ALGEMEENE OEFENSCHOOLE VAN KONSTEN EN WEETENSCHAPPEN. TWEEDE AFDEELING BEHELZENDE DE NATUURLYKE HISTORIE DES AARDRYKS. DERDE DEEL. TE AMSTELDAM By PIETER MEIJER, op den Dam, MDCCLXXXII.             NATUURKUNDIGE AARDRYKSBESCHRYVING. INLEIDING. Over de gedaante en grootte des Aardkloots. Ten vervolge van onze Beschryving van Engeland zullen wy den Leezer met eene Natuurkundige Aardryksbeschryvinge bezig houden , een onderwerp zo nuttig en aangenaam voor het algemeen, dat wy het overtollig oordeelen deszelfs beoefFening in het byzonder aan te pryzen. De kennis van de Aarde en haare voortbrengselen zyn in de Natuur zo naauw met elkanderen vereenigd, dat wy niet kunnen denken om ze vaneen te scheiden; waarom wy voorneemens zyn om ze by elkanderen te verhandelen. De kennis der Aarde ten opzigte van haare Figuur en Afmeetingen, en de verdeeling van de verscheidene deelen haarer Oppervlakte maaken die Weetenschap uit, welke men eigenlyk Aardryksbeschryving of liever Waereldbeschryving noemt; want de Aardryksbeschryving beteekent in den eigenlyken zin des woords niets anders dan eene beschryving van zulke deelen van de Oppervlakte der Aarde, die weezenlyk land zyn, wordende het ander gedeelte, het welk de Wateren beschryft, Waterbeschryving genoemd. Want onze Aardkloot, welker uitwendige Oppervlakte gedeeltelyk uit Land en gedeeltelyk uit Water bestaat, draagt om die reden altyd den naam van den Land- en Water-globe, welke naam den grond legt tot de twee gemelde Weetenschappen, de Aardryksbeschryving naamelyk en de Waterkunde. Wy hebben in een ander gedeelte van dit Werk onze II. Jfd. III. Deel. A Aarde  2 natuurkundige Aarde als een der Hemelsche ligchaamen of der Planeeten beschouwd, welke te samen ons Zonnestelsel uitmaaken; ' maar hier beschouwen wy haar in eene nadere betrekking en met een byzonderer oogmerk. Ons oog is nu op de Oppervlakte der Aarde gevestigd, en wy moeten haar beschryven, gelyk zy zich aan ons vertoont. Voor eerst zullen wy dan handelen over die deelen, welke het volste Land uitmaaken, als zynde het eigenlyk Onderwerp der Aardryksbeschryvinge, waarop eene beschryving van dat gedeelte der Aarde zal volgen, het welk met water overdekt is. In de beschryvinge van ieder Land zullen wy agt slaan op deszelfs voortbrengsels, zo verre zulks hier met ons bestek overeenkomt, terwyl wy over dezelven in onze eerste afdeeling hiervoor, onder den tytel van Natuurlyke Historie omstandiger handelen, zo dat de Leezer in deeze beiden een beknopt Samenstelsel van Aardryksbeschryving en Natuurlyke historie verkrygen zal. Wy zullen hier den ouden weg, die door andere Aardsryksbeschryveren zo lang betreeden is, niet weder inslaan, maar het waagen om eenen geheel nieuwen te bewandelen, vooral dewyl wy daartoe overvloedige stof en reden hebben. Wy zouden onze Leezers weinig dienst doen met te denken dat zy, na alle de nieuwe ontdekkingen, welke met betrekkinge tot de figuur der Aarde gedaan zyn, en na de uitvinding der verbeterde manieren om Kaarten te maaken, zo weinig belang in dit alles stellen van geene moeite aantewenden om te weeten of de Kaarten goed of kwaad zyn, of zy een waar of valsch denkbeeld wegens de verscheidene deelen van de Oppervlakte der Aarde geeven; integendeel hebben wy reden om te vertrouwen dat onze Leezers eenen gantsch anderen smaak hebben , en verwagten dat wy hun alles wat eene weezenlyke verbetering, nieuw en nuttig is, zullen mededeelen; en aan zulk eene loffelyke verwagtinge te beantwoorden is ons ten hoogsten aangenaam; dit nu zullen wy, in het tegenwoordig geval, tragten te doen onder de volgende Hoofdstukken. 1 Voor eerst zullen wy de Aarde, welke gemeenlyk een Globe-  Aardryksbeschryving. 3 Globe genoemd is, niet langer als zodaanig beschouwen. dewyl men nu, door naauwkeurige meetingen, zeer wel weet dat haare Figuur niet bolrond, maar zodaanig is als door de omwenteling van eene Ellips om haaren langsten as veroorzaakt wordt: En derhalven moeten II. Ten tweeden de graaden Op de Oppervlakte der Aarde niet langer als gelyk worden aangemerkt, maar van verschillende langte en verschillende deelen dier Oppervlakte; en dus behooren zy zo op de Kaarten afgebeeld te worden. Het onderscheid zal in veele gevallen zeer merkelyk en zigtbaar zyn, gelyk uit de in dit Werk ingevoegde Kaarten ten vollen blyken zal. III. Ten derden zullen wy in onze Kaarten die valsche en ongerymde Regtlynige Afteekening niet volgen, welke in gemeen gebruik is, maar de klootswyze welke alleen de waare evenredigheid van grootte en afstand kan vertoonen, van en tusschen de verscheidene deelen van á Aardkloots Oppervlakte, en een juist en natuurlyk denkbeeld wegens dezelve verschaffen. IV. Ten vierden zullen wy onze Kaarten zo schikken, dat den waaren stand of de gelegenheid van alle gegeevene plaatsen , op eene enkele minuut van eenen graad na, zal aangeweezen worden; wanneer derhalven de Breedte en Langte van eene Plaatse door Waarneemingen bekend zyn, zo kan zy juist op zulk eene Kaart geteekend worden, het welk voor de Aardryksbeschryvinge en Starrekunde van veel dienst zal zyn. V. Ten vyfden zullen wy in het byzonder zorgen om in onze kaarten alle nieuw ontdekte Plaatsen te voegen, welke de Zeeluiden en Reizigers van onzen tyd hebben opgespoord, en zulke Plaatsen, welker ontdekking op geen goed gezag rust, zullen wy door flaauwe trekken van de andere onderscheiden. VI. Ten zesden in alle onze Kaarten zal de eerste Meridiaan door London gaan, en dus zullen wy de Breedte zeer gemakkelyk berekenen; wy zullen ook de Lengte en Breedte der Plaatsen, voor zo veel starrekundige waarneemingen ons daar aanleiding toe geeven, te regt brengen.  4 Natuurkundige Dewyl eene goede Kaart het beste denkbeeld geeft wegens de uitgestrektheid, gelegenheid en verdeelingen van een Land, zo zullen wy des te minder wydloopig behoeven te zyn in de beschryvinge; en wat de Natuurlyke Historie betreft, in dezelve zullen wy den Leezer niet ophouden met beuzelingen, of met zaaken , welke aan het Land niet in het byzonder eigen zyn; maar alle Dieren, Gewassen of delfstoffen, welke in het byzonder tot eenige Plaats behooren, zullen beknoptelyk opgegeeven worden, gelyk ook alle de voornaame Rivieren, Bergen, Volcanoos, of wat ons verder merkwaardig op de Oppervlakte der Aarde, wanneer wy dezelve overtrekken, voorkomt. De evenredigheid van Land tot die van Water is door de schryveren verscheidenlyk berekend geworden. De heer Templeman stelt, in zyne meetinge, dat de evenredigheid van het bekende of bewoonbaare gedeelte der Aarde na genoeg is als 10 tot 48; maar wanneer wy de hoeveelheden van Land en Water op den Globe met elkanderen vergelyken , kunnen wy niet beter doen dan de verscheidene deelen van Land en Water uit het Papier, het welk eenen Globe bedekt, snyden, en die afzonderlyk, in eene juiste schaale weegen, waardoor de Evenredigheid van derzelver gewigt tot op een grein na zal ontdekt worden; en gevolglyk zullen de Oppervlakten (welke hoeveelheden van het Papier uitmaaken) in de zelfde Evenredigheid zyn. Dit nu hebben wy met groote naauwkeurigheid gedaan uit het Papier, het welk den Aardglobe van den Heere Senex, die 28 duimen Middellyns heeft, overdekt, en de gewigten van het Papier voor Land en Water bevonden als volgt. Het Gewigt van het Papier voor Land — 367 greinen. Het zelve voor Water — 1125 ■ Hieruit krygen wy de Evenredigheid van Land tot Water als 1 tot 3 7/100 zodat, indien men zich de gantsche Aarde in vier gelyke deelen verdeeld voorstelle, drie derzelven uit Water bestaan, terwyl 'er maar een uit Land bestaat. Doch het is waarschynlyk dat 'er eene groote mee nigte  Aardryksbeschryving. 5 nigte Lands is, het welk men tot heden toe niet ontdekt heeft; waarom wy de volstrekte reden van Land tot Water niet juist bepaalen kunnen. Men heeft lang geweeten dat de Aarde van eene bolronde figuur was. In oude tyden meende men dat zy eene platte vlakte was, maar dit was eene al te grove dwaaling om lang stand te houden ; omdat iemand, naar het Noorden of Zuiden reizende, bevinden zal dat de Starren meer of minder hoogte boven zynen Horizon hebben zullen ; ten welken opzigte men geene verandering altoos bespeuren zoude, indien men over eene vlakte reisde, hoe groot ook de afstand zyn mogt. Dit verschafte derhalven een overtuigend bewys wegens de kromlynige gedaante van de Oppervlakte der Aarde. En dewyl het doorreizen van gelyke ruimten een gelyk verschil in de middagshoogten der Starren veroorzaakte, had men een bewys dat de kromlynige Oppervlakte tot de bolronden behoorde, en dat gevolglyk het ligchaam der Aarde de gedaante van eenen Globe of Bol had. Dit gevoelen werd algemeen aangenomen tot in het begin der voorgaande eeuwe, wanneer men kennis kreeg aan proeven met Slingers, aan Middelpuntschuwende kragten in omwentelende ligchaamen, aan de Zwaartekragt, en aan andere natuurlyke beginselen; toen was 'er reden om te denken dat de Aarde by geene mooglykheid de gedaante van eenen Globe kon hebben, maar dat zy Bolagtig of Knolrond zyn moeft. Deeze ontdekkingen wekten onder de geleerden eene sterke begeerte om door proeven wegens de waare gedaante der Aarde overtuigd te zyn , het geen zy zeer wel wisten dat niet geschieden kon , zonder eenen graad op de Oppervlakte der Aarde, in verscheidene ver van elkanderen afgelegene deelen van dezelve, te meeten begrypende tevens dat die proeven beter gelukken zouden, naar maate die deelen verder van elkanderen af waaren. Eindelyk werd door de milddaadigheid van Koningen, en den blaakenden yver der Wysgeeren , de moeilyke onderneeming aangevangen, voortA 3 gezet,  6 Natuurkundige gezet, en met eenen uitslag, die de verwagting zeer veel te boven ging, voleindigd. Om dit gewigtig stuk wat byzonderer voor te draagen , zullen wy de volgende voorbeelden van hunne naarstigheid ten deezen opzigte bybrengen. De eerste onderneeming van deezen aart werd gedaan door Snell, eenen Hollandschen wiskunstenaar, die eene ruimte tusschen Alkmaar en Bergen op Zoom, en tusschen Alkmaar en Leyden gemeeten, en uit het gemiddelde bevonden heeft dat een graad bestond uit 55021 vademen, bevattende ieder zes voeten. De volgende was dc Engelschman Norwood die in den jaare 1635 den afstand tusschen London en York afmat, en bevond dat een graad bestond uit 69 1/2 Engelsche Mylen. Vervolgens ontdekte Ricciolus uit verscheidene meetingen dat een graad 61650 vademen bevatte; maar alle deeze maaten waaren zeer onvoldoende , dewyl 'er weinig overeenkomste tusschen dezelve plaats had. Die van Norwood , welke 57300 vademen aan eenen graad toeschreef, werd egter algemeenst aangenomen. Naderhand gaf de Fransche Koning Lodewyk de XIVde den Heere Picard bevel om eenen boog van den Middags cirkel, tusschen Malvoysine en Amiens, te meeten waardoor hy vond dat een graad 57060 vademen bevatte. De Koning belastte, om verder voldaan te zyn, dat men den gantschen Meridiaan van Vrankryk op de zelfde wyze zoude meeten, het welk door den Heere cassini in den jaare 1718 gedaan werd. Deeze meeting gaf 57060 Toises of Vademen, overeenkomstig met die van Picard. De Hoorfeeraar musschenbroek den boog van snellius zeer naauwkeuriglyk overmeetende, bevond eenen graad te bestaan uit 57033 Toises of Vademen. Deeze laatste meetingen, allen vry wel overeenkomende, bewyzen de grootte van eenen graad op de middelste breedten van den Meridiaan na genoeg; doch het bleef nog noodig dat men de.grootte van eenen graad ook bepaalde, aan ieder einde van den Meridiaan , om te weeten of de Aarde van eene bolronde gedaante waare, en zo niet, hoe veel zy van dezelve verschilde Tot dat einde  Aardryksbeschryving 7 de beval de Koning van Vrankryk, eenen graad aan den Equator, en eenen anderen onder den Noorder Pool-cirkel te meeten; en vervolgens werden uit de Leden der Koninglyke Academie twee Partyen benoemd, om ter volvoeringe van dat werk eene reis te onderneemen. Zy , die naar Lapland gingen, volvoerden hunnen last in de maand December des jaars 1736, en hunne meeting gaf 57437 9/10 Toises voor eenen graad. De Party, welke bestemd was om naar het Zuiden te reizen, vertrok in de maand May des jaars 1735, en bevond , haar werk verrigt hebbende, dat de eerste graad van den Meridiaan ; 6767 4/5 toises bevatte. Maar dewyl dit getal zo merkelyk verschilde van het geen men uit de genomene maate van eenen graad in Lapland en Vrankryk had opgemaakt, vond de Koning goed den Meridiaan van Vrankryk nog eens te laaten overmeeten, het welk gedaan werd door de Heeren cassini de Thury, en den Abt de la Caille: Deeze nieuwe meeting gaf 57050 toises voor de maat van eenen graad in de Parallel van 45 graden, zodat de maat van eenen graad, op de middelste Breedte van den Meridiaan, aan den Evennagts-cirkel en onder den Noorder Pool-cirkel bevonden werd, als volgt. Aan den Evennagts-cirkel - 56767 4/5 In de Parallel van 45 graden - - 57050 Onder den Noorder Poolcirkel - 57438 Uit deeze meetingen van eenen graad kan men volgens eene wiskundige uitrekening (gelyk wy ter behoorlyker plaatse zullen aanwyzen) de evenredigheid der Middellyn van den Evennagts-cirkel tot den As der Aarde vinden. Dus geeft, by voorbeeld, de maat van eenen graad in Lapland en in Vrankryk de evenredigheid van 266 tot 264 3/10 maar wanneer men de maat van eenen graad in Vrankryk en by den Evennagts cirkel heeft, dan zullen wy de evenredigheid der middellyn van den Evennagts-cirkel tot den As der Aarde vinden als 266 tot 265 ; en wanneer wy de twee A 4 uiter-  8 Natuurkundige uiterste maaten by den Evennagts-cirkel en in Lapland neemen , dan zullen wy daaruit de voorgemelde evenredigheid bevinden te zyn als 266 tot 265 73/100 en dewyl dit een midden-evenredig getal is tusschen de twee andere getallen, moogen wy besluiten dat het zeer na aan de waarheid komt; en misschien zal de zaak nimmer tot grooter naauwkeurigheid gebragt worden. Niettegenstaande het verschil tusschen de twee Middellynen der Aarde, door den Equator en de Poolen gaande, zo aanmerklyk is, en de knolronde gedaante der Aarde zo duidelyk bewyst , kan het egter by geene mooglykheid vertoond of zigtbaar gemaakt worden door Globen of Kaarten van eenen kleinen omtrek; ik meen door zulken, die minder dan 10 voeten middellyns hebben ; maar in byzondcre Kaarten kan met het (gelyk wy reeds gezegd hebben) zeer wel aanwyzen. Om de waare afmeetingen van de Oppervlakte der Aarde uit te drukken, moeten wy eerst die van eenen grooten cirkel bepaalen; indien wy dan stellen dat 69 1/2 mylen gelyk zyn aan eenen graad, zo zoude een groote cirkel, wanneer de Aarde net bolrond was, 25050 Engelscbe mylen bevatten. Doch dewyl de Aardryksbeschryvers gewoon zyn 60 mylen in eenen graad, op de oppervlakte der Aarde te stellen , omdat 'er 60 minuuten in iederen graad van eenen cirkel zyn, en 'er derhalven voor iedere minuut van eenen graad eene Geographische myl zyn zal, zo zullen 'er in een Quadrant, of een vierde gedeelte van eenen cirkel , het welk 90 mylen bevat, 90 maal 60 of 5400 Geographische mylen zyn ; en dus is het gelegen met een Quadrant van den Equator, welke derhalven in het geheel 21600 Geographische mylen zal bevatten. Maar dewyl een Meridiaan eene eironde gedaante heeft (gelyk wy reeds getoond hebben), welker langste middellyn die van den Equator is, zo zal een Quadrant of een vierde gedeelte van zulk een Eirond kleiner zyn dan een cir-  Aardryksbeschryving 9 Cirkel; en volgens de meetingen van eenen graad in Lapland zal het Quadrant van zulk een Eirond maar 5370 Geographische mylen bevatten; en gevolglyk zal een Meridiaan der Aarde tot den Equator zyn als 5400 tot 5370; doch volgens de meeting van eenen graad by den Equator, zal het Quadrant van zulk eenen eironden Meridiaan 5390 Geographische mylen bevatten.. Indien wy dan een midden-evenredig getal neemen tus-. schen de twee bovengemelde eironde Quadranten, zal het zelve 5380 Geographische mylen bevatten , en dus mag de gantsche Meridiaan op 21520 zulke mylen geschat worden; de Langte van eenen eironden Meridiaan der Aarde is derhalven tot den Equator als 21520 tot 21600 , het welk na genoeg is als 215 tot 216. Uit deeze maaten en evenredigheden kan alles, wat tot de grootte der Aarde betrekking heeft, zeer juist ontdekt worden door zodaanigen, die nieuwsgierigheids en verstands genoeg bezitten tot het doen van de uitrekeningen, waardoor de gantsche grootte, zo ten opzigte der vierkante mylen op de Oppervlakte, als der teerlingsche mylen van de Dikte, in Engelsche maat kan uitgedrukt worden. Maar voor het gemeen gebruik is het genoegzaam een algemeen denkbeeld wegens deeze dingen te hebben, en derhalven moogen wy, zonder veel mis te tasten, de Aarde als eenen Globe, of als een bolrond Ligchaam beschouwen; dus zullen de afmeetingen haarer Oppervlakte, en vierkante mylen , waarvan 'er 60 in eenen graad gaan, berekend zynde, uitgedrukt worden als in de volgende Tafel te zien is; welke wy overgenomen hebben uit des Heeren Templemans Nieuwe Meeting van den Globe, waarin hy (gelyk wy in zyne Voorrede gezegd vinden) gebruik gemaakt heeft van de nieuwe Globen van 28 duim Middellyns, die door den Heere Senex vervaardigd zyn; op welken hy alle verre afstanden van Londen, ter zee en te land, gemeeten heeft; opdat men in eenen opslag een denkbeeld A 5 heb-  10 Natuurkundige hebben mooge wegens de grootte van de Oppervlakte der Aarde, en van haare verscheidene deelen * * Wy zullen den Leezer hier niet ophouden met Geographische Bepaalingen, dewyl die eigenlyk tot eene Verhandeling over het Gebruik van den Aardglobe, welke wy in onze Wysbegeerte der Jonge Heeren in Jufferen gegeeven hebben, behooren. Wy oordeelen het egtcr gevoeglyk hier aan te merken dat wy daar in alle voorgaande Verhandelingen over de Aardryksbeschryving het Land in vier groote deelen, Vast Land genoemd, is verdeeld geworden, in Europa naamelyk, Asia, Africa en America, die verdeeling juist noch natuurlyk agten, omdat uit de Kaarten of Globen blykt dat America zelf uit twee groote deelen of Vaste Landen bes,taat zodat het getal der Vaste Landen vyf behoorde re zyn, gelyk zy ook door den Heere Templeman zyn beschouwd geworden.  AARDRYKSBESCHRYVING 11 De Grootte der Oppervlakte van den gantschen Globe, in vierkante mylen, gerekend tegen 60 voor eenen Graad; als mede van de Zeeën en onbekende deelen; van de bewoonbaare Aarde; van de vier Hoofddeelen; benevens alle de groote Ryken en voornaamste Eilanden, allen geplaatst in die orde , waarin zy ten aanzien hunner grootte aan elkanderen ondergeschikt zyn. Vierkante , Vierk. „. Vlerk | mylen. Eilanden. mylen' Eilanden, mylen De Globe 148,510,627 Hispaniola — 36.000 skye 900 Zeeën en onbekende deelen 117,843,821 Newfoundland 35.500 Lewis 880 De bewoonbaare Aarde— 30,600,806 Ceylon 27,730 Funen —— 768 Europa 2,749,349 Ierland 27,457 Yvica 625 Asia —— 10,257,487 Formosa 17,000 Minorca 520 Africa 8,506,208 Anian 11.900 rhodes 480 Noord-America — 3,699,087 gilolo 10,400 cephalonia — 420 Zuid-America — 5,454,675 Sicilie 9400 Amboyne — 400 persisch ryk onder Darius 1,650,000 Timor —— 7800 Orkney Pomona 324 Roomsche Keizerryk in zy nen grootsten bloei 1,610,000 Sardinië 6600 Scio — 300 Rusland ■ 3,303,485 Cyprus 6,300 Martinique 260 China 1,749,000 Jamaica — 6000 lemnos 220 Ryk van den Grooten Mogol 1,116,000 Flores 6000 corfu 194 Turkye 960,057 Ceram 5400 providence 168 Tegenwoordig Persie 800,000 Britton 4000 Man 160 borneo •— 228,000 Socatora 3600 bornholm 160 madagascar ■—■ — 168,000 Candia — 3220 wight 150 Sumatra 129,000 porto rico — 3200 Malta 150 Japan . — 118,000 Corsica 2520 Barbados 140 Groot Brittanje 72,926 Zeeland — 1935 Zant 120 Celebes 68,400 Majorca 1400 Antegoa 100 Mamla •— 58,500 St. Jago 1400 St. christoffel - 80 ysland ___ 46,000 Negropont — 1300 st. Helena 80 Terra del Fuego — 42.075 Teneriff — 1272 Guernsey — 50 mindinao — 39,200 gotland ■— 1000 Jersey —— 43 Cuba 38,400 Madeira 950 Bermudas 40 Java . 38,250 st. Michael 920 rhodus 36  12 Natuurkundige Aardryks De BESCHRYVING van EUROPA. NAAM. Verscheidene zyn de `gissingen der schryveren geweest omtrent den naams oorsprong van Europa. Ze allen op te haalen zoude noch vermaaklyk noch nuttig zyn. Doch van waar men ook den naam mooge afleiden, het werd Europa genoemd door de Romeinen , en heet dus nog by de Italiaanen, Spanjaarden, Engelschen en Franschen; de Turken noemen het Rumali of Alsrank ; de Georgiërs Frankoba , en de overige bewooners van Asie Frankestan. Grenzen. Het grenst ten Noorden aan de Yszee; ten Zuiden aan de Middellandsche Zee, welke het van Africa scheidt; ten Oosten aan asie waarvan het afgescheiden wordt door den Archipel, de Euxynsche of Zwarte Zee, en het Meotisch Meir, en vervolgens door eene lyn, getrokken van de Rivier den Tanais of don tot genoegzaam aan de Rivier de Oby in Moscovie; en ten Westen grenst het aan den Atlantischen Oceaan. Uitgestrektheid. Van den Mond der Riviere de Oby in het oosten tot aan Kaap St. Vincent in Portugal in het westen is het omtrent 2800 mylen lang; en als een vast Land aangemerkt zynde, is de Breedte, van het Noorden tot Kaap Mataphan en Morea, omtrent 2600 mylen. Het ligt tusschen de 34 en 80 graaden Langte, gerekend naar den Meridiaan, die door london gaat *. Voor * Wat de Eilanden, Schiereilanden , Landengten, Voorgebergten, Kaapen , bergen , Oceaanen, Zeeën, Golven, Straaten, Meiren, Rivieren enz, van Europa betreft, nevens andere Onderwerpen der Natuurlyke Historie, van deezen zullen wy spreeken in de heschryvinge van die byzondere Landen , Ryken of Provinciën, tot welke zy behooren.    BESCHRYVING. Europa 13 Voortreffelykheid boven de andere Waereld-deelen. Schoon Europa op veele voorregten roemen kan, spruiten zy egter niet uit deszelfs grootte; nademaal dit deel het kleinste is van de vier deelen, waarin de Aarde gemeenlyk verdeeld wordt. Eenige Schryvers, die ons met eene tamelyke juistheid een denkbeeld wegens derzelver Evenredigheid hebben willen geeven , stelden dat, indien de gantsche bewoonde Aarde in driehonderd gelyke deelen verdeeld was , Europa zeven en twintig , asia honderd en een , Afrika twee en tagtig en Amerika negentig van dezelven bevatten zoude. europa overtreft in veelheid van bewooneren Africa en America; maar schiet by Asia ver te kort in rykdommen, dewyl de goud- en zilvermynen niet te vergelyken zyn by die, welke in andere landen gevonden worden. In vergelykinge van andere landen zyn 'er weinige of geene kostbaare steenen of geurige speceryen; maar daarentegen is het aanmerkelyker ten opzigte van alles wat betrekking heeft tot den staat der inwooneren, de zagtheid van lugt, de vrugtbaarheid van grond, de menigvuldige bevaarbaare Rivieren, den grooten overvloed van koorn, rundvee, wyn, olie, en andere dingen, die niet slegts ter onderhoudinge, maar pok ter verlustiginge den menschen geschikt zyn; en inzonderheid ten opzigte van de schoonheid, sterkte, moed, openhartigheid en voorzigtigheid der inwooneren; van de meenigte hunner konsten, sterkte hunner legers, uitgebreidheid van hunnen koophandel, voortreffelykheid van hunne regeeringen, billykheid van hunne wetten, vryheid van hunne onderdaanen, en (het geen alles te boven gaat) zuiverheid van hunnen Godsdienst. Men stelt gemeenlyk dat de oude Bewooners de nakomelingen en Afstammelingen van Japhet geweest zyn, welke uit Asia over den Hellespont in Griekenland kwamen; schoon sommigen zeggen dat de nazaaten van Sem, te land tusschen de Caspische Zee en het Meotisch Meer doorreizende , door Tartarye en Scythie in Scandinavië, en vandaar in Vrankryk , Duitschland en andere Landen gekomen zyn. Wy betuigen niet te weeten welk van deeze gevoelens men voor  14 Natuurkundige Aardryks voor het waarschynlykste te houden hebbe; doch wat hier ook van zyn mooge, het is zeker dat Europa veele eeuwen geleeden reeds zeer volkryk, en om den moed zyner inwooneren beroemd geweest is , zodat de Europeaanen zich van het grootste gedeelte van Asia en Africa meester maakten, en dat aan de twee Keizerryken van Griekenland en Rome onderwierpen. In de laatst verloopene eeuwen is genoegzaam eene helft der Aarde, welke te vooren onbekend was, door Europeaanen ontdekt geworden , en door de Volkplantingen, welke zy derwaards zonden, in bezit genomen. De Christelyke Godsdienst is gantsch Europa door aangenomen, uitgezonderd in dat gedeelte van hetzelve, waarvan de Turken meesters zyn ; maar uit hoofde der nieuwigheden, welke door de Kerke van Rome zyn ingevoerd , is de Kerk van het Westen verdeeld. Italië , Spanje, Vrankryk een gedeelte van Duitschland van de Nederlanden en Poolen blyven de leere der Roomsche Kerke nog toegedaan; daar Engeland, Schotland, Ierland, Denemarken Noorwegen, Zweden, de Vereenigde Provinciën en Zwitserland de Hervorming omhelsd hebben, en den Protestachtschen Godsdienst belyden. In Moscovie eenige deelen van Polen, Walachie, Moldavie, Podolie, Volhynie en Griekenland, volgt men de Leer van de Oostersche of Grieksche Kerke. Geleerdheid en Konsten hebben de bewooners van Europa ook van de bewooneren van andere waerelddeelen onderscheiden. Alle de Weetenschappen , welke in de Schoolen geleerd worden, hebben zy tot veel grooter volmaaktheid gebragt dan door de Asiaanen of Africaanen geschied is; en de uitvinding en verbetering van veele nuttige Konsten, inzonderheid de Stuurmanskonst, is men geheel verschuldigd aan het vernuft en de naarstigheid der Europeesche volken. De Taalen Van Europa worden allen van zes Grondtaalen afgeleid, van de Grieksche naamelyk. Latynscbe of Oud Duitscbe, Celtische, Sclavonische en Gothische Ver schei-  beschryving europa 15 scheidene Tongvallen derzelven, met eenige toevallige byvoegselen , zyn de Taalen der voornaamste deelen van europa, uitgezonderd van Tartarye en Turkye. Het Latyn wordt verbasterd en op eene verschillende wyze gesproken in Italië, Spanje, Vrankryk, en de zuidelykste deelen van Zwitseland. Het Hoogduitscb wordt in Duitschland, Scandinavie, Muscovie, Hungarye, Polen, Sclavonie en Bohemen gesproken; en de Engelscbe Taal komt voort van de Teutonische. Daar zyn nog eenige andere Taalen, die egter minder algemeen zyn, als de Grieksche, Albanische, Hongaarsche, Tartaarjche en Turksche Taalen in de Oostelykste; de Britsche Iersche en Laplandsche in de Westelykste en Noordelykste deelen van Europa. De Regeeringen van Europa zyn 1. Monarchaal, wanneer de Oppermagt in handen van éénen man is, als in Spanje, Denemarken, enz. 2. Despotiek, wanneer één man, als Koning of Opperheer, volstrekte magt heeft over het leeven en de goederen van zyne onderdaanen; als in Turkye, Moscovie en Vrankryk. 3. Aristocratisch, wanneer eenige weinigen , (inzonderheid Edelluiden) het gantsche gezag inhanden hebben, als te Venetie. 4. Democratisch, waar de hoogste magt by het volk berust, als in sommige deelen van Zwitserland, en in de Vereenigde Provinciën, Eenige andere Regeeringen zyn 'er, welke uit een mengsel van Monarchie en Aristocratie of Democratie bestaan de eerste heeft plaats in Polen, en de laatste in Zweden en Engeland. De Monarchaale regeeringen van Europa zyn egter veel gemaklyker en zagter dan die van Asia en Africa De voornaamste Vorstendommen van Europa zyn de volgende. De Keizerryken van< Duitschland, Rusland, Turkye De Koningryken van Groot Brittanje en Ierland   Hongarye, Vrankryk,   Bohemen Spanje  16 Natuurkundige Aardryks Spanje , pruissen , Portugal, Sardinie, Zweden, Napels en Sicilie , welk laat Denemarken , ste genoemd wordt Polen. | De beide Siciliën Het Pausdom van Rome.                 De Republieken van   Venetie, De Vereenigde Nederlanden, Zwitserland, De grisons, Genua, en Lucca         Na deezen komen de Keurvorstendommen van Duitschland in aanmerkinge, welker vorsten den Keizer verkiezen; de drie eersten van dezelven zyn Geestelyk, de anderen Waereldlyk, te weeten:     De Aartsbisdommen en   Keurvorstendommen van   Mentz, Trier en Keulen   Beyeren,   Saxen ,   Brandenburg, Waereldlyke. -< De Paltz.   Brunswyk Lunenburg, en het Koningryk Bohemen. Behalven deezen zyn 'er niet minder dan driehonderd ondergeschikte Vorstendommen in Duitschland, Italië, en andere landen , welker bezitters Geestelyke of Waereldlyke vorsten zyn, behoorende onder de eersten Aartsbisschoppen en bisschoppen en onder de anderen de Prinsen, Landgraaven, Hertogen, Marquiezen, Graaven enz. Zy zyn wel allen fynsbaar aan of leenmannen van den Keizer of eenig' ander' Vorst, maar hebben het hoogste geza^g in hunne eigene Staaten. Onder    Aardryksbeschryving. 17 Onder de Geestelyken zyn de aanzienlyksten: De Groot-meester van de Teutonische Orde. De Groot-meester van Malta. De Groot - prior van Malta, ook genoemd De Groot-prior van Duitschland. De Aartsbisschop van Saltzburg, en een-en-twintig Bisschoppen in Duitschland. De Abten en vorsten van Fulda in Duitschland St. Gall in Zwitserland, en eenige anderen. Onder de Waereldlyken zyn de voornaamsten: De Aartshertog van Oostenryk. De Groothertog van Toscanen.     De Landgraaven j   van Hesse         Kassel, Reinfels, Darmstat en Homburg De Hertogen van Savoijen, Modena, enz. in Italie. De Hertogdommen van Milaan , Mantua , Mirandola, Parma en Placense zyn thans in het Huis van Oostenryk De Hertogen van Meklemburg, Wirtemburg , Holstein, Saxen - Weymar, Eysenach, Gotha enz. in Duitschland; En het Hertogdom van Courland , in Polen. De Prinsen van Anhalt Aremberg , Hohenzollern , nassau Oost-Vriesland, Furstemberg, Licbtenstein , Waldeck, Tour en Toxis enz. in Duitschland De Markgraaven van Baden , Durlach, Brandenburg, Culmbach en Brandenburg - Anspach in Duitschland De Graaven van Hanau, Solms, Troun , Seblick, Staremberg, enz. Behalven deezen heeft men den Chan van Europesch Tartarye, de Hospodars van Walachye, Moldavie, enz. Het vaste land van Europa was oudstyds verdeeld in agt voornaame deelen, naamelyk Hoofdsteden. Scandinavie   bevattende Zweden , Stokholm _ , . -{ Denemarken, ± Koppenhage,                 Noorwegen,   Bergen. II. Afd. III. Deel B Mos-  18 Natuurkundige Moscovie of Rusland, . . Moscow. Vrankryk .... Parys. Duitschland .... Wenen. Polen . .... Cracow Spanje ..... Madrid. Italie . . • . . Rome. Turkye in Europa .' . . Konstantinopolen Voeg hierby de Europesche Eilanden , waarvan de voornaamsten zyn: Engeland, l I * . London. Schotland , ... Edinburgh. Ierland, .... Dublin. Dewyl 'er sedert veele jaaren een Koning van Pruissen geweest is, zal men mooglyk verwagten een Koningryk van Pruissen te zullen vinden, het welk een groot deel van het hedendaagsch Europa zal uitmaaken; doch dewyl deeze Koning zynen naam slegts ontleent van het Hertogdom Pruissen, eene Provincie in het ryk van Polen, en de bezittingen van den gemelden Vorst bestaan in zeker aantal van Provinciën , Staaten en Landen , die tot de andere groote Heerschappyen of reeds genoemde Ryken behooren , zo kan men van Pruissen niet wel een onderscheiden gedeelte maaken ; maar, de Bezittingen van dien Koning zullen, ter plaatse daar zy behooren, in aanmerkinge ge- ■ nomen worden. Wy oordeelen het onnoodig langer op de Geographische beschryving van Europa stil te staan, dewyl wy in het vervolg van ons Werk de overige deelen beschryven zullen, en zy gemaklyk op de hier bygevoegde Kaart te zien zyn, welke de juiste evenredigheid der grootte, en de gedaante der Landen, waaruit Europa bestaat aanwyst; deeze Kaart is ook genoegzaam van dezelfde grootte als die van den Heere Senex, op zyne Globen van 28 Duimen Middellyns. Scan-  Aardryksbeschryving 19 Scandinavie. Gelegenheid en uitgestrektheid Dit is het Noordelykste Land van Europa, grenzende ten Zuiden aan Duitschland, en aan een gedeelte van de Oostzee ten Westen en Noorden aan den Oceaan, en ten oosten aan een gedeelte van Moscovie. De gantsche uitgastrektheid in Engelsche Mylen is voor de Langte 1350 tusschen de 54 graden 71 1/2 N. Breedte Breedte 1030 5 graden 30 O. Langte. Deeze groote streek lands bevatte eertyds de Koningryken van Denemarken, Zweden en Noorwegen , met de verscheidene Eilanden in de Oost-zee , die nu door eenen, dan weder door meer Vorsten geregeerd werden, en thans onder het gebied der Koningen van Zweden en Denemarken staan. Want in den jaare 1448 verkozen de Staaten van Denemarken en Noorwegen Christiaan den 1sten tot hunnen Koning, en sederd dien tyd bleeven zy als een Koningryk vereenigd. Beschryving van Zweden. Van deszelfs Naam, uitgestrektheid en andere byzonderbeden. Dit Koningryk wordt in het Latyn Suecia genaamd , welke benaaming waarschynlyk afkomstig is van de Suiones, by Tacitus als de eerste inwooners gemeld; thans is het van grooter Uitgebreidheid dan in oude tyden, dewyl het gantsch oud Scandinavie bevat. Het grenst ten Zuiden aan de Oost-zee, aan de Zond, en aan het Kattegat of Schagerrak ten westen aan de onovergangbaare Bergen van Noorwegen; ten Noorden aan Deensch of Noorweegsch Lapland, en ten Oosten aan moscovie. De uitgestrektheid van dit Koningryk is in Langte omtrent 800, en in Breedte byna 550 Engelsche Mylen. Het B 2 ligt  20 Natuurkundige ligt tusschen de 56 en 60 graaden Noorder Breedte, en tusschen de 32 en 55 Ooster Langte van London; doch de aftrek , welken men voor verscheidene Zeeën en groote Meiren , waarvan sommigen 80 Engelsche mylen lang en 20 breed zyn; gelyk ook voor de Rotsen , Bosschen, Helën en Moerassen, die een groot gedeelte van deeze Landstreeke beslaan, maaken moet, is oorzaak dat het bewoonbaar gedeelte maar eene kleine evenredigheid heeft tot de uitgestrektheid van het geheel. Dit Land is in zeven Provinciën verdeeld , die weder gesmaldeeld zyn op de volgende wyze : Hoofdsteden enz. Uplandia   Stokholm en Upsal Sudermania , Nikopen, 1 Zweden , eigen- Westmania Arosen, lyk zo genaamd, ge- Nericia, Orebio, legen tusschen Noor- Gestricia, Geval, wegen aan het Wes-   Helsingia, ), Hadswick-walt ten , en de Golf van Dalecarlia , Hedemore , Bothnie, is verdeeld in Medelpadia, Setanger , 11 deelen, te weeten, Angermania, Hernosand , Jemptia , en Uma Luta, West Bothnia Pistoia en Torne 2 Goth   Samalandia,   Norkoping en nia of Goth- Oost   Gothl. \ > Calmar land aan de   Eiland van Oeland.   Barkholm. Zuid-zyde West Gothl.     Vermeland en   van Zwede-   Dalia   Gottenburg land, heeft   Halland   Helmstat 3 deelen, ZuidGothl. Schonen, ) Lunden en naamel.     Bleking.   Christiaanstat 3. Livonia, aan de   Eston of Oostland   Revel en Narva, Zuid-zyde van de Golf { ( van Finland bevat   Letten of Letia.   Riga. 4. In-  Aardryksbeschryving. 21 Hoofdsteden 4. Ingria, aan het Eigenlyk Ingria   Orescal of Noteberg, Noord-oosten van   Ingermania , Caperio en Livonia, bestaat uit*     Soluska ~> Juanegrod. Eigenlyk Finland   Abo , Nylandia   Helsingfordia, Carelia,     Wyburg Oost-zyde van den Golf Kexholm, Kexholm van Bothnie, behelst   Savolaxia, Kosnipe   Tavastin   Javastus, Cajunia   Cajeneberge.   Angermania-Lapmark   Aosalbo, 6. Zweedsch Lapland, Pitha-Lapmark Pitha in het Noordelyk gedeel- Uma-Lapmark         Uma te des Lands, is verdeeld   Lula-Lapmark         Lula   in de zes volgende dee-   Tornea-Lapmark     Tornea, len Kimi-Lapmark       Kimi   Gothland, Oeland Oesel De Eilanden van   Dage Aland, Hogland, en Rugen Dit Land is dus verdeeld, en in de verscheidene afmeetingen der Deelen door den Heere Templeman opgegeeven , in de volgende Tafel. * NB. Livonia beide en Ingria werden door Peter den Grooten veroverd , en behoorden sederd dien tyd tot Rusland B 3 Zwe-  22 Natuurkundige Zweden. Vier- Gantsche | _ kante lom. » I 3 Zweden mylen. M. c Hoofdsteden 76.835 2^8,715 Zweden 47>C00 342 194 Stokholm . Gothlans 25.975 253 1C0 Calmar , Schonen 2960 77 56 Lunden. *■ 7<5,S35 ^ . {Lapland, en") Tomie i. W. Botbnia } 7<5'00° *2°34° Uma, „ : Finland, en "| Abo, 1 Oost Botbnia J 73,°°° 395225 Cajenburg £ Gothland Eil. 1000 gc 23 Wisby Oeland Eil. 560 85 10 Barkholm. ' 150,560 Opper- Pomerania 960 47.'»4 Straalsund Saxen Rugen Eil. 360 1320. 24| 21 Bergen Stokholm is de Hoofdstad van dit Koningryk, en de plaats, waar de Koningen van Zweden hun verblyf houden. Het is gestigt op Paalen op verscheidene kleine Eilandjes, die zeer digt aan elkander liggen. Thans beslaat het , wanneer men 'er de zuidelyke en noordelyke Voorsteden by telt, zes van deeze Eilandjes. Het Eiland, het welk het grootste gedeelte van Stokbolm bevat, wordt door twee armen van eene Rivier omringd , welke met groote snelheid uit het Meir Maeler komt, en over ieder van deeze armen ligt eene houten Brug. Omtrent 200 of 300 jaaren geleeden woonden hier maar eenige weinige visschers, doch nu is het eene groote en volkryke stad. Men meent dat het getal der inwooneren omtrent 30000 is. Het Kasteel, waarin het hof gehouden wordt, heeft sterkte noch  Aardryksbeschryving 23 noch schoonheid; maar het Paleis van den Adel, daar de Raad vergadert, is een zeer pragtig gebouw. De regeering van deeze Stad is in handen van den grooten Stadhouder. De huizen der burgers zyn van steen, de overige van hout. De Stad kan aangemerkt worden als het Pakhuis van Zweden, dewyl de meeste waaren des Koningryks , als yzer , Koper en Scheeps-voorraad derwaards gcbragt worden om vervoerd te worden. De Haven kan duizend schepen bevatten , en heeft eene Kaai, welke omtrent eene Engelsbe myl lang is. Het eenigste ongemak is dat zy tien mylen van de zee af ligt. Aan haaren ingang heeft zy twee sterke Forten. Stokholm is byna 300 mylen ten Noord-Oosten van Koppenhage, 416 ten Westen van Petersburg, en 921 ten Noord-oosten van London, op 59 graaden 20 noorder Breedte, en 19 graaden 20 Ooster Langte gelegen. Van de Inwooneren. De Lugtgesteltenis van dit Land maakt deszelfs Bewoo-. ners, over het algemeen genomen, geschikt om die moeilykheden, welke aan hunne verschillende leevens-standen verknopt zyn , te verduuren. De Edelluiden bepaalen zich doorgaans om den kryg te volgen, waarin zy meer lofs winnen door moed , dan door beleid of krygslisten; meestäl zyn deezen van een geschikt gedrag, en vriendelyk in hunnen omgang. In de Handelaaren ontdekt men den zelfden aart in de verrigtinge hunner tydelyke bezigheden; zynde zy in dezelven arbeidzaam en onvermoeid, schoon zy zelden andere denkbeelden dan die tot hunnen handel behooren, voeden. De boeren zyn, wanneer zy nugteren zyn, zeer onderwerpelyk en beleefd; maar de drank maakt hen geheel onhandelbaar, Over het algemeen genomen mag men van de Zweden, voor zo veel de gantsche natie aan- ' gaat, zeggen dat zy dapper en hardvogtig zyn; dat zy zeer veel op hebben met agtinge en aanzien , waarom zy meer werks maaken van zich wel te kleeden dan van lekker te eeten. Zy zyn op hunne manier zeer Godsdienstig, gaan B 4 veel  54 Natuurkundige veel te kerk, en zyn meest allen getrouw en maatig, schoon vry agterdogtig van aart. Niet zelden brengt behoeftigheid de armen ook in verzoeking om veele bedriegeryen te pleegen. Ten aanzien van Konsten en Weetenschappen schynt het dat de lugtstreek hunne bekwaamheden zeer naauw bepaalt; want zelden munten zy uit in leevendigheid van geest of doordringendheid van verstand; door naarstigheid, ondervindinge en reizen zyn egter eenigen, die door hunne natuurlyke gesteltenisse voor ernstige bezigheden geschikt waren , tot rypheid en bondigheid van oordeel gekomen. De studie der oude en hedendaagsche Wetten en die der Oudheden zyn hunne begunstigde oefFeningen ; en men zegt dat gebrek aan geduld de grootste hinderpaal is om hen in deeze takken van geleerdheid aanmerklyke vorderingen te doen maaken. Geen land is 'er waarin de letteroeffeningen zo lang gehandhaafd zyn. De universiteit van upsal is reeds in den jaare 1476 gestigt , en sederd dien tyd heeft de Universiteit te Abo in Finland der geleerdheid nieuw leven geschonken. Onder de Zweden berust het oorspronglyk handschrift van de Gothische overzettinge der Euangelisten, door Ulphilas, die in den jaare 1300 Bisschop der Gothen was. Hunne taal is een tongval van het Teutonisch of Oud Duitsch, maar dezelve is veel minder geschikt om beschaafd te worden dan het Deensch of Hoogduitscb : De beschaafdste luiden spreeken of schryven zelden in hunne moedertaale , maar zy bedienen zich van het Fransch of Hoogduitsch het welk zy in groote volmaaktheid verstaan. In hunne trouw- en lykplegtigheden zyn zy zeer merkwaardig; ten aanzien der huwlyksverbintenissen schikken zy zich geheel naar den wil hunner ouderen ; en de kerk zelve kan de kinderen niet ontdaan van de verbintenisse om zich naar deezen in het trouwen te gedraagen, zodat luiden van beide de sexen zeer dikwyls ongetrouwd blyven, totdat zy den ouderdom van dertig of meer jaaren bereikt hebben , dewyl de ouders niet gaarne een gedeelte hunner be-  Aardryksbeschryving. 25 bezittingen aan hunne kinderen afstaan. Op hunne bruilof, ten zyn zy buitenspoorig dartel; en by het begraaven van hunne dooden zyn ze ook doorgaans vrolyker dan by zulke gelegenheden past. Somtyds maakt men te vooren reeds toebereidsels, om de doodmaalen eenen tyd lang te doen duuren; en verscheidenc reizen is het gebeurd, dat het lyk langer dan de behoorlyke tyd onbegraaven gehouden is Maar sederd dat de natie in kundigheden gevorderd is, zyn zulke buitenspoorigheden minder algemeen geweest. De kleeding der fatsoenlyke luiden bestaat des winters uit bonten; en het gemeene volk maakt dikwyls klederen van schaapen-vellen, waaraan de wol gelaaten wordt, omdat de gestrenge koude , welke in dit land heerscht, zulks eischt. Sederd eenigen tyd maaken de warmste soorten van wollen stoffen, uit Engeland hier ingevoerd, het voornaamste gedeelte van de klederen der Zweeden uit. Hun voedsel bestaat meestal uit eenvouwdige of grove spyzen; zy zyn doorgaans gezond genoeg om dezelven te verteeren. Veelen van het gemeen eeten somtyds naauwlyks genoeg om het onder al den arbeid en moeite, welke zy moeten aanwenden, staande te houden. Natuurlyke Historie. De Lugt is in Zweden, over het algemeen genomen ' helder, droog en zeer koud; de Inwooners zien 'er welgedaan uit, en leeven zeer lang, als zynde van jongs af aan de koude gewoon. De Jaargetyden zyn 'er , schoon regelmaatig in hunne agtereenvolginge, niet altyd overeenkomstig met die van andere Landen. Men mag zeggen dat het 'er negen maanden Winter tegen drie maanden Zomer is ; en gelyk de Winters 'er zeer koud zyn, zo zyn 'er de Zomers ongemeen heet. Naauwlyks heeft men 'er de Lente of Herfst. Het Koorn komt 'er, wanneer het gezaaid is, zeer schielyk tot rypheid , en 'er verloopen weinig meer dan zes weeken van den zaaityd tot den oogst. B 5 De  26 Natuurkundige De Grond is in de meeste deelen vry vrugtbaar, en zoude gemaklyk te bebouwen zyn , indien de Inwooners slegts genegen waren om den Landbouw te oeffenen. Zy zouden zelfs Koorn genoeg tot hun eigen gebruik teelen kunnen; maar dewyl zy nalaatig zyn in de vereischte moeite aan te wenden, is het volstrektelyk noodig Koorn uit andere Landen tot hen over te voeren. In tyden van groote schaarschheid, maaien zy den bast van Berkenboomen, om dien met hun Koorn te mengen, en 'er brood van te bakken. Des Zomers zyn de velden bekleed met bloemen, en zy hebben overvloed van vrugten, onder welken de Peeren en Kersen voor de besten gehouden worden. Daar zyn Bosschen van Dennen- Beuken- Berken- en ander hout; ook vindt men 'er eenige Eikenboomen, die meest allen vry dik zyn, en zeer regt groeijen. , De voornaamste Bergen zyn de Defrynsche aan het Westen, die omtrent Jemptland beginnen, en zich byna 400 Engelsche mylen noordwaards uitstrekken. Daar zyn veele Rivieren , als de Lahla de Tornea , en de Kima; maar de voornaamste is de Rivier de Uma, welke door veele andere vergroot wordt. De voornaamste Meiren zyn het Meir Veller, Wenner en Maeler, door welk laatste Stokholm van water voorzien wordt. In Zweden heeft men te Salberg eene Zilvermyn, waarin de arbeiders ter diepte van 105 vademen daalen moeten. Derzelver daken zyn zo hoog als eene kerk , en worden door zwaare boogen van eikenhout onderschraagd, waarvan men met ladders moet afklimmen. Zy brengt jaarlyks omtrent 500 l. sterling op. Men vindt geene gedenkschriften, die zo oud zyn dat zy aanteekeningen van tyden, die de ontdekking van deeze of van de Kopermyn zyn voorgegaan , bevatten; zy moeten derhalven veele ecuwen geleeden reeds zyn bekend geweest. De Kopermyn is omtrent 80 vademen diep en van groote uitgestrektheid. De onkomsten , welke van deeze Myn komen, zegt men dat jaarlyks 200000 l. sterling bedraa gen,  Aardryksbeschryving. 27 gen , waarvan een vierde gedeelte aan den Koning behoort. Kopermynen en Smeederyen hebben zy in groote meenigte, inzonderheid aan den kant der bergagtige deelen, daar zy het gemak van watervallen hebben, die hunne molens doen draaijen. Behalven het Yzer, het welk de Zweeden in hun eigen land gebruiken , wordt 'er jaarlyks voor de waardye van 300000 l. vervoerd. Men vindt in deeze Mynen ook Zeilsteenen, en eene meenigte van Delfstoffen , als Vitriool , Alluin en Sulfer, vooral in Nericia of Nerike en Westmanland. De Dieren , welke in dit Land meeft algemeen zyn, zyn van verscheidene soorten. Het Rund-vee is 'er, even als in de meeste Noordelyke landen, zeer klein, en men kan zulks niet verhelpen door zelfs grooter beesten uit andere gewesten in te brengen, dewyl zy schielyk verbasteren, omdat het gras des zomers kort, droog en zuur is, zodat de Runders dikwyls groot gebrek lyden. De Zweedsche Paarden zyn, schoon klein , ongemeen geschikt om sleden voort te trekken, en kunnen, schoon zy uit de natuur sterk zyn , met grof voer onderhouden worden. Wild gedierte is hier in grooten overvloed. De Inwooners maaken jagt op Beeren , Elanden, Harten en Haazen om derzelver vleesch; en op Wolven, vossen en andere dieren om derzelver bont en huiden. Des Winters veranderen Vossen en Eekhoorntjes van kleur, en worden graauwagtig, terwyl de Haazen zo wit als sneeuw worden. Wild en tam Gevogelte is 'er in grooten overvloed, maar de Zee-vogels hebben eenen zeer vischagtigen smaak. Klein Gevogelte wordt 'er des zomers ook in groote meenigte gevangen. Duiven zyn 'er maar weinig in getal, dewyl derzelver voedsel zeer schaarsch is, en zy zo wel als andere vogels, dikwyls een prooi worden van Havikken , Arenden , en veele andere Roofdieren , door welken Zweden dikwyls gekweld wordt. Visch  28 Natuurkundige Visch hebben de Zweden in grooten overvloed uit hunne meiren en rivieren , als Zalm , Baars , Tong , Forellen, Aal, Tarbot, en veele andere soorten, die elders niet gevonden worden. Inzonderheid is 'er zekere soort, Stroomling genoemd, en wat kleiner dan Sprot, welke in gantsche schoolen gevangen, in tonnen gezouten, en naar alle de deelen des Lands verzonden wordt. De Natuurlyke Historie der Noordelyke Landen in het algemeen zullen wy in onze beschryvinge van Noorwegen een weinig byzonderer in aanmerkinge neemen. Beschryving van Denemarken. Van deszelfs Naam, Gelegenheid en Uitgestrektheid < De Naam deezes Koningryks , welke in het Latyn Dania is , leiden sommigen af van Dan of Danus, eenen van deszelfs eerste Koningen ; sommigen van den Sinus Codanus , en anderen van de grenzen en moerassen der oude Bewooneren Danen, by verbastering Deenen genoemd, welker Land, grenzende aan dat der Batavieren en Saxen , den naam kreeg van Danemarken of Denemarken. ■ Dit Koningryk is zeer oud , en was voor deezen van grooter uitgestrektheid dan het heden is; want sederd de laatste oorlogen tusschen Karel Gustavus van Zweden , en Fredrik den IIIden welke met den vrede van het jaar 1660 een einde namen, heeft Denemarken zich het verlies van alle deszelfs Landen, die aan de overzyde van de Oostzee gelegen waren , moeten getroosten ; zynde Schonen, Halland en Bleting steeds aan de Zweeden gebleeven, niettegenstaande de Deenen herhaalde poogingen aanwendden pm die plaatsen te herwinnen. Denemarken is een der Noordelykste Ryken van Europa, wor-  AARDRYKSBESCHRYVING 29 wordende van Duitschland afgescheiden door den Eidertroom welke van zeer oude tyden af als de Grensscheiding tusschen deeze twee Landen is aangemerkt. Aan het Westen Wordt het door de Noordzee bespoeld aan het Noorden door de wateren van het Kattegat of Schagerrak , en aan het Oosten door die van de Baltische of Oostzee. Tusschen het vafte Land en de groote Eilanden Funen en Zeeland, zyn de berugte Straaten , die de kleine en groote Belt en de Zond genoemd worden , welke laatste Denemarken van Zweden scheidt , zynde te Elseneur omtrent 131 vademen of eene halve myl breed; en dezelve isde gewoone overtogt van het Noorden naar de Oostzee; zy behoort geheel en al aan den Koning van Denemarken, aan Wien alle de Schepen, die door deeze Straat vaaren, zekeren tol betaalen moeten. Denemarken, de Eilanden 'er by genomen zynde, strekt zich derhalven uit van 53° 45' tot 58° 30' Noorder Breedte; en heeft van omtrent 8°, 15' tot 13° 10 Ooster Langte , van London gerekend. Dit Land is in verscheidene deelen onderscheiden, welker afmeetingen, zo als zy door den Heere Templeman zyn opgegeeven, in de onderstaande Tafel te zien zyn. De  30 Natuurkundige ' td I ^1 I"! Denemarken. | | Hoofdsteden || || Jutland, 9,600 1 35 Wiburg 475 117 Sleeswyk, 2,115 7° Sleeswyk 274 114 Zeeland, E. L935 60 Koppenhage 238 Funen Eil. 768 38 32 Odensee 437 73 Falsteren ~) 220 27 12 Nikoping 248 46 Laland Eil. J Naxbam, 247 S3 g Fermer Eil. 5° 13 8 Borge 2S5 73 | Alsen Eil 54 15 6 Sonderborge, 260 95 1 Mona Eil. 39 14 5 Stege, 490 3* 2 Bornh. Eil. 160 20 Rottomby, 265 74 ^ Ysland, Eil, 46,000 435 '85 Skalholt, 374 l°5° Noorweg 71,400 750 170 Bergen, 205 345 Wardhus 28,40c 285 172 Wardhus 547 1000 Westfa len Oldenburg, I26o 62 32 Oldenburg, 305 220 Neder Saxen Stromar ico° 52 3? Gluckstat 127 152 In het geheel 163,00» , In de Geographische beschryvinge van dit Land zullen wy van het Zuiden naar het Noorden voortgaan , en vervolgens de Eilanden in aanmerkinge neemen. Het vaste Land is verdeeld in Noord- en Zuid - Jutland en in het Hertogdom Holstein Noord-Jutland   is   Bisdommen,   Hoofdsteden 180 Mylen van het N. 1. Aalburg 1. Aalburg, N.W. naar het Z. gerekend,   2 Wyburg   2. Wyburg, W. 88 van het O. naar het   3. Aarhuis 3. Aarhuis, W. W. en bevat vier Bis- 4. Ripen 4. Ripen. W. Z.W. dommen, welke zyn     Hoofd-  aardryksbeschryving 31 Hoofdsteden. Gelegen, Zuid Jutland   Gottorf, Sleeswyk   of het Hertogdom         van het N. ,     Hederstive Hederstive   Sleeswyk , heeft     naar het Z. Sleeswyk tot zyne Apenrade Apenrade,   aan de Hoofdstad , is 45               Oost-zee;     Flensburg,   Flensburg,   Mylen van het O.   naar het W. 62 van Tendere, Tendere, van het N. het N. naar het Z.           naar het Z. Husum Husum   en bevat de volgen-     aan de de Bail-juagiën.   Eyderstede       Eyderstede   Noord-zee. De voornaamste Eilanden zyn . Hoofdsteden Zeeland { Koppenhage, en Elseneur Funen { Odensee, of Ottensee. Kleine Eilanden. Amack, loopende in Koppenhage , Arroe, . Kopping. Langland, Rutkoping. Lalland Naxchow. Falster of Falstra, . Nikoping. Mona, Stege of Stekoe Saltholm Samsoe. Alsen, Sundersburg. Femeren, Samos. Bornholm, Nex Christiaans-oog bestaat uit eenen grooten hoop kleine Eilanden. Het grootste derzelven heeft de gedaante van eene wassende maane, en is wel verschanst. Zy verschaffen met elkanderen eene veilige haven voor omtrent dertig schepen. . De-  32 Natuurkundige Dewyl deeze Eilanden in de Oost-zee liggen, merken wy aan dat die Zee eigenlyk eene groote Baai is tusschen Denemarken, Duitschland Pruissen Courland Rusland en Zweden; nimmer heeft men in dezelve ebbe en vloed. Schoon een natuurlyke stroom door de Zond in den Oceaan loopt, wordt dezelve egter door eenen Noord-westelyken Wind, wanneer die eenigen tyd blyft waaijen , gestuit wordende door denzelven ook eene groote meenigte Waters uit de Zee in de Zond gedreeven, en dit is de reden van het ryzen des waters in de havens van de Oost-zee. Wanneer de wind uit den Noorden waait, is het water uit deeze Baai zoet en over het algemeen genomen is het zo zout niet als ander Zee-water, omdat 'er zeer veele Rivieren van versch water in vallen; des winters is het gemeenlyk geduurende 2 of 3 maanden bevroozen. Deeze Zee verspreidt zich met drie armen ten Oosten van Laland; een derzelven loopt naar het Oosten , en wordt de Golf van Finland genoemd ; de andere , welke de Golf van Bothnie is, loopt naar het Noorden. In deeze Zee zyn nog vier andere Golven, die aanmerking verdienen, als 1. De Golf van Lyfland, aan den mond van de Dwina daar Riga gelegen is. 2. De Golf van Courland aan den mond van de Niemen, daar Memel ligt. 3. De Golf van Dantzig aan den mond van de Vistula; en 4. De Golf van Lubeck, aan den mond van de Travo. De drie laatstgemelden draagen eigenlyker den naam van Baaijen dan dien van Golven , indien derzelver gedaante zodaanig is als zy in de Kaarten wordt afgebeeld. De Zee is hier, by onstuimig weder, zeer gevaarlyk, dewyl de gantsche kust, inzonderheid die van Zweden en Finland, vol klippen en zandplaaten is; men vindt 'er egter eenige veilige havens. Koppenhage, de Hoofdstad van Denemarken , is op het eiland Zeeland gelegen, omtrent 300 mylen ten zuid-westen van Stokholm, op 55° , 40 Noorder breedte, en 12°, 50' Ooster langte, zynde de gelegenheid der plaatse zeer gunstig voor den Koophandel. De Stad ligt aan het oostelyke strand  Aardryksbeschryving. 33 strand van het gemelde Eiland, aan eene schoone Baai van de Oost-zee., vyf mylen van de Straat, welke de zond genoemd wordt, en niet boven de 16 van de kust van Schonen in Zweden. Zy is tegenover het Eiland. Amack, het welk de Haven vormt. Zy bevat omtrent vyf mylen in den omtrek, en 100000 inwooners. Men verdeelt haar in Oud Koppenhage Nieuw Koppenhage , en Christiaan-shawn welke weder in twaalf wyken gesmaldeed worden. De grond is moerassig, maar men vindt hier goede verschansingen, en eene citadelle. De Haven wordt door forten en batteryen beveiligd, en derzelver ingang is zo naauw dat 'er niet meer dan een enkel schip door kan. In sommige plaatsen der Stad zyn gragten, door welken groote schepen tot voor de huizen komen kunnen. Het is egter zeker dat de verschansingen geene genoegzaame beschutting zyn tegen eene bombardeering ter zee, even zo min als tegen de aanvallen van ,een leger, het welk van den zeekant aankomt, dewyl de Oost-zee, eenige jaaren geleeden, zo vast bevroozen geweest is, dat de Zweeden hun geschut over het ys gebragt, en Koppenhage belegerd hebben;, en dewyl de Stad in een moeras ligt , is zy, van dien kant, des winters gemaklyker te naderen dan des zomers. Daar is eene hooge School, en zy was eertyds de zetel van eenen Bisschop; maar de Priesters zyn, sederd dat de Deenen zich, by de Luthersche Kerk vervoegd hebben, niet slegts van hunne landeryen en inkomsten , maar ook van alle magt beroofd. , < .. ( In den jaare 1479 stigtte Christiaan de 1ste hier eene Universiteit, welke sederd merkelyk verrykt en verbeterd is door Christiaan den IIIden in den jaare 1539, en door Fredrik den IIden in den jaare 1569, en naderhand door den laatst overleeden, en den tegenwoordigen Koning. . De Regeering van Denemarken bestond eertyds uit de Edelen, maar dewyl dit Ryk ten dien opzigte veele omwentelingen ondergaan heeft, werd zy omtrent het jaar 1660 genoegzaam geheel monarchaal; en geduurende eenen geruimen tyd was zulk eene regeerings-vorm dewyl de II Afd. III Deel C Vor-  54 Natuurkundige Vorsten een onbehoorlyk gebruik van hun vermoogen maakten , van schadelyken gevolge op den staat, den aart en de zeden des Volks, gelyk uit alle de Historiën van dat Tydbestek ten klaarsten blykt; maar sederd de komst van Koning Christiaan den VIden tot de kroon heeft men vaststellingen gemaakt, die veel hebben toegebragt tot verbetering van den staat in het algemeen, en tot voldoening en voordeel der Inwooneren, welke lang over de onderdrukking geklaagd hadden. Zyn zoon Fredrik de Vde, werd , als opvolger van zynen vader, Koning van Denemarken op den 26sten van July des jaars 1746, toen hy het 23ste jaar zyns ouderdoms bereikt had. Omtrent drie jaaren te vooren was hy getrouwd met de Prinfesse Louisa van Groot-Brittanje Zo ras als hy tot de regeering kwam, volgde hy zyns Vaders voorbeeld na in het handhaaven van den vrede, verbeteren van den handel, en bevorderen van den yver zyner onderdaanen. Eene geregelde huishouding bragt hem eerlang zo ver dat hy de nationaale schulden kon afdoen. Onder den tegenwoordigen Koning Christiaan den VIIden , kan men eene krygsmagt, groot genoeg om vyandelyke aanvallen voor te komen, zeer wel betaalen. De Zeemagt is in zeer goede orde, en de Deensche en Noorweegsche zeeluiden worden geoordeeld voor geene anderen te wyken; zodat de groote verandering, welke inkorten tyd in den staat der zaaken van dat Land is voorgevallen, genoegzaam alle geloof te boven gaat. Men heeft nieuwe havens geopend, omdat 'er nieuwe kanaalen voor den koophandel geopend werden. Het getal der schepen is verdubbeld geworden, en de inkomsten der Kroone zyn in den loop van die weinige jaaren in de zelfde maate vermeerderd. De hofhouding is pragtig zonder verkwistend te zyn ; de Koning magtig, zonder zyn volk te onderdrukken; de Staatsdienaars zyn oplettende op hunnen pligt, en de Koning is uitgestrekt om het geluk zyner onderdaanen, waarin hy zyn eigen stelt bestendig te maaken en te bevorderen. De Deenen hebben lang het genot van vrede gehad, en zy  Aardryksbeschryving 35 zt ondervinden de gelukkige uitwerksels van denzelven in den zegen des overvleeds. Zy worden ook thans met znlk eene zagtheid behandeld, dat hun staat nu veel wenschlyker is dan in voorige tyden. Van de Inwooneren. De oudste bewooners van dit Koningryk waren de Cimbren en Teutonen, die eertyds als zeer ontzaglyke en krygszugtige volken bekend waren. De eerstgemelden bragten het Roomsch Gemeenebest , toen het ten hoogsten trap van zyn vermoogen gesteegen was, op het punt van zynen ondergang; en de laatstgemelden zetten zich in Duitschland en Gallië neder. Na den inval in deeze Landen, hernamen de Jutten hunne oude bezittingen, en gaven den naam aan dat gedeelte des Lands, het welk nog heden aan den Koning van Denemarken behoort, en Jutland genoemd wordt. Zy zyn sterk, hardvogtig , zeer arbeidzaam en naarstig De Adel is zeer gezet op tuinen, en veelen schynen zich Voornaamelyk toe te leggen om de voortplanting en den groei van vrugtboomen te bevorderen; en meloenen , druiven , persiken en andere vrugten zeer vroeg tot rypheid tc brengen. Veele anderen hebben grooten zin in het krygsleeven, en zyn inzonderheid wel te vrede , wanneer zy Officiers kunnen worden; want men moet erkennen dat by dit volk, onder luiden van allerleien rang, een geeft van trotchheid heerscht. Sommigen in hunne bezoeken, feesten en gewaad zekere netheid en geschiktheid in agt neemende, gaat hun hoogmoed egter dikwyls alle paalen van voorzigtigheid te buiten. Men heeft aangemerkt dat de Deenen zeer schrander zyn in zaaken, die hun beroep betreffen; en wanneer zy weeten dat iemand genegen is om iets te koopen dat zy te koop hebben , zyn zy zeer afgerigt om die kennis tot hun voordeel aan te leggen Konsten en Weetenschappen begon men weinige jaaren geleeden eerst aan te moedigen ; en de Deenen zyn gantsch niet beroemd door het navolgen of verbeteren van uitvinC 2 din-  36 Natuurkundige dingen, die in andere landen gedaan zyn. De landbouw is in deeze loopende eeuwe eerst verbeterd geworden. Veele neeringen zyn ook onder hen gevestigd, en worden met eenen goeden uitslag voortgezet; en onlangs hebben zy ook hun vernuft ontdekt in het navolgen van eenige Fabrieken , als daar is het maaken van zyden stoffen , van drinkglazen en meer andere dingen. Zy worden egter in deeze opzigten door de natuur van het Land, dat zy bewoonen, merkelyk belemmerd, en vinden zich genoodzaakt om hunne gedagten te vestigen op, en hunne handen te gebruiken tot bezigheden, die meer naar den grond hunner geboorte, en naar hunnen staat in de waereld geschikt zyn. De Geleerdheid is in Denemarken in eenen veranderlyken staat geweest. Eertyds kon het roemen op zeer geleerde mannen, als op Tycbo Brabe, Barrichius , die een zeer aanzienlyk legaat aan de Universiteit van Koppenhage maakte , en anderen. Maar de Heer Molesworth merkt aan dat de Geleerdheid in de voorgaande eeuwe in eenen zeer vervallen toestand geweest is; doch men moet erkennen dat 'er sederd eenige jaaren een algemeene smaak tot derzelver verbetering geheerscht heeft; dat veelen in de Hooge Schoole te Koppenhage en te Roschild , eene geregelde opvoeding gekreegen hebben, en dat veele anderen naar Engeland gezonden zyn, om zich te Oxford in verscheidene Weetenschappen te oeffenen, zodat het Koningryk thans in eenen bloeijenden staat is, zo wel ten aanzien van Geleerdheid, als ten opzigte van burgerlyke vryheden en voorregten. De Deenen zyn van den Lutherschen Godsdienst, welke algemeen onder hen gevestigd is ten tyde der regeeringe van Koning Fredrik den Isten in den jaare 1536. De Wetten van dit Land verdienen eenige aanmerking, dewyl zy met regt als zeer kort en beknopt beschouwd worden;, want een enkel deel in quarto bevat ze allen, en het regt wordt 'er zo wel gehandhaafd dat 'er maar zelden processen plaats hebben, en dat de geschillen altyd spoedig beslist worden. De Koning maakt en herroept Wetten, wanneer hy zulks voor het belang zyner onderdaanen dien stig  Aardryksbeschryving 37 stig agt, zodat men hem te regt als eene volstrekte wetgeevende magt bezittende mag beschouwen. De Deensche taal is, volgens Wormius, in de laatste 400 jaaren merkelyk veranderd, het geen ook bevestigd wordt door de oude gedenkstukken. Sederd de laatste jaaren hebben de Deenen veele woorden ontleend van de Hoog-Duitschers, welker taal het Hof, de Adel en Burgers in den dagelykschen omgang gebruiken, terwyl zy, vooral de beschaafdsten onder hen, Fransch spreeken tegen vreemdelingen , welken het Deensch te onaangenaam in de ooren zoude klinken ; en veelen, die aanzienlyke bedieningen bekleeden , roemen openlyk dat zy geen Deensch spreeken kunnen. De Zeden en Gewoonten zyn hier, gelyk wy reeds gemeld hebben , door de veranderingen, welke in de Regeerings-vorm zyn voorgevallen, merkelyk veranderd; dewyl de Deenen thans zagter dan in voorige tyden behandeld worden , vinden zy zich meer aangemoedigd om hunnen tyd en bekwaamheden tot het doen van winsten, en tot het verbeteren van hunnen staat aan te leggen. Men getuigt dat hunne vrouwen zeer vrugtbaar zyn; misschien is dit de reden dat de ouders geen' haast maaken om hunne kinderen uit te trouwen; want jonge luiden zyn gemeenlyk wel twee of drie jaaren verloofd, voordat de huwelyken voltrokken worden, zodat zy elkanderen dikwyls zeer wel kennen eer de trouw-plegtigheden haar volkomen beslag hebben. De Edellieden geeven, gelyk in de meeste andere landen, zeker gedeelte hunner bezittingen aan hunne Dogters ten huwelyk; maar de Burgers en Boeren geeven , wanneer zy hiertoe eenig vermogen hebben ,klederen en huisraad; doch wanneer zy niets aan de gehuwden kunnen byzetten, regten zy op den trouwdag vermaakelykheden aan , die zeer dikwyls verscheidene dagen duuren. In hunne Begraafenissen maaken zy doorgaans groote kosten , en in het byzonder zyn de Graven van hunne Edellieden ongemeen pragtig. Zy houden de Lyken langen tyd boven aarde. C 3 De  38 Natuurkundige De Edellieden en voornaamste amptenaars draagen zeer fraaije klederen, naar de Fransche mode gemaakt; maar de winterkleeding der vrouwen is nog naar den Deenschen trant, en verschaft haar eene zeer betaamelyke en gemaklyke dragt. Doorgaans zyn zy net en zinnelyk , en houden veel van wit Linnen, het welk hier vry goedkoop te krygen is. Hunne Spys is veelal eenvoudig, en bestaat geenszins uit, keurige lekkernyen. Op de tafels der Grooten vindt men wel overvloed en verscheidenheid van Spyzen, maar niets dat in zyne soort het beste is, uitgezonderd Visch, waarvan zy ryklyk voorzien zyn, terwyl dezelve hier ook ongemeen lekker valt. De Lugtsgesteltenis. Schoon het in Denemarken zeer koud is , is de Lugt 'er egter minder scherp dan in sommige plaatsen van Duitschland, die zuidelyker gelegen zyn; dit kan misschien worden toegeschreeven aan de nabyheid der zee, welker dampen de salpeteragtige deeltjes ontbinden en doen smelten, waardoor de scherpheid van de lugt zeer merkelyk verminderd wordt; ook maakt het geblaas van zagte windjes, die telkens uit zee komen, de lugt in den zomer koel en fris. De Heer Molesworth merkt egter aan dat men 'er niet meer dan twee jaargetyen heeft, Winter naamelyk en Zomer, terwyl men hier naauwlyks van Lente of Herfst weet. Onmiddelyk op eene brandende hette volgt eene felle koude, en wanneer de Winter ten einde is, wordt het weder zeer heet. Geduurende de maanden Juny, july en Augustus is het in Denemarken heeter dan in Engeland , en zelfs zyn 'er de nagten dan zoel; de inwooners hebben zelden helderen zonneschyn, en hunne lugt is doorgaans met dampen bezet. Te Koppenhage lydt men , in de drie gemelde maanden, zwaaren overlast van groote Vliegen, tot welker verdryving de bewooners dier stad zich van een vergiftig water bedienen, het welk zy in hunne keukens en vertrek ken  Aardryksbeschryving. 39 ken zetten, zodat door het zelve eene groote meenigte deezer dieren van kant raakt. De Grond. Schoon de Grond in de meeste Plaatsen onvrugtbaar en met Bergen bezet is, heeft men hier egter goede Weilanden, waar groote koppels Koeijen voedsel vinden ; ook wordt, vooral in het Bisdom Wyburg, een goed ras van sterke, schoon kleine Paarden aangefokt. Vanhier wordt veel Rundvee naar de Nederlanden verzonden, en sommige schryvers verzekeren dat Vrankryk en andere landen , uit Denemarken even gemaklyk als uit Ierland, van Rundvleesch, Boter en andere leevensmiddelen kan voorzien worden; het welk ongetwyffeld zeer voordeelig voor de Deenen en ten uitersten schadelyk voor de Engelschen zyn zoude; maar de besmettelyke ziekte onder het Rundvee, welke in Denemarken lang gewoed heeft , is tot heden toe een beletsel geweest om daaromtrent eenige proef te neemen. Het is egter zeker dat in veele plaatsen van dit Ryk zeer goed bouwland is , het welk Koorn genoeg verschaft om het naar andere gewesten te vervoeren. Noord- en Zuid-Jutland , en het Eiland Zeeland zyn merkwaardig om den overvloed van Koorn- Wei- en Houtlanden. De Eilanden Falster en Moen zyn mede zeer vrugtbaar, en derzelver inwooners vervoeren hun Koorn naar Mecklenburg. Laland brengt alle soorten van graanen in overvloed voort, en verschaft die in eene genoegzaame hoeveelheid aan Koppenhage; terwyl ook de Hollanders jaarlyks veele scheepslaadingen vandaar komen haalen. Bornholm, Ripen en andere kleine Eilanden leveren niet slegts Koorn genoeg voor de inwooneren, maar ook tot verzendingen buiten 's lands. De Bosschen van dit Land zyn vol Bokken, Hinden, Harten, Elanden en wilde Beeren; ook heeft men 'er eene groote meenigte wilde Vogelen. De voornaamste Waaren, welke uit dit land vervoerd worden , zyn Rundvee, Paarden, Boter, Talk, Huiden, C 4 Stok-  40 Natuurkundige Stokvisch, Traan-olie, Teer, Pek , Yzer en Hout van verscheidene soorten; maar de uitvoer van Eikenhout is verbooden. In Denemarken brengt men Zout, Wyn , Brandewyn, Zyde, enz. welke laatste voornaamelyk uit Vrankryk en Portugal overkomt. Sederd eenige jaaren is de handel der Deenen met de Engelschen merkelyk vermeerderd. De voornaamste Bergen in Denemarken zyn aan de Noord-oost-zyde van Gottorp; zynde de andere van minder belang. In dit Koningryk, en vooral in Zuid-Jutland of het Hertogdom Sleeswyk , zyn menigvuldige Rivieren, welke ongemeen veel toebrengen om de omgelegene streeken vrugtbaar te maaken; maar de Heer Molesworth merkt, als eene groote onvolmaaktheid in Denemarken , aan, dat de Koning in zyn gantsche gebied niet eene bevaarbaare Rivier heeft voor schepen , die zwaar gelaaden zyn; want de Eyder kan voor zodaanig niet gehouden worden, en de Elve is eer de grenspaal van zyne heerschappyen dan eene Rivier, welke tot dezelven behoort. Men heeft hier ook zeer veele Meiren , inzonderheid in de Bisdommen Wyburg en Gottorp, als mede naby Hondersleben in het Hertogdom Sleeswyk. In de Rivieren beiden en Meiren vindt men groote verscheidenheid van Visch , als Zalm, Baars, Tong, Forellen, Tarbot en meer andere soorten, die vry overvloedig zyn in deeze noordelyke landen , en niet slegts veel toebrengen tot het bestaan, maar ook tot het uitbreiden van den Koophandel der inwooneren, en hun gelegenheid verschaffen om Waaren buiten 's lands te vervoeren , waarvan wy de merkwaardigsten in onze Historie van Noorwegen meenen te beschryven. In Denemarken zyn maar weinige Mynen. Men heeft 'er egter eenige Yzermynen en Smissen, inzonderheid omtrent het bergagtig gedeelte ten Noord-oosten van Gottorp ; en de Deenen hebben yzer genoeg , niet slegts tot hun eigen gebruik, maar ook om het tegen andere waa-  Aardryksbeschryving. 41 ren aan de Natiën , met welken zy handel dryven , teverruilen De Natuurlyke Historie van Noorwegen. Dit Land wordt in het Latyn Norvegia of Norvegiae Regnum genoemd , en heeft zynen naam naar zyne gelegenheid naar de Noordpool; want Noorwegen beteekent in de taale des lands den weg naar het Noorden; schoon sommigen der Deensche Oudheidkundigen beweeren dat het zynen naam heeft naar zekeren Norus , den Grondlegger van het Koningryk, waarin egter de Historieschryvers niet overeenkomen. Dit Land is van eene zeer groote uitgestrektheid, zynde, van Zuid-Kaap Lindesnaes tot aan Noord-kaap op de grenzen van Rusland , meer dan 300 Noorweegsche Mylen *. Dus rekent Ramus, in zyne Chorographische Beschryvinge van Noorwegen , deszelfs Langte van Lindesnaes , het welk op 57° , 47' ligt , tot Noord-kaap, aan den uitersten hoek van Finmark, op 71°, 30' gelegen maar de Breedte is vry ongelyk aan de Langte , zynde die in sommige plaatsen omtrent 50 Noorweegsche Mylen, en in andere in ver na zo veel niet. Wanneer men rekent van de Grenzen van Zweden, westwaards naar Kaap Statt by Sundmoer, heeft men op 21° Langte van de Kanarische Eilanden, het breedste gedeelte. Noorwegen grenst ten Zuiden aan den mond van de Oostzee , het Schagerrak of Kattegat genaamd ; ten Westen en Noorden aan de Noord-zee, en ten Oosten is het van Zweden * De gemeene Noorweegsche mylen worden omtrent een vierde grooter geschat dan de Duitsche en dus is eene derzelven genoegzaam gelyk aan 5 of 6 Engelsche C 5  42 Natuurkundige den afgescheiden door eene lange ry Bergen welker verschillende deelen verschillende naamen draagen , als Fillefield , Dafrefield, Rundfield, Doarfield enz. De Noorwegers werden in overoude tyden geregeerd, door hunne eigene Koningen; maar in den jaare 1350 werd Noorwegen onderworpen aan Denemarken ; en iedere der Provinciën is sederd door Onderkoningen geregeerd geworden, die door den Koning van Denemarken werden aangesteld. Zy hebben egter verscheidene poogingen gedaan om weder Vorsten, welke hunne landgenooten waren, ten troon te brengen, inzonderheid Hermolaus Huldanus en anderen, doch zonder eenig goed gevolg. Noorwegen is in vier Distrikten of Gouvernementen verdeeld, als in dat van Bergen, Aggerhuis , Drontheim en Wardhuis; daarenboven heeft men nog dat van Bahus, het welk tot Zweden behoort, en de verscheidene Eilanden , die tot Noorwegen behooren. Bergen het welk de Hoofdstad van de Provincie en het Gouvernement van Bergen, en inderdaad van het geheele Ryk is, ligt op het vaste Land in eene Valleie, in de gedaante van eenen halven cirkel; het is eene oude en berugte Zee-haven, welke wy by Pomponius Mela, en Plinius reeds gemeld vinden, in de kromme Baai, Jeltefiord genoemd , waarin men komt door eene naauwe Straat, die den naam van Carmesundt draagt , en aan weêrzyde , ter langte van verscheidene mylen, met hooge rotsen bezet is, gelegen op 61° 15' Noorder breedte, en op 6°, 5' Ooster langte. Deeze Stad ligt omtrent in bet midden van Noorwegen. 137 mylen van Christiaansand, naar het Noordwesten De Baai is zo diep dat de grootste schepen om te laaden en te lossen tot voor de pakhuizen der koopluiden komen kunnen. Men vindt hier de voornaamste Markt en Bewaarplaatsen der meeste waaren; groote meenigten van Huiden, Talk de schoone en nuttige Vellen van verscheidene fraaije Dieren, Bever, en meer andere soorten van Bonten. Verscheidene soorten van Noordsche Balken worden ook uit de nabuurige Provinciën in deeze Stad  Aardryksbeschryving 43 gebragt en vandaar naar andere landen verzonden. De inwooners dryven grooten handel in Stokvisch, die op de kusten van Noorwegen in de maand January gevangen, en in de opene lugt gedroogd wordt. De voorregten, welke door den Koning van Denemarken aan de Vreemdelingen worden toegestaan, zyn oorzaak dat zy in grooten getale naar deeze Stad toevloeijen , en daar zodaanige leevensmiddelen, die het land niet verschaft, invoeren, als Tarwe, Ryst, Biscuit, Bier, Brandewyn, en meer andere dingen, welke zy tegen de bovengemelde Waaren verruilen, Deeze Stad is de zetel van eenen Bisschop, die onder den Aartsbisschop van Drontheim staat. De Kerken zyn hier vry wel gebouwd; gelyk ook de verscheidene Gestigten, die door de Koopluiden der Hanse-steden zyn opgerigt, en wel in het byzonder de Beurs. Eertyds was men 'er gewoon slegts houten huizen te bouwen; maar dewyl men hiervan het nadeel door menigvuldige zwaare branden ondervonden heeft, en de plaats in den jaare 1702 byna geheel in de assche gelegd werd, heeft men de Huizen van steen weder opgebouwd, zodat Bergen thans voor de grootste, fraaiste en volkrykste Stad van gantsch Noorwegen mag gehouden worden. Aan de West-zyde der Stad, staat de koninglyke Citadel, waarin de Gouverneur zyn verblyf houdt, en die ook dient om de Haven te beschutten. Hier is een Kantoor, het Klooster genoemd, waarin een Genootschap van Koopluiden woont , die ook den naam van Monniken draagen. Van de Inwooneren. De oudste inwooners van Noorwegen werden waarschynlyk uit Asie verdreeven door Pompejus den grooten, en verspreidden zich naar het Noorden zo ver als zy bewoonbaare landen vonden; maar zy misgunden den ouden bewooneren van Noorwegen geenszins hunne wykplaatsen tusschen de koude Bergen van Finmark en Kolen, welker Oost-zyde, om de zelfde oorzaak , bevolkt werd door vluchtelingen uit Zwe  44. Natuuurkundige Zweden en Finland, welke aan hun Land en Volk hunnen gemeenen naam gegeeven hebben , dewyl hen het zelfde harde noodlot, van door de Asiaanen uit hun land verdreeven te zyn, getroffen had *. De nieuwer Noorwegers bestonden even als de rest der Noordsche Natiën, uit een mengsel van de overgebleevene Celtische Scythen, en het nieuw geslagt der Asiatische , die zichzelven meer en meer verspreidden, en door eene beschaafder wyze van leeven vaster in hunne bezittingen vestigden, somtyds onder de regeering van eenen , en somtyds onder die van verscheidene Koningen. Deezen zonden, beiden voor en nadat het Christendom onder hen was ingevoerd , maar voornaamelyk in de tiende eeuw, onder Koning Harold Haarfagar, die alle de kleine Koningskens te onderbragt, en gevolglyk veele misnoegden tegen zich gaande maakte, verscheidene Volkplantingen uit het Land om Ysland Groenland, Foerorne , Hitland, en de Orcades te bewoonen + Volgens sommige oude Historiën, zeilden de Noorwegers naar de West-Indiën lang voordat de Spanjaarden eenige reizen derwaards ondernamen, berekenende de streeken van het Kompas naar den loop der Zonne. Doch schoon hiervan veel in de gemelde Historie gezegd wordt, en onze Schryver dat gevoelen ook schynt te begunstigen, zullen wy egter omtrent hetzelve niets bepaalen; maar het komt ons ontegenzeggelyk voor, dat zy reeds zeer vroeg op de Zeevaart * De Natuurlyke Historie van Noorwegen, in liet Deensch beschreeven door Erik Pontoppidan, Bisschop van Bergen in Noorwegen en Lid van de Koninglyke Academie der Weetenschappe te Koppenhage met verscheidene koperen Plaaten opgehelderd , in Folio enz. Uit de overzettinge van deeze agtenswaardige en verstandige Historie, zullen wy de volgende Beschryving des Lands voornaamelyk ontleenen; terwyl wy wat breedvoeriger in ons berigt zyn zullen , omdat dit Land en deszelfs Bewooners weinig bekend schynen + Wy oordeelen het gevoeglyk hier met onzen Schryver aan te merken dat wy, als geene genoegzaame kennis hebbende aan dat gedeelte van Noorwegen het welk Finmark genoemd wordt, en in de bevroozene lugtstreek of naby den Pool-cirkel gelegen is, voornaamelyk handelen over dat gedeelte van Noorwegen het welk aan het uiterste einde van de gemaatigde lugtstreek ligt.  Aardryksbeschryving. 45 vaart wel afgerigt geweest zyn, en dat zy zich met groote kloekmoedigheid waagden om ver afgelegene landen te zoeken , om vaste bezittingen te verkrygen, om hunne kundigheden uit te breiden, of hunne natuurlyke nieuwsgierigheid te voldoen. Veele aanzienlyke volkplantingen zyn van tyd tot tyd van hier vertrokken, inzonderheid omtrent het laatste van de veertiende eeuwe, waardoor dit Land merkelyk verzwakt , en van deszelfs inwooneren ontbloot geworden is ; maar volgende tyden hebben dit verlies vergoed ; zodat de oude woonplaatsen weder ingenomen , en met eenige nieuwe vermeerderd zyn , waaruit ons blykt hoe nuttig de vrede is, en welke voordeelen zy een Land aanbrengt, niet slegts ten aanzien van den Landbouw, maar ook van de Zeevaart, in welken beiden, binnen den korten tyd van eene eeuwe, aanmerkelyke verbeteringen gemaakt zyn. In Noorwegen is ook een zeer groot aantal van vreemdelingen , bestaande voornaamelyk uit Deenen , Engelschen, Schotten, Hollanders en Duitschers, welke zich daar hebben neêrgezet. De eerstgemelden vonden daartoe menigvuldige gelegenheden en aanmoedigingen, inzonderheid sederd de vereeniging van Calmar, door welke deeze, twee Natiën genoegzaam eene werden, belydenis doende van den zelfden Godsdienst, onderworpen aan de zelfde Regeering, en spreekende dezelfde Taal. Want in eene groote Raadsvergaderinge, te Bergen in den jaare 1450 gehouden, stelde men in eenen Brief, door alle de Raadsheeren onderteekend , de volgende woorden : ,, Beide de Koningry,, ken Denemarken en Noorwegen zullen voortaan in broe,, derlyke liefde , in koophandel en vriendschap vereenigd ,, zyn". Ook worden de Deenen in Noorwegen, van de inboorelingen in het algemeen en van de Regeering in het byzonder, met zulk eene genegenheid behandeld, als of zy tot hunne Natie behoorden. De Engelschen werden reeds vroeg met groote voorregten begunstigd, door den Koning Oluffe Kyrre, die hun eene gemaklyke plaats toestond om huizen te bouwen; welke voorregten ook op hunne nazaaten afdaalden ; en daarin vindt men de voornaame oorzaak der  46 Natuurkundige der voortplantinge van den Christelyken Godsdienst De Schotten hebben zich ook in grooten getale in dit Land nedergezet, en de belangen van het Christendom merkelyk bevorderd; De Duitschers hebben hier, sederd de laatste jaaren , zoo door den koophandel, als door aan hun in het byzonder vergunde vryheden geene mindere voordeelen dan de Engelschen getrokken. De uitwendige gedaante en gesteltenis hunner Ligchaamen. Schoon een goed uitwendig voorkomen zelden als het grootste voordeel beschouwd wordt , mogen wy egter, dewyl het de oogen treft, aanmerken dat de Noorwegers over het algemeen genomen, van eene goede gedaante, groot, welgemaakt en leevendig zyn. De Boeren, die tusschen de Bergen woonen, zyn doorgaans grooter dan de bewooners van andere plaatsen , en hebben eene zekere gestrengheid in hun gelaat, die ontzag verwekt; maar langs de Zeekust zyn zy lyviger en korter, Sommige Historieschryvers melden dat eenigen der oude inwooners van eene reuzen-gestalte waren; het geen eenigzins schynt bevestigd te zyn, door geraamten van menschelyke ligchaamen, welke men in de bergen heeft opgegraaven; doch alles wat men hieromtrent gezegd vindt, is vry onzeker ; het is egter onbetwistbaar dat de Noorwegers , een zeer sterk en hardvogtig volk zyn , wat meer of min naar den staat, waarin zy leeven; naar de lugt, welke zy inademen; of naar de spys, welke zy gebruiken; doch doorgaans zyn zy zeer gezond, en veelen hunner leeven meer dan 100 jaaren, het geen grootdeels aan den gestadigen arbeid , waarmede zy zich bezig houden, en aan de vrolyke gesteltenis, welke aan beide de sexen eigen is, wordt toegeschreeven. Hun hair en oogen zyn gemeenlyk ligter dan die van andere Natiën, gelyk wy ook zien dat de Koude der lugtstreeke invloed heeft op de kleur der Haazen, Patryzen en andere Dieren van Noorwegen en de ondervinding heeft geleerd dat  Aardryksbeschryving. 47 dat het verschil tusschen de menschen grooter is , naar maate zy verder van den Equator af woonen Hun Vernuft in Konsten en Weetenschappen enz. De Noorwegers zyn, over het algemeen genomen , behendig, doordringend en vernuftig, vooral in het geen tot de Werktuigkunde betrekking heeft. Zelfs weeten de Boeren , die het Land bewoonen, verscheidene Handwerken zo wel na te volgen, dat zy zelven veele noodwendigheden maaken, welke zy anders zouden moeten koopen ; en daar een byzonder vernuft hen vry wel tot alles bekwaam maakt , vindt men dikwyls dat zy verbaazende uitvindingen doen; Eenigen van hunne jonge luiden, die liefhebbers van de muziek zyn , maaken hunne eigene vioolen , en somtyds zeer goed maar zy schynen vooral afgerigt op het bouwen van schepen , het geen zy door navolgen geleerd hebben. Veelen zyn zeer bedreeven in het beeldhouwen, zodat men in hunne koninglyke Boekerye verscheidene uitgehouwene houten stukken, als blyken van hun vernuft, bewaard vindt. Waartoe zulke vernuften, wanneer zy door eene zorgvuldige opvoedinge worden aangekweekt, bekwaam zyn , hebben de drie groote Meesters Berg , Bog en Arbin genoegzaam beweezen. Doch de inboorelingen van Noorwegen zyn vooral merkwaardig uit hoofde van hunne bedreevenheid in de Zeevaart; waarin hunne voorouders, gelyk uit de historie blykt , en door ons reeds is aangemerkt, ongemeen kundig geweest zyn. Hun smaak en bekwaamheden, ter beoeffeninge van Geleerdheid , zyn ook vooral niet minder dan hunne ervarenheid in de Werktuigkunde. Hadden zy even gunstige gelegenheden om in Weetenschappen te vorderen, als hunne nabuuren in Denemarken, dan zouden zy waarschynlyk zeer groote vorderingen in dezelven maaken, en in het Gemeenebest der Letteren roem verwerven. Hunne kinderen leeren zeer schielyk, en het getal hunner Schoolen is sederd onlangs merkelyk toegenomen ; het welk, gevoegd by de  48 Natuurkundige de groote vrydommen , welke zy thans meer dan in voorige tyden genieten , niet weinig ter hunner aanmoediginge en vorderinge toebrengt. Het is onder lieden van fatsoen die ver van eenige Hooge Schoole af woonden, vry algemeen geweest hunne kinderen buitens Lands te zenden , om zich in verscheidene deelen der Geleerdheid te oeffenen en hierdoor zyn verscheidene uitmuntende mannen onder hen voortgekomen, die door hunne schriften eenen eeuwigen lof verworven hebben. Onder deezen moogen wy behalven veele anderen, die in verscheidene Weetenschappen tot een hoogen trap van bekwaamheid gesteegen zyn, Gunnerus tellen, eenen man, die door zyne Werken, in den jaare 1748 uitgegeeven, als een der grootste Bovennatuurkundigen en Wysgeeren van de tegenwoordige eeuwe is bekend geworden. Ten aanzien van hunne zedelyke hoedaanigheden merken wy aan, dat zy beleefd en beschaafd zyn in hunnen omgang, uit welken hoofde zy ook op eene beleefde en beschaafde wyze verwagten behandeld te worden ; en schoon hunne beleefdheid somtyds zo ver gaat, dat dezelve vleijery en loosheid wordt, waardoor zy anderen misleiden, zyn zy egter over het algemeen genomen, getrouw en eerlyk. Hunne getrouwheid voor hunnen Vorst gaat zelfs zo ver, dat dezelve als de voornaamste zuil van zynen troon wordt aangemerkt. In binnenlandsche beroerten en buitenlandsche oorlogen zyn dapperheid en getrouwheid, reeds van overoude tyden af, eigenaartige kenmerken der Noorwegers geweest. Jammer is het, zegt onze Schryver, dat hun aangebooren moed zo dikwyls verbastert in eene woeste zugt om onder elkanderen te vegten, het welk zekerlyk aan hunne eergierigheid is toe te schryven; maar daar wy van dit ingeworteld en algemeen grondbeginsel van hun gedrag spreeken, moeten wy erkennen dat zy hierdoor tot veele loflyke en roemwaardige onderneemingen genoopt worden. Want om die oorzaak zoekt de Noorweegsche Boer onafhanglyk van eenig mensch te leeven, en niemand iets schuldig te zyn. Kunnen de Noorwegers op hunne afkomst uit  Aardryksbeschryving. 49 uit een oud en adelyk geslagt, waarop zy zich niet weinig laaten voorstaan, roemen, dan koesteren zy zodaanige denkbeelden van eere, dat zy maar zelden de waardigheid van hun karakter ontluisteren ; en gevolglyk zyn zy 'er zeer op gesteld om door fraaije klederen , pragtige huizen , kostbaare meubilen en andere diergelyke dingen de oogen te trekken. Dit is vooral zigtbaar in hunne meeste koopsteden, daar de handel hun gelegenheid verschaft om met vreemdelingen, inzonderheid met Engelschen, welken zy voornaamelyk tragten na te volgen, te verkeeren. Ten opzigte van edelmoedigheid , mede een uitwerksel van eerzugt, munten zy boven veele andere natiën uit. Zelden dulden zy dat een reiziger iets voor zyne huisvestinge betaale, het geen gedeeltelyk is toe te schryven aan het klein getal van luiden , die deeze streeken komen bezoeken, waarom zy oordeelen dat het hun pligt is den vreemdeling zo wel te behandelen als hunne vermoogens toelaaten, en het als eene eer aanmerken, wanneer dezelve van hunne beleefdheden gebruik wil maaken. Niettegenstaande dit alles zal de boer egter nooit het hoogereinde van de tafel aan den grootsten gast, die onder zyn dak komt , afstaan. Op Kerstyd staan hunne huizen drie weeken lang voor ieder een open ; en dan zyn hunne tafels ook overvloediglyk voorzien van verscheidene spyzen. De vastgestelde Godsdienst in Noorwegen is de Luthersche, even als in Denemarken. Te Drontheim is een Aartsbisschop. De Taal is in de meeste deelen van Noorwegen de zelfde als in Ysland naamelyk een tongval van het oude Runisch en volgens Wormius wel zo zuiver als het thans ergens gesproken wordt; maar in het beschaafdste gedeelte des lands verschilt de Taal nu weinig van de Deensche. Eertyds werd de Noorweegsche jeugd, niet slegts onder het gemeene volk, maar ook onder luiden van fatsoen, afgerigt op het worstelen, ryden en zwemmen; op het gooijen met de werpspiese, het beklimmen van steile rotsen en meer diergelyke oeffeningen. Een ander gedeelte hunner II. Afd. III. Deel. D op-  50 Natuurkundige opvoedinge bestond in het schryven met Runische letteren, het dansen, opstellen van gezangen enz. Steeds hielden zich de jonge luiden ook bezig met eenige nuttige en weinig gevaarlyke oeffeningen, als met loopen, jaagen, schieten en andere krygsbedryven; hierin had egter eenig onderscheid plaats , naar maate van hunnen verschillenden staat, van den tyd van het jaar, en de wyze hunner opvoedinge. Hier hebben de Vrouwen , even als in Denemarken veele verwonderaars, wordende zy geoordeeld bevallig te zyn, en grooter welgemaaktheid te bezitten dan de mans, zodat haare ouders doorgaans veele aanzoeken krygen , waarmede zy niet nalaaten hun voordeel te doen, staande in het byzonder veel agt op geboorte en opvoeding. De ouders zyn 'er dan, even als in Denemarken, lang met onderhandelingen bezig, eer zy tot de voltrekking des huwelyks , het welk, even als in het eerstgemelde Ryk, door eenen Predikant wordt ingezegend, besluiten kunnen. Te Fredrikshall was in den jaare 1733 een zeer merkwaardig Jubelfeest; dewyl vier paar, waarvan ieder persoon meer dan 100 jaaren oud was, getrouwd werden; waarom de Koninglyke familie en de voornaamste adel op de bruiloft en het bal, welke by die gelegenheid gegeeven werden , verkoozen tegenwoordig te zyn. Hunne Lykstatiën verschillen zeer veel van die van veele andere landen ; want het is onder hen niet ongemeen aan het hoofdeinde van de kist te zitten, en daar eenen gantschen dag lang op de viool te speelen , misschien wel om zwaarmoedige gedagten te verbannen. Het zelfde doen zy nog, terwyl het lyk in eene schuit naar de kerk gebragt wordt; maar dit is zo vreemd niet als eene oude en bygeloovige gewoonte, welke in sommige deelen des Bisdoms van Christiaansand tot heden toe plaats heeft, en daarin bestaat dat men den dooden vraagt waarom hy gestorven is? Of zyne vrouw niet vriendelyk genoeg was ? Of zyne buuren hem niet beleefd behandelden ? In sommige plaatsen van Lardal komt elk in de kamer, waarin het lyk staat, knielt ne-  Aardryksbeschryving 51 neder, en verzoekt den overleeden persoon om vergiffenis indien hy hem ooit mogt beledigd hebben; en hoe belagchelyk deeze gewoonte ook zyn mooge, vinden egter de verstandigsten onder de Geestelykheid het ten uitersten moeilyk het volk van dezelve af te trekken. De Boeren bekommeren zich hier , zo min als in de meeste andere landen, met de veranderingen der modes. Daar is eene soort van Boeren, welker broeken en koussen uit een stuk bestaan, even als die der Hussaaren. Zy draagen geen rok met plooijen, zakken of knoopen, gelyk de Deenen, maar eenen wyden lossen rok van ruuw laken gemaakt; hunne hembdrokken zyn van de zelfde stoffe; maar die welke wat zwieriger willen voorkomen, draagen boordfel van de zelfde of van eene andere kleur en waardye; en zelfs onderscheiden sommige bewooners van de zelfde plaatsen zich door diergelyke verscheidenheden in hunne dragt van hunne medeburgers. Doorgaans dekken zy hunne hoofden met eenen hoed , wiens randen neêrgeslagen zyn , of met eene zwarte muts. De Boeren draagen nooit dassen dan wanneer zy gekleed zyn, maar gaan met de borst bloot, opdat 'er de sneeuwvlokken , welke zy voor een sieraad houden, op vallen moogen. Om het ligchaam hebben zy eenen breeden lederen band, versierd met bolronde koperen plaaten; aan deezen band hangt eene ketting, waaraan zy een mes, een handboortje en meer ander tuig vast maaken. De vrouwen kleeden zich in jakken, die digt met kant bezet zyn , en dikwyls zilveren sieraaden hebben. Haar hals is gemeenlyk opgetooid met eene zilveren ketting, drie of vier dik, aan welker einde eene gouden medailje hangt. Aan haare halsdoeken en kappen hangen veeltyds zilveren en koperen ringen en andere snuisteryen; doch dit alles is meest in gebruik op den dag, waarop zy trouwen. De Noorwegers volgen , in bet bakken van hun brood en het toebereiden van hunne meeste spyzen , de Deensche manier, en bedienen zich genoegzaam van de zelfde soorten van leevensmiddelen Zy eeten meer haveren-brood dan D 2 de  52 Natuurkundige de Deenen ; want hun land is merkwaardig om deszelfs uitmuntenden haver, welke somtyds met ryst gemengd wordt; en in tyden van groote schaarschheid, of in de onvrugtbaarste streeken , maalen zy bast van denne-boomen, welken zy met hun meel vermengen. De Boeren zyn uit hunne meiren en rivieren vry wel voorzien van versche visch ; ook hebben zy eene groote verscheidenheid van wild, en eenige koeijen , schaapen en geiten tot hunne spys. Zy zouten visch en vleesch in tot hunnen wintervoorraad; maar maaken zulke schikkingen dat men boerenmaagen moet hebben, om de kost te kunnen verdraagen. Wy moeten verder aanmerken dat zy zeer groote liefhebbers zyn van brandewyn en andere sterke dranken, die zeer wel naar de koude van hun land geschikt zyn, en vooral in den winter. Zy houden ook goed zwaar bier, omdat op Kerstyd , op hunne doopmaalen , en op andere plegtige feesten te drinken ; maar hun gewoone drank is zeer slegt dunne-bier en des zomers melk en water. De Natuurlyke Historie van Noorwegen. De Lugtsgesteltenis, het Ligt, de Warmte, Vogtigheid en meer andere eigenschappen welke tot de Lugt behooren, zyn in Noorwegen veel veranderlyker dan in de meeste andere landen van Europa. Hiervan kan men reden geeven uit de groote uitgestrektheid deezes Lands , waarvan wy reeds gesproken hebben. De langste dag bestaat te Bergen uit negentien, en de kortste uit niet meer dan zes uuren. Het is zeer aanmerkelyk dat, gelyk het Dagligt in den aanvang des jaars zeer schielyk toeneemt, het alzo, by de aannadering van den winter , in de zelfde evenredigheid zeer schielyk afneemt. In de zomersche nagten , wanneer de lugt onbewolkt is , is het aan den horizon zo helder dat men zo wel als by dag kan zien te leezen en te schryven. Aan de uiterste grenzen van Noorwegen, en op de Eilanden van Finmark, blyft de zon, in het midden van den zomer, steeds zigtbaar, en men ziet haar dag en nagt rond-  AARDRYKSBESCHRYVING 53 rondom de Noordpool draaijen, terwyl zy, na haaren loopkring van tyd tot tyd kleiner gemaakt te hebben, dien vervolgens uitbreidt, tot dat zy eindelyk den horizon verlaat, en in het midden van den winter geduurende verscheidene weeken onzigtbaar is. Na het Ligt, het welk het eerste voorwerp onzer gewaarwordingen in de Lugt is, moeten wy de graaden van Hette en Koude in aanmerkinge neemen, die hier zeer veranderlyk zyn, niet slegts uit hoofde der beurtwisselingen in de jaargetyen, maar ook in het zelfde jaargety en op den zelfden dag. Zy zyn zekerlyk veel aanmerkelyker dan vreemdelingen zich verbeelden kunnen. Dit is (gelyk onze Schryver aanmerkt) een zeer sterk bewys voor de magt en wysheid van den Schepper; want in eenen zagten winter vinden de boeren , aan de oost-zyde van Noorwegen, groot ongemak, en kunnen zonder gestrengen vorst, zonder veel sneeuw en dik ys , welke daar doorgaans plaats hebben , het hout dat zy hebben omgehakt, niet vervoeren, noch hun koorn , boter , bonten en andere waaren op hunne sleden ter markt brengen , noch eenige noodwendigheden , welke alleen in de marktplaatsen te vinden zyn, gaan koopen, om zich en hunne huisgenooten van leevensonderhoud te voorzien. Veele andere veranderingen van Weer en Lugtsgesteltenisse brengen zo ongelooflyk veel toe tot het geluk der inwooneren , dat men, door zulks enkel te hooren verhaalen , 'er naauwlyks een denkbeeld van krygen kan. Na dit berigt wegens de Koude des Winters, zal men zich misschien wegens de Zomer-hette geenszins een regt denkbeeld vormen *. Niets is zekerer dan dat verscheidene gewassen , en inzonderheid de garst, hier in den tyd van zes weeken of twee maanden ryp worden ; zodat wy ondervinden dat de natuur, wanneer zy maar weinig tyds heeft * De Noord- en Zuid-Poolen (gelyk zy genoemd worden) zyn bekend als de koudste deelen der Aarde ; maar men denkt weinig dat zy ook de heetste zyn; schoon zulks waarlyk zo is, gelyk wy elders bewyzen zullen. D 3  54 Natuurkundige heeft om te werken, haare werkingen verhaast, en dat Noorwegen, niettegenstaande 'er by nagt schadelyke vorsten plaats hebben, egter overvloed van koorn uitlevert; zelfs is het land in veele plaatsen vrugtbaarer dan de vreemdelingen zich verbeelden, zodat 'er haver en garst wordt uitgevoerd. Erwten, wikken, hennep, vlas enz. hebben de Noorwegers genoeg tot hun eigen gebruik. Hunne weiden zyn in veele plaatsen beter dan die van andere landen, zodat zy uit Denemarken vleesch , boter , kaas noch eenige andere leevensmiddelen, uitgezonderd alleenlyk spek, overbrengen. Moeskruiden hebben zy in overvloed, en derzelver voortteeling en bewaaring is sederd de laatste veertig jaaren merkelyk bevorderd; het welk vooral mag verzekerd worden ten opzigte van geneeskragtige kruiden en byzondere soorten van vrugten. Hier uit besluit onze Schryver dat de gunstige Albestierder, niettegenstaande de gestrenge koude van Noorwegen, voor het geluk en welzyn van deszelfs inwooneren gezorgd heeft, het geen bevestigd wordt, wanneer men hunne gezondheid en langleevendheid in aanmerkinge neemt. Daar is ook groote verscheidenheid in de Winden en Regens; sommigen derzelven houden hunnen geregelden tyd; andere zyn onregelmaatig en schielyk opkomende; somtyds heeft men aan de zee-kusten Rukwinden , die van de bergen of van de landzyde komen, maar alles schynt zyne nuttigheid te hebben, en einden, die der hoogste Wysheid en Goedheid waardig zyn , te beantwoorden. De Grond is niet overal eveneens; in sommige plaatsen vinden de inwooners, wanneer zy tot eenige diepte graaven , zwarte Aarde, Zand, Leem, Kryt, Turf-aarde, Modder enz. Het Zand van Noorwegen is zelden wit, maar doorgaans graauwagtig, met spiesglas vermengd, en uit dien hoofde glinsterend , waarom het dikwyls over schriften gestrooid wordt , en buitens lands in agtinge is. In sommige inhammen, en meest overal midden in het land vindt men geele en blaauwe Klei. In veele plaatsen, en vooral op de Schier-eilanden, waar de Goddelyke Voorzie-  Aardryksbeschryving. 55 zienigheid zulks noodig oordeelde, vindt men bruine en zwarte Turf. Daar zyn veele Veenen , en hier en daar verdronkene landen ; men gist dat onder dezelven groote waterkuilen zyn, die slegts eene dunne korst aarde boven zich hebben. Men vindt in Noorwegen Mynen van verscheidene soorten , als eene van zuiver en zwaar zilver te Numedale, by Drammen; eene andere, die ouder is, schoon zo ryk niet, maar egter (volgens het zeggen) 150 vademen diep, te Konsberg; eene andere te Jarlsberg , welker erts zeer ryk is. Onder de Kopermynen is 'er eene, de Indset genoemd, tien Noorweegsche mylen van Drontheim ; eene, die den naam van de Selboe draagt , zynde zes mylen ten oosten van Drontheim, en eerst ontdekt in den jaare 1612. Eene eindelyk te Aardale, in het bisdom van Bergen. In veele plaatsen heeft men eene meenigte van Yzermynen, welker getal te groot is om in het byzonder gemeld te worden. Men vindt 'er ook Lood- Kwikzilver- Sulfer- en Zoutmynen; als mede Alluin , Vitriool, en veele zeldzaame en nuttige soorten van Leem. In het bisdom van Aggerhuis zyn Koolmynen, en veele andere van minder belang in de binnenlandsche deelen. Het gantsche land is vol Bergen en Rotsen van verscheidene soorten; onder deezen tellen wy de aaneengeschakelde Keten van Bergen, die van het zuiden naar de noordpool loopt , het Gebergte, dat dwars door het land loopt en de enkele Bergen. De bovenste deelen van deeze Keten zyn overal zo glad en gelyk, dat zy, indien ze niet telkens met sneeuw bedekt waren , veel gemaklyker dan van onderen met wagens zouden kunnen bereeden worden; inzonderheid mag men zulks verzekeren wegens den Berg, die naby Hardanger is, en over welken de weg naar Kongsberg ligt. Tot gemak van vreemdelingen en reizigers zyn hier ook pleisterplaatsen, die op 's Lands kosten onderhouden worden. De andere Bergen liggen meest allen dwars door het land, of ieder op zichzelven, zodat 'er vrugtbaare valleiën D 4 tus-  56 Natuurkundige tusschen zyn. Sommigen hebben iets ongemeens in hunne gedaante, en vooral die, welke de Zusters genoemd worden, naby Alstahonge; en aan derzelver zyden zyn veele verbaazende holligheden , waarin men meent dat eene meenigte van menschen gevallen is, die men nooit weder gezien heeft. Onze Schryver besluit zyn berigt wegens de Bergen, met ook eenige voordeelen, welke zy den inwooneren aanbrengen, op te tellen. Wanneer wy de Zeekust en Havens van Noorwegen beschouwen, zullen wy daar eene groote verscheidenheid ontdekken. Waarschynlyk komt de hoogte en diepte der zee overal wel met elkanderen overeen; ook is 'er gelykheid tusschen derzelver grond. Indien wy op de berigten der zeevaarenden staat moogen maaken , dan is het Noorweegsche strand niet vlak maar steil, hoekig en overhangende. In sommige deelen is de zee 200 of 300 vademen diep; in andere heeft men groote zandbanken en plaaten; en het is aanmerkelyk dat de groote visschen, schoon die best voortteelen en vetst worden in de diepten, gemaklykst in de ondiepten gevangen worden ; door deeze oorzaak vinden de visschers des te beter gelegenheid om in hunne poogingen wel te slaagen. Het zeewater is hier zo zout niet als in de Oost-zee, omdat 'er eene groote meenigte rivieren in uitloopt; maar hierin heeft in de Noord-zee eene aanmerkelyke verscheidenheid plaats. In sommige deelen van dezelve, naar de Verzengde Lugtstreek toe, is het water warmer; en de vetheid of balsemagtigheid van de Noordzee is eene zeer merkwaardige eigenschap van dezelve; zy brengt ongemeen veel toe om de verbaazende schoolen van groote en kleine visschen wel te doen voortteelen en tieren, en dus alle landen van Europa eenen ryken voorraad van smaaklyk voedsel te verschaffen. De menigvuldige Bronnen , die uit de bergen in Noorwegen, en uit de groote sneeuwhoopen, op de toppen dier bergen opeengestapeld , voortkomen , doen eene groote meenigte van water afzakken om de beplante zyden der bergen vrugtbaar te maaken , en de dalen en het vlakke land van  Aardryksbeschryving. 57 van onderen te verfrisschen. Door het vereenigen en samenloopen van deeze beekjes, worden die groote stroomen en rivieren gemaakt , welke onder den algemeenen naam van Elven begreepen zyn, waarvan de Elve in Duitschland haaren naam ontleent. De voornaamste Rivieren in Noorwegen zyn de Nied de Sule, de Gaulen Otteroen , de Sire Nid , de Tyrefiord of Dramme Loven , de Glaamen of Glommen , welke (als de grootste in dit land zynde) somtyds de Ster Elven genoemd wordt. De voornaamste Meiren zyn Ryssvand in Noordland, Snaasen, het meir Selboe, het groote en kleine meir Mioe, Stirevand , Sperdille , Rand Vesten Saren, Modum, Lund , Norfoe, Ilvidsoe , Farisvand, Oeyevand , en verscheidene andere , welker gelegenheid in de kaarten kan gevonden worden. Onze Schryver merkt aan dat , schoon de rivieren van Noorwegen , op eenen merkelyken afstand van de zee, voor zwaar gelaadene scheepen niet bevaarbaar zyn, de Watervallen , die door de rotsen en klippen veroorzaakt, en de groote meiren en rivieren, die daar door gevormd worden, egter van grooten dienst zyn om hout * te vervoeren, om molens om te dryven, en in andere opzigten de belangen van den koophandel te bevorderen. De verscheidene Voortbrengsels van de Zee, en die, welke men aan de oevers der meiren heeft , zyn weinig bekend ; voor zo veel zy egter bekend of gemeen zyn, worden zy van groot nut bevonden. Daar zyn Zee-boomen, die merkwaardig zyn om hunne zonderlinge gedaante , de verscheidenheid hunner kleuren , en de grootheid hunner takken en bladeren, terwyl zy daarenboven tot veele nuttige einden kunnen gebruikt worden. Men vindt in Noorwegen verscheidene fraaije Keisteenen, als mede Marmer van verschillende fynheid en vast heid; * De Boomen, welke in dit land gemeen zyn, zyn Dennen Pynboomen, Olmen, Esschen, Taxus, Berken , Beuken, Eiken, Elzen Jenever-boomen , Hazelaaren, Vlier, en meer andere soorten. Zelfs groeit onder het gebergte van Kolen, Ebbenhout. D 5  58 Natuurkundige heid ; men vindt 'er ook glinsterende Steenen , Albast en Krytsteen; daarenboven heeft men 'er Zandsteenen , Molensteenen, Lei , Amianthen , Kristallen , Granaaten, Amethisten, Jaspis, Agaaten en Dondersteenen, nevens eenige Steenen, die duidelyke blyken draagen dat zy eertyds zagte en vloeibaare stoffen geweest zyn. Onder de Dieren, welke aan dit land in het byzonder eigen zyn, verdienen voor eerst de Paarden in aanmerkinge genomen te worden. Dezelven zyn donker bruin van kleur, en zeer hardvogtig. Zy zyn leevendig en vlug, en niet onderworpen aan die menigvuldige ongemakken, waaraan de Paarden van andere landen bloot staan; zy zyn zeer gemaklyk te beryden, vast op de pooten, en verwonderlyk afgerigt op het beklimmen van rotsen; want wanneer zy van eene glibberige schuinte moeten afgaan , trekken zy hunne agterste pooten digt aan elkanderen en laaten zich dus afglyden: doch in geene opzigten zyn zy merkwaardiger dan ten opzigte van hunnen moed en beleid, wanneer zy tegen wolven, beeren, en andere wilde dieren vegten , waartoe zy dikwyls genoodzaakt zyn. Wanneer het Paard een van de gemelde dieren naby zich ziet, en verzeld is van eene merrie of een veulen , dan laat het de zwakste party agter, en valt met de voorste pooten op zynen vyand aan, dien hy doorgaans om het leeven brengt, tenzy hy zich omkeere om te schoppen; want dan springt de beer hem gemeenlyk op den rug , en behaalt dus de overhand. De Ossen en Koeijen zyn , over het algemeen genomen, geel van kleur, en meest allen klein; zy verschaffen in sommige deelen van Noorwegen eene goede hoeveelheid melks maar in andere opzigten munten zy niet uit, en zyn vischagtig van smaak, het welk toe te schryven is aan het gebrek van behoorlyk voedsel, dewyl zy dikwyls genoodzaakt zyn om vischgraaten, en somtyds wel om beenen van dieren van hun eigen geslagt af te knabbelen, het geen zy met eene gelyke graagte kunnen doen als de honden. De Schaapen zyn 'er noch menigvuldig noch groot; maar  Aardryksbeschryving. 59 maar men heeft 'er zeer goede Geiten, die het geen aan de Schaapen ontbreekt ryklyk vervullen , en dikwyls in het wild omzwerven, zodat de eigenaars groote moeite hebben om ze te vangen en te dooden. Van Bergen alleen worden jaarlyks 70000 of 80000 ruwe Geiten-vellen verzonden, die in verscheidene landen tot leder bereid worden. Men heeft 'er tweederleie soorten van Zwynen , zulken naamelyk, die lang of die kort van lyf zyn; maar derzelver voedsel komt te duur te staan om ze in groote meenigte aan te houden. Honden zyn 'er veel in getal , en van grooten dienst; twee dingen zyn in dezelven merkwaardig; zy worden afgerigt om vogels te vangen, en gaan over schuinten, over welken geen mensch hen kan volgen. Zy zyn ook by dag en nagt zeer getrouwe wagters. Alle de soorten van Wilde Dieren , welke in Noorwegen gevonden worden, op te tellen, laat ons bestek niet toe. Men vindt hier Wolven, Elanden, Beeren , gemeene Herten, roode Herten en Rendieren ; en dewyl de laatstgemelden in het byzonder aan dit land eigen zyn, zo wel als aan andere landen in het Noorden, is het gevoeglykst dat wy ze in de eerste plaatse beschryven. Het Rendier is eene soort van hert, het welk naauwlyks ergens dan in zeer noordelyke streeken gevonden wordt, of, wanneer het naar elders vervoerd wordt, niet zal voortteelen of tieren. Deszelfs gedaante heeft vry veel overeenkomst met die van het hert, en de takken van deszelfs hoornen zyn zo wel voor- als agterwaards geboogen. Meestäl loopen zy in het wild om, en worden geschooten en verkogt, even als ander wild. Hun vleesch is zeer lekker, wat drooger dan dat van een hert, en hun huid , die fyn en zagt is, is by de lederbereiders in hooge agtinge. Somtyds schoolen zy te samen, ten getale van 200 of 300 , en wanneer het komt te gebeuren dat een , in het midden van den koppel , wordt doodgeschooten , zullen de anderen hem in stukken trappen. In Finmark vindt men de meeste Rendieren, niet slegts wilde maar ook tamme, en in dezelven bestaat de grootste rykdom der Finlanderen of Lap lan-  60 Natuurkundige landeren. Dit volk leeft van het vleesch, de melk en de kaas der gemelde dieren. Van derzelver huiden maaken zy klederen , tenten en bedeksels, en van de peezen of zenuwen draaden om mede te naaijen. De Rendieren volgen hunne eigenaars , maar die ook omzwerven, zorgende voor hun eigen onderhoud, door het afplukken van gras, bladeren en mos; want zy kunnen van zeer weinig voedsel leeven. Zy zyn ook van grooten dienst in de sleden, tot gemak van de reizigers, voort te trekken; en het is verbaazend met welke gezwindheid zy voortschieten , en den reiziger over de besneeuwde bergen voeren, en zulks dikwyls zonder het minste gevaar, schoon zy, volgens de berigten, zo wel niet te bestieren zyn als onze paarden. Zy zyn zindelyke , fraaije en bevallige schepsels ; de honden worden afgerigt om hen te leiden en te beschutten ; want de wolf is hun groote vyand , schoon zy zich, door middel van hunne hoornen, langen tyd verweeren kunnen , en, door hulpe van den hond, welken zy by zich hebben, het gevaar dikwyls ontkomen. De Beer is een schepsel, het welk te wel bekend is om 'er eene breedvoerige beschryving van te geeven. De Noorwegers noemen den Beer Bamsin en de Beerin Bingsen Zy worden doorgaans beschreeven als van eene ligtbruine kleur zynde, met kleine oogen, korte ooren, eenen wyden muil, en sterke spieren; doch hunne grootste kragt bestaat in hunne voorste pooten; zy zyn zeer roofzugtige schepsels , maar allergevaarlykst voor zwangere vrouwen, welke zy, indien het mooglyk is, verscheuren om haare vrugt magtig te worden; anderszins stelt de Beer zyne kragt voornaamelyk te werk om zich te verweeren , en men weet niet dat dit dier ooit een kind eenige schade heeft toegebragt. Zyn voedsel bestaat in wortelen, gras en groenten nooit zal hy eenig dood ligchaam aandoen, tenzy van een schepsel, het welk hy zelf vermoord heeft. Men geeft ons zeer vreemde berigten wegens de schranderheid van den Beer, naamelyk dat hy , ossen of schaapen ontmoetende, die bellen aan hebben, hun de bellen terstond afrukt ,  Aardryksbeschryving. 61 rukt, en die met zyne pooten plat trapt, zodat zy geenen klank meer geeven kunnen. Tegen den winter zoekt hy zyn hol in eene rotse. Hier maakt hy zich een bed van mos, en bedekt de opening met takken van boomen, blyvende daar dus geduurende den gantschen winter , of ten minsten geduurende een groot gedeelte van denzelven, vast liggen slaapen. In het distrikt van Bergen verneemt men somtyds, doch egter zeer zelden , Wolven. Dit schepsel heeft genoegzaam de gedaante van eenen hond; doorgaans is het graauw van kleur, maar wordt des winters op de bergen wit. Zy krygen gemeenlyk 5 of 6 jongen te gelyk , welke de Noorwegers met groote moeite poogen te vernielen ; in welke pooginge zy door de zorgeloosheid der oude Wolven dikwyls gelukkiglyk slaagen. Hun voedsel bestaat in alles wat zy kunnen magtig worden; men zegt egter dat zy zeer lang kunnen vasten. Men heeft hier ook Vossen van onderscheidene soorten en kleuren, van welker loosheid men ons zeer ongemeene dingen vertelt. Hermelynen zyn hier (om thans van de Eekhoorntjes niet in het byzonder te spreeken) zeer menigvuldig, Deeze kleine schepsels verschuilen zich agter steenhoopen , en in de spleeten der rotsen. Zy zyn in hooge agting om hunnen kostbaaren witten huid, hebben eene vlek op den staart en 'er zyn maar weinige vrouwen van fatsoen, die geene randen van het bont deezer diertjes aan haare mantels hebben. Dit beestje is zo ongemeen zindelyk dat het eer door een vuur dan door de minste vuiligheid loopen zal, en egter stinkt het zo erg als een kreng, vooral wanneer het mannetje en wyfje zich vermengen. De Beever is een tweeslagtig dier, en zoekt zyn voedsel gemeenlyk in stilstaande of loopende wateren. Hy wordt meest gevonden in Solloer of Jemptland. Zyne gedaante is als die van eenen langlyvigen hond, met korte pooten, eenen korten en platten kop, kleine ronde ooren en oogen, eenen breeden dikken en schubbigen staart, bestaande uit ver-  62 Natuurkundige verscheidene leden. Dit schepsel heeft eenen zak, bevattende het Castoreum of Beevergeil. waarin, zo wel als in zyn fyn en kostbaar bont, groote handel gedreeven wordt, dewyl het in alle handeldryvende staaten in de bekende waereld in hooge agtinge is. Daar is een ander dier, het welk de Erven of Jerven genoemd wordt, en in weinige andere landen meer dan van naam bekend is. In gedaante gelyken zy naar den beever, maar zy zyn zo groot niet; zy zyn ongemeen vinnig en roofzugtig; zelden gaan zy te water, maar zoeken hunnen roof voornaamelyk op het land. Zy zyn zwart van kleur, met bruine en geelagtige streepen. Hun huid glinstert als damast, is met zagt hair bedekt, en zeer kostbaar, zodat de jaager , indien hy deeze dieren , zonder derzelver huid te kwetsen kan vangen, zyne moeite ryklyk vergolden ziet. Men maakt ook jagt op de Wezels ter oorzaake van hunnen huid. Zy zyn in gedaante gelyk aan eene groote, bruine, wilde kat, maar hebben wat puntiger snuit en kop. Onder den buik zyn zy van eene ligt-geele kleur; hunne beeten zyn gevaarlyk, en zy stinken verschrikkelyk. Daarenboven vindt men in Noorwegen Egels, Mollen, Rotten en meer andere dieren, waarvan wy ons een denkbeeld kunnen vormen naar die, welke in ons land gemeen zyn, zodat derzelver byzondere beschryving onnoodig is. Van de Vogels van Noorwegen Ten aanzien van de Vogelen, welke aan Noorwegen in het byzonder eigen zyn, of daar in grooter meenigte dan in andere landen gevonden worden , merken wy aan dat zy van verschillende soorten zyn , naar maate van het element, waarin zy hun verblyf houden. Schoon hunne grootte, kleur, gedaante, leevenswyze, meerdere of mindere schadelykheid , en andere byzonderheden wel eenige onderscheidene opmerking verdienen, zyn wy egter door ons bestek genoodzaakt om alle wydloopigheid te myden. Men  Aardryksbeschryving. 63 Men heeft maar weinige soorten van Landvogelen, die ook niet in Denemarken gevonden worden, en in de meeste andere landen van Europa gemeen zyn, wanneer men slegts de Tiuren, Rypen en Jerpen uitzondert. De Tiuren is een groote vogel , gelykende naar eenen arend, maar veel minder schadelyk van aart. Vogels van deeze soort zyn vet, en goed om te eeten; des winters verschuilen zy zich diep in de sneeuw, maar vinden zich dus niet genoegzaam beveiligd tegen de aanvallen van menschen en vossen - De Rypen is eene soort van patrys, en verschaft een zeer aangenaam voedsel. Zy worden in groote meenigte gevangen, en naar ver afgelegene landen verzonden; men merkt ook aan dat zy driemaal 's jaars van kleur veranderen. - De Jerpen , somtyds de Francolin genoemd, is een uitmuntende landvogel, niet ongelyk in grootte aan eene duive of patrys , maar in kleur en vederen meer overeenkomstig met de houtsnip. Zyn lyf is geschakeerd met zeer fraaije streepen, en hy wordt om de blankheid, malschheid en lekkerheid van zyn vleesch hooger geagt dan eenige andere vogel. De vogelaars lokken hem in hunne strikken, door zynen toon met fluiten na te bootsen. Maar allerovervloedigst vindt men 'er zekere soort van Watervogelen, die in andere plaatsen niet gemeen zyn, en (gelyk onze Schryver aanmerkt) moogen beschouwd worden als bewyzen voor de goedheid van den grooten Schepper, die dit land in het byzonder voor hun schynt geschikt gemaakt te hebben, dewyl het hun in de hooge klippen schuilhoeken en vryplaatsen verschaft. Hunne meenigte gaat alle onze verbeelding te boven, en is zekerlyk van grooten dienst om hun geslagt, het welk door de ongemakken des winters en andere noodlottigheden , merkelyk zoude moeten verminderen, tal ryk te doen blyven. Onze Schryver beschouwt deeze vogels ten opzigte van hunne vederen, dons , eijeren en vleesch. Veelen derzelven zyn goed van smaak, en verschaffen gezond voedsel. Hoe de natuur ter onderhoudinge van deeze menigvuldige schepselen gezorgd  64 Natuurkundige zorgd hebbe, blyft voor ons, uit hoofde van de ontoeganglyke rotsen , een onverklaarbaar stuk. Het is egter zeker dat , schoon het gevaarlyk is hen te vangen , de moeijelykheid der poogingen , welke men daartoe aanwendt, door hunne waardye genoegzaam beloond wordt. Onder deezen behooren wy in het byzonder te noemen de twee merkwaardige Storm- of Onweers-vogels, welker eene, die van eene graauwe kleur, en wat kleiner dan een spreeuw is , een zonderling geweld maakt , wanneer de noordewind begint op te steeken, en uit dien hoofde de Noordewinds-vogel heet, terwyl de andere, die den naam van Zuidewinds-vogel draagt, zich nooit anders vertoont dan voor eenen zuidelyken wind. De Hout-snep, zynde de voornaamste der tamme vogelen, gelykt vry wel naar den wilden kalkoenschen haan, en is de grootste onder al het eetbaar gevogelte. De wilde Eenden, welke aan deeze kust, zo wel als aan die van Ysland en Groenland gevonden worden, zyn zeer merkwaardig uit hoofde van derzelver kleuren. Men vindt 'er, die boven op zwart zyn, met donker groen gemengd, terwyl zich onder de oogen eene witte kleur , met ligt groen gemengd, vertoont. De borst is zwart, onder den buik en de vleugelen ziet men een ligt graauw, en de staart is donker en glinsterend groen. Zy zyn zeer zorgvuldig voor haare eijeren, en geeven groote blyken van tederheid voor haare jongen. De borst deezer vogelen is bedekt met een ongelooflyk zagt dons, 't welk zy, wanneer de tyd van broeijen nadert, uitplukken, om 'er voor de jongen een zagt en warm bed van te maaken. De Zwaluwen van Noorwegen vliegen omtrent het laatste van den hersft weg , en verbergen zich geduurende den gantschen winter in de meiren van versch water, tusschen het riet en de biezen, daar zy dikwyls in eenen beweegingloozen staat, met de bekken en pooten samengekoppeld, door de visschers gevonden worden; doch in de lente beginnen zy als op nieuw te herleeven. Van  Aardryksbeschryving 65 Van Zee-slangen, en andere merkwaardige Visschen. Daar zyn Landslangen van onderscheidene gedaanten; maar de verbaazendste is de Slang van den Oceaan, of de groote Zee-slang , welke onze Schryver zegt dat hy weleer voor een Schepsel der inbeeldinge hield, doch in vervolg van tyd ten vollen overtuigd werd dat zy in de Noord-zee te vinden is. De kop van deeze Slang, welke men zegt dat naar dien van een paard gelykt, is van eene graauwe kleur; de bek is zwart, en zeer wyd; zy heeft zwarte oogen en witte maanen, die over den hals tot op de oppervlakte van het water hangen. Tusschen den kop en den hals ziet men zeven of agt vouwen, die zeer dik zyn. Men heeft Slangen van deeze soort gezien , die meer dan honderd ellen lang waren, en zich tot op eene aanmerkelyke hoogte boven het water konden verheffen. Somtyds spuiten zy het water uit haare neusgaten even als de Walvisschen, doch zulks gebeurt niet dikwyls. Omtrent de plaats, daar zy zich bevinden, verwekken zy eene sterke beweeging in het water, en doen booten, en zelfs schepen omslaan, door 'er zich om te kronkelen. Het aanwenden van poogingen om haar te ontroeijen, is altyd vrugteloos , en echter ontbreekt het den visschers niet aan eenig middel om haar af te weeren; wanneer zy naby een schip komen, schiet men gemeenlyk het een of ander op hen af, en dan duiken zy onder water , zonder eenig kwaad te doen; maar, het geen nog merkwaardiger is, zy zyn zeer scherp van reuk, en zyn zo bang voor den reuk van Bevergeil, dat de Visschers en andere Zeelieden , doorgaans maaken dat zy het by zich hebben , als bevindende dat zy deeze dieren daardoor ontwyken kunnen. Aan de uiterste deelen van Noorwegen, ziet men des zomers eene lymagtige stof, welke uit deeze Slangen voortkomt, op het water dryven. Wanneer een visscher die stof naby zyn net vindt , wagt hy zich zeer zorgvuldig van dezelve met zyne hand aan te II Afd. III. Deee E raa-  66 Natuurkundige raaken, omdat zulks eene gevaarlyke zwelling veroorzaaken, en dikwyls de afzetting des arms tot zyn gevolg hebben zoude. Dit en veele andere vreemde berigten wegens de gemelde Slang zegt onze Schryver dat met eeden zyn bevestigd geworden. De Heer Peter Dass is , in zyne beschryving van Noordland, van gevoelen dat men haar met regt den naam van Leviathan geeven mag. De Kraken is het grootste en verbaazendste onder alle de geschaapene dieren. Hy schynt tot het geslagt der Polypussen te behooren; maar zyne grootte is zo ontzaglyk, dat wy geen beter denkbeeld van dezelven kunnen geeven , dan door hem een dryvend eiland te noemen; gelyk wy de onbeschryflyke zwaarte van zyn uitgebreid ligchaam niet beter weeten uit te drukken dan met te zeggen dat hy een oorlogschip, wanneer hy aan het zelve komt vast te raaken, kan doen zinken. Behalven zyne ongemeene grootte is hy nog merkwaardig door den zonderlingen reuk, welken hy somtyds van zich geeven kan, en die zo wel bekend is by eenige ervaarene visschers, dat zy door denzelven gewaarschouwd worden om tegen dit dier op hunne hoede te zyn; integendeel wordt door den gemelden reuk eene groote meenigte van visschen naar dit schepsel toegelokt, het welk nooit nalaat die welgekomene gasten in te zwelgen. Daar zyn zeer uitvoerige berigten wegens dit groote en wonderbaare dier, welke wy niet bybrengen, opdat men niet oordeele dat wy ongeloofbaare dingen verhaalen. Onder de menigvuldige Zee-monsters, welke in de Noordelyke zeeën te vinden zyn, is de Meerman, wiens gade de Meermin is. Deeze schepsels worden somtyds Zee-aapen genoemd. Volgens de beste berigten, welke wegens deezen visch tot ons gekomen zyn, is zyne langte omtrent agt spannen; zyn kop is eirond, en gelykt naar het hoofd van een' mensch. Hy heeft een groot voorhoofd, kleine oogen, eene platte neus, en eenen wyden mond; doch hy heeft kin noch ooren; aan zyne armen zyn geene elboogen, maar zy zyn voorzien van twee handen of  Aardryksbeschryving 67 of klaauwen, aan ieder van welken vier vingers zyn, door middel van een vlies aan elkanderen vastzittende. De Meerminnen hebben borsten , waar uit zy haare jongen zoogen, zo dat het bovenste gedeelte van haar ligchaam naar dat van eene vrouwe, en het onderste naar dat van eenen visch gelykt. Het vleesch van deeze schepselen is vry hoog in agtinge. Zy zyn doorgaans vet, en maaken een zeer beklaaglyk geluid. Uit de berigten van Wormius, Guicciardin en anderen blykt dat men ze somtyds gevangen heeft Het Zee-paard wordt nu en dan aan deeze kust gezien, maar zo dikwyls niet als aan de Yslandsche. Men vindt 'er ook, onder andere soorten , Walvisschen, Haaijen, Steuren , Zaagvisschen en Walrussen, onder welke eenigen van zulk eene aanmerklyke gedaante zyn, dat eenige Schryvers een zeer byzonder berigt, door plaaten opgehelderd, van dezelven gegeeven hebben. Kort berigt wegens Lapland. Dit Land wordt door sommige Schryvers Lappia, door anderen Lapponia , door de Zweeden Lapmark , en door de Deenen en Noorwegers Lapland genoemd; het geen wy alleenlyk aanmerken, zonder dat wy ons inlaaten met te onderzoeken door welke van deeze onderscheidene benaamingen best aan den oorsprong des woords voldaan worde. Wy zyn voorneemens over dat gedeelte van Lapland te handelen, het welk aan de heerschappye der Zweden onderworpen is, en omtrent 100 Duitsche mylen in de langte en 90 in de breedte bevat. Dit gantsche Land komt voor onder de benaaming van Lapland. Om een denkbeeld wegens de luchtsgesteltenis van deeze groote streek; te vormen, moet men rekenen van den 64sten graad breedte, tot den 71sten graad langte, zo dat zy ten minsten tot den 27sten meridiaan is uitgestrekt. E 2 Lap-  68 Natuurkundige Lapland is in Oost- en West-Lapland verdeeld. Oostwaards strekt het zich uit tot aan het Witte meir, bevattende aan den kant van het Noorden verscheidene Provinciën , niet bekend genoeg om derzelver juiste paalen aan te wyzen. Aan het Westen, naar den kant van Ysland, grenst het aan een gedeelte van Noorwegen, gelyk ook aan Zweden en Finland. Dat Lapland vry na aan de Pool gelegen is, blykt uit deszelfs breedte. Geduurende eenige maanden in den zomer gaat 'er de zon nooit onder , en in den winter komt zy 'er nooit boven den horizon; de tyd, waarin zy des zomers niet ondergaat, en des winters niet opkomt, heloopt, volgens Herbersten, veertig dagen; en schoon de zon zelve somtyds geduurende eene uur of drie in den nagt onzigtbaar blyft, zodat men haare straalen niet ziet, is 'er evenwel zo veel ligts dat de inwooners aan hunnen arbeid blyven kunnen. Doch dit kan men geenszins zeggen waar te zyn wegens de gantsche uitgestrektheid des lands , dewyl een gedeelte van hetzelve nader aan , en een gedeelte verder van de Pool afligt; sommige deelen liggen ook Oostelyker en sommige Westelyker, waaruit noodwendiglyk mede eenig verschil ontstaan moet. De Lugt van Lapland is koud, maar tevens frisch en zuiver, en gevolglyk zeer gezond, wordende merkelyk gezuiverd door menigvuldige geweldige winden , en door veele sterke en onvoorziene stormen, die somtyds alles ter neder slaan, zo dat de menscben genoodzaakt zyn om hunne veiligheid in kuilen en holen te zoeken , of op den grond te vallen, en eenen tyd lang in de sneeuw begraaven te blyven. In het midden van den zomer heeft men hier, en in de nabuurige landen, zelden eenigen regen, In den winter is 'er de grond overal met sneeuw bedekt, waar door de inwooners het voordeel hebben van by nagt veiliglyk te kunnen reizen; want het ligt der maane, van de sneeuw terug gekaatst, maakt alles, rondom hen zo ligt dat zy putten, steilten, wild gedierte , en meer andere dingen, waarvan zy anderszins nadeelen zouden te wag ten  Aardryksbeschryving. 69 ten hebben, gemaklyk onderscheiden kunnen. De wegen zyn 'er zo geschikt voor de reizigers, dat twee rendieren grooter vragt over de platgetredene sneeuw kunnen trekken , dan door tien paarden voor eenen wagen over eenen onbesneeuwden weg zoude kunnen getrokken worden. Op de toppen der hoogste heuvelen blyft de sneeuw altyd liggen , zelfs daar de zon de grootste hette geeft. Het vriest en mist 'er ook nu en dan zeer sterk; zelfs kan 'er de mist zo geweldig dik zyn, dat men elkanderen tegen het lyf loopt. De koude is in dit land des winters zo gestreng, dat zy, die geene inboorlingen van Lapland zyndezelve niet kunnen uitstaan. De snelste stroomen vriezen somtyds zo styf toe, dat het ys meer dan drie of vier ellen dik is. In den zomer (het geen eenigzins ongelooflyk kan schynen) is het hier ondraaglyk heet; want schoon de zon zeer lang staat , en de straalen schuinsch vallen , wordt echter haare kragt door haar aanhoudend verblyf boven den horizon, merkelyk vermeerderd. De eenigste maatiging der hette ontstaat uit de dampen, welke uit de nabuurige zee opryzen, en uit de sneeuw, die den gantschen zomer door, in laage plaatsen tusschen de heuvelen ongesmolten blyft liggen. Lente en herfst zyn 'er niet bekend , en de tusschentyd tusschen de vinnigste winterkoude, en de grootste zomer-hette is 'er zo kort, dat het den vreemdelingen als een wonderwerk voorkomt, alles bloeijend, tierig en groen te zien, nadat het slegts eene week te vooren met ys en sneeuw overdekt was. De Grond is 'er noch vrugtbaar, noch onvrugtbaar;. dezelve is vol keijen en rotsen; overal ziet men hoogten, door welke ongelykheid de overige deelen van den grond nutteloos zyn. De grond is doorgaans zeer zagt en nat, uit hoofde van de menigvuldige meiren en rivieren, door welken dezelve overstroomd wordt; maar indien men de noodige kosten deed om hem droog te maalen, dan zoude hy gemaklyk tot teel- en weilanden bekwaam te maaken zyn. Het land verschaft overvloed van gras, en dat wel zo goed dat het rundvee, door deszelfs gebruik, veel E 3 beter  70 Natuurkundige beter koop en schielyker vet wordt, dan door eenige andere middelen. Daar zyn veele groote wouden en bosschen, inzonderheid naar den kant van Noorwegen. Men heeft 'er steile rotsen en hooge bergen, die vermaaklyke valleiën uitleveren , waarin men bronnen en beekjes ziet, welke zich in rivieren ontlasten , en eindelyk in de Oost-zee uitloopen. In dit land is eene ongelooflyke menigte van wild gedierte, vooral van de kleinste soort, welke niet slegts dient ten gebruike der inwooneren, maar ook ter onderhoudinge van den handel met hunne nabuuren. Daarenboven heeft men 'er vogels van allerleie soorten , en zulk eenen overvloed van visch , dat een groot gedeelte der bewooneren genoegsaam geen ander voedsel gebruikt. Schoon de Inboorelingen , over het algemeen genomen, kort van gestalte zyn, zyn zy egter welgemaakt, en regelmaatig van weezenstrekken ; zy zyn ongemeen vlug ; en de vrouwen zyn schooner en welgemaakter dan de mans. De Laplanders zyn zeer bygeloovig; zy leeven in de bosschen onder de wilde beesten, en veelen hunner hebben geenen omgang altoos met anderen. Zy zyn boven alle verbeelding vreesagtig, en schrikken op het zien van eenen vreemdeling; vooral zyn zy zeer bang voor den oorlog, en uit dien hoofde ongeschikt om denzelven te voeren; zo dat zy, schoon aan de Zweeden onderworpen, geene soldaaten, ter handhaavinge van de regeeringe, kunnen leveren. De verscheidene landdieren , welke in dit land gemeen zyn, zyn dezelfde, die wy in onze beschryvinge van Noorwegen gemeld hebben, en dus zullen wy hier den leezeren door geene herhaalinge lastig vallen.    AARDRYKSBESCHRYVING 71 Beschryving van Groot Rusland, of Muscovie in Europa. Van deszelfs Naam, Gelegenheid en Uitgestrektheid. Het Keizerryk van Rusland, of Muscovie, het welk gedeeltelyk in Europa, en gedeeltelyk in Asie gelegen is heeft zynen naam (volgens het eenpaarig getuigenis der meeste Schryveren) naar de oude bewooneren des Lands, Rossi of Russi genaamd, naar het woord Rossia het welk verstrooijing beteekent, om dat zy oudstyds, hier en daar verspreid, zonder eenige vastgestelde regeering, leefden; en de naam van Muscovie agt men dat afkomstig is van de rivier de Moskwa, welke den naam geeft aan de stad Moscow. Rusland grenst ten Noorden aan de Ys-zee, of Noorder oceaan; ten Oosten aan Groot of Chineesch Tartarye, en een gedeelte van de Japansche zee; ten Zuiden aan de Kalmukken, Georgie, Persie, de Caspische en de Euxynsche Zee en ten Westen aan Polen en Zweden. Deszelfs uitgestrektheid van het Oosten naar het Westen , dat is van de grenzen van Zweden tot aan die van China, wordt door de Aardryksbeschryveren op 1500 mylen geschat, en van het Noorden naar het Zuiden, dat is van de Ys-zee tot aan de Euxynsche, op 600 mylen, schoon sommigen willen dat het maar 1250 mylen lang, en 1100 breed is. Het gantsche land ligt egter tusschen de 47 en 70 graaden Noorder breedte, uitgezonderd in eenige Oostelyke plaatsen, daar het verder uitloopt; en van Wyburg aan de Westelyke grensscheiding, tot Kamtschatka aan het Oosten, ligt het tusschen de 30 en 160 graaden Oosterlangte, zo dat het zich van de zevende gemaatigde lugtstreek tot aan de tweede koude uitstrekt. De langste dag in het Zuidelyke gedeelte is omtrent 15 uuren en eene hal E 4 ve;  72 Natuurkundige ve; en in het Noordelyke mag men zeggen dat dezelve twee maanden lang is, dewyl de zon, by den keerkring zynde, voor de bewooneren dier plaatsen in het geheel niet onder gaat. Maar schoon dit Ryk thans de gemelde uitgebreidheid heeft, moet men egter geenszins denken dat het altyd zo wyd uitgestrekt geweest is. Dit scheelt zo veel, dat het niet dan langzaam en by trappen is uitgebreid, en dat de voornaamste aangroei, inzonderheid dien het aan den kant van het Oosten gekreegen heeft, niet ouder dan honderd jaaren is. Vooral is de luister van dit ryk, onder de regeering van Czaar Peter den Grooten, wiens veroveringen te wel bekend zyn om eene byzondere beschryving te behoeven , merkelyk toegenomen. Rusland wordt door de Aardryksbeschryveren verscheidelyk verdeeld, als voor eerst in Rusland in Asie , en in Rusland in Europa, tot welk laatste wy ons thans bepaalen zullen. Dit wordt van sommigen weder gesmaldeeld in Noord- en Zuid-, van anderen in Oost- en West-Rusland De verscheidene afmeetingen der deelen , waarin dit land verdeeld is, worden door den Heere Templeman in de volgende tafel opgegeeven. V , =! t-£ Afst. Vierkante Mylen Langte Breed tr,™. »£ i 1 £_§ burg^ Rusl. of Musc 784,5;-o itSo Muscow n86 ,6o Grieksche \ Belgorod .< «75 Waronetz 567 Kerk.   Don Kosakken 57 000 400 Panchina i8üq 9oo ■ Urk. Kosakken 45,coo 330 Kiou rro Lapland 72,000 40J "J* Kola fsg Veroverd van Finland 41,310 3co Petersburg 471 Zweden, sederd ) Lyfland. 2r,5a5 2,8( 145 Riga 4 ' % z8o het Ingria 9,10o 175 Notteburg !iï*o 2° jaar 1700. L geheel — 1103,485 , | ™ Maar volgens de kaart van den Heere Roberts, te Parys in  Aardryksbeschryving. 73 in den jaare 1751 uitgegeeven, bestaat Rusland in Europa uit de volgende Provinciën en Gouvernementen. Gouvernement van Archangel. Bielozerskoi Het Gouvernement van Moscow, Oloneckoi, Het Gouvernement van Bielogorod, Ustiug, Het Gouvernement van Kiowir, Solseamskoi, Het Gouvernement van Voroneskoi, Wiatka, Alatirskoi, Vologockoi, Galiczskoi, Het Gouvernement Solskamskoi van Novogorod. Veroverd van Zweden. Een gedeelte van Carelia, Ingermanland, Easton, Lysland. De stad Moscow was de oude hoofdstad van het Russische Keizerryk, voordeezen de verblyfplaats der Czaaren, en eene der grootste steden van gantsch Europa. Zy ligt in eene aangenaame vlakte aan de rivier de Moskwa. Haare gedaante is als die van eenen cirkel, welke zich meer dan 24. Engelsche mylen in de rondte uitstrekt. Het getal haarer Kerken , wanneer men 'er Kapellen en Kloosters onder rekent, bedraagt 1600, waarvan elf Domkerken zyn. Verscheidene toorens zyn verguld, en van binnen fraai versierd , en doorgaans hebben de priesters eenen zeer pragtigen opschik. In deeze stad zyn 43 openbaare Gebouwen en Pleinen; de meeste straaten zyn geplaveid. In het middelste van dezelven , Kremlin genaamd, staat het keizerlyke Paleis. Men zegt dat Moscow 150000 inwooners bevat; maar sederd dat de Keizers hun verblyf te Petersburg gehouden hebben, is de eerstgemelde stad merkelyk vervallen. Zy ligt 471 mylen ten Zuid-Oosten van Petersburg, 812 ten Oosten van Stockholm, 915 ten NoordOosten van Weenen, 1012 ten Noorden van Constantinopolen, en 1414 ten Noord-Oosten van Londen. E 5 Maar  74. Natuurkundige Maar dewyl Petersburg thans de hoofdstad is van het Russische ryk, zal het met ons oogmerk niet onovereenkomstig zyn, ons met eene byzondere beschryvinge van die stad in te laaten. Petersburg de hoofdstad van Rusland, ligt op 6o° 6° Noorder breedte, 30° 25' Ooster langte, en is heden de plaats , waar de Keizerin haar verblyf houdt. Voor het jaar 1703 bevatte de grond, waarop deeze aanzienlyke stad nu staat, niets anders dan eenige kleine visschers hutten ; maar nadat Peter de groote de nieuwe schans aan de rivier de Neva opgerigt, en zich meester van Lyfland gemaakt had, besloot hy, 's jaars na den berugten veldslag van Pultowa, op eenen grond, die tot den handel op de Oost-zee by uitstek wel gelegen was, eene stad met eene schans te bouwen, en die naar zynen eigen naam te noemen. In het eerst was dit woeste eiland niets anders dan een modderpoel; geduurende den korten zomer, welke in deeze streeken heerscht, nutteloos, in den winter met ys bezet , en naauwlyks genaakbaar dan door wilde bosschen en diepe moerassen. Meer dan 300000 menschen, welke de Czaar uit verscheidene oorden byeengebragt had, werden 'er aan te werk gesteld, en lagen den grond van de nieuwe schans. Niet dan met groote moeite kon men deeze arbeideren de vereischte leevensmiddelen, verblyfplaatsen, werktuigen of andere noodwendigheden verschaffen. De Czaar had egter het ontwerp gemaakt om de stad, de schans, de havens, de kaaijen, en de forten, ter beschuttinge van den gantschen aanleg, op te rigten, en was vastelyk van besluit om dit, in weêrwil van alle hinderpaalen, te volvoeren. Terwyl men bezig was met aan de schans te werken, werd ook de grond van de stad gelegd, en zyne Majesteit bragt niet slegts den Russischen adel, maar ook alle koopluiden en handelaars, onder de verpligting om daar hun verblyf te neemen, en in zodanige waaren te handelen, als hy voordeeligst en gevoeglykst oordeelde. Konstenaars , kooplieden en zeevaarenden werden genoodigd oin in de nieuwe stad te komen;  Aardryksbeschryving. 75 komen ; en in den tyd van omtrent twee jaaren waren 'er 30000 huizen gebouwd , en thans zyn 'er meer dan 60000. Ook werden 'er veele schepen getimmerd , en men zag de zeevaart en handel op allerleie wyzen aangemoedigd , dewyl 'er niet slegts voorregten vergund wergen aan de inboorlingen, maar ook aan vreemdelingen, die iets ter bevorderinge van het bedoelde oogmerk wil', den toebrengen, onder welke voorregten het voornaamste was de vrydom van inkomende en uitgaande regten. De citadelle is zeer sterk , en wel voorzien van batteryen en schietgaten. De stad zelve is nu eene van de grootste en schoonste lieden in Europa, zynde omtrent 16 Engelsche mylen in haaren omtrek; maar zy heeft poorten noch wallen. De Neva is omtrent eene halve myl breed , maar niet diep genoeg voor groote schepen , zodat de groote koopvaardyschepen doorgaans te Kroonstadt laaden en lossen Deeze rivier is in twee voornaame takken verdeeld, die de groote en kleine Neva genoemd worden; en deeze takken , welke zich met de rivieren de Fontenka en Mocka vereenigen, vormen de eilanden, waarop Petersburg gestigt is. De vyf hoofdverdeelingen van deeze stad bestaan in het Peterburgsche eiland, in het eiland van Bafilius , in het Admiraliteits-eiland, in de Moscowsche zyde op het vaste land, en in de Wyburgsche zyde. Daar zyn twintig Russische vier Luthersche, en daarenboven gereformeerde en Roomshe Kerken voor de vreemdelingen. In deeze stad wordt zeer groote handel gedreeven , en men ziet 'er steeds eene menigte schepen van zeevaarende natiën. Het getal der inwooneren, wanneer men 'er de vreemdelingen onder telt, die juist het kleinste gedeelte niet uitmaaken, is meer dan 100000. Van de academie der weetenschappen , van den staat der manufactuuren, en andere merkwaardige dingen, zullen wy ter behoorlyker plaatse in het byzonder spreeken. In den hersft brengt een Zuid-Westelyke wind gemeenlyk over stroo-  76 Natuurkundige stroomingen te wege, die doorgaans groote schade veroorzaaken. Hier oordeelen wy het niet ongevoeglyk iets over de regeering van Rusland te zeggen, door een berigt te geeven wegens de opvolging der Russische Vorsten, inzonderheid van omtrent het midden van de 15de eeuwe af tot den tegenwoordigen tyd toe. De regeering van Rusland is meest altyd onafhangkelyk geweest, schoon de eigendunkelyke magt niet zonder groote moeite is staande gehouden: want in het laatst van de 15de eeuw, ondervond de Czaar of Oppervorst Johannes Basilowitz, die eenen tyd lang met eenen hoogen eerbied was behandeld geworden, hoe weinig men op de gunst van het volk bouwen kan; want in zeker geval een onbehoorlyk gezag gebruikende, maakte hy den yver der inwooneren tegen zich gaande, en wendde vrugtelooze poogingen aan om zyne magt uit te breiden, en zyne inkomsten te vermeerderen. In de 16de eeuwe waren de onlusten in het Russische ryk zeer voordeelig voor de Zweeden , die zich meester maakten van verscheidene distrikten, welke aan hunne heerschappyen grensden , en tevens hunne bezittingen in Lyfland uitbreidden , waar door de hoogmoed der Russische monarchen dermaate gesnuikt werd , dat zy , tegen het einde dier eeuwe , de gelegenheid om eenen vrede met Zweden te sluiten zeer gereedelyk aannamen. Doch deeze vrede was niet lang van duur; want eerlang borsten in Rusland weder binnenlandsche verdeeldheden uit, waar mede de Zweeden , even als te vooren, hun voordeel deeden; zo dat de Russen niet slegts al hun regt op Lyfland en Estbon verlooren, maar ook van hunne eischen op Ingermenland en Carelia afzagen, en tevens alle de omgelegene landen, tot aan de rivier de Neva toe , en de Eilanden aan den mond van die rivier, aan de Zweeden overlieten. Het verdrag, waar by zulke gewigtige afstanden aan de kroon van Zweden gedaan werden, werd met Michaël Foe dorowitz,  Aardryksbeschryving. 77 dorowitz, den eersten vorst van de thans regeerende familie, geslooten. Hy beklom den troon in den jaare 1623, en regeerde veele jaaren, geduurende welken tyd het ryk grootendeels uit den beklaaglyken staat, waarin hy het vond, gered werd. Hy werd opgevolgd door zynen zoon Alexius Michaèlowitz, die, met oogmerk om de provinciën , door de Zweeden van zyne heerschappyen afgescheurd, te herwinnen, eenen oorlog waagde tegen Karel Gustavus, Koning van Zweden, van welken hy egter, ter oorzaake eener muiterye, die in het koningryk Astracan uitborst, weder moest afzien. Deeze Monarch stierf in den jaare 1675, en werd door zynen oudsten zoon Feder opgevolgd, die, van eene ziekelyke gesteltenisse zynde , in de regeeringe door zyne zuster Sophia geholpen werd. Hy overleed in den jaare 1682, en benoemde Peter, zynen jongsten broeder, tot zynen opvolger. Deeze was die Peter Alexowitz, die met reden de groote werd bygenaamd, zynde de vader en grondlegger van dat Russische ryk, het welk thans in den grootsten luister bloeit, en waarschynlyk als eene van de magtigste heerschappyen der waereld aan de laate nakomelingschap bekend zal zyn. Ten tyde van zyne komst tot de kroon bestond het grootste gedeelte van zyne landen in woestenyen, hier en daar van eenige weinige steden voorzien, en naauwlyks ergens door verschansingen van eenig belang beschut. De haven van Archangel was genoegzaam de eenigste plaats in zyn gebied, die van vreemdelingen bezogt werd. In het eerst werd door de nabuurige mogendheden juist niet veel agts op hem geslagen, en desniettegenstaande liet hy de dingen in veel beter staat dan hy ze vond. — Hy stigtte zyne nieuwe hoofdstad Petersburg , en deed zich niet slegts van zyne nabuuren, maar zelfs van gantsch Europa ontzien. Hy regtte niet slegts eene nieuwe magt in het Noorden op, maar vormde ook, door zyn eigen vernuft, eene nieuwe zeemagt. Peter de 1ste was niet slegts soldaat, zeeman en staatsman, maar bad in alle drie die op-  78 Natuurkundige opzigten eenen hoogen trap van volkomenheid bereikt. Hy droeg den naam, en (het geen nog grooter eer is) hy verdiende den naam te draagen van Vader zyns Vaderlands. Hy nam den titel van Keizer aan, welken hy ook naliet aan zyne Bedgenoote en Familie, die denzelven nog heden voert. Deeze groote Monarch stierf in den jaare 1725, en werd door zyne tweede gemaalinne, de Keizerinne Catharina, opgevolgd, die, op de gronden, welke hy gelegd had, dit groote ryk regeerde, en geduurende haare gantsche regeering by haare onderdaanen, en by alle de magten van Europa, der opvolging van zulk' een' groot' Monarch waardig geooideeld werd. Doch zy behield deeze waardigheid slegts korten tyd, dewyl zy in de maand May des jaars 1727 overleed. Peter de IIde kleinzoon van Peter den grooten, beklom vervolgens den troon , maar stierf, zonder iets merkwaardigs verrigt te hebben, in de maand January des jaars 1730. By zyn overlyden was de linie der erfopvolgeren uitgestorven, en na hem kwam Anna Inanowna op den troon. Maar de Prinses Dolgorouki en haar aanhang, die zich de regeering aanmaatigden, weezen der nieuwe Keizerinne eenen raad toe, maakten eene nieuwe vaststelling voor het Keizerryk, en bepaalden haar gezag , zo als zy het gevoeglyk oordeelden. Maar zo ras als de Czaarin op den troon gevestigd was, schafte zy al die bepaalingen af, en zond derzelver instellers in ballingschap. Zy zette haare regeering zo veel gezags by, als de magt haarer uitgebreide heerschappyen vorderde, en sloot zodaanige verbonden als noodig waren om een ryk, het welk zy hoopte uit te breiden en bestendig te maaken, te beveiligen. Zy bragt de Prinses Anna van Mecklenburg, de dogter van haare oudste zuster aan haar hof, en trouwde dezelve uit aan Prins Antonie Ulric van Brunswyk Bevern, besluitende om het kroost het welk uit dit huwelyk zoude voortkomen, het regt der opvolginge toe te schikken. Zy stierf in de maand October des jaars 1740. De Prinses van  Aardryksbeschryving. 79 van Mecklenburg had eenen zoon, die , volgens de in Rusland gemaakte vaststellingen , den troon beklom. Schoon hy wel onmiddelyk door den raad erkend werd, viel 'er egter eene zeer groote en schielyke omwenteling voor. Elizabeth Petrowna, dogter van Peter den grooten , werd ten troon verheeven, en gaf de klaarste blyken van die deugden te bezitten, welke haare zulk eene verheffing waardig maakten , toonende haare wysheid voornaamelyk daarin , dat zy zeer zorgvuldig was om de opvolging op eenen vasten voet te brengen. Zy besloot haaren neef, den jongen hertog van Holstein, Karel Peter Ulric, die de vermoedelyke ersgenaam der Keizerlyke kroone, den 10den van February des jaars 1728 gebooren, en met eene Prinsesse van Anhalt - Zerbst gehuwd was , te ontbieden. Deeze werd, kort na zyne aankomst te Petersburg, tot Groot-Hertog van Rusland, en tot ersgenaam van het ryk benoemd; in welke hoedaanigheid hy ook door den raad en den gantschen adel is erkend geworden. Hy stond hier op van zyn regt op de kroon van Zweden af, omhelsde de geloofsbelydenis van de Russische kerke, en hield zyn verblyf by de Keizerin in Rusland. Na haar overlyden, beklom Peter de IIIde den troon; maar zyne heerschappy was slegts van korten duur. Zyne vreemde maatregels bragten eene geweldige gisting in de gemoederen te wege, en de Keizerinne , zyne gemaalin, oordeelde door zyn gedrag genoodzaakt te zyn , met hulp haarer medestanders van zyn persoon te moeten verzekeren. Hy overleed kort hier na , en zy kreeg het roer der regeering in handen , dat zy thans, tot verwondering van geheel Europa, op eene meesterlyke wyze, bestiert. Doch om van deeze uitweidinge weder tot de zaak te komen, schoon de Regeering van dit groote ryk een van die onderwerpen is, welken zeer weinig te regt begreepen worden, meenen wy egter dat derzelver staat met korte woorden te verklaaren is. Czaar Peter de groote was de wetgeever in alle zyne heerschappyen; en schoon geen vorst volstrekter meester was dan hy, is het onbetwist-  80 Natuurkundige baar dat by de magt van zyne opvolgeren binnen zekere paalen poogde te brengen. Om deeze reden stelde hy eenen Raad aan, waarin men meent dat hy de regeeringsvorm van Vrankryk, of liever het Parlement van Parys, waarmede dezelve in veele opzigten overeenkwam , poogde na te volen ; want deeze Raad diende onder anderen om besluiten, welke de Vorst maakte, de kragt en het gezag van wetten te geeven. Maar de oude vaststelling bleef egter steeds de overhand behouden, en de waare regeering van Rusland is nog heden (gelyk dezelve van ouds af geweest is) monarchaal, erflyk en eigendunkelyk. In gevallen van minderjaarigheid, en andere ongewoone omstandigheden, gelyk by de voorige omwenteling hebben plaats gehad, schynt het dat de Raad een weczenlyk gezag bezit, het welk hun, die ver van Rusland woonen, de regeering aldaar, als eene bepaalde magt hebbende, moet doen voorkomen; doch wanneer wy ons met een nader onderzoek inlaaten, vinden wy zulk eene naauwe overeenkomst tusschen den wil van den Vorst en de besluiten van den Raad, dat de keizerlyke magt, door de handelingen van deeze vergaderinge , eer schynt bevestigd dan tegengaan te worden. De verscheidene kollegiën , aan welken de bestiering der zaaken staat, zyn door Peter den grooten, in navolginge van de verscheidene Raadsvergaderingen in Vrankryk, opgerigt. Niet slegts de landeryen en middelen, maar zelfs de levens der onderdaanen staan aan de beschikkinge van den Keizer. De wetgeevende en vonnisvellende magt staan alleen aan hem. Hy stelt de Waywoden, of Stedehouders der provinciën aan, en begeeft alle burgerlyke en kerkelyke bedieningen, zo wel als alle krygsampten. De Groot-kansellier wordt gemeenlyk als eerste staatsdienaar, en de Onder-kansellier als zyn medehelper aangemerkt. Men meent dat de bewooners deezes lands van Magog, den tweeden zoon van Japhet, afkomstig zyn, daar de afstammelingen van zynen oudsten zoon Gomer zich in aangenaamer en warmer deelen van Europa, als in Italie, Vrank-  Aardryksbeschryving 81 Vrankryk, Spanje en andere landen, nederzetten. Men gist ook uit eene groote meenigte van gedenkteekenen, welke deeze afstammelingen van Magog hebben nagelaaten , dat dit land, niet lang na de verhuizing uit Babel, door hun is bevolkt geworden; en dat zy, schoon van tyd tot tyd in verschillende stammen verdeeld , en door andere natiën met verschillende naamen genoemd zynde, steeds hunnen ouden naam behielden, even als de nazaaten van Gomer den hunnen, als wordende tot den huidigen dag toe Gomerai geheeten; terwyl den eerstgemelden door de Grieken en Romeinen de naam van Scythen, en den laatsten die van Celten gegeeven werd. De historie vertoont ons dit volk , ten aanzien van deszelfs oude karakter, als ruuw en onbeschaafd, en eene onverwinnelyke zugt bezittende voor zyne oude gewoonten , en gantsch ongeneigd om de beste middelen ter verbetering van zeden en ter verkryginge van nuttige kundigheden, van reizen naamelyk en leezen, eenig gebruik te maaken, zodat men veele van hunne gebreken aan hunne diepe onkunde heeft toe te schryven. Maar door de ongemeene zorge , welke hun groote monarch Peter de I. aanwendde om hun vernuft uit te breiden , en door de gestrenge wetten, welke hy maakte tegen allen, die zich (uitgezonderd op heilige dagen en hooge feesten) dronken zoopen, is geene geringe hervorming in hunne zeden te weeg gebragt; deeze wetten hadden waarschynlyk eenen grooten invloed op hunne harten, omdat hun van jongs af sterke begrippen wegens den hoogen eerbied en blinde onderwerping, welke zy aan hunne Vorsten, zo lang als dezelven geene nieuwigheden in den Godsdienst willen invoeren, schuldig zyn. In alle twyffelagtige gevallen zyn zy openhartig genoeg om hunne onkunde te erkennen, en gebruik te maaken van het gemeene zeggen, het is Gode en de Czaar bekend - Zy zyn groote liefhebbers van tabakrooken; mans beiden en vrouwen -, hebben de gewoonte .van een middagslaapje te nemen, en zyn, wanneer de omstandigheden zulks toelaaten, zeer gereed om zich aan eene II Afd. III. Deel E gemak-  82 Natuurkundige gemaklyke levenswyze over te geeven; maar dewyl de Russen doorgaans van eene sterke en gezonde gesteltenisse zyn, en zeer oud worden, zyn zy ook zeer gehard tot den arbeid , en tot het ondergaan van alle moeite. Zy kunnen veele dagen leeven en reizen , zonder eenig ander voedsel te gebruiken dan een weinig meels, met water of raauwe wortelen gemengd ; maar doorgaans voorzien zy zich van roggenbrood, het welk in kleine stukjes gesneden, ten tweedenmaale in de oven gebakken, en ligtlyk mede te voeren is. Nu en dan steeken zy een stukje in hunnen mond, en lesschen, wanneer zy aan eenig water gekomen zyn , hunnen dorst. Zy hebben grooten zin in het gebruik van heete baden, waarin mans en vrouwen, wanneer hunne omstandigheden zulks eenigzins toelaaten, niet schroomen zich onder elkanderen te begeeven. De Moscovische vrouwen zyn, over het algemeen genomen, schoon, vriendelyk en welgemaakt; zy hebben die natuurlyke norschheid en styfheid niet in haar gedrag, welke in de mannen zeer zigtbaar is; maar zy zyn integendeel zeer toegeevend en verpligtend. De zeden en gewoonten van dit volk hebben vry veel overeenkomst met die der Zweeden. Hunne vryagiën zyn doorgaans kort van duur ; want wanneer een jongman zin in een meisje gekreegen heeft, zendt hy haar een geschenk, overeenkomende met haaren rang; indien het geschenk wordt aangenomen , het geen zelden geschiedt zonder toestemming der ouderen, gaat de man des anderen daags, of ten minsten kort daarna, zyne beminde bezoeken, en dikwyls gebeurt het dat alles in eene week tyds is afgedaan. Maar indien het geschenk niet wordt aangenomen, houdt men zulks voor eene volstrekte weigering. Nadat alle de gewoone voorbereidingen geëindigd zyn, wordt de Huwlyks-plegtigheid (volgens den heer Tournefort) op de volgende wyze voltrokken. De Bruid en Bruidegom worden door hunne naastbestaanden en vrienden naar ds kerk geleid. De Priester ontvangt hen aan de deur  Aardryksbeschryving 83 deur, en nadat hy wegens de toestemming van beide de partyen voldoende berigten gekreegen heeft, zet hy kransjes, die met linten en kanten versierf zyn , op hunne hoofden ; daarna doet hy hun de trouwringen aan , den Bruidegom naamelyk eenen gouden, en de Bruid eenen zilveren , welken hy met zeer groote plegtigheid verscheidene maalen van de hand des eenen aan die des anderen oversteekt. Het zelfde doen ook de naastbestaanden en wanneer dit alles verrigt is, mengt de Priester brood en wyn in eene kom ondereen, en dient 'er den verloofden, onder het uitspreeken van gebeden en zegeningen, ieder eene lepel vol van toe. Andere schryvers, die van de gewoonten der Russen spreeken, verhaalen dat de vrouwen haare mannen zeer onderdaanig zyn, en zelfs kastydingen met geduld verdraagen ; zodat het niet zonder reden is dat de Bruid met een krans van wormkruid gekroond wordt, terwyl den Bruidegom eene kroon van hop wordt opgezet, om de vrugtbaarheid van den staat des huwelyks te kennen te geeven; het is ook niet ongebruiklyk dat de ouders der vrouwe met den man een verdrag aangaan, Waar by zy goed voedsel en eene goede behandeling bedingen. Dit toont genoegzaam dat bestraffingen voor de Moscovitische vrouwen zo aangenaam niet zyn , als sommige schryvers ons willen wys maaken. Volgens de Moscovitische wetten is het geoorloofd, schoon zelden gebruiklyk, twee vrouwen te hebben; want het wordt aangemerkt als een bewys van geilheid en lafhartigheid ,indien een man zich niet met eene vrouwe te vrede houdt, inzonderheid dewyl het maar zelden gebeurt dat de mans door hunne vrouwen niet wel behandeld worden. By hunne Lykplegtigheden is altyd een priester tegenwoordig , die gebeden, welke door de kerke zyn vastgesteld, opzegt, wierook brandt, en Godt bidt om de ziel van den overleeden persoon in zyne hemelsche woonplaatsen te willen ontvangen. De vrouw volgt gemeenlyk het dierbaar overschot van haaren man met alle uitwendige teekenen van droefheid, schreijende en klaagende. Ricaut voegt  84 Natuurkundige 'er egter by, dat 'er vrouwen gevonden worden, die ten deezen opzigte gantsch niet buitenspoorig te werk gaan; en dat dewyl 'er vrouwen zyn, die eene kostwinning van het huilen maaken , sommige weduwen ligtelyk besluien om eene of meer der zodaanigen in haare plaatse te stellen. Ten opzigte van den staat der Konsten en Weetenschappen , kunnen wy zeggen, dat veele handwerken door de inboorlingen zyn geoeffend geworden; doch dat men de verbetering van den koophandel en manufactuuren, in het algemeen, voornaamelyk aan Czaar Peter den I. te danken heeft, die, aangezet door zyne klaare bevattingen wegens de voordeelen, welke uit dezelven voor hem en zyne onderdaanen zouden voortvloeijen, te Petersburg Linnen en Wolweeveryen heeft ingevoerd, gelyk hy daar ook Papieren Kruitmolens heeft opgerigt, als mede Lynbaanen tot het maaken van Kabels en andere Scheepstouwen, en eene Geschutgietery, wordende eene groote hoeveelheid van vry goede Yzer-ertse by het meir Ladoga gevonden. By de Russische kooplieden bespeurt men eene merkwaardige geschiktheid tot den handel. Daar is ook eene Boekdrukkery opgerigt, en verscheidene boeken zyn niet slegts te Petersburg, maar ook in andere steden van Rusland, gedrukt, wordende de onderdaanen steeds aangemoedigd om den staat der waereld buiten hun vaderland te onderzoeken, en dus de onkunde, waarin zy volgens hunne oude grondbeginsels leefden, meer en meer te boven te komen. Gezelschappen, Schouwspelen en Operaas werden ook door den gemelden Czaar ingevoerd, die, schoon hy voor zichzelven dergelyke vermaaklykheden juist niet zoude verkoozen hebben, zyne onderdaanen aanmoedigde om ze by te woonen, ten einde door dit middel de woestheid van hunne zeden te beschaaven; zodat, schoon leezen en schryven de eenigste geleerdheid was, welke de Russen oudstyds bezaten, of poogden te bezitten, zy nu meer toeneemen in de kennisse van alle Konsten en Weetenschappen , die vooral door den adel en luiden van fatsoen worden aangekweekt. Volgende tyden zullen ons waarschynlyk overtuigen , dat  Aardryksbeschryving; zy tot het maaken van alle vorderingen zeer wel geschikt zyn; en de heer Motley zegt, in zyne Historie van Rusland, dat zy reeds, wat hunne kennis van de beschaavenvende Weetenschappen aangaat, met andere volkeren van Europa naar den prys kunnen dingen. De Geleerdheid was, vooral met betrekkinge tot de kennis der taaien, voor de regeering van Czaar Peter den * I., zelfs onder hunne Geestelykheid, in zulk eenen geringen staat, dat zy niet bekwaam was om voor de Gemeente te prediken; in plaatse van predikatiën, bediende zy zich van eenige korte vertoogen van sommige Grieksche Heiligen ; doch de reeds meermaalen genoemde Czaar deed zich, onmiddelyk na zyne komst tot den troon , als Opperpriester of Hoofd van de Grieksche Kerke erkennen , en begon ernstige poogingen aan te wenden om dezelve te hervormen. Tot dat einde riep hy eene Kerkelyke Vergadering by een, en onderzogt de regtmaatigheid der klagten , die tegen de Priesteren werden ingebragt, zettende zodaanigen af, welke hy om hunne onkunde onbevoegd tot die bediening oordeelde. Hy gaf last dat men niemand tot priester moge aanstellen, dan die wel beleezen was in de Heilige Schriften, in de Oudvaderen, en Kerkelyke Historie; niemand dan wiens leeven voorbeeldelyk, en die even onbekwaam als ongenegen was om het gemeen te misleiden. Ter bevorderinge van nuttige oogmerken , stigtte deeze Keizer, in den jaare 1724 , te Petersburg eene Academie der Weetenschappen en Fraaije Letteren, welke hy het Petropolitaansche Genootschap noemde. Hy rigtte eene andere Academie op voor de Zeevaartkunde, waar jonge heeren in dezelve onderweezen werden. Nog vestigde hy eene Academie, waarin de Doode Taalen, en eene waarin de Krygskunde geleeraard worden. De Kleeding der Russen is in de onderscheidene deelen van Muscovie en wel in de zelfde deelen, naar de onerscheidene jaargetyen , verschillende. In de noordelyste deelen, duurt de koude van Augustus tot May. Dan zyn zy gedekt met huiden van rendieren, of met bokkenF 3 vellen,  86 Natuurkundige vellen, die tot over de helft van hunne beenen hangen. In dit gewaad zyn geene andere openingen dan van onderen en van boven. Zy hebben eene soort van mossen aan het einde hunner mouwen vastgemaakt, zodat zy die, naar hunne verkiezing, of aan hunne handen kunnen doen of laaten hangen. Hunne laarzen zyn gevoerd , en zy draagen die met het bont aan den buitenkant. Onder hun bovenkleed draagen zy een hembd, van den huid van jonge rendieren , welke zagter is dan linnen, gemaakt; en onder dit hembd hebben zy weder een onderbroek. Hunne mutsen , die doorgaans van laken zyn , zyn zo groot dat zy tot hunne schouders nederhangen, en doorgaans met bont gevoerd. In de zuidelyker streeken zyn zy gemeenlyk met de warmste soorten van wollen stoffen gekleed, die voornaamelyk uit Engeland tot hen worden overgebragt. De ryken schikken zich egter in veele plaatsen op met fraaije en kostbaare bonten, en draagen alleenlyk tot hun gemak, of wanneer zy eenige bezigheden te verrigten hebben, wollen klederen. Hunne Spys verschilt ook eenigermaate naar de verschillende voortbrengsels der onderscheidene deelen van hun vaderland. Zy eeten maar weinig brood, en leeven des zomers voornaamelyk van wortelen en aardgewassen; ook zyn zy zeer groote liefhebbers van visch, vleesch en vrugten. De boeren, die, door eene volslagene onderwerpinge aan de eigendunkelyke magt hunner Landheeren, genoegsaam slaaven zyn, moeten zeer sober leeven; hunne huizen zyn zeer slegt van alle noodwendigheden voorzien; hun drank bestaat uit water, en hunne spys uit haverengort, brood, zout, uijen en wortelen; zy eeten zeer zelden vleesch; want de enkele gewoonte vervoert hen tot bygelovige gestrengheden , en is dikwers oorzaak dat zy van de geryslykheden , zo niet van de noodwendigheden des levens, afstand doen. Hier uit kan men egter ligtelyk besluiten dat het wyzer en ryker gedeelte der inwooneren de dierbaarste gunstbewyzen der Voorzienigheid, en de vrugten van hunne vlyt in ruimer maate genieten. Wat  Aardryksbeschryving. 87 Wat den Godsdienst der Russen betreft, zy beroemen zich dat zy den Christelyken Godsdienst belyden, naar de oude plegtigheden en leeringen der Grieksce Kerke; schoon zy in verscheidene opzigten zo ver van dezelve schynen afgeweeken, en zo veele bygeloovige plegtigheden en gebruiken, waarin zy groot gewigt stellen, hebben aangenomen , dat zy van de verblindste Pausgezinden van Rome maar weinig verschillen. Zy geeven voor dat St. Andries de eerste was, die het Euangelium onder hen verkondigde; daar het egter blykt dat zy ten tyde van Veldomer, Hertog van Rusland, nog in de plompste Afgoderye leefden, dewyl hy, in den jaare 989, verscheidene merkwaardige veroveringen gedaan hebbende, vereerd werd met een groot gezantschap van den Keizer Basilius en anderen, met aanzoek om de Russen tot het Christendon te bekeeren, het welk hy ook ten zynen tyde het genoegen had van onder hen gevestigd te zien; en dewyl hun het Euangelium eerst door eenen Constantinopolitaanschen Kerkvoogd verkondigd werd, zyn zy altyd by de belydenis en gemeenschap der Grieksche kerke gebleeven, eenige weinige artikelen en bygeloovige gewoonten slegts uitgezonderd. Zy verschillen van de Kerk van Rome daarin dat zy geen geloof staan aan de Transubstantiatie, aan het Vagevuur, aan de Opperhoofdigheid en Onfeilbaarheid van den Paus; ook nemen zy de geloofsbelydenis van Athanasius niet aan; zy eeren evenwel de Maagd Maria en andere afgestorvene Heiligen. Veele van hunne Kerken zyn vervuld met zeer slegte schilderyen, in welken noch schikking noch teekenkunde te ontdekken is. Vooral mag men zulks zeggen van een berugt stuk, waarin de Maagd Maria met drie handen is afgebeeld, het welk in het Klooster van Jeruzalem, dertig mylen van Moscow, bewaard wordt. De agting, welke zy aan deeze stukken bewyzen, heeft zeer veel overeenkomst met de lompste Afgoderye. De Taal, welke in dit Land gebruikt wordt, is een tongval van het Sclavonisch; maar zo verbasterd, en met andere taalen vermengd , dat zy van hun , die zuiver F 4 Scla-  88 Natuurkundige Sclavonisch spreeken, bezwaarlyk kan verstaan worden; de Sclavonische Taal wordt egter door de Russen, in de oeffeninge van hunnen Godsdienst, onverbasterd gesproken. Natuurlyke Historie De Lugt is des winters in deeze landstreeken zo ongemeen koud, vooral in de noordlyke plaatsen, dat veelen de uitwerksels der koude gewaar worden door het verlies hunner handen, voeten en neuzen; welk ongeluk byna onvermydelyk wordt, wanneer zy te schielyk by een goed vuur komen. In dit Land zal water, met de hand naar boven geworpen zynde, bevriezen eer het weder op den grond gevallen is. Vogels vallen, terwyl zy door de lugt vliegen, dikwyls neder en sterven , menschen, die in steeden reizen, komen dood gevroozen in steden en dorpen aan. Sneeuw en ys blyven doorgaans negen maanden van het jaar op de aarde leggen; het ys in de rivieren is meer dan vyf voeten dik, en ontdooit niet dan eenigen tyd nadat de sneeuw reeds gesmolten is. De koude begint hier gemeenlyk, gelyk wy gezegd hebben, in de maand Augustus en blyft aanhouden tot in de maand May. Ten opzigte van den Grond en de Voortbrengselen, kunnen wy aanmerken dat het land zeer onvrugtbaar is, uitgezonderd aan den zuid-westelyken kant by Polen, daar men verscheidene soorten van Graanen in grooten overvloed heeft-, en dewyl de ongemeene hette van den zomer onmiddelyk op de koude volgt, zamelt men hier den oogst in twee maanden, nadat de landeryen zyn omgeploegd; want de zaaityd is 'er in de maand May, en de oogsttyd in de maand July. De grond heeft in deeze landstreek geene mest noodig, dewyl de sneeuw genoegzaam is om denzelven toe te maaken. Nademaal Rusland zeer uitgebreid is, ' verschillen de gronden, in onderscheidene plaatsen, in vetheid en voortbrengselen van elkanderen, Naby de oevers der    Aardryksbeschryving. 