KORTE INLEIDING? VOOR DEN OORLOG ter ZEE, DOOR DEN RIDDER van KÏNSBERGEM UITGEOEEVEN DOOR Ce A. M A C K A Y, OUD ZEE-OFFICIER. Te Z UT P H E N By H. C. A. T H I E M E. ' m d c c x c v 'i i i,   VOORBERIGf VAN DEN UITGEEVER.1 L' ' Deeze Inleiding door den Admiraal van Kinsbergen gefchikt zynde geweest, voor een Generaal Militair fysthema ter Zee, en zulks aan eenige Officieren ter afschryving gegeeven, wierd dit ook aan my door zyn Excellentie vergund, en heb van de bekoomene Vryheid gebruik gemaakt, om hetzelve mede te deelen, als een gelchlkte Ampliatie by de voorige werken van zyn Excellentie, te meer, daar het een onderwerp is, waarover yoor zo verre my bewust, nog nooit of by geene Natie iets afzonderlyks te voorfchyn gekoomen is. De reputatie van de Admiraal van Kinsbergen, zo door zyne Militaire daa- den,  II VOORBERIGT. den, Vaderlandsliefde, als Militaire Schriften, is te veel hekend, dan dat 't nodig zoude zyn, dit werkje aan te pryZen, en den eerbied cie ik voor zyn Exelientie gevoel, gebied my van zyne verdienden te zwygen. Het is een grondflag van 't ge?n rot liet formeeren van een Miiirair Zeeman r.oodig is; de verfchillende takken van weterfchappen, die tor dit groote werk, een ruym vei] ter beoeffening vonr my, en andere Zee * Cfikreren open teten, zyn hier in aangeweezen, en enkel aangehaald, om tot een leidraad te dienen, voor Officieren die lust hebben zig ten dienste van hun Vaderland bekwaam te maaken, en ik zal voor zo verre mvnê geringe kui.de zulks toeiaicn eenige nuttige werken voor jon-, ge Zee Officieren aannaaien en eenigzints analyfeeren, 't weik" hier ag^cr zal byge* voegd worden, en welke boeken ik by'ondervinding geleerd hebbe, een Officier niet kan  VOORBERICHT. III kan ontbeeren, wyl men daar in alles vin* den kan, wat direót tot hun metier betrekking heeft. Met regr zegt den Admiraal van Kinsbergkn in zyne Voorrede van 't Zeemans Handboek Indien ooit wetenjchap eene bebi'pte en zaakelyke handleiding, om daardoor grondig 'in dezelve onderwezen te wolden, ver est Hté, zo is het buiten alle twyffel de Zeevaart en Krygsh>nde ter Zee, Wn'eevetis d'er'zelver onderhoorige takken. Wanneer men ga aflaat hoe veel verfchiU lende kundigheden, en ervaannge daar.oe vetehcht worden, hoe viêWuWg de voor* werpen zyn, welke aaartoe bétr'ëkking hebhen, hoe weinig nuttigheid en vrugt de dagelykfche ondervinding, zonder eene wellefiierde ftndie, in die dingrn, welke tot dai, einde dienfiig zyn, kan aanbrengen, en hoe hgt het geheugen zich in de meenigte der vooawerpen verliezende, van 't fpoor getaakt, kan men met anders oordeelen, dan dat  IV. VOORBERICHT. •dat eene zodanige Handleiding voor een Jong Zee Officier van de hoogfte nuttigheid, ja volflrekt niet te ontbeer en is. Hoe veel minder dan de wetenfchap van den Oorlog in zyn geheel genoomen, zonder welke men geen Militair Zeeman genoemd kan worden. De kennis van 't menschelyke Hart, als een zeer noodzaaklyfc vereischte in een Officier, is hier in door den Admiraal van Kinsbërgen niet dan van ter zyde aangehaald dewyl zyn Excellentie daar over zyne gedagten breedvoerig in 't 2de deel van zyn Zee-tacticq heeft meedegedeeld. Men vind in deeze inleiding, op eene beknopte wyze verhandeld, wat eigentlyk tot het formeeren van een goed Zee Officier nodig is, en wel voornamentlyk word daarin aangeweezen de Gronden, die tot dit groote werk moeten gelegd worden: als: 1. Waarin de daad, en de konst van den Oor-  VOORBERICHT. K Oorlog beftaat, met de vereischtens hiertoenodig in een jong Officier, om t'eenigen tyd met roem en reputatie te dienen, en tot nut van zyn Vaderland te kunnen germployeert worden. 2, Het formeeren van een Zee Conftitutïe, ontontbeerlyk, in ieder Land van commercie zynde hoe veel meer is zulks dan nodig, in onze Republiek, die alleen haar bron en welvaart uit de commercie moet hebben, zo die haar verlaat, moet een groot gedeelte van het Land , weer tot haare Moerasfen terug keeren. 3. Eenige Principes voor meer ervaarene, en Officieren van hooger iang, die en Chef zoude commandeeren. Alhoewel dit werkje alleen tot but had, jonge Zee Officieren tot nut en dienst voor hun Vaderland, en haar eigene eer op te leiden, zo zullen niet te min de Politic» quen, hierin ook eenige denkbeelden vinden, die haare oveiweegmg waardig zyn« Wen  VI VOORBERICHT. , Wenfchelyk waare het dat den Admiraal van Kinsbkrgen, zyn voorncemen om die te vermeeideren ten nutte van de Zeedienst uitvoerde, dog dit is tbands niet te verwagen. Zynde in dienst van Deenemarken getreeden. L_n Heer AJmiraal hecfc op myn verzoek ook wel willen toeftaan, om tot een aanhan;,.;zel eenige nuttige Memorien relatief tot het wejjk, hier by te voegen, zo als ook een Tabel, waar in hy verfcheydene pointen tot naedenking voor een Officier geplaatst heeft. . Myne Hartelyke wenfehen zyn, dat dit wi-■ • kje t'eeniger tyd tot nut en dienst aanhet Vaderland kan ftrekken, als dan ben ik verzekerd, dat dit de grootfle erkentensfe zal zyn, die men aan den Admiraal voor zyne moeite kan bewyzen.  KORTE INLEIDING] VOOR DEN OORLOG ter ZEE cn Oorlog het voorwerp der wetenfchap* van een MiUïtair zynde, is myn oogmerk in deeze kleine Verhandeling, eenige klaare en duidelyke denkbeelden van denzelven, en wel meest met betrekking tot ons eigen Vaderland, aan Jonge Heeren Officieren te geeven, om daar door voor te komen, dat zy zich geene verkeerde denkbeelden van een Metier formeeren, daar d.e geheele welvaart van hun Vaderland is van afhangende; het Vaderland zonder Commercie, is een onbegaanbaar Lighaam, en die Commercie zonder Marine, een Lighaam zonder kracht, dat by de minlle aanraking om verre valt. O, De Oorlog is eene werkdaadige pooging, van Mogendheeden, of Staaten, om elkander alle' mogejyke nadeelen toe te brengen, -Zo' wel A niet  C * ) rïiet betrekking tot den geheelen ftaat, als tot eëti gedeelte van denzelven, waarvan 't oogmerk alryd d'overwinninge is. Dezelve kan viervoudig betracht Worden, als: I. In dëszelfs Natuur. &. In dëszelfs gedaante. 3. In dëszelfs politieke en ten 4. In dëszelfs Operatien. 1. In dëszelfs Natuur, waar van ogenblikkdyk de befchryving gegeeven is, 2. In zyne form of gedaante, waardoor verdaan word, de manier op welke de Volkeren, gewoon zyn, hunne gefchillen te beslisfen, als geene andere Rechtbank hebbende, dan de Wapenen om hunne Verfchillen te vereffenen. 3. Ten opzigte van zyne Politieke redenen, welke de eene Mogendheid, of Staat, het zy als Principaal het zy als Geallieerde, tegen den anderen de Wapenen doet opvatten. 4 ïn zyne Werkingen of Operatien, bevat by een üitgeftrekte Wetenfchsp, om door middel van de Wapenen zyn oogmerk te bereiken. In zyne Operaden, is hy, Of- en Defensief. De Offenfive of werkdaadige Oorlog wordt ge-  C 3 3 ■gevoerd, als men zynen Vyand in Macht overtreft. Den Defe-nfiven, of verweerenden Oorlog voert men als men zyn Vyand in macht niet gelyk {laaft De Oiïenfive Oorlog kan in een Dcfenfive veranderen, het zy door de perfoneele bekwaamheden van den Admiraal of Chef der Vyanden, het zy door dien de Vyandelyke Vloot beter geëxerceerd en gemancevrcerd is, of wel door het verlie» zen van een Bataille. Zo kan ook een Dcfensive Oorlog in een Offcnfive veranderen, door bekwaamheid van den Chef of wel dóór eene beter geëxerceerde Vloot, waarvan de Chefs der Scheepen, en het Volk meer aan het Vuur gewoon zyn. 3- De Menseh in den Staat der natuur, heeft gcene andere dan Phyfique behoefter.s, deeze voldaan zynde, keert by weder tot de rust en volhard in dezélve, tot dat eene nieuwe prikkelinge van deeze behoefterss hem weder in beweegiug, brengen, en Wordt hy in 't voldoen van deeze niet verhinderd, dan is hy een vreedzaam Schepzel. Geheel anders is het met hem.gelegen, als hy uk die Natuur Haat, een Lid der Msacfchappy of laamenleA zt ving  ( 4 ) Ieeving is geworden, daar in behoudt hy niet alleen dezelve natuurlyke bchoeftens, maar hy voegt er een menigte andere Fa&ice by, gegrond op zyne Pasfien, Hoogmoed, Ambitie, Vaniteit, en andere driften, die d'oorzaaken van de meenigvuldige Oorlogen zyn , en blyven zullen Wanneer de Oorlogen hun begin genomen hebben , is zeer onzeeker; men ziet evenwel dezelven wel dra te voorfcbyn koomen, na dat de menfchen zich by elkander in eene zaamenleeving gevoegd hadden. Het voeren van den Oorlog ter Zee, van een geheel anderen aart en natuur zynde, dan die te Lande, waartoe in den beginne weiniger kennis, en ondervinding benodigd waren dan tot die ter Zee, heeft deeze ook laater zynen aanvang genoomcn, en is zelfs geen groote wetenfcbap geworden, dan na d'uitvinding van het Compas en het Bus-kruid. 4- Wy hebben dan gezien dat de Oorlóg eene uitvoerende wraak, wegens aangedaane beleediging is, tusfchen de Belligerante of Oorlog voerende Mogenheden en Staaten, die zich op allerlei manieren zoeken te attacqueeren, en te defendeeren, waarvan het groote oogmerk of but is, d' Overwinninge te behaalen. Maar om die oogmerk wel te bereiken, zo dieiu men  ( 5 } men niet alleen de middelen daartoe leidende te kennen, maar ook in tyds zich voor te bereiden, en vyeeten te calculeeren, en ee combineeren, het deel dat ieder van dezelve daarin moet toebrengen, het zyn de menigvuldigheden van deeze Calculaties, en Combinaties, die het Militaire Zee-weezen tot zo eene groote en uitgeftrekte wetenfchap formeeren, zo- dat er byna meer dan een menfchelyk vcrmoogen noodzakelyk zy , om hier in wel te flaagen, 5- Den Oorlog zo als wy gezien hebben, niet alleen een wetenfchap zynde, maar met regt, eene in zynen faamenhnng, en verband de grootfte die bekend is; zo zal ik om meer klaarheid van dezelve aan jonge Officieren te geeven, de wetenfchap van den Oorlog bepaalen, met te zeggen , dat zy is eene verzaameling van algemeene kennisfen, van ai het geene dat relatief is tot het Zee-weezen en Militaire, zo als ook van al dat geene, dat in den. Oorlog moet uitgevoerd worden. Eene generaale definitie van de wetenfchap van den Oorlog ter Zee gegeeven hebbende, zo volgc als van zelve, dat ik hier op moet doen volgen,alle de verfchillende wetenfchappen, waar uit dat groote A 3 ge -  C 6 ) geheel is te faamen gefield, op dat jonge Officieren met een opflag van het oog kunnen zien, welke vereischtens daar toe benodigd zyn, willen zy met; regt den eernaam, van groote Zee-Officieren weg draagen en het Vaderland in hunne omftandigheid van alle mogelyk nut en dienst zyn. Ook zullen zy uit den aart en 't verband met welke deeze verschillende takken van wetenfehappen, die de algemeene groote Wetenfchap van den Oorlog, ter Zee uitmaakt, kunnen zien, de orde in welke dezelve verhandeld moet worden; op dat zy zich klaare en duidelyke denkbeelden van alles fprmeeren, en het eene niet met het andere verwarr ren ; orde As de grpnd van alles a] 6. Om dan die orde te volgen , die de aart en natuur van alle de onderdeden, die tot het volkoomen maaken van het groote geheel nodig zyn, verfa,] Orde noem ik de onderlinge fchikkinge van een geheel, dat in alle zyne deelen over een moet Memmen en faamen moet werken, tot een algemeen einde of hut, zo dit in alle zaakeh noodzakelyk is, - hoe veel te meer is zulks onontl?cerlyk, in alle Zee' Operaties.  ( 7 ) vereischen, zo zal ik eerst beginnen, met dat geene op te geeven dat in de beoeffening hiertoe vereischt wordt; op dat alle jonge Officieren kunnen zien, wat hun metier vereischt, en hoe het eene na het andere, door hun beftudeerd moet worden, om die bekwaamheden re verkrygen, waar door zy zo veel nut, aan het Vaderland kunnen toebrengen, dat zy daaraan denkende, van zelve met die warme Va-t derlandsliefde moeten bezield worden, die hun alle moeite eri arbeid met lust doet door gaan. b ] Hec voornaamfte, waar alles op rust, is: 1. De generaale Millitaire ConfHtutie ter Zee. 2. De Discipline 3. De Scheeps - Bouwkunde. 4. Het maaken en bereekenen van alle foorten, van Masten, Stengen en Raas. 5. Het wel plaatfen der Masten. 9, Het toetuigen, met de berekeningen van al liet ftaande en loopende Touw - werk, voor alle charters van Scheepen. 7. Hen b] In ieder fhat, waar de liefde voor 't Vaderland niet de voornaamfte dryfveer is, die den Mensch doet han< delen, kan niets anders plaats hebben, dan een ongemeene eigenliefde, en ydele Eer. De begeerte naar voorkeur is, 't geen den moei aanzet en verlevendigd.  ( 8 ) 7. Het berekenen, en maaken van alle groo-. te en kleine Ankers^ voor de diOTerente Charters, der Scheepen. 8. Het flaan en berekenen van alle zwaare, sn ander Touvv-werk. 9. Het maaken en berekenen, van alle groote en kleine Zeilen, voor de differente Charters der Scheepen 10. Het toelaaden der Scheepen, met alle berekeningen, relatief tot het wel leggen der Bal» lasten en andere zwaartens, om aan de Scheepen de beste Water • Linie te geeven, en gemakkelykst te doen werken. 11. De Navigatie, of de konst om door naauwkeurige waarneemingen, een Schip van d' eene plaats naar de andere over Zee te brengen, met behulp van Kaarten en daartoe vereischte inftrumenten. 12. Het Manoeuvreeren met een Schip, in alle omfrandigheid van weer, wind en Zee. 13. Het gereed maaken, zo wel van groote als kleine Scheepen, tot een gevegt. 14. Het jaagen van Scheepen, zo beneden als bovenswinds» 15. Het  C 9 ) 15. Het wel Manoeuvreeren en Engageeren fnet een Schip. 16. DeTafh'cq of konst om met Vlooten te Manoeuvreeren en te Ageeren. 17. Kennisfe der Vesting-Bouwkunde, en wel voornamentlyk, van het Attacqeeren der Vertingen. 18. Kennisfe van de Artillerie, dewyl het Canon met kundige Manoeuvres gepaard , Zee - flagen beflisfen. En eindelyk. 