom. pagnie altoos twe kallen, vele verd.ekheden en tweefpalt , waarvan 't brandpunt in Parys was er. 't vuur tot in Indie overfloeg. Een S^misfarfe, .'^WW»^^ emde aan al dit twisten te maken, deedt mets dan het vermeerderen. In 1764 klaagden de Actionisten, by de Regering, dat zy de oorzaak was van haren rampfpoed , die niet eindigen zou, ten zy men haar vry van t hof maakte. Dit deedt men. Geduurende de vyf jaren dat dit nieuwe beduur Mand hield, beliepen hare . iaarlykfche verkopingen 18,000,000 , Livies; ene fom welke verre boven den opbrengst der verkopingen in de gelukkigfce tyden wa^. fSog. thans was in dezen tyd het voordeel dertig ten honderd minder als tevoren, door dat de Bedienden oer Kompagnie zich in Indie van geld en goederen moesten voorzien op de onderdrukkend^ voorwaarden. De Regering oordeelde het nu aienftig het uitfluitend voorregt in te trekken. , p % ene fchikking van den jare 17Ó4 bleet de Maatfchappy fchuld^, aan altoosduurende  Ï20 T A F R E E L en Lyfrenten 8,766,065 Livres. Laat ons zien door welke middelen zy daar aan kon voldoen. Voor de 9,000,000 Livres welke zyaan law hadt opgefchoten, Made men haar den tabakspacht gegeven, dewelke haar 3,000,000 opbragt. Dit v/as 't enige , 't geen haar overfchoot na haren val. in 1726 begon zy weder werkzaam te worden. De fnelheid harer vorderingen maaktep een ieder verbaasd. Zy fcheen zich boven alle andere Maatfchappyen te zullen ver. helFen. De Aktionisten vroegen, om ene verhoging van uitdelinge , welke zy meenden , dat m 's konings fchatkist geiïort werdr. De ooiv'og van 1744 maakte een einde van dien droom. De Regering liet de Maatfchappy aan haar zelve over- toen zag men dat dien Kolos dreigde omtevallen , fchoon zy , in al dien tyd, zeer weinig verlies geleden hadt. De rfczerny , om haar een lujsterryk aanzien te geven, hadt haar op den oever van haar ververderf gfebragt. Hierin zoude zy zeker ge, {lort gewb den zyn, in weerwil van hare toe. vlucht toe ene zeer zware geldlening , indien de Regering niet erkend hadt haar 180,000,000 Livres fchuldig re zyn, gevende aan jaarlykfche renten 9,000,000, waar tegen de Maatfchappy den tabakspacht afftond, die nu jaailyks acht milkoenen opbragt. Door dit hulpmiddel hield zy jaarlyks 24^,935 Livres aan zuivere inlcomfteri over. Hare bezittingen evenaarden hare verzekerde fchulden. Des beftond haar rykdom in ongeveer 20,000,000 Livres aan roerende goederen en in de hoop op de eindelyke vernietging  rj er. beide INDI EN. ging van 3,000,000 Livres Lyfrenten; toer*, boven trekt zy zedert den jare 1736 's jaarlvks .0,000 Livres voor den vryen invoer der Koffy van de Amerikaaniche Eilanden ; m den iare 1767 werdt een inkomen van 345>o°° livres , !Sk ZV van den vryen flavenhandel trok verwisfeld tegen een inkomen van byna ƒ,000,000 Livres aan verhoogde praemien voor oen Uit- en invoer van Koopmanfchappen j het overgéven van Isle de France en Bourbon aan de Regering befpaard haar jaarlyks 2,000,000 Livres: nogthlns konden alle deze inkomften nirt goedmaken de onkosten aan het bewind van ha; en handel en de handhaving der Opremaeht verknogt, wélke jaarlyks 8,000,000 UvTes beliepen en die zelf nog hoger konden ^n'dezen hachlyken toeftand kon de Maatfchappy zich niet handhaven, zonder de hulp der Regering. De Raad van lodkwyk den XV had zedert enigen tyd het beftaan van dit groot lichaam met geen onverfchilbg oog aanfchouwt. By een befluit van 13 Augustus T760 werdt haar uitfluitend voorregt ingetrokken en aan een ieder vryheid gegeven om op Indie te handelen, onder verband van hunne ladingen alleen in de haven van Oriënt.te brenffen en vyf ten honderd van de Indifche en Èhinefche Waren, en drie ten honderd, van die van Isle de France en Bourbon te betalen. V)e Aktionisten zagen de mogelykheid met om in dezen handel te delen, waarom zy wyslyk befloten hunne fchulden te vereffenen; en aan den Koning alle hunne Kantoren, Magazynen, Schepen, Scheeps-en Oorlogsbehoef-  la» T A F R E E L ten en Slaven afftonden vcor een altoosduurende rente van i ,.200,000 Livres tegen een hoofdfomme van 30,000,000 Livres Deze nieuwe verbintenis diende tot een onderpand voor ene belening van 12,000,000. Livres aan Lyfrente; tegen tien ten honderd; met oogmerk om de kosten tot de jongde uitrustingen gedaan te vergoeden doch zy was niet toereik-nd , waarom de vergadering den 7 April 1770 aan den Koning alle hare eigendommen overdroeg, uitgezonderd het Kapitaal dat tegen Aktien verpand was. Het geen in deze overdragt begrepen was, beftond in de vernietiging van 5,000,000 Livres Lyfrente ; in het gedeelte van het verdrag van 9,000,000 Livres , welk het Kapitaal der Aktien overtrof; in het Huis te Parys ; in de verwagt wordende Indifche Waren, gefchat op 26,000,000 Livres; en in 3 a 4,000,000 Livres uitftaande fchulden, tevens met verband om 14,760,000 Livres voor den Koning optenemen. Het Ministerie verbond zich aan zyn kant, om te betalen de Altoosduurende en Lyfrenten door de Maatfchappy vastgefteld ; hare andere verbintenisfen die 45,000,000 bedroegen; de jaargelden en andere befoJdingen belopende 80,000 Livres benevens de kosten en gevaren van ene langdurige fchuld vereffening op zich te zul. len nemen. Het Kapitaal van ene Aktie, welke in 't jaau 1764 gefteld was op i,*oo Livres, rentende 80 Livres, werdt nu verhoogd tot 2,500 Livres, rentende 125 Livres. Deze rente werdt belast met ene korting van den tienden penning * dienende tot betaling der Aktien by wyze van Lo-  „IK BEIDE INDIEN. I23 Lotery, en de rente dezer afbetaalde Aktien, moesten dienen tot vermeerdering van het zinkend fonds, tot aan de volle betaaling der Aktien. Door deze fchikking werd de Lening vol ' De trekking ter afbetaling van 220 Ak-= tien is jaarlyks gefchied, en de vertekende fchulden der Maatfchappy zyn getrouw voldaan in hare bank. Het valt bezwaarlyk , na deze aanwyzmg, zich een begrip te vormen van den tegenwoordigen ftaat der Maatfchappye. Men kan haar niet aanmerken als vernietigd. De Aktionisten hebben het verpande kapitaal gezamentlyk aan zich gehouden; zy hebben afgevaardigden, die voor hare belangen zorgen; het Octrooi is flechts opgefchort j de fchepen kunnen zonder haar verlof niet naar Indie vertrekken : maar. uitgenomen dit fchynbaar regt, zyn. alle hun-, ne rekten, eigendommen en Kantoren overgegaan in handen der Regering. Ondertusfchen heeft de Indifcïie vaart ltand gehouden , hoewel de ftaatkunde de nodige middelen met heeft gebruikt om den vryen handel te doen. bloeijen. De. Koopverrichtingen zyn gefchied aan de Kantoren welke voorheen de Monopolie bezat. Laat ons het oog ter loops op deze bezittingen flaan. Tusfchen Kanara en Kalicuta ligt ene Land. ftreek , ftrekkende achttien Mylen langs de kust , en tusfchen zeven en acht Mylen landwaarts in, voornaamlyk bedekt met Kokos en Peperbomen , en verdeeld in vele kleine land. fchapjes. Het Ryk is verdeeld in twe Provinciën. In de Grootfte, Irouvenate genaamd, is het Engelsch Kantoor Tallichery en het Hok landsch  124 T A F R E E L Jand-ch Kantoor Cananor. Deze twe Natiën ve d.len de Peper in diervoegen * d.t de eerfte ,< 00,000 ponden en deiaatfte Hechts 500,000 ponden krygt. In de klemfte provintie, Cartanate geheren, ftrekkende vyf mylen langs de kust, hebben de Franfchen z;ch in den jare 1725 gevestigd, aan den mond de - Rivier Mahé, alwaar zy , d.'n uitïluitenden peperhandel vei kregen hebbende, ene voordelige volkplanting iligtte , uit welke de Maatfchappy een jaarlyks voordeel trok van ruim 12,000 Roupien. Deze bezitting werdt in den jare 1760 d'.or de Engelfchen vermeesterd en de vestingwei ken vernield. De Franfchen keerden in deze plaats weder. Hun belang vordert hunnen toeftand te verbeteren. Behalven de posten welke tot zekerheid des land; moeten bezet worden , moet ook de Ingang der Rivier verfterkt worden, om zich tegen de ftoute Zeeroveryen der Maratten te beveiligen ; de onkosten daar van konden zy ligtelyk vergoed vinden door een veritandig belluur van bunnen handel aldaar. By den vrede van het jaar 1763 hebben de Fianfchen zich verbonden gene vestingwerken in Bengale te hebben. Pe Engeifchen oeffe en aldaar de opperheerfchappy, onder den zedigen tyte! van pachter ; zy zullen derhalven nimmer gedogen, dat men van deze harde voorwaarde afga. Cbandernagor zal dus altoos ce opene piaats blyven. De Engelfchen misbruiken boven den hunne magt, om de Inlanders te belemmeren , in 't weven voor de Fran che of Hollandfcde orders. Mogelyk zouden de Franfchen gelegenheid, kunnen vin- dea  DER BEIDE INDIEN. I*f den deze bezitting tegen die van Chatigan te ruien; deze koop zou de beide natiën kunneri voordelig zyn. De toettand der franfchen in Koromandel is niet zn belemmerd Hier bezitten zy Yanon, op welks verbetering men nu ernftig bedacht is; deszelfs hand.1 beloopt ^00,000 Livres, en zou, zo hier als te Mazulipatam aanmerkelyker zyn, zonder t mededingen der Engelfchen. Karikal aan welks verwerking de Franfchen 2,4+5>6oo Livres befteedt hebben, is nu ene opene plaats, zedert de Engelfchen die werken in de lucht hebben doen fpringen. De Waren , welke de Maatfchappy alhier , en in hare andere bezittingen opkoopt, worden na Pondichery , den ftapel der Franfchen in indie , gebragt. Deze Stad, eertyds klein , en van wemig aanzien, was groot en wel bebouwd ; voorzien van een Gouvernement wek als t prachtigfte Gebouw van 't Oosten aangemerkt werdt. Zvne inwoners beliepen 70000, waaronder vier duizend Europeanen. In dezen itaat maakten de Engelfcheri 'er zich meevier van , en vernielden dezdve tot den grond toe. De goedheid van de Ree wettigt de keuze der f raniche Maar/cbappve, welke andermaal hier t middeipunt van haren handel heeft willen maken. De ft d beeft ook een water, welk zeer goed is voor de blauwverwe yen, en ene gunftige ligging om levensmiddelen van Carnate, R avslbur en Tanjour te ontvangen. Zo dra deze ftad weder opgebouwd wordt zullen de oude mwone.s 'er in menigte weder na toe trek ken De Kantoren der Franfchen in Indie, brengen  ia6 T A F R E E t» gen haar niet meer dan 200,000 Livres Op J en kosten, 2,000,000 Livres van onderhoud. D ze opoffering is nog niet alles wat vereischt w > d tor. het behoud van de Eilanden Isle de france en Bourbon. Deze hebben dien trap v t, voorfpoed niet bereikt welke men 'er zich var; beloofd had De bevolking van Bourbon is 6,34.0 Blanken, en 26,175 Slaven; het heeft Beesten, en 8,493,583 koffybo- men, vnn de beste foort; in J776 bedroeg den oogst , 5,4^41,025 kwintalen koorn , £.i9;,440 tonnen Ryst , 22,461,800 tonnen Mais, en 2,515,090 tonnen peulvruchten. Het geen van deze goederen op Bourbon niet gebruikt word gaat naar Isle de France. Dit Eiland om welk te verbeteren, men gaarne van Bourbon zou willen afzien, haalt, volgens de waarnemingen van den Abt de la caille , 31,890 Toifes in zyn langfte middellyn , en 22,124 in zyn grootfte breedte; de grond, hoewel dezelve alleen met de fpade kan bewerkt worden, is meer dan die van Bourbon •>tot den akkerbouw gefchikt. Het hield meer ' de verbeelding dan dc werkzaame zorgen zy. ner bezitteren bezig. Zommigen befloten hier den ftapel van den handel te maken, en de Waren uit Afie met kleine vaartuigen herwaarts te brengen: doch men ondervondt weldra, dat men nodig hadt in Indie grote fche. pen te hebben, om de kwellingen te beteugelen. Naderhand befloot men den bewoners van dit Eiland de vaart op Indie vry te laten. Doch dit hadt ook niet 't gehoopt gevolg. Ene eigendunkelyke Regering bragt alles in de war. Door mismoedigheid floegen de meeste volkplan-  DSÜl BEIDE INDIEN. Ï27 planters tot werkeloosheid over, en de Akkerbouw kwam geheel in verval. De Regering nam in den jare 1764, deze volkplanting onder haar onmidiyk bewind. Van toen af, tot in den jare 1^76 is de bevolking aangegroeit tot 6,386 Blanken , waar onder 2,055 Soldaten; tot 1199 vrye Zwarten; 25,1 <4 flaven; en beesten. De Kof- fyboom heeft aan ene menigte handen werk verfchaft ; doch 'er is geen grond van hoop dat deze beplanting ooit zal Hagen. Men heeft 'er drie fuikerplantaadjen aangelegd 40,000 ponden katoen worden 'er ingezamelt van ene goede foort en welke hoop geeft van vermeerdering; doch deKamferboom, de Aloë, de Kokosboom, het Arendshout, deSagu, de Kardamom, de Kaneelboom en andere gewasfen op dit Eiland overgebragt, zullen waarfchynlyk altoos voorwerpen van nieuwsgierig, heid en de Hollanders in het bezit van den fpeceryhandel blyven. De gezonde ftaatkunde heeft ene andere beftemming voor Isle de France gefchikt : de vermeerdering van Koorn, Ryst en Vee. Hier door zou het, behalven zyne bewoners, de zeelieden die zyne Reeën bezogten, van mondbehoeften kunnen voorzien, als mede de Legers en Vloten welke de omftandigheden dit Eiland doen aandoen. Dan zal 't het bolwerk wezen van Frankryks bezittingen in Indie: deszelfs legging ftelt het in ftaat om zyne toerustingen geheim te houden. Giootbrittannie ziet met lede ogen in handen van Frankryk ene bezitting, alwaar men den ondergang van z^nen vooripoed in Afrika kan  Ï28 T A F R E E U kan fmeden. Zo dra de gelegenheid zich op. doet zal het zieh daar van trachten meester te maken; niets is derhalven noodzaaklyker d?n het te verfterken. Men heeft verfcheide middelen van verfterking voorgeflagen: het geen men goedgekeurd heeft is het verfterken van de beide havens. Ondertusfchen is 'er zulk ene nauwe betrekking tuslchen Isle de France en Pondichery , dat zonder het eerfte de bezittingen in Indie zonder befcherming zyn, en zonder Pondichery , Isle de France voor den aanval der Engelfchen bloot legt. Niets is daarom nodiger dan Pondichery in ftaat van tegenweer te brengen. Zo ras deze bezittingen in den ver' eischten ftaat gebragt zyn , zal men zich met ernst op den Koophandel kunnen toeleggen, welke dus lang verdrukt is door de willekeurige handelwyze der Engelfchen. Het evenwigt tusfchen beide Natiën kan by ongeluk alleen herfteld worden door den oorlog. Engeland zal wel alles aanwenden om In Indie de onzydigheid te bewaren , daar het weet, welke heimelyke wenfehen overal gedaan worden tot deszelfs val in Afie; doch het belang van Frankryk vordert om het oorlogsvuur aldaar overtebrengen. Het weet wat nut de oorlogstoerustingen van Isle de France kunnen doen ; dat de Engelfche bezittingen te zeer bloot leggen; en dat zy verdedigd worden door onervaren jongelingen. Op het gezicht harer ftandaarden zouden de onderdrukte Vorften te velde trekken en doen hunne overweldigers , nu van alle kanten aangevallen, bezwyken. De Franfchen , aangemerkt als de verlosfers van den  der beide INDIEN. 12$ Indostan * zouden zich ontflaan van de vernedering , waar in zy door hun kwaad gedrag gevallen zyn. Zy zouden de Afgod der Afi-; atifche volken worden. V. HOOFDSTUK. Van den handel der Benen en Zwe* den , en yen Ostende en Embden» op Oost-Indie; Handel op dd Philippynfche Eilanden en op China. bewoners van Holftein , Sleeswyk en Jutland verlieten hunne Bosfchen en Moerasfen, om in Gallie buit, roem en een zagter luchtftreek te zoeken,* zelf maakten zy zich gereed om over de Alpen te trekken; doch de Romeinen verzetteden zich tegen hen en m arius roeide hen uit. Hun land ene woefteny ceworden, werdt op nieuw bewoond doör de Scythen, welke door pompejus verjaagd, na >t Noorden en Westen van Europa trokken , daar zy Rusland, Saxen, Westpbalen, 't Cimbrisch fdu'ereiland tot aan Funen, Noorwegen en Zweden onder 't juk bragten. Ooitf hun hoofd boezemde hun een haat tegen 'C Romeinfche ryk in; deze was en bleef zo fterk, dat deze volkeren, enige eeuwen daarna,  i3o T A F R E E L op dit Ryk, een vyand van alle vryheid, aan- vielen, en 't omver wierpen. Na deze glorieryke tochten vonden Denemai ken en Zweden zich zonder inwoners: een gebrek , waa. van zy allengs zich herfrelden. De bewoners Haagden ichielyk in hunne pogingen , om zich te verryken; zy hadden ene hyzondere neig'r g tot de zeero'-erye s ene eigenfehap, die 't uitwerksel van den godsdienst vanoD! N was , welke alle werktuigen van den oorlog vergoodde, en hen deedt geloven dat 00in, na - zynen dood God zelve geworden , altoos in der. flag tegenwoordig was, om de dapperheid re be'orKH. 'r Kr.stondom wierp dit ge. bouw om ver; om hen te bekeeren, wisten de predikers hun finaak voor een gezet leven byt..brergen. Van toen, af lagen zy zich op den landbouw en de Wsfchery toe. Deze gif aan'eidïng toe d.n koophandel. Ene by'zondere öftffttfhdjgheid bragt den Denen in 't hoofd op indie te varen Een Hcüandsch fafctoor, BOncHH^uwER genaamd , hadt, docr zyne fchranderheid , tot de waardigheid van eerflen Staatsdienaar en Admiraal des Keizers van China weten te geraken. De koelheid, waarmede hy in Holland bejegend werdt, verbitterde nem zodanig, dat hy na christiaan IV, koning van Denemarken, toeging, hem zyn dienst, en 't krediet, dat hy te Ceylon hadt, aanbiedende. Dit voorflel werdt aangenomen. Hy vertrok in 1618 met zes fchepen , waarvan drie aan de Regering , en drie aan de nieuwe Kompagnie, voor dezen handel opgericht, behoorden, Zyn dood pp de reize voorgevallen deedt hunne hoop vcr- dwy-  de & beide INDIEN. i3i dwynen. Onvrindelyk in Ceylon ontval een , vertrokken zy na 't nabuurig Tanjaour. Deze kleine Staat, beflaande honderd mylen in de lengte, en tachtig mylen in de breedte, door een Indiaansen Vorst beftierd, heeft overvloed van ryst, vele grove rnanutakturen, en verfhout , waar door s lands mkö- men byna 5,°o°--°°0 Livres belooPjv 15 zyn geluk aan de rivier Caven verfehuldigd, welke zich in verfcheïde takken deelt. Deze gelukkige legging deedt den Denen wenfehen, zich hier te mogen vestigen. Zy werden w& ontfan-en : men ftondt hun een Klein diftntt voor °i6,5co Livres jaarlyks af, waarop zy Trinquebar , en daarna 'tfort Dansböurgbouwden. De tyden waren hun gunftig. De Portugezen zogten 't overfchot hunner Bezittingen te bewaren. De Spanjaarden zonden enlel fchepen na dc Molukfche cn Phdippynfchö Filanden De Hollanders waren alleen op den fpeceryhandel bedagt. De Engelfchen ondervonden in Indie den weêrftoot der vaderland, fche onenigheden. Dit maakten dat de Denen, in weerwil der geringheid van hunne eerfte ïnw, welke niet boven 853,263 Livres ging, arote zaken deden. De Hollanders maakten, ichielyk een einde hier aan, door hen van deMarkten uittefluiten. De Kompagnie itortte in, en ftondt haar voorrecht af. In 1670 werdt van de Hukken der oude, ené nieuwe kompagnie opgericht, geholpen door de giften van christiaan V. Maar deze twede onderneming, aanvaard zonder de nodige middelen, wT nog Ongelukkiger als de eerfte, We haast werdt Trinquebar aan zich zeiven overgelaten. I 2 •u@  i3a T A F R E E L De huur van twe fchepen moest 't zelve zyn ellendig onderhoud verzorgen, 't Was zo arm, dat, om niet van honger te fterven, het drie van zyne .vier bastions moest verpanden. De Deenfche Kompagnie ging voort met kwynen, en gaf den geest in 1732. Uit haren asch ftondt die gene op, welke nog in wezen is. De mildadigheden, die men haar bewees , geven bewys van 't gewicht , welk de Regering daar in ltelde, Haar Oktrooi moest 40 jaren duuren. Alle hare fcheepstGerusting is vry van belasting; hare werklieden zyn niet aan de bepalingen der Gilden onderhevig ; zy behoeft zich niet van gezegeld papier te bedienen ; de voanisfen der Bewindhebbers zyn aan geen herzigt onderhevig. Dc Koning heefc afitand gedaan van 't recht, welk hy heeft, om haar bcftier natezien, om beampten, burgerlyke of militaire, aan te ftellen, benevens veie andere zeer aanzienelyke voordelen. Tot loon van deze opofferingen heeft de Regering flechts gcëischt één ten honderd van alle Indifche en Chinefche was en die uitgevoerd wierden en twe en een half ten honderd van die in het Ryk gefleten worden. Om gegadigdens te vinden, onderfcheidde men twe zoorten van fondfen. 't Eerfte was 't Deftendige en diende tot den aankoop van alle de eigendommen der Komp:;gnie in Europa en Afie. 't Andere of 't verwisfelende wordt geregeld naar den aart en 't getal der ladingen en de onkosten der fchepen. Ieder Aktionist heeft vryheid daarin deel te nemen , of niet. Dit laatfte fonds moest de onkosten dragen van inkoop , de uitrusting en lading der fchepen. !6  DER BEIDE INDIEN. 133 »t Eerfte moest zich , voor vyftien ten honderd van de Waren, verbinden de andere kosten goed te maken. Het ingelegd kapitaal beftond uit 3,240,000 Livres, verdeeld in 1600 Aktien, van 2,025 Livres. Gedurende de veertig jaren van haar Oktrooi verzond de Maatfchapny honderd en acht fchepen , wier ladingen 97.913,731 Livres aan geld en koopmanschappen bedroegen. De thuisladingen zyn verkogt xoor i88,939>673 Livres, waar van in Denemarken Hechts gebruikt is voor 3^,450,262 Livres. Een gedeelte der voordelen werd beftendig aangelegd tot uitbreiding van den Koophandel, waar door het Kapitaal drievoudig vermeerderde. _ H^t Oktrooi der Maatfchappy , welk in 1772 eindigde, is voor twintig jaren vernieuwd met enige bepalingen. De Indifche Zeeën ftaan nu open voor een ieder, mids tot dien vaart fchepen gebruikende in de havens van het Rvk gebouwd; en in ieder fchip voor ten mm. Hen 13,500 Livres inlandfche Koopmanfchap. pen ladende ; behalven dat aan de Maatfchappy moet betaald worden van de lading, by het uitgaan twe, en by de thuiskomst_ acht ten honderd ; voor het dryven des binnenland, fchen handels in Indie moet betaald worden, vier ten honderd, van de Afiatifche voortbrenzels, en twe ten honderd, van de Europiiche waren, in alle de Deenfche vastigheden. De Maatfchappy welke te voren geen belastingen van de fcheepstoerusting betaalde, is van dit voorrecht verftoken , om dat het te veel ongelegenheid aanbragt. Tot fchaevergoeding ontfangt zy 67 Livres 10 ftuivers van t j^ast,  134 T A F R E E L en 13 Livres 10 ftuivers van ieder Perfoon, waar mede de ichepen bemand worden ; doch zy is teven? verplicht om op ieder fchip , na Indie 'oeftenid, voor 13,500 Livres, en na China voor uyooo Livres binnenkndfche Koopjnanfchappen uittevoeren. Be belastingen der ingevoerde goederen zyn nu zonder onderfcheid op twe ten honderd gefield. De Koning heeft afftand gedaan v in het voorrecht om 's jaarlyks ioojoeo Livres in haren koophandel te leggen 3 waar van hy doorgaands een voordeel trok van twintig ten honderd, Voor deze opoffering betaald zy 22,500 Livres wanneer zy één fchip aftend ; 365,000 Livres als zy twe en 45,000 Livres als zy drie of meer fchepen afvaard gd. Onder het oude bewind had men voor ére aktie éne ftena, voor drie twe en voor vyf n de beste; men droogt ze in de fchaduwe. De twede inzameling gefchied in April ; dan zyn de bladeren meer ontwikkeld. De minst geachte thee wordt in Mey geplukt. Alle drie foor ten worden in tinnen bosfen gefloten. De Chinezen bedienden zich van dezelve, om de brakheid van't water te verbeteren. Zy houden de beste voor K zich  146 T A F R E E L zich zeiven, en vermengen dikwyls andere bladen onder die gene welke verzonden wordt. Men zal niet over de krachten van dit kruid kunnen oordelen , dan nadat men 't in ons waereld-deel kweken zal. 't Porcelein , een der fraifte uitvindingen van 't Menschlyk vernuft, is 't volmaakfte van alle Aardwerken, 't Is meer of min wit, doorfchynend en zwaar, 't Is overdekt met een Vernis , 't geen niets anders is dan een laag gefmolten glas , dat maar half doorfchynend zyn moet. De kenners zeggen dat 'er zesderlei Afiatisch porcelein is , waar van het wezenlyk onderlcheid meest in de uiterlyke vertoning beftaat. Het wordt gemaakt te Kingto-Ching , een groot vlek in de provincie Kiang - fi. Vyfhonderd ovens houden hier mede 1,000,000 menfchen bezig. Men heeft proeven genomen, om 't elders in China te maken , doch deze zyn niet gelukt. Deze konst is in Europa nagevolgd ; de Saxiiehe porceleinen zyn de beste, en zelf beter, als die van China; welke laatfte nogthans ene fchielyke hitte, en de verandering van hitte en koude, het beste kunnen lyden. De konst om Zydewormen te kweken kwam uit China over in Jndie, van daar na Perfie, Griekenland , Rome en zo verder; doch hoe veel 'er ook van in Europa geteelt worde , hebben wy evenwel de Chinefche zyde niet kunnen misfen. Men zal haar altcos zoeken, om hare witheid. Denkelyk verftaan zy de kunst , om haar in dezen of genen loog zo wit te maken, 't Is van deze alleen, dat men Gazen en Blonden maken kan. Men voerde  D hR BEIDE INDIEN. 147 de eertyds 's jaars 8o,ooo Ponden zyde uit China, waarvan drie vierden in Frankryk verbruikt werdt. Zedert is die tak zo gedegen , dat de Engelfchen, in 't jaar 176S alleen 104,000 ponden trokken. De Chinezen zyn even zo fchrander in 't bewerken der zyden, als in derzelver inzameling ; behalven omtrent die doffen, waarin Goud of Zilver komt. Met dit al heeft de Hechtheid van hunne patronen gemaakt, dat wy 'er nooit fmaak in vonden. De Chinefche Vernis is ene foort van harst, voortkomende van een boom tfi - chu genaamd, hebbende de hoogte van een Wilgeboom, en weinig takken. Deszelfs hout is bros en fappig. Hy word gevonden in de gematigdfte dreken van China en Japan, als ook in Louifiana , Karolina en andere Amerikaanfche gewesten, op dezelfde breedte gelegen. Zyne bladeren dienen hem ter mestinge. Men doet in den bast enige infnydingen, uit welke, in fchelpcn onder dezelve geplaatst, het melkagtig vogt des booms ontvangen wordt, welk , aan de lucht blootgedeld zynde , in een rosagtige en wel dra in een fcbitteiende zwarte kleur veranderd. Dit vogt geeft een gevaarlyken damp; de lieden die het bewerken, bekleden hun gezicht en handen, en wryven dezelve met olie. De inzameling gefchied van denzelven boom driemaal in énen zomer. De meest geagte komt uit Japan. Onder deze wordt bedrieglyk ene mindere foort vermengd, welke uit Siam komt en tot het vernisfen der gemeende huisgeraden gebruikt wordt. By 't vernisfen fineren de Chinezen het gladde hout met een K % olie  I48 T A F R E E L olie Tong-chu genaamd, en leggen hierover, als 't wel gedroogd is , hun vernis , d e zo klaar is, dat men by de derde laag de aderen in 't hout nog zien kan; of zy lymen op 't hout ene foort van papier , 't geen zeer glad is, en waarop zy de vernis fmeren. De grootde verdiende beftaat in de juiste dikte van de vernis te bepalen Zy bewaart 't hout tegen de wormen, en kan op alle kleuren gelegd worden. Om recht fraai te zyn, moet ze wel negen malen worden oVergedreken. Eén duk werks vordert den gehelen zomer, 't Beste wordt te Nankin gemaakt. Te Kanton werkt men fpoediger, om dat de Europeanen zo veel tyds niet gunnen, waar door de werkftukken van daar gebrekkiger zyn. Het papier is volmaakter. Eertyds fchreven de Chinezen met een dalen pen op houten tafeltjes. Daarna fchreef men op ftukken zyde en linnen. Eindelyk werdt by hen de konst van papiermaken, vóór zestien eeuwen , uitgevonden. Men maakt het niet van zyde, zo als men gemeenlyk gelooft , maar van katoen. Het groot vertier , dat men in China van dit papier heeft , deedt andere doffen uitvinden, waar van men het maken kan, gelyk a's de bast van de Moerbeziën- Olm- en Katoenboom. Om 't zelve glanzig te maken, bedienen zy zich van Aluinwater. Wy Europeanen zyn aan de Chinezen het denkbeeld verfchuldigd, om onze kamers met papier te behangen. Behalven deze voorwerpen, kopen de Europeanen in China Inkt, Kamfer, Borax, Rhubarbar, Gomlak, en ene foort van Rotting ; voor-  DER BEIDE INDIEN. 149 voorheen kogten zy 'er Goud. In Europa is 'c Goud veertien maal zo veel waard, als 't Zilver. Indien 'er een land was , waar in het minder waarde had, z du men 'er het van daan halen. Dit maakte, dat men voortyds Goud tegen Zilver in China ging verruilen , met een voordeel van 45 ten 100; dit is nu tot 18 en minder gevallen, en hangt af van het aantal vreemde fchepen , die voor Kanton leggen. Alle Natiën, welke op Indie varen, dry ven hardel op China, maar niet ene zo fterk als de Engelfchen:. De inkoop , die in 't geheel jaarlyks in China gedaan wordt, kan, volgens die van 't jaar 1776, begroot worden op 26,754,494 Livres, van welke fomme de thee vier vyfden uitmaakt. Die der Hollanders bedraagt 6,780,150 Livres , die der Ëngelfchen 10, 18,04.1 Livres, die der Franfchen 4,400,00a Livres, die van Denemarken 2,393,635 Livres, en van Zweden ^,362,668 Livres. Hoezeer nu deze koophandel den Chinezen voordelig zy , is 't mogeH k , dat hun mistrouwen den Europeanen hunne havens doe fluiten. De Hollanders zouden de enige zyn, welke hier denkelyk by zouden winnen , door de vergroting van den handel der Chinezen-te Batavia — De vaart op en den Spanjaarden gelegenheid geven een affchuwelyk bloedbad aan te richten. Pizarre trekt naar de plaats 9 waar de Keizer is , doodt alles wat den throon omringt , neemt den Vorst by de hairen , fmydt hem ter aarde, en maakt hem gevangen. Ene menigte jonge Princen uit 't bloed van de Yncas , Staatsdienaren , den bloem des Adels , het gantfche hof van atabalipa wordt vermoordt. Niemand , vrouwen , kinderen, gryzaarts , niemand wordt gefpaard. Ondertusfchen hitst broeder vincent de Spanjaarden aan niet den kanf , maar toch de fpitzen van hunne degens te gebruiken , om dieper wonden te kunnen maken. Zy beiluiten dien dag van moord in dronkenfchap en ontucht. Een ydel voorwendzel voldoet, om 't proces van a t ab.alipa optemaken en hem ter dood te veroordelen. Toeu maakte pizarre zich meester van de vooimaamfte Steden des Ryks. Zy vonden in Cusco meer rykdommen , dan 'er toen in Europa waren. Zy vielen ten deel aan 200 Spanjaarden , die reeds onmeetjyke fchatten bezaten, en nog waren zy niet verzadigd De kerken en huizen der Burgers werden geplonderd. De Peruvianen werden overal mishandelt \ men ontroofde hen hunne vrouwen en dochters. Dus tot de uiterfte wanhoop gedreven y maken zy een opftand , en belegeren te gelyk Cusco en Lima. 't Is waar , zy doodden zes honderd van hunne beulen; maar het gerucht lokte te veel Spanjaarden derwaarts dan dat zy ze zouden hebben kunnen M over-  i;8 T A F R E E L overwinnen; derzelver getal was reeds tot 3000aangegroeit. Zy moesten derhalven het juk dragen , zo als men hun 't zelve wilde opleggen. De voorfpoed van pizarre deedt almacro weldra na Peru komen, wien de eerfte geen deel in 't voordeel wilde geven. Van dat ogenblik waren 'er twe hoofden, twe partyen. Hieruit ontftonden nieuwe onlusten. Pizarre niet willende zyn ouden vriend bevechten , belast daarmede zyn broeder ferdïnand; deze verflaat hem, maakt hem gevangen en brengt hem ter dood. 't Volk van almagro verfpreidt zich en weet door zyn ftil en vlyend gedrag in rust te blyven leven , in 't midden zyner overwinnaren. Zy voegen zich weder by elkander, verenigd door den zoon van hun omgebragt hoofd. Deze doet zich den dood van franciscus pizarre bezweeren. Zy trekken op den helderen dag door Lima , en 't gelukt hen den veroveraar van een groot Ryk , zonder weêrftand, in zyn Paleis te vermoorden. Zyn gehele aanhang , alles wat hem uit belang of vreze gedient hadt, ondergaat het zelve lot. Enige van 't gevolg van almagro, welke hun ongenoegen over de al te grote wreedheid van hun hoofd hadden laten blyken , worden heimelyk omgebragt , of fterven op 't fchavot. Hy werpt zich op tor Gouverneur over de meeste provinciën; en gaat onophoudelyk voort met een bloedbad te maken van dit ryk. Middelerwyl komt de licentiaat vaca de ca stro , uit Europa afgezonden , om den' dood  td er beide INDÏËNó 9 dood van almAgro te onderzoeken , iti Peru aan. Deze moest het bewind in handéii nemen , indien pizarre nier meer leefde. Een ieder , welk aan den geweldenaar niet gehegd was, beyverde zich, om hem të erkennen. Castro, als of hy een oud fol» daat was geweest, zet zich aan 't hoofd vafl 't leger, en levert een zeer, bloedigen flag» 't Hoofd der overwonnen muitelingen fterft op een fchavot. tiet Hof van Madrid werd eindelyk bedacht op het fluiten van alle deze wanorders. Blasco nunez vala komt, als onderkoning , met zyne onderhorigen in Pe* rü , daar hy alles in de grootfle verwarring vondt. Hier had hy woeste zeden te verzagten , onafhanglyke menfchen aan wetten te onderwerpen , de te grote begeerte palert té zetten , en de onrechtvaardigheid zelve të recht te brengen. De onderkoning hadt niet de hoedanigheden , hier toe vereischt. Zyne rechtvaardigheid , die hy in hare voilé kragt oefenen wilde 3 deedt hem zyn doel misfen , door ontydige wetten aftekondigen, die deze misbruiken moesten dempen 5 doof de Indianen in ketenen gefloten daar eensklaps uit te verlosfen j door hen te ontheffen van den dwang , om zonder loon in de Mynen te arbeiden, en van duizend knevela. ryen, die deze arme menfchen drukten. Zo ene plotzelinge verandering moest honderd misnoegden voor één maken. Welke hief hun rekening niet by vonden < en hun fortuin 'er by verloren. Deze floegën aan 't muiM % tea ï  i8o T A F R E E L ten , zetten hem af cn namen hem gevangen. Gonzale pizarre, juist van een ffioeilyken togt , naar de rivier der Amazonen , waarin hy veel aanzien hadt verworven , terug gekomen , kwam het in de gedagten , zich het oppergezag aantematigen. Dit geweld werdt met zo vele fnoodheden verzegeld , dat men 't gemis van nunez betreurde. Men herfteit hem in 't gezag ; hy trekt te veld ; de onlusten beginnen op nieuw. De Indianen nemen deel in dien oorlog en voegen zich zommige onder deze, andere onder gene vaandels. Zy dienden om 't gefchut te flepen , en den weg te; banen. Blasco wordt in een hardnekkigen flag overwonnen; hy en zyn gantfche gevolg werdt op dien yfelyken dag vermoord. Pizarre was en bleef dus meester van het oppergezag ; de eerbewyzingen hem aangedaan bragten zyn hoofd op hol , en deden hem duizende fnoodheden plegen. Dit deedt een ieder wenfehen op uitkomst. De licentiaat pedro de la gasca, met het oppergezag bekleed , bragt die uit Europa aan. Het Eskader en de Berg - Provinciën erkenden aanftonds zyn gezag. Alle die in de woestcnyen verborgen leefden , kwamen uit hunne wykplaatzen zyn gezag hulde doen. Gonzale zag geen andere uitkomst, dan een beflisfenden ftag te wagen ; hy verliest dien , en zyn hoofd op een fchavot. Een zyner Officieren , die gev.erendeelt werdt, roemde, dat hy met eigen handen 1400 Span- jaar-  DER SEIDE INDIEN. I8l jaarden , en 20,000 Indianen vermoord hadt. Dit was het laatfte toneel eens treurfpels, waarvan alle de bedryven bloedig en affchuwelyk waren. Van toen af kwamen de gemoederen allengs tot bedaren , en om de Peruvianen te beletten het maken van een - opftand , nam men de wreedfte maatregelen. De erfgenaam van hun laatften koning , alle de afttammelingen der Ynca's "Werden , onder allerlei voorwendzels , om 't leven gebragt. De affchuweiykheid van deze gruwelen waren zo geweldig, dat philippus IJ. lochende dezelve gewettigd te hebben ; maar zyne bekende ïnoodheicl belette hier aan geloof te ftaan. Ze« dert kan men zeggen , dat Peru zonder beroerte geweest is , offchoon deszelfs inwoners een cnverwinnelyken haat tegen de Spanjaarden voeden , die nieuwe fterkte gekregen heeft door verfcheide befmettelyke ziek ten s , onder anderen de kinderpokjes , welke aan duizenden van Indianen 't leven gekost hebben, en voortyds in Peru niet bekend waren. De grond van Peru kan in drie klasfen verdeelt worden. De eerfte beilaat in de Cordeliers , dien mctelozen keten bergen , welke Noord- van Zuid-Amerika affcheid. Der? zeiver top is 3,250 Toifes boven 't water. Zy zyn de hoogfie die op onzen aardbol bekend zyn. Beneden die bergen zyn andere lagere , gelegen, in 't midden van Peru. Derzelver valeijen zyn met talryke kudden bedekt. Haar klimaat is zeer zagt; nauwlyks is 't 'er twe maanden winter. In de ftreek } bekend M 3 by  ï83 T A F R E E L by den naam van de valeijen, is 't weêr niet; overal gelyk; geen één Taifoen is 'er ondra* gelyk. Men vindt 'er gene vruchtbare velden , dan die bewaterd worden door beekjes, die van de bergen afkomen. De regens kon* den de plaats van water vervullen , maar men ziet het nooit in 't beneden-Peru regenen. Dit maakt , dat - de huizen, fchoon maar ligt opgebouwd , eeuwig duuren. Zy worden gedekt mét matten , waarop men een vinger dik asch legt. X Donderd hier nooit. De aardbevingen zyn hier zeer gemeen. Als dezelve fterk zyn zuilen, is een yzelyke wind, die een gedruis maakt als van een ftortregen, hare voorloper. De Vogels kunnen dan niet meer vüegen en worden tegen de klippen verbnzelt. De onderaardfche holen weêrgalmen door een donderend gedruis, waar aan de honden , door ene foort van voorgevoel , met naar gehuil , beantwoorden. De viervoetige dieren fpreiden de voeten wyd van een , om niet te vallen De menfchen vliegen uit hunne huizen , om niet onder de daken verpletterd te worden. Het gekerm der kinderen , 't geween der moeders , de duisternisfen van ene onverwachte nacht , en ene met recht verbyfterde verbeelding zyn tekenen en toevoegzeis van en aan de algemene verfJagenheid Nogthans is een zo ongelukkig land ouder bewoond geweest als Mexico; en zo Peru nu veel min bewoond is , dan Nieuw Spanje , is 't dat ptzaure-en zyn nafleep'groter verdelging veroorzaakte , dan cortez en de zyne. De Mexicanen hadden ook naderhand ene zag- te-  DER BEIDE INDIEN. 1S3 tere Regering dan de Peruvianen. Te vergeefsch heeft het hof van Madrid dit gepoogt te verzagten , met de Peruvianen door een Spanjaard en een Cacique te doen regeeren. De Priesters zyn de grootfte knevelaars dier ongelukkige , welke voor hen zonder loon moeten werken. Men kan niets van hen verkrygen , dan met gefchenken. Dit kon niet misfen den Christelyken godsdienst by de Peruvianen in affchuuw te brengen; zy zyn meest gehegt aan dien van hunne voorouders ; zy dragen , op zommige dagen , de klederen van hun landaart , en houden , zelfs onder 't oog van hunne tyrannen , geestelyke plechtigheden ; 't is wat zeldzaams, zo deze feesten aan dezen of genen Spanjaard, niet het leven kosten. Voor 't overige zyn deze menfchen , door de mishandeling , tot ene diepe domheid vernedert. En wat vernuft kan een volk , zonder eer of eigendom hebben ? Luiheid is hun kenmerk, gelyk van alle volkeren die geen eigendom nebben. De bevolking van Peru hadt zodanig afgenomen , dat men hier aan te gemoet moest komen , door 't kopen van een vremd geflagt. Maar de Regering heeft, door haar kwaad overleg, het voordeel 'er niet van getrokken, dat zy 'er van verwachtte. Behalven de zware tollen gelegd op den invoer der zwarten in Peru , moet men ze kopen van ene uitfluitende kompagnie ; en ene menigte andere zwarigheden overwinnen. Nogthans vindt men 'er hier meer dan in Mexico. De Spanjaarden zyn hier ook talryker, zynM 4 de  '1S4 T A F R E E L de na Peru gelokt door de meerdere rykdommen , en aldaar gehouden door de fraaiheid van 't klimaat. Zy vonden hier Cusco , de hoofdftad , van ene grote uirgeftrektheid en fraaiheid. De paleizen en huizen warén gebouwd van graniet - fteen , behouwen met Renen bylen , met welken zy het hout niet konden bewerken ; zy waren beroofd van 't begrip , om 't zelve doorkepen , zwaluwftaarten en pennen in malkander te houden. De ^voornaamfte gebouwen waren gedekt met ftroö , gefchoord door fparren , als onze tenten , hebbende alle maar éne verdieping, en krygende hun licht door de deur. Zy beitonden uit afzonderlyke kamers. De pracht der openbare gebouwen beftondt in de goude- en zilvere platen , waarmede zy beflagen waren. Het is door ene noodlottigheid, waar door onze gehele aardkloot en alles wat daarop beftaat , wordt omgekeerd , dat bygelovige, luije, zielloze Monniken flapen , in een zotten pracht , op de asch der deugdzame Yncas , in 't midden van een Ryk eertyds gelukkig onder deze wetgevers. Zodra hadden de Spanjaards dit land niet uitgeplundert of zy , geleid door sebastiaaw de benalcasar , gingen Quito plunderen als ook de andere lieden van 't Ryk. Die gene der veroveraars , die zich in de reeds gemaakte bezittingen niet neerzetten, bouwden fteden op de kusten, die de inboorlingen weinig bebouwd hadden , wyl zy weinig ter zee voeren. Die nieuwe fteden bloeiden naar gelange van hare legging. 't Was de dorst na goud welke de plaats voor  DER BEIDE INDIEN. 185 voor de nieuwe fteden binnenslands beftemde, zonder acht te geven op de natuurlyke vruchtbaarheid van den grond. De Peruvianen wa« ren zeer eenvoudig in hun eten en drinken. De Spanjaarden hier aan ongewoon plantten hier hunne wynftokken , olyf - en andere vruchtbomen , welke alle zeer wel voortkwamen; wel dra zag men aan den voet der bergen onze viervoetige dieren grazen Zy wil. den zich ook beter kleden , dan deze Indianen. De wol van den Lama en der Paco, die de landaart op zyne wy^e verwerkt hadt, maar waar van de manufakturcn kwynden, kleden hen zo als de Peruvianen , op de Europeaanfche manier, Men maakte daar van te Cusco, ten dienste van 't Hof en de Groten, Tapyten, verfierd met bloemen, bomen en vogels, ook mantels , kousien , halsd eken , fjerpen , ferfies , drogetten en grove goederen. Te Arequipa , te Cusco en Lima wordt veel goud - en zilver - werk voor Kerken cn Burgers gemaakt ; men fchildert en verguldt 'er leer. Men bragt te Rome , in 't iaacfte der vorige eeuw, werkftukken van een Peruviaanfchen meester, michel de st jago, waarin de kenners vernuft ontdekten. De Peruvianen, zonder munten te hebben, wisten 's goud en zilver tot vaat-en meubelwerk te verbruiken; zy maakten 'er beelden en figuuren van , die zy in nisfen zetten. Zy hadden enige mynen geopend; maar de Spanjaarden verwaerdigden zich niet te onderzoeken , • hoe een volk , dat zy barbaarsch noemden ze bewerkten dan zy waren zo onverfchillig op de mynen zelve niet. De M 5 goud-  i86 TA F R E E L goud - mynen bragten hen 't eerst in verzoeking. De zilver - mynen waren algemener en ryker. Er was éne zonderlinge , in welke men tusfchen 't zand geheeie Hukken zuiver zilver vondt. Vele andere heeft men ontdekt, de ene ryker en dieper dan de andere 't Water dat van de Cordeliers na de Zuid - zee affbroomt , heeft zich van enige zeer ryke mynen vermeeftert. J seph salceoo hadt, in 1660 , de myn Laycacota ontdekt , zo ryk in zilver , dat men 'er 't zelve in geheeie flukken afkapte. Hy had1- de edelmoedigheid een ieder vryheid te geven , drie dagen in 't jaar voor zich zei ven zilver te zoeken. De rykdommen waren een twistappel , die ene menigte van luiden derwaarts gevloeid in de wapenen bragt. De eigenaar dier myn werdt met de galg geftraft. Kort daarna maakte zich 't water 'er meester van ; dit zag men als een Draf des hemels aan. Doch enige verflandige en vermogende luiden behielden dien door het water afteleiden. Men kent thans nog ryker mynen , die niets geleden hebben, inzonderheid die van Potofi. Een Indiaan, hualpa , een zyner geiten op een rots vervolgende , greep een tak van een heestergewasch, welk hy met den wortel uit rukteen hy zag, dat 'er ene bedding zilver onder was. De verandering in zyn fortuin voorgevallen ontdekte die nieuwe bron van rykdom. Digt by deze Myn , vondt men nog verfcheide andere , waarvan het gerucht ene menigte Indianen en Spanjaarden bragt aan den voet der klip, waarin zy waren, en weldra ene wel bevolkte Stad deedt ten voorfchyn komen. Men weet,  DER BEIDE INDI EN. l8? weet,: dat uit deze Myn, tot m 1738 , jaarlyks 22.338,975 Livres is gekomen , zonder te rekenen het geen gedoken is; doch zedert is dit fterk verminderd. ; Alle de Mynen van America gebruiken tot het zuiveren van't goud en zilver, de Kwik, die of levendig in de mynen , of met zwavel door 't vuur verenigd , als vermillioen in de aarde gevonden wordt. Ene van -deze levendige mynen is onder de ftad Montpellier, die daarom nimmer geopend zal worden. Die gene, waaruit men, in Europa , de kwik haalt, zyn in ene valei, aan den voet der Alpes Juli*, m Carniolie* Men vindt de kwik nu eens in ftenen, dan in leem-aarde. In 1564 ontdekten de Span-, jaarden de kwikzilver-myn van Güïnea Velica, die zeer ryk is van dit mineraal. Zy wordt bewerkt door Peruvianen , die nakend in die koude holen arbeiden , en die , om de ftuip-achtige bewegingen, onaffcheidelyk aan dit werk , dra?elyker te maken, zich bedienen van de Coca, die zy met ene witte aarde, Mambis, vermengd geduurig kauwen, en welke nevens andere voortbrengzels, door het gantfche ryk worden verfpreid langs den Guayaquil. Aan dén oever dezer rivier bouwden de Spanjaarden ene vry grote ftad, die zy verfterkten. Haar grondgebied levert een boom op , die hoog en dik is en wol geeft, befloten in een pop gelyk dé zyde. Op deze kust en op die van Guatimala vindt men die beroemde flakken , waaruit de ouden het purper trokken, dedeugdelykfte aller kleuren. Behalven deze zeldzaamheden levert Guayaquil vele levensbehoeften.  188 T A F R E E L 'c Is dc enige timmerwerf van de zuid - zee. Geen land is 'er, dat zulk fchoon timmerhout en masten opgeeft. Deze ftad voert den handel tusfchen de bergen van Peru en de valeijen , met Panama en Mexico. Zyne inwoners gaan egter niet boven de 20,000 zielen, die niet eens in overvloed leven kunnen. Negen branden heeft de Stad zeer verarmd. De ongezondheid van dit oort trekt de vermogendfte luiden na Lima , de hoofdftad van Peru , twe mylen van de zee , in ene verrukkelyke valei gelegen , op een byna geJyken afftand van den Evenaar en Zuiderkeerkring. Aan de ene zyde ziet men een ftUlen oceaan , aan de andere zyde ziet men derrie mylen ver , tot aan de Cordc;iers. De grond is zandig, vermengd met vuurflenen, overdekt ter hoogte van één voet met vette aarde, welke het bronwater , dat van de bergen af. loopt, aldaar aangevoerd heeft. Zyne geluk* kigc velden dragen overal de gaven ener milde natuur. Lima , voor twe eeuwen door de veroveraars van Peru gebouwd, is door elf aardbevingen vernield. De twaalfde verflondr, in 1746 , in drie minuten, de ftad, hare haven Callao, alre de fchepen op de kust, met 1500,000 000 Livres in fpeeie of in Haven, In 1682 was deze ftad zo ryk , dat de hertog de palata , by zyne intree, de haven met zilvere platen beftraat. vondt. Zy lydt nog vele aardbevingen. Leze geezcls der nature hadden gene gelukkige verandering in dezeden van Lima na zich gefleept. Hier heerscht het zelve bygeloof, als in alle de Spaanfche be.  DER BEIDE INDIEN, 189. bezittingen. De dwepery van een gezagvoerende gecstelykheid is 'er ten top. De inwoners van alle deze ftreken zyn zeer moedeloos , een gevolg van hunne verbeestheid De meesten leven met bywyven , in weerwil van den geestelyken donder , dien de Bifchoppen jaarlyks daar tegen uitbulderen. De kinderen uit deze gemeenfchap gefproten worden doorgaans voor echt erkend. De Peruviaanfche vrouwen hebben vele aanlokzelen; die van Lima hebben ogen, die flonkeren van vuur , "een witte huid , ene frisfe en heldere verwe, en ene aangename , en welgemaakte leest. Haar hair is zo lang en dik, dat het de fchaamte tot een fluijer zou kunnen dienen. Zy dragen het los zonder cieraden van paerlen of edele geiteenten , die zy voor de Brazeletten en Oorringen bewaren. Het geen haar 't aangenaamfte voor 't oog vertoont , is ene kleding, die den boezem en fchouders nakend latende , tot de helft van 't been nederdaalt, waar aan een kant hangt, waar door men de goucie einden derkouzebanden ziet heen fchyncn Zy beminnen zeer de reukwerken , voorn amelyk de amber. Men ziet dagelyks te Lima , waar voor 15 of 20,000 kronen aan bloemen ter markt gebragt worden, de dames m vergulde calechen dezelve kopen. Niet minder werk maken zy van de muziek en 't danzcn. Men zoude wenfchen, kunnen, dat zy 't gebruik van 't tabak pruimen nalieten , een gebruik , dat vooral in de gezelfchappen plaats heeft. De zeden der Mestiezen en der vrye Mulaters, welke de grootfte bevolking van Lima uit»  loc» T A F R E E L uitmaken, verfchülen niet veel van die der Spanjaarden , die zy in alles natK'otzen. Alzo zy de ambachtslui van de ftad zyn , weinig werken , en veel nodig hebben , is alles hier zeer duur. De gantfche handel van Lima wordt door omtrent 15,000 Spanjaarden gedreven, Huizen welke 2 000,000 Livres bezitten zyn niet menigvuldig , doch die van 1,000,000 gemeen. Zy zouden veel ryker worden , indien zy niet zo veel geld tot verfiering der kerken bcfteedden. De afftammelingen der veroveraars van Peru lenen gaerne geld aan een koopman , die 't nodig heeft. Dit, gevoegd by de andere omftandigheden , maakt , dat Lima 't middelpunk t is van alles , wat om gaat tusfchen de verfchillende provinciën van Peru, en tusfchen deze en Mexico, Chily en de hoofelftad. De ftraat van Magellaan fcheen de enigftd weg. die voor de laatfte verftandhouding openftondt. De langheid van die reize, hare gevaarlykheid en wat dies meer zy , deedt het oog flaan op Panama. Deze ftad was tot ene grote magt verheven, toen zy in 16 jo door zeerovers uitgeplunderd en verbrand werdt. Kort na hare herbouwing , werdt zy de hoofdftad van 't koningryk van Terra-Firma. De drie provinciën , welke het uitmaakten , gaven in 't eerst en;ge hoop , doch die de wilden van Daiien deden verdwynen. Dit Zogenaamd koningryk levert niets zonderlings op , buiten de paerlen, waarvan de visfchery dóór zee - monfters gevaarlyk gemaakt wordt. Zy hebben doorgaans een fraai water 5 eni-  DER BEIDE INDIEN. lat énige van dezelve zyn aanmerkelyk door hare grore en figuur. Maar 't geen deze plaats vermaard gemaakt heeft, is dat zy langen tyd de ftapel geweest is van alle de voortbrengzels van X hnd der Yncas , welke na de oude waereld gasn Deze goederen, met een klein vlootje aan:: kómen, worden zommige op M i e seis, an ere Lngs de Chagre na Porto Beih gebragt: Deze ftad is gebouwd aan de noordzydevan de engte, welke de twee zeeën van een fcheidt Zy heeft de gedaante van ene halve maan ; hare haven , op het aanzien wyd, is zeer eng. De admiraal vernon vernielde in 1740 hare vestingen. Zy is befaamd 'van wegens haar ongezond klimaat , dragende den bynaam van 't graf der Spanjaarden. Meer dan eens heeft men hier de Galiioenen moeten laten leggen , by verlies der manfehap. De Engelfchen , die haar in 17^6 blokkeerden , zouden niet na Jamaica hebben kunnen terug keren , zo zy hier langer hadden gebleven, 't Is bekend, dat de Europeaanfche dieren, na deze plaats gebragt, hunne vruchtbaarheid verliezen. Nogthans is Porto - Bello 't toneel van den rykften handel geworden. Hier worden de uitwisfelingen gedaan van de goederen , door de galiioenen aangebragt, tegen die van de nieuwe waereld. De prefident van den raad van Panama en de Admiraal der vloot regelen de markt , niet volgens de wezenlyke waerde der Waren , maar volgens de behoefte , die men 'er wederzydsch van heeft. De ma kt duurt 40 dagen. Het nemen van Jamaica door de Engelfchen , verminderde fterk  r5>2 T A F R E E L ftevk dien voorfpoed, door gelegenheid te geven tot een groten fluikhandel. De vrede van Utrecht gaf der Engelfche Zuid - zee Kompagnie de vryheid , om hier 4,§oo flaven te verkopen, mits 33 en een halve piaster aan den koning betalen de, Zy mogt, op ' fchepen van 150 ton , klederen , Geneesmiddelen , levensmiddelen voor de flaven , hare faktoren en fchepen zenden, om niet te fpreken van vele andere voorregten , die met één woord den handel van Chili en Paraguay in hare handen ftelde. Niet minder vryheid hadt zy voor de Zuid-zee. Zy mogt te Panama en in alle de andere havens dier kust , fchepen van 400 ton bevragten , om hare flaven na Peru te brengen. Engeland dwong Spanje boven dien de vryheid af, alle jaren een geladen fchip na de Markt van Porto - Bello te mogen zenden van vyf honderd tonnen. In plaatze van vyfhonderd kwam het met duizend. Vier of vyf fchepen die het verzelden , voorzagen het van levensmiddelen , en zelfs van goederen als de zyne verkogt waren, Het mededingen der Eng";lfchen heeft dien bloeijenden koophandel te niet doen gaan. Magellaan was de eerfte, die de ftraat na hem genoemd, in 't jaar 1520, ontdekte. Zy is hondert tien mylen lang , en op zommige plaatzen minder dan een myl breed. Zy fcheidt den uiterften hoek van Zuid-Amerika van het land van Feu. Zedert drake dezen weg gegaan was , om de kusten van Peru te verwoesten , hadt de Regering hier een fort gebouwc, waar van 't garnizoen by  der beide INDIEN. 193 pebrek van levensmiddelen verging. T. cawendish bragt 'er den laatsten overgeblevenen Spanjaard , fernando gomez van daan De vorderingen in de zee-vaart gemaakt , deden vervoleens de Kaap Hoorn omvaren , om in de zuid - zee te komen. Langs dezen weg handelden de Franfchen met veel geluk ; in den oorlog over de Spaanfche throons, opvolging , wonnen zy in 't éérst b'oo ten honderd. De vrede heeft de zaken der Spaanfche natie geen veel gunftiger keer doen nemen, en dc Mynen geven jaarlyks voor Europa niet meer dan 17,000,000 Livres 111 Goud en Zilver. , , , Hare zaken zyn niet veel aanzienelyker in nieuw Grenada, 't BinnenÜe van dat groot gedeelte van Zuid Amerika , zyn meest hoge bergen begroeit met dikke bosichen , of scheel onvruchtbaar. Men vondt het bevolkt met enige weinige hopen dwa'ende Indianen, wier enTge drift is Spanjaarden omtebrengen. Het land van Quito , in dit nieuw komngrvk ingclyfd , maakt 'er het beste gedeelte van uit. De beste ftreek is de Valei welke de Cordeliers formeert. Men ondervindt in 't middelpunt van de verzengde luehtftreek ene altoosduurende lente, die" aangenamer is dan de fchoonfte klimaten , welke door hunne ongeftadigheden menigmaal nadelig zyn. De enigfte ongelegenheid , waaraan Quito onderworpen is , zyn de geweldige onweêren ; alles fchynt te branden van het weerlicht. Dc vrurhtbaarheid is gelyk aan de fraaiheid van 't klimaat. Dé ftad, op 't hangen van een berg gebouwd , N "ïe"  m T A F R E E L bevat 50,000 inwoners , alle aan dagelykze ontucht overgegeven ; dezelve is hier groter dan in enige andere Spaanfche volkplanting, 't Spel en de drank zyn de hegunftigdfte liefhebberyen. Dageiyks worden 'er moorden gepleegd. Aan deze ongeregeldheden fchryft de Höofdftad toe het verwaarlozen der royhen , weike veel beloven ,• maar anderen zeggen , dat zy zo ryk niet zyn. Het verlies der Mynen poogde men te vergoeden door de Fabrieken , welke Hoeden , grove Lakens en Esteminen vervaardigden, en daar van jaarlyks voor 5 cf 6,000,000 Livres uitvoerden ; doch dit hulpmiddel is zedert van weinig belang geworden. Quito levert byna niets anders dan de Kina. Deze koortsbast werdt omüreeks 't jaar 1639 door de Jefuiten te Rome gebragt. 