89 der rivieren, worden de landeryen met het meeste voordeel bebouwd ; want daar verschaffen zy de meeste noodwendigheid tot levens-onderhoud en tot voortzetting van den koophandel. In de zuidelyke deelen zyn groote, onbewoonde landen, die verscheidene honderden van mylen bevatten, en overvloed geven van gras. van aangenaame kruiden, en van bevallige bloemen, schoon zy gebrek aan hout en goed water hebben. Van Litthauen tot Moscow zyn groote boutbofschen. De grond omtrent Moscow is zandig, en niet zeer vrugtbaar; maar trekt in den zomer groot voordeel van de verscheidene rivieren, en des winters kan men 'er goedkoop met sleeden reizen. De Russen zaaijen zeer weinig Koorn, maar laaten zulks alleenlyk over voor hunne boeren, en voor het gemeene volk; sederd de laatste jaaren hebben zy egter in den Landbouw aanmerkelyke verbeteringen gemaakt , zodat veele groote streeken, die voordeezen onbebouwd lagen, nu zeer vrugtbaar zyn, en niet weinig toebrengen om het belang van den Vorst en het voordeel der inwooneren te helpen bevorderen. De Heer Hanway merkt, in zyne beschouwing van den Britschen Koophandel te Petersburg, aan; „ dat, de„ wyl de voortbrengsels der aarde en de buitenlandsche „ handel de groote bronnen zyn, waaruit de welvaart van „ iedere natie voortkomt, Rusland ter verbeteringe van „ deeze beiden zeer ernstige poogingen heeft aangewend. „ Dit land (voegt hy 'er verder by) geniet eenige voor„ deelen boven andere landen. De menigte en grootheid „ van deszelfs rivieren geven gelegenheid om gemeenschap „ met andere natiën te onderhouden; inzonderheid verschaft „ de uitgeftrektheid van het ryk ten deezen opzigte aan„ merkelyke voordeelen. Geene landstreek levert groo„ ter overvloed van Hout, Hennep en Yzer, het welk „ een natuurlyk gevolg is van den laagen prys, waar voor „ land en arbeid hier te krygen is." : De voortbrengsels van het Europesche gedeelte deezes lands worden, door den heere Malacbi Postlewayte op de yolgende wyze beschreeven. F 5 Uit  90 Natuurkundige Uit Rusland en het noordelyk gedeelte deezer landstreeke krygt men Teer, Honig, Russisch Leder, Potasch, Planken, Hennep, Vlas, Linnen, Bont, ruuwe Zyde, en meer andere dingen. Uit dat gedeelte, het welk den Zweeden ontnomen is, krygt men Teer , Planken, Balken , masten , Yzer en Koper. Uit Lyfland Esthland en Narva, nieuwe veroverde plaatsen komt Hennep, Vlas, Linnen, Zeildoek, Pik, Teer, Kavejaar, en meer andere waaren. Uit Siberie krygt men kostbaare Bonten, als vellen van Sabeldieren van Hermelynen, vossen, Witte Beeren, Beevers, en van verscheidene andere dieren. De Yzermynen zyn hier zeer aanmerkelyk ; want in Siberie heeft men hout, handen om te werken en erts; en schoon het niet langer dan 90 jaaren geleeden is dat de Russen de Yzermynen begonnen te openen, hebben zy egter in den jaare 1750, 20000 tonnen verzonden. Behalven de Yzermynen, welke men in Siberie vindt, zyn 'er verscheidene andere in Rusland, maar zy worden niet van gelyke waarde geoordeeld. Te Olonitz vindt men ook Kopermynen. Te Casan en in de bergen , welke aan Siberie grenzen, heeft men mynen van Bremsteen. De Salpeter is te Chiow en Rebena, in de Ukraine, zo goed als ergens in de waereld. In den jaare 1709 vond een Ingenieur, die in eene woestyn tusschen Asoph en Chiow gezonden werd, drie Mynen van verschillende ertse; als eene van Vitriool, een van Tin, en eene van Kwikzilver. Omtrent Terki aan de Caspische Zee, heeft men ook heete Baden en Mineraale Wateren gevonden. De Bergen zyn in Rusland ook te menigvuldig om ze in het byzonder op te tellen. Zy zyn voornaamelyk merkwaardig door hunne groote hoogte en uitgebreidheid, en om de sneeuw, die 'er doorgaans drie vierde deelen van het jaar bevroozen op blyft liggen; zodat men weinig genoegen uit het doorreizen van deeze streeken kan verwagten welke nog gevaarlyker en moeijelyker waren, voor dat  Aardryksbeschryving 91 dat de laatst overleeden Czaar, de groote moeijelykheid, voor welke de reizigers bloot stonden, ondervonden hebbende , op alle groote wegen op behoorlyke afstanden herbergen deed oprigten, waardoor het gevaar voor een groot gedeelte werd weggenomen. De Meiren zyn 'er ook zeer talryk , en tevens vry groot; zy verschaffen overvloed van Visch, maar aan derzelver kanten heeft men zeer groote zwermen van Vliegen , Muggen en andere Insekten, die geduurende de twee of drie zomermaanden, den inwooneren zeer lastig vallen. Het Meir van Ladoga wordt voor een der grootste van Europa gehouden, en men zegt dat het zo veele Vifschen bevat als eenig Meir in Europa; onder andere wordt 'er zekere Visch in gevonden, die den naam van Ladog draagt, en zo groot als een Haring, maar fyner van smaak is. Dit Meir ligt tusschen de golf van Finland, en het Meir Onega, en heelt door de rivier de Nieva gemeenschap met de gemelde Golf. In den jaare 1718 begon Peter de Groote een Kanaal aan de zuidwest-zyde van dit Meir te graaven, van Schulussoburgh af tot aan Nieuw Ladoga toe, het welk door de Keizerinne Anna in den jaare 1732 voltooid werd, en in de rivier de Wolchow loopt, hebbende dit kanaal vyf sluizen. Het Meir Onega volgt in grootte na het bovengemelde, zynde hetzelve omtrent 40 mylen lang en 18 breed; het heeft het land van Carelia aan het noorden, het Meir Ladoga aan het westen , de provincie Wologda aan het zuiden, en de Cargapol, of de landstreek van Onega, aan het oosten ook vallen 'er de wateren van verscheidene rivieren in, als die van Witegra en susta, Saala, Pudoa en meer anderen. Peter de Groote deed eene pooging om de Witegra en Kouscha met elkanderen te vereenigen , en door dat middel gemeenschap tusschen het Meir Onega en de Belossero of Witte Zee, te veroorzaaken; maar zyn dood verydelde de volvoering van dit ontwerp. De Rivieren van Rusland zyn. zeer aanmerklyk. Onder dezelven is de Wolga de grootste, en wordt zelfs voor de uit  92 Natuurkundige uitgestrekste in Europa gehouden, dewyl zy ver het grootste gedeelte van Muscovie door loopt; en, na eenen bogtigen loop van byna 400 Duitscbe, of meer dan 2000 Engelsche mylen, in de Caspische Zee valt. Zy heeft haaren oorsprong by het Meir van Uranow, op eenen kleinen afstand van de stad Rzeva Ulodimerski, by de grenzen van Litthauen, op de breedte van omtrent 56°15' en begint omtrent zes mylen beneden haaren oorsprong bevaarbaar te worden. In haaren loop, die genoegzaam van het oosten naar het westen strekt, krygt zy byna veertig rivieren in zich, van welken sommigen zeer groot zyn; zy bespoelt de wallen van tweemaal zo veele Steden, maakt de landeryen aan wederzyden vrugtbaar, en voorziet de gantsche landstreek van eene verbaazende meenigte en verscheidenheid van Visch, in het byzonder van Steur, Zalm, Snoek en meer andere soorten , waarvan de laatstgemelde zeer groot en aangenaam van smaak valt; aan den oever van deeze Rivier groeit eene soort van Asperges, die ongemeen groot en lekker zyn; en men zegt dat hier de beste Eikenboomen groeijen, die in geheel Muscovie gevonden worden. De Wolga maakt omtrent het einde van haaren loop eenen krommen arm, die naar het zuiden schiet, en valt vervolgens, gelyk wy reeds gezegd hebben, omtrent 36 mylen beneden Astracan in de Caspische Zee. De Don of Tanais is de volgende merkwaardige Rivier in deeze landstreek, en scheidt dezelve in het oostelykste gedeelte van Asie. Zy heeft haaren oorsprong in de provincie van Rezan ten noordoosten van het Meir IwanOsero en komt , in haaren loop naar het oosten , zo digt by de Wolga, dat de laatst overleeden Czaar poogingen gedaan heeft om deeze Rivieren, door middel van een kanaal, te vereenigen; doch hy vond zich genoodzaakt van dit ontwerp, hoe grootsch en nuttig het ook zyn mogt, af te zien, uit hoofde van de strooperyen der Nargayansche Tartaaren. De Don loopt vervolgens, haaren koers naar het zuidwesten neemende, en een groot aantal Rivieren in zich ontfangende, door verscheidene steden, en vormt  Aardryksbeschryving. 93 vormt veele fraaije Eilanden, waarna zy zich in het Palus Maeotis, naby de berugte verschansing Asoph ontlast. Haare langte , van haaren oorsprong af tot aan deeze plaats toe is in eene regte lyn, omtrent 400 Engelsche mylen; maar wanneer wy de bogten van de rivier mede tellen , dan is dezelve merklyk grooter. Het Palus Maeotis is omtrent 300 Engelsche mylen lang, en gemeenlyk omtrent 100 breed; het ebt en vloeit even als de Middelandsche Zee; het is naby de oevers zeer ondiep, en in stormagtig weer ten uitersten gevaarlyk, uit oorzaake van de korte golven. Behalven deezen zyn 'er andere Rivieren, als de Occa de Dwina de Karna, de Oby of Umar, de Juga, de Petzora, de Jenesaida enz. wegens welken wy, om de kortheid te betragten, ter deezer plaatse geen byzonder berigt geeven zullen. Aan de oostelykste zyde van dit groote ryk, en aan of naby de oevers van de Groose Kama, heeft men eene meenigte van Rots-Zout, het welk uit de aarde gegraaven, en vervolgens in zyn eigen pekel, gelyk men het water, dat uit de Zoutmynen voortkomt, noemen mag , ontbonden wordt, waarna men het weder opkookt, en dus tot een fyn, wit en sterk Zout maakt.—- De Russen dryven in dit Zout sterken handel, zodat niets gemeener is dan 20000 menschen te gelyk bezig te vinden met het te maaken. Zy brengen het de rivier de Kama af, en voeren het vervolgens de Wolga en Occa op naar Moscow, en verder langs de Wolga naar andere steden, zelfs tot aan Astracan toe Nog haalen zy eenen ryken voorraad van Visch uit hunne groote Meiren, welke vervolgens de Rivieren af naar Casan, en de Wolga op naar Moscow gebragt wordt. Onder andere voortbrengsels der gebergten in sommige noordelyke deelen, vinden zy ook veele fraaije en kostbaare steenen, inzonderheid die, welke gemeenlyk bekend zyn onder den naam van Russische Robynen, en tevens veele fraaije en nuttige Delsftoffen, als daar is het bekende Muscovische Glas, eene zelsftandigheid welke in zeer dun ne  94 Natuurkundige ne plaatjes kan verdeeld worden, die zeer doorschynend zyn , en nooit eenig gevaar loopen van te verbranden of te breeken. Het volgende gedeelte van onze historie kunnen wy gevoeglyk betrekkelyk maaken tot de Dieren, welke aan dit Gewest in het byzonder eigen zyn, of in hetzelve meer dan in andere streeken gevonden worden. — Dit Land staat bloot voor den overlast van Beeren , Wolven, Hyaenaas, Lossen vossen Elanden , Beevers, Sabeldieren, en meer andere beesten, waarvan wy sommigen reeds beschreeven hebben, en die (niettegenstaande zy ten uitersten gevaarlyk zyn) den inwooneren egter warme klederen verschaffen, en hun gelegenheid geeven om in bont en leder handel te dryven. De Lossen hebben onder alle Dieren het scherpste gezigt, en zyn zulke vinnige schepsels, dat alle andere van de zelfde grootte, bang zyn, op hunne aannadering. Had de Natuur dit Dier geen vermoogen geschonken om zynen roof van verre te ontdekken, dan zoude het naauwlyks iets anders dan verrotte krengen en geraamten tot zyn voedsel hebben kunnen. Dit Schepsel verschilt in zeer veele opzigten van andere Roofdieren. Het bewoont een verschillend gedeelte der waereld, als de meeste anderen; want de Leeuw, Luipaard en Tyger zyn inboorlingen van de heetste landen , maar de Lossen zyn bewoners der pynboom - bosschen van Rusland , en van andere noordelyke streeken. Beeren zyn in Rusland zo menigvuldig niet als verder naar het noorden en noordoosten, schoon 'er egter veelen gevangen worden, welke men somtyds zoekt om hunnen huid en vet, en somtyds om dat hun vleesch, inzonderheid dat der jonge Beeren, met smaak gegeeten wordt. De Hyaena is een zeer kwaadaartig en woedend Dier, en word zelfs voor een der vinnigste onder de Roofdieren gehouden. De Hyaenaas plaatsen zich, even als de Lossen, op boomen, waar zy stil blyven liggen, tot dat een Eland, een Haas of eenig ander dier hunne schuil plaats  Aardryksbeschryving. 95 plaats nadert, wanneer zy voor den dag springen , en hetzelve opeeten. De vossen zyn hier van onderscheidene kleuren , als rood, donkerbruin, zwart en graauw, en somtyds geheel zwart. Het vel van deeze laatste soort is zeer kostbaar, maar dat der Sabeldieren, het welk Koninginnen-bont genoemd wordt, nog kostbaarer. Doch de huid der Hermynen , welke reeds door ons zyn beschreeven geworden, heeft den voorrang boven beide de gemelde soorten van bont. De Haazen zyn hier ook zeer menigvuldig, en veranderen , even als in Noorweegen, in de verscheidene jaargetyen van kleur. Rendieren zyn in deeze streeken mede zeer gemeen, en worden voornaamelyk gebruikt om de reizigers in sleeden over de besneeuwde gebergten te voeren. Dromedarissen en Kameelen waren voor dezen genoegzaam de eenigste Dieren, waarvan men zich bediende om lasten te draagen en reizen te doen; maar de laatst overleeden Czaar oordeelde het gebruik van Paarden veel nuttiger, en moedigde het invoeren en aanfokken van dezelve zeer sterk aan, zodat de Russen nu in den oorlog, in den landbouw of tot het reizen veel gebruik van Paarden maaken. Die onder hen voortgefokt worden zyn maar klein van gestalte, het welk missichien aan de koude der lugtstreeke en de schaarschheid van goed voêr in den winter is toe te schryven. De Koeijen en Schaapen vallen 'er mede klein, schoon zy in den zomertyd zeer vet worden , en goed om te eeten zyn; maar ten deezen opzigte heerscht 'er in Rusland eene groote schaarschheid, en het is minder gezegend dan andere landen van Europa, dewyl men 'er genoodzaakt is om veel vleesch, ter vervullinge van den voorraad des winters, te zouten en in den rook te hangen. Rusland verschaft grooten overvloed van Gevogelte," als Zwaanen , Ganzen, Eenden en meer andere soorten,' welke egter in eenige opzigten verschillen van onze Vogelen.  96 Natuurkundige len. Daar is ook eene zeer groote menigte van klein Gevogelte; vooral behooren hiertoe de Kruisbekken, welke vry wel naar onze Vinken gelyken, doch wat langer en krommer bekken hebben , waarom zy ook dus genoemd worden. Men vindt 'er Patryzen, Kalkhoenen en zwarte tamme Vogels in overvloed, Arenden en meerandere Roofvogels, Kuikendieven , Havikken , gehoornde Uilen en witte Kraaijen , nevens verscheidene andere Vogels, die met schoone kleuren geschakeerd zyn, wier vleesch tot voedsel dient, en wier vederen men buiten's lands vervoerd, om ze by andere Europesche natiën tegen veelereie noodwendigheden te verruilen. Visch verschaft in Rusland-het voornaamste voedsel want men heeft denzelven daar in alle tyden des jaars in grooten overvloed en volmaaktheid, zodat men 'er ook weinig gelds voor behoeft te besteeden. In Muscovie is het een zeer gemeen zeggen onder de inwooners , dat zy ryklyk met Brood en Visch gezegend zyn, welk zeggen, ten opzigte van den laatstgemelden voorraad , allerletterlykst waar is. Veele kleine vaartuigen zenden zy ter vischvangst uit, en bedienen zich dikwyls van hunne groote scheepen, welke voornaamelyk geschikt zyn om koorn uit Lyfland, zelfs uit Dantzik te haalen, om de gevangen Visch naar verscheidene deelen van Europa te vervoeren. De Noordzee voorziet gantsch Rusland van eenen ryken voorraad van Steur , Zalm, Kabbeljaauw , en meer andere soorten; van de kuit van Steur maaken de Russen Kavejaar. Zy hebben ook, behalven veelerleie Riviervisch, Forelen, Tarbot, Schol, en een menigte van andere soorten.— Te Petzora, in de noordelykste deelen van Muscovie, wordt een Visch gevangen, die onder den naam van Morsa bekend is, en van wier tanden hegten van messen en geves- • ten van sabels gemaakt worden. — In sommige streeken van Rusland, heeft men eene groote verscheidenheid en menigte van Schulp-visschen , als oesters, , mosselen en meer anderen, die gemeenlyk in zout water, maar hier (het  aardryksbeschryving 97 (het geen iets ongemeens is) in de meiren en rivieren, welke zoet water hebben, in verbaazende hoeveelheden gevonden worden, , ,.,,.„ Gevleugelde en kruipende Insecten zyn in dit land in den zomertyd zeer gemeen; en (gelyk wy reeds hebben aangemerkt) gantsche zwermen van Muggen en andere _ lastige diertjes worden, aan de oevers der meiren en rivieren uitgebroeid, waardoor de lugt schadelyk gemaakt, en het genoegen en gemak der inwooneren merkelyk verminderd wordt. Dit ongemak is egter van geen langen duur; want zoras als de koude begint, sterven de meesten van deeze insecten en anderen begraaven zich onder de aarde of in de rotsen tot dat de zoete tyd hun weder toelaat voor den dag te komen, en zy de noodwendigheden, die tot hun bestaan en hunne voortteeling vereischt worden, vinden kunnen. Behalven het algemeene berigt, het welk wy wegens de voortbrengsels van dit land gegeeven hebben, zyn er nog eenige dingen, die onzer byzondere opmerkinge waar dig zyn*. De wouden en bosschen van Rusland verschaffen Dennen-boomen van verscheidene soorten en hoedaanigheden; als mede Beuken- Elzen- en Jenever-boomen, nevens veele mindere soorten van hout en heesters, welke de Russen niet slegts in staat stellen om geschikte woonplaatsen te bouwen, maar hun ook gelegenheid geeven omzeer goedkoop brandstof te bekomen. De groote dienst, welken zy van hun Dennen-hout hebben, is iets, dat men in andere landen van Europa, als. een zeer aanmerkelyk woorregt beschouwt. Het is merkwaardig dat het Dennen hout zagter en witter wordt, naar maate men verder naar het Noorden komt, schoon het by ons minder in agtinge is dan dat, het welk, in zuidelyker plaatsen groei  jende, ' * Nadat wy het bovenstaande geschreeven hadden, ontvingen wy in eenen brief een byzonder berigt wegens deeze streeken, waaruit wy de volgende omstandigheden onzen leezeren zullen mededeelen. II Afd. III Deel. G  Natuurkundige jende, geeler en duurzaamer bevonden wordt. Zy hebben egter een middel om zelfs de kleinste takjes van grooten dienst te doen zyn in het maaken van teer, pek en andere dergelyke dingen, waarvan wy de wyze, ter voldoeninge van alle weetgierigen, in het volgende korte berigt zullen voordraagen. Zy maaken eenen cirkelronden vloer van klei, welke een weinig naar het middelpunt athelt; uit dit middelpunt leggen zy eene houten pyp, welker bovenste gedeelte gelyk met den vloer ligt, en tien voeten buiten den omtrek reikt. Onder het einde van deeze pyp is de aarde weggegraaven, en daar zyn loopen geplaatst, die de teer ontfangen, wanneer dezelve op den vloer loopt. Op deezen is een groot gevaarte van Pyn-boomen, Dennen-boomen en andere soorten van hout opgerigt, het welk van eenen aarden wal omringd, en door denzelven geheel bedekt wordt, uitgezonderd dat 'er eene kleine opening gelaaten is, opdat men het vuur mooge kunnen ontsteeken. Wanneer het vuur begint door te branden, wordt ook die opening geslooten op dat 'er geene vlam maar hette genoeg zy om de teer op den vloer te doen nedervallen. Wanneer zy het noodig agten maatigen zy de hette, door eenen stok door den aarden wai te steeken, en op zodaanige plaatsen , daar lugt vereischt wordt, lugt in te laaten. Pek wordt van teer gemaakt, door dezelve tot eene behoorlyke dikte te kooken. Van dit hout, of liever van deszelfs groene toppen, wordt dat oude en nuttige Geneesmiddel, het welk onder den naam van Jopenbier alom bekend is, gemaakt. Uit de geele soort, of eigenlyk van den geelen Bergpyn-boom, trekt men het geen gemeenlyk terpentyn genoemd wordt; en hier uit krygt men de olie, welke den naam van Terpentyn-olie draagt. Het eerste vogt, het fynste en vlugste zynde, word de geeft genoemd, en het : geen op den grond blyft liggen is de gemeene hars, wel- , ke, indien men ze uit de distilleerketel neemt, eer zy te   hoog van kleur geworden is, geele hars, maar wanneer zy   'er  Aardryksseschryving. 99 'er in blyft liggen , tot dat zy meer uitgewaassemd is, zware hars genoemd wordt. Nog wordt , door zekere byzondere handelwyze, uit eene soort van Dennen- en Pynboomen - hout, Wierook getrokken. Behalven dit nutte hout, het welk genoegsaam in alle deelen van Rusland groeit, heeft men 'er veele andere natuurlyke voortbrengsels, welke der opmerkinge waardig zyn. Tabak , by voorbeeld , groeit in veele zuidelyke deelen van Moscovie, en zoude zo goed zyn als die, welke in America groeit, indien 'er gelyke zorg voor gedraagen werd. Veele plaatsen , welke aan Siberie grenzen, verschaffen die nuttige droogery, welke men Rhubarber noemt, en eenigen denken dat dezelve beter is dan die uit Turkye en China komt. Daar groeijen vrugten in overvloed, als Peeren, Appelen pruimen en kerssen. Dezelven worden egter nooit geheel ryp , en kunnen niet bewaard worden, gelyk in andere plaatsen. Vrugten en gewassen , die schielyk groeijen, heeft men hier in groote volmaaktheid, als Beziën, Meloenen en meer andere. Ook zyn 'er bloemen van damast, en eenige andere welriekende bloemen. Maar het geen ons alleropmerkelyst in de verhaalen der reizigers en historieschryveren voorkomt, is de Baranetz of zogenoemde Lam-plant. Men zegt dat dezelve in gedaante vry wel naar een lam gelykt, welks huid met witte gekrulde wol bedekt is, Dezelve groeit hooger en is ook zwaarer dan andere planten, en zuigt, volgens de be schryving , het voedend sap der aarde zo sterk naar zich, dat niets anders naby deeze tiert. Scaliger voegt hier nog eene andere byzonderheid by, te weeten dat geen leevend schepsel op dit gewas zal aazen, uitgezonderd de Wolf, en dat men het gemeenlyk tot een lokaas gebruikt om dat dier te vangen. Tot welke andere gebruiken het dienen kan, en wat andere hoedaanigheden het bezit, is tot heden toe nog onbekend. ■ Niettegenstaande veele agtenswaar dige schryvers ons berigten wegens deeze zonderlinge plant gegeeven hebben vinden wy egter een naauwkeu G 2 ' rig  100 Natuurkundige rig onderzoek, dat die berigten bezyden de waarheid zyn, en alleenlyk rusten op de bygeloovige vertellingen van sommige bewooneren deezer streeken. Het volgende wordt ons voor waarheid opgegeeven: dat zy, om aan hunne winzugt te voldoen, hunne schaapen openen, wanneer dezelven op het punt staan van te lammen; dat zy 'er de lammeren uithaalen, die villen, en het vel op het gras uitspreiden; waarna zy het door behulp van den daauw en karnemelk, met welke laatste zy het droog geworden zynde besprengen, bleeken tot dat het zo wit is als sneeuw. Door dit middel krygen zy een zeer dun, glad, zagt en wit lamsvel, het welk by de ryken sterk gezogt wordt om het onder hunne klederen te draagen. En dewyl het den Mahommedaanen, aan welken zy deeze vellen voornaamelyk verkoopen , door hunnen Godsdienst verbooden is, de huiden van eenig dier, hoedaanig dit ook zyn mooge, tot hun deksel te gebruiken, hebben zy , die voordeel met deezen handel doen, het vertelseltje uitgedagt, dat zulk een Lamsvel een gewas is; en de reizigers die deeze huiden zien en zulk een vertelseltje hooren laaten zich in zo verre misleiden, dat zy, door hun getuigenis, de bedriegery gezag onder het menschdom byzetten. Zy hebben veele andere planten, welke, zonder dat men eenige moeite tot dezelve behoeve aan te wenden, voortkomen; vooral zyn 'er zodaanige aan de oevers der rivieren , en wel eenige , die van groot nut bevonden worden tegen ligchaamelyke ongesteltenissen , en eenige, die tot voedsel dienen. In sommige zuidelyke deelen zyn schoone, groote paddestoelen , waarvan het gemeen veel gebruiks maakt in het toebereiden van sausen , en verscheidene smaakelyke geregten. Schoon het eenigzins buiten ons bestek is , zeldzaamheden van konst in aanmerkinge te neemen, kunnen wy egter , dewyl alle Historieschryvers van Rusland van de groote Klok te Moscow spreeken, niet nalaaten te melden dat dezelve voor de grootste van alle Klokken, welke in de waereld te vinden zyn, gehouden wordt.- Zy weegt 366000    aardryksbeschryving 101 366000 ?, is 19 voeten hoog, 23 in haare middellyn, 70 in haaren omtrek , en kan twee voeten in haare dikte haaien. Om de verbaazende zwaarte wordt zy zelden geluid dan by ongewoone gelegenheden. BESCHRYVING van POLEN. Van deszelfs Naam Gelegenheid en Grootte. Het Koningryk Polen is nu van eene groote uitgestrektheid, zynde omtrent 700 mylen in het vierkant. Het heeft zynen tegenwoordigen naam naar eenige Volkplantingen der Sclaven, die derwaards kwamen, en de Sarmaten van daar verdreeven , of zich onder dezelven vermengden. Eerst werd het land Pole , dat is Vlak genoemd , welke naam naderhand in dien van Polen veranderd is. Dit Koningryk grenst ten noorden aan Lyfland, Moscovie en de Oost-zee; ten zuiden aan Opper-Hongarye Transylvanie en Walachye; ten Oosten aan Moacovie en Klein Tartarye , en ten westen aan Duitschland, Het ligt tusschen de 47 en 58 1/2 graaden noorder breedte, en tusschen de 15 en 35 graaden ooster langte. Polen wordt door de Aardryksbeschryvers verscheidelyk verdeeld. Volgens de nieuwste berigten bestaat het uit de navolgende deelen: I. Polen, eigenlyk zo genaamd, in het westen. II. Pruissen, aan de Oost-zee. III. Het Groot-Hertogdom Lithauwen, in het oosten. IV. Samogitie en Courland, in het noorden. V. Warsovie, Polachie en Polesie, in het middelpunt VI. Rood Rusland en Podolie, in het zuiden. VII. Volhynie en de Ukraine,. in het oosten. G 3 De  102 Natuurkundige De Onderverdeelingen van dit land zyn de volgende. polen, eigenlyk zo genaamd, is verdeeld in Opper- en Neder Polen. Opper Poolen, ook Klein Polen genoemd, bevat: Cracow       , Sendomir,     Lublin.   Posnanie,   Halish, Brerefly, Wladistaw Neder- of Groot Polen be-vat   Lencici, Inowlaiz,   Sirad Rava, Ploekzo, Dobrizin. Pruissen is verdeeld in 't Hertoglyk Pruissen, het   wel nu het koningryk Pruissen genoemd wordt; en in 't       Koninglyk Pruis sen het welk den Koning van Polen toebe  hoort. Lithauwen is verdeeld in Witna, Troky . Breslaw,         Navogrodeck Minsby, j MzciJlaW) Witepsk, Poloeza, Rosiem. In Samogitie zyn de Ste-den Midniek,   sebwende, enz. Courland is verdeeld in:   Semigallie Courland In  Aardryksbeschryving. 103 In Warsovie, ook Wasso-vie genoemd , is : Czerskow, en de stad Warsaw Polachie bevat Bielsk. In Polesie heeft men Bressici of Breste     Rood Rusland bevat: Lemberg, Belez, Chelm Podolie wordt verdeeld in Opper- en Neder-Podolie In Opper - Podolie is Caminieck. In Neder-Podolie heeft men Braclaw. Volhynie is mede op gelyke wyze verdeeld. Opper Volhynie bevat Lusuck. Neder Volhynie, het welk ook onder den naam van de Ukraine bekend is, bevat kiew De  104 Natuurkundige De verscheidene verdeelingen des Lands, benevens derzelver afmeetingen, worden ons door den Heer Templeman, in de volgende Tafel, opgegeeven. Polen. | | Hoofdsteden. || ||   Lithauwen 64,800 333 310 Wilna 930 225 Podolie, 29,000 360 120 Caminieck , 1005 325 Volhynie, 25.000 305 150 Lucko 950 180   Rood Rusl. 25,200 232 185 Lamburg 910 200   Gr. Polen, 19.200 208 180 Gnesna, 660 110   Kl. Polen, 18.000 230 130 Cracow 746 150   14,000 186 97 Breste 875 108   Masovie, 8400 152 90 Warschaw, 766   Samogitie, 8,000 155 98 Rasiem 870 220 Koninglyk Pruissen, 6400 113 104 Elbing, 730 109   Polachie, 4000 133 43 Bielh 878 121 Prote- Courland, 4414 174 80 Mittaw 888 280 stan- Geheele ■ ' ten. som 226414     Cracow, eertyds de Hoofdstad van het Koningryk Polen , is aan de Weichser en Pandawa gelegen , in eene vrugtbaare landstreek, omtrent 40 mylen ten oosten van de grenzen van Silesie, en 140 ten zuidwesten van Warschaw op 50° 10' noorder breedte, en 19° 30' ooster langte. De eigenlyk zo genaamde stad is rondom bemuurd, gelyk ook het koningklyke kasteel, het welk met toorens en bolwerken verschanst is; daarin worden de koningklyke plegtgewaaden en kroonjuweelen bewaard , en het is de plaats, waar de hooge Geregtshoven gehouden worden. De stad zelve is een Bisschcppelyke zetel, en heeft eene Hooge School. Zy is de grootste en best gebouwde van alle de  Aardryksbeschryving; 105 de Poolscbe steden. De huizen zyn Van hardsteen ge  bouwd, en 4 of 5 verdiepingen hoog. De openbaare gebouwen zyn ongemeen pragtig; onder ..   dezelven telt men de Domkerk van St. Stanislaus; de Kerk   van st. Maria, op het groote plein, omringd met 4 zeer   schoone gebouwen; 50 andere Kerken •, en , voor den laat  sten brand, waren 'er 17 Godshuizen en 32 Protestantsche   Kerken. Deeze zyn egter niet allen herbouwd geworden;   doch thans ziet men 'er eene Grieksche Kerk, eene Jood  sche Synagoge, en veele Protestantsche Kerken. Daar was   ook een pragtig paleis voor den Koning van Polen, met eene   onwaardeerbaare verzameling van schilderyen, boeken,   oudheden en zeldzaamheden; maar al die schat is in den   laatsten oorlog door eenen geweldigen brand vernield geworden. Warschaw, de Hoofdstad des Koningryks Polen, gelegen aan de Wester-oever van de Vistula, is eene groote, fraaije en volkryke stad, beschut door dubbele wallen en   gragten. Zy is de verblyfplaats des Konings van Polen,   die 'er twee paleizen heeft, in een van welken de groote Raad zyne vergaderingen houdt. Over de rivier ligt eene   fraai gemaakte brug; omtrent eene halve myl van deeze stad af, naby het vlek Wola, is eene vlakte, waar de Ede   len van Polen byeenkomen, en zich in tenten onthouden, tot dat zy eenen Koning verkoozen hebben. Zy ligt 138.   mylen ten zuiden van Dantzik, en 148 mylen ten noorden   van Cracow op 52° 21' noorder breedte, en 22° 10' OOSTER . langte *. . De Regeering van Polen is een mengsel van Monarchie,   Aristocratie en Democratie. Zy is monarchaal, dewyl 'er een     Koning over het ryk is; doch dezelve is• niet meer dan             een * De verscheidene Aardryksbeschryyers verschillen in gevoelen, we   gens de Hoofdstad van Polen. Sommigen houden 'er Cracow, ande  ren Warschaw voor. Wy hebben het hest geagt een kort berigt we  gens beiden te geeven; doch onzes oordeels is Warschaw de tegen   woordige Hoofdstad,  106 Natuurkundige een eerste regent in een .vry gemeenebest; Aristocratisch, omdat de Koning niets in eenig geval, hetwelk de belangen van den Staat betreft, kan befluiten, zonder bewilliging van den Adel; en Democratisch, uit hoofde van de magt, welke het volk heeft in de groote Ryksvergaderingen, die egter zelden belegd worden, tenzy men eenen Koning verkiezen moet. In deeze byeenkomsten worden de tegels, volgens welke de Vorst zich in de regeeringe moet gedraagen, en die den naam van Pacta Conventa voeren, voorgeschreeven. De Koning kan geen leger op de been brengen zonder bewilliging der Edellieden, welke op hunne landgoederen kleine Vorsten zyn, en de Generaal der Kroone mag geene andere bevelen opvolgen dan die van de groote Raadsvergaderinge. Legers en Staatsamptenaaren worden uit de gelden van het Gemeenebest onderhouden, en zyn alleen voor het Gemeenebest verantwoordelyk, niettegenstaande de laatsten door den Koning worden aangesteld, met die bepaaling egter, dat hy niet buiten de Edellieden gaan mag. De jaarlyksche inkomsten des Konings van Polen bedraagen, behalven de voordeelen, welke zyne vaderlyke ersgoederen, de kroons-landeryen, en het verkoopen der ampten hem opbrengen, 140000 l. De Raad bestaat uit de Bisschoppen, den Primaat van het ryk, die voorzitter is, de Paltsgraaven, en de gevolmagtigden van den Adel, met welken de Koning in alle gevallen, die het gemeene belang betreffen, raadpleegt. De groote algemeene vergadering bestaat uit den Koning, de Raadsheeren, en de gevolmagtigden der provinciën; dezelve moet eens in de drie jaaren byeenkomen, en zit niet langer dan zes weeken. In deeze vergaderinge berust de wetgeevende magt. Iedere provincie heeft ook haare byzondere groote vergaderingen, waarin wetten, betrekkelyk tot derzelver regtsgebied, gemaakt worden. Daar zyn ook eenige vrye Staaten en onafhanglyke Steden, die door haare eigene Vorsten en Overheden bestierd worden; gelyk het Koningryk Pruissen door zynen Koning, Courland door zynen Hertog, en Dantzik door zyne byzondere Overheden. Van  Aardryksbeschryving. 107 Van de Inwooneren. De Poolen zyn van natuure werkzaam, hardvogtig en sterk. De Edellieden bezitten veele deugden; zy zyn openhartig, edelmoedig en gastvry, zeer beleefd jegens vreemdelingen, en, over het algemeen genomen, mannen van moed. Hunne grootste fout is dat zy trotsch zyn, en eene sterke zugt bezitten om, naar hunne wyze, in eene soort van wilde pragt te leeven. De Poolscbe Juffers zyn meeft allen bevallig en vriendelyk, en hebben eenen sterken weerzin tegen blanketsel. Men zegt dat haar godvrugt en deugd voorbeeldelyk zyn, en dat zo wel in haar gedrag en gezelschappen, als in haare byzondere huisgezinnen. Maar het gemeene volk is schandelyk onkundig en lui; dit moet egter veel eer toegeschreeven worden aan de byzondere gesteltenissen der regeeringe, dan aan hunne verkiezinge of geneigdheid. Want wanneer het den boeren door de wet onmooglyk geworden is eenig eigendom te bezitten, kan men zekerlyk niet verwagten dat zy moeite zullen aanwenden om het te verkrygen. Zy zyn zeer geschikt om wapenen te voeren; maar verbitteringen en hevigheden, welke zy onder elkanderen hebben, brengen te wege dat zy hunne dapperheid meeft tegen elkanderen oeffenen; en door hunne onderlinge verdeeldheden , zyn zy dikwyls een prooi geworden voor die natiën , welke zy door eensgezindheid zouden hebben kunnen overwinnen. Nooit hebben zy de minste zugt voorden koophandel doen blyken, en hebben, eigenlyk gesproken, geene andere havens dan Dantzik. Toen zy in het bezit van Lysland waaren en meer Zeehavens hadden, toonden zy geene genegenheid om met dezelve hun voordeel te doen; hunne Edellieden moogen zelfs geenen handel dryven, zodat de voornaamste kooplieden in Polen vreemdelingen zyn. Zy houden zich alleen uit noodzaaklykheid met de gemeenste konsten en handwerken bezig, en dewyl zy door de natuur niet ongeschikt zyn om in de  108 Natuurkundige beschaavende Konsten en Weetenschappen goede vorderingen te maaken, hebben zy in ieder, aanzienlyk Dorp Schoolen opgerigt; de Jesuieten hebben in verscheidene plaatsen Kollegiën, waar zy lessen in het Latyn geeven; zodat die Taal onder de Poolen byna zo algemeen bekend is als hunne moedertaal. Zy hebben daarenboven vier Hooge Schooien, naamelyk te Cracow, Koningsberg, Posna en Wilna; de waare Geleerdheid wordt 'er egter niet sterk voortgeplant ; de Geestelyken oeffenen zich weinig anders dan in de Schoolsche Godgeleerdheid, en in de Bovennatuurkunde; zy zyn gantsch onkundig van de Oostersche taalen, van de Heilige Schriften, en de Kerkelyke Historie, en vol  gen de voorschriften der Kerke met eene ingewikkelde ge ■ hoorzaamheid. Onder alle de takken der Geleerdheid zyn zy minst geschikt voor de Geneeskunde, uit welken hoofde de post van Geneeskundigen onder hen meestal door vreemdelingen wordt waargenomen. De Poolscbe taal is een tongval van de Sclavonische; zy is niet ryk en tevens bars en hard in de uitspraake; want de woorden bestaan uit zo veele medeklinkers dat 'er somtyds 7 of 8 agtereen voorkomen, zonder eenige klinkletter; in de uitspraake worden 'er egter de klinkletters ter behoorlyker plaatse bygevoegd. De Lithauwers hebben eene byzondere taal op zichzelven, waarin eene groote meenigte verbasterd Latyn komt De Inwooners van Polen werden van den Heidenschen Godsdienst bekeerd tot den Christelyken door Aldehort, Aartsbisschop van Gnesna, omtrent het jaar 964 en sederd dien tyd is de leer der Roomscbe Kerke hier de heerschende leer geweest, uitgezonderd in Rood Rusland waar veelen der inwooneren der Grieksche Kerke zyn toegedaan. De Koning, schoon Roomschgezind zynde, ligt onder' de verpligting om eenen eed te doen van de Luthersche in Poolsch Pruissen te zullen verdraagen, zynde daar gantsche Steden, welke alleen door Lutherschen bewoond worden, als Dantzik Elbing, Thorn en Marienburg, wordende 'er, vooral in Pruissen, ook eenige Calvinisten gevonden. Fau stus  aardryksberschryving   109 stus Socinus was een inbooreling van Polen, en het getal zyner navolgeren is daar in de voorgaande eeuwe merkelyk aangegroeid. De Roomschgezinden zyn hier meest allen zeer bigot, en gelooven, of geeven ten minsten voor te gelooven, dat zy ■ hunne grootste overtreedingen en buitenspoorigheden uitwisschen door slegts eene enkele mis by te woonen. . De. gewoonten en zeden der Inwooneren zyn zeer onderscheiden naar hunnen verschillenden rang en karakter. De voornaamste vermaakelykheden van den Adel bestaan in jaagen en dansen ook zyn zy zeer gezet op Schouwspelen, Operaas en dergelyke uitspanningen. De boeren ry-   den op schaatsen, loopen, springen of jaagen, naar de verschillende jaargetyen. De kleeding der Poolen is, over het algemeen genomen, dartel en kostbaar; de Edellieden van verschillenden rang onderscheiden zich door dezelve. Sommigen draagen kostbaare Moscovische bonten, als Hermelyn-en-Sabelvellen, en dergelyken; terwyl grooten, die het minder betaalen kunnen, zich vernoegen met de vellen van Tygers, Luipaarden enz. Zy zyn ook niet bekrompen ten opzigte van andere sieraaden. De meeste luiden van aanzien draagen gemeenlyk een bovenkleed van zyde of laken, naar hunnen byzonderen rang en waardigheid, gevoerd en geboord met bont en andere optooiselen. Men zegt dat een Poolsch Heer doorgaans 40 of 50 stel klederen heeft: de Vrouwen vertoonen zich mede in grooten luister ; ja zelfs zyn de huisbedienden zeer rykelyk in hunne kleedinge. Maar de boeren draagen schaapsvellen, met den wolligen kant naar binnen, vooral in den winter; voor den zomer hebben zy rokken van ruuw laken, die digt om het lyf sluiten, en gemeenlyk aschgraauw van kleur zyn. De vrouwen, inzonderheid die op het land woonen, zyn zeer eenvoudig en net in haare kleedinge, maar haare bovenrokken zyn doorgaans kort. Het voedsel der luiden van het meeste aanzien bestaat gemeenlyk uit versch vleesch, gevogelte en visch. Het Run-  110 Natuurkundige Rundervleesch is 'er zeer goed in zyne soort; maar het vleesch van Elanden en ander Wild wordt onder de groote zeldzaamheden geteld, wanneer het zo lang gehangen heeft dat het stinkt. De Poolen drinken de sterkste Rhynsche , Franscbe, Spaansche, Italiaansche en Hongaarsche wynen, en hunnen sausen zyn gemeenlyk zeer heet door de speceryen. Het gemeen heeft eenen drank, bestaande uit een aftreksel van tarwe, garst, haver en appelen; dezelve wordt door de ryken smaaklyker gemaakt, door een inmengsel van anyszaad en speceryen. Het gemeene volk eet meestal groenten en vleesch, op eene vreemde wyze ondereen gemengd. De bruiloften der Edelluiden zyn zeer kostbaar , en duuren gemeenlyk drie dagen. Op den tweeden dag bieden de gasten de Bruid geschenken aan, welke doorgaans het beste gedeelte van haar huwlyksgoed uitmaaken. De vryers onderzoeken veeläl meer of het meisje, waarop zy het oog hebben laaten vallen , eene goede huishoudster, naarstig en zuinig zy, dan of zy veele goederen of andere uitwendige voordeelen bezitte: en dit wordt by de vrouwen voor geene geringe aanspooring gehouden , om zich een goed karakter eigen te maaken. De begraaffenissen der luiden van aanzien zyn zo luisterryk en pragtig dat zy veeleer naar zegestatiën gelyken. De sieraaden van de doodkist, en lykkoets; de stoet van Priesters, Monniken en Vrienden, welke het zwaard, de lans en de wapenen des overleedenen draagen, maaken eene zeer grootsche vertooning. Het is gebruiklyk de wapens by het graf op de kist te breeken. Na het verrigten der plegtigheid houdt men een zeer kostbaar feest. De rouwklederen der weduwen zyn zeer grof, en wel in het byzonder haar linnen. NATUURLYKE HISTORIE. Uit de gelegenheid van Polen schynt men te moogen besluiten dat de lugtsgesteltenis 'er gemaatigd, en niet zeer koud  aardryksbeschryving 111 Koud is. Somtyds zyn 'er egter de Meiren en Rivieren, vyf of zes maanden agtereen, zo digt met ys bezet dat men met koetsen en zwaar gelaadene Karren over dezelven ryden kan. De Winters zyn 'er gestreng, maar de Zomers warm en aangenaam. De Grond is, over het algemeen genomen, vrugtbaar, geschikt om tot Bouw- of Weiland gebruikt te worden, en verschaft eenen ryken voorraad van Koorn; uit hoofde van de groote menigte graanen, welke jaarlyks uit Dantzik vervoerd wordt, heeft men die Stad de Koornschuur van het Noorden genoemd. In Polen is ook, zonder grootspraak, meer Rundvee dan in eenig ander land. De bosschen verschaffen allerleie soorten van hout, het welk tot allerleie gebruiken geschikt is, en dat wel in grooter menigte dan de inwooners het noodig hebben, niettegenstaande zy zich in veele gevallen van hout bedienen, waarin de bewooners van andere landen steen gebruiken. Zelfs dekken zy hunne huizen met hout, waaraan zy de gedaante van tegels, en eene genoegsaame dikte geeven. Litthauwen verschaft in het byzonder honig, wasch, hennep, vlas, potasch, zout, salpeter, amber, zwavel, vitriool en kwikzilver. Deeze eenvouwdige waaren verruilen zy tegen die van andere Natiën, naamelyk wynen, lakens, stoffen, bewerkte zyde, juweelen, bonten, tin, staal yzer, brandewyn en speceryen. Allerleie vrugten en gewassen groeijen in Polen in grooten overvloed. In veele plaatsen vindt men ook Wyngaarden, welker druiven zeer aangenaam van smaak zyn, vooral indien de zomer en hefst gunstig zyn. In dit land is eene soort van Manna, welke in de maanden mai en Juny wordt ingezameld. Men haalt dezelve door middel van zeeven van het gras af, en maakt 'er verscheidene smaakelyke geregten van. De Bergen in Polen, uitgezonderd die, welke de Mons Calvus genoemd wordt, in Klein Polen is, en een klooster op zynen top heeft, zyn voornaamelyk die, welke de grensscheiding maaken usschen Hongarye. Zy bestan uit eene reeks van 300 mylen in de langte, welke den naam  112 Natuurkundige naam draagt van het carpatische gebergte. In die bergen vindt men eene groote verscheidenheid van Ertsen en Mineraalen. Te Sandeez, 33 mylen ten zuid-oosten van Cracow, in Novoturgus, zyn Goudmynen. Te Severia en te Slacovea, 25 mylen ten noord-westen van Cracow, en. te Heussia en in het Paltsgraafschap van Sendomir, zyn Zilvermynen. ' Kopermynen heeft men te Novoturgus, te Malagosh, te Poloweir, en te Kielez. Loodmynen zyn te Heussi en te Sechow. Yzermynen te Alstinia en in veele andere deelen. Steenkoolen-putten te Tencinum. Vitriool heeft men te Sendomir; en Marmer van allerleie kleuren te Silesie, te Kanow en te Cherin. Maar de Zoutmynen zyn de aanmerkelyksten van allen. Men vindt in dezelven vierderleie soorten van Zouten; als eene soort, die ongemeen hard is, als kristal; eene andere, die zagter en zuiverer is; eene derde, die wit en broos is. Alle deeze soorten zyn brakagtig; maar de vierde is minder sterk. Deeze vier soorten worden in verschillende mynen opgegraaven, naby de stad van Cracow; aan de eene zyde derzelven is een stroom van zout, en aan de andere een van zoet water. Te Witiez, 25 mylen ten oosten van Cracow, is eene myn van het uitmuntendste Rots-zout, die in den jaare 1252 is ontdekt geworden, en voor een der grootste steunsels van 'slands welvaaren gehouden wordt. De Poolen noemen deeze mynen Zout-steenmynen, volgens de Philosophical Transactions N°. 61. p 1099. Doorgaans graaven zy het Zout op in groote brokken, welke door middel van molens en andere werktuigen klein gemaakt worden. Hier zyn ook verscheidene bronnen, welker water, wanneer men het kookt, Zout uitlevert. In dit land Word. eene groote verscheidenheid van Aarde van verschillende kleuren en hoedaanigheden opgegraaven. — Te Itza, omtrent 70 mylen ten noord-oosten van Cracow , vindt men eenige soorten die ongemeen geschikt zyn  Aardryksbeschryving 113 zyn voor Pottebakkers , en waarvan al het aardenwerk dat men in Polen gebruikt, gemaakt wordt. In andere   plaatsen vind men Pypmaakers - aarde, en verscheidene andere soorten van Klei, naamelyk blaauwe en roode; ook Worden 'er aderen van steen van verschillende kleuren gevonden, die tot veelerleie gebruiken kunnen dienen, als tot gebouwen, vloeren en diergelyken. Maar het geen alleraanmerkelykst is, is een Berg of   Heuvel, welke de wonderbaare Berg genoemd wordt; de  zelve is bedekt met welriekende Planten en Bloemen, met hoogbejaarde Eiken, en met harsagtige Pyn en Denneboomen; ook vindt men 'er overvloed van Bronnen van   zout en zoet water, en eene menigte Metaalen en Mine  raalen van onderscheidene soorten. Naby het midden,   aan den zuidkant, ontspringt eene bron van zeer helder   water, het welk een zonderling geruisch maakt, en op   eene ongemeene wyze opwelt. Deszelfs opwelling of   zwelling, neemt toe of af, met het wassen of vallen van   de Maan. De slyk, die naar den grond zinkt, zegt men dat van dienst is tegen de jigt, beroerte, en meer andere hardnekkige en verouderde kwaalen. De reuk van het   water merkt men aan dat in de lente zeer sterk is, terwyl het ook eenen balsemachtigen smaak heeft. Het heeft veel overeenkomst met zoete melk, en, behalven verscheidene geneezende kragten, welke men, door het op paarden te beproeven, ontdekt heeft, bezit het ook eene hoedaa  nigheid om het ligchaam der menschen te zuiveren, som  tyds door stoelgang te verwekken, somtyds door het water ' ..af te dryven. Dit gaat zelfs zo ver dat het niet onmid! delyk werkt, maar dat men, voor alle werking, 'er eenige versterking en verkwikking door krygt. Hierom hebben zy, die in de nabuurschap van deeze Bron woonen, zelden eenige hevige ziekte, maar zy leeven zeer lang zodat men onder hen luiden gevonden heeft, die 100, ja 150 jaaren bereikten. Het water kan vry ver vervoerd,   en lang goed gehouden worden, zonder te bederven. Uit  gewaassemd zynde, verschaft het eene soort van zwartagtiII Afd. III. Deel H   ge-  Natuurkundige ge zwavel, die van grooten dienst is in versche en veroude zweeren. In de Lente bevriest het niet door eenen graad van winterkoude; en (het geen ten hoogden te verwonderen is) wanneer men 'er eene toorts in houdt, ontvlamt het, even als de fynste geeft van wyn, zodat de vlam over de oppervlakte van dit water heen en weder zweeft; dit vuur noemt men Ignis Fatuus, en het gaat niet uit, tenzy het gebluscht worde. Wanneer men, omtrent 35 jaaren geleeden, dit blusschen veronagtsaamd had, sloeg het door onderaardsche waterkolken van tyd tot tyd voort, vernielde de wortels der boomen, en deed een groot gedeelte van het nabuurig bosch verbranden ; zelfs zegt men dat die brand byna drie jaaren aanhield, eer hy geheel kon overwonnen worden. Sederd dien tyd heeft men wagters gesteld om dergelyke branden voor te komen. Dit water verliet door den brand In korten tyd , veel van zyne kragt , en zelfs zo veel dat het die in veertien dagen bezwaarlyk kan herwinnen. Schoon de vlam hout doet verteeren is dezelve egter zo fyn dat het water 'er niet heet door wordt, maar, wanneer men het uit de bron haalt, zeer koud is. Buiten de bron zal het zelfs geene vlam vatten , niet tegenstaande men het in welgeslootene vaten bewaare. De geschiktheid van deeze bron om schielyk te ontvlammen, weike in voorige eeuwen geheel onbekend was, is volkomen blykbaar, dewyl zy door den bliksem wordt aangestooken. Zy, die in het nabuurig bosch bezig waren met hout hakken , hebben somtyds den brand gebluscht, door met de draaden, welke zy van de boomen afsneeden, op de oppervlakte van het Water te slaan; wanneer het vervolgens eenigen tyd daarna weder in brand gestooken werd, door 'er eene toorts by te houden, bluschte men het op nieuw door de draaden heen en weder te beweegen. Onder de Bergen , digt by Kiow, zyn verscheidene Grotten, waar een groot aantal van menschelyke ligchaamen, schoon reeds eenige jaaren geleeden begraaven geweest zynde, bewaard blyft, hoewel zy geenszins zo hard of  AARDRYKSBESCHRYVING. 115 of zwart zyn als de Egyptische Mummies. Onder deeze zyn twee Vorsten, gekleed in het gewaad, het welk zy gewoon waren te draagen. De plaats, waar zy bewaard worden, is droog en zandig. Het oostelykste gedeelte van Polen is, over het algemeen genomen, een vlak, effen land, waarin men eene menigte Bofschen, Meiren en Rivieren vindt, die in den zomer eene zeer bevallige vertooning maaken , en eene groote verscheidenheid van vrugten en gewassen voortbrengen , welke zo wel dienen om de nooddrust te vervullen als om den smaak te voldoen. De voornaamste Rivieren zyn : I. De Vistula of Weysel, loopende noordwaards door Cracow, Warschaw enz. en vallende, na eenen loop van 320 mylen, in de Oost-zee. II. De Worta, die door Posna loopt, en in den Oder valt. III. De Niester of Tyras, die naar het zuid-oosten loopt, en in de Zwarte-zee valt, na eenen loop van 420 mylen. IV. De Nieper of Boristhenes, welke naar het zuidoosten door Kiow loopt, en in de Zwarte -zee valt, na eenen loop van 520 mylen. V. De Niemen loopt naar het noord - westen, door Novogordeck, en ontlast zich in de Oost-zee, na eenen loop van 200 mylen. VI. De Bog of Vagus loopt door Bracklaw en valt in de Zwarte-zee, na eenen loop van 280 mylen. VII. De Duma loopt naar het noord - westen door Duneburg en valt, na eenen loop van 310 mylen, naby Riga in de Oost-zee. Alle deeze rivieren zyn , uit kragte van haare gelegenheid, zeer geschikt voor den koophandel, en verschaffen ook zulk eenen voorraad van Visch, als genoegsaam is om allen, die in haare nabuurschap woonen, in sommige tyden van het jaar te spyzen. H 2 De  116 Natuurkundige De voornaamste Zeehavens zyn Dantzik, Elbing, Lihaw. Memel, Koningsberg en Trawenberg. De Meiren zyn in Polen niet menigvuldig. Het voornaamste is Gopto in het distrikt van Bezesty en Birals, of het Witte -meir, het Welk men zegt dat de hoedaanigheid heeft van allen, die zich met deszelfs water wasschen, eene zwarte kleur te geeven. In dit Meir vindt men verscheidene soorten van Visch, als de Zoet-waterHaring, Kabbeljaauw, Leng, Tarbot en Aal; ook is 'er eene menigte kleiner visch, welke men somtyds vangt in netten, zo wel als aan hoeken en snoeren. Aan de Zee-kust wordt eene groote meenigte van Amber verzameld, het geen gemeenlyk geschiedt door middel van netten, welke door paarden, aan lange stokken vastgemaakt , worden voortgetrokken , wanneer het water vloeit. Somtyds worden 'er brokken van vier duimen middellyns opgehaald, waarvan wy de volgende beschryving hebben. Amber is eene zwavelachtige stof, voortgebragt in Polen, Pruissen en andere landen, maar vooral in den zwavelagtigen grond aan de kust van Sudau ; deeze stof verkrygt eenen zekeren graad van hardheid, en is door haare helderheid, kleur, aantrekkende kragt, en meer andere hoedaanigheden, gelyk aan verscheidene soorten van edelgesteente. In haare geneezende kragt evenaart zy Ambergrys zelve. De Bosschen zyn, gelyk wy reeds hebben aangemerkt groot, en verschafFen eene menigte houts; ook vinden verscheidene dieren in dezelven schuilplaatsen en voedsel. Vooral heeft men in de Masavische bosschen veele wilde ossen en Paarden, Wolven, Beeren, Elanden, Herten enz. De wilde ossen worden somtyds Uri, somtyds Buffels genoemd, en derzelver vleesch wordt by de Poolen onder de grootste lekkernyen gerekend. In de nabuurschap van de Ukraine zyn wilde Paarden en Ezels, welker vleesch by de bewooners dier streeken, en vooral by de edelluiden, in groote agtinge is. Hier  Aardryksbeschryving. 117 Hier is eene byzondere soort van Wolven, welke vry wat naar een Hert gelykt, by de inboorelingen Nis, of _ omtyds Lupus Cervarius genoemd wordt, en eenen gevlekten huid aan den buik en pooten heeft, die hier het beste bont verschaft. De Kwakkels in Podolie hebben groene pooten , en derzelver vleesch wordt geoordeeld zeer ongezond te zyn. Maar het allermerkwaardigste onder de dieren is de Eland, een dier, het welk in Pruissen , Courland, Lysland , Noorwegen , Polen en andere Noordsche landen vry gemeen is; hetzelve is zo groot als een gemeen Paard; zyn ligchaam is van gedaante als dat van een Hert, maar het is veel dikker en langer; het is hoog op de pooten, heeft breede en gekloofde voeten; groote ruuwe en breede hoornen, even als die van eene wilde Geit, en niet voorzien van zo veele takken als die der Herten. Het vleesch is goed om te eeten, en wordt op de tafels der aanzienlykste luiden opgedischt. Dit dier is steeds onderworpen aan vallende ziekten, eene omstandigheid, welke te weeg brengt dat het ligtelyk gevangen wordt, het geen anderszins zeer moeijelyk vallen zoude. Een deezer dieren open snydende heeft men in deszelfs kop eenige groote vliegen, en de harsens genoegzaam opgegeeten gevonden. Het is eene waarneeming, welke door genoegzaame getuigenissen beveiligd is, dat dit arme dier, in de groote bosschen en wildernissen van het Noorden, vooral tegens den winter, gekweld wordt door eene soort van groote vliegen, die haar best doen om door de ooren in het hoofd te kruipen, en daar geduurende de koude, een verblyf te zoeken. Hieruit is ligtelyk te begrypen dat het brommend geraas deezer insekten, terwyl zy tevens de hersens doorknaagen, ongesteltenis in den Eland moet veroorzaaken. Hier is ook een dier, het welk Bohac genoemd wordt, en zeer wel gelykt naar eene Guineesche Bigge; dit schepsel graaft, gelyk zeer bekend is, gaten in den grond , Waarin het zich in de maand October begeeft, en waaruit het niet komt voor April, dan alleenlyk om nu of dan H 3 zyn  118 Natuurkundige zyn voedsel te zoeken. Het heeft afzonderlyke holen ter huisvestinge, ter bewaaringe van leevensmiddelen, en ter begraavinge van dooden. Zy leeven in gemeenschap met. elkanderen, in koppels van tien of twaalf. Wanneer zy uitgaan om leeftogt te zoeken, blyven 'er een of twee aan den mond van het hol als op schildwagt staan, om, wanneer 'er eenig gevaar mogt naaken, daarvan kennis te geeven , het geen zy gemeenlyk doen door eenig gerugt te maaken, waarop zy zich naar hunne holen spoeden. Zy zyn gemaklyk te temmen, en aartig genoeg om 'er zich mede te vermaaken. Daar zyn in dit Koningryk nog verscheidene dieren, welke ook in andere landen gemeen zyn, als Beeren , Schaapen, Herten, vossen Haazen, Konynen enz. welke wy, dewyl zy genoegsaam bekend zyn, niet in het byzonder beschryven zullen. Wild en tam gevogelte is in dit Koningryk zeer menigvuldig. Men kan ze, even als in andere noordelyke landen, in verscheidene klassen schikken, want men vindt 'er land- en watervogels; men vindt 'er, die of op wormen, of op visch, of op vleesch, of op gewassen aazen. Wyders zyn 'er roofvogels, en ook zulken , die niet slegts onschadelyk, maar ook nuttig zyn, en tot vermaak dienen. Andere vogels, zyn weder voornaamelyk in agtinge, omdat zy een smaaklyk voedsel verschaffen, anderen om de schoonheid hunner vederen. Ook verschillen zy merkelyk in gedaante, in grootte, en in verscheidene byzonderheden, welke dienen tot hunne zelfsverdediging, beveiliging en bestaan, in de verschillende jaargetyden, en de plaatsen van hun gewoone verblyf. Dewyl wy over deeze byzonderheden in onze Historie van Noorwegen breeder hebben uitgewyd, moeten wy hier onszelven vergenoegen, met ze in het algemeen te melden. Insekten zyn 'er des zomers ook zeer menigvuldig; maar men vindt 'er niet een in het gantsche land, het welk zo merkwaardig is dat het eene byzondere beschryving verdient. Eer  Aardryksbeschryving. 119 Eer wy het verslag van dit Koningryk besluiten, kunnen wy niet 'nalaten gewag te maaken, wegens die zonderlinge en besmettelyke ziekte, welke de Plica Polmica genoemd, en, gelyk men zegt, veroorzaakt wordt door de mynen van Arsenicum. Wegens deeze ziekte heeft men ons het volgende berigt gegeeven: zy, die door dezelve worden aangetast verliezen het gebruik van hunne ledemaaten, en hebben zwaare pyn in de zenuwen, welke doorgaans een jaar blyft aanhouden; na verloop van dien tyd beginnen zy geweldig te zweeten , zodat hun hair aan een kleeft, en eenen geweldigen reuk van zich geeft; wanneer zy hun hair afsnyden, vallen de vogten hun in de oogen, waar door zy blind worden, en somtyds sterven of in vlaagen van dolheid vervallen. Een merkwaardig voorbeeld van deeze soort, hebben wy in de philosophische transactien N°, 414, wegens eene vrouw in het distrikt van Novogorod, welke 52 jaaren lang met deeze ziekte worstelde; haar hoofdhair was vier ellen lang, vier duimen breed, en twee duimen dik. De landbeschryving van Pruissen. Het Koningryk Pruissen is, schoon een der jongste en kleinste, wel ver van het minst aanmerkelyke in Europa te zyn; zelfs schynt het dagelyks in magt, uitgebreidheid en aanzien te groeijen. De Schryvers zyn omtrent den oorsprong van deszelfs naam onder eikanderen verdeeld; maar de benaaming van dit ryk moet waarschynlyk afgeleid worden van de Borussi de oudde bewooners deezer streeken. Dit Koningryk werd oudstyds genaamd het Hertoglyk Pruissen om het van Koninglyk of Poolsch Pruissen te onderscheiden. Maar nadat Fredrik de IIIde grootvader des tegenwoordigen Konings van Pruissen zich op den Isten van January des jaars 1701, in spyt van den Paus en den Teutonische orde, den titel van Koning aanmaatigde, en in die hoedaanigheid door de Europeesche MooH 4 gend-  120 Natuurkundige gendheden erkend werd, sprak men niet meer van het hertogdom, maar van het Koningryk Pruissen En dewyl zyne tegenwoordige Majesteit Fredrik de IIde Keurvorst van Brandenburg, die den troon van dit Ryk beklom op den 20sten van May des jaars 1740, de zoon is der Koninginne Douariere van Pruissen zuster van zyne Majesteit Ceorge den IIden den laatst overleeden Koning van Engeland, en hy met de gemelde kroon verscheidene verbonden heeft aangegaan, welke met groote getrouwheid zyn nagekomen, zullen wy de tegenwoordige gelegenheid waarneemen om een kort berigt te geeven, niet slegts wegens het Koningryk Pruissen zelf, maar ook wegens de andere Staaten en Landen, welke zyne Majesteit in Europa bezit; in welk berigt wy zo veel mooglyk is, onderscheid zullen maaken tusschen die bezittingen, welke aangeërfd, of door overwinningen, verbonden, of andere middelen verkreegen zyn. Volgens den Heer Templeman is derzelver onderscheidene grootte en verdeeling op de volgende wyze bepaald, Pro-  Aardryksbeschryving 121                 Protestanten. Naam der Landen.                           Polen Pruissen, 9,950, 160 112 Koningsb. 350 283 Brandenburg, 10.910 215 110 Berlin 510 Opp. Saxon   Pomeren 4820 150 63 Camin 560 96   Zw.Pomeren 2,991 90 48 Stetin 298 67 Ned. Saxen.   Magdeburg 1.535   63 50 Magdeb. 447 70 Halberstat 450 42 17 Halberst. 420 105 . Silesie Crossen 550 33 28 Crossen 570 63 Minden, 595 42 26 Minen 325 190   Ravensberg 525 38 34 Ravensb 308 215 Westphalen Lingen 120 15 11 Lingen 272 252 Cleef 630 43 21 Cleef 210 302   Meurs, 35 10 6 Meurs 230 293 Mark 980 52 43 Ham 270 250 Nederlanden. Gelder, 360 34 23 Gelder 228 302 Zwitzerland. Neuschatel,   320 32 20 Neuschat. 266 424 gantsche uitgeftrekth. 34,771   | Het Koningryk Pruissen grenst ten Noorden aan Samogitie, ten Oosten aan Lithauwen ten Westen en Zuidwesten aan Poolsch Pruissen , en ten Zuiden aan Warsevie; het is omtrent 160 Mylen lang van het Oosten naar het Westen, en 112 van het Noorden naar het Zuiden. Het bevat een groot aantal van schoone Koopsteden en daarenboven veele volkryke Dorpen; ook is 'er geen land in Europa, uitgezonderd de Nederlanden, waarin, naar maate van deszelfs grootte, zo veel binnenlandsche handel gedreeven wordt. Konigsburg , de Hoofdstad van dit Koningryk, is gelegen aan de Rivier de Pregel, over welke zeven Bruggen zyn. Zy bevat meer dan twee Duitsche, of zeven Engelsche Mylen in haaren omtrek , ligt 55 mylen ten Noord- Oosten van Elbing, 84 van Dantzik, 41 ten ZuiH 5 den  122 Natuurkundige den van Stetin, en 133 ten Noorden van Warsaw, Zy is eene Hanse-stad, groot, wel gebouwd, en door haare Rivieren in drie deelen verdeeld. - Hier is de groote Domkerk van het Bisdom van Swazland; ook zyn 'er veele andere Kerken. Daarenboven is 'er eene Universiteit, opgerigt door Hertog Albert, in den jaare 1544, welke voor deezen veele Studenten uit Polen , Lithawen, Hongarye, Lyfland en andere landen tot zich getrokken, en veele geleerde mannen uitgeleverd heeft. Deeze stad heeft, in den jaare 1709 door de pest veel geleeden, maar na dien tyd is zy aanzienlyk en volkryk geworden. De Koning van Pruissen bragt in den jaare 1707 eene vereeniging te weeg tusschen de Calvinisten en Lutherschen, door middel van eene groote Kerkelyke Vergaderinge, welke in deeze stad gehouden werd. Derzelver inwooners zyn voor het grootste gedeelte Luthersch; maar Sigismundus de III. bragt het, door zyne bemiddelinge, zo ver dat ook de Roomschgezinden hier in de vrye oeffenin ge van hunnen Godsdienst geduld worden. De Regeering van dit Koningryk bestaat uit vier Staatskanselliers, naamelyk 1. Den Grootmeester; 2. Den GrootBurggraaf; 3. Den Groot kanselier; en 4. Den Grootmaarschalk. Daar zyn ook eenige andere Raadsvergaderingen, en 37 Bailjuwagiën. De Staaten bestaan 1. uit de Staatsraaden; 2. uit de Gevolmagtigden van den Adel; en 3 uit de Afgevaardigden van de Gemeente. De inkomsten van Pruissen zyn zeer groot; want de landeryen, die aan de kroon behooren, de schattingen, tollen en gelden , welke de Staaten jaarlyks inwilligen, brengen aanmerkelyke sommen op. Het vergaaren van den Amber of Barnsteen alleen is de Koning, ieder jaar, 200000 Livres waardig. Dewyl wy reeds een berigt wegens de inwooners van Polen, en wegens derzelver gewoonten en zeden gegeeven hebben ; dewyl wy ook de Natuurlyke Historie van dat Land hebben voorgesteld, oordeelen wy het weinig noo dig  Aardryksbeschryving. 123 dig hier eenige byzonderheden van dien aart te herhaalen dewyl zy genoegzaam op het zelfde uitkomen. De Duitsche Staaten des Konings zyn van de Poolsohe afgezonderd door Poolsch Pruissen. In Duitschland bezit zyne Pruissische Majesteit, behalven het Keurvorstendom Brandenburg, het beste gedeelte van Pomeren. Het Hertogdom Maagdeburg, met de Bisdommen van. Halberstadt en Minden. Het Graafschap Rheinstein. Het Hertogdom Cleef, met de landen van La Mark en Ravensburg. Cotbus, in de Neder Elzas; Petz, Somerfeld, en Peskaw volgens eene onderhandeling met den Koning van Bohemen. Lipstadt in het Graafschap van La Lippe. Een gedeelte van Opper-Gelderland, naamelyk de Steden Gelder, Straten en Wachtendonk. Het Vorstendom Neuschatel en Valenden, in Zwitserland. De Heerlykheden Lowerburg en Bulaw. Het Graafschap Tecklenburg en Hohenstein. Het Graafschap Meurs, Buuren en Leerdam. Het Marquisaat van Vere. De Barony van Breda, Hons holredyk, Ryswyk, enz. van welke laatstgemelde zyne Pruissische Majesteit egter velen verkogt heeft. Geheel Silesie, uitgezonderd het kleine gedeelte van hetzelve, Opper-Silesie genoemd, het welk aan het Huis van Oostenryk behoort heeft, en (naar men zegt) 196 mylen lang, en 92 breed is. Dit Hertogdom was een oud leen van het Koningryk Bohemen, en werd geregeerd door de Hertogen, onder den Koning van Bohemen. Deeze Hertogen waren overeengekomen met den Keurvorst van Brandenburg dat zy, by gebrek van mannelyke erfgenaamen, in elkanders heerschappyen zouden opvolgen. Maar het Huis van Oostenryk bragt in dat deeze overeenkomsten van geene de minste waardye of kragt waren. Hierop nam de Koning van Pruissen de eerste gunstige gelegenheid waar om Silesie in zyne magt te krygen, en bragt het zo ver dat  124 Natuurkundige dat het hem by een vrede-verdrag , omtrent het jar 1740, afgestaan, en door zyne Groot-Britannische Majesteit geguarandeerd werd. De Hoofdstad van Silesie is Breslaw. eene der rykste steden in Duitscbland, uit hoofde van haaren koophandel in wollen stoffen. De pleinen, kerken en andere openbaare gebouwen zyn zeer pragtig, inzonderheid het Stadhuis, het welk een fraai stuk der bouwkunde is, en eenen tooren heeft, die de Klok-toren genoemd wordt. Zo dikwyls als de klok eene volle uur slaat, hoort men, in eene hooge gallerye, het gespeel van trompetten en andere muziektuigen. Over het geheel genomen zegt men dat de Koning van Pruissen het gebied voert over omtrent een zevende gedeelte van Duitschland. De verscheidene Hertogdommen, Graafschappen en Distrikten, welke hem toebehoren, zyn zeer ver van elkanderen gelegen, en in den tegenwoordigen staat van zaaken valt het hem ten uitersten moeijelyk zyne eigendommen juist aan te wyzen. Besbhryving van Duitschland, Naam , Gelegenheid en Uitgestrektheid. Verscheiden zyn de gissingen ten opzigte der benaaminge van dit groote Keizerryk. By de Germanen zelven werd dit Land Teuchland genoemd, een naam , die men zegt dat van deszelfs oudste inwooneren, de Teutonen, is afgeleid. Het werd by de Latynen Germanie genoemd, welke benaaming waarschynlyk is afgeleid van het Duitsche woord gaderen, omdat de Germanen uit verscheidene Natien verzameld zyn, of misschien wel uit Gar en Man, om dus een krygzugtig volk te beteekenen. Dit uitgebreide Ryk grenst ten Noorden aan de Noordzee , Denemarken, en de Oost-zee ten Oosten aan Polen en Hongarye, waaronder wy ook Bohemen tellen; ten Zuiden aan Zwitserland en de Alpen, die het ook van Italie schei-  Aardryksbeschryving. 125 scheiden; en ten Westen aan de bezittingen van Frankryk en aan de Nederlanden, van welken het ook door den Rhyn, Moezel en Maas gescheiden wordt. Het strekt zich van 45 tot 55 graaden Noorder Breedte uit, is 720 Engelsche mylen lang en 600 breed. Duitschland wordt by de Aardryksbeschryvers op verscheidene wyzen verdeeld, in Opper of Zuider Duitschland naamelyk , en in Neder of Noorder Duitschland. Ieder derzelven wordt weder gesmaldeeld in agt Provincien. Maar dewyl Keizer Maximiliaan de 1ste, in den jaare 1500, het Ryk in tien groote deelen, Kreitsen genoemd, verdeeld heeft, en die verdeeling door Karel den V., op de Ryksvergadering, te Neuremberg in den jaare 1522 gehouden , is bevestigd geworden , blyft men het dus beschouwen, behalven dat de tiende verdeeling, de Kreits van Bourgonje naamelyk, en de zeventien Nederlandsche Provincien, reeds lang van het Keizerryk zyn afgezonderd, zodat Duitschland nu uit de volgende negen Kreitsen bestaat. Opper Saxen, Neder Saxen, aan het Noorden, en Westphalen, Oostenryk, Beijeren, aan het Zuiden. en Suaben De Opperrhyn De Nederrhyn in het midden, en Frankenland De Verdeelingen en Afmeetingen van Duitschland worden, door den Heere Templeman, in de volgende Tafel aangeweezen. Naa.  Naamen der Landen. g5 c w « tx £;[»->■ ?a g ra g-o o pi *jaj Duitschland. p| | £ ? § §•< |; n ' 1 " = ■ 3 Boheme 12,060 162 142 Praag, 545 l28 Silesie, 10,250 196 92 Breslaw, 633 158 Oostenryk, 7,160 156 68 Wenen, 650 Moravie, 5,424 120 88 Olmutz, 642 75 Oosten- Stirie 5000 132 86 Gratz 664 63 ryksche Carniola 4,576 102 Laubach 650 140 Kreits. Carinthie, 3,000 115 44 Clagenfurt, 615 120 Tirol 3,900 132 60 Inspruck, 520 210 Trent 2,100 72 44 Trent 553 253 Brizen. 1,300 62 37 Brixen, 540 210 Burgow 650 46 34 Burgow 440 240 Bosch-steden 480 37 25 Rhinefield 380 347 Suabi- Brisgow 380 43 20 Oud Brisac, 360 345 sche Hohenburg, 379 37 27 Hohenburg, 395 305 Kreits Nellenburg 230 25 12 Nellenburg 409 295 Constance. 60 15 18 Constance. 420 296 Gantsche som 56,949 De nieuwste Onderverdeelingen van deeze Kreitsen zyn de volgende. In de Opper-Saxische Kreits heeft men Pomeren, het welk verdeeld wordt in Oost- en WestPomeren. Het eerste, gelegen ten Oosten van de Rivier de Pene, behoort aan den Koning van Pruissen, en het laatste aan de Westzyde staat gantsch en al onder Zweden. Brandenburg, verdeeld in Altmark, Middelmark en Neumark. Het Vorstendom Anhalt. Het Graafschap Mansfield. Het Landgraafschap Thuringen. De Rechtsgebieden van Erfurt en Eischfelt. Het 126 Natuurkundige  Aardryksbeschryving. 127 Het Hertogdom Saxen. Het Marquizaat van Misnie. De Landen van Schwartzburg, Hohenstein, en verscheidene andere, die aan het Huis van Saxen behooren. In de Neder-Saxische Kreits. Het Vorstendom van Halberstadt. Het Hertogdom van Mecklenburg en Saxen Lawenburg en het Graafschap van Ratzeburg in het Middelpunt. Een gedeelte van het Hertogdom Holstein in het Noorden. De Hertogdommen van Bremen, aan het Westen. Brunswyk en Lunenburg aan het Zuiden, en het Bisdom van Hildesheim. In de Westphaalsche Kreits. Het Vorstendom van Minden. De Bisdommen van Munster Osnabrug, Paderborn en Luik. De Hertogdommen Verden, Westphalen, Berg, Gulik en Cleef. Het Graafschap Embden, of Oost-Vriesland Mark, Oldenburg, Delmenborst, Benthem, Meurs en Engern, nevens vens verscheidene andere kleiner Distrikten en Keizerlyke steden. In de Neder-Rhynsche Kreits. De Keurvorstendommen van Mentz en Trier. Het Keurvorstendom van den Rhyn, bevattende twaalf Bailjuwschappen, en het Bisdom Worms. In de Boven-Rhynsche Kreits heeft men: De Landgraafschappen Hesse-Cassel Marpurg, Darmstadt, Opper- en Neder-Elzas De Graafschappen Waldeck, Arparch , Catzenellebogen, en Witteraw, bevattende 9 andere Graafschappen. Het Hertogdom Tweebruggen, Montbelliard en Sundgaw. De Bisdommen Spiers en Bazel. De Neder-Palts In  128 Natuurkundige In de Frankische Kreits heeft men: Het Vorstendom Heneberg. De staaten van den Grootmeester der Teutonische Orde De Markgraafschappen van Neuremberg , Culembach, Anspach en Bareith. Het Hertogdom Hildburghausen. De Bisdommen van Wurtzberg, Bamberg en Aichstat met veele andere Graafschappen en Keizerlyke Steden. In de Suabische Kreits. Het Vorstendom Hoënzollern, Baden, en Furstemberg, Het Markgraafschap Burgaw en Ortenaw. Het Hertogdom Wirtemberg. De distrikten van Brisgow, Hegow en Ulm De bisdommen van Augsburg en Constance. Het Landgraafschap Nellenburg. Het Graafschap Rheinselden, nevens 14 andere Graafschappen, Keizerlyke Steden en Abdyen. De Beijersche Kreits. Nortgow , of de Opper-Palts, bevattende het Landgraafschap Luchtenburg, het Regtsgebied van Amberg, en het Graafschap Cham Het Keurvorstendom Beijeren , zynde verdeeld in de Landvoogdyen Munich en Ingoldstadt. Het Bisdom Freisingen, Regensburg, en Passaw. Neder-Beijeren , bevattende de Landvoogdyën Straubing , Landshut en Burkhausen, Het Aartsbisdom Saltzburg. Het Hertogdom Newburg. De Provoosdy van Bergtelsgarden. Het Graafschap Sultzbach en Partenkirk. In    Aardryksbeschryving 129 In de Oostenryksche Kreits. Het Aartsbisdom Oostenryk, zynde verdeeld in Opper en Neder Oostenryk, Het Hertogdom Stiria, Carniola en Carinthie. Het Markgraafschap Windesmarck. Het Bisdom Brixen en Trent. De Graafschappen Cilly, Tirol en Goritz. Het Koningryk Bohemen , het welk in 16 Kreitsen verdeeld is. Het Hertogdom Silesie, zynde verdeeld in Opper en Neder Silesie. Het Markgraafschap Moravie , onderscheiden in Ooster en Wester Moravie. Deeze Staaten te samen genomen, maaken het Westersche Keizerryk, of Duitschland. In iedere der gemelde Kreitsen is een Directeur, en een Overste. De eerste is gesteld om de burgerlyke, en de laatste om de krygszaaken te regelen. Weenen, de hoofdstad van Neder Oostenryk, van alle de Heerschappyen der Koninginne van Hongarye, en van het Keizerryk zelf, ligt aan de kleine rivier de Wien, welke niet ver van daar in den Donauw valt. De stad is, naar de hedendaagsche manier, wel verschanst, met twaalf groote en ruime bolwerken , en eene diepe gragt. Zy bevat niet meer dan drie mylen in haaren omtrek, maar heeft groote voorsteden, en is vry volkryk , dewyl de meeste Edelluiden hier hun verblyf houden. Men heeft 'er veele steenen huizen, die zes verdiepingen hoog zyn, en platte daken hebben. Zy is de zetel van eenen Aartsbisschop , en haare Domkerk , welke aan St. Steven is toegewyd, is een pragtig gebouw; maar de geschilderde glazen maaken haar donker, zodat dezelven, in plaatse van tot sieraad te dienen, haar ontluisteren. Onder de ryke Kloosters is 'er een voor de Schotse natie , gestigt ter eere van der Schotten Landsman Colman, den patroon JI. Afd. III. Deel. I van  130 Natuurkundige van Oostenryk. Hier is ook eene aanzienlyke Hooge School, diedoor studenten van de meeste natiën in Europa bezogt wordt. Het Keizerlyk Paleis is in deeze Stad, doch men oordeelt dat het niet geschikt is naar de grootheid van den Keizer, dewyl de vertrekken te laag van verdiepinge , en niet in eenen grootschen smaak gemeubileerd zyn , schoon men erkent dat de behangsels zo pragtig zyn, dat derzelver weêrgaê naauwlyks in eenig vorstelyk Hof te vinden is. Des Keizers Boekery behoeft, ten aanzien van het getal en de waardy der boeken, voor geene andere in Europa te wyken, wordende 'er zelfs verscheidene oude en fraaije Handschriften in gevonden. Men heeft hier het beste Gasthuis van het gantsche Keizerryk. Eene der zes Poorten van deeze Stad wordt de Schotse poort genoemd, ter gedagtenisse van zekere merkwaardige krygsverrigtinge, welke door de troepen dier natie daar is uitgevoerd. De verscheidene Voorsteden, die gemeenschap met elkanderen hebben, omringen de Stad in de gedaante van eenen boog; derzelver voornaamste is Leopoldstad aan het Noorden. Zekere aangenaame plaats, een bosch op een eiland , het welk- door den Donauw gevormd is, word by mooi weer van veelen bezogt. Deeze Stad heeft verscheidene belegeringen uitgestaan, inzonderheid eene zeer harde van de zyde der Turken in den jaare 1683, welke twee maanden duurde. Zy werd ontzet door Joannes Sobieski, Koning van Polen, en Hertog van Lithauen. De Paleizen van de Edelluiden en eerste Staatsdienaaren zyn zeer pragtig, vooral is dat van Prins Eugenius de hoogste verwondering waardig, om deszelfs grootheid, gemaklykheid en kostbaare sieraaden. Weenen ligt 134 mylen ten Zuid-Westen van Praag, 615 van London, 205 ten Oosten van Munchen, 554 van Parys, 312 ten Noord Westen van Belgrade, in 712 in de zelfde streek van Constantinopolen, op 48°14' Noorder Breedte, en 16°35' Ooster Langte. Van  Aardryksbeschryving, 131 Van de Regeeringe van Duitschland. Het gantsche Roomsche Keizerryk, gelyk het gemeenlyk genoemd wordt, werd door Karel den grooten gegrondvest, en onder hem en zynen zoon is de regeering monarchaal geweest. Dewyl de heerschappyen deezer Vorsten zeer uitgebreid waren, en zy hunne landen onder verscheidene titels bezaten, werden zy geregeerd, of door persoonen, die van den Keizer zelven onmiddelyk waren aangesteld, of door hunne eigene Vorsten, die Leenmannen des Keizers waren. Beide deeze soorten van Regeerders droegen den naam van Hertogen. De zaaken, die tot den kerkelyken staat behoorden , stonden onder de bestiering van Bisschoppen; en dewyl ten dien tyde de geest van Godsdienstigheid vry algemeen was, waren deeze hoofden der Kerke in zeer groot aanzien. De gerechtsoeffening in de Distrikten, waarin de groote Provincien verdeeld waren, stond aan eenen Amptenaar, die in het Latyn Comes genoemd werd, en by ons den naam van Graaf draagt. Van de Geregtshoven deezer Amptenaaren kon men zich beroepen op dat van den Keizer, waarom de eerste Regter of Voorzitter in het Keizerlyke Hof Comes Palatinus, Paleis-graaf, of Paltsgraaf genoemd is. De zelfde reden van staat maakte ook de aanstelling van andere Amptenaaren noodzaaklyk , als die van eenen Gouverneur der Grensplaatsen of Marken, Marquis of Markgraaf genoemd. De Landgraaf bekleedde een ampt van de zelfde natuur als dat van den Graaf; maar had het gebied over eene grooter Landstreek, en dat wel gemeenlyk over eene, die in het hart des Keizerryks gelegen was. De Burggraaf was des Keizers voornaamste amptenaar in Dorpen en Kasteelen , dat is te zeggen, bepaaldelyk in zodaanigen, die den Keizer zelven toebehoorden, en waarin hy, op het land komende, gewoon was zyn verblyf te houden. Dewyl de Keizerlyke waardigheid oudstyds volstrekt onI 2 af-  132 Natuurkundige afhanglyk en erfelyk was, en dewyl deeze Monarchen een zeer uitgebreid vermoogen bezaten, hebben hunne opvolgers altyd eenig regt tot eene dergelyke magt voorgewend, en zich somtyds groote voorregten aangemaatigd. Nademaal deeze Keizers de Beschermheeren der Roomsche Kerke waren, oordeelden de Pausen het raadzaam hen grooter te maaken dan andere Vorsten; om die reden noemden zy hen de Waereldlyke Hoofden der Christen Waereld, en dit deeden zy reeds lang voor dat zy den titel van Majesteit aan andere Koningen schonken ; maar nu heeft de Keizer, wanneer men slegts den voorrang uitzondert, naauwlyks eenig voorregt boven andere Monarchen. Men moet egter erkennen dat hem, by sommige byzondere gelegenheden, groote eerbied is beweezen geworden , en dat zeer magtige Vorsten, niet slegts zonder eenige teekens van misnoegen leenmannen des Keizers zyn, maar zelfs hun best doen om hun regt daartoe te bewyzen. Schoon de Koningen van Duitschland, in vervolg van tyd Keizers genaamd, altyd verkiesbaar waren, vond men egter, om de bezitting dier waardigheid tot den kring der Duitsche Vorsten te bepaalen, en hen van dezelve te verzekeren , onder de regeering van Lodewyk van Beijeren goed de Keurvorstelyke vereeniging te vormen, die door den Keizer bevestigd, en naderhand door de vaststellinge van Karel den IVden , zo wel bekend onder den naam van de Gouden Bulle, gewettigd werd. Door deeze vaststelling zyn het getal en de titels der Keurvorsten , en tevens de wyze van derzelver verkiezinge bepaald geworden. De Aartsbisschop van Mentz kreeg den titel van Groot Kansellier des Duitschen Keizerryks ; de Keurvorst van Keulen dien van Groot Kansellier des Keizerryks in Italie; de Keurvorst van Trier dien van Groot Kansellier des Keizerryks in Gallie en Vlaanderen; de Koning van Boheme kreeg den titel van Schenker; de Paltsgraaf dien Van Opper-stedehouder ; de Graaf van Saxen dien van Groot Maarschalk ; de Markgraaf van Brandenburg dien van Groot Kamerling ; en de Hertog of Keurvorst van Beije-  Aardryksbeschryving. 133 Beijeren dien van Opper spysopdraager. In den jaare 1692 werd 'er een negende Keurvorstendom , ten voordeele van Ernst Augustus, Hertog van Lunenburg, Grootvader van zyne thans regeerende Majesteit van Groot-Brittanje, ingevoerd, die den titel kreeg van Keurvorst van Brunswyk, Lunenburg, Hanover, nevens dien van Opper Thesaurier. Duitschland is vol van onafhanglyke Vorsten, die in hun Landgebied vryer en volstrekter regeeren, dan verscheidene gekroonde Hoofden in het hunne, het welk den Keizer eenige reden tot jaloezy geeft , waarom hy het van zyn belang oordeelt hen allen , by zyne krooning, in hunne byzondere Regten en Privilegiën te bevestigen. Maar niettegenstaande hunne onafhanglykheid , vryheden en voorregten , worden zy egter , indien zy in hunnen pligt te kort schieten of de goede trouw verbreeken , door den Keizer in den ban gedaan. De oppermagt van deeze Vorsten ontstaat uit die vereeniginge, welke het Keizerryk uitmaakt, zodat de onderwerping gebooren wordt uit hunne bewilliging, en de straf overeenkomt met dit denkbeeld der zaake, dewyl dezelve bestaat in de beroovinge dier Landen , welke hen leden maaken van het Keizerryk. Wy zullen onze staatkundige Historie van Duitschland besluiten met een kort berigt wegens den Roomschen Koning , die gemeenlyk verkoozen wordt op verzoek en tot gemak van den regeerenden Keizer. Deeze verkiezing geeft egter veel eer eenen Titel dan eenig Ampt; want een Roomsch Koning belooft dat hy zich niet zal bemoeijen met de zaaken van het Keizerryk , geduurende het leeven van den Keizer; maar by deszelfs overlyden wordt hy Keizer, wanneer de plegtigheid der krooninge slegts verrigt is , zonder dat 'er eene tweede verkiezing vereischt wordt. Van de Inwooneren. Men stelt genoegzaam algemeen vast dat de oude Duit I 3 schers  134 Natuurkundige schers oorspronglyk de zelfde natie uitmaakten als de Celten en Gaulen, en dat zy beiden afstamden van de oude Gomeriërs , nazaaten van Gomer , den oudsten zoon van Japhet. Deeze Germaanen of Duitschers waren alleenlykvermengd met de oude Scythen en Sarmatiërs, die de streeken, welke aan de landpaalen der eerstgemelden grensden, bewoonden, en wel in het byzonder die, welke tusschen den Rhyn en Donauw, gelegen zyn. Ongetwyfeld hebben de Duitschers veele gewoonten , en eenige woorden van deeze volkeren overgenomen. Maar in de meeste deelen van Duitschland vinden wy zulk eene gelykheid in den Godsdienst, Wetten, Gewoonten en Taale, dat 'er naauwlyks eenige grond is om te twyfelen of zy zyn uit den zelfden ouden stam als de Celten en Gaulen gesprooten, en door verscheidene verhuizingen uit Asie overgekomen zyn. Het schynt dat de Germaanen by de Romeinen, ten minsten by hen, die wat ver van derzelver land af woonden, maar weinig bekend geweest zyn, dan eenen geruimen tyd, nadat M. Agrippa in de streeken, welke zy bewoonden, gekomen was. Wat den voorrang der Gaulen boven de Germaanen betreft , ten opzigte der oudheid, wy hellen over om in dit geval voor de Gaulen te besluiten, niet slegts om dat derzelver afkomst van de oude Gomeriërs duidelyker kan ontdekt worden, maar omdat men vindt dat zy de beste streek des lands bewoonen; want de Germaanen, als de jongste tak uitmaakende, waren misschien genoodzaakt om zich door de Noordelykste en ongunstigste deelen van Europa te verspreiden , totdat zy eindelyk den Rhyn konden overtrekken , en zich van zuidelyker landen meester maaken. Onze Leezers, die een byzonderer berigt wegens de oude bewooners van Germanie, en de afleiding van derzelver benaamingen begeeren mogten, wyzen wy naar de Algemeene Historie. Hunne Taal is eene dialekt van de Teutonische, en zy zyn gewoon zich zeer te beroemen dat zy eene Taal spreeken, welke van geene andere is afgeleid; ook blyven zy hardnekkiglyk weigeren eenige woorden van hunne nabuu ren  Aardryksbeschryving. 135 ren te ontleenen, niettegenstaande zy dikwyls genoodzaakt zyn, zeer ongevallige samenstellingen te maaken om hunne meening verstaanbaar uit te drukken; hunne Wortelwoorden zyn zeer hard, en vol Medeklinkers, zodat zy zeer bezwaarlyk uit te spreeken, en te leeren zyn! Desniettegenstaande noemen zy hunne Taal mannelyk. Men moet egter erkennen dat de beschaafder soort van luiden sederd eenige jaaren hunne vooroordeelen hebben afgelegd, een oogmerk hebben om huune Taal te beschaaven , en dat men aan de meeste hoven van Duitschland Fransch spreekt; doch aan het Hof van Weenen. in de Palts, en in eenige andere plaatsen blyft het Italiaansch den voorrang behouden. Veele Edelluiden, Koopluiden en andere voernaame persoonen spreeken het Latyn zeer sierlyk. De oude Duitschers waren, wat hunnen Godsdienst betrof, Heidenen; zynde het Heidendom grootdeels uit hun land verbannen geworden door den H. Clemens, Crescens, Marcus, en andere onmiddelyke opvolgers der Apostelen, zodat de Christelyke Godsdienst in het midden der tweede eeuwe in Duitschland reeds in eenen bloeijenden staat geweest is. Maar de deelen, die verder Noordwaards gelegen waren, bleeven lang in hunne blinde bygeloovigheid volharden, zynde de Saxen niet bekeerd geworden voor den tyd van Karel den Grooten. De verbasteringen, welke, geduurende de middeleeuwen in de Roomsche Kerke insloopen, verspreidden zich in deeze streeken, en hadden merkelyk de overhand tot aan de tyden van Maarten Luther, Jan Huss, en Jeronimus van Praag, die openlyk predikten tegen 's Pausen magt om zonden te vergeeven, en stellingen tegen Vagevuur, Boete, en andere byzonderheden, waarin het Hof van Rome veel belang stelde, gemeen maakten. Verscheidene Vorsten en Staaten van Duitschland begunstigden Luthers zyde; anderen kantten zich geweldiglyk tegen hem; zodat men, na het beroepen van veele Kerkelyke vergaderingen; na het beginnen en voortzetten van oorlogen zelfs , te Augsburg in I 4 den  136 Natuurkundige den jaare 1655 besloot dat noch de Keizer, noch eenig ander Vorst iemand om de belydenis van den Protestantschen Godsdienst zoude moogen kwellen of ontrusten ; dat men ook geene Vorsten of Staaten zoude moogen dwingen om hunnen Godsdienst, Plegtigheden of Wetten te veranderen; en dat noch de Keizer, noch eenig Vorst zodaanigen, die zulks mogten goedvinden te doen , met veragtinge zoude moogen behandelen; maar integendeel moeten dulden dat zy vryelyk belydenis deeden van den Protestantschen Godsdienst, en hunne goederen en eigendommen in vrede bleeven genieten. Ten onzen tyde telt men onder de Protestantsche Staaten het Keurvorstendom Saxen; het Markgraafschap Brandenburg; het Landgraafschap Hessen; de Steden Straatsburg, Lunenburg, Ulm, Neurenberg, Constance, en verscheidene andere Keizerlyke Steden. Oostenryk, Beijeren, de geestelyke Keurvorstendommen, en meer andere Staaten zyn Roomsch-Catholyk. De Hervorming van Geneve, of de leer van Calvinus is door den Koning van Pruissen, den Landgraaf van Hessen, en meer andere Vorsten aangenomen , en de Calvinisten genieten in Duitschland gelyke voorregten als zy, die der Augsburgsche Consessie zyn toegedaan, dat is als de Lutherschen. De Joodsche Godsdienst wordt in verscheidene deelen van Duitschland, en in het byzonder in de Keizerlyke Steden geduld. Maar niettegenstaande de wetten des Keizerryks vryheid geeven tot de openbaare oeffening van den Roomschen, Lutherscben en Hervormden Godsdienst; niettegenstaande ten aanzien der Jooden overal groote inschiklykheid plaats heeft, en de Protestanten door het verdrag van Westphalen tegen allen overlast zyn beveiligd geworden, poogen egter de Roomschgezinden dagelyks de voorregten der Protestanten te besnoeijen, zodat het voor de Protestantsche Vorsten volstrektelyk noodig is zeer op hunne hoede te zyn, en zich altyd gereed te houden om hunne goede zaak door het zwaard te verdedigen; en indien zy  Aardryksbeschryving. 137 zy met vereenigde poogingen de Roomschgezinden wilden tegenstaan , dan zouden dezelven hun nimmer eenigen weêrstand kunnen of durven bieden. De Geleerdheid wordt, zo wel met betrekking tot de kennis van Taalen, als van allerleie Weetenschappen in Duitscbland genoegzaam algemeen aangekweekt. Daar zyn 28 openbaare Hooge Schoolen , voornaamelyk geschikt ter voortzettinge van Godgeleerde oeffeningen; naamelyk te Weenen , Mentz, Keulen, Trier, Luik, Heidelberg, Leip-. sig, Erfurt, Tubingen, Rostock, Freiburg, Ingolstadt, Straatsburg, Gipswaid, Dillingen, Wittenberg, Frankfort, Marpurg, Jena, Helmstadt, Lewenghen , Paderhorn , Keil, Gratz, Giessen, Siegen, Altorf en Olmutz. Behalven deezen zyn 'er meer andere instellingen, die onmiddelyker onder des Keizers bescherming staan, als 1. Het Genootschap, het welk den naam draagt van het vrugtbaare Genootschap , geschikt om de kennis der Hebreeuwsche en Hoogduitsche taalen te bevorderen. 2. De Koninglijke Maatscbappy, ter voortzettinge van Natuurlyke Wysbegeerte en Geneeskunde. 3. Het Keizerlyke Historische Kollegie. 4. Het Keizerlyke mathematische Kollegie. Eindelyk heeft men te Leipsig een Genootschap van eene zeer uitgestrekte nuttigheid opgerigt , het welk zich niet slegts tot wysgeerige en wiskundige stukken bepaalt, maar zyne beschouwinge uitstrekt tot alle deelen der Geleerdheid. De tyd van deszelfs eerste oprigtinge was omtrent het jaar 1680, en kort daarna gaven de Leden hunne eerste Proeven uit, onder den titel van Acta Eruditorum Lipsiae publicata. Dit Genootschap is sederd dien tyd merkelyk in bloei toegenomen, en blyft het gemeen by aanhoudendheid verpligten door nieuwe ontdekkingen en verbeteringen in verscheidene Weetenschappen in de Latynsche taale te beschryven, en aan de waereld mede te deelen , wordende de uitgegeevene verhandelingen van tyd tot tyd in veele andere taalen overgezet, en dus door de verscheidene deelen van Europa verspreid. van het vernuft der Duitschers heeft men blyken in de I 5 uit-  138 Natuurkundige uitvindinge en verbeteringe van veele Handwerken, en wel in het byzonder in het Klokken-maaken; zy hebben alle andere natiën in het voortbrengen van verscheidenheid van beweegingen overtroffen, dewyl hunne Klokken niet slegts den loop van Uuren en Minuuten, maar zelfs dien van Zonne, Maane en Starren aanwyzen, waarvan de Klokken te Straatsburg, te Praag en in meer andere steden van Duitschland genoegzaame bewyzen verschaffen. Keizer Karel de Vde had een Horologie in zynen ring, en de Keurvorst van Saxen had eene Klok in de knop van zyn zadel. De Duitschers eigene zich ook de eer toe dat de Boekdrukkunst onder hen is uitgevonden, te weeten door Johan Gottenburg, eenen Schepen van Straatsburg, in den jaare 1440; niettegenstaande de Hollanders hun die eer met groot recht betwisten, en dezelve aan den Haarlemlemschen burger Laurens Koster toeëigenen. De uitvinding van het Geschut is ongetwyffeld de hunne, en is omtrent het jaar 1330 geschied. Men moet ook erkennen dat zy groote verbeteringen gemaakt hebben in de Chemie, Muziek en Poëzye; maar heldendaaden en krygsverrigtingen zyn in het byzonder naar hunnen aart geschikt, en dezelven maaken ook de voornaamste onderwerpen hunner Digtstukken uit. Van ouds af waren zy gewoon hunne plegtigste eeden te doen op den rug van een zwaard, en fraaije wapenen zyn by hen altyd onder de grootste sieraaden geteld geworden. Hunne jongelingen verlangen zeer sterk om die jaaren te bereiken, waarin zy dezelven moogen draagen; want het misbruiken van het geweer is oorzaak geweest dat men ten deezen opzigte eenige voorzigtige bepaalingen heeft ingevoerd. De zugt tot de wapenen en de begeerte naar krygsëer, welke onder de Duitschers van eene beschaafde opvoedinge zeer sterk zyn , hebben veelen hunner aangezet om de krygskunde te leeren, zodat zy niet slegts een aantal van zeer bedreevene Bevelhebbers voor hun eigen land, maar ook voor Vrankryk en andere deelen van Europa uitleveren; want de Onder-officieren worden zelden zo wel binnen 's als buiten 's lands bevorderd. Vooral heb-  Aardryksbeschryving. 139 hebben de Franschen zeer hooge gedagten van de dapperheid der Duitschers; en egter hebben de laastgemelden zo veel magts over hunne driften , dat 'er onder hen naauwlyks ooit van tweegevegten gehoord wordt. De Edelluiden zouden liever geene zoonen hebben , en hunne bezittingen in andere familiën met meer genoegen zien overgaan , dan dat zy zien zouden dat de luister van hun geslagt door eenig laag bedryf bezoedeld wierd. De Geestelyken hebben alle hoedaanigheden van fatsoenlyke luiden en getrouwe leeraaren. Zy bezitten doorgaans vry uitgebreide kundigheden, zyn gespraakzaam jegens vreemdelingen, en ernstig en deftig in hun prediken, onder het spreeken maaken zy nette en gepaste beweegingen, kiezen doorgaans stoffen uit, die de stigting bevorderen , en zyn zeer geschikt van leevenswandel. Men kan egter zo veel goeds niet van de Roomsche Bisschoppen zeggen, dewyl dezelven zo wel naar waereldlyk als naar kerkelyk gezag staan. De Protestantsche ouders zyn zeer zorgvuldig in de opvoedinge hunner kinderen, zodat 'er weinigen , zelfs onder luiden van den eersten rang zyn, die geene voldoende reden van hun geloof kunnen geeven. Het is egter onbetwistbaar dat de Duitschers meer gezet zyn op de beoeffening van Konsten en Weetenschappen dan op die der Taalen: want de hedendaagsche Taalen, de Fransche naamelyk en Italiaansche, worden meer door verkeeringe, en binnen 's huis, dan door onderwyzingen in Schoolen aangeleerd. In het burgerlyke leeven zyn de Duitschers groote liefhebbers van maaltyden en vrolyke partyen. Gemeenlyk vermaaken zy zich egter met koude deserten, bestaande in biscuit, banket en vrugten, die in den tyd zyn, waarby doorgaans muziek en wyn komt, die meermaalen uit drinkschaalen , welken men laat rondgaan, dan uit glazen wordt toegediend. Geboorte-bruilofts en doodmaalen zyn hier veel kostbaarer dan in andere landen. De laatstgemelden worden onder luiden van aanzien met zo veel pragts en plegtigheids gehouden, dat men ze voor vreugde-fees ten  140 Natuurkundige ten zoude aanzien. Men houdt het lyk eene week of langer boven aarde, geduurende welken tyd het huis open staat voor bloedverwanten en nabuuren, terwyl zodaanigen, die binnen treeden, telkens allerleie versnaperingen worden aangebooden. Zy zyn ook zeer gezet op eertitels, waaruit de gewoonte dat de titels van de ouderen op kinderen overgaan haaren oorsprong schynt genomen te hebben; zodat, indien de vader een Hertog is, alle de zoonen Hertogen, en de dogters Hertoginnen zyn, welke gewoonte regt geschikt is om hunnen Adel wel te vermeerderen, maar tevens te verarmen. De Gebouwen in Duitschland zyn zo pragtig als ergens in Europa, uitgezonderd in Italie, waar derzelver pragt nog grooter is. De Raadhuizen zyn 'er zeer grootsch, en de meeste Paleizen en Domkerken zyn naar den Gothischen bouwtrant aangelegd, vooral in het gebied van Oostenryk en Beijeren, als naast aan Italie gelegen zynde. De Huizen zyn gebouwd met platte daken; veelen derzelver hebben zeer schoone voorgevels, en zyn van buiten fraai geschilderd, en van binnen voorzien van verscheidene versierselen. De Marktplaatsen zyn doorgaans net en ruim, en de Tuinen zeer wel aangelegd , naar den Italiaanschen smaak. De Grenssteden zyn, over het algemeen geno men, naar de konst verschanst en zeer sterk gemaakt, vooral in het gebied des Konings van Pruissen. Op de hooge wegen zyn mylpaalen opgerigt, en hier en daar vindt men lommerryke laanen met zitplaatsen, waar de reizigers onder de schaduw kunnen rusten. Doch niettegenstaande men groot opgeeft van de mildheid of gastvryheid en edelmoedigheid der Duitschers , en van de vryheid hunner regeeringe , moet men egter erkennen dat ver het grootste gedeelte van het gemeen, en in het byzonder de boeren, eeniglyk afhangen van de genade hunner Heeren en Meesteren, dat zy dikwyls soldaaten moeten herbergen en betaalen, ja zelfs wel gedwongen worden om als soldaaten dienst te neemen , zonder dat  Aardryksbeschryving 141 dat hun handel of familiën hen daaromtrent eenigzins verschoonen, hoewel het laatste niet zeer gemeen is. De huisluiden zyn in zo verre onderworpen aan hunne Heeren , dat dezelven, wanneer zy reizen, over de persoonen en paarden der boeren beschikken kunnen. Dit volk is egter zo beroemd om zyne getrouwheid en gehoorzaamheid aan hunnen Vorst, en zo afkeerig van omwentelingen en oproerigheid, dat zy zeer gerust onder hunne vastgestelde regeering leeven. De Vermaaklykheden in Duitschland zyn zeer menigvuldig, en bestaan voornaamelyk binnens huis in het schaaken, kaartspelen, dobbelen, en houden van gezelschappen. Buitens huis zoekt men uitspanning des zomers in het vaaren, des winters in het schaatsryden op het ys, of het ryden in sleeden, waarvan men hier verscheidene soorten heeft; sommige derzelven zyn open , en gaan voort door middel van veeren; andere gelyken naar de Romeinsche triumfwagens, en worden door een paard, of eenig wild dier, het welk daarop afgerigt, en rykelyk versierd is, voortgetrokken. Deeze uitspanning is voornaamelyk geschikt voor Vorsten en Edelluiden. Maar de algemeenste en geliefdste vermaaklykheid der Duitschers is de de jagt, waarin men erkennen moet dat zy zeer bedreeven zyn. De Mans in Duitschland zyn groot, welgemaakt, sterk, en gehard tot moeijelyken arbeid, waartoe zy ook door de natuur bekwaam gemaakt zyn. Zy kleeden zich eenvoudig, maar hebben de gewoonte van goede stoffen te draagen. De Vrouwen van aanzien volgen doorgaans in haaren opschik de Fransche mode, zonder dat zy zich egter blanketten. Haar gewaad is ongemeen kostbaar, maar zedig, en zy zyn groote liefhebsters van juweelen. In de keizerlyke landen zyn vrouwen van eenigen rang gewoon, haare mutsen, mantels, kapers, handschoenen, en andere dingen, welke haar tot deksel dienen, met kostbaare bonten te voeren. Hunne gewoone spys is Rundvleesch , Schaapen- en Kalfs-  142 Natuurkundige Kalfsvleesch, Spek, Gevogelte, en meer andere dingen welke mede by ons in gebruik zyn, en door hun in groote meenigte worden gereed gemaakt. Somtyds eeten zy ook slakken, en eenigen hebben uit dien hoofde slakkenhuizen in hunne tuinen. Hun drank is Bier van verscheidene soorten, het welk niet zelden zeer bitter is, gelyk het in meer andere landen gevonden wordt. Daarenboven hebben zy overvloed van verscheidene soorten van Wynen , waaronder de Rhynsche en Moezel-wyn de voornaamste zyn. Natuurlyke Historie. De Lugt is in de verscheidene deelen van Duitschland zeer verschillend; doch in de meeste plaatsen is zy vry gemaatigd, voornaamelyk aan de oevers van den Rhyn en Donau. In de Noordelyke streeken is zy koud, en men vindt daar den grond ook minder vrugtbaar. De Jaargetyen zyn 'er zeer onderscheiden. In de Zuidelyke en Westelyke deelen zyn zy regelmaatiger, en men heeft daar bestendiger weer dan in die landen, welke digt aan de zee gelegen zyn, veele meiren en rivieren hebben, en waar veel regen valt. In andere plaatsen , waar de oppervlakte der aarde drooger is, heeft men somtyds langduurige droogten. De Noorde-wind , uit de Oost-zee, en van het Zweedsche gebergte komende, veroorzaakt vorst en sneeuw. De Oostenwinden, die over het vaste land, van eenen afstand van duizenden van mylen, uit China by voorbeeld en Japan, waaijen, brengen droog en ongezond weer aan. Uit het Zuiden komen in den zomer verfrisschende koeltjes van de Alpen, maar de zuidwestewind is de gemeenste en gezondste, welke in Duitschland waait. Over het algemeen genomen is deeze Landstreek, wat de Lugtsgesteltenis betreft, zo gelyk aan Groot Brittanje dat de Engelschen nergens beter dan hier kunnen leeven, het geen men ook van Polen getuigen mag. De Grond in Duitschland is ongemeen vrugtbaar, en ver-  Aardryksbeschryving 143 verschaft in zeer veele plaatsen overvloed van Koorn , Weilanden, Houtgewas, Vlas, Meekrap, Vrugten en Gewassen van allerleie soorten, en dat in groote volmaaktheid. In de velden vindt men eene meenigte van Rundvee, Schaapen en Paarden; zelfs verschaffen de bosschen en onbebouwde plaatsen ontelbaare dingen, welke tot onderhoud der armen en gemak der ryken van dienst zyn. Zy leveren eenen onbekrompen voorraad van hout tot bouw- en brandstoffen. Ook heeft men 'er groote verscheidenheid van wild en tam gedierte, wild Gevogelte , en eene meenigte van Harten, die zeer groot, en zo vet worden dat Hartenvleesch, in zekeren tyd van het jaar, voor de Duitschers eene algemeene en smaakelyke spys is. In de bosschen heeft men ook eene meenigte Zwynen en Schaapen. De boomgaarden zyn vol van die vrugtboomen , welke onder ons mede gemeen zyn, en vooral vindt men in de zuidelyke provinciën overvloed van de smaakelykste vrugten. Hunne Wyngaarden verschaffen de kostelykste Wynen; inzonderheid hebben zy Rhynsche en Moezel Wyn in de grootste hoeveelheid en volkomenheid, en dezelven worden veel naar andere landen verzonden. Misschien heeft geen ander gedeelte der waereld zulk eenen ryken voorraad van allerleie geryflykheden en noodwendigheden des leevens, schoon mooglyk in andere deelen sommige byzondere dingen in grooter volkomenheid gevonden worden. Doch de Duitschers zouden zelfs ten deezen opzigte den voorrang kunnen hebben, wanneer de Landbouw onder hen steeds met meer yvers geoeffend, en sterker door hunne Grooten aangemoedigd was. Uitgestrekte heijen en velden, waarvan men merkelyke voordeelen zoude hebben kunnen trekken, zyn lang onbebouwd gebleeven, gelyk men uit de Historie van Duitschland kan opmaaken; en de inwendige deelen der aarde zyn ook zeer vrugtbaar in zodaanige voortbrengselen, die tot gemak, en ter bevorderinge van den koophandel der inwooneren kunnen dienen. Men erkent algemeen dat de oppervlakte van Duitsch land  144 Natuurkundige land eene ruime vlakte is, hier en daar voorzien van bevallige heuvelen, die egter nergens met regt den naam van bergen kunnen draagen, uitgezonderd aan den kant van het Zuiden en Zuid-westen, alwaar de Alpen en eenige weinige Bergen in de Elzas als grenspaalen van en bolwerken tegen Italie en Vrankryk zyn aan te merken; ook moet men die hoogten in de Suabische Kreits, te Thuringe, in Opper-Saxen, te Hirchburg en Zottenburg in Silesie waardoor het van Moravie gescheiden wordt, (welke allen bergen genoemd worden) nevens eenige andere uitzonderen. Derzelver opper-vlakten verschaffen weiden voor runderen, en van binnen zyn zy verrykt met verscheidene Metaalen, Mineraalen, Delfstoffen, kostbaare steenen, ja zelfs met Goudstof, het welk 'er dikwyls aan de oevers van den Rhyn, schoon gemeenlyk vermengd met rood zand, gevonden is. De berugte Zilver-mynen zyn in Bohemen, en andere deelen van den Oostenrykschen Kreits, in Silesie , in Suaben, in Beijeren, in Opper en Neder-Saxen, en in den Westfaal schen Kreits. Mynen van Kwikzilver vindt men mede in Oostenryk en Beijeren. - Koper-mynen zyn in Oostenryk, Beijeren, Suaben, in de Opper Rhynsche Kreits, en in Neder Saxen. - Tin en eene meenigte van andere Metaalen heeft men in Oostenryk en Beijeren. - Yzer van de beste soort, en in de grootste hoeveelheid, wordt gevonden in Beyeren, Westfalen, en den Neder Rhijnschen Kreits. - Lood is in Oostenryk, Beijeren, den Opper Rhynschen Kreits, Westfalen , Silesie en Opper en Neder Saxen. Sulfer, Zwavel en Vitriool vindt men in Oos tenryk, Beijeren en Silesie. - Saltpeter in Oostenryk en Beijeren. - Zoutmynen en Zoutputten in Oosten ryk, Beijeren , Silesie en Neder Saxen. Kostbaare Steenen, als Karbonkels, Amethisten, Jaspis van verscheidene kleuren, Saffieren, Agaaten en meer andere, worden gevonden in Oostenryk en den Neder Rhynschen Kreits; in de Palts heeft men Albast en verscheidene soorten van Paerlen, Turkooizen en Robynen, welke in deeze land stree-  AARDRYKSBESCHRYVING 145 streeke zo voortreffelyk gevonden worden als ergens in geheel Europa, en waarvan eene groote meenigte in de kabinetten en verzamelingen van zeldzaamheden van den Keizer, van de Keurvorsten van Beijeren, Brandenburg, Hanover en Saxen, en van veele byzondere liefhebbers van zeldzaame natuurlyke voortbrengsels, bewaard wordt. Boheemsche Kristallen, die, gesleepen zynde, zich in grooten luister vertoonen, worden in oorringen, vingerringen en knoopen gezet, en in verscheidene deelen van Europa verkogt. - Eene andere natuurlyke zeldzaamheid is de Schiofferstein, zynde een zwartagtige glinsterende soort van steen of zout , welke fyn gewreeven en gesmolten wordende, veel koper en een weinig zilver verschaft. Groeven van kostbaar marmer, en andere fraaije Steenen van eene ongemeene gedaante vindt men vooral in Beijeren, Tirol, Luik en eenige andere streeken. Daarenboven zyn 'er veele groeven van Leisteen , Kryt, Oker, Alluin, Joodenlym enz. By Maastricht vindt men eene merkwaardige Steengroeve, die zich vertoont als een groot onderaardsch paleis, onder eenen grooten heuvel, geschraagd door eenige duizenden vierkante pilaaren , die meest allen twintig voeten hoog zyn, en tusschen welken verscheidene wandelwegen en schuilplaatsen loopen, die van groot nut zyn in tyden van oorlog; dewyl zy het nabuurig landvolk, het welk zich, by het aannaderen van eenen vyand, met zyne goederen derwaards begeeft, eene veilige toevlugt verschaffen. Naby Blakenburg, in de zelfde landstreeke , zyn twee hooge rotsen tegenover elkanderen, die twee Monniken in hun gewaad verbeelden, even als of zy door konst gemaakt waren, om welke reden zy de Monnik-rotsen genoemd worden. Daar worden ook verscheidene Steenen opgegraaven, waarop men de afbeeldingen van dieren ziet, ja zelfs sommigen, die de figuur van menschelyke ligchaamen vertoonen. Steenen van deeze laatste soort vindt men door II. Afd. III. Deel. K gaans  146 Natuurkundige gaans op den berg Calenberg, omtrent 9 mylen van Weenen, waar 'er ook zyn, die de afbeeldingen van boomen vertoonen. Nog zyn 'er andere Steenen, die zo doorschynend zyn als gezuiverde kandy-suiker In de meeste Kreitsen vindt men Koolputten van verschillende hoedaanigheden, waaruit veelen, die in derzelver nabuurschap woonen, goeden voorraad van koolen op eene gemaklyke wyze haalen kunnen; doch onzes weetens verschillen zy niet merkelyk van die, welke in Engeland gevonden worden. In het Keurvorstendom Mentz is eene groeve van fraai rood Marmer met witte aderen, waarvan het Keurvorstelyk paleis gebouwd is, en waarmede veele andere pragtige gebouwen versierd zyn. Men vindt hier ook eenige fraaije soorten van Aarden, en onder anderen eene, Terra Sigillata genaamd, die van eene harde stoffe is, met witte, geele en roode aderen; men houdt dezelve tot een tegengift tegen allerleie vergiften. Niet slegts heeft men in dit Ryk menigvuldige Bronnen, maar ook zeer veele Fonteinen en Baden, ja men agt dat derzelver aantal in Duitschland alleen grooter is, dan in alle de overige deelen van Europa te samen genomen. In Moravie alleen telt men 'er dertig; en in de verscheidene Kreitsen zyn meer dan 1000 Bronnen van staalwater , waarvan sommigen heet, anderen koud , en eenigen koud of heet in verschillende tyden zyn. Veelen van deeze Bronnen kan men in de Philosophische Transactien, en in meer andere werken genoemd of beschreeven vinden. De Mineraale wateren van Spa in Westfalen, verdienen zekerlyk onze byzondere opmerking. Hier zyn vyf Bronnen , van welken drie als de voornaamste worden aangemerkt; zy zyn ten tyde der Romeinen reeds bekend geweest, en naderhand heeft men haare verschillende hoedaanigbeden en kragten in veele zeer gewigtige en moeijelyke gevallen ondervonden. De Bron van Panhon de mid-  Aardryksbeschryving 147, middelste der vyf gemelden, is van grooten dienst tegen graveel en scheurbuik ; die van Sauvanaire is van eene merkwaardige kragt tegen Schorbutike kwaalen; en de Geronstere, de derde , wordt geroemd, omdat derzelver wateren, in- of uitwendiglyk gebruikt wordende, door de ondervindinge blyken van eenen balsemagtigen en heilzaamen aart te zyn. Pyrmont is ook berugt om zyne Minerale Wateren , doch de Wateren van Aken worden nog hooger gepreezen. Wegens deeze laatsten vinden wy door Dr. Brown en Dr. Blondell gemeld dat zy verdeeld zyn in het Keizerlyke Bad, en het kleine Bad, en dat de Bronnen van beiden zo heet zyn dat men het water tien of twaalf uuren laat koelen, eer men het gebruikt. Zy zyn Sulfer- Zouten Saltpeteragtig , zynde bezwangerd met Saltpeter en Sulfer. Somtyds worden 'er gantsche koeken van Saltpeter uitgenomen, en zy zyn in het eerst zeer onaangenaam van smaak. Naby deeze Baden is eene Fontein van warm water, welke in de zomersche morgenstonden veel bezogt, en welker water door hun, die sleepende kwaalen hebben, gedronken wordt. Die Baden, welke in de nieuwe stad zyn, naamelyk het Roozen-bad, het Armen-bad, en St. Corneilles Bad, zyn zo heet en zuiver niet als de reeds gemelde Baden. Naby de heete Bronnen zyn eenige koude, welke kunnen dienen om derzelver hette te temperen. Zy, die een berigt begeeren wegens het verschil deezer Baden , wegens de manier om ze te gebruiken, en wegens de overeenkomst tusschen deeze en de Engelsche Baden in Somersetshire, kunnen hetzelve vinden in de Verhandelinge van Dr. Blondell over de Natuur der Baden, en in meer andere werken. Embs is mede berugt door zyne Baden. Dezelven zyn bezwangerd met Alluin, Vitriool, Sulfer en Yzer; zy zyn van grooten dienst tegen verzwakkingen in de dyen, armen en andere deelen des ligchaams, verzagten de jigten kramppynen, en worden ook nuttig bevonden tegen kortaêmigheid, verstoppingen in de borst en maag, en de K 2 mees-  148 Natuurkundige meeste andere kwaalen, die door het gebruik der Baden te geneezen zyn. Het voornaamste Bad werd hier aangelegd door den Prins van Hessen Darmstadt, in den jaare 1583 Wisbaden is merkwaardig door zyne heete Baden, die met Sulfer, Alluin en Salpeter bezwangerd zyn; doch dewyl het Sulfer in grooter meenigte dan de andere stoffen in dezelven plaats heeft, zyn zy de heetste in gantsch Europa, behalven die van Carlsbadt in Bohemen. Men heeft in dit Landgraafschap meer andere Bronnen van minder aanbelang. Schwalbach, in het Landgraafschap Hessen , is berugt ter oorzaake van deszelfs menigvuldige geneezende Bronnen, die van groote kragt zyn ter verdryvinge van veele kwaalen, en door luiden van den hoogsten rang bezogt worden. Verscheidene Duitsche Geneesheeren hebben over derzelver hoedaanigheden gehandeld. De wateren komen in smaak genoegzaam overeen met die van Spaa , maar men oordeelt dat zy wat sterker zyn. Onder het gebruiken derzelven volgt men de zelfde leefregels als te Spaa, behalven dat men hier veel beter zyn vermaak kan neemen ; want hier is een groot vertrek, waarin alle de gasten by elkanderen komen, en zich met verscheidene spelen verlustigen. Ook vindt men ter deezer plaatse Galanterie-winkels. Men heeft 'er dikwyls Bals, en somtyds wordt 'er eene Comedie in het Hoogduitsch gespeeld. Nog heeft men 'er niet zelden groote feesten, tot welker aanrigting ieder eenig geld toebrengt. Doorgaans houden hier Vorsten, die de wateren gebruiken, hun verblyf, en brengen niet weinig toe om de verlustigingen te bevorderen. De smaak van deeze wateren is wat wrang, even als die van Rhynschen wyn; zy zyn zeer zagt in hunne werkinge, en worden ongemeen dienstig geoordeeld om het bloed te zuiveren. Te Wildungen zyn mineraale Bronnen, die sterk bezwangerd zyn met Vitriool; dezelven zullen alle soorten van steen doen verminderen, en even schielyk dronken maa-  Aardryksbeschryving 149 maaken als wyn, om welke reden zy in eene heining beslooten zyn. Te Saltsburg in Beijeren is een Bad, de Gastein genoemd, het welk een sterk geneesmiddel tegen den Steen, het Koliek, Venus-kwaalen en andere kwaadaartige ongemakken bevat; tot welker verdryving men zich in derzelver wateren alleenlyk behoeft te baaden, zonder ze te drinken. Zy zyn zeer heet, en smaaken sterk naar verscheidene mineraalen. In het Bisdom van Paderborn in Westfalen vindt men eene vreemde Bron, die zich in den tyd van vier en twintig uuren tweemaal ontlast, komende derzelver water altyd, na verloop van zes uuren, met groot geraas terug, terwyl het tevens met zulk een geweld loopt dat het drie molens, niet ver van den oorsprong der Bron, omdryft. De inwooners noemen haar de Bolderborn, dat is de onstuimige Bron (*). Omtrent twee mylen van Paderborn is eene drievoudige Bron Metborne genaamd, welke drie stroomen heeft, waarvan twee niet meer dan twee voeten van elkanderen zyn, en egter zulke onderscheidene hoedaanigheden hebben , dat daar de eene helder , blaauwagtig, laauw en schuimend is, daar zy Armoniak-zout, Yzer, Vitriool, Alluin, Sulfer en andere dergelyke stoffen, die dienstig zyn in vallende ziekten, en veelerleie kwaalen, bevat, de andere yskoud, troebel en witagtig is; ook bevat de laatste veel Zouts, Yzer , Zwavel en eenig Armoniakzout. Vogels, die van dit water drinken, sterven schielyk , tenzy ze door het inneemen van gemeen zout, of liever van azyn, die de geneezing onfeilbaar maakt, spoedig gered worden. De derde stroom, die omtrent twintig schreeden van de anderen af is, heeft eene groenagtige kleur, eene groote helderheid en eenen aangenaamen smaak. Het water heeft eene middelbaare zwaarte tusschen dat van de twee andere stroomen, en ook iets van de (*) Philosophical Transactions Vol. 2. p. 305. K 3  150 Natuurkundige de natuur van beiden; zodat gelyke hoeveelheden uit de twee eerstgemelde Bronnen , te samen gemengd zynde, een water van de zelfde kleur en smaak geeven als dat van de derde of laastgemelde Bron (*). Daar is eene andere Bron te Carlsbadt, dat is Karels Bad, in Bohemen, omtrent 65 mylen ten oosten van Praag; deeze Bron bestaat uit twee soorten van Baden, die in hette en kragt van elkanderen verschillen, en onderscheiden zyn door de naamen van Sproudel en Muhlbadt. De wateren van het eerstgemelde zyn zeer heet, en die van het laatste weinig meer dan laauw. Men gebruikt ze om 'er zich in te baaden en ze te drinken , even als die van Somersetshire. Deeze Baden zyn in den jaare 1370 ontdekt geworden, en kreegen hunnen naam naar Keizer Karel den IVden. Men heeft ze in veelerleie ziekten als geneesmiddelen voorgeschreeven. Dr. Summer, Dr. Strobelberg, en Dr. Hoffman, Hoogleeraar in de Geneeskunde te Halle, hebben derzelver wateren, en de wyze waarop men die gebruiken moet, zeer naauwkeurig beschreeven. Zy worden in het byzonder gepreezen als een middel tegen het graveel, tegen de onvrugtbaarheid der vrouwen , en meer andere kwaalen, doch men moet zorgvuldig oppassen dat luiden, die ze gebruikt hebben, niet schielyk koud worden. Het laastgemelde, het water naamelyk , dat den naam van Muhlbadt draagt, wordt aangepreezen in gevallen, waarin de werking der bovengemelde wateren niet kragtig genoeg geoordeeld wordt. Naby Geeshach in de Elzas is eene merkwaardige Bron, welker oppervlakte overdekt is met eene vuile, vette olieagtige stoffe, die door de boeren daaromstreeks doorgaans gebruikt wordt om 'er de wagenwielen mede te smeeren; doch overgehaald en naar de konst toebereid zynde, eene stof verschaft, die van grooten dienst is tegen de verrottingen van de longen en lever , en een zeer goede bal (*) Philosoph. Transact. Vol. II. p. 331  Aardryksbeschryving. 151 balsem is tegen vervuilde wonden, zweeren en andere ongemakken. Op den weg van Frankfort naar Hanau is eene Bron, welker wateren den smaak hebben van brandewyn, en wanneer zy in al te groote hoeveelheid gedronken worden, een gelyk uitwerksel op de harssenen hebben zullen. Hier zyn ook Zoutbronnen; inzonderheid is 'er eene naby Lunenburg; eene andere te Halle in Opper-Saxen, eene andere te Saltzwedel in het Markgraafschap Brandenburg. Ook zyn 'er, die berugt zyn door haare buikzuiverende hoedaanigheden; als te Stutgard in Wirtemberg, te Aken in Westfalen, en in het Markgraafschap Baden, van welken die geheele landstreek haaren naam ontleent. Te Baden in Oostenryk zyn verscheidene Baden. Dat, het welk het Hertogs bad genoemd wordt, is van eene blaauwagtige kleur en zeer doorschynend. Het doet de kleur van het goud hooger, maar alle andere metaalen in weinige oogenblikken zwart worden. Het zuure Bad is zeer helder ; deszelfs water maakt het zilver zwart , maar vergult het, wanneer het op eenigen afstand van hetzelve gehouden wordt; doch wanneer het koud is , zal het geen metaal van kleur doen veranderen. De Duitschers pryzen deeze wateren aan, ter geneezinge van zeere oogen en ooren, en ook als een hulpmiddel tegen de jigt en waterzugt. Geen land is 'er in Europa, het welk zulke groote en aanzienlyke Rivieren heeft als Duitschland. Onder de voornaamsten is voor eerst de Donauw, welke in Swaben haren oorsprong heeft, op de grenzen van de Elzas , en in het zwarte Woud, vanwaar zy oostwaards loopende de Stad Ulm omringt, by welke zy begint bevaarbaar te worden, naar Beijeren loopt, en, door verscheidene bykomende Rivieren vergroot zynde, naar Wenen, Presburg en Gran schiet: vervolgens wendt zy zich naar het zuiden, loopt door Belgrade, waar zy haaren naam verliest, en de Ister genoemd wordt. Daarna oostwaarts loopende tusschen Servie en Walachye, als mede tusschen MoldaK 4 vie  152 Natuurkundige vie en Bulgarie, valt zy in de zwarte Zee. Zy is zeer wyd, schiet met eenen snellen loop voort, en heeft drie groote watervallen, zodat het zeer moeijelyk is haar over te trekken. Men vind 'er overvloed van veelerleie soorten van visch, welke doorgaans grooter zyn dan die in andere rivieren van Europa gevonden worden. Daar zyn ook verscheiden soorten, die elders niet gemeen zyn, inzonderheid , die in zout water leeven. Onder deezen is de merkwaardigste de Hanson, vry wat gelykende naar onze Steur, zynde dezelve byna zo zwaar als een Krokodil, en somtyds agttien of twintig voeten lang. Op het geluid van trompetten of hoornen komen 'er gantsche schoolen van byeen, en zy worden onder de Oostenrykers voor eene groote lekkerny gehouden. De langte van den loop deezer Riviere is 1620 mylen, zonder derzelver bogten in aanmerkinge te neemen. De Rhyn heeft zynen oorsprong uit twee Bronnen in de Alpen, en loopt noord-west-waards in verschillende stroomen, die, in Zwitserland vallende, zich vereenigen, en zich kort daarna verwyden in een groot Meir , het welk de Boden-zee, of het Meir van Constance genoemd wordt. Hy schiet vervolgens westwaards naar Bazel, draait dan naar het noorden, en loopt tusschen Swaben en de Elzas in de Palts; vandaar gaat hy voort naar Coblentz, ontvangt de wateren van de Moezel te Keulen, en loopt door het Hertogdom Kleef, en zo naar de Nederlanden. Deeze Rivier is ook breed, en in haaren loop zeer snel, maar derzelver bevaarbaarheid word afgebroken door negen watervallen; de rechtstreeksche loop van deeze aanzienlyke Rivier is omtrent 500 mylen; daar zy in de vereenigde Provïnciën komt, is zy omtrent een derde gedeelte van eene myl wyd, en van 1½ tot 6 of 7 vademen diep; zy bespoelt de schoonste landen van het Keizerryk, de Keurvorstendommen Metz en Keulen, het Hertogdom Kleef, en de Elzas. Veele fraaije steden en dorpen zyn aan haare boorden aangelegd. Haare oevers zyn versierd met wyngaarden, en verschaffen verscheidene  Aardryksbeschryving. 153 ne uitmuntende wynen , en vette weiden, waar veele goede runderen graazen. Zy is ter langte van 400 mylen bevaarbaar tot aan Bazel in Zwitserland, voor lange rondbodemde vaartuigen, waarin men ongemeen veel kan laaden. Menschen worden in deeze schuiten doorgaans 4 of 5 mylen ver gebragt voor eene stuiver, en gemeenlyk leggen zy in eene uur 5 mylen af. Schoon zy gemeenschap heeft met de zee, zyn egter haare meeste visschen zulken , die tot zoet water behooren, en men heeft 'er verscheidene voordeelige visscheryen, inzonderheid naar Zalm, een visch die (gelyk bekend is) in de rivieren voortteelt, schoon dezelve vervolgens naar de zee schiet, en jaarlyks naar de kanaalen wederkeert om kuit te schieten. De Elve ryst uit de bergen by Hirchburgh in Silesie, op de grenzen van Bohemen, waardoor zy naar het noordwesten in elf verschillende stroomen loopt, die, vereenigd zynde , noordwaards voortgaan tusschen Misnie en de Elzas in Saxen, gaande door Magdeburg, Lewenburg en Hamburg. By die Stad is zy zeer groot en diep, zodat daar schepen van 4 of 500 tonnen kunnnen ankeren. Zy legt omtrent 500 mylen af, doch met eenen bogtigen loop, door het noorden van Duitschland. De vloed gaat omtrent 10 mylen boven Hamburg, en de rivier kan zeer ver met kleine vaartuigen bevaaren worden, het welk van zeer veel nut is voor verscheidene fabrieken. Zy heeft overvloed van visch, en wel in het byzonder van die soorten, welke aan zeer stille rivieren gemeen zyn. De Oder heeft zynen oorsprong in Moravie, en valt, na eenen loop van 300 mylen oostwaards door Silesie, in de Oost-zee. Tusschen deeze rivier en de Elve heeft men kanaalen gegraaven , die van zeer veel dienst zyn voor den koophandel van het Keurvorstendom Brandenburg. Eer zy in de zee valt, vormt zy verscheidene Eilanden, en aan haaren mond is een Meer van versch water, Fresh K 5 hoff  154 Natuurkundige Haff genaamd, vanwaar zy met drie uitloopen in de zee schiet, en zo veele veilige havens maakt. Deeze Rivier en de daaraan grenzende Meiren zyn vol Visch; de enkele tol op de Zalm en Lampreijen brengt aanmerkelyke sommen op. Niet ver van den mond deezer Riviere is de Oost-zee; daar is eene Haring-visscherye, welke in dit land iets zeldzaams is, dewyl de Oost-zee weinig of geen visch heeft. De Rivier de Weser heeft haaren oorsprong in de Bergen van Thuringen; zy loopt noordwaards door Bohemen , Minden , Hessen en Westfalen, en ontlast zich in den Oceaan, 40 mylen beneeden Bremen, en niet wel 20 mylen van den mond der Elve af. Haar loop is omtrent 250 mylen, en zy is zo vol visch van verscheide soorten zo dat 'er in iedere maand van het jaar eenigen in den tyd zyn. De Aller heeft haaren oorsprong in het Hertogdom Magdeburg, loopt noordwestwaards door het Hertogdom Lunenburg in Neder Saxen, en vervolgt, door Zell gaande , denzelven loop , totdat zy beneden Verden in den Weser valt. De Rivier de Mein heeft haaren oorsprong by de grenzen van Silesie, loopt door de Frankische kreits, het keurvorstendom Mentz, en meer andere streeken. Men vindt in dezelve niet veel visch, ter oorzaake van haare helderheid, die door de Goud- en Zilvermynen, door welken zy loopt, veroorzaakt wordt. De Inn is eene groote Rivier, welke haaren oorsprong heeft op de grenzen van Zwitserland, door Tirol in Beijeren loopt, en by Passau in den Donau valt. Dewyl zy tusschen de Alpen heen loopt, kan zy alleen door schuiten bevaaren worden ; en dewyl zy verscheidene koolputten en mineraale aarden bespoelt, heeft men 'er niet veel visch in. De Moezel heeft haaren oorsprong in de Pancilles, een der weinige bergen van Lotheringen; zy loopt noordwaards door  Aardryksbeschryving. 155 door het Hertogdom , bespoeld Taul en Metz, gaat vervolgens oostwaards door het keurvorstendom Trier, en ontlast zich in den Rhyn. De voornaamste Meiren in dit Ryk zyn de volgende: voor eerst dat, het welk de Czirnitzers zee in Carniola genoemd wordt, dat omtrent 18 mylen lang en 8 breed is; het is merkwaardig ter oorzaake van eene groote meenigte ruime holen, waarin het water en de visch beiden in de maand Juny wyken, en waaruit zy omtrent September wederkeeren , met zulk een geweld dat de grond in korten tyd geheel overdekt is. Na het wyken der wateren verschaft de grond goede weilanden voor rundvee en herten, die zich op de nabuurige heuvelen en in de bosschen onthouden ; ook wordt een gedeelte van het land, wanneer 'er geen water op staat, met koorn bezaaid , en verschaft eenea overvloedigen oogst , zodat men in dit Meir in het zelfde jaar kan visschen, zaaijen, maaijen en ter jagt gaan. Het Meir van Constance, het welk omtrent 40 mylen lang, en waar het de grootste breedte heeft 10 breed is , loopt van het zuid-oosten naar het noord-westen langs een gedeelte der oost-zyde van Zwitserland, het welk 'er van Swaben door wordt afgescheiden; het heeft schoon en helder water, en overvloed van visch, welke gemeenlyk in Meiren gevonden wordt. De Meiren van Carinthie in Oostenryk, van welken veelen zo groot zyn dat zy Zeeën genoemd worden, verschaffen eene groote meenigte en verscheidenheid van visch. Ook verschaffen de Ukerzee in Brandenburg, de Frische Haff, en de Groote Haff in Pomeren by Stittin, en meer andere Meiren zulk eene hoeveelheid van visch, dat dezelve niet slegts genoegzaam is tot geryf voor hun, die in derzelver nabuurschap woonen , maar ook toereikende om buiten 's lands verzonden te worden. In Moravie zyn veele putten van stilstaande wateren, die eene besmettelyke en verderfelyke hoedaanigheid hebben, omdat 'er een mengsel van kalk en saltpeter in den  156 Natuurkundige den grond is, het welk de wyngaarden en vrugten bederft, en besmettelyke ziekten veroorzaakt. Door het gantsche laage land van Oostenryk, aan den voet der Alpen, zyn de Inwooners aan eene besmettelyke ziekte blootgesteld, welke men de Hongaarsche Koorts noemt, en die in een zeer vreemd gezwel onder de kin bestaat; deeze ziekte werkt somtyds op de lyders op zulk eene ongewoone wyze dat zy de stem en het gevoel verliezen; somtyds strekt het gezwel zich tot onder de keel uit, en belemmert de vrouwen in het zoogen haarer kinderen. In verscheidene Steden heeft men hospitaalen , ter geneezinge van deeze kwaale opgeregt; en men meent dat dezelve voornaamelyk ontstaat uit het gebruik van koud sneeuw-water, het welk in deeze streeken zeer sterk in zwang gaat. In sommige deelen van Duitschland is het water zeer ongezond, als hebbende iets vergiftigs in zich; het geen aan eenige aderen van Arsenicum, waarmede de stroomen gemeenschap hebben, wordt toegeschreeven, welke men nimmer vindt, zonder ze met alle omzigtigheid te stoppen , en het water van zulke stroomen uit wellen te haalen. De voortbrenging van Amber ( waarvan wy tot nogtoe niets gezegd hebben) is in Duitschland zeer gemeen , niet slegts ter oorzaake van de hoeveelheid, waarin het gevonden wordt, maar ook omdat het in sommige streeken voorkomt als een voortbrengsel der zee , en in het byzonder der meiren , het geen vooral plaats heeft op de kusten van Brandenburg, Pommeren en elders, waar het door de zee opgeworpen, en somtyds in netten vergaderd wordt, wanneer de zee vloeit; maar op andere tyden wordt het hier uit rotsen of mynen gegraaven : ook vinden de boeren het dikwyls, onder het beploegen van hunne landeryen, en zelfs wel in bosschen, die eenen zeer grooten afstand van de zee hebben. Wanneer het eerst gevonden wordt is het zagt, maar aan de lugt blootgesteld zynde verandert het welhaast in eene harde steen-  Aardryksbeschryving. 157 steenagtige zelfstandigheid. Het is van verschillende kleuren, als wit, geel, zwart en rood, en men meent dat het eene olie is , die uit de rotsen vloeit. De Pomersche Geneeskundigen schryven Amber voor , als een middel tegen zeere oogen, neusbloeding, vallende ziekte en meer andere kwaalen. Wy kunnen nu overgaan om berigt te geeven wegens eenige Dieren, die in het byzonder aan Duitschland eigen, of daar meest merkwaardig zyn. Dewyl Duitschland vol bosschen is, verschaft het schuilplaats en leevensmiddelen aan eene groote meenigte van wilde en tamme beesten ; aan wilde Paarden , Stieren, Zwynen, Veelvraaten, Wolven, Vossen, Herten, Haazen en meer andere soorten. De wilde Paarden en Stieren zyn te bekend om eenige byzondere beschryving noodig te hebben; maar op het wilde Zwyn, het welk den Duitschers het voornaamste vermaak van de jagt verschaft, behooren wy een weinig stil te staan. Dit schepsel , schoon in gedaante niet ongelyk aan het gemeene Zwyn, is egter in kleur gantsch en al van hetzelve onderscheiden. Wanneer het zeer jong is, is het fraai geteekend met geele, zwarte en witte vlekken, en het blyft die gespikkelde kleur zelfs tot het laatst toe eenigzins behouden. Dit is de eenigste merkwaardige byzonderheid in dit dier niet; het heeft daarenboven geen hair, maar iets dat men eigenlyk gesproken borstels noemen mag. Op de voorzyde van den kop staat een bos borstels , die geheel zwart zyn; langs den rug loopt eene ry, juist gelyk aan die van het gemeene Zwyn, behalven dat zy korter en minder styf zyn. Deezen zyn fraai geschakeerd met onderscheidene kleuren, hebbende veele verdeelingen van zwart en graauw; maar de wilde Zwynen hebben zulk een woest uitzigt dat het in allen, die hen zien, een ongunstig vooroordeel verwekt. Hun vleesch is by sommigen zeer in agtinge; het wordt toebereid en opgedist op eene wyze, welke geschikt is om het oog te behaagen en den lust te wekken. Veel-  158 Natuurkundige Veelvraten zyn vervolgens onder de roofdieren in Duitschland , welke verdienen in aanmerkinge genomen te worden. De kleur van dit schepsel is een schoon bruin, met een flaauw mengsel van rood; langs den rug loopt een volmaakt zwarte streek; de borst en buik zyn wit; de staart is lang en borstelig, de kop klein en spits naar de neus toe, en de rug is scherp, en niet breed of ingevallen, gelyk in den Hond, naar welken dit dier voor het overige zeer wel gelykt. De tanden van den Veelvraat zyn niet groot, maar zeer scherp en wit, en zyne klaauwen agt men dat puntiger zyn dan die van eenig ander schepsel. Hy is het roofzugtigste van alle dieren, en slaapt doorgaans op een grooten tak van eenen boom, die hem de veiligste plaats toeschynt, en de meest geschikte om zynen roof te grypen; want hy aast op vogels, die op de takken rusten, of op dieren, welke onder de boomen doorgaan. Haazen en Konynen ontsnappen hem zeer zelden ; zoras hy ze maar met zyne klaauwen bereiken kan vallen zy hem zekerlyk ten buit. Geiten worden dikwyls door hem ingezwolgen. Eene Geit ziende, springen de Veelvraaten haar eerst op den rug, en grypen haar in den nek; waarna zy voortloopt, denkende haaren vyand te ontvlugten , totdat zy eindelyk, door verlies van bloed en hevigheid van pyn, bezwymt en sterft. Deeze roofdieren beginnen eerst met het hart, en gaan vervolgens voort met den gantschen romp van hunnen buit in te slokken; zy eeten zo lang totdat hunne zyden zo rond zyn als een ton, en hun buik op den grond hangt; totdat zy neêrvallen, naar hunnen adem hygen, en een tyd lang beweegingloos blyven, in welken staat zy dikwyls door menschen vermoord, of een roof voor wild gedierte worden. Want wanneer de Duitsche jaagers eene Geit, of eenig ander dier van gelyke grootte, geheel afgeknaagd vinden leggen, zonder dat het van lid tot lid vaneen gescheurd zy, stellen zy altyd vast dat 'er een Veelvraat omtrent is. Gemeenlyk vinden zy ook dit roofdier naby die plaats in eenen staat van onmagt, en dan mislukt het hun zel-  Aardryksbeschryving. 159 zelden hetzelve met een speer te doorsteeken. Wanneer het niet door menschen handen vermoord wordt, wordt het door het wilde Zwyn verscheurd, doch niet opgegeeten; de Wolven maaken het ook van kant, maar eeten 'er niets van. Het is niet ongemeen den Veelvraat, wanneer hy zich in den gemelden staat van weerloosheid bevindt, een roof der Veldmuizen te zien worden, want 'er schynt tusschen dit en andere dieren eene soort van natuurlyken afkeer te zyn. Men heeft in Duitschland overvloed van wilde Geiten, die eene fraaije gedaante hebben, en welker aangezigten schoon geschakeerd zyn met geelagtige vlekken. Derzelver hoornen zyn niet groot, maar sterk en ruig; aan het einde loopen zy zeer spits. Hier zyn ook Hermelynen, Lossen en meer andere dergelyke dieren. Beeren, Wolven, Vossen, Otters, Bonsems enz. zyn in Duitschland gantsch niet ongemeen; doch wy agten het noodeloos op deeze dieren stil te staan, dewyl wy dezelven reeds beschreeven hebben. Men heeft 'er ook veele andere soorten, die tam zyn, en waarvan men zich tot nuttige einden kan bedienen, als Paarden, Ossen, Zwynen en Schaapen; het is egter zeker dat hunne Runderen en Schaapen zo groot en goed niet zyn als de onzen; maar deeze ongelykheid schynt niet te moeten toegeschreeven worden aan gebrek van behoorlyke weilanden , die geschikt zyn om deeze schepsels even groot en vet te maaken, maar liever in de agteloosheid der vetweideren , die misschien de wyze om het rundvee ter slagtinge te bereiden niet wel verstaan , of 'er hunne rekening niet genoeg by vinden. Men heeft 'er ook Herten en veele Geiten, die overvloed van melk verschaffen, welke zeer gezond en voedsaam geoordeeld wordt. Haazen en Konynen zyn in Duitschland ook zeer menigvuldig. Men heeft 'er wild en tam Gevogelte in eene groote verscheidenheid, overvloed en volkomenheid; 'er worden niet minder dan twintig verschillende soorten van Eenden, en  160 Natuurkundige en byna even zo veele soorten van Duiven geteld. Sommige wilde vogels zyn in byzondere tyden des jaars allersmaakelykst. om gegeeten te worden, en andere worden sterk gezogt om hunne vederen. Men heeft te Leipsig eene soort van gevogelte, die door gantsch Duitschland, Polen, Holland en Denemarken verzonden wordt, en waarvan de heer Pollnitz zegt dat jaarlyks 12000 kroonen aan impost betaald worden. In de bosschen heeft men ook veele Nagtegaalen, die in grooten getalen gevangen, en in kooijen gehouden worden. Het is geenszins te verwonderen dat in Duitschland veel wild is, omdat men 'er eene meenigte van groote bosschen heeft, die aan eene verbaazende verscheidenheid van deeze dieren voedsel verschaffen; daarenboven is de vrugtbaarheid van den grond groot genoeg om alles wat het tam gedierte noodig heeft, ryklyk op te leveren. Wy behoeven ook niet veele woorden te gebruiken om den overvloed, welke in deeze groote streek heerscht, te beschryven, dewyl men dikwyls gezien heeft dat talryke legers, geduurende eenen vry langen tyd, geen gebrek aan noodigen toevoer gehad hebben, terwyl tevens de menigvuldige inwooners alles wat tot hun bestaan vereischt werd bleeven behouden. Dit oordeelen wy genoeg betreffende de Natuurlyke Historie van Duitschland; maar naar alle waarschynlykheid zal het onzen Leezer niet onaangenaam zyn hier een beknopt berigt te vinden, wegens sommigen der merkwaardigste Zeldzaamheden en Oudheden, welke in Duitschland voorkomen. De dingen, welke onze opmerking in de eerste plaatse verdienen, zyn sommige openbaare Gebouwen, naamelyk het Paleis van Beijeren, geschikt om den grootsten Monarch van Europa met zynen gantschen stoet van hovelingen en lyfwagten te ontvangen. Het werd gestigt door Maximiliaan den laatst overleeden Keurvorst, en gantsch Duitschland was verwonderd dat hy middelen wist om 'er het noodige geld toe byeen te krygen. Het bevat 11 Pleinen, 20 groote Zaalen, 19 Galleryen, 2600 Vensters, 6 Ka-  aardryksbeschryving 161 6 kapellen , 40 groote vertrekken, 300 groote en fraai geschilderde kamers. Naauwlyks is 'er eene nis of deur;, waarop men geen marmeren borstbeeld ziet , en alles wat de konst grootsch en verhevens heeft, is in het een of ander gedeelte in volkomenheid te vinden. De Marquis Palavicini heeft 'er eene breede en naauwkeurige beschryving van gegeeven. In een klein Paleis, hét welk aan de Keurvorstinne behoort , is naauwlyks iets anders te Zien dan goud, zilver, paarlen en edelgesteente, en het is in alle opzigten zo kostlyk gemeubeleerd dat het alle verbeelding te boven gaat. Het Paleis van den Koning van Pruissen te Berlin heeft vier verdiepingen, fraaije zolderingen, ruime vertrekken en regt kortinglyke sieraaden; men vindt in het zelve zo veel zilverwerk, als mooglyk in eenige plaats te vinden is. Werwaards men dok in de vertrekken zyne oogen wende ziet men niets anders dan goud, zilver, marmer, fraaije schilderyen, schoone standbeelden kostbaare glazen, porceleinen en andere zeldzaamheden. Het keizerlyk Paleis verdient zekerlyk niet by andere gebouwen van die soort genoemd te worden; maar des Keizers boekery en konstkabinet zyn onzer opmerkinge waardig, dewyl 'er misschien niets kostbaarer in gantsch Europa gevonden wordt. In de boekery zyn de boeken Van den graaf Tagger , van Tycho Brahe, Kepler en Gassendus. Alle hunne wiskundige werktuigen , werden , nevens 16000 boekdeelen, gekogt door den Keizer Ferdinand en na zynen tyd werd die voorraad merkelyk vermeerderd, Hier is een Griekscb Handschrift van het boek Genesis, het welk meer dan 1300 jaaren Oud is. Ook heeft men 'er een egt afschrift van Livius van meer dan 1000 jaaren oud is. Nog is 'er een Handschrift van het Nieuwe Testament van 1500 jaaren oud, met gouden letteren op purper geschreeven. In het kabinet zyn 16000 gouden, zilveren en koperen stukken, zynde allen oude Grieksche of Romeinsche gedenkpenningen Of munten; II Afd. III. Deel L Daar-  162 NATUURKUNDIGE Daarenboven zyn 'er veele duizenden van de kostbaarste zeldzaamheden van Natuur en Konst. De voornaamste Kerk, tot het klooster der Franciskaanen behoorende , is een pragtig gebouw van gehouwen steen, gestigt door Keizer Ferdinand den Isten die hier eene grafstede voor zynen grootvader Maximiliaan oprigtte, op welks top een koperen beeld van dien Keizer in een knielende gestalte staat, verzeid van agtentwintig konstig gemaakte koperen standbeelden, vertoonende de Prinsen van die familie, en agt der Keizeren en Keizerinnen, leevensgrootte, welk alles eene pragtige vertooning maakt. Hier is de kapel, die de zilveren Kapel genoemd wordt, waarin het beeld van de Maagd Maria is, leevensgrootte, van louter zilver, met verscheidene beelden van andere Heiligen van het zelsde metaal. • Het Stadhuis te Augsburg in Swaben is, ten aanzien van deszelfs pragt, konstwerk en kostbaare sieraaden, niet minder dan dat van Amsterdam, en deszelfs fontein is een voorwerp der verwonderinge van alle liefhebberen van zeldzaamheden. Hier zyn twee van de ongemeenste stukken der werktuigkunde , die in Europa gevonden worden , te weeten de geheime Poort en de Water-torens, welke dienen om een groot gedeelte der stad van water te voorzien. De inwooners draagen op de gemelde poort grooten roem, en zyn zeer gereed om dezelve aan vreemdelingen te vertoonen. Zy is geschikt om in tyden van belegeringe zelfs reizigers in de stad te kunnen laaten, zonder gevaar te Icopen van door den vyand overvallen te worden. Het is, gelyk de Heer Blainville erkent, niet gemaklyk dezelve te beschryven; het beste berigt vindt men in de reizen van den Heere Wright naar Italie, waar men eene afbeelding van het werkstuk zelf kan zien; om 'er van buiten in te komen, zegt hy, gaat men door twee deuren; vervolgens komt men aan de eerste poort, die door middel van een werktuiglyk gestel open gaat; daarna gaat men ove  aardryksbeschryving 163 over eene brug van 43 schreeden, en komt terstond aan eene yzeren poort, en aan eene valbrug; die, neêrgelaaten zynde, de yzeren poort doet open gaan, terwyl dezelve zich weder sluit, zo ras als de brug wordt opgehaald ; vervolgens gaat de eerste groote poort open, gelyk 'er naderhand nog twee poorten , die eenige schreeden van elkanderen af zyn, open gaan, zo ras als eene tweede ontslooten wordt. - Wat de Water-toorens betreft, zy zyn mede zeer fraai; het water wordt door middel der werktuigen, die tot dezelven behooren, ter hoogte van 130 voeten gebragt, en loopt met zulk eene snelte door de stad, dat het veele molens, die een groot aantal van pompen gaande houden, by dag en nagt doet omdraaijen ; door middel van deeze pompen wordt het water in groote looden pypen tot de hoogste verdieping der torens gebragt, van waar het naar meer dan 1000 huizen in de stad geleid wordt. De Domkerk van Straatsburg, in de Elzas, is tot den top van den spitfen tooren 575 voeten hoog; maar het geen dezelve meest verwonderenswaardig maakt, is haare klok , die door Habricht en twee geleerde wiskundigen gemaakt is. Het eerste, dat zy vertoont, is een Hemelglobe, met alle de beweegingen der Planeeten en Starren; het tweede is een eeuwigduurende Almanak, waarin da dag der maand door een standbeeld wordt aangeweezen; op den top staat een vergulde haan, die kraait, om te kennen te geeven dat de klok onmiddelyk zal slaan; vervolgens wordt voor iedere uur een slag op een bel gegeeven door eenen engel, naast welken een andere engel met eenen zandlooper in zyne hand staat, dien hy omkeert, zoras als de klok geslagen heeft. Het eerste quartier wordt geslagen door een kind met een appel; het tweede door een jongeling met een pyl; het derde dooreen man in de kragt zyns levens met een wandelstok ; en het vierde door een' grysaart met een kruk. Aan den buitenkant der kerke ziet men het wallen en afneemen der maane, L 2   met  164 Natuurkundige met den loop der zonne door alle de tekenen van den zodiak, zeer naanwkeuriglyk vertoond. Het Arsenaal in deeze Stad wordt voor een der vier wonderen van Duitschland gehouden, uit hoofde van deszelfs grootte, sterkte en fraaiheid. De Domkerk van Maagdenburg is mede een pragtig gebouw , gantsch en al naar den Engelschen smaak aangelegd. Hier is Otho's Kapel, gelyk zy genoemd wordt, waarin hy, nevens zyne Keizerin Edgetha, boven het altaar in bas relief is afgebeeld. Deeze kerk heeft 49 altaaren, die allen zeer kostbaar zyn, en meer andere sieraaden van eene verbaazende waardye. De Domkerk van onze Lieve Vrouwe te Ulm is 365 voeten lang. De kerk heeft 5 pragtige spitse toorens, die 102 voeten hoog zyn, en op 36 groote pilaaren rusten; men zegt dat 'er 100 jaaren lang aan gewerkt is. De glazen der vensteren zyn ongemeen fraai geschtlderd, en zes derzelven in het choor verzekert men dat 3000 Duitsche florynen gekost hebben. Het voortreflyke Orgel wordt voor het grootste in Europa gehouden ; het werd inden jaare 1599 voltooid, is 93 voeten hoog en 28 breed; het heeft 16 blaasbalken en 3000 pypen, welker grootste omtrent 40 duimen rondte en 13 middellyns heeft. - Men moet inderdaad erkennen dat de sieraaden der Roomsche kerken in sommige deelen van Duitschland zo ten aanzien van de altaaren , beelden en kruissen, als van meer andere byzonderheden, onbeschryflyk zyn, dewyl veelen derzelven niet slechts uit louter Arabisch goud bestaan, maar daarenboven met de kostbaarste juweelen verfraaid zyn. In de Domkerke van Bamberg is niet alleen het altaar en het kruis van baar goud, met kostelyke versiersels opgepronkt, maar zelfs de tafel, de drinkbeker, en een groot beeld van Christus. Hier is een Nagel aan een gouden pilaar vastgemaakt, welke men zegt dat een van die is, waarmede de Zaligmaker aan het kruis genageld werd, en waar voor dus het  Aardryksbeschryving. 165 het verblind en bygeloovig gemeen eenen Godsdienstigen eerbied laat blyken. - Onder andere zeldzaamheden in deeze kerke is ook een afschrift der vier Euangeliën in folio, in het Latyn op best parkement met Romeinsche letteren zeer net geschreeven. Het is in hout gebonden; de band is met fraai gesneeden ivoor overdekt, met goud ingelegd, en met kostbaar gesteente versierd. Ingoldstadt, het welk voor de sterkste stad in Beijeren gehouden wordt, en waar men zegt dat het beste Arsenaal van gantsch Duitschland is, roemt op een groot beeld in de kerke Van de maagd Maria, het welk van louter goud, en met juweelen, ter waarde van 50000 kroonen versierd is. Voor het zelve knielt een gouden beeld van eenen Franschen Koning. De Brug te Regensburg over den Donauw bestaat uit vyftien hooge hardsteenen boogen, van welken ieder 23 voeten breed is. Zy rust op vierkante zuilen, en is door zwaare paalen tegen ysgangen beschut. Derzelver breedte is 23, en haare langte 1091 voeten. Daar zyn drie toorens op, welke van onderen doorloopende poorten hebben; en men heeft 'er 21 jaaren aan gewerkt. Een Brug te Weenen is gemaakt door middel van twee straaten, die elkanderen regthoekig kruiden. De grond van eene deezer straaten is zo hoog als de toppen der huizen; in de laagste straat heeft men eenen boog gelegd, om de hoogste 'er over heen te laaten loopen. - Op eene der markten van deeze stad staat een Pedestal, waarop men eene onbetaamelyke albeelding van de Drieëenheid ziet; de Vader, die onder de gedaante van een' eerwaardig' oud' man vertoond is, houdt onzen Zaligmaker aan het kruis in zyne armen, terwyl eene Duif over beiden zweeft. , De Brug van Dresden over de Elve hedaat uit 17 boogen , en verdeeld de stad in de oude en nieuwe; naauwlyks vindt men ergens haare weêrgaa ten opzigte van langte , fraaiheid of bouwstoffen Zy is bezet met wel bewerte steenen paalen en sluitboomen, en. versierd met de L 3 af-  166 natuurkundige afbeeldinge van den laatst overleden Keurvorst te paard. —» By het inkomen van nieuw Dresden ziet men een Paleis het welk Hollansch Huis, of het Paleis der Indien genoemd wordt, en eene verzameling van Japansche en Chineesche porceleinen bevat, welker gelyke in Europa niet te vinden is. Hier is ook een Fabriek van Porceleinen, die fraaijer geschilderd en geëmailleerd zyn dan de Japansche. Te Roveredo in Oostenryk is een Spinhuis, ter voortzettinge vaneen zyde-fabriek, welke hier opgerigt is aan den kant van eene kleine beek, die een groot rad omvoert, het welk beweeging mededeelt aan een werktuig binnen's huis, dienende om ruuwe zyde te spinnen, zonder dat eenig mensch 'er eene hand behoeft aan te slaan dan alleenlyk om het werktuig aan den gang te helpen. Het is merkwaardig dat men 'er ten minsten 600 ? zyde in eene uure tyds mede kan afwinden, het geen in eenen dag een verbaazende hoeveelheid maakt. In het Keurvorstendom Trier in het Kasteel van Hermanstein bewaard men een merkwaardig Kanon ; het is 18 en eenen halven voet lang; het gat heeft anderhalven voet middellyns; het is geschikt voor een kogel van 180? en men kan 'er 94 ? kruits in laaden. Duitschland is ook berugt door de wynfeesten, welke hier en daar gevierd worden, zodat sommige steden en dorpen elkanderen naar de kroon steeken ten aanzien der grootte hunner wynvaten, van welken eenige konstig besneeden , verguld en fraai versierd zyn. Het Heidelbergsche vat is groot genoeg om 600 oxhoofden wyns te bevatten. Te Mentz is eene zeldzaamheid van laater tyd, die zorgvuldiglyk bewaard, en den vreemdelingen doorgaans vertoond wordt. Dezelve bestaat uit een blad Parkements waarop twaalsderleie handen zeer netjes geschreeven, en verscheidene teekeningen in miniatuur te zien zyn; welk alles met eene schryfpen zeer konstig gedaan is door zekeren Thomas Schuvicker, die zonder handen geboren werd, en dit werk door middel van zyne voeten volvoerde. De  AardRYKsbeschryving. 167 De BESCHRYVING van ZWITSERLAND. Naam, Gelegenheid en Uitgestrektheid, misschien zyn 'er wéinige volkeren , die minder bekend zyn, en het egter meer verdienen te zyn dan de Zwitsers. Zy bewoonen een land, dat, schoon het van rotsen omringd, en eenigzins ontoeganglyk is, niet onopgemerkt behoort voorbygegaan te worden , gelyk uit eene beknopte beschryving van hetzelve volkomen zal blyken. Het ligt tusschen de 45° 40' en tusschen de 48° Noorder Breedte. Dit land werd van de oude Romeinen Helvetia genoemd welken naam het in het Italiaansch nog heden draagt ; schoon het zeker is dat sommige wingewesten der Italiaanen en Gaulen, die nu met het zelve vereenigd zyn, niet tot het oude Helvetia behoorden. Ten Noorden grenst het aan een gedeelte van de Elzas, het Zwarte Woud en de Swabische Kreits; ten Oosten aan het land van Tyrol; ten Zuiden aan de Hertogdommen van Savoije en Milaan; en ten Westen aan Franche Compté of (gelyk het doorgaans genoemd word) aan Bourgonje. Hier uit blykt dat zy het Huis van Oostenryk, den Koning van Vrankryk, dien van Sardinie, en den Staat van Venetie tot hunne nabuuren hebben. Onnodig is het iets anders te zeggen om een zeer grootsch denkbeeld wegens de magt en dapperheid deezer Natie te verwekken, dan alleenlyk dat zy haare vryheid niet slegts bewaard heeft in spyt van haare magtigste nabuuren, maar dat zy dezelven ook altyd heeft weeten in ontzag te houden. Zwitserland is egter ver van groot in den omtrek te zyn, dewyl deszelfs langte wat minder dan 300, en de breedte weinig meer dan 100 mylen is. L 4 Doch  168 Natuurkundige Doch eer wy verder gaan dienen wy eenig 'berigt te geeven, wegens de verdeeling der inwooneren van Zwitserland. Doorgaans worden zy in twee verdeelingen onderscheiden, te weeten in de eigenlyk zogenoemde Zwitsers, of in de dertien Kantons, welke wy in de volgende orde geplaatst vinden: 1. Zurich, 6, Underwald 11. Solothurn, 2. Bern, 7. Zug , 12 Schaffhauzen 3. Lucern, 8. Glaris, 13. Appenzel, 4. Uri, 9. Bazel, 5. Schweitz, 10. Friburg, Van deeze Kantons zyn Zuricb, Bern, Bazel en Schaffhauzen met meer dan twee derde deelen van het Kanton Glaris, en meer dan de helft van Appenzel Protestantsche. De bewooners der overige Kantons zyn Roomsch Katholyken. Tot de tweede verdeeling behooren de onderdaanen der Zwitsers, die de Dorpen en Bailjuwagiën bewoonen, welke aan alle de Kantons of aan verscheidene van dezelven in het gemeen toekomen, of daarvan eenigzins afhanglyk zyn. Men telt 'er doorgaans negen van; te weeten Baden, de drie vrye Dorpen, de landstreek van Turgovy, Sargants en Rhintal, en de vier Italiaansche Bailjuwagiën Lugana, Lucarno, Mendrisco en Valmodie, waarby wy nog de drie steden , die geen eigen Rechtsgebied hebben, voegen moeten, naamelyk Bremgarten, Mellingen en Rapperswail. De vier Bailjuwagiën Lugano , Lucarno, Mendrisco en Valmodie zyn van het Hertogdom Milaan afgescheurd, en behooren aan alle de Kantons, uitgezonderd aan Appenzel, het'welk toen nog niet in de gemeenschap was aangenomen. Drie andere Bailjuwagiën in Italie , te weeten Belliorzona, Valtrema en Riviera zyn door de Kantons Zurich, Schweitz en Underwald aan het Hertogdom Milaan ontweldigd. De kleine landstreek Alsace geraamd , behoort aan het Kanton Zurich, en het land van Warderzbergh, gelyk mede het zo even gemelde aan den Rhyn  aardryksbeschryving 169 Rhyn gelegen, Glaris. De Bailjuwagie Gasteren komt den Kantons Schweitz en Glaris toe ; en de Kantons Bern en Friburg bezitten de vier Bailjuwscbappen Morat, Gremton, Echelers en Schwartzenburg, welke zy den Hertog van Savoije ontweldigden. Volgens de Tafels van den Heer Templeman, zyn de afmeetingen van ieder Kanton, en van de voornaamste steden, die daarin gelegen zyn, als volgt: Kantons         Zwitserland             Bern, 2346     111 87 Bern, 400 39 Protestan-   Zurich 728 34 33 Zurich 415 45 ten.   Schafhausen 140 23 9 Schafhausen, 405, 47 Basel 240 21 18 Basel, 375 Lucern 460 33 35 Lucern, 422 48   Underwald, 270 23 16 Stantz, 430 56 Schweitz, 250 27 13 Schweitz, 437 62 Roomsch gezinden.                 Friburg, 370 24 21 Friburg, 392 50   Zug, 112 18 10 Zug 426 50 Soluthurn, 253 31 24 Soluthurn, 390 23 Protest.en   ,     Roomsch < Appenzel 270 23 21 Appenzel 455 85     Glaris 257 24 18 Glaris 449 78 Onderda- Baden,   Baden, 408 33 nen der Bremgarten,   216 26 12 Bremgarten 113 38 Zwitsers. Mellingen,   Mellingen, 407 33 Protest. Rhental ,   40 20 5 Rheineck, 450 91 en   Turgon, 119 18 11 Trowanfield, 419 60 Roomsch Lugano,   Lugano-, 500 125 gezinden. Lucarno, 850   52 30 Lucarno, 492 129 Mendris, ; Mendris, 514 138 Magia     Magia 486 112 geheel 7533       L 5 Alle  170 Natuurkundige Alle hunne steden zyn wel gebouwd, volkryk, en velen der inwooneren hebben eene vermaaklyke leevenswy ze, waartoe zy door hunne naarstigheid en zuinigheid gekomen zyn. De staat der regeeringe is hier in de meeste kantons dezelsde als te Geneve; doch in zeven van deeze kantons heeft eene Aristocratische, en in zes eene Democratische regeering stand gegreepen. De eerstbedoelden zyn Zuricb, Bern, Lucem, Bazel, Friburg , Soluthurn en Schasshausen Dewyl deeze, eer zy tot kantons gemaakt werden, ieder slegts uit eene enkele stad bestonden, waartoe maar een klein Regtsgebied behoorde , berustte de gantsche regeering natuurlyker wyze by de burgers, en dit bleef gevolglyk zo, niettegenstaande zy naderhand veel lands aanwonnen. ■ In de zes Democratische kantons kon de eene stad of dorp zich geenen den minsten voorrang boven de anderen aanmaatigen; dus werd het hand in gemeenschappen verdeeld, van welken ieder gelyk regt, en even groote magt heeft. De algemeene Raad zit omtrent eene maand om maatregels ten nutte van geheel Zwitserland te neemen; maar alle andere zaaken worden in byzondere Raadsvergaderingen van Protestanten of Roomschen behandeld; wordende die van de Protestanten te Aarau en die van de RoomschCatholyken te Lucern gehouden; zodat de 13 Kantons, schoon zy gemeenlyk ondersteld worden maar een gemeenebest uit te maaken, weezenlyk zo veele onafhanglyke Republieken zyn. Een hedendaagsch Schryver merkt aan dat 'er naauwlyks een der gemelde Kantons, Staaten of Steden is, welke niet van alle andere ten aanzien der regeeringe verschilt. Iedere soort van regeeringe is daar te vinden , en egter worden zy allen in hunne byzondere vaststellingen en regten gehandhaafd, door middel van de gemeene zugt tot vryheid en regtvaardigheid, welke by de gantsche natie heerscht. Wy moeten hier niet nalaaten te melden, het geen de meeste Historieschryvers tot eer der Zwitsers ge-  aardryksbeschryving 171 gewoon zyn op te haalen, te weeten dat vlugtelingen by hen altyd eene schuilplaats en onderstand gevonden hebben; welke beiden zy reeds verleenden, toen de vervolging in Vrankryk begon, en zich sederd altyd met groote zagtzinnigheid en toegeevendheid gedraagen hebben. De taal der Zwitsers is eenigzins verschillend in de onderscheidene deelen des lands ; in sommige Kantons wordt het Hoogduitsch gesproken ; maar in de Kantons Bern, Friburg en Soluthurn, waar de fatsoenlykste lieden de Fransche mode volgen , is ook de Fransche taal in gebruik. De agting voor geleerdheid is onder hen in eenen toeneemenden staat, zodat zy geen gebrek hebben aan mannen, die in de kennisse der God- of Regtsgeleerdheid ver bevorderd zyn; inzonderheid vind men deezen op de universiteiten van Basel Bern, Lausanne en Zurich. Wy moeten egter aanmerken , dat zy zelden kundigheden zoeken, die geene regtstreeksche betrekking hebben tot hun byzonder beroep. Met de verbetering van konsten en weetenschappen bemoeijen zy zich alleenlyk in zoo verre als zy begrypen dat dezelve voor hun in het byzonder van' nut is; maar zy hebben noch genegenheids, noch aanmoedigingen, noch tyds genoeg om onnöodige moeite te doen. De Inwooners behooren, in de beschryvinge, van elkander onderscheiden te worden. De Zwitsersche edellieden zyn, wat men ook wegens dezelven berigten mooge, zeer wel opgevoed, en sederd dat zy vreemde landen gezien hebben, veel beschaafder geworden, dan zy te vooren waren. Veelen hunner meent men dat zich niet weinig laaten voorstaan op hunne burgerlyke voorregten of op hun aandeel in de regeering; zy die naar eenige waardigheden dingen vinden het zeer moeilyk hunne oogmerken te bereiken. Hunne handelaars zyn merkelyk bevoorregt, en de meesten zyn zeer ryk. De konstenaars zyn stoutmoedig in hunne onderneemingen, standvastig in hunne besluiten, en niet gemaklyk bang te maaken. De boeren zyn hard vogtig  Natuurkundige vogtig en arbeidzaam, dewyl zy door de noodzaaklykheid gedrongen worden om eenen ruuwen en onvrugtbaaren grond met grooter moeite te bebouwen dan in eenige andere plaatsen vereischt wordt. Het Huwelyk is onder hen in hooge agtinge, en zy worden door verscheidene voorregten, die 'er aan verknogt zyn, tot trouwen aangemoedigd. Hunne vrouwen hebben over het algemeen genomen den naam van zeer eerlyk en goede huishoudsters te zyn, ook zyn ze zeer vrugtbaar; en dewyl hun land niet groot is, bevinden zy zich in de noodzaaklykheid om jaarlyks eene meenigte volks af te zenden, die hun brood buiten 'slands moeten zoeken. Dewyl zy uit den aart dapper, en van jongs af gewoon zyn om wapens te voeren , zoeken zy gemeenlyk dienst by de eene of andere buitenlandsche Moogenheid. Die van de Roomschgezinde Kantons gaan doorgaans in Franschen of Spaanschen dienst; en die van de Protestantsche in den dienst der Staaten Generaal of in dien der Protestantsche Vorsten in Duitschland ; en waar zy ook zyn moogen, worden zy onder de beste troepen der waereld geteld ': doch zy hebben de gewoonte van zich slegts voor eenige jaaren te verbinden, en dan weder naar huis te gaan, wanneer hunne plaatsen door andere troepen uit hunne Kantons vervuld worden. Hun vernuft in konsten en handwerken verdient geene aanmerking. Zy zyn zo gezet op hunne regten en handvesten dat zy niet willen dulden dat vreemdelingen in hun land arbeiden om iets te verbeteren. De adel oordeelt het te laag zich met den koophandel bezig te houden, en een groot gedeelte van het land is 'er ongeschikt toe; in de grenssteeden wordt egter in pynboomen en ander hout gehandeld; doch het is geenszins te verwonderen dat zy met de koopmanschap weinig voordeels doen. Het voedsel in Zwitserland is schaarsch en gering, dewyl de grond 'er in veele streeken geen' goeden oogst toelaat. In de deelen welken aan Vrankryk grenzen, volgen egter de Zwitsers der Franschen zeden en manier van leeven  aardryksbeschryving 173 ven na en zy hebben in hunne rivieren en meiren grooten overvloed van visch, die hun tot verversching en onderhoud dienstig is. In hunne kleding volgen zy de Fransche mode in zo verre als hunne middelen zulks toelaaten. Ruuwe wollen stoffen zyn de eenigsten die zy maaken, en dienen tot klederen voor arme lieden; maar menschen die maar burgerlyk kennen leeven , schikken zich naar de gewoonte van nabuurige staaten, en kiezen andere stoffen tot hun gewaad dan hun vaderland uitlevert. Doch niettegenstaande het onbedagtste gedeelte der Zwitsers de zugt tot buitenspoorigheid en dartelheid involgt, poogen egter de bestierders van het gemeenebest het insluipen van al te groote weelde voor te komen; en uit dien hoofde zyn 'er zekere boeten voor het spelen, bal houden, en zelfs voor het danssen, uitgezonderd op de Bruiloften, vastgesteld. Natuurlyke Historie. De Lugt van dit land wordt, ten aanzien van de breedte waarop het gelegen is, fyner en doordringender geoordeeld dan die van andere noordelyke landen; de reden welke men hier van geeft is dat het hooger ligt dan eenig ander land; ook verklaart men deeze byzonderheid uit de menigvuldige sneeuw- en yshoopen , die steeds in de holten der bergen blyven liggen, zonder door de hette der zonne te smelten. De Grond en Voortbrengsels van dit land zyn wat onderscheiden van die van andere landen. De grond heeft een zeer ruuw voorkomen, en is van natuure onvrugtbaar ; maar door beleid en arbeid word hy vrugtbaar gemaakt. Ieder Kanton verschaft in den zomer goed weiland voor schaapen, en in de meesten heeft men eenige omgeploegde velden. De landstreek Argaw, in het kanton Bern, is een vlak koornveld , en de streek tusschen Mouldon en Morat is zeer vrugtbaar en aangenaam; ook heeft men in de Kantons Zurich en Friburg goeden voorraad van koorn; gelyk mede in die van Schafhausen en Zwit-  174 Natuurkundige Zwitserland, schoon het daar harder en onaangenaamer is De meeste bergen en valleien verschaffen pynboomen of dennenhout tot masten voor schepen; maar men kan dit gewas niet wel vervoeren, omdat het land te ver van zee gelegen is. Men heeft 'er ook goeden wyn; als eene soort van witten wyn, die voornaamelyk van de oevers van het meir van Geneve komt, en eene soort van rooden , die meeft in de streek van Neuschatel valt, en zo wel smaaklyk als gezond is. Over het geheel genomen zouden' de voortbrengsels van dit land genoegzaam zyn tot onderhoud der ingezeetenen, indien de menigvuldige regens en stormbuijen niet dikwyls merkelyke schaden veroorzaakten ; en daarom heeft men 'er zeer groote koornschuuren, om ingevalle van schaarschheid of van eenen ongunstigen oogst het gebrek te kunnen vervullen. De Bergen zyn in Zwitserland zeer menigvuldig, dewyl zy niet slegts de Kantons van elkanderen afzonderen, en dus tot scheidspaalen of verschansingen voor dezelven dienen; maar ook strekken om gantsch Zwitserland van Italie af te scheiden door zulk eene lange keten van Alpen dat men uit het eene land niet in het andere kan komen zonder een dier bergen over te trekken. - Vier van deeze Bergen zyn 'er, over welken wegen voor de reizigers gebaand zyn; een derzei ven is de berg Cenis waarover men door Savoije in Piedmont komt. De tweede is St. Benard, die tusschen het land Neder-Valais genaamd en de vallei van Aost in ligt. ■ De derde is de Sampion of Sampton, gelegen tusschen Opper-Valais en de vallei van Ossola in het Milaneesche. - De vierde is de St. Godard, die van het kanton van Uri naar Bellinzona, en de andere Zwitsersche Bailjuwagiën in Italie leidt. Maar schoon dit land zo bergagtig is, dat men het bezwaarlyk anders dan te paard of met eenen muilezel kan doorreizen, zyn egter deeze heuvels of bergen geene naakte en onvrugtbaare rotsen; want schoon zy geduurende den winter met sneeuw overdekt zyn, verschaffen zy des zomers goede weiden voor eene groote meenigte van run-  Aardryksbeschryving 175 runderen ; ook worden hier goede paarden aangefokt; op sommige bergen, waarop men haast denkt dat het voor voor menschen onmooglyk is te klimmen, ziet men koorn groeijen. Wegens den berg van St. Gothard of Godard, waarover een der voornaamste wegen naar Italie leidt, geeft Dr. Scheuchzer ons een byzonder berigt, waarvan men uit het volgend uittreksel eenig denkbeeld zal kunnen vormen. De weg (zegt hy) is gedeeltelyk aangenaam en vermaaklyk; gedeeltelyk hobbelig en gevaarlyk: in sommige laage deelen heeft men zeer digte bosschen; in andere Meiren en rivieren, die met een zagt geruisch voortschieten of met groote snelte loopen, en in het nederstorten van steilten een vreeslyk geweld maaken; somtyds stuiten zy tegen rotsen op, en dan maaken de straalen der zonne schoone regenboogen, en andere fraaije verschynsels. In andere plaatsen wekken de rotsen, die over den weg heen hangen, in de reizigers ontsteltenis. Sommige derzelven zyn geheel naakt, andere zyn met boomen versierd, en hebben overvloed van geneeskragtige kruiden. In deeze bergen zyn verscheidene mynen van yzer en kristal, gelyk ook bronnen van mineraale wateren, die door aderen van vitriool en salpeter loopen. Naby Bex in het rechtsgebied van Bern, zyn verscheidene natuurlyke zeldzaamheden; onder deeze is Maagdensulfer een zeer goed geneesmiddel voor zenuwziekten. Te Bevieux, te Roche en op de bergen Panex, omtrent eene myl van eikanderen gelegen ; zyn zeer merkwaardige en tevens nuttige bronnen van zout water, zodat het zout niet meer dan drie halve stuivers het pond kost. De grootste rivieren van Europa hebben haaren oorsprong uit deeze bergen; te weeten de Rhyn, de Rhone, de Donauw, de Russ en de Inn. De Ill is eene andere rivier, die haaren oorsprong naby Bazel heeft; en schoon de bron van de Adige eigenlyk in het land van Tyrol is, mag men haar egter op de grenzen der Grissons stellen. Deezen zyn de voornaamste rivieren; en behalven dezelven  176 Natuurkundige ven is 'er eene groote meenigte van minder aanbelang ; zodat 'er naauwlyks eene vallei .is, door welke niet een beekje loopt. Dit groot getal van rivieren, vergeleeken met derzelver aantal in andere landen , wordt als een overtuigend bewys wegens de hoogte des lands aangemerkt, dewyl het op den ryzenden grond of aan den voet der Alpen legt , én de laagste deelen van deeze ongemeene bergen uitmaakt. Men telt in dit land omtrent dertig Meiren, waarvan sommigen zo merkwaardig zyn dat zy den naam van Zeeën verdienen, gelyk zy ook in Duitschland genoemd worden. De Meiren van Constance en Geneve zyn omtrent agttien mylen lang en vier breed; en die van Neuschatel Zurich en Lucerne zyn niet veel minder in langte dan deezen. Deeze Meiren hebben Overvloed van visch, inzonderheid van forellen, die 'er zo verbaazend groot vallen, dat men 'er dikwyls vangt, die 50 of 60 ponden wegen; en naar maate zy zwaarer zyn vallen zy aangenaamer van smaak. — Het Meir te Zurich is omtrent 24 mylen lang en twee breed Deszelfs water is niet brakagtig , maar bevat een zwavelagtig zout en is groen van kleur. Men merkt des winters, wanneer het bevroozen is,, aan, dat het ys 'er nooit stil in ligt, waaruit beslooten wordt dat'er onder op den grond bronnen zyn. In het Kanton Bern is een klein Meir, Widensee genaamd , het welk kleine schildpadden verschaft, wier vleesch zeer smaaklyk is, en van wier schelpen speelgoed voor kinderen gemaakt word. Het Meir Bret in het Kanton Bern zegt men dat de grootste kreeften verschaft, die in Zwitserland te vinden zyn; maar men zegt dat het gevaarlyk is om 'er zich in te baaden, dewyl het hier en daar eene onpeilbaare diepte heeft. In andere Meiren heeft men lekkere en zeer groote prikken. Daar zyn veele mineraale Baden, inzonderheid te Hywell en St Prez, in het kanton Bern en te Newhass merkwaardig door de geneezing van veelerieie ziekten ; te Blumen-  Aardryksbeschryving. 177 Blumenstein heeft men een Bad, welks water eene roode kleur aan linnen geeft. Te Schenzanach en by Wyssenbourg, in het zelfde kanton , zyn heete Bronnen, die bekender zyn, en meer bezogt worden dan de reeds gemelden. Te Gurnegel heeft men ook een sulferagtig Bad. Maar onder alle Baden worden die te Baden meest genoemd en bezogt, deeze Wateren zyn reeds ten tyde van onzen Zaligmaaker berugt geweeft ; dit blykt uit het getuigenis van Tacitus , het welk bevestigd wordt door sommige gedenkteekens der Oudheid. Beelden van Heidensche Godheden, Gedenkpenningen en meer andere stukken. Daar zyn zeven onderscheidene Bronnen aan de zyde van de Rivier de Limmat. Zy hebben eenen merkelyken graad van hette, zynde bezwangerd met zeer veel zwavel en met een mengsel van alluin en salpeter. Deeze wateren worden veel gebruikt tot drank en ook om 'er in te baaden ; zy worden aangepreezen als geneesmiddelen van verscheidene kwaalen , niet slegts van zulken , die uit al te groote verhitting ontstaan, maar ook voor zodaanigen , die uit verkouwing der vogten of uit verstoppingen gebooren worden; nog worden zy dienstig geoordeeld in veele ziekten, waarvoor de vrouwen bloot, staan, zodat vrouwen van aanzien gewoon zyn, wanneer zy trouwen, te bedingen dat zy alle jaaren eens naar het Bad te Baden gaan moeten. De toevloed van Edelluiden derwaards is zeer groot, en daar worden vermaaklykheden toegelaaten, welke in alle andere plaatsen verbooden zyn. Aan dit Bad zegt men dat de Stad haare grootheid en rykdommen, waardoor zy de Hoofdstad van het Kanton geworden is, te danken heeft. Daar zyn veele andere geneezende Bronnen; maar dewyl derzelver natuur en eigenschappen genoegzaam dezelfde zyn als die der voorgaande , zo oordeelen wy het onnoodig 'er byzonderheden van te melden. De Meiren hebben wy reeds in aanmerkinge genomen, II. Afd. III, Deel M doch  178 Natuurkundige doch wy behooren ook iets op te merken hetgeen voor de inwooneren zeer voordeelig is, te weeten dat zy, dewyl 'er naauwlyks een Berg is, op wiens top geen Meir gevonden wordt, gemeenlyk wel voorzien zyn van Visch, uit welks verkooping den inwooneren het verlies van grond, dien de wateren bedekken, ryklyk vergoed wordt; daarenboven vindt men 'er ook deeze nuttigheid in dat de Boer zyne landeryen kan bevogtigen, zo dikwyls als hy het dienstig oordeelt. Te Laussen aan den noord - oostelyken kant van het Kanton Zuricb, maakt de Rhyn eenen wonderbaaren Waterval van 40 of 50 ellen hoog, die met een geruisch , het welk in eenen stillen nagt twee of drie mylen ver kan gehoord worden, nederstort; ook deezen weeten de Zwitsers tot hun voordeel te doen dienen, door het aanleggen van eene zeer groote Smitse, waar by nagt en dag eene verbaazende menigte van Yzer bereid wordt, genoegzaam om gantsch Zwitserland te voorzien. Men oordeelden het noodig eene gragt te maaken, die meer dan 100 schreeden lang is, en dient om het water, het welk de zwaare kamers opligt, te leiden. Men zegt dat de inkomsten uit deeze Smitse voor het Gemeenebest zeer aanmerkelyk zyn. In die deelen van Zwitserland, waar de grond weinig voortbrengt, inzonderheid naby St. Gall, hebben de inwooners hun best gedaan om dit gebrek door naarstigheid te vergoeden , dewyl zy Linnen-weeveryen hebben opgerigt , welke niet minder aanzienlyk zyn dan die men in Holland heeft. Zwitserland verschaft alle soorten van Vee in zulk eenen overvloed als genoegzaam is om 'er de nabuurige Landen van te voorzien; en het is zo goed in zyne soort dat het een der voordeeligste takken van den Zwitserschen handel uitmaakt. Men heeft 'er ook overvloed van tam en wild Gevogelte; de tamme Vogels , die op de bergen uitgebroeid wor-  Aardryksbeschryving. 179 worden zyn aangenaamer en zoeter van smaak dan die op het vlakke land voortteelen. Het zelfde kan men zeggen wegens hun Wildbraad , onder welken algemeenen naam zyn wilde Zwynen, zo wel als Herten betrekken: gelyk ook eenige wilde Geiten , die in andere Landen niet bekend zyn , onder anderen ook zulken , van wier huid het leer, dat wy kamoes-leer noemen, gemaakt wordt. Een der merkwaardigste wonderen van konst en oudheid is eene Brug , welke den naam heeft van de Duivels brug. Dezelve ligt omtrent 5 mylen in het gebergte , in bet Kanton Uri , en rust op twee zeer hooge Rotsen , aan welker voet . de groote Rivier de Russ loopt; bezwaarlyk kan men zich de wyze verbeelden , op welke zy gelegd is , en om deeze te verklaaren heeft men veele belagchelyke vertelseltjes uitgevonden. Dr. Burnet geett ons berigt wegens eene groote Brug over het meir Zurich, welks 12 voeten breed, en omtrent 1850 schreeden, dat is byna twee mylen, lang is, strekkende van Ripperswood tot Hurden; zy heeft aan wêerzyde geene leuningen , zodat , dewyl zy zeer hoog is , de menschen dikwyls gevaar loopen van 'er af te waaijen. Ondet de oude geschriften van het Dekenschap en Kapittel te Zurich is een groote Latynsche Bybel, op parkement geschreeven , waarschynlyk die welke door Bisschop Burnet genoemd word; in denzelven vind men de berugte plaats niet : drie zyn 'er in den Hemel die getuigen. De openbaare Boekery , of het Kabinet, wordt voor eene der grootste in gantsch Europa gehouden ; zy bevat byna 20000 Boekdeelen ; maar de zeldzaamheden van Natuure en Konst , die 'er in bewaard worden , zyn veel verwonderenswaardiger ; onder deezen vindt men een afschrift van de vier Euangelisten, geschreeM 2 ven  180 Natuurkundige ven met Grieksche letteren, in de agtste eeuwe, op verguld blaauw papier, in quarto gevouwen. Te 'Bazel, in het Kanton Bazel, is eene zeer bloeijende Universiteit, waar men de beste openbaare Boekery van geheel Zwitserland heeft, bestaande uit 16000 Boekdeelen , behalven de Handschriften. Onder deezen vindt men een Grieksch Handschrift, van de vier Euangelisten, het welk meer dan 1000 jaaren oud is ; de Canons van de Grieksche Kerk ; vier Brieven van Joannes Hus, aan de Bohemers ; eenige kostbaare Schilderyen , inzonderheid een van Christus in een doodkleed gewonden, het welk Dr. Burnet een van de schoonste schilderstukken der waereld noemt, en waarvoor men 1000 ducaaten gebooden heeft. In de Zwitsersche Kantons zyn veele pragtige Kerken en andere openbaare gebouwen, dewyl de inwooners de grootschheid en pragt in deeze gestigten beminnen , inzonderheid in die, welke tot Godsdienstige gebruiken geschikt zyn. DE    Aardryksbeschryving. 