19. De konst om Vlooten wel te commandeeren , en te dirigceren, dat het verheevene van den Admiraal uitmaakt en Strategie; genaamd word. Zie daar alle de verfchillende takken van wetenfchappen opgenoemd, die het groote geheel der wetenfchap van den Oorlog ter Zee, uitmaaken. De menigvuldige takken van wetenfehappen die ik opgenoemd heb, en vermeen noodzakelyk te zyn, tot het formeeren van een goed Zee - Of ficier, behoeven allen niet in haar byzonclerheden grondig verdaan en gekent te worden , B. V. een ■Zee - Of ficier heeft zq eene gegronde kennisfe van de Genie niet noodig, dan een Officier van dat A 5 Corps,  Corps, maar evenwel dient hy zich eenigzinsin die wetenfchap bekwaam te maaken," wil hy niet verlei gen ftaan in de verfchülende omdandigheden daar de Oorlog hem in kan (tellen, zo als by het attacqueeren van een Veiling, of ook om zich in een Rivier, of op een Rhcede te veriterken enz. Daar en regen moet hy alles wat maar eenigzins relatief is tot het Manoeuvreeren met Scheepen en Vlooten, grondig verdaan, en daar byna al onze noodzaaklyke wetcnfchappen, haaren grond in de Mathefis hebben, zo raade ik alle jonge Officieren aan, om te beginnen, met zich hier in te ocfF.-nen, dit doende kan ik hun by ondervinding: verzekeren dat al het andere hun oneindig gemakkelyker zal vallen, en dat zy in korten tyd, groote voortgangen zullen maaken, ja, ik kan aan jonge Officieren rondborstig betuigen , dat, indien zy niet bêgirmen met eenigen tyd zich op de Mathematifche wetenfehappen toe te leggen, bevoorens zy haar metier gaan beftudeeren , al hunne kennisfe ongegrond en Memorie werk zal worden; daar en tegen, zulks doende, zullen zy het zelve grondig leeren verdaan en haar oordeel beter formeeren, en dus hunne verkreegene kennisfe naar tyden en omftandigheden kuncen toepasfen en gebruik ken,  *er denkt men niet om het geen hen kan aanmoodigen, men zorgt niet voor hunnen ouderdom. Hier om denkende, kan men zich niet te veel varwonderen over de inconfequente manier van denken, van de publieke beftieringe, zo hier als elders. ( h De locaale gefteldheid van ons Land, vereischt zelfs, dat de Soldaat, op Rivieren en Zee - plaatzen moet gebruikt worden, dus zoude men niet alleen zonder nadeel, maar zelfs met veel voordeel, in de Republiek 10 duizend man Zee Soldaaten, kunnen hebben, die in geval de Republiek al[een te Land aangevallen wierd met zeer groot nut» langs zyne Rivieren; en Zee-plaatzen gebruikt kunnen wor-  C *7 ) Goede Onder-Officieren, en Stuurlieden, zyn voor eene Marine onontbecrlyk, men diende dus zorg te draagen, van die te hebben, heeft men een vast Corps Zee - Matroofen, zo moeten die daar in geformeerd, en daar uit getrokken worden. Na een meenigte van plans, en Memoriën, betrekkelyk tot de Marine overgegeeven te hebben, is er, eindelyk, een vast Corps Zee-Officieren opgericht, zo als ook een klein Corps Artilleriften, de tyd zal leeren, wat verder d'uitwerkfels van d'andere plans en Memoden zullen zyn. Zeker is het, indien men ooit onze Marine op eene vaste, en folide voet wil brengen, overeenkomftig den aart, cn natuur van onze eenigfte bron, en welvaart, het foutien der Commercie, dat dan nog veele andere en nuttige fchikkingen te maaken zyn, en waar ik mee het warmfte gevoel van Intrest voor myn Vaderland, na ben reikhalzende, naamlyk dat de.gegeevene Plans ter uitvoer worden gebragt. By den, en dus behoefde,de T.and Armée zo veelminder fterk te zyn. Hoe zeer ik overtuigd ben, van ds waarheid myner gazegde'i, zo zeer ben ik het ook dac zulks aan veele Critiques blootgedeld zal zyn, doch de innerlyke overtuiging, van alles tot welzyn van 't Vaderland, voorgefteld te hebben, doen my geen Critiques vreezen.  C =8 ) By het formeeren van een Militaire Zee- Conftitutie, voor ons Land, zoude het ten hoogden noodig zyn , om by dat Corps, eenige Ingenieurs te plaatzen, deezen zouden door den ommegang met de Zee - Officieren Generaal e Idéën bekomen, omtrent het Zee-'Militaire, welke, door hunne kunde, gevocgt by de verkrecgene Zee - Militaire kennisfen, beter in {laat zyn om Zee-werken aan te leggen, en de Zee-Officieren zouden zich des te beter, Generaale Idéën formeeren van de Veiling Bouwkunde, en dus ook van de attacque en defenfie van Vestingen en derhal ven in dat vak, hunne kunde, by ttttacques van Zee - Veilingen, of andere daaden, als by het doen van landingen, vermeerderen, om beiden tot nut van het Land, beter gebruikt te kunnen worden. Door deeze Ingenieurs, met eenige Zee - Officieren, zoude men al onze Zee-gaaten, Rheedens cn Kusten kunnen laaten opnecmen, en door dezelve plans van attacque en defenfie doen ■ formeeren, op dat men die by het uitbreeken van een onverwagten Oorlog, in gereedheid hadde, en daar na alle defenfie plaatzen konde. Men heeft hiervan het gebrekkelyke ook ondervonden, in de winter van't jaar 80. toen ik, met eenige Ingenieurs en Officieren van de  C 29 ) de Artillerie, gezonden wierd, om voor onze Zeegaten, en Kuiten, defensien te prepareeren. 14, Is er, tot het formeeren van een goede en wel te famengeftelde Militaire Zce-Conftitutie, een Corps bekwaame Officieren en Onder - Officieren benodigd, het is er ook zo mede gelegen, omtrent de andere deelen, die het formeeren eenerConititutie vereifchen, dat is, in andere bewoordingen, den Canonnier, Matroos en Soldaat, moeten ieder in hun vak, naar maate de omftandigheden waarin zy in den Oorlog o-ebruikt kunnen worden, alle de vereischte bekwaamheden bezitten, zullen zy van dienst zyn, anders is het een masfa van Menfchen die onder verfchillcnde naamen, by een zyn gebragt, de generaale Regel hierop is deeze, dat ieder Corps in zyn geheel genomen, en ieder individueel van een Corps, zodanig onderrecht, geinftrueerd, en gedisciplineerd, moet zyn, dat in alle gevallen, waarin hy zich, het zy in tydc van vréde, of in tydc van Oorlog kan bevinden, in ftaat is, om naar behooren gebruikt te kunnen worden, zyne wapens en klccdinge moeten ook hier mede Overeenkómftrg zyn, zal alles zyne bchoorlyke vércischtens hebben. De manier, hoe deeze - Generaale Regels uiige-  C 30 ) gevoerd moeten worden, hebbe ik in myne Algemeenè Scheepsdienst gedetailleerd, dus zal ik dit hier niet herhaalen, maar alleen, voeg ik hierby, dat ik in plaats van pieken aan de Zee Soldaaten zoude geeven, een Bajonet dat van Hout, als onze pieken gemaakt is, en dat 4de half voet lang moet zyn, de piek eenhalf voet, dus het geheele Bajonet 4 voeren» deeze met een Bajonet fchroef aan het eene einde voorzien, kunnen dus op dezelfde manier, als de ordinaire Bajonetten op 't Geweer geplaatst worden» en dan in plaats van pieken, by een abordeering worden gebruikt. De Zee-Soldaat moet nooit in tyden van actie een Bajonet op zyn Geweer hebben, dit embarrasfeert hem, en maakt door de top zwaarte, zyn fchot minder zeker. Ik heb aan de werf te Amfterdam, reeds lang gelecden, een diergelyk BajoneE tot een model gegeeven. Tot het wel leeren pointeeren met het gefchut, heb ik aan ieder Compagnie van de Zee-Artileriften, een houte ftuk Canon gegeeven, dat van binnen langs de Axe een kleine opening heeft, die van agter in de ftaart uitkomt, en welke opening, meteen klep gcslooten is: wanneer de Canonier zyn ftuk,-op een voorWerp gepointeert heeft, opent hy de klep en ziet door het  tsï) het stuk, of zyn Canon wel gepointeerc is, en corrigeert zich dus. Het handgeweer voor den Zee-Soldaat kan van een grooter Caliber, dan dat van de Landtroepen zyn, om dat de Soldaat er geene groote marfchen mede heeft te doen, en dus de meerdere zwaarte van het Geweer hem niet hinderlyk is. Ook heb ik een flot tot een model, voor deCanounen, aan de Werven te Amfrerdam en de Maas meedegedeeld. De Scheeps Onder- Officieren moeten met een Pistool en Sabel gewapend zyn. Zal men van den man alles trekken, wat den dienst vordert, zo moet hy niet alleen wel geëxerceerd, gekleed, en gewaapend zyn, maar hy moet gezondheid en krachten hebben, om aan alle de ongemakken van den Oorlog te kunnen refifteeren; anders helpen alle andere bekwaamheden niets. De Groote Frederik zegt daarom wel te regt, in zyne inftructien voor de Generaals. „ Dat de eerfte regel van de Tacticq is, voor de Maag van den Soldaat te zorgen. " ï|. Zo het eene onmogelyke zaak zy, dat menfchen, die in Sociteiten te faamen leeven, zonder Wetten, Po.  ( 3* ) Politie cn.Reglementen, kunnen by een Uyverl, zö moet zulks nog des te meer plaats hebben in den Militairen ftand, alwaar de wil van een menigte gewapende, flerke en jonge Menichen, vol van driften 'tot een algemeene onderwerping, en o-ehoorzaamhcid, moeten gebragt worden, liet zyn de wetten. Politie, en Reglementen, die hiertoe lliekken, cn die de Militaire Di.-cipline formeert [i naar mate, deeze meer of min, naar het Nationaal Caiaclcr, der [ i Een Vloot zonder Discipline, is i iet anders dan een masfa van Menfchen, verdeeld door opinien, eigenbelang, en gevoelens; waar van een ieder denkt Admiraal te zyn, en geloot, naar zyne denkbeelden te moeten handelen. De Discipline bestaat, in eene gehoorzaamheid, aan al de gegeevene orders, in de onveranderlykc, en gelykformigeBevelen, en Manoeuvers, in de naauwkeurigheid van den Dienft, eerbied voor de Opperhoofden, achting voor elkander, en in de prompte uitvoering der Orders van den Generaal en Chef, en van hun , die tot dat einde aangeffeld zyn. Om een naauwke.urige en onveranderlykc Disciplire daar te (lellen, moet dezelve, met den Generaal beginnen, en afklimmen tot op den Soldaat, en niet weder opklimmen van den Soldaat, naar een Generaal, want om de noodzakelykheid te begrvpen van zich te doen gehoorzamen, moet men zelf bet  C 33 ) der Natie, waar voor zy 'gefield zyn over een komen, En zo zy op de kennis van *t menfchelyke hart gegrond zyn, zo zullen dezelve meer aan haar groot oogmerk van gehoorzaamheid, en onderwerping voldoen, maar indien het tegendeel plaats vinde, zullen die gebrekkelyk zyn, en de gehoorzaam-, heid niet anders dan door eene aanhoudende flrcnge behandeling voortgebragt kunnen worden, en dus alleen dour vrees. Dit is zeker het waare C mid - gewigt kennen, van aan hoogeren.in rang te obedieren, daar in tegendeel, indien men de Discipline wilde bevorderen, door met den Matroos te beginnen, een ieder alleen zien zou, op die, welke hem ondergefchikt is, en zelfs de gehoorzaamheid vergee ten, die hy aan zyn meerderen fchuldig is Een van de blykbaarfte oorzaaken van de indisci* pline, en van de weinige ondergefchiktheid, welke in de Troepes is, komt veel door de fubalterne Officieren zelve voort, die byna altyd misnoegd zyn en zich in ongeoorloofde termen uitlaaten, over die geenen, welke hun commandeeren; 't is de Subalterne Officier, die 't eerst de ftilzwygendheid breekt onder de Troepes. Hy maatigd zich 't recht aan om zonder weerfpraak de verdïenften van zyne opperhoofden te beoordeelen; deeze indiscipline, verbreidt zich dan tot de Matroosen, en heeft welhaast de wanorder ten gevolge.  (34) middel nier, om menfchen te leiden, tot het opofferen van hun eigen zeiven, en alle gemakken en vergenoegingen van het leeven, zo als de Militaire Haat vereischt. De Militaire discipline dient, als dezelve op goede gronden gebouwd zal zyn, tweevoudig te weezen, de eene voor het Lighaam, en de andere voor de ziel, welke laatfte ik de moreele discipline noem; deeze beftaat in de wetenfchap, van die driften in een Militaire Corps te brengen, waar door het met liefde en lust gehoorzaamd. Het but van de moreele discipline moet zyn, om in de ziel van het Militaire dapperheid, liefde tot Glorie, en aankleeven aan het Vaderland, tev erwekken Ik vraag of de krygswetten van de meefte natiën, hiertoe ingericht zyn? En of die niet veel meer gefchikt zyn, om de ziel te verftompen, dan to' groote daaden op te wekken? Zo moeijelyk als het is om goede krygswetten, die zo wel het phyfique, als het moreele, bevorderen, voort te brengen , zo gcmakkelyk is het foorrgelyken, als tot nog toe plaats hebben, daar te ftellen, zy beftaan in niets anders, dan ftratTen op overtreedingen, zonder de minste belooningen voor het nakomen, en uitvoeren der wetten. Het fchynt dat men  C 35 1 men in alle onze krygswetten, de Matroos en Soldaat als macbinen befchouwd heeft, en ingevolge die betrachting alleen heeft gehandeld. Is het mogelyk dat in een ftaat, gefchikt tot opofferingen van zich zei ven tot het behoud en welvaard van het Vaderland, diergelyke wetten zulks kunnen voortbrengen? Neen, ilrafTen en groote belooningen moeten op eene gepaste Wyze gebruikt Worden, om zulks wel te doen. 16". Een Admiraal en Chef, dewelke een Vloot commandeerd, kan met een militaire genie bezield zyn, en de andere Generaals onder zyne orders kunnen alle mogelyke militaire talenten bezitten, de uitvoering van alle gegcvene orders, moet evenwel altoos door het Zee-Volk daargefteld worden, en zodeezen, als dan zulks niet met moed, en eene gedecideerde bereidwilligheid doen, dan Haakt alles, en alle de bekwaamheden van den Admiraal, cn andere Generaals, zyn tot geene of weinig nut voor den dienst van het Vaderland. En het is daarom, dat de Souverein alle die overeenkomHige middelen tot het bereiken van dat groote oogmerk, om moed in den Militairen Haat te brengen, in het C 2 werk  (3«) werk moet (rellen; k] endewyl daartoe1 zo wel eene mcreele als phyfique discipline noodig is, zo moeten die ook door den Souverein ingevoerd worden. En deezen eens wel bepaald, en het militaire lighaam ter Zee, daar mede bezield zynde, kan een Chef alles uitvoeren, wat met menfehen kan gedaan worcen. De voortbrengfcls van eene moreele discipline, moeten zyn: 1. Het Enthoufiasme van Moed. 2. De liefde voor het Vaderland. 3. De liefde tot Roem. 4. De vrees voor Schande. 