't s een oud aangenomen gevoelen, dat de Peruvianen deszelfs gebruik vele jaren X'rceger kenden ; doch daarvan afzagen, om den Spanjaarden het nut daar van niet te leren. Men vindt hier ook de Cochenille , doch men heeft den landaart niet kunnen bewegen, dezelve aan te kweeken ; fchoon zy belooft hier zo goed als in Nieuw - Spanje te zullen fiagen De landen der Quixos en Macas, die by Quito zyn gevoegd , leveren Kaneel op, die wel zo goed niet is , als de Ceylonfche , coch die door de kuituur misfehien te verbeteren zond."' zyn. De rykdommen van nieuw GrenaJa bepalen zich tot ene me» nigte Goud - mynen , van zo veel te meer waardy . wy! zy Zo ligt te bewerken zyn. Nu eens is dit metaal vermengd met vele an-- de«  DER BEIÖE INDIEN. 195 dere metalen ; en men fcheidt het 'er af, door behulp van de kwik; dan eens is he£ omkorst door zo harde ftenen dat men 'er die niet af kan krygen , dan met de uiter» fte moeite, in Grenada is 't goud vermengd met zand. Dit werpt men in een groten wa* terbak , waar in men het zo lang omroert, tot dat het goud alleen op den bodem blyfc leggen Dit is de arbeid van 8,000 Negers, die dagelyfcs een half once aan hunne meesters moeten leveren. Het geen zy meer, of 't geen zy op de feestdagen vergaren is geheel Voor hun. Dit fielt de arbeidzaamften en zui« nigften onder hen in ftaat hunne vryheid weldra te kopen. De vrugten van dezen arbeid worden gevoerd na Santé-Fe de Bogota, door queseda in 't jaar 1536 aangelegd, en wier eerfte luister gelegen was in den Smaragd voort te brengen. Het geen deze ftad nu nog enig aanzien geeft is, dat zy het Middelpunt der Rechtszaken, den zetel der Regering en de ftapelplaats der Rykdommen van Popajan en Choco is. De plaats, daar nu Karthagena ftaat, werdt in 1502 ontdekt door bastidas , die zich hier zou hebben neergezet , indien hy daarin door de Wilden niet was verhinderd geworden. Naderhand bragt men *t zo ver, dat men hier een Stad bouwde en bevolkte. Zy ftondt enige malen der verwoestingen cn plonderingen ten doel. Het was de Admiraal v£rnon die in 1741 haar aangreep , met een vloot van 25 fchepen en zo veel troepen , als nodig waren , om geheel Amerika te veroveren , doch van voor welke hy 't beleg N 2 moes?  jg6 T A F R E E L moest opbreken. Na zo veel wisfelvalligheden beftaat zy nog met luister op een zandig Schier • eiland , aan het vaste land gehegt door twe ftroken lands , waarvan de breedfte nog geen 35 Toifes breed is. In de na. buurfcbsp is een heuvel , waarop men het kafteel bü. Lazarus gebouwd heeft, welk in vredestyd Ijeen bezetting heeft van 6 of 700 man. De ftad heeft 2^,000 inwoners, waarvan de Spanjaarden het zesde deel uitmaken; 't overige zyn Zwarten , Mestiezen en gemengde geflagten. De geliefde bezigheid van dit volk is den gantfchen dag in de hangmatten zich te laten wiegen. De overgrote htte is de oorzaak dier traagheid. De regen die hier valt , verfrischt de lucht nier. De nacht is 'er zo heet als de dag. Deze oort heeft zyne byzondere ziektens , als ene braking gevolgd van ene yzelyke ylhoofdigheid ; en ene vuile melaatsheid , waarvoor men een hospitaal buiten de ftad gebouwd heeft , alwaar ieder zieke een hutje met een ituk lands heeft. In weerwil van dit nadeel , is Spanje altoos fterk verkleefd geweest aan Karthagena , uit oorzaak van de fraaiheid van de haven. De fchepen , welke aldaar komen , brengen "er levensvoorraad voor nieuw Grenada , en halen 'er 's jaars niet veel meer dan 5,000,000 Livres van daan , doch 'er woidt ruim zo veel goud ter fluik uitgevoeid ; welken handel op ene menigte plaatfen der kust gedreven wordt en Spanje van het grootfle deel zyner fchatten beroofd. Tusfchen de rivieren Magdalena en Orenoque, is een lange reeks kusten , ontdekt in  der beide INDIEN. 19? in T4QO door ojeda , J- de la cosa en amer cus vEsprTius. De Wilden , gewoon elkander geduurig te beoorlogen , gedoogden zo list als in de eilanden niet, dat deze geluk - zoekers zich hier neerzetten ; egter gelukte 'hun dit ten laatfte. Toen bouwden zy aldaar Cumana, Caraque, Venna, Coro, Maracaibo , en St. Martha. Het grondgebied van zommige leve» de goud - mynen op , die in de eerfte tyden vry wat gaven; deen daarna verminderende dezeive deedt verlaten. In die plaatzen , welke gene goud - mynen hadden , trokken de Spanjaarden landwaarts in, om de Indianen door moord en ge weid hun goud afteperïen. Deze ihoodheid ontftak las-casas; hy maakte een ontwerp , om aldaar ene volkplanting van Spanjaarden opterichten, op ene byzondere wyze gekieed, die door goedaartighcid en rechtvaardigheid de Indianen zouden befchaven. Het zelve werdt verworpen. ; _ . . Karel de V. verpandde de Provincie van Venezuela , in 't midden van dit land gelegen , aan de familie der velzers , van wel. ke hy zware fommen hadt opgenomen. Deze ryke koopluiden van Augsburg zonaen derwaarts 4S0 Duitfchersl, wier woestheid en gierigheid alles wat men tot dus verre in de nieuwe waereld gezien hadt., te boven ging. Zv worden befchuldigd een millioen Indianen vermoord te hebben. Dit treurtoneel eindigde met ene yzelyke nederlaag. Men zoude gedwongen zyn geweest, dit als een gelui voor den landzaat aantemerken, zo zyn volgende Landvoogd , carvajal x met even % N 3 fnooct}j  ïc$ T A F R E E L fnood , en misfchien nog fnoder geweest was. Hy verloor wel zyn hoofd op 't fchavot ; jnaar deedt dit de flachtoffers zyner wreedheid herleven? De ontvolking van dit land was zo fterk , dat men zwarten uit Afrika moest doen komen , om de plaatzen der vermoorden te vervullen. Deze raakten , door de wrede behandeling , aan 't muiten , en dit maakte andermaal van de volkplanting een wildernis , bedekt met het bloed en de asch van Negers , Spanjaarden , Indianen en Duitfchers, en bragt het land in ene volkomene vergetelheid. Het midden van deze uitgeftrekte kust houdt zich nog bezig, met het aankweken van den Kakao-boom. Deze is van ene middelbare grote , en komt voort van zyn zaad. Zyne bladeren gelyken veel na die van den Oranje-boom, behalven dat zy niet glad zyn. Zyn vrucht , befloten in den ftamper van den bloeizem , is een peul , die de gedaan, te heeft van een fcherpen meloen , met duidclyke ribben , wordende zeven of acht duimen lang en vier of vyf duimen breed, waarin 20 of 30 kleine pitten befloten zyn. Wanneer hy geel wordt , moet men hem plukken. De kakao-boom beloont den arbeid van den planter , na verloop van twee of drie jaren. Hy vordert een vochtigen grond , en een befchutzel tegen de winden. cZy brengt jaarlyks op voor byna 12,000,000 Livres en yeifchaft werk aan 10 of 12,000 Negers. Dit is nu, behalven een weinig katoen, indigo en huiden, 't enig voortbrengzel van een zo uitgeftrekt land. VIII.  der beide INDIEN. IQ* VIII. HOOFDSTUK. De bezittingen der Spanjaarden in Chh li en Paraguai. (Lvhili, zo als het de Spanjaarden bezitten, heeft ene gemiddelde breedte van.-o¥ylen,tusfchen de zee en de Cordeliers, en ene lengte van 900 Mylen langs de kust, van de grote wildernis van Atacamas , tot aan dc Eilancen van Chiloë , wélke beiden het van Peru en het land der Patagons fcheiden. De Yncas onderwierpen aan .hunne wyze wetten een gedeelte van dit uitgeftrekt land de over-, winning van deszelfs andere .gedeelte ontmoette vele zwarigheden; de Spanjaarden hervatten dit, nadat zy de voornaamfte provinciën van Peru hadden overwonnen. Almagro , in *t jaar 15-55 van Cusco vertrokken, toog over de Cordeliers; en alhoewel honderd vyftig derzynenen tien duizend Indianen in dezen togt omkwamen , bereikte hy nogt'ians zyn doe], en werdt met ene volle onderwerping van t volk ontvangen , dat voortyds een deel uitmaakte van *t Ryk , 't geen hy had omver geworpen. De fchrik zyner wapenen zoude hem zyne voordelen verder hebben kunnen doen uitbreiden , zo byzondere belangen hem niet na het middeipunt van 't ryk hadden doen teN 4 ru§"  fioo T A F R E E L rug keren , daar hy een treurig einde vondt. In 't jaar 1541 rerfcheen valdivia aldaar met ene meuwe magt , en drong 'er zeer gemaklyk in. De natie , na haren oogst'te hebben ingezameld , vatte de wapens op en begon een oorlog , die tien jare/; zonder ophouden duurde Een oud Indiaansen kapitein, te zwak om meer uit zyne hut te komen , was het moede akoos van dien tegen fpoed te horen fpreken. Het hartzeer , van de zynen altoos door een hand vol vremdelingen te zien geflagen worden verjongde zyne kragten : bv verzamelae zyne landslui in ligchamen van duizend , en voerde tegen den vyand aan dertien van dergelyke Régimenten , die hy t een achter 't ander plaatfte , met bevel zo de ftryd te zwaar werdt , zydelinks uit te wyken agter het acbterfte Regiment. Deze órde heilig waargenomen , maakte dat de Spanjaarden , door altoos te moeten vechten zonder voordeel , afgemat werden. Men fneedt hun den terugtogt af. Zy werden ah le, niet een uitgezonden, om hals gebrast. De Indianen goten , zo men verhaalt , gefmolten goud in den hals van valdivia om dat hy zo zeer na hetzelve gedorst hadt. Deze overwinning maakten zy zich ten nutte, om de verwoesting te brengen in de Europeaan, iche bezittingen, wanneer groter magt, mist te pas van Rem aangekomen , de Span aar. den m ftaat Helde hunne meer verfterkte po<^ ten te verdedigen. Maar van alle gewesten w de meuwe waereld, waar de Spanjaarden hunne bezittingen hebben willen uitbreiden , is  DER BEIDE INDIEN. 201 is Chili dat gene , waar zy den meesten en meest aanhoudenden tegenftand ontmoeten. Hunne onverzoenelykfte vyanden zyn de bewoners van Aranco en Tucapel, en de Indianen ten zuiden Biobio , wier zeden hen meer gelykheid met de wilden van Noord-Amerika , dan van 't nabuurig Peru doet hebben. 7,y voeren noch bagagie, noch tenten in hun Jcger. Dezelve bomen , waarvan zy hun voedzel trekken , leveren hen hunne lanzcn en werpfpiezen , waarmede zy altoos gewapend zyn 't Is hun om 't even, waar zy wonen, Hunne legers bewegen zich met ene verbazende fneiheid. Zy ftellen hun leven in gevaar, als luiden die 'er niet om geven. Zomwylen nodigen, zy hunr.e nabuuren zich met hen tegen den gemenen vyand te verenigen. In de donkerheid van den nacht, valt men aan op 't eerfte dorp daar Spanjaarden zyn; van hier ftroomt het bloed tot de volgende. Alles verliest het leven , behalven de blanke vrouwen. Zy nemen nu en dan , door de heftigheid van hunne bewegingen , de moeijely;fte posten. Indien zy den kop van één Spanjaard op een piek kunnen wegdragen , ftoren zy zich n;et, om 't verlies van honderd Indianen. Als zy zich te veel in de engte zien, rukken zy in ongenaakbare woestenyen en bosfchaadiën in, , van waar zy, met nieuwe verfterking , wederom uitvallen doen op hunnen ouden vyand. De oorlog is voor dit volk een foort van tydverdryf. De Spaanfche trotsheid moet zich vernederen , om de eerfte voorflag tot vrede te doen. De Gouverneurs van Chili N 5 en  202 T A F R E E L en der Indianen , beftemmen , onder de vermaken van de tafel , de voorwaarden der verzoeninge. De Grenfen waren voorheen de daar toe beftemde vergaderplaatzen; doch de twe laatffe zyn gehouden in de hoofdftad. De Wilden zenden telkens .daarheen Afgevaardigden om de eensgezindheid te onde.houden. Niettegenstaande deze worfteüngen zyn in Chili, voornaamJyk aen den oever der zee , voortreflyk0 bezittingen aangelegd Men vindt 'er la Serena , weike niet voorfpoedig is; Val. paraifo , van een gehugt tot een bloeijende Stad aangegroeit, wier Havi n een myl landwaards in ichiet, en wier Ree het naaste aan de beste plantaadjen van St. Yago legt; la Conception , in 1550 gebouwd , op een voortreflyken grond , voormaals de Hoofd, ftad der volkplantinge , doch door verfcheiden wederfpoeden afgenomen; Valdivia, 75 Mylen van la Conception , meer gewigtig dan volkryk ; en een Fort op de oostkust van het Eiland Chiloe'. Binnenslands legt Sant. Yago, opgeworpen in 1541 , verwoest in 1730 en kort daarop met meer luister herbouwd , dan men ergens in Amerika vindt. De Huizen zyn gebouwd van fteen, in de zon gedroogd , en zyn zeer laag , doch voorzien van ruime tuinen , welke door ftromende wateren verfrischt worden. Zy bevat flegts 40,000 inwoners, 't welk men moet toefchryven aan het Bygeloof, dat hier negen Mannen-en zeven vrouwen kloosters heeft geftigt. Deze Stad is de zetel van het Ryksgebied , hoewel de Gouverneur in het landbeftuur , de finantien en den Oorlog aan den onderkoning  derbeideINDIEN. 203 ning van Peru onderworpen is. Elf Corregidors door bet land verfpreid zyn hem ondergefchikt. De bevolking is hier te lande tot omtrend 500,000 zielen aangegroeit j er zyn weinig Afrikaanfche flaven, en de inboorlingen zvn in het bloed hunner verwinnaren te zoek geraakt of na ongenaakbare plaatzen geweken. De luchtsgefteldheid is 'er gematigd , en de wyn-, koorn-en olie-oogsten leveren met geringe moeite het viervoudige van andere gewesten op. De Europeaanfche dieren, inzonderheid de paarden , tieren hier welig. De Natuur heeft dit gewest, behalven een voortreflyk foort van Koper, ook het Goud gegeven. Vóór het jaar 1-50 hadt 's lands kas voor haar twintigfte aandeel in dit Metaal fiechts 50,220 Livres jaarlyks ontvangen, Uoor ' ene munt, in dat jaar aldaaropgerigt, ontving in 17 71 de kas 200,032 livres voor haar aandeel , 't welk zedert neg is toegenomen. De Alcavada en 'l ollen geven 1,080,000 Livres. Voor deze penningen kan dit land byna zyne Militie befoldigen, welke beftaat nevens de bezetting van Valdivia, uit 1746 Soldaien, 240Ruiters en twe kompagnien Indianen. Chili heeft ten allen tyde enigen koophandel gedreven met de Indianen van Peru en Paraguay. De Wilden leveren wollen-floffen klederen , Poncho genaamd , wit of biaauw van kleur, welke de algemèene dragt zo wel van Mannen als Vrouwen is Zy zyn drie ellen lang en twe breed ; in 't midden is een gat door welk men 't hoofd fteekt. De prys is van 30 tot 1000 Livres, naar gelange harer fraaiheid, Jn betaling ontfangen zy fpiegels, inuis-  204 T A F R E E L fnuisteryen en andere goederen. Boe zeer zy op deze dingen gefield zyn komen zy nimmer uit hunne bos fchen om ze te halen , men moet ze hen bi'cngen. F,e*tyds verkogt men ook den Wilden wyn en fterken drank , doch wyl zy dro-ken zynde de Spanjaarden kwamen vermoorden , is dien handel verbaden. Peru fr?kt jaarlyks uit Chili ene grote menigte huiden , droge vruchten , koper , peke! - vleesch , paarden , hennip , reuzel tarw en goud , waarvoor het tahak , zuiker , kakao , aarde - werk , lakens , lywaten , Quitofche hoeden , en alle de voorwerpen van weelde , welke uit Europa komen , geeft. De fchepen die deze waren verruilen , komen van Callao te Valparaifo. Een Europeaansch Huurman , die den langen tyd van een jaar , we'ke men tot deze reize toebragt, vergeleek met de winden , deedt dezelve in éne maand ,. door dieper in zee te gaan, welke men zedert gevolgd heeft. Tusfchen Chili en Paraguai gefchiedt de koophandel niet ter zee , waartoe men of om de kaap Hoorn, of do ir de ftraat van Magellaan zoude moeten varen Dezelve wordt gedreven te land, langs een weg van 300 mylen, want zo verre is St. Jago van Bueno=-ayros, door bergen fneeuw, hebbende tusfchen beide de lengte van 40 mylen over de Cordeliers , wordende de goederen door muil ezels gedragen. Van Chili brengt men na Paraguai de Poncho's der Wilden , wyn , brandewyn , olie, en bovenal goud. Hiervoor ontvangt men in betaling wasch , talk be-  DER BEIDE INDIEN. 205 bekwaam om zeep van te maken, Europeaanfche waren , en de Negers , welke Buenos - avi es kan opleveren. Paraguai heeft dezelve Regeringsvorm als Chili Het Srenst ten noorden aan de rivier de- Amazonen, ten zuiden aan't land van Ma«ell an ten oosten aan Brazil, ten westen tan" Chili en Peru. *t Is zyn naam verfchuldigd aan ene grote Rivier > welke komende Ui» het meir van Xarayes, van t noorden na 't zuiden fhoomende , zich in de zee op oc graden zuider breedte ontlast. Dit land het geen vyf honderd mylen lengte en ene breedte van drie honderd mylen heeft , is vol van zeldzaamheden. Men vindt 'er zeer grote bosfchaadjën , ketenen bergen waarvan enige zich in de wolken verliezen, laag land het geen meest onder water legt en waarvan de uitwazemingen de lucht bederven. Het volk dat in deze bosfehen om dwaalt is meest olyfkleur. De mannen en kinderen gaan nakend ; de vrouwen zyn alleen zo veel bedekt als de eerbaarheid vordert Zy worden befchreven als dom, onftandvastig, trouweloos, gulzig, zwelgende en lui. De iacht, de visfehery, wilde vruchten, de honing , die overvloedig in de boslchen is . wortelen , die van zelfs groenen , geven hun voedzel; dat zy te ligter vinden, naar mate zy nv.-er van woonplaaize veranderen , het geen zy ligt doen , wyl zy hunne woningen met takken van bomen maken. Schoon zy ieder op zich zeiven en onaf hanglvk leven , heeft de noodzakelykheid, om J den  aoö" T A F R E E L den oorlog te voeren-, hen geléert zich in ene maatfchappy te verenigen. De rivier van Paraguai werdt in 1516 door dias de solis, opperJoots van Kastilie, ontdekt en bevaren. De Wilden bragten hem en de meesten der zynen ter dood. De Portugezen van Brazil werden enige jaren daarna op dezelve wyze behandeld. Deze tegenfpoeden deden Paraguai uit het oog verliezen, tot dat caeot, die voor de twede maal ene reize na Terre-neuf deedt , en zich aan den'mond van de rivier de la Plata , 't zy Uit gebrek aan levensmiddelen , 't zy van wegens den ópftand van zyn fcheepsvolk , enigen tyd op hield , de rivier op voer, en een Fort bouwde , aan den mond van de Riotercero. Nuno de LAitA moest dit fort bewaren. Indien de Generaal alleen zo vele foldaten gehadt hadt, als hy natiën hadt te bevechten, zou hy de overwinning op de dapperheid vart zyn volk hebben kunnen bouwen. Tegen ontelbare menfchen hadt hy fleehts 120 man. Dit ftelde hem in de noodzaaklykheid ene verbintenis te maken met de Timbuezen , die digt by zyn Gouvernement lagen. Mangora, hun Cacique, ingenomen met het karakter van nuno , omhelsde het voorftel; doch zyn nieuwen bondgenoot komende bezoeken , wordt hy verliefd op de vrouw van den onverwinnelyken s. hurtado. ■ Van dat ogenblik wordt de Cacique razende van liefde ; hy verzoekt hurtado met zyne vrouw hem te willen bezoeken. Maar hurtado door zyne vrouw van de liefde van den Cacique ver-  DER BEIDE INDIEN. 20? verwittigd, flaat dit verzoek af. Mangora ziende dat hy het voorwerp zyner liefde nimmer bezitten zou , dan door de dood zyns medeminnaars, befluit hem door verraad om 't leven te brengen. Vernomen hebbende , dat hy aan 't hoofd van 50 Spanjaarden uit het Fort getrokken was, om levensmiddelen met de degen in de vuist te gaan zoeken, en dus het garnizoen zeer verzwakt zynde , verzamelt hy 4,000 Indianen , en legert ze in een moeras digt by het fort. Toen trekt hy aan 't hoofd van dertig man , geladen met voorraad , na de poorten der ftad, zeggende gehoord te hebben , dat zy aan levensmiddelen gebrek hadden , en dat hy ze aanbragt , tot dat de vo rraad zoude gekomen zyn. De Cacique wordt met blydfchap ont. vangen ; en tenvyl een ieder , verhit dooiden drank van het festyn, flaapt, berichten de vlammen van het in brand ftaande magazyn de Timbuezen dat zy ter plundering van de ftad moeten aanrukken. Ondertusfchen , terwyl de troepen den brand trachten te blusfen, openen de Indianen de poort; zy vallen gezamentiyk , met de ponjaard in de hand, op de Spanjaarden. De lara dodelyk gekwetst, denkt zo zeer niet om den dolk uit zyne wonden te halen, als om zyn dc:en in 't hart van mangcra te dryven. Boide valien zy neêr , elkander verfcheurende. Vier vrouwen en vier kinderen hlyven alleen in de plaats over met Miranda , de onfchuldige oorzaak van dit treurtoneel. De droevige flachtoffers worden gevoerd na s[rippa, broeder van den gefneuvelden Cacique. In 't hart van  2o* T A F R E E L van dezen was de drift van zynen broeder overgegaan; hy werpt zich aan de voeten van mi. randa, zeggende dat zy vry, en hy haar dienaar is. Dit beantwoordt miranda met fierheid en verachting. Sirippa zich vlyende dat dergelyke gevoelens met den tyd zouden afnemen, verdubbelde zyne liefkozingen na mate van hare weigeringen. Hurtado ondertusfchen van zynen tocht terug gekomen, vindt in plaats van een Fort, niet dan bebloede asch. Zyne ogen zoeken overal miranda. Op 't laatst verneemt hy haar verblyf onder de trouweloze Indianen. Geen gevaar doet zyn befiuit wankelen om haar uit hun midden te rukken ; zyne tegenwoordigheid wekt in 't gemoed van den Cacique alle de razerny van den minnenyd op. De dood van HUrTADO is vastgezet, maar miranda weet dit befiuit te doen herroepen. Zy verkrygt zelfs de vryheid hen nu en dan eens te zien , doch met dat beding , dat zo zy zich immer aan de bewegingen der liefde overgeven , de dood van beiden bepaald is. Dit verbod wekt de begeerte op; de liefde fterker dan yzere ketens, tyrannen en den dood eischte die zoete fchatting van vermaak. Op zekeren dag betrapt sirippa hurtado, in de armen van miranda. Hun dood was vast gefield , en beide worden zy van 't.huwelyksbed na de ftraf - plaats gefleept ; daar zy den geest geven , onder betuiging ener euwige liefde. Middelerwyl fcheepte moschera, het hoofd der overgeblevene Spanjaarden geworden , zich met zyn kleine hoop volks in op ecu  der beide INDIEN. 209 een fchip, dat ten anker was gebleven. Doch in 15*5 deed: ene fterker macht zich weder op de rivier zien , en bouwde Buenos -iVyres , welk fchielyk gebrek aan levensmiddelen hadt. Zy die ze gingen zoeken, werden door de Wilden vermoord. Hierom werdt verboden op lewensftraffe uit de ftad te gaan. Ohdertusfchen floten de Indianen de volkplanting > welke zy befloten hadden uittehongeren, meer en meer in. De terugtocht fcheen hunne enige toevlucht, maar de^verzekering van de rykheid der mynen weêrhieldt hen. In dit vertrouwen verlaten .zy Buenos-Ayres , om de ftad Asfumption te ftichten , waar door zy meenden nader aan de bronnen der fchatten te zullen komen. De Wilden van dit oort waren minder woest. Deze gaven den Spanjaarden levensmiddelen. Ten einde enige aankleving in hen te verwekken , wilde men ze kristenen doen worden , waartoe men best dagt hun een groot denkbeeld van hun godsdienst te geven. Hier toe moest een procesfie dienen. Maar de Indianen hadden befloten hen om te brengen. Irala hier van verwittigd , doet het gerucht lopen > dat de Topigezen , vyanden van het land, in beweging zyn. Hy beveelt zyne manfehap in de wapenen te komen , cn roept de hoofden der Wilden te zamen , om raad te plegen over dit gewaand gevaar. Zodra deze zich. ten prooi der Spanjaarden gefield heb» ben , doet irala hen fterven , en dreigt de Wilden, die hen vergezeld hadden, met dezelve ftraffen. Zy onderwerpen zich, erkennende zyne opperheerfchappy , en de bevrediging O werdt  2io T A F R E E L werdt gefloten met enige huwelyken tusfchen Indiaaniche vrouwen en Spanjaarden. Uit deze vereniging kwamen de Mestiezen , zo gemeen in Amerika, in de waereld. 't Was te vergeefsch , dat zy ongelukkig Haagden in hun zoeken na goud-mynen ; zy zouden nog dieper land waards ingetrokken zyn , zo 't Hof hen niet bevolen hadt weder na Buenos-Ayres te keren en het te herbouwen. Dit deedt, in T580, j. ortiz de zarata, op een grond welke zedert veertig jaren woest had gelegen. Zommige der kleine nabuurige .Natiën ondergingen het juk , anderen, meer op hare vryheid gefield, verwyderden zich. De meesten weken na Chaco. Dit land, 250 mylen lang en 1^0 breed, geagt voor een der beste ftreken van Amerika , wordt bewoond van byna 100,000 Wilden , in ene menigte Natiën verdeeld , en is door vele rivieren doorfneden , waar van de voornaamfte is Pilcomayo, welke ontfpringt in de Provincie Charcas en zich in twe armen verdeeld, zeventig mylen boven de plaats daar zy in de Rio dc la Plata valt. Verfcheide malen heeft men getiagt door dezelve enegemeenfehap tusfchen Paraguai en Peru te vestigen , doch verfcheide mislukte pogingen hebben daar van doen afzien. Eindeiyk egter is het den zendelingen gelukt 3,000 der landzaten te vestigen in veertien gêhugten, en Spanje heeft, in weerwil der veelvuldige invallen der Wilden, drie provinciën in dit wydftrek. kend gewest aangelegd. ■ De Provincie Tucuman is effen , waterryk en  derbeideINDIEN. ïh en gezond. Zy heeft beste weilanden en kweekt overvloed van katoen en koorn ; de Indigo zou Ker voorfpoedg gekweekt kunnen worden. De Bosfchen leveren een overvloed van Honig en voortreflyk hout. Men vindt hier den Cuebracho-boom welks hout men de de hardheid van Marmer toekend. Het gedeelte der Andes , onder deze Provincie behorende, bevat Goud en Koper; gebrek aan handen alleen belet het verkrygen van de rykdommen van dit uitgehrekt gewest. Deszelvs gantfche bevolking wordt gefchaf op 100,000 zielen , zommige plantaadjen bevatten 40,000 Osfen en 6,000 Paarden, behalven het minder vee. De Provintie eigenlyk Paraguai genaamd, vogtig uit hoofde der bosfchen , meiren en rivieren, bevat flechts 56,000 inwoners, waar van het grootfte deel ten platten lande wonen , en aldaar tabak , katoen en fuiker planten , welke, nevens het kruid van Paraguai, na Buenos-Aires gezonden wordt voor Europifche goederen Deze Provincie werdt in 't jaar 1621 van Paraguai gefcheiden. De lluikhandel, na den Utrechtfchen vrede op St. Sacrament begonnen, gaf de Stad enig aanzien. De Rampen, het Eskader van pizarre in 1740 overgekomen en den oorlog welke Spanje en Portugal in 1776 aldaar voerden voltooiden hetzelve. Hare oevers zyn bedekt met talryke kudden , en de levensbehoeften groeijen 'er in overvloed, behalven Wyn en Hout. De hoofdplaats is gezond en vermakelyk, en bevat 30,000 inwoners; nevens een Fort door 700 O 2 man  «a T A F R E E L man bezet, Zy ligt 60 Mylen van zee, en grote fchepen kunnen haar niet genaken. De rivier is zo gevaarlyk , dat ook in 't fril. fte Wcêr iootzen de kleinderc fchepen in een fchuitje vooruit moeten gaan , om den grond te peilen. Met dit al Jopen de fchepen gevaar , om te grond te gaan, door de zware ftormen , welke van de bergen van Chili af rollen. Indien de Spanjaarden zich verftandig gedragen hadden, zouden zy ene betere plaats voor die ftad hebben kunnen vinden. 't Rykfte voortbrengzel van Paraguai, is 't kruid dat daarna genoemd is. 't' Heeft de fmaak van Mal va en de gedaante van een Oranjeboom. Het is ene der grootfte geneugten van de Wilden. Chili en Peru vertieren 'er 's jaar* 3,000,000 ponden van, die, tegen 23 Livres 12 ftuivers en 6 penningen de 30 ponden gerekend , een voorwerp van £3302,500 Livres uitmaken, Dt gebruiken zy en de Spanjaarden , die in Amerika wonen , als thé; 'er zuiker en citroenzap by doende. Europa ftelt 'er geen belang in, zo min als in den handel welke dit gewest dryft in Muilezels. Dit dier is fterk vermenigvuldigd op het grondgebied van Buenos - Air.;s , van waar de bewoners van Tucaman jaarlyks 60,000 fluks twejarige komen ruilen voor Timmerhout en Was. Zy kosten aldaar agt of tien Livres, en worden na tweentwintig maanden grazens, by troepen gevoerd na Peru, langs een weg Van zes tot negen honderd Mylen, en aldaar verkogt voor 70 tot ioo Livres. Tucaman zenat ook na Poiofi 16 of 18,000 Usfen en 4  der beide INDIEN. 21^ 4 of 5,000 Paarden ; van welke dieren het twintigmaal zo veel zou kunnen kweken. De verzendingen in deze gewesten gefchieden met wagens , ladende 5,000 ponden , welke karavaanswyze , om tegen de Wilden beftand te zyn, na Peru er Chili reizen. Zedert 't jaar 1764 vertrekt 'er om de twe maanden , een paketboot uit de Corunna na Buenos-Aires. Vervolgens is 'er te Paraguai een geregeldcn post aangelegd op de Hoofdleden van Peru en Chili. Toen de Spanjaarden zich 't eerst te BuenosAires neer gezet hadden , waren 'er eenige kleine kudden door hen 't land in gejaagd ; deze hadden zich zodanig vemenigvuld;gd , dat zy er te paard op gingen jagen , hen de kniefchyf afhouwende; wanneer zy eenige geiaagd hadden , haalden zy 'er vervolgens den huid en 't fmeer af, de rest iatende leggen voor de roof - vogels. Maar deze handel in huiden begint zichtbaar aftenemen Dit gebrek zal door de tabak, die- men in Paraguai begint te telen , vervult worden. Het geen wy van het natuur en zedenryk van Paraguai gezegd hebben , was niet zéér gefchikt , om de aandacht na zich te trekken. Het geen 't zelve vermaard heeft doen worden, was ene bezitting in 't middelpurkt van dit land opgericht. De Jefuiten , onderrecht hoe de Yncas te voren regeerden, dagten dezelve ten voorbeeld te nemen , in de uitvoering van hun ontwerp. De afftammelingen van manco capac vertoonden zich mee een leger, dat enige krygstucht hadt , op de grenzen der Wilden , ftelde hun voor met O 3 hen,  2i4 T A F R E E L hen een Rylc uittemaken , en hunnen godsdienst te omhelzen. Vonden zy te veel weer. Hand, zo wapenden zy zich met gedult. Gelukten het hun de eerfte maal niet, zo zonden zy ten twedenmaal afgezanten; moest het Leger ftryden het hield ftil op het ogenblik der overwinning en behandelde de gevangenen menschlievend. De Jefuiten, die gene legers hadden , bedienden zich van den weg der overredinge. Zy gingen de Wilden in de'bosfchen opzoeken, en hebben het daartoe gebragt, dat zy hunnen godsdienst , dien zy niet verftonden , omhelsden , om de aangenaamheden der zamenlevinge , die zy niet kenden , te fmaken. De Yncas en Jefuiten hebben in Para. guai ene wetgeving vastgeftelt , welke de misdaden voorkomt, en de noodzakelykheid van ftraffen wegneemt. De Regering der Jefuiten is theocratisch , waartoe zy veel hulp vinden in de biecht. Het berouw brengt hier aan de voeten des rechters den misdadigen , die der overigheid zyne ftraffe afimeekt. De ftraf is hier een troost voor 't gemoed des fchuldigen. De Paraguaianen hebben gene burgerlyke wetten , om dat zy geen eigendom hebben. Alle hunne wetten zyn voorfchriftcn van den Godsdienst. In de bezittingen der Jefuiten zyn meer konsten en aangenaamheden, dan 'er te Cusco zelve waren. Men kent hier geen geld. De ambachtsman brengt zyne werkftukken in 't openbaar Magazyn, alle ftanden zyn hier gelyk. De Yncas Cn . ve Jefuiten hebben den godsdienst doen eerbiedigen , door zyne uitwendige pracht. De  DER BEIDE INDIEN. 215 De laatfte hebben dien aangenaam gemaakt , zonder 'er een poppen - fpel van te maken. Ieder priester is de vader en herder zyner fchaoen. In een diergelyke Regering , daar niemand ledig is , daar de grond goed , de lucht gezond is, waar de zwakke, de weduwen en wezen ene gemakkelyke hulp vinden , moest de bevolking zeer groot zyn ; dit is zy evenwel niet. , Deze heerfchappy is eerst ra t jaar 1610 begonnen ; zy ftrekt zich uit van den Parana tot aan den Uruguay;' Op den oever dezer twe rivieren hadden de Jefuiten in 1676 twe en twintig volkplantingen opgericht ; in 1702 , telde men 'er negen en twintig , zedert is de bevolking neg fterk toegenomen en wordt thans gefchat op 200,000 zielen Men heeft van dien geringen aanwas den Jeluiten de fchuld gegeven ; hun te last leggende; dat men de Wilden te zwaar deedt werken ; dat men hen drukte, dat men hen ene neiging voor 't ongehuwde leven aanbragt ; en eindelyk dat het grondgebied geen groter getal kon voeden. Dit verfchynzel heeft andere bronnen. De Wilden , welke rondom deze bezittinge dwaalden , bragten vele Menfchen om hals. De kinderziekte hier aangebragt heeft zeer fterke verwoestingen gepleegd, 't is te verwonderen , waarom men zich niet van de inenting bediend heeft. Dit land is nog aan andere befmettelyke ziekten onderworpen , ontftaande uit de kwade dampen en aanhoudende nevels. De Chiquiten, hoewel nader aan de verzengde luchtftreek, zyn veel Merker en veel ta). o 4 ry-  ftïtf T A F R E E L ryker dan de Guaranis. Onder den naam van Chiquiten, verftaat men verlcheide kleine natiën , verfpreid in ene uitgeurekheid van den elfden graad zuidèr breedte tot den eenentwin'.igftcn. Het land is warm , vruchtbaar en bergachtig. De ee fre veroveraars van Peru kenden de Chiquiten, maar konden ze niet te onderbrengen. De ftandvastigheid der Jefuiten overwon al'e zwarigheid van dezen en den Spaanfchen kant. De bevolking heeft altoos toegenomen. De gemeenfchap van goederen is 'er ingevoert, zo van de voortbrengzelen der natuur als konst. De Moxen waren dergelyk een wild, omdwalend volk , welk de edele moed van een weidenkenden Jefuit, tot een gezellig leven wist te vestigen. Niets lag den Jefuiten nauwer aan 't hart, dan deze drie republieken in een te fmelten. Dit zoude wel gelukt zyn , zo zy daarin door de Spanjaarden niet waren gedwarsboomd geworden. . . De Zendelingen dreven den handel voor de Natiën; zy zonden het werk van hunne kunftenaren nevens het kruid van Paraguai na Bue. nos-Aires. Voor het geld , dat zy 'er voor ontvingen betaalden zy het hoofdgeld , dat m>.n den Koning lchuldig was, cn enige wa. ren , die men uit Europa kreeg. Zie daar het geen den grondflag gelegd heeft tot vele zotte befchuldigingen, te ongerymd , om weerlegd te worden. Dit volk heeft op den duur ctn rut genoten , nevens een overvloed , die hun nooit een eigendom, daar zy geen verlangen na hadden, noch het over- tol-  DER BEIDE INDIEN. 217 tollige , dat zy niet nodig hadden , heeft doen betreuren. Er zyn luiden die- beweren , dat de Jefuiten , die menfchen zo zag: , zo rechtvaardig, zo goed, zich wel eens hadden kunnen onafhanglyk maken , wyl zy de beste foldaten van de waereld hadden. Zy waren zeer wel geoeffend in de wapenen, onderdanig uit godsdienftige beginzelen , en vogten met den grootften moed. Dit wantrouwen , dit vermoeden is derhalven zo geheel niet zonder grond. De ftryd tusfchen de waereldlyke en g°estelyke ma?t heeft tot veel twisten en onrust aanleiding gegeven. De Jefuiten , welke deze verdeeltbeid kenden , vestigden deze beiden tot éne magt. Maar was dit voor hun of hunne onderdanen ? De bereidwilligheid , waarmede deze geestelyken , op orde van 't hof van Madrid , een ryk verlaten hebben , daar zy zich zo ligt zouden hebben kunnen fhande houden, heeft hen in 't oog van geheel i'.uropa gerechtvaardigt, en gezuivert van 't vermoeden van heerschzucht. ündertusfehen moet men waarnemen, dat zo het volk zich aan't Spaanfche juk onde-werpt , men recht zal hebben te zeggen , dat de Jefuiten zich meer bezig gehouden hebben , den Wilden een geest van gehoorzaamheid in te boezemen., dan hen te verlichten aangaande de natuurlyke billykheid; maar zo zy zich tegen dit nieuw geweld verzetten , en de bloed vergietingen der Spanjaarden wreken, dan zal men ben roemen, om dat zy gearbeid hebben om dit volk wezentlyk gelukkig te maken. O5 Ba'  ai8 T A F R E E L Behalven 't gevaar, welk Spanje van deze zyde dreigt , blyfc het nog altoos biootgeft&d , aan de invallen van den kant der Zuid - zee. De Hollanders toonden , in 't jaar 1643 , dat zy van deze zyde , niet zo ontoegangiyk zyn , zich van Ealdivia meester hebbende gemaakt. Ziekten, en troepen uit Peru afgezonden, deden hunne goude hoop verdwynen. Daarna kwamen de Franfchen en fngelichen hierop pogingen doen Zedert 't jaar 1764 houden deze laatfte zich gerust bezig met ene bezitting in de Zuid-zee , alwaar zy reeds zeven wel bevolkte eilanden ontdekt hebben. Zo deze pogingen ernftfe onderfteund wierden , zoude men Baldivia , wiens fterkte op verre na niet zo ontzachlyk 1s j bunnen wegnemen , wyl het geen voorraad heeft , om ene belegering te kunnen uitltaan Een klein Eskader kon , zich hier eens ververscht hebben , Chili ligtelyk wegnemen , wyl in dit gantfche koningryk thans geen 500 foldaten zyn. En de landaart zoude , by de eerfte gelegenheid, tegen hunne tyrannen opftaan. De kusten van Peru zouden nog minder tegenftand bieden. Calleo, derzei ver enigfte fort, heefteen Hecht garnifoen van 600 man. Het nemen van deze haven zoude den weg banen tot dat van Lima. Alle onderftand , dien deze ftad van den zee - kant zoude kunnen verwachten , zoude door 't vyandclyk Eskader onderfchept worden. Panama zelf zou welhaast zich moeten overgeven. Dit zoude den vyand echter niet in 't bezit ftellen van een zo groot ryk ; maar als men acht ftaat op  BER BEIDE INDIEN. 21? op de misnoegdheid der Indianen, op de weekheid der Creolen , zo zal men moeten toeftemmen , dat die natie , welke de Spanjaarden hier eens zal overvallen , op hen dezelve voordeden hebben zal, als deze hadden over de Amerikanen. : Indien de vyanden van Spanje zich hier eens genestelt hadden , hoe vele zwarigheden zou het niet ontmoeten, om ze 'er wederom van daan te dryven. Twe fchepen zvn in ftaat den handel van de Zuid - zee te ftiemmen. 't Is derhalven 't belang van Spanje hier altoos een fterk Eskader te houden , waartoe het alle de bouwftoffen in zyn eigen land heeft. En fchoon Legers in Indie toegerust nimmer gelyk ftaan met Europeaanfche, zullen zy het altoos genoeg zyn , om ene manfchap , welke door ene verre reize afgemat is, 't hoofd te bieden. In vredes tyden, kon men dat Eskader met nut voor den koophandel gebruiken. Een wezentlyk ongeiuk voor Spanje zou wezen, zo de kust van Florida, (nu zedert 't jaar 1763 in 't bezit der Engelfchen) welke in de Mexicaanfche golf uitkomt, een haven hadt, bekwaam om vloten te ontvangen. De mogelykheid hier van is ene reden te meer , om altoos hier een fterk Eskader te houden. Dit Eskader kan geen beter verzamelplaats kiezen , dan Baya-Honda , tusfchen St. Martha en Maracaïbo. Dezelve heeft ene goede haven , ene gezonde lucht, en veel timmer-hout, Maar misfehien is Spanje niet ryk genoeg, om zich in dergelyke kosten te fteken , in de tegenwoordige  220 T A F R E E L ge verflagenheid en daling, waarin dat ryk zich bevindt Dezelve begon in 't jaar i6ir, met de verdry ving der Moren en Joden uit Spanje, wier getal op een millioen beliep , en die twintig millioenen boden , om- in hun Vaderland te blyven, voor welke vryheid zy misfchien driemaal zo veel gegeven zouden hebben. De knevelaryen, daar men «je ambachtslui en boe. ren mede kwelde , deden de handwerken en landbouw kwynen. De legers waren in een Hechten ftaat , wyl het volk niet geregeld be-aald werdt. Het algemeen karakter van de natie was zich te fchamen over den arbeid. De onmooglykheid, waarin Spanje was om zyne volkplantingen van 't nodige te 'voorzien, gaf een nieuw leven aan den handel zyner vya'nden , die zich hiermede aanzienelyk verrykten. Om dit te verhinderen , verboodt men den uitvoer van goud en zilver. Toen fiook men het uit 't ryk. Naderhand heeft men den handel aan de vremdelingen toegeftaan , met beding , dat zy drie ten honderd van de waren zouden betalen. Het afnemen van Spanjens magt deedt de volkplantingen kwynen, die door de mishandelingen , welke de Indianen in 't bewerken der "mynen leden , zich ontvolkten. Deze ongelukkigen werdt het leven zo zuur gemaakt, dat zy ene afzwering deden , van niet by hunne vrouwen te flapen, om gene rampzalige kinderen te telen. Van dat ogenblik was de ontvolking, moedeloosneid, armoede en het verval van het gantfche Ryk en zyne Amerikaanfche bezittingen op zyn hoogften top , geholpen door talloze belastingen , wel-  DER BEIDE INDIEN. 2,21 ke de natie niet meer in ftaat was op te brengen. Zedert de Bourbons den throon beliegen hebben , heeft de ftaat der zaken een beter aanzien genomen , dit goed begin doet ho« pen , dat men de verdere wanorders weldra fluiten zal. De nationale traagheid is geen ontebovenkomelyk gebrek ; dat welk van ene erger natuur is, betreft zyne ontvolking. Om hier aan te gemoet te komen , moet men de geesteiykheid verminderen , en twe derden van 't leger afdanken , 't geen Spanje niet behoeft. Het moet zich , wyl zyne gewone uitgaven 97,000,000 , en zyn inko« men 112,000,000 Livres zyn, zich ten fpoedigfte toeleggen, om zyne inwoners te gemoet te komen , en voor alle andere dingen dat eerloos gerechtshof van de Inquifrüe affchaffen. Menfchen van alle gezindheden en natiën moeten hier , niet alleen toegelaten , maar begnnftigd worden. Spanje levert jaarlyks voor 18,000,000 Livres waren van zyn eigen grond. Deze uitvoer kan fterk vermeerdert worden. De waren welke na zyne koloniën gebragt worden, kosten 't zelve zo veel niet. Dit ryk haalde, van den iften Jannuary 1748 , tot December 1753 , uit zyne verfcheiden Amerikaanfche bezittingen jaarlyks door een-genoomen voor 30,702,642 Livres , waar op , en op de verzendingen, de koophandel een voordeel geniet van 17,536,366 Livres, na aftrek der vragten en regten en het voordeel der Kroon, welke mede aanmerkelyk zyn. Deze fommen zyn nog vatbaar voor vermeerdering, indien 1  sa* T A F R E E L dien de Regering luiden van meer kun le na hare volkplantingen zondt , en den landbouw in dezelve begunftigde , die de koffy , zyde, woüe, cochenille, maar bovenal de olyfbomen ten doel moet hebben. Wanneer deze wyze fchikkingen eens zulien gemaakt zyn, zal 't 'er op aankomen den fluikhandel te beIetten; het geen nooit zal kunnen gefchieden, dan door dien van Cadix geheel vry te ma. ken. IX. HOOFDSTUK. De Bezittingen dér Portugezen in Brazil. JjL^razil is een zeer uitgeflrekt deel van 't vaste land van Zuid-Amerika ; 't grenst ten Noorden aan de rivier der Amazonen , ten Zuiden aan Paraguai , ten Westen aan een keten bergen , die het van Peru affcheiden , ten Oosten aan de Noord . zee. Het ftrekt 1,200 Mylen langs de kust ; van binnen is het land, zo veel wy 'er van weten, doorfneden van hoge bergen , en rivieren , waarvan enige zich uitftorten in den Oceaan, andere in de la Plata. Zo columbus , by zyne derde reize in 't jaar 1499 , dezelve vervolgt hadt , zou by zeker Brazil ontdekt hebben ; andere redenen hielden hem daarvan af. Een  DER BEIDE INDIEN. 223 Een °elukkig toeval verfchafte de eer dier ontdekkinge, 't volgende jaar, aan pedro alva* rez c/tiRAL. Deze Portugefche Admiraal voerde een vloot voorby de Kaap de Goede Hoop. Om de ftilte op de kust van Afrika te ontgaan , ftak hy zo diep in zee , dat hy ten westen een onbekend land zag. Hy landde aan ene plaats , die hy Porto Seguro noemde ; nam 't land in zonder 'er eenige vaste bezitting te maken , gevende 't zelve den naam van Sainte - Croix , die naderhand , om zyn hout, in Brazil verandert is. Wyl dit land ontdekt werdt , door deze afwyking ten westen , noemde men 't zelve de West-Indien, welke ijaam naderhand aan geheel Amerika gegeven is. Zodra hadt Portugal , by een nauwkeurig onderzoek van de gefteldheid des lands, gevonden , dat het geen goud of zilver bevatte , of het werdt veracht; in zo verre dat men, zonder 'er eenige vesting op te werpen, 'er niet dan allerflechtst volk na toe zondt. Jaarlyks zondt men 'er een of twe fchepen heen, beladen met alle de fchelmen van 'tryk. Hunne t'huislading beftondt in Papegaien, Verfen Schrynwerkers hout. Afie hieldt toen alle vernuften bezig. Hier lag de weg na rykdora , aanzien en glorie , die Portugal in alle waerelddelen deden hoogachten. Niemand ging vrywillig na Amerika ; doch men begon nu , behalven de kwaaddoeners , ook veroordeelden door de Irquifitie , uitgezondert een klein getal , dat men verbrandde , derwaarts te zenden. De Portugezen hadden dit fchrikwekkende gerichtshof , hoe zeer zy anderzints een diep in- j-  S24 T A F R E E L ingewortelden haat tegen de Spanjaards hebben , van hen overgenomen. Onder de genen door de Inquifitie veroordeelt , waren vele joden , die in Brazil en van hunne vrinden in Europa onderftanden ontvingen , die hunne nyverheid werkzaam konden houden. Zy plantten hier 't zuiker-riet , dat zy van Madera hadden doen halen. Deze zuiker algemeen getrokken wordende , zo werdt dit een zeer aanmerkelyke tak van handel, riet Hof van Lisbon begon te begrypen dat deze volkplanting , welke het dus lang befchouwd had als ene Modderpoel, waar in zich de vuiligheden van 't koningryk ontlasten , enig beftuur verdiende. Het zondt , in den jare 1549, thomas de sousa derwaarts als Gouverneur. Zodra hy deze bewoners , welke altoos in de Regeringloosheid geleefd hadden , aan de burgerlyke orde gewoon gemaakt hadt , vestigde hy zyne aandacht op de landzaten , met welke hy zou moeten bandelen , of ftryden. Dit land werdt meest bewoond door kleine , omdwalende Natiën , die gene gemeenfchap met elkander hielden. De meesten leefden in twedracht. Enige beftonden van de jacht en visfchery, andere van den landbouw. Maar men zag dat dit volk , over 't algemeen, een en 't zelve karakter hadt. Dit volk heeft de geftalte der Europeanen , maar 'c is zo fterk niet ; 't heeft minder ziektens en leeft niet zelden langer dan een eeuw. Het kende te voren gene klederen , nu draagt het een gordel. De vrouwen dragen 't hair zeer lang , de mannen zeer kort ,•  DER BEIDE INDIEN. 225 . kort; de eerfte hebben armringen van een zeer wit been, waarvan de laatfte een kraag om den hals hebben ; de vrouwen fchilderen zich 't aangezicht , de mannen t ligchaam. De fpraak der Topinambours is de algeme* ne landfpraak ; de andere talen verfchülen 'er alleen van door een byzondere tongval. ■ De Natiën die op de kusten wonen , onderhouden zich met fche'pvisch; die in de bosfchen wonen , met de jacht: voor het te korr.. komende hebben zy wortelen , die weinig oppasfens vorderen. De Tafel en de Danspartyen zyn de enige bezigheid van diü volk. Hunne vermaken zyn niet afgebroken do^r den dienst van een God, dien zy niet kennen ; noch door een toekomend leven , dat zy niet vrezen. Zy hebben hunne bedriegers, die , zo hun bedrog ontdekt wordt , het leven verliezen, Zy hebben geen denkbeeld van afhanglykheid en onderwerping. ieder leeft naar zyn lust , niemand toont enige gekleefdheid aan zyn vaderland ; deze hartS' tocht is 't werk der zamenlevinge. De twe» dracht is onder hen niet gemeen. Zo 'er twist ontftaat en iemand ftieuvelt , wordt de moordenaar aan des overledenen's familie overgeleverd , die hem zonder enige plechtigheid aan hare wraak opoffert , en zich vervolgens met zyne familie verzoent. De Brazilianen trouwen zo vele vrouwen als zy willen , en verftoten zc , als zy hun vervelen. De overfpeelfters worden met den dood geflraft, en men belacht den hoorndrager niet. De kraamvrouwen laten niet na te arbeiden , alleen laat men haar twe dagen in 't kraambed blyven , daarna hervatP ten  S26 T A F R E E L ten zy hare bezigheden. De meisjes zyn gelukkiger dan de vrouwen , om dat zy zich aan een ieder , die haar behaagt , mogen overgeven. Zy hangen alleen van hare bróeders af , die recht hebben ze te verkopen of uittehuwelyken In Brafil worden de Reizigers met de uitftekendfte heufchheid omvangen. Hy by wien men de eerftemaal is ingekeerd , blyfc de gastheer; anderzints zoude hy zich beledigt achten. In hunne ziekten helpen de Brazilianen elkander met veel heufchheid, Hunne artfeny beftaat in enige kruiden van de bergen , en in de onthouding. Zy befchouwen hunne doden met genoegen. Zo hy 't hoofd van een gezin is , begraaft men met hem zyne vederen , zyn halsband en zyne wapenen. Als ene Natie gaat verhuizen , legt ieder geflagt een zwaren gedenkfteen op het graf van zyn aanzienlykften bloedverwant. Zy zullen denzelven nooit naderen , zonder luidkeels te fchreuwen; gelyk zy doen wanneer zy ten ftryd gaan. Hunne oorlogen hebben geen anderen grond, dan de begeerte om hunne bloedverwanten of vrinden te wreken. De redsnaars, en niet de hoofden van ieder gezin , befluiten tot den kryg ; zy geven het teken van den optocht, en fchreuwen luidkeels ten teken van hunnen haat. Op dit gefciveeuw (laat men in de handen. Zomtyds ftaat men ftil, om heftige redenvoeringen aantehoré» , die uuren lang duuren. Zy zyn gewapend met een Ebbenhouten knods, rónd aan 't eind en fcherp op de kanten , zes voeten lang , één breed ,  DER BEIDE INDIEN. 227 breed , en een duim dik. Hun pyl en boog is van 't zelve hout. Hun oorlogsmuziek wordt gefpeelt op fluiten gemaakt van de beenderen hunner vyanden. De dapperfte foldaten worden tot generaals verkoren. Wanneer zy in 't land , dat zy verwoesten willen , gekomen zyn , blyven de vrouwen , beladen met dë fpys, agteruit; middelerwyl dringen de krygsluï door de bosfchen ; zy verbergen zich tot op zekeren afftand van de woningen > die zy verrasten willen ; deze fteken zy in den nacht in brand en vallen de menfchen in de verwarring aan Als zy den oorlog in 't open veld voeren , verdelen zy zich in kleine benden , en leggen zich in een hinderlaag ; is de vyand hen te fterk , zo laten zy hem voorby trekken, en fchieten op hem met pylen ; zo zy overwonnen worden, lopen zy zeer gezwind in de bosfchen. Hunne eer beftaat in 't maken van krygsgevangenen , die zy doden en opeten. Ter wyl dit feest duurt , moedigen de oude de jongen aan , goede krygslui te worden. Nogthans eten zy nimmer die gene hunner vyanden, welke op 't flagveld gebleven zyn. De hoofden der vyanden worden als iets kostelyks in de dorpen bewaard, als een teken van overwinning. Van de arrabeenderen maken zy fluiten , en de tanden dragen zy als paarlen om den hals. Zy fnyden hunne dappere daden op hunnen huid. Die aan ene vrouw behagen wil, kan gene betere fieraden dragen. Dergelyke zeden maakten hen niet gefchikt, om door de Portugezen onderworpen te worden. In *t eerst vergenoegden zy p 2 zich,  2*8 T A F R E E L zich , met deze vreemdelingen gene de minfte gemeenfchap te houden. Maar toen men hen dwingen wilde, om voor een anHe- te arbeiden, begonnen zy de Europeanen te vermoorden en op te eten. Dit vermeerderde de vyandfchap. Sousa bragt gene genoegzame magt met zich om den ftaat der zaken te veranderen. Hy gaf wel een middelpunkt aan zyne vol .plan tinge, maar de eer om ze beftendig te doen zyn, was den jefuiten weggelegd. Deze onverzaagde menfchen, welken de eerzucht of de Godsdienst altoos grote dingen deedt ondernemen, verfpreidden zich onder ae Indianen. Die gene, welke uit haat tegen den naam der Pormgezen vermoord waren , we den door andere vervangen , w Ike niets dan de bekoorlyke namen van vred-en liefde in den mond hadden. Dit deedt een volk, dat met wist van vergeven , verfteld ftaan. Men begon de misfionansfen te beminnen. Zy werden allengs met alle tekenen van blydfchap en vergenoegen ontvangen in de woningen, aan wier ingangen de Ouden en Hoofden der gezinnen hun te gemoet kwamen. In t verfchiet zag men de meisjes en vrouwen in ene gevoeglyke geftalte. Nadat zy ingeleid waren , onderwezen zy hen in den godsdienst, de zede-kunde cn de menfchelyke plichten. Vervolgens zonden zy de meest geoefenden hunner leerlingen daar, waar zy zelve geen tyd hadden te komen. Dus veranderde de jefuiten alleen deze Wilden in een befchaafd volk, daar de wapenen van Spanje en Portugal alleen gediend hebben , om een groot gedeelte van de waereld in ene woesteny te veranderen.  DER BEIDE INDIEN. 