STAAT DER F ï N A N C I E, VAN DE REPUBLIEK.   STAAT DER FINANCIE VAN DE REPUBLIEK DER VEREENIGDE NEDERLANDEN; BEHELZENDE HET GENERAAL RAPPORT VAN CE PËRSONEELE COMMISSIE VAN HET FINANCIE - WE EZ E N, MET B Y L A A G E N. IN DATO 21 MEY I790. TEN GEVOLGE VAN HAAR HOOG MOG. R'ESOLUTIE VAN DEN 4 MEV 1785, MET DE RESOLUTIE DAAROP GENOMEN, OP DEN 21 MEY I79I. ALS MEDE REFLECTlè'N Of DIT RAPPORT, VAN WYLBN DEN HEERE GKIFFIER FAGEL. TWEEDE DEEL. Te AMSTELDAM, bij J O HANNES ALLART. M D C C X C I.   GENERAAL RAPPORT VAN DE PERSONEELE COMMISSIE VAN HET FINANCIE-WEE ZEN, (Vervolg van de DERDE AFDEELING.) Staat van Oorlog. By dit gezegde, van den Raad van Staate, het welk wy gemeend hebben, even als elat over de Appoinclds en Logisgelden in zyn geheel te moeten plaatfen, om U Hoog Mogende te beneemen de moeite van niet telkens te moéten inzien eene Petitie, waar by de gebreeken van deeze en andere Posten van den Staat van Oorlog te wel zyn voorgedraagen, dan dat men daar in iets zoude kunnen verbeeteren, kan men nog voegendat by Uwer Hoog Mogi aangehaalde Refolutie van a6 January 1678 al mede niet was bepaald * op wat voet zouden worden gevonden de kosten van Tranfport van Militie uit de Provincie van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad en Lande* in eenige Provincie of in het resfort van de Generaliteit, hoe zeer de Convoijen en Licenten in die Provinciën * en in het resfort van de Generaliteit van geen anderen aart zyn 4 als die in de overige Provinciën en de Scheepsvragten , in zaaken de Generaliteit aangaande , II. Deel. A iö Idt s/fit-. Staat van Oer* log.  6 GENERAAL RAPPORT VAN ide Afd. Staat van Oorlog. in de eene Provincie geene meerdere relatie hebben tot de CónVoijên en Licenten dan in de anderen ; waar uit fchynt te volgen, dat gefield zynde, dat de Scheepsvragten in de Provinciën Gelderland , Utrecht en Overysfel uit de Convoijen en Licenten betaald moeten worden, dezelve alomme daar uit zouden moeten worden gevonden ; terwyl onder de meenigte van Refolutien, die U Hoog Mogende voor de gemelde Refolutie van 1678 van tyd tot tyd op dit ïtuk genoomen hébben, geene 'is, die de betaatmg 'der "ScheepoVragten uit de Convoijen en Licenten bepaald binnen de voorfchreeven drie Provinciën, geene dié "aanleiding geeft om te denken , dat U Hoog Mogende het minfte onderfcheid van Provinciën of Plaatzen gemaakt hebben , en in teegendeel verfcheide Refolutien fpreeken van gevallen, dewete tot de drie voornoemde Provinciën niet getrokken kunnen worden. 'Offchoon nu by de aangehaalde Refolutie de drie voornoemde gevallen ongedecideerd warcü gebleeven, zoo heeft nogthands de practyk met opzigt tot dezelven ingevoerd , dat de kosten van het trimfportceren der troupes uit het resfort van de Generaliteit naa de Provinciën zyn betaald uit de Convoyen en Licenten. ■Die van het transportceren der Troupes van de eene plaats naa de andere in het voorfz» resfort uit de Inkomften van de Generaliteit, —— en dat de kosten, van het transport van de Militie uit de Provinciën van Holland, Zeeland, Vriesland en 'Stad en Lande doorgaans zyn gevonden uit de post van Scheepsvragten op den Staat van Oorlog Itaande , alhoewel zedert dertig of veertig jaaren weinige van de eerstgenoemde 'transportkosten op de Convoyen en Licenien, door den Raad van Staate'zyn geasfigneertl , uit hoofde van de difficulteiten tiaar tegens door de Collegien ter Admiraliteit van  HET FINANCIE-WEE ZEN. .3 Van tyd tot tyd gemaakt, tcrwyl de Provincie van Holland zicli wel heelt willen belasten, met de bctaaling der febippers in haare Provincie te huis hoorende, om het even of door hun Troupes uit Holland of uit eene andere Provincie naar elders waren getranfporteerd. Dan zulks heeft ten gevolge gehad, dat dc andere Provinciën weinig Scheepsvragten hebben betaald, en dat de Provincie van Holland doorgaans het beloop van de post op haare Repartitie Maande verre is te boven gegaan , het geen in het vervolg , nu de Staat van Oorlog van alle posten, die door de Provinciën niet worden betaald, gezuiverd word, van de Provincie van Holland niet meer zal zyn te vergen. Wy zouden daarom van gedachten zyn, dat de Refolutie van 16 January 1678 weederom behoorde gevolgd, doch de Collegien ter Admiraliteit voordaan geëximeerd te worden van de betaaling der Scheepsvragten, van weegens de vermindering der Inkomften, en de vermeerdering van de lasten der Collegien, zullende de betaalingen bevoorens gedaan uit de Convoyen en Licenten in het vervolg kunnen gevonden worden uit de post daar voor op den Staat van Oorlog te brengen, wanneer dezelve zoo uit dien hoofde , als uit aanmerking van de groöte uitgaven daar op zedert de iaatfte tien jaaren gedaan, volgens de Lysten daar van door de Gedeputeerden!» der relpectivc Provinciën aan ons geproduceerd tot een fom van dertig duizend guldens 's jaars verhoogd, en niet meer vermengd dienen te 'worden met andere posten, zoo als tegenwoordig ter repartitie van Gelderland, Ovcrysfel en Stad en Lande plaats heeft, maar alleen verftrekkeu voor Scheeps-en Wageli-vragteïi tof verwering van Krysvolk en Ammur.itien van Oorlog. A z Ekl- Ide Afi. Staat v.an Oorhg. i  4 GENERAAL RAPPORT VAN 3* Afd. Staat van Oorlog. Vacatiën fn Reis. kosten van Officieren. Eindelyk,dat de Heeren Staaten van Utrecht (welke Provincie fustineert in de poslesfie te zyn , van niet alleen alle de kosten voor Scheepsvragten, maar ook die van Wagens en Karren met al wat daar toe relatie heeft , uit de Convoyen en Licenten aldaar vallende, direct, te doen bctaalen , en zulks zoo wel voor de Troupes , die door dezelve pasfeeren, als van die geenen , die uit de voorichreeve Provincie na elders worden vervoerd, hoe zeer alleen de laatfte, volgens de Refolutie van a6 January 1678, op Ordonnantiën van den Raad van Staate uit de Convoyen en Licenten zouden betaal i, en de Karren en Wagens volgens het Marsch-Reglement door de Ingezeetenen bezorgd, moeten worden) door U Hoog Mor gende behooren te worden verzogt, om. daar uit geene verdere betaalingen wegens Scheepsof Wagenvragten te laaten doen, aangezien 'er geen reden is uittedenken , waarom gemelde Provincie boven haare meede Bondgenooten een diergelyk genot van de voorfchreevsn Inkomften zoude trekken. De post van Vacatiën en Reiskosten van de Officieren, ten dienjle van de Generaliteit uit' reizende, is ter repartitie van Gelderland, Utrecht, Overysfel, Stad en Lande en Drenthe vermengd met de voorgaande, doch op Holland, Zeeland en Vriesland worden dezelven afzonderlyk gebragt. Reeds bekend op den Staat van Oorlog voor het jaar-1595 heeft dezelve , zoo verre men zulks uit de Acte Boeken ter Thefaurie van den Raad van Staate berustende, heeft kunnen ontdekken van ouds gediend, om daar uit onder, anderen te betaalen de Reiskosten der Commisfarisfcn van de Monftering , de Traftcmenten en Reiskosten van den Fiscaal en Secretaris van 's Lands Vloot, en deszelfs Clerequen; en in laater tyd tot betaaling van de Auditeurs-Militair voof  HET FINANCIE-WEEZEN. 5 het monfteren van Troupes, fpeciaal de Zwit zcrs, van Officieren geëmploieerd tot het infpefteeren der Guarnifoenen, van de Vacatiën,) Reiskosten en Schryfloonen van den Chef van/ de Artillerie, en van zoodanige verdere Officieren als van tyd tot tyd Commisfien ïn 's Lands dienst waarneemen; en zal daar toe by continuatie moeten dienen. Echter is^de fom, welke daar voor tot hier toe op den Staat van Oorlog gedaan heeft veel te groot, als bedraagende ter repartitie van Holland ƒ 26099-2. o, van Zeeland ƒ 2130- 12- o, en van Vriesland ƒ 1620- o- o, dus te zaamen ƒ29849- 14- o, om niet te fprceken van het aandeel van de overige Provinciën , en het Landfchap Drenthe, het geen op derzelver repartitie met andere posten is vermengd , en waar uit even als uit de post op Zeeland , en Vriesland zeedert veele jaaren, zeer weinige of genoegzaam geene Aftes door den Raad van Staa;e zyn geflaagen, of betaaling gedaan, (waarom dan ook door den Raad van Staate in het jaar 1717, en Uwer Hoog Mogende Gedeputeerdens in het jaar 1721 het aiïaaten of roijeeren van deeze post op die beide Provinciën, aan U Hoog Mogende is aangeraaden) hebbende de Provincie van Holland byna alle de Reiskosten en Vacatiën van de Officieren in dienst, van de Generaliteit gebruikt, geduurende de laatlte jaaren betaald. Dan ook deeze betaalingen door de laatstgenoemde Provincie gedaan , bedraagen veel minder dan de fom op haare repartitie gebragt. Waarfchynelyk zou deeze post, wanneer ze conform het advis van den Raad van Staate, vervat by haare Misfive van 25 Maart 1717 aan de Extraordinaris Vergadering gefchrecven wierd verminderd op tien duizend guldens A 3 's jaars \de Jfd. Staat an 0*r~  6 GENERAAL RAPPORT VAN 2de Afd.' Staat van Oorl°S. ■ Kosten vanMilitaire 'Juftitie. s jaars , toereikende zyn voor de eindens., vaar toe'dezelve eigentlyk is gefchikt, en wy /crmeenen derhalven, dat voor deeze Rdiskoi* 'en en Vacatiën van Officieren ten dnnföe van ien Lande uïtreizends op den nieuw te ibrnceren Extraordinaris .Staat van Oorlog', niet neer behoort gebragt te worden, dan de genelde fom van tien duizend guldens 's jaars. Onder de post van Scheeps- en Wagcnvragffcti ter repartitie van Gelder,and zyn al verder Degrecpen de kosten en mifen van de Milttaire Jujlitie , ter repartitie van Holland verlengd onder de post van dagehks voorvallenie zaaken; wordende echter boven dien op de jemelde Provincie nog gevonden een afzonderykc post voor mifen van Militaire jujlitie, •wllende in de Front'uren van 's Bertogenbosch , Graare en haare omleggende Forten in Braband; het is uit hoofde van deeze vermenging van de eene post met de andere byna Dnmogelyk eene juiste calculatie te maaken op "iet beloop van deeze kosten. Koude men zich ideijen, dat door de Provinciën t op deeze post Tccnc andere betaalingen waren gedaan, dan Dp Actes van verzoek door den Raad van Staate gedepecheerd, de zaak was ras gevonden, want men behoefde dan uit de Acte Boeken ter Thcfauric bewaard wordende alleen te extraheeren , hoe veel wegens kosten van Militaire Jultitie geduurende de laatften tien of twintig jaaren was geflaagen, om daar uit het beloop Van een ordinair jaar te vinden , dan daar de Provinciën naar alle wa-arfchynlykheid ook zonder Actes van verzoek op deeze post zullen betaald hebben, en dus meerder dan by den Raad van Siaate bekend is, zoo zonde men door de Registers van den Raad te volgen , de fom. daar voor op • den Staat van Oorlog te Hellen, ligtclyk al te laag kunnen nei* sneu, het welk den Raad te meer zoude em-  HET FINANCIE-WEEZENr. 9 barasfecren , dewyl ui» deeze post voordaan ineede zullen moeten gevonden worden de kosten w:g ns de gecon'fineerde Deferteurs, die: op zich zelfs gecalculeerd worden op een fom. van ƒ8, a / iooco:o:o 's jaars, en tot het jaar 1786 ingetlooten betaald zyn uit de post voormaals ge/ban hebbende op den Staat van Oorlog voor den geweezen hoogen Krygsraad, doch naa dien tyd by Acte van verzoek op de post van Militaire Juftitie, over alle de Provinciën zoo veel moogelyk naar de juiste quotes zyn verdeeld. Niettegenftaande deeze onzekerheid vertrouwen wy echter, dat een fom van zestien duizend guldens 's jaars , genoegzaam zal zyn, tot hoeding van alle de hosten en mifen der Militaire Juftitie in het vervolg te betaalen, zoo in het resfort van de Generaliteit als binnen de Provinciën , over welke fom in allen gevalle even als over andere posten zal moeien gcliquidcert worden, zoo dat de Bondgenooten ook met het excedent deezer calculatie (by aldien dezelve tegen verwagting te hoog rnogt gefteld zyn) boven de effecbive uitgiften niet zullen worden bezwaard. De laatfte Post onder de voorgaande ter rc. partitie van Gelderland begreepen, is bekend onder den naam van alle andere voorvallende zaaken va,n den Oorlog, of gelyk ze op andere Provinciën voorkomt, verdane en onverdagu zaaken van den Oorlog, door de Voorouders op den Staat van Oorlog geplaatst, om te dienen gelyk het Öpfchrift fchynt aan te duiden, tot betaaling van alle zcodaanige zaaken., welke tot geen bepaalde posten konden gebragt of daar onder begreepen, en evenwel van Generaliteits wcegen moesten betaald worden; op alle de Provinciën is deeze post met anden gemêleerd, waar door wy biüea üaat zyn. A 4 os \de Afd. >taat 'au Oor' 'osAlle andere voorvallendezaaken»  8 GENERAAL RAPPORT VAN Zie Afd, Staat van Oorleg. om aan U Hoog Mogende op te geeven het geen daar uit in vroeger tyd is betaald: alleenlyk kan men zeggen , dat uk dezelve, voor zoo verre betreft die welke op Holland ge^ plaatst is, zyn gevonden de kosten van het Magazyn alhier in den Hage, en verfcheide nccesfiteiten van U Hoog Mogende, mitsgaders het keveren van Flambouwen en Kaarsfen, alles ingevolge des Raads Refolutie van den i» December 1650 , op verzoek van Hceren Gecommitteerde Raaden van Holland genoomcn , en dewyl de laatstgenoemde by continuatie uit deeze post bchooren betaald te worden , en men niet kan ontkennen, dat 'er zaaken kunnen voorkomen , voor welke geene fpeciaale post op den Staat van Oorlog geftelt is, zoo ipreekt het van zelfs, dat ook op den nieuw te formeeren Staat eene diergelyke post zal dienen gebragt te worden , edoch niet vermengd, zoo als voorheen met andere posten, maar afzonderlyk onder de benaaming van alle sndere voorvallende zaaken bedagt 'ofbnbedagt hier voor en niet genoemd, tot een fom van vyf en twintig duizend guldens 's jaars. De vier opgenoemde posten , te wcctcn :' de konen van Militaire jfujtitie, de Reiskosten en Vacatiën, de Scheeps- en Wagenvragten tot vervoering van Krygsvolk en Ammunitie, en alle andere voorvallende zaaken van den Qnr~ log, aldus van elkander gefepareerd, en voor elk derzelve de opgegeeven fommen op den Staat van Oorlog gebragt zynde , zouden fubintreeren in plaatfe van de post. Voor Scheepsvrachten, Vacatiën, Reiskosten, Mifen van militaire Juftitie en alle andere voorvallende zaaken , op den Ordinaris Staat ter repartitie van Gelderland ftaande, ter fomma van. . ƒ 4742 1 9 Voer  HET FIN ANCIE-WEEZEN. i Voor Scheepsvragten tot vervoering van het Krygsvolk, mitsgaders Ammunitie buiten de Provincie fiaooc o Voor Reiskosten en Vacatiën van Officieren ten diende van de Generaliteit uitreizende .... 26009 2 Voor dagelyks voorvallende zaaken , daar onder begreepen de kosten van de militaire hiditie, , en kosten van de Magaz'ynen alhier in den Haag, verfcheide necesfiteiten van hun Hoog Mogende , mitsgaders het leeveren van 'Flambouwen en Kaarsfen . . 6000 q Voor mifen van militaire Juditie vallende in de Frontieren van 's Bosch &c. . . ■ 45oo o 'alle op Holland ftaandc. Voor Reiskosten en Vacatiën van Officieren ten diende van de Generaliteit uitreizende . . 2130 12 < Voor Scheepsvragten tot ordinaris vervoering van het Krygsvolk buiten de Provincie . . 3774 16 c Voor Boode-loonen, mifen van militaire Juditie, verdagte en onverdagte zaaken . . 3600 o 2 Op Zeeland daande. Voor Boode-loonen, Reiskosten, lecreete dienden, kosten van mi- A 5 li. ƒ12000! r %ds Afd, Staat van Oor* » 3 » I. I  ytt Afd. Staat v-an Oorlog. 10 GENERAAL RAPPORT VAN litaire Juflitie , en andere voor. vallende zaaken . . ƒ 2309. 18 o Op Utrecht .{taande. Voor Vacatiën en Reiskosten van Officieren ten dienfte van den Lande uitreifende. • •• . 1620 00 Voor Scheeps- en Wagenvragten tot ordinaris vervoering van het Krygsvolk buiten de Provincie en anderzints . 24°° ° ° Voor Spie- en Boode-loonen en kosten van militaire Juffitie, ver■dagte en onverdagte zaaken van Oorlog . • •• 3o0° 00 Op Vriesland ftaande. Vpor Scheeps- en Wagenvragten , voorziening van Turf en Kaarsfen in de ^rontiercn . • 1200 0 0 Voor Vacatiën en onkosten voor de militaire Jijltitie, fecreetc diensten , verdagte en onverdagte zaa- M •; 1000 00 Op Qverysfel ftaande. VjDor! vervoeging van Soldaaten en diejrgelyke ; Vacatiën en Reiskos ten, raakqnde. des Generaliteits fecfeete dienden, militaire Juftitie en' andcrzipts . • • 7847170 Op Stad en Lande ftaande. Voor  HET FINANCIE-WEEZEN. 11 Voor voorvallende onkosten van Va- | catien, Boode-loonen en onver dagte zaaken van den Oorlog . ƒ 1024 o ; Op Drenthe ftaande. | Alle' welke posten door de vier hier bover gemeld vervangen zynde, voor het vervolg vat den Staat van Oorlog kunnen gelaaten.worden Naardien echter in fommige van deeze t< Boljeeren posten mentie word gemaakt van Spie en lUwir-tvone-i, zoo als op Zeeland, Utrecht Vriesland, Overysfel en Drenthe, van fecreet, diei.ften op Utrecht, Overysfel en Stad enLan de, van voorziening van Twf en Kaarsj'en of Overysfel, en deeze drie posten op den nieuw te formeeren Staat van Oorlog niet zullen ge bragt, noch door andere geremplaceerd wor den, kunnen wy niet naarlaaten kortelyk o\ te merken. p'oor eerst, dat de Spie- en Boode-loonen welke tot hier toe op den Staat van Oorlo; hebben geftaan, van eenen gan;sch andcrei aart zyn dan de Reis-loonen van Posten o Boodens van de Generaliteit, of van de Boo dens der particuliere Provinciën in Generaliteit; dienst gebruikt, hoedanigc nimmer uit deez< post zyn betaald , en waar voor in vroege tyd twee afzonderlyke posten, nu reeds voo lange geligt, op den Staat van Oorlog gevon den wierden , te weeten een van duizend te: maand, of twaalf duizend guldens in het jaa voor Boodcn en Posten, gelyk op de Staatci van Oorlog over 1595, en volgende tot 1621 of voor Boode konen van de Booden van Hoi land, gebruikt wordende in des Generaliteit zaaken , zoo als op de Staaten van Oorlo; over 1650 tot 1655, na welk Jaar deeze pos niet meer voorkomt, en een andere van derth duizend guldens 's jaars voor df Reis-Ioonei vai ide Afd. Staat 'van Oorlog. 1 , Spie- en ; Doode\loonen. F r r 1 > ; : t 1  12 GENERAAL RAPPORT VAN 3* Afd. Staat van Oorkg. van des Generaliteits Booden, allereerst gebragt op den Staat van het jaar 1C53» onder deeze bcnaaming: Booden - honen van de Posten, en de Booden ten diende van de Generaliteit uitgezonden , die uit des Generaliteits Comptoiren niet langer kunnen gevonden worden, te tetaaien op -A6le van den Raad van Staate. Dan ook deeze post is met het jaar 1655 van den Staat van Oorlog gelaaten , ingevolge des Raads Refolutie van den 27 December 1655, waar by verfcheide notabele posten, en daar onder ook deeze, voor reekening van de Generaliteit genomen wierden, om zoo doende de Provinciën te verligten, zynde de Financien van de Generaliteit , als toen in eenen zee? goeden ftaat, gelyk uit de aangehaalde Relblu» Eie kan blyken. Naar alle waarfchynelykhcid word door de Spie- en Boode-loonen , en fecreete dienften, welke laatfïe echter onderfcheiden zyn van de post voor fecreete Correspondentie op Holland, waar over hier na afzonderlyk zal gehandeld worden, een en dezelfde post bedoeld, immers dezelven zyn op de meeste Provinciën reeds tan ouds in een post begreepen, en hebben tot het zelfde einde gediend, dat is om daar uit aan de Gouverneurs en commandeerende Officieren van de Frontier-Steden te rembourfeeren de penningen door hun verfchooten voor Gidfen en andere Perfoonen , fecreetelyk op kondfehap en onderrichtingen van des.vyands mouvementen in tyd van Oorlog uitgezonden; zoo vindt men dat op den 12 Maart 1657 door den Raad van Staate is verleend een acte van verzoek, op de Provincie van Utrecht aan den toenmaaligen Gouverneur der Stad Maaftricht, voor verjehooten Onkosten von ipie- en Boodeiooiien ten dienfte van den Lande gedaan, uit de Post van Boode-loonen en Secreete dienften;  HET FINANCIE-WEEZEN. i3 tusfchen de jaaren 167a tot 1696 verfcheide Actes op de Provincie van Zeeland aan den Gouverneur van Bergen op Zoom, en de commandeerende Officieren van Aardenburg, Sas van Gendt en Philippine tot voldoening van door hun gedaane betaalingen aan perfoonen op kondfchap, en tot ontdekking van des vyands beweegingen geduuurende den Oorlog uitgezonden, betaald uit de post van Secreete dienft en ; en op den 28 Juny 1678 een Acte op Vriesland aan den Commandeur te Lieroort over verfchoote penningen in het onderhouden van kondfchappen, en NB. Secreete dienften uit de post van Spie* en Boode-loonen. Doch deeze kosten zyn in laater tyd vooral geduurende den Oorlog in het begin deezer Eeuw gevoerd, en in die, welke met de Vreede van Aken eindigde , uit andere fondfen gevonden , te wceten uit de Petitiën tot de Legerlasten, en zouden daar uit in cas van nood wederom betaald worden; waar door deeze post op den Staat van Oorlog onnoodig word; waar by nog komt dat diergelyke uitgaven, als uit deeze post voormaals betaald zyn , weinig of liever in het geheel geen plaats gehad hebben in tyd van Vreede, zoo dat men dezelven als dan gemakkelyk kan ontbeeren, terwyl in tyd van Oorlog, altyd in de eene of andere Petitie eene toereikende fom tot betaaling van Verfpieders en Secreete dienften kan begreepen worden. In de tweede plaats remarqueeren wy, dat door de Frontieren welke met Turf en Kaars-/ fen moesten voorzien worden , ter repartitie;' van Overysfel voorkoomende , niet te verdaan / zyn de Steden Deventer, Campen en Zwoll,*" die in zekeren opzigte wel als Frontieren moe-*" ten befchouwd worden, even als de Steden van Nymegen, Zutphen eu Arnhem, dan welkt ide Afd. Staat van Oorlog. i Turf en 'aarsfen t de rontie. n op O ■rysfet'  i4 GENERAAL RAPPORT VAI\ 3|3f Dewyl nu de fom, welke het eene jaar door tiet ander genoomen op de Defroijementen is betaald, bedraagt t 183826:10:8!. zoo zal ieeze post aanmerkelyk verminderd en op een aagere fom kunnen gefield worden; in het be ■ paaien van welke men nogthands dient in het X)g te houden, aan de eene zyde dat behalven le opgemclde fom van . . ƒ183826 10 8| door de Provincie van Holland iet eene jaar door het ander nog s betaald op het refpecb van Vlinisters buiten 's Lands de:kreerende (welke post tot dus rerre geftaan hebbende in het kapittel van Gedeputeerden buien 's Lands , voortaan onder le Defroijementen in eene post 1011de kunnen begreepen "worlen) een fom van . . . f 47041 U o dat over zulks het reëel be:aalde zoo op de post van Defr.ijementen , als op het voorchreeven refpect van Ministers buiten 's Lands, bedraagt eene aarlykfche fomma van . . 230868 1 8f en aan den anderen kant, dat ander de voorfchreeven fom van f 2308. 8: l :8§ is begreepen een !bm van .... 101625 o o die tot dus verre uit de Dc"roijementen zyn betaald, doch rtraar mcede het Capittel op den • Ékaat  HET FINANCIE-WEE ZEN. 19 Staat van Oorlog van Gedeputeerden buiten 's Lands , volgens onze gedachten hier boven opgegeeven zou dienen verhoogd, 1 en de post voor de Defroijementen verminderd te worden, als zullende de betaaling van die fom uit de zoo evengenoemde post in het vervolg cesfeeren , zoo als te zien is uit de Lyst daar van geformeerd , en hier agter gevoegt fub Litt. P. En dat derhalven het betaalde op de Defroijementen en het respect van Ministers buiten 's Lands &c. in een ordinanr jaat maar zal bedraagen een fom van . . ƒ129243 1 2- Ingevolge van deeze bereekening, die berus op het beloop van de betaalingen geduurend« vyftien jaaren gedaan, vermeenen wy, dat ir plaats zoo van de post van ƒ50,000:0: o vooi het refpect van Ministers buiten 's Lands decl arcerende, als van die voor de Defroijementen tot / 300C00: o: o op den nieuw te formecren Staat zoude behooren gebragt te worden een fom van éénmaal honderd en dertig duizend guldens 's jaars. Voor het onderhoud der Fortificatiën zot, linnen ah buiten d° Provinciën worden twee posten op den Staat van Oorlog gevonden , waar van de laatfte zeedert veele jaaren tor een ander einde heeft gediend, zoo als op zyn tyd zal gezien worden. Alvoorens echter onze' gedachten te uiten over elk dier po: ten afzonderlyk, zal het noodig zyn vooraf het- een en ander op te teckenen over het onderhoud der Fortificatiën in het algemeen, en Wel bepaaldelyk geduurende den Oorlog met Spagne tot Ba op ^de Aft Staat van Ooi log. Fortificatiën.  GENERAAL RAPPORT VAN 2de Afd Staat van Oer log. op de MunfrerfcJjsj Vrecde, dewyl het ondirfcheid van twee posten , zoo als thands op den Staat van Oorlog voorkomen , eerst is ingevoerd op den Staat van Oorlog van het jaar 165c. Het is bekend dat de Bondgenooten by het 4 Articul der Unie met elkander waren overeengekomen en verdragen, ,, dat de Frontier,, fteden en ook andere , daar men des van nooden zoude vinden , om het even van „ welke Provinciën die waren, by advis ende ,, ter ordonnantie van de geünieerde Provin„ cien, zouden vastgemaakt ende gefterkt wor„ den tot kosten van de Steden en de Pro„ vinden , daarinne die geleegen waren, mits „ hebbende daar toe adfiftentie van de Gene,, raliteit voor. de eene helft % ende dat voor „ zoo verre by de voorfz. Provinciën raad„ zaam mogt worden bevonden eenige nieuwe „ Forten ofte Sterkten in eenige van die Pro,, vinden te leggen ofte die 'er lagen te veran„ deren of af te werpen, de kosten daar toe „ noodig by alle de Provinciën in het gene„ raai gedraagen zouden worden." Edoch welke deeze Frontierfteden waren, en tot wiens lasten de kosten tot het onderhoud van de in dier voegen gemaakte werken benoodigd moesten komen, word noch by dit noch by cenig ander Articul der Unie bepaald, en is daarom moeijelyk te beflisfen. Het aangehaald articul fpreckt in het generaal van allerlei Frontierfteden , om het even in welke Provincie die lagen; het is dus buiten allen twylfel , dat hier onder begreepen waren zoo wel de Steden binnen de vier Provinciën van ouds de contribueer en de genoemd, als daar buiten; des niettegenÜaande heeft men van de vroegte tydeu af ilegts een ecuïg voorbeeld  HET FINANCIE-WEEZEN. 21 beeld gevonden, dat door de Generaliteit de fioodige gelden zyn verdrekt - tot de Fortificatiën van eene Stad binnen de vier contribueerende Provinciën geleegen, te weeten de Stad van Amersfoort, aan welke door de Generaliteit in het jaar 1595 en volgende, een fom van tien duizend guldens is betaald tot reparatie van haare Poorten , Muuren en Fortificatiën , blykens de reckeningen van. den Ontfanger Generaal der Unie over het jaar 1595, 1596 en volgende , offchoon het zeeker is , dat ook in de overige en byzonder in de Provinciën van Holland en Zeeland, plaatfen geleegen zyn, die ten minden in de eerde ïydeu van de Republiek konden gezegt worden te zyn Frontieren van den Staat, dan welke zoo ver men weet door de Generaliteit nimmer zyn bekostigd. Alleenlyk vindt men op den Staat van Oorlog over de jaaren 1595 en 1597 een post van honderd en vyftig guldens ter maand voor de Fortificatiën, repar'atien van het Gefchut, en dc andere onkosten te Vlislingen, doch deeze is reeds op den Staat van 15^8 uitgelaaten , veclligt om te voldoen aan de remarque naast dezelve op de twee voorgaande Staaten gedeld in deeze bewoordingen, te leiten, of deeze Fortificatiën mttte verhoogingè by die van Zeeland daar by gevoegd, behooren te boonyen tot laste van de Generaliteit, uit al het welk fchynt te volgen , dat men al vroeg de Fortificatiën van de Steden binnen de contribueerende Provinciën geleegen, heeft befchouwd als een particuliere last van die Provinciën, en door Frontier (leden in het vierde Articul voornaamelyk bedoeld de Steden van Gelderland en Overysfel, waar by naderhand die van Braband cn Vlaanderen gekomen zyn. Immers dat 'dit de waare méening van dit Articul is, bewyzen onder anderen de differente betaalingen van tyd tot tyd gedaan tot den aanl;g of reparatie der Fortificatiewerken van meest B 3 alle Ide Afd. Staat van Oorlog.  %t GENERAAL RAPPORT VAN' Zdt Afd Staat van Oorlog. alle die Steeden, het zy by wyze van fubfidie aan de Magiftraaten dier Steeden zelve , of direct, aan de aanneemcrs, door wien de Werken waren opgeieeverd. Zoo vindt men onder anderen, dat aan de Stad Nymegen in het jaar 1598, is betaald een fom van drie duizend guldens,in mindering van twaalf duizend tot de Fortificatiewerken derzelver Stad geaccordeerd , mitsgaders nog drie duizend aan de S:ad toegelegd tot een fubvcntie van het zesde gedeelte, dat zy gehouden was te draagcn tot het opmaaken der nieuwe Bolwerken: Aan Bommel in het jaar 1595 een fubfidie van twee duizend, en aan Thiel in het jaar ióao een fom van zes duizend, in mindering van twee en twintig duizend guldens, als een fubfidie voor de Fortificatiewerken dier beide Steden geaccordeerd. Aan dc Stad Arnhem in het jaar 1598 een fom van drie duizend guldens tot het maaken van de Fortificatiewerken aldaar, kort te vooren by zyne Excellentie geordonneerd, en in het jaar 1620 een fom van tien duizend in mindering van zestig duizend guldens aan de Magiftraat dier Stad van wegen de Generaliteit voor zes jaaren geaccordeerd, tot fubfidie van haare Fortificatiën volgens accoord nret Zyne Princelyke Excellentie en gemelde Magiftraat daar van gemaakt. Aan de Stad Zutphen in het jaar 1595 een fubfidie van zes duizend guldens. Aan Deventer in het jaar 1596 een fom van vier duizend guldens , om geëmployeerd te worden tot, en in het jaar 1598, een fom van zes duizend guldens , om te volmaaken het eerfte werk van de Fortificatiën, mitsgaders in het jaar 1599 een fom van tien duizend,'  HET FINANCIE-WEEZEN. &$ in mindering van dertig duizend guldens, volgens Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 6 Mey 1599, tot een gelyk einde betaald. Aan de Stad Campen in het jaar 1615 een fom van vyf duizend, over de laatfte parten, in mindering van twintig duizend guldens ^aan de Magiftraat toegelegd, tot verval der Fortificatiën van haare Stad, volgens contract met Zyne Jixcellentie daar van gemaakt, mitsgaders nog een fom van één duizend guldens, volgens Refolutie van den Raad van Staate van den 7 Maart 1614 , geaccordeerd tot fubfidie van de gemelde Fortificatiën over het jaar 1615, cn zulks boven de fom van twintig duizenc guldens reeds genooten. En aan de Stad Zwol, in het jaar 1612 een fom van drie duizend guldens , met het zelfde oogmerk als de voorgaande, tot laste van de Generaliteit genomen. Om niet t« gewagen van de verdere fubfidien, zoo aan de reeds genoemde als aan andere Steden van de Provinciën van Gelderland en Overysfel voor het aanleggen van nieuwe of het repareeren der oude Fortificatiewerken geaccordeerd, waar van de reekeningen van den Ontfanger Generaal over genoegzaam alle de jaaren, die de oorlog met Spagne geduurd heeft, meenigvuldige voorbeelden aan de hand geeven; waar by men nog zoude kunnen voegen verfcheide betaalingen direct dooi de Generaliteit aan particuliere aanneemers gedaan , en in de reekeningen van dien tyd al meede gebragt , zoo wy niet vertrouwden , dat de opgenoemde voorbeelden voldoende te kennen gaven, welke Steden door de Voorouders gehouden zyn voor Frontieren, waar van het vierde Articul der Unie fpreekt; het welk nog duideiyker te zien is uit Uwer Hoog MoB 4 gen- 2de Afd. Staat van Oor* log.  *4 GENERAAL RAPPORT VAN Ide Afd, Staat van Oorlog. gende Refolutie van den 24 July 1596 , genomen by geleegendheid van 'liet ve'rfchil\ tusfchen de Provinciën van Vriesland, Overysfe1, Stad en Lande en bet Landfchap Drenthe gercezen, ever het verfterken van Coevcrden, by welke U Hoog Mogende verklaaren: ,, tot ,, diende van den Lande en handhouding van „ de eenigheid onder de tTamentlyke Provin„ cien , conform: de Unie voor liet ■ best en „ geraadzaamst te-vinden, dat de Fortilicatien van het voorfchreeve Vlek cn Fort van Coe,, verden , benclfens de Fortificatiën van ver„ fcheide andere Steden en Forten , op de ,, Frontieren van Braband,.Gelderland, Vlaan„ deren, Overysfel en omliggende Quartieren, „ buiten de Provinciën, van' Holland, Zeeland, „ Utrecht, Vriesland, Stad en Ommelanden „ van Groningen geleegen, zoude gefchieden ,, en bezorgt worden van wegen en tot last „ van de Generaliteit." Waar uit wy derhalven jnogen bcfhiitcn , dat de Generaliteit de Fortificatiën van de Steden in Gelderland cn Overysfel als Frontiereu pan den Staat reeds van ouds niet alleen heeft bekostigd maar ook 'bedierd , en dat daar en :egen de Fortificatiën in de overige of zoogenaamde contribucerendc- Provinciën zyn gebleeven tot 'last van elk 'derzclver m het particulier , moetende nogthands hier van worden .ïitgezonderd dc'Provincie van Stad cn Lande, ivant offchoon die Provincie by de aangehaalde Refolutie in . het 1'tuk der Fortificatiën word *elyk gefteld met de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht en Vries'and; hebben echter LI Hoog Mogende eenige jaaren daar na me lanmerking , dat de Stad Groningen is een •an de importantie Ftontierplautfn van den Lande, als ncamelyk van Vriesland, Overysfel ?n Drent/ze, en om meer andere r oe4e cnndle. rathn aan dezelve Stad van tyd tot tyd geiic_ -fï33 > 4 cor_  I HET FIN ANCIE-WE E ZE N. 25 cordeerd een fubfidie van twaalf duizend guldens 's jaars, tot reparatie van haare Fortificatiën , gelyk te zien is uit Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 21 Februari 1607, 3 April 1610, 23 April 1614 en 9 Maart 1618. Dit fubfidie is naderhand by Refolutie van den 25 Mey 1666 voor altoos gebragt op eene jaarlykfche fom van zes duizend guldens; en zeeden betaald uit de quote van de Provincie van Stad en Lande in de post van de Fortificatiën binnen, en deeze fom geniet de Stad' als nog , niettegenltaande de Fortificatiën in die Provincie by continuatie zyn gcbleeven buiten het bcfcier van de Generaliteit, met uitzondering alleen van de werken in laater tyd aaugelegt op de hoogte van Helpen , waar voor eene afzonderlyke post op den Staat van Oorlog is gebragt, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 23 November 1729, zoo als wy ltraks zien zullen. Wy gaan nu over om aan U Hoog Mogende op te gccvcn de fondfen, uit welke dc opgenoemde fubfidien en verdere betaalingen tot aan het einde van den Oorlog met Spagne zyn gevonden , want hoe zeer geduurende al dien tyd de Fortificatiewerken van de Gelderfchc en Ovcrysfelfche Steden, even als die van Braband en Vlaanderen, ten Comptoire Generaal van de Unie wierden betaald j moet men zich echter niet verbeelden, dat de Generaliteit alle die werken zoude hebben bekostigd uit haare particuliere inkomften , want deeze waren vooral in het begin van den Oorlog zeer gering , beftonden voor de Munfterfche Vreede meercndeels in contributien en wierden geconfirmeerd in de Fortificatiën van de Steden buiten de Provinciën geleegen, volgens de aanteekeningen te vinden achter de Staaten van Oorlog over de jaaren 1597 en volgende tot 1643 ingellooten. B 5 Doch Ide Afd. 'taat van Oor-  a<5 GENERAAL RAPPORT VAN Z*e Afd. staat van Oorlog. Doch de Fortificatiën binnen de Provinciën van Gelderland en Overysfel, en het jaarlyksch fubfidie aan de Stad Groningen, mitsgaders de kosten benoodigd tot het verflerken der Steden buiten de Provinciën geleegen, voor zoo verre die niet konden gevonden worden uit dc middelen aldaar vallende, wierden betaald door de gezaamentlyke Bondgenooten, gedeeltelyk uit de posten daar voor reeds in het jaar 15. 5 op den Staat van Oorlog gefield, en gedeeltelyk uit de jaarlykfche extraordinaiïs furnisfementen , tot zoodanige fommen als de Raad van Staate naar gelang der omftandigheeden , het zy by de generale propofitie, het zy by afzonderlyke petitiën gewoon was te vorderen. De posten op den Staat van Oorlog waren van het jaar 1595 tot het jaar 1608, twee in getal, (daar onder niet begreepen die van honderd en vyftig guldens ter maand voor de Fortificatiën , reparatien van het Cefchut, ende andere onkosten te Vlisfingen , alleen gebragt over 1595 en 1597, doch in 1598 reeds afgelaaten, om redenen hier boven opgegeeven ,) te weeten een van vyftien honderd gulden/s 's maands ter repartitie van Holland voor reparatie van de Forten vallende binten de contribueer ende Provinciën , en een van negen honderd guldens 's maands, in het jaar 160S op agt honderd gefield, ter repartitie van Zeeland, voor de reparatie van de Fortificatiën tot Lillo, Liefkenskoek, Axel, Neufe, Biervliet ende elders boven de middelen aldaar lallende , moetende deeze reparatien gefchieden ter ordonnantie van de Staaten Generaal en den Raad van Staate , terwyl de beide Provinciën verplicht waren alle drie maanden over te leeveren een Staat van de betaalingcn , en telken jaare daar van te doen eene aparte reekeninge. Dan  HET FINANCTE-WEEZEN. 2? Dan deeze beide posten zyn in het jaar 1609 van den Staat van Oorlog gelaaten, op welken als toen voor het eerst wierd gebragt een post voor de Fortificatiën "tan de Ftontierplaatfen in dat en het volgend jaar op eene ongelyke, maar by den Staat van Oorlog voor het jaar 1613 over alle ' de Provinciën quoteswyze verdeeld tot een lom van "onderd en vyftig duizend guld.-ns s jaa.s , waar in zoo 'lang den Oorlog duurde, geene verandering wierd gemaakt , dan alleen in het jaar 1617, uit hoofde van de vcrfelrikking in de Quotes, die het jaar te vooren plaats had. Deeze Quoteswyze verdeeling bragt echtei geduurende al dien tyd niet te weeg dat na. deel, het welk men daar van zeederd het jaar 1650 tot op heeden ondervindt, dewyl de penningen door de Provinciën maandelyks moesten gefurneerd worden aan handen van den Ontfanger Generaal der Unie, om gevoegd met de gelden, die dc Provinciën op de extraordinaris confenten jaarlyks opbragten, te verftrekken tot betaaling van alle zoodanige Fortificatiën , als ten gemeene koste der Unie gemaakt en onderhouden wierden. Dit blykt onder anderen uit de rubriek van het Capittel, waar onder deeze post op den* Staat van Oorlog voorkomt, mitsgaders uit dec bemaling van het fubfidie aan de Stad Gro--r ningen, het welk volgens de Refolutien boven1 opgenoemd moest gefchiedert uit de Fortifica \ tiepenningen by de Provincie van Stad Groningen en Ommelanden al reede ingewilligt, ende voortaan noch ten zeiven fine van jaar tot jaar tot behoef van de Generaliteit te confienteeren, doch altyd gedaan is ten Comptoire Generaal der Unie op ordonnantie van den Raad van Staate, ten bewyze dat de penningen door de Provincie aan den Ontfanger Generaal der Unie wier- Ide AfJ. Staat van Oorlog. Zie de taatenvaa orlog verdejaa;n i<5co , 5 0,161». 317 • 1621 n 1643.  aS GENERAAL RAPPORT VAN Zde Afd. Staat van Oor> log. wierden betaald en daar na dienden tot voldoening van het fubfidie door de Generaliteit aan de Stad van Groningen geaccordeerd. Edoch dit gebruik om alle de penningen voor de Fortificatiën van de Frontieren benoodigd te furneeren in het Comptoir Generaal , cesfeerde geheel met het einde van den Oorlog , wordende als toen geïntroduceert de gewoonte, om dc Fortilicatien van de Frontierplaatfen te doen betaalen op actes van verzoek door den Raad van Staate te dcpëclieercu (blykens de extenfie van deeze post op den Staat van Oorlog voor het jaar 1649) ooi; wierd de post van ƒ 150000:0:0, die daar voor tot dien tyd toe op den Staat van Oorlog gefhian had, op die van.het jaar 1649 verminderd tot honderd duizend guldens, welke fom even als te vooren quoteswyze verdeeld bleef; terwyl voor het onderhoud der Fortificatiën van de Plaatfen buiten de Provinciën geleegen, als Weezel, Emmerik, Rees, Ryuberk , en anderen, om dat men aldaar geen Comptoiren had, at'zonderlyke posten op dcnzclvcn Staat wierden uitgetrokken; cn.de verdere Fortilicatien in Braband en .Vlaanderen gelaaten tot laste van de Generaliteit, dan met deeze laatlle, als behoorende tot de Fortificatiën buiten de Provinciën , behoeven wy ons thands niet op te houden. Het zoude van belang zyn, cn veel licht verfpreiden over deeze materie, by aldicu men konde opgeeven de redenen , waar door men in het jaar 1649 wierd bewoogen af te gaan van de gewoonte tot dien tyd toe plaats gejiad hebbende, om de penningen voor dc Fortificatiën te furneeren ten Comptoire Generaal der Unie , dan deeze worden niet vermeld in de Memorie , vervattende de redenen en motiven by Zvne Hoogheid, ZVne Excellentie Stadhou-  HET FJN ANCTE-WEEZEN. 29 der, en den Raad van Staate iu zonderlinge confideratie genomen op de beibgne van menage gearrefteerd den 2 December 1648, en geinlëreerd voor den Staat van Oorlog van het jaar 1649, zynde daar by alleen opgegeeven de gronden , op welken men vermeende de post tot de Fortificatiën tot honderd duizend guldens te kunnen verminderen. Mogen wy echter gisfen, zoo heeft waarfchynlyk tot het invoeren van deeze nieuwe wyze van betaaling aanleiding gegeeven de achterlykheid en traagheid der Provinciën in het opbrengen van de verfchuldigde penningen , waar over de Raad dikwyls , ja zelfs in het heevigfte van den Oorlog moest klaagen, zoo als uit de generaale Propofitien voor de jaaren 1623, 1637, 1638 en 1643, en des Raads Misfive aan de Provinciën van den r.2 December 1628, kan gezien worden; gaande dc nalaatigheid der Provinciën destyds zoo ver, dat de aanneemers de aan hun verleende ordonnantiën naanwlyks met verlies van vyf en twintig per cent konden verkoopen, waar over zy zich met reden beklaagden aan den Raad, die nogthands buiten Haat was hunne bezwaaren weg te neemen, en zich geen fucccs kunnende belooven van haare reprefentatien, die geduurende den Oorlog weinig ingang gevonden en met het fluiten der Vrede al haar kracht verlooren hadden, veelligt begreepen zal hebben , l}ax de Provinciën gemakkelyker tot betaaling zouden te beweegen zyn ,, wanneer zy daar over wierden aangefprookeu door de aanneemers, die door den Raad met aftes van verzoek op dem.zelven geasfigneerd, en meerendeels Ingezeetenen waren van de Provinciën, binnen welken zy de Fortificatiewerken hadden aangenomen. Edoch wat hier vau, ook weezen mag, wy kunnen niet bevroeden, dat de intentie destyds zoude geweest zyn, om deeze -post daar door geheel van natuur te veranderen en te doen 3$ Afd. Staat van Oorlog.  3o GENERAAL RAPPOR-T VAN l&e Afd Staat van Oorlog. « doen dienen voor onderhoud van alle de Fortificatiën om liet even waar geleegen, en dus zoo wel binnen als bui:en de zoogenaamde contribueerende Provinciën; want hoe zeer in het volgende jaar, te wceten 1650 , in de extuifie van deeze post eene verandering wierd gemaakt, en in deezer voegen gefield, de quote van de Provincie van Holland in hon lerd duizend guldens 's jaars tot ondirhoud van de Fortificatiewerken binnen de Proiincien en op derzelver Frontieren, volgens de aften van verzoek door den Raad van Staate bedraagt faarlyks &c~ , vloeit echter uit deeze verandering geenzints voort,' dat de Fortificatiën in de Provinciën van Holland , Zeeland , Utrecht en Vriesland van toen af aan ui' deeze post, en dus ten koste van de Generaliteit zouden onderhouden worden, en noch veel minder, dat de quote van iedere Provincie, by voorbeeld van Utrecht bepaaldelyk moeiten verftrekken tot de Fortificatiewerken binnen dezelve geleegen , en verder niet ; want dat zulks niet kan geweest zyn het oogmerk in het jaar 1650, is vooral daar uit blykbaar, dat in die Provincie destyds geene eigenthke gezegde Fortificatiewerken te vinden waren ; waar by komt ; dat het als dan voor Gelderland en Overysfel onverlchiilig zoude geweest zyn haare Fortificatiën langer onder het beftier van den Raad, en deeze post al of niet op den Staat van Oorlog te laaten. Ze was doch quoteswyze verdeeld, en moest in dat geval met meerder recht als eene Provinciaale dan als eene gemcene last befchouwd worden; ook begrypen wy niet op welke wyze en waarom de Raad door actes van verzoek zoude hebben kunnen of behoeven te disponeeren over de Quotes van Holland, Zeeland, Utrecht en Vriesland tot betaaling van Fortificatiën binnen dezclven geleegen, waar over zy geen het minfie bellier had, wordende evenwel uitdrukkelyk gezegd ,  HET FINANCTE-WEEZEN. 31 z-egd, dat zulks zoude geleideden volgens actes van verzoek door den Raad van Staate te depecheeren , en nog veel minder, dat den Raad propria autoritate, voor reekening van het geheele Bondgenootfchap heeft kunnen neemen het onderhoud der Fortificatiën in die vier Provinciën, waar toe zy door de Bondgenooten voor af niet was gequaüficeerd, en ook naderhand nimmer is gequaüficeerd geworden. Het is dus onmoogelyk een diergelyk gevolg daar uit af te leiden, ten zy men teffëns onderftelle, dat men in het jaar 1650 zoude bedoeld hebben om aan Utrecht en zoodanige andere Provinciën, als zich in gelyk geval bevonden, ieder toe te leggen haare quote in deeze zom van de Fortificatiën, als een post van profyt, dan welke veronderftelling van abfurditeit niet is vry te fpreeken. Veel eer denken wy daarom, ciat de Raad van meening was, om ook de Quotes van die vier Provinciën by continuatie te employeeren, gelyk van ouds tot de Fortificatiën in de andere Provinciën, wanneer derzelver quotes daar toe niet fufficient waren; ongelukkig heeft zy zich echter hier in bedroogen gevonden door de ongeneegenheid van de Provinciën, om haare quotes te' laaten gebruiken tot betaaling van Werken in eene andere Provincie geleegen, niettegenftaande de nadrukkelykfte reprefentatien door den Raad van tyd tot tyd by de Provinciën daar tegens gedaan , die alle vruchteloos geweest zyn. Voor het overige, weeten U Hoog Mogende, dat deeze post ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 15 Mey 1666, met een zom van nog eenmaal honderd duizend guldens verhoogd , en dus op tweemaal honderd duizend gul- ide Afd. Staat van Oorlog.  32 GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd Staat van Oor log. guldens gebragt is, zynde boven dien het aandeel van Gelderland in het jaar 1723 met de lom van ƒ 6775-0-0 en in het jaar 1755 met de fom van ƒ 9000-0-0 en dat van Overysfel op dezelfde tyd eerst met / 4858-7-0 en naderhand in het jaar j 752 met nog ƒ' 2000-00 vermeerderd geworden, tervvyl voor het onderhoud en reparatie der Werken buiten Groningen aangelegd en onder de direétie van den Raad van Staate ftaande, ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 23 November 1729, op den Staat van Oorlog is gebragt een fom van ƒ 2500:0-0 'sjaars, bedraagende overzulks de geheele post voor de Fortificatiën binnen de Provinciën tcgenswoordig een fom van ƒ 225133-7-0 's jaars. By al het geen tot hier toe over deeze post is aangevoerd, kunnen wy nog voegen, het geen de Raad van Staate daar van zegt in dc generaale Petitie voor het jaar 1755, in deeze bewoordingen. „ Die tot onderhoud van dc Fortificatiën „ binnen wierd in 1650 uitgetrokken tot hon„ derd duizend guldens in het jaar, op welke „ fom ze gebleeven is, tot dat U Hoog Mo„ gendc by Refolutie van 15 M?y 1666 gbedge„ vonden hebben , dat ze verhoogd zoude „ worden tot tweemaal honderd duizend gul„ dens , en deeze Refolutie heeft tot nu toe „ Hand gehouden, uitgezonderd alleenlyk, dat „ men over het jaar 1679 deeze post van den „ Staat van Oorlog heeft afgelaaten, en in de „ plaats van die over dat jaar gedaan eene Pe„ titie van vyf en zeeventig duizend guldens tot „ onderhoud van de Fortificatiën zonder diftinc„ tie van welke. Indien 'er in iedere Provincie „ Fortificatiën gevonden wierden zoude het ge„ brek, het welk zich in de voorfchreeven post „ opdoet, voör eerst daar in beftaan, dat het „ onderhoud derzelven, zonder onderfcheid of „ ze  HET FINANCIE.WEEZEN. 3j 3j ze aan de Republiek in het-gemeen, immers j] aan eenige van de voornaamlte Provinciën „ tot voormuur ftrekken, of niet, en zonden ,, onderfcheid of het opzigt daar over van Ge-, ,, neraliteits weegen gehouden word, of niet, ii genoomen word tot laste van het gantfche „ Bondgenootichap., en ten. anderen , dat-de „ post quotes wyze word uitgetrokken , even „ als of de last van het onderhoud dier Fortifi„ catien in de eene Provincie tqt die in de an-, „ dere geproportioneerd was, als haare refpec„ tive Quotes. Maar de voorfz. onderftelling „ is verre van de waarheid, de Provinciën van „ Zeeland en Vriesland hebben geene Fortifica„ tien. De Provincie van Utrecht betaalt uit ,, haare Quotes niet anders als het onderhoud ,, van het werk aan de Grebbe Sluis en. aarde „ Linie aldaar, het welk volgens de laatlte be„ (leeding maar bedraagd eene fomme van elf „ honderd en veertig guldens in het jaar. Hoe ,, veel de Provinciën van Holland en Stad en ,, Lande aan haare Fortificatiën jaarlyks im,, pendeeren, is aan den Raad van Staate on„ bekend. Dit is zeeker, dat daar de Fortifi„ catien de. meefte zyn, te weeten in Gelder,, land en Over)^sfel, de Quotes minst kunnen „ toereiken, en dat. men daar door genoodzaakt is geworden dezelve te augmenteeren met ad„ ditioneele fommen, het welk reeds tweemaal „ is gefchied, met opzigt tot de quote van „ Overysfel, en voor at tweedemaal gefchicden „ moet met opzigt, tot die van Gelderland, „ vermits geen beeter remedie tot nog toe heeft „ kunnen worden geobtineerd. Het ongelyk. 4, dat de Bondgenooten eikanderen in deezen ,', aandoen, is notoir, maar het gemeen belang „ lydt 'er by dit prsejudicie, dat men nicttegenfta'ande de voorfchreeve verhoogingen relatief tot Gelderland en Overysfel telkens ver. „ leegen ftaat, hoe men de noodige penningen, „ vinden, zal, wanneer 'er eenige extraordinarii II. Deel. C re- \de Afdt Staat •an Oori 'og.  34 GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd Staat van Oor log. . Zie R folutie E: traortiini ris Verga derinfc v; 14 Mcy 1717. „ reparatie of virnieuwing van het geen door „ calamiteit of veroudering befchadigd, of ver„ vervallen is, gedaan moet worden." Deeze zyn Hoog Mogende Heeren! de gebreeken van de post voor het onderhoud der Fortificatiën binnen de Provinciën , dezelven zouden op eenmaal cesfeercn, by aldien de Bondgenooten te beweegen waren het geheele werk van de Fortificatiën, om het even waar ook geleegen, over te laaten aan de directie van den "Raad van Staate en de penningen daar toe benoodigd wederom te furneeren ten Comptoire Generaal van de Unie; dan daar die Provinciën welke tot nog toe haare eigene Fortificatiën hebben beftuurd, niet gemakkelyk te beweegen zouden zyn, daar van af te zien, of om dezelven op nieuw te neemen tot haar particulieren laste, gelyk voor het jaar 1648, zoo zal men op andere middelen van redres dienen bcdagt te zyn. De Raad van Stnatc proponeerde tot dat einde aan de Extraordinaris Vergadering van Ü Hoog Mogende by Misfivc van den 25 Maart 1717 om het aandeel van Gelderland cn Overysfel te verhoogen, en daar cn teegen die van Zeeland, Utrecht en Vriesland te verhagen, en hier toe fchcen ook de Extraordinaris Vergad.f"ring te inclineeren, dan hier teger.s verzetteden . zich de Heeren Gedeputeerden van de Provincie ■ van Zeeland op den 20 Mey op fundament , 'n„ dat het eene abfolute noodzaakclykheid was „ de Steden en Fortresfen binnen Zeeland g> „ leegen in ftaat van defcnlie te brengen, de„ wyl voor als nog geene de minfte (laat tot „ het bekomen van de bedongen limiten in „ Vlaanderen te maaken was, en de Fortificatien van Bergen op Zoom onopgemaakt blee„ ven." Offchoon nu deeze reden door de Heeren van Zeeland in het jaar 1717 bygebragt -- Ifce-  -HET FINANCIE-WEEZEN. 35 teegens het plan door den Raad voorgemeld , thands geheel is vervallen, dewyl Bergen op Zoom zoo wel als de Frontieren in Staats Vlaan-: deren in een goeden (laat gebragt en de Steden < binnen de Provincie Zeeland niet gefortificeerd zyn, en 'er ook teegens eene vermmderiwg van de post op Utrecht geene bedenkingen zouden kunnen gemaakt worden, zoo men maar zorg droeg, dat het overfchot groot genoeg bleef voor het onderhoud van de werken aan de Greb en de Grebfche Linie, de eenigtte Fortificatie in deeze Provincie; en hoewel ook deeze post op Vriesland zoude kunnen worden ontbeerd ? by aldien het waar is, het geen wy nogthands niet bellisfen, dat in dezelve geene eigentlyk gezegde Fortificatie-Werken gevonden worden, zoo zouden wy echter niet aiieen zyn van te denken, dat deeze Post die zeedert 1610 quo es wyze verdeeld is geweest, in diervoegen by continuatie verdeeld kan blyven, zoo de Provinciën Hechts gelieven te geeven die verzeekcring aan elkander, dat zy niet zullen weigeren te betaaleu de actes van verzoek door den Raad van Staate ten haaren laste gedepccheerd tot lüppletie van het te kort op deeze post ter repartitie van eene andere Provincie. Op deeze grond zyn wy vervolgens van gedachten, dat blyvende het quautum van de post tot onderhoud van de Fortificatiën binnen de Provinciën en derzelver Frontieren, mitsgaders de behcering van dezelve op den ouden voet, de oorfprongelyke post van tweemaal honderd duizend guldens wederom behoort gerepartitieerd te worden , naar de quotes zoo al» die zullen worden geëtablisfeerd, doch de aanfiag, van de Provinciën van Gelderland en Overysfel verhoogd met die lommen, waar meede derzelver voonge aandeelcn van tyd tot tyd zyn verhoogd geworden , en daar en booven de psst van ƒ 2500-0-0 voor het onderhouden C a re- ide Afdt Maat 'an Oar»  S<ï GENERAAL RAPPORT VAN ld: Afd Staat van Oer log. reparatie der werken op de hoogte vanHelpeit by continuatie ■> In-  HET FINANCTE-WEEZEN. 