5. De verachting van den Dood. 17' Vermids de Moed, de grootfte en eerfte beweegveer van alle militaire daaden , en uitvoeringen is, en alle andere menfehelyke bekwaamheden tot niets (trekken als er de moed niet mede gepaart gaat, zo zal ik trachten te doen zien, waarin dezelve eigenlyk beftaat, en eerst beginnen met te zeggen, dat het gevoel van den Mensch alleen afhangt, van k] Een beroep, het welk de eerfot zyn grondflagheeft, is geheel onderftheiden van zulk een, het welk alleenlyk winst bedoelt.  (37) .van de gefteldheid en het famenftel zyner zintuigen, dit gevoel geeft hem aangenaame of onaangenaams gewaarwordingen, die hem of vermaak of ftnarc veroorzaaken, dus vrees voor, en afkeer van onaangenaame gevoelens en fmarte ; 't verlangen naar aangenaamheden en vermaaken, zyn de twee groote dryfveeren van alle menfchelyke handelingen. In de ftaat der natuur zyn deeze gevoelens eenvoudig, daar en tegen in de menfchelyke famenleevinge meer en meer uitgeftrekt, naar maate van den ftaat der faamenleeving, en den ftaat, waar in de mensch zich in die faamenleeving bevindt. De Militaire ftaat, is een ftaat in de famenleeving, die alle vermaaken van het leeven moet misfen, en dit gemis moet hem door de driften toe roem en eer vergoed worden, en het zyn die drifen van roem en eer, die hem de moed gceven van alles daar aan opteoffercn; ja zelfs zyn eisen leeven, om dezelven te bekomen. Om de Militaire ftaat daartoe te brengen, is er eene moreele discipline noodig, onze daaden moeten eene beweegende oorzaak hebben, anders doen wy niets, de beweegoorzaaken moeten dus voor het militaire werken. Roem en eer, moeten hem dus in een ryke maat, naar gelang van zyne aanftrenginge, • C 3 voor  C 38 ) Voor het behoud én welzyn van het Vaderland, toégeineeten worden. [1 18. Zo er iets is, dat eer aan het menfchelyk verfland doet, is het buiten tegenfpraak, het bouwen van een Schip; welk een ftoute onderneeming, een machine te vervaardigen, beftaanbaar tegens zulk een woest element! En hoe veel is er niet noodig geweest, om deeze machine, met behulp der winden, dat element te doen bewandelen. Het eerfte idé van een dryvend lighaam, is denltelyk zyne geboorte aan 't geval verfchuldigd, b. v. een door de wind of ouderdom afgebroken boom, in een Rivier dryvende, heeft aan den mensen het eerfte teken van de mogelykheid der dryvende lighaamcn gegeeven, de mensch dit op- ge- [I Om de waare geest van Patriotisme in eene Nat'e te brengen, moet men den Burger en Ingezetenen, die yerhevenegedachten van zich zeiven doen hebben, die gegrond zyn op goede Zeden, deugd en dapperheid, zon» der die deugden is het Patriotisme eigenbelang. In een Koningryk kan de Souverein een groot man zynde, met eer veel uitwerken, maar Republieken zonder zeden, deugd en dapperheid, moeten van zei ven te gronde gaan, de Griekfche en Romeinfche Historiën bewyzen zulks,  C 39 } gemerkt hebbende, en daarby ziende hoe zich de visfchen, van de eene naar de andere plaats in het watsr beweegen, heeft dit, gevoegd by de noodzakelykheid, om zich aan de andere zyde van een Rivier of water te bevinden, het tweede in hem voort gebragt, om, roeiende even als een visch, zich, met behulp van een boom of (luk dryvend hout, over het water te vaaren. Als men van dit eerfte rydftip, met zyne gedachten opklimt tot in deeze tyden, waar in men fcheepen, met over de honderd ftukkcn Canon vervaardigd ziet, en dan eens daar by nadenkt, alle moeite, arbeid, en ondervindingen, die er moeten plaats gehad hebben, om zo een groote gecombineerde machine niet alleen te doen vervaardigen, maar dezelve ook alle mogelyke directie te kunnen geeven, dan moet men bekennen dat het iets is, het welk de meefte eer aan het menfchelyk vernuft doet. Het eerfte idé van de form en conftruétie der Vaartuigen, heeft denkelyk ook zyn eerfte oorfprong van de visfchen bekomen, als vindende daar in een Lighaam, dat zich in het water konde beweegen. 19. Daar een der grootfte vereischtens voor den OorC 4 log  (40 ) lóg ter Zee is, goede fcheepen, met de noodige hoedanigheden te hebben, die: i. Haare fwaarte wel draagen. • 2. Eene groote habiliteit hebben. 3. Snel zeilen. 4. Wel naar het Roer luifteren. 5. Weinig afdryven. 6. In hooge, en zwaare Zeën, gemafclyk ryzea. 7. Gemakkelyk en zagt flingcren. [m Uit alle deeze zo zeer noodzakeiyke vereischtens, die in een goed Oorlogfchip behooren vereenigd te zyn, kan men gemakkelyk afheemen, wat voor groote bekwaamheden een fcheeps Conflrucleur dient te bezitten, om zulke fcheepen te maaken; cn welk eene voorzorge de Souverein dient te neemen om zulke bekwaame lieden voor den dienst aan te kweeken ; de fommen die door onkunde van een Conftrucleur verfpild kunnen worden, zyn niet alleen op zich zeiven genomen, zeer groot, maar de gevolgen die daar uit voortfpruiren, als een ZeeMogendheid niet met goede Oorlog Scheepen voorzien is, onberekenbaar, wyl 't behoud, en de welvaart lm Uit de hier opgenoemde e?genfchappen, vloeijen alle andsre groote hoedanigheden van een Oorlof Schip, van zelve voort.  C 41 ) vaart van den ftaat, voor een groot gedeelte daar van afhangt. Ik hebbe eene memorie, tot verbetering van den Zee - dienst overgegeven, waarin ik onder andere objecten , ook van de ConItruftie fprak, en voorftelde ter bcgunftiging, van zulk een groote zaak voor den Lünde, als de conftmclie is, aan den eerden Conflrucleur den rang van Capitein ter Zee te geeven, met een jaarlyks traótenient van 10 duizend guldens. 20. De fterkrc van de Marine, zo wel als die van de Land Armée moet door een politicq militair calcul, wel bepaald zyn, op dat de ftaat aan den eenen kant den Burger en Ingezeten niet te veel belaste, en aan de andere zyde, ook niet verzuimc die macht op de been te houden, die het welzyn en behoud van den ftaat vereischen [n de gronden waarop dat calcul heruit: zyn. 1. Het getal der inwoonders in 'r geheel. 2. Het getal dier geene, welke langs C 5 de £n De] Militaire Zee conftitutie moet zodanig ingericht worden, dat dezelve niet boven onze inkomften loopt, en dus de financien niet te zeer drukt, doch aan den anderen kant dient de Zee Macht niet te gering te zyn, op dat de commercie geei nadeel lyde door gebrek aan behoorlyke befcherming.  C40 de zee kusten, langs Rivieren en op de Eilanden woonen. 3. De ftaat der Bomden. 4. De Colonien van den Staat. 5. De uitgeftrektheid der kusten, cn verfchillcnde Havens. 6. De Zee - Magt van die nabuuren, waarmede men in oorlog komen kan. 7. De grootte van de Commercie. 8. Welke foort van Commercie voor den Staat zelf, in oorlog zynde, nood- Men dient derhalven dit in het oog te houden: j. By het bepaden van onze Zee - Macht voorden tyd van een volmaakte vrede. 2. By dëszelfs vermeerdering als een oorlog in Europa waarfchynlyk wordt 3 Als het Land werklyk in oorlog is. Als de grond in den tyd van vrede, wel gelegd wordt, dan zal men, wanneer een oorlog waarfchynlyk wordt, of wanneer hy er werklyk is, op dien eens welgelegden grond, met gemak bouwen, en het volk zal gaande weg geëxerceerd en bekwaam gemaakt worden. Dan, hoe veel hier aan nog ontbreeke, is door de treurige ondervinding te dikwyls gebieeken, dm dat het noodig zou zyn, zulks hier breedvoerig voor te (lellen. Deeze voorzorg is by ons des te meer noo lig, daar wy geen Nationaal zeevolk genoeg voor het bemannen onzer Scheepen vinden, wanneer de nood zulks vereischt.  C 43 ) noodwendig moet geprotegeerd en welk gedeelte voor een tyd, jn Oorlog kan agter gelaaten worden, indien ongelukkige omftandigheden zulks mogten vereifchen. Zie daar de gronden, op welke eenè Zee Mogendheid zyne zee - macht moet bepaalcn, wilzyniët alle ogenblikken in onzekerheid zyn, en den ftaac aan gevaar bloot (tellen. De foort, grootte en zwaarte der fcheepen van zyne nabuuren, wyzen hem van zelve den weg aan, waar na de zynen moeten gebouwd worden, hy kan noch mag hier niet van afgaan, zonder gevaar te loopen, dat hy daar voor ten nadeele van den ftaat, geftraft zal worden. Zo er Phyfique redenen zyn, die beletten dat men zyne nabuuren niet in grootte en fterkte der Scheepen kan evenaaren, zo dient de Souvercih niet te verzuimen, dat zulk een esfentieel gebrek, door andere middelen eenigzins verholpen worde. Een Schip van 70 (lukken, is niet beftaanbaar tegen een van 100 Stukken, als die beide, met de zelfde kunde en bravoure gecommandeerd worden, ten zy door een mirakel of by toeval, en beiden met-  C44 ) moeten in geen politicq Militair calcul in aanmerking komen. Wat blyft dan aan eene Mogendheid over, die door de gefteldheid van haare Havens, zulke groote en zwaare fcheepen niet kan hebben dan haare nabuuren? Niets anders dan na wel ondcrzogt te hebben, welk het diepfte is van al haare Zeegaren , om dan daar al haare zwaare Scheepen te houden. Dit is zo gewigtig dat er geene bedenking is die daar voor, tot welzyn van den ftaat, niet moet zwichten; vereischte het welzyn van den ftaat niet, dat onze groote fcheepen in Zeeland geplaatst wierden, en naar de diepte van dat vaarwater haare grootte en fterkte zich be* paalden ? 20. De macht van den ftaat, ingevolge het te voo* ren genoemde, bepaald hebbende, zo moet de voet waarop zyne Zee Macht dient gereguleerd te weezen, zyn: 1. Wat zy in volle vrede, jaarlyks in dienst moet houden. 2. Hoe die moeten vermeerderd worden, als er een Vredebreuk onder de Zee Mogendheden te vreezen is. 3. Als  (' 45') g. Als er reeds een Oorlog onder eene der Zee Mogendheden van Europa plaatsvindt; en ten 4. Als zy zelve mede in dien oorlog is ingewikkeld , het zy als Principaal of als Auxillair. Voor alles, moeten in een welgeregelde ftaat vaste bepaal ingen zyn, die als dan gemakkelyk naar omftandigheden der politicque gebeurtenisfen kunnen gefchikt worden, maar wanneer hier voor door den Souverein geene vaste bepaalingcn gemaakt zyn, veroorzaakt zulks verwarring, en veel verlies van tyd, dat dikwyls veel nadeel doet; daar in tegendeel, wanneer de zaaken van te vooren wel vast gelteld en bereid worden, kunnen zy zondet verwarring worden uitgevoerd, en de Souverein heeft de geruste verzekering van niet door omftandigheden geforceerd te kunnen worden. 22. ' De aart en natuur van de locaale gefteldheid van een land, zo wel als zyne bevolking en financiën, relatief tot die van zyne nabuuren, vereischen, of kunnen noodzakelyk maaken, om in dien het in Oorlog geraakt 1. Zich zo wel te Lande als ter Zee, in ftaat te ftellen, van eenen ofFenfiven Oorlog te kunnen voeren. 2*  C 4O 2. Of ook een ofFerfiven Oorlog ter Zee, alleen te voeren, en defenfief te Land. 3. -Of ook wel, ofFenfief te Land, en defenfief ter Zee. Tot liet wel bepaalen deezer drie articuls, worden zo wel gegronde Politicque, als Militaire kundigheden vereischt, en verdienen dus alle mogelyk onderzoek en nadenking, alvorens men tot de volkomene bepaalingen, van deeze zo voor het Vaderland interesfante zaak komt. Is het vaste politicq Plan door den Souverein bepaald, zo moeten verders alle militaire inrichtingen daar naat gefchikt,en ook ingelicht worden, overeenkomftig het but van haare beiremming. 23. Alle Mogendheden, zo groote als kleine, Koningryken of Republieken, hebben in 't generaal genomen groote belargens, te protegeeren, het zy die van haare Colouien, Commercien of Pro vin tien, daar zy aan de andere zyde ook haare financiën te confidereeren hebben, zo diende deezen twee zulke groote interenen van defenfie voor den ftaat, tegens een buirenlandfche vyand, en die van binnelandfche welvaart, bepaald te zyn, door den Burger en Ingezetenen zo min mogelyk te belaften, en zo  (47) zo gecombineerd te worden dat de (laat zeker, en den inwoonder niet te veel door lasten gedrukt wordt; om hiertoe te komen, zo dienden er vastgeftelde plans by den Souverein, ingevolge de vier reeds gemelde Articuls gemaakt te worden, om daar tan naar de omftandigheden ten nutte van den Lande, gebruik te kunnen maaken. Alle verhaaste aanwervingen, doen geen ander nut, dan dat men het geld, dat er toe befteed wordt, by na weg werpt, men dient tyd te hebben om een goede keufe var manfchappen te kunnen doen, en tyd om die te kunnen bekwaam maaken, wil men er het noodige gebruik van maaken, waar toe zy gefchikt zyn. Hoe minder een ftaat van zee volk voorzien is, hoe veel te meer moeten alle die vier genoemde voorzorgen, in tyds in het werk gefield worden, om niet by 't opkomen van een onverwachten Oorlog, gebrek aan bekwaame manfchappen te hebben, om zyne vlooten in die ftaat te ftellen, dat er het Land' vrugren van trekken kan. Of zulks in alle diensten wel geobfcrveerd wordt, zal ik niet onderzoeken, maar zeker is het, dat de ondervinding, meer dan in eenen ftaat van Europa, door de evenementen heeft doen zien, dat de Vlooten flechc bemand waren. Het metier van Matroos,  (48 ) rroos, vereischr, een menigte van verkreegene.kundigheden, cm alleen het zeemans werk te kunnen verrichten, voegt hier eens by,- wat hy als militair moet kennen, en het refultaat is dan gemakkelyk opgemaakt, wat men van een vloot te wachten hebbe, die met onbekwaam volk bemand is. Zullen fcheepen wel bemand genoemd worden, zo dient van den Capitcin of Chef van 't fchip af, tot den Matroos toe, ieder in zyn clasfc alle vereischte kundigheden te hebben zal alles wel geregeerd, en er bthoorlyk gemanoeuvreetd worden. V'* 24- Is eene Marine op goede en wel beredeneerde Zee Militaire principes geconftitueerd, overeenkomftig haaren eigen locaalen en commercieelen ftaat, als ook die van haare Colonien, en nabuuren, zo •moer de ftaat, om aan dat lighaam, alle bchoorly. ke kracht te geven, 's jaarlyks een getal Scheepen by een doen vergaderen, om er een Esquadcr van te formeeren, en dit voor eenige maanden uit zenden, om daar, in de groote Zee - Manoeuvres geoefiend te worden, zonder deeze inftructie kan een ftaat niet zeggen dat zyne vloot in de volkomcnlte orde is, waar in zy ten meeften nutte voor 't Land behoor-  C 49 ) hoorde re zyn, als de Staat in oorlog komr, zyn