229 ren. De Brazilianen bleven echter enig wantrouwen op deze weldaden behouden , welk door een trek van rechtvaardigheid fterk verminderde. De Portugezen hadden te St. Vincent zich neergezet , daar zy in goeae verftandhouding met de Cariges , het goedaartigfte volk van Brazil , leefden, 't Nut dezer vereniginge belette niet , dat men van daar zesendertig menfchen met geweld roofde , om 'er flaven van te maken ; de tusfchenkomst der Jefuiten deedt dezelve met veel plechtigheid terug geven, Zedert zonden de indiaanen vele kinderen na deze plaatze , om aldaar door deze geestelyken te worden opgevoed. Ondertuslchen wierdt het planten van de zuiker yverig voortgezet , met de Negers die men uit Afrika trok. Deze vermenigvuldigde aldaar geweldig. Deze voorfpoed wekte de begeerlykheid der Franfchen op , die van tyd tot tyd beproefden, zich te RioJaneiro , te Rio-Grande , te Paraïbo en op Marignan neêrtezetten. Maar hunne ligtzinnigheid deedt hen dat geduld ontbreken, welk 'er nodig is , in 't vestigen van ene nieuwe bezitting De Hollanders waren ftandvastiger in hunne onderneming op Brazil. Zy hadden , in 1621 , ene West - Indifche Kompagnie opgerecht, waar van men zich 't zelfde voordeel in Afrika en Amerika, beide in haar Oktrooi begrepen , beloofde , als van de Oostindifche. Haar eerfte onderneming was een aanval op Brazil , waartoe zy dc nodige kun-, digheden hadt verkregen. Enige kapers waP 3 ren,  23a T A F R E £ L ren , hoewel tegens verbod , 'er voormaals geweest, en hadden , door 't beter koop verruilen hunner waren , zich hier vrinden gemaakt. Jacob willekens werdt, in 1624, met deze gewichtige onderneming gelast. Hy gmg regelrecht na San - Salvador , dat zich onimddelyk op 't gezicht der Hollandlche vloot overgaf. Het overige bood geen weêrftand. Hier tegen wapende men een vloot van zesentwintig fchepen , die in 't begin van 1626 vertrok. De Aartsbisfchop van San-Salvador , michfl texeira , aan 't hoofd van 1,500 man, hadt voor eerst de verdere vorderingen van den vyand geftuit, dien hy in de Stad , welke hy belegerde, uithongerde. Het guarnifoen tot het uiterfte gebiagt dwong den Gouverneur zich , by de aankomst van de vloot , overtegeven. Maar de voordelen welke de fchepen van de Kompagnie op zee hadden, vergoedden haar ry. kelyk dit verlies, door den buit , dien zy op de Portugeezen en Spanjaarden behaalden. De Oceaan was met Hollandfche fchepen bedekt , welke met brave en dappere luiden bemand waren, die zich door gene gevaren hoe genaamd lieten affchrikken. De Kompagnie moedigde hen aan door de vryheid , welke zy hen gaf om voor zich zelve te handelen. Dit maakte dat beider fortuin aan een verbonden was In dertien jaren tyds, wapende zy 800 fchepen , die 45,000 000 Guldens kostten. Zy ontnamen 'er den vyand 545 » wier ladingen 90,000,000 guldens gol- Deze voordelen ftelde de Kompagnie in ftaat  DER BEIDE INDIEN. nl ftaat Brazil op nieuw aantegrypen. Haar Admiraal h. lonk verfcheen, m ^30 , yoor Fernambuc , ene der best verfterkte plaatzen van dit land, met een Eskader van 46 fchepen. Hy onderwierp deze plaats, na verfcbeide bloedige dagen , waarin by altoos Overwinnaar was , geleverd te hebben. Na zyn vertrek vermeesterden zy die hy agter. gelaten hadt zich van nog verfcheïde andere plaatzen , die toen reeds 20,000 kisten zuiker , veel verfhout en andere waren leverden. De Kompagnie de verovering van geheel Brazil befloten hebbende, vertrouwde dezen last aan den Graaf mauritz van nas9 au. Deze aldaar , in 1637 aangekomen, vondt alles in een ftaat, die zyn oogmei k begunft gde. Men ftelde hem tegen , den een na den ander, albuquerqub, banjola, louis rocca de borgia , en den Braziliaan came> ron, den afgod der zynen, een man vo; hart voor de Portugezen, dapper, werkzaam, gefl°pen , en dien niets ontbrak om een goed generaal te zyn , dan den oorlog onder een goed meester te hebben geleerd. Alle deze pogingen waren echter vruchteloos. Reeds hadden zeven van de veertien provintien de heerfchappy der Hollanders erkent; zy hoopten in een of twe veld-tochten , meester van 't geheele land te zyn , toen ene onvoorziene omwenteling in Europa hen ftuitte. Deze floot Spanje uit dc heerfchappy van Portugal, en ftelde den hertog van braganza op den throon. Deze nieuwe Koning knoopte zyne beian* gen aan die der Engelfchen , Franfchen en S P 4 m'  *3* T A F R E E L Hollanders tegen Spanje. Men trof een wapen - ftilttand van tien jaren in de West Indien Nassau werdt met het grootfte deel van zyne magt terug geroepen ; en 't bewind der zaken werdt in handen van een koop. man , een zilveifmit en een timmerman ge. iteld. Deze nieuwe bewindhebbers behartigden nets meer, dan der Kompagnie te beha. gen, door t bezuinigen der uitgaven. Men liet de vestingwerken inftorten , men verkogt de wapens cn krygsbehoefeen aan mededingers , welke ze duur betaalden. Zy wilden alle onkosten befparen , om de voordelen te ver. meerderen. Tot dit oogmerk onderdrukten zy de ryke Portugezen, welke onder de heerlchappy oer Kompagnie gebleven waren De ene knevelary volgde op de andere. De misiioegden (meedden het ontwerp alle de Hol. Janders in een feest te vermoorden , dat zo veel te li fter was , als deze zich niet ingevaar rekenden. Dit wordt ontdekt. Maar een Portugees , die door zyne fchatten en eerlykhe d een groot aanzien hadt verkregen , ontZiet zich met alleen het vaandel van opftand te planten. Alle de Brazilianen en Portugezen verzamelen zich onder 't zelve. Deze man , vol vari verdienflep,viera genaamd, doet de Hollanders wyken ; toen een bevel van 't Hof hem palen zet. Hy ontziet zich niet kort daarna op z,ne eigen kosten , zyne overwinningen voort tezetten , waai door het hem gelukt uit land, in 1654, van alle de Hollanders te zuiveren. Het Gemenebest bedroog hier de verwachtingen der Natiën , welke zich voorgeitelt hadden , deze bezitting door ene fier- ke  D E R B E I D E I N D I E N. 233 kc vloot te zien hernemen. Doch dit is niet gefchied. Het verdrag van 1661 erkende den eigendom der Portugezen op Brazil, welke daar voor 4,000,000 guldens , in geld en in waren gaven. Aldus geraakte uit de handen der Hollanders ene volkplanting, welke de rykfte in de JNieuwe waereid zou hebben kunnen worden. Zodra zag Portugal zich niet in 't vredig b^zit van Brazil, of 't leide 'er zich op toe de go de orde aldaar te herftcllen. 't Eerst was men bedacht 't lot der teondergebragte en nog teondertebrengene Brazilianen te regelen. Men ei kende dat zy niet barbaarsch waren , ten zy de mishandeling hen zo maakte ; men bevondt ze eerlyk en gastvry. Dit maakte dat men ze in dorpen langs de kusten verga, derde, 'tgeen de Portugefche bezittingen onder een verbondt , en de zwervende Wilden 'er van verwyderde. De Jefuiten hadden 'er 't bewind over , met een vol (trekt gezag 't Hof van Lisbon hadt de Indianen , in plaats van tollen f aan den arbeid van openbare wegen onderworpen. Dit maakte hen flaven van de Overigheid. De andere deden niets, en hadden gene andere manufakturen , dan hunne katoenen gordels. De werkzaamfte onder hen vonden in de jagt of den landbouw middelen , waarvoor zy zich fnuisteryen konden verzorgen. Het getal van deze onderworpene Brazilianen ging nooit boven de 200,000. De onafhanglyke hadden niets met de Portugezen te doen , dan dat zy hun flaven verkogten. De vyandelykheden werden zeldzaamer: zedert 1717 hebben de Landzaten de Portugezen; p 5 en  234 T A F R E E L en zedert i7S6 hebben de Portugezen den Landzaat niet meer ontrust .Enige onderdanen van Portugal waren bedacht deze bezitting uittebreiden , na den kant van de rivier de ïa Plata, en ten noorden tot aan de rivier der Amazonen. De Spanjaarden waren in 't bezit dezer beide rivieren ; men befloot ze 'er van daan te jagen , of de beerfchappy daarvan met hen te ae,en. De mond van de Amazone werdt in 1500 ontdekt door vincent pincon, eender rnedgezellen van columbus, en haar oorfprong ««rïr^* PI?fRE k'ttS. Zyn luitenant •rkllana fcheepte zich op dezelve in , en voer ze van boven tot beneden langs. Hv hadt ene menigte natiën te bevcgten , die hem belemmerden met hare kanoës , of met de pylen, die zy van den oever fchoten. Alle deze luiden waren , gelyk alle de Amerikanen , zonder baart. Dit deedt den Spanjaarden waarfchynlyk denken , dat zy ene hoop dappere vrouwen bevogten ; waarom Zy den naam der rivier Maragnon indien van Amazone veranderden. De reis van orellana was meer gefchikt, om nieuwsgierigheid in te boezemen, dan licht te verfpreiden De burger - oorlogen van Peru beletten . dezelve te voldoen. Naderhand hervat*» p d orsua den tocht. Hy vertrok met 700 man van Cusco. Deze monters dorftig na bloed, bragten hun hoofd om 't leven, en verkozen zien een woedenden Biscaijer, lopes d'aguir. »»• verhit door de hoop op fchatten landden zy m Trmidado , verwoestten het Ei* lana en vermoordden den Gouverneur. De kus-  bbibmdiINDIEN. 235 1-iKten van Cumana, Caraque en St. Marthe ondl gaan 't zelve lot. Men dringt m GmSe door, om te Quito en m «t tot van Peru te komen , met oogmerk om daar ?es fe vernielen en uitplunderen. Ene bende troepen in der yl verzamelt levert hun flag en verflaat hen. D'aguirre eindigt met een wreed toneel zyne euveldaden : hy vermoordt eersf zyne dochter en wordt daarna gevieren- ^D'eze ongelukken deden de Amazone ene ha've eeuw vergeten. Enige pogingen die Vaderhand Lrop deedt , waren kwalyk overlegd , en kwalyk uitgevoerd. De eer om Se deze zwarigheden te overwinnen was den "zen wfggelegd. ha den z.eder enige jaren aan den mond van die mierde ftad Pera gebouwd. Van hier begaf *T zich/in 1638, met. ene vloot kan^ met Indianen en Portugezen, varende dAm zone op tot aan den Napo, en vervo gends deS Napo zelve die hem tot Quito bragt, alwaar hy te land aankwam. Hy keerde te mg vergezeld van twe Jefuiten, die aan t b f van M^rid een nauwkeurig verflag van deze tosten deden toekomen. Zedert enigen tyd konden de Spaanfche be7ittinsen niet dan zeer bezwaarlyk enige ver, ftandhouding onder elkander hebben. Hunne fthepen werden menigmaal door rovers1 aangevallen. Dit moest de Amazone verhelpen , hier dagt men , met weinig kosten , langs de rivieren , of te land de fchatten var1 nieuw Grenade, Popayan, Quito, Peru en Chili zelfs te kunnen na toe brengen, om daar de galiioenen  T A F R E E L aftewacbten , gereed om hen te onr.var.gea. De vloot van Brazil zou de Spaanfche vloot verflerkt hebben. Maar de komst van den Hertog van braganza tot den throon van Portugal deedt uit - ontwerp'in duigen vallen. Zedert dagt ieder der twe natiën zich het fct?n^r,den'Vier' heC geen voorhad gelegen lag , toe te eigenen. De Spaanfche Jefuitfche zendelingen hadden L X\°P \ hnÓ >, Óf tusfchen de Amazone en de iNapo legt. Ieder Misfionaris vergezeld van een mensen van zyn volk, nam bvlen, mesfen, naalden en ander yzer gereedtchan Hv & e1dir°ng in ™ë^i™% bosfchen. Sn Lgl,geheIe maandCn dGOT met OP I». men te klauteren , om te zien of hy geen hut zag Als hy zag, dat 'er Wilden S kwam hy na hen toe. Als dan gaf hy hun die gefchenken, waarvan zy 't meeste werk maakten. Ma enige famiiien gevonden te hebben, vergaderde by ze op de plaats, daar hy een vlek wilde maken. Maar hy Haagde er zelden in ze hier aan te gewennen. Ken dwalend leven hadt voor hun te veel aanlokzelen De geduldige fi-and vastigheid der Misfionarisfen echter overwon alle die zwarigheden. I JJt\mZ ef 36 V,ekken • wa8ar van de meest bevolkte geen 1200 inwoners hebben. Derzelver aanwas kan nooit zeer groot zyn. De vrouwen zyn hier niet zeer vrucht- fmetteyke ziekten zyn 'er menigvuldig. Deze opkomende ftaat is Spanje tot dus verre van^een groot nut geweest, en zal het nooit Het  DER BEIDE INDIEN. 4*7 Het is ondertusfchen niet waarfchynlyk dat 'er ligt enig vertrouwen zal plaats hebben , tusfchen de twe Natiën welke deze gewesten bezitten. De ontdekking der gemeenfchap tusfchen de Amazone en de Oronoque , door middel van de zwarte rivier, langs welke ve-fcheide Portugefche vastigheden waren , in t-!aa gedaan, was een nieuwe bron van jaloezv ' terwyl de beide Ministerien bezig waren om de gefchillen wegens de rivier de la Plata te doen eindigen. , De Portugezen zeilden in 1653 deze rivier op tot Buenos Aires , en namen bezit van deszelfs noordlyken oever. In 1680 richtten zy de volkplanting St. Sacrament op, op den ui Hamburg 6, Frankryk 5, Zweden 4, Denemarken 4, Spanje % en Rusland flechts één gedeelte levert. ~ TV* q3 Dit  24« T A F R E E L Dit Kbningryk heeft de droevige hebbelykheidgekregen van niet meer dandeaanfchouwer te zyn van den handel, dien men in 't zelve doet. Zedert een kleinzoon van Lodewyk XIV. op den throon van Spanje fleeg , befchouwde Portugal Vrankryk als zyn vyand; een bondgenoot nodig hebbende , wierp het zich in de armen van Engeland. Dit wist het laatfte ten voordele van zynen handel te keren. Het verkreeg by uitfluiting den invoer zyner manufacturen in dit ryk ; dit deed die der Portugezen terftond vallen en verdwynen. Ieder koopman weet , dat hy die zich van één hoofdtak des handels beeft meefter gemaakt, fchielyk 't worden kan van de anderen. Alzo is Engeland 'er toegekomen , om alle de produkten van Portugal en zyne koloniën op te Hokken , en het te voorzien van klederen , voedzel, galanterie-waren , bouwftoffen , alle de voorwerpen zyner weelde. Een millioen Engelfchen wint hier alleen de kost mede. Zy ""zenden Portugal Schepen > Scheepsbehoeften cn die van den Oorlog , en vervoert alle zyne waren in de nieuwe waereld. Engeland dryft den binnenlandfchen handel van Portugal , welke het zelfs het voordeel der Commisfiën afneemt. Het geen Lisbon hierby verliest, wordt door Londen gewonnen. Zedert Engeland Portugal veroordeelt heeft tot enezoort van werkeloosheid , is 't ongelooflyk , in welk ene barbaarschheid het geftort is. Indien 'er een middel voor dezen Staat is, om uit zyne nietigheid te komen , is 't het Engelfche juk aftefchudden , en zyne havens voor  DER BEIDE INDIEN. 247 voor alle Schepen , en de waren van alle natiën te openen. De twedeftap, die Portugal doen moet, is zvn uitvoer te vermeerderen , door t aankweken van de produkten van zyn eigen land; ak daar zvn zyde ftoffen , wollen , de zoutketen maa/bovenal de olyfbomen Men moet den landbouw zodanig aankweken , dat men niet meer vreemd koorn behoeve. IJlt alles moet het Hof doen door de vermindering der lasten , en door ze op ene zagte wyze te heffen. Een Jaarlyks inkomen van 18,000,000 kruzaden ftelt 't zelve in de mogelykheid, om gunstbewyzen uittedelen. Daarna zullen de konften van zelve terugkomen, en werkplaatzen zullen komen ftaan op den grond der Kloosters. Portugal zal zich herinneren , hoe 't zvne grootheid aan zyne zeemagt ichuidig was ; 't zal zich derhalven bezig houden met de middelen , om ze te herftellen. Alle deze veranderingen zullen haren invloed hebben, op zyne afgelegene bezittingen. Madera zal voor de Engelfchen moeten gefloten worden , en de Staat zal zelfs zyne kostelyke wynen verkopen. De Acores zullen dcnzelven voorzien van allerlei levensmiddelen. Daarna zal het de regering van Brazil hervormen , en dezelve regelen naar zyne bezittingen, die het zal trachten in een te dringen. Zyne wetgeving zal verbeterd worden. De zed^n zullen een eerlyker aanzien verkrygen. Da landbouw zal niet meer onedel zyn. De bloei van Brazil zal verhaast worden , zo men t vryheid geeft regelrecht op Afie te handelen . waartoe men medewerken zal , ms' Q 4 zy-  24? T A F R £ £ L zyne havens voor alle natiën te openen; of zo dit al met gefchieden kan , ia! men de vremdelmgen niet hinderen zich aldaar neêr « zetten, Doch dit zal nimmer gefchieden , ten zj men ze buiten bereik tfelle der ver, foe.jelyke Inquifitie. Deze voorzorg zal den buitenlander nog „iet gerust ftellen ? zo deze orde met verft ken worde van 't erootfte l^atdecTft^^ ^hienKe ten rtf;eefte,vJhe,d Seen vast inkomen moe- ÏLT «\ hur doen^e betalen door genen , welke hare geeftelyke dienden ze- geesteykheid m de nieuwe waereld niet zal geregeld hebben , is a!]e ontwerp van verbe- felJn^F' dï Zy in en-echtftreek5e afhd"f5.kh;eid lp* * overigheid zich bevin. üe , z„l het volk zich aan hare ty.annie niet kunnen onttrekken t Zal ook aiX C zyn de voorzichtige middelen te beramen om t getal der geestelykheid te verminderen, De vrees om Engeland te verbitteren, moet ÏITlT, MM*** Een Staat die Sch zeiven befchermen kan , moet op de befcher TS vJigten anderen §taat flaPe"- Dat p£ In £? 'f,Ien van Eür°Pa ÜP Pen gelyken een wal maken , die beletten zal , dat Engeland ,het niet fchade. X  DER BE/DE INÜÏEN. 349 X. HOOFDSTUK. De Bezittingen der Europeanen op de Antilles. lRT»t jredeelte van Amerika gelegen tusfchen Kin en den 3*ften ^f^fjh^ vertoont de rykfte en verfcheidenfte AichiS «te de oceaan immer opleverde. Des. S Eilanden zyn bekend onder den naam van Antilles De winden welke byna altoos van posten waaijen , hebben die genen , welke 'meest na 't oosten leggen , Eilanden n of boven den wind, en de andere Eilanden onder den wind doen noemen Daze ver keten lchynt aan 't vaste land , digt zeivcr *c^" „.„wa te zvn , en aan den bv Maracaibo , genega ix &yu y anderen kant de opening der golf van Mexico te maken. Men kan dezelve als de toppen van bergen aanmerken , die eertyds een deel van 't vaste land uitmaakten,- en deze^ fine is des te geoorloofder , daar de gecfenkfchriften zelfs groter veranderingen m de na- tU DeïèSing der Antilies, te beginnen met Tabago, is byna noord , en noord- noordwest Deze ftrekking blyft dezelve van t ene Eiland tot het andere , makende ene lyn zich na 't noordwesten krommende tot aan Anti?oa. Hier krygt die lyn eensklaps een bogt, eTdus voortgaande na 't westen , ontmoet " v een na 't ander, Porto-nco , St. Domingo , en Cuba, bekend onder den naam van  25° T A F R 2 jr L Eilanden onder den wind. Zv zvn Wa« gefcheiden door vaarten ^i&ffidS SV ^S^ ^ d- ï f /y VolSen d^zelver «rekkingen De f ilaoden boven den wind hebben alle bronnen m t westelyk gedeelte' van de Ei]nden Het oostelyk gedeelte , dat is 't gedeelte? welk naar onze gisfingen altoos zei geweest is is verftoken van vlietend water. ' Toen de Europeanen op de AntjJïes aankwa men, vonden zy ze bedekt met grote bomln door kruipende planten zo digt aan een verbonden , dat men in de bosfehen Jet kon de komen , zonder die planten om ve te kZ f,n- Deze bosfehen , L oud als de w erew" hadden verfcheiden gefjachten bomen wél- knoeTen of°g l ^ °^mde en knoeften of gebreken waren. Het vallen der bladeren hadt de bovenüe bedding Van den grond zeer vet gemaakt, welke daarom zeer vruchtbaar was. Hunne wortels groeiden £ t algemeen met dieper dan twe voeten, mnll zy ftiekten zich rondom in de breedte uit De droogheid van den grond in de diepte! waarin de regen of daauw nooit indrong was daar van oorzaak. Die bomen , welke op de toppen der bergen groeiden waren zeer i»tL k°n 26 byna niet ^houwen , waai om men ze moest afbranden. Men vondt er de Acoma , die, op den grond geleid verrotte. De nuttigfte van allen was de fomboom , wiens gewone middeliyn vyf voeten, en lengte van vyf- en veertig was. Men bedien-  DER BEIDE INDIEN. gf Monden 'er zich van , om 'er Caiioes van re m^n uit één ftuk. De valehen waren vol van bomen van een zeer zagt hout. Aan aZ vret derzclven zag men zonder onderfcheid al erirPlan cn groeijen. De nuttige waren ene zoort van alrdappelen , waarvan de p an 1 alie hindernisfen , die naar ogenfchyn dezelvef hadden moeten verflikken, heen froeiden. Men zag hier peul-vruchten wasfchen , die driemaal's jaars vruchten droegen. De Eilanders lieten de natuur met hare voortbrengzelén omfpringen , zo als zy t verkoos De ondervinding hadt hen geleerd , da net verrouen van't onkruid , dat zy met «itrmten , den groei der nutte gewasichen voordeelig was. Uit de wortelen die op zn-h 7elve niet of weinig fmaak hadden , tiokken zy een drank > weiken zy in de zon deden gisten» ■. Behalven deze voortbrengzelen , gaven de Eilanden allerlei flag van vruchten. Men vondt 'er , gelykende na onze Appelen , Kerfen en Abrikozen ; de nuttigfte was de Banane , hebbende byna de gedaante dei komkommers en de fmaak der peren Ene zonderlingheid was, dat de bovengemelde krui. pende Sten zich alleen om de onvruchtbare bomen ftrengelden , zich verweiderende van die genen , welke vruchten droegen. De postelein en tuinkers waren de önige groenten van deze Eilanden. 'Er was weinig gevogelte, 't Viervoetig gedierte , goed voor fpy§ze, was van vyfderlei zoort; de viscn was hier minder gezond en min fmaaklyk , dan £ EuTop~a. De geneeskundige kragten van het  252 T A F R E e L platen-ry* deze Eiland'u is byna niet te veel te verheffen. in 't gefneen neemt men hier twe faifoenen waar ; doch iemand , welke 'er met meer oplettendheid acht op geeft . zret dt 'er vier jaargetyden zyn , fchoon dat zvzo merkelyk met als in Europa verfchillen 'De warmte doet de thermometer hier zomty ,s tot 87 graden, boven het vriespunt, ryzen. De veranderingen, in den dampkring' ontftaan minder uit de faifoenen , dan uit den wind. De Ooste winden alleen temne- digfte , zy vernefFen zich , naar mate de Zon noger klimt. De regen brengt ook 't zyne toe , om de warmte van deze Eilanden te maigen. in plaats , dat hy zagt en aangenaam , gelyk in Europa is , zo zvn het ftorcregens , wier gedruis men met dat van oen hagel zoude verwarren , Zo deze laatfte, onder de verzengde Juehtftreek bciSui ,T' ^ynZ ëwolgcn zyn zo lastig als fchadelyk. Men moet de doden , enige uu ren na dat zy geftorven zyn , begraven. Het verfche vleesch blyft ten hooeftén vier en twintig uuren goed De gewone wynen worden fpoedig zuur. Het yzer verroest van den morgen tot op den avond. Duizend voorzorgen zyn 'er nodig , om te be'etten , dat het graan niet bederve , voor dat de zaaityd aankome. De regen tyd gaat menigmaal vergezeld met yzelyke aardbevingen met vreeslyke ftormwinden , die alles omverfmyten , met ene onftuimige zee , die de Schepen op den wal verpletteren. Dit  der beïd* INDIEN. *53 Dit onweer fchvnt , in gevolge van vete FÖerv^eldfn het, als de lucht 2 ebeU de Zon rood , het wêer MS er» £ «pin der bergen helder waren. Vervol. bnndist zich 't onwèer aan met een Sof gekd * ï onder de aarde of in de regenba^ên befloten. De «arren z£ bedekt met een damp , die ze groter fchynen doet. Aan 't noord- westen hangen zeer dikke woltin Dp zee eeeft een Herken reuk van zich, Stuift op f t 5 midden van de ftilte. Ue wind draait W van 't oosten na 't w .on Pn beeint , by herhalingen , die ie der twee uuiS duure'n , heftig te blazen. Schoon deze waarnemingen, over 't algemeen, dood de Wilden gemaakt zyn, de gewoonte d?e zv hebben , om in de opene lucht te leven en hunne ledigheid maken dat zy de opm'rk ngeens wysgeeDrs niet onwaardig zyn. PColumbus na zich op St Dom ngo, het grootfte dei Antilies, te hebben nêer ge.et, ontdekte de anderen. Hy vondt 'er gene zulke zwakke en vreesachtige Eilanders als hy te on^denfebragt hadt. De Karaïben waren van enmrddeLe.fterke en welgefp.erde geftalte welke genoegzaam was, om zeer fterke menfclTen te maken , zo hunne levenswys die gefteldheid geholpen hadt. Zy zouden tamelyk K geweest zyn, indien zy het werk van de natuur niet ontfiert hadden. Zy hadden eeen halr , dan aan de wenkbrauwen en op iToofd. ' Zy droegen niet de mmfte kleding, en zy waren 'er met minder kuisen om. Zy  254 T A F R E E L beverwden zich met de rokou, om zich te beveiligen tegen het Heken der infekten ; dit gaf hun 't aanzien van gekookte kreeften. Hun godsdienst was die , welke den Wilden zo natuurlyk eigen is : een geloof in een goed en in een kwaad beginzel. Hun overig bvgeloof was meer ongerymd, dan gevaariyk. Zy weigerden het knstendom te omhelzen , uit vreze dat hunne buuren den gek met hun zouden Iteken. Zy leefden zonder Regering , in een gerusten ftaat. Grote misdaden waren by hen niet bekent. Voor de aankomst der Eu>-o. peanen was de dievery hun onbekend. Als hun iets ontbrak , zeiden zy zedert: de kristenen waren by hen gekomen. Zy hadden gene fterke hartstochten 5 de liefde was by hen eer ene nooddruft, dan ene drift; zy bebehandelden hunne vrouwen als flavinnen, die zy verftieten , als 't hun goeddagt, zonder dat deze recht hadden , hare verbintenisfen te breken. Ondertusfchen leden zy hier geen groten overlast van ; nadien hare mannen even zo ver waren van den geeft van overheerfching , als van dien van onderwerping , welken zy van de Euroneanen leerden kennen , en waar over zy zich niet genoeg verwonderen konden. De zeden dezer natiën waren niet zeer zamengefteld. leder familie was van de overige als enigzins afgefcheiden. Naarmate zy uitgeftrekter waren , hadden zy ook | meer hutten. In 't midden woonde 't hoofd Van 't gezin met de kinderen ; rondsom zag men de hutten van die genen van zvn kroost, welken getrouwd waren. Deze hutten ftonden op fta-  ER BEIDE INDIEN. zss Haken , waren gedekt met riet , en hadden voor meubelen hunne wapens, katoene bedden , enige korven en vaatwerk van kalebasfen. In dezelve bragten zy 't grootfte deel van hun leven door met flapen of roken in hunne hangmatten. Zomtyds kropen zy in een hoek , waar zy , als in diep gepeins, bleven zitten. Als zy fpraken , 't geen zeldzaam was, liet men ze uitfpreken , zonder ze te Horen, De zorg voor hun onderhoud hieldt hen niet veel bezig ; zy vonden het zelve door de natuur overvloedig gefchonkeh en aten weinig : indien de jacht of visfchery hier al iets byvoegde , was 't alleen by gelegenheid van enig feest. Op 't zelve waren de gasten niet vrolyker , dan naar gewoonte. Hun dans was zo zwaar , dat men 'er de zwaarmoedigheid van geest door heen zag ftralen. Zy eindigden zelden zonder bloedvergieting, wanneer door den drank oude familietwisten weder opgewarmd wierden. Haat en wraakzucht waren de enige gevoelens, welke in deze woeste gemoederen een diepen indruk maken konden. De Karaïben kenden den koophandel niet. Maar zy hadden fchuiten , in den Ham van één enkelen boom uitgehold. Jaren lang was men bezig met een dergelyk werkfluk. Zy dienden zo wel om de Eilanders onder elkander gemeenfchap te doen hebben , als om de vyandelykheden te plegen. Indien de ftormen ze omfmeten , redde men zich met fwemmen , en keerde die fchuiten daarna wederom. Het goed dat men 'er binnen in hadt vast gebonden ging dus niet verloren. Met de-  »S6 T A F R E E L deze vaartuigen en bun toevlucht in 't fwemmen gingen de Karaïhen na Guyana, om daar de Aranquen op te zoeken , welke hen eertyds v;n daar gedreven hadden Fe aanval gefchiedde met een knuppel, wat korter als een arm , en met hunne vergiftigde pylen. Wanneer zy van den tocht wederkeerden vervielen zy weder tot hunne gewone ledigheid. b De Spanjaarden beoorloogden hen niet lang in wêerwil van 't voordeel hunner wapenen, t Goud en Zilver dat zy zoeten vonden zy hier niet ; en de droefgeestigheid deedt de Karaïben fchielyk ftervcn , als men ze tot flaven wilde gebruiken, De Franfchen en Engellchen onderricht van deze vaart der Spanjaarden , onderfchepten hunne Schepen ; en wyl deze laatfte zelve in gebruik gebragt hadden , alle Schepen zonder onderfcheia aan gene zyde des keeikrings te nemen , rechtvaerdigde dit. de roveryen der eerften , welke met deze kaperyen ook in vredes tyden aanhielden. De vrees , die de Engelfchen en Franichen hadden van met de Karaïben in onmin te geraken, was mogelyk de oorzaak , dat zy zich aldaar niet neerzetten. Eindelyk landden zy beiden in den jare 162 5 op denzelven dag, op de tegenoverftaande oevers van St. Christoffel; overtuigd , dat zy den gemenen vyand niet eer den gewenschten afbreuk zouden doen , voor dat zy aldaar ene vaste wo. ning zouden hebben Zy deelden vredig de kusten , daar het geval gewild hadt, dat zy zich zouden neerzetten. De inboorling verwyderde zich van hen , zeggende : de aarde moet  ÖER BEIDE INDIEN, *5? Inoet wel Jlecbt f wisent zyn , of gy moet wei-' nig hebben , om ze zo ver te komen zoeken 3 te midden van zo vele gevaren. Het Spaanfche Hof was niet zo vreedzaam".; Éne vloot tegen de Hollanders uitgerust , moest in 't voorbygaan luiden verdelgen , die als* rovers , volgens het toen aangenomen gevoelen , zich van een zyner bezittingen vermeesterd hadden. De Franfchen en Engelfchen werden verflagen ; 't geen 'er van overbleef nam de wyk na de naburige eilanden * om , zo dra 't gevaar over was , weder na hunne woningen te keren. Zedert Hoorde Spanje hen niet. De twe Natiën fchortteii hunne jaloczy op , ter vernieling der ongelukkige Karaïben, die op vermoeden vart hunne vyanden te zyn , verjaagd en uitge^ rooid wierden, met beroving van hunne vrouwen , hunne levensmiddelen en hun land.Deze verwoesting ftrekten zy uit van 't ene eiland tot het andere ; de Karaïben ziende" dat men het op hun leven en vryheid toeleidë namen de wapenen op , zorg dragende t- door ene der natiën altoos te vriend te hebben * de helft hunner vyanden alleen te gelyk te bevechten te hebben. Doch op 't laatst verenigden dezen zich ; en , daar zy door hunne beide hoven veronachtzaamd waren , floten zy een verdrag, by welk ieder behouden zou , het geen hy door den kans van den oorlog verkregen hadt, en waarin de Karaïben gedwongen wierden te berusten. Dit verdrag ftelde de Franfchen in 't bezit Van Gu3deïoupe , Martinique , Grenade en enige andere kleinere bezittingen j en de Engelfchen R i*  258 T A F R E E L in dat van Barbados , Nieves , Antigoa, Montferrat en enige kleinere eilandje?. St. Christophel bleef aan de beide mtien gemeen.' Van dat tyditip begonnen de Engelfche bezittingen te bloeiicn , en d? Franfchen te kwynen. Een groot geta) Franfchen verliet dezelve , _ en ging na den noord - kant van St. Domingo, zich voegende by een hoop geluk - zoekers , aldaar zedert dertig, jaren woonachtig. Men noemde ze Boucaniers , om dat zy gelyk de Wilden , hun vleesch in rookhuizen (bcucaus) droogden. Zonder vrouwen zynde , hadden zy zich twe aan twe verenigd , om voor elkander de huisdien f»en te verrichten. Die den ander overleefde, erfde alles De goederen waren gemeen , en de dievery was onbekend. De heftige o-efchil. len werden met fnaphaanfehoren beilist. Zy rekenden zich ontflagen van de wetien hunnes vaderlands. Zy hadden zelfs tot hunne familie-namen veranderd. Een hemd, geverfd in het bloed der dieren op de jacht gedood ; een onderbroek gemaakt als een brouwers fchootsveU en die noch morfiger was; een gordel van lêer , waar aan een korte zabel en enige mesfen hingen ; een hoed van voren a'leen met een klep; fchoenen zonder kouzen : dit was de kleding van deze woeste Menfchen. Hunne glorie was een fnaphaan , die een once fchoot , en een jacht van vyf en twintig honden te hebben. Hunne enigfte bezigheid was op de wilde ftieren te jagen , die zich in 't eiland fterk vermenigvuldigd hadden , zedert de Spanjaarden ze aldaar gebragt hadden. Men vilde ze , zo dra mea ze neergeveld hadt.  DER BEIDE INDIEN. 2S9 hadt , en hieldt niet eer op , voor dat men 'er zo vele gedood hadt , als 'er jagers waren. Vervolgens deedt men ze koken; het eantfche toebereidzel van die fpyze was picment en citroen - fep. Zy hadden geen brood, en geen anderen drank dan water. Dit was de bezigheid van hun gantfche leven, tot datzy zo vele huiden hadden, als zy aan de vreemde Schepen verkopen wilde. Hier toe gebruikte men luiden , huurlingen genaamd , een flag van menfchen , welke zich in Europa _ verkoeten , om drie jaren lang als flaven m de koloniën te dienen. Luiden van een dergelyk settel,.geduurig in beweging , ieder dag met versch vleesch gevoed , kenden weinig ziekten Hunne tochten werden alleen afgebroken door koortzen , die maar één dag duurden. _ In deze levenswyze der Boucaniêrs , zou het klimaat hun enige vyand geweest zyn , zo hunne al te ftoute en onderneemzieke gefteldheid de Spanjaarden niet uit hunne werkeloosheid getrokken hadt. Deze hopeloos geworden over hunne geduunge invallen , deden uit het nabuurig vaste land troepen komen, welke deze verftrooide menfchen aanvielen ; zommige van hen werden op hunne jachten , anderen by nacht in hunne hutten overvallen. Velen van hen wierden vermoord , cn dit zou over 't algemeen hun lot geworden zyn, zo zy zich niet in een ligchaam verenigd hadden Zo zy 's avonds van de jacht thuis komende , vonden dat één van hun vermist werdt, gingen zy , met opfchorting van t jagen , deszelfs dood wreken. Zy fpaardni J h 9 R % wetl  atfo T A F R E E L niets in hunne woede. De Spanjaarden gene mogelykheid ziende zulke woedende vyanden te ondertebrengen , befloten een einde hier van te maken , met al het vee van 't eiland te verdelgen. Dit ftelde de Boucaniers in de noodzakelykheid , om , in een gezet leven, zich op den landbouw toeteleggen. Toen zondt Vrankryk hun een Gouverneur met welke enige vrouwen vertrokken van een los. handig gedrag. De Engelfchen hadden niet getoefd met zich op de Antilies te vestigen. Zo dra cromwel met Spanje onenig was wendden zy hun eerften aanval tegen St. Domingo ; doch deze mislukte, wyl dezelve kwalyk aangelegd werdt. Ongewoon aan ene dcrgelyke vernedering , verdubbelden zy hunne pogingen tegen Jamaica , befloten hebbende dit Eiland te nemen , of te fterven. De Spanjaarden , onkundig van de onenigheden , in Europa ontftaan , wisten zelfs niet dat 'er een vyand van hen op de kusten was. De Gouverneur van de plaats wist hunnen optocht na St. Jago, de enige verfterkte plaats van 't Eiland , optehouden door een ontwerp van verdrag , waarmede hy hen zo lang ophieldt , tot dat de bewoners den tyd hadden , hunne meeste en beste rykdommen te verbergen , en zich zeiven in de bergen te verfchuilen. Deze Krygslist bragt de razernye der Engelfchen ten top } de pogingen die zy deden om dit bedrog zyn doel te doen misfen , waren lang te vergeefsch ; zy hadden reeds befloten deze verovering te ftaken, toen zy 't geluk hadden de verftokene kudden te ontdek-  der beide INDIEN. *6i dekken. Zedert volhardden zy in hun ontwerp ° en voleinden 't zelve , in fpyt der pogingen van de Spanjaarden , die van dit Eiland na Cuba gevlucht , van daar door hunne landslui na Jamaica terug gedreven werden om van den vyand deze nieuwe bezitting te hernemen; waarin zy nogthans niet flaVóór' dat de Engelfchen alhier , en de Franfchen op St. Domingo , zich neer gezet hadden , verjoegen de zeerovers van beide natiën ' de Spanjaarden van Tortue , gelegen dist bv de Franfche bezitting , en werden zedert zo vermaard , onder den naam van Frybuiters. Zy veriierkten zich aldaar , en vielen menigwerf op den gemenen vyand met een buitengewonen moed aan. Hunne gantfche uitrusting beftond in ene bark , nu groter, dan kleiner, altoos zo fterk bemand, dat't volk nauwlyks ruimte hadt, om zich '«nachts neer te leggen Het gezag, dat zy hun hoofd gaven , duurde alleen d.n tyd van den flag , daarna viel alles weder m wanorde. Zy geleken de Wilden , die zonder vreze voor gebrek of zorg voor 't toekomende , dan eens overvloed , dan wederom niets hebben. Hunne armoede maakte dat zv vervoerd werden van woede op t gezicht van een Schip. Hunne manier van vechten was Ie enteren. De kleinheid hunner ~ Schepen en de gezwindheid hunner bewegingen , ontoog hen aan 't vyandelyk gefchut Met de voorfteven van 't Schip , vol van luiden. met handgeweer , welke de behendigheid hadden de kanoniers van 'svyands Schepen met te misR 3 ien'  402 T A F R E E L fcn , kwamen zy op dezelve af , en namen ze in een ogenblik weg. In geval van groten rood , vielen zy op alle natiën aan ; maar buiten dien alleen op den Spanjaard. Zy bouwden de rechtvaardigheid hunner zaak cp de wreedheden, die hy in Amerika gepleegd hadt. Deze afkeer werdt vermeerderd door de hinderpalen , welke zy hun in 't jagen- en visfchen gelegd hadden. Dc Schepen welke uit Europa na Amerika ftevendcn , maakten zelden hunne begeerlykheid gaande ; zy hielden zich aan die welke terug kwamen beladen met rykdommen. Ontmoetten zy één enkel Schip , zo namen zy het ; was het ene gehele vloot , zo befpicdden zy dezelve zo lang 5 tot dat 't een of ander Schip 'er van afgeraakt was , wanneer zy 'er zich van vermeesterden . Was de prys ryk , zo Ipaarde men de Spanjaarden; was zy 't niet, zo fmeet men ze in zee. ■ Zie hier e- nige trekken van hunne ftoutheid, p le grand hadt een vaartuig met vier Hukken , en achtentwintig man. Dit belette hem niet den Vice - admiraal der galiioenen te nemen. Hy enterde hem , na dat hy alvorens order gegeven hadt, om zyn eigen Schip te laten zinken. Een zo ftoute daad verbysterde den bevelhebber zodanig , dat hy genomen was , eer hy 't wist. Le easque , jonque en l. de graaf, kruisten met drie kleine vaartuigen voor Carthagena. Men zondt twe Oorlogfchepen uit de haven , met bevel die vrybuiters dood of levendig op te brengen. Zo dra hadden zy de- zel-  B JR BEIDE INDIEN. 2^ zelve niet gezien , of zy vallen 'er op aan , en nemen ze weg, Al wat in den ilag met om gekomen was, werdt na land gezonden, met een brief aan den kommandnnt , hem dankende voor het zenden van die twe goede Schepen, met byvoeging zo hy 'er nog meer hadt, dat hy ze moge zenden; doch zo zy geen geld aanbragten, dat men t volk geen kwartier geven zoude. De Kapitein i.aurens wist door zyne onverzaa^theid zyne geringe magt tegen twe Oorlogfchepen van óo ftukken te beveiligen , flaande midden door dezelve heen. Als zy een aanzienlykcn buit gemaakt hadden, gingen zy eerst na Tortue, en verlens ieder natie na hare bezittingen , alwaar zy dien deelden. Ieder zwoer , dat hy niets verftoken hadt. De meinedgen , die zeldzaam waren ■ werden op een woest Eiland nêergezet. Die in den ilag verminkt waren werden 't eerst voorzien. De gewonden kregen twe maanden een kroon 's daags. Deze fchuld moest voor alle anderen betaald worden. Daarna verdeelde men den roof in zo vele loten , als 'er vrybuiters waren. Hun hoofd hadt niet meer recht, dan od één lot; doch waren zy met hem te vreden , zo fchonken zy 'er hem drie of vier. Indien 't Schip met aan 't volk , maar aan een ander toebehoorde , kreeg deze een derde van den buit, Zo dra dit gedaan was, gaven zy zich aan den drank, de overdaad, ontucht en het fpel over, waarin zy zich haastten millioenen te verteren. Zy gingen niet wederom op zee, voor dat zy arm geworden waien. R 4.  m T A F R E E L Dc Spanjaarden hopeloos geworden, om dat zy zich een geduurige prooi zagen van deze rovers , lieten hunne fcheepvaart geheet fhlftaan, Zy wilden liever , in ieder Eiland , als in ene foort van afzonderlyken ftaat opgefloten worden , dan in die woeste handen vallen. .Maar zodra zagen de Vrybuiters hunne pryzen niet verminderen , of zy vielen de Spanjaarden ook te land aan , verfcheïde voorname fteden en fterkten uitplunderende en vernielende, en onnoemelyke fchatten wegflepende. De voornaamfte "hoofden dezer verngtingen waren montbars , bas<-»ue , mor. gan , van horn , godefroi , jonque , de graaf : hunne verrichtingen gaan alle verbeelding te boven. Hun ongeluk wilde eindelyk, dat zy in hunnen terugtocht van het plunderen van Carthawena een vloot der Engelfchen en Hollanders ontmoette, welk verfcheiden van hunne Schepen nam , en enigen in den grond boorde. De ïtest borg zich op St. Domingo. Dit is de laatite gebeurtenis in deGefchiedenis derVrybuiteren ; wanneer dc oorlog van den prins van Oranje , de pogingen der Franfchen en Engelfchen om hunne bezittingen een vast aanzien te geven , de voorzorg die men gebruikte den voornaamften vrybuiteren ampten te geven, een einde maakten van ene maatfchappy yan menfchen , waarvan men nimmer een voqrbeeld zag , en die , zo zy den geest van verovering , en niet dien van rovery gehad hadden , ongetwyfeld meesters van gehesl Amerika zouden geworden zyn. De Engelfchen , Franfchen en Hollanders hebben beur»  , ER BEIDE IN Dl EN. 26"5 beurtelings zeer tnagtige vloten en talryke uitrustingen na Amerika gezonden, doch zy zyn nooit in ftaat geweest de helft dier grote daden te doen , waardoor deze menfchen met een handvol volks de bewondering van de waereld, in hunnen tyd, en in alle tyden zullen verdienen. De oorlog over de Spaanfche tnroons opvolging hadt geen mcrkelyke invloed op den ftaat van Amerika , om dat de twe natiën , welke in de gelegenheid waren om dien te veranderen , belang 'er by hadden , dat gene van beiden 'er de overhand in kreeg. Zedert dien oorlog hadden de Engelfche volkplantingen van Jamaica met de Spaanfche bezittingen een zeer groten handel gedreven , welke de lange gewoonte van dien te dryven , als rechtmaatig deedt aanmerken. Het Spaanfche Hof , kundiger geworden omtrent zyne ware belangen , maakte fchikkingen , om die verftandhoudingen te eindigen , of te belemmeren. Dan de fchepen , bevoegd om de fluikery te ftoren , bedienden zich van hun geweld , om fchepen , welke na vrye havens voeren , te onderfcheppen. De En- ' gelfche natie , welke geduldig leedt, dat men den ongeoorloofden handel belette , wilde niet gedogen deze geweldadigbedon. Het gemene volk van Londen , het flechtfte gefpuis van de aerde, rot zich byeen en dwingt het Parlement Spanje den oorlog aan te doen. Deze werdt van den kant van Engeland met uitftekende voordelen begonnen, 't Hadt 11 s een  zóó T A F R E E L een groot getal matrozen ; zyne arfenaien waren opgepropt met fcheepsbehceften , en op zyne werven wierdt fterk getimmerd. Zyne Eskaders , geheel zeilvaerdig , onder 't bevel van geoefende officieren , wachtten alleen na 't woord van bevel, om de fchrik zyner vlagge aan 't einde van de waereld te brengen. De vloot van - vernon vernielde , om een begin te maken, Porto - bello,- en zo zy voor Carthagena ongelukkig was , ontftondt die tegenfpoed meer uit de ongezondheid van de luchtftreek , dan uit enige andere oorzaak. De uitrusting van den Admiraal anson weidt aan kaap Horn vernield; zo hy dezelve één maand vroeger was voorby gezeild , is 't waarfcbynlyfe , te oordeelen uit het geen hy met zyn enkel fchip deedt , dat hy de Spaanfche Hcerichappy in de Zuid-zee zou hebben doen beven. Enige andere pogingen der Engelfchen hadden een niet veel gelukkiger uitflag. Maar men liet het hier niet by berusten. De Engelfchen hadden altoos nog hunne zeemagt . hun karakter , hunne 'wetgeving , drie zaken welke deden beven. Te vergecfsch voegde het hof van Verfailles zyne magt by d;e, waarmede Spanje koude werken. De gemene vyand bleef daarom niet minder ftoutheid behouden. Gelukkig voor deze bondgenooten , maakte de dood van Keizer Karei VI, dat de Engelfchen , op zeer onzekere gronden , een gedeelte van hun vermogen op 't vaste land overbragten. De vyandelykheden waren in die afgelegene oorden byna niet meer dan roveryen. De vrede van  du beideINDUN. 267 van Aken maakte gene Igrote omwent©. W in Wkundig ftelfel van Europa , betrekkelyk tot zyne afgelegene volkplantm- ^De Engelfchen, meer genegen, om zich over eens anders voorfpoed te bedroeven, dan om van hun eigen voorfpoed gebruik te maken, is t " gèSg ryk te zyn, zy willen alleen ryk %n AUegliunne oorlogen bedoelen den koophandel; de begeerte om dm uit fluitende te maken, heeft hen grote dingen en grote onrecht. Sardigned'n doen bedryven. Deze grondbeginTetendeden zich duidelyk in MSS «en. De bloei der Franfche volkplantingen wekte de jabezy der Engelfchen op. -Deze vcrfoeilyke drift werdt , m eerst , bedekt met alle de ha. telYkftehsten der ftaatkunde. I In dezen ftaat vertoonden zich tien fchepen van Linie, enige bombardeer-galjoten , en fregatten, en vyfduizend man Landtroepen, voor Guadeloupe , op den 22 Jannuary 1759. *s Anderendaags maakten hunne bomben een puinhoop van Basfe- terre. Zo de belegeraars dien fchrik zich hadden weten ten nut te maken , is 't te vermoeden, dat de weerftand niet 'lang zoude geduurt hebben. Het talmen van den vyand gaf den belegerden gelegenheid zich te verfterken in ene engte , twe mylen van de plaats af. Hier hielden zy de Engelfchen in geduurige beweging. Deze met meer hopende 't Eiland van dezen kant te nemen , befloten het van den kant van Grande - terre aantegrypen , daar zy wederom nalieten zich dezelve gelukkige omftandigheden ten nut te makan. De uitkomst dezer onderneminge begon twyfelachtig te worden , toen barrington aan 't hoofd der troepen gefteld, de zaken van gedaante deedt veranderen. Deze, het ontwerp , om diep in 't land te dringen latende varen , deedt aanvallen op de vlekken , welke aan de kusten waren. De verwoestingen , welke hy aanrechtte , deden de volkplanters de wapenen uit de handen vallen. Het gantfche Eiland gaf zich over , na een tegenftand van drie Maanden, op zeer eerlyke voorwaarden. Deze zelve magt hadt te voren de verovering van Martinique beproefd, maar met een ongelukkigen uitflag. Drie jaren daarna hervatte Engeland dit ontwerp , met ene groter magt , welke onder den generaal monckton en den Admiraal rodney aangevoerd , zich  s;o T A F R E E L zich van de plaats meester maakte , die zich des te eer overgaf, naar mate zy Guadeloupe onder de Engelfchen zag bloeijen. Grenada en de andere Eilanden beneden den wind volgden dit voorbeeld. St. Domingo, 't enige Eiland welk den Franfchen in dien groten Amerikaanfchen Archipel nog toebehoorde f werdt met 't zelve juk gedreigd. Men kon ligt bevroeden , dat deze ryke bezitting de begeerlykheid der Engelfchen prikkelen moest, des te meer , .wyl zy buiten ftaat was , den minftcn wêerftand te bieden, 't Hof van Verfailles was verbaasd, over 't verlies , 't geen het kwam te lyden, en over dat , waarmede het gedreigd wierdt. 't Was de Heer pitt welke dit ontwerp beraamd had. Doch hy was reeds van 't Staatsbewind af , toen Martinique genomen werdt. De andere Staatsdienaars gebelgd over het gezag , dat hy verkregea hadt , verenigden zich , om hem uit het bewind te floten , door een verfchillend gevoelen ftyf en ftrak ftaande te houden. Men veranderde hier in kort daarna, en verklaarde Spanje den oorlog. Alle de krygstoerustingen werden tegen Cuba ingericht. De heerfchappy over dit Eiland verzekerde die over de Mexikaanfche golf, en den gehelen voordeligen handel , die daar aan vast is. De verovering van het zelve moest Engeland in ftaat ftellen , om den nieuwen vyand de wet voor te fchryven. Het deedt ene vloot van 19 Schepen van Linie en even zo veel Fregatten, en ene menigte transportfchepen , waarop 10,000 man Landtroepen waren , welke door 4,000 Ame- ri-  DER BEIDE INDIEN. i?ï rikanen verfterkt wierden , op den 6 Ju]y 1762 , voor de Havana verfchynen. De vloot richtte hare bewegingen , bevolen door den Admiraal pokock , met veel oordeel in. De landmagt gedroeg zich niet even verftandi>- hare voornaamfte misflag was eerst bet Fort irT'plaats van de Stad aantegrypen. De misdagen en zorgeloosheid der Spanjaarden waren niet geringer/ Deze belettedenechter niet dat den Engelfchen niets anders overig bleef dan het beleg op te breken , of de Stad ftormenderhand in te nemen. Dit laatfte werdt beproefd ; de onoplettendheid der Spanjaarden, van de enige plaats , waar ftorm gelopen korde worden , weerloos te laten , maakte , dat zy hier in flaagden. Het Fort en de Stad gaven zich by verdrag over. Hier vondt men 2,000,000 fterlings in geld en andere kostbare waren , die de kosten der onderneming rykelyk vergoedden. Deze overgave werdt gevolgd van die des gehelen Eilands. Het verlies van Cuba , de fpil der Spaanfche grootheid in de nieuwe waereld , maakte den vrede zo wenfchelyk voor Spanje , als voor Vrankryk , wiens rampen ten hoogften top gedegen waren. Engeland wilde dien wel maken; en daar het te voorzien was , dat het zelve , niet in ftaat zynde alles te behouden , ten minfte de heerfchappy der Franfche Eilanden , deels om dat zy de rykfte zyn , deels om dat dit verlies hare mededinglter 't gevoeligst verzwakken zoude , niet zoude laten varen , deedt het dit nogthans , en vergenoegde zich met het geen aan zyne bezittingen iu Noord - Amerika nog ontbrak. Alles wat  X7i T A F R E E L de Hoven van Madrid en Verfailles van de rivier St. Laurens tot die van Mifliflipi bezeten hadden , de Eilanden Grenade en Tabago, en de onzydige Eilanden St Vincent en Dominique werdt den Engelfchen afgeftaan , tegen teruggeving Van alle de veroveringen , welke zy in dien oorlog gemaakt hadden. Van dit ogenblik verloor Engeland ene gelegenheid , die denkelyk nimmer weder zal komen, om voor zich de fleutels en bronnen van alle de rykdommen van de nieuwe waereld te verkrygen. Mexiko was in zyne hand , wyl 't meester was van den ingang van zyne golf. 't Vaste land was misfchien ligt overtehalen door de hoop van ene zagter Regering en meerdere vryheid. Geheel Amerika, en misfchien de gehele waereld zoude van gedaante verandert zyn ! Ondertusfchen vondt de Natie, welke de overwinning overal volgde , haren ondergang in hare zegepralen. Haar algemene fchuld , welke in den beginne der onenigheden niet boven de 71,870,536 ponden fterlings beliep, was by het fluiten van den vrede 147,974, 546 ponden , waarvoor zy 'sjaars 5,99a, 617 ponden intrest moest betalen. aai  DER BEIDE INDIEN. m XI. HOOFDSTUK. Bezitting™ en Keopbandel op de Kust van Afrika , Handel m Slaven en derzelver arbeid op de Eilanden. I oen de overweldigers der Nieuwe waereld het Goud en Zilver niet meer zo overvloedig vonden als wel eer , dagten enne voormtziende vernuften dat het mogelyk was den grond met voordeel te bewerken. Zy deden den voorflag om aldaar de voortplanting te beginnen van levensmiddelen , welke aan ons geluk nog ontbraken of die wy te duur moesten betalen. Maar de oude bewoners waren verdelgd , en die nog overig waren , hadden een onoverkomelyken afkeer van den arbeid; en de overwinnaren zelve , konden den zwaren arbeid van den Landbouw niet verduuren. Het belang verzon het middel om Landbouwers te halen uit Atnka , dat van ouds de wrede gewoonte hadt , om zyne bewoners te verkopen. afrika is een uitgeftrekt land , welk aan ACe <^ehegt is door een ftrook lands , twintig mylen breed, dien men de engte van Suez noemt. Dit Schier- eiland , door den Evenaar in twe ongelyke delen afgefneden , maakt een onregelmatigen driehoek uit, waarvan een der zyden na 't Oosten , de andere na'tNoorden, en de derde na't Westen ftrekt. De Oostelyke kant, die zich; van Suez tot s aan  274 T A F R E E L aan de Kaap de Goede-Hoop uirJfrrekt, wordt bewaterd door de Rode Zee en den Oceaan, 't Land is van binnen weinig bekend, en 't geen men 'er van weet , trekt niemands aandagt; de mislionarisfen zelfs, fchoon dat Zy in den aanvang hier enigen opgang mankten , lieten het volk aan zyne ügtzinnigheid e- v rraderye over. De kusten zyn meest al af'chuivelyke klippen , en een hoop dor braid nd zand. Die welke voor enigen bouw vatbaar zyn , behoren den landaart, den Arabieren , den Portugezen en Hollanders Hun handel beftaat in een weinig yvoor of goud, en enige flaven , en bepaald zich tot Oo^tindie. De Noord - kant, die van de engte van Suez tot aan de ftraat van Gibraltar zich uitftrekt , heeft tot grenzen de JVfiddeilandfche Zee. De kust, negen honderd mylen lang , bevat Egypte en Barbarye. Egypte , 't welk nu onder het juk der Othomannifche heerfchappy zucht, grenst ten Oosten aan de Rode Zee , ten Zuiden aan Nubie, ten Westen aan Lybie en ten Noorden aan de Middellandfche Zee. De lengte van het Zuiden na het Noorden is 212 Mylen. Een bank van Rotzen en een keten Bergen , welke genoegzaam den zelfden loop houden , laten het by Kairo niet meer dan zes of zeven mylen breedte. Van deze Hoofdftad tot aan de Zee maakt het land een driehoek , welks grondlyn 100 Mylen haalt. Deze driehoek omvat ene andere , bekend by den naam van Delta , ontftaande uit twe armen van den Nyl, die zich ondasten in de Middellandfche Zee, de ene een  DER BEIDE INDIEN. ifl? een Myl van Rozette , én de andere twe Mylen van Damiare. Het klimaat , hoewel heet , is ovor 't algemeen gezond De voornaamfte landkwaal is ene verzwakking of geheel verhes van net gezicht. Oe grond geeft drie Oogden in 't jaar , welke vruehf baarheid wordt toegefchre. ven aan de jaariykfche overftröming van den Nyl. De Lfcfetóryen zyn 'er verdeeld m drie klasfen. De eerfte bevat de Vakwp of den eigendom der Godsdienftige gebouwen: deze worden het flegts Vin allen bebouwd ; de twede behoord aan de voornaamfte bürgerlvke Amptenaren en Krygsbevelhebbers, en de derde wordt verdeeld onder de ampteloze burgers , welke ze laten bewerken door werkzame en kundige landhuurders. Deze iaatite klasfe maakt den rykdom van Egypte uit, en is de bron van net vermogen van 'sLands fchatkist. Hoewel een derde gedeelte des lands woest legt, telt men aldaar tusfchen de vyf en zes millioenen inwoners. De talrykfte zyn da Kapten , die hunnen oorfpronk van de oude> Egyptenaren ontlenen. Zommige geloven den Alcoran , andere zyn Christenen. Zy beoeffenen den Landbouw en de Handwerken. Op dezen volgen de Arabieren , welke leven in den ftaat der diepfte vernedering ; men befchikt eigendunkelyk over hunne goederen en leven , zonder dat deze geweldenaryen immer de wraak der Regeringe gewekt hebben ; hun voedzel beftaat m peulvruchten en melkfpyzen Het overige der bevolking beftaat uit Turken, Joden en Armeniërs. Deze uitlanS a de»  v76 T A F R E E L ders laten zelden een tal ryk kroost na ; in zonderheid heeft deze onvruchtbaarheid plaats by de Mamme! ukken Deze zonderlinge Dynastie, by welke het gezag berust, beftaat uit tien of twaalf duizend Slaven, in hunne jeugd uit Georgië of Cirkasiie gehaald; welke in dienst treden van de Groten hunner Natie, die allen vóór hen het juk hebben gedragen , en die hen vroeg of laat weder vry verklaren. Deze vry gemaakte Slaven klimmen van trap tot trap op tot de hoogfte waardigheid , zynde die van Bey, waar van 'er gemecnlyk zestien of zeventien zyn , die het bevel voeren over vier en twintig Provinciën van het Koningryk. Die van de Hoofdftad matigt zich doorgaans gezag aan over de anderen. De Divan, beftaande uit de Beys en derzelver afhangelingen, is in de daad de Oppervorst. De Pacha , verbeeldende den Sultan , ontvangt wel de huldebetoningen; doch zyn belang verplicht hem den wil der Beys te volgen. Van de belastingen , wier zuivere opbrengst op tien millioenen gefchat wordt , komt zelden boven vier Millioenen te Konftantinopolen; de voornaamfte Bey behoud het overige indien hy kan , of deelt het met zyne amptgenoten; de krygsmagr ontvangt nimmer hare gehele befolding en de burgers worden fteeds uitgeplonderd. De hulpmiddelen van een voordeligen buitenlandfchen koophandel kunnen alleen zo vele geweldenaryen draaglyk maken. Men ontmoet '*n dit gewest vele Koop en Havenfteden. De voornaamfte zyn Alexandri, Be- quies  DER b'E IDE INDIEN. 