181 DE BESCHRYVING en NATUURLYKE HISTORIE van ITALIË. Naam, gelegenheid, en uitgestrektheid Veele en verscheiden zyn de gissingen wegens den naamsoorsprong van deeze Landstreeke, zoodat het moeijelyk te bepaalen is welke de oudste en eigenlyke afleiding des naams zy. De Heer Bochart leidt denzelven af van een Phenicisch woord, het welk pek beteekent, die in dit land, en in het byzonder in de deelen van hetzelve, welke het Koningkryk van Napels uitmaaken, in overvloed ge vonden wordt. Calobrie, het welk een gedeelte van Italie uitmaakt, is in de gemelde taale van de zelfde be-teekenisse Dit groote en vrugtbaare Land is, zoo ver als de oudste Gedenkschriften reiken, of de zetel des Keizerryks, of het tooneel des oorlogs geweest; zoodat geene historie voller van gebeurtenissen, en gevolglyk geschikter is om de aandagt van den Leezer te trekken, en zyne nieuwsgierigheid te voldoen, dan die van Italie. En dit mag toepaslyk gemaakt worden oP het groot aantal van doorlugtige mannen, welken dit land, in zyne Veldoversten, Digters, Historieschryvers, Schilders, als anderszins heeft voortgebragt: op de weêrgalooze pragtige Huizen, Tempels, Waterleidingen, Loopbaanen, Schouwplaatsen, Grafsteden en andere kostbaare en nuttige gebouwen , waardoor deeze landstreek als de luisterrykste der waereld voorkomt. Natuur is niet minder mild geweest in dit land boven andedere landen te begunstigen. Getuigen zyn het welige Lombardye en andere Provinciën, waar Ceres en Bacchus met elkanderen schynen te stryden wie den inwoneren de meesM 3 te  182 Natuurkundige te zegeningen zal toevoegen; de eene door hunne schuuren met koorn en vrugten te vullen; en de andere door hunne kelders van de uitgezogtste wynen te voorzien. Dus door de Natuur rykelyk gezegend, is het tevens merkwaardig door het vernuft, de vindingskragt en de naarstigheid der inwooneren, zoodat het, ten aanzien der overige, deelen van Europa, voor de moeder van Konsten en Weeteenschappen gehouden wordt. Deszelfs aanzien is, in alle de gemelde opzigten, zoo hoog gestegen dat eene reis door Italie als het weezenlykste gedeelte van eene beschaafde opvoedinge wordt aangemerkt. Wy hebben verschillende uitrekeningen wegens de uitgestrektheid van Italie, naar de verschillende begrippen der Schryveien wegens deszelfs grensscheidingen Volgens de beste onderrigtingen der hedendaagsche Aardryksbeschryvinge, is Italie van de grenzen van Zwitserland af tot den uitersten hoek van het Koningkryk van Napels toe, omtrent 750 mylen lang; en van de grenzen van het Hertogdom van Savoije tot aan die der heerschappyen van den staat van Venetie, waar het de grootste breedte heeft, omtrent 400 mylen breed, schoon het in sommige deelen naauwlyks 100 mylen haalen kan. Wat deszelfs gelegenheid betreft, het grenst ten westen aan de Alpen, die het van de aanliggende Provinciën van Vrankryk afscheiden; ten noorden grenst het mede aan de Alpen, en ten zuiden aan de heerschappyen van het Huis van Oostenryk; aan den eenen kant wordt het bespoeld door de Middellandsche zee van het Graafschap Nice tot de kusten van het Koningryk Napels, en aan den anderen door de Adriatische zee. De Golf van Venetie, zynde eene naauwe straat, scheidt het van het vrugtbaare Eiland Sicilie, het welk men egter altyd voor een gedeelte van Italie gehouden heeft. Busching zegt dat het tusschen de 38 , of, Sicilie 'er onder gerekend zynde, tusschen de 36 en 40 graaden noorder breedte, en tusschen de 7 en 19 graden ooster langte ligt. Het  Aardryksbeschryving 183 Het Land is in drie deelen onderscheiden, te weeten in het bovenste, bet benedenste en het middelde gedeelte. Het bovenste of noorder-deel bevat het Hertogdom Savoije . het Vorstendom Piedmont, en het Hertogdom Montserrau, onderworpen aan den Koning van Sardinie. De Hertogdommen Milaan, Panna, Modena en Mantua. De Republieken van Venetie en Genua, en het Bisdom van Trent , onderworpen aan de regeering van deeze Republieken. Het middelste gedeelte van Italie bevat de Landen die tot den Kerkelyken Staat behooren, nevens het Hertogdom Toscane en de Republieken van Lucca en St. Marino, onder het gebied van den Keizer staande. Het neder - deel, of de Zuidelyke verdeeling van Italie, bevat de Koningkryken van Napels en van de beide Sicil-   liën . Des Heeren Templemans tafels, wegens de Verdeeling, grootte en steden van Italie zyn, als volgt;  184 Natuurkundige Naamen de Landen         Italie P8 " ™ •£ P S I Piedmont, 6619140 Turin 5071294 Aan den > Savoije . 3572 87 Chambery, 426 Si Koning ^ Montserrat 446 40 Casel 546 42 van Sardinie   Allessandrine 204 27 20 Alexandrie, 567 60 behooren | Onegelia, 132 24 Oneglia 742 67   [.Sardinië , E. 6600135 Cagliari , 707356 Napels, 22,oco 175 Napels 810102 | Milaan, 54-31 155 Milaan, 581240 aan den . 1 j Keizer • Mantua 1 7°° 47 27 Mantua 648212 Mirandola, ~ 120 19 Mirandola 663192 Sicilie E. 9400180 92 palermo, 794214   Heerschappyen       van Vrankryk       „       den Paus. 14, 348 235 143 Rome, 821   Venaiscia 520 37 21 Avignon, 516 375 Toscane, 6640115 94 Florence, 720 115 Massa 82 16 11 Massa 605 154 Parma, 1225 48 37 parma, 652 194 Modena, 1560 65 39 Modena, 673 177 Piombino, 100 22 18 Piombino, 790 90 Monaco, 24 12 4 Monaco 727275 Lucca, , 286 28 15 Lucca 663 130 St Marino, 8 St. Marino   ■ 768 129 Genua 2400160 25 Genua 763213 Genua Corsica E. 2520 9° 38 Bastia 756 120 Venetie, 8434 175 Venetie 1055225 Istrie, P. 1245 62 32 Copo d'Istria 670 62 Dalmatie, P. 1400 i35 20 Zara 1000 190 Eilanden van Dalmatie, 1346   NB- Zie het vervolg van deze Tafel op de volgend Bladzyde.   Naa-  Aardryksbeschryving. 185 Naam der Land.               < Italie,                   Cephalonie, 428 40 18 Cephalonie, 912 567     Corfu oudst.     Corcyra, 194 31 10 Corfu, 919 487     Zant, oudst.   Zacynthus , 120 23 12 Zant, 920 600     St. Maura ,   Klein Cepha   lonie 56 12 7 St. Maure 913 541 Ithaca oudst 14 7 3 914 552 Geheel 75.576   De hoofdstad van Italie is Rome, eene zeer oude stad, en eertyds de Meesteres der Waereld, en de zetel van het Roomscbe Keizerryk ; heden is zy nog de aanzienlykste stad der waereld, en de woonplaats van den Paus, het Hoofd der Roomscbe Kerke. Geene stad is met deeze te vergelyken ten aanzien der pragt van haare gebouwen en oudheden, der meenigte van haare gedenkteekens en zeldzaamheden, en der verscheidenheid van haare zonderlinge en gewigtige gebeurtenissen. Zy is het middelpunt en de bewaarplaats van alles wat de schilderkonst, beeldhouwkonst en bouwkunde uitmuntends hebben. Zy werd, volgens sommigen, 753 jaaren voorde geboorte van Christus door haaren eersten Koning Romulus gestigt. Zeer dikwyls zyn haare gedaante en plaats veranderd geworden , en vooral na de zeven groote verwoestingen der stad door de oude Gaulen, Wandaalen, Herulers, Ooster- en Wester-Gothen en door de Germaanen in den jaare 1527 onder Karel van Beurbon, wanneer zy ingenomen en de Paus genoodzaakt werd om zich aan den overwinnaar te onderworpen. Thans staat zy op 12 heuvelen; maar een groot gedeelte derzelM 5 ven  186 Natuurkundige ven is in de valleiën nedergevallen. De stad is omringd; van eenen muur, die omtrent 10 Italiaansche mylen in den omtrek heeft; maar zy is niet geheel vervuld met gebouwen, dewyl veele plaatsen, waar eertyds pragtige gestigten stonden, nu tuinen, velden, weiden en wyngaarden zyn. In de pragt en luister der geestelyke gebouwen is het hedendaagsche Rome egter ten minsten gelyk aan het oude. Het heeft 300 kerken, welker pragtigste die van st. Pieter is, naaft welke men het Vatikaan of het winter - paleis van den Paus heeft, met eene voortreffelyke boekerye, bestaande uit de uitgezogtste boeken en handschriften, en eenen vermaakelyken tuin, die den naam van Belvidere draagt, en waarin de schoonste verzameling van vreemde gewassen, welke men ergens in Europa, heeft, gevonden wordt, De Tyber loopt door de stad van het noorden naar het zuiden, en men heeft over die rivier 5 bruggen, doch eene derzelven is merkelyk vervallen. Dewyl het bed der riviere door de puinhoopen van verscheidene gebouwen veel gereezen is, staat de stad bloot voor overstroomingen, inzonderheid wanneer de wind uit den zuiden waait, en de stroom door het smeken van den sneeuw op de Appennynscbe bergen zwelt. De stad heeft 20 poorten, en 300 oude toorens, die nog in stand zyn. Zy is, over het algemeen genomen, pragtig gebouwd, en de wegen zyn ruim en wel bestraat. Geen gedeelte der waereld is beter voorzien van schoon water dan Rome; want behalven goede bronnen zyn hier drie groote waterleidingen, die het water naar de stad voeren. - Eenigen der grafsteden, oudstyds gemaakt ter begraavinge der dooden , zyn nog in haar geheel, doch in veelen is de aarde ingevallen. De burgers van Rome hebben zich door het oprigten van openbaare gasthuizen en andere gestigten , ter geneezinge van allerleie ongesteltenissen van ligchaam en geest, beroemd gemaakt. Zy hebben ook in dit opzigt gezorgd voor vreemdelingen; en openbaare schoolen ter onderwyzinge van jongens en meisjes aangelegd. - Zy hebben gedagt om het onder houd  Aardryksbeschryving 187 houd van getrouwde vrouwen, die zich om wettige redenen van haare mannen afzonderen. ~ Zy hebben huizen ter herberginge van boetvaardige hoeren: — een huis voor edellieden, die in verval geraakt zyn: —— eene vergaderplaats voor regtsgeleerden , die den armen om niet bedienen moeten, en eene andere, geschikt tot het byleggen van geschillen. —— Men vindt hier ook een genootschap van Priesteren, die de luiden, welke zich in doodsangsten bevinden, en veroordeelde misdaadigers moeten bystaan, benevens vereenigde genootschappen ter voortplantinge des Euangeliums, ter bekeeringe der Jooden, en ter verrigtinge van veele andere zaaken, die tot den Godsdienst behooren. — - - Zeker schryver merkt aan dat de liefdegestigten eene meenigte van zonden zouden bedekken, indien de wreedheden der Inquisitie alle goede daaden niet ontluisterden. Rome ligt omtrent 17 mylen van de Thuscische zee, en 142 ten westen van Napels. Op 41°47' noorder breedte , en 3° 5 ooster langte. Men heeft hier eene groote meenigte van goede havens, die veel toebrengen tot den bloei van den koophandel ; sommige steden zyn wel verschanst ter verdediginge, en dit was in voorige tyden ten hoogsten noodig. De Italiaanen onderscheiden veele van hunne steden en vlekken door byzonderen bynaamen ; dus noemen zy Rome de heilige stad; Napels de edele; Florence de schoone; Venetie de ryke ; Genua de pragtige; Milaan de groote; Ravenna de oude; Padua de geleerde ; Livorne de handeldryvende; Verona de vermaaklyke ; Lucca de bevallige, en Casal de sterke. De regeeringsvorm in dit land is zeer onderscheiden; bezwaarlyk is 'er ergens een te vinden, die niet in Italie gevonden wordt. Wat de opperheerschappy van den Paus betreft, deeze is aan het zelve in het byzonder eigen, dewyl zy in een' geestelyk' persoon huisvest; en zy is egter gantsch en al eene waereldlyke magt, die met volstrekter gezag, en (gelyk men algemeen erkent) met meer staat kun-  183 Natuurkundige kunde geoefend wordt dan in eenige andere alleenbeerschingen. De heerschappyen der twee gekroonde Hoofden (want voor als nog zyn 'er niet meer in Italie) zyn die van zyne Sardinische Majesteit aan het eene, en die van den Koning der beide Siciliën aan het andere einde. —— Het Hertogdom van Milaan, eertyds het grootste en rykste in dit gedeelte der waereld , en tevens het Hertogdom van Mantua met deszelfs onderhoorigheden, behooren aan het vorstelyk Huis van Oostenryk. Zyne Keizerlyke Majesteit wordt als eene der Italiaansche Mogendheden aangemerkt, niet alleenlyk omdat hy beweert regt te hebben op het grootste gedeelte van, zoo niet op geheel Italie, maar in het byzonder ook als Groot - Hertog van Toscane. De Infant Hertog van Parma is eindelyk in de bezittinge van een vast eigendom gekomen, bestaande niet slegts uit dat Hertogdom en Piacenza, het welk het vaderlyk erfgoed was zyner voorouderen van moeders zyde, maar ook van Guastalla. Zyne doorlugtige Hoogheid de Hertog van Modena bezit dat Hertogdom en Reggio, te gelyk met het Hertogdom van Mirandola. En behalven deezen zyn 'er eenige andere kleiner Vorsten, die het kwaalyk neemen zouden dat men hun den tytel van Opperheeren weigerde. De Republiek van Venetie is eene ongemengde Aristocratie, nu nog eerwaardig door de wysheid harer regeeringe, gelyk zy voordeezen ontzaglyk was door de uitgestrektheid haarer heerschappyen , en de grootheid van haare zeemagt. De Republiek van Genua is mede eene Aristrocratie , maar in verre na zo zuiver niet als die van Venetie. Eehalven deezen zyn 'er nog twee vrye Staaten of Gemeenebesten , die, schoon zy in het midden van oppermagtige Vorstendommen liggen, egter geene gehoorzaamheid of hulde aan dezelven behoeven te bewyzen; ik bedoel Lucca en st. Marino. ' De oude bewooners van Duitschland zegt men dat de Gomeriërs geweest zyn , die in veele verschillende stammen verdeeld waren. De Ausoniërs worden voor de oudsten gehouden. In vervolg van tyd zonden de Celten, die het groot-  Aardryksbeschryving. 189 grootste gedeelte van Gallie bewoonden , verscheidene volkplantingen naar Italie. ■ De Sabynen waren eene andere natie. Ondertusschen kwamen 'er ook verscheidene volkplantingen uit Griekenland aanzeilen , en vulden veele havens; zoodat deeze verschillende inwooners aanleiding gegeeven hebben om dit land in drie deelen te onderscheiden, te weeten in Gallie aan deeze zyde van de Alpen, eigenlyk Italie, en groot Griekenland; en deeze verdeeling van Italie heeft genoegzaam zoo lang als het Roomsche Keizerryk duurde stand gehouden. Op gelyke wyze vinden wy de tegenwoordige bewooners van elkanderen onderscheiden. Die van Lombardye, welker voorouders uit het noorden gekomen zyn, zyn zeer groot en blank; maar de anderen zyn meeft allen van eene middelbaare grootte, hebben zwart hair, schraale aangezigten, en eene kleur, die wat naar den geelen trekt. Zy zyn nu minder gezet op den oorlog of op krygstogten dan voordeezen, of dan de meeste andere Europeesche natiën. Doorgaans beschryft men hen als deftig, voorzigtig , maatig, beschaafd, geschikt voor konsten, weetenschappen en koophandel. Zy zyn zeer vernuftig, en wel in het byzonder in die dingen, waarop zy zich voor-, naamelyk toeleggen, als daar zyn de beeldhouwery, de bouwkunde, de schilderkonst en muziek: vooral hebben zy den regten smaak voor de digtkunde , oudheidkunde, regtsgeleerdheid en staatkunde. De beschaavende konsten worden in openbaare schoolen en andere plaatsen sterk aangemoedigd, waartoe ook de toejuiching en eerbied der inboorelingen jegens de konstenaars zeer veel toebrengen. Zy zyn van natuure welspreekend, zeer keurig, scherpzinnig, gehoorzaam aan hunne Overheden, vriendelyk jegens hunne minderen, beleefd jegens huns gelyken, en gespraakzaam jegens vreemdelingen. Men legt hun egter te last dat zy geveinsd en vol van vleijerye, driftig in hunne minnaaryen en buitenspoorig jaloers zyn. Hunne vrouwen zyn zeer bevallig, vernuftig, en verliefd van aart, het geen mooglyk oorzaak is dat zy van haare minnen zeer naauw  190 natuurkundige naauw in agt genomen worden; hierover zyn de vrouwen ook zo gevoelig dat zy dikwyls , indien zyhaar keus moogen volgen, vreemdelingen of buitenlanders liever dan inboorelingen tot haare mans hebben. Zy zyn over het algemeen genomen zedig in hunne kleeding, pragtig in hunne huishoudinge, net op hunne tafels, maar ongemeen gezet op uitspanningen, spelen en andere vermaaken, waar door hun anderszins loflyk karakter niet weinig ontluisterd wordt. Onder de gewoonten en zeden, die hun in het byzonder eigen zyn , telt men ook dat zy den dag rekenen van den eenen ondergang der zonne tot den anderen, even als de oude Atheniënsers deeden, en dat zy klokken maaken, die 24 uuren slaan, in plaatse van den tyd te verdeelen gelyk in alle andere landen gebruiklyk is. Doorgaans slaapen zy omtrent 2 uuren na het middagmaal, het welk maar eene sobere maaltyd is in vergelykinge van hunne avondmaaltyden , waarin zy vry ryklyk te werk gaan. Sommigen hunner geregten zyn soupen , slakken, die met olie en peper worden opgedischt, wanneer zy gekookt zyn, cf anders in olie gebraaden worden. Zy eeten ook veele soorten van vogelen , die in andere Landen niet gemeen zyn, en gebruiken by hunne meeste spyzen olie. De taal van Italie is zo wel bekend, dat het onnoodig is 'er veel van te zeggen; wanneer men ze slegts hoort spreeken, begrypt men ten vollen dat zy een tongval, of liever eene verbastering is van de oude Romeinsche taale. Sedert onlangs is zy merklyk beschaafd geworden, en zy wordt nu aangemerkt als eene zagte, gladde en welluidende spraak, die zeer geschikt is voor de zangkonst. Toskane is de landstreek, waar het Italiaansch best gesproken wordt. Te Napels, Venetie, Piedmont en in meer andere plaatsen heeft het nog iets van zyne voorige hardheid behouden. De Godsdienst der Italiaanen is die van de Roomsche kerke , haare grofste dwaalingen en bygeloovigheden zelven niet uitgezonderd. Deezen blyven zy aankleven, of uit vreeze  AARDRYKSBESCHRYVING. 191 Vreeze voor de geweldenaaryen der Inquisitie, of uit ontzag voor hunnen geestelyken Vader den Paus; en misschien wel voornaamelyk omdat zy in eene diepe onkunde wegens den Protestantschen Godsdienst gehouden worden, dewyl hun telkens vooroordeelen tegen de Hervormde leer worden ingeboezemd, door de valsche en belachlyke wyze waarop hunne Priesters en Monniken dezelve gewoon zyn voor te draagen. Dit komt overeen met het algemeene berigt, het welk ons wegens hunnen Godsdienst gegeeven wordt; maar men moet erkennen dat veelen onder de beschaafdste en verstandigste Italiaanen juister en redelyker begrippen hebben. Sommigen mogen den Paus onfeilbaarheid toeschryven , maar anderen ontkennen wel degelyk dat dezelve in hem zoude plaats hebben, en begrypen zyne Heiligheid met de Kerk vereenigd als onfeilbaar. Nog zyn 'er meer, die wegens geen van beiden zulk een denkbeeld hebben, maar oordeelen dat het hun pligt en belang niet is onrust in den Staat te verwekken door het openbaaren van hunne verschillende gevoelens; schoon zyzeer verheugd zyn zouden , wanneer zy zien mogten dat veelen der lastige en belagchelyke plegtigheden werden afgeschaft, en dat in het byzonder de harde behandelingen van zoodanigen, welken men gewoon is ketters te noemen, buiten gebruik raakten. In sommige deelen van Italie worden zelfs de Jooden geduld, en te Rome doet men weeklyks eene predicatie ter hunner bekeeringe. In sommige steden zyn genootschappen, die de instellingen der Grieksche kerke volgen, en God overeenkomstig met dezelven dienen; en in de bergagtige deelen tusschen Piedmont en het Dauphineesche zyn eenige Protestanten, Waldensen genaamd, uit welker historie blykt dat zy al zeer vroeg van de gemeenschap der Roomsche kerke zyn afgeweeken; zelfs willen sommige schryvers dat zy 'er zich nimmer aan onderworpen hebben. Geleerdheid is onder de Italiaanen in zulk eene hooge agtinge , dat geene natie der waereld zo veele Hooge Schoolen heeft als zy. - Voordeezen kon men 'er 22 optel-  192 Natuurkundige tellen ; en schoon eenigen derzelven in verval geraakt zyn , zyn 'er egter tegenwoordig nog 16 in weezen. Namelyk te Rome, Florence, Mantua, Venetië, Bononie, Pisa, Pavia, Padua, Ferrara, Sienna, Napels, Verona, Perugia, Milaan, Salerno, Parma. Bononie was eertyds berugt door de beoefeninge der Roomscbe wetten , Salerno door den bloei der geneeskunde , en Rome door de Godgeleerdheid ,• doch deeze onderscheiding heeft nu grootdeels opgehouden; en in de meeste der Universiteiten zyn thans verscheidene kollegiën voor alle verschillende takken der geleerdheid, waarin men ook Hoogleeraars heeft aangesteld. Natuurlyke Historie. De Lugt en lugtsgesteltenis zyn in de onderscbeidene deelen zo tegenstrydig als men ze zich verbeelden kan. Aan de grenzen van Zwitserland en het Land der Grisons, zyn de bergen zo hoog als in eenig gedeelte van Europa; de aarde is daar onvrugtbaar, en de lugt donker en scherp. De vlakten van Lombardyen moogen daarentegen met regt den naam van den Tuin van Europa dragen, zo wel uit hoofde van haare vrugtbaarheid , als ter oorzaake van de schoonheid en aangenaamheid der lugtsgesteltenisse In de Kerkelyke Heerschappyen , en in het Koningryk Napels is de zomer-hitte ongemeen sterk; aan dezelve is men egter de smaaklykste vrugten, en de welriekendste bloemen verschuldigd, zo wel als olie, wyn, zyde, en andere kostbaare waaren. De grond is, over het algemeen genomen, vrugtbaar, dewyl hy door eene menigte van rivieren bespoeld wordt, welker loop, uit hoofde van de smalheid des lands, niet  aadryksbeschryving 193 niet zeer lang kan zyn. Men vindt 'er egter, die eene merkelyke uitgebreidheid hebben, bevaarbaar zyn, eene groote verscheidenheid van visch verschaffen , en ook in menigvuldige andere opzigten niet weinig toebrengen, om de streel welke zy doorloopen , te verryken. » De voornaamste voortbrengsels van dit Land zyn Koorn en Ryst, nevens Druiven in verscheidene soorten , van welken veelen dienen om uitmuntende Wynen te maaken; Oranjeappelen, Limoenen, Citroenen, Granaat-appelen, uitsteekende Olyven , in welker Olie hier vry wat handel gedreeven wordt: in de Zuidelyke deelen heeft men Suiker , Amandelen, en eene meenigte van Moerbeezien-boomen, die een ongelooflyk aantal van Zywormen voeden, en die Land beroemd gemaakt hebben door de veelvuldige Zyweeveryen. Hier is ook groote overvloed van alle andere vrugten in derzelver grootste volmaaktheid; als Persiken Vygen, Druiven, Apprikoozen, Peeren, Appelen en Pynappelen. De Bosschen zyn meest altyd groen; en uit dezelven krygt men Honig, Wasch, Saffraan, en veele andere geneezende planten. Ook zyn de Bosschen merkwaardig, uit hoofde van de verscheidenheid van Vogelen, die dezelven bewoonen, en door hunne schoone kleuren de oogen niet minder behaagen, dan zy door hunne bevallige toonen de ooren streelen. De Wildernissen zelve zyn vol van altyd groene boomen ; en tevens van tam en wild gevogelte. Weinige landen zyn 'er in de waereld, die door meer Rivieren bewaterd worden, dan in Italie te vinden zyn. De voornaamste Rivieren zyn: De Po, die haaren oorsprong heeft in het Alpische gebergte, tusschen het Pauphineesche en het Markgraafschap van Saluces; zy doorkruist Piemont, Montserrat, het Milaneesche en Mantua; zy bewatert de Steden Casal, Turin, Placentia, Cremona, en ontvangt in het Hertogdom Ferrare verscheidene kleiner Rivieren, waarna zy zich in de Adriatische zee ontlast. Deeze Rivieren zyn de Adda de Tes II Afd. III Deel N sino  194 Natuurkundige Sino, de Oglio, de Mincio, de Tanaro, de Taro, en de Reno. De Adigo, ontspringende uit de Bergen van Tyrol ' De Trebia zynde eene der grensscheidingen van Laquira. De Arno die de Steden Florence en Pisa bespoelt en in de Toskaansche zee valt. De Tiber ,die op het Apennynsche gebergte ontspringt, door de streek van Florence en de Stad Rome loopt, en vervolgens in de Toskaansche zee valt. De Coriglano vloeit mede uit de Apennynscbe bergen en bespoelt de steden Vescia en Arunca. De Meiren in Italië zyn voornaamelyk het Groote meir voor deezen Verbanus genaamd , Lugano, Como Iseo, Gar da, in het Hertogdom Milaan; Trasimene of de Perugia, Vulsino en Bracciano in Toskane; Fuccino, Fundi, de Castello, Gandolphe, in Campanie Romanae, en verscheidene andere van minder belang. Het Groote Meir is byna 40 mylen lang, en in de meeste plaatsen omtrent 4 mylen breed; het heeft zynen oorsprong by de Alpen. Aan den zuidelyksten hoek is het naauw, en krygt daar, door eene kleine rivier, Tesina genaamd gemeenschap met de Po. Dit Meir is bevaarbaar en verschaft groote verscheidenheid van visch. Het Meir Iseo is omtrent 13 of 14 mylen lang, maar niet breed naar evenredigheid. Het Meir van Aganon, naby den berg Vesuvius, is om trent eene myl in den omtrek, en heeft eene geduurige opwelling, schoon geene merkelyke hette. Het verschaft Aal, en andere soorten van visch Naby Tivoli in Napels, is een Meir, het welk niet boven de vyf-of zeshonderd schreeden in Zynen omtrek bevat; maar deszelfs water is ongemeen diep, en zo met zwavel bezwangerd dat de lugt 'er door besmet wordt. Veelen komen uit Rome om 'er zich in te baaden, ter ver dryvinge van verscheidene ongemakken; en 'er zyn eenige ' eilanden in hetzelve van merkelyke grootte De voornaamste Bergen zyn de Alpen , de Apennynen, de  aardryksbeschrijving 195 •de Mons Massicus, nu Monte Nova of Masso monte de Garo, Barbaro, st. Angelo en Vesuvius. De Alpen, schoon zy wel niet eigenlyk tot Italië behooren, maar tusschen Zwitserland en italie in liggen, verdienen hier echter onze byzondere opmerking. Onder den naam van Alpen zyn niet slechts de bergen van zwitserland maar ook die van eenige nabuurige landen begreepen; en uit dien hoofde zyn zy verdeeld in Montes Maritimae, Cottiae, Grajae Penninae, Rhaetiae enz. Dat gedeelte van het kanton Bern , het welk ten Oosten van het Meir van Geneve ligt, als mede de Kantons van Uri, Schwitz, Underwald, Glaris, Appenzel, een gedeelte van dat van Lucerne, en eindelyk het land der Grisons, bestaan meest uit Bergen van eene verbaazende hoogte, som. migen van welker toppen, volgens de barometrische mee- . tingen van Scheuchzer, van negen-tot twaalfhonderd voeten boven de oppervlakte der zee zyn De hoogste Bergen in Zwitserland meent men te zyn de Schreckhorn, de Grimsel, en de Wetterhorn , in het Kanton Bern ; st. Gothard in uri Gemmi, naby Leukhade; in Italie heeft men den berg Walliserland, wiens hoogte tienduizend een honderd en tien voeten is; en st. Bernard op de grenzen van Italie, naarden kant der valleie van Aosta , welke berg een zeer ruim uitzigt verschaft over Italie. Op den berg van Grindelwald is de Gletscher of de ysberg, wiens ys men zegt dat nooit smelt, maar jaarlyks aan alle kanten aangroeit, zo ■wel in hoogte als in zwaarte. Het zy men deeze Bergen op- of afklimt, ziet men gemeenlyk eene Rivier langs den weg voor:schieten, die waarschynlyk de eerste aanleiding gaf om dezelve te ontdekken. De Appennynsche heuvels zyn in zo verre merkwaardigst van allen, dewyl zy uit eene byna aaneengeschakelde keten of ry van heuvelen bestaan, die gantsch Italie, in de langte, genoegzaam in het midden doorkruissen. Zy beginnen te Savona, waar zy zich met de Zee - Alpen vereenigen , en in eene soort van slanglyn van daar naar den N 2 ker-  196 Natuurkundige kerkelyken Staat loopende, verdeelen zy zich in twee takken , van welken een zich tot aan de Zee van Sicilie uitstrekt, terwyl de andere genoegzaam tot aan de uiterste kust der Ionische of Adriatische zee loopt. De merkwaardigsten zyn de Summa Algido , Alcino, Pulciano , st: Julian , Livoli, Redicosa , en Giogo De meesten deezer bergen zyn, zo wel als veele andere in Italie, berugt, omdat zy byna het gantsche jaar door eene soort van groente hebben; men vindt 'er overvloed van Laurier , wilde Olyven, Tamarinden, Jenever - beezien , en andere altyd groene boomen; ook zyn 'er veelvuldige Eiken - en Pynboomen, en eene groote meenigte van wilden Thym, Lavender , en andere welriekende kruiden , waarop hunne runderen aazen, en waardoor derzelver melk en vleesch eenen aangenaamen smaak krygen. Sommigen van deeze Bergen zyn zeer hoog , en kunnen niet dan met moeite overgetrokken worden , inzonderheid die , welke Summa genoemd wordt, op den weg naar Spaleto, schoon Paus Gregorius de XIIIde over deezen een spoor heeft laaten baanen. De Berg Masso is voornaamelyk berugt uit hoofde van zyne uitmuntende Wynen, en het omgelegen land is mede zeer vrugtbaar; ook zyn aan den voet van deezen Berg eenige geneezende Wateren. Nog is hy merkwaardig door de Puinhoopen van het oude Sinuessa, het welk sommigen voor het oude Sinope houden. De Berg Barbaro was voordeeezen vrugtbaarer dan tegenwoordig, gelyk sommige Historieschryvers hebben aangeteekend. Thans kan niets de moeite en kosten vergoeden , welke men ter bebouwinge van dezen dorren en onvrugtbaren grond moet aanwenden. Monte Nova is zynen oorsprong verschuldigd aan eene Aardbeeving, in den jaare 1538 voorgevallen. Zyne loodregte hoogte is 800 roeden , en zyn omtrek omtrent 3 mylen. De gantsche nabuurschap was door de geweldigheid deezer Aardbeevinge, welke de toestand der Aarde ter dier plaatse merkelyk veranderde, zeer ontsteld. Verscheidene kerken en eene groote meenigte van huizen werden door de-  AARDRYKSBESCHRYVING. 197 dezelve ingezwolgen ; de zee week omtrent 100 roeden buiten haare gewoone paalen , en het meir Lucrino werd genoegzaam vernietigd. Op den top van deezen Berg is nog een kolk of kloof, die omtrent 50 roeden middellyns heeft; maar nooit heeft men iets, dat naar vuur of rook geleek, uit denzelven zien opgaan. Aan de zyde van deezen is die berugte Berg, welke Monte di Cbristo genoemd wordt. Eenige bygeloovige luiden meenen dat hy door de Aardbeevinge, die by het sterven van onzen Zaligmaaker heeft plaats gehad, is opgekomen; op deszelfs top is een diepe kolk. De Bergen van st. Angelo , Aventinus, Alivetto, Esquilinus, Palatino, Pincio, en Viminalis, zyn voornaamelyk berugt ter oorzaake van zekere byzondere Gebouwen van groote Oudheid, met welker beschryvinge wy ons niet zullen bezig houden. Maar de Bergen Vesuvius, Gibel, Etna, en eenige andere eiscben om hunne onderaardsche vuuren , en derzelver menigvuldige uitbarstingen, eene byzondere beschryving. De eerste van deezen is door den Heere Addison, in zyne aanmerkingen over verscheidene deelen van Italië, beschreeven geworden, uit welke aanteekeningen wy hier het volgende uittreksel geeven zullen. Deeze Berg staat omtrent zes Engelscbe mylen van Napels, schoon hy, uit hoofde van zyne hoogte, hun die er uit de stad naar zien veel nader by schynt. Op onzen weg naar denzelven gingen wy door eene van die rivieren van brandende stoffe, welke in eene der laatste uitbarstingen uit deezen Berg zyn voortgeschooten. Deeze vertoonde zich op zekeren afstand als een pas omgeploegde grond; wanneer men 'er nader by kwam, zag men hoopen van losse kluiten boven op elkanderen liggen , zodat de oppervlakte gebrooken en onregelmaatig was, terwyl, daar het vuur en de gisting van tyd tot tyd afnamen, die kluiten zo wel by elkanderen schikten , als derzelver onregelmaatige gedaante toeliet. Toen wy de zyde van deezen langen hoop voorby waren, kwamen wy aan den voet des Bergs ; N 3 en  198 Natuurkundige en vonden het zeer moeijelyk tot deszelfs top oP te klimmen. Hy is aan alle kanten met eene soort van brandende aarde overdekt, die zeer droog, en veelal fyn is. Onderde voeten vindt men het zeer heet; ook zyn 'er verscheidene verbrande steenen en aschkluiten , die van tyd tot tyd zyn opgeworpen. Dikwyls gleeden wy, langs dit stof opklimmende agteruit; maar toen wy den Berg opgeklommen waren, bespeurden wy dat deszelfs top vry breed was en uit eene opene vlakte bestond waaruit hier en daar een sulferagtige rook opging, en die waarschynlyk met vuur ondermynd was; want uit het geluid, het welk wy onder onze voeten hoorden!, beslooten wy dat aldaar eene holte was. In het midden van deeze vlakte staat een hooge heuvel die de gedaante heeft van een suikerbrood, en zo steil is dat men'er niet zoude kunnen op komen, indien er tot dat einde geene trappen waren. De lugt van deeze plaatse schynt zeer sterk met salpeter bezwangerd te zyn gelyk blykt uit de vlekken daarvan, aan de zyde van den berg waar men naauwlyks eenen steen kan vinden die hierdoor van buiten niet wit is. Toen wy den top van deezen heuvel bereikt hadden, zagen wy in het midden van denzelven den tegenwoordigen mond van vesuvius ' die aan alle kanten ééne elle diep is, en naar onze gissing 3 of 400 ellen middellyns heeft, want hy schynt een volmaakt rond te zyn. Deeze groote holte is doorgaans met smook vervuld; maar door eenen gunstigen wind hadden wy een klaar en ondersheiden gezigt van dezelve De zyden vertoonden zich geschakeerd met witte, roode groene en geele vlekken, en zy hebben verscheidene uit dezelven opkomende rotsen die 'er uit zien als zuivere Bremsteen De bodem kwam ons voor als gantsch en al overdekt en' de rook brak door genoegzaam onzigtbaare spleeten in de zyden. By de laatste uitbarsting was deeze holte als een kookende ketel, vol gloeijende en gesmoltene stoffe "die daar zy in sommige plaatsen overkookte, langs de zyde van den berg nederliep en naar maate de hecte verflaauwde moest deeze stoffe in de ingewanden van den berg gezon ken  Aardryksbeschryving. 199 ken zyn; en dewyl zy zeer gemaklyk zonk, van den bodem, die den mond van dat vreeslyk gewelf onder denzelven bedekt zal de volgende uitbarsting deezen valschen bodem waarschynlyk in stukken breeken, en de tegenwoordige gedaante der dingen geheel veranderen. Op Saturdag den 1sten van December des jaars 1759, had 'er by nagt, zeer onverhoeds en zonder de gewoone voorteekenen, eene der geweldigste uitbarstingen van deezen vuurpoel plaats, van welke men immer hoorde; naderhand heeft hy vuur gebraakt uit vyf verschillende openingen, aan den kant van Nurocata, welke stad met eene volkomene verwoesting gedreigd werd, zodat de inwooners zich reeds uit hunne huizen begeeven hadden, en in de velden gevlugt waren, waar zy God op hunne kniën baden het gevaar te willen afwenden, het welk nog maar korten tyd behoefde te duuren, om hunnen ondergang te voltooijen. Des anderen daags zagen zy de woede van het vuur gelukkiglyk verminderd. Daar werden nog verscheidene andere berigten gegeeven, uit welken blykt dat de top van den vuurpoel nu van eene gantsch andere gedaante is , dan hy te vooren ge weest is. De Stromboli is een der Liperiscbe Eilanden in de Thuscische zee; het is van eene ronde gedaante , omtrent 10 mylen in den omtrek, en geheel onbewoond , zynde eigenlyk een brandende Berg van ongemeene hoogte , die in zee op eenen grooten afstand gezien wordt. Het ligt omtrent 31 mylen ten noorden van Messina, op 38o 41' Noorder breedte, en 15o 17' Ooster langte. De Berg Etna in Sicilië is, door zynen gloed en stroomen van brandende sulfer , in tyden van zyne uitbarstingen voor de gantsche nahuurschap meer dan eens doodelyk geweest. Deszelfs loodregte hoogte schat men op negen mylen, en den omtrek op zeventig. Van het Oosten naar de Zuid-zyde is hy genoegzaam geheel overdekt met wyngaarden , en van het Westen naar het Noorden met hout , boomen en heesters. Geen gedeelte van denN 4 zel-  200 Natuurkundige zelven uitgezonderd de top, is woest of onbebouwd, want daar wordt steeds vuur, rook en brandende stoffe naar den mond toe opgeworpen. Deeze brandende Berg heeft veele merkwaardige uitbarstingen gehad. Tusschen de Meiren agnano en Puzzoli is eene Vallei, Salfatara genaamd, omdat 'er telkens groote meemigte van sulfer uit de spleeten uitbarst , door onderaadsche vuuren. In sommige plaatsen hoort men onder den grond een geraas, vry wel gelykende naar dat van hevig woedende vlammen, en in andere naar dat van kookend water. De Natuurkenners meenen dat het vuur by aanhoudendheid voedsel ontvangt van zekere zwavelagtige stoffe en dat deszelfs kragt gebroken wordt door water onder den grond; Want het verschilt van alle ander vuur, als zynde vloeibaar, en kunnende door geen water gebluscht worden ; ook dooft het allerlei ligt uit, zodat het veel eer een vuuragtig water dan zuiver vuur schynt; en een mensch die in een van deeze klooven gevallen was, zag men in korten tyd het vleesch van de beenderen afgeschroeid. Daar zyn verscheidene Bergen, als st. Juliaans by Palermo , monte Pelegrino aan de West-zyde van Sicilie, Monte gerbano aan het Oosten, twee hooge Bergen ten Zuiden van messina en Riccio en Cectia aan de Noordzyde van het zelve. Men mag over het algemeen genomen zeggen dat alle de binnenlandsche Steden van Sicilie op eenen berg zyn aangelegd; en in dezelven vindt men niet slegts overvloed van zoete Bronnen, maar ook van heete , laauwe , sulferagtige , verstaalde en geneezende Wateren. Deeze Bergen hebben ook eene meenigte van Mynen, waaronder eenigen in Sicilie zyn, die zeer veel Esmaraut \ Jaspis, Agaat, Porsier-steen, en in het byzonder Lapis Lazuli verschaffen, en ook eenen anderen Steen van eene groen gespikkelde kleur, Catocbyte genoemd, die door eene warme hand zagt wordt, en als lym aan dezelve blyft kleeven. Men wil dat deeze een zeer goed middel is tot geneezing der beeten van Scorpioenen en andere vergiftige insecten , Naby,  aardryksbeschryving 201 Naby Tivolo in Napels is een Myn van Steen van eene graauwagtige kleur, fyn, taai en duurzaam in zynen aart; het Colliseum, of Amphitheater., was met denzelven overdekt, en de Kerk van st. Pieter is, nevens veele andere gestigten , van denzelven gebouwd. Men heeft hier Yzer- en Kopermynen, schoon die niet zeer in agtinge zyn; en niet ver van de laastgemelde Seenmyn, is een Molen opgerigt, waar Koper en Yzer bewerkt wordt. Dezelve is des te fraaijer, omdat het groote Wiel, hetwelk alles in beweeging brengt, niet meer dan 6 voeten middellyns heeft. Het Eiland Corsica is zo hout- en bergagtig, en de grond zo droog en steenagtig, dat 'er weinig vrugten of koorn groeijen, schoon sommige deelen een weinig vrugtbaarer zyn, en men in de bosschen eene meenigte van Wild vindt. Daar worden ook veele fraaije Kristallen en Koraalen gevonden, inzonderheid in de streeken van Bonifacio. Te Tobi, op eenen heuvel naby den Tyber, is zeker Hout uit de aarde gedolven, het welk 'er in alle opzigten uitziet als ander Hout, behalven dat het als gemarmeld papier geaderd is, en wortels noch takken heeft, maar zich vertoont als brokken houts van onderscheidene grootte; het wordt door het volk gezaagd, en dient om 'er verscheidene soorten van huisgereedschappen van te maaken. Eenige deelen van Sardinie, en in het byzonder de heuvelagtige plaatsen, verschaffen eene groote meenigte van Metaalen en Mineraalen, als Goud, Zilver, Lood, Yzer, Sulfer, Alluin; en men stelt vast dat de Kaap van cassare den bynaam van Lugo d'Ori heeft naar de Goud-mynen, welke in derzelver nabuurschap gevonden worden, en of uitgeput of veronagtzaamd zyn; maar deeze vermaaklyke landstreek is nu merkwaardiger door gantsche Bosschen van Citroen- en Oranje-boomen, gelyk ook door Olyven, Hazelnooten, Peeren, Pruimen, en andere dergelyke vrugten , die 'er zo gemeen zyn dat zy naauwlyks iets kosten ; ook heeft men 'er overvloed van Schaapen en Runderen, zodat deeze Landstreek italie van eenen genoegzaamen N 5 voor-  203 " Natuurkundige voorraad van Wolle en Huiden voorziet; nog is 'er eene goede soort van Kaas, die vry ver verzonden wordt, en overvloed van Wild. Genua is ook merkwaardig door zyne fyne vrugten als Oranje-appelen Citroenen, Olyven en door eene fraaije soort van Palm-boomen, die de Heer Addison zegt dat in geen ander gedeelte van italie groeijen. Deeze landstreek is zeer warm, zodat men 'er des winters zelfs maar dunne kleeding noodig heeft. Dewyl wy vinden dat deeze streek merkwaardig is door Zy-wormen en de Zy-manufactuur, oordeelen wy dat het volgende bengt daar omtrent niet onaangenaam zyn zal. Het Woordenboek van konsten en Weetenschappen verschaft ons de volgende fraaije byzonderheden; naamelyk dat Zyde, in de Natuurlyke Historie, eigelyk genoemd wordt een dierlyke Vloeistof, door de lugt hard gemaakt, zynde een zagte en glansige draad, gesponnen door den Bombyx of Zy-worm, wiens ligchaam uit II ringen bestaat -, De vogten, welke in het Iigchaam van dit insect gevonden worden komen zeer na aan de natuur van Zyde. dewyl zy in de hand gewreeven zynde, eene harde korst laaten, In de zyden van den Buik heeft men een groot aantal van vaten die de zyden sappen bevatten; zy loopen met verscheidene bogten en kromten naar den mond, en zyn zo geschikt dat de schepsels het geen zy in hebben door den mond ontlasten, en naar den aart der sappen, waarvan zy voorzien zyn verscheidene soorten van zyde leveren kunnen. De vloeibaare Stof, welke in deeze Vaten begreepen is, wordt door de lugt hard gemaakt, en tot die draaden gevormd, waaruit wy vinden dat het Webbe of Kluwen van dit Schepsel bestaat. Zooras als de Zyworm tot die grootte en sterkte gekomen is, welke in hem vereischt worden om zyn kluis te beginnen, maakt hy zyne Webbe, welke het begin en de grondslag is van dit verwonderlyk werk. Dit is de arbeid van den eersten dag. 0p den tweeden vormt hy zyn kluwen, en overdekt zich geheel met Zyde. Op den derden - . is  Aardryksbeschryving. 203 is hy gantsch onzigtbaar , en de overige dagen houdt hy zich bezig met zyn kluwen dikker en sterker te maaken, werkende altyd aan eenen enkelen draad , die door zyn toedoen nimmer gebroken wordt, en zo fyn en lang is dat Zy die deezen met naauwkeurigheid onderzogt hebben, oordeelen niet te veel te zeggen, wanneer zy verzekeren dat ieder kluwen Zyde genoeg bevat om 'er de langte van zes Engelsche mylen mede te beslaan. In tien dagen tyds is het kluwen tot eenen staat van vol' maaktheid gebragt, en moet dan van de takken des moerbeziënbooms, waaraan de Worm het opgehangen heeft, worden afgenomen. Maar dit stuk eischt groote oplettendheid: want het is zeer gevaarlyk met afneemen te wagten totdat de Wormen zelven zich eenen doortogt maaken, het geen gemeenlyk omtrent den 15den dag gebeurt. De eerste, fynste en sterkste Zyde wordt afzonderlyk : bewaard; de andere wordt zorgvuldiglyk afgewonden; of indien 'er meer is dan men in eens wel kan winden, wordt zy eenigen tyd in een maatiglyk warmen oven gelegd of, liever aan de zonne blootgesteld, om het Insect te doen sterven, hetwelk zonder deeze voorzorg niet zoude nalaaten uit te vliegen, en zich binnen het kluwen van zyne nieuwe vleugelen te bedienen. Doorgaans windt men de volmaaktste kluwens af; zulken die of dubbel, of te zwak, of te grof zyn, worden aan eene zyde gelegd, niet om geheel nutteloos te blyven, maar om tot het maaken van strengen gebruikt te wor den de Zyde is van verschillende kleuren; de ge ■ meenste is geel , oranje kleur , isabelle-kleur en vleeschkleur men vindt 'er ook die zeegroen, wit, en eenige, ! die van eene sulfer-kleur is. De verschillende deugd, de bearbeiding en meer andere byzonderheden, kan men in ' het breede beschreeven vinden in de philosophical Transactions N°252 In N° 32 zegt de Heer baron dat hy ' ondervonden heeft dat 3319 zyden kluwen een pond en eene once syne Zyde maaken, waaruit hy berekende hoeveel Zyde men van de Wormen, uit eene once eijeren - ' voort-  204 Natuurkundige voortgekomen, verwagten mogt, het geen hy op de vol gende wyze deed. Ik vond zegt hy na dikwyls gewoo-   gen en geteld te hebben, dat honderd eijeren een grein zwaar waren; zodat, dit vastgesteld zynde een scrupel 2000 een dragma 6000 , en eene once, tegen 8 dragmen gerekend, 48000 eijeren bevatten moet. Wanneer \   nu uit ieder eitje een Worm komt, en ieder worm een ' kluwen maakt, moeten 'er 48000 kluwens zyn, welke 15 Pond 6 oncen gemeen gewigt of 18 pond 8 oncen troy ^ " gewigt aan syne zyde maaken het geen zekerlyk zeer aanmerkelyk is. Naar de zelfde uitrekening zal men van een pond   zywormen-eitjes 180 pond   zyde   krygen, het geen meer is dan in de meeste landen valt ^ ' Wat de dieren over het algemeen betreft, men vindt ér   veelen, die in italie in het byzonder eigen zyn. De ossen, paarden, schaapen en meer anderen zyn in dit land van glyke grootte als in de overie deelen van eu ropa. Daar ontbreeken 'r maar weinigen, die tot onderhoud of vermaak van het menschdom dienen kunnen; maar aan den anderen kant wordt men 'er ook lastig gevallen van sommige vergiftige en schadelyke Dieren, welke in andere landen zo gemeen niet zyn. Uit dien hoofde   geeft een schryver van naam ons het volgende berigt wegens de voor- en nadeelen deezer Landstreeke. Ver het grootste gedeelte ( zegt hy) der twaalf Provinciën van dit gewest, hebben eenige byzondere voordeelen; als by voorbeeld d lugt van de noordelykste deelen is zo helder en gezond dan de men schen daar tot eenen hoogen ouderdom leeven de zui-     delykste deelen hebben overvloeg van rundvee, meer dan * eenig ander gedierte en alle de vrugten zyn uitmundtend. het bassilioaatsche is berugt door goede saffran, honig en wasch, calabrie door de meenigte van goede manna; het noordelykste deel door koorn, wyn en moerbeziën, en het knidelykste door honig en schoone paarden. Otran-to zegt men dat zo veel olie verschaft als geheel italie noo-dig heeft Te Molise het kalfsvleesch zo overvloedig dat het beterkoop is dan lams- of schaapenvleesch. de land-  aardryksbeschryving 205 landstreeken van Lavoro, Companie en eenige andere zyn gezegend met zulk eene vrugtbaarheid van grond, en zulk eene gemaatigdheid van lugt, dat de zelfde hloemen 'er tweemaal 'S jaars bloeijen. Abruzzo is het koelste gedeelte van dit Gewest , en levert daarenboven eene groote meenigte koorn, olie en saffraan. De drie andere Provinciën hebben niet slegts gebrek aan deeze geryflykheden maar hebben ook eenige aanmerkelyk nadeelen. _ In het Capitanaatsche is de grond droog, zandig, en in veele plaatsen onvrugtbaar, en de lugt ongezond. In Apulie is de hette ongemeen sterk, en de inwooners worden er van vergiftige vliegen gekweld. In de Provincie Bari is de lugt vry gemaatigd, maar de inwooners hebben grooten overlast van scorpioenen, adders en slangen, en inzonderheid van het kleine vergiftige inseft, Tarantula genaamd, waarvan wy de volgende korte beschryving geeven kunnen. De Tarantula is een groote Spinnekop met agt pooten * wiens ligchaam genoegzaam de grootte heeft van eene middelmaatige honigby. Men vindt ze van onderscheidene koleuren; sommigen zyn bruin, andere byna zwart eenige aschgraauw , en men vindt 'er ook , die met kleine starretjes geteekend zyn. Zy leeven in gaten in de aarde maar zyn in heet weer meest boven den grond, en vooral in den oogsttyd, wanneer zy de boeren zo geweldig Plaagen dat deezen eene soort van laarzen draagen moeten, om zich tegen dit ongedierte te beschutten. Hun bek, waarmede zy byten, is wat gekromd, even als die der pappegaaijen, en door deezen schieten zy hun vergift uit, gelyk de adders het door hunne tanden doen. Luiden, die van deezen Spinnekop gebeeten zyn, worden onmiddelyk van eene sterke beeving door alle hunne leden bevangen; zy worden bleek, sommigen schreeuwen Zeer hard, anderen zwygen geheel stil, en wringen, als zinneloozen, hunne ligchaamen in veele geweldige beweegingen Zy weenen, lagchen, braaken, en sterven (indien zy niet spoedig geholpen worden) binnen weinige dagen in vreeslyke pynen en elende. Zo verbaazend als het uitwerksel van dit vergift is, zo wonderlyk is ook het te gen-  206 Natuurkundige gengift , dewyl de geneezing der lyderen alleenlyk door , ■ muziek en danssen wordt te weeg gebracht wanneer zy op eene viool , of eenig ander speeltuig hooren spelen dan   vliegen zy op , en beginnen onmiddelyk op eene vreemde wyze te springen en te dansen en schynen veel vermaaks te vinden „ last, dien men van dit kleine schepsel heeft in niet slegts bepaald tot bari maar strekt zich ook uit tot veele an dere deelen des lands, schoon dezelve elders minder algemeen is. Daar zyn nog andere vergiftige insekten; die Zich niet slegts op de velden onthouden, maar in de gaten en spleeten der muuren kruipen en de meschen terwyl   zy te bed liggen, byten. door ondervindingen van laater     tyd hebben deeze omstandigheden echter veel van haare ™ waarheid verlooren.     Daar is eene soort van hagedissen die met eene ongelooflyke gezwindheid oP vier pooten loopen en mede vergiftig zyn in haare beeten. Onze Schryver maakt hier nog gewag van de menigvuldige en vreeslyke uitbarstingen " " van den berg Vesuvius, wegens welken wy reeds over de nadeelen van italie spreekende gehandeld hebben zodat   wy geene reden altoos hebben om den italiaanen de voordeelen, welke zy in sommige   opzigten genieten te beny den, dewyl zy, hoe zeer ook verscheidene byzonderheden boven andere bewooners van europa gezegend, nadeelen hebben, welke die zegeningen opweegen °* Doch eer wy van de beschouwing der Natuurlyke voortbrengselen afstappen, moeten wy aanmerken dat sommige   Eilanden omtrent Sardinie eenen grooten overvloed van Kwakkels hebben. De stad Capre wordt sontyds het bis-   dom der kwakkels genamd, omdat zy daar in zekere tyden des jaars in groote meenigte gevonden worden   zy worden dan naar Napels afgezonden , en daar voor 4 of 5 grooten het dozyn verkogt , wanneer 'er nog veel op gewonnen wordt In  Aardryksbeschryving; 207 In een ander gedeelte deezer Eilanden is eene zeer vreemde soort van Roofvogel, den Ouden niet onbekend, by welken hy de Diomedes- vogel genoemd werd, naar de Eilanden, welken hy bewoonde. Deeze Vogels zyn gantsch en al overdekt met witte vederen, zy hebben korte tanden, en hunne oogen zyn van eene vuur - kleur; zy grypen hunnen roof met een groot geweld aan. Zy hebben altyd twee Oversten, eenen die den voortogt houdt, en eenen, die agteraan komt. Na dus het merkwaardige in de Natuurlyke Historie te hebben aangeteekend, gaan wy over tot de aanmerkelykste byzonderheden der Konst, die hier zeer menigvuldig zyn; de eerste, van welke wy spreeken zullen, is eene Waterleiding te Turin, door behulp van eene rivier , die aan de boven-zyde van de Stad loopt, eenen kleinen stroom waters door de aanzienlykste straaten voert, en het zeer schielyk naar iedere byzondere plaats brengt, waar door het een of ander toeval brand ontstaan is, welke door dit middel gemaklyker en veiliger gebluscht wordt dan elders, waar de brandspuiten in gebruik zyn, geschieden kan. In het Hertogdom Milaan verschaffen veele schoone buitenplaatsen iets merkwaardigs. Op de plaats van Signor Simoneta heeft men onder anderen eene Echo, welke, zo men vertelt, zestigmaal herhaalt; of liever (gelyk de Heer Addison aanmerkt) uit 60 verschillende plaatsen van twee tegenoverstaande muuren, totdat de golving gantsch en al te niet raakt. Dit wordt somtyds aan de Natuur, en somtyds aan Konst toegeschreeven ; maar de naauwkeurigsten begrypen dat deeze wonderbaare Echo door konst werd aangelegd, en dat die byzondere plek gronds egter veel tot dezelve toebrengt, dewyl men weet dat zy nergens anders die uitwerking zoude gehad hebben. Het Paleis van st. Mark te Venetie is niet slegts merkwaardig , voor zo veel het gebouw en deszelfs omtrek betreft, maar ook , uit hoofde van de fraaiheid en kostbaarheid van deszelfs in-en uitwendige sieraden, waarmede de verscheidene pragtige vertrekken zyn opgeschikt, en wel-  203 Natuurkundige welke allen, die ze zien, noodwendiglyk moeten verbaazen en behaagen. Het zy genoeg hier de Gehoorzaal van den Hertog, zyne Voorzaalen , zyne Eet-kamers, en de Sola of groote zaal, waar de Raadsvergaderingen gehouden worden, te noemen. De Troon van den Doge, die ongemeen grootsch is, is van boven fraai beschilderd met een stuk, het welk den Hemel verbeeldt, en dat gantsche einde van de Zaal overdekt, zynde het zelve door Tintoreto geschilderd. De overige deelen van deeze plaatse zyn, zo wel als de andere vertrekken van dit aanzienlyk gebouw, met de schoonste schilderstukken der grootste meesteren behangen. Het Arsenaal is eene andere groote en pragtige plaats, gelyk ook het Bovengebouw , dienende om geld te munten. — Vervolgens is hier aanmerkelyk, het Paleis van den Patriarch; de ruime en wel gestoffeerde Boekery; het aantal van Bruggen over het Kanaal, die men op 450 van steen berekent, de voornaamste derzelven wordt Ponto Rialto genaamd, en is omtrent in het midden van de Stad. Dit verwonderenswaardig Gebouw bestaat uit eenen enkelen Boog, geheel van Marmer, en heeft op zynen rug twee ryen Winkels , die met lood overdekt zyn. De Boog wordt geschat 95 voeten breed, en 25 dik te zyn. In de stad Florence, welke met regt de schoone genoemd wordt, is het berugte Hertoglyke Paleis van Pitti, waar de Groot-hertog zyn verblyf houdt. Aan de groote poort van hetzelve is een zeilsteen, die men zegt dat 5000 ponden weegt. Daar zyn verscheidene Galleryen en Kamers, die met de kostbaarste zeldzaamheden van Natuur en Konst vervuld zyn. Die, welke de Vierschaar genoemd wordt, heeft 24 voeten middellyns, en is boogswyze met een koepel overdekt; de vloer is met verscheidene soorten van kostbaar marmer belegd ; de muuren zyn met fluweel behangen , in de vensters staat fyn gesleepen kristal, en de binnenkant van de koepel is met paarlemoer ingelegd. Maar de voornaamste van alle zeldzaamheden is de groote Diamant, die 100000 kroonen waardig geschat wort;  Aardryksbeschryving. 209 wordt; ook heeft men 'er veele zeldzaamheden in Agaat, Lapis Lazuli, Rots-kristal, Diamanten , Paerlen , Oostersche Jaspis , Robynen, en ander kostbaar gesteente, die allen zeer konstig bewerkt zyn. — Hier zyn ook twee Glo ben van eene ongemeene grootte.; de Hemelglobe is verrykt met fyne Steenen , welke de gestarnten , en vaste Starren afbeelden, en zulk eenen luister van zich geeven dat men 'er het oog naauwlyks op houden kan. Nog heeft men hier eene schoone verzameling van groote Gedenkpenningen. Te Bologne, in de onvolbouwde Kerk van Petroneco, is de fraaije Meridiaan - Lyn , getrokken door den beroemden Starrekundigen Cassini op eene koperen plaat, en in de vloer gezet; dezelve is 220 voeten lang; de Ligtstraal schiet 'er op door een gat in het dak van den zy-vleugel der Kerke , welke genoegzaam naar het Noorden en Zuiden gebouwd is. De Lyn, waarop het Ligt valt, begint juist onder het gat, en eindigt op den grond van den grooten Buik. De verdeelingeu der graaden van de Ecliptica zyn op dezelve gesneeden , en derzelver teekens op behoorlyke afstanden uitgebeeld. Het gat , waardoor het ligt komt , is een weinig meer dan 10 duimen in het vierkant , en omtrent 90 voeten hoog van de Lyn afgerekend. De voorgaande berigten,wegens sommige openbaare Gebouwen , kunnen dienen om onzen Leezeren eenig denkbeeld te geeven wegens verscheidene andere aanzienlyke Gestigten in Italie, die te talryk zyn om in dit Werk te kunnen beschreeven worden ; waarom wy hen, die iets byzonders wegens deezen begeeren te weeten , naar Reisbeschryvingen en andere dergelyke boeken wyzen moeten. II. Afl. III. Deel. O DE  210 Natuurkundige De beschryving en natuurlyke HISTORIE van Spanje. Naam, Gelegenheid en Uitgestrektbeid. Spanje werd by de Grieken in het algemeen Iberie of Hispania geheeten, of naar eene Volkplanting van Iberiërs of Celten, grenzende aan den berg caucasus , of naar de rivier iberus nu Ebro; of (gelyk nog waarschynlyker is) naar het woord Iber, een oud Celtisch woord , het welk over of aan de andere zyde, beteekent , omdat het over, of aan de andere zyde der Pyreneen, gelegen is , om het te onderscheiden van die deelen, welke aan deeze zyde der gemelde bergen liggen. Daar zyn veele andere gissingen wegens den oorsprong des naams, welke wy niet noodig oordeelen te melden. Spanje is aan het westelykste gedeelte van het vaste land van Europa gelegen, en is aan alle kanten door de zee omringd, behalven aan den kant van Frankryk, waarvan het door eene aaneengeschakelde ry Bergen, de Pyreneen genaamd, is afgescheiden; aan het Oosten en Zuiden grenst het aan de Middelandsche Zee , aan de Straat van Gibraltar, en aan den Atlantischen Oceaan; aan het Westen aan den zelsden Oceaan , en aan het Noorden aan de Baai van biscaije en aan de bovengemelde Pyreneesche bergen. Het ligt tusschen de 36 en 44° Noorder Breedte, en is van 10° Wester tot 5° Ooster langte uitgestrekt dat is 15 graaden van het Oosten naar het Westen indien men 'er Portugal, en de Eilanden yvica, Majorca en Minorca onder rekent, en 8 graaden van het Noorden naar het Zuiden. Het heeft de gedaante van een langwerpig Halfeiland, en de omtrek van Spanje, buiten de Inham men,    aardryksbeschryving 211 men, Baaijen, enz. beloopt omtrent 600 mylen, wanneer men 3 Engelsche mylen voor eene Spaansche rekent. De Heerschappyen van de Spaansche JVlonarchy zyn de Uitgebreidlle van geheel Europa, indien men 'er de bezittingen in de West - Indien, welke nu aan de Spaansche kroon behooren , onder rekent; doch wy zullen ons berigt tot Spanje, eigenlyk zo genoemd , bepaalen. De eerste verdeeling van dit Ryk vinden wy dat gedaan is door de Romeinen in hispania Citerior en Ulterior ; en deeze had, volgens het getuigenis van Livius, geene plaats dan na de punische oorlogen. hispania Citerior of het naaste gedeelte, bestond uit dat deel, het welk aan het Noorden van de Rivier de Ebro ligt ; en het andere gedeelte , zynde ver het grootste, was geheel aan de overzyde van die Rivier gelegen. Behalven deeze hoofdverdeelingen was Spanje nog gesmaldeeld In veertien kleine Distrikten , welke ieder aan zyn onafhanglyk Geregtshof onderworpen waren, naamelyk: I. Galicie 6. Catalonie, 11. Estremadura, 2. Asturie 7. Valencie 11. Andalusie , 3. Biscaije, 8. Nieuw castilie 13- Granada, 4'. Navarre, 9. oud castilie 14. murcia 5. Arragon, 10. Leon, De Eilanden van Majorca, Minorca, Yvica, Fermentera. en de overige Balearische aan de Middellandsche Zee, nevens Cadix, Erithia, en andere aan den Oceaan. Het Koningryk is door den Heere Templeman, met aanwyzinge der grootheid van deszelfs deelen, op de volgende wyze verdeeld. O 2 Naa-  212 Natuurkundige Naamen der Landen, vierkante     Hoofdsteden                     Spanje.         Nieuw castilie 27,840 220 180 Madrid 690 200 andalusie 16,500 273 135 seville 890 200 Oud castilie 14,400 193 140 burgos 580 115 Arragon 13818 190 105 saragossa 590 96 estremadura 12600 180 123 badajos 840 180 galicie 12000 165 120 compostella 635 276 Leon 11200 167 96 Leon 580 163 roomsch-gezinden Catalonie 9000 172 110   Barcelona 622 290 Granada 8100 200 45 Granada 850 180 Valencie 6800 180 75 Valencia 712 180 Biscaije en ipuscoa 4760 140 55 bilboa 237 184 Asturie 4600 124 55 oviedo 562 208 Murcie 3600 87 65 Murcia 810 165 Navarre 3000 92 45 pampelona 525 195 Majorca, E. 1400 58 40 Majorca 618 315 minorca E. 625 37 25 yvica 588 265 Geheel ■ 150,243 Madrid, de Hoofdstad van dit Koningryk , is groot en volkryk; dezelve ligt in het midden van een groote vlakte, welke omringd is met zeer hooge bergen, wier toppen gemeenlyk met sneeuw bedekt zyn. Deeze bergen dienen tot beschutting van de Stad, welke geene Vestingwerken heeft, niettegenstaande men 'er door twee groote Poorten inkomt, by ieder van welken een Wagt staat. De fraaiste van deeze Poorten is die van alcala de Henares De meeste straaten in deeze Stad zyn lang, regt, en van eene taamelyke breedte; daar zyn ook veele goede plei-  aardryksbeschryving 213 pleinen; het fraaiste en ruimde derzelven is dat, het welk de Placa Mayor genoemd wordt; dit Plein, het welk men in het midden van de stad heeft, is in de langte en breedte 434 en 334voeten; het bevat 106 huizen op pilaaren gebouwd, die aan weêrzyde een gewelf maaken. De huizen zyn eenpaarig, en alle pleinen pronken met kostbaare fonteinen van marmer en jaspis, waardoor de Stad eenen grooten voorraad van uitmuntend water krygt. De huizen zyn meest allen van steen opgemetseld; ook zyn zy ruim en gemaklyk. Maar de paleizen der Onderkoningen, die doorgaans schatryk uit hunne gouvernementen keeren, zyn ongemeen trotsch en pragtig, en zeer kostelyk gemeubileerd. ■ De Rivier mancu nares loopt even buiten de Stad, en Filips de IIde deed over dezelve eene zeer fraaije steenen Brug leggen, die 1100 schreeden lang en 32 breed is, en den naam van Puente de Segovia draagt. • Des Konings Paleis staat aan de zuidzyde van de Stad, in het buitenste gedeelte van dezelve, op eene hoogte , die ongevoeliglyk by. trappen afneemt, totdat zy eindelyk aan de oevers van de rivier geheel te niet loopt. Het heeft een zeer schoon uitzigt op het land , en de schoone wandelwegen aan de boorden van de Macanares zetten het geen gering sieraad by. de toegang tot het paleis aan de zyde van de Stad is zo fraai als de andere vermaaklyk is. Men nadert het zelve door la Calle Mayor, eene zeer breede en schoone straat, welke aan weêrzyden pragtige gebouwen heeft. Onmiddelyk voor het paleis is een fraai plein, versierd met eenige vergulde balkonnen. De voorgevel van het paleis loopt uit met twee paviljoenen ; ook zyn 'er verscheidene opene plaatsen, dienende om gewelven en galleryen te vormen. De trap , die naar de vertrekken van den Koning en de Koninginne leidt, is zeer breed, eu de zolderingen zyn met azuur en goud versierd. De standbeelden, borstbeelden en schilderyen zyn verwonderlvk , maar de wapen-kamer is nog merkwaardiger. Men vindt er de wapenrustingen van Karel den Vden , van Filips den IIden , IIIden en IVden, welke stukken zeer rykelyk verguld , en O 3 kos-  214 Natuurkundige kostelyk versierd zyn. De wanden der vertrekken zyn met verscheidene kleine wapenen behangen, zo geschikt dat zy verschillende figuuren uitmaaken; en dezelven zyn doormengeld met oude zwaarden , pylen , boogen enz. Daarenboven zyn 'er zes mannen te paard, en in volle wapenrustinge, die met esmarauten versierd is. Men heeft 'er ook chineesche staalen geëmailleerde wapenen , en het zwaard van Orlando, nevens eene verscheidenheid van andere zeldzaamheden van natuur en konst De Casa del campo is een ander paleis den Koning toebehoorende aan de andere zyde van de rivier mancanares ; het is omtrent 600 schreeden over de brug, verschaft een aangenaam verblyf, en de diergaarden en tuinen zyn van groote uitgestrektheid. Onder andere zeldzaamheden tot dit paleis behoorende, is 'er eene fraaije menagerie in de diergaarde, waarin de voornaamste soorten van wilde dieren enz. te vinden zyn. Buen Retiro is een ander paleis, aangelegd tot eene vermaaklyke woonplaats. Het staat even buiten de stad tegenover die zyde waar het koninglyke paleis is ; en schoon dit het kleinste is, is het in eenen nieuwerwetschen, smaak aangelegd; het is inderdaad pragtig en aangenaam door tuinen , parterres enz. Ook heeft men 'er een ridderlyk standbeeld van koning Filippus in koper, behalven eene groote meenigte schilderyen , vergulde konstwerken enz. die alle beschryving zeer ver te boven gaan. Eindelyk is El Florido eene andere vermaaklyke verblyfplaats, aan den Koning toebehoorende; het staat regt tegenover La Casa del campo en heeft verscheidene tuinen , ieder van welken van zyne terrassen , en andere sieraaden voorzien is. Te Madrid zyn ook eenige openbaare gebouwen, welke (indien ons bestek zulks toeliet) wel eene byzondere beschryving verdienen zouden: onder dezelven is het paleis van den Markies van Liche, nevens de gevangenis voor luiden van aanzien, aan welke geene koste schynt gespaard te  Aardryksbeschryving. 215 te zyn om dezelve alles, wat tot gemak en sieraad dient, by te zetten De Pardo en Sarsuela zyn andere koninglyke verblyfplaatsen die eene gelegenheid hebben, ten opzigte van welke   de natuur zeer mild geweest is in aangenaame uitzigten   die alles wat bet land bevallig beeft, vertoonen Het Escuriaal is niet slegts het grootste en pragtigste gebouw in spanje, maar kan, indien het alle de gebouwen van Europa al niet in fraaiheid te boven gaat me deze ; ven ten minsten naar den prys dingen. drie of vier agtereenvolgende Vorsten, besteedden eenen onmeetelyken tereenvolgende ken en het geschikt te maaken proefstuk gegeeven heeft van het geen zy tuur vermogt De schryvers spreeken van deeze beiden als       alle beschryving te van onvergelykelyke kunststukken hoven -aan. Ten aanzien van ïedei deezer gciuBu kn wy fl ts enigen der voornaamste byzonderheden opnoemen Het Eerste werd begonnen door Filips den liden in den iaaTe :S36, en het leed » jaaren eer het geheel voltooidHet'kostte ^.ooo.coo dukaaten eer het ,n volle orde was. Het beftaat uit een konmglyk paleis, eene Ir i n oster, een kollegie en eene boekerye ; en ÏÏrd eeftlgt ter gedagtenisfe van eene behaalde overwinlt o^FranfL. Daar zyn ook verscheidene vertrek^oTwinke,/voor allerleie konstenaaren en werktuigkundigen, inboorelingen beiden en vreemdelingen M n h st 'er fraaije wandelwegen, beschaduwd met ah ,e " en boomen, eene groote diergaarde, eene versche.den' E van fonteinen, alles uitgevoerd op zul eene groo sche wyze, als of kostbaarheid en schoonheid hier me elkanteen naar den prys moeften dingen, len a-zen van de kerke en het choor hebben fommigen den st» dy . Aa tnci-baare bduv/ tonen , de gicuuuie ken bouwtrant, de KOStDaaie uuuv flenaden en de keurige schilderyen breedvoerigly Weeven, en het ^nW als^een wonder van konstve.  216 Natuurkundige toond. Anderen stellen Aranjuez voor als een wonder der natuur, dewyl het op een schier-eiland staat het welk door de rivieren den Taag en Xarama gevormd wordt waarover thans twee houten bruggen liggen. Filips de IIIde verwonderde zich ten hoogsten over de schoonheid van deszelfs gelegenheid , en verbeterde het merkelyk Verder zyn 'er zo veele fonteinen, tuinen, bloemperken, grotten en watervallen bygevoegd, dat het , buiten tegenspraak, de aangenaamste plaats in geheel Spanje is. Het staat in het midden van eene schoone vlakte, die 4 of 5 mylen uitgestrekt is , geschakeerd met bevallige hoogten, en verrykt met bekoorlyke bosschagiën, vol herten, beeren, en andere soorten van wild gedierte; onder de sieraaden munten de bronnen van Diana, van den berg Helikon, van Gany medes, van Neptunus, en vooral de fontein der Liefde in kostbaarheid en fraaiheid boven anderen uit; veele andere zeldzaamheden trekken daarenboven de aandagt der geenen die ze zien , terwyl Zy hunne harten met vermaak vervulen Maar wy moeten onze leezers, die een byzonderer beschryving van deeze schoonheden begeeren, naar andere historien wyzen, en overgaan om het karakter der oude en hedendaagsche inwooneren in aanmerkinge te neemen De oude Inwooners stamden (gelyk wy te vooren reeds te kennen gaven) af van de oude Celten; en schoon zy onder eene meenigte van andere Volkeren, die zich onder hen kwamen nederzetten, vermengd waren; bleeven zv egter meer dan anderen, die met hun leefden, met hun nen ouden aart en zeden ingenomen. Zy waren groote voorstanders van zuinigheid, deftigheid en staatelykheid en hadden ongemeen veel op met pragt, eer, vryheid' getrouwheid, dapperheid en onverschrokkenheid. zy die iets van hun oude karakter weeten , moeten dit erkennen' schoon het zeker is dat zy in den tegenwoordigen tyd mer■ kelyk van hunne voorzaaten verbasterd zyn. Eene volslagene veragting voor landbouw en arbeidzaamheid, voor konden en handwerken, was ook algemeen by alle de Cel tische Volkeren, zoo wel by die, welke zich hier, als in ita-  aardryksbeschryving 217 italie Gallie of Duitschland hebben neêrgezet; deeze dingen zagen zy aan als te gering voor eene krygzugtige Natie De Spanjaarden zyn het eenigste volk in Europa dat den ouden weêrzin in de gemelde bezigheden nog blyft behouden, meer dan eenigen hunner nabuuren. Zy zyn, over het algemeen genomen, merkwaardig om hunne getrouwheid aan hunnen Vorst, yverig in hunnen Godsdienst, standvastig in hunne vriendschap, zedig in hun gedrag, onverschrokken in gevaar , lydzaam onder zwaarigheden , weldaadig en edelmoedig. Men zegt egter dat zy groote liefhebbers van minnehandelingen zyn, dat zy jaloers vallen en dikwyls ligtelyk gramstoorig worden in gevallen, die de Sexe betreffen; zy houden veel om hooger in karakter, en ryker in middelen te schynen dan zy waarlyk zyn en stellen veel gewigt in eene hooge geboorte. De vrouwen zyn niet minder merkwaardig, uit hoofde van haare leevendigheid , beschaafdheid, schoonheid en vernuft, welke haar zo bevallig maaken dat zy doorgaans eene meenigte van driftige minnaars hebben. Hun smaak voor de Geleerdheid is vooral niet minder dan die van andere Volkeren, gelyk blykt uit de groote meenigte van geleerde mannen en werken, welken dit Koningryk in de laatste eeuwen heeft uitgeleverd, schoon men erkennen moet dat hunne naspooringen zich maar tot sommige onderwerpen bepaalen, uit hoofde van hunne domheid in het stuk van Godsdienst. Wat hun vernuft en geest voor Toneelstukken en Romanesque werken betreft, daarin erkent men dat zy alle Natiën te boven gaan. Het zoude hun ook niet aan doordringendheid en oordeel in de staatkunde ontbreeken, indien zy niet door hunne leevenswyze onder eene despotique regeering belet werden zich in dezelve te oefenen. Veele konsten en weetenschappen worden onder hen aangemoedigd en tot volkomenheid gebragt, als het schilderen, het beeldhouwen, het bouwen, enz. In sommige takken van de zyde-weevery, in het bereiden van leder, het maaken van druk-papier, het bakken van eene byzonO 5 dere  218 Natuurkundige dere soort van aardenwerk, en het blaazen van glas, zegt men dat zy boven veele, indien niet boven alle andere Natien , uitmunten. Ten aanzien van de gewoonten en zeden, welke aan dit volk in het byzonder eigen, en in het zelve meest merkwaardig zyn, moeten wy eerst melding maaken van hunne Stieren - gevegten , die gemeenlyk op de Place Mayor, het grootste en aanzienlykste plein in Madrid, by de geboorte van eenen Prins, by het behaalen van eenige groote overwinninge, of by eenige andere oorzaaken van algemeene vreugde, worden aangerigt. Deeze gevegten bestaan (om dezelven met weinige woorden te beschryven; daarin, dat stieren bestreeden worden door mannen te paard, die zowel gewapend zyn, als noodig is, om zichzelven te verweeren, en het gemeen te vermaaken. Eene andere uitspanning, welke in dit Ryk gebruiklyk is, bestaat in eene krygsverrigting. Twee partyen heeren die van wel afgerigte paarden voorzien zyn, leveren elkanderen eenen veldslag, met groote behendigheid en konst. hierby kunnen wy voegen, De omgangen der Spanjaarden, ter eere van de maagd Maria, die met eene plegtige Godsdienstoefening beginnen, maar met een spel, het welk om het gemeen te vermaaken in het openbaar vertoond wordt, eindigen. De Taal, welke thans in de meeste Provinciën van spanje in gebruik is, is die welke zy doorgaans Romanisch of espagnol en somtyds castellano noemen. De eerste deezer benaamingen is ontleend van haare gemeenschap met de Latynsche taal, welke de taal der Romeinen geweest is, die alle Natien, welke zy onder het juk bragten, noodzaakten om dezelve te leeren en te gebruiken De Spaansche taal, en inzonderheid die der Kastiliaanen is zeer ver de zuiverste. De Godsdienst, welke thans in Spanje algemeen is aangenomen, is die van de Roomsche Kerke, waarvoor de Spanjaarden in het algemeen zeer sterk yveren, gelyk blykt uit de Inquisitie, die onder hen veel gestrenger is, dan in 's pau-  Aardryksbeschryving 219 's Pausen heerschappyen zelve, om thans niet te spreeken van die groote meenigte van bygeloovigheden, aan welken zy meer dan andere Roomsch-Katholyken verslaafd zyn. Zy wenden voor dat het Christendom onder hen verkondigd werd door den Apostel Jakobus, vier jaaren na den dood van onzen Zaligmaaker. Chrysostomus en anderen beweeren, dat de heilige Paulus daar geweest is, en sommigen houden staande dat de heilige Petrus Bisschoppen derwaards gezonden heeft. Hunne Geloofsbelydenis werd aan de Kerkvergaderinge van Toledo ter bevestiginge aangeboden , en ook door dezelve bevestigd. Zy is, over het algemeen genomen, de zelfde als die van Paus Pius. Daar zyn verscheidene voornaame hooge schoolen, als die van de Stad Leon, die van Estella in Navarre, en van Valencia in de Provincie van Zucca. Gijon, een der fraaisten van alle de Kollegiën, is een sieraad voor de plaats. Nog is 'er eene hooge school te Salamanca, welke voor de grootste der waereld gehouden wordt, als hebbende niet minder dan tagtig Hoogleeraars. Te Toledo, tot welke eene fraaije Boekery behoort. Te Avila. - Te Seville. - Te Saragossa. - Te Ossu ra welke van marmer is opgebouwd. - Te Grenada. Te Origuela, ten zuid-westen van Alikante, en te Tortosa. natuurlyke historie. Ten aanzien van de Lugt, Lugtstreek en Grond van Spanje hebben wy reeds aangemerkt dat Spanje midden in de gemaatigde lugtstreek gelegen is, uit welken hoofde het, zo wel als uit oorzaake van zyne menigvuldige ryen bevallige heuvelen, vermaaklyke en schoone vlakten, en van de verscheidenheid der rivieren, met regt niet alleenlyk als een zeer aangenaam, maar ook als een zeer gezond land mag beschouwd worden, dewyl het eensdeels vry is van de roostende hette, aan welke Africa is blootgesteld, en  220 Natuurkundige en anderdeels aan de vorst, regen en andere ongestadigheden der noordelyke landen. Wy oordeelen doorgaans dat de zomers der Spanjaarden zeer heet zyn; maar de groote hette duurt by hun niet langer dan omtrent twee maanden: de rest van het jaar is aangenaam en gemaatigd, en de hette wordt doorgaans getemperd door verfrisschende koeltjes. Wy kunnen hier byvoegen dat de lugt veeltyds helder en klaar is, dat de zwaarste regens altyd in de lente en den herfst vallen, en dat de graaden van hette in de noordelyke en zuidelyke deelen van Spanje ongetwyffeld zeer veel van elkanderen verschillen, welk verschil niet slegts ontstaat uit de onderscheidene breedten , maar ook uit andere omstandigheden. De zeekusten worden verfrischt door verkwikkelyke koeltjes uit zee, en de rivieren , welke langs de valleien en vlakten loopen, dienen om deeze verkwikkelyke windjes verder voort te brengen. De grond van Spanje is, door verscheidene schryvers, als droog en onvrugtbaar uitgekreeten , doch schoon dit ten aanzien van sommige plaatsen waar is, kan het egter wegens Spanje in het algemeen niet verzekerd worden, gelyk blykt uit de verscheide voortbrengsels, die hier en daar te vinden zyn. Sommige deelen zyn vervuld met zwaare boomen van verschillende soorten, die of voor timmer- of brandhout kunnen dienen In de rotsagtige deelen vindt men veel wilden thym , marjolein, en andere geurige kruiden, die aan eene meenigte schaapen , geiten en andere dieren voedsel verschaffen, en derzelver vleesch een zeer aangenaamen smaak byzetten. Te Granada heeft men overvloed van suiker-riet en nooten , welke laatsten als eene groote zeldzaamheid naar Madrid verzonden worden. Het koningryk Murcia is zeer rykelyk voorzien van moerbezien-boomen en zywormen ; en men zegt dat het jaarlyks de waardy van 200000 l. aan ruwe zyde opbrengt. Sommige deelen zyn zeer merkwaardig, uit hoofde van de uitmuntende vrugten en kruiden, welke zy verschaffen Valencia verdient inzonderheid aanmerking , ter oorzaake van  Aardryksbeschryving 221 van de meloenen die 'er groeijen, en welke de inwooners vry lang in haare natuurlyke frisheid weeten te bewaaren, - Te Villa Franca is dat ongemeene kruid, het welk onder de naam van Escursonera bekend, en een tegengif is tegen alle soorten van vergiften; zelfs heeft men het tegen de pest van dienst gevonden: het vervrolykt het hart en versterkt het gezigt. Daar is een ander wonder baar kruid, Eustracia genaamd , het welk , wanneer men het in warmen wyn legt, en daarmede de oogen wascht, zeer veel toebrengt om het gezigt van oude luiden te ver sterken, en in stand te houden. Aan den oever van de rivier de Guadiana groeit eene merkwaardige soort van boomen, Laurier-Roozen genaamd, welker bloemen vry wel naar eene roos gelyken, maar welker bladeren alle dieren, die van dezelven eeten , vergiftigen. Andere bergen rotsagtige landen verschaffen overvloed van die berugte plant, welke de Spanjaarden Espatto noemen, en waarvan zy verscheidene soorten van touwen maaken ; daarenboven heeft men in Galicie ongemeen goed vlas. De Spaansche tarw behoeft voor geene in Europa te wyken, indien zy niet de beste van allen is, gelyk men mag besluiten uit het fyne brood, dat in Spanje gebakken wordt. Garst is 'er ook zeer goed, en in grooten overvloed , zodat men zich doorgaans van dezelve bedient tot voeder voor paarden en muilezels, in plaatse van haver, welke hier zeer schaarsch is. Het stroo van dezelve wordt in de plaatse van hooi gebruikt. Daar is ook wyn in overvloed, zodat behoeftigen dien zelfs drinken , men heeft 'er eene groote verscheidenheid van wynen, als Mallagasche, Sher rysche. Galicische, Alikantsche en Barcelonsche - Wat de vrugten betreft, derzelver verschillende soorten die by ons groeijen, vallen 'er niet slegts in grooter volkomenheid , maar men heeft 'er ook veele anderen, als citroenen, limoenen, oranje-appelen , amandelen , druiven, pruimen, olyven , dadels, vygen , hazelnooten, granaatappelen en kappers. Het zelfde mag men zeggen van de gewassen, bloemen en geneeskragtige kruiden, die, schoon  222 Natuurkundige zy uitmuntend in hunne soort zyn, in het wilde groeijen, of althans met weinig moeite voortgeplant worden. Olie honig, suiker enz. worden in veele deelen van Spanje in grooten overvloed gewonnen, en weinige Landen verschaffen beter wol; inzonderheid is 'er eene soort, die nergens haare weergaê in fynheid heeft , uitgezonderd in zekere provincie van Turkye. De ongemeene vrugtbaarheid van sommige plaatsen verdient onze opmerking ; want in het koningryk van Arragon is zulk eene goede gelegenheid om de gronden te bevogtigen, dat de boomen drie- en somtyds viermaal in het jaar vrugt zullen geeven ; dus is het ook in de provincie van Estremadura gesteld, zodat men in sommige weilanden het vee bloed moet aftappen om het gezond te houden. De merkwaardigste rivieren in Spanje zyn de Iber of Ebre in de provincie van Arragon; zy heeft haaren oorsprong te Pontibre, eene kleine stad naby Aquila del Campo, op de grenzen van Biscaije; zy loopt door Navarre, Arragon en Catalonie en valt in de Middelandsche Zee beneden Tortosa, na eenen loop van omtrent 300 mylen te hebben afgelegd. De Durius, nu Duero ontspringt naby de stad Soria in Oud Kastilie, en ontlast zich, na westwaards door die provincie, en door Leon en Portugal geloopen te hebben , in den Oceaan , een weinig beneden de stad Oporto. De Tagus, nu Tajo, komt uit de bergen van Molina, loopt midden door Nieuw Kastilie, Estremadura en Portugal, en valt te Cascaes, een weinig beneden Lisbon , na eenen loop van 360 mylen , in den Oceaan. Deeze rivier was lang berugt uit hoofde van deszelfs gouden zand, of uit hoofde van de gouddeeltjes, die met het zand vermengd waren. - De berugte Arras nu Guadiana, heeft haaren oorsprong uit zekere Meiren in Nieuw Kastilie , en loopt vry ver onder den grond voort, totdat zy eindelyk boven den grond gekomen zynde, in den Oceaan van Ayamonte valt. Eindelyk heeft men hier de Boetis, loopende door, en geevende den naam aan de provincie van Boetica; zy heeft haaren oorsprong tusschen de Ber-  Aardryksbeschryving 223 Bergen van Segura zy kromt haaren loop naar het Zuidwesten en is door zulk een groot gedeelte van het land bevaarbaar, dat zy van merkelyk nut is voor den koophandel en de fabrieken. Daarenboven agt men dat haar water van byzonderen dienst is in het toebereiden en verwen van wollen stoffen. Zy ontlast zich in de Zee, naamelyk in de Baai van Kadix, met zulk een geweld dat men het op eenen vry verren afstand kan hooren. Behalven deeze rivieren telt men 'er in Spanje nog 150 van minder aanbelang. Tusschen Portugos en Pitres is een riviertje van zuiver water van eene roodagtige kleur, en wanneer men 'er zyde of garen eenigen tyd in laat liggen, zal men het schoon zwart geverwd vinden! Te Alcublas is eene andere bron die van zeer veel kragt is ter geneezinge van de waterzugt . Meiren zyn in dit land menigvuldig, en in verscheidene opzigten merkwaardig. Benevente, naby eene kleine stad van dien naam, heeft overvloed van visch in het midden loopt het met zulk een geweld, dat de golven zo hoog als eene zee ryzen; daar is ook in het midden eene rots, waarop een fraai huis staat, het welk den Graave van Be nevente toebehoort. Men vindt ook een Meir op den top van eenen der Pyreneesche Bergen, het welk van eene groote diepte is, en overvloed heeft van groote Forellen Wanneer men eenen steen in dit Meir werpt, komt 'er eene groote meenigte dampen uit opryzen, die eenen geweldigen storm veroorzaaken. Ook is 'er een Zoutmeir naby Antequera , waaruit men , door de hette der Zonne, Zout krygt. Men heeft hier ook eene groote verscheidenheid van geneezende wateren, van welken sommigen heet , anderen koud zyn, en welker heilzaame kragten naar waarde gekend worden door hun, die 'er de proef van genomen hebben De Bastatoniaansche Heuvels zyn berugt uit hoofde van zulke Bronnen, ja zelfs mag men dit wegens het gantsche Koningryk van Granada verzekeren. De voornaamste dezer wateren, welke van eenen warmen aart zyn, zyn die van Seville, Cordua en Granada , welke van groote kragt bevon-  224 Natuurkundige vonden worden, in de geneezinge van alle sleepende kwaaler, en zelfs van de Venus-ziekten , dewyl zy bezwangerd zyn met eene meenigte Metaalen en Mineraalen, die zeer heet zyn, en de doorwaasseming sterk bevorderen, waartoe de warmte van het land ook niet weinig toebrengt. In Navarre heeft men overvloed van schoone bronnen heete baden, en andere geneezende wateren. - Te Leon is eene Bron van heet water, het welk een onfeilbaar geneesmiddel is voor de Jigt. Te Val de Buentas is een klein beekje van eenen geneezenden aart, het welk de bloedvloeijing van vrouwen, die 'er zich in baaden, geneest - Alhama wordt veel bezogt ter oorzaake van deszelfs Baden , die eer gemaatigd dan heet, en niet onsmakelyk om te drinken zyn ; zy zyn zeer gezond op welke wyze zy ook gebruikt worden, maar inzonderheid wanneer men 'er zich in baadt , dewyl zy dan doorgaans de zenuwen merkelyk versterken. De Koning heeft 'er een fraai gebouw doen oprigten, en het baaden in, zo wel als het drinken van dit water, zeer gemaklyk gemaakt. Tiermas, in de provincie van Navarre, is berugt door de menigvuldige geneezingen, welke het te weeg brengt. Onder andere eigenschappen bezit het vooral eene sterke kragt tegen den steen. De bronnen zyn heet, en bezwangerd met salpeter, alluin en zwavel. Onder de Bergen , welke eene byzondere opmerking verdienen, komt ons voor eerst voor de besneeuwde berg, Sierra Navada genoemd , naar de groote meenigte van sneeuw, waarmede deszelfs top steeds bezet is men vindt hem aan het zuidelyk gedeelte van Granada, en hy strekt zich uit tot aan de Middellandsche zee. - De voor naamsten zyn bekend onder den naam van het Pyreneesche gebergte, zynde eene lange keten van zeer hooge heuvelen, die van Kaap Olarso tot Hisara in Navarre strekken, door de Vallei van Salazar, loopende ter langte van omtrent 200 mylen in eene regte lyn. Op de grenzen van Biscaije en Navarre komt uit de Pyreneesche Bergen eene andere merkwaardige keten van Bergen voort, die, westwaards loopende,  AARDRYKSBESCHRYVING 225 de, de zuidelyke grenspaal van Biscaije en Asturie maaken , en gemeenlyk Asturische en Biscaaische Bergen genoemd worden. De Bergen van Idubeda maaken eene zeer merkwaardige ry, die, aan de Zuid-zyde aan de laatstgemelden grenst. Van de Idubedansche ry schieten de berugte Orospodansche Heuvels uit, die al hooger en hooger worden , totdat zy zich met de Bergen , Molinas genoemd, en met die van Cuencas, waaruit de Rivier de Taag ontspringt , vereenigen. Aan het Noord oosten van Alicante is eene zeer naauwe Vallei, welke gemaakt wordt door Bergen, die eene zeer groote loodregte hoogte hebben, en ruig bewassen zyn. Deeze Vallei wordt bespoelt door een Beekje , en is de veilige schuilplaats van eene groote meenigte wild gevogelte, inzonderheid van Duiven, Ganzen en Eenden. Wy zouden daarenboven nog een groot aantal Bergen kunnen opnoemen, die ook uit het Pyreneesche gebergte voortkomen, en onder verschillende benaamingen bekend zyn; doch wy zullen alleenlyk melding maaken van de Bastilanische en Contestanische want het gantsche Land wordt, om zoo te spreeken, van deezen doorsneeden , en een groot gedeelte van dezelven heeft overvloed van Metaalen en Mineraalen van onderscheidene soorten , inzonderheid van Goud, Kwikzilver, Koper, Lood enz welk alles de inwooners in groote meenigten naar de West Indiën verzenden. Hun Lood, Koper en ongemeen schoon Yzer, het welk allerbest uit de Bergen van Biscaije gegraaven wordt, wordt door geheel Europa verzonden. Zy hebben ook overvloed van Alluin, Kalamyn-steen en andere Mineraalen; als mede van Git, Agaat, Granaat, Jaspis, Albast, Kristal, Marmer, en meer andere steenen. Men moet erkennen dat de Spanjaarden hunne Goudmynen geheel verwaarloosd hebben , sederd dat zy het Goud in groote meenigte hebben kunnen overvoeren uit America; maar oudstyds hadden zy het, volgens het getuigenis van Aristoteles in overvloed; zoodat veele nabuurige Natien, door het verruilen van hunne waaren teII Afd III Deel P gen  226 Natuurkundige gen het Spaansche Goud, zyn ryk geworden. - Zilver was 'er mede in zulk eenen verbaazenden voorraad, dat de Karthagers, toen zy derwaards kwamen, volgens het verhaal van Strabo , veele hunner Werktuigen van dat Metaal gemaakt hebben. Thans is de Tabernakel , behoorende aan de Domkerke van Kadix van baar zilver, en weegt 1018 ponden. - De historien geeven ons zulk een berigt wegens der Spanjaarden schatten, dat het alle geloof byna te boven gaat. Pesidonius zegt wegens Spanje dat Plutus zyn verblyf in deszelfs ingewanden genomen heeft. Daar is egter geene reden altoos om den Spanjaarden dit voorregt te benyden, dewyl het de oorzaak geweest is van menigvuldige invallen en verwoestingen, die vreemde Moogendheden in hun ryk hebben aangeregt. - Galicie , het welk voor deezen berugt was om zyne Goud- en Zilvermynen, is thans meest merkwaardig door zyn Marmer. - Moron is berugt uit hoofde van zyn Koralyn, Agaat, schoone Zeilsteenen, Diamanten, en ander Edelgesteente. - In de Noordelyke deelen van Leon worden dikwyls Turkooizen opgegraaven. Omtrent 8 mylen ten Noorden van Seville, in het vlek van Almaden, is eene Myn van Kwikzilver, welke den Koning zeer groote schatten opbrengt. Men vindt daar ook eene meenigte van Vermiljoen, waardoor de Rotsen zelfs rood zyn. - In de Bergen van Filaures is overvloed van kostbaare Steenen, als Esmerauden, Amethisten, Granaaten of ruuwe Robynen, en ongemeen fraai Albast. - De Bergen van Carthagena verschaffen eene groote meenigte Alluin, en veele kostbaare steenen. Te Ayora is eene myn van Steen, welke een samenmengsel van Kolen- en Goudstof is, van welken sommige stukken zoo groot zyn als een Ei; en zy worden gebruikt tot vuursteenen omdat zy, wanneer men 'er op slaat, veel vuurs uitgeeven. - Te Ginestar is een Berg, die eene soort van Onyx-steen uitlevert, welke de kleur heeft van Nagelen van een mensch, en Aderen als die van Jaspis, of Sardonixsteen. - Te Taracona vindt  Aardryksbeschryving. 227 vindt men Yzer van goede hoedaanigheid, het welk tot Staven gemaakt wordt door eenen Moolen , die door de Rivier van Queos wordt omgevoerd. - Sant Adriano is zoo aanmerkelyk door de Yzer-smeederyen , dat 'er jaarlyks niet minder dan 300000 pond wordt bearbeid; en Bilboa, naby het zelve, is, indien men Toledo uitzondert, de berugtste plaats van Europa, uithoofde van de klingen , die daar gemaakt worden. - Naby de stad Cordoua zyn mynen van zout van veelerleie kleuren, het welk de inwooners Delfzout noemen; het wordt uit steenen uitgegraaven , en schynt zoo schielyk weder te groeijen, als men het 'er uitneemt. - Te Antiquera, in het Bisdom van Malaga, zyn uitmuntende Zout-putten; het Water, dat 'er in de laagste plaatsen uitloopt, wordt door de hette der Zonne tot Zout gemaakt. - Te Santa Maria, in de Provincie van Andalusie, zyn Mynen van uitmuntend wit Zout, het welk naar alle deelen van Europa , zoo wel als naar verscheidene streeken des Ryks, verzonden wordt. - Mengravilla is berugt uit hoof de van deszelfs zonderlinge Zoutmynen , waarin men komt, door byna 200 treden nederwaards te gaan; dan bevindt men zich in eene groote Spelonk, die op eene zeer groote en schoone Zout-pilaar rust. De Dieren, welke in dit Koningryk gemeen of zeldzaam zyn, zyn zoodanigen als in de meeste landen van Europa veel of weinig gevonden worden. - In de Provincie van Andalusie worden schoone Paarden aangefokt, die voor de vlugste, fraaiste en sterkste, welke in gantsch Europa te vinden zyn , gehouden worden; en behalven de groote meenigte van Paarden , welke hier aangefokt wordt om verkogt te worden, houdt de Koning 500 van de beste Merriën tot zyn eigen gebruik, die in pagtige stallen geplaatst zyn, en door de liefhebbers met groote opmerking beschouwd worden. Het Land van Gyon is ook berugt om zyne Paarden. - In de Bosschen van Kastilie vindt men overvloed van wilde Stieren, Harten, en andere soorten van wild gedierte. Ook is in P 2 veele  228 Natuurkundige veele van de Meiren en Rivieren overvloed van Visch, De haven van Carthagena, en sommige aangrenzende deelen zyn berugt ter oorzaake van de talryke Schoolen van Haringen. Het gantsche distrikt van Salene, het welk in het hart van de Pyreneesche Bergen ligt, en een mengsel van Bergen en Valleien is, , heeft veel Visch, en allerlei wild Gevogelte; uit dien hoofde wordt het voor een zeer aangenaam zomer-verblyf gehouden; maar des winters zyn 'er de wegen door de sneeuw onbruikbaar. Zy hebben verscheidene soorten van Vogelen, welker meesten trekvogels zyn. Daar zyn veele kleine Eilanden , die grooten voorraad hebben van riet, braambeeziën en vrugtboomen, zoodat eene meenigte van menschen zich derwaarts begeeft, omdat zy 'er vinden het geen tot hun vermaak , veiligheid en onderhoud vereischt wordt. Twee soorten van vogelen zyn in het byzonder merkwaardig , te weeten de Flamingo, die omtrent de grootte heeft van eene Ooijevaar, wiens lyf wit is, terwyl de vleugels met wit en scharlaken gespikkeld zyn, en wiens gedaante tusschen die van een Eend en Zwaan is; en zekere vogel, die den naam van Zee-haan draagt om zynen deftigen gang en moedige houding. Deeze heeft eene scharlaken kuif en kraait by nagt. Zyne kleur is blaauw, of zwart en blaauw, maar ongemeen luisterryk; zyne voeten zyn van scharlaken-kleur. Zy vliegen zeer langzaam en zyn goed om te eeten, en wanneer zy jong gevangen worden, kan men hen wel tam maaken. Men vindt hier tam gevogelte van veelerleie soorten, en in groote volmaaktheid, maar te Gorga heeft men inzonderheid hoenders van eene verbaazende grootte, welke bekend zyn onder den naam van Gorgasche Hoenders. Zeldzaamheden van Oudheid en Kunst. Naby de stad Salamanca zyn de Puinhoopen van eenen Romeinschen weg, belegd met groote steenen op de zelfde wyze als die, welke in Italie zyn ; dezelve strekte tot aan  Aardryksbeschryving 229 aan Merida, en van daar naar Seville en daar zyn, in verscheidene plaatsen nog stukken van kolommen overgebleven , die door den tyd merkelyk vervallen zyn , schoon Keizer Adrianus zorg droeg om ze weder te herstellen. Gerena is merkwaardig ter oorzaake van de groote meenigte van Steenen, welke men 'er zien kan, zynde dezelven van eene gedrogtelyke grootte, van eene onregelmaatige en wonderlyke gedaante. De Historieschryvers onderneemen niet ons eenig berigt te geeven wegens de wyze op welke zy voortgebragt werden; maar men gist dat de oorzaak te zoeken is in eenige vreeslyke aardbeevinge. Te Xeres de la Frontera zyn merkwaardige koornschuuren ; zelfs zyn 'er drie onder den grond , waarin het koorn eenige jaaren agtereen, zonder merkelyk in deugd af te neemen , kan bewaard worden. Deeze plaats is ook berugt om zyne schoone Andalusische Genetten. De inwooners van Xixona verwen zeer fraai scharlaken, welke verw zy krygen van zeer kleine zaaden , die aan de eiken-boomen groeijen; binnen deeze zaaden zyn kleine wormpjes, zoo rood als bloed, die, wanneer zy in wyn geweekt zyn, tot een deeg gemaakt, en verder tot het gemelde einde toebereid worden. Valladolid is eene van de aanzienlykste Steden in geheel Spanje, ter oorzaake van de meenigte en fraaiheid zyner Pleinen, Paleizen, en andere openbaare gebouwen, als mede uit hoofde van het groot aantal van Edellieden, en van de menigvuldige geestelyke Orden. Wy zullen niet in het byzonder van eenig gebouw spreeken , uitgezonvan het Hof der Heilige Inquisitie, het welk merkwaardig is omdat het geene Vensters heeft, maar al zyn ligt door zeer kleine gaten schept; daarentegen is het Hof van Inquisitie te Cordoba een aanzienlyk en pragtig gebouw , het welk omtrent het jaar 700 door de Gothen, schoon niet tot zulk een einde, gesticht is. Daar is een ander Hof van Inquisitie te Seville, het welk men zegt dat van P 3 Mar-  230 Natuurkundige Marmer is opgehaald; maar om deeze Geregtshoven van gedrogtelyk Bygeloof en onvoorbeeldelyke Wreedheid op te weegen , heeft men in dit Koningryk een groot aantal van Mans- en Vrouwen-kloosters van Schoolen, Hospitaalen, en andere Liefdegestigten; van welke wy niet kunnen onderneemen eene beschryving te geeven, zonder in langwyligheid te vervallen. Te Algezira is een groot en diep Hol; men moet 100 trappen afgaan, eer men aan den ingang komt; het Hol is zeer lang, en loopt zoo steil af dat men 'er niet dan bezwaarlyk in kan komen. Door dit Hol komt men in een soort van Doolhof; maar de gangen, welke men tot dat einde door moet, zyn 20 voeten breed, en dertig hoog, en het is ter deezer plaatse dat men eerst de kristallizatien ontdekt, die 'er in meenigte gevonden worden. Van hier komt men in een Hol, dat nog zeer veel grooter , en vol is van verscheidene figuuren, die het ligt, het welk van de toortsen afkomt, op eene vreemde wyze weêromkaatsen; en schoon de Echoos in zulke plaatse gemeen zyn, vindt men ze egter nergens merkwaardiger dan hier, dewyl het enkel afschieten van een pistool, het geluid geduurende den tyd van 7 minuuten zal doen weêromstuiten. Wy moogen met regt aanmerken dat de brug over de Monozarez , de brug van Segovia genaamd , verbaazend lang en ruim is, en men zegt, dat zy 200000 dukaaten van bouwen gekost heeft. Wy zullen slegts van nog een ander Gebouw, het welk onze opmerking verdient, gewag maaken, te weeten van de Moskee te Cordova , die men zegt dat een van de wonderen der waereld is , zynde dezelve 600 voeten lang, en 500 breed, en van eene evenredige hoogte. De daken, die zeer stout en grootsch zyn, rusten op 350 fraaije marmeren zuilen, die in 10 ryen geschaard zyn, en 11 vleugels maaken, waarin nu 366 Altaaren en 24 Deuren gevonden worden , zynde ieder gedeelte verrykt en opgepronkt met de fraaiste en kostbaarste sieraaden. Een  Aardryksbeschryving 231 Een beknopt Berigt wegens de Eilanden van Spanje naamelyk : 1 Majorca. 2. Minorca. 3. Yvica 4. Fermentera. 5 Colybera en Caprera, nevens anderen van minder belang in de Middellandsche Zee. Kadix, Erythia en andere in den Oceaan. Majorca ligt naast aan de Spaansche kust, tegenover het Koningryk van Valencie, en wel 120 mylen ten Oosten van die Hoofdstad. De geheele lengte van het zelve van het Oosten naar het Westen is wat meer dan zestig, en de breedte van het Noorden naar het Zuiden omtrent zesen-vyftig mylen. De gedaante van dit Eiland is eene soort van langwerpig vierkant, welks vier hoeken of kaapen naar de vier punten van het kompas wyzen, te weeten Pedra , Grosser , Salinas en Formentor. De Noordelyke en Westelyke deelen zyn bergagtig, maar vrugtbaar; die aan het Oosten en Zuiden zyn vlak, en verschaffen overvloed van Koorn, Olie, Wyn, Honig, Saffraan, groot en klein Rundvee, zeer goede Kaas, verscheidenheid van vrugten en wild Gevogelte. Het gantsche Eiland is omringd met Toorens, die gelegenheid geeven om den vyand op eenen grooten afstand te ontdekken. De Hoofdstad is Majorca, oudtyds Palma genaamd. Minorca ligt 33 mylen ten Oost-Noord-Oosten van Majorca; deszelfs grootste lengte, van het Oosten naar het Westen is omtrent 38, en de grootste breedte 15 Mylen. Het is in het byzonder merkwaardig om zyne ruime en gemaklyke Havens, en om zyne sterke Verschansingen, om welke reden het zeer dikwyls in tyden van oorlog is aangetast geworden. In den jaare 1708 werd het door den Generaal Stanhope ingenomen; door de vrede van Utregt werden de Engelschen tot deszelfs behoudenis geregtigd en behielden het tot in het jaar 1755 , wanneer het door de Franschen veroverd werd; doch met de vrede, die in den jaare 1762 tusschen Engeland en Frankryk geslooten is.  232 Natuurkundige zyn de Engelschen in deszelfs bezit hersteld geworden. Men vindt hier schoone Weilanden , en inzonderheid is 'er zeer goed voedsel voor de Muil-ezels De inwooners leeven meerendeels van Kruiden ; zy zyn liefhebbers van het Danssen en de Poëzy, zoodat zelfs Boeren met elkanderen om stryd vaerzen maaken. De Hoofdstad van dit Eiland is eigenlyk Ceutadella doch deeze is, nadat de Engelschen de regeering naar Mahon verplaatst hebben merkelyk vervallen. Port Mahon is eene Vesting met eene zeer schoone Haven , en de verblyfplaats des Engelschen Gouverneurs van dit Eiland. Yvica is zes Duitsche mylen lang en vier breed, en dus vry wat kleiner dan Minorca. Oudstyds droeg het den naam van Ebesus; het is zeer vrugtbaar, en heeft daarenboven het byzonder voorregt dat 'er geene Slangen of andere vergiftige Dieren op gevonden worden. De Hoofdstad draagt den naam van het Eiland, waarvan de Aarts bisschop van Tarragon Heer is. Formentera, een zeer klein Eiland, kan daarentegen niet bewoond worden omdat het vol Slangen is , waarom het van de Ouden Co lubraria of Ophiusa geheeten werd. De overig Eilanden zullen wy niet in het byzonder in aanmerkinge neemen, agtende het genoegzaam dezelven slegts genoemd te hebben.  Aardryksbeschryving. 233 De BESCHRYVING en NATUURLYKE HISTORIE van PORTUGAL. Naam, Gelegenheid en Uitgestrektheid. Waarschynlyk heeft Portugal zynen naam van de Stad Porto en de Plaats Cale, welke in oude tyden niet ver van daar gelegen was. Deszelfs Latynsche naam is Lusitania , en men wil dat dezelve van eenen Koning afstamt, die Lusus genoemd werd, en voor de geboorte van Christus leefde. Portugal ligt ten Westen van Duitschland , en is het uiterste Koningryk in Europa. Ten Westen en ten Zuiden is het omringd van de Atlantische zee, welke den Portugeezen zeer veel dienst doet in het dryven van hunnen handel. Ten Oosten en ten Noorden grenst het aan Spanje, boven aan Gallicie en Leon onder aan Extremadura en Vandalicie, De langte van het Zuiden naar het Noorden bedraagt ten hoogsten 90, en de breedte van het Westen naar het Oosten omtrent 50 Duitsche mylen. Dit Koningryk werd, na veele verbaazende lotveranderingen, in den jaare 1580 door Filippus den IIden. Koning van Spanje , bemagtigd, en bleef eene Spaansche Provincie tot in het jaar 1640. Toen de Spanjaarden door eenen langduurigen oorlog met Frankryk . en door de muitery der Kataloniërs , hun vermogen merkelyk verminderd vonden, hadden de Portugeezen schoone gelegenheid om zich van een ondraaglyk juk te ontslaan; en dewyl de Hertog van Braganze hunne voorige Vorsten het naast in den bloede bestond, booden zy hem de kroon aan, welke hy ook gereedelyk aannam ; maar het kostte veel bloeds hem als Koning te handhaaven. De Koning van Portugal is volstrektelyk Alleenheerscher, en de Kroon is P 5 erf-  234 Natuurkundige erflyk. De burgerlyke Regeering van Spanje en Portugal komen in zeer veele opzigten overeen; want de Portugeezen poogen hunne nabuuren , in de behandelinge van alle openbaare zaaken, na te volgen. Het geheele Ryk bestaat uit zes Hoofd-Provinciën, waarvan twee in het midden gelegen zyn, te weeten Estremadura en Beira, Boven liggen, Entre Doura e Minho en Trazos Montes, en beneden Alentejo en Algarve. De Hoofdstad van het gantsche Koningryk , is Lissabon , gelegen op de breedte van 38 graaden en 45 minuuten, zynde het verschil der langte van die van Amsterdam 56½ minuut. Deeze Stad is ook de gewoone verblyfplaats van den Koning. Langs den Noordelyken oever van den Taag, strekt zy zig twee mylen in de langte uit, en heeft in haaren omtrek, zeven Bergen , welke vooral voor hun, die van den zeekant aankomen, eene zeer heerlyke vertooning maaken. Het getal der huizen wordt op 30000, en dat der inwooners op 250000 begroot. Midden in deeze groote Stad op eenen Berg, ligt het Slot St. George, het welk eene goede Citadel kan genoemd worden, en waarin voordeezen vier Regimenten tot bezetting geweest zyn. De straaten der Stad zyn steil en doorgaans morssig, zoodat men 'er zig meer van draagstoelen dan van rytuigen bedient. Het is ook zeer gevaarlyk 'er by donkere avonden of nagten langs de straat te gaan , omdat 'er geen lantaarns branden, gelyk te Parys of elders. Die noodzakelyk op die tyden buiten 's huis moeten zyn, bedienen zich van eenen mantel, welke het gantsche ligchaam van het hoofd tot de voeten bedekt; en hy, die met zulk eenen mantel omhangen is, loopt niet ligt gevaar van aangerand te worden, omdat men vreest dat hy 'er gelaaden geweer onder draagt, en dus tot eene kragtdaadige zelfsverdediging gewaapend is. - Noch in, noch buiten de stad, heeft men wandelwegen, die met boomen zyn aangelegd; maar 'er is eene zeer groote plaats, Rucio genaamd, waar de voornaamste Dames zich in draagstoelen laaten omdraagen, en ook de Koopluiden fraai-  Aardryksbeschryving 235 fraaije gewelven hebben. Op de plaats de Ribeira staat het Gebouw der Inquisitie , het groote Dominikaaner Klooster, en het Koninglyke Hospitaal. In de Stad zyn twee Paleizen voor den Koning en de Koninglyke familie; het eerste wordt Paco di Ribeira genoemd; en het tweede draagt den naam van Corte Reale; by het zelve staat de Kerk de Corpo Santo, en naby het eerste is het voortreflyke Tuighuis, waarin het standbeeld van Koning Joannes den Vden te paard geplaatst is; ook is 'er de Scheepstimmerwerf, alwaar aan den Scheepsbouw wordt gearbeid, en daarenboven het zogenaamde Galeienhuis - Niet ver van het Stadhuis staat eene Kerk, genoemd naar S. Antonius de Padua, Patroon der Stad, die ook in dezelve gebooren is. - De Aartsbis schoppelyke Hoofdkerk, Sce-velha geheeten , was voor deezen een klein en zeer oud Gebouw, St. Vincentio Ferrerio toegewyd; maar Koning Joannes de Vde deed ze in den jaare 1747 merkelyk vergrooten. Veel pragtiger is egter de Koninglyke groote Slotkapel, die veele millioenen van bouwen gekost heeft, en thans tot eene Patriarchaale Kerk verheeven is. De Franschen, die zich te Lissabon ophouden, hebben hunne eigene Kerk, welke aan St. Ludovicus is toegewyd. In de Stad heeft men ook verscheidene Kollegien voor de jeugd, als dat van Santo Antao, het welk voor deezen onder de bestiering der Jesuiten stond, en waarin de Koninglyke Academie der Portugeesche Historie, in den jaare 1720 opgerigt, werd aangelegd; ook is 'er het pragtige Graca, het welk door de Augustyner Heremyten bestierd wordt. In den jaare 1759 werd hier zelfs eene nieuwe School der beschaafde letteren by het Hof gestigt; en daarenboven werden 'er vier anderen in de voornaamste straaten der Stad aangelegd. De Haven van de stad is eene der besten, welke ergens te vinden zyn; want zy heeft eene diepte van 60 vademen, en eenen omtrek van 10 mylen; dewyl zy ook van hooge Bergen omringd is, loopen de schepen geen gevaar altoos van door Stormwinden bescha-  236 Natuurkundige schadigd te worden. In den jaare 1754 had men een oogmerk om, naar het voorbeeld van Parys, een Ziekenhuis , ten minsten voor 3000 persoonen aan te leggen, tot welks jaarlyksch onderhoud 70000 kroonen bestemd waren. Dog misschien is het ongeluk des volgenden jaars oorzaak geweest dat dit ontwerp niet volvoerd werd;want op den 1sten van November, of Allerheiligen dain den jaare 1755, werd de Stad met eene verschriklyke Aardbeeving bezogt. Men gevoelde drie onderscheidene schuddingen, welke telkens eenige minuuten duurden en de grootste openbaare en byzondere Gebouwen deeden instorten. Een daarby opgekomen brand veroorzaakte de beklaaglykste ongelukken , die byna 20000 menschen het leeven kostten. Behalven de gemelde Hoofdstad des Ryks, zyn in de zelfde Provincie, Extremadura naamlyk, vyf voornaame Steden gelegen, te weeten: Alanquer, Santarem Leiria Setubal. Thomar, In de Provincie Beira zyn de zes volgende voornaame Steden : Coimbra, Lamego, Guarda, Aveiro, Viseu, Castelbranco. nu Nova Braganza, In de Landstreek Entre Douro e Minho, telt men niet meer dan vier merkwaardige Steden, welke zyn Porto Lima, Guimaraens, Viana. De Provincie Traz os Montes heeft 'er mede vier : Ville Real Miranda, Moncorvo, Pinhel. In  In de Provincie Alentejo zyn vyf aanzienlyke Steden, naamlyk: Evora, Portalegre, Beja Estremos , Elvas, In Algarve of Algarbie eindelyk heeft men maar twee Steden, die eenig aanzien hebben, te weeten Lagos en Tavira De inwooners van Portugal (want van de volkplantingen ; welke de Portugeezen buiten Europa hebben, is het, volgens ons bestek hier de plaats niet om te spreeken ) de inwooners van Portugal leggen zich meest toe op den Koophandel en bezitten dus zoo wel de goede als de kwaade hoedaanigheden die by handeldryvende Natiën natuurlyk plaats hebben. Doorgaans zyn zy in het zwart gekleed, en draagen eenen langen mantel, waaronder zy, even als de Spanjaarden gewoon zyn , eenen degen of dolk hebben. De Koning en zyn Hofgezin schikken zich in hunne kleeding naar den Franschen smaak. - De Portugeezen zyn gantsch niet yverig op het voortzetten van den Landbouw ; maar daarentegen onvermoeid in de Zeevaart. Zy hebben den weg naar Oost-Indie om Africa ontdekt, en 28 jaaren aan die ontdekking besteed. De Schoolen , Ridder-Academiën en Universiteiten zyn 'er lang in eenen staat van verval geweest. Doch onder de regeering van Koning Joannes den Vden, en onder die van den tegenwoordigen Koning is 'er aanmerklyke verbeteringe in gekomen . dewyl 'er verscheidene nieuwe Schoolen voor de beschaafde letteren opgerigt, en geleerde opzieners daarover aangesteld zyn, met bevel zelfs dat deeze nieuwe Schoolen door uitheemsche Geleerden zouden bestierd worden, indien men daartoe in het Koningryk geene bekwaame luiden vinden kon De taal, welke de Portugeezen spreeken, stamt van de Latynsche af, en heeft groote overeenkomst met de Spaansche. - Door eenen langduurigen vrede hebben zy zich in de Krygskunde weinig geoefend ; zoodat in oorlogen, welke zy tegen de Spaanschen en Fran-  238 Natuurkundige schen gehad hebben, duidelyk gebleeken is, dat het gantsche Koningryk in gevaar zoude geweest zyn niet zoo Engelsche of Hollandsche hulptroepen het hunne hadden toegebragt om dat gevaar te weeren - De Gewoonten en Zeden der inwooneren van Portugal zyn vry gelyk aan die der Spanjaarden. De Mannen zyn zeer jaloers en dulden niet dat hunne vrouwen ver van huis gaan waartoe zy misschien zeer groote reden hebben Portugal is een souverein Koningryk behalven dat een Koning slegts in twee byzondere gevallen de handen gebonden zyn; want voor eerst kan hy niet meer schattingen uitschryven, dan hem door de Ryksstanden in den jaare 1674 eens vooral zyn toegestaan; en ten tweeden kan hy, wanneer het Koninglyke Huis eens mogt uitsterven, zonder dezelver toestemming niets beslissen Deeze Ryksstanden, welke uit drie klassen bestaan uit de Geestelyken naamelyk, uit de hooge Edelen of waereldlyke Grandes, en uit die van den Burgerstand of den gemeenen Adel, houden thans geene Ryksdagen maar hebben alle drie hunne Afgevaardigden te Lissabon die het noodige in hunne plaatse bezorgen De op volging in Portugal is, zelfs in de vrouwelyke linie erf lyk; alleenlyk kunnen de vrouwen niet buiten 's lands trouwen, zonder hun erfregt te verliezen - De inkomsten des Konings zyn zeer aanzienlyk; zy komen voornaamelyk van de Tollen en van de regten op de in- enuitgaande waaren ondertusschen is het zeker dat de bezoldingen ook zeer veel kosten Na den vrede van Utrecht des jaars 1713 werd vastgesteld dat men in tyd van vrede 10000 man te voet en 3000 te paard onderhouden zoude De tegenwoordige Koning heeft het voetvolk en de ruitery ieder met 500 man vermeerderd         en in tyd van oorlog valt het niet moeilyk meer volk               op de been te brengen In weêrwil van den zwaaren koophandel welken de portugeezen dryven is het geld in Portugal gantsch niet gemeen de Natie want is schoon gantsch niet arbeidzaam in alle gevallen op eenen kost-  kostbaaren en prachtigen staat gesteld zoodat het grootste gedeelte der winsten aan buitenlandsche waaren weder besteed wordt. De Godsdienst is 'er Roomsch-Katholyk en dus wordt de Portugeesche Kerk geregeerd door Bisschoppen, die tien in getal zyn , De Patriarch van Lissabon en de twee Aartsbisschoppen van Braga en Evora hebben het opzigt over dezelven. Onder den Patriarch van Lissabon staan de Bisschoppen van Leiria, Lamego, Porta legre en Guarda De Aartsbisschop van Braga, die ook Primaat van het Ryk is, heeft het opzigt over de Bisschoppen van Porto, Viseu, Coimbra en Miranda. onder den Aartsbisschop van Evora eindelyk staan niet meer dan twee Bisschoppen, te weeten die van Elvas, en van Faro sederd eenigen tyd zyn de groote inkomsten der Geestelyken in Portugal veel beter geregeld en merkelyk verminderd geworden. Ook heeft de tegen woordige Koning gezorgd om het vermogen de Inquisitie tegen de Ketters te snuiken. Natuurlyke HISTORIE. Spanje en Portugal zyn wel onder de zelfde lugtstreek geleegen maar egter is de lugt in het laatstgemelde Koningryk veel gemaatigder dan in Spanje wegens de nabuurschap van de Zee. Men vindt in Portugal juist geen grooten voorraad van koorn, dewyl deszelfs bewooners weinig werks maaken van den moeijelyken landbouw en daarenboven, in tyden van nood hun gebrek aan graanen door den handel met de Engelschen of door het Turksche koorn, uit het nabuurig Africa gemaklyk kunnen vergoed zien. Het Land verschaft daaren tegen veel Wyns, Olie, Citroenen, Oranje-appelen en meer andere dergelyke smaakelyke vrugten. Ook wordt 'er zoo veel Zouts gemaakt, dat alle landen van Europa waarin dit ontbreekt, daarmede kunnen verzorgd worden In voorige tyden waren de Portugeesche  240 Natuurkundige Paarden in zeer hooge agtinge; doch de Spanjaarden hebben 'er het gebruik van Muilezels ingevoerd. Deezen werden, nadat het Spaansche juk was afgeschud, wel weder verboden, maar dewyl men dat verbod juist niet zeer naauwkeurig onderhouden heeft, ontbreekt het tegenwoordig in dat Koningryk zoo min aan Muilezels als aan Paarden. - Aan de grenzen van Spanje zyn groote Bergen , die eertyds Goud en Zilver verschaft hebben; daarenboven heeft de Rivier de Taag voor deezen goud zand opgeleverd; doch op dergelyke kleinigheden wordt thans geene de minste agt geslaagen, dewyl men heden die metaalen uit de drie overige waerelddeelen , met geheele vlooten overvoerd. Hier en daar worden egter in het land, Yzer, Tin, Lood, Smaragden, Hyacinthen, Jaspis en Marmer gevonden. Op den Berg, waaraan het Vlek Alcantara gelegen is, heeft men eene Salpeter-groeve, waaromtrent het Satyrion of vliegenkruid groeit. - Omtrent Cadima, een weinig ten Westen van Coimbra gelegen, is eene zeer zeldzaame Bron, wier water steeds borrelt, en die niet meer dan eenen voet diep is, en egter alles, wat men 'er in werpt, het zy Hout Steenen of Dieren , naar beneden trekt. - In de Provincie Entre Douro e Minho heeft men het Gebergte Estrella , ten noord-westen van Guarda gelegen. Wanneer men deszelfs top, tot welks bereiking men meer dan twee uuren tyds noodig heeft , beklimmen wil , hoort men onderweg een geraas, gelyk aan dat van eene Rivier, uit welken hoofde men vaststelt dat de Berg van binnen hol is. Op denzelven is een Meir, het welk geoordeeld wordt gemeenschap met de Zee te hebben omdat men 'er stukken van scheeps-wrakken in ontdekt heeft en het zeer sterk ziet bewoogen worden , wanneer de Zee onstuimig is. Nog zyn hier, behalven eene kostlyke Albaster groeve , zeer goede Weilanden , die ryk lyk van wellen voorzien zyn. De Provincie Alen tejo wordt, wegens haar schoon koorn-gewas, de spyskamer des Koningryks genoemd; men heeft 'er ook veefok-  Aardryksbeschryving. 241 fokkery , wyngewas, tuinvrugten , uitmuntenden honig, en schoone steengroeven, waaruit marmer en jaspis gegraaven wordt. - Algarbie is rykelyk voorzien van wynstokken en vygboomen. Ook zyn in deeze landstreek warme baden en gezondbronnen, en de zee levert overvloed van zeer goeden visch. Daar zyn vyf voornaame Rivieren in Portugal, welke allen in de Atlantische zee vallen. 1 De Taag, die uit Spanje komt, en midden door Portugal loopt, doch vyftien mylen boven Lissabon by de stad Santarem , eerst bevaarbaar wordt. 2. De Douro, welke mede uit Spanje komt, en door het bovenste gedeelte van Portugal vloeit, totdat hy zich by Porto in de zee ontlast. 3, De Gaudiana , die ook haaren oorsprong in Spanje heeft, en, na een klein gedeelte van Portugal doorloopen te hebben, ten zuiden , by Ayamonte , in de Atlantische zee stort. Over Spanje handelende , hebben wy reeds gelegenheid gehad om deeze drie Rivieren uitvoeriger te beschryven. 4. De Minho, welke boven aan de grenzen, tusschen Portugal en Gallicie, by Caminha in zee valt. 5. De Mondego, die in het land ontspringt, en tusschen den Taag en de Douro in zee loopt. Onder de Zeldzaamheden, welke in dit Ryk gevonden worden, komen ons voor eerst voor, de stukken van schepen , die men in een meir, op den top van den heuvel Stella ontdekt, schoon het zelve meer dan twaalf mylen van de zee is afgelegen. Naby Roya is een meir, merkwaardig door deszelfs geruisch, het welk doorgaans voor het opkomen van eenen storm gehoord wordt, en wel op den afstand van vyftien of zestien mylen. Omtrent agt mylen van Coimbra is eene Bron, die alles, wat slegts aan derzelver oppervlakte raakt, inzwalgt, waarvan dikwyls de proef genomen wordt met stammen van boomen. II. Afd. III. Deel. Q DE  242 Natuurkundige DE BESCHRYVING EN NATUURLYKE HISTORIE van FRANKRYK. Naam Gelegenheid en Uitgestrektheid De oudste Naam, onder welken dit Land bekend is, is Gallia dien het ook in de tyden der Romeinen behouden heeft, schoon het toenmaalige Gallia merkelyk uitgebreider was dan het hedendaagsche Frankryk. Want het strekte zich aan den kant van Duitschland uit tot aan den Rhyn, van de Nederlanden tot aan de Noordzee, en van Italie tot aan de Adriatische zee. De Romeinen maakten toen een algemeen onderscheid tusschen Gallia Cisalpina, dat is Gallia aan deeze zyde van het Alpische gebergte, en van Gallia Transalpina of aan de andere zyde van de Alpen, beiden dus genoemd met opzigt tot de stad Rome; het eerste is thans het bovenste deel van Italie, bekend onder den naam van Lombardye; het laatste, nu eigenlyk Frankryk zynde, strekt zich uit van de Alpen tot aan de Schelde. Gallia Transalpina werd door hun verder in vier groote Landstreeken gesmaldeeld; te weeten in Gallia Celtica, of Lugdunensis, het welk zich rondom de Loire tot Lions uitstrekte; in Gallia Aquitanica, aan de Garonne liggende; in Gallia Narbonensis aan de Middellandsche zee; en in Gallia Belgica, van de Seine tot den Rhyn Eindelyk hebben de Romeinen nog eene by zondere verdeeling van Frankryk ingevoerd, naar de onderscheidene kleeding, van welke de inwooners der verschillende gewesten gebruik maakten. Gallia Cisalpina had den naam van Gallia Togata, omdat deszelfs bewooners lange rokken droegen. Aan Gallia Transalpina gaf men den naam van Gallia Bracala, uit oorzaake dat sommigen van    AARDRYKSBESCHRYVING. 243 van deszelfs inwooneren, die zich by de Middellandsche zee onthielden , gewoon waren lange broeken te draa gen. - Het grootste gedeelte van Frankryk eindelyk, rondom de Loire en Seine , noemden zy Gallia Comata, omdat zy , die het bewoonden , hun hair lang lieten groeijen. Frankryk is een zeer uitgebreid land ; want deszelfs langte wordt van het zuiden naar het noorden op 180, en de breedte van het westen naar het oosten op 140 Duitsche mylen geschat; de gantsche omtrek rekent men op 550 Duitsche mylen. Zy, die naar Franscbe mylen tellen, bepaalen de langte, zoo wel als de grootste breedte, op 215 tot 220 mylen. Gedeeltelyk is het met water, en gedeeltelyk met andere landen omringd. Op drie plaatsen grenst het aan de zee, zoodat de Franschen zeer gunstige gelegenheid hebben om hunnen koophandel wyd en zyd uit te breiden. Ten noorden grenst het aan het Kanaal; ten westen aan de groote Atlantische zee; ten zuiden heeft het Spanje, waarvan het door eene lange reeks van bergen, de Pyreneen genaamd, is afgezonderd ; ten noorden is Nederland gelegen, niet ver van het Kanaal, waardoor het ook van Engeland wordt afgescheiden; ten oosten ligt Duitschland, waar de Rhyn voor een groot gedeelte de grenzen maakt; Zwitserland wordt 'er door het gebergte Jura van gescheiden, en aan de Middellandsche zee, stooten Italie en Frankryk aan elkanderen, waar de Alpen, of het Zwitsersche gebergte, de grensscheiding maaken. De verdeeling van Frankryk, waarvan wy, volgens ons bepaalde bestek , gevoeglykst gebruik kunnen maaken, is die, door welke het in 12 Gouvernementen onderscheiden is , welke wy kortelyk met derzelver voornaamste Plaatsen zullen opgeeven. 1. Isle de France, zoo veel beteekenende als het Eiland van Frankryk , omdat het van geene andere dan van Fransche provincien omringd is, of omdat het voor deezen van vyf rivieren genoegzaam werd ingeslooten. Dee Q 2 ze  244 Natuurkundige ze Provincie, eene der schoonste en vrugtbaarste van het geheele Koningryk, heeft 35 mylen in de langte en in de breedte. De hoofdstad in dezelve is Parys, welke als de voornaamste plaats van Frankryk , en misschien wel van gantsch Europa moet aangemerkt worden. Door de meenigte der inwooneren en de grootte van Parys, zyn 'er de straaten doorgaans vol stof of slyk, en het is veeltyds gevaarlyk in het donker door de stad te gaan. Het een en ander is egter merkelyk verbeterd ; want men heeft schikking gemaakt, dat eenige honderd karren met groote bakken door de meeste wyken ryden, die de vuiligheid van voor de huizen wegneemen , en buiten de poorten brengen. Ook heeft men een getal van 5800 lantaarnen in de straaten gesteld om by donkere nagten ligt te geeven , en eene wagt te voet en te paard opgerigt om steeds, ter voorkominge van dieveryen, moorden en andere dergelyke wanbedryven , de ronde te doen. - Om over de grootte van Parys te kunnen oordeelen , heeft men slegts aan te merken dat in die stad over de duizend straaten of steegjes zyn, waarin 50000 huizen staan, onder welken 530 voortreflyke gebouwen, en zelfs eenige, die den naam van paleizen verdienen, geteld worden. Men telt 'er 52 parochiekerken, en meer dan 100 andere kerken, 134 mansen vrouwen-kloosters, benevens veele andere geestelyke en waereldlyke gebouwen , verscheidene kollegiën kweekschoolen , gevangenissen , hospitaalen en meer openbaare gestigten. Daar zyn 12 groote marktplaatsen , en men telt 'er 800 zoo geregts- als stadsbedienden , die zoo te paard als te voet, tot zekerheid van de stad, de wagt houden. De toegangen tot de poorten worden door 177 man teffens bewaard. Het getal der inwooneren wordt op eene millioen geschat, onder welken ten minsten 200000 huisbedienden geteld worden. - Het Koninglyke slot, de Louvre genaamd, is een zeer heerlyk gebouw, tot welks verbetering Lodewyk de XIVde veele millioenen besteed heeft. Tot de universiteit, die door  AARDRYKSBESCHRYVING 245 door Karel den Grooten in den jaare 791 is opgerigt, en voor de oudste der waereld gehouden wordt, behooren drie groote kollegiën. Naast de Sorbonne, waar de Godgeleerdheid verhandeld wordt, is dat van Navarre, waar ook lessen in de beschaavende weetenschappen gegeeven worden, het voornaamste. Romdom Parys zyn eene groote meenigte van plaatsen, welke aanmerking verdienen; doch dewyl het ons te ver buiten ons bestek zoude voeren , indien wy alle merkwaardigheden in de byzondere Gouvernementen wilden ophaalen, zullen wy het genoeg agten kortelyk iets wegens de hoofdstad in ieder van dezelven te zeggen. 2. Het tweede Gouvernement, Picardye, heeft omtrent 30 Duitsche mylen in de langte en 20 in de breedte. Deszelfs hoofdstad Amiens , aan de rivier de Somme gelegen, is eene groote en zeer sterke stad. De rivier de Somme loont 'er door, en maakt drie gragten, over ieder van welken eene brug ligt. Men telt 'er by de 50000 inwooners, die voor het grootste gedeelte hun bestaan vinden in de manufactuuren, en in den grooten koophandel in zeep. In de domkerk van Notre Dame zyn verscheidene dingen, welke voor waardige voorwerpen van verwonderinge gehouden worden; als naamelyk de pilaaren, het choor, de kapellen, graftomben en schilderyen ; de verhevene gestoelten en het groote gewelf, het welk van twee groote torens voorzien is, en waarop tienduizend standbeelden geplaatst zyn. By het inkomen ziet men midden in de kerk twee begraafplaatsen van metaal, waarin de ligchaamen van twee Bisschoppen rusten. Deeze stad heeft ook eene citadelle , welke door vyf bolwerken verdedigd wordt. 3. Het derde Gouvernement is Normandye, eene zeer groote Provincie, aan het Kanaal gelegen, wier uitgestrektheid van het oosten naar het westen omtrent 40, en van het zuiden naar het noorden 20 duitsche mylen bedraagt. - De hoofdstad van deeze Provincie, en tevens een der grootste en aanzienlykste steden van geQ 3 heel  246 Natuurkundige heel Frankryk, is Rouen. Men telt 'er 6 stadspoorten en even zoo veele voorsteden ; 30 openbaare plaatsen dienende tot markten, om 'er veele dingen te verkoopen, 300 fonteinen, en 85 kerken. De domkerk is een zeer voortreflyk gebouw en tot behooren dezelve 51 domheeren , van welken de Aartsbisschop een is die 1388 parochie-kerken en zes Bisschoppen onder zich heeft. Men moet, als eene meldenswaardige byzonderheid, opmerken dat de grootste klok van deeze kerk die maar eens in de maand geluid wordt, 36000 ponden weegt en een klepel heeft van 710 ponden. Op de schoonste der marktplaatsen, la Marche genaamd staat het standbeeld van de berugte Pucelle d'Orleans die daarin den jaare 1430 als eene toveres is verbrand geworden. De brug, die naar de voorstad, St. Severe gaat ligt op houtvlotten, zoodat zy met de eb en vloed van de zee kan ryzen en daalen. De huizen van Rouen zyn fraai , maar de straaten naauw, en men telt dat binnen de stad meer dan 60000 inwooners zyn. Rondom de plaats zyn schoone lusthuizen en wandellaanen, welk alles men aan den koophandel, die daar zeer yverig wordt voortgezet heeft toe te schryvem Sederd het jaar 1744 is hier ook eene Akademie der Weetenschappen opgerigt 4. De vierde Provincie, Bretagne genaamd, maakt byna een half-eiland en is omtrent 35 Duitsche mylen lang en 25 breed. - De Hoofdstad is Rennes die egter niet onder de vestingen kan gereekend worden Doch de voornaamste stad van het gantsche land aan de Loire is Nantes zeer gelegen voor den koophandel, die 'er ook sterk wordt voortgezet. Men heeft 'er vier voorsteden , eene fraaije brug over de Loire , voortreffelyke domkerk, en eene beroemde universiteit. Nantes wordt zeer dikwyls genoemd, uit hoofde van het beëedigde en bevestigde edikt, het welk in den jaare 1598 opgesteld en afgekondigd werd, waardoor Henrik de IVde den gereformeerden Godsdienst verlaatende, de Hugenoten verzekerde dat zy in hunnen Godsdienst niet zouden  Aardryksbeschryving 247 gestoord worden. Byna honderd jaaren hebben zy zich ook in dit edikt moogen verheugen, zich vleijende dat het door alle volgende Koningen zoude bezwooren en gehandhaafd worden; maar in den jaare 1685 heeft Koning Lodewyk de XIVde het herroepen en vernietigd. 5. Het vyfde Gouvernement, Orleans, is het grootste van allen; want het strekt zich in de breedte van het westen naar het oosten over de 60, en in de langte van het zuiden naar het noorden over de 40 Duitsche mylen uit De hoofdstad, Orleáns genaamd, is fraai en groot, en heeft schoone voorsteden, die beter bewoond zyn dan de stad zelve. Het Koninglyk paleis met zyne tuinen, de universiteit en de domkerk verdienen bezien te wor den - De eerste Prins van den bloede na den Dau syn voert den titel van Hertog van Orleans In dit Gouvernement zyn, behalven eene meenigte van andere plaatsen, nog twee steden, van welken wy niet kunnen nalaaten te een zeggen woord PoiƐtiers naame lyk en Rochelle. PoiƐtiers is wanneer men de tui nen en velden , die in den ringmuur beslooten zyn 'er by rekent, na Parys de grootste stad van Frankryk; doch zy heeft maar gemeene huizen, en geen overvloed van inwooneren. Rochelle is eene middelmaatige stad, aan de zee gelegen; zy heeft goede huizen, eene gewigtige citadel, en eene zeer schoone haven. Eertyds was zy de hoofdvesting der Hugenooten maar de Kardinaal Richelieu rustte niet, voordat hy hun deeze toevlugt ontnomen had; by welke gelegenheid de vesting geslegt de haven onbruikbaar gemaakt, en de stad in een open dorp veranderd werd. Na dit alles is zy egter weder in beter staat gebragt, en schoon de haven zoo goed niet is als te vooren. wordt 'er egter groote handel op Afrika en America gedreeven. 6. In het zesde Gouvernement, Lion , het welk omtrent 50 Duitsche mylen lang en 30 breed is is Lion de hoofdstad, naar welke ook de gantsche Provincie haaren naam heeft. Zy is eene der grootste steden van Frank Q 4 ryk,  248 natuurkundige ryk en ligt aan de Rhône, waar de Soane in dezelve valt Haar koophandel strekt zich over Zwitserland Italie, en andere landen uit. Het getal der inwooneren wordt op 150000 en dat der huizen, die doorgaands fraai en vyf of zes verdiepingen hoog zyn, op 5000 geschat De stad heeft zes poorten, en vier voorsteden; zy heeft ook drie forten tot haare bescherming. Het stadhuis het arsenaal het oude Roomsche amphitheater, het hospitaal en menigvuldige paleizen van luiden, die daar hun verblyf houden verdienen bezien te worden. Men heeft in de stad ook onvergelyklyke fabrieken van voortreffelyke zyden stoffen welk ook den G°UVei'"eme^ » dat van G ui enne, het zTcl bevat O TT hecst' e" Gasamje in eene der voornaamste stede^ in t^^^ «, eene vry groote, schoone en ryke volstadf vens eenegewigtige grensvesting tegen 5g^ «2 zeer bekwaame haven. een^ 8. De agtste Provincie £flBfUe^ streJu " , langte aan de Middellandsche zee tot vyftig „ St 7 te tot 20 Duitsche mylen uit n. ™ Ged' dezelve is JW^, we,ke J„ /vJ M b jeste stad in he/«yk &Z^JZ''0* deeze zyn 'er nog eenige steden «.li» Leha'V'en van de zee gelegen PP™ „ r ' niet ver de hoofdstad van het gantsche land n a ' ^ de  Aardryksbeschryving 249 de geboorte van Christus, door de Grieken gebouwd is. Zy wordt in de oude en nieuwe stad verdeeld, en deeze beide verdeelingen worden, door eene straat met boomen beplant, van elkanderen afgescheiden; de eerste is zoo wel niet van fraaije huizen voorzien als de tweede. Het is eene van de beste koopsteden in Frankryk, waartoe de schoone haven, die met eene ketting kan afgeslooten worden, zeer veel toebrengt. - In den jaare 1720 heeft de pest in deeze stad zeer geweldig gewoed, en byna 80000 menschen uit dezelve weggerukt. - Toulon is ook eene groote, ryke en zeer sterke zeestad, aan de Middellandsche zee. Zy heeft een onvergelyklyk tuighuis, en eene haven van die ruimte, dat zy 1500 schepen kan bergen. - Eindelyk verdient onder de voornaame steden van Provence ook Avignon gemeld te worden , welke aan den slinker oever van de Rhône, in eene zeer aangenaame landouwe, gelegen is. 10. Het tiende Gouvernement, Dauphiné , ligt mede aan de Rhône, door welke het ten westen van Languedok, en ten noorden van Bourgonje wordt afgescheiden. Het is van het westen naar het oosten, dertig Duitsche mylen lang, en van het noorden naar het zuiden even zoo veele breed. - Men verdeelt het in Opper- en Neder Dauphiné. In het eerste is de voornaamste stad Grenoble, en in het laatste Vienne. 11. De elfde Provincie, welke de Franschen Bourgonje, en de Duitschers het Hertogdom Bourgonje noemen, grenst aan de rivier de Saone, die 'er midden door stroomt. Zy paalt ten oosten aan Franche Comté, en ook voor een klein gedeelte aan Zwitserland en Savoye. Zy is van het zuiden ten noorden 30, en van het westen ten oosten 20 Duitsche mylen groot. - Men verdeelt dit land in eenige byzondere distrikten, welke Baljuwschappen genoemd worden ; en in het Baljuwschap Dijon , is Dijon, de hoofdplaats van het gantsche land, en voorheen de zetel der Hertogen van Bourgonje, gelegen. 12. In de twaalfde Provincie, Champagne genaamd, die Q 5 50  250 Natuurkundige 50 Fransche mylen lang, en 30 breed is, onderscheidt men gevoeglyk Opper- en Neder Champagne. - In het eerste is de voornaamste stad Rheims , welker Aartsbisschop de eer heeft van den Koning te kroonen en te zalven. - In het laatste is de hoofdstad Troyes , die zeer sterk is, en grooten koophandel dryft, voornaamelyk in linnens. Behalven deeze twaalf Provinciën, behooren, in eene beschryving van Frankryk, ook de overwonnene landen, die aan den oostkant des Rhynstrooms liggen, gemeld te worden. Deezen zyn Lotheringe, Franche Comté, de Elsas en Sundgau. De grootste langte van het Hertogdom Lotharingen, het welk ten noorden gedeeltelyk aan de Nederlanden, en gedeeltelyk aan Duitschland grenst, wordt van het zuiden naar het noorden op 30, en de breedte van het oosten naar het westen op 20 Duitsche mylen gerekend. - De hoofdstad van het gantsche land is Nancy. Franche Comté, ook het Graafschap Bour gonje, of Opper-Bourgonje genaamd, grenst met de oostelyke zyde aan Zwitserland, en heeft eene langte van 30, en eene breedte van 20 Fransche mylen. - De voornaamste stad in deeze landstreeke is thans Besançon, waarmede Dole, ook eene groote, schoone en sterke stad, voor deezen om den voorrang getwist heeft. - Het Landgraafschap de Elzas, bestaat in eene langwerpige streek lands, die van het zuiden naar het noorden, langs den slinker oever des Rhyns, is uitgestrekt, ter langte van ruim 18, en ter breedte van ruim 6 Duitsche mylen, Men verdeelt het in de Opper- en Neder-Elzas. De voornaamste stad van het geheele land is Straatsburg , in de Neder-Elzas gelegen. Het landschap Sundgau, het welk hooger dan de Rhyn gelegen is, en door denzelven aan de oostelyke grenzen bespoeld wordt; is merkelyk kleiner dan de Elzas, want de langte zal zoo wel als de breedte , omtrent 12 Fransche mylen uitmaaken. Men vindt hier eenige vestingen, die van belang zyn, en onder anderen verdient het steedje Altkirch  Aardryksbeschryving 251 gemeld te worden, als hebbende een slot en heerlykheid, waaronder dertig dorpen behooren. - In de Neder landen hebben de Franschen verscheidene bezittingen, en in Asia, Afrika en Amerika, hebben zy eenige landen en volkplantingen, gelyk zy ook op verscheidene kusten buiten Europa, waarop zy handel dryven , hunne kantooren hebben. Te lang zoude het ons ophouden, indien wy ons met eene byzondere beschouwing van de fraaije en kostbaare gebouwen , of andere konstwerken , welke in verscheidene steden van Frankryk gevonden worden, wilden inlaaten. - Wy oordeelen het egter niet ongevoeglyk met weinige woorden iets wegens de merkwaardigste byzonderheden, welke tot Parys behooren, te zeggen. De Louvre is een zeer groot meesterstuk der bouwkunde. Aan dit Koninglyk slot, het welk in het oude en nieuwe slot verdeeld wordt, hebben, van het jaar 1528 af, veele Koningen zich moede gebouwd, zonder het egter te voltooijen. Koning Lodewyk de XIVde heeft 'er eindelyk van het jaar 1667 tot het jaar 1670, groote geldsommen toe besteed, en begon 'er een nieuw gebouw aan te timmeren , dat den naam van de nieuwe Louvre draagt. Eer egter dit werk voltooid was, viel zyne keus op Versailles, zoodat de voltooijing van de Louvre bleef steeken. Doch opdat de nieuwgebouwde vertrekken niet mogten ledig staan , werd den akademisten en andere konstenaaren verlof gegeeven om in dezelven hunne vergaderingen te houden. De Thuilleries is een paleis, het welk door Koninginne Katharina de Medicis, gemaalinne van Koning Henrik den Isten begonnen , en door Henrik den IVden voltooid is. Lodewyk de XIVde heeft het vergroot, zoodat het nu, door middel eener gallery, met de Louvre verknogt is. In dit paleis is eene zeer groote zaal , en een operahuis, het welk vier millioenen livres van bouwen gekost heeft. Ook behoort 'er een schoone tuin by, met wandeldreeven fonteinen en kostbaare standbeelden, wel-  252 Natuurkundige welke eigenlyk de Thuilleries genoemd wordt. - Veele andere paleizen en pragtige gebouwen zouden wy hier kunnen byvoegen, liet ons gemaakte bestek ons toe breed uit te weiden. Wy zouden van de verscheidene gasthuizen en andere gestigten kunnen spreeken, doch zullen het genoeg agten wegens het Gasthuis der Invalides kortelyk eenig berigt te geeven. Dit staat aan het einde van de voorstad St. Germain, en is een verwonderenswaardig gebouw, het welk Koning Lodewyk de XIVde reeds in den jaare 1669 heeft doen bouwen, en daarenboven van zulk een rykelyk inkomen voorzien, dat het in goeden staat kan onderhouden worden. Men onderhoudt 'er alleenlyk officieren en soldaaten, die buiten staat zyn om den krygsdienst langer waar te neemen. Het getal der gemeenen beloopt tusschen de drie en vier duizend, en dat der officieren, op vyfhonderd die allen hun onderhoud op kosten van dit gasthuis genieten. De officieren eeten in eene ruime zaal, aan verscheidene groote tafels, en ieder hunner heeft zynen zilveren lepel, mes en vork. De gemeene soldaaten hebben drie andere eetkamers , waarin de grootste heldendaaden van den eersten stigter geschilderd zyn. Den bedlegerigen worden spyzen en andere noodwendigheden van daartoe gestelde bedienden gebragt. Om de twee jaaren worden zy allen in het nieuw gekleed, en aan de officieren wordt maandelyks eenig speelgeld geschonken. Vier, en somtyds zes van de soldaaten hebben eene kamer tot hun gebruik; maar de officieren woonen altyd twee of drie te samen, zoo egter dat ieder hunner zyn byzonder bed heeft. Men heeft 'er geneesheeren en heelmeesters ; ook is 'er eene kerk tot verrigting der Godsdienstoefeningen, welke eene der pragtigsten van het gantsche Koningryk is, en de Kontrolleur-Generaal der finantien heeft het opzigt over alles wat tot dit huis behoort. Behalven de kostbaare gebouwen heeft men te Parys ook eenige Koninglyke standbeelden. Voor eerst vertoont zich Henrik de IVde, op de beroemde Pont-Neuf te  Aardryksbeschryving 253 te paard; en boven het portaal van het stadhuis ziet men hem mede, in half verheven beeldwerk, te paard. Op La Place Royale staat het beeld van Lodewyk den XIIIden, den tweeden Koning uit het huis van Bourbon, op een groot voetstuk van wit marmer, mede te paard. Lodewyk de XIVde, de derde Koning uit het zelfde Huis, wordt, in metaal gegooten, op de groote plaats, welke by het stadhuis is, gezien. Hy vertoont zich als een Romeinsch held, zonder zadel en stygbeugel te paard zittende , op een wit marmeren voetstuk, dat 30 voeten hoog, 24 lang, en 13 breed is. Dit standbeeld, het welk eene hoogte van 20 voeten en twee duimen heeft, werd door den beroemden kunstenaar Balthasar Keller , een' Zwitser van geboorte, in den jaare 1699, in één stuk uit metaal gegooten. Het tweede en voor naamste standbeeld van deezen zelfden Koning vertoont zich op de zoogenaamde Place des Victoires, op een voetstuk van wit marmer, te voet, daar de overwinning hem eene kroon opzet, met dit byschrift, Viro Immortali, dat is den onsterfelyken man. Aan zyne voeten ziet men den helhond, en aan de vier hoeken van het voetstuk, vier slaaven in ketenen. De Hertog van Feuillade heeft dit alles in den jaare 1684 op zyne eigene kosten doen oprigten . Op den 22sten van April des jaars 1754 heb ben de gevolmagtigden van de stad Parys beslooten, ook een standbeeld ter eere van den thans regeerenden Koning Lodewyk den XVden , tusschen de brug Tournent, en den schoonen tuin der Thuilleries te doen oprigten, en het zelve is door den Ridder Servandoni, schilder en beeldhouwer der Koninglyke akademie, vervaardigd. Men heeft in Parys een groot aantal van openbaare boekeryen, onder welken de Koninglyke bibliotheek ongetwyfeld de schoonste is. Het begin van haaren aanleg moet reeds in den tyd van Koning Karel den Vden, die in den jaare 1380 overleeden is, gesteld worden. Men vindt in dezelve 35000 handschriften, meer dan 100000  254 Natuurkundige gedrukte werken en eene talryke verzameling van uitmuntende prenten. Eenige jaaren geleeden , heeft men by deeze boekery ook een kabinet aangelegd, waarin des Konings gouden , zilveren en andere gedenkpenningen, Welker waardy , volgens het gewigt alleen , op eenige millioenen livres geschat wordt, bewaard worden. De Kolbertynsche, de Benediktyner, de Koisliniaansche, de Mazarynsche, en meer andere bibliotheeken, van welken wy niet in het byzonder kunnen spreeken, zyn ook merkwaardig, uit hoofde van de menigvuldige fraaije en zeldzaame werken, die 'er in gevonden worden. In Frankryk zyn tweederleie Akademien. Daar zyn 'er twintig, die men universiteiten noemt, welke meest allen op vier faculteiten gegrond zyn, en waarvan die van Parys de voornaamste is. Daarenboven zyn 'er in de gemelde stad zeven Akademien , waarin alleenlyk byzondere weetenschappen beoefend worden. Deezen zyn 'l'Academie Francoise, door Kardinaal Richelieu reeds in den jaare 1633 aangelegd, welke voornaamelyk geschikt is om de Fransche taal te verbeteren, en de welspreekendheid en poëzy volkomenheid te brengen. - L'Acade mie Royale des Inscriptions & Belles Lettres. In den jaare 1633 werd Koning Lodewyk de XIVde, door den grooten staatsdienaar Kolbert, overgehaald om dezelve te stigten, in het eerst slegts met oogmerk om verslag te geeven van de medailles, devisen en inscriptien, welke tot eer van den stigter verzonnen waren ; maar naderhand bragt de Abt Bignon het zoo ver, dat men 'er ook de fraaije letteren, en in het byzonder de Latynsche en Grieksche Letterkunde behandelde. L'Academie Royale des Sciences werd mede door den bovengenoemden Kolbert, in den jaare 1666 ontworpen, en in den jaare 1699 door den Koning bevestigd. Uit de meenigte van deelen, welke van haare Memoires de Mathematique & Physique, zyn uitgegeeven is ligtelyk te begrypen met welke oefeningen zy zich voornaamelyk bezig houdt. - Behalven dee-  AARDRYKSBESCHRYVING 255 deezen zyn 'er nog de Akademie der Schilder- en Beeldhouwkunde de Akademie der Bouwkunde de Akademie der Muziek, en de Koninglyke Akademie der Heelkunde. Van de Inboorelingen van Frankryk mag men zeggen dat Zy welgemaakt, leevendig, handig, edelmoedig en vrolyk van aart zyn. In de verkeering zyn zy beleefd, gespraakzaam, beschaafd , en vooral merkwaardig door de verpligtende wyze, waarop zy zich jegens vreemdelingen gedraagen Zy hebben ook eene byzondere begaafdheid om zich overal door vriendelykheid bemind te maaken, en dus waar zy zich bevinden, wel door de waereld te komen Door zulke zeden lokken zy veele vreemdelingen naar Frankryk, en het is nog niet lang geleeden dat de Duitschers in het byzonder oordeelden dat hunne kinderen verstandig noch welleevend zyn konden tenzy ze te Parys eenige duizend ryksdaalders verteerd hadden. Zy munten ook uit in naarstigheid en arbeidzaamheid ter bezorginge van hunne huisgezinnen, en in geheel Frankryk is genoegzaam geen hoekje gronds onbebouwd te vinden Zy bezitten de bekwaamheid om in handwerken, in taalen, konsten en weetenschappen tot eenen hoogen trap van volmaaktheid te vorderen. Daarenboven zyn zy zoo geagt, wegens hunnen goeden smaak in kleeding dat een groot gedeelte van Europa hen genoegzaam als wetgeevers der mode heeft willen aanmerken. in de krygskunde weeten zy zich ongemeen wel te oefenen, gelyk aan hunne nabuuren, en in het byzonder aan de Duitschers en Nederlanders, meer dan eens door de ondervinding gebleeken is. Hunne drift is egter grooter in het begin van den oorlog dan in deszelfs voortgang, want zy zyn niet zeer gehard om de moeijelykheden van een' veldtogt lang agtereen uit te staan. - By deeze hoedaanigheden , worden den Franschen ook eenige, welke hen minder gunstig doen voorkomen, toegeschreeven Zy worden afgebeeld als onstandvastig , ligtvaardig , onrustig en vermeetel van aart; als zichzelven wanneer het hun wel gaat, van hoogmoed vergeetende, en  256 Natuurkundige tot een maateloos ongeduld vervallende, wanneer het geluk hun tegen is. - Hunne eigenliefde is van grooten invloed op alle hunne oordeelvellingen; de gantsche waereld is naar hunne gedagten niets in vergelykinge van Frankryk en al wat door hunnen Koning verrigt wordt, zyn zy gewoon als loffelyk aan te merken. Men kan niet zeggen dat de Fransche vrouwen, die van andere natiën in schoonheid te boven gaan. Zy houden zeer veel van zich te blanketten ; maar in bevalligheid van houding, omgang en manieren overtreffen zy zekerlyk de vrouwen van andere landen, en het is onbetwistbaar, dat zy het geen zoo wel in den goeden als kwaaden zin, galanterie genoemd wordt, in den hoogsten graad bezitten. Ten opzigte van de Regeering van Frankryk, heeft men aan te merken , dat de Koning een der onafhanglykste Vorsten van Europa , en de opvolging zoo wel geregeld is, dat men met regt mag zeggen, dat een Koning van Frankryk nimmer sterft, dewyl zyn opvolger oogenblikkelyk, nadat zyn voorzaat de oogen geslooten heeft, begint te regeeren. Het erfregt tot de kroon heeft egter alleen plaats in het mannelyk oir, en de vrouwen zyn van alles wat de regeering betreft, uitgeslooten. Het Ko ninglyk huis, dat tegenwoordig regeert, is dat van Bourbon, het welk het huis van Valois, dat in den jaare 1589 met Henrik den IIIden uitstierf, is opgevolgd. - . De tegenwoordige Koning is de vierde uit dat geslagt en draagt den naam van Lodewyk den XVden. - Alle de Koningen van Frankryk voeren den titel van Allerchristelykste Majesteit, en ook dien van Eerstgebooren Zoon des Kerke, omdat Clodovaeus of Lodewyk de Iste die in den jaare 499 een Christen werd, de eerste onder alle de Koningen van Europa geweest is, die den Christelyken Godsdienst heeft aangenomen. Het getal van de hofbedienden der Koningen van Frankryk, gaat dat van andere Europeescbe Vorsten zeer ver te boven. - Ook is de meenigte der amptenaaren in de Landsregering byna ontelbaar. Want onder de Fransche  Aardryksbeschryving. 257 sche Staats-regels is een van de eersten : ,, wilt gy regee,, ren, zoo maak eene scheuring." Doch alle de hooge Kollegiën, moeten zich aan het welbehaagen van den Koning onderwerpen. En indien de Parlementen of opperste Geregtshoven, voor welken men zich in zaaken van belang , die voor mindere Regtbanken niet kunnen afgedaan worden, beroept, hieromtrent weigerig waren, of zwaarigheid maakten, heeft men meermaalen gezien, dat derzelver Leden afgedankt en gebannen werden. - Onder de Parlementen had dat van Parys voordeezen in Staatszaaken zeer groot gezag, zoodat zelfs de Koninglyke Bevelschriften van geene kragt altoos geoordeeld werden, voordat zy door hetzelve bevestigd waren. Doch door de list van drie op elkanderen gevolgde Kardinaalen , Richelieu naamelyk , Mazaryn en Fleuri , die in den tyd van Lodewyk den XIIIden , den XIVden en den XVden , het hoogste bewind in handen hadden, is dit gezag in eene merkelyke maate verminderd, ja genoegzaam geheel vernietigd. Frankryks Krygsmagt is te land zeer ontzaglyk. Ter zee is zy minder groot, omdat de scheepsgereedschappen van elders moeten aangevoerd worden, en men dus den weg tot derzelver verkryging in tyd van oorlog niet altyd kan open houden. Daarenboven schynt de natie zelve niet zeer geschikt tot den zeedienst. - Om over de grootheid der Landmagt te oordeelen, merke men slegts aan dat de Kardinaal Richelieu, eerste Staatsdienaar van Lodewyk den XIIIden, uitrekende dat het Ryk, indien de nood het vereischte 600000 man voetvolk en 150000 Ruiters zoude kunnen uitleveren. De Fransche Ruitery is zeer aanmerkelyk uit hoofde van de fraaiheid der Manschap, van de schoonheid der Paarden, en de kostbaarheid der Montuuren; doch het Voetvolk, en vooral het nationaale, is zoo uitmuntend niet. De Regimenten, in welken het verdeeld is, krygen doorgaans den naam der Landschappen, waaruit zy geworven zyn. Dus heeft men een Regiment van Normandye, Pikardye , Auvergne enz. II. Afd. III. Deel. R Wat  258 .Natuurkundige Wat den heerschenden Godsdienst in Frankryk betreft, deeze is thans de Roomsche, die door 18 Aartsbisschoppen en III Bisschoppen bestierd wordt. Alle deeze en andere Geestelyke Ampten staan alleen aan de begeeving van den Koning, die dus schoone gelegenheid heeft om groote diensten te doen , en de voornaamste Familiën des Ryks aan zyne belangen te verbinden. Voordeezen mogten , Gereformeerden zoo wel als Roomsch Katholyken in Frankryk hunnen Godsdienst oefenen, zynde het getal der belyderen van wederzyde na genoeg gelyk. De vrye Godsdienst-oefening der Gereformeerden, in het gemeen Hugenooten genoemd , rustte op het vermaarde Edikt van Nantes, het welk Koning Henrik de IVde deed stand grypen , toen hy van den Hervormden Godsdienst tot den Roomschen overging. - Voor het uitkomen van dit Edikt poogden men de Hugenooten met geweld uit te roeijen , en hiertoe werden niet slegts veele buitenlandsche Religie oorlogen gevoerd, maar ook ter gelegenheid van het Huwelyk van Koning Henrik van Navarre, met de Prinses Margareta , door de bestelling van des Konings Moeder Katharina de Medicis, dat verschrikkelyk Bloedbad, op St. Bartholomeus nagt, te Parys aangerigt, wanneer men 30000 der voornaamste Hugenooten deed omkomen. In vervolg van tyd ging men wel met minder geweld, maar listiger te werk. Van tyd tot tyd werden den Protestanten hunne Vestingen ontweldigd, en zy van alle Eerampten uitgeslooten. In den jaare 1685 bragt men het zelfs zoo ver dat Lodewyk de XIVde het Edikt van Nantes herriep, en de Predikanten ten lande deed uitdryven. Sederd dien tyd hebben de Hervormden in Frankryk zwaare vervolgingen moeten ondergaan. Sommigen hebben hunne veiligheid in de vlugt gezogt en gevonden; in eenige Provincien, en voornaamelyk in Languedok, Daufiné enz. zyn heden nog veele Hugenooten, doch de oefening van hunnen Godsdienst is hun , op straffe der galeijen verbooden De Franschen zyn zeer gezet op Uitspanningen en Pleg tig-  Aardryksbeschryving 259 tigheden. Men heeft 'er meer dan eenen Schouw burg en een Opera-huis, waarin driemaal ter week gespeeld wordt, en welks inkomsten men zegt dat 300000 Fransche guldens beloopen , waarvan twee derde deelen voor de noodige onkosten moeten besteed worden. Onder de jaarlyksche Plegtigheden welke hier in gebruik zyn is die waarmede de Nieuwjaarsdag ten Hove gevierd wordt eene van de voornaamste. Het gantsche Hof is dan in de luisterrykste pragt by een, en behalven dat by die gelegenheid de gewoonlyke gelukwenschingen worden afgelegd is men ook gewoon den Koning kostbaare geschenken ter hand te stellen. - Op Palmzondag gaat de Koning in Processie naar de Slotkapel, en het is dan gebruiklyk groene takken voor zyne voeten te strooijen, in navolginge van het geen men voor den Zaligmaaker deed, by zyne intreede te Jerusalem Op Witten Donder dag is het de gewoonte dat de Koning dertien mannen de voeten wascht en hun zelfs spyze toedient welke hem door de Prinsen van den bloede wordt aangereikt . Ieder hunner krygt dertien schotels en heeft vryheid om het geen hy niet eeten kan mede te neemen. Wy zullen hier nog byvoegen , dat op Sakramentsdag een groote en plegtige omgang door de voornaamste straaten van Parys gedaan wordt Hier en daar men Kostbaare Altaaren ziet op welken de Priester het Venerabile dat hy omdraagt ne derzet en 'er zyn ook ruime tooneelen opgerigt, die met Muzikanten vervuld zyn. Alle de straaten worden op dien dag met gras en bloemen bestrooid, uit alle vensters hangen kostelyke tapyten en men kan ligtelyk begrypen welk een verbaazend gewoel by die gelegenheid in zulk eene groote Stad moet plaats hebben. Natuurlyke Historie. in Frankryk heeft men voornaamelyk vier groote Rivie-  260 Natuurkundige In het Hertogdom Bourgonje, loopt eerst Noordwaards en vervolgens Westwaards in het Kanaal, by Havre de Grace en heeft zeer gezond water. Zy ontvangt in haaren loop de Rivieren de Isere en Durance. 2. De Loire die byna geheel Frankryk doorstroomt Zy heeft haaren oorsprong in de Cevennes loopt eerst Noordwaards en vervolgens Westwaards door Orleans en valt beneden Nantes in de Baai van Biskaije In haaren loop ontvangt zy verscheidene Rivieren , als de Aller de Cher de Vienne de kleine Loire de Sarte en de Mayence 3. De Garonne die in het Gebergte Pyreneesche ontspringt naar het Noord westen loopt en een weinig beneden Bourdeaux in de Baai van Biskaije valt nadat zy in haaren loop de Rivieren de Lat en Dordonne ontvangen heeft. 4. De Rhone welke haaren oorsprong in Zwitserland heeft, door het Meir van Geneve loopt, en, na door Lion en langs Avignon gestroomd te hebben, in de Middellandsche zee valt De Lugtsgesteltenis in Frankryk is zeer gemaatigd en gezond, schoon de Noordelyke deelen in den winter aan eenen vry hoogen graad van koude onderhevig zyn welke egter minder streng is dan in de meeste streeken van Duitschland en andere nabuurige land landen Het is door den Hemel in veele opzigten rykelyk gezegend en wordt ook met grooten yver bearbeid. - Onder alle de Gewassen in Frankryk zyn 'er geene, die byzonderer verdienen in aanmerking te komen dan de Wyngaarden en vooral die van Champagne Door de goede wyze waarop de Franschen deeze heesters, welke uit Asie tot ons zyn overgebragt, weeten te behandelen, zamelen zy eene groote meenigte van rype druiven in, waaruit zy de smaakelykste Wynen toebereiden. Onder de voor naamste Gewassen van dit Koningkryk telt men ook den Olytboom, die eene olie van eene genoegzaam algemeene nuttigheid verschaft, welke van dienst is tot voedsel geneesmiddelen en toebereiding van verscheidene stoffen In de zuidelyke Provincien van Frankryk, en in het byzonder in Provence, komt deeze boom tot zulk eene volkomen heid,  Aardryksbeschryving. 261 heid dat de olie van Olyven , welke daar valt, beter geoordeeld wordt dan die uit Italie Spanje of eenig ander gedeelte der waereld komt. Onder de Dieren worden 'er genoegzaam geene gevonden die in het byzonder als inboorelingen van Frankryk zyn aan te merken. De Zyworm wordt in de zuide lyke streeken wel sterk en met goed gevolg uitgebroeid en aangekweekt, maar dezelve kan niet als aan dit Ryk, ja zelfs niet als aan Europa alleen eigen , beschouwd wor den , Onder de regeering van Koning Henrik den IIden, hebben de Franschen de konst om zyde te bereiden van de Italiaanen en Spanjaarden overgenomen, en men moet erkennen dat de Zyde-manufactuur onder hen tot eene groote volkomenheid gebragt is. Zonder de verscheidene soorten van schatten, welken Frankryk verschaft, op te haalen, zullen wy het genoeg agten in het algemeen te zeggen , dat het alles uitlevert wat niet slegts tot nooddruft, maar zelfs ter voldoeninge van de weelde dienen kan. Evenwel ontbreken in dit Land twee voornaame zaaken; want 'er zyn Goud- noch Zilvermynen, en men vindt 'er gebrek aan Paarden, zoodat de Franschen die met groote kosten van hunne Nabuuren moeten koopen. In Frankryk vindt men, behalven de Alpen, waardoor het van Italie wordt afgescheiden, het Pyreneesche Gebergte, het welk dit Ryk van Spanje scheidt. De Pyrenee sche Bergen zyn, naast de Alpen, de berugtsten in Europa, zy beslaan eene uitgestrektheid van meer dan 212 mylen in de langte , en omtrent 120 in de breedte. Verscheidene deelen van dezelven draagen verschillende naamen. Onder de merkwaardigste Bergen der waereld, ten opzigte van de gedaante, is die, welke de Naaldberg, of de ontoeganglyke Berg genoemd wordt , in het Daufineesche. Dezelve is een groote heuvel , die, als het waare, met zynen top op de aarde, en met zynen breede voet in de lugt geplaatst is. Van onderen is hy maar omtrent duizend en van boven meer dan tweeduizend schreeden in den omtrek Midden op de vlakte staat een andere smalle R 3 en  262 Natuurkundige en zeer hooge heuvel; en men gaf aan deezen Berg den naam van de Naalde, omdat men het onmooglyk oordeelde denzelven te beklimmen. Dit is egter door eenige waaghalzen geschied; en zy vonden op den top eene groote meenigte wilde Geiten. Men vindt in Frankryk ook eenige onderaardsche Holen, onder welken het merkwaardigste schynt te zyn, de zoo genaamde Grot van onze Lieve Vrouwe de la Baume , op den weg tusschen Grenoble en Lyons. De inging, die omtrent zestig vademen breed is, bestaat uit een kuil, welke langzamerhand kleiner wordt , en uitloopt in eenen grooten onderaardschen stroom, die bevonden is met eene steeds aangroeijende snelheid voort te loopen. Hier en daar vindt men heete Bronnen en Baden, werwaards in de lente en herfst groote toevloed van menschen is. Te Barege, een vlek aan den voet van het Pyreneesche gebergte in de landstreek van Bigorre, zyn vier heete Baden die in de hette hunner wateren verschillen. Het eerste het groote Bad genoemd, bestaat uit twee Bronnen van helder water, dat de kragt heeft van zilver en koper in een oogenblik zwart te maaken. Het water van een ander van deeze Baden is van de zelsde kragt, doch minder heet; in het derde is de hette nog meer afgenomen, en het vierde vindt men niet meer dan laauw. In som mige deelen van Frankryk zyn ook eenige merkwaardige Zout-water Bronnen Doch onder alle de Natuur lyke Zeldzaamheden is naauwlyks iets byzonderer dan een stuk gronds op eene steile rots in Daufiné het welk oneigenlyk de brandende Bron genoemd wordt. Het is omtrent twee roeden lang, en eene breed; en men ziet 'er eene kleine beweegende vlam, gelyk aan die van branden de geesten zonder dat men eenige spleeten in de rotsen kan ontdekken, of bespeuren dat zy asch agterlaat. Sommigen denken dat eene meenigte Salpeters, die in de nabuurschap gevonden wordt, voedsel aan deeze vlam geeft. en de helderheid neemt af naar maate de warmte toeneemt, zelfs    Aardryksbeschryving 263 zelfs is 'er een tyd in het jaar, men in het geheel kend geluid verzeld De Nederlanden van ouds droeg dit den naam Land van Belgium en Gallia Belgica of zich tot oen Myn«toom «: bl o* én "„s „ oede, dee*» |uultreiue, ucuv vrnnr(i>ee af, tot aan de de gemelde M> l>6. "e d »"»'„° Jï »«* Noord^■Hol.and,^8' dat Friesland en zoo na by °°S We^^d genoemd, wel- ^ZrZ?^^^ datZyfleStSd°°r di6n ^^atu^yt gr°enZene,P°P T° ^ P'aatfen büi«" ^»ddul-nen vond Zy geene **> ^t de inwoon^ nerda^ e«;oongang te l)eteugeIenj ■oodzukt waren «n Jaa * P ^ 3' na" den buitenkant T,„ r 7 M aa" te Ieg?en • die * -or dezJn Sm;fhfe"d-fg,0„ijendezynf *>'«« ^ ftui(e„. Cb dewv! Ware" 0I» «" ^ der «enige J^n geleeden d„ ? '°nd dat dl'e Paa,e» w-den, heeft ten " ' geW°™te do^vreeren «eenen belegd her * T -f" °P de meefte Plaa,fen met veroorzaakt heeft fl" e^'',8ezeetenen *waa™ kosten i« biesland en Groninger "d 7= en ook °^ra| !»»««. tusfchen de v aT l f' T de Noordzee * heeft weggefpoeld. 6" de ei,a»den gelegen . De voornaamffe RiWerpn j „ ^den bewateren zyn deNeder- een „ör ^£ Z dof 5^** ött(*»* «i eenen hoog" berg d e ' aa" den voet den Nederlandfchen b0 emeesT e" "eg,„£ S^ans , daar h 2|. ™em etrs< *™ te doen by Schenken- W«e en grootfte , " Wd° tak';en De voorby Minnegen, Tble .TV*™ W° Waal " ,0°PC in de Maas nc n J?"ï* C" Va,t bv «* e" vier uuten voort «rrSï ' • de d'ie ia tweearn^e , TattTe el" Che" ^ V»n m vereenj d z;n aarP" de e re.tnet den jw^ *V*i Wit, De andere arl'behludtd ^ " *" oeheudt den naam van i?^,,, loont  AARDRYKSBESCHRYVING. 329 loopt voorby Wyk te Duurstede, en wordt daar opnieuw in twee takken verdeeld. De voornaamste derzelven krygt den naam van de Lek , loopt voorby Kuilenburg, Vianen en Schoonhoven , en valt, drie uuren boven Rotterdam, in de Maas. De andere tak , die klein is, en de Rhyn genoemd wordt, loopt naar Utregt, en verdeeld zich daar weder in twee takken , welker eene de Vegt genaamd, voorby Weesp en Muiden stroomt, en in de Zuiderzee valt; terwyl het andere takje, den naam van Rhyn nog behoudende , van Utregt naar Woerden en Leyden loopt , en zich in de duinen by Katwyk verliest. - Oudstyds plag de Rhyn hier door eenen wyden mond in zee te loopen, doch door verscheidene oorzaaken , welke niet met zekerheid bekend zyn, is deeze uitloop reeds lang verstopt geweest. Daar zyn 'er , die gissen dat het zeewater door eenen sterken wind uit den noordwesten, in de negende eeuw, den Rhyn met zulk een geweld is ingejaagd geworden , dat de Rhynmond by Katwyk de gewoone schuuring missende, door het ingewoelde zand geheel is verstopt geworden. Anderen beweeren dat de oorzaak van het vernaauwen der Riviere, en het verstoppen van haaren uitloop by Katwyk , aan het afleiden van haar water door de Lek moet toegeschreeven worden. De tweede Hoofdrivier is de Maas, die haaren oorsprong heeft op de grenzen van Champagne en Lotharingen, ontspringende naby een dorp, Meuse genaamd, uit het Vogezer gebergte. Van daar loopt zy langs de Provincie Luxemburg door Namen, Luikerland en Opper-Gelderland ; vervolgens vereenigt zy zich tweemaal met de Waal, eerst by de Schans st. Andries, en daarna by Loevestein. Omtrent veertig jaaren geleeden waren deeze beide Rivieren nog tweemaal met elkanderen vereenigd boven st. Andries, te weeten by bet Dorp Herwaarden, en by de vervallen schans Voorn , wordende de eerste het Herwaardersche, en de laatste het Voornsche gat genoemd. Beiden staan zy in de meeste Landkaarten geteekend, als of zy X5 ho-  330 Natuurkundige heden nog in weezen waren; doch zy zyn, om dat de Waal door deeze gaten te veel waters kwyt raakte, en in den zomer tusschen thiel en Bommel somtyds onbevaarbaar werd, door dammen toegestopt geworden, zynde dat by st. Andries alleen open gebleeven. Na dat de Maas, beneden Loevestein zich ten tweeden maale met de Waal vereenigt, neemen zy daar beiden den naam van Merwe aan, naar een oud vervallen Slot , de Merwe of Merwede genoemd , niet ver van Dordrecht, waar de overblyfsels nog te zien zyn. Na zich onder weg gedeeltelyk ontlast te hebben door de zoogenoemde Werkendamsche killen, in den Biesbosch, verdeelt deeze Rivier zich tegen over Dordrecht weder in twee armen, waarvan de regter, die langs Rotterdam loopt, nu eens de Maas en dan de Merwe genoemd wordt, terwyl de slinker den naam van de Oude Maas bestendiglyk blyft behouden. Zy vermengen zich nogmaals met elkanderen tegen over Vlaardingen, en ontlasten zich vervolgens in de Noordzee onder den naam van Maas. Voor deezen is langs deeze Rivfer eene sterke vaart geweest, inzonderheid uit het land van Luik naar de Nederlanden : maar de verscheidene Moogendheden, door wier landen deeze stroom zynen loop heeft, hebben goedgevonden de tollen zoo merkelyk te vermeerderen, dat deeze vaart allengs te niet geraakt is, wordende nu de meeste waaren, als steenkoolen, yzerwerk , marmer en blaauwe deenen , met karren door Luikerland , over 's Hertogenbosch en Breda , herwaards gebragt. De derde Rivier, welke men als eene Hoofdrivier in de Nederlanden kan aanmerken, is de Schelde , welke in zich ontvangt alle de mindere Rivieren, die tusschen de Maas en de Noordzee gevonden worden , en zeer menigvuldig zyn. —— Zy heeft haaren oorsprong by Castelet in de Fransche Provincie Pikardye , en droomt Noordwaards , door de Nederlandsche Provincien Henegouwen en Vlaanderen, tot Gent , waar zy de Ley ontvangt, die een van haare voornaamste takken is. Vervolgens vloeit zy met ver-  AARDRYKSBESCHRYVING. 331 verscheidene bogten voort langs Dendermonde en Antwerpen tot Zandvliet, waar zy zich verdeelt in twee armen, welker eene, de Ooster-Schelde genoemd, langs Bergen op Zoom in de Zeeuwsche stroomen vloeit, terwyl de andere, onder den naam van de Wester-Schelde , of ook wel onder dien van de Hond, eenen zeer breeden boezem maakt, welke Zeeland van Vlaanderen afscheidt , en eindelyk in de Noordzee uitwatert. Behalven de gemelde voornaame Rivieren, zyn 'er in de Nederlanden veele andere van minder aanbelang, welke wy, ter betragtinge van de kortheid, niet in het byzonder zullen opnoemen. Daarenboven heeft men in dit land eene meenigte van meiren, polders, gragten, vaarten en andere binnenwateren, waarvan veele steden ryklyk voorzien zyn, het geen den handelaaren en reizigers groot gemak verschaft. De overvloed van water is oorzaak dat de landeryen op sommige plaatsen des winters geheel onder liggen, zoo dat zy door middel van molens moeten droog gemaakt worden. Over het algemeen genomen is de lugt in de Nederlanden vry gezond, uitgezonderd aan de Zeestranden, waar de bewooners, uit oorzaake der geduurige veranderingen van het weer, meer dan in andere plaatsen, aan koortsen, verkoudheden en andere dergelyke ongemakken onderhevig zyn. Ook is de lugt hier en daar in plaatsen, die laag en moerassig zyn, koud en vogtig, uit welke gesteltenisse dikwyls scheurbuik, jigt en dergelyke kwaalen voortkomen. heeft Men hier ook veel regenagtig weer, het welk door de meenigte van dampen, die overal in de lugt opryzen , veroorzaakt wordt. Sedert het jaar veele gehad, winden dan eenige andere waaijen. Naauwkeurige Natuurbeschouwers hebben opgemerkt dat 'er alle jaaren, wanneer men  332 Natuurkundige men het eeene jaar door het andere neemt, byna evenveel Westen, Oosten en andere winden waaijen; en dat de Noorden wind hier 42 dagen in het jaar waait, de Noordwesten wind 33 dagen; de Westenwind 67; de Zuidwesten 68; de Zuidenwind 33; de Zuidoosten 26; de Oosten 43.' en de Noordoosten wind 43 dagen. De Westelyke winden, die over de Noordzee tot ons komen, brengen vogtige dampen, en niet zelden regen aan. De Noordelyke en Oostelyke winden , die uit koude landstreeken naar ons toe komen, veroorzaaken doorgaans koude. De veelvuldige Oosten winden, welke men hier heeft, maaken de lugt in den zomer , dikwyls frisch en koel. Des winters brengt de Oostenwind genoegzaam altyd vorst aan. De gragten in de steden en op het land, de binnenwateren en rivieren zyn dan doorgaans met ys bezet, en kunnen niet zelden met paard en sleede bereeden worden. Men heeft egter opgemerkt dat hier in voorgaande tyden meer harde winters geweest zyn dan men eenige jaaren her waards gevoeld heeft. In den Nazomer en den Herfst regeeren in dit land gemeenlyk anderendaagsche , dubbele anderendaagsche , en derdendaagsche koortsen , die egter zelden befmettelyk zyn. Pestziekten zyn hier zeer ongemeen, het welk met rede aan de koude en geduurige beweeging der lugt door de winden veroorzaakt, mag toegeschreeven worden' De bekwaamste Geneeskundigen hebben de maagkwaalen die hier, vooral onder de vrouwen, zeer algemeen zyn ' aan het onmaatig gebruik van koffie en thee toegeschreeven. — Men vindt onder de Nederlanders niet veele hoogbejaarde menschen, schoon 'er eenige weinige voorbeelden zyn van luiden , die meer dan honderd jaaren bereikt hebben. De gesteltenis van grond is in de onderscheidene Provincien zeer verschillend. In byzonderheden kunnen wy ons ten deezen opzigte niet inlaaten, maar moeten ons slegts tot zeer algemeene aanwyzingen bepaalen. . Hy bestaat over het algemeen genomen uit vlakke vel den,  AARDRYKSBESCHRYVING. 