3$ „ Interesfen van het voorfehreeve nog onafge„ lost Capitaal van vier Millioenen agtmaal 11 honderd agt en zestig duizend drie honderd „ en zes guldens, om niet te zeggen, dat in„ gevolge U Hoog Mogende Refolutie van 8 „ September 1708 , nog voor reekening van alle de Provinciën en Landfchap Drenthe, V uitgezonderd Utrecht, tot betaaling van Werk?' baazen en Leveranciers aan de Fortificatiën 11 gearbeid en gekeverd hebbende , zyn gene- gotieerd derzelver refpcólive Quotes in een „ half Millioen bedraagende viermaal honderd „ een en zeeventig duizend een honderd twee ,, en dertig guldens , waar op geene der Pro„ vincien ooit eenige, veel min dobbele Inte„ resfen , zoo als de Refolutie meedebragt, „ heeft betaald, en dus is ook weedcrom dat Capitaal, ten laste van de Generaliteits In„ komften gebleeven, het welk met het voo„ rige uitmaakt een totaal montant van vyf „ Millioenen driemaal honderd neegen en dertig v, duizend vier honderd agt en dertig guldens, boven de verdere imporante Capitaalen , " waar meede de Generaliteit, in vroegere en l' laatere tyden was bezwaard geworden. Maai " dit is het nog niet al. De post tot onder- houd van de "Fortificatiën buiten de Provin11 eien, diende voormaals niet alleen tot on" derhoud van die in het resfort van de Ge„ ncraliteit, maar daar en boven gebruikte men „ die post om te fuppleeren het geen aan de „ post tot onderhoud van de Fortificatiën biu„ nen de Provinciën te kort kwam. Men ge,, bruikte ze om by voorkoomende geleegend„ hcid aan deeze of geene Stad te geeveu eer „ fubfidie tot extraordinaris reparatie en onder„ houd van het. een of ander werk , waai „ over tusfehen den Raad en zoodanige Stad „ different was , of het ftondtot laste van het gemeene Land of van die Stad. lui einde„ lyk zyn 'er ook van tyd tot tyd uit gemaaki C 4 « nieu ■x,de Afd. ' Staat van Oof' leg.  40 GENERAAL RAPPORT VAN %ie Afd Staat van Oor log. „ nieuwe werken, voornaamcntlyk zeedertmen „ op deeze post heeft genegotieerd de jmpof. ■,, tante Capitaalen, waar van zoo even is ge„ meld, tot het maaken van nieuwe Fortifica?, tiewerken." Het geen 'de Raad verder laat volgen, (trekt zoo zeer niet tot opheldering van deeze post als wel om aan .te toonen de hooge noodzaakelykheid die 'er is, om de Frontieren te ver • fterken en nieuwe werken van defenfie aan te leggen in tyd vaii Vreede ,, waar toe zy aanleiding had. gekreegen door te melden, dat deeze post ook tot dqt ■einde in vroeger tyden wel eens had gediend , edoch daar wy van dit point iets moeten zeggen by de behandeling van het Schema, van den nieuwen Staat van Oorlog , zullen wy deeze periode alhier onaangeroerd laaten, en liever by die gelecgendheid van dezelve gebruik maaken, in verwagtmg dat ze thands een becter elfect zal doen by de Bondgenooten, dan in het jaar 1755: want U Hoog Mogende zullen zich gemakkelyk herinneren de weinige ingang, welke de generaale Petitie yoor dat jaar maakte by de Provinciën; zynde genoegzaam -alle de posten daar in behandeld, en onder dezelve ook deeze post tot heeden toe. gelaaten op dieii zeiven gebrekkigen voet als te vopren. De eenige' verandering , welke na dien tyd met betrekking tot deeze post gemaakt wierd, heeft daar. in beftaan , dat ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van, den 30 December 1767 op het advis van Zyne Doorluchtige Hoogheid en den. Raad van .Staate van den 18 September daar. bevoorcus, en ingevolge de Confgnten van de. refpective Bondgenooten , op den Staat van Oorlog over de jaaren 1768 en 1769 ter repartitie' van Zeeland is gebragt een. fom van tweemaal honderd duizend gul-  HET FINANCIE-WEEZEN. 41 guldens, cn dus twee derde declen van den gehcelen post, tot onderichraagmg der Financien van die Provincie, welk ïbulaas by Uwer Hoog Mog. Refolutien van den 3 November ■1769 en 14 December 1770, telkens voor een jaar is gecontinueerd, tot dat zyne Doorluchtige Hoogheid uit krachte der delatie van U Hoog Mogende, veryat in de Refolutie van den 23 Mey 1771 heeft goedgevonden op den 30 Oftober daar aart volgende by weege van uitfpraak te verklaarcn. „Dat.de Provincie van Zeeland, provi„ lioneel voor den tyd van zeeven eersikoo,,, mende jaaren aanvang necmendc met het 3t» JWJf I77--> cn zullende expirceren met het ,, einde, van het jaar 1778 by de verdere Bondr „ genootcn in het draagen der lasten van de „ Unie zoude worden gefoulageerd en te ge„ moed gekoomen, door middel van het pro,, fyt van de voile post voer de Fortificatiën, „ ter fomma van driemaal honderd duizend „ guldens op de ordinaris Staat yaj} Qorlog „ voorkoomende, met dien veritande, dat de Provincie van Vriesland , ter zaake van de ,., min voordeelige toeftand haarer Financien „ van de reëele Contributie in het opgemelde „ fouïaas zoude blyven geëximeerd en by cou„ tinuatie haar aandeel in dc voorfehreeve post „ ter fomme van vier en dertig duizend zes „ honderd agt en dertig guldens profiteeren ; „ en dat dienvolgende by het formeeren van „de Staaten van Oorlog voor het toen aan„ ftaande jaar 1772, cn voor de andere jaaren „ waar in de Provincie van Zeeland dit fou,, laas zoude genieten de gemelde post voor „ de Fortificatiën buiten de Provinciën tot de „ fom van ƒ 334638:0:0 zoude worden vcrit hoogd, en van deeze alzoo verhoogde post 9j eeije fomma van driemaal honderd duizend „ guldens op. de Provincie van Zeeland; en C 5 „ het Ide Afd. Siaat ■an Oor'°S' ■ .  42 GENERAAL RAPPORT VAN %ie Afd Staat van Oorleg. Maga. Kruid, £eot en Lonten. „ het overige tot vier en dertig duizend z% „ honderd agt en dertig guldens op de Pro„ vincie van Vriesland gerepartkieerd." Aan deeze ukfpraak , die in zyn geheel te leezen is in Uwer Houg Mogende Secreete Refolutie van den 30 Oétober 1771, is op de volgende Staaten van Oorlog tot op heeden voldaan , als zynde ook dit foulaas door U Hoog Mogende by Refolutie van den 28 December 1778, op nieuw gecontinueerd. Dan deeze continuatie thands niet meer noodig zynde , uit hoofde van de redenen hier booven gemeld , zoo zal deeze post niet langer behoeven te dienen tot foulaas van de twee genoemde Provinciën, en mitsdien van den Staat van Oorlog kunnen afgelaar.cn worden. Met de post van het onderhoud der Fortificatiën heeft de naauwfle overeenkomst die van de Magazynen, want, gelyk de Raad zich uitdrukt in de generaale Petitie voor het jaar 1755. „ daar Fortificatiën van nooden zyn, ,, fpreekt het van zelfs, dat wel voorziene Ma„ gazynen moeten weezen. De Magazyns Goe„ deren en Munitiën van Oorlog moeten wor„ den gehaavend, fchoon en in ordre gehou„ den. Die welke van tyd tot tyd geconfu„ meerd worden,verouderen en vergaan, moe„ ten worden geremplaceerd." Hier van daan is het dat men reeds op de oudfte Staaten van Oorlog een post vindt gebragt voor onkosten valbnde in de Magazynen , volgens de Staaten van Oorlog van 1595 en 1597 , ter repartitie van Holland of voor de yimtnunitien van Oorlog , blykens die zelfde Staaten ter repartitie van Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad cn Lande. Op den Staat van het jaar 1598, is ter repartitie van Holland by raaming gefield een post van vyf honderd  HET FINANCIE-WEEZEN. 4J guldens ter maand voor de onkosten vallende in net Magazyn ie Delft, alwaar het Kruit, Lonten, Loot, Wapenen, en alle Jnftrumenten van Oorloge bewaard worden , en op die van 1609 word het Magazyn te Dordrecht 'er by gevoegd ; zonder dat daarom de post wierd verhoogd het geen eerst verfcheiden jaaren daar naa gefchiede. Geduurende de Troubles met Spagne is op den Staat van Oorlog geen post uitgetrokken ter repartitie van een eenige Provincie bepaal* delyk vo r de onkosten vallende in de Provinciaale Magazynen , zynde dit eerst ingevoerd met het jaar 1650. Zoo als men onder anderen kan zien uit het Rapport aan den Raad van Staate gedaan den 22 December 1650 door de Heeren "Gecommitteerdens tot het redres van den Staat van Oorlog, waar meede zich de Raad ten zeiven dage conformeerde, wordende daar by gezegd, met betrekking tot de dagelykfche onkosten vallende in de Magazynen,",, dat zy Heeren Gecommitteerden daar „ van eene L'yste uit de Declaratien in de Generaliteits Reekenkamer hadden bekoomen , „ maar eenige van oude jaaren in den Oorlog, ,, ende ook niet van alle Provinciën, dan dat „ naar beste overleg van zaaken een Lyst ?, naar de jeegenswoordige gcleegendhcid, tyd en zaaken hadden geformeerd , die gel, leezen is , van de Magazynen binnen elke „ Frovincie om dezelve te brengen in een post s, op dezelve Provincie, als meede van de Ma,, gazynen in de Frontieren buiten de Pro, vinden geleegen , ende van de verdeelinge, zoo als' meenden dat dezelve bekwaamelyk l, op de naastgeleegen Provinciën zouden ver„ deeld ende gebragt worden, dewyl de Gcnc, raliteits Comptoiren geen inkoomen mcei hadden daar uit de kosten konden gevonden ' worden, dezelve eok te ftellen in eene pos! „ eml< )de Afd. Staat "an Oor» 'og.  44 GENERAAL RAPPORT VAN $fc Afd. ' Staat ' van Oorhg. A i i \ ( j ( 1 1 1 t 1 I i i 1 c ! \ t „ ende op aften van verzoek van den Raad „ de betaalinge' te doen', des dat de Commifen „ onder deeze dagelykfche kosten geene ande„ re van werken of reparatien van Fortificatiën „ of dcsgelyks zouden mogen brengen , of „ daar onder vermengen, daar op goede ordre „ zoude moeten gefield ende onderhouden „ worden." Ingevolge deeze Refolutie wierd op den Staat /oor het jaar 1650 ter repartitie van iedere 'rovineïe gebragt een fom voor de onkosten lagelyks vallende in dc Magazynen van de )ezette plaatzcn binnen dezelven geleegen , welC€ fom ter repartitie van Zeeland , "lltrccht, friesland on Stad cn Lande thands nog erven ;root is als in den jaare 1650; doch die op Gelderland, Holland en Overysfel is zeedert rerhoogd, als meede eenige posten voor de vlagazyncn buiten de Provinciën, waar van er teegenwoordig nog vier overig zyn, rc vinlen op de repartitie van Holland, Zeeland, friesland, Stad en Lande en Drenthe. By aldien het geoorloofd was op deeze Rcfoutie eene remarque te maaken, zoude dezelve nor eer li' daar in beflaan , dat door deose fchik:ing voor reekening van de gezaamentlyke Bond;enooten wierden genoomen de onkosten in al: de Magazynen, zonder onderfchcid te maa:en of dezelveu al of niet zyn onder het bellier •an de Generaliteit, en ten anderen, dat zoo ;r al eens ten tyde van het neemen deezer Reolutie binnen alle dc Provinciën, Magazynen ;evonden wierden, zulks nogthands niet altyd leeft plaats gehad, en dat derhalvcu door het anhoudend brengen van een zeekcre fom voor eeze onkosten, aan die Provinciën, waar in een Magazynen zyn, is toegevoegd een post an profyt, ten zy men aanneeme, dat de inEfltie van de Bondgenooten of iiever van den Raad  HET FIN ANCIE-WEEZEN. 45 Raad van Staate in den jaare 1650 geweest is, deeze post te verminderen, ot wel geheel af te laaten van de repartitie van die Provincie, binnen welke de gemelde onkosten in het vervolg, minder zouden bedraagen, of ten ecnemaal cesfeeren, door het affchaffen der Maga'z jmen, het geen wy niet alieen zyn van te denken, en ge» makkelyk had kunnen gefchieden , ingeval de Commifen niet waren gebleeven hi gebreeken van tyd tot tyd hunne Declaratien aan de Generaliteit over te zenden, om daar op van den Raad van Staate te bekoomen de noodige aften van verzoek, zoo als volgens de aangehaalde Refolutie van den Raad, en de extenfie van deeze post op den Staat van Oorlog behoorde plaats te hebben. Immers zoude de Raad zich daai' door in Haat hebben bevonden om te beoordeelen, of. de fom in het jaar 1650 op den Staat van Oor-: log voor de Magazynen gebragt, tot dat einde by continuatie noodig was; dan deeze gewoonte om declaratien over te zenden is thands ten eeEemaale in onbruik, dewyl behalven de Commifen in Gelderland eh Overysfel, welkers Magazynen direft zyn onder het beftier van den Raad even als dc Fortificatiën aldaar , waar van de eerstgenoemde de fequele zyn, geen Gömihifen uit de andere Provincion op aftes van verzoek betaald worden, dan alleen de Commis van het Hollandsen Magazyn te Delft, wiens declaratien jaarlyks verre te boven gaan de Post op den Staat van Oorlog ter repartitie van Holland ftaande; de Raad proponeerde daarom' reeds in het jaar 1717 aan de Extraordinaris Vergadering van U Hoog Mogende by Misfive van den 25 Maart van dat jaar, om deeze post te verhoogen tot op ƒ 30000: o: o 's jaars, dewyl de dagelykfche onkosten in de Magazynen van de bezette plaatfen in de Provincie , van Holland, het Magazyn van Delft daar onder begreepen, de laatfte twintig jaaren door esn gcflaagen, jaarlyks hadden bedraagen een ■ fom Staat 'an Oir1'eg. 1  46 GENERAAL RAPPORT VAN Zde Afd, dtaat van Oor. hg. fom van ƒ27147:0:0, volgens de geliquideerde Declaratien ter General.' teits Reekenkaamer berustende , waar op zy voorts laat volgen, ,, Het moet niet vreemd dunken aan U Hoog ,, Mogende, dat de dagelykfche kosten in een Provinciaal Magazyn koomen ten laste van „ de gezaamentlyke Bondgenootcn; de Voor- ouders, welke dat zoodaanig hebben goed„ gevonden, hebben wysfelyk geconfidereerd, „ dat de dienst , welke de Provincie van Hol„ land doet aan de Generaliteit, door eene ,, confiderabele quantiteit van Artillerie, en „ van allerhande Oorlogsbehoeftens, in gcreed„ hcid te houden ten diende van het ge,, meen , zonder Interest te trekken van een „ zoo zwaar Capitaal , als daar aan te koste „ gelegd word, wel verdiende, dat het tracte„ ment van den Commis en van d-eszelfs Con„ ducteur , mitsgaders de dagelykfche onkos„ ten , in dat Magazyn vallende, bekostigd ,, wierden by dc gezaamentlyke Provinciën, „ en vervolgens gebragt op den Staat van Oor,, log," en met deeze vowflag conformeer, en zich Uwer Hoog Mogende Gedeputeerdcns by het Generaliteits Rapport van den 10 Mey 1721, zonder dat ze is gevolgd, zynde de fom teegenswoordig nog dezelfde als in het jaar 1721. Behalven de opgenoemde Posten voor de onkosten zoo in de Generaliteits als Provinciaale Magazynen, vindt men nog op den Staat van Oorlog eene andere, welke tot aanvulling der Magazynen zoude kunnen dienen, zynde die van Kruid, Lood eh Lonten, het welk aan de Militie word uitgedeeid, en door ander moet worden geremplaceerd op de Provinciën van Holland, Zeeland, Utrecht, Vriesland, Stad 211 Lande en Drenthe, te zaamen bedraagende de fom van een en zeeventig duizend twee honderd acht en veerug guldens in het jaar;.  HET FINANCIE-WEEZEN. 47 een Post zoo noodig als eenige, dewyl het. Pulver door de daagelykfche confumüe ver-' minderd, en door den tyd veroudert, dochi niet te min zeedert lange voor de meefte zoo, niet alle de opgenoemde Provinciën een post van merkelyk profyt. De Raad van Staate zegt 'er van in de Petitie voor het jaar 1755. •>■> Men zoude zich ,, bedriegen , indien men meende dat deeze ,, post in haar origine alleen was gedestilleerd „ geweest, om in het Voorjaar eenige tonnen „ Polver tot exercitie van de Militie uittelee„ veren. De importantie van de fomme re„ futeert zoodanige opinie en dienvolgende moet „ men hooger op te rug zien. Men plagt naa„ melyk in oude tyden alle acht en veertig „ dagen (welk getal een Heeremaand maakte, „ voor dat die tot twee en veertig dagen ge„ bragt wierd) polver, loot en lonten aan de „ Militie uit te deelen , zoo als uit de In„ flruftie voorde Commifcn van de Magazynen „ van den 15 July 1 605, en deszelfs ampïiatie ,, van den 18 Maart 163a, beide in het Groot „ Placaatboek te vinden , blykbaar is. Hier „ van daan draagt dat Polver in de oude Staa„ ten van Oorlog en elders den naam van het „ Maandkruit , en uit die Staaten ziet men ,, tellens , dat de Provincie van Holland ver- pligt was uit haaren aanflag in deeze post, „ welke toen hooger was, als tegenwoordig, „ meer als dertig Steden en Sterkten in Gel„ derland, Holland, Overysfel en het resfort „ van de Generaliteit geleegen , van kruit , „ lonten, loot, wapenen en andere inftrumen„ ten van Oorlog te voorzien, de uitleevering „ van het voorfehreeve maandkruit wierd na,, derhand by een ordre van den Raad van ^, Staate van den 15 Mey 1637, met goedvin- den van Zyne Hoogheid, afgefchaft, en „ goedgevonden, dat alleenlyk voor eene reize „ aan Je Afd. Staat an Ogr'eg'  48 GENERAAL RAPPORT VAN £Ze Afd. Staat van Oor log. j < 1 t J *} I i 4 i 4 i ! t i .1 1 aan de Musquettiers, in Guarnifóen komea,, de, kruit zoude uitgelccvcrd worden, doch „ ecnigen tyd daar na fchynt de uitleevering „ zeldzaam en niet dan op fpeciaale ordre van j, den llaad van Staate gefchied te zyn. Zee„ derd heeft de post gediend , om daar uit acten van verzoek op de Provinciën , die || 'er meede aan gcllageu waren, te depechec;, ren tot het leeveren van Polver, lonten én :, kogels , fomtyds ook van andere munitiën van , Oorlog in des-Generaliteits Mapei en andere , Magazynen. Hier van getuigen de Registers , van ■ diergèlyke. acten, tér Thetaurie van den , Raad van Staate berustende, maar. ze getui, gen met Gen, dat deeze fource , waar uit teu , minfien eenige behoeften van tyd tot tyd in , de Magazynen gefuppleerd.konden worden, , in het eind van de voorgaande eeuw. en her , begin van de tegenswoordige is uitgedroogd.: 1 .Vervolgens' voegt 'er de Raad nog het eeu n ander by om te doen zien hoe noodzaaker ek het was deeze post wederom in zyn geheel B doen herleeven,. cn te doen dienen tot een ïarlvkfche aanvulling der Magazynen, waarvan vy échter voor het tegenwoordige geen gebruik Itfllen maaken,' dewyl ons? oogmerk is daar toe :cn ander fonds aan U Hoog Mogende voer e liaan by de behandeling van het Schema der leide Staaten van Oorlog. Wy fpoederi ons thands om aan U Hoog vfogende voor te draagen onze gedachten over le posten, die in het vervolg op den Staat /an Oorlog dienen gebragt te worden, eens. leels voor de dagelykfche onkosten in de Ma;azvnen, zoo in het resfort van de Generalir cit' en in de Provinciën van Gelderland en )verysfel, als in de Magazynen van de vyf werige Provinciën, anderdeels voor het kruit., iet welk jaarlyks tot de exercitie van de M\-  HET FINANCIE.WEEZEN. 49 litie benoodigd is; in de begrooting en verdeeling van welke laatfte wy hebben reguard genomen op de tegenwoordige fterkte der Guarnizoenen , en het quanium van het kruit bereekend op den voet van de Refolutie door den Raad van Staate genomen den 23 April 1789, waar by is bepaald, hoe veel ponden aan ieder Esquadron Cavallerie, en Battaillon Infanterie tot het doen van de jaarlykfehe exercitiën geleeverd zouden worden , terwyl wy met betrekking tot de eerfte hebben gemeend een onderfcheid te moeten maaken tusfchen de ftapel Magazynen van de Generaliteit; als meede, die in de Frontieren van den Staat zoo in de Provinciën van Gelderland en Overysfel, als in het resfort van de Generaliteit, en de Magazynen in de Provinciën van Holland , Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande, welke laatfte niet ftaan onder het beftier Van de Generaliteit , maar zuiver Provinciaal zyn, en daarom naar ons inzien Hechts voor een gedeelte behooren te komen tot laste Van het Bondgenootfchap, of als eeri fubfidie, het welk aan die Provinciën van Generaliteitswege word goedgedaan, om haar in het dragen van deeze last te verligten. Wat nu betreft de onkosten, dagelyks vallende ih de Stapel - Magazynen van de Generaliteit, als meede in de Magazynen in de Frontieren van den Staat, zoo in de Provinciën van Gelderland en Oveiysfel, als in het resfort van de Generaliteit , mitsgaders de kosten van het Pulver , dat aan de Militie binnen die twee Provinciën en het voorfehreeve resfort in Guarnifóen, tot hunne jaarlykfehe exercitiën moet uitgeleeverd worden. U Hoog Mogende Weeten , dat voor de onkosten in de gemelde Magazynen op den Staat van Oorlog thands gefield zyn verfcheide posten , die te zaamen bedraagen een fom van vyf an vyftig duizend IL Deel. D twee 3* 4«. Maat "an Oir' lig»  5o GENERAAL RAPPORT VAN r kruit , loot en lonten het welk aan de Militie word uitgedeelt ... . • 5463 3£ Voor de kosten in de Magazynen van de bezette Plaatfen', als de| Bourtange , . Bellingwolder en Langakker Schansfen buiten dt Provincie geleegen . . • II0-' co Ter repartitie van Overysfel. Voor onkosten dagelyks vallende in de Magazynen van de bezet- I te Plaatfen binnen de Provincie . 320C °j° Ter repartitie van Stad en Lande: " ' J Voor onkosten vallende in de Ma ! |  HET FIN ANC IE-WEE ZEN. 55 gazynen van de bezette Plaatfen] binnen de Provincie ' . Af 1500 o 0 Voor kruit, loot en lonten , het welk aan de Militie word uitgedeeld . . . 9506 8 Q Voor ammunitien, mitsgaders ma' teriaalen van Oorlog binnen Coeverden, Bellingwolder. en Langakker Schansfen en de Bourtange • 0 o ■ .- ■ . a8c o o Ter repartitie van Drenthe. Voor kruit, loot en lonten, het welk aan de Militie word uit-. gedeeld . . ' . 1733 2|0 Voor het havenen, fchoon en in ordre houden van dc goederen 1 en ammunitie van Oorlog te Coe-. verden . . ... 1000, o 0 Veruen . Alle welke posten voordaan van den Staat van Oorlog kunnen gelaaten worden. De laatlle post onder dit Capittcl, welke over alle de Provinciën cn het Landfchap Drenthe is gerepartitieerd, is die van Scheep en Wagenvragten Van Zyne hoogheid den He • re Erfjiadhouder en Capirein Generaal, of voer de geenen , die by occafie zouden mogen worden geëmployeerd in eenige zaaken hier van dependeerende, of daar 10- fp,?8teerenr,e ; waar voor jaarlyks 'op den Staat van Oorlog een fom van tien duizend guldens gebragt word. Geduurende de troubles met Spagne, wierden de Scheeps- en Wagenvragten van den toenmaaligeii Heer Capitein Generaal gevonden D 4 ui! )de Afd. Staat 'an Oor'og. Scheepsen Wagenvragten van Zyne Hoogheid.  55 GENERAAL RAPPORT VAN 2de Afd, Stu at van Oorlog. uit de Legeriasten, doch deeze door den Vreede cesfeerende, wierd door U Hoog Mogende op den 6 Augustus 1649, op het te kennen gecven door Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland, ten zeiven dage gedaan, dat namelyk Zyne Hoogheid gerefolveerd was binnen weinige dagen eene reize te doen naar en langs de Frontieren van den Staac, en daar toe van nooden had eene goede quantiteit wagens en fcheepen, en op het daar by gevoegd verzoek , dat daar toe ordre van wegens de Generaliteit mogt worden gefteld , geconfidereert , dat kwamen te cesieeren de Legeriasten , waar uit de meergemelde wagen- en fchcepsvragten, gewoonlyk waren betaald geworden , gerefolveerd , „ dat bericht zoude * „ worden genomen van den Raad van Staate, ,, waar uit zulke en dergelyke Wagen- cn „ Scheepsvragten waren betaald , en voorts ,, advis waar uit dezelven voor het toeko„ mende zouden worden betaald," wordende Gecommi.teerde Raaden van Holland den volgenden dag verzogt, ,, om by provifïe en in- middels het voorfz bericht van den Raad ,, van Staate wierd afgewagt, die wagens en. ,, fcheepen te willen verzorgen, en de vragten ,, van dien te betaalen , welke by de Genera- liteit vervolgeus in uitgave zouden worden 3, geleeden." Dit bericht op den 30 September van dat zelfde jaar ter Generaliteit ingekomen zynde, had ten gevolge, dat U Hoog Mogende den Raad van Staa e verzogten ,, den geconci,, pieerden Staat van Oorlog op den bekvvaam,, lten voet met een post voor de reeds ge3, melde Scheeps- en Wagenvragten te aug3, menteeren en te vergrooten." Edoch daar de Staat van Oorlog voor het jaar- 16,50, om. bekende redenen veel laater moest  HET FIN ANC IE-WEE ZEN. 57 moest geformeerd worden dan naar gewoonte, en <. Zyne Hoogheid intnsfchen was . oveiieeden ,' wierd op den 10 December 1650 op het rap-1 port van Heeren Gecommitteerden, gebefoig-/ neerd hebbende op de zaaken dienende tot redres van den Staat van Oorlog, door den Raad van Staate gerefolveerd , in plaats van de fom van veertig duize id guldens, welke door voornoemde Heeren Gecommitteerden voor deeze post was voorgeflagen , te verdeden gelyk de post voor de defroijementen, als nu vermits het overlyden van Zyne Hoogheid, conform het nader geaddfeerde van Heeren Gecommitteerden , te Hellen dertig duizend guldens voor Scheeps en Wagenvragten van den Heer Stadhouder of Qapitein Generaal, te verdeden pro quota over alle de Provinciën; welke fom dan ook conform de voorfehreeve Refolutie op de Staaten over 1650 en 165' is gebragt. Maar over de volgende jaaren vindt men deeze post verminderd op tien duizend guldens, gerepartitieerd over alle de Provinciën , en geëxtendeerd in dezelfde bewoordingen , als tegenwoordig, alles ingevolge des Raads advis aan U Hoog Mogende den 8 December 1651, vervattende eenige voorflagen tot menage van fommige Posten van den Staat van Oorlog. In deezer voegen komt ze voor tot het jaar 1702. ingeflooten, doch zeederd wierd dezelve ter voldoening aan des Raads Refolutie van den 7 November van dat jaar, en vermits het ontydig affterven van Zyne Koninglyke Majefteit van G oot-Brittannien, uit den Staat van Oorlog geligt en tot het jaar 1748 toe afgelaaten; in welk jaar deeze post op nieuw is gebragt en over de Provinciën en het Landfchap Drenthe quoteswyze verdeeld. Verdere byzonderheeden zyn ons met betrekking tot deeze post niet voorgekomen, wy hebben derhalven by dit geavanceerde niets anD 5 ders de Afd. Staat an Oor*  58 GENERAAL RAPPORT VAN $de Afd- Staat van Oor. log. Turf en Kaarsfen te 's Gravenwaard en St. Andries. Turf en Kaarsfen] te Bom- i mei. i ders te voegen, dan dat dezelve naar ons inzien by continuatie -op den Staat van Oorlog hehöort te blyven, des dat daar op geene andere betaalingcn door den Raad van Staate tan de Provinciën zullen mogen gevalideerd cvorden, dan1 die effeciïve zyn belteed tot het :inde, waar toe deeze post volgens de rubrioq is gefchikt. 1 Behalven de reeds gemelde posten , welke ie Provinciën in het gemeen ranken, zyn 'er .iog eenige andere in dit Capitel, die alleen aehooren tot deeze en geene Provincie in het jyzonder. i . ' De ccrfte dcrzclven bedraagt een fom van legen honderd guldens 's jaars voor Turf en K'iarsfen ten behoeven van ■ de Wagten in de Frontieren va" 's Cravenwaard en St. Andries , baande ter repartitie van Gelderland, een post, de. te ontbeeren, zoo lang-de twee genoemde Plaatfen moeiten gereekend worden onder de l'"rontieren yan den Staat , dan die voordaan , zonder ondienst van den Lande geheel kan geligt worden uit den Staat van Oorlog, dewyl • liet Fort te 's Cravenwaard reeds veele jaaren is veiiaaten, en dat van St. Andries naar de gedachten van deskundigen kan geflegt, en als ian niet langer zal bezet worden, waarom dan i>ok reeds hier boven- is vobrgcflaagen om'de sosten van Major, Commis en Provoost aldaar :e doen uitfterven, kunnende inmiddels, en zp ang het laatstgenoemde Fort nog van Guarnibcn zal zyn voorzien, de kosten van Turf en Ivaarsfen door den Commis in zyne Declaratie gebragt worden, Van gelyken aart als de voorgaande is de >ost van 'durf en Kaarsfen t'en behoeven van de 'Vngten te Bommel, groot duizend guldens sjaars, van welke post het genoeg zal zyn dc * ori-  HET FINANCIE-WEEZEN. 59 origine te melden, om U Hoog Mogende te. overtuigen, dat dezelve thands niet .meer noodig is. Te weeten de Stad Bommel in het najaar van het jaar -1673 , door de Franfchen geëvacueerd, en wederom 1 door 's Lands Militie in bezit ge* noomen zynde' wierd- de Raad van Staate door U Hoog Mogende by Refolutie van den isNoVember'deszelven jaars verzogt, „ zondereenig • tydverlics zoodaanigé ordre te (teilen j dat'de „ Fortificatiën van de voorfehreeve Stadwe„ derom opgemaakt, de Magazynen voorzien, „ én alles dat tot fecuriteit eii behoudenis van ,, de voorfehreeve plaats konde dienen verzorgt „ mogt worden, mitsgaders om door. eenige ,, Hesren by gemelden Raad daar toe»te com„ mitteeren, te verdaan en te verneemen, wat „ gemeene1 Middelen ordinaris of extraordina,, ris binnen de voorfz. Stad cn plaatzen daar aan geleegen, waren geheevcn, zoo wel voor, als naa dat dezelve Stad by dc voorfehreeve Vyand was geoccupeerd geweest, enwatmid„ delen aldaar'tegenwoordig'geheeven zouden „ kunnen^ en behooren te worden , refcribee„ rende aan U Hoog Mog. aanfronds bericht,' ■■ aangaande de voorfehreeve middelen ,. om „ hetzelve gehoord, voorts gedisponeerd te ,, worden.'-' De gevolgen van deeze Refolutie , en- de daar1 op gevolgde Misfive door den Raad vart Staate op den 27 November aan U Hoog Mogende gefchreeven , waren met betrekking tot de heffing der Gemeene Middelen, dat de Raad kort daar iiaa by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 1 December deszelven jaars wierd verzogt, om by provifie voor: den tyd van een half jaar dc voorfehreeve middelen tot Bommel., en de Dof pen daar onder gehoorende te doen vérpagtert op den voet van de Ordonnantie en taux \da Afd. Staat'an Oor'og.  óo GENERAAL RAPPORT VAN ide Afd, Staat van Oor- Hg, \ taux hier bevoorens by de Heeren Staaten van de Provincie Gelderland geëmaneerd , tot dat anders by U Hoog Mogende zoude wcezen gedifponeerd. Terwyl ten aanzien van het cerfte point door den Raad van Staate zonder eenig vervvyl alles in het werk wierd gefteld, wat in haar ve-rmoogen was, om de meergemelde Stad in ftaat van teegenweer te brengen, zoo als kan blyken uit des Raads Misfives aan U Hoog Mogende van den 24 November en 2 December mcerendeels gciniéreerd in Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 27 November en 4 December 1673, waar uit men kan zien aan dc eene zyde van welk eene aangcleegendheidmcn destyds de Stad van Bommel oordeelde teweczen, dezelve befchouwende als eene Frontierplaats , en aan den anderen kant, dat de Raad van Staate uit oorzaak daar by breeder vermeld, onmagtig zynde om de Stad van denoodige vereischtens van Ammunitie, als anderfints uit des Generaliteits Magazynen te voorzien, by Gecommitteerde Raaden van de Provincie van Holland aanhieldt, om haar daar in van weegens den toenmaaligen hoogen nood en vol-! gens de ordres van het Land, de behulpzaame hand te bieden, onder verzeekering, dat het geen zy desweegens zouden furneeren, aan de Provincie van Generaliteits weege zoude worden gevalideerd, in welk aanzoek zy door U Hoog Mogende in de aangehaalde Refolutien wierd gefecondeerd. Onder anderen vindt men ook dat de Raad op den 11 December 1673, twee Heeren committeerde , om van voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden voor contanten over te neem en een goede quantiteit Turf voor het Magazyn, welk verzoek aanleiding fchynt gegegeeven te hebben, (want eene precife Refo-  HET FINANCIE-WEE ZEN. 6t lutie word 'er niet van gevonden, ten minlïen is dezelve aan ons niet voorgekomen) dat de Provincie van Holland de voorziening van de Wagten binnen deeze Stad met Turf en Kaarsfen voor haare reekening heeft genoomen, en dat daar voor ter repartitie van de gemelde Provincie , reeds op den Staat van Oorlog over het jaar 1674, een post van een duizend guldens is gebragt geworden: op welke Provincie ze geduurende den Oorlog tot het jaar 1677 incluis is gebleeven; men had ze met het einde van dezelve behooren te ligten uit den Staat van Oorlog , en niet te brengen ter repartitie van Gelderland , zoo als aanvankelyk met het jaar 1679, en vervolgens jaarlyks gefchied is , dewyl de Repüblicq door de Vrede van Nymegen weder geraakt zynde in het gerust bezit van alle de Steden en Landen, die voor den Oorlog aan haar hadden toebehoord, de Stad Bommel ces feerde te zyn een Frontierplaats van den Staat. Ook is ze daar na niet meer gereekend onder des Generaliteits Frontieren, en de Raad advifeerde daarom by haar advis van den 25 Maart 1717 aan de (Extraordinaris Vergadering Van U Hoog Mogende om deeze post niet langer te brengen op den" Staat van Oorlog ; dan dit advis destyds niet gevolgd zynde, kunnen wy niet naalaaten de inftantien tot dat einde door den Raad destyds gedaan op nieuw te brengen onder het oog van U Hoog Mogende, en op de roijeering van dezelve andermaal aan te dringen. De derde post, bedraagende een fom van tien duizend guldens 'sJaars, is gerepartitieerd over, de Provinciën van Gelderland, Utrecht en Over-' ysfel ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie ' van den 21 October 1710, en diende voormaals tot reparatie en onderhoud van de Werken te 's Gravenwaard en den Ysfelltroom. Van dezelve zoude zeer veel kunnen gezegd worden, indien 'er eenige nuttigheid in geleegen was alhier ide Afd. Staat van Oor, hg. Ryswer ■ 'een van sGra'envaar d.  6i GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd Staat van Oorlog. hier op te geeven, het geen daar van in de! Registers van U Hoog Mogende en den Raad van Staate gevonden word; dan daar deeze post naar ons inzien en om redenen itraks te melden voor het vervelg .niet. meer .behoort te komen tot lasten van de Generaliteit, vergenoegen wy ons met kortelyk aan te merken, dat reeds van de v'roeglte tyden der Republiek af de Bondgenootcn zyn bezorgd geweest , om den Rhyn, en de -daar. uit vloeijende Rivieren van Waal en Ysfel, als de voornaamfte bronaders der binnenlandfche Commercie, en de natuurlvkc fterkte van den Lande in tyd van Oorlog, 'flceds te doen zyn in goeden. Haat, beftaande deeze zorg voornaamclyk in het. brengen en' houden van eene zeekerc evenreedigheid in de quantitcit van water op die drie Rivieren , cn het weeren van de beletzelen, welke daar aan door verzandingen of verloop der Pidvieren, konden hinderlyk zyn. Om hier van overtuigd te weezen behoeft men Hechts in te zien de Misfive, door U Hoog Mogende den 12 Mey 1605 gefchreeven aan de Heeren Staaten der Provincie van Holland, geinfereerd in dc Notulen van hun Ede,. Ie Groot Mogende van den 1 Juny 1605, folio 490 zynde van den volgenden inhoud: , Wy hebben Uwer E. by deezen willen adverteeren, dat wy den 2 Juny uaastkomende llilo novo, met gemeen advis bcftemd hebben, om volgende verfcheide voorgaande Refolutien wederom by deihand" te neemen en vervolgen de yifitatie vart de diepten en ondiepten der llroomeu van den Rhyn, Waal en Ysfel, en daar in zulks te handelen en procedeeren, dat de Stroomen refpecbive haaren gewoonlyken cours behouden, en niet gediverteerd 'en worden, en dat, den eenen Stroom niet te  HET FIN ANC IE-WEE ZEN, 6$ te veel, en. den anderen niet te luttel water en behoude : verzoekende en begeerende zulks vriendelyk, dat Uwe E. gelieven ordre te geeven, dat die geene,die hier toe van weegen de Provincie van Holland nreede zyn of zullen worden gecommitteerd, hen ten voorfchreeven dage precife, tot koste van dezelve Provincie, tot Arnhem mogen laaten vinden, zonder des te blyven in gebreeken , op dat de voorfehreeve noodzaakelyke befognes langer niet en werden geretardeert. Voorts de Petitie door den Raad van Staate gedaan den 23 July 1625 by geleegenlieid, dat oen Ysfel door den zwaaren Ysgang van den voorgaanden Winter zoodaanig was verondiep en verzandt , dat 'er geen Schepen , de mond van die Rivier konden pasfeeren , ,, waar door dezelve (gelyk de Raad zich uit„ drukt) te eenemaal verdopt en onbruikbaar „ zoude worden, indien daar inne met goede zorge ende neerdigheid niet wierd voorzien , ,, niet alleen tot geheel verderf van de Steden „ en Quartieren aani dezelve geleegen , die in ,, nood van beleegeringe , en andere voorkooI ,, mende zwaarigheeden niet en zouden kun,, Hen van beneeden gefecoureerd worden , ,, noch van noodige behoeften voorzien, maar „ ook tot groot nadeel en ongerief van alle „ de andere Provinciën gewoon zynde de voorfchreeven Rivier te bevaaren , en haare „ traficque daar over te doen; invoegen dat „ tot behoudenisfe van zoo eene groote com„ moditeit voor de gemeene Landen , meede „ niet weiniger dienende tot belet van des Vyands pasfage op de Veluwe, het welk „ wy altzaamen weeten, hoe hooglyk voor „ deeze Landen is importeerende." (Geen wonder , want men had 'er maar weinig maanden . te vooren de moogelykheid van gezien door den %de Afd. Staat , van Oorlog.  64 GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd Staat yan Oor log. den inval van den Vyand in de Veluwe onder Graaf Hendrik van den Berg, en men ondervondt dit nog nadrukkelyker in het jaar 16:9) ten hoogden noodig is, dat het remedieeren „ van dien metten eerden werde begonnen , ,, volgende Uwer Hoog Mogende Refolutie „ daar over wel wysfelyk al reede genoo„ men." En eind lyk Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 22 December 162:1 waar by de Raad van Staate , naa dat in haare prefentie, als meede in die van zyne Excellentie ter Vergadering van U Hoog Mogen ;e Was gercfumeerd het Rapport (van de Heeren, die geweest waren op de vifitatie van den Rhyn en Ysfelftroom, en na dat nader geëxamineerd waren de voorflagen tot verdiepinge en beneficeering derzelver Stroomen gedaan, door U Hoog Mogende wierd geauthorifeerd , ,, om met com3, municatie en goedvinden van zyne Excel„ lentie te cffectueeren of doen eftectueeren de 5, Refolutien voor dcezen genoomen , op het ,, beneficeeren van de voorfehreeve Rhyn en 3, Ysfel-droomen, zoo wel booven aan 's ( ra,, venweerd, als bcneeden aan Ysfeloort, bezorgende pari pas Cu, dat meer waters boven in den Rhyn gebragt, ende insgelyks 5, benecden naar den Ysfel gederivcerd mógte 3, worden , ende tot dien einde boven 's Gra3, venwaert, 't lange Hoofd, 't Schephoofd, 3, ende Ritfinge te repareeren en maaken naar 3, den eisch va 1 zaaken, mitsgaders weg te ,, neemen dc grienten, die in en by den mond „ van den Rhyn bevonden wierden, ende be3, needen van Ysfeloort te leggen aan de zyde ,, van Malburgen een dryvend Hoofd , ende ,, uit den mond van den Ysfel te neemen 't 5, griend aldaar gefchooten, en om voorts met 5, communicatie en goedvinden als vooren de ,, Zandbergen en hooge Zandfchorren in de ,, gemelde Stroomen te bekrammen ende de R it- fin*  HET FINANCIE-WEEZE N. ^5 '„ fingen en de Kribben aan de andere zydt daar teegen gemaakt weg te neemen, oi ten minften te korten, zoo als naar den eisch „ van de werken by dezelve bevonden zoude 3, worden te behooren." En op dat de Raad in ftaat zoude weezen de kosten tot alle deeze werken benoodigd te kunnen goedmaaken, verklaarden ten ze ve dage de Provinciën van Gelderland, Holland, fjtrecht en Overysfel haar confent te draagen in de Petitie van den 23 July 1Ó25, en goed te vinden dat by den Raad van Staate daar op dechargcs zouden worden gedepêcheerd. Alhoewel nu üit deeze drie Stukken en meer anderen , die men zoude kunnen bybrengen van vroeger cn laater jaaren, indien zulks noodig was, ten duidelyklten blykt, de waakzaamheid, der Voorouders voor de meergemelde Rivieren , vindt men echter niet, dat geduurende al den tyd, die de Oorlog met, Spagne geduurd heeft, op den Staat van Oorlog is gebragt een post tot onderhoud der werken, die tot verdieping en beneficeering van de Rhyn en Ysfelftroom, van tyd tot tyd gemaakt wierden , en waarfchynelyk veel gelds aan onderhoud kosteden , maar wel het Sactemcnt van den Ryswerker vop 'sGravenweerd, blykens de Staaten van Oorlog over 1595, en volgende tot 1617 ingeflooten. Het is. eerst op den Staat van Oorlog voor het jaar 1649, dat 'er een post van tien duizend guldens voorkomt ter repartitie van de Provincie van Gelderland , zynde als toen geëxtendeerd in deezer voegen, voor reparatie en onderhoudinge van de Ryswerken op Schenkenfchans. jaarlyks. de fom van tien duizend ponden , waar door men dezelfde post moet verftaan, als die geene, welke nog heeden op den Staat van Oorlog gevonden word, want Schenkcnfchans was wei eer op. Ii: Duel. E het [éde Afd. Staat van Ott' '■oi.  66 GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd. Staat ■van Oerhg. het eiland 's Gravenwaard geleegen, als meede een post van drie duizend guldens 's jaars ter repartitie van Overysfel, tot onderhoud van de Kribben en Ryswerken tot Tsfe/oort, doch deeze laatfte is zeedert het jaar 1677 niet meer gebragt op den Staat van Oorlog. Naar alle apparentie moest de eerlle post voornaamelyk zoo niet alleen dienen tot onderhoud en de reparatie van de Kribbingen, welke men had aangelegd tot beveiliging van het hoofd deezer Vesting, teegens den drift van het Rhynwater (want dat men daar meede zoude bedoeld hebben aan de Provincie van Gelderland te geeven een fonds tot goedmaaking van haare waterwerken , is niet te denken, dewyl zulks eene Provinciaale last was , hoedanige nergens voor reekening van dc Generaliteit genoomen zyn) en hier voor was zeekerlyk veel reden , naardien de Schans met zwaare kosten was geftigt en verbeeterd , en nog lang daar naa wierd befchouwd als een Frontier van den Staat en de fleutel van den Rhyn , die zich daar ter plaatfe tot het begin van deeze Eeuw, en voor het graaven van het Panderfche Canaal in tweeën verdeelde, waar door derhalven daar ter plaatze eene zwaare aanflag van het Water moest ontdaan. Dat dit nu het regte gebruik van deeze post geweest zy, blykt ten klaarden uit de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden van Gelderland op den 13 December 1662 , ter Vergaadering van U Hoog Mogende gedaan, ten einde de post van tien duizend gulden op den Staat van Oorlog gefteld voor de Fortificatiën van 'j Gravenweerd geaugmenteerd mogte worden tot hooger fomme, en het daar op gevolgd declinatoir advis van den Raad van Staate van den 21 daar aan volgende, waar in gezegd word, ,, dat het eene jaar door het andere genoomen „ de ordinarii onkosten van de werken te „ 's Gra-  HET PINANGIE-VVEEZEN. 67 's Gravenweerd' circum circa uit deeze post; „ kunnen vervallen,en gevonden worden,maar dat ongetwyffeld de Heeren Gedeputeerden! van Gelderland by de voorfehreeve propofW ,, tie zouden hebben gereflecteerd op haar Ex„ traordinaris, het welk omtrent het Canaal „ van 's Gravenweerd tot beneficeering van de 5, Rivieren de Neder-Rhyn en den Ysfel nu „ eenige jaaren herwaards albereids was ge,, daan, ende nog gedaan zoude moeten wors, den, om dc voorfehreeve Rivieren van be ■ 5, hoorlyk water te voorzien, en dat daar toe Extraordinaris middelen zouden moeten ge,, vonden worden , daar toe de voorfehreeve „ post van tien duizend guldens 's jaars (fchoon 5, niet anders daar uit te vervallen was) in ,, geenen deele fuffifant is," wordende by die brief wyders in bedenken gegeeven, ,, dewyl 3, aan dat werk voor de fecuriteit van den Staat zoo hooglyk geleegen was, en dat de 3, voorfehreeve Rivieren aan de aller pericu3, leufte zyde van het Land de Steden van de 3, Provinciën , ende de Frontieren van den „ Staat als voorgragten dienen ende dezelve „ dekken moeten," daar toe eene Extraordinaris Petitie te doen , gelyk in deeze en diergelyke zaaken van grootcr importantie voor deezen meermaalen is gedaan geweest. Het duurde echter tot het jaar 1666, eer 'er6 door den Raad eene Petitie gedaan wierd toti beneficeering van den Rhyn en Ysfel, waar toe veelligt aanleiding zal hebben gegeeven, dat dc Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Utrecht op den 10 April 1665, uit „ fpeciaale last van de Heeren hunne Princi,, paalert met redenen daar toe dienende, had- den geürgeerd, ten einde dat door U Hoog ,, Mogende autoriteit de Kribwerken aan Schen3, kenlchans tot beneficeeringe van den Neder,, Rhyn en den Ysfel, ten fpoedigftcn geperE s. £ec- de Afd. Staat an OorJg. February >66.  éS GENERAAL RAPPORT VAN ,%de Afd, Staat van Oorlog- i, fecteerd mogten worden, ende tot betaaling ,, van dezelve werken alle noodige en promp,, te ordre gefteld." Doch de post van tien duizend guldens voor het. onderhoud der werken te 's Gravenwaard wierd niet verhoogd, en wierd zelfs, na dat ze in het noodlottig jaar van 1673 van den Staat van Oorlog gelaaten was, naderhand tothet jaar 1683 alleen in blanco uitgetrokken tot dat by des Raads Refolutie van den 24 September 1683 in achting genoomen zynde , dat de werken omtrent Schenkenfchans tot het bcneficeeren van den Ncder-Rhyn en Ysfel mcerendeels waren geperfectioneerd, en de resteerende in , het kort tot haare perfectie Honden gebragt te worden, cn dat, tot onderhoud dei voorfehreeve werken een particuliere post op den Staat van Oorlog was uitgetrokken geweest , wierd goedgevonden , dat het gunt voorfchreeven zoude worden voortgebragt op het formeeren van den Staat van Oorlog, over het toen aanftaande jaar van 1684, op welke [laat wederom- een post van tien duizend guldens gebragt wierd, niet gelyk Voorheen alleen ter repartitie van Gelderland, maar op drie Provinciën en tot gelyke fommen als dezelve thans nog is uitgetrokken. Trouwens de Provincie van Utrecht had reeds lange getoond , een byzonder deel te neemen in dit werk, en op de Provincie van Overysfel , was tot het jaar 1677 ingeflooten gebragt geweest een post van drie duizend guldens voor het onderhoud van de. Kribben, en Ryswerken te Ysfeloort, ook reekende men destyds de belangens van die drie Provinciën op het naauwfte aan elkander verbonden met opzigt tot dit Point, gelyk onder anderen te zien is uit Uwer Hoog Mogende Refolutie van 14 July 1681, waar by overeenkomfh'g het Advis Van  HET FINANCIE - WE E ZE N. 6>y van Zyne Hoogheid wierd vcrftaan, dat de Gedeputeerdcns van Gelderland, Utrecht en Overysfel niet langer zouden worden gcfecludeerd : uit de belbgnes', ofte gehouden van de delibe-1 ratien, die omtrent de verbeetering en verdieping van den Ysfel en Neder-Rhyn zouden koomen voor te vallen, des dat de hooggemelde Provinciën , niet en zouden hebben een concludeer ende maar alleen een advifeerende ftem, en niet en zouden mogen wceren, teegengaan of ophouden direcbelyk of indireclelyk in eeniger manieren iets , zelfs het minltc van het gunt bv de Provinciën van Holland, Zeeland, Vriesland en Stad cn Lande, ofte een van hooggemelde vier Provinciën in het byzonder, ofte ook by den Raad van Staate geordonneerd zoude mogen worden tot verdiepinge der beide Rivieren van den Ysfel en den Neder-Rhyn; het was dus niet te. verwonderen, dat de post van tien duizend guldens voordaan over die Provinciën wierd verdeeld. Doch het geen meerdere opmerking verdient, beftaat voor eerst daar in, dat de drie Provinciën , niettegenftaande de aangehaalde Refolutie van U Hoog Mogende eenige jaaren daar naa naalaatig wierden in het furneeren van de noodige penningen tot confervatie van Schenkenfchans en de Boterdyk, zoo dat de Raad van Staate ziende dat alle haare devoiren vruchteloos waren , en dat boven dien de gemelde Provinciën geheel en al fcheenen opgegeeven te hebben de hoop van den ouden mond van den Neder-Rhyn te conferveeren en verbeeteren, maar de doorfnyding by Pannerden metterdaad toonden aan te zien voor het eenigmiddel om meerder water te geeven aan den Neder-Rhyn en Ysfel, zich genoodzaakt vondt de hand te trekken van de voorfehreeve Schans en Boterdyk. _ E 3 En \de Afd. Staat •an Oor-  ?o GENERAAL RAPPORT VAN ïm dezelve voordaan af te laaten, geevende laar van kennis aan de Bondgenooten by de geïeraale Petitie voor het jaar 1709. Echter iuurde zulks niet langer dan tot het jaar 1711, wanneer ze ingevolge Uwer Hoog Mog. Refoutie van den 21 October 1710 wederom wierd ;ebragt op den Staat van Oorlog , waar op se vervolgens gebleeven is , offchoon ze niet neer verltrekt tot onderhoud der werken van khenkenfehans , welke thands geheel is veraaten. Tot het neemen van deeze laatstgenoemde lefolutie gaf aanleiding de propofitie en inftanien door dc Heeren Gedeputeerden van de 'rovincie van Overysfel op den 8 Oétober 1710 er Generaliteit gedaan , en veelligt zyn U -loog Mogende daar toe te eerder bewoogen iit hoofde van de refleclien door de Heeren kaaren van Gelderland, Utrecht cn Overysfel remaakt op het weglaaten van deeze post by lerzelver Confcnten in de Staaten van Oorlog tooi* het jaar 1709 en 1710, waar over kunïen nagezien worden de Notulen van U Hoog vlogende van den 27 Maart, 12 Juny en 30 3étober 1709, en die van 3 January, 31 Maart :n 4 April 1710. En ten anderen, dat de Generaliteit zeedert iet einde der voorafgaande of het begin van leeze Eeuw door de wanbetaaling der Provin:ien , verplicht zynde de hand te trekken van iet onderhoud van Schcnkcnfchans, en door le non Con/enten van anderen hebbende moeen afzien van, en doen ftaaken het graaven ran een Cah4al, en het leggen van een retran- c ie-  HET FINANCIE-WEEZEN. 71 chcment in dc Heerlykheid Pannerden, de be-, handeling van dit geheele werk daar door is geworden Provinciaal, in zoo verre zelfs, dati de doorfnydingen, die inlaater tydondernoomen/ zyn tot beneficeering van den Neder-Rhyn en Ysfel, mitsgaders het onderhoud der werken tot het zelfde einde aangelegd, niet gelyk voorheen zyn bekostigd door de gezaamentlyke Provinciën, maar alleen door Gelderland , Utrccht, en Overysfel , of door Gelderland en Holland, en ook fomwylen door de vier Provinciën te zaamen, hoewel zeldzaam, dewyl de Provincie van Overysfel veelal het onderhoud der werken heeft gelaaten, tot laste van Gelderland en Holland, en geduurende de laatfte twintig jaaren daar toe niets betaald, zelfs niet tot het graaven van den nieuwen mond van den Ysfel in het jaar 1771, waar in zy niet minder dan eene van .de drie andere Provinciën geïnteresfeerd was, zynde de kosten tot dat werk geimpendeerd, betaald door de Provinciën van Gelderland en Holland. Daar nu uit dit geavanceerde genoegzaam blykt , dat de post van tien duizend guldens ter repartitie van Gelderland, Utrecht en Overysfel niet meer geëmployeerd word voor de Ryswerken te Gravenwaard, en dat de betaalingen , die door de opgenoemde Provinciën thands jaarlvks gedaan worden aan de Ryswerken van Neder-Rhyn en Ysfel zuiver Provinciaal op de balance van den Staat der Provinciaale Financiën aan Zyne Doorluchtige Hoogheid overgeleeverd, naar alle waarfchynlykheid onder de Huislasten bereekend, en aan de Provinciën goedgedaan zyn, en alzoo door deeze post op den Staat van Oorlog te laaten, tweemaal aan haar gevalideerd zouden worden, waar by aog komt, dat in dat geval ook andere Provinciën even zeer zouden kunnen lustineeren , dat insgelvks op haare repartitie beE 4 hoor- \de Afd. Staat an Oor- »S' rAW. >'■  2de Afd staat van Oorlog. Secreete Correspondentie. I | i ^ GENERAAL RAPPORT VAN hoorde gebragt te worden een post voor ütytfe ot Zeevverken binnen dezelven geleegen , zyn wy van advis,. dat deeze pos' niet "langer op :len Siaat van Oorlog behoort gebragt te worden.' De post voor Corrrfpondntie ter repartitie van Holland, bedraagt een fom van vier en zeventig duizend guldens 's jaars. 'Cpdeoudfte Staaten van Oorlog , zelfs reeds op die van' l595 tot iöu toe, word deeze post in deezer roegen gebragt, de Secreete dienjien tot dhectje van Zyne Excellentie of tot directie van Zyne Hoogheid, zoo als op den Staat van 1649. Op. die van 1650, vindt men vwr de fecreete iienflen ende corr-Spond ntjem ten dienfte van ie» Staat te doe", 1000 <-£ ter maand zynde Jeezc extenfie gearrefteerd by des Raads Refoutie van den 10 December 1650 , doch op Jen Slaat van 1656 word gebragt twee duizend ;uldcnr, 's maands iw de fecr.ete dienden en •o> respo'identien , Spie ,. Roden-loonen cjrV. ten lienffe van den Lm.de. te doen.' van welke vermdering de reden te zien is uit des Raads \efolutie van den 19 January 165^ , waar in jezegd word, „ dat door eenige Heeren van „ U- Hpog Mogende en van Holland was ver„ zogt , dat de post op Holland ftaande tot „ fecreete dienden, mogre vermeerderd worden „ alzoo gezegd word daar meede niet toe te „ kunnen komen , zoo als ook by memorie „ uit de Financie van Holland'was getoond, ,, rat in het voorgaande jaar zeer veel was » geëxcedeert , wordende daar by voorts uit ,, .confideratie d« op Ooiland had gedaan een , post van duizend guldens ter maand voor Bo, 'en van die Provincie, ten diende van de „ (>ei: wy tellens voegen de post van twee en twintig duizend twee honderd en vyftig guldens 's jaars. voor Turf en Kaarsfen, ten behoevet. •van de Wagten binnen Sluis , Aardenburg et. de verdere Plaatfen by den Staat van Oorlo£ opgenoemd , als meede de post van drie honderd guldens 's jaars ter repartitie van Vriesland , voor Turf en Kaarsfen in de Ommerfchans; vermits deeze drie posten zyn van gelyken aart, en het geen van de eene gezegc moet worden, ook toepasfelyk is op de ande ren. Wat de oorfprong deezer posten aanbelangt dc eerfte derzelven word reeds gevonden o] den Staat van Oorlog van 1595, op welk zoo als ook op de volgende Staaten geduuren de den Oorlog geformeerd een fom van negenduizend guldens 's jaars gebragt is ter reparti tie van Holland voor 'Turf en Kaarsfen die ej de Forten buiten Holland gezonden worden en welke niet te hoog was genomen, wannee men in aanfchouw neemt het groot aanta Forten, Redouten, enverfterkteHuizen, (waa meede het geheele Land , voomaamelyk lang den Rhyn, Waal en Ysfel in de Spaanfch tpjubles als 't ware was bedekt, om daardoo de %de Afd. Staat van Oor* log. Turf en Kaarsfen in de Forten buiten Hol» land. 1 i l ) r 1 r 5 r 1  ?6 GENERAAL RAPPORT VAN lii Afd Staat van Oorleg. Turf en Kaarsfen binnen Sfuis.&c. Turf en Kaarsfen] in de ( Qmmer- -\ fchans. , i 1 ] \ den vyand het komen over de Rivieren te be= letten , gelyk blykt uit de Notulen van de Heeren Staaten van Holland van het j.