17? quies , Rozette en Damiate. Jaarlyks komen aldaar tusfchen de zeven en acht honderd Schepen uit Syrië , Konftantinopolen , Smirna, Salonica, Kandia en van enige Eilanden , wier ladingen gezamentlyk gefchat worden op 29 500^000 Livres ; doch het levert aan dezelve voor 4sooo,ooo Livres zo Jat het jaarlyks 24.500,000 Livres; in gereed geld moet ontvangen De Handel met de Europeanen is van minder belang. Deze brengen 'er Laken , Pasfetnencen , Zyde Stoffen , Yzer , Lood , Tin , Papier , Coehemlje, Snuifterven en Glaswerk, en ontvangen 'er Ryst, Ki.ffy, Saffraan , Yvoor , Gommen , Ka* toen, Senebladen, Casfia, Garen en 1 immerhout. In 't jaar 1776. bedroeg den invoer 6,896.310 Livres en den uitvoer 5,995»147 Livres; van het geen de Europeanen kopen of verkopen moet drie ten honderd betaald worden ; doch van de Koffy zes en van de Ryst tien ten honderd. Lybie of Barbarye , het land waar eertyds de Karthagers woonden , welke de grootite en felfte Oorlogen tegen Rome voerde en die eindigde met daar van overwonnen te worden, werdt , in de zevende eeuw, door de Saracenen den Romeinen ontnomen , waar by zy Noord - Afrika voegden. De Stedehouders van den Calif beroofden daar na hunnen meester van dien buit en maakten 'er onafhanglyke Staten van. Deze verdeling van magt zetten de Turken aan om het te vermeesteren , waar in zy fpoedig Haagden; doch de Pacha's, met dien plondergeest bezield welke hunne Natie kenfchetst, onderdrukten de Ingezetenen en de S 3 S(*  t?S T A F R E E L Soldaten. Deze vertoonden aan de Porte de onheilen welke dit land daar uit te wagten ftond. Öm zich daar tegen te dekken vond men goed ene Reey, het Hoofd van het Gemenebest, wordt door de Krygsmagt, die Turksch en de enige Adel is , verkoren, peze verkiezingen gaan gemeenlyk van bloeciftortingen vergezeld en de verkorene worde dikwyls wederom op zyn beurt omgebragt. Het Ryk van Marokko , hoewel erflyk , in aan dezelve beroerten onderhevig. De Haar van Tripoli , grenzende aan de ene zjde aan Egypte en aan de andere zyde aan Tunis, itrekt zich 230 Mylen langs de kust. De cogften zyn 'er fchraal en het binnenfte gedeeke des lands is een wildernis , flegts hier en daar bewoond. Dertig dagreiz'ens van de Hoofdftad , over bewegende en dorre zandwoe. tynen, legt het fchattingfchuidig Konmgryk fezen' Het Gemenebest heeft een inkomen van 2 000,000 Livres, komende van de Palmbomen , de putten , tollen en de munt. De binnenlandfchen handel is geheel vervallen. Zommige zeelieden uit de Levant halen 'er nu en dan ene lading. De Toskaners en Venetianen zyn de eiuge Europeauen welke op Tripoli blyven handelen , hoewel zy beide jaarlyks niet meer dan voor 340,000 Livres aan goederen derwaards zenden. Zyne Zeerovers waren een getuimen tyd de talrykfte en  DER BEIDE INDIEN. 179 cn best gewapende der Barbaryfche Stagen. De Franfchen hebben het twemaal gebombardeerd ; doch vruchtloos : de bu-gerlyke beroerten zyn alleen in ftaat gewest om zyne zeemagt te doen vervallen. Tunis heeft even zeer zyne zeemagt verwaarloost , zedert het verbonden heeft gefloten met de Noordfche Mogendheden, en Korfika in het bezit van Frankryk is gekomon. Zyne Landmagt beftaat uit vyf of zesduizend Turken of afgevallene Christenen en ene bende Ruiters van zevenduizend Moren , beiden gewapend met een Snaphaan zonder Bajonet en twe Piftolen; daarenboven hebben de Turken een Ponjaard en de Moren een moordpriem. Het heeft een inkomen van 18,000,000 Livres. De binnenlandfche handel is gering, doch de zee-handel is van enig meer belang, hoewel Frankryk , dat meer dan alle andere Luropifche Natiën op dezen Staat handelt, sjaarlyks niet meer dan voor 2,000,000 Livres aan Koopmanfcbappen derwaards zendt. Hoewel de Hoofdftad , gelegen aan den voet van een heuvel , hebbende ene onzuivere lucht , ondrinkbaar water , en ene bevoikmg van 150,000 zielen , den voornaamften hands! dryft , ontvangen , echter , de andere havens langs ene kust van 80 Mylen vedp e:d, enige vaartuigen. Deze zyn Sfax, waar aanzienlyke Fabrieken zyn; Suja, bloeijende door de Olie en Wolle ; Bizerte , van weinig aangelegenheid ; cn Port turine , op * Puinhopen van het oude Utika geboud; zynde dit ae enigfte wykplaats en het Dok voorde zeeS 4 niagt;  «So T A F R E E L magt; welke tegenwoordig flegts beftaat uit drie halve Galeien en vyf Xebekken. Aan den Mond van de Zaine, welke Tunis van Algiers fcheidt, legt het Eiland Gahte, bewoond door ene menigte Wollenwevers en Spongievisfchers , en bedekt met allerlei vee. I\iet verre van daar legt het Eiland 7abarque. De Genuezen ontvangen van deze dorre Rots ene menigte fchoon Koraal. Ten westen van Tunis legt Algiers, welks binnenlandfche ftreken , die , gelyk de meeste gewesten van Barbarye, beter bebouwd en bevolkt zyn dan veel al geloofd wordt, tegen de woestynen van Sahara floten. De weinige fteden die 'er zyn leggen meest langs de Zee- kust , welke zich 120 nryien uititrtkt 'sLands inkomen is niet evenredig aan den rykdom van den Staat; het zelve raakt voor het grootfle gedeelte te zoek in de handen der Gaarders. De negering heeft in dienst 12,000 Turken , hoewel dit getal nooit vol is , en 20 000 Ruiters , zynde Moren ; daarenboven kan zy in tyd van nood befchikken over de Moren die ten platten lande wonen ; beiden zyn dappere krygslieden. Hare zeemagt beftaat uit één Schip van 50, één van 44, en één van 34 ftukken, 5 grote Barken , 2 Xebekken , 4 halve Galeien en 3 Galjoten. Van deze Vaartuigen, welke alle ter kaap varen , behoren enige aan den Staat , andere aan leden der Regering en zommige aan byzondere Burgers, ieder eigenaar draagt de kosten der uitrustinge en deeit de voordelen met "sLands kas en het Scheeps-  DER BEIDE INDIEN. 281 Scheepsvolk. De Zee-lieden welke op dezen Staat varen , kunnen op zeven of acnt plaatzen landen. • ' ' De Haven van' Callé , dicht by de grenzen van Tunis gelegen , kan flechts vyf of zes Schepen bevatten. De Franfchen doen alleen deze haven aan. Reeds in den Jare 1560 verwierven enige van hen de vryheid om aldaar ene Koraaivislchery te beginnen. Verfcheïde wederfpoeden moesten zy ondergaan. Zïnts het Jaar 1741 is den handel op deze kust geraakt in handen van ene Maatfchappy te Marfeille opgericht, wier inlaag 1,200,000 Livres bedroeg, in 1,200 Actiën verdeeld. Hare eerfte verrichtingen waren zo ongelukkig dat zy in 176Ó flegts 570,000 Livres overig hadt. Zedert was zy voorfpoedig; in 't Jaar 1773 was haar kapitaal 2,512,4+5 Livres 3 ftuivers 4 penningen , behalven de twyfelachtige uitftaande fchulden , Gebouwen en onverkogte Goederen. Hare verzendingen zyn van weinig belang ; hare inkopen , beftaande in Koraal , Wasch , Wolle , Smeer , Huiden en Koorn doen zy met gereed Geld. in 1773. voerde zy in Frankryk 84,336 Lasten Tarwe en 17)173 Lasten Garst, Bonen en Gierst. Tot deze vaart worden Jaarlyks 120 Schepen gebruikt, welke byna 100,000 Kronen aan vragt verdienen. JJone, welk het aloude Hippo fchynt te wezen , heelt een voortrerrelyke Ree. Bugtt is ene aanzienlyke ftapelplaats van Olie en Wasch, welke inde vlakten worden ingezameld; envöornaamlyk van Yzer, uit de afgelegene bergen. 7 'edeOs, dat voormaals een aanzienlyke Stad moetgcS 5 weest  «82 T A F R E E L weert zyn, heeft ene gcvaarlyke Ree. Algiers, de Hoofdftad , in het hangen van een heuvel gebouwd , welke door het Kasteel wordt bepreken , heeft ene naauwe, ondiepe en onveilige haven, en op de Ree leggen de Schepen evtn gevaarlyk. Serfellcs , vyf of zes mylen van Algiers gelegen , heeft een Kreek of Baay waar in vele Schepen ten anker komen ; h;er is de bekwaamfte landingplaats aan de gehele kust. Arjew , waarfchynlyk het Arfenaria der ouden , welks oorden zeer bekoorlyk zyn, heeft ene veilige en gemaklyke Ree , en is de naaste Moorfche Stad aan Üran, Drie vierde dekn van den Particulieren handel op dezen S uat is in harden der Franfchen , welke , echter, behalven die van de Koninglyke Afrikaanfche Maatfchappy , jaarlyks niet boven de 2( o oc o Livres aan verkoop en niet boven de 6co coo Livres aan inkoop bedraagt. Zy voeren van daar 2 650 kwintalen Wolle , 5,000 pypen Olie , 16 000 Lasten Koorn , en 30,000 Huiden» Marokko , niet minder ea even wreedaartig gelchokt dan het overige noordlyk gedeelte van Afrika , heeft het juk der Turken niet ondergaan. De Provinciën Fez , Sus en Talifet, onder den naam van Koningryken daar van afgeicheurd , zyn van tyd tot tyd weder met het Ryk vereenigd. Een eigendunkelyk Vorst regeert het zelve na zyne grilligheid , welke d;kwyls wreetiaart'g is. Hy heeft gene geregelde troepen dan een flaafiche Lyfwagt; even gebrekkig is zyne zeemagt, zy beftaat uit 3 Fregatten , 2 halve Galeien , 3 Xebekken en 15 Gaijoun , en hun enig bedryf is de Zee-  DER BEIDE INDIEN. S§3 Zeerovery. De uitgaven van den Staat zyn gering; het geen befpaard wordt dient ter vermeerdering van een onnoemlyke» fchat, van over oude tyden by een gefchraapt uit den Roof van Spanje , en die telkens aangroeit door een reeks van Vorften, welke bet Goud voor alles en het geluk hunner onderdanen als niets rekenen. jaarlyks vertrekt uit de Hoofdftad ene Karavaan na Opper Guinee, langs een weg van 500 Mylen, door de wildernis van Sahara, om Goud te halen. Dit kostbaar metaal te Marokko gekomen zynde komt zelden onder de Menfchen, maar wordt begraven , om dat de eigenaars hunne bezittingen niet zeker zyn. Hetzelfde lot ondergaat ook het Zilver, welk de Europeanen in het Ryk voeren langs negen Reeën welke voor hen open leggen. De naaste derzelve aan Algiers is Tmian , welk een veilige haven heeft , welke voormaals Gibralter Spyzigde , doch waar in zy vervangen is door Tanger ; deze twe Steden worden door de Spaanfche fterkte Cueta onderfchept. Larracbe, de natuurlyke HavenStad van de vruchtbare Provincie Asgar, moet om hare gelukkige legging bloeiender worden. Salè heeft een zandbank aan den ingang der riviere die fchynt toetenemen ; hare Ree is van April tot September veilig Mazagan , door de Portugezen in 1769. verlaten , na de vestingwerken vernield te hebben , is byna woest ; hare Ree is, en alleen in den Zomer , - Hechts goed voor kleine Schepen. Safy heeft geduurende een groot gedeelte van het Jaar, ene veilige Ree, welke zeer groot  s84 T A F R E E L is doch in den winter legt zy te veel bloot voor de Zuide en Zuid- Weste winden. Ma* gador, aan den westlyken uithoek van Afrika ge* Lsnen, h^eft ene haven of liever een Kanaal welk geformeerd wordt door een Eiland 500 Roeden van het vaste land gelegen, daar men met alle winden kan uit en in komen , doch is zeer ondiep en heeft by liegt weer een 011 ■ veilige ankergrond. St Croix , in 't Koningryk Sus op dertig Graden breedte gelegen , de laatfte zee - ftad van het Ryk , heeft ene gemaklyke en veilige Ree zelfs voor Schepen van Linie ; doch alleen in den zomer. Dit was voormaals ene aanzienlyke koopftad ; doch herhaalde wedenpoeden deeden haar afnemen. De vaart der Europeanen op dit Ryk is zeer gering. Frankryk , dat hier zedert 1767 den voomaamften handel dryft, verkoopt Jaarlyks flegts voor 400,000 Kronen, en de inkoop bedraagt 1,200,000 Kronen. Van den in-en verkoop moet tien ten honderd betaald worden , en ieder Schip moet leveren 500 ponden Buskruid en 10 Kogels van tien of twaalf ponden , of 577 Livres 1 o ftuivers in geld. De Spaanfche Geldmunten zyn 'er meest gangbaar. De geliefdfïe bezigheid van alle deze volken is de Zeerovery. Indien de Zee- Mogendheden zich verenigden, konden zy gemaklyk de fchande ontgaan van ene Jaarlykfche belasting aan deze volken te moeten opbrengen, welke men met den naam van gefchenk vermomd. Doch hunne eeuwigdurende Jaloezy belet hen ten minften eenmaal een rechtvaardigen Oorlog te voeren , door  DER BEIDE INDIEN. *85 door welke deze woeste Zee- gedrogten tot een gezellig en akkerbouwend leven zouden gedwongen worden. , „ . De West kust van Afrika ftrekt van de Straat van Gibralter tot aan de Kaap de Goede-Hoop. Deszelfs bewoners aan gene zyde den Niger hebben een breed voorhoofd, een brede platte Neus, grore Lippen, en krullend, har. Zy worden blank geboren , hebbende flechts eenige bruinheid om de Nagels en de Ogen , en een kleine vlek aan het uiterfte der feel. delen. Met den achtften dag begint de kleur donkerder en eindelyk bleek zwart te worden, welk van tyd tot tyd toeneemt. Ondertusfchen is hun Vleesch, Beenderen , Ingewanden, Vogten en Melk even als dat der Blanken. Velerhande zyn de gisfmgen over de oorzaken van deze kleur. Het meest aangenomen gevoelen wil dat men die m het klimaat hebbe te zoeken. „ . . Van de Grenzen van het Keizerryk Marokko tot aan Senegal is de aarde geheel onvruchtbaar Te midden der brandende zandwoestynen wonen enige Moorfche Familien, wier voornaame bezigheid is Gommen te verzamelen • zy brengen ook ene menigte Zout na Bambouk. De oevers van den Niger, de Gambia en Siërra Leona zouden zeer vruchtbaar zyn indien ze beplant wierden. Het hoeden der kudden is de voornaamfte bezigheid der inwoners. Zy voeden zich, by verkiezing, met Paardenmelk, en reizen weinig , om dat zy gene behoeften hebben die hen uit hun vaderland lokt. De  iZ6 T A T R E E L De inwoners van Kaap Monte, van alle kanten door 't zand omringt , maken ene IS'atie uit geheel afgefeheiden van de overige Afrikanen. Te Ryst van hunne moerasfen is hun enig voedzel en voortbrengzel. Het weinige dat zy 'er van aan de Europeanen afftaan , wordt hun met krameryen en brandewyn betaald. Van Kaap Palme tot aan de rivier Volte , zyn de inwoners Kooplui en Boeren , nadien de aavde , fchoon fteenachtig , overvloedig de moeite en kosten betaalt. Kooplui zyn zy, om dat de volken, die achter hen wonen, Goud , Koper , Yvoor en Slaven hebben , en om dat niets de verftandhouding tusfchen het volk van binnen 's lands en dat der kusten ftremt. Dit is in Afrika de enige lange ftreek lar.ds, aaar men noch door grote woestenynen , noch door diepe rivieren , op weg vertraagd wordr, eu daar men water en levensmiddelen vindt. Tusfchen de rivieren Volte en Calbary, is de kust vlidc, vruchtbaar , wel bevolkt en wel bebouwd Van Caibary tot Gabon is 't geheel anders; aldaar is het land byna geheel bedekt met d'kke bosfchadiën , ontbloot van vruchten graan- gewasfchen , en meer van wilde dieren dan van menfchen bewoond. De aarde is hier zo zandig , dat zy een ogenblik ook na de fterkfte ftortregen droog is. Ten zuiden Van de linie tot aan de Zaïre leveren de kusten een bevallig gezichr op. onder aan lasg zynde , vertonen zy , in hare ryzing , beploegde landen , gefchakeerd met  DERBBIDE INDIEN. aBf met altoos groene bosfclrn, en weiden oveiv dekt men palmbomen. Van de Zaire tot aan Coa 'za en zelfs verder is de kust doorgaans hoog en rteil. Wat verder dan Coanza ene Portngefche vastigheid , begint een onvruchtbaar land , welk meer dan 200 Mylen lang is en tot aan de «^ottentotten uitloopt. In die weide ruimte ziet men gene andere bewoners dah de Cimbebas , met welke gene verftandhouding is. | toe zeer ook de weftkïïst na Afrika ónderfcneiden is, heeft zy h't groot voordeel,'van vry te zyn van die fchrikkelyke klippen, welke elders den zeeman van de ftranden doen afhouden. Overal is de zee ftil t de winden r: gel matig en het ankeren veilig. Overal vindt men havens , daar grote Schepen gerust kunnen kielen. De winden en ftromen hebben van April tot November dezelve ft ekkmg. Bezuiden de linie , is de wind Zuid Oost en de loop der ftromen is na 't Noorden, Benoorden de linie , is de Wind Oost , en de loop der fti omen is Noord Oost. In de zes andere maanden veranderen de onweders de winden , die dan zo fterk niet waaijen. 't Zelve heeft zyn invl, ed op de ftromen. Men kan maar losfe gisfingen maken , aangaande den inwendigen ftaat van Afrika. Doch 't is bekend , dat , op de gantfche kust , de Regering eigendunkelyk is. 't Zy 't hoofd door zyne geboorte , of door verkiezing op den throon kome > zyn wil is de wet voor 't volk. Zon-  z8S T A F R E E L Zonderling en ftrydig is met het geen wy in Europa zien , dat die Staten , welke hun eigen hoofd kiezen, het minfte aan omwentelingen zyn onderhevig geweest. De manier dier verkiezing is eenvoudig, en voor kleine Staten alleen goed. Het volk vervoegt zich binnen drie dagen , by dien geen , welken het 't bekwaamst oordeelt tot het bewind. Zo de ftemmen fteken benoemen zy die de meeste gehad hebben, uit die genen welke minder ftemrnen gehad hebben , een hoofd. Op deze wyze worden alle die kleine Staten, die benoorden de linie zyn , behalven de Koningryken Benin en Juda , geregeerd. Bezuiden de linie vindt men Magombo en Quillingo , waar van de hoofden uit de dienaren van den Godsdienst gekozen worden. In de Ryken Laongo en Congo blyft de kroon in de mannelyke linie van den kant der vrouwen: dat is, de eerfte zoon van de oudfte zuster des Keizers erft den throon. Schoon die volkeren de ftaatkunde niet kennen, zenden zy elkander Afgezanten, 't zy om hulp te verzoeken, om gefchillen te bemiddelen , of om gelukwenfchingen te doen. De Gezant moet zich nooit langer dan één dag ter plaatze van zyn gezandlchap ophouden; hy mag niet by nacht in 't vreemde land reizen; vóór hem gaat een flaande Tamboer ; hy is vergezeld van vyf of zes vrienden, en wordt met hoogachtinge ontvangen. Derzelver on. derhandelingen bedoelen altoos het tegenwoordige. Hunne Oorlogen zyn niet meer zamengefteld. Geen Staat heeft troepen in foldyj ieder vry mensch is Soldaat.j Ieder vat de  DER BBIDI INDIEN. z$9 de wapens op > om de grenfen te dekken , of om buit te zoeken. De Soldaten kiezen den Generaal , die door den Prins bevestigd wordt. De vyandelykheden beginnen 'smorgens en zyn menigmaal 'savonds reeds geëindigd, 'c Zoude een groot ongeluk voor die menfcen zyn , zo men hen leerde de konst om veertien 'dagen in 't veld te blyven. De geest van veroveringen te maken geeft zelden geboorte aan de onenigheden , die doorgaans uit byzondere beledigingen en dieveryen ontftaan. Ene der redenen , buiten het gemis van 'een ftaand leger , is dat die volken gene eer hegten aan veroveringen. De enige die daar voor gevoelig fcheen te zyn was een Makelaar in Slaven, welke van zyne jeugd af op Europeaanfche Schepen geweest was , en die verder in jaren gevorderd, ene reize na Portugal deedt. Het geen hy hoorde en zag ontftak zyne verbeelding; hy vernam dat men zich zomtyds een groten naam door grote onheilen maken kan. In zyn Vaderland terug gekomen fchaamde hy zich luiden, min verlicht dan hy , te gehoorzamen. Zyne kuiperyen verheften hem tot de waerdigheid van hoofd der Akanis, die hy tegens hunne nabuuren in de wapenen bragt. Alles week voor zyn moed. Zyn dood herflelde alles ia den vorigen ftaat. De Christelyke en Mahomedaanfche Gods» dienften heerfchen aan de twe einden van de West-kust van Afrika , daar de Europeanen komen. Het geen de Arabieren , benoorden de linie , voor den Alcoran deden , deden vervolgens de Portugezen voor 't Euangelie be- ' T m-  soo T A F R E E L zuiden dezelve. Een dienst , welke voor dc vergiffenis aller misdaden , zekere en ligte middelen aan de hand gaf , viel in den fmaak van Natiën , die een min vertroostende godsdienst hadden. Zo dezelve naderhand verbannen werdt , was 't uit oorzaak van 't geweld zyner voorftanuers. Men heeft dien geheel mismaakt , op die plaatzen daar hy zich ftaande heeft gehouden. Enige kinderachtige bedryven zyn alles , wat 'er van overgebleven is. De kusten , die in 't midden gelegen zyn, hebben vele plaatzelyke bygelovighèden behouden , wier oorfpronk zeer oud zyn moet. Het land is doorgaans flegt bevolkt ; de banden des bloeds zyn 'er de enigfte verbintenis, fen. De Woningen, we'ke doorgaans gelegen zyn aan Rivieren , Meiren of Bronnen , zyn gemaakt van takken van bomen , gedekt met bladeren, inzonderheid van den Palmboom. Gene andere meubelen zyn 'er in dan gevlochten korven , aerden potten, matten welke tot een bed ftrekken , en kalebasfen , die men tot 'alles gebruikt. Een gordel om den middel is al hunne kleding. Men voedt zich met Wild , Visch , Vruchten , Aardappelen, en Ryst of Maïs. De kunften syn 'er weinig bekend * die 'er zyn zyn nog in hare kindschheid. Een kruid welk van zelfs groeit en gene toebereiding behoeft, dient tot, het vervaardigen van flülers. De afgelegen e plaatzen ontvangen haar Zout van de Kustbewoners , welke het door een groot vuur van het zeewater affcheiden. De meeste bewoners leven in ene aanhoudende werkeloosheid.  der beide INDIE N. *9t heid. De Akkerbouw is het werk der Vrouwen , welker uitipanning is , na drie dagen werkens één dag uit te rusten. De zeden der Guinezen hebben veel overeenkomst. De veeiwyvery is geoorloofd door dit gehele gewest ; nogthans kunnen de mees» te vrye lieden en zeifs de Slaven medgezellinuen vinden In de Huwclyksverbintenisièn g*an de Jongelingen "alleen met hunnen fmaak te rade , doch de Meisjes moeten de toeftemming der Moeders hebben ; hoewel de Dochters van de Staatsdienaars op Angola het recht hebben om een Echtgenoot te kiezen die haar behaigd , al ware hy ook verbonden. Het lot der vrouwen is hier beklaag, lyk. behilven den Akkerbouw moeten zy voor het huiswerk , den lyftogt en alle behoeften zorgen. Zy verfchynen nimmer by hare Mannen dan in de vernederendfte geftalte, bedienen hem aan Tafel en nuttigen van zyn overfchot. Deze Barbaren daarentegen flyten hunne dagen onder het lommer met roken, drinken, zingen en dansfen ; zy zyn nimmer bezorgd voor den volgenden dag, en de gasivryheid is by hen algemeen. Zommige gewoonten onderfeheiden hier het ene volk van het andere. Op den oever van den Niger zyn de vrouwen byna alle fchoon , zo 't niet de kleur, maar de regelmatigheid der trekken is , welke de fchoonheid uitmaakt. Zedig , teder en getrouw zynde , heerfcht een aanzien van onfchuld in haar opilag van oog , en hare taal draagt blyken van hare befchroomdheid. De namen van zilia , calipio , fanni » T 2 za-  so* T A F R E E L ZAMé , die zy van den wellust zelve fchynen te hebben ontleent , worden door haar met ene tongbuiging uitgeiproken, wier aangename bevalligheid door onze fpraakdelen niet kan worden nagevolgd. De mannen hebben een voordeligen leest , den huid zwart als ebbenhout , de wezenstrekken aangenaam. De hebbelykheid om de paerden te temmen , en de wilde beesten den oorlog aan te doen , geeft hun ene edele houding. Stout in 't gevaar dulden zy zelden hoon ; maar 't voorbeeld der dieren , welke zy hebben opgekweekt , boezemt hun ene paalloze dankbaarheid in , voor een meester , die hen wel behandelt. Men kent gene oplettender, matiger , en getrouwer bedienden; doch zy zyn gene goede boeren : hun ligchaarn kan zich niet wel gewennen om te krommen. Naar mate men na 't Oosten komt, ontaart de kleur der Afrikanen. De Natie heeft wel een klein , maar fterk ligchaarn ,• een aanzien van fterkte door vaste fpieren uitgedrukt , en onregelmatige wezenstrekken. De figuuren waar mede zy hun aangezicht raismaken , vermeerderen nog die natuu.rlyke lèly dieid. De onvruchtbaarheid van den grond ftelt ben in de noodzakelykheid , zich op 't visfchen toeteleggen. De zwarigheid die zy ook hier in ontmoetten , «Jeedt hen by naburige Natiën, meer begunftigd van de natuur, hulp zoeken , by welke zy onderhoud gevonden hebben , door den verkoop van 't zout. De geest van koophandel heeft zich by hen uitgebreid , zedert de Europeanen op hUflae kusten zyn gekomen. Zy zyn niet ge-  'BKR B1IDI INDIEN. toj gefchikt voor den huisdienst, de vrouwen , fchoon misfchien even kuisch , hebben niet zo veie gevoelens van eer , noch dat bevallig aanzien van de vrouwen aan den Niger ; men zoude zeggen dat deze laatfle de fatzoenlyke luiden ener befchaafde Stad zyn , waarvan de andere het gepeupel uitmaken. Boven de rivier de Volte, in Benin , en in de andere landen, over 't algemeen bekend by den naam van de Goud- kust , hebben de menfchen een gladde huid , van een dof zwart , fraaije tanden , een middelbaren, maar tamelyk goeden , leest, en ene vreesachtige houding. Zy zouden , Mannen en Vrouwen , veel fraaijer zyn , zo zy zich niet het aangezicht mismaakten- Een gedeelte van hun geluk beftaat in hun bygeloof, dat zy na hun dood in hun vaderland, welk zy den aangenaamften oort van de waereld geloven te zyn , weder zullen opftaan. Dit vooroordeel maakt dat zy menfchelyk tegen de vreemdelingen zyn. Dit volk heeft ene byzonderc gefteldheid tot vrolykheid , lust tot den arbeid , een gemaklyk begrip , een vast oordeel, ene billykheid, welke de omftandigheden zelden veranderen , en ene grote gemaklykheid , om zich naar vreemde manieren te fchikken. De Volken welke tusfchen de Zairc en de Linie wonen , hebben veel overeenkomst met elkander. Zy zyn welgemaakt; doch niet zo fterk, als die gene welke benoorden den Evenaar wonen. Hunne fpys is eenvoudig, en hunne levenswys fober, Zy beminnen de rust , en T 3 wer-  J94 T A F R E E L werken niet boven hunne kragten. H^nne festynen zyn vergezeld van 'kryrjs- fpelen. De vrouwen delen niet in die openbare vermaken. Vergaderd in 't een of ander huis , brengen zy dien dag als in 't gefeam door , tonder d;-.t enig man in haar gezeMchap kan worden toegelaten. De jaloezy op 't ftuk van meerderen rang is de enige ha ts tocht van deze vreedzame Volken Aües is ftatige plechtigheid , zo wel aan 't Hof als by de Burgers, By de geringde gebeurtenis vliegt men na 2yne vrinden toe, 't zv om hen geluk te wénfeheo ,, 't zy om met hen te fchreijen Van de Zaire tot aan de rivier Coanza vindt men we! de oude ze teh , doch tevens een mengelmoes van Europea^niche gebruiken , die men elders ni;t ziet 't Is oatuurlyk te denken , dat de Portügezei), welke prote bezittingen in dit oort hebben, en 'er 't Christendom wilden invoeren , m er gemeenichap gehad hebben , dan de andere Natiën , weike alleen .kantoren benoorden de linie hadden. 't Is overtollig den lezer te Waarfchouwen, dat als wy van 't volk van Guinee fpreken , wy 'er die klasfe van menfchen door verftaan , welke , in alle landen , het karakter ener Natie bepalen. Mindere flanden , als die van Slaven enz. wyken van die gelykheid af. Hoe de menfchen van de natuur verder afzyn, hoe zy elkander minder gelyk zyn. In Guineë, heeft de koophandel nooit geen aanzienelyke verandering in de zeden kunnen maken. Hy beliond eertyds in de verruiling van  d s r b b i d b INDIEN. «95 van zout en gedroogde visch , welke _ de natiën verre van de kusten wonende vertierden , eii waar voor zy ftoffen van hare fabrieken, die van de bast van een boom gemaakt waren , gaven. De eerfte Europeanen, welke de Westkust van Afrika bevoeren, gaven ene waerde aan 't Wasch , Yvoor , Gommen, en Verfhout die zy niet hadden. Zy ontfingen ook in ruiling enig Goud, welk gehaald wordt uit het binncnfte des lands , voornaamlyk van Bambouck , gelegen in 't hart van Afrika , tusfchen den twaalfden en dertienden graad Noorder breedte. Het wordt geregeerd door de Heren der dorpen , Farims genaamd. Deszelfs grond is droog en dor. 'Er wascht noch Ryst noch Maïs , noch groenten, 't Ontbreekt 'er zelfs aan ftroo of lang kruid , om de huizen te dekken. De hitte is 'er ondraaglyk « gedeeltelyk van wegen de hoge bergen , welke den doortocht der winden beletten. Het klimaat is 'er zo onaangenaam als ongezond , door de vuile dampen , welke uit den grond ftygen. Het geen 't zelve de opmerking heeft na zich doen trekken , is zyn Goud. 't Is 'er zo gemeen , dat men 't 'er byna overal vindt. Wil men 't hebben , zo heeft men dikwerf alleen de oppervlakte van ene kernachtige aarde aftefchrabben. Als de Mynen zeer ryk zyn , zo legt het goud maar enige weinige voeten diep. De Mynwerkers zyn te traag , om lang hier aan te arbeiden. Zy hebben daartoe gene vryheid , ten zy de Farims ze hun toeftaan. Wanneer hier toe verlof bekomen is , begeven zy , T 4 wel-  i«6 T A F R E E L welke 'erin arbeiden zullen, zich na de bezemde plaatzen; als de arbeid gedaan is , wordt het goud gedeelt de helft voor den Heer van 't Dorp , de andere in gelyke delen voor de Arbeiders. Zy die buiten dien tyd goud willen hebben , gaan *t in de bodden der rivieren zoeken , daar het gemeen is. Vele Europeanen zogten vrugteloos zich een weg te banen tot dit ryke gewest. Het Opperhoofd der Franfchen in Senegal kreeg in den Jare 1/4.0 den inval om de oevers van den Feleme te doen verwoesten , van waar Bambouck zyne levensbehoeften kreeg ; waar na hy de landzaten aanbood dezelve uit het Fort Galain , veertig Mylen van dsar gelegen , te willen zenden ; mids dat de zynen hunne Mynen mog:en bewerken. Dit verdrag werdt aangenomen doch hadt geen gevolg. Ondertusfchen is de handel in Slaven, die in Guinee gedreven wordt, veel aanzienlyker , dan alle de uitzichten op goud. De eigendom daar van , dien enige Menfchen in dit ryk maar ongeiukkig gewest gekre* gen hebben , is van èen ouden oorfprong. Dezelve heeft byna overal plaats. Geen eigenaar heeft ondertusfchen recht een mensch , in Slaverny geboren te verkopen. Hy kan alleen befchikken over de Slaven, die hy in den Oorlog krygt , daar ieder gevangene , ten zy men hem uitwisiclt, een Slaaf wordt. Maar deze wet , gemaakt ten voordele van den geboren Slaaf , is kragteioos gemaakt , zedert dat de Europeanen de weelde op de kusten van Afrika gebragt hebben. De omkoping is van de f artikulicrcn tot de Souvcreinen over-  iïi'di INDIEN. SQ7 sefiasen. Deze hebben de oorlogen vermeerderd , om Slaven te hebben; zy hebben ene wet «emaakt, om met de Slaverny teftratien die genen welke het leven of den eigendom der burgers hadden aangegrepen, welke buiten ftaat waren om hunne fchulden te betalen, of die de huwelykstrouw gefchondeé hadt; en dezeftraf is eindelyk cp de geringfte misdagen gefteld. Vrre van de kusten ziet men Hoofden, welke alles wat zich rondom de dorpen vertoont, doen oplieten. Men fmydt de kinderen in een zak; men ftopt den mannen en vrouwen een bal in den mond , om hun gefchrceuw te dempen. Zo de rovers door ene meerdere magt vastgehouden worden , brengt men ze voor den Vorst, welke altoos den last, dien hy gegeven hadt,-loochent, en die, onder den dekmantel van recht te doen, terftond zyne Agenten verkoopt aan de Schepen, waarmede hy in onderhandeling is. Met dit alles is dat Volk buiten ftaat geraakt, om de vraag na menfchen te voldoen. De vermindering der Slaven heeft derzelver prys vier maal hoger doen worden. Zy worden meest al betaald met Üost-indiiche waren, welke vaa waerde in Europa verdubbeld zyn, en men moet in Afrika twemalen zo veel waren geven. Deze verhoging moet door de volkplanters in Amerika gedragen worden. Ondertusfchen bekomt den verafwonenden eigenaar, welke zyn Slaaf verkoopt, minder waren , dan die geen , welke , voor vyftig Jaren, denzelven op de kust verkogt. De voordelen van de handen , door welke die zaken gaan ; de onkosten van de reize ; de tollen welke men den Vorften, door wiens T $ lan-  298 T A F R E E L landen men trekt, betalen moet: deze verlinden het verfchjl van den.prys , dien hy ontvangt by 't geen de Europeaan betaalt. De afgelegenheid der plaatzen, alwaar nog Sla-, en te koop zyn , ver meerdert dagelyks de onkosten , die op 't laatst zo groot zullen worden , dat , de planter in Amerika zyne produkten niet zo veel duurder kunnende verkopen, als hy de Slaven hoger betaien moet, de Slaven- handel zal moeren ophouden. De Kooplui in Sla-een komen te zamen en maken ene foort van Karavane uit: zy geleiden in ene uitgeflrgktheid van 200 of 300 Mylen, verfcheiden troepen Slaven, beladen met water en 't nodige voedzel , om te kunnen beftaan in de dorre woestcnyen , door welke zy trekken. De manier welke men volgt , om 't weg lopen dier Slaven te beletten, zonder hunne beweging te belemmeren , is vry wel uitgedagt. Men fteekt om den hals van ieder Slaaf een houten vork , acht of negen voeten lang , door weike men een yzeren pen flaat, welke men omkünkt , zodanig dat die vork niet over den hals gefchoven kan worden. De fraart van de vork u gemaakt van een zwaar hout , maakt dat de Slaaf onmogelyk weg kan lopen Ais men zich op weg begeeft , fielt men alle de Slaven op een linie en legt de fteel van den vork van hem die aclner is op den fchouder van den voorganger. Een der Leidslieden draagt de fteel van den voorftcn. 'sNachts bindt men de handen aan dc ftelen vast. Deze voorzorg is onontbeerlyk . wyl de Slaaf ééns weggelopen zynde vry wordt. De  dm midi INDIEN. 299 De Slaven worden altoos in grooten getale aangevoerd, boven al wanneer zy ene lange rei* ze moeten doen. Het faifoen, gunftig om in Afrika te reizen , is van Febiuary tot in September ; en van September tot Maart wordt de Slaven handel op de kusten 't meest gedreven. Dezelve gefchiedt benoorden en bezuiden de linie. De eerfte kust neemt haar begin by Kaap Blank. Digt hier by leggen Arguin er, Portendik. De Portugezen , welke zich alhier in 1445 nederfloegen , werden in den Jare 1638 door de Hollanders van daar verdreven , die ze in 1666 aan de Engelfchen moesten overgeven , doch Hechts voor weinige Maanden. In 1678 verdreef Lodewyk XIV hen van daar en' deedt de vestingwerken flegten. Enige Hollandiche Kooplieden , misnoegd van buiten den West- Afrikaanfchen Handel gefloten te zyn , haaiden fhiderik wjllem , Keurvorst 'van Brandenburg , over , era aldaar Forten te bouwen en Slaven te doen kopen. De Maatfchappy daar toe opgericht verkreeg inden jare 1682 drie vastigheden aan de Goud Kust - en in 1Ó85 ene op het Eiland Arguin. Allengs raakte zy in verval en de Koning van Pruisfen verkogt in 1717 deze eigendoommen aan de Hollandfche Maatfchappy; doch naaulyks had deze bezit van Arguin genomen , of de Franfchen maakten 'er zich meester van. Tot in den Jare 1763 bezaten zy deze bezitting gerust; doch toen begreep het Britfche Ministerie , welk de overdragt van den Niger of de Senegal geeischt had, dat  goo T A * F R E E L die bezittingen d,iar van af hanglyk waren , fchoon dit ongegrond was. De Aroom heden by den naam van Senegal bekend, wordt door fommige Aardrykskundi. gen op Soo Mylen lengte gefchat. Zy is van Juny tot November 320 Mylen ver bevaarbaar. Schepen die meer dan negen voeten diep gaan moeten op enigen afftand van den mond het anker laten vallen. Hunne ladingen , beftaande in Gommen en SUven worden hen aangebragt van het Fort St. Lodewyk, ge. bouwd op een klein Eiland, een weinig van de Zee. Zedert Engeland in het bezit van den Senegal is geweest, zyn de Franfchen bepaalde aan de kust van Kaap Blank tot aan de Rivier Gambia. Hunne Kantoren van Joal, Portudal en Albreda leveren naauwlyks tusfchen de drie en vierhonderd Slaven. Goere, een Myl van de vaste kust gelegen , 409 roeden lang en 100 roeden breed, is de hoofdplaats van deze ellendige bezittingen. De Schepen nemen hunne lading in, acht of tien mylen van den mond der riviere , by het Fort James, gelegen op een klein Eiland , alwaar de Engelfchen Jaarlyks 3000 Slaven kopen , welke meest uit het binnenfte van Afrika worden aangevoerd. / Niet verre van deze oevers leggen de Kaap Verdifche Eilanden , door de Portugezen in 1449 ontdekt. Sant Yago is het voornaamfte. Van deze Eilanden ftaken vele Portugezen over na de oevers van de Cazmance , Cacheo en Bisfao , alwaar hunne nakomelingen drie Dorpen en twe kleine Forten gefticht hebben. Schoon  DER INDIEN. JOI Schoon zy zich de Souvereiniteit van dat land aanmatigen, laten de Schepen der mededingende Natiën niet na, aldaar handel te komen dry ven. Serra Liona ftaat niet onder de J3ntIcbe Heerfchappy , fchoon de onderdanen dier kroon aldaar genoegzaam alleen den handel dryven ; zy halen van deze of de nabuurige rivieren Jaarlyks vier of vyfduizend Slaven en het Wasch , Goud en Yvoor welk aldaar wordt gevonden. Op Serra Liona volgt de Graan , Tand - en Slaven kust , beflaande ene uitgeftrektheid van Mylen. Men koopt aldaar Ryst , Yroir en Slaven. De Zeelieden wagten hier de Zwarten af om met hen te komen handelen. Aan Kaap Apollonia hebben de Engelfchen onlangs ene vastigheid aangelegd, alwaar een aanmerkelyken handel in Slaven gedreven wordt. By deze Kaap begint de Goud- kust, welke eindigt aan de Rivier de Volta , en 130 Mylen zich uitftrekt. De Kantoren der Europeanen zyn aldaar fterk vermenigvuldigd. De Denen hebben 'er vyf, de Hollanders twaalf, waar van St. George de ia Mina het voornaamfte is , de Engelfchen bezitten 'er negen of tien, zynde Kaap Korfe het aanzienlykfte ■ De Franfchen dagten zich in het Jaar 1749 te Anamabou te vestigen, waar toe de landzaten hen de vryheid verleend hadden ; doch de Engelfchen verdreven hunne werklieden , en hebben zedert een vaste voet en geen mededingers in deze aanzienlyke handelplaats gehad. Acht mylen van de Rivier de Volta, ontmoet men Kela , waar de Zee- lieden mondbehoeften innemen , en van waar zy boten uit-  3oi T A F R E E L uitzenden om te onderzoeken na de beste ge. leger heden om handel te dry ven. Klein - Popo lokt dikwyls hunnen aandagt , irzon Jerheid der Portugezen. Iuda , veertien Mylen van Klein Pop'o gelegen , is een aanzienlyke Slavenmarkt ; het legt open voor de Engelfchen, Franfchen en Portugezen , welke aldaar ieder een Fort hebben op het Eiland Gregm' , twe Mylen van den oever gelegen. Enee ligt acht Mylen vr.n Iuda. Zomtyds vindt men hier veel, doch meefhyds geheel gene Slaven. Te Porto Novo, dat een weinig verder ligtkrygen de Portugezen de meeste en beste Steven , om dat de drift voor den Brazilfchen Tabak hier zeer groot is. Drie Mylen verder ontmoet men Badagry , waar heen vele Slaven geveerd worden. De Engelfchen en Hollanders zyn van daar verbannen. Ahoni, op een afitand van veertien of vyftien Mylen van Bada^ry,' legt op de Eilanden van Curamo. De Engelfchen zyn genoegzaam de enigfle welke deze markt bezoeken. Van de Rivier de Volta tot aan dezen Archipel is de kust ongenaakbaar ; waarom de Zeelieden drie of vier Mylen van de kust ten anker blyven en zich met_ Prauwen na land begeven. De rivier Benin is bevaarbaar* Zy verfcHaft overvloed van Yvoir en Slaven , welke handel alhier genoegzaam geheel in nanden der Engelfchen is. Naast aan Kaap Formofa leggen nieuw en oud Calbari , van v/aar de Engelfchen , niettegenftaande zich hier alle de ongemakken voor Zeevarenden verenigen, 'sjaarlyks zeven of acht duizend Slaven kopen, tot een zeer lagen prys. De Franfchen begin-  Dlï BEIDE INDIEN. 303 ginnen ook meer dan voorheen deze Markt te bezoeken. Meer gaat 'er om aan den pabon , ene grote rivier , die ene onmetel'yke vlakte befproeif, De Hollanders kopen aldaar Yvoir , Wasch en Verfhout; de Engelfchen kopen 'er byna alle de Slaven, welke de kleine Natiën , die hier in menigte zyn , op elkander bertfagtigen; De Europeanen zyn genoodzaakt vyfrig of zestig Mylen diep in bonnette moerasien op te zeilen , 't welk veel onheilen na zich fleept. De Slaven van hier zo wel als van Benin en Calbari zyn de flegtften van allen , waarom de Engelfchen dezelven zo vtiet mogelyk aan de volkplantingen van andere Natiën flytan.' Ten zuiden ?an de Lin e zyn de Marktplaatzen minder in getal, doch van meer gewigts. Magumba is de naaste plaats aan Kaap Lopo. Ene baai van twe Mylen breed en een lang ver* fchaft de Schepen ene veilige legplaats. De gevangenen, 'velke daar geveild worden, worden gekogt door de Engelfchen en Hollanders, welke ook zeker rood Verfhout van daar halen. Aan Kaap Segundo is ene nog betere baai , van welke gemaklyk hout en water gehaald kan worden; doch de bezwaarlykheid der reize heeft de Slavenhandelaars daar vsn afkerig gemankt; zy hebben de vooi keuze gegeven aaa Loango, hoewel de Schepen om verfcheiden hinderpalen deze plaats niet aandoen , dan wanneer zy op gene andere plaarzen met voordeel kunnen handelen. Te Molerrbo blyven de Schepen één Myl van de kust leggen ; men vindt aldaar de beste Slaven. De baai van Gabinde is zeer gemaklyk en zo ftil dat 'er des noods kan ge-  1*4 T A F R E E L gekalefaterd worden. In deze drie havens en vooral te Loango , is het klimaat zeer onge. zond , ja doodiyk ; doch verftandige voorzorgen zouden misfchien de uitwerkzelen daar van voorkomen. De eerfte bekwame landingplaats die men verder ontmoet is de Zaire ; niet verre van dezelve is de Rivier Ambriz, alwaar enige kleine Schepen Slaven komen kopen , gelyk ook aan de Mosfula, alwaar de Engelfchen, Franfchen en Hollanders met hunne floepen Slaven laten halen, tot een gematigder prys dan op de grote Markten. By deze laatfte plaats beginnen de Portugefche bezittingen , welke zich langs de kust uitbreiden van den achtften tot den achttienden graad zuiderbreedte, en hier en daar honderd mylen landwaards infehieten. Dc eerfte is Bamba , bevattende byna 300 blanken en joooNegers ,enis van een goede haven voorzien. Zy levert hout aan St. Paul de Loanda. St. Philip de Beuguela wordt gedekt , door een liegt Fort , en is door 200 of 300 Afrikanen bezet. Tien Mylen verder ligt nog en» Portugefche Logie , de laatfte der Europifche Bezittingen aan de Weftkust van Afrika , alwaar ene menigte Vee gefokt en het Zout verzameld wordt, welk de onderworpene volken nodig hebben. Van St. Paul en St. Philip halen dé Portugezen van Brazil, tot een matigen prys, ene menigte en kloeke Slaven, welke veelal betaald worden met Tabak , Kauris , Brandewyn , Zuiker en grove Lywaten. Na dat de beplantingen in Amerika toenamen hadt men meer Slaven nodig ; hoewel dit  DER BEIDE INDIEN. Z°5 dit in den beginne de bevolking niet zichtbaar deedt verminderen. Na den Vrede van 1763. wordt Guinee Jaarlyks van 80,000 menfchen beroofd , waar van twe derden van het Noorden en de overigen van het Zuiden van de Linie komen : een achtfte gedeelte derzelven fneuvelt op de reize. De prys daar van is zedert dien tyd op ene in 't ooglopende wyze geklommen; men zal dien niet vergroten met te zeggen dat Afrika voor deze affcbuwelyke opofferingen jaariyk? 4.',o^o,coo Livres ontvangt; doch van welke fomme de Souvereinen in wier Havens den hanuel gedreven wordt, de Agent der Regering die de goede order moet handhaven , en de ïVJakelaars tusfchen den koper en den verkoper ieder een gedeelte verduiden. De Europeanen betalen de Slaven voornaam* lyk met Zabels , Snaphanen , Kruit , Yzer , Brandewyn , Krameryen , Tapyten , Glaswerk, Wolle Stoffen, en voornaamlyk met egte Oostindifche Lywaten of nagemaakte. Benoorden de Linie neemt het volk als ene Geldmunt aan een kleine witte fchelp , van de1 Maldivifche Eilanden komende. Bezuiden de Linie maakt men een klein nuk ftof van Stroo , 18 duimen lang en 12 breed, ftaande gelyk met vyf Franfche ftuivers. De Europeanen meenden dat hun belang vorderde vastigheden op de westkust van Afrika te bezitten. De Portugezen waren langen tyd in het bezit van den handel aldaar , doch werden door de Hollanders van Guinée verdreven , hoewel het hen gelukte in 1648 het land van Angola onder hunne heerfchappy te V doen  So6 T A F R E E L doen wederkeren, en enige Eilanden van meer of minder aangelegenheid zynde die alles wat het Hof van Lisbon heeft behouden van zyne heerfchappy aldaar , welke zich van Ceuta tot aan de Rode Zee uitftrekte. Het vruchtgebruik van 't geen de Hollanders van dezen ryken buit hadden behouden , wierdt door het Gemenebest afgeftaan aan de Westindifche Maatfchappy , welke zich daar van hadt mee ter gemaakt. De Heerschzugt welke zy aldaar toonde hadt ten gevolge dat zy in 1730 mededingers verkreeg op hare togten, welke zy dus lang alleenig gedaan hadt. De eigendom deiForten behield zy ; derzelver onderhoud en verdediging kosten haar 'sJaars 280,000 Guldens. De Direóteuren der Kantoren mogen Slaven kopen , mids van ieder Meger betalende aan de Maatfchappy 44 Livres , en onder verband van dezelve wederom in Afrika te moeten verkopen. De vaart Raat tegenwoordig vry aan alle Ingezetenen van het Gemenebest, welke daar voor moeten betalen aan de Maatfchappy 46 Livres 14 Stuivers van ieder last, welke hunne Schepen kunnen laden , en drie ten honderd van de goederen welke zy uit Amerika na Europa voeren. Deze vrye handel deedt in den beginne een groot aantal Schepen gebruiken , om Goud , Yvoir , Wasch , Rood- Hout en zeker foort van Peper van daar te halen ; doch de meeste dezer goederen worden thans ingeladen by de Slaven , waar van er voormaals 'sjaars zes of zevenduizend vervoerd wierden op 25 of 50 Schepen , ieder bemand van 28 tot 36 Kop-  eer beide IN Dl EN. 3°7 Koppen. Dit getal is zedert de lage prys der Koffy fterk verminderd. Zeeland dryft voornaamlyk dien fchmdeh ken handel. De Kngelfchen, welke zich in 1552 'teerst op de Wes kust van Afrika vertoonden, richtten in 1590 een Genoodfchap op, om aldaar te handelen, welk met een uitfluitend voorrecht wierdt begiftigd, 'l ot aan den Vrede van Breda moesten zy vele geweldenaryen van de Portugezen en vervolgens van de Hollanders verduuren. De belemmeringen welke zy zedert den Vo!kp!anteren in Noord-Amerika veroorzaakte , deden de Regering in 1697 aan byzondere Kooplieden de vryheid fchenken om op de kust te har delen; en zedert het jaar 1749 ftaat dezen handel open voor alle Engelfche Zeelieden , zonder dat zy daar voor iets behoeven te betalen, hebbende 's Lands Kas de kosten der oppermagtsoeffeningen op zich genomen. Zedert het jaar 1763. vertrekken jaarlyks van deze Natie na de kust van Guinée 195 Schepen , bemant met tusfchen de 7 en 8000 Koppen , voor het grootfte gedeelte te Leverpool uitgerust. Zy hebben Jaarlyks 40,000 Slaven gekogt. Het geen zy van dit getal in hunne Volkplantingen niet kunnen flyten, wordt ter Huik, of ook wel openlyk, in de Volkplantingen van andere Natiën ingevoerd. De handel der Franfchen op deze ftreken is altoos ongenoegzaam geweest voor hare ryke Volkplantingen. Vóór meer dan ene Eeuw vestigden de Denen zich in dit Gewest , wier handel aan ene uitfluitende Maatfchappy was afgeftaan , welke dezelve bezat tot den Jare i?54 > wanneer de handel op Guinée wierdt V 1 open-  3o8 T A F R E E L opengefteld vooralle Burgeren, mids betalende aan 's Lands Kas 12 Livres voor eiken Neger, welken zy in de Deenfche Amerikaanfche Eilanden zouden invoeren. Deze INatie koopt flegts 1,200 Slaven , welke meest aan buitcnlandiche Naden geleverd worden. Spanje ontving voorheen ter fluik of openlyk hare Slaven van de Genuezen , Portugezen , Franfchen en Engelfchen ; doch om van deze afhanglykheid verlost te worden deedt het zich , by de verbonden van 1777 en 1778 , door het Hof van Lisbon afftaan de Eilanden Anobin en Fernando del Po het een ten Zuiden het ander ten Noorden de Linie : geen van beiden zyn op zich zeiven van veel belang ; doch hare nabyheid aan Kalbaai en Cabon zal ze gefchikt maken tot het voorgefle'de oogmerk. Hoe 't getal der Slaven meer verminderd , hoe men kleiner Schepen hier toe gebruiken moet ; op dat men niet behoeve zo lang op de Rhede te blyven wachten , als men anderzints met grote Schepen gedwongen is te doen ; daar men ru niet meer dan zestig tot tachtig Slaven s'maands kan bekomen. Men heeft een groot getal dier ongelukkigen van vermoeijnge en hartzeer zien fteiven , eer de grote Schepen in Zee Haken, welke dikwyls vyf of zes maanden moesten wachten. Een l argazoen van 200 of 300 Slaven is nu volkomen groot genoeg , waartoe de Ergelichen geen groter vaartuigen dan van 120 ton gebruiken. Men diend ook acht te ge ven, dat diegenen welke men hiertoe befchikt goede zeilers zyn, ten einde de reize te verkorten.  DER BEIDE INDIEN. S«9 ten. Men moet derhalven niet onverfchillig zyn , of men den zogenaamden groten of kleinen koers gaa. De laatfte is de regelrechtDe en kortfte , hebbende niet meer dan 1,800 Myien tot aan de verfte plaats , van waar men de S'aven haalt. Die reis kan in «*5 of 40 dagen worden afgelegd , van het begin van September tot aan het laatst van November , om dat men als dan Wind en Stroom mêe heeft. Men kan dezelve ook in de Maanden December, january en February beproeven , doch met minder geluk. Van 't begin van Maart tot aan 't einde van Augustus zyn deze wateren onbevaarbaar. In dez,n tyd zoude men geduurig te worftelen hebben , tegen de fterke ftromen , welke na 't Noorden lopen , en de vast ftaande Zuid-Oosten winden. De ondervinding heeft geleert, dat men in dat jaargetyde , zich verre van de kusten verwyderen, diep in Zee Deken , om de Zuid zeilen en op de Breedte van a6 Graden tusfchen Afrika en Brazil komen moet , en vervolgens weder na Guinée moet ftevenen, om honderd en vyftig of twe honderd mylen boven den wind van de haven te lopen , dien men wil aan doen. Deze koers is 2,500 Mylen lang en vordert tachtig of honderd dagen. Behalven dezen langen omweg , ziet men zich door ftiltens overvallen ; de levensmiddelen beginnen fchaarsch of flecht te worden ; en ce Slaven fterven aan Scorbuit en andere Ziekten. Hoewel alle Natiën , welke zich in den Slavenhandel fteken , belang hebben by het V 3 be-  3io T A F R E E L behoud der Slaven , dragen zy nogtans niet alle 'er evenveel zorg voor. 't Is waar dat men ze wel by alle doorgaans het zelfde voedzel geeft: , maar derzelver behandeling verfchilt in andere opzichten. De Engelfchen , Hollanders en Denen fluiten de Slaven ftrenglyk in Ketens , en de Slavinnen zelve zyn zomtyds aan de handen geboeid. De Frar fchen » die fte: ker van Volk varen, behoeven deze voorzorge niet te gebfuiken; zy laten ze los , zodra ze in Zee zyn. Men geeft den Matrozen te veel vryheid om met de Slaven gemeenfcbap te houden. Dit laatfte misbruik is alleen de oorzaak van den dood van drie vierden dier genen , welke op de reize fterven. Niet op dezelve wyze verkopen de Natiën bare Slaven. De Engelfchen verkopen in ééns alle de Slaven , die zy hebben rfiedegebragt; de Planters kopen ze in by 't ftuk, Het geen men hier niet kwyt worden kan , wordt na de vreemde Bezittingen gezonden , alwaar men dwaaslyk meer op de goedkoop dan op de deiudelykheid van de Slaven let. De Po tugezen , Hollanders , Franfchen en Denen kopen op de kust niet als gezonde Slaven ; met de gebrekkige zouden zy geen weg weten. De betaling gefchiedt of met gereed geld , of op achttien Maanden, wanneer de arbeid eer Slaven reeds twee derden van hun prys moet hebben goedgemaakt. Het go-d of kwaad karakter der Afrikanen hangt af vm den eerften indruk , dien zy , by hunne komst in Amerika ontvangen. Is hun meester menfeheiyk, zo worden zy verknogt aan zyne belangen. Hier in munten zy, tot ene  DER BEIDE INDIEN. 3" ene verhevene heldhaftigheid zelfs, uit Maar 'er zyn ontmenschten , welke het medelyden als ene zwakheid aanziende , de roede der DwinHandye altoos opgeheven houden. Veronachtzaming , ontrouw, verlating, de zelfsmoord der beklagenswaardige flachtoffers hunner begeerlykhein is 't loon hunner barbaarsheid. Zy hangen zich 00 , of zy Hikken zich door middel van 't inzwelgen hunner tong. Zomtyds vergeven zy z1'ch zelf en al wat dient, om hunne meesters "ryk te maken. Zy vrezen de ftraffe niet , en weten de felfte folteringen door te ftaan , zonder hunne misdaden te bekennen. Men heeft een dier ellendvgen zich de hand zien afkappen , liever dan de Beul over zyne Landslui te willen zyn. Niets is ondertusfchen zo y,:elyk als de ftaat der Zwarten op de Elanden- Een nauwe, ongezonde hut, zonder gemakken , is hunne woning. Hun bed is van harde klei, eer gefchikt om het ligchaam te breken , dan het te doen uitrusten Enige Aardepotten, enige houten Schotels zyn al hun Huisraad, t Grof Linnen , dat hunne fchaamte bedekt, behoedt hen noch tegen de brandende hitte van den dag , noch tegen de gevaarlyke koelte van den nacht. Een weinig Manioc, gezouten Osfen-vlees , Labberdaan , Vruchten en Wortelen , onderfteunen nauwlyks hun ellendig beftaan. Van alles beroofd zyn zy veroordeeld tot een geduurigen arbeid , in ene brandende hitte , onder de fteeds zwaaiiende zweep eens woesten Meesters. Echter fchoon zy overal ongelukkig zyn , is dit ongeluk niet' overal even groot. Plan: ° " V 4 ters  3i2 T A F R E E L ters die veel gronds hebben , geven hun doorgaans een Ruk lands , dat in alle hunne behoeften voorzien moet. Dit kunnen zy op zondag , en in de ogenb'ikken , welke zy van hun eetenstyd aftrekken , bearbeiden. Andere geven hun zelve de kost, die meest van over Zee komen moet. Nog enige hebben het verderffyk gebruik hun een dag in de week toeteftaan , opwelken zy op andere plantsgies gaan arbeiden of ftelen , voor het geen zy tot hun onderhoud in die week nodig hebben. De Engelfchen behandelen hunne Slaven doorgaaans 't beste ; de Franfchen 't flechtste. De Protestanten laten hen leven in hun Mahomed:;ansch geloof , onder voor? wendzel, dat het onbetaamlyk zou zyn hunne broeders in flaverny te houden. JDe Roomsch Katholyken dopen ze. Zodanig is 't gevoel , welk die rampzaligen van dc ellendigheid van hunnen ftaat hebben , dat zy zeggen geen argst voor de helle te hebben, wyl zy aan dezelve hier op aarde reeds gewoon gemaakt zyn. Twe ziekten zyn hun byzonder eigen , de Maagpyn en de Pjan. De eerfte geeft hun een olyfachtige verwe Zy vallen in een onverwinnelyken ftaap. Het gantfche lamenftel valt in een. Zy zyn als dan zo moedeloos , dat zy zich liever zouden laten doodflaan dan te arbeiden. Zy hebben een afkeer van alles , wat zoet en gezond is, , vergezeld van ene zoort van drift voor alles wat gezouten of gekruid is. De Benen zwellen ; de Borst wordt vol, en de meesten worden op 't einde nog verfmoord. De oorzaak dezer 'Ziek-  DER BEIDE INDIEN. 