333 den, die in akkers, weilanden en boomgaarden verdeeld zvn' Op sommige plaatsen vindt men hei en op andere veengronden. Ook worden in de Provincien Henegouwe, Namen, Luxenbwg en Limburg veele bergen en bosschen aangetroffen. Om eenig denkbeeld te hebben we gens de gesteltenis dier Provincien, welke de Vereenigde Nederlanden uitmaaken, merke men aan dat aan den Zeekant eenige Zandduinen liggen. Zeeland heeft egter weinig duinen en bestaat uit vlakke eilanden. Holland is een zeer laag en broekagtig land. Utregt ligt wel wat hooger, doch is echter op de meeste plaatsen mede vlak. Alleenlyk heeft men tusschen de Steden Utrecbt, Rheenen en Amersvoort eenige heuvels, die evenwel niet zeer hoog zyn. In de Veluwe en Twente vindt men ook eenige kleine heuvels. Sommigs Provincien leveren zeer kostelyk graan uit. In andere heeft men vette weilanden, die aan zoo veele melkkoeijen voedsel verschaffen , dat ons land niet slegts zyne eigene inwooners, maar zelfs de buitenlanders rykelyk van booter en kaas voorziet. De grond zoude genoegzaam voorraad van de noodzaaklykste levensmiddelen aan de inwooneren kunnen verschaffen, indien dezelven naar de ruimte, welke zy beslaan, niet al te sterk vermenigvuldigd waren. De volkrykheid is derhalven oorzaak dat het land alle zyne bewooners niet zoude kunnen voeden, inzonderheid zoude 'er groot gebrek aan koorn zyn, indien dit, even als andere noodwendigheden, niet uit andere gewesten wierd overgevoerd. Daarenboven hebben de Vereenigde Nederlanden goudnoch zilvermynen. Ook valt 'er slegts weinig yzer, koper, tin of lood. Men heeft 'er noch hout noch andere stoffen tot den aanbouw van schepen, in eenen genoegzaamen overvloed. Daar is niet genoeg wolle, zyde of eenige andere kelderstof. Daar vallen geene wynen, speceryen, of andere dergelyke dingen. Dit alles maakt voor de Nederlanderen den koophandel ten uitersten noodzaaklyk, dewyl  334 Natuurkundige wyl door denzelven het geen hun in hun eigen land ontbreekt, van elders wordt aangebragt. Wegens de gesteltenis des lands in de Oostenryksche Nederlanden , merken wy aan dat de lugt in dezelven zeer de. maatigd is, maar dat ten aanzien van den grond, even als in de Vereenigde Provincien, in de verschillende streeken eene zeer groote verscheidenheid plaats heeft. Over het algemeen teekenen wy aan dat het land geen wyn voortbrengt, maar veel koorn , schoone vrugten en goed vee. In deeze Provincien zyn weinige bergen, maar schoone bosschen, die veel timmer en brandhout uitleveren. Wanneer het droog weer is, kan men in deeze streeken met groot vermaak reizen, dewyl men telkens uit de eene fraaije Stad in de anders komt; maar wanneer het sterk geregend' heeft, dan zyn de groote wegen genoegzaam niet te gebruiken. Wat eindelyk de Dieren betreft , welke hier te lande gevonden worden, dezelven komen, zoo ten aanzien van de soorten als van de uiterlyke gedaante, veelal overeen met die, welke in andere deelen van Europa, inzonderheid in Duitschland , Engeland en Frankryk gemeen zyn. Over het geheel genomen kan men zeggen dat 'er geene onder zyn, die niet reeds in de oude waereld zyn bekend geweest. Inzonderheid , mag men zulks verzekeren van zulken, die het gemeenzaamst tot der menschen huishouding behooren. Deeze aanmerking gaat ook door ten opzigte van de vogelen. ■ Wat vervolgers de uitwendige gedaante van onze Dieren betreft, daaromtrent moet men in het algemeen zeggen, dat zy, even als de andere Europeesche Dieren, minder uitmuntend van kleur zyn dan die uit asie en vooral die uit Africa of America tot ons overgebragt worden. Doch het geen onze Vogels ten deezen opzigte te kort schieten, wordt ons ryklyk vergoed door de streelende wyze, op welke sommigen derzelven zingen. • Onder de vogels, die als inboorlingen van Holland kunnen aangemerkt worden, mag men den Ooijevaar tellen, die zyn nest op de toppen van huizen bouwt, en aast op kikvorschen en verscheidene schadelyke insekten. Hy is  aardryksbeschryving 335 is de witte Reiger met lange zwarte vleugelen. De onderscheidende kenmerken van het geslagt der Reigers zyn , dat de bek zeer lang, en wat in een gedrukt is; dat de boven- en onderkaak beiden van dezeldde langte zyn. De pooten zyn zeer lang; de teenen zyn vier in getal, en de zelven zyn mede lang en aan een gevoegd. de gemeene Ooijevaar is, regt overeind staande, tusschen de drie en vier voeten hoog, en zyn ligchaam is omtrent zoo groot als dat van een gans. De kop is groot, rond, en van boven wat ingedrukt; de hals is lang en dik; de oogen zyn groot en doordringend in hunnen opslag; de bek is lang en scherp, zeer puntig aan het einde, en overal ziet men aan denzelven eene schoone roode kleur; de kop en hals zyn wit, gelyk ook de schouders, rug en zyden, nevens de borst en den buik; maar de romp en een gedeelte der vleugelen zyn zwart ; de vleugels zyn rood, zeer lang, en voor een goed gedeelte ongevederd; de voeten zyn van een hooger rood dan de beenen; de teenen zyn lang en stevig, en de klaauwen lang, zwart, stevig en niet scherp, maar breed, even als de nagels van eens menschen vinger: de slagpennen der vleugelen zyn zoo groot als die van de Zwaan, en verschaffen de duurzaamste en nuttigste pennen die men kan hebben. De vogel kan een zeer vreemd gerugt maaken, door de twee stukken van den bek tegen elkanderen te slaan. Men vertelt veele wonderbaare dingen wegens de genegenheid, welke de oude Ooijevaars hunne jongen toedraagen. In den jaare 1636 wil men dat het volgende merkwaardig voorbeeld van dezelve te Delft plaats gehad heeft. Wanneer 'er in een huis, waarop een Ooijevaars nest was met jongen, die nog niet vliegen konden, brand ontstond, en de oude Ooijevaar, met eenige spyze by de jongen komende, zag dat het nest in gevaar was, deed de vogel verscheidene poogingen om het te redden; maar ziende dat dit vrugteloos was, spreidde hy eindelyk de vleugels uit, en liet zich met zyn kroost verbranden. Onder de Visschen van ons vaderland mag ook met regt de  336 natuurkundige de Haring geteld worden, dewyl dezelve omtrent den tyd waarop zy van onze Hollandsche vissers onder de kust van Engeland gevangen wordt, om op de Zeedorpen tot zoogenaamde Diepwatersche Bokking gerookt te worden ook in onze Zuiderzee te vinden is waar haar getal dagelyks zoo sterk toeneemt dat zy in eene ongelooflyke meenigte gevangen wordt. _ Door de zeegaten vol met hom en kuit binnen gekomen zynde, blyft zy zich in onze binnen-zee weinig minder dan zes maanden agtereen ophouden, geduurende welken tyd zy van de Overysselsche Geldersche en Hollandsche visschers gevangen, en op verscheidene wyzen gerookt wordt. Wanneer men ze begint te vangen, en onder den naam van Panharing te verkoopen, dan is zy nog vol met met hom en kuit, schoon zy van dien tyd af allengs magerer wordt. Dit alles in aanmerking neemende, en overwegende dat jaarlyks in de Zuiderzee millioenen van haringen gevangen worden terwyl 'er nog eene groote meenigte overblyft, mag men met reden denken dat het grootste deel van het overschot, het welk uit de groote visscherye ontsnapt zo naby ons komt om zyne kuit te schieten. Veele omstanddigheden loopen samen om ons te doen gelooven dat de Zuiderzee de geboorteplaats , zoo niet van allen ten minsten van de meeste haringschoolen is. want zy houdt 'er haar verblyf omtrent zes maanden lang. Men vangt ze in de maand Maart nog, na dat zy reeds de hom en kuit zyn kwyt geraakt. Daarenboven leert de on dervinding dat de visschen uit het diep de ondiepten zoeken om 'er hunne kuit te schieten, en wy zien jaarlyks dat de haring dit doet uit onze Zuiderzee, uit welke zy omtrent de maand April naar de Noordzee vertrekt ■ Wy zullen ons niet bezig houden met over de groote visschery of over de wyze, op welke de Haring voorttrekt te handelen; maar alleenlyk eene korte beschryving van deezen visch geeven. De haring is, wanneer zy volwassen is, omtrent twaalf duimen lang, en in zynen omtrek vier duimen. Zyne voornaamste vin staat juist op  aardryksbeschryving 337 OP den rug, en bestaat uit zeventien draaien, van welken de vierde en vyfde de langsten zyrt. De borstvinnen hebben insgelyks zeventien , en de buikvinnen elk negen, doch de aarsvin heeft zestien straalen. Op het Uiterlyk aanzien vertoont zich eene fraaije schikking van langwerpigronde schubben , die gedeeltelyk over elkanderen heen liggen , en door eene kleverige stoffe op den huid van den Visch zyn vastgehegt. De schubben zyn blinkend wit, vast en taai; zy bestaan uit kraakbeenige vezelen en draaden, die digtst tegen elkanderen sluiten in het middelpunt , en zich allengs verwyderen naar den omtrek toe. Zy dienen om het tedere vel van den Visch te bewaaren tegen den aanstoot van harde ligchaamen. Wanneer dezelven weggenomen zyn, dan vertoont zich een dun en teder vel , het welk op den rug van den Visch schoon blaauw, en aan de zyden blinkend wit is. . «. De Haring is een zeer talryke visch, en ieder trek, dien men 'er met de netten van doet, is ongemeen groot. Men vindt in de Nederlanden ook eenige weinige zonderlinge Insekten. ■ Aan de monden van de rivieren de Maas en den Rhyn is 'er op zekere tyden van het jaar een, het welk men ephemeron noemt, ter oorzaake der kortheid van deszelfs leeven , dat naauwlyks eenen enkelen dag duurt. ' Het is eene soort van vlieg met vier vleugelen, zes pooten en twee hairige staarten. Het midden van den zomer is de gewoone tyd van deszelfs verschyninge. Volgens sommigen leeft het naauwlyks vyf of zes uuren; want het komt des avonds omtrent zes uuren te voorschyn, en sterft omtrent elf uuren. Men moet egter aanmerken dat dit diertje, eer het de gedaante van de vlieg aanneemt, drie jaaren lang in de gedaante van worm bestaat, in eene celle of huisje. Het begint zyne verandering met zynen rok af te schudden , en wanneer dit gedaan is , besteedt het, vlug en gezwind geworden zynde , de weinige uuren van zyn leeven met over de wateren te zweeven, waarop het wyfje haare eijeren legt, '< welken het mannetje door zyn zaad bezwangert. Deeze II Afd. III Deel X eit-  338 NATUURKUNDIGE eitjes zinken door hunne zwaarte naar den grond , en worden door de warmte der zonne uitgebroeid, wanneer 'er kleine wormen uit voortkomen , die zich huisjes in de klei maaken en op dezelve aazen, totdat zy van gedaante veranderen. Tot het uitgraaven van deeze huisjes zyn zy van daartoe geschikte werktuigen voorzien. De worm is van verschillende grootte, van een' tot drie duimen, naar mate van zynen meerderen of minderen ouderdom. Hy bestaat uit veertien ringen, welker eerste het hoofd maakt, de drie volgende maaken de borst, en de tien overige maaken den buik en den staart. De kleinsten zyn zeer blaauwagtig van kleur, wat naar den graauwen trekkende, maar zy worden door den tyd zwart, en eindelyk wordt de geheele worm bleek geel. Nadat hy omtrent drie jaaren lang in deezen staat gebleeven is, verandert hy in een gevleugeld diertje , verlaat zyn kluis, ryst in eenen zomerschen avond uit het water, zweeft over de oppervlakte, legt zyne eijeren en sterst, na verloop van weinige uuren. Geduurende dit kortstondig leeven eet de Ephemeron niets, en heeft dus ook geene deelen, welke noodig zyn om voedsel te gebruiken of te kooken, zoodat het eenigste oogmerk der gedaantewisseling van dit Insekt in de voortplanting en vermenigvuldiging van zyne soort schynt te moeten gesteld worden. Men heeft ook in Holland eene schadelyke soort van Insekten gevonden, die de paalwerken der dyken doorknaagden, om daarin schuilplaatsen te zoeken, en in het hout voedsel te vinden. Meer dan eens is de Republiek zeer bekommerd geweest, dat zy hierdoor de beschuttingen, die het land tegen de woede van den Oceaan beveiligden zoude verliezen. In den jaare 1731 deeden eenige luiden , aangesteld om over den staat der dyken opzigt te hebben, een paal, die in den jaare 1718 onder water geraakt was, ophaalen; dezelve vertoonde zich gaaf aan den buitenkant, maar doorgespleeten zynde, vond men dat hy door de wormen, die 'er hun verblyf in genomen hadden , gantsch en al doorknaagd was, van welken sommigen meer dan  AardryKsbeschryving. 339 dan een voet lang waren, schoon de meesten niet langer dan zeven of agt duimen bevonden werden. Een andere paal, die genoegzaam geheel nieuw was , opgenomen en doorgespleeten zynde , werd vol kleine gaten bevonden van het eene einde tot het andere, wier middelste omtrent zoo groot was als de steel van eene tabakspyp. De kop van deezen Zeeworm is overdekt met eene soort van helm , die uit twee onderscheidene schulpen bestaat eene ter regter en eene ter flinker zyde, met welker punten hy in het hout dringt, of liever door het zelve heen boort, terwyl het stof, het welk van het hout afvalt, het dier ten voedsel strekt. Het voorste gedeelte des ligchaams van deezen worm is van eene witagtige zelstandigheid, gelykende vry wel naar een oester in smaak en kleur, doch het is in verre na zoo vast niet, maar zoo ongemeen zagt en teêr dat men het naauwlyks kan aanraaken zonder het te breeken. Het agterste gedeelte is vaster van maaksel, en van eene graauwagtige kleur , eindigende met eene ringswyze bult van eene zenuwagtige stoffe , waaruit twee uitwassen als klaauwen voortkomen, die zoo hard zyn als de helm, en zoo glad en wit als ivoor. Tusschen dezelven zyn twee kleine staarten, welker eene regt is, en de andere wat omgekruld aan het einde; beiden kan de Worm langer of korter, dikker of dunner maaken. Men stelt dat deeze Wormen hunne eijeren in de hondsdagen leggen ; met eene slymerige stoffe bedekt zynde, blyven zy vast zitten aan de kanten der paalen, waarin de jongen , zoo dra als zy voortgebragt zyn , zich eene woonplaats beginnen te bereiden. Wanneer een Worm in de paal komt, dan neemt hy zynen weg vooruit of horizontaal , totdat hy een houtader ontmoet , die hem wel aanstaat; Vervolgens klimt hy loodregt op, totdat hy aan den weg van eenen anderen Worm komt, in welk geval hy zynen koers esn weinigje verandert, en vervolgens weder in eene regte lyn opklimt: want men heeft opgemerkt dat in alle de stukken houts, die, ter ontdekkinge van deeze Wormen, doorgekloofd geworden zyn, geene twee weY 2 gen  340 Natuurkundige gen, die elkanderen doorsneeden , te vinden warend Zy, die het maaksel en de werkingen van deeze Insekten met naauwkeurigheid onderzogt hebben, merken op dat zy hunne staarten dikwyls uit de openingen, door welken zy eerst in het hout kwamen , steeken; en men meent dat de eene staart hun dient tot ontlasting van hunne vuiligheid, en de andere tot ademhaaling, of tot het optrekken van het noodige water. Wat de twee klaauwen betreft, van welken zy voorzien zyn , deezen zyn hun waarschynlyk van nut in het klimmen naar hunne cellen, of in het nederdaalen naar het gat van onderen. Overblyfsels der OUDHEID. Wegens dit onderwerp zullen wy, ten besluite van deeze beschryving der Nederlanden, slegts eenige weinige byzonderheden uit die, welke in de Nederlandsche Gedenk schriften voorkomen, aanteekenen. ■ ■ Wanneer een geweldige storm , die in den jaare 1646 voorviel , de zanden der Duinen van Domburg, op het eiland walcheren in de provincie Zeeland, had weggedreeven , ontdekte men daar verscheidene steenen met Opschriften en Afbeeldingen van Romeinsche Godheden. Op eenen dier steenen zag men de afbeelding van Jupiter, regtovereind staande, met eenen staf in zyne regter hand, en eenen arend aan zyne voeten. Op eenen anderen was Neptunus afgebeeld, hebbende eenen dolfyn in zyne regter hand , en eenen drietand in zyne slinker. Op eenen derden vertoonde zich de Godin Neballennia, in eene zittende geltalte met eene fruitkorf aan haare slinker zyde. Op eenen vierden steen was de afbeelding van dezelfde Godinne, regtovereind staande; en men zoude haast denken dat ter deezer plaatse voor deezen een tempel, aan de Godinne Nebalennia toegewyd , gestaan had, omdat 'er onder de menigvuldige steenen, die hier met afbeeldingen en opschriften gevonden werden, eenigen waren, welke met den naam van  AARDRYKSBESCHRYVING. 341 van deeze Godinne beschreeven waren, of waarop haare afbeelding gegraveerd was. Naby de stad Nymegen is een gebouw, het welk voor deezen een Keizerlyk Paleis was, en in welks nabuurschap verscheidene pragtige overblyfsels van oude gebouwen gevonden worden. Onder dezelven is een boog van eene verbaazende grootte, met overblyfselen van andere aanzienlyke boogen; en daarenboven heeft men 'er Zuilen en stukken van Steenen met Romeinscbe opschriften. In den jaare 1607 heeft men in eenen tuin , tusschen Dendermonde en Aalst, eene aarden kruik opgegraaven, bevattende 1600 Romeinscbe gouden gedenkpenningen, ieder omtrent eene guinie waardig, en waaronder verscheidene penningen waren van Antoninus Pius , van Marcus Aurelius, en Lucius Verus. Te Rotterdam is het kleine en geringe huis , waarin de alomberoemde Desiderius Erasmus geboren werd, tot heden toe in stand gebleeven. Boven de deur van het zelve leest men het volgend opschrift: Aedibus bis ortus, Mundum decoravit Erasmus, Artibus ingenuis, religione, fide. Ten besluite merken wy aan dat, onder de gewoonten der Nederlanderen, naauwlyks eene merkwaardiger plaats heeft, dan hunne manier om door hunne vaarten te reizen in Trekschuiten, welke overdekte schuiten zyn, die door paarden worden voortgetrokken, en door middel van welken men voor zeer weinig gelds en tevens met groot gemak van de eene plaatse naar de andere komen kan; want de vragt bedraagt naauwlyks twee stuivers in eene uur, en men kan 'er leezen, schryven , eeten, drinken en zich vermaaken zonder gestoord te worden , en zonder iets van dat ongemak te ondervinden, het welk van eene landreize genoegzaam onafscheidbaar is. In den winter, wanneer de vaarten met ys bezet zyn, zal eene boerin met een korf met boter en eijeren op haar hoofd, en schaatsen Y3 aan  342 NATUURKUNDIGE aan haare voeten , haar waar vyf of zes uuren ver ter markt brengen, en binnen weinige uuren weder by haar gezin zyn. Het ys is ook geen beletsel in de ver voering van zwarer lasten ; want de toegevrozene vaarten kunnen dikwyls met karren bereeden worden. Groot-Brittanje en Ierland. Algemeene Beschryving van deeze Koningryken, Wy behoeven niet aan te toonen dat beide deeze Ryken zeer gevoeglyk by elkanderen gesteld worden, dewyl het bekend is dat zy onder eenen Koning staan. Het Koningryk Groot-Brittanje , dat oudstyds twee onderscheidene Ryken uitmaakte, wordt nu ter onderscheidinge Zuid- en Noord Brittanje genoemd. - Het eerste bevat Engeland, en het laatste Schotland. Van Engeland hebben wy in voorige deelen van dit werk reeds eene omstandige Natuurlyke Historie meegedeeld, en dus zullen wy 'er hier alleenlyk van zeggen dat Engeland aan drie kanten, naamelyk ten Oosten, Zuiden, en Westen, met zeën omringd is; doch ten Noorden sluit het aan Schotland, en de rivieren de Tweede en de Solway scheiden deeze beide landen van elkanderen. Ten aanzien van Schotland staat aan te merken dat het zelve, van het Zuiden naar het Noorden, ruim 60 Duitsche mylen lang is , terwyl de breedte, van het Westen naar het Oosten, omtrent 40 van die mylen bedraagt. Het is van drie zyden door de zee omringd , maar ten Zuiden grenst het, gelyk wy reeds aanteekenden , aan Engeland. Het wordt zeer gevoeglyk verdeeld in het vaste Land en in de Eilanden, Het vaste Land is door de na-    aardryksbeschryving 343 natuur genoegzaam in twee deelen onderscheiden. ' het eerste zuid- en het tweede noord-schtoland ln Zuid - Schotland heeft men negentien Graafschappen welker naamen wy, te gelyk met die van derzelver Hoofdsteden, in orde zullen opgeven. Graafschappen. Hoofdsteden. 1 Lothian of Laudan, edenburgh of edimburg 2. Fife st. andrews 3. Menteith, dumblain 4. Sterling sterling 5. Lenox, dumbarton 6. argyle argyle 7. lorne, dunstafag 8. Cuningham, irven or irwin 9. Clydesdale, glasgow 10. Tweedale, selkirch 11. kyle, air of ayr 12. carrick, bangery 13. Cantire, kilahauston of kilcheran 14 Galloway, withern 15 nithisdale, dumfries 16. Annandale, annand. 17 eshdale, reburne 18. Lidisdale, hermitage 19. Twiotdale, iedborough                                                            Hierby wordt nog gevoegd het Graafschap mors aan de Noordzee, en aan de engelsche grenzen gelegen Deszelfs titel behoort aan het bekende Huis van Douglas In Noord-Schotland telt men de volgende dertien Graafschappen: Graafschappen. 1. Angus, 2. Merus, '3. Marr, Hoofdsteden. Brechin. Dunnotir. Old- Aberdeen. Y 4 4 Bu-  344 NATUURKUNDIGE Graafschappen. Hoofdsteden. 4. Buchan, Frasehurg. 5. Murray, Elgin 6. Athol, Blair. 7. Perth, Perth. 8. Broad Albain, Killinen. 9. Lo babar, Magary, 10. Ross, Channery. 11. Sutherland, Dornoch. 12. Strathnavern, Tung. 13. Caithnes. Thurso. De Schotsche Eilanden kunnen zeer gevoeglyk tot drie onderscheidene klassen gebragt worden; tot de eerste behooren de Eilanden nevens Schotland ten Westen gelegen die in het Engelscb The Western Islands genoemd wor den. - De tweede bevat de Eilanden welke boven Schotland ten Noorden liggen, en ook onder den naam van Orkadische Eilanden bekend zyn. Tot de derde behooren eindelyk de Eilanden, die nog verder tegen het Noorden gelegen zyn, en den naam van de Eilanden van Shetland of Hitland voeren. De Westersche Eilanden worden door sommige Aardryksbeschryvers ten getale van vier- en veertig opgeteld;doch de meesten derzelven zyn van te weinig belang om hier in aanmerking genomen te worden; wy zullen het dan genoeg agten slegts de voornaamsten te noemen Deezen zyn: I. Skie. 2. Lewis en Harray. 3 Koord- en Zuid Vist 4. Mull. 5. Jona, of St. Colum 6. Yura bus Eiland. 7. Ila of Isla. 8. Arran. 9. Bute. 10. Coll. 11. Tirrif, of Tirrefy. 12. Barra. 13. Kannay. 14. Rum. 15. Muck. 16. Egg De    Aardryksbeschryving. 345 De Orkadische Eilanden worden van sommigen ten getale van agt en • twintig en van anderen ten getale van dertig geschat. Zy zyn ten Noorden van Schotland gelegen , en alleenlyk van het zelve afgescheiden door eene Zee-engte, die Pentland-Firth genoemd wordt, en een gevaarlyke overtogt is voor de schepen , uit hoofde van de menigvuldige draaikolken. De grootste en meest bekende van deeze Eilanden zyn de zeven volgende: i. Pomona. 2- Hoy en Wayes. 3. Eda. 4. burra 5 ronsa 6' westra 7. Souna. Shetland en Hitland is het zelfde. Men telt dat het be staat uit zes en-veertig groote en kleine eilanden. • Maynland, het welk voor deezen den naam van Shetland droeg , is het beste en grootste van allen. Het wordt van de vreemdelingen , die derwaards vaaren , thileensel genoemd , waaruit eenigen besluiten dat het eiland Thule, het welk by de Ouden zeer beroemd geweest is, en thans nergens gevonden wordt , geen ander dan shetland geweest zy. De benaaming van het Koningryk Ierland wordt by sommigen afgeleid van het woord Hiere of Iere, het welk in de Ierscbe taale het Westen beteekent, dewyl het ten Westen van Groot - Britanje gelegen is, om welke reden het ook wel West-Britanje genoemd wordt. —— Anderen leiden deezen naam van eenen anderen oorsprong af - Ierland is een eiland van eene langwerpige of eironde gedaante, waarvan de langde strekking Noordelyk en Zuidelyk , en de kortste Oostelyk en Westelyk is. De Zuidelykste hoek van Ierland ligt na genoeg op de Noorder Breedte van 51 graaden en 10 minuten, zynde deszelfs uiterste Noordhoek op ruim zoo veele minuten boven den vyf - en - vyftigsten graad gelegen , en dus mag de langte des Eilands van het Zuiden ten Noorden op y 5 60  346 Natuurkundige 60 Duitsche mylen gerekend worden, terwyl de breedte van het Oosten ten Westen 30 zulke mylen bedraagt. Van de Noord-West en Zuidzyde wordt dit Eiland bespoeld door een gedeelte van den grooten Atlantischen of Westlyken Oceaan. Van Engeland en Schotland is het door eene Zee-engte afgescheiden, die het Kanaal van St. George genoemd wordt, en tusschen Engeland omtrent 10 maar tusschen Schotland niet meer dan 5 Duitsche mylen wyd is, zoodat zy gemaklyk, wanneer men den wind niet geheel tegen heeft, in eenen dag kan overgezeild worden. Ierland is verdeeld in vier Hoofdprovinciën, die weder in Graafschappen gesmaldeeld worden. ■ De Provinciën zyn, ten Noorden Ulster of Guilly; ten Oosten Leinster of Lein ten Westen Connanght, of connangty en ten Zuiden Munster of Moun. Ulster is de grootste van alle de vier Provinciën. In dezelve zyn 10 Graafschappen , 10 Marktlieden, 14 Kooplieden , 34 Parlementsleden , 30 Kasteelen , en 240 Kerspels. Wy zullen de Graafschappen met derzelver Hoofdsteden naar vervolg optellen. Graafschappen. Hoofdsteden. 1. downe Downe. 1. Autrim, Antrim. 3. Londonderry, Londonderry. 4. Dungball, Dunnagall. 5. Tyrone , Dunnagon. 6. Farmanagh, Enniskilling. 7. Cavan, Cavan. g. Monaghan, Carrickmacros. 9. Armagh, Armagh. 10. Louth. Louth. De Provincie Leinster ligt aan het Kanaal van St. George. In dezelve zyn 11 Graafschappen , 90 Baronnyen , 16 Marktlieden , 47 Parlementssteden , 102 Kasteelen, en 926 Kerspels. De  AARDRYKSBESCHRYVING. 347 De Graafschappen zyn: Graafschappen. Hoofdplaatsen. 1. Dublin, Dublin. 2. Wicklow, Wicklow. 3. Wexford, Wexford. 4. Catherlagh, Catherlagh. 5. Kilkenny, Kilkenny. 6. Queens-County, - Queenstown of Maryborough. 7. Kings-Country, Kingstown of Philipstown. 8. Kildare , Kildare. 9. Oost-Meath, Trim. 10. West-Meath, Molingar. 11. Longford, Longford. De Provincie Connaught ligt aan de zee. Men telt in dezelve 5 Graafschappen, 51 Baronnyen, 7 Marktsteden, 12 Parlementsleden , 24 oude Kasteelen, en 360 Kerspels. Graafschappen. Hoofdplaatsen. 1. Mayo, Maya of Moy. 2. Slego, Slego. 3. Letrim, Letrim. 4. Roscommon, Roscommon. 5. Galloway, Galloway. Graafschappen. Hoofdplaatsen. 1. Limerick, Limerick. 2. Clare, Clare, 3. Kerry, Ardsert. 4. Corke, Corke. 5. Tipperary, Cashel. 6. Waterford, Waterford. Na In de Provincie Munster, welke ten Zuiden gelegen is, zyn 6 Graafschappen, 7 Marktsteden, 25 Parlementsleden , 70 Kasteelen en 80 Kerspels.  348 Natuurkundige Na deeze algemeene opgave van de verdeeling van Groot- brittanje en Ierland, zullen wy de merkwaardigste zaaken welke aan iedere der gemelde Natien in het byzonder eigen zyn, voordraagen, en vervolgens de dingen welke zy met elkanderen gemeen hebben, aanteekenen. ' De Engelschen zyn , over het algemeen genomen, welgemaakt en ryzig van gestalte ; inzonderheid worden de vrouwen om haare schoonheid boven die van andere Eu ropeesche Natiën geroemd. . Wyders bezitten de Inboorlingen van Engeland natuurlyke bekwaamheden om alle Taaien, Kunsten en Weetenschappen te leeren , en munten zelfs boven andere Natiën in den roem van geleerdheid uit. Zy zyn leevendig en onrustig van aart. Veelen hunner denken zeer diep. in den oorlog vindt men, onder hunne ruitery zoo wel als onder hun voetvolk , dappere soldaaten. Zy zyn niet minder te water dan te land op stryden afgerigt, en men kent geen volk dat minder bevreesd is om te sterven. De gant sche Natie is zeer gezet op Tooneelvertooningen. Hunne gemoedsgesteldheid heeft vry wat van het geen de Natuurkundigen choleriek noemen, en als haastig of oploopend beschryven. Zy zyn minder leevendig dan de Franschen maar ook minder loom dan de Noorwegers. In hunnen omgang zyn zy agterhoudend. Hunne zugt tot vermaaken maakte hen voordeezen zeer verkwistend, maar nu hebben zy ook spaarzaamheid geleerd. In hunne huizen heerscht eene meer dan gemeene zindelykheid". De vrouwen der koopluiden houden het fatsoen haarer mannen op, door groote pragt in haare kleeding en leevenswyze, dewyl iemand, die geene uitwendige vertooning maakt, in Engeland weinig in agting is. Jegens de vreemdelingen zyn zy in verre na zoo beleefd en gedienstig niet als de Franschen ; doch hunne stuurschheid is merkelyk minder, wanneer zy met buitenlanderen te doen hebben die het Engelsch verstaan en spreeken, dewyl Zy hun er moedertaale zeer hooge agting toedraagen. ■ - wan neer alles naar hun genoegen gaat, dan zyn zy trotsch, twist-  Aardryksbeschryving. 349 twistzugtig, en zelfs somtyds bloedgierig; doch in tyden van tegenspoed zyn zy veel handelbaarer. Ten aanzien van hunne vrouwen zyn zy toegeevend, en houden de jaloezy voor dwaasheid, ■ • De ambagtsluiden zyn vernuftig en naarstig ; inzonderheid maaken zy voortreflyke konstwerken van yzer en staal ; ook hebben zy veele andere handwerken tot eenen hoogen trap van volkomenheid gebragt ; zy zouden egter den arbeid minder behartigen, zoo de armoede in Engeland niet voor groote schande gehouden werd. Engeland is, om zoo te spreeken, met menschen als opgevuld; en dit kan ook niet wel anders zyn : Want bebal ven dat de Natie ongemeen vrugtbaar is, neemen verscheidene nabuurige volkeren, wanneer het hun in hun eigen land niet wel gaat, hunne toevlugt naar Engeland; en indien 'er niet veele Volkplantingen naar Amerika gezonden werden, dan zoude het land zyne inwooners naauwlyks kunnen bevatten. De Schotten zyn veel minder in beschaafdheid gevorderd dan de Engelschen, vooral die in het Noordelyk ge-, deelte van Schotland woonen, daar de grond overal bergagtig is, waarom zy ook Bergschotten en Hooglanders genoemd worden. Dezelven zyn, zoo lang als zy in hun eigen land blyven, genoegzaam wild, en zoo dom in het stuk van Godsdienst als de Heidenen. Zy hebben ook in hun vaderland eene zonderlinge kleeding , bestaande in saffraanverwige geruite stoffen, die zy als een deken aan hunnen gordel vast maaken. Ook hebben zy een zonderling wapentuig, te weeten een lang en breed zwaard. De Hooglanders zyn ongemeen oorlogzugtig, en zeer dapper: zy willen liever sterven dan overwonnen worden; want hun gevoelen wegens de zielverhuizing , het welk men zegt dat zy nog blyven aankleeven , verbant alle vrees voor den dood uit hunne harten. —— De Laaglanders zyn bescheidener en handelbaarer. Over het algemeen zyn de Schotten gezond en sterk van ligchaam; ook werkzaam, vrymoedig, opregt, ea getrouw jegens al-  350 NATUURKUNDIGE allen, weiten zy genegenheid toedraagen. - Maar aan den anderen kant zyn zy verwaand, opvliegend en wraakgierig tegen allen , die hun eenige belediging hebben aangedaan. Zy zyn zeer genegen tot oproer, en voeden sterken afkeer van de Engelschen, die ook weinig agting voor de Schotten doen blyken. Zy zyn liefhebbers van Taalen , Konsten en Weetenschappen , en de drie Hooge Schoolen in Schotland, te Edenburg naamelyk, te Glasgow en te St. Andrews zyn steeds in groot aanzien geweest. Wyders vindt men in Schotland goede zee lieden, en men telt 'er meer dan 40000 menschen , die onophoudelyk buiten 's lands vaaren om hunne kost te winnen. De Schotsche koophandel zoude egter meer bloeijen, indien dezelve door de Engelschen minder gedwars boomd werd. Het is ook jammer dat de Schotten geene goede landbouwers of tuiniers zyn, dewyl zy dan in ruimer overvloed en gevoeglyker zouden kunnen leeven. De Ieren zyn, schoon middelmaatig van grootte ongemeen sterk en handig. Zy zyn ook bestand tegen honger en dorst , koude en hitte en andere ongemakken , daarenboven is de vrugtbaarheid in het voortteelen onder hen zeer sterk, zoodat het niets ongewoons is dat eene Iersche vrouw drie kinderen ter eener dragt voortbrengt. Ten aanzien van hunnen aart is 'er geen volk in Europa dat meer gelaakt wordt dan de Ieren; en wanneer slegts de helft van het geen wegens hun gezegd wordt waar is, moet men toestaan dat 'er geen onhandelbaarer volk op den Aardbodem te vinden is. Geleerdheid, Konsten en Weetenschappen worden in hun land weinig of niet beoefend. Zy zyn bygeloovig, driftig en onverzoenlyk ; ook stellen zy maar weinig belang in de behoudenis van hun eigen leeven. - Men vertelt verder dat zy het stee len voor geen misdaad houden, dat zy ook geene zwaarigheid zouden maaken van iemand dood te slaan , wanneer zy maar niet door vreeze voor den waereldlyken Regter werden terug gehouden. Zy trouwen zonder pleg tig-  aardryksbeschryving 351 tigheden, en scheiden om loutere beuzelingen. Onkuischheid en bloedschande is onder hen vry gemeen. By hunne begravenissen troosten zy elkanderen, na een verbaazend getier gemaakt te hebben, met de verzekering dat de overleedene nu by de groote reuzen is , waardoor zy voorouders verstaan. Eindelyk wordt tegen hen inge bragt dat zy afgryslyke vloekers zyn. Men moet egter aanmerken, dat dit ongunstig getuigenis wegens de Ieren, alleenlyk past op de oude landzaaten, die in de velden en bosschen woonen, en nog den naam van Wilde Ieren draagen; maar de stedelingen, en vooral de bewooners der zeesteden, zyn door de verkeering met de Engelschen en andere Natiën, met welken zy handel dryven, veel beschaafder geworden. Men mag thans ook verzekeren dat zy zich meer tot den arbeid gewennen dan voor deezen, Ook zyn hunne Schoolen thans merklyk beter gesteld dan in voorgaande jaaren. Daarenboven hebben de Engelschen veelerieie middelen in het werk gesteld om de Natie op eenen beter' voet te brengen; en eindelyk is dezelve niet weinig beschaafd geworden , dewyl veele Fransche vlugtelingen, die door Lodewyk den XlVden uit Frankryk verdreeven werden, zich in Ierland hebben neêrgezet. Men weet dat Groot-Brittanje den regeeringsvorm van een Koningryk heeft, schoon het gezag van den Koning veel meer bepaald is dan in andere landen van Europa. —— Zyn gezag en voorregten zyn egter vry aanmerkelyk; want hy beschikt naar zyn welgevallen over oorlog en vrede; hy zendt gezanten naar vreemde Hoven,maakt verbonden , beroept het Parlement en doet het scheiden, stelt Aartsbisschoppen en Bisschoppen aan, maakt Edellieden , begeeft openbaare bedieningen, en verleend aan misdaadigen genade. Opdat egter de Koning deeze zyne voorregten ten nadeele van het Volk niet misbruike, heeft het Parlement twee gewigtige zaaken, te weeten het maaken van nieuwe wetten en het opleggen van schattingen, aan zich behouden. ■ - De opvolging geschiedt in GrootBrit-  352 Natuurkundige Brittanje altyd in de nedergaande linie, zoodat, wanneer de Kroonprins by het leven van Zynen Vader sterst, deszelfs oudste zoon , met voorbygang van zynen oom of zyns vaders broeder, Koning wordt. • By gebrek van manlyk oir worden ook de vrouwen in Groot- Brittanje tot de Koninglyke regeeringe toegelaaten. Op den 22sten van Maart des jaars 1701 is de berugte Akte van successie in het ligt gekomen, waarby de troonsopvolging in de Protestantsche linie van het Keurvorstlyk Huis Brunswyk - Lunenburg bevestigd werd. Alle Koningen van Groot - Brittanje voeren ook den titel van Koning van Frankryk, om zekere aanspraak, die zy op Frankryk maaken, leevendig te houden. — Eindelyk moet nog aangemerkt worden dat de Koningen van Engeland den eertitel voeren van Beschermer des Geloofs. Koning Henrik de VIIIste had denzelven van Paus Leo den Xden ontvangen, ter vergeldinge van zynen betoonden yver voor de belangen der Roomsche Kerke in het schryven van een boek tegen Luther. De volgende Koningen hebben dien met betrekking tot het Protestantendom aan zich behouden. Het Parlement is eene vergadering der Ryksstanden, en wordt verdeeld in het Laager- en Hooger-huis. In het Hooger-huis zitten de Pairs van het Ryk, naamelyk Aartsbisschoppen, Bisschoppen, Hertogen , Markiezen, Graaven, Burggraaven en Barons. Ver het grootste getal is van de Engelschen, schoon 'er ook eenigen van de Schotsche natie zitting in hebben. Het getal der Leden van dit Huis is niet altyd het zelfde. Zy worden alle Geestlyke en Waereldlyke Lords genoemd, en maaken den grooten Adel uit. In het Laager- huis zitten de Baronets, Ridders, Esquires of Schildknaapen en Edellieden, die den kleinen Adel uitmaaken, nevens de Gevolmagtigden der Steden, Burgten enz. bestaande, wanneer zy voltallig zyn , uit 513 Leden van de Engelsche, en uit 45 van de Schotsche natie, bedraagende te samen 558 persoonen, die de Commons genoemd worden. ■ ■ ' ' Wanneer   I  AARDRYKSBESCHRYVING. 353 neer beiden Huizen voltallig zyn, dan maaken zy 778 leden uit, van welken ieder zyne vrye stem heeft. Het huis, waarin zy gemeenlyk vergaderen, staat in Westmunster, alwaar het Hooger en Laagerhuis ieder zyn byzonder vertrek heeft. De leden van het Hoogerhuis draagen scharlaken klederen , en witte staven , en zitten op roode wolzakken. Die van het Laagerhuis verschynen daarentegen in hun dagelyksch gewaad en zitten op gemeene wolzakken. Dit aanzienlyk kollegie is niet slegts de hoogste raadsvergadering om de belangen des Ryks te bevorderen, maar tevens het hoogste geregtshof, waarop men zich van alle andere geregtshoven kan beroepen. In het Hoogerhuis voert de lord Opperkanselerier altyd het woord, maar het Laagerhuis verkiest eenen Spreeker voor zich. - Het Parlement kan niet vergaderen voordat de Koning het beroept; en het Hoogerhuis kan geene zitting hebben , wanneer de Koning niet tegenwoordig is, schoon hy ook gevolmagtigden mag benoemen die in zyne plaatse tegenwoordig zyn, gelyk zeer dikwyls geschiedt. - De Koning zit daar in het midden onder een verhemelte, met de kroon op het hoofd en den scepter in de hand. De geestlyke lords zitten aan zyne regter en de waereldlyke aan zyne slinker zyde. Ten aanzien van de regeering van Schotland merken wy aan dat het, tot aan het jaar 1603 , wanneer de Engelsche Koningin Elizabetb overleeden is , als een afzonderlyk Koningryk, door zyne eigene Koningen is bestierd geworden. Maar op haar doodbed benoemde zy Jakob den VIden, Koning van Schotland, uit den huize van Stuart, tot haaren troons-opvolger in Engeland , dewyl hy de naaste tot de kroon was. Dus werd dan deeze Vorst, onder den naam van Jakob den lsten, tot Koning van Engeland verklaard, waardoor Engeland met Schotland onder een hoofd begreepen werd. Ten allen tyde heerste 'er egter groote jaloezy tusII. Afd: III. Deel. Z schen  554- Natuurkundige schen de beide natiën ; het viel den Engelschen zelfs moeilyk traktaaten van koophandel met andere volkeren te sluiten, dewyl de Schotten daaromtrent zeer veel te bedillen hadden. Doch eindelyk werden de grootste zwaarigheden, onder de regeering van Koninginne Anna, in den jaare 1707 door de unie of incorporatie der beide Ryken uit den weg geruimd. Onder de XXV. Artikelen, waarop deeze unie gevestigd werd , was ook dat de twee Ryken voortaan maar een Ryk onder den naam van Groot - Britanje zouden uitmaaken, en ook maar een parlement hebben, dat te London zoude gehouden worden, zullende de Schotten in het hooger-huis 16, en in het laager-huis 45 stemmen hebben. Maar schoon Schotland geen byzonder parlement meer hebbe, zyn egter deszelfs pairs nog in weezen, uit welken altyd 16 verkoozen worden om als leden in het parlement te London te stemmen. Veele bezitten daarenboven nog de waardigheid van pair in Engeland , en kunnen dus in het Hooger-huis zitting en stem hebben , schoon zy niet onder het getal der 16 daartoe verkoozene pairs behooren. Zy bestaan, even als de Engelsche pairs , uit Hertogen, Markgraaven, Graaven, Burggraaven en Baronnen. Ten aanzien der waereldlyke regeering van Ierland moet men aanmerken dat het als een wingewest onder Engeland begreepen is. In de vroegste tyden werd het door verscheidene Koningen , die ieder een afzonderlyk grondgebied hadden , geregeerd. Door den tyd is dit aan de koningen van Engeland vervallen, die egter maar als Heeren van Ierland bekend stonden , tot dat Hendrik de VIIIste den tytel van Koning aannam. —-— Maar schoon het dus onder de heerschappy van Engeland geraakt is, werd het egter onder de unie van Groot- Britanje, in den jaare 1707 aangegaan, niet begreepen. Het wordt nog heden als een afzonderlyk Koningryk aangemerkt, en door eenen Onderkoning bestierd. Deeze  Aardryksbeschryving. 355 Deeze Onderkoning heeft zoo veel gezags, dat de leden van het iersche parlement minder te zeggen heb. ben dan die van het Engelsche , dewyl hy over de meeste staatszaaken naar zyn welgevallen beschikt. Het parlement van Ierland bestaat, even als dat van Engeland, uit geestlyke en waereldlyke pairs. De geestlyke zyn de Aartsbisschoppen en Bisschoppen ; en tot de waereldlyke behooren alleenlyk de Graaven , Burggraaven en Barons. De staat der kerke in Engeland verdient zekerlyk in het byzonder in aanmerking genomen te worden. Onder Henrik den Vlllsten is het eerst opgekomen dat de Koning in zyn gebied als het hoofd der kerke werd aangemerkt. In een hevig verschil geraakt zynde met den Paus, die de egtscheiding tusschen deezen Vorst en deszelfs eerste gemalin Catharina weigerde goed te keuren, onttrok hy zich geheel aan het pauslyk gezag , en verkreeg , in den jaare 1534 . eene akte van het parlement , volgens welke alle magt van den Paus over de kerk van Engeland volkomen vernietigd , en aan hem als Koning opgedraagen werd. Onder de regee ring van Eduard den Vlden werd echter de hervorming sterker voortgezet; doch zyne halve zuster Maria, die hem opvolgde, voerde het pausdom weder in ; maar Koningin Elizabeth herstelde de reformatie op zulke vaste gronden, dat dezelve tot heden toe, in stand gebleven is. Men merkt als iets byzonders in haare handelwyze aan dat zy de leer in veele opzichten heeft doen zuiVeren maar veele kerkplegtigheden van het pausdom in stand gehouden. Onder anderen liet zy de zoo genaamde Hierarchia Ecclesiastica, of de regeering der Bisschoppen in weezen, ongetwyfeld uit staatkunde, om, dus doende de hervorming des te gemaklyker voort te zetten uit deezen hoofde draagt de heerschende kerk in Engeland den naam van de bisschoppelyke kerk. Men heeft mEngeland twee Aartsbisschoppen, te weeten die van Canterbury, welke ook eerste pair van het Z 2  356 NATUURKUNDIGE ryk is, en die van York. Onder den eersten behooren een en twintig, onder den laatsten slegts vier Bisdommen. Ondertusschen waren 'er , ten tyde van Koninginne Elizabeth, reeds veele protestanten in Engeland, welken de bisschoplyke bestieringe der kerke, als te overeenkomstig met de gewoonte der Roomscbe kerke, ten uitersten mishaagde, en die zich geheel van de kerke afscheurden. Zy noemen zich presbyteriaanen , als stellende dat de kerk door presbyteri of ouderlingen behoort bestierd te worden. Voor het overige kan men zeggen dat 'er veele andere gezindheden in Engeland gevonden worden, en dat daar zulk eene groote vryheid in het het van Godsdienst wordt toegelaaten als ergens in de geheele waereld. Toen de Schotten onder de regeering van koning Jakob den VIden de hervorming aannamen , weigerden zy zich naar den kerkenordening , door Koninginne Elizabeth in Engeland ingevoerd te schikken , maar beslooten die van Geneve aan te neemen. Dus is de beerschende kerk in Schotland de Presbyteriaatische, welker leerstukken volkomen overeenstemmen met die der hervormde kerke in de Nederlanden. - Daar zyn echter in Schotland eenigen , die der bisschoplyke kerke zyn toegedaan , en dezelven houden afgezonderde vergaderingen. De Schotsche kerk is thans verdeeld in dertien provinciaale Synoden , waartoe 68 presbyterschappen of klassen behooren - Men heeft 'er de Hooglanders niet gedwongen om de Roomscbe kerk te verlaaten, zoodat veelen hunner dezelve nog zyn toegedaan, en in de diepste onkunde wegens alles wat den Godsdienst betreft, leeven. In de Ierscbe kerke is, onder de regeering van Koning Eduard den VIden , door toedoen van George Brown , Aartsbisschop van Dublin, het erste ligt der hervorminge opgegaan. Het brak echter niet met zoo veel kragts door, dat het zich over het gantsche eiland verspreidde. De  Aardryksbeschryving 357 De geboorene Ieren zyn meest allen Roomschgezind, doch zy worden door de strenge plakkaaten in hunne vryheden merklyk beteugeld. De protestanten, die meest Engelschen, Schotten, en Fransche vlugtelingen zyn, hebben 'er zeer ver de overhand. Die van de Engelsche natie hebben 'er de Bisschoppelyke regeering in de kerke ingevoerd, en men telt 'er 4 Aartsbisdommen en 23 Bisdommen. Van den bloeijenden staat der geleerdheid in Engeland, zouden wy zeer veel , zonder buiten de waarheid te gaan , kunnen zeggen. Behalven de beide Universiteiten van Oxford en cambridge zyn op verscheidene plaatsen in Engeland deftige schoolen, waar de jeugd in taalen en veelerleie weetenschappen onderweezen wordt. — De koninglyke Societeit der weetenschappen alleen is genoegzaam om te toonen dat men hier zeer groote vorderingen in de nuttigste kundigheden gemaakt heeft. Zy was eene vinding van den geleerden Kanselier Franciscus Baco de Verulam , die in den jaare 1626 overleeden is. Dit voortreflyk genootschap heeft eigenlyk in den jaare 1645 zyn begin genomen, doch het is eerst in den jaare 1663 bevestigd , en met den naam van de Koninglyke Societeit vereerd geworden. De leden leggen zich voornaamelyk toe op natuurkundige naarspooringen, en de nieuwe ontdekkingen, welke zy doen, worden van tyd tot tyd door den druk aan de waereld medegedeeld. De krygsmagt, welke in tyd van vrede in Groot Brittanje op de been gehouden wordt, bestaat nooit uit meer dan 40000 mannen , maar doorgaans uit merklyk minder. Het eiland heeft maar weinige landtroepen noodig om beveiligd te zyn. Daarenboven stelt men , door een klein getal van troepen in dienst te houden, eenen Koning, die zyne magt eens mogt willen misbruiken, buiten staat om de vryheid der natie te krenken. In oorlogstyden kan 'er echter een ontzaglyk leger te veld gebragt worden. Men heeft gezien dat de Z 3 land;  358 Natuurkundigw landmagt in dat geval tot 80000 mannen aangroeide ; doch men moet ook erkennen dat de Engelschen doorgaans de gewoonte hebben om eenig buitenlandsch krygsvolk in hunne foldy te neemen. De zeemagt der Engelschen is, schoon zy in vroegere tyden maar zeer middelmaatig was, onder de gelukkige regeering van Koninginne Elizabeth merklyk toegenomen , en in het vervolg nog zoo veel vermeerderd, dat zy thans altyd een vloot van 200 oorlogschepen kunnen uitrusten, en dezelve met 40000 matroozen bemannen. Zulk eene ontzaglyke vloot bestaat gemeenlyk uit 7 schepen van den eersten rang, 13 van den tweeden, 41 van den derden, 63 van den vierden , 43 van den vyfden , en 33 van den zesden rang. » Wyders wordt zy verdeelt in drie esquaders; het eerste van de roode het tweede van de witte, en het derde van de blaauwe vlag. ieder van dezelven heeft eenen byzonderen Admiraal; maar de Admiraal van de roode vlag voert altyd het bevel over de geheele vloot. Boven alles is echter de lord high admiraal, of GrootAdmiraal, het welk de aanzienlykste bediening ter zee is Dezelve wordt door den Koning somtyds aan eenen enkelen persoon gegeeven; maar niet zelden wordt zy ook door eenige kommissarissen waargenomen. Nadat wy van de krygsmagt der Engelschen gesproken hebben, moeten wy hunnen koophandel in aanmerking neemen. Dezelve is van eene zeer groote uitgestrektheid; opdat de ingezeetenen veel moogen om handen hebben, vervoeren zy hunne waaren door alle vier de waerelddeelen, en brengen daarvoor weder uitheemsche waaren naar hun land, die zy echter zelven niet allen kunnen gebruiken, en dus voor een goed gedeelte naar elders verzenden moeten. Door het heen en weder vaaren van de schepen op den Theems komen ten minsten 20000 menschen aan een bestaan. De steenkolen alleen vorderen 500 en meer groote schepen , die het gantsche jaar door naar Newcastle af- en aanvaaren, en ze  AARDRYKSBESCHRYVING. 359 ze van daar te water, wel 212 Engelsche mylen ver haalen. In Engeland weeft men jaarlyks voor twee millioenen ponden sterlings aan lakenen, die alom buiten 's lands vervoerd worden, en dit maakt zekerlyk eenen zeer voornaamen tak van den Engelscben handel uit. Behalven de lakens maakt men 'er ook thans van de wol fraaije hoeden , koussen , handschoenen , fergie, en eene meenigte andere wollen stoffen, die me de veel naar andere landen vervoerd worden. Tin, lood, koper en oorlogsgereedschappen, die jaarlyks uit het land gaan, beloopen eene millioen ponden sterlings. Van de suiker , indigo en tabak, waaren, die zv geduurende eenen geruimen tyd uit Amerika gekreegen hebben, maakten zy ieder jaar ten minsten eene halve millioen ponden sterlings. In Londen alleen zyn, ter bevorderinge van den koophandel, 62 genootschappen opgerigt, onder welken het genootschap , dat voor den wolhandel geschikt is , het oudste is. Nog is 'er eene alomberoemde Oost indische kompagnie, die men rekent dat een fonds van anderhalf millioenen ponden sterlings bezit. Van Engeland spreekende , meenen wy ook eenige bvzonderheden , die in dat Ryk merkwaardig zyn , te moeten opgeeven. Gemeenlyk is het in twee partven verdeeld welke men thans de hof en de tegenparty noemt, doch die voor deezen onder de naamen van whigs en tories bekend waren. De laatstgemel den, of tories, maaken thans de hofparty uit. Zy zyn koningsgezinden , en doen hun best om den Koning eene willekeurige magt, door geene wetten bepaald, te bezorgen: ook wilden veelen hunner gaarne dat in het Ryk geene andere kerk dan de Episkopaale geduld werd. De whigs of die van de tegenparty, zyn republikeinen, en houden het gezag van het parlement staande, terwyl zy de koninglyke magt op allerleie wyzen tragten te besnoeien, en ook niet willen toestaan dat iemand om den Godsdienst vervolgd wordt. Deeze verscheidenheid Z4 in  360 natuurkundige in den Staat komt zeer wel overeen met de partyen, die voor deezen in Holland, onder den naam van kabbeljaauwschen en hoekschen groote beroerten aanrigtten. De stads overheid van Londen bestaat uit eenen Lord. Major die zoo veel is als regeerende Burgemeester; Uit 26 Aldermans of Schepenen, die ieder over eene van de wyken der stad, welke het getal van 26 uitmaaken gesteld zyn; en uit 231 Raadsheeren welke al en eenen grooten staat houden. De Lord Major regeert niet langer dan een jaar; en altyd wordt op st Michielsdag door de 26 Schepenen en Aldermans een nieuwe verkozen, die den 29sten van October met groote plegtigheid wordt ingehuldigd. Den 30sten van January viert men jaarlyks eenen grooten boetdag, ter gedagtenisse van Karel den Isten die op deezen dag is onthoofd geworden. Onder de byzonderheden van Engeland moet ook geteld worden dat, daar men voor deezen, en nog niet lang geleeden, den ouden, ot Juliaanschen styl van jaartellinge steeds gevolgd had, op den 2den van April des jaars 1751 eene akte in het parlement geteekend werd ' dat dezelve afgeschaft. en de nieuwe Gregoriaansche styl ' door Paus Gregorius den XIIIden in den jaare 1582 ingevoerd, aangenomen worden. Hiermede maakte men een begin den 2den van September des jaars 1752 de wyl men onmiddelyk na dien dag elf dagen wegliet en in plaatse van den 3den den 14den van September schreef Omtrent het wapen van Groot-Brittanje hebben wy aan te merken dat het in vieren verdeeld is. In het eerste en laatste vierde gedeelte, ziet men de drie Engelsche luipaarden . zynde van goud op een rood veld ' nevens den Scbotschen rooden leeuw op een gouden veld" en het Hanoversche witte paard In het tweede Vierde deel staan de drie Fransche leliën in het goud op een blaauw veld dienende om de aanspraak der Koningen van Groot-Brittanje op de kroon van Frankryk aan  aardryksbeschryving 361 aan te duiden. ■ Het derde vierde deel is eindelyk het wapen van Ierland, bestaande in eene gouden, harp op een blaauw veld. ■' De wapensteunsels zyn aan de eene zyde een gekroonde luipaard, en aan de andere een éénhoorn , met deeze zinspreuk , in de Fransche taale, God en myn regt, Wyders staat nog aan te merken , dat in Schotland niet meer dan eene ridder orde is, te weeten die van den distel of van den heiligen Andreas, welke in den jaare 1542 door Jakob den Vden gestigt, en genoegzaan; geheel in verval geraakt was, toen zy door Koninginne Anna in den jaare 1704 vernieuwd, en vervolgens door koning George den Isten in den jaare 1725 verder hersteld werd. De Apostel Andreas of st Andries is de patroon van deeze orde. Haar orde-teeken is een gouden schild, waarop St. Andries in een blaauw gewaad, en een wit Bourgondisch Kruis voor zich houdende, is afgebeeld Het wordt aan een donkergroen gewaterd lint van eene hand breed over den linker schouder naar de regter zyde gedraagen. Daarenboven hebben de Ridders op de linker borst eene zilveren star , waarin een groene distel gestikt is. met deeze zinspreuke: Nemo me impune lacessit dat is: Niemand beledigt my ongestraft van de matuurlyke historie. In een voorig gedeelte van dit werk hebben wv reeds in het breede over'de Natuurlyke Historie van Engeland. gesproken; dus zullen wy ons hier tot Schotland en Ierland ten deeze opzigte bepaalen, In Schotland komen voor eerst de Rivieren in aanmerking, onder welken de voornaamste de Tay is, die midden door het land van het westen naar het oosten loopt, en het zelve na genoeg in twee gelyke deelen onderscheidt. De anderen zyn voornaamelyk de Nyth en de Clyde, die beiden in de Iersche zee vallen; en de Dee , ds Spey en de Taine, die zien in de Noordzee ontlasten. - " " " - Z 5  362 NATUURKUNDIGE Behalven die Rivieren vindt men in Schotland zeer groote binnenlandsche Meiren; ook zyn 'er aan de plaatsen daar de Rivieren in zee loopen, lange zee-boezems, die ver in het land spoelen , dewyl de grond 'er zeer laag is. In Schotland is de lugt veel kouder dan in Engeland dewyl het vry wat meer naar het noorden ligt. Daarentegen is 'er de lugt, uit hoofde van de menigvuldige zuidelyke winden , zuiverer en gezonder , en de menschen leeven 'er langer. Naar den zeekant, en vooral in het zuidelyke gedeelte, groeit zeer goede tarw, en in vry grooten overvloed; maar in het midden des lands valt dezelve zeer weinig; men heeft daar meer erwten, boonen, hennep, vlas, en, inzonderheid veel haver , welks meel den ingezeetenen het meeste brood verschaft. In de valleijen en langs de oevers van de rivieren heeft men zeer goede weilanden. De ossen vallen 'er in zulk eene meenigte dat men gerookt en gezouten vleesch buiten het land kan voeren. Schaapen zyn 'er mede in overvloed, doch zy hebben zulke fyne wol niet als de Engelsche. De zwynen zyn 'er genoegzaam ontelbaar, en kunnen ligtlyk in de bosschen gevoed worden. Uit de melk der geiten wordt zeer goede kaas gemaakt. Wyders heeft men hier kleine paarden, die egter van veel dienst zyn. Men heeft 'er grooten voorraad en verscheidenheid van visch. De haring wordt omtrent Schotland, in de noordzee , in zulk eene meenigte gevangen dat zy by duizenden van tonnen, naar Frankryk en elders vervoerd wordt. Omtrent de Orkadische eilanden vallen zeer groote oesters. In de rivieren wordt veel zalm gevangen ; en men vindt, voornaamelyk tusschen de eilanden, walvisschen, robben, en ander zeegedierte. De bosschen verschaffen ryklyk brand- en timmerhout. Daar zyn niet slegts gemeene steen- maar ook marmergroeven, en de steenkoolen zyn 'er beter dan die, weike  ke in Engeland gegraaven worden. De bergen zyn hier vol wild gevogelte, en dewyl 'er groote wildernissen zyn, heeft men in Schotland de wolven zoo wel niet kunnen uitroeijen, als zulks in Engeland geschied is. - Uit de mynen haalt men koper, lood, staal, kwikzilver; ook zyn 'er edele gesteenten en goud- en zilver-aderen. Aan de oevers worden paerlen gevischt. Ten aanzien van Ierland staat aan te merken dat de voornaamste rivieren zyn : 1. De Shannon, die van het noorden midden door het land stroomt, en vervolgens ten zuidwesten in den Atlantischen oceaan valt. 2. De Black-Water , die ten zuiden loopt, en by Youghil in den oceaan stroomt. 3. De Barrow , die mede zuidwaards vloeit, by Water-ford, en zich met de Shiere vereenigt, waarna zy door de Waterford-baai zich in den oceaan ontlast. 4. De Boyne, die digt by de Barrow ontspringt, en, noord-oostwaards voortgaande , zich by drogheda in het kanaal van St. George uitstort. 5. De Banne, die noordwaards stroomt, en by Colraine in den oceaan valt. De lugt is in Ierland zagt: de zomers zyn 'er zoo Warm, en de winters zoo kond niet als in Engeland. Doorgaans, maar voornamelyk in den herfst, is het eiland met regens en nevelen bedekt, waarom verkoudheid en roode loop in Ierland geene ongewoone ziektens zyn. Zy treffen de vreemdelingen egter meer dan de inboorelingen, die aan de lugtstgesteltenisse te veel gewend zyn, om 'er sterk door aangedaan te worden: zelden worden dezelven ziek, maar de meesten sterven van ouderdom. - De grond is 'er doorgaans bergagtig, en men heeft 'er uitgestrekte bosschen; op sommige plaatsen zyn ook groote meiren en moerassen. - Voor het overige wordt aangemerkt dat het land beter geschikt is tot weiden dan tot den akkerbouw. Het weinige koorn, dat men 'er kan winnen, dient tot voedsel voor de paarden, want uit hoofde  364 Natuurkundige hoofde van de menigvuldige regens , die in het najaar vallen; komt het zelden tot volkomene rypheid. De Ieren eeten meest kruiden en wortels. In de weilanden vindt men daarentegen zulk voedzaam gras dat, gelyk Pomponius Mela reeds heeft aangemerkt, de beesten zich zekerlyk zouden overäzen , indien zy 'er zoo veel van eeten konden als zy wilden. Hierom worden zy dagelyks slegts eenige weinige uuren in de weiden gelaaten. De grootste rykdom der inwoneren is het hoornvee, en zy winnen veel gelds door hunne boter en kaas naar andere landen te verzenden, gelyk ook door het ingezouten vleesch jaarlyks in groote meenigte naar Frankryk , Holland, en naar elders te vervoeren, waar het door het scheepsvolk gebruikt wordt. Zy hebben ook geen gebrek aan haazen , konynen , harten, en meer ander wild gedierte. De paarden en schaapen van het land zyn mede niet te veragten. De byën zyn 'er zoo menigvuldig, dat zy niet slegts in daartoe geschikte korven, maar zelfs in de stammen der boomen, en in de reeten der rotsen, haaren honig bereiden. ——— Men vindt in Ierland geene vergiftige dieren; zelfs zegt men, dat zy, wanneer zy by toeval van elders derwaards gebragt worden, terstond derven, dewyl zy 'er de lugt niet verdraagen kunnen. —— Daar zyn veele vossen en wolven , die niet zelden groote nadeelen veroorzaaken. In Ierland wast zekere soort van hout, wegens welke als iets zeldzaams wordt aangemerkt dat 'er nooit wormen in komen, zoodat het genoegzaam als onverderflyk beschouwd wordt. Men zegt zelfs dat de spinnen aan dit hout geene webben vast maaken; en verhaalt wyders dat de groote zaal van het binnen - hof in 's Gravenhaagen, gelyk ook die van Westmunster in Engeland, van hetzelve gebouwd zyn. ■ > De menigvuldige groote meiren verschaffen overvloed van visch; dagelyks is 'er zalm en haring te bekomen: aan de kusten zyn schoone oester-  aardryksbeschryving 365 oesterbanken, en de boschschaadjen leveren verscheidenheid van gevogelte. Hier en daar vindt men ook ryke mynen, uit welken, Indien zy behoorlyk bearbeid wierden , goud, zilver , koper, tin, lood, en ook schoon marmer zoude kunnen gegraaven worden. Vlas, hennip , en wol, heeft men hier in grooten Overvloed , doch het ontbreekt aan menschen om dien voorraad behoorlyk te verarbeiden. Wanneer (om kort te gaan) Ierland wel bebouwd werd , dan zoude het voor geen land van Europa in voortbrengselen behoeven te wyken. De voornaamste uitgaande waaren zyn boter, gerookt en gezouten vleesch, zoute visch, honing, vlas, hennep, saffraan, zeep, wol en leer. Ook worden de linnens en verscheidene soorten van grove stoffen, die in Ierland gemaakt worden, buitens lands verzonden. Eer wy de beschryving van deeze landen eindigen , meenen wy onzen Leezeren geenen ondienst te zullen doen, wanneer wy nog eenige weinige byzonderheden, die 'in sommige deelen van Schotland en Ierland merkwaardig zyn, opgeeven. In het Graafschap Broad Albain, midden in Schotland gelegen , ter plaatse waar de rivier de Tay ontspringt, woonen eigenlyk de Hooglanders, die men de wilde of berg Schotten noemt. Zy geeven voor van de oude scythen af te stammen, en behouden daarom hunne Oude taal , kleeding en leevenswyze, niettegenstaande Koningin Anna daar reeds in den jaare 1709 vryschoolen heeft doen aanleggen, in welken hunne kinderen moesten onderwezen worden. Geduurende den laatsten opstand in den jaaren 1745 en 1746, gedroegen zy zich zoo muitzugtig dat 'er op den 28sten van Augustus des laatstgemelden jaars , in het parlement een besluit genomen werd, om hen niet slegts geheel te ontwapenen, maar ook hunne oude klederdragt af te schaffen. Ondertusschen is naderhand gebleeken, dat dit besluit niet volkomen werd uitgevoerd. Want in den jaare 1759  366 NATUURKUNDIGE 1759 werd van de Berg-Schotten , die met de Engelsche hulptroepen by het Hanoversche leger in Duitschland gekomen waren, de volgende beschryving gemeen gemaakt: Zy zyn in het rood gekleed, draagen ronde mutsen van bruinagtig laken, gelyk de Poolen, doch zonder bontwerk , en zwartagtige, met groen gemengde, wollen mantels. Zy draagen geene broeken , maar slegts bonte kousen ; met roode en witte vierkante ruiten , gelyk een dambord, welke reiken van de enklaauw af tot boven de knie toe; vervolgens hebben zy de voeten en lendenen bloot; doch zy draagen , even als de hardloopers een kamizool, het welk in een kort rolkje eindigt, en de lendenen tot onder de kniën bedekt. Hunne schoenen zyn van vooren rond. De officiers draagen eenen langen ruiters degen; de gemeenen hebben korte karabynen, voorzien met een fransch slot en bajonet. Wyders legt het Landscbap aan de hoogste oord van geheel Schotland. Somtyds hebben de zoons der Koningen van Schotland den titel van hertogen van Albanie gevoerd. In deezen tyd heeft de familie van Campbel den Graaflyken titel van Broad-Albain. Wegens sommigen der Schotsche eilanden staan eenige byzonderheden aan te merken. - Het eiland Skie, dat tot de westersche eilanden behoort, is het naaste aan de vaste kust, en niet dan door eene naauwe zee engte, die egter voor de grootste schepen bevaarbaar is, van dezelve afgescheiden. Het heeft de langte van vyftien Duitsche mylen. Op dit eiland zyn zeven hooge bergen, die kristal, agaat en marmer uitleveren. - Wegens de Orkadische eilanden zullen wy alleenlyk zeggen dat derzelver grond in het geheel geene boomen, en maar zelden ryp koorn voortbrengt. Zy zyn egter vry sterk bewoond , doch meest van arme luiden; men heeft 'er eene groote meenigte kruiden en wortelen. Het geen hun van leevensmiddelen ontbreekt, wordt hun door de Hollanderen toegezonden, en inzonderheid de wyn, waarin zy zich zeer  zeer kunnen te buiten gaan; dezelve wordt tegen sommigen van hunne waaren verruild. Shetland, of Hitland, beftaat uit zes-en-veertig groote en kleine eilanden , die nog kouder en onvrugtbaarer zyn dan de Orkadische. —- In den winter is de zee by dezelven zoo onstuimig , dat de inwooners van de maanden october tot April, geene gemeenschap met andere volken hebben kunnen. Des zomers komen 'er Hol landsche en andere schepen in hunne havens, inzonderheid haringbuizen. — Zy hebben niet meer dan twaalf kerken- geneesheeren zyn 'er onder hen in het geheel niet: zy moeten dus, wanneer zy ziek zyn, zichzelven helpen, en veelen hunner bereiken egter eenen hoogen ouderdom. D E  DE GEOGRAPHIE en NATUURLYKE HISTORIE VAN EUROPEESCH TURKYE. Naam, gelegenheid, en uitgestrektheid. De benaaming van Europeesch Turkye dient om dit land te onderscheiden van de gewesten, die de Turken in Asia en Afrika bezitten. Het woord Turk beteekent zoo veel als veehoeder, of (volgens anderen) boer of landman, dewyl dit volk, nog in het agterste gedeelte van Asia woonende, zich met het hoeden van vee, en met den landbouw bezig hield. Zy hebben zich egter deezen naam, die heden by hun nog zeer gehaat is, zelven niet gegeeven; maar de Persiaanen noemden het leger van Soliman, den stamvader van het Osmansche geslagt, spotswyze turki, dewyl die luiden, als Scyten van geboorte, in vergelykinge met de Persiaanen, lelyk van gedaante en zeer onbeschaafd van zeden waren. Het zoogenoemde Europeesch Turkye grenst ten oosten aan Asia , Rusland en Polen, ten noorden aan Zevenbergen, Hongarye, Slavonie en Croatie, ten westen aan Dalmatie en de Adriatische zee, en ten zuiden aan de Mid dellandscbe zee. De landen, welke tot dit gedeelte van Turkye behooren, zyn ongemeen vrugtbaar in graanen, moeskruiden, druiven, honig, suiker en boomwol. - Men vindt 'er ook goud zilver- en kopergroeven , zoodat 'er niets ontbreekt van alles wat men tot onderhoud noodig heeft , en wanneer 'er de grond zoo wel bebouwd werd als onder het gebied der Christen Moo-  ** -4? M -f tS 37 j# jff zo zj. zz zj *4 ag zc~ zy z8 ze/ ze ja », ,4. '-.g  1 / : j ^ [...; , ^ z I 4. 8 jz jo~ zo Z4 z8 40 44 43 jrz po" TL 4 s jz j£ Uiav/t en _ /fatufm Oosixizar^ Tim Zoiulons.   AARDRYKSBESCHRYVING. 369 Moogendheden, dan zouden 'er de leevensmiddelen overvloediger en beterkoop zyn. Om de Landen, die thans tot Europeesch Turkye behooren, in eene gevoeglyke orde te beschouwen. is men gewoon ze in twee verdeelingen te onderscheiden. 1. In de Landen in Europa, die volstrektlyk aan den Turkscben Keizer onderworpen zyn. 2. In de Landen , welke onder de bescherming staan van, en cynsbaar zyn aan de Ottomanscbe Porte. Van de Landen in Europa, die volstrektlyk aan den Turkschen Keizer onderworpen zyn. Dezelven zyn allen ten zuiden van den Donau gelegen, en bestaan gedeeltelyk uit vast land, en gedeeltelyk uit groote en kleine eilanden. Zy zyn de volgende; Bosnie, Hetzelve ligt tusschen Slavonie en Dalmatie , en behoort geheel aan de Turken. Het is een vrugtbaar land, en zeer bekwaam tot den vee en akkerbouw. De zilvermynen zyn hier ook van vry veel belang, en onder het pluimgedierte vindt men eene goede soort van Valken. Het is verdeeld in drie Regtsgebieden, die Sangiakaten genoemd worden, naamelyk in dat van Banjalucca, van Sarajo, en van Orbach. , De voornaamste stad is in het eerstgemelde Sangiakaat gelegen, en voert ook den naam van Banjalucca. Dezelve is eene groote stad en schoone vesting, waar de Gouverneur of Sangiak zyn verblyf houdt, Servie, Dit landschap ligt aan den Donau; het is 40 mylen lang; en 36 breed. De rivier Drino maakt de grensscheiding tusschen Servie en Bosnie. Het land wordt in vier Sangiakten of Regtsgebieden verdeeld , te weeten in dat van Belgrado , waarin de hoofdstad van den zelfden naam ligt, dat van Semender. Scopia en Kratowo, - Belgrado , ook Griekse  370 Natuurkundige Grieksch Weissenburg genaamd, is eene vermaarde stad, en was voor deezen zulk eene onvergelyklyke vesting aan den Donau, waar de Saw zich met die rivier vereenigt, dat zy, nog geen 40 jaaren geleeden, met het hoogste regt voor den sleutel van Hongarye en Turkye gehouden werd. Sederd het jaar 1717 was zy in dien ontzaglyken staat gesteld geworden. Doch in den jaare 1739 waren de Christenen genoodzaakt om deeze plaats aan de Turken over te geeven, het geen zy egter niet deeden dan na alvoorens de vestingwerken, zoo van het kasteel als van de stad, geslegt te hebben. Zy lieten niets dan de oude muuren staan, nevens de Vestingwerken, die met dezelven onafscheidbaar vereenigd waren. Met het slegten van de werken der stad bragt men drie maanden door, maar het kasteel was zoo sterk dat men zes maanden tot deszelfs slooping noodig had , en 'er verscheidene honderduizend ponden buskruit toe gebruiken moest. Wyders be staat Belgrado uit het Opperslot. uit de Waterstad, en uit de Raitzenstad, waaruit men de grootte der plaatse kan afneemen. Voor het overige zyn de huizen hier doorgaans slegt gebouwd. Het koophuis, waarin de kooplui den hunne winkels hebben, is nog een van de aanzienlyksten, zynde hetzelve een zeer groot gebouw, met lood gedekt. Bulgarie. Dit land is slegts eene smalle doch tevens lange streek, aan den Donau gelegen. Het begint agter Servie, en strekt zich uit tot aan de Zwarte zee toe, waar de Donau door zeven uitwateringen in dezelve valt. Het landschap heeft zynen naam naar deszelfs oude inwooners, de Bulgaaren, die uit Groot Tartarye van de rivier Bolga gekomen zyn, en zich hier hebben neêrgeslaagen. Het is verdeeld in de vier volgende Sangiakaaten: Bydin, Sarcia, Nicopoli en Silistria. Verscheidene groote steden en sterke vestigen, worden in dezelven gevonden. Wy zullen hier alleenlyk aanmerken dat Bulgarie een zeer bergagtig land is; doch dat  AARDRYKSBESCHRYVING. 375 't men 'er egter goede veefokkery heeft in de valleien en vlakten. Het grootste gedeelte der inwooneren bestaat nog uit Christenen, die egter zeer onkundig zyn wegens den Christelyken Godsdienst; het zelfde moet men ook getuigen wegens de overige Christenen in de andere deelen van het Turkscbe gebied, dewyl het hun ontbreekt aan de noodige onderwyzingen. Romanie Romanie, eertyds Thracie genaamd, is niet slegts de voornaamste provincie, maar ook het grootste van alle de Turksche wingewesten in Europa. Het is omtrent 60 mylen lang en 30 breed. De grond is op sommige plaatsen ruuw en onvrugtbaar. Het gebergte Rhodope loopt 'er midden door, en het wordt verdeeld in drie groote Sangiakaaten, te weeten Kirkel Gallipoli en Byzance. In het laatste Sangiakaat is Konstantinopel , eene der grootste steden van Europa, en de gewoone verblyfplaats van den Turkschen Keizer. Zy is aan eene zee-engte gelegen , die oudstyds de Thracische Bospborus genoemd werd. In den tyd der Romeinen droeg deeze stad den naam van Byzantium. Keizer Konstantinus, genoodzaakt zynde om zynen zetel naar het oosten te verplaatsen, koos ze tot zyn verblyf, en herbouwde ze, op zeven heuvelen, gelyk Rome, waarna zy ook nieuw Rome genaamd werd. Ten gevalle van de Romeinscbe vrouwen, die hy, geduurende den veldtogt harer mannen tegen de Parthers, herwaards overbragt, werden de voornaamste huizen op de wyze der paleizen te Rome opgehaald. Dus was deeze stad van den jaare 330 af tot aan het jaar 1453 toe, dat is elfhonderd jaaren lang, eene groote, ryke en pragtige verblyfplaats der Griekscbe Keizeren. Justiniaan de Iste deed 'er de schoone kerk van Sophia,, waarin dag en nagt Godsdienst gehouden wordt, bouwen, en zyn eigen beeldtenis naast dat van Koning Salomo, boven de kerkdeur zetten, met deeze trotsche woorden 'er beven: Salomo. Aa2 ego  372 Natuurkundige ego vici te, dat is, Salomo ik heb u overwonnen. — Nadat Konstantinopel in de magt der Turken gevallen; Was, is de schoone Kerk van Sopbia in eene Moské veranderd. Thans is zy nog een van de pragtigste gebouwen der waereld. 100000 persoonen kunnen 'er gevoeglyk plaats in vinden, en men zegt dat haare inkomsten dagelyks 100000 guldens beloopen. ——- Behalven deeze vindt men 'er nog verscheidene andere pragtige Moskeen. Het Keizerlyke paleis Serail of Seraglio genaamd, ligt aan den oever van de zee, en is omringd met muuren, gragten en toorens, door welken het van de stad wordt afgescheiden. De voornaamste ingang is van marmer, en Wordt in het Turkseb de Ottomansche Poort genoemd, van waar de benaaming van Ottomansche Porte, die het Turkscbe Ryk aanduidt, haaren oorsprong heeft. Dit serail heeft anderhalve myl in zynen omtrek, en deszelfs daken zyn, even als die der overige paleizen van den grooten Heer, inet lood gedekt. Men moet egter dit serail onderscheiden van het oude, het welk midden in de stad ligt, en Waarin de keizerlyke bywyven, na 's Keizers dood, worden opgeslooten. De haven van de stad, waarin men zegt dat 1200 schepen kunnen liggen, brengt zeer veel toe om 'er den koophandel te doen bloeijen. Het getal der huizen , van welken egter de meesten weinig aanziens hebben, is zeer groot, gelyk men kan opmaaken uit de meenigte van wooningen, die 'er somtyds afbranden, en ook om dat 'er 3777 zoo kleine als groote straaten geteld worden, die egter zoo vuil en morsig zyn dat 'er jaarlyks de pest door ontstaat, waaraan in den jaare 1751 , alleen in deeze stad, 350000 menschen gestorven zyn. De stad beeft 22 poorten , naamelyk 6 naar de landzyde en 16 naar den zeekant. Het getal der inwooneren wordt op 700000 geschat, waarvan drie deelen Turken, twee deelen Grieksche Christenen, en een deel Jooden zyn. ■ •— De merkwaardige plaatsen in de stad zyn Almaydan, waar de paarden bereeden en de soldaaten gemonsterd worden ; en Jassir-  Aardryksbeschryving 373 Jassir-Bazar zynde de laatstgemelde plaats, waar de slaaven openlyk verkogt worden , met eenen muur en eene gallerye omringd. In eenen hoek van de stad staat een oud slot, het welk voor deezen zeven met lood overdekte toorens had, waarom het ook den naam van de Zeven Toorens kreeg, doch door de aardbeeving van het jaar 1754 zyn vier van dezelven ingestort, nadat 'er niet lang te vooren een agtste was by gebouwd. De staatsgevangenen worden gemeenlyk derwaards gebragt. Konstantinopel ligt op 41 graaden en 4 minuten noorder breedte, en op 46 graaden, 33 minuten en 30 seconden langte, oostwaards van het eiland Ferro. De stad heeft genoegzaam de gedaante van eenen driehoek: twee zyden zyn aan de zee, en de derde is op het vaste land gelegen. Men getuigt in het algemeen dat derzelver gelegenheid zoo voordeelig voor den koophandel is als die van eenige stad zyn kan. Sommigen begrooten haaren omtrek op 15 mylen, maar anderen stellen dien wel op 34 of 35 mylen, indien men 'er de voorsteden by rekent. Men vindt 'er nog veele verwonderenswaardige zuilen, inzonderheid op de plaats Almaydan, waar onder 'er twee zyn, welker eene 30 en de andere 40 ellen hoog is, beiden van marmer en wel uit één stuk gemaakt. De grootste onheilen, voor welken deeze stad is blootgesteld, zyn brand en pest. Ook leed zy in den jaare 1754 door eene zwaare aardbeevinge ongelooflyke schade. De voorsteden welke tot deeze groote stad behooren, zyn de vier volgende: Galata, Pera, Eijup en Tophana of Topana. Albanie. Deeze province ligt ten zuiden van Dalmatie , daar de Adriatische en Jonische zee aan elkanderen stooten. Het wordt onderscheiden in Opper-Albanie waarvan wy hier zullen spreeken, en in Neder-Albanie waarin Epirus begreepen is, het welk wy vervolgens in aanmerking neemen zullen. Aa 3 Alba-  374 Natuurkundige Albanie, het welk omtrent 30 mylen lang en 20 breed is wordt, schoon de Turken het bezitten, meest door Christenen bewoond, en wel door zulken, die den Griekschen Godsdienst zyn toegedaan. Onder de merkwaardigste plaatsen telt men Durazzo, het welk thans eene vervallen vesting is, doch waar men eenen sterken doortogt heeft uit Griekenland naar Italie. Thans heeft 'er een Grieksch Aartsbisschop zynen zetel. Epirus Deeze landstreek heeft eene breedte van 24, en eene langte van 12 mylen: zy is aan den mond of aan het smalste gedeelte van de Golf van Venetie gelegen. Landwaards in is deeze provincie met bergen omringd. Langs de oostzyde wordt zy door het vermaarde gebergte Pindus van Thessalie gescheiden. Uit dit land zyn de eerste Abrikoozen naar Italie overgebragt, waarom zy nog in het Latyn Mala Epirotica genoemd worden. Macedonie Dit was eertyds het Koningryk van Alexander den Grooten. Het is 50 mylen lang en 30 breed. Het is vrugtbaar in koorn, wyn en olie. Het land is vry bergagtig, en onder de bergen munt in het byzonder uit de van ouds vermaarde, en thans nog berugte berg Athos, nu Monte Santo genaamd. Kortborstige luiden kunnen op denzelven zeer gemaklyk adem haalen , dewyl de lugt op deszelfs ongemeene hoogte veel dunner en fyner is dan beneden op de aarde. Hy draagt den naam van den H. Berg, omdat 'er 23 kloosters op gebouwd zyn, waarin zich 6000 monniken onthouden , die den Griekschen Godsdienst zyn toegedaan, en tot de order van den heiligen Basilius behooren. Zy leiden op deezen berg een zeer gestreng leeven, maar oefenen egter, nevens hunnen dagelykschen Godsdienst, ook allerhande noodige  Aardryksbeschryving. 375 noodige ambagten, en worden 'er door de gezonde lugt zeer oud. Men heeft hier eene stad Succaria of Jenitza geheeten, die oudstyds den naam droeg van Pella, en de geboorteplaats van Alexander den Grooten was. Niet ver van deeze stad is het graf van den beroemden treurspeldigter Euripides gevonden. Men heeft 'er meer andere plaatsen, die in de oude historie zeer bekend zyn; wy zullen van deezen alleenlyk Salonichi en Philippi noemen. - De eerstgemelde, oudstyds Thessalonica genaamd, is thans de hoofdstad van Macedonie. In dezelve woonen zeer veele Jooden, die grooten koophandel dryven. De Roomschgezinden hebben 'er eenen Aartsbisschop, gelyk ook die van den Griekschen Godsdienst: maar de schoone kerken van de stad zyn allen in Turksche moskeën veranderd. - Philippi is de van ouds zeer vermaarde stad tusschen de rivieren Nessus en Strymon gelegen, waardoor den Apostel Paulus eene gemeente is gestigt geworden, die ook aan dezelve eenen brief geschreeven heeft. Thans ziet men 'er slegts de puinhoopen van de oude stad , en de plaats is niet meer dan een dorp. Evenwel heeft 'er een Aartsbisschop van den Griekschen Godsdienst zyn verblyf. Livadia Dit land is eertyds onder verscheidene naamen bekend geweest, als onder die van Hellas, Achaje, Attica, en van eigenlyk Griekenland. Het strekt zich uit van de Ionische zee tot aan den Archipel, 60 mylen in de langte, doch de breedte is niet meer dan 15 mylen. Deszelfs wateren verdienen mede in aanmerking genomen te worden. Dezelven zyn de Golf van Lepanto en die van Egina, In deeze landstreeke zyn verscheidene plaatsen gelegen , welke men in de oude en nieuwe aardryksbeschryvinge zeer dikwyls gemeld vindt. Tot deezen behooren voornaamelyk de volgende: Livadie, thans de hoofdstad des lands. Aa 4. Lepan-  376 Natuurkundige Lepanto , eene sterke stad, met drie muuren en een kasteel. Dezelve is op eenen berg gelegen , en wordt voor eene der beste steden van Griekenland gehouden. Atheenen thans Attines of Setines genaamd, was, voor de geboorte van Christus , eene zeer vermaarde Republiek en, gelyk Cicero aanmerkt, de uitvinderes van alle weetenschappen. Tegenwoordig is , ter plaatse daar het oude Atheene stond, de stad van den bovengemelden naam, die met muuren en toorens omringd is, en waarin men omtrent 10000 inwooners telt ; doch het vierde gedeelte van dezelven bestaat slegts uit Turken: alle de overige zyn Christenen, en hebben eenen Griekschen Metropolitaan. De liefhebbers der oudheden, kunnen hier veel genoegen vinden, Behalven Megara, Pireo, Marathon, Chaeronea, Theben , nu Stives genaamd , heeft men ook het van ouds vermaarde Delfos, zoo beroemd wegens het orakel van Apollo. Tegenwoordig is die stad slegts een gering vlek, waarin men niet meer dan 200 huizen telt. Hetzelve wordt in de nieuwe landkaarten Castri genaamd. Morea Dit schiereiland droeg voordeezen den naam van Peloponnesus; maar het heeft dien van Morea gekreegen ter oorzaake van de menigvuldige mori of moerbeziënboomen, die 'er groeijen, of (gelyk sommigen willen) om dat het in gedaante zeer veel overeenkomst heeft met eene moerbezie. De lugt is 'er vry gemaatigd, en de grond niet onvrugtbaar. Het wordt gesmaldeeld in vier kleine provinciën, welke zyn Clarenza, Saccania, Belvedere en Zaconia. In de tweede van deeze provinciën, heeft men eene plaats Coranto, in het Turksch Gereme genaamd, die van ouds het vermaarde Corinthe was. Zy is nu slegts eene kleine plaats, zonder muuren, en heeft maar weinige inwooners: daar is egte een Grieksche, Aartsbisschop. Thes-  Aardryksbeschryving 377 Thessalie, Dit land is in het midden van Griekenland gelegen het is omtrent 30 mylen lang en 20 breed. Rondom ziet men hooge bergen, onder welken de voornaamsten zyn: de Olympus, Findus en Pierius. Op.deeze bergen worden veele vergiftige dieren en slangen gevonden: het schieten van Ooijevaaren is 'er op zwaare straffen verbooden , om dat die groote vogels vyanden van slan gen zyn. Men heeft 'er thans goede vrugten, als druiven , oranjeappelen , granaatappelen , citroenen en olyven. ■ Onder de merkwaardige plaatsen telt men Tornovo, eene stad, waarin agttien Grieksche Kerken, en drie Turksche moskeen zyn. Men vindt hier ook eenige fraaije overblyffels der Oudheid, Byzonderheden van sommigen der Grieksche Eilanden. Zonder ons met de aanwyzing van de naamen of de gelegenheid deezer Eilanden in te laaten, zullen wy eenige weinige byzonderheden melden, die meest in dezelven aanmerklyk zyn. Antiparos is onder de Grieksche Eilanden merkwaardig ,'uit hoofde van eene grot, die inderdaad een meesterstuk der natuur is. Dezelve is omtrent veertig ellen hoog en vyftig breed , en onthaalt het oog op eene oneindige verscheidenheid van figuuren, van een wit en als kristallyn doorschynend marmer , vertoonende gewassen , marmeren pilaaren , en eene zeer grootsche marmeren pyramide. Het eiland Paros in Griekenland is merkwaardig door zyn schoon wit marmer, en door de bekwaame konstenaars om het zelve te bearbeiden. De berugte oude gedenksteenen die bekend zyn onder den naam van de Chronyken van Paros, zyn van marmer , en hebben Grieksche opschriften. Dezelven werden gekogt door Tbomas Howard, Graave van Arundel , en sederd vereerd aan de UniverAa 5 siteit  378 Natuurkundige siteit van Oxford. Het opschrift is het egtste stuk der oude tydrekeninge; het is gemaakt 260 jaaren voor de Christelyke jaartelling, en bevat sommige voorvallen, geduurende den tyd van 300 jaaren in eene tydrekenkundige volgorde. Naby Naxia, een Eiland van Griekenland, is een fraai marmeren portaal, onder eenen onregelmaatigen hoop marmer en granaatsteen, en men zegt dat dezelve de tempel van Bacchus is. Het Doolhof te Candia is eene oude zeldzaamheid; het loopt onder eenen kleinen berg met duizend zeer ingewikkelde bogten. De ingang is omtrent zeven of agt schreeden wyd, maar zeer laag en ongelyk; doch de top bestaat uit eenen horizontaalen legger van steenen : het gevaarlykste gedeelte is omtrent 30 schreeden van den mond af, en men zegt dat het zich 1200 schreeden uitstrekt. Het is zoo moeljelyk om den weg te vinden dat weinigen het wagen om 'er in te gaan, zonder licht en een' leidsman by zich te hebben, schoon het altyd droog is. Landen in Europa, die onder de bescherming staan van , en synsbaar zyn aan de Ottomansche Porte. Onder deezen zyn de Landen van Christen Vorsten, naamelyk Walachye. Walachye bevat, in zyne grootste uitgestrektheid , dat gedeelte van oud Dacie en Cumanie of die landstreek, waartoe ook Bulgarie, Servie, Transylvanie , Rood Rusland, Tartarye, en gevolglyk ook Moldavie, behooren; maar in eenen bepaalder zin genomen, waarin wy het hier moeten opvatten , bevat het alleenlyk Walachye , gelyk het genoemd wordt, over de bergen , het welk van Moldavie is afgescheiden door eene groote keten van heuvelen en door de rivier Sereth, eene uitgestrektheid van grond, die omtrent 45 Hongaarsche mylen lang is van het Westen naar het Oosten , en van het Noorden naar het Zuiden in sommige plaatsen 40, in andere  Aardryksbeschryving. 379 andere naauwlyks 14. - — De Walachyers stammen af van de oude Romeinen: zy doen belydenis van den Godsdienst der Oosterscbe Grieken. Het gemeen wordt .in eene diepe onkunde opgebragt, en hunne Geestelykheid zelve tragt naar geene hooger bekwaamheden dan naar die van te kunnen leezen en zingen. Te Bucharest is eéne foort van Hooge Schoole , waar lessen gegeeven worden in de fraaiheden der Walachysche taale, in de plegtigheden der kerke, en in de byzonderheden, welke tot een beschaafd gedrag behooren;. eenige weinigen leeren 'er ook de Italiaansche taal. De lugt is gemaatigd , en de grond vrugtbaar, inzonderheid is dezelve zeer geschikt ter voortbrenginge van koorn , wyn en meloenen: de grasweiden zyn hier ook zeer uitsteekend; maar de landstreek is voornaamelyk beroemd door haare schoone paarden. De rivier Aluta verdeelt Walachye in twee deelen: aan de westzyde is Meadia , eene sterkte aan de rivier Czerna, waar omtrent een gevegt voorviel in den jaare 1738, tusschen de Keizerlyke en Turkscbe troepen. Daarenboven zyn 'er Baja, Oud en Nieuw Orsowa Severin, Zernigrad, steden van eenig aanzien. Ook ziet men 'er de overblyffels van eene brug , welke de Keizer Trajanus over den Donau gelegd had , om den Koning der Daciers met des te meer voordeel aan te tasten, zynde de rivier omtrent 1000 schreeden wyd. Die brug heeft niet minder dan 23 boogen , van welken sommigen zeer breed zyn. De andere zyde van de rivier Aluta bevat het oostelyke gedeelte van het land, en is zeer aangenaam en vrugtbaar. Men vindt 'er verscheidene wel bevolkte steden, die meestal door beschaafde en vry wel opgevoede luiden bewoond zyn, terwyl de fatsoenlykste luiden het voordeel hebben van akademische onderwyzingen genooten te hebben. Moe  380 Natuurkundige Moldavia Moldavie wordt geoordeeld van veel grooter uitgestrektheid geweest te zyn dan het tegenwoordig is. In langte is het nu uitgestrekt van het Oosten naar het Westen , dat is van de rivier de Sereth tot aan den Dniester omtrent veertig Hongaarsche mylen; maar in breedte van het zuiden naar het noorden omtrent zeventig. Opper Moldavie strekt genoegzaam tot aan Jaffy, grenzende het ten oosten aan de rivier den Dniester, ten noorden gedeeltelyk aan Pokutia , het welk een gedeelte van Polen is, en ten westen aan Transylvanie. Neder Moldavie grenst ten westen aan Transylvanie, waar verscheidene bergen de grenzen uitmaaken. De zuidelyke grensscheiding is de Donau: ten zuidoosten grenst het aan Bessarabie , en ten oosten aan den Dniester. Jaffy is de hoofdstad, en de verblyfplaats van den Waywode of Gouverneur , en de voornaamste zetel der Geleerdheid. Het omgelegen land is vrugtbaar in wyn en koorn, en langs den Donau zyn verscheidene andere goede koopsteden. De inboorlingen zyn allen van de zelfde afkomste en doen belydenis van den Griekschen Godsdienst; doch van tyd tot tyd komen 'er in deeze stad ook veele vreemdelingen, als Mahommedaanen, Russen, Poolen, Armeniërs en anderen. Verscheidene Volkplantingen van Tartaaren De Tartaaren zyn op veelerlei wyzen onderscheiden ; en men vindt de grenzen van iedere soort in het byzonder aangewezen; doch dewyl de verscheidenheid in die aanwyzing onzekerheid veroorzaakt, zullen wy het genoeg agten eenige algemeene en meest erkende byzonderheden wegens hen op te geeven. In Europa zyn veele Tartaaren; en derhalven heeft men dien naam gegeeven aan die groote  AARDRYKSBESCHRYVING. 381 te landstreeke , welke oudstyds Europeesch Scythie heeft uitgemaakt , gelyk het nog in de dertiende eeuwe genoemd werd. De Tartaaren vereenigen zich, en zwerven om in horden of troepen : anderen zetten zich neder in dorpen of vlekken. Sommigen hangen volstrektlyk af van de Ottomansche Porte;, anderen zyn onderworpen aan den Krimschen Khan, die zelf een leenman is van den grooten Heer. Men vindt drie voornaame verdeelingen van Tartarye. 1 Bessarabie, aan de Zwarte zee gelegen, tusschen den noordelyken arm van den Donau en den Dniester. De Tartaaren, welke daar hunne woonplaats hebben, worden de Witie Horde genaamd. Zy rigten van plaats tot plaats rooveryen aan: hunne gewoone spys is ossen- en paarden-vleesch , kaas en melk. 2. De Okzakowsche Tartaaren, wier land ligt tusschen den Dniester en Dnieper, woonen slegts langs die twee rivieren , en naby de zee; het overige deel is eene onbewoonde streek , waarin wel goede weiden maar geene boomen gevonden worden. 3. Het land tusschen den Dnieper, en den uitloop van den Donau wordt bewoond door het volk, het welk men Nogaysche Tartaaren noemt , het overige of grootste gedeelte behoort tot Asie Zy zwerven in talryke troepen om, en verdeelen zich somtyds in kleiner partyen, Deezen agt men dat de beschaafdsten zyn, en de meeste gastvryheid oeffenen. Eenen vreemdeling en zyn paard te herbergen is by hun eene zeer loflyke daad: Zy zyn ongemeen dankbaar, zelfs voor kleine gunsten: hun Godsdienst heeft veel van het Mohammedaanendom. Zy worden geregeerd door Beys van hunne eigene natie , of door zulken , die de Krimsche Khan, hun Opperheer, uit hun ligchaam aanstelt. Dit volk leeft van paarden- en ossen-vleesch, en gebruikt maar zeer weinig brood. Niettegenstaande zy land bezitten, het welk geschikt is om eenen goeden voorraad van koorn te verschaffen , verwaarloozen zy egter den landbouw. De Krim heeft haaren eigen Khan of Vorst, die zich den  382 Natuurkundige den Opperheer van Klein Tartarye noemt, schoon hy inderdaad slegts een leenman van de Ottomansche Porte is, en, op het eerste ontbod, met eene talryke bende hulptroepen in het veld verschynen moet. Het geslagt van den Khan volgt hem op in die waardigheid, en de opvolging heeft plaats in eene regt nedergaande linie; de oudste zoon draagt den naam van Sultan Galga; de tweede dien van Beg, en de derde wordt Noradin Beg genaamd. Het schiereiland van de Krim is vol kleine dorpen en vlekken , van welken sommigen verschanst zyn. De Russen hebben den bewooneren memgwerf hunne steden ontweldigd , en eene groote meenigte der ingezeetenen gevangen genomen; want zy zyn zeer onbedreeven in de kunst van oorlogen. De Turken brengen ryst, koffie, gedroogde vygen, en wollen en zyden stoffen derwaards. DE  Aardryksbeschryving. 383 DE GEOGRAPHIE en NATUURLYKE HISTORIE VAN HONGARYE. Naam, Gelegenheid en Uitgestrektheid De oude naam van Hongarye was Pannonie , welken het gekreegen had van de Pannoniers, die zich Panovae, dat is Heeren , noemden , naar het oude Sclavonische woord Pan: doch het oude Pannonie bevatte niet alles wat heden onder den naam van Hongarye bekend is, en in het hedendaagsche Hongarye is ook het gantsche oude Pannoni niet begreepen: dat gedeelte van het tegenwoordige Hongarye , het welk tusschen de Karpathiscbe bergen, den Donau en den Theifs gelegen is , werd oudstyds Metanaftae genaamd. De benaaming van Hongarye of Hungarye wordt afgeleid van de Hungariers, een stam der Hunnen, welke in de negende eeuwe dit land in bezit namen. ' Het woord Hungarye wordt in eenen bepaalden of uitgestrekten zin opgevat: in de eerste beteekenisse genomen zynde, wordt het bepaald aan het zuiden door Servië en de rivier de Drave, welke het Sclavoniè afscheidt; aan het oosten door Walachye en Transylvanie; aan het noorden door de Karpatische bergen, die het van Polen scheiden; en aan het westen door Moravie, Oostenryk en Stirie; maar in eenen uitge-  381 Natuurkundige uitgestrekten zin bevat het Sclavonie , Dalmatie, Bosnie, Servie , Transylvanie , en zelfs Moldavie en Walachye. De beste kaart van het zelve is die van Homann , dewyl deeze zelfs Turkye en Griekenland, waar aan het grenst bevat. De wyze , op welke dit Koningryk door den Heere Templeman verdeeld wordt zullen wy met de afmeetintingen der verscheidene deelen, zoo als die door hem zyn aag eteekend, in de volgende tafel opgeeven. Naamen der Vierkan- Langte Breedte Hoofdsteden Afstand van London Afstand van Wenen Landen, te mylen Hungarye 36,060 270 205 Buda 780 124 Transylva nie 14,400 184 120 Hermanstat 975 225 Sclavonie en Ratzia 10,000 240 70 Posega 820 194 Croatie 1,925 75 44 Carolstat 712 136 Morlachie 2,850 150 30 Zeng 735 169 Servie 3,640 150 38 Belgrade 935 290 Walachye 2,800 103 55 Pedt Temeswar 3,850 94 67 Temeswar 931 278 Geheel 75,525 Hongarye is verdeeld in Eigenlyk Hongarye en NederHongarye. Sommigen geeven den naam van Eigenlyk of Opper-Hongarye aan dat gedeelte, het welk over den Donau naar den kant van Polen ligt, terwyl dat , het welk aan deeze zyde van den Donau gelegen is, Neder-Hongarye genoemd wordt. Doch anderen trekken, met grooter juistheid, een Meridaan van het Gespanschap van Zip tot de vereeniging der Banne van Temeswar en het Gespanschap van Simri, en noemen al wat aan de oostzyde gelegen is Opper, en het geen aan de westzyde ligt Neder-Hongarye. Oppe,  aardryksbeschryving. 385 Opper Hungarye is verdeeld in vier Kreitsen naamelyk Presburg Bergstet of de bergsteden, newbansel en caschaw Neder Hungarye is verdeeld in twee Kreitsen of Landschappen te weeten Comorra en Muson of muszon De voornaamste Stad van hungarye is (volgens busching Presburg, of (gelyk de Inwooners haar noemen ) posen aan de noordzyde van den Donau, omtrent 10 mylen van de grenzen van Oostenryk, 46 ten oosten van Weenen, en ten noordwesten van Comorra 33 ten noordwesten van Newbansel, en 75 van Buda. het is eene aangenaame en wel gebouwde stad, die, nadat de turken gran hadden ingenomen, de plaats geworden is waar de Staaten des Lands hunne vergaderingen hielden en de krooning der Koningen geschiedde. Zy is wel verschanst, en heeft een steenen kasteel op den top van eenen heuvel met vier toorens aan vier hoeken: in den sterksten van denzelven worden de koninglyke plegtgewaaden bewaard, inzonderheid de koninglyke kroon van Hungarye , die een schoon stuk werks, en van zeer groote waarde is Schoon deeze stad, indien men haare voorsteden uitzondert, wel niet groot is, heeft zy egter verscheidene kerken eene derzelven, die voor de lutherschen in den jaare 1638 gebouwd is, is een fraai gestigt, en behalven andere Roomschgezinde kerken, is 'er eene domkerk voor de jesuiten. De stad is de zetel van eenen Aartsbisschop, die een pragtig paleis in de voorsteden heeft versierd met tuinen , laanen , grotten doolhoven, fonteinen, en andere konstwerken. hier zyn twee kollegien, die aan de lutherschen behoorden, door welken zy den jaare 1637 gebouwd, en van een inkomen voorzien werden; doch in den jaare 1672 heeft keizer Leopold hun dezelven ontnomen, en ze den Jesuieten gegeven. Hier is een fraai plein, waarop twee fonteinen zyn. De stad heeft vyf poorten, van welken twee alleenlyk geschikt zyn om 'er in tyden van belegeringe uitvallem uit te doen. Op de st. Michiels poort staat eeu opschrift met gouden letteren, in het Latyn, te ken- nenII. afd III. deel a2  386 Natuurkundige nen geevende dat een Koningryk, het welk tegen zich zelmen verdeeld is, niet bestaan aan kan. Aan de poort van den tooren, waarin de kroon bewaard word, zyn zeven slooten, die aan zever. Hungaarscbe Edelluiden ter hand gesteld werden; doch toen men de getrouwheid der Hungaaren begon te verdenken, plaatste de Keizer daar eenen Duitschen Bevelhebber, die eene wagt van vyftig Duitschers onder zich heeft, even a s onder den Burggraaf vyftig Hungaaren gesteld zyn. De toegang tot den citadel bestaat uit eenen trap van 150 treden; in het midden van dezelve is een diepe put, in de rotse gegraaven, waar in water uit den Donau gebragt wordt, en de naby gelegene heuvels, aan de noord- en westzyden zyn versierd met uitmuntende wyngaarden. Deeze stad is, uit hoofde van haare gemaklyke en vermaaklyke gelegenheid de verblyfplaats des Stedehouders van den Koning van Hungarye, die een man van groot gezag is. Zy is ook zeer volkryk uit hoofde van de menigvuldige Edelen en koopluiden, die daar hun verblyf houden. De inwooners zyn, over het algemeen genomen, zeer beschaafd , en zoo zindelyk iu hunne leevenswyze als die van Wenen. De inwooners zyn niet allen van zelfden oorsprong. De Hungariers stammen af van het moedige volk van dien naam , het welk zich hier in den jaare 888, door kragt van wapenen gevestigd heeft: doch zy zyn sederd de laatste jaaren merklyk beschaafd geworden. De Jafig na en Camoni, die door de Tartaaren uit hunne bezittingen verdreeven werden, hebben zich hier omtrent het jaar 1234 neêrgezet. Een ander deel der inwooneren is van Slavonische afkomste, en order deezen behooren de Bohemers, croaten. Serviërs , Russen en Wandaalen, die de oostelyke en noordelyke deelen van Hungarye bewoonen en meer of min door gantsch Hungarye verspreid zyn. De Duitsche volkeren, als de Oostenrykers Stiriers, Beijer- • schen Franken. Zwaben en Saxen, hebben zich hier baar blyklyk omtrent den zelfden tyd gevestigd Hieruit is het onbetwistbaar dat de inwooners in het eerst moeren be-  Aardryksbeschryving 387 bestaan hebben uit luiden van zeer verschillende geaartheden, schoon zy, door verloop van tyd, vry gelyk aan elkander geworden zyn. Zy zyn meest allen van een bloedryk en galagtig temperament. De Adel is vry talryk, en in kleeding en huishouding zwierig en pragtig; dezelve houdt zich egter bezig met de beoefeningen van de geleerdheid en van den landbouw; doch nog meer met de jagt en krygsoefeningen. ; De Hungarysche kleeding is zeer merklyk onderscheiden van die van andere Europeesche natien, en mag met regt gezegd worden , gemaklyk en tevens bevallig te zyn. De mans draagen bonte mutsen, naauwe rokken, die met eenen gordel zyn vast gemaakt, en over dit alles hebben zy eenen rok of mantel, die niet beneden de heupen hangt, en onder den eenen arm zoo vast gemaakt is, dat zy hunne regtehand altyd vry houden. De kleuren , waarin zy den meesten zin hebben voor hunne kleedinge, zyn rood, blaauw en groen, en de jonge Heeren draagen doorgaans vederen op hunne mutsen. Mans en vrouwen van fatsoen hebben, sederd onlangs, de Fransche mode beginnen te volgen; doch de mans willen egter nog hunne korte rokken niet afleggen, en de vrouwen draagen, wanneer zy uitgaan, doorgaans een sluijer over haare aangezigten. De burgers leggen zich toe op konsten, handwerken en koophandel; doch het aankweeken van wyngaarden: wordt 'er vooral behartigd. De handel is genoegzaam alleen in de handen der Grieken. Uit Hungarye worden wyn, saffraan, olie, metaalen, mineraalen, vee leder , wol, talk en wasch uitgevoerd. De goederen , die 'er ingebragt worden, zyn speceryen, tin, zyde, en andere buitenlandsche waaren. De taal van dit Ryk verschilt naar den oorsprong van het volk, Vierderlei taalen zyn 'er voornaamelyk in gebruik, te weeten de Hungarysche, de Duitsche, de Sclavonische en de Walachysche, welke bestaat uit een mengsel van de Italiaansche en Latynsche. Het Latyn wordt zeer A 2 * 2  388 Natuurkundige veel gebruikt door den Adel en de geleerden, en schynt sederd eenige jaaren by den burgerstand zelven, zeer in agting gekomen te zyn. Met betrekking tot den Godsdiest staat aan te merken dat het Christendom hier eerst gevestigd geworden is, omtrent het jaar 975, toen Deysa, Vorst van dit land gedoopt werd. Het werd 'er verder voortgezet onder de regeering van zynen zoon Stefanus, die den titel van den Heiligen verkreeg. In den jaare 1523 begon hier de Hervorming. Door de opkwekkingen van sommige Luthersche Leeraaren, en de schriften van eenige Protestanten, welke ten dien tyde werden uitgegeeven, begonnen veelen in Duitschland zich op de beoefening der Godgeleerdheid toe te leggen; de leer van Zuinglius wegens de Sakramenten heerschte hier tot omtrent het jaar 1557 , toen de leer van Kalvyn door eene groote meenigte omhelsd werd. Doch niet lang daarna wonnen de Jesuieten veld in Transylvanie, en vervolgens in Hungarye. De Protestanten hadden verscheidene harde beproevingen te verduuren, inzonderheid in den aanvang der zeventiende eeuwe, dewyl hunne kerken toen gesloopt of van de noodwendigheid beroofd, en maar tot zeer weinigen in iedere provincie gebragt werden; de Protestantsche schoolen werden geslooten, en nergens mogt iemand hunner onderwys geeven in eenige weetenschap. De Roomsch Katholyken namen dermaate toe in vermoogen, dat de Chris- • telyke vryheid niet meer in weezen was. Eindelyk groeide dit vermogen tot zulk eene verbaazende hoogte dat de Regeering raadzaam agtte het te beteugelen; en nu is 'er de Pauslyke magt zoo bepaald, dat de Paus alleenlyk de magt heeft om zulken, die geestelyke ampten bezitten te bevestigen, en niet af te zetten. Alle vryheid, welke de Protestanten bezitten, is alleenlyk daarin gelegen dat zy geduld worden onder hunne Super-Intendenten en Oudsten. De Doopsgezinden of Mennonieten zyn voornaamelyk gevestigd in de nabuurschap van Presburg; doch de Jooden zyn in de meeste steden van aanzien verspreid, schoon  Aardryksbeschryving 389 schoon zy zugten onder den last van dubbele belastingen te moeten opbrengen. Onder de Roomschgezinden zyn het voornaamelyk de Jesuieten, die zich toeleggen op de beoefeninge der geleerdheid. In de Hooge Schoolen van Tirnau , Buda, Raab en Caschau zyn Hoogleeraars in de Godgeleerdheid, wysbegeerte, wiskunde en andere weetenschappen , gelyk ook in verscheidene kollegien. De Lutherschen en Kalvinisten die den grondslag van die schoolen gelegd hebben , gaan, indien zy 'er vryheid toe krygen kunnen, naar de Akademien in Holland , Duitschland en Zwitserland; doch dit mag nimmer geschieden, dan onder zeer strikte bepaalingen ten aanzien van hunne studien. De Oostersche Christenen van de Grieksche kerke beginnen zich meer genegen te toonen tot letteroefeningen dan te vooren De wetten werden voordeezen in het geheim geleeraard, maar thans is 'er een openbaar hoogleeraar in dezelven op de Hooge School van Tirnau, en in het kollegie van Briau. De regeering van Hungarye staat aan den Koning en deszelfs Staaten, welker besluiten door verscheidene kollegien worden uitgevoerd. De Koning voert den ti tel van Katholyke en Apostolische De Natuurlyke Historie Hungarye ligt in de noordelyke gemaatigde lugtstreek; de noordelyke deelen zyn bergagtig en onvrugtbaar, maar de lugt is zagt en heilzaam. De zuidelyke deelen zyn daarentegen vlak, warm en vrugtbaar, maar, uit hoofde van de menigvuldige poelen en moerassen, zoo gezond niet als de noordelyke. De gemeenste ziekten in Hungarye zyn de jigt in alle haare soorten, en de koorts die de Hungaarsche ziekte genoemd wordt, en dikwyls doodelyk is, inzonderheid voor vreemdelingen. Men oordeelt, dat dezelve meest voortkomt, uit de zeer koude nagten, die op heete dagen volgen, en ook dat zy niet A a * 3  390 Natuurkundige zelden door onmaatigheid veroorzaakt wordt. De pest komt hier dikwyls uit Turkye, en verspreidt zich door besmettinge. De Grond is, voor het grootste gedeelte zeer vrugtbaar; het platte land verschaft koorn, gras, voedzaame gewassen, tabak, saffraan, meloenen, asperges, peulvrugten, garst, boekweit, smaakelyke wynen, vrugten van verscheidene soorten, persiken, moerbeezien, hazelnooten en hout. De voornaamste bergen in Hungarye zyn de Karpatische : de westelyke grenzen, en die noordwaards naar het land van Zippier loopen, zyn zeer hoog, en hebben een uitzigt op Erlau in Hungarye , en op Cracow in Polen. Het benedenste gedeelte van dezelven is vol houts, en hooger op vindt men zeer groote boomen; terwyl de toppen bestaan uit eene mengelinge van verschriklyke rotsen en steilten overdekt met sneeuw, en voorzien van meiren met helder water, die 'er tusschen in liggen. De meeste bergen hebben ook schuinten, die uitmuntenden wyn verschaffen; andere bevatten kostbaare mineraalen. De voornaamste mynen zyn die van goud, naby Botza, zynde het zelve zeer merkwaardigig om zyne fynheid; doch de werken zyn in eenen zeer slegten staat, en de gelukzoekers , gelyk zy genoemd worden, betaalen slegts eene schatting aan den Koning en aan des Adel. Te Nay Banya verschaffen de goud- en zilvermynen een ryklyk inkomen, en het geld, het welk hier gemunt word, is gestempeld met de letteren N. B. Het gespanschap van Altschal heeft overvloed van kostbaare ertsen en mineraalen, van goud en zilver, van uitmuntend koper, van yzer, kwikzilver, en meer andere stoffen. Herrengrund is berugt uit hoofde van zyne groote koperwerken en vitriool, waardoor men aan yzer het voorkomen van koper kan geeven. Men zegt dat het vitriool in den jaare 1605 is ontdekt geworden, en dat, door middel van het zelve, jaarlyks veele honderd pon-  Aardryksbeschryving. 391 ponden yzer in koper veranderd worden. De bergen van Botza, in het gespanschap van Lipto bevatten zoo wel goud als zilvermynen : de eerstgemelden worden voor de besten en Hungarye gehouden, en niet minder dan de Arabische geschat. Het verschaft ook eenig yzer met spiesglas, saltpeter, en andere minneraalen. - Groot Hout in het diftrikt van Oszlan, zyn veele goud, zilver en loodmynen. ' Te Schemitz is eene Koninglyke myn die, schoon zy reeds lang is bewerkt geworden, egter' nog zulk eene groote menigte van goud- en zilvererts uitlevert dat 'er niet minder dan 5000 menschen telkens aan te werk komen. Tiszoltz is berugt uit hoofde van zyn yzer en zeilsteen. Tala Dolis in het Gespanschap van Raab, bevat uitmuntende groeven van wit en rood marmer. • In Opper - Hungarye is ook eenig koper, benevens zeer schoon marmer en albast. Dobshan is berugt door zyn yzer. Te Rhona is een zoutwerk, het ligt tusschen twee zout. bergen, die eene verbaazende menigte zouts verschaffen . het welk van hier, den Theiss op, door Hungarye vervoerd wordt. In Hungarye zyn verscheidene meiren: tusschen de Karpatische bergen zyn 'er vier van eene merkelyke uitge strektheid Een is 'er in het Paltsgraafschap van Se migen het welk agt mylen lang, en omtrent twee mylen breed is- en een naby Oldenburg, het welk genoegzaam de zelfde uitgestrektheid heeft: beide deeze meiren verschaffen verscheidenheid van visch. Het meir van Plato heeft zeer veel visch, en is genoegzaam overal omzet met schoone wyngaarden: het is omtrent twaalf Hungaarsche mylen lang, en van twee tot vyf breed. In de nabuurschap van het zelve vindt men veele otters en beevers. De voornaamste Revieren zyn de Donau, wiens bron in het Vorstendom Van Furstenberg en oostwaards loopt door Duitschland Hungarye en Turkye. - De Marus die Oostenryk en Moravie van Hungarye scheidt, vallende eenige mylen van Presburg of in den Donau — De Wag, of Vaguss, die uit de Karpatische bergen voortaa * 4 komt •  392 Natuurkundige komt, en in den Donau valt. De theiss of Teys, die mede uit de Karpatische bergen voortkomt, en tot op eenen grooten afstand van haaren oorsprong, een snelvlietende en heldere stroom is, doch vervolgens langzaamer loopt, en troebel wordt. Naauwlyks is 'er eene rivier in Europa, die by deeze in vergelyking komt ten aanzien der meenigte van visch, welke men hiér by geheele zwermen ziet zwemmen: doch men heeft opgemerkt dat die overvloed, in deeze en andere rivieren van Hungarye niet altyd even groot is, dewyl men ontdekt heeft dat de Visch in verschillende jaargetyen uit de eene rivier in de andere overgaat. Men heeft hier ook de Temes en de Drave. De eerstgemelde heeft haaren oorsprong in de Tongratsche bergen van Transylvanie, en valt na eenen langen weg afgelegd te hebben, in den Donau — De Iaatstgemelde komt uit Stirie maakt eene scheiding tusschen Hungarye en Sclavonie en valt in den Donau. Nog zyn 'er verscheidene andere rivieren van minder aanbelang. Minerale Bronnen, warme en koude baden zyn in dit Koningryk zoo talfyk.dat 'er maar weinige provincien zyn, die men 'er niet meer of min van bedeeld vindt; zy zyn egter onderscheiden in haaren aart, hoedanigheden en uitwerkselen - Men heeft warme baden te Erlau Buda Beimatz Eisenbach Pest, Ribat, Raitz Zips Sklen, Stubna, Gran Trenschin en Waradin, van welken sommigen zeer geryflyk gemaakt zyn door badka mers en andere gemakken, Zuure bronnen zyn te Novigrad Sazvi Szulad, Trentschi Altheusel enz. De mineraale bronnen zyn te Neuhandsel in Herren grund en te Schmolnitz , die sterk water bevat. —. Verstee nende bronnen heeft in het gespanschap der Liptauers- en zeer koude bevoorene bronnen in dat van Torn - ' Te Eikbel naby Morau, is eene sulfer-bron - Te svampsikowin is eene bron, welke vogels, die 'er over vliegen, doet verstikken Naby Ribar is 'er een, die lang berugt geweest is, uit oorzaake van haare schadelyke  Aardryksbeschryving 393 lyke uitvloeiselen, welke beesten en vogels doen sterven. Deeze uitvloeisels, hoe schadelyk ook, zyn egter niet vergiftig; want de beesten en vogels, die 'er door door sterven, kunnen veiliglyk gegeeten worden, volgens een berigt , het welk daar omtrent gegeeven is in het Hamburger Magazyn, D. IV. p. 69. De merkwaardigste soort van Dieren in Hungarye vindt men in die schoone teelt van paarden , welke genoegzaam allen muisvaal van kleur zyn, en in groote meenigte buitens lands vervoerd worden. De gemeener Dieren zyn buffels, zwart hoornvee, ezels, muilezels, veelerlei soorten van wild, herten, reëen, beeren, fossen, geiten, schaapen, zwynen, en meer andere. In de nabuurschap van Presburg is eene byzondere soort van rammen, welke Martiniere zegt dat grooter zyn, en fraaijer hoornen hebben dan die van eenig ander land. De gemeenste vogels zyn patryzen, woudhaanen, en ander wild gevogelte. Oudheden en Zeldzaamheden Het berugte Klooster van de Eremieten, in het benedenste Distrikt van de Schult, is in groot aanzien, en wordt menigwerf bezogt door de pelgrims, uit hoofde van een beeld van de maagd Maria, het welk daar gevonden wordt. Schassin, een dorp en strekte aan de Myawa is om dezelfde reden in hooge agting. - Het gespanschap van Lipto is merkwaardig uit hoofde van zyne bergen, welke men zegt, dat niet slegts hooger zyn dan de Alpen, dan de bergen van Zwitserland, en de Tyralesa, maar ook dezelven in zeldzaamheden en voorwerpen van verwonderinge te boven gaan. Eene van dezelven, Benikova genaamd, is loodregt, en 3000 schreeden hoog. In deeze rotsen zyn verscheidene groote natuurlyke holen, met een meenigte van vreemde figuuren, gevormd door het versteende water en beenderen van eene ongemeene grootte van menschen en andere dierlyk schepselen A a * 5 Te  394 natuurkundige Te Buda, in de voorsteden is eene zeer berugte kerk, toegewyd aan de heilige drieëenheid , met eene zuil die 52 voeten hoog is, opgerigt ten gedenkteeken van dankbaarheid wegens het ophouden der pestilentie in den jaare 1715. De kerk van den heiligen Jacobus, te Lent schau in Opper-Hungarye, wordt voor een der aanzienlykste werkstukken der oude boudkunde gehouden , waaronder men mede rekent een kollegie der Jesuiten, en eene kweekschool voor den A iel. Daar is ook een merkwaardig hol in eenen berg naby Szelitze: de opening van het zelve, welke tegenover het zuiden is, is agttien vademen hoog en agt breed; deszelfs onderaardiche doorgangen bestaan geheel uit 'harde rotsen, die zich zoo ver zuidwaards strekken, dat men de uiterste einden nog niet heeft kunnen opspooren Zoo ver als men gaan kan vindt men de hoogte vyftig, en de breedte zes- en- twintig vademen. Doch de alleronbegrypelykste byzonderheid in dit hol is, dat de lugt binnen in het zelve, in het midden van den winter, warm is, terwyl men dezelve des zomers, wanneer men de grootste hette heeft, ongemeen koud vindt. Wanneer de sneeuw in de lente smelt dan geeft dit hol van binnen een helder water uit, het welk, zoo ras als het neder valt, door de gestrenge koude bevriest. De ysdeeltjes spreiden' zich uit in verscheidene takken, en vormen zeer vreemde figuuren. In den herfst wanneer de nagten koud worden , en de hette van den dag afneemt, dan beginnen de ysdeeltjes zich te ontbinden, zoo dat zy in den winter niet meer te zien zyn, en het hol geheel droog, en zagtelyk warm wordt. Ten deezen tyde is het verbaazend om te zien welk eene meenigte haazen, vossen , vledermuizen, uilen, en andere dieren, hier hun verblyf neemen. Men kan eene volkomener beschryving van dit hol, met een' natuurkundig onderzoek wegens het zelve, vinden in het Hamburger Magazyn, D. IV. Van  Aardryksbeschryving 395 Van het Vorstendom Transylvanie Transylvanie is een gedeelte van het oude Dacie, gelegen aan de oostzyde van Hungarye, en grenzende ten noorden aan Hungarye, Polen en Moldavie Ten oosten van het zelve ligt een gedeelte van Moldavie, en ten zuiden is Walachie en de Banne van Temeswar. Het is aan alle kanten omringd met Bergen, zoo dat het eene gemaatigde lugt heeft, nevens heilzaam bron- en rivierwater; en schoon het wel voorzien is van bergen en bosschen, heeft men 'er egter ook velden, die zoo ryk en vrugtbaar zyn, dat men aan geenerlei noodwendigheden des levens gebrek heeft. De bergen loopen voornaamelyk van het noorden naar het zuiden, en hebben overvloed van wyngaarden en ryke mynen, van zoutrotsen, enz. De wynen zyn 'er egter niet in zulk eene groote volkomenheid als zy in de meeste deelen van Hungarye vallen, uit, hoofde van het sterk blaazen der noorde winden. Behalven de rivieren, te weeten de Marus, de Szamos, de Aluta enz. zyn hier eenige merkwaardige bronnen, als die van Hungadi, welke warm zyn; die te Weisenburg, welke koud zyn; die van Csiki en Olach salvi, welke sulferagtig zyn. De bronnen van Verebis en Saltzburg zyn warm en zout; men heeft mineraale bronnen te Homorodi, en versteenende wateren te Alma. Transilvanie verschaft koorn, gras, geneezende ruiden, wynen en hout: ook zyn 'er mineraalen, naamelyk goud, zilver, koper, yzer, kwikzilver, sulfer, rotszout, salpeter, vitriool, roode erts, kalk, enz. De Dieren, welke men 'er vindt, zyn paarden, schaapen, geiten elanden, beeren, zwynen, , fossen, bonsems, en beevers. Metaalen en zout worden van hier naar Hungarye uitgevoerd, en het geen het land niet verschaft, inzonderheid de voortbrengsels van konst, wordt 'er uit Duitschland en Turkye in gebragt. Ten aanzien van de oorspronglyke inwooneren, hunnen aart,  396 Natuurkundige aart, taal, gesteltenis, Godsdienst, regeering, enz.' kan men aanmerken dat zy zoo na aan de Hungariers komen , dat wy een verder berigt wegens hen onnoodig agten. Hungarisch Illyricum of de Koningryken van Sclavonie, Croatie en Dalmatie. Illyricuw is verdeeld in Turksch Illyricum en Hungarisch Illyricum. Van het eerste is reeds gesproken in de beschryvinge van Turkye. het laatste strekt zich uit van den Donau tot aan de Adriatische zee, tusschen de rivieren de Drave, de Save en de unna bevattende Sclavonie, Croatie en Dalmatie. De lugt is gemaatigd, en de grond vrugtbaar; dezelve verschaft koorn, wyn, olie, enz. doch de plaatsen, welke aan de zee gelegen zyn, worden niet gezond geagt. De inwooners zyn allen van Sclavonische afkomste. Hun Godsdienst, regeering, geregtshoven, enz. komen overeen met die van de Hungariers, zoo dat wy onzen leezer niet met eene noodelooze herhaaling zullen lastig vallen. Sclavonie ligt tusschen de Drave en de Save, grenzende ten oosten aan den Donau, en ten westen aan Carniola; het is omtrent vyftig Hungaarsche mylen lang In den beginne was het verdeeld in Opper- en Neder Sclavonie en naderhand in de Banne en in de Krygsvoogdy van Sclavonie Opper- Sclavonie maakt een gedeelte van Croatie uit, door de oostelyke deelen van het land en in den jaare 1746 werd het weder by het Koningryk van hungarye gevoegd, door de tegenwoordige Koninginne Maria Theresia. De inwooners zyn Serviërs, Croaten en Walachiers. Ook zyn 'er eenige Duitsche en Hungaarsche volkplantingen. Croatie strekt van den Drave tot aan de Adriatische, zee, grenzende ten oosten aan Sclavonie en Bothnie en ten westen aan stirie en carniola het maakt een gedeelte uit  Aardryksbeschryving 397 uit van het oude Illyricum. Eertyds hadden de inwooners Koningen van hunnen eigen landaart, die den titel van Koningen van Croatie en Dalmatie voerden: maar in de elfde eeuwe verviel het Ryk aan den Koning van Hungarye, en sederd is het onder die heerschappy gebleeven, schoon niet zonder eenige pooging gedaan te hebben om zich weder onafhangklyk te maaken. De Taal der Croatiers heeft zeer groote overeenkomst met die der Poolen, zoo wel als hunne zeden. Dalmatie, in het opperste gedeelte van de Adriatische zee gelegen, bevat een deel van het oude Libernie, Men heeft in het zelve zeer veele bergen, doch zy zyn niet onvrugtbaar; want zy verschaffen olyven, wyn, en eene groote verscheidenheid van smaakelyke en heilzaame gewassen: daarenboven vindt men 'er schatten van gouden zilver. Dit land heeft ook vrugtbaare velden en goede weiden voor rundvee en schaapen. Dewyl in de voorgaande beschryving melding gemaakt wordt van zeer veele maaten, agten wy het niet ongevoeglyk het volgend berigt hier plaats te geeven. Greaves vergeleek den Engelschen voet, naar de yzeren maat te Londen in Guildhall genomen , met de maaten van verscheidene volkeren. Hy geeft ons eene tafel van dezelven, in zyne verhandelingen over de Romeinsche voetmaat waaruit de volgende byzonderheden getrokken zyn. Van zulke deelen, van welke de Engelsche voet bevat 1000 Bevat de Romeinsche voet, of die op den berg van Cossutius te Rome, welke Greaves (*) bevond van gelyke langte te zyn, als de maat van den tegenwoordigen, Romeinschen voet, uitgehouwen op eenen steen in het Kapitool, onder het opzigt van Lucius Paetus. 967 D voet op den berg van Statilius. 972 De (*) Dissert. of the Roman Foot. Zie ook Fabrettum de AquaductDissert. 2. ap Graev. T. 4.  893 Natuurkundige - De voet van Villalpandus genomen van den Congius van Vespasianus De Griekscbe voet. 1007 De Parysche voet. 1068 De Rhylandsche of Leydsche voet, gebruikt door Snellius. 1033 Voeg hierby den voet van Bologne, uit de Tafelen van Arbutbnot 1250 Grooter tafelen van oude en hedendaagsche masten van verscheidene natien kan men vinden by Ricciolus in zyne Geogr. Reform, lib 3. C 4. By Greaves en Cassini in de aangeweezene plaatsen, in de tafelen van Arburtb. not, en by de schryveren, welke door deezen aangehaald worden. De evenredigheid tusschen deeze verscheidene voeten dus bekend zynde, valt het gemakkelyk, wanneer in eene van deeze maaten eenige afstand is uitgedrukt, te vinden hoe groot dezelve in eene andere maat is. Dus kunnen Engelscbe voeten ligtlyk tot Fransche en Fransche tot Engelsche gebragt worden, enz. Het is een gemeene proef, die aan elk bekend is, dat wanneer een slinger in beweeging gebragt word, dezelve schielyker of langzaamer zal slingeren , naar maate de draad korter of langer is. Een slinger wiens langte is 39 duimen, zal in eene seconde tyds ééne slingering afleggen. Dezelve is dan eene eenpaarige maat, welker langte wy hebben zullen, indien wy eenen Slinger maaken, die zestig slingeringen in eene minuut, of zes en- dertig honderd in eene uur, zal afleggen. Men heeft inderdaad ontdekt, dewyl de zelfde klok langzaamer ging, naar maate zy nader by den Equator was, dat een slinger , de zelfde langte blyvende behouden , langzaamer zal slingeren, naar maate hy nader by den Equator geplaatst is, en schielyker naar maate hy nader by eene van de twee Poolen is; en gevolglyk dat, indien wy willen dat een slinger sekonden slingert, hy korten moet gemaakt worden, naar maate wy nader by den Equator zyn; dit verschil van langte, ont staan  Aardryksbeschryving 399 staande uit het verschil van breedte, is egter zoo weinig aanmerkelyk, dat een slinger die sekonden slingert, zeer wel tot eene algemeene maat kan dienen, in de meeste deelen van Europa (*). Zulk eene algemeene maat als nu is beschreeven geworden, zoude dienen om de evenredigheid tusschen de onderscheidene maaten der verschillende natien aan te wyzen , zoo wel als of de oorspronglyke standaarden met elkanderen vergeleeken waren: zy zoude ook die standaarden bepaalen, zoo dat men in vervolg van tyd gemaklyk zoude kunnen ontdekken, welke veranderingen in dezelven gemaakt waren. Het zoude in der daad zeer goed zyn dat alle maaten van langte naar de zelfde algemeene maat gerekend werden: dus kan de langte van eenen sekonden slinger de algemeene Elle genoemd worden: een derde gedeelte van denzelven kan de algemeene voet zyn : vyf zulke voeten kan men voor de algemeene Schreede houden: zes zulke voeten maaken den algemeenen Vadem: 1000 algemeene schreeden kunnen als de algemeene Myl worden aangemerkt (*) (*) Picard mesure de la terre. (*) Zie meer over dit onderwerp in Hugen. Horol. Oseill. Van  400 natuurkundige Van het vAste Land van Asia in het algemeen; van deszess verdeelingen en onderdeelen. Asia, een van de vier deelen der waereld, en het tweede in rang, is het grootste, en in veele opzigten het aanzienlykste van allen. Asia is gelegen tusschen de 25 en 180 graaden ooster langte, en tusschen de 10 graaden zuider en 75 graaden noorder breedte. Het grenst ten noorden aan de Yszee, ten oosten aan de Stille zee, ten zuiden aan den Indischen oceaan, en ten zuid westen is het van Afrika afgescheiden door de Roode zee, aan het noord westen door den Archipel, en de Pontus Euxinus scheidt het af van Europa. Het is in het geheel 4800 mylen lang van het oosten naar het westen, en 4200 breed van het noorden naar het zuiden. De historieschryvers leeren ons dat dit waerelddeel het eerst is bevolkt geworden; dat hier de eerste Heerschappyen en Koningryken zyn opgerigt; dat hier de voornaamste konsten en weetenschappen haaren oorsprong gehad hebben; en dat er de voornaamste Godsdiensten, inzonderheid de Christelyke, allereerst zyn voortgeplant en gevestigd geworden. Deeze voordeelen zyn nog de eenigste niet, welke dit gedeelte der waereld boven de drie anderen heeft; het overtreft dezelven ook in helderheid van lugt in rykheid en vrugtbaarheid van grond, in heilzaamheid van kruiden, in de welriekende en balsemagtige hoedaanigheid van gewassen, speceryen, gommen, enz. in meenigte, verscheidenheid, schoonheid en waarde van edelgesteenten in fynheid van zyden, katoenen, enz. in rykheid van metaalen. Onder veele andere waaren, die zeer in agtinge zyn, zyn de diamante van Golkonda, de robynen van    Aardryksbeschryving 401 van Pegu; de tapyten van Turkye; de behangsels van Persie de stoffen van Bengalen; de speceryen van Malahar, Amboina en Banda; de olifanten van Ceylon het cederenhout van Libanon; het kamferhout van Borneo, de koffie en wierook van Arabie; de thee, het porcelein en vernis van China; de rhubarber van Tartarye, en het geweer van Nissapur en Damaskus. Om die redenen is het by aanhoudenheid de zetel van de grootste Monarchyen der waereld geweest. Men moet inderdaad erkennen dat het, sederd den tyd dat de Turken meesters van een aanmerkelyk gedeelte van hetzelve geweest zyn, veel van zynen ouden luister verlooren heeft, en dat 'er groote landstreeken onbebouwd gebleeven zyn, dewyl zy veelal vreemdelingen zyn in de beschaafdheid en vyanden van de vryheid De kostbaarheid der natuurlyke voortbrengselen van Asie en de verscheidenheid van nuttige waaren, welke het verschaft, is oorzaak dat veele koopluiden van verschillende natien zich derwaards begeeven: doch de dwingelandy der Turksche Vorsten, gevoegd by de natuurlyke verwyfdheid des volks, die uit de warmte der lugtstreeke gebooren, en misschien door de gewoonte en opvoeding merkelyk vermeerderd wordt, hebben veel toegebragt om de Turken zorgeloos en wellustig te maaken. Doch dit heeft meest plaats onder hen, die in de zuidelyke deelen woonen, terwyl zy wier woonplaatsen verder naar het noorden liggen, sterker van gestel zyn, en meer werkzaamheid, kragt en moed bezitten. Men erkent egter in het algemeen dat de bewooners van het zuidelykste gedeelte veele Europeesche natien, in het maaken van verscheidene fraaije werkstukken, geëvenaard, zoo niet overtroffen hebben. Van de verscheidenheden in Godsdienst en taal, verschillende regeeringsvormen. gewoonten en zeden, en van het geen de merkwaardigste natuurlyke voortbrengsels in de voornaamste deelen betreft zullen wy in het vervolg nader spreeken Wy kunnen hier gevoeglyk laaten voorafgaan dat Asie in zyn grootste uitgestretheid 42 Vorstendommen bevat 4 vier van welken Keizerryken genoemd worden, te weeten PerUII Afd. III Deel Bb  402 Natuurkundige sie, het Ryk van 'den grooten Mogol, China en Japan: nog zyn 'er voor een gedeelte twee andere Keizerryken in gelegen, te weeten dat van Turkye en Rusland, van welken egter het grootste deel in Europa ligt. Asie heeft drieen- dertig Koningryken, van welken 24. op het vaste landen de overige op eilanden gelegen zyn. Daarenboven kunnen wy nog drie heerschappyen, die hier door de Europeaanen gevestigd zyn, tellen, te weeten die van de Spaanjaarden op de Filippynsche eilanden; die van de Portugeezen te Goa en op andere kusten van Indie, die van de Nederlanderen te Batavia, op de eilanden van Java en Ceylon, en op andere eilanden en kusten. Hierby moogen wy nog voegen de engelsche kantooren te Bombay, op het Fort St. George en elders; en de Deensche te Malahar, op de kust van Koromandel, enz. Volgens den Heer Salmon , en andere hedendaagsche aardryksbeschryvers, is Asie verdeeld in drie groote deelen naamelyk. I. In het Keizerryk van China, Chineesch Tartarye, en de Oostersche Eilanden aan het Oosten. II. Indie, Usbekscb Tartarye, Kalmuksch Tartarye en Siberië in het midden. III. Persie, Arabie, Astrakan, en Cirkassisch Tartarye, en Turkye in Asia aan het westen. Deeze deelen zyn weder gesmaldeeld, en de geographische en natuurlyke historie van dezelven, onder de volgende verdeeling en benaamingen, welke wy in onze verdele beschryving in het oog zullen houden. I. Turkye in Asie wordt in het oostelyk en westelyk verdeeld. Het westelyk bevat Anatolie of klein Asie, Syrië, Palestina, en Turksch Arabie; het oostelyk bevat Diarbek, Turkomanie, Georgie strekkende allen van het zuiden naar het noorden. II. Persie is verdeeld in het noordelyke, zuidelyke en middelste gedeelte. Het noordelyke gedeelte bevat de Provincien van Scirvant, Giland, Cherassin enz. Het  Aardryksbeschrtyinö. 403 Het Middelste Erach, Sabbtestan Segistan enz. Het zuidelykste Cusistan Fars, Kermian, Macran enz. van het oosten naar het westen. III Asiatisch Rusland, bevattende ook IV Een gedeelte van Groot Tartarye. Siberië en Samojede V China is verdeeld in het noordelyk en zuidelyk gedeelte ; het eerste bevat de zes volgende Provinciën; inhoudende Leaotung buiten den grooten muur, naamelyk leaotung Xantung. Pikin, Xansi Honan en Xensi Het zuidelyk deel bevat de tien volgende, naamelyk Nanking, Chikiang Kiangsi Fokien, Huquang Quantung, Sucheen Quichen Quemsi en Jeman. VI. Japan en het land van Jesso VII. Het Mogolscbe Keizerryk, waarin veele kleine Keizerrykjes zyn, maar voornaamelyk die van Delli , Agra Cambaia en Bengalen, zoo genoemd naar derzelver verscheidene hoofdsteden. VIII. Indie, bevattende: 1. Het Schiereiland Indie binnen den Ganges, behelzende de Koningryken van Decan, van Golconda, Bisnagar en Malabar, meest naar het noorden gelegen. 2. Het Schiereiland Indie , buiten den Ganges, bevattende de Ryken van Pegu, Tunquin Cochin China en Siam, welk laatste Gesmaldeeld is in Martaban, Siam en Malabar, van het noorden naar het zuiden. IX. Asiatische eilanden worden verdeeld in drie klas sen, naamelyk: 1. Op de kust van Asie en in de Middellandsche zee, zyn Cyprus, Rhodus Lesbes of het Mityleensche Chies of Scio Samos Coos of Lange, en eenige andere eilanden van min der belang. . _ 2. Die, welke in den Indischen oceaan gelegen zyn, welke zyn Ceylon, de Maldivische eilanden vervolgens Sumatra Java Borneo enz. De specery eilanden, naame lyk Banda enz. De Moluksche eilanden, te weeten Ternate Tidor enz. De eilanden van Amboyna, Ceram, Gilola enz.  404 Natuurkundige 3. Die aan den ooster-oceaan, te weeten de Ladrones Formosa en de Filippynsche eilanden. Het Turksche Ryk in Asie Anatolie of Natolie had oudstyds eenvoudiglyk den naam van Asia als wordende gehouden voor de rykste streek in dat gedeelte der waereld: thans wordt het onderscheiden van geheel Asia, door den bynaam van Minor, wordende dus klein Asie genaamd. De naam van Anatolie werd mede aan hetzelve gegeeven naar de oostelyke gelegenheid, uit welken hoofde het ook de Levant geheeten is. Het is een zeer groot Schiereiland tusschen de Middellandsche zee aan het zuiden, de Euxynsche zee aan het noorden, geheel aan de Archipel aan het westen, en aan de zee van Marmora aan het noordwesten. Deszelfs langte van het oosten naar het westen is 700 mylen, en de breedte van het noorden naar het zuiden omtrent 320 mylen : het bevat in zich de oude Koningryken en Landvoogdyen van Galatie, Paphlagonie, Bithynie , Pontus, Mysie, Phrygie, Lydie en Maenia, Acolis, Jonia, Caria, Doris, Pamphylia, Pisidia, Cappadocia , Lycia, Lycaonia en Cilicia. Deezen worden ook verdeeld in distrikten en provincien, die merkelyke veranderingen ondergaan, en eene gantsch nieuwe gedaante gekreegen hebben door de Turken. De hoofdstad van het eigenlyk zoo genaamde Anatolie , die ook de verblyfplaats van den Landvoogd is, is Chiutaia of Chiutaye. Dezelve is gelegen aan deeze zyde van de rivier Sangar zy was in oude tyden beroemd door den rykdom en de meenigte haarer inwooneren , doch werd vry wat ontvolkt door de eerste vervolginge in het jaar onzes Heeren 64, toen zy tot den Roomschen staat behoorde. Zy is nog eene zeer groote en volkryke stad; zy ligt omtrent 73 mylen van Bursa, en is de zetel der voornaamste geregtshoven. Daar zyn ook verscheidene aanzienlyke gebouwen, geschikt tot godsdienstige en burgerlyke verrigtingen. De inwooners zyn, over het geheel genomen, sterk en werk-  Aadryksbeschryving 405 werkzaam van aart, en niet ontbloot van bekwaamheden, die geschikt zyn naar de verscheidene noodwendigheden des leevens; doch zy worden zeer verdrukt en belemmerd in den kring hunner werkzaamheid door de dwingelandy van hunne Landvoogden, zoodat zy, voor het grootste gedeelte, arm, onkundig en moedeloos zyn. Natuurlyk vernuft is in hun zigtbaarer dan vlyt, en zulken, die op den landbouw vallen , hebben geene aanmoediging om zich op derzelver verbetering toe te leggen, of daartoe eenige merkelyke kosten te maaken. Dus blykt hun karakter in het algemeen te zyn: doch misschien zal men het gaarne wat byzonderer vinden voorgesteld. De Turken waren oorspronglyk schaapherders, en bewoonden die koude onherbergzaame landstreek, welke oudstyds onder den naam van Scythie bekend was, en thans Tartarye genoemd wordt; zoodat zy een onkundig, woest en onbeschaafd volk geweest zyn. In laatere tyden zakten zy meer naar het zuiden af, en maakten zich meester van een gedeelte van het land. Zy vorderden meer in het oorlogen dan in beschaavende en nuttige konsten en wetenschappen. Manufactuuren en landbouw waren hun byna geheel onbekend, tot in de laatst verloopene eeuwe, en heden zyn het nog voornaamelyk de Christenen, die dezelven onder hen oeffenen. Zy zyn zeer geweldige menschen, en, dewyl zy de magt in handen hebben, behandelen zy de Christenen, hunne nuttigste onderdaanen, met groote veeagtinge, verwyzende hen, zoo wel als de Jooden, om eenig teeken van onderscheiding, waardoor zy met schande bekend zyn, te draagen. Aan de oude woestheid en boerschheid van hunnen aart, nadat zy dit land bemagtigden kan de vernieling van die aanzienlyke steden en pragtige gebouwen, welke oudstyds de glorie van Asia uitmaakten, worden toegeschreeven; en de domheid is oorzaak dat een zeer groot gedeelte der vrugtbaare landeryen , by gebrek van bebouwinge, in eene woesteny veranderd zyn. De turken zyn inderdaad afkeerig van alle oefeningen, wandelingen of andere ligchaamsbeweegingen; zy hebben niets dat naar Bb 3 ve-  406 Natuurkundige vernuft of geest gelykt, en blyven den gantschen dag door, of al den tyd, dien zy bespaaren kunnen, gemaklyk rusten op zagte sophas en kussens, zich gewennende aan het drinken van koffy, en aan het gebruiken van tabak en opium, welke zy in eene groote maate nuttigen; onder hen gaat de veelwyvery in zwang , en daarenboven worden zy beschuldigd van onnatuurlyke zonde Doch de onpartydigheid verbindt ons om hun karakter ook van de gunstigste zyde te beschouwen: het merkwaardigste in hetzelve is hunne eerlykheid en hunne braave handelwyze met vreemdelingen, en inzonderheid met buitenlandsche koopluiden ook moet men hunne maatigheid in het gebruiken van sterke dranken erkennen : zy gedraagen zich zeer liefderyk en teêrhartig jegens zoodanigen hunner medemenschen, die in eenen staat van wederwaardigheden zugten. Zy bezoeken gevangenissen, en stellen menigwerf zulken, die om schulden gevangen zyn, in vryheid: zy leggen karavanseryen of plaatsen , waar de reizigers kunnen uitrusten en zich verfrisschen, aan: zy maaken fonteinen, baden en waterbakken, als dingen, die voor het algemeen van nut zyn. Nimmer hoort men onder hen van tweegevegten spreeken; wanneer zy geschil hebben komen zy zelden tot slaan, maar laaten zich zeer sterk uit in vloeken en verwytingen: zy ontheiligen egter zeer zelden , zelfs dan niet wanneer zy getergd worden, den naam van God : het speelen gaat onder hen zeer sterk in zwang, maar zy doen het nimmer om geld: eenigen zyn liefhebbers van de muziek, andere vermaaken zich met andere huislyke uitspanningen: hunne mannelykste oefeningen bestaan in het schieten naar zeker doel, en het werpen van schigten, het geen zy met groote behendigheid doen. Het jaagen en andere landvermaaken zyn onder hen zeer zeldzaam, en hebben dan alleenlyk plaats, wanneer eenig Vorst of voornaam man van de party is. Wegens de gewoone kleeding in Turkye staat het volgende aan te merken de mans scheeren hunne hoofden, laatende niet meer dan eene enkele hairlok op de kruin; zy draagen lange baarden, uitgezonderd de bedienden van het pa-  Aardryksbeschryving. 407 paleis en de krygsluiden, die alleenlyk knevels hebben aan de bovenlip. Allen draagen zy tulbanden , die gemeenlyk van wit linnen zyn; maar het geslagt van Mohammed draagt groene, die zeer lang, en somtyds met kanten versierd zyn. Dit voorregt is den Christenen, Jooden en Armeniers verbooden. Over het bloote lyf draagen de Turken eene soort van hemd, zonder halskraag, en over het zelve een lang kleed, met eenen gordel toegebonden. Hun broek is van boven naauw, en hangt van agteren laag neder. In plaatse van schoenen draagen zy geele laarzen, welke de Christenen niet moogen draagen , en die altyd, wanneer zy een huis of tempel intreden, worden uitgetrokken. Zy steeken hun mes en hunne beurs by hunnen boezem, en draagen eenen ponjaard in hunnen gordel. De vrouwen draagen eene gesteven kap op haar hoofd, gelykende vry wel naar een myter, en haar hair hangt langs haare schouders nederwaards. Het overige van haare kleeding is gelyk aan die der mannen; alleenlyk zyn zy, uitgaande, zoo besluierd, dat men niets van haar aangezigten kan zien, en de vrouwen van rang worden in digte draagstoelen gedraagen. Geen der beide sexen maakt eenige verandering in de mode, ten aanzien van de kleeding, maar zy beminnen verscheidenheid in de uitwendige versierselen, en in haar voorkomen. Hunne spyze bestaat voornaamelyk in ryst, met vleeschnat gemengd. Hun hoofdschotel is doorgaans vervuld met schaapenvleesch en gevogelte, zeer gaar gebraaden: de ryst wordt gantsch droog gekookt; en vervolgens wordt 'er het nat overgegooten. Hunne gewoone dranken zyn water, serbet of koffie. Arme luiden vinden hun voedsel meest in gewassen. Zy zitten, wanneer zy hunne maaltyden houden, met de beenen kruisling over elkanderen, en zeggen, by het eindigen van dezelven, God zy geloofd Weinige Turken liggen op bedden maar allen gebruiken zy matrassen of een sopha om op te slaapen, of zy leggen zich op eenen verheeven vloer, gedekt met een dun kleed, en altyd linnen borstrokken aan hebbende. De turken Bb 4 groe-  408 Natuurkundige groeten hunne vrienden met hunne regterhand op de borst te leggen, en het hoofd een weinig te buigen. Men heeft hier reiskoetsen, postpaarden noch wagens, om het reizen in gezelschap te bevorderen. Elk reist afzonderlyk, of voorziet zich van eenen gids, dien hy van het hof verzoekt, en dan worden hem paarden en andere behoeften, tot aan het einde van zyne reize toe, bezorgd. De Godsdienst van klein Asie komt genoegzaam overeen met dien van Turkye in Europa, waar het Mohammedaanendom alleen gevestigd is, terwyl Christenen van alle gezindheden, Jooden en anderen slegts geduld worden; zoodat de Patriarchen, Aartsbisschoppen en Bisschoppen en derzelver zetels, kerken en gemeenten , het zy dezelven uit Grieken of uit Armeniërs bestaan, worden niet slegts in eenen staat van armoede en dienstbaarheid gehouden , maar de Kerkvoogden worden afgezet, naar andere plaatsen verzonden, bevorderd of onderdrukt, naar den goeddunkelyken wil, van den Sultan en van zyne staatsdienaaren. De voornaamste Grieksche patriarchaaten zyn, behalven dat van Konstantinopolen die van Jerusalem, Alexandrie en Antiochie. Wat den staat der geleerdheid betreft, men vindt 'er weinige Universiteiten, of zetels van weetenschappen: dit kan men ook niet verwagten onder eene regeering, welker Godsdienst den menschen veragting van allerleie geleerdheid inboezemt: zoodat, indien wy eenige weinige Akademien, welke de Jesuiten en eenige andere geestelyken, die tot de kerk van Rome behoorden, met moeite gevestigd hebben, en eenige weinige Grieksche en Armenische schoolen, waar kinderen in de eerste gronden der geleerdheid onderweezen worden, uitzonderen, 'er in geheel geene kweekschoolen in dit uitgebreide land zyn: en de geestelykheid zelve is voor het grootste gedeelte onkundig, behalven zulke geestelyken, die gereisd hebben, of die uit vreemde landen derwaards komen. De voornaamste taalen , welke in dit land gesproken worden, zyn even als in Europisch Turkye, de Turksche, de  Aardryksbeschryving. 409 de Grieksche en de armenische. Het Latyn is onder de katholyken, en de Lingua Franca, zynde een soort van mengsel van verscheidene taalen, onder de koopluiden in zwang, en onder veelen, die de kost winnen met het doen van neeringe en het behandelen van fabrieken. Maar de Latynsche en Fransche taalen zyn in agting onder de voorstanders der beschaafde geleerdheid, en veelen leeren de zelven door byzondere onderwyzingen. natuurlyke Historie. De Lugt is, over het algemeen genomen, helder, het weder gemaatigd, en de jaargetyden zyn regelmaatig; maar in sommige deelen is de lugt gantsch niet gezond, en zelfs pestilentiaal. De grond van dit gedeelte van asie is van natuure zeer ryk, vrugtbaar en gezond, schoon de Turksche dwingelandy het bebouwen van zeer groote streeken verhinderd heeft, en 'er zulk eene groote meenigte van koorn en andere graanen niet wordt voortgebragt, als gemaklyk in sommige vlakten en wel bevogtigde valleien zoude kunnen geteeld worden. Die weinige velden en dalen , welke beteeld zyn , verschaffen, schoon zy op de Turksche wyze bebouwd worden, met geringe moeite en kosten, uitmuntend koorn' van verscheidene soorten, grooten overvloed van smaakelyke vrugten, druiven en wynen, de schoonste olyven, citroenen, oranjeappelen, vygen enz. Daarenboven vindt men 'er zeer veel koffie, rhubarber, opium, galnooten, en andere gewassen en gommen. Hierby kunnen wy veele andere byzonderheden voegen } welken de fabrikeurs verschaffen. Hun katoen, hunne zy■ de, hun geiten hair voor gaarn, hunne karpetten, behang-' sels' en meer andere stoffen,. worden tot groote volmaaktheid gebragt en met verscheidene sterke leevendige kleuren geweeven. Dezelven worden door hunne koopluiden naar de meeste deelen der bewoonde waereld verzonden. De bergen van dit gedeelte van asie zyn weinig in getalBb 5  420 Natuurkundige tal; de voornaamste is de berg Olympus, in de natuurschap van Bytbinie dezelve is zeer hoog en van groote uitgestrektheid, by den top onvrugtbaar, en geduurende het grootste gedeelte van het jaar met sneeuw overdekt; maar de valleien omtrent deezen berg zyn gemaatigd, en verschaffen allerleie vrugten. Lycie is aan alle kanten omringd met bergen, uitgezonderd aan de zeekust. ■ . in pam phylie heeft men mede bergen, die egter in geenerlei opzigt merkwaardig zyn. De meiren van dit land zyn voornaamelyk Gaul-bug Sban gelyk de Turken het noemen of Van in Turkomanie, zynde omtrent 50 mylen lang en 22 breed; en het meir van Aschanea of Acsis naby de stad Nicea. Daar zyn ook ver-' scheidene kleine meiren; als Busaranda en Donsta Chalasa in Natolie. Men heeft hier een groot aantal rivieren, welker voornaamste zyn de Zagari of Sangarius, de Porteni, de Aitoesue de Ali en de Jris, die in de Euxynscbe zee valt. De Feabel de Irma of de Groene rivier, die in de Kara valtde Zwarte rivier, die in den Eufraat valt; de Satalia, dé Cydnus of Cerafu, en de Xantbus of Sirbis, die in de Middellandse zee loopt. De Madre, gemeenlyk de Meander , Granicus, Cayster Carasau Samander of Sedmandra, en de Hermus m de Sarabat, die de Paitolus, Caicus, Castri of Germasi ontvangt, en in den Archipel valt. De meeste rivieren zyn vol visch, zalm en karpers, die vry groot zyn. Maar de visch, die aan de zeekusten valt, wordt voor de lekkerste in zyne soort geoordeeld. Tot dezelven behoort de tarbot, schol, roch, enz. Doch hunne voordeeligste visschery is die van de tonynen, zynde ieder van dezelven elkanderen gerekend, drie kroonen waardig,doch het regt om naar deezen te visschen is bepaald door ' de vergunning van den Vorst. Naby Smirna is eene soort van visch pulp genaamd die op de oppervlakte van het water dryft, even als slymagtig schuim dezelve heeft lange pooten als eene spinnekop waarmede by zynen roof vangt. Indien menschen 'er onge-  Aardryksbeschryving. 411 gelukkig in verwaard raaken, dan verdrinken zy onvermydelyk, of sterven door een vergiftig vogt, het welk de visch uitstort. Dit Land is merkwaardig om zyne mineraale wateren en baden, van welken sommigen voorwerpen van verwonderinge zyn om hunne heilzaame hoedaanigheden, anderen om de grootsche konstwerken en sieraaden, die er by gevonden worden. Naby de golf van Nikomedie die omtrent anderhalve myl breed, doch niet lang of diep, maar omringd is met aangenaame heuvelen en valleien, is aan de noordzyde eene bron van mineraale waateren, die by Grieken en Turken om haare geneezende kragt in hooge agting is. Therma in Bithinie, is voornaamelyk berugt om zyne heete en heilzaame baden, die in oude tyden door de inwooneren van konstantinopolen sterk bezogt werden. —— Ceos heeft een groot aantal van geneezende bronnen en beek. jes, welke dienen om den grond vrugtbaar te maaken, en verscheidene soorten van boomen welig te doen tieren ■ naby Bursa zyn verscheidene baden; een groot is 'er, het welk door mynen van vitriool vloeit, en omtrent de bronnen is eenig sulfer. Daar is ook een warm bad , het welk met marmer bevloerd, en van meer andere sieraaden voorzien is. Eene myl verder is 'er nog een ander, welks wateren zoo heet zyn, dat men 'er een ei in kan kooken; en de wateren van de rivier Carasu zyn zoo koud, dat het gevaarlyk is 'er zich in te wasschen. Onder veele andere natuurlyke zeldzaamheden heeft men 'er eene soort van zeep-aarde, die in veele plaatsen, omtrent Smirna voor den opgang der zonne, wordt opgeworpen, en wel in zulk eene meenigte, dat men zich van verscheidene kameelen bedient om ze naar de zeepziederyen te brengen, die op eenigen afstand van daar zyn. Zy wordt daar met olie gemengd en gekookt zynde , tot eene zeer goede zeep gemaakt, die sterk gezogt wordt, en niet weinig tot den handel der inwooneren toebrengt. Te Tocat, in Pontus, is eene groote verscheidenheid van uitmuntende planten, vooral heeft men 'er eenige fossilia, of ge-  412 Natuurkundige gewassen, die onder den grond groijen, van eene ver wonderlyke schoonheid. — Ook moeten wy niet zwy gen van de vermaarde muskaatwynen, welke de wyngaarden aan de zuidelyke kust, en in sommige vlakten ten noorden van het eiland Tenedos, verschaffen; eenige van dezelven zyn thans vry wel bebouwd; maar ver het grootste gedeelte dier vlakten en valleien zoude, in dit opzigt, gemaklyk nog vrugtbaarer en nuttiger te maaken zyn. In de nabuurschap van Trehizonde vindt men eenen ryken voorraad van rots honig, welke de historie meldt dat, door zyne loslyvigmaakende hoedaanigheid, byna doodelyk geweest was voor een groot gedeelte van Xenophons leger. De merkwaardigste dieren, welke egter gantsch niet ongemeen zyn, zyn de groote en schoone paarden, en in het byzonder de koetspaarden. In andere streeken, waar dezelven geene buitengemeene grootte hebben, zyn zy zeer sterk en gezwind. men heeft 'er ook eene meenigte van kameelen. Daarenboven zyn 'er de geiten zeer menigvuldig, inzonderheid in Pamphylie, waar men groot gebruik van derzelver hair maakt, terwyl men het tevens in meenigte naar Europa vervoert, waar het op verscheidene wyzen bewerkt wordt. De schaapen zyn in de provincie van Lycaonit in zulk eenen overvloed, dat hun vleesch zeer goedkoop is. Zy zyn van de Syrischs soort, en hebben staarten, welke zoo lang en dik zyn, dat sommigen meer dan dertig ponden weegen, zoodat men, om de wol te bewaaren, en tevens om deeze dieren van het draagen van zulk eenen zwaaren last te ontheffen, gewoon is, hen, 'wanneer de straaten tot zekere langte gegroeid zyn, te "schreeren. In verscheidene deelen van dit land heeft men buffels, welker vleesch, als hard en onsmaaklyk zynde, zeer goedkoop is. Dewyl de jooden ook niets van dit dier willen eeten, kunnen de vreemdelingen 'er zeer gemaklyk van koopen het geen hun behaagt, 't welk hun ten aanzien van andere soorten van vleesch zoo gemaklyk niet valt. Men heeft 'er ook eenige vogels, die ongemeen groot, en  Aardryksbeschryving. 413 en andere, die zeer lekker van smaak zyn. struis- de vogels welke men 'er niet menigvuldig ziet, zyn wel groot en zwaar, maar geenszins geschikt om hard te loopen. Zy hebben vleugels, welke hun dienen om vry wat spoeds te maaken, maar tot het ontvlugten van gevaaren komt het voornaamelyk op hunne pooten aan. De meeste wilde vogelen, die 'er vallen, zyn 'er in grooten overvloed en volmaaktheid, zoodat de uitspanningen en de middelen van bestaan in den wintertyd gelegen zyn in het maaken van jagt op sommige vogelen van de grootste en in het vangen of schieten van sommigen van de kleinste soort. Het eiland Cyprus is vermaard door eenen Kleinen vogel, die omtrent de grootte heeft van onze leeuwriken. Zy worden in de maanden September en October in groote meenigte gevangen, en, in zouten azyn gelegd zynde, naar Venetie verzonden. Jaarlyks vaardigt men veele duizende tonnen met deeze vogels derwaards af, die tot eenen goeden prys verkogt worden. Oudheden en door konst gemaakte zeldzaamheden zyn hier in eene groote verscheidenheid, hiertoe behooren de overblyfsels van oude openbaare en byzondere gebouwen, als de puinhoopen van eenen Roomschen circus, en van een tooneel naby Smirna; en omtrent twee dagreizen verder zyn eenige puinhoopen van het oude Palmyra, gelyk blykt uit twaalf merkwaardige opschriften. - Te Mylassa is een pragtige marmeren tempel, gewyd aan de Godinne van Rome, en gestigt ter eere van Augustus en eene pragtige gedenkzuil, de Menander genaamd. Te Ephese is de kerk van st. Jan, een zeer heerlyk gebouw, nu eene Turksche moskee. Hier zyn ook de puinhoopen van dien eertyds berugten tempel van Diana, een der zeven wonderen van de waereld, waaraan men volgens Plinius 200 jaaren met bouwen is bezig geweest. - Te Laodicea zyn nog drie aanzienlyke schouwtooneelen van wit marmer in weezen, en een pragtige circus. Doris is berugt door de grafstede van Mausolus, opgerigt door zyne Koninginne Artemisia en met reden hoog geagt om haaren  414 Natuurkundige oudheid en pragt. - Galatie draagt nog heden roem op veele blyken van zyne voorige grootheid. De straaten galleryen, en andere werken der bouwkunde, zyn vol van de pragtigste overblyfselen, kolommen enz. van het schoonste marmer, van porfiersteen, van rooden jaspis, en andere kostbaare steenen, die met ongemeene konst zyn bearbeid Omtrent eene myl van Tocat in Pontus zyn verschei dene merkwaardige holen of cellen, uit eene groote rotse gehouwen, en de cellen van den b. Chrysostomus genaamd, zynde voorzien van verscheidene dingen, die in de huishoudinge te pas komen. Ook heeft men 'er eenige schilde ryen , die om haare fraaiheid veel bekyks hebben Te Trebizonde in Pontus is een oud gebouw, of een kasteel van hout gemaakt, staande op eene steile rots, op welke men klimt langs eene groote meenigte van trappen, die door eene' wys bouwkuudigen zeer fraai en net gemaakt zyn. Te Jconium in Lycaonie, twee groote moskeen, van steen gebouwd, met eene groote koepel, die 'er midden op staat, en van eene meenigte kleiner koepels omringd is De grootste moskee is merkwaardig door haar dak en haare pragtige toorens. Hier is ook het oude en staatelyke paleis der Sultans, met eene verscheidenheid van gebou wen, welke het tot sieraad en nut omringen. Kolos sus een der zeven wonderen van de waereld, heeft het eiland van Rhodus zeer berugt gemaakt in de historie. Rhodus was zoo beroemd door de rykheid en vruchtbaarheid van zynen grond, en door de helderheid der lugt en den geduurigen zonneschyn, dat men zeide dat Apollo 'er eenen gouden regen op uitgestort heeft: ter eere van deeze godheid werd 'er ook het berugte kolossus beeld opgerigt. Het was het standbeeld van dien god in koper, zynde 70 ellen hoog en dik naar evenredigheid: het stond over de haven van Rhodus heen, zoodat de schepen tusschen deszelfs beenen door zeilden. Het werd gemaakt door den beroemden bouwkundigen Chares, die 12 jaaren noodig had om het te maaken en op te rigten, schoon het maar 66 jaaren gestaan had, toen het door eene aardbeevinge werd omge wor-  aardryksbeschryving 415 worpen. Dit standbeeld was, terwyl het stond, groot genoeg om eene brandende vuurbaak in de eene hand te houden, ten dienste der schepen: in de andere hield het eenen scepter om zyne heerschappy over de zee te kennen te geeven. De afstand tusschen de twee voeten was ruim vyftig vademen, en het hoofd geleek naar eene straalende zon. Na de vernieling werd 'er een kasteel aan de eene zyde van de haven gebouwd, en aan de andere een tooren, zynde beiden uit de puinhoopen opgehaald, juist op de plaats, waar de voeten van dit verbaazende standbeeld gestaan hadden, en waar het kasteel, nu st. Angelo genaamd,' nog heden een overblyfsel der oudheid is. ——- Te Cerenes, op het eiland van Cyprus , is dat pragtige gebouw, het welk den naam van het Paleis des vredes draagt, en voornaamelyk bewoond werd door de Ridders Tempelieren. De eilanden op de kust van klein Asie, zyn 1 Tenedos 2. Lesbos. 3. Chios. 4. Samos. 5. Nicaria. 6. Pathmos. 7. Leria. 8. Claros 9 Coos. 10. Astypata. 11 carpathus aan de westelyk kust en aan de zuidelyke kust 1. rhodus 2. Cyprus. De voortbrengsels en natuurlyke historie van alle deeze eilanden komen genoegzaam overeen met die der omliggende streeken van het vaste land; en hunne gedaante, gelegenheid, en andere byzonderheden kunnen best uit de kaart gezien worden. Van Syrië, bevattende Palestina; Syrië, de tweede aanzienlyke provincie van asiatisch Turkye, ligt aan de zuid-oost zyde ven Natolie, en wordt zoo genoemd naar de schoone valleien, die tusschen de bergen loopen; het was oudstyds ook bekend onder de naamen van Antiechene en Seleucis; deezen droeg het naar de twee hoofdsteden Antiochie en Seleucia. Oudstyds was het van grooter uitgebreidheid dan tegenwoordig, dewyl het oude Koningryk, onder de regeering van Seleukus zich tot aan Persie toe uitstrekte. Het hedendaagsche Syrie grenst aan Turkomannie, of Armenie en aan Aludalia aan het noor-  416 natuurkundige noorden aan de rivier de Enfraat, die het van diarbek ' of mesopotamie scheidt, aan het oosten; aan Arabie aan het zuiden; en aan de Levantsche zee en cilicie of caromanie, aan het westen. Syrie, het welk Palestina in zich bevat. is gelegen tusschen de 36 en 39 graaden ooster langte en tusschen de 32 en 38 graaden noorder breedte syrie is verdeeld in drie provincien. 1. Syrie, eigenlyk zoo genoemd 2 phoenice of phoenicia 3. judea of Pa- lestina syrie over het algemeen genomen, is thans verdeeld in drie beglerbegschappen naamelyk 1 Dat van aleppo 2. dat van tripoli 3. Dat van damaskus of scham ieder van deezen is weder gesmaldeeld in sanguiakschappen of kleine gouvernementen, die ieder hunne bassaas hebben Het beglerhegschap van aleppo is het grootste en noordelykste van deezen. Deszelfs hoofdstad voert den zelfden naam en ligt omtrent 90 mylen beoosten de levantsche zee en de haven van scanderona en omtrent 100 mylen be-   , westen de rivier de Eufraat; zy is gelegen op vier heuvelen in het midden van eene vermaaklyke vrugtbaare vlakte, zy is van eene eironde gedaante en omtrent drie mylen in den omtrek: de gebouwen zyn 'er beter dan die van de meeste steden in turkye inzonderheid de moskeen en karavanseryen. aleppo is eene zeer volkrye en bloeijende koopstad de voornaamste voortbrengsels en bewerkte stoffen zyn zyde,. turksch leder katoenen karpetten enz. Genoegzaam alle europeesche natien hebben hier haare factoren de engelsche factoren zyn meer dan veertig in getal en woonen in een vierkant gebouw zeer wel gelykende naar een kollegie. Zy hebben eene kapel en eenen eigen , kapellaan en de godsdienst wordt hier zoo regelmatig verrigt als in Engeland. Geene inwoners van deeze stad leeven aangenaamer dan de engelschen want zy hebben plaat sen werwaards zy zich ^ / tot hun vermaak en uitspanning begeeven, wanneer zy door hunne • . , / bezigheden niet naar el ders geroepen worden. de stad is „ , . ■ ,, wel voorzien van fon teinen en waterbakken, en de tuinen en wyngaarden zyn be-  Aardryksbeschryving 417 beplant met boomen, die overvloed van de smaakelykste vrugten uitleveren. De oude Bewooners van dit Land waren afstammelingen van Aram den Zoon van Sein, Gen. X. 21. en de Hebreen hebben het altyd naar zynen naam genoemd. Het werd in vervolg van tyd door de Grieken Mesopotamie geheeten ; onder deezen naam is het zeer bekend in de Schriftuur, als zynde het Land van Phaleg, Heber, Therah Abraham , Nachor, Sara Rebekka, Lea, Rachel en anderen , uit welken hoofde het somtyds onderscheiden wordt door de byvoeging van Padan, zynde Padan Aram. zoo veel als de Vlakten van Aram. Het was eene van de vier eerste groote Monarchyen, en behoorde, gelyk de Schriftuur ons ten overvloede verzekert, aan de stammen der Aartsvaderen. — Dewyl het berigt, het welk wy reeds wegens de tegenwoordige bewooners van Natolie gegeeven hebben, vry na overeenkomt met het geen wy wegens die van Syrië zouden moeten zeggen, agten wy het best niet op deezen stil te staan, en herhaalingen te vermyden. In Syrië vindt men verscheidenheid van Godsdiensten schoon de meefte Inboorelingen den Mohammedaanschen zyn toegedaan. Hier zyn ook Christenen van verschillende gezindheden, als Grieken, Latynen, Armeniërs, Melchiten, Maroniten, en Jakobiten. De meesten zyn egter zeer onkundig, verslaafd aan bygeloovigheden en ongemeen ligtgeloovig. Zy hebben de meenigte van mirakelen, legenden enz. merkelyk vermenigvuldigd, en stellen groote verdiensten in menigvuldige bedevaarten. De huizen of plaatsen welke men meent dat eens door zodaanigen wier naamen in de Schriftuur voorkomen , bewoond zyn geweest, worden in grooten eerbied gehouden; en zy zyn gewoon zich groote moeite te geeven om de vreemdelingen op een gezigt van het huis van Dives van het hol van Elisa van de hut van Lazarus, en van andere dergelyke oudheden, te onthaalen. De Dru siaanen maaken hier eene andere, en wel eene vry talryke gezindheid uit; doch zy moogen met meer regts Heidenen II Afd. III. Deel Bb ' dan  418 Natuurkundige dan Christenen genoemd worden. • Men vindt hier gantsche zwermen van Joden, die de voornaamste makelaars zyn tusschen de Turken en Christenen in den koophandel, waarop zy zoo wel zyn afgerigt dat zy, indien 'er by mogelykheid sluiten aan de partyen is, zulks wel zullen uitwerken. Hunne vrouwen zyn zoo schrander en listig, dat derzelver gelyken bezwaarlyk te vinden zyn De taal, die door de tegenwoordige Syriers gesprokenwordt, is eene soort van verbasterd Arabisch; doch in de meeste Koopsteden spreekt men gemengd en verbasterd italiaansch zonder dat men in het zelve agt geeft op eenige regels van taalkunde. In aart, gewoonten, konsten, geleerdheid, kleeding en leevenswyze verschillen de Syriers niet van de Bewooneren der voorgemelde Provincie, en dus kunnen wy tot de beschouwing van de natuurlyke historie overgaan. De Lugt van Syrie is helder, gemaatigd, en gezond. De grond is 'er diep, ryk, vrugtbaar, effen en aangenaam. Dezelve brengt alles voort wat men redelyker wyze tot nooddrust of vermaak zoude kunnen wenschen ten minsten zoude dit het geval zyn, indien de Turken niet in zoo verre aan den wellust verslaafd waren, dat zy den landbouw geheel verwaarloosden. Niettegenstaande die verwaarloozing is de grond in veele plaatsen nog zoo ryk, dat hy overvloed van koorn, wyn, olie, druiven, vygen, limoenen, oranjeappelen, meloenen, honig, dadels, indigo, rhubarber, kassia, en andere gewassen , voortbrengt; zelfs verschaft hy in streeken, waar hy in ruste gelaaten wordt, geurige en geneeskragtige kruiden. Men heeft 'er ook eene meenigte vette weilanden, die voedsel aan groote koppels rundvee uitleveren inzonderheid weidt men 'er eene schoone soort van schaapen , wier staarten zoo dik van wol en zoo vet zyn, dat zy van 25 tot 30 ponden weegen , en zekerlyk beschadigd zouden worden, door langs den grond te sleepen, indien zy niet op eene soort van ligte sleeden gelegd werden, die de schaapen voorttrekken. Men vindt 'er ook eene schoone soort  Aardryksbeschryving 419 soort van geiten , die breede en lange ooren hebben, en wier hair lang en fraai gekleurd is. Daarenboven is 'er een groot aantal van buffels, ossen, kameelen, dromedarissen wilde zwynen, en herten van verscheidene soorten; wyders zyn de houtlanden en bosschen vol haazen , konynen en ander wild; nog is 'er eene groote verscheidenheid van wild gevogelte, als patryzen, faizanten , wilde duiven, en meer andere soorten. Het gantsche land ligt onder eene gemaatigde lugtstreek; de maanden Juny, July en Augustus, die gemeenlyk heet en droog zyn, worden eenigzins getemperd door de koele westelyke windjes uit de Middellandsche zee. De bergen in Syrie zyn de Libanus, Antilibanus Gilead Tabor , Karmel, Kassius Amanus, Alsadamus, en Ararat, waar de Ark rustte; daarenboven heeft men 'er een groot aantal van kleiner bergen, als de berg Hermon Sion Samaria , Hebal, Garezim, Moreat, Olivet, Kalvarie, enz in Judea, van welken in het byzonder in de heilige Schriften gesproken wordt. De merkwaardigsten van de eerstgemelde bergen zyn de Libanus en de Antilibanus welker eene aan de noord en de andere aan de zuidzyde van Syrie is, beiden zyn zy van eene verbaazende hoogte, en van eene groote uitgestrektheid. De Libanus was ten allen tyde berugt uit hoofde van zyne verhevene cederboomen , die van daar naar de nabuurige landen verzonden worden De berg Kassius behoorende tot dit land, is die naby Seleucie, grenzende ten noorden aan Palestina; deeze naam is gemeen aan verscheidene andere bergen. De Zeeën, welke aan dit land paalen, zyn de Euxynsche of zwarte zee; de Bosphorus, of de zee van Konstantinopolen; de Propontis, of de zee van Marmora; de Hellespont, en de Egeesche zee, of de Archipel, die Asie van Europa scheidt; de Levant, of Witte zee, gelyk de Turken haar noemen, zynde het oost-einde van de Middellandsche zee , waarby nog de Golf van Persie kan gevoegd worden. Deeze zeeën en de de Roode zee zee die Asie Asie van Afrika Afrika B b * b * 2 scheidt,  420 Natuurkundige scheidt, maaken een gedeelte der titels van den grootem Heer uit, die zich Heer van de Zwarte, Witte en Roode zeeën noemt. De Meiren van Syrie zyn maar weinigen in getal het voornaamste is een zout meir, 12 mylen ten zuid oosten van Aleppo het zelve is zeven mylen wyd, heeft eene drooge korst van zout op zyne oppervlakte , waarmede de magazynen van Aleppo gevuld worden; ook wordt van hier aan de gantsche omgelegene landstreek een groote overvloed van zout verschaft. ■ ■ ■ Daarenboven heeft men 'er het meir Meron , zynde van kleine uitgestrektheid, en in den zomer meest droog; het meir Gennezareth in Judea, het welk de zee van Cineroth in het oude, en de zee van Tiberias en Galilea in het Nieuwe Testament genoemd wordt: het is omtrent honderd mylen lang en 40 wyd: deszelfs water is zeer zuiver en aangenaam, en men vindt 'er eene verbaazende verscheidenheid van visch in, die uitneemend van smaak en schoon van gedaante is De Doode zee wordt gemeenlyk dus genoemd uit een verkeerd begrip dat haare uitwaassemingen de vogels, die 'er over vliegen, doen sterven; uit ontwyfelbaare historien blykt dat de wateren zeer zout zyn, schoon egter helder , en tevens wat bitter en walglyk. Men noemt deeze zee ook het meir Asphaltites, uit hoofde der groote meenigte van Joodenlym, welke aan het strand wordt opgeworpen. Het wordt gemeenlyk gebruikt aan de schepen, doch tevens wordt het nuttig geoordeeld Voor verscheidene soorten van wonden. Dit meir grenst aan de oost en westzyde aan hooge bergen; aan de noordzyde, waar het een gedeelte van de Jordaan ontvangt, heeft het de schoone vlakte van Jericho, en aan het zuiden paalt het aan een ander vlak land. In beide de vlakten heeft men overvloed van honig en wasch, die voortgebragt worden door de menigvuldige byen, die voornaamelyk op de bloemen en gewassen, welke aan de oevers van dit meir groeijen, aazen. Dit land wordt bespoeld door veele voornaame rivieren,  Aart>kvk.sbeschryvïng. 421 r" n„k- beekjes. De voornaamflen zyn de Lu- wordt met den Ltemncrw, u „„__:»„ . ■ De rw,„f en eeniae andere van minder aanzien. heeften oorfprong uit J^^*^ de„ Erzerum in Turkmm.. Dez^v^en vereenigen ftroomen drie dagreizen bene en die ft d de ■ dan bevaarbaar voor kleine fchepen , ^ ^°8 . Wi> van Diarbek, en is ae door Turkomame, fcheidt -Vyrw van ' noordooftelyke grensfcheiding der groote woeftyne van T , - De ?orto heeft zynen oorfprong Re- ITiJToTZn bergl^r, waarop de kleine ftad D« deeltelyk op den berg bron> fchoon tevens gelegen l>, maar_fle ypw omtrent vier my- de minst zigtbaare, is het meir™ ftof ..rfchaft tel.be» »t -ree-Je veI».""6 •er naauwlyks eene plaats io de waereia , fcLylt te hebben op den naam, wel ken zy draagt 7 de jor^n tussen de ^ J ^ grenzen en de Gihon. Het lana van . ook dezelve, is berugt om zyn ffu. gou • ^^iuurlylw Vfïfcheidene waterbakken, en meer an« d< Bb* 3  422 Natuurkundige zeldzaamheden , die eene aardsche landstreek het voorwerp kunnen maaken van de algemeene verwonderinge. Andere byzonderheden, die onze opmerking verdienen, zyn voor eerst de cederboomen van Libanon. Deeze boomen draagen bladeren , welke vry wel gelyken naar die van onze Jeneverboomen, en het gantsche jaar door groen zyn; maar in de grootsten spreidt de top zich uit in een volkomen rond, daar de kleinsten opklimmen in eene pyramidaale gedaante, even als de cypres. Zoo wel de groote als de kleine boomen geeven eenen kruidigen reuk van zich, maar de laatstgemelden draagen slegts vrugt, welke eene soort van appel is, niet ongelyk aan den pynappel, doch wat gladder en bruin van kleur. Behalven dat dezelve eenen lieflyken reuk van zich geeft, bevat hy eene soort van balsem, die in sommige tyden van het jaar uit de pooren van de vrugt druipt. Deeze appels vertoonen zich altyd in trossen aan het einde der takken en met de punten naar boven. De schil van dezelven is glad, en heeft eene schoone bruine kleur; het buitenste gedeelte naast aan de schil is witter of bleeker van kleur doch naby het hart is de appel roodagtig en hard, en zoo ongemeen bitter dat geen worm 'er aan knaagen of 'er ee ne schuilplaats in zoeken zal - De schoone schaa pen , welke wy reeds beschreeven hebben, worden eigenlyk in Syrie voortgeteeld : daarenboven zyn 'er eenige geiten van eene zonderlinge schoonheid, welker hair van dienst is tot het vervaardigen van veele fraaije en nuttige stoffen II Phenicie Phenicie, een ander gedeelte in de verdeeling van Syrie is niet minder vrugtbaar in alles wat nuttig kan geoordeeld worden of geschikt is om de noodwendigheden verkwikkingen des leevens te verschaffen. Het land brengt overvloed van verscheidene gewassen voort: men heeft 'er eenen ryken voorraad van koorn, wyn en olie. De tuinen en oranje ryen  Aardryksbeschryving 423 -ryen leveren eene meenigte van de beste vrugten uit, die digter op een aan de boomen hangen dan de appelen in onze boomgaarden: en indien de Turken maar eenige moeite of kosten willen doen, dan is het 'er doorgaans dus mede gelegen. Eene andere natuurlyke zeldzaam heid is het groot aantal van zywormen . en de manier, waarop men gewoon is dezelven te voeden. Naby de meeste steden plant men moerbezien. boomen, tamarinden en andere boomen, en bouwt onder de eerstgemelden kleine hutten voor de zywormen, waar onder dezelven ongemeen wel tieren. De voornaamste waaren bestaan in zyde, kaneel, nootenmuskaat, gember, peper, kas fia, rhubarber, couchenille en koloquint. Men heeft 'er ook eene soort van steenen, die naar olyven gelyken. en andere fraaije delfstoffen en mineraalen. III. JUDEA Of PALESTINA. Judea en Palestina vindt men in de Schriftuur in den eertyds bloeijenden en gelukkigen staat beschreeven, als een land, dat van melk en honig overvloeide; de natuurlyke vrugtbaarheid van den grond was zoo groot dat dezelve geene mesting noodig had, en zonder deeze eene verbaazende verscheidenheid van schoone bloemen, kruidige planten, heilzaame gewassen , en smaakelyke vrugten voortbragt. Het koorn ging dat van alle andere landen in deugd te boven; olie en andere waaren had men er in grooten overvloed en tevens in volmaaktheid. • De wyngaarden verschaften 'er driemaal in het jaar druiven; en de wyn, die te Bethlehem gemaakt werd is in het byzonder zeer kostbaar en smaaklyk geoordeeld geworden; daarenboven was 'er een groote overvloed van dadels, meloenen, kaneel, katoen, cederenhout, cypressen en andere boomen, die uitmuntende terebinthyn en voortreffelyke balsems verschaften, onder welken ook de balsem Gileads geteld wordt, die men zegt dat hier door de Koninginne van Scheba aan Koning Salomon is gebragt Bb* 4 • ge-  424 Natuurkundige geworden. Nu worden vreemdelingen en reizigers die van den eertyds bloeijenden staat deezer Iandstreeke ooit geleezen hebben, van verbaasdheid getroffen, dewyl zy haare steden niet slegts ontvolkt, maar zelfs de velden onvrugtbaar, of ten minsten voor een groot gedeelte verwaarloosd en verlaaten vinden. De door konstgemaakte zeldzaamheden van dit land bestaan voornaamelyk in aanzienlyke puinhoopen van steden, tempelen, paleizen, toorens en andere gebouwen, en van eenige andere schoone werken, die in oude tyden door de Vorsten, welke in dit land regeerden, werden aangelegd Van de eerste soort zyn de puinhoopen van de stad, het kasteel, den tempel en het paleis van Tadmor, waarin men, schoon dit alles een puinhoop geworden is, egter nog overblyfsels van de schoonste marmer-en porsiersteenen pilaaren ontdekt, die ongemeen fraai bewerkt zyn. Men ziet 'er ook steenen van eene verbaazende langte, hoogte en breedte, met alle de sieraaden der bouwkunde, als standbeelden, kolommen kapiteelen, pedestallen, galleryen, trappen enz. van het fynste marmer, en eene ontelbaare meenigte van andere kostbaare overblyfselen, zoodat alles blyken draagt van den ouden luister der plaatse Verscheidene aanzienlyke christen kerken zyn gesloopt, en liggen in puinhoopen. Men ziet 'er het overschot van de stad Tyrus, eertyds zoo berugt door haaren koophandel, sterkte en rykdom. De oude voortreflyke waterbak ken , naby Rosolayn welke men zegt dat door Salomon zyn ingelegd geworden om Tyrus, Hirams hoofdstad, water te verschaffen. - *~ Den grootschen straatweg op de ruime vlakte van Antiochie Eene andere zeldzaam heid van eenen verschillenden aart is een paar fraaije manuscripten van de Euangelien. — Eenige deelen des lands, en inzonderheid de aanzienlykste steden, zyn niet onvoorzien van veele dingen, die geschikt zyn om den weetgierigen reiziger genoegen te geeven — damuskus de hoofdstad van het zuider deel van syrie is  aardryksbeschryving 425 is in den omtrek van 20 mylen, genoegzaam omringd met tuinen , die met bronnen en watervallen pronken. De stad is versierd met omtrent 130 pragtige moskeen, en met eene Christen kerke, gewyd aan Joannes den Dooper Deeze kerk rust op verheevene pilaaren van graauWen marmersteen, en is omringd met galleryen en kloosters Hier beweert het bygeloof veele heilige reliquien te kunnen vertoonen, als het hoofd van Joannes den Doo per eene grot, waarin een gewyd altaar staat; Het huis, waarin Paulus, na de verschyning, welke hem voorkwam, weder ziende werd, en waar hy by den muur in eene mande werd neêrgelaaten, en meer andere dergelyke byzonderheden. " Te Jeruzalem is eene kerk waarin iedere Cchristen natie eene grafkapel heeft eenige deelen van deeze kerke zyn gemerkteekend met de eene of andere merkwaardige omstandigheid, die betrekking heeft tot den dood en de opstanding van onzen Zaligmaaker en jaarlyks, op goeden Vrydag naamelyk, wordt de historie van het Lyden daar plegtiglyk gevierd; alle de deelen van dezelve worden telkens, op eene zeer bygeloovige wyze, op nieuw vertoond. Daar zyn ver scheidene altaaren, standbeelden en grafsteden. In het byzonder is 'er eene grafstede van Godesroy van Bouillon ,> den eersten Christen Koning van Jeruzalem: en veelen zyn 'er, die bedevaarten naar deeze plaats komen doen. De vloer van de eerste kapel is met marmer van verscheidene kleuren ingeleid; op denzelven zyn de pelgrims nimmer gewoon te loopen, maar altyd op hunne knien te kruipen: inzonderheid hebben zy meer dan gemeenen eerbied voor het oost-einde van dezelve, waar, volgens hunne overlevering, de plaats is, daar de Heiland gelee den heeft. ~ Naby Bethlehem heeft men ook nog over blyfsels van die fonteinen, meiren en hoven, welke men zegt dat tot verlustiging van Salomon zyn aangelegd geworden; en in eene kleine vallei, naby die stad gelegen, bouwde de godvrugtige Helena eene kerk, omdat men zegt dat de Engelen daar aan de Herderen, tot verkondiging bb 5 der  426 Natuurkundige der geboorte van Christus, verscheenen zyn. - Hier is ook dat hol, uit eene rotse uitgehouwen, het welk de spelonk der geboorte genoemd wordt, en waar men voorwendt nog de wieg te kunnen vertoonen, in welke de Zaligmaaker is gelegd geworden. Wy kunnen hier ook melding maaken van het klooster van het heilige Kruis; maar dat en meer andere voorbeelden van bygeloof en geest ryverye van misleide Christenen zullen wy overslaan, dewyl zy dien eerwaardigen naam geene eer aandoen. IV. Arabie Naast aan de Provincien, van welken wy reeds gesproken hebben, ligt het groote land, Arabie genoemd , eene streek van ongemeene uitgebreidheid, strekkende van 13 tot 31½ graaden Noorder breedte, en van 33 tot 60 graaden Ooster langte, zynde omtrent 1350 mylen van het Noorden naar het Zuiden, en byna 620 van het Oosten naar het Westen. Men merkt egter aan dat de oude en hedendaagsche Aardryksbeschryvers , ten aanzien der waare uitgestrektheid van dit land, van elkanderen verschillen. Arabie grenst ten oosten aan de Arabische of Persische Golf, en aan een gedeelte van de Arabische zee ; ten westen aan de Roode zee; ten noorden aan Palestina en Syrie en ten zuiden aan een gedeelte van den grooten oceaan Het is merkwaardig dat dit land altyd zynen ouden naam behouden heeft. Sommigen leiden denzelven af van het Hebreeuwsche woord Harabi, het welk eenen vrybuiter beteekent; anderen van het Hebreeuwsche woord Horeb, het welk het westen te kennen geeft; daarenboven zyn 'er eenige andere gissingen wegens de afleiding van deezen naam, die ons niets wezenlyks leeren; de bewooners van het land worden dikwyls Saraceenen genaamdHet geheele land wordt gemeenlyk verdeeld in drie deelen.  