groote Generaals te Lande, van gedachten, dat een ongeoefende Arrrréë in de groote Manoeuvres, onbegaanbaar is, tegen een gelyke in getal, die in vredes tyden geoefend is, in alles wat tot den aclivt-n Oorlog vereischt wordt, hoe veel te meer is zulks noodzaakelyk voor een Vloot. Een groot General kan door zyne bekwaamheid tegens een vyand poficien neemen, waardoor hy 't ongemak, dat zyne Armee niet in groote manoeuvres geëxerceerd is, verminderd; maar een Admiraal, moet, al is hy mtt de hoogs tmogelyke bekwaamheden voorzien, om aan zyn vloot goede pofitien te geeven, daar meede manoeuvreeren, cn zo dan zyne vloot in vredes tyden daar in niet geoefend is, is het dan wel moge'yk om zulks uit ce voeren, in het gezigt van eenen vyand, die wel gemanoeuvreerd is, en door een bekwaam Chef gecommandeerd wordt? Buiten twyfel zal den vyand, die een wel gemanoeuvreerde Vloot heeft, van de bekwaamheden van zyne Vloot gebruik maaken, om van elke fout, die zyn party begaat, voordeden te trekken; en wat valt er dan te wachten? zekerlyk generaale confufie en verwarring, gevolgd door een nederig laag  C 50 ) laag. Tk veronderftel hier, dat byde Vlooren een gelvk groot aantal van welbezeilde fcheepen hebben; dewelke egaal bemand zyn, en door everi kundige Chefs gecommandeerd worden Naar mate nu de eene Party in de manoeuvres beter geoeffend is, is de nederlaag der andere des te groo. ter. [o. Het is eene beweezene waarheid, dat, zal men iets uitvoeren, men het niet- alleen geleerd moet hebben, maar ook daar in door geduurige oeffening moet bedreeven zyn, om het wel te volbrengen: en denkt daar by, dat die volbrenging in 't gezigt van den vyand moet gefcnieden. f o Om den Oorlog wel te roeren, moet men de tnagt in handen hebben, niet die fterkte, welke uit het geheel voortvloeit, maar wel die, welke voortkom: uit de foliditeit van ieder gedeelte, dat de Vloot uitmaakt, die, wanneer ze alle vereenigden geoeffend zyn, aan dezelfde grondbeginzels gewoon, aan eene gelykformige en onveram'erlyke te^el verbonden, en aan een naauwkeurige discipline onderworpen. Dit alles formeert een meerdere kracht, zo moijeelyk te overwinnen, als het gemaklyk zou zyn, eene te vernietigen, waar in alle deeze vereischtens niet goVonden worden,  ( 5* ) 25- . Vegesius in zyrr militaire inftitmien, zegt, van een Land Armee fpi ..ekende: „ het is noch van d» „ 'menigte, noen van een kwalyk gedirigeerde Dap„ perheid, dat men de overwinning moet verwachten „ Dit van een Armee te Lande, waar zynde, is zulks nog meer waar van eene Zee Armee, waar in alles van kunde afhangt, en het manoeuvreeren met dapperheid moet gepaard gaan , zal er eenige hoop van fucces te wachten zyn. De kracht van eene Zee - Armée beftaat. i. daar in, dat alle de fcheepen, waaruit dezelve is famengefteld, de opgegcevene vereischtens, van goede Oorlogsfcheepen hebben. 3. Dat deeze fcheepen met goed geëxerceerd, en gedisciplineerd volk bemand zyn. 3. Door kundige en bekwaame Chefs, en fubakerne Officieren gecommandeerd [ worden. 4. Dat de Vloot in cte groote Zee - Manoeuvres geëxerceerd is. 5. Door een Admiraal gecommandeerd worde, die in de tacticq niet alleen zeer c h 1 Da er-  C50 ! ervaarcn is, maar van de ftrategie "volkomen meester is. 6. Dat alle andere Generaals, naai evenredigheid , de bekwaamheden van den Admiraal en Chef bezitten. Hoe meer in *t generaal genomen, de Officieren en 't Volk in 't vuur geweest zyn, hoe fterker de Vloot wordt, het fpreekt van zelf, dat de Genei aals in 't vuur zullen geweest zyn, eer zy tot dien post zyn gekomen. De Romeinen, niet tegenftaande alle zorgen en moeite, die zy aanwendden, zo wel in het kiezen hunner jonge manfchappen voor den dienst, als door eene geduuiïge oeffening, om ze in alles te onderwyzen, wat de Soldaat voor den vyand moet kunnen uitvoeren, hielden echter hem, voor geen goed Soldaat, dan na dat hy voor den vyand geweest was. Wat zouden dan de Romeinen, zo zy eene Marine, als de hedendaagsche is, gekend hadden, ingevolge de vereischtens van een Soldaat, niet van een Matroos gevergd hebben, vóór dat zy een geexerceerde en gedisciplineerde Zeeman, een goed Matroos zouden genoemd hebben. Tusfchen de kunde van een Matroos en Soldaat is zekerlyk geene  C 53 3 ne comparatic te maaken, de eerste beeft oneindig meer kennis en habiliteit noodig dan de andere. Wat een zorg en moeite diende er dan niet aangewend te worden, om een Corps goed Zee - Volk te formeeren, en eens geformeerd zynde, dat te onderhouden? Het is daarom dat ik nog hier de i noodzaaklykheid herhaale, die er is, dat eene Zee', Mogendheid, naar haare Politicque omftandigheden, een Corps Zee-Volk hebbe, en dëszelfs vermeer': deringc nietby overhaasting doe,wyl men dan wel de 1 quantiteit, maar niet de qualiteit zal bekomen : want : naar maate de Matroos zyne kundigheden boven I die van de Soldaat zyn verheeven, zyn ook de ; kundigheden van een Zee - onder Officier in propor\ tie tot die van een Land - onder Officier. Dus i dient men in die zelfde proportie ook meer zorg - te draagen, dat men alle middelen in het werk fteli le, om de eersten te bekomen, en dan behoort men hunnen ftaat zodanig te maken, dat zy met liefde daarin blyven volharden, ten dien einde moeten zy verzeekerd zyn, dat men ook voor hun zal zorg draagen, dat zy in den ouderdom, of by andere in den dienst bekomene gebreken, een beftaan zullen hebben, waarvan zy leeven kunnen. Daar dit de plicht van den Sonvereinis, zo moeten alle inrichtingen, hier omtrent zo wel gemaakt en bepaald zyn, D 3 dat .,„„ „„„ W.„ U_ f-\CZ~:~.. :  C 51 ) Jat een man, ra zyne jonge jaaren in den dienst van zyn Vaderland te hebben hefteed, en daar in oud geworden zynde, daar voor niet, als een jgunït behoeft te folliciteeren, maar als recht hebbende, zulks kan verwachten. Is het ter bevor¬ dering van den dienst noodzakelyk, dat er voor onder-Officieren, en Matroofen, die in den dienst oud geworden zyn, behoorlyk zorg worde gedraagen, dat zy als dan zonder zorge, den rest van hunnen nog overgeblevenen leeftyd, met vergenoeginge kunnen eindigen, zo behoort zulks ook voor den Zee - Officier gedaan te worden, wiens kundigheden ook niet allecnlyk oneindig grooter en meerder moeten zyn, dan die van een Land • Officier, maar wiens dienst ook, zelfs in tyden van vrede, veel ftraffer dan die van een Land - Officier is. Zal in alle opzigcen een ftaat wel gediend zyn, zo moeten de proporden van belooningen, overeenkomftig zyn met de meerdere of mindere dieniten, die de menfchen aan het Vaderland beweezen hebben, en 't is buiten tegenfpraak, dat eene Vloot in dienst van eene Zee - Mogendheid, wiens welvaart op de Commercie gegrondvest is, meer nut en voordeel daar aan doet, dan eene Armee te Land. ré  C 55 ) 26*. Eenheid en enfemble, zyn in den dienst noodzaakelykheden, en om hier toe te komen, moeten niet alleen alle orders, en de discipline aan boord der Scheepen op een en denzelfden voet ingericht worden, maar ook alle fcheeps inrichtingen en Exercitiën moeren op het eene fchip niet anders dan op het andere gefchieden; op dat, indien de omftandigheden 't mogren vereisfchen, zo als zulks in tyd van Oorlog menigmaal gebeurt, dat het eene fchip. in tyd van actie meer geleeden heeft dan het andere, en 't dus noodig zy, om het weder in ftaat te ftellen, dat men Officieren en Volk, van andere fcheepen neeme, zo dienden Officieren en manfchappen direcT: in ftaat te zyn, om daar aan boord dezelve dienden te doen, als aan boord van hun eigen fchip, hetwelk niet kan plaats vinden, wanneer fcheepen in alle opzigten niet op denzelven voet geëxerceerd en gedisciplineerd zyn. Dit moet dus niet aan den eigenzin van den Chef overgelaaten worden, neen, alles dient daartoe van den Souverein bepaald, en de Chef van ieder (chip verantwoordelyk te zyn, dat die orders naauwkeu-rig worden na gekomen en uitgevoerd, het is om hier in wel te Hagen, dat, ik de inlpe&ie heb ingevoerd,  (56 J roerd, om daar door te wee ten of de?el ven naar den algcmeenen fcheepsdienst' gevolgd wit rden, die hiertoe Ingericht is, en zo lang gebruikt wordt, als de Souverein hiertoe .generaale orders en inftruéhen zal gegeven hebben. Linie van Bataille wordt t?r Zee genoemd, een menigte, agter een in 'c kielwater van elkander liggende Scheepen, die wederom bepaald wordt in de Huur, of bakboords by de wind Linie, naar maate de een of andere halzen toe zyn of kunnen gezet worden, Deeze haare fterkte js comperatief tot eene andere Linie van Bataille, beiden kunnen even veel Scheepen in de Linie hebben, zonder daarom even fterk te zyn, als b v. de eene van 30 tweedeks Scheepen, en de andere van 30 ééndeks Scheepen; Zal dus een Linie van Bataille fterk zyn, dan moet dezelve groote, fterke, niet veel zwaar gefchut voorziene Scheepen hebben, en naar proportie van dat gefchut en zwaarte, ook bekwaame manfchappen. De groote Scheepen hebben boven de kleinde" ren veel voordeelen,, als; I. Het meerder getal Stukken. 2. De  ( 57 } a. De zwaardere boorden cn fnhouren. 3. Een zwaarder caliber van Kogels. 4. Een grootere Equipage. Groote Scheepen zyn ook in 't generaal genomen, ftyver, hangen dus minder over, en by gevolg kan het gefchut tusfchen deks, langei gevofrd worden, een voordeel, dat een gevegr kan doen beflisfen, en daar men thans de driedeks Seheepen, zo wel weet te bouwen, dat zy alle de vereischtens van een tweedeks Schip hebben, zyn driedeks Scheepen in een gevegt van veel nut, voor eerst, om dar zy op een kortere distan-ie meer gefchut plaatfen, en ten tweeden, dat als zy met een holle Zee verpligt zyn de on derde poorten te laten vallen, dan nog twee Batter yen overhouden. De Scheepen dienen allen zo veel mogelyk, wel bezeild te zyn, en dus moet men in eene Vloot, alle gekooperde Scheepen hebben, dit zo niet zynde, zal de Linie van Battaille zeer ongemakkelyk kunnen gehouden worden. Of het kooperen der Scheepen goed of kwaad is, is de vraag nier meer, maar wel of het de nabnuren van eenen Staat doen, met wien men in Oorlog kan raaken, zo ja, dan moet men zulks ook D 5 doen,  C 58 ) doen, anders verliest men een der grootfte eigen* fchappen, de fnelheid. Het is niet genoeg dat Scheepen haar gefchut lang en wel kunnen voeren, maar haare poorten dienden zo ruim gemaakt te zyn, dat het gefchut van vooren naar agteren, en van agter naar vooren welgebakst kan worden, een gebrek, het geen de Heeren Conftructeurs dikwyls niet genoeg in aanmerking neemen, en alleen de verzwakking, door de groote poorten veroorzaakt, met het bouwen hunner Scheepen in 't oog hebben, het is beter een poort minder dan naauwe poorten voor een Oorlog Schip te hebben, dit dient de Conftrucleurs wel aan 't verftand gebragt te worden. Een kundige vyand bedient zich van deeze nadeden, en engageert met zyn Schip in eene pofitie, waarin hem zyn tegenftreever met naauwe poor« ten weinig fchade kan toebrengen, hier van heb ik een voorbeeld gezien, zo als meer andere Officieren ook zullen gezien hebben. Een Vloot moet, voor dat zy van haare flerkte gebruik kan maaken. manoeuvreeren, en derhalven is haare flerkte, tweevoudig, en beftaat, in de kragc van haare zwaare Scheepen, en in de fnelheid vaa  C sj ) van haare manoeuvres. Dus zyn twee noodzakelyke vereischrens voor een Vloot, fterkre en fnelheid, de fnelheid verkrygc dezelve: 1. . Door de welbezeildheid der Scheepen, en ten 2. Dat ze haare manoeuvres in den kortst mogelyken tyd uicvoeren Hier toe worden vereischt bekwaamheid, kunde, en ondervinding van den Chef, met een wel geëxerceerde Equipage. Twee Vlooten in alle opzigten gelyk, behalven in activiteit, zal de aétive Vloot een groot voordeel op de andere hebben, wanneer de Chef daar van aan dezelve de voordeeligfte pofitie kan geeven, of wel een affaire van avant • of arrière Guarde maaken, ook zynen vyand op één punt, met een meerdere magt engageeren, en een gevegt met meerder gemak ontwyken, als de omftandigheden den Admiraal verplichten zulks in het werk te Hellen. Ook zal die Admiraal, beter zulk een Vloot kunnen vereenigd houden, als een, die minder activiteit bezit, en daar alle manoeuvres ruimte en tyd vereischen, zo kunnen de Officieren zich niet te veel oeffenen, op dat zy een goed Coup d' oeuil bekomen. Om wel te leeren beoordeelen, wat ruimte men tot de een of andere manoeuvre met een Schip noo-  (60 ) noodig hebbe, en hoe veel tyd daarroe hefteed moet worden, dat zyn van die zaaken, waarop men zich in vredes tyden moet toeleggen, wil men er in Oorlogs tyden nut van kunnen trekken. 29. Ik zal hier niet fpreeken van alle groote manoeuvres, die met eene Vloot gedaan kunnen worden, dezelven zyn in myne Zee - taclicq te vinden, waar agter ik een generaale tabel gevoegt heb met die pofitien, waar alle manoeuvres van Vlooteu uit voortfpruiten, ook heb ik by de cachet] gevoegd, eenige nieuwe manoeuvres, tegens een vyand te gebruiken, en deeze raade ik zeer, wel te beftudeeren, en na te denken, van cenigen heb ik tegens den vyand gebruik gemaakt, anderen zyn nog niei door de ondervindinge beproeft, en zo verre my bewust is, heeft onze Natie de eer van die uitvindinge. Myne nieuwe Methode van Seinen, zyn naar myne gedachten, tot nog toe de besren, onze Natie en de Franfchen zyn de eerften geweest, die Seinen oj> di onbepaalde plaatfen hebben gebragt, de Engelfchen hebben niet dan voor 89 een begin gemaakt om die na te volgen,-ons nieuw Seinboek heeft nog iets  ( 6i ) iets, dat by geene andere Natiën te vinden is: wanc daarin zyn alle Seinen afgezonderd, die een Vloot voor de vyand noodig heeft, als; I. Seinen vóór een gevegt. a. Seinen in 't gevegt, en ten 3. Seinen na een gevegt. Wat betreffe de fecreete Seinen van verkenningen, die voldoen ook in allen opzigten aan haare vereischtens; van dit alles is reeds gefprooken, ik zal daar van dus hier zwygen. 