313 Z''ekte moet , behalven in hun hartzeer gezoet worden in hun voedzel. De Manioc welk- zv nuttigen is in zich zeiven zeer gevaarlvk Tot een Geneesmiddel heeft men het be«* gevonden een drank , uit. drie oneen fap van kruipende Kalabasfen en even zo veel van den largon zamengefteld. Vóór het gebruik daar van geeft men hen een half grein Guttegom in Melk of Honigwater ge. fmolten. . , c De Pian waarvan men vier ioorten neet-;, is ene Ziekte , aan de Negers alleen eigen ; zy beftaat in een droog , hard , rond ,n eeldachtig Schurft , zomtyds overdekt met een huid , doch meermalen heeft het t aanzien van zweren, bepoeijerd met een geelwit- achtig meel. Schoon dit kwaad en de Venusziekte beide door de elve middelen heifteld worden , zyn zy nogthans met dezelve. Alle de Negers en Negeresfen hebben deze Ziekte ééns in hun leven; maar er is geen voorbeeld , dat iemand ze voor de twedemaal gehad heeft, het geen bewyst dat de Zwarten een afzonderlyk geflacht van menfchen zyn , is dat de Blanke kinderen , Minnen , welke dit kwaad hebben , zuigende , het zelve niet overerven. Hoedanig ook dit kwaad moge zyn , het is ene bewezen zaak , dat één Millioen en viermaal honderd duizend ongeiukkigen het droevig overfchot zyn van negen Millioenen Zwarten , welke men na Amerika mgefcheept heeft. Ene zo yzelyke verniehng kan ncch zyn 't uitwerkzel der verandering van luchtftreek , die niet genoeg verfchilt yan V 5 dien  3T4 T A F R E E L dien van Guii ée , noch van de heerichendc Ziekte dezer Menfchen , aan welke zy weinig derven. Zy moet alleen der mishandelingen , welke men die ellendigen aandoet, geweten worden Wil men dit kwaad , 't geen zo ftrydig met de menfchelykheid als met de belangen der Planters is, fluiten, dat men de Slaven met goedaartigheid behandele , hen niet overftelpende met arbeid ,• dat men hun een deei der vruchten van hun zweet geve , en zy zuilen beter werken ; dat men hun hartzeer tempere door de zangkonst , voor welke zy ene byzondere aandoenlykheid hebben ; dat men de Negers toelate zich onder elkander in den echt te verenigen ; en , wanneer men de zwangere Zwartinnen een weinig voor en na de verlosfmg niet overlaadt met zwaar werk , maar haar den tyd laat hare kleine kinderen optepasfen , zullen zy zich vermenigvuldigen ; dat men aldus het ifeeds toenemend gebrek van Negers in Afrika verhelpe, 't geen des te aanmerkelyker wordt, naarmate 'er meer Planters en groter Pïantaadjen , die meer handen vorderen , komen ; dat men ene wet imke die de Slavenbaalders verbindt een gelyk getal Zwarten en Zwartinnen mede te brengen. Maar waarom zouden wy 't ontveinzen ? 'Er is gene reden , welke deze fchandelyke Slaverny kan rechtvaerdigen. Hy die de Slaverny wettigen wil , bedekt de aerde met berechtigde moordenaars , om dat hy den grcndflag der maatfchappy ondermynt. En ichoon de Slaverny zich alleen over den arbeid uit- ftrek-  DER BEIDE INDIEN. 315 ftrekke , en niet over 't leven , befchikt hy , die de maat van myne kragten en werk befchikt , over myn leven. Het zogenaamd recht der Slaverny is een recht om allerlei misdaden te bedryven. De Slaverny beftondt, 't is waar , vóór de aankomst der Europianen in Afrika ; maar 't is hunne begeerlykheid die dezelve zo fterk uitgebreid en beftendig heeft doen worden , door geduurige Oorlogen tusfchen die eenvoudige fchepzeis te onderhouden , die hun Slaven verfch 'ffl-n moesten. Het affchaffen der Slaverny behoeft den landbouw niet te doen ftilftaan , noch ons beroven van voortbrengzels , die wel in zich zelfs overtollig zyn , maar die wy nu niet kunnen ontberen. Gy zoudt ze uit Afrika kunnen halen. De voornaamfte komen 'er van zelfs voort. Daarenboven de aarde kan door vrye handen worden bearbeid. De Eilanden zyn vol van vrye Zwarten. Zy bebouwen gelukkig de kleine plantaadjen , welke men hun gegeven heeft. Zy , die men voor 't overfchot van hunne nyverheid verlóf zoude geven , om zich vry te kopen , zouden 't zelve doen. Zeg niet , dat de luiheid der Negers dien arbeid van korten duur zal doen zyn , zodra zy vry zyn. Hebt gy niet onder u menfchen , die vrywillig zich onder bergen begraven , om u metalen te leveren? waarom wilt gy dat de Negers wyzer zouden zyn dan de Europeanen ? Maar ter zeiver tyd , dat gy ze vry maakt , draag zorg ze aan uwe wetten , uwe zeden , aan uwe overtolligheden te gewennen. Geef hun de zei-  3:6 ï A F R E E L zelve belangen , die gy hebt , cn uwe volkplantingen zal 't niet aan armen ontbreken , die ontheven van hunne boeijens 'er te werkzamer en te fterker om zullen zyn. De grond der Amedkaanfche Eilanden heeft weinig ove>eenkomsts met den onzen. Zyne voortbrengzels zyn zeer onderfcheiden ; en de wy^e van den Landbouw gelykt niet naar den onzen. Behalven enige groenten, wordt er alles geplant , en niets wordt 'er gezaaid. Toe» men in den beginne alleen de Tabak teelde , hadt men niet meer nodig , dan de aerde met een hark wat om te werpen, wyl die plant niet dien groeit. Naderhand gebruik, te men de fpade , voor gewasfchen , die meer omflag vorderden ; men fpitte een gat in de aerde , waarin men den wortel zette. Zedert heeft men 't land beginnen te ploegen ; en 't is te wenlchen , dat dit gebruik algemeener worde, x^e grond was , by de aankomst der Europeanen op de Eilanden , nimmer bezaaid ; hierom was hy zeer vruchtbaar ; doch dit voordeel vermindert allengs , op 't laatfte zal hy niets meer dragen ten zy men hem meste. Hier toe gebruikt men 't Zee gewasch Vancb , het geen ryk in beginzelen van vruchtbaarheid is, Wanneer het wel bereid wordt. Het zoude be. zwaarlyk zyn zich van iets anders te bedienen, wyl de kudde zeer fchaarsch zyn. Alle de Europifche viervoetige tamm? Dieren , welke men in Amerika vindt , zyn aldaar uit Spanje gebragt; alle zyn zy ontaart , het Varken alleen uitgenomen , welk vaa  DER BEIDE INDIEN. 317 van beter fmaak geworden is. Deze ontaarting moet min aan de lucbtsgefteldheid , dan aan een gebrek in de oppasfing worden toeeefchreven , waaromtrent men geheel na. latig is. Die gene welken men tot huisdienften gebruikt, zyn maar van geringe hulpe , en doen nauwlyks de helft van 't werk , welk Europeaanfche Dieren doen. Misfcbien hadt men dc ontaarting der Beesten voorgekomen , indien men de oplettendheid gebruikt hadt, van nieuwe rasfen uir Europa te doen komen. De gebochelde Os , dien men van de Goud Kfst hadt kunnen medebrengen , zou den Planter van een groot nut hebben kunnen zyn. Men heeft beproeft de Kameel aan dit klimaat te gewennen , doch men is 'er niet gelukkig in geweest. De Buffels , ene zoort van heftige en grillige dieren , doen in de helft van den tyd twemaal zo veel werks , als de fterkfte Osfen. Alle onze Europeaanfche veldgewasfen , die men herjwaards gebragt heeft , zyn of omgekomen , of fterk ontaart. Offchoon de erwten van Angola , hier groeijer.de , vele voordelen geven , echter is 't voortrefiykfte gefchenk , welk de Eilanden uit Afrika ontvangen hebben , de Manioc. 't Zyn de Europeanen , die dezelve hier overgebragt hebben. Toen deze hier kwamen , boden de Wilden hun Bananen , Ignamen en Aardappelen aan, en niet de Manioc, welke geen plant is , om door Wilden te worden geteeld. Dezelve komt uit loten voort , welke men in gioeven , vyf of zes duimen diep , fteekt , die men met dezelve aarde , die men 'er hadt uitgenomen , vult. Dit Hees-  3i8 T A F R E E L Heestergewasch groeit ter mans lengte ; zyn ftam is zo dik als een arm. 't Is een vrucht, die veel oppasfings vordert en eerst na acht tien maanden ryp wordt, op een losfen en droogen grond. Men kan de vruchr niet tot voedzel gebruiken dan na ene moeryke voorbereiding , waarin n en ze ichilt , wascht, raspt en uitperst. Het vogt dat er uit loopt is een dodelyk vergift , tegen welk men geen middel kent. Het bakken trekt 'er de nog overig zynde fchadelyke kragten uit. Wanneer 'er geen wazem uitvliegt , is 't meel gaar. De ondervinding heeft geleerd dat het even zo gevaarlyk is. dit warm als raauw te eten Wanneer men dit meel onder het bakken niet omroert , wordt het een deeg, welk nimmer zo gezond is als 't ineel van de Manioc. Men kan 't een en ander lang bewaren. De l\egers ftellen het boven 't beste graan. De Spanjaarden gebruiken 't dagelyks. De Franfchen geven het , benevens Stokvisch of Pekel - vleescb, aan hunne Zwarten In de andere bezittingen is 't zo niet bekend. Deze trekken haren voorraad uit Noord- Amerika , 't welk haar in ene gevaarlyke afhanglykheid van 't zelve ftelt: 't was beter , dat ieder Planter uit zyne eige plantaadje de Slaven voede ; doch hunne hebzucht fluit hunne ogen voor de noodzaaklykheid daar van : zy bepalen hunne werkzaamheid tot voorwerpen die in den Koophandel te ftade komen , waar van de voornaamfte zyn Indigo , Cochenille , Cacao , Rocou , Katoen , Koffy en Zuiker. De  DER BEIDE INDIEN. 319 De Menfchen zyn in Amerika 't minst van alles onraart. Dit voordeel is men misfdiien verfchulsligd , aan de zorge , die men gedra• gen heeft , gene kinderen van dezelve familie aan elkander uktehuwelyken ; maar- de gedachten onder een ce vermengen. De meeste Europeanen trouwden vóór dat zy na de Eilanden gingen , qf trouwden aldaar met perfonen uit Europa aangekomen of met Creolen. De Creolen zyn over 't algemeen welgemaakt. Zy zyn alle zeer buigzaam van leden; maar hebben gene fraaye verwe, wyl zy helt na 't blauwachtige. Zy zyn luiden van groten moed. Alle vremdelingen ontmoeten by deze Eilanders ene voorinnemende gastv.-yheid , welke met een zekeren praal geoetent wordt. Zy hebben niets wat men geveinsdheid , bedrog of achterdogt noemt. Hunne levendige verbeeldingskragt maakt hen onafhanglyk en onftandvastig. Zy offeren hun fortuin en beflaan aan de vermaken op. Zy hebben veel doordnngendheid van oordeel en een vlug verftand. De Vrouwen hebben e-a teder wit , dat de ogen al hun vermogen laat , om tot in de ziel doortedringen. Zy drinken niets dan Chocolaad , Koffy en Liqeuren. Zy krygen zomtyds tot twaalf kinderen. Hare V-rknogdheid aan hare echtgenoten is zeer fterk. De eenzaamheid , waarin zy op hare plantaadjen leven , maakt , dit zy in de grote waereld verlegen zyn. Hare opvoeding is in alle ftukken verwaarloosd , behalven den dans. Zy zyn zeer medelydend omtrent hare gelyken , maar zeer ftreng en vorderend van hare Slaven, die zy zomtyds met  320 T A F R E E L met veel wreedheid bejegenen. Zy hebben een zeker karakter , dat haar grihig , gemelyk en weinig aangenaam doet zyn , wyl zy van hare jeugd door de Slaven bedorven worden , die haar ene zoort van verachting voor een gedeelte van het menichelyk geflacht in boezemen. Hare hoogmoed maakt dat zy in Europa gehaat worden Zo zy niet zeer verliefd waren , zou hare ziel niet één enig vermaak genieten. Dit volk , onder andere omfbandigheden levende , zou misfchien de wonderlykfte menfchen v?n de waereld opleveren. Zo 'er ene gelukkige omwer?teling in de waereld plaats hebben moet , is 't uit Amerika , dat men ze te wachten hebbe De Nieuwe Waereld , na dat zy verwoest is, moet op haar beurt bloeijen , en aan de Oude wetten voorfchryven. Zy zal de fchuilplaats worden van onze onderdrukte Volken. De Wilden zullen zich befchaven , en de Zwarten vry worden ; maar deze verandering moet voorbereid worden. Jonge Creolen , komt u in Europa oefenen , en in 't overfchot der oude deugden , voorbeelden Icheppen wac ene moedige cn brave Natie vermag. Verweider u van 't gezicht der Slaven , dat u bederft. De natuur fchynt de Amerikanen tot een groter geluk , dan de Europeanen te hebben gefchikt. Men kent ter nauwernood , in de Eilanden , de Jicht , 't Graveel , de Steen, Bercerte , 't Zydewee , Kwaade borst en talleloze Ziekten , waarvan de Winter de oorzaak is. 't Is genoeg tot over mid-  derbeideINDIEN. 321 .middelbare jaren te zyn gekomen , om verzekerd te zyn van een hogen en gezonden ouderdom. Nog thans hebben de kinderen ene ftuipachtige Ziekte , die eerst de (pieren van de Kaak , daarna die van 't gantfche Ligchaam gefpannen houdt. Een volftrekt verval van levensgeesten is de heerfchende Ziekte der fchone Sexe , welke ene graagte hebben na alles wat ongeregeld is. De Mannen zyn onderhevig aan ene hete en kwaadaartige Koortze , vergezeld van flerke Bloedftortingen Zy zyn zo heftig , dat zy den Arts geen tyd laten om enige hulp aantebrengen. Men herftelt 'er ook traag van, wanneer men 'er niet aan ftcrft. Deze Koortzen ontdaan denkelykuit de brandende hitte der zonne; gevolg* lyk zoude men zich daar tegen behoeden j met tydige Aderlatingen en Buikzuiveringen. Maar in plaats van deze voorzorgen te gebruiken, geven de vremdelingen die hier aankomen , zich aan alle zoorten van overdadigheden over. Het hartzeer over het verlaten zyner vrienden , en zich menigmaal in de opgevatte hoop bedrogen te zien , heeft hier ook zyn uitwerkzel. In den tegenwoordigen ftaat van zaken rekent men , dat van tien Engelfchen vier, en van tien andere Europeanen drie fterven. Van de tien Spanjaarden Derft 'er maar één. Dit getal zal vermoedelyk afnemen , naarmate men , in de Volkplantingen , zieh meer gemakken zal kunnen verzorgen.  212 T A F R E E L XII. HOOFDSTUK. De Bezittingen der Spanjaarden , Hollanders en Denen op de Amerikaanfche Eilanden. (^3OLUMBUS5 na 111 I4-9^ de Orenoque ontdekt te hebben , zette vcet aan Land te Trinitado , of het Eilandder Drieëenheid, doch hy verliet het zelve om andere belangen. Niet vóór den Jare 1535 nam het Hof van Madrid het in bezit. Het legt over den Mond van den Orenoque en wordt gefchat op 318 vierkante Mylen. Het klimaat is 'er zeer gezond , en twe derde gedeelten van het Eiland zyn gefchikt tot de rykfte beplantingen. Aan de Westkust wordt door middel van een inham ene Ree geformeerd , welke den Zeelieden ten allen tyden ene veilige legplaats verfchaft. Men vindt 'er ene vastigheid aan de Spaanfche haven welke 7 8 Hutten bevat met Stroo gedekt, en drie Mylen landwaards in is St Jofeph , alwaar men 88 nog ellendiger Familien telt. By deze gehugten wierdt voormaals Kakao geplant, welke boven die van Caraque gefchat wierdt , doch de Bomen ftierven alle in 't jaar 1727 , zonder wederom aangevuld te worden. Zedert wierdt Trinitado niet meer bezogt dan Cubagua. Dit klein Eiland , vier Mylen van de vaste kust gelegen , wierdt mede in 1498 door columbus ontdekt en verlaten. De Spanjaards  DER BEIDE INDIEN. 323 jaards , onderricht van den rykdom van des* zelfs oevers, begaven zich , in 1509 , in menigte der waards en gaven het den naam van Paerl- Eiland De Paerl is een hard, doorfchynend, meer of min wit lichaam , meest van ene rondagtige gedaante ; meestal wordt dezelve gevonden in de zogenaamde Paerlemoer» De Paerl is veeltyds vastgehegt aan de binnenfte wanden der Schelpen ; doch de beste wordt gehaald uit het Dier zelve welk de Schelp bewoond. De Spanjaarden welken zich op Cubagua nederfloegen bragten enige Wilden van de Lucayfche Eilanden mede , welke onbekwaam waren om in de Mynen te werken , doch die het lang onder water konden uithouden. Door dit vermogen bezorgden zy aan hunne onderdrukkers ene grote menigte Paerlen ; doch de Paerlbank raakte wel haast ledig en de Volkplanting wierdt in den Jare 1524 verplaatst na Margarita , alwaar dezelfde rykdommen gevonden wierden , doch die bykans even fpoedig verdwenen. Ondertusfchen wierdt deze laatstgenoemde vastigheid niet verlaten. Zy is 15 Mylen lang en 5 breed. Men vindt 'er het gehugt MonPadra , welk door een klein Fort wordt verdedigd. De grond zou zeer vrugtbaar zyn , indien hy bebouwd wierdt. Voorheen dagt men dat Spanje Margarita en Trinitado flegts bezet hield , om de mededingende Natiën van het vaste land te weren ; doch de aanbiedingen , door den Raad van Karei III gedaan , doen zien dat het gemelde Ryk deze Eilanden tracht te bevolken X 2 Te-  324 T A F R E E L Tegenwoordig worden zy alleen bewoond van weinige Spanjaarden , die by inlandfche Vrouwen een geflagt hebben voortgeplant , welk by de traagheid der Wilden de gebreken der Befchaafde Volkeren voegt. Het is lui , diefachtig en bygelovig. Deze menfchen leven van den Vischvangst en van Bai anen , die de Natuur , als 't ware om hunne traagheid te begunftigen , hier groter dan ergens in de waereld doet groeijen. Zy weiden flegte beesten , welke zy ter fluik na de Franfche Eilanden voeren , in verruiling van Kamelorten , zwarte Sluiers , Lywaten , zyden Kouzen , witte Hoeden en Krameryen. Deze vaart gefchiedt met een dertig- tal open Sloepen. Het Hoornvee , dat de Spanjaarden hier gebragt hebben , is wild geworden, en wordt met handgeweer gefchoten Men fnydt hun vleesch in dunne repen •, die men droogt, wanneer het een geruimen tyd goed blyfe. Buiten de Amptenaren , leven de wei. nige menfchen in ene yze'yke armoede. Dus is 't niet op Porto - Rico, in 't mid. den der Antilies gelegen , in 1493 door co. lumbus ontdekt , en door de Spanjaarden eerst in 1509 in bezit genomen , geleid wordende door pontius leon. Deze verovering hadden zy niet goed koop* Het gebruik van vergiftigde wapenen is van een zeer ouden oorfprong. Van alle oorden , daar venynige planten groeijen is 'er niet een daarin zo vruchtbaar , als dit gedeelte van Amerika. Van alle deze gewasfehen is de Man. cenilthr de gevaarlykfte. Het zap dat uit de kerven, in den ïfom gefneden, loopt, is het ve- nyn.  der beide INDIEN. 325 nyn. In dit verdikt vogt doopt men de pun . ten der pylen ; 't zelve behoudt zyn krage meer dan honderd jaren. Gemeen Zout op de wonde gelegd is deszelfs tegengift. Deze Boom groeit 't weligst op Porto- Rico. Deszelfs Wilde Bewoners , onderricht wat op de naburige Eilanden was voorgevallen , befchouwden de Spanjaarden als wezens van een hoger zoort. De flaverny werdt hun allengs ondragelyk. Eer zy haar juk wilden affchudden , beproefden zy of de Spanjaarden ook onfterflyk waren. Toen de ondervinding hen geleerd hadt, dat deze zo wel als zy verdrinken konden , vielen zy van alle kanten met hunne pyle aan, op de Spanjaarden , waarvan zy een honderd tal vermoordden. In alleryl verzamelt pontius deleon alle de Kastilianen , welke deze verradery overleefd hadden Zonder tydverzuim valt hy aan op de Wilden , die onthutst waren over dien onverwachten aanval. Derzelver vrees vermeerdert met het toenemen hunner vyanden, welke zy meenden dezelve Spanjaarden te zyn , die zy vermoord hadden , en die van den doden weder waren opgeftaan. Zy onderwierpen zich derhalven op nieuws aan hun oud juk , 't geen hen veroordeelde tot de Mynen , in welke zy binnen kort omkwamen. Porto-Rico heefc 36 Mylen m de lengte 18 in de breedte en ioo in den omtrek. Het is ene der beste Eilanden van de Nieuwe Waereld ; men heeft 'er ene gezonde Lucht, overvloedig Water , Bergen met Houtgewas bedekt , ongemeen vruchtbare Valeijen , een veilige haven , gemaklyke Reeën en ligt genaakX 3 bare  326 T A F R E E L bare kusten. Niettegenftaande alle deze voordelen was dit Eiland in ene ftaat van kwyninge tot op het jaar 1765 , wanneer het Hof van Madrid de aandagt liet vallen op St. Jan, ene voortreffelyke haven. De Stad welke dezelve beftrykt werdt met vestingwerken omfmgeld , inzonderheid aan de Landzyde, en met twe Batailjons en ene Kompagnie Kanoniers voorzien. Ene bezitting , welke voorheen flegts 378j00° Livres gekost hadt , kwam 's lands kas thans te ftaan op 2,634,433 Livres. Dit geld leide den grond tot enige beplantingen ; tevens ontving het Eiland de vryheid om alle Spaanfche Zeelieden te mogen ontvangen. Deze middelen geven een ongemenen bloei aan deze vastigheid. De tienden, welke vóór het Jaar 1765 flegts 81,000 Livres opbragten, zyn geklommen tot 230,418 Livres. In 1778 telde Porto Rico 80,660 inwoners , waar onder flegts 6530 Slaven ; 77,331 Hoornbeesten ; 23,195 Paerden $ 1,5x5 Muilezels ; en 49,058 ftuks klein Vee. Van 5,681 Plantaadjen wierden ingezameld 2,737 kwintalen Zuiker ; 1,114 kwintalen Katoen ; n,164. kwintalen Koffy ; 19,556 kwintalen R>st ; 15,216 kwintalen Tabak ; en 9.860 kwintalen Melisfen. Op de Weilanden wierden Jaarlyks'aangefokt 11,364 Osfen ; 4,334 Paerden ; 952 Muilezels en 31,254 ftuks klein Vee. Men belooft zich nog groter voordelen van ene wet van 't Jaar 1778 , by welke den bezitteren den eigendom wordt verzekerd van 't geen zy in handen hebben en waar van hen  DER BEIDE INDIEN. 3*7 hen te voren flegts het vrugtgebruik was toegedaan ; hier voor betalen zy ene geringe belasting welke dient tot bekostiging der kledy van de Landmagt , welke beftaat uit 900 Man Voetvolk en 250 Ruiters. Op dezelve voorwaarde zal het overige gedeelte van het Eiland worden uitgedeeld. Indien Spanje kon befluiten Porto - Rico voor een onzydig Eiland te verklaren en 'er den handel geheel vry te Rellen , zou het zeker een der bloeijendRe volkplantingen van de nieuwe waereld worden. Dezelfde fchikkingen zouden kunnen gemaakt worden omtrend St Domingo. Dit Eiland hadt in den beginne een groot aanzien , om het Goud dat het uitleverde , doch de vermindering daar van nevens die der ingezetenen , en de ontdekking van ryker Mynen , op 't vaste land , deden het verlaten. Van dat tydftip begonnen die genen welke aldaar overgebleven waren , Planters te worden , waarin zy 't , na in den beginne door gebrek aan Negers gekxvynt te hebben , vóór ruim ene eeuw , zo ver bragten , dat men 's Jaars 10,000.000 ponden Zuiker , • veel Verfhout , Tabak , Kakao , Kasfia , Gember , Katoen en vele Huiden van daar voerde. Ploe zeer die handel ook beloofde op te wakkeren , nam hy zedert af, door de ontvolking van 't Eiland ; wordende de inwoners na Wieuw Spanje gelokt, door de hoop van fpoedig ryk te worden. De zwakheid , een gevolg dier verhuizing , verftoutte den vyand deszelfs kusten onveilig te maken , en de Scheepvaart te belemmeren. F. drake plunderde de hoofdX 4 ftad  ga8 T A F R E E L ftad uit. De Kastilianen hier wonende werden Zelve Zeerovers , en vielen op de Schepen van hunne eigen Natie De handel met den vremdeb'ng j die de bezitting alleen hadt kunnen doen bloeijen , werdt verboden ; dit gaf den laatften /lag aan hare welvaart. Het geen aan haren ondergang nog ontbrak , werdc door de Franfchen voleindigt. De volkplanting hadt , in 1717, 18410 inwoners, zo Spanjaarden , Mestiezen, Negers als Mulaters , wier verw en karakter verfchilden , naar mate derzelver bloed byzonder vermengd was Deze halve- Wilden , in de diepfte werkeloosheid , beftonden van vruchten en wortels , woonden in hutten zonder meube» len en meest zonder k'eding Het gering getal , dat nog enige fmaak voor geryflykheden hadt , ruilde dezelve van de Franfchen voor hunne kudden. De uitfluitende maatfchappy van Barcelona , wiens verzending in twe kleine Schepen beftaat, heeft de aseb van 't oude St. Domingo nog niet doen herleven. De weinige handel van 't Eiland gefchiedt te San Domingo , deszelfs hoofdftad , die van haren vorigen luister niets dan prachtige Ruïnen heeft. Ten Noorden van 't Eiland hebban de Spanjaarden nog Monte - Christo, ene kleine ftad , die door hare nabuurfchap by de Franfche Planters bloeit; vooral wanneer Engeland en Vrankryk in Oorlog zyn; wordende dan aldaar een fterke fluikhandel tusfchen de Engelfchen en de Franfche Planters gedreven. Het Westelyk gedeelte van 't Eiland behoort geheel aan de Franfchen. Het  der beide INDIEN. Jio Het Eiland Cuba , flechts door een kanaal van achttien Mylen breed van St. Domingo afgefcheiden, is alleen een Koningryk waardig. Het heeft 230 Mylen lengte en ene breedte van u tot 24 Mylen , doch gene bevaarbare Rivieren De Reeën ten Noorden kunnen Oorlogfchepen ontvangen , doch die ten Zuiden flechts Koopvaardyfchcpen. Diego de velasq.ues landde aldaar in 't Jaar 1511 , aan oeszelfs oostlyken uithoek , na dat columbus het 19 Jaren te voren ontdekt hadt. De Cacique welke hier regeerde hadt de Spanjaarden op St. Domingo leren kennen , cn was om hunne wreedheid te ontgaan na dit Eiland gevlucht , alwaar hy een kleinen Staat hadt opgericht. Op hunne aannadering deedt hy al het Goud dat voorhanden was in Zee werpen. De Spanjaarden meesters van het Eiland geworden , verdelgden een t>;root gedeelte der inwoners ; de overigen eindigden hun leven in de Mynen, welke egter aan de Spaanfche gierigheid met beantwoordden; de kinderziekte, doordeSpanjaarden aldaar overgebi agt, leide de laatfte hand aan het becerf ; welhaast was het Eiland tot ene wildernis geworden. De ontdekking van het Kanaal van Bahama deedt dit Eiland wederom als uit het niet opkomen. Men bouwde de Havana, om de Schepen uit Mexikona Europa ftevenende te ontvangen, en alwaar zedert de Schepen, van Porto Bello en Karthagena na Europa vertrekkende , eikander afwagten. De verteringen der ryke Zee-lieden geduurende hun verblyf aldaar bragten onnoernlyke fchatten in deze X * . Stad,  33° T A F R E E L Stad, die van daar gedeeltelyk over deafgelegener velden verfpreid wierden. Om dezen bloei te verhaasten wierdt in 1735 er.e be. voorrechte Maatfchappy opgericht, wier inlaag 5,400,000 Livres bedroeg ; doch de trouwloos* beid der bewindhebbers deedt haar te gronde gaan , en de bezitting , welke nimmer hadt behoren gefloten te zyn , wierdt in 1765 voor alle Spanjaarden opengefteld. De Volkplanting wordt thans beftuurd door een Gouverneur, onder den ty':el van Kapitein Generaal. Men telt in dezelve 23 Mannen - en 3 Vrouwen - Kloosters , welker bezittingen op i<3«589>590 Livres gefchat worden ; de Kinderen worden in dezelve opgevoed. Ene Univerfiteit aldaar in 1728 opgericht heeft een inkomen van 37,800 'Livres en byna 200 Leerlingen , ook zyn 'er 19 Hospitalen over het Eiland verfpreid. Volgens ene optelling in 1774 gedaan bevat Cuba 17s56a9 Inwoners , waaronder 28,766" Slaven. De weinige onvolmaakte kunsten die hier geoeffend worden, en waarvan het fchrynwerk het verfte gevorderd is , zyn in handen der Mulaters en vrye Negers. Zommige derzelven zorgen voor de lyfsbehoeften. De levensmiddelen, welke na elders verzonden worden, houden de meefte Slaven onledig. Van het jaar 1748 tot in 1753 leverde de arbeid dezer rampzaligen jaarlyks voor het Moederland op 18,750 kwmtalen Tabak , welke in Europa golden 1,293,570 Livres; 173,800 kwintalen Zuiker , waardig 75994>786 Livres ; 1,569 Huiden , waardig 138,8 r 7 Livres; en 1,054,505 Livres aan Goud en Zilver. De Tabak behoorde alleen aan de Re.  DER BEIDE INDIEN. 331 Regering; het overige aan den Koophandel. Zedert is de landbouw toegenomen , hoewel dezelve zich niet beeft uitgeftrekt tot het Katoen en de Indigo , de natuurlyke voortbrengzels van het Eiland; het Wasch belooft een goeden opgang. Toen in het jaar 1763 het Hof van Madrid aan dat van Londen Florida afftond bragcen 5 of 600 Ellendigen , welke uit dezen oord na Cuba vluchtten, derwaards enige Byen over, welke zo verbazend vermenigvuldigde , dat de volkplanting in het jaar 1777 , behalven het geen zy tot eigen Godsdienstig gebruik nodig hadt 7,150 Kwintalen wasch verzondt alles loopt aldaar te zamen om dit voortbrengzel te vermeerderen. Een der rykfte voortbrengzels van Cuba is de Tabak , welken is ieder Oogst 55,000 Kwintalen oplevert. Behalven het gsen in het land gebruikt of ter fluik uitgevoerd wordt koopt de Regering , welke de Monopolie oef. fent , jaarlyks 46,750 Kwintalen , waar voor zy na het Eiland 2,272,050 Livres overmaakt. Om de Monopolie te handhaven, heeft zy den te overvloedigen teelt gefluit, en de nyverheid der Volkplanters tot de Zuiker tragtten te bepalen , welke Spanje voorheen van zyne nabuuren moest kopen. De goeden opgang van dit voortbrengzel zal Spanje welhaast in ftaat ftellen , dat het de uitlandfche markten kan ontberen, Vóór het jaar 17Ó5 kwamen 'er jaarlyks niet meer dan drie of vier grote Schepen van Kadix, en eenige vaartuigen welke hier een lading kwamen zoeken , wanneer zy die elders niet konden vinden , waar door de volkplanting dik- maals  332 T A F R E E L maals gebrek leedt aan de r.oodzaaklykfte leven.1-! ehoeften. Na dat de bepalingen waren opgeheven werdt zy overvloediger voorzien. In den jare 1774 , kwamen aldaar uit Spanje 101 Schepen , welke Meel, Wyn , Brandewyn en, andere behoeften aanbragteh, en van daar goederen voerde,' welke ene t eter orde van zaken had doen voortkomen. In het zelfde jaar ontving Cuba met 118 vaartuigen , van Louifiana Ryst en Hout tot mikerkisten , van Mexiko Meel , Peulvruchten , Maroquin en Koper, van Porto Rico 2,000 Sla . en , cn uit. andere oorden van het vaste land Osfen Muilezels en Kakao. Alle Schepen zyn gedwongen hunne ladingen op te (laan in de Havana , te Port au Prince , op Cuba en Trinitado. Dit zyn de enigfte plaatzen waar tollen zyn aangelegd ; derzelver opbrengt bedraagt thans 1,620,000 Livres , daar dezelve vóór het jaar 1765 nimmer hoger geweest is dan 50f,903 Livres; en het Moederland ontvangt nu in metalen 8.100,000 Livres , in plaats van 1,620,000 Livres. Welk een bewys ten voordele der vryhtid 1 De belastingen op Cuba geheven , ten minfte die in 's Lands Kas komen , bedragen 2.430,000 Livres , en de Regering zendt jaarlyks na dit Eiland 2,272,050 Livres voor den Tabak , i3350,coo Livres voor de Vestingwerken , 2,i~c,ooo Livres voor de Bezettingen , en 3?78o,ood Livres voor de Zeemagt. De overvloed van een Cederenhout zeer bekwaam orn t2 timmeren , deedt in den Jare T724 Timmerwerven aanleggen , op welke van dien tyd tot het jaar 1780, 51 Schepen gebouwd zyn; de«  der'bëids I N D I E N. 333 deze ftïgfifig houdt Mand , mettegenftaande men het Yzer, Touwwerk en Romihoud van elders moet a:mvoeren. De Havana , alwaar de Timmerwerven zyn , is door de werkzaamheid van den Landvoogd de u torre tot ene aangename plaats gemaakt. Hy heeft aldaar een fraijen Schouwburg geftigt, aangename wandelwegen, gemaklyke Kazernen en eenige bruggen aangelegd. Aan ce Vestingwerken heeft de Regering zedert het jaar 1763. 22,413.-89 Livres 18 Rui vers en 6 penningen hefteed; 4>io3 Negers , 500 kwaaddoeners en ene menigte vrye lieden hebben d,iar aan gearbeid De haven, de veüigfte van 't Heelal, zou de Vloten der gehele waereld kunnen bevatten. De Rotzen aan derzelver ingang noodzaken de Scnepen om het midden van het Kanaal te houden , zo zy niet onvermydelyk willen verbryzelen. Zy wordt verdedigd door de forten More en le Pointe. Door de fommen welke Spanje aan deze plaatze heeft te koste gelegd, isdezclve genoegzaam onwinbaar gemaakt. In de handen van ene nyvere en werkzame Natie , zouden de Spaanfche Eilanden de bron geworden zyn van een onbepaalden voorfpoed; nu zyn zy grote woestenyen, welke den Staat niet alleen niet verryken , maar verarmen door de onkosten die zy vorderen , om ze te behouden. Spanje moest nogthans uit dien flaap gewekt worden , door het voorbeeld van andere Natiën, wier nyverheid overgrote voordelen uit veel kleiner Eilanden trekt. Zo het eens op deze gedagten komt , zal het den volkplantelingen voorfchotten moeten  33+ T A F R E E L ten doen : zonder deze zyn zy te arm , om iets te ondernemen. Het Nederlandsch Gemenebest is zynen luister grotendeels verfchuldigd aan den voorfpoed zyner Volkplantingen. Vóór deszelfs beftaan was 'er als een ftilftand in den omloop van 't bloed des ftaatkundigen lichaams van Europa. Om uit die bedwelmdheid te geraken , was 'er een volk nodig, dat uit 't niet opkwam , 't leven en 't licht over alle verftanden , en den overvloed op alle markten verfpreidde ; welk alle de voortbrengzels tegen een lagen prys leveren en , het overtollige van iedere Natie verruilen kon tegen het geenzy niet hadt; die een nieuw leven aan den omloop der waren en 't geld gaf, en daar door de volkrykheid , den landbouw , en alle zoorten van nyverheia vermeerderde. Europa moet deze voordelen den Hollanderen dank wyten. Zodra hadden deze zich niet in één lichaam verenigd , of zy , ziende dat zy niets uit hunnen grond halen konden , begre pendat zy hunne vryheid op hunnen Koophandel bouwen moesten. Van toen afzag men alle Zeeën met Hollandfche Schepen bedekt. Deze vooripoed wierdt door hunne Afiatifche bezittingen fterk vermeerderd, en de enige bezittingen in Amerika die ryk wierden door den landbouw, behoorden hun toe : dezelve waren eertyds zeer aanzienlyk; doch toen de Portugezen hen Brazil ontweldigden , waren zy byna geheel uit de Nieuwe Waereld gedreven. Een der kleine Eilanden welke zy nog bezitten is Curacao , drie Mylen van Venezula gelegen , ' zynde een klip , die tien mylen lang , en vyf mylen breed is. Zyn haven,  der beide INDIEN. 33$ ven, wanneer men 'er eens binnen is» heeft veel fchoonsj dezelve wordt verdedigd door een wel aangelegd Fort , dat wel onderhouden 'en daar een goed Guarnizoen is. Lodewvk X!V. ondernam tegen dit Eiland een tocht door' d'ESTREés , maar die een ongeïukkken uitflag hadt. Zedert dat tydffip is noch Curacao , noch de twee kleine Eilanden Aruba en Bonaire , die 'er van afhangen , ontrust geworden , wyl gene Natie het m de gedarten kreeg een onvruchtbaren grond te veroveren , welke niets dan een weinig Vee, enige Manioc en groenten voor het onderhoud van de Slaven, en niet een produkt, dat in den handel dienen kan , oplevert. St. Euftatius is niet veel beter; hetzelve haalt twe mylen in de lengte en één myl in de breedte , en wordt geformeerd _ door twe Bergen welken ene valey tusfchen zich befluiten. De Oostelyke Berg draagt blykbare tekenen eener oude ontbrandinge. 't Heeft gene Haven, maar ene Ree , die maar nu en dan goed is. De dorheid van die Klip maakte dat de Franfchen , die 'er zich hadden neergezet , ze verlieten. De Hollanders zetteden %r zich in 1639 nêer, en wierden 'er door de Engelfchen van daan gedreven , die op hun beurt door de Franfchen verjaagd wierden. Lodewyk XIV gaf het der Republiek terug. Dit Eiland brengt een weinig Tabak , en omtrent 8 of 900,000 ponden Zuiker voort. Van hier wierden wel dra enige Bewoners gezonden naar 't klein Eilandje Saba , op welks top goede moes-kruiden gekweekt worden. Vyftig Europeaanfche huisgezinnen , met om-  336- T A F R E E L trent 150 Zwarten , telen aldaar Katoen en maken 'er Kouzen van, die voor io Franfche Ryksdaalders 't paar aan andere volk. planters verkogt worden. Er is geen Eiland in de Antilles daar de bewoners zo gezond zyn als op Saba. In de nabuurfchap van 't zelve legt St. Martin, 15 of 16 Mylen in den omtrek, welks grond zeer dor, en hier en elders met hei begroeit is. De Hollanders en Franfchen leefden 'er zedert het jaar 1038 in vrede , maar afzonderh k, wanneer zy door de Spanjaarden van hier gejaagd werden. Doch deze, ongenegen om 480,000 Livres jaarlyks aan ene bezitting te bededen , uit welke zy geen voordeel trokken, verlieten het zelve in 1648, na verwoest te hebben het geen zy niet konden medevoeren. De twe Mogendheden zonden zedert derwaards enige Volkplanters , welk? altoos in vrede leefden , niettegenftaand 2 de oneenigheden , welke de beide moederlanden nu en dan verdeelden. De Franfche volkplanting beflaat 5,904 en de Hollandfche volkplanting 4,276 vierkanten gronds , ieder vierkant gerekent op 2,500 vierkrnte Toifes. De Tabaksteelt was hier den eerften arbeid der Franfchen, welke zy verlieten voor de Indigo , die wederom plaats maakte voor het Katoen; waar by de Zuiker gevoegd is , zedert het den uitlander vryftond zich hier neer te flaan. Tegenwoordig telt men 'er 19 Plantaadjen welke jaarlyks opleveren 1,000,-00 ponden ruuwe Zuiker , en een groter getal Katoen Piantaadjen welke 200,000 ponden Katoen opleveren. Den ar-  d k r ï ïib i i n d i e n. 337 arbeid wordt beftuurd door 80 gezinnen , waar van 32 Franfchen en de overige Engelfchen zyn ; deze maken ene . bevolking uit van 350 Perfonen , welke 1,200 Slaven onder zich hebben- Dit getal is te klein , doch de Hollandfche Volkplanters, welke de beste Landeryen van het Franfche gedeelte bezitten, zenden hunne Negers derwaards , wanneer den Akkerbouw in het Zuiden geëindigd is. De Hollandfche volkplanting bevat 639 Blanken en 3,519 Zwarten. 32. Zuikerplantaadjen leveren jaerlyks op 1,600,000 ponden Zuiker , ook verzameld zy 130,000 ponden Katoen ; de .geringheid van dit inkomen wordt vergroot door dat van ene Zoutkreek , waar de Slaven zout verzamelen. De naburige Eilanden kopen voor ongeveer 100,000 kronen daar van ; het grootfte gedeelte gaat na NoordAmerika; 't welk insgelyks haar Rum en Zuiker haalt: de Engelfche Zeelieden halen het Katoen. Niets of bykans niets blyft 'er overig voor het Gemenebest. De Hollandfche Bezittingen in den groten Archipel van Amerika zyn ten aanzien van den Akkerbouw als niets te achten ; doch als handeldryvende zyn zy van veel gewigt. De begeerte om met de Spaanfche Provinciën in de Nieuwe waereld iluikhandel te dryven , deedt tot de vermeestering van Curacao befluiten. Welhaast kwamen hier ene menigte welgewapende Hollandfche Schepen , welker Manfchap hoofd voor hoofd enig aandeel in de lading had , welke zy befloten hadden tot hun laatttén druppel bloeds tegen de Spaanfche Kustbewaarders te verdedigen. Dikwyls kwaY men  338 T A F R E E L men de Spanjaarden zelve op deze welvoorziene ftapelplaats, om hun Goud , Zilver , Kina Kina, Kakao, Tabak, Huiden en Vee te verruilen tegen Negers, Lywaten , Zyden cn Indifche Stoffen , Specerjen , Kwikzilver , Yzerwerk of Staal. De oprichting der Caraquefche maatfchappy en het aanleggen der Register-Schepen in plaats der Galjoenen , hebben dezen handel agteruit doen gaan;, doch het ledige daar van is gedeeltelyk aangevuld door de verhintenisfen mei het Zuidlyk gedeelte der Franfche Volkplantingen aangegaan. Alles krygt een nieuwen b!oei wanneer Engeland en Frankryk in Oorlog zyn: zelfs in vollen Vrede ontvangt het Gemenebest 'sJaarlyks 12Schepen vanCuracao, geladen met voortbrengsels , op een vreemden grond gekweekt. Van alles wat op Curacao wordt ingevoerd, moet 1 ten 100 betaald worden , daarenboven betalen de Koopmanfchappen, uit vreemde Europifche Havens komende , y ten 100, hetwelk aldaar, ook van de vreemde Koffy betaald wordt ; docb de overige Amerikaanfche voortbrengzels betalen maar 3 ten 100 , mids dat zy regelrecht na de Republiek gevoerd worden. St. Euftachius was voorheen aan dezelfde belastingen onderworpen ; het dreef echter een aanzienlyken handel van Guadeloupe en Martinique , welke afnam , naar mate deze Eilanden de Scheepvaart uitbreidden , en die door de vrye haven van St. Thomas geheel vernietigd zou zyn , wanneer men in 1756 befloot, de meeste belastingen aftefchaffen. Van toen af , en inzonderheid geduurende den  der beide. INDIEN. 339 ze pogingen , om hunne geftadk'e aanvali* n te beteugelen , noodzaakte het Gemenebest , in de jaren 1749 , 1772 en 1774 enige troepen derwaards te zenden. Deze dappere heden hebben na herhaalde en bloedige gevegten met meer kunnen uitwerken , dan de v olkpianters enige rust te bezorgen. Men is gedwongen geweest , verxheide Horden dezer weglopers voor onafhanglyk te verklaren, hun een vryen handel te doen genieten , en jaarlykfche gcfchenken te geven ; waartegen zy verplicht zyn , de Volkplanting in geval van nood byteftaan , en de Slaven , welke op hun grondgebied een fchuilplaats zoeken, terug te geven. Ondertusfchen is, na alle deze wederlpoeden , de Volkplanting bloeijender dan men heeft kunnen hopen. De eerfte Europeanen , welke zich hier nederfloegen , beplantten de hoogten , welke doorgaans onvruchtbaar wierden bevonden. Welhaast viel men op de gedagtcn, . dat uit de Zoutdelen door de beken daaiVcin afgefpoeld , en uit deze beurtelingfe beddingen van een vruchtbaar ftyk, de lage landen waren, zamengefteld , welke gisfing door proefnemingen beve.tigd wierdt. Van dat tydflip heeft men zich op het di er gmaken der vlakten toegelegd , waarin men gelukkig geflaagd is. Eén jaar arheidens is Y 3 ge-  34* T A F R E E L genoeg , om den uitgekozen grond te bedekken ; het volgende jaar worde hy ontgind en zou in het derde kunnen beplant worden , indien men denzelven niet een langer tyd moest blootftellen aan den invloed Van het zoete water , om de werking van het Zeezout te verminderen. Zedert het den Hollanderen gelukt is, aldaar den Oceaan te temmen , hebben hunne Plantaadjen gebloeid. Zy hebben ze uitgebreid tot op een afftand van 20 Mylen van de Zee , en aan dezelve meer geryflykheden en fieraad bygezet, als men in ene der beste Franfche of Engelfche bezittingen ontmoet. De verbazing van zo vele fraije Gebouwen , Terrasfen, Moestuinen , Boomgaarden en wandelwegen te vinden , in minder dan ene Eeuw gewrogt in Hinkende Moerasfen , wordt gematigd by de overweging, dat de penningen, daar aan befteed, met meer verftand kenden te koste gelegd zvn aan de vermenigvuldiging der Koopwaren. Een der middelen , welke den Landbouw en de Weelde hebben aangemoedigd , is ge. weest de gemaklyke gelegenheid , welke 'de Volkplanters gehad hebben om geld optenemen. Door dit hulpmiddel zyn aan de oe. vers van de Suriname , de Commawine , de Cottica en de Pcrica aangelegd 430 Plantaadjen , welke gezamentlyk in den jare 1775 opleverden 24,320,000 ponden ruwe Zuiker ; 15,387,000 ponden Koffy, 970,000 ponden Katoen, 79°>$54 ponden Kakao; en 152,844 ponden Verfhout, welke goederen in de Republiek , op 70 Schepen ingevoerd, hebben op-  „IR «ei de IN Dl EN. 343 opgebragt i9&7>m Livres ; daarö"boven ve-zonden zy na i\oord-Araerica 560,000 kannen Syroop en 160.000 kannen Rhum. Het getal der Slaven , welke in dat zeilde iaar in de Volkplanting onledig was , beliep 60 000, welke beftuurd wierden door 2,824 MeVers , zonder de Vrouwen en Kinderen te rekenen. De Blanken zyn van verfchillenden Landaart en onderfcheiden gezimen. Paramaribo . de Hoofdplaats der Volkplan. tinge, is ene kleine en wel gefchikte Stad ; de nette en geryflyke Huizen van hout zyn gebouwd op een voet van Europifche gebakken fteen ; hare haven , vyf mylen van Zee gelegen . wordt bezocht door alle de Luropilche Schepen, welke hier goederen ladenDe openbare uitgaven worden gedragen dooi de Maatfchappy , welke deze bezitting toebehoord; om daarin te voorzien nettzy, met verlof van den Souverain , zedert het iaar I77Ö., 6 ten ioo van de voortbrengzels, van de Voordelen van den Koophandel cn van de jaarwedden , benevens twe en een half ten honderd van de goederen welke uit en een cn een half van die genen welken ingevoerd worden. Behalven deze belasting is 'er nog ene zware door de Burgers vastgefteld , op de voortbrengzels der Volkplanting , ter vervulling van hunne onderscheidene behoeften , en ter bezoldiging van 500 vrye Negers, welke de Plantaadjen tegen de invallen der Weglopers moeten beveiligen. In weerwil dezer belastingen , en van den intrest van 77,000,000 Livres, welke de Volkplanting moet betalen , was Y 4  344 T A F R E E L zy in een bloedenden (laat, toen hare voor", brengzels een beftendiger en voordeliger af, trek hadden ; maar zedert de Koffy de helft in prys gedaald is , is alles in wanorde vervallen ; de Schuldenaar en Schuldeifcher zyn beiden bedorven. Berbicc , grenzende ten Oosten aan de Corentirt, en ten Westen aan het gebied van Demerary , beflaat 10 Mylen langs de Kust. Bmnen'slands zou zy zich kunnen uittrekken tot aan het gedeelte der Cordeliers , de blauwe Bergen genaamd. De rivier, van weke zy haren naam ontleend , wordt aan haren mond belemmerd door een bank , en heeft in den beginne flechts 14 of 15 voet diepte , welke allengs tot 40 voeten toeneemt. Op 36" Mylen van de Zee ontmoet men de eerfte Plantaadjeu. In 1626. wierden de eerfte gre-ndflagen der Volkplanting gelegd. Herhaalde rampfpoeden zyn oorzaken geweest, dat deze vastigheid, van welke men zo grote verwagting hadt, van tyd tot tyd agter uit gaat. Honderd vier PJantaadjen vindt men 'er , meest van weinig belang, men telt 'er 7,000 Slaven en 250 Blanken, behalven de Soldaten. De Koffy, ZÜiker en Katoen, welke deze Volkplanting oplevert, wordt met vier of vyf Schepen na het Moederland gezonden , alwaar zy 1,000,000 of 1,200,000 Livres opbrengen. De Geldfchieters , welke uit dezen opbrengst 6 ten 100 van hunne opgefchoten^. Kapitalen moesten ontvangen , moeten zich met vier , drie of twe ten honderd , en dikwyls met niets ver. genoegen. Volgens de rekeningen in den Ja- re  j)5R BEIDE INDIEN. S4S re 1772 aan de algemene Staten toegezonden, belopende Jaarlykfche onkosten flechts 190,564 Livres , en nogthans bevond zich de maatïchannV in een wanhopigen toeftand. Zedert het; Taar 1720. tot het Jaar 1763. hebben de uitdelingen het een'e jaar door het andere flechts i3 ten 100 belopen. Zedert is er geen uitdeling gedaan en de Aktien runnen nauwlyks een twintigfte van den oorfprongelvken prys halen. Ksfeaucbo , 20 mylen van de Berhce geleden , * bevind zich in een voordeliger itaat. Na verfcheide omwentelingen, was zy nog van zo weinig belang, dat hare voortbreng7e's in den Jare 1740. nauwlyks ene Scheeps. lading konden uitmaken. Twe of drie jaren later Wendden enige harer Volkplanters het oog na Demerary ; alwaar zy de oevers zeer vrucht-, baar bevonden. De Iandor.tginningen m Suriname opgéfchort zynde, door den Oorlog rret de Weggelopene Negers; en Berbice ontrust door den ópftand der Slaven , lokte de West-Indifche Maatfchappy, herwaards pnd toen Vrankryk 'er den eigendom van afftond aan Denemarken , voor 7,8,000 Livres By ongeluk moesten de Plantaadjen kwynen door de drukking der uitfluitende Kompagnien Zedert r?54. heeft Denemarken de vaart op zyne Volkplantingen vry gegeven; en om dezelve nog meer te doen bloeijen , ftelde men den handel op Afrika ook open . alwaar Denemarken twe Forten bezit. Men betaalt nu alleen vier Ryksdalers voor ieder S, dien men uit Afrika haalt. De Deenfche Plantaadjen geven reeds werk aan omtrend dertig duizend Slaven , die ieder een rvksdaler hoofdgeld betalen. De voortbrengzels die zv leveren , beftaan in een weinig Koffv , veel Katoen en Rhum, en 18,000 000 oonden ruwe Zuiker, waarvan de Engelfchen en Amerika een gedeelte trekken; het overige maakt de ladingen uit van veertig vaartui|en voor het moederland. St. Croix , hoewel de iongfte der Deenfche bezittingen levert vyf zevende dezer waren, 't Zelve had  35© T A F R E E L in 1773. 345 Plantaadjen, welke elkander kruizelings doorfnyden. St. Jan telt 'er 69, en St. Thomas een gelyk getal. Twee vyfden der gronden zyn met Zuikerriet beplant. De Hollanders en Engelfchen zyn 'er voor een grooc gedeelte eigenaars van. Alle de onkosten van de voordelen dezer bezittinge afgetrokken zynde , zou het misfchien blyken, dac Denemarken 'er weinig nut van trekt. De bevolking van die Koningryk is , in reden zyner uitgeftrektheid, zeer gering ; en de imposten zyn in 't zelve zwaar. De Staat onderhoudt een leger van 25,000 man , welke den naam hebben van 't flechtfte volk van Europa te zyn. Zyne Vloot is te recht beroemd ; zy beftaat uit 32 Schepen van linie , 15 of 16 Fregatten , en enige Galeien , welke in de Oost-Zee van nut kunnen zyn. 't "Zelve onderhoudt altoos 24,000 Matrozen. Met deze, de Burgerlyke beampten, en de verteenngen van 't Hof, wordt een inkomen van 23,000,000 livres verflonden , dat de Staat jaarlyks uit verfcheidene belastingen trekt. X1W    gil i iibi INDIEN. S51 XIII. HOOFDSTUK. Be Bezittingen der Franfchen op de Ams~ rikaanfcbe Eilanden. N a den dood van Vrankryk's besten Ko." mng , onder het bewind van een' heerschzugtigen Staatsdienaar, begonnen enige Franfchen de Antilies te bevaren , in de hoop van buit. Na verfcheiden voordelen behaald te hebben dreef hen de nood , om hunne Schepen te kalfateren, na St. Chriftoffel, een Eiland, zeer gelegen om hunne Kaperyen te begunftigen. Denambuc, hun Hoofd , verkreeg de vryheid zich hier neêr te mogen zetten , en zich verder in de Antilies te mogen uitbreiden , voor ene belasting van 't twintigfte deel der waren, die uit de nieuwe Volkplantingen zouden worden aangebragt. In 1626 wierdt dit voorrecht aan ene Maatfchappy afgeftaan , wier fonds flechts 45,000 Livres bedroeg Schoon met zo gering een vermogen niets van belang kon ondernomen worden , zag men echter vele Schepen van dit Eiland vertrekken , om de Franfche vlag op de nabuurige Eilanden te planten. De Hollanders vertoonden zich kort daarop , hunne waren tegen een billyken prys aanbiedende. Van toen af ontftondt 'er tusfchen deze Natie en de bezittingen der Franfchen ene verftandhouding, die  352 T A F R E E L die altoos gemaakt heeft, dat zy hunne voortbrengzels beter koop te markt konden brengen , dan de Franfchen zeiven. De Maatfchappy werdt toen werkeloos ; hare voordelen verdwenen zonder dat hare uitgaven verminderden; in hare wanhoop verkogt zy haar voorrecht aan ene nieuwe Maatfchappy, . en deze weder aan ene derde , welite laatfte eindigde , met hare bezittingen te verkopen , die meest door hare beftuurders aangekogt wierden. De nieuwe bezitters genoten een alleruitgebreidst gezag over de lahderyen en alle bedieningen , recht hebbende van leven en dood. üe landbouw begon van dat tydftip af wel meer te herleven ; maar de Hollanders gingen altoos voort 'er dc vruchten van in te oogften. Om den wortel van dit kwaad afteïfnydéif, wierdt colbert te rade, alle die bez'ttingen wederom voor de kroon aan te kopen ; maar 't ongeluk wilde , dat hy derzelver Koophandel aan ene uitfluitende Maatfchappy overgaf, welke men oordeelde best in fiaat te zyn om het mededingen der Hollanders een einde te doen nemen. Zy hadt wel enige flikkerende ogenblikken ; maar ce menigvuldige mishagen van haar bellier bragtén hare zaken in zodanige wanorde, dat de Regering in 1674. het raadzaam oordeelde, hare fchulden te betalen , die toen 3.5-^3,000 Livres beliepen , en hare bezittingen aan te winnen , tegen betaling van haar fonds, dat 1,287,185 Livres groot was. De vryheid, 't gevolg dier verandering, verwekte de grootfte blydfchap in de Volkplan-  dek. iïidi INDIEN. 353 plantingen, doch welke fpoedig gematigd werdt, door ene belasting van ioö pond ruwe Zinker , van elke Blsnke en Zwarte. Te vergeefsch vertoonden de Planters, dat het verbod om met geen ander dan 't Moederland te handelen,reedsbelastings genoeg was. Hunne voortbrengzels verloren daarenboven nog een gedeelte hunner waarde , door de vryheid , om ze van daar te halen alleen aan zekere havens in Vrankryk toeteftaan ; de Schepen moesten in dezelve havens terug komen , uit welke zy vertrokken waren. Dit moest een aanmerkelyk'en invloed hebben op den prys der voortbrengzels , wier vermenigvuldiging nog meer belemmerd wierdt door zware belastingen. De Tabak werdt bezwaard met 20 ftuivers op het pond ; De Indigo werdt eerst verboden, doch naderhand onder zware belasting gelegd; van de Kakao moest 15 ftuivers van het pond, en van het Katoen 3 Livres van de 100 ponden betaald worden. De Zuiker, die men voorheen na alle Europifche havens mogt vervoeren, moest nu na het Koningryk gezonden worden; zedert verboodt men den uitvoer der ruwe Zuiker uit Vrankryk, het geen dat gewigtig voortbrengzel der Eilanden nog meer deedt dalen. De vryheid , om de Zuiker op de Eilanden te rafineren , verhielp dit kwaad maar ten halve ; om dat ieder Kwintaal bereide Zuiker aan ene belastlnge van acht Livres onderworpen wierdt. Daar nu de Eilanden meer Zuiker begonden te leveren , dan het Koningryk , uit welk dezelve niet mogt vervoert worden , vertieren kon , moest zy in waarde vallen, zo Z dat  354- T A F R E E L dat men op 't Jaatst zelfs minder plantte, dan men flyten kon. De Volkplantingen waren nog door ene menigte andere lasten gedrukt , en zy zouden gewis van moedeloosheid na vreemde bezittingen zyn geweken, indien men hen van tyd tot tyd niet op een peter lot hadt doen hopen. Dit verfcheen , Hl 1717, wanneer rnen op eens den handel m zyne volle vryheid Helde , en dien der weemoe Fabrieken op allerlei wyze belemmerde. Toen deedt de voorfpoed der planters een ieder verbaast ftaan, en 't is zeker, hadt de Regering, by de opkomst der Volkplantingen , dezelve kundigheden gehadt, die ene ondervinding van honderd jaren haar gaf- zy zouden meer tot den glans van den Staat hebben toegebragt, dan alle zyne veroveringen Ondertusfchen zyn de bezittingen , welke Vrankryk na vele wederfpoeden nog heeft behouden van aangelegenheid. Laten wy een aanvang maken met Guyana. Alphonso ojeda , vergezeld van americüs vesputius en jam de la cosa zetteden aldaar het eerst voet aan land, in 1499. Zy deden te zamen ene reize, welke hen maar oppervlakkige kundigheden van dit land gaf. Er ging een gerucht, dat binnen in Gu. yana een oord was del Daurado genaamd, veel ryker dan Peru en Mexiko. De Spanjaarden en ook andere Natiën werden hierdoor geprikkeld. Walter raleish, een zeer zonderling man, trok derwaards in 1505; maar deze togt voldeedt niets aan zyne verwachtinge. De Franfehen dagtcn zich hier neêr te zetten  der EEins INDIEN. S5S ten aan den kant der Amazone ; na vele vruchteloze pogingen zetten zy zich op Cayenne neêr, " Eenige Rouaanfche Kooplieden brasten , in 1643 , een fonds te zamen. P. nv bretigny, aan wien zy hunne beSneens hadden betrouwd, den Wilden zo wel Ik den Planters den Oorlog aangedaan hebbende, werdt omgebragt. Dit belette niet, dat acht jaren later zich ene andere Maat- Sappy ojdeedt, f^^^A» ftelde , omtrent 800 Volkplanters ra Paiys te verzamelen. Doch het verongelukken des Bewindhebbers , het vermoorden van het nieuwe Opperhoofd , de fnoodheid der voornaamfte deelhebbers in die onderneniinge hunne onenigheden en overoaad deden M goede voorfpelling in rook verewynenDe weinig overgeblevene verheten het Eiland-, vyftien maanden na hunne ontfeheping. Ene derde Maatfchappy werdt m 1663 , onder 't bewind van la barre opgericht, «fiPr kaoitaal niet meer dan 200,000 Livres SoegP Dezen gelukte het, de Hollanders van dïu- te verdryven. Cayenne is tot twe malen genomen geweest ; maar zedert 1676. is :t Zelve nimmer vyanaelyk aangetast. Enige Vrybuiters, welke zich hier hadden neergeflageri en Van den landbouw begonnen werk te maken , gaven het een nieuw leven. Uocti zedert dat hunne drift tot de Zeerovery op neuw ontftoken werdt, wierdt deze bezitting zodanig verlaten en uitgeput, dat de Volkplanting , verre van z.ch m Gnym « kunnen uitbreiden , in Cayenne alleen flechts heeft kunnen kwynen.  