Aardryksbeschryving. 427 len. 1. Voor eerst woest Arabie: ten tweeden steenagtig Arabie, en ten derden gelukkig Arabie: deezen, te samengevoegd zynde, maaken het grootste Schiereiland der geheele waereld uit. Het ligt tusschen het 2de, 3de, 4de en 5de klimaat. Een gedeelte van het zelve ligt onder de verzengde lugtstreek; want de Keerkring van de Kreeft loopt over gelukkig Arabie heen. De lugt in het noordelykste gedeelte is zeer heet geduurenda de zes zomermaanden, dewyl de hemel dan zelden of nooit met wolken overtogen is; maar in het zuidelyke gedeelte is zy gemaatigder, en vry gunstig door verfrischende dauw, die by nagt valt, —— De grond is gevolglyk ook van verschillenden aart; in het noordelykste deel is dezelve geheel onvrugtbaar, en bezet met zwaare en verschrikkelyke rotsen : het zuidelykste deel is overspreid met groote zandbergen; maar het andere, het welk met regt den naam van gelukkig Arabie voert, is vrugtbaar en aangenaam. Het geheele land verschaft inderdaad maar weinige fonteinen, rivieren of bronnen, zoodat de inwooners menigwerf gebrek aan water hebben, tot onderhoud van zich zelven en van hun vee; en het land is zeer digt bewoond, vooral aan de zeekusten De voortbrengsels van Arabie bestaan in aloës, kassia wierook, myrrhe, manna, en andere kostbaare gommen; in kaneel, peper, kardamom, dadels, oranjeappelen, limoenen , granaatappelen, vygen, en meer andere vrugten. Honig en wasch zyn 'er in overvloed, en de valleien verschaffen meest allen koorn en andere graanen. Anna , de hoofdstad , of het voornaamste vlek van woest Arabie, is eene der plaatsen , welke de karavaanen, die naar en van Aleppo, Tripoli, Damaskus, Bagdad enz. reizen, moeten doortrekken, en waar de schatting of tol voor alle de koopwaaren aan den grooten Emir van Al Arabistan betaald wordt. Maar noch dit noch eenig ander vlek in de woestyne noch in het Vorstendom van Argia, of van Chevabeda, verdient eene byzondere beschryving, dewyl het noch ten aanzien der grootte of pragt  428 Natuurkundige pragt van zyne gebouwen, noch ten aanzien der volkrykheid, noch in eenig ander opzigt, iets heeft, het welk de aandagt der reizigers waardig is. Steenagtig Arabie is het westelykste van de drie Arabien het wordt nu door de inboorelingen Arabistan genoemd, of Barraab Arabistan; het kreeg den naam van Petraea of steenagtig naar zyne oude hoofdstad Petra. Die gedeelte gelykt zeer veel naar het woeste, uit hoofde van zynen steenagtigen onvrugtbaaren grond. Hier zyn egter eenige plaatsen van aanzien, als Bussereth Tabuc Horac, Madian, Rephaim , de bergen Horeb en Sinai, de woestyne van Piha-hiroth Elim , Tor of Marah, en verscheidene andere, die in de Schriftuur gemeld worden, van welke allen wy juist niet voorneemens zyn eene by zondere beschryving te geeven Wy merken egter aan dat Tor of Marah eene zeer uitgestrekte vallei of vlakte is, die van Piha-hiroth tot aan den berg Sinai loopt, en kassia-boomen voortbrengt, die den wierook verschaffen : daar zyn ook andere boomen, welker takken overdekt zyn met eene soort van wol, niet ongelyk aan katoen, schoon in verre na zoo fyn en zoo wit niet: men heeft 'er daarenboven andere boomen, die groote sappige bladeren draagen , welke eenen aangenaamen reuk van zich geeven, en het Vee ten voedsel verstrekken: want in plaatsen, waar weilanden ontbreeken, dienen boomen en heesters om dat gebrek te vergoeden. De berg Sinai gaat alle de overige bergen deezes lands in hoogte te boven, en is, tot op eenen afstand van tien of twaalf mylen van hooge heuvelen omringd. De opklimming naar den berg is egter gemaklyk gemaakt door trappen, die, op last der Keizerinne Helena in de rotse zyn uitgehou wen In deezen berg zyn veele aderen van rots kristal , steenen van eene zeer misselyke gedaante, en fraai met kleuren geschakeerd. Hier beweeren de monniken dat zy de plaats kunnen aanwyzen, waar Mozes de twee steenen Tafelen ontving, nevens meer andere byzonderheden uit de Schriftuurlyke historie. De  Aardryksbeschryving 429 De berg Horeb die niet ver van hier staat, wordt in de Historie genoemd, als de plaats, waar het gouden Kalf door de Israëlieten geëerd werd. De Tempel van het zelve vinden wy beschreeven als een zeer pragtig gebouw, met eenen vloer van het fynste marmer, fraai bewerkt, terwyl tevens alles wat tot deezen Tempel behoorde als ongemeen kostbaar en schoon wordt voorgesteld Her is ook eene kerk, die men zegt dat door Keizer Justinianus is gebouwd geworden, en waarin het Christen reizigers vry staat hunnen Godsdienst te verrigten. Deeze berg is ook vrugtbaar in veele fraaije mineraalen en delfstoffen de top van denzelven is eene aangenaame vlakte, waaruit eene voortreffelyke bron voortkomt; en de schuinte van den heuvel verschaft overvloed van druiven, vygen, olyven, persiken amandelen, dadels, en andere vrugten. Gelukkig Arabie is ver het grootste en aanzienlykste van de drie deelen, en wordt door de inwooneren Raman of Hayaman genaamd. Het heeft den naam van gelukkig niet slegts ter oorzaake van zyne groote vrugtbaarheid en altydduurende groente, maar ook uit hoofde van zynen rykdom, en den overvloed van zyn goud en zilver, als mede om de balsemagtige gommen en het welriekend hout. De oudste Schryvers spreeken van de myrrhe aloë, nardus, kassia cederen, van eene verscheidenheid van kostbaare steenen als diamanten robynen, sardonyxsteen van zeer hooge waarde, uit hoofde van de schoonheid en verscheidenheid der kleuren.— De aangelegene zee brengt ook het haare toe om de inwooners te verkwikken en te verryken door de grootste verscheidenheid van visch, schulpen en paarlen. Marcellinus noemt hen gelukkige Arabieren, ryk in koorn, vee, welriekende speceryen , geneeskragtige planten , heilzaame bronnen, geneezende wateren enz. doch dit moet begreepen worden in vergelykinge met andere volkeren, dewyl een groot gedeelte van het land te heet is om gezond, of aangenaam, of vrugtbaar te zyn, geduurende eenig aan-  430 Natuurkundige merkelyk gedeelte van het jaar. Het is egter altyd merkwaardig geweest om zynen handel met Persie en Europa. Gelukkig Arabie was oudstyds verdeeld in zeventien districten maar de hedendaagsche Aardrykbeschryvers verdeelen het in 13 Provincien of Vorstendommen, te weeten, 1 Baharein, 2 Hagiaz of Higiaz. 3. Jemama. 4. De Koningryken van Aden of Mocha. 5. Van Seger of Alibinali 6 Aman of Oman. 7. Fortach. 8. Yeman of Yaman 9 Mascabat 10. Ormus 11 Xael 12 Zibith en 13. het landgebied van Tehaman. Ieder van deeze deelen kan gelegenheid verschaffen om van deszelfs voortbrengselen in het byzonder te spreeken. Andere deelen zyn berugt als plaatsen , waar eenig merkwaardig bedryf is voorgevallen, of de eene of andere zeldzaamheid gevon den wordt. - Van deezen laatstgemelden aart zyn verscheidene plaatsen, die door de pelgrims, in hunne bedevaarten naar Mecca bezogt, en door de Mohammedaanen met groote bygeloovigheid geëerd worden: want hier was het dat Mohammed eerst zynen Godsdienst voortplantte. De bewooners van dit groote land verschillen in zeer veele opzigten van elkanderen. Zy zyn meest allen Mohammedaanen of liever veelen hunner zyn wilder, onbeschaafder en dommer dan de Mohammedaanen zelven Eenigen zyn zwart, anderen kort van gestalte, gezwind in het loopen, verwyfd van spraake en aart, en zonder eenige vaste woonplaatsen. De hedendaagsche historie leert ons dat men vry wat zorge en moeite heeft aangewend om de onkundigsten onder hen te beschaaven en dat die poogingen ook niet zonder goed gevolg gebleeven zyn. De klederen, welke de bewooners der woeste deelen draagen, zyn blaauwe overrokken, met eenen gordel vastgemaakt, en eenen mantel van beestenvellen zy draagen ook tulbanden : veelen der mannen gaan egter genoegzaam naakt, terwyl de vrouwen van het hoofd tot de voeten dermaate bewonden zyn, dat men geen gedeelte van haar ligchaam kan zien. De  aardryksbeschryving 431 De bewooners van het platte land leeven van den roof, gelyk zy altyd gedaan hebben, sedert dat zy eene natie hebben uitgemaakt; somtyds gaan zy zoo ver dat zy de karavaanen berooven; dikwyls persen zy den reizigers geld af maar sommigen houden zich te vrede, wanneer hun vrywilliglyk iets geschonken wordt, en poogen de Reizigers geen nadeel altoos toe te brengen. De Arabieren eeten, even als andere Mohammedaanen, allerlei vleesch , uitgezonderd varkensvleesch, en agten het vleesch van kameelen. even als wy kalfsvleesch doen, boven andere spyzen. Zy eeten allerlei visch, behalven Zulken die schubben heeft; in plaatse van brood maaken zy koeken van meel, en bakken dezelven op den haard: ryst en gedroogde dadels worden zeer goed tot spyze geoordeeld. Koffie en thee, water en serbet, van oranjeappelen gemaakt, zyn hun gewoone dranken, en zelden gaan zy zoo ver dat zy zich het rooken van tabak veroor looven. . De voornaamste verlustiging der Arabieren is het paardryden. Daar is geen land bekend, dat fraaijer ras van paarden heeft, en welks inwooners grooter vermaak vinden in ze wel af te rigten. Daarenboven zyn zy zeer afgerigt op krygsoefeningen, en op de behandeling van Vuurroers. . Wat de wegen betreft, daar zyn 'er geenen, welke dien naam verdienen, in het gantsche land; want de meeste Arabische wegen zyn niet anders dan woestenyen, en de karavaanen moeten menigwerf zulke groote streeken, die geheel onbewoond zyn, doortrekken, dat zy, even als de zeevaarenden van een kompas gebruik moeten maaken somtyds dienen de starren haar wel ten geleide: want zy zyn doorgaans gewoon om by nagt te reizen. Zy reizen in grooten getale: misschien zyn 'er vierhonderd menschen en duizend beesten, voornaamelyk kameelen om de lasten te draagen, gelyk ook paarden en ezels om de wagens te trekken, by elkanderen. Een kameel draagt gemeenlyk agthonderd ponden, en de drommedarissen, die eene  432 Natuurkundige eene soort van kameelen zyn , kunnen omtrent vyfhonderd ponden draagen. Deeze nuttige dieren schynt het dat grootsdeels geschikt gemaakt zyn door de Voorzienigheid tot die gebruiken, waar toe men gewoon is zich van dezelven te bedienen; want zy zyn door de natuur zoo gevormd dat zy het vogt uit hunne maagen in hunne keelen kunnen brengen, zoodat zy vyf of zes dagen, zonder water kunnen voorttrekken ; by sommige historieschryvers vindt men dat zy het veel langer kunnen uithouden, schoon hunne vragten hun geduurende al dien tyd niet worden afgenomen, of ten minsten niet meer dan eens, indien de reis wat lang duurt, terwyl de paarden en ezels gedeeltelyk met water en anderen voorraad tot hun onderhoud belaaden worden. Alles wordt op die reizen met groote voorzigtigheid aangelegd, en de beesten en goederen, die onder het opzigt staan van eenen Bewindsman, welke tot dat einde is aangesteld, worden op eene behoorlyke wyze bezorgd. V. Diarbeck Of Diarbekr De provincie Diarbeck, het oude Mesopotamie, is gelegen ten noorden van Eyraca Arabica, Of Chaldea, en omringd door de rivieren Euphrates en Tygris De voornaamste stad van deeze provincie is Diarbeck; dezelve is op eene hoogte gebouwd, die zeer steil naar de rivier af loopt. De stad is omringd met eenen dubbelen muur, en op den buitensten muur staan 60 oude toorens. In de stad is eene pragtige moskee, die te vooren eene Christelyke kerk geweest is; ook vindt men 'er verscheidene fraaije galleryen, en men zegt dat zy niet minder dan 20000 Christen inwooners heeft, van welken twee derde deelen Armeniers zyn; daarenboven is 'er een groot aantal Mohammedaanen, en zy is de zetel van den Onderkoning. De grond is in de nabuurschap van deeze stad zeer goed, en verschaft veel koorn, wyn, en allerleie soorten van leevensmiddelen: ook heeft men 'er overvloed van  Aardryksbeschryving 433 van tam Vee, en van wild Gevogelte. De voornaamste manufaktuur is die van Turksch Leder of Maroquynen; dezelve houdt wel een vierde gedeelte der inwooneren bezig. Galnooten en Tabak zyn mede voortbrengsels van deeze Provincie, die in groote meenigte vervoerd worden. De Provincie Turkomannie, het oude Armenië, is gelegen tusschen Diarbeck en Curdistan hebbende Medie aan het oosten en Natolie aan het' westen : de hoofdstad is Erzerom, waar de Armenische en Grieksche Christenen ieder hunne Bisschoppen hebben. De inwooners bestaan voornaamelyk uit ambagtsluiden, die in leder en koper werken : want de nabuurige bergen zyn ryk in koper Ertse en hebben ook eenig zilver. De bergen zyn doorgaans met Sneeuw bedekt tot midden in den zomer; de lugt is 'er des winters ongemeen koud, en des zomers ondraaglyk heet. Het weder verandert hier dikwyls zeer schielyk, het geen ten uitersten nadeelig is voor de gezondheid en het genoegen der inwooneren. Zy dryven vry sterken handel in Bonten, en hebben ook eenen goeden buitenlandschen handel, want de karavaanen komen op hunnen weg naar Trabezond of de Zwarte zee, en vervolgens naar Konstantinopelen,door deeze stad. Georgië is verdeeld ónder de Persiaanen en Turken; ver het grootste gedeelte staat egter onder de heerschappy der Persiaanen Turksch Georgië bevat Mingrelie, Imeretta, en het zuidelykste gedeelte van Cirkassie gelegen tusschen de 42 en 46 graaden ooster langte, en tusschen de 40 en 45 graaden noorder breedte. Het ligt in de gedaante van eene wassende maan, aan het oost-einde van de Euxynsche zee , hebbende den berg Kaukasus aan het noorden, Persisch Georgië aan het oosten , en Turkomannie of Armenië aan het Zuiden. De voornaamste steden zyn Amarchie en Gonie. Georgië is een zeer bergagtig land : inzonderheid mag men zulks zeggen wegens het noordelykste gedeelte. II. Afd. III. Deel. Cc De  434 Natuurkundige De bergen zyn 'er meest zoo hoog, dat zy, geduurende een groot gedeelte van jaar, met sneeuw bedekt zyn , waardoor de lugt des winters zeer koud gemaakt wordt; maar de valleien zyn 'er, over het algemeen genomen, vry warm, en des zomers zelfs zeer heet : de grond verschaft in plaatsen, waar hy bebouwd wordt , goed koorn. De bergen zelfs vertoonen zich, zooras als de sneeuw gesmolten is, bekleed met bloeijende vrugtboomen en kruiden, en met veelerleie soorten van fraaije gewassen. De landstreek is gezond, en de inboorelingen hebben een zeer goed voorkomen; naauwlyks is 'er eenig volk in het Oosten, het welk, meer geroemd wordt om zyne schoonheid, en tevens om zyne verstandelyke bekwaamheden en zyn vernuft; uit Georgie is het dat de Turken en Persiaanen hunne Harams of Serrailen vervullen : zy verkiezen ook van daar leevendige jongens, welke zy in hunne Schoolen te Konstantinopelen en te Ispahan laaten opvoeden, terwyl zy hen noodzaaken om zulke konsten en weetenschappen te leeren, waartoe hun vernuft meest geschikt bevonden wordt; en uit deezen kiezen zy alle hunne Beglerbergs of Onderkoningen, hunne Beys, Bassaas, en Bevelhebbers, wanneer zy een genoegzaam getal van jaaren bereikt hebben. Van hier voorzien de Jooden van Konstantinopolen, en van andere groote steden, zich voornaamelyk van eene meenigte slaaven , die hun gelegenheid verschaffen om eenen zeer voordeeligen, maar tevens eenen zeer onnatuurlyken handel te dryven Veelen derzelven koopen zy zeer jong, en voeden ze op zoo als zy ten hunnen voordeele dienstigst oordeelen. Het kan geenszins vreemd voorkomen dat dit een gemeene tak van koophandel is onder geldzugtige handelaaren ; maar dat ouders kunnen bewoogen worden om hunne kinderen te verkoopen, in het onzekere vooruitzigt van derzelver bevorderinge en dat zulks zoo gemeen is onder de Armenische Christenen, moet voorkomen als geheel onbestaanbaar met onze begrippen wegens menschlievendheid en verpligting. Het  AardryksbeschryVing. 435 Het is egter aanmerkelyk dat de schoone sexe , die in de meeste deelen van het Turksche Ryk opgesloten , en als slaainnen behandeld wordt, hier eene buitengewoone Vryheid geniet, en gemeenlyk in de openbaare wandelplaatsen van de stad , in het gezelschap van Christen vrouwen, gezien wordt, met welken zy in groote vriendschap en gemeenzaamheid leeft. Men merkt ook wegens de mannen, in dit gedeelte van het Ryk, aan dat zy beschaafder, spraakzaamer en vriendelyker zyn dan de Turken in andere deelen van Turkye. — Het land rondom Diarbeck is zeer ryk en schoon : het brood, de wyn en het vleesch zyn 'er uitmuntend ; de vrugten zyn 'er lekker en de vogels, inzonderheid de duiven , vallen 'er grooter, en beter van smaak , dan in andere deelen van Europa . , De Tigris is hier altyd doorwaadbaar, uitgezonderd dan wanneer die rivier door zwaare stortregens of gesmolten Sneeuw sterk is opgezwollen; dan gaat men 'er over door middel van eenen steenen brug , drie mylen boven de stad Diarbeck; en de gantsche tusschenwydte van die stad af tot aan de brug toe, bestaat uit volkryke voorsteden, waar de meeste karavaanen, in de karavanieryen of herbergen , gewoon zyn uit te rusten , omdat zy 'er beter koop kunnen te regt raaken, en meer geryts vinden dan in de stad. . . . Arabisch Eyraca, of Chaldea , de laatste Provincie waarvan wy, als tot het Turksche Ryk behoorende, moeten spreeken, is ten zuiden van Mesopotamie, tusschen de twee groote rivieren den Euphrates en Tigris gelegen De grond van deeze Provincie was oudstyds vrugtbaar, en zoude het nog zyn, indien hy behoorlyk bebouwd werd : de weilanden zyn egter zeer ryk in de meeste valleien; doch de ongemeene hette veroorzaakt in andere deelen des lands onvrugtbaarheid. De historieschryvers merken aan , dat de taal van Chaldea verschilde van,het Hebreeuwsch dat in Mesopotamie gesproken werd; doch door de lange verkeering met de Jooden werd de zuiver-heid  436 Natuurkundige heid van beide de taalen bedorven, en uit derzelver vermenging ontstond die , welke thans de Syrische genoemd wordt, en nog heden de algemeene taal is door deeze Provincie. — Het karkter der oude inwooneren heeft zeer geringe gelykvormigheid met dat der hedendaagschen. Eertyds waren zy berugt door hunne zugt tot de astrologie, waarzeggery, en door meer andere bygeloovigheden. Zy waren ook reeds zeer vroeg grove afgodendienaars en overtroffen alle andere natien in de meenigte hunner afgoden, en in de belachlykheid der godsdienstige plegtigheden. Men zegt egter dat zy kort na de dagen der Apostelen den Christelyken Godsdienst aannamen, en ten tyde van de Niceensche Kerkvergaderinge was de Bisschop van Seleucie reeds in groot aanzien. De Christenen zyn 'er zeer talryk, doch niet zeer regtzinnig : de meesten zyn der gezindheid van de Jakobiten of van de Nestorianen toegedaan, die 'er hunne Kerken hebben, even als de Armeniers. Bagdad, de vermaarde hoofdstad van deeze Provincie, is gelegen aan den ooster oever van de rivier den Tigris te vooren behoorde deeze stad tot Persie, maar nu is zy in de magt der Turken : zy bevat omtrent drie mylen in haaren omtrek. Hier is een sterk kasteel, en nog eene verschansing tegen over het zelve, beiden geschikt om de stad te beschutten : desniettegenstaande is Zy egter verscheidene maalen door de Turken en Persiaanen genomen en hernomen geworden; laatst van allen is zy, in den jaare 1638, genomen door de Turken in wier handen zy sederd gebleeven is. Lang na dien tyd is zy zeer geweldiglyk aangetast geworden door Kouli Khan doch, zonder het bedoelde gevolg alleenlyk diende deeze aanval om haaren handel merkelyk te benadeelen, — Het is 'er des zomers zoo heet dat de inwooners genoodzaakt zyn om by nagt markt te houden. Deeze landstreek is berugt omdat zy oudtyds de zetel van Babylon geweest is, waarin veele oude paleizen en tempels geweest zyn, als de tempel van Jupiter, en meer  Aardryksbeschryving 437 meer andere; die zeer vermaard waren. Van derzelver aêlouden luister kan men thans nog uit de puinhoopen oordeelen. Wat de voortbrengsels van dit land, en de zeden en gewoonten der inwooneren betreft, deezen zyn gelyk aan die van Persie waarvan wy nu zullen handelen, en dus kunnen wy die byzonderheden ter deezer plaatfe overslaan DE BESCHRYVING EN NATUURLYKE HIS: TORIE VAN PERSIE. Sommigen leiden den naam van dit land af van Persis eene van deszelfs oude provinciën, welke zoo genoemd werd naar Perseus een' Griek, die de landstreek te onderbragt, en dezelve naar zynen naam noemde De Grieken en Romeinen noemden het met den hedendaagschen naam van Persie en alle de Europeesche natiën doen het zelfde uitgezonderd dat'er eene geringe verandering in den uitgang plaats heeft : maar de Turken en Persiaanen geeven aan dit land den naam van Agem. De grenzen van het oude Assyrische en van het Persische Ryk zyn genoegzaam de zelfden geweest: zy strekten zich uit van de Egeesche zee in het westen tot aan de rivier den Indus in het oosten ; en van den Indischen Oceaan, in het zuiden, tot aan Scythie in het noorden. Het hedendaagsche Persie is gelegen tusschen de 45 en 70 graaden ooster lengte, en tusschen de 25 en 40 graden noorder breedte : hee grenst aan de bergen van Arrarat of Dagistan die het van Cirkassisch Tartarye aan het noordwesten afscheiden; aan de kaspische zee, die het aan het noorden van Rusland scheidt; aan de rivier den Oxus, waardoor het ten noordoosten van Usbeksch Cc 3 tar-  438 Natuurkundige Tartarye wordt afgezonderd; aan Indie aan het oosten aan den Indischen oceaan , en de golven van Bassora, of Persie en ormus, aan het zuiden , en aan Arabie en Turkye aan het westen : het is omtrent 1000 mylen lang van het noorden naar het zuiden , en 1100 van het oosten naar het westen. Persie wordt gemeenlyk verdeeld in zestien provincien naamelyk, 1 Esterabat. 2 Chorassan, 3 Sablustan 4. Sigistan 5 Makeran. 6. Kerman 7, Farsitan 8. Chrisistan. 9. Cardestun. 10. Erac of Irac. 11 Aberheitzan. 12. Chirvan. 13 Dagostan. 14. Gilan. 15. Mazanderan. 16. Georgie waarin ook Mingrelie begreepen is. De eilanden zyn Baharin, Keckinisse en Lareza, maar geen land is 'er, waar men grooter veranderingen vindt ten aanzien der verdeelinge en de uitgestrektheid der provincien verandert merkelyk , naar 's Konings verkiezing : ook verschilt dezelve telkens uit oorzaake van de menigvuldige binnen • of buitenlandsche oorlogen, die hier gevoerd worden. De hoofdstad is yspahan of ispahawn, in de provincie van Eyrac : zy ligt in het midden van eene schoone vlakte, en is aan alle kanten omringd van bergen, die 'er overal op eenen afstand van omtrent drie mylen van af liggen , en trapswyze ryzen in de gedaante van een amphitheater. De Rivier Senderhout is omtrent eene myl van de stad af; en van daar wordt het water door waterleidingen en buizen in de bakken en kanaalen gebragt, die geschikt zyn om 'er aan het hof en de stad eenen genoegzaamen voorraad van te verschaffen — ispahan is eene groote, wei aangelegde en volkryke stad hebbende byna twaalf mylen in den omtrek. De huizen hebben meest allen platte daken, waarop men kan wandelen , zitten of leggen, om des zomers het voordeel van de opene lugt te genieten. Hier is ook een groot aantal van pragtige paleizen, en dat van den Koning beslaat anderhalve myl in het rond. Men telt 'er 160 moskeen 1800 karavanseryen, 250 gemeene baden , eene verbaa zen-  Aardryksbeschryving 439 zende menigte van fraaije pleinen, straaten enz. die van kanaalen voorzien en met boomen beplant zyn, om , door lommer en andere aangenaamheden , tot vermaak en genoegen van het volk te kunnen dienen. Dat gedeelte, welk den naam van Julpha draagt, wordt bewoond door Armeniers, Hasenabth door Georgiers, en Kobrabath door Heidenen. Schoon de stad op eenigen afstand van de zee gelegen is , wordt 'er groote handel gedreeven, dewyl de koopluiden van verschillende natien hier, ter voortzettinge van hunne zaaken, samenvloeijen, en de Engelsche Oost-Indische Kompagnie hier is gevestigd geweest, eer de onlusten in Persie gebooren waren. Kouli Khan schynt een besluit genomen te hebben om zyn hof naar Mesched over te brengen, en sederd dien tyd heeft niemand eenige aanmoediging gevonden om zich hier neder te zetten. - De stad ligt omtrent 270 mylen ten zuidoosten van Casbin, 230 ten Noordoosten van Busserah, 270 ten Zuiden van de Kaspische zee , en 1300 van Konstantinopolen. De eerste bewooners van dit land waren de Elamieten, nakomelingen van Elam, zoon van Sem , die naby de Persische golf hunne woonplaats hadden : maar Joktan en Mesech zetten zich neder aan het noorden , naby den berg Taurus. - De hedendaagsche bewooners verschillen egter ten aanzien van hunne gedaante, gesteltenis, bekwaamheden , zeden , deugden en gebreken, zeer merkelyk van de ouden. Het overschot der oude Persiaanen is kort van gestalte, vriendelyk van uitzigt , ruw van vel, en olyfkleurig; doch wy moeten erkennen dat, in verre het grootste gedeelte van Persie, het nageslagt, door de vermenging met de Georgiers en Cirkassiers, zeer veel ten goede veranderd is : zy hebben genoegzaam eene eeuw lang, de gewoonte gehad om vrouwen uit Georgie en Cirkassie te neemen, en de kinderen, welke uit die huwelyken gebooren worden ; zyn fraai en bevallig : zy zyn gemeenlyk ryzig van gestalte, leevendig van aart, en vriendelyk van gelaat, waartoe de zagtheid van hun kliCc 4 maat  440 Natuurkundige maat, en de maatigè leevenswyze, waartoe zy door hunne opvoeding gewend worden, niet weinig toebrengt.— De Persiaanen vinden wy ook beschreeven als zeer beminnelyk van karakter: den mannen worden goede natuurlyke bekwaamheden toegeschreeven; zy worden vertoond als zeer beschaafd en verpligtend in hun gedrag; als mannen van eere, als dapper, herbergzaam en goedwillig van aart, inzonderheid ten aanzien van vreemdelingen, gelyk blykt uit de wyze, waarop zy hen ontvangen en beschermen, en uit hunne algemeene inschikkelykheid en verdraagzaamheid in zaaken van Godsdienst, indien men slegts de bygeloovige geestelyken uitzondert. Ten aanzien der rykdommen gedraagen zy zich als wysgeeren, en wenschen slegts om zoo veel als zy noodig hebben om weldaadigheid te oeffenen, of om naar hun genoegen te leeven. In zeer veele opzigten zyn zy verkwistend, vooral in het onderhouden van eenen grooten stoer en van een talryk gevolg. Zy maaken hun gebruik van het tegenwoordige, en weigeren zich geene vermaaken, in welken zy kunnen deelen, berustende voor het overige in de schikkingen der Voorzienigheid en in hun noodlot, zoodat zy ongelukken en wederwaardigheden met groote lydzaamheid verdraagen. Aan den anderen kant hebben zy (want wy moeten hun karakter met onpartydigheid opgeeven) veele heerschende gebreken en kwaade gewoonten : zy zyn verflaafd aan de vermaaken en gewoon aan ligtvaardig zweeren en vuile taal : zy houden veel van vleijerye en van beleefde betuigingen, maaken eene uitwendige vertooning van deugd om hunne trotschheid des te beter te voldoen, en wanneer men hen hunne reinigingen ziet verrigten, hunne gebeden hoort opzeggen, of hen van God hoort spreeken, gelyk zy menigwerf met de verhevenste uitdrukkingen doen, dan moet men natuurlyker wyze vraagen hoe het moogelyk zy, dat zoo veele ondeugden onder hen heerschen. Zy komen, om de waarheid te zeggen, allerbeminnelykst voor aan vreemdelingen, aan welken zy minst bekend zyn. «—„ Het is egter  Aardryksbeschryving 441 egter een noodzaakelyke regel, dien men ten aanzien der Persiaanen moet in het oog houden , dat karakters, niet zonder uitzondering goed of kwaad zyn; want veele wyze, beschaafde, eerlyke en opregte luiden worden onder hen gevonden, en in het stuk van welleevenheid moogen zy gelyk geagt worden aan andere natien. Zy geeven elkanderen menigvuldige en geregelde bezoeken, en op plegtige feesten wagten de ryken aan hunne huizen de armen af, welken zy op hunne beurt weder gaan bezoeken. - Doch hoe welleevend en beschaafd de Persiaanen ook zyn moogen, handelen zy egter zelden uit beginselen van edelmoedigheid, maar veel meer uit oogmerken van eigenbaat, of liever de beweegredenen van hunne daaden zyn hoop of vrees; en men moet zelden eenigen gunst van hun verzoeken, zonder een geschenk in de hand te hebben. Het is onder hen ook zeer gemeen op hunne feesten geschenken te geeven aan hunne begunstigers en weldoenders. - De heerschende neiging van het handeldryvend gedeelte des volks, dat geld wint, en waarvan eenigen groote rykdommen verzamelen , is een huis te bouwen, vervolgens eene marktplaats aan te leggen, en dan eene karavansery op te rigten. Zy leggen ook een bad aan, als iets dat noodzaakelyk is voor eenen Edelman; en eindelyk stigten zy, even als andere natien : kollegien, die zy, ter bevorderinge der geleerdheid, waarvan zy grooter liefhebbers zyn dan voordeezen van zekere inkomsten voorzien, welke daaden zy, even als de Roomsch-Katholyken als verdienstelyke werken beschouwen, waarvoor zy in het toekomende leeven grooter belooningen verwagten. De Godsdienst der Persiaanen is inderdaad de zelfde als die der Turken, te weeten het Mohammedaanendom, schoon zy gantsch andere begrippen voeden wegens de wettige opvolgers van Mohammed; want de Turken zyn aanhangers van Aberbeker, en de Persiaanen zyn Ali den behuwdzoon van Mahammed, onafscheidbaar toegedaan; de eersten eerbiedigen de Koran, onder opzigt van Aberbeker, Cc 5 en  442 Natuurkundige en de Iaatsten die van Ali , zynde hun afkeer van elkanderen zoo groot , alsof de eene der beide partyen den Mohammedaanschen Godsdienst in het geheel niet ware toegedaan. De geleerdheid bloeide in Persie veel vroeger dan in Europa; doch nu gaan de Europëers de Persiaanen in geleerdheid en in de beoeffening van weetenschappen zeer ver te boven. Hunne starrekundigen zyn opvolgers van de oude Magi, en derzelver voorspellingen zyn by het gemeen in zeer hooge agtinge. Zy noemen deeze weetenschap de omwenteling der Starren of de Sleutel van het toekomende : en deeze bedriegelyke konst is door de domheid van sommigen of door de baatzugt van anderen, zeer merkelyk in aanzien toegenomen. Het is inderdaad vreemd dat ze allen, van den Koning af tot aan den boer toe , dermaate verdwaald zyn ! Want de Koning houdt een groot aantal van deeze starrekykeren in zynen dienst, en legt hun een aanzienlyk jaargeld toe, ,en einde zy hem zyne gelukkige of ongelukkigen oogenblikken voor den geest brengen. Deeze misleiders van het menschdom worden in 's Koning tegenwoordigheid toegelaaten, en in alle zaaken van belang geraadpleegd. De weetenschappen , op welken zy zich daarenboven voornaamelyk toeleggen, zyn de rekenkunde, de natuurlyke en zedelyke wysbegeerte, de geneeskunde, het verstaan van den Koran, enz. Veele luiden van aanzien onderhouden ook eenen digter, die zyne stukken by alle plegtige gelegenheden, of by openbaare vermaakelykheden, te voorschyn brengt: men vindt ook digters in de openbaare koffiehuizen . en in alle andere plaatsen werwaards eene groote meenigte samenvloeit daar stellen zy hunnen roem in de gelegenheid om aan het gezelschap blyken van de vlugheid en leevendigheid van hun vernuft te toonen • en het is zeker dat de Persiaanen in de digtkunde meer 'dan in eenigen anderen tak van letteroeffeninge uitmunten Gemeenlyk mengen zy vaarzen onder het geen zy in* profa schryven; zelfs mengen zy ze onder hunne gemeenzaame gesprekken De  Aardryksbeschryving 443 De Persiaanen beginnen hun jaar met den evennagt der lente , wanneer de starrekundigen bezig zyn met eene juiste waarneeminge van het oogenblik, waarin de zon in den ram treedt. Zy kunnen ook reden geeven van de eklipsen , en maaken ten aanzien van dezelven zeer naauwkeurige uitrekeningen : desniettegenstaande hebben egter hunne Priesters zoo veel invloeds op hunne verstanden, dat zy, op het zien van eene Eklips , gewoon zyn te bidden , alsof dezelve een teeken ware van het Goddelyk ongenoegen, en diende om eenigen zwaaren rampspoed te voorspellen. De Heer Thevenot merkt aan dat 'er in Persie veelen zyn, die eene groote bedreevendheid in de wiskunde bezitten, en sommigen, welke over den eenen of anderen tak dier weetenschap , zoo wel als over de zedeleer geschreeven hebben. _ Geneeskundigen zyn onder hen in groote agtinge, schoon men erkennen moet dat zy dermaate aan de starrewigchelaary verslaafd zyn, dat zy de gevoeglykste hulpmiddelen om zïch tot hunnen post bekwaam te maaken verwaarloozen, zich vergenoegende met zeer geringe kundigheden wegens den aart van hunne lyderen , en zich weinig bemoeijende met de toepassing der geneesmiddelen, zoodat buitenlandsche geneesheeren in dit Ryk somtyds meest in aanzien zyn. Het is evenwel in deeze dagen onder de beoeffenaars der geneeskunde gewooner geworden, zich in hunne weetenschap byzonderer te oefenen : om die reden zyn 'er kollegien opgerigt, in welken, onder anderen, ook lessen in de geneeskunde gegeeven worden: deezen vindt men te Ispahan, Ardivil, Tauris; Casbin, Com, Ysed, en Samachi, werwaards de jongelingen gezonden worden , om onderwyzingen te hooren in byzondere takken van geleerdheid, naar het beroep, waartoe zy opgeleid worden. De beschaavende konsten zyn in Persie tot eenen hoogen trap van volkomenheid gebragt geweest, inzonderheid de schilderkunst en beeldhouwkunde, gelyk gedeeltelyk blykt uit de puinhoopen van Persopolis en van andere oude ge-  444 Natuurkundige gebouwen : doch deeze konsten zyn nu merkelyk in verval geraakt, waarvan onder anderen de reden is dat het den Persiaanen niet vry staat in hunne tempelen schilderyen of beelden te plaatsen : want een Mohammedaan zal nimmer bidden in eene eene plaatse, waar beelden te vinden zyn ; eene andere reden kan ook zeer wel zyn dat zy zich thans meer toeleggen op konsten, die een tegenwoordig voordeel aanbrengen, het welk zonder merkelyke moeite of koste kan verkreegen worden. Zy hebben maar weinig gelegenheid om hunne bekwaamheid in de bouwkunde te vertoonen , dewyl de meesten van hunne huizen laag zyn, en niet meer dan eene verdieping hebben. Het dak hunner huizen is doorgaans gewelfd, en het kan inderdaad niet wel anders zyn , tenzy ze het van hout maaken, het geen maar zelden gebeurt, omdat zy grooter overvloed van Steen hebben , die duurzaamst en best geschikt is om hunne vertrekken koel te maaken. De gewoone sieraaden bestaan uit zekere schoone pleister, die samengesteld is uit verscheidene soorten van stoffen, welke een hard zilverkleurig bekleedsel geeven aan hunne muuren , zoo van binnen als van buiten. Hunne vensters verdienen eene byzondere opmerking : dezelven zyn doorgaans gemaakt van zekere fraaije soort van hout; en zy hebben eene soort van dik glas met verscheidene kleuren; men vindt eenigen dier glazen beschilderd met beelden, die voor vreemdelingen eene zeer bevallige vertooning maaken. Doch schoon zy het ligt wel door laaten, kan men 'er egter noch zaaken noch menschen door onderscheiden. Onder de Persiaanen heeft men geene uitmuntende timmerluiden, dewyl de schaarsheid van hout hen belet om 'er eenig gebruik van te maaken in groote werken. Hunne kabinetwerkers zyn ongemeen vernuftig. Hun porcelyn is ook zeer fraai. De aarde, waarvan hetzelve gemaakt wordt, is zeer fyn en doorschynend, en veelen agten het even hoog als het Chineesche, dewyl het veel beter tegen het vuur kan, en de kleuren doorgaans leevendig zyn.  Aardryksbeschryving 445 zyn Het borduuren is eene andere konst, waarin de Persiaanen uitmunten : doch zulks is gedeeltelyk toe te schryven aan hunne goud-en zilver-draadtrekkers en twyners, welke doorgaans geoordeeld worden verder in hunne konst te zyn dan die van eenig ander land. Verscheidene van hunne fabrieken zouden zekerlyk grooter opgang maaken, indien de vorm van hunne burgerlyke regeering maar op eene andere wyze ware ingerigt De kleeding der Persiaanen wordt afgebeeld als een mengsel van pragt en eenvoudigheid, verschillende even als in andere landen naar den rang en het vermogen der persoonen De mans draagen in het algemeen groote Tulbanden om hunne hoofden , van welken sommigen pronken met gouden of zilveren bloemen, die in het linnen of in de andere stoffen, waarvan men ze maakte, geweeven zyn. Over hun bloote lyf draagen zy eene foort van hembd, van kattoen gemaakt met naauwe mouwen, die digt om den arm sluiten en hunne broeken hangen neder tot aan de kuit van het been toe : over het hemd draagen zy eenen borstrok, en daarover eenen lossen rok , met eenen gordel toegebonden. Hunne koussen zyn van wollen stof gemaakt, en sluiten met net om de beenen; en hunne voetzoolen zyn van Turksch leder. De juffers draagen eenen gesteeven kap; haar hair is opgebreid, en veekyds getooid met juweelen of vederen • doorgaans verwen zy haare winkbraauwen, indien dezelven niet uit de natuur zwart zyn, en sommigen bedienen zich van verwe om haar aangezigt te verfraaijen Zy zyn zeer gezet op juweelen en oorringen, en houden veel van parelsnoeren om hare halzen. Dit is de gemeene dragt van de fatzoenlyke luiden; maar die van geringer soort zyn zeer onagtzaam in hunne kleedinge; zy maaken egter werk van eenigen opschik, schoon zy anderzins slegt in de kleeren zyn. Ten aanzien van het voedsel neemt men waar dat de Persiaanen , even als de meeste Oostersche volken , zich met zeer weinig vernoegen; hun gewoone ontbyt bestaat  Natuurkundige staat in een kop koffie, wanneer zy opstaan des mor gens omtrent elf uuren eeten zy meloenen of andere vrug ten ; doch hunne voornaamste maaltyd doen zy des avonds; Zy bakken Zoo veel broods te gelyk als zy voor eene maaltyd noodig hebben: Zy eeten geen vleesch van eenig dier , het welk den Jooden ten spyze verbooden was; ook gebruiken zy geen zout afzonderlyk maar zou ten hunne versche spyzen terwyl zy dezelven toebereiden Zy bedienen zich het onder eeten van geene tafel, maar spreiden slegts een kleed over den grond, en zitten met de beenen over kruisling malkanderen of rusten op kussens, en houden onder het eeten zich weinig op met eenige plegtigheden of welvoeglykheid. Zy zyn doorgaans zeer verkwistend in hunne openbaare vermaak lykheden , en hebben op hunne feesten eene groote verscheidenheid van spyzen en dranken, schoon zy nim mer tot buitenspoorigheid in het gebruik van dezelven overslaan , zy houden meer van lekkere dan van zwaare of sterke wynen; en by het eindigen van hunne maalty den zyn zy gewoon het overschot aan de armen te schen ken De regeering der Persiaanen is despotiek, en louter willekeurig dewyl hunne levens, zoo wel als de behoudenis van hunne bezittingen van het goedvinden van den Sophi afhangen, die aan geene wet gebonden is; zoodat zyne onderdaanen zich, zonder uitzondering, naar zyne bevelen moeten voegen, al stryden dezelven tegen de wetten van God en van de natuur. De voornaamste Staat-ministers zyn de Athmat Doulet of de Grootkansellier ; de Sepeh Salor , of de Kapitein-generaal , eene bediening die slegts voor eenen tyd duurt, en met het eindigen van den oorlog ophoudt; de Sedre , die het hoofd der Geestelykheid is. De provincien hebben mede hunne Gouverneurs, Chans genaamd, die, in zeker opzigt, volstrekte magt bezitten, welke egter geheel van 's Vorsten goedvinden afhangt. De wetten van dit Ryk zyn, over het geheel genomen, vry strikt, en de  Aardryksbeschryving 447 de straf die den Overtrederen wordt aangedaan, is zeer gestreng en onmenschlyk. In de taal der Persiaanen vindt men, in verschillende streeken, een zeer merklyk onderscheid. In sommige hoofdsteden wordt de Arabische aangemerkt, als best geschikt voor de welspreekenheid en uit dien hoofde worden hunne boeken in dezelve geschreeven (want de drukkonst is in Perfie nog niet ingevoerd.) De Persiaanen hebben verscheidene woorden, die uit het Arabisch zyn overgenomen; en ook eenigen, die uit het Hoogduitsch ontleend zyn ; de Turkscbe en Arabische taalen worden aan het hof gesproken maar de taal van het gemeene volk is vervalscht en moeijelyk te verstaan. Men merkt aan dat de Perfifcbe taal zagt en lieflyk klinkt, maar de Adel mengt 'er de Arabische onder, dewyl dezelve de persische voor een dorre taal houdt. de natuurlyke historie De lugt van Persie verschilt merkelyk in de onderscheidene streeken. In de noordelyke deelen, daar veele bergen en rotsen zyn, is dezelve scherp en vry gezond : doch in de zuidelyke deelen is zy niet slegts zagt, maar zelfs zoo warm dat men het vleesch op den zelfden dag, op welken de dieren gedood zyn, moet eeten, De grond moet gevolglyk in dit uitgebreide land ook merkelyk verschillen. In sommige plaatsen zyn de valleien zoo vrugtbaar, dat zy in het zelfde jaar twee oogsten opbrengen : maar de inwooners zyn niet genegen tot den landbouw, en de reden dier verwaarloozinge is misschien wel dat zy door de regeering menigwerf van hunne bezittingen beroofd worden. Men erkent egter dat de Persiaanen sederd de laatste jaaren merkelyke veranderingen in de bebouwinge van hunne landeryen gemaakt hebben, en zich van zeer geschikte middelen bedienen ter aankweekinge van verschillende soorten van graanen, tik tarw, ryst garst, haver, enz. In  448 Natuurkundige In hunne moestuinen heeft: men overvloed van meloenen , van welken men rekent dat zy twintigderleie soorten hebben. Saladen, komkommers en andere gewassen zyn 'er ook in groote menigte. Hunne druiven zyn meest al zeer klein, doch in de landstreeke van Shiras vindt men eene vry groote soort, uit welke men zegt dat zeer goede wyn geperst wordt. ïn Persie zyn mede goede dadels, welker vleesch ongemeen zoet is. De boom , die dezelven voortbrengt, is eene soort van palmboom, die groot en dun is, en geene takken heeft dan aan den top , waar de vrugt aan trossen groeit, die somtyds veertig ponden weegen. Genoegzaam alle soorten van vrugten vallen 'er zeer lekker, en in eene groote verscheidenheid van soorten Hunne tuinen verschaffen ook verscheidenheid van welriekende planten. Bloemen groeijen 'er mede zeer welig, doch zelden vindt men dezelven in hunne tuinen, in eenige orde. geplant. De velden van Hyrcanie of Mazenderan zyn ongemeen schoon, alsof natuur en konst samenspanden om de bevalligste verscheidenheid voort te brengen. Men vindt 'er dikwyls roozengaarden en vrugtboomen onder eikanderen gemengeld : doch de inwooners zyn meest gesteld op ruime wandellaanen, op fonteinen en waterkommen. De kruiden, welke in Persie gevonden worden, zyn Senna, zal Armoniak, en Persi. aanscbe Papavers, die om de meenigte, waarin zy voorkomen, en om het vogt, het welk 'er uit geperst wordt, in hooge agting zy. Assa Foetida is, schoon by ons om den onaangenaamen reuk zeer in veragting, by de Persiaanen een der welriekende voortbrengselen. — De Bezoarsteen, die in de ligchaamen der geiten gevonden wordt, is in Persie zoo men zegt, beter dan die, welke in Indie valt. De voortbrengsels der bergen en mynen van dit Koningryk zyn niet zeer aanmerklyk : Zwavel, Salpeter en Antimonie worden in de bergen tusschen Mazanderan en Erak gevonden. — Groeven van rood wit en zwart Mar-  Aardryksbeschryving. 449 marmer zyn in de nabuurschap van Tauris. Verscheidene mylen zyn 'er ook in de provincie van Carmanie, waar men een natuurlyk zout vindt; maar de kostbaarste juweel, die in Persie valt, is de Turkooisteen, welke in de provincie van Charassan te vinden is. De Rivieren zyn 'er niet menigvuldig, en naauwlyks is 'er een, die bevaarbaar is, indien men den Araxes uitzondert, en die is het nog maar alleen voor platbodemde vaartuigen. De Persiaanen hebben egter goede havens en sterke steden. De nuttigste Dieren onder de Persiaanen zyn de Kameelen, Dromedarissen, Paarden, Muilezels, Ezels, Ossen en Buffels. De Dromedaris is van den grooten Kameel voornaamlyk onderscheiden in grootte en gezwindheid. De groote Kameel heeft twee bulten op den rug, en de Dromedaris niet meer dan een; de groote Kameel kan een last van 800 ponden draagen en de Dromedaris, of kleine Kameel, is even merkwaardig door zyne snelheid in het loopen. Deeze Dieren worden ook beschreeven als zeer handelbaar, en gemaklyk te bestieren, uitgezonderd in den springtyd, wanneer zy eene maand lang wat wild zyn. De Persiaanen bedienen zich van Muilezels, Buffels en Ezels om 'er op te ryden , en om dezelven, even als de Kameelen, lasten te doen draagen. die naar hunne kragten geschikt zyn : maar hunne Paarden zyn zeer fraai, en worden alleenlyk voor rypaarden gehouden. Zy zyn zeer wel gemaakt, vlug en leevendig; nooit wordt hun iets aangedaan het geen zoude kunnen strekken om het natuurlyk vuur te verdooven ; men zegt egter dat zy zoo snel niet in het loopen zyn als de Arabische Paarden, van welken de Koning altyd een groot aantal onderhoudt. Men zegt dat een Paard in Persie dikwyls voor 300 of 400 ponden sterling verkogt wordt. De Persiaanen voeden hunne Paarden voornaamelyk met haver, en somtyds snyden zy gras voor dezelven, maar zy voeren ze nooit met hooi. In Persie is eene zeer schoone soort van Schaapen , II Afd. III Deel Cc * wel-  450 Natuurkundige welker wol en vleesch gelyklyk in waarde gehouden worden : deezen hebben staarten, die menigwerf tien ponden weegen, en zy hebben zes hoornen, van welken sommigen horizontaal zyn uitgegroeid. Deeze Schaapen worden zeer gezogt uit hoofde van de fyne wol, die zy op hunne huiden hebben, zoo wel als om hun vleesch. Het Schaapenvleesch wordt in Persie meer gegeeten dan eenige andere spyzen. Het vleesch van Herten, Reebokken en Haazen wordt 'er in het geheel niet gegeeten. In het middelste of zuidelyke gedeelte van Persie is in het geheel geen wild gedierte; dewyl 'er weinige schuilplaatsen voor het zelve te vinden zyn : maar in de Hyrkanische bosschen, naby de kaspische zee, zyn Tygers, Luipaarden, wilde Zwynen, en verscheidene andere roofdieren. In het middelste deel van Persie zyn weinige Insekten, dewyl de grond 'er ongemeen droog is; doch menigwerf benadeelen de Springkhaanen de velden, en vliegen by gantsche zwermen, vernielende alle groente, waarop zy komen te vallen. Doch daar zyn eenige Vogels, die het land ten zelfden tyde bezoeken, en dit vernielend ongedierte opëeten , waardoor zy de schade van den landman menigwerf voorkoomen. Naby de Hyrkanische of kaspische zee vindt men allerleie nadeelige insekten en wormen. Het tam gevogelte van Persie is genoegzaam het zelfde als het onze, behalven dat er geene Kalkhoenen tieren. Duiven zyn 'er in groote meenigte, en te Ispalian heeft men duizenden van duivenhuizen. De Patryzen zyn 'er groot en goed van smaak. _ De Pelikaan heeft een ligchaam zoo groot als een schaap, maar eenen zeer kleinen kop, en zyn bek is omtrent zestien duimen lang onder den bek is een groote zak, die ruim twee pinten water kan bevatten. Deeze Vogel legt zyn nest altyd in woestynen, waar noch water noch menschen gevonden worden , en men denkt dat hy somtyds wel twee dagen lang moet vliegen, om water tot laavenis van zyne jongen te vinden. De  Aardryksbeschryving. 451 De Vogels, die zingen, zyn 'er genoegzaam de zelfde als in Europa, en daar zyn verscheidene soorten van fraai gekleurde Vogelen, welker pluimaadje ongemeen bevallig is. In dit drooge Land, waarin men zo weinige rivieren heeft, kan men niet verwagten dat veel riviervisch zal vallen; ook is in de hoofdstad ispahan geen Zeevisch te vinden : maar in de Persische golf, in het zuiden, en in de Kaspische zee aan het noorden, is groote overvloed van Zeevisch; ook vindt men in de rivieren Kur en Arras, die in de Kaspische zee vallen, Riviervisch. In de golf van Bossora, op de kust van Arabie, worden Paarloesters opgevischt. Omtrent honderd jaaren geleeden, agtte men dat hier de voornaamste Paarlvisschery der waereld was; verscheidene der inwooneren werden opgeleid om zich met dezelve bezig te houden, en werden 'er ook zeer op afgerigt. De Kaspische zee is een groot meir, paalende aan het land der Kalmuksche Tartaaren aan het noorden; aan Bocharie en een gedeelte van Persie ten oosten; aan een ander gedeelte van Persie en Cirkassie ten westen; van het noorden naar het zuiden is zy omtrent 400 mylen lang, en van het oosten naar het westen 300 breed. In deeze zee vallen verscheidene groote rivieren, schoon men niet kan bespeuren dat zy grooter wordt, en 'er geen zigtbaar getyde gaat. Deeze zee is menigwerf gevaarlyk voorde reizigers, dewyl zy in haaren aart onstuimig is. De Perfische golf is een groote golf tusschen Persie en gelukkig Arabie; aan den ingang naby Ormus, is zy niet boven de 30 mylen wyd, maar verder op is zy meer dan 180 mylen; en de langte is van Ormus tot aan den mond van den Euphraat 420 mylen. Onder de merkwaardige Oudheden en Zeldzaamheden van dit Koningryk, die door sommige Historieschryveren gemeld worden, komen veelen geheel ongelooflyk en fabelagtig voor. Onder de voornaamsten mag men tellen een Tooren van ispahan staande in het midden van de Cc * 2 stad-  452 Natuurkundige stad. — de Spelonk van Gomron, om haar verschrikkelyk voorkomen de Poort van de Hel genaamd. De Piek van Damoan, die met sulfer bedekt is. De zwavel, agtige bron te Naphta. Eene kostbaare Gom, die uit sommige rotsen in de provincie Kerman druipt, doch waarvan al het voordeel in 's Konings schatkist gebragt wordt. De geographie en NATUURLYKE HISTORIE van GROOT TARTARYE. Dit uitgebreide land, Groot Tartarye genaamd, om het te onderscheiden van klein Tartarye in Europa, bevat het oude Scythie en Serica. Onder de verscheidene en verwarde berigten der schryveren is dat het overeenkomstigst met de waarneemingen en historien , het welk Tartarye plaatst tusschen den 55sten en 140sten graad van langte, ten oosten van London, en tusschen den 40sten en 80sten graad noorder breedte, zoodar het omtrent 4000 mylen lang, en 2400 breed is, grenzende ten noorden aan Siberie, of aan dat gedeelte van Noord asie het welk tot Rusland behoort; ten westen aan de rivier de Don, de Wolga, en de Kama, die het van Rusland afscheidt; ten zuiden aan de Euxynsche en Kaspische zeen, Korazm, China en Korea; en ten oosten aan den Tartaarschen oceaan. Uit dit berigt blykt dat Groot Tartarye een uitgebreid land is; byna in het midden van Asie gelegen , en zich genoegzaam over deszelfs geheele langte uitstrekkende. Dit wyd uitgebreide land is in twee deelen verdeeld, het eene wordt Westelyk, en het andere Oostelyk Tartarye genoemd, welk laatste naauwlyks een vierde gedeelte der grootte van het eerste bevat. Dit blykt overeenkomstig met deszelfs ouden staat te zyn, toen de groote chan Alleen-  Aardryksbeschryving. 453 leenheerscher was over dit groote land : doch dit is zoo lang geleeden dat de schryvers verschillen in het bepaalen der plaatse van zyn verblyf, noemende sommigen Cambalu, en anderen Cathay als zyne hoofdstad. Het is egter zeker dat dit Tartarye voordeezen eene monarchy geweest is, welke nu gebroken, verdeeld, en gesmaldeeld is in verscheidene gouvernementen. Het is egter blykbaar dat deeze provincien of gouvernementen van groote uitgestrektheid zyn, volgens de aandeelen, die verscheidene Vorsten, wier grenzen men niet gemaklyk kan aanwyzen, bezitten. Want schoon de landen , welke aan iedere natie behooren , wel zyn afgedeeld , worden egter, dewyl 'er weinige groote steden of vlekken zyn , naar welken de vreemdelingen zich kunnen rigten, derzelver verscheidene gelegenheden en standen gevoeglykst bepaald door de natuurlyke grensscheidingen, door de bergen naamelyk , rivieren , meiren , enz groot Tartarye is thans best bekend naar de hedendaagsche verdeeling in drie onderscheidene natien , te weeten: I Tartarye, eigenlyk zoo genaamd. II De Kalmuks, die ook Eluths genoemd wordend III De Mongles of Mongaalen. Deezen worden weder gesmaldeeld in verscheidene andere takken. Onder de eerste verdeeling zyn usbeksche Tartaaren de aanzienlyksten : dezelven woonen in het noordelykste gedeelte van Persie, tusschen de Kaspische zee , en de Heerschappyen van den Grooten Mogol, en zy bestaan, eigenlyk gesproken, uit drie Natien, naamelyk de Sartes, die de oude inwooners van her land zyn ; de Turkomannen , die 'er zich voor de Tartaaren hebben neêrgezet , en de Usbecks , eigenlyk zoo genaamd. De Usbecs schynen onder geene gere gelde regeering gestaan te hebben, niet dat zy geenen Vorst of Opperheer hebben, aan wien zy onderworpen Cc* 3 zyn  454 Natuurkundige zyn, en eene soort van schatting betaalen moeten; maar zy zyn veelal geen tugt gewoon , en ongeneigd om tegenkanting te dulden. Hunne leevenswyze draagt blyken van hunnen aart: des zomers leeven zy meest van den roof, en des winters onthouden zy zich in steden en vlekken, waarzy genoeglyk met elkanderen leeven, tot dat de zomer weder komt, wanneer verscheidene der stammen zich aan de boorden van de rivier Amon of Gibon, oudstyds Oxus genaamd , nederslaan , waar zy weiden voor hun vee kunnen vinden, tot dat hun weder gelegenheid ter plonderinge voorkomt. Zy doen menigvuldige invallen in de nabuurige provincien van Persie, en laaten zich door geene gemaakte verbonden in hunne roofzugt beteugelen, dewyl hunne rykdommen beftaan in de slaaven, en andere dingen, welken zy wegvoeren. Men agt hen zeer bedreeven in den wapenhandel, en hunne wapens zyn genoegzaam de zelfde als die , welke in andere deelen van Tartarye gebruikt worden, te weeten de sabel, de pyl, de lans en de boog, welke laatste onder hen eene meer dan gemeene grootte heeft. Zy zyn ook zeer aanzienlyk ten aanzien van hunne meenigte en hun vermogen, dewyl zy een leger van veertig, of vyftigduizend mannen te veld kunnen brengen. De Usbecks , die deeze landstreek in bezit hebben, worden gemeenlyk voor de beschaafdsten van alle de mohammedaansche Tartaaren gehouden, schoon Zy, gelyk wy zoo even gezegd hebben, zich op krygvoeren en plonderen toeleggen. De mans en vrouwen zyn, even als de Persiaanen, gekleed; doch minder net. Hunne klederen hangen gemeenlyk tot aan de helft der beenen neder, en tot zoo ver reiken ook hunne halve laarsjes. De voornaamsten draagen eene witte pluim op hunnen tulband. Hun gewoone drank is water en paardenmelk: hunne lekkerste spys is Pillow, bestaande in ryst, welke in vleeschnat , gemeenlyk van paardenvleesch , gekookt is. Hun water heeft eene zeer schadelyke eigenschap, die hun zeer dikwils besmettelyke ziekten veroorzaakt, tegen  aardryksbeschryving 455 tegen welke paardenmelk het beste hulpmiddel bevonden wordt Hunne taal is een mengsel van het Turksch , persisch en Mogolsch, zoodat zy die volkeren en deezen hen verstaan kunnen, uit welken hoofde zy met dezelven ook voornaamelyk handel dryven. - Wy moeten egter aanmerken dat , schoon zy meest allen leeven van het geen zy hunne nabuuren ontrooven, 'er egter eenigen zyn, die in de vrugtbaarste oorden in draagbaare tenten woonen, hun vee weiden en zelven bestaan door hunne landeryen, in navolginge van hunne nabuuren, de Kalmucks te bebouwen alleenlyk kryg voerende , wanneer zy 'er toe genoodzaakt zyn. Deezen zegt men dat in de voornaamste vlekken en gehugten woonen. Daar zyn veele andere provincien van Tartaaren, onder verschillende Khans als onder anderen de Eluths: deezen worden verdeeld in twee provincien: de bewooners van de eerste draagen den naam van Ayuki Eluths, en derzelver land is gelegen aan het westelykste gedeelte van Tartarye; het grenst aan de rivier jack, bevat het grootste gedeelte van die landstreeke, welke oudstyds Kipjak genaamd werd, en strekt zich omtrent tien graaden oostwaards van de rivier uit. De bewooners der tweede provincie zyn de Kontaiski Eluths welker bezittingen van den 65sten tot den 102den graad van langte zyn uitgestrekt. De naam van Kalmucks is hun door de Mohammedaansche Tartaaren gegeeven. De tweede natie of tak der Monguls, vindt men in de Kalkas. Hun land strekt zich van den berg altay oostwaard,, ult tot aan den oorsprong van de rivier Kalka naar welke zy hunnen naam hebben : het ligt aan de grenzen van Oostelyk Tartarye, en op delengte van 139 graaden De derde tak wordt uitgemaakt door de Mogols of Mungls, eigenlyk zoo genaamd: hun land lgit ten zuiden van dat der Kalka's, tusschen deezen en den grooten muur van china aan welk Ryk beide de natien thans onderworpen zyn. _ Be Cc" 4  456 Natuurkundige Behalven deeze Khans , die meest allen afgodendienaars zyn, zyn 'er twee anderen in Groot Tartarye , welke dat gedeelte van hetzelve bezitten , het welk men Turkestan noemt, gelegen ten noorden van Groot Buckharie en Karcazm, tusschen deeze twee landen en de heerschappyen van de Eluths, Zy waren , oorspronglyk, Turksche volkeren, door verschillende benaamingen van elkanderen onderscheiden. De Arabische historie dier algemeene verdeeling geeft ook eenig berigt wegens de natuurlyke voortbrengselen deezer landstreeke. .Zy leert ons onder anderen dat het land van Tobat, Groot Bukkarie ten Westen hebbende, overvloed heeft van ryke mynen van het fynste goud en zilver. Men vindt hier het meir Berwan, het welk 40 mylen lang. en 24 breed is. . Het land van Taghazgaz bevat vier steden, die allen vry wel bewoond zyn, en waar van de voornaamste Kakhan in de bergagtigste streeken is. Naby de stad is een groot aantal van muskusdieren en andere schoone wilde beesten. Eenigen van dit volk aanbidden de zon en het vuur, en hebben ook hunne byzondere huisgoden. De provincie Kharker grenst aan de zee van Sir , en is eene groote vrugtbaare landstreek, die veel waters heeft, en waarin snelvlietende rivieren zyn , door welken moolens omgevoerd worden. Aan de oevers van de rivier Menhar groeijen aloëboomen. Daar is ook eene soort van visch, Shatrun genaamd, die geene graaten heeft, en in smaak naar geenen anderen visch gelykt : gegeeten wordende, verwekt hy eene merkelyke aandoening in de zaadvaten. Hier is een schiereiland , Hyacinth genaamd , naar de fraaije steenen van dien naam, welke daar in meenigte gevonden worden. Een ander aanmerklyk gedeelte van Groot Tartarye is , Groot Bockhara of eigenlyk Buckharie , gelegen ten noordoosten van de Usbecks aan de andere zyde van de Gihon. Deeze provincie, die het Sogdiana en Bactriana der oude Grieken en Romeinen schynt te bevatten , met derzelver onderhoorige staaten, ligt tusschen den 34sten en  Aakdkyksbeschryving. 457 en 46sten graad van breedte, en tusschen den 76sten en 92sten van langte: zy grenst ten noorden aan de rivier Sir , die haar van de heerschappyen der Kalmucks afscheidt. — Het Koningryk van Kashgar , of Klein Buckharie maakt de grensscheiding aan het oosten; ten westen grenst zy aan het land van Karazm , zynde omtrent 770 mylen lang van het oosten naar het westen, en 730 breed van het noorden naar het zuiden. Volgers Bentinck heeft de natuur niets aan dat schoone land geweigerd, om de inwooning in hetzelve genoeglyk te maaken. In de bergen vindt men de rykste mynen ; de valleien zyn tot verbaazens toe vrugtbaar , in allerleie soorten van fruiten en aardgewassen. Op de velden gaat men tot de kniën toe door het gras. De rivieren krielen van uitsteekenden visch, en in de bosschen is overvloed van hout: het is om kort re gaan het best bebouwde en het digtst bewoonde land van het geheele noorderdeel van asie. Doch alle die voordeelen zyn van weinig gebruik voor de Tartaarsche bewooneren , die uit hunnen aart zoo afkeerig zyn van den landbouw, dat zy liever op roof uitgaan en hunne nabuuren van kant helpen, dan zy zich bevlytigen om de zegeningen, welken de natuur hun in de ruimste maate geschonken heeft, voor zichzelven van nut te maaken, — Zy zyn sterk en moedig, en bezitten dus alles wat geschikt is om hunnen nabuuren schrik aan te jaagen. De vrouwen van deeze Tartaaren bezitten zelfs onverschrokken moed ; zy volgen haare mans in den oorlog, en schroomen niet te vegten, wanneer 'er zich gelegenheid toe opdoet. Dit land wordt Groot Buckharie genoemd, om het van Klein Buckharie te onderscheiden, niet om dat het van grooter uitgebreidheid is, maar om dat het in meenigte en volkrykheid van steden, en in vrugtbaarheld van grond, het laatstgemelde verre te boven gaat. Het wordt gesmaldeeld in drie Provincien. De noordelykste wordt Maurenner of Samakant genaamd, en de hoofdstad van dezelve voert mede deezen naam. — Buckharie , eigenlyk zoo genoemd, is in het Cc* 5 mid-  458 natuurkundige midden van dit groote land gelegen, en heeft eene hoofdstad , die den zelfden naam draagt. — In de provincie Balk is de voornaamste stad ook Balk genaamd. Ten opzigte der groote provincie Buckharie hebben verscheidene andere verdeelingen plaats , welke wy niet kunnen onderneemen aan te wyzen , en veel minder te beschryven. De inwooners zyn, over het algemeen genomen, welgemaakt en schoon , indien men de lugtstreek, in welke zy leeven , in aanmerking neemt. Zy hebben meest allen groote oogen , die zwart en leevendig zyn: hunne aangezeten zyn wel besneeden, hun hair is zwart, en hunne baarden zyn zwaar. De vrouwen zyn over het algemeen genomen groot, welgemaakt, en welbesneeden van weezenstrekken. Beide mans en vrouwen draagen katoenen hembden en borstrokken, en over dezelven hebben de mans een zyden of katoenen kleed, het welk ter halver been nederhangt, en met een zyden gordel om den middel wordt gebonden, welke gordel verscheidene maalen rond gaat.. Wanneer zy uitgaan , doen zy eenen langen lakenschen overrok aan, die met bont geboord, en 'er des winters zelfs mede gevoerd is: hun hoofddeksel is een ronde lakensche muts, gelyk de Poolen draagen, met eenen breeden bonten rand. Sommigen draagen tulbanden, even als de Turken. de vrouwen draagen lange rokken van de bovengemelde stoffen; haar hair hangt in lokken neder, en is opgetooid met paarlen en andere kostbaare steenen : zy dekken haare hoofden met eene zeer kleine en platte muts van zulk eene kleur als zy verkiezen. Der Tartaaren godsdienst is de Mohammedaansche, en zy komen in hunne gewoonten na genoeg overeen met de Turken; dit moet men egter verstaan wegens de voornaamste steden en de daaraan grenzende streeken : doch in afgelegener plaatsen is het gemeen zeer onkundig, en heeft naauwlyks eenigen godsdienst hoe genaamd. Klein Buckharie is een ander gedeelte van Groot Tartarye; doch dewyl het door de Kalmuks veroverd is, wordt het  AardryKsbeschryving. 459 het doorgaans Katmuks Tartarye genoemd. Andere Aardryksbeschryvers doen het egter voorkomen als eene provincie ten zuiden van de Kalmuks gelegen, hebbende Groot Buckharie aan het westen, de Moguls aan het oosten , Tibet aan het zuiden, nevens het noordwestelyk einde van China. Rondom heeft het woestynen, en is gelegen tusschen den 92sten en 118den graad van langte, en tusschen de 35° 30' en 45° graaden breedte, zynde van het oosten naar het westen omtrent 850 mylen lang, en van het noorden naar her zuiden 580 breed; doch indien de afmeetingen genomen worden naar de halfronde gedaante des lands, dan zal de langte merkelyk grooter , en de breedte kleiner zyn. Het bestaat voornaamelyk uit eene lange keten van bergen, wier takken zich door de groote zandige woestynen uitbreiden, die, aan den voet van deeze heuvelen, doormengd is met vrugtbaare vlakten. In de geheele landstreeke zyn maar weinige steden, schoon 'er veele onderscheiden staaten of landen zyn, wier juiste grensscheidingen men door de schryveren niet vindt aangeweezen. Omtrent het jaar 1603 bestond zy uit twee Ryken, te weeten Kashgar in het westen, en Chalis in het oosten, staan de beiden onder den zelfden Opperheer: thans is het verdeeld, in het Koningryk van Kashgar en de provincien van aksu Kursan en Khamil, welke door de Chineezen Hami genoemd wordt. De stad Yerekeen is thans de hoofdstad, en is gelegen in her noordelykste gedeelte van Kashgar, De bewooners van deeze landen zyn, schoon zy onder de benaamingen van Eluts en Kalmuks bekend staan, over het algemeen genomen Buckhariers, en komen met die van Groot Buckharie overeen, in gedaante, gewoonten, kleedinge, en meer andere byzonderheden. Schoon de heerschende of vastgestelde Godsdienst in deeze geheele provincie de Mobammedaansche is, oeffent men egter jegens alle andere Godsdiensten eene volmaakte verdraagzaamheid, omdat de Kalmuks, die meesters van  460 Natuurkundige van dezelve zyn, oordeelen dat men geen mensch , uit hoofde van zyn geloof, behoort te ontrusten ; doch de bewooners zyn onkundiger dan die van Groot Buckharie. De veelwyvery wordt 'er als wettig aangemerkt, dewyl zy 'er zoo veele vrouwen koopen als zy kunnen, belaaiende voor dezelven naar maate zy bevallig zyn; gemeenlyk geschiedt die voldoening in goederen, als in damasten, sabels, vossenvellen, katoen, en in meer andere kostbaare waaren. Elk mag, wanneer het hem behaagt, zyne vrouw weder naar haare vrienden zenden , mids dat hy zich getrooste den prys, voor haar betaald , te verliezen. De vrouw mag ook haaren man verlaaten; doch dan staat het haar niet vry iets mede te neemen. Hunne denkbeelden wegens de maagd Maria, derzelver Ontvangenis en de Menschwording van Jezus Christus, dien zy Jsay noemen, zyn, zoo wel als hunne bevattingen wegens eenen toekoomenden staat, al te ruuw en fabelagtig om met regt onder Godsdienstige gevoelens geteld te worden. De provincien, van welken wy reeds gesproken, en de geographische beschryvingen gegeeven hebben, kunnen ten deezen aanzien als genoegzaam geoordeeld worden , inzonderheid dewyl veele andere deelen van Groot Tartarye nu tot Rusland behooren, sederd de veroveringen , die door Czaar Peter den Isten gemaakt werden; of staan onder den Grooten Mogol, of den Keizer van China Het schynt dus gevoeglyker ze nader te beschryven te gelyk met die landen, tot welken zy thans behooren. Wy zullen 'er hier alleenlyk een kort berigt byvoegen wegens de DE NATUURLYKE HISTOrie Van GROOT TARTARYE. de lugt en grond van zulk een uitgebreid land kunnen niet beschreeven worden ; de lugtsgesteltenis is  Aardryksbeschryving 461 is, over het algemeen genomen, zoo onderscheiden, dat de voortbrengsels der aarde noodwendig moeten verschillen in verschillende landstreeken : doch volgens de beste berigten ,zyn de zuidelykste streeken vrugtbaar, en zouden nog vrugtbaarder zyn , indien zy wel bebouwd wierden. Het is egter niet te ontkennen dat de bergen in dat land merkelyke belemmeringen veroorzaaken, 'inzonderheid aan den noordelyken kant, zoodat het daar zoo wel niet geschikt is om bebouwd te worden als aan het zuiden. De voornaamste bergen, of liever ketens van bergen , die in Groot Tartarye gevonden worden, kan men in drie rangen onderscheiden. De eerste bestaat uit die, welke langs de noordelyke grenzen van het land loopen, en die, schoon zy misschien niet altyd aaneengeschakeld, of onder den zelsden naam bekend zyn, egter alleen begreepen worden onder de algemeene benaaming van Ulng tag of Dag, dat is den grooten berg — De tweede bestaat uit die, welke de zuidelyke grenzen maaken , en Tichuk Tag, of de kleine Berg genoemd worden. — De derde groote keten draagt den naam van den berg Altay, van welken wy reeds gesproken hebben , en die genoegzaam in het midden ligt tusschen de Kaspische zee en Ooster - Tartarye. De voornaamste woestynen of vlakten zyn, vooreerst, die van Kipjak in het westen, zich veele dagreizen ten noorden en noordoosten van de Kaspische zee uitstrekkende. — Ten tweeden, die, welke oostwaards van Kipjak naar den berg Altay loopt, Ten derden die, welke Groot Koby, of de zandige Woestyne, door de Mongles, en Shamo door de Chineezen, genoemd wordt. Dezelve is door ryen heuvelen in drie deelen verdeeld, en strekt zich oostwaards uit, van den berg May naar Ooster Tartarye. De voornaamste rivieren van wester Tartarye zyn, behalven den Dnieper, Don en Wolga , de Jaik en yem,  462 Natuurkundige yem beiden afdaalende uit de Ulug Tag. Wat den loop betreft der rivieren Ili Jrtish, Oby, Kem, Selinga, Orkon, tUla, Onon of Saghalian, Kerlon of Argom, en Kalka , wegens deezen moeten wy den leezer wyzen naar de kaart van Asie. . Daar zyn verscheidene groote Meiren', als Kosogal, Kamish en Jsikol; het laatste is van geringe uitgebreidheid , doen zeer aanmerkelyk, als zynde de plaats, waar turk, hun groote stamvader, zyn verblyf vestigde. De gemeenste voortbrengsels van den grond zyn Ryst, Garst , .en een weinig Tarw ; ook groeijen 'er verscheidene soorten van Wortelen, Peulvrugten en andere Aardgewassen : daarenboven vindt men 'er Rhubarber, KofBe, Aloëboomen, en veele geneeskragtige Kruiden. De merkwaardigste Dieren zyn de zwarte Runderen; doch van deezen zyn 'er weinigen. Geiten zyn 'er in grooten overvloed ; geele Geiten worden zelden gezien in de vlakten, dan in groote troepen : zy hebben de gedaante en grootte van gemeene Geiten , uitgezonderd dat haar hair geel is; zy zyn ongemeen vlug, en uit dien hoofde moeijelyk te vangen. — Daar zyn ook wilde Muilezels : deezen gaan in koppels, doch niet gelyk de tamme; ook kan men ze niet gewennen aan het draagen van lasten. Hun vleesch is aangenaam van smaak , en verdient naar het oordeel der Tartaaren, om zyne voedzaamheid en heilzaamheid hoog geagt te worden. Hunne wilde Zwynen bewoonen de bosschen en woestynen , aan de overzyde van de rivier Tula, en men kan derzelver spoor gemaklyk ontdekken door de aarde, welke zy omwroeten om by de wortelen te komen, die zy tot hun voedsel gebruiken. Het wilde Paard en de Dromedaris, die mede onder de dieren deezes lands behooren geteld te worden, zyn genoegzaam gelyk aan de tammen. Zy worden voornaamelyk in de westelyke dee len  Aardryksbeschryving 463 len van Groot Tartarye gevonden, en somtyds wel op de grenzen van de Kalkas in klein Buckharie. Zy gaan in groote troepen, en wanneer zy tamme dieren van hunne soort ontmoeten, moeten dezelven voor hun onder doen. Zy zyn zoo gezwiud dat de afgerigtste jaagers hen zelden met hunne wapenen kunnen treffen. — De Hautekan is een Dier, het welk groote overeenkomst heeft met eenen Eland : somtyds ziet men 'er van deeze soort, die zoo groot zyn als een Os, zy worden voornaamelyk op moerassige gronden gevonden, en zyn zeer gemaklyk te dooden , omdat hunne zwaarte hen in het vlugten hinderlyk is. — De Csaton of Chelison heeft omtrent de grootte van een Wolf, en schynt tot het geslagt der ossen te behooren. Dit dier heeft lang, zagt en dik hair , van eene graauwagtige kleur, en de huid is aan de hoven van China en Rusland in hooge agtinge. Tartarye wordt menigwerf ontrust door Tygers en Luipaarden; de Tygers, die aan den kant van het oosten zyn, zyn zeer groot en gezwind, en hunne huiden zyn gemeenlyk vaal rood , met zwarte banden gestreept. De huiden der Luipaarden zyn witagtig geteekend met roode en zwarte vlakken. Schoon hun koppen en oogen naar die van den Tyger gelyken, verschillen zy egter van denzelven in grootte , en maaken een gantsch ander geluid.-* De Herten, die zeer sterk in de bosschen vermenigvuldigen, verschillen in kleur en grootte, en ook in de gedaante van hunne hoornen, naar maate der verschillende streeken van dit uitgebreide land, waarin zy gevonden worden. De onverschrokkenheid der Tartaarsche Paarden in het aanvallen van Tygers is zeer verbaazend, en egter is dezelve geheel aan de gewoonte toe te schryven : want in het eerst zyn ze zoo bang voor Tygers als andere Paarden. De Kalkas zyn niet ryk in fabelvellen, maar in bun land zyn egter veele Eekhoornen, Vossen, en eene groote meenigte van Diertjes, die zoo klein zyn als een Her-  464 natuurkundige Hermyn, en onderden naam van Tael-pe bekend staan ; van derzelver huiden weeten zy zien in zekere gevallen te bedienen. Zy zyn eene soort van groote Rotten, en graaven op eene ry zoo veele holen in de aarde als 'er mannetjes in het gezelschap zyn. Een hunner houdt altyd de wagt boven den grond, maar vliegt 'er onder , zooras als 'er eenig onraad nadert. Wanneer de jaagers hunne nesten ontdekken, dan bezetten zy die aan alle kanten , openen den grond in drie of vier plaatsen, en gooijen 'er brandend stroo in. Dus vangen zy ze in grooten getale, het geen de huiden van deeze Dieren goedkoop maakt. De rivieren in het land der Mungles verschaffen juist geenen grooter voorraad of overvloed van Visch. — Men vindt in dezelven een tweeslagtig dier, Turbegha genaamd, het welk vry veel overeenkomst heeft met den Otter ; maar het vleesch is malsch, en haast zoo smaaklyk als dat van een Reebok. In de vlakten van Groot Tartarye zyn veele zeldzaame Vogels van eene meer dan gemeene schoonheid. Men vindt 'er onder anderen van eenen gewag gemaakt door Abulghazi khan die in het land der Mongles bekend is, aan de grenzen van China naamelyk. Dezelve is gantsch en al wit, behalven aan den bek, de vleuglen en den staart, die schoon rood zyn. bentinck denkt dat het de Ooijevaar is, die in Rusland en Siberie, zoowel als in Tartarye, zeldzaam gevonden wordt.  De GEOGRAPHIE en NATUURLYKE HISTORIE van ASlATISCH RUSLAND. De Aardryksbeschryvers verschillen onder élkanderen in het bepaalen der uitgestrektheid en grenzen van deeze groote en meest onbekende landstreeke. Volgens ' de nieuwste en egtste berigten bestaat asiatisch Rusland uit de vier volgende Provincien. I. Het Koningryk vin Siberie. II. De Provincie van Samojedis. III. russische ■ Tartarye. IV. Lapland en Nova Zembla. Samojedie ligt gedeeltelyk in Europisch Rusland, en gedeeltelyk aan de asiatische zyde , doch dewyl de zeden en gewoonten genoegzaam dezelfde zyn als in andedere asiatische Provincien, zullen wy het als geheel daartoe behoorende beschouwen. Schoon russische Tartarye nog niet zeer lang door den Czaar is veroverd en Van asiatisch Tartarye afgescheurd geweest, zullen wy het hier beschryven , en alle de Provincien in die orde, in welke wy dezelven opgeteld hebben, laaten volgen. Het Ryk Van siberie strekt zich 13 graaden van het zuiden naar het noorden uit, en bevat het noordelykste gedeelte van het russische gebied in asie. Het grenst aan het westen aan Europisch rusland waarvan het door eene ry van hooge bergen gescheiden is, die van bet gebergte Caucasus naar den noorder Oceaan strekken. Aan het noorden grenst het aan denzelfden Oceaan of aan de Yszee; aan het oosten aan den Japanschen Oceaan, en een gedeelte van groot Tartarye; zoodat Siberie, volgens de tegenwoordige grensscheidingen van hetzelve, omtrent op 1000 Duitsche mylen van het oosten naar het westen. H. Afd. III.' deel . Dd en  • 466 Natuurkundige en op omtrent 400 van het noorden naar het zuiden mag geschat worden, mids dat men het in zyne grootste uitgestrektheid neeme , met al de Provincien , die aan den zuid - oostkant gelegen zyn, wanneer het zich uitstrekt tot, op eenige weinige dagreizen na, aan den grooten muur van China. De heer templeman stelt Muskovie, Tartarye en Siberie, op 2200000 vierkante mylen; wyders stelt hy de langte deezer landen op 3150, en de breedte op 1500 mylen. Men heeft verscheidene poogingen gedaan om de grensscheidingen vast te stellen, de inwooners te beschryven, de voortbrengsels van deeze groote landstreeke te doen kennen, en in het byzonder om eenen noord-oostelyken doortogt naar de noordwest-kust van Amerika te vinden. Op bevel van den onsterflyken Keizer Peter den Grooten werden ten dien einde verscheidene reistogten ondernomen, en de genoemde keizer werd , geduurende zyn verblyf in Holland, in den jaare 1717, aangezogt om zich deezer zaake aan te trekken , door hun, die gezet waren op nieuwe ontdekkingen; en hy stelde toen met zyne eigene hand bevelen op , die hy zynen Admiraal, graaf feder apraxin overleverde. Ten dien tyde was noch aan het keizerlyke hof, noch in de verst afgelegene deelen van Siberie, bekend wat zeventig jaaren te vooren ontdekt was door de reizen van Jalutzk naar de noordoostelyke deelen van SiberieDe noordoostelykste landengte van Siberie, Tschukotzkoi Noss genaamd, is rond gezeild geworden, lang voordat de Russen zich tot aan Kamschatka hadden uitgestrekt; en door deezen scheepstogt is het beslist geworden dat 'er geene gemeenschap is tusschen asie en Noord - Amerika. Doch deeze merkwaardige ontdekking zoude een geheim gebleeven zyn, zoo niet eenige volgende scheepstogten, op bevel van den genoemden Keizer ondernomen , het berigt van de drie russische schepen, welke van Jabutzk naar Kamschatka zeilden, bevestigd hadden. In de eerstgemelde plaatse vond men, volgens het verhaal van Kapi tein  aardryksbeschryving 467 tein Berring, onder de archiven van de stad, een oud geschrift, waarin die reize staat aangeteekend, met omstandigheden, die geene twyffelingen wegens de waarheid der zaake toelaaten. —. De togt, door kapitein tschirinrow in den jaare 1741 ondernomen , verschaft eenige nieuwe ontdekkingen aan de noordwestkust van NoordAmerika, die naamelyk van kaap st. Elias, en van verscheidene andere eilanden , ontdekt door Kapitein Berring, 'in de zee van Kamschatka; op een van dezelven verloor hy ongelukkiglyk zyn schip en leeven, en sederd dien tyd. is het Berrings Eiland genaamd geworden.. Alle deeze eilanden. zynde dertien in getal, liggen in de zee van Kamschatka, en hebben de groote Zuidzee, of de Stille zee aan het zuiden. — Eenigen der menigvuldige togten stellen ons in staat om eenig berigt te geeven, wegens het land en deszelfs inwooneren, het welk wy ter behoorlyker plaatse zullen mededeelen. De hoofdstad van Siberie is Tobolosk, of Tobolsky, ge-, legen daar de rivieren Tobol en Irtisk samenloopen , op eenen heuvel van groote uitgestrektheid De voornaamste bewooners van deeze stad zyn Mohammedaansche Tartaaren die eenen sterken handel dryven en hunne waaren door het land van Tartarye naar China vervoeren. Deeze stad is wel verschanst, en van bezetting voorzien, ook zorgt men om 'er de magazynen in behoorlyken staat te houden: alles staat hier onder het opzigt van den Way wode die 'er gemeenlyk zyn verblyf houdt. De schatting van het geheele land wordt derwaards gezonden, en onder zyne bewaaring gesteld. Hier is ook de markt voor de kostbaarste waaren, die uit Muskovie, Tartarye, en andere landen overgebragt worden, en hierom vindt men 'er grooten voorraad van leevensmiddelen , die zeer goedkoop zyn. Honderd ponden ryst worden 'er voor zestien stuivers verkogt, en een steur, die 40 ponden weegt, kost 'er niet meer dan vyf of 6 grooten. Hier zyn verscheidene openbaare gebouwen, waarin burgerlyke en geestelyke regtbanken gehouden worden; ook heeft men er,. Dd 2 sederd  468 Natuurkundige sederd den tyd van Czaar Peter den Grooten veele goede instellingen gemaakt, die tot gemak en voordeel van reizende luiden dienen. De vervoering van goederen geschiedt des zomers door middel van wagens en vaartuigen, en des winters door middel van sleeden, die zeer klein zyn , door honden getrokken worden , en waarop men gemeenlyk , maar 200 ponden kan laaden. De regeering van asiatisch Rusland is zeer onderscheiden, naar de verschillende gelegenheden der Provincien, en naar de gesteltenissen der inwooneren. Die naast aan Europisch Rusland grenzen, zyn meest allen onderworpen aan de wetten van asiatisch Rusland; het zelsde mag men ook zeggen wegens de voornaamste handeldryvende steden; terwyl andere afgelegener deelen slegts eene schatting aan den Keizer opbrengen, en sommigen alleenlyk onder de verpligting liggen om, op zyn bevel, te velde te trekken. Dit land wordt voornaamelyk bewoond door luiden van Tartaarscbe afkomste, en die, naar hunne verschillende distrikten en stammen , onderscheidene naamen draagen. Siberie is de naam , aan het land gegeeven, sederd dat het door den Czaar, in den jaare 1597 veroverd werd: men zegt dat het dus genoemd is om de ongunstige gesteltenis, zynde het de verblyfplaats der geenen , die ter straffe van eenige misdaad gebannen worden. De Siberiers zyn meest allen heidenen, en zeer talryk. Zy woonen langs de rivier de Luna, en bestaan uit verscheidene stammen, die te samen omtrent 30000 man uitmaaken, en eenige schatting aan de russen opbrengen. Zy eeren geene afgoden,. die uit hout gehouwen zyn, gelyk hunne voorouders deeden; maar zy offeren aan eenen onbekenden God. Zy hebben egter eenige afbeelding van denzelven, naar hunne gemeene bevattingen. Dit beeld hangen zy aan eenen boom op, en plaatsen, rondom het zelve de huiden van zekere zeldzaame dieren. Iedere stam heeft zyn eigen beeld en priester, en onderhoudt veele bygeloovige gewoonten. Eenige boomen houden zy  Aardryksbeschryving. 469 zy voor heilig, en uit dien hoofde versieren zy ze met verscheidene snuisteryen. Zooras als de velden beginnen te groenen, kiezen zy eene aangenaame plek gronds uit, waar een schoone boom is, en daar offeren ze paarden, ossen, en andere dieren, als een nieuwe-jaars offer. Zy brengen 'er ook eenen drank, dien zy cumises noemen, en eeten en drinken, geduurende veele dagen, met groote onmaatigheid. Zy eeten brood, wanneer zy het kunnen krygen; doch het is niet gewoonlyk op hunne maaltyden in gebruik, omdat zy noch zaaijen noch planten , maar zich de noodwendigheden des leevens tragten te bezorgen door den handel met hunne nabuuren. Zy zyn groote liefhebbers van chineesche schaar, of tabak , tot welker verkryging zy met de Russen handel dryven. In February of Maart, wanneer de sappen in de boomen beginnen te ryzen , is het de tyd van hunnen oogst; want dan gaan zy in de velden, houwen de jonge pynboomen om, en neemen 'er den binnensten bast af, dien zy naar huis voeren , en tot hunnen winter - voorraad droogen ; zy maalen dien, wanneer hy geheel droog is, kooken hem in melk, en eeten 'er gedroogden visch by. Zy verdeelen hunne wooningen op de zelfde wyze als de oude Tartaaren van Tobolsk deeden. Hunne winter- wooningen zyn vierkant, gemaakt van latten en planken. De daken bestaan uit eens harde soort van aarde en klei,' die geschikt is om de huizen droog te houden; de stookplaats is in het midden van de kamer, en van boven is een gat gelaaten, daar de rook door gaat. Hunne zomerhuizen hebben de gedaante van een suikerbrood, en zyn met verscheidene sieraaden opgepronkt; hun meeste huisraad maaken zy van den bast van berkenboomen. Dit volk koopt en verkoopt de vrouwen, gelyk onder veele Asiatische volkeren gebruiklyk is, zynde de bruidegom verpligt om zyne bruid van haare ouderen te koopen. Zy begraaven hunne dooden op verschillende wyzen. De aanzienlyksten maaken zy vast aan eenen schoonen boom, en noemen dien zyne begraafplaats. Wanneer het lyk beDd 3 graaven  470 Natuurkundige graaven is, dan worden eenige roerbaare goederen des overleedenen in zyn graf geworpen. Sommigen leggen het lyk op eene plank, en dekken het met eene paardenhuid. — Somtyds worden de lyken in de hutten gelaaten, en zoo digt opgeslooten als mooglyk is. Somtyds worden zy op eenen berg gebragt, en maar zeer zelden onder den grond begraaven. De taal van dit volk heeft eenige overeenkomst met die der Crimsche Tartaaren; onder het zelve worden ook de mongelische en Kalmuksche taalen, die in de nabuur-; schap in gebruik zyn, gemeenlyk vry wel gesprooken. Alle deeze stammen bewoonen voornaamelyk het noordoostelykste gedeelte des lands , welks hoofdstad Jabutsk is, omtrent 100 duitsche mylen van de Ys-zee afgelegen', waar een Gouverneur -generaal zyn verblyf houdt. De lugt van dit Koningryk is zoo ongemeen koud dat de inwooners het, geduurende het grootste gedeelte van het jaar, zeer lastig hebben, en alleenlyk van de jagt moeten leeven. Uit dien hoofde gewennen zy zich Van jongs af om handig met den boog om te gaan, dewyl zy het vleesch der dieren tot hun voedsel en derzelver huid tot hunne kleeding noodig hebben. De grond is meest overal woest. In de gemaatigdste streeken wordt hy egter somtyds bebouwd, en verschaft, niettegenstaande de noordelyke gelegenheid, koorn; doch men zoude 'er veel meer kunnen voortteelen , Want alle graanen, die 'er gezaaid worden, tieren 'er ongemeen welig: doch het stroo valt 'er nooit langer dan zes duimen, dewyl het koorn , zooras als het uit den grond komt, onmiddelyk airen maakt, en in den tyd van zes weeken ryp wordt. De reden hiervan is dat de zon des zomers, genoegzaam nooit beneden den horizon daalt, en dus haare koesterende warmte by nagt en dag aan de d'aarde blyft mededeelen : en (het geen zeer merkwaardig is) geduurende dien gantschen tyd valt 'er geen regen, maar de aarde is vet en vogtig, en verschaft aan de wortelen van onderen genoegzaamen voorraad van voedsel, ter-  Aardryksbeschryving. 471 terwyl de zon alles wat boven den grond is verwarmt. Dit is de oorzaak dat men 'er het koorn zoo schielyk kan inoogsten. De plaatsen, die westelyker gelegen zyn, hebben niets van dit voordeel, dewyl de hooge ysbergen op het eiland van Nova Zembla juist tegenover dezelven zyn. Aan den voet van deeze bergen heeft men eenige moerassige veengronden, die zeer goed zyn tot weilanden; en hier vindt men eene teelt van goede paarden , die de sneeuw wegschoppen om by het gras te komen. Nog westelyker loopt eene rivier, de Wilgui genaamd, by welker oorsprong een Vulkano is. - Wyders heeft men 'er overvloed van rivieren en meeren, verschaffende grooten voorraad van de gemeende soorten van visch, en wel inzonderheid van steur. II De Provincie van Samojedie. Deeze Provincie ligt ten noorden van Siberie. — De inwooners worden Samojeeden genaamd, welk woord in de Russische taale menschen-eters beteekent, en waarschynlyk ten hunnen aanzien gebruikt wordt, om hunnen woesten en barbaarschen aart aan te duiden; doch dat zy deKanibaalen of weezenlyke menschen-eeters zyn zouden, is eene dwaaling van het gemeen, die door de historien van onzen tyd genoegzaam is weêrlegd geworden. Zy eeten alle hunne spyzen , geene uitgezonderd , geheel raauw; in plaatse van brood, gebruiken zy gedroogden visch; zy hebben geene steden noch vlekken om in te woonen, maar houden hun verblyf in tenten of holen, naar den tyd van het jaar, en zwerven, even als de Laplanders van plaats tot plaats, zoekende waar het beste wild voor hun, en het beste weiland voor hunne rendieren te vinden is; deeze dieren zyn hun van grooten dienst, en voeren ' hen in sleeden meer dan honderd mylen op eenen dag voort. Zy woonen in tenten, die van de huiden der wilde beesten, welken zy vangen, gemaakt worden; dus leeven zy des zomers en des winters, wykende even als fretten in • Dd 4 de  472 Natuurkundige de holen, welke zy onder den grond hebben , en zulk eenen voorraad met zich neemende, als zy kunnen magtig worden. In die holen vergoeden zy het gebrek van het zonneligt door dat van hunne lampen, welke zy vullen met olie van verrotte visch. Nadit berigt van het niet vreemd voorkomen dat zy eene olyfkleur hebben, en dat mans en vrouwen zeer grof van weezenstrekken zyn, het geen, gevoegd by de kortheid van hunne gestalte, en de kleinheid van hunne oogen, oorzaak is dat zy een zeer ongunstig voorkomen hebben. Hunne kleeding is ook in het geheel niet geschikt om die ongevalhgheid te verbeteren. Zy bestaat voor de mans in harten-vellen met het bont naar buiten, en die van de vrouwen wordt gemaakt van de huiden van kleiner dieren, met welken zy van het hoofd tot aan de knieën gedekt zyn ; aan dezelven maaken zy slippen van rood geel of blaauw laken, welke tot sieraad dienen. Haar hair is zwart, dik en wolagtig; sommige vrouwen vlegten haar hair, en versieren het aan de eene zyde van haar aangezigt met koperen ringen, of andere snuisteryen; gemeenlyk zyn ze egter in de noodzaaklykheid om haar hoofd met eene warme muts, met bont gevoerd, te dekken. De koussen en hemdrokken van dit volk zyn mede van bonte vellen gemaakt. Aan hunne voeten draagen zy eene soort van schaatsen, door welken zy zeer gemaklyk en gezwind over het ys en de sneeuw heenen glyden. over het algemeen genomen zyn zy sterk en hardvogtig van gesteltenisse In hunne huwelyken, zyn de plegtigheden, die by het vryën en trouwen plaats hebben, zeer eenvoudig. Wanneer een man zin in eene vrouw heeft, en in staat is om haar van haare ouderen te koopen, worden drie of vier rendieren aangemerkt als een genoegzaame prys voor eene vrouw, welke by terug mag zenden, wanneer zy hem niet behaagt, mids dat hy den betaalden prys niet weder neeme; en men kan zoo veele vrouwen koopen als men goed vindt.  aardryksbeschryving 473 zy hebben zeer onvolmaakte denkbeelden van een Opperweezen, dat de waereld bestiert; zy eeren zon, maan en starren, en zelfs eenige vogelen. Sommige hunner zyn zeer veslaafd aan afgoderye , doch ten deezen aanzien zyn zy , door den invloed der Landvoogden, wat veranderd. Zy hebben eene soort van Oversten onder hen, aan welken zy eenige schatting betaalen, buiten het geen zy aan den Czaar moeten opbrengen. De meestem staan somtyds onder waywoden naar hunne hyzondere stammen, die zeer menigvuldig zyn: daar heerscht eens groote verscheidenheid in hunne taal, meer dan in hunne zeden. III. Russisch tartarye Dit is een zeer groot land, ten zuiden van muskovia gelegen, tusschen de grenzen van dat Ryk, de zee van asof en de Zwarte - zee. De mond van de rivier de Don of Tanais is de oostelyke, en de rivier de niester de westelyke grensscheiding. De langte is omtrent 500 mylen van het westen naar het oosten; maar de breedte is zoo groot niet. Schoon de grond van dit land vrugtbaar en ryk is, en oudstyds wel bebouwd werd door Grieksche volkplantingen, is 'er nu naauwlyks eenige andere stad dan Azof. ' De inwooners bestaan voor het grootste gedeelte, uit woeste, ruuwe en onbeschaafde menschen; zy woonen in beweegbaare tenten, welke zy plaatsen waar het hun gevalt , en zy leeven van het geen zy door visschen en jaagen kunnen magtig worden. - Anderen hebben nog eenig denkbeeld van landbouw, en toonen eene, sterke zugt om in de kennisse van denzelven te vorderen. Hun voornaamste rykdom bestaat in kameelen , ossen koeijen en schaapen , en tegen den winter zakken zy in groote menigten naar astrakan af, om zich van het geen zy noodig hebben te voorzien; by die gelegenheid doet de Gouverneur van de stad wapenen aan hun omdeelen, ten einde zy zich tegen de Kalmuks en andere Dd 5 tar-  474 natuurkundige Tartaaren moogen verdedigen, die, zoo ras als de rivieren bevroozen zyn, de landen van hunne nabuuren ontrusten en uitplunderen. Doch die wapenen moeten zy tegen de volgende lente wederbrengen, want men agt het niet veilig dat zulk een volk , als waarvoor zy bekend staan, dezelven behoude. Zy zyn verdeeld in verscheidene horden, van welken iederen eenen byzonderen Gouverneur heeft, dien zy Murse noemen. Een of twee van deeze Murses worden doorgaans te Astrakan gehouden , als gyzelaars, om voor de getrouwheid van het volk in te staan. Eertyds waren zy synsbaar aan , of stonden in bondgenootschap met de Turken, doch Czaar Peter de Iste bemagtigde een groot gedeelte van deeze landstreeke, en veelen der bewoneren, die te vooren Mohammedaanen geweest waren , omhelsden sederd dien tyd den russischen Godsdienst. Schoon zy nu wel eenigszins aan de Russen onderworpen zyn , betaalen zy egter eene zeer geringe schatting, doch zy staan ook onder de verpligting om de wapenen op te nemen, wanneer de Czaar het vordert, het geen zy met zeer veel genoegen doen; want zy zyn, even als alle andere Mohammedaansche Tartaaren, groote liefhebbers van pionieren. Zy kunnen 20000 man te veld brengen, en vegten alleenlyk te paard. IV. russisch Lapland. russisch Lapland grenst ten noorden aan den noorder Oceaan, ten oosten en zuiden aan de Witte zee, die daar eene ruime golf maakt, en aan de rivier Zeloticza, die zich in die golf ontlast aan de oostzyde van de Kierm; aan het westen heeft dit land Deensch Lapland. Het is verdeeld in drie deelen, naar deszelfs gelegenheid, waarvan het eerste is, Mouramanskoi, of Lapland aan de Zee gelegen; bet tweede is Terskoi, of Inlandsch Lapland, en het derde Belamoreskoi. Het eerste is gelegen aan het noorden en oosten, hebbende Noorweegsch of Deensch, Lapland aan het noordwesten, Belamoreskoi aan het zuidoos-  aardryksbeschryving 475 oosten ' en Terreskoi aan het zuiden en zuidwesten. I De geheeie landstreek is boschagtig , maar voor het overige woest, en vol bergen; de lugt is 'er zeer koud, en de inwooners zyn ruuw en onkundig, gelyk ligtlyk te begrypen is: doch dewyl wy reeds een berigt van Lapland, in Europa, gegeeven hebben, is het minder noodzaaklyk ons hier in verdere byzonderheden in te laaten. Nova zembla Deeze naam is aan de onlangs ontdekte landstreeke gegeeven; dezelve beteekent in de russische taale nieuw Land Zy is van het noordelykste gedeelte van Muskovie afgescheiden door de Straat waygatz welke de Hollanders de Straat van Nassau noemen. Dezelve ligt op de breedte van 700 Het land', waar door die straat gevormd wordt, is eene kaap, loopende zuidwaards van het vaste land, het welk men onderstelt dat zich veel verder naar het noorden uitstrekt: doch het is nog niet bekend of deeze strook een eiland, dan of zy aan het vaste land gehegt is het zy aan Groenland aan het westen, of aan tartarye aan het oosten, en sommigen zyn van gevoelen dat, indien de felle koude en menigvuldige sneeuw geene beletsels waren, het mooglyk zyn zoude te land van de eene streek naar de andere te reizen : doch het tegendeel schynt aan verscheidene reizigers , die eene doortogt door de gemelde Straat naar Cathay en China gezogt hebben, gebleeken te zyn. Dit land werd eerst ontdekt door de Engelschen, in den jaare 1553 toen kapitein hugh Willoughby derwaards zeilde met drie schepen, en van het noordelykste gedeelte van Finmark noordwaards vorderde tot op 72 graaden breedte, waar hy meende land ontdekt te hebben; doch doer ongunstig weder genoodzaakt zynde om in eene haven van Lapland in te loopen, verging hy daar van koude. Na hem hoopte Kapitein burroughs, nevens andere Engelsche en Hollandsche zeeluiden, den noordoostelyken doortogt te zullen vinden; doch de koude van de lugtstreek, * • • - ' en  476 Natuurk. Aardryksbeschr. en de sneeuwbergen , die bet geheeie land overdekten beletten hen merklyke ontdekkingen te doen. Eenige Hol landers overwinterden daar in den jaare 1596, maar vonden de koude zoo geweldig, dat zy 'er zeer bezwaarlvk tot den zomer toe konden blyven lêeven. Zy zagen geene zon van den 4de van January af tot aan den 24sten van Juny toe; ook hadden zy geen ander ligt dan het geen zy van de maan kreegen, van haar eerste tot haar laatste quartier, geduurende welken tyd zy, zoo wel by dag als by nagt, schynsel gaf. Het berigt, het welk wy van hun ontvangen hebben, is dat zy het volk kort van gestalte en egter welgemaakt vonden; dat het onbeschaafd en aan afgoderye overgegeeven was, dienende de zon en de maan en houten afgoden. Het land ligt, voor het grootste gedeelte, met sneeuw en ys bedekt, en wanneer men ter diepte van twee of drie voeten onder de aarde graaft vindt men ys, dat zoo hard is als marmer. Dit toont genoegzaam dat alle poogingen van reizigers, om hier in holen onder den grond te overwinteren, vrugteloos zvn zouden, niettegenstaande de weinige inboorelingen dit zeer wel doen kunnen. Men vindt 'er, in weêrwil van de gestrenge koude, veele wilde dieren, als witte beeren vossen schepsels, die naar konynen gelyken, doch niet grooter zyn dan rotten; ook zyn 'er verscheidene vogels wier vederen de bewooners tot deksel, en wier vleesch zy tot spyze gebruiken. De verscheidenheid van dieren welke in deeze koude lugtstreek voortteelen , verschaft den inwooneren overvloed van voedsel, en door des zomers veel wild te vangen, kunnen zy voorraad tegen den winter opleggen. Over het algemeen genomen schynen zy door de natuur geschikt voor die landstreek, in welke de Voorzienigheid hen heeft laaten gebooren worden de  De geographie en natuurlyke historie van China. Het Ryk van china wordt door de westersche Monguls Catay genoemd ; door de Tartaaren Mantcheons , Nican Courou, en door de Chineezen Tchong - koue , zoodat het zeer bezwaarlyk is de reden der benaaminge, die de europeaanen 'er aan gegeeven hebben, uit te vinden. Men zegt egter dat de eerste koninglyke familie bet tsin , of Tax-tsin deed noemen; en dat hier van de Latynsche naam Sina gekomen is, die by de Engelschen en Spanjaarden , China, en by de italiaanen Cina is geworden: doch het verschil in de uitspraake is naauwlyks hoorbaar. China grenst ten noorden aan Tartarye, waarvan het gescheiden wordt door den grooten Chineeschen muur; en ten oosten aan den oostelyken of Chineeschen oceaan; ten zuiden aan de zuid of Indische zee, en ten westen aan een groote zandige woestyne, en aan eene lange ry van ontoeganglyke bergen , die het van West - Tartarye, het Koningryk van Tibet, en van andere landen, afscheiden. China is, van het noorden naar het zuiden gerekend, van grooter uitgestrektheid dan Tartarye, maar het is in verre na zoo breed niet van het oosten naar het westen ; het is egter, daar het op zyn fraaist is, 360 mylen breed, van 20 in eenen graad gerekend, en het strekt zich uit van de sterkte van Caypim, in de Provincie Peking, gelegen onder den 40sten graad, tot het zuidelykste deel des eilands Haynan, onder den 19den graad noorderbreedte. Dewyl China zich van het zuiden naar het noorden zoo ver uitstrekt als het tweede klimaat van het vyfde af is, zoo moet de gesteltenis van lugt 'er merklyk verschillen. Het verschil in de langte der dagen is 'er weinig meer dan vier uuren, zynde de langste dag in de noordelykste deelen omtrent veertien uuren en drie quartier, en de kort-  478 natuurkundige kortste in de zuideljkste byna tien uuren en drie quartier. De lugt is 'er egter, over het algemeen genomen, vry gemaatigd, uitgezonderd aan den kant van het noorden waar zy zeer doordringend is, niet zoo zeer ter oorzaake van de noordelyke gelegenheid, als wel om de ryën bergen, die hier gevonden worden, en, zelfs in die streeken , welke onder den keerkring loopen. . De winden, die van de bergagtige deelen waaijen , maaken het des winters, geduurende den tyd van drie of vier maanden ongemeen koud. in de zuidelykste deelen is het heet en droog, welke gesteltenis vermeerdert of vermindert, naar maate zy nader aan den keerkring liggen, of 'er verder van afwyken.. Doch men mag zeggen dat de Chineezen door eenige bergen vlak te maaken, hunne vlyt en vernuft hebben te werk gesteld om de koude te verminderen; en door koele grotten, en andere konstwerken aan te leggen, hebben zy ook bekwaame middelen gebruikt om de hette minder lastig te maaken. Dit Ryk is verdeeld in vyftien Provinciën, naamelyk: Pecheli, Hu quang, Se chuen, Kiang nan, Ho nan, Quang tong, Kiang si, Shan tong, quang si ■ fo kyen, Shan si yun nan Che kiang, Schen si Queychew. De Provincien van Shansi, Shensi en Peche li liggen aan de zyde van den berugten muur, die China aan het noorden van Tartarye scheidt. . De Provinciën van Changtong, Kiang nan , Che kiang en Fo kyen zyn aan de kust van de Oostersche zee gelegen Die van Quang tong, quang si Yun nan en Sechuen, maaken de grensscheidinge aan het zuiden en westen uit; in het midden liggen de Provincien Honan, Hu quang, Quey chew en Kiang si. Iedere Provincie is gesmaldeeld in een zeker ' getal van regtsgebieden, door de Chineezen Fou genaamd; aan  aardryksbeschryving 479 aan deezen zyn andere verdeelingen van mindere uitgestrektheid onderhoorig, die bekend zyn onder den naam van Teheou en Kien. De Presidenten der eersten draagen den naam van Tchi sou, en die der laatsten dien van Tchi tcheou of Tchi kien. In de groote steden houden meer dan een deezer Presidenten hun verblyf, doende zy hun uiterste best om de goede orde in hunne byzondere distrikten te handhaaven. , De hoofdstad van het geheele Ryk is de stad Peking , of Chien Tien Fou, die alom beroemd is om haare uitgestrektheid, sterkte , volkrykheid en groote bezittingen. De gewoone verblyfplaats der Keizeren is in eene zeer vrugtbaare vlakte , 20 mylen van den grooten muur af. Zy wordt Peking, of het hof van het noorden genoemd. Deeze stad bestaat eigenlyk uit twee steden; die, waarin het keizerlyk paleis is, draagt den naam van Sin tching de nieuwe stad wordt ook de stad der Tartaaren genoemd, omdat de huizen aan de Tartaaren gegeeven werden, by de vestiging van de tegenwoordige Monarchye. ™ De twede noemt men Lao tching, de oude stad, gelyk ook de chineesche stad, dewyl zy voornaamelyk door Chineezen bewoond wordt. De muuren van deeze twee steden verschillen merklyk in hoogte, breedte en fraaiheid. Die van Peking zyn grootsch , en de hoofdstad van het grootste Keizerryk waardig, maar die der andere zyn in verre na zoo goed niet. De poorten der eerstgemelde stad, die negen in getal zyn, hebben eene dubbele tent, die als op de borstweering van den wal opgerigt, en van geschut voorzien is. De straaten loopen ten minsten eene myl ver regtuit, en zyn omtrent 120 voeten wyd, zynde de meeste huizen aan weêrzyde winkelhuizen; doch de gebouwen zyn 'er meest allen laag. Alle de straaten loopen van de eene poort naar de andere , en hebben verscheidene wagthuizen om de goede orde te handhaaven, verwarringen voor te komen , of onregtvaardige aanvallers in verzekering te neemen. De kleine straaten, die de groote kruis-  480 natuurkundige Kruissen, hebben poorten, van latwerk gemaakt, zoodat 'er niemand naar buiten kan gaan , zonder gezien te worden ; ook laat men geen mensch by nagt buiten de stad , tenzy bet blyke dat hy iets van groot belang te doen hebbe ; ja zelfs moogen de bedienden van den Keizer niet naar buiten gaan , dan na alvoorens onderzogt te zyn: door zulke gestrenge maatregelen naauwkeuriglyk op te volgen, bevordert men den vrede, de rust en de veiligheid, die in de geheele stad by aanhoudendheid heerschen Het paleis bestaat uit eene groote menigte van gebouwen, die ruime pleinen en tuinen hebben. Schoon de bouwkunde van het keizerlyk paleis geheel onderscheiden is van de Europeesche, trekt het egter de oogen door de grootschheid en de geregelde schikking der vertrekken, en door de maaking van het dak, het welk vier zyden heeft, en zeer hoog opryst, zynde het gedekt met tigchelsteenen van eene schoone geele kleur. Alle de vertrekken met de pleinen, die 'er toe behooren, zyn omringd van galleryën , en vormen , dewyl zy agter elkanderen in eene nette orde geschikt zyn, een volkomen gebouw, het welk zeer groot en pragtig is. ■ De zaal is om trent 130 voeten lang, en genoegzaam vierkant. De zoldering is van uitgehouwen konstwerk , en groen geschilderd; de pilaaren, de vloer, en de meubelen, zyn allen zeer kostbaar. De troon, die in het midden van de zaal is, bestaat uit eene hooge alkove, die zeer net, maar niet pragtig is. Het plein , het welk voor deeze keizerlyke zaal heen loopt, is ten minsten 300 voeten lang, en 250 breed. Op de gallery, die het zelve insluit, vindt men de keizerlyke bewaarplaats van alle kostbaare goederen. Daar zyn ook paleizen voor Prinsen van den bloede. — De regtbanken der hooge geregtshoven zyn mede van groote uitgebreidheid. Onder de zes voornaamsten telt men voor eerst Vir lii pou, zynde die van de Mandarynen wier post het is het volk te regeeren. De tweede is  aardryksbeschryving 481 Is Hou pou, die het opzigt heeft over de schatting, De derde Li pou, die de wetten en regten van het Keizerryk handhaaft. De vierde is Ping pou, die de zorg over de troepen, postwegen enz. op zicht heeft. De vyfde is King pou, die alle lyfstraffelyke zaaken beslist. De laatste voert den naam van Kong pou, en heeft het opzigt over alle openbaare werken. Deeze zes geregtshoven bemoeijen zich in het geheel niet met zaaken , die toe de regeering behooren. De tempels in deeze stad zyn mede zeer talryk en pragtig. Des Keizers gezag is genoegzaam zonder eenige bepaalingen: hy beschikt over alle bedieningen naar zyn welgevallen. Een Vorst uit het keizerlyk geslagt kan, zonder bewilliging van den Keizer, noch den titel voeren, noch het aanzien vertoonen, die aan zynen hoogen rang verknogt zyn. Indien zyn gedrag niet aan de verwagtingen van het algemeen beantwoordt, dan verliest hy, door 's Keizers uitdrukkelyk bevel, zyn aanzien en inkomen , en is in het vervolg alleenlyk onderscheiden door eenen geelen gordel, welke door mannen en vrouwen , die van keizerlyken bloede zyn , en een jaargeld uit de schatkist trekken, gedraagen wordt. Daar is geen middel tegen het misbruiken van magt of gezag dan enkel het inleveren van vertoogen, ten dien einde hebben de wetten openbaare censores aangesteld, welker post vordert dat zy den Keizer aanspreeken in verzoekschriften, die door het geheele Ryk verspreid worden. Somtyds kan hieruit (gelyk natuurlyk te begrypen is) wel eenig voordeel voor het gemeen voortvloeijen; maar meermaalen is het geheel vrugteloos, dewyl 'er geene agt altoos op geslaagen wordt. Doch men moet erkennen dat veele, en zelfs de voornaamste der Chineesche wetten , op beginsels van regtvaardigheid en billykheid gegrond zyn, en dat men zeer naauw toeziet om ze behoorlyk te doen onderhouden : zoo dat er misschien veele Europeesche natiën zyn , by welken II, afd. III deel Dd * de  482 natuurkundige de goede orde zo wel niet gehandhaafd wordt. De burgerlyke regeering van China loopt geheel uit op den pligt van ouderen jegens hunne kinderen , en van kinderen jegens hunne ouderen. De Keizer wordt de vader van het Ryk genoemd. De Onderkoning is vader van de provincie, over welke hy gesteld is; en de Mandaryn van de stad , in welke hy bevel voert. Op deezen algemeenen grond rusten de groote eerbied en ongedwongene gehoorzaamheid , die de Chineezen bewyzen aan de amptenaaren, welke den Keizer den last der regeeringe helpen draagen. Hier zyn zes hooge geregtshoven ter bestieringe van staatszaaken, en vier mindere regtbanken. Niets is merkwaardiger, of beter geschikt om de regtvaardigheid te handhaaven, dan de zorg, die gedraagen wordt in het benoemen van eenen amptenaar, wiens post het is alles wat in iedere regtbank voorvalt, op te merken, en kennis te nemen wegens het gedrag van den Mandaryn, en van anderen, moetende hy de misslagen, welke hy mogt ontdekken, aan den Keizer bekend maaken. Aanmerklyk is ook de diepe eerbiedenis en onbepaalde onderwerping der Chineezen aan hunne Mandarynen , die zy beschouwen als representanten van den Keizer. De luister , waarmede deeze Mandarynen zich vertoonen, is ongemeen geschikt om hun aanzien by het volk staande te houden; ten dien einde volgt men verscheidene wyze maatregels in de verkiezinge der Mandarynen. De wetten vorderen dat niemand dien post bekleede in de provincie of de stad , waar zyn vader of nabestaanden woonagtig zyn ; ook bekleedt iemand die bediening zelden langer dan drie jaaren in de zelsde plaatse , opdat geene al te groote gemeenzaamheid of vriendschap met eenige byzondere persoonen invloed mooge hebben op zyne handelwyzen. Men is ten deezen opzigte zoo gestreng dat bloedverwanten niet te gelyk in de zelsde plaatse Mandarynen moogen zyn. Zelfs staat het niet vry dat broeders of neeven ampten bekleeden, die eenig  aardryksbeschryving 483 eenig verband met elkanderen hebben , of aan elkanderen ondergeschikt zyn. Om de drie jaaren wordt 'er een onderzoek omtrent alle de Mandarynen van het Ryk gedaan , het welk zich egter bepaalt tot de goede of kwaade hoedaanigheden, die zy , met betrekking tot de regeering, bezitten. Naar den uitslag van dit onderzoek worden zy tot eenen hooger rang verheeven, of in eenen laager gesteld , of geheel van hun ampt beroofd. Geduurende den tyd van twee maanden daarna zorgt de Onderkoning dat niemand eenige bezoeken aflegge, of brieven ontvange, die aanleiding zouden kunnen geeven om verandering in de gemaakte schikkingen te weeg te brengen. Op andere tyden doet hy onverwagt overal de ronde ' om te zien of de amptenaars hunne posten getrouwlyk waarneemen. Dergelyke bezoeken zyn van grooten dienst om hen in toom te houden. Daarenboven brengt de chineesche courant die dagelyks te Peking wordt uitgegeeven, veel toe om het gedrag der amptenaaren te regelen Zy bevat niets anders dan berigten wegens staatszaaken. In dezelve worden de naamen der Mandarynen, die van hunne bedieningen zyn afgezet, bekend gemaakt, en met een vindt men 'er in gemeld waarom dit geschied zy: ook worden 'er de naamen der geenen, welke hen in die waardigheid opvolgen, bygevoegd. De algemeene onheilen , die in iedere provincie plaats hebben , worden 'er in aangeteekend , met byvoeging van de middelen, welke men moet in 't werk stellen om ze af te wenden of voor te komen: en die courant wordt niet uitgegeeven dan nadat zy van den Keizer is gezien geworden. Zy is, om alles met weinige woorden te zeggen, zeer nuttig om de Mandarynen te leeren hoe zy regeeren moeten, en tevens om aan het geheele Ryk te toonen hoe zorgvuldig of agteloos de wetgeever, of de uitvoerders der wetten, zich ten aanzien van den Staat gedraagen De wetten verbieden eindelyk den Mandarynen deel te neemen aan de meeste vermaakelykheden: zy moogen in het geheel niet spelen, of in openbaare Dd* 2 gezel-  484 Natuurkundige gezelschappen verschynen; zelfs moogen zy, op sommige tyden, geene aanschouwers van het spel zyn; het afleggen van al te veele byzondere bezoeken kan wel eem ten hunnen nadeele geduid worden, en hen gevaar doen loopen van hun ampt te verliezen. godsdienst in het Ryk van China zyn drie voornaame gezindheden; die der geletterden naamelyk, die de leer der oude boeken volgen, en Confucius als hunnen meester aanmerken. De tweede bestaat uit de leerlingen van Lao Kien , en behelst weinig anders dan wilde en buitenspoorige inbeeldingen.—— De derde bestaat uit afgodendienaaren, die de Godheid, Fo of Foe genaamd, aanbidden, en wier gevoelens, in de eerste eeuw na de geboorte van Christus, uit Indie naar China, werden overgebragt. De eerste van deeze gezindheden , die voornaamelyk onze opmerking vordert, eert, gelyk uit een van haare Kanonyke Boeken blykt, het Opperweezen, onder den naam van Tien , of het eerste Weezen , den vader van het volk en het beginsel van de geheele natuur, zynde volstrektelyk onafhankglyk, almagtig, alweetend , lettende op het gedrag der menschen , en den staat der waereld, niet toelaatende dat iets tegen zynen wil geschiede, terwyl hy zonder partydigheid heilig, volmaaktelyk regtvaardig, en een belooner van de deugd der menschen is: maar hunne begrippen wegens de invoering van natuurlyk kwaad in de waereld, en het pleegen van zoo veele zedeloosheden , zyn geheel verward , en onderscheiden van het geen wy als Christenen belyden. Ten be wyze hiervan kunnen wy eene merkwaardige vertelling uit de historie van eenen hunner Keizeren, Ichingtang genoemd , bybrengen. Na eene langduunge droogte en schaarschheid , deed deeze Keizer offerhanden om de gramschap van den hemel te verzagten, maar vrugteloos Daarna leide hy de keizerlyke eerteekenen af, en ging met  aardryksbeschryving 485 met eenige Grooten van het hof naar zekeren berg, waar hy met blooten hoofde en barrevoets, zich voor de Heer des Heelals ter aarde wierp * zeggende. „ Heer, alle de offerhanden , welken ik gedaan heb om uwe gunst te verwerven, zyn vrugteloos geweest; en derhalven is het ontwyffelbaar dat ik zelf oorzaak geweest ben van de onheilen, die myn volk getroffen hebben. " Durf ik vraagen wat myne misdaad zy? Ontstaat myne " schuld uit de pragt van myn paleis, uit de lekkernyen van myne tafel, of uit de menigte van myne bywyven. die my egter door de wetten worden toegestaan? Ik " ben genegen om alle die misdaaden te verbeteren door " zedigheid, zuinigheid en maatigheid: en zoo dit met " genoeg is, bied ik my zelven ten offer aan uwe regt" vaardigheid. Laat ik geftraft, en laat myn volk ge" spaard worden. Het zal my aangenaam zyn dat de " donder myn hoofd treffe, zoo maar de regen op de vel" den valle opdat de onheilen, die het Ryk doen zugten " een „ einde moogen nemen." Zyn gebed werd verhoord: de lugt werd door wolken verduisterd; verfrissende regenvlaagen bevogtigden het aardryk , en hetzelve bragt eenen overvloedigen oogst voort.— hieruit blyk dat van de grondlegginge van bet Chineesche Ryk af, het Op perweezen door de Chineezen is geëerd geworden. Wanneer wy de oude leraars van dit volk vergelyken met de heidensche wyzen, zullen wy een groot onderscheid tusschen de eenen en de anderen ontdekken. De laatsten gaven lessen ter deugdsbetragtinge, om zichzelven boven de rest van het menschdom te verheffen; maar de Chineesche leeraars bevlytigden zich om de lessen welke zy voorhielden zelven op te volgen, en dus de vermaaningen die zy anderen onder het oog bragten , ook door hun voorbeeld aan te dringen. Zy bevlytjgen zich dus nog om hunne zedelessen te zuiveren van al die spitsvondigheden en drogredenen, waarvan de geleerden onder andere natiën gemeenlyk al te veel gebruiks maaken. -~ men moet egter erkennen dat zy. schoon zy beweeren dat Dd 3*  485 Natuurkundige het Opperweezen alle dingen geschaapen heeft, zich nooit zoo duidelyk uitdrukken dat men kan oordeelen of zy eene waare schepping, eene voortbrenging van alles uit niets, bedoelen. Maar schoon zy ten deezen opzigte zwygen , hebben zy nooit verklaard dat zy de zaak voor onmooglyk houden; ook beweeren zy niet, gelyk eenige Grieksche wysgeeren gedaan hebben, dat de stof der wae reld eeuwig is. Wy vinden niet dat zy over de ziel en derzelver middelstaat immer gehandeld hebben , schoon zy gelooven dat de ziel nog blyft bestaan, wanneer het ligchaam ophoudt te werken. Zy gelooven, daarenboven aan de weezenlykheid van verschyningen, in welk begrip hun groote wysgeer Confucius ook baarblyklyk geweest is; maar zy spreeken zeer verwardelyk van het toekomend geluk der goeden of van de straffen der boozen. —— Van Confucius gesproken hebbende, zullen wy aanmerken dat zyne leer aanleidelyk was om de menschelyke natuur tot dien staat, waarin zy zich volgens de bedoelingen des hemels moest bevinden, en waaruit zy door onkunde en de besmettinge der ondeugd vervallen was, terug te brengen. De middelen, welke hy ten dien einde voorstelde , bestonden in het gehoorzaamen van den Heere des hemels, in hem te eeren en te vreezen, in den naasten lief te hebben, ongeregelde neigingen te beteugelen, de driften nooit tot den regel der daaden te stellen, en de reden in alles te volgen, dat is niets strydigs met dezelve te doen, te zeggen, of te denken. Men beweert dat hy zyn gedrag schikte naar zyne leer; dat by door zyne deftigheid, zedigheid, mildheid , zuinigheid , en versmaading van tydelyke geneugten, zeer veele verwonderaars en aanhangers won ; inzonderheid, dewyl hy eene opregtheid bezat, die boven de verzoekingen verheeven, en noch door vervolgingen noch door zwaarigheden aan het wankelen te brengen was. Hy was zeer yverig om zyne zedeleer voort te planten, en ten dien einde schreef hy vier boeken, die door de Chineezen voor eenen volmaakten regel van gedrag gehouden wor-  aardryksbeschryving 487 worden. De byzonderheden van dit alles, kunnen breder gezien worden in bet leven van Confucius, het welk men geplaatst vindt in de Historie van China-, geschreeven door P. Du Halde. D. III. bladz. 293. Het is onder de geleerden eene zaak van geschil geweest, of de, Christelyke Godsdienst reeds in de dagen der Apostelen in China is gepredikt geworden. Men kan niet ontkennen dat de heilige Thomas het Euangelie in Ethiopie , Persie, en verscheidene andere deelen van Indie, heeft ingevoerd; maar wy hebben geenen genoegzaamen grond om te stellen dat zyne prediking zich tot in China heeft uitgebreid. Het blykt egter dat men moeite gedaan heeft om 'er het Christendom in te voeren in den jaare 782 en dat het toen door den regeerenden Vorst werd aangenomen: doch schoon het in dien tyd wel eenigen voortgang maakte , vinden wy egter dat het omtrent het jaar 845 by openbaare afkondigingen, weder verbooden werd, en dat de Christen Priesters, en de Christenen in het algemeen, genoodzaakt werden om hunne Godsdienstoeffeningen te staaken. Vader ricci deed in de zeventiende eeuwe eene nieuwe pooging, en vleide zich, door den yver der aankomelingen, en de menigte van kerken, die hy gevestigd zag, dat zyn poogingen eenen gelukkigen uitslag zouden hebben, in weerwil van de sterke tegenkantingen der Bonzaas , die hemel en aarde bewoogen om de verbreiding van eenen nieuwen Godsdienst, die regtstreeks tegen hunne driften en belangen was aangekant, te sluiten. In de historie komen verscheidene byzonderheden voor, die schynen aan te duiden dat de Goddelyke Voorzienigheid de voorstanders van het christtendom begunstigde: maar desniettegenstaande vond men dat de kwaadaartige en yverige poogingen van deszelfs vyanden van tyd tot tyd veld wonnen, in zoo verre dat 'er verschrikkelyke vervolgingen tegen de predikers des Euangeliums ontstonden. In den jaare 1665 werd de Christelyke Godsdienst als valsch en schaadelyk verworpen; de opvolger van Ricci, vader Adam-, werd, neDd 4 * vens  483 Natuurkundige vens veele anderen, gevonnisd om geworgd te worden. De Voorzienigheid scheen egter werkzaam om zulk eene onmenschlyke gestrengbeid te sluiten: want toen het vonnis in het groote geregtshof der Mandarynen stond geleezen en bekragtigd te worden , werd de zaal door eene schielyke aardbeeving geschud. Deeze en andere bykomende omstandigheden waren oorzaak dat de vergadering scheidde, dat de onregtvaardige Regters de oogen openden, overtuigd werden dat de Hemel de zaak der gevangenen begunstigde, en een besluit namen om dezelven terstond in vryheid te stellen Die goede vaders steunden egter niet in zoo verre op deeze wonderwerken dat zy andere middelen verzuimden, om zichzelven en hunnen Godsdienst by de Chineezen aan te pryzen; de maatregelen, welke zy volgden, waren grootdeels van eene gewenschte uitwerkinge ; het Christendom maakte eenen merkelyken voortgang in verscheidene provinciën, en zoude, naar alle waarschynlykheid, verder uitgebreid en duurzaamer geweest zyn , zoo niet de ongelukkige verdeeldheden, die onder de verscheidene ordens van deeze zendelingen begonnen te heerschen, en de vervolgingen , die de Jesuieten tegen den kardinaal Tournon , en anderen, wier vrye bestraffingen hun mishaagden, aanrigtten , de voortplanting des Euangeliums gestuit hadden. ——— De Jesuieten verdienden naamelyk bestraft te worden, om dat zy zich al te veel schikten naar zekere afgodische gewoonten, welke bestonden in uitwendige betooningen van den eerbied, dien de Chineezen de zielen hunner voorouderen , of eenigen van hunne groote Vorsten en uitmuntende mannen, en in het byzonder hunnen beroemden wysgeer en wetgeever Confucius toedraagen deeze eerbewyzingen zegt men egter dat by de wysgeeren en geletterden den naam droegen van burgerlyken Godsdienst. De Jesuieten maakten gebruik van deeze onderscheidinge, indien zy 'er zelfs de uitvinders niet van walen , en beweerden by den Paus dat het eene vastgestelde gewoonte was, van welke niemand zich, zonder de voortplanting  Aardryksbeschryving. 489 planting van bet Christendom merkelyk te benadeelen , kon ontstaan; en dat de Chineezen zoo sterk gesteld waren op het betoonen van eerbied aan de zielen hunner voorouderen dat niemand hunner het Euangelium zoude willen omhelzen, indien zy by deszelfs aanneeming van deeze vryheid moesten afzien. Andere zendelingen spraken dit weder tegen. De Paus deed egter niet schielyk uitspraak; deeze en meer andere geschillen bleven eenen geruimen tyd aanhouden, en de Christelyke Godsdienst werd gantsch niet met eenen gelukkigen uitslag gepredikt. . Na de verovering van China door de Tartaaren, verleenden de twee Keizers Shim chi en Khang li, zoo lang als zy regeerden , den zendelingen hunne bescherming ; doch onmiddelyk na den dood van den laastgemelden bood men zynen zoon en opvolger eene menigte verzoeken en vertoogen aan , gelyk ook aan het geregtshof der plegtigheden, tegen de Christenen. Hierop werd hun Godsdienst door verscheidene plakkaaten verbooden. Eenigen der zendelingen werden nog aan het hof gehouden , dewyl men oordeelde dat zy van nut konden zyn tot het hervormen van den Almanak , en het verrigten van meer andere diensten. Anderen werden naar Makau, eene stad der Portugeezen op de Chineesche kust, in ballingschap gezonden, in gevolge van de plakkaaten werden meer dan driehonderd kerKen tot pagoden of schoolen voor de geletterden gemaakt. De Jesuieten hebben egter eenige weinige priesters, die zich by de nieuwbekeerden vervoegen, en onder hen den dienst verrigten; en om dit te moogen doen, stellen zy zich onder de bescherming van den eenen of anderen Mandaryn , waartoe zy niet kunnen komen, zonder zeer groote geschenken te doen. Zoodanig is thans de droevige staat van het Christendom in het Chineesche Ryk. De geleerde Chineezen zyn onder elkanderen zeer verdeeld in hunne gevoelens omtrent den oorsprong van het Ryk. Hunne beste historieschryvers verdeden de tydrekening in de fabelagtige, de twyffelagtige, en de zekere; Dd 5 en  490 Natuurkundige en allen erkennen zy dat de tyd, die de regeering van Fobi voorgaar , tot geene bepaalde maat kan gebragt worden. — Zy beschouwen dan Fobi als den grondlegger hunner monarchye, zy stellen dat by omtrent tweehonderd jaaren na den zondvloed geregeerd heeft, eerst in de nabuurschap van de provincie shen si en dat hy naderhand zyn gebied uitstrekte tot de provincie Ho nan, die genoegzaam in het hart van het land gelegen is , waar hy zich bezig hield met het in orde brengen van die groote streek lands , die zich tot den oosterschen Oceaan uitstrekt. Anderen brengen hunne Monarchy niet hooger dan tot de regeering van Yao, die, volgens sommigen , de vyfde Keizer van China was. —— Het is egter zeker dat China 2155 jaaren voor de geboorte van Christus reeds bewoond geweest is. Dit is betoogbaar door eene eklips, die in dat jaar plaats had, gelyk men zien kan uit starrekundige waarneemingen, getrokken uit de Chineesche historie en andere boeken in die taale geschreeven, uitgegeeven in den jaare 1729. Dus is deeze keizerlyke troon , geduurende den tyd van 4000 jaaren en langer, door twee en twintig familiën bekleed geweest, tot aan den inval des Konings van Tartarye, die, omtrent 100 jaaren geleeden, zich meester van de kroon maakte, en door drie Keizeren, uit zyn geslagt gesprooten, is opgevolgd, waarvan de weetgierigen breeder berigt in Du Halde's historie van China kunnen vinden. De oudste inwooners van dit Ryk agt men gemeenlyk dat de onmiddelyke afstammelinge van Noach geweest zyn, die 'er zich terstond na den zondvloed hebben neergezet, omtrent welken tyd het zeer waarschynlyk is dat eenigen van Noachs kinderen of kindskinderen , tot in de oostelykste deelen van asie doorgedrongen zynde, die vrugtbaare en aangenaame streek tot hunne vaste woonplaats gekoozen hebben. De omwentelingen en veranderingen, welken dit Ryk in zulk een lang tydverloop , ondergaan heeft, moeten zich noodwendiglyk tot den aart  aardryksbeschryving 491 aart en de gesteltenis der inwooneren uitstrekken, die eeniger maate verschillen naar het geslagt , waaruit zy onmiddelyk voortkwamen , of de veranderingen en verbeteringen, die bun moogen aangekomen zyn uit eenige toevallige omstandigheden. Wy zullen derhalven alleenlyk een kort berigt poogen te geeven wegens de tegenwoordige bewooners van china na vooraf aangemerkt te hebben dat 'er een groot verschil onder hen plaats heeft, naar de streken, waarin zy hun verblyf houden. De tegenwoordige bewooners van China verschillen zeer weinig van de Europeaanen in hunne uitwendige gedaante Daar is inderdaad eenig onderscheid in hun denkbeeld wegens schoonheid, tot welker bevordering zy alles doen willen wat hunne vermoogens toelaaten. De schoonheid, welke onder hen de grootste is, bestaat in een groot voorhoofd, eenen korten neus, kleine oogen, een breed en vierkant aangezigt, breede en groote ooren, eenen mond van middelmaatige grootte, en zwart hair; want geel of rood hair kunnen zy in het geheel niet verdraagen. Zy beschouwen egter zekere overeenkomst of evenredigheid tusschen de deelen als een vereischte van waare bevalligheid. Van een fraaije uitwendige gedaante maaken zy in het geheel geen werk, omdat hunne klederen wyd zyn, en niet om het lyf sluiten, gelyk die der Europeaanen: en zy houden een dik man, mids dat hy maar welgemaakt zy, voor een man van eene fraaije gestalte. Hunne kleur is niet zoodanig als dezelve gemeenlyk wordt opgegeeven door hun , die slegts de zuidelykste deelen van China gezien hebben; want daar geeft de ongemeene hette den bewooneren eene olyfkleur , of liever, zy maakt hen bruinagtig; maar in de noordelykste provinciën zyn ze zoo blank en schoon als de Europeaanen, en, over het geheel genomen, hebben zy een zeer bevallig uitzigt. De vrouwen zyn inzonderheid , doorgaans, van eene middelmaatige langte : zy hebben eenen korten neus , kleine oogen , eenen welgemaakten mond, roosverwige lippen, en zwart hair. Zy   zyn,  492 natuurkundige zyn , om kort te gaan , bevallig , leevendig , en van eene verliefde gesteltenisse : doch men moet erkennen dat zy vry wat moeite doen om schoon voor te komen, door zich met zekere toebereidingen te wasschen of te blanketten. — Onder de bevalligheden der schoone sexe wordt de kleinheid der voeten in het byzonder gesteld , zoodat de minnen en moeders gewoon zyn , de voeten der meisjes zeer styf te binden , om den al te sterken groei van dezelve voor te komen. De Chineesche vrouwen onderwerpen zich, zoo lang als zy leven, aan dit vreemde en veel te algemeene bedwang, zoodat haar tred langzaam en onregelmaatig is. Zelden ziet men haar op de openbaare wegen, en egter zyn ze niet vry van de gemeene ligtzinnigheid der sexe; ook zullen zy des morgens gantsche uuren verspillen met zich te kleden en op te schikken. De kleeding der vrouwen dient niet weinig om haare bevalligheid te vermeerderen. Haar hoofdhair is met verscheidene krullen opgemaakt , en hier en daar met kransjes van gouden en zilveren bloemen opgesierd; dikwerf geeven zy zelfs aen die bloemen de gedaante van eenen vogel. De jonge vermoogende juffers draagen eene soort van kroon op haar hoofd , als het welk gedekt is met eenen kostbaaren zyden band, die zich boven het voorhoofd in een punt verheft, en opgesierd is met paarlen , diamanten , en andere kostbaare kleinodiën. De vrouwen, die meer in jaaren gevorderd zyn, vergenoegen zich met een stuk zyde, het welk zy verscheidene maalen om haar hoofd winden. Het geen de bekoorlykheden der Chineesche vrouwen den grootsten luister byzet, is de zedigheid , die in baar gelaat en kleding plaats heeft. — Haar bovenkleed is zeer lang, en bedekt haar van het hoofd tot de voeten; de mouwen reiken tot over haare handen. De kleur van haar gewaad is onderscheiden , even als in Europa , naamelyk rood, blaauw, groen, of anders; maar geene vrouwen , dan die reeds bejaard zyn , draagen violet of zwart.  Aardryksbeschryving. 493 zwart. De mode. die in de kleedinge der Europeaanen heerscht, en telkens veranderlyk is, heeft in China geene plaats; 'want 'er heeft eene eenpaarigheid van kledinge geheerscht van de grondlegginge des Ryks af, tot aan deszelfs verovering door de Tartaaren toe, die de gedaante der chineesche regeering wel niet veranderd, maat egter de Chineezen gedwongen hebben , om zich naar hunne wyze te kleden. De kleding der mannen is geschikt naar de deftigheid , welke zy by alle gelegenheden tragten te vertoonen. Zy bestaat naamelyk , uit eenen langen rok, met kleppen van vooren, die aan de zyden worden toegeknoopt ; de mouwen zyn lang , en reiken tot aan de hand. Somtyds binden zy deezen rok op met eenen zyden gordel , wiens einden tot aan de knien hangen. Des zomers draagen zy 'er een linnen onderkleed onder, en des winters een satynen , waarin zy gewoon zyn katoen te voeren. Maar in de noordelykste streeken zyn hunne onder en bovenklederen beiden van bonte huiden gemaakt en dienen dus zoo wel om hen tegen de koude te beschutten, als tot opschik. Zy zyn inderdaad zeer zorgvuldig in hunne kleeding te schikken naar den zomer of den winter, naar koude of warmte. Des zomers hebben zy een zyden net om hun lyf, opdat hun hemd niet al te digt aan het bloote ligchaam moge komen. Des winters hebben zy een' halsband van satyn , sabel of vossenvel. Alle hunne klederen , en inzonderheid het bovenkleed, is, naar den rang en de hoedaanigheid der persoonen, versierd met zyde, goud en zilver , of met kostbaare bonten Hun hoofddekrel bestaat des zomers in eenen kleinen hoed , of een muts, die de gedaante van een kegel heeft, en van binnen met satyn gevoerd is, waarin egter ook verscheidenheid heerscht, naar de verscheidenheden van rang. De Mandarynen draagen een hoofddeksel, het welk aan anderen verbooden is. Des winters bedienen zy zich van een warme muts , met een' rand van sabel, hermelyn of vossenvel. Zy draagen ook laars-  494 Natuurkundige laarsjes van satyn of katoen, maar voor den winter van bont gemaakt. Wanneer de luiden van aanzien reizen dan hebben zy zeer fraaije lederen laarzen. - . Wan- ' neer de Chineezen een bezoek afleggen, draagen zy gemeenlyk eenen langen rok van blaauwe zyde versierd zoo als de tyd van het jaar, of de ouderdom , het beroep , of de hoedaanigheid der persoonen zulks toelaaten' De Chineezen zyn zeer zindelyk en net in hunne huizen; doch men vindt onder hen geene pragtige huissieraaden, dan alleenlyk in de paleizen, of in de wooningen van luiden van den eersten rang, met welker beschryvinge wy ons hier niet kunnen inlaaten. In hun gewoone voedsel zyn zy veel minder rykelyk en verkwistend dan op hunne feesten. Zy eeten niet slegts allerlei soorten van vleesch, visch en gevogelte even als wy doen, maar zelfs katten, honden, slangen' en veelerlei ongedierte. Paardenvleesch tellen zy onder hunne lekkernyen , en naast het zelve stellen zy dat van honden; doch van het een en ander eeten zy zeer maatig: gemeenlyk kooken zy by het vleesch veel ryst of andere moeskruiden , en maaken 'er eene bry van ' op gelyke wyze als de Franschen en Spanjaarden hunne soupen toebereiden. Zy leven, voor het overige, even als zeer veele Europeaanen, van ryst, peulvrugten, gierst kruiden, wortelen en andere tuingewassen; ook van verscheidene vrugten, die in den tyd zyn. Vleesch gevogelte of visch, het zy gezooden of gebraaden, wordt doorgaans wel gezouten, en in kleine stukjes gesneden op de tafel gebragt, zoo dat zy zout, peper, noch saussen noodig hebben. Zy gebruiken noch messen noch vorken; maar elk der aanzittende heeft twee lange yvooren of ebbenhouten staafjes, waarmede zy zich ongemeen wel weeten te behelpen, zoodat zy de spys in het geheel niet met hunne vingers aanroeren. Doorgaans gebruiken zy hooge stoelen en tafels tot het houden van hunne maaltyden , tegen de gewoonte van alle andere oostersche natiën , die met de beenen kruisseling over elkan-  ■ AARDRYKSBESCHRYViNG. 495 elkanderen op den platten grond nederzitten , en zich zelden van eene tafel bedienen, of 'er slegts een hebben , die eenen voet hoog is ; daar de Chineezen , op hunne gastmaalen iederen gast van eene kleine Japansche tafel voorzien, met schotels die voor hem in het byzonder geschikt zyn, van Japansch of Chineesch porcelyn , of van grover aardenwerk , naar den staat van hem, door wien de maaltyd gegeeven wordt. De grootste lekkernyen , die een deel van het onthaal der ryken uitmaaken, zyn hartenpeezen , welken zy mee zeer veel moeite toebereiden , om ze zagt, smaaklyk , en door speceryen geurig te maaken; naast aan deezen komen beeren klaauwen, die zy genoegzaam op de zelfde wyze toebereiden ; hun oogmerk is niet slegts het ligchaam te voeden, maar ook lust tot byslaapen te verwekken, zoodat de meesten van hunne geregten zeer ! heet van speceryen zyn. Hun brood wordt ge meenlyk van ryst gemaakt, schoon zy in de meeste provinciën overvloed van tarwe hebben. Hun gewoone drank is thee, en men kan aanmerken dat zy hunne spys kouden hunne drank heet gebruiken. Zy maaken wynen, en drinken ;' 'er vry sterk van; ook hebben zy hunne sterke dranken, doch ten aanzien van deezen houden zy de maatigheid in het oog. Die, welke men van ryst gestookt heeft, : zyn, wanneer zy eenige jaaren zyn bewaard geworden, meest in agtinge. De inwooners zyn, over het algemeen genomen, zagt en handelbaar van aart; ook zyn ze zeer beleefd en ge| spraakzaam, zoo dat 'er niets, dat naar hardheid, ruuwheid of onbeschaafdheid gelykt, in hun voorkomen en zeden plaats heeft. Doch schoon zy zich dus in den omgang vertoonen , en niet schielyk tot toorn overslaan, zyn zy zeer geweldig en wraakzugtig, wanneer zy gramstoorig worden. Zy toonen hun misnoegen doorgaans , bedaardelyk gedagt te hebben op de middelen , om het op de gevoeligste wyze te doen blyken. Zy zullen het ontveinzen en verbergen, tot dat zy de gelegenheid gunstig genoeg  496 Natuurkundige genoeg zien om al het kwaad te doen dat zy wenschen Zy draagen luiden van jaaren grooten eerbied toe, en worden hierin door het voorbeeld van den Keizer zelven aangemoedigd. hunne zedigheid is verwonderlyk, en schynt den bewooneren van dit Ryk als aangebooren. De geleerden zyn zeer bedaard, en maaken geene uitwendige vertooning van hunne bekwaamheden, die met de betaamelykheid onbestaanbaar is. De vrouwen leven zeer afgezonderd; haar geheele ligchaam is doorgaans bedekt, zelfs tot haare handen toe, en nimmer agten zy het betaamelyk anders in het openbaar te verschynen. Geene natie is trotscher op haare voorgewende grootheid, en op den voorrang, dien zy zich boven andere volkeren toeëigent: ook zynde Chineezen zeer gezet op de gewoonten van hun eigen land; zy zyn dermaate ingenomen met hunne zeden en grondregelen, dat zy in het geheel niet kunnen gelooven dat 'er iets goeds buiten China is, of dat iets waar kan zyn, het welk niet tot kennis van hunne geleerde mannen is gekomen. In het byzonder beschouwen zy zich als de eenigste natie der waereld, onder welke de regte grondregels van staatsbestieringe plaats hebben : en het is geenszins te verwonderen dat zy in dit opzigt zoo trotsch en eigenzinnig zyn, dewyl het een vooroordeel van opvoedinge is, het welk de Mandarynen en anderen wel zorgen dat in stand gehouden worde, als best geschikt om vrede en nist in het Ryk bestendig te maaken. Eigenbaat is het groote zwak van de Chineesche natie : men moet derhalven allerleie rollen met de Chineezen weeten te spelen, zelfs die van volstrekte belangeloosheid. Wanneer 'er iets te winnen valt , stellen zy zoo veele konstenaaryen in het werk als zy by mooglykheid kunnen uitdenken; zy dringen zich dan op eene listige wyze in, in de vriendschap en gunst van luiden, die iets tot bevordering van hunne zaak kunnen toebrengen, en poogen derzelver genegenheid, door eene aanhoudende dienst-  aardryksbeschryving 497 dienstvaardigheid te winnen : voor het overige weeten zy zich allerleie karakters , met eene ongemeene bekwaamheid, aan te maatigen, en de beuzelagtigste toevallen ter bereikinge van hunne oogmerken te doen dienen. Bedreevenheid in bedriegeryen wordt voornaamelyk onder het gemeen opgemerkt ; want onder het zelve vindt men duizenden van streeken om de te koop geveilde waaren te vervalschen. Doch men kan wegens de chineezen , over het algemeen genomen , zeggen , dat zy alles , wat tot de deugd behoort , goedkeuren , maar 'er niets van betragten. Wanneer wy het oog slaan op de menigvuldige, pragtiglyk aangelegde, en wel voorziene Boekeryen, die in China gevonden worden: wanneer wy het groot getal Van Leeraaren en Kollegien, in den kring van dit Ryk. in aanmerking neemen; wanneer wy eindelyk letten op hunne waarneemingsplaatsen , op hunnen yver in het gadeslaan van den loop der Starren, op de middelen , door welken zy geleerde luiden aanmoedigen, en op den voorrang, dien zy aan zoodanigen gunnen , tot het bekleeden van gewigtige en aanzienlyke posten, dan zoude men haast in het denkbeeld vallen dat in de waereld geene kundiger en geleerder Natie zoude te vinden zyn dan de Chineesche: doch dit is in geenen deele het geval: want schoon men moet erkennen dat de Chineezen zeer veel vernuft hebben, bezitten zy egter den geest van uitvindinge in het geheel niet, en zy hebben niet eene der weetenschappen, die verhevenheid en doordringendheid van oordeel vorderen, tot volmaaktheid gebragt. De voornaamste oeffeningen, met welken zy zich bezig houden, zyn die van de Wetten en van de Geschiedenis van hun Vaderland, en die van de zedelyke Wet. Doorvorderingen in kundigheden van dien aart , krygen zy , gemeenlyk den graad van Leeraar, om welken zy door gaans van zoodanigen , wier bekwaamheden zoo groot niet zyn, met hoogagtinge, en zelfs met eerbiedenisse behandeld worden. II. Afd. III. deel E e Met  498 Natuurkundige Met betrekking tot de Redeneerkunde , zeggen de Historieschryvers dat de Chineezen niet geschikt zyn om de Bewyskonst tot volkomenheid te brengen: hunne Rederykkunst is geheel natuurlyk : hunne Muziek rust op de verbeelding , en heeft groote verbeteringen noodig : hunne Meetkunde is oppervlakkig. Doch die Historieschryvers moeten egter erkennen dat de Chineezen zeer gevat zyn op de Rekenkunde , en wel ervaaren in de Starrekunde, terwyl ook de Natuurlyke Wysbegeerte als de geliefdste van hunne oeffeningen kan beschouwd worden. Volgens de geloofwaardigste berigten is de Chineesche Natie , zoo wel als de Europeesche Natien, sederd onlangs niet weinig gevorderd in de kennisse dier Weetenschappen, welke zy voor deezen als louter beschouwelyk en geheel nutteloos aanmerkten. De Keizer heeft in zyn Ryk, en de Mandarynen hebben in hunne Provincien, de uitbreiding van kundigheden van dien aart sterk aangemoedigd. Dit beeft niet slegts te weeg gebragt dat zy voortgangen maakten in de kennisse der Starrekunde, maar ook dat zy verscheidene Werktuigen tot de Starreen Natuurkunde dienstig, uitgevonden en verbeterd hebben, het geen een duidelyk bewys verschaft van hunne bekwaamheid en zugt om hunne kundigheden uit te breiden. De Taal der Chineezen is thans verdeeld in drie soorten, te weeten in die van het gemeene volk, die alleenlyk by hun, en in de slegtste geschriften gevonden wordt; zy is ver de ruuwste , en onderscheidt zich door eene groote verscheidenheid van tongvallen en uirspraaken. -~ De tweede is de Taal van de Mandarynen en geletterden, en wordt gebruikt door luiden van groote bekwaamheden en van hoogen rang onder de Chineezen. In deeze tweede Taale, die veel meer gezuiverd is dan de eerste, worden veele Historien, Nieuwstydingen, en andere stukken geschreeven, in eenen styl, welke, ten opzigte van klaarheid, fraaiheid, zuiverheid en beschaafdheid niet minder is dan die van onze beste Schryveren. — De derde wordt de  Aardryksbeschryving. 499 de geschreeven Taal genoemd, of de Taal der Geleerden en deeze gaat de voorige in kortheid , deftigheid en verhevenheid te boven. Zy wordt niet gebruikt in gemeene gesprekken , maar alleenlyk in geschriften, en heeft zulk eene aangenaame vloeijendheid, datzy, door hun, die 'er meesters in zyn , geleezen wordende, de keurigste ooren zal behaagen, in weêrwil van haare verbaazende beknoptheid, en de verscheidenheid der toonvallen die in de uitspraak heerscht. Doch de kennis van deeze derde soort is genoegzaam verlooren; en dus zullen wv alleenlyk nog zeggen dat iedere gedagte wordt, uitgedrukt in omtrent vier of zes karakters, zonder eemge teekens van zinscheidinge , zoodat de Geleerden moeten oordeelen waar een volzin eindigt. de chineesche gewoonten en zeden vorderen onze opmerking. In derzelver beschouwing komen ons voor eerst hunne openbaare of nationaale Feesten voor, die verscheiden zyn, en het geheele Ryk door regelmaatiglyk gevierd worden. Het aanmerkelykste is dat , het welk op de twee eerste dagen van het nieuwe jaar onderhouden wordt. Deezen zyn zy gewoon te vieren door het houden van maaltyden, muziek, danssen, spelen en andere vermaakelykheden, ook zenden zy, ter gelegenheid van dezelven geschenken aan hunne vrienden en bloedverwanten. Die plegtige tyd, welke by sommige Grooten van het einde der twaalfde Maane van het Oude, tot den twintigsten dag der eerste Maane van het Nieuwe jaar duurt, wordt eigenlyk hun Rusttyd genoemd. Geduurende denzelven staan alle hunne bezigheden stil, de Regtbanken zyn geslooten, en de Amptsverrigtingen blyven het geheele Ryk door , opgeschort. Het pragtigste gedeelte van dit Feest heeft plaats op den 15den dag der eerste Maane, en wordt het Feest der Lantaarnen genaamd , gemeenlyk wordt het ten hove, en in de hoofdstad Peking, aangekondigd door het luiden van eene groote klok; zooras als men die hoort, paart men dit geluid met dat van schietgeweer , van keteltrommen, trompetten, en E e2 ande-  500 Natuurkundige andere speeltuigen: men stookt dan vreugdevuuren aan, hangt veele lantaarnen buiten , en houdt zich vooral bezig met het afsteeken van eene groote verscheidenheid van vuurwerken, van welken sommigen kasteelen, toorens , schepen , draaken , olifanten , paarden , enz. vertoonen , en die den geheelen dampkring als verlicht doen voorkomen: in verscheidene byzonderheden, die tot deeze konstwerken behooren , wordt het oog gestreeld door de verwonderenswaardigste vertooningen, en het oor door de welluidendste klanken. Alles wordt met zoo veel blydschap en vrolykheid gevierd , en is met zulk eene pragt en kostbaarheid aangelegd, dat het de verwondering der aanschouweren noodwendiglyk moet opwekken, en zulken, die 'er bloote verhaalen van hooren, ongelooflyk voorkomen. — De Feesten, die in rang en plegtigheid aan dit volgen, zyn de twee groote Feesten , ingesteld ter eere van den beroemden Confucius , waarvan het eene in de lente en het andere in den herfst gevierd wordt. De openbaare eerbewyzingen, welke men dien groeten Wysgeer waardig kent, wierden voor deezen voor zyn standbeeld afgelegd: doch die gewoonte is door den nieuwen veroveraar Kanghi afgeschaft. Zy hebben thans zynen naam in groote letteren , die zy rykelyk versieren, en waarvoor zy zich negenmaal nederbuigen: vervolgens offeren zy wyn: eetwaaren, fruiten , enz. op eene gelyke wyze handelen aanzienlyke Familien op de lykfeesten jegens verstorvene vrienden. Hunne byzondere Feesten worden gevierd op geboortedagen, trouwdagen, of op dagen van begraavenissen. In die allen pogen zy overeenkomstiglyk met hunnen rang uit te munten. Op geboortedagen worden gemeenlyk lierzangen of vreugdezangen aangebooden : men gaat dus eveneens te werk als in de plegtigheden, en vreugdebedryven , die by de geboorte van eenen eersten zoon plaats hebben: en in beide de gevallen brengen zy, die bezoeken komen afleggen , doorgaans geschenken met zich, in welker aanneeminge luiden van den hoogsten zang geene zwaarigheid maaken. De  aardryksbeschryving 501 De Huwelyken der Chineezen worden ook met groote plegtigheid gevierd. De getrouwden worden gemeenlyk byeengebragt, zonder dat zy te vooren eenige kennis aan elkanderen gehad hebben; want het kontrakt wordt door de ouderen of bloedverwanten geslooten, en van wederzyde door geschenken bekragtigd. De Bruid brengt geen huwlyksgoed aan, maar wordt gekogt door den Bruidegom, die, behalven den prys, welken hy voor haar betaalt, gemeenlyk tweemaal zoo veel besteedt , ter volvoeringe van de huwlyksplegtigheid, als de geschenken, welke de Bruid met zich brengt, waardig zyn, het geen inzonderheid plaats heeft onder luiden van den hoogsten rang. Zoo ras als het Huwlykskontrakt geteekend en geregeld is , en de geschenken tot deszelfs bevestiging zyn uitgewisseld , wordt de Bruid haren Bruidegom te huis gezonden, in gezelschap van eene meenigte vrienden en bedienden , sommigen te paard en anderen te voet. Eenigen draagen de wapens der familie ; anderen spelen op verscheidene muziektuigen, sommigen draagen flambouwen op den vollen middag , en eenigen branden welriekende reukwerken; eindelyk zyn 'er ook, die de Geschenken aanbrengen. Wanneer de gehuwden luiden van eenig aanzien zyn , dan zit de bruid in eenen fraai opgeschikten draagstoel , die somtyds door twaalf mannen gedraagen wordt. Wanneer zy aan het huis van haaren Bruidegom komt, vindt zy deezen gereed om haar te ontvangen , waar hy verzeld is van eene meenigte bloedverwanten , allen ryklyk uitgedoscht. Vervolgens wordt de draagstoel, die aan alle kanten wel geslooten is overgeleverd. Een persoon van aanzien uit het gezelschap draagt den sleutel, welken hy aan niemand dan aan den Bruidegom ter hand stelt, die aan de deur staat te wagten, met oogmerk om de Bruid in een voorvertrek te geleiden. Zooras als de draagstoel hier is neêrgezet, opent hy dien zeer schielyk . en kan dan over zyn goed of kwaad fortuin oordeelen. Wanneer hy zin in haar heeft, dan leidt hy haar by de hand uit den E e 3 stoel,  502 Natuurkundige stoel en brengt baar in de groote zaal, waar Bruid en Bruidegom beiden vier diepe buigingen voor Tyen maaken , en vervolgens doet de Bruid zulks voor de vrienden van haaren gemaal. Daarna wordt zy in een vertrek gebragt, waar een genoodigd gezelschap van vrouwen is, en waar de vrouwelyke bloedverwanten haar op allerleie vermaakelykheden, danssen en muziek onthaalen : op een gelyke wyze wordt ten aanzien van den Bruidegom door de mannen gehandeld : het feest duurt langer of korter naar maate men het kan bekostigen of 'er vermaak in vindt. — Wanneer het geval wil dat de Bruidegom , by het openen van den draagstoel, bevindt dat de Bruid niet voldoet aan zyne verwagting, dan sluit hy den stoel weder toe, en zendt haar terug aan haare ouderen, willende het geld, dat hy voor haar betaald heeft, liever verliezen dan haar aanneemen; doch dit gebeurt maar zeer zelden, ten aanzien van den Bruidegom; want zyne vrouwelyke bloedverwanten gebruiken alle mooglyke voorzorgen om mislukkingen voor te komen. — By het gemeen worden minder plegtigheden in agt genomen, en onder het zelve hebben de verloofden doorgaans gelegen-, heid om eikanderen te zien. — Wanneer de bruiloftsplegtigheden geeindigd zyn , dan mag de vrouw in het geheel niet meer in het gezelschap van mannen komen, uitgezonderd in dat van haaren eigen man. alleenlyk mag zy haaren vader , of den eenen of anderen der naaste bloedvrienden, by sommige gelegenheden zien. Somtyds gebeurt het egter dat zy voor het huwelyk een beding maakt van nu en dan eenen minnaar te moogen spreeken. Dit wordt wel eens toegestaan, maar nooit zonder gewigtige redenen, en het wordt altyd als eene groote inschikkelykheid in haaren vader en egtgenoot aangemerkt. De chineesche wetten vorderen dat een man niet meer dan eene vrouw hebbe; maar 'er is vryheid om verscheidene bywyven te houden, die met weinig plegtigheid worden aangenomen. — De wettige vrouw is egter meesteres over dezelven. — De tweede Huwelyken worden  Aardryksbeschryving. 