-iar 1605 fol. 703, en van 1606 fol. 1035) die al te maal uit deeze post moeiten voorzien worden, doch waar van zeer veele met het einde van den Oorlog zyn geflegt , wordende, deeze post als toen terftond met een derde verminderd, volgens den Sta.at van Oorlog voor het jaar 1649. De tweede post is allereerst gebragt op den zoo evengenoemden Staat voor het jaar 1649, en op deeze doelt de Raad van Staate by de extraordinaris petitie van den 5 Mey 1654, waar in gezegd word: „ dat de Raad geduurende „ den Oorlog met den Koning van Spagne, ., onder veele andere lasten meede was belast „ geweest met de verzorging van de noodige „ Turf' en Kaarsfen voor dc Wagten en Corps „ des Gardes in de Frontieren op ende om„ trent de Maze , de Schelde, en in Vlaande,, ren, van welken de betaaling was gedaan ., uit de contributien van 'sVyands Land en ., andere extraordinaire Inkomften; dan dat men „ daar uit, dewyl dezelve geduurende de han„ delingen te Munlter traaglyk inkwamen , „ geen inkoop tot leverantie "hebbende durven ,, doen , offchoön men die niet konde misfen, , aanvankelyk met het jaar 1649 deeze ver, zorging bad gebragt op den Staat van Oor, log tot last? van de Provincie van Holland." Voor de derde of laatfte wierd eerst in het iat 1677 een "fom uitgetrokken van twee hon[erd negen cn veertig guldens en veertien fluiters , welke echter op den volgenden Staat tot tóe honderd guldens 's jaars wierd verhoogd , ngevolgc des Raads Refolutie van den 20 Ocober 1677. Van het eerfle begin af is deeze jost gerepartitieerd geweest op de Provincie [an Vriesland, offchoon de Ommerfchans in de  HET FINANCIE-WEEZENi 77 de Provincie van Overysfel geleegen is; waar1'chynelyk om dat de Schans voornaamelyk is aangelegd en moet dienen tot beveiliging van dc eerstgemelde Provincie, die dus meer dan ' eenige andere in dit Fort is geinteresfeerd, te zaamen met de Provincie van Stad en Laiuk het aanleggen van deeze Schans in het jaarióie1 bevorderd, en fteeds de noodige behoeften aldaar verzorgt heeft, waar voor op haare repartitie insgelyks een post is gebragt geweest. Dewyl nu uit de twee eerstgenoemde posten alleen betaald word het vuur en licht binnen de bezette Plaatfen in het resfort van de Generaliteit geleegen, en de kosten van de Turf en Kaarsfen in de Ommerfchans, als zynde van Weinig belang, gevoeglyk kunnen worden gebragt in de declaratien van den Commis, wegens de kosten in het Magazyn aldaar vallende, zo zouden wy van gedachten zyn, dat alle deeze posten voor het vervolg van den Staat van Oorlog zouden kunnen blyven, en de bezorging van deeze benoodigdheeden in de Forten, Steden en Plaatfen in Vlaanderen en Braband, alwaar dezdven nog tegenwoordig door Holland worden gekeverd , gelaaten worden ten laste Van de Generaliteits Kas, terwyl die in de Ommerfchans , gelyk reeds gezegd is , door den Commis in zyne declaratie behooren gebragt te worden. Behalven de opgenoemde posten vindt men nog twee andere ter repartitie van Holland, te weeten , een van vier duizend zeven honderd twee en zestig guldens 'sjaars, of driehonderd zes en negentig guldens, zestien ftuivers en agt deniers 's maands, voor de Gierbruggen, die continueelyk gehouden moeten worden, als een tot Nymegen op de Waal, een tot Arnhem of elders op den Rhyn, en een tot Grave op de Maze, mitsgaders een post van vyf duizend zes honderd guldens in het jaar, of vier honderd zes 2de Afd. Staat van Oor- Zie Refolutie Sta»« ten Generaal 10 en 28 April en 4i\leyióia. Raad van Staate 5 July 1629.  78 GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd. Staat van Oorlog. Onderhoud van de Gierbruggens. zes en zestig guldens dertien ftuivers en vier deniers ter loopende maand, voor huur van het Huis van Prins Maurits alhier in den Hage. De eerstgemelde is van ouds, hoewel onder eene andere benaaming, op den Staat van Oorlog bekend geweest, ook was dezelve in voorgaande tyden veel hooger;. op de Staaten van Oorlog van 1595, 1597 en 1598 , leest mén in het Capittel van andere onkosten van. Oorlog ter repartitie van Holland, de Schipsbrugge mette appendentien kost jaarlyks, van onderhouden ende beleiden by raaming de fomma van vyftien duizend ponden, komt ter loopende maand 1250 c£- Op die van 1599 en 1607, is 'er agter het woord beleiden bygevoegd, mitsgaders van de bezoldingen van de Maas-Schippers daar om* trent dienende , en de post voorts uitgetrokken op vier en twintig duizend guldens 's jaars , ot' twee duizend ter loopende maand; geduurendG de twee volgende jaaren bedroeg ze maar een duizend, en op de Staaten van 161 o, 1613 en 1617, flegts zes honderd guldens ter'loopende maand, naar alle waarfchynelykheid van wegens tiet Beltand, waar in de marl'chen van het Krygsvolk minder moesten zyn, dan in tyd van Oorlog ; ook wierd de post met het einde van den Trêves op den Staat van Oorlog voor het jaar [621 wederom gebragt op twee duizend guldens 's maands onder de benaaming , die ze reeds inliet jaar 1Ó09 gekreegen had, van de Scheepsbruggen metten Brugmeejhr en de Scheepsgasten daar omtrent dienende, en bleef alzoo vermits de continuatie van den Staat van 1621 tot het einde van den Oorlog; doch zeederd dien tyd onderging de post een groote verandering, waar van de eerfte was, dat ze van den Staat van 1649 geheel wierd gelaaten, op welke alleen voorkomt een fom van hojidexd un vyftig guldens  HET FINANCIE-WEEZEN. 79 ■ dens 's maands, voor den opzigt en het onder» houd van de kleine Bruggen met haare dependentiën , ten anderen wierd by des Raads Refolutie van den 11 April > en 15 October 1649 verfhall , dat men zoude aanhouden te Weezei, Nymegen en Grave, twee groote en twee kleine Ponten, en drie Aken, om aldaar te gebruiken, en by bekwaam Water Gierbruggen daar van te maaken , en voorts bepaald het getal Pontgasten daar toe aan te neemen, om by elke Pont of Brugge te plaatfen — vervolgens wierden bv des Raads Refolutie van den 10 December 1650, gereguleerd de daggelden van den Capitein of Brugmeefter, van de Corporaals en van de Pontgasten (wordende de Lieutenautsplaats onnoodig geoordeeld) en teffens gerefolveerd, dat daar voor en voor het onderhoud der Ponten en Aken op den Staat van Oorlog zoude worden gebragt een fom van drie honderd en vyftig guldens ter loopende maand, bedraagende vier duizend twee honderd guldens's jaars. Dan deeze fom was flechts toereikende om daar uit te vinden de daggelden van den Capitein , drie Corporaals en elf Matroofen of Pontgas'eu, waar onder 'er twee waren te Sas van Gend , volgens den Staat, van Oorlog van het jaar 1650; ten minften het overfchot, na afbetaaling vim die daggelden, was veel te gering tot hoeding der kosten van onderhoud der Ponten en Aken, en alle andere behoeften in het magazyn van de Scheepsbrugge, met het geen daar toe behoort, onder den Ëquipagemeefter te Dordrecht zynde, weshalven de Raad 'by Kcr folutie van den a December 1655 raadzaam oordeelde, dat by redres van den Staat van Oorlog ter repartitie van Holland , zoude worden gebragt een fom van drie duizend guldens 's jaars voor reparatie en onderhoud van Ponten, SÜst» en diergelyke ten dienflen van den Lande ge bruikt wordende , doch met deeze laatfte post die 3de Afd. Staat van Oorlog.  8o GENER.AAL RAPPORT VAN Zde Afd, Staal van Oor log. :) 1 I I ( 1 3 -1 i j j 4 s j 1 I \ i i < i t 1 die zeederd is vereenigd met de posten van Onkosten dagelyks vallende in de Magazynen te Dordrecht en Delft, en by des Raads Refolutie van den 6 January 1678 verhoogd tot 1200 ^ ter maand, behoeven wy ons thands niet langer op te houden. Wy keeren dcrhalven te rug tot Je post van t 350 : o : o ter maand, voor het ;erst gebragt op den Staat van Oorlog van het IJtar 1650, en alzoo gebleeven tot het jaar 1677, vanneer ze wierd verminderd op ƒ 233:6: 8 n de maand, de laatfte Verandering, welke de Dost zeederd ondergaan heeft is geweest in het aar 1748, ingevolge, Uwer Hoog Mogende Reblutie van den 17 December van dat jaar, by velke wierd verftaan, dat behalven de Capiein van de Pontons, twee Corporaals en tien 'cmeene Pontgasten, die voor de (als toen) ;eëindigde troubles in dienst waren geweest, a waar van de Capitein met zestig guldens er loopende maand op den Staat van Oorlog er repartitie van Holland ftaat, en boven dien roor zich en zyne voorfchreeven Bediendens aarlyks genoot twéé duizend een hondérd vier en •eeitig guldens, uit de post van twee duizend agt londerd guldens 'sjaars, voor de Gierbruggen &c. n dienst zoude worden gehouden een Liemetant, met een tractcment van vier honderd en agtig guldens 's jaars, een Corporaal met honlerd twee en tagtig guldens, en tien gemeene 'ontgasten ieder, a honderd en dertig guldens, e zamen uitmaakende nccgentien honderd en wee en zestig guldens in het jaar, en dat devyl het reftant van de voorfchreeven twee dui;end agt honderd guldens, na aftrek van de -oorfchreeven twee duizend een honderd vier n veertig guldens, niet alleen niet toereikene was tot goedmaaking van deeze vermeerde* ing, maar ook van tyd tot tyd daar uit beaald wierden de kosten op het overzetten van s Lands Militie over de Rivieren vallende, als /ordende de voorfehreeve Gierbruggen niet meer  HET FINANCIE-WEEZEN. 81 ineer by de Generaliteit gehouden, de voorfehreeve post van twee duizend agt honderd guldens zoude worden verhoogd met negentien honderd twee en zestig guldens, en dus te zaamen uitmaaken da lom van vier duizend zeven honderd twee en zestig guldens in het jaar. De betaalingen uit deeze post gedaan voor het overzetten van 's Lands Militie, waar van in de aangehaalde Refolutie gefprooken word, zyn altyd zeer gering geweest, want behalven de Pagter van het Veer te Grave vindt men genoegzaam geene voorbeelden, dat diergelyke onkosten daar uit zouden zyn gevonden; zelfs js die te Grave voor het jaar 1736 uit een ander fonds" betaald, en zoude even als die te Nymegen en op andere Veeren wederom kunnen voldaan worden uit de post van Scheepsvragten tot vervoering van het Krygsvolk, in welk geval de post voor de Gierbruggen alleen zoude dienen , om te betaalen de gages van de Compagnie Pontonniers, die tegenwoordig maar bedraagen een fom van vier duizend een honderd en zes guldens 's jaars, en dus tot op die fom kunnen verminderd worden , dan daar het getal der manfehappen deeze Compagnie uitmaakende, om redenen door de Commisfie tot het Defenlie-Weezen by haar rapport pagina 86 en volgende opgegeeven, behoort vermeerderd en voordaan ingerigt te worden , op den voet aldaar voorgedraagen , zouden wy van gedachten zyn , by aldien dit plan door de Bondgenooten mogt worden geamplecteerd, dat als dan de kosten daar op zullende vallen tot tien duizend vier honderd en dertien guldens, zestien ftuivers en vier deniers 's jaars , op den Staat van Oorlog behooren gebragt, en daar tegen deeze post uit dezelve geligt te worden; edoch zoo de Bondgenooten het voorfchreeven plan niet mogten gouteeren JI. Deel,- F en 2de Aft, Staat van Oer» log.  M CENER.AAL RAPPORT VAN $tie J 'fd Staat van Oor log. .. Huur van het Huis vat, Prins Maurits en liever verkiezen de Compagnie te hiaten, gelyk ze tegenwoordig is, zal dc meergenoemde post op den Staat van Oorlog dienen te blyven. Voor de huur van het Pluis, waar in de Ambassadeurs in vroeger jaaren gewoon waren in te trekken en gedefroyeerd te worden, mitsgaders voor de Meubelen -en reparatien, extraordinaris onkosten van het veranderen der Meu-ï beien , cn diergelyken , word zederd het jaar, 1650 gebragt een lom van vyf. duizend zeshonderd guldens 's jaars. Voorheen was men gewoon voor de uitheemfche Amhasfadcurs alhier rciideeren de, de Huishuurcn te betaalen, 1 en de post daar voor op den Staat van Oorlog ter repartitie van Holland uitgetrokken , bedroeg een lom van agt duizend vvf honderd en vvftig guldens , dan vermits U Iloog Mogende die Huishuuren hadden afgefchaft, wierd de voorfehreeve post by des Raads Refolutie van den 10 December. 1650 , verminderd op agt duizend guldens 's; jaars, waar van echter twee duizend vier hon-. derd guldens moest dienen tot betaaling der' huur van het Huis van de Koninginne van Boheemen ; blyvende over zulks overig de fom -. van vyf duizend zes honderd voor de huurvan het Huis, gefchikt om de Ambasfadeurs< in te defroyeeren. Nogthands word deeze fom niet ten vollebetaald aan de eigenaars van dit Huis , maar alleen drie duizend vyf honderd twee en zestig guldens en tien Huivers; terwyl de Provincie van Holland het reftant profiteert, en zelfs deeze ƒ 3562:10:0 zyn niet geheel gefchikt voor de huur, maar daar onder is nog begreepen een fom van vvltien honderd twee en zestig guldens cn tien Huivers, voor de Interest van een Gsm *. * pitaal  HET FINANCIE-WEE ZEN. '83 pitaal Van vyf en twintig duizend guldens , waar op gefchat zyn de Meubelen waar meede het Huis misfehien voormaals was voorzien , dan welke tegenwoordig niet meer voor handen zyn , zoo dat men zich by den aanvang van onze befognes in de noodzaakelykheid heeft bevonden , het daar toe vereischte aan te koopen, en meerendeels te betaalen uit de Kas van de Generaliteit. Men had deeze post al voor langen tyd kunnen menageeren, dewyl de Ambasfadeurs thands niet meer worden gedefroyeerd ; ook hebben U Hoog Mogende G edeputeerden reeds op den 14 October 1716 en de Raad van Staate by Misfive van den 25 Maart 17x7 , U Hoog Mogende geadvifeerd, om de huur van dit Huis op te zeggen. Edoch die beide voorflagen tot dus verre geen effect gehad hebbende, kunnen wy niet naarlaaten, om dezelven by deeze geleegendheid nader aan te dringen, en tot de affchaffing van deeze post op nieuw te advifeeren. De verdere posten, te vinden onder het Capittel, bevattende de andere onkosten van den Oorlog, welke alleen op de repartitie van deeze of geene Provincie voorkomen, zyn de post van duizend guldens 's jaars voor mifen van de juftitie voor den Raad van Vlaanderen, ter repartitie van Zeeland, en die van honderd en vyftig guldens 's jaars voor een Apothcear te Coeverden, ter repartitie van Drenthe, beide zederd het jaar 1653 op den Staat van Oorlog, gettragti vAA Jmt&tu »b ni Inafc» , iaij$j Of fchoon ons geene precife Refolutie bekend is, uit kracht van welke de eerstgenoemde op den Staat van Oorlog is gefteld , fchynt het ons echter toe, dat daar toe aanleiding gegeeven heeft het verzoek door den Raad van F a Vlaan- Afa\ Staat van Oorlog. Miftn' van de Juditie voor den Raad van Vlaanderen,  J4 GENERAAL RAPPORT VAN ide Afd. Staat van Oorlog. Zie des Raadi Refolutie var so Mty .,, 1669. Vlaanderen den 26 Juny 1652 aan U Hoog Mogende gedaan, om jaarlyks te mogen trekken uit ieder gemet van alle de bedykte Landen in Vlaanderen , tot verval van de kosten ende mifen van Juftitie, ende tot confervatie van de Hoogheid, Rechten ende Domainen, de hooge Overigheid in Vlaanderen competeerende ; waar op door U Hoog Mogenden den 14 Maart 1653 wierd gerefolveerd , dat de Raad van Vlaanderen by provifie zoude ontfaugen vyf honderd ponden grooten Vlaams van den Heer Ontfanger Generaal Doubleth, omme daar meede by provifie de voorfehreeve mifen van Juftitie , vacatiën en andere voorvallende onkosten te betaalen; dan waar tegens de Raad van Staate den 25 derzelver maand aan U Hoog Mogende te kennen gaf, dat 'er ten Comptoire Generaal der Unie over groote fchaarshcid van geld, en overzulks de gerequireerde fom van penningen niet te vinden was ; waar uit men derbalven fchynt te moeten befluiten, dat de Raad van Staate, ten einde zich te redden uit de verieegendheid, die destyds plaats had, best geöordeelt heeft een post voor de kosten der Juftitie voor den Raad van Vlaanderen vallende , te brengen op den Staat van Oorlog, en die te plaatfen ter repartitie van Zeeland' , binnen welke Provincie de Raad van Vlaanderen relideert. Edoch daar de Provincie van Zeeland , in den beginne niet te beweegen was, de aftes van verzoek door den Raad van Staate op deeze Post ten haaren laste gedepêcheerd te betaalen ; wierd in de maand Mey van het jaar 1660, tusfehen Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Zeeland en Heeren Gecommitteerdens van den Raad van Staate geconvenieerd, dat voor het toekomende over het gebruik van het Huis en Kamers , mitsgaders Leverantie van Turf en Kaarsfen ten dicufte van  HET FINANCIE-WEE ZEN» 85 van den Raad van Vlaanderen by Gecommitteerde Raaden van Zeeland, van de gemelde ibm van duizend guldens zoude ingehouden worden de fom van vyf honderd guldens , em dat de resteerende vyf honderd aan den Raad van Vlaanderen zouden volgen tot verval van de verhaalde onkosten en mifen van Juftitie, als meede dat voornoemde Heeren Gecommitteerde Raaden zouden helpen bezorgen , dat de vier grooten op ieder gemet jaarlyks op de Landen in de Quartieren van het Committimus geleegen , zouden worden geheeven, en de penningen daar van provenieerende ten Comptoire Generaal van de Unie gefurneerd , ingevolge Uwer Hoog Mogende Refolutie van 15 Oetober 1661; en dat daar en teegen aan meergemelde Raad van Vlaanderen, boven de vyf honderd guldens by haar E. van de Heeren Staaten van Zeeland , uit kragten als vooren te genieten, in het toekoomende zouden gevolgd en geaccordeerd worden nog gelyke vyf honderd guldens uit den ophef van vier grooten op het geniet over de Landen in Vlaanderen, tot betaaling der Traftementen en andere onkosten van Juftitie dagelyks voorvallende» Deeze overeenkomst op den ao Julyi669, door de Heeren Staaten van Zeeland geiipprobeerd zynde , is daar aan zeedert door den Raad van Staate tot op hceden voldaan, genietende de Raad van Vlaanderen jaarlyks de fom van vyf honderd guldens (aan haar uit de vier grooten per gemet toegezegd) by ordonnantie op den Ontfanger Generaal der Unie, en zulks nietteegenftaande de Provincie van Zeeland van haare zyde in gebreeken is gebleeven, om te bezorgen, gelyk zy zich geëngageerd had, dat de vier grooten op ieder gemet jaarlyks op de Landen in de quartieren van het Committimus geleegen, zouden worden geheeven, en depenF 3 nis- ]de Afd. Staat >an Otr' 'og.  «fi' GENERAAL RAPPORT VAN %ie Afd Staat van Oor log. Apothe car te Cneverdtn. Fyftiexd Cs fit tel ningen daar van provenieerende, ten Comptoire Generaal van de Unie gefurncerd. Wat nu betreft de post van duizend guldens op den Staat van Oorlog ftaande, zoo komt Hét ons voor, dat ze op dezelve by continuatie zou kunnen blyven, met uitlaating nochthans van het woord Militaire, dewyl ze alleen dient tot goedmaaking der kosten van de Ordh n tis |uftitie voor den Raad van Vlaanderen vallende. De laatfte post onder dit Capittcl, bedraagende een fom van honderd en vyftig guldens 's jaars voor den Apothecar te Coeverden, is op den Staat van Oorlog gebragt ingevolge des Raads Refolutie van den 6 Juny 1653, by gelccgenheid , dat door zeekcre Warnaar ten Broeke, Burgemeester en Apothecar te Coeverden aan den Raad by Rcqueste was voorgedraagen, dat by aldaar over de agt en dertig jaaren had gewoond, ende voorraad van alle Medicamenten gehouden tot gerief van het Guarnizoen, waar voor hy (volgens zyne opgave, want zulks is aan ons niet gcbleeken; eerst had getrokken honderd cn vyftig, en daar naa twee honderd guldens 's jaars , verzoekende dat voor de continuatie van het zelve zorge mogt worden gedraagen. Wy zien echter geen reden , waarom men deeze post op den Staat van Oorlog zoude behooreri te katen, tet meer daar in andere Forten, en bezette Plaatzen geen Apothecar van Generaliteits weege word betaald , en zouden daarom vr.n gedachten zyn,dat deeze fom byde vernieuwing van den Staat kan geligt worden. Het volgende of 15de Capittcl van den Staat "van Oorlog bevat vier Losren:en, te weeten: . Een  HET FINANCIE-WEEZEN. gfe Een van vyf en twintig duizend guldens 's jaars, ftaande ten naame van Zyne Koninglyke 'Majefteit van Groot-Brittannien , hoogloffelyker Memorie , Een van negen duizend guldens voor den Grave van Hohenlohe, Een van zes duizend guldens voor de Vrouwen Dochteren van Prins Willem van Orange, glorieufer Memorie, geprocreëerd by Vrouwe Cbarlotta van Bourbon, en Een van twee duizend guldens 's jaars voor Vrouwe Louifa van Nasfau, Cheurfurftiniu van de Palts. Van welke Losrenten fommigen reeds zyn afgelost, offchoon niet door de Generaliteit, maar door de Provincie van Holland, op welke ze meerendecls zyn gerepartitieerd, dan alvoorens het quantum deezer losfingen op te ge;ven , zullen wy U Hoog Mogende kortelyk voordraagen de oorfprong deezer Losrenten voor zoo verre wy die hebben kunnen ontdekken. De eerfte derzelven bedraagt een fom van vyf cn twintig duizend guldens 's jaars, even zoo als de drie anderen losbaar teegens den penning twintig. Van de eerlte tyden af is ze op de Provincie van Holland, Zeeland en Utrecht gefield, doch door welk toeval deeze rente op den Staat van Oorlog is uitgetrokken, ten behoeven van Zyne Koninglyke Majefteit van Groot-Brittannien, waar door waarfchynelyk verdaan word Zyne Hoogheid Prins Willem de III. van Orange, kunnen wy niet bepaalen; zeeker is het dat hoogstdezelve nimmer eenig genot daar van heeft gehad , noch ook konde hebben, als zynde door U Hoog Mogende gecreëerd in het jaar 1609, ten behoeven van Zyne Excellentie Graave Maurirs van Nasfau, en deszelfs descendenten by ReF 4 falutiï Ide Afd. Staat i van Oor'og. Losrenten. Losrente van Prins Maurits van Nas. fan.  88 GENERAAL RAPPORT VAN 3de Afd. Staat van Oer log. Losrente van den Graavt van fJofienlohe. folutie van den 19 Augustus deszelven jaars, om daar door te faciliteeren de verdéeling der Nalaatenfcbap van Willem den I, Prince van Orange , Hoogloffelyker Memorie. Men had reeds eenige maanden te vooren deeze rente toegezegd , tot behoef van Zyne Excellentie hem begeevende tot een aangenaam Huwelyk naar deszeifs qualiteit; dan daar Hoogstdezelye op geen andere voet in de partage had bewilligd, dun onder expresfe voorwaarde, dat de meergemelde rente hem zoude mogen gegeeven ende geaccordeerd worden pure en zonder eenige Conditie voor hem, zyne Erven en Nakomelingen, en dat de Gezanten van Vrankryk en Engeland den 27 Juny 1609 uitdrukkelyk verklaarden , dat het effetï van de partage (door hun directie voleindigd) alleen berustte op de voorgeflagen vyf en twintig duizend guldens, terwyl Zyne Excellentie teffens had geconditioneerd zeekere tyd binnen dewelke het voorfehreeve Confent abfolutelyk zoude moeten weezen gedraagen, of dat anders ht Verdrag en de pat tage nul'zoude zyn , vonden U Hoog Mogende goed op den 19 Augustus van het reeds gemelde jaar 1Ó09 te con» ïénteeren „ dat tot behoef van Zyne Excellentie zoude worden verzeekerd een rente van vyf en twintig duizsnd ponden 's jaars, erffelyk purelyk zonder eenige Conditiën te iosien „ teegens den penning twintig." De tweede rente Is van negen duizend guldens 's jaars voor den Graave van Hohenlohe gecreëerd in het jaar 1605 by Refolutie van de Heeren Staaten van Holland van den 24 Auguüus deszelfdcn jaars, allereerst op den Staat van Oorlog gebragt in het jaar 1609. Naardien het echter in den eerden opflag vreemd moet voorkomen, dat eene rente door de Staaten van eene Provincie geaccordeerd, gebragt word onder de lasten van het Bondgenoot*  HET FINANCIE-WEE ZEN. S9 rtootfcbap , kunnen wy niet voorby uit de Notulen van Heiland op te teekeneii, het geen tot het conditueeren van de voorfehreeve rente aanleiding gegeeven heeft, waar uit tellens zal, blyken dat ze te recht is gebragt op den Staat van Oorlog. De Graaf van Hohenkohe naamelyk op den 16 Maart 1605 door eenige van zyne Raaden aan de Heeren Staaten van Holland, zoo by monde als fchriftelyk hebbende doen verzoeken „ om te mogen hebben eenige Gecommitteer,, den, die met zyne Genade mogten koomen ,, in liquidatie van het agterweezen zyner „, dienden den Lande gedaan," en door welgemelde Heeren Staaten ten zeiven dage tot dat einde eenige Heeren benoemd zynde, wierd op den ?4 Augustus 1605 naa dat door de laastgenoemden ter Vergadering was gerapporteerd , dat de agterdallen , fchulden , en pretenfien van den gemtlden Graaf zeeder*, het jaar 1574 tot der Landen dienst in verfcheide qualiteiten gedaan, begroot wierden op vier honderd duizend ponden , en daar beneevens geëxhibeerd waren acl:en van gemelde Heeren Staaten inhoudende. „ Dat Zy luiden het agter„ weczen van den welgedagten Heere zouden ,, betaalen, zonder denzelven aan de Heeren ,, Staaten Generaal of den Raade van Staate ,, te wyzen," door gemelde Heeren Staaten van Holland gerefolveerd, de zaak liever by accoord af te handelen, dan in liquidatie en reekening te treeden , waar toe de Raaden van gemelden Graave ook fcheenen te inclineeren, wordende Heeren Gecommitteerde Raaden ten zeiven daage geauthorifeerd eerst eenen voorflag , als uit hen zeiven op het behaagen van haare Principaalen te doen, en naa dat het zelve gedaan en daar op de intentie van «jen Graave van Hohenlohe verdaan, en by dezelve Heeren Gecommitteerden daar van artF 5 der, \de Afd. itaat 'an Oor. 'eg>  £>o GENERAAL RAPPORT VAN Zie Afd Staat van Oorleg. . dermaal rapport gedaan was, eindelyk gerefolveerd ende geaccordeerd, „ den welgedachten ,, Heere Graave van Hohenlohe voor alle zyne ,, agterdallige fchulden en pretcnlien , geene ,, uitgezonderd die zyne Genade aan de Hee,, ren Staaten Generaal, de Heeren van Hol,, land en Westvriesland in het particulier, „ ook aan eenige andere Provinciën , zoude ,, mogen hebben of pretendceren voor zyne ,, gedaane dienden, verfchot en anderfmts in „ wat qualiteit het zelve ook zoude mogen weezen-, mits daar van by zyne Genade alle ,, aólien quiteerende, en mits zyne Genade de „ Heeren Staaten van Holland en Westvries- land cedeerende dezelve atlien, om die jee„ geus de Generaliteit tot haare ontlastinge „ te mogen gebruiken, en daar inne ook be,, grypende het geene zyne Genade van twee ,, Compagnien zoo te paard als te voet, al- thands in dienst weezende boven de loo„ pende Soldye verfcheenen en nog te verfchy,, nen, zoo lange zyiie Genade de voorfehreeve Compagnien "in dienst houden zal ; en dat ,, daar vooren de Heeren Staaten van Holland „ en Westvricsland, wel gedagte zyne Genade ., verzeckeren zullen, dat dezelve zyn leeven lang geduurende, het zy of hy den Lande „ actueelen dienst doet of niet (blyvende zyne „ Genade tot den voorfchreeven dienst binnen ,. den Lande weezende geobligeerd) dat zyne „ Genade tracl:ement van vyftien honderd pon„ den te maand, zyner Genade leeven lang ,, tot zynen profyte cours hebben en betaald „ zoude worden, gelyk tot nog toe was ge„ fchicd , en dat het jaar , daarinnc zyne ,, Genade zoude koomen te overlyden, meede „ ten veile zoude worden betaald, en nog ., twee jaaren daar naa aan den geenen, als „ zyne Genade erdonneeren zoude< en dat naa „ de expiratie van dezelve twee jaaren aan zyne Genade Rrfgenaamen of actie van de- „ zihe  HET FINANCIE-WEEZEN. 91 zelve hebbende , betaald zoude worden de., „ fom van tien duizend ponden van veertig' grooten het ftuk 's jaars Losrenten, van al) '„ het welke behoorlyke brieven in forma 011-/ „ der 's Lands groot Zegel zouden worden ,, gepasfeerd." Korten tyd na het neemen deezer Refolutie, fchynt 'er tusfehen de Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland een nader accoord getroffen te zyn, met den gcmelden Heer Grave van Hohenlohe over de losfmg deezer renten van tien duizend guldens 's jaars, want uit de Refolutien van de Heeren Staaten van Holland genoomen in hoogstderzelver Vergadering, gehouden van den 21 November tot den 5 December 1606, folio 1100 blykt „ dat op het „ fchryven van de Hoog gebooren Princesfe „ Maria van Orange , Gravinne van Nasfau ,, Hohenlohe &c. Douariere, is verdaan, dat „ de Gecommitteerde Raaden zouden ordre „ dellen, omme te doen betaalen zestien dui„ zend ponden over den eerden tienden ter- myn, daar op met Zyne G. L. M. op het behaagen der Heeren Staaten geaccordeerd „ was, tot kwytinge van de adfidentie van 5, tien duizend ponden," en uit de Notulen van den 21 December deszelven jaars fol. in 8 , dat „ geleezen zynde zeekere Misfive van de Vrouwe „ Gravinne van Hohenlohe &c. om te hebbenbc„ taaling van dc zestien duizend ponden, over de „ eerde tiende paye zyne Genade van gemelde Mevrouwe in voldoening van alle pretenfien „ geaccordeerd, na deliberatie was verdaan, dat men ordre tot de betaaling van de voor,, fchreevcn zestien duizend ponden zoude gee,, ven , en daar meede het accoord houden voor 1, getroffen van de honderd en zestig duizend „ ponden te betaalen in tien jaaren, in plaat„ ze van de eerst geaccordeerde tien duizend „ ponden 's jaars erlfelyke renten." Terwyl on- de Afd, Staat 'an Oor  92 GENERAAL RAPPORT VAN Zde Afd. Staat van Oorlog. onder de Notulen van den 23 derzelver maand , folio 1124 geleezen word : „ Volgens de Refolutie van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, hier voo- ,, ren op den 21 December genoomen is „ geappoincteerd. „ C. van Mierop Ontfanger Generaal, dat 9, hy op de ernftige inftantie en brieven van „ de Hooggebooren Princcsfe Maria , geboo- ren Princesfe van Orange, Gravinne van „ Nasfau , ook Gravinne Douariere van Ho„ henlohe, den laatften November betaale in „ handen van Mr. Erk Dimmer, Raad van „ denzelven haare Excellentie de fomma van ,, zestien duizend ponden van veertig grooten „ het pond over ende in betaaling van den „ eerden tienden termyn, van de fomma van hon,, derd en zestig duizend ponden muntevoorfz., ,, daar op met den Welgebooren Heere Grave „ Philips, Grave van Hohenlohe, Vrvheervan „ L mgenburg &c. Hoogloffelyker Memorie , „ getranfigncerd ende geaccordeerd is, in plaat,, ze van de Losrente van tien duizend guldens „ 'sjaaas, voor alle zyne Genade actiën, fchul„ den en pretenficn, geene uitgezonderd, onder ,, belofte van overlecvcringe van titulen, mu,, nimenten, brieven, acten en afreckeningen ,, met behoorlyke verlydenisfe en ceslie tot ont,, lastinge ende verzeekerheid , verfchynendc „ denzelven termyn in de loopende maand van ,, December , als breeder by dezelve Ordon„ nantie." Uit alle welke Refolutien men mag befluiten , dat het oogmerk van de Heeren Staaten van Holland in het jaar 1606 geweest is; om deeze rente in tien termynen, ieder van zestien duizend guldens af te losten ; en dat daar over een accoord met den Graave van Hohcnlo is aan- ge-  HET FINANCTE-WEEZEN. 93 gegaan; terwyl men daar uit telfens kan zien de reden om welke dezelve is gebragt op den Staat van Oorlog, en dus van Generaliteits weegen betaald. Zulks gefchiedde voor het eerst in het jaar 1609 , en op die, mitsgaders op de volgende Staaten van Oorlog, is de post uitgetrokken op negen duizend guldens 's jaars, doch op den Staat, voor htt jaar 1650, leest men Grave van Hohenlo ixm & 's jaars, daar van afgelost in den jaare 1613. x<" c£ blyft noch naar de jegenwoordige reductie vyf duizend zes honderd ponden, cotnpt ter loopende maent uijc lxVij ^ xuj hij De derde rente is van zes duizend guldens 's jaars, ten behoeven van de Frouwen Dochteren van Prins Willem van Orange, Glorieiifer Memorie , geprocreëerd by Frouwe Charlotta van Bourbon. toegelegd by Uwer Hoog Mogende Refolutien van den 25 September en 14 October 1609, voor derzelver Freuwen Faderlyke Goederen, ende Erve, en tot eene erkente nisfe van de groote dienjten ende verlies van goed en bloed voor de Fryheid der Nederlanden van Hooglnffelyker Gedag renis des Heeren Pr ince van Qrangien, en op dat daar door gefacili, teerd zoude mogen worden de partage tusfchen de Vrotvve Princesfe, die Heeren Pi ineen Zoonen , ende de brouwen Dogteren van meer hoog' gedagte Heere Prince van Orangien , tot confervatie van luflre van den Huize, ende onderlinge eenigheid, liefde ende afieèïie tusfchen de J^eden van dien. Van de vierde of laatfte rente, groot twee duizend guldens ten behoeven van Vrouwe Louifa van Nasfau , Keurvorftinne van de Paltz is ons de oorfprong onbekend: Ongetwyffeld is deeze Louifa van Nasfau geweest de oud- fte. \de Afd. Staat van Oor, log. Losrente van.'e Vrouven Dochtcren van Prins Villen 'an Irangt. Lnsren Lc van Vreu c Leuifa '•an iYa • 'tu.  $4 GENERAAL RAPPORT VAN 2de Afd. Staat van Oorlog. fte Dochter van Zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange , geprocreëerd by Charlotta Voritinne van Bourbon, en welke Louifa van Nasfau in bet jaar 1593 is getrouwd met Frcde rik, Keurvorst van de Paltz, aan welke Princesfe de Heeren Staaten van Holland by Hoogstderzclver Refolutie van den 19 Maart 1593 , (alwaar ze genoemd word ffjffrouw Louifa van Nasfau Bourbon) hebben toegelegd eene jaarlykfehe rente van twee duizend ponden voor haar en de Defcendenten van hnaren lyve, en boven .dien een fom van twintig duizend ponden eens voor de kosten gerequireerd tot vordering van de voorfehreeve alliantie, uit confideratie eensdeels van de mcriten van zyne voorfehreeve Princelyke Excellentie, Hoogloffelykrr Gedagtenisfe, eensdeels, dat in de mei-jle benaauwdheid deezer Landen de voorfehreeve jFonkvrouwe in dezelve gebooren. en nooit (gelyk andere Kinderen van Zyne Princelyke Excellentie, geduurende den Oorlog gebooren) in het generaal of particulier gebenficeerd was , daar beneevens de toenmaalige geftaltenisfe van den voorfchreeven Sterf huize , en zonderling de voorfehreeve loffelyke hooge alliantie. Men vindt echter niet dat deeze rente door de Generaliteit in het vervolg zoude zyn genomen tot laste van alle de Provinciën, zoo min als die van twee duizend vyf honderd guldens door de Heeren Staaten van Holland by Refolutie van den 2 February 1595, geaccordeerd aan Philips Grave van Hohenlo by gelegendheïd Van Hoo'jstdeszelfs Huwelyk met Maria, gebooren Princesfe van Orange, Gravinne van Buren. Alleenlyk ziet men uit Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 9 October 1609, dat meergemelde Princesfe Louifa destyds Keurvorltinne van de Paltz door haar Gezant by U H&og Mogen-  HET FINANCTE-WEEZEN. 9$ gende deed aanhouden , om eene nadere Refolutie op de Propolitie door hem gedaan, waar van de inhoud in het Register van U Hoog Mogende wel niet gevonden word, doch echter gemakkelyk is op te maaken uit de Refolutie zelve, welke wy daarom in zyn geheel zullen plaatzen. „ Is gecompareerd de Heer Paul, Gefante „ van de Vrouwe Palts Gravinne, Churfur„ ftinne , mitsgaders van de Vrouwen haare „ Churfnrftelyke Hoogheids Sufteren, heeft „ gevoerdert om naardere Refolutie op zyner „ E. gedaanc propolitie , bedankende niet te ,, min d'PIeeren Staaten Generaal van het aan„ neemen der rente van zes duizend guldens „ 't 's jaars, tot last van de Generaliteit. Is „ na deliberatie gerefolveerd, dat men den „ voorfchreeven Gefante by monde zal aanzeg„ gen, dat d'Heeren Staaten hun deeze zaake „ voerders niet en kunnen bemoeijen , als haar „ Ho. Mo. gedaan en hebben, achtende (na„ demaal dat alle de Leden van het Sterfhuis „ van Zyne Princelyke Excellentie, H. L. Me,, morie vanhaare pretenfienhebben gequitteerd, omme het Huis in eeren ende vruntfehap te „ houden) dat Haare Churfurftelyke Hoog„ heid ende derzelver Sufteren haar insgelyks be'hooren te contenteeren, diewyl oick, dat„ ter egheen appareiltie en is, dat d'Heeren „ Staaten daar teegen yet vruchtbaarlycx zul-'. „ lerj weeten te verrichten." Offchoon men nu niet heeft kunnen ontdekken uit krachte van welke Refolutie deeze rente allereerst is gebragt op den Staat van Oorlog, is het echter meer dan waarfchynlyk, dat eene diergelyke Refolutie voor handen is , dewyl men niet kan onderftellen, dat de Provinciën deeze post anderzints zouden hebben geadmitteerd ide /ifd. Staat van Oor-  §6 GENERAAL RAPPORT VAN ZÜe Afd. Staat van Oorlog» teerd op den Staat van Oorlog, op welken ze allereerst voorkomt in het jaar 1649. De vier gemelde renten bedraagcn te zaamen een fom van agt en dertig duizend en zes honderd guldens 's jaars, alle losbaar tegen den penning twintig, en dus met een Capitaal van zevenmaal honderd twee en zeventig duizend guldens. Sommige dei'zelven zyn reeds geheel of gedeeltelyk afgelost door de Provincie van Holland , te weeten van de rente ten behoeven van de Erven van Prints Maurits van Nasfau is gelost een fom van twee duizend vier honderd guldens 'sjaars, met een Capitaal van agt en veertig duizend guldens- Die van den Grave van Hohenlo tot vyf duizend zes honderd guldens 's jaars is geheel afgelegd; zoo ook de rente van zes duizend ten behoeven van de Vrouwen Dochters van Prins Willem van Orange , de eerlte met een Capitaal (naar rato van den penning twintig) van honderd en twaalf duizend, en de tweede van honderd en twintig duizend guldens, doch het overig gedeelte . der rente van Prins Maurits ter repartitie van Holland, Zeeland en Utrecht ftaande, en de rente van twee duizend guldens voor Mevrouwe Louifa van Nasfau , Keurvorftinne van de Paltz zyn nog onafgelost, en worden alle jaar promptelyk betaald. Naardien echter de voorfehreeve losfingcn niet zyn gedaan van Generaliteits weege , of door de Generaliteit gerettitueerd aan de Provincie van Holland , gelyk had behooren te gefchicden, dewyl alle de voorfehreeve renten loopen ten lasten van het geheele Bondgenootfchap; maar dat integendeel aan welgemelde Provincie deswegens nog competeert een fom van  HET FINANCIE-WEEZEN. 9? tan tweemaal honderd en tachtig deizend guldens, zoo is men tot dus verre in de onmogelykhèid geweest, om den Staat van Oorlog met het montant der afgeloste renten te verminderen, en de Provinciën te ontheffen van deverplichting om .te betaalen een zoo hoogen Interest als is die van vyf per cent, waar op deeze renten gefield zyn. Het zöude defhalven te wenfehen zyn, dat dè Bondgenooten konden befluiten om deeze fcliuld geheel af te leggen ; waar toe zóo als reeds gezegd is,niet meer vereischt word,dan een fom van zevenmaal honderd twee en zeventig duizend, daar onder meede begreepen de fom van tweemaal honderd en tachtig duizend guldens, die aan de Provincie van Hol- . land meet worden gereftitueerd, in welk geval dit Capittel koirde geligt worden, uk den Staat van Oorlog, en het montant van dezelve verminderd met een fom van agt en dertig dui- , zend en zes honderd guldens 's jaars. Wy geeve'n daarom. Ü Hoog Mogende in : bedenken, om de Heeren Staaten der refpeclive Provinciën te verzoeken, de voorfehreeve fom van zevenmaal honderd en twéé èn zeventig duizend guldens te furneeren ten Coraptoire Generaal der Unie, om te dienen tot aflosfing van de nog refteerende renten, en tot reftitutie aan de Provincie van Holland van het geen desweegens door haar is betaald, zullende inmiddels, en zoo Lang de Bondgenooten daar in niet hebben bewilligd , dit geheele Capittel behooren te blyven op den Staat van Oorlog. Hët Capittel der hyfpenfioenen bevat even,; 1 als de voorgaande Capittels eenige posten, die( I kunnen geligt worden, te weeten: II. Deel. G Het Idt Afi. Staat van Oer* hg. [eftiendë 'apitttl.  <* tr ' Het penfioen van zes duizend guldens 's jaars voor Mevrouw de Princes Carolii na van Orange Cn Nasfau. Het penfioen van Jacob van Bergen tot vyf en zeventig guldens 's jaars. En dat van Maria Dolïiers, Weduwe wylen den Predikant Brousfon tot zes honderd guldens 's jaars , ter repartitie van Holland ftaande. Dat van Maria van Velfen tot vyf en twintig guldens, van Jan Robbert tot agt honderd, cn Anna Roleer, Dochter van Joliannes Roleer tot zes honderd guldens 's jaars, ter repartitie van Zeeland. Van Zyne Koninglyke Majefteit van Pruisfen tot vier duizend guldens, en van Anna Elifabeth Volkering tot acht hondeir1 guldens 's jaars, ter repartitie van Utrecht. Van Ilenrietta /Emilia, gebooren Princes van Orange, Furftinne van Anhalt tot, acht duizend .guldens's jaars, ter repartitie van Vriesland. Van Arent Pieter Waas, een van de Entrepencurs van Blokzyl tot honden', cn van Adam Hasfelhout, genaamd vStokkum , tot vier honderd guldens 's jaars , ter repartitie van Overysfel, en Van Walther Warner van Embden, ten reguarde van den dienst in het herneemen van Coeverden tot drie honderd guldens. ter repartitie van Stad en Lande. Vermits alle dc Perfoonen, ten wiens begeven deeze pennoenen geaccordeerd waren , eds zyn overleed enDe verdere pennoenen in dit Capittcl ftaan: ,'behooren op den Staat van Oorlog tc bly;n, zoo lang de Perfoonen, die dezehen tikken, in leeven zvn.  HET FIN ANC IE-WEEZE N. 99 - Doch ren aanzien van de post van tien duizend guldens 's jaars onder dit Capittel meede voorkomende, die volgens Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 19 September 1690 moest dienen voor onderhoud van eenige Franfche brouwen van Conditie, om de Religie herwaards gevlugt, zal eenige voorziening noodig zyn, Deeze post naamelyk was wel eer een penfioen van de Hertoginne van Zimmcren, gebooren Princesfe van Orange, geduurende haar leeven en Wedujvlyken ftaat, geaccordeerd by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 20 Mey 1681, en als toen gcrepartitieerd op de Provincie van Vriesland, doch na het overlyden van deeze Vorffinne , wierd de Raad van vStaate door U Hoog Mogende verzogt by Refolutie van den 16 November 1688 , om de voorfehreeve fom te repartitieeren over alle de Provinciën, op dat daar uit aan Franfche gerefugieerde Vrouwen van Conditie, eenige fubfiltentie toegelegd zoude kunnen worden; dat* hier in maakte de Raad zwaarigheid , begrypende dat dit Lyfpenfioen door de dood van voornoemde Princes vervallen zynde, volgens de ordre en gronden van Regeering niet vermogt te worden gecontinueerd op den Staat van Oorlog, inzonderheid met eene zeekereaffectatie buitc-n voorgaand Content van de gezamentlyke Bondgenooten, tot dat. qp de Petitie voor onderhoud deezer ongelukkige Vluchtelingen, bevoorens gedaan, by ;de Heeren Staaten van de refpecfive Provinciën dienthalven zoude zyn gedraagen het noodig Confeut, doch deeze zwaarigheid vervolgens weggenomen zynde, wierd door U Hoog Mogende opden 19 September 1690 gerefolveerd, dat op den Staat van Oorlog zoude worden gebragt een Geldpost van tien duizend guldens'sjaars, om -aan eenige Franfche gerefugieerde Vrouwen gediltribueerd te worden, en die. fom geilek!ter G 2. dis- 3de Afd. Staat 'an Oir-  j 3de Afd. Staat van Oorlog. i 1 1 j i "■"""3 ,*1 mé .co GENERAAL RAPPORT VAN dispofitie van Haare Koninglyke Majefteit van Groot-Brittannienv Waarfchytielyk heeft de post tot dit oogmerk veele jaaren gediend j dan daar de Perfoonen, voor welkers onderhoud ze ooriprongelyk gefchikt was, al over lang zynuitgeltorven, zoo worden deeze gelden thands niet meer geëmploieerd tot het voorfchreeven einde, en men zoude dus deeze post geheel kunnen ligt :en uit den Staat van Oorlog, zoo men niet tvas geïnformeerd, dat daar uit nog werkelyk lan fommige Nederlandfche Vrouwen een zeeter jaarlyks penfioen word betaald, het geen geduurende haar leeven dient gecontinueerd te worden, maar met derzelver ovcrlydenbehoort ap te houden. w ■ ,->£(jöi isdmovi Yt ■ bt *b45 iicv' tijof»»! Verrnits echter fby dc Generaliteit niet becend is, Welke perfoonen met deeze penlioelen zyn begunltigd, noch ook hoe veel dezeltcn thans bedraagen, en men verzeekerd dient :e zyn, dat de vacant vallende niet meer aan mderen zullen worden begeevön , zoo zouden vy van gedachten zyn^ dat VÖordaan geene jetaalingeu van diergelyke 'penfiöenen zullen ;edaan worden, dan aan zoodanige Vrouwen, lie dezelve a&ueel trekken en door het overzenden van jaarlykfehe atteftatien van haar keren, aan den Raad van Staaten zullen doen )lyken, terwyl de Heeren Staaten van de Provincie van Holland, ter welkers repartitie deze jost gefield is, door U Hoog Mogende zoulen behoören verzogt te Worden, om aan den laad van Staate op te geeveh de naamen van ille deeze Perfoonen en het quahtum der penioerien, waar meede zy ter Financie van weifemelde Provincie bekend zyn. ; iii i Het volgend Capittel bevattende de traclenenten der Officieren van de Munt , behoeft gea  'HET FINANCIE-WEEZEN. ïoi geene verandering te ondergaan, en zal dus op den nieuwen Staat van Oorlog behooren gebragt te worden op gelyken voet als op den voorgaandcn. Wy remarqueeren alleen tot opheldering van de posten in het zelve voorkoomende, dat volgens Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 30 Mey 1587, het getal der Raaden en Generaalmeefters van de Munt is gefteld op dne_, ten aartzien 'van oude tyden niet mier als dril Generaals van de Munten in alle de Nederlanden en zyn gehouden, het welk nader is bevestigd by ,Üwer Hoog Mogende Refolutie van den ïü October 1617, genomen op de Requestevanjacques Nispen „ hebbende van U Hoog „ Mogende in den jaare 1610 verkreegen ex„ pedatif van het Generaalmeefterfchap van de „ Munte, na den dood van zynen Vader, ten „ einde tot de' bediening van het voorfehreeve „ Ampt zoude worden gedepêcheerd Commisfie ,' in gewoonlyke forme op zyn Suppliants Pcr- foon." Welk verzoek door U Hoog Mogende wel wierd geaccordeerd, dochteffenseenparig gerefolveerd, dat men alleen drie Gcneraalmeeéers van de Munte in den dienst van de Generaliteit zoude onderhouden. En deeze bepaaling van het getal der Muntmeelters-Generaal, is op nieuw gemaakt by Uwer Hoog Mogende Refolutie. van den 5 September 1637 , waar by onder anderen is verdaan, „ dat men het vborfz. getal van drie hier na niet zal mogen vermeerderen , ook niet „ onder pretext van halve gage, ofte alleen op „ vacatiën , en zelfs niet om zonder gage , „ wedden of vacatiën te dienen; ende op dat „ het zelve Ampt' onyerbreékelyk op het zelve „ getal mogte in het toekomende meede bly- ven, dat geene vergrootinge op wat pretext ' het zoude mogen zyn, van dit getal van drie G 3 » Zï>l \de Afd. Staat van Oqr-t ■eg. Zeven, tiende Capittel. Officieren van de Munt.  im GENERAAL RAPPORT VAN Zde Afd. Staat van Oor- „ zal mogen gedaan worden, en zoo wanneer „ het zelve fubrebtivelyk zoude mogen geten,, deerd worden, dat zulks met eene ftemme al,, leen zal mogen belet worden." Derzelver traclement bedroeg voorheen veel minder, doch is door U Hoog Mogende op den 27 Mey deszelven jaars gebragt op twaalf honderd guldens; terwyl de fom van zes honderd guldens *s jaars aan ieder van dezelven toegelegd voor Reiskosten, is geaccordeerd by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 3 February 1645, waar tegens zy de Schuits- en Wagenvragten in conformiteit van de prefentatie den 1 Juny 1630 gedaan, moesten neemen tot hun laste. Uit krachte van U Hoog Mogende Refolutie v*n den 27 Mey 1637, zoo even aangehaald , genoot de Esfaijeur - Generaal voormaals een traétement van elf honderd' guldens, doch zulks Is zedcrd verminderd tot op zeven honderd guldens 'sjaars , waar meede hy voorkomt op den Staat van Oorlog voor het jaar 1649 , hoven dien is hem by des Raads Refolutie van den 27 September 1667 nog toegevoegd een fom van twee honderd guldens 'sjaars voorde onkosten van lackagie, kooien, fterk water , capelle, zilver glaafen en andere noodigeEsfayInltrumenten, waar voor hy bevoorens cn zederd het jaar 1649 •> twee honderd en vyftig guldens 's jaars had genooten, en welke fom van twee honderd guldens (hoewel ten onregt) op den ftaat van Oorlog ftaat uitgetrokken voor reiskosten tot Esfaijen aan te wenden. Wat betreft het tracbement van den Secretaris van de Munt, het zelve is door U Hoog Mogende den 8 Juny 1673, van de fom van negen honderd guldens aan den Glercq van de Generaalrncesters der Munten toegelegd , by Re-  HET FINANCIE-WEEZEN. 103 Refolutie van den 2 July 1633, voor het ver-; volg gereduceerd , op zes honderd guldens , edoch wanneer en by welke Refolutie de Ka 1 nierbewaarder van de Munt heeft verkrecgen/ een fom van honderd en vyftig guldens'sjaars, is ons niet gebleeken; alleenlyk kan men zien uit de Notulen van U Hoog Mogende van den 29 November 1628 , dat dit traétement als toen reeds de genoemde fom van honderd en vyftig guldens bedroeg. Voor het fluiten of ftilftaan der Ryks-Munten word zederd het jaar 1695, in een afzonderlyk Capittel gebragt ter repartitie van Gelderland, Overysfel en Stad en Lande, en ten behoeven van de Steden Nymegen, Zutphen, Deventer, Campen, Zwol en Groningen, een fom van vier duizend guldens, bedraagende te zaamen voor de zes genoemde Steden vier en twintig duizend guldens 's jaars, volgens eene Conventie deswegens met dezelven aangegaan. Dewyl echter by deeze Conventie flegts voor een bepaald getaf jaaren de ffilftand der RyksMunten was bedongen, blykens Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 16 April 1694, zoo' hebben U Hoog Mogende b'y Refolutie van den 22 October 1703 verdaan, datdeMagiftrajftèri van de Steden daar de voorfehreeve Munten zyn, zouden worden verzogt onder de voorfehreeve recognitie van vier duizend guldens 's jaars, haare Munten wederom voor .;rie of meerder jaaren te laaten ftilftaan; en het is vervolgens uit krachte van deeze Refolutie , dat by aanhoudentheid de meergemelde recognitie jaarlyks op den Staat van Oorlog is gebragt. Het is niet noodig ons in te laaten in veele oudheidkundige naarfpooringeii, over den oorfprong cn het recht deezer Munten, daar het G 4 toch de Afd. Staat an Oor- dgtienda kapittel. Ryks•nunten,  iP4 GENERAAL RAPPORT VAN 3* 4fd. 6 taai van Oorlog. toch zeeker is, dat U Hoog Mogende al vroeg hebben erkend het recht van .de meergemelde Steden om.te mogen munten, en over den ftilftand van derzelyer Muntflag Schikkingen gemaakt hebben. Zoo vindt men dat reeds in het jaar 1595 by. Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 5 January aan ieder van de Steden Nymcgen, Deventer, Campen en Zwol is geaccordeerd een fom van drie duizend guldens tot behoef van de Fortificatiën derzelver Steden, en ten einde daar voor haar luider Ryksmunt voor den tyd van een jaar naastkomeqde jn ftihtand te houden. En uit Uwer Hoog Mogende Refolutie van den • 20 Maart 1606 blykt, dat als toen met elk van de Steden geregtigd om tc munten, daar onder moede begrypende de Stad Zutphen, by zoo verre als dezelve zoude doen blyken, dat zy insgelyks gepriviligeerd was Munte te liaan, is verdragen, om aan haar voor den flilftand van het Muntwerk den tyd van drie jaaren te döen yerftrekken de fom van zes dut? zend guldens eens, omme die te emploijeeren aan haar lieder Fortificatiën, met referve aan de zyde van U Hoog Mogende , na verloop van die drie jaaren den bepaalden tyd te mogen prolongeeren, of het voorfchreeven accoord te yerlaaten ; dan vermits hier uit fcheen te volgen ., dat. U Hoog Mogende hadden verkreegen de bevoegdheid om de gemelde optie in infiniturn te continueeren, verklaarden U Hoog Mogende op den 8 Mey 1606, tot wegneeming van alle twylfelagtigheid, en tot voorkoming van misverftand by de voorfehreeve handeling, geene verdere optie aan zich te hebben behouden, dan dat de cerfte drie jaaren geëxpireerd weezende , dezelve yoor nog andere drie jaaren zou-  HET FIN ANC IE-WEEZE N. ïo5' wouden mogen gecontinueerd worden ; gelyk; zeederd gefchiedde by Uwer Hoog Mogende' Refolutie van den 10 September 1609. 5 'ixih,v ■:■ .■bav B-fbic at• :;;:;rrii»kvü 1. \, ") Deeze fommen wierden vervolgen? gebragt op den Staat van Oorlog,- en komen op dezelve voor tot het jaar 1655 , wanneer ze ingevolge des Raads Refolutie. van den 28 December 1655 geligt wierden, dewyl men bevond dat ze eertyds maar voor eenige jaaren zints lange vet jïreeken , waren, geaccordeerd, en ook dat de voorfchreeven Munten niet geflooten blee'" Vffif-;, afbfcsJ jy, jwfi.w-aiSfcli.lHJ T l 1 1 Rapport ;van de .tweede Carrimi'De -pa„' ioy. [IK, t 1  Ui GÉNÉRAAL RAPPORT VAN l'de Afd Staat van Oor hg. weggenomen alle ongelykheeden in de betaalirig der Militie ; dan daar wy ons niet durven vleijen met het goed lucces van deezen voorilag , .maar veel eer denken , dat dezelve wel mag gereekend worden te behooren onder die geenen, welke eerder te wenfchen dan te verwagten zyn , zoo zouden wy door ons eenvouwig met dat voötftel te voegen, 'weinig of niets hebben toegebragt tot eene meer gelyke en betere behandeling van de Militie. Het is derhalven noodig, dat 'er een ander middel worde uitgedagt , waar door dit óógmerk kan worden bereikt, by aldiên namelyk de voorflag van de tweede Commisfie geen 'ingang mogt vindén by de Staaten van de ferpective Provinciën : dit middel zoude moeten beItaan Tir eene gelyke Voet van korting door alle ie' Provinciën , dan- daar het onmogelyk was 2cn diergelyken egalen voet voor te draagen, zoo lang men onkundig was van de kortingen en belastingen, waar aan de Militie tegenwoordig onderhcevig is: zoo hebben wy begonnen met na te gaan, en aan ons te doen opgeeveu de kortingen , die thands in gebruik zyn, -en vóegen die opgaven hier agter onder de Bylaagen lub Litt. Q. No; i, aen 3, ten einde U Hoog Mogende te doen zien^ hoe zeer de Militie daar door word bezwaard en op welk zenen ongelyken voet dezelve tot hier toe ié behandeld. Het zoude ons nogtk&ids te. ver afleiden , hy aldien wy de oorfprong van alle deeze kortingen , van welken fommigen zeer oud, en reeds op den Staat van Oorlog van 1595 bekend zyn , zoo als by voorbeeld de korting van den 100(ten penning en de gewoonte om de loopende maand te reekenen tegen 32 dagen, afzonderlyk wilden naargaan , en zullen ons daarom vergenoegen met U Hoog Mogende kortelyk Voor  HÉT FINANCIE-WEEZEN. 