356* T A F R E E L Cayenne heeft, naar gisfing, zestien mylen in zyn omtrek; 't onderfcheidt zich van den gewonen loop der natuur, in zo verre het hoo* op de kusren en laag in 't midden is, bet geen het ter bewoninge weinig gefchikt maalt. De ongelykheid van den grond heeft gelegenheid gegeven , zich hier en elders te verfterken. Deszelfs eerfte voortbrengzel was de Rokou , zynde ene roode verfiïof, waarin men het laken, voor dat men het zyne kleur geeft, dompelt. De vrucht, om'rent van gedaante als een Kaftanje , bevat eni*e rode korrels, welke een rood vliesje bedek", waar uit de Rokou getrokken wordt. Deze korrels weekt en ftampt men in kokend water, het geen men fchuimt, de fchuim altoos in een kuip bewarende.. Deze fchuim wordt daarna verdikt in koeken, van twe of drie pond. Alsdan is die ftof volkomen bereid. Vervolgens lag men zich toe op het aankweken van Katoen , Indigo en Zuiker en 12 Jaren later op de Kakao. In 175^. wierden uit deze Volkplanting gevoerd 260,541 ponden Rokou, 80,36i ponden Zuiker, 17,910 ponden Katoen , 26,881 ponden Koffy , en 19,916 ponden Kakao , benevens enig hout. Deze voortbrengzels waren de viuchten van negentig Franfche huisgezinnen, honderd vyf en twintig Indianen, en vyftienhonderd Negers, en voortgebragt op 30 flegte Piantaadjen. Na het Jaar 1763. was het Minifterie bedacht , zyne geledene onheilen te doen vergeten, door de natie hare aandcht na Guyana te doen wenden. Vóór den laat-  DER BEIDE INDIEN. '35? laatften Oorloi hadden de Franfche bezittingen fteun in den eigendom van Kanada. Na deszelfs verlies , dagt het I-ranfche Minifterie deszelfs plaats te kunnen vervuren , door ene Inlandfche en vrye Volkplanting in Guyana aan te leggen, welke mets van den landkant te vrezen hebbende , daarenboven nog in ftaat zyn mogt, andere Volkplantingen , in geval van nood, bytefpnngen. Doch hy , die dit ontwerp opvatte , herinnerde zien met dat hiertoe vrye menfchen nodig zyn , wier arbeid', veel duurder zynde dan die der Negers , het onmoogelyk zoude mak-en , de waren tegen den prys van andere bezittingen te flyten: om niet eens te ipreken van de zwarigheid die er in was, om vrye menfchen, uit een beter klimaat gekomen , te gewennen aan een zo zwaren en wisfelvalligen arbeid , in ene brandende hitte. Dit ontwerp , het geen in zyn oorJprong reeds dwaas was, werdt nog Hechter uitgevoerd, De menfchen werden afgedeelt in eigenaars en huurlingen, zo ais zul ;s in Europa gefchiedt, daar de eigendommen der landeryen dit noodwendig maaken. Men hadt de dwaasheid , ee landeryen aan die genen , welke met genoegzame middelen derwaards trokken , in eigendom afteftaan ; die gene, welke door ene twyfelachtige hoop Eerwaards gelokt werden , zouden daarop als huurlingen arbeiden. . t Te vergeefsch voorzag de Regering m t onderhoud voor twe jaren. De hitte van t land deedt de levensmiddelen bederven , en de menfchen aan menigvuldige ziekten fterZ 3 ven  358 T A f R E E L ven, 't Was niet mogelyk, genoeg vee na dit land voor zo veel menfchen vooruit te zenden. Dit en de menfchen moesten zich aldaar by trappen aanfokkcn. Gevolglyk moest: men 'er in den beginne maar weinig menfchen na toezenden , voorzien van ailes wat tot ontginning van een dergelyk land nodig was. Ondertusichen werden na 'ene lange reize 12,000 menfchen op ééns aan land gezet, die aldaar in 't regenachtig faifoen aanlandden, 't Werdt hun verboden , enigen toevoer van Cayenne te trekken. Aüe deze menfchen zyn in ellende omgekomen, zonder enige fpruiten van hun beitaan te hebben overgelaten. Het mislukken dier onderneming bra»t Guyana in een vast verdenken , dat met'het zelve niets goeds kon worden aangevangen , uit oorzaak van de geduurige regens , de menigte van infekten , de gelegenheid tct weglopen die de Negers in de bosfchen vinden, en de moerasfige legging van 't land. Met dit alles moet Frankryk van Guvana niet afzien. Waarom zoude 't niet 't zelve kunnen doen bloeijen , zo als de Hollanders 't hunne hebben doen doen. Dan dit vordert voorfchotten; indien de Staat verafgelegen planters gene hulpe biedt, met hun 't vereischte geld te lenen , zullen deze nimmer verre afge egene landen ontginnen. In Guyana is "alles nog ongedaan; tot bewerking ener uitgeftreKtheid van 100 mylen langs de Kust telde men m 1775. flegts 1,300 Blanken en 8,000 Slaven; de Rokou, het Katoen, de Koffy, en een weinig andere voortbrengzels bragten flegts 488,598  DER BEIDE INDIEN. 359 ASArfQ8 Livres op. Men kan enige hoop tot v fbefering opvatten uit de overbrenging van dm Nagel en Muscaatboom , welke hier een goeden opgang fchynt te beloven; en uit andere voortbrengzels , indien verftandige ^^l^^Sw^rAhiBd St. Lucie is meer dan eene Eeuw het voorwerp van geichil geweest, tusfchen de Hoven van Londen en Verfailles , welke eindelyk overeenkwamen , dat het onbewoond zoude blyveri, en dat beide de Natiën vryheid zouden heboen, er hout en water van daan te halen. Van toen af leefden de Franfchen en Engelfchen in ene goede verftandhouding, cn deze diende, om vcrbintenisfen tusfchen ryker bezittingen aantegaan. Dit duurde tot dat de vrede van hetzelve geheel den Franfchen afftondt. St ''Lucia werdt zedert aangelegd , om te diénen tot een ftapel, waar de Noord-Amerikaanfche waren tegen de Syropen van de Elanden Martinique en Guadeloupe zouden verruild worden. Het vergroten van den omftag en vertraging van tyd waren oorzaaK , dat dit ontwerp niet doorging. Vervolgens lag men zich op 't uitbreiden van den akkerbouw op St. Lucia toe. Mei? zondt eerwaards achthonderd menfchen , wel. ke door de ellende reeds uitgeput, van bc hoeften geftorven zyn. Dit ontwerp kostte den Staat 7,000,000 Livres. Het voordeel van het bevolken was bewaard voor de nabuurige Bezittingen. De Franfchen van Grenadef hunne Plantaadjen aldaar meest aan de Engelfchen voordelig verkogt hebbende, trok-  Söo T A F R E E L Tn,"a SL Lucia ; misnoegen deedt een aantai i lanters St. Vincent verlaten. Die genen, welke op Martiniquö een ongunftiVen .«rond ontgonnen hadden , begaven zich' ook daar heen. Men deelde hun allen gronden uit, in evenredigheid van hun vermogen. Thans zyn 'er op 't Eiland reeds elf Kerfpels aangelegd , meest beneden den wind , om de beuwamer gelegenheid om Schepen te ontvangen. De gronden, die nog ledig leggen, zullen op hun tyd ook bebouwd worden : om dat men dagelyks kreken ontdekt, lan«-S welke men met kanoes goederen kan affchepen. Een weg, die 't Eiland omringt, twe anderen , d;e 't zelve doorfnyden , geven het veei gemak , en doen nu 't gemor vergeten , het geen men in den beginne maakte , toen ze aangelegd wierden. In 1777. beftondt dc bevolking uit 2,300 Blanken , 1,051 vrye Mulaters en Ne^rs en 15,ooo Slaven: het Vee beliep 1,130 Muilezels en Paerden, 2,053 ftuks Hoornvee, en 3,719 Schapen en Geiten. 'Er waren Zuiker.Plandtaadjen. Derzelver oogst, en dien der Koffy- en Katoen-PJantaadjen be. droegen ruim 3,000,000 Livres. Hier uit ziet men, dat het vosroordeel tegen den grond van St. Lucia onbillyk is. Dezelve kan overal met vrucht bearbeid worden, enige fcherpe bergachtige punten uitgezonderd. Deszelfs lucht was in den beginne ongezond ; doch zedert men de bosfchen heeft beginnen aftekappen , heeft dit afgenomen. Alleen blyven 'er nog binnen's Lands ongezonde moerasfen ; een kwaad dat men niet  der beide INDIEN. 36r niet zal kunnen verhelpen , ten zy men ze bedyke en met gragten doorfnyde. Dit Juland , het geen 40 mylen in den omtrek heeft , zal, wanneer het met de behoorlyke zorgvuldigheid beplant wordt, aan 6o,oco Slaven arbeid verfchaffen, en voor io,coo,coo Livres voortbrengzels kunnen opleveren. De verkeerde verdeling der gronden, de Mieren, de vermindering der Koffy en een ongeregeld Landbeftuur zyn oorzaken , dat St. Lucia nog zo ver van dezen voorfpoed verwyderd is. Het Eiland Msrtinique heeft zestien mylen in de lengte , en vyfenveertig in den omtrek , zonder de Kapen te rekenen, die hier en daar twe of drie mylen in Zee uitlopen. Zyn ongelyke grond is als bezaaid met heuveltjes , die ene kegelachtige gedaante hebben. Drie hoge bergen beftryken dezelve, waarvan de hoogfte eertyds een vuurberg geweest is. De bosfchen, die daarop groeijen, doen 'er de wolken tegen fluiten, en maken deszelfs omtrek ongezond. Deze bergen geven de geboorte aan verfcheiden bronnen, die 't Eiland bewateren. Denambuc, de grondlegger dezer bezittinge , wilde dezelve met gene uitgeputte en afgematte Europeanen bevolken. Hy gebruikte biertoe honderd luiden van St. Chriftoffel , die aan den arbeid , het klimaat en een eenvoudig leven gewoon waren. Deszelfs inbezitneming gefchiedde zonder enig geweld; zyne natuurlyke Inwoners weken voor hun fchietgeweer , en ruimden hun dat gedeelte van 't Eiland in , dat na het Zuidwesten ligt. Doch toen de Z 5 Ka"  T A F. R E E L Karaïben zagen,, dat • deze vreemdelingen tak ryker en meer ondernemende waren, verenig, den zy zich met de Wilden der nabuurige Ei. landen. Zy vielen gezamenlykerhand op een fiecht Fort aan , van waar zy, met een verlies van 7 of 8go hunner dapperfte Krygsïui, terug geOagen wierden. Toen werdt de verzoening getroffen; doch de Franfchen, hebbende door hunne dwingelandy de wraak in de Ziel' dezer Willen op nieuw ontftoken, achtten zich gewettigd hen uitteroeijen. Van toen af floegen de Franfchen zich neer, waar zy het goed vonden ,.. en hielden zich alleen met het planten van Tabak en Katoen op , waarby zy fcbielyk de Rokou en Indigo voegden, In 1650 , begonnen zv Zuiker te planten. B. d'acosta plantte tien jaren later de Kakaoboom. Zyn voorbeeld werdt des te algemener, naarmate die drank in Vrankryk meer in gebruik kwam , en het planten van denzelven minder kosten vorderde. Een grote Orkaan verwoestte alle de bomen in 1718. Men boodt hun den Koffyboom aan als een plank in een Schipbreuk. Twe loten van'zo vele bomen , die de Hollanders 't Franfche Minifterie gefchönken hadden , en welke in den Koninglyken Thuin. zorgvuldig bewaard wierden , zondt men derwaards , onder opzicht van den Heer desclieux, die van het water, door de langheid van de reize fchaarseh geworden zynde , zyn aandeel met zyne loten deelde: waardoor hy de eer hadt, Martinique te behouden en met een nieuwen tak van nyverheid te verryken : want dit gewas Haagde hier allergelukkigst. Dit  deibiidiINDIEN. 365 Dit Eiland hadt boven dien de voordeligftp lening , ten aanzien der winden, S S 'waren veilig voor de Ortoen. be eensgezindheid bloeiden hier altoos. Nofithans was het niet zo voorfpoedig als t iondè zvn. In 1700, telde men 'er m alles ?5o7 Blanken,' De vrye Negers, Indianen S lulaters waren niet meer dan 507. 5 Getal der Slaven beliep met b°venr1^5"'; Nadat de langdurige O^Vg^J^ de kwalyk begrepene Staatkunde van rvk , hunn2 verwoestingen over de geüje waereld langen tyd verfpreid hadden , beflm allengs Martinique. Zyn fcmelyk op£2*S»>2* hetde ni-ktplaats der Eilanden beneden den wind worden Europa kende in dat tydffip byna. geen Eiland darMj tiniaue In 1736, telde men ei 72, 000 Slaven wier arbeid den akkerbouw van Amerikaanfche voortbrengzels tot den voorde gftcn Hand gebragt hadt, wordende van biei sjaa.s voor i6,oor,ooo Livres verzonden. Marti. n°que verryk e zich nog door de commisüeen last- gelden der Eilanden , door zyne varfchotten van Slaven , geld en andere behoeftkheden. Deze fchulden ftelden de andere Èfanden in de afhanglykheid van t zelve. Zvne verbintenisfen met Isle-Royal, Canada en Louifiana bezorgden 't zelve gelegenb id om zich van zyne" gemeenfte voortbrengzels te ontdoen, die het in Vrankryk met  364 TAF R E E L gen ; in denzelvcn , die een kapitaal van 4000,000 Livres bedroeg , won hei negentig ten honderd. Dit alles te zanten hadt Martinique onuitfpreeklyk verrykt. 'Er liepen zeer fehieiyk in zynm koophandel 's Jaars 18,000,000 Livres om. In zyne havens 'kwamen 's Jaars 20- Franfche Schepen , 14 of 15 door 't Moederland na Guinée uitgerust, 30 van Kanada , 10 cf 12 van Margareta en Trinité , zonder de Engelfche en Hollandfche te rekenen , die 'er heimelyk binnen flopen. De byzendere vaart op Noord-,\meri-, ka en andere plaatzen hieldt 130 Schepen bezig, bemand rnet matrozen van altéi lei Natiën. Om den Scheepvaart en den omloop in den handel gemakiyk te maken , werdt het vlek St. Picrre tot ene ftapelplaiats verheven. De Koópbedryven waren in 't eerst het werk der Schippers , die geftadig om het Eiland hadden gevaren , en daardoor algemeen, bekend waren geworden. De goede trouw alleen was de ziel dezer verbintenisferi , wyl zy noch boek, noch rekeningen hielden, m een kist hadden zy een zak voor ieder inwoner , wiens zaken zy waarnamen. Piet geen zy van den verkoop der goederen kregen , deden zy daarin , 'er uitnemende wat zy voor de gekogte goederen te betalen hadden. Het overfchot in ieder zak, was 't ja-do der rekening; L'eze eenvoudige en eerlyke handelwyze greep nog Rand , in 't begin dezer euwe. Naderhand bemoeiden zich hiermede luiden van meer kunde , die uit Europa herwaards overkwamen, verlokt door de vryheid van handelen. Zy bragten veel toe tot uitbreid  DER EEÏDE INDIEN. 365 breiding van den akkerbouw* door behoeftige planteren geld voortefchieten , van weiken zy dus natüurlyker wyze de Agenten werden, in wier afhanglykheid de planters ongevoelig geraakten; en dewyl alle die luiden zich re St. Pierre hadden neergezet, wierdt hetzelve ong-voelie *t middelpunt van alle handelzakcn. De Oorlog van 1744. ftuitte dien voorfpoed. Toen dezelve uitbarstte, hadt Martmique terftcnd 4° Kapers, die zich , in minder dan zes maanden tyds, omftreeks de Antilies vertoonden , en dingen den ouden Vrybuiteren waardig verrichtten. Dagelyks kwamen zy ryk in buit in de haven. Dit belette niet, dat de scheepvaart van 't Eiland zeer kwynde. De Planters gedwongen hunne voortbrengzels goed koop te geven, en de waren duur te nemen , raakte de akkerbouw in verval • de werkplaatzen werden kwalyk onderhouden De vrede belette , dat alles met geheel te grond ging. Maar 't geen het herleven van den ouden voorfpoed vertraagde, was, dat Martinique niec meer ter Huik op de Spaanfche Kusten handelen kon ; voeg hierby een onkundig beuier van zaken ' welk de verftandhouding tusfchen dit Eiland en Noord - Amerika zo bezwaarlyk maakte. Het hadt zich op verre na met van zyn verlies herfteid , toen het een nieuwen Oorlog zag uitbarsten, die voor Vrankryk allernoodlottigst was , en Martinique in handen der Engelfchen ftelde. De vrede gat Jiet zelve wel terug aan zyne oude meesters , maar ontbloot van vele middelen tot voorfpoed. Kanada nu ene Engelfche ber zit-  366 T A F R E E L zitting geworden , moest zyne verstandhouding met dit Eiland afbreken. De voortbrengzels van Grenade, St, Vincent en Dominique vertrokken na de havens van Engel-nd , welk hun eigenaar was. Nieuwe fchikkingen in Vrankryk gemaakt, verboden alle verbinfenisfen met Guadcloupc. Om deszelfs onheil te voltooijen , werden de Plantaadjen , geduurende elf jaren, gekweld door ene foort van Mieren , welke onbefchryfly* ke verwoestingen aanrichtten , doch die mca eindelyk door het vermeerderen van den arbeid en enige behoedmiddelen fchynt te zu'» len kunnen vernietigen. Te midden van dit onheil weidt genoegzaam alles op het Eiland verwoest , door de gcweldigfte Orkaan , die ooit aldaar gewoed hadt. In weerwil van alle deze wederfpoeden , beftond nogthans de bevolking in den Jare 1778. uit 12,000 Blanken , 3,000 vrye Negers of Mulaters, en ruim 80,000 Slaven. Het Vee beftond in 8,200 Muilezels of Paarden, 9,700 ftuks Hoornvee , en 13,100 Varkens, Schapen of Gei ren ; 'er waren 257 Zuikerplantaadjen ; 16,602,870 voeten gronds werden met Koffy , t,430,020 voeten met Kakao , en 1.648,550 voeten met Katoen beplant. In 1775. laadden de Franfche Zeelieden op Martinique in 122 Schepen, 244,438 Kwintalen en 58 ponden Zuiker, 96,829 Kwintalen en 68 ponden Koffy, 1,147 Kwintalen en 8 ponden Indigo, 8,656 Kwintalen en 63 ponden Kakao, 11,012 Kwintalen Katoen , 919 Huiden , 29 Kwintalen en io ponden Karet, 1,966 Kwintalen en 35 'pon-  DER SïIBE IND I'È N. 567 ronden Kanefas , cn Kwintalen Hout; welke goederen , waar van een vierde gedeelte aan St. Lucia en Guadeloupe behoorde, in het Moederland opbragten i8>975>974' M" vres. Die genen welke de Volkplanting grondig kennen , geloven dat hare bebouwing een derde zou kunnen vermeerderd worden , alleen door ene betere en aanhoudender bewerking, waartoe flechts een groter getal Slaven vefeiseht wordt. De Planters van Martinique kunnen in vier klaslen worden a'fgedeelf. De eerfte bezit 100 grote Zuiker-Plantaadjen , welke 12,000 Negers bewerken. De twede bezit 150 dergelyke Plantaadjen, bewerkt door 9,oco Negers. De derde 36 Plantaadjen, waarin 2,000 Negers arbeiden. De vierde, welke zich bezig houd met het telen van Katoen , Koffy , Kakao en Manioc kan aan 20,000 Negers bezigheid geven. De Slaven tot andere dienften gebruikt wordende , zyn hier van uitgezonderd. . In de eerfte klasfe zyn niet dan ryke luiden , wier rykdommen hen in ftaat ftel'en , het planten met yver voorttezetten.' Do twede klasfe bevat de welgeftelde luiden. Al hadden zy ook de Slaven 3 die hun ontbreken , om tot den rykdom der eerfte op te klimmen , zou ene heilzame ondervinding hen daarvan afkeerig maken : wyl het dwaasheid is, te veel Negers in ;een en dezelve p^ntaadje op een te hopen , daar de verandering van klimaat en de ongewoonheid van den zwaren arbeid reeds een groot aantal daarvan doet omkomen. De derde klasfe, waarin byna  36S T A F R E E L na niet dan behoeftigen zyn , kan zich door 't gewoon beloop van zaken niet boven haren ftaat verheffen , ten zy de weldadige hand der Regeringe haar voorfchotten doe. De vierde klasfe, die zich met zulke gewichtige aanleggingen , gelyk die van de ZuikerPlantaadjen zyn , niet bezig houdt , heeft zo veel hulpe niet nodig , om in een ftaat van onbekrompenheid te komen , waaruit zy door den Oorlog de Orkanen en andere rampen gebragt is. Martinique , om tot zyn vorigen luister te ftygen , zou jaarlyks drie duizend Negers nodig hebben. Doch deze kosten kan het niet dragen , daar het reeds door ene lcbuli van één millioen in 't Moederland , en vier andere millioenen Livres in 't vlek van St. Pierre gedrukt wordt. Een ander en nog kragtiger beletzel 'tegen 't aanleggen en vergroten der Plantaadjen , is de onzekerheid van 't Eiland , welk voor een vyandelyken inval bloot legt. Deze kan wel van alle zyden ondernomen worden , maar dit zal zekerlyk gefchieden by de haven van Fort Royal, wier werken , van den beginne af Hecht aangelegd zynde, onvatbaar waren voor ene aanzienelyke verbetering, door al de konst der Vestingbouwkundigen. Deze hebben 'er alleen een bedekten weg, een bolwerk en ftrykweeren bygevoegd , benevens kafematten en arfenalcn, in de rots uitgegraven. Men heeft zich hier niet mede vergenoegd , maar ook op den Garnier een Kasteel met vier Bastions aangelegd , waarvan de werken binnen kort geheel voltooid zullen zyn. Met al- le  DER BEIDE I N D I E Nè JOp Ie deze vestingwerken zal het Eiland in ftaat zyn , zich omtrend 3 maanden te verdedigen. Dk zyn de vruchten van 10,000,000 Livres , welke daar san hefteed zyn. Het Eiland Guadcloupe , van eene onregelmatige gedaante , heeft tachtig mylen in den omtrek. Een kleine Zeearm , twe mylen lang en vyftien tot twintig roeden breed, deelt het in tweën. Dit kanaal is alleen bevaarbaar voor barken van 50 tonnen. Het ■ gedeelte van 't Eiland , waarvan de gehele bezitting haren naam ontvangt, is bezet met hoge en fcherpe Rotzen , wier aanzien verfchrikkelyk is, en waarop niets dan enig heestergewasch groeit. Boven de?.e verheft zich de Sulferberg, uit welken een dikke rook opryst , die , zo als men by nacht ziet , met vonken vermengd is. Van dezen Berg vlieten ene menigte ftromen, welke de vruchtbaarheid over de nabygelegene vlakten verfpreiden. Dit water is zo vermaard , wegens zyne gezondheid, dat de Spaanfche Galiioenen hetzelve hier eertyds altoos innamen. Het ander gedeelte , bekend by den naam van Grande Terre is van de natuur niet zo fterk begunftigd. 't Zelve is vlak maar verftofcen van bronnen en rivieren , en is niet zo vruchtbaar , zo gezond en aangenaam. Dit Eiland was nog door gene Europifche Natie aangeflageri , wanneer lol ine en duflessis, twe Franfche Edellieden, met 550 Franfchen van Dieppe vertrokken , aldaar in 1635 aankwamen. De levensmiddelen waren op de reize bedorven, voor welke zv gene andere uit 't Vaderland ontvin' Aa gen,  37o T A F R E E L gen, zo min als van St, CbriftofFel. De Wilden waren dus hun enige toevlucht. Maar luiden die gene voorraadlchuuren aanleggen hadden niet veel voorraad. Men was niet te vrede met hunne vrywilhge giften : men pionderde hen uit. De W'lden te zwak om tegen 't fchietgeweer te vechten , verbrandden alle de levensmiddelen, en namen de wyk na andere Eilanden. Enige derzelven keerden na dit Eiland terug , verftaken zich in de bosfchen , uit weike zy hunne overweldigers , die zich om te jagen of te visfchen van de overigen verwyderd hadden , aanvielen cn afmaakten. Een allerverlcbnkkelykfte hongersnood was hier van 't gevolg , zodanig dat zy »ras en dode l}-ken aten. Vele die voortyds in Algiers in flaverny geweest waren , betreur, den hunne verlosfing. Dit duurde tot dat d'aubert in 1640. den vrede met de Wilden gemaakt hadt. Terfiond lag men zich toe op 't planten van voorwerpen der eerfte noodzakelykheid , allengs begon men op 't geen de weelde van 't Moederland vorderde te denken. Het kleine overfchot aan de ellende ontkomen werdt vermeerderd door etlyke Volkplanters van St. Chriftoffel, en door ette. lyke Matrozen en Schippers , welke het varen moe geworden waren ; dcch menigvuldige roveryen , binnenlandfche onenigheden , en de blotf.er.de ftaat van Martinique , gevoegd by enige andere omftandigheden , maakten , dat dit Eiland- ver af was van dien voorfpoed , waartoe het van de natuur beftemd fcheen. In 1700 telde Guadeloupe met  jj E R BEIDE INDIEN. S7i niet meer dan 3,8*5 Blanken , 325 Wilde", vrve Negers, of Mulaters en 6,7*5 Slaven, waarvan vele Karaïben waren. Zyne beplantin* beftond in 60 kleine Zuikerplantaadjen , 68° Indboplantaadjen , een weinig Kakao en veel Katoen. Was deze opkomst traag en «eriog , deszelfs aanwas werdt na den Utrechtfchen vrede des te luistereer ; men telde C.64.S Blanken en 41,140 S aven , en de levensbehoeften waren f^re%^(^ 7e bevolkincr , wanneer de Engelichen het zelveTi7.?9'vermeesterden. hadt de Volkplanting reden zich te croos.en. De Engelfchen onderricht van de grote voordelen , welke Frankryk met deze bezitting gedaan hadt, haastten zich ene menigte goeden derwaards te zenden, dieJiier in zo groten overvloed aankwamen, dat derzelver nrvs zeer gering werdt, behalven dat de Plantas een lang uitftel van betaling verkregen* Men zondt hun een aantal Negers, om den landbouw weder in bloei te brengen. In den tyd , dat de Engelfchen meesters van 't Eiland geweest zyn, hebben zy 18,721 Negers derwaards gevoerd, By den vrede van 1763. werdt deze bezitting den Franfchen terug gegeven. Onder Guadeloupe behoren verfcheide kleine Eilanden , die met hetzelve tegelyk onder 't Engelsch juk gevallen waren. Zodanig is Defirade, dat alleen door een klem kanaai daarvan gefcheiden is. 't Zelve is ene rots , waarop niets dan Katoen en een weinig Koffy groeit- Drie mylen van Guadeloune legfien de Saintes , welke twe Eilandjes v ^ Aa % niet  372 T A F R E E L met een derde Eilandje een driehoek uitmaken , waarin ene vry goede haven is. fn 1652 , begon men aldaar duurzame Plantaadjen aanteleggen , die nu 50,000 ponden Koffy en cc, 000 ponden Katoen geven. Maria Galante, 6 rrylen van Guadeloupe gelegen, welk 15 mylen in den omtrek bevat , werdt in 1648. door de Franfchen in bezit genomen. Het heeft een voortreflyken grond en ene bevolking van 7, of 8,000 Blanken en 6, of 7,000 Negers , welke zich meest op het planten van Zuiker toeleggen. St. Martin en St. Barthelemi, hoewel 45 of 50 mylen van Guadeloupe gelegen, zyn insgeljks daarvan afhanglyk. Van het eerfte hebben wy reeds gefproken in de Gefchiedenis der Hollandfche bezittingen. Piet laatfte geeft men een omtrek van 10 of ir mylen. Deszelfs grond is zeer onvruchtbaar ; wanneer het door de droogten niet verhinderd worde oogst men 'er 50 of 60,000 ponden Katoen ; de bevolking beftaat uit 427 Blanken en 345 Slaven , die gezamentlyk den arbeid verrichten. De armoede der bewoners is zo bekend , dat zelfs Kapers die dit Eiland aandoen, de ververfchingen die zy daar ontvangen, getrouwelyk betalen. In den Jare 1777. telde Guadeloupe, met de onderhorige Eilmden , 12,700 Blanken, i»350 vrye Negers of Mulaters en ' 00,000 Slaven. De Kudden bedroegen 9,220 Paarden of Muilezels , 15,740 ftuks Hoornvee en 25,400 Schapen , Varkens of Geiten. Men beplantte 'er 449,622 voeten Kakao , 14,974,046 voeten Katoen, 18,799,680 voeten  DE* BEIDE INDIEN. S7J ten Koffv en 388 Zuikerplantaadjen , welke 26,088 vierkanten gronds befloegen. Het Landbeftuur . de regten en belastingen waren 'er dezelfde als op Martinique. In den Jare 1775. voerden 81 Franfche Schepen van dit Eiland 188,386 Kwintalen en 6 ponden Zuiker, 63,029 Kwintalen Koffy , 1,42-8 Kwintalen en 27 ponden Indigo, 1,023 Kwintalen en 50 ponden Kakao, 5>'93 Kwintalen en 75 ponden Katoen , 727 Huiden , 16 Kwintalen en 56 ponden Karet, 11 Kwintalen en 62 ponden Kanefas , en 125 Kwintalen Hout ; alle deze goederen bragten gezamentlyk op 12,751,404 Livres en 16 ftuivers. Zommige voortbrengzels gingen na Martinique , andere na het vaste land van Amerika, van waar het Hout , Vee , gezou-en Visch en Meel ontving. Het Katoen ging na Dominique , 't welk Slaven daar voor gaf , en de Zuiker na St. Euftachius, dat dezelve betaalde met geld , met Wisfelbrievcn en Oost-Indifche Waren. De waakzaamheid der laatfte Landbeftuurders heeft enige palen gefield aan dezen fluikhandel. Guadeloupe moet veel meer voortbrengzelen van zyne Plantaadien trekken aan Martinique , daar het meerder Slaven heeft en minder tot zynen Scheepvaart gebruikt. Het heeft een groot getal geplaatst op enen grond die minder is dan die van zynen mededirger; doch die voor een groot gedeelte nieuwlihgs ontgind zynde, overvloediger oogden oplevert dan de Landeryen , door ene tangduunge beplanting uitgeput. 'Er zyn wel zornrnu ge die beweren dat de Volkplanting tot ha. A a 3 ren  574- T A F R E E L ren ondergang hele ; doch vele omflandigheden doen ons geloven , dat zy uit zich zelve ten toppunt van voorlboed zal klimmen. De vermeerdering en verbetering der vestingwerken , zedert enige Jaren gedaan , zullen een dapper Bevelhebber , die 2,000 man onder zich heefc , in ftaat ftelien , om een vyandelyken aanval twe maanden te verduuren. Het Eiland St. Domingo is 160 mylen lang, en ongeveer 30 mylen breed. Deszelfs omtrek heeft 350 mylen ; en de kreken daaronder begrepen 600 mylen. Zyn gehele lengte is van 't Oosten na 't Westen aoorfneden met een keten bergen, uit welke men goud haalde , vóór dat de vaste kust van Amerika oneindig ryker mynen opleverde. De kusten leveren den zeeman geen aangenaam gezicht op ; doch dit wordt hem vergoed door den lieflyken reuk der Acaciebloemen en der Orange en Citroenbomen , Welke de landwinden hem toevoeren. De lucht, 's morgens en 's avonds koel, is over dag in de valei jen brandend heet. Dit Eiland was nutteloos in de bezitting van Spanje, toen de Franfchen en Engelfchen , die van St. Chnftoffel verdreven waren , hier in 1630, toevlucht namen. Offchoon de kust aan da Noordzyde , waar zy zich neêrzetteden , als verlaten was , begrepen zy wel, dat zy nodig hadden zich tegen den gemenen vyand te verfterken, waartoe zy Tortue , een klein Eiland, 2 mylen van 't grote gelegen , verkoren. Vyfëntwintig Spanjaarden , deszelfs bezetting uitmakende ,  der beide INDIEN. 375 de, namen op de eerfte opeifchmg de vlucht. Deze Gelukzoekers geraakten dus m t bezit van een Eiland , dat 8 mylen lang en 2 breed is ; 't geen een gezonde lucht, maar gene rivieren en weinig bronnen hadt. Deszelfs Noordkust was ongenaakbaar ; ene Battery op ene Rots aan de Zuidkust aangelegd kon de voortreflyke Ree beftryken. Ene zo gelukkige legging lokte vele luiden, liefhebbers van vryheid en overvloed. De minst vlytigen lagen zich op den Tabak toe, die in naam begon te komen. De ftoutlten gingen op de jacht van Wilde Osfen , waarvan zy de Huiden aan de Hollanders verkogten. De onverzaaedften volgden 't voorbeeld der Vrybuiters. De Spanjaarden deze nieuwe Volkplanting vrezende, wilden dezelve uitroeijen. De Generaal der Galiioenen verkoos daartoe een ogenblik , dat de meeste inwoners op Zee of op de Jacht waren. Die genen welken hy vondt, deedt hy allen ophangen of vermoorden. De Gelukzoekers hier van onderrecht , en dat men op St. Domingo ene bende van 500 Man oprichtte, om hen uitteroeijen, befloten een Engelschman, willis genaamd, tot hun Hoofd te verkiezen. Onder geleide van dezen dapperen en voorzichtigen man , nam men , in 1638 , op nieuw't Eiland in bezit Willis een groot aantal van zyne Natie derwaards gelost hebbende , behandelde de Franfchen met partydigheid. Dus is de loop der menfehelyke iaken : men kiest zich een Hoofd , eri dit wordt van Regent Meester , en drukt zyne Verkiezers door zyne eigcndunkeiyke maggi Aa4 ^*  3?6 T A F R E E L De poinci een Fransch Gouverneur, ken. nis hiervan gekregen hebbende , deedt negentig Franfchen derwaards trekken, die zich by hunne Natie gevoegd hebbende f dea Engelfchen aanzeiden te vertrekken , die verbasterd door dien onver vachten trek, 't Eiland ruimde. De Kapers die van 't zelve dageiyks uitliepen , deden' de Spaanfche Schepen zo veel nadeeJs , dat dézè het hun uiterfte belang rekenden , die Eiland op nieuw onder hunne heerfchappy te brengen. Driemalen fteiaen zy zich in deszelfs bezitting, en driemalen werden zy 'er van verdreven. ■■ De Franfchen behielden 't veld ; doch de'meerdere aangelegenheid van St. Domingo deedt het zelve in 't vervolg veronachtzamen , hoewel de Regering 'er altoos veel hout van getrokken heeft. De vorderingen op 't zelve trokken niet vroeger de aandacht van Vrankryk na zich dan in t Jaar i66> 'Er waren toen niet boven de vier honderd Akkerlieden. Derzelver vermeerdering werdt aan b. doge kon toebetrouwd , een man van zonderlinge bekwaamheden. Zyn aanzien by de inwoners van St. Domingo en Tortue maakte , dat hy tot Gouverneur daarvan werdt aangeiteld. 't Was echter gene kleine onderneming woeste luiden, welke tot dus verre in de Regeringloosheid geleefd hadden , aan de bur?erJyke orde en den arbeid te gewennen. De kundigheden van dogeron gaven zyn eeriyk hart niet dan goede hulpmiddelen aan de hand , om hierin te flagen. Door yne aanmoedigingen hadden de bewoners zich, op het planten van Tabak toe.  DER BEIDE INDIEN. 377 toegelegd, doch de Planters vervolgens te veel belemmeringen vindende in derzelver vertier , lagen zich toe op de Kakao en Indigo. De Landbouw werdt in den beginne alleen door huurlingen verricht ; verfcheïde toevallen brasten allengs meer en meer Zwarten op 't Eiland ; doch derzelver getal was niet genoegzaam tot het planten van Zuiker. De winst die enige inwoners met 't. vryDuiten gedaan hadden , ftelde hen in ftaat Negers en de vereischte werktuigen te kopen. loen begon men Zuiker te planten. _ Ondertusfchen was de Volkplanting nog zeer sering aan den Zuidkant van 't Eiland. In ene uitgeftrektheid van 5° mylen, telde men flechts honderd inwoners, de een ellendiger dan de ander, in hutten gehuisvest. Orn die te bevolken, richtte men ene Maatfchappv op , die, gelyk de Hollanders en Engelfchen, zich door den fluikhandel op de Spaanfche Bezittingen moest verryken. Om den Akkerbouw vcorttezetten , deelde men om niet Landeryen uit. Ieder verkreeg , m reden zyner bekwaamheid, Slaven, die in drie jaren tyds betaald moesten worden. Het ze.ye krediet hadt plaats omtrent de Waren , die men te»en den doorgaanden prys verkreeg. De vergoeding, welke de Maatfchappy hier voor genoot, was , in dat grondgebied alleen te mogen kopen en verkopen. De Planter behieldt de vryheid , om hetgeen men niet te markt bragt , elders te mogen kopen., en met zyne voortbrengzels te mogen betalen. Niettemin ging door het flecht bellier der Bewindhebbers , deze Maatfchappy in 1720. te Aas Srond*  3/8 T A F R E E L grond. De vrede van Utrecht hadt naauwlyks de hoop van zich te verryken, in dit Ki* land weder doen flikkeren , teen een noodlottig onheil alle de Kakao bomen deedt fterven; verfcheide verdrukkingen volgden daar na, dewelke de Volkplanters tot wanhoop vervoerden en aan het muiten deden flaan; doch de ongelegenheden der Regeringloosheid, welke twe volle jaren duurde , "gevoegd by de gematigde tusfehénkomst van het Minifterie , deden eindelyk de gernoeceren bedaren- Zedert heeft St. Domingo renzenfehreden na den voorfpoed gedaan. Twe Oorlogen hebben het fterfeer gemaakt. Het Zuidlyk gedeeke dat de Franlchen beflaan , fixekt zien uit van den uithoek Pitre tot aan Kaap 'liburon. Mier hadden de Spanjaarden voorheen twe grote Vlekken gebouwd , welke zy daarna verlieten. Het gewest ten Oosten van afe andere bezittingen gelegen , heet Jacmel. Hetzelve beftaat uit 3 Kerspels, beïlaande 36 mylen langs de Kust. Deszelfs grond wordt beflagen door 160 Koffy , 62 Indigo en 60 Katoenplantaadjen. In de vlakten zyn 20 grote Plantaadjen, op welke Jn. digp bereid wordt , doch die voordeliger tot Zuiker-Plantaadjen konden aangelegd werden. Aquin beflaat 15 mylen langs een Zeekant en 3, 4 cn elders 6 mylen landwaards in. Men telt aldaar 4 Irtdigö-, 20 Koffy- en 9 Katoenplantaadjen. De Bergen beleven ene grote hoeveelheid Katoen , de Vlakten leveren door de toenemende droogte van den grond minder Indigo dan voorheen ; deze Plant zal aldaar door de Zuiker moeten vervangen worden.  per beide IN Dl EN. 379 den. Alle de voortbrengzels worden in één gehugt , dieD landwaards in, famengebragt. St Louis is een foort van Vlek in 't begin dezer Eeuw gebouwd , bevattende 50 Huizen , en hebbende een zeer goede haven ; voorheen hadt hat ook aanzienlyke vestingwerken , welke door de Engelfchen in 1718 vernield zyn. Deszelfs grondgebied breid zich 5 of 6 mylen langs de Kust uit. Men telt 'er flechts 20 Koffy , 15 Indigo , 6 Katoen en 2 Zuikerplantaadjen ; doch het gebied is voor verfcheiden verbeteringen vatbaar. Cayaillon beflaat 3 mylen langs den oever en fchiet 9 mylen landwaards in. 2 Mylen van den Mond van een grote Rivier, die het doorfnyd , legt een klein Vlek, alwaar de Schepen de voortbrengzels komen laden van 20 Koffy , 10 Indigo, 6 Katoen en 17 Zuikerplantaadjen. Deze laatften zouden kunnen verdubbeld worden, en nogthans worden van de gene die 'er zyn, drie der bloeijendfte flechts half beplant. Het is het werk der Regeringe om dit gewest in bloei te brengen. De vlakten van het Koeijen - Eiland bevatten 25,000 vierkanten gronds , op welke 83 Zuikerplantaadjen aangelegt zyn, by welke nog 50 Plantaadjen zouden kunnen gevoegd worden ; het derde gedeelte van die 'er thans zyn , wordt flechts gebruikt , welke echter ene verbazende menigte ruwe Zmker opleveren. Hieruit kan men oordelen , hoe veel ene behoorlyke bebouwing in die gewest kon opleveren. De Zuiker en Indigo welke de Vlakten opleveren , nevens de Koffy en het Ka* É  38o TA F R E E L Katoen van de Bergen , worden gevoerd na Cayes, bevattende byna 400 Huizen , allen in een moerasfigen grond verzonken en van een ftilftaand water omringd. Deze ongelegenheden gevoegd by de" Hechtheid van haar haven deedt het Mof van Verfaiiles wenfchen om de zaken van daar na St. Louis overtebrengen ; doch dit was vruchteloos. Abr.ccu is een Schier-fLiland , welk voorheen door de menigte en de foort van Indigo b eide. Thans wordt het alleen met voordeel aan de oevers be dant, waarom ene merg;e Planters hunne werkzaamheid eluers overgebragc hebben. De uitgeputte hoogten moesten nu dienen om de Kud -en te vermenigvuldigen. Langs de Kusten fti ekt het Land ongeveer j o mylen, en van 2 tot 5 mylen landwaards. Overal ontmoet men kleine kreken, alwaar de ontlchtping gemaklik is. HetKwartier bevat 24 Koffy- 3 Katoen- en 66 Indigoplantaadjen. Het laatstgenoemde voortbrengzel is her minder dan elders verminderd, het welk men aan den aart en de legging van den grond moet toefchryven. By 'i'iburon, iVekkende 12 mylen langs de Zee en 2 , 3 of 4 mylen landwaards in , eindigd de Kust. De Ree van deze Kaap verfchaft gene veiligheid tegen de onweders. Men telt 'er 4 Katoen-, 30 indigo-, 37 Koffy- en 4 Zuikerplantaadjen , welke laatfte tot 16 kunnen vermeerderd worden. Alle deze bezittingen kwynen in ene drukkende ellende. Gebrek aan Metalen is oorzaak, dat den handel aldaar by ruiling moet gefchieden , waar door  DER BEIDE INDIEN. 3^ door vele ongelegenheden ontftaan , die de Zeelieden van daar houden , voornaamlyk de Slavenhandelaars. Het Westlyk gedeelte der Volkplanting is van het Zuidlyk gedeelte wyd verfchillende. De eerde opmerkenswaardige bezitting is Jere™ie of de grote Kreek , ftrekkende 20 mylen kn°s de Kust, vanTiburon tot aan Pent Trou, en 4 of 6 mylen landwaards in. De oevers der Zee worden alleen, en nog fchaars bewoond; nogthans worden 'er ene menigte levensbehoeften voor het Eiland geplant , ook oogst men 'er jaarlyks 150,000 ponden Kakao. Het punt van Vereniging is een fraai Dorp, onder een gezonden Hemel gelegen, doch ongelukkig heeft het ene flegte Ree. Klein Goave hadt voormaals veel aanziens om zyne haven , welke den Zeeroveren ene veilige wykplaats verfchafte. Het aanzien , welk het nog heeft behouden, is het vejfchüldigd aan de voortbrengzels van 15 Zuikerao Koffy- en ia Indigo- en Katoenplantaadien , en voornaamiyk aan die van 24 Zinker-, De bezittingen d*r Engelfchen op de Aimrikaaujche Eilanden. JlV-1 geland bevond zich in geen luisterryken toeltand, wanneer het, in den Jare 1625, een aanvang maakte met bezittingem optcrichten in den Amerikaanfchen Archipel, De Burger-oorlogen, welke het Ryk enigen tyd verwoest hadden, deden de vreedzaamfte Burgers een gerust verblyf op de Eilanden van Amerika zoeken. Deze verhuizingen werden meer en meer menigvuldig. By deze voegden zich ook de Koningsgezinden, door de wapenen der Republikeinen verwonnen, Hierby voegden z;ch vele woelzieke menfchen , gereed om 't üiterfte te w?gcn , den dood of 't geluk. Vele Kooplieden , wier zaken in 't Moederland fljcht Honden, vonden hier ene veilige fchuil. plaats, en die men, na verloop van enigen' tyd , in voorfpoed na 't zelve Vaderland zag terug keren, 'van waar zy in armoede "en Ichande vertrokken waren. Dit Oort was insgelyks ene verblyfplaats vcor Jongelingen , die hunne jeugd in buiter.fporighedcn hadden deergebragt , en die hun goeden naam h;er weder herflellen konden. Luiden die als rovers en Iigtmiifen Europa verlaten hadden , keerden derwaards weder als nuttige Burgers. De?.e Fünters kregen, ter hulpe in 't ontgin-  DER BEIDE INDIEN m gtato der gronden , alle de ^f^ke'em drie Koningryken gebannen , van welke eni£n den dood verdiend hadden, doch die men S? menfchenliefde ;en Staatkunde het leven. Hier hrapten zy enige Jaren in flaverny door, 52 gewende ze aan den arbeid ; zommige van hln, door de vryheid aan de Maatfchappy wedergegeven , wierden aanzienelyke en eerw ^-dige Hoofden van Famihëm DeBinnenlandicheonenigheden beletteden Enocland te denken, om aan deze memchen wetten te geven. Deze begonnen hare Regering te vormen' naar de meer gezuiverde wetten van hun Vaderland. Zy fielden een Opperhoofd , eén Raad en Afgevaardigden aan, die den koïdng 't Parlement en Huis der Gemeenten ViSand'heeftzedertbevolen,indeVolkPlantine ferie wetten te maken, die met ue zyne ftrfden. Ieder Opperhoofd zweert deze Grondwet te zullen waarnemen. Iedere Volkplantins heeft een of meer Afgevaardigden n _ t Moederland , om des noeds , over het misbruik van 't gezag der Gouverneurs te klagen , en hare belangen over 't algemeen voorteftaan. Deze Agenten zyn m Londen 't zelve voor de Volkplantingen, wat de Parlements-Leden voor de Graafïchappen zyn. Zo men voor derzelver klagten doof was , zou hef Volk een opftand verwekken. Aldus zien de Volkplanters, verre van Engeland op vreemde oevers geplaatst, op 't zelve als op hunne Moeder. * Londen ziet van de fpits van den Tour de Volkplantingen groeijen en bloeiien onder hare waakzame zorge. Hare on-  3o6 T A F R E E L telbare Schepen, ene ruimte van 2,000 mylen op den Oceaan bedekkende , zyn als ene brug van gemeenfchap tusfchen a!!e de verfcbillende Volkeren , die zy bezoeken. Twe kleine benden op Antigoa enjamaüu leggende, zyn genoeg voor ene Natie welke hare Zeemagt als het ware bolwerk van deze vastigheden befchouwd. Onder deze befcherming wierden de Engelfche E'landen fchielyk gelukkig; doch niet zeer ryk, Men hieldt zich nog aan het planten van Tabak , Katoen , Gengber en Indigo, wanneer zommige ondernamen het Zuiker-riet van Brazil te halen , welk zeer vermenigvuldigde; maar niet veel voordeels aanbragt, wyl men nog onbedreven was in de kunst om 'er wel mede omtegaan , doch dit nam allengs toe. Van deze voordelen hadt middelerwyl het Moederland maar weinig genot. De Planters zenden regelrecht hunne voortbrengzels na alle Oorden van 't Heelal , ontvangende in hunne Havens de Schepen van alle Natiën zonder endericheid. Deze toefland van zaken moest, natuurlyker wyze, dien handel den Hollanderen doen ten deel vallen , wyl zy 'c meeste geld hebben , en zich met de weinigfte winst vergenoegen kunnen. Men zag toen in de Engelfche Eilanden tien Ho!landfche Schepen tegen één Engelsen. Zodra de Burger - Oorlogen geëindigd waren, begon de Natie na hare zaken omtezien ; zy bemerkte ten eerften , dat zo de vreemdelingen niet buiten hare Volkplantingen gefloten wierden , derzelver vruchten voor haar verloren  der beide INDIEN, 397 ren zouden zyn. Dit inzicht gaf, in 1651, aanleiding tot de beruchte Aéte van Scheepvaart , welke de Havens der Eilanden voor de Engelfche Schepen alleen open liet. t Was een geiuk voor die Eilanden , dat deze Acte in den beginne niet zeer geftrcng uitgevoerd wierdt; dit ftelde haar in de gelegenheid , hare Zuikerplantaadjen uittebreiden. Dezelve waren zo fterk toegenomen in iö6o, dat Engeland toen meester van den gehelen Zinker-handel , behalven in de Middellandïche Zee, geworden was. Dezen opgang hadden de Volkplantingen onder anderen ook verkregen door de lagere pryzen, weike door de rykere oogften vergoed wierden. Doch de mededinging van Frankryk deedt na ene luuV ve eeuw deze bron van rykdom opdrogen , en op het Jaar 1740 zagen de Engelfchen zich genoodzaakt alleen voor hunne eigen behoeften te planten. Barbados leverde het grootfte gedeelte van dit voortbrengzel. Dit Eiland , dat ten opzicht van alle de andere Britfche Eilanden boven den wind legt , fcheen niet zeer door Wilden bewoond te zyn , toen enige Engelfche Familien zich hier , in 1627, neêrfloegen , zonder enigen invloed van het open. baar gezag. Twe Jaren later wierdt aldaar ene geregelde Volkplanting opgericht , op kosten van den Graaf van carlisle. Zy vonden het met hoge en ba^de bomen bedekt, die zy veel moeite hadden , üitterooijen. Burgers , warsch van 't bloed hunner medeburgers te zien ftromen , kwamen in aantal herwaards; en daar andere Eilanden niet dan  298 T A F R E EL ellendige , Hechte Gelukzoekers voor hunne bevolking hadden , was die van Barbados zamengefteld uit brave , moedige en werkzame menfchen ; welke geftadig vermeerderd wierden. Op deze wyze kreeg dit Eiland, hebbende niet meer dan 8 mylen lengte en 4 mylen breedte , 100,000 Bewoners , en een Koophandel , die 400 Schepen van 150 tonnen ieder aan 't varen hieldt. Eeze was de top van zyn voorfpoed , die in 1676 plaats hadt. Nimmer zag men zo vele planters in ene zo kleine uitgeftrektheid by een. De Plantaadjen wierden of door Afrikaanfche Slaven , of door Wilden van America bearbeid. Nogthans heeft zy haren voorfpoed aanmerkelyk zien dajen. Thans telt men 'er nog 10,000 Blanken , en 50,000 Slaven; doch de oogften beantwoorden niet aan de bevolking. Dezelve bedragen in de beste Jaren niet boven 20,000,000 ponden Zuiker van de, flegtftc foort : dikwyls belopen zy maar de helft. Den uitgeputten grond wordt met 't Zee-gewasch varecb, dat de vloed tegen den oever fpoelt, bemest. Van de Eilanden beneden den wind was Barbados lang de enige Engelfche bezitting die Koophandel dreef , vooraaamlyk in Slaven, doch dezelve is mekclyk afgenomen zedert de andere Eilanden hunne Slaven regelrecht uit Guinée ontbieden. Plet weinige Geld welk men 'er heden nog vindt, is Spaansch, welk by het gewicht verkegt wordt. Het land is tamelyk effen en overal tot bebouwing gefchikt : het heeft gene lopende waters ; maar de bromien zyn 'er zeer gemeen. An-  dbr beide INDIEN, 399 Antigoa, welk rond van gedaante en ongeveer 20 myïen lang is, was geheel verlaten , toen de Franfche Vluchtelingen van St.Chriftoffel aldaar in 1628 aankwamen. Gebrek aan water, welk het onbewoond gelaten hadt ? deedt de nieuwe bewoners het verlaten. Enige Engelfchen vleiden zich dit gebrek door regenbakken te zullen verhelpen. Men weet niet in welk Jaar zy zich hier nefirzettedan ; doch in 1640 woonden hier reeds 30 huisgezinnon. Zodra was 't zelve niet aan Lord willougiiby gefchonken , of deze deedt derwaards op zyn kosten een aantal Planters vertrekken. De Tabak, Indigo en Gengber, waarop, zy zich alleen toeleiden , zou hen zeker niet ryk gemaakt hebben ; doch men opende in 't Jaar ï68o aldaar in den Zuikerteeït een nieuwe bron van rykdom. In 't eerst was dezelve Hecht; men verkogt ze tegen een lagen prys in Holland. Zedert is dezelve aanmerkclyfc verbeterd. 'f. Eiland Weid in den Jare 1745 met dezen Akkerbouw onledig 3, 538 Blanken en 27,418 ivrers. Zedert dezen tyd zyn de Blanken verminderd ; doch het getal der Slaven is merke'.yk toegenomen. Hunne pogingen brengen in goede Jaren voort 18 of 20,000,000 ponden Zuiker, en Rum na evenredigheid ; doch in droge Jaren .is dit inkomen merkelyk minder. De Rechtbanken van dit Eiland worden gehouden op St. Jan , een \k± ten Westen van het Eiland , alwaar ock den voornaamften Zetel des Koophandels is. Het belang van Engeland vorderd door alle mogelyke middelen het verval van deze bezittingen voorte. ko»  4oo T A F R E E L komen , welke het enige bolwerk is zyner kleine Eilanden in deze Oorden. Het Hoofd van At Peper en beven al van Zuiker. Van dit laatfte voortbrengzel leverde het door den tyd ene grote menigte , wel van ene mindere foort dan die der andere Volkplantingen , doch wier Rum dezelve verre overtrof; maar de Koffy wilde hier geen groten opgang maken. Plet was in den Jare 17.56 eèn algemeen gevoelen , dat Jamaïka den hoogst mógeryken top van voorfpoed hadt bereikt ; doch de pas ontftanen Oorlog deedt dit gevoelen verdwyncn, en was de bron van voorfpoed voor dit Eiland. De goede voorfchotteri en de moedeloosheid der Franfche planters wekten den moed der Bewoonders op , welke door oen Vrede niet benomen wierdt. Het levert hu omtrent een derde meer op dan vóór 30 juren. Het gehele Eiland bevat ongeveer 3,800,000 Akkers Lands. De Bergen, Rotzen , Moerasfen , Meircn en andere plaatzen , die voor den Landbouw verloren zyn , beflaan 1,728,421, Akkers, waarvan het (jouyernement van tyd tot tyd 1,671,569 Akkers heeft doen uitdelen , welke merendeels reeds ontgind zyn. De bevolkjng, die in 1658 beftond uit 4,500 Blanken , en 14,000 Slaven , bedroeg in 't Jaar 1775,18,500 Blanken, 3,700 vrye Ne. gers of Mulaters, cn 190,014 Slaven , waar van  „ e a beide INDIEN. 40? van no,oeo geplaatst zyn op 680 Zuikerlm£a$a- Dc óverigen worden tot anderen Kd gebruikt. De jaarlykichc verzending na bet Moederland wordt gefchat op 18,000 kwinw en Zuiker , 4.000,000 ftopen Rum , .00 'Ooo ftopen Melisfen , 6,000 kwintafen tópo%; 6,000 kwintalen Piment, 18,000 VwinlXn KoffV , en s,ooo kwintalen GembST beneveS veel Verf en Schrynwerkers& De opbrengst van alle deze goederen leraart ao 812,000 Livres. lot deizeiyer vervoerinf wordt een zeer groot getal Schepel gebruikt , die niet groter zyn dan van \fo tot soo Vaten. Ken klein getal derzelver neemt hunne lading in tePort-Morant, we ke haven ene gevaarlyke ingang. heeft, niet verre van daar legt ene Baai, die de geneden meer bezoeken. Langs de kust van Port PovJl , alwaar de helft der goederen voor Eü op worden ingefcheept , is flechts voor tlPine Vaartuigen een bekwaamen Ankergrond. VeSi vind men de oude Haven, de Zwarte baai en Savanna la Marr. Aan de Westkist reef' men de haven Orange, aan den Noordkant die van St. Lucia Sc Anna, Antonio cn Montago, en ten Oosten alken Manchimcl. Deze ^..^^^g verdedigd , doch de veibgneid der Volkplanting beftaat eigenlyk m 1'ort-Royal. % gemaklykheid van deszelfs Ree e lokte vvne eerfte bevolkers, de Spanjaards , nerïl ffl deed hen aldaar de Stad PortRnyal aanleggeh', welke, niettegenftaande de Sri? e gbreien van het klimaat in minder dan deftig jaren tyds vermaard we«t c 5  4*o T A F R E E L door de rykheid van hare talryke Inwoner* Ene yzelyke Aardbeving , in 1602 ontilaan J verdelgde de Stad , en deed 1 ^000 menfchen onder de puinhopen hun graf vinden, en alle «eSchepen die op de Ree lagen, wierden verbryzeld of tegen het land geworpen. Even be. gon men haar op hare puinhopen te herbouwen, of een felle Orkaan wierp hare ryzende muuren omver. Alle deze wederfpoeden deeden de Engelfchen na Kingston vluchten. Hunne nyvcrheid veranderde fchielyk dit Vlek in ene aangename en bloeijende Stad ; doch zy zal nooit de Hoofdftad des Eilands worden Dit voordelig voorrecht bJyft verbonden aan Sant Yago de Ia Vega , door de Engelfchen °enoemd Spanish Town , waar de hoge Redering haren Zetel houdt , en daar de rykfte inwoners hun verblyf houden. De Admiraal knowLias oordeelde, in 1750, dat het yoor deze bezitting voegzamer zyn zou . Kmgflon tot de Hoofdlied van 't Eiland aanteleggen. Dit nieuwe ontwerp gaf de geboorte aan heftige partylchappen. Zo Jamaïka al beftand zy tégen een buitenandfchen Vyand, heeft het nog een Herken huislykcn Vyand te duchten. Toen de Spanjaarden 't zelve moesten verlaten , bleven 'er vele Negers en Mulaters na, die, warsch van hunne feverny , in deszelfs gebergten ene icnuilplaats zogten. Van hier deden zy menigen uitval op de nieuwe veroveraars; en welke hevige vervolgingen deze ook aanregteden , zyn er altocs en gen in de cntceganglykfte rotzen ^ overgebleven. Derzelver getal vermeerderde zedert door anderen, die de barbaarsheid  oer. beide INDIEN. 411 beid hunner Meesters ontvloden. Dus allengs verfterkt, dachten zy zich talryk genoeg, om gehele Plandtaadjen uitteplunderen. ioen d^ze vyandelykheden lang geduurt hadden , en men zag, dat dezelve met gewone voorzorgen niet te fluiten waren, Ykwamen alle de j>ne beziningen der Franfchen in NoordAmerika. ankryk hielde zyne eerzucht alleen bezig met zyne grenzen in Europa uittebreiden , en liet het ontdekken van nieuwe landen den Portugezen en Spanjaarden over, toen een enig man, de verdienstvolle Admiraal de coligny het de ogen opende, Hy zondt in den jare 1562 , 1. ribaud na Florida. Dit grote Landfchap ftrekte zich toen uit van Mexiko tot aan Carolina. 't Was den Spanjaarden bekend geworden in 1502 , doch zy hadden zich 'er niet neergezet. Pontius de leon vondt dit land by toeval , *t geen tot de meeste ontdekkingen aanleiding gegeven heefc; doch het werdt door de Goudzoekende Spanjaards veragt ; maar de Franfchen vonden in 't zelve een gematigd klimaat , een vruchtbaren grond , en goedaartige Wilden ; doch zy wisten niet van alle deze voordelen gebruik te maken. De burgëriyke onlusten in 't Moederland wendden de ogen af van deze opkomende bezittinge. Philips II. niet kunnende gedogen, dat ene andere Natie als de zyne zich in Amerika vestigde , rustte ene Vloot uit, om ze te verdelgen. Menendez 't Hoofd dier onderneminge, overwon de Franfchen, en richtte een yslyk bloedbad aan. Deze wreedheid werdt    r> s r b 2 i d e INDIEN. 