503 worden met veel minder omslags dan de eerste voltrokken, en zelden voor zeer betaamelyk gehouden: wanneer eene vrouw haaren man verliest, dan is de algemeene verwagting dat zy weduw zal blyven, over het geheel genomen moet de gehuwde staat in China voor de vrouwen zeer groote onaangenaamheden hebben, dewyl zy, uit hoofde van de jaloerschheid haarer mannen, genoegzaam in slaavernye, en opgeslooten moeten leeven. Wanneer de man het goedvindt,- dan loopen zy gevaar van met haare kinderen verkogt te worden, en wanneer zy weduwen zyn , leggen zy onder de verpligting om langen tyd met rouwbedryven door te brengen. De laatste plegtigheid, van welke wy zullen spreeken, is die, welke by de Begraavenis hunner dooden plaats heeft, en die, by luiden van allerleien rang, merklyk verschilt van de gewoonte, welke onder andere volkeren by zulk eene gelegenheid onderhouden wordt. De ongemeene eerbied, welken de Chineezen der gedagtenisse van hunne overleedene bloedverwanten toedraagen, en somtyds wel voor eenen verstorven vriend betoonen, is zoo groot, dat zy dien naar hunne gedagten niet genoeg kunnen uitdrukken door de kosten, welke zy by hunne Begraavenissen maaken, door den langen, tyd , welken zy in den rouw , dat is in het wit, gaan, en door de teekenen van bittere droefheid, welke zy verscheidene jaaren agterëen, by het verjaaren van den stersdag, geeven. Volgens eene oude wet droegen zy drie jaaren rouw over hunne ouderen; doch die tyd is nu tot zevenentwintig maanden gebragt. Zoo lang staat het een kind niet vry (en het schikt zich ook gewilliglyk naar die verpligting) om op een bed te leggen , maar het moet op den vloer rusten, en zyn verlies met de bitterste klagten betreuren. Zy moogen een geheel jaar lang met niemand verkeeren , en moeten zich van alle huwlyksgemeenschap mee hunne vrouwen en bywyven onthouden, onder de bedreiging van gestrenge straffen, indien zy 'er op betrapt worden. By het overlyden van den man, is Ee 4 de  504 Natuurkundige de vrouw mede verpligt om 27 maanden te rouwen; en de man rouwt over den dood zyner vrouwe twaalf maanden, zynde deeze de gewoone tyd van rouwdraaging ook voor andere nabestaanden. Daar hebben nog verscheidene andere byzonderheden plaats, welker beschryving verveelend zyn zoude, als daar zyn der Chineezen gewoonte om zich in kostelyke zyde te kleeden ; de sterkte en kostbaarheid der doodkisten ; de kostbaare reukwerken , welke zy by de lykstaatie en begraaving gewoon zyn te branden ; de sterkte en verscheidenheid van hunne grafsteden; de jaarlyksche feesten en plegtigheden, by welken allen , die tot de familie behooren , moeten tegenwoordig zyn , terwyl de ryken een gastmaal voor de armen aanrigten , en de naaste bloedverwanten zich eenen tyd lang in rouwbedryven vereenigen. Alle die byzonderheden verschillen naar de omstandigheden, naar de graaden van namaagscbap , naar den rang in de regeering , van den Keizer af tot de laagste soort van Mandarynen toe. De Chineezen zyn , over het algemeen genomen , zeer deftig, en gezet op uitwendigheden en plegtigheden. Wanneer zy iemand, die hun in rang gelyk is, groeten, dan leggen zy de eene hand op de borst, en buigen het hoofd: voor hunnen meerderen leggen zy beide de handen op de borst, en buigen het ligchaam zoo laag als zy kunnen, en voor eenen Mandaryn vallen zy op hunne knien, en raaken den grond met hun voorhoofd; dit zyn zy egter niet gewoon te doen op de openbaare wegen. Wanneer zy eenen meerderen binnens huis groeten, dan zyn ze gewoon in de vernederde gestalte te blyven, tot dat de meerdere hen oprigt. Wanneer gewoonlyke plegtigheden niet gevoeglyk kunnen verrigt worden , dan leggen zy hunne armen kruisseling over elkanderen, en vestigen hunne oogen op den grond. Zy zyn ongemeen mild in hunnen meerderen of weldoeneren eertitels toe te voegen. De Chineezen zyn daarenboven zeer plegtig in het afleggen van bezoeken , zoo wel ten aanzien van hunne  aardryksbeschryving 50 hunne meerderen en minderen , als van huns gelyken: wanneer zy bezoek van iemand ontvangen , zorgen zy om hem gemaklyk en gevoeglyk te plaatsen, onthaalen hem op thee , en toonen zich , inzonderheid in het afscheid neemen , zeer beleefd. Dergelyke bezoeken als onder hen by luiden van allerleien rang in gebruik zyn , zouden in Europa zeer lastig vallen. Hunne vermaakelykheden zyn niet zeer menigvuldig, uitgezonderd ter gelegenheid van hunne feesten : ook vinden zy eene groote uitspanning in de jagt. waartoe zy zich in schuiten op de rivieren en in de kanaalen begeeven: daarenboven zyn hun nog eenige weinige openbaare verlustingen toegedaan. Niettegenstaande het spelen ten sterksten door hunne wetten wordt tegengegaan , is het kaartspel onder hen egter zeer gemeen: zy zyn 'er in zoo verre aan verslaafd , dat zy 'er dikwyls geheele dagen en nagten mede doorbrengen. De buitenlandsche handel der Chineezen is zeer aanmerklyk. Zy dryven naamelyk, koophandel op Japan, siam Batavia, en andere deelen van de Oost-Indiën. De waaren , welken zy derwaards brengen zyn : de Wortels van Jin Seng , Kina en Rbuharber , nevens meer andere geneeskragtige wortels en planten. Ook vervoeren zy veele beestenhuiden , allerleie soorten van zyde , veele soorten van hout, en eenige Europeesche lakenen Aan veelen van deeze koopwaaren winnen zy 300 ten honderd. Zy brengen in hun land terug paarlen , sabels , Japansch porcelein , en eene groote meenigte Japansch goud. Ook voorzien zy zich van eene soort van gemengd metaal , het welk zy tombak of tombago noemen , en waarvan zy ringen en verscheidene andere snuisteryen maaken. Eenigen der gemelde waaren vervoeren zy weder naar andere deelen • van de Oost-Indien. Hun handel met de Europeaa nen is eertyds voor dezelven zeer voordeelig geweest, doch is nu zeer in het verval. Dit Europa bragt men den Chineezen lakens , degens, klokken , horolo Ee 5 gien  506 Natuurkundige gien , spiegels, teleskoopen , en verscheidene andere mathematische werktuigen maar zy zyn met die dingen zoo overlaaden geworden , dat het nu naauwlyks der moeite waardig is, iets anders niet hun te doen dan zilver voor goud te verruilen ; doch het is zeer bezwaarlyk zuiver goud van hun te bekomen : het meeste is op eene bedrieglyke wyze vervalscht , ten nadeele van den kooper. Het onvervalschte vindt men alleenlyk te Quang Tong, waar, by openbaar gezag, eene plaats is vastgesteld , in welke het op eene bepaalde waarde gemaakt wordt: want het streelt der Chineezen hoogmoed , wanneer zy de Europeaanen moogen bedriegen. Andere waaren zyn zoo wel bekend dat wy 'er niet van behoeven te spreeken. Wy moe ten egter aanmerken, dat zy voornaamelyk een bestaan vinden in hunnen binnenlandschen handel , dewyl sommige provincien waaren voortbrengen, die in andere niet vallen. Dus vindt men in de provincie Kiang-si overvloed van ryst; en die van Che-kiang veel zyde; in Kiang nan inkt , vernis , en eenig fraai hout ; Sian-si verschaft yzer, koper , en andere metaalen Fo-kyen levert suiker en thee , en Seo-chwen geneeskragtige en andere planten : alle die dingen worden niet slegts te water of te land van de eene provincie naar de andere gebragt, maar wanneer men ze op de markt veilt , zyn ze binnen weinige dagen verkogt. De Mandarynen stellen in die tyden hun geld den kooplieden in handen om 'er winst mede te doen. Naauwlyks is 'er eenig huisgezin , hoe arm ook , het Welk niet zal zoeken eenig voordeel te behaalen, door op de eene of andere wyze handel te dryven , en pooging te doen om denzelven te verbeteren en uit te breiden. De manufactuuren der Chineezen zyn zeer talryk. De voornaamste van dezelven zyn die van zyde, katoen, porcelyn, en verlakt werk. De uitvinding der zyde • manufactuur wordt toegeschreeven aan eene der vrou-  Aardryksbeschryving 507 vrouwen van den Keizer Whang ti Het is zeker dat die manufactuur , van onheugbaare tyden af, in China zoo wel is voortgezet , dat de kleeding onder luiden van allerleien rang, en de stukken , die buiten 's lands verzonden worden, zulk eene verbaazende meenigte van stoffen uitmaaken , dat men haast zoude denken dat het land geheel moest uitgeput worden, Doch 'er komt zulk een ongelooflyk aantal van handen te werk , dat China , niet zonder reden , het zydeland genoemd wordt. Wy moeten niet nalaaten melding te maaken van de verwonderenswaardige vlyt en bedreevenheid der Chineezen in alles, wat tot de zydefabriek behoort: wy moeten de fraaije geschiktheid van hunne getouwen, tot het spinnen en weeven der zyde, met die schoone verscheidenheid van kleuren en patroonen , in aanmerking neemen. Zy zyn zeer oplettend en zorgvuldig in het uitbroeijen , vermeerderen en oppassen van de zy wormen, welke diertjes zy van eene groote meenigte ongemakken , waarvoor dezelven bloot staan, bewaaren en geneezen : zy plaatsen ze in byzondere vertrekken naar den staat, in welken zy zich bevinden , naar den tyd , waarin de diertjes ge kipt zyn , spinnen of eieren leggen. De Chi neezen zyn ook zeer zorgvuldig in het voortplanten van den moerbeziënboom en in het zoeken naar eenen van de beste soort. Over alle die dingen hebben zy verscheidene geschreevene verhandelingen , die den weetgierigen eene aangenaame uitspanning verschaffen kunnen , en inzonderheid voor de manufacturiers van dienst kunnen zyn. . Eene andere voordeelige fa briek is die van katoen, schoon dezelve zoo veel onderscheidene takken niet heeft als de zyde - manufactuur : de Chineezen zyn zeer arbeidzaam in het bevorderen en voortplanten van dezelve, en ongemeen afgerigt op de kunst om verscheidenheid van kleuren op het doek te brengen , waardoor veele handen aan werk geholpen worden. De chineesche porcelein-fabriek,  508 Natuurkundige is misschien de oudste en tevens de fraaiste van allen; In verscheidene provincien van het ryk , wordt eene groote verscheidenheid van het zelve gemaakt , maar het beste vindt men in de provintie Kiang-si, welke stad omtrent drie mylen lang is , en eene millioen menschen bevat, die zich genoegzaam allen met die eene fabriek bezig houden. De Chineezen zyn zeer ongenetgd geweest om de Europeaanen ooit eenig licht te geeven omtrent het maaken van porcelein, en inzonderheid omtrent de wyZe om het te schilderen en te vernissen. De berigten , welke nog gegeeven zyn hebben veeleer gediend om te misleiden dan om de konst te ontdekken : wy meenen egter dat onlangs een zeer egt berigt hieromtrent gegeeven is door den Jesuit Kiang te-Ching: doch deeze geeft tevens te kennen, dat men eertyds in China een middel had om veel beter porcelein te maaken dan het geen thans gemaakt wordt. Of het porcelein, het welk sederd in Saxen gemaakt werd , en- het Chineesche zeer ver overtreft, inzonderheid in schoonheid van kleuren en fraaiheid van schilderwerk, op dezelsde wyze gemaakt zy, en of de eerste uitvinder van het zelve zyne kundigheden uit het berigt van den bovengenoemden Jesuit ontleend hebbe, is ons geheel onbekend : doch dewyl deeze waar in Duitschland zeer wel is nagemaakt, en men daarin in Engeland gelukkiglyk slaagde, zal het onnoodig zyn in het byzonder op de Chineesche wyze van bearbeiding stil te staan: het zoude ook te verdrietig vallen ons met de beschryving der maniere om porcelein te bereiden , te verglazen , te schilderen en te bakken op te houden. Men kan hieromtrent eenige onderrigting vinden in du Haldo's beschryving van het chineesche Ryk , werwaards wy den weetgierigen wyzen. De laatste manufactuur, die onze opmerking vordert, is die van het verlakte of Japansche werk , het welk , schoon zeer veel minder dan dat in Japan gemaakt wordt , evenwel  aardryksbeschryving 509 wel genoeg in agting is om groot voordeel op te brengen. Het beste wordt te Whey-chen, in de provincie van Kiang-nan, en te Nan-king in dezelsde provintie, gemaakt, doch de Europeaanen koopen het meest te Canton , waar het naar hun voorschrift , en naar den prys, dien zy willen besteeden, vervaardigd wordt: In China zyn tweederleie soorten van vernis in gebruik: het eene is zoo doorschynend, dat alle de aderen van het hout, die 'er onder zyn, zigtbaar blyven , en tevens zoo vast, dat 'er een stuk spiegelglas over het gout gelegd schynt : het dringt egter door deszelfs pooren heen , en beveiligt het dus tegen bederf. Deeze soort van vernis kan verguld of beschilderd worden , zonder iets van den natuurlyken glans te verliezen : doch het wordt meest gebruikt op eenige soorten van fraai hout, het welk zoo schoon geaderd en geschakeerd is , dat het als een werk van konst voorkomt. Van dit vernis wordt maar weinig in Europa overgebragt. Het andere , het welk ons beter bekend is , wordt op het een of ander ligchaam , op eenen zeer dunnen grond , gelegd , en wel gemeenlyk op de eene of andere soort van pleisterwerk : vervolgens worden de gemaakte stukken verguld en beschilderd , gelyk wy ze zien , wanneer zy in Europa gebragt zyn. Wy zullen deeze afdeeling wegens den Koophandel en de Fabrieken der Chineezen besluiten, met een kort berigt te geeven van hunne munten , waarin zy een voornaam middel van bestaan vinden. In China zyn maar twee gangbaare metaalen , te weeten zilver en koper : het goud is 'er op denzelfden voet als juweelen en ander kostbaar gesteente onder ons. Zilver, schoon het in betaaling gegeeven en genomen wordt, is niet gemunt , maar aan stukjes gesneeden , zoodat men in de betaaling van aanmerklyke sommen vry wat moeite heeft om het te toetsen: daar zyn egter eenige buitenlandsche munten gangbaar. De eenigste Munt, die  510 Natuurkundige die tot China eigenlyk behoort, is dan van koper: dezelve is van eene ronde gedaante, en 'er staat eenig Chineesch beeld op. Hunne benaaming voor het geen wy geld noemen, is Tsyen, welk woord het water van eene loopende beek beteekent, waardoor zy deszelfs verwandeling van de eene hand in de andere te kennen geeven. De natuurlyke historie van China. De Lugt van China verschilt merklyk in de wyde uitgestrektheid der noordelyke en zuidelyke deelen : het noorden heeft doordringende winden , die van de hooge besneeuwde bergen afkomen. Aan den kant var. het zuiden hebben zy weinig vorst of sneeuw; maar omtrent den tyd der evennagten, inzonderheid in den herfst, die daar den winter maakt , ontstaan 'er winden en stormen. Geduurende den overigen tyd van het jaar , heeft men 'er eenen helderen hemel , eene zagte lugt, en eene bevallige groente. Wat den grond betreft, daar is geen gedeelte van China, het welk men eigenlyk kan zeggen dat onvrugtbaar is, en sommige streeken zyn uit haaren aart zoo vrugtbaar, dat zy twee oogsten in een jaar verschaffen; andere hebben haare vrugtbaarheid weder te danken aan de vlyt en werkzaamheid der landluiden. Doch dewyl de hoeveelheid van land, die geschikt is om bebouwd te worden , niet zeer groot is , is 'er in sommige bergagtige provintien wel eens eene groote schaarschheid, —— Naby de groote rivier van Kiang-si is het schoonste en vrugtbaarste gedeelte van het geheele keizerryk : niets kan aangenaamer zyn dan de ruime vlakten, welke daar gevonden worden : ook heeft men 'er veele steden en groote vlekken , die eene on tel-  aardryksbeschryving 511 telbaare meenigte van rivieren en kanaalen hebben, welker water helder en heilzaam is , en die met gerustheid en genoegen kunnen bevaaren worden. De pragtige oevers pronken met bloemdraagende heesters en boomen , de velden worden met zorge en moeite bebouwd , en zyn ryk in verscheidene soorten van graanen , vrugten , en in gewassen van allerleie soorten. In China zyn menigvuldige rivieren en kanaalen; de eersten, schoon grootdeels natuurlyk houden veele handen bezig , en vorderen vry wat beleids om in haaren loop ten meesten voordeele geleid te worden : men kan van Canton, de zuidelykste stad, tot aan Peking, de noordelykste, komen, zonder dat men meer dan eenen dag te land behoeft te reizen. De groote rivier Tang-tse Kiang loopt door geheel China van het westen naar het oosten, en vereenigt zich met de rivier Pebo, die van Peking naar het zuiden loopt, door een kanaal , het welk door konst gemaakt, en zeer vermaard is. Hierdoor kunnen de zuidelyke provintien, en die aan de zee gelegen zyn , gevoeglyk gemeenschap houden met de noordelyke , die aan Tartarye grenzen , welke gemeenschaphouding eene onuitputbaare bron is van zeer groote voordeelen. Dit kanaal, het welk den naam heeft van Yu-teang-ho , of het kanaal van koophandel, is 160 mylen lang, en zelfs langer, wanneer men alle de bogten mede in aanmerking neemt< „ in de provintie Chan-tong is eene rivier, Quen-ho genaamt, wier wateren men heeft weeten te verdeelen. De plaats der scheidinge draagt den naam van Fon chonimiao , dat is tempel van de verdeeling der wateren. Zy was door de afgodendienaaren gewyd aan Ling vang, wien zy Heer der wateren noemden. Voor het grootste gedeelte rigt de eene tak dier riviere zich naar het noorden, en valt, na veele bogten gemaakt te hebben, in de rivier van Peking. —— De andere arm is, met groote moeite en kosten, door laa-  512 Natuurkundige laage en moerassige landen geleid, en, met behulp van dammen en sluizen van dienst gemaakt, om vermaak en voordeel aan te brengen. Andere rivieren moogen , uit hoofde van haare byzondere eigenschappen, met regt onder de afdeeling van de Natuurlyke Zeldzaambeden gebragt worden. Meiren vindt men in dit Ryk ook in zeer groote meenigte. Daar is 'er een in de provintie van Kiang, Po-kiang genaamd, zynde 80 mylen in den omtrek: daar zyn ook eenige beekjes, die uit het zelve voortkomen , onder den grond heen loopen, en op eenen merkelyken afstand van de plaats, waar zy benedenwaards gaan, weder te voorschyn komen : doch dit behoort geenszins als iets ongemeens beschouwd te worden. De meeste meiren verschaffen grooten overvloed en verscheidenheid van visch , en inzonderheid van zalm , forellen en steur. Het meir Si-hu. in de provintie TJe-kian, komt digt aan den muur van de stad Hangchew, en het water van het zelve is zoo helder en zoet , dat geen ander rivierwater 'er by kan haalen. De oevers zyn met schoone bloemen overdekt. De Chineezen hebben 'er aangenaame wegen by aangelegd , welke zy bestraat hebben tan gevalle der geenen , die verkiezen aan het meir te wandelen ; over het zelve zyn ook fraaije bruggen gelegd tot vermaak der wandelaaren. De kant van dit meir is wyders versierd met eene groote verscheidenheid van tempelen, met lusthuizen, en met eenige kloosters voor de bronzen of Priesteren. De bergen van China, zyn zoo talryk, dat wy niet gevoeglyk kunnen nalaaten van de bergagtige provintien in het byzonder te spreeken , welke zyn Yun - nan , Koei-tcheou, Se-tchuen en Fo-kieu; als mede het westen van tcho Kiang , en de inlandsche deelen van Qu'ang-tong en Qu'ang-si. De provintie van Kiangnan , en het groote distrikt van Hoei-tcheou is vol met zeer hooge bergen, en uit dien hoofde genoeg zaam  aardryksbeschryving 513 zaam onbewoonbaar. Ten aanzien van het grootste gedeelte van chen-si of Chan-si is het byna eveneens gesteld ; maar het verschaft zekerlyk eene zeer aangenaame vertooning, in sommige plaatsen vlakten, wier uitgestrektheid drie of vier mylen bedraagt, omringd te zien van heuvelen en bergen, die van den grond tot den top toe als terrassen gesneeden zyn. De bergen zyn in China, over het algemeen genomen, met rotsagtig, gelyk zy in Europa zyn; want de grond is ligt, sponsagtig , en wordt gemaklyk omgedolven : daarenboven is hy in sommige provintien zoo diep, dat men wel 3 of 4 voeten moet graaven eer men aan de rots komt Wanneer de bergen rotsagtig zyn , dan maaken de Chineezen de steenen los, en gebruiken ze om 'er eene soort van muuren, ter ophoudinge van de terrassen , van aan te leggen. Zulk eene moeijelyke onderneeming , geeft ons ongetwyffeld een verheven . denkbeeld wegens de arbeidzaamheid van het volk. In sommige provintien, waar de bergen van natuure onvrugtbaar en ongelyk zyn , heeft de Chineesche werkzaamheid het middel uitgevonden om ze vlak en beploegbaar te maaken, en dikwils vindt men den dus toebereiden grond met ryst bedekt. De landluiden verdeelen den grond, die even vlak is, in verscheidene plekken , en die , welke zeer ongelyk is, wordt verdeeld in verdiepingen , op de wyze van een amphitheater Dewyl de ryst zonder water niet wel tiert, maaken zy op behoorlyke afstanden waterbakken , in welken het regenwater gevangen wordt, zoo wel als dat , het welk van de bergen afkomt , ten einde zy het gelyk door de beplante plaatsen moogen verspreiden. Hiertoe bedienen zy zich van waterleikundige werktuigen , die zeer eenvoudig zyn , en met behulp van welken het water van de eene plaatse naar de andere gebragt wordt. Misschien is 'er niets, waarin zy duidelyker blyken van hunne werkzaamheid en vernuft gegeeven hebben dan in deeze werktuigen : want daar II. Afd. 111. deel Ee * zyn  514 Natuurkundige zyn sommige plaatsen , waar de bergen geene groote hoogte hebben , en egter zeer digt by elkanderen, en genoegzaam zonder valleien zyn; zoodanigen zyn die, welken men in de provintie van Fo-kien vindt , en dezelven worden evenwel bebouwd , met behulp van de kunst der landsluiden om het water, in zoo groote hoeveelheid als zy zulks verkiezen, van de bergen af te leiden door pypen, die van riet gemaakt zyn , of door eenige andere middelen, naar maate de noodzaaklykheid dezelven vorderen. De Chineezen zyn 'er zeer op gesteld om voor luiden van meer dan gemeene bedreevenheid in den landbouw door te gaan ; en aan die zugt heeft men misschien den grooten overvloed van noodwendigheden in China toe te schryven. De mynen zetten de bergen nog grooter waarde by, uit hoofde van de onderscheidene metaalen, die in dezelven gevonden worden. - In de provintie Yun-nan worden altyd zilvermynen open gehouden, en de inboorelingen verzekeren dat men ook in andere provintien verscheidenheid van zilver kan vinden. Goud vindt men in deeze provintie, en in Setchuen , in de zanden der meiren en rivieren , die van de bergen afkomen. In de westelyke provintien heeft het volk, Lolo genaamd , de gewoonte om hunne dooden met eene groote hoeveelheid van goudblad op te tooijen. Noch goud noch zilver is in deeze provintie gemunt: het is derhalven eene waar , in welke men handel dryft , en indien 'er zoo veel niet door de vergulders van gebruikt werd , dan zoude het waarschynlyk in groote meenigte naar andere gewesten vervoerd worden. - Tin en andere dergelyke metaalen zyn 'er in grooten overvloed , zoodat dezelven zeer laag in prys zyn. - De kopermynen in de provintien van Yun-nan en Koei-tcheou hebben, veele jaaren agtereen genoegzaamen voorraad van koper uitgeleverd voor al de kleine munt van het Keizerryk. Maar het zonderlingste van allen is het Petong of witte Koper : het is na-  AARDRYKSBESCHRYVING 515 natuurlyk van eene witte kleur, en nog witter van binnen dan van buiten. Te Peking heeft men verscheidene proeven gedaan om te onderzoeken of die witheid ook aan de eene of andere stoffe , die 'er onder gemengd was , is toe te schryven : het gevolg heeft doen zien, dat dit het geval geenszins is. Men heeft bevonden, dat alles wat 'er onder gemengd wordt , uitgezonderd zilver , deszelfs schoonheid doet afneemen. Wanneer het gepolyst is , vertoont het zich juist als zilver ; maar het geen deszelfs waardy minder maakt dan die van ander koper , is dat het veel broozer is. Hier zyn groote putten van zeer goede koolen , en misschien is 'er geen land in de waereld , daar die brandstof zoo overvloedig valt. De Chineezen maaken by alle gelegenheden gebruik van dezelve , en dit is zekerlyk ten hoogsten voordeelig in een gewest , waarin het brandhout ongemeen schaarsch is. Mynen of groe ven van fraai marmer vindt men in China in grooten overvloed : het zoude het beste Europeesche marmer evenaaren , indien het maar wel gepolyst werd. De Chineezen maaken 'er egter weinig gebruiks van in hunne openbaare gebouwen. Noch hunne paleizen , noch hunne tempels , noch eenige andere grootsche gestigten, zyn van marmer opgehaald: in de meeste deelen hunner gebouwen , maaken zy liever gebruik van de duurzaamste soort van hout; en het is gantsch niet gemeen in China iets te zien dat geheel van steen gemaakt is, uitgezonderd de bruggen of de triomfboogen. Het schoonste rotskristal, wordt in de provintie Fo kien gevonden , op de breedte van 24º 10', en de konstenaars, die naby de bergen woonen waar het valt, zyn zeer bedreeven in het te bearbeiden : zy maaken 'er zegelringen, knoopen en afbeeldingen van vogelen en van andere dieren van. Daar is een steen, hiung hoang genaamd , die men zegt dat ten tegengift dient tegen allerleie vergiften : in sommige plaatsen wordt dezelve in groote meenigte gevonden; hy is zeer Ee2 * zagt.  516 Natuurkundige zagt, en de Chineezen maaken 'er drinkbekers, en andere dergelyke dingen van : doorgaans is hy geel met zwarte vlakken - De Lapis Lazuli wordt in verscheidene deelen van Yun-nan gevonden, en verschilt in geen opzigt van dien, welke in Engeland wordt ingevoerd. Dezelve is eene soort van jaspis van dezelfde kleur als de witte Agaatsteen , en vertoont zich doorschynend , ja somtyds wel gevlakt. - Daar zyn ook robynen , wier regte soort te Yun-nan Fou gevonden wordt , maar ze zyn zoo weinig in getal , dat wy ze naauwlyks voortbrengsels des lands kunnen noemen ; want de meesten, die 'er verkogt worden, zyn 'er eerst uit het Koningryk Aca ingevoerd. - Maar de grootste zeldzaamheid is de Asbestos of de onverbrandbaare steen , die zeer vermaard was onder de ouden : van deezen kreeg men eene soort van kattoen, het welk gesponnen en geweeven werd, en wanneer het bemorst en vuil in het vuur geworpen werd, 'er droog weder uit kwam. Men zegt , dat men 'er gebruik van maakte tot doodhemden voor Keizeren en andere aanzienlyke persoonen , omdat het de asch van hunne lyken , wanneer die verbrand werden , zuiver en onvermengd bewaarde , zoodat alle derzelver overblyfsels in kostbaare lykbussen konden gedaan worden. De provintie Quang-si is in het byzonder berugt uit hoofde van eene geele aarde, die de kragt heeft om vergift af te dryven , en , uitwendiglyk gebruikt zynde , beeten van vergiftigde schepselen te geneezen. Daar zyn eenige soorten van aarde van een schoon rood gelyk vermiljoen, en eene andere soort die helder wit is , waarmede de Chineesche vrouwen haare aangezigten blanketten. Onder de merkwaardige boomen in China, tellen wy den vernisboom , Tsi Chu genaamd : dezelve is klein , heeft eenen witagtigen bast en bladeren gelyk aan die van den wilden kerssenboom. De gom, die 'er  Aardryksbeschryving 517 'er by droppelen uitloopt, komt uit het ligchaam van den boom , even als die van onze terpentyn : wanneer men eene insnyding in den boom maakt, dan zal hy wel eene grooter maat van vogt uitgeeven , maar ook schielyk sterven Men bedient zich bestendiglyk van dit vernis voor houtwerk en het is onder hen die 'er in arbeiden , in zeer hooge agting. omdat het alle kleuren even goed aanneemt en wel behandeld zynde, zyne kleur of glans door den invloed van de lugt of door de oudheid van het hout , brengt, het welk opgekookt zynde mede tot vernis dient: maar beide die boomen en vernissen zyn van eenen vergiftigen aart. de Talkboom Een derde is die zoo hoog is als een kerssenboom: de vrugt is beslooten in eene schil, die, tot rypheid gekomen zynde, zich het in midden opent, even als een hazelnoot, Zy bestaat uit witte korrels, die de eigenschap hebben van smeer talk of waarvan men kaarssen maakt. De vierde is de ongemeenste van alle de boomen Men noemt denzelven Pe-la Chu dat is, witte Wasch-boom Hy is zo zwaar niet als de talkboom, van welken Hy ook in de kleur van zynen bast verschilt die witagtig is: de bladeren zyn wat langer dan zy breed zyn op dezelven zet zich een kleine worm neder, zyn dan honigraaten de Het wasch is hard , wit en glinsterend en wordt zelfs geoordeeld grooter waarde te hebben dan het wasch der byen - By het getal der nuttige boomen mag men ook het holle riet voegen , gemeenlyk Bamboo genoemd : het groeit             doorgaans tot de hoogte van eenen gemeenen boom is een zeer hard hout. dat groote zwaarte kan draagen , en uit dien hoofde in gebouwen gebruikt wordt het kan egter zeer gemaklyk in splinters verdeeld wor-  518 NATUURKUNDIGE den , en is dus geschikt om 'er korven , doozen en andere fraaije stukken van te maaken. Het dient ook voor pypen, door welken men het water leidt. In China zyn eenige boomen, die zeer in agting zyn uit hoofde van de duurzaamheid van het hout, of om de schoonheid der boomen zelven. Onder deezen behoort het Nun-mon of yzerhout, waarvan de vensterraamen , stylen en pilaaren van het keizerlyk paleis gemaakt zyn. De inboorlingen verbeelden zich dat het nimmer verrot , en om die reden wordt veel werk, dat tot siersel van gebouwen moet strekken , van dit hout gemaakt. De boom zelf is eene soort van cederenboom, maar de bladeren hebben geene gelykheid aan die van cederenhout: wyders kan men aanmerken, dat de boom zeer hoog , en regt opgaande groeit. Ten aanzien van sterkte en vastheid, behoeft het yzerhout voor geen ander te wyken : de boom zelf is zoo zwaar als onze grootste eiken , maar het hout is wat donkerer dan het eikenhout, en het is merkelyk zwaarer. De Chineezen bedienen 'er zich van tot ankers voor hunne schepen, tot blokken , katrollen en andere dergelyke dingen. Het Tse Tam, of roozenhout, overtreft alle andere soorten in schoonheid. Het is van eene zwarte kleur, een weinig uit den roode , en vol fyne aderen , die zich vertoonen alsof zy geschilderd waren. De schrynwerkers bedienen 'er zich van tot het maaken van kabinetten en andere schoone stukken. - Daar is een boom , die Vouytcha genoemd wordt , wiens vrugt, wanneer zy nog versch is , de uitmuntendste olie uitlevert , die in het gantsche Ryk te vinden is : de beeziën zyn groen en van eene onregelmaatige gedaante: zy bevatten verscheidene korrels of steenen , die van geene harde stoffe zyn. Zy groeijen voornaamelyk asn den kant van heuvelen en valleien. In de provintie Yun nan, vindt men de boomen, die de Cassia Fistula voortbrengen : dezelven zyn vry zwaar, en de peu-  Aardryksbeschryving 519 peulen zyn langer dan die , welken wy in Europa aantreffen : zy bestaan geenszins uit twee bolronde schillen, gelyk andere peulvrugten , maar zyn eene soort van holle pypjes, die van binnen in verscheidene celletjes verdeeld zyn , welke eene zagte zelfstandigheid bevatten , die in alle opzigten overeenkomt met de Cassia , zoo als zy onder ons in gebruik is. De kaneelboom groeit in de provintie Quang-si maar de kaneel , welke hier valt , wordt zoo goed niet gehouden als die van Ceylon : zy is meer graauw dan rood ; daarenboven is zy dikker, ruwer, en geeft zulk eenen sterken geur niet van zich : desniettegenstaande bezit zy alle de eigenschappen van de waare Ceylonsche kaneel , schoon in eenen minderen graad. De peperboom draagt eene soort van korrel, die gelyk is aan eene erwt, doch te heet om gegeeten te worden : maar de erwtenboom verschaft eene soort van erwten , die in gedaante, kleur, peul en smaak genoegzaam gelyk zyn aan de erwten, waarvan wy gemeenlyk gebruik maaken. Deeze boom is vry zwaar en groot , en groeit in de meeste provincien van China. - De kamferboom is merkwaardig , zoo om zyne grootte als om het gebruik , het welk men 'er van kan maaken. Men vindt sommige van deeze boomen, die 200 voeten hoog groeijen , en wier bast naar evenredigheid dik is ; wier takken zich zeer ver uitspreiden, en wier hout, het welk hard en duurzaam is, ongemeen wel te pas komt tot het bouwen van groote schepen, en dingen, welke tot pronkstukken dienen , uit hoofde van de schoonheid en glansigheid zyner oppervlakte, en de groote verscheidenheid van aderen. Het weefsel van dit hout is zoo vast en digt, dat het niet ongemeen is veele stukken , van het zelve gemaakt te zien, die meer dan tweehonderd jaaren oud zyn. uit dien voortreflyken boom trekt men eene zeer uitmuntend gom, kamfer genaamd; hiertoe wordt veel konst en zorgvuldigheid vereischt ; en wanneer zy , Ee 4 * door  520 NATUURKUNDIGE door chemische werkingen gezuiverd of overgehaald is, maakt men 'er gebruik van in de geneeskunde. In China vindt men overvloed van vrugten van allerleie soorten , schoon in iedere soort juist niet in zulk eene verscheidenheid als wel in Europa: men heeft 'er alleenlyk drie of vier soorten van appelen , en zeven of agt van peeren ; even zoo veele zyn 'er van persiken, maar vry wat minder van kerssen : maar voor het overige hebben zy veele uitsteekende vrugten , die onder ons geheel onbekend zyn ; eene van dezelven noemen zy Tse-tse, en de Portugeezen geeven 'er den naam van vygen aan , omdat zy , gedroogd zynde , meelagtig en zoet is , even als eene vyg. De boomen, aan welken die vrugten groeijen zyn groot, en spreiden hunne takken zoo wyd uit als een notenboom; de bladeren zyn groot en helder groen , welke kleur tegens den herfst in een bevallig rood verandert; de vrugt heeft omtrent de grootte van eenen middelmaatigen appel ; en ryp zynde is zy van eene heldere geele kleur. In de zuidelyke provintien zyn verscheidene soorten van oranje-appelen en citroenen, die reeds veele jaaren lang van daar in Europa zyn overgebragt. Wy vinden twee soorten van dezelven, die onder ons nog onbekend zyn, te weeten eene soort, welke Litchi genoemd wordt: dezelve heeft de grootte van eenen dadel ; de steen is even lang en hard, en is bekleed met een zagt sappig vleesch, het welk eenen zeer aangenaamen smaak heeft. Gedroogd zynde, verliest de vrugt veel van haaren schoonen glans, en wordt zwart en gerimpeld , gelyk onze gemeene pruimen ; de schil vertoont zich van buiten genoegzaam als segryn, maar van binnen is dezelve glad ; de gedaante is ten naasten by eirond. De andere soort heeft den naam van Long-yen of Draaken-oog : de gedaante is rond, de schil geelagtig , het vleesch wit , vogtig en wat naar het wrange trekkende : men zegt dat het zoo aangenaam niet van smaak is als dat van de voorige vrugt, maar het  Aardryksbeschryving. 521 het is gezonder, en veroorzaakt nooit eenige ongestel tenis De Quang-lua eene soort van olyf , is zeer gemeen, en de wyze om ze in te zamelen is merkwaardig ; want voordat de vrugt geheel ryp, en egter in staat is om gegeeten te worden , maakt men een Gat in den boom, waarin men zout doet, het vervolgens weder toestoppende. Hierdoor vallen de olyven binnen weinige dagen tyds van zelfs van den boom. Onder altyd groene heesters behoort de Theeboom in de eerste plaatse genoemd te worden. Dezelve wordt onderscheiden in vier soorten. - De eerste heeft den naam van Song lo tcha : zy groeit op eenen berg van Kiang nan op de breedte van 29° 58 30" , welke berg met deeze heesters geheel overdekt is, Deeze Thee is dezelfde, welke wy gewoon zyn groene Thee te noemen: zy wordt genoegzaam op dezelfde wyze geplant als de wyngaarden , wier groei naar boven gestuit wordt, dewyl men ze op zekere byzondere hoogte vastbindt: anders zoude deeze soort van theeboom tot de hoogte van tien voeten opgroeijen : om de vier of vyf jaaren moet hv ook op nieuw geplant worden : want indien men zulks verzuimt zal het blad dik, hard en ruig worden. De bloem is wit, en bestaat, de gedaante van eene roos hebbende, uit vyf bladeren. In den herfst. wanneer de bloem is afgevallen, vertoont zich een bezie die het voorkomen van eene noot heeft, een weinig vogtig is , en gantsch niet kwaalyk smaakt. - Eene andere soort van thee, Vou y tcha genaamd, groeit in de provincie Fo kien, en ontleent haaren naam van eenen berugten berg in die landstreeke, welke legt op 27° 47 38 . noorder breedte , en de beroemdste berg is in die geheele provincie. De grond hieromtrent is ligt, witagtig en zandig. Het eenigste onderscheid. tusschen de thee die hier wordt voortgebragt en de voorige , is dat de bladeren van de eerstgemelde langer en puntiger zyn , het aftreksel van dezelve is groen , en de ondervinding leert dat zy vry wat sterker is. Daarentegen zyn de Ee 5 * bla-  522 Natuurkundige bladeren van de laatstgemelde kort, en van boven rond, een weinig zwartagtig , en het aftreksel trekt wat naar den geelen; de smaak is zeer zagt , en zy heeft in het geheel niets schadelyks voor zwakke maagen : om deeze reden wordt zy in de meeste deelen van China sterk gebruikt. Wy moeten egter aanmerken dat 'er van deeze thee driederlei soorten zyn; de eerste is het jonge blad van den boom, wanneer dezelve pas geplant is: deeze wordt zelden te koop geveild , maar dient om als eene vereering gegeeven , of ten geschenke aan den Keizer gezonden te worden , en haare waarde wordt op omtrent zes Hollandsche guldens het pond geschat. De tweede soort bestaat uit bladeren van eene middelmaatige grootte , en dezelve wordt geoordeeld zeer goed te zyn. De derde is het blad, wanneer het zynen vollen groei bekomen heeft , en dezelve is zeer goedkoop. Men maakt ook eene soort van thee van de bloem , die egter smaakeloos is en zelden gebruikt wordt. Eene derde hoofdsoort van thee is die, welke Pou eul tcha genoemd wordt, en van de voorige verschilt door de grootte en digtheid van den boom; zy heeft eene roodagtige kleur, en wordt voor de heilzaamste gehouden, wordende gebruikt als een geneesmiddel tegen het koliek en den buikloop. De vierde soort groeit in het wild, zonder dat men eenige moeite ter haarer voortzettinge aanwendt, en egter is zy weinig minder in smaak of hoedaanigheid dan eene der voorgemelde soorten , maar het is de praktyk der Chineezen, die soort van thee, welke zy met de grootste zorgvuldigheid en koste aankweeken, voor de beste en op den hoogsten prys te houden , en 'er eene groote verscheidenheid van naamen aan te geeven, om ze des te verkoopbaarer te maaken. - Een andere nuttige heester is die , welke het kattoen voortbrengt , het welk gelegenheid geeft tot eene groote verscheidenheid van manufactuuren. Het zaad wordt doorgaans onmiddelyk na den oogst gezaaid , en het is best zulks te doen,  AARDRYKSBESCHRYVING. 523 doen , nadat de grond door den regen is bevogtigd geworden : het maakt dan spoedig wortel , schiet tot de hoogte van omtrent twee voeten op, en draagt eene geele bloem , die somtyds een weinig naar het roode trekt. Vervolgens brengt het eene peul voort, die in den tyd van omtrent veertig dagen open gaat, en zekere hoeveelheid kattoen uitlevert, dat ongemeen wit is , en het voorkomen heeft van het kluwen van eenen zyworm. Onder de heestergewassen zyn 'er maar weinigen, die reukgeevende bloemen voortbrengen : onder deezen is de dubbele jasmyn-boom (Moli-ho-ha) de aangenaamste. In het zuiden groeijen deeze boomen tot eene aanmerkelyke hoogte; maar in het noorden worden zy zelden hooger dan zes voeten , schoon zy in eene oranjery gehouden worden: maar niettegenstaande zy in reuk en kleur naar den jasmynboom gelyken, zyn derzelver bladeren egter gantsch anders, en zweemen naar die van den citroenboom. - De heester, Kuey ho ha genoemd, draagt eene bloem van verscheidene kleuren, die eenen aangenaamen reuk van zich geeft. De bladeren zyn niet ongelyk aan die van den bessenboom - Daar is nog eene andere soort van deezen heester, Lun hoa genaamd: dezelve is niet zoo schoon, maar van een donker geel doch de reuk is ongemeen aangenaam. Daar is een andere heester , die, schoon geenen reuk van zich geevende , als eene groote zeldzaamheid wordt aangemerkt: dezelve draagt eene witte bloem , zoo groot als eene dubbele of eene driedubbele roos. De kelk wordt naderhand eene vrugt , het voorkomen hebbende van een persik, maar wat smaakeloozer. In dezelve zyn eenige korrels of zaaden beslooten, die uit eene harde zelfstandigheid bestaan, en eenen aangenaamen geur hebben. Wortels en Planten. De Jai hoang, of Rhubarber, groeit in veele plaatsen  524 Natuurkundige fen van China; de beste rhubarber is gelyk aan de kleine bamboo, of het Cbineesche riet. Zy is hol en zeer broos, groeit drie of vier voeten hoog, en heeft eene donkere purperkleur. In de tweede maan, dat is in de maand Maart schiet zy lange en dikke bladeren; haare bloemen zyn doorgaans van eene geele kleur, schoon 'er ook eene soort is, die purpergekleurde bladeren heeft. — in de vyfde maand levert zy een klein zwart zaad: in de agtste maand wordt de plant uit den grond gegraaVen, en die planten , welke zwaarst , en van binnen meest gemarmeld zyn, houdt men voor de besten. De wortel kan zeer bezwaarlyk gedroogd worden : nadat de Chineezen denzelven opgegraaven , en behoorlyk gereinigd hebben, snyden zy dien in stukjes, welke een of twee onzen weegen: die stukjes worden vervolgens gedroogd op groote steenen tafelen, onder welken men een klein vuur stookt: men keert ze ook dikwyls om, totdat zy droog genoeg zyn om bewaard te worden. — Fou ling, de plant, welke sommige schryvers Radix xina noemen, wordt door de Cbineescho geneeskundigen meer dan eenige andere plant gebruikt. Men vindt dezelve in den grootsten overvloed in Setchuen; haare bladeren, die lang en smal zyn, kruipen langs den grond; de wortel is, wanneer hy zynen vollen groei heeft, zeer dik; dezelve bevat een rood of wit vleesch, het welk een weinig kleverig of slymagtig is : het is zeker dat dit gewas in eene groote verscheidenheid van ongesteldheden wordt voorgeschreeven. — De wortel van de plant Fen-se wordt door de Chineezen onder hunne waardigste gewassen geteld; dezelve is van eenen verwarmenden heilzaamen aart, cirkelrond aan de eene zyde, en genoegzaam plat aan de andere. De platte zyde wordt door verscheidene draaden aan de aarde vastgemaakt, en uit de halfronde komen verscheidene stammen voort, ieder van welken de gedaante heeft van eenen kruidnagel. — Te hahang is een andere wortel van eene zeer schoone plant, welke in groote meenigte in de provincie  Aardryksbeschryving. 525 cie Ho nan groeit. Wanneer men derzelver blad, zaad en smaak met eenige naauwkeurigheid wil onderzoeken , dan is het zeer bezwaarlyk te bepaalen tot welke soort van gewassen zy behoort. Zy wordt zeer veel gebruikt om het verval van kragten, door ouderdom of andere oorzaaken te weeg gebragt, te herstellen. - Wy zouden te omslagtig worden, wanneer wy ons met de opgaave van de verscheidene soorten van wortelen en planten, waarvan de geneeskundigen in China zich bedienen, en met de beschryving van derzelver gebruik wilden inlaaten. De kennis van derzelver natuur en dienst maakt een groot gedeelte van de Chineesche oeffeningen. Wy meenen 'er dan genoeg van gezegd te hebben: en ten aanzien van die wortelen en planten , welke ook in ons vaderland gemeen zyn , agten wy het geheel onnoodig iets in het byzonder aan te teekenen. Merkwaardige dieren in dit Ryk. Onder deezen tellen wy voor eerst de olifanten , die zeer gemeen zyn in het Koningryk van Tong-king en Cochin China , en in de westelyke landstreeken , als waar zy by gantsche troepen in het wild worden aangetroffen. Zy zyn doorgaans van twee kleuren, wit naamelyk, en yzergraauw: het ligchaam is zeer groot; zy zyn gantsch niet van een bevallig voorkomen, hebben oogen gelyk een varken , en hunne pooten vertoonen zich als zoo veele pilaaren. Wanneer zy slaapen, dan ziet men hen op de voorste pooten neêrgeknield: zy kunnen den kop zoo min buigen als zy den hals kunnen draaijen : hun snuit is zoo lang als hunne voorste pooten, en hangt tot den grond toe neder; dezelve is hol en diep, opent en sluit zich; zy maaken van deezen snuit gebruik, wanneer zy eeten en drinken, door de spys en drank in denzelven te vergaderen, en ze dus in den bek over te brengen. De geheele sterkte van het dier berust in den snuit; wanneer het daarin gewond is , dan moet het nood-  526 NATUURKUNDIGE noodwendiglyk sterven. De ooren der Olifanten staan aan het agterste gedeelte van den kop, en zyn genoegzaam geheel bedekt: agter het oor is eene holligheid, overdekt met een vry dun vel, door welks kwetsing het dier gemeenlyk sterft. Uit de twee hoeken van den bek komen twee groote tanden te voorschyn: deeze tanden zyn in de mannetjes 6 of 7 voeten lang maar niet langer dan een voet in de wyfjes. Zy eeten gras, erwten en suikerriet, en zyn zoo wel willig om water als om wyn te drinken. Zy zyn bang voor rook , vuur , leeuwen, en eene soort van slangen , welken men Pa noemt: zy zyn, over het geheel genomen wilde dieren, maar 'er zyn verscheidene middelen om ze te vangen, en het is zelfs gantsch niet moeijelyk om ze tam te maaken: dan zyn ze van ongemeenen dienst om zwaare lasten te draagen of voort te trekken. In de landen, die aan de noordzyde van China grenzen , en ten westen van de geele Rivier gelegen zyn , vindt men wilde en tamme kameelen. Het ligchaam van den kameel gelykt vry wel naar dat van een paard, en de kop heeft groote overeenkomst met dien van een schaap ; hy heeft eenen langen hals , en neêrhangende ooren: zyne pooten hebben drie leden , en op zynen rug zyn twee vleezige bulten , die , om zoo te spreeken , een zadel vormen: het dier kaauwt kruiden, en is tegen de koude genoegzaam gehard , maar wordt door hette zeer afgemat : het kan eenen last van duizend ponden Chineesch gewigt draagen , en op eenen dag eenen weg van twee-, of driehonderd lys afleggen. Het heeft eene verwonderlyk natuurlyk vermogen om te ontdekken waar eene bron is; by die plaats gekomen zynde zal het met den poot op den grond stampen , en wanneer het dorst heeft , niet voortgaan , voor dat de dryver het water heeft opgegraaven , het geen dezelve doorgaans zeer gaarne doet, dewyl by die gelegenheid gelukkiglyk eene bron gevonden wordt. Het vet van den kameel, inzonderheid dat van de bulten op den rug, is in groote  Aardryksbeschryving. 527 te agtinge, en men maakt 'er in de geneeskunde veel gebruik van. Men heeft in China eene soort van groote beeren, die Mannetjes Beeren genoemd worden : doch het grootste onderscheid tusschen deezen en anderen is in derzelver grootte gelegen, schoon sommigen 'er gantsch verschillende berigten van gegeeven hebben. Het verhaal , het welk wy wegens den Paard-tyger hebben, is grootsdeels fabelagtig: hy verschilt alleenlyK van het paard ten aanzien van zyne klaauwen, en daarin gelykt hy naar den tyger. Doch het geen wy wegens het Muskus-dier gemeld, en door de ondervinding bevestigd vinden , is inderdaad zeer ongemeen: want dit dier behoort tot het harten-geslagt, maar het heeft geene hoornen; het heeft zwart hair, en de muskus-zak bestaat uit eene zeer dunne huid, die met fyn hair bedekt is; het vleesch is goed om gegeeten te worden , en wordt op de beste tafels als een geregt opgezet. — De Chineezen hebben ook eene soort van Rheebok , dien zy Kiang chang tse, dat is reukgeevenden Rheebok noemen; het mannetje heeft een zak van zeer sterk riekenden muskus. Dit schepsel, het welk voornaamelyk op de noordelyke bergen omtrent Peking voortteelt, wordt eerst opgejaagd, en dan gedood: onmiddelyk daarna snydt men 'er den muskus-zak af, en bindt denzelven zeer digt toe, opdat 'er geene der uitvloeiseleu hit te loor gaan. Het vleesch is ook zeer goed; doch men agt den zak waardiger dan den romp. Aan deeze soort van muskus worden, zoo wel als aan den waaren, zonderlinge hoedaanigheden toegeschreeven. Maar het bevalligste onder alle de viervoetige dieren, is een Klein Hart, het welk in de provincie yun nan voortkomt, en nergens anders; het zelve wordt door luiden uit de nabuurschap en uit ver afgelegene streeken opgekogt, en dat wel tot eenen zeer hoogen prys, alleenlyk om door Vorsten en voornaame mannen gehouden te worden in de diergaarden , op welken zy uit hunne tuinen het gezigt hebben. Deeze dieren zyn juist van dezelfde ge daante  528 Natuurkundige daante als gemeene harten ; doch in grootte gaan zy onze honden niet te boven, uit welken hoofde zy onder de zeldzaamheden geteld worden. In andere provinciën is egter eene verscheidenheid van harten , van welken sommigen merkwaardig zyn om hunne onderscheidene grootte, maar nog meer om de verscheidenheid hunner kleuren. Van de Zee-dieren Het Zeepaard behoort tot het geslagt der visschen , schoon het , ten aanzien van zyne gedaante vry wel naar een paard gelykt : men vindt het in de zuidzee : doorgaans is het van eene geelagtige kleur, een weinig naar den graauwen trekkende , en heeft iets , dat naar eenen nederhangenden snoet gelykt. De zeeluiden vangen dikwyls zeepaarden, maar gebruiken ze niet tot spyze. Wel gedroogd zynde worden zy gebraaden , en aan vrouwen gegeeven, als zeer dienstig om den arbeid gemaklyk te maaken. De Goud- en Zilver-visschen. Deeze visschen zyn van zulk eene ongemeene schoonheid, dat zy onder de grootste zeldzaamheden, welken het water oplevert , geteld worden. Zy hebben omtrent de langte van een mans vinger , en zyn dik naar evenredigheid ; het mannetje is schoon rood, van den kop af tot aan de helft van het ligchaam toe ; en het overige deel is, zoo wel als de staart, bezaaid met gouden vlekken , die ons fynste verguldsel in fraaiheid te boven gaan. Het wyfje is wit ; vooral vertoont de staart en een gedeelte van het ligchaam zich als zilver. De staart van geen van beiden is vlak of plat, gelyk die van andere visschen , maar vormt eene soort van kuif, die dik en lang is, en door welke het fraaije voorkomen van dit schoone schepsel niet weinig vermeerderd wordt. Doorgaans zwemmen zy op de oppervlakte van het  Aardryksbeschryving. 529 het water met eene verbaazende gezwindheid, waardoor hunne kleuren glinsteren, en uit dien hoofde worden zy sterk gezogt door luiden van vermogen, die ze in hunne lusthoven houden ; en in weêrwil van hun leevendigheid zyn ze zoo ongemeen tam dat zy, naar het oordeel van veelen, hunne meesters of spysbezorgers kennen. Het eenigste ongeluk is dat de minste ruwheid van het weer hen merklyk benadeelt; dat zy door het geringste gerugt sterk ontrust worden. Hun gewoone voedsel bestaat uit kleine en genoegzaam onzigtbaare wormptjes , die in het water worden uitgebroeid , of uit kleine stofdeeltjes, die 'er mede gemengd zyn. In de warmde deelen van China teelen zy ongemeen schielyk voort. Derzelver eigenaars bewaaren de kuit zorgvuldiglyk tegen de koude, totdat de vischjes zyn uitgekomen : dan vertoonen de jonge schepsels eene zwarte kleur, welke vervolgens langzaamerhand wit of rood, goud of zilver, wordt, naar de soort, tot welke zy behooren. - Doch deeze vischjes zyn niet merkwaardiger om hunne ongemeene schoonheid, dan de Hai seng is om zyne mislyke erf afschuwelyke gedaante: men ziet dezelve doorgaans naby het strand dryven, even als een ongeschikte klomp van onbezielde stoffe: de inwooners zeggen dat dit schepsel vier oogen en vier pooten heeft ; het heeft noch beenderen noch graaten, en de minste drukking doet het sterven: men beweert dat het zeer lekker is om gegeeten te worden; doch wy twyffelen sterk of het wel aan den smaak van eenen Europeaan voldoen zoude. Onder de fraaije soorten van vogelen mag de Hai Ying met regt in de eerste plaatse genoemd worden; dezelve is zeer ongemeen, en voornaamelyk te vinden in de provincie Chem-si; hy behoeft in schoonheid niet te wyken voor onze fraaiste valken, en in sterkte en grootte gaat hy dezelven zeer veel te boven, zoodat hy de Koning der Roofvogelen genoemd wordt. In de zuidelyke provinciën zyn Parkieten van allerleie soorten, juist gelykende naar die, welke uit Amerika gebragt worden: zy hebben dezelfde II. Afd. III deel Ee** plui-  530 Natuurkundige pluimaadje, dezelfde bekwaamheid om te praaten , dezelfde leevendige kleuren, rood naamelyk en geel , en dezelfde welgemaaktheid van ligchaam, welke ongetwyffeld aanleiding heeft gegeeven om deezen vogel de Gouden Hen te noemen. Daarenboven is het vleesch smaakelyker dan dat van eenen faizant of van eenigen anderen vogel. Hier zyn raven met witte kringen om den hals, die zich even als een halsband vertoonen. De Chineezen hebben (om kort te gaan) grooter overvloed van wild en tam gevogelte dan eenig land in Europa, en die vogels, welke geschikt zyn om gegeeten te worden, koopt men in China voor zoo weinig, dat het naauwlyks der moeite waardig schynt pooging te doen om ze te vangen. Natuurlyke en door konst gemaakte zeldzaamheden. Van deezen aart zyn 'er zoo veelen, dat wy dezelven onder haare verschillende soorten zullen melden. Voor eerst komen hier in aanmerking de volkanoos in China, van welken veelen, ten aanzien van de hoogte der bergen, uit welken zy voortkomen, van de verschriklykheid der vlamme en rook, die 'er uit voortkomt, en van de stroomen van sulfer en andere mineraalen, welken zy opwerpen , niet minder zyn dan die berugte vuurkolken in Italië, van welken wy eene beschryving gegeeven hebben. Ten tweeden heeft men hier eene groote meenigte van watervallen, van welken sommigen eene ongemeene hoogte en breedte hebben, en een vreeslyk geruisch maaken : in het byzonder mag men dit zeggen van dien, welke naby de Stad Hoai gan in de provincie Kiang-nan is ; dezelve valt in het kanaal van die stad met zulk een geweld, dat men groote moeite en kosten moet doen, om de nadeelen , welken hy zoude kunnen aanbrengen , voor te komen. Daar zyn veele merkwaardige rivieren ; inzonderheid verdient de Wangho, of de geele rivier, opmerking: dezelve heeft waarschynlyk haaren naam naar haare onge meene  Aardryksbeschryving. 531 meene snelte, en naar de verbaazende meenigte van modder, die zy met zich voert. Le Comte spreekt van eene andere, die zoo rood is als bloed. - Van eene derde, in de provincie Se cheven de Parel-rivier genaamd, uit hoofde van de meenigte der kostbaare steenen, die haar water bevat. - Van eene vierde, naby Fo ming, wier water eene blaauwe kleur heeft, zoodat 'er alle soorten van lakenen genoegzaam zonder eenige moeite in geverwd worden. - Van eene vyfde, naby Pangau, wier water te ligt is om eenig vaartuig te kunnen draagen. - Van eene zesde, naby Chingtien , die men zegt dat zoet water heeft. Van eene zevende in de provincie Fo kien, wier water eene groenagtige kleur heeft, en naar het aangenomen gevoelen, yzer in koper doet veranderen. - Andere rivieren, die merkwaardig zyn uit hoofde van haare geneezende kragten, zyn te menigvuldig om opgeteld te worden. Wy moeten egter niet nalaaten de Gouden rivier, berugt door het gouden zand, dat zy opgeeft, te noemen. - Sommige bronnen ebben en vloeijen, anderen zwellen, en men vindt 'er, wier water heet en koud is, op eenen kleinen afstandt van elkanderen. Men vindt in China ook veele mineraale bronnen, van welken eenigen zeer heet zyn. Anderen doen alles wat men 'er in werpt versteenen : inzonderheid mag men dit zeggen van een meir op het eiland Hay nan. - Eenigen verwekken, wanneer men 'er eenen steen in werpt, een donderend geraas. Dus hebben wy sommigen van de wonderen der natuure, die in dit groote Ryk voorkomen , en van welken de historien gewag maaken , opgegeeven , zonder van verscheidene anderen , die ons ongelooflyk voorkomen, te spreeken. De door konst gemaakte zeldzaamheden zyn vry menigvuldig en merklyk van elkanderen onderscheiden: zy brengen niet weinig toe tot het genoegen van de reizigers. Wy zullen eenigen der fraaisten en merkwaardigsten van dezelven opnoemen, te weeten voor eerst, den berugten langen muur, zynde het eerste en aanzienlykste gebouw, Ee 2 * * dat  532 Natuurkundige dat zich aan vreemdelingen vertoont, zooras als zy te land in China komen. Ten tweeden eene groote verscheidenheid van door konst gemaakte bergen, bruggen, en bestraate wegen. Ten derden eenige pragtige tempels. Ten vierden kolossische standbeelden. Ten vyfden hooge en pragtige toorens, in sommigen der voornaamste steden. Ten zesden pragtige triomfboogen. Ten zevenden eenige groote klokken, inzonderheid die van Peking en Kang-ton. Van iedere van deeze zeldzaamheden zullen wy nader berigt geeven, in die orde, in welke wy dezelven hebben opgeteld. I Berigt wegens den grooten muur , die China van Tartarye scheidt. Deeze vermaarde muur is aangelegd geworden door den berugten Tsin Chi hoang, 221 jaaren voor de geboorte van Christus. Dezelve is de noordelyke grensscheiding van China, en scheidt het van de nabuurige Tartaaren, welke ten dien tyde in Verscheidene natien verdeeld waren, en onder verschillende Vorsten stonden. Naauwlyks is 'er iets in de waereld te vinden, het geen meer verwondering Verdient dan dit werkstuk, het welk door drie groote provincien heen gaat, te weeten door die van Pecheli Chansi en Chensi : men vindt dien muur zelfs gebouwd in plaatsen, welke ontoeganglyk schynen , en versterkt met eene groote meenigte verschansingen. Hy is, volgens de berekening van Magaillan 1200 mylen lang, en volgens Le Compte is zyne langte omtrent 1500 Engelsche mylen. Het begin van deezen muur is een groot steenen bolwerk, het welk is opgebouwd ten Oosten van Peking, en genoegzaam op dezelfde breedte, te weeten op die van 40° 2' en 6', in de provincie Pecheli. Hy is aangelegd even als de muuren van de hoofdstad des Ryks, maar veel breeder, zynde van steen opgemetseld, en hebbende eene hoogte van 20 tot 25 voeten. Vader Regis en een ander Heer, die eene kaart van deeze pro vincien  AARDRYKSBESCHRYVING 533 vincien gegeeven hebben , hebben dikwyls eene lyn op den top getrokken om de grondvlakten van driehoeken te meeten , en de grootte der afstanden van ver van elkanderen zynde punten, door middel van een werktuig, te vinden: zy vonden den muur overal breed genoeg om door vyf of zes mannen te paard, die nevens elkanderen ryden, gebruikt te worden. - De poorten van den grooten muur zyn, aan de zyde van China, door vry zwaare sterkten verschanst: de eerste is Chang hai Koan. Dezelve is naby den muur, die zich , van het bolwerk in de zee af, omtrent drie mylen ver uitstrekt door een geheel vlak land, en vervolgens, van dit fort af, tegen de schuinten der bergen begint te ryzen. Ter deezer plaatse vonden de Tartaaren gunstige gelegenheid om in China te dringen, niettegenstaande al het vertrouwen, dat de Chineezen op deezen muur stelden, dien zy zich als onwinbaar verbeeldden. De andere verschansingen , die even berugt zyn als de voorige , zyn Hi jong keou, op de breedte van 40° 26' ; Tonche keou, 41° 19' 20"; Ichang kia keou 40° 5' 15". Twee berugte doorgangen der Tartaaren, die aan het Keizerryk onderworpen zyn, om te Peking te kunnen komen; en Cou pe keou, 40° 43' 15' welke de weg was, dien de Keizer gemeenlyk nam naar Ge ho ell in Tartarye te gaan : deeze plaats is omtrent veertig mylen van Peking af, steeds opgaande naar het noorden in eene bergagtige landstreek, waar hy gewoon was het vermaak van de jagt te neemen. Alle deeze plaatsen zyn in de provincie Pecheli ter wederzyde met tigchelsteenen bezet; maar wanneer men in de provincie Chenfi, omtrent Tien tching ouei komt, dan begint de muur slegts van aarde te worden ; egter is hy aan de zyde van Chahou keou, op de breedte van 40°19', aan den buitenkant weder met tigchelsteen bezet; eenigen der toorens zyn daar zeer groot, en van tigchelsteen, op een voet van gemeenen steen, opgemetseld: doch hy is niet overal eveneens. De rivier Hoang Ho heeft ronde huisjes langs haare oevers, waar altyd soldaaten op de E e 3 * * wagt  534 Natuurkundig wagt staan, zoodat zy die plaats, om zoo te spreeken, van eenen muur voorzien. Aan de andere zyde van de rivier Hoang Ho , westwaards, in de provincie Chen-si, is de de muur slegts van aarde, laag, smal en somtyds van zand; want hy staat op eenen zandagtigen grond. Op sommige plaatsen is hy geheel vernield: op anderen is zyn voortgang afgebroken door verscheidene aanzienlyke steden , waar gemeenlyk bevelhebbers huisvesten met eenig volk onder zich. Op andere plaatsen zyn de bergen zoo hoog en steil, als by voorbeeld in het distrikt van Ning hia, dat zy, tot op eenen afstand van 7 of 8 mylen, de plaats van eenen muur voorzien. In het distrikt van de Tartaarsche Halkas is de muur slegts van aarde, maar wordt zeer wel onderhouden, omdat de bewooners lastige nabuuren hebben, die maar weinige jaaren aan den Keizer onderworpen zyn geweest. De muuren van Kia yu Koan zyn niet van steen, maar zy worden bewaakt door soldaaten, die deezen gewigtigen doorgang beschutten. Niet ver van hier is eene kleine stad Tchouang lan genaamd, omdat by dezelve twee wegen samenloopen; en hier eindigt de muur: doch in plaatse van eenen muur is 'er een zeer groote gragt , die tot op eenen merklyken afstand als eene beschutting kan dienen , en onze scbryver besluit dat de meenigte van verschansingen en forten zoo groot is, dat wy niet kunnen nalaaten ons te verwonderen over de zorgvuldigheid en vlyt der Chineezen, als die niets onbeproefd schynen gelaaten te hebben van het geen de menschlyke voorzigtigheid by mooglykheid kon aan de hand geeven ter beschuttinge van het Ryk, en ter bewaaringe van ruste en vrede. Tot de tweede soort van de door konst gemaakte zeldzaamheden, die in China gevonden worden, zyn eenige gemaakte bergen. Onder deezen vinden wy voor eerst gemeld de berugte berg met de vyf paardenkoppen; doch wy twyffelen of het geen hieromtrent gezegd wordt niet voor fabelagtig moet gehouden worden; en dus zullen wy  Aardryksbeschryving. 535 wy ons met byzonderheden bezig houden, die meer zekerheids hebben. Van dien aart is het dat eenige andere bergen op zulk eene wyze geschikt zyn, dat zy ontwyffelbaare blyken draagen van voor werken van konst te moeten gehouden worden, dewyl op derzelver top een tempel, een klooster of eenig ander fraai gebouw gezien wordt. Andere zyn vol met ruime holen. Een derde soort heeft rotsen, die 'er zyn uitgehouwen. Een is 'er in de provincie Fo-kyen, by de stad Hingoa, die tusschen twee bergen van eene aanmerklyke hoogte is uitgehouwen , en ter langte van twaalf mylen net bestraat : men moet erkennen dat de Chineezen noch kosten noch moeite spaaren om gemaklyke bestraate wegen aan te leggen , het geen oorzaak is dat zy zoo veele schoone bruggen maaken, niet slegts over rivieren en kanaalen, maar zelfs van den eenen berg tot den anderen. Het zoude een eindeloos werk zyn alle de bruggen in China te beschryven. Die, welke Lu ko kiau genoemd wordt, agt mylen ten westen van Peking, was de schoonste brug , welke men immer gezien had, eer een gedeelte van dezelve door eenen geweldigen vloed vernield werd : zy was gemaakt van wit marmer : zy had zeventig pilaaren aan iedere zyde, en was met eene verscheidenheid van groot beeldwerk en andere konststukken versierd. Zy hebben ook eene andere soort van bruggen, die op schuiten zyn aangelegd. Die over de rivier Kiang, ter plaatse waar de Kan in dezelve valt, bestaat uit 130 schuiten, die vast aan elkanderen geketend zyn , maar egter zoo dat zy op eene zekere plaats van een kunnen wyken, om de schepen, welke de rivier opkomen of afzeilen door te laaten. In China is eindelyk eene derde soort van bruggen, nog merkwaardiger dan de voorigen : sommigen van dezelven zyn over rivieren , anderen over eene vallei aangelegd, zoodat zy twee bergen, door middel van eenen enkelen boog te samen voegen. Men vindt eene dier bruggen , welke eenen boog maakt van 400 ellen lang en 500 hoog ; eene andere is in de E e 4 ** Pro-  536 Natuurkundige provincie Shen si , die nog verwonderlyker is. De volgende soort van zeldzaamheden ziet men in de triumfboogen der Chineezen, oorspronglyk opgerigt ter gedagtenisse van hunne helden , het zy Vorsten, Veldheeren Wysgeeren of Staatsdienaaren; het getal van dezelven wordt op 1100 geschat, waar onder men 'er 200 telt , in welken eene meer dan gemeene konst en grootschheid uitblinkt, voornaamelyk bestaande uit eenen enkelen boog. Hier moogen wy de Cbineesche graf steden byvoegen, die zoo pragtig zyn dat zy zich van verre als kleine steden vertoonen. Doorgaans zyn ze op zekere hoogte, aan de zyde van den gemeenen weg, aangelegd. Pragtige toorens maaken eene andere soort van zeldzaamheden in China. Twee van deezen vindt men binnen de muuren van Nan king  de schoonste van dezelven wordt de porceleinen tooren genoemd , omdat hy met Cbineesche tegelen bezet is, die allen fraai gekleurd zyn. Hy wekt ook verwondering door zyne hoogte, gelykmaatigheid , verscheidenheid van snywerk , verguldsel , en andere sieraaden. Hy is van eene agthoekige gedaante, 200 voeten hoog, en 40 voeten in zyne middellyn. De groote grondvlakte, de vensters, de koepel, de ronde bol en verscheidene andere byzonderheden , zyn in denzelven verwonderlyk. Men zegt dat deeze tooren gebouwd is door den Keizer Yong lo. De Cbineesche tempels zyn niet minder pragtig en fraai, bestaande dezelven gemeenlyk uit schoone galleryen, met groote, vierkante en gladde steenen bevloerd. De zaalen en tenten, tot dezelven behoorende , zyn op de hoeken der pleinen opgerigt, en hebben gemeenschap met elkanderen op galleryen , die met standbeelden versierd zyn, en wier daken glinsteren door schoone porceleinen tegelen, welke verscheidene kleuren hebben , en verfraaid zyn door afbeeldingen van vogelen, dieren, bloemen en meer andere dingen. Wy leezen van sommigen van deeze tempelen , die eene verbaazende langte en breedte  Aardryksbeschryving. 537 breedte hebben , en in welken standbeelden van eene Colossische grootte zyn, aan welken de Bonzaas, die 'er hunne vertrekken rondom hebben, wyn, ryst, en andere bruikbaare dingen offeren, die daar door hunne domme afhangelingen gebragt worden , wanneer dezelven hen over het een of ander van hunne tydelyke belangen komen raadpleegen. De meeste steden der Chineezen hebben groote klokken in de hooge toorens , om de onderscheidene nagtwaaken aan te kondigen. De grootste van deeze klokken is te Peking; dezelve weegt 120000 ponden; en men heeft 'er verscheidene , die genoegzaam zulk eens zwaarte hebben , maar zy maaken een onaangenaam ge luid. Eene andere zeldzaamheid , welke wy niet met stilzwygen moeten voorbygaan, is de konst en de verscheidenheid der Chineesche vuurwerken , welke die van alle andere natien zekerlyk overtreffen. De Chineeschen maakten hiertoe voornaamelyk gebruik van het buskruit, het welk zy eenige eeuwen, voor dat men 'er zich in Europa van bediende, reeds hadden; zy zyn groote liefhebbers van deeze vuurwerken te gebruiken op hunne feesten , en by andere plegtige gelegenheden, wanneer zy ze in eene verbaazende verscheidenheid van figuuren en afbeeldingen vertoonen. Het geen het wonderbaare nog vergroot, is, dat zy aan alle die beelden niet slegts hunne waare gedaante en grootte, maar ook hunne natuurlyke kleur geeven. Magaellan getuigt in de afbeeldinge van eenen wyngaard den wortel , de takken, de bladeren en vrugt zoo fraai nagebootst gezien te hebben, dat het oog 'er door misleid werd. De laatste zeldzaamheid , van welke wy zullen spreeken, is in de stad Hangchew; dezelve bestaat in eenen schoonen water-zonnewyzer op eene hoogte, waarop een tooren is , die , met behulp van een water-glas, waardoor de wyzer van het gestel rond draait, op eenen merklyken afstand doet zien hoe Ee5 * * laat  538 Natuurkundige laat het is, zynde de teekens der uuren verguld, en omtrent 12 duimen lang. Van Chineesch Tartarye. Het Ryk van China bevat, behalven de reeds gemelde vyftien provincien, ook alle de landen buiten den grooten muur, onderworpen aan de Montcheousche Tartaaren, wier oude landstreek eigenlyk Oostersch Tartarye genoemd is. Dit land is verdeeld in drie groote gouvernementen, gelyk men uit de kaarten kan zien. Het eerste gouvernement. Dit wordt door de Montcheousers Mougden genaamd ; het bevat het geheele oude Leao tang, en grenst ten zuiden aan den grooten muur, die ten oosten van Peking begint met een groot bolwerk, in volle zee aangelegd; en aan het oosten, noorden en westen is het met palissaden omzet. De landeryen zyn, in deeze landstreeke, over het geheel genomen, zeer goed, en leveren overvloed van tarwe, gierst, wortelen en kattoen, ook vindt men 'er weilanden, voorzien van groote koppels ossen en schaapen, welke zeer zelden in eenige provincie van China gezien worden. Men heeft 'er maar weinig ryst; doch ter vervullinge van dit gebrek zyn 'er verscheidene van onze Europeesche vrugten, als appelen, peeren, nooten , enz. welke in de bosschen overvloediglyk groeijen. Het oostelyk gedeelte, het welk aan het Ryk van Corea grenst, is eene woestyn , vol moerassen en wateragtige landen. In sommige deelen van dit land ziet men de puinhoopen van steden en dorpen , die in de oorlogen tusschen de Chineezen en Coreërs zyn vernield geworden. Het  Aardryksbeschryving. 539 Het tweede gouvernement. Het tweede is dat van Kirin oulabotien, grenzende aan de oostelyke palissaden der provincie Leao tong, aan het westen- aan het oosten aan den ooster-oceaan; aan het zuiden aan het Koningryk van Corea; en aan het noorden aan de groote rivier Saghalian Oula, wier mond een weinig aan deeze zyde van de 53ste parallel der breedte is. Deeze landstreek is maar weinig bewoond, schoon zy geen gebrek aan leevensmiddelen schynt te hebben ; want men heeft 'er in het byzonder grooten voorraad van gierst, en eene soort van graan, die onder ons geheel onbekend is De bewooners van het land noemen dezelve mai se mi als zynde eene middelsoort tusschen tarw en ryst; maar dit gewas, welke ook deszelfs eigenlyke naam zyn mooge is goed van smaak , en zeer voedzaam: men heeft 'er ook zeer goede haver, en wel in grooter meenigte dan andere soorten. van graanen , zoodat zy , op verscheidene wyzen toebereid, zelfs door menschen kan geeeeten worden. Garst en andere graanen, dte in de Europeesche landen gemeen zyn, tieren hier in het geheel niet, ten minsten zyn zy 'er niet in eene meenigte, dewyl de grond 'er niet gunstig voor is Het schynt moeijelyk te bepaalen , waarom zoo veele landen die op den 43sten, 44sten en 45sten graad van breedte gelegen zyn , zoo veel van onze noordelyke streeken, van Engeland by voorbeeld, verschillen, ten aanzien der jaargetyen en natuurlyke voortbrengselen, dat zy 'er niet de minste gelykheid aan schynen te hebben Het is egter waarschynlyk dat de hoedaanigheid van een land meer afhangt van de natuur van den grond, en van deszelfs meerdere of mindere hoeveelheid van salpeteragtige deeltjes , dan van deszelfs gelegenheid of hemelsbreedte. . De koude neemt hier haaren aanvang omtrent het begin van September, en zelfs wel met zulk eene gestreng-heid  540 Natuurkundige heid dat de rivieren in die maand geheel zyn toegevrozen. De koude schynt heviger te worden , naar mate men nader aan den ooster oceaan komt. Zy blyft door de groote bosschen in dit land ook langer aanhouden. Wanneer men egter die bosschen is doorgegaan, dan komt men dikwyls in schoone groene valleien , bespoeld door beekjes van zuiver water, en geschakeerd met verscheidenheid van bloemen , inzonderheid van geele lelien , die weinig van de onzen verschillen , maar veel aangenaamer van reuk zyn. Hier is overvloed van die kostelyke en nuttige planten , welke de Chineezen Gin Seng, dat is de voornaamste der planten, noemen. Dezelve wordt by alle nabuurige natien niet slegts gehouden voor een geneesmiddel in sommige gevaarlyke ziekten, maar ook voor een middel ter herstellinge van kragten, veroorzaakt door zwaaren ligchaams-arbeid, of al te sterke inspanning van gedagten, zoodat te Peking een once van dezelve zeven of agt oncen zilvers kost, en men is zeer zorgvuldig om den heimelyken uitvoer van dezelve voor te komen. Haar onderscheidend kenmerk is een tros van ronde vrugt, van eene roode kleur, ondersteund door een' steel, die hooger opschiet dan de rest der takken. Het land is ook, in andere opzigten, zeer aangenaam, en (het geen inderdaad zeldzaam is onder de Tartaaren) wel bebouwd. Hier zyn veele schoone rivieren, waarin overvloed van goeden visch is, die, behalven dat zy den bewooneren spys verschaft, door de vellen sommigen hunner stof tot klederen uitlevert, welke zy op eene zeer vernuftige wyze weeten te bereiden, te kleuren en te verwen. De manier van hunne kleeding is gelyk aan die van de Montcheousers, die thans gevolgd wordt in de Chineesche provincien. Het eenigste onderscheid is dat zy onder aan hun lang bovenkleed gemeenlyk een groen of rood boordsel hebben. De vrouwen draagen koperen stukjes, of kleine schelleties, onder aan haare mantels. Zy ver deelen  Aardryksbeschryving. 541 deelen het hair in verscheidene tuiten , en besteeken het met ringen , stukjes glas, of andere dergelyke beuzelingen. Hunne manier van leeven is ook zeer wonderlyk. Den gantschen zomer brengen zy door met visschen; zy schikken een deel van den visch tot voorraad voor den winter, door denzelven te droogen; want zy hebben in het geheel geen zout. Menschen en beesten vinden hierin hunne spys , wanneer de rivieren bevroozen zyn. Een ander deel van den visch eeten zy doorgaans met andere spyzen, zooras als zy dezelven gevangen hebben. Maar zy hebben ook andere soorten van visschen, die geheel geschikt zyn om hunne lampen van olie te voorzien. Hunne taal is een mengsel van die van de Mantcheoux, en van de Ketching ta se, welke ten noord-oosten aan dezelven grenzen. Eene byzonderheid merkt men wegens hen op; te weeten dat zy, wanneer eenig vreemdeling, dien zy volkomen verstaan kunnen , hun onderwys in eenige konst of weetenschap aanbiedt, dit met dankbaarheid aanneemen, zeer handelbaar zyn om te leeren, en zich van hunne zyde ook zeer genegen toonen om alle onderrigtingen te geeven, welke men zoude kunnen begeeren. Het derde gouvernement. Het derde gouvernement is dat van Ficicar ; het ligt naby de Nonni Oulall, eene aanmerklyke rivier, welke in de Sougari valt. Dit gedeelte des lands is ook weinig bewoond; doch deszelfs bewooners zyn de oudsten van die streek, welke men Chineesch Tartarye noemt. Daar is egter eene stadt van denzelfden naam , maar de koopluiden , konstenaars en arbeiders in dezelve zyn voornaamelyk Chineezen. Het land is eer eene woesteny, vol bosschen, merkwaardig door de Dieren, die 'er in in 't wild loopen, dan geschikt om eenige verscheidenheid of voorraad van graanen, tot leevensonderhoud, te verschaffen. Gierst is het voornaamde van deezen aart, dat de bewoners  542 Natuurkundige woners hebben. Zy vinden hun bestaan voornaamelyk in het visschen: doch het gemeene volk is zeer geschikt om moeiten te verduuren, zelfs meer dan dat in de nabuurige provincien. In het jaagen naar fabeldieren , waartoe zy afgerigt worden, zegt men dat zy zeer bedreeven zyn. Hunne honden maakten hun voornaamste gezelschap uit in die verrigting; zy voeren wel boogen met zich, maar dezelven zyn meestal nutteloos , dewyl de honden , door zeker instinkt, geschikt zyn om in dit geval het meeste werk te doen. Deeze bezigheid is hun zoo voordeelig dat noch de gestrengheid des winters , die de grootste rivieren doet bevriezen, noch de woede der tygers, welken zy menigwerf moeten bestryden , hen van dezelve terug houd. Zy getroosten het zich by die gelegenheden te leeven van een weinig gierst, welke zy in eenen zak by zich hebben; met dien voorraad gaan zy zelfs vry ver van huis zwerven. De huiden der fabeldieren worden aan den Keizer verkogt, die 'er eenen vastgestelden prys voor betaalt. Zy zyn egter zeer schaarsch , zoodat weinigen der mandarynen of koopluiden van deeze streeken ze in eenig aantal kunnen bezorgen. Dit gouvernement grenst ten westen, aan de zyde van Moskovisch Tartarye , aan twee rivieren van eene middelmaatige grootte eene van dezelven heeft haaren oorsprong een weinig / aan deeze zyde van den vyftigsten graad zuider breedte, en ontlast zich in de Saghaliansche Oula, vier graaden ooster langte van de Meridiaan van Peking. Kort berigt wegens de historie van corea. Corea , het welk men met regt het Chersonesus van China mag noemen , dewyl het 'er aan grenst, en 'er fynsbaar aan is, is een groot schiereiland, het welk in de oostersche zee, tusschen China en Japan, in de gedaante van een kaap uitloopt. De zee van Japan bespoelt het aan het oosten de golf van Leao tong scheidt het van de  Aardryksbeschryving 543 de provincien van Petche Si en Chang tong aan het westen; ten noorden grenst het aan het land van Niu tche, waardoor het tusschen het zuiden en noorden wordt bepaald, en van Leao tong afgescheiden. De uitgestrektheid is van het oosten naar het westen, 1200, en van het noorden naar het zuiden 2200 lys. Deeze groote landstreek is verdeeld in agt provincien, die 40 Kiun onder zich hebben , welken meerderheid naar zekeren rang erkend wordt. De inwooners behooren voornaamelyk tot de Mantcheousche Tartaaren; maar zy verschillen van elkanderen in de onderscheidene provincien, het geen ongetwyffeld aanleiding gaf om eenigen van die provincien te onderscheiden door naamen , welke de verschillende gesteltenis der inwooneren, zoo wel als derzelver gelegenheid, aanduiden. De eerste provincie, die in het hart van het Koningryk gelegen is, en waar de Koning zyn hof houdt, wordt King ki genoemd, of de provincie van het hof. De oostelyke draagt den naam van Kiang Yuen, of de bron van de rivier. De westelyke noemen zy Houng hai, of de geele zee. De noordelyke heet Ping ngan , dat is de stille ; en de zuidelyke Teuento. De zuidwestelyke provincie draagt den naam van Tchen Sin, de getrouwe en zuivere; de noordoostelyke dien van Kien King, de gelukkige : en de zuidoostelyke dien van Kin chan, dat is het oude land. De bewooners zyn, over het geheel genomen, welgemaakt , en van eenen zagten en handelbaaren inborst: zy verstaan de Chineesche taal best, maar willen zich egter de kennis van andere taalen gaarne eigen maaken; ook zyn zy liefhebbers van de muziek en het danssen. Daar komen meer voornaame luiden uit de zuidelyke provincien dan uit de noordelyke te voorschyn, dewyl de inboorelingen der laatstgemelde zeer geneigd zyn tot den oorlog. Hunne gewoone kleeding bestaat in bonte kappen en goud- of zilverlaken, vrouwen van aanzien draagen boordsel of kant op haar onder- en bovenkleeren. Luiden van aan-  544 Natuurkundige aanzien draagen gemeenlyk purperen zyde. In de openbaare byeenkomsten draagen zy kostbaare tabbaarden met goud en zilver versierd Zy hebben eene meenigte van arme vrygemaakten, die allen gekleed gaan naar hun karakter. De denkbeelden wegens de huwlyksverbintenissen zyn onder veelen hunner wat al te lugtig. dewyl zy hiertoe zeer gemaklyk hun woord geeven, waaruit groote wanorden gebooren worden. De ryken trouwen inderdaad naar hunnen rang, en Prinsen van den bloede aan geene anderen dan aan Prinssessen van den bloede. — Hunne begraavenissen zyn merkwaardig : zy stellen de lyken in eene soort van tombe boven den grond, en plaatsen 'er de wagens, paarden, en beste meubelen van den overleedenen by , welk alles doorgaans geroofd wordt door hun, die de lykstatie verzellen. Zy zyn in hunnen aart bygeloovig, en schroomen iets, dat leeven ontvangen heeft , te dooden, in hun eeten en drinken zyn zy matig, en gewennen zich aan de welvoeglykheid. Zy teelen zywormen, en bearbeiden veel zyde, waarop zy zich egter niet zoo sterk toeleggen dat zy de bearbeiding van hennip en vlas verwaarloozen. Zy zyn keurig in het maaken van wit papier. Zy maaken penseelen van hair uit wolfsstaarten ; ook handelen zy sterk in goud, zilver en geel vernis, en daarenboven in huiden van fabeldieren en beevers, en in mineraale zouten. Hunne koopluiden zyn zeer zwierig, en eer zy met eenen kooper handelen, branden zy een weinig wierooks. Natuurlyke historie. Schoon corea bergagtig is, is het, over het geheel genomen, vrugtbaar. Daar zyn verscheidene groote rivieren , en deezen hebben veele kleiner stroomen, die 'er invallen of uit voortkomen , zoodat het land overvloe diglyk van water voorzien is. In de historie vindt men, ter eere van den Vorst der Coreërs Yu, gemeld, dat hy eenen doortogt maakte voor de wateren, die het vlakke  Aardryksbeschryving 545 re land overstroomd hadden, door eenen grooten Berg, van welken zy met eene sterke storting afrollen, eenen waterval maakende , gelyk aan dien van den Nyl ; en van daar wordt het water , door ten dien einde geschikte kanaalen , naar Provinciën gebragt, waar het den meesten dienst kan doen. Door andere wyzen van het Land te verbeteren en toe te maaken , is de grond geschikt geworden tot het voortbrengen van de noodwendigheden des leevens , en zelfs van veele verkwikkingen: men heeft 'er koorn, aardgewassen en vrugten in zulk eenen overvloed , dat dezelven genoegzaam onderhoud verschaffen aan de menigvuldige bewooneren van dit groote Schiereiland. De Geographische en Natuurlyke Historie van Hindustan of het Ryk van den Grooten Mogol De beschryving van Japan en die van het Land van Yess schikkende, om ze by die van de andere Asiatische Eilanden te voegen, en 'er ons berigt wegens dit waerelddeel mede te besluiten; gaan wy nu over tot de Historie van de Indiën, volgens derzelver gewoone verdeeling. Indie, of de Indiën heeft, volgens zekere Schryvers, zynen naam naar de Rivier den Indus; volgens anderen naar de bewooners des Lands , Hindows of Hindus genaamd: hierom wordt het door de Turken en Persiaanen Hindustan, en door veelen der Europeaanen Indostan geheeten In de Geographie der laatsten is het woord Indie , of de Indiën , eene benaaming van eene zeer uitgestrekte beteekenisse, duidende dezelve niet slegts een groot gedeelte van het vaste land van Asie aan, maar ook van de Eilanden des Oceaans ten zuiden van het zelve gelegen. Het vaste Land van Indie legt tusschen de 84 en 110 graaden langte , en tusschen de 1° 12' en de 400 noorder breedte, bevattende in zyne langte van het Westen naar het Oosten omtrent 2315 mylen, en in de breedte van het Zuiden naar het Noorden 2400 mylen. II. Afd III deel. F f Het  546 Natuurkundige Het grenst ten Noorden aan de Landen van groot en klein Tibet; ten zuiden aan den Indischen Oceaan; ten Oosten aan China en de Cbineesche Zee, en ten Westen aan Persie en de Indische Zee. Deeze groote Landstreek is verdeeld in drie deelen te weeten het Schiereiland van Indie binnen, of aan deeze zyde van den Ganges; het Schiereiland buiten , of aan de overzyde van den Ganges, en het vaste land De twee Schiereilanden bevatten verscheidene magtige Koningryken, doch het derde deel staat thans onder eenen Vorst, die door de Europeaanen de Groote Mogol genoemd wordt. Dit is dat gedeelte, waarvan wy nu de Historie zullen geeven, en het is het eenigste van de drie, by de Oosterlingen bekend onder den naam vaa INdie , Of HINDUSTAN. hindustan, of het Mogolsche Ryk, grenst ten Noorden aan groot en klein Tibet; ten Oosten aan Tibet en de verdere Schiereilanden van Indie, ten Zuiden aan het Schiereiland aan deeze zyde van den Ganges, aan een gedeelte der Indische Zee, en aan de baai van Bengalen en ten Westen aan Persie. Het legt tusschen de 84 en 95 graaden langte, en tusschen de 7 en 36 graaden breedte, zynde het omtrent 1700 mylen lang, en 960 breed, schoon de uitgebreidheid in sommige deelen merklyk minder is. Het Keizerryk is voor deezen verdeeld geweest in eenen-twintig Provinciën, die , zoo ten aanzien van haare naamen als van haare grensscheidingen, merkelyke veranderingen ondergaan 'hebben , naar maate zy door verschillende Vorsten veroverd , of tot onderwerping gebragt zyn. Doch de nieuwste en eenvoudigste verdeeling van deeze groote landstreek is in twaalf Provinciën, welke zyn , Guzirat, Azmlr, Rashmir, Bengal, Agra, Muitan, Lahur, Kandish, en Dehli, Kabulejlan, Hgfabas, patan. CEHLI,  Aardryksbeschryving 547 Dehli , de Hoofdstad van het keizerryk, is eene groote en volkryke stad, zynde omtrent tien mylen in den omtrek; zy was de verblyfplaats van den Grooten Mogol , toen Kouli Khan eenen inval in Indie deed, en hem met zyn gantsche hofgezin gevangen nam, willende hy wyders de gevangenen niet dan op zeer harde voorwaarden in vryheid stellen , zoodat hy hen noodzaakte om hem eenige Provinciën , die naast aan Persie gelegen zyn over te leveren. Het paleis , waarin de Groote Mogol en zyn stoet des winters verblyf houden is zeer ruim. De vertrekken, die voor de edelen geschikt zyn zyn groot, gelyk ook die welke voor de verscheidene Geregtshoven dienen. By den ingang van het koninglyk paleis zyn grooten steenen olifanten, op welker eenen de Rajah van Chiter en op den anderen deszelfs Broeder gezeten is. Dezelven zyn geplaatst by de groote poort, die in eene ruime en schoone straat open gaat, welke verdeeld is door eene gragt van stroomend water , het welk verscheidene mylen ver geleid is. Ter wederzyde van deeze gragt zyn winkels, wagtplaatsen en kraamen, voorzien van verscheidene koopwaren , welk alles eene fraaije vertooning maakt. Andere poorten en toegangen tot het paleis hebben wel eenige gelykheid met deeze, maar verschillen egter van dezelve in grootschheid van voorkomen. De regeering van dit ryk is volstrektelyk eigendunklyk. De Mogol heerscht over de beurzen, bezittingen en leevens van zyne onderdaanen naar zyn eigen welgevallen: zyn bloote wil is eene wet, en zyn woord eene onherroepelyke beslissing van alle geschillen : hy velt zelf vonnissen , niettegenstaande hy verscheidene amptenaaren in zyn hof heeft, die onder hem staan, als den Etmadoulet of de kansellier ; den groot-schatbewaarder den oversten der gesneedenen ; den eersten secretaris van staat, of den generaal der olifanten; den hoofdman der lyfwagten, die ook opperregter is, en meer anderen. De onderkoning, de stedehouders der provinciën Ff 2 en  548 Natuurkundigs en de wethouders der steden, leeven hier zeer pragtig; en de uitgebreidheid van hun vermogen maakt hen tot dwingelanden; doch niemand hunner mag een doodvonnis vellen, voor dat de zaak by den Keizer is aangebragt, en hy 'er zyne toestemming toe gegeeven heeft. Hier wordt zonder eenig uitstel regt gedaan ; want elk bepleit zyne eigene zaak, en de uitspraak is doorgaans zoo regtmaatig als spoedig. — Men heeft in dit ryk geene erflyke waardigheden, maar de Mogol deelt adeldom en eerampten naar zyn welgevallen uit. — Hy heeft ook zyne Koninginnen of Keizerinnen van den eersten rang , met welken hy zeer plegtiglyk trouwt; zyne bywyven zyn ongemeen talryk. Zyne grootheid kan inderdaad bezwaarlyk beschreeven worden. Hindustan wordt bewoond door verscheidene soorten van volkeren, die allen, uitgezonderd de Hindus, zich daar door veroveringen, of by toeval hebben neêrgezet, zynde zy of door de zugt om den koophandel voort te zetten , of door oorlogen en vervolgingen , bewoogen geworden om het land hunner geboorte te verlaaten, Gelyk nu de inwooners onderscheiden zyn, zoo vindt men hier ook verscheidenheid van godsdiensten. De meesten van het keizerlyk hofgezin zyn egter Mohammedaanen; en men mag zeggen dat dezelven in dit land zoo talryk zyn, dat men 'er vyftig vindt tegens eenen, die eenen anderen Godsdienst is toegedaan. He gemeene taal van het keizerryk is de Hindustansche, welke veel overeenkomst met het Persisch en Arabisch heeft maar gladder en gemaklyker is in de uitspraake; wyders is de kragt der woorden, en de beknoptheid der spreekwyzen ook grooter. De letters verschillen daarenboven van de persische en Arabische, en zy worden ,- even als de Europeesche , van de flinker naar de regter hand geschreeven ; de Persische taal wordt aan het hof gesproken, en de Arabische is die der geleerden. Schoon al de geleerdheid der Mogollers op weinig meer uitkomt dan op de konst van leezen en schryven, zyn  AARDRYKSBESCHRYVING. 549 zyn egter hunne Redeneer-en Rederykkunst louter natuurlyk. Men vindt onder hen luiden , die vry sterk zyn in het redeneeren , en over allerleie onderwerpen voor de vuist ongemeen wel spreeken, zoodat zy, indien zy zich op de letteroeffeningen wilden toeleggen , door hunne bekwaamheden zouden uitmunten. Men zegt dat zy zeer vaardig zyn in het opstellen van goede digtstukken , en het schryven van historien van hun eigen en van andere landen, en dat zy dit doen in eenen styl die met regt beknopt en deftig mag genoemd worden. Hunne voornaamste en geliefdste weetenschap schynt de Astrologie , op welke veelen zich toeleggen ; want over het algemeen genomen stellen zy een groot vertrouwen op dezelve, het welk door het voorbeeld van het hof kragt krygt , dewyl de Groote Mogol zyne Starrekykers by zich heeft, en niets van eenig belang onderneemt, zonder hen alvoorens te raadpleegen. De wiskunde maakt ook eenen voornaamen tak van hunne oeffeningen , en hier geeven schoolmeesters lessen aan jonge luiden , welke zy ten dien einde aan hunne huizen gaan bezoeken. De Indiaanen toonen , in veele Konsten , een meer dan gemeen vernuft , en zyn verwonderlyke navolgers van alles wat door anderen is gemaakt geworden. De Banjaan zal, door de bloote kragt van zynen geest, zyne rekeningen met geen minder naauwkeurigheid en vaardigheid opmaaken dan de bedreevenste Rekenkundige door zyne regelen by mooglykheid kan doen. De zydeweevers kunnen de keurigste en schoonste patroonen , die uit Europa gebragt worden, zeer net namaaken ; en de scheepstimmerluiden van Suratte kunnen een Engelsch vaartuig vervaardigen , zoo fraai en konstig gebouwd, en zoo geschikt om bevragt te worden en schielyk te zeilen, als of het in Engeland was getimmerd. In sommige opzigten overtreffen de konstenaars van Indie de Europeaanen, als onder anderen in het schilderen van Chitsen, het geen in Europa zoo goed niet gedaan wordt , ten F f 3 aan-  550 Natuurkundige aanzien van de helderheid en de duurzaamheid der kleuren. De Heer Terry , die daar veele jaaren gewoond heeft , toont dat hun ook den voorrang toekomt in verscheidene andere byzonderheden , welke tot de manufactuuren behooren. ! De Heer Terry verzekert ons ook dat onder hen uitmuntende schilders zyn , die eene schildery zoo juist zullen namaaken , dat het bezwaarlyk zal vallen ze van de oorspronglyke te onderscheiden : in het ryk van den Mogol wordt egter de schilderkunst niet aangemoedigt Het geen veel tot verbetering der handwerken toebrengt is dat alle de inwooners, zoo Mohammedaanen als Heidenen hunne kinderen tot hun eigen beroep en handteering opleiden. Wat de zeden en gewoonten der Hindus betreft ^ merken wy aan dat zy over het algemeen genomen , zeer maatig zyn , en zich zelden in eeten en drinken te buiten gaan, hebbende zy eenen natuurlyken afkeer van alle breinbedwelmende dranken ; zy zyn zeer ingetogen ten aanzien van de vrouwen , ten minsten voor het uiterlyke, en zullen in het openbaar zelden iets onbetaamelyks bedryven. — Zy zyn liefderyk jegens de armen, Het is onder hen eene onschendbaare wet dat alle nabestaanden elkanderen bystaan , en het weinige dat zy bezitten met hun, die gebrek hebben, deelen Zy zyn van eene zagte gesteltenisse, zoodat hen niets meer hindert dan toorn of een haastige aart: inzonderheid zyn de Banijaanen ten deezen opzigte merkwaardig, het geen misschien voorkomt uit hunnen afkeer om bloed te storten. Meest allen zyn zy zeer begeerig om winst te doen, welke begeerte egter zoo ver niet gaat, dat zy de eigendommen van anderen op eenige ongeoorloofde wyze poogen magtig te worden , of tegen de pligten van goede trouw handelen, maar zy zoeken hunne bezittingen door n arstigheid en zuinigheid te vermeerderen. —« Zy zyn zeer goed en teder jegens de dieren, en zoo ver van eenig vermaak te vinden in het leeven van het geringste  Aardryksbeschryving. 551 ringste diertje te vernielen , dat zy veelen dier schepselen zelfs, die als geheel nutteloos beschouwd worden, leevensonderhoud verschaffen zullen ; vooral zullen zy hunne oude paarden en ossen , indien dezelven ziek of lam zyn, liever alle gemak tragten toe te brengen dan dezelven dooden. De Hindus draagen kleine baarden, en scheeren hunne hoofden geheel kaal , het geen zy zeer handig weeten te doen. Dikwyls wasschen zy hunne ligchaamen , en zorgen dat hunne voeten zoo schoon zyn als hunne handen. De fatsoenlyke luiden bestryken zich menigwerf met olie: waardoor zy eenen aangenaamen reuk van zich geeven. De verschillende stammen zyn van elkanderen onderscheiden door de scheering van hunne baarden, of de beschildering van hunne voorhoofden , zoo wel als door de wyze, op welke hunne tulbanden om het hoofd geslingerd zyn. Een Brachman schildert zich aan het voorhoofd met een Y tusschen de winkbraauwen, welke tot aan zynen neus hangt. De Indiaansche mannen zyn groot, en grof van beenderen : hunne kleur verschilt naar maate van de verschillende landstreeken, welke zy bewoonen. De vrouwen zyn klein, en meest allen vry dik, schoon in verre na zoo dik niet als de mans. Voor het overige zyn zy net en welgemaakt: zy zyn zeer zorgvuldig in haare borsten op te binden, waardoor zy derzelver uitzetting voorkomen; zy zyn vaardig in den arbeid, en houden zeer veel van haare kinderen. De klederen, welke de Indiaanen draagen, zyn doorgaans gemaakt van wit kattoen. Zy slaan van vooren aan de borst over elkanderen heen, en worden aan de linker zyde om den middel toegebonden, waardoor zy van de Mohammedaanen onderscheiden zyn, welke den band aan de regter zyde draagen. Hunne broeken hangen tot aan de hielen toe; zy draagen geene koussen, voor welken zy zelfs in hunne taal geene benaaming hebben. Al het gewaed der vrouwen bestaat uit eene Lunghi Ff 4 of  552 Natuurkundige of een stuk kattoen, het welk om de schouders gebonden is, en tusschen de beenen door is opgehaald, zoodat het den dienst van eenen korten broek doet; daarenboven hebben zy een borstlap om haare borsten te bedekken. Om de eenvoudigheid van haare kleeding wat te verleevendigen , schikken zy zich op met eene groote verscheidenheid van sieraaden. De ryken tooijen het hair met goud en juweelen, de geringen doen het pronken met jasmynbloemen. De mans stellen eenen zonderlingen roem in hnnne vrouwen opgeschikt te zien, en het is bezwaarlyk luiden, van welken rang zy ook zyn mogen , te vinden , die zich niet zoo veel opscbikken als zy by moogelykheid kunnen; weduwen, wier mans nog geen jaar lang begraaven geweest zyn, is egter dit voorregt geweigerd. Ten aanzien van hunne spyzen staat aan te merken dit die van de stammen van Kutteri en Wise tot welken de armsten behooren , dierlyk voedsel gebruiken ; maar de Brabmans en shudderi onder welken men de ryksten vindt, nuttigen nooit eenig vleesch: zy leeven voornaamelyk van kruiden, melkspyzen, vrugten en gebak. Zy hebben tarw, en verscheidene soorten van koorn, waarvan zy zeer goed brood bakken, en dit maakt het voornaamste gedeelte van hun voedsel uit. Onder de hindus zyn twee soorten van voedsel zeer gemeen, te weeten dye en Kitteri het eerste bestaat uit dik gewordene zoete melk, mer gekookte ryst en suiker gemengd. Kitteri wordt gemaakt van erwten en ryst,die te samen gekookt, en zeer sappig gemaakt worden. Hunne gewoone drank is regenwaater, thee of koffie , en by gelegenheid ook wyn; maar zy zyn zeer ongeneigd om met een' Christen of een' vreemdeling uit den zelfden beker te drinken. Zy zyn groote liefhebbers van het huwelyk en trouwen zeer jong, gemeenlyk met iemand van hunnen eigen stam of rang. Het huwelyk wordt eerst geslooten tus-, schen de ouders; men zendt aan de meisjes booden en geschenken, doet die bezendingen verzeld gaan van muziek  Aardryksbeschryving 553 ziek en van meer andere plegtigheden. Van den anderen kant worden ook geschenken aan den bruidegom gezonden, ten teeken dat alles gunstig is aangenomen. De bruidegom geeft haar vervolgens een bezoek, waarin hy zich in groote pragt en ongemeen vrolyk vertoont, zynde verzeld van eene groote meenigte nabestaanden en andere luiden van zynen staat. Des anderen daags wordt dit bezoek door een tegenbezoek van de bruid met gelyke pragt en plegtigheid beantwoord De huwlyksplegtigheid begint met het ontsteeken van een vuur, het welk tusschen het verloofde paar gelegd wordt, om de vuurigheid, welke in hunne genegenheid behoort plaats te hebben , te kennen te geeven : vervolgens worden zy met eenen zyden draad te samen gebonden om de onverbreekbaarheid van den band des huwelyks aan te duiden. Daarna wordt 'er een laken tusschen hen gesteld, om te beteekenen dat 'er voor de voltrekking van het huwelyk geene vleeschlyke gemeenschap tusschen gehuwden moet plaats hebben; dit gedaan zynde spreekt de Bramman eenige formulier-woorden, bevelende den man der vrouwe alles wat haar nuttig kan zyn toe te staan, en de vrouw onder de verpligting leggende om haaren man nuttig te zyn : vervolgens spreekt hy den zegen over de gehuwden uit, het laken wordt weggenomen , en de zyden draad los gemaakt , waarmede de plegtigheid een einde neemt. De Hindus hebben de gewoonte van hunne dooden te verbranden in plaatse van dezelven te begraaven; en wanneer het Lyk door het vuur verteerd is, strooijen zy de Asch in de Lugt: doch, schoon dit het algemeenste gebruik is, maaken sommigen egter een klein vuur rondom de lyken, en begraaven ze vervolgens. Sederd dat de wetten om de dooden te verbranden gemaakt zyn, is het onder de weduwen eene mode geworden om de lyken haarer mannen naar den houtstapel te verzellen, en daar haare genegenheid voor de overleedenen, en haaren afkeer van het leeven, zonder hen, te doen blyken het geen Ff 5 zoo  554 Natuurkundige zoo ver ging dat zy zich in de vlammen wierpen om mede te sterven. Deeze gewoonte is egter thans, volgens sommige Schryvers, geheel afgeschaft, en wordt als bygeloovig en onmenschlyk veroordeeld. De weduwen zyn nu slegts gewoon in den rouw te gaan, haare genegenheid voor den overledenen door eenige feestvieringen te toonen, en veele weigeren weder te trouwen, de NATUURLYKE HISTORIE van HINDUSTAN. De Lugt en Grond zyn, in de verschillende streeken van dit gedeelte van Indie, zeer merkelyk onderscheiden van aart; aan den noorderkant is het land zeer koud en onvrugtbaar; aan den zuidkant is het zeer heet en vrugtbaar in koorn ryst, vrugten en veelerleie aardgewassen, De noordelyke Provincien zyn bergagtig en zandig; de zuidelyke vrugtbaar en vlak, en worden bevogtigd door eene verscheidenheid van rivieren. De grond is 'er los, maar egter vet, en kan dus gemaklyk bebouwd worden. De jaargetyden en het weder zyn, over het algemeen genomen, in dit uitgebreide land vry regelmaatig; de winden waaijen bestendiglyk zes maanden uit den zuiden, en zes maanden uit den noorden, met zeer geringe verandering. In de maanden van April en May, en in het begin van Juny, tot den tyd toe, waarin de regens vallen, is het 'er zoo verschriklyk heet dat de terugkaatsing der warmte van den grond het weezen bruin maakt, en waare het niet dat men dagelyks eenige zagte koeltjes voelde, zouden luiden, die in onze noordelyke streeken zyn opgevoed, daar by geene moogelykheid kunnen leeven. Somtyds vallen 'er egter zeer schielyke en ongewoone veranderingen in het weder voor, die allen ten nutte der inwooneren medewerken, en de nagten zyn 'er doorgaans zeer koel en verfrisschend. Van Suratte tot agra en verder, regent het zelden of nooit uitgezonderd in eenen zekeren tyd van het jaar, dat iS van het midden van Juny tot het midden van September,  Aardryksbeschryving 555 ber doorgaans beginnen die regens met geweldige stormen of met zwaare donder- en bliksembuijen. Geduurende deeze drie maanden regent het genoegzaam alle dagen; en hierdoor krygt het land eene gedaante van vrugtbaarheid even als Egypte door den Nyl, schoon het zich te vooren als de Arabische woestyn vertoonde. Men krygt vervolgens eene heldere lugt; men ziet eene aangenaame groente; by nagt heeft men verkwikkenden daauw; en de Herfst of Oogsttyd verschaft overvloed, Onder de rivieren van Hindustan vindt men 'er twee, welke in het byzonder, om haare grootte, wydte, en om meer andere redenen, zelfs by de vroegste oudheid berugt waren; dezelven zyn de Indus en de Ganges. De Indus wordt by de Indiaanen Send Sind of Sindi genoemd; zy heeft haaren oorsprong in de bergen van het noordoostelyk gedeelte van Hindustan van daar loopt zy zuidwaards; door Kashimir en Allok tot aan Multan , waar zy naar het zuidwesten loopt, en, na veele andere groote rivieren ontvangen te hebben, in de Persische zee valt. De Ganges, in het Indisch Ganga genoemd, heeft zynen oorsprong in het Koningryk Tibet, en komt, na lang in eenen cirkelronden loop voortgegaan te zyn, in het Ryk van den Mogol, op de breedte van omtrent 30 graaden Deeze rivier is verdeeld en gesmaldeeld in veele noornaame takken, die zeer ver voortloopen, en in haaren loop laat zy veele andere rivieren in, die egter van minder belang zyn dan zy zelve. De Indiaanen hebben eene soort van bygeloovigen eerbied voor deezen stroom, en de groote Mogol drinkt van deszelfs water, agtende het zelve ligter en aangenaamer dan eenig ander. Het Keizerryk is aan drie kanten omringd van bergen. Die in het westen, welke Hindustan van Persie scheiden, worden gemeenlyk Soleyman genoemd; dezelven zyn zeer hoog en breed, en kunnen alleenlyk in sommige plaatsen overgetrokken worden , waar ter voortzettinge van den handel wegen gemaakt zyn. - De bergen aan het noorden, die Hindustan van Tibet afscheiden , draagen den naam  556 Natuurkundige naam van Nagrakut Hima. — Het noordelyk gedeelte der oostelyke keten noemt men Kentel of Kenti. —- Het voorkomen van dezelven is verschriklyk, want zy vertoonen niets dan vreeslyke stelten , die by aanhoudenheid met sneeuw bedekt zyn, en welken men niet dan met zeer groot gevaar en moeite kan overtrekken. De mynen van dit land zyn ongemeen ryk ten aanzien van delfstoffen: men vindt hier ook fraaije edelgesteenten, en wel inzonderheid diamanten. Vooral is 'er een' die boven allen uitmunt, te Soumelpur en Bengalen De overige diamantmynen zyn voornaamelyk op het Schiereiland van Ganges. De mynen van gekleurde steenen zyn meest allen in Pegu, een Eiland verder op het Scbiereiland, en op het Eiland Ceilon. In sommige landen van de rajabs, en in meer andere streeken, zyn de Thebaensche steengroeven zeer overvloedig, zoodat Thevenot getuigd Moskeen en Pagoden gezien te hebben, welke geheel van dien steen waren opgebouwd. Hindustan is ook niet ontbloot van lood, yzer en koper: men zegt zelfs dat 'er zilvermynen zyn; doch indien dit al waar zy, is het egter noodeloos dezelven te openen, omdat de schatten van alle andere natien naar dit Ryk toevloeijen, waar men niets anders dan geld voor de waaren in ruilinge aanneemt zoodat het 'er niet weder wordt uitgevoerd. Men vindt 'er ook eene groote verscheidenheid van Aarde en Kley, verschillende in kleur, hardheid en aart deeze stoffen zyn tot onderscbeidene gebruiken geschikt, en brengen niet weinig tot 's lands voordeel toe. De Chineezen maaken 'er zelfs gebruik van in het vervaardigen van hunne fraaije porceleinen. De grond behoeft weinig of niet gemest te worden, dewyl dezelve genoegzaam overal zeer vrugtbaar is. De landluiden zaaijen al hun zaad in den beginne van Juny, opdat zy volkomen gedaan mogen hebben voor den regen, tyd: de oogsttyd valt 'er in November en December; zy maaijen hun gras niet af om 'er hooi van te maaken, maar spitten het uit den grond, het zy groen of dor, naar dat zy gelegenheid hebben. Tarw,  Aardryksbeschryving 557 Tarw, Ryst, Garst, en andere graanen, die in het bakken van brood te pas komen, wassen hier in grooten overvloed, en vallen 'er by uitstek goed; inzonderheid is de tarw 'er witter en zwaarer dan in Europa. Behalven de wouden en bosschen, welke het land verfraaijen , is 'er groote verscheidenheid van nuttige boomen; men vindt 'er onder anderen den Tamarindeboom, wiens vrugt in eene schil groeit, gelyk aan die van boonen. Daar is een andere merkwaardige boom, de Banjaanboom genoemd, uit wiens takken kleine spruitjes nederwaards schieten, welke, wortel krygende, de takken, uit welken zy voortkwamen, door den tyd onderschraagen, zoodat deeze boom, na verloop van tyd, niet slegts tot eene aanmerklyke hoogte ryst, maar zich als eene tent uitspreidt, onder welke eene groote meenigte menschen kan schuilen. - Doch onder alle de boomen in dit gedeelte van Indie mag men den kattoenboom als den voordeeligsten voor de inboorelingen beschouwen, waarby wy ook den moerbezienboom kunnen voegen. Hier wordt ook veel suikerriet en tabak geplant: de voortbrengsels van beide deeze planten zyn 'er in algemeen gebruik en zeer goedkoop. Daar is ook overvloed van verscheidene vrugten. Behalven granaatappelen , citroenen , dadels , amandelen, druiven en kokosnooten , heeft men 'er , onder andere pruimen, eene soort, die de Mirabolan genoemd wordt, en inzonderheid aanmerking verdient om haaren fraaijen steen. - Maar de beste vrugt van allen is de Ananas. In de noordelyke deelen vindt men verscheidenheid van appelen en peeren, en eene goede soort van muskus- en watermeloenen. Limoenen en oranjeappelen zyn 'er zeer gemeen, maar zoo goed niet als in andere nabuurige landen. Daar zyn ook wortelen en andere aard gewassen in grooten overvloed; maar dewyl zy meestal overeenkomen met die, welke onder ons gemeen zyn, zullen wy 'er hier niet in het byzonder over handelen. Het zelfde mag men zeggen van de bloemen, welke van de onzen weinig of niet  558 Natuurkundige niet verschillen; alleenlyk zyn ze 'er in grooter meenigte en volkomenheid: dit is in het byzonder waar wegens de Spaansche jasmyn, waaruit eene olie van groote waardye getrokken wordt, die luiden van aanzien gebruiken om 'er hunne voorhoofden mede te bestryken. In Hindustan zyn veele dieren, zoo wilde als tamme. Tot de eersten behooren de Olifant, de Rhinoceros, de Leeuw, de Tyger, de Luipard, de Wolf , de Jakhals, en meer anderen. - De Rhinoceros is een groot vierkant beest, zwaarer dan de zwaarste ossen; de huid is ongemeen dik en hard, geheel met vouwen, en zonder eenig hair; hy heeft eenen sterken, doch korten hoorn, wiens punt naar boven toe, juist boven den neus, staat, waarvan hy zynen naam heeft, dit dier is egter niet zeer gemeen in het Ryk van den Mogol; maar de olifanten zyn 'er zeer talryk. en van de grootste soort. Onze schryver zegt dat hy 'er eenigen gezien heeft, die twaalf voeten hoog, en naar evenredigheid lang waren; hun huid is donker van kleur, dik, glad en zonder hair; de grootte van hunne oogen is niet evenredig aan die van hunne ligchaamen; hunne ooren gelyken naar die van ossen ; hun staart is dun en kort; hunne pooten zyn sterk: voor het overige is het dier vry handelbaar en van eenen zonderlingen aart. Men heeft 'er veele harten en ander wild van onderscheidene soorten: Elanden, wilde geiten, en dergelyke andere dieren , worden hier doorgaans van de reizigers gezien. - De wouden en bosschen zyn vol aapen en baviaanen, die by het geboomte leeven, en ongemeen veel houden van 'er op en af te klauteren. Daar is ook eene groote verscheidenheid van lastdieren, als kameelen, dromedarissen, muilezels, ezels, paarden, ossen en buffels - De paarden zyn 'er zeer goed en welgemaakt: zy worden voornaamelyk gebruikt voor rypaarden, en tot het trekken van koetsen en wagens. De buffel is zeer groot en sterk, heeft eene gladde huid zonder hair, en verschaft smaaklyk vleesch. De wyfjes gee-  aardryksbeschryving 559 geeven goede melk , maar derzelver vleesch is minder aangenaam en versterkend. Men gebruikt ze tot het aanvoeren van water. De Hindustansche schaapen verschillen veel van de Europeesche door hunne groote vleezige staarten: hun vleesch is zeer goed: maar hunne wol is grof. Hindufstan lydt grooten overlast van klein gedierte en insekten. Tot de eersten behooren de hagedissen, scorpioenen, slangen en rotten. De hagedissen zyn van eene donkere groene kleur; zy kruipen dikwils in de huizen: zy zyn egter niet schadelyk, gelyk de drie andere soorten van dieren, wier beeten of steeken vergiftig zyn. Men maakt somtyds gebruik van slangen in het uitvoeren van doodvonnissen, dewyl derzelver beeten volstrekt doodelyk zyn, en geweldige pyn veroorzaaken: doch wanneer de inboorelingen by louter toeval door deeze dieren gebeeten of gestoken worden, dan hebben zy hulpmiddelen , die geschikt zyn om het gevaar te weeren. De lastigste insekten in deeze heete landen zyn vliegen en muggen. Van de eersten vliegen 'er, op het heetst van den dag, zulke groote zwermen, dat de potten en schotels 'er mede vervuld zouden worden, indien 'er geene bedienden gesteld waren om ze weg te jagen. De muggen kwellen de menschen by nagt. Hindustan verschaft eene groote meenigte paauwen, patryzen , ganzen , eenden , duiven, en veelerlei ander goed gevogelte: de duiven verschillen niet van de onzen dan alleenlyk in kleur, want zy zyn gantsch en al groen. De vogellaars vangen dezelven gemeenlyk met vogellym. De Indiaanen zyn ook zeer afgerigt op het vangen van Watergevogelte. In dit land zyn twee soorten van vledermuizen; die van de eene soort zyn gelyk aan de Europeesche, en die van de andere zyn van een zeer zonderling maaksel , dezelven zyn agt duimen lang, en overdekt met een geelagtig hair het ligchaam is rond, en zoo dik als dat van een eendvogel; de kop en de oogen zyn als die van een kat; de snoet is puntig als die van een groote rot; de oo-  560 natuurkundige ooren loopen spits op en hebben geen hair; de vleugels zyn omtrent twee voeten lang en zeven duimen breed; zy zyn aan de zyden van het ligchaam geplaatst, en loopen van de schouders af nederwaards; de huid gelykt naar nat parkement; de voorpooten schynen aan de vleugelen vastgelymd; ieder van dezelven is zoo dik als de dye van een kat, en ter plaatse daar zy aan de vleugelen gevoegd zyn hebben de dikte van een mans arm. De twee voorpooten eindigen met vingers, welke vry wel gelyken naar die van een mensch. De agterpooten zyn merkelyk korter dezelven zyn omtrent zes duimen lang, en hebben aan het einde klaauwen; zy klauteren met eene ongemeene snelheid op boomen, en vliegen zoo hoog dat zy het gezigt byna ontsnappen. Men vindt hier in de bosschen eene zeer zonderlinge soort van vogelen, wier gedaante ongemeen fraai is, en die bekleed zyn met schoon gekleurde vederen, versierd met eene groote verscheidenheid van kleine vlakken. Men moet egter zeggen dat zy het oog niet meer behaagen door hunne gedaante, dan het oor door de verscheidenheid van hunne toonen. De natuur heeft hen geleerd hunne nesten te maaken in het dunste hout van de uiterste takken der boomen, aan welken dezelven buiten het bereik der kleinste aapjes hangen. Ten aanzien der visschen zullen wy, om geen melding te doen van de krokodillen, die de rivieren onveilig maaken , alleenlyk aanmerken dat 'er eene groote verscheidenheid van zeer goede visch is; inzonderheid vindt men 'er overvloed van twee soorten, die vry wel gelyken naar snoek en karper. Visch en vleesch zyn geheel Indie door zeer goedkoop, het geen men heeft toe te schryven aan de gewoonte der Hindus , die nooit eenig dierlyk voedsel gebruiken.  aardryksbeschryving 561 De beschryving en natuurlyke historie van het naast gelegen gedeelte van het Schiereiland van indie Dit groote Schiereiland wordt in zyne grootste uitgestrektheid, ten noorden bepaald door eene oostelyke en westelyke lyn, getrokken van de golf van Kambaya tot aan den mond van de rivier den Ganges, of anders, door de twee-en twintigste parallel van breedte; en aan de drie andere zyden door den Oceaan. In deeze ruimte zyn verscheidene Koningryken, Vorstendommen en Provincien begreepen, te weeten: I. Het Koningryk van bisnagar, zoo genoemd naar de hoofdstad van dien naam, was eertyds een van de rykste en uitgebreidste koningryken in dit gedeelte van Indie, bevattende al de landen in het Schiereiland, ten zuiden Van de zestiende parallel. De inwooners waren Heidenen , en werden Badagus genaamd. Zy spraken de Tamulsche of Dumulsche taal, die dezelfde is met de Malabaarsche. II. Het Koningryk van dekan of Dekkan, waartoe behooren Baglana, Balagat en Telegna, bevattende de Overbergsche provincien, of de provincien, die aan de overzyde van de bergen gelegen zyn. — De provincie van Balagat, eigentlyk zoo genoemd, is de grootste van de drie, welke het noorder dekan uitmaakten. Zy heeft Kandish en Berar in het Mogolsche ryk aan het noorden ; Telegna aan het oosten; Baglana , met een gedeelte van Guzerat aan het westen, en vizapur aan het zuiden. Telegna legt ten oosten van eigenlyk Balagat, ten zuiden van Berar, ten westen van Golkonda, en ten noorden van Baglana. Baglana heeft aan het noorden Guzerat en Balagat, aan het oosten de laatst gemelde provincie , en aan het zuiden en westen dat gedeelte van Visiapur , het welk Konkan genoemd wordt. , III. Het Koningryk van Visiapur, door de Moguls Bijapur genaamd, grenst ten oosten aan harnata waarvan II Afd. III. deel I f het  562 Natuurkundige het door de bergen van Gate wordt afgescheiden; ten westen aan de zee; ten noorden aan de provinciën Baglana en Balagat, en ten zuiden aan Karnata en het koningryk van Kanara IV. Het koningryk van Golkonda grenst ten oosten aan de Bengaalsche zee, ten noorden aan de bergen van Arixa ten zuiden aan een gedeelte van Bisnagar, en ten westen aan de provincie van Balagat. Verscheidene byzonderheden , die tot de natuurlyke historie van dit koningryk behooren. verdienen zekerlyk onze opmerking. De winter begint hier in de maand Juny met regen en donder: de donder blyft gemeenlyk meer of min aanhouden , geduurende vier of vyf dagen; maar de regen en stormwinden duuren somtyds tot in het midden van July, met eenige tusschenpoozingen van schoon weder. In de maanden Augustus en September valt 'er doorgaans regen, zonder donder, en in dien tyd ryzende rivieren tot eene verbaazende hoogte. De lugt is 'er des avonds en des morgens by aanhoudendheid koud; maar de warmte is 'er op den dag zoo gemaatigd als in Frankryk, of in eenige andere gemaatigde lugtstreek, en zulk eene gesteldheid van weder blyft voortduwen tot in February, wanneer de grootste hette begint, die egter niet onverdraaglyk is, maar groot genoeg om de vrugten tot volkomenheid te doen rypen. - Wyngaarden zyn hier zeer overvloedig, en van de druiven, die reeds in January ryp zyn, wordt wyn gemaakt. Men oogst hier tweemaal ryst en verscheidene andere soorten van graanen, zoodat in dit land jaarlyks een groote overvloed van gewassen te vinden is. Golkonda is mede zeer vrugtbaar in dieren van verscheidene soorten; somtyds kan men 'er een schaap voor elf stuivers, een patrys voor eenen stuiver koopen, en alle andere leevensmiddelen zyn even goedkoop, genoegzaam langs de geheele kust van Koromandel, die zich van Masulipatan tot aan de kaap van Negapatan uitstrekt. Te Paali-  Aardryksbeschryving 563 Paliakata, naby deeze plaats is Geldria, een kantoor van de Hollanders; en te Madraspatan, gemeenlyk Madras genaamd, is het fort st. George , het voornaamste kantoor van de Engelschen in de Oost-Indien: een weinig ten zuiden van het zelve is Meliapur , of St. Thomas, het welk in den jaare 1662 den Portugeezen door de Inboorlingen ontnomen werd. V. Het koningryk van Kanora begint te Gongola, een vlek omtrent 20 mylen ten zuiden van Goa , en strekt zich langs de kust uit tot aan de heerschappyen van den Zamorin, en landwaards tot op de peperbergen van Sunda, en tot aan het distrikt van Serji Khan in het koningryk van Visiapur. Dit land heeft aan het noorden het vorstendom van Sunda aan het westen de Zee aan het zuiden Malabar , en aan het oosten grenst het aan de bergen van Gatti of Gattam. De lugt van Kanora is zeer zuiver, en het land aangenaam en vrugtbaar; het verschaft genoegzaam aan geheel Europa eenen merklyken voorraad van ryst , en daarenboven eene goede hoeveelheid van verwstoffen. Daar is ook peper, maar in verre na zoo veel niet als te Sunda. In de bosschen worden wilde olifanten gevonden. VI. De provincie, die gemeenlyk de kust van malabar genoemd wordt, is een land, het welk, volgens de hedendaagsche Aardryksbeschryvers , alleenlyk de landen ten Westen van kaap Komori insluit, anderszins genaamd de heerschappyen van den Zamorin. Dit land begint aan de kleine rivier, drie mylen ten zuiden van het fort Dekulli, en eindigt aan kaap Komori, den zuidelyksten hoek van het schiereiland Indie beneden den Ganges genaamd, beslaande het eene ruimte van omtrent 350 mylen; deszelfs grootste breedte is omtrent 80, maar in sommige plaatsen niet meer dan 20 mylen. Het wordt door de zee aan het westen bespoeld, aan het oosten grenst het aan de bergen van Gatti, die het van de koningryken van Messur en Mandurey afscheiden. De lugt is door gantsch Malabar zeer goed , en de Ff * 2 grond  564 Natuurkundige grond is een van de vrugtbaarsten in geheel Asie, als verschaffende twee oogsten in een jaar. De kust, laag en zandig zynde, levert juist niet veel ryst uit , maar geeft voedsel aan eene groote meenigte van kokosnooten en Arekka boomen, door wier vrugten aanmerklyke schatten van buitens lands worden ingebragt. Hier is ook eene zeer lekkere vrugt, die wel naar eene meloen gelykt, en Jukka genoemd wordt, bevattende eene soort van nooten, die het zaad uitmaaken. De Mango is eene andere uitmuntende vrugt, die veel overeenkomst heeft met den persik men ziet 'er van onderscheidene kleuren wanneer zy ryp zyn, als rood, wit en groen. Sommigen zyn zoo groot als een peer ; zy zyn goed om bewaard of ingelegd te worden. De hooger gronden verschaffen Peper en Cardamums, die de historieschryvers zeggen dat nergens ter waereld groeijen dan in Kananor, naby de bergen, omtrent zeven mylen van de kust af. Kaneel groeit op de Malabaarsche kust, maar dezelve is niet te vergelyken met die van Seylan. — De bergen verschaffen yzer en staal. De bosschen, in welken eene groote meenigte van wild is, leveren verscheidene soorten van hout uit, het welk van dienst is om in gebouwen gebruikt te worden : ook vindt men 'er veelerleie heilzaame kruiden en gewassen. — De grond brengt eenen ryken voorraad van peulvrugten voort , en onder anderen boonen , die vier duimen lang, en in schillen van byna eenen voet lang beslooten zyn. Dezelven zyn egter niet geschikt om gegeeten te worden. Malabaar heeft overvloed van tam en wild gevogelte Het gedierte is 'er eveneens als in andere deelen van indie maar geene dieren zyn in dit land zoo schadelyk als de adders, inzonderheid die van de groene soort, wier vergiftige beeten volstrektelyk ongeneesbaar zyn; Sommigen derzelven zyn wel lang, maar egter dun; anderen hebben weder eene verbaazende grootte of dikte , en zyn dus gemaklyk te ontwyken, VII. Het  aardryksbeschryving 565 . VII. Het koningryk of Madurey ' grenst ten oosten aan de heerschappyen des koning van Tanjaor, ten zuiden aan de Indische Zee, ten westen aan het land van Malabaar, waarvan het afgescheiden is door de bergen van Gatti, en ten noorden aan de landstreeken van Missur, en aan die, welke tot het regtsgebied van jenje behooren. , .... Dit koningryk is zoo groot ais portugal en strekt zich omtrent drie graaden en eenen halven van het zuiden naar het noorden uit; in de breedte is het omtrent 80 mylen De hoofdstad is Madurey, zynde eene wel verschanste plaats. Op de markt staat een zeer pragtig gebouw. Naby een der galleryen is eene pragtige hoogte , waarop de beelden, by het vieren van plegtige feesten, worden ten toon gesteld. Dezelve pronkt met eenen ryken overvloed van kostbaare sieraaden; en men heeft op de feesten doorgaans eene groote meenigte en verscheidenheid van muziek-instrumenten. De Roomscbe zendelingen hebben hier eene kerk. De stad is voorzien van rivieren en gragten gelyk ook van veele ruime en fraaije straaten. Aan de zeekust van dit koningryk heeft men eene groote parelvisschery. De Hollanders hebben 'er eene sterkte Tutekarin genaamd, op de kust, waar eene goede haven is die door sommige eilanden, welke 'er aan leggen, gevormd wordt. Dit land heeft eene parelvisschery, die aan het noorden legt. en den Hollanderen jaarlyks 2000 ponden opbrengt. Die paarlen komen voort uit oesters van eene ongemeene grootte. Men vindt paarl-zaad in het zand. Men heeft op deeze kust ook zee-hoornen, van welken de Indiaanen armbanden maaken. VIII Het vorstendom van marava legt ten oosten van Madurey; aan het zuiden en oosten heeft het de zee, en aan het noorden Tunjaor. De hoofdstad, waarin de vorst zyn verblyf houd , is Ramanadaburam, omtrent 6 mylen van de oostelyke kust . Ff * 3 en  566 Natuurkundige en 20 van de kaap Koyel of Koil. De zuidoostelykste deelen van Madava maaken een langwerpig vierkant uit, het welk van het noorden naar het zuiden omtrent 80 mylen lang, en van het oosten naar het westen 40 mylen breed is. De kaap van Koyel grenst oostwaards aan de kust der visscherye , en maakt een begin van de kust van Coromandel. Hier is een eiland Ramana Koyel genaamd, het geen zoo veel beteekent als tempel van Rama. Somtyds draagt het den naam van Adams Brug. Dit eiland is aan eenen hoek met het land vereenigd , door eene brug, niet gevormd door boogen, maar door rotsen of zwaare steenen, die boven de oppervlakte der zee uitsteeken. Men vindt tusschen dezelven gaapingen of ruimten, die aan het water, en zelfs aan schuiten eenen vryen doortogt geeven. Sommigen deezer steenen zegt men dat agttien voeten middellyns hebben ; en de historieschryvers twistten onder elkanderen of zy voor werkstukken van natuure of van konst moeten gehouden worden. Doch de Heer Bouchet beweert dat zy werken der natuure zyn, en wel de verwonderenswaardigste, welke hem immer zyn voorgekomen. Dit eiland heeft overvloed van rundvee, maar het is niet zeer vrugtbaar: de grond is 'er vry hard , en zelfs in sommige plaatsen gantsch en al rotsagtig. Van het eiland af is eene gantsche reeks van rotsen ; welke tot aan Seylan toe is uitgestrekt; in eene zeer groote streek vindt men hier en daar bewoonde plaatsen, en'er zyn op de kust eenige weinige havens, in welke de Hollanders schatting afvorderen van de schepen, die daar komen om te laaden of te ontlaaden. IX Het koningryk van tanjaon legt ten noorden van Marava, en ten oosten van Madurey: het wordt aan het oosten bepaald door de zee. De landeryen in deezen kleinen staat worden bespoeld door de kleine rivier Kaveri die zich in verscheidene armen verdeelt, en de velden zeer vrugtbaar maakt. Tanjaor,  AA18R YKSBESCHRYVING. 5^ , „,„„ porswrls eene monarcny van b1""1ató genaamd, was eertyds ee vervallen , ea ColW» «*ai «-> !'» ' I* ™ " van takken fchynen van de Ortjr. de inw JL kLu, G^iKotta, Blfnagar, en meet anderen. Ff * 4  568 Natuurkundige ook is 'er Porto novo gelyk het genoemd werd door de portugeezen , toen het hun toebehoorde : Deeze streek wordt voor eene zeer vrugtbaare, gezonde, en vermaaklyke landstreek gehouden , en verschaft eenen grooten Voorraad van kattoen. Men heeft hier het fort St. David , toebehoorende aan de Engelschen , die het van eenen Marattaschen of, Malabarattschen vorst, in den jaare 1686 , voor 90000 Pagodas kogten. Het is een zeer sterk fort, en staat digt, aan eene rivier; deszelfs grondgebied strekt zich naar alle kanten omtrent 8 mylen uit. Deeze volkplanting verschaft grooten voorraad van linnens , en zonder denzelven zoude het fort St. Georgt, waar het by staat, veel minder figuur in den handel maaken dan het tegenwoordig doet. Het swart rundvee is hier zeer klein maar overvloedig en goedkoop: terwyl de rivieren en zeën eenen ryken voorraad van visch uitleveren. Aan het zuiden zyn verscheidene haavens, in welken zwaar gelaadene schepen kunnen leggen, en die veel tot bevordering van den, handel toebrengen. Ponticherri, of Pondicherri, is eene andere aanzienlyke plaats in dit koningryk. Het is eene volkplanting, opgerigt door de Franschen, omtrent vyf mylen ten noorden van het fort St. David. Het is het voornaamste kantoor, dat zy in de Indiën hebben, en de woonplaats van hunne meeste zendelingen. De verschansingen zyn 'er schoon, regelmaatig en sterk de stad is ruim de straaten loopen regt ; en de meeste huizen der Europeaanen zyn van steen, maar die der Indiaanen van aarde gemaakt. Deeze plaats heeft menigvuldige omwentelingen ondergaan. De Hollanders, die zich te Batavia hadden neêrgezet, bemagtigden dezelve in den jaare 1690; maar by het sluiten van den vrede met koning william werd zy terug gegeeven. in den jaare 1748 werd zy door de Engelsche vloot , onder het geleide van den Admiraal boscawen belegerd: maar uit hoofde van den stortregens was  Aardryksbeschryving 569 was hy genoodzaakt van zyne onderneeming af te zien. Zy werd op nieuw, met gelukkig gevolg, aangetast door den Admiraal Stephens, in den jaare 1761, maar by het vredesverdrag aan de voorige bezitteren wedergegeven Konnimer was voor deezen een Engelsch kantoor doch werd verlaaten by den aankoop van het fort St. David. Meliapour legt aan deeze kust. maar verdient weinig aanmerking. Het fort St. George, ook Madras of Madraspatan genaamd, de Engelschen toebehoorende, heeft van vooren de zee; van agteren heeft het eene rivier van zout water door welke de bronnen van versch water in haaren loop naar de stad gestuit worden, zoodat men eene myl van de plaats af nog geen goed water heeft. In den regentyd lydt men hier grooten overlast door overstroomingen , en van April tot September is het 'er ongemeen heet. Daar zyn twee steden, welker eene, de witte Stad genaamd, twee kerken heeft voor twee onderscheidene gezindheden, en veele openbaare gebouwen bevat. De swarte Stad , gelyk zy genoemd wordt, is voornaamelyk bewoond door Heidenen, Mohammedaanen, en Armenische Christenen, die 'er hunne tempels, moskeën, en kerken hebben, doch op den grond van het Engelsche gouvernement. De diamantmynen zyn omtrent eene week reizens van hier zoo dat 'er overvloed van diamanten is. De voornaamste zaaken, in welken de Engelschen handel dryven zyn, behalven diamanten, katoenen, chitsen en neteldoeken : het land heeft in zich zelf weinige leevensmiddelen: de ryst wordt 'er uit Orisea , de tarw uit Suratte en Bengalen, en de brandstof van de eilanden van Diu gebragt , uit welken hoofde het gemaklyk door eenen vyand is te onder te brengen. De dingen, waarin de inwooners handel dryven , zyn hier, zelfs geene natuurlyke voortbrengsels , maar worden hun toegevoerd uit China, Persie en Mokko XL Het vorstendom van Ikkeri , en tevens dat van Mayssour of Messur , maaken twee landen uit , die F f * 5 voor  570 Natuurkundige voor deezen tot Karnata behoorden , er, thans nog als afgescheurde leden van het zelve kunnen beschouwd worden. Het land van Ikkeri strekt zich in langte , van het noorden naar het zuiden , omtrent 130 mylen, en in breedte 50 mylen uit het grenst ten noorden aan het gebied van den Sundaschen Rajab, aan het oosten heeft het Karnata, aan het zuiden mayssour en aan het westen het land van Karnata , waar van het door de bergen van Gatti gescheiden wordt. De hoofdstad is Ikkeri , zynde omtrent drie mylen van deeze bergen, en tien mylen van de zeekust af : zy is gelegen in eene vrugtbaare vlakte, en heeft goede verschansingen. De huizen in dezelve zyn talryk , maar niet groot. De velden , landeryen , bosschen , meeren, beekjes, en meer andere sieraaden der natuure verschaffen hier bevallige gezigten. Het paleis van den vorst is een kasteel van groote uitgestrektheid, en bevat verscheidene straaten met huizen en winkels, in welken de voornaamste dingen , welke men in deeze stad kan bekomen , te koop zyn. De taal, die hier gesproken. wordt, is de Kanarynsche XII. Het koningryk van messur eindelyk heeft aan het noorden Ikkeri en Karnata ; aan het oosten Karnata aan het zuiden Madura, en aan het westen Malabar; het is een van de voornaamste vorstendommen, en tot nog toe niet onderworpen aan den Grooten Mogol , waarvan onder anderen de reden schynt dat het zeer bergagtig is, en dat de inwooners, wanneer hun geen Overlast wordt aangedaan, zeer vreedzaam zyn, schoon wreedaartig in de behandelinge der krygsgevangenen. De hoofdstad voert den naam van het koningryk. Het land is vol steden en dorpen, maar men vindt 'er weinige plaatsen , die eenig aanzien hebben. Het zuidelyk gedeelte van dit koningryk is bewoond door de malleams, die zich nedergezet hebben op de bergen van Gatti, aan wier voet de christenen van St. thomas woonen. Het voornaamste onderscheid tusschen hen  Aardryksbeschryving. 571 hen en de Malabaaren is in de kleur gelegen: zy zyn eerlyk, goedaartig, liefderyk, kloekmoedig en vernuftig: het steelen is onder hen geheel onbekend; want zy leeven met opene deuren, en hebben geene andere beschutsels voor hunne huizen dan zulken als dienen om olifanten , tygers en andere wilde dieren den toegang tot dezelven af te snyden. . De landeryen zyn in haaren aart vrugtbaar, maar zeer weinigen van dezelven worden bebouwd. Het volk wordt geregeerd naar eenige weinige eenvoudige wetten van hun eigen maaksel , onder het opzigt van regters, die over verscheidene distrikten gesteld worden, en aan welken eene stipte gehoorzaamheid beweezen wordt. Een man mag niet meer dan eene vrouw te gelyk hebben : zy kleeden zich op eene eenvoudige wyze, even als de Malabaaren: maar op hunne feesten draagen zy een lang hemd, een' tulband en Juweelen , en bedienen zich van verscheidene middelen om hunne vrolykheid voedsel te geeven, en dezelve kenbaar te maaken. Nadat wy dus de Historie en beschryving der Landen, die door het volk, eigenlyk Hindus genoemd, bewoond worden , ten einde gebragt hebben , mag men met grond verwagten dat wy eenig berigt wegens hunnen godsdienst zullen geeven. Maar schoon zeer veele reizigers deeze landen bezogt hebben, en in de meeste deelen van dezelven zendelingen zich verscheidene jaaren agtereen hebben opgehouden, kan men egter niet wel iets onvolkomener en verwarder begrypen dan de berigten, welke wy met betrekking tot de gemelde byzonderheid bezitten. Dit is ongetwyffeld aan twee oorzaaken toe te schryven: voor eerst aan de verscheidenheid van begrippen, en aan de verscheidenheid der voorwerpen van godsdienstige eerbewyzingen , die door de Brammanen in verschillende deelen van Indie zyn ingevoerd geworden: ten tweeden omdat de Europeaanen hunne berigten ontleend hebben uit de praatjes van sommige onkundige of bedrieglyke reizigers, of uit een onvolkomen verhaal, het welk hun door  172 Natuurkundige door deezen of geenen der inboorelingen werd meegedeeld , zonder dat zy kennis gehad hebben aan, of ophelderingen gezegt hebben in die boeken, welke onder hen in het algemeen voor heilig gehouden worden. De Hindus brengen, even als alle andere natien, gezag by ter staavinge van hunnen godsdienst; zy beweeren dat aan denzelven de voorrang boven andere godsdiensten toekomt, als zynde van goddelyken oorsprong, en vervat in een boek, het welk de Vedam of wedam genoemt wordt en, volgens hun zeggen door de godheid zelve aan hunnen Wetgeever Bramma is ter hand gesteld. Dit boek is onderscheiden in vier deelen: het eerste handelt over den oorsprong van alles, over de natuur, der engelen en zielen; over de voortbrenging der schepselen; over de zonde, en over straffen en belooningen. Het tweede handelt over de opperhoofden of bestierders, die met de opperheerschappye bekleed zyn. het derde over de deugd en ondeugd, en tevens, over de beweegredenen en aanspooringen tot dezelven. Het vierde eindelyk over de plegtigheden, welke in de tempelen, by de offerhanden, en op de feesten moeten waargenomen worden : doch dit laatste deel is reeds lang verlooren geweest. — Wy verneemen verder dat de Vedam voornaamelyk schynt te bestaan uit eene verzameling der bvgeloovigheden van de aaloude Rishi en uit afgetrokkene gissingen wegens de natuur van God, wegens de ziel wegens de zigtbaare waereld, en meer andere dingen, allen, verborgenheden, die het menschlyk begrip te boven gaan. Nimmer worden egter deeze boeken in de pagoden voorgeleezen of verklaard. Daarenboven hebben zy, uit hoofde van de duisterheid, welke in de Vedam ; zelfs voor de Bramminen, plaats heeft, twee andere boeken , die de Shaster en de puran. genoemd worden. Deezen zyn ingerigt om verscheidene dingen, welke in de Vedam wat ingewikkeld, en duister voorkomen, te verklaaren, en 'er reden van te geeven. De zwaarigheden, die uit de veranderingen in de taale ont-  Aardryksbeschryving 573 ontstaan hebben sommigen getragt op te lossen, en uit die pooging is zulk eene groote verscheidenheid van begrippen gebooren , dat onze Leezers ons zekerlyk niet zullen vergen daaromtrent eenig byzonder verslag te doen. Wy zullen alleenlyk eenige weinige artikelen van hun geloof, en sommigen van hunne godsdienstige gebruiken, die ons aanmerklykst en geloofwaardigst voorkomen, opgeeven. Ten aanzien van hun geloof leeren wy uit het uittreksel van den Shaster ; gemaakt door den Heer Lord, dat dezelve hen opleidt tot het geloof en den dienst van eenen God, die de Almagtige en Allerhoogste genoemd wordt, en tot de erkentenis dat het goede weezen boven het kwaade verheeven is. Ten aanzien der Scheppinge leert ons dit uittreksel dat sommigen eene Veelheid van Goden stellen, en egter erkennen dat de groote God alleen het besluit nam om zyne grootheid en vermogen bekend te maaken, door eene waereld te scheppen, die met verstandige dieren zoude voorzien zyn: dat hy de vier elementen schiep, en het eerst verwardelyk gemengd , en uit dezelven de verscheidene deelen der zigtbaare waereld vormde: dat het eerste geslagt der menschen de zaaden van bedorvenheid en verkeerdheid verspreidde , welke dermaate opgroeiden dat God het menschdom door eenen watervloed verdelgde. Dat God, in den tweeden leeftyd, besloot het menschlyk geslagt te herstellen , en in den aanvang van denzelven aan drie Persoonen van grooter volmaaktheid en verheevenheid het weezen geschonken heeft: de eerste van dezelven werd Bremaw, de tweede Vistney en de derde Budderi genaamd; dat deeze drie Persoonen, onmiddelyk nadat zy geschaapen waren, God aanbaden, door hem goedgekeurd en gesteld werden tot uitvoerders van zyne besluiten , en verbreiders en bedienaars van zyne wetten: dat God hun, welken hy geschikt had om, geduurende eenen zekeren tyd, zyne stedehouders op aarde te zyn, de boeken ter hand stelde, die hunne naamen draagen , en die de meeste Indiaanen gelooven dat door Goddelyk  574 Natuurkundige gezag bekragtigd zyn. Wat andere voorgewende openbaaringen of uitleggingen van dezelven betreft, zy komen te fabelagtig en ongerymd voor om ingang te vinden, of melding te verdienen. De zaaken,. welke door deeze wetboeken aan het volk worden voorgeschreeven, zyn 1. God te dienen in hunne Openbaare pagoden of tempelen. 2. Wordt hun geboden zekere offerhanden en gebeden te doen in eenzaame bosschen. Zy zyn ook verpligt om God te dienen, wanneer zy de zon en maan , kort na derzelver opgang aanschouwen, welken zy. als schepsels of voorbrengsels der Godheid hebben aan te merken. Zy moeten Bedevaarten doen naar verafgelegene rivieren , en in het byzonder naar den Ganges, om daar hunne ligchamen te wasschen en hunne offerhanden te doen. Daarenboven zyn ze nog tot menigvuldige wasschingen van hunne ligchamen verbonden. Zy stryken eene soort van balsem aan hunne voorhoofden, die daar een roodagtig teeken verwekt, ten blyke dat zy tot Gods verkoren volk behooren.. — Zy hebben andere wetten betreffende de pligten van den gehuuwden staat, en het geeven van naamen aan hunne kinderen; andere, die hen verbieden wyn te drinken of visch te eeten , of onreine dingen aan te raaken. Het liegen, het schenden van overeenkomsten, en veele andere zedeloosheden, zyn hnn zeer uitdrukkelyk verboden. Van dit begrip blykt althans dat het verstandigste en kundigste gedeelte der Indiaanen is. Doch wy moeten tevens aanmerken dat in veele deelen van Indie, en inzonderheid onder de Hindows , ondergeschikte Godheden van verschillende rangen zyn ingevoerd. Die van den eersten rang zyn Brammaw, Vistney en Rudderi. Die van, den tweeden Vrouwen, Kinderen en Gunstelingen. Die van den derden Dentas en Engelen. Die van den vierden Reuzen en Demons. Zy hebben ook beelden in hunne huizen. De beschryving van dezelven, derzelver gedaante en hoedaanigheden, en de dienst, die 'er aan beweezen wordt,, zyn zoo verbaazend vreemd, dat men 'er genoegzaam  aardryksbeschryving 575 zaam niets, dat naar verstand en reden gelykt, in kan bespeuren. De beschryving en natuurlyke historie van het Schierëiland van indie , aan de overzyde van den ganges. Het schierëiland van indie, eigenlyk zoo genoemd aan de overzyde van den Ganges, grenst aan eene lyn, getrokken van den oostelyken mond van die Riviere tot aan de baai van tong king, op de breete van twintig graaden doch dewyl eenigen der voornaamste koningryken welke 'er toe behooren, gedeeltelyk buiten die Grensscheiding gelegen zyn, zullen wy dit schierëiland als uitgebreiden ten aanzien van zyne paalen beschouwen Volgens zulk eene beschouwing zal het ten noorden grenzen aan een gedeelte van Tibet en China; ten oosten aan Tong King en de Golf van Kochin-China; ten zuiden aan de golf van Siam en de straat van de Sund, en ten westen aan de baai van Bengalen en aan de groote rivier, die de Brama putren genoemt wordt, die haaren oorsprong heeft in de bergen, aan Tibet grenzende, en zuidwaards voortschietende de landen, welke tot dit schierëiland behooren, afscheidt van Hindustan . en van het grondgebied van sommige Rajabs. ■ De Gelegenheid en Grootte van dit uitgebreide land komen , voor zoo veel wy dezelven kunnen bepaalen , hierop uit: het is gelegen tusschen den eersten en zevenentwintigsten graad van breedte, en tusschen den 107den en 127sten graad van langte, zoo dat het omtrent 1000 mylen lang is van het zuiden naar het noorden, en 900 breed van ,het westen naar het oosten ; doch in sommige plaatsen is de breedte niet grooter dan 150, 100, of 50 mylen. Dit uitgebreide schierëiland is, over het geheel genomen, eene zeer ryke landstreek ; want het verschaft goud en edelgesteenten, als Diamanten, Robynen, Topaazen Amstbisten, en meer anderen; men vindt 'er ook eenen  576 Natuurkundige eenen grooten voorraad van Koorn, Ryst, Peper en Olie ; daarenboven heeft men 'er veele heilzaame kruiden en eene groote verscheidenheid van vrugten. Dit wyduitgestrekte land was oudtyds verdeeld in eene meenigte van koningryken; maar, volgens de hedendaagsche aardryks, beschryvers, bevat het een veel minder aantal van dezelven. Ieder van deezen vordert dat wy 'er onzen leezeren een beknopt berigt van mededeelen. I. Het koningryk van Assam , of Ashem of Azem , heeft aan het noorden de bergen van Tibet, en aan het zuiden Tipra en Avrakan : de westelyke grensscheiding schynt te zyn de reeds gemelde rivier Brama puntren doch dezelve wordt Barrem-porter genaamd in eene afteekening, welke ons van de monden van den Ganges is gegeeven. De voornaamste stad is Azo. De inwooners zien 'er vry wel gedaan uit; zy gaan genoegzaam naakt: alleenlyk hebben zy iets om hun middel gebonden, het geen tot aan hunne knien nederhangt, en zy hebben eene blaauwe muts op hunne hoofden. Hunne ooren zyn doorboord, en de ryken hangen goud, zilver of barnsteen in dezelve; maar geringen luiden behelpen zich met de eene of andere soort van schulpen. Ieder man van vermogen heeft gemeenlyk vier vrouwen , aan iedere van welken haaren eigen post of bezigheid in zyn huis is opgelegd : ook houdt hy eenen kameel, op welken zy, uitgaande, ryden, maar zy moeten zeer getrouw en gedienstig voor haaren man zyn. De grond verschaft overvloed van de noodwendigheden des leevens. Men heeft hier goud-zilver-yzer en loodmynen, doch alle de mynen behooren den koning in eigendom toe, en het volk betaalt uit dien hoofde geene schattingen. Zy hebben zyde in overvloed, maar dezelve is zeer grof: Zy hebben eene soort van zyde, die gesponnen wordt door dieren , welke vry veel overeenkomst hebben met onze zywormen, maar ronder zyn , en het gantsche jaar door leeven in gaten , welken zy onder boomen gegraven hebben. Hier is ook voor-  Aardryksbeschryving 577 Voorraad van gomlak van verschillende soorten : men heeft eene soort die rood is , en dient om aan bet linnen eene kleur te geeven; van de andere soorten wordt wasch en vernis gemaakt. Het koningryk van tipra, of (gelyk het somtyds genoemd wordt tippera, legt ten noorden van Arrakan, en ten zuiden van Assem: De oostelyke grensscheiding mag men zeggen te zyn de rivier, welke door Arrakan gaat, en de westelyke die van Arrakan of Bramaputren, doch deszelfs grenzen zyn zoo dikwyls veranderd dat het onmooglyk geworden is de waare grootte te bepaalen. De hedendaagsche aardryksbeschryvers hebben het uit dien hoofde in Assem ingeflooten en wy agtten het best dit voorbeeld na te volgen, inzonderheid dewyl het land niets voortbrengt , dat ter uitnoodiginge van buitenlandsche koopluiden geschikt is, en dewyl het niets merkwaardigs heeft dan zyne befmettelyke ziekten. II. Het koningryk van arrakan , of kakan , is gelegen ten zuiden van Tipra, en heeft aan het oosten de koningryken van Ava en Agu : aan het westen grenst het aan Bengalen, waarvan het afgescheiden wordt door de rivier Chatigan en de golf van Bengalen. ' Het strekt zich uit van 16°. 30' tot 24° breedte: het is omtrent 386 mylen lang, en byna 210 breed; De inwooners van dit land hebben veele vreemde en ongerymde gewoonten: zy hebben zulk eene groote agting voor platte voorhoofden, dat zy eene looden plaat op de voorhoofden hunner kinderen binden, zooras als de Zelven gebooren zyn, en 'er die op laaten leggen, tot dat het bedoelde uitwerksel is voortgebragt. Zy doen hun best om wyde neusgaten te hebben, en dezelven open te houden; ook zyn ze zeer gesteld op een purperkleurig vel. De kleeding van aanzienlyke luiden bestaat in een' borstrok van fyn linnen; over denzelven draagen zy een lang hemd van dezelfde stoffe, met knoopen rondom de armen , en aan de borst met linten digt toegebonden: daarenboven hebben zy een schortje, het welk van vooren II. Afd. III. deel. Ff ** tot  578 Natuurkundige tot beneeden de knieën hangt: een dergelyk schortje hangt van agteren even laag neder, met verscheidene vouwen of plooyen: zy laaten hun hair lang groeyen, verdeelen het van agteren in verscheidene vlegten, en schikken zich op door het met fyn linnen in bossen samen te binden. - De vrouwen zyn vry aanvallig, en derzelver dragt bestaat gemeenlyk in eene soort van gebloemd gaas, het welk doorschynend is, en den boezem bedekt: zy draagen linnen schorten, welke genoegzaam eveneens zyn als die der mannen. - vrouwen van vermogen hebben zyden sluyers over haaren eenen arm en haare schouderen: haar hair is met krullen opgetooid : zy rekken haare ooren lang uit, door dezelven, terwyl zy nog zeer jong zyn, te laaten doorbooren, en 'er ringen of bellen in te draagen, die tot over de schouders hangen. - Over het algemeen genomen doen zy haar best om zeer zwierig in haare kleeding voor te komen, en eene groote vertooning van rykdom te maaken, door zich van veele bedienden te doen verzellen, welke zugt niet zelden te weeg brengt dat zy meer verspillen dan haar staat toelaat. Schoon zy in haare maaltyden doorgaans verscheidene schotels laaten aanbrengen, is egter de gewoone spyze, welke zy gebruiken, zeer gemeen: geregten, die by ons dagelyks voorkomen, zouden voor dit volk in het geheel niet dienen: rotten , muizen en andere dieren , welken de Europeaanen niet eetbaar agten, worden hier voor lekkernyen gehouden, nadat men ze zoo lang bewaard heeft, tot dat zy beginnen te stinken. In plaatse van brood bedienen zy zich van ryst: hun gewoone drank is water, of het sap van zekeren boom, gelyk aan den palmboom, het welk zy 'er door insnydinge laaten uitsypelen. - Zy trouwen met zeer weinig plegtigheids: zy gaan hunne verbintenis aan voor den eenen of anderen van hunne afgoden , die zy hier in meenigte hebben; dezelven zyn van klei gevormd, en in de zonne gebakken. By het voltrekken van hunne trouw zyn hunne bloedverwanten tegenwoordig , en de Telapoin of priester spreekt eenige weinige  Aardryksbeschryving 579 ge woorden, die van muziek en danssen gevolgd worden - In hunne begraafenissen zyn zy ongemeen bygeloovig dezelven zyn zeer luisterryk en pragtig, en gaan gepaard met teekenen van groote droefheid: ten dien einde maaken zy gebruik van gehuurde rouwbedry vers, De Lugt en Grond van Arrakan zyn zeer goed: men vindt 'er overvloed van bouw- en weylanden, die zeer wel bevogtigd worden door rivieren en meeren. De vlakten zyn 'er ongemeen vrugtbaar, en men heeft 'ereen groot aantal van boomgaarden en plaisiertuinen. De velden en tuinen zyn 'er het gantsche jaar door groen en aangenaam, schoon men 'er in den winter, die van Augustus tot October duurt, telkens mistig en regenagtig weder heeft, gepaard met geweldige stormen: maar ter vergoedinge van die onaangenaamheid is 'er de zomer ongemeen bekoorlyk, en de ryst, de vrugten en andere voortbrengsels, komen 'er dan tot eene groote volmaaktheid, Ryst dient den inwooneren tot brood, en tevens tot eene saus over hunne meeste spyzen: zy wordt gekookt, gebakken en op meer andere wyze, of geheel of fyn gemaakt , ten gebruike toebereid. Men kan wegens dit volk nog aanmerken dat het in het geheel niet gesteld is op lekker nyen. III Het koningryk pegu kan beschouwd worden, 1 Als Pegu eigenlyk zoo genaamd. 2. Als Pegu met deszelfs vermeerderingen. 3. Als Pegu vereenigd met het koningryk Ava. Wy zullen hier alleenlyk spreeken van Pegu, eigenlyk zoo genaamd : het zelve grenst ten noorden aan de ryken van Arrakan en Ava; ten oosten aan Opper en Neder-Siam en aan de zee; en ten westen aan de zee en een gedeelte van Arrakan: het legt tusschen den 110den en 116den graad van langte, en tusschen den 14den en 19den graad noorder breedte, zoo dat het omtrent 350 mylen lang is van het zuiden naar het noorden, en na genoeg even zoo veele mylen heeft van het oosten naar het westen. De hoofdstad was tot aan het jaar Ff ** 2 1600  580 Natuurkundige 1600 Pegu , maar sederd is dezelve Ava geworden. De inwooners van Pegu zyn sederd dien tyd, gemengd met de oorspronglyke inwooneren van Bramas of Barmas die het veroverderden. Zy hebben eene olyfkleur en draagen geene baarden want zy plukken al het hair uit, behalven aan een klein gedeelte van het aangezigt: hunne tanden zyn uit den aart wit; maar zy verwen dezelven zwart. - De kleeding van de mannen en vrouwen is dun en los; en de vrouwen draagen in het byzonder een dun katoenen kleedje, het welk van den middel af tot aan de knien toe nederhangt, zonder dat zy egter door het zelve eenige vertooning van zedigheid maaken. Zy zyn bevalleger dan de mans, maar zeer onagtzaam in haar gedrag. De Barmas kleeden zich zediger, en dit is het eenigste, waardoor zy van de inboorelingen te onderscheiden zyn. Hunne spyzen zyn eenvoudig en grof. Hunne huwelyken worden, naar de wyze der oosterlingen , voorgegaan door verbintenissen aan de zyde der ouderen , en zy trouwen voor al hun leven, of voor zekeren bepaalden tyd; de vrouwen zyn over het algemeen genomen , gedienstig en onderwerpelyk, maar wanneer het huwelyk voor een tyd wordt aangegaan , dan moeten zy de kinderen, welke zy krygen, zelven onderhouden. Pegu is een vlak land, uitgezonderd dat het eene ry bergen heeft, die Pangassra genoemd worden, en door de Bramas bewoond zyn. Rievieren zyn hier menigvuldig , doch men vindt 'er niet meer dan twee, die eene byzondere opmerking verdienen, naamelyk de Pegu en de Ava, zoo genoemd naar de hoofdsteden, die aan derzelver boorden gelegen zyn. De Pegu stroomt jaarlyks buiten zyne oevers, zoo dat die rivier niet ongevoeglyk de Indiaansche Nyl genoemd wordt : die overstroomingen zyn genoegzaam ongelooflyk: want zy strekken zich tot op 30 mylen ver van het bed der riviere uit, en door het slyk, dat zy agter zich laaten, wordt de grond gemest , zoo dat zy dienen om den oogst van ryst overvloedig te maaken. De  Aardryksbeschryving 581 De Lugt van Pegu is zeer gszond, en de grond is, over het geheel genomen, ryk en vrugtbaar in koorn, vrugten en wortelen: hy verschaft ook zeer goed hout van verscheidene soorten. Het land heeft veele olifanten, buffels, geiten, zwynen en andere dieren: daar is wild in meenigte; en harten zyn 'er zoo overvloedig in de maanden September en October, dat zy voor eenen zeer geringen prys verkogt werden: zy zyn vry vleezig maar niet vet. Men vindt 'er voorraad van gevogelte, en veele goede soorten van visch. Hier zyn mede verscheidene mynen van robynen, diamanten en saffieren: dezelven worden in de grootste volkomenheid gevonden in eenen berg tusschen Pegu en Sirian, zynde het onvrugtbaarste gedeelte van geheel Pegu. De inwooners hebben eenige soorten van manufactuuren, inzonderheid weeven ze zyden stoffen met zilveren bloemen; doch zy zyn onbekwaam om ze te vervalschen Zy krygen geweeven katoen uit Bengalen, en van de kust van Koromendel, en zy houden ongemeen veel van Europeesche hoeden en linten. IV. Het Keizerryk of Koningryk van ava strekt zich noordwaards uit tot de grenzen der provincie van Yun-nan in China: doch wy kunnen deszelfs grootte niet net bepaalen. Een der laatste zendelingen , de heer Pinto, zegt dat het tweemaal zoo groot is als Frankryk, en dat het ten westen gedeeltelyk aan de golf van Bengalen, en gedeeltelyk aan de koningryken van Arrakan en Assem grenst, van welk laatste het door de groote rivier van Arrakan is afgescheiden; ten noorden grenst het aan bergen , die het van Tibet en China. scheiden; ten oosten aan het land van de Laos; en ten zuiden aan het koningryk van Siam en de golf van Bengalen. Wyders vinden wy berigt dat het van het noorden naar het zuiden, omtrent 765 mylen lang, en 574 breed is. Of de inwooners oorspronglyk Barmas waren dan of zy tot eenige andere natie behoorden vindt men by de schryvers niet beslist ; en wy zullen ook hierop niet in het byFf ** 3 zon-  582 Natuurkundige zonder stil staan, dewyl zy meer dan anderhalve eeuw geleeden hunne veroveringen reeds tot aan Pegu en tot verscheidene andere provincien en staaten, hebben voortgezet: dus kan men hen beschouwen als het eenigste volk in hunne heerschappyen, waaraan wy eenige kennis gekreegen hebben. In gestalte, weezenstrekken , kleuren kleeding, verschillen zy weinig van die van Pegu; doch uit verscheidene gewoonten, die onder hen heerschen, zoude men haast besluiten dat zy naar de Chineezen gelyken , en zelfs dat zy van deezen afstammen. Het land van Ava, eigenlyk zoo genoemd, is over het algemeen genomen vlak, inzonderheid naby de groote rivier : het is ook vrugtbaar , als verschaffende ryst en vrugten: het heeft verscheidenheid van wild en tam gedierte, even als Pegu: daarenboven zyn 'er mynen van Cyprisch koper, lood, en eenig zilver. Van daar worden Muskus en Robynen naar Pegu gezonden. Van de landen, die ten noorden en oosten van het zelve gelegen zyn, is ons maar zeer weinig bekend, uitgezonderd van het land van Jangoma , het welk eene zeer boschryke landstreek is, slegts hier en daar bewoond, zoodat het ten uitersten moeyelyk is om 'er door te reizen uit hoofde van de menigvuldige bosschen en wildernissen, in welken veele tygers en verscheidene andere wilde dieren gevonden worden , maar men ziet 'er geene olifanten. De groote rivier, die Menan-kiow genoemd wordt, loopt van de stad Ava naar het zuidwesten eenen weg af, die 140 mylen lang is; aan de oevers van die riviere is het land zeer vrugtbaar, het meest bewoond, en 'er wordt de beste handel gedreeven. In de hoofdstad Ava zyn de gebouwen zeer net, en doorgaans rondom met boomen beplant, maar zy is allermerkwaardigst door haaren sterken handel in muskus en juweelen, in robynen en saffieren: zy wordt voor eene ryke en volkvolle plaats gehouden: uit dien hoofde was zy menigwerf een voorwerp van de wangunst, en heeft door oorlogen en omwentelingen van tyd tot tyd veele veranderingen ondergaan. V. Het  Aardryksbeschryving 583 V. Het koningryk, van Lawhos , of laos , waarvan Jangoma, of oorspronglyk, of by veroveringe, een gedeelte was, grenst ten westen aan het gebied van Ava en Siam, ten noorden aan de provincie van Yun-nan in China, ten oosten aan Tong-king, en ten zuiden aan Kamboja: het legt tusschen den 15den of 16den en den 22sten graad van breedte, en tusschen den 119den en 122sten graad van langte: het is dan van het zuiden naar het noorden omtrent 438 engelsche mylen lang, en van het westen naar het oosten 203 mylen breed: Leng is de hoofdstad. De bewooners van dit land zyn onder verschillende naamen bekend, dewyl zy uit een gemengd volk bestaan, waar van de Lanjans de talryksten zyn en het beste karakter hebben. Over het algemeen genomen zyn ze welgemaakt en sterk, olyfkleurig, goedaartig, vriendelyk en gedienstig: zy gelyken naar de Chinezen in gedaante en gelaat; alleenlyk hebben zy wat meer van het olyfkleurige, en zyn netter van gestalte, en zeer leevendig van geest. Zy zyn liefhebbers van vreemdelingen, en beroemen zich sterk op hunne opregtheid en eerlykheid. Op het land zyn zy zoo eerlyk, dat men onder hen zelden van dieverye hoort- wanneer 'er een diefstal bedreeven is, en de schuldige niet gevangen wordt, dan moeten de nabuurige plaatsen den bestolen man vergoeding van de hem toegebragte schade bezorgen: maar in de steden is men zoo vry niet van dieven: want daar hebben zy een kunstje om de luiden van het een of ander huis in diepen slaap te dompelen, en hen in dien staat te houden, tot dat zy alles , wat zy verkiezen te neemen, geroofd hebben. - De voornaamste bezigheid der inwooneren bestaat in den landbouw; want zy bemoeyen zich in het geheel niet met konsten en weetenschappen, en zyn zeer verslaafd aan de vrouwen. - Hunne kleeding is een lang hemd, het welk digt om het lyf sluit: zy gaan blootsvoets, en gemeenlyk met ongedekten hoofde: zy versieren (gelyk zy denken) hunne ligchaamen met blaauweFiguuren, die zy 'er met een gloeyend yzer in branden, Ff ** 4 en  584 natuurkundige en aan welken zy naderhand eene kleur geeven: zy beschilderen hunne beenen , van den enkel af tot aan de knieschyf toe, met bloemen en takken van boomen. — De vrouwen verschillen , ten aanzien der kleedinge , maar weinig van de mannen; alleenlyk draagen zy eenige stukken gouds in haare ooren, het geen de mans niet gewoon zyn. — Zy hebben niet meet dan eene vrouw te gelyk; doch dit doen zy alleenlyk uit een beginsel van zuinigheid en niet van onthoudinge, dewyl zy de slaavinnen ter voldoeninge van hunne lusten gebruiken. Zy trouwen voor hun gantsche leeven, en hebben de gewoonte om het oudste en gelukkigste Paar, dat zy kunnen vinden, uit te kiezen, en voor het zelve, gelyk ook voor andere getuigen, te belooven dat zy met elkanderen zullen leeven, even als die menschen geleefd hebben; maar deeze belofte wordt zeer dikwyls geschonden. Zy verlaaten elkanderen, en houden huisgemeenschap met anderen, het geen een gevolg is van hunne verwaarloosde opvoedinge: want zy hebben zeer menigvuldige gelegenheden om openbaare gezelschappen en plaisierpartyen by te woonen. Wanneer eene getrouwde vrouw van overspeld overtuigd is, dan wordt zy slaavin van haaren man. Hunne begraafenissen zyn zeer pragtig zy maaken 'er, indien zy vermogen genoeg hebben, een feest van, het welk eene geheele maand duurt, en zyn gewoon de kist, rnet joodenlym toegemaakt, zoo lang te bewaaren: zy zingen dikwyls lofzangen, die naar de tydsgelegenheden geschikt zyn, waardoor zy meenen dat zy den overleedenen helpen in den weg ten hemel te vinden. — Wanneer de maand uit is, dan maaken zy eenen houtstapel over het lyk, en doen het tot asch verbranden. Ten aanzien van de natuurlyke historie wordt het land doorgaans onderscheiden in zuid en noord Laos. In zuid Laos is de lugtsgesteltenis zeer gemaatigd en gezond: de grond is 'er, over het algemeen genomen, goed, en dezelve wordt vrugtbaar gemaakt door eene meenigte kanaalen, uit de groote rivier Menan-king afgeleid, wel-  Aardryksbeschryving 585 welke dienen om het land ter wederzyde te bevogtigen, en tevens om het vry te houden van overstroomingen, De landeryen, die ten oosten leggen, zyn ongelyk veel vrugtbaarer dan die ten westen; ook zyn 'er de schaapen zwaarer en beter, en de olifanten en eenhoornen veel grooter. De ryst is 'er onvergelyklyk, en zeer aangenaam van geur en smaak. Zooras als de regen ophouden, ontstaat 'er een sterke zuidelyke wind, en de landeryen, welke tot dien tyd toe met ryst vervuld waren, vertoonen eene soort van schuim, die naderhand door de zonne wordt hard gemaakt , en tot een vast zout wordt. - De voornaamste gewassen, welke hier gevonden worden, zyn de Bensoin en Schellak: de Bensoin, welke hier valt wordt voor de beste van het geheele oosten gehouden; de boom , uit welken de Bensoin druipt, groeit meest in het gebergte: de bladeren zyn gelyk aan die van eenen hazelnootenboom, en de bloeisems zyn zeer schoon , in kleur en reuk veel overeenkomst hebbende met die van den oranjeboom. De vrugt is mede aangenaam van geur, maar voldoet in het geheel niet aan den smaak: de gom is egter zeer veel waard, en brengt den koning aanzienlyke inkomsten op. Van het schellak maakt men gebruik in de toebereidinge van Spaansche wasch : het is niets anders dan zekere soort van aarde, die in de bosschen rondom mierhoopen gevonden wordt, en met welke die insekten de oppervlakte van hun kleine grondgebied bedekken. Nergens is het ivoor beter, en ook nergens in grooter overvloed, dan hier, uit hoofde van de meenigte der olifanten, welken dit land uitlevert; doch het ivoor, dat van de olifanten komt, is nog minder in agting dan dat , het welk de eenhoorn of Rhinoceros verschaft; dewyl men zich verbeeldt dat het zelve geluk aanbrengt: het wordt om die reden somtyds zeer duur gekogt, wanneer het maar de noodige merkteekens draagt van bevordering van geluk te zullen veroorzaaken. - De bosschen zyn 'er zeer uitgebreid: de vlakten, die 'er naby leggen, verschaffen overvloed van bloemen, zoodat 'er veel honig, wasch en kaF f * * 5 toen  386 natuurkundige toen gemaakt wordt. Hier wordt eenig goud en zilver gelyk ook yzer, lood en tin uit de aarde gegraaven. De inwooners haalen muskus, barnsteen, en andere zeldzaamheden , van Ava: den muskus verbeteren zy, door 'er iets in te mengen , het welk in zeer hooge agtinge is, als geoordeeld wordende veel aangenaamer te zyn dan de oorspronglyke en onvervalschte muskus. — Men heeft 'er overvloed van dieren, inzonderheid van buffels en ossen, wier getal ongelooflyk groot is. In de rivieren is veel visch : daar zyn visschen , zoo groot dat een man ze naauwlyks kan draagen: de kleinere soorten zyn 'er in zulk eene meenigte dat men 100 pond voor vyf stuivers kan koopen. De bewooners van dit land zouten de visch in even als wy de haring doen; en geringe luiden gebruiken ze met ryst als hun gewoon voedsel. Men heeft 'er ook soorten van visch, die paarlen uitleveren, het geen veroorzaakt wordt door eene zoutmaakende kragt in het rivierwater, schoon geene gemeenschap met de zee hebbende. In noord Laos , in de provincie van Leng, zyn mynen van goud, zilver en koper: ook is 'er eene soort van rooden zwavel, die eenen zeer lastigen stank verwekt. Naast aan de zwavelmyn is eene myn van edelgesteenten dezelve levert robynen uit, zoo groot als een hazelnoot ook Esmauranden, of groene steenen, van welken de koning van laos 'er een heeft, zoo groot als een oranjeappel. Nog zyn 'er andere fraai gekleurde steenen, en eenige geneeskragtige wortelen van groote waardye. De provincie van Mong legt geheel buiten den keerkring ; want derzelver bewooners zien de zon nooit regt boven hun hoofd, De grond verschaft den grootsten overvloed van tinmynen, en daarenboven eenige zilver- gelyk ook kopermynen: aan den zuidkant is mede eene zoutmyn. _ Men vindt hier eenen ryken voorraad en groote verscheidenheid van vrugten. —- De Muskus kat, in deeze provincie gemeener dan in eenige andere, is zoo groot als een jonge Geit : dit dier heeft eenen zak, onder aan den buik, die, afgesneeden zynde, het voorkomen heeft van  Aardryksbeschryving 587 van een stuk vet spek, en drie of vier duimen dik is. Het volk droogt denzelven , tot dat hy tot stof kan gewreeven worden, en dan kan men dien verkoopen voor een gelyk gewigt van zilver als hy zwaar is. VI Het Koningryk Siam is omringd van hooge bergen, die het aan de oostzyde afscheiden van de Koningryken van Kamboja en Laos; aan het westen van Pegu; en aan het noorden van Ava, of eigenlyker gesproken van Jangoma, het welk aan Ava onderhoorig is ; aan het zuiden wordt het bespoeld door de rivier Siam, en het heeft daar het Schiereiland Malakka, welks noordelyk gedeelte onder het gebied van dit ryk behoort. Siam is, met betrekking tot zyne uitgebreidheid, maar zeer schaarsch bewoond: eenigen der bewooneren zyn Peguers van oorsprong; anderen zyn Siammers. Ieder van dezelven blyft nog by zyne eigene kleeding, zeden en gewoonten; ook behouden zy hunne voorregten en handvesten. Van hunne deugden en ondeugden valt weinig merkwaardigs te zeggen. De Siammers zyn eer klein dan groot, maar zy zyn regt van gestalte en welgemaakt: zy hebben eenen wyden mond, dikke en bleeke lippen, zwarte tanden, en eene bruine kleur : wyders is hun hair zwart en dik. De vrouwen zetten het omhoog; sommigen laaten het zeer lang groeijen , en vlegten het: zy hebben gemeenlyk groote borsten. Zy gaan genoegzaam naakt, van het hoofd tot de voeten. De kleeding die zy nog hebben is een katoenen gordel, dien zy om den middel vast maaken, en, welke tot aan de knieën hangt. De ryken draagen een neteldoeken schortje. De Mohammedaanen hebben het gebruik van toffels of geschilderde schoenen onder hen ingevoerd, welken zy aan de deuren der huizen, waar zy binnen treden laaten staan, opdat zy de vertrekken niet vuil maaken. Doorgaans gaan zy met ongedekten hoofde, maar hebben hoeden op, wanneer zy een reisje op de rivier gaan doen. Niettegenstaande de Siammers zoo naakt gaan, is 'er egter geen volk, dat zorgvuldiger is in die deelen van het lig-  588 Natuurkundige lighaam te verbergen, welken de zedigheid vordert dat bedekt gehouden worden. Hunne ooren zyn zoo wel beveiligd tegen alle zedeloosheid als hunnne oogen ; want door de Siamsche wetten zyn alle ontugtige chineesche beelden en schilderyen, en tevens alle dartele liedjes uitdrukkelyk verbooden: zy zyn zeer zindelyk, dewyl zy zich menigwerf wasschen en baaden. Zy bewierooken zichzelven, en bestryken hunne lippen met zeker welriekend vet. Hunne gewoone spys is ryst en visch ; zy zyn veel maatiger dan de Europeaanen. De mans leeven lui; maar de vrouwen werken sterk en onvermoeid. Zy zyn zeer gezet op vermaaklykheden, en verspillen een groot gedeelte van hunnen tyd met dezelven. —. Zy trouwen zeer jong: indien de ouders van het meisje zin hebben in het huwelyk dan raadpleegen zy den goedgelukzegger; en wanneer het antwoord van deezen naar hun genoegen is, dan legt de jongman drie bezoeken af: by het derde bezoek komen de bloedverwanten van wederzyde te samen, en de ouders der bruid leveren het vastgestelde huwlyksgoed over in de handen van den bruidegom, die vervolgens zonder eenige andere plegtigheid met zyne vrouw naar bed gaat. De Talapoy, of Priester, brengt niets toe tot de voltrekking des huwelyks; alleenlyk gaat hy, eenige weinige dagen na dezelve, naar het huis van het jonge paar, en besprengt het zelve met gewyd water, terwyl hy eenige gebeden opzegt, welke plegtigheid van eene vrolyke maaltyd gevolgd wordt, even als by de meeste andere Oostersche natien. — Zy leiden hunne kinderen op tot eene groote zedigheid van gedrag, en zyn gemeenlyk zagt van aart en zeer spraakzaam. De ouders zyn zorg vuldig in de opvoeding hunner kinderen, omdat zy wegens derzelver gedrag aanspraaklyk zyn. Slaaven en slaavinnen zyn gewoon om voor hunne meesters en meesteressen te knielen. Groetende verhefen zy hunne handen een weinig boven het hoofd en buigen het ligchaam. Onder hen bloeit eenige geleerdheid van gelyken aart als die, welke by de meeste Europeesche natien gemeen is; zy zyn eg-  Aardryksbeschryving 589 egter vol ongerymde denkbeelden wegens het noodlot, fortuin, voorbeduidingen, enz. schoon zy voor het overige een vry goed verstand hebben, zeer gevat zyn op de rekenkunde , en de moeijelykste vraagstukken door de klaarheid van hunne verbeeldinge zeer gereedelyk oplossen. - Zy zyn gantsch en al vreemdelingen in de wysbegeerte, en hebben, indien men eenige beginsels der zedekunde uitzondert, geen samenstelsel van godgeleerdheid, - Hunne manufactuuren zyn weinig in getal, en in slegten staat, dewyl hunne voornaamste bezigheid bestaat in het visschen en in den landbouw. Zy begraaven meestal hunne dooden; de ryken zyn 'er egter op gesteld om hen te verbranden, het geen doorgaans met groote pragt en plegtigheid geschiedt. VII. Ten aanzien der natuurlyke historie van dit Koningryk merken wy aan dat het, indien men de heuvelen, die het omringen, uitzondert, bestaat uit eene aaneengeschakelde vlakte met de rivier Menam, en met de takken van dezelve , die 'er van het zuiden tot het noorden door loopen. Die rivier wordt, by uitnemendheid, de moeder der wateren genoemd; somtyds vloeit zy over, en maakt daardoor de vlakte vrugtbaar. Veele andere rivieren dienen om haar te vergrooten, en dit land voordeel aan te brengen , zoodat men 'er overvloed heeft van graanen , hout en vrugten. Daar worden boomen gevonden, die 20 vademen hoog zyn: de kaneelboom , die hier groeit, wordt voor den besten gehouden naast dien van Seylan: andere wouden verschaffen hout, dat geschikt is om voor verwstof te dienen. Ryke mynen zyn in dit land zoo algemeen dat men 'er eene meenigte van gouden standbeelden en andere konstwerken aantreft; doch de inwooners hebben ze, door hunne bygeloovige zugt voor sieraaden vry wat uitgeput. Daar is eene Zeilsteen-myn naby de stad Louvo, en eene andere by de baai van Bengalen: men vindt hier ook verscheidene aderen van fraaijen Agaatsteen, en eenige brokken van saffieren; in andere deelen heeft men yzer en koper, maar de  590 Natuurkundige de bewooners kennen de konst niet om het te smelten en zyn voor het grootste gedeelte slegte ambagtsluiden, hebbende noch behoorlyke werktuigen, noch genoegzaam begrip om ze te gebruiken. De Siammers tellen slegts drie jaargetyden naamelyk den winter, den kleinen zomer en den grooten zomer de eerste die maar twee maanden duurt, komt overeen met onze maanden December en January, het tweede jaargety bestaat uit de drie volgende maanden, en de zeven overigen maaken den grooten zomer uit. De winter is droog en de zomer regenagtig Waare het niet dat de zon wolken en regen aanbragt, en dat de wind van de eene pool woei, terwyl de zon naar de andere daalt, dan zoude de verzengden lugtstreek zekerlyk onbewoonbaar zyn. Dewyl dus, ten aanzien van Siam, dat groote hemelligt ten zuiden van de linie is geduurende den winter, zoo waait de noordewind, die de lugt verkoelt, by aanhoudendheid: daarentegen regeeren in den zomer, wanneer de zon ten noorden van de linie, en loodregt boven Siam is, op hunne beurt zuidewinden , die regenagtig weer veroorzaaken: die geduurige beurtwisseling der winden noemen de Siammers Monsoons. Zeer bezwaarlyk kunnen de schepen de baai van Siam bereiken, geduurende de zes maanden, in welken de noordewinden waaijen , en even bezwaarlyk kunnen zy 'er uitkomen in de maanden, waarin de zuidewinden heerschen In dit land verschaffen de laage Ianderyen overvloed van ryst, en de hooge voorraad van tarw, die 'er tegen overstroomingen beveiligd blyft. Daar is eenige Turkse tarw, ook heeft men 'er erwten en andere peulvrugten, maar onderscheiden van de Europeesche. Daar zyn zeer goede aardappelen, die geroost zynde zoo zoet zyn als een hazelnoot. Daar zyn genoegzaam geene dieren dan die wy reeds, over andere deelen van het oosten spreekende, beschreeven hebben. Wy zullen alleenlyk melding maaken van den zeldzaamen vogel Noktho genaamd, die grooter is dan de Struis-  Aardryksbeschryving. 591 Struisvogel, wiens bek drie voeten lang is , en wiens vleugelen zich zes of meer voeten uitstrekken De kleur der vederen aan hals en buik is doorgaans wit, die op den rug zyn graauwagtig: de vleugels vertoonen een mengsel van geel en wit;' maar de groote vederen aan het einde van dezelven zyn zwart. Voor het overige zullen wy, ten aanzien van het Koningryk van Siam, nog aanmerken dat het verdeeld is in eene meenigte van Provincien, sommigen van welken zeer ver van anderen zyn afgelegen, zoodat 'er verscheidenheid in de natuurlyke gesteltenisse der inwooneren plaats heeft. VIII. Het Koningryk van kamboja is een land dat aan de Europeaanen maar zeer weinig bekend is. In den naam heeft men, in onderscheidene tyden en by verschillende schryveren een aanmerklyk verschil gevonden. Kapitein Hamilton, die de nieuwe historie Van Indie in den jaare 1744. geschreeven en uitgegeeven heeft, zyn wy ten aanzien van den naam en de algemeene beschryving gevolgd: „ Het is gelegen tusschen de 9" en 16° 30' breedte, en „ tusschen de 19° 30' en 126° ooster langte. Dit land grenst ten westen aan Siam, ten noorden aan het Koningryk van Lanjani en de Laos, met een gedeelte van Kochin-china aan het oosten aan Kochin-china en Champa, en aan het zuidwesten aan Siam. De grootste uitgebreidheid van de kust is aan deeze zyde: daar zyn verscheidene havensteden, maar de aanzienlykste stad is Lauwek. De inwooners dryven , in de meeste binnenlandsche steden, handel in de voortbrengselen van het land, en ruilen dezelven voor waaren van andere landen: doch het grootste aantal der bewooneren van de kust en van de nabuurige Eilanden zyn visschers, die gaan en komen, en van woonplaatse veranderen, naar dat hun beroep zulks vordert: zy hebben een gering voorkomen verstaan iets van de Chineesche taal , maar de gewoone spraak, van welke zy zich bedienen, is vry duister en onverstaanbaar. Hun Godsdienst bevat veele fabelen en bygeloovigheden; want  592 Natuurkundige want zy gelooven de zielverhuizing, en omhelzen meer andere gevoelens, die even ongerymd zyn. Het land van Kamboja kan vergeleeken worden by eene groote valley. door welker midden eene wyde rivier loopt, leggende tusschen twee ketens van bergen. De lugt is 'er zeer heet, omdat het naby de linie gelegen is, en de inwooners lyden grooten overlast van lastige insekten. De grond is vrugtbaar, gelyk dezelve in alle oostersche landen is; men heeft 'er veel koorn, ryst, erwten, boter, olie, en meer andere nuttige voortbrengsels, zoodat Spanjaarden , Persiaanen en Armeniers herwaards komen om die dingen naar hun land over te voeren. Daar zyn veele vrugten, en verscheidene soorten van gewassen. De suiker is 'er mede goed, en de indigo wordt 'er op eene zeer uitneemende wyze toebereid. - Kalamba, Aloe, en meer ander welriekend hout is in Kamboja, te vinden.- daarenboven is 'er eene groote verscheidenheid van edelgesteente : in de bergen vindt men eene soort van kristallen, die zeer doorschynend zyn. Onder de voortbrengsels van dit land behooren insgelyks ruwe zyde, olifantstanden , en eenig goud , zoodat 'er waaren genoeg voor de koopluiden zyn om handel in te dryven, maar de handel is 'er voor niemand vry, ten zy hy 'er door last van het hof toe gemagtigd is. Aan de zeekust heeft men overvloed van visch, zelfs zyn 'er eenige zeer groote schulpvisschen, in wier schulpen en olie de kustbewooners vry voordeeligen handel dryven: van eene soort van visch, die naar anchovis gelykt , maaken zy brem of Pekel. - Hier zyn weinige vogels: de voornaamsten zyn de sperwer-havikken die in geduurigen oorlog met de visschen zyn. Zy zyn zoo groot als een veldhoen, van eene schoone groene kleur, met een' witten streep aan het einde van den staart; het vleesch is graauwagtig en zeer smaaklyk. Men vindt 'er niet minder dan vyf soorten van hagedissen: van sommigen derzelven zyn de beeten doodelyk : anderen zyn zeer groot  aardryksbeschryving 593 groot, hebben handen en voeten, en worden somtyds gegeeten. — Hier zyn ook vliegende eenhoorns : men vindt 'er rotten, die ooren hebben als menschen ooren. Slangen en insekten zyn 'er zeer menigvuldig en schadelyk. In de meeste nabuurige Eilanden vindt men eene meenigte van Wild gedierte, het welk niet dan met moeite te vangen, maar zoo voordeelig is voor de ingezeetenen dat veele boeren 'er hun bestaan by vinden. IX. Het koningryk van champa is, ten aanzien van Zyne uitgestrektheid en koophandel, zoo veel minder merkwaardig dan het voorige, dat het by de zeevaarenden naauwlyks genoemd wordt. Doorgaans stelt men dat het aan den mond van de rivier Kamboja begint , en te Kochin china eindigt. De voornaamste haven , welke aan de Engelschen bekend is, is Feneri, waar de koning zyn hof houdt De inboorelingen worden Loys genoemd, en maaken een volk uit, dat van de Cochin Chineezen , die thans hunne meesters zyn, merkelyk verschilt. Zy zyn van eene roodagtige kleur, hebben lang zwart hair, kleine winkbraauwen en kleine baarden. — Hunne kleeding bestaat in een hemd, en in eenen naauwen broek : hun bovenste rok is de eene of andere witte stof met eenen gouden rand of zyden franjes, naar maate van hun vermoogen. Zy zyn, over het algemeen genomen, arbeidzaam en ryk, beleefd en gespraakzaam jegens vreemdelingen, en goede stuurluiden, want zy vinden hun bestaan voornaamelyk in visschen en langs de kust te vaaren. Een ander deel der inwooneren draagt den naam van Moys Zy woonen meest op de bergen, maar maaken slegts een gering gedeelte van die Natie uit. Beiden deezen en de Cohin-Chineezen staan onder dezelfde wetten. Het volk is, over het geheel genomen , zeer onderdaanig aan zyne bestierderen en wetten. Veelen zyn den Mohammedaanschen godsdienst toegedaan; sommigen zyn Christenen of Jooden: want alle godsdiensten worden onder hen geduld De afgoedery vindt ook haare aanhangers : eenigen II. afd III. deel f f *** bid-  594 Natuurkundige bidden dieren aan: anderen de zon, maan en starren. De voortbrengsels van dit land zyn in zoo verre overeenkomstig met die van het voorige, dat het geheel onnoodig is daaromtrent in byzonderheden te komen. Het koningryk van Cohin China draagt deezen naam om het te onderscheiden van het koningryk van China aan de Malebaarsche kust: voordeezen was het onderworpen aan Tong King, waarvan het egter thans geheel onafhanglyk is. Het is gelegen onder de verzengde lugtstreek, en strekt zich uit van den 12den tot den 18den graad noorder breedte; het is omtrent 500 mylen lang, maar niet net van gelyke breedte van het oosten naar het westen. Het heeft Tong-king aan het noorden, Champa aan het zuiden , den Chineeschen oceaan aan het oosten, en de Laos en Kamboja aan het westen. Het geheele land is verdeeld in zes provincien, waarvan de meesten wel bevolkt zyn de bewooners zyn stoutmoedige , sterke en arbeidzaame luiden, verschillende maar weinig van de Chineezen in aart en kleur. - Hun voornaamste voedsel bestaat in ryst; maar de visch is 'er zoo overvloedig, dat men twee of drie schotels met verschillende visch kan hebben voor de waarde van drie stuivers. - Zy zyn zeer zindelyk en net in het toebereiden en opdisschen van hunne spyzen; ieder zit aan zyne eigene kleine tafel, en eet, even als men in China gewoon is, met kleine ivooren vorkjes. Hun dagelyksche drank is thee, maar zy brouwen of stooken ook sterken dranken van ryst: van dezelven bedienen zy zich wanneer zy eens vrolyk willen weezen, schoon zy over het algemeen genomen maatig leeven. Zy houden veel van hun hair zeer lang te laaten groeyen : in andere opzigten schikken beide de fexen zich, ten aanzien der kleedinge, naar den smaak der Chineezen. De vrouwen gaan nooit uit dan met een sluyer over het aangezigt, het welk zy egter ontdekken, wanneer zy gegroet worden of groeten. - Hunne geleerden draagen hooge kappen, die niet on-  Aardryksbeschryving. 595 ongelyk zyn aan myters, en hun bovenkleed is van zwart damast. - Ten aanzien van de meeste andere byzonderheden komen zy overeen met de Chineezen. De Grond van dit land is, wat de vrugtbaarheid betreft, genoegzaam gelyk aan die van Pegu en Siam: dit komt voort uit de jaarlyksche overstroomingen: dezelve is eigenaartiglyk geschikt om eene groote verscheidenheid van Eetwaaren te verschaffen, terwyl de warmer zon aan deezen , en wel voornaamelyk aan de vrugten, eenen zeer uitneemenden smaak en geur mededeelt. - Onder de vrugtboomen, aan dit land in het byzonder eigen, is 'er een, die zeer groot is, en groote trossen verschaft van zekere vrugt, die vry wel gelykt naar hazelnooten, en gebraaden zyn, zeer goed is. - Een andere boom wordt de onverderflyke boom genoemd, om de uitsteekende nuttigheid van desselfs hout, het welk, onder de aarde, of in het water niet aan verrottinge onderhevig is, en zoo vast en hard van aart is, dat men 'er ankers voor schepen van kan maaken. De boom groeit zeer hoog op, en spreidt zich wyd uit: daar zyn tweederleie soorten van dit hout, de witte naamelyk en de roode: de eerste soort is vry gelyk, aan die soort van hout, dat de Chineezen yzerhout noemen. - Hunne bergen verschaffen ook het aquilynsche of arendshout, aloe, calambac en meer andere soorten van eenen zeldzaamen en welriekenden aart: zy hebben ook eenigen mynen van goud, yzer en marmer. In de bergagtige streeken zyn veele wilde beesten: de rest van het land, over het geheel genomen laag en vlak zynde, verschaft overvloed van allerleie leevensmiddelen. De jaarmarkten zyn hier menigvuldig, en op dezelven vindt men voorraad en verscheidenheid van koopwaaren: de voornaamsten worden gehouden ten tyde der overstroominge, wanneer het land onder water legt, en zich genoegzaam als eene zee vertoont: men ziet het dan met schuiten en vaartuigen, die van de eene provincie naar de andere gaan , als overdekt. - De voornaamste tak, van hunne manufactuuren is zyde; anFf*** de-  396 Natuurkundige dere natuurlyke voortbrengsels, die tot voortzetting van den handel dienen, zyn peper, suiker, honig, wasch en olie. X. Het koningryk van tong-king is de laatste landstreek op het schiereiland van Indie aan de overzyde van den Ganges, en wordt door de Europeaanen doorgaans Tunquin genoemd. Het grenst ten noorden en oosten aan de Chineesche provincien van Quan-si en yun nan, ten westen aan Law-chiva, ten zuid-oosten aan Kochinchina, en de golf van Tunquin. De langte van de Tunquinsche cf de Tunquineesche heerschappyen wordt verscheidelyk berekend, maar volgens de nieuwste berigten strekken zy zich omtrent 370 mylen uit in langte, en omtrent 240 in breedte , waar zy op haar breedste zyn. De groote baai, aan welke het gelegen is, strekt van den hoek van Champa of Chiaups op de noorder breedte van 12° en 14', tot de provincie van Tenan, op de breedte van 27° 30'. Deeze baai heeft verscheidene goede havens, en de diepte van water is in dezelve groot genoeg voor koopvaardyschepen : maar daar zyn twee andere baayen, de Rockbo en Domea genoemd, wier havens zeer gevaarlyk zyn. De lugtsgesteltenis van dit koningryk is , niettegen. staande het regt onder den keerkring gelegen is, zagt en gemaatigd, en staat aan geene weezenlyke veranderingen bloot dan aan zulken, die ook onder ons gemeen zyn. Men heeft 'er alleenlyk twee winden, die by aanhoudendheid waayen, de noordelyke naamelyk en de zuidelyke wind: zy waayen beurteling, zes maanden agter een de eerste van July tot January, de laatste van January tot July, Men heeft 'er het aangenaamste jaargety van de maand September af tot de maand Maart toe. Dit land is verdeeld in agt provincien of kantons, die dus onderscheiden worden, het oostelyke, westelyke, zuidelyke en noordelyke kanton, Tenan, Tenhoa, Nogbean en Cachao: ieder van dezelven verschaft voortbrengsels, die eenigszins van elkanderen verschillen: ook heerscht 'er eeni-  Aardryksbeschryving 597 eenige verscheidenheid in de natuurlyke gesteltenisse der bewooneren. cachao , de hoofdstad , is groot, wel bevolkt en ryk. - De Tonquineezen zyn, over het algemeen genomen, taankleurig: hunne aangezigten zyn wat platagtig, maar egter bevallig; hun hair is lang, zwart en sluik, en mans en vrouwen beiden geeven zich veel moeite om zwarte tanden te hebben. Zy zyn gezond en sterk van natuur, vlug en werkzaam, handig en vernuftig in hunne manufactuuren, als in het bereiden van zyden en katoenen stoffen, in het maaken van verlakt werk, het welk jaarlyks in groote hoeveelheid naar buiten 's lands vervoerd wordt. Niettegenstaande dit alles is de volkrykheid van het land oorzaak dat zeer veelen der inwooneren, by gebrek van bezigheden, arm zyn. - Den handwerksluiden ontbreekt het maar al te dikwyls aan geld om eenig werk te onderneemen; maar ds grootste belemmering voor de manufactuuren is de algemeene zugt tot spelen, die menigwerf op het volstrekt bederf der menschen uitloopt. Hunne kleeding verschilt zeer weinig van die der Chineezen; die van de vrouwen wykt er een weinigje meer van af dan die der mannen , dewyl zy haar best doen om deftiger te zyn, en nu en dan sluyers draagen, bedienende zy zich voornaamelyk van optooiselen op de groote feesten. - Konsten en weetenschappen schynt het dat zy ontleend hebben van de Chineezen, (schoon zy naar alle waarschynlykheid eenen gantsch anderen oorsprong hebben) en zy poogen hen in de verscheidene takken van beschaafde en nuttige geleerdheid na te volgen; maar zy vermengen dezelve al te veel met astrologische gissingen, en andere vrugten van eene verwilderde verbeelding. Men moet egter erkennen dat veelen hunner kennis hebben van geneezende planten , van den aart van sommige ziekten , en van de bekwaamste middelen om ze te geneezen. Ten aanzien der natuurlyke historie van dit koningryk, hebben wy reeds aangemerkt dat de lugtsgesteltenis gemaatigd, en de verandering der jaargetyen vry geregeld Ff *** 3 is.  598 Natuurkundige is. Dewyl egter het land, over het geheel genomen vogtig en vlak is staat het dikwyls voor overstroomingen bloot, die somtyds wel eenen geheelen oogst vernielen; op andere tyden wordt 'er uit gebrek van regen ook wel schaarschheid gebooren. Met uitzonderinge van dergelyke toevallen, brengt de grond, over het algemeen genomen, overvloed van ryst, en eene groote verscheidenheid van vrugten en gewassen voort, zoodat de armen ten deezen opzigte zoo min van eenig gebrek weeten als de ryken. Dewyl de bovengemelde veranderingen somtyds te weeg gebragt worden door de getyden, of door eenige andere natuurlyke oorzaaken , zal het niet ongevoeglyk zyn hier eenige fraaye waarneemingen by te brengen, die aan het Koninglyk Genootschap zyn medegedeeld, betreffende de verscheidenheden tusschen de getyden van deeze zeen en van de Europeesche: men vond naamelyk dat de zee aan de Tonquineesche kusten maar eens in den tyd van vier en twintig uuren ebt en vloeit, dat is dat het water geduurende den tyd van twaalf uuren blyft wassen. By den springvloed, die veertien dagen agtereen aanhoudt, begint het water te wassen by het opkomen van de maan: daar de vloed, by een laag gety, het welk even veele dagen blyft duuren, niet begint voor dat de maan onder den horizon is. Wanneer zy door de zes noordelyke teekens gaat, dan bespeurt men dat de getyden zeer merklyk veranderen, zoo dat het water somtyds zeer hoog ryst, en zelfs buiten de oevers vloeit, terwyl het op andere tyden zeer laag is: doch wanneer de maan in het zuidelyk gedeelte van den Zodiak komt, dan vindt men dat de getyden regelmaatiger zyn. Maar laat ons tot de natuurlyke voortbrengsels van dit koningryk wederkeeren: behalven den overvloed, dien men 'er heeft, van leevensmiddelen, welke aan Indie gemeen zyn, moogen wy zeggen dat het grootste gedeelte der vrugtboomen vrugten verschaft, die in smaak en kleur alle andere vrugten, welke in Asie gevonden worden, te boven gaan: inzonderheid mag men zulks verzekeren van de  Aardryksbeschryving 599 de Palm en Oranjeboomen van de grootste soort: maar de vrugten, die aan de kleine boomen groeyen, worden, even als de citroenen, voor gezond gehouden. Het sap der, laatsten is in algemeen gebruik tot het verwen van katoenen. De inwooners draagen wel zorg van hunne boomgaarden en tuinen te beplanten met kokosnootenpynappel en meer dergelyke vrugtdraagende boomen. In de bosschen vindt men veel timmerhout, dienstig tot het bouwen van schepen en huizen: daar en boven hebben zy zeer zwaare pynboomen, geschikt om 'er masten van te maaken. - De Betel, die door geheel Indie in gebruik is, en met grooten smaak genuttigd wordt, is 'er in grooten overvloed: dezelve wordt hier gehouden voor een aangenaam Opiaat, voor geschikt ter bewaaringe van de tanden , en ter behoudenisse van de gezondheid. In de bosschen is eene evengroote verscheidenheid van wilde dieren, als in die der andere deelen van Indie en China, en de olifanten zyn 'er zoo groot en gezwind , als zy ergens in Asie gevonden worden. - Men heeft 'er overvloed en verscheidenheid van wild en tam gevogelte, het welk het voornaamste voedsel der inwooneren van dit land uitmaakt. Op hunne openbaare feesten, op hunne verjaarmaalen en bruiloften, is het byna ongelooflyk hoe rykelvk hunne tafels voorzien zyn met verscheidenheid van vleesch, gevogelte, visch, sausen en vrugten. Menigwerf dooden zy eenen geheelen os, dien zy keelen, gelyk wy de varkens; vervolgens maaken zy het vleesch klaar om gegeeten te worden , en deelen het by de gemelde gelegenheden om: maar niettegenstaande zulk eene verkwistende rykelykheid, eeten zy allerlei vleesch zeer maatig, en vernoegen zich met hun gekookte ryst, kruiden, wortelen, gedroogde visch en eyeren. Zy hebben eene vreemde soort van muizen, op welken zy met groot vermaak jagt maaken, en die hun dikwyls een schotel met lekkere spys verschaffen. Dezelven hebben vleugels van omtrent 18 duimen lang, en zy maaken gemeenlyk nesten op nootenboomen , wier vrugt haar Ff *** 4 voor-  600 Natuurkundige voornaamelyk ten voedsel dient, en het vleesch eenen fynen smaak byzet. Men maakt jagt op deeze muizen door zekere soort van kleine honden, die dezelven van den eenen boom naar den anderen voortdryven: zy houden zich eindelyk met haare klaauwen aan de takken vast, aan welken zy den gantschen dag blyven hangen met den kop naar beneden: zy hebben zeven klaauwen aan iederen vleugel, zoodat zy, zelfs nadat zy geschooten zyn, eenen geruimen tyd blyven hangen, eer zy op den grond vallen. Hier is eene byzondere soort van thee, chia-bang. genaamd, welker bladen, in water gekookt zynde eenen drank van eene roodagtige kleur verschaffen , die gantsch geen aangenaamen smaak heeft, ten zy hy met arrak wordt zoet gemaakt en gemengd: van dien drank houden de inwooners zeer veel, wanneer zy zich willen vervrolykenen by die gelegenheden gebruiken zy den arrak wel onvermengd. Zy hebben nog eene andere soort van thee , die van de bloem der plante, en niet van het blad gemaakt, en Chaw-way genoemd wordt. - Zy hebben ook verscheidene soorten van wynen en andere dranken die van ryst en andere inmengselen gemaakt worden, even als die welke men in China gebruikt, waarover wy ons niet verder behoeven uit te laaten. De aardryksbeschryving en natuurlyke historie der Asiatische Eilanden 1 Van de Eilanden, of het keizerryk van japan. Dit groote en magtige keizerryk wcrdt van sommigen Japan, van anderen Japon genaamd, maar de inboorelingen noemen het Niphon of Hiphon, welke naamen het zoo wel als eenige andere, naar zyne oostelyke gelegenheid schynt gekreegen te hebben. Japan is gelegen aan den oostelyksten hoek van Asie en bestaat uit drie groote, en eene meenigte van kleine ei-  aardryksbeschryving Die van het koningryk Benin erkennen een opperweezen, welk zy Orisa noemen, maar zy agten het noodeloos hetzelve aan te bidden , dewyl zy het als oneindig goed, en ongeneigd om hun eenig nadeel toe te brengen, beschouwen. In verscheidene deelen van Guinea vindt men nog afgoden nog tempels, en de denkbeelden wegens eenen toekomenden leevensstaat zyn 'er zeer gebreklyk: zy ontkennen dat 'er eene opstanding der ligchaamen zal zyn, uitgezonderd van die der geenen, die in den oorlog gesneuveld zyn: welke onderscheiding hun waarschynlyk door sommigen van hunne vorsten uit staatkundige inzigten is ingeboezemd. De voornaamste Taal in dit land is die, welke de Sungaische genoemd wordt, dezelve wordt ook verstaan en gesproken in verscheidene nabuurige landen , en inzonderheid te Tombut en Melli, van de onderscheidene taalen , welke aan de Goudkust in gebruik zyn, is die van de Acanisten de algemeenste, als die genoegzaam overal in Guinea verstaan wordt. In de handeldryvende plaatsen bedient men zich doorgaans van de Portugeesche taal. De Lugt van dit land is ongemeen heet, en zeer ongezond , vooral voor vreemdelingen; zoodat veelen, kort na hunne aankomst in dit gewest, sterven. Maar zy zoude nog ongezonder zyn, indien zy niet door menigvuldige stortregens verzagt en gemaatigd wierd, het geen  AARDRYKSBESCHRYVING. 