3°- Het geene men een Militaire Coup tfoeuil noemt, en zo noodzaakelyk voor een Chef is, beftaat 1. In het beoordeelen der distantien en ruimten, en dient, om met den eerften opflag van 't oog te weeten, of er ruimte genoeg zy, om een zekere manoeuvre te doen, en in wat tyd zulks kan gefchieden. 2. Wat voor manoeuvres er in 't werk moeten gefteld worden, om den vyand met alle voordeel te attacqueren. 3. Wanneer de vyand manoeuvreert, dat men dan met den opflag van 't oog, alle nadeelen voor zyne Vloot ziet, en door andere manoeuvre. de-  C öa ) dezelven niet alleen zoekt «f enden, maar zelfs toe nadeel van den vyand te doen uitvallen, en in alle omftandigheden voor zyne Vloot de beste keuze doet. Het eerste van deeze kunst berust op regi n, en kan niet anders dan door eene geduurige oeffening verkreegen worden, daar en tegen zyn de andere deelen van die kunst, niets anders dan uicwerkfels van een Militaire genie. Het is voor een Admiraal en Chef niet voldoende, dat hy het Carafter van zyne Natie wel kent, hy moet hetzelve van die Natiën ook wel kennen, daar zyn Vaderland mede in Oorlog kan komen; want zullen zyne plans en operatien wel uitgevoerd worden, dan moet alles daar naar ingericht zyn; en daar men zulks uit Schryvers, niet wel kan leeren, alzo deezen, het een en ander, meest blindelingi na copieeren, en niet genoeg in 't oog houden, dat dezelve Natie verandert, naar de omftandigheid van haare Regeeringform, zo moet hy, om hier van grondig onderricht te worden, zulks door het reizen in die Landen bekomen. De CaraÜers der Natie zyn ah het water, dat  (*3 > alle die formen van gedaante aanneemt, na de vaafen Waar het in gedaan word; zo neemen de natiën ook een ander Caracler aan, na de form van hun Gouverne nent, de hedendaagfche Grieken en Romeinen zyn niet' meer dezelfde, braave, kundige en met Vaderlandsliefde, bezielde natiën, als in vroegere tyden, en daar hun climaat no.h locaale pofitie veranderd is, zo kan zulks nietandeis uit voortfpruiten, dan uit de form van haare Regeringswyze, en de manier waarop de belooningen en ftratfea gefchieden, en deezen moet men overeenkomftig den aart en natuur der menfehen, in de famenleeving bepaalen, zullen zy tot het algemeen nut mede werken, ook moet men niet denken, dat de wetten ten eerften al wat men begeert, zullen voortbrengen, neen, kunde en tyd moeten zulks doen, al hadde men een Fredrik de groote, Montesquieu en nog andere groote mannen, die eene commercieele Natie, door eene welgepaste Regeeringsform tot het militaire wilde brengen, zo zoude zulks daar om niet op eene fprong kunnen gefchieden. 32. Indien hec noodzaaklyk is dat een Admiraal en Chef, en andere Generaals, het Nationaale Caracler van  C*0 van die naHen kennen, met welke hun Souverairt in Oorlog kan komen, zo is het niet minder noodig, dat zy de perfönriceïe Carafters van die Admiraals der natiën kennen, welke eëniezins in haaren dienst beroemd zyn, en in welke vakken zy voornamendyk uitmunten, en of zy het vertrouwen van de Officieren en het volk bezitten. [ p Ook [p 't Is niet alleen genoeg voor een Chef, dat hy in ftaat is, de troepes in de krygskunde te oeffenen, en daar in eene onveranderlykc en gelykformige order te brengen, maar het is buiten dien van veel aanbelang, om volmaakt te kennen, de genie, het carafter, en de talenten van den vyandelyken Admiraal, 't is op deeze kennis dat men de ontwerpen formeert en waarna men zyn gedrag en operatien rcgcld 't ".s nog niet genoeg de genie en het caracter van den vyandelyken Generaal te kennen, men moet ook de geest kennen van de Natie, die hy onder zyne beveelen heeft, en mede de Natie die men commandeert. Om menfehen te gebieden mou men ze kennen, om hunne wasrdy te kunnen fchatten, moet men kennis van zich zeiven hebben; ieder Natie heeft zyn carafter, gebruiken en zeden, men moet die leiden naar derzelver gefteldheden. De eene Natie, is langzaam en log, doch verdraagzaam , en zonder morrende geest gefteltenis, eene andere, levendig, oplopend, en ilouc by het begin van een 'Campagne, doch  C 65 ) Ook moeten de Generaals zich wel toeleggen, 'óm te weeten hoe den dienst aan boord van hunne Scheepen uitgevoerd wordt; alle deeze vereischtens zyn in tyden van Oorlog van groot nut. Zy moeten ook weeten of die Mogendheden' veele Admiraals hebben, die in het vuur zyn geweest, of wat voor een, van die natiën, een' langduurigen Vrede gehooten heeft; dit alles zyn ten minden voor een Admiraal en Chef, dingen van het uiterde belang, die hy weeten moet, gelyk ook of haare vlooten 's jaailyks, in de groote manoeuvres' zyn geoeffend. Tot opheldering van het gezegde zal ik eens twee Vlooten veronderdellen, de eene noem ik A, en de andere B. De vloot A, is aan het manoeuvreeren gewoon, 'en in het vuur geweest, en den Chef van die vloot A is bewust, dat de vloot B niet in de groote manoeuvres geoeïfend is, en geen vuur gezien heeft, zo zal hy in 't begin van de Campagne, al is zyne vloot zwakker, alles aanwenden om de vloot B.te engageeeren, en van de voordeden van zyne 'vloot tegens B gebruik te maaken om die tefl an ; de Chef van de vloot Been bekwaam en kundig Admiraal E zynwelkers levendigheid verflaauwt, zo zy niet door eenige voordeden onder/leunt wordt; een ander daar en tegen is braaf, en zelfs woedend, maar heelt weinig kennis van den Oorlog: weder een ander is braaf minder oploopend en beter oncierrigt van dtn. Ooflog' naar deeze ondeifchei.iene Carnflers moet de Admiraal handelen . Cuejar zeide dat de kunst cm zyn vyand te kinnen, injluit die van htm te overwinnen.  C66 ) zynde, en alle de nadeelen van zyn vloor, zo wel als de voordeden van de vloot A, aan hem bekend zynde, zal wel verre van ten eerste Zee te kiezen, en met zo weinig hoop van fucces [ al is hy kleinder] de vloot A engageeren, zyne vloot by een verzamelen op een Rheede waar zy gedekt is, daar, dagelyks zyne Scheepen in't gefchut en andere militaire exercitiën oeffenen, intusfehen dat hy zeiven zyne Chefs der Scheepen met de chaloepcn op de Rheede in alle groote manoeuvres onderricht, om zo doende, zo veel van hem afhangt, alles tot een gevegt voor te bereiden, ook zal hy trachten door goede kondfehappen onderricht te zyn, ;\vaar dat Scheepen van den vyand kruisfen, en of er ook een Convooy door de vloot A. gedaan worde, en die te zeer op zyn fuperioriteit vertrouwende hetzelve zwak dekt, op dat hy,na van alles welgeinformeerd te zyn, zich een plan formeere om door zyne vloot B, of een gedeelte derzelve, die Scheepen van den vyand welke kruisfehen, wegneeme, of het Convooy opligte om zo doende, gevoel van Ambitie en vertrouwen in zyne vloot te brengen, door het geevcn van een echec aan de vloot A. De Chef van de vloot B moet voor al in den beginne trachten, een meerderheid van Schcepen, tigens die van de detachementen van de vloot A te gebruiken; een of twee voordeden geeven floutheid en moed aan de vloot B, al hadden zy drie tegen een gevogten, de meenigte oordedd na de overwinning, en bemoeit zich weinig hoe die bekomen is.  A N A L Y S I S van B O E K È N, WAAR OVER IN *T VOORBERICHT GESPROKEN IS, Oj| TE DiENEN TOT EEN BYVOEGSEE VOOR DE Vide 1'ARAGRAAF VAN DEEZE INLEIDING. ^Juttende beginnen rncc de Werken van den Admiraal van Kinsbèrgen, die, voor zo verre my bekend is, zyn, 'T ZEEMANS HANDBOEK, 3 DEELEN. In*teerfte Deel, begint zyn EJtellenüe met een befenryving van 't Scheepshol. Verder, de febikkingen en zaaken, die een Officier, by 't in£ 2 dienst  C 68 ) dienst komen, met een Schip te obferveererl hebbe. Hier zyn by gevoegd, volgens de nieuwe inrichting van 't Corps ichcts-examens, voor de differente Cfasfen van Luitenants, daar na een onderwys voor de Heeren Adelborflen, om met een Schip van Oorlog te lecren manoeuvreeren, en tot flot een befchryving van de LogLyn. Naderhand is by dit deel, nog een tweede fluk gevoegd, zynde een bundel met Mcmorien, zo rot verbetering van 't Zee - weezen, door zyn Excellentie voorgefteld, en wel voornaarcenlyk, om zulks op eenen vasten en geregelden voet te brengen, als ook eenige voor de defenfie van de Republiek. V 7de Deel. Bevat eene befchryving van de TakelagiederOorlogfchcepcn, van verfchillende chartres, met de berekeningen van Zeilen, Rondhouten, ftaande en loopende Touw werken naar de nieuwe manier, en agrer 't zelve afmeetingen van dubbelde Ketels en yzere Vuurhaarden ; vervolgens de befchryving van een nieuw Takel, en de wyze om een Mast aan boord met een Bok in en uit te zetten; en eindelyk de befchryving  c 69 y ving van een Loos of - Nood roer, met de differente Plaaten tot opheldering van dit een en ander. V ^de Deel. Handelt; over de Artillerie, en wel voornaamelyk over 't Practicale daar van aan boord van een Schip; waar achter gevoeg ! is, een vertoog over de kust Batteryen, en een Tractaat van beproefde Vuurwerken, ook eenige Plaaten, zynde tekeningen, van differente yzere flukken Canon, op een zesde deel van hunne waare grootte. DE ZEE - TACTICQ in 2 DEELEN V eerfte Deel. Behelst de gronden van de Zee- tacticq, met een byvoegfel achter 't zelve, omtrent verfcheidene nieuwe manoeuvres, die nergens bekend waren, V zde Deel. Een fchets over de noodzaakelykheid der kennis van 't menfchelyke hart, voor een Chef en dan eene verklaaring van verfcheidene Aében in de West-Indies voorgevallen, tusfchen de Engelfche en Franfche Vlooten, in den voorigen Oorlog: waar by nog komt de korte gronden over het formeeren van een plan van Campagne. Dat  O) Die werk is met plaaten en figuuren opgehelderd)», DE ALGEMEENE SCHEEPSDIENST, waarin men de geheele huishouding van een wel gedisciplineerd Oorlogfchip befchrecven vindt, mee ■ alle de orders, inflruélien, en inrigtingen, die tot den dienst aan boord der Scheepen behooren in acht genoomen te worden, met de verdeeling van Officiers en Volk, by de generaale Manoeuvres met 't Schip, zo wel als'by de differente Exercitiën, met Zeilen, Canon en Handgeweer; om een Schip tot het gevegt bchoorlyk gereed te maaken, en wat by dit alles te obferveeren zy en aanboord van de Scheepen Argo en Admiraal Generaal, onder commando van den, Ridder van Kinsbergen heeft plaats gehad, men vindt hier in ook, wat door Subordinatie, Discipline, en Ambitie, in den dienst verflaan wordt. BESCHRYVING VAN DEN ARCHIPEL zo wel Zee • mans als Militaire obfervatien, en hoe men zich een plan van attacque en defenfie moet formeeren. PRACTICAALE ZEE - MANS LEIDRAAD, of eene behandeling van de Rondhouten, en Zeilen in  C 7i ) in differente omftandigheden, cn andere zaaken, die aanboord van een Schip kunnen, edog allen niet dagelyks voorkomen. Men vindt hier in ook de manier, hoe men voor een Battery moet ten Anker komen, die men befchieten wil. ZEE-MANS HANDBOEK, door den Heer J. F. Martinet, in Leven Predikant te Zutphen, by zyn Excellentie aan boord van den Ad» mïraal Generaal opgefteld zynde, of daartoe aanleiding bekomen. STRATEGIE TER ZEE, welker Tabel hier agter gevoegd is. DE ZEE-TACTICQ, van wylen den Hoog Geboren Heer Capitein ter Zee, Lodewyk Graave van Byland, naderhand vice Admiraal, in 2 Deelen. Hier in vindt men buiten de gronden van de Zee - tacTicq, eene verhandeling over de voordeelen eener groote Zee-magt; over Landingen, en het defendeeren van Havens en Rivieren; ook een befchryving van den Artificieelen Zeilfteen, en een goeds manier om ftaal te-harden. E 3 Wer»  C 72 ) WERK INC MFT 'T SCHIP, door den Capittin ter Zee, J O Vaillant. Na een korte Inleiding over de eigen fchappen derLighaamen, en van de beweeging, is in dit werk befchreeven, de werking van de Wind op de Zeilen, en 't Schip, de werktuigkunde, met eene opheldering omtrent hot centrum van draaijing en 't centrum Gravitatis met Dpzigl tot de kracht die men aanbrengt om dat Lichaam te doen draaijen, daar uit afgelegd de werking der Zeilen op 't Schip, tot gemak in 't ftuuren, en het Roer zelve, vervolgens eenige manoeuvres met een Schip, en hoe die beweegingen op de kortfte en best mogelykfte wyze uittcvoeren, daarna kortelyks zyne gedachten, over de ftuwagie, kooperen der Oorlogvfcheepen, het formeeren van lieden tot den Dienst, de Zee - taclicq, bedenkingen over het gefchut der Oorlogfcheepen, en wat men in 't werk moet flellen, als men zyn Roer verlooren heeft, met verfcheidene plaaten tot opheldering van dit, en de werktuigkunde, op 't Practicaale aan boord, toegepast. Scheeps - Bouwkunde van du Hamel du Monceau. Voor de Geometrie en Klootfche Driehoeksmeeting, PiT.o Steenstra. Voor  (73 ) Foor de Navigatie. STPURMANSKONST, Steenftta gecorrigeerd en vermeerderd door F. Floryn, Examinareur Ge» neraal van 's Lands Zee Officieren &c. &c. &c, Nieuwland, in Leven Profesibr te Leyden, had een aanvang gemaakt tot het vervaardigen van een werk over dat onderwerp, doch de vroegtydige dood, heeft deezen Man aan de geleerde Waercld ontrukt; en de Zee-vaart beroofd van een onderwys, waar van alleen 't eerfte Deel 'c licht ziet. Douwes, noodige Zeemans Tafelen, met de Sinus en Logarithmus Tafelen. LENGTE OP ZEE, door denCapitein j. O. Vaillant, en verfcheidene werken door Commisfarisfen van Lengte te Amfterdam t famen gefield. Ook de befchryving van den Sextant hier toe noodig; en de dilfereace .Tafelen'tot die berekening vereischt wordende; met de Zee-mans. Almanak, Den Otlant met de beste en nieuwfte Zeekaarten van dat Vaarwater, waar voor men in die reize gedescineerd is, kan men volftrekt niet ontbeeren. E 4 Alle  C 74 ) Alle deeze Boeken en Kaarten [ een enkeld uitgezonderd, ] zyn gedrukt en te bekoomen by Gerhard Hulst van Keulen en J Allart te Amfterdam. Ik zal my dus by 't hier opgegeevene alleen bepaalen, daar den my altoos waardigen Capicein Vaillant, [onder wiens direfte orders ik de eer gehad heb, vyf