425 werdt van kar el IX. niet afgekeurd, om dat het ontwerp , om hier ene bezitting te ftichten , door 't Hoofd der Hugenoten was uitgedagt. Maar, liet de ftaat die hoon ongewroken , d. de GousQUE, een floutraoedig Zeeman, was *er niet ongevoelig voor; hy gebruikte zyne ondervinding , zyn moed en zyne rykdommen , om Schepen uitterusten , waarmede hy na Florida itevende , om aldaar de Spaanfche fnoodheid met de zelve munt te betalen. Dit gedaan hebbende deedt hy de Forten in de lucht fpringen , en keerde na zyn Vaderland terug , alwaar de Natie hem met gejuich en 't Hof met misnoegen ontving. „ ... _ , Zedert raakte Florida in vergetelheid. De dwepery en geestelyke yver bragten de Natie in een draaikolk van gruwelen; doch waaraan de edelmoedige hendrik IV. een einde maakte. Straks begonnen de Franfchen heilzame ontwerpen te maken. Zo men dat ener bezittinge in Florida niet hervatte, was het om den Spanjaarden geen aanftoot te geven. Men wendde zich na het Noordelykfte van Amenka, werwaards de weg reeds gebaand was. Onder francoisI. hadt de Florentyn v a r a zzani het Eiland Terra Nova reeds on'dekt. Elf jaren later zette j. cartier deze ontdekking voort. De Spanjaarden en Portugezen durfden hier over klagen , als over ene onrechtvaardigheid ; nogthans drong cartier door tot aan de rivier St. Laurens. De onbeftendigheid van Vrankryk deedt deze onderneming te. niet lopen. Dit belette echter de Normandiers ? Britten Dd 5 cn  42* T A F R E E t en Biskaijers niet in de bakkeljaauw- vangst| op de grote bank by Terra-Nova, voortgegaan. Al visfchende werden zy bekwame lootzen , welke van dienst waren , toen men in 1598 het ondernam, hier Volkplantingen optericbten , waarin men ,. by den aanvang niet gelukkig wss, wyl de uitfluitende maatfchappyen , die ze ftichtten , daaraan nadelig waren. De Staat verloor 'er geld en menfchen by. Eindelyk voer u de champlain de rivier St. Laurens veel hoger op , en bouwde, in 1608, den grondfirg van Qjebec, welk de Hoofdplaats van Canada of INieuwVrankryk wierdt. Dit Land vertoonde voor 't oog niets. dan hoge en diepe bosfchen; het wierdt bewaterd door een aantal rivieren , afgebroken in de tusfchen ruim ten door ene menigte meiren. De natuur was 'er eenvoudig, ryk en grootch. De lucht was 'er zeer gezond , en de koude lang en fel. Nogthans waren de bewoners van dit Land zeer dun gekleed ; hunne kle • deren beftonden uit een buffel- of bever-vel met een gordel om den middel vast gemaakt. Het geen men 'er zedert heeft byge/oegd , heeft de oude lieden doén klagen over 't toenemen van de weelde. De Landbouw was by hen in afgryzen. Zy gingen zomtyds uit visfchen ; maar hunne geliefde bezigheid was de jacht , en die van de tusfchentyd was het herftellen van hunne pylen en bogen. Zy liepen met fchaatzen over de fneeuw , ea voeten met kanoes over de rivieren. Hiervan terug gekomen , gaven zy zich aan de werkeloosheid over. Hun huid was donkerbruin, zo  der beide INDIEN. m an nk die van menfchen die door de Zon en Zo als oie vrtn waren meer ^^^^^^ gè^hf^uTen gehoor waren veel fyner dan dVXe0bevolking was niet zeer fterk , wyl hunne verfpreide levenswyze deze met begunEe en de hongersnood zomtyds geweld*, ^verwoestingen orlder hen inrichtte. Hunne Oorlogen namen ook zeer vele menfchen wee zowel als hunne woeste levenswyze Weinige bereikten een hogen ouderdom. Zy jKfdrieërlei talen, welke gehouden worden een gemeenen oorfprong te nebben. Getk zTgeneafgetrokkenc denkbeelden hadden, waren 'er ooi! gene Ven Hunne kundigheden waren nog zeer be^ Si Zy verdeelden zich in kleine natiën * wier Regmng byna gelyk was. Enige wer1V ArS Prflvke andere door verkiesbare &*ïïtafert;j dezelve] h=dden geen ïwincend sezag. De reden vervulde by hen de ^"biedsbewy£ erb^Went geianten heusS hunne voorilagen beftonden alleen *  tal T A F R E E L ontwerpen , om zich tegen een al te vermogenden vyand te wapenen. De onderpanden, die men elkander gaf, waren porceleine halskragen , waarvan de zwarte de zeldzaamfte zyn. in de verzameling derzelver beftaat het StaatsRegister dezer Volken , welk by de Hoofden der Vlekken bewaard wordt. Deze Wilden zyn weldadig , dragende brzonrtere zorg voor Weduwen en Wezen. Hunne hutten en tafels ftaan altoos open voor reizigers en vreemden. Het verfchil van rangen onder de menfchen wordt van hen als 't toppunt van dwaasheid aangemerkt ; zy fcefchouwen het nis ene beestachtigheid, zich van anderen afhanglyk te maken. Zy befpotten de eertytels , en byzonuer den erfiyken adel , en befchouwen onze nyverheid meer , als een bewys van onze armoede , dan van ons verftand. Zy merken ons aan als eerloos , door de wyze waarop wy met hen Koophandel dry ven; en over 't algemeen hebben zy een heftigen afkeer tegen onze zeden. Men heeft wel de Europeanen zien fmaak vinden in de zeden der Wilden , maar deze nimmer in die der Europeanen , voor wier ongelukken zy nogthans niet nalaten gevoelig te zyn. Het enig geluk welk de vrye Amerikanen ontbrak , was ene vurige liefde voor hunne vrouwen. Te vergeefsch zyn deze fchoon en bevallig. Zo haast zyn zy niet getrouwd, of zy worden 'er ongevoelig voor. Onder meer dan ene dezer Natiën, is de veelwyvery gebruikelyk. Zodra zy zo gelukkig in den echten ftaat niet zyn s als zy wenfehen, fchei-  DES. BEIDE INDIEN. 429 fcheiden zy van elkander en verdelen de kinderen. Dezen beminripn zy zeer ftérki Onafhanglykheid wordt in hen van de tederite ïéhgd af seëerbiedigt; nimmer flaat , nimmer kaftyd men hen. Men zoude vrezen , hierdoor dien krygshafcigen aart uittedoven , die de grondilag van.hun karakter zyn moet. 7v zyn de gélukkigfte kinderen van de waereld ; der ouderen liefde gaat lomtyds zo verre, dat de vader zes maanden na den dood zyns kinds op 't graf tranen , > en de moeder de melk uit hare borften op t zelve uitftorten. '. , , De banden der vriendfehap zyn onder hen zeer fterk en duurzaam; zy eindigen niet, dan met den dood. Hun gezond oordeel en Snedigheid is verbazend groot. Zy hebben gene diepe overdenkingen , maar gezangen , die wy misfehien eentonig vinden, omdat wy 'er te onervaren in zyn. Hunne danfen , die met de wapenen in de hand volbragt worden , zyn een zinnebeeld van den oorlog. Een vreemd aanfehouwer vreest ieder ogenblik den grond met bloed beverwd te zien. Dit is het natuurlyk gevolg van hunne taal en zeden. Ene hunner fterkfte driften is die tot het hazard-fpel, onder 't zeiven worden zy doldriftig. Bygelovigheid is hun zwak , maar dit doet hen minder lyden, dan de befchaafde Volkeren , welke vele Artzen hebben , die hen daarvan genezen willen. De Iroqueezen hebben een verward denkbeeld van een Opperwezen , dat de waereld regeert. Zy bekommeren zich niet over zyn beftuur. Zy fehy- nen  43o T A F R E E L nen enig denkbeeld te hebben van een toekomend leven , Het geen zy niet zo zeer hegten aan deugd of ondeugd. Evenwel fchynen zy te dénken , dat de beste Jager , na zyn dood , den meesten overvloed zal genieten, waarvan de andere verdoken zullen blyven. Zy hebben over 't algemeen meer hoop dan vreze. Zy ftelien veel in hunne dromen, wier herkomst zy van een meerder wezen afleiden. Dezelve zyn meest bloedig en akelig. De oude vrouwen dromen beroepswezen , zo als onder ons de lediglopers bidden en zingen. Te vérgeefscb zogten de Christenen hen hieromtrent te ve; lichten. „ Gy , „ antwoordden zy , gy fpot met het geloof, ,, dat wy aan de dromen hegten , cn gy vordert, dat wy oneindig mui waarfchynelyke „ dingen geloven." Deze droefgeestige gewaarwordingen zyn de enige bronnen der gefchillen onder de Wilden, welken doorgaans bygelegd worden door h»t rantiche [ïgchaam van de Ratje. De jacht geeft ook dikwyls gelegenheid tot twist; de fchermutzelingen , die daar uit ontftaan , zyn het zaad van ene altoosduurer.de vyandichap. De Oorlog wordt niet door één aliecn , maar door de gehele natie befloten , waarvan de voor- en nadelen in ene algemene vergadering overwegen worden. Wanneer dezelve rastgefteld wordt , dan nodigt men 'er ook de Bondgenoten toe , 't geen zelden afgeflagen wordt. Vervolgens verkiest men een Bevelhebber, cn deze keuze woidt veel door de gelaatkunde bepaalt. Daar de Wilden met wetea wat het is te veinzen, kan men op hun-  du bsidi INDIEN, 43' hunne trekken met meer zekerheid aangaan. Ene krygshaftige houding en ene kerke (tem verdienen de voorkeuze. Vóór dat de ftryd aangaat, doet het Hoofd ene mannelyke aanfpraak. Doch eer de Soldaten worden aangenomen, beproeft men hunnen moed op velerlei wyzen. Hunne aanwervingen gefchieden in 't midden van gastmalen en fpelen. De wapenen dezer Wilden beftaan uit ene werpfnies , van voren met been gefcherpt , en een knods, voor welke laatfte zy nu een byl gebruiken , die zy zeer vaardig behandelen. Als zy de palisfaden aangrypen , bedienen zy zich van een ligt hout, dat hun tot een fchild verftrekt. De Dromers volgen het Leger , en hebben met hunne goochelaryen menigmaal te veel invloed op zyne verrichtingen. Alle de Soldaten zyn , om des te vlugger te kunnen gaan, byna zonder kled:ren ; zy bemorsfen zich met houtskolen , om des te fchrikkelyker te fchynen , of met aarde , om van verre niet gezien te kunnen worden. Offehoon zy zeer dapper zyn beftaan hunne Oorlogen meest uit krygslisten , waartoe de fynheid hunner zintuigen hun zeer dienftig is. rt Voordeel van de ovenvin inge beftaat in 't afmaken der gewonden, hun 't hópfdhair aftefcheeren , en gevangenen te maken. Dc overwinnaar laat zyn knots $ waarop zyn naam en een zweem van zyn af beeldzei ftaat, op 't flagveïd. Zomtyds fnyd hy de hiftorie van zyne zegepraal in de fchors van een' boom , die zy daarin zonder veel omflag befchryven en afbeelden. By zyne t'huiskomst wordt hy met verrukking van de zynen ont« ■vangen. ®n~  432 T A F R E E L Onder de gevangenen zyn de gelukkigften die genen, welken onder de natie worden ingelyfd. Wyl de Oorlog alle de banden des bloeds verbreekt, trekken dezen, in 't vervolg , tegen hunne eigen . Landslui te veld. Zomtyds flaan de gevangenen dit af; dezen , en die genen, welken door niemand aangenomen worden , verwyst men ter dood. Voor dar hy dien ondergaat, bewyst men hem vele gedienftigheden ; maar zodra is hy niet aan de brandpaal gehegd , of men doet hem alle dc uitgezogtfte folteringen aan , die hem lang en hevig kunnen doen lyden. In 't midden van dezelve herhaalt de heldhaftige heli verfcheiden malen zyn doodlied, waarin hy de wreedheid zyner beulen uittart, hen bclpotterde , dat zy hunne vrienden , die onder zyne handen gefneuveld zyn , niet kunnen doen herleven, 't Vuur noch 't yzer is niet in ftaat hem een traan of zucht afteperfeu. Is dit het uitwerkzel van ongevoeligheid, van ene heldhaftige ziel , of van beiden? Over welk van beiden moet men meer verbaasd itaan, over deze heldhaftigheid of over de wreedheid der Overwinnaren ? fiet karakter der jNoordlyke Amerikanen , zo als wy het zelve gefchetst hebben , vertoonde zich ten duidelykfte in den Oorlog der Iroquezen en Algonquins. Deze hadden een onderling bondgenootfebap aangegaan. De eerften bebouwden de aarde voor hun en de andere Natie, welke hen in de voortbrengzels van hare jacht liet delen. In den winter leefden zy te zamen. De Algonquins niet wel gefia.gd hebbende in ene jacht , verzog?  DER BEIDE INDIEN. 433 ten de Iroquezen daartoe vryheid , 't welk de Algonquins hun weigerden Hierop vertrokken zy heimelyk in den nacht, en bragten overvloedig wild mede. De Algonquins hierover verbitterd , vermoordden dc iroquefche jagers in den flaap. - Men weigerde die Natie bier over voldoening te geven. Deze, hög niet fterk genoeg, om riiet openbaar geweid zich te wreken , oeffende zich heimelyk, in de boslchen , in den 'wapenhandel ; zWra rekenden zy zich niet genoeg geoeftend, of zy vielen met grote woede op de Algonquins aan. . „ In dit tydftip verfchenen alhier de franfchen De Algonquins, Montagnezen, Huronnen en enige mindere Volkeren, wonende digt by de rivier van St. Laurens, begunftigden hen in hunne onderneming. De Franfchen , in plaats van hen te bevredigen, waren hen behulpzaam in den Oorlog. 't Land der Iroquezen, dat zich 80 mylen in de leng-' te en 40 in de breedte uitftrekrc aan het gewest welk nu onder den naam van NieuwYork'en PenfylVanie bekend is, was vruchtbaar , en bewaterd door vele rivieren. Hunne Regering was gelyk die. van een Gemenebest. Het fchietgeweer dér Franfchen deedt hunne vyanden , fchoon zwakker, zegenpralen. In den volgenden veldtocht meenden zy zich tegen deze nieuwe wapenen te moeten verfchanzen ; doch dit behoedmiddel was vruchteloos , en de vyandeiykheden zouden van geen langen duur geweest zyn, zo de Hollanders, die in 1610. in hare nabuurfchap Kieuw-Nederland hadden gefticht , dezelve E e niet  434 T A F R E E L niet hadden doen voortduuren, door de wapenen , welke zy den Iroquezen gaven. Het gevolg hiervan was , dat de Wilde Natiën zich wederzydbch verzwakten , en een meer ingewortc'den haat opvatteden, door welks gevolgen zy ongevoelig te niet gingen. Midlerwyl deden alle deze verwoestingen de Franfchen niet voorfpoedig zyn. In 't jaar 1626 , hadden zy niet meer dan enige ellendige bezittingen, wier kwynende ftaat hoofdzaakelyk aan de uitfluitende Maatfchappye te wyten was. Dezelve hadt de befehikking over alle de bezittingen van Kanada, met alle de voorrechten van een onafiianglyken ftant, De vLfchery op de bank van Terra-Nova was alleen voor alle de burgers open gelaten De Koning fchonk der Maatfchappye nog verfcheiden voorrechten , waarvoor zy zich verbond om 300 handwerkslieden en van tyd tot tyd 16,000 rrenfchen derwaards te vervoeren , en dezelve van huisvesting , en 't benodigde te voorzien. Maar de Oorlog met de Engelfchen deedt de vaart der Schepen , en de bezitting van Kanada verloren gaan , fchoon 't laatfte bv den vrede van 1631 weder terug gegeven werdt. Deze tegenfpoed was voor de Kompagnie ene vergeefiche les ; zy vervulde hare verbintcnisfen niet; nogthans verlengde men haar oktrooi De Franfchen konden uit dat afgee^en gewest hunne klagten over hunne ellende tot den throon niet doen naderen. De zwakheid der Franfchen deedt der Iroquezen moed herleven , en de eerften het befiuit nemen ©m die rampzalige bezitting te verlaten. Ein-  der beide INDIEN. 435 Eindelyk ontwaakte het Minifterie. In 1662, zomkhet 400 man geregelde troepen, na d* gewest , dewelke twe jaren daarna door een geheel regiment verfterkt werden. De_iro quezen verzwakt wordende, en dc denkbeelden van vyanddykheden vaarwel gezegd hebbende , maakten vrede met de Franfchen in 1068. Dezelve vermeerderde de nyverheid, en deze deedt de plantaadjen verre binten de ver*££^*^<*. Me de Soldaten en Officieren kregen landeryen , ïedei naar zvn' rang. Maar de iroquezen bemerkende dat hunne vermogende vyanden zwakke* geworden waren , zedert zy zich op den landbouw hadden toegelegd, begonnen hunnen woela-htigen aart op nieuw werk te yeriehatfen, met de nabuurige Wilden vyandig aante. randen. De Franichen , vrienden geworden van een algemenen vrede , deden hun aanleggen , die te ftaken , onder bedre.g.nge hunner fterke hand. Deze hoogmoedige toon be^de de Iroqueaen gewet allernauwst is, beeft hv nog een vierde myls in de breedte. De grond is 'er niet te diep , en goed om H ankeren. De enigfte ongelegenheid van deze plaats is , dat het water 'er s winteis Svriest. Meer dan ene battery beletten vyandelvke Schepen het inlopen. De btad u van Ine langwerpige gedaante ; zy heeft ene Slve myl in den omtrek ; «are ftraten zyn regelmatig ; de huizen zyn van hout , nocwel ™r ook enigen van fteen gebouwd zyn, op Sten der Regering. Ook vind men 'er versheiden Kaaijen in de haven , voor bet losfen of laden eer Schepen. In 't jaar 1720 kwam men op de gedagten om deze Stad te vXken ; waPar aal men befteedde dertig milhoenen Deze fom rekende men niet te ZIT om de vislchery en de gemeer fchap Ssfchen Kanada en Frankryk te verzekeren Door deze ichikkingen hoopte men , het ge^1 der visfehers alhier te zullen vermeerderen , doch men vond zich^nn bedrogen.^ De  442 T A F R E E L plaats voor dezelve gefchikt , werdt vervuld door enige berooide luiden uit Europa ; en de beftendige bevolking der Volkplanting groeide aan tot 4,000 Zielen. Deze hielden zich nimmer met den landbouw bezig ; de grond was 'er niet gefchikt toe. De weilanden zyn 'er insgelyks zeer flecht. Isle-Royal wilde alleen Visfchers hebben, 't Hout, wa-ar mede hetzelve begroeit is , heeft hen nooit veel verrykt. De handel in pelteryen was 'er van weinig aanbelang. Men zoude misleiden met de Kool-mynen, die zeer ondiep leggen, voordeel hebben kunnen doen , maar indien de Schepen , welke op de Franfche Eilanden voeren , geen b-dlast hadden nodig gehad, zou men ze misfebien geheel vergeten hebben. De bezigheid der inwoners bepaalde zich altoos tot den bakkeljaauw-vangst. De minvermogende gebruikten 'er jaarlyks 200 Sloepen toe; en de rykere 50 of Co Vaartuigen, van 30 tot 50 tonnen. De Sloepen, die nimmer ver van de Kust afweken, kwamen 's avonds met den vangst terug, welke op het ogenblik toebereid, altoos de hoogfte trap van volkomenheid bezit. Behalven deze visfehers, die alhier hun vast verblyf hadden, kwamen 'er noch andere jaarlyks uit Vrankryk , welke men vryheid gaf hun visch op 't Eiland te drogen. De Visch wierd gehaald met Schepen uit 't Moederland , die in verruiling allerlei levens-voorraad , huisraad en klederen aanbragten. Doch zy wierdt niet geheel na Europa gezonden. Een gedeelte ging 'er van na de Eilanden , werwaards men buiten dezelve ook nog Planken, Zalm , Traan en Kolen bragt.  der beide INDIEN. 443 brast. Waar voor men in ruiling, Zuiker , Koffy , Syroop en Taffia ontving. ; ln weêrwil van dien handel kwynden de inwoners van Louïsburg in ene fchrikkelyke armoede , eefproten uit den behoeftigen ftaat, waart'z/waren, toen zyde visfchery begonnen , en die hen verplichtte, alles wat tv daartoe nodig hadden , tegen een overmatigen prys te kopen , of tegen een woekerachtigen intrest op te nemen. Niet zo arm waren de inwoners op bt. jan, een Eiland , dat hoger oplegt in de golf van St. Laurens. 'e Is 2* mylen lang, doch flechs één myl breed, en heeft het aanzien van ene wasfchende Maan. 't Zelve hadt Frankryks eigendom lang geweest, maar t-vestigde er zyne aandacht niet op , voor dat de Viede van Utrecht het van zo vele voorname bezittingen berooft hadt. De grond was hier zo veei te vruchtbaarder , als hy t op isleRoyal weinig was. 'Er was overvloedig Wild en Visch en ene talrykcr bevolking van Wilden, dan op de andere Eilanden. Niet voor den jare 1749 «aken 3,000 menfchen herwaards uit Acadie over. Wyl dit land tot den Akkerbouw byzonder gefchikt was, dagt men hen hier aan te hegten , door hun de visfchery te verbieden. Maar hier door waren zy van alle hulpmiddelen beroofd , m iaren van misgewasch. Op 't laatst ftremde men den landbouw zeiven , door hen van de middelen te beroven, waardoor die uitgebreid konde worden. • ■ Louïfiana , t geen de Spanjaarden voortyds onder Florida begrepen , werdt door de Franfchen eerst in 1673  444 T A F R E E L ontdekt , na dat de Wilden hen op 't fpoor daarvan gebragt hadden. Jol iet, een inwoner van Quebec en de jefuit m a rquette waren 'er de Hoofden van. La salle, toen in Kanada woonachtig, bezield door drift naar eer en voordeel, vondt in het voortzetten der ontdekking, welke kwalyk geflaagd was, een gebaanden weg om zyne neigin gen te voldoen. Met goedvinden van den Franfchen Gouverneur vertrok hy na Europa, en vond te Verfailles overvloedige aanmoediging. Hierdoor in ftaat gefield zynde , keert hy na Kanada terug , en de nodige voorbereidzelen gemaakt hebbende, zakt hy de Mis. fisfipi af, en komt in de golf van Mexico uit. La salle wetende welke flappen nog moesten gedaan worden , keerde na Quebec terug , en liet voorfiagcn in Vrankryk doen, om Misfifispi ter Zee te ontdekken, en ene Volkplanting aanteleggen. Men gaf hem vier Schepen, en 150 man Landtroupen. Maar wyl hy te veel Westwaards geituurt hadt, miste hy de rivier; en kwam in de Baai van St. Bernard aan , 100 myien van daar gelegen. Zyne eigenzinnigheid belette , dat men dien misflag verbeterde. Na verfcheiden mis» Hagen wördt hy door de zynen vermoord , welke vervolgends byna allen, -deze op de ene, gene op ene andere wyze omkwamen. Dit deedt Louïfiana voor ene wyl vergeten; maar d'yber v 1 l le , die door zyne ftoute daden zich reeds een naam verkregen hadt , deedt het geheugen daarvan herleven. Mc: twe Schepen kwam hy in 1699 in de Misfislipi* Hy hep de Rivier hoog g&noeg op, om overtuigd  DBR BKTDZ INDIEN. 445 taiga :e zyn van de fchoonheid des lands. Aldaar bouwde hy een gering Fort, en ngtte ene kleine Volkplanting op , meest uit &a- nadanen. , _;. . 'i' V Tusfchen den mond aezer Rivier en t Spaanfche Fort Penfacola , legt ene kust van 4° mvlen uitgeftrektheid , waar geen Schepen kunnen aankomen. Haar grond is zeer zandig Men vindt 'er niets dan enige weinige Pvn- en Cederbomen , en de hitte is er ongemeen. Aan zekere plaats Biloxi geheten , verkoos d'tberville zyne manichap te doen verblyven. Twe jaren later kwam er ene nruwe Volkplanting aan, welke zich 10 mvlen ten Oosten van Biloxi neder flocg. Men oordeelde de byna onbevaarbare oevers van de Mobile waardig om bewoond te worden. Hiertoe wierdt men verlokt door de hoop , om met de Spanjaarden en Wilden voordelige verbintenisfen te zullen, aangaan. Een Lüand over de Mobile maakte 'er een haven yan. Hetzelve lag zeer gefchikt, om een ftapel te zvn voor de nieuwe Volkplanting. Vele natuur]vke weder fpoeden f uitten haien bloei, en de dood van haren ftichter maakte dezelve nog geringer. Zy kon niet veel van Frankryk hopen, wvl 't zelve in. een «mpfpoedigen Oorlog was"ingewikkeld. Een ieder der Volkplantelingen zag na een ander heenkomen om, en in 1712, waren 'er niet meer dan 28 huisgezinnen overig , wanneer cao zat den uitfluitenden handel van Louïfiana verzogt en verkreeg. Deze man was vol van alle die verdienden , die "tot zulk ene onderneming nodig zyn.  446 T A F R E E L zyn. Hy bedoelde ene gemeenfchap tusfchen Oud en Nieuw* Mexico te water en te land te openen , vele Waren derwaards heen te voeren, en vele Planters 'er van daan te halen. Herhaalde tegenfpocden deden hem den moed verliezen. In 1717 ftond hy zyn voorrecht af aan ene Maatfchappy, waarvan de uitflag geheel Europa deedt verbaast liaan. Dezelve wierdt opgericht door den beruchten j. law. Dit fcherp geoefent vernuft hoopte Frankryk uit de verwarring te redden , waarin het, zedert den dood van lodewyk den XIV, zich bevond. Zyn ontwerp was, den Staat te ontheffen van zyne fchuiden. Dit gantfche gebouw rustte op de onmetelyke fchatten , die men geloofde aan de Misnafipi te zullen vinden ; fchoon men nog niet wist, waar zy verborgen waren. Law verfpreidde, dat men nog veel ryker mynen ontdekt hadt, dan men in 't eerst geloofde aldaar te zullen vinden. Om dit gerucht een fchyn te geven, vaardigde men de werklieden af , en de troepen , die ze befchermen moesten. Deze list bragt de gemoederen geheel aan 't hollen ; ieder hadt ene buitenfpor ge drift na de aktiën dier nieuwe Maatfchappy; ieder een verzogt om verlof, om aldaar Plan":>adjen aanteleggen. Ene menigte menfchen werden derwaards overgevoerd, waarvan de meesten omkwamen. Die genen welke de ellende overleefden , begaven zich na de Spaanfche of Engelfche bezittingen. Men hadt reeds 25,000,000 livres verfpild , en men was nog niets gevorderd. De mynen verdwenen , en de  DER BEIDE INDIEN, 44? de begocheling hieldt op. Louïiiana , t geen men dagt een allerrykfte goudmyn te zyn , daalde verre beneden de wezenlyke waarde. Louïfiana is een uitgebreid landfchap, grenzende ten Zuiden aan de Zee, ten Oosten aan Carolina , ten Westen aan Nieuw-Mexico , en ten Noorden aan 't onbekende deel van Kanada. Tusfchen de Engelfche en Spaanfche bezittingen rekent men het op 200 mylen breedte, maar zyne lengte kan niet worden bepaald. Het klimaat verfchilt hier volgens de hoedanigheid van den grond ; doch het beantwoord nergens aan die hoedanigheid, welke men 'er , volgens zyne breedte, verwachten zou. De lucht is hier niet zo warm, als zy 'er zyn moest ; waar van men de oorzaak aan de menigvuldige Rivieren en Bosfchen toefchryft. Het regent 'er zeer weinig , maar de daauw is 'er overvloedig. De vrouwen in dit gewest geboren , zyn fchoon , en de mannen zyn 'er gezonder dan elders. Alles wat men 'er zag , moest een hoog denkbeeld van de vruchtbaarheid van den grond geven. De natuurlyke weilanden waren met wild vee bedekt. Hier werden denkelyk de hoogde bomen van de waereld gevonden. Allerlei veldgewasfen komen 'er zeer wel voort. Tot nog toe heeft men de bron niet gevonden , waaruit die grote rivier ontfpringt, welke dit land van 't Noorden na 't Zuiden doorfnydt. Hoe wyd en diep ook de Misfisfipi zy , deze Rivier kan nogthans niet bevaren worden, van wegens het hout en ftruiken, die 'er op dry ven. Zy heeft vele monden)  44* T A F R E E L den , die meestal zeer ondiep zyn. De hoge bomen, ciie op hare oevers groeijen , beletten een gehelen ftreek lang den wind. Naauwlyks kan men in ene mamd een weg van 10 mylen afleggen. Men vordert dan alken, door touwen aan de hoge bomen vast te mnken, en zo de Schepen voort te werken. De zwarigheden verminderen weinig , wanneer men uit dir bosch gekomen is. De vaart gaat doorgaans zo flecht voort , dat men wel gevor» eert meent te zyn , wanneer men in een dag zes mylen wegs aflegt. Om van 't ene einde der Volkplanting tot het andere te komen , heeft men meest drie cn een halve maand nodig Deze zwarigheid was de gewichtigfte, met welke de Franfchen by het oprichten der Be. zittinee.i in Louïliana hadden te worftelen. De Engeifchen waren in dit gewest te fterk bezig met hunnen landbouw ,' om deze bezittingen der Franfchen te ontrusten. Zo was 't geval niet met de Spanjaarden Deze zogten van de kusten van Nieuw-Mexico een nabuur te verwyderen , wiens rustloze nyverheid zy vreesden. Dit deedt hen , in 1720, het ontwerp beramen , om vee! verder , dan in 't eerst hun oogmerk geweest was, ene Volkplanting te ftichten. Met dit oogmerk vertrok ene talryke, en van alles wel voorziene Karavane van Santafé. Deze trachtte de Oi'agiers, die in hun weg lagen , in hunne party overtehalen, om ene nabuurige Natie uitteroeijen; maar den verkeerden weg ingefiagem hebbende, namen zy de ene Natie voor de andere. Het Hoofd der Mifouris, hun oogmerk vernomen heb-  &Bft uin INDIEN* 449 hebbende , en niet latende blyken dat zy de genen waren , tegen welke de vyandelykheden waren ingericht, vermaakte hen met feestmalen en danspartyen , en toen zy m den fiaap bedelven waren, deedt hy hen allen over den kling fpringen. Deze onde neminge mislukt zynde , zo nauden de Franfchen niets te vrezen , dan van de Wilden , die niet zeer talryk waren. Zy hadden dezelve zeden als de Kanadanen , maar niet denzelven moed noch fterkte van ka-akter : zy werden meest geregeerd door ekendunkelyke 'Opperhoofden. De Natie der TV tchez verdient enige aanmerking : zy zyn allerbygéloVigst, en leven in de allergrootfte flaverny, geregeerd wordende door een Hoofd, Utvteid de Groote Zon.* Zyn vrouw hadt Sen even groot gezag. Leven en dood van een ie-er was in beider hand. Hy trok alle de vruchten van den Akkerbouw, die hy naar zvn welgevallen uitdeelde. 't Land dat zy bewoonden ftrekte van de rivier Iberville tot aan de Ohio , zynde ene ruimte van 400 mylen. Het was vermakeiyK en vruchtbaar. De Landzaten waren den Franfchen , die zich hier wilden neergaan, daarin behulpzaam , en 't was de inhahgneid van deze laatfce alleen , welke den handel, die tusfchen hen beiden enigen tyd beltaan hadt , deedt 'te niet gaan. Toen deze menfchen zagen , dat bidden noch fmeken de Franfchen tot befcneidenheid kon brengen , zogten zy alle de Oostelyke Wilden in hun belang te trekken. Zy beraamden gezamenlyk enen dag om hunne gemene.  450 T A F R E E L dwingelanden te vermoorden. Doch de za« menzwering werdt ontdekt door de vrouw van 't Opperhoofd der Natchez , die hetzelve deedt mislukken , waartoe de moed van den Franfchen Gouverneur kerriee niet weinig toebragt. Enige dezer Wilden waren na de Cbicachas, de dapperfte Natie van Louïfiana, gevlucht. De nieuwe Franfche Gouverneur biainville deedt de gevluchte Wilden van 't Hoofd dier Natie afëisfchen ; doch deze vordering werdt afgeflagen; en zyn eisch in 1736 door krrgt van wapenen willende onderflxunen , werdt hy met groot verlies terug gedreven. De Oorlogskans was hem vier jaren later niet gunftiger. Een vergelyk herfteide zedert voor, altoos de rust van Louïfiana. De kusten van dit gewest , aan de Mexikaanfche golf gelegen» zyn la3g en byna onbewoonbaar. Vrankryk heeft gene bezittingen aan dc Westzyde van de Misiisfipi opgericht. Aan deszelfs Oostkant heeft men 't Fort Mobile , 't geen diende om enige Wilden met de Franfchen in verbond te houden, cn zich van hunne Peltcryen te verzekeren, 'c Zelve heeft enige verftandhouding met de Spanjaarden van Penlacola. De enige mond der Misfisfipi bevaarbaar voor grote Schepen , wordt gedekt door 't Kasteel Balife. Twintig mylen hoger op zyn nog twe Forten , die, fchoon zwak, niet nalaten zouden, veel kwaads te doen aan den doortogt van vyandclyke Schepen. Dertig mylen van Zee legt Nieuw-Orleans,- fchoon vroeger gefticht, kreeg het gene vastigheid voor 't jaar 1722. wanneer het de Hoofd-  DER «EIDE INDIEN. 451 Hoofdftad werdt van .Louïfiana, Nimmer was het getal harer bewoners boven 1600 , zo Vrye a!s Slaven. Op haar grondgebied, > 't welk niet overal voor bebouwing vatbaar is, vindt men 500 Blanken en 4,000 Zwarten, wier voornaamfte bezigheid is , het kweken van Indigo. Tegen over het Eiland op welk Nieuw Orleans gebouwd is , op den Westlyken over van de Misiisfipi, floegen zich in in 1722 neder 300 Duitfchers , het ongelukkig overfchot van enige duizenden uit hun Vaderland gelokt. Dit getal groeide allengs aan, en met behulp van byna 2,000 Slaven kweekten zy Mais voor bun voedzel , en Ryst en Indigo om te verzenden. Een weinig hoger aan dezelfde kust wierden na den laatften vrede 800 Acadiers geplaatst, wier hoofdbezigheid tot dusverre was, de Veefokkery en het kweken der nodige levensmiddelen. Te Pointe coupé 40 mylen van Nieuw Orleans gelegen, vindt men ene aanzienlyke Volkplanting , die het grootfte gedeelte der Tabak oplevert, welke in het land verbruikt wordt, en houts genoeg voor den buitenlandfchen handel. Met den arbeid houden zich aldaar 5 of 600 Blanken en 1,100 Zwarten onledig. Een weinig hoger maar aan den Westlyken oever ontlast zich in de Misfisfipi de Rode Rivier , aan welke de Franfchen by hunne aan. komst in Louïfiana, 30 mylen van deszelfs mond , op het grondgebied der Natchitoches, ene verfchanzing opwierpen , met oogmerk om van Nieuw-Mexico Osfen en Paarden te trekken, en een handel te openen met het F f a Spaansch  452 T A F R E E L Spaansch Fort Adayes, flegts 7 mylen van daar gelegen. Louïfiana bezat in zyn grootften luister niet naeer dan 7,000 Blanken, zonder daar onder te tellen de Krygsmagt , welke nu eens uit 300 en dan uit 2,000 man beftond. Deze zwakke bevolking was verfpreid door ene ftreek lands, groot 500 mylen, en werdt befchermd door twe of drie kleine Forten. Het was niet het fchuim der natie , maar kloeke menfchen van goede en eenvoudige zeden. De Regering gaf hun Vee , Huisraad en Gereedfchan en fpysde hen voor drie jaren. ó", cao Slaven bewerkten de Plantaadjen van vermogende luiden. '*t Geen de bezitting zo lang deedt kwynen, was, dat men de landen zonder oordeel wegfehonk. Dit maakte , dat de Volkplanters door onmetelyke wiidernisfen van elkander verfpreid raakten. Deze Volkplanting zondt jaarlyks na Frankryk 80, coo ponden Indigo , enige Huiden , en veel Pelteryen ; na de Eilanden zondt zy Smeer , gerookt Vleesch , Peulvruchten , Ryst, Mais, Pek, Teer, Vat- en Tim. merhout, welke goederen te zamen bedroegen 2,000,000 Livres, die haar in Europifche Koopmanfchappen en Westïndifche voortbrengzels betaald wierden. Zy zou een hogen trap van voorfpoed hebben kunnen bereiken , indien de Regering het aanbod der vervolgde Proteftanten hadt aangenomen , om hunne bezittingen en nyverheid derwaards over te voeren. De voordelen, welke Frankryk uit dit gewest zou hebben kunnen trekken, zou-  bsr itiDï INDIEN. 453 zouden oneindig geweest zyn: het zou al zyn Sc van daa°r hebben kunnen ontvangen , waarvan het jaarlyks 2,000,000 ponden ver- blAHe de tfooruitzigten op den bloei van Louïfiana verdwenen in den Jare 1764, wan«eer het Hof van Verfaiiles aan de bewoners van dit gewest deedt bekend maken, dat het de eigendom daar van aan het Hof van Madrid hadt afgeftaan. De bewoners hadden een afkeer van de Spaanfche heerfenappy , hun zo geweldig opgedrongen ; en om zich daar van te onliaan, hadden zy flegts over den ftrooni te trekken, alwaar de Engelfchen hen m«t open armen verwagteden ; maar de veiInogtneid aan hun Vaderland deedt hen verzoeken , dat de bezitneming zou worden uitSjfteM , tot dat het Hof van VerfaiUes hunne verregen zou gehoord hebben. Om en,, ge omwenteling in de gemaakte icmkking voo 1fekornen, haat het Hof van Madrid m alleivl de Heer orelly na Cuba gezonden, aiwaar hy «,ooo man uit dc geregelde troepen Sc , en met dezelve, na enigen tegenftand van de zyde der Volkplanters, en na gedane b-Iofcen van zyne zyde, den 17 Augustus 1769 bézit nam van de Volkplanting. Den volgenden dag werden de Burgers van den Led aan hun' oude Vaderland onttogen ; en om dat men ook togtöffers voor den tegenftand begeerde, wierden 'er twaalf der fnzienlykfle luiden verkoren, waar van zes hun hoofd moesten verliezen en de zes overigen gedoemd wierden, om in de gevangenisfen van de Havana te kwynen! Kanada is insgelyks van Moederland veranderd. Ff 3 im  454 T A F R E E L Ten tyde van den Utrechtfchen Vrede was Kanada zwak en behoeftig, hetwelk men hadt toetefchryven aan het gedrag der eerfte Volkplanters , welke egter, van tyd tot tyd by den handel in pelteryen enige ruimte vonden; nogthans raakten zy dezelve wederom kwyt in ongelukkige Oorlogen, en de uitvoer bedroeg in 1714 niet boven de 100,000 kronen; door behoeften waren de bewoners gedwongen zich even als de Wilden in beestenvellen te kleden. In dezen toeftand leefden aldaar 20, 000 Franfchen. Maar in 1758 was aldaar de bevolking 90,000 Zielen , zonder de troepen 'er onder te begrypen , noch de Wilden , die, midden of digt by de Europeanen in vryheid leefden. Een gedeelte der Franfchen leefde in drie Steden. Quebec, de Hoofdplaats, die 1,503 mylen van Vrankryk, en 120 mylen van Zee legt, heeft de gedaante van ene halve maan, cn ene veilige Ree, en is in een goeden fmaak gebouwd. De Stad der Drie Rivieren , 10 Jaren later gebouwd , legt 30 mylen hoger. Haar bloei was zy verfchuldigd aan de gelegenheid die de Wilden hier vonden , om hunne koopmanfchappen te verruilen. Haar groctfte bevolking is nooit meer dan 1,500 menfchen geweest. Dezelve zou fterker geworden zyn , zo den pelteryhandel niet van daar gelokt was door Montreal, gelegen Pp een kldn Eiland, 60 mylen boven Quebec. Eertyds bevatte die plaats 4,000 inwoners; maar zedert de invallen der Iroquezen de Franfchen dwongen, hoger op Forten te bouwen, raakte zy in verval. De Europeanen welke niet in deze Steden woon-  DER BEIDE INDIEN. 4-5^ woonden , waren verfpreid langs de oevers van de Rivier St. Laurens. De landeryen zyn eerst vruchtbaar by Quebec , en hoger op na Montreal. Hier vertoonde zich de natuur in hare eenvoudige rykhèid. Langs deze oevers waren 83,000 Franfchen verlpreid. Hunne zeden waren een zo fchoon klimaat onwaardig In den winter deedt men op 't platte land niets. Zy bebouwden de landen maar ten halve , en zonder overleg. Zo lang het gezaaide ryp werdt, deden zy mets. Hun arbeid gaf niets dan een weinig Koorn, Hooi, Tabak , Appelen voor Cider , Kool en bijen. Die kwyning was 't werk van t koude klimaat, en der menigvuldigheid der feestdagen in den zomer. In de Steden leefde men op dezelve wyze ; de uitfpanningen waren de geliefde bezigheid voor mannen en vrouwen, al. toos in minnenhandel ingewikkeld, Dit alles zoude de Regering hebben kunnen voorkomen, indien het de menfchen niet aan het eigendunkelyk gezag van Bevelhebbers hadt onderworpen. Men hadt een groten misflag begaan , met de landeryen aan de Officieren te leven, die dezelve aan anderen verpachtten. De visfchery kwynde zo zeer, als de landbouw. De enige vangst beftondt in Zeewolven , wier huid tot menigerlei gebruik yan dienst is. Uit zyn vet wordt traan gekookt, welke men zondt na de Antilies, in verruiling van hunne voortbrengzels. t Geld was hier in 't eerst zeer fchaarsch ; 't weinige welke men 'er aanbragt, werdt door de behoeften der Volkplanting fcbielyk na buiten gevoerd. Men oordeelde het voegzaam , al& F f 4 hl8r  45<* T A F R E E L hier papieren mtint intevoercn, 't welk zo lang duurde als het krediet. Kanada koste den Staat, voor het Jaar 1720, nooit meer dan 1,700,000 Livres jaarlyks; doch dit klom allengs zodanig op , dat in 1758'de uitgaven 27,900,000 Livres bedroegen. By het fluiten van "den Vrede moest daarvan nog So,coo;000 betaald worden; doch men klom' op tot de bron van deze onzuivere fchuld , en bragt haar na naauwkeurig onderzoek op 38,000,000 Livrer. Dit land was Frankryk zo veel niet waard ; maar wiens fchuld was het, dat men 'er niet meer voordelen van trok ? Zou de Landbouw , de Vee-fokkery, de Wol , de Ginfeng, de Yzer-mynen, het Timmerhout, het Beverhair , deWalvischcn Bakkeljauw-vangst gene bronnen van grote rykdommen hebben kunnen geweest zyn ? en moesten zy de nadelen , waaraan dit "land onderhevig was , niet hebben doen overwinnen ? Doch m plaats van alle deze aderen te openen , deedt ene onverftandige Regering alles kwynen. La galissonniehre , welke in den Jnre 1747 het bewind over deze Volkplanting wierdt opgedragen , wilde niet gedogen , dat de Engelfchen hunne grenzen tot aan den Zuidelyken oever van St. Laurens uitbreidden. Van den binnenkant moesten de Apalaches de natuurlyke grenspalen zyn. Men zbgt derzelver heersebzugt door Forten ihteperken. Van dat tydlh'p ontftonden 'er vyandelykheden tusfchen die twe Natiën , waarin de Engelfchen meestal onderlagen. Dit deedt george II. overal de Fianfche Schepen vyandig aantasten. Na  dek. uidi INDIEN. AST Na hunne vlag overal gehoond re hebben, kwamen de Engelfchen vóór Isle-Royal met een Vfoot van a3 Schepen van Linie , 18 *re< gatten , en 16,000 man geregelde troepen. Zo d* Franfchen hadden weten georuik te maken van de voordelen die zy hadden , in het beletten der landing , zou deze talryke magt éeisfcliien geweken zyn; doch zy moesten S ich overgeven. Dit opende den vyand de deur van Kanada Dit werdt het volgende Tpar 't toneel van den Oorlog. Maar de Ln? 1 he Officieren waren daarin niet gelukkig, her geen. zy aan de onervareadhejd hunner B2velheóbers ën ook der vyancfehap van de Wilden moesten dam-: wyten. Deze laatften hadden de Frardchcn op vele wyzen getracht aan zich te verbinden. Uit deze dubbele beweegreden warén de Wilden den Engelfchen het peduchtfie ~, wyl zy den Oorloj met ene voorbteldeloze bloedgierighoid tegen hen voerden. — , In dezen Staat van zaken kwam een Lnge.fche Vloot in de golf van St. Laurens. Hadden de acht Branders , die men tegen dezeive afzondt, hunne orders gevolgd, zo was dezelve een prooi des vuurs geworden. uq vyand vertoonde zich voor Quebec : het landen was moeijelyk ; na vele vruchteloze pogingen gelukte het hen, voet aan land te zet. ten zonder gezien te worden. Ken leger van 6>ooo Engelfchen vertoonde zich voor de Stad ' Vier duizend Franfchen leveren hun flae , en ftaan de overwinning niet eer den vyand af , voor dat de Engelfche Generaal wolf gefneuveld was^ ^  45S T A F R E E L De overgaaf van Quebec , dagt men, zou een einde maken der vyandelykheden, in dit gewest; en dit zou zekeriyk gebeurt zyn , zo een hoop Franfchen van Montreai dezelve niet hadt doen voortduuren. Deze befloten na Quebec te trekken , m een tyd , dat de Engelfchen meenden , dat het ys zulks onmogelyk maakte. Een ongelukkig toeval deed dit kloek ontwerp mislukken. Een Engelsch Eskader dwong de belegeraars terug te trekken. In hun terugtogt werden zy van drie talryke legers omfingeld , met welke zy gedwongen waren , in onderhandeling te treden. De Vrede van 1763 bekragtigde deze verovering. De Engelfchen befchouwden dezelve als de laatfte eindpaal van hun grootheid; en dc Franfchen geloofden alles verloren te hebben door ene opoffering welke den ondergang van enen onweerftaanbaren vyand moest na zich Hepen. XVI.  DERBÏIDSINDIEN. 459, XVI. HOOFDSTUK» Be Bezittingen der Engelfchen in NoordAmerika, : , g £ l a n d was in de nieuwe waereld niet , clan door enige ftoute Z^overyen, w. r a lei gh het ontwerp bei aam l om zyne Natie te doen delen in de verbazende rykdommen van dat gewest. Hy «peg■ f ttm het oog op de Oostkust van NoordAn eri a Zyne overheerfchende welfprekendhS hem by 't Hof en de Koopluiden gemakTykhSp vinden. Ene uitfluitende maat- h»W, t-^if'welklTcSa rustte twe Schepen uit , weike iu landden. De Bevelhebbers gedroegen zich jfe dïar met alle de oplettendheid , die 'er nod g is om ene Natie in een vreemd land opgang te doen ktygen. Het gunftig verflag der f ms gPkomen Zeelieden deedt m 't vol gen o. Jaar de Maatfchappy zeven Schepen derwaa.ds zenfen , welk? in de Baai van Roenoque 108 Vrye menfchen aan land zetteden, die er ene bezitting zouden oprechten ; noch zy kwa ■men eedecltelyk om door de Wilden , dien men nShandeld hadt , en gedeeltelyk door "fc^s drake kwam kort daarna aldaar! na het veroveren van enige Spaanfche SiiSo. De weinige zyner landsheden,  A6o ■ T A F R E E L welke hy nog levende vondt, waren in een te Hechten ftaat , om 'er iets van te hopen ; en hy was genoodzaakt dezelve weder intefchepen. Ondertusfchen liet men niet na van tyd tót tyd enigs togten derwaards te doen ; maar de nieuwe. Volkplanting geraakte voor twaalf jaren in vergetelheid; wanneer gosnold, een der deelgenoten, in 1606 het befiuit nam derwaards te flevenen , langs een nieuwen koers. Dit'. gelukte hem, en hierdoor verkortte hy den weg, Hy ontdekte hier door tevens ene nieuwe landftreek , die nu onder Nieuw-Engeland behoort. Dit gaf de geboorte aan ene nieuwe Maatfchappy ; maar zy waren elkander zeer wangunftig, en kwynden beiden. De zucht on zich te verryken , ncch de armoede deden weinige derwaards trekken ; doch het bygeloof veroorzaakte ene gisting in de gemoederen, tot geluk der Maatfchappy. De Puriteinen in hun Vaderland vervolgt , wierpen het oog op Noord-Amerika, alwaar zy en vele anderen ene w'ykplaats vonden. De eerde Europeanen , die de Engelfche bezittingen ftichtten, vonden onmeetlyke bosfchen , beftaande uit zeer hoge bomen , verward in de kruipende planten , die derzelver aannadering verhinderden. Enige Wilden, met het hair en den huid der wilde Dieren behangen, waren de enige bewoners van dit land. De aarde fcheen meer de dieren dan den menfchen -toetebehoren. Hier vond men vryftromende Rivieren , daar vergaderden zy zich in moerasfen. De Lente werdt 'er uit de vernielingen van den herfst geboren. De ftam- men j  men die de tyd hadt uitgehold, ftrelcten ontelbafe vogels ter woninge. Zodra verfchynd de measch hier niet, of Amerika verandert van SÏÏteT De Bosfchen maken plaats voor f£££yke woningen,; de wilde beesten worSen door tamme huisdieren vervangen ; de Sieren worden geleid ; de kusten krielen v^Tsteden , de kreken van Schepen, en de „ïuwe waereld kromt den hals onder het juk der menfchen^_^ ^ ^ r^eel vertoont zich de Hudfons-baai , geheel op zich zelve S^nde Deze Straat loopt tien graden bm„enwaards , wordende geformeerd door den Oceaan. Aan haren mond is zy zes mylen wed Men kan haar alleen van hooimaand tot herfstmaand bevaren ; en dan nog zelfs niof zonder gevaar voor de hoge ysbergen , wier dikte op 1,800 voeten geichat wordt, en die men best vermyden kan , met langs de Noordkust te zeilen. Wanneer de Noordwestenwind waait, 't welk hier zeer gemeen is , ftormt het geweldig m de baai, en dit s des te gevaarlyker, om dat de ondiepten hier menigvuldig W- . Tegen deze ftormen leveren de Eilandjes, hier en daar verfpreid , ene fchuilplaats. Behalven deze Eilandjes vind men in de Baai naakte Rotzen, die op zich ZdIn dÏTandftreken aan deze Baai grenzende worden de dieren in den winter wit; welke uit den aart bruin of graauw zyn; zy hebben ene lange en dikke vagt van de natuur ontvangen, maar welks hair uitvalt als het weder zagter wordt. Onder dezen lom- be*  tfz * A F R E E L beren hemel verliezen alle vogten , zelfs de Brandewyn hunne vloeibaarheid. De vorst is 'er zo geweldig , dat zy zomtyds de rotzen doet fplyten. Men heeft dhder deze bevrozene luchtftreek ontdekt Yzer Lood, Koper, Marmer , en ene foort van Steenkolen ; de gronden zyn 'er dor en Ichraal, en de menfchen zyn 'er weinig in getal , en klein van geftaite; even als de bewoners van Groenland hebben zy het aangezicht plat , de neus klein, de oog-appel geetechttg , en de wenkbrouwen Zwart. De vrouwen hebben lange en flappe borden. De Eskimaux, die, behalven Labrador, de gewesten beflaan van de punt van Belle-Isle tot aan de Noordelykite Streken van Ame ika; wonen in hutten van Kei-ftenen , met water alleen aan elkander gebakken; hun enig vuur en licht is een lamp , aan welKe zy hunne visch braden. De Zee, in wiens nabuurichap zy wonen, voorziet nen van alle behoeften. Zy zien 'er olyfkleurig uit , en ruiken na visch; de moeders likken, even als de Beren, hare jonge kinderen. Deze vernederde menfchen zyn zeer onverziagd ter Zee, die zy, in Iedere fchuiten, van boven toegenaa;d, bevaren. Hunne honger doet hen alle gevaren, waaraan hunne visfchery bloot gefteld ftaat, over 't hoofd zien. De Walvjscjj-traan is hun geliefde drank. Dit is voor hen een behoedmiddel tegen de koude. Voor deze menfchen zyn de twe zwaarfte gezels het verlies van het gezicht, en de fcheurbuik. Het eerfte trachten zy te behouden door middel van plankje.-, waarin kleine gaatjes geboord zyn, en die zy zich voor  BEj jiiDE INDIEN. 463 voor de ogen hangen. Niettegen (taande deze onheilen hebben zy ene grote genegenheid toe hun Vaderland; 't onderfcheid van z.jdcn maakt misfehien de vreemde landen voor hen nog ondragelyker dan het verfchil van klimaat. Dit land werdt in 1607, door h. hudson ontdekt, toen hy in 't Noordwesten een doortost na de Zuidzee zogt. Door deze Straat hoopte hy een nieuwen weg na Afie, over Amerika, te zullen vinden ; maar zyne reisgenoten behandelden hen met barbaarschheid, doch zy konden hem de eer zyner ontdekking niet ontroven. f)e Burger - Oorlogen maakten dat ingeland dit land vergat. Grosskillers en radisson, twe Kanadaanfche Franfche Ldelluiden misnoegd over hun Vaderland , ontdekten aan 't Engelfche Hof, dat hier met den pelteryhandel grote voordelen te doen waren. De zorg om dien te beginnen, werdt hun toebetrouwd, en de uitkomst overtrof alles wat zy hadden doen hopen. Frankryk zag dit met leedwezen aan , en was te recht beducht voor zynen Kanadaanfchcn pelteryhandel. De twe Opreehters der Engelfche bezittinge werden door 't Franfche Minifterie overgehaald, om deze Volkplanting te doen in den grond lopen. Met dit oogmerk vertrokken deze twe woelige fchepzels op twe Schepen van Quebec ; maar de Engelfchen te fterk zynde , vergenoegden zy zich in hunne nabuurfchap een Fort op te richten. Eerst werdt dien handel tusfchen de twe Natiën met veel nayver gedreven; vervolgens ontftonden 'er tusfchen haar vyandelykheden , in welke men  464 7 A F R E £ L men dan het een dan het andere kantoor nam. De Vrede van Utrecht herftelde Engeland in deszelfs bezitting, Hudfonsbaai heeft gene andere verdienften, dan de Stapelplaats te zyn van den pelteryhandel : de ftrengheid van het klimaat maakt het ongefchikt voor enigen akkerbouw of bevolking. Langs de onmetelyke kust ontmoet men flegts 100 Soldaten of Faétoors in 4 flegte Forten , waarvan het Fort York het voornaamfte is. Het bont is hier zeer goedkoop en zeer goed. De Wilden geven tien bevers voor één fnaphaan; twe voor één pond buskruid: één bever voor vier ponden lood; één voor één byl; één voor zes mesfen; twe voor één pond gefloten glas ; zes voor een lakenfche overrok ; vyf voor een vrouwerok ; één voor één pond Tabak. De krameryen worden niet beter koop verkogt. Twe Otter- en drie Sabel-vellen worden teren één Bever-vel gerekend. In dezen handel bedriegen dc Europeanen de Wilden altoos in de maat en het gewicht voor een derde. Maar 't zyn deze voorwerpen niet alleen welke de Baai'van hudson van aangelegenheid doen zyn ; men befchouwt dezelve algemeen als den konften weg, om na Afie te komen. Ca bot was de eerfte , die op dezen inval kwam , van een doortogt door het Noordwesten na de Zuidzee. De ontdekking van Terra-Nova was 't gevolg van zyn' tocht. Naderhand ondernamen de Engelfche Zeelieden, de Hollanders en Nieuw - Engeland het doen dier outdekkinge, tot eindelyk na verloop van twe  t r s 11 d"k INDIEN. 4*5 twe Eeuwen de vermaarde Scheepstogt van 't jaar 1746 het daar zyn van dien weg alleen waarfchynelyk maakte ; waarin men door meer dan ene natuurlyke reden bevestigd wordt. Maar zo men daarin tot nog toe ongelukkig geweest is, moet de nuttigheid dier ontdekkir.ge ons van 't doen van nieuwe tochten niet nfichrikken. Indien de Luitenant clerk de ontwerpen van den ongelukkig omgekomen Kapitein cook vervolgt en ...anzo lang gezogten doortogt eindelyk vindt, en dezelve zeer' genaakbaar zy , zullen de verbintenisfen van Europa met de Oost en West-Indiën levendiger , duurzamer en aanjnerklyker worden; men zal geheel van de S.raat van Ma/ellan en Kaap Horn afzien en de Kaap de Goede Hoop zal minder bezogt worden. Maar hoe vee! invloed deze omwentelingen op Hudfons baai kunnen hebben, nimmer zullen zy het lot van Kanada, in den jare 1760 op Vrankryk veroverd, kunnen veranderen. Deze Volkplanting was gedurende vier jaren v rdeeld in diic krygsgou/ernementen , onkundig van de burgeriykë wetten, in 1764. werdt dc kust van Labrador van Kanada gefcheiden en asn Terra-Nova gehegt; Nieuw-York werdt vergroot met het Meir Champlain en de zuideïyke uit^efirekthéid, van den 45ften graad noorder breedte ; de uitgeirrektheid ten westen van h; t Fort Golette tot aan het Meir Nisfiping werdt zonder beduur gelaten , en het overige, onder den naam van de Provincie Quebec, Avierdt aan een enig hoofd onderworpen. Men voerde 'er ae wetten der Engelfche AdGg mw*«  466 t a F R E E L miraliteit benevens de Lyfftraffelyke en Eurgeilyke wetten van Engeland in ; doch deze laatfte niet naar het genoegen der Canadanen zynde, werdt dezelve in 1775 weder verwisfeld voor de aloude burgerlyke rechtspleging, waar aan zy gewoon waren. Middclerwyl is deze Volkplanting in zestien jaren tot ene verbazende, trap van voorfpoed gedegen. De bevolking die door de oorlogen zeer verminderd was, is aangegroeid tot 130,000 zielen ; de handwerken van Kant , Kouzen, grove Lywaten, en gemene Stoften zyn uitgebreider geworden.; de handel in Beverhair en Pelteryen is toegenomen; cle kudden zyn 'er vermenigvuldigd ; het planten van Kennip , Vlas en Tabak heeft een zichtbaren aanwas gekregen ; inzonderheid heeft het koorn de aandagt der volkplanters getrokken. In den jare 1770 begon zy aan de Westimiicn Meel te leveren ; cn koorn aan 1talie , Portugal , Spanje en Engeland , waarvan cie verzendingen geftadig toenemen. In den jare 1769 verkogt Kanada aan den uiclander voor 4>°77j6-=i Livres van zyne voortbrengzels, welke afgehaald wierden door 70 Schepen van Oud cn Niéuw Engeland , welke voor een gedeelte de voortbrengzels en werkdrukken derOude cn Nieuwe Wacreid in dc volkplanting bragtcn. Zedert het jaar 1772 zyn alle fchulden der volkplanting afgelost; het gemunt papier is verdwenen en het gangbaar geld vermeerderd dagelyks. Haar burgerlyk beftuur kost der Regeringe jaarlyss 625,000 Livres; en het ontvangt van de belastingen flechts 225,000 Livres. De enige hinderpaal tegen haren voorfpoed  dèr beide INDIEN. 467 fpoed is de moeilykheid v^^Sf^ der goederen. Ten dezen opzigte is het den hadden zy de dwaasheid van fchen van daar te verjagen welke nog omangs vastigheden aldaar aangelegd hadden. Na eindlen van een langduurige en bloedden Oor og was men bedagt deszelfs grond te ver. tóen Tonder dekrygsoyerften die ^gdand oonraal verzegeld hadden ; doch de meeste Sn voorde matige Renteb^ne voorrprhren af aan Ieren en BergfchOLtcn. net Salto bewoners is niet boven 1,200, w.er fz glSa beftaat in den Bakkeijauw vangst en er: ge beplantingen. De vo.kptong heeft ceen andere verbintenis dan met Quebec en SiaSTde haven La Joieof Charlotte Town s hare hoofdplaats. Tot in den ja 17 **g het Eiland ondergefchikc aan^N^uw bewoond door een kleur getal B^uw eg Zeewolfs-visfchers. 'Loaisburg, vóoi twintig iaren de fchrik van't Bntsch Amerika , is nu een , bemoeien. . Terra Nova ge eg u «, ^ ~ ^ ^ graden iNooroei diwj^i » RP,jP.Tr|e leen door de enge ftraat van Belle-Lle atgeicheiden ; zyne "driehoekige gedaante heeft Gg 2 1U-*  4& T A F R E E L iets meer dan 300 mvlen omtrek j> ffedhe.d van het inwendige land is niet zeer bekend. Voor zo verre men bet kent, is' 'ê bedekt met rotzen, enige bergt,,,, iJJ flechtebomen grrenen, en zandachtige valeijen. Men heeft 'er nooit andere Wilde,, dan eiSeS k.maux gevonden. De hoogten, de bosfch m de ysbergenen de winden maken het ^er zeer koud Cabot ontdekte het zelve m 1497. i\a ver. fcheiden toetenzederd derwaards gedaan, bevond men dat de voordelen die men' 'er uit trek ken konde zich bepaalden tot den Bakkeljauw- vangst. Van tyd tot tyd begon men den oostlykcn oever te beflaan, van&de Say der Ontvankenisie tot aan Kaap Raz. De Vil fchers die verre van eikander woonden, kapten wegen, ter onderlinge verfundiioudiJe door de bosfchen. De hoofdplaat, was Ir Jan , alwaar de Schepen uit Europa kwamen, en de verruiling geichiedden. ! 'Wdmc"> heiS JS4 JCrf TVen de F™fchen de vry. neid van Karei I. om aldaar te visfchen , mids betalende een regt van 5 ten 100 doeh kort daarna ontiloeg deze Vorst hen ed'ehroe dig van deze belasting. Hun aantal en wdJa SbeT dóch f £ng5chen 5™St tv V 6 rae;^™'dige overlast , die EnSan^ ™akto' daC imgeJand , by den vrede van Utrecht zirh de gehele bezitting van het EdaTve^ekeÏ held nnT behieJJen *B*W de vry- g^v^nraN°Vaen ^^e^nkte mol langer dan 3 voeten. De Oceaan voedt geen visch  DER BEIDE INDIEN. 