643 GEEN mede worde uitgewerkt door de lugtige winden, die menigwerf uit den wester oceaan overwaaijen. De Grond is uit de natuur vogtig en vrugtbaar, uit hoofde van de verscheidene rivieren, die het land in het regenagtig jaargetyde overstroomen, zoodat het overvloed Van graanen en vrugten voortbrengt; men vindt 'er zeer veel ryst, gierst, lange peper, suiker, citroenen, cassia en tamarinde. ■"— Langs de rivier Lelunda zyn verscheidene cederboomen, en meer andere van eenen welriekenden aart. Aan het zuider strand van de rivier Coanza zyn aanmerklyke mynen van rots-zout. De Tand of Ivoorkust loopt van kaap Palmas tot de rivier Mancha, omtrent 80 mylen in langte, en dient om den handel en de schatten der inwooneren in eene merklyke maate te bevorderen. Daarna volgt de Goudkust, die omtrent 180 mylen in langte is uitgestrekt, maar wy begrypen niet waarom dezelve in het byzonder zoo genoemd , dewyl 'er ook grooie en ryké goudmynen zyn in andere deelen van Guinea; Weinige koningryken of provincien zyn zonder het zelve, schoon sommige zuiverer zyn, en nader aan de oppervlakte der aarde leggen dan andere. Hierin vinden de bewooners het voornaamste gedeelte van hunnen handel. Een anderen tak van hunnen handel vinden zy in de Slaaven, schoon dezelven zeer oneigenlyk als voortbrengsels des lands worden aangemerkt ; een groot gedeelte der landstreeke wordt uit dien hoofde de slaavenkust genoemd. In veele rivieren vindt men ook eenige paarlen Van groote waarde, en overvloed van goudstoffe. Men is 'er niet voorzien van rundvee , en ook niet van zwynen: alleenlyk zyn 'er eenige Weinige schaapen: daar is niet veel gevogelte, maar het geen men 'er heeft-, is zeer goed. Men heeft hier een groot aantal van leeuwen, olifanten, luipaarden, tygers, buffels , harten eft andere wilde dieren. De slang, Minia genoemd , zegt men dat zoo groot is dat zy een jong hart in eens kan inslokken Men heeft 'er wilde honden en ook öök  644 Natuurkundige is 'er de civetkat. Daarenboven vindt men 'er eene groote soort van muizen, die iets dergelyks als muskus verschaffen. Maar naauwlyks zyn 'er eenige dieren menigvuldiger dan aapen, welken de inwooners in grooten getale uitroeijen. Men heeft 'er ook bosschen, die niet slegts geschikte plaatsen zyn om de hette der zonne te ontwyken , maar ook eene groote verscheidenheid verschaffen van schoone vogelen en potsige aapen, die zich op de takken der boomen vermaaken , als of de korst het haare had toegebragt om de natuur luisterryk en bekoorlyk te maaken. Hier zyn pelikaanen, duiven, en andere vogelen, wier naamen onbekend zyn, doch die door de fraaije schakeering van hunne kleuren de oogen trekken. De zeekust en de rivieren verschaffen verscheidenheid van goede visch, welke levensonderhoud verschaft aan eene groote meenigte der Inwooneren: onder deezen zyn veele soorten, die aan dit land in het byzonder eigen, maar ook veele, die in verscheidene rivieren van Europa gemeen zyn. De geographie en natuurlyke historie van nubie. nubie , gelyk dit gebied of koningryk van ouds is genoemd geworden , grenst ten oosten aan een gedeeld van het buitenste Ethiopie, ten westen aan Zaara en Moorenland , ten noorden aan Egypte en een gedeelte van Biledulgerid, en ten zuiden aan het binnenste Ethiopie. Het legt tusschen de 28 en 38 graaden langte , en tusschen de 21 en 23 graaden breedte: de grootste langte van het noord oosten naar het zuid-westen is omtrent 840 mylen; en de breedte van het oosten naar het westen omtrent 570 mylen. Het wordt door de groote rivier verdeeld in het noorder en het zuider deel. Nubie is de voornaamste stad in noord , en Samna in zuid Nubie. De inwooners zyn de afstammelingen van de oude Nu biers.  Aardryksbeschryving. 645 biers Zy zyn zeer zwart van kleur, zindelyk, welgemaakt, stout en kloekmoedig. Zy draagen zeer weinig klederen. De mans hebben slegts een dun kleedje om hun middel gewonden, het welk tot aan de knieën nederhangt. De mans en vrouwen van aanzien, die hier vry menigvuldig zyn , versieren zich met schoone , losse , zyden rokken, en tooijen hunne hoofden op met juweelen van zeer groote waarde: vrouwen van minderen rang zyn zelfs gewoon zich met de eene of andere soort van snuisteryen te dekken. — De schoenen beftaan slegts uit een enkel stuk leer, dat met een band boven op den voet wordt vastgemaakt. Het volk is, over het geheel genomen, vernuftig en op den handel afgerigt, zoodat dezelve in verscheidene plaatsen vry aanmerklyk is, waartoe de voortbrengsels des lands zeer goede gelegenheid verschaffen. Sennar is zeer merkwaardig uit hoofde van den handel, welke gedreeven wordt tusschen die stad en Dongala, en vandaar op Groot Cairo en andere deelen van egypte De nyl loopt midden door dit land; langs de oevers van deeze rivier is de grond zeer vrugtbaar, maar ver het grootste gedeelte des lands bestaat uit eene dorre en onvrugtbaare wildernis. De handel in goud , muskus, olifantstanden en meerandere waaren, heeft egter meest overal plaats. De inwooners verruilen die dingen tegen speceryen, zyde, kattoen , en meerandere koopmanschappen. Hier is de regeering veel geregelder dan in de meeste andere deelen van Afrika. De koning is zeer magtig en vertoont zich met zekere waardigheid in zyne kleeding , zyn voorkomen, gevolg en handelwyzen , waardoor by zyne onderdaanen ontzag en eerbied weet in te boezemen, en de onpartydigheid, met welke de straffen over begaane misdaaden , zonder tydverzuim worden uitgevoerd , is in het byzonder merkwaardig.   Cyriacus, een der koningen van Nubie bragt, op de onderrigting dat de Christenen in Egypte onderdrukt werden , 10000 ruiters ter hunner verlossinge op de been : maar ten dien Gg * 3 tyde  646 Natuurkundige tyde werd dit land door Christenen bewoond. Thans zyn de inwooners , het zy door gebrek aan Leeraeren om het Christelyk geloof voort te planten , het zy ter bevorderinge van hunne belangen in den handel of in andere opzigten , meest Mohammedaanen. Nog heeft eene grooter verbastering plaats in de binnenlandsche streeken, waar men overal Heidenen en grove Afgodendienaars vindt De Nubiers hebben eene taal, die hun in het byzonder eigen is, en eenige overeenkomst heeft met het Arabisch en chaldeeuwsch , gelyk ook met de oude Egyptische. spraake. De Lugt van dit land is overal ongemeen heet , en wordt zelden verkwikt door regenvlaagen : zy wordt egter niet voor ongezond gehouden , althans niet in zoo verre als men haar, uit hoofde van de gelegenheid des lands, zoude verwagten. De Grond van het land, in het tweede en derde noorder klimaat gelegen, zegt men dat vrugtbaar is in die deelen, welke aan de rivier den Nyl grenzen, en 'er jaarlyks door overstroomd worden : maar voor het overige is hy zeer dor, en bezet met veele verschriklyke zandbergen. het voornaamste voortbrengsel bestaat in suikerriet , in sommige valleien heeft men sandelhout en goudmynen. Hier is ook een merkwaardig vergift, waarvan een enkel grein een mensch in den tyd van 15 minuuten zal doen sterven. Eene once van het zelve wordt verkogt voor honderd dukaaten; maar men verkoopt het nooit aan vreemdelingen, ten zy ze zweeren dat zy het niet weder zullen verkoopen, of 'er in dat land geen gebruik van maaken. De merkwaardige dieren in dit land zyn weinig in getal; de olifanten zyn 'er zeer talryk, schoon men zich moet verwonderen dat zy 'er eenig bestaan kunnen vinden. Men vindt 'er ook eene meenigte van civetkatten , en andere wilde dieren. Hun ivoor, goud, muskus, suiker ,' sandelhout, en meer andere dingen verruilen zy dikwyls voor graanen en andere leevensmiddelen. De  Aardryksbeschryving. 647 De GEOGRAPHIE en NATUURLYKE HISTORIE Van ETHIOPIE. Wy gaan vervolgens over om eenig berigt wegens Ethiopie te geeven, het welk het voornaamste gedeelte van geheel Afrika in zich bevat. Hst is gelegen tusschen de 12 en 48 graaden langte , en tusschen de 12 graaden noorder en 20 graaden zuider breedte. De langte van het noordoosten naar het zuidwesten is omtrent 3600 mylen, en in breedte van het westen naar het oosten is het omtrent 2180 mylen. Het wordt verdeeld in het hinnenste en buitenste E thiopie. . Het binnenste Ethiopie, of het land der Abyssiniers, bevat veele provinciën, welker voornaamste zyn Barnagas. sa Tigremabon, Dobassat, Fatigar , Angote, Amara , Beleguanze, Bagamedri. Het buitenste ethiopie bevat de koningryken van Biasara, Loango, Congo, Angola. De keizerryken van Monoemungi en Monomotapa, benevens de kusten van kaap Zangebar , Ajan en Abex. Dewyl dit groote vereenigde ligchaam gemeenlyk beschouwd wordt, als verdeeld in de twee klassen van het binnesnte en buitenste, of opper en neder Ethiopie, zullen wy over beiden handelen. Het hinnenste Ethiopie , of het land der Abyssiniers , waarvan de ouden zeer weinig wisten, grenst nu ten noorden aan het ryk van Nubie, en ten zuiden aan de ryken van Alaba en Jondero; ten westen aan de rivier Maleg, die in den Nyl valt ; en ten oosten aan het buitenste Ethiopie. De naam abyssinie beteekent in de Egyptische taale verstrooide natien. Het strekt zich uit van 26 tot 45 graaden ooster langte, en van het noorden naar het zuiden loopt het wat meer dan 13 graaden, te weeten van 6 graaden 30 minuuten, tot omtrent 20 graaden breedte. Dit ryk, gelyk het doorgaans genoemd wordt, beGg * 4 vatte  648 Natuurkundige vatte voor deezen 27 bevelhebberschappen of gouvernementen. De inboorelingen of inwooners moeten ongetvvyffeld, in zulk eene groote uitgestrektheid en verscheidenheid van provinciën, vry wat van elkanderen verschillen , zoo in hun uiterlyk voorkomen als in hunne geestgesteltenisse; doch over het algemeen genomen zyn ze taanagtig van kleur, zy zyn vervallen tot, de diepste onkunde, en men vindt hen zeer onagtzaam en trouweloos, zoodat zy in geen geval geloofd worden, ten zy ze by het leeven van hunnen keizer zweeren. Zy zyn verslaafd aan belachlyke inbeeldingen , hebben een denkbeeld van eene meenigte duivels of booze geesten, neemen uit allerleie voorvallen aanleiding om voorspellingeu wegens den gelukkigen of ongelukkigen loop der dingen op te maaken , en ontstellen zich , wanneer 'er maar het allergeringste , hoe beuzelagtig ook , gebeurt , het welk niet aan hunne wenschen beantwoordt. De meeste schryvers maaken egter hier eene uitzondering ten aanzien der inwooneren van Chaxumo, die zy voor de besten van het gantsche keizerryk houden ; veelen hunner worden beschreeven als gevoelig en verstandig, als veel edeler van gedrag dan de bewooners van andere streeken. Anderen beschryven ook het nageslagt der Arabieren als beleefd, als liefhebbers van herbergzaamheid, getrouw aan den koning, en ongeneigd om vreemdelingen eenig nadeel toe te brengen.' Dit land staat onder eenen opperheer Naggasi genoemd, dat is heer of regeerder: somtyds draagt hy ook den naam van Negusch dat is koning der koningen. De Ethiopische monarch verbeeldt zich uit Salomon en Maqueda , of (volgens josepbus) Nizaulle, koningen van het zuiden , gesprooten te zyn. hy maatigt zich eene groote meenigte grootsche titels aan, die al de provincien uitdrukken, welke onder zyn gebied staan, en over welken hy zich den naam toeëigent van Rex Regum, van geliefden Gods', van den zoon van David en Salomon, van Jakob en Maria, en yan Nahu naar den vleesche. Qok noemt hy zich St. Pieter  Aardryksbeschryving. 649 ter en Paulus naar den geest. Zyne regeering is geheel eigendunkelyk, wordende zyne onderdaanen behandeld als   de ergste slaaven. Hy wordt van de aanzienlyksten zelfs dermaate geëerbiedigd dat zy, op het hooren van zynen naam, hunne ligchaamen buigen, en den grond met eenen van hunne vingeren aanraaken. De overgang van zyne kroon is niet erflyk, maar dezelve komt aan eenen van zyne zoonen, dien hy 'er mede wil begunstigen. Koningen en vorsten, die aan hem onderworpen zyn, worden naar   zyn goeddunken afgezet, en anderen in hunne plaats aangesteld. — Daar zyn egter drie grondregels, welke men   zegt dat in veele gevallen grooten invloed op zyn gedrag   hebben, de eerste is, dat hy zyne nabuuren, inzonderheid de nubiers en Gallen niet moet tergen. De tweede, dat de overtollige waaren van zyn land uitgevoerd, en   andere noodzaaklyke dingen ingevoerd worden, het geen tot voortzetting en aanmoediging van den koophandel kan   dienen. De derde is dat hy zyne onderdaanen overtuige wegens de grootheid van zyne waardigheid, die als boven het menschlyke verheven wordt aangemerkt , ten einde   deeze overtuiging hen tot eene gewillige onderwerping en   eerbied mooge opleiden. Dit heeft ook ten gevolge dat   zy gtooter blyken van eerbied aan bem dan aan de godheid bewezen. Met betrekking tot den Godsdienst staat aan te merken dat dit uitgebreide ryk door veele ondereen gemengde volkeren bewoond wordt, als door Heidenen, Jooden en Mohammedaanen van verscheidene natien doch het voornaamste gedeelte der inboorelingen bestaat uit Christenen. Zy erkennen dat het geschreeven woord van God voor den eenigsten regel des geloofs moet gehouden worden. —> Ten aanzien der menschwordinge van Christus zyn zy eutychiaanen. Zy stellen het hoogste gezag in den persoon van den keizer, zoo wel met opzigt tot kerkelyke als tot burgerlyke zaaken; en ontkennen op dien grondslag vol strektelyk alle oppersoofdigheid van den bisschop van Rome, gelyk ook de leer wegens de transsubstantiatie, het Gg * 5 va-  650 Natuurkundige vagevuur, den dienst in eene vreemde taale, de oorbiegt de beelden in de kerken, den ongehuwden staat der geestelykheid, het laatste oliesel, en meer andere dingen. Zy vieren den zaterdag zoo wel als den zondag als eenen sabbath : zy onderhouden de besnydenis zoo wel als den doop, en wagten zich van het eeten van zwynenvleesch. Zy zyn zeer geneigd tot het geeven van aalmoessen en het bezoeken van zieken. Hun godsdienst bestaat geheel in het leezen van de Heilige Schriftuur, in de bedieninge van het Avondmaal, en in het leezen van eenige redevoeringen der oudvaderen. Zy zyn zeer naauwgezet in het waarneemen van hunne gebedeuuren, en hebben, wanneer zy in de kerk komen , geene schoenen aan hunne voeten : ook gaan zy nooit anders dan op den grond nederzitten. De Roomsche zendelingen kreegen omtrent het midden der voorgaande eeuwe zoo veel invloeds in deeze streeken, dat het Pausdom 'er waarschynlyk gevestigd zoude geweest zyn, en den keizer en het hof aan zyne zyde gekreegen hebben, maar de abyssyniers waren zoo gezet op hunne vryheid, en op den godsdienst hunner voorouderen, dat des keizers poogingen om het Roomsche geloof in te voeren, sterke tegenkantingen ontmoetten; en toen by bespeurde dat de voortzetting deezer poogingen niet zonder bloedstorting zoude kunnen geschieden, stond hy geheel van zyn ontwerp af, en keerde niet slegts zelf tot den ouden godsdienst weder, maar gaf ook eene gelyke vryheid aan alle zyne onderdaanen. Om het misverstand te doen eindigen, en het volk van de opregtheid zyner betuigingen te verzekeren, bande hy sederd dien tyd alle Roomsche zendelingen, wie zy ook zyn mogten, uit zyne staaten, welke hy ook ontzeide aan den Jesuiet Alphonso Mendez. Wat de voortplanting des Christendoms in dit land betreft, het is eene bestendige overlevering onder de inwooners dat de gesneedene, die door den diaken Philippus is gedoopt geworden, kamerling was van de keizerin-, ne van Ethiopie, en dat by, by zyne wederkomst, het hof en keizerryk tot het christelyk geloof bekeerde. Doch daar  aardryksbsschryving. 651 daar zyn andere vernaalen, volgens welken het Christendom hier eerst werd ingevoerd door Frumentius , een bisschop van Tyrus, die in de vierde eeuwe door den H. Athanastus is gewyd geworden. De taal van de Abyssyniers schynt eenige overeenkomst te hebben met de Hebreeuwsche en Chaldeeuwsche. Zy heeft eene groote meenigte Dialekten, die zoo veele verschillende taalen schynen te zyn, welke binnen de grenzen van dit ryk gesproken worden. De Abyssynische taal is merkwaardig om eene byzonderheid, die haar alleen eigen is, te weeten dat de A, die by alle volkeren de eerste letter van het Alpbabeth is , by de Abyssyniers eerst als de dertiende van het zelve voorkomt, gelyk blykt uit de taalkunde van ludolphus De Natuurlyke historie van die land verschaft eenige verscheidenheid. De lugt is, over het algemeen genomen, zeer heet, maar egter in sommige valleijen ongemeen koel en gemaatigd , uit hoofde van de menigvuldige en hooge bergen, wier gelegenheid in verscheidene plaatsen zoodaanig is dat zy, in sommige tyden van het jaar de zonnestraalen uit de laage valleijen, die 'er tusschen leggen terug houd, zoodat de zomers'er doorgaans minder besmettelyk zyn dan in Portugal. Deeze landen zyn derhalven zeer gezond. Indien men ooit kan zeggen dat de hette 'er groot is, dan is het wanneer de zon , ten aanzien van de inwooneren, aan de overzyde van den Equator is, en hen in eenen schuinschen stand beschynt; want wanneer zy loodregt boven hun hoofd staat, dan vallen 'er zwaare regens, die de laage landen verkoelen , en de wolken dienen om de kragt der zonnestraalen te breeken. De regens vallen niet by droppels, gelyk zy by ons doen, maar storten met zulk een geweld neder, dat zy boomen, huizen , en zelfs rotsen , met zich voeren. De grond van dit land, die in het eerste, tweede en derde noorder , en in het eerste, tweede en derde zuider klimaat gelegen is , is merklyk onderscheiden; want in sommige plaatsen, die naast aan de menigvuldige takken van  652 Natuurkundige van den Nyl gelegen zyn, is hy geschikt om de meeste soorten van graanen , vrugten en moeskruiden voort te brengen, en dat wel in grooten overvloed; maar in die plaatsen , welke bergachtig en ver van den Nyl af zyn , kan men niets anders zien dan groote woestynen, zandige bergen, en verschriklyke rotsen. De voornaamste waaren: welke dit land verschaft zyn yzermynen , eene groote meenigte van vlas , eenen merklyken voorraad van suikerriet, overvloed van wynen, ver• scheidenheid van vrugten, en veelen van die soorten van graanen, welke zeer geschikt zyn tot voedsel. Men vindt 'er ook wel haver, maar geen ryst en slegts weinig tarwe. Behalven gierst, honig en zout, zyn 'er andere waaren, welke tot het maaken van klederen dienen, als vlas, kattoen, en huiden van dieren; ook zyn 'er eenige dingen, die ter voortzettinge van den koophandel uitgevoerd worden, als goud, zilver, yzer, koper, lood, zwavel, wasch, en edelgesteente van verscheidene soorten. Daar zyn ossen en koeijen, en eene meenigte van die groote schaapen, van welken wy in onze beschryving van Syrie in het byzonder gesproken hebben: daarenboven vindt men 'er die wilde dieren , welke in Afrika gemeen zyn : onder dezelven is de Zebra of wilde ezel de merkwaardigste. Nog zyn 'er eenige dieren, die aan dit land genoegzaam alleen eigen zyn, als I. dat tweeslagtig schepsel, het welk men Bihut noemt: het zelve heeft eenige overeenkomst met een paard in verscheidene deelen van het ligchaam, en wordt voor dat dier gehouden, dat in het boek van Job onder de benaaming van Bebemoth voorkomt. 2. De Hariss, die eenen hoorn op het voorhooft heeft, om welke reden hy van sommigen voor den eenhoorn der ouden gehouden wordt 3. De kameel-luipard, zoo genoemd omdat zyn kop en hals gelyk zyn aan die van een kameel, en omdat zyn ligchaam gevlakt is, even als dat van een luipard. 4. De Zecora, die om zyne fraaije gedaante en net geschakeerde kleuren voor het bevalligste schepsel onder alle de viervoetige dieren gehouden wordt. Onder de visschen en vo-  aardryksbeschryving 653 vogelen vindt men hier insgelyks zeer vreemde soorten, Daar is een visch, dien niemand kan aanraaken, zonder in eene geweldige beeving te vervallen. De inwooners bedienen zich van denzelven, als een geschikt hulpmiddel om hevige koortsen te doen bedaaren; doch wy kunnen niet zeggen of zulks geschiedt door aanraakinge, of op eenige andere wyze. Wegens den vogel Pipis zyn ons eenige zeer vreemde berigten gegeeven, welke wy nietzullen opnaaien, dewyl zy als ongelooflyk zouden voorkomen. * De bergen zyn in Ethiopie zeer menigvuldig, en veelen van dezelven zyn zulke vervaarlyke steilten dat men ze naauwlyks kan zien zonder te schrikken. De hoogste en aanmerklykste van dezelven is Lamalmon, in het ryk van Tigra. Die van Amhara en Samen , en van andere deezes lands zyn maar weinig laager; Dambia moet men egter hier uitzonderen, als zynde dit het laagste gedeelte van Abyssynie: op den top van sommigen deezer bergen, zyn zeer fraaije en ruime vlakten, die met boomen en andere groente pronken, en bronnen van uitmuntend water verschaffen. Sommigen zyn ook door de natuur gevormd, even alsof het door de konst geschied ware; zy hebben of eene pyramidaale gedaante, of komen voor als vierkante of ronde toorens, welke trappen in de rondte hebben, die noodzaaklyk zyn , indien men derzelver top wil beklimmen. In sommige bergen worden ook goudmynen gevonden , en aan den anderen kant zyn 'er mynen van yzer, zout en sulfer, maar wy vinden niet dat 'er eenig zilver is. De inwooners betaalen , in sommige plaatsen , Delfzout in plaatse van geld, voor waaren, die hun eigen land niet voortbrengt. De voornaamste rivieren zyn hier 1. de Nyl, die zynen oorsprong heeft in dit koningryk. 2. De Tacaze , die ontspringt in het koningryk van Angola. 3. De Maraba, of Mareb, die van de kust van Ahex komt. 4. De Maleg. 5. De Howash. 6. De Zebee. 7. De Witte rivier, behalven veele andere rivieren van minder belang. Hier  654 natuurkundige Hier zyn maar weinige meeren, die eenige aanmerking verdienen, uitgezonderd dat van Dambea , voor zoo veel het in dit koningryk legt. Dit meer is omtrent 30 mylen lang en 12 breed. Deszelfs water is zuiver, zoet en gezond, en verschaft overvloed van visch •, in het zelve vindt, men wel eens een zeepaard : want men zegt dat sommige deelen van dit meer van eene onpeilbaare diepte zyn In het zelve zyn 21 kleine eilanden, sommigen van welken men zegt dat dryven. Deezen zyn voornaamelyk de verblyf of schuilplaatsen van vogelen. Uit onze gegeevene berigten blykt dan dat dit land de meeste noodwendigheden des levens verschaft, maar tevens leeft het volk hier zeer armelyk, en houdt de zindelykheid noch in spyze noch in kleedinge in het oog. De dieren des velds, de paarden, kameelen. dromedarissen, en meer andere beesten, hebben 'er beter voorkomen dan de menschen, en worden 'er ook meer Opgepast. Schoon men dit niet met gelyken grond wegens alle de deelen van het ryk kan zeggen, schryven egter alle de historieschryvers de meeste inboorelingen zulk een karakter toe. Wy hebben niet van de abyssynische historie gesproken, omdat dezelve al te onzeker is, en te fabelagtig schynt om hier plaats te vinden. Het buitenste Ethiopie , of liever deeze vereeniging van verscheidene landen , die den ouden onbekend Waren, grenst ten noorden aan Abyssynie; ten oosten, westen en zuiden aan den Ethiopischen oceaan. Het wordt te gelyk met Abyssynie, waarvan wy reeds gesproken hebben, door de italiaanen Spanjaarden en Engelschen , Ethiopie genoemd, uit hoofde van de ongeraeene hette , die 'er in heerscht, zynde het voor het grootste gedeelte in de verzengde lugtstreek gelegen. Dit Ethiopie wordt het buitenste genoemd, uit hoofde van deszelfs gelegenheid ten' aanzien van het andere. De koningryken en staaten, diehet bevat , of in welken het verdeeld is, zyn reeds gemeld geworden. De inwooners zyn een stout krygszugtig en zwartagtig volk    Aardryksbeschryving 655 volk, afgerigt op den wapenhandel, bekwaam om tegen wilde dieren te vegten, of eenen vyand onder het oog te zien: zelden zyn zy in agting, voordat zy ten minsten het een of ander van deezen aart gedaan hebben , en zien dergelyke daaden als eene groote eer aan, inzonderheid wanneer zy de huid van eenig dier als een teeken hunner overwinninge kunnen vertoonen. Zy leeven voornaamelyk door het zwaard, en beschouwen den landbouw als een slaafsch en laag werk. Schoon zy zeer gezet zyn op het brood, het welk zy den Abyssyniers, en anderen van hunne nabuuren afneemen, zyn ze niet bezorgd om koorn te zaaijen, of zoo zy het tot hun eigen gebruik al gezaaid hebben, dan laaten zy de inzameling voor hunne slaaven of vrouwen over, terwyl zy zich met den kryg of de jagt bezig houden, die ze als manlyker oeffeningen aanmerken. Dit is inzonderheid het geval der Gallen of Gaulen, die, naar de gewoonte hunner voorouderen, geene vaste woonplaatsen hebben, maar hun verblyf in tenten houden, van plaats tot plaats omzwerven, met hunne vrouwen en kinderen, grooter of kleiner koppels vee hebben naar maate der grootte van hun gezin of reisgezelschap, en voornaamelyk van melk leeven; daarenboven zyn ze sober in hunne leevenswyze, en gantsch niet rykelyk in hunne kleeding. Zy begeeren geene rykdommen, althans geen goud of zilver , en hebben geenen smaak in weelde, of in die vermaakelykheden, op welken de Europeaanen gezet zyn. Van konsten of weetenschappen bezitten zy niets, dat noemenswaardig is. In hunne regeering vindt men ook blyken van hunne gallische afkomste ; zy zyn verdeeld in ontelbaare stammen : somtyds vindt men 'er wel 100 , 200 of 300 die denzelfden vorst , bestierder of oversten erkennen. Zyne voornaamste bezigheid schynt te zyn zyne stam tot oorlog of vrede te doen besluiten, en, na de overwinning, de verdeeling van den behaalden buit te maaken, en hen , die zich door hunne dapperheid onderscheiden hebben, te beloonen, hun  656 Natuurkundige Hun Godsdienst is, in zynen waaren aart, niet ongelyk aan dien der Gaulen, die niet wilden dulden dat tempels of afgoden voor de Godheid werden opgerigt. Zy, welken door de Druiden eenige regtmaatige en redelyke begrippen wegens de Godheid waren ingeboezemd, zyn nu tot eene grove afgodery vervallen, uitgezonderd die van Zanguebar, Ajan en Abex, die niet vreemd zyn van het mohammedaanendom. Anderen, die aan de kust der Kaffers woonen, eeren de zon en maan, en danssen voor de laatste, wanneer zy nieuw of vol is. In het koningryk van Acalemba heerschen begrippen wegens den natuurlyke godsdienst, die de groote domheid der inboorelingen zeer duidelyk weêrspreeken. Zy onderhouden bm den vyfden dag eene zekere gewoonte, dan worden zy door iemand van bekende eerlykheid vermaand: hun gedrag wordt ter toetse gebragt, en zy worden aangezet om zich van alle ongeregeldheden te wagten, en te denken aan de zekerheid van belooningen en straffen. Dus worden zy van het kwade afgeschrikt door de vreze van in het gezelschap wan Benimbe, of den Duivel, te zullen komen, en tot het goede aangemoedigd door de hope van Zammampoango, dat is god, te zullen zien. In die uitgebreide landen, welke onder de beraaming van het buitenste Ethiopie begreepen zyn, heerscht eene groote verscheidenheid in de Taal. ■ De inwooners van Cengo en Angola hebben ieder eene taal op hun zelven in Ajex en Abex wordt de Arabische, met eenige verscheidenheid van tongvallen, gesproken: maar de spraak der Kaffers en Hottentotten verdient den naam van Taal ter naauwer nood te draagen. Men kan niet denken dat deeze uitgebreide landstreek, die verscheidene groote koningryken en vorstendommen bevat , overal eene gelyke lugtgesteltenis kan hebbenIn Biasara en Congo is de lugt ongemeen heet, en de hette zoude zelfs ondraaglyk zyn voor de inwooneren, wierd zy in het eerste van deeze ryken niet gemaatigd door dagelyksche stortregens , en in het andere door ster ke  aardryksbeschryving. 657 ke winden, die dikwyls uit den wester Oceaan landwaards aan waaijen. In monomotapa en Moncemugi, gelyk ook aan de Kaffers kust, is de lugt gemaatigder; in Zanguebar is zy zeer ongezond, en in Ajan en Abex is zy ongemeen, heer. De grond en voortbrengsels van deeze onderscheidene verdeelinge verschilien zeer merklyk van elkanderen : Biasara is minder vrugtbaar dan Congo; het ryk van Monomotapa en Mancemugi verschaffen overvloed van koorn, en hebben ook eenige valleijen, in welken zeer goede Weylanden zyn. .De andere verdeelingen ten oosten en ten zuidoosten van de Abyssyniers, zyn voor het grootste gedeelte, zeer onwugtbaar in koorn; zy verschaffen egter eenen ryken voorraad van suiker verscheidene soorten van vrugten en speceryen, en zyn ook voorzien van eenige goud en zilvermynen. De mynen van Zanguebar zyn door de Portugeezen voor de besten van geheel Afrika gehouden geworden. Leeuwen , olifanten , en meer andere dieren, welke in Afrika gemeen zyn, vindt men ook hier menigvuldig; dus heeft men 'er ivoor, muskus en olie. Wy moeten mede niet nalaaten melding te maaken van eene groote verscheidenheid van zeldzaame planten, en zeer kostbaare kruiden. — In verscheidene meeren van Angola zyn eenige watermonsters, die door de Europeaanen Sireenen genoemd worden, omdat zy, gevangen zynde, zwaare zugten loozen, en een jammerlyk gehuil , niet ongelyk aan dat van schreijende vrouwen, aanrigten. In dit land vindt men ook den Orang outang, of Quoja Mawrow , door de Portugeezen Savages genoemd. Deeze schepsels gaan nu eens regt overeind, even als de menschen , dan loopen zy weder op vier pooten: zy hebben 200 veel overeenkomst met de menschen, dat eenigen hen als voortbrengsels van eene onnatuurlyke vermenging hebben aangemerkt. Anderen houden hen met meer waarscbynlykheids voor zekere soort van aapen van Borneo. — Hier is ook die berugte boom Eusada genoemd, die aan alle kanten van den stam uitschiet, en veele takken heeft, die II. afd III, deel Gg tot  658 Natuurkundige tot op den grond toe nederhangen, wortel schieten, en weder opgroeijen , zoodat de boom , door zulk eene voortplanting van zyne takken , zich somtyds tot eenen byna ongelooflyken omtrek uitbreidt. De geographie en de natuurlyke historie van de afrikaansche eilanden. De Afrikaansche eilanden Worden gemeenlyk tot vier klassen gebragt; naamelyk Madagaskar, de Kaap verdische de Kanarische, en de Madeirasche eilanden. Van deezen agten wy het gevoeglyk het volgende algemeene berigt te geeven. I. Madagaskar, het grootste van alle de Afrikaansche eilanden, wordt door de inwooneren Madecase, en door de Persiaanen en Arabieren Sarandib genoemd , maar de Europeaanen noemen het Madagaskar. Het strekt zich van het zuiden naar het noorden 200 Duitsche mylen ver uit, en is byna 70 mylen breed, beginnende op omtrent 12 graaden noorder, en eindigende op 25 graaden zuider breedte. Het werd eerst ontdekt door Laurens Almeida, die by dit eiland het anker uitwierp inden jaare 1506. De zeegolven gaan hier met eene groote snelheid, en staan ongemeen hol, wanneer de zee ebt of vloeit. Tusschen het eiland en de Kaap van Goede Hoop wordt een kanaal of doortogt gevormd, welke aan den westelyken ingang 85 mylen wyd is; in het midden, waar dit kanaal op zyn naauwst is, heeft het slegts de wydte van 44 mylen; oostwaarts is het ongemeen wyd. Alle Europeesche schepen neemen, in hunnen togt naar en uit Indie doorgaans den weg door dit kanaal, tenzy zulks door stormen onmooglyk wordt. Het eiland van Madagascar is in 28 provincien verdeeld , wier grenspaalen gemeenlyk gemaakt worden door de rivieren, die daar in groote meenigte zyn, en in verschillende deelen zeer gunstig gelegen zyn, zoo wel ter bevorderinge van het voordeel en gemak der inwooneren in  aardryksbeschryving 659 in het algemeen, als ter voortzettinge van den koophandel in het byzonder. De inwooners bestaan uit blanken en zwarten. De blanken worden onderscheiden in drie stammen: de zwarten zyn verdeeld in vier klassen. De eerstgemelden zyn zeer talryk, en komen meest in aanmerking uit hoofde van de waardigheden en het aanzien, waartoe zy verheven zyn. Wanneer 'er een koning moet gekoozen worden, bepaalen zy hunne keuze tot eenen afkomeling uit een van hunne stammen. men zegt ook dat zy uit de zandige deelen van Mecca herwaards gekomen zyn: over het algemeen genomen zyn zy Mohammedaanen, en houden zich aan derzelver gewoonten en gebruiken. — Ten opzigte van de zwarten merken wy aan dat zy noch godsdienst noch tempels hebben: maar onder hen blyft de gewoonte heerschen om, by byzondere gelegenheden, beesten te slagten welke zy aan God of aan den duivel opofferen. Dit bygeloof hebben zy van hunne voorouderen overgenomen, of liever van hunne Ombiassen of Priesteren, die de grootste bedriegers der waereld zyn. Zy hebben noch plegtigheden noch huwelyk, maar woonen by eskanderen zoo lang als zy 'er zin in hebben, en de voornaamsten leeven in het gezelschap van veele vrouwen. De zoig over de kinderen wordt aan de moeder overgelaaten, en de vader bekommert zich in het geheel niet om iets tot hun onderhoud toe te brengen. De bewooners zyn naar maate zy tot verschillende stammen en staaten behooren, van onderscheidene gesteltenisse; sommigen zyn zeer geneigd om hunne nabuuren te berooven, niet slegts van hunne bezittingen, maar zelfs van hunne vrouwen , het geen ook aanleiding geeft tot menigvuldige onlusten, en zelfs tot het neemen van geweldige maatregelen. Over het algemeen genomen mag men hen als het onopregtste en bedrieglykste volk der waereld aanmerken: inzonderheid mag zulks van hen gezegd worden , die in de zuidelyke provincien woonen. Da Manghabeërs zyn veel minder wreed en verraaderlyk; zy Gg ** 2. roe-  660 natuurkundige roemen op hunne afkomst uit Abraham, en zyn vry naauwgezet in het houden van hunne beloften, en in het betragten van Onderlinge pligten. Over het algemeen genomen vinden zy geen genoegen in uitspanningen of ligchaamsoeffeningen, behalven in het zingen en danssen , en sommigen hunner zyn vry wel afgerigt op het gebruik van muzikaale werktuigen, uit welken hoofde zy niet weinig geagt en toegejuicht worden. Hunne voornaamste bezigheden bestaan in het visschen en in den landbouw; want de inboorelingen hebben weinig denkbeeld van den koophandel, en maaken weinig werks van konsten en handwerken , schoon men erkennen most dat zy eenige bekwaame goudsmits, timmerluiden, yzersmits en pottebakkers hebben. De touwmaakers maaken zeer goed werk van den bast van boomen. De kleeding der inwooneren is zeer onderscheiden; de blanke mans en vrouwen gaan blootshoofds en barrevoets, uitgezonderd die van Manghabe, waar de mans eene vierkante muts, en de vrouwen eenen hoed draagen, die van boven puntig is, en tot de schouders toe nederhangt. Zy hebben ook mantels en borstrokken van zyde, kattoen, of bast van boomen, naar maate van den rang, dien zy bekleeden, en sommigen zyn met kostbaare versierselen opgetooid. De Negers gaan geheel naakt, uitgezonderd aan de schaamdeelen , die zy bedekken , en de vrouwen draagen eenen langen rok zonder mouwen. Hun gewoone voedsel bestaat in ryst, boonen en erwten : op andere tyden maaken zy ook gebruik van verscheidene soorten van vleesch (met uitzonderinge egter van varkensvleesch; van gevogelte, van zee- en riviervisch , en van keurlyke vrugten. Hun drank is water of bry, honig, wyn, of eenig ander vogt. Zy worden geregeerd door eenen Voadziro, dien zy met den titel van Grooten Heer, of Rabertau, vereeren en aan wien zy zeer zwaare schatting in koorn , rundvee, en verscheidene andere dingen van waarde , opbrengen Maar wanneer hy als een dwingeland te werk gaat of hen op  Aardryksbeschryving. 661 op eenigerleie wyze onderdrukt, dan komen zy in grooten getale by elkanderen , en dreigen hem den dood, indien hy hen niet zagter wil behandelen: en om zich uit dien hachlyken staat te redden , is hy verpligt om de ontvangene schattingen terug te geeven, en eene ryklyke uitdeeling te doen van geld en leevensmiddelen. De Taal verscbilt merklyk in de onderscheidene provincien , en is, over het geheel genomen, zoo onbeschaafd als zy, die zich van dezelve bedienen: de Arabische is egter meest in gebruik onder luiden van fatsoen. De Franschen maakten zich omtrent het jaar 1642 meester van dit eiland, doch de inboorelingen, eenen weêrzin hebbende in hunne regeeringswyze en wreedheden, hernamen het zelve omtrent het jaar 1651 ; zy vermoordden of banden de meesten der Fransche oversten, en kreegen dus hunne zoo genaamde vryheid weder, welke zy met groote hardnekkigheid verdedigen. Het is geenszins te verwonderen dat de Franschen eenen aanslag op dit eiland gewaagd hebben , dewyl het, uit hoofde van deszelfs gelegenheid en voortbrengselen, aan een groot gedeelte der inwooneren onderhoud verschaft, en in veele opzigten ter bevorderinge van den koophandel kan dienen. Het geheele Land is schoon, en de grond ongemeen vrugtbaar: het is egter omringd mat bergen, en voorzien van heuvelen en vrugtbaare vlakten: ook heeft men 'er weylanden voor rundvee, overvloed van garst en ryst, eene meenigte van vrugtbomen , suikerriet, honig, en (om kort te gaan) alles wat de inwooners tot hun onderhoud kunnen wenschen. De Bergen zyn niet slegts voorzien van weylanden, maar men heeft hier zelfs goudmynen gevonden; in andere deelen zyn andere metaalen en mineraalen ontdekt geworden. Yzer heeft men 'er in grooten overvloed, gelyk ook zeer goede zoutmynen. Daar is eene aarde van eene zeepagtige hoedaanigheid, en zoo wit als kryt. Daarenboven zyn 'er verscheidene bronnen, die uit deeze berGg *•* 3 gen  662 Natuurkundige gen voortkomen, onder den grond heen loopen, en bezwangerd worden met de mineraale en zwavelagtige stoffe , over welke zy voortschieten; zoodat de wateren van veelen van groot nut zyn in verscheidene kwaalen en ongemakken. Op dit eiland vallen veelerieie soorten van gommen; sommigen van dezelven zyn welriekend, anderen zyn groen .en van eenen balsemagtigen aart; eene derde soort is zwart, lymagtig , en droogt door den tyd op. Men vindt 'er niet minder dan zes soorten van honig, van welken eenigen aangenaam van geur en balsemagtig van aart zyn: doch in sommige deelen is eene soort die voor vergiftig gehouden wordt ; dezelve wordt gemaakt door byen, die het vogt uit de bloemen van zekeren schadelyken hoorn zuigen. Wyngaarden zyn 'er in grooten overvloed, zoodat de inwooners verscheidene soorten van wyn maaken. Men heeft 'er Bananas boomen , Ananassen, witte Peper, gember Kokos- nooten, Saffraan, en meer andere dingen. Dit eiland is egter door niets merkwaardiger dan door de meenigte en verscheidenheid van kruiden en planten. Op het eiland Madagascar zyn verscheidene soorten van viervoetige dieren, vogelen, visschen en insekten. Daar zyn drie soorten van Rundvee; die van de eene soort zyn gehoornd, die van de tweede soort hebben ronde koppen en geene hoornen, en de hoornen van die der derde soort, zyn slap en neêrhangend: allen hebben zy eene groote hoeveelheid van vet, het welk de inwooners smelten, en als boter gebruiken. Men vindt 'er ook groote koppels van buffels, een aantal van wilde beeren , schaapen, egelvarkens. honden en aapen, die in groote , gedaante, en kleur verschillen. In Madagascar worden egter geene olifanten, tygers, of paarden , die oorspronglyk op het eiland zyn voortgekomen, gevonden. Dit Eiland verschaft eene groote verscheidenheid van water en ander gevogelte, schoon doorgaans kleiner dan de vogels van Europa, daar zyn faisanten met violetkleurde vederen en roode bekken, kleine paroketten, kleine groe-  Aardryksbeschryving 663 groene vinken , wilde kalkhoenen , zwarte en graauwe arenden, met zeer schoone vederen, wilde kraanvogels met kuiven op hunnen kop, pelikaanen, zwarte en witte reigers enz. De Samba is een vogel, wiens vederen eenen rooden gloed hebben, gelyk aan dien van vuur. De Volila is een rivier-vogel, vry veel overeenkomst hebbende met den grooten pelikaan ; dezelve heeft eenen langen bek. De Tahia is een vogel, wiens vleugels , pooten en bek geheel zwart zyn, en zyn geluid komt altyd uit op Tahia. Men vindt 'er anderen, onderscheiden in kleuren, en die ook verschillende geluiden maaken: doch zy zyn te menigvuldig om beschreeven te worden. Dit Land wordt geplaagd door Insekten van verscheidene soorten. De Famocantratan of Borstpringer, is een ongemeen , maar tevens een gevaarlyk insekt: het heeft de grootte van een kleine hagedis: doorgaans zet het zich vast aan den bast van een' boom, en springt zeer schielyk op de borst van iemand, die 'er naby komt, en men kan het niet kwyt raaken, zonder dat het vleesch, waaraan het zich gehegt heeft, wordt weggesneeden. — De Anacandes is eene soort van kleine slang, die somtyds eenen man zal bekruipen, en tot aan zyne ballen doordringen, om aan dezelven te knabbelen , het geen doorgaans doodelyk is, uit hoofde der vergiftige hoedaanigheid van het diertje. — De Scorpioen Spinnekop is een ander gevaarlyk insekt; dezelve heeft eenen grooten, ronden en zwarten buik; zyn beet veroorzaakt eenen onmiddelyke bezwyming en koude; somtyds wordt dezelve geneezen, wanneer men spoedig genoeg eenig tegengift gebruikt; wanneer men daar wat lang mede wagt, dan is zy ongeneeslyk. Andere insekten zyn, hoe schoon ook door hunne gedaante en kleuren, zeer schadelyk voor de inboorelingen, en derzelver uitroeijing is zoo moeijelyk als noodzaaklyk. Daar zyn verscheidene andere Eilanden, die in de nabuurschap van Madagascar gelegen zyn, als die van comorrr van den 10den tot den 15den graad zuider breedte. Derzelver getal is zeer onzeker : het voornaamste, dat Gg ** 4 meest  664 Natuurkundige meest door de Europeaanen bezogt wordt, is johanna. —Ten oosten van Madagascar vinden wy eene meenigte van Onbewoonde eilanden , die wel in de kaarten geteekend staan, maar nergens beschreeven zyn'. — Agter de kaap van Goede Hoop, naar het noord-noordwesten , is het eiland van St. Helena, op den 16den graad zuider breedte. Vervolgens vindt men het eiland Ascension; dat van St. Mattheus; en nader aan het vaste land leggen Annobon, Illadel Cabras, St. Thomas, Caracombo, het Prinsen- eiland, enz, meer andere, die geene byzondere beschryving vorderen. De kaap verdische eilanden zyn zoo genoemd naar hunne gelegenheid naby de kaap van dien naam, aan het vaste land van Afrika, waar zy regt tegenover leggen. Zy strekken zich, tusschen de gemelde kaap en kaap Blanco omtrent 42 mylen van het vaste land af uit en hebben eene uitgebreidheid van 70 mylen: over hef algemeen genomen leggen zy tusschen de 40° 30' en tusschen de 17° 30' noorder breedte, en tusschen de 22 en 25 graaden, ten westen van London. — Zy zyn tien in getal, naamelyk St. Anthony, St. Vincent, St. Lucia, St. Nikolaas, Insula de Sal , Bonavista, Mayo, Jago, Insula del Fuego , en Brava: behalven welken 'er nog eilanden van minder aan-' zien toe behooren. • • Men erkent dat deeze Eilanden, zoo zy al te vooren zyn ontdekt geweest, ten minsten aan de hedendaagschen Onbekend zyn gebleeven, tot aan het jaar 1440, wanneer antonio nolli een Genueesch 'er by toeval aanlandde, ' Thans zyn ze meest allen wel bevolkt, schoon de Lugt in sommigen zeer ongezond is; in de meesten zegt men egter dat zy zeer heilzaam, zuiver en helder is. Eenigen willen dat de inwooners Europeaanen van oorsprong zyn , doch dit wordt door schryveren van latere tyden weêrsproken; Want zy bestaan uit een mengsel van Blanken en Zwarten, even als die van Madagascar; zy zyn ook allen niet even beschaafd: maar dewyl zy onderdaanen zyn yan de Portugeezen, zyn ze egter eenigszins van die ruwheid en Wreedheid, welke in deeze afgelegene ei lan-  aardryksbeschryving 665 landen te algemeen zyn , afgebragt. De inboorelingen brengen de voortbrengsels van hun land naar het zetstrand, waar zy veelerleie leevensmiddelen, vleesch, gevogelte, geiten , vygen , kokosnoten, citroenen, orangeappelen, meloenen , muskus, granaatappelen, en andere vrugten verruilen, voor verscheidene soorten van optooiselen. Zy zyn zeer omzigtig in het toelaaten van vreemdelingen in hunne vlekken of huizen, uit vreeze van door dezelven beroofd te worden, terwyl hun eigen karakter, over het algemeen genomen , is dat zy de afgerigtste dieven zyn van geheel Afrika. Sommigen van deeze eilanden zyn merkwaardig, uit hoofde van zekere byzondere voortbrengselen. Dus zyn in het Insula de Sal veele natuurlyke zoutputten, van welken het eiland zynen naam heeft. In sommigen van deeze eilanden , en in het byzonder te st. jago, heeft men eene groote meenigte van kattoen , het Welk een aanmerklyk gedeelte van den handel met de braziliaanen uitmaak. Dit eiland is ook beroemd door zynen Custard of Vlaa-appel, zynde eene vrugt zoo groot als een granaatappel, en genoegzaam van dezelfde kleur: het buitenste bekleedsel is rondom bezet met kleine regelmaatige knobbeltjes of uitwassen, en van binnen vindt men eene zagte en witte stof, die zeer zoet en aangenaam is, vry wel gelykende naar eene Vlaade; in het midden zyn eenige weinige korrels, maar men vindt in het geheel geen klokhuis. " De boom heeft omtrent de grootte van eenen kweepeerenboom, met lange takken , die door de zwaarte van deeze smaaklyke vrugt zeer fraai nederhangen. St. Jago is bet eenigste onder alle deeze eilanden, het welk berugt is door zyne paarden: wy kunnen niet zeggen waaraan men zulks hebben , toe te schryven, maar de paarden zyn 'er zeer menigvuldig, en tevens zeer fraai. Daar zyn ook andere dieren , die op Madagascar mede gevonden worden; voor het overige treft men 'er niets aan, dat ongemeen genoeg is om eenige byzondere beschryving te vorderen. • :, -■ ■ -, ■ ' i Gg ** 5 de  De KANARISCHE EILANDEN, De aerdryksbeschryvers zyn onder elkanderen verdeeld wegens den Naam, de Grenzen, en de Oude Bewooners deezer eilanden; in zoo verre als egter derzelver uitgebreidheid kan bepaald worden , leggen zy tusschen de 27° 10 en tusschen de 29° 50' noorder breedte, en tusschen de 12° en 17° 50' langte, ten westen van London. Men kan niet bepaalen of zy aan Ptolomeus en Plinius al of niet zyn bekend geweest. De latere aardrykskundigen schynen 'er in het geheel niets van geweeten te hebben voor het jaar 1405, ten welken tyde zy onbetwistbaar aan de Spanjaarden behoord hebben; zy waren toen ook bevolkt door Christenen, en de inwooners erkenden de opperhoofdigheid van den Roomschen stoel; maer de historie meldt ons niet hoe en wanneer het christendom 'er is ingevoerd of voortgeplant geworden, De kanarische Eilanden leggen beoosten de kust van Biledulgeriden wanneer wy op de natuur van deeze Eilanden letten, dan zullen wy begrypen dat de lugt 'er zeer heet is ; uit dien hoofde valt de oogst 'er zeer vroeg, te weeten in de maanden Maart en April. De grond is overal ryk en vrugtbaar, maar in het byzonder is dezelve berugt door die soort van Druiven, van welken de Kanarische wyn, die door geheel Europa in groote agting is, gemaakt wordt. Onder de voortbrengselsdeezer Eilanden telt men tarw, gerst, honig, wasch, suikerriet, oranjeappelen, vygen, granaatappelen, citroenen, Pynappelen, Persiken , en eene groote verscheidenheid van andere vrugten, — Hier groeit ook zeer overvloedig zekere plant , die orisell genoemd wordt, welke de Botanisten beweeren dat de Phalaris van Diascorides is. Deze Plant wordt met groote zorgvuldigheid aangekweekt, omdat zy tot voedsel dient voor die kleine vogeltjes, die om hunne schoone pluimaadje en lieflyken rang in hooge agting, en by ons onder den naam van Ka-  aardryksbeschryving 667 kanarievogels bekend zyn. — Hier is ook eene zonderlinge en kostbare gom, Bre genoemd, die door middel van een klein vuur uit den Pynboom getrokken wordt. -» De Kanarische eilanden zyn daerenboven ryklyk, voorzien van vee, als van koeyen, schaapen, Geiten, en wilde Ezels, die in gantsche koppels over de Bergen loopen ; en waarschynlyk bestaat een groot gedeelte van den koophandel der inwooneren in het verruilen van de huiden deezer dieren. In de Bosschen vindt men eene meenigte van schepselen, die tot het gevederd geslagt behooren , en de omringende zee verschaft de bewooners eene groote meenigte van visch, inzonderheid van steur, zoodat de behoeftigsten zelfs geen gebrek hebben aan noodig onderhoud. Voeg hier by dat de eilanden gragten en Moerassen hebben , die , zoo dikwyls als de vloed gaat, met zeewater vervuld zyn, en naderhand door de hette der zonne wader uitdroogen , totdat 'er een fyn zout wordt voortgebragt, het welk tot veele nuttige einden kan gebruikt worden. De Kanarische Eilanden zyn palma., Ferro, Gomara, Teneriffe, Canaria, Fuerte Ventura, en Lancerota. By deeze groote eilanden kan men nog eenige kleine voegen, als dat van St. Clair , gratiosa Rocca, en Alagranza, gelegen aan het noord -oost einde van Lancerota: doch in deezen vinden wy geene byzonderheden, welke verdienen beschreeven te worden. By dit algemeene berigt wegens de Kanarische Eilanden, kunnen wy nog eene aanteekening voegen wegens zekeren boom, die door de Spanjaarden Santo genoemd, en op het eiland Ferro gevonden wordt. Deszelfs top zegt men dat alle nagten door eene dikke mistige wolk, omringd is, die, tot water verdikt zynde, des morgens by droppels van de bladeren valt, en wel in zulk eene hoeveelheid dat het vogt van grooten dienst is voor de inwooneren, die, uitgezonderd in den regentyd, anders gebrek, aan water zouden hebben. Ten opzigte van het eiland Teneriffe staat aan te mer ken  668 Natuurkundige ken dat het merkwaardig is door zijnen verbaazenden Piek, die zich voor het oog vertoont als eene groote. hoop rotsen, zonder orde opeengetast, in de gedaante van eene ruwe Pyramide. Dit heeft sommige natuurbeschouwers doen gissen dat deeze Piek is veroorzaakt geworden door de schielyke ontbranding van zekere onderaardsche sulferagtige stofFe. Deeze gissing krygt geene geringe kragt door de groote meenigte zwavel, die op dit eiland gevonden wordt, inzonderheid naby den voet van den berg , en door de kleur van de rotsen zelve: want veelen van dezelven vertoonen zich voor de aanschouweren, als of zy lang door vuur waren geroost geworden ; en de aerdbeevingen zyn hier thans zeer gemeen. Dewyl de bewooners van deeze eilanden meest Spanjaarden zyn . zoo heerschen hier derzelver godsdienst, taal en zeden, uitgezonderd onder de weinige inboorelingen , die meestal hun verblyf houden tusschen de bergen, en in de onbewoonde streeken. Het eiland van madeira. Het is merkwaardig dat veele Schryvers Porto Santo by het zelve voegen, en ze beiden de Madeirasche eilanden noemen; doch dit is, onzes oordeels, eene misvatting , dewyl Porto Santo altyd is bewoond geweest door een onderscheiden volk ; de schryvers verschillen ook onder elkanderen in het bepaalen der uitgestrektheid van Madeira. Barbot plaatst het op 32° noorder breedte, en 17° langte ten westen van London. De inwooners bestaan gedeeltelyk uit Portugeezen, Engelschen en Franschen, die Roomsch Katholyk zyn, en het grootste gedeelte van den handel onder zich hebben; behalven dezen zyn 'er veele vrye Negers, die allen met blyken van agting behandeld worden. De inwooners zyn, over het geheel genomen, deftig, maatig in spyze en drank, en bezadigd; maar zy zyn tevens trotsch  Aardryksbeschryving. trotsch en hoogmoedig ; het meest heerschende gebrek onder hen is verslaafdheid aan minnelusten, welke mans en vrouwen, tot buitenspoorigbeid toe, involgen, schoon zy evenwel in het openbaar de betaamelykheid in het oog houden. Die geneigdheid merkt men in zoo verre aan als een gevolg van de lugtsgesteltenisse, dat de ver  standigsten de maatigheid, en zelfs zekeren graad van : onthoudinge; ten hoogsten noodig agten. Ouders dragen zorg om hunne kinderen jong uit te trouwen; doch de beweegredenen daartoe komen meestal voort uit win  zugt, of uit de begeerte om met aanzienlyke Familien verbintenissen aan te gaan. Jonge luiden worden 'er dikwyls door het Huwelyk vereenigd , zonder dat zy   elkanderen vooraf genoegzaam hebben leeren kennen Twee gevegten worden 'er aangemerkt als iets, dat de eer gebiedt: een moorder, die in eene kerk vlugt, of den altaar aanraakt, stelt zich daardoor in eenen staat van onstrafbaarheid. Door deeze en andere inschikkelykheden worden de geestelyken, schoon vry talryk, in   eenen staat van gemak en weelde onderhouden: zy leeven in denzelven, door den arbeid en vlyt yan ambagts  luiden en handelaaren. De Lugtstreek van dit eiland is gemaatigder dan die van de Kanarische Eilanden: ook is de grond 'er vrugtbaarer in wyn, suiker en vrugten, maar zoo vrugtbaar niet in koorn, schoon hy door eene meenigte van bronnen veel meer bevogtigd wordt. — Wat de boomen en planten betreft, zy verschillen genoegzaam niet van die   van de gemelde eilanden. Limoenen groeyen hier tot eene verbaazende grootte, en de oranjeappelen komen 'er voort, zonder dat men 'er eenige moeite toe behoeft te doen. Men heeft 'er grooten overvloed van vrugten, die in Europa gemeen zyn, en de inwooners zyn zeer bekwaam om pasteien, vlaaden, en andere lekkernyen, van citroenen en oranjeappelen te maaken. Hier werden suikerbakkeryen in grooten getale opgerigt; maar de Portugeezen hebben ze allen te onbruik gemaakt, agtende dat  670 natuurkundige dat de wynhande! geschikt was om grooter voordeelen aan te brengen. — De prys , op welken de Madeira wyn onder ons gehouden wordt, verstrekt daarvan ten onwraakbaaren bewyze. Hier worden ook verscheidene handwerken voortgezet, niet slegts om den inboorelingen middel van bestaan te bezorgen, maar tevens om den koophandel te bevorderen. Van Porto Santo, als onderscheiden van dit eiland gesproken hebbende, kunnen wy aanmerken dat het gelegen is in den Atlantische Oceaan , tegen over Kaap Cantin, in het Koningryk Morocco, tusschen 32° 30' noorder breedte, en 15° 30'langte, ten westen van London : het is zeer klein, bevattende niet meer dan vyf mylen In den omtrek; maar het heeft zeer goede havens, waar de schepen, tegen alle winden, uitgezonderd tegen den noordwesten wind, beveiligd, ten anker kunnen leggen. In deeze baai loopen de schepen, die naar Indie vaaren, of van daar komen, in, om gekalsaterd te worden' of ververschingen in te neemen, en daardoor Wordt de handel der inwooneren voornaamelyk staande gehouden. Het eiland verschaft eenen ryken voorraad van tarwe en ander koorn ; ook zyn 'er koeien en wilde beeren in grooten meenigte; maar de voornaamste waaren, welke het ter vervoeringe naar andere landen uitlevert, zyn draakenbloed, honig, wasch, en visch. Alle de inwooners zyn domme Roomsch Katholyken, en staan onder het kerkelyk regtsgebied van den bisschop van Madeira. Het volk zoude, om kort te gaan, hier de geryflykheden des leevens in eene genoegzaame maate genieten, werd het niet menigwerf ontrust door de invallen en strooperyen van zeerooveren, die de dorpen dikwyls uitplonderen, en de inwooners somtyds wegvoeren, gelyk in den jaare 1617 geschied is, toen zy 'er 600 gevangen namen. Wy zullen onze Beschryving van afrika besluiten met een berigt wegens de azorische eilanden, dewyl zy in dezelfde zee gelegen zyn, en door sommige aardryksbe schry-  aardryksbeschryving 671 schryvers, als tot Afrika behoorende, beschreeven worden ; schoon anderen ze beschouwen als een gedeelte van Amerika, en anderen weder van Europa. De azorische , Terceras of wester eilanden, zyn zeven in getal, naamelyk, St. Michael, St. Maria, Tercera, Grahosa, St. George, Pico en Fayal; daarenboven zyn 'er de eilanden van Flores en Corvo, welke nu onder de Azorische eilanden begreepen zyn , dewyl zy onder dezelfde regeering staan, en maar zeven mylen westelyker leggen. Voor deezen droegen zy den naam van de Vlaamsche eilanden: maar de Portugeezen beweeren dat zy 'er regt op hebben, schoon wy niet kunnen zeggen of het op derzelver ontdekking dan of het op verovering gegrond zy. De meesten zyn bewoond door Portugeezen, en zy staan allen onder het regtsgebied van den Bisschop der Azores. Eene byzonderheid is ten opzigte van deeze eilanden zeer merkwaardig; te weeten dat 'er geene vergiftige of schadelyke dieren voortteelen, maat dat zy, indien zy 'er gebragt worden, na verloop van weinige uuren sterven. Het is tevens merkwaardig dat het koorn, het welk hier gegroeid is, geen jaar kan overblyven, zonder te spruiten. De Eilanden van Tercera , of de Azorische Eilanden kunnen op eenen grooten afstand in zee gezien worden, ten minsten wel op eenen van 20 mylen, het geen zekerlyk verbaazend ver is; maar dewyl de Pico of Piek, even als die yan Teneriffe, een kegelagtige gedaante heeft, en daarenboven witagtig van kleur is, moet men hierin de reden zoeken waarom dezelve zoo ver kan gezien worden. Alle schryvers erkennen dat de Lugt van de Azorische Eilanden zuiver en helder, gezond en gemaatigd is, en over het geheel genomen zeer geschikt om het koorn wel te doen tieren, overvloed van wyn en vrugten te doen groeijen , en aan de gemeende en nuttigste viervoetige dieren voedsel te verschaffen. Het grootste nadeel is dat zy, even als de Kanarische eilanden zeer onderhevig zyn aan aardbeevingen, zoo wel als aan overstroomingen , die door het geweld der omliggende golven, en door den hoogen vloed  672 Natuurkundige vloed , die na zwaare regenvlaagen volgt , veroorzaakt worden. Het eerste Eiland in rang is St. michaël het zelve is zeer volkryk en men dryft 'er grooten handel in koorn, wyn en rundvee; doch de havens zyn 'er gevaarlyk, en de zee breekt dikwyls in dezelven. In den jaare 1638 viel hier eene verschriklyke aardbeeving voor, die over het gantsche eiland zeer groote verwarring en schrik veroorzaakte , dewyl de inwooners zich agt dagen lang in het open veld moesten onthouden , zonder dat zy het dorsten waagen naar Vargen, de voornaamste stad, te keeren. Santa Maria is door de Natuur versterkt, zynde het genoegzaam geheel omringd door steile rotsen. De binnenste streeken zyn vrugtbaar en volkryk, en het geen in bet byzonder opmerking verdient, is eene fraaije porcelein-fabriek, waardoor de handel van het eiland niet weinig bevorderd wordt.' Terrera is genoegzaam cirkelvormig, zynde het mede rondom bezet met steile en begroeide rotsen, en in andere deelen door konst versterkt. Waarschynlyk was het zoo sterk niet , toen Cumberland en essex eenen gelukkigen aanval op het zelve deeden, onder de regeering van koninginne Elizabeth. Thans worden 'er, om tegen vyandlyke aanslagen veilig te zyn, allerleie scheepsbehoeften en andere noodwendigheden voor de koninglyke vloot bewaard, en het is de plaats waar de koopvaardyschepen water en andere ververschingen komen haalen. De inwooners zyn meestal Portugeezen, die aan hunne byzondere regeering onderworpen zyn, denzelfden Godsdienst belyden, en aan dezelfde driften , jaloezy naamelyk en wraakzugt verslaafd zyn. Gratiosa is maar een klein Eiland, maar ongemeen vrugtbaar, dewyl het meer koorn en vrugten uitlevert dan de inwooners kunnen gebruiken, schoon 'er veele steden en vlekken zyn, in welken eene groote meenigte van menschen gevonden wordt. st. george is door niets zoo merkwaardig, als door zy ne      aardryksbeschryving 673   ne hooge en oude cederboomen, in welken de inwooners   grooten handel dryven; schoon men tevens moet erkennen   dat zy geen gebrek hebben aan koorn, of aan andere lee  vensmiddelen. Wy komen vervolgens tot het Eiland Pico, zoo ge  noemd naar eenen zeer hoogen berg, die den naam van Piek draagt , Van welken wy te vooren reeds gesproken hebben. Aan den voet van denzelven aan den oostkant * is eene bron van versch water, het welk doorgaans koud is, maar somtyds egter door onderaarsch vuur zoo heet wordt, dat het met een groot geweld opborrelt, even als kookend water, waaraan het gelyk is in hette, terwyl het eenen stroom van zwavelagtige en stinkende dampen uitzendt, nevens gesmoltene steenen, mineraalen, en brokken aarde. De omtrek van Pico is omtrent 15 mylen; De bewooners leeven geheel van de voortbrengselen, welke het eiland in grooten overvloed verschaft. Het rundvee is 'er menigvuldig en uitmuntend in zyne soort. De wynen, welke hier voortkomen, zyn ook zeer goed van smaak. Behalven de cederboomen is 'er een fraaije boom Toxico genaamd , welks hout zeer hard, en glad gemaakt zynde, zeer schoon geaderd is. Maar de eigendom van deezen boom wordt voor den koning alleen gehouden. Het laatste van deeze Eilanden is Fayal, zoo genoemd naar de meenigte van beukenboomen, die daar groeijen Behalven deezen is 'er ook ander hout in zulk eenen overvloed dat de Engelschen het uit dien hoofde bezoeken Nog vindt men hier veel rundvee, groote vogelvlugten, en schoolen van visschen, zoodat de inwooners van de meeste noodwendigheden, die tot het leeven vereischt worden , zeer wel voorzien zyn, en veelerleie dingen hebben, die hen in staat stellen om handel te dryven, waardoor zy hunne zugt om buitenlandsche waaren te krygen kunnen volgen. aardrykskundige beschryving en NATUURLYKE HISTORIE Van AMERIKA. Amerika, een van de vier Deelen der Waereld , en II afd. III deel Gg zeer  674 Natuurkundige zeer ver het grootste , is eerst ontdekt geworden door christophorus Columbus, in het jaar 1491. Waarschynlyk kreeg hy aanleiding tot die ontdekking, niet slegts door de beschouwing van den aardbol, of door de verhaalen van zeeluiden , die schipbreuk geleeden hadden, maar door het denkbeeld, hetwelk in de schriften van verscheidene voornaame mannen heerschte wegens een onbekend vast land, ten westen gelegen. Over het algemeen genomen was men toen in het begrip dat het vaste land met de Kanarische of de Gelukkige Eilanden eindigde , veelen der verstandigsten hielden zich egter overtuigd dat 'er eene zeer uitgebreide landstreek aan de andere zyde van den Atlantischen oceaan moest gelegen zyn. Om de waarheid; met betrekking tot de verscheidene gissingen wegens de gelegenheid, uitgestrektheid, grenzen, bewooners en voortbrengsels dier landstreeke, te zoeken, bood Columbus, een man van groote ervarenheid, inzonderheid in de zeevaart , een stout en onderneemend vernuft, zich aan, verklaarende genegen en van besluit te zyn om hieromtrent eene pooging te waagen; by welke gelegenheid hy door zyne Katholyke Majesteit vereerd werd met de waardigheid van admiraal en onderkoning over alle de eilanden en landstreeken, welke hy in den oceaan zoude ontdekken en bemagtigen. In gevolge hiervan begon hy zynen eersten togt op den 3den van Augustus des jaars 1490, en slaagde zoo wel dat hy de Bahamas, Cuba en Hispaniela ontdekte. Op zynen tweeden togt, aangevangen den 25sten van September des jaars 1494, ontdekte hy Martinique, Marigalante en Guadeloupe. Op zyne derde reize, welke hy ondernam op den 30sten van May des jaars 1498, ontdekte hy het vaste land van amerika, of Canada. Eindelyk ondernam hy zynen vierden togt op den 9den van May des jaars 1502 , wanneer hy het eiland Jamaika, de baai van Honduras , en verscheidene andere aangrenzende landen ontdekte. Maar niettegenstaande het algemeen erkend wordt dat christophorus Columbus de eerste ontdekkingen van dit groote  Aardryksbeschryving. 675 te vaste land, van de eilanden, en van de landstreeken, die 'er toe behooren, gedaan neeft, had hy egter de eer niet van 'er den naam aan te geeven. Americus Vespucius, ■ die eerst in Spaanschen dienst was geweest, en vervolgens   eenen aanzienlyken post van den koning van Portugal wist   te verkrygen, deed twee reizen naar de nieuwe waereld (gelyk zy toen, en nog lang daarna, met het hoogste regt genoemd werd) waarvan hy de beschryvingen ook gemeen   maakte; zich met vry wat schyns de eer der ontdekkinge van dat gedeelte van Amerika, het welk onder de linie legt, aanmaatigende. Vervolgens gaf hy aan het geheele land den naam Amerika, onder welke benaaming het sederd is bekend gebleeven. Amerika is van eene groote uitgestrektheid, dewyl het niet slegts onder de verzengde, maar ook onder de gemaatigde lugtstreeken gelegen is. Volgens Salmon legt het tusschen de 35 en 145° wester langte, en tusschen de 80 graaden noorder, en de 58 graaden zuider breedte: doch verscheidene aardrykbeschryvers zyn het ten deezen opzig ■   te met elkanderen niet volmaaktelyk eens. Het grenst ten noorden aan de landen , die omtrent de Noordpool gelegen zyn; ten oosten aan den Atlantischen oceaan , door welken het van Europa en Afrika wordt afgescheiden ; ten zuiden aan eenen anderen grooten oceaan ; en ten westen aan de Stille Zee, gemeenlyk de Zuidzee ge noemd, die het van Asie afscheidt. Men rekent gemeenlyk dat het van het noorden naar het zuiden omtrent 8250 mylen lang is; maar het is naauwlyks ergens 300 mylen breed, en in sommige plaatsen niet breeder dan 100   mylen. Dit uitgebreide Land wordt verdeeld in zuid en noord amerika, welke deelen met elkanderen vereenigd worden door de smalle landengte van Darien — Noord Amerika bevat Merite of Nieuw Spanje; Noord mexiko of Granada; Florida; Terra Canadensis, en Terra Aretica. Zuid Amerika bevat in zich Terra Firma, Peru, het land der Amazonen, Brazil, Chili, Paragunay, Terra MaGg »** 2 gel-  676 Natuurkundige gellenica,. Terra Antaretica, en veele andere voornaame eilanden. Amerika is ook voornaamelyk onderworpen aan vier Europeesche Moogendheden, en somtyds is het onder die verdeeling door de aardryksbeschryvers beschouwd geworden. Wy kunnen hier gevoeglyk opgaaf doen van de bezittingen en eigendommen van iedere van dezelven, en dan eene beschryving, die meer aardrykskundig is, laaten volgen. EUROPEESCHE VOLKPLANTINGEN Spaansch Amerika is hot rykste , en voor de laatste verovering , welke de Engelschen gemaakt hebben, het grootste deel van Amerika, dewyl het onafgebroken voortgaat langs het westelyk strand van omtrent 50 graaden noorder tot byna 45 graaden zuider breedte; en de Spanjaarden beweeren ook regt te hebben op de landen, die omtrent deeze grenzen gelegen zyn, zoo wel aan het noorden als aan het zuiden. Maar in de aangeweezene uitgebreidheid zyn zy weezenlyk door hun bevolkt geworden. De Landen, aan de westelyke kust van Noord Amerika gelegen, die in de magt der Spanjaarden zyn, zyn Nieuw Mexiko en Oud Mexiko, met een gedeelte van Florida, het welk voor ver het grootste deel in de magt der Franschen was; maar sederd eenigen tyd is het aan de Engelschen ingeruimd geworden. In Zuid Amerika bezitten de Spanjaarden Terra Firma, peru, Chili, La Plata , en de eilanden van Cuba; nevens een gedeelte van Hispaniola, van Porto Rico, Trinidada, Margaretta, mer verscheidene andere kleiner eilanden. De Portugeesche bezittingen in Zuid Amerika zyn Brasil, en de rivier der Amazonen, die omtrent 3000 mylen lang is. De Portugeezen bezitten ook eenige deelen van het land, dat aan dezelve grenst , maar de inwooners zyn niet aan hun onderworpen; daarenboven zyn zy meesters van Rio Janeiro, welker oevers de bron zyn van alle de rykdommen van Brazil, verschaffende goud , zilver en kost-  Aardryksbeschryving. 677 kostbaare steenen. Het gemeenebest der Paulisten is ook cynsbaar aan den koning van Portugal. De Fransche bezittingen in Zuid Amerika bestaan in een gedeelte van Hispaniola; naamelyk de stad van kaap Francoise die gelegen is in het noordelyk gedeelte van het eiland; en Leogane aan de westzyde , nevens Desuada, St. Bartholomeus, en Marigalante, Santa Lucia en Caen. in Noord Amerika hebben zy Maninique, een van de Karibische eilanden, Guadeloupe , Nieuw Orleans, en het eiland Louisiana aan den mond van de rivier missisippi het laatste bezitten zy egter onder voorwaarde, dat de bevaaring van de gemelde rivier zoo wel vry moet zyn voor de Engenschen als voor de Franschen. de engelsche bezittingen * zyn door de laatste aanwinningen merklyk vermeerderd geworden, en omtrent dezelven heeft men, door het laatst gesloten vredesverdrag, de volgende schikkingen gemaakt: naamelyk dat de grenzen tusschen de eigendommen van zyne Brittannische en van zyne ' Allerchristelykste Majesteit, in dat gedeelte der waereld, het welk den naam van noord amerika draagt, onherroepelyk zouden bepaald worden door eene lyn, getrokken door het midden van de rivier missisippi van haaren oorsprong af, tot de rivier Iberville toe, en vandaar door eene lyn, getrokken door het midden van deeze rivier, eii de Meeren Maurepas en Pontchartrain, tot aan de zee toe. Uit dien hoofde stond de konins van Frankryk , onder behoorlyke Guarantien, aan zyne Brittanische Majesteit het volle regt af op de rivier en de haven van de Mobile, en op alles wat hy bezat, of behoorde te bezitten, aan de slinker zyde van de rivier missisippi uitgezonderd de stad Nieuw Orleans, van welke wy reeds gesproken hebben, en * by het zeen wegens de Engelsche bezittingen in noord amerika gezegd is, moet de Lezer in 't oog houden dat het oorspronglyk werk waaruit deze Beschryving genomen is, vóór het ontstaan des tegenwoordigen oorlogs geschrcven wierd, zoodat de ontstaane veranderingen niet behoorlyk konden worden opgegeven, het geen ook weinig zou baaten , zoo lang door den aanhoudenden kryg, het lot dier Landen geen zekere beslissing heeft verkregen, Gg 3  678 Natuurkundige en het eiland Louisiana, waarop dezelve gelegen is. — Dat gedeelte van de rivier Missisippi, het welk tusschen het gemelde eiland en den regter oever van die rivier is, zoo wel als de doorvaart in en uit den mond van dezelve , moest vry blyven voor de onderdaanen van beide de Moogenheden; geen van hunne schepen zoude opgehouden of doorzogt, of tot het betaalen van eenige tollen genoodzaakt worden. Zyne Allerchristelykste Majesteit deed afstand van zyne eischen op Nieuw Schotland of Acadia, met alle deszelfs deelen en onderhoorigheden. Daarenboven deed zyne Allerchristelykste Majesteit, ten voordeele van Groot Brittanje afstand van canada , met alle deszelfs onderhoorigheden , zoo wel als van de eilanden van kaap Breton, Queber, en van alle de andere steden, eilanden en kusten in de golfen de rivier van St. Laurens, met alles wat tot het eigendom en de oppermagt over alle de gemelde streeken, landen, eilanden, en kusten behoort. — Nog gaf hy over de rivier de Ohio, by de Franschen de Schoone Rivier genoemd, met alle de forten en plaatsen, die aan dezelve gelegen zyn. Wy kunnen hier byvoegen dat aan zyne Britsche Majesteit nog is afgestaan geheel Florida, eigenlyk zoo genoemd, met het fort augustin en de baai van Pensacola. Zyne Brittanische Majesteit bezit ook, in Noord Amerika , Nieuw Noord Wales en Nieuw Zuid Wales, Hudsons baai Labrador, mede Nieuw Brittanje of Eskimaux genoemd Newfoundland Kaap Breton, Nieuw Schotland, Troquois of de zes Natien , Nieuw Engeland. bevattende massachusey Nieuw Hampshire , Connecticut, rhode Eiland en Providence, nevens de hoofdstad Boston; daarenboven behooren onder zyne eigendommen de volkplantingen van Nieuw York , Pensylvanie, Nieuw Jersey , Maryland , Virginie, Noord er: Zuid Carolina, Georgie Florida, Louisiana, de baai van Honduras en meer andere plaatsen. De koning van Engeland is ook meester van het eiland Jamaika; van de eilanden van Bermudas, Bahamas, Barbados,  aardryksbeschryving 679 des, St. christoffel Antigua en Navis , behoorende tot die eilanden welke bekend zyn onder den naam van de caribische De Hollanders bezitten het eiland van Curassou , het welk eene aanzienlyke stad van denzelfden naam heeft, ten noorden van Terra Firma. - Zy zyn ook meesters van St Eustatius, een der kleinste van de caribische eilanden ten noordwesten van St. christoffel Het heeft een goed kasteel en is ook sterk door zyne gelegenheid. De Deenen bezitten het eiland van Santa Crux, eene groote zeehaven op het eiland van Cuba. Wat zuid amerika betreft, hetzelve is in veele deelen bewoond door een mengsel van Europeaanen en inboorelingen De groote deelen, welke het uitmaaken, zyn Terra Firma, waarvan gedeeltelyk de Spanjaarden en gedeeltelyk de inboorelingen bezitters zyn : Guiana , het welk door Engelschen, Spanjaarden en inboorelingen bezeeten, maar het grootste gedeelte van de kust wordt door Franschen bewoond. Hier is ook de groote rivier der Amazoonen, welke men zegt dat 3000 mylen lang is, en voornaamelyk gelegenheid geeft tot den koophandel voor de meeste Europeesche en andere natien: Peru, het welk bewoond wordt door de Spanjaarden, die het veroverden, en door de inboorelingen: Paraguay, het welk voordeezen door veroveringe aan de Spanjaarden behoorde, maar sederd hernomen is door de inboorelingen, onder wier magt het tot heden toe gebleeven is. De andere deelen van Zuid Amerika zyn brasil den Portugeezen toebehoorende; Chili, voornaamelyk bewoond wordende door de inboorelingen, en Patagonia, aan den Zuidelyksten hoek gelegen Van andere byzonderheden zullen wy ter behoorlyke plaat se spreeken wat de Inwooners van dit uitgebreide Land betreft, geen van onze aardryksbeschryvers heeft derzelver oorsprong of afkomst aangeweezen; niemand hunner heeft gezegd door wie of wanneer het is bevolkt geworden. De oudste dagteekening van eenige geschiedenisse kan ons blootelyk aanleiding geeven tot gissingen ; maar uit de  680 Natuurkundige beste hedendaagsche historie leeren wy, dat de verscheidene natien der geboorene Amerikaanen zoo veel van elkanderen verschillen, ten aanzien van lugtstreek, grond, wetten, regeering en zeden, dat het niet moogelyk is eene algemeene beschryving, die op ailen kan toegepast wordep, te geeven. De oorspronglyke inboorelingen zyn vlug en leevendig van vernuft, sterk en werkzaam, driftig van aart en wraakzugtig: maar hunne aangeboorene ruwheid er onmenschlykbeid is zeer veel verminderd door hunnen omgang met Europeaanen: en misschien zouden zy grooter vorderingen in de beschaafdheid gemaakt hebben , zoo sommige europeesche natien, die met hun handelden, of geweldige invallen in hun vaderland deeden, hun niet met kwaade voorbeelden waren voorgegaan. Indien de helft van het geen men wegens de wreedaartige en barbaarsche behandelingen, die van wederzyde gebonden zyn, verhaald vindt, maar waar is, dan kunnen wy niet bepaalen aan welken kant de grootste berisping moet vallen, indien wy zoo wel aan de eene als aan de andere zyde de opvoeding en omstandig in aanmerking neemen. Het is egter zeker dat 'er, wat men ook wegens de onbeschaafde gesteltenis en handelwyzcn der bewooneren van sommige Uitgebreide landstreeken mooge zeggen, verscheidene beschaafde en welgeregelde Monarcbyen zyn , als die van Mexiko en Peru; men vindt 'er groote steden, paleizen en andere pragtige gebouwen; ook is 'er een wel geregeld en beschaafd gemeenebest, te weeten Tlascala. Wy zullen nu de Geographische en Natuurlyke Historie van ieder deel in het byzonder, in eene behoorlyke orde opgeeven. I. Van de Geographie en Natuurlyke Historie van mexiko, of nieuw spanje behoorende aan den Koning van Spanje. Het is gelegen tusschen de 255 en 290 graaden langte, en tusschen de 7 en 27 graaden noorder breedte: het is omtrent 2400 mylen lang, en van bet oosten naar het westen omtrent 480 mylen breed. Het  aardryksbeschryving 681 Het grenst ten westen aan de Purper-zee , ten zuiden aan Nieuw Spanje, ten oosten aan Florida, enten noorden aan een land, dat nog onbekend is. Het is verdeeld in het distrikt van guadalejara, het distrikt van Mexiko, en het distrikt van Guatalama, gelyk zy van het noordwesten naar het zuidoosten gelegen zyn. Mexiko, de hoofdstad van het koningkryk, de verblyfplaats van den onderkoning, de zetel van het eerste distrikt of gerigtshof, en een aartsbisdom, is zekerlyk eene van de rykste en pragtigste steden, niet slegts van Amerika , maar zelfs van de geheele waereld. De stad, schoon geene zeehaven zynde, of door geene bevaarbaare rivier eenige gemeenschap met de zee hebbende, heeft eenen zeer grooten handel , is het middelpunt van alles wat tusschen Amerika en Europa aan de eene, en tusschen amerika en de Oost- Indiën aan de andere zyde, omgaat. Want hier woonen de voornaamste koopluiden, de meeste bezigheden worden 'er afgedaan, en de goederen,.die van Acapulco naar Vera Cruz van de Philippynscbe eilanden vervoerd worden, en voor het grootste gedeelte ten gebruike van Peru en Lima moeten dienen, komen allen door deeze stad , waardoor een groot aantal van vragtwagens by aanhoudendheid in beweeging is. Het goud en zilver komt hier om gemunt te worden, des konings schatten worden hier bewaard, en men maakt 'er eene groote meenigte van kostbaare huissieraaden, die jaarlyks naar Europa verzonden worden. Men zegt dat de stad zeventig- of tagtigduizend inwooners bevat, de kerken zyn vry talryk, en zeer kostelyk versierd. — De naaste haven aan deeze stad is Apaculpo, aan de Zuidzee, meer dan tweehonderd mylen van de hoofdstad, die een van de diepste, veiligste en gemaklykste havens, heeft, welke in de Zuidzee gevonden worden; de beste inderdaad, die men op de geheele westelyke kust van Nieuw Spanje aantreft. Hier is eene van de voornaamste markten der geheele waereld. Omtrent de maand December komt de groote vloot, die de gemeenschap tusschen de Philippynsche eilanden en Amerika voorGg *** 5 naa-  682 Natuurkundige naamelyk ophoudt, en eenen weg van byna 3000 mylen aflegt, zonder genoegzaam eenig land te zien, hier, na eene reis van omtrent vyf maanden, aan , belaaden met alle de kostbaare waaren van het oosten. Ten zelfden tyde komt het jaarlyksche schip van Lima, met twee of drie millioenen stukken van agten, en verscheidene koopmanschappen. Men krygt 'er ook andere schepen uit Chili en Peru; en daarenboven dienen veele dingen, welke binnens lands vallen, om den handel merklyk te bevorderen. De jaarmarkt, welke wy hier bedoelen, duurt dertig dagen agtereen, en de verwisseling van waaren, geduurende al dien tyd, is onbeschryflyk groot, zoo ten opzigte van derzelver meenigte als van de waardy. Indien men 'er eenig byzonderer berigt van mogt verlangen, kan men het zelve vinden in de Reize van Anson, schoon deeze koophandel eigenlyk in de heerschappye des konings van Spanje gevoerd wordt, hebben 'er egter de Portugeezen en andere Europeaanen groot belang in. Wanneer deeze jaarmarkt voorby is, dan is de stad, om zoo te spreeken, uitgestorven zy blyft egter het geheele jaar door de voornaamste haven van Mexiko, uit hoofde van den handel met Peru en Chili. De Oost Indische waaren, welke daar aankomen, worden op muilezels naar Mexiko gebragt, vanwaar alles wat 'er niet kan vertierd worden naar Vera Cruz verzonden wordt, om vervolgens naar Terra Firma, naar de eilanden , en zelfs naar Oud Spanje overgevoerd te worden. De bewooners van Nieuw Spanje bestaan uit een volk van drie verschillende soorten, te weeten uit Blanken, Indiaanen en Negers, of liever uit een samenmengsel van deeze drie onderscheidene soorten van menschen. — De Blanken zyn of in Oud Spanje gebooren, of zy zyn Creolen. Die in Oud Spanje gebooren zyn, bekleeden meest bedieningen, of zy heuden zich bezig met den koophandel . en komen in karakter en zeden overeen met de Spanjaarden van Europa; in sommigen ziet men dezelfde deftigheid van gedrag, in eenigen dezelfde blyken van schranderheid en goed verstand , en in anderen dezelfde teekens van  Aardryksbeschryving 683 van hooghartigheid en zorgeloosheid. Zy hebben maar weinig van die standvastigheid en geduld , welke het schoonste gedeelte van het karakter der geborene Spanjaarden uitmaaken. Zy zyn, over het algemeen genomen, zeer werkeloos, bezitten niets dat stout of manlyk kan genoem worden , en hebben genoegzaam geenen smaak voor de beoeffeninge der geleerdheid. Zy leeven vry dartel, zonder merklyke verandering, en ook zonder smaak; zy maaken groote kosten en vry wat uitwendige vertooning. Hun regte karakter is dat zy deftige en schoonschynende Doenieten zyn. Voor het overige zyn zy matig in hun eeten en drinken ; maar door gesteltenisse en gewoonte, houden zy zich veel bezig met den liefdehandel en met minnelisten. Hunne vrouwen worden weinig gepreezen om haare kuischheid of huislyke deugden: maar zy neemen eenige regels van welvoeglykheid in agt, die haar tegen veragting beveiligen. Ten aanzien van den Godsdienst bestaan zy voornaamelyk uit christenen , schoon 'er ook veele Heidenen zyn, inzonderheid onder de inboorelingen en afrikaanen. Onder de Christenen zyn de Geestelyken vry menigvuldig, en zy zyn ryker dan de meeste andere inwooneren, die bygeloovig genoeg zyn om een goed gedeelte van hunne bezittingen voor hunne geestelyke leidsluiden te schikken. Men verzekert dat de Priesters, Monniken; en andere Geestelyken , een vyfde gedeelte van het volk uitmaaken, en dat zy een vierde deel van 's lands inkomsten bezitten. Men geeft hier vry veel agts op zekere uitwendige houdingen van godsdienstigheid. Van zedelyke pligten wordt maar zeer weinig gesproken. Men is gewoon hier sterk aan te dringen op betooningen van eerbied voor de heiligen , dewyl dezelven voordeelig zyn voor de orden, welke zy ingesteld hebben, of waarvan men beweert dat zy beschermers zyn : dergelyke opwekkingen maaken doorgaans het voornaamste onderwerp der redevoeringen uit, en de yver, met welken men dezelven aandringt, verdient zekerlyk, als kwaalyk geplaatst, berispt te worden; doch  684 Natuurkundige doch men moet tevens erkennen dat sommige Priesters onvermoeide vlyt aanwenden om de Indiaanen tot eenige kennis van den godsdienst op te leiden , en inderdaad veele nuttige stigtingen en inrigtingen hebben te weeg gebragt. De Zwarten zyn hier genoegzaam zoo dom en onhandelbaar, als zy uit Afrika worden overgebragt. Zoodanig is het karakter der inwooneren , niet slegts van Nieuw Spanje, maar van geheel Spaansch Amerika. De Burgerlyke Regeering wordt hier door Regtbanken waargenomen, die ieder uit een zeker getal van regters bestaan, verdeeld in verschillende kamers, die meer overeenkomst hebben met de Fransche parlementen dan met andere europeesche geregtshoven. Aan het hoofd der voornaamste van deeze kamers heeft de onderkoning, wanneer hy het gevoeglyk agt, de voorzitting: zyn ampt is een van de gewigtigste en aanzienlykste posten, welke de koning van Spanje te begeeven heeft. Dit gouvernement is misschien het voordeeligste , dat aan eenig onderdaan wordt opgedraagen. Alle bedieningen worden hier door geboorene Spanjaarden waargenomen, en zy blyven dezelVen slegts voor eenen bepaalden tyd, die niet langer dan drie jaaren duurt, behouden. Jaloezy, die in dit opzigts zoo wel als in andere opzigten, welke tot de Indiën betrekking hebben, vry wat invloeds heeft, is oorzaak van alle deeze maatregelen; maar men bespeurt 'er dit kwade gevolg van dat elk, op zyne beurt, door knevelaaryen en onderdrukkingen zoo veel byeenschraapt als hy by mogelykheid kan. Weinigen zyn zorgvuldig genoeg om eenige goede schikkingen in hunne ampten te maaken, dewyl zy wel begrypen dat hunne opvolgers die weder zullen verwerpen. Zy schynen, om kort te gaan , meer door belang, dan door zugt tot regtvaardigheid, goede orde en deugd bestierd te worden, en uit dien hoofde worden zy zelden bemind of geëerd; maar het volk wordt alleenlyk door beweegredenen van vreeze afgeschrikt van iets te doen, Waardoor hun misnoegen zoude kunnen gaande worden. De heerschende Taal in dit Laad is de Spaansche, welke  aardryksbeschryving 685 ke niet slegts in gebruik is onder de Spanjaarden, maar ook onder de inboorelingen zelven, die deeze taal gemeenlyk verstaan en spreeken. De verscheidene dialekten van hunne oude brabbeltaal neemen sterk af, en zullen waarschynlyk eerlang in het geheel geene plaats meer hebben. Ds Natuurlyke Historie van Mexiko. Schoon dit Land , voor het grootste gedeelte onder de verzengde lugtstreek gelegen is, is egter de lugt, over het geheel genomen, vry gemaatigd, en zelfs wordt zy gezond geagt; want in de heetste maanden vallen 'er verfrisschende slagregens, en het geheele jaar door waaijen 'er aangenaame koeltjes uit zee, behalven aan de oostelyke kust, waar het ondraaglyk heet is. In den grond van deeze Landstreeke bespeurt men eene zeer groote verscheidenheid. In sommige plaatsen wordt hy vrugtbaar geoordeeld. Want Oud en Nieuw Mexiko is omzet met bergen, die voor het grootste gedeelte vol hout zyn, en zich van het zuidoosten naar het noordwesten uitstrekken. — Van deezen af loopt, tot op eenen afstand van verscheidene mylen , een andere keten van heuvelen, en de valleijen tusschen deeze heuvelen worden wel bewa■ terd, en zyn zeer vrugtbaar. Sommige Bergen aan de westzyde van Mexiko zyn voordeezen Volkanoos geweest, die vuur en rook opgaven, en zwavelagtige stoffen uitwierpen: maar dit zegt men dat in veele jaaren niet meer geschied is. De oostelyke zyde is een vlak effen land, vol meeren en moerassen, die overloopen in den regentyd, welke begint in het laatst van de maand May, wanneer de zon in de noordelyke teekenen is. In dien tyd zyn 'er zeer veele landen, die onder water staan; maar aan de noordwestelyke kust, by Kalifornie, zyn geene van die moerassen, naardien de heuvels zich tot aan de zee toe uitstrekken, en met hout bezet zyn. De Mynen van Mexiko zyn in de historie reeds veele jaaren lang berugt geweest, en maaken thans geen gering ge-  686 Natuurkundige gedeelte van deszelfs schatten uit. Goud, zilver, yzer alluin, zwavel, en veele kostbaare mineraalen en metaalen, worden in groote meenigte in dit ryk gevonden. De Grond is ook vrugtbaar in verscheidene der nuttigste graanen; ook verschaft hy ryken voorraad van smaaklyke vrugten; overvloed van heilzaame kruiden, en eene verscheidenheid van waaren , welke geschikt zyn om , ter bevorderinge van den koophandel , naar andere landen vervoerd te worden; zoodat Mexiko door Spanje met regt als de bron van deszelfs rykdommen wordt aangemerkt. Wegens den voorraad van Goud en Zilver, welken de mynen van Mexiko verschaffen, is veel en niet zonder grond gezegd geworden, dewyl de geheele waereld, om zoo te spreeken, uit dit land, en uit andere Spaansche volkplantingen in Amerika van zilver voorzien wordt, en men vandaar tevens het meeste goud bekomt, dat in de waereld gevonden wordt. Volgens de netste berekening beloopen de jaarlyksche inkomsten van Mexiko meer dan 250 millioenen van onze guldens. Dit wordt opgemaakt uit het geen de bisschoppen voor hunne tienden ontvangen, die zekerlyk niet te hoog worden opgegeeven. Cochinille is, uit hoofde van derzelver waarde, een der voornaamste dingen, welke van hier worden uitgevoerd; men bedient zich van dezelve tot het verwen van scharlaken, karmozyn en purper. Eigenlyk behoort zy tot de insekten. Het diertje wordt aan verscheidene planten vastgehegt gevonden, maar'er is niet meer dan eene plant, Waardoor het bekwaam gemaakt wordt om in de geneeskunde en fabrieken van nut te zyn. Deeze plant wordt door de Botanisten Opuntia genoemd: zy bestaat uit sappige eironde bladeren; de blom is groot, en de vrugt heeft in haare gedaante vry veel overeenkomst met een vyg. Zy is vol van een karmozynrood sap, en in dit sap moet de oorzaak der kleur van het insekt ongetwyffeld gezogt worden. De Cocao, van welke de Chokolade gemaakt wordt, is een ander voornaam artikel in de natuurlyke historie en den koophandel van Nieuw Spanje. Zy groeit op eenen boom  Aardryksbeschryving. 687 boom van middelbaare grootte; het hout is sponsagtig en poreus; de bast is glad en van eene kaneel kleur, de bloem groeit aan trossen, en heeft het voorkomen van roozen; de vrugt is eene soort van scheede, die de Cocao bevat, en genoegzaam de gedaante van een komkommer heeft; van binnen is een vleesch van eenen frisschen en zuuren smaak, het welk de tusschenruimten tusschen de nooten, eer zy ryp zyn, vervult, maar wanneer zy ryp geworden zyn , dan sluiten zy zich verwonderlyk digt en regelmaatig in elkanderen. Zy hebben eene zeer harde schil, en van binnen is de olieagtige en nuttige zelsftandigheid, van welke de chokolade gemaakt wordt: de groote overvloed, waarin dit gewas in deeze streeken valt, is oorzaak dat 'er merklyke voordeelen van getrokken worden. De Vrugt van de Venella, of van den Bexuco boom, wordt niet zelden verward met de chokolade - nooten. Zy is eene soort van riet, dat tegen den eenen of anderen boom, die 'er naby staat, oploopt. De vrugt is eene groote groene scheede, die gezond en goed van smaak is, schoon niet in zulk eene maate als de voorgemelde, beslooten. Aan dit land zyn verscheidene andere vrugten in het byzonder eigen , en 'er zyn ook veele europeesche vrugten en planten in overgebragt geworden, dewyl de grond heschikt is om de meeften van dezelven wel te doen tieren. De tamme Dieren van dit Land zyn niet veelen in getal , maar evenwel genoegzaam voor de behoefte der inwooneren: zy hebben eenig zwart rundvee; maar schaapen zyn 'er in grooter overvloed; dezelven graazen op de heuvelen en bergen , en het vleesch is zeer geil van smaak. Zy hebben eene meenigte van zwynen; ook zyn 'er de harten in grooten overvloed; maar zy loopen in het wild, zoodat men ze niet kan krygen zonder 'er jagt op te maaken. — Benevens meer andere dieren, welke ook in andere landen gemeen zyn, vindt men hier nog verscheidene soorten van vogelen. Daar zyn veele Rivieren van versch Water, die, zoo wel  588 Natuurkundige wel als de zee, eene groote verscheidenheid van visch verschaffen. — Onder de merkwaardigste visschen , die aan dit land in het byzonder eigen zyn, telt men de Manati, die byna zoo groot is als een os; de paracod, die byna een el lang, maar in sommige tyden van het jaar zeer ongezond is; en nog eene soort van visch, die omtrent even lang is, en een scherp been aan het einde van zynen snuit heeft, even als een speer, het welk egter niet getand is, gelyk men het aan den Zwaardvisch ziet. — Daar zyn vyf of zesderleie soorten van schildpadden, van welken eenigen in agting zyn om hun vleesch, anderen om hunne schelpen: de wyfjes leggen omtrent 200 eijeren in een saizoen, welke zy in het heete zand begraaven, en in het zelve laaten leggen om uitgebroeid te worden. Insekten en kruipende Dieren zyn 'er vry menigvuldig; sommigen derzelver zyn merkwaardig door hunne schoon. heid , maar men vindt 'er ook veelen, die van eenen schadelyken aart zyn. Van nieuw mexiko Nieuw Mexiko, anders het Nieuwe Koningryk van Granada genoemd, is mede eene groote landstreek in Noord Amerika. Het legt ten noorden en ten noordoosten van Nieuw Spanje; ten westen grenst het aan de Groene Zee; ten zuiden aan Nieuw Spanje; en ten oosten aan Florida: doch de noordelyke grensscheiding is juist niet met de naauwkeurigste juistheid aangeweezen. De Lugt is 'er, over het algemeen genomen , gemaatigd en gezond; en de Grond is, voor zoo veel men kan nagaan, vry vrugtbaar; maar het land is bewoond door eene groote meenigte van volk, welks gewoonte en taal zeer merklyk verschillen. Sommigen dier bewooneren leiden een zwervend leeven, en anderen houden hun verblyf in vlekken en dorpen. Daar zyn twee voornaame Spaansche kolonien, die van St. Barbe naamelyk en Santa Fe, waar men eenige kostbaare mynen heeft, en welken iin  aardryksbeschryving 689   in het byzondsr zilver doch ook eenige goudmynen, die   van dag tot dag meer bearbeid worden: dit land verschaft   daarenboven kostbaare steenen van verscheidene soorten;   en dewyl 'er een sterke toevloed van Spanjaarden naar dee  ze streek is, zegt men dat inboorelingen beschaafd, en tot   het Christendom bekeerd zyn; ook hebben zy eenige ken  nis van den landbouw, waardoor de middelen van bestaan   onder de inwooners niet weinig zyn toegenomen. De landbouw werd onder hen voornaamelyk bevorderd door   een' Spaansch edelmaan, die den naam van den markies de   Velasko droeg. Het bekende Schiereiland Kalifornia maakt geen onaan  merklyk gedeelte van dit land uit; het werd door ridder   Francois Drake, in den jaare 1578, opgezogt: hy noemde   het Nieuw Albion, en nam 'er, in naame van koninginne   Elizabeth bezit van : doch den Spanjaarden, die daarom  streeks in groote meenigte hun verblyf hielden, is het gelukt 'er naderhand de hoogste magt in handen te krygen. De Lugt en de Hette is 'er in den zomer zeer sterk ;   want het regent 'er in dien tyd van het jaar maar zelden;   inzonderheid mag men dit zeggen wegens de streeken, die   aan de zee gelegen zyn: maar in de landplaatsen is de lugt   gemaatigder, en het regent 'er des winters geweldig. —■   Men heeft 'er veele wyduitgestrekte vlakten, aangenaame   valleijen, en schoone bronnen, zoodat men 'er vette wei  landen heeft: en de oevers van het water verschaffen ee  nen goeden grond voor wyngaarden, of zyn beplant met   willigen boomen. Kalifornia is, om kort te gaan, eene   zeer vrugtbaare landstreek, en levert eenen grooten over  vloed van koorn, vrugten, en meer andere leevensmiddelen. Daar zyn twee soorten van viervoetige dieren, welke aan dit land alleen eigen zyn, Het eerste heeft de grootte   van een groot kalf: zyn kop is als die van een hart, en de   hoornen hebben veel overeenkomst met die van een ren  dier: het hair is lang, en de hoeven zyn niet ongelyk aan   die der ossen. — Het andere dier is eene soort van schaap;   men vindt 'er, die wit, en sommigen , die zwart van II afd III. deel. Gg **** kleur  690 Natuurkundige kleur zyn. Dit dier dient den inboorelingen tot gewoon voedsel; doch ten dien einde gebruiken zy ook eene groote meenigte van wilde dieren ; zy hebben daarenboven wild en tam gevogelte, en grooten overvloed van visch, zoodat men mag zeggen dat het land genoeg voortbrengt om deszelfs inwooners te voeden , welke men wil dat zeer talryk zyn, en veelen hunner vinden hunne bezigheid in de parelvisscherye, die men zegt dat groote voordeelen aanbrengt. Van Florida in bet algemeen. Florida is eene benaaming die door de Spanjaarden gegeeven wordt, aan die geheele streek van het vaste land; van Noord Amerika , die ten noorden van de golf van Mexiko gelegen is, en ten oosten aan den Atlantischen Oceaan grenst : thans heeft zy verschillende naamen : want in die uitgestrektheid zyn verscheidene Engelsche volkplantingen begreepen : zy bevat ook die deelen . welke de Franschen Louisiana en Nieuw Frankryk noemen. Florida , eigenlyk zoo genoemd , is thans dat Schiereiland, tusschen Georgie en Kaap Florida, gelegen tusschen de 25 en 30 graaden noorder breedte, en tusschen de 81 en 85 graaden wester langte. De voornaamste en genoegzaam de eenigste plaats, die door Spanjaarden bewoond wordt, is de stad en het fort van St Augustyn; maar by het laatste vredesverdrag heeft zyne Katholyke Majesteit aan zyne Groet Brittanische Majesteit afgedaan Florida met het fort Augustin en de baai van Pensacola , met alles wat de Spanjaarden van het vaste land van Noord Amerika bezaten , aan de oost en zuidkust van de rivier Missisippi, en in het algemeen alles wat aan het gemelde vaste land en deszelfs onderhoorigheden paalde. De Lugtsgesteltenis komt genoegzaam overeen met die van Indostan, van welke wy reeds gesproken hebben. De Lugt is 'er zuiver en gemaatigd, en het land is over het algemeen genomen gezond, leggende het maar eenigeweinige graaden benoorden den keerkring van de kreeft. Het  aardryksbeschryving 691 het is 'er meer heet dan koud ; doch schoon de hette 'er somtyds zeer geweldig is, wordt zy egter merklyk gemaatigd door de zeewinden: naar den kant der Apalachische bergen is de lugt gemeenlyk koel; en hieraan wordt de olyfkleur der inboorelingen toegeschreeven. Voor het overige zyn zy welgemaakt zy zyn ryziger, sterker en vlugger en worden ook ouder dan de Mexikaanen Het Land heeft veelerieie soorten van Timmerhout en Vrugtboomen, en overvloed van hout, het welk tot verwstoffen van grooten dienst is. Het grootste gedeelte van de kust is zandig, maar op eenigen afstand van de zee is de grond zoo goed dat zy allerleie graanen, vrugten en kruiden voortbrengt. In de velden vindt men zeer veel gras, en de bosschen krielen van harten, geiten, luipaarden, leeuwen , wolven, haazen, konynen, enz. — Het gevederd geslagt is 'er in groote meenigte en verscheidenheid; de meeste vogels, welke men 'er vindt, zyn ook gemeen onder ons, maar sommigen zyn in het byzonder eigen aan Amerika. De Inboorelingen van dit Land gaan genoegzaam geheel haakt; zy hebben alleenlyk een hartenvel, of de huid van eenig ander dier, om hun middel geslagen. Zy beschilderen hunne beenen en armen, door middel van zeker vogt, met verscheidene figuuren, die onuitwischbaar zyn en zy bestryken hun vel met eene soort van olie, waar door zy gehard worden tegen de hette der zonne. Hun hair is lang en zwart, en hangt natuurlyk tot op hunne schouders neder; maar sommigen hebben de gewoonte om het te kammen, te krullen, en rondom hunne hoofden te Vlegten , waardoor het eene zeer bevallige vertooning maakt. Zy zyn doortrapter en agterhoudender dan de andere Amerikaanen, maar tevens stout en kloekmoedig. De vrouwen zyn ongemeen bevallig en welgemaakt, en niet slegts bekwaam tot alle huislyke verrigtingen, maar zelfs houden zy haare mans gezelschap, wanneer dezelven te velde trekken, of op de jagt gaan. — Zy leggen al het koom op in gemeene koornschuuren; en deelen het aan Gg **«* 2 ieder'  692 Natuurkundige ieder huisgezin toe, naar evenredigheid van het getal der leden, uit welken het bestaat. Zy hebben waarlyk geenen grooten voorraad van graanen, en zyn genoodzaakt om eenige maanden in het jaar van wortelen, gedroogde visch, of ingezoutene spyzen te leeven. Hun gemeene drank is water; maar zelden vindt men hen zonder zeker vogt, het welk zy Caisina noemen, en eveneens drinken als wy onze thee doen. Het is niets anders dan een aftreksel der bladeren van eenen boom, die niet slegts by hun maar ook by de Spanjaarden, om deszelfs afdryvende kragt, in groote waarde gehouden wordt. De Inwooners waren , nog maar weinige jaren geleeden, aan de plompste afgoderye, overgegeven. - Velen zyn het nog heden; doch de toevloed van andere natien naar hun land, heeft hunne grootste domheid een weinig verminderd, en waarschynlyk zouden zy door de verkeering met dezelven grooter vorderingen in kennisse gemaakt hebben, ware zulks niet door hunne blinde, baatzugtige en bygeloovige priesteren belet geworden , die, door eene lange en diepgewortelde gewoonte, over hen volstrektelyk konden heerschen. De Geographie en Natuurlijke Historie van het Land van Canada. Dit Land is gelegen tusschen de 280 en 310 graaden langte, en tusschen de 30 en 52 graaden breedte; het wordt verdeeld en onderscheiden door deszelfs gelegenheid ten noorden of ten zuiden van de rivier Canada, en bestaat uit verscheidene zeer groote landstreeken. Want aan het noordelyk gedeelte, is het eigenlyk zoo genoemde Land van Canada, Nieuw Noord en Nieuw Zuid Wales , en Hudsons Baai; Nieuw Brittanje, ook Terra Labrador en Eskimaux genoemd; en ook Nieuw Frankryk. Het zuidelyk deel bevat Nieuw Schotland, Nieuw Engeland, Nieuw York, Nieuw Jersey, Oost en West Pensylvanie, Maryland, Virginie en Carolina. Het  Aardryksbeschryving     693 Het Land van Canada, eigenlyk zoo genoemd, is het noordelykste gedeelte van Noord Amerika, en het is zoo weinig bewoond en bekend, dat wy buiten staat zyn om 'er eene historie van op te stellen. Nieuw Noord Wales aan het noorden, en Nieuw Zuid Wales aan het zuiden, nevens de Hudson Baai, zyn in de bezitting van de kompagnie der Hudson Baai, en kunnen in eene algemeene beschryving begreepen worden. De kennis van deeze zeen en landen is toe te schryven aan het ontwerp om eenen noordwestelyken doortogt naar Chi-na te vinden, in den jaare 1576 door Frobisher gesmeed. In den jaare 1585 zeilde John David ook uit Dartmouth, en ontdekte die noordelyke grensscheidingen. Maar Hudson kwam, toen hy zyne derde reis deed, in de baai, en vond zoo veel van het land, dat men met reden billyk agtte aan het zelve zynen naam te geeven. Deszelfs voortbrengsels hebben, reeds eenen geruimen tyd geleeden, eenige luiden aangemoedigd om zich met elkanderen te vereenigen, onder den naam van de kompagnie van Hunson Baai, en gemeenschappelyk op dit land te handelen: aan deeze maatschappy is in den jaare 1670 een uitsluitend privilegie vergund geworden- Zy dryfe eenen vry sterken handel in bevervellen en meer andere soorten van bonten. schoon men juist niet kan zeggen dat deeze handel, met andere takken van den koophandel vergeleeken zynde, aanmerklyke voordeelen aan Groot Brittanje heeft toegebragt. In de uitgebreide landen hieromstreeks vindt men wel veele wilde dieren, wier bont uitmuntend is; maar de kompagnie lydt egter, over het geheel genomen, schade. Het land is zeer onvrugtbaar. Nieuw Brittanje , ook Labrador en Eskimaux genoemd, is gelegen tusschen Hudsons Baai, en de rivier St. Laurence. Men zegt wel dat het aan Groot Brittanje toebehoort, maar de Engelschen hebben 'er geene vaste verblyfplaatsen. De inwooners, Eskimaux genaamd, zyn wilden. Zy hebben, eigenlyk gesproken , noch godsdienst noch regeering. Zy leeven in holen, en vinden hun bestaan Gg**** 3 voor-  voornaamelyk in de jagt, en in den handel in vellen van wilde beesten. Nieuw Frankryk is eene groote landstreek aan bet westelyk gedeelte van Noord Amerika, zich uitstrekkende van de rivier Canada aan het noorden tot Louisiana aan het zuiden. Het is een zeer koud land, schoon het met eenen vry vrugtbaaren grond gezegend is. Daar zyn verscheidene wilde dieren; ook is 'er groote voorraad van visch, die uit de rivieren en de naby gelegene zee derwaards gebragt wordt. Het wordt voornaamelyk bewoond door Franschen, die zich hier met der woon hebben neergezet, of op zekere tyden van het jaar uit Europa komen, om hier handel te dryven. Wy zullen derhalven in het byzonder handelen over die Provincien, welke aan het zuidelyk gedeelte van Canada zyn gelegen, dewyl dezelven ons best bekend zyn, en de Engelsche natie 'er het meeste belang in stelt, schoon men reeds eenen geruimen tyd heeft gestreeden om de onafhanglykbeid aan die landstreeken te bezorgen. Nieuw Schotland, de laatste provincie, in welke de Engelschen zich op het vaste land van Noord Amerika hebben neergezet, of begonnen neêr te zetten, is gelegen tusschen de 63 en 70 graaden wester langte, en tusschen de 43 en 51 graaden noorder breedte. Die uitgebreide streek , door de Franschen Acadie genoemd, heeft Nieuw Engeland en den Atlantischen Oceaan aan het zuiden en zuidwesten, en de rivier en golf van St. Laurence aan het noorden en noordoosten. Zy ligt tusschen de 44 en 50 graaden noorder breedte, en heeft, schoon zy in een zeer gunstig deel van de gemaatigde lugtstreek is, eenen winter, die door zyne koude en langduurigheid genoegzaam ondraaglyk valt;want dezelve blyft ten minsten zeven maanden in het jaar aanhouden. Op deezen volgt onmiddelyk, zonder tusschenkomst van iets dat lente mag genoemd worden, een zomer van geweldige hette, schoon van geen langen duur, en men leeft, zooras als dezelve begint, in eene wolk van aanhoudende mist, die al eenen geruimen tyd blyft duu ren;  AARDRYKS BESCHRYVING. 695 ren; in de meeste deelen is de grond gantsch niet vrugtbaar; het geen 'er nog best tiert is ryst: het gras is 'er vermengd met eene koude sponsagtige mos; men vindt egter in Nieuw Schotland enkele streeken, waar de grond zoo goed is als in Nieuw Engeland. Hoe weinig dit Land mogt belooven, was het egter hier dat de Franschen zich vestigden , eer zy nog eenige poging deeden om zich in Canada neêr te zetten; en de Engelschen hebben sederd . uit hoofde van deszelfs gelegenheid ten aanzien van andere landen, zeer wel beslooten dat het geschikt was om hun groote voordeden aan te brengen. Deeze Landstreek is meermaalen in andere handen overgegaan : maar by den vrede van Utrecht is het regt der Engelschen tot derzelver bezitting vastgesteld geworden; egter zyn 'er van tyd tot tyd geschillen over de grensscheidingen gereezen. De voornaamste stad . welke men oudstyds in deeze Provincie had, was Anapolis Royal, doch dezelve was nimmer in bloei, schoon zy eene vry goede haven had; zoodat men zich niet hier, maar aan de zuidoostzyde van het Schiereiland vestigde, by het eindigen van den laatsten oorlog te Hallifax., ter eere van den tegenwoordigen Graaf, aan wien men het voornaamelyk te danken had. Halifax heeft eene zeer gunstige gelegenheid, en ook eene goede haven; in den jaare 1743 werden drieduizend huisgezinnen, met ongemeene kosten aan de zyde van de Regeeringe, naar dit land overgevoerd. Doch deeze stad, en de daaraan grenzende landstreek heeft zeer veel geleeden door de strooperyen der Indiaanen, zoodat 'er de landbouw alle aanmoediging verlooren heeft, en de inwooners hunne volkplantingen niet verder durven uitbreiden, gelyk zy anders zekerlyk doen zouden. De meeste leevensmiddelen moeten hun derhalven uit Nieuw Engeland worden overgezonden, en 'er zoude eene zeer groote schaarschheid aan gezond en heilzaam voedsel plaats hebben, indien 'er niet eene meenigte van visch aan de kust gevangen wierd. Deeze stad is, van den beginne der volkplanting af, eene zetel des oorlogs, en een tooneel van veele wreedheden geweest. Gg **** 4 Van  696 Natuurkundige van NIEUW ENGELAND. Dit Land is door de Engelschen, in den jaare 1497 onder het geleide der twee Cabots, ontdekt, en naderhand in den jaare 1558 naamelyk dcor Ridder Philip Amadas in den naam van Koninginne Elizabeth in bezit genomen het bevat vyf deelen , te weeten Massachuset, Nieuw hampshire, Connecticut, rhode Eiland en Providence het is gelegen tusschen de 41 en 46 graaden breedte, is omtrent 300 mylen lang. en 200 breed. Een aanmerklyk gedeelte des Lands is, indien men een klein getal ruuwe en wilde inboorelingen niet rekent lang onbewoond gebleeven , en uitgebreide landstreeken zyn onbebouwd blyven leggen , schoon de lugt , grond en voortbrengsels groote aanmoedigingen verschaften om te hoopen dat men 'er eene genoeglyke en voordeelige woon plaats van zoude kunnen maaken , waarin eene groote meenigte van menschen middelen van bestaan zoude moogen vinden. De berigten , welke men ontving wegens de groote uitgestrektheid, de natuurlyke vrugtbaarheid, en de goede gelegenheid van deeze landstreeke tot den koophandel, hadden derhalven vry wat ingangs gevonden, en luiden van verschillenden landaart aangemoedigd om zich derwaards te begeeven, die 'er sederd eene volkryke en bloeijende natie hebben uitgemaakt. een groot aantal van deeze Gelukzoekeren bestond uit Europeesche Protestanten , die uit verscheidene landen derwaards trokken om vrye oeffening van hunnen Godsdienst te moogen genieten, zonder eenige vreeze voor vervolging. Onder dezelven waren velen, welke men Puriteinen noemde, die sterk vervolgd werden onder de Regeeringen van koninginne Maria en Elizabeth, van koning , Jakobus den Isten en Jakobus den IIden, en ook onder die van Karel den Isten, onder den onmiddelyken invloed van aartsbisschop Laud. De voornaamste volkplanting bestond uit Nederlanderen, op dezelve volgde eene van en gel-  Aardryksbeschryving. 697 gelscben in den jaare 1621 , en eene andere in den jaare 1629. Dus had hier een geest van vryheid de overhand , en dezelve werd een beginsel van werkzaamheid, waardoor de inwooners in staat gesteld werden om alle de zwaarigheden, voor welken zy in een woest land bloot stonden, te boven te komen. Hunne geregelde en welbestierde zeden waren het middel om het gebrek van eenen wel aangelegden Regeeringsvorm, en van eene behoorlyke ondergeschiktheid te vergoeden. Verwonderlyk zyn de vorderingen , welke zy binnen een zeer klein getal van jaaren gemaakt hebben in eenen onbebouwden grond vrugtbaarheid by te zetten, en veele wilde en voor het uiterlyke onhandelbaare natien tot reden te brengen. Daar waren veele beweegredenen, die veele Europeaanen van onderscheiden landaart aanleiding gaven om zich hier neêr te zetten; ook bevlytigden zich eenige luiden van verstand en bekwaamheid om zoo veel zy konden tot den bloei van deeze volkplanting toe te brengen. De middelen werden ten dien einde op verschillende tyden met wysheid gekoozen en met omzigtigheid gebruikt; doch derzelver aanwyzing zoude onze beschryving te ver doen uitloopen. Wy moogen egter aanmerken dat veelen door godsdienstige beweegredenen , en anderen door de bedoeling om voordeel te trekken van de visscherye, zyn uitgenoodigd om zich in Nieuw Engeland neêr te zetten ; doch het geen deeze volkplanting zeer veel bevoordeeld heeft was de inwilliging der verzoeken in Engeland, die door verscheidene hoofden der Puriteinen gedaan werden. Men zegt dat veele aanzienlyke luiden in Engeland, onder welken zich ook Olivier Cromwell bevond , op het punt stonden om naar Nieuw Engeland over te steeken, toen aartsbisschop Laud, niet willende dat de grootste voorwerpen van zynen haat zich buiten het bereik van zyne magt zouden stellen, eene order van het hof wist te bewerken, waardoor die verhuizingen verbooden werden. Hy kon het egter zoo ver niet brengen dat hy allen toevoer naar Nieuw Engeland belette. Veele Geestelyken, die van hunne beroepen beroofd werden, of Gg **** 5 om  698 Natuurkundige om hunne afwyking van de heerschende begrippen, geene beroepen kreegen, staken derwaards over, gelyk ook eene meenigte leeken, welke de begrippen dier Geestelyken waren toegedaan. De voornaamste Provincien van Nieuw Engeland hebben onderscheidene voorregten ; verschillende gouverneurs worden door den koning van Groot Brittanje over dezelven aangesteld , en de wetten kunnen 'er door het Britsche parlement veranderd worden; doch over het geheel genomen is de staat van de regeering 'er eveneens als in Engeland. Het gedeelte van Nieuw Engeland, het welk Massachusets Baai genoemd wordt, is vry digt bewoond langs het zeestrand. Zy die zich aan de rivier Connecticut nederzetten, voerden daar eene afzonderlyke onafhanglyke regeering in; doch geduurende eenen geruimen tyd heeft Nieuw Engeland ter naauwer nood iets gehad, dat den naam van regeering mogt draagen. Dit werd by het hof in aanmerking genomen ; en hierop volgde een besluit om hun een handvest te verleenen, waardoor zy gemagtigd werden om zulke wetten en schikkingen als zy goedvonden vast te stellen, mids dat, dezelven niet onbestaanbaar waren met de wetten van Engeland; eene zaak waarlyk, die niet gemaklyk kon volvoerd worden, dewyl zy, die de nieuwe volkplantingen hadden opgerigt, veelal bestonden uit luiden van eene zeer bekrompene denkwyze, en geweldige geestdryveren. Zy volgden de Jooden na in hunne staatkundige instellingen , schikten hunne regtoeffeningen naar de Mosaische wet, en maakten dus veele vaststellingen, die gantsch niet wel strookten met de gewoonten, den aart en de omstandigheden der landstreeke, om welke reden de eerst vastgestelde regeeringsvorm slegts voor eenen tyd aanhield, totdat tyd en ondervinding gelegenheid baarden om gevoeglyker schikkingen in stand te brengen. Ten aanzien der oorspronglyke bewooneren, merken wy aan dat zy verdeeld werden in verscheidene genootschappen, die aan hunne Sachems en Sagasmores onderworpen zyn. De  Aardryksbeschryving. 699 De Godsdienst was, gelyk wy reeds gezegd hebben, die der Puriteinen ;en men kan bezwaarlyk zeggen dat zy, ten tyde der verhuizinge, in Engeland eene onderscheidene sekte uitmaakten, dewyl veelen, die de bisschoppeordening hadden aangenomen, tot dezelve behoorden ; doch zooras als zy zich in Amerika in vryheid gesteld vonden, volgden zy eene gantsch andere denkwyze : zy hadden kerkelyke vergaderingen, in welken eenige afgevaardigden uit de overheid tegenwoordig waren; zy hielden zich bezig met verscheidene zaaken te onderzoeken ; zy beslisten wel omtrent eenige zaaken van groote aangelegenheid, maar zy dorsten in geen opzigt het kerkelyk gezag laaten gelden, of iemand in den ban doen. Alles wat; zy zich veroorloofden was dat zy weigerden gemeenschap te houden met zulken, wier begrippen zy afkeurden. Misschien zal men in het denkbeeld vallen dat uit dergelyke schikkingen eene groote vryheid ten aanzien van den godsdienst moest gebooren worden: doch van zulk eene vryheid hadden zy in het geheel geene denkbeelden. Verdraagzaamheid was by de meesten zulk een haatlyk ding, dat eene der eerste vervolgingen in dit land ontstond tegen eenige weinigen, die beweerden dat de overheid geen regt had om dwangmiddelen te gebruiken in zaaken, die tot den Godsdienst behoorden. Deeze verkeerde maatregelen waren van dat gevolg dat zy, die in de provincien, welke zy bewoonden, meer of min vervolgd en ontrust werden, in vervolg van tyd meer zuidwaards gingen, en eene stad bouwden , aan welke zy den naam gaven van Providence; dit heeft sederd te weeg gebragt dat het vierde en kleinste eiland, Rhode Eiland genaamd, niet het minst bewoonde is. De Konsten en Weetenschappen, die 'er voornaamelyk worden aangemoedigd, zyn zoodaanigen, welke betrekking hebben tot den koophandel en de zeevaart. Wy behoeven niets meer te zeggen ten opzigte van den aart, de geestgesteltenisse, en het karakter der inwooneren, dewyl dezelven meest bestaan uit luiden , die Engelschen van af-, komste zyn. De  700 Natuurkundige De Natuurlijke Historie De Lugt van deeze Landstreeke is zoo gemaatigd niet als in Oud Engeland; de winters zyn 'er veel gestrenger en langduuriger; de grond blyft 'er lang met sneeuw bedekt, en de vorst, die verscheidene maanden blyft aanhouden, maakt de zomers merklyk korter dan de onzen; doch zy zyn, zoo lang als zy duuren, veel heeter. - Men kan egter niet anders zeggen dan dat de landstreek vry gezond is, vooral in plaatsen, waar de Engelschen volkplantingen hebben. De historieschryvers melden ook dat hette beide en koude 'er nu gemaatigder, en de gesteltenis van lugt in alle opzigten veel beter is dan de eerste bevolkers dezelven bevonden hebben. De wegruiming der groote bosschen en de bebouwing van den grond hebben de schadelyke dampen, die den menschen in hunne gezondheid zeer benadeelden, merklyk doen verminderen. De hemel is 'er doorgaans helder; twee maanden verloopen 'er in den zomer, waarin genoegzaam geene wolken gezien worden; maar de regens zyn, wanneer het de tyd van het jaar is dat zy vallen , zeer zwaar. De Grond van Nieuw Engeland verschilt in onderscheidene plaatsen, maar wordt beter naar maate men meer noordwaards nadert. Men heeft in de laage gronden overvloed van uitmuntende landeryen; en genoegzaam overal vindt men zeer goede weilanden; doch de landstreek is niet geschikt om 'er Europeesch koorn in voort te teelen. De tarw, de garst en de haver tieren 'er gantsch niet wel;maar het Indiaanscbe koorn , waarin het voedsel voor gemeene luiden bestaat, groeit hier zeer welig: en dewyl die soort van koorn juist niet algemeen bekend is in Europa , en 'er egter de grootste aanwinning van gedaan wordt, zullen wy hier een byzonderer berigt wegens het zelve mededeelen. Dit Indiaanscbe koorn , het welk de Amerikaanen Weachin noemen, is in sommige zuidelyke deelen van Amerika be-  Aardryksbeschryving 701 bekend onder den naam van Maize De air is omtrent eene span lang, en bestaat uit agt of meer halmen, naar maate van de meerdere of mindere goedheid van den grond; ieder halm bevat omtrent dertig korlen. Boven aan het koorn hangt eene soort van bloem, niet ongelyk aan eene zyden lap van verscheidene kleuren, als gestreept en gespikkeld zynde met wit, blaauw, groen en zwart: hierdoor maakt het koorn, terwyl het opgroeit, eene zeer fraaije vertooning: de korrel heeft alle de kleuren, die in de bloem gezien worden. Het koorn heeft een steel, die zes of agt voeten hoog groeit, en van eene meer dan gemeene dikte is. In Nieuw Engeland, en andere noordelyke landen schiet het egter zoo hoog niet op als in virginie, en in die streeken, die zuidelyker leggen. De halmen zyn, even als riet, met geledigen aaneengevoegd, en by ieder van die geledingen schiet eene meenigte van bladen uit, die als vlaggen nederhangen, en het rundvee zeer goed voedsel verschaffen. De steel is vol van zeker sap, waarvan een siroop, zoo zoet als suiker gemaakt wordt. Het Koorn wordt doorgaans gezaaid in kleine vierkante vakken, en vordert groote oplettendheid in de behandelinge. De grond, in welken het best zal tieren, moet ligt en zandig , en met een weinig slyk gemengd zyn. Wanneer men een gemet lands bezaaid, dan zal men in een middelmaatig jaar omtrent 25 schepels kunnen inzamelen. — Het volk van Nieuw Engeland gebruikt niets slegts dit koorn om 'er brood van te maaken, maar zy mouten het , en bedienen 'er zich van in het brouwen van bier, het welk gantsch niet behoeft onder te doen voor andere bieren. Men teelt ook in Nieuw Engeland, eene groote meenigte van vlas, en heeft 'er dikwyls, met eenen vry goeden uitslag, pooging gedaan tot het maaken van hennip: een gemet van het land zal doorgaans eene ton opleveren, maar het land is vry schielyk uitgeput, en die plant vordert ook een lugtstreek , in welke eenpaariger warmte heerscht dan in Nieuw Engeland. Het Hoornvee is vry talryk in Nieuw Engeland, en onder  702 Natuurkundige der het zelve vindt men ossen, die zeer zwaar zyn ; de varkens zyn 'er ook talryk, en ongemeen groot; tevens zyn zy goed in hunne soort. Men heeft 'er kleine paarden, die egter vry sterk zyn: dezelven houden eenen natuurlyken draf, waarin zy lang en snel voortgaan, schoon juist niet met veel bevalligheids. De schaapen zyn 'er goed in hunne soort en de wol kan 'er met groote nuttigheid gebruikt worden, zoodat de inwooners lakens hebben van hunne eigene fabriek, die niet veel minder in deugd zyn dan onze Europeesche. Behalven deeze voornaamste voortbrengsels van Nieuw Engeland , zyn 'er zeer goede masten voor schepen en andere dingen, die tot den scheepsbouw noodig zyn, als timmerhout, teer, en een groote voorraad van yzer. Ook zyn 'er verscheidene vellen, die tot nuttige gebruiken kunnen dienen , en daarenboven veele andere dingen, onder welken de visch wel verdient gemeld te worden ; zoodat de koopwaaren, welke de inwooners uit hun land vervoeren niet minder zyn dan die, welke 'er in gebragt worden . Wy moeten ook niet nalaaten van eenige zeldzaamheden, die in dit land gevonden worden, melding te maaken: de Heer Josselyn heeft ons eene byzondere historie van deeze zeldzaamheden gegeeven. - Men heeft 'er eene vrugt, die boternoot genoemd wordt, welken naam zy gekreegen heeft naar den aart van haaren pit, die eene aangenaame olie verschaft, welke den smaak van boter heeft, - in Bakers Hol, zynde omtrent 50 mylen ten oosten van Boston, vindt men den scharlaken mossel, wiens purperen ader, met eene naalde geprikt zynde, een vogt verschaft van eene zuivere purperkleur, waarvan zulk eene vaste verw komt, dat zy door geen water kan uitgewischt worden. - Aan de kust van Nieuw Engeland vangt men somtyds den merkwaardigen visch, die Monnik-visch genoemd wordt, omdat hy eenen kop heeft, die vry wel gelykt naar het geen men een monnikskap noemt. In verscheidene deelen van de kust vangt men den Starvisch: een zeldzame van deeze soort, in de Baai van Massachuset gevan gen,  Aardryksbeschryving 703 gen, is te zien in Gresham Kollegie, en men vindt denzelven beschreeven in de Philosophische Transactien, N°. 53.Onder veele zeldzaame vogels is hier de Troculus en het vogeltje, dat men Humming Bird noemt. Het zelve wordt als het kleinste van alle vogelen aangemerkt, en doet egter eene meer dan gemeene schranderheid blyken in het bouwen van zyn nestje, en in het zorgen voor zyne jongen. Het ei is niet grooter dan eene groote erwt. Van nieuw YORK , nieuw Jersey , in Pensylvanie Deeze Landen werden aan de Engelschen afgestaan by het verdrag, te Breda in den jaare 1667 geslooten, en zy kreegen toen den naam van de Nieuwe Nederlanden; niet lang waren zy egter in de magt der bovengemelden geweest, toen zy in onderscheidene provincien verdeeld werden. Het Noord oostelyk gedeelte, het welk aan Nieuw Engeland grenst, werd nieuw york genoemd, ter eere van den hertog van York, aan wien in het eerst het gebied over de geheele landstreek vergund werd. Deeze provincie breidt zich noordwaards uit, aan beide de zyden van de rivier Hudson, omtrent 200 mylen ver, in het land der Vyf Natien, of der Iroqueezen, maar zy is nergens meer dan 40 of 50 mylen breed. Zy bevat, in haare grenzen, het Lange Eiland, het welk ten zuiden van Connecticut legt, en is een eiland, het welk voor geen gedeelte van Amerika behoeft te wyken ten aanzien van uitneemendheid van grond tot weilanden voor paarden, ossen en schaapen, of van allerleie soorten van graanen, die hier geteeld worden. Dat gedeelte van Nieuw Holland, het welk langs den oceaan legt tusschen denzelven en de rivier Delawar, van het zuidelyk deel van Nieuw York af tot aan Maryland toe, werd vergund aan George Carteret en anderen , en nieuw Jersey genaamd. Deeze provincie grenst ten westen aan de rivier Delawar, die haar van Pensylvanie afscheidt: Zy is byna 150 mylen lang, en 50 of daaromtrent breed. Pensylvanie het welk tusschen Nieuw York, Nieuw Jer-  704 Natuurkundige Jersey, en Maryland in legt, en alleenlyk gemeenschap heeft met de zee door den mond van de rivier Delawar, is omtrent 250 mylen lang, en 200 breed. Deeze landstreek werd in den jaare 1680 aan den berugten Heere William Pen overgegeeven. De Lugtgesteltenis en Grond der drie Provincien van Nieuw York, Nieuw Jersey en Pensylvanie zyn, om zoo te spreeken, in alle drie eveneens, en men mag dit zeggen van alle de volkplantingen der Engelschen in Noord Amerika. Het land, naby de zee gelegen, is, over het algemeen genomen, laag, vlak en moerassig. Op eenen merklyken afstand van de zee verheft de grond zich met kleine heuvelen , en vervolgens krygt men groote ryen bergen, die meest allen naar het noordoosten en zuidwesten loopen. De grond is overal in deeze drie provincien ongemeen vrugtbaar; verschafFende niet slegts overvloed van graanen, die aan het land in het byzonder eigen zyn en van Indiaansch koorn, maar ook van alle zulke gewassen, die uit Europa zyn overgebragt. Tarw is 'er zoo overvloedig en zoo goed, als men ze in weinige deelen der waereld vindt. Het zelfde mag men zeggen van de garst, haver, ryst, boekweit, en andere soorten van graanen die 'er geteeld worden. Men heeft 'er eene groote meenigte van hoornvee, van paarden , schaapen en varkens: al ons Europeesch gevogelte is 'er ook in overvloed. Wild van allerleie soorten is 'er ongemeen talryk. Men heeft 'er harten en haazen , welke laatsten egter zoo goed niet van smaak zyn als de onzen. Daar zyn zeer groote en goede kalkhoenen: eene fraaije soort van faizanten is aan dit land in het byzonder eigen. Allerleie aardgewassen en wortelen , die wy in onze tuinen niet dan met moeite kunnen aankweeken, tieren hier welig; en alle vrugten, inzonderheid persiken en meloenen, vindt men 'er in grooter volkomenheid dan by ons. De Bosschen verschaffen overvloed en verscheidenheid van zeer goed Timmerhout. In alle de deelen der Engelsche volkplantingen, van Nieuw York aan de noordelyksten kant  Aardryksbeschryving. 705 kant af, tot aan de zuidelykste grenzen toe, vindt men in de bosschen eene meenigte van wilde wyngaarden; doch men heeft weinige moeite aangewend om derzelver vrugt van merklyke nuttigheid te maaken, of er zich wyn van te verschaffen ; of die verwaarloozing voortkome uit eenig gebrek in de druiven, dan of zy uit eenige andere oorzaak spruite, is geheel onzeker. De inwooners' teelen ook in alle de provincien , en wel in het byzonder in Pensylvanie eenen grooten voorraad van vlas en hennip: zy hebben eenige mineraalen en delfstoffen, doch niet in grooten overvloed. — In Nieuw york is zeer veel koper, en in Nieuw Jersey heeft men eene ryke kopermyn geopend, terwyl men zich vleit met de hoop van door den tyd meer soortgelyke voortbrengsels te zullen ontdekken. — Amerika is zeer wel voorzien van water. In Nieuw Engeland heeft men verscheidene rivieren, die zoo wel dienen om de voortzetting van fabrieken te bevorderen, als om de vervoering van goederen naar ver gelegene plaatsen gemaklyk te maaken. Dewyl de gesteltenis van Lugt en Grond in de verschillende deelen van dit Land genoegzaam dezelfde is, zoo gaat ook genoegzaam Overal dezelfde handel in zwang. Deeze bestaat voornaamelyk in tarwe, garst, haver, Indiaansch koorn , erwten, rundvee, zwynen, kaas, boter, appeldrank, bier, vlas, hennip en hennipzaad; ook in lynolie, bonten, slaaven en yzer. De Provincie van Nieuw york heeft twee steden: de hoofdstad, Nieuw York genaamd, is zeer gunstig gelegen voor den koophandel. Zy legt aan eene zeer goede haven, op een eiland dat den naam van Manahatton heeft, en omtrent 14 mylen lang, doch niet meer dan twee breed is Dit eiland is juist aan den mond van de rivier Hudson gelegen, die zich hier, na eenen langen weg te hebben afgelegd, ontlast. — Deeze rivier is eene der voornaamsten van Amerika, — De stad zelve is zeer wel en van steen gebouwd, naar de Hollandsche manier; de straaten zyn niet regelmaatig, maar wel geplaveid: de handel is 'er ongeII Afd. III. deel Hh meen  706 NATUURKUNDIGE meen in bloei: allen, die zich met de voortzetting van denzslven bezig houden, zyn ryke luiden; en het Gemeen kan 'er, over het gros genomen, met eenen maatigen arbeid, vry wel bestaan. De kerken en andere openbaare gebouwen zyn wel groot, maar juist niet net of pragtig. Het getal der inwooneren zegt men dat tusschen de tagtigen honderdduizend beloopt. ALBANIE, aan de Rivier Hudson, omtrent 150 mylen van Nieuw York, is niet slegts berugt om den handel, dewyl 'er veel vertier is van onze grove wollen stoffen, welke tot gebruik van mannen en vrouwen dienen, en van dingen, die in den landbouw gebruikt worden, maar de stad is ook aanzienlyk geworden door de onderhandelingen , die 'er van tyd tot tyd tusschen de Engelschen en de Iroquoische Indiaanen gehouden zyn. Die natie, of liever die vermenging van natien, door eenen ouden en onverbreekbaaren band aan elkanderen verbonden, is de oudste, de ontzaglykste, de getrouwste en de nuttigste bondgenoot voor Engeland geweest onder alle de Indiaanen. Pensylvanie is bewoond door meer dan 250000 Men. schen , wier helft wel uit Duitschers, Zweeden en Hollanders bestaat. Men vindt hier Kwaakers, luiden van de Bisschoppelyke Kerk, Kalvinisten, Lutherschen, Katholyken, Methodisten , Mennisten , Moraviers , Independenten, Wederdoopers, en meer andere sekten. De verscheidenheid van Godsdiensten, natien en taalen is hier verbaazend groot; en de eensgezindheid, in welke luiden, die zoo veel van elkanderen verschillen, hier leeven, is niet minder te verwonderen en tevens te pryzen : want schoon ieder, die het met den Godsdienst wel meent, over de verscheidenheid van begrippen, welke in denzelven plaats heeft, klagtig valt, en wenscht dat waarheid en eenpaarigheid van gevoelens meer mogten heerschen, is het egter voor elk aangenaam te bespeuren dat de menschen elkanderen vryheid vergunnen , wanneer die eenpaarigheid niet kan uitgewerkt worden. In de Provincie van Pensylvanie zyn verscheidene steden ,  Aardryksbeschryving. 707 den die de hoofdsteden van andere provincien overtreffen onder dezelven verdient Philadelphia in het byzonder beschreeven te worden. Deeze stad legt op een strook lands, juist ter plaatse daar twee schoone rivieren , de Delawar naamelyk en de Schulkil, samenloopen. Zy is in eene langwerpige gedaante aangelegd, met oogmerk om haar van de eene rivier tot de andere te doen 'loopen, en geschikt om agt evenwydige straaten te hebben, die door zestien andere gekruist werden,met behoorlyke tusschenruimten voor openbaare gebouwen, kerken en marktplaatsen. In het middelpunt is een plein van tien gemetten, waarop de voornaamste openbaare gebouwen in de rondte geplaatst zyn. De kaaijen zyn ruim, de pakhuizen groot en menigvuldig, en de scheepsdokken in alle opzigten geschikt om aan het oogmerk van den aanleg te beantwoorden. Men heeft hier een groot aantal Van schepen gebouwd: twintig hebben 'er te gelyk op stapel gelegen; want daar zyn zeer Veele kooplieden, het geen inderdaad niet te verwonderen is, indien men den grooten handel, die deeze stad met alle de deelen der provincie, met andere volkplantingen van Amerika, ja zelfs met verscheidene landen van Europa heeft, in aanmerking neemt: het is wel te begrypen dat die handel zeer merklyke voordeelen moet opbrengen ; eene meenigte van goederen wordt de rivieren Delawar en Schulkil afgevoerd: de eerste van dezelven is tot op meer dan 200 mylen boven Philadelphia bevaarbaar; en men zegt dat de Hollanders agt- of negenduizend wagens in hun gebruik houden, om de vrugten van hunne landeryen in de gemelde stad ter markt te brengen ; in den jaare 1749 zyn 303 schepen in deeze haven gekomen, en 291 'er uit gezeild. Van maryland Dit Land is door de Engelschen ontdekt geworden , onder het geleide der beide Cabots, in den jaare 1497 het is aan het noordeinde van Chesapeak baai gelegen; door. Hh a wel-  703 Natuurkundige Welke het in twee deelen verdeeld wordt, die men de oostelyke en westelyke verdeeling noemt. Ten noorden grenst het aan Pensylvanie; ten oosten aan een ander gedeelte van Pensylvanie en aan de zee, ten zuiden aan Virginie, en ten westen aan de Aligaansche bergen; het is 140 mylen lang, en heeft genoegzaam dezelfde breedte. Toen de Engelschen zich hier eerst nederzetten, vonden zy het land met eene verbaazende meenigte van hout bezet, zoodat zy maar weinig gronds ter bebouwinge konden vinden, voor dat zy de boomen uitgeroeid hadden; en toen vonden zy de gedaane moeite welhaast vergoed door de ongemeene vrugtbaarheid. Maryland heeft zoo min als Virginie eene stad van eenig aanzien, en om die reden woonen de meeste koopluiden en handelaars naby de bevaarbaare rivieren. Anapolis is inderdaad de hoofdstad, en de zetel van de Regeering: zy is eene kleine, maar egter welgelegene stad aan de rivier de Severn. Hier is de woonplaats van de Gouverneur en het Tolhuis; ook heeft men 'er eenige weinige andere openbaare gebouwen. De voortbrengsels van dit eiland zyn in zoo verre dezelfde als die van Virginie, dat wy den leezer naar ons berigt wegens die volkplanting moogen wyzen; het voornaamste van dezelven is tabak, waarvan jaarlyks omtrent 40000 vaten vervoerd worden. De bewooners van Maryland hebben denzelfden vastgestelden godsdienst als die van Virginie, naamelyk dien van de Engelsche kerk. Van Virginie. Dit Land is eerst ontdekt geworden door Sebastiaan Cabot, in den jaare 1497, doch in vervolg van tyd, te weeten in den jaare 1584, heeft ridder Walter, Raleigb, die 'er toen bezit van nam, in den naam van koninginne Elizabeth, het volkomener leeren kennen. De grootte van deeze provincie heeft merklyke veranderingen ondergaan, sederd dat zy den naam van Virginie bekomen heeft. De gren-  Aardryksbeschryving. 709 grenzen zyn tegenwoordig bepaald door de rivier Potowmack aan het noorden, door de baai Chesapeak aan het oosten, en door Karolina aan het zuiden. Westwaards strekken de eigendommen zich uit tot aan de zuidzee, maar de plantagien gaan niet verder dan tot de groote Aligaansche bergen, welke grenzen aan deeze provincie eene langte van 240, en eene breedte van omtrent 200 mylen laaten: zynde dezelve gelegen tusschen de 55 en 40 graaden noorder breedte. De bewooners van Virginie bestaan uit Blanken en Zwarten. Van de eerstgemelden telt men 'er omtrent zestig- of zeventigduizend, en derzelver getal wordt van dag tot dag nog grooter, uit hoofde der verhuizinge van veele Iersche en Fransche vlugtelingen. De Zwarten zyn nog veel talryker: de Negers, die hier als slaaven dienen, worden op honderdduizend gerekend : jaarlyks worden 'er drie- of vierduidend ingevoerd, en zy tieren hier beter dan in de West-Indiën, dewyl zy 'er minder afmattend werk, beter voedsel en gezonder lugtstreek hebben. De inwooners zyn vriendelyk, herbergzaam, en over het algemeen genomen vry beschaafd van zeden. Hun godsdienst is dezelfde als de vastgestelde godsdienst in Engeland: kort geleeden duldden zy nog geene Dissenters, maar thans verleenen zy aan elk volkomene vryheid. Onder hen zyn Presbyteriaanen, Doopsgezinden en Kwaakers, welke allen hier hunne vergaderplaatsen hebben, even als in Engeland. De Regeering is, met uitzonderinge van eenige byzondere wetten , hier op eenen gelyken voet geregeld als in Engeland. Het is merkwaardig dat men, in het zeilen naar Virginie, of naar Maryland, naast aan elkanderen gelegen zynde, eene straat tusschen twee uithoeken door vaart, die de Kaapen van Virginie genoemd wordt, en eenen doortogt verschaft naar de baai van Chesapeak, een van de grootste, en misschien van de veiligste havens, die ergens in de waereld gevonden worden; want zy loopt landwaards in byna driehonderd mylen van het zuiden naar het noorden, hebbende de oostelyke zyde vau Maryland, en een Hh 3 klein  710 Natuurkundige klein gedeelte van Virginie aan dat Schiereiland tot eene beschutting voor den Atlantischen oceaan. Deeze baai is omstrent 18 mylen breed, en 7 waar zy op haar smalst is zoo ver als zy zich uitstrekt, loopt er eene groote meenigte rivieren in, van welken veelen bevaarbaar zyn. De Lugtsgesteltenis en Grond van dit Land heeft men, misscbien om staatkundige redenen , wat al te sterk gepreezen. Het is zeker dat 'er de hette in den zomer ongemeen groot is, maar dat dezelve egter eenigszins gemaatigd wordt door verfrisschende zeekoeltjes, Het weder is 'er veranderlyk, en de veranderingen komen 'er schielyk, en zyn vry sterk. De wintervorst begint zonder dat 'er genoegzaam eenig voorteeken van geweest is. Tegen het begin van den winter volgt na eenen warmen dag dikwyls zulk eene felle koude, dat eene der breedste en diepste rivieren in eenen nagt bevriest. Doch deeze vorsten zyn 200 min lang van duur als de regens. Men heeft 'er menigvuldige stormen en onweeren van donder en weêrligt; maar zelden baart dat weder 'er eenig nadeel. Over het algemeen is 'er de hemel helder, en de lugt dun, zuiver en doordringend. De Grond bestaat, in de laage streeken van Virginie uit eene zwartagtige vette kley, die, zonder met mest vermengd te worden , verscheidene. jaaren agtereen alles wat 'er in gezaaid wordt tierig doet groeijen. Wanneer men op eenigen afstand van de rivieren komt, dan wordt de grond ligt en zandig, en is schielyk uitgeput: hy is egter van eenen warmen vrugtbaaren aart, en regt geschikt om goed koorn en tabak voort te brengen. Nergens is beter tarw dan die in deeze provincie en in Maryland groeit • doch de aankweeking van de tabak trekt in het byzonder de opmerking der bewooneren, zoodat zy naauwlyks tarw genoeg tot hun eigen gebruik teelen. Dewyl de Tabak die koopwaar is, in welke, zoo in deeze landstreek als in Maryland, de grootste handel gedreeven wordt, zal een omstandiger berigt wegens dezelve onzen leezeren niet onaangenaam zyn. Deeze plant heeft haa-  Aardryksbeschryving 711 haaren eersten oorsprong in Amerika, en derzelver gebruik is al zeer oud, schoon zy 'er egter niet veel aangekweekt, en niet naar behooren behandeld is, voor de overkomst der Europeaanen. De zaaden van de tabak worden eerst op bedden gezaaid, vervolgens worden zy verplant, zooras als het regent, in eenen grond, welke ten dien einde met kleine heuveltjes , even als die van eenen hoptuin, is opgehoogd. In den tyd van eene maand, nadat de planten dus verpoot zyn, worden zy eenen voet hoog ; dan worden zy getopt, de onderste bladen worden 'er afgesneeden , en men zorgt wel om den grond, in welken zy staan, tweemaal ter weeke van onkruid en ongedierte te zuiveren. Omtrent zes weeken daarna hebben zy haaren vollen wasdom gekreegen; de plant is dan zoo groot als een man van middelbaare langte, de steel is regt, hairagtig en vogtig; de bladeren zyn van een bleek geelagtig groen, wat naar het bruine trekkende, en het onderste gedeelte van de plant heeft eene groote uitgebreidheid, in dien staat wordt zy geschikt geagt om gesneeden te wor- . den: dus snyden zy dezelve in stukjes, zooras als zy merken dat zy tot rypheid gekomen is. Zy laaten ze eenen nagt op den grond leggen, en brengen ze vervolgens naar de schuur, die zoo geschikt is dat 'er zoo veel lugts kan in komen , als de zorg om den regen buiten te houden toelaat; daar worden zy , van elkanderen afgezonderd opgehangen, en geduurende den tyd van vyf of zes weeken dus gelaaten om te droogen; daarna worden zy afgenomen en op hoopen gelegd; ook worden zy voor een week of twee overdekt om uit te dampen ; vervolgens houden de knegts zich bezig met ze klein te maaken en uit te zoeken; de bovenste bladen nu zyn de besten , en de onderste de slegtsten; na dit alles doet men de tabak in vaten, of schikt dezelve in rollen. - In den handel onderscheidt men twee soorten van tabak: de eene is Aranokoe, uit Maryland en de noordelykste deelen van Virginie: doch dezelve is sterk en heet in den mond: zy kan egter in Holland Duitschland, en in het noorden, zeer wel vertierd worden. De Hh 4 an-  712 Natuurkundige andere soort, die den naam van zoetgeurige draagt, valt allerbest in de zuidelykste deelen van Virginie. Daar is geene koopwaar, die zoo veel winst opbrengt als deeze;en egter is zy voor het gemeen in Engeland maar maatiglyk belast. De voornaamste last komt aan op den planter, die sterk gedrukt wordt door de geringheid van den prys. Dewyl 'er twee provincien zyn, die haar bestaan voornaamelyk van de tabak hebben, zoude het moeijelyk vallen maatregelen te neemen om den prys eenigszins te verhoogen. De inkomsten , welke de kroon 'er jaarlyks van trekt, beloopen naby de 300000 L, en de tabak, die uit Engeland vervoerd wordt, komt meest ten voordeele van den Engelschen koopman, en brengt dus jaarlyks genoegzaam eene gelyke som in het Ryk, om thans niets te zeggen van de groote voordeelen *, die de Engelschen trekken, door uit hunne eigene volkplantingen eene waar te krygen, voor welke men in andere landen van Europa gereed geld moet betaalen; en om niet te spreeken van de bezigheden, welke den arbeider verschaft worden door de meenigte van vaten, die ter voortzettinge van deezen handel gemaakt en gevuld moeten worden. Die van Virginie neemen van de Engelschen alles over wat zy tot hun gemak en versieringe noodig hebben; want de manufactuuren, die onder hen plaats vinden, zyn naauwlyks noemenswaardig. De beide volkplantingen leveren jaarlyks omtrent 80000 vaten tabak van 800 ponden ieder vat. Zy dryven ook grooten handel op de West Indiën in pek, teer koorn en meer andere waaren: zy verzenden vlas, hennip, yzer, staaven, en nootenboomen en cederenhout: in hunne bosschen vindt men eenen ryken voorraad van timmerhout terwyl de velden genoegzaam alle jaaren vervuld zyn met eene meenigte van bloemen, en bloemdraagende heesters zoo ryk van kleur, en zoo lieflyk van geur, dat men in het eerst den naam van Florida aan deeze landstreek heeft ge Men moet voor oogen houden dat dit berigt voor het uitbarsten van den tegenwoordigen oorlog is opgesteld,  Aardryksbeschryving . 713 gegeeven. Men vindt hier ook verscheidene geneeskragtige kruiden en wortelen, inzonderheid den slangwortel, en niet lang geleeden is 'er de berugte Ginseng der Chineezen ontdekt geworden. Hoornvee en Zwynen zyn in dit Land sterk vermenigvuldigd : want toen het eerst begon bewoond te worden, waren deeze dieren 'er zeer schaarsch. De dieren, welke oorspronglyk tot deeze streek behooren, zyn harten, tygers, beeren, wolven, vossen, eekhoorns, wilde katten; nog heeft men 'er een zeer ongemeen dier, het welk bekend is onder den naam van Opossum. Dit schepsel heeft omtrent de grootte van eene kat, en behalven den buik, dien het met andere dieren gemeen heeft, heeft het nog eenen valschen onder denzelven, en eene vry groote opening omtrent de agterste pooten. In den zak of buik, op de natuurlyken buik, zyn verscheidene teepelswyze uitsteeksels; aan dezelven worden de jongen, wanneer het wyfje ontvangt, gevormd, en zy blyven 'er aan hangen als vrugten aan den steel, totdat zy genoegzaam in grootte en zwaarte zyn toegenomen: dan vallen zy 'er af, en worden ontvangen in den valschen buik, waar zy naar hun welgevallen uitgaan, en weder inkomen, om 'er eene schuilplaats te Vinden , in gevalle zy door eenig gevaar gedreigd worden. Men heeft 'er alle soorten van wild en tam gevogelte, in eene gelyke volkomenheid als by ons in Europa, en zelfs zyn 'er soorten, welke wy niet hebben: daar zyn menigvuldige en verscheidene vogels, die om hunne schoonheid, of om hunnen zang zeer hoog geagt worden. De witte uil van Virginie is veel grooter dan de vogel van die soort, welke onder ons gemeen is, en heeft het geheele lyf over zilvergekleurde vederen, uitgezonderd dat men aan de borst eene zwarte vlek ziet. De nagtegaal is een vogel met zeer schoone vederen. De spotvogel agt men dat alle andere vogelen door zynen zang overtreft, en hy weet den zang van andere vogelen ongemeen wel naar te bootsen. De rotsvogel is zeer gezellig, en zyn gezelschap is aangenaam Uit hoofde der zoetheid van zynen zang . Het vogeltje, Hh 5 dat  714 Natuurkundige dat de Engelschen Humming-bird noemen, is het schoonste en kleinste onder alle de gevederde scbepselen: het is ook bekend onder den naam van Kolibri het is geschakeerd met scharlaken, groen en goud. Deeze vogel zegt men dat leeft van den daauw, welke aan de bloemen blyft hangen, en hy is van zulk eenen tederen aart, dat hy niet leevend in Engeland kan overgebragt worden. De Zeekusten en Rivieren van Virginie verschaffen niet slegts overvloed van visch van verschillende soorten, die in Europa mede bekend zyn; maar de meeste soorten, die men er vindt, zyn in het byzonder eigen aan Amerika, als daar is zeker slag van Walvisschen, Hondvisschen, en Haringen komen 'er met gantsche schoolen in de rivieren. Onder de visschen, die in het byzonder aan dit land eigen zyn, telt men den Angelvisch, zoo genoemd omdat hy eenen angel op zynen staart heeft schoon hy egter goed is om gegeeten te worden, wanneer men hem zynen angel ontneemt, Van carolina. Dit Land is genoegzaam gelyktydiglyk met Virginie bevolkt geworden omtrent het einde van de zestiende eeuwe, doch niet voor omtrent het jaar 1663, onder de regeering van koning Karel den IIden, namen de Engelschen het besluit om 'er eene volkplanting te vestigen In dit jaar kreegen de graaf van Clarendon, lord kansellier, de hertog van Alhemarle, lord Craven, lord Berkley, lord Ashley, naderhand graaf van Shaftesbury, ridder George Carteret, ridder William Berkley, en ridder George Colleton, ten dien einde een verlofbrief, waarin hun vergund werd de eigendom en het regtsgebied over dat land van den 31sten graad noorder breedte tot aan den 36sten toe voorzien zynde van volle magt om het land bewooners te bezorgen, en eene regeering in het zelve vast te stellen hadden zy eene schets van eenen regeeringsvorm en eene verzameling van grondwetten , met hulpe van den beroemden wysgeer Locke, opgesteld. Volgens dit ontwerp stelden de heeren ei ge-  Aardryksbeschryving 715 genaars zich in plaatse van den koning, stelden amptenaaren aan, en deeden verder alles wat noodig was om de zaaken op eenen vasten voet te brengen. Zy begonnen de bevolking aan de zuidzyde der landstreeke, tusschen twee bevaarbaare rivieren, die Ashley en Cooper genoemd werden. Charles-town , de Hoofdstad van de Provincie, is zoo genoemd ter eere van koning Karel. - Een der eerstgenomene besluiten was vlugtelingen aan te moedigen om zich daar te vestigen, ten welken einde men eene onbepaalde verdraagzaamheid oeffende jegens alle gezindheden. Dit spoorde een groot getal van Dissenters, welken de toenmaalige regeering gestrenger dan met regt of staatkunde bestaanbaar was behandelde, aan om met hunne goederen en huisgezinnen naar Carolina over te steeken. De Dissenters. werden hier welhaast zoo talryk als die van de Hoofkerke, en schoon zy zich met grooter voorzigtigheid en bescheidenheid gedroegen dan de vlugtelingen van Nieuw Engeland, konden zy evenwel tegen den naaryver der Engelsche kerke geenszins beveiligd blyven. Dit baarde zoo veele twisten en oneenigheden, dat het verscheidene jaaren agtereen ten uitersten nadeelig was voor de volkplanting in het algemeen, zoodat men het noodig oordeelde dezelve onder de bescherming van de kroon te brengen. De eigenaars kreegen, voor hun regt van eigendom, en voor hunne bestiering, eene som van 24000 l. uitgezonderd de graaf van Granville, die zyn agtste gedeelte bleef behouden, het welk omtrent de helft van noord Carolina uitmaakte, van dat gedeelte naamelyk, het welk aan Virginie grenst. Dit geschiedde in den jaare 1728. sedert welken tyd dit land merkelyk in bloei is toegenomen. Deeze twee Provincien, Noord- en Zuid Carolina naamelyk, leggen tusschen de 31 en 36 graaden breedte; zy zyn meer dan 400 mylen lang, en tot de Indiaansche natien toe gerekend zynde, omtrent 300 mylen breed. Uit het geen wy reeds hebben bygebragt kan men de Inwooners van dit Land zeer gemaklyk beoordeelen. De lugtsgesteltenis en Grond van deeze Streeken ver schilt  716 Natuurkundige schilt niet merklyk van die van Virginie; maar daar zy verschillen is het voordeel aan de zyde van Carolina, dat (over het algemeen genomen) voor een van de schoonste landen der waereld mag gehouden worden. De hette is 'er in den zomer veel grooter dan in Virginie, maar de winters zyn 'er zagter en korter: de lugt is 'er gemeenlyk helder en gezond; egter zyn 'er, gelyk genoegzaam in alle andere deelen van Amerika, de veranderingen van weêr menigvuldig en komen schielyk ; de koude onstaat 'er ook doorgaans zoo onverhoeds, dat men in kleeding en leevenswyze meer op zyne hoede moet zyn dan in Europa: donder en weêrligt hebben 'er dikwyls plaats, en een der kolonien aan de vaste kust is onderworpen aan orkaanen; doch dezelven zyn zeldzaamer en minder geweldig dan in de West - Indien, In de maanden Maart, April, May en Juny is het weêr 'er doorgaans gemaatigd en aangenaam; maar in July en Augustus is de hette 'er zeer sterk. De winters zyn 'er, schoon de noordwesten wind dan gemeenlyk helder doorwaait, zelden zoo gestreng, dat het water in eenige merklyke maate bevriest; en verscheidene tedere planten, die in Virginie de koude niet kunnen uithouden, tieren hier zeer wel. Naby Charlestown zyn oranjeappelen in grooten overvloed en volkomenheid, Olyven groeijen hier mede, en men vindt 'er genoegzaam alle planten, die spoedig tot rypheid komen: ook zyn 'er veele bloemen en bloemdraagende heesters zeer gemeen, zoo wel zulken, die in het wild groeijen , als zulken , die in tuinen worden aangekweekt. De liefhebbers hebben niet nagelaaten derzelver meenigte en verscheidenheid te onderzoeken, en de Heer Catesby heeft ons , in zyne Natuurlyke Historie, fraaije afteekeningen van eenigen derzelven gegeeven. Het geheele Land is, om zoo te spreeken, een Bosch, en 'er groeit genoegzaam dezelfde soort van hout als in Virginie: naauwlyks is 'er eene plaats, waar geen Indiaansch koorn of erwten groeijen, en de grond is, als laag leggende , en dikwyls overstroomd wordende, zeer geschikt om ryst voort te brengen. Doch het geen deeze provincie het meeste  Aardryksbeschryving 717 meeste voordeel verschaft is, dat de slegtste grond zeer goed is om het waardigste van alle voortbrengselen, welke hier groeijen, de Indigo naamelyk, op te leveren. - Van het hout, en inzonderheid van den pynboom krygen de bewooners Terpentyn, Teer en Pek, welken dingen niet weinig ter bevorderinge van hunnen handel toebrengen. De Ryst was oudstyds op zichzelve de voornaamste Waar van deeze Provincie, en dit heilzaam gewas maakt nog heden voor luiden van allerleien rang, in de zuidelykste deelen der waereld, het grootste deel van het voedsel uit; schoon sommige byzondere wetten eenen tyd lang te weeg bragten dat de aankweeking van de Ryst gestremd of gantsch niet behartigd werd, wordt dezelve nu weder aangemoedigd, zoodat men rekent dat 'er jaarlyks voor 150000 l van verkogt wordt. Indigo is een ander van de aanmerklykste voortbrengselen van Carolina. Zy is niets anders dan eene verw , gemaakt van eene plant van dien naam; derzelver benaaming is waarschynlyk ontleend geworden van Indie, waar die plant het eerst werdt aangekweekt , en vanwaar alles wat wy 'er eenen tyd lang in Europa van gehad hebben, werd overgebragt. Deeze plant heeft veel overeenkomst met de varen, wanneer zy volgroeid is, en nog jong zynde is zy bezwaarlyk te onverscheiden van zekere soort van gras. De bladeren eindigen in eene enkele kwabbe. De bloemen bestaan uit vyf bladeren, en vertoonen zich genoegzaam in de gedaante van een peperhuisje, zynde de bovenste bloembladen grooter en ronder dan de anderen, en een weinigje uitgegroefd aan de zyde. De ondersten zyn kort en loopen in een punt uit; in het midden van de bloem is het styltje geplaatst, het welk in vervolg van tyd een peul wordt, en het zaad bevat. In Carolina worden drie soorten van Indigo geteeld, welker voortkweeking eenen verschillenden grond vordert. De eerste is de Franscbe of Spaansche Indigo die, eenen langen wortel hebbende, alleenlyk in eenen diepen en ryken grond groeit: hoe uitmuntend dan in haare soort ook mooge weezen,  718 Natuurkundige zen, wordt zy egter niet gekweekt in de streeken, die aan de zee gelegen zyn. De tweede soort, die de valsche Guatemala, of de waare Bakama is, kan beter tegen den winter, en is eene zwaarer en sterker plant, zy heeft ook minder plaats noodig dan de voorige om in grooter meenigte te groeijen; daarenboven tiert zy wel in eenen slegter grond, en uit dien hoofde wordt zy meer geteeld, schoon zy zoo goed niet is ten aanzien van haare kleur. De derde soort is de Wilde Indigo, welke in dit Land onder de Planten behoort, die 'er natuurlyk aan eigen zyn: het is dus wel te begrypen dat zy best geschikt is om aan het oogmerk van den planter te beantwoorden; want de plant is zeer hardvogtig, gemaklyk te behandelen: en men kan 'er vry groote winsten van trekken. De tyd, in welken de Indigo geplant wordt, is gemeenlyk na den eersten regen, die op het begin van de Lente volgt; het zaad wordt gezaaid in kleine kuilen, ieder van omtrent 18 of 20 duimen , en het gewas, zyne volkomene hoogte hebbende, welke omtrent 18 duimen moet zyn, is doorgaans geschikt om gesneeden te worden omtrent de maand July : omtrent het einde van Augustus kan men het voor de tweede maal snyden , en indien de Herfst wat zagt is, dan snydt men het voor den winter voor de derde maal. Het Indigo Land moet alle dagen gewied worden , en het is ook noodig dat men de planten van het gewormte zuivert, want indien men dat verwaarloosde zouden zy nimmer tot rypheid komen. Een gemet lands, wel toegemaakt zynde, levert, wanneer het gewas maar maatig wel slaagt, vyftig ponden Indigo uit. De Toestel om Indigo te maaken is zeer merkwaardig, schoon juist niet zeer kostbaar: behalven eene pomp, zyn 'er vaten en tobbens noodig, om de deelen zoo te bereiden dat 'er Indigo van komt. De wyze, waarop de geheele bearbeiding geschiedt, is te omslagtig om hier gevoeglyk verhaald te worden. In alle deelen van Carolina , en wel in het byzonder in Noord  Aardryksbeschryving. 719 Noord Carolina, worde eene groote meenigte van terpentyn, teer en pek gemaakt. Deeze zyn allen voortbrengsels van den pynboom. De terpentyn wordt verkreegen door eenvouwdiglyk insnydingen in den boom te maaken, en over de wyze om teer en pek te maaken behoeven wy niet te handelen. De Dieren zyn 'er, over het algemeen genomen, dezelfde als die van Mexiko; men vindt 'er ook dieren, die in Europa zeer gemeen zyn; doch tevens zyn 'er veele soorten , als schaapen, zwynen en paarden, die in het wild in de bosschen loopen. Harten zyn 'er zeer menigvuldig, en de meeste soorten van gevogelte zyn 'er in grooten overvloed. Van Georgie. Georgie, eene andere van de Engelsche volkplantingen in Noord Amerika, grenst aan het noorden aan Carolina, waarvan het gescheiden wordt door de rivier Savanah; aan het oosten grenst het aan den Oceaan, aan het zuiden aan de rivier van St. Jan, die het van Spaansch Florida aan het zuiden en westen scheidt, aan het westen is Louisiana, nu behoorende aan de Engelschen. Daar is eene reeks van eilanden aan de kust, die het tegen de woede van den oceaan beveiligen, en de zeekust is merkwaardig om de zandbanken , die wel 70 mylen van het strand af zyn; dikwyls is 'er uit hoofde van dezelven geen doortogt dan door eene zeer kleine engte, door welke de Spanjaarden egter den weg gevonden hebben; en waarschynlyk zouden zy in den jaare 1742 het eiland St. Simon bemagtigd hebben, ware het hun door den generaal Oglethorphe niet belet geworden. De rivier Savanah is 600 mylen ver met kanoos, en 300 met booten bevaarbaar , en in derzelver mond is eene gemaklyke en veilige haven. Naar het zuiden toe is eene andere rivier Tekey-Sound genoemd: waar eene groote vloot, tegen de winden beveiligd, ten anker kan leggen. Op dit eiland zyn verscheidene goede vlekken aangelegd, inzonderheid Savanah, Ebenezer, en Frederika. Daar  720 Natuurkundige Daar zyn ook eenige sorten, van welken een in den jaare 1742 door de Spanjaarden genomen werd ; doch zy namen de vlugt op de aannadering van den generaal Ogletborpe. Het eiland is een zeer goede voormuur tegen de aanvallen der Franschen en Spanjaarden , en het zoude waarschynlyk beter verschanst geweest zyn, had 'er niet eenig misverstand plaats gehad tusschen den gemelden generaal en den gouverneur van Carolina. Het Land werd eerst aan verscheidene Gevolmagtigden toevertrouwd, in den jaare 1732, doch dewyl zy niet voorzigtig of eensgezind genoeg waren, ontstonden 'er welhaast zeer nadeelige gevolgen, zoodat de Regeering, in den jaare 1738, goedvond om de vergunning in te trekken , en de bestiering aan zich te behouden. Sederd dien tyd heeft men deeze volkplanting, schoon dezelve met groote kosten tot stand gebragt is, zeer nuttig bevonden voor den Engelschen koophandel, schoon de bewooners van dit land gantsch niet menigvuldig, en ook niet in eenen bloeijenden staat zyn. Zy verzenden egter eenig koorn naar de West Indiën; zy teelen een weinig ryst, maar slaagen allerbest in de aankweeking van de Indigo. De landstreek is daarenboven zeer gunstig gelegen om handel te dryven met de Indiaanen; want de Indiaansche natien, aan welken zy grenst, zyn de Opper en Neder Creeks, de Chicesaws en de Cherekeezen, welke volken onder de talryksten en magtigsten in Amerika moeten geteld worden. De handel met de Georgiers in huiden is voor de Engelschen van zeer veel belang. Deezen, gevoegd by de bewooners van Noord en Zuid Carolina, verschaffen den grootsten voorraad van bever en andere kostbaare bonten aan Engeland. De Natuurlyke Historie van Georgie is genoegzaam dezelfde als die van Carolina, zoodat wy, om herhaalingen te myden, ons daaromtrent niet in byzonderheden zullen inlaaten. Dus een berigt wegens de voornaamste Engelsche volkplantingen op de oostelykste kust van Noord Amerika gegeeven hebbende (uitgezonderd de eilanden, die in het ver-  Aardryksbeschryving 721 vervolg zullen beschreeven worden) gaan wy nu over tot de bezittingen, welke de Engelschen meer landwaards in, in laatere tyden , gekreegen hebben, te weeten tot Canada en Louisiana Van Canada, of Fransch noord amerika. De Bezittingen en Eigendommen der Franschen in Noord Amerika bestonden voordeezen in eene groote binnenlandsche Landstreek, gemeenschap hebbende met de zee, door de monden van twee groote rivieren ; of liever de rivier van St. Laurens, en de groote meeren verdeelen dit uitgebreide land , het welk de Engelsche volkplantingen heeft aan het noorden en noord-oosten de Spaansche aan het zuidwesten , en westwaards die uitgebreide onbekende landstreek welke zich tot aan de Zuidzee strekt, in twee groote provincien, welker noordelykste Canada, en de zuidelykste Louisiana genoemd wordt, doch in hoe verre deeze twee landen , volgens de grootsche voorgeevens der Franschen, zich uitstrekken, zullen wy niet onderneemen te bepaalen. In het laatst geslooten Traktaat wordt gezegd dat zyne Allerchristelykste Majesteit aan zyne Brittannische Majesteit afstaat en guarandeert het volle regt op Canada, met alle deszelfs onderhoorigheden, gelyk ook op het eiland van Kaap Breton , en alle de andere eilanden aan de golf en rivier van St. Laurens gelegen , zonder eenige bepaaling. De Provincie strekt zich eigenlyk uit van den 42sten tot den 50sten graad noorder breedte maar ten aanzien der langte heeft 'er eene aanmerklyke verscheidenheid plaats. De Bewooners bestaan voornaamelyk uit Franschen en uit oorspronglyke Inboorelingen; het getal der Franschen wordt op 80000 geschat, en zy hebben wel gezord om hunne volkplantingen te versterken, door veelen uit Vrankryk derwaards te zenden, en door 'er geborene Amerikaanen, nog in grooter meenigte naar toe te trekken; wy kunnen niet bepaalen hoe veel volks zich in dit land bevindt ; veel minder kunnen wy met eenige zekerheid zegII. Afd III. deel Hh * gen  722 Natuurkundige gen hoe veele Engelschen zich hier wel gevestigd hebben, doch men heeft al lang gevreesd dat derzelver getal te gering was om tegen de Fransche trouwloosheid en de Amekaansche wreedheid iets te vermoogen. Ten aanzien der Fransche Inwooneren is 'er zekerlyk geene byzondere beschryving noodig. De inboorelingen leiden een zwervend leeven, en vinden meest allen hun bestaan in de jagt. Hunne kleur gelykt naar die van rood koper, even als die der andere Amerikaanen; zy hebben wollig hair en kleine baarden; doch de Eskimaux hebben meer hairs, en zyn ook woester en wreeder van aart dan de overige natien. De Inboorelingen bestaan uit vier voornaame Horden, naamelyk de Siouse, de Algongiere, de Houtonne, en de Eskimaux. Iedere van deeze natien heeft haare byzondere taal of uitspraak, welke zeer moeijelyk te verstaan is. Wat den Godsdienst der Inboorelingen betreft (indien hun eenige godsdienst mag worden toegeschreeven) dezelve bestaat in het aanbidden van verscheidene godheden; sommigen, doch zeer weinigen, hebben egter eenig denkbeeld wegens een opperweezen; maar anderen bidden de zon aan. Sommigen hebben beschermgoden, eenigen andere afgoden by zich. Een der Engelsche zendelingen, de Heer Thompson naamelyk, geeft een zeer ongunstig berigt wegens de gesteltenis der inwooneren, voor zoo veel hy gelegenheid had om dezelve te leeren kennen in zyne poogingen om hen te bekeeren. De voornaamste stad is Quebek: zy werd op den 18den van September des jaars 1759 door de Engelschen ingenomen , en by derzelver belegering moest de dappere generaal Wolfe het leeven laaten, doch niet voordat hy zich verzekerd kon houden dat de onderneeming ten voordeele der Engelschen zoude uitvallen. Quebek legt veel nader aan de Zee dan Montreal: schoon het 'er egter wel 150 mylen af is. De rivier, die uit de zee derwaards komt, is doorgaande 10 of 12 mylen breed, maar zy neemt schielyk dermaate in breedte af dat dezelve maar  / Aardrykbeschryving 723 maar omtrent eene myl blyft. De stad is verdeeld in de boven- en beneden- stad. De huizen zyn in beide deeze verdeelingen van steen, en zeer wel gebouwd. De verschansingen zyn sterk schoon niet regelmaatig, maar de voornaamste sterkte der plaatse bestaat in haare gelegenheid op eene rots , die door de rivier St. Laurens bespoeld wordt. Zy is een bisdom, maar verdient niet de hoofdstad van Canada genoemd te worden. Het bisschoppelyk paleis is niet lang geleeden eerst gebouwd, en het is niet ontbloot van fraaiheid. In de stad zyn omtrent 7000 huizen; de zwaarste schepen worden hier gelaaden en ontlaaden; ook worden 'er veele schepen gebouwd, dewyl 'er overvloed is van timmerhout en andere stoffen, die tot den , scheepsbouw behooren. Montreal is gelegen op een Eiland aan de Rivier St. Laurens; dit eiland legt in eene zeer gunstige lugtstreek, en is wel bewoond en beplant. De stad, die somtyds Montreal, en somtyds Ville Maria genoemd wordt, is aangenaam gelegen aan eenen arm van de rivier St. Laurens; zy heeft eene langwerpige vierkante gedaante, verdeeld door regelmaatige en wel aangelegde straaten; het bevat drie kerken met fraaije kloosters, en een hospitaal voor zieken. De verschansingen zyn vry goed: het getal der inwooneren wordt op omtrent 5000 geschat. De rivier is alleenlyk bevaarbaar door kleine schuiten tot aan de stad toe, tusschen welke en quebek verscheidene watervallen zyn. Maar het merkwaardigste is de jaarmarkt van Montreal, de Indiaansche jaarmarkt, welke luiden uit alle streeken, zelfs van eenen afstand van 1000 mylen, komen bezoeken. Zy wordt in de maand Juny gehouden, en 'er worden wagten gesteld tot beveiliging van vreemdelingen; veelen koopen Engelsche goederen in Nieuw york op, om dezelven hier ter markt te brengen, en dus de kosten der overvoering van quebek naar Montreal, welke 150 mylen van elkanderen zyn afgelegen, uit te winnen. Het land is ter wederzyde van de rivier wel bewoond de landhoeven zyn 'er menigvuldig ook vindt men 'er verscheidene heeren huizen, en Hh • 2 het  724 Natuurkundige het heeft in alle opzigten het voorkomen van eene zeer bloeijende volkplanting te zyn, schoon men 'er maar weinige steden of dorpen in kan tellen. De Natuurlyke Historie van canada. canada , het welk aan de Provincien van Nieuw Schotland, Nieuw Engeland en Nieuw York grenst, verschilt in lugtgesteltenisse maar zeer weinig van dezelven; doch dewyl het verder van de zee af, en veel noordelyker gelegen is dan een groot gedeelte van de gemelde provincien, heeft men 'er veel gestrenger winters, schoon de lugt 'er over het algemeen genomen, zeer helder is. De Grond is van onderscheiden aart, doch in de meeste plaatsen niet vrugtbaar; daar zyn egter ook streeken, in welken de Franschen volkplantingen hebben, waar het land zoo goed is als in eene der Engelscbe kolonien, zoodat 'er niets ontbreekt dan eene grooter gemaklykheid van marktplaatsen, om de eigenaars gelyke voordeden te doen wegdraagen. In de meeste streeken tiert het Indiaansche koorn zeer wel; in andere heeft men vry goede tarwe; allerleie tuingewassen, die in Europa groeijen , worden ook hier voortgeteeld; men legt zich egter niet toe om eenen grooten voorraad van dergelyke dingen te verzamelen, maar teelt 'er slegts zoo veel van als men in zyne woonplaatse, of in derzelver nabuurschap kan vertieren. Men heeft 'er verscheidene rivieren, maar geene van dezelven is zoo aanmerklyk als die van St. Laurens, welke voortkomt uit het Meer Ontario, vanwaar zy eenen weg van 700 mylen aflegt tot aan den Atlantischen oceaan. Zy is tot aan Quebek, dat is meer dan 400 mylen, bevaarbaar; maar boven Montreal is zy zoo vol klippen en rotsen, dat er geene groote schepen , zonder gevaar kunnen in komen, tenzy het kanaal aan de stuurlieden volkomen bekend is. De Ohio is eene andere merkwaardige rivier. Zy wordt door de Franschen de Schoone Rivier genoemd, heeft haaren oorsprong tusschen de Allegaanscbe ber-  Aardryksbeschryving. 