113 Voor te draagen de veranderingen, welke daar: •in naar onze gedachten zouden behoorenplaats te hebben. ' i Wy vermeenen dan, dat in het generaal Van alle de ibldye Ordonnantiën door alle de Provinciën, ten haaren behoeven niet meer dient gekort te worden dan een honderdfte en twee honderdtte penning. Dat de fóldyen, die de Provinciën van Holland en Utrecht , (te weeten de eerlte vier en de andere de loopende Hecre maand) ten agteren zyn, behooren te worden aan betaald, waar toe de Staaten van die beide Provinciën door U Hoog Mog. zouden kunnen verzogt worden. Dat van de traétementen der Subalterne Officieren , die in de foldye Ordonnantiën zyn begreepen, geene andere korting dient te ge^fenieden, dan die geene , welke omtrent dc volle Ordonnantie plaats heeft. Dat van de overige tractementen Van Generaals af tot Ritmeetters en Capiteinstract.cn] en-1 ten incluis , in den tyd van de eerlte vier jaaren van hunne aanftelling een geheel jaar traétement kan gekort worden, zoo als by de Pro* vincien van Holland, Zeeland en Utrecht gebruikelyk is , dan dat de equivalenten, welken men gewoon is in de Provinciën van Vriesland en Stad en Lande door die Officieren te doen betaalen, daar na behooren gemodereerd, en de Staaten van die beide Provinciën daar toe door U Hoog Mogende verzogt te worden-, en aan die van Gelderland, Overysfel en Drenthe'vry gelaaten, om deeze belasting al meede hl den haare te introduceeren. Dat echter deeze korting, voor zoo vérre H. Dbkl. H d* \de Afd. Staat •an Oor-  ii4 GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd. Staat van Oirkg. dezelve reeds betaald mogt zyn, geen plaats moet hebben, wanneer een Officier op eene ai* dere repartitie word overgebragr. En eindelyk dat zouden behooren verzogt te worden de Staaten van de Provincie van Utrecht, om van de Subalterne Officieren niet meer te vorderen, het geen thands door dezelven by hunne aanftelling word betaald, en de Staaten van de Provinciën van Zeeland, Utrecht, Vriesland en Stad en Lande, om alle andere kortingen op de tractementen af te fchaffen. Wat betreft de verdere belastingen, zoo komt het ons voor, dat omtrend de kosten deiZegels niet wel eene verandering kan worden gemaakt, dewyl dezelven niet gemakkelyk op eenen eenparigen voet in de Provinciën te brengen zyn , uit hoofde van het merkelyk verfchil, liet welk ten aanzien van het Zegel in de refpective Provinciën plaats heeft, wy merken alleen maar aan , dat die Provinciën, binnen welken geen Zegels betaald worden, :ene andere belasting in plaats van derzelver nontant behooren te kunnen invoeren. Ter,vyl wy voorts van gedachten zyn, Dat van iedere Soldye Ordonnantie niet meer dan drie Huivers van het honderd van derzelver beloop behoort te worden gekort, om geëmploycerd te worden tot jura zoo voor de Provinciale Secretarien, Comptoiren van de_ Financien als anderzints, en daar en boven jaarlyks aan de Secretarisfen of Griffiers tot een douceur betaald van een Compagnie Cavalerie . • • f 5 j 5l° Van een Compagnie Zwitfersen j | Artillerie . • • 6 i 610 Van een Compagnie Infanterie | 3 3(0 Voorts van alle de Militaire tractementen, die  HET FIN ANCIE-WEEZEN. 115 die niet onder de Soldye Ordonnantie zyn begreepen een huif per cent 's jaars, en voor de regiflratie van de Commisfien eenmaal een cn een halt' per cent van het jaarlyks beloop der tractementen zonder meer. Dat Officieren titulaire Actes bekomende, daar onder meede begreepen Generaals, Lieutenant-Generaals en Generaais-Major behooren verplicht te zyn, hunne Commisfien te vertoonen in de Secretarien van de relpective Provinciën , op welken of zy zelvcn, of de Regimenten , in welken zy dienen, gerepartïtieerd zyn, om gratis te worden geregiftreerd , dat van penfioenen geen jura dienen gevorderden! te worden, en dat al het zelve behóórt plaats te hebben niet alleen omtrent de Nationaale, maar in het generaal omtrend alle deTroupes in dienst van den Staat zynde. Het fpreekt van zelfs; dat in die Provinciën, binnen welken dc jura worden verminderd, de Ministers dienen gededommageerd te worden, en dat het aan de Staaten van zoodanige Provinciën, alwaar voorheen geen jura Wierden betaald, behoort vry te ftaan, om de belasting , die zy op de Militie in plaats van jura zouden willen leggen, te brengen in de Provinciaale Kas of daar omtrent naar goedvinden te disponeeren. Eiudelyk vermeenen wy met opzicht tot de Leges, die zoo in de Secretarie van Zyne Hoogheid , als in de Comptoiren cn aan dc verdere Amptenaaren van de Generaliteit worden betaald, dat door U Hoog Mog. zoude behooren gemodereerd en bepaald te worden , het geen derzelver Kamerbewaarders , die van de Griffie, de Trompetters (zoo lang deeze niet zullen zyn uitgeftorven) Bodens', Postknegt en Dienders gewoon zyn te ontfangen H s van l4e Afd. Sta -t van Oor'og.  iiö GENERAAL RAPPORT VAN ;de Afd Maat van Oorlog. 0 ergang tot het Schema der beide Staaf en van Oorlog. van de Generaals , Lieutenant- Generaals en Generaals-Major, en door den Raad van Staate van gelyke gemodereerd en bepaald, hetgeen derzelver Kamerbewaarders genieten, en in het generaal die voorziening gedaan, dat het geen ter Secretarie en Thefaurie word betaald, als meede het geen de Bodens, Postknegt en Dienders thands trekken van zoodanige Militaire Officieren , die by den Raad van Commisfien worden voorzien, buiten kennis van den Raad niet worde verhoogd, terwyl het best zal zyn de overige Leges te laaten blyven op den ouden voet. Deeze zyn, Hoog Mogende Heeren! onze cnnfidcratien over de generale en byzondere gebreken van de Ordinaris en Extraordinaris Staaten van Oorlog; wy gaan nu over om nader te overweegen het Schema van die beide Staaten, door de Heeren Gecommitteerden van den Raad , met overleg van Zyne Doorluchtige Hoogheid ontworpen, en met eenige geringe veranderingen overlegd onder dc Bylaagen van dit Rapport, fub Litt. R. i, 2 en 3. Was het doelwit der Bondgenooten in het doen nagaan, van de Financieele reflectien door de Provinciën van tyd tot tyd op dc Staaten van Oorlog gemaakt, dat dezelven door middel van dit onderzoek zouden gezuiverd worden van de gebreken, daar in gevonden wordende, en hebben wy om die reden getragt die «rebreken te ontdekken , en dc middelen van redres aan te wyzen , dit Schema moet dienen, om overcenkomitig de middelen door ons aan de hand gegeeven tegens die gebreken te voorzien. Hetzelve bevat in zich een geheel nieuw ontwerp zoo van den Ordinaris als van den Extraordinaris Staat van Oorlog, en beftaat derhalven uit twee deelen, welke daar in van elkander  HET FINANCTE-WEEZEN. 117 kander onderfcheiden zyn, dat op de eerde te .weeten de Ordinaris Staat geene andere posten gevonden worden, dan zoodanige, die aan eene jaarlykfehe vermeerdering of vermindering -niet onderheevig zyn, waar van men dus het precife montant a priori kan bepalen, en welke daarom met recht permanente posten kunnen genoemd worden. Hoedanige zyn de Militie, de Militaire tractementen, die der Gedeputeerdens buiten 's Lands, Wagtmeesters en Majors, Bediendens van Artillerie, Vivres en Magazynen, Directeurs en Ingenieurs, Officieren van de Juftitie, Doctoren en Chirurgyns, Officieren van de Munt, en de onkosten ter zaake van het fluiten der Ryksmunten. En dat daar en tcegen op den Extraordinaris Staat zyn geftelt alle de uitftervende lasten, mitsgaders die posten, van welken de jaarjykfche uitgaven onzeeker zyn, en waar over derhalven eene jaarlykfehe liquidatie noodig is. .Wat nu aangaat de wyze, op welke de verfchülendè posten in de opgenoemde Capittels van den Ordinaris Staat voorkomende gebragt zyn, de berekening daar van is gedaan ten aanzien van de Militie, overeenkomttig het Plan door Zyne Doorluchtige Hoogheid den 17 April 1789 aan U Hoog Mog. tot verbetering van de Armée voorgedraagen, en door de Gedeputeerden van de refpeótive Provinciën ter kennisfe van hunne Hooge Committenten gebragt, naameïyk voor zoo veel betreft de Cavallerie, Dragonders, Husfaren, de Nationaale, Duitfche en Walfche Infanterie, de Staven van alle die Regimenten en het Corps Mariniers, want de verdere Corpfcn by dat Plan onaangeroerd gelaaten, zyn op dit Schema uitgetrokken op denzelfden voet als tot hier toe op den Staat • van Oorlog gedaan hebben, echter met die geringe verandering dat de beide Regimenten H 3 Zwit- 3de /fd. Staat van Oor* log.  Sdê Afd Staat van Oor log. Rapport Tan dc Commisüe tot het DefenSeWeezeap. 86. en 87. iï8 GENERAAL RAPPOR.T VAN Zwitfers van het Canton van Zurich j geleid wordende door den Generaal Major Hirzel, en van de drie Cantons van Schafhauzen ,' Glaris en Appenzel, geleid wordende door den Generaal Major Stqckar de Ncuforn bereekend zyn, ingevolge Uwer Hoog Mog. Réfóhtóe' van den 7 Maart 1788, cn dat van elke Compagnie Artillerie vyf, en dat van elke Compagnie Mineurs vier Hoofden zyn afgetrokken, die tot hier toe minder wierden aangehouden, dan welke korting voordaan zal behooren op te houdenl Belangende het Corps Pontonniers, op dit Schema al meede gebragt, hetzelve is gefchied in de veronderftelling , dat de Bondgenooten zullen aggfeëeren den voorflag door de tweede pcrfoncele Commlsfie tot vermeerdering en verbetering van dit Corps aan U Hoog Mog. gedaan , het welk als" zeer nuttig zynde voor den dienst van 't Land, Wy niet kunnen nalaaten by deeze gelcegcnlieid aan U Hoog Mog. ten ftcrkfb aan te pryzen, tcrwyl wy, by aldien dit voorftel onvcrhooptclyk geen ingang mogt Vinden by dc Staaten van dc refpeétive Provinciën, alhier moeten herhaalen, het geen boven pag. 266. (*) door ons gezegd is van de post van vier duizend zeven honderd twee en zestig guldens 's jaars voor het onderhoud der Gierbruggen 'op de voorigen Staaten van Oorlog geftaan hebbende, en waar uit de foldyeu van de Compagnie Pontonniers by continuatie zyn betaald, naamelyk dat de gemelde post in dat geval niet zal kunnen ontbeerd worden, maar op den Staat van Oorlog behooren te blyven. De veranderingen in de verdere Capittels van den Staat van Oorlog gemaakt , en door Gecommitteerden uit den "Raad agter elk Capittel van dit Schema opgetcckend, berusten op de con- (*) Zie hier voor Bladz. 81.  HET FIN ANCIE-WEE ZEN. 119 confideratien door ons bereids voorgedraagen, by de behandeling van den thands nog loopenden Staat van Oorlog, zoo als uit eene vcrgelyking van het een en ander aan U Hoog Mog ! zal blyken. Zoo zyn by voorbeeld in het Capittel van Militaire tractementen niet gebragt de traétementen van den Quartiermeefter Generaal van de Infanterie, en van drie Predikanten by de geweezene Schotfche Regimenten, noch ook de fommen , met welken de tractementen der Adjudanten van Zyne Hoogheid behooren verminderd te w< ruen, nadien het ons met Zyne Hoogheid toefcheen, dat de pos: van Quartiermeefter Generaal van de Infanterie koude gemortificeerd, en de tractementen der voornoemde Adjudanten voor het vervolg bepaald worden , overeenkomftig de Propofitie daar toe p. 171 en 172. gedaan , terwyl de traétementen van de drie Predikanten by de Schotfche Regimenten, ingevolge Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 23 December 1782 by de eerfte vacature van den Staat van Oorlog moeten gelaaten worden; waar door dus deeze posten ophouden te behooren tot de permanente lasten , uit welke de Ordinaris Staat alleen is zaamen gcfteld. Van gelyke zyn onder deeze Capittels niet gebragt alle die posten van den voorigen Staat, welke als deode of fmokkelposten bekend zyn; en daarom geroyeerd dienen te worden. Daar en tegen is het Corps van de Genie thands by dit Schema uitgetrokken op den voet by Uwer Hoog Mog. Refolutie van den 15 Mey 1786 gearreireerd, en dus met de verhooging der tractementen als toen geaccordeerd, doch zeedert op den Extraordinaris Staat voor het jaar 1787 geplaatst, om redenen p. 187 opgegeeven. JXllc de Capittelen van dit Schema, die tot H 4 dus 2de Afd. Staat van Oor'og.  iao GENERAAL RAPPORT VAN 3 |  iSs GENERAAL RAPPORT VAN %de Afd, Staat van Oorlog. belang, dat het noodig zoude weczen om het zelve door middel van liquidatie te vereffenen, dewyl het montant van die beide posten is genoomen, in evenreedigheid van het geen daarop geduurende veele jaaren is betaald, zoo dat op geene derzelven eenig aanmerkclyk profyt te wagten is, maar veel eer in cas van Extraordinaris bezendingen meerder zal worden uitgegeeven. In allen geval zoude het voordeel uit eene diergelyke vereffening of liquidatie voor alle de Bondgenooten te trekken , naar onze gedachten niet kunnen opweegen, of vergoeden de nadeelen en inconvenienten, die eene jaarlykfehe liquidatie over deeze posten zoude te weeg brengen , en door ons zoo even zyn aangeweezen; en wy vertrouwen dan ook, dat de Bondgenooten de bygebragte redenen voor voldoende zullen houden, om deeze beide posten op den Ordinaris Staat van Oorlog te laaten blyven. Uit het geen tot hier toe gezegd is van dc posten die in het vervolg de Ordinaris Staat van Oorlog behooren uit te maaken, hebben U Hoog Mog. reeds kunnen bemerken , uit welke posten de Extraordinaris Staat zal zyn zaamgefteld, naamclyk uit de zoodanigen, die aan eene jaarlykfehe verandering onderheevig zyn , naardien ze beftaan of in uitftervende posten gelyk de Lyfpenfioenen, de penfioenen van de gereduceerde Officieren, de tractementen van fommige Officieren en Bedienden, welker Ampten naar ons inzien kunnen verminderd of geraortificeerd worden en diergelyke meer; of in temporaire lasten, zoo als zyn de fublidien aan den Furst van Waldek, den Keurvorst van Keulen, de West-Indifche Compagnie, de Colonie van Surinamen en de verhooging door eenige Ingenieurs gehooten wordende; of eindelyk in zoodanige posten, van welken het jaarlyksch precife beloop a priori niet kan worden bepaald, dewyl men vooraf niet weet, hoe veel op  HET FIN AN CIE-WEEZEN. 123 op ieder van dezelven in elk jaar zal worden § uitffèsteevén, waar over derhalvcn noodzaakelyk alle jaar eene liquidatie behoort plaats te* hebben , hocdanige zyn de post voor de Ap-/ poinctés , de kosten voor de Marine en de posten voorkomende in het Capittel van andere onkosten. Een groot aantal deezer posten, is tot hier toe op den Ordinaris Staat geplaatst geweest, zoo als de Lyfpenfioenen, de Gereformeerde Officieren , de Appoinctés, het Capittel van andere onkosten en meer anderen; dan zulks gataanleiding , dat telkens, al was 'er maar een geringe post afgeftorvcn een geheel nieuwe Ordinaris Staat moest geformeerd worden. Liet was dus noodig, om ook dit gebrek by deeze geleegendheid te verhelpen. Tot dat einde zyn doÖÏ Gecommitteerden van den Raad alle de Uitftervende cn by raaming bereekende posten , die tot dus verre op den Ordinaris Staat van Oorlog geftaan hadden, daar uit geligt en op den Extraordinaris Staat overbragt , en alzoo voldaan aan de reflectien deswegens op p. 155door ons gemaakt. Voor het overige is de inrigting van deeze Extraordinaris Staat wederom in alles overeenkomftig aan onze reeds opgegecvene confideratréh, en zyn de verfchillende posten, op denzelven gebragt tot zoodanige fommen uitgetrokken , als wy hadden gemeend daar voor te moeten ftcllcn, of voor zoo verre betreft dö uitftervende lasten, tot de fommen welke dezelven gercekend worden, thans effective te bedraagen. Naar dien echter onder de alzoo gebragte posten fommigen gevonden worden, die voorI heen op den "Staat van Oorlog niet zyn bekend ge- de Afd. Staat an Oor- Nieuwe posten op het Schema voor» komends.  i24 GENERAAL RAPPORT VAN 3* Jfd. Staat van Oor» hg. Subfïdie aan den Furft var, Waldeck Sulftdit aan den geweest, en daar onder eenigen, welke geheel nieuwe posten zyn, zoo zal het noodig weezen over elk dcrzelven nog het een en ander tot opheldering hier by te voegen. Dezelven zyn vyf in getal, te weeten: i. de jaarlykfehe fubfidien aan den Furst van Waldeck en den Keurvorst van Keulen, 2. de post vuor Officieren door ouderdom of andcrzints buiten ftaat geraakt, om den Lande langer te dienen, 3. de post voor hei jaarlyksch doen campeeren van een gedeelte der Troupes van den Staat, 4, de post tot verbetering van de defenfie der Frontieren en om de Magazynen van het 1100dige Gefchut , en verdere voorraad te kunnen voorzien , en ten 5. de kosten van de Marine. Het fubfidie aan den Furst van Waldeck , bedraagt een fom :van ƒ 38500:0:0 's jaars aan ïioogstdenzelven toegezegd by het 9de Articul van de Conventie den 9 December 1-84 geflooten, voor het onderhouden van nog een vyfde Battaillon Infanterie, ten diende van de Republiek. Het zelve word echter niet betaald, wanneer het voorn. Battaillon zich hier te Lande bevindt, en is tot hier toe niet gebragt op den Staat van Oorlog, maar zeederd het vertrek van het Battaillon naar Duitschland , in het jaar 1785 door de Provincie van Holland voldaan , onder belofte, dat het geen desweegens zoude zyn voorgefchooten, by den eerstvolgendcn Staat aan haar zoude worden gsvalideerd , waarom dan ook dit fubfidie van dien tyd af aan op den eerst te formeeren Extraordinaris Staat van Oorlog behoordt gebragt te worden. Volgens de Conventie den 30 October 1784, aangegaan met den Keurvorst van Keulen, moest aan  HET FINANCIE-WEEZEN. 125 •aan Hoogstdenzelven geduurende tien jaaren betaald worden een jaarlyksch fubfidie van ƒ 180000:0:0, voor het onderhouden van drie Regimenten Infanterie ten dienlte van den Staat. Dan vermits de Provincie van Zeeland in dit fubfidie niet had bewilligd, en dat om die reden by de reeds gemelde Conventie was bedongen , dat van de voorfchreeven fom zoude worden afgetrokken de quote van eene Provincie, ter fomma van ƒ 16530:0:0, zoo is desweegens jaarlyks door de zes overige Provinciën maar betaald een fom van ƒ163470:0:0, welke vervolgens op dit Schema is uitgetrokken, en waar in voordaan alle Provinciën behooren .» te draagen; terwyl het niet redelyk zoude weei zen, dat de Provincie van Zetland ten dien opzigte langer boven haare meede Bondgenooten wierd bevoordeeld. Dit laatfte is derhalven geen nieuwe last voor '■ dc Bondgenooten, en zal even als het fubfidie i aan den Furst van Waldeck toegeftaan, op;) houden , wanneer de tyd , voor welken die I Conventien zyn aangegaan, zal zyn geëxpireerd, 1 en vervolgens van den Staat van Oorlog moeli ten geligt worden, ten waare de Bondgenooten als dan de continuatie van hetzelve noodig keurden, en uit dien hoofde met gemeene bewilliging tot eene prolongatie vamrdat fubfidie mogten befluiten. Ten aanzien van de post van ƒ 150000: o: c •> voor Officieren, door ouderdom of anderzints buiten ftaat geraakt om den Lande langer te t dienen, zoo remarqueeren wy, dat dezelve op ij dit Schema is gebragt in de veronderftelling dat ! de Bondgenooten zullen amplecteeren, de voori flag daar toe gedaan bv bet Plan door zyne j Hoogheid den 17 Maart 1789, tot verbetering / van "de Armée aan U Hoog Mog. voorgedraa{ gen, het geen bereids uitmaakt een object dei de- \de Afd. Staat van Oorlog.Keurvorst van Keulen. Penfioe ■ nen voor Opciet en buiten [laat geraakt te dienen.  X2Ö GENERAAL RAPPORT VAN 3de Afd. Staat van Oor log. Jaarlyk fckeCam pementen. Zie de derde voorflag van Zyne Hoogheid over het werk der Quotes, boven pag S9- O Verbett ring vat de Fron tieren e. Magazy tien deliberatien van de Staaten der rcfpeétive Provinciën , al waarom wy dan ook ons gevoeglyk kunnen dispenleeren van dezelve alhier breeder te fpreeken. Voor het doen campeeren van een gedeelte der Militie van den Staat, heeft men gemeend op dit Schema te moeten fteilen een post van vyftig duizend guldens 's jaars: de nooazaaklyJiheid om de Troupes te verzaamelen , en tot de groote Manoeuvres te exerceeren, wil men eene Armée hebben, die in ftaat is om neevens anderen te worden geëmployeerd met hoop van f'ucces, is oorzaak dat deeze post niet kan ontbeerd worden, en deeze noodzaakelykheid is zoo evident, dat ,er byna geen redenen noodig zyn om ze te adfiru'êeren , ook 'kan zulks door niemand worden in twyfel getrokken, die weet, dat noch Officieren noch Soldaaten in de groote Manoeuvres kunnen geöejfend worden , zoo men niet jaarlyks een gedeelte van de Armée kan doen verzaamelen. Plet is dus geheel onnoodig de nuttigheid van een diergelyke post nader te betoogen; en wy vergenoegen ons dan ook met alleen aan te merken, dat de fom waar op ze is begroot , eer te laag dan. te hoog genoomen is van wegens de zwaare kosten, die daar toe vereischt worden, en dat dezelve veel hooger zou moeten genoomen zyn, by aldien men niet verplicht was geweest eenig reguard te ftaan op de tegenwoordige gefteldheid van het Finaricieweezen der Provinciën. . De post van driemaal honderd duizend guli dens 's jaars , tot verbetering van de defenfie • der Frontieren, en om de Magazynen van het «noodig Gefchut en verdere voorraad te kunnen -voorzien, is even als de voorgaande een geheel nieuwe post; en gefchikt om te fubintreeren in de plaats van "Extraordinaris Petitiën, welke (*; Zie I Deel, Bladz. 76.  HET FINANCIE-WEEZEN. 127 welke men anderzints verplicht is tot de opgenoemde eindens te doen, by gebrek van andere toereikende Fondfen. Dan ook van deeze post kan zoo min als van die voor de jaarlykfehe Campementen de noodzaakelykheid worden tegengefprooken, en het zal genoeg zyn tot betoog van dien alhier in te voegen de volgende notabele periode voorkomende in de generale Petitie voor het jaar 1755. „ De Raad doet wel Petitiën tot de Fortifi„ catien , maar ziet ze zelden tot conclufie „ gebragt, als by opkomende of prefente noot, „ wanneer het de tyd niet is om de Frontie„ ren met nieuwe werken te dekken, maar om „ die 'er zyn wel te defendeeren. De tyd van „ Vrede is de tyd van fortificeeren. Men doet „ het dan met ryper overleg, men maakt be„ ter werk, en men heeft het beter koop, in „ de plaats dat men in tyd van nood dikwils ,, groote fommen uitgeeft, om met haast ge„ brcekige temporaire werken te maaken, die „ daar na ras vervallen; wat zoude 'er ge„ duurende eene dertigjaarige Vrede niet tot „ verfterking en verbetering der Fronticren „ hebben kunnen gedaan worden , indien 'er „ eene fortabele jaarlykfehe fomme tot dat ein„ de gedestilleerd, en met 'er daad opgebragt „ was geweest V de Bondgenooten gelieven dit „ Stuk als een zaak van de uiterfte importan- tie ter harte te neemen, en zich te houden voor gewaarfchouwd. De Republiek heeft „ magtige Nabuuren en wyd uitgeiïrekte Fron„ tieren. Had men eene vaste jaarlykfehe fom- me, ervarene Fortificatiemeesters zouden de „ gantfche Ringmuur van den Staat in aan- ie houw kunnen neemen, en overwegen, wel„ ke de meest geëxponeerde en minst fterke s, Plaatfen waren, en hoedanige verbetering 'er „ naar ide Afd. Staat van Oorlog.  ia8 GENERAAL RAPPORT VAN %de A'd. Staat van Oer* log. Zie het Rapport ▼an de Commisfie tot het l)efenfie-wczen. p 7*- Marine. „ naar de moderne wyze van attacqueei'en en „ defendcercn aan te maaken was. Men zoude „ de eene Plaats voor en de andere na ache* „ veeren , om het met 'er tyd, indien het den „ Al-beftierder behaageil mogt de Vrede van „ duur te doen zyn, daar toe te brengen, dat „ men voor die Plaatzen min te vreezen had, „ en dat men in tyd van nood meer Troupes „ zoude kunnen misfen tot bewaaring van een overblyvend zwak Frontier, daar de kunst vart „ fortificeeren zoude mogen te kort fchietert." Wat nu betreft de fom, die 'er vereischt word om de Frontieren in Hand te brengen, en de Magazynen van genoegzaame voorraad te voorzien , dezelve is onmogelyk voor af te bepaaleu, hoe zeer men in het algemeen wel kan zeggen, dat daar toe volgens het oordeel van deskundigen eenige Millioenen zullen noodig zyn, en dus veel meerder, dan de gefteldheid der Financiën toelaat op eenmaal te befteeden. WTy hebben derhalven begreepen , dat het beeter was flegts een maatige jaarlykfehe fom daar voor te nellen op den Staat van Oorlog, ten einde aan de eene zyde den Raad te bezorgen een toereikend fonds, om langzaamerhand de Frontieren en Magazynen van den Staat in ordre te brengen, en van het noodige Gefchut te voorzien, en aan den anderen kant dc Bondgenooten niet af te fehrikken aan dit noodzaakelyk werk de hand te houden. De vyfde of laatfte nieuwe post op dit Schema gebragt, en welke op voorige Staaten van Oorlog niet voorkomt, is die van de Marine, begroot op een millioen 'sjaars. Wy agten het geheel onnoodig, na al he-t geen daar over door de Commisfie tot her Deiènlic-Weezen by haar Rapport aan U Hoog Me-  HET FINANCIE-WEEZEN. 129 Mogende is voorgedragen, thands iets te zeggen tot betoog van de noodzaakelykheid deezer post, voor" welken wy geoordeeld hebben een | hooger fom te moeten 'Hellen, daubyhetvoorfz. ] Rapport is geproponeerd, dewyl het quantum ! daar by bepaald dan alleen kan toereikende zyn, - wanneer' de verdere voorflagen tot verbetering in het bellier der Marine en vermeerdering der , Inkomlten der Admiraliteit in dat .Rapport verI vat, haar volle bcllag zullen bekomen hebben, | doch waar meede veeïligt nog een geruimen tyd ] zal verloopen , geduurende welke op eene vol| doende wyze behoort gezorgd te worden voor B de in ftandhouding van de Marine, die met zulke immenfe kosten en tot zoo merkelyk bezwaar van den Lande ter naauwernood is getrokken uit den diep vervallen ftaat, waar in zy zich zederd veele jaaren had bevonden. Wy kunnen echter niet nalaaten by deeze gelegendheid nader aan te dringen de inltantien door de Commisfie f van het Defenfie-Weezen by haar Rapport ge* daan, tot een fpoedig en vruchtbaar redres in 1 het geheel beduur der Marine, het zy dan op den voet daar by voorgedraagen, of op zodanige andere wyze als de Bondgenooten, met *s Lands belangens meest overeenkomltig zullen oordeelen, aangezien het zeker is, dat zonder .] een diergelyk fpoedig redres de Marine nimmer i zal kunnen gebragt of op den duur gehouden ' worden in dien ftaat, waar in zy behoort te weezen. Voorts moeten wy hier nog byvoegen, dat daar het een per cent, het welk het Landfchap Drenthe gewoon is te draagen boven het honderd in de extraordinaris Petitiën, tot dus verre geltrekt heeft als een fonds, waar uit aan het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland uitkrachte van Uwer Hoog Mogende Refolutie van den ia ^November 1726 is gegeeven een jaarlyks fubfidie van vyf ouizend guldens, en daar 'er nu I, II. Deel. 1 een \\ie Afd. Staat van Oorlog.  2de Afd. Staat van Oorlog. < i 1 •\ i c t \ i ë F c V VJ O i fl Ferdere ~ Poincten . ah nu te rl arreftee- n' r#». ir P; n; p] is di r3° GENERAAL RAPPORT VAN :cn vaste post van een millioen onder anderen tot equipage van de Schepen op den Staat van Oorlog gebragt ftaat te worden , waar in de quote van Drenthe in de honderd zal zvn begreepen, het gevolg daar van zal kunnen weesen, dat wanneer de quote van het Landfchap n de bevoorens gedaane Petitiën tot equipage 'f zyn geabforbeerd, het voornoemde Collegie lit lublidie op de tot hier toe gebruikelyke \vv:e met meer zal kunnen genieten. Eindelyk kunnen wy niet voorby te remarmeeren, dat hoe zeer het montant ■ der beide .taaten van Oorlog thands in het geheel beraagt ƒ 13548414: l9'25 en dus ƒ48414 :19: 2| looger, dan dertien en een halve millioen, bo■en welke de beide Staaten , ingevolgen de oorflag van Zyne Hoogheid niet mogen gaan. eeze fom echter merkelyk verminderd en beneen de dertien en een halve millioen gebragt zal rordcn, eensdeels door dc veranderingen, wele Zyne Hoogheid aan ons heeft doen te kennen eeven, dat voorneemens was te maaken in het lan, door Hoogstdenzelven tot oprichting van ;h Corps Mariniers aan U Hoog Mogende oorgedraagen, en anderdeels door de mindere itgaven op de post van de Logisgelden, die ver de geheele Armée van den Staat zyn bekkend , doch welke alleen aan de prefente manhappen zullen betaald worden. Offchoon nu door de wyze, op welke het chema der beide Staaten van Oorlog is ingegt, in veelerlei opzigte zullen worden weggeimen de twee algemeene gebreeken, die daar tot hier toe gevonden wierden, en door ons ,J47 en 149 zyn opgegecvcn , by aldien imelyk U Hoog Mogende het voorgeftelde an, zoo als het legt, mogten goedkeuren, zoo echter dit ichenia op zich zeiven, en al wierd sn conform de nieuwe Staat gedresfeerd, niet vol-  HET FINANCIE-WEEZEN. iji voldoende om ook de overige gebreken te doen | ophouden, ten Zy dan dat de Bondgenooten' meede ampleóteeren de verdere middelen vanj redres door ons voorgeflagen , en daar onder t eerst cn vooral deeze drie poincten, diedevoornaame gronden zyn, waar op het geheele werk van den Staat van Oorlog berust , en zonder welken de gemaakte veranderingen geen reëel jmt kunnen te weeg brengen, te weeten, Eerfïelyk , dat de beide Staaten van Oorlog niet langer dienen befchouwd te worden als een object van de jaarlykfehe confenten , maar gehouden voor eene repartitie van gecoulënteerde lasten, en dat mitsdien de Staaten van de retpective Provinciën by deeze gelegendheid eenpaarig afziende van het nadeelig lyfthema daar over tot hier toe gevoerd , by bet aanneemen der quotes teffens behooren te confentecren in liet arrefteeren van die beide Staaten van Oorlog, zoo als dezelven door den Raad van Staate overeenkomfbg het plan thands overgegeeven, zullen geconcipieerd worden , geduurende den tyd van vyf en twintig jaaren , •of voor zoo lange als de quotes niet met gemeene bewilliging op eenen anderen voet zullen zyn gereguleerd, met dien verftande echter,, dat het beloop van de extraordinaris Staat jaarlyks zal moeten verminderd worden met het montant van de temporaire en uitftervende lasten, voor zoo verre die in een voorgaand jaar, zoo door vertterf als anderzints zyn vervallen, en welke uitttervende of temporaire lasten inmiddels met geene andere zullen mogen aangevuld worden, ten zy met eeupaarige bewilliging der Bondgenooten. Ten anderen, dat geene betaalingen door de Provinciën en het Landfchap Drenthe zullen mogen gedaan, of aan haar in betaalinge geleeden worden, van eenige posten op de Staaten I 2 van Staat 'an Oer- O  i3e GENERAAL RAPPORT VAN 3* Afd Staat van Oor hg. Lequ, datie. O van Oorlog ftaande, dan op actes van verzoek door den Raad van Staate te verkenen, met uitzondering nogthands van de Soldyen der Militie en van zoodanige andere posten, als door ons bereids zyn opgenoemd, en Ten derden, dat alle jaaren aan de refpective Bondgenooten zal moeten blyken, dat de posten op den extraordinaris Staat van Oorlog gebragt , effectivelyk zyn uitgegeeven en betaald, of dat anderzints by den eerstvolgenden Staat van Oorlog zal worden geliquideerd al het geen op den voorigen Staat is ingehouden ofte gemenageerd. Wy zeggen den extraordinaris Staat, dewyl over de posten, die den ordinaris Staat voor het vervolg zullen uitmaaken, als zynde alleen vaste posten , geene liquidatie zal noodig zyn , ten ware mogt confteeren, dat door eene langduurige vacature van deeze of geene posten , een aanmerkelyk profyt by een der Bondgenooten mogt zyn genooten. '- Wat nu betreft den voet of wyze, op welke deeze liquidatie zal moeten gelchieden , zoo zouden wy van gedachten zyn , dat telkens voor den laatften dag van de maand Maart , door elk der Bondgenooten en het Landfchap Drenthe aan den Raad van Staate zoude behooren geprefenteerd te worden eene fpecificque notitie of declaratie van alle de betaalingen door hun op ieder van de verfchillende Capittels van den extraordinaris Staat van Oorlog gedaan, ten einde door den Raad des goedvindende, of door de Commifen van de Financie , op ordre van den Raad geëxamineerd, en tegens de gedepéchcerde actes van verzoek geconfronteerd zynde, vervolgens (overeenkomftig het 4 Articul van de poincten, by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 21 January 1603 gearre- ftcerd,  HET FINANCIE-WEEZEN. 133 fteerd, tot wegneeming der difficulteiten tusfchen den Raad van Staate en de Generaliteits Reekenkamer, geduurende een geruimcn tyd, nopens de regiftrature van eenige Ordonnantiën gefubfiiteerd hebbende) by appoinclement van welgemelde Raad te worden gezonden aan deGeneraliteits Reekenkamcr om dezelve te examineercn en liquideeren, en dat al verder by den eerstte formeeren extraordinaris Staat van Oorlog, van alle die betaalingen door de Provinciën en het Landfchap Drenthe op den voorigen Staat gedaan, voor zoo verre dezelven tot laste van het Bondgenoodfchap kunnen ,en mogen komen zal dienen geformeerd te worden eene pertinente notitie, verdeeld in vier Colommen, met aanwvzmg in de eerfte Colom van het geen dooi ieder Provincie of door het Landfchap Drenthe effeétive had moeten betaald worden op elk Capittel, in de tweede van het geen daar op betaald is en geleeden kan worden, en in dc derde of vierde van het geen dus op ieder refpect is overbetaald of geprofiteerd. Mitsgaders een Staat van egalifatie van het geen ïr het «"eheel by ieder der Bondgenooten en Drenthe op zyne quote in de voorfz. Staat mogtc zvn over of te kort betaald, zullende vervolgens met even gelyke fommen de quotes var de Provinciën en Drenthe in denzelven extraordinaris Staat verminderd of verhoogd diener te worden, naar gelang der omllandigheder van zaaken, en zoo als zulks het gereedfte er ten meesten nutte van het Bondgcnootfchapza. worden geoordeeld te behooren. Dan gelyk door deeze wyze van liquidatie alleen zal worden voorgekomen, dat de eene Provincie boven de andere niet' worde bevoordeeld en daar uit niet zal kunnen blyken. of de Generaliteits Kas werkelyk heeft betaalc het aandeel, hetwelk zy voordaan zal moeter draagen in de lasten der Unie, waar omtrent ° I 2 ech 2de Afd. Staat van Oor. log.  134 GENERAAL RAPPORT VAN 3'« Afd. Staat van Oerfo£. VIER- echter de Bondgenooten misfchien zullen verlangen te hebben de noodige gerustheid. Zoo zyn wy, hoe zeer 'er niet veel reden fchynt te zyn tot het doen van eene liquidatie over de posten, waar meede de Kas zal worden aangeflagcn, dewyl zoo op dezelven al iets mogt worden geprofiteerd, zulks zoude komen ten voordeele van het Bondgenootfchap in het gemeen, nogthands bedagt geweest , om ook daar tegens te voorzien, waar toe als een gefchikt middel aan ons «is voorgekomen, dat jaarlyks door den Raad van Staate zoude kunnen geformeerd en aan U Hoog Mogende gezonden worden, een Staat van de betaalingen , die op de posten ten laste van de Generaliteit gebragt, in ieder jaar zullen zyn gedaan , ten dien effecte, dat daar uit confteere, in hoe verre het beloop van die posten geëmployeerd is, waar over vervolgens even als over de posten, die ter repartitie van de Provinciën en Drenthe gebragt zyn, zal moeten geliquideerd worden.  HET FINANCIE-WEEZEN. 135 VIERDE AFDEELING. Propofitie van de Provincie van Zeeland, over het doen van Negotiatien ten Comptoire Generaal der Unie, voor reekening van de Provinciën by gevreesden Oorlog. TTet vierde of laatfte poindt aan ons ondcrJl zoek gedemandeerd by Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785 , is de voorflag door de Provincie van Zeeland gedaan, by haare Refolutie van den 9 December 17S4, den 15 daar aan volgende ter Generaliteit mgebragt, tendeerende, tot het negotieeren 111 tyd van Oorlog door de Generaliteit tot laste van de Provinciën , en tot het bepaalen van een generaal fonds, om Interesfen daar uit te vinden, met de overweeging en behandeling van welk onderwerp wy ons echter niet lang zullen behoeven bezig te houden. Wanneer men de aangehaalde Refolutie van de Heeren Staaten van Zeeland van den 9 December 1784 inziet, zoo blykt daar uit, dat welgemelde Heeren Staaten door hunne Gedeputeerden ter Generaliteit hebben doen declareeren, dat zy overtuigd van de noodzaakelykheid, die 'er in "de toenmaalige omftandigheeden was, om de Armée van den Staat door eene augmentatie van manfehappen in beter ftaat van defenfie te brengen, en van den fpoed, welke daar toe gevorderd wierd, wel bereid waren, om in de augmentatie van. 1014 paarden en 10828 manfehappen te voet, door Zyne Hoogheid en den Raad van Staate voorgeflagen, te bewilligen voor den termyn van de als toer fubfifteerende troubles met wyle Zyne Roomscl: Keizerlyke Majefteit, doch niet konden ajnneeI 4 men [de Afd. >  136 GENERAAL RAPPORT VAN t,dt Afi. men, dit hun confent met een volleedig furnisfement van penningen te agtervolgen, voor en al eer de onevenredigheid der quotes van de gezamentlyke Bondgenooten en voornamentlyk die van de Provincie van Zeeland zoude zyn geredresfeerd, en de befognes daar over ter Generaliteit gedecerneerd , voortgezet en tot een gewenscht einde gebragt, waarom zy dan ©ok referveerden zich nader te verklaaren op de Petitie van vier millioenen tot de Legerlasten en de verfchillende plans tot opwerving van ligte Troupes yoorgeflagen. Laatende welgemelde Heeren Staaten hier op wyders volgen, dat zy ter voorkoming van het generale onheil, liet geen uit diergelyke onvolleedige confenten of gebrekkige furnisfementen, noodwendig moet voortvloejen, gemeend hadden als het bekwaamde middel te moeten voordaan, dat het montant der Petitiën, die uit hoofde van de (toenmalige) onlusten met den Keizer zouden worden gedaan, wanneer daar in confent zoude zyn gedraagen , door U Hoog Mogen.de tot laste der gezamentlyke Provinciën en het Landfchap Drenthe wierd e genegotieerd, in navolging van het gepractifeerde, geduurende den Oorlog met den jaare 1713 geëindigd , blykens de lyst van Capitaalen, nog heden op den Staat van Oorlog vermeld en de liquidatie ten jaare 1715 deswegens geflooten. En dat ten einde het Comptoir Generaal van de Generaliteit in ftaat te dellen tot betaaling der interesfen van dusdanige Ncgotiatien, en te ontgaan de thands fubfideerende disproportie van quotes tusfchen de refpeétive Provinciën, hangende de deliberatien over het redres derzelven, op den voet der Unie van Utrecht en naar het voorbeeld van voorige tyden , teffens mogte worden beraamd en gearredeerd eene generale Impofitie ten behoeven van de Generaliteit, zoo binnen dezelve als in alle de Provinciën en  HET FINANCIE-WEEZEN. 137 cn liet Landfchap Drenthe , indiftincbelyk te, heften, eene belasting, welke gaande over de geheele Republiek, maar zeer gering zoude behoeven te zyn, om eene importante en ter betaaling van verfchaldigde Interesfen'toereikende fomme te rendeeren ; terwyl hun Edele Mogende oordeelden, dat op deeze wyze de gelden, die men toen voor uit zag extraordinair benoodigd te zyn , fpoedig en ten minften Interesfe zouden inkomen, verklaarende wyders bereid te z\n om nopens deeze of andere mefures tot het voorfz. oogmerk dienende, aan de overige Bondgenooten nadere ouvertures te doen, en voorts in dcezen te helpen refolveeren, zoo als ten meesten nutte van den Lande bevonden zoude worden te behooren. Offchoon wy nu moeten erkennen, dat in der daad geduurende den Oorlog, die met de Vrede van Utrecht is geëindigd , aanzienlyke fommen voor reekening van de refpective Provinciën, ten Comptoire Generaal van de Unie en onder verband van des Generaliteits Inkomften genegotieerd zyn, kunnen wy echter niet nalaaten op te merken , voor eerst, dat men zich daar by zeer kwalyk heeft gevonden, aangezien men door de nalatigheid van de Provinciën in het opbrengen van de verfchuldigde renten en interesfen is verplicht geweest, het Comproir Generaal der Unie in 'het jaar 1715 te fluiten , en hoe zeer te dier tyd met de Bondgenooten fchikkingen zyn gemaakt tot bevordering van eene rigtiger voldoening der renten en interesfen , men het maar even heeft kunnen gaande houden , in zoo verre zelfs, dat men zich in het jaar 1754 , na dat de Provinciën door de trbubles in het jaar 1748 geëindigd, wederom merkelyk waren veragterd, heeft genoodzaakt gezien het Comproir voor de tweedemaal te (luiten; terwyl de Financien van de Generaliteit eerst na dien tyd tot eenige verI 5 ademing [de Afd.  i38 GENERAAL RAPPORT VAN 4* JfJ. ademing zyn gekomen , en langzamerhand geraakt in dien Haat , waar in dezelven door ons zyn bevonden, en dat men derhalven befchrooïnd moet weezen, om dit voorbeeld ter navolging aan te pryzen. En ten tweeden, daar by de Obligatien de Inkomften van de Generaliteit verbonden worden , dat by gevolg om het Credit van de Generaliteit niet geheel te ruïneeren, geen meerder negotiatien kunnen noch behooren gedaan te worden, dan die Inkomften kunnen draagen. Ondertusfchen z'yn de extraordinaris petitiën, welke geduurende den jongften Oorlog met Engeland, en de daar op gevolgde onlusten met wyle Zyne Keizerlyke Majcfteit zederd het jaar 1780 hebben moeten gedaan worden, van zoodanig een important beloop geweest , dat zoo men die fommen , volgens den voorflag van Zeeland , had genegotieerd op naam van de Generaliteit, zy daar door zoude zyn belast geworden met eene masfa van Interesfen, die haar vermogen verre furpasfeeren. Wel is waar, dat de Heeren Staaten van Zeeland, om dit mconvenient weg te neemen, by de aangehaalde Refolutie al verder hebben voorgefteld, het beraamen en arrefteeren van eene generaale Impofitie ten behoeven van de Generaliteit, zoo binnen dezelve als in alle de Provinciën en het Landfchap Drenthe indistincbelyk te heffen. Dan ook daar omtrent moeten wy remarqueeren, dat deeze Propofitie door dezelve zwaarigheeden wordt gedrukt als het invoeren van generale Middelen , zoo uit hoofde van de difficulteit om de Ingezeetenen van de verfchil'ende Provinciën en diftricten, te tauxeeren in evenredigheid van derzelver verfchillende vermogens, als ten aanzien van dc wyze, op welke eene zoodanige generale lm-  HET FINANCTE-WEEZEN. 139- Impofitie zoude kunnen worden geheeven ende geint. —■ Dat het ook zeer moeielyk en byua onmogelyk zoude weezen eenig Fonds uit te denken , het welk niet reeds in de eene of andere Provincie plaats heeft, en tot hoeding der lasten van die Provinciën noodig is en gebruikt word, en welk aan dezelve te ontneemen en tot een generaal Fonds te emploieercn , wederom het Financieel vermogen van die Provinciën zoo veel zoude verzwakken, als het rendement van zoodanig Fonds zoude bedraagati, en dat al verder in confideratie zoude moeten komen, of en op wat voet het rendement van eene diergelyke Impofitie zoude kunnen bepaald, en, eens gefixeerd zynde, naderhand, naar maate het beloop van de genegotieerde Capitaalen en dus ook van de Interesfen aangroeit, verhoogd worden. In allen gevalle, dat het heffen deezer impofitie by tyds gefchikt, en zelfs voor het begin van onlusten in train zoude behooren te zyn , aangezien men anderzints reden zoude hebben om te vreezen, dat een zaak van zoo veel omllag niet ligt zoude kunnen uitgevoerd worden; en indien zulks konde gefchieden en daar op ftaat gemaakt worden, dat het rendement van de meergemelde Impofitie , als dan in de Obligatien zoude kunnen verbonden worden, waar door de Ondinaris Inkomften van de Generaliteit op haar zeiven zouden blyven, en het Comptoir Generaal niet geruïneerd kunnen worden. - Door deeze confideratien zyn wy gekomer in het begrip , dat het invoeren van eene generaale Impofitie bezwaarlyk ter conclufie zoude kunnen gebragt worden , en dat by ontftentC' nis van dien het niet geraaden zoude zyn. om ingeval van Troubles van Oorlog de aantewendene kosten ten Comptoire Generaal var d( 4* Afd. i  i4o GENERAAL RAPPORT VAN Hae Afd. Slot. de Unie, voor reekeuing van de Provinciën op den gewoonen voet te negotieeren , en daar door hetzelve bloot te (tellen om wederom in dien cleplorabelen (laat te geraaken, waarin het zeederd de Vrede van Utrecht tot den jaare 17S4 geweest is. Wanneer wy eindelyk daar by hebben gereflecteerd, dat de voornaame grondllag van het geproponeerde door Zeeland, ten deezen opzichte is geweest , de onevenreedigheid der Quotes tusfchen de refpective Bondgenooten fubfifteerende , en dat het U Hoog Mog. zeederd behaagd h'eeft tot revifie van dezelven' deeze Commisfie te convoceeren, vinden wy ons bezwaard, om het meergemelde middel, door de Provincie van Zeeland des tyds voorgeflaagen, aan U Hoog Mog. voor het vervolg aan te pryzen , en wy oordeelen veiligst, by den ouden voet te verblyven, zoo dat de kosten van Extraordinaris Middelen van defenfle by Extraordinaire Petitiën gevorderd, en door de Provinciën zelve, zoo lang mogelyk gefurneerd worden , ten welken einde de refpective Provinciën behooren te worden aangemaand by tyds te zorgen, dat de noodige penningen voor handen zyn, waar toe wy wenfehen, dat dezelven , door de verandering in de repartie der Quotes voorgeflaagen, wanneer dezelve word geümplecteerd, zich thands in ftaat zullen vinden. Aldus is volbragt de taak ons opgelegd, en wy kunnen derhalven gevoeglyk een einde maaken van deeze Memorie. Zyn wy verplicht geweest tot het volbrengen van dit werk meerder tyds te belteeden, dan wy zelve wel gewenscht hadden, en heeft het ons om die reden niet mogen gebeuren dit ons Rapport eerder te brengen ter Tafel van U Hoog Mog., zulks is veroorzaakt, eensdeels door het omflagtige van het werk zelve, anderdeels en wel voornaamelyk door de gefteldheid der jongst ver- loopene  HET FINANCIE-WEE ZEN. 141 Ioopene jaaren , en den aart der zaake , die eerst en vooral aan ons onderzoek was gedemandeerd. Eene nadere verdeeling doch der Quotes of aandeden door de Provinciën op te brengen in de gemeene lasten der Unie, vorderde meer dan eenige andere , het hoogst mogelyk vertrouwen en eensgezindheid tusfchen de Bondgenooten. Vereischtens, die reeds by den aanvang van onze Befoignes helaas maar al te zeer waren verzwakt, en eindelyk geheel ophielden; waar door men van de toenmaalige toejtand van de Republiek met de woorden van de Generaliteits Reekenkamer, in de hier achter gevoegde Memorie voorkomende , miï* fchien met regt zeggen kan, dat dezelve in geen tydperk door inwendige twisten fterker en gevaarlyker was gefchud, dat de onëenigheid en verdeeldheid tusfchen de Hooge Bondgenooten en de Staats-Leden van ieder Provincie hooger geklommen en heeviger uitgebarften waren; — en daar door het gezag van den tot dien tyd toe hekenden Souverain in ieder Gewest minder geëerbiedigd was, zoo dat men dagelyks zaaken zag gebeuren , die niets minder voor (pelden, dan dat de band der Unie , die tot voor weinig jaaren gelukkig had ge/ubfijletrd, tot ru'ine van den Slaat in het gemeen, en van elke Provincie in het byzonder geheel verbrooken , en alle or ire en ondergefchiktheid vernietigd flondt te worden. En gelyk dit een en ander noodwendig invloed moest hebben op deliberatien, die zonder wederzydfche openhartigheid en cordaatheid nimmer konden hebben eenen gelukkigen uitflag, zoo heeft hetU Hoog Mog. niet kunnen verwonderen, reeds by de lecbure van de eerlte afdeeling deezer Memorie te verneemen , dat meer dan twee jaaren zeederd onze eerfbe byeenkomst verloopen zyn, zonder dat zich eenige gegronde hoop aan ons opdeedt om te komen tot een gelukkig einde in deeze, ja dat zelfs deeze Commisfie met betrekking tot Sl,u  i4a GENERAAL RAPPORT VAN Slot, tot dit gcwigtig cn allerbdangrykst PoineT: vruchteloos zoude hebben moeten fchci ' m , by aldien Zyne Hoogheid niet ware tusfchen beide gekomen. Wauï oflchoon wy reeds vuur dien tyd verre gevppderd wapen in ons onderzoek naar de verdere objecten in Uwer Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785 vervat; zoo was echter dit alles vruchteloos en konde men zich daar van geen het minde effect belooven, zoo lang de zwaarigheeden over een nader regulatif van Quotes bleeven voortduuren. Deeze nu door den gedaanen voorflag van Zyne Doorluchtige Hoogheid, gelyk wy vertrouwen , uit den weg geruimd zynde, fmaaken wy eindelyk het genoegen, ons werk te zien afgedaan op eene wyze, welke wy ons in den beginne niet hadden kunnen voordellen, en welk genoegen des te grooter is, dewyl wy vermeenen ons te mogen vleijen, dat by aldien de voorhagen in dit Rapport vervat, worden geampledteerd, de evenreedigheid in het draagen der gemeene lasten zoo wel als het vertrouwen en de eensgezindheid tusfchen de Bondgenooten zoo veel mogelyk herdeld , de Staat van Oorlog van de ingefloopene gebreken voor altoos gezuiverd, en de Finantien van de Generaliteit 'verbeterd zullen worden, en alzoo aan dit Gemeenebest wedergegeevcn die gelukkige gelteldheid, waar in hetzelve zich wel eer bevondt. Dan, Hoog Mog. Heeren! hoe veel redenen wy dus hebben om ons te verblyden, dat wy lot bereiking van zulke gewigte doeleindens mogten werkzaam zyn ; en hoe zeer wy aan U Hoog Mog. en de Hooge Bondgenooten verplicht zyn voor het vertrouwen , het welk hoogstdezelven in ons wel hebben gelieven te Hellen, is het 'er echter verre van daan, dat wy alleen aan ons zeiven zouden willen toefchryven het wel .gelukken eener Commisfie, tot  HET FINANCIE-WEEZEN. 143 tot welkers goede reusfité behalven Zyne Hoogheid , ook de Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate en Generaliteits Reekenkamer, die onze Bcfognes geftadig hebben bygewoond, zoo veel hebben toegebragt, niet alleen door reeds by den aanvang derzelver uit naam van gemelden Raad en Reekenkamer te verklaaren, dat zy zonder confequentie voor het vervolg in alle andere Beibgnes, in het voorhanden zynde geval zouden afzien van het recht om meede te ïlemmen aan Gecommitteerdens van die beide Collegien in perfoneele Commisfien competeerende, en zich vergenoegen met het geeven van hunne confideratien en advis, maar ook door het fuppediteeren van al dat geen, het welk eenigzints noodig was, om ons de gefteldheid van het Comptoir Generaal der Unie en de gebreken van den Staat van Oorlog, mitsgaders de middelen tot verbetering van de eerlte en wegneeming der laatfte grondig te doen kennen, voor welk een en ander wy ter deezer plaatze aan dezelven onzen welmeenenden en oprechten dank betuigen, terwyl wy voorts niets ieveriger wenfchen, dan dat hunne en onze poogingen tot welzyn van den Staat in het werk gefteld, eerlang door eenftemmige befluiten van de Hooge Bondgenooten agtervolgd, en met 's Hemels Zegeningen bekroond mogen worden. Waar meede eindigende , Hoog Mogende Heeren! bidden wy God Almachtig U Hoog Mogende by eene gelukkige Regeering te houden. Onder ftond. De Gedeputeerdens tot de PerGefchreeven foneele Commisfie van het Fiin den Hage nancieweezen. den 21 Mey Was geparapheert, 1790. A. de FLoock, vt. (Lager ftond,) Ter Ordonnantie van dezelven. (Was get.) P> A. de Moraaz. Slot.   BYLAAGEN BEH00RENDE TOT HET GENERAAL RAPPORT VAN DE PERSONEELE COMMISSIE VAN HET F I N A N C I E-W E E Z E N, In dato ai Mey 1790. Ten gevolge van Haar Hoog Mogende Refolutie van den 4 Mey 1785.   BYLAGE Litt. A. MEMORIE V A N D E GENERALITEITS REEKENKAMER OVER DE POINTEN VAN MENAGE.   GEN. RAPP. VAN HET FIN.-WEEZEN. 