4^9 viicü die zo gulzig is. In de Noordelyke zeeën van Europa wordt zy Frodfche 60 Franfche en 15° Hollandfche Schepen. Hunne mededingers zyn de Yslanders en Notrmegers. Het ene jaar uoor het ander verkopen zv voor byna aoo,oco livies. Op Terra Nova is de Bakkeljauw nog menigvuldige." en fmaaklyker , hoewel met zo blank. De groene bakkeljauw wordt gevangen op de grote Bark , aan welke men ene lengte van 160 en ene breedte van 9 Mj en toelchryft. De visfchery duurt aldaar van het beo-in van September tot de helft van July des" volgenden jaars. Zy werdt met hoeken gevangen, waar aan een visch Caplan genaamd is vast gemaakt. Vóór dat men begint te visfehen , maakt men ene gaandery , waarop men tonnen zet, die van boven ingeflagen zyn. Hierin zitten da visfehers bedekt tegen de koude. Zodra zy een Bakkeljauw vangen , fnyden" zy hen de tong af en geven ze aan den zwabber, die ze brengt aan den kaker. Deze fnydt 'er de kop af, haalt 'er de ingewanden uit, en laat de bakkeljauw tusfchen dek vallen. Aldaar haalt men 'er de graat uit tot aan den navel; van hier werpt men dezelve in 't ruim, en daar wordt hy gezouten en ingepakt , waarby men oplet 'er zo veel zout tusfchen te leggen , dat de visfehen elkander niet'raken. De visfehen verkrygen ene onderfchcidene waardy naarmate van hunne grote. In 1773 gebruikte Frankryk tot dezen vangst 125 Schepen , die 2,141,000groeneBakkeljauwen voiigen,web ke u&ii&S Livres opbragten. De Enge]. g g 3 w  47° T A F R E E L fche visfchers komen aldaar voor het grootftc gedeelte van Nieuw Engeland, Nieuw Schotland en zelf van Terra Nova met kleine en gemaklyke Schepen. Hunne vangst gaat dis der Franfchen verre te boven. Ondertusfchen leggen zy zich niet zeer toe op het vangen van groene Bakkeljauw, om dat hun de gelegenheid ter verzending ontbreekt ; doch dit ; vergoeden zy zich door de meerderheid weike zy ten opzigte van de gedroogde Bakkeljauw , op alle markten hebben verkregen. De zogenaamde zwervende visch wordt gevangen van de Schepen die jaarlyks in Maart en April uit Europa na Terra - Nova worden gezonden. 't is ongcloofiyk , welke overgrote zwarigheden de visfehers , van den kant van 't ys en dc ftormen, te overwinnen hebben , in het komen aan de vaste wal. Zodra zy voet aan land hebben gezet, kappen zy hout en maken 'er hutten van, waarin zy wonen en de visfehen drogen , nadat tiie het hoofd afgefneden cn gezuiverd zyn, en cftelvke dagen in 't zout gelegen hebben. Dit ganfche handwerk gaat met" grote vermoew>.,isfcn gepaart , en laat den menfchen nauwlyks vier uuren nachtrust. Ondertuslchen is deze visfchery menigmaal aan toevallen onderhavig , 't zy van wegens het weêr , den loop der vi.-ichen dien men gemist heeft , cn op welken men van wegens al den ómflag van 't vischtuig, het geen zich niet hgt laat vei plaatzen , niet komen" kan. in den jare 1773 vertrokken tot deze visfchery uit de havens van Frankryk 104 Schepen , bemand met 7,263 Matrozen. 190,160 kwiflf  d e r beid e INDIEN. 4?i kwintalen en 2,825 vaten Traan , .wareri het loon van hunnen arbeid. Zy bragten 816,5 80 livres op. Ongelukkig hebben binnen en buitenlandfche oorzaken deze zo gewigtige visfchery bykans te niete doen gaan z binnenslands waren het de belastingen, de hoge tfrvs van het zout en de inhaligheid der I agter's ; buitenlands de rrayver der Enge ichen. By den vrede van Utrecht was bepaald dat de Franfchen zouden mogen visfehen van Kaap Bonaviste tot aan Pointe Riche ; doen in 1764 begreep Engeland dat deze kaap op 5o graden & Minuten moest geplaatst worden; en fchoon Frankryk onwcderfpreekïyk betoogde dat dezelve op 49 g™den lag, moest het den hoon lyden dat zyne Schepen, weike binnen de betwiste uitgeftrekthcid durfden visfehen , verbeurd verklaard wierden. HJ: is het belang van Vrankryk om by den volgenden vrede zich- te ontheffen van deze beIwaren, en zich de vrye Visfchery tot aan St. Pierre en Miquelon , en de uitfluitende Visfchery in een gedeelte van Terra - Nova te verzekeren. . „* St. Pierre beflaat 20 Mylen m den omtrek en heeft een haven voor 30 en ene Kec voor 40 Schepen; benevens bekwame kusten tot het drogen: In 177S > ***** gezeten perfonen en byna hetzelfde getal Matrozen, dat 'er van de ene vischtyd tot de andere bleef. De beide Miquetow telden 649 Inwoners ; en 127 Jutlandfche visfcheis bragten 'er den winter door. De arbeKl de. zer Eilanders, nevens dien van 45= Man uit Europa op 35 vaartuigen aangekomen, leverGg a aen  47* T A F R E E L den 36,670 kwintalsn Bakkeljauw en m oxhoofden Traan op, welke verkort wiÈrijJrt voor 805,490 livres. Zo dat de gehele v 3. fchery der Franfchen in 1773. 6,oW«k ivres opbragt. In volgende Ven Iree^ de V«fchery van St. Pierre en Miguelod enigen aanwas. Deze tak van Koophandel was geheel tot Engeland overgegaan , zedert zyne' overwinningen hetzelve in het bezit van Noord-Amerika hadden gefield. Het leverde de Bakkeljauw aan het zuidlyk gedeelte van Europa, } cft\JndiC en zelf arn de Franse Eilanden. Nog aanmerkelyker zou deze verzending geworden zyn , indien Engeland niet de onmenschlykheid hadt begaan van de Franfchen oie zich op Isle-Royaal en St. Tan gevestigd hadden te verjagen , wier plaats door gene anderen : is vervangen. Even onrechtvaardig gedroegen zy zich in Nieuw - Schoo land. Dit land b grypt tegenwoordig een kgst van :,oo AJyJcn, tu.fcb.en de grenzen van JNifeuw-Engeland en uen zuidelyken oever van St. Eaurens. 't Zelve was voorhcei een di-iéfcoekig Schiereiland , in 't midden van deze ui gerektheid » by de Franfchen Acadie genaamd, t Zelve heefc'vele havens, waarin men n et alle winden kan in- en uitlopen , en vischryke Zeeën. De Franfchen vestigden -ach h.er het eerste in 1604. De volkplanting was nog m dc wieg , toen de Engelfchen zich m Nieuw-Engeland in hunne nabuuricnap neue/ilo.gen. Nadat zy enigen tyd, zonder vyandelykheden gekeft hadden , fiook. '\ ' ten  ber eeïde INDIEN. 43? en de Franfche Misfionarisfen de Wilden tegen de Engelfchen op , die door ^ hen meniemalen ontrust werden. bit gelcnieade menigvuldiger zedert c a r t e i n s , een . FfSBSCh Kaptteitti met een hunner vrouwen getrouwd en hun hoofd geworden was. Zodra een Oorlog uitbarste , wroken de Engeifchen zich hierover op Acadie , tot dat eindelyk de vrede van Utrecht hen kj het bezit daarvan ftelde. Dit fcheen hun genoeg te ZYn , uit de flauwe pogingen die zy deden , om 'er voordeel: mede te doen. Zy bouwde 'er wel Annapolis ; doch dit gefchiedde met veel flauwheid ; flegts 5 ot 6 Engelfche Huisgezinnen vertrokken derwaards, en "men vergunde de Franfchen , ongeveer ï,qco in getal, aldaar te blyven , en de overigen waren op de Velden verfpreid. Doch deze waren ontflagen om de wapenen tegen hun Vaderland op te vatten. Zy leefden in een" ftaat van Regeringloosheid. De jacht en visfchery nalatende , bebouwdden zy nu alleen het land , welk men door dyken en doorfnydingen hadt trachten goed te maken. Zy hadden ook enige Fabrieken en uitgelekte weilanden, bedekt met ene menigte Vee. Hunne woningen waren van hout, voorzien van huisraad , gelyk men 't zeive by welgeftelde landluiden opmerkt. Deze menfchen leefden eenvoudig , deugdzaam en hadden weinig verftandhouding met hunne naburen. Zy maakten in 1749 ene bevolking uit van 18,000 zielen. Op dit tydftip meende Engeland zyne overtollige Zoldater> en Matrozen niet beter te kunnen dienen , dan hen aanteGg 5 moe*  474 T A F R E E L moedigen , om na Acadie overtefteken. *.7cQ menfchen begaven zich derwaarts, dien men land fchonk en 't geen verder nodig was, om zich aldaar neêr te zetten. Zy moesten zich neer flaan aan een oord dat de Eneelichen Hallifax noemden. Deze voortreffelvke haven was zeer gelegen tot den Bakkeljauwvangst , en het land tot de jaet ; maar het kostte hun vry wat moeite de Mikmafcs, die aldaar jaagden, van daar te dryven. J De Franfchen met lede ogen deze nabuurfchap aanziende, befloten na Nieuw-Frankryk te verhuizen , alwaar hun landeryen aangeboden werden. De meesten volvoerden hun befiuit, maar de overigen wierden weerhouden en op ene listige wyze met Engelfche Schepen na andere Engelfche volkplantingen overgebragt, alwaar de meeste van kommer en ellende omkwamen. Zedert dit voorvsi kwynde Nieuw - Schotland. De bevolking beftond in 1769 uit 26,000 zielen ; het grootfte getal daarvan leefde in de drie Steden Annapolis , Lunen5urS' .e" Halhfax , waarvan de laatfte door de Duitfchers bevolkt , de bloeijendfte is. Jn dit jaar verzondt de volkplanting 14 Scbepen en 148 boten, en ontving 22 Schepen en 320 boten j hare verzendingen beliepen 7191*50 hvres. Dc onlusten welke Noord Amerika beroeren zyn niet tot haar doorgedrongen , maar hebben zelfs haar voordelen aangebragt; hare bevolking is tot 40,000 zielen geklommen , en haar ontbreekt niet één mid-  DER BEIDE INDIEN. 475 middel om tot een groten trap van voorfpoed te Klimmen. , . . , „„ja_ Nieuw - Engeland , voorheen bekend onder den naam van Noord Virginie, heef zet. door Oorlogen , gelyk het moedenand , berucht gemaT Ing ,'08 , bragt men 'er ene volkPlanting over , doch zy raakte fch.elyk te niet Daarna vertoonden z^ch er nu en dan enige Gelukzoekers , met oogmerk om met de Wilden hand,l te dryven. De >'^bytenanen , welke zich m Holland verzameld hadde namen het befluit zich na dit waereldfid te begeven er, aldaar ene Kerkte ft.chren Hortderdentwintig menfehpn gingen in tóz'i te Plymouth derwaards fcheep , na alvorens deze vryheid gekogt te hebben. By£ de helft van hen ilierf van koude , fcheurbuik en gebrek. Van de ovengen werdt depmoeiopgewakkerd door de komst van zesSg Wilden fmet welken zy een verbond aangingen , en in vriendfchap leefden. NadeiSnd werdt hun getal vermeerderde door de ke.kelyke vervolging der Puriteinen , die ne waart* vluchtten. Dit getal groe.de zo ftt k aan dat men welhaast genoodzaakt was Sve te verdelen , zy maakten de Provinde Masfachufet uit. Welhaast kwamen daar ui£ voort de volkplanting^ van .Nieuw. Smpshire , Connectic.it en Rnode-Eiland; welke zo veel onderfcheiden Staten uitmaak- 16 Langen tyd leefden deze Menfchen in vrede, zonder wetten; maar in 1630 begrepen zv de noodzaaklykheid ener geregelde Regeringsvorm ; doch zy was een zonderling men-  47^ TAF R E E L gehnoes van goed en kwaad , en byzonder «oor hare onverdraagzaamheid kenbaar Dit waren zy inzond rheid tegen de Quakers , Welke allerlei zoort van mishandelingen uit. Honden. Ka RKi.de ÏI. fchoon een wellustig Vorst ve-boodr deze vervolgingen. De volkplanting werdt toen' beftuurd door den heethocfdisrcn vake, die de gefchillen over den vryen wil en de genade vernie'jwde. Dezelve zouden onmiddelyk een Burger Oorlog na zich geflecnt hebben , zo een aanval der Wilden hen niet in de noodzakelykheid gefield hadt , om zich daartegen te verenigen. Zodra het gevaar verdwenen was, hervatte men de oude twist ; men nam dezelve , zo ernflig ter harte, dat zbmmig- in ituiptrekkingen vervielen ; verfcheiden perfonen van tovery befchuidigd werden opgehangen De reden begon ten laatfie over' \ bygeloof te zegepralen. Men begon zyn ongelyk te kennen en men badt den hemel om vergiffenis ; doch Ichoon men ophield met vervolgen , bleven de wetten even zo geftreng , als zy altoos geweest waren. Dit gewest , ten Noorden bepaald door Kanada , ten Westen door Nieuw - York en ten Oosten en Zuiden door Nieuw-Schotland en de Oceaan , ffrekt zich driehonderd mylen langs de zee uit, en loopt ruim vyf tig mylen landwaards in. De landen , zelfs ook die gene , welke niemand toebehoren, worden volgens vaste wetten ontgind. Om veilig te zvn tegen de invallen der Wilden bouwden men op eens dorpen , beffaande uit een gehugt van zestig huisgezinnen, die hun eigen Leer- aar,  der Ietr>3 INDIEN. 477 air , Kerk en Schoolmeefler hebben ; benevens het regtorn twe Afgevaardigden inde verjradering te zenden. Men geeft hun een dis* trikt van vier mvlen in 't vierkant , welK altoos j-renst aan de reeds ontgonnen'landen. In 't m-dden van dit vierkant is meeften tyd her Dorp. Ieder perkt zyne landeryen met hagen af. Eni^e bosfchen blyven voor een gemeenfchappelyk gebruik. Schoon zyne legging dezelfde is als die van de gematigde ftreken van Europa , is het klimaat 'er zo zagt met. Het land is verdeelt in vier Provinciën , die zich in 1643 verenigden , tegen de Wilden. De zaken van Nieuw-Engeland werden beflist in ene vergadering van twe Afgevaardigden van ieder Provincie. Ieder der Leden van dit verbond hadt recht zich na zyn goeddunKen te gedragen ; even onafhanglyk waren zy van het Moederland ; de enige onderwerping beftond in het erkennen van den Koning van Engeland voor hunnen Opperheer. Masiachufet, de bloeyendftc der vier Provinciën, veroorlofde zich openlyk nog meer dingen dan de andere , waar door Karei den II. misnoegd geworden in 168* haar Handvest vernietigde, en een eigendunkelykc Landbeftuur invoerde. Willem de 111 verleende haar een nieuw Handvest , volgens het welk het Burgerlyk gezag berustte by den Gouverneur en de Vergadering. Volgens dc laatfte optelling door het Congres in 't licht gegeven, bevat Masfachufet 400,000 inwoners ; Connecticut 112,000 ; Hampsbire 150,000; en Rhode-Eiland 59,098. Hoewel het knd gefchikt zy voor Boom- en Peulvruchtenen de veefokkery, bepaald zien de werkzaamheid der inwoners ook tot het bou-  47» T A F R E E L bouwen van Schepen ; en tot het vervaardigen van Hoeden , L-nnen , Zeildoek , grove Stoffen en Rrandew yn ; maar de visfeh jry is de voornaamfte Bron van hun be'raar». Dezelve beftaat in d- Zalm-, Steur- en Bakkeijauwvangst. Tot de Makreelvangst alleen worden 1,400 Vaartuigen en ?, :oo Menfchen gebrui t. Hier by heeft men den Waivischvangst gevoegd , welke in 1767 7, 69 Matrozen bezig hield ; dezelve gefchiedt in de Golf van bt Laurens en in nabuurige ftreken, minder aan gevaar en belemmeringen onderhevig dan Groenland. De voi n tbrengzels van Nieuw • Engeland , beftaande in Bakkeljauw , Traan , Baarden, Sme r , gezouttn Vleesch , Cider, Maïs , Varkens , üsfen , Potasch , Peulvruchten , Rond en ander hout , in 1769 verzonden , bedroegen 13 814,431 livres. De voornaamfte verzendingen gefchieden van Connecticut uit de nieuwe Haven , van Rhode-Eiland uit Newporth, van Hampshire uit Portsmouth en van Masiachufet uit de Haven van Boston. Deze laatfte Stad kan men als de hoofdftad van Nieuw - Engeland aanzien. Zy is gelegen op een Schier • Eiland, van 4 Mylen lengte, aan 't einde van de fraaije Masiacbufets baai , die 8 mylen landwaards inloopt. Haar ingang wordt befchermd door rotzen , door hare naauwheid , die niet meer dan irie Schepen tevens toelaat , en door 't Fort Williams , dat honderd ftukken 42 ponders heeft, en de Schepen van beide zyden be c li t. Verlch ide Vuurtorens kohdigen de komtt van den vyand aan. Boston heeft altoos zes urnen  DER BÉIDE INDIEN. iraren tyd , om zich tot ene verdediging srereed te maken , en kan tien duizend man landmagt in 24 uuren byeen verzamelen. Ten noorden en zuiden leggen nog twe batteryen, die de gehele baai beftryken. De rhede van Boston is ruim genoeg voor 600 Schepen, die 'er veilig kunnen ankeren. Aan den noordkant is een prachtige kaai gebouwd , zeer dienftig in het ontladen van de Schepen. Boston hadt vóór de onlusten 35 of 40,000 inwoners , wier levenswys en zeden zeer gelyk zyn aan die der Londonners. Aan dit land , het geen over 't algemeen veel overeenkomst met Engeland heeft, grenst Nieuw-York. Het zelve heeft ten westen Nieuw-Jerfey tot grenzen. Zyne uitgeflxektheid langs den oever is niet meer dan 20 mylen ; doch Noordwaards loopt het 200 mylen landwaarts in. H. hüdson ontdekte het in het begin der vorige Eeuw. Naar het Itaatkundig ftelzel der Europeanen moest dit land den Hollanderen toebehoren , wyl de ontdekker in hunnen dienst was , en in hunnen naam 'er bezit van genomen hadt. Dan jacobus eigende zich 't zelve toe , om dat hudson zyn geboren onderdaan was. Deze eisfchen, wyl derzelver onbillykheid ze flauw deedt onderfteunen , beletten niet, dat de Hollanders 'er zich neerzetten; zy zagen hier in flegts ene vastigheid voor den handel in pelteryen , en Honden dezelve af aan de Weffindifche Maatfchappy. Deze deedt, om zich tegen aanvallen te beveiligen, aan den oever van Hudfons Rivier, 150 Mylen van da zee, het Fort Oranje , nu Albany bouwen , ai-  480 T A F R E E L alwaar zy met de Iroquezen Wapenen en Krygsbehoeften verruilden tegen Pelterven. Amfterdam kogt de vryheid om tot zekerheid der Volkplanting Nieuw ■ Amfterdam te bouwen op het Eiland Manakatan. Al'es bloeide 'er ; maar Engeland zag dien voorfpoed der Republiek met fmerte en ontnam haar deze Volkplanting in 1664 , fchoon gene verklaring, van vyandelykheden gefchied was. De Nederlanders waren 'er wederom , voor een korten tyd , bezitters van. Doch een twede vrede gaf het den Engelfchen terug , onder den naam van Nieuw-York , een naam , dien het ontleende van den afftand , dien de Koning daarvan aan zyn Broeder den Hertog van York hadt gedaan. Deze bezitting verkreeg in 1691 ene geregelde Regeringsvorm , zy wordt beftuurd dcor een Gouverneur , en 1 a Raadsheren door de Kroon benoemd. 30 Afgevaardigden , door de inwoners verkoren , verbeelden de Gemeente. De zitting dezer vergadering is bepaald , als die van Engelands Parlement , op zeven jaren. Deze Provincie bevat tegenwoordig 10 Graaffchappen. Hare uitgeftrektheid aan den oever der zee is gering 5 doch landwaards ftrekt haar gebied tot aan de Meiren St. Sacrament en Ontario. Uit de Bergen tusfchen deze twe Meiren gelegen ontfpringt de Rivier Hudfon , welke flegts van kleine Canoes op een. afftand van 65 Mylen kan bevaren worden ; maar van Albany tot aan de zee, zynd eene uitgeftrektheid van 150 Mylen, ziet men ten allen tyde Vaartuigen van 40 en 50 tonnen , welke een aanhoudenden handel in de Volkplanting doen plaats hebben. Het  SÏR EMDE INDIEN, 48» riet eerfte gedeelte dezer vastigheid dat da zeelieden aantreffen is Lang Eiland door een naauvv Kanaal van het vaste land gefcheiden. Het is iaoMylen langen i breed,en in 3 Graatfchappen veideeld. De Europeanen leiden zictt hier eerst toe op de visfchery , vervolgens op het tokken van Veé , inzonderheid van Faarden, waar by men enigen akkerbouw gevoegd heeft. Met de nodige verbeteringen kan dit gewest naar de Meiren van Canada zeer vruchtbaar gemaakt worden. Volgens de jongfte Volkstelling bevatte dé Provincie 250,000 inwoners. De ryke Pelterven welke zy niet gebruikt gaan na NieuwYork door de Hollanders gebouwd op Manahatan , welke Stad 20,000 inwoners bevat , die in 't algemeen onbekrompen leven Zy heelt «ne goede Ree. In 17Ö9 verzond zy voor 4,352,446 livres. Zy is haar welvaren voornamelyk aan den geest van orde en fpaarzaamheid der Hollanders verfchuldigd , die zedert door de in de Paltz vervolgde Duitfchers , ert de nieuw aangekomene bewoners zo Engellchen als Franfchen, die daarby hun belang vonden , gevolgd is. Deze eenvoudigheid van zeden duurde tot in 1763, wanneer Nieuw-York de z bronnen der misdaden , de behoeften en de ledigheid Ieder kind boven de 12 jaren Srino be-0ep-,eren- Dii a!Ies maakte dat Penfyivanie uitwendig door vrinden en van binnen door zyne deugden bewaard was. Dit gewest m-enst r»„ rw<-..„ ^ ^ o—»« i-^-u vjuolciï dan jen uceaan, ten Noorden aan, Nieuw-York en Nieuw-Jerfey^ ten  der bei be INDIEN. 4«5 ten Zuiden aatïVirginie enMaryland en ten Westen aan de landen door de Wilden bewoond. Het is verdeeld in n Graaffchappen. ^e kn^n breiden zich 120 mylen uit; 't land heeftreeds ene diepte van 145 mylen, en kan «offl ver uitbreiden , ais zyne bevolking het toelaat. Zyn lucht is zuiver , het klimaat gezond , en de grond vruchtbaar. In den dlPinne vonden dè Europeanen hier mets dan timmerhout en yzermynen. Zodra zy de bosfchen hadden afgekapt, zag men de velden fchielyk met vederlei gewasfehen en ontelbare kudden bedekt. , . , t De fpoedige opkomst van dit land is net werk des vredes en der vryheid , die allerlei Natiën herwaarts gelokt hebben , van we.ke gezindheid zy ook zyn mogen. Onder dezelve zyn byzonder de Dompelaars beroemd, die vvftis mylen van Pbitedelphia ene Volkplanting van oW> Zwarten woon^ 5 Hh3 Gü«  486- T A F R E E L den op het platte land , cn werden alhier niet gelyk elders mishandelt. Derzelver Meesters hebben nogthans daarom de ftrengheid hunner zeden niet verloren. De Vrouwen zyn 'er fchoon en ichielyk vruchtbaar; do onbeftendigheid van het klimaat doet de veldgewasfehen noch de Dieren ontaarten. Ieder leeft hier in een algemenen overvloed. Men vindt hier gene bedelaars : de armen worden op 's lands kosten onderhouden. De herbergzaamheid is 'er allergrootst. De belastingen , die de oorlog noodzakelyk gemaakt heeft, krenken het geluk der Volkplantingen niet. Zy bedroegen m 1706 niet meer dan 280,141 livres. Een ieder leeft hier in den gehuwden ftaat. Het vaderlyk gezag, fchoon zeer groot , mag denzei ven niet hinderlyk zyn. De fchulden worden betaald c'oof z:ch zelf of zyne kinderen in dienst zyns fchuld. ejfchers te geven. Offchoon 'er Vlekken en Steden zyn , leeft ieder meest in zyn huisgezin afgezondert ; zyne woning flaat in het midden van ene grote plantaadje, omringd met hagen. Dit maakt dat ieder buurt vry uitgeftrekt is. De grootfte plechtigheid die men 'er ziet is by de begraveniden, welke met een ftoet van 4 of 500 perionen verricht worden. Penfyivanie levert Vlasch en Hennip op ; 't maakt Lywaten van 't Katoen uit Karolina, en Lakens van de Engelfche wolle. Het verzend na de Eilanden Biskuit, Meel, Boter , Kaas, Zmeer , Peulvruchten , Fruit, gezouten Vleesch, Cider, Bier en Hout; en ontvangt daar voor Katoen , Zuiker , Koffy , Bran-  der beide INDIEN. 4*7 Brandewyn en Geld; na de Madera en Ka narifche Eilanden en na Spanje en ™g zendt het Koorn en Hout tegen Wyri en Piafters; en na het Moederland Yzei, Hennip , Huiden, Pelteryen, Lyn• Olie en Mas en , waar voor het Garen , Wolle, Fyn Laken, Perfifche en Indifche Lywaten, Yzerkramerven en andere behoeften ontvangt, welke goederen jaarlyks veel meer belopen dan het Moederland ontvangt. Dit doet de Penfvlvaniers niet alleen hun geld misfen, op andere Markten ontvangen ; maar maakt hen daarenboven grote fchuldenaars van &fj5& 't welk zo lang zal aanhouden als de ontginningen groter vekcbot zuHen vereifchen dan de Landeryen opbrengen. Het emgfte dat den bloei der Volkplanting kan vertragen is dat de plantaadjen te ongeregeld zyn aangelegd In Ï769, bedroeg hare verzending tt,i6*4M livres en welke zedert aldaar meer dan menige andere Volkplanting is toegenomen. Philadelphia of de Broederjiad , is het middelpunt dezer werkzaamheid Pknn, die haai tot de Hoofdftad van zyn gebied wilde verheffen , wilde dat zy ene myl breed , en twe mvlen diep was. Zy legt 20 mylen van zee_, daar de Delaware en de Schuilkiü zich verenigen. Hare ftraten zyn lynrecht , meest vyl£ Voeten breed; de twe hoofdftraten hebben ene breedte van byna honderd voeten; aan beide derzelver zyden zyn brede luifels. De huizen, van ene thuin en boomgaard voorzien , en twe verdiepingen hebbende, zyn van fteen gebouwd , en door het ™rmer, welk in de nabuurfchap gevonden wordt^wr-  488 T A F R E E L fraaid. Van deze fteen vervaardigd men ook Tafels, Schoorfleenmantels en andere Huisgeraden , welke aldaar liet voorwerp van een aanzienlykon handel zyn geworden. Ieder aanhang heeft 'er zyne Kerk. Hef. Stadhuis is een prachtig en kostbaar gebcuw , alwaar de wetgevers des volks vergaderen. Kaast het zelve 'is ene openbare boekery door de zorg van den Beroemden franklin in 1/32 opgericht , die men des Zaturdags vry mag gaan bezoeken. Men heefc daar bygevoegd Natuur en Wiskundige werktuigen en een Kabinet Natuurlyke zeldzaamheden , en in 1752 verrykte den Edelmoedi^en logan deze ftigtjng met ene fchone verzameling van Griekfche' en Latyofche Schryvers men is ook een Kweek. Ichool aan Doctor franklin verfchuldigd , waarin nu alle wetenfchappen , behalven de godgeleerdheid, onderwezen worden. Zyne Kaaiyeu , waarvan de voornaamffe 200 voeten breed zyn, zyn bebouwd met Pakhuizen, waar in fmaak doorftraalt. De bewoners wierden in lj66 op 20,000 gefchat. Deze en de overige Steden van Penfyivanie leggen geheel open, ook is het land ontbloot van Vestingwe-ken , een gevolg van der Quakers godsdienftne beginzelen. Dit is het enige ff.uk , waarin deze brave luiden misfehien van hgtvaardigheid te befchuldigen zouden zyn; doch zy kunnen den óoripgstoeftel niet overeenbrengen met de voorfchriften. van 'c Euangehe... De vervolgingen der Roomschgezinden in Engeland deden Lord Balcimpre beiluiten in Virginie ene fchuilplaats voor de vryheid des ge.  de* beide INDIEN. 48» gewetens te zoeken; doch die aldaar niet vindende beraamde hy het ontwerp om zich neer te flaan in het onbewoond gedeelte van dit gewest , gelesren tusfchen de Rivier Potowmak en Penfyivanie. Zyn zoon vervolgde na zyn overlyden , inmiddels voorgevallen , dit: •ontwerp , en begaf zich in 1633 te fcheep met 200 Roomsch-Katholyken van goede Huizen. De nabuurige Wilden, door hunne zeden gewonnen , onderfleunden hen m het oprechten der Volkplantinge. Hare bevolking nam zeer toe , zo door het geluk wek zy genoot, als door dc Godsdienftige vryheid welke men aan alle aanhangen verleenden. Het bef uur daarvan wierdt na dat van het Moederland ingericht/ De ftaaisomwentelingen m Engeland ver Haken Lord bali imore een en andermaal van zyne rechten ; doch de opvolger van jACOBus II. bevestigde het Huis der Ialtimorks , na dut het in den fchoot der Engelfche Kerke was overgegaan , in alle zyne regten op Mariland. De Volkplanting wierdt zedert beftuurd door een Raad en twe Afgevaardigden, door ieder diftrikt verkozen. Deze Provincie wordt befproeid door een aantal bronnen en vyf bevaarbare rivieren; het klimaat is 'er gezond ; doch het land bevat ene menigte afzigtelyke Infecten. Het is ene der kleinfte Provinciën van Noord-Amerika; maar de meeste gronden zyn heilagen, zedert dat de bevolking is aangegroeid tot 320,000 zielen , waar onder vele Duitfchers zyn ; de voornaamfte oorzaak van der* zeiver voorfpoed is de Tabak. Hh 5 De  49° T A F R E E L De Tabak is ene fcherpe, brandbare en zelf ene vergiftige plant, die voorheen in de Geneeskunde veel gebruikt wierdt. Men vondt haar in 15*0 by Tabasco, in de Golf van Mexiko. De ftam van deze plant is recht, ruig en kleverig en de bladeren zyn digt, zagt en bleekgroen. Zy vordert een middelmatig fterken grond , maar effen , diep en niet te veel aan overftromingen blootgefteld ; een ongerepte grond is haar zeer dienftig. Het zaad wordt op Bedden gezaaid, van waar de plant, als zy 2 voeten hoog is en 6 Bladeren heeft , by vochtig weer voorzichtig na een weltoebereiden grond wordt overgebragt , alwaar zy 3 voeten van elkander geplant worden. Zy vorderen een geftadig op. pasfen. Tot 2,500 planten, die 1,000 ponden Tabak moeten uitleveren, wordt den aanhoudende arbeid van een Man vereischt. West-Indie en Afrika planten den Tabak alleen en ook genoeg voor hun eigen gebruik. Verfcheide gewesten van Europa hebben deze plant gekweekt met meer of minder gelukkigen uitflag. De Tabak van Cuba wordt veel tot Snuiftabak bereid , die van Caraque wordt in Spanje, in 't Noorden en in Holland gerockt, en die van Brazil wordt in de Europi. fche gewesten door de liefhebbers fterk getrokken ; nogthans is de allerbeste die in het Noorden van Amerika groeit, waaronder die van Maryland den [twedcn rang verdient ; hoewel hy niet door de gehele Provincie even goed is ; die op de hoge gronden aan de noord-  de* beide INDIEN. 491 noordlyke oevers van den Potowmak groeit is VtreMar& voormaals en Annopolis tegenw x)rdi5j de Hoofdftad van den Staat zyn van l n g belang. Al den handel gefchied te BaSÏrS , voorzien van ene haven die SeheSS. welke 17 voeten die? gaan kan.ontvaren. Deze drie Steden , de enige m de Volfplanting, leggen aan de Baai neak, welke 250 Mylen landwaards ftiekt en E gemiddelde br^ed e 12 Mylen is. Aan oen flnÊk^e» go&te Schepen door. *«g3**lS den grond , het noodzaaklyk gevolg van net kwefrn der Tabaksplant, maakt dezelve allengs onglf hikt voor enige andere beplantten; hief om zal men zich moeten toeleven op het bewerken der Yzermynen , welke merg overvloed gevonden worden. Zedert enigen tvd vervaardigd men 'er Kouzen , Zydeu cn wollen Stoffen . katoene Lywaten , alle zoorten van Yzerkrameryen en zelfs Schtetger W Virginie , welk de zelfde grond en luchtftreek heeft als Maryland , heeft boven hetS enige voordelen ; en heeft groter uitgeflrektheid. Zyne Rivieren ontvangen gioter Schepen en laten een langer vaart toe. De bewoners zyn van ftouter en ondernemender aart.. Vóór twe Eeuwen was het al het land welk de Engelfchen voorhad den te beflaan op het vaste land van Nooid-Amen-  49a T A F R E E L ka ; tegenwoordig verftaat men 'er door de uitgeftrektheid tusfchen JVJaryland en Karolina. Be Engelfchen kwamen hier, in 1606, aan, ten getale van _ 500 , te Jamestown voet aan land zettende. 'Zy geraakten in de ongelukkige dwaling , dat hier zilvertiïynen waren, dewelke hen den landbouw deedt yerfmaden. Een hongersnood was hunne ftraf , die 440 menfchen wegnam. De overige 60 werden behouden door deiaware , die aldaar met drie Schepen aankwam , levensmiddelen en nieuw volk medebrengende. Deze man was van ene buitengewone eerlykheid en kunde, Zyn opzicht bragt de zaken in ene goeae orde ; maar, tot ongeluk der Volkplanting, verplichtte hem zyne gezondheid kort daarop na zyn Vaderland terug te keren. Na de komst van karélï.opden Throon , kreeg deze Volk, planting een vast aanzien. Hare welvaart deedt ene menigte menfchen derwaarts heen vioeijen , wier getal door de burgerlyke onlusten in Engeland wierdt vermeerdert. Na enige tegenkantingen gaf zy zich aan den Protector over. Na deszelfs dood maakte beakley , haar Gouverneur , die karels huis fterk was toegedaan, dat kar el II. voor Koning in Virginie uitgeroepen wierdt', eer dat hy ais zodanig in Engeland erkend was. Doch dit hadt voor de Vo'kpianting niet die voordelige gevolgen , die zy 'er zich van belooft hadt. Karel II. ftondt aan zyfflè inhalige Hovelingen onmetelyke gronden af , welke de bezittingen van een groot gedeelte min vermogende Burgers inzwelgden. De onderdrukkingen der Regering bragten cindelvk de Volk. plan.  der uiei INDIEN. 495 planters aan 't muiten, Het naderen van troepen uit 't Moederland maakte dat men in onderhandeling tradt , en de verzoening getroffen wierdt ; doch Virgime heeft zedert nu het nadeel van een verkeerd beduur en dan verdrukking van dwingelandifche en ichraapzuchtige Opperhoofden moeten lyden. Even gelyk de meeste Volkplantingen loste Virginie in den beginne niets dan landlopers zonder gezin of bezitting. Hun voorfpoed ftelde hen in ftaat zich in het Huwclyk te begeven. Zy gaven 2,150 livres voor elke jonge dochter die hen uit Europa wierdt aangevoerd, voorzien met een getuigfchrift van haar verftand en deugd. Verfcheide Familiën ftaken zedert derwaards over, en de bevolking nam fpoedig toe , hoewel de Godsdienstvervolging derzelver voortgang vertraagde. Midlerwyl vermenigvuldigde de Menfchen door den tyd op dezen grond , en de zucht tot rykdommen bezorgde by aanhoudenheid burgers aan dit gedeelte der nieuwe Waereld. Volgens de optelling van het Congres bedraagt het getal der Ingezetenen 650,000, zynde hier onder de Slaven begrepen die gewoonlyk op 150,000 gefchat worden. De Hollanders bragten in i6ao de eerste aldaar aan. De Arbeid dezer menfchen levert aan de beide Waerelden Koorn, Mais , Peulvruchten, Yzer , Hennip , Huyden , Pelteryen , Pek , Teer, Hout , Masthout en inzonderheid Tabak , beter dan die van Maryland. Die aan de Rivier York groeit wordt voor de beste gehouden. VaQ  494 T A F R E E L Van het jaar 1752 tot 1755 ontving GrootBritannie uit Virginie en Maryland jaarlyks 875,280 kwintalen Tabak. Van 1763 tot .1770 beliep dit jaarlyks 812,500 kwintalen, en het binnenlands vertier van Engeland vermeerderde ten zelfden tyde jaarlyks 41,170 kwintalen ; dus voerde Engeland 103,950 kwintalen minder uit dan voorheen . het welk men moet toefchryven aan het vertier van den Hollandfchen , Duitfchen en inzonderheid der Rusiifche Tabak , want het gebruik dezer plant is eerder toe dan afgenomen. In het jaar 1769 bedroeg den verkoop der voortbrengzels van Virginie en Maryland gezamentlyk ]6,i95,s77 livres , waarvan twe derde delen aan de eerite bezitting behoorde ; de Tabak was daar van het voornaam (le , hebbende Virginie dasr van uitgevoerd 57,337,795 pondenen Maryland 95,781,769 ponden. De Schepen die deze voortbrengzels afhalen zyn genoodzaakt hunnen ladingen meenemen aan de Plantaadjen zelve, die gelegen zyn op een gro. ter of kleiner afïïand van den Oceaan, aan bevaarbare Rivieren, van 100 tot 200 Mylen; dit vermoeit de zeelieden geweldig en doet hunne reis vertragen. De pogingen van GrootBrjtannie om Stapelplaatzen aan den Mond der Rivieren cprerichten zyn vruchteloos geweest. Williamsburg zelve, hoewel de zetelen Hoofdftad der Volkplanting zedert den ondergang van James Town , bevat geen 2,000 inwoners. De fchuldcn der Provincie waren altoos zeer aanmerkelyk. By het ontftaan der jongfte verdeeldheden wierden zy gefchat op 25,000,000 li-  der beiöe IND I E N. 495 livres , welke fom aan Engelfche Kooplieden moest betaald worden. De voornaamfte oorzaak daarvan was dat zy te fterk gehegd zyn aan de vertoningen der weelde, verwyfdheid en zorgeloosheid. Karol/na, dat men in Noord- enZuid-Karolina orderfcheid, wierdt door de Spanjaards het eerste ontdekt, doch zy verlieten het, omdat 'er geen goud ,was. De Admiral coligny opende daar een bron van nyverheid voor de vervolgde Proteftanten; maar de Geestdryvery welke hen vervolgde, verydelde hunne hoop door het vermoorden van dien braven en kundigen Man. Enige Engelfchen vervongen hen , maar verlieten naderhand dit gewest. 'Er was niet een enige Eu. ropeaan , wanneer karel II. aan enige Lords en Edellieden in 1667 den eigendom daarvan afftond. De vermaarde j. locke maakte 'er het Wetboek voor. Schoon hy de vryheid van geweten niet openbaar durfde voor te ftaan , wist hy 'er de verdraagzaamheid in te voeren; echter moest ieder lid, na zyn zeventiende jaar , zich tot deze of gene gemeente vervoegen. Hy begunftigde niet even zeer de burgerlyke vryheid; de gantfche wetgevende magt wierdt aan de acht bezitters van dit land en hunnen erven gefchonken. Deze oppervorften ftelden terftond drie rangen van Adeldom vast. Verfcheiden misflagen in het Landbeftuur, de onverdraagzaamheid in den Godsdienst en twe buitenfporige Oorlogen met de Wilden, wederftonden den bloei dezer bezittmge. De Eigenerfden na ene willekeurige Heerfchappy ftrevende , vonden huiane tegen- ftan-.  496 TA FEREEL ftanders in de Volkplanters, die te wel onderricht waren van de Mcnfehelykè regten. Eini deiyk nam de Britlche Raad, tegen en? be* hoorlyke voldoening t in 1728 dex$ bezitting terug. De Regeringsvorm der anfcre Provinciën wierd hier ingevoerd ; en om deszelfs beftuur eenvoudiger te doen wo'den, wierdt het verdeeld in twe Gouvernementen, onder den naam van .TS"oord- en Zuid-Kaiolina. De beide landchappen beflaan te zamen ruim 400 Mylen langs de kust, en 200 My* Jen landwaards. Doorgaans is het ene zandagtige vlakte , welke door de overflroming der Rivieren en de Regens moerasfig wordt* üo of 100 Mylen van zee ryst de grond tot aan de Apalaches. Op deze landen , te midden der Pynbomen, grazen enige zeer ontaarte Schapen , een aantal Hoornbeesten en ene menigte Varkens. Het land wordt befproeid door vele rivieren , van welke zommige bevaarbaar zyn. Het klimaat is 'er doorgaands gematigd ; in den naatyd heerfchen 'er in de, vlakten afgaande koortzen, welke voor de uit" landers dikwyls doodlyk zyn. Noord-Karolina bezit gene voordelen evenredig aan hare uitgebreidheid. De grond is 'er veel onvruchtbaarer dan in Zuid-Karolina. Dit gevoegd by de ongenaakbaarheid harer kusten en de menigvuldige Orkanen , weerhield langen tyd de gelukzoekers zich aldaar te vestigen. Zeer laat zetteden zich hier enige Landlopers neer, zonder zeden , zonder wetten en zonder ontwerpen. De fchaarschheid der Landeryen elders lokte vervolgens behoeftige lieden derwaards. Tegenwoordig telt men 'er vol-  dek. beide INDIEN. 497 volgens de opgave van het Congres 300, 000 Sners , waar onder een klein getal flaven! De'meesten zyn van Schotfchen afkomst. Zy leven zeer afgezonderd op.hunne pfantaadjen, zonder eerzucht of vooruitzicht zy hebben goede huislyke zeden en .voeden zich met varkensvleesch, melk en Maïs; maar zy hebben ene grote drift voor fterke dranken , De eerfte ongelukkigen welke aan deze woeste oevers landden hielden zich bezig met Hout te hakken voor de zeelieden, en ver. volgens met uit de Pynbomen , Terebmtyn, Teer en Pek te verzamelen. Door den t^ü verzond de Volkplanting na Europa Huiden, Wasch, Pelteryen en 10, of ^,oo°,coo, ponden flegte Tabak; en na West-Indie ingezouten Varkensvleesch , Maïs , gedroogde Peulvruchten , een weinig liegt Meel en goederen van minder aangelegenheid ; die alles bragt te zamen niet boven de 1,2 01 1,500,000 livres op. Deze goederen zyn algenaald vanBrunswyk, gebouwd aan den Mond van de Rivier Kaap-Fear, in het zuidlyk uiteinde der Provincie, 't welk de enige plaats , is langs de geheele kust welke de Schepen kan ontvangen. Wigminton, de Hoofdftad, hoger op aan dezelfde Rivier gelegen, kan alleen van kleine Schepen worden aangedaan. Zuid-Karolina levert dezelve goederen op als Noord-Karolina , hoewel minder, tiec heeft zich inzonderheid toegelegd op de K\st cn Indigo. De Rystplant, zeer gelyk aan het Koorn, tiert best in lage, vogtige zelf moerasfige gronden. Door de bewerking en op-  493 T A F R E E L pasfing der Negers groeit zy hier in de Moerasfen aan de kusten grenfende. Op een groter afftand van den Oceaan doen dezelfde handen de Indigo voortkomen , welke 'er daagiyks beter wordt. In 1769 bedroegen hare verzendingen , nevens die van Noord Karolina, 10,601,336 livres. Hare bevolking beftaat uit 250,000 bewoners, half blanken half zwarten. Het is de rykfte Provincie van het Noordlyk vaste land ; van hier dat 'er de uitgaven de hoogte van weelde bereikt hebben. Men telt 'er drie Steden welke dc voornaamfte en tevens Zeehavens zyn , ais GeorgeTown aan den mond van de zwarte Rivier , Beaufort of Port-Royal, welke ene goede Ree beeft, en Charlestown de hoofdftad en de gewigtige Marktplaats der Volkplantinge ; het Kanaal welk derwaards loopt is door een zandbank belemmerd , 't welk de hulp van een ervaren loots vereischt. Zy' kan 500 zeilen bergen en Schepen van 200 last kunnen 'er met de volle lading binnen komen. De Stad heeft ook regte en brede ftraten en bevat 2.000 Huizen en enige openbaare gebouwen. Zy is de Stapelplaats van alle in en uitlandfche goederen, het welk haar zeer bloeiende doet zyn. Tusfchen Karolina en Florida legt ene fmalle ftreek lands, welke 60 Mylen langs de zee beftaat, die zich allengs verbreedt tot 150 Mylen, en 300 Mylen landwaards loopt, tot aan de Apalaches; ten noorden heeft het deSavannahftroom en ten zuiden de Altamaha. Dit land wierdt bevolkt door luiden , om fchulden gevangen , die  BIl,«iB«INDHN. 499 die door de edelmoedigheid van een ryk Burger ontflagen wierden. By dit gefcheuk voe gde het hdS £"£ ThS' zal Ogletmorpe , een ttn L zich reeds een naam verworven hadt, verzelde deze eerfte Planters , als ^n oppe . Wd In \7Vi , ze"e hy aldaar v0 ïant en vS de %^cno^^ len van de zee, aan de vermakelyke oevers van de Savannah. De bevolking flegts uit looperfonen beftaande , gro«de weWiawt 618 perfonen aan , van welke i*7 de ^ze op eigen kosten gedaan hadden De dappere Berg-Schotten vermeerderden m f735 ^ VolkpÏÏnting , en ftichtten het vlek Darien, i Mylen vagn 't Eiland St. Simon, waar men reeds^rederika vondt. Vele vervolgde Saltzburgers verhuisden ook derwaarts en üoe sen zich neder aan de Savannah, alwaar 1^6 Mylen van de zee Ebenezer ftich en. Hun voorbeeld wierdt door enige JfwHgJ ^evolsd; welke zich mede aan de bavannan Serfloegen, maar drie Mylen lager, op «n plaats die hen aan de wetten van Kaïolina onderworp. Hunne Volkplanting; nitioo Huizen beftaande, noemden zy Puivsbui£' 1 In deze vier of vyf Volkplantingen wa^ vele luiden nieer gefchikt tot den Koopha" del dan tot den Landbouw. Ten einde ver bintenisfen met de Wilden , die hun pelte ryen verfchaffen konden, aantegaan , bouwden zy Augusta, 145 Mylen van den Oceaan. Het Moederland was niet weinig verbaasd, toen het in 1741 yernam , dat van de menigte menfchen na dat gewest gezonden, »  500 T A F R E E L weinig waren overgebleven , welke alle na een beter verblyf baakten. Dit kwand fprbot uit de te eigenduokelyke magt der bettuürders , de geringheid der gronden die men ieder toeftondt , dc fchattingen die rn'en den Planters, van hunne eerfte vestiging af, oplag/, en het verbod om flaven te hebben. De wanhopige ftaat der bezitting deedt ein »• lyk het Britfche Ministerie de Regerings-form der andere Volkplantingen aldaar invoeren. Zedert dit tydftip maakte zy een vry annzionJyken opgang , hare Moerasfen hebben ene grote menigte Ryst opgelevert , en op de hoge gronden wordt heter Indigo geoogst dsn die van Karolina. Vóór het jaar i?6$ 'hadt men 'er Ó3:v7o Akkers land uitgedeeld De Landeryen welke in 1763 maar 3 livres 7 ftuivers 6 penningen op brr.gr.en , wierden in 1776 verkogt voor 67 HVres 10 ftuyvers. In 1769 voerde de Volkplanting uit voor ,6^5,418 livres , 't welk zedert veel is toegenomen en nog veel groter kan worden De bevolking bedraagd fkchts 30,000 menlchcn, meestal flaven. ' Onder , den naam van Florida verftond de Spaanfche eerzucht voorheen alle de landen tusfchen de Golf van Mexiko en de noordlykfte gewesten van Ame.iKa ; doch zedert heeft de fortuin dezen naam bepaald tot het Schiereiland tusfchen Georgië en' Louifiana gelegen, lukas v£i,AsoüEs,ceen' Monitor, zetre hier het eerst voet aan land en wierp op ene listige wyze een groot gedeelte der bewoners in ketenen. Dit gewest bleef lang in vergetelheid, wanneer het geheugen daarvan verIe-  DBR BtiDi INDIEN. 5?| I^djgd wierdt. door ene vastigteid welke j- To-n-^hen aldaar oprichtten , die m 1-505 dC 1 van 'c Hof van Madrid vernietigd • : üf 7v vorden hier de Sasfafras-boom. Si Rfoeir«ï een grond tusfchen droog Dezelve f £cht „iad en niet zeer K&V Men rebrnikt de bloemen als The wore" fegen de . afgaande koortzen EUSSfNa"ied"S.Sne hier te: posten te e.r Muthieu , St. Mark en St. Jofeph, doch ?S ricKtéoen vastigheden op te Penfacola en g S ISSn? De Engelfehen Weg gen de 11 1 nlflars in 1740 te vergeefsch, doch de v^v^iVS ftfe gehee? Florida in hunne Sdee , alwaar toen flechts 600 maners fa een*Moedigen ftaat leefden, die alle na Cuba overf aTen , en voor Engeland niets dan ene wildernis overlieten- Nogthans rekende GrootBriSSe zich gelukkig met het bezit van di pewest, welks gronden, door de overdragt van een gedeelte van Louifiana, tot aan de MisfiDPi wierden uitgebreid. ©Tde ontginningen te verhaal!en. vui , de men de verovering m Oost- en vvcstFloiSt St. Auguftin wierdt de hoofdp aats Sn bet eerfte en Peniacola die van het laatgedeelte. De eerfte Volkplanters waren Jepenfioncerde Officieren en afgedankte Sddlten i welke vermeerderd wierden door Ak1 i 3 ter*  502 t a f r e e l1 kerlieden uit de nabuurfchap en zelf uit Europa. Doctor turnbull verwierf'in 1767, voor 1 co Louifen, de vryheid van de Regering van Peloponnefus om enige Grieken , welke onder het juk der Othomannifche dwingelandy zuchteden , in te fchepen; vervolgens lokte hy enige opgezetenen van Corfika en Minorka en landde met deze Emigranten ten getalle van jooo , in Oost Florida , alwaar hen 60,000 Akkers grond wierden toegeftaan. Deze kleine Volkplanting die van haren Stichter wetten ontving, welke haar nog als één gezin doen leven , hadt in 1776 reeds 2,300 Akkers van een tamelyk vruchtbaren grond ontgind , zy bezat genoeg beesten tot hare fpyze en arbeid, benevens toereikende oogden tot eigen gebruik ; en zy verkogt voor 67,500 livres Indigo. De beide Florida's, die in 1769 flechts voor 673,210 livres uitvoerden , geven door hunne legging hoop dat de Wynitok > de Olyfboom, het Katoen en andere tedere planten daar gelukkig zullen (lagen. West-Florida is het vruchtbaarfle gedeelte, voornaamlyk aan de oevers van den Misfifipi ; daar en boven heeft 't het voordeel gehad van aan vele Britfche Eilanden hout en andere goederen te leveren. Door de aanwinning der beide Florida's, een gedeelte van Louifiana en geheel Canada zagen de Fngelfchen zich in de bezitting van het gehele land , dat zich van de Misfifipi tot aan de rivier St. Laurens uitftrekt : ene gree ter bezitting , als immer op den aardbodem wierdt opgericht. Een hogen keten bergen, die I5°j  »ïr biidi INDIEN, 503 t«-o, of 200 en zomtyds 300 Mylen van de zee legt , doorfnydt 't zelve van 't Noorden n'a't Zuiden. Men noemt ze Apalaches \ achter deze bergen legt ene eindeloze wildernis, waarin zommige reizigers tot 800 Mylen ver geweest zyn zonder een einde te vinden. Men gist, dat hare rivieren zich m de zuidzee uitftorten. Zo dit waar is , dan kon ingeland bezitter geworden zyn van de lleutel des handels van de vier waereld-delen , dien het door zyne zeemagt dekken kon. Dit land kan door den landbouw en koophandel alleen bloeijen ; hoewel het over t geheel zo laag zy , dat men het, op 14 vademen waters,naauwlyks van den top der giote Mast kan herkennen , is nogthans deszelts kust zeer genaakbaar ; de diepte neemt ongevoelig af en den zeeman vindt allerwegen ene menigte Reeën en Havens. De grond is er vruchtbaar genoeg, maar de voortbrengzels komen later tot rypheid. Het land bevat byna alle bomen welke Europa oplevert. Aan het zelve zvn twe bomen byzonder eigen de lamaris. en Ahornboom. De zaadkorrels van den eersten, in water gekookt, leveren ene foort van'fmeer of wasch ; de infbydmgen m den anderen gemaakt geven een fuikerachtig vogt. De Hyen hebben zich hier geweldig vermenigvuldigd; vele menfchen voeden zich met de honing ; en 't wasch is een aanzienelyke Jak van koophandel. De Europeanen hebben hier ook veel Vee gebragt, dat zich fterk ve.menigvuldigd , maar ook tevens veel van zyne fterkte, het varken alleen uitgezondert, ver. locen heeft; doch allengs is het op enige li 4 Piaax  5o4 T A F R E E L plaatfen tot zyne vorige hoedanigheid terug gekomen. De Maïs , die hier zeer >elig wascht, heeft, buiten haar koorn , nog 't voordeel , dat hare bladeren een goed voer voor de beesten zyn. Het geen Noord-Amerika niet nodig heeft tot eigen gebruik verzend het na Portugal , Zuid-Amerika en de Eilanden. De Aanmoedigingen der Engelfchen deden na den jare 1769 uit Amerika zo grote menigte Pek , Teer , Terebentyn , Raaën , Masten en Timmerhout in de havens van het Moederland aankomen, dat het in ftaat was deze goederen asn de nabuurige landen te verkopen. Amerika kan ook Zeilen en Touwerk leveren, door het Viasch en de Hennip, welke aldaar geplant worden ; ook bezit het overvloedige Yzermynen die zeer ligt te bewerken zyn. Het enigfte wat aan dat gewest fcheen te ontbreken was de wyn. Men heeft vele pogingen gedaan om de wilde wynftokken door ene goede behandeling volkomen te maken , doch vruchteloos. De zyde teelt heelt men 'er tragten aantemoedigen door het beloven van vericheiden praemien ; maar dit is tot nog toe van geringe uitwerking geweest. De eerfte zorg der Regering was dit land te bevolken , zonder zich zeiven te ontvolken. Hier in wierdt zy geholpen door de onverdraagzaamheid en dwingelandy der overige volken, welke aan Noord Amerika drie klasfen van bewooners gaven. De eerste zyn de vrye lieden , maar dezelve ontaartten en verbasterden allengs ; de twede klasfe beftaat uit de Misdadigers, welke men uit Engeland derwaarts  „ml-bsii* INDIEN. 505 «aarts zondt, en die zeven of veertien jaren T$e derde klasfe beftaat uit arme menfchen, Se men uit Duitschland daarheen lokte, en die, hW vracht niet kunnende betalen , aan de paters verkogt wierden: deze to^<%* niet langer dan 8 laren duren , waarna zy ae resten van vrye Burgers genoten. Om 7t gebrek van bevolking te vervullen , Ü6Cff ronTfe SS eïerfbSelt ^Tn^iS^fl-vea te zyn: hetgeen w0 "Llvke v/etsovinge onwaardig is. De voorbeeld gegeven van de vrymaking ywarten , die van hun afhangen. T£ reken,, M £, W-™> * ? n Ster dezelve telt men allerlei flag van menfchenn dif k imaat verdubbelt de bevolS Ê volgens de rekening van den Heer fr*«- Sdfhiwe^n" Deleden dar bewoners d,e yLdV uiteezogte vermaken te hebben , geSeK " fiTde eerste opkomst der Volkplanttogeft hadt het geld 'er dezelfde waarde als m het Moederlandi dan de fchaarsheid daar van deedt  So6 T A F R E E L het een derde in waarde klimmen. Eindelyk deedt de nood het papieren geld invoeren als een middel van ruiling, 't welk allerwegen behalven in Virginie in gebruik raakten. Het vermenigvuldigen daar van veroorzaakte dat het in verfchciden Provinciën geheel geen pjys meer hadt. De behoeftige Staat der Provinciën moet toegefchreven worden aan de Engelfche wetten , welke den Amerikanen verbieden Ma. nufacturen uit ancioro gewesten te ontvangen , het yzer te bewerken, vreemde Schepen, ten zy in nood , in hunne havens tpetelaten, en met hunne Schepen enige andere dan Engelfche Koopmanfchappen af te halen ; < alle deze verboden waren zo veel drangredenen om den fluikhandel te doen geboren worden. 3n plaats dat het lot van Amerika verbeterd wierdt, waarom het bleef aanhouden- wierdt het met belastingen bedreigd. Engeland, gedrukt door ene fchuld van 3<333 000,000 livres, zodanig toegenomen door den roemruchtigften Oorlog dien het 00; r . voerd had,zogt in Noord- Amei ika een hulpmid el daar tegen. Nimmer hadt het Britfche Ministerie vergeefs aldaar onderitand gezogt; maar de onderltanden waren vry willige giften en gene belastingen. Het Ministerie hier op ^een acht flaande, bediende zich van het ogenblik van een roemryken vrede om ene gedwongene belasting van de volkplantingen te eifcheu Het jaar 1764 zag de beruclre Zegel-Akte te voorfchyn komen ; het misnoegen deswegen open baarde zich door een eenparig befiuit, om gene Britfche voortbrengzels te gebruiken; vele land-  b»r BttDt INDIEN. 507 landlieden leiden zich toe op de handwerken; en de Heetst bewerkte goederen wierden tot denzelfden prys verkogt, die voorheen de fynfte Lvwaten en fraaifte ftoffen kostten. Doch het geroep der Britfche kooplieden, wier goederen hu geen aftrek hadden, deedt eindelyk die Akte hoewel met tegenzin herroepen. Om zich deze fchade te vergoeden lag het Parlement in 1767 ene evenredige belasting op het Glas, Lood, Bordpapier, Verfftoffen, gefchilderd Papier en de The , welke na Amerika verzonden wierden. Niet minder ergerden zich de opgezetenen aan deze belasting , vermids zy deze goederen niet anders dan uit het Moederland mogten trekken Het misnoegen deswegen deedt het heffen dier belasting drie laren uitftellen en eindelyk in 177° ?^ts\at' fchaffen ; doch men zonderde de The daar "van uit , om zyne fchande enigermate te bedekken , hoewel de betaling daar van met voor het jaar 1773 geheven wierdt. Algemeen is het misnoegen in Noord-Amerika op het ontvangen dezer tydmg. Zommige Kooplieden weigeren de aan hen gezonden The te ontvangen ; andere gewesten verzaken het gebruik daarvan; en m de Haven van Boston wierden drie ladingen The uit Europa aangekomen vernield. Het Par ement, op wederwraak bedagt voor deze gewelddadigheid , zo wel als voor de tegenkantingen die het meermalen van deze vryheidlievende Stad hadt moeten dulden, beflóot by een Bill van den 13 Maart 1774 de haven van Boston te fluiten ; doch in plaats dat het daar door zyn oogmerk bereikte , hadt het ten gevolge dat  5'oS T A FR ï U alle de Provinciën zich de zaak van Boston aantrokken , en die hefchouwde al? een voor. bereidzel tot hunne flaverny. i>- Provinciën, waarby zich vervolgens Georgië voegden, verenigden zich en zonden in September 1774 afgevaardigden na Philadelphia, met last om hare voorrechten te handhaven. Van dit ogenblik wierden de gefchillen tusfchen het Moederland en de Volkplantingen van meer gewigts. De befluicen van weerskanten genomen doen de gemoederen verbitteren. Alle hoop op verzoening verdwynt. Van beide zyden wordt het zwaard gewed , en de Burgers worden Soldaten. In April des jaars 1775 befproeid het bloed van Broeders den grond van Amerika en den Burgerkryg neemt een aanvang Verfcheiden geregelde gevegten volgden op dit eerste , wanneer het Congres bedagt wierdt om een Leger op de been te brengen , waar van het bevel aan georoe WASiriwaToir, geboortig uit Virginie , wierdt opgedragen. Groot-Britannie, in plaats van zyne volkplantingen te verligcen in hunne bezwaren , befloot Legers en Vloten derwaards te zenden om haar tot ene bepaalde onderwerping te dwingen. Tot op dezen tyd hadden de Amerikanen zich vergenoegd met een' tegenftand , door de wetten zelve gewettigd. De Opperhoofden, die uitgebreider uitzichten konden hebben, hadden tot de menigte nog niet anders dan van ene voordelige verzoening durven fpreken ; doch het gerucht van de toebereidfelen in Europa om de nieuwe waereld in boeiens te kluisteren of te vernielen, verflikte welhaast het overfchot der  I)BR BEIDE INDIEN. 509 o^nheid voor de aloude Regering; de der genegenhe d joor ^ ^J'T L b8eflo en eindelyk tot ene affchetked hadden, neuouuj j algemeen ding van het Moeder and ^J^n July 1776 ,, INoora mu beweegredehanglyken Staat , er. het ia> ^ ^ ne„ daar toe bloot^oor*^ van Vrankryk tlen Door de onJr1^"" § Generaal wasen het voorzrgugjtó«d van f Tr^nootok^hSOnafhanglyk te erken13 nfda he^lve, geduurende een wreden nê"u"^nrftïen Oorlog van byna 8 jaaren, en bloeddo ftigen ^'u|. e4Hgen nemen twe zyner Legers heef zien^ ^ S^St^ïwest -t onderwe, ping te dwingen.   De twee Tafels moeten geplaatst worden op Bladz. 54.   m