725 bergen, en het Meer Erie, en loopt zuidwaards door eene zeer aangenaame landouwe; in haaren loop ontvangt zy ook verscheidene kleinere riviertjes; eindelyk valt zy in de Mississippi, op de breedte van omtrent 37 graaden; de Franschen hebben aan en naby deeze rivier verscheidene forten gehad, die van tyd tot tyd in de handen der Engelschen gevallen zyn. In deeze streek zyn vyf merkwaardige Meeren, welker kleinste eene waterplas is, grooter dan men ergens in Europa aantreft. Dit is het Meer Ontario, het welk niet minder dan 200 mylen in zynen omtrek bevat. - Het Meer Erie is nog veel langer, maar zoo breed niet, en in zynen omtrek is het genoegzaam gelyk aan het voorgemelde. Dat van de Hurons strekt zich zeer wyd uit, en bevat in zynen omtrek niet minder dan 300 mylen. - Men mag het zelfde zeggen van het Meer van Michigan, schoon het, even als het Meer Erie, smal is in vergelykinge van zyne langte: maar het Bovenmeer, het welk verscheidene eilanden bevat, is 500 mylen in zynen omtrek. - Alle deeze Meeren zyn bevaarbaar voor allerleie schepen , en zy hebben gemeenschap met elkanderen , uitgezonderd dat de doortogt tusschen Erie en Ontario gestopt wordt door den ontzaglyken waterval van Niagara, waar het water van eene steilte, die 26 vademen hoog is, afstort, en in deszelfs val een donderend geraas maakt, het welk men de geheele landstreek door, verscheidene mylen ver, kan hooren. De rivier St. Laurens is de plaats, waarin deeze Meeren zich ontlasten, en door welke zy in den oceaan uitloopen. De Franschen hebben forten aangelegd by de verscheidene kanaalen , door welken deeze Meeren gemeenschap hebben met elkanderen, zoo wel als by de plaats, waar het kleinste gemeenschap heeft met de rivier St Laurens. - Door middel van deeze forten verzekeren zy de veiligheid van den handel, die langs deeze Meeren gedreeven wordt, en behouden den invloed op alle de Amerikaansche natien, die aan hunne koloniën grenzen. Wy kunnen vervolgens opmerken wat dit Land tot leeHh * 3 vens-  726 Natuurkundige vensonderhoud, en tot bevorderinge van den koophandel voortbrengt, en waaraan de inwooners gebrek hebben, zoodat zy het van de Indiaanen en Europeaanen by ruiling moeten overneemen. Dit is vry gemaklyk te beoordeelen uit de natuur van de lugtstreek en van den grond, en uit de jaarmarkten. De Landstreek verschaft, behalven Rundvee, Schaapen, Muilezels, en meer andere Dieren, eene groote meenigte van bonten, en wel in het byzonder van beevervellen; ook heeft men 'er overvloed van vossen - eekhoornen, en hartenvellen, welke laatsten in zeer groote waarde gehouden worden, gelyk in het algemeen het geen men onder de pelteryen kan betrekken. Deeze bonten zenden de inwooners, te gelyk met de graanen, welke zy teelen naar de West-Indiën, en hun koorn, gevoegd by de visch, die in de rivieren en meeren gevangen wordt, dient hun niets slegts tot leevensonderhoud, maar ook tot bevorderinge van hunnen handel , ter verkryginge van verscheidene noodwendigheden. Zy hebben ook grooten overvloed van allerlei gevogelte; en wanneer het jaargety niet gunstig is om te visschen , dan brengen zy hunnen tyd door met de jagt en vogelvangst. De gesteltenis der Lugt is in het grootste gedeelte van het Land zeer koud , zoodat onder de voornaamste dingen, welken de bewooners noodig hebben, geteld worden wyn, brandewyn, bewerkt yzer, klederen, en wel in het byzonder grove lywaaten. Tot den Indiaanschen handel worden vereischt brandewyn, tabak, baaijen , geschut, kruit, lood en andere krygsbehoeften, nevens verscheidene snuisteryen. De Inwooners zyn zeer yverig in het gebruiken van allerleie middelen en maatregelen, welke tot voortzetting van den handel kunnen dienen; zy leggen zich zeer sterk toe om die waaren, welke zy voortteelen , te verkoopen of te verruilen voor zulken als zy noodig hebben. De Fransche schepen, die goederen naar Quebek voeren, kunnen daar zelden hunne volle laading bekomen. Uit dien hoof-  AARDRYKSBESCHRYVING. 727 hoofde loopen zy by hunne terugreize te Louisburg in, en voorzien zich in die haven van eene meenigte visch, koolen , en meer andere dingen: vervolgens zeilen zy weder naar de Fransche eilanden in de West Indiën, waar zy de ingenomene goederen verkoopen, en dan hunne laading aanvullen met suiker, koffie, en andere West-Indische waaren. Van louisiana. louisiana is eene zeer groote Landstreek van Noord Amerika, genoegzaam in het midden verdeeld door de rivier Mississippi, die noord- en zuidwaards loopt. Dit land was eertyds begreepen onder de benaaming van Florida, doch sederd eenigen tyd is het als daarvan onderscheiden beschouwd geworden , inzonderheid omdat Florida den Spanjaarden toebehoorde, en omdat Louisiana door de Franschen geëigend werd, welke aan deeze groote provincie dien naam gegeeven hebben. Dewyl egter de laatst geeindigde oorlog, en het verdrag, waarvan dezelve gevolgd werd, deeze streek tot eene Britsche volkplanting gemaakt heeft, zullen wy haar als zoodaanig in het byzonder beschouwen, ten aanzien van haare grenzen, handel, voortbrengsels, enz. Ten aanzien der Grenzen van Louisiana is het inderdaad moeijelyk iets met zekerheid te bepaalen. De Engelschen hebben geoordeeld dat Carolina, Virginie en Pensylvanie zich zoo ver westwaards konden uitstrekken, als het hun goed dagt, zonder dat de Franschen 'er zich aan zouden stooren; terwyl deezen, zich het regt op Louisiana aanmaatigende, hunne bezitting aan alle kanten poogden uit te breiden. Doch dewyl de landstreek, over het geheel genomen, thans aan de Engelschen is afgestaan, is het te hoopen dat 'er geene nieuwe aanleiding tot oneenigheden zal gebooren worden, en dat men altyd zal blyven erkennen dat de grenzen aan het westen zich tot de Spaansche volkplantingen, en aan het zuiden tot de golf van Mexiko uitstrekken. Hh * 4 De  728 Natuurkundige De Bewooners van deeze Landstreeke zyn in sommige opzigten onderscheiden van Kanadiers; zy zyn leevendiger en werkzaamer , minder agterdogtig en knorrig; hunne oversten bezitten volstrekter magt, en hunne regeeringswyze is beter ingerigt. Dit moet men waarschynlyk beschryven aan hunne grooter nabyheid aan de Europeesche volkplantingen, en aan hunnen meerderen omgang met de Europeaanen. Zy hebben het gebruik van kruit en lood niet lang gekend, schoon zy zeer afgerigt waren in het maaken en gebruiken van beledigende wapenen. Voor het overige komen zy in hunne zeden en gewoonten vry wel overeen met de andere bewooners van Noord Amerika. De Natuurlijke Historie van Louisiana Louisiana is, in alle opzigten schooner Landstreek dan Kanada, uit hoofde der gesteltenisse van de lugt, der goedbeid van den Grond, en der meenigte van rivieren, welker meesten honderden van mylen landwaards in bevaarbaar zyn. Onder de voornaamsten telt men de Mississippi , wier oorsprong onbekend is; maar zy breidt zich genoegzaam door geheel Noord Amerika uit, en vloeit, in sommige tyden van het jaar, buiten haare oevers. Deeze rivier is thans van meer belang dan eenige andere, dewyl zy, ten aanzien van den handel, zoo wel voor de Franschen als voor de Engelschen open staat. Aan den mond van deeze rivier is een eiland, het welk Nieuw Orleans bevat, zynde de hoofdstad van Louisiana, gebouwd ten tyde van het Regentschap van den Hertog van Orleans; zy is de verblyfplaats van den gouverneur, en de plaats, waar de geregtshoven gehouden worden; om het groot belang waarvan zy voor Louisiana is, wordt zy zelfs somtyds met dien naam genoemd. De volgende aanmerklyke rivier is de Ohio, die genoegzaam gelyk is aan den Donau, en in de Mississippi valt. De Ouabache behoeft niet voor de Ohio te wyken : men heeft 'er ook nog de groote rivier Alibama, de rivier Illinois, de Zwarte Rivier en de Mobile. De  AARDRYKSBESCHRIJVING. 729 De Mobile, welke by het laatste verdrag aan de Engelschen is afgestaan, is niet slegts groot, maar aan derzelver oevers is een eiland en sort, Mobile genaamd; zy is den Engelschen niet slegts van grooten dienst in het uitbreiden van hunnen handel, door een groot en vrugtbaar gedeelte van het vaste land, maar ook in de beveiliging van denzelver. Zy heeft haaren oorsprong in de bergen van het land der Illinois, omtrent 20 mylen noordelyker dan het gemelde eiland, en na meer dan 100 mylen lang door een schoon vlak land geloopen te hebben, ontlast zy zich in de Mexikaansche golf. De baai van deeze rivier is mede zeer diep en ruim, en in dezelve kan een goed aantal schepen veiliglyk ten anker leggen. De vrugtbaarheid van den Grond wordt veroorzaakt door de meenigte der rivieren. Niets is in dit land aangenaamer dan de velden, die geschikt zyn om allerleie soorten van zaad te doen voortkomen, en uit de natuur boonen in grooter overvloed verschaffen. In sommige streeken is de grond zoo gunstig dat men 'er tweemaal in het jaar koorn kan inoogsten ; want in den winter is het 'er meer regenagtig dan gestreng koud. De Heer Du Pratz zegt, dat dit land verscheidene soorten van Zeer goed timmerhout oplevert, en tevens scheepsmaasten , dewyl de pynboomen 'er vry groot vallen : ook zyn 'er planken, welke van goeden dienst zyn in den scheepsbouw, dewyl 'er geen gebrek is aan eikenboomen. Het cypressenhout is hier ook zeer gemeen : het zelve is inderdaad zagter dan het eikenhout, doch heeft eenige hoedaanigheden, om welken men het den voorrang geeft; het is ligt, buigzaam, en dus gemaklyk te bewerken: het staat zoo weinig voor bederf bloot als eenig ander hout, en loopt in het geheel geen gevaar van door wormen doorknaagd te worden. Andere soorten van hout, die voor den scheepsbouw ook van nut zyn, vindt men mede in deze landstreeke vry gemeen. Nog zyn 'er verscheidene soorten van hout, welke den schrynwerkers te pas komen , als het cederen en nootenboomenhout. De hennip, welke hier groeit, is zoo steevig dat Hh * 5 zy  730 Natuurkundige zy geschikter is om tot touwwerk dan om tot lynwaad gebruikt te worden. De mynen te Chicesaws verschaffen ook yzer; en uit de pynboomen kan men overvloed van pek en teer krygen, zoodat hier de voornaamste noodwendigheden voor den scheepsbouw gevonden worden. Andere waaren, welke hier vallen, zyn Kattoen, waaromtrent nog groote verbeteringen kunnen plaats hebben; Indigo, welke zoo goed is als zy ergens op de eilanden gevonden wordt, die zelfs meer van de koperkleur heeft, en wier kragt grooter is dan de Indigo van andere streeken. De Tabak van deeze volkplanting is zoo uitmuntend dat, indien de handel in dezelve vry was van belastingen, zy met grooter winst zoude verkogt worden dan die van Virginie of Maryland. - Hier wordt ook ryst geteeld, en dezelve zou men 'er in grooter overvloed tragten te winnen, waare het niet dat men het, ter bevorderinge van den handel voordeeliger agtte, ze in dit land uit de Oost Indiën in te voeren. Wy kunnen hier byvoegen dat Louisiana veele Kruiden en Gewassen, die in de Geneeskunde en voor de Verwers van grooten dienst zyn, oplevert; inzonderheid verdienen hier in aanmerking genomen te worden de uitmuntende balsem van Copalm en de zoete gom, welker kragten den geneeskundigen zeer bekend zyn. Nog heeft men hier de Ayac of het stinkend hout, waarmede men geel, en de Achetchi, waarmede men rood verwt. Men zoude uit Louisiana eenen grooten voorraad van salpeter kunnen haalen, indien men zorgvuldig genoeg was om het op eene gelyke wyze te behandelen als in Holland en in eenige andere streeken. - De waschboomen verschaffen veel drooger wasch dan die, welke van de byen komt. - Men zoude hier, met veel beter gevolg dan in verscheidene andere landen zywormen kunnen aankweeken, dewyl 'er groote overvloed is van moerbeziënboomen. Ten aanzien van de Dieren maakt de Heer Du Pratz gewag van de Buffels en Harten , die 'er beiden zeer menigvuldig en in hooge agting zyn, uit hoofde van de waar dy  Aardryksbeschryving. 731 dy hunner huiden. Men heeft 'er ook eene meenigte van muilezels, die voornaamelyk gebruikt worden om zwaare lasten te vervoeren : daar zyn schaapen en runderen, genoegzaam voor de behoeften der inwooneren , doch in geen' grooten overvloed. De gemelde Schryver spreekt van verscheidene Dieren, die uitmuntende Bonten verschaffen, als beevers, en andere dieren van kleiner soort: insgelyks spreekt hy van eene verscheidenheid van wild , gevogelte , enz. Wy kunnen hier eenige melding maaken van Pensacola, het welk aan de Engelschen is afgestaan: het is eene groote haven , die gantsch en al veilig is voor winden : zy is omtrent 10 mylen ten oosten van de Mobile: de haven is ruim en veilig, maar de verschansingen zyn noch groot noch regelmaatig. Zy legt aan den mond van eene schoone rivier, welke aan de oostzyde van de haven is, omtrent honderd mylen ver uit het land komt, en in de baai van Mexiko loopt. De omleggende landstreek verschaft tot nu toe pynboomen , het voornaamste artikel voor den handel op Vera Cruz, welke opgehouden wordt door schepen , die heen en weder vaaren, om hout uit en leevensmiddelen in te voeren. Wy moeten ook niet nalaaten van het Fort Augustyn, of St. Augustyn te spreeken, het welk aan de Engelschen by het laatst geslooten verdrag is afgestaan. — Het is aan de oostelyke kust van het Schiereiland van Florida, omtrent 70 mylen van den mond der golf van Florida af, en omtrent 47 mylen van de stad en de rivier van Savanah De plaats loopt langs een aangenaam strand, het welk omtrent eene myl lang, en door geboomte beschaduwd is. Eene kleine rivier, over welke twee bruggen zyn, loopt 'er van den noordwestkant door, de verschanschingen zyn meer regelmaatig dan sterk; zy kunnen 50 stukken geschuts bevatten : niet lang geleeden is hier ook een bedekte weg voltooid geworden. Aan de zyde van het vaste land is een wagttooren; doch dit alles zoude geene kragtdaadige middelen van tegenweer verschaffen, ware het niet dat de roei-  732 Natuurkundige roeigaleijen de aannadering van den vyand doorgaans voorkomen. In eene verhandeling over de Noord Amerikaansche Eilanden, behoort Newfoundland het eerst beschreeven te worden; de overigen zyn begreepen onder de benaaming van de Noord Amerikaansche eilanden of de West-Indiën en worden onderscheiden in de Groote en Kleine Antilles, in de Bahama eilanden, die op den wind leggen, en in de Karibische eilanden , die luuwer gelegen zyn. Newfoundland is van eene driehoekige gedaante , en heeft omtrent de grootte van Ierland, zynde 300 mylen lang en 200 breed. Aan het noorden is het door de straat van Belle Isle van Terra de Labrador afgescheiden; aan het westen wordt het bespoeld door de golf van St. Laurens, en aan het zuiden en oosten door den Atlantischen oceaan. De zuidelykste hoek van het eiland legt op 46° 45' noorder breedte, de noordelykste hoek op 51° 30', en de westelykste hoek op 47° 35'. Dit Eiland is eertyds bevolkt door een Ras van wilde Indiaanen, die voornaamelyk hun bestaan vonden in het visschen en in de jagt. Schoon het, na veel twistens, door het Utrechtsche vredestraktaat aan de Engelsche werd afgestaan, is het hun egter in den voorigen oorlog ontnomen , doch by het eindigen van denzelven weder gegeeven; en de Engelschen zyn , geduurende veele jaaren, de voornaamste handelaars op dit eiland geweest. De lugt en het weder zyn 'er egter zoo ongunstig, de koude blyft 'er zoo lang aanhouden, en de zomer duurt 'er zoo kort , dat de voordeden, die van deeze volkplantinge getrokken worden , gantsch niet aanmerklyk zyn. De grond is rotsagtig en onvrugtbaar, of zoo bezet met hout, dat 'er weinig plaats voor den landbouw te vinden is. Men heeft 'er wel eenig hoornvee, maar het valt bezwaarlyk voor het zelve eenen genoegzaamen voorraad van voedsel te bezorgen; daar groeijen eenige gewassen, doch de leevensmiddelen bestaan 'er voornaamelyk uit meel, zout, vleesch, en meer andere dingen , die uit Boston of Pensylvanie gebragt wor den;  Aardryksbeschryving 733 den ook komt 'er eene groote verscheidenheid van goederen uit Engeland. De binnenlandsche deelen van het eiland verschaffen overvloed van timmerhout. Het eikenhout is 'er zeer menigvuldig, en de kuipers in Engeland worden , door middel van het zelve van duigen voorzien. De pynboomen zyn hier ook groot en in grooten getale, en van dezelven worden verscheidene nuttigheden getrokken : doch de inboorelingen houden zich voornaamelyk bezig met de visscherye, waarin ook de grootste handel, in welken de Engelschen belang stellen gelegen is. Het Eiland is, om zoo te spreeken, omringd met ruime Baaijen en Havens, waar de Schepen veilig leggen; sommigen van dezelven zyn anderhalve of twee mylen lang, en veelen leggen niet meer dan twee of drie mylen van elkanderen. By de voornaamste en gemaklykste havens heeft men dorpen of vlekken aangelegd, doch dezelven zyn, vooral in den winter, schaarsch bewoond. De kabbeljaauwvisschery is de voornaamste bezigheid der inwooneren , wier woonhuizen zeer klein zyn in vergelykinge van de groote pakhuizen, welke dienen om de visch te bereiden, te droogen, en te bewaaren , totdat de tyd komt, waarin dezelve gevoeglyk naar Europa kan verzonden , of aan de schepen, die het eiland komen bezoeken, tegens Europeesche goederen verruild worden. De meesten van deeze dorpen of vlekken hebben een fort ter hunner beschuttinge tegen zeeroovers, die, in tyden van oorlog, anderszins ligtelyk in de eene of andere haven zouden kunnen inloopen, om plonderingen aan te rigten: doch zy zyn niet beschut tegen een esquader oorlogschepen; en de voornaamste plaats is in den laatsten oorlog door eene zeer geringe magt ingenomen. De Beschryving van de Visscherye en den Koophandel zoude voor ons bestek te omslagtig vallen; wy kunnen egter aanmerken dat het geen wy den grooten Bank van Newfoudland noemen niets anders is dan een groote berg onder water, die omtrent 530 mylen lang, en 270 breed is: de diepte van het water is 'er zeer ongelyk, en gaat van 15 tot  734 Natuurkundige tot 60 vademen. De bodem is bedekt met eene zeer groote meenigte van schelpen, en op denzelven schoolt een merklyk getal van kleine visschen te samen, welker meesten tot voedsel voor de kabbeljaauw dienen , die hier in verbaazenden overvloed gevonden wordt, niettegenstaande men 'er in deeze en de naastvoorgaande eeuwe jaarlyks twee of driehonderd schepen mede gevuld heeft; hierdoor heeft men in alle de streeken, die in Europa aan de zee gelegen zyn , zeer groote winsten gedaan. —• De walvischvangst maakt eenen anderen tak van den handel, maar dezelve verschaft juist geene merklyke voordeelen. Ook wordt 'er handel gedreeven in huiden van beeren, vossen, beevers en andere viervoetige dieren; doch de beevervellen zyn zoo goed niet in hoedaanigheid als die in Hudsons Baai. Van de groote antilles eilanden. cuba is het aenmerklykste van de groote Antilles eilanden, in den Atlantischen Oceaan, zynde omtrent 700 mylen lang van het westen naar het oosten , en 70 breed. De lugt is 'er gemaatigd en gezond, en de grond is 'er over het geheel genomen vrugtbaar. Daar zyn verscheidene bergen en eenige mynen , en het eiland wordt op eene aangenaame wyze bevogtigd door eene verscheidenheid van bronnen. De voornaamste voortbrengsels bestaan in suikerriet, gember, cassia, wilde kaneel, en zeer goede tabak. Hier zyn verscheidene goede havens aan het zuidoosten. St. Jago is eene aenzienlyke stad; maar de Havannah aen het noordwesten is de hoofdstad, naast Florida. De galleyen , die jaerlyks naar Spanje gaan, komen by de Havannah by een; de Spanjaarden zyn niet alleenlyk meesters van deze plaatse, maar dezelve heeft naauwlyks eenige andere inwooners dan Spanjaarden; want toen zy door John Velasquez was ingenomen , werden de bewooners wreedaartiglyk van kant gemaakt. JA-  Aardryksbeschryving . 735 Tamaika, het voornaamste der Antillische eilanden, thans aan de Engelschen behoorende, legt omtrent 37 mylen ten zuiden van het eiland van Cuba, en 50 ten westen van Hispaniola ; het bevat byna 160 mylen in de langte, en 50 in de breedte. Het is gelegen tusschen de 75 en 79 graaden wester langte, van London gerekend. Dit eiland werd in den jaare 1656, door eene zeer sterke Krygsmagt, van de Engelschen ingenomen, en de inwooners gaven zich over zonder dat 'er veel bloeds gestort was: by de fierstelling van den vrede hebben de Spanjaarden van alle aanspraak op het zelve afstand gedaan. Behalven de oorspronglyke inwooners hebben ook eenige Koningsgezinden hier een veilig verblyf gezogt; veele planters uit de Barbados werden door de vrugtbaarheid van den grond genoodigd om zich hier neer te zetten, en dit eiland was de gemeene verzamelplaats van die zeeroovers, welke onder den naam van Bukkaniers bekend zyn, die groote sommen ter deezer plaatse besteedden; en dit gevoegd by den koophandel, die door de Engelschen merklyk bevorderd werd, maekte het welhaast tot eene zeer bloeyende plaats. Schoon Jamaika zekerlyk reeds een tyd lang in verval geweest is, heeft men egter , niet veele jaaren geleeden, het getal der inwooneren nog geschat op omtrent 25 of 30000 blanken , en 80000 zwarten; zy hebben zeer veel geleeden door aardbeevingen en besmettelyke ziekten. De langste dag bestaat 'er uit omtrent 13 uuren, en geduurende byna negen uuren is het 'er zoo ondraaglyk heet, dat men 'er bezwaarlyk zoude kunnen leeven, ware het niet dat de koele zeewinden eenige verfrissing aanbragten : somtyds daauwt het 'er zeer sterk, doch dit wordt ongezond geoordeeld. Men heeft 'er eene groote ry bergen, die eigenlyk rotsen kunnen genoemd worden, verschaffende maar weinige weilanden, uitgezonderd in de valleyen; uit dezelven komen egter veele rivieren voort, welke dienen om den grond vrugtbaar te maaken. Daar  736 Natuurkundige Daar zyn twee tyden, die gunstig zyn tot het zaaijen van koorn. Het jaar is 'er onderscheiden en twee saizoenen, het natte naamelyk en het drooge; de maanden July, Augustus en September noemt men de orkaanmaanden , omdat de orkaanen 'er dan vry menigvuldig zyn. De voornaamste voortbrengsels van Jamaika zyn suiker, cacao en gember; daarenboven heeft men 'er de Piemento, of Jamaikasche peper ■ de boom, die dit gewas draagt, groeit tot de hoogte van omtrent 30 voeten. — De bast van den wilden kaneelboom is van grooten dienst in de geneeskunde. — Daar is een zeer sierlyke appelboom, die de schoonste appelen voortbrengt, welke in de waereld gevonden worden; wanneer men er takken afhoudt, krygt men eene zeer fraaye soort van hout, van welke de kabinetwrkers ter versieringe van hunne stukken, gebruik maaken: maar de appel en deszelfs sap is, in welk gedeelte van den boom hy ook groeije van eenen vergiftigen aart. Hier is ook eene groote 'voorraad van Mahogny-hout, het welk voor de kabinetwerkers van ongemeenen dienst is. — De Koolboom is eene zwaare plant, merkwaardig door zekere zelfstandigheid, die de gedaante en den smaak van kool heeft, en op' deszelfs top groeit; ook is de boom niet minder merkwaardig door de hardheid van deszelfs hout. — Uit den Palmboom wordt eene olie getrokken, die in zeer hooge waarde is by de negers , en zoo wel tot spyze als tot een geneesmiddel gebruikt wordt. — in het witte Hout komt nooit worm , en dus is het zeer geschikt om in den scheepsbouw gebruikt te worden. De Beezien van den Zeepboom zyn in alle opzigten van denzelfden dienst als de zeep, welke men tot het wasschen gebruikt. — Behalven eene meenigte andere boomen, die groote nuttigheid verschaffen, zyn 'er in de bosschen ook verscheidene planten en gewassen, die den Apothekers te pas komen als daar zyn de Guaicum, de Salsaparilla, de Kina, de Kassia, en de Tamarinden; daarenboven heeft men 'er aloës en 'er is geen gebrek aan de plant, welke men con-  Aardyksbeschryving. 737 Conchenille noemt. De Katoenboom is 'er zeer gemeen, zoodat deszelfs voortbrengsel van hier in grooter hoeveelheid naar Engeland verzonden wordt dan van een der andere eilanden. - Over het geheel genomen kan men aanmerken dat de sterke handel, dien de inwooners in eenen tyd van vrede dryven, en de hooge prys, welken zy in eenen tyd van oorlog van hunne waaren maaken, Jamaika merklyk verrykt hebben, niettegenstaande 'er, over het geheel genomen , zeer groote weelde heerscht. Het is egter zeker dat de aankoop van slaaven, welken dit eiland jaarlyks ten getale van vyf- of zesduizend moet doen , en voor ieder van welken twintig of dertig pond moet betaald worden, de winsten, uit den handel voortvloeijende, merklyk doet verminderen. Port Royal was oudstyds de Hoofdstad van het Eiland ; zynde zeer geryflyk gelegen op eene smalle strook lands, en aan eene aanzienlyke haven, waarin de grootste schepen veiliglyk kunnen ankeren: maar in den jaare 1692 is deeze stad door eene aardbeeving zeer geweldig geschokt, zynde wel negen tiende deelen van dezelve onder het water begraaven geworden, Zy is in vervolg van tyd wel herbouwd , maar werd omtrent tien jaaren laater door brand vernield, en in den jaare 1722 is zy door eenen der verschriklykste orkaanen , die men weet immer gehad te hebben , tot eenen puinhoop gebragt geworden. De inwooners verplaatsten vervolgens het tolhuis en andere openbaare gebouwen naar Kingston, aan de andere zyde van de baai, waar thans eene regelmaatige stad is, bestaande uit omtrent 1000 huizen. - Maar St. Jago de la Vega, of de Spaansche Stad, is de zetel van de regeering, en de plaats, waar de geregtshoven gehouden worden; ook woont 'er de adel, zoodat 'er assemblées en andere byeenkomsten tot openbaare uitspanninge gehouden worden. - Het gouvernement van dit eiland is, naast Ierland, het beste, dat aan 's konings begeeving staat; het vaste inkomen is 2500 L en de gouverneur vindt zich door den raad mede zoo veel toegelegd. II. Afd. III. Deel. Hh ** His-  738 Natuurkundige Hispaniola is een Eiland, het welk omtrent 400 mylen lang en 75 breed is, behoorende gedeeltelyk aan Spanje en gedeeltelyk aan Frankryk , waarvan St. Domingo de Hoofdstad is, zynde gelegen aan het zuidelyk gedeelte van het eiland. Het noordoostelyk gedeelte is eene schoone vrugtbaare landstreek : aan het zuiden wordt het bespoeld door den oceaan, en aan het westen door eene groote bevaarbaare rivier. Het is eene groote plaats, de zetel van eenen aartsbisschop, de woonplaats van den gouverneur, en het oudste geregtshof van Amerika De plaats is wel verschanst door natuur en konst, en haare voortbrengsels zyn, zoo tot verschaffing van noodwendigheden als tot bevordering van den koophandel, zoo overvloedig, als zy misschien in eenig ander Amerikaansch eiland gevonden worden. Porto Rico, 50 mylen ten oosten van Hispaniola, is een ander van de Antillische Eilanden : het behoort in eigendom aan de Spanjaarden: het is omtrent 100 mylen lang van het westen naar het oosten. en byna 50 breed van het noorden naar het zuiden. Porto Rico is de hoofdstad. In deeze landstreeke zyn veele bergen en vrugtbaare valleijen , zoodat zy eenen grooten overvloed van suiker, rum, gember, koorn, en vrugten, welke in deeze lugtstreeke kunnen tieren, verschaft; ook zyn 'er zeer schoone boomen; daarenboven vindt men 'er rundvee in groote meenigte, en het eiland is vry wel bevolkt, schoon de Engelschen 'er nooit zeer hebben kunnen tieren; want toen de hertog van Cumberland het, onder de regeering van koninginne Elizabeth, had ingenomen, had hy het ongeluk van een groot gedeelte van zyn volk door ziekte te verliezen. De kleine antillische eilanden zyn talryk, en onder dezelven behooren Curazao en Bonair aan de Nederlanderen. De bahama, of op den Wind gelegene Eilanden, zyn omtrent vier-of vyfhonderd in getal. Derzelver voornaamsten zyn Bahama en Providence, behoorende aan de Engel-  Aardryksbeschryving. 739 gelschen. De Spaansche schepen, uit de Havanah komende , zyn in de noodzaaklykheid van eene gunstige gelegenheid af te wagten, om de straat van Bahama huiswaards door te vaaren, welke straat 16 mylen breed en 45 lang is, en niet zonder groot gevaar te gebruiken is. Het eiland van Lucayos aan het noordoosten, geeft somtyds den naam aan de eilanden , welke aan dien kant gelegen zyn. Verscheidene andere eilanden zyn 'er, die aanmerklyke plekken gronds bevatten; het grootste gedeelte van dezelven is bewoond, en in het een of ander opzigt van zeer veel belang. De Caribische Eilanden zyn voornaamelyk Martinico, Guadeloupe, Marigalante, Dominico , St. Christoffel, Antigua , Barbadoes , Granada, St. Lucia, St. Vincent, en Tabago. Allen , uitgezonderd de twee eerstgemelden, die door de Engelschen in den voorigen oorlog genomen, en by het sluiten van den vrede den Spanjaarden weder gegeeven werden, behooren zy thans aan de Britsche kroon. De West-Indische Eilanden zyn te menigvuldig om in dit Werk beschreeven te worden. - Wy zullen ons niet verder met dezelven inlaaten, dan genoegzaam is tot een algemeen berigt wegens het land , de lugtsgesteltenis, de winden, de regens, den grond, de voortbrengsels, de Manufactuuren, de leevenswyze en andere soortgelyke dingen. De Lugtsgesteltenis is in de West-Indische Eilanden na genoeg dezelfde, mids dat men in aanmerking neeme die toevallige verscheidenheden, welke door de verschillende gelegenheid of hoedaanigheid der landeryen zelven veroorzaakt worden. Dewyl zy binnen den keerkring gelegen zyn, en de zon 'er loodregt boven komt, zouden zy voor eene ondraaglyke hette bloot staan, zoo niet verkoelende winden uit de zee sterker begonnen te waaijen, naar maate de hette, die van de zonne komt, grooter wordt. Door deezen wordt de lugt dermaate verfrischt, dat de menschen zelfs op den middag hunne bezigheden kunnen verrigten. Aan den anderen kant voelt men tegens den avond een' wind, die over het land naar de zee toe waait, - De Hh ** 2 zorg  740 Natuurkundige zorg der Goddelyke voorzienigheid is ook zigtbaar in het geen gebeurt, wanneer de zon digt by den keerkring van de Kreeft gekomen is, en genoegzaam loodregt boven de eilanden staat: dan trekt zy zulk eene meenigte van dampen tot zich, dat zy genoegzaam geheel agter de wolken schuilt: en hieruit ontstaat een regen, die tot verkoeling van de lugt en tot verfrissching van den grond van ongemeenen dienst is. De Regens in de West-Indiën zyn in verre na niet het geen dezelven by ons zyn ; onze zwaarste stortregens zyn, in vergelykinge van deezen, niets anders dan daauwen. Zy zyn, om zoo te spreeken, stroomen van water, die met een verbaazend geweld uit de wolken neêrstorten. De rivieren zwellen 'er in een oogenblik door: nieuwe Meeren worden 'er door veroorzaakt , en in een oogenblik wordt al het laage land onder water gezet. Hierdoor komt het dat de rivieren, die haaren oorsprong binnen de keerkringen hebben, in zekere tyden van het jaar zwellen. en buiten haare oevers vloeijen. De regen maakt in de West Indiën het eenigste onderscheid in de jaargetyden. De boomen zyn 'er het gantsche jaar door groen; men heeft 'er noch koude , noch vosrt, noch sneeuw, en maar zeer zelden hagel; wanneer 'er hagelbuijen vallen zyn dezelven zeer geweldig. In den regentyd, welke plaats heeft in't laatst van de maand July, en in de maanden augustus en September, met eenig klein verschil ten aanzien van het begin of uiteinde, wordt de opgevatte hoop van den planter dikwyls in een oogenblik verydeld. Niet zelden ontstaan 'er dan geweldige stormen, verzeld van donder en weêrligt. De zee zwelt, men voelt aardbeevingen, gantsche suikerakkers worden in de lugt opgenomen, de boomen, die naar oogenschyn sterkst zyn, worden by de wortels van een gescheurd, terwyl het regenwater met een onbetoombaar geweld tot de hoogte van vyf of zes voeten opryst: en verscheidene andere omstandigheden , die in de elementen plaats hebben, de ziel met schrik vervullen. De Indiaanen schynen die verschrikkelyke verschynsels te kunnen  Aardryksbeschryving. 741 nen voorzien, uit verscheidene teekenen , en zy laaten ook niet na 'er de planters van te verwittigen; zy vallen gemeenlyk voor wanneer de maan nieuw of vol is, en doorgaans worden 'er zoodaanige voorzorgen tegen derzelver aannadering genomen als geschikt zyn om zeer veel tot beveiliging der inwooneren toe te brengen. , De Grond is in verschillende plaatsen van dit wyduitgestrekte Land zeer onderscheiden, dewyl geen eiland in ieder deel even vrugtbaar is, en ieder eiland ook niet geschikt is om dezelfde voortbrengsels te verschaffen De voornaamste waar van de West-Indiën is suiker. Dezelve was in het geheel niet bekend aan de Grieken en Romeinen, schoon zy reeds in de vroegste tyden in China is gemaakt geworden; maar de Portugeezen waren de eersten, die ze in Amerika aankweekten, en ze in smaak bragten, als een der dingen, die onder de lekkernyen verdienen geteld te worden. Wy kunnen ter deezer plaatse de wyze om het suikerriet te behandelen, of de manier, welke men volgt om suiker te maaken , niet gevoeglyk beschryven Behalven het suikerriet heeft men in verscheidene streeken ook Indigo van verschillende hoedaanigheid ; daar zyn Oranje- Limoen- en Katoenbomen, nevens veele boomen, van welken sommigen in hooge agting zyn uit hoofde van hunne vrugt, anderen uit hoofde van hun hout, als ongemeen geschikt om tot het verwen, of als een geneesmiddel gebruikt te worden. Daarenboven treft men er veele fraaije en nuttige planten aan. Sommigen der eilanden verschaffen maar weinig Koorn; maar anderen daarentegen, welke door den landbouw verbeterd zyn, verschaffen niet slegts aan de inwooneren, maar zelfs aan nabuurige eilanden , tot welken zy eene naauwe betrekking hebben , grooten voorraad van het zelve; en het is waarschynlyk dat de meeste soorten van graanen in deeze streeken wel zouden tieren, indien men maar vond dat zy tot voordeel van de inwooneren konden dienen. De Rum wordt hier gemaakt op eene wyze, die geene byzondere beschryving noodig heeft, dewyl zy in geen opHh ** 3 zigt  742 Natuurkundige zigt verschilt van de overhaaling van eenige andere Geesten. Van het geen van de suiker wordt afgeschuimd; komt een geest , die minder sterk is. De Rum wordt in Noord Amerika ter markt gebragt, waar zy aan de Engelsche inwooneren vertierd wordt, die 'er zich tot den Indischen handel van bedienen, of ze schikken voor de visschery van Newfoundland, of voor den Afrikaanschen handel, behalven den voorraad, die naar Engeland gezonden wordt. Men rekent dat, wanneer de zaaken wel behandeld worden de rum de kosten van eene plantagie kan opbrengen , en dat alles wat de suiker geeft zuivere winst is. Doch men moet een goed kapitaal hebben om hieromtrent iets met gegronde hoop op voordeel te onderneemen , en de planter moet zorgvuldiglyk agt geeven op het gedrag zyner opzieneren. Groote plantagien staan onder de zorg van veele opzieneren; en dezelven zyn , naar maate van hunne bekwaamheid of naarstigheid, in meer of min gewigtige posten gesteld, met grooter of kleiner bezoldingen. Somtyds wordt het opzigt over een stuk lands wel aanbesteed voor de helft van 't geen het opbrengt. De Negers kunnen zeer goedkoop onderhouden worden, dewyl zy voornaamelyk leeven van brood, het welk van Indiaansch koorn wordt gebakken, van gezouten haring en van pekelspek. Alle de waaren te willen optellen, welke geschikt zyn om in de West Indiën ter markt gebragt te worden, zoude het zelfde zyn , alsof wy eene lyst wilden geeven van genoegzaam alle de noodwendigheden en verkwikkingen des leevens, dewyl de bewooners zeer weinig van dezelven bezitten, buiten het geen wy hebben opgenoemd. Winkeliers winnen 'er zeer veel op het geen zy verkoopen, en allerleie ambagtsluiden, inzonderheid timmermans, metselaars en koperslaagers, worden 'er sterk aangemoedigd. DE BESCHRYVING EN NATUURLYKE HISTORIE VAN ZUlD AMERIKA. zuid amerika is een zeer uitgebreid, ryk en vrugtbaar land; het bevat in zich de volgende landstreeken of pro vin-    Aardryksbeschryving 743 Vincien naamelyk Terra Firma, het wyduitgestrekte onveroverd gebied der Amazoonen, La Plata, Peru, Braziel Paraguay, Chili, Terra Magellanica, enz. Terra Firma, de eerste Landstreek, welke onder onze opmerking valt als naast aan Noord Amerika gelegen zynde is eene Spaansche provincie, leggende tusschen de 50 en 82 graden wester langte en tusschen den equator en 12 graaden noorder breedte zy is omtrent 2000 mylen lang, en 500 breed _ • Dit Land grenst ten Noorden aan den Atlantischen Oceaan ten oosten aan dezelfde zee en aan de Nederlandsche volkplanting van Suriname, ten zuiden aan het land der Amazoonen, en ten westen aan de zuidzee en de provincie van Veragua. Het bevat in zich Nieuw Andalusie, Venezuela, Riode- la- Hacba, St Martha, Cartbagena, Terra firma eigenlyk zoo genoemd, Quito, Propayan het nieuwe koningryk van Granada, Cemana , en Castella - del - Oro De Bewooners van deeze groote Landstreeke verschillen merklyk van elkanderen in natuurlyke vlugheid, sterkte, gewoonten en wyze van regeeringe. Da oorspronglyke inboorelingen van Terra Firma (want 'er woont thans een groot aantal van Spanjaarden) hebben de kleur van rood koper, zwart ruuw hair, zwarte oogen, en kleine baar- . den. De mans gaan , meest allen, geheel naakt: de vrouwen draagen iets, dat naar eenen gordel gelykt, om haare lendenen, als een kleedje uit hoofde van zedigheid. Beide de Sexen schilderen de huid met verscheidene kleuren en figuuren. De vrouwen zyn van natuure welgemaakt, en bevallig van weezenstrekken, maar hebben, over het algemeen genomen, stompe en korte neuzen. Zy zyn gewoon het hair van agteren op te binden of te vlegten. De mans hebben gemeenlyk een stuk gouds aan hunnen neus hangen ; maar de vrouwen hebben doorgaans juweelen, die aan eenen ring vastgemaakt, aan den neus; en deeze sieraaden leggen zy af, wanneer zy gaan eeten. De vrouven zyn zeer gezet op kraalen, schulpen, en andere snuisteHh ** 4 ryen-  744 Natuurkundige ryen waarvan zy gewoon zyn snoeren te maaken , die zy aan den hals hangen en opschik deeze verschilt eenigszins in kostbaarheid, naar maate van het meerder of minder vermogen der persoonen. De juffers zyn ook niet misdeeld van vernuft, en vry afgerigt op minnelisten; zeer dikwyls gaan zy des avonds vermomd uit om eenig fortuintje te zoeken; en de hoerery is onder dit volk vry gemeen niettegenstaande de wetten, welke ter beteugelinge van dezelve zyn ingevoerd. Dewyl veelen niet verkiezen te trouwen maar slegts zoo lang als het hun lust met elkanderen te leeven, is 'er eene wet vastgesteld volgens welke de kinderen aan den vader behooren, die in geval van scheiding voor dezelven moet zorgen. Zy hebben eene gewoonte om op zekere dagen hen, die ongetrouwd met elkanderen leeven, openlyk bekend te maaken, maar derzelver getal is te groot om hun eenige merklyke straf aan te doen. De spyze, die zy gebruiken is doorgaans een voudig, zonder dat 'er veel verscheidenheids in heerscht zy eeten brood, wortelen, vleesch of visch, naar maate de gelegenheid van de streek, die zy bewoonen, en de tyd van het jaar het gevoeglyk maaken. Zy, die eenige klederen aandoen, voornaamelyk om zich met zekere staatelykheid te vertoonen, verkiezen gemeenlyk dezelven te versieren met eenige kostbaare en schitterende paarlen en de pragt gaat in dit opzigt zoo ver dat sommige juffers juweelen draagen, die meer dan duizend ponden waardig zyn. Mannen noch vrouwen hebben zin in den arbeid maar veroorlooven zich om lang aan de maaltyd te zitten, of na het middagmaal wat te gaan rusten, het geen onder luiden van allen rang gemeen is zoodat men onder hen geene blyken vindt van werkzaamheid, dan alleenlyk in zoo verre als de bezigheden , die tot den koophandel behooren, dezelve noodzaaklyk maaken: want in den handel is het voornaamste middel van hun bestaan gelegen Deeze Provincie heeft een zeer merklyk aandeel in den Handel van Europa, niet slegts uit hoofde van haare eigene voortbrenselen en behoeften; maar ook omdat alles wat  Aardryksbeschryving. 745 wat tusschen Peru en Chili met Oud Spanje omgaat, door dit land moet gaan. De Stad Panama is de Hoofdstad, gelegen aan eene Haven, die in alle opzigten de beste is van de Havenen, welke aan de Zuid-Zeen gevonden worden. Gelaadene schepen kunnen op eenigen afstand van de stad veilig blyven leggen; maar ligte vaartuigen moeten tot onder de stads wallen komen. In deeze baai is eene parelvischery van zeer veel belang. De stad. eene der grootsten in Amerika, zegt men dat 5000 huizen bevat; zy is zeer fraai van steen gebouwd, in eene cirkelvormige gedaante aan. gelegd , en versierd met verscheidene hooge gebouwen, kerken en kloosters. Aan de landzyde heeft zy eene zeer aangenaame streek, doormengd met valleijen, heuvelen en bosschen. De stad staat op eenen droogen en vry gezonden grond, en heeft eenen grooten en voordeeligen handel op Peru, Chili, en de westelyke kust van Mexiko, voornaamelyk in leevensmiddelen van allerleie soort. In de nabuurschap van deeze stad teelt men genoegzaam niets; en egter wordt zy door haaren handel en gunstige gelegenheid, zoo overvloedig als weinige andere steden, voorzien van alles wat men tot nooddruft, gemak of weelde kan wenschen. De handel van Terra Firma en Europa wordt gevoerd over de landengte van Darten, en over de rivier Chagra, De tweede voornaame stad in Terra Firma is Carthagena, gelegen op een Schiereiland, dat eene der veiligate en best beschutte Havens van Spaansch Amerika insluit. De stad zelve is wel verschanst, en in den fraaijen smaak, waarin de meeste Spaansche steden in Amerika zyn aangelegd, gebouwd, met een plein in het midden en straaten, die van het zelve naar verschillende deelen van de stad leiden , en weder door andere straaten regthoekiglyk doorsneeden worden. Deeze stad heeft veele pragtige kerken en kloosters. Hier is het dat de galleijen op haare reize uit Spanje het eerst aankomen, en een aanmerklyk gedeelte van het geen zy in hebben lossen Het zelve wordt H h ** 5 van-  746 Natuurkundige vandaar naar St. Markus, de Carraccas, Venezuela, en naar de meeste andere provincien en steden in Terra Firma verzonden. De Vloot, welke de Galleivloot genoemd wordt, bestaat uit agt oorlogschepen, ieder van omtrent vyftig stukken , zynde voornaamelyk geschikt om Peru van krygsvoorraad te voorzien, schoon zy ook gelaaden zyn met veelerleie koopwaaren voor byzondere rekening. Onder het geleiden van deezen zeilen gemeenlyk twaalf koopvaardyschepen, die geen minder vragt in hebben. Zooras als de Vloot te Carthagena is aangekomen, worden onmiddelyk Booden naar Porto Bello afgevaardigd, zoo wel als naar alle de omleggende steden: vooral worden zy gezonden naar Panama, om bezit te neemen van al den schat, welke daar tegens de aankomst der vloote te Porte Bello is opgelegd. Deeze stad, schoon merkwaardig door de goedheid van haare haven, welke hier, ten tyde van de jaarmarkt, eenen verbaazenden toevloed van menschen brengt, gelykt in andere tyde van het jaar, uit hoofde der ongezondheid van haare lugt , wel naar eene woestyn. Allen, die belang hebben in de verscheidene takken van den koophandel, komen dan by elkanderen, en 'er is zekerlyk geen gedeelte der waereld, waarin zoo veele zaaken, die tot den koophandel behooren, in zulk eenen korten tyd, worden afgedaan: want de jaarmarkt blyft maar omtrent veertien dagen duuren; geduurende dien tyd is het vertier van goud, zilver en kostbaare steenen aan de eene, en van allerleie fraaijigheden, die in Europa gemaakt zyn, aan de andere zyde, verbaazend groot. Ten deezen tyde betaalt men honderd kroonen voor eene kleine verblyfplaats, duizend voor een winkel, en alle leevensmiddelen zyn 'er naar evenredigheid duur; en dit kan ons opleiden tot een denkbeeld wegens de voordeelen, die uit deezen handel gebooren worden. De schat wordt uit Panama, langs eenen zeer gevaarlyken weg, op muilezels overgebragt. De andere waaren, als suiker, tabak en droogeryen worden over de rivier Chagra vervoerd: en wanneer de gal-  Aardryksbeschryving. 747 galleijen tot haare terugreize gelaaden zyn , dan steevenen zy weder naar de Havanah, welke de verzamelplaats is van alle de schepen, die tot den handel van Spanje op Amerika gebruikt worden. De natuurlyke historie. De lugt aan de Zeekust wordt voor zeer ongezond gehouden, als zynde, geduurende het grootste gedeelte van het jaar, ongemeen heet; en in den regentyd heeft men 'er eenen zeer hoogen vloed; doch daar zyn sommige deelen van dit land, die hoog en aangenaam gelegen zyn, en in dezelven is het veel gezonder. De grond verschilt ook in onderscheidene Plaatsen: doch in de streeken, waarin weinig voortkomt, moet zulks voornaamelyk aan gebrek van eene goede behandeling worden toegeschreeven. De valleijen zyn, voor het grootste gedeelte, vrugtbaar, zoodat veelen van dezelven koorn, suiker, vrugten, en andere gewassen verschaffen , terwyl de bergen met sneeuw overdekt zyn. De bergen zyn in de voornaamste Provincien inderdaad merkwaardig, inzonderheid in de provincie van St. Martha, waar men zegt dat heuvelen zyn , die den Piek van Teneriffe in hoogte overtreffen. Deeze heuvelen hebben gemeenschap met de Andes; de valleijen zyn 'er veelal zoo diep, en de overstroomingen zoo geweldig, dat men 'er somtyds zeer bezwaarlyk kan doorreizen. Doch de mynen van dit Land zyn van zoo veel belang, dat zy eenigen der schynbaare nadeelen vergoeden. Daar zyn mynen, die koper, esmarauden, saffieren en andere kostbaare steenen verschaffen. De provincie Venezuela levert overvloed van goudstof, en heeft daarenboven zilvermynen, die eene groote meenigte Europeaanen derwaards trekken. De voornaamste rivieren zyn de Darien, Chagre, Santa Maria, Rio Grand of Magdalena , Maracaribo , en Orenoque. De  748 Natuurkundige De voornaamste baaijen in Terra Firma zyn de baal van Panama, St. Michiel in de Zuidzee, de baai van Portobel de golf van Darien, Sino Baai, de baai en haven van Carthagena, de golf van Venezuela, de baai van Maricaibo, de golf van Triesto, de baai van Guairo, de baai van Curiaco, en de golf van Paria of Andalusie, in de Noordzee. De Inwooners hebben overvloed van allerleie Vrugten en Gewassen. De provincie van Rio de la Hacha heeft veel Indiaansch koorn en rundvee: aan de kust is eene aanzienlyke parelvisschery, en men heeft er vry merkwaardige zoutwerken. De voortbrengsels van Andalusie bestaan voornaamelyk in suiker en tabak, in Brazielsch hout, verscheidene soorten van verwstoffen , met eenige gommen en kruiden. In de provincie van Popayan regent het genoegzaam negen maanden in het jaar; ontelbaare stroomen storten van de bergen af, in wier zand eene meenigte goudstof gevonden wordt: daarenboven verschaft de provincie van Popayan en Quito overvloed van robynen, esmarauden, en andere kostbaare steenen. Men vindt hier ook eene meenigte van parel-oesters, die aan de rotsen, ter diepte van vier of zes vademen waters , met baarden of kleine wortelen vastgroeijen. De parel wordt aan den kop van den oester, tusschen den visch en de schulp, gevonden. De dieren van dit Land zyn in de verschillende Provincien een weinig onderscheiden; in sommigen zyn bezwaarlyk dieren te vinden, die eenig nadeel veroorzaaken; in anderen zyn dezelven zeer gemeen en overvloedig. Zwarte runderen zyn in de meeste landprovincien menigvuldig. Men vindt 'er ook harten, zwynen en meer andere schepsels, die geschikt zyn om tot voedsel gebruikt te worden. De schildpad is 'er gemeen; daar zyn landschildpadden, gelyk zy genoemd worden, die honderd en zelfs tweehonderd ponden weegen, die zoo zoet en lekker van smaak zyn als het malschte hoendervleesch kan weezen; ook is 'er eene soort van gras, waarop zy aazen bekend onder den naam van schildpadsgras; de zeeschildpad den.  AARDRYKSBESCHRYVING . 749 den, die zich doorgaans in de zee onthouden, komen nu en dan wel op het land om 'er van te eeten. De verscheidenheid in de soorten van schildpadden is vry groot: zy zyn egter allen merkwaardig uit hoofde van de zorge en schranderheid, welke zy toonen in het beveiligen van hunne eijeren. De tyd, waarin zy dezelven leggen is in de maanden May, Juny en July Zy begraaven hunne eijeren in het zand ter diepte van omtrent twee voeten, en brengen dezelven altyd boven het hoogste waterpeil, eer zy eenige moeite doen om ze te begraaven: gemeenlyk doen zy het op eenen merklyken afstand van hunne gewoone verblyfplaatse, op het een of ander onbewoond en woest eiland: want wanneer zy uit zyn om hunne, eijeren te gaan leggen, worden zoo wel de mannetjes als wyfjes zeer mager, en zyn ongeschikt om gegeeten te worden. De plaatsen werwaards Zy zich gemeenlyk begeeven, zyn een eiland in de West Indiën Caimanes genoemd, en het Eiland van Alcension in den wester oceaan. Men heeft hier ook eene groote meenigte van keerkringvogelen , die omtrent de grootte hebben van een kievit, en genoegzaam eveneens van gedaante zyn. Deeze vogel vliegt zeer gezwind, en grypt zynen prooi in zynen vlugt: hy dryft op het water, zonder dat men zien kan dat hy eenige pooging doet om zich te beweegen, en stygt in een oogenblik naar de hoogte. Zyne vleugels zyn zeer lang: zyne pooten zyn gelyk aan die van andere landvogelen , en hy nestelt op boomen, indien hy 'er eenigen vindt, welke daartoe bekwaam zyn, of anders op den grond. Daar is een vogel, Noddy genaamd, die vry veel overeenkomst heeft met eene henne , en zoo mak is, dat hy niet uit den weg zal loopen, en zich met de hand laaten opneemen. Maar de vogel, die eigenlyk de Keerkingvogel genoemd wordt, is rond en dik, gelyk een patrys. Alle de vogels, welke tot deeze soort behooren zyn wit, uitgezonderd dat zy twee of drie vederen in iederen vleugel hebben, die graauwagtig zyn. Hunne bekken zyn geel, dik en kort, uit hunnen romp groeit een groote schagt, buiten welke zy geenen staart hebben: zy zyn  750 Natuurkundige zyn zeer goed om tot voedsel gebruikt te worden, maar zyn nooit te vinden buiten de keerkringen. — Duiven zyn 'er ook zoo gemeen dat men, wanneer het regt in den tyd is, ze by groote meenigten op eenen dag kan dooden. Daar zyn ook kalkhoenen , faizanten, patryzen , en parkieten. Wat de visch betreft, dezelve is 'er in groote verscheidenheid en overvloed, zoo wel zee- als riviervisch, van zalm af tot baars toe, zoodat wy het onnoodig agten ons met eene byzondere beschryving der soorten in te laaten. De geographie en natuurlyke historie van amazonia of het Land der amazonen. amazonia, of het Land der amazonen is gelegen tusschen de 50 en 70 graaden wester langte, en tusschen den equator en 15 graaden zuider breedte. Ten noorden grenst het aan de Provincie van Terra Firma, ten oosten aan Braziel, ten zuiden aan de provincie van La Plata, en ten westen aan Peru. Dit Land werd eerst ontdekt en veroverd door de Spanjaarden. De oorspronglyke bewooners, welke men zegt dat den naam aan de rivier en het land gegeeven hebben, zyn nergens meer te vinden; maar volgens de beschryving der eerste ontdekkers bestonden zy uit een krygszugtig en onbeschaafd volk. Zy hadden de gemeene grootte van menschen; hunne weezenstrekken waren regelmaatig; zy hadden lang zwart hair, zwarte oogen, en koperkleurde aangezigten; daar de inboorelingen van Afrika, op dezelfde breedte, aan de andere zyde van de Atlantiscbe zee, allen Negers zyn. Men erkent ook dat dezelven voor een vry beschaafd volk te houden zyn; dat zy een geschikt vernuft hebben om de schilderkonst en eenige handwerken te oeffenen: inzonderheid worden zy geroemd als goede kabinetwerkers. Zy spinnen en weeven zelven katoenen klederen , en zyn vry net gekleed; zy zyn ook vernuftig in het maaken van aardenwerk, en andere soorten van huisraad: zy bouwen huizen van kley en steen; maar hebben voor als  Aardryksbeschryving 751 als nog de konst om tigchelsteenen te bakken niet geleerd. Doorgaans plaatsen zy hunne huizen op eene hoogte, en verkiezen zoo naby de rivier te woonen als mooglyk is, om overstroomingen voor te komen, of ten minsten in staat te zyn om zich ter hunner beveiliginge in schepen of vaartuigen te begeeven. Daar is eene verscheidenheid aan stammen, die in hunne Taalen van elkanderen verschillen, en ook onderworpen zyn aan onderscheidene Caiques of oversten, die van den gemeenen man te onderkennen zyn door de kroontjes van schoone vederen, welken zy draagen. Hunne wapenen zyn pylen, boogen en speeren, en zy beoorlogen elkanderen zoo wel te water als te lande; indien zy gevangenen krygen, dan worden dezelven als slaaven aangemerkt, doch nimmer verkogt, dewyl men zulks onder hen ten hoogsten onwettig agt. Wat hunnen godsdienst betreft, indien hun eenige Godsdienst mag worden toegeschreeven, dezelve is afgodery; zy eeren beelden en voeren hunne begunstigde afgoden met zich; doch wy vinden niet dat zy eenige tempels hebben, die aan dezelven gewyd zyn ; ook hebben zy geene vaste orde van priesteren. Veelwyvery en hoerery zyn onder hen gantsch niet buiten gebruik. De natuurlyke historie. De lugt merkt men aan dat hier, genoegzaam onder den equator koeler is, dan zy omtrent de keerkringen is, gelyk zy ook in andere landen is, die onder dezelfde parallel gelegen zyn, omdat de regens hier langer duuren, de grond meer bevogtigd wordt, de wolken de zon, wanneer zy in het toppunt is, bedekken, en de dagen onder de evennagtslyn omtrent twee uuren korter vallen dan onder de keerkringen ; daarenboven waait 'er een lugtige oosten wind uit den Atlantischen oceaan over de rivier heen, met zulk eene stevigheid, dat de schepen de rivier tegen den stroom aan opkomen, en de reis over de rivier naar  752 Natuurkundige naar boven genoegzaam even schielyk afleggen als naar beneden, het geen doorgaans omtrent agt maanden aanhoudt. De Grond is hier, over het algemeen genomen, zoo goed dat de Boomen 'er altyd groen blyven, en het geheele jaar door vindt men 'er vrugten, bloemen en tuingewassen. De vrugten zyn zoodaanigen als gemeenlyk tusschen de keerkringen groeijen. In de bosschen zyn cederboomen, brazilienhout, eikenhout, ebbenhout, yzerhout, zoo genoemd om deszelfs zwaarte en hardheid, en de kaneelboom, die een' speceryagtigen bast heeft ; daarenboven zyn 'er verscheidene soorten van verwhout. De Inwooners hebben ook Indiaansch koorn en Cassave Wortel, waarvan zy Meel en Brood maaken: ook hebben zy overvloed van Tabak, Kattoen, Suiker, en verscheidene soorten van geneeskragtige wortelen. Daar zyn veelerleie Dieren, welke tot voedsel kunnen gebruikt worden; onder deezen telt men eene meenigte kalveren, Indiaansche schaapen, schildvarkens, schildpadden, en veele vogels van onderscheidene soorten, wier vleesch tot voedsel, en wier vederen tot sieraaden gebruikt worden. De Landstreek heeft eene meenigte van bosschen, meeren, rivieren, poelen en moerassen. De voornaamste Rivier , en eene van de grootste in de waereld is die, welke de rivier der Amazonen genoemd wordt; dezelve wordt gevormd door twee groote rivieren, welker eerste haaren oorsprong heeft in de provincie Quito, een weinig ten zuiden van den equator, en de andere uit het Meer van Bourbon, naby de Andes. Deeze beide rivieren vereenigen zich op de grenzen van Peru en Amazonia, vanwaar de naam van Amazon aan deelen stroom gekomen is; de rivier loopt 2000 mylen voort, en valt, vervolgens een weinig naar het noorden schietende, door verscheidene kanaalen in den Atlantischen oceaan , zoodat het land 'er in den regentyd als door eene zee door overstroomd wordt. De regentyd blyft byna een half jaar aanhouden; doch men moet niet denken dat het hier, of in ee nig  aardryksbeschryving 753 nig ander land tusschen de keerkringen, geduurende al dien tyd regent. Des morgens is het gemeenlyk altyd zeer schoon weêr, en de zwaare regens vallen zelden voor drie of vier Uuren in den agtermiddag; in het begin en tegens het einde van den regentyd zyn ze doorgaans vry gemaatigd. In de rivier, van welke wy thans gesproken hebben, vallen veele andere rivieren, zoo wel aan het noorden als aan het zuiden, en men zegt dat zy omtrent 30 vademen diep is, en genoegzaam dwars door het breedste gedeelte van Zuid Amerika loopt. De geographie en natuurlyke historie van peru. Dit Land schynt niet onder eenen algemeenen naam bekend geweest te zyn, toen de Spanjaarden eerst in het zelve aankwamen. De ontdekkers, eenen der inboorelingen ontmoetende, vroegen waarschynlyk naar den naam der landstreeke : het antwoord was ongetwyfFeld, Peru of Baru, dat is, wat zegt gy? De Spanjaarden, meenende dat de man hen wel verstond, beslooten dat de naam der plaatse Peru was. Peru strekt zich langs de Westkust van Zuid Amerika uit, van de rivier Passao of de Assuren Rivier af, onder den equator, tot aan de rivier Auranco, nu een gedeelte van Chili, toe, op de zuidelyke breedte van 40 graaden, Waar de oostelyke grenzen zyn tusschen de Cordeleras , of de bergen van de Andes, dewyl de landstreek van het noordwesten naar het zuidoosten loopt. Peru is gevolglyk byna 2000 mylen lang, en van 200 tot 400 mylen breed. Dit Koningryk werd door de Spanjaarden genomen, onder het geleide van Francois Pizarro en zyne tog genooten, omtrent het jaar 1524. De verovering viel den Spanjaarden gemaklyk , omdat het ryk toen inwendig verdeeld was. Na dezelve trok Pizarro langs de vlakten voort, en stigtte de stad Lima, sederd de hoofdstad van het geheele ryk; en het gantsche land zoude waarschynlyk in eenen staat van vrede zyn hersteld geweest, ware zulks niet verhinderd II. afd. III. deel. Hh *** ge-  754 Natuurkundige geworden door eenig misverstand onder de veroveraars, zoodat de inboorelingen het besluit namen om by hunne gewoonten en feestvieringen te volharden, nadat zy zich aan de Spanjaarden hadden onderworpen; op deeze feesten zyn zy al zeer sterk verslaafd aan dronkenschap, en dan oordeelen de Spanjaarden dat het gantsch hun belang niet is hen te stooren of te kwellen. - De inboorelingen zyn cok groote liefhebbers van de vrouwen, doch wanneer zy niet dronken zyn , dan zyn ze bloo en vreesagtig van aart; over het geheel genomen zyn ze verraaderlyk en geveinsd. Zy hebben eenen goeden smaak voor konsten, en zyn vry vernuftig in het geen zy zien na te volgen, maar zy zyn gantsch niet geschikt om iets nieuws uit te vinden. Zy zyn meest allen gevormd om groote kragt te oeffenenen zwaaren arbeid te doen; doch het is met hun even als met de bewooners van andere landen gelegen, zoodat zy verschillen van gesteltenisse naar maate van de streeken, welke zy bewoonen, of van het voedsel, welk zy gebruiken. In de bergagtige deelen van Peru zyn zy zeer onschadelyk, edelmoedig en dankbaar, inzonderheid wanneer men hunne trotschheid een weinig weet te vleijen. Dit schynen zy eenigszins van de Spanjaarden in de binnenlandsche streeken des lands geleerd te hebben; het heeft somtyds eenig goed gevolgd, dewyl het hen dikwyls terug houdt van daaden, die door haare laagheid het karakter van mensch ontluisteren. - Van vernuft schynen de bewooners der volkrykste deelen gantsch niet misdeeld te zyn; zelfs hebben zy eene zigtbaare bekwaamheid om in de weetenschappen te vorderen. Met betrekking tot den koophandel hebben zy zoo veel doorzigts en verstands als de Europeaanen; maar zy zyn gantsch niet geneigd tot den arbeid. Gemaklykheid en verwaarloozing hebben genoegzaam algemeen onder hen plaats. De Creolen zyn gemeenlyk maatig ten aanzien van den wyn, maar zeer groote liefhebbers van veel te eeten; ook zyn ze ongemeen gesteld op de vrouwen. Alles wat zy kunnen uitwinnen offeren zy zeer gewilliglyk aan de liefde op, zoodat de hoerery onder hen vry gemeen is, en  Aardryksbeschryving 755 en op de huwlyksverbintenissen weinig agts geslagen wordt. Schoon de vrouwen 'er niet opgeslooten worden als in Spanje, is het egter zeldzaam dat zy by dag het uitgaan waagen, maar gemeenlyk doen zy haare avondwandelingen; zy zyn zoo vry om bezoek te ontvangen als onze Èuropeesche vrouwen; zy zyn niet onkundig van zulke uitspanningen en vermaakelykheden als onder ons gemeen zyn, en het fatsoenlykste gedeelte heeft eenen smaak en bevalligheid, door welken zy niet behoeven te wyken voor onze juffers in Europa. Indien men Lima *, cusco en quito uitzondert zyn de gebouwen nergens gemaklyk of pragtig; zy bestaan voornaamelyk uit een groot vertrek van omtrek 15 voeten in het vierkant; aan den ingang is een plein, versierd met galleryen van latwerk; maar zy hebben slegts aarden vloeren , en hun huisraad brengt niets toe om de geringheid hunner gebouwen te verbeteren; zy zyn zeer gezet op sieraaden, schilderyen, en op verscheidene fraaijigheden, die onder ons weinig in agting zyn. Ten aanzien van den godsdienst kunnen wy melden dat 'er eene groote meenigte van Roomsche zendelingen zyn, wier voornaamste werk bestaat in dien Godsdienst voort te planten, en die door hunne konstige en inneemende maatregelen, zoo wel als door de staatkunde van hunne gouverneurs, veele bekeerelingen gemaakt hebben; doch hierin heeft men altyd gehandeld met een oogmerk om de Indiaanen • Lima eertyds de hoofdstad van Peru, is berugt in alle historien uit hoofde van de pragt en den rykdom van deszelfs inwooneren; uit hoofde der kostbaarheid van de gouden en zilveren sieraaden, die in hunne kerken en openbaare gebouwen pronkten; doch van al die pragt en kostbaarheden is thans in Peru niets meer te vinden. Eene verschrikkelyke aardbeeving Yerdelgde in den jaare 1747 callao de haven, die er toe behoorde, maakte drie vierde deelen van de stad gelyk met den grond, en niet meer dan een inwooner ontkwam die van eene hoogte af in eene boot geworpen werd.. Dewyl deeze de groote haven voor den koophandel was, waar de acapulcasche schepen , met alle de schatten van het oosten aankwamen verneemen wy dat een groot gedeelte van dezelve is herbouwd geworden , inzonderheid dewyl beiden Chili en Terra Firma onder den onderkoning van Peru staan, wiens jaargeld 4000 Sterling bedraagt, hh *** 9  756 Natuurkundige nen meer en meer te onderwerpen , of om de inboorelingen in de binnenlandsche streeken nuttiger te maaken voor den koophandel en van meer belang voor de Spanjaarden. — Wy behoeven ons niet in te laaten met eene beschryving van die bewooneren, welke schoon hier gebooren, egter van Spanjaarden afstammen : want zy roemen op hunnen godsdienst als den besten der waereld, en houden zich met naauwgezetheid aan de bygeloovige plegtigheden der Roomsche kerke. De taal van Peru bestond voordeezen uit verscheidene Tongvallen, doch dezelven zyn thans merklyk minder in getal; want nu in het laagste gedeelte des lands de inwooners zeer veel beschaafd geworden zyn, hebben zy hunne oude wartaal verworpen, en bedienen zich gemeenlyk van de Spaansche spraake. De natuurlyke historie Van Peru. Dit groote Koningryk wordt gemeenlyk verdeeld in drie deelen. 1. De Landos of zandige vlakten, die langs de kust leggen. 2. Sierras of heuvels, een weinig meer landwaards in gelegen. 3. De bergen of Andes, verder dan beiden , worden voor het hoogste land in de waereld gehouden. Aan de Westzyde van de Bergen, de Sierras genoemd, regent het nimmer dan alleenlyk op eenen afstand van twee of drie graaden van den equator. — De Andes en Sierras loopen evenwydig met elkanderen. Zelfs zyn de Landos, die tusschen de Sierras en het zeestrand in leggen, geen laag land. Voorby de hoofdstad Cusco, die op 14° 30' zuider breedte gelegen is, wyken de bergen, naamelyk de Andes en de Sierras, verder van elkanderen, en laaten tusschen beiden eene vrugtbaare vlakte van groote uitgestrektheid. — De Lanos of zandige vlakten, naby de zee gelegen, bestaan uit dorre woestynen, uitgezonderd eenige valleijen, in welken de landluiden beekjes leiden, met oogmerk om hunne wyngaarden te bevogtigen. Quito is eene groote Provincie van Peru , omtrent 400 my-  Aardryksbeschryving. 757 mylen lang, en 200 breed, leggende tusschen twee ketens van hooge bergen , Cordillero de les Andes genoemd; zy is taamelyk wel bewoond , en heeft eene stad van denzelfden naam, nevens verscheidene andere steden, en eenige volkryke vlekken. De landeryen, worden over het algemeen genomen, wel bebouwd; daar groeit eene verscheidenheid van fraai hout , inzonderheid van dienst om in verwstoffen gebruikt te worden: daar ontbreeken weinige dingen , die vereischt worden om met gemak en vermaak te leeven; ook leveren sfommige mynen eenen goeden voorraad gouds uit. Wegens de bergen, Andes genaamd, getuigen alle de historieschryvers eenpaariglyk dat zy van eene genoegzaam ongelooflyke hoogte zyn, en dat de lugt 'er zeer ongezond is, zoo dat sommigen hun leeven verlooren hebben door te hoog te klimmen , inzonderheid naby den zeekant ; en men meent dat de lugt daar zoo zuiver is dat 'er geene dieren in kunnen ademen , dewyl dezelven eene grover middelstof noodig hebban. De zee, welke aan Peru paalt, is de stille Zee , zoo genoemd uit hoofde van het bestendige mooije weer dat de inboorelingen , die aan het strand, of op 400 of 500 mylen na aan de kust of tusschen de 4 en 350 zuider breedte woonen, hebben. Men heeft hier noch regens noch donkere wolken, gelyk Dampier aanmerkt, schoon de lugt 'er dikwyls zoo dik en dampig is dat de waarneeming der zonne door middel van een quadrant 'er onmooglyk gemaakt wordt. De zelfde schryver zegt ook dat 'erin deeze zee noch stormen noch orkaanen plaats hebben, schoon men 'er ten noorden van den equator in de stille zee zoo wel mede moet worstelen als in de Atlantischen Oceaan. Deeze zee ryst, wanneer de maan nieuw of vol is, met zeer hooge golven. Funnel merkt aan dat de winden in de Peruaansche Zeën, en aan de geheele westelyke zyde van Amerika, van 33 graaden zuider tot 7 graaden noorder breedte, altyd twee streeken zuidelyk op het strand staan ; zoodat wanneer Hh *** 3 de  758 Natuurkundige de kust regt noord- en zuidwaards loopt, de wind aanhet zuid-zuidwesten is, en waar de kust zuid-zuidoostwaards loopt, de wind regt zuiden is, uitgezonderd in den nagt, wanneer de zeewind gemeenlyk ophoudt, en een zagt gemaatigd koeltje van over het land waait. Men zegt ook dat men aan de zuidkust van Peru op zee dikwyls zeer groote stilte heeft. Het Weder is aan het strand veranderlyk, naar maate van de gelegenheid des Lands. De Lanos, of zandige vlakten aan den zeekant hebben nooit een droppel regen , maar dikwyls hebben daar dikke misten plaats. Doch op de Andes of hoogste bergen, verst van de zee af, regent of sneeuwt het geduurende twee derde deelen van het jaar; en de beste tyd om te planten of te zaaijen is wanneer het begint te regenen ; dan kan men oogsten tegens dat het drooge weêr weder aankomt. De wynoogst valt 'er ook in het drooge jaargety, en de wynen tieren best in de valleyen naby de zee, waar het weinig of niet regent, en die door beekjes , welke van de heuvelen afvallen bevogtigd worden. De voornaamste Rivieren, die aan de westzyde der bergen Andes haaren oorsprong hebben, en in de stille Zee vallen, zyn 1 De rivier van Calanch op 2 graaden zuider breedte. 2. De rivier van Guiaquil op 3 graaden. 3 De rivier Payta op 5° 15' 4. De rivier Yto, die zich in de zee op de breedte van 18 graaden ontlast. 5. De rivier van Arica, die in dezelfde zee valt, naby de stad Arica, op 18 graaden zuider breedte. Daarenboven is 'er een groot aantal van kleine riviertjes, die de vrugtbaarheid van den grond merklyk bevorderen, en verder zuidwaards in de zee vallen. De waaren, welke uit Peru vervoerd worden, zyn de volgende, zilver en goud, wyn, olie en brandewyn ; Vigonische wol, Jesuiten bast, Guineesche of Jamaikasche peper. - De goudmynen in Peru zyn meest allen in de noordelyke deelen, niet ver van Lima; en byna alle de zilvermynen zyn in de zuidelyke deelen. De reizigers, die  Aardryksbeschryving. 759 die over dit land handelen, zyn doorgaans zeer verward in hunne berigten wegens de plaatsen, waar de mynen tevinden zyn. Dikwyls worden 'er nieuwe geopend, wanneer de oude zyn uitgeput, en men erkent dat de mynen, over het geheel genomen van zoo veel belang niet zyn als zy voor deezen waren : sommigen van dezelven zyn zoo diep dat de mynwerkers 'er niet dan met gevaar van hun leeven of gezondheid te verliezen kunnen inkomen , en het is verbaazend te zien hoe veele handen in dit werk worden bezig gehouden , en tevens op te merken hoe veele menschen 'er door verstikkinge of andere oorzaaken in omkomen of zich afwerken; men moet noodwendiglyk slaaven opkoopen om een genoegzaam aantal van handen tot bearbeiding der mynen te kunnen hebben; en de gevolgen van deeze slaavernye zouden noodlottiger zyn , indien dezelven niet zeer veel gemaatigd wierden, door het gebruik van zeker kruid, het welk de inwooners Coca noemen, en waaraan zy zeer ongemeene kragten toeschryven. Deszelfs hoedaanigheden schynen eenige overeenkomst te hebben met die van de opium en van de tabak. Het is een tegengift tegen vergiften. en geschikt om den honger te stillen. Men maakt ook gebruik van het kruid Paraguay genaamd, hen welk iets gemeens heeft met de thee, en waarvan eene groote meenigte in Peru en Cbili genuttigd wordt, zoodat men rekent dat de tollen, die 'er van betaald worden, de waarde van 18000 l. sterling beloopen. . Het zuidelyk gedeelte van Peru, het welk buiten den keerkring van den Steenbok gelegen is, verschaft wyn in grooten overvloed , maar niet in evenredige volmaaktheid. Men zegt dat de wyn of brandewyn jaarlyks de waarde van 400000 stukken van agten opbrengt. — Olie is ook een voortbrengsel van belang voor Peru, en wel inzonderheid voor die plaatsen, welke buiten den zuider keerkring gelegen zyn. — Wol is eene der waaren, door welken de bloei van dit land meest bevorderd wordt , niet slegts uit hoofde van haare fynheid, als wel uit aenHh •** 4 mer-  760 Natuurkundige merking der byzonderheid van het dier, het welk dezelve verschaft, en bekend is onder den naam van Lama ^ een andere voornaame tak van den handel der inwooneren vindt men in den Jesuieten Bast, welke zeer bekend is in de geneeskunde. - De boom, die dit nuttig middel verschaft groeit voornaamelyk in de bergagtige deelen van Peru, in de provincie Ouito; de beste krygt men van hooge rotsagtige gronden - De boom heeft omtrent de grootte van eenen kerssenboom; zyne bladeren zyn rond en getand hy heeft eene lange roodagtige bloem waaruit eene soort van dop komt, in welken een platte en witte pit niet ongelyk aan eenen amandel, beslooten is Deeze bast werd het eerst in Vrankryk inge voerd door den kardinaal lago een jesuit omtrent het jaar 1650 hiervan kreeg dezelve den naam van jesuieten bast, en uit hoofde van den grooten trek, die er in is, maakt hy geen gering gedeelte uit van de laading der galleyen. guineesche Peper, Agi, of gelyk Zy anders by ons genoemd wordt, Cajenne Peper is van zeer veel belang voor den handel van Peru , dezelve wordt genoegzaam overal in Spaansch Amerika in alle spyzen gebruikt Zy wascht in de grootste menigte in de vallei van africa eene streek in zuidelyk het gedeelte van Peru , van waar jaarlyks voor de waarde van 600000 kroonen wordt uitgevoerd. Dit voordeel is voornaamelyk toe te schryven aan eene soort van geele aarde, welke men hier heeft om den grond te mesten , en die men ligtlyk zoude kunnen aanzien voor vogelmest, omdat zy in kleur en reul vry veel overeenkomst heeft met de mest van sommige zeevogelen. Kwikzilver is ook van groote aangelegenheid voor Peru, omdat de zuivering van goud en zilver er van afhangt vinden niet  wij dat eenig ander gedeelte van Spaansch Amerika deeze aarde verschaft zoo dat Mexiko en Terra firma uit oud spanje voorzien wor den van alles wat zy van dezelve noodig hebben. in peru wordt zy ook opgekogt door de kroon. De voornaamste myn van deeze merkwaardige stoffe is in eene plaatse.  Aardryksbeschryving. 761 plaatse, welke men Guancavetica noemt, waar zy gevonden wordt in eenen witagtigen klomp. Deeze stof maalen zy fyn en leggen ze in een kagchel, die van boven gewelfd is; zy doen ze in een yzeren pot, die met aarde gedekt wordt; door dezelve dringt bet vuur heen, en maakt de mineraalstof vlugtig, die zich in eenen dikken smook verheft; en dewyl dezelve geenen doortogt vindt dan door een klein rond gat , het welk ten dien einde gemaakt is, schiet die rook daardoor in eene meenigte van kleine ronde potjes , die met de halzen nevens elkanderen geplaatst zyn ; hier zweeft hy om en wordt verdikt door middel van een weinig water op den grond, van ieder potje, waarin het kwikzilver valt als eene zuivere zwaare vloeistof . In de vlakten van Truxillo is eene soort van boom , die twintig of dertig bloemen draagt, allen verschillende en van verschillende kleuren; dezelve wordt de Paradysboom genoemd. Frezier zegt in dit land geene tuinbloemen gezien te hebben, die aan het zelve in het byzonder eigen waren , uitgezonderd de Niorbes, die vry wel naar Oranjebloeisem gelyken . Men vindt 'er de meeste nuttige boomen, kruiden en vrugten, die in Europa gemeen zyn, eenigen in grooter, anderen in minder volmaaktheid, In Peru zyn verscheidene soorten van zeldzaame dieren vry gemeen; onder deezen tellen wy de Lamas, die kleine koppen hebben , en in sommige opzigten naar een paard, in andere naar een schaap gelyken: de bovenlip is gespleeten als die der haazen; door dezelve kunnen zy, boos zynde, zeker vogt, het welk onmiddelyk pyn verwekt, tien schreeden ver voortspuwen. Hun hals is lang gelyk die van een kameel; het ligchaam gelykt naar dat van een schaap; maar de pooten zyn veel langer. Dit dier geeft eene onaangenaame lugt van zich , maar het vleesch is zeer goed; de wol wordt hoog geagt, en het is daarenboven een lastdier , sterk , geduldig , en met weinig kosten te onderhouden ; het kan omtrent 100 en somtyds 150 ponden, doch niet meer , draagen; het Hh *** 5 eet  762 Natuurkundige eet maar weinig en drinkt zelden; doch by nagt. wanneer deszelfs tyd om te eeten en te rusten gekomen is, gaat het nederleggen en zal zich niet verroeren , hoe sterk het ook mooge geslaagen worden. De Vicunna heeft zoo veel overeenkomst met de Lama, als de dromedaris met den kameel, maar hy is kleiner en gezwinder. Dit dier is voornaamelyk in agting om deszelfs wol, welke zoo fyn als zyde is ; doch wy kunnen niet bepaalen in hoe groote meenigte dezelve uit het land vervoerd wordt. De Alpaques zyn vry gelyk aan de Lamas, en derzelver wol is ongemeen fyn; hunne pooten zyn kort, en hun snuit is ingetrokken, zoodat hun weezen eenige overeenkomst heeft met een menschlyk aangezigt. Zy zyn zeer nuttige dieren, en worden gebruikt tot het vervoeren van lasten; hunne wol dient tot het maaken van stoffen, koorden en zakken; van hunne beenderen maakt men verscheidene huissieraaden, en hun mest wordt gebruikt als brandstof. - De Vicuna , of Peruaansche geit, gelykt zeer wel naar de Europeesche, in welke de Bezoarsteen , ter grootte van eene hazelnoot, gevonden wordt. De Harten zyn 'er kleinder dan die op het vaste land in het oosten gevonden worden, en de wilde beesten zyn zoo woest niet. Zy hebben eene meenigte van Europeesche runderen , die hier zoo sterk vermeerderd zyn dat sommigen van dezelven in het wild loopen: op dezelven wordt jagt gemaakt, even als op andere dieren. - De visschen en vogels verschillen niet veel van de Europeesche, en zyn hier, wanneer het de regte tyd is in grooten overvloed; doch de inwoonders zyn in het geheel niet kiesch in het toebereiden van hunne spyzen; zy zyn 'er meer op uit om de natuur dan om den smaak genoegen te geeven. Men vindt hier eene meenigte van lastige kleine insekten, Pico genaamd, die ongevoeliglyk in den voet, tusschen vel en vleesch indringen, waar zy zoo groot worden als een erwt, wanneer zy het deel, daar zy zich ingezet hebben, indien men geene behoorlyke zorg heeft ge-  Aardryksbeschryving 763 gedraagen om ze 'er uit te haalen, doorknaagen: indien zy 'er uit breeken, dan komt 'er eene ontelbaare meenigte kleine eitjes voor den dag; die zich vertoonen als neeten, en waaruit een zeer groot aantal van deeze insekten voortkomt. De GEOGRAPHIE en NATUURLYKE HISTORIE van LA PLATA. Het land van Paraguay of La Plata is gelegen tusschen de 50 en 75 graaden wester langte , en tusschen de 12 en 37 graaden zuider breedte. Het is ten minsten 1500 mylen lang, van den mond der groote rivier Plata tot aan de noordelykste grensscheiding, zynde de rivier der Amazoonen ; het grenst ten oosten aan Braziel en aan den Atlantischen oceaan, ten zuiden aan Patagonie en een gedeelte van Chili, en ten westen aan een ander gedeelte van Chili en Peru ; het wordt in twee deelen gedeeld door de rivier Paraguay. Deeze uitgebreide landstreek is ver van geheel aan de Spanjaarden onderworpen, of door dezelven bewoond te zyn ; maar voor zoo veel als zy bekend is, is zy verdeeld in zes provinciën. (1.) naamelyk eigenlyk la Plata. (2.) De provincie van Tucuman. (3.) De provincie van Uragua. 4 ) De provincie van Parana. (5.) De provincie van Gugara , en 6. De provincie van eigenlyk Paraguay. De provincie, welke voor ons voornaamelyk van belang is in deeze uitgebreide landstreeke, is Rio de la Plata. Deeze provincie is, met alle de omleggende deelen, eene aaneengeschakelde vlakte, waar men, in eene ruimte van verscheidene honderd mylen, niet eenen heuvel vindt; zy is in de meeste opzigten ongemeen vrugtbaar; doch tegen den aart van Amerika aan geheel ontbloot van hout. Dit gebrek poogen de Inwooners eenigzins te verhelpen, door allerleie soorten van vrugtboomen te planten. De voornaamste stad is Buenos - Ayres, aan de zuidzyde van  764 Natuurkundige van de rivier Plata. Zy kreeg deezen naam uit hoofde der uitmuntendheid van haare lugt. Deeze stad is de eenigste plaats ten zuiden van Braziel, daar koophandel gedreeven wordt, en egter is die handel, wanneer men de rykheid en uitgebreidheid van het land, waarvan zy de toegang is, in aanmerking neemt, juist niet aanzienlyk. Hier komt geene geregelde vloot, als in de andere deelen van Spaansch Amerika. Twee of ten hoogsten drie scheepen houden al de gemeenschap, die de inwooners met de Europeaanen hebben, nog in stand. Het geen zy terug zenden is van vry veel waarde, en bestaat voornaamelyk in goud , zilver, suiker en huiden. Het is ten hoogsten waarschynlyk dat 'er ryke mynen in de provincie zyn (schoon wy niet weeten dat 'er voor als nog eenige zyn ontdekt geworden) inzonderheid omdat eene groote meenigte gouds uit Chili vervoerd wordt, ter betaalinge van muilezels, rundvee en thee, waaren, welke derwaards worden gezonden. Daarenboven is te Buenos-Ayres eene groote meenigte zilver, zoodat zy, die zich toeleggen op eenen verbooden handel, door de verzending van zilver grooter voordeelen bekomen dan door eenige andere waar. Men mag zeggen dat alle de voordeelen van dien handel thans geheel in de magt der Portugeezen zyn. Het landgebied der Jesuieten , in Paraguay, vordert vervolgens onze opmerking. Omtrent het midden der voorgaande eeuwe deeden die vaders, welke Jesuieten genoemd worden, vertoogen om aan het hof van Madrid te toonen dat het gebrek van eenen goeden uitslag hunner zendinge was toe te schryven aan de ergernissen, welke de zedeloosheid der Spanjaarden , en derzelver onbeschofte handelwyzen aan de inwooners gaven, en dat, indien daaromtrent behoorlyke orde gesteld werd , waartoe zy zich gaarne met de noodige zorge wilden belasten, het land zeer wel tot den Christelyken Godsdienst zoude kunnen bekeerd en gewonnen worden. Men luisterde niet slegts naar dergelyke voorstellen maar nam dezelve met bereidwilligheid  AARDRYKSBESCHRYVING. 765 heid aan, ouder voorwaarde dat zy zekere belasting zouden opbrengen , en zich verbinden om jaarlyks een zeker aantal soldaaten naar 's konings werken te zenden. De Jesuieten kwamen vervolgens op het Tooneel van hunne werkzaamheid, en openden hunnen geestelyken veldtogt, en dat met zulk eenen onvermoeiden arbeid , en met zulk eene meesterlyke staatkunde , dat zy langzaamerhand de zielen der onhandelbaarste natie gedwee maakten, en duizenden uit verscheidene verstrooide stammen des volks overhaalden om hunnen Godsdienst te omhelzen , en zich aan de regeering te onderwerpen; zy droegen ook zorg om deeze bekeerlingen in behoorlyke tugt en orde te houden, door middelen te verschaffen om derzelver werkzaamheid te wekken, hen daarin te onderrigten en aantemoedigen, opdat zy hunnen arbeid met overvloed en eenen gelukkigen uitslag mogten bekroond zien. Zy bleeven onder het opzigt van hunne byzondere oversten, die op zekere tyden verantwoordelyk zyn voor eenige voornaame overheden. Het gemeenebest is verdeeld in zeven-en-veertig distrikten, en het volk, dat het zelve uitmaakt, bestaat voornaamelyk uit twee natiën of stammen, gelyk zy genoemd worden. De eerste wordt genoemd die van de Garanies, en de andere die van de Chiquitoes. De laatsten zyn werkzaam, leevendig en vernuftig; uit dien hoofde wordt het bestier over hunne leevenswyze meer aan hun zelven overgelaaten, en zy bzzitten het een of ander in eigendom; maar by de Garanies is geen eigendom altoos: alles wat zy verrigten geschiedt onder het oog van den meester, en ten nutte van het algemeen; want dit volk is in zynen aart zoo lui en dom, dat het anders geduuriglyk gebrek zou lyden. Hun wordt uit dien hoofde eenig werk opgelegd naar maate van hunne bekwaamheden; en het geen 'er van komt, wordt by den algemeenen voorraad gebragt. Zy zorgen schielyk om hunne jonge luiden uit te huwelyken , en de trouwplegtigheid wordt door den priester met  766 Natuurkundige minste van hunne verrichtingen het oog te houden , en om twisten, en het zelve op de slagtbank te brengen. De weigering der Jesuieten ten deezen opzigte was egter eene vielen. De Natuurlyke Historie van Paraguay. streeken is (want gelegen het legt met zyne noordelyke grensscheiding onder de linie, en het aan zuiden op de schillen, over schoon, het genomen, algemeen de lugt vry zagt en aangenaam, en de grond vrugtbaar is. De  Aardryksbeschryving 767 den en muilezels want de wateren van de rivier vloeijen jaarlyks buiten hunne oevers en wanneer zy af- weder ongemeene vrugtbaarheid veroorzaakt Dit land wordt behalven dat 'er eene groote meenigte van kleine rivieren zyn, bevogtigd door drie voornaame, die zich de zee vereenigen naby om de berugte Rio de la Plata uit te maaken De eerste is Paraguay naar welke de landstreek haaren naam heeft deeze voornaamste kanaal: zy heeft haaren oorsprong uit een groot meer in het middelpunt van Zuid-Amerika het meer van Corages genoemd en loopt genoeg na het van noorden naar het zuiden De Panama tweede genaamd , die haaren oorsprong heeft tusschen de bergen op de grenzen van Brazil met loopt eenen bogtigen loop naar het zuid westen tot dat zy zich met de Paraguay vereenigt op eenen grooten afstand van den oceaan - heeft Uraguay ook haaren oorsprong aan dezelfde zyde , en loopt genoegzaam dezelfde in voort streek eer zy zich met deeze ver eenigde rivieren vermengt geen' op afstand merklyken van den oceaan. In dit uitgebreide land zyn maar weinige bergen buiten die van de Andes welke de westelyke grenzen omvatten en tevens het land ten oosten van de rivier Paraguay het welk aan Braziel grenst waar men eene meenigte heuvelen In Paraguay heeft men verscheidene yzer- kopermy- ennen ontdekt ook heeft men 'er mynen van Amethysten en andere kostbaare steenen gevonden De grond is vor het grootste gedeelte van eenen zandigen aart, en daar zyn maar weinige steenen, het geen een groot beletsel is om gebouwen van eenig belang op denzelven te plaatsen; maar daar is overvloed van kattoenboomen van wasch en honig men heeft 'er eenen groo ten voorraad van Indiaansche tarwe verscheidenheid van vrugten en veele soorten van wortelen die aan dit land in het byzonder eigen zyn Coca is een kruid het welk  768 NATUURKUNDIGE menigwerf door geenen anderen naam onderscheiden wordt dan door dien van het kruid van Paraguay. De inwooners schryven aan het zelve verscheidene ongemeene kragten toe, en bedienen 'er zich van by veelvuldige gelegenheden. Deszelfs hoedaanigheden schynen overeenkomst te hebben met die van de opuim, en vry gelyk te zyn aan die van de tabak; want het veroorzaakt eene domme ongevoeligheid : het is daarenboven een tegengift tegen verscheidene soorten van vergiften, of tegen gevaarlyke beeten van sommige dieren, en dient om den honger, geduurende eenen merklyken tyd te stillen. Het wordt uit dien hoofde door de mynwerkers gebruikt, en als eene lekkerny gekaauwd, door veelen van de geboorene Indiaanen; ook wordt het met eene bygeloovige zorgvuldigheid ingezameld en bewaard. Daar wordt insgelyks eene groote meenigte van rundvee aangefokt, zoo wel groot als klein ; daar is overvloed van harten en andere dieren, gelyk ook van wild en tam gevogelte; inzonderheid vindt men 'er Patryzen in groote meenigte, en eene aanmerklyke verscheidenheid van andere vogelen. Daar zyn weinige wilde beesten en onder dezelven geenen van eenen woesten of roofzugtigen aart. Andere byzonderheden, die eenig geloof verdienen , of merkwaardig zyn, vinden wy in de historie van dit land niet gemeld. De geografhie en natuurlyke historie van braziel. braziel is gelegen tusschen de 35 en 60 graaden wester langte, en tusschen den evennagtscirkel en 35 graaden zuider breedte, zynde omtrent 1500 mylen lang en 1000 breed; het grenst ten noorden aan de rivier der Amazoonen en aan den Atlantischen oceaan; ten oosten aan denzelfden oceaan; ten zuiden aan de rivier Plata, en ten westen aan de bergen, die het van La Plata en Paraguay afscheiden. De eerste ontdekking van dit land schynt by toeval gedaan te zyn, zonder eenig bepaald oogmerk; want de Por tu-  Aardryksbeschryving. 769 tugeezen, met eene welgewapende vloot naar Indie zeilende over de Kaap de Goede Hoop, en volle zee houdende om de stilten op de kust van Afrika te ontwyken, vervielen op de kust van Zuid Amerika; by hunne wederkomst gaven zy zulk een gunstig berigt wegens dit land, het welk zy ontdekt hadden dat het hof een besluit nam om eene volkplanting derwaards te zenden; overeenkomstig met dit besluit zetten zy zich hier het eerst neder, doch op eene zeer verkeerde wyze, waarin het te wenschen was dat zy niet waren nagevolgd geworden ; zy banden naamelyk eene zeer groote meenigte misdaadigen derwaards; dit deed van den aanvang af eene kwaade gesteltenis in de volkplanting heerschen. - Deeze onderneeming vond eenige tegenkanting van de zyde der Spanjaarden ; doch toen die twist bygelegd was, zetten de Portugeezen hun ontwerp met onverflaauwden yver voort. De inboorelingen werden in de meeste streeken te ondergebragt; de volkplanting nam van tyd tot tyd in aanzien toe; en de kroon, het voordeel van deze nieuwe bezitting welhaast bespeurende, werd de geheele zeekust, ter langte van byna 2000 mylen, eerlang van bewooners voorzien, tot belooning van de naarstigheid en moed der eerste bevolkers, en tot voordeel van het moederland. Doch in het midden van dien voorspoed, terwyl de Portugeezen in de bezitting waren van zulk een uitgestrekt gebied en zulk eenen bloeijenden handel in Afrika, in Arabie, Indie, en de Asiatische eilanden, verloor Don Sebastiaan, een hunner grootste vorsten, zyn leeven in eenen togt tegen de Mooren, en door dat ongelukkig toeval verlooren de Portugeezen hunne vryheid, en werden den Spaansche heerschappye ingelyfd. Na eenige andere aanmerklyke lotveranderingen en omwentelingen, herwonnen de Portugeezen Braziel, en zy maaken thans geen gering gedeelte der inwooneren aan de zeekust uit. De Atlantische oceaan bespoelt de geheele kust van het noorden naar het zuiden; in denzelven vindt men zeer goede havens , inzonderheid Pernambuco , All Saints , II. Afd. III. deel. Hh **** Porto  770 Natuurkundige Porto Seguro , Rio Janeiro , St. Vincent , St. Gabriel, en de groote haven van Salvador aan het noordelyk strand van de rivier La Plata. Deeze landstreek is verdeeld in zestien provincien ,' welke zyn Paria, Marignan, Siara, Retagues, Rio Grande, Payraba, Tainara, Pernambuco, Seregippe, Bahia Itheos, Porto Seguro, Spirito Sancio, Rio Janeiro, St. Vincent en Del Rey. De Hoofdstad is Salvador, waar alle de vlooten, by derzelver terugreize naar Portugal, samenkomen. Deeze stad heeft het uitzigt op eene voortreflyke, ruime en gemaklyke haven; zy is op eene hooge rots aangelegd, en heeft aan de eene zyde de zee, en aan de andere een meer, het welk, eene halve maan maakende, de eene zyde genoegzaam geheel beslaat, zoodat het aan den anderen kant byna met de zee vereenigd is. De gelegenheid maakt dat de plaats als onwinbaar door de natuur voorkomt; daarenboven heeft men'er nog vry sterke verschansingen bygevoegd', zoodat zy voor de sterkste plaats in Amerika gehouden wordt. De stad is vry groot; het bovenste gedeelte is zoo regelmaatig en eenpaarig aangelegd als de grond toeliet men telt 'er omtrent 2000 huizen in, en het getal der inwooneren is naar evenredigheid groot; men heeft 'er eene pragtige hoofdkerk, verscheidene andere fraaye kerken, en eenige kloosters. De stad fernambuco, de hoofdstad van Rio Janeiro, bevragt, zoo wel als veele andere steeden, groote schepen met de beste voortbrengselen van het land: dezelven komen allen in de baai van Alle Saints by elkanderen, ten getale van wel honderd , omtrent de maanden May of Juny, en voeren hunne ryke laading naar Europa. De bewooners van dit land worden onderscheiden in natuurlyke inboorlingen of in Portugeezen; de eerstgemelden bestaan ook uit verscheidene stammen, en spreeken verschillende taalen maar zy komen allen daarin overeen dat zy genoegzaam geene klederen draagen ; zy bewoonen de binnenste streeken des lands, en hebben zoo weinig ge-  Aardryksbeschryving. 771 gelegenheids om Europeaanen te zien of met hun te handelen, dat zy een ruuw en onbeschaafd volk blyven. Zy zyn van eene Koperkleur, en hebben lang, grof zwart hair op hun hoofd; doch aan geen ander gedeelte van hun ligchaam wordt eenig hair gezien. Zy zyn sterk, leevendig en vrolyk, en dewyl zy weinig door ziekten worden aangetast, bereiken zy eenen hoogen ouderdom. Zy houden veel van hunne hoofden, halsen en armen met eenige blinkende snuisteryen, of schoone vederen, waar aan zy geen gebrek hebben op te sieren. Zy zyn groote liefhebbers van gastmaalen, en zyn dikwyls gewoon hunne vrienden en nabestaanden te onthaalen, by welke gelegenheden zy in hunne vrolykheden de maat doorgaans te buiten gaan. Zy hebben noch tempels noch eenige uiterlyke vertooning van godsdienst; maar leeven onder zekere soort van onderwerping aan hunne oversten, en zyn geenszins van eenen kwaaden of wraakzugtigen aart. Zy zyn van natuure vernuftig in het maaken van veele nuttige huissieraaden, als mandjes, schotels, bekers, en meer andere dingen, en kunnen genoegzaam alles wat zy onder het oog krygen namaaken. Doch hun voornaamste werk schynt te bestaan in den landbouw of in het visschen aan de oevers der rivieren ; het geen men egter verstaan moet wegens hen, die eenige vaste woonplaatsen hebben: want veelen zyn zoo gezet op hunne vryheid, gelyk zy het noemen, dat zy in elkanders gezelschap verkiezen te reizen, en met de bewooners van verschillende plaatsen te handelen, waardoor zy by dag hun bestaan vinden, terwyl zy des nagts hunne hangmatten tusschen twee boomen vast maaken , en zeer gerust slaapen. Zy hebben eene soort van huwlyksformulier; doch doorgaans trouwen zy met iemand van hunne bloedverwanten. Het byslaapen, zonder getrouwd te zyn, is onder hen gantsch niet ongemeen. Hierin volgen zy, zoo wel als in veele andere gewoonten, het voorbeeld van hunne Amerikaansche nabuuren, en dus is het onnoodig ons in meer byzonderheden in te laaten. De Portugeesche inwooners behoeven niet beschreeven te worden. Hh **** 2 De  772 natuurkundige De regeering van Braziel staat aan den onderkoning , die zyn verblyf te St. Salvador houdt; hy heeft twee raadsvergaderingen , de eene voor lyfstraf baare, de andere voor burgerlyke zaaken, in welke beiden hy voorzit; doch tot groot nadeel der volkplantinge, hebben hier zeer veele uitstellen, vitteryen, en andere dingen, die door winzugtige regtsgeleerden zyn in zwang gebragt, plaats: tevens is de regtvaardigheid er zoo gemaklyk, dat de grootste misdaden niet zelden ongestraft bedreeven worden. De Natuurlyke Historie. De Lugt en de Lugtsgesteltenis zyn aan den kant van het noorden zeer ongestadig, heet, buijig en ongezond; het land staat niet slegts hier, maar zelfs in de gemaatigder streeken, jaarlyks onder water; maar zuidwaards, voorby den keerkring van den Steenbok, en waarlyk al vry ver voorby denzelven, heeft men de helderste en gezondste lugt, die in eenig gedeelte der waereld te vinden is, verfrischt door zagte koeltjes, welke uit zee komen, aan den eenen kant, en aan den anderen door de winden, die van de zyde der bergen waaijen. Verscheidene bejaarde luiden komen uit Portugal herwaards, ter bevorderinge van hunne gezondheid, en bereiken hier eenen zeer hoogen ouderdom. De Grond is, over het algemeen genomen, zeer vrugtbaar, en werd genoegzaam bevonden om den Inwooneren leevensonderhoud te verschaffen , eer de goud- en diamantmynen ontdekt waren; doch deezen houden, zoo wel als de suiker plantagien, zoo veele handen bezig dat de landbouw merklyk verwaarloosd wordt; en gevolglyk moet Brazil leevensonderhoud uit Europa ontvangen. In Brazil zyn verscheidene rivieren, die de vrugtbaarheid van den grond niet weinig bevorderen, als de Siara, Rio Grande, Paraiba, Tamara, Rio Real, Rio, St. Antonie, Ilbeos, Dolce, Pariba, en Plata. Aan de zeekust heeft men doorgaans een vlak strand, het geen doormengd is met bosschen, en hier en daar vindt  Aardryksbeschryving. 773 vindt men zelfs weilanden. De boomen tusschen den evennagtscirkel en den keerkring van den Steenbok zyn altyd groen. Het binnenlandsche gedeelte van Brazil is bergagtig , en inzonderheid is 'er eene lange keten van bergen aan het westen, waardoor het van de Spaansche bezittingen, in welke men eenige zeer ryke mynen heeft, wordt afge scheiden. De Portugeezen waren eenen zeer aanmerklyken tyd meester van het gebied in Amerika, eer zy de goud- en diamantmynen ontdekten, door welken het naderhand zoo berugt geworden is. Dit geschiedde omtrent het jaar 1685 , toen een staatsdienaar van meer dan gemeene schranderheid den koning raadde om zyne gedagten eens op zulk een waardig en aanzienlyk gedeelte van zyne bezittingen te vestigen. Deeze raad werd, met eenige voorzorgen , ten aanzien der inboorelingen , gevolgd , want men oordeelde het noodzaaklyk hen gedwee te maaken en vriendelyk te behandelen, om hen des te gereeder tot bevordering der groote belangen te doen medewerken. Deeze maatregelen hadden de gewenschte gevolgen: kort daarna werden verscheidene mynen geopend, waardoor de inkomsten der kroone merklyk vermeerderden, de planters ryk werden, en de opzieners der plantagien hun fortuin maakten. Het gerugt, welk deeze nieuwe mynen maakten, trok eenige gelukzoekers derwaards; doch dewyl zy zich niet konden schikken naar de ingetoogene en eenvoudige zeden der Inwooneren, vonden zy zich in hun oogmerk te leur gesteld. - De mynen worden thans bewerkt door de onderdaanen van den koning van Portugal en door zyne slaaven , zoodat de inboorelingen 'er maar weinig mede te doen hebben. - Deeze mynen hebben genoegzaam zoo veel gouds in Europa gebragt , als Spaansch Amerika zilver. Niet veele jaaren na de ontdekking der goudmynen . vond men dat Brazil ook diamanten uitleverde; maar in Hh ♦*** 3 het  774 Natuurkundige het eerst beloofden dezelven zoo weinig voordeels, dat de bearbeiding der mynen door het hof van Portugal verbooden werd; doch in weêrwil van dit verbod, werden van tyd tot tyd een groot aantal diamanten ter sluik uit Brasil vervoerd; en sommigen van dezelven waren zoo zwaar en zuiver, dat zy maar zeer weinig voor de besten, die uit Indie gebragt worden , behoeven te wyken. Het hof begreep nu het groot aanbelang van deezen handel, en nam uit dien hoofde het besluit om denzelven, onder zekere bepaalingen , te begunstigen. In den jaare 1740 werden de Diamantmynen aan den koning verpagt voor eene som van omtrent zes-en-twintig duizend ponden sterlings in het jaar , met een uitdruklyk verbod om meer dan 600 slaaven te gelyk in het werk te houden. Eenige jaaren geleeden vertelde men dat 'er een diamant aan den koning van Portugal gezonden werd , die men zeide dat 16000 karaaten , of 6720 greinen zwaar was, en gevolglyk eenige millioenen moest waardig zyn. De onnoemelyke waardy van het goud en de diamanten, welke Brazil oplevert, wordt best beoordeeld uit den koophandel van Portugal, die op denzelfden uitsluitenden voet is ingerigt, op welken andere Europeescbe natiën met hunne volkplantingen in Amerika handel dryven; in het byzonder handelen de Portugeezen op eene wyze, welke vry veel overeenkomst heeft met die der Spanjaarden; want zy zenden geene enkele schepen naar deeze of geene byzondere plaats, naar maate de gelegenheid zulks gevoeglyk maakt of vordert, maar zy rusten jaarlyks eene vloot uit, die op eenen bepaalden tyd uit Portugal onder zeil gaat, en drie vlootdeelen uitmaakt, die naar zoo veele havens in Brazil bestemd zyn, en op hunnen terugtogt naar Portugal te Salvador samenkomen. Het geen het goud alleen opbrengt beloopt jaarlyks byna vier millioenen ponden sterlings. Dit komt egter niet alles uit de mynen van Brazil, maar dewyl de Portugeezen sterken handel dryven op Afrika, brengen zy , inzonderheid van Mozambique, waarvan zy eigenaars zyn, en  Aardryksbeschryving 775 en vooral van de oostzyde van dat land, behalven hunne slaaven eene groote meenigte goud ebbenhout en ivoor welk alles gerekend wordt onder den schat, die door de Brazilsche vloot in Europa gevoerd wordt. De deelen van Brazil, die goud verschaffen, zyn de middelste en de noordelykste deelen, aan de rivier Janeiro en de baai van All Saints Eene groote meenigte gouds wordt in Amerika gemunt. Op het geen te Rio Janeiro gemunt wordt staat een R, maar op dat van de baai een B. Om des te beter over de rykdommen van de Brazilsche vloot te kunnen oordeelen, moeten de diamanten, welke zy bevat, vooral niet vergeeten worden; dezelven worden doorgaans van gelyke waarde gerekend als het goud, het welk men agt dat den koning jaarlyks 130000 l. opbrengt. Wanneer men hier de suiker, die de laading van de Fernambuksche vloot voornaamelyk uitmaakt, de tabak de huiden , de geneeskragtige kruiden, en de bereide stoffen byvoegt, dan zal men eenig denkbeeld hebben wegens het belang van deezen handel, niet slegts voor Portugal maar voor alle de handeldryvende natiën van Europa Het geen de Portugeezen derwaards zenden bestaat niet voor het vyftigste gedeelte uit dingen, die hun land voortbrengt; zy verzenden allerleie wollen stoffen , die zy uit Engeland; Vrankryk en Holland krygen; linnens en kanten die uit Holland. Frankryk en Duitschland komen ; Fransche en Italiaansche zyde ; lood, tin, yzer, koper, en allerleie meubelen, die van deeze metaalen gemaakt worden, en uit Engeland worden overgebragt; zoo wel als zoute visch, rundvleesch, meel en kaas, olie krygen zy uit Spanje; wyn en eenige vrugten zyn voornaamelyk de waaren , welke Portugal oplevert. De Engelschen hebben lang zeer veel belang gehad in den handel op Portugal, zoo om het geen in dat ryk gebruikt wordt, als om het geen de Portugeezen ten behoeve der Braziliaanen noodig hebben. De Engelsche schryvers doen hunne landgenooten voorkomen, als de grootste vriendelykheden van Portugal verdiend hebbende , zoe Hh **** 4. wel  776 Natuurkundige wel om de groote diensten , welke zy altyd aan die kroon hebben beweezen, als uit aanmerking dat aan geen ander volk zoo veel van de Portugeesche waaren vertierd wordt. Doch zy merken tevens aan dat gedeeltelyk de agteloosheid der Engelschen, gedeeltelyk de staatkunde en werkzaamheid der Franschen en gedeeltelyk de handelwyzen der Portugeezen zelven , hebben te weeg gebragt dat de Franschen gevaarlyke mededingers van de Engelschen geworden zyn in deezen, zoo wel als in andere takken van den koophandel. Doch om weder te keeren tot een berigt wegens eenige dingen, die door Brazil worden opgeleverd, kunne wy spreeken van het Brazilsche hout, het welk op eene byzondere wyze aan die landstreeke eigen is, en 'er in eene groote volmaaktheid wordt voortgebragt, uit welken hoofde het ook naar dezelve genoemd wordt. De boom, die het verschaft, tiert gemeenlyk zeer wel in dorre en onvrugtbaare gronden , in welken hy eene groote hoogte en aanmerkelyke dikte krygt , maar in den bast bespeurt men eene meer dan gemeene dikte, en wanneer men deezen wegneemt, zal de stam in zynen omtrek wel de helft verminderen. Deeze boom is doorgaans krom en knobbelagtig, even als de haagdoorn, met lange takken, en gladde groene bladeren, die hard, droog en broos zyn Driemaal in het jaar schieten zy trossen van kleine bloemen uit, de uiterste einden der takken en tussen de bladeren; deeze bloemen zyn helder rood van kleur, en sterk, balsemagtig en verkwikkend van reuk. Het hout van deezen boom is rood van kleur , hard en droog, en men bedient 'er zich gemeenlyk van om rood te verwen; het geeft egter geen rood van de beste soort; ook is het van eenigen dienst in de geneeskunde, niet slegts als een maagversterkend , maar ook als een afgangsluitend middel. Men heeft hier ook eene fraaije soort van hout, dat gespikkeld , en van ongemeenen dienst is voor de kabinetwerkers. - Suikerriet behoort onder de voornaamste voortbrengsels van Brazil geteld te worden; en de suiker, die  Aardryksbeschryving. 777 die daar bereid is, wordt veel beter geagt dan die uit andere deelen van Amerika wordt overgebragt ; en by gevolg moet de handel in dezelve vry aanmerklyk zyn.— Daar zyn verscheidene soorten van palmboomen: ook is 'er eenig schoon ebbenhout , waarvan de inboorelingen hunne tapabs of pieken , pylen en boogen maaken. — De Capau is een groote boom, niet ongelyk aan onze hazelnoot, die egter geene vrugt draagt; maar waaruit een zeer uitmuntende balsem druipt. — De Aovai is een boom van eenen zeer onaangenaamen reuk, welks hout, wanneer men het hakt, zaagt of brandt , eene zeer hihderlyke lugt van zich geeft. Andere boomen, die hier groeijen , zyn meer welriekend dan iets dat Europa verschaft. Men vindt hier eene groote verscheidenheid van vrugtboomen; en de Portugeezen hebben 'er eene meenigte citroenen en oranjeappelen geplant, die 'er ongemeen wel tieren. — De kattoenboom is 'er ook gemeen. De mastikboom, door welken het eiland Scio zoo berugt is , groeit hier zoo goed als daar. — Men heeft 'er eenige wortelen, naamelyk de Aipy en de Maniok , waarvan de inwooners eenen drank maaken, die zeer in agting is, en dien zy, zoo wel als hunnen gewoonen drank van Maiz of Indiaansch koorn, gebruiken. — De geneezende planten zyn 'er te menigvuldig om gemeld te worden; maar aan derzelver hoedaanigheid wordt de langleevendheid der inwooneren grootsdeels toegeschreeven. De dieren van dit land zyn vry talryk, en men vindt 'er eenigen, die in andere landen gantsch niet gemeen zyn. — Onder deezen telt men den tyger. — Den Mieren-Beer , zoo genoemd , omdat hy deeze schepselen , waar hy dezelven aantreft , vernielt. — Het Schildvarken, dien naam draagende , omdat deszelfs ligchaam in eene soort van schild beschut is. —- Het Yzervarken. De Janouvera, een welgemaakt roofdier, niet ongelyk aan onzen windhond. — De Meerkatten , van welken eene soort de Meerkat-koning genoemd wordt: dezelve is merkwaardig door een dun, hol been aan de keel, waar Hh **** 5 mede  778 Natuurkundige mede het dier een sterk en ongemeen geraas maakt. Doch het merkwaardigste onder de viervoetige dieren wordt door de inboorelingen Hayi genoemd, naar het gerugt, het welk het met zyne keel maakt; maar de Europeaanen noemen het Luyaart, omdat het drie of vier dagen noodig heeft om op eenen boom te klimmen ; doch het weet zich met zyne tanden zoo vast te houden, dat het zeer gerustelyk kan slaapen: het heeft omtrent de grootte van eenen vos. Daar is een ander beest Tapirasson genaamd, in grootte tusschen een' stier en ezel, maar geheel onschadelyk: men maakt 'er jagt op om de huid, schoon het vleesch ook goed is om gegeeten te worden , en genoegzaam smaakt als ossenvleesch. Daar zyn verscheidene soorten van vergiftige slangen, en meer andere dieren , welker steeken , of beeten zeer gevaarlyk zyn, tenzy men zeer spoedig het een of ander hulpmiddel, dat de inwooners doorgaans by de hand hebben, tot voorkoming van het gevaar, in het werk stelle. Daar is eene groote verscheidenheid van vogelen; sommigen van dezelven zyn merkwaardig om hunne schoonheid, anderen om hunnen lekkeren smaak. Tot de eersten behoort de Guanunby, of de Humming Bird, die reeds beschreeven is. Een ander vogeltje , Colibri genoemd, is mede zeer klein , en zingt zoo lieflyk als een nagtegaal. Het is ongemeen schoon ; de hals is van eene leevendige roode kleur; de buik en het bovenste gedeelte der vleugelen heeft eene goudkleur , de dyen zyn schoon groen , de pooten en bek zyn zoo zwart als ebbenhout, de oogen glinsteren als diamanten, de kop is groen met gouden streepen , en die van het mannetje pronkt met eene kleine kuif, De Eenhoorn-vogel wordt zoogenoemd, omdat hy eenen scherpen hoorn heeft, die uit het voorhoofd uitgroeit. De Toucan is overal gitzwart, uitgezonderd onderaan den hals en aan den buik. De Cocoi is vry gelyk aan onzen Ooijevaar, maar heeft eene fraaije verscheidenheid van vederen op den kop. De Guara eindelyk , of (gelyk hy door de Europeaanen genoemd  Aardryksbeschryving 779 genoemd wordt de Zee Curlew is merkwaardig, omdat hy zyne oorspronglyke kleur , die aschgraauw is , in scharlaken kan veranderen. — daar zyn meer andere vogelen, die ook gemeen zyn in Europa. — Rivier en zeevisch ontbreekt 'er niet ; doch 'er is van geen van beiden eenige soort, van welke wy het noodig agten eene byzondere beschryving te geeven. De voornaamste eilanden, tot Brazil behoorende, zyn Fernando, gelegen op drie graaden zuider breedte ; St. Barbe, of Barbara, op 180 zuider breedte; doch deeze eilanden zyn maar klein. Het aanzienlykste is het eiland van St. Catharina, gelegen op 27° 30' zuider breedte; het zelve is een welbewoond eiland, heeft verscheidene goede havens, en is wel beschut door andere eilanden, die kleiner zyn, of liever door groote rotsen. — Doch het is onnoodig ons met eene byzondere beschryving van derzelver bewooneren of voortbrengselen in te laaten. Wy hebben met opzet nagelaaten te spreeken over het ingebeelde eiland van Ascension, naar het voorbeeld van wylen den geleerden Dr. Halley, die beweert dat 'er zulk een eiland in het geheel niet is, niettegenstaande het in de kaarten van den heer Frezier, en van eenige Fransche aardrykskundigen staat geteekend. De geographie en natuurlyke historie van chili. Chili , de volgende der Spaansche provinciën in Zuid Amerika is gelegen tusschen de 75 en 85 graaden wester langte, en tusschen de 25 en 46 graaden zuider breedte: het grenst ten noorden aan Peru, ten oosten aan Patagonie ten zuiden aan een ander gedeelte van Patagonie, en ten westen aan de Zuidzee: het is omtrent 1200 mylen lang van het noorden naar het zuiden, en in sommige plaatsen 500, in andere niet meer dan 200 mylen breed; het is een lange smalle strook lands langs de kust van de Zuidzee, in de zuidelyke gemaatigde lugtstreek.  780 Natuurkundige Gemeenlyk wordt het verdeeld in twee groote deelen naamelyk Eigenlyk Chili, het welk zich van 25 tot 45 graaden zuider breedte uitstrekt: en Cuito of Quito, leggende ten oosten van de Andes, tusschen de 32 en 38 graaden zuider breedte. De zee, welke aan Chili grenst, is de Zuidzee, of de Stille Zee; doch dezelve is hier zoo stil niet als aan de kust van Peru, want in het zuidelykste gedeelte heeft men dikwyls geweldige stormen. In Chili zyn vier vry aanzienlyke steden ; de meesten van dezelven leggen naby de zee. St. Jago, de hoofdstad , zegt men dat wel 4000 huisgezinnen bevat. De drie andere steden zyn La Conceptian, Coquimbo of La Serena, en Baldivia: deeze laatstgemelde stad heeft haaren naam ontvangen van Valdivia, die dit gedeelte van Chili onder de gehoorzaamheid van Spanje gebragt heeft in den jaare 1541. - De meesten van deeze steden zyn zeer regelmaatiglyk aangelegd; schoon derzelver gebouwen niet in pragt uitmunten, zorgen de inwooners egter dat zy tuinen by hunne huizen hebben, en het water uit de nabygelegene rivieren naar hunne wooningen leiden , waartoe groote kosten en konst noodig zyn ; en dewyl de meeste steden eenen zeer bloeijenden handel hebben , bestaande in het byzonder in de beste voortbrengselen van het land, is men 'er geenszins zuinig in het gebruiken van kostelyke huissieraden. Sommige koopluiden zyn 'er zeer ryk, en verstaan de konstgrepen van den handel zoo wel als de Europeaanen. Onder de bewooners van deeze handeldryvende steden zyn veele Europeaanen , en wel in het byzonder Spanjaarden, aan welken de oorspronglyke inboorelingen eenigermaate onderworpen zyn ; maar de bewooners van Chili worden in drie klassen onderscheiden. 1. In vrye Inboorelingen. 2. In zulken, die onderdaanen van Spanje zyn. 3. In geborene Spanjaarden, of in zulken, die van deezen afstammen. De eersten erkennen de opperheer- . schappy van den koning van Spanje, maar zy betaalen hem  Aardryksbeschryving. 781 hem geene schatting, daar de laatsten hem schatting opbrengen, en hem als bedienden, maar niet als slaaven, gehoorzaamen; zy worden geregeerd door hunne eigene overheden, die hun wetten geeven, raad verschaffen, en hen in het gevegt verzellen, zonder daarvoor eenige bezolding te trekken. Zy weeten maar zeer weinig van Godsdienst. Frezier zegt dat men in hun land noch tempel noch afgod gevonden heeft. Hunne bevattingen wegens eenen toekomenden leevensstaat zyn zeer onvolkomen; want zy zyn gewoon veele noodwendigheden in het graf hunner vrienden te leggen , opdat deezen zich op hunne lange reize van dezelven moogen bedienen, maar zy hebben geen denkbeeld altoos wegens de onstoflykheid of de onsterflykheid der ziele. Zy hebben gantsch geenen zin in de christen zendelingen , omdat zy hun zeggen dat de christelyke godsdienst dronkenschap en veelwyvery, waaraan zy door eene lange gewoonte zeer verslaafd zyn, verbiedt. Zy zyn onrustig van aart, oploopend, ongeduldig, trotsch en wreed. Zy zyn sterk en welgemaakt, gezond, werkzaam en geschikt om lang te leeven. Honger, dorst, hette en koude kunnen zy vry lang verduuren, en zy versmaaden niet slegts de geryflykheden des leevens, maar het leeven zelf, wanneer het niet langer kan gepaard gaan met vryheid en glorie. Zy betoonden zich kragtdaadige voorstanders van hunne vryheden, toen zy door de Spanjaarden aangevallen en overweldigd werden, en maakten zeer goede voorwaarden van vrede: tot heden toe zyn zy zeer gezet gebleeven op de behoudenis van hunne vryheden. Hunne wooningen zyn niet meer dan hutten, van takken van groote boomen gemaakt, en ruim genoeg om een gantsch huisgezin te bergen. Het gemeene volk veragt alle overtolligheden, zoodat hun huisraad ongemeen eenvoudig en slegt is. In hunne spyze en drank heerscht ook geene de minste weelde; hun gewoone voedsel is zeker koorn, Maiz genaamd, in water gekookt; hiervan maaken zy ook eenen drank, zoo wel als zy zich ten dien einde van  782 Natuurkundige van eenige vrugten en kruiden, welke zy op verschillende wyzen toebereiden, en op zich zelven als salade gebruiken, of smaaklyk maaken door visch, konynen, of verschillende soorten van vogelen. Hunne kleeding bestaat uit eene soort van borstrokken van de eene of andere wollen stoffe; zy hebben rokken van dezelsde soort, en zy draagen geen linnen onder hunne klederen. Op hunne hoofden hebben zy eene ronde wollen muts van verscheidene kleuren, en deeze ligten zy af, gelyk wy onze hoeden doen, wanneer zy eenig bewys van eerbied aan hunne vrienden willen toonen. Hunne schoenen zyn van zekere soort van touw gemaakt, op gelyke wyze als die, welke de Spanjaarden gemeenlyk daar te lande draagen. Zy schikken zich doorgaans op met snuisteryen, die door verscheidenheid van kleuren de oogen trekken , als met schulpen, paarlen, fraaye vederen, en sommigen draagen eene pluim van vederen op hunne hoofden. De vrouwen zyn warmer gekleed dan de mans; ook bedienen zy zich van meer sieraaden; want zy draagen eenen scharlaken gordel, die eenige maalen om haar lyf geslingerd wordt, en zoo wel dient om haar ligchaam stevigheid by te zetten als om het warm te houden. De vrouwen van fatsoen hebben hemden en borstrokken, maar zy draagen niets op haare hoofden ; alleenlyk zyn zy gewoon het hair van agteren fraai te vlegten, en het van vooren op eene bevallige wyze van een te scheiden. Men zegt dat de vrouwen zeer ingetoogen van aart zyn, maar egter, wanneer de gelegenheid daar is, moeds genoeg hebben om met haare mannen te veld te trekken, en den vyand onder het oog te zien. De mans en vrouwen zyn vry hardvogtig, en gantsch niet aandoenlyk voor hette of koude. De kinderen worden altyd, kort nadat zy ter waereld komen, in koud water gewasschen; en men zegt dat de vrouwen 'er met veel minder ongemak baaren dan in de meeste andere landen. Ten aanzien van het huwelyk vindt men gemeld dat een jongman. wanneer hy genegenheid heeft om te trouwen, het meisje waarop zyne zinnen gevallen zyn, van haaren  Aardryksbeschryving 788 haaren vader moet koopen; en zy maaken geene zwarigheid om meer dan eene vrouw te hebben: doch de eerste heeft zekeren voorrang boven de anderen. Zy zyn zeer jaloersch ten aanzien van hunne vrouwen, en niet zonder reden , dewyl de vrouwen denken dezelfde vryheid te moogen gebruiken als de mans; wanneer egter eene vrouw op overspel betrapt wordt, dan heeft zy van den man eene zeer gestrenge behandeling te wagten. Zy kunnen leezen noch schryven , en hebben egter eene zonderlinge manier om goede rekening te houden en gebeurde zaaken aan te teekenen; dit doen zy door middel van zekere draaden van verschillende groote, waarin zy knoopen leggen. De kundigheid om dit met eenige naauwkeurigheid te doen is eene soort van weetenschap, in welke de vaders hunne kinderen onderwyzen; sommige maaken zelfs het geeven van onderwys in de geheimenissen deezer konste tot een middel van hun bestaan. De taal, welke hier in gebruik is, is voornaamelyk de Spaansche; doch onder de inboorelingen is een zeer verward mengelmoes van taalen in zwang geraakt; zoodat hunne spraak niet slegts moeilyk te verstaan is; maar het Valt ook bezwaarlyk eenig berigt wegens dezelve te geeven. De NATUURLYKE HISTORIE. De Lugt is hier ongemeen zuiver, helder en gemaatigd; geduurende drie vierde deelen van het jaar heeft men 'er naauwlyks eenige verandering van weer; geduurende dien tyd valt 'er zeer weinig regen; maar de nuttige daauw, die men er alle nagten heeft, en de menigvuldige beekjes, die (buiten de meenigte van rivieren) de Andes hier verschaft, maaken het vlakke land vrugtbaar, en brengen te weeg dat het zoo veel koorn, wyn, olie en vrugten verschaft als het getal der inwooneren, het welk maar zeer klein is, (vergeleeken met de uitgestrektheid des lands) of derzelver werkzaamheid, op welke niet te roemen valt, kunnen bearbeiden. Indien de staat der regeeringe hier guns-  784 Natuurkundige gunstiger en het land beter bevolkt was, dan zoude men naauwlyks eenige streek der waereld kunnen noemen, die deeze in vrugtbaarheid zoude te boven gaan; want daar de lugt 'er zeer frisch, en de warmte ongemeen gunstig is, groeijen 'er veele vrugten, die nergens buiten de verzengde lugtstreek tieren. De grond is van boven welig in het voortbrengen van alles wat tot nut en verlustiging kan dienen, en onder de oppervlakte is zy zeer ryk in aderen van goud, zilver, koper, kwikzilver, yzer en lood. De aderen van goud worden het meest bewerkt, en 'er is naauwlyks eenig beekje in het land, waarin geen goud, in eene meerdere of mindere maat, te vinden is. Maar gebrek aan volk, het welk hier meer hinder baart dan in andere Spaanscbe volkplantingen , is dikwyls oorzaak dat alle de mynen niet kunnen bewerkt worden ; en (het geen nog erger is) dit brengt te weeg dat de grond in verre na niet tot dien trap van volkomenheid gebragt wordt, tot welken men denzelven door behoorlyke zorge zoude kunnen brengen: want schoon dit land van zulk eene groote uitgestrektheid is, rekent men niet dat 'er veel meer dan 20000 blanken in woonen, die in staat zyn om de wapenen te voeren, en men agt dat 'er omtrent driemaal zoo veel zwarten gevonden worden ; het volk wordt egter meest met de veeweydery bezig gehouden, en het rundvee is 'er in zulk eenen overvloed dat men eenen vetten os voor vier daalders kan koopen ; een groot bewys waarlyk voor de vrugtbaarheid van een land, waarin geen gebrek aan geld heerscht. Daarenboven wordt jaarlyks uit de havens van Chili naar callao en andere deelen van Peru, koorn genoeg vervoerd om 60000 man de kost te geeven; want geen land in de waereld is vrugtbaarer in graanen van allerleie soorten. Daar wordt ook eene groote meenigte van wyn, hennip, huiden, talk en gezoute leevensmiddelen uitgevoerd. De inwooners handelen mede in hoornvee van de andere zyde van de Andes, uit de provincie Tucuman in Paraguay. De zeehandel van Cbili is gebeel bepaald tot het geen uit  Aardryksbeschryving. 785 uit Peru komt,' en uit eene of twee havenen van Spanje,, en uit Panama. De schepen komen zelden verder dan in de straat van Magellan, of tot Kaap Horn maar de inwooners dryven grooten handel op Tucuman, BuenosAyres en andere deelen van Paraguay, vanwaar zy de gewassen van Paraguay, benevens wasch en rundvee krygen. In Cbili zyn maar zeer Weinige roofdieren , en die men 'er nog vindt, zyn ongemeen bloo. Schoon padden , slangen en scorpioenen hier zoo menigvuldig zyn als in andere heete landen , vindt men egter dat zy niemand eenig nadeel toebrengen. De geographie en natuurlyke historie van het land van magellan, en van de straat van magellan. Deeze groote landstreek strekt zich uit van de provinccie van Rio de la Plata af, en wel van 35 tot 54 graaden zuider breedte. Zy grenst ten oosten aan Chili en La Plata, en aan den Atlantiscben Oceaan, en aan de Zuidzee; ten zuiden en ten westen wordt zy in twee deelen verdeeld door de straat van Magellan, Zy kreeg haaren naam naar Ferdinand Magellan , een' Portugeesch, die door keizer Karel den Vden in den jaare 1520 werd uitgezonden , met uitdruklyken last om dit land te zoeken. Hy deed hier egter geene ontdekkingen van merklyk belang, uitgezonderd dat hy eenige weinige havens en de twee kaapen leerde kennen. De eerste van deeze kaapen kreeg den naam van De las Virgines, omdat zy op St. Ursuls dag gevonden werd; en de andere noemde hy de Kaap van Begeerte, omdat hy dezelve het eerst uit de Zuidzee gezien had. Kort na deeze ontdekkingen is hy vermoord geworden. Het is een bergagtig land, en in den besten tyd van het jaar onder de sneeuw begraaven , inzonderheid in het zuidelyk gedeelte , waar men zegt dat het kouder II, Afd. III. deel. li is  786 Natuurkundige is dan in het noordelyk deel , onder dezelfde parallel van Breedte; ten minsten schynt het den Europeaanen zoo toe, wanneer zy in hunnen togt herwaards de verzengde lugtstreek zyn doorgezeild. De Cordillera de los Andes bestaat uit eene verbaazende keten van bergen, die zich van het zuiden naar het noorden uitstrekt , en hier en daar eene zeer aanmerklyke hoogte heeft. Deeze bergen vormen doorgaans twee ryen, van welken de laagste vervuld is met hout en bosschen; maar de hoogste is dor en onvrugtbaar wegens de meenigte van sneeuw , en de gestrenge koude. De toppen van deeze bergen zyn dikwyls bedekt met wolken en verhevelingen. Uit deeze bergen zyn meermaalen vuurstroomen losgeborsten, die de gewoone vreeslyke uitwerksels hebben te weeg gebragt. Men kan de bergen alleenlyk in den zomer overtrekken , en men heeft wel twee of drie dagen werk om op den top te komen. De verschriklyke steilten van deeze bergen, en de vreeslyke watervallen , die 'er met een sterk geraas en geweld van afkomen, zyn gemaklyker te begrypen dan te beschryven. De oostelyke kust van dit land wordt, over het algemeen genomen, als laag beschouwd , en heeft eene groote meenigte baaijen , die of door de natuur, of door de veelvuldige rivieren , die zich in den oceaan ontlasten, gevormd worden. Patagonie. is het zuidelykste gedeelte van Zuid-Amerika , welks grenzen tot nu toe niet met naauwkeurigheid zyn aangeweezen. De meeste oude historieschryvers hebben de inwooners als een ruuw en onhandelbaar volk van eene reusagtige gestalte afgeschetst , doch dit vinden wy door laatere schryveren weêrsproken, als die ons verzekeren dat zy van eene middelmaatige grootte zyn. In deeze uitgebreide streek is niet eene stad van eenig merklyk aanzien ; de bewooners schoolen te samen in groote benden, en leeven op eene woeste en ongeregelde wyze. Ter-  Aardryksbeschryving. 787 Terra del Fuego is een ander deel , dat in het land van Magellan begreepen is , schoon het, eigenlyk gesproken, een eiland is, door een klein kanaal van het zelve afgescheiden. Men vindt 'er byna niets anders dan vuurige bergen, die eene groote meenigte verbrande steenen in de zee uitwerpen. Men zegt dat deeze bergen zich langs de Magellansche kust van het oosten naar het westen uitstrekken, ter langte van 300 mylen; en de straat tusschen dit eiland en het vaste land wordt het kanaal van St. Sebastiaan genoemd. De straat van Magellan is omtrent 100 mylen lang van de Maagden-Kaap af, aan den mond van de noordzee, tot de Kaap van Begeerte aan de tegenovergelegene zyde: de breedte verschilt zeer veel, en wel van een tot drie mylen: daar zyn verscheidene havens, die voor alle winden veilig zyn. - Men heeft hier ook de straat van le Maire, die op de breedte legt van 56°36' , en door den oostelyken hoek van Terra del Fuego gemaakt wordt. Daarenboven is 'er de straat van La Roche, op 35° zuider breedte, en omtrent 120° ooster langte, ten aanzien van de straat van Le Maire. Men zegt dat de bewooners van het land van Magellan afstammelingen zyn van Gomer , den zoon van Japhet, vader van de Keltische en Walsche natien; doch hu zyn zy verdeeld in verscheidene stammen, en spreeken verschillende taalen, indien aan hun ongeschikt mengelmoes de naam van taalen mag gegeeven worden. Zy zyn, over het algemeen genomen , koperverwig of taangeel van kleur; doch doorgaans verwen zy hunne aangezichten en hun geheele lyf met verschillende kleuren , en wel voornaamelyk met wit en geel. De mans en vrouwen zyn genoegzaam eveneens gekleed; alleenlyk maaken zy een weinig onderscheid naar maate van de streeken, welke zy bewoonen , en van het jaargetyde. De vrouwen gaan zonder mutsen , en draagen verscheidene snuisteryen om haare armen en halzen, hetgeen Ii2  788 Natuurkundige geen de mans niet doen. Voor het overige is de kleeding weinig meer dan de zedigheid vordert. Zy worden altyd beschreeven als een zeer onkundig en onschadelyk volk. - Ten aanzien van den Godsdienst zyn zy maar weinig boven het onvernuftig gedierte verheven, schoon men zegt dat zy eene soort van Priesters of starrekykers onder zich hebben. Zy hebben ook niets, dat naar eenige regeering gelykt. Hunne huizen zyn slegts hutten , gemaakt van takken van boomen en van huiden van wilde dieren Hun huisraad is by gevolg ook zeer gering, en zy hebben naauwlyks iets anders dan het geen zy in het vangen van visch en tot gebruik in hunne schuiten noodig hebben. De wapenen, welke zy met zich voeren, zyn boogen en pylen; ook hebben zy spietsen, die aan het einde of met scherpe beenderen, of met puntige steenen beslaagen zyn; doch deeze toestel dient hun meer om zichzelven te verdedigen , of de noodige leevensmiddelen door de jagt en vogelvangst te bekomen, dan om iemand te benadeelen. Op sommige tyden van het jaar zoeken zy ook hun bestaan door visschen. Zy bezitten eene zeer groote uitgestrektheid van land, maar het zelve bestaat voor het grootste gedeelte uit eene onbebouwde woestyne: schoon in veele streeken uit de natuur van den grond, en de verscheidenheid der bronnen en beekjes blykt dat zulks alleenlyk aan gebrek van bearbeiding is toe te schryven. Daar is geen gebrek aan weyland voor rundvee; want men heeft 'er groote koppels Guanacoes , of kameelschaapen ; daar wordt eene meenigte wilde zwynen aangefokt : nog vindt men 'er verscheidene soorten van geiten , wier hair zoo zagt als zyde is. Daar zyn eenige soorten van vossen en haazen , die veel grooter zyn dan de onzen. Daar zyn weinige tamme dieren. Men vindt 'er eene soort van honden , niet ongelyk aan Spaansche honden , met welken de inwooners ter jagt gaan ; daar worden fraaije soorten van vogelen gevonden. De Penguins zyn 'er vry gemeen ; dezel-  Aardryksbeschryving. 789 dezelven zyn vogels, zoo groot als ganzen , met eenen witten kop; zy zyn zeer vet en lekker van smaak. Andere vogels met zeer schoone vederen, en zeevogels, die in de rotsen nestelen, zyn 'er, wanneer het in den tyd is, in grooten overvloed; doch het gemeenste voedsel der inwooneren schynt in visch te bestaan; inzonderheid zyn 'er zeer groote zeelten. Algemeen berigt wegens de inwooners van Amerika , bevattende eenige aanmerkingen over de verscheidene eigenaars, over de regeeringsvormen , en over eenige merkwaardige gewoonten der inboorelingen van dit waerelddeel. Een hedendaasch schryver spreekt , in zyne inleiding tot de historie der Amerikaanen, van verschillende gesteltenissen der natiën, die in Amerika volkplantingen hebben opgerigt, of 'er eenigen handel dryven; en daaruit kunnen wy eenigermaate een oordeel vellen over de regeering of vastgestelde schikkingen in de onderscheidene koloniën. De Spanjaard, die trotsch en lui is, heeft een ruim veld voor zich, waarin hy kan omzwerven; hy leeft onder eene zagte lugtstreek, waardoor zyne lusten gestreeld worden; en overvloed van goud en zilver verschaft hem alle die overtolligheden , welke zyn hoogmoed kan wenschen, doch die hy , zonder dit voorregt, uit hoofde van zyne luiheid zoude moeten missen. De Portugees is in zyn vaderland natuurlyk behoeftig, en buiten het zelve meer onderneemend dan werkzaam; hy heeft goud en diamanten, zoo wel als de Spanjaard, en heeft beiden even zeer noodig; doch hy gebruikt ze op eene nuttiger en min trotsche wyze. De Engelschman is verstandig, diepdenkend en bedaard; hy is juist niet zeer werkzaam van aart, maar ongeneigd om veel vrugtelooze moeite aan te wenden; hy is afkeerig van allen dwang, en een groot liefhebber van het li 3 land-  790 Natuurkundige landleeven. De Engelschen waren voordeezen in Amerika geruste bezitters van eene uitgebreide en schoone landstreek ; zy hadden een ruim veld tot het oeffenen van den landbouw, en het voortzetten van den koophandel, waarin zy zich met groot genoegen , en zonder byna eenige zwaarigheden te ontmoeten, bezig hielden: hun handel moest zekerlyk wel blyven bloeijen , zoo lang elk vryheid had om in denzelven naar zyne eigene begrippen, neigingen en bekwaamheden te werk te gaan. Indien wy uit gebeurde zaaken moogen oordeelen, dan zyn sommigen der Europeesche volkplantingen de uitwerksels geweest van eene meer dan gemeene eerzugt ondersteund door eenen verbaazenden moed , en eene sterke zugt tot goud. Anderen werden tot stand gebragt door eene geregelde staatkunde die eene nuttige werkzaamheid maatigde en bestierde. De Franschen zyn werkzaam , leevendig , onderneemend , buigzaam en staatkundig. Schoon zy dikwyls van voorneemens veranderen, de voorwerpen, welke zy onder het oog krygen, met yver najaagende, zyn zy egter handelbaar, en genegen om zich aan regels en wetten, die hunne gesteltenis beteugelen, en hen tot zekere handelwyzen bepaalen, te onderwerpen. Deeze natie heeft, of had ten minsten, volkplantingen, waar men meer uitwerkte door het volk op eene voorzigtige wyze te bestieren, dan door den grond te bebouwen; waar de koophandel meer bloeide dan de landbouw, of eenige andere geregelde handteering , en waar men , schoon het aan geene opgekomene zwaarigheden heeft ontbroken , eene zeer goede staatkunde kon ontdekken. Uit deeze bronnen schynt men de goede gevolgen van alle haare onderneemingen te moeten afleiden. Men kan de gegrondheid van het gezegde opmaaken uit de groote gedagten, die de Franschen altyd wegens de waardy van hunne Amerikaansche volkplantingen gevoed hebben; uit de zorg, welke zy gedraagen hebben om op alle hunne koopvaardy sche-  AARDRYKSBESCHRYVING . 791 schepen naar de volkplantingen veele jongens te plaatsen, en dezelven tot de zeevaart bekwaam te maaken. De wyheid van hunne maatregelen , in de onderscheidene volkplantingen, blykt ook uit het aanstellen van eenen commercie-raad, en van intendanten in iedere provincie, die eene vaste bezolding trekken, mids dat zy geenen handel dryven. Ook hebben zy op alle hunne eilanden, en in alle hunne volkplantingen admiraliteits-regters, die gevolmagtigd zyn om alle geschillen, tusschen koopluiden ontstaande, of eenige betrekking tot den handel hebbende te beslissen. Daarenboven draagen zy zorg om alle voornaame plaatsen en streeken wel te verschansen, en stellen dezelven doorgaans, door schepen en eene genoegzaame bezetting, in eenen staat van tegenweer. Zy zyn bedagt om de planters of inboorelingen niet te overlaaden met belastingen, en vorderen maar zeer geringe tollen van waaren die in- of uitgevoerd worden. Zy gebruiken alle mooglyke voorzorgen om mishandelingen der negers voor te komen, en maaken wetten om alle eigendunkelyke grilligheden aan de zyde der heeren ten aanzien van de slaaven te beletten. De planters leggen onder de verpligting om hen in de gronden van den Godsdienst te laaten onderwyzen . De Franschen blyven ook niet nalaatig in hunne behoeftige en arbeidzaame slaaven te ondersteunen en aantemoedigen en behoorlyken bystand te verleenen aan zulken, die door orkaanen, aardbeevingen of onweeren merkelyke nadeelen geleeden hebben. In dit alles vertoonen zy een mengsel van menschlykheid en van goede staatkunde. Men moet het egter als eene misvatting in de planters aanmerken dat zy, even als die van andere Europeesche natien, den negers te zwaaren arbeid opleggen. Door deeze, en verscheidene andere nuttige maatregelen mag men zeggen dat de Franschen, geduurende veele jaaren, mededingers der Engelschen in Amerika geweest zyn, zoo ten aanzien der veelheid van hunne bezittingen, I i 4 als  792 Natuurk. Aardryksbes. als ten aanzien der uitgebreidheid van hunnen handel en invloed. De bezittingen der Nederlanderen in Amerika zyn maar weinig in getal, en egter ontbreekt het in dezelven, hoe klein zy moogen zyn, noch aan vernuft noch aan werkzaamheid om 'er aanmerklyke verbeteringen intevoeren, welke aan de republiek zeer groote voordeelen toebrengen, en inzonderheid in eenen staat van oorlog, door den handel, welken de Nederlanders met de Franschen en Engelschen voortzetten. Zeker schryver van onzen tyd maakt hun een zeer groot kompliment, wanneer hy zegt dat de Nederlanders eene rots of twee bekomen hebben , op welke zy hunne spaarzaamheid en werkzaamheid kunnen oeffenen, in welker oeffeningen zy zich, zoo wel gekweeten hebben, dat men zich over hunne gemaakte vorderingen en verbeteringen naauwlyks genoeg kan verwonderen. De Deenen hadden voordeezen eene West-Indische kompagnie; doch derzelver bezittingen waren niet zeer uitgestrekt. Zy bestonden in weinig meer dan in het eiland van St. Thomas, een klein gedeelte der Karibische eilanden. Onlangs hebben zy by deeze bezittingen het eiland Sama Cruz gevoegd. Deeze eilanden werden , zoo lang zy in de handen der kompagnie waren, gantsch niet wel bestierd; doch de tegenwoordige koning van Denemarken, die voor niemand van zyne voorzaaten in liefde tot zyne onderdaanen, of in edelmoedige zugt om hunne welvaart te bevorderen, behoeft te wyken, heeft den voorraad van die kompagnie opgekogt, en den handel voor ieder vry gesteld. Sederd dien tyd is de handel ongelooflyk veel verbeterd geworden. De bezittingen der twee laatstgemelde moogendheden zouden naauwlyks verdienen by die der voorige eigenaaren genoemd te worden , waare het niet dat die moogendheden dezelven voor zich van zeer groot belang oordeelden : want het aandeel der Nederlanderen is hun jaarlyks wel zes millioenen Hollandsche guldens waardig, en de bezittingen der Deenen zyn toereikend om hun ieder jaar de helft van die somme optebrengen. R E.  REGISTER. A. Aarde , hare gedaante en grootte. 8, enz. Aarden van onderscheidene soorten in Duitscbland. 146 Aardryks- en Waterbescbryving, hoe onderscheiden. 1. Berigt wegens de byzonderheden , welken men 'er in heeft op te merken. 2, enz. Aartsbisdommen of Geestelyke Keurvorstendommen in Europa zyn drie in getal. 16 Afrika , beschryving en Natuurlyke Historie van dit Waerelddeel. 611, enz. Afrikaansche Eilanden. 614 Afrikanen of Mooren , berigt wegens dezelven. 614 , enz. Akademien in Italië, 192. In Frankryk. 254 Albanië. 706 Aleppo. 416 Alexandrie. 624 Algiers. 628 Alkmaar. 283 Aller. 154 alow 512 Alpen tusschen Zwitserland en Italië , 195. Men telt ze ook onder de Bergen van Frankryk. 261 Amazonia of het Land der Amazonen. 750, enz. Amber aan de Zeekust van Polen in meenigte verzameld, 116. Voortbrenging van denzelven in Duitschland. 156 Amerika, Beschryfing en Natuurlyke Historie van dit vierde gedeelte der Waereld, 673, enz. Verdeeld in Zuid- en Noord- Amerika,, Zie ald. Algemeen berigt wegens de Inwooners 789, enz, II. Afd. III Deel. Amersfoort. 287 Amsterdam. 276 Andes. Zie Cordillera de los Andes. Antillische Eilanden in NoordAmerika, groote en kleine beschreven. 734 Antiparos , een der Griekscbe Eilanden , 377. Merkwaardige Grot op het zelve. ald. Antwerpen. 307 Apennynscbe Heuvels in Italië. 195 Arabie. 426 Arabieren, 619, enz. Arnhem. 289, enz. Arrakan, 577 Artois. 305 As der Aarde zyne Evenredigheid tot de Middellyn van den Evennagtscirkel. 7, enz. Asiatisch Turkye en Rusland. Zie ald, Asie , algemeen berigt wegens dit Waerelddeel,400. Deszelfs verdeeling in groote en kleine Staten. 402 Assam. 576 Augsburg. 162 Ava. 581 Azof. 473 B. Baden. Zie Bronnen. Baden , eene plaats in Oostenryk. 151 Bahama. 738 Bailjuwscbappen in Zuid-Hol, land. 282 Barbarye, Beschryving en Natuurlyke Historie dier Landstreeke. 628, enz. Baroa. 628 Bazel. 180 Beeren in Noorwegen, 59. in China. 527 l i 5 Bee-  794 REGISTER. Beevers in Noorwegen. 69 Beglerschappen, drie) in welke Syrie verdeeld is. 416 Begravenissen. Zie Lykplegtigheden. Bergen in de onderscheidene Landen. Zie de Natuurlyke Historie van ieder Land in het byzonder. Bergen, eene Provincie in Noorwegen, welker Hoofdstad dien zelfden naam draagt. 55 Bergschotten of Hooglanders. 365 Berlyn. 161 Bern. 175 Bewooners der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Biledulgerid. Zie Numidie. Bisnagar. 561 Boekdrukkunst, vorderingen der Nederlanderen in dezelve 328 Boekery te Zurich 180. Te Bazel. ald. Bobac, een Dier in Polen. 117 Bologne. 209 Bolswerd. . 297 Bommel. 291 Bonair. 738 Bosschen in Rusland, 97. In Polen. 116 Bosnie 369 Bouillon. 309 Bourgonje. 249 Bovenrynsche Kreits. 126 Brabant, beschryving en verdeeling van het zelve. 305, enz. Braziel , Beschryving en Natuurlyke Historie. 768 Breslaw 124 Bretagne. 246 brielle 281 Brittanje. Zie Groot-Brittanje. Bronnen in noorwegen 57. In Duitschland, 146. Bronnen van Zout Water in Zwitserland. 175 Bruggen, die byzondere aanmerking verdienen , vindt men te Regensburg , te wenen, te Dresden, en te Roveredo in Oostenryk. 165 enz. Bruiloften en Begravenissen in polen 110 Brussel. 309 Bukhario. 456 Bulgarie. 370 c cachao, de Hoofdstad van het Koningryk Tong-king, Zie ald. Cairo, Groot). 624 Canada , Beschryving en Natuurlyke Historie. 692, enz. Canada of Fransch Noord-Amerika in het byzonder beschreven. 721, enz. Caribische Eilanden. 739 Carinthie. 155 Carlsbadt. 150 Carolina , Noord- en Zuid714, enz. Champa. 593 Champagne. 249 Charlemont. 308 chili 779 china , beschryving , verdeeling en Burgerlyke Regeerring, 482. Oude en hedendaagsche Bewooners, 491. Natuurlyke Historie. 510, enz. Chinezen, Berigt wegens hunnen Godsdienst, Gewoonten, Taal, Handel en Fabrieken. 464. enz. Christelyke Godsdienst, Poogingen , welke men gedaan heeft om denzelven in  REGISTER 795 in China voort te planten. 509 Cochin-China. 594 Connaught 374 Constans Meer van). 155 Cordillera de los Andes. Beschryving van dit Gebergte 786 Corea 542, enz. Corsica. 201 Cracow. 104 Croatie. 396 Cuba. 734 D. Dag de langste in Noorwegen bestaat uit 19, en de kortste uit 6 uren. 94 Dalem. 294 Dalmatie 397 Damaskus of Scham. 416 Dauphine 249 Deenen, hunne bezittingen in Noord-Amerika 679 Dehli 547 Dekan 561 Delfstoffen in de Mynen van Zweden, 27. In Rusland. 94 Delft 273 Denemarken , beschryving en verdeeling van dat Ryk, 28, enz. Regeeringsvorm; zeden en karakter der Bewooneren, en andere byzonderheden, 33, enz. Natuurlyke Historie. 38, enz. Deutekom. 293 Deventer. 294 Diarbeck is het oude Mesopotamie. 432 Dieren in de onderscheidene Landen. Zie de Natuurlyke Historie van ieder Land in het byzonder. Diomedesvogel. 207 Doesburg. 293 Doge van Venetie, zyn troon 208 Dokkum 298 Domkerk te Straatsburg, 163. Te Maagdenburg, 164. Te Ulm ald. Don 92 Donauw 151 Dordrecht. 272 Drenthe. 305, enz. Dresden. 166 Dromedarissen. 95 Duitschers , oude) of Germanen. 134, enz. Duitschland , Beschryving en Verdeeling van dat Keizerryk, 124, enz. Regeering, 131, enz. Hervorming omtrent den Godsdienst, 135 enz. Natuurlyke Historie en andere byzonderheden. 142, enz, Duiveland. 269 E. Edam 284 Egypte Beschryving en Verdeeling van het zelve, 623. Staat der Regeeringe, ald. Natuurlyke Historie , Voortbrengsels en Dieren , 625 enz. Eilanden van Europa en derzelver Hoofdsteden, 11 en 18. Van Denemarken, 31. Van Spanje, 231 enz. Van Zeeland , 268 , enz. Van Friesland , 302. Van Groningerland, 304. Schotsche Eilanden, 343, enz. Grieksche Eilanden, 377. Asiatische Eilanden , 606 , enz. Philippynsche Eilanden, 609, enz. Afrikaansche Eilanden, 648. Kaap Verdische, 664. Kanarische, 666. Madeirasche , 668. Noord-Amerikaansche. 732 Elanden. 59 Elburg. 292 Elve. 353 Elzas,  796 REGISTER. Elzas. 250 Embs. 147 Engeland is zeer volkryk , 349. Berigt wegens het Parlement, 352. Staat der Kerke, 355. Koophandel, 358. Nieuw Engeland in NoordAmerika. 696, enz. Engelschen, hun karakter en geaartheid, 348. Hunne bezittingen in Noord-Amerika. 677 Enkhuizen . 284 Epirus. 374 Eremieten, derzelver Klooster in Hongarye. 393 Erven of Jerven , Dieren in Noorwegen. 62 Ethiopie , Beschryving en Natuurlyke Historie van dat gedeelte van Afrika. 647, enz. Etna. 199 Europa , omstandig beschreven, 12, enz. Deszelfs oude en hedendaagsche Bewooners, ald. Godsdienst, Geleerdheid. Konsten en Talen, 14. Regeeringen, Ryken en Vorstendommen, 15, enz. Deszelfs Eilanden, Zie Eilanden. Europeesche Volkplantingen in Noord-Amerika , 676. In Zuid - Amerika. 679 Evennagtscirkel, Evenredigheid van deszelfs Middellyn tot den As der Aarde. 7, enz. Evenredigheid van Land tot Water , Zie Land en Water. F. Fabrieken der Chineezen. 506, enz. Fez. 628 Florence, 107 Formosa, berigt wegens en Natuurlyke Historie van dit Asiatisch Eiland, tot China behoorende. 607, enz. Franche Compte. 250 Franeker. 297 Frankfort. 151 Frankryk, Beschryving en Verdeeling van dit Koningryk, 242, enz. Berigt wegens deszelfs Regeering, Krygsmagt en heerschenden Godsdienst, 256, enz. Natuurlyke Historie. 259, enz. Fransch Vlaanderen. Henegouwen, Namen en Luxemburg. Zie Vlaanderen , Henegouwen , Namen en Luxemburg. Franschen, hun aart en zeden, 258 , enz. Hunne bezittingen in Noord - Amerika. 676 Friesland, Beschryving, Natuurlyke Historie en Verdeeling van die Provincie , 295, enz. Eilanden tot dezelve behoorende. 302 G. Ganges. 555 Gebouwen, voornaame in Duitschland, 160. In Italie. 207, enz. Geesbacb. 150 Geestelyke Keurvorstendommen, Zie Keurvorstendommen. Gelderland, ook Neder - Gelderland genoemd, eene der zeven Vereenigde Provincien, Beschryving en Verdeeling, 289. Eene Oostenryksche Provincie , Opper- Gelderland genoemd. 305, enz. Geleerdheid en Konsten, derzelver staat in Europa, 14. By de Zwitsers, 171, In Italie. 191 Ge-  register. 797 Genua. 202 GeorgiE , verdeeld onder de PerSianen en Turken, 433. Eene der Engelsche Volk plantingen in Noord Amerika. 719, enz. Germanen, Zie Duitschers. Gevogelte , wild en tam) in Zweden. Zie Zweden. In Duitschland, 160. In Zwitserland 179 Gewoonten der onderscheidene Volkeren. Zie op ieder Land in het byzonder. Glas, Muskovisch merkwaardig onder de Delfstoffen van Rusland. 94 Godsdienst van Europa, en verdeeldheden in denzelven , 14. Staat van denzelven in de onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Goede Hoop, Kaap van) 622, enz. Goes , Ter). 268 Golkonda. 563 Gorinchem. 279 Gouda. ibid, Goudkust, tot Guinea behoorende. 643 Graden van Hette en Koude in Noorwegen. 53 Gravenhage, 's) 270 Grieksche Eilanden. 377 Grietenyen in Friesland. 301 enz grol 293 Groningen. 303 Groningerland, Beschryving en Verdeeling van hetzelve 302. Eilanden , tot deze Provincie behoorende. 304 Groot Brittanje , Regeering Koophandel, Zeemagt en andere byzonderheden van dat Ryk. 351 Groot Cairo,. Zie Cairo. Groot Tartarye. Zie Tartarye. Guienne, een der 12 Gouvernementen van Frankryk. 248 Guinea, Beschryving, Natuurlyke Historie en Verdeeling, 638. Inwooners, ald. Regeering , Godsdienst en Taal , 641, enz. Kusten, daartoe behoorende. 643 H. haarlem. 272 Hagedissen in Italie 206 Hanau. 151 Handwerken , vele, door de Duitschers uitgevonden of verbeterd. 138 Harderwyk 292 Haring wordt met recht onder de Visschen van ons Land geteld. 335 Harlingen. 298 Hattem. 292 Hazen in Rusland. 95 Henegouwen , verdeeling en beschryving van het zelve. 308, enz. Hennip geteld onder de Koopwaren van Ierland. 365 Hermelynen in Noorwegen. 61 Herten in Noorwegen. 59 Hertogenbosch, 's) 306 Hervorming in den Godsdienst in Duitschland ingevoerd. 135 ; Hette en Koude, graden van ; dezelve in Noorwegen. 53 Hindus, Godsdienst van dit volk, 571. Zie ook India: nen. . Hindustan, Natuurlyke Historie van dit Land. 550, enz. Hippopotamus. 627 Hispaniola, een der groote Antillische Eilanden. 738 Hit-  798 Register. Hitland of Shetland, een de Schotsche Eilanden. 367 Holland , verdeeling en beschryving van dit gedeelte der Vereenigde Nederlanden 270, enz Hollanders, hunne bezittingen in Noord-Amerika. 679 Hongaren, hun aart, kleeding bezigheden, Taal en Godsdienst. 388, enz Hongarye , verdeeling , beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. 383, enz, Hoofddeelen , vier) der Waereld , derzelver grootte in vierkante Mylen. 11 Hoofdsteden der , onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Hooglanders. Zie Bergschotten. Hout in Ierland, waarin geene wormen zyn. 364 Houtsneppen in Noorwegen. 64 Huwelyken in Rusland 83 Hyaena, een Dier in Rusland. 94 I. Jaargetijden in Zweden. 26 Jago, St) een der KaapVerdische Eilanden. 704, enz. Jamaika, het voornaamste der groote Antillische Eilanden. 735, enz. James, St.) Park in Wesminster. 369 Japan, een der Asiatische Eilanden , Beschryving en Natuurlyke Historie. 6oo, enz. Jedso, een der Asiatische Eilanden, Natuurlyke Historie en berigt wegens deszelfs Bewooners. 606, enz. Ieren, hun karakter. 350 Ierland , Parlement van) 355. Staat der Kerke. 356 Jerpen, Rypen en Tinren Vogels in Noorwegen. 59 Jersen, Nieuw) in Noord Amerika. 704, enz. Jerven, Zie Erven. < Ikkeri, een Vorstendom van Indie. 569 Illyrikum , Hongariscb) be schreven. 394 Ingolstadt. 195 Indianen , berigt wegens dezelven, 550. Zie ook Hindus. Indie , verdeeling , beschryving, en Natuurlyke Historie. 561, enz. 575, enz. Insekten in Rusland, 97 In Polen, 118. In Hindustan. 559 Isle de France, een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. 243 Ispahan. 438 Italianen , hun karakter, gewoonten en zeden, 189. Taal en Godsdienst, 190. Staat der Geleerdheid onder hen. 191 Italie , Beschryving , Verdeeling en Regeeringsvormen, 181, enz. Bewooners. Zie Italiaanen. Natuurlyke Historie, 192, enz Fraaije Gebouwen en andere byzonderheden. 207, enz. Judea of Palestina. 423 Jutten , hunne hoedanigheden. 35 K. Kaap-Verdische Eilanden in Afrika. 664, enz. Kameelen in Rusland, 95. In China. 595 Kampen. 294 Ka-  REGISTER. Kanarische Eilanden in Afrika. 666 Kanora, een Koningryk van Indie, Beschryving en Natuurlyke Historie. 563 Kantons , dertien) in welken Zwitserland verdeeld is, 168. Berigt wegens derzelver grootte, Regeering, en andere byzonderheden. 169, enz. Kapen of Voorgebergten in Afrika. 622 , enz. Karakter der Bewooneren van onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Karel de Vde, Keizer Staatsverwisselingen in de Nederlanden, sedert den tyd van dien Vorst. 309 enz. Karnata, een Koningryk van indie, omstandig beschreven. 567. enz. Kaspische Zee. 451 Keizerryken in Europa. 15 Keurvorstendommen in Europa. 16 Klokken), de grootste van allen, die in de waereld zyn, is te Moskow. 100 Kooijen in Rusland. 95 Kompagnie, Oost-indische oprigting van dezelve in de Nederlanden. 320. enz, Koninglyke Societeit der wetenschappen in Engeland. 357 Koningryken in Europa. 15 Koningsberg. 121 Konsten en Wetenschappen. Zie wetenschappen. Kopermynen in Zweden. 26 enz Koppenhage. 32. enz Koude en Hette, graden van dezelven, Zie Hette Koyel, Kaap in indie. 566 kraken schynt onder de Polypussen te behooren, is aan Noorwegen in het byzonder eigen , en wordt voor het grootste en verbazendste van alle Dieren gehouden 66 Kreitsen, negen in Duitschland, derzelver onderverdeelingen 125, enz. Krokodillen in Hindustan, 560. In Egypte. 627 Kwakkels in Podolie. 117 L. ladoga een Meer in Rusland. 91 Land en water deszelfs Evenredigheid tot elkanderen. 4. Languedoc , een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. 248 Laos, Zie Lawhos. Lapland, beschryving verdeeling en Natuurlyke Historie, 67 enz Russisch Lapland. 474 Lauffen. 178 Lawhos, een Koningryk van Indie. 583 Leeuwarden. 269 Leinster , eene Provincie van Ierland. 346 Leuven 307 Leyden. 274 Limburg, beschryving en verdeeling. 309 Lion een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. 247 lipto 393 , lissabon 234. . Livadie in Europisch Turkye. 375 Lochem. 293 los , een Dier in Rusland. 353 lothe-  800 REGISTER. Lotheringe behoort tot de overwonnen Landen van Frankryk 250 Lousiana in Noord-Amerika 727, enz. Louvre de) een zeer groot Meesterstuk der Bouwkunde te Parys. 251 Lugtsgesteltenis der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Luxemburg, verdeeling en beschryving. 309 Lykplegtigheden in Zweden ,24, enz. In Noorwegen, 50. In Rusland. 83 M Maagdenburg 164 Maas. 359 Macedonie 374 Madeirasche Eilanden, in Afrika. 668, enz. Madrid. 212 Madura, een Koningryk van Indie. 565 Madurey. 565 Magellan, Land en straat) beschreeven, 785, enz. Byzonzonderheden, aangaande de Inwooners van het Land. 787, enz Majorka, een der Eilanden van Spanje. 231 Malabar , de kust van) 563 Mandarynen in China. 482 Manilles of Philippynsche Eilanden. 609 Marava 565 Marmer, Groeven van) in Duitschland. 145 Marokko. 628 Maryland in Noord-Amerika. 707 enz. aten der Engelschen vergeleken met die van andere volken. 397 Mechelen 305, enz. Medenblik. 285Meeren in Zweden, 26 In Denemarken , 40. In Rusland 93. In Polen 116. In Duitschland, 155. In Zwitserland, 176. In Italie 194 in Spanje, 213. In Hongarye 391. In Asiatisch Turkye 410 In Groot Tartarye, 462 In China 511 Meerman, een Visch in Noorwegen. 66 Mein Messur een Koningryk in Indie. 570 Mexiko of Nieuw Spanje in Noord-Amerika. 680, enz. Middelburg. 265 Minerale wateren in Duitschland, 146, enz In Zwitserland, 176 In Hongarye , 390, enz. In Asiatisch Turkye. 410 Minorka , een der Eilanden van Spanje 231 Moeotisch Meer in Rusland, 95 Moeris een Meer in Egypte. 626 Moerel 144 Mogol Ryk van den Grooten) Zie Hindustan en Mogolsche Ryk. Mogolsche Ryk Beschryving, Regeering en andere byzonderheden van het zelve. 547, enz. Moldavie , een der Landen, die onder de bescherming staan van en synsbaar zyn aan de Ottomannische Porte. 380 Monnikendam 285 Montfoort 288 Mooren Zie Afrikaanen. Moorenland, Zie Nigritie Morea in Europisch Turkye. 376 Moskow 73 100 Munster 347 Munten der Chineezen, 509 Muskovie , Z e Rusland. Mus-  REGISTER. 801 Muskovisch Glas. 93 Muur, Groote) die Cbina van Tartarye scheidt. 532 , enz. Mylen , Noorweegsche) der zelver grootte. 41 Mynen in Zweden , 26. In Duitschland, 244. In Hongarye, 390. In China 514 N. namen , verdeeling en beschryving van het zelve. 308 Napels, een Koningryk, tot Italië behoorende. 183 Natuurlyke Historie der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Naxia , een Eiland tot Europiscb Turkye behoorende. 378 Neder-Gelderland , Zie Gelderland. Nederlanden , beschryving en verdeeling van dezelven, 263, enz. Oostenryksche Nederlanden in het byzonder beschreven, en hoe ver deeld, 305 Staatsverwisselingen in de Nederlanden se derd den tyd van Karel den Vden, 309. Staatsverwisselingen, Godsdienst en andere byzonderheden in de Vereenigde Nederlanden ,312, enz. Natuurlyke Historie dezer Landen, en Oudheden in dezelven ontdekt. 331. enz. Nederlanders, hun aart en gesteltenis. 316 Neder-Oostenryk 129 Neder-Rynscbe Kreits. 127 Neder - Saxiscbe Kreits. 127 Newfounland, een Eiland in Noord - Amerika. 732 , enz. Nieuw Engeland. Zie Engeland. II. Afd. III. Deel. Nieuw Spanje. Zie Mexiko. Nieuw Yersey Zie Yersey. Nieuw York Zie York. Niger. 621,636 Nigritie, beschryving en Natuurlyke Historie 636 Noord-Amerika beschreven, en Europeescbe Volkplantingen in bet zelve. 675,enz. Noord - Beveland. 268 Noord-Carolina. 714 Noord - Holland, 270 Noord - Schotland. Zie Schotland. Noordzee. 327 Noorwegen, beschryving, Bewooners , en Natuurlyke Historie van dit Ryk. 41, enz. Normandye , een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. 246 Nubie, eene Rivier in Afrika, 622 Beschryving en Natuurlyke Historie der Landstreeke van dien naam in Afrika, 644 Numidie, Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. 632 Nova Zembla. 476 Nyl. 622 Nymegen. 289, enz. O. Oder 153. Olifanten in China. 525 Ommelanden Groningen. 303, enz. Onega. 91 Ooijevaar is onder de Vogelen een Inbooreling van Holland. 334 Oost-Indische Kompagnie in de Vereenigde Nederlanden , oprigting van dezelve. 320, enz. K k , Oos-  802 REGISTER. Oostenryk, Neder 129 Oostenryksche Kreits, 129. Oostenryksche Nederlanden. Zie Nederlanden. Oostergo, een der Kwartieren van Friesland. 301 Oost-zee. 32 Opper-Gelderland Zie Gelderland. Opper-Saxische Kreits. 120 Orgel, voortreflyk in de Domkerk te Ulm. 113 Ottomannische Porte. Zie Porte. Overmaas, Land van) 282 Overyssel, Beschryving en Verdeeling van die Provincie. 295 P. Paarden in Zweden, 27. In Noorwegen. 58 Paderborn. 149 Palestina, behoort tot Asiatisch Turkye. 426 Palus Moeotis. Zie Moeotisch Meer. Paraguay, in Zuid-Amerika, Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. 766 Parlement van Engeland, 352. Van Ierland. 355 Paros, een der Grieksche Eilanden. 377 Parys. 244, enz. Pausdom van Rome, een der voorname deelen van Europa. 16 Pegu, een Koningryk van Indie. 579 Pek en Teer, hoe in Rusland verkregen wordt. 98 Peking. 479, enz. Pensylvanie , in Noord-Amerika, 703, enz. Persianen, hun Godsdienst en andere byzonderheden. 441, enz. Persie , Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. 432, enz. Persische Golf. 451 Peter de Iste , veranderingen door hem in de zeden der Russen te weeg gebragt. 81 Petersburg. 74 Philips, St ) een der Zeeuwscbe Eilanden. 269 Pbilippynsche Eilanden. Zie Manilles. Pikardye, een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. 245 Plata, la) in Zuid- Amerika, Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve 763 Plegtigheden by het trouwen en begraven onder de verscheidene volken in gebruik. Zie by ieder Land in het byzonder. Polen, Beschryving , gesteltenis en Regeerine van dit Ryk, 101 ,enz Aart en Zeden der Inwooneren , 107 enz. Natuurlyke Historie. 110, enz. Pondicberry. 168 Porte Ottomannische) Landen in Europa , die aan dezelve synsbaar zyn. 378 Portugal, Beschryving van dit Ryk , 233. Aart en zeden der Inwooneren , 237 Regeering en Godsdienst, 239. Natuurlyke Historie en Zeldzaamheden. 241 Portugezen, Zie Portugal. Hunne Bezittingen in Noord-Amerika. 677 Provence, een der Twaalf Gouvernementen van Frankryk. 240 Pruissen, Bezittingen des Konings van) zyn in verscheide-  REGISTER. 803 de Landen verspreid, 18. Beschryving . Verdeeling, Gesteltenis en Regeering van dit Ryk, 119, enz. Staten des Konings 123. Tot dezelve behoort ook Silesie. ald. Pruissisch Gelderland , een deel van Opper - Gelderland. 309 Purmerent, 285 Pyreneen. 248 Pyrmont. 147 R. Rakan. Zie Arrakan. Ramana Koyel, een Eiland van Indie. 566 Ramanadaburam. 565 Regensburg. 165 Rendieren. 59 en 195 Republieken in Europa zyn zes in getal. Rheenen. 287 Rhinoceros. 358 Rivieren in de onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Romanie in Europiscb Turkye. 571 Rome . 385 Roveredo. 166 Rusland, Groot) of Muskovie, behoort gedeeltelyk tot Europa , gedeeltelyk tot Asia , Verdeeling , Grootte en andere byzonderheden van Rusland in Europa, 72, enz. Regeering en Lotgevallen, 76 Afkomst van deszelfs Bewooners, 80. Zie ook Russen Natuurlyke Historie, 88, enz. Asiatisch Rusland, ook Groot Tartarye bevattende , verdeeling en grootte van het zelve, 403, 465 , enz. Regeering in de verschillende deelen , 468. Het wordt ook bewoond door Tartaren. ald. Russen, veranderingen , welke Czaar Peter de 1ste in hunne zeden heeft te weeg gebragt. 81. Hunne hoedanigheden, gewoonten, Godsdienst en Taal. 87 Russisch Tartarye. Zie Tartarye. Russisch Lapland Zie Lapland. Ryken in Europa, voornaame) Tafel van derzelver grootte in vierkante mylen 11 Ryn. 152, 328 Rypen. Zie Jerpen. S. Salberg. 26 Salland, een der drie Kwartieren van de Provincie Overyssel. 294 Saltsburg . 149 Samojeden. Zie Samojedie. Samojedie legt gedeeltelyk in Europisch Rusland , gedeeltelyk aan de Asiatische zyde , 465 en 471. Zeden en Gewoonten der Inwooneren. ald. enz. Sardinie. 201 Scandinavie, deszelfs oude en hedendaagsche uitgeftrektheid. 19 Scham. Zie Damaskus. Scheepvaart der Noorwegers is zeer oud. 44 Schelde. 330 Schiedam. 280 Schoonhoven 280 Schotland , deszelfs gelegenheid en verdeeling, 342, enz Berigt wegens de Kk 2 Schot-  804 REGISTER. Schotsche Eilanden, 344,enz. Staat van de Regeering en Kerk, 353, enz, Natuurlyke Historie. 361, enz. Schotsche Eilanden. Zie Schotland. Schotten, hun karakter. 349 Schouwen, een der Zeeuwsche Eilanden. 269 Schwalbach. 148 Sclavonie, een Ryk, behoorende tot Hongarisch Illyrikum. 396 Servië, een Landstreek behoorende tot Europisch Turkse 369 Shetland of Hitland , een der Schotsche Eilanden. 367 Siam, een Koningryk van In die. 587 Siberie, Beschryving van dit Ryk, tot Asiatisch Rusland behoorende, 465, enz. Zeden en Gewoonten der Inwooneren , 470. Lugt en Grond. ald. Siberiers, Zie Siberie Sicilie, een der Koningryken van Italië. 183 Silesie, als een deel der Staten des Konings van Pruis sen beschouwd. 123 Skye een der Schotsche Eilanden. 366 Sleeswyk, Zie Zuid-Jutland. Slooten. Smeederyen in Zweden, 27. In Denemarken. 40 Sneek. 298 Spa 146 Spaanscbe en Vereenigde Ne derlanden , reden van deze onderscheidene benamingen. 264 Spanjaarden , hun aart en zeden , 216. Hunne Be zittingen in Noord- Ameri ka. 676 Spanje , Beschryving, Verdeeling en Grootte van dit Ryk, 212, enz Oude en hedendaagsche Bewooners, 216 Hooge Scholen ,219. Natuurlyke Historie en Oudheden, 219, enz Eilanden, tot Spanje behoorende. 231, enz. Staatsch Braband, 307. Staatsch Vlaanderen , 308. Staatsch Gelderland. 309 Staatsverwisselingen in de Nederlanden , sederd den tyd van Karel den Vden. 309, enz. Stadhuis te Augsburg. 262 Standbeelden te Parys opgerigt. 252 ,enz. Staten , Algemeene) hun Wa pen. 325 Staveren. 299 Stokholm. III. 22 Storm- of Onweersvogels, twee soorten van dezelven in Noorwegen. 64 Straatsburg. 163 Stromholi 199 Suabische Kreits. 128 Sundgau , een der overwonnen Landen, aan Frankryk toebehoorende. 250 Syrië, of Palestina, eene Provincie van Asiatisch Turkye, beschreven, 415. Hoe verdeeld in Beglerschappen , 416. Godsdienst en andere byzonderheden der Inwooneren ,417, enz. Natuurlyke Historie. 418 Szelitze, merkwaardig Hol in eenen Berg naby deze Plaats. 394 T.  register 805 t. Taal, Talen, die in Europa in gebruik zyn, 14. Oud heid van de Taal der Duit schers. 134 Tafel, waar in de grootte van den Aardbol in vierkante mylen wordt opgegeven. II Tanais of Don. 92 Tand of yvoorkust, tot Guinea behoorende. 643 Tanjaon, een Koningryk van Indie. 566 Tartaren , verscheidene Volkplantingen van dezelven , 380 Zy zyn synsbaar aan de Ottomannische Porte. ald. Tartarye, Groot) is een deel van Asiatisch Rusland, 403. Beschryving , Verdeeling , en Natuurlyke Historie van het zelve, 452, enz. Rus sisch Tartarye, 473. Chineesch Tartarye. 478, enz. Tarantula. 205 teer, hoe in Rusland verkre gen wordt. 98, enz. Telentin, een Ryk van Barbarye. 628 Thessalie, behoorende tot Europisch Turkye. 377 Thiel. 291 Tholen , Ter) een der Zeeuwsche Eilanden. 269 Tinren . Vogels aan Noorwegen eigen. Zie Jerpen. Tebolhs of Tobolsky. 467 Tong-king, een Koningryk van Indie. 596 Tories en whigs ,twee partyen in Engeland. 359 Transylvanie, een Vorstendom van Hongarye. 395 Tripoli een der beglerschappen van Syrie , 416. Een Ryk van Barbarye. 628 Trouw- en Lykplegtigheden in de onderscheiden Landen., Zie by ieder Land in het byzonder. Tuilleries , een pragtig Paleis te Parys. 251 Tunis, een Ryk van Barbarye. 628 Turk , beteekenis van dit woord. 368 Turken, hun oorsprong, zeden , en andere byzonderheden. 406, enz. Turkye , Europisch Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve, 368, enz. Berigt, verdeeling en Inwooners van Asiatisch Turkye , 402 , enz. Natuurlyke Historie en Oudheden, 409, enz. Provincien tot het zelve behoorende. 415, enz. Twente. 295 U. ulm 365 Ulster , een der Provincien van Ierland. 346 Usbeks, Bewooners van Tartarye. Utrecht, de Provincie en Stad beschreven. 286 V. veelvraten, Dieren, welke " aan Duitschland eigen zyn. 158 Veere. 267 Veluwe. 289, enz. Verdische. Zie Kaap verdische Vereenigde Nederlanden, 264, enz. Kk 3 ve-  806 REGISTER Vesuvius, een brandende Berg in Italie 197 Virginie , berigt wegens dat gedeelte van Noord-Amerika. Visschen der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Visschery , groote en kleine) van de Vereenigde Nederlanden. Vlaanderen wat onder die benaming begreepen zy, 305. Hoe de eigenlyke Provincie Vlaanderen verdeeld wordt. 307, enz. Vlas behoort onder de Waren , welke Ierland verschaft 365 Vledermuizen, zonderlinge) in Hindustan 559 Vogels der onderscheidene Landen. Zie by ieder Land in het byzonder. Vollenhoven. 295 Vorstendommen in Europa, ondergeschikte) zyn wel drieHondert in getal. 16 Vossen in Rusland. 95 Vryagien en Huwelyken der Russen. 82 W. Waereldbeschryving , wat. 1 Waereldlyke Keurvorstendommen in Europa zyn zes in getal. 16 Wageningen. 292 Walachye is synsbaar aan de Ottomannische Porte 378 Walcheren , een der Zweeuwsche Eilanden 267 Warschaw 105 Waterbeschryving, wat, en hoe onderscheiden van de Aardryksbeschryving. 1 Watervogels zyn in Noorwegen zeer menigvuldig, 63 Wenen, en merkwaardige byzonderheden in en omtrent die Stad. 129, enz. West-Indische Eilanden, merkwaardige byzonderheden van dezelven. 739 enz. Westphaalsche Kreits. 127 Westergoo , een der Kwartieren van de Provincie Friesland, 296 Wetenschappen en Konsten , staat van dezelven in de onderscheidene Landen Zie by ieder Land in het byzonder. Wezels. 62 Wezer. 154 Whigs en Tories, Zie Tories. Wild is in Zweden in grooten overvloed. 27 Wildungen. 148 Winden . verscheidenheid in dezelven in Noorwegen 54 Wisbaden. 148 Woestyn. Zie Zaara. Woestynen van Groot Tartarye. 461 Wol behoort tot de Waren, welke Ierland verschaft. 365 Wolfersdyk, een der Zweeuwsche Eilanden. 268 Wolga. 91 Wolven, in Noorwegen. 59 Workum. 300 Wyk eene Stad in de Provincie Utrecht. 288 Y Ylst 301 York Nieuw) in NoordAmerika. 703 Yvi-  REGISTER. Yvika, een der Eilanden van Spanje. 232 Ivoorkust. Zie Tandkust. Yzermynen en Smissen in Denemarken. 90 Z. Zaara of de Woestyn , Be schryving en Natuurlyke Historie van dezelve. 634. Zaire. 622 Zambeze. 622 Zeegewassen in Noorwegen. 57 Zeekust van Noorwegen, 56. Van Polen 116 Zeeland, Beschryving van die Provincie. 265 , ens. Zeepaard aan de Noorweegsche Kust, 67 In China 528 Zeeslang, groote) in Noorwe gen. 65 Zeen, derzelver grootte in eene Tafel opgegeven. 11 Zeilsteenen in Zweden. 27 Zembla. Zie Nova Zembla. Zevenwolden, een der Kwar tieren van Friesland, 296 enz. Zilvermynen in Zweden. 26 Zilver- en Goudvisschen in Chi na. 528 Zout water, bronnen van) in Zwitserland. 175 Zoutmynen in Polen. 112 Zuid-Amerika , deszelfs dee len en Europeesche Volkplan tingen , 675. Beschryving en Natuurlyke Historie van het zelve. 742. enz. Zuid - Beveland, een der Provincien van Zeeland. 282 Zuid - Carolina in Amerika. 714, enz. Zuid-Holland. Zie Holland. 282 Zuid-Inland of Sleeswyk. 40 Zuid-Schotland. Zie Schotland. Zuiderzee, een boezem van de Noordzee. 327 Zurich. 180 Zutfen , een der Kwartieren van Gelderland. 293 Zwaluwen , behooren onder de , Noorweegsche Watervogels. 64 Zweden, beschryving en verdeeling van dit Ryk, 19, enz. Karakter, Zeden en Gewoonten der Inwooneren , 23, enz. Natuurlyke Historie. 25 Zweedsch Lapland.. Zie Lapland. Zwitserland, Beschryving' en verdeeling van dit Land, 167. Regeering. Natuurlyke Historie, merkwaardige Bruggen en Gedenkteekens der Oudheid. 173 , enz. Zwitsers, hun taal, karakter en levenswyze. 171, enz. Zwol. 394 Zymanufaktuur en Zywormen in Italie. 202, enz. EINDE.  BERICHT VOOR DEN BINDER, wegens het inzetten der Kaarten, in dit Derde Deel, der Natuurlyke Historie of Tweede Afdeeling der Algemeene Oefenschoole, enz. Kaart (de Wereld-) - - Bladz, 1 van Europa - - 12 - - Zweden, Denemarken en Noorwe gen - 17 - - Moscovie of Rusland - 71 - - Poolen , Pruissen en Litthauwen 101 - - Duitschland - - 129 - Italië - 181 - - - Spanje en Portugal - 211 - - Vrankryk - - - 24l - - - de Nederlanden - - 263 - Engeland - - 343 - - Ierland - - - 345 - Schotland - - - 353 - - Turkye in Europa - - 368 - - Asia - 400 - - Africa - 611 - Noord-America - - 673 - - Zuid-America - - 743