149 Memorie van Confideratien en Elucidatien nopens de Pointen van menage tot verligting van het Comptoir Generaal van de Unie door de Generaliteits Ree* kenkamer, hy Misfive van den 2 Maart 1717 , aan de extraordinaris Vergadering, en nadere van den 26 April 1754, aan de ordinaris Vergadering van haar Hoog Mog. yoorge* dragen. De Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer door de Leden , die uit hu» midden bywooncn de Conferentien en de Befognes van de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. tot onderzoek van het Financiewezen van den Staat, geinformeert zynde, dat zy door de gemelde Heeren Gedeputeerden onder anderen waren verzogt om te geeven de nodige ouvertures van de middelen tot verbetering van de kas van de Generaliteit, en het uitvinden van eenige pointen van menage, en daar by door dezelve hunne Mede-Leden zynde geïnfteerd , dat gelyk reeds in de jaaren 1717 en 1754, door de Kamer eenige Pointen van redres en menage aan haar Hoog Mog. waren voorgedraagen , de Kamer ook nu dezelve wilden in ftaat ftellen, om aan het voorfz. gerequireerde té voldoen, hebben eenige tyd in beraad geftaan, op wat wyze zy zig daar omtrent gedraagen zouden, Zy willen niet verbergen, dat zy wel hadden gewenscht, dat daar reeds twee maaien in deeze eeuw van hunne confideratien over het voorfz. onderwerp hadden gediend, met geen ander gevolg, dan dat eenige van de voorIII. Deel. K 3 ge-  i5o GENERAAL RAPPORT VAN geflagen Pointen, zoo door haar Hoog Mog. als door den Raad van Staate, en de Generaliteits Reekenkamer zyn ingevoerd, zonder dat over de andere eenige deliberatie gehouden , veel min refolutie genomen is, zy zig van een nader onderzoek daar omtrend hadden kunnen ontdaan; En als zy daar by hebben geconfidereerd de omdandigheden, waar in de Republiek zig tegenwoordig bevindt , en dezelve vergeleken met de toeftand van zaaken in de jaaren 1717 en 1754, hebben zy zig niet kunnen voordellen, dat zy eenige meerder vrugt van hunnen te doene arbeid zouden zien: immers in den jaare 1717 jouïsfeerde de Staat deezer Vereenigde Landen na eenen gelukkig gevoerden Oorlog en een vry voordelig gemaakte Vreede, van eene gewenschte kalmte en inwendige rust, en wierd door geene Partyfchap nog Factiën gefchud , de zeven Gewesten waren in zoo volmaakte unie en harmonie , als naar de verfchillende belangen van ieder dezelve mogelyk was , en volkomen overtuigd van de noodzaakelykheid, om zoo nopens de gebreken van het Staats Gebouw , als de beflommerde toeftand van de Financie van de Provinciën in het gemeen, en van elk van dezelve in het byzonder, de noodige voorziening te doen, . In den jaare 1754 was de Financie van de Generaliteit eensdeels door de kosten van den Oorlog in den jaare 1748 geëindigd, andersdeels door de agterdallen van de meefte Provinciën op de renten en interesfen van de Capitaalen voor dezelve ten Comptoire Generaal van de Unie genegotieerd, op nieuws in zodanig verval geraakt, dat men de zaaken maar even wist gaande te houden; de deliberatien van de Staaten der refpective Provinciën wierden zoo gelukkig befticrd, dat dezelve naauwlyks eenig bewys aan de hand gaven van 011- eenig-  HET FINANCIE-WEEZEN. I5t «enigheid, en dat zelfde jaar 1754 leverde daar Van een overtuigend voorbeeld op in de fchikkingen, die met alle de Provinciën over de rigtigebetaaling van derzelver Quotesin de verfchuldigde renten en interesfen en deinpalming der agterftallen gemaakt wierden, En niet te min is van de aangelegde deliberatien, om de Finantie van de Generaliteit door het invoeren van Pointen van menage te verbeteren , te dier tyd even weinig als in het jaar 1717 geworden. Van de tegenwoordige toeftand Van de Republiek kan men misfchien met regt zeggen, dat dezelve in geen tydperk door inwendige twisten fterker en gevaarlyker is gefchud, dat de oneenigheid en verdeeldheid tusfchen de Hooge Bondgenooten en de Staats-Leden van ieder Provincie hooger geklommen en heviger uitgebarften zyn, cn daar door het gezag van den tot nu toe bekende Souvefein in ieder Gewest minder geëerbiedigd is, zoo dat men dagelyks zaaken ziet gebeuren, die niets minder voorfpellen , dan dat de band van de Unie j die tot voor weinige jaaren gelukkig heeft gefubfifteerd, tot ruïne van den Staat in het gemeen en van elke Provincie in het byzonder geheel verbroken, en alle ordre en ondergefchiktheid vernietigd ftaat te worden; En wat goed gevolg kan men dan yerwagten van de deliberatien over zaaken, die meer dan eenige andere vorderen de meest mogelyké harmonie en eensgezindheid tusfchen de Provinciën. Deeze Confideratien hebben ook de Kamer in overleg doen neemen , of men zoude kunnen volftaan , met zig eenvoudig te refereeren tot haare vorige advifen, dog als ze dezelve met dat oog heeft gerevideerd, heeft ze aanftonds opgemerkt, dat het Advis van den jaare j717 in zoo korten tyd was te zamen geftelds dat het meer te verwonderen is, dat zoo veele' K 4 Pointeö  152 GENERAAL RAPPORT VAN Pointen hebben kunnen 'worden by een gezameld, dan dat dezelve niet zoo grondig zyn onderzogt, als wel vereischt wierd, om ter conclufie te kunnen worden gebragt; trouwens het oogmerk van dat Advis fchynt meer geweest te zyn, om Pointen van deliberatie en nader onderzoek op te geven , dan voorllagen te doen, die aanftonds geamplectoerd konden worden ; en met opzigt tot zommige van de Pointen in den jaare 1754 voorgedragen, zyn aan haar naderhand refledtien voorgekomen, die een na. der onderzoek vorderden. En dewyl ze zoude kunnen worden gerekend, zig met alle de voorllagen by die Advifen gedaan te conformeeren, indien ze zig tot dezelve refereerde, is ze van zulks te doen wederhouden; Ze heeft daar en boven begrepen , dat het noodzaakelyk was , dat opgegeven wierd, aan welke Pointen voldaan is, en welke kunnen en behooren te worden gehouden voor vervallen ; En ze heeft zig dan eindelyk gedetermineerd om haare voorige deliberatien over het voorfz. onderwerp te refumeeren, verder naar te gaan al het geen daar omtrent naderhand is voorgekomen, en in eene Memorie te doen vervatten dc införmatien en confideratien, die zy zal weeten aan de hand te geeven , terwyl ze zig vleit daarmede aan de Commisfie tot het onderzoek van het Finantieweezen van de Generaliteit te zullen geven een onwraakbaar bewys van haare bereidwilligheid en volvaardigheid, om 111 al dat geene, dat maar eenigzints kan worden gerekend te behooren onder den kring van haare bezigheden, meede te werken, tot bereiking van het oogmerk, waar toe de voorfz. Commisfie is gedecemeerd, dan ze voorziet, dat deeze Memorie zoo wyd zal uitloopen , dat ze zal hebben het gebrek van te lang te zyn, en daar door mis- fchieu  HET FINANCIE-WEEZEN. 153 fchien verveelend of langdradig te fchynen, ze vleit zig egter daar van ligtelyk verfchooning te zullen verwerven by de Leden van de Commisfie, aangezien dezelve nog tyd nog moeite fpaaren, om de Finantie van de Generaliteit te leeren kennen, en omtrent de behandeling van al het geen daar toe betrekking heeft , de nodige onderrigting te krygen , waar toe de Kamer vertrouwd, dat deeze Memorie eenigzints zal kunnen dienen. Alvorens nu tot de Pointen zelve over te gaan, zal het nodig weezen eenig verflag te doen van de generaale deliberatien, die over de verbeetering van de Finantie van de Generaliteit en het invoeren van Pointen van menage zedert het begin van deeze Eeuw hebben plaats gehad. Na dat in den jaare 1716 de extraordinaris Vergadering van Haar Hoog Mog., die te bekend is, dan dat daar van iets zoude behoeven te worden gezegd, was by een gekomen, vondt ze op den 13 en 28 January van het volgende jaar goed, van den Raad van Staate en dc Generaliteits Reekenkamer , als meede van den Ontfanger Generaal van de Unie te requireeren derzelver confideratien en advis omtrent de Pointen van menage, welke tot verligting van het Comptoir Generaal van de Unie ge' vonden en gepratlifeerd zouden kunnen worden , De Ontfanger Generaal voldeedt daar aan reeds by eene Memorie van den 26 February, in dewelke hy eenige weinige Pointen opgaf, die tot verbetering van het Comptoir Generaal naar zyne gedagten zouden kunnen verftrekken, en de Rekenkamer by eene Misfive van den 2 Maart van het zelve jaar, die het voornaame onderwerp zal uitmaaken van deeze Memorie. Dog de Raad van Staate, die hoe zeer nog tweemaal aangemaand, om aan Haar Hoog Mog. te laaten toekomen de Berigten , Advifen en K 5 Staa-  154 GENERAAL RAPPORT VAN Staaten, raakende het fiuk van de Generaliteits Finantien, welke van dezelve by voorgaande Refolutien waren gerequireerd, maakte daar in zwarigheid, eensdeels om dat ze vermoede, dat het oogmerk van de Vergadering was, om dezelve uit te fluiten van het aandeel, dat altyd gehad heeft aan de deiiberatien over zaaken van de nataur der geene, waar over deszelfs advi' fen gevraagd waren , anderdeels om dat een Conferentie gedecerneerd was alleen (zoo het fcheen) om de confideratien van de Gecommitteerden uit den Raad van Staate in te nemen, en droeg die redenen voor in eene Misfive aan de extraordinaris Vergadering van den 13 Mey tfvj. Haar Hoog Mog. namen daar meede geen genoegen, cii verzogten den Raad nader by Refolutie van den 11 derzelve maand, om de gerequireerde Berigten , Staaten en Advifen aan haar als nog te willen doen toekomen, . Dan de Raad wel bewust, dat zonder zyne uitgewerkte Advifen niet veel zoude kunnen worden uitgevoerd, eu telfens waarfchynelyk vreezende, dat de Vergadering door het onderzoek van de huishouding van de Gederaliteits Collegien , en de adminiftratie der middelen van het Diftrict van de Generaliteit zoude worden afgetrokken van de voornaamfte Pointen, waar over de extraordinaire deiiberatien waren aangelegd, beantwoordde de voorfz. Refolutie met vrymoedigheid en met veel digniteit, de* duceerde daar by, op wat voet Conferentien met Gecommitteerden uit den Raad van Staate moesten worden gehouden, en perfifteerdemet te vorderen de explicatie, die daar omtrend verzogt had, alvoorens te dienen van de gerequireerde Berigten en Advifen, Het zelve had geen ander gevolg , dan dat de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden, in welkers handen gefield waren de Misfiveu van de Generaliteits Rekenkamer en van den Ont-  HET FINANCIE-WEEZEN. 155 Ontfanger Ueneraal, den 19 van de volgende maand Juny van hunne confideratien op dezelve rapport deeden, waar in de meefte, zoo niet alle de Pointen, die door de Rekenkamer en den Ontfanger Generaal waren opgegeven, zyn overgenomen, en het welkteffensbewyst, hoe weinig men zig van den Raad van Staate te dier tyd pasfeeren kon, aangezien hetzelve mede bragt , dat genoegzaam over alle de Pointen met denzelven Raad moest worden geconfereerd, waarop dan ook het gerapporteerde wierd gefield in handen van dezelfde Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden, om met Heeren Gecommitteerde uit den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer, over de Pointen daar in vervat, refpectivelyk in Conferentie te treden, „, , , dog de Vergadering is gefcheiden zonder dat die Conferentien gehouden zyn. Na dien tyd voornamentlyk in de eerfte jaaren zyn wel verfcheide Propofitien ter Verga, dering van Haar Hoog Mog. gedaan, en Conferentien gedecerneerd, om de Befognes over de menage in de huishouding van de Generaliteit voort te zetten, dog zonder eenig fucces, en het zal dan ook niet nodig zyn, zulks omftandiger te vermelden. De reden waarom dat werk niet is voortgezet, is gemakkelyk op te maaken uit den Brief van den Raad van Staate, den 10 Juny 1719. aan haar Hoog Mog. gefchreeven; De Raad namentlyk begreep, dat op de huishouding en middelen van de Generaliteit de menage minst te vinden was , maar dat die moest worden gezogt in de voorllagen door hem gedaan, om de Militie te brengen op eenen onkostelyker voet, en over de verdere ingrediënten van den Staat van Oorlog, dog de Bondgenoo-, ten zig daar omtrent niet hebbende kunnen verftaan, is derzelver iever om de menage te zoeken op de huishouding van de Generaliteit mer-  i56 GENERAAL RAPPORT VAN merkelyk verflaauwd, waar toe verder niet weinig zal hebben gecontribueerd , eensdeels de traagheid en gebrekkelykheid van zommige Provinciën in het opbrengen van haare Quote in de renten en interesfen van de Capitalen voor dezelve ten Comptoire Generaal van de Unie genegotieerd, waar door ten minften die Provinciën wederhouden wierden op het onderzoek van de Financie van de Generaliteit te infteeren; Anderdeels het ongunftig oordeel , dat de Raad by de zoo evengemelde Misfive geveld heeft over het Rapport van den 19 Juny 1717, waar omtrent dezelve aannam te zyner tyd te zullen aanwyzen , „ dat zommige van < de vyf „ en twintig Pointen , daar in gedetailleerd , „ geen andere grond hebben dan gebrek van „ informatien , dat andere inprafticabel zyn , „ andere wederom zoo gering , ° als of ze tot ,, geen ander einde daar in gebragt waren, dan „ om te grosferen het getal der Pointen, dat „ het Diftricl van de Generaliteit zoo verarmd „ en zoo belast is , dat eerder moet gedagt „ worden om het te foulageeren, dan om in „ het zelve zwaarder Schattingen in te voeren, ,, en dat het voordeel, het welk in de verdere „ Pointen fteekt, van weinig belang is." Het brengen van de Militie van den Staat op eenen onkostelyker voet is tot gelukkiger tyden gereferveerd geweest, en eindelyk in het l'aar 1752. door het arrefteeren van het bekende Plan van reforme werkftellig gemaakt; Dog op de voorllagen over de verdere ingrediënten van den Staat van Oorlog zoo te dier tyd als naderhand door den Raad van Staate gedaan , en met zoo veel kragt van redenen aangedrongen , is tot nu toe geen befluit genomen. De Kamer wenscht ieverig, dat de Bondgenoten dat Point niet uit het oog zullen verliezen , op dat 'er geen gelegentheid zy, om op  HET FINANCTE-WEEZEN. 157 op derzelver deiiberatien toe te pasten de reflexie by gemelde Misfive van den Raad voorgedragen. Omtrent het Financie weezen van de Generaliteit is in het jaar 1751, op nieuws door de Heeren Gedeputeerden van de Provincie van Holland en Westvriesland uit.naam ende van wegens de Heeren Staaten hunne Principalen verzogt en geïnfteerd, dat het zelve mogt worden onderzogt, en by haar Hoog Mog. en den Raad van Staate overlegd, wat middelen tot redres zouden kunnen worden gevonden , wat Pointen van menage geïntroduceerd, en welke middelen geappliceerd,om de lasten van de Unie egaal te doen dragen; En Hooggemelde Heeren Staaten zulks by hunne Confenten in de Staaten van Oorlog voor de jaaren 1753 en 1754 hebbende geïnhereerd, zyn de Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 April 1753. verzogt zig daar op te bekwamen, ten einde de Befognes daar op-met vrugt hoe eerder hoe beeter zouden mogen worden geëntameerd en tot een goed einde gebragt, en is de Rekenkamer nader by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 16 April van het volgende jaar 1754. verzogt ten Jpoedigften aan Haar Hoog Mog. op te geven zoodanige middelen van menage ah zy zoude menen, dat buiten ondienst van den Lande geïntroduceerd zouden kunnen worden. De Kamer heeft daar aan met ten eerften voldaan, en reeds by Misfive van den 26 derzelver maand April aan Haar Hoog Mog. overgezonden een Plan van menage , vervattende zoodanige Pointen , als zy oordeelde , dat werkftellig gemaakt zouden kunnen worden. Dit Plan hebben de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland gemaakt tot een onderwerp van hunne deiiberatien, en onder andere  158 GENERAAL RAPPORT VAN dere op de Pointen , daar in voorgedragen , den 5 Maart van het volgende jaar genomen eene Refolutie, die den 10 daar aan volgende ter Vergadering van Haar Hoog Mog. 'is ingebragt. Of de Staaten van de andere Provintien daar over ook eenige deiiberatien gehouden en eenige Refolutien genomen hebben is aan de Kamer onbekend. Zeker is het, dat tot nu toe by Haar Hoog Mog. deswegens geene Refolutie genomen is. De Kamer zal in deeze Memorie volgen de leidraad van haar Advis van den jaare 1717, vervolgens van het bovengemelde Rapport in den zelfden jaare ter Vergadering van Haar Ploog Mog. uitgebragt, voor zoo veel daar in Artikelen voorkomen, die in het gemelde Advis niet gevonden worden, en eindelyk van het Plan van menage van den jaare 1754- Zy zal op ieder Point geven die informatien dewelke nodig zullen zyn, om het te beöordeelen. In het byzonder zal ze opgeeven , welke werkfteliig gemaakt en dus vervallen zyn, Omtrent zommige zal ze zig vergenoegen met voor te dragen de confideratien die op dezelve vallen. Andere zal ze nader aandringen, en tot betoog van dezelve verflag doen van den voet, op "welke de zaaken, waar over ze gaan behandeld worden, het welk is nagelaten. Nopens eenige zal ze voorftellen de bedenkingen, die by haar zyn opgekoomen. En by de Pointen van menage bevorens voorgedragen, verder voegen zodanige, als zy zal vermenen, dat nog zouden kunnen worden ingevoerd; ' En gelyk de Kamer zig in vorige Advifen bepaald heeft aan het geen voorkomt in de Rekening van den Ontfanger Generaal van de Unie  HET FINANCIE-WE EZ EN. 159 Unie wegens het Resfort van de Generaliteit, en de huishouding van de Generaliteits Collegien, zo zal ze ook in deeze niets zeggen Van | de adminiftratie van de particuliere Ontvangers en Rentmeesters, en zulks te minder, om dat 1 dat Rekeningen van alle dezelve door de Leden van de perfoneele Commisfie met de uiterfte naauwkeurigheid zyn geëxamineerd, en vervolgens byaldien tegen verwagting in die Rekeningen eenige posten zouden mogen worden gevonden, waar op remarques vallen, dezelve aan de Commisfie niet zullen zyn geëchappeerd, zullende de Kamer bereid zyn, om des gerequireerd wordende , op zodanige Pointen nader te geeven die informatien en confideratien, waar toe zy zig in ftaat zal vinden. Eindelyk zal de Kamer , indagtig , dat de Raad van Staate in zyne boven aangehaalde Misfive van den 10 Juny van het jaar 1719 aan Haar Hoog Mog." gefchreeven heeft , dat t in het Rapport van den jaare 1717 zoo weinig ge/proken word van het geen de Generaliteits Rekenkamer raakt, dat daar uit genoegzaam ; af te neemen is, dat de Rekenkamer wiens Misfive van den 2 Maart 1717. gefurneerd heeft de meeste materie tot het Rapport, fcherp* ziender geweest is omtrent andere , dan omtrent haar zelfs, niet nalaten melding te maken van de weinige Pointen haar zelve rakende, waar op zy meent dat eenige reflexie zoude kunnen vallen, en daar omtrent alleen nog remarqueeren, dat het niet wonder is, dat in de voorfz. Misfive weinig gefproken word van het geen de Kamer raakt , aangezien de huishouding van dezelve van weinig omflag , en de : dispofitie , die ze over 's Lands Penningen i heeft, zeer gering is, terwyl zy zig verzekerd 1 houdt , dat by onderzoek zal worden bevonj den, dat dë Kamer in het geen van haar De? partement is , geen minder fpaarzaamheid be1 tragt heeft, dan andere Collegien. $• 1,  i6o GENERAAL RAPPORT VAN Z) Van de huizen, die aan het Land hebben toebehoord, zyn veele van tyd tot tyd verkogt, zo dat, voor zo veel de Kamer heeft kunnen nagaan, geen meerder overig zyn,dan een Huis te 's Hertogenbosch, het welk voor dertig guldens jaarlyks word verhuurd, en behoord tot de Goederen van zeker Beneficie in Baxchoor, dewelke door den Rentmeefler der Episcopale Goederen in de Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch worden geadminittreerd. Eenige weinige Woningen voor Predikanten M 3 en  i2i GENERAAL RAPPORT VaN en Schoofmeeders in Vlaanderen en het Marquifaat van Bergen op Zoom, en de Huizen gefchikt tot Woningen voor Gouverneurs, Commandeurs, Majors en andere Bedienden in de meede Frontier-Steden van den Staat; De Kamer ziet geen reden, waarom deeerstgemelde Huizing niet zoude kunnen worden verkogt: En de Woningen voor de Predikanten en Schoolmeefters, waar van het onderhoud telkens voor eenige jaaren publiek word aan hefteed, zouden mogelyk aan de Gemeentens in iedere Plaats op convenabele Conditiën kunnen worden overgedaan, en aan die Gemeentens eene jaarlykfehe fomme voor huur van de nodige Woningen betaald, gelyk in de meede Plaatfen vooral in de Meycrye van 's Hertogenbosch gefchied; de Kosten van het onderhoud der Huizen, in de derde plaats gemeld, zyn van meerder aanbelang, en het zoude waarfchynelyk voordeelig voor het Land zyn dezelve te verkoopen, en aan de Officieren en Bedienden, voor dewelke ze tot Woningen gefchikt zyn, een convenabele fomme voor huishuur toe te leggen, dog het komt aan de Kamer bedenkelyk voor, eensdeels of wel overal Gegadigden zouden worden gevonden om dezelve te koopen , in aanmerking dat verfcheide Huizen, als te groot zynde, aan weinige zullen convenieeren, anderdeels of ingevalle die Huizen verkogt wierden, de Gouverneurs en Commandeurs in alie Plaatzen wel bekwaame Huizen te huur zouden vinden, waarom dan ook de Kamer van gedagten is, dat de Raad van Staate zoude behooren te wordeu verzogt, om te overweegen , wat gevoeglyk met de voorfz. Huizen zoude kunnen worden gedaan , en daar omtrent na gedaan onderzoek en ingenomen informatien zodanig te disponeeren , als ten meelton diende en voordcele van den Landen oirbaar zal vinden. Dan  HET FINANCIE-WEEZEN. 183 - Dan de Tienden en Heerlykheeden zyn als nog onverkogt. . In het jaar 1717 heeft de Kamer voor het verkoopen der Tienden niet geadvifeerd, om dat dezelve een liquide inkomen uitmaken, en aan zoo veele lasten en inconvenienten, als andere vaste Goederen niet onderhevig zyn; hier by komt nog dat derzelver rendement verbeeterd, naar maate de prys der Graanen ryst; en die verbetering is aanmerkelyk, als men vergelykt het geen dezelve nu opbrengen tegen het geen ze opgebragt hebben omtrent het jaar 1717; dit word in het advis van de Kamer aan de extraordinaris Vergadering in het zoo evengemelde jaar gegeven , begroot op omtrent tachtig duizend guldens jaarlyks, en in het jaar 1784 zyn dezelve verpagt voor ruim een honderd en drie duizend guldens, zonder te rekenen de dominiaale Tienden , en zelfs de Geeftelyke Tienden in de Landen vanOvermaze, die onder de begrooting, in het jaar 1717 gedaan, ook niet begrepen zyn. Dit rendement is daar en boven zoo aanzienlyk, dat het bedenkelyk is of wel Gegadigden genoeg zouden gevonden worden, om ze te koopen; zekerlyk zoude men niet veel te gelyk te koop moeten prefenteeren. Daar tegen zyn de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. tot de zaaken van de extraordinaris Vereadering, by hun rapport den 19 Juny 1717 gedaan, van advis geweest, dat de 'verkooping onder andere ook van de Tienden zoude behooren te worden vastgelteld; en hoe men daaromtrent in het jaar 1725 gedagt heeft, is hier boven reeds aangetekend. Voor de verkooping zoude tegenwoordig nog kunnen worden geallegueerd , dat de Tienden merkelyk zyn bezwaard door het Placaat van Haar Hoog Mog. van den 16 January van het jaar 1778 waar by geftatueerd is dat het bouwen, vernieuwen , repareeren en onderhouden der M 4 Kei>  184 GENERAAL RAPPORT VAN Kerken t«i platten Lande en van de daar aan vast zynde Gebouwen met al het geen daar toe behoord , niets uitgezonderd, mitsgaders van de Torens en van de Tiendklok, is een last leggende op de Geeftelyke Tienden. Ook zyn de kosten, die op de verpagting jaarlyks vallen, zeer merkelyk; dezelve bedragen over de Tienden in de Barronnie van Breda en Meyerye van 's Bosch eene fomme van iets meer dan een duizend en drie honderd guldens, zonder nog te rekenen de ranfoen Penningen tot eenen halven Huiver van de gulden, die een cmolument uitleveren voor de Heeren Gecommitteerden van den Raad , die de verpagting doen en 's Lands Rentmeefters; daar en boven bedraagen de daggelden van de Heeren Gecommitteerden van den Raai en de verdere kosten op die commisfie vallende jaarlyks eene fomme van twee a drie en twintig honderd guldens. Het is waar , de voorfz. Tienden zouden kunnen worden verpagt door 's Lands Rentmeefters , gelyk in Vlaanderen en te Maftricht om het andere jaar gefchied, en dan zoude de commisfie , die daar toe by den Raad jaarlyks word gedecerneerd, indien dezelve tot geen andere einden is gefchikt, het geen aan de Kamer onbekend is, kunnen worden afgcfchaft; waar door het Land niet alleen zoude profiteeren de kosten op het bckleeden van die commisfie vallende, maar nog ruim negen honderd guldens , die voor leges aan de Heeren Gecommitteerden betaald worden, en begrepen zyn onder de onkosten op de verpagting vallende, als mede het geen die Heeren uit de rantfoen Penningen genieten, het welk dan aan het Land zoude moeten worden verantwoord. Omtrent het verkoopen va» Heerlyhheden heeft zedert het jaar 1717 by den Raad van Staate geen deliberatie plaats gehad, fci de Refolutie van de Heeren Staaten van Ho!-  HET FINANCIE-WEEZEN. 185 Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 word op den voorflag, door de Generaliteits Rekenkamer in den jaare 1754, gedaan, om de Domeinen, te weeten de Heerlykheden, Molens &c. te verkoopen, tot elucidatie gezegd, ,, dat in de jaaren 1657, 1658, 1659, „ 1660 en 16é t daar over al deiiberatien zyn „ gevallen, dat den 6 Juny 1658 de verkoo,, ping gearrefteerd , den n November 1659 „ eenige verkogt, en den 24 September :66o „ gerefolveerd is eenige verder te verkoopen, „ dog den 21 September 1661 wederom ge„ furcheerd om een different, zoo als het in „ de Notulen van Haar Hoog Mog. voor„ komt, tusfchen Haar Mog. en den Raad „ van Staate, fuflineerende den Raad, dat het 9, zelve alleen ten overftaan van hem gefchie„ den moest. De Kamer is als nog van gedagten, dat het verkoopen der Heerlykheden zeer voordeelig zyn zoude, en zulks niet alleen om de bekende en te meermaalen geallegueerde redenen , maar ook om dat het gemeene Land uit die Heerlykheden niets trekt, en ze oordeelt het daarom de moeite wel waardig in eenig meerder detail te treden van de deiiberatien in de voorfz. Refolutie van Holland aangeroerd, en daar by te voegen het geen verder op dat fubject tot haare kennis is gekomen. Na dat den 15 July 1655 ter Vergadering van Haar Hoog Mog. gelezen waren zekere lysten van de verpande Heerlykheden, is de Raad van Staate den 10 November 1657 verzogt ten fpoedigfle te willen procedeeren en doen procedeeren, tot ïiflosfmg van de verpande Heerlykheden ende andere Goederen, gelegen in het Resfort van de Generaliteit, en dat voor de penningen daar voor dezelve zyn verpand , ende voorts te willen doen opftellen en aan Haar Hoog Mog. laaten toekomen de conditiën ende voorwaarden, daar op de voorfz. Heerlykheden en de M 5 Goe-  186 GENERAAL RAPPORT VAN Goederen, of een gedeelte van dien ten meeften oirbaar van den Lande zouden kunnen worden verkogt; De Raad heeft daar op by Misfive van den ao May 1658 aan Haar Hoog Mog. overgezonden een dubbeld van de voorwaarden en de conditiën, waar op by denzelven verkogt zouden worden verfcheide Heerlykheden en Jurisdictiën in de Meyerye van's Hertogenbosch, mitsgaders eene Memorie van zodanige Heerlykheden, als men eerst zoude mogen verkoopen; en vervolgens is by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 6 Juny daar aan volgende verftaan, dat de Heerlykheden en Jurisdictiën , te verkoopen voorgellagen, ten overftaau van eenige Heeren uit Haar Hoog Mog. Vergadering en den meergem. Raad van Staate refpectivelvk te comiteeren , verkogt zullen worden op de overgezonden conditiën en voorwaarden, die daar by met eenige kleine veranderingen zyn gearrefteerd, en is de Raad verzogt alles te prepareren, het gunt ter bevordering van de voorfz. verkoping zoude mogen ftrekken. Den 28 December 1658 is ter Vergadering van Haar Hoog Mog. ingekomen eene Misfive van den Hoog Schout der Stad en Meijerye van 's Hertogenbosch, die alhier verdiend genoteerd te worden, by dewelke hy aan Haar Hoog Mog. heeft kennis gegeven, dat hy derzelver Hoogheid en Heerlykheid in de te voren beleende en toen afgeloste Heerlykheden bewaard had , voor zoo veel het crimineel en arbitraal gezag aldaar concerneert, en dat hy dienvolgens de Vorfters der vöorfz. plaatzen den behoorlyken eed had afgenomen , en de Schepenen aldaar aanbevolen alle regtsplegingen te doen op den naam van Haar Hoog Mogende. In het volgende jaar 1659 hebben de PandHeeren van de Heerlykheden Deurne, Berlicum met  HET FINANCIE-WE EZ E:N. 187 met Middelrooi , Nieuwland en Vlierden zig aan haar Hoog Mog. ge-addresfeert en verzogt die Heerlykheden te mogen redimeren en vrymaken, waar omtrent de Raad op den 12 May van het gemelde jaar is verzogt om door de Heeren , die eerstdaags zouden gaan op de verpagting der Tienden in de Meijerye van 's Bosch , zig pertinentelyk te doen informeeren op de tauxatie en de estimatie van de waardye der voorfz. Heerlykheden , om daar van rapport gehoord , nader des aangaande gerefolveerd te worden ; en is daarby teffens verftaan , dat middelerwyl van alle dezelve Heerlykheden, gelyk van andere, het crimineel zal blyven aan den Hoog-Schout , ende het civiel onder den Quartier-Schout. Vervolgens is de Raad by Refolutie van dén 11 November 1659 verzogt en geauthorifeerd om met de Pand-Heeren der voorfz. Heerlykheden ten .meesten profyte van den Lande te handelen, en die Heerlykheden aan dezelve in koop over te laten, dog voor niet minder dan dezelve waren getauxeerd, ende dat alles zonder dat het ten reguarde van andere Heerlykheden in confequentie zoude mogen worden getrokken. In het jaar 1660 heeft de Raad van Staate by Misfive van den 26 Augustus aan Haar Hoog Mog. kennis gegeven, dat bevorens door hoogstderzelver ordre van de verpanding waren afgelost de Heerlykheden Deurne, Berlicum met Middelrode , Vlierden , Nieuland , Helvoirt , Esch , Oerle , Merefelthoven , Dommelen , Bergeyck ; Nunen , Gerwen ende Wetten in de Meijerye van 's Bosch, daar aan eene merkelyke 'fomme gereed geld was gegeven en dat daar van alleen verkogt waren de eerfte vier, terwyl men van de andere zeer weinig voor het Land was trekkende, en heeft vervolgens in bedenken gegeven of Haar Hoog Mog. niet zouden goedvinden , dat men ook de andere pu-  188 GENERAAL RAPPORT VAN publikelyk zoude verkopen op de Conditiën vermeld in haar Hoog Mog. Refolutie van den 6 Juny 1658, wanneer de verkoping ook was gerefolveerd , dog daar na weder opgehouden. Waar op den Raad den 24 van de volgende maand September is verzogt alle de voorfz. Heerlykheden publikelyk , ende niet onder de hand te doen verkopen volgens en in conformiteit van gem. Conditiën. In het volgende jaar 1661 op den 22 Sep* tember ter Vergadering van Haar Hoog Mog. geëxhibeerd zynde zeker gedrukt Billet, waarby van wegens den Raad van Staate, ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutien van den 2 January en 6 Juny 1658, mitsgaders van den 24 September 1660 te koop wierden gefteld verfcheide Heerlykheden, Molens, Huizen, Hoeven en Landen, gelegen in de Meyerye van 'sBosch, is na gehouden conferentie met eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate op liet voorfz. fubjccb den volgende dag gerefolveerd , dat de voorfz. verkooping gedaan zoude worden ten overftaan van eenige Heeren Gedeputeerden uit het midden van Haar Hoog Mog. Vergadering met ende nevens eenige Heeren GeCommitteerden uit den welgem. Raad van Staate, waar toe op de volgende 27 vier Heeren benoemd zyn , na dat in dezelve Refolutie was vastgefteld, dat de Heeren Gedeputeerden uit het midden van Haar Hoog Mog. vergadering ende den Raad van Staate zullende verfcheinen op de verkooping van de bewuste Heerlykheden ende Goederen, dezelve Heerlykheden ofte Goederen niet zullen vermogen te koopen door bun zeiven ofte door andere dircételyk ofte indirectelyk in geenerhande manieren, Dog tegen die Refolutien heeft de Raad zig met veel ernst verzet, zynde ten dien einde en corps verfcheenen in de Vergadering van Haar Hoog Mog. en met de redenen daar toe dienende  HET FINANCIE-WEEZEN. 159 nende verzogt, dat de voorfz. twee Refolutien in zo verre zouden worden gealtereerd, dat het doen der voorfz. verkooping alleenlyk ende privativelyk aan den Raad ingevolge van deszelfs Inftructie ende opgevolgde praktyk gelaaten werde. Vervolgens heeft de Raad de redenen door hem mondeling voorgedragen op het herhaald verzoek van Haar Hoog Mog, in eene Mislive vervat die den 19 October ter Vergadering van Haar Hoog Mog. is ingekomen, en te dier tyd geen ander gevolg heeft gehad , dan dat op den 21 van dezelfde maand October is gerefolveerd,dat met de geprojecteerde verkoopin- der Heerlykheden en Geeftelyke Goederen&zoude worden gefuperfedeerd tot nader ordre van Haar Hoog Mogende; Do°- naderhand heeft de Raad zig daar over by gelegenheid, dat zeer zwaare reparatien aan de Molens van Son en Hooidonk moeiten worden gedaan, in den jaare 1663 nader aan Haar Hoog Mog. geaddresfeerd, en eindelyk by" Misfive van den 10 January 1664 verzogt te mogen verftaan Haar Hoog Mog. goede meninge ende intentie nopens het repareeren of verkoopen van de voorfz. Molens, als mede dat afgedaan moge worden de furfeance, dewelke Haar Hoog Mog. omtrent het verkoopen van eenige geloste Heerlykheden in het o-emeen, by hunne Refolutie van den 21 October 1661 goedgevonden hadden te interjecteeren, En daar op is de Raad by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 17 January 1664 gcauthorifeerd, om de verkooping niet alleen van de voorfz. Molens, maar ook van de Geestelyke Goederen by provifie ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 September 1660 door Gecommitteerden uit den haren ter bekwamer tyd te laaten doen, alzo Haar Hoog Mog. onnodig agten eenige Gedeputeerden uit den  ïqo GENERAAL RAPPORT VAN den haren daar by te voegen, en wyders zyn de defecbueufe Provinciën verzogt zig op de verkooping van de afgeloste Heerlykheden ten fpoedigfte te willen verklaaren. Dog hier by is het, voor zoo veel aan de Kamer bekend is, verbleven, immers tot nu toe geene Refolutie op het verkoopen der geloste Heerlykheden genomen. Integendeel is op den 30 December 1677 by den Raad van Staate gerefolveerd, dat voortaan de zaak zoo veel doenlyk daar heen zoude worden gedirigeerd zoo by Haar Hoog Mog., als by de Provinciën, en wyders daar zulks vereischt zoude worden , ten einde geene Heerlykheden ofte Heerlyke Goederen , gelegen onder het resfort van de Generaliteit werden verkogt ende veralieneerd om wat redenen, en onder hoedanigen prastext het zelve zoude mogen zyn, inzonderheid niet aan eenige Paapsgezinden. Of nu de ■ Heerlykheden, die de Raad by Misfive van den 26 Augustus van hetjaar 1660 aan Haar Hoog Mog. gefchreeven heeft, dat van de Verpanding gelost waren, alle de Heerlykheden zyn, die verpand zyn geweest, dan of 'er nog meerder zyn, die nog gelost zouden kunnen worden, is aan de Kamer onbe- • ,kend, gelyk mede of onder de overige Dorpen in de Meyerye van 's Hertogenbosch, die niet aan byzondere Heeren toebehooren, eenige gevoeglyk zouden kunnen worden verkogt. Zeker is het, dat, behalven de hier voor gem. geloste Heerlykheden, aan den Staat ook toebehoord de halve Heerlykheid van Oirfchot, als mede de halve Heerlykheid van Hilvarenbeek, Diesfen, Riel en VVeitelbeers , en dat een en andermaal aanzoek gedaan is om dezelve in koop over te nemen. Daar en boven heeft de Heer van Nuland in het jaar 1671 aan Haar Hoog Mog. verzogt, dat ze uitjiaare Souveraine magt by de voorfz.  HET FINANCIE'WEEZEN. 191 voorfz. Heerlykheid en de Parochie van Nuland wederom volkomentlyk zouden willen voegen het gehugt en de uithoek van Heeze, met alle Jurisdictiën ende Gerechtigheden daar aan competeerende, of wel de geheele Heerlykheid van Rosmalen met alle Jurisdictiën aan dezelve annex,by koop ofte anderzints aan hem laaten toekomen. En de Raad, wiens advis daar op is gevraagd, heeft tegen het voorfz. verzoek niets anders geallegueerd, dan dat oordeelde by die conftitutie van tyden niet geraaden zoude zyn eenige Heerlykheden in de Meyerye van's Bosch te verkoopen ofte te demembreeren in het geheel ofte ten deele, en dat men in allen gevalle eerst behoorde af te wagten de Refolutien van de gemeene Bondgenooten op het verkoopen der Heerlykheden voor dezen aangenomen in te brengen, overeenkomftig welk advis het voorfz. verzoek dan ook by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 14 November 1671 is gedeclineerd. Voor het overige kan men niet nalaaten te remarqueeren, dat uit de voorfz retroactablykt, dat in alle de Heerlykheden aan het Land toebehoorende het crimineel behoord tot het Ampt van Hoogfchout over de Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch, en het civile tot de Ampten van Quartierfehout, en dat vervolgens by aldien die Heerlykheden met het hooge gerecht wierden verkogt, de voordeden van den Hoogfchout, en in allen gevalle die van de Quartierfchouten daar door zouden verminderen. Waarom eene zonderlinge opmerking verdient het geen de Raad van Staate by zyne bovengemelde Misfive van den 18 October 1661 onder andere ter kennis aan Haar Hoog Mog. gebragt heeft, dat zedert het drukken van de Conditiën en de Billetten op het ftuk van de verkooping der Heerlykheden , aan den zeiven zyn voorgekomen eenige propofitien uit den naam  loa GENERAAL RAPPORT VAN naam van eenige Regenten van die Heerlykheden , ten einde om met den Raad by form van redemtie te mogen handelen over de afgeloste Pandpenningen, ofte over den eigendom van die j ieerlykheden zelfs, voegende den Raad daar by, „ dat zulks oordeelde van zeer groot „ te confideratie te zyn, en dat met zodanige „ handeling wel ligt een goed expediënt zoude „ kunnen worden uitgevonden , om aan de „ eene zyde de Financie met eene redelyke „ fomme weder te fbyven tegen het verfchot „ tot aflosfing der Heerlykheden gedaan, ende „ aan de andere zyde alle die partyen zouden „ kunnen blyven geünieerd onder de Domei„ nen , gebragt aan de directie van den „ Hoogfchout ende de Quartierfchouten re„ fpecbivelyk." Daar en boven worden de Secretarisfeu in de voorfz. Heerlykheden, voor zo verre die niet erffelyk zyn, gelyk 'er fommige zyn, als mede de Vorllers aangefteld door Haar Hoog Mog., die dan ook van die begeevingen door het verkoopen der Heerlykheden zouden worden ontzet. Eindelyk oordeeld de Kamer niet te moeten verzwygen , dat de Schepenen, Gezworens, en Raaden der Stad 's Hertogenbosch in den jaare 1658 by Misfive van den 6 Juny , den 3 daar aan volgende ter Vergadering van Haar Hoog Mog. ingekomen, hebben gefuftineerd r dat de voorgenomen verkoopingen en alienatie van eenige Heerlykheden, Dorpen , Chynfen, Landen, ende Goederen niet zouden mogen geleideden, als ftrydig met de generaale Privilegiën van Braband, die niet zouden toe laaten dat dc Prins van den Lande eenige Heerlykheden hebbende hooge , lage of middele Jurisdictie, Dorpen, Chynfen, Landen, Bosfchen, Beemden en diergelyke Goederen, aan de Domeinen van den Prinfe refpectivelyk toebchoorende, verzette of verkoope, ten zy met expres  HET FIN ANCIE-WEE ZE N. 193 expres confent ende vrywillige toeftemming der Leden en de Hoofdlieden van Braband. Wel is waar, dat Haar Hoog Mog. by Refolutie van den 15 derzelve maand hebben verklaard, dat de Privilegiën by gem. Schepenen, Gezworens en Raden der voorfz. Stad geallegueerd, het voorfz. fubject gansch niet concerneren , nog raken , en daarom aan dezelve wel ernftelyk belast, dat ze hun met de voorfz. verkopinge geenzints zullen hebben te bemoeyen, veel min dies aangaande eenig gewag te maken of te fpreken van eenige protcftatien ofte anderzints , op dat Haar Hoog Mog. niet genoodzaakt werden daar tegen te voorzien. Dog des niet te min zyn 'er naderhand twee advizen gegeven, het eene alhier in den Haag den 16 November van het gem. jaar 1658 door negen van de meest gerenommeerde Advocaten, en het andere te Utrecht dén 7 November van het volgende jaar 1659 door vier Advocaten, welke beide gevonden worden in het tweede deel van de Ütrechtfche confultatien, waar by de voorfz. fustenue van Schepenen , Gezworens en Raaden der Stad 's Bosch insgelyks word gevoerd en geadltrueerd, waar over de Kamer zig zal onthouden eenig oordeel te vellen , maar zulks aan de Bondgenoten en de Heeren derzelver Gedeputeerden over laten. S- 4- De Refolutien van Haar Hoog Mog. by dewelke vastgelteld is , dat alle canonifyen en Geestelyke Benefieten, ter collatie van hoogstdezelve ftaande, niet zullen worden begeven, maar dat derzelver inkomften zullen blyven ten voordeele-van de Geestelyke Comptoiren, zyn zedert veele jaren naauwkeurig geobferveerd, zoo dat tegenwoordig geen eene van die canonifyen of andere Beneficiën begevan zyn, en II. Deel. N de  194 GENERAAL RAPPORT VAN de inkomften van alle dezelve by het Land genoten worden, en vervolgens komt het aan de Kamer onnodig voor , dat die Refolutien wierden vernieuwt, of verftaan dat van dezelve om geene redenen zoude mogen worden afgegaan. S- 5- Het middel van het klein Zegel van de Generaliteit rendeerdt nog niet meer dan omtrent dertig duizend guldens , en de Kamer is nog van gedagten , dat het zelve zeer gevoeglyk kan en behoord te worden verbeterd. Tot betoog daar van zal alleen behoeven te worden gezegd, dat volgens de Ordonnantie, naar dewelke het zelve word gecollecteerd, en die gearrefteerd is den a November 1695, het hoogfte Zegel dat tot Ordonnantiën, Aften van verzoek op de refpeftive Provintien, of eenige andere Aften, waar by eenige betalinge word geordonneerd , is van vier en twintig Huivers. dat tot Commisfien van Ampten en Bedieningen geen hoger Zegel bekend is , dan van een honderd en vyftig guldens, dat alle Testamenten, Codicillen, Aften van Donatie ter zake des doods en generalyk allerhande foorten van uiterften wille , zonder eenig reguard te nemen op de gegoedheid van. de testateurs, of op de grootheid vaii de fomme van Penningen, die gedonateerd word, moeten worden gefchreven op een Zegel van agt en veertig ftuivers, waar van nog uitgezonderd worden die van Ouders ten behoeven van hunne Kinderen welke kunnen volftaan met een Zegel van vier en twintig ftuivers. Ën dat het hoogfte Zegel, het welk tot minuten van Obligatien als mede tot minuten van Huurcedullen moet worden gebruikt, is van twaalf ftuivers. Hier komt nog by, dat de Commisfaris van het  HET FINANCIE -WE E Z E N.' 195 het voorfz. middel met den geene die deszelfs Comptoir waarnam , by Refolutie van Haar Hoog Mogende van den 20 September 1769 gecommitteerd en geauthorifeerd zynde geweest om op den voet en in conformiteit van den inhoud der Ordonnantie, den 2 November 1695 geëmaneerd, in het Diftrict van de Generaliteit , en alomme ter plaatlë, daar de omftandigheden en 's Lands nut zulks zonden mogen vereisfchen, te mogen nemen zodanige informatien en perquifitien als dienftig en nodig zoude oordeelen om na te fpeuren de fources der misbruiken, die hy had voorgedragen met opzigt tot het voorfz. middel te zyn ingellopen , op den 18 April van het jaar 1771 aan Haar Hoog Mogende heeft overgeleverd een verbaal en rapport van zyne bevinding , en hoedanig hy had ondekt, dat de ordonnantie en opgevolgde Publicatien alomme wierden gepractizeerd en geobferveerd, als mede eene Memorie van de gronden , redenen en motiven, waarom hy van oordeel was , dat in de Ordonnantie in veele opzigten notable veranderingen, verbeteringen en vermeerderingen zouden behoren gemaakt te worden, gelyk hy dan ook daar by heeft gevoegd een concept Placaat en Ordonnantie , volgens welke het voorfz. middel zoude kunnen worden gecollecteerd, Alle welke Stukken ten zeiven dage zyn gefteld in handen van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van het klem Zegel , om met en nevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staate te vifiteren en te examineren, dog het zelve is tot nu toe buiten eenig vervolg gebleven. Daar en boven zoude omtrent de adminiflxatfe van het voorfz. Zegel, en de Bedienden, die tot het teikenen en kloppen der Zegels worden gebruikt, naar de gedagten van de N a Ka-  196 GENERAAL RAPPORT VAN Kamer wel eenige menage kunnen worden aangewend. de Commisfaris geniet voor Trac tement jaarlyks . . . fiooo o o het welk by Refolutie van Haar Hoog Mogende van den 31 Octo- 1 ber 1686 verhoogd is met . . 200 o o voor huishuur jaarlyks . . 200 o o en wegens verfchot der Materia len om de fubftantie te maken, waar mede het Papier word geplakt waar op het Zegel word gellagen, mitsgaders voor brand en ligt , nog jaarlyks .... 200 o & en dus te zamen eene fomme van .... .ƒ1600 o o deze fomme komt aan dc Kamer voor een ruime beloning met betrekking tot het beloop van den ontfang, en dewyl daar cn boven tot het flaan van het Zegel geen pap meer word gebruikt , dan alleen by de Francynen , vermeent de Kamer dat de laatst gemelde toeleg aan dc opvolgers van den tegenwoordigen Commisfaris niet zoude behoren te worden goedgedaan. Voor verdere vermindering advifeert de Kamer niet, om dat de ontfang, hoe zeer niet groot, evenwel vïy lastig is, en in het byzondcr niet voor het intrekken van de huishuur, om dat de Commisfaris verpligt is voor de Bedienden van het Zegel een vertrek te verzorgen tot het teikenen en kloppen der Zegels. daar en boven word ten behoeven van de Zegclkloppers voor leverantie van Papier, dienende tot uitflag van de Zegels , of zo als in vroegere rekeningen gevonden word , tot de ruiten, daar het klein Zegel op gellagen word, jaarlyks geleden als van ouds eene fomme van zes en zestig guldens, dog vermits het Zegel niet  HET FINANCIE-WEEZEN. 197 niet meer op ruiten geflagen word dan alleen by Francynen, en deze, voor zo ver buiten den Haag gebruikt worden, door de Kloppers worden geleverd op een voet, dat zy daar op winst hebben en dus de Papiere ruiten ligt kunnen bekostigen , zoude die post wel kunnen worden verminderd met zestig guldens, zo niet geheel ophouden , vermits de Papieren ruiten alleen behoeven verzorgd te worden voor de Francynen , waar op het Zegel alhier in den Haag geflagen word, en in beide de gevallen zoude zulks by het overlyden van elk der tegenwoordig in leven zynde Kloppers voor een •vierde behoren ftand te grypen; voorts word aan een Contrarolleur en aan een Teikenaar van het klein Zegel, aan ieder betaald eene fomme van zeven honderd guldens , en aan vier Kloppers ieder eene fomme van vyf honderd guldens voor jaarlyks Traétement , en daar en boven is 'er nog een Teikenaar en Diftributcur van het Zegel alhier in den Haag, die daar voor boven het profyt op het Papier, voor ieder vel van het welk hy ontfangt drie duiten , op den voet van het 60 Art. van de Ordonnantie, geniet den twintigften Penning van de Zegels door hem gediflribueerd, het welk over het jaar 1785 bedragen heeft ruim drie honderd guldens. Nu zoude by het overlyden van denzelven het teikencn en diftribueren van de Zegels in den Haag zeer wel kunnen worden gedemandeerd aan den Teikenaar van het klein Zegel, en daar door by het Land geprofiteerd het collectloon van de gediftribueerde Zegels, en het getal der Zegelkloppers zoude zeer gemakkelyk op twee kunnen worden verminderd, want in het jaar 1784 zyn niet meer dan ruim zeven en zeventig duizend , en in het jaar 1785 weinig minder dan zes en zeventig duizend en zes honderd Zegels geflagen; men N 3 ftelle  ioS GENERAAL RAPPORT VAN ftelle het getal der Zegels die jaarlyks geflagen worden op tachtig duizend, en rekene het jaar op vyftig weken , en dat in ieder week vyf dagen gewerkt word, het welk oplevert twee honderd en vyftig werkdagen in het jaar , eu dan zujien op ieder dag niet meer dan drie honderd en twintig Zegels behoeven geflagen te worden , dat buiten twyffel zeer gemakkelyk door twee Kloppers kan worden verrigt. i 6. De combinatie van ontfangfien by het advis van den jaare 1717 voorgeflagen, en zelfs van nog meer andere -is by Refolutie van den Raad van Staate van den'24 April 1721 vastgcfteld, die ook reeds voor een geruime tyd hcrwaards volkomen effect heeft geforteerd. De Kamer oordeeld verder, dat gelyk de ontfang der gemeene middelen in de Quartieren van Oostcrwyk en Maasland gecombineerd is, zo ook op den voet van de gemelde Refolutie gecombineerd zoude kunnen worden de ontfang van dezelve middelen in de Quartieren vanPeelland en Kempeland, die nu door twee Ontfangers worden geadminiftreerd, En dat gelyk de Verpondingen in de Stad van 's Hertogenbosch cn het Quaitier van Maasland door eene Perfoon, cn de Verpondingen in' het Quartier van Oostcrwyk, en de twintigfte penning van de fuccesfien in adfeendenti & collaterali linea met de veertigfle penning van de verkopingen en verbanden van vaste Goederen in dc Stad en Meijerye van 's Hertogenbosch , mede door eene Perfoon worden ontfangen, van gelyke op den voet van de gemelde Refolutie door eene Perfoon zouden kunnen worden ontfangen de Verpondingen in dc Quartieren van Peelland cn Kempeland, het geen nu door twee Ontfangers gefchiedt; en by aldien dit een cn ander mogt worden vast-  HET FINANCIE-WEE ZEN. 199 vastgelteld, zouden de Borgtochten kunnen en behoren te worden gereguleerd op den voet van de Refolutie van den Raad van Staate van den 21 November 1732 Verdere combinatiën vermeent de Kamer niet te kunnen nog te moeten voorflaan, om dat het niet wel mogelyk zoude zyn de Borgtochten zodanig te regelen , dat zy in evenredigheid zouden zyn met de fommen, die verantwoord moeten worden, of zy zouden zo hoog moeten worden genomen, dat het zeer bezwaarlyk zoude zyn dezelve gefteld te krygen, welke confidentie den Raad van Staate reeds in het jaar 1732 by het bepalen van de Borgtochten , die voor de adminiftratie van 's Lands Ontfangers en Rentmeesters in het vervolg zouden moeten worden gefteld, bewogen heeft, om in navolging van het geen in het jaar 1695 was in het oog gehouden, geen Borgtocht tot hoger fomme te fixeren , dan van vyf en twintig duizend guldens. De Raad en Rentmeester Generaal der Beden van Braband in het Quartier van Antwerpen , geniet nog voor ordinaris Traétement eene fomme van negen honderd guldens, voor extraordinaris Traétement eene fomme van een honderd en vyftig guldens, voor een Clercq eene fomme van vyftig guldens en voor jaarlyks Traétement van twee Commifen en Collecteurs der Beden eene fomme van vyf honderd guldens, en daar cn boven norx /eene fomme van twee en zestig juildens en tien ftuivers voor het overbrengen van penningen tot betaling der Renderen in Holland cn Zeeland , die in Holland betaald worden, en eene fomme van dertig guldens voor Briefporten, het geen zekerlyk geenzints evenredig is met den voet , op welke behandeld N 4 word  200 GENERAAL RAPPORT VAN word de Ontfanger Generaal der Beden in het Quartier van 's Hertogenbosch, die niets meer geniet dan voor Traétement de zestigfte penning van de ontfang,-het welk weinig meer dan negen honderd guldens bedraagt, daar deze aan Renten, op zyn Comptoir geaffecteerd, betaalt eene fomme van weinig minder dan dertien duizend cn negen honderd guldens in omtrent zeventien honderd posten , zonder nog te rekenen de interesfen die door denzelven betaald worden van de Capitalen , die zedert het jaar 1757 door Diaconien, Godshuizen, en andere pieufe Geftichten in de Meijerye van 's Bosch op het zelve Comptoir belegd zyn, en welke interesfen over het jaar van de laatfte rekening hebben belopen op eene fomme van weinig minder dan zestien duizend guldens , die betaald zyn in meer dan twaalf honderd posten , terw\ 1 de eerst gemelde aan Renten niet meer betaalt dan eene fomme van ruim zeven duizend guldens in omtrent drie honderd en vyftig posten. De Kamer is daar en boven geïnformeerd, dat de Renderen in Holland en Zeeland niet meer in Holland betaald worden , cn vervolgens vervalt de reden , waarom voor het overbrengen van de daar toe nodige Penningen twee en zestig guldens en tien Huivers worden goedgcdaan, daar en tegen worden de Beden van het Marquizaat van Bergen op Zoom , te Bergen op Zoom aan een Commis of Collecteur van gemclden Rentmeester Generaal betaald ; nu is in vroeger tyd de fomme van vyf honderd guldens, die voor twee Commifen of Collecteurs uit kragtc van Haar Hoog Mog. Refolutie van den 5 May 1663 als nog word geleden , onderfcheidentlyk , en wel eene fomme van twee honderd guldens voor eenen Commis, of Collecteur van het Comptoir der Beden in het Quartier van Bergen op Zoom, en de overige  HET FINANCIE-WEEZEN. 201. riee fomme van drie honderd guldens voor eenen Commis of Collecteur der Beden in den Quartiere van Breda gebragt, en vervolgens komt het aan de Kamer voor , dat aan de Opvolgers van den tegenwoordigen Raad en Rentmeester Generaal der Beden 111 het Quartier van Antwerpen, eene fomme van twee honderd guldens voor eenen Commis of Collecteur te Bergen op Zoom zoude behooren te worden gecontinueerd, en dat voor het overige derzelver 1 ractement zeer gevoeglyk zoude kunnen worden gelyk o-efteMmet dat van den Ontfanger Generaal deiBeden in het Quartier van 's Hertogenbosch, en dus bepaald op den zestigften Penning van zyn ontfang, het geen zal uitmaken eene fomme van vyf honderd guldens jaarlyks, en aan dezelve niets geleden voor extraordinaris Trap? tement, nog voor een Clercq nog voor een Commis of Collecteur der Beden in den Quartiere van Breda, nog voor Briefporten, veelmin nog voor het overbrengen van Penningen om eenige Renderen in Holland te betaalen. Aan den Raad en Rentmeefter Generaal der Episcopaale Goederen in de Stad en Meyerye van 's Bosch, als mede van de Geeftelyke Goederen in het Quartier van Maasland word als nog o-oedgedaan een Traétement van een duizend " tilden s, en voor Huishuur eene fomme van twee honderd guldens, daar cn boven admimltreert hy de Goede-1 ren, toebehoord hebbende aan het Capittel van St. Jan en aan de Beneticiaten van het zelve , mitsgaders aan tien Conventen, welke in de voorige "eeuw ten behoeven van het gemeene Land zyn aangeflagen, en verantwoord dezelve in eene afzonderlyke rekening; hy geniet voor de adminiftratie van de Goederen van het Capittel een Traétement van twee honderd guldens, en voor die van de Goederen van een van de voorfz. N 5 Con-  aoa GENERAAL RAPPORT VAN Conventen een Traétement van een honderd en vyftig guldens , voorts agt per cent van den ontfang van de Goederen aan de Beneficiaten van het gemelde Capittel behoord hebbende, de twintigfte Penning van de inkomften van twee der voorfz. Conventen, en de veertigfte Penning van de inkomften van de zeven overige. Die Traétementen en tantièmes hebben over het jaar 1784, na aftrek van die van het beloop van afgeloste pagten, bedragen eene fomma van omtrent fes honderd guldens. In den jaare 1717 heeft de Rekenkamer voorgefteld, om het voorfz. Rentampt te begeven op een Traétement van twaalf honderd guldens eens, dog by refumptie van dat advis heeft ze geconfidereerd; dat de adminiftratie van de Goederen van de voorfz. Conventen en Capittel geen de minfte gemeenfehap heeft met de overige adminiftratie van gemelde Rentmeefter, gelyk daar van ook voor deeze in twaalf afzonderlyke rekeningen verantwoording is gedaan, die naderhand tot vermyding van de nodelooze omflag en kosten in eene rekening is vervat, en dat die adminiftratie aan vry veel omflag onderhevig is, aangezien die Goederen beftaan in Landpagten, Tienden, Rogpagten, Renten en Chynfen, en daarom oordecld de Kamer tegenwoordig , dat het gevoeglyker zoude zyn, dat voor die adminiftratie by continuatie een tantième van den ontfang wierd goedgedaan, en dat het zelve voor de Opvolgers van den tegenwoordigen Rentmeefter zonder onderfchcid van de Conventen zoude kunnen worden bepaald op den veertigften Penning; de Huishuur, die reeds in de voorige eeuw is toegelegd om dat de Predecesfeur m een 'sLands Huis gewoond had, zoude voor het vervolg kunnen worden gemortificeerd, aangezien tegenwoordig geen ccn Ontfanger of Rentmeester  HET FINANCIE -WEEZEN. 