jaaren te dienen] in zyne werking met V Schip, zich de moeite gegeeven heeft, eene opgaave te doen, van de befte of.gefchikfte werken ter verkryging der verdere kennisfe, die in dit werkje, als verefschte wetenfchappen, voor een ZeeOfficier opgegeeven, en in de 7de Paragraaf aangeftipt zyn. Terwyl ik verfchooning verzoek voor de fouten die in deeze Analy/ïs mogten begaan zyn,  A ANHANGZELS RELATIF TOT HET] WERK. OVER DE MILITAIRE CONSTITUTIE. H oe duidelyk het ook mooge blyken, dat de militaire Conftitutie van eene Mogendheid, den aart en gefteldheid van eenen ftaat moet volgen, en dienrÈ volgens, of tot eenen offensiven, of tot eeiien defenfiven Oorlog ingericht worden, zullen echter misfchien de navolgende bedenkingen omtrent dit onderwerp, niet geheel'overtollig worden gevonden. De betrekkelyke fterkte van de eene Mogendheid tot de andere is, buiten tegenfpraak, zeer verfchillende, dewyl zy van zeer veel natuurlyke, en zeer veele moreele omftandigheden afhangt. Onder de eerfte zyn wel de voornaam (ten, de uitgeftrektheid van Land, Bevolking, verkreegene Rykdommen, en plaatfelyke Legging, en tot de andere, be-  behooren de aart en inborst van eene Natie, doch nog veel meer de Conftitutie der Regeering van den ftaat, terwyl, daar en boven, behalven de AJUantien met andere Mogendheden, a] een groot Man, ' aan 't hoofd van den ftaat geplaatst, mede van eepen onbegrypelyken invloed op dëszelfs fterkte kan zyn, b] Het zyn deeze oorzaaken die de eene Mogendheid »3 Een zwakke mogendheid kan door haare verbintenis- fen, voor een tyd de fterkfte worden. Dan de on» zekerheid van dat vermogen, zoude dusdanigen ftaat niet van onvoorzigtigheid vryfpreeken, by aldien daar na eene Militaire Conftitutie, welke dient voort te, duuren, wierd ingericht bj Laat men zich Epaminondas en Frederik den tweeden al- lcenlyk herrinneren De laatfte onder de menig- T'iidige blyken van doorzigt, had de famenflelling van zyn Legers naar de voorzeide oorzaken ingericht, en heeft ook daar van in den zevenjaarigen Oorlog zulke roemrugtige vruchten geplukt. Doch misfehien zyn de overige Mogendheden, alleen deeze bepaalde voordeelen, en niet de handelingen waar aan zy ver» fchuldigd waren, overweegende, in de navolginge, en verfcheidene opzigten te verre gegaan, en hebben daar door haare wezenlyke benodigdheden, waarop haare Militaire Conftitutie geveftigd moet zyn, uit het oog verlooren  C 77 ) heid in evenredigheid tot- de andere, het zy de flerkfte, het zy de zwakfte, doet zyn, waar door van zelve bepaald wordt, dat de eerfte aanvallender en de andere niet dan verweerender wyze kan handelen , en dus voor den eerlten Staat het Vast ftellen van een Cflcnfive, en voor den laatften, dat van eene deverfLe militaire Conftitutie noodzaakelyk wordt gemaakt. Eene groote Mogendheid, kan in den Oorlog geen ander oogmerk hebben, dan in het Land van haaren vyand in te dringen, en grond re winnen, het oogmerk van eene mindere Mogendheid moet dus weezen, dit zo veel doenlyk, te beletten, door den grond voet voor voet te betwisten. Vindt de grootere Mogendheid geenen anderen wederftand, dan de Troupes van haaren vyand, en zyn beide Legers gelyk, zo wel in deugd, en geoef] endheid der Troupes, als in bekwaamheid van de Generaals, en andere Officieren, zo is het zeker, dat het meerder getal op den duur het mindere zal moeten overweldigen. Andere middelen moeten dus by de mindere Mogendheden by de hand worden genomen, en welke zyn deeze? er-  (78 ) Sterke pofitien tot fouticn der Troupes, het zy deeze pofitien bcftaan in gefortiiiceerde plaatfen, het zy in verfterkte engtens, het zy in de boorden der Rivieren, en. Canaalen, pofitien, met een woord» waar in het Leger, dat defenfief ageerd, niet kan worden getonrneerd, noch door den vyand genaderd worden, zonder dat deeze genoodzaakt zy, zich aan een fuperieur vuur bloot te Hellen, zy ne Troupes in de arracque te. breeken, en zich op te houden om verhinderingen, hem in den weg gelegd, te overmeesteren, [c De [c De voordeelen van geretrancheerde pofitien en van zwaar gefchut, worden merkelyk daardoor vermeerderdj dat eene aanvallende Armee» ten dien opzigte, met ge* lyke wapens moet vecin.cn. Juist in tegenover- Helling der defeniivè, zyn beweegbaarheid en fnelheid zo als bekend is, de eerfte deugden van offenlive Legers, en de kracht van hun vuur, komen alleen in tweede aanfchyn, zy kunnen dus niet dan ligt gefchut tegens zwaar gefchut aanvoeren, en wanneer van de geretrancheerde positien met beleid en dapperheid party getrokken word, loopen zy gevaar van geecrafeerd te worden alvorens van haare wapenen, en voordeelen gebruik te kunnen maaken; indien deeze waarheid niet zo klaarblykelyk ware, zoüde men ze met veele redenen nader kunnen aandringen, en bewyzen, dat hoe zeer fnelheid en een levendig vuur, door veele  C 79 ) Dc Generaal van een Leger, dat een Land zal defendeeren, zal dus drie hoofdoogmerken in acht moeten neemen, het uitkiezen van zodanige pofitien, het verfterken van deeze pofitien door alle de middelen welke de kunst aan de hand geeft, en het bezetten van deeze verfterkte pofitien met zwaare Artillerie, en een genoegzaam Musketten vuur. Tot deeze hoofdoogmerken, moet dien volgends, de Militaire Conftitutie van eene Mogendheid die in betrekking tot haare nabuuren de zwakfte is, worden geadopteerd; haar Leger moet naar de benodigdheden van deeze oogmerken worden famengefteld, [d en de Troupes moeten volgens derzelver vcreischtens worden geëxerceerd. No '2. oefening wel eens hebben kunnen vereenigd worden, fnelheid en zwaar gefchut zulks nimmer kunnen zyn, en dat wanneer de pofitien met zwaar gefchut bezet, niet getourneerd kun! en worden, het aanvallend Leger byna eene oneindige fuperioriteit van getal moet hebben, om het onderfcheid van gefchut op te wegen. [d Een zeker gevolg hier van is, dat eene Mogendheid, die haare Militaire Conftitutie verweerender wyze moet inrichten, boven alles een excellent Corps Artilleristen en Mineurs moet hebben, en van bekwaame Ingenieurs in ruimen maate voorzien zyn.  OVER HET ZEDELYK ONDERVVYS DER MILITAIREN. ITk heb elders beweezen, dat een zeÜelyk onder- wys, ook voor de Militairen noodzaaklyk is. — . Dit ondervvys moet zo ingericht zyn, dat het gefchikt is, om bet verfhnd op te helderen, het hart te verbeteren, en gevoel van Ambitie te geeven. • Aan dit gevoel van Ambitie moeten alle driften dienstbaar worden. De driften toch, zyn geene ondeugden, zo als eenige oude ftrenge Zedemeeilers gewild hebben: zy zyn voor den mensch, hetgeen de wind voor de Scheepen is, dat is, zy dryven den mensch voort. Kon men den mensch alle hartstogten ontneemen, hy zou gelyk zyn aan een Schip, het welk, of door de (Hl te of door het Ys in het midden der Zee, volkomen ftil Jegt. - . Reeds vroeg in de Jeugd ziet men de driften te voorfchyn komen: in dien tyd moet men ze opwekken en regelen, door de voorwerpen op de treffenfte wyze voor te (tellen . . Kan men dus een begeerte naar roem, en den yver voor het algemeen welzyn, al vroeg in het hart wrwekken, men zal aan deeze driften gewoon worden, en de gewoonte zal aan dezelve leven en ktacht byzetten.  C 81 ) De Militaire Geest is derhalven, in de meefte Gévallen, eene vrugt der opvoeding: want de opvoeding moet dien Geest opwekken en aankweeken, door het aanvuuren der driften, zonder welke' er geen waare dapperheid zyn kan. Er is ja, een moed, die weinig van de driften afhangt, die uit wysheid en deugd gebooren wordt, en deeze Christelyke deugd verheit den wyzen, boven den braafften Soldaat, maar moet men die zoeken in een militaire lighaam, waar van de meeste leden beter in ftaat zyn, de kracht der driften, dan het vermogen der reden te gevoelen? Want, waar uit zyn onze hedendaagfche Vlooten en Armeen famengefteld ?hetgrootfte gedeelte uit baloorige of jonge loskoppen, losbollen en vrygeesten; en zo men hun vraagt: wat heeft u bewoogen by een te koomén, onder de Vaandels die gy Volgt? waarom gaat gy naar't gevegt? d'eene zal antwoorden, dac men hem heeft bedroogen, de andere, dat hy niet weet waarom, noch op welke wyze hy Soldaat is geworden, een derde, dat hy "t niet zyn zoude, zo hy zeker had ge weeten dat hy moest vegien^eindelyk een vierde dat hy nooit de Ploeg zou verlaatên hebben, zo hy had kunnen voorzien, dat men hem met een Wapen, dat zo veel zwaarder is zouile belaaden hebben, dat men hem te weinig geeft, F om  (82) om de kracht te hebben van 't te kunnen draagen. en moed té bezitten om er zich van te bedienen. En wie is in der daad de Man, die voor vier of vyf duivers 's daags, zich aan zo veel ongemak en gevaar zou blootdellen, zo hy niet ware verleid, door de aantrekkelykheden der losbandigheid? Het is daarom dat men onder de Matroolen en Soldaaten, die op onze Vlooten en in onze Armeen zvn, zo veelen ziet, welke vol vrees zyn, en regenzin in dat beroep hebben, terwyl de anderen den Oorlog «iet zoeken, dan om hunne fchanddaaden, of misdaaden en fouten te vermenigvuldigen. Dit alles bewyst duidelyk genoeg, dat er in de ziel van onze Militairen geene drift bedaar, die hun moed en liefde tot het algemeen welzyn inboezemt. Gelooft niet, braave Militairen van onze dagen, dat ik uwe dapperheid wil beledigen, neen, maar ik zeg deeze dingen, om dat ik u gaarn zou willen inboezemen, die moed, welke gevedigd is, op 't algemeen welzyn, en zo ik my in deeze voordelling bedrieg, ben ik bereid, myne dwaaling te belyden, voor hem, die my van dezelve zal terugbrengen. Men moet de Militaire geest befchouwen , als de ziel der verfchillende driften, die de dapperheid* kunnen aanzetten. Daar is  ( 83 ] is niemand , die in zyne vervoering „ niet worde aangedreeven, door een min of meerdere fterke drift, naar maate van het belang dac hem daar toe heeft aangezet, hier is het de vuurige en hongerige Rooflnst, die het reeken geeft tot fchrikkelyke gevegten, daar zie ik de hoogmoed van te willen gebieden, die twee mededingende Princen de wapens in de hand geeft; d'eene ontrust de vrede der waereld piet, dan om aan het volk de verdrukking te verkoopen, d'andere gaat. niet naar d'overwinning dan om die in het bloed te koopen, tot welke prys het ook zy. — En het zy dat de ftaatkunde hun roept, of wel, dat de noodzaaklykheid hun tot de gevegten overhaald, het een en het andere moet wel haast ontfteeken den haat, de begeerte tot wraak, de zügt tot rooVen, en duizend andere driften, die uit een verwoestende mededingerfchap voortkomen. En met een woord uit welk oogpunt men de driften befchouwe, zy zyn her, waar door den Oorlog gebooren wordt, cn den Oorlog voedt die op zyn beurt; waaruit volgt dat er geene is, die niet moet aanneemen, dat zy voortbrengt de vonken van eenige drift, het zy aanvallende of verdedigende, en dat een volk het welk niet geregeert, of aangezet kan worden tot eenige drift, veel minder geF 2 fchikt  c 84 y fchikt zoude zyn tot het beroep van den Oorlog; hebbende nooit als vrees en geen begeerte om te lceren, men zoude het zien vlugten voor zyne Vyanden, gelyk de Wilden die loopen, en zich verbergen in hunne Hutten, beevende op de vertooning van een Europeaan, die niet is gewapend of gekleed, gelyk zy. Daar is niets zedelyk of werkmiglyk in de waereld, dat zyn beftaan niet ontvangt van eenige drift, en de driftige mensch Js voorde geene die er geen heeft, gelyk den (fouten Leeuw in tegenoverftel- ling van het vreesagtige Hart; maar zo 't waar is dat 't hart ons de groote ontwerpen ingeeft, die men in het werk wil (lellen, mceten er ook groote beweegredenen zyn, om ons aan te dryven, tot het beproeven der gevaaren van de gevegten, om den last des Oorlogs uit te (laan, duizend ongemakken, honger en dorst te lyden, blootgefteld te zyn aan duizend gevaaren, die elk ogenblik weder opkomen; Men zal my mogelyk tegenwerpen, is de zaak zodanig, waarom ziet men dan zo veel jonge Hovelingen dien moeielyken weg inloopen; - is het dat zy zeker zyn van groote voortgangen te zullen maaken?- Is het dat door- flecpenheid en het aanzien, die voor hun uit den wegruimen? Of vermyden zy de doornen welke zich vermengen met de moeielyke Lauweren van welke die doorzaaid zyn? verhinderen zy nier.  ( 85) fomtyds de bevordering van den braaven Officier zonder befcherming? Maar zo de eer van aan 'c Hoofd van eene krygsmagt te zyn niets anders was dan het regt van den eersten Soldaat te zyn, zo hy moest afzien van alle de gemakken van het leven; de pragten, en vermaaken van de tafel verhaten, en zich verwyzen tot de foberheid, om overal het voorbeeld en de medgezel te zyn van de braave Matroos en Soldaat, dan zal men wel haast een aantal plaatfen te vervullen hebben. Maar devvyl de driften zo veele verfchillende menfchcn onder dezelve Standaart kunnen vergaderen, hoe kan men willen dat zy die op dezelve wyze volgen zullen, zo zy niet worden aangedreven door denzelfden geest? En hoedanig moet dezelve hun aandryven, zo dezelfde drift niet beftaat, welke trap van vermogen zal men haar geven zonder de kragt van het begin fel dat men in werking field? En wat heeft men gedaan in onze dagen, om het in de ziel van den Matroos en Soldaat in te drukken, of om er hem vatbaar voor te maaken? Zeker niet genoeg,- maar poogt de driften gaande te maaken in de ziel van uwe Militairen, en weest overtuigd dat zy met een ftandvastig oog, de dood in het aangezigt zullen zien. ——- F 3 No. 3;  SM>. -5. OVER DE DEFENSIE VAN DE REPUBLIEK, J0Lec is niet te ontkennen, dat zo niet altyd, immers federt geruime jaaren in het famenftel der verdediging van ons Gemeenebest, aanmerkeiyk is gebouwd geworden, eensdeels op de hulpe die ons door onze Bondgenooten zo.ude kunnen gegeeven worden, anderdeels, op het vermoogen, om door geld eens klaps het I eger te Land, of de Marine in het ogenblik van nood, tot eene genoegzaame flerkte te brengen. Hulpe van Bondgenooten, beha! ven dat flaatkundige Lieden weeten, hoe duur zy dikwyls moet 'worden gekogt, is daar en boven eene onzekere grondflag van gerustheid. Zy deelt in de oneindige wisselvalligheden van alle waereldlyke zaaken, en hangt ook af van die veranderingen, welke in de ilaatkundige becrekkingen van Europa fletds voorvallen, en noodwendig moeten voorvallen. ———. Deeze doen zo niet alle, ten minile eeni-  (87) eenige van onze Alliantien van tyd tot tyd veranderen ; en het is in de mogelykheid der gebeur- tenisfen, dat men in het ogenblik van nood moet vyorden bygeftaan Het algemeen gezegde : Geld hoopt Soldaaten en Matroofcn, gehoor te geven, en zich daarop te betrouwen, is, naar myn inzien, een nog zwakker toeverlaat; de ondervinding heeft ons, in den Engelfchen Oorlog, en in de Keizerlyke onlusten, misfchien ook in de jongstleedene tyden beweezen, dat, daar mede handen vol gelds verfpild worden, en dat de hulp die men zich daar van toezegt, gereedkomt, wanneer het gevaar door andere oorzaaken reeds is afgeweerd geworden. Wy deelen, en zyn misfehien wel gedrongen,op het voetfpoor van onze Nabuuren, te deelen, in de algemeene dwaalingen der Europeefche Mogendheden, die hunne Legers tot het ukerfte Toppunt, dat de Geld Middelen bereiken kunnen, gebragt hebben. Het valt dus reeds, moeielyk dit toppunt zelf voer korten tyd te overfchreeden, en dit wordt in ons Land nog bezwaarlyker, alwaar die groote, eu gezegende eerbied voor de perfoneele Vryheid het middel van presfing is uitfluitende, en alwaar de F 4 ver"  C 8.8 ) vermeerderende Rykdommen der Ingezetenen zoo. Veel arbeiders bezoldigen, dat de Ihnd van LeedigIpcpers, die elders zo veele Soldaaten in de tyden van nood kan bezorgen, in vergelyking niet noemenswaardig is. Wy hebben dit gebrek aan manfehappen in alle tyden gevoeld, en heeft dit plaats, wanneer de Land Troupes, of de Zee - Magt alleen, moet vermeer-, derd worden, zoo mag men 'een fpoedige augmentatie van beide te gelyk met recht voor ondoenlyk honden. Byaldien dan, beide deeze toeverlaaten zo veel aan te leurftellingcn onderhevig zyn, is het dan te verwonderen, dat wy de Republiek meer dan eens op den oever van haaren ondergang hebben gezien? En is het niet natuurlyk, dat zulks dikwerf fchandelyke en al tyd fchaadelyke gevolgen heeft gehad ? Men zal my misfehren zeggen, dat het niet genoeg is de kwaaien aan te wyzen, maar dat tcfLns gelchikte hulpmiddelen aan de hand moeten gegeeven worden; dit is niet te ontkennen, en de vraage welke zyn deeze hulpmiddelen? blyft dus te beantwoorden. My  ( 89 ) My is een enkel zodanig hulpmiddel bekend, eenvoudig in zyne grondbcginzelen, en, zo ik my niet bedriege met tyd en geduld in alle zyne onderdee- kn zeer wel uit te voeren ; n Gebruik, naam- lyk, te maaken van de voordeden door de natuur aan ons Land gefchonken, en onze'defenfie zodaanig in te richten, dat men met eigene macht in ftaat zy, eenen eériten aanval met goed gevolg afteweeren. Ik heb gezegd met eigene magt, en op deezen grond moet het geheele gebouw rusten, ——— Wy worden, wel is waar, hier in door onze finantien bepaald, en het is niet mogelyk, welke Rykdommen men ook mooge hebben , met nog geen drie milliocncn inwooners, te verrichten, het geen elders met agt millioenen gedaan wordt, doch aan eenen anderen kant zyn wy, door de natuur, zodanig begunftigd geworden, dat wanneer Landen Zee magt zich tot de verdeediging van de Republiek, de hand leenen, misfchien geen andere Mogendheid in ftaat is, eenen zo hardnekkigen tegenftand, met weinig volks te bieden, als wy. Het is dus noodzaakelyk, te bepaalen, welk eene Land-en Zee-magt door de geld middelen kan verfchafr, en onderhouden worden: en wanneer men F 5 eens  (90) eens daar omtrent is. overeengekomen, de defenfie zodanig in te richten, dat deeze magren toereikende zyn, om aan. derzelvtr oogmerken te voldoen. Wanneer men zulks uit het oog mogte hebben verlooren; zo moest noodwendig het een of ander gedeelte van de Linie van defenfie niet naar vereischten bezet zyn, -— en wat baat dan, eene fterke Vefting of gerevancheerde posten, wanneer Gefchut of Ammunitie, Volk, of Levensmiddelen ontbreeken — De vyand dringt door, vermeesterd de Vefting, keert Gefchut of Magazynen tegens den voorigen eigenaar zei ven, — en geeft zonder buiten gewoone toevallen, handen vol werks in 't herneemen van het poinct d'appui, dat hy zelve zich heeft uitgezogt, en met een talryk guarnifoen verfterkt. Met de Inundatien. is het niet anders gelegen, voor zo veel de defenfie daar op geveftigd is, behoord men een volkomene zekerheid te hebben dat zy op ftaande voet kunnen werken, en met geene mogelykheid door den vyand verhinderd of in bezit kunnen genomen worden [ a In [a Er zyn buiten tegenfpraak. eenige L.andsgefteldheden, alwaar de Inundatien alleen op zekeren tyd kunnen werken,- hier op, dewyl men het te vooren weet, kan men zyne rekening maaken, en men kan deeze alleen als een tweede vermogen befchouwen, gefehikt tot onderlteuninge der eerfte Linie van defenfie, die buiten deeze Inundatien haare kracht behoor» lyk moet hebben.  C 9i ) In een woord, dusdanige Linie van defenfie, be». boord famengefteld te zyn, als een keten, en, daar het weg vallen van een enkele fchakel de geheele keren nutteloos doet worden, kan er geene arbeid te groot zyn, waardoor aan ieder der afzonderlyke fchakels, de noodige fterk te wordt gegeeven. Het is dus waarlyk niet het werk van éénen dag, noch van eene overweeging van eenige weinige Ogenblikken, waar door men diergelyke Linie van defenfie opricht en voltooit, er wordt meer dan een leeftyd toe vereischt. En daar het . geluk van eenen defenfiven Oorlog evenredig is, alleen aan de moeijelykheid en het gevaar, om deeze . Linie te naderen, zo. zal niemand, geloof ik, my tegenfpreeken, dat zy op het terrein zeiven uitgezogt moet worden dat geene der voordeden, welke de natuur aan de hand geeft, over het hoofd mogen worden gezien, en dat, waar deeze van minder fterkte is, de kunst te hulp moet worden genomen. Beiden, de Marfchalk van Saxen, en de Generaal Loyd komen hier in overeen, zo wel als in het vereisfchen van groote locaale kundigheden, en een gelukkig opflag van het Militair oog, in die geenen, aan wie een werk van dus daanige aangele. genheid, zo wel voor het tegenwoordig geflacht als voor de nakomelingfchap, wordt aanbetrouwd. Het  C 92 ) Het is ook niet zonder voordacht, dat ik 'van onze Linie van defenfie alleen verlangd heb het vermogen, om eenen aanval af te vvceren, want het is niet te vergen van eenen kleinen Staat, die van zo veele magtige en gewapende Mogendheden omringd is, dat hy zich op den duur alleen met eigene krachten, zal kunnen verdedigen. —- Doch hier in is juist het groote voordeel van eene wel ingerichte Linie van defenfie gelegen, dat men tyd heeft om de hulpe van zyne bondgenooten af te wagten, om naar nieuwe verbintenisfen, zo de oude niet toereikende zyn, om te zien, —om den vyand, 20 hy uit vereenigde magten bedaar, te verdee'en, en om de nieuwe Levées be- hoorlyk te excerceeren, ten einde, daar van in eens tweede Campagne veel nut te kunnen trekken. Alle deeze bedenkingen krygen des te meer gewigt. wanneer men overweegt, dat alle de groote Mogendheden tegenwoordig gewapend, en wel zodanig gewapend zyn, dat zy alle ogenblikken te velde kunnen trekken. Onze verdeediging moet dus niet op een lo.^fen grond, noch op onzekere üitzigten gebouwd zyn, is men ongereed, is de defenfie op imaginaire gronden geveftigd, zo kan zy  C 93 ) gy niet anders dan zwak of wel geheel onmogégelyk zyn, men is naderhand verwonderd zulke verkeerde maatregelen genomen re hebben, een kreet van misnoegen ontitaat van alle kanten, en dikwerf moet de ongelukkige Generaal met verlies van Eer en Reputatie, de gevolgen van de voorige handelingen bezuuren. . Uit al het geen hier gezegd is, zyn de voordeelen van een welfngtricht famenftel van defeniie genoegzaam op te maaken 4 men moet echter twee andere voordeden niet uit het oog verliezen; het eerste dat men in dit geval van de wisfelvalliae befltiiten der andere Europetfche Mogendheden onafhanglyk blyft [b het ander van meer gewicht, doch weinig algemeen ingezien, het zy dat onkunde, het zy dat byzottdere betrekkingen, en eigenbelang zulks verhinderen, de Politicque ConfiderOr tït, naamlyk, in Europa, die voor ons, zo wel als voor alle anderen Staaren noodwendig ryzen of daalen zal, naar maate de verfchillende Mogendheden weeten zullen, dat van de heerlyke resfources van ons Land, goed, of geen gebruik gemaakt is geworden. N0. 4. [b De invloed van deeze wisfelvallige b&nften op onze defenfie, zal niemand tegen fpreeken, die zich een 00• genbük de gevolgen van de flechting der Banieren herinnert.  Sfo. 4. ONTWERP VOOR EEN JAARLYKSCHË EQUIPEERING. i. D aar dè ondervinding leert, dat de form van onze Regeering, gevoegd by de locaale difficultciten, hindcrlyk zyn, ingeval de Republiek fchielyk tot haare defenfie, eenige Scheepen noodig heeft, zo ben ik [ onder verbeeteringe] van gedachten, dat de Republiek om gemelde redenen, alle jaaren een vast bepaald getal Scheepen in dienst behoort te brengen, wyl dezelve anders door gebrek aan die defenfie gevaar kan loopen van op eens door een fchielyk overval, zo veel te verliezen, dat zulks in eene proportie gefteld kan worden, met de jaarlykfche fomme, welke die Scheepen zouden kosten ; ik fpreek niet van het verlies van de Politicque Confideratie, in Europa als ZeeMo.  (9$) Mogendheid, noch van de Eer van den Staat, maar alleen van 't finantieele verlies. 2. Öm dat getal van Scheepen Voor de Oeconomie tot zyn Minimum te brengen, zo dienden er al» le jaaren zes Fregatten, één tweedeks Schip en twee kleine Vaartuigen, in dienst gefield te worden, en wel op de volgende wyze. Veronderftellende, dat dit plan in het Werk gefield zal worden, zo begint men in 't Najaar te werven [ zynde dat de befte tyd om goed Zeevolk te bckoomen]en ieder Fregat moet hebben zyn half complement van de Rolle, waarop het in tyd van Oorlog moet gecompleteerd zyn; het Schip van den Commandant diende zyne volle Equipagie te hebben in vredens tyd, zo als ook de beide kleine Vaartuigen. Van dit Esquader zoude geduurende den tyd van drie a vier Maanden, altoos één derde in Zee zyn, beneffens den Commandant , en de kleine Vaartuigen, om Officieren en volk te kunnen oeffenen, en wyl de Fregatten te zwak bemand zyn, zo zoude de Commandant naar goedvinden, eenige Officieren, Onder-Officieren en Matroofen, van de op de Rheede blyven- de  de Fregatten, op de naar Zee gaanden kunnen plaatzen, op dat die genoeg bemand zoude zyn, om de noodige Manoeuvers te doen; dienende alzo gefchikt te worden, dat ieder Fregat een gedeelte van de Zomer in Zee waare. De tyd dat alle Fregatten weer in de Havens behoorden te zyn, diende in het midden van September te weezen, wanneer ze de orders moeften ontvangen van te Completecren cn te Victualieercn, om naar de Colonien, de Middelandfcbe Zee of elders, naar goedvinden van den Souverein gebruikt te worden, tot dekking van de Commercie. Deeze Fregatten compleet zynde, moest meri ten eersten zes andere met twee kleine Vaartuigen en een tweedeks Schip, Voor eenen Commandant, in dienst brengen, en zo, in het vervolg alle jaaren, en zal ieder zo een klein Esquader na eenen dienst van twee jaaren worden afgedankt. Dit doende had de Republiek altoos ten minfie eenige Vaartuigen tot dekking haarer kuiten, en Zee-gaten gereed, ook bekwam men daar door een voet van volk voor 6 a 7 Scheepen van Linie. De Compagnie Artilleriften' eens geformeerd, en hun de noodige kundigheden gegeeven zynde, kan men  JÈnen zich van hun bedienen als Commandeurs der 'Hukken 'op de Fregatten. Ook zoude men meer' Adelborsten, als naar gewoonte, by ;de Compagriien kunnen plaatfen, om de Theorie en de prao 'tyk zo veel te meer in deeze jonge lieden, ten nutte van den Staat, te vcretnigen. <*< O' Onze Scheepen van Linie, Fregatten, en andere kleine Vaartuigen, dienden alle in vier divlfieh verdeeld te worden, dat is, by een Divifie van Scheepen van Linie, een vierde van de Schcepen; van 50. a 40 Hukken, een vierde van de Fregatten; van 36 a 24 (tukken, 'een vierde van de kleine Vaartuigen, en ^0 voorts by de andere refteerende drie Diviiien. 4- . De geheele Vloot dus verdeeld zynde, diende ef aköos een vierde van de Scheep^n in volk. men gereedheid te zyn, om volk aan boord neemende, Zee te kunnen kiezen. 5- Zo dra aan een Vierde order gegeeven is om te werven, moeten de Scheepen, van het daar aan volgende vierde deel, ten eerden in eene volkomen ftaat van gereedheid gebragt worden, om dan naG der-  (98) derhand ook bemand, en in dienst gefield te kun» nen zyn. 6' In het laatfle vierde deel dienden alle de oude Scheepen gefield te worden, om dezelve tot dek» king onzer Havens, Zeeuwfche Stroomen en andere benodigde plaatfen te kunnen gebruiken , en hiertoe niet meer in flaat zynde dezelven floopen, of verkoopen, en andere te doen aanbouwen; om dus de Marine altoos op eenen voet te hebben, overeenkomflig eenen Staat, wiens welvaart op Commercie is gegrond. 