203 .meefter in 's Lands Huis woont, en aan geene eenige Huishuur word goedgedaan, uitgenomen den Rentmeefter der Geestelyke Goederen in de Stad en het Marquifaat van Bergen op Zoom, aan denwelken als zelfs in een 's Lands Huis gewoond hebbende, wanneer dat is verkogt, voor Huishuur is toegelegd eene fomme van een honderd en vyftig guldens, dan waar van het genot by de eerfte vacature moet ophouden , De Ontfanger der gemeene Middelen over Hulst en Hulfter Ambagt geniet als nog boven het bepaalde ontfangloon van het regt van den twintigften Penning van de fuccesfien in adfcendenti & collaterali linea, en van den veertigften Penning van alle verkopingen en verbanden van vaste Goederen , een Traétement van twaalf honderd guldens, het welk de Rekenkamer in evenredigheid van het geen aan andere Ontfangers word goedgedaan by aanhoudendheid te hoog oordeelt, en dewyl de hoorn- en gemetgelden met het jaar 1756 niet meer zyn verpagt, maar op eene bepaalde fomme per gemet zyn gefixeerd, en van dien tyd af door den Ontfanger der Verpondingen ontfangen, oordeelt dc Kamer dat het voorfz. Tractement by vacature zeer gevoeglyk op zeven honderd guldens zoude kunnen worden verminderd. De Ontfanger der Verpondingen aldaar heeft nog een Traétement van zes honderd guldeus, en geniet daar en boven voor ontfangloon van de Verpondingen der Landen en Gebouwen de veertigfte Penning van den ontfang, van de Verpondingen der Tienden, Molens &c. de twintigfte Penning, van de vier grooten Vlaams per gemet tot vinding van de Traétcmenten van den Raad van Vlaanderen de veertigfte Penning, cn  — ao4 GENERAAL RAPPORT VAN en voor het collecteeren van dezelve de tachtigfte Penning, en eindelyk voor ontfangloon van de twee Schellingen Vlaams per gemet in plaats van hoorn- en gemetgelden de veertigfte Penning van den ontfang, al het welk te zamen bedraagt ruim twee duizend en een honderd guldens : Waar omtrent de Kamer van gedagten is , dat het voorfz. Ampt by de eerfte vacature zoude behooren te worden begeeven op een Traétement van zes of uiterlyk agt honderd guldens voor den ontfang der Verpondingen , en eene provifie van den veertigften Penning van het beloop van de vier grooten Vlaams per gemet, van den tachtigften Penning voor het collecteeren van dezelve, en van den veertigften Penning van het beloop van twee Schellingen Vlaa'us per gemet, wanneer het zelve nog zal opbrengen weinig minder dan een duizend of twaalf nonderd guldens. Aan den Ontfanger van de Middelen over Sas van Gent, Philippine en onderhaorige Polders word nog goedgedaan een Traétement van negen honderd guldens voor den ontfang der gemeene Middelen, en voorts vier per cent van het beloop van het regt van den twintigften Penning van de fuccesfien in adfcendenti & collaterali linea, en den veertigften Penning van het beloop van liet regt van den veertigften Penning van de verkoopingen en verbanden van vaste Goederen, van de Tienden, Verpandingen en Landpagten, al het welk te zamen uitbrengt eene fomme van ruim twaalf honderd guldens, Daar omtrent is de Kamer in het jaar 1717 van gedagten geweest, dat de Ontfanger op Sas van Gent niet meer zoude behooren te genieten dan het Traétement. van negen honderd guldens , dog  HET FINANCIE-WEEZEN. 205 dog dezelve nader geconfidereerd hebbende, dat by de Ordonnantiën op den 20 en 40 Penningen is bepaald, dat voor ontfangloon van het regt op den 20 Penning vier van het honderd, en van het regt op den 40 Penning de veertigften Penning van het beloop van hetzelve zoude worden goedgedaan , zoude de Kamer oordeelen, dat indien de inkomften van het voorfz. Ampt, zo als die nu zyn , te hoog worden geoordeeld, het gevoeglyker zyn zoude de voorfz. tantièmes te laaten en het Traétement voor den ontfang der gemeene middelen by de eerlte vacature te verminderen op zeven honderd guldens , hoe zeer ze niet wil verbergen , dat voor den ontfang van zoo veel verfchillende middelen, waaraan meerder moeite vast is, dan aan de ontfang van een enkeld middel, eene belooning van ruim twaalf honderd guldens aan haar niet te hoog voorkomt, dog ze zoude van gedagten zyn , dat aan volgende Ontfangers voor het overbrengen van de rekening en het vervolgen en zuiveren van het flot van dezelve in plaats van een honderd guldens , die daar voor nu worden geleden , niet meer dan vyftig guldens , zoo als aan andere Ontfangers in Vlaanderen, zoude behooren te worden gevalideerd. De Ontfanger Generaal der Beden in de drie Landen van Overmaze geniet als nog een Traétement van een duizend guldens, en daar en boven den veertigften Penning van den ontfang der Verpondingen over de Vroenhove, en der contributie van de Dorpen van Redemtie, als mede den twaalfden Penning van den ontfang der Kerkelyke en Pastoraale Goederen van den Vroenhove, en van de Domeinen te Maaftricht en in denzelve Vroenhove, dog voor het overbrengen der rekening ingevolge de Refolutie van den Raad van Staate van den 9 Juny 1758 niet meer dan een honderd en vyftig guldens: Ook  ac6 GENERAAL RAPPORT VAN Ook word ingevolge de zo evengemelde Refolutie aan denzelven niet meer goedgedaan eene fomme van drie honderd guldens, die aan deszelfs Prsedecesfeurs voor een Clercq, en eene fomme van zestig guldens, die aan dezelve voor een Solliciteur in den Plage zyn geleden, Het rendement van voorfz. Ampt dus reeds verminderd zynde met vier honderd en zestig guldens, zoude de Kamer oordeelen , dat het op den tegenwoordigen voet zoude kunnen worden gelaaten , ten ware de twaalfde Penning van den ontfang der Kerkelyke en Paftorale Goederen en der Domeinen mogt worden geoordeeld te groote belooning te wezen, in welken gevalle zoude kunnen worden vastgefteld, dat ook van dien ontfang alleen de veertigfte Penning aan de Succesfeurs van den tegenwoordigen Ontfanger Generaal zoude worden gevalideerd, het geen nog eene vermindering van ruim twee honderd guldens zoude uitmaaken, wanneer het Traétement en de Ontfangloonen tot het voorfz. Ampt ftaande zullen beloopen eene fomme vjn omtrent dertien honderd guldens. De Gecommitteerden in de Generaliteits Rekenkamer verder hebbende nagegaan , welke Tractementen of Ontfangloonen en andere douceurs aan de overige Ontfangers en Rentmeefters van 's Lands Middelen en Goederen worden goedgedaan, hebben bevonden, dat de Ontfanger van de gemeene Middelen over de Stad 's Hertogenbosch , Schansfen en Vrydom van dien geniet een Traétement van twaalf honderd guldens, en de Ontfanger van dezelve Middelen over het Quartier van Peelland een Traétement van een duizend guldens , terwyl het Traétement van de Ontfangers over de drie andere Quartieren bepaald is voor ieder op zeven honderd en vyftig guldens, en dat van dc Ontfangers der gemene Middelen  HET FINANCIE-WEEZEN. 207 Ien in de Stad Breda , in de Baronnie van Breda en het Prinsland, en in de Stad Grave en den Lande van Cuik niet meer bedraagt dan een duizend guldens, dat aan den Ontfanger der Verpondingen over het Quartier van Kempeland word goedgedaan een Traétement van zeven honderd en vyftig guldens, daar de Ontfangers van het zelve Middel over de Quartieren van Peelland en Oosterwyk alleen genieten een Traétement van vyf honderd guldens, dat aan den Ontfanger van het regt van den twintigften Penning van de fuccesfien in adfcendenti & collaterali linea, en van den veertigften Penning van de verkopingen en verbanden van vaste Goederen in de Baronnie van Breda jaarlyks word goedgedaan eene fomme van tachtig guldens , en aan den Ontfanger van dezelve Middelen in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom in verfcheide posten eene fomme van vier en negentig guldens voor het vifiteren der Secretarien in de Baronnie van Breda, en in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom refpeétivelyk, terwyl aan de andere Ontfangers van die Middelen niets diergelyks word gevalideerd; dat de Ontfanger van de Verpondingen iu de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom, de Stad en Lande van Steenbergen en de Heerlykheid Prinsland geniet een jaarlyks Traétement van vyf honderd guldens, als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad Bergen op Zoom, een jaarlyks Traétement van zes honderd guldens, als Ontfanger van de Verpondingen ia de Stad en Lande van Steenbergen, een derde van de Tractementen van vyf honderd vyf en zeventig guldens, en van vyf honderd guldens, geftaan hebbende tot de ontfang van de Verpondingen in het Marquizaat van Bergen op Zoom en de Heerlykheid Prinsland, en daar en boven de veertigfte Penning van de fommen, waar-  188 GENERAAL RAPPORT VAN waarmede de Verpondingen in het gemelde Marquizaat en Heerlykheid zyn verhoogd, na dat de Traetementen gefixeerd waren, het geen te famen genomen merkelyk meerder bedraagt dan het geen aan andere Ontfangers word goedgedaan : Dat daar aan de Ontfangers en Rentmeesters te 's Bosch niet meer dan veertig of aan fommige vyftig guldens word geleden voor het overbrengen van derzelver rekeningen' en het vervolgen en zuiveren der floten van dezelve , aan den Rentmeester van de Geestelyke Goederen in het Quartier van Peelland voor het overbrengen van de rekeningen van zyne verfcheide adminillratien, die bevorens wel in verfcheide rekeningen zyn, dog nu in eene rekening worden vervat, in vier posten word goedgedaan eene fomme van 'twee honderd guldens ; het geen zyn oorfprong daar uit heeft , dat in vroegere tyd die adminillratien niet door denzelfdcn Ontfanger , en dus ook in afzonderlyken rekeningen verantwoord wierden; en dat gemelde Rentmeester nog daar en boven geniet vyf cn twintig guldens voor een Solliciteur in den Haag , die de zaken van het Comtoir waarneemt, hoedanige kosten behoren te Worden gevonden uit het geen voor het overbrengen van de rekening &c. geprofiteerd word, terwyl ook aan andere Ontfangers cn Rentmeesters diergelyke post niet word goedgedaan: Dat aan d.en Ontfanger van V Lands Middelen te Grave en in den Lande van Cuik voor het overbrengen van zyne rekening van de gemcene middelen vyftig, en voor het overbrengen van die van den 20 en 40 Penningen nog vyf en twintig guldens worden geleden, daar de verantwoording van die beide middelen in eene rekening gedaan word , en dus voor het overbrengen vaii dezelve niet meer dan vyftig guldens zouden behoren te worden goedgedaan :  HET FINANCIE-WEEZEN. 209 Dat op denzelfden voet aan den Ontfanger van de Verpon zingen in het Oostquartier van Vlaanderen word gepasièerd vyftig guldens voor het overbrengen van de rekening van de Verpondingen der Landen, en nog vyf en twintig guldens voor het overbrengen van die van de Verpondingen der Dyken, Visfcheryen &c. Als meede aan den Ontfanger der Kerkelyke Goederen te Aardenburg en Oostburg, van de Goederen van wylen den Ontfanger van der Swalm &c. vyftig guldens voor het overbrengen van de rekening van de gemelde Kerkelyke Goederen, en nog vyfljfen twintig guldens voor het overbrengen van die van de Goederen van van der Swalm , daar ook aan ieder van die Ontfangers niet meer dan vyftig guldens zouden behooren te worden geleden voor het overbrengen van derzelver rekening , in dewelke aan hunne geheele adminiltratie verantwoording gedaan word. . Dat, daar voor Schryfloon van de rekening aan de meeste Ontfangers en Rentmeesters worden goedgedaan vier en een halve ftuiver per blad,"de dubbelde daaronder gerekent, aan eenige in vroeger tyd met een goed oogmerk eene bepaalde fomme by uitkoop is toegelegt, dog dat in 't vervolg verfcheide van die rekeningen minder omflagtig geworden en verkort zynde, die betaling niet meer evenredig is aan de groote der rekeningen. Eindelyk dat de Hoog Bailliuw van de Stad en het vrye van Sluis, in qualiteit van Superintendent van de Lenen , gehouden wordendjt van den Burg van Brugge in Vlaanderen ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 13 January 1713 van het zuiver beloop der Heergewaden en van den tienden Penning van verkogte, vermangelde of verbonde Leenen, dewelke ingevolge de gemelde Refolutie eerst met denzelven jaare 1713 aan het Land verantwoord zyn, en bevorens ten volle door den gemelde II. Deel. O Su-  aio GENERAAL RAPPORT VAN Superintendent genoten wierden, de helft voor zig behoudt, terwyl hy van het zuiver provenu van onbeheerde Boedels en Battaart Goede • ren, die door hem meede verantwoord worden , ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den n April 1629 alleen een derde profiteert, en de eerst Pradiderende Raad in den Raad van Vlaanderen, als Superintendent van de Lenen in Vlaanderen, alleen een vierde geniet van den zuiveren Ontfang van de Heergewaden, en van den tienden Penning van verkogte Lenen, en de Kamer is vervolgens van gedagten, dat by de eerlte vacattife het Traétement van den Ontfanger van de gemeene Middelen in de Stad 's Hertogenbosch, Schansfen en Vrydom van dien op eene fomme van een duizend guldens , dat van den Ontfanger der gemeene Middelen in het Quartier van Peelland op eene fomme van,zeven hondert en vyftig guldens, en dat van den Ontfanger der Verpondingen in het Quartier van Kempeland op eene fomme van vyf honderd guldens zouden kunnen en behoren te worden verminderd, en aan de Ontfangers van den 20 en 40 Penning in de Baronnie van Breda en in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom voor het vifiteeren der Secretarien niets goedgedaan , dat zoude behoren te worden vastgefteld, dat de Opvolgers van den tegenwoordigen Ontfanger in de Stad en het Marquizaat van Bergen op £oom, de Stad en Lande van Steenbergen en de Heerlykheid Prinsland alleen zullen genieten een Traétement van vyf honderd guldens als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad Bergen op Zoom, een Traétement van zes honderd guldens als Ontfanger van de Verpondingen in de Stad en Lande van Steenbergen, en een derde van de Tractementen geftaan hebbende tot den ontfang van de Verpondingen in  HET FINANCIE-WEEZEN. 211 in het Marquizaat van Bergen op Zoom en de Heerlykheid Prinsland , en gehouden zullen zyn daar voor ook te ontfangen de lommen, waar meede de» Verpondingen in het zelve Marquizaat en Prinsland zyn verhoogd en in het vervolg nog verhoogd zouden mogen worden , wanneer hy nog zal genieten eene fomme van veertien honderd agt en vyftig guldens jaarlyks , het geen aan de Kamer niet te veel voorkomt, voornamentlyk om dat gemelde Ontfanger ook ontfangt den twintigften Penning van de fuccesfien in adfcendenti & collaterali linea, en den veertigften Penning van de verkopingen en verbanden van vaste Goederen in de Stad en het Marquizaat van Bergen op Zoom , en daar voor alleen geniet een derde van de gewoone tantièmes: Dat by de eerfte vacature aan den Rentmeester der Geestelyke Goederen in het Quartier van Peelland niets meer voor een Solliciteur en voor het overbrengen van de rekening en het vervolgen en zuiveren van het Slot van dezelve alleen eens vyftig guldens zouden behoren te worden goedgedaan, en van gelyke aan den Ontfanger van 's Lands Middelen te Grave en in den Lande van Cuik, aan den Ontfanger van de Verpondingen in het Oostquartier van Vlaanderen, en aan den Ontfanger van de Kerkelyke Goederen te Aardenburg en Oostbrug, aan ieder voor het overbrengen van deszelfs Rekening , en het vervolgen en zuiveren van het Slot niet meer dan eens vyftig guldens zouden behoren te worden goedgedaan: Dat aan de Opvolgers van zodaanige Ontfangers en Rentmeesters , aan dewelke voor Schryfloon van derzelver rekeningen tegenwoordig eene bepaalde fomme by uitkoop word geleden, daar voor zal behoren te worden gevali0 2 deerd  sta GENERAAL RAPPORT VAN deerd vier en een halve ftuiver per blad , de dubbelde daar onder gerekend , en eindelyk dat by de eerlte vacature de Superintendent van de Leenen , gehouden wordende van den' Burg van Brugge, niet meer zoude behoren te genieten dan een vierde van het zuiver beloop van de Heergewaden en van den tienden Peuning van dc verkogte, vermangelde en verbonde Leenen , waar van de ontfang dog zeer liquide en gemakkelyk is, terwyl aan denzelven van het zuiver provenu van onbeheerde Boedels en Baftaard Goederen, die zelden voorkomen en welker adminiftratie van meer omflag is , dan de eerstgemelde ontfang, by continuatie een derde zoude kunnen worden gelaten, Voor het overige moet hier nog met een woord worden genoteerd , dat niet over het hoofd gezien is , dat de Ontfanger Generaal der Beden in het Quartier van 's Bosch , en de Rentmeester Generaal der Beden in het Quartier van Antwerpen ieder voor het overbrengen van zyne rekening geniet een honderd guldens , het geen eens zoo veel is als andere Ontfangers te 's Bosch en Breda refideerende op het meest genieten, en hier boven is voorgedragen, dat maar zoude behoren te worden goedgedaan aan die geene, die meerder hebben , dog dat niet word geadvifeerd om zulks te verminderen , om dat de eerstgemelde Ontfanger Generaal voor zyne lastige adminiltratie zeer matig word beloond , waarom hy ook meer dan eens verhoging van zyn Traétement of tantième aan den Raad van Staate heeft verzogt , en gemelde Rentmeester Generaal, indien mogt worden vastgetteld de voet , op welken hier boven is voorgellagen , dat dezelve in het vervolg zoude behoren te worden gehandelt, ook geen groot inkomen zal hebben. S. 8.  HET FINANCTE-WEEZEN. 213 $. 8- Het Controlleurfchap van den Ontfanger van de Verpondingen in den Lqnde van Valkenburg en van den Vroenhove, het welk waarfchynelyk in het Advis van den jaare 1717 is beoogd , is reeds by Refolutie van den Raad van Staate van den 9 Maart 1718 gemortificeerd, en by dezelve Refolutie is het Opzigterfchap van de Fortificatiën te Maaftricht opgezegd , en de Opzigter daar van ontflaagen , dog_ op den 9 Tanuary 1750 is by den Raad een nieuwe Opzigter dog alleen op een jaarlyks lractement van twee honderd guldens , aanvang nemende met den 1 January 1748 aangefteld, en zulks in confideratie van byzondere dienlten door dezelve Perfoon gedurende het beleg van gemelde Stad gedaan ; en by het overlyden van denzelven is in het jaar 1764 weder een ander aangefteld, . . Of deeze vervulling gefchicd is by ïnadvertentie, dan of de Raad geoordeeld heeft, dat niet tegenftaande een Directeur van 's Lands Fortificatiën te Maaftricht beftendig zyne refidentie houdt, en 'er doorgaans verfcheide Ingenieurs in Guarnizoen zyn, 'er evenwel een Opzi°ter van de Fortificatiën nodig is , of van dienst kan zyn, is aan de Kamer onbekend , , , wat hier van wezen moge , zeker zyn de kosten van weinig aanbelang, en daar van zoude in deze Memorie geen melding zyn gemaakt , indien 'er in het advis van den jaare 1717 niet van gefproken was. ' i 9. Zoo lang de Commifen van de Magazynen in de Forten in Wedde- en Wzstwoldingerland van dewelke de Commis in de nieuwe of Langakkerfchans op den Staat van Oorlog ftaat, O 3 en  2i4 GENERAAL RAPPORT VAN en die in de Bourtagne en in de oude of Bellingwolderfchans uit de Generaliteits Middelen worden betaal I, ieder een Traétement van agt honderd guldens genoten hebben , zyn zy verpligt geweest daar uit te bekostigen de leverantie van Turf en Kaarsfen voor de Wagten, dan is het Traétement van den Commis in de Bourtangne by Refolutie van den Raad van Staate van den 23 December 1754. , dat van den Commis in de oude of Bellingwolderfchans by Refolutie van den 9 January 1755, en dat van den Commis in de Nieuwe of Lankakkcrfchans by Refolutie van 'den 15 van dezelfde maand en jaar verminderd op vier honderd guldens jaarlyks, zonder dat zy verpligt zouden zyn daar uit vuur en licht voor de Wagten te leveren, op de verzorging van het welk ten laste van den Lande vervolgens ordre gefteld is, en dus is ook in dit opzigt aan het voorftel van de Kamer voldaan. $• 10. Met opzigt tot de Commisfie van Heeren Commisfaris]en Decisfetirs naar Maaftricht in het advis van den jaare 1717 in bedenken zynde gegeven, of het niet zodanig zoude kunnen worden gefchikt, dat die Commisfie, welke alleen ftrekt tot nut van de Stad Maaftricht, ook by dezelve betaald wierd, hebbende Heeren Haar Hoog Mogende Gedeputeerden tot de zaaken van de extraordinaris Vergadering op den 19 Juny 1717 gerapporteerd, dat zulks zoude aanlooperi tegen de Conventie met de Stad Maaltricht aangegaan, ende dat dewyl dezelve twee Herig is, de Prins van Luik voor zyne Commisfarisfen Decifeurs het zelfde zoude eisfehen, het welk voor de Stad ruïneus zoude zyn, ende dat over zulks dc voorfz. voorflag niet behoord te worden aangenomen; dc Kamer, die geen kennis heeft van de voorfz. Con-  HET FINANC TE-WEEZEN. 215 Conventie met de Stad Maaftricht aangegaan, en even weinig weet van den Staat, waar in de Finantie van gem. Stad zig bevindc, berust gaarne in het voorfz, Rapport. Omtrent de Commisfie, die by Haar Hoog Mog. word gedccerneerd tot het opnoemen der rekeningen van de Steden in Staats Vlaanderen en befiellen van de Magiftraaten aldaar, was by het meergem. advis voorgedraagen of het een en ander niet in den Hage zoude kunnen gefchieden, gelyk zulks gedaan is in de jaaren zestien honderd twee en drie en zeventig ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutien van den sa Juny van het eerstgemelde en van den 14 October van het andere jaar, dog ook deze voorflag hebben de bovengemelde Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden geoordeeld, dat niet behoord te worden aangenomen , aangezien het zelve aan verfcheide in» convenienten fubjeét zoude zyn, en tot groote kosten van de Ingezetenen aldaar ftrekken, die dezelve niet in ftaat zouden zyntefupporteeren; dan de Kamer bcgrypt niet, waarom het opneemen van de rekeningen en het beftellen van de Magiftraaten tegenwoordig aan meer inconvenienten onderhevig zoude zyn, dan het geweest is in de jaaren 167a en 1673, en ze had daarom wel gewenscht, datby het voorfz. Rapport die inconvenienten waren opgegeven; ze begrypt even weinig hoe zulks tot groote kosten van de Ingezetenen zoude ftrekken, voornaamentlyk zoo gevolgd wierd de voet van de zoo evengemelde jaaren, want toen is alleen gerequireerd, dat de rendanten van rekening met den Griffier of Secretaris van ieder plaats zouden overkomen met de rekeningen, en met eene perfecte Lyst van de Magiftraats Perfoonen, die 111 dienst zyn, van de afgegaane, en van de notabelfte en gequalificeerde Burgers, en Ingezetenen in ieder Plaats, om de rekeningen opge- O 4 n°-  2i6 GENERAAL RAPPORT VAN nomen en gefloten, en uit de voorfz. Lyst de Magiftraat veranderd,, vernieuwd ofte naar gelegenheid eenige van dezelve in hunnen dienst door de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden daar toe fpeciaal gecommitteerd ende geauthorifeerd , gecontinueerd te worden , gelyk zulks kan worden gezien uit Haar Hoog Mog. reeds gemelde Refolutie' van den 14 October 1673. Het komt veel eer aan de Kamer niet onwaarfchynelyk voor, dat de Stedelyke Finantien, die dog alle worden gezegd in flegten ftaat te zyn, by de voorfz. fchikking zouden profiteeren; het is waar , ze weet niet of cn hoe veel aan de Heeren Gedeputeerden door de Steden word verdrckt; ongetwyfl'eld zullen zy zeker regt genieten voor het opneemcn van de rekeningen , trouwens dit zoude zo al niet geheel, ten niinlte voor een gedeelte by aanhoudendheid betaald moeten worden; daar en boven blykt uit Haar Hoog Mog. Refolutie van den 25 Augustus 1671, die nog telkens aan de Heeren Gedeputeerden word mede gegeeven, dat derzelver verblyf in de Steden en Plaatzen in Vlaanderen tot eenige onkosten aanleiding geeft; uit welker beloop in zommige Plaatzen de kosten van het overbrengen der rekening zoo rykelyk zouden kunnen worden gevonden, dat het zelve daar toe niet geheel zoude behoeven te worden bedeed, terwyl aan andere Plaatzen by aldien de voorfz. Commisfie wierd afgefchaft, uit het geen het Land daar by zoude proliteercn, zeer gevoeglyk eenige toeleg tot goedmaaking van die kosten zoude kunnen worden gedaan. Voor het overige moet de Kamer alhier notecren, dat daar dc voorfz. Commisfie in het jaar 1717 jaarlyks plaats had, ze zedert het jaar 1752 alleen om het andere jaar word bekleed, gelyk hier na breeder zai worden verhaald. In  HET FINANCIE-WEEZEN. 217 In de Commisfien van den Raad van Staate is zedert het jaar 1717 meer dan eene verandering ten voordeele van de Finantie van de Generaliteit gemaakt. Aanftonds in het jaar 1718 is by den Raad op den 13 January vastgefteld, dat de ordinaris Commisfien naar Wedde en Westwoldingerland en langs den Neder-Rhyn en Tsfel, dewelke tot dien tyd toe even als de twee Commisfien tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteercn der Fortificatiën en Magazynen in Braband en Vlaanderen , tweemaal des jaars gedaan wierd , alleen eens gedaan zoude worden , en by Refolutie van den 12 Mey van het zelfde jaar is een van de twee ordinaris jaarlykfehe Commisfien tot de verpagting van de gemeene Middelen in de twee andere Quartieren van het Difiritt van de Generaliteit, en tot het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen in dezelve, afgefchaft, en by nadere Refolutie van den 25 July daar aan volgende verftaan, dat de gemeene Middelen in alle de Diftriéten van de Generaliteit van dien tyd af voor een geheel jaar zullen worden verpagt, en dus is het geen daar omtrent in het advis van den jaare 17x7 is in bedenken gegeeven, dadelyk werkftellig gemaakt, waar door niet alleen zyn uitgewonnen de kosten op de afgefchafte Commisfien, maar ook die op de verpagting der gemeene Middelen vallende, welke laatfte te zamen bedraageu eene fomme van ruim vyf duizend guldens, daar en boven is by de gem. Refolutie van den 12 Mey 1718 nog goedgevonden, ckit de Heeren Gecommitteerden, die om het andere jaar gaan naar Maaftricht, mede zullen gaan naar Namen, Venlo en Stevenswaard, zonder meerder tyd te belleden tot de Commisfie naar de voorfz. vier Plaatzen, dan de twee maanden, welke by het Reglement op de binnenO 5 ' land-  aiS GENERAAL RAPPORT VAN landfche Commisfien bepaald zyn voor de Commisfie naar Maaftricht alleen. Dog het geen by het affchaffen van eene van de twee ordinaris jaarlykfehe Commisfien tot de verpagting der gemeene Middelen en het vifiteeren van de Fortificatiën en Magazynen in Braband en Vlaanderen is uitgewonnen, is niet geheel tot voordeel van de Kas van de Generaliteit gebleven, want by de reeds meergem. Refolutie van den 12 Mey 1718, en de nadere Refolutie van den 3 Mey 1725 is om de Leden van den Raad te meer te animeer en om in het Collegie prefent te weezen , ingevoerd een prefentie - geld van agtien guldens daags, gerekend op vyf dagen van ordinaris Vergadering in de weck , om onder de twaalf Heeren, naar maate ieder prefent is geweest, verdeeld te worden, en aan den Heer Thefaurier Generaal in plaats van prefentie-geld toegelegd eene fomme van twee honderd en vyftig guldens 's jaars, het welk, hoe zeer tot het voorfz. prefentie-geld is geaffecteerd het Konyne- en Flambouw-geld, het welk de Leden van den Raad tot die tyd toe genooten hebben, en jaarlyks ruim een duizend guldens bedragen heeft, nogtans een bezwaar uitleeverd van ruim vier duizend guldens. Eindelyk in den jaare 1752 by den R_aad in bedenken zynde genomen het affcliaflen van een van 's Lands buiten Jagten, is ten einde zulks zoude kunnen worden werkftellig gemaakt , by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 31 January van dat jaar vastgeftcld, dat de Commisfie van Haar Hoog Mogende naar Vlaanderen om het andere jaar ftil ftaan en met die naar Maaftricht te alterneeren , en vervolgens ook by Refolutie van den Raad van Staate van den 21 Maart daar aan volgende befloten, dat de Commisfie, door denzelven jaarlyks gedecerncerd wordende na Staats Vlaanderen  HET FINANCIE-W EEZEN. 219 deren en een gedeelte van Staats Braband, van toen voortaan alleen om de twee jaaren zal worden waargenomen, en mitsdien om het andere jaar ftilftaan; gelyk mede dat de gemeene middelen telkens voor twee jaaren zullen worden verpagt, waar door om het andere jaar niet alleen zyn geprofiteerd de kosten op die Commisfie valende; maar ook nog, na dat by Refolutie van den Raad van den 12 December 1753 is verftaan, dat van die verpagtingen, of fchoon voor twee jaaren gedaan wordende, maar enkelde leges en emolumenten zullen worden genoten, de kosten vallende op die verpagtingen, die te zamen bedragen eene fomme van twee duizend, drie honderd een en veertig guldens en den ftuivers. Derhalven worden tegenwoordig geene andere ordinaris Commisfien gedecerneerd, dan dat door Haar Hoog Mog. in het eene jaar twee Heeren als Commisfarïsfen Decifeurs worden gezonden naar Maaftricht, in het andere jaar de eene reis drie en de volgende reis vier Heeren worden gecommitteerd naar Vlaanderen tot het hooren en opneemen van de rekeningen cn het veranderen van de Magiftraaten in de Steden en Plaatzen aldaar onder den Staat resforteerende, en telkens op het derde jaar twee Heeren om hier in den Haag te vifiteeren de authentique inftrumenten en afta van het nationaale Synode in den jaare 1619 gehouden , en te Leiden de autographa of authentique inftrumenten van de nieuwe verfie des ouden cn nieuwen Testaments, die op het Stadhuis aldaar berusten, en dat door den Raad van Staate mede in het eene jaar twee Heeren worden gecommitteerd naar Maaftricht en Venlo tot het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen aldaar , zynde de Stad Namen, zoo als over bekend is,  tao GENERAAL RAPPORT VAN is, zedert eenige jaaran niet meer door Troupes van den Staat bezet, en de Fortificatiën van het Fort Stevenswaart geabandonneerd en de Magazynen ontledigd, en in het andere jaar twee Heeren naar Staats Vlaanderen en een gedeelte van Staats Braband, tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen aldaar, voorts jaarlyks twee Heeren tot het verpagten der Thicnden in de Baronnie van Breda en' de Meijerye van 's Bosch , die tot de Geeltelyke Goederen behooren, twee Heeren tot het verpagten der gemeene Middelen te 's Hertogenbosch, Breda en Grave, en het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen aldaar als mede te Nymegen, ■ en twee Heeren tot het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen in Wedde- en Westwoldingerland en langs den Ysfel en NederRhyn , welke Commisfie zig derhalven uitflrekt tot de nieuwe werken buiten de Stad Groningen , de Forten de Bourtange en de Langakkerfchans , de Stad Coevcrden en de Ommerfchans, en de Steden Campen , Hasfelt, Zwol, Deventer, Zutphen, Doesburg en Arnhem. Hoe lang de voorfz. Commisfien mogen duren, is zedert het jaar 1717 Z00 al niet by uitdrukkelyke Refolutien, ten minften door een beftendig gebruik bepaald. By het Reglement op de binnen en buitenlandfche Commisfien was reeds bevoorens vastgefteld, dat de Commisfarisfen Decifeurs te Maaftricht niet meer tyd zouden mogen toebrengen in de Commisfie dan uiterïyk drie maanden de reis heen en weêr daar in gerekend , en de Gecommitteerden van den Raad van Slaate niet méér dan twee maanden; het welk nog tegenwoordig word naargekomen, uit-  HET FINANCIE-WEEZEN. 221 uitgezonderd , dat de Heeren Commisfarisfen Decifeurs aanvankelyk met het jaar 1736 altoos zes en negentig dagen tot het uitvoeren van die Commisfie hebben befteed, immers over zo veel dagen daggeld gebragt, het geen by den Raad en de Rekenkamer, ongetwyffeld om het gering verfchil, ongemerkt is gepasfeerd. By Refolutie van den Raad van Staate van den 3 October 1742 is bepaald, dat wegens de Commisfie naar Wedde en Westwoldingerland niet meer maar wel minder dan vyftig dagen zoude mogen worden gedeclareerd ten laste van den Lande, en van dien tyd af hebben de Heeren, welke die Commisfie hebben waargenomen , altoos over vyftig dagen daggeld gebragt , en dus is hier meede in elfeete voldaan aan het geen de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaire Vergadering by hun rapport in den jaare 1717 in het eerfte Lid van het een en twintigfte point nebben voorgedragen. De Refolutien by dewelke dc tyd tot het waarnemen van de andere Commisfien is bepaald, zyn aan de Kamer niet bekend; zy twyflelt, of daar toe wel Refolutien genomen zyn. Tot de Commisfie uit de Vergadering van Haar Hoog Mog. tot het vifiteren van de Papieren van de Nationale Synode alhier en van de Autographa te Leiden worden twee dagen befteed, en tot het doen van die naar Vlaanderen is van en met het jaar 1744 altoos over twee en veertig dagen gedeclareerd. De Heeren die wegens den Raad van Staate zyn gecommitteerd geweest naar Vlaanderen en een gedeelte van Braband, hebben zedert het jaar 1750, en die welke bekleed hebben de Commisfie tot het verpagten der gemeene Middelen te 's Her-  222 GENERAAL RAPPORT VAN 's Hertogenbosch , Breda en Grave, en het villieren der Fortificatiën en Magazynen aldaar en verder te Nymegen federt het jaar 1758 beftendig over een gelyk getal van twee en veertig , en die, welke de verpagting der Thienden in de Baronnie van Breda en de Meyerye van 's Hertogenbosch hebben gedaan , zedert het jaar 1759 altoos over een en dertig dagen daggeld gebragt; derhalven is ook in opzigt van dit point de voorllag door de Kamer in het jaar 1717 gedaan, in elFecte werkftellig gemaakt. Ondertusfchen en niet tegenftaande de merkelyke menage , die omtrent de voornoemde ordinaris Commisfien door den Raad van Staate van tyd tot tyd is ingevoerd, als hier boven is verhaald, bedragen de kosten op alle de voorfz. Commisfien vallende nog eene aanzienlyke fomme jaarlyks , gelyk uit den hier nevens onder No. 1. gevoegden Staat van het beloop der declaratien van de Heeren, die dezelve Commisfien federt het jaar 1730 hebben waargenomen , met een opfiag van het oog kan worden gezien. .Op dat men zig egter geen verkeerd denkbeeld vorme van het beloop der declaratien op den voorfz. Staat gebragt, moet alhier worden genoteerd, dat onder het zelve begrepen zyn niet alleen de daggelden van de Heeren Gecommitteerden , maar ook derzelver reiskosten en eenige verfchotten , mitsgaders het dag en kostgeld van een Secretaris en van een Bode , uitgezonderd de declaratien van de Heeren die wegens Haar Hoog Mog. om het andere jaar gaan naar Vlaanderen , en om het derde jaar worden gecommitteerd tot het vifiteren der Autographa te Leiden, in dewelke niets voor een Secretaris gebragt word. Voor  HET FINANCIE-WEEZEN. 223 Voor het overige is het voorfz. onderwerp misfchien van eenige meerder menage fusceptibel. Boven en behalven de confideratien, die in deeze zelfde § omtrent de Commisfie uit de Vergadering van Haar Hoog Mog. naar Vlaanderen, en het geen hier boven in de 3. § omtrent de Commisfie uit den Raad van Staate tot het verpagten der Tienden is voorgedraagen, meent de Kamer in overweging te moeten geven, of de eerstgemelde Commisfie, indien dezelve niet gevoeglyk zoude kunnen worden afgefchaft, niet door twee in plaats van drie of vier Leden zoude kunnen worden bekleed , het geen mogelyk ook eenig [voordeel aan de Finantien van de Steeden en plaatfen in Vlaanderen zoude kunnen toebrengen ; en als men verder let, dat wanneer de Raad van Staate in het jaar 1752 by zyne Misfive van den 27 January aan Haar Hoog Mog. heeft voorgedraagen de fchikkingen, die vereischt wierden om een van 's Lands buiten Jagten te kunnen affchaffen, daar by is ter neder gefteld , dat het geen merkelyk nadeel aan den dienst van den Lande zoude toebrengen, dat de vifitatie der Fortificatiën en Magazynen in de Steden en Forten in Staats Vlaanderen om de twee jaaren gefchiede, en dat het verpagten der gemeene Middelen voor twee jaaren volgens het eenparig gevoelen van de Ontfangers dier middelen, zoo al niet voordelig, ten minften niet nadelig zoude zyn, fchynt men te kunnen vragen , of ook de Commisfie tot het verpagten der gemeene middelen te 's Hertogenbosch, Breda en Grave, en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen aldaar en te Nymegen niet alleen om het andere jaar zoude kunnen worden gedaan, gelyk in opzigt van de Commisfie naar Vlaanderen in het gemelde jaar 1752 is vastgefteld. Dog  224. GENERAAL RAPPORT VAN Dog de Kamer word weêrhouden om zig daar omtrent verder uit te laten of eenige Heilige voorflagen te doen, om dat by den Raad van Staate uitwyzens deszelfs hier boven reeds geallegueerde Refolutie van den 12 May 1718 de ordinaris Commisfien worden geconfidereerd te zyn een emolument van het Ampt van de Leden, waar van dezelve zedert hnmemoriale tyden in posfesfte zynt en waar door zy eenigzints in ftaat worden gefteld, om op hunne geringe Tractementen hun Ampt huiten hunne merkelyke fchade ie kunnen behoorlyk waarnemen in een Collegie, van het welk de Leden niet kunnen den een den anderen vervangen en aflosfen , gelyk in de Vergadering van Haar Hoog Mog. , maar in het welk ieder hoofd voor hoofd zyn post moet waarneemen, en niet kan zig ah/enteren, dan met veragtering van 's Lands dienst en van de expeditie der zaken. daar en boven is de Kamer ten vollen overtuigd, dat het niet alleen zeer nuttig, maar zelfs noodzakeiyk is, dat de Fortificatiën en Magazynen in de Frontier Steden en Forten door Gecommitteerden uit den Raad van Staate werden gevifiteerd, Niet te min meent de Kamer eenen voorflag op dit fubjeét gevoeglyk te kunnen en dan ook te moeten doen, of namentlyk de Commisfie naar Wedde en Westwoldingerland en langs den Ysfel en Neder-Rhyn, die zedert dat de gemeene Middelen in Wedde en Westwoldingerland niet meer verpagt , maar telkens voor eenige jaaren tot eene bepaalde fomme van penningen aangefchreven worden , alleen gefchikt is tot het vifiteren van de Fortificatiën en Magazynen in de Steden en Schanlën in die Quartieren , niet om de twee jaaren zoude kunnen worwaargenomen, en ze heeft te minder geaarzeld, om zulks in bedenken te geven , eensdeels, om dat de Hee-  HET FIN ANCTE-WEEZEN. a2J Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by hun meergemelde rapport in den jaare 1717 reeds geadvifeerd hebben, dat de voorfz. Commisfie in plaats van alle jaaren , alleen alle twee jaaren zoude behoren te worden geëxerceerd. Anderdeels om. dat in de Refolutie van den Raad van den 13 January 1718 hier boven reeds gemeld, gezegd word, dat de voorfz. Commisfie van alle de ordinaris Commisfien de moeijelykfie en met een de minst voordelige is, wanneer ze uitgevoerd word naar de letter van het Reglement op de b'innenlandfche Commisfien, de Kamer kan egter niet verbergen, dat zig tegen de voorfz. voorflag twee* zwarigheden opdoen , waar van dc eene is, dat de vifitatie der Fortificatiën en Magazynen in de Schanfen van Westwoldingerland gedaan word met een Heer wegens de Provincie van Vriesland, en een Heer wegens de Provincie van Stad en Lande daar toe gecommitteerd, ende andere,dat door die gezamentlyke Heeren jaarlyks word gemaakt eene verdeling van de lasten die over ieder jaar moeten werden betaald, en vastgelteld, welke door den Raad, en welke door'ieder van de gemelde Provinciën zullen worden voldaan; dan de Kamer vertrouwt, dat indien het geen merkelyk nadeel aan den dienst van den Lande zoude toebrengen , dat de voorfz. vifitatie om de twee .jaaren gefchiedde, de Heeren Staaten van de gemelde Provinciën geen bedenken zullen dragen, om daar in zpo veel haar betreft, te bewilligen, aangezien zulks ook voor dezelve eene vermindering van kosten zal te weeg brengen , En zy ziet geen reden, waarom de voorfz. verdeling of liquidatie ook niet om de twee jaaren zoude kunnen worden gemaakt. II. Deel. P Met  HZ6 GENERAAL RAPPORT VAN Met opzigt tot de Commisfie, die door Gecommitteerden uit den Raad van Staate naar Maaftricht en Venlo word gedaan, zoude nog wel in overweging kunnen worden genomen , of tegenwoordig , nu die Commisfie zig niet meer uitltrekt tot Namen , en doorgaans te Stevenswaard niets te vifiteren valt , de tyd van twee maanden tot die Commisfie gefchikt, niet wel met ten minften agt a tien dagen zoude behoren te worden verkort, dog daar tegen komt in confideratie, dat tot het doen van de Commisfie naar Maaftricht alleen , by het Reglement op de binnen en buitenlandfche Commis fien is bepaald de voorfz. tyd van twee maanden , en dat by de reeds boven gemelde Refolutie van den Raad van 12May 1718 is verftaan, dat de Ilecren Gecommitteerden, naar Maftricht gaande, meede zouden gaan naar Namen, Venlo en Stevenswaard, zonder uit dien hoofde meerder tyd tot dezelve Commisfie te hefteden , dan de twee maanden by het Regiement daar voor bepaald, en het is om die reden dat de Kamer zig vergenoegt met zulks hier alleen aan te tekenen, op dat men niet vermoeden zoude , dat dit point over het hoofd was gezien. Of eindeïyk omtrent den voet, op welke alk de voorfz. Commisfien worden bekleed, en de emolumenten die daar voor gefchikt zyn, eenige menage te vinden zoude wezen op eene wyze, dat dezelve met decentie en buiten fchadc van de Heeren Gecommitteerden kunnen worden wairgenomcn, zal dc Raad van Staate beter dan de Kamer kunnen opgeven. i 11. Met het voordel in het advis van de Rekenkamer van den jaare 1717 gedaan omtrent htt  HET FINANC1E-WEEZEN. iij het overbrengen van 's Lands depêches, hebben zig de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergade? ring by hun rapport in het zelfde jaar gedaan, genoegzaam geconformeerd, en de Kamer heeft nader in het Plan van menage , door dezelve by Misfive van den 16 May 1754 aan Haar Hoog Mog. gezonden, voorgedragen, dat mogelyk op dat werk eene meerder menage , dan door het affchatfen van eenige Postillons en Paarden zoude ontftaan , betragt zoude kunnen worden, conform de idéés vervat in het zo evengemelde rappor-C, dog de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland hebben daar op in hunne Refolutie van den 5 Maart 1755 gereflecteerd, ,, dat de Posteryen in Holland „ van natuur veranderd zynde, de fchikkingeu „ daar omtrent voorgeflagen , ten deele ver,, vallen, dat 'er ook toen geen extraordinaris „ Bodens meer, en maar vier Adiiftenten wa„ ren, en dat volgens informatie de depêches „ door de ordinaris Posten wierden geëxpe„ dieei'd, zo ver eenigzints gefchieden kon met „ aan de Bodens een ordentelyk beftaan te laten „ behouden , zo dat daar op alreeds bchooi„ lyke menage wierd betragt, met Verdere by„ voeging , dat by aldien egter nog gemeend „ zoude mogen worden, dat eene vermindering „ van Bodens zoude kunnen worden vastgc^ „ fteld, zulks niet den Raad van Staate zoude „ behoren te worden overlegd , mits dat de ,, digniteit van den Staat in het oog werde ,, gehouden, om in het geval van publike Ce,, remonicn van een genoegzaam getal te blyven „ voorzien. Tegenwoordig nog zyn 'er geen extraordinaris Bodens , en. het getal der Adfifienten is op twee verminderd, die zelfs ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 10 January 1770 moeten uitfterven , zo dat vervolgens alleen P a zul-  ca8 GENERAAL RAPPORT VAN zullen over blyvcn de twee en twintig ordinaris Bodens; ook nog tegenwoordig worden zeer veele depêches met de ordinaris posten verzonden , zonder dat daar voor --dübbeld port betaald word , dog tot nu toe is niet bepaald, dat alle depêches naar alle binnenlandfche Plaatfen door de ordinaris Postmeester moeten werden befteld, en vervolgens ook zyn de Tractementen van de Bodens niet verhoogd; voorts worden aan den Postmeester ingevolge Haar Hoog Mog. Refolutie van den 4 February 1784, by dewelke laattteiyk is bepaald het getal van Postillons en Paarden, die door denzelven in dienst moeten worden gehouden, niet meer goedgedaan , dan vier Postillons en vyf Paarden , zoo dat óp dit point aan het geen door de Kamer in het jaar 1754 is voorgeflagen, voldaan is. Oridèrtusfchefl bedragen de Post en Bodenionen by continuatie eene zeer aahmerkclyke fomme jaarlyks, en die kosten zyn niet alleen zedert het jaar 1717 maar zelfs zedert het jaar 1754 confiderabel verhoogd. ' Om zulks met een öpflag van het oog te doen zien , zyn geformeerd Staaten van het geen de voorfz. reizen zedert het jaar 1730 tot het jaar 1785 incluis bedragen lubben, dewelke hier nevens worden gevoegd onder N°. 2. en 3. en de Kamer oordeelt vervolgens , dat daar omtrent' noodzakelyk eenige voorziening gedaan, en menage betragt behoo'rdt te worden, dog alvorens op te geven, waar in het een en ander zoude kunnen beftaan, zal het nodig zyn in eenig detail te treden van de wyze op welkede Postmeester en Bodens gehandeld worden, als meede van de reizen, die door dezelve worden gedaan, en van de voet, waar op zy voor dc reizen worden betaald. Dt  HET FINANCIE-WEEZEN. 229 De Postmeester van de Generaliteit geniet iaarivks voor Traétement niet meer | dan . . "• • •/lo0| 0 0 voor een nieuwe jaar van Haar 1 Hoog Mog. • • • a; 0 o van den Raad van Staate. . 24 o o „ van de Generaliteits Rekenkamer. • • ■ J5 0 0 dus te zamen . • • ' fl6f 0 ° Voor de Postillons en Paarden die hy veipligt is in dienst te houden , word hem voor ieder Postillon ingevolge de Refolutie van den Raad van-Staate van den 4 Maart 17.8 door het Land goedgedaan negen ftuivers en voor ieder Paard tien ftuivers daags, die hem cgter gekort worden over de dagen, die de Postillons en Paarden op reis zyn, daar tegen moet hy dragen de kosten van de Levrey van de Postillons, de inkoop en onderhoud der Paarden, als 'meede de inkoop cn reparatie van Zadels , Tomen en Valiezen. de Ordinaris Bodens van de Generaliteit, die tegenwoordig twee en twintig in getal zyn, zonder daar onder te rekenen twee adfiftent Bodens, die gelyk zoo even reeds gezegd is, ingevolge' Haar Hoog Mog. Refolutie van den 10 January 1770 moeten uitfterven , cn waarom van dezelve niet verder zal behoeven te worden géfproke'n, genieten ieder een jaarlyks Traétc- Dh Trao> inent vati . • <\f 2 5° c °tement voor een n#iwe jaar van Haat| heefttot Hoog Mog. . , .1 75 O O^ianr . van den Raad van btnate. . 75 o o niet meer . van de Generaliteits Reken- bedragen hamer . ?3 h« zelve voor het óppasfen aan de Banken ra. isbyRefo. de Klooster Kerk te zamen j 300: o :o ïutie van maakende voor ieder. . ' _i3 « _°^.Hv0a°nE 30 Maart en dus te zamen . • •»ƒ 4§8 12 o ,6Ó9 v„. p 3 zy  s3o GENERAAL RAPPORT VAN hoogt tot op/iso:o c en bv Re folutie var 11 Decem ber i<53o cp/25o:o.o zy krygen daar en boven nog wel nieuwe jaaren van de refpective Provinciën en het Landfchap Drenthe, als meede van verfcheide , zoo niet alle de Collegien ter Admiraliteit , Zy genieten ook nog wei andere douceurs wegens het rt ififteeren van extraordinaris Com> mislien, en in het byzonder van de ordinaris jaarlykfehe Commisfien uir de Vergadering van Haar Hoog Mog. , en van den Raad van Staate, het adfiftcren by deputatien, en by dc trekking van dc Generaliteits Loterye, • het doen van eed van nieuw aangeftelde Amptenaren zoo by den Raad van Staate als by Haar Hoog Mog., in het byzonder van Generaals Perfoonen, dat aanmerkelyk is het dragen van Lyken, en misfehien nog meerdere, dog aangezien alle die douceurs of voor het aandeel van ieder Bode van niet veel belang of onzeker zyn, oordeelt men dezelve in de berekening van de vaste inkomften der Bodens niet te moeten brengen, Dewyl dan de Traclementen van de Postmeester cn de Bodens niet hoger zyn , is het zeker , dat om aan dezelve en voornamcntlvk aan den Postmeester te geven een convenabel beftaan , dezelve moeten worden gebruikt tot het doen van reizen, waar toe zgjook in den oorfprong voornamenrlyk zyn gefchikt, en dat zy daar voor moeten Worden .betaald op eene wyze , dat zy daar uit eenige overwinst kunnen hebben. Nu is by een Reglement , den 14 October 165,1 door Daar Hoog Mog. gearrefteerd, bepaald, welke reizen door de Postmeesters, en welke door de Bodens moeten worden gedaan, en tellens welke plaatzen eene reis uitmaken. Tot  HET FINANCIE-WEEZEN. 23* Tot verftand van dat Reglement moet meh weten , dat 'er ten tyde wanneer het zelve is cXrefteerd, verfcheide Postmeesters zyn geweest', die bevorens eenvoudig Posten genoemd zyn en gehouden waren de reizen zelfs 111 PWeadSei ten tyde van het arrefteren van voorfz. Reglement geen plaats meer moet hebben gehad, want na dat by het. 5 Art. is gezegd, dat de Bodens dc reize zelfs moeten doen is by bet 6 Art. bepaald dat de Postmeesters de reizen met hunne Paarden moeten ^NadtSd is het getal'der Postmeesters fuccesiivelyk verminderd, tot dat het emdclyk m denJaare 1710 by Refolutie van laar Hoog Mo«- van den 29 Maart tot een gebragt is. Verder valt op het voorfz. Reglement aan te ^i^'dat bv het 6 Art. is vastgcfteld dat de Postmeesters hunne reizen met hunne Paarden en niet te voet moeten laten doen, waar uit fchynt te volgen, dat dc Bodens hunne reizen te voet moesten doen ; en dat.dan ook deeze niet zyn gefchikt geweest om reizen met haast te doen, maar dat de Postmeesters de zoodanige hebben moeten laten volbrengen; 2 dat by het 9 Art. is bepaald, dat om alle disordres en confuüe voor te komen des Generaliteits reizen maai tweemaal ter weeke zullen mogen wor den afgezonden, ten waare de Bncvc haast vereischten. het welk aanleiding geeft om te deuken dat ook reizen zonder haast voor de Postmeester zyn gefchikt , cn ui dit denkbeeld word men verlterkt, als men agt geeft, dat alle dc reizen nafir. zekere bepaalde Plaatzen alleen door P 4 üe  z$z GENERAAL RAPPORT VAN de Postmeesters moesten worden gedaan , of men zoude moeten vast (lellen, dat geen andere reizen met haast konden voorvallen dan naar die Plaatzen , of dat alle reizen naar die Plaatzen met haast moesten worden gedaan, welk een en ander ongerymd zoude zyn; zelfs fchynt men in het algemeen by het voorlz. Reglement voornamentlyk reizen zonder haast in het oog geh?d te hebben. 3. Dat in het voorfz. Reglement van geen reizen buiten 's Lands gefproken word , en dat in de Lyst der reizen geen Plaatzen bui'en het gebied van den Staat genoemd worden, dan eenige weinige in welke te dier tyd Troupes van den Staat bezetting hielden, en dat alle die Plaatzen onder de Postreizen zyn gefchikt, uitgezonderd alleen hmbden en Lieroort , die met Vriesland, Groningen en de Schansfen in Westwoldingerland gecombineerd zyn , en tot de reizen der Bodens gehoren. 1 • ' Overeenkom (lig het voorfz. Reglement zyn dan aan de Postmeesters gegeven" reizen, die geen haast vereischten, dog dezelve zyn voornamentlyk gebruikt om te laten doen reizen met haast, en naar Plaatzen buiten het gebied van den Staat, 1 en door de Bodens zyn tot voor weinige jaaren toe, waar van nader zal worden gehandeld, alleen gedaan reizen zonder haast, en dewyl dezelve uit die reizen moeten vinden een gedeelte van hun beftaan, is het loon , dat aan dezelve voor ieder reis betaald word, zodanig gereguleerd, dat als zy de reis al niet te voet doen , maar zig daar toe van de ordinaire Schuiten en Scheepen, of daar geene varen , van dc ordinaire Rytuigen bedienen, zy uit  HET FINANCIE.WEEZEN. 233 uit het vierde gedeelte van dat loon kunnen goedmaken de kosten van de reis heen en weder , hunne vertering op reis vinden uit het tweede vierde, en de overige twee vierden voor zuivere winst overhouden, welke twee vierden de Bodens ook gewoon zyn by een te brengen en onder eikanderen getykelyk te verdelen, op dien voet is laatftelyk in het jaar 1727 opgemaakt en gearrefteerd een Lyst van het geen voor ieder van de reizen, die door de Bodens gedaan worden, zoude wofden betaald. „, ' By die Lyst is wel voor verfcheide reizen gedurende de Winter iets meer toegelegd, dan in de Zomer, dog door dien de Bodens doorgaans de reizen niet meer te voet maar met de ordinaire Vaar- en Rytuigen doen , gelyk ook door zodaanige Bodens, die bejaard geworden zyn , niet wel anders gedaan kan worden, heeft de voorfz. Lyst niet kunnen worden gevolgd, wanneer de reizen by befloten water gedaan zyn , ■ . "in dat geval heeft de Kamer gerequueerd, dat zouden worden opgegeven de reiskosten, die dadelyk zyn gefupponeerd , en het beloop daar van doen fubintreren in dc plaats van het eene vierde part van het loon , dat voof die reis by open water gedaan , in de voorfz. Lyst bepaald is, en daar by gevoegd de drie overige vierde parten van dat loon , waar door dan een Bode van die reizen het zelfde voordeel geniet als van ordinaris reizen by open water, dog hier door word veroorzaakt, dat hoe zeer de Kamer gewoon is de oggegeven reiskosten zeer merkelyk te modereeren, en niet meer o-oed te doen, dan zy kan ontdekken dat heeft behoeven betaald te worden, het overbrengen van eene enkelde Brief aan het Land niet zelden meer dan een honderd guldens kost, gelyk kan worden gezien uit de hier nevens onder No. 4. gevoegde Lyst van het loon, dat voor eenige P 5 rei- ♦  23* GENERAAL RAPPORT VAN reizen by open en by befloten water betaald word, terwyl voor port van dezelve, indien met de ordinaris Post verzonden was, niet meer dan weinige ftuivers betaald zouden zyn, cn ondcrtusfehen klagen de Bodens doorgaans nog dat zy uit hoofde van de koude en ongemakken, die zy op zodanige reizen moeten uitltaan, zeer flegt betaald worden. Hier by is zedert het jaar 1760 of daar omtrent, want om het precies te kunnen bcpaalcn zoude meerder moeite moeten worden genomen dan de zaak waardig is, nog gekomen, dat men begonnen heeft de Bodens ook tot het doen van reizen met haast te gebruiken , waar van bevorens geene, immers zeer weinige voorbeelden te vinden zyn, zelfs zyn de Bodens in het jaar 1776 ook tot het doen van reizen buiten 's Lands gebruikt, dog dit na dien tyd geen plaats meer gehad hebbende, zal men daar van niets meer zeggen. liet geen dc eerlte aanleiding gegeeven heeft ©m Bodens tot het reizen met haast, cn zelfs tot buitenlandfche reizen te gebruiken, is waarfchynelyk geweest, dat als zyne Hoogheid zig buiten den Haag bevond, men in Holland verlangd heeft, dat om dc Brieven cn Depêches aan Hoógstdenzelven over te brengen, ook Hollandfche Bodens zouden worden gebruikt, daar zulks bevrorens alleen door Postillons van de Postmeester van de Generaliteit gefchiedde, en vervolgens heelt die fchikking (tand gegreepen, dat de Generaliteits cn Hollandfche Bodens tot het overbrengen van voorfz. Depêches by beurten geëmployeerd zyn, en dewyl die reizen dikwils met haast moesten worden gedaan, zyn vervolgens ook tot het doen van andere reizen met haast Bodens gebruikt; dan dit gebruik , het welk by aanhoudendheid plaats heeft, yerftrekt tot merkelyk bezwaar van 'sLands Finantie, want  HET FINANCIE-WEEZEN. 235 want die reizen hebben mede niet kunnen worden afgedaan volgens de bovengem. Lyst, maar is de Kamer verpligt geweest daar omtrent even eens te handelen als met reizen, die by befloten water gedaan worden , waar door de Bodens niet alleen dezelfde overwinst op die reizen hebben als op reizen zonder haast, maar nog die winst in korter tyd verkrygen; dan het gevolg daar van is, dat voor die reizen vry meer word betaald, dan betaald zoude worden, indien dezelve door Postillons'van den Postmeefter gedaan wierden, gelyk by vergelyking van de hier boven overgelegde Lyst der Bodenloonen tegen de hier nevens onder N°. 5. overgelegde Lyst van het geen voor die zelfde reizen aan den Postmeeïter word betaald, kan worden gezien. Men zwygt nog, dat men omtrent alle reizen niet naauwkeurig kan opmaaken de kosten die tot bet doen van dezelve moeten worden hefteed, en men dus veel afhangt van de opgaaf, die de Bodens van dezelve doen, terwyl men niet dan al te veel proeven heeft, dat onder de Bodens gevonden worden die niet fchroomen , om door te hoogen opgave eene onbehoorlyke winst te doen, het geen niet tegenftaande daar toe verfcheide middelen zyn in het werk gefteld, zelfs door het requirecren van verklaaringen op- den eed aan den Lande gedaan, niet heeft kunnen worden voorgekomen; het welk ook al gedeeltelyk daar door is veroorzaakt, dat doorgaans aan de Hollandfche Bodens , zoo de Kamer geïnformeerd is, word betaald het geen dezelve opgeven uitgefchoten te hebben, en dezelve rykclyk worden beloond. Omtrent de voorfz. reizen met haast heeft nog een ander misbruik plaats, daar in beftaaude, dat tot het overbrengen van Depêches , die door eenm Bode zouden kunnen„wordcn verzorgd, twee Bodens gcëmplojeerct worden, om  236 GENERAAL RAPPORT VAN om dat de ordinaire reizen , die zonder haast kunnen worden gedaanin dier voegen verdeeld zyn — wanneer by voorbeeld Depêches moeten worden gezonden naar Bergen op Zoom,Hulst, Sas van Gent en Sluis in Vlaanderen, word een Bode afgezonden met de Depêches naar Bergen op Zoom cn Hulst, en een ander met de Depêches naar Sas van Gent cn Sluis , om dat die reizen, indien geen haast vcreiscliten in dier voegen zyn verdeeld en gefchikt, en zulks niet tegenftaande de Bode, die naar Sas van Gent en Sluis reist, de route over Hulst nemen moet, het geen in ordinaire reizen zorderhaast geen plaats heeft, als wordende die te water afgelegd ; öndertusfehen is het gevolg van die fchikking, dat de kosten van de reis naar Hulst cn terug tweemaal ten laste van het Land worden gebragt, daar het dezelve maar eens zoude behoeven te draagen. In de reizen , die door Postillons van den Postmeester worden gedaan , word doorgaans niet uitgedrukt, of dezelve met haast moeten worden afgelegd , en daarom worden ze alle meerendeels op den zelfden voet betaald , het geen misfebien altoos immers zedert veele jaaren heeft plaats gehad met dat óógmerk ongetwyffeld dat de meerdere kosten, die'op reizen mei haast vallen, zouden kunnen worden gevonden uit de meerdere winst, die op reizen zonder haast gemaakt word; in enkelde gevallen egter wanneer meer dan gemeene fpocd is gerecommandeerd, word daar op wel eens rèflexie gemaakt, en voor zodanige reizen iets meer toegelegd. De voorfz. reizen nu worden betaald by het uur, en gerekend naar de affland van de Plaats, van waar dc Postillon is geëxpedieerd, tot die daar de Depêches moeten worden overgeleverd. Voor  HET FIN ANCIE-WEE ZEN. 237 Voor reizen naar Braband en Vlaanderen word ingevolge de Refolutie van den Raad van Staate van den 13 Augustus 1712 , wanneer de Plaats werwaards de Depêches moeten worden ovcrgebragt, gelegen is binnen de twintig uuren van de Plaats, daar dezelve zyn gedepechecrd, geduurende den Zomer over ieder uur goedgedaan twintig ftuivers , en zo die Plaats verder dan twintig uuren is gelegen , dertig ftuivers,, , , • , „ en des Winters word dat loon, het welk volgens de zo evengemelde Refolutie in redelvkheid zoude moeten worden verhoogd naar advenant van de moejelykheid van de reizen , voKcns de Refolutien van de Generaliteits Rekenkamer van den 27 December van het zelfde iaar 1712, en van den 20 November 1753, waar by zulks op eenen vasten voet is bepaald, verhoogd met een vierde, en dus voor reizen binnen de afftand van twintig uuren goedgedaan vyf en twintig ftuivers , en voor verdere reizen zeven en dertig Huivers en een half per uur des dat alle extraordinaris kosten, zoo door onbruikbaarheid der wegen en door Yso-aug als anderzints veroorzaakt, doof den Postmeester gedragen moeten worden. . _ Voor reizen binnen de zeven Provinciën en dc Landfchap Drenthe is tot het jaar 1756 zonder onderfebeid van dc diftantien der Plaatfen werwaards de Depêches moeten worden ovcrgebragt , eene gulden per uur zoo des Zomers als des Winters betaald, dog by Refolutie van den Raad van Staate van den 31 May van het gemelde jaar, is inconfideratie dat 'er ceen minder reede was om in de betaling van die reizen agt te geven op dc afftand der Plaatzen en de moeijelykheid van de reizen m de Winter, dan omtrent reizen naar Braband en Vlaanderen , vastgefteld , dat voor reizen die binnen de Provinciën gedaan worden, en meer dan  233 GENERAAL RAPPORT VAN dan twintig uuren ver zyn, op den voet van de Refolutie van 13 Augustus 1712 Hisgelyks dertig Huivers per uur geduurenden den Zomer zouden worden betaald, en dat geduurende den Winter dat loon in redelykheid zoude worden verhoogd naar advenant van de moejelykheid van de reizen, mits de Postmeester onder het Billet van zodanige reizen verklaare , dat de reis gedaan is met expresfe Paarden, ende niet met ordinaire voitures of te Water. en deeze verhoging is cindelyk by Refolutie van de Rekenkamer van den 15 Augustus 1782, tot affnydiug van alle dilHcukciten , die zig' daar omtrent vry dikwyls opdeden, meede bepaald op een vierde van her ordinaris loon, en hoe zeer zoo wel ingevolge de gemelde Refolutie van den 31 May 1756 als ingevolge die van den 20 November 1753, alle extraordinaire kosten door onbruikbaarheid der wegen , ysgang cn andere redenen veroorzaakt , voor rekening van den Postmeester moeten blyven, is men egter gewoon daar omtrent in ongèmecne gevallen wel eenige cOnfideratie te gebruiken. Voor reizen buiten het Resfort van den Staat, die onderfteld worden altoos met haast te moeten worden gedaan, word ingevolge de Refolutien van den Raad van den 4 Maart 1718, en van de Rekenkamer van den 12 November 1728 op Fransen Territoir dertig ftuivers, en daar buiten twee guldens per uur betaald , en deeze twee guldens worden over reizen naar ver afgelegen Plaatzen goedgedaan van den Haag af, hoe zeer een geruime tyd na het nemen van die Refolutien die twee guldens alleen wierden gevalideerd buiten het Resfort van den Staat, het geen omtrent fommige reizen nog plaats heeft — het ontbreekt egter niet aan voorbeelden, dat door Postillons depêches builen 's Lands met de ordinaire witures over-  HET FINANCIE-WEEZEEN. 239 gebragt zyn, en in dat geval is aan den Postmeester voor zodanige reizen eene gulden per nur betaald. Wanneer-een Postillon met antwoord te rug komt, Word over reizen binnen de Provinciën en het''Resfort van den Staat, op den voet van de Refolutie van den Raad van den 22 Mey 1706 voor het retour aan den Postmeester geleden de helft van het geen voor de heenreis is toegelegd, en over reizen buiten het Resfort van den Staat even veel als voor de heenreis. dog als de Postillon zonder antwoord te rug komt, word over reizen binnen de Provinciën en het Resfort van den Staat voor het retour niets, en over reizen buiten het Resfort van den Staat, eene gulden per uur , of wel in fommige gevallen voor de uitreis vyftig ftuivers per uur, en dan niets voor het retour goedgedaan. Voorts heeft omtrent de reizen , die door Postillons met haast moeten worden gedaan , gelyk misbruik plaats , als boven is aangetekend , dat plaats heeft omtrent reizen, die door Bodens met haast, gedaan worden, namentlyk dat de PlaaTcn werwaards depêches met haast moeten worden overgebragt even eens worden gecombineerd, als gebruikelyk is omtrent reizen, die geen haast vereisfehen. Om dit te verftaan, moet men weten , dat volgens het Reglement van den jaare 1651, hier boven breder gemeld , door Postillons moeten worden gedaan de reizen naar Utrecht en Gelderland, als meede gedurende de zes Wintermaanden naar Overysfel , waar by naderhand nog gevoegd zyn de reizen naar Venlo; die reizen nu, als ze zonder haast_kunnen worden gedaan , worden naar aanleiding van het voorfz. Reglement zodanig gecombineerd, dat het overbrengen van depêches naar Utrecht, Arnhem ,  a4o GENERAAL RAPPORT VAN Arnhem, Doesburg en Zutphen , in een Billet worden vervat, de reizen naar Bommel, St. Andries, Tiel en Nymegen in een Billet, de reizen naar de Steden van Overysfel in een Billet, en de reis naar Venlo in een afzonderlyk Billet, en zulks hoe zeer op den zelfden dag worden afgegeven depêches, die naar alle die Plaatfen moeten worden overgcbragt, en de Brieven naar Venlo zeer gevoeglyk zouden kunnen worden overgebragt door den Postillon die overbrengt de depêches naar Nymegen-, gelyk even eens de depêches naar de Steden van Overysfel doorgaans zouden kunnen worden verzorgd door den Postillon, die de Brieven naar Zutphen overbreng!:. Ook worden die reizen niet gedaan door zoo veel onderfebeiden Postillons, als 'er Reisbilletten zyn afgegeven , maar zulks word dooiden Postmeester gefchikt op zodanig eene wyze, als hy zonder veragtering van 's Lands dienst met zyn voordeel het meest overeenkomftig rekent, cn hy word voor die reizen betaald , als of dcor zoo veel onderfcheiden Postillons , a's 'er Reisbillettcn zyn, afgelegd waren. Wanneer nu reizen met haast, zelfs met meer dan gemeene haast moeten worden gedaan, worden dezelve op gelyke wyze gecombineerd , in zodanige gevallen word daar op by de Kamer wel agt geflagen, cn de betaling gereguleerd naar het getal van de Postillons , die zy oordeelt , dat de depêches dadelyk overgebragt hebben, dog dit geeft aan den Postmeester aanleicjing tot klagen. Van gelyke geeft het gebruik, dat wanneer aan een Postillon Brieven in retour worden mede gegeeven, voor de terug reis even veel als yoor  HET FINANCIE-WEEZEN. 241 voor de uitreis, of in fommige gevallen de helft word goedgedaan , aanleiding tot misbruiken, want het gebeurd niet zelden, dat Brievénl die in retour worden mede gegeeven , geen antwoorden zyn op de overgebragte depêches, maarvan geheel andere Perfoonen, dan die aan welke dezelve depêches waren geaddresfeerd , daar en boven blykt niet, of die Brieven van dien aart zyn, dat haast vereisfchen, of niet gevoeglyk met de ordinaire post zouden hebben kunnen worden verzonden, zynde daaromtrent tot nu toe geen voorziening gedaan, gedeeltelyk om reden, dat men begreepen heeft, dat diergelyke voordeden aan den Postmeefter behoorden te worden gelaaten, in confideratie, dat hy voor veele reizen, niet ryklyk wordt betaald, en hy zonder diergelyke voordeden, vooral in tyden , dat 'er niet veele, in 't byzondergeen buitenlandfche reizen voorvallen, niet zoude kunnen goedmaken de kosten, die voor zyne rekening loopen, veel min een convenabel middel van beftaan hebben. Uit het voorfz. verflag zal men reeds voor een gedeelte hebben kunnen opmaaken, welke voorziening omtrent de Post- en Bode-reizen zoude kunnen en behooren te worden gedaan. De Kamer is namentlyk van gedagten , dat de misbruiken, die in het ftuk van de Bodenreizen zyn ingeüopen, behoorert te worden tegen gegaan, en ten dien einde vastgcfteld, dat geen Bo.lens zullen worden gebruikt tot reizen naar Plaatfen buiten het resfort van den Staat, gelyk mede niet tot reizen, die met haast moeten worden gedaan, maar dat tot het doen v,an zodanige reizen behooren te worden gebruikt, Postillons van den Postmeefter van de Generaliteit , verder dat zoo veel mogelyk zal moeten worden vermy 1, om by befloten Water depêches door Bodens te doen overbrengen, en daar teil. Deel. Q gen  GENERAAL RAPPORT VAN gen aan dezelve by open Water zoo veel ordinaris reizen te geven, als nodig zal zyn om aan dezelve een convenabel beftaan te verzorgen, dan dit is niet zoo gemakkelyk te regelen, uit hoofde dat alle reizen niet uit een en het zelfde Comptoir, maar gedeeltelyk uit de Griffie van Haar Hoog Mog. gedeeltelyk uit de Secretarien van den Raad van Staate en van de Generaliteits Rekenkamer, en gedeeltelyk uit de Secretarie van zyne Hoogheid, den Heere Stadhouder van de refpeftive Provinciën, en Capitein en Admiraal Generaal van de Unie worden geëxpedieerd, en daarom heeft de Rekenkamer in overweeging genomen , of niet het doen van reizen door Bodens in het geheel zoude kunnen worden afgefchaft, en vastgefteld dat alle depêches, welker verzorging geen haast vereischt, met de ordina. re posten zullen moeten worden verzonden, op gelyke wyze als zulks tegenwoordig in alle de voorfz. Comptoiren met verfcheide depêches gefchied, en dat door Postillons van den Postmeefter geen andere reizen zullen worden gedaan , dan die met haast moeten worden afgekat , en die , hoe zeer geen haast vereislchcnde, egter om byzondere redenen met gevoeglyk met de ordinaire Post zouden kunnen worden verzonden , als meede die naar Plaatzen buiten het resfort van den Staat gerigt zyn, do°- daar tegen doen zig twee zwarigheden op waar van de eerlte is, dat uit de Griffie van Haar Hoog Mog. welvoeglyks halve met Bodens worden afgezonden alle depêches aan de Heeren Staaten van de refpective Provinciën en van het Landfchap Drenthe, aan derzelver Gedeputeerde Staaten of Gecommitteerde Raaden aan de Collegien ter Admiraliteit, aan de Magiftraaten van Steden, en in het generaal aan alle Collegien , ■ de tweede , dat Bodens worden geemployeerd tot het overbrengen van Placaaten , Publicatien, Waarfchouwingen en andere Pakken , die om der-  HET FIN ANCIE-WEE ZE N. 243 derzelver grootte niet wel met de ordinaire posten zouden kunnen worden verzonden, als mede om te doen affigeerèn Biiletten van Verpagtingen, het geen niet gevoeglyk op eene andere wyze zouden kunnen worden verzorgd. Konde de eerlte zwarigheid worden weggenomen, zouden de reizen met Publicatiert en andere Paquetten voor zo ver dezelve zonder haast kunnen worden gedaan, als mede die met Billenen van verpagtingen aan de Bodenskunneu worden gelaaten, aangezien dezelve niet menigvuldig zyn, en 'er geen gevaar is, dat daar door het overbrengen van depêches met Bodens weder langzamerhand zoude kunnen worden ingevoerd ; en met opzigt tot de eerfie zwarigheid, wil de Kamer niet verbergen, dat zy niet zien kan, waarom Brieven van Haar Hoog Mog. aan de Staaten van de refpective Provinciën , aan de Collegien ter Admiraliteit, en andere, niet wel 'met de ordinaire post zouden kunnen worden verzonden, te meer daar zy geïnformeerd is, dat in de Secretarie van den Raad en in die van zyne Hoogheid het zelfde gebruik niet even beftendig plaats heeft, maar diergelyke Brieven ook wel met de ordinaire Post worden geëxpedieerd, gelyk mede dat de Brieven van zodanige Collegien niet alle door Bodens worden overgebragt. In allen gevalle begrypt de*Kamer, dat in confideratie van de aanzienelyke befpaaring, die door het affchaffen van Bodenreizen zoude worden te weeg gebragt, zulks door de Bondgenoten zoude kunnen worden goedgevonden, terwyl zodanige Brieven, die om deeze of geene reden niet wel met de ordinaire post zouden kunnen worden verzonden , door Postillons zullen kunnen worden overgebragt. Indien nu konde worden vastgefteld, dat geen Bodens meer zouden worden gebruikt tot het doen van reizen, dan alleen met Placaaten, Q a Pu-  «44 GENERAAL RAPPORT VAN Publicatien en andere zoo groote Facquetten, die niet met de ordinaire Posten kunnen worden verzonden, als mede mee Billctten van Verpagting , die niet gevoéglyk op eene andere wyze zouden kunnen worden vejzörgd , zal bet Traétement der Bodens dienen te worden verhoogd, ten einde dezelve door die bedieningen mogen hebben een convenabel middel van bèftaan. Om vervolgens te bepaalen ,hoc groot die verhooging zoude behooren te zyn, moet men zig herinneren, dat de ordinaris reizen van de Bodens zodanig zyn gereguleerd, dat de helft van het geen voor ieder reis betaald word^ uitmaakt cle zuivere winst van den geene, die" de reis gedaan heeft, en dat die winst over alle de reizen, of liever de helft van het geen voor alle de reizen, die in een jaar voorvallen, word betaald, door de Bodens gelykelyk onder eikanderen word verdeeld, en men behoeft dan alleen te zamen te trekken de helft van het geen voor alle de reizen in eenige jaaren van zodanige tydpcrken , in welke door de Bodens geene andere dan ordinaire reizen zonder haast gedaan zyn, betaald is, en voorts uitrekenen , hoe reel het aandeel van ieder Bode daar in geweest is: Als men dat doet over het }aar 1730 en negen volgende, zal men bevinden, dat de winst die ieder Bode»in die tien jaaren op de reizen gehad heeft, bedraagt een fomma van fio- 36:0:0 het geen voor ieder beloopt op ruim f .-103:0:0, doet men het zelfde over de tien volgende jaaren, zal men bevinden, dat de winst van ieder Bode in dien tyd heeft bedragen eene fomma van f 2966: o : o, het geen voor ieder jaar uitmaakt ruim ƒ 296 :0 : o, doet men dit nog eens over de tien jaaren beginnende met 1750, zal men bevinden , dat de winst van ieder Bode over het tydperk heeft bedragen een fonuna van ƒ 2366:0: o, het  HET FINANCIE-WEEZEN. 245 het geen over ieder jaar beloopt op ruim ƒ 236:0:o , en als men eindelyk te zamen trekt het geen de Bodens gedunrende de voorfz. dertig jaaren hebben geprofiteerd, zal men bevinden, dat het zelve voor ieder Bode bedraagt de fomma van / 7369:0: 0. en dus jaarlyks f 245 : o: o. Hicrby moet nog in aanmerking worden genomen, dat een vierde van het loon van de ordinaire reizen, en dus de helft van de zuivere winst, die op dezelve valt, gefchikt is, om daar uit de verteering yan de Bodens op reis te vinden, en dat zy dus uit dien hoofde, indien men op het voordeeligst rekent, dat de kosten van de verteering op reis niet hooger loopen dan in de plaats van derzelver woning, over de bovengemelde eerlte tien jaaren jiog hebben geprofiteerd ƒ 101:0:0, en over de tweede tien jaaren f 148:0:0, over de derde tien jaaren ƒ118:0:0, en over die dertig jaaren te zamen genomen ƒ 122: 10:0. Uit dit'alles volgt dan, dat om de Bodensten eenemaal klagteloos te ftellen, en dezelve te doen hebben een zo ruim beftaan, als zy geduurende de voorfz. tyd gehad hebben, derzelver Tracbement zoude "behooren te worden verhoogd met drie honderd vyftig of uiterlyk vier honderd guldens , wanneer ieder Bode boven het geen hy nog zal profiteeren op de reizen die aan dezelve nog zouden worden overgelaaten , die niet te min in de voorfz. berekening reeds zyn begrepen, en boven alle de douceurs hierboven in deeze zelfde $ opgegeven, dog onder de vaste inkomften der Bodens niet berekend. jaarlyks zal trekken agt honderd agt en dertig of agt hon 'erd agt en tachtig guldens, het geen te meer convenabel word geoordeeld, om dat het v.st Traétement van de Kamerbewaarders van den Raad van Staate en van de Rekenkamer niet meer bedraagt dan agt honderd en vyftig Q 3 guldens  tA6 GENERAAL RAPPORT VAN guldens jaarlyks, en dat van den Controlleur der Boden en Posten niet meer dan zeven honderd guldens, waar onder dan nog gerekend is de fomma van twee honderd guldens, die aan denzelven jaarlyks voor extraordinaire dienden door Haar Hoog Mog. word toegelegd. Men pasfeert de Aciftdent Boden met flilzwygen, om dat het onzeker is, of 'er nog overig zullen zyn wanneer de voorfz. fchikkingeu gearredeerd worden, terwyl het alsdan niet bezwaarlyk zal vallen, om aan dezelve een convenabel bedaan toe te ieggen. Voor het overige, indien de gemelde voorllagen ooit effect mogten forteeren, zal het getal der Bodens op zestien kunnen worden verminderd, het welk genoegzaam word gerekend om in geval van publieke ceremoniën de nodige dienst te pradceren, aangezien nu de Bodeps reizen, en 'er tw'ee en twintig zyn , het niet zelden gebeurd, dat 'er meer dan zes op reis zyn; en door die vermindering zoude ieder van de zestien Bodens uit de drie honderd guldens , die voor het oppasfen aan de banken in de Klooster Kerk worden gegeven, vyf guldens meerder trekken, dan nu 'er twee en twintig zyn. Met opzigt tot dc Postreizen moet men in het oog houden, dat het zy vastgcdeld word, dat geen reizen door Bodens zullen worden gedaan , het. zy dezelve daar toe by continuatie gebruikt worden, 'in het eene zoo wel als in het andere geval reizen zullen voorvallen , die door Posrillons zonder fpoed zullen kunnen worden gedaan , cn derhalven is de Kamer in het algemeen omtrent de Postreizen van gedagten, dat telkens als eenige het zy buiten het zy binnenlandfchc reis door een Postillon van den Postraeeder met haast zal moeten worden afgelegd, zulks op het Billet zoude moeten worden aangetekend, en dat de Piaatzen, werwaards Depêches het zy  HET FINANCIE-WEE ZEN. a4? zy met, het zy zonder haast moeten worden overgebragt, niet zouden behooren te worden gecombineerd , zoo als tot nu toe gebruikelyk is, maar dat zulks zoude moeten worden gefchikt naar de routes waarop de Plaatfen liggen, zoo dat tot het overbrengen van Brieven naar alle Plaatfen , die op eene zelfde route gelegen zyn , en dewelke vervolgens door eenen Postillon kunnen worden verzorgt, alleen een reisbillet werde afgegeeven, of wel dat de Postmeefter op den Eed aan den Lande gedaan zoude behooren op te geven, door hoe veel Postillons hy aan hem by verfcheide reisbilletten aanbevolen Depêches heeft doen overbrengen. Dat voorts wanneer aan een Postillon m retour eenige brief word mede gegeven, de afzender zulks niet alleen op het reisbillet zoude moeten aantekenen, zoo als tegenwoordig gebruikelyk is , maar ingevalle die brief met haast moet worden overgebragt, zulks daarby uitdrukken , en dat by- ontftentenis van dien voor het overbrengen van zodanig een brief alleen een matig douceur aan dc Postillon zoude'behooren te worden gegeven. ' dat voor het overige de Postreizen by continuatie zoude behooren te worden betaald op zodanigen voet als tot nu toe gebruikelyk is, ten zy de Postmeefter op eene voldoende wyze konde aantooncn , dat hy vooronderfteld dat de voorfz. fchikkingen worden gearrefteerd, uit dien hoofde niet meer in ftaat is om de reizen voor dat loon te laaten doen, en daar en boven in het zelve een convenabele overwinst voor zig te vinden, waar op als dan behoorlyke reflexie zoude dienen te worden gemaakt, en zodanige andere voet beraamd, als redelyk zal worden geoordeeld. Misfchien zal het aan een oplettend lezer eenige reflexie baren , dat zo even is voorgedragen , dat de Plaatfen werwaards Depêches Q 4 zelfs .  fi48 GENERAAL RAPPORT VAN zelfs zonder haast door Postillons moeten worden overgebragt, niet langer zouden behoren te worden gecombineerd, zoo als tot nu toe gebruikelyk is,' daar zulks omtrent Boden-reizen , die zonder haast worden gedaan , hier boven niet is voorgedragen; dog de reden van dat onderfcheid zal ras in het oog lopen, als men lét, dat de ordinaire Boden-reizen meercndeels te water kunnen worden afgelegd , wanneer de verfcheide Plaatfen in een zelfde rjiftrict niet zoo zeer kunnen worden gezegd langs eene zelfde route te leggen, en dat daar tegen de meeste Postreizen niet wel anders dan te Land kunnen worden gedaan, en vervolgens de route van de eene plaats op de andere loopt. Het getal van de Postillons en Paarden die moeten Worden aangehouden , kan niet wel anders dan naar de omltandigheden der tyden worden bepaald; naar mate veel of weinig reizen voorvallen, moeten 'er meer of minder in vasten dienst zyn; de vier Postillons die tegenwoordig worden aangehouden, kunnen naar de gedagten van de Kamer niet gevocglyk worden verminderd , aangezien een van de vier is de Postknegt, wiens functie is de belangen van den Postmeester iri de refpeétïve Comptoireu' van de Generaliteit waar te nemen , en daarom tot het doen van reizen niet word geëmployeerd , het geen te minder gefchieden kan, omdat hy daar en boVjen in de Griffie van Haar i'-'oog Mog. op den voet van een Comptoir-Bode word geëmployeerd , voor wélke extraordinaris dienden hem door Haar Hoog Mog. driemaal in het jaar word tocgelcgt een douceur van een honderd gulden? telkens, onder dc drie overige bevindt 'er zig een, die door een ongeluk hem in 's Lands dienst overgekomen tot het doen van groote reizen niet meer in daat is , waarom ook de Postmeeste1'  HET FINANCIE-WEEZEN. 249 meester dikwyls verpligt is zig van noodhulpen te bedienen; zoo nu het getal van vier Postillons vermin* derd wierd, zoude de voorfz. ongelukkige man moeten worden afgedankt , en dus van alle middel van beltaan beroofd worden, aangezien de Postillons als particuliere bedienden van denPostmeester worden' geconfidcreerd, en vervolgens door het Land niet worden gegageerd, cn het van den Postmeester niet te vergen is, dat hy uit zyn privé beurs iemand zoude betalen, van wien hy wéinig of geen dienst zoude hebben, en die hem door het Land niet word goedgedaan. Dog indien by continuatie Bodens tot het doen van reizen met haast worden geëmployeerd, zoude het getal der Paarden, die aangehouden worden, nu 'er weinig bukenlandfche reizen voorvallen, wel op vier kunnen worden verminderd. Voor het overige wil de Kamer niet nalaten tc remarqueren, dat de voet op welke het Postwezen van de Generaliteit word bediend en door het Land betaald, aan een en ander gebrek laboreert ; men is namentlyk onkundig welke de winst is, die de Postmeester op ieder reis heeft, om dat men 'niet weet de elfëctive kosten, die op het doen. der reizen vallen , en vervolgens zoude die winst op 'zommige reizen wel te groot kunnen zvn; men ignoreert daar en boven hoe hoog de kosten lopen, die door den Postmeester worden gedragen, en vervolgens is men buiten ftaat te bepalen de winst , die hy op de reizen hebben moet; men weet al verder niet direct nog zeker, op wat voet de Postillons over de reizen, die door dezelve worden gedaan, door den Postmeester betaald worden, en al wist men zulks precies, zoude men nog buiten ftaat zyn te oordelen, of Q 5 zulks  250 GENERAAL RAPPORT VAN zulks genoegzaam dan te weinig is, om dat men niet weet, hoe hoog de kosten van de reizen dadelyk lopen , terwyl op de opgaaf van de Postillons geen volkomen ftaat kan worden gemaakt. Het is misfchien ook niet buiten bedenken , .dat de Postillons particuliere bedienden van den Postmeester cn niet in 's Lands dienst zyn; het is ten minften aan de Kamer bekend, dat daar op wel reflexie is gemaakt , even als of men daar om op derzelver bekwaamheid, veerdigheid en trouw minder gerust zoude kunnen zyn, dan de Kamer ignoreert of 'er voorbeelden zyn, dat 's Lands Depêches door Postillons niet naar behoren en niet getrouwelyk zyn overgebragt , ze heziteert even zeer of men daar op meer ftaat zoude kunnen maken , indien de Postillons 's Lands bedienden waren; dit is ten minften zeker, dat de geene die ze in dat geval zoude sanftellen , of op wiens recommandatie ze zouden worden aangefteld, indien al op derzelver bekwaamheid en deugdzaamheid nauwkeurig agt wierd geflagen, voor derzelver goed gedrag minder verantvvoordelyk zoude zyn , nog daar in meerder belang hebben, dan de Postmeester, zoo lang ze door hem aangenomen en gebruikt ■worden. De Kamer heeft egter niet nagelaten by geIegentheid van haare deiiberatien over deeze Memorie de voorfz. zwarigheden zorgvuldig te overwegen , cn in het byzonder te onderzoeken, of het Postwezen op zodanig eenen voet zoude kunnen worden ingcfteld , dat het aan de voorfz. zwarigheden niet onderhevig zoude zyn; dog zy moet geredelyk erkennen, dat zy daar in niet is geftaagd. Zy heeft in de eerfte plaats in overweging genomen, of het ook beter zoude zyn , dat het Ampt  HET FINANCIE-WEEZEN. 251 Ampt van Postmeester wierd gemortificeerd , en daar tegen eenige Postillons in 's Lands dienst genomen, dog die voet is aan niet minder zoo geen meerder zwaarigheden onderhevig dan de tegenwoordige , want voor eerst zoude men de zaken dan weder brengen op den voet, waar op ze geweest zvn in de eerlte tyden van de Republiek, wanneer men , voor zoo veel uit de notulen van dien tyd, welke uittermate kort zyn, kan worden opgemaakt, in dienst gehad heeft eenige Posten of Boden te Paard, die de reizen zelfs deden; dan van dien voet is men al vroeg, ongetwyfteld om goede redenen, hoe zeer men die niet aangetekend vindt, afgegaan, gelyk in het begin van deeze § is gemeld, ten tweede doet zig de vraag op, of men ook Paarden zal aanhouden , en zo ja, wie ze zal inkopen, voor derzelver onderhoud en het verder nodige zorgen, in een woord wie de directie van dat alles hebben zal, of zal ieder Postillon zyn Paard inkopen en onderhouden? wie ziet niet dat zulks ook aan verfcheide b> convenienten onderhevig zoude zyn: . ten derde is dc vraag , hoe veel Postillons men zal aanhouden? in ftille en geruste tyden zouden drie a vier doorgaans genoeg zyn, dog in die zelfde tyden kan het gebeuren, dat men 'er eene enkelde reis meer nodig heeft, wie zal dan de noodhulpen verzorgen, of zoude men 'er altoos zoo veel aanhouden, dat geen noodhulpen ooit nodig zouden zyn ? dit zoude zekcrlyk niet ftrekken tot vermyding van nodeloze kosten : eindelyk zal men omtrent den voet van betaling in het zelfde geval zyn, waar in men tegenswoordig is, en men zal met geen minder zwarigheden dan nu te worftelen hebben, in tegendeel daar men nu maar met een Mensch te bandelen heeft, zoude men dan met verfcheide moeten handelen; in  a5a GENERAAL RAPPORT VAN in allen gevalle komt dit aan de Kamer zeker voor, dat die voet veel kostbaarder zyn zoude dan de tegenwoordige. In de tweede plaats heeft de Kamer in bedenken genomen, of men ook eenige Postillons in dienst van het Land aannemende, evenwel een Postmeester aanhouden zoude, om de directie van het werk te hebben, aan denzelven een vast Traétement toeleggen , en aan ieder Postillon betalen de kosten van de reizen, die door hem zouden zyn afgelegd; . dog ook dit plan word door verfcheide zwarigheden gedrukt, want al aanftonds doet zig de vraag op, naar wat rigtfuoer zal men de reizen aan de Postillons betalen, en hier omtrent zoude men zig in dezelfde verlegentheid bevinden als tegenwoordig; zoo men die kosten zoude voldoen volgens de opgaaf van de Postillons, kan de Kamer door de ondervinding die ze door de reizen dewelke dc BodenS met- haast doen , gekregen heeft, wel voorfpellen, dat de kosten van de postreizen exorbitant hoog zullen lopen , en dat dat werk nog veel minder in eenige ordre te brengen zal zyn dan dat van de boden - reizen, om dat uien van de opgegeven kosten van buitenlandfche reizen in het geheel niet zal kunnen oordeelen , en daar van ook geen voldoende informatie kunnen krygen; daar en boven zullen 'e-r dagelyks moeijelykheden zyn tusfchen den Postmeester en de Postillons , cn deeze zo wel 's Lands Bedienden zynde als den andere, zal 'er naauwlyks mogelykheid zyn om die gedurige oneenigheden uit den weg te ruimen. Het zoude niet mocijelyk vallen meerder zwarigheden nopens de voorfz. twee plans aan de hand te geven , en even weinig om in een groter detail van de geopperde te treden, dog de Kamer oordeelt genoeg gezegd te hebben, om de Heeren Gedeputeerden tot het onderzoek van de Finantie van de Generaliteit in ftaat  HET FINANCIE-WEE ZEN. 25$ ftaat te ftellen om het werk te beöordeelen ; misfcliien geven de voorfz confideratien aanleiding om een beter projeét te maken, en het postwezen op eenen gefchikter voet te brengen , dog ondertusfchen meent de Kamer te mogen befluiten, dat de voet, waar op het zelve zig tegenwoordig bevindt, boven de idéés, die zo even voorgedragen zyn, te prefereren is, terwyl aan zommige rellexicn, die ze weet, dat op denzelven gemaakt worden, en waarom wel eens geoordeeld is, dat het werk op eenen anderen voet zoude behoren te worden ingerigt, het geen ook de voorname, zoo niet de eenige reden is, waarom de Kamer zig daar over zoo verre heeft uitgelaten , zoude kunnen worden voldaan ; is men by voorbeeld van gedagten dat de Postillons over de reizen die zy doen, ruimer zouden behoren betaald te worden, dat zy buiten 's Lands een hoger daggeld zouden behoren te genieten , dan het Land aan den Postmeester goed doet, en deeze aan dezelve betaalt; niets zoude gemakkelyker zyn , dan het geen aan den Postmeester voor de reizen en voor daggeld van de Postillons word goedgedaan , met zo veel te verhogen , als men meent dat aan de Postillons meerder zoude behoren te worden verltrckt; dan dewyl dc Kamer van de noodzakelykheid daar van niet overtuigd is, en zulks eene vermeerdering van kosten zoude veroorzaken, daar deeze Memorie gefchikt is om Pointen van menage op te geven, zal ze zig onthouden, om eenige voorhagen tot verhoging te doen, en hier meede van haare confideratien over het voorfz. onderwerp een einde maken. S- 12. De remarque die by het advis van den jaare 1717 is gemaakt, dat de briefporten hier in den Haag niet gereguleerd wierden naar zekere Re-  254 GENERAAL RAPPORT VAN Reglementen, maar alleen naar de discretie der Postmeesters, cn dat het derhalven van dienst zoude zyn, dat de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland door Haar Hoog Mog wierden verzagt daar in te voorzien, het welk ook door de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering by derzelver Rapport den 19 Juny 1717 gedaan, is gegouteerd, is geheel vervallen door dien de Posteryen alhier in den Haag niet meer door particuliere Postmeesters, maar door Commisfarisfen van de Heeren Staaten van Holland ende West vriesland beftierd worden, waar by de Kamer alleen zal voegen dat onder de rekeningen van de porten der brieven aan Haar Hoog Mog., voor zo ver die door derzelver Kamerbewaarders worden betaald, dewelke van weinig belang zyn, terwyl de overige door de Commisfarisfen van de uitheemlche depêches voldaan, en door de Provincie van Holland uit de post tot de defroijementen, gerembourfeerd worden, en van de Brieven aan den Raad van Staate geaddresfeerd, dewelke de eenige zyn, die uit het Comptoir Generaal van de Unie worden betaald, en dus ook alleen tot deeze Memorie behooren, door de Commifen van de Posterye word verklaard, dat de briefporten daar op niet hooger gebragt zyn, dan tot laste van particuliere gerekend worden, en dat daar onder geen» brieven voor particulieren zyn begrepen. §• T3- Aan de voorflag by het advis van den jaare 1717 gedaan, en in het Rapport van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de extraordinaris Vergadering van het zelve jaar overgenomen, om. aan ieder Heer, in de Vergadering van Haar Hoog Mog. in den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer gecommitteerd en aan derzelver Ministers in piaats van  HET FINANCIE-WEEZEN. 25$ Van Schryf- en Comptoirbehoeftsns, die aan dezelve geleverd wierden , Couranten en de jaarlykfehe zilvere Almanak daar onder begrepen , by uitkoop te doen betaalen eene fomme van tachtig guldens jaarlyks , en het dubbeld van dien aan den Griffier van Haar Hoog Mog., den Thefaurier Generaal ende den Secretaris van den Raad van Stapte, is voor het grootfte gedeelte voldaan, want by Haar Hoog Mog. Refolutien van den 24 Juny en 7 July van het jaar 1738 is verftaan, dat voortaan de leverantie van Schryfbehoeftens en Couranten, als mede de diftributie van Almanakben aan de Heeren Gedeputeerden in derzelver Vergadering , den Griffier , Commis en Agent, als mede aan den Hofmeefter zal cesfeeren, ende dat in de plaats van dien aan ieder zal worden betaald jaarlyks vyftig guldens voor Schryf behoeftens , tien guldens voor een Almanak, en dertig guldens voor Couranten, te zamen negentig guldens, als mede dat de Heeren Gedeputeerden wegens Haar Hoog Mog. gaande in Commisfie, ook geen Schryf behoeftens zullen genieten , maar in plaats van dien, ieder vyftig guldens in hunne declaratie zullen mogen brengen. Reeds bevorens was by Refolutie van den Raad van Staate van den 8 April 1738 afgefchaft de leverantie van Schryf behoeftens, die aan ieder van de Leden naar zyn goedvinden wierd gedaan, en vastgefteld, dat in de plaats van dien aan ieder van de twaalf Heeren, in denzelven Raad fesfie hebbende, by uitkoop zal worden gegeeven vyftig guldens jaarlyks, en voorts in plaats van de Comptoir- en Schryf behoeftens, die door de Heeren in Commisfie gaande worden mede genomen , voor ie ,er Commisfie toegelegd eene fomma van honderd guldens, die door de twee Heeren van ieder  £56 GENERAAL RAPPORT VAN ieder Commisfie in hunne declaratie zoude worden gebragt, dog aan den .Heer Thcfaurier Generaal en Secretaris van den Raad gepermitteerd, om by continuatie de nodige Comptoir- en Schryfbehoettens aan hun te doen leveren, en laatdelyk was daar by nog verftaan, dat de Schippers van de twee buiten Jagten, als mede die van het binnen Jagt niet meer pro lubitu zullen mogen doen leveren Comptoiren Schryf behoeftens, maar dat de Schippers van de buiten jagten in een rond jaar niet meer zullen mogen vorderen , dan eene quantiteit, in waarde niet execdecrende vyf en twintig guldens, en de Schipper van het binnen Jagt niet meer dan eene quantiteit niet excedeereude vyftig guldens, dog deze bepaaling is by Refolutie van den 20 November 1752 verminderd, en insgelyks gefteld op vyf en twintig guldens, vervolgens is by Refolutie van den Raad van .den 15 April 1738 vastgelteld, dat aan ieder van de vier Commifen van de Generaliteits-Finantic in plaats van Schryfbehocftens jaarlyks zal worden gegeeven eene fomme van zes en dertig guldens, cn eindelyk by Pvefolutie van den Raad van den 27 December 1740 verdaan, dat de leverantie van alle Couranten, de Prys-Courantcn en verdere Nieuwspapieren, niet alleen die aan de Ministers cn Bcampten van den Raad,maar ook die ten diende van. dc Tafel van Haar Edele Mog., en verder die ter Kamere van des Generaliteits Finantie, aan den Kamerbewaarder en Clercq van dezelve gedaan wierd, voortaan zoude ophouden, als mede de jaarlykfehe didributie van Almanakken met zilver beflag, of' de waarde van dien bevorens op tien guldens getauxcerd geweest, en dat in plaats van Couranten, Nieuwspapieren en Alma-  HET FINANCIE-YVEEZEN. 257 manakken aan ieder van de twaalf Heeren, in den Raad fesfie hebbende, aan den Heer Thefauricr Generaal, den Secretaris, den Comrnis van de Thefaurie, en den Commis van den Raad, als mede aan ieder van dc vier Commifen van dc Generaliteits Finantie jaarlyks zal worden betaald dertig guldens voor Couranten en tien guldens voor een Almanak, aan ieder van de twee ouide Clercqucn ter Secretarie van den Raad, zoo voor dezelve als ten behoeven van derzelver Confraters in plaats van de Couranten , dewelke dagelyks ter Secretarie gebragt zyn geworden, aan ieder van de twee Kamerbewaarders van den Raad, aan den Clercq ten Comptoire van de Thefaurie ; aan den Kamerbewaarder als mede aan den Clercq van de Kamer van de Generaliteits Financie vyf en twintig guldens. De Generaliteits Rekenkamer had reeds by Refolutie van den 29 November 1695 goedgevonden , dat de fomme van een honderd en zestig guldens,. die jaarlyks in de declaratie vair den leverancier van Schryfbehoeftcns voor zestien Almanakken met zilvcre Sloten geleden wierd, en daar in niet meer gebragt zoude worden, voortaan onder de veertien Leden in de Kamer fesfie hebbende, en de beide Secretarisfen zoude worden gedidribueerd, om door dezelve naar welgevallen bedeed te worden, en by Refolutie van den 30 April van het jaar 1714, na dat reeds by Refolutie van den 9 April 1700 had bepaald, dat door ieder van haare Leden cn van dc beide Secretarisfen, als mede door den Commis van zes tot zes maanden voor niet meer dan agttien guldens Schryfbehoeftcns zouden mogen worden gevorderd, vastgedeld, dat van toen voortaan aan ieder van de Heeren Leden, ep van de beide Secretarisfen , mitsgaders aan den Commis ter Secretarie in plaats van Schryf behoeftens zouden worden II. Duel. R be-  a58 GENERAAL RAPPORT VAN betaald zes en dertig guldens om daar toe geëinployeerd te worden, en heeft eindelyk by Refolutie van den 13 Mey van het jaar 1740 verftaan, dat in plaats van" de Couranten, die geleverd wienkn aan de Heeren Leden en Ministers van de Kamer als mede aan den Commis, voortaan aan ieder van dezelve .zouden worden betaald dertig guldens jaarlyks; en by Refolutie van den 1 February 1741 en nader Appomtement van den 17 November 1717 aan ieder van haare Kamerbewaarders voor Couranten toegelegd vyf en twintig guldens, dog' het geen verder by bet advis van den Jaare 1717 met opzigt tot de Vergadering van Haar Hoog Mog. is voorgedragen , dat namentlyk ieder Provincie op zes porden behoor 'e ereo'uleerd te worden even eens ais de Flambouwen in dezelve Vergadering volgens Maar Hoog Mog. Refolutie van den 13 September 1661 verdeeld worden, is niet gevolgd, want de toeleg van negentig guldens, by Haar Hoog Si g. boven gemelde "Refolutie gedaan, is jaarlyks voldaan aan alle de Heeren ordinaris Gedeputeerden, uitgezonderd den Heer Raadpeniiouariscn de twee Heeren Gecommitteerde Ra:; 'en van Holland, aan dewelke alleen tien guldens in plaats van een Almanak roet zilver befl'ag, die bevoorens aan dezelve geleverd wierd , is ter hand gefteld, aangezien aan die Heeren nooit Schryfbehoeftens nog Couranten ten laste van de Generaliteit geleverd zyn; en derhalven is de voorfz. toeleg aan agttien Gedeputeerden van de Provincie van Gelderland jaarlyks betaald. Dit heeft aan de Rekenkamer aanleiding gegeven, om by haar Plan van menage van den jaare 1754 voor te dragen, dat dewyl de Heeren Staaten van Gelderland aan dc Heeren hunne Gedeputeerden niet meer dan zes Tractementen betaalen, de Generaliteit die Heeren op denzelfden voet  HET FINANCIE-WEEZEN. 459 voet zoude • kunnen behandelen, en dus het voorfz. douceur van negentig guldens alleen voor zes Heeren geven , en de Heeren Staaten van Holland en Westvri'-sland hebben by hunne Refolutie van den 5 Maart 1755 ter Vergadering van HaarJioog Mog., doen voordragen ,, dat die voorflag op „ alle billykheid ffeunt, en dat geen begrip te „ maaken is, hoe. die betaaling voor agttien „ Heeren heeft kunnen worden gepretendeerd, „ daar by de Provincie zelfs maar aan zes Heeren „ Tractementen worden betaald, en dat wan„ neer dezelve Heeren op den voet van zes ,, worden getracbeerd, dezelve zig niet kunnen „ beklagen , genietende dan zo veel als de „ Provincie, die het meefte geniet, en meer „ dan de Provincie van Holland zelfs," de Rekenkamer zal omtrent dit point alleen remarqueeren, dat de voorfz. toeleg door Haar Hoog Mog. is gedaan by uitkoop in plaats van Schryf behoeftens, Couranten en Almanakken , en vervolgens aan alle die Leden, aan dewelke dezelve bevorens geleverd wierden, waarom ook aan den Heer Raadpensionaris en aan dc beide Heeren Gecommitteerde Raaden van Holland , gelyk hier boven reeds is genoteerd, alleen tien guldens in plaats van een Almanak zyn verftrekt, cn voor het overige zal de Kamer het oordeel over de bovengemelde voorflag aan de Bondgenooten overlaaten. By het gem. Plan van den jaare 1754 is verder omtrent de voorfz. toeleg voor Sehryfbehoeftens, voorgedragen, dat de Kamer oordeelt, dat de Vyftig guldens die de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. , de Commis , Agent en Hofmeefter trekken, te veel zyn, en mitsdien dat douceur zoude kunnen worden gereduceerd op vyf en twintig guldens jaarlyks, R a dat  afo GENERAAL RAPPORT VAN dat vervolgens de fomme van vyftig guldens , die de twaalf" Heeren -Gecommitteerden in den Raad van Staate, de fomma van zes en dertig guldens, die de Commifen van de Generaliteits Finantie, als mede dc fomme van zes en dertig guldens , die de Heeren Gecommitteerden in^ de Generaliteits Rekenkamer, de beide Secretarisfen en de Commis ieder voor Schryfbehoeftens jaarlyks genieten, ook op vyf en twintig guldens voor ieder zoude behooren te worden verminderd, en die voorflag is by de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, uitwyzens derzelver bovengem. Refolutie mede gegouteerd, en geoordeeld dat dezelve zoude behooren te worden geamplecteerd, te meer in cónfideratie dat dc Heeren Gedeputeerden vergaderd zynde, daar en boven van Schryfbehoeftens tot brieven , zulks requircerende, worden voorzien; en zekerlyk indien de voorfz. toelagen alleen gedaan zyn, om de Heeren Gedeputeerden in de voorfz. Collegien, derzelver Ministers en verdere beampten in ftaat te ftellen om zig van de Schryfbehoeftens, die zy tot hun particulier behoef nodig hebben , te voorzien , zoude eene fomme van vyf en twintig guldens zeer voldoende zyn, dog als men dezelvebefchouw; als een emolument, gefubintreerd in plaats van Schryfbehoeftens, die dadelyk geleverd wierden, en om daar in menage te betragten, zoude de zaak met een gunftiger oog kunnen worden ingezien, dan de Rekenkamer, die aan haare Leden en Ministers de minfte toeleg gedaan heeft , en daar toe eenige jaaren vroeger dan de andere Collegien beeft gerefolveerd , begrypende dat zy het voorbeeld moest geven , zal de beoordeeling van de voorflag, door haar in den jaare 1754 gedaan, aan de Bondgenooten volvaardig overlaateu. Ver-  HET FINANCIE-WEEZEN. 261 Verder heeft de Kamer in den jaare 1717 voorgedragen, dat ieder Collegie behoorde zorge te dragen dat de leverantie voor hunne Tafel, Griffie of Secretarie, en Bedienden met alle mogclyke menage gefchiede. Met "dat oogmerk heeft de Kamer kort daar na en misfchien al vroeger, bepaald de quantitcit Schryfbehoeftens die zoo aan de Kamerbewaarders voor haare Tafel, als voor de Secretarie zouden moeten worden geleverd, en in den jaare 1734 dezelve nog verminderd, van welke tyd af 'altoos dezelfde quantiteit jaarlyks geleverd is , zonder dat daar in eenige verandering is gemaakt, dan alleen dat zedert weinige jaaren van het geen aan de Kamerbewaarders geleverd moet worden een klein gedeelte aan den Chartermeester is toegewezen, daar en boven word op ordre van de Kamer nog geleverd eene bepaalde quantiteit Schryfbehoeftens voor het Comptoir van den Commis, aan den Clercq in de Griffie van Haar Hoog Mog., die de zogenaamde Nouvelles ten dienfte van de Kamer fchryft, en aan den Opzigter over de Vertrekken van dc Kamer en het Huis, waar in haare Chartermeester woont ; » , van alle die leverantien gelyk meede van de Couranten , Naamregisters en Almanakken, die voor de Kamer en Secretarie geleverd worden , word eene Staat hier nevens gevoegd, onder N». 6, en dewyl by gelegentheid van de deiiberatien over deeze Memorie bevonden is, dat aan de Clercquen in de Griffie van Haar Hoog Mog. gelyk meede aan den Clercq , die de zoogenaamde Nouvelles voor den Raad fchryft, geen Schryfbehoeftens ten koste van den Lande geleverd worden, is by de Kamer vastgesteld , dat wanneer in het vervolg een ander Clercq zal worden benoemd om de Nouvelles voor haar te fchryven , in plaats van den geene , die daarR 3^ toe  aöa GENERAAL RAPPORT VAN toe tegenwoordig word gecmployccrd, aan denzelven van gelyke geene Schryfbehoeftens ten koste van den Laude geleverd zullen worden. Voorts zyn in den jaare 1759 door de Ministers van den Raad van Staate bepaald geworden de Schryfbehoeftens, die de Clercq en Kamerbewaarder van de Finantie ieder eens in liet jaar by Memorie aan den Raad zullen verzoeken , gelyk mede opgegeven het getal Naamregisters en Almanakken, die voor den Raad., de Finantie , de Thefaurie en de Secretarie van toen af geleverd zouden worden. Voor het overige komt het aan de Kamer voor, dat het dienftig zoude wezen, dat dooiden Raad van Staate verder bepaald wierden de Schryfbehoeftens, die aan deszelfs Kamerbewaarders en Secretarie als meede de Schryfbehoeftens, Couranten, Naamregisters, Almanakken en Lysten van de Generaliteits Loterye, die aan het Comptoir Generaal jaarlyks geleverd zullen mogen worden, gelyk ook door mar Hoog Mog de Schryfbehoeftens , Couranten, Naamregisters, Almanakken cn Lysten van «fc Generaliteits Loterye, die door derzelver Kamerbewaarder, dc Deurwaarder van de Griffie en de expedierende Clercquen in dezelve jaarlyks zullen mogen Worden gevraagd; en ondertusfehen word hier nevens onder N°. 7 gevoegd een Staat van dc kosten, die op de leverantie van Schryfbehoeftens, Naamregisters, Almanakken, Couranten, mitsgaders het inbinden van boeken &c. in de laatlte twintig jaaren ten diende zoo van Haar Hoog Mog., ais van den Raad van Staate cn de Generaliteits Rekenkamer gelopen zyn.  HET FINANCIE-WEEZEN. 263. Hoe zeer de Kamer in haar advis van den - Maart van het jaar 1717 in het generaal had te kennen gegeven, dat zy zig verbeelde, dat mede eeue'merkelyke menage te vmden zoude zyn op de Sehryflonen in de Griffie van Haar Hoos Mo?.* indien punétuelyk wierden achtervolgt Haar Hoog Mog. Refolutien van den 13 September 1Ó61 , en 24 October. 1669, en al het geen, gelyk het by de laatfte gefteld is, gedrukt wierd, en daarby gevoegd wierden de Staaten van Oorlog , cn de Nouvelles voor den Raad van Staate en de Kamer, fchynt dezelve met het vermelden van de Sehryflonen in de Griffie alleen in het oog te hebben gehad de Sehryflonen van de Nouvelles voor de Mi dsters buiten '3 Lands, immers hebben de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van dc Extraordinaris Vergadering het in dier voege opgenomen en vervolgens in hun Rapport, den 19 Juny 1717 gedaan, geadvifeerd, dat doordien ten aanzien van de menage op de Sehryflonen in de Griffie by het aanflellen van den eetften Clercq, om de Ministers buiten 's Lands van de gedrukte Nouvelles te bedienen, reeds was voorzien , het zenden van de Nouvelles aan de Collegien geheel afgefchaft, immers dezelve 11I t eefchteven maar gedrukt zoude behoren te worden., met ftilzwygen voorby gaande het drukken'van de Staaten van Oorlog; dog in het Plan van menage , by Misfive van den 26 April 1754 aan Haar Hoog Mog. gezonden, heeft de Kamer op de Sehryflonen van het geen gcfchrev.en word , zoo in de Comptoiren van den Heer Griffier cn van den Commis , als in dat van den ecrltcn Clercq., meer dan eene remarque gemarkt, en voorgefteld het attchaffen van het bladfchryveu , en daartegen het verhogen van het Traétement van den Heer Griffie* en dat van den Commis en R. 4 het  ft64 GENERAAL RAPPORT VAN het fixeren van vaste Tractementen voor de twee expedierende en verdere Clercquen van de Griffie. Het voorfz. Plan vervolgens zynde geworden een object van de deiiberatien van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland , is door de Heeren derzelver Gecommitteerden tot de zaken van de Financiën, hetzelve-geëxamineerd hebbende, op den 30 November van hetzelfde jaar 1754 gerapporteerd, „ dat de Hce,, ren Gedeputeerden van dc Provincie ter Gc„ neraliteit behoorden te worden gelast , ter ,, Vergadering van Haar Hoeg Mog. voor te „ dragen, dat op de gemelde voorflag te remar,, queren viel, dat van de erectie van de Repu„ bliek af, voor Refolutien, Brieven en Stuk,, ken ter Griffie gefchreven , altoos is gedecla„ reerd, zoo als nader by de Inftruétie voor „ den Heer Griffier , den 1 September 1646 ,, gearrefteerd, Art. 15. is geordonneerd, dat ,, hy de Gedeputeerden van de refpective Pro* vincien ten uilen tyde des verzogt zynde, zal „ geven zoodanige Extracten en Copien van Re- folutien cn andere zaken, als by dezelve be. ,, geerd en afgevorderd zullen worden , zullende „ de Sehryflonen van dien, als voor deze, wor,, den betaald by de Generaliteit of de Pro,, vinden, voor wien dezelve gefchreven zullen „ dat dc Heer Griffier op die Inftruétie, en ,, op eene Commisfie , waarby hem alle de ,, regten, digniteiten, praeminentien,preroga,, tiven, prefyten en emolumenten, tot zynen „ ftaat behorende , totgeftaan werden , zynde „ aangefteld , het niet rcdclyk , en mogelyk „ met den dienst van het Land niet overcer.,, komftig zoude zyn , daarin verandering te ,, maken, behalven dat deze bedenkingen daar„ op vallen moesten, dat de expeditien in de ,, Griffie van Haar Hoog Mog. van die natuur „ zyn , dat die meest altyd prompt moetende 55 Sc"  HET FINANCIE-WEEZEN. 