7- Het zoude zeer noodig en nuttig zyn, eenige Vaartuigen te hebben, die men als vlottende Batteryen op onze ftroomen gebruiken kon: Ja zelfs zouden ze zo gemaakt kunnen worden, dat men er in tyden van Inundatien, gebruik van kon maaken. Op eenige dier vlottende Batteryen zoude men Ovens kunnen conftrueeren, om gloeiende Kogels te gebruiken, het nut dat men hier van by de defenfie van Gibraltar genooten heefc, zal, denkelyk de in Oorlog zynde Mogendheden aanzetten, om er by attacques van Scheepen gebruik van té maaken. No. 5,  OMTRENT HET MANOEUVREEREN MET VLOOTEN of ESQUADERS. ltjen ou^ vooroordeel, dat langen tyd in de Ziel van zo Hollandfche, als Engelfshe Marine, heeft plaats gehad, dat alle Manoeuvers ter Zee, met Vlooten van geene of weinig nut waren, en alles alleen er maar op aan kwam, om zyn man te neemen, en die te bevegten, begint hoe langer hoe meer te verdwynen, naar maate dat de ondervinding, in de laatfte Oorlogen heeft doen zien, het groot voordeel het welk geëxerceerde Vlooten op de min geoeffende, in tyden van gevegt hebben; een voordeel van dien aart en natuur daar men de gevolgen hoe langer hoe meer van zal ontdekken, naarmaate de kunde, en bekwaamheid in het Manoeuvreeren, grooter zullen worden. Wat is een Vloot zonder te kunnen manoeuvreeren ? niets anders dan een groote masfa, zonder beG 2 wee-  I 100 1 weeging, die een gevegt moer afwachten; na da£ het een gemanoeuvreerde vyand zal goedvinden haar te attacqueeren. Met eene, in het Manoeuvreeren niet geoefende Vloot, durft de Chef de minste vcrandcringe in zyne poficie niet necmen, uit vreeze dat dan alles in confufie zal geraaken, en dat zeker is, van geflagen te worden; en om dus een zeker groot kwaad voor te komen, moer men een onzeker afwachten, en den vyand zyn voordeel laten neemen, naar zyn goedvinden, het zy, •dat hy een affaire, van avant - of arrière Guarde Wil maaken, de Linie breeken, verdubbelen enz. Alle Manoeuvers moeten eenvoudig en direct, •relatief tot het but zyn; ook dienen zy duidelyk en klaar bepaald te weezen, op dat er geen misverftand plaats kan hebben, het is, om aan alle deeze eindens te voldoen, dat ik in het nieuwe Seinboek, die voor een gevegt in drien verdeeld heb, als: i. De noodige Manoeuvers vóór een Gevegr. Die; geduurende het Gevegt. 3. Na een Gevegt. op dat ieder een , zich daar by tyds in konde oeffenen , en een Admiraal verzekerd zynde, dat alle de Chefs der Divifien, en Scheepen,  pen, zulks weeten, met meer froutheid, zoude dur> yen Manoeuvreeren. • Alle Manoeuvres, zy moogen zyn hoe zy wil-. Jen, is eene brcekinge van famenhang, dus kan men uic deeze breekinge, niet te fchielyk uitkomen op dat een Active vyand, zich daar niet van bediene; en dus ^dienden zy in den kortst mogelyken tyd uitgevoerd te worden, hier toe wordt vereischt, groote bekwaamheid in den Admiraal en Chef, kunde in de Chefs der Scheepen, en welbezeildheid der Scheepen, zo by deeze vereischtens, zich voegt, de gewoonte, van in het vuur geweest te zyn, kan zodanig een Vloot, zeiver onder het vuur van den vyand Manoeuvreeren, 't welk gevaarlyk is te onderneemen, wanneer een Vloot 'nog niet aan het vuur gewoon is, en in deeze zin is de oude grondregel waar, van niet onder het vuur van een vyand te manoeuvreeren. Ik heb een Esquader drie uuren zien manoeuvreeren in het gezigt, en van tyd tot tyd onder het vuur ' van den vyand; dit Esquader was drie jaaren onder dezelfde Chef geweest, veel gemanoeuvreerd, en herhaalde maaien voor dien tyd met den zeiven in hec vuur geweest. G 3 No. 6*  OVER DE SCHEEPEN VAN LINIE» "fFn de rnenigvuldige veranderingen en verbeteringen, welke den Oorlog ter Zee, gelyk mede de Bouwkunde der Scheepen en Navigatie in deeze Eeuw ondergaan hebben, kan men met reden voor de grootfte van allen, en tevens voor die geene, waaruit de meeste overigen oorfpronkelyk zyn, noemen, het groote aantal zwaare Scheepen, en het zwaarder Canon waar van men zich thands bedient, terwyl de Vlooten veel minder talryk zyn dan zy eertyds plagten te weezen Dit is zo verre gekomen, dat men by de meeste Natiën welke thans Oorlog ter Zee voeren, een Schip, het welk voor geen 64 Hukken geboord is, onbeftaanbaar oordeelt om in Linie van Bataille te vegten. Het welk ook niet zonder reden is, dewyl men aan 't idé van een Schip dat ilerker is dan een ander, by voorbeeld, een 74. by een van 64. vergeleeken, niet alleen hegten moet de meerderheid, van een getal van 10 Hukken, maar ook dat zodanig fchip in alle zyne afmeetingen grooter zynde, dikker van boorden en in  (m) Mouter) is, met een fterker Ëquipagie voorzleii} en, eindelyk, Kogels fchiet van veel zwaarder Caliber dan de Ö4gers; waaruit blykr, dat hetzclvé in een viervoudig opzigt fterker dan dat vart 64. Hukken is. Indien wy dierhalven bravoure en kundigheden in de Chefs, en de Commandanten der Scheepen Van weerskanten egaal gefield zynde, echter met geen gedecideerd nadeel tegens die Natiën, met welke wy in Oorlog ter Zee kunnen komen, willen vegtert, dienen wy ons in onze manier van Conftrueerert, zo veel mogelyk te regulecren naar die Principes, welke by dezelve aangenomen zyn, en wel voornaamlyk trachten te zorgen, dat de Scheepen vart Linie, welke gebouwd worden, van dezelfde grootte, en van zulke zwaare inhouten zyn als die van deeze Natiën worden gemaakt, met gelyk gefchut gemonteerd, en. eindelyk, zo veel na onze omftandigheden mogelyk, met niet veel minder Koppen be> mand worden. Men ziet hier uit, van welk eeneJ volstrekte noodzaaklykheid het zy voor eene Natie, welke zyne Marine in ftaat wil Hellen, dat zy van kundige Scheeps ■ bouwmeesters voorzien zy, al was het alleenlyk om dit uit té werken, dat de Scheepen alles  C i°4 > Ie op eene gelyke wyze gebouwd, en de Poorteti van de onderfte Batteryen der Scheepen van Linie, op een behoorlyke hoogte boven water gebragt wierden, het welk, de laading bepaald zynde, van een Conftrufteur welke in zyn konst bekwaam is* dient geweeten te worden. Men kan ook niet dan door Conftrufteurs, welke alle de verfchillende kundigheden toe het bouwen van Scheepen noodig, in groote maate bezitten, wel bezeilde Scheepen verkrygen, het welk een voordeel is, welke jn de tegenswoordige manier van ter; Zee te Oorlogen niet genoeg kan betrage worden; want deeze bezeildheid dient, niet alleen om vyandelyke Scheepen door meerdere fnelheid, des noods, te agterhaalen en alle vereischte Mauoeuvres en Evolutien met meerdere vaardigheid ter uitvoer te brengen, maar ook om in tyd van gevegt het Schip des te beter te kunnen bellieren, en de gur.ftigfte pofitien, om den vyand afbreuk te doen, te neemen. Een Schip het welk in actie raakt, moet wegens de legging van het gefchut zyn Vyand altyd de breede zyde toekeeren, en alle Maneeuvers welke door hetzelve gedaan zoude moogen worden, om hem van agteren of van vooren te attacqueeren, met al zyn vermoogen tragten te  C 105) te verhinderen, daar tegen zodaanig van zyne beZeildheid profiteercn, da: hy de vyand eenige hagen aldus toebrenge, welke, wel gedirigeerd zynde, en langs het holle wuift van agteren of langs de dekken ftrykende, een verfchrikkelyke Ihgting ónder het volk, het welk by het gefchut gereed ftaat, veroorzaaken. Van deeze Manoeuver, welke door de welbezeildheid van het Schip, gevoegd by de kundigheid van den Commandant, verkreegen wordt, dependeert meest altyd het fucces van gevegten tusfehen particuliere Scheepen; en het is door de kennis welke de Engelfchen by de ondervinding van de voordeden der wel bezeilde Scheepen verkreegen hadden, dat zy tot de uitvinding gekomen zyn, om dezelve te kooperen en dus de fnelheid hunner 5cheepen, welke hier door altoos fchoon bleeven, aanmerkelyk vermeerderden. De Franfchen, welkers Schcepen te vooren welbezeild waren, zagen fchielyk dat zy hierdoor ten agteren raakten, en voelden de noodzakelykheid om zich van deeze uitvinding te bedienen, ten einde ook op eene gelyke voet van fnelheid te komen. Dezelfde noodzakelykheid heeft men by ons ook gevoeld, en ze is veel grooter, eensdeels dewyl door de natuurlyke gefteldheid van het Land met andere gebreken, de Scheepen zelfs reeds half H vuil  ( IOÖ* ) vuil zyn alvorens zy naar Zee gaan, anderdeels de* wyl her kielen van onze groote Scheepen, wanneer zy eens uit de Dokken gekomen zyn, ten uiterfto ongemakkelyk valt, en deeze; beide beletfelen zyn by de Engelfchin en Franjchen onbekend. Wy die» fien dierhalven, daar men vreest, dat, wanneer onze groote Scheepen gckooperd zyn, en over de droogtens op de Cameelen gebragt worden, zulks het kooper daar van af zal doen gaan , en als zulks waar ware, dit nieuwe gebrek, uit locaale omftandigheden voortvloeiende, tragten te overwinnen, door eene plaats aan te wyzen, alwaar de Scheepen kunnen gekooperd worden, zonder dat men dit behoeve te vreczen, en hiertoe zoude myn bedunkens het nieuwe Duf met lucces gebruikt kunnen worden. Men kan by het te vooren gezegde dit nog voe« gen, dat in vroegeren tyd, wanneer de gevegten ter Zee van eenen geheel anderen aart waren, wegens de Manoeuvers, en men ook niet regulier in Linie ftoeg, een Zee/lag nooit eenige tyd duurde, of men boorde door eikanderen heen, het geen fomwylen gelegenheid gaf aan een kleinder Schip, om een grooter van vooren of van agteren aan te tasten, te matteeren, en wel eens te veroveren, waarvan ©n-  onzen onfterfFelyken en nooit volpreezené de Ruïter, door zyne zeer groote kundigheid zich dikwyls bediend heeft, om zyn vyand gevoelige neepen toe te brengen», doch thans daar men door de ondervinding de noodzakelykheid en voordeelen van eene welgeflootene Linie geleerd heeft» is men van zelfs in de gedachten gekomen, om zo veel, en naderhand om zo zwaar gefchut, als immer mogelyk was, in de kleinfte ruimre te brengen, waarop wederom noodzakelyk de meerdere inhouten en zwaarte der boorden gevolgd is, en deeze is de Waare reden waarom het onbezonnen is, Fregatten tegens Scheepen van Linie te willen doen vegten, ja, zelfs twee Fregatten by een Schip van Linie te willen vergelyken. In hoe verre w.y nü in vergelyking van andere Natiën in de gezegde objecten gevorderd zyn, zal men hier niet onderzoeken, maar alleenlyk teil beste van het Vaderland wenfchen, dat wy, daar wy alle de N..tien rondom ons, hunne Marine zien perfeftionceren, ook het geen te veranderen is, moogen verbeteren en begrypen, dat indien het onmogelyk is, uitwerkfelen zonder oorzaaken te zien voortbrengen, heteeven onmogelyk is, onze commercie te befchermen, en ons eenig Gezag by de  C '-08 ) de vreemde Natiën te bezorgen, zonder eene ge dugte Marine, dewelke wederom zonder een aantal, zwaare, fterke en welbezeilde Scheepen, en zonder een vast Cerps van kundige Zeer Officieren te hebben, met geen mogelykheid kan verkreegen worden.  Onderzoekingen te doen op de Strategie ter Zee, cpgegeeven asn de Heeren Cfficierrn, door den Admiraal van Kinsbergen. Definitie of bepaaling van de Strategie. De Strategie is de konst die alle verrigtingen van den Oorlog leert gebieden, en bellieren. Dit woord komt van het Griekfe woord Strategos, het welk te zeggen is, Hoofdgebieder der krygsmagt, De Strategie is het verhevenlle en uitgebreidfte gedeelte van den Oorlog, dewyl zy Veronderftelt, en in zich bevat, alle de andere deelen; als de berekeninge van de tyden, van de afftanden, de beweegingen en de te famenvoeginge der omftandigheden van het oogmerk, met de middelen daar toe betrekkelyk, het vooruitzien zo wel der wezerlyke zwarigheden, als die der toevalligen, en die op niets kunnen uirleopen; de kennis van de Zeen, en kusten, het coup d'oeil, de beoordeelinge zo wel over de vyandelyke Pofitie, als Manoeuvers, en valsche bewegingen, die hy in 't werk Held, de levendigheid, de ftou heid, de uitvinding; en alle deeze zo menigvuldige weetenfchappen en hoedanigheden zyn den Admiraal noodzakeiyk. Verdeeling. De Strategie wordt verdeeld in groote en kleine Strategie, de eerfte behoord aan den Admiraal, en de tweede ook aan hem, zo wel als aan de andere Commandanten. i A F D E E L I N O. | a,e AFDEELING. De vereischtens en weetenfchappen van de Chef en andere Commandanten.' Deelen ter onderzoek van de groote Strategie, of de weetenfchappen om den Oorlog te voeren. i- HOOFDSTUK. Van de beltiering, cn verrigtingen van een Viooc. j Are 5. Hoedanig een Generaal omwerp, in alle Van de vereischtens in een Hoofd of Milkair Be- 1. HOOFDSTUK. z>'ne dee!en moec worden, op dat ftuurder en naar evenredigheid van alle de Bevelhebbers. 1 Van dcn offenflvcn Oorlog. ,cdcr ded tot nut va» het algemeen mede" _ ö„ n _ werke, die is eene der greodte vereischtens Art. 1. De Krygsmans aart. 4. De kennis der wiskunde, Artillerie en Art. 1. Redenen om zich tot een offenfieven Oor- jn een Adn)iraa] eft Che£ a. Een gezonde en fterke gefleldheid. vesting bouwkunde- J log te bepaalen. g De noodzaaklykkeid, die er is, dat een Ad- 3. De Moed en onverfchrokkenheid. 5. Kennis der Kusten, Zeen, Seroomen, Ban- «• Algemeene regelen in den aanvallenden miml en Chef, a'toos verfchillende ontwer- 4. Een werkzaameu en onderneemenden geest. ken en der Winden. Oorlog. ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ 5 De deugdzaamheid. I2 -pe Militaire redeneerkunde, of de kunst b,ngen. ' o Van de noodzaaklyke vereischtens in een Chef, van alle Militaire opcratien wel te kun- 3. Het zelfde voor een defenfiven Oorlog, queer en naar evenredigheid van «He de Bevelhebbers der nen beoordeekn, cn de Momenten wel 't zy om zyn Havens, Kusten en Baayen, l~' Hoe fecreete Correspondentien moeten ge- ci t. • , , ., ,1 11 1 ^ formeerd worden, acneepen. te kunnen berekenen, waarin men deeze in zekerheid te Keilen, als om Convooyen ,. ^ , „ Deeze opgenoemde Art. vereisfehen, veel naden- aw. tt\- nu c t\C ij of geene party moet kiezen. Deeze aan de Commercie te verkenen. 0 Art. 1. De Physfica of natuurkunde. . 0 ,„ , T kmg, voor ieder een , die eens de waare eernaam 2. De werktuidvkp mpmrh 's Sr00te Mlllcaire Loëlca van een 4. Om eene defenfive Zee - togt te doen en , „ . .4. uc werKiurgivKe mensen. AH " 1 goed Zee Militair wil wegdraagen, en zyn 3- De kennis van het Menfchelyke hart. Admiraal. heE doen van gekidinge. Vaderland van dienst zyn. ERRATA. Pag. 40 Regel 4 van boven, ftaat Habilkeit, lees Stabiliteit. AANHANGSELS. Pag. 92. Regel 3 van boven, ftaat eenen aanval, lees eenen eersten aanvah