265 „ gefchiedcn, hetzelve best kan worden ver„ wagt, wanneer de Clercquen naar maate van hun werk worden beloond, dat die belo„ ningen niet te fchaars moeten worden geno- men om het groot belang, dat de Republiek ,, heeft in dc confervatie van de Secretesfe, en om voor te komen, dat luiden, die de Se„ creten van den Staat in handen hebben, in „ geen verzoekinge werden gebragt," en na dat vervolgens is verflag gedaan van het geen de Kamer'by haare Misfive van den 2 Maart 1717 over het voorfz. point heeft gefchreven, en na vermelding van de Refolutie by Haar Hoog Mog. den 22 Maart 1717? by gelegentlieid van de aanftelling van den eerften Clercq Rumpf op het fchryven van de Nouvelles voor de Ministers buiten 's Lands genomen , voorgedragen, het geen door de Hee-' ren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de: zaken van de "Excraordinaris Vergadering op den 19 Juny 1717 daaromtrent is gerapporteerd , word daar verder bygevoegd, ,, dat uit „ het voorgaande blykt, dat men nog nooit „ van begrip was geweest, dat het fchryven „ in de Griffie op'vaste Tractementen zoude ,, behoren te gefchiedcn, en dat het dus niet „ zonder reden is , dat zwarigheid behoordt „ te worden gemaakt daartoe te refolveren ; „ dat belangende de voorllagen, by de Mis„ five van de Generaliteits Rekenkamer van „ den 2 Maart 1717 gedaan , de obfervantie van Haar Hoog Mog Refolutie van den 22 „ Maart 1717, en het rapport op de gemelde „ Misfive van den 19 Juny 1717 uitgebragt, dewyl niet geoordeeld kan worden , of en „ hoe verre de bovengemelde Refolutien van „ 1661 en 1669 hebben kunnen worden geëxe„ cuteerd, of niet, en of daar van in der tyd „ om goede redenen heeft moeten worden af„ gegaan, Haar Ed. Groot Mog. menen, dat, gebleven wordende by Haar Hoog Mog. ReR 5 ,, folutic  266 GENERAAL RAPPORT VAN 5, folutie van den 22 Maart 1717 ten refpeéte ,, van den eerden Clercq in dc Griffie geno3, men, zoo verre die in zyne executie practi,, cabcl is gevonden, met den lieer Grillier be3, hoorde te worden overlegd, of op ditrefpeét ,, eenige, en zoo ja ,■ welke menage buiten on3, dienst van den Lande zoude kunnen worden 3, gepractifeerd, zoo dat egter gebruik gemaakt .,, zoude kunnen worden van het bovengemelde 3, Artikel van de Inftruétie van den lieer Grift 3, fier, cn geordonneerd, dat de Hukken, door „ de Heeren Gedeputeerden van dc refpeéuve ,, Provinciën te requireren , cn dewelke vol„ gens de ordre aan dezelve niet moeten worden geëxpedieerd, of aan dc Provinciën verzon„ den, door dezelve op haare Provinciën zul3, len moeten worden betaald." Met dat Rapport egter hebben de Heeren Staaten van Holland en Wcstvriesland zig niet geconformeerd, maar ingevolge hunne Refolutie van den 5 Maart 1755 ter Vergadering van Haar Hoog Mog. doen Voordragen, dat zy omtrent dat pomt nog niet hadden gerefolveerd , .•'»• -) de Kamer heeft by dc deiiberatien ovér deze Memorie haare vorige advifen, mitsgaders het voorfz. Rapport van dc Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de Zaken van de extraordinaris Vergadering, cn inzenderheid dat van de Heeren Gecommitteerden van de Staaten van Holland ende Westvriesland , met alle aandagt cn naauwkeungheid overwogen; en ze erkent geredelyk de gepastheid der bedenkingen , die by het laatst gemelde Rapport zyn gemaakt tegen het fchryven in dc Griffie op vaste Tractementen, ze heeft zelfs daar by nog geconfidereerd, dat aldaar in den eenen tyd merkelyk meer dan in eenen anderen tc fchryven valt , en dat dit zo notabel kan verfchillen,' dat het niet te vergen zoude zyn, dat iemand in eenen genisten tyd zyn Traétement voor eenen matigen  HET FINANCIE-WEEZEN. 267 tigcn arbeid hebbende getrokken , naderhand niet eene enkelde reis, maar weken, maanden .en zomtyds jaaren agter eikanderen, meer dan eens zoo veel werk tegen dezelfde beloning zoude doen, en ze begrypt dan ook, dan het gevolg daar van niet anders zoude kunnen zyn , dan da: 's Lands dienst merkelyk zoude lyden. Hier by komt nog , dat al het werk in de Griffie niet alleen door de ordinaris Clercquen, waar op by het Plan van het jaar 1754 alleen gedagt is , kan worden verligt , maar dat daar toe nog verfcheide onder Clercquen, welker getal niet bepaald is maar die alle in eed genomen, en dus ook in 's Lands dienst zyn, worden gebruikt, ■ Dog zy is niet te min van gedagten, dat, daar de Sehryflonen in de Griffie van Haar Hoog Mog. een object van groote kosten uitmaken , het ten hoogfte noodzakelyk is , dat onderzogt worde of niet daar omtrent eenige nadere voorziening zoude kunnen en behoren gedaan te worden , en ze is daar in te meer yerfterkt, wanneer ze nagegaan hebbende, hoe hoog de. Sehryflonen federt het formeren van het Plan van menage van den jaare 1754. zyn gelopen , bevonden heeft, dat dezelve wederom merkelyk zyn vermeerderd, cn in het byzondcr die van het Comtoir van den Commis dewelke tot het jaar 1769 incluis geen agt duizend en tot het jaar 1775 incluis als men het eene jaar 1771 uitzondert, geen tien duizend guldens bedragen hebbende , in het afgelopen jaar 1785 op weinig minder dan drie en twintig duizend zyn gelopen, gelyk zulks zal blyken uit de Staaten die ter continuatie van de geene, die nevens het Plan van menage van den jaare 1754 zyn overgelegd , hier nevens onder N°. 8, 9 en 10 zyn gevoegd. Om het voorfz. onderzoek zo veel mogelyk te facilitecreü, zal men eerst opgeven de Refohuien, die omtrent de voorfz. Schryfloonenvan tyd  268 GENERAAL RAPPORT VAN tyd tot tyd zyn genomen, vervolgens aantekenen , in hoe verre aan de Kamer bekend is, dat van dezelve is afgegaad , en in hoe verre mits dien dezelve worden naargekomen, en daar op cindelyk laaten volgen de confideratien, die de Kamer deswegens zal weeten te fuppediteeren. By Haar Hoog Mog. Refolutie van den 15 September 1661, is, na dat de Heer Griffier zyne Remarques op een Reglement, door den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer geconcipieerd , fcliriftelyk had overgegeven, en. nog nader op alles was gehoord en verftaan, vastgefteld, „ dat van den eerften October toen naastkomen5, de aan den Griffier van Haar Hoog Mog. in de,, claratie niet zal worden geleden nog gepasfeerd ^ het Schryfloon van aften vanyerlof, allerhande „ Commisfien, Paspoorten, Brieven van Voor „ fchryven, Sententien , Extracten van Refo5, lutien &c.: dewelke by particuliere worden „ geligt, en daar van zy het recht volgens de „ Lyst aan den Griflier hebben betaald, alzoo „ men verftaat, dat zodanige depêches van het „ Schrylïoon niet zullen kunnen worden ge„ fepareerd, ende dienvolgens die de depêches „ komt ligten, het Schryfloon met eenen be„ taald, zonder nogtans dat hy Griffier dc Lyst ,, van depêches daar mede zal mogen verhoo>■> gen- „ ende dat , nadien verfcheide Refolutien , ,, Brieven, Rapporten ende meer andere Stuk,, ken worden afgefchreven voor Haar Hoog .,, Mog. Gecommitteerden , om zig daar van te dienen in particuliere conferentien ende ex„ traordinaris Commisfien als anders , de DojjBrWr.cftique of andere ordinaire Clerquen van de L, Griffie pertinentelyk in hunne declaratien zul|, len hebben te ftellen , voor welke Gecommit„ teerden ofte Collegien, en op welken dag zy „ zo"  HET FINANCIE-WEEZEN. 269 „ zodanige Stukken zullen hebben gefchreven, „ zonder het welk het zelve niet zal worden „ geleden, „ dat mede voortaan voor Schryfloon van ,, ieder blad ten minften van vyf en twintig „ regelen op ieder zyde van het zelve blad, niet meer zal mogen worden goedgedaan ,', dan drie ftuivers , uitgenomen het geen ge,, fchreven word in Fransch, Latyn, Hoog„ duitsch , waar van een ftuiver meer van ,, ieder blad zal worden gepasfeerd, ende dat „ zoo wanneer eenige regelen zullen worden ,, gebragt op het tweede Foliu.u ofte de tvvee„Nfe Rechter zyde, daar voor niet meer dan „ half geld geleden zal worden, ende voor de „ regiftrature van Haar Hoog Mog. Relblu,, tien, Brieven, Aéten &c. voor ieder blad „ twaalf ftuivers, genomen tegen vier ordinaris „ bladéren, mits dezelve naar ouder gewoonte ,, en op gelyken voet compres worden gefchre„ ven, ende dat voortaan de particuliere declara,, tien van Cuiies en van Vliet, Domeftique „ Clercquen van den Heer Griffier zullen ko,, men tot lasten van denzelven Griffier, als „ genietende de depeche-gelden van de Stuk,, ken, waar van by de gem. Clercquen word „ gedeclareerd. - By Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 Öétober 1669 is op het Rapport van de Heeren Gedeputeerden tot de zaaken van de Griffie, die agtervolgens voorgaande Refolutien gevaceerd hadden in zaaken, raakendc het doen drukken van Haar Hoog Mog. Refolutien , Brieven, Aélen en andere Stukken , verftaan, ,, dat by provifie en tot eene preuve alle de ,, Refolutien, Brieven, Acten en andere Stuk,, ken , daar van vyf copien en daar boven ,, zuilen moeten wezen , gedrukt zullen wor„ den, en daar van minder dan vyf copien „ van node zyn, dat dezelve gefiihreven zul- „ len  27o GENERAAL RAPPORT VAN 5, len worden, gelyk toen gefchiedc, ten wa„ re anders wierde geordonneerd, „ gelyk ook dat de gehecle dagelykfche ex„ tenlie, vervattende tic ordinaris Refolutien „ van Haar Hoog Mog. voor; de Ministers „ van den Staat by üithcemfche Potentauten „ relidcerendc, mede gedrukt zal worden, ,, en dat insgelyks de copien van de inke,, meiide Brieven, Memorien van de Ambas„ ladeurs cn diergelyke Stukken, daar van de ,, Ministers van dezen Staat by uitheemfche ., Potentaaten reudeerende communicatie gegc3, ven zal worden, zullen worden gedrukt, By de Refolutie van den 22 Maart 1717, die in het bovengem. Rapport, ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland ende Wèstvriesland uitgebragt , is gemeld, en in dat van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaaken van de extraordinaris Vergadering ongetwyffeld beoogd, dog eigentlyk" in dc Notulen van den 30 Maart gevonden word, is- niets nieuws vasigelteld , maaide voorn. Clercq op den voet van vorige aauiteilingen benoemd om de directie te hebben , om de Refolutien, inkomende Oneven cn Memorien, eens gefchreven zynde, aan den ordinaris Drukker van Haar Hoog Mo™., om dezelve te drukken, te behaudigen , en voorts aail de Ministers van den Staat buiten 's Lands rcfideerende op de refpective postdagen af te zeilden volgens en in conformiteit van Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 October .1669, zoo even gemeld. Tegenwoordig nog word ingevolge de gem. Refolutie van den 15 September 1661 geen Schryfloon gebragt van Acten van verlof, allerhande Commisfien , Pasporten , Brieven van voorfchryvens, Sententien, Extracten van Refolutien &c., dewelke by partye worden geligt,  HET FIN ANC IE-WEE ZEN. 271 ligt, en daar van zy het recht aan den Heer Griffier hebben betaald, dog het zelve word wel gebragt van Minuten van Commisfien , van Aften van approbatie op willige condemnatien, van Oftrojen om te tefleeren, van fententien en diergelyke , waar van particuliere ongetwyffcld het recht zullen hebben betaald, en dit heeft reeds aanflonds na de voorfz. Refolutie plaats gehad , trouwens voor het Hellen van de ordinaire Notulen en van alle Brieven en dus voor alle Minuten, uitgezonderd de fecreete Notulen cn de Refolutien in Befoignes genomen wordende, welke beide door den Heer Griffier worden gefield , als mede alle zodanige Brieven als door denzelven worden geconcipieerd, word Schryfloon gedeclareerd : van gelyke word nog tegenwoordig in de declaratien van het geen ten Comptoire van den Heer Griffier, en van den Commis gefchreven is, aangetekend de datum van de dag op welken gefchreven zyn dc Stukken waar voor gedeclareerd word, dog daar by word niet meer gefteld, voor welke Gecommitteerden of Collegien dezelve gefchreven zyn, dit is alleen geduurende eenige weinige jaaren naargekomen, en in dien tyd zelfs nog niet befteudig, maar met interruptie dan eens van drie maanden , dan eene zelfs van een jaar. Zedert meer dan honderd jaaren is het nagelaatcn, waar van de reden voorzeker deze zal zyn, dat het houden van aantekening van de Gecommitteerden ofte Collegien, voor wien alles gefchreven was, zoo veel omflag zal hebben veroorzaakt, dat zulks te doen niet wel mogelyk zal zyn geweest, en daar het fchryven by vervolg van tyd zeer merkelyk is vermeerderd, moet de moejelykheid, zoo niet de onmogelykheid van de voorfz. aantekening te houden, meer en meer zyn vergroot. Ook word als nog ingevolge de gem. Refolutie  272 GENERAAL RAPPORT VAN tie voor Schryfloon van ieder blad Nederduitsch drie Stuivers, en van het geen in eene andere taal gele Lire ven word vier Huivers gebragt, uitgenomen, dat in de declaratie van het geen ten Comptoire van den Commis gefchreven word, voor her Notuleeren, dat is het Hellen van de ordinaris Notulen , word gedeclareerd zes Huivers per blad; dit heeft reeds in de voorige eeuw plaats gehad, zonder dat aan de Kamer bekend is of zulks op eenige Refolutie is gegrond , voorts word voor de regiHrature van tiaar Hoog Mog. Refolutien, Brieven, Acten &c voor ieder blad als nog twaalf Huivers gebragt, maar de regelen, die op de tweede folium ofte de tweede regter zyde gefchreven worden, of op halve bladen, zyn van den beginne af , dat is aanHonds na het neemen van de Refolutie van 1661 om redenen te dier tyd aan de Kamer voorgedragen, in plaats van daar voor half geld te brengen , even als de andere bladen berekend, voor het overige is misfehien nooit op den voet van de voorfz. Refolutie gefchreven , dat is zodanig, dat op ieder zyde van een blad niet meer dan vyf en twintig regelen gefteld waren , te meer niet, daar by de voorfz. Refolutie niet is bepaald, hoe veel letters op eene regel moesten worden gezet; immers vind men al kort na de voorfz. Refolutie, dat de Clercquen in de Griffi onder de declaratien van het geen ten Comptoire van den Heer Griffier gefchreven was, onder andere verklaard hebben, dat al het geen, waar over was gedeclareerd, zodanig was gefchrexen, dat zy van ieder fiuk bckwamelyk de regelen, tot ieder blad gtrequireerd, zouden 'hebben kunnen uitleveren, als moetende om veele redenen alles co npres fchryvett. Indien tegenwoordig naar den lef er van de voorfz. Refolutie moest worden gedeclareerd, en 'er vervolgens voor Schryfloon van een blad van  HET FINANCIE-WEEZEN. 273 van het welk ieder zyde vyf en twintig regelen moest inhouden , niet meer dan drie ftuivers mogten worden gebragt, zoude de Schryver daar van naauwlyks een beftaan hebben, en de Heer Griffier daar van zekerlyk geen voordeel kunnen genieten , het geen nogtans by het hierboven gemelde Rapport ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland gedaan, aan denzelven is toegekend; even weinig zouden de Commis en de Clercq , die de directie heeft om aan de Ministers van den Staat buiten 's Lands reviderende te zenden de Brieven , Refolutien en andere Stukken, van dewelke geoordeeld word dat aan dezelve communicatie behoord te worden gegeven , daar van iets kunnen trekken, zelfs is reeds voor lange daar van afgegaan, zonder dat aan de Kamer bewust is , of van ieder Stuk bekwamelyk de regelen, tot ieder blad gerequireerd, zouden hebben kunnen worden opgeleverd. Aan de Refolutie van den 24 Oftober 1669 voor zoo verre daar by is verftaan, dat alle Refolutien, Brieven, Aften en andere Stukken daar van vyf Copien en daar boven zouden moeten wezen, zouden worden gedrukt, is in opzigte van het geen gefchreven is ten Comtoire van den Heer Griffier en van den Commis, niet dan gedurende eene zeer korten tyd en in zeer weinige gevallen voldaan, en dit zal niemand verwonderen, als hy zal gelieven te letten dat by voorbeeld, zo dikwyls aan de Heeren Staaten van de refpeftive Provinciën een gelyk luidende Brief moeit worden gefchreven , dezelve zouden hebben moeten worden gedrukt, het geen immers niet wel voeglyk zoude zyn geweest. Het is dan ook meer dan waarfchynelyk , dat gelyk de voorfz. Refolutie, voor zoo veel het voorfz. point betreft , alleen by provifie en tot eene praeve genomen is, met byvoe- 11. Deel. S ging  S74 GENERAAL RAPPORT VAN ging zelfs van de woorden ten ware anders wierde geordonneerd, daar van zal zyn afgegaan, en van de naarkoming van de voorla. Refolutie gedispenfeerd, hoe zeer aan de Kamer niet bekend is, dat daar van in de Notulen van Haar Hoog Mog. aantekening is gehouden , en de voorfz. Refolutie levert dus een voorbeeld op van het geen in de Republiek wel meer gebeurd is , dat men namentlyk eenig misbruik willende tegen gaan , zulks doet op eene wyze , die niet uitvoerlyk is , wanneer zelfs het goede , dat daar uit zoude hebben kunnen voortfpruiten, geen effect forteert. De verdere inhoud van de voorfz. Refolutie , voor zoo veel betreft de Refolutien en andere Stukken, die aan de Ministers van den Staat by uitheemfche Potentaten refiderende, worden gezonden, is wel niet beftendig, dog nu en dan naargekomen. In de eerfte jaaren na het nemen van die Refolutie vindt men niet, dat door den Clercq, die gecommitteerd was om de Refolutien, inkomende Brieven , Memorien en diergelyke Stukken, van dewelke aan dc gem. Ministers communicatie zoude worden gegeven, aan dezelve af te zenden, eenig ander Schryfloon is gedeclareerd, dan van Stukken, die eens gefchreven waren , om gedrukt te worden, doch reeds in het jaar 1675 is ten lasten van het Land gebragt het Schryfloon van verfcheide Stukken voor de Heeren van Beuningen, Pcstcrs en Valkenier Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Spagne, als mede voor de Refident Wolffen cn den Lieutenant Admiraal de Ruiter , mitsgaders voor den Heer Klcnck , Ambasladeur by den Czaar van Moscovien gegefehreven. 1 Met ue Maand April van het jaar 1717 is de Refolutie van 1669 wederom volkomen geobferveert, in zo ver zelfs, dat niet alleen de  HET FIN ANC IE-WEE ZEN. 275 de ingekomen Brieven van de Ministers buiten 's Lands, maar ook losfe Refolutien , Memorien en Rapporten gedrukt zyn om aan dezelve Ministers gezonden te worden. Doch met het jaar 1728 is begonnen gefchreven Refolutien en andere Stukken te zenden aan Haar Hoog Mog. Commisfarisfen decifeurs, en met het jaar 1729 aan de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. tot het veranderen van de Magiftraaten in de Steden en Plaatfen in Vlaanderen, daar en boven zyn 'er in het jaar 17^8 gefchreven voor de 'Heeren Ministers Plenipotentiarisfen op het Congres re Soisfons , in het jaar 1730 voor de Heeren Gedeputeerden in Vriesland, in het jaar 1737 voor de Heeren Commisfarisfen tot de conferentien te Antwerpen, en vervolgens beftendig voor alle Gedeputeerden van Haar Floog Mog. zoo binnen als buiten 'sLands, het geen wederom tot gevolg gehad heeft, dat gefchreven Stukken gezonden zyn aan alle extraordinaire Ministers buiten 's Lands. Met het jaar 1747 zyn 'er voor het eerst gefchreven voor een ordinaris Minister, te weeten den Ambasfadeur aan het Hof van Spagne, met het jaar 1750 voor den Ambasfadeur aan het Hof van Vrankryk, en voor den extraordinaris Envoyé aan het Hof van Pruisfen, en wanneer in het jaar 1769 in plaats en vermits het overlyden van den Heer van Haren, die in qualiteit van Haar Hoog Mog. Gedeputeerde by het Gouvernement der Oostenrykfche Nederlanden te Brusfel had gerefideerd, en van gefchreven Stukken was gediend geweest, een ander Minister by het gem. Gouvernement is benoemd , zyn van dien tyd af ook voor S a dien  276 GENERAAL RAPPORT VAN dien Minister Refolutien en andere Stukken gefchreven, eindelyk zyn 'er ook gefchreven voor de Heeren die federt weinige jaren zyn benoemd tot extraordinaris Envoyés aan de Hoven van den Keizer en van den Koning vau Groot-Brittannien , en tot Minister in America, als mede in het afgelopen jaar 1786 voor den Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Rusland, zoo dat 'er in dat jaar gezonden zyn aan den Ordinaris en den Extraordinaris Ambasfadeur aan het Hof van Vrankryk , aan den Extraordinaris Ambasfadeur aan het Hof van Rusland, aan den Ordinaris Ambasfadeur aan het Hof van Spagne, aan de Extraordinaris Envoyés te Weenen, Londen , Berlyn en Petersburg , en aan de Ministers in America en by het Gouvernement te Brusfel, mitsgaders aan de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. naar Vlaanderen, naar Weenen , en naar Harlingen tot het onderzoek van het Finantiewezen van het Collegié ter Admiraliteit aldaar redderende, zelfs zyn zoo de gefchreven als de gedrukte Stukken in 1785 verzorgd aan den Extraordinaris Envoyé aan het Hof van Weenen , aan den Minister by het Gouvernement te Brusfel, als mede in het afgelopen jaar 1786 aan de Heeren Gedeputeerden tot het onderzoek van het Finantieweezen van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland, na dat dezelve herwaards geretourneerd waren. Verder is de Kamer geïnformeerd, dat aan die Ministers, aan dewelke gefchreven Refolutien gezonden worden, naderhand geen gedrukte verzorgd worden, en dat aan ieder van de overige Ministers naar mate dat de ordinaris Re!blutien gedrukt worden, een ftcl van de zodanige , die geoordeeld worden aan dezelve van dienst te kunnen zyn , en dus geen volledig Exem-  HET FINANCIE-WEEZEN. *77 Exemplaar van de ordinaris Refolutien, word afgezonden. Wanneer nu de Kamer haare gedagten _ heeft laten gaan over de nadere voorziening die tot vermindering van de importante kosten die op de Sehryflonen in de Griffie vallen, zoude kunnen en behoren te worden gedaan, heeft ze ras ondervonden, dat zy van het werk in de Griffie , en de direétie daar omtrent zedert een lange reeks van jaaren tot volkomen genoegen van Haar Hoog Mog. gehouden , niet eene zoo volledige kennis heeft dat zy in ftaat zoude zyn van te oordeelen of en in hoe verre de bovengem. Refolutien van 1661 en 1669 in alle haare deelen hebben kunnen worden geëxecuteerd , en daar van in der tyd om goede redenen heeft moeten worden afgegaan, veel min om te bepalen, welke fchikkingen daar omtrent voor het vervolg zouden kunnen en behooren te worden gemaakt, en ze ftemt vervolgens volkomen in met het Ranport ter Vergadering van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland den 30 November 1754 gedaan, en hier boven te meermalen aangehaald, dat men den Keer Griffier die door zyne langdurige ondervinding en groote ervarentheid in de directie van de Griffie, beter dan iemand in ftaat is om te beoordeelen in hoe verre de gebruiken in de Griffie plaats hebbende , met den dienst van het Land overeenkomftig zvn, bekoordt te worden Overlegd, welke menage op het refpecl van voorfz Sehryflonen buiten ondienst van den Lande zoude kunnen worden gepractizeerd, zoo dat egter gebruikgemaakt zoude kunnen worden van het 15 Artikel van desze'fs /nfïruflie, en geordonneerd, dat de ftukken door de Heeren Gedeputeerden van de refoeflive Provinciën te requireren, en dewelke*volgens de ordre aan dezelve niet moeten worden geëxpedieerd of aan de Provinciën ver. S 3 zon-  £73 GENERAAL RAPPORT VAN zonden , door dezelve op haare Provincie zuilen moeten worden betaald. De Kamer zal niet te min naar de mate van kundigheid, die zy door het examineren en liquideren van de declaratien van alle de voorfchreven Sehryflonen bekomen heeft, de vryheid nemen van op te geven eenige pointen, die zy oordeelt, dat in overweging zouden behoren te worden genomen, en haare confideratien , hoe gebrekkelyk die ook zouden mogen zyn, daar by te voegen, terwyl zy dezelve aan beter oordeel geredelyk onderwerpt. De Kamer geeft dan in de eerfte plaats in bedenken , of het niet dienftig zoude zyn, dat op nieuws met overleg van den Heer Griffier bepaald werde, hoe veel zal mogen worden gedeclareerd voor Schryfloon van een blad , zoo als het dadelyk word befchreven, op ieder zyde van het welk dertig a twee en dertig regels gevonden worden, terwyl ieder regel nooit minder dan dertig maar wel meerder letteren inhoudt ; als mede hoeveel voor ieder blad van de regiflxaturc van Haar lïoog Mog. Refolutien , Brieven en andere Acten, zoo als het dadelyk belchreven word, gelyk ook voor het formeren en fchryven van indices zal mogen worden gebragt, mitsgaders op wat voet voor het nazien cn aantekenen van rctroaéta en diergelyke vacatiën zal mogen worden gedeclareerd. Ze begiypt verder niet, waarom in de declaratie van het geen gefchreven word in het Comptoir van den Commis voor het notuleren of het Itellen van de ordinaris Notulen gebragt word dubbeld Schryfloon , daar voor het (tellen van de Secrete Notulen en andere Stukken , dat door den Griffier word verrigt, niets wordt gebragt; terwyl ondertusfehen dit werk veel meer moeite en overweging vordert en ook van veel meer  HET FINANCIE-WEE ZEN. *79 meer belang is dan het extenderen van de ordinaris Refolutien. . . Het is waar, in de declaratien van het geen acfchrevcn word ten Comtoire van den Grillier word wel gedeclareerd voor minuten van Brieven, Sententiën en andere Aften, dog de reden daar van is , dat dat werk word gedaan door de eerfte Clercquen, die geen rraftement trekken; daar en boven word daar voor niet meer dan enkeld Schryfloon gebragt, en hoe zeer hier boven is te kennen gegeven, dat men wel begrypt, dat de Re olntien van 2a Oftober 1669, voor zoo ver daar by is verftaandat alle Refolutien, Brieven en andere Stukken, waar van vyf copien en daar boven zouden moeten wezen, gedrukt zouden worden niet gevoeglyk kan worden nagekomen , komt het nogtans aan de Kamer voor, dat eenige Refolutien, Brieven en andere Stukken zeer gevoeglyk zouden kunnen worden gedrukt. Reeds by Misfive van den 16 Juny van het iaa71703 heeft de Kamer aan Haar Hoog Mog. "efchreven , dat de Staaten van Oorlog veel volumineufer geworden zynde, dan bevorens, ue Schryflone? van dezelve hoger en hoger lonen , het welk haar had doen denken op de Drukpers, en hoe in vorige tyden degem. Staaten gedrukt zyn geweest in conformiteit van Haar Hoog Mog. Refolutie van den 24 Oétobei 1660, en dat zy vermeende, dat.ten. aanzien van de veelheid der exemplaren,. die met alleen door de Clercquen ter Generaliteit en by den Raad van Staate, maar ook 111 de Provinciën gefchreven worden , een zeer goede menage zoude kunnen begonnen worden, indien Haai Hoos Mós konden goedvinden te disponeren, Jat in het toekomende de Staaten van Oorlog niet gcfcliixven,maartenfpoedigftenged,aiktzouden worden ; doch die voorflag is door Haar Hoog Mag- niet gegouteerd, immers met vastgcflel , S 4 ou"  28o GENERAAL RAPPORT VAN ondertusfchen moet men weten dat van de Staaten van Oorlog elf exemplaren worden vervaardigd , en dat voor ieder exemplaar van den ordinaris Staat word goedgedaan agt en zeventig guldens , en van den extraordinaris Staat vyf en veertig guldens, en dat dezelve nog agtmaal worden gefchreven by den Raad van Staate, ieder ordinaris Staat meede voor agt en zeventig , en ieder extra ordinaris Staat voor vyf en twintig guldens. De Kamer ziet geen reden, waarom van gelyke de generale Petitiën niet zouden kunnen worden gedrukt als meede de Biddagsbrief, alle generale aanfehryvingen aan Ministers , Conluls en Comaiisfarisfen , en aan andere hoedanige 'er van tyd tot tyd voorkomen , mitsgaders alle Brieven dienende tot geleide van Placaten, Publicatien en andere aanfehryvingen. In liet byzonder komt het aan de Kamer buiten bedenken voor, dat met opzigt tot het geen gefchreven word voor de Ministers van den Staat by uitheemfche Mogendheden ten fterktten behoordt te worden vernieuwt de Refolutie van den 24 October 1669, en dat even als in het jaar 1717 en eenige volgende jaaren in gebruik geweest is voor dezelve van wat rang ze ook mogen wezen geene Refolutien of andere Stukken gefchreven behoren te worden maar dat zoodanige Refolutien , Memorien en Rapporten , waar van zal worden gc-oordeeld dat aan dezelve in qualiteit van Ministers van den Staat communicatie dient te worden gegeven, zullen moeten worden gedrukt, ö dat van gelyke voor Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. zoo in ordinaire als extraordinaire Commisfien of bezendingen geen Brieven, Refolutien of andere Stukken zullen behoren te worden gefchreven, maar aan dezelve alleen gezonden een exemplaar van de Brieven,  HET FINANCIE-WEEZEN. aBt ven, Refolutien en andere die voor de Ministers van den Staat buiten 's Lands gedrukt worden, en dat om voor te komen, dat daar van niet wederom werde afgegaan, aan de Rekenkamer zoude kunnen worden gerecommandeerd , om in de declaratie van den Clercq , dewelke met die directie is gechargeerd, vollfrekt geene andere Sehryflonen te pasfeeren, dan van Stukken, die eens gefchreven zyn om gedrukt te worden : voorts zouden, ingevalle voor de Collegien ter Admiraliteit of eenige van dezelve uit de Griffie worden verzorgd zoogenaamde nouvelles , voor die Collegien al mede niet behooren te worden gefchreven zodanige Brieven, Refolutien en andere Stukken, die gedrukt worden, maar aan dezelve zoude een gedrukt exemlaar van die Stukken gezonden behooren te worden. Daar en boven oordeelt de Kamer, dat het dienftig zoude zyn , dat bepaald werde van welke Stukken, die voor de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. gefchreven worden, het Schryfloon door de Generaliteit, cn van welke het zelve door de Provinciën zal behooren te worden betaald, en het zoude vervolgens te wenfehen zyn, dat het mogelyk was, datopdenrandvandedcclara' tien van het geen zo in het Comptoir van den Heer Griffier als in d it van den Commis gefchreven \\ ord, aangetekend wierd, voor wie elk ftuk gefchreven is, op dat voor de naarkoming van de te ftellen orders niet alleen by de Rekenkamer, maar zelfs ook by den Raad van Staate, aan wien die declaratien worden geprefenteerd, gewaakt zoude kunnen worden. Eindelyk remarqueert de Kamer , dat voor den Ontfanger Generaal van de Unie word gefchreven 'een vry groot aantal van Refolutien, S 5 waar-  282 GENERAAL RAPPORT VAN waarvan het Schryfloon in de declaratien over het jaar 1785 gebragt, beloopen heeft op eene fomme van ƒ 1975:16: o, cn dat voor dc Magiftraat der Stad Maaftricht als mede voor Commisfarisfen Inftructeurs aldaar, gefchreven worden alle de Refolutien die Stad en de Landen van Overmazc betreffende, waarvan de kosten over een geheel jaar bedragen hebben ruim elf honderd guldens : Omtrent deze laatlte verneemt de Kamer, dat die Refolutien zeer gevoeglyk gedrukt aan gemelde Magiftraat en Commisfarisfen zouden kunnen worden verzorgd. Met opzigt tot de eerstgemelde moet men weeten, dat in vroegere tyd voor den Raad van Staate en voor de Rekenkamer van gelyke in deGriffie plagtcn te worden gefchreven , alle zodanige Refolutien, die in de deiiberatien van die Collegien van dienst konden wezen , doch dat na dat de ordinaire Refolutien van Haar Hoog Mog. zyn gedrukt geworden, van dezelve een exemplaar aan ieder Collegie is verzorgd, en vervolgens hctLfchryvcn van die Refolutien afgefchaft, en dewyl aan den Ontfanger Generaal mede een gedrukt exemplaar van de ordinaire Refolutien van Haar Hoog Mog. word geleverd, komt het aan de Kamer buiten bedenken voor, dat het Schryven van voorfz. Refolutien voor denzelven zoude kunnen en behooren te worden gelaaten. Wat nu betreft de zoogenaamde Nouvelles, die in de Griffie van HaarHoog Mog. voorden Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer gefchreven worden , en waar omtrent in het begin van deze § is aangetoond, dat in het jaar 1717 door de Kamer is voorgedragen, dat dezelve behoorden te worden gedrukt, zo heeft dc Kamer in het Plan van menage van den jaare .175^ ten dien opzigte onder het Capittel van de Ce-  HET FINANCTE-WEEZEN. 283 Generaliteits Rekenkamer geadvifeerd, dat de 1'chryver van de Nouvelles zoude kunnen worden afgefchaft, en heeft daar by gedeclareerd , dit de Kamer daar toe bereid was, zo dra de Raad van Staate zoude affchaffen den khryver, die de Nouvelles voor denzelven verzorgt, met by voeging dat de Nouvelles dan gedrukt zouden moeten worden. Na dien tyd is de Kamer bedagt geweest om dc kosten vallende op het fchryven van de Nouvelles ten haren dienfte, zoo veel mogelyk te verminderen , en heeft ten dien einde m het jaar 177- by gelegenheid van het overlyden van den Clercq die dezelve reeds voor het jaar 1754, tot uien tyd toe verzorgd had, die voorziening gedaan, dat in het vervolg niet meer zouden worden gefchreven de inkomende Brieven, die op ordre van den Heer Griffier van Haar Hoog Mog. gedrukt worden, om aan de Ministers van den Staat buiten 's Lands te worden gezonden , maar van dezelve twee cxemplaaren meer dan anderzints gebruikelyk is, ten dienfte van de Kamer zouden worden gedrukt, waarvan dc kosten een gering object: uitmaaken. en de Raad van Staate heeft dat voorbeeld in den jaare 1783 by dezelfde gelegenheid ge- ( volgd, Behalven de voorfz. 'Brieven zyn altoos , en worden nog voor den Raad en Rekenkamer als mede voor de Heeren, die jaarlyks wegens den Raad bekleden de ordinaire Commisfien tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteeren der Fortificatiën en Magazynen, gefchreven , Brieven, Memorien, Requesten, Rapportenen Relólutiëtt , die daar toe in de Griffie van Haar Hoog Mog. afgegeven en niet gedrukt worden. Van het geen voor dat fchryven zoo ten dienfte van den Raad als voor de Rekenkamer federt het jaar 1760 is betaald, worden hiernevens onder No. 11 en 12 twee Staten overgelegd. ^  ^84 GENERAAL RAPPORT VAN By aldien nu overeenkomftig de gedagten van de Kamer hier boven in deze zelfde Paragraaf voorgedragen, mogt worden vastgeftcld, dat alle Refolutien , Memorien, Rapporten en andere Stukken, van dewelke zal worden geoordeeld, dat aan de Ministers van den Staat by uitheemfche Mogendheden, communicatie behoordt te worden gegeven, zullen moeten worden gedrukt, cn dat ook voor de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mogende geen Stukken meer zullen worden gefchreven, maar aan dezelve alleen gezonden een exemplaar van de zodanige, die voor de Ministers van den Staat buiten 's Lands gedrukt worden, fpreekt het van zelfs , dat de Raad van Staate die voorziening zoude behoren te doen, dat aan c'e lleeren zyne Gecommitteerden ook alleen een exemplaar van die gedrukte Stukken gezonden wierd, en als verder van dezelve voor den Raad en dc Rekenkamer twee exemplaren gedrukt werden , zoo als in opzigt van de inkomende Brieven van dc Ministers buiten 's Lands reeds in gebruik is, zoude het Schryfloon van zodanige Brieven, Memorien, Requesten, Rapporten en Refolutien , die dezelve Collegien verder zouden requircren, dat voor hun gefchre/en wierden , waarfcbynelyk een object van weinig belang uitmaken. S- 15- Hoe zeer in het advis van den jaare 1717 geen melding word gemaakt van het werk ner 7 mnsl/iten , die op ordre van den Heer Griffiervan Haar Hoog Mog. gedaan worden, heeft hetzelve zoo veel relatie tot dat van de Sehryflonen van de Griffie, dat men oordeelt daarvan hier ter plaatfen, na dat van die Sehryflonen gehandeld is, te moeten fpreken. By het Plan van menage van den jaare 1754 is  HET FIN AN CIE-WEEZ EN. 285 is gezegd, dat het werk der Translaten federt eenige jaaren meerder gekost hebbende dan te voren, zoude kunnen worden vastgcuxld, dat dezelve niet zullen gefchieden, dan'op expresl'e ordre van den Griffier of Commis, en dat geen declaratien van den Translateur zullen worden geliquideerd, dan op eene verklaring van den Griffier of Commis onder dezelve declaratie gefteld, dat die Translaten op hunne ordre gedaan zyn , en dat by vacature van het Ampt van Translateur in de Franfche en Latyufche Talen, zoude kunnen worden afgefchaft de vermeerdering van het Traétement van vier honderd guldens by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 27 Maart 1748 aan denzelven verleend, en dat deze Translateur mede zynde Clercq van de Cyftërs, tenens zoude kunnen worden afgefchaft * gelyke vermeerdering van vier honderd guldens aan denzelven in die qualiteit by dezelfde Refolutie geaccordeerd. By de Refolutie van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 is daar omtrent verftaan, dat ter Vergadering van Haar Hoog Mog. zoude worden voorgedragen , „ dat het eerlte, een point van ordre zynde , zonder zwarigheid kan wor,, den geadmitteerd , maar dat het laatfte wel ,, eenige bedenking zoude kunnen lyden om ,, het grootlte interest, dat de Republiek heeft „ dat de Secretesfc word geobferveerd, maar ,, dat Haar Ed. Gr. Mog. oordelen, dat dewyl „ die verhoging alleen is eene perfoneele con„ cesfie, om byzondere redenen van dien tyd „ geaccordeerd, het zelve een zaak is, waar „ op by de aanftclling van een ander op nieuws „ gedelibereerd zal worden." De voet op welken voor het overzetten uit de Hoogduitfchc taal in de Nederlandfche word gedeclareerd, is bepaald by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 6 Maart 1660, by dezelve is  m GENERAAL RAPPORT VAN is aan een Clercq ter Griffie van Haar Hoog Mog. voor het overzetten van Hoogduitfch'e Brieven federt de maand Maart van het vorige jaar 1659 toegelegd de fomme van drie honderd guldens eens, doch wyders verftaan dat hy voor het toekomende zoude hebben te declareren, ende voor de Translaten trekken en genieten dubbeld, en voor de in het net daar van te maken Copie enkeld cn gewooulyk fchrylloo*. In de eerstvolgende jaaren liepen de kosten daar van niet hoog, doch dezelve zyn fpoedig zeer vermeerderd gelyk uit de hier by onder N°. 13. gevoegde Staat van de betalingen in vier tydpcrken telkens van tien jaaren deswegeus gedaan, zal blyken. , De Kamer is ten eenemaal buiten ftaat om te oordelen of alle de Hukken , die getranflateerd zyn , noodzakelyk getranllateerd hebben moeten worden, dan of daar omtrent voor het toekomende eenige menage zoude kunnen worden ingevoerd , en ze is vervolgens van begrip dat de gedagten van den Heer Griffier van Haar Hoog Mog. daar over zouden behoren te worden ingenomen, en vervolgens met denzelven overlegt hoedanige verklaring voortaan onder de declaratien van den Tranflateur zoude dienen te worden gefteld, ten einde de Kamer by het examineren en liquideren van dezelve de nodige gerustheid moge hebben , dat aïïe de Tranilaten, waar over gedeclareerd word, op dcszelfs ordre, en dus niet buiten noodzaak gemaakt zyn. de Tranilaten, die uit de Engclfche, Spaan-, fche, Portugeefchc en Italiaanfche Taaien worden gemaakt, worden op denzelfden voet betaald , en die kosten gebragt in de declaratien van het geen ten Comptoire van den Heer Griffier word gefchreven, zonder dat daar van afzonderlyke declaratien worden ingediend of overgelegd. Doch die kosten zyn van geen groot belang , hebbende het geen gedurende het  HET FINANCIE-VVEEZEN. 287 het jaar 1785 betaald is voor Tranflaten uit het Engelsch bedragen ƒ 190:7:0 en voor Tranflaten uit het Spaansch, Portugeesch en Italiaausch ƒ 5Ó5:4: o. . By Haar Hoog Mog. Refolutie van den 29 December 1714 is aan den geene, die federt omtrent twaalf jaaren was gebruikt tot het doen vau alle Tranflaten in de Franfche Taal, zonder daar voor eenige betaling te bekomen, voor zyne voorleden dienden en gedaaue Tranflaten toegelegd eene fomme van twee duizend guldens eens , doch tellens verftaan, dat hy voor het toekomende volgens de ordre van het Land zal declareren voor de Tranilaten, die hy zal doen; gemelde Tranflateur heeft vervolgens op den 17 January van het jaar ijié by Requeste te kennen gegeven , dat hy in het vorige jaar niet meer 'had verdiend dan twee honderd een en zeventig guldens, en verzogt dat hem een fortabel traétement mogt worden toegevoegd, ofte wel zodanig fupplement als geoordeeld zoude worden te behooren.; en daar op is hem by Refolutie van denzelven dag tot eene gratificatie toegelegd eene fomme van twee honderd en vyftig°guidens eens, zonder dat hetzelve daar na in conlequentie getrokken zoude mogen wor- ^de'zelve zig nog in het zelfde jaar nader aan Haar Hoog Mog. geaddresfeerd en te kennen ge-even hebbende, dat het geen hy geduurende de°zes eerlte maanden van dat jaar getranflateerd had, niet meer dan vyftig a zestig guldens zoude bedragen, en derhalven op nieuw verzogt hebbende, dat Haar Hoog Mog. hem eene fomme van gratificatie tot fupplement zouden gelieven toe te leggen, is by Refolutie van den 22 July 1717 verftaan, dat ingevalle de declaratien van den Suppliant in een rond jaar geen zes honderd guldens bedragen , het geen daar aan deficicert tot  288 GENERAAL RAPPORT VAN tot zes honderd guldens toe gefuppleerd zal worden. De tegenwoordige Tranflateur is in den jaare 1738 op den zelfden voet aangefteld om gebruikt te worden tot het Tranflateeren van Haar Hoog Mog. Refolutien en andere Stukken in de Franfche en Latynfche Taaien, en wanneer in het zelfde jaar was overleden de Clercq in de Griffie, die geëmplojeerd wierd tot het depecheren van de Patenten met den aankleven van dien, als mede tot de Cyffers en het in Cyffer ftellen en ontcyfferen van Brieven, is gemelde Tranflateur daar toe benoemd op het zelfde Traétement van zes honderd guldens jaarlyks als de voorige had genoten, eindelyk is aan denzelven by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 27 Maart 1748 in confidcratie dat deszelfs occupatien federt eenigen tyd merkelyk waren toegenomen, in qualiteit van Clercq van de Cyffers eene fomme van vier honderd guldens jaarlyks toegelegd, boven het traélement van zes honderd guldens waar op hy was aangefteld, als mede in qualiteit van Tranflateur een gelyke fomme van vier honderd guldens, boven de zes honderd guldens, die hem worden goedgedaan by aldien zyne declaratie in een rond jaar niet hooger loopt; daar en boven declareert dezelve voor het vervaardigen van ieder Cyffer op den zelfden voet als alle Schryfloonen in de Griffie worden goedgedaan, waar van de betaaling gebragt word in het geen gefchreven is ten Comptoire van den Heer Griffier, >- De Kamer , die geen keiims heeft van het werk, dat in de voorfz. qualiteiten word verrigt, is al wederom op dit fubject buiten ftaat om te beoordeelen , of de Tractementen, die daar voor worden betaald, naar behooren worden verdiend, dan of dezelve voor het toekomende zouden kunnen worden verminderd; ze heeft daarom gemeend te moeten opgeven, op wat  HET FINANCIE-WEEZEN. a8d Wat wyze daar omtrent federt het begin van deze eeuw is gedagt, en zal alleen op de Refolutie van den jaare 1748 remarqueeren , dat zo al de bezigheden als Tranflateur en als Clercq van de Cyffers waren vermeerderd, dezelve daar tegen als Clercq van de Patenten zeer merkelyk waren verminderd, door dien geen Patenten meer by Haar Hoog Mog. zyn gedepechecrd, na dat in het voorige jaar de vrye magt over de Patenten op zyne Hoogheid den Heere Prince van Orange en Nasfau in qualiteit van Capitein Generaal van de Unie was geconfereerd. Misfchien zouden de voorfz. Tractementen wel kunnen worden verminderd, indien in het vervolg een Clercq van de Griffie tot hettranflateeren in de Franfche Taal en tot het werk der Cyffers kon worden geëmplojeerd, zo als tot het tranflateeren uit de Eugelfche Taal actueel gefchied,en omtrent de Cyffers vóór de aanftelling van den tegenwoordigen Clercq fchynt plaats gehad te hebben, en hier omtrent komt het aan de Kamer voor, dat het gevoeglykfte zoude zyn dat met den Heer Griffier van Haar Hoog Mog. daar over gefproken , en deszelfs gedagten ingenomen wierden. §. 16. By dezelfde Refolutie of B-eglement van Haar Hoog Mog. van den 13 September 1661 Waar by ordre gefteld is omtrent de Schryf* hoonen in de Griffie , is teffens bepaald, dat de kaarsfen, die by den Griffier, Commis, Agent, de refpective Clerquen van de Provinciën en de Kamerbewaarders tot die tyd toe waren genoten geworden, voortaan zouden cesfeeren, en by dezelve niet meer geprofiteerd worden, doch dat voor de Tafelen van Haar Hoog II. Deel. T Mog,  20o GENERAAL RAPPORT VAN Mog. ais van ouds geleverd zouden worden zoo veel kaarsfen als "er van noden zouden zyn, waar van dagelyks pertinentie notitie by de Kamerbewaarders zoude moeten worden gehouden , dat dezelfde voet op het ftuk van dc Kaarsfen voor de Kamer ende de Tafelen , mitsgaders de Griffie van den Hove van Braband , mede geobferveerd ende naargekomen zouden worden, en dat met opzigt tot de kaarsfen voor den Raad van Staate cn de Generaliteits Rekenkamer daar in zoude worden gehouden de voet en ordre , als van ouds gebruikelyk, mits de Kamerbewaarders van beide Collegien mede pertinente notitie houden van de diftributie derzelver, zonder dat de refpectivc Secretarisfen, Commifen, Kamerbewaarders ofte eenige andere Bedienden van de welgem. Collegien, geene uitgezonderd , eenige kaarsfen voor hun gebruik tot kiste van het Land in het vervolg meer zouden mogen genieten. By form van interpretatie van het voorfz. Reglement is by nadere Refolutie van den i 3 December 1670 verklaard, dat onder het point aangaande de kaarsfen daar in nevens andere influerende , niet zyn gecomprehendeerd , nog begrepen de kaarsfen, die gerequircert worden op de Kamer van den Agent, de Griffie, en itv* de beneden Kamers en Comptoircn , daar de cerfte en andere Clercquen van dc provinciale Clercquen fchryven, en dat dien volgens, de Leverancier de nodige kaarsfen zoude hebben te leveren aan den Kamerbewaarder van de Griffie, met verdere byvoeging, dat deeze op zyncn eed aan het Land gedaan zorge zoude hebben te dragen, dat die kaarsfen nergens elders, dan op en in de voorfz. Plaatfen werden geconfumeert en verbrand. Bevorens had de eerfte Kamerbewaarder van den Raad van Braband reeds in den jaare 1662 by Requeste aan Haar Hoog Mog. te kennen ge-  HET FINANCIE-WEEZEN. &91 gegeven , dat met twee en zeventig ponden kaarsfen, die voor den gem. Raad geleverd wierden , het onmogelyk was denzelven Raad en de Griffie te dienen, waar op die quantiteit by Refolutie van den 25 October van het zelfde jaar 1662 is verhoogd tot op een honderd ponden , en dit getal ponden word tot heden toe jaarlyks voor den Raad van Braband geleverd. Voorts zyn na de voorfz. Refolutien van 1661 en 1670 gedurende eenige tyd geene andere kaarsfen ten laste van het Land geleverd, dan die voor dc Tafelen van Haar Hoog Mog. en voor den Raad en de Rekenkamer als meede voor de Griffie van Haar Hoog Mog. nodig zvn geweest; doch die benodigdheid fchynt al vroeg zodanig te zyn gerekend, dat de refpeétive Kamerbewaarders daar in voor zig een emolument hebben gevonden, Ten minilen heeft de Rekenkamer niet lang daar na aan den Commis en vyf Clercquen van haare Secretarie , als meede aan den jongften Kamerbewaarder toegelegd eene fomme van een honderd vyf en zeventig guldens voor kaarsfegeld , om onder dezelve verdeeld te worden , welke verdeling zodanig is en nog -word gedaan, dat de Commis daar uit geniet dertig guldens, ieder Clercq vyf en twintig , en de Kamerbewaarder twintig guldens. De reede van die toeleg is ongetwyffelt geweest , dat die Bedienden genoegzaam geene emolumenten genoten, en dus weinig meer inkomen , dan het beloop van hunne fobere Tractementen gehad zullen hebben, en die reede militeert voor de Clercquen en den Kamerbewaarder als nog ten fterkfte, aangezien de Clercquen na aftrek van den honderdften Penning die-zy jaarlyks aan de Provincie van Holland, moetert opbrengen, niet veel boven de twaalf honderd guldens ieder, en de jongde T 2 Ka-  »oa GENERAAL RAPPORT VAN Kamerbewaarder weinig meerder overhouden, zonder nog te gewagen van het Amptgeld , dat dezelve by hunne aandelling aan de gem. Provincie meede betalen moeten. Hier by komt nog dat de Clercquen in tyd van Oorlog in meer dan één opzigt veel meer werk en geen Huiver meer inkomen hebben, terwyl de Clercquen ter Secretarie van den Raad altoos merkelyk meer en in tyd van Oorlog zeer aanzienelyke emolumenten genieten. In faveur van den Commis kan dezelfde reden niet meer geallegueerd worden, vermits dezelve federt meer dan veertig jaaren zo niet langer op het voorbeeld van den Commis ter Thefaurie voor de regiftratie van ieder Ordonnantie van betaling omtrent gelyke leges gevorderd heeft, als de gem. Commis, die daar toe geen meerder regt had, zig voor het opmaken heeft doen betalen. Ook heeft de Kamer vastgefteld, dat by de eerfte vacature van het Commis Ampt het voorfz. kaarsfegeld zal cesferen. Van gelyke heeft de Raad van Staate in het begin van deeze eeuw aan zynen jongden Kamerbewaarder dezelfde toeleg van twintig guldens voor kaarsfegeld gedaan die by den jongden Kamerbewaarder van de Rekenkamer genoten wierd, waar uit fchynt te kunnen worden opgemaakt , dat de Raad te dier tyd ook begrepen heeft, dat zyne oudde Kamerbewaarder in de quantiteit kaarsfen, die ten diende van denzelven geleverd wierd , een emolument van meerder waarde dan de voorfz. toeleg vondt. Voor het overige zyn federt meer dan honderd jaaren ten dienden van de Kamer geleverd twee honderd ponden kaarsfen , en de Kamerbewaarder, of die in 's Lands huis woonde, heeft tot zyn voordeel genoten het geen daar van ten diende van de Kamer niet was gebruikt. De quantiteit kaarsfen, die ten diende van den  HET FINANCIE-WEEZEN. 293 ckn Raad van Staate gelevert is, heeft zeer gevarieert en fchynt naar de benodigdheid te zyn gefchikt geweest; ongevoelig egter is daar uit ontftaan dat niet alleen de oudite Kamerbewaarder, maar ook al vroeg die van de Generaliteits Finantie en naderhand de Commifen en Clercq van de Thefaurie eene geringe quantiteit kaarsfen ten hunnen voordeele hebben gekregen; zelfs was voor eenige jaaren die quantitiet voor de laatstgemelde verhoogd, en ook aan andere eene bepaalde quantiteit toegelegd, doch de Raad heeft voor weinig tyd op nieuws verftaan, dat overeenkomfhg het Regiement van den jaare 1661 voortaan aan niemand eenige Kaarsfen voor zyn gebruik ten laste van het Land zullen mogen worden geleverd, uitgezonderd nogtans die weinige Amptenaren, die federt lange daar van in posfesfic zyn geweest , met welkers overlyden of demisfie zulks egter meede zal ophouden , en dat alleen de oudite Kamerbewaarder als voor deeze van den Leverancier zal mogen vorderen de quantiteit kaarsfen die ten dienfte van den Raad en de Secretarie, en te zyner tyd ook ten dienfte van de andere Comptoiren nodig zal zyn, zelfs is daar by ook vastgefteld, dat het boven gemelde douceur van twintig guldens, met het overlyden van den Kamerbewaarder, die het zelve tegenwoordig trekt, zal ophouden, zoo dat by den Raad in het vervolg geen afwyking van het bewuste Reglement zal plaats hebben. Ten dienfte van Haar Hoog Mog. worden federt veele jaaren aan ieder van de Kamerbewaarders gelevert twee honderd en vyftig ponden kaarsfen, en in de laatst afgelopen jaaren zvn daar en boven zoo veel ponden kaarsfen gelevert, als tot de extraordinaris Vergaderingen des avonds gehouden, nodig zyn geweest. T 3 Lit  S94 GENERAAL RAPPORT VAN Uit de vyf honderd ponden die aan de beide Kamerbewaarders worden gelevert , is de Kamer onderrigt , dat eene kleine quantiteit aan de Vuurftookfter , en gedurende eenige maanden van het jaar weekelyks eenige ponden aan de Bodens verftrekt worden , terwyl de Kamerbewaarders het overige tot hun voordeel behouden , daar en boven worden aan de Vuurftookfter jaarlyks nog een honderd ponden, en ten diende van' de Griffie eene groote quantiteit Kaarsfen geleverd, die over het jaar 1785 bedragen beeft twee duizend en agt honderd ponden, waar van de Deurwaarder van de Griffie waarfehynelyk eene provilie tot zyn gebruik behoud. $. 17. Omwent de Jagten van den Raad van Staate , waar van in het advis van den jaare 1717 mede word gefproken , is federt dien tyd in meer dan één opzigt merkelyke menage geïntroduceerd, " Na dat reeds in het jaar 1690 by den Raad was gerefolveerd , dat de Capiteinsplaats van het binnen Jagt byhet affterven van den geenen, die te dier tyd in dienst was , zoude worden gemortificeerd, heeft zulks in het jaar 1718 effect gefbrteerd, en van dien tyd af zyn op het voorfz. Jagt alleen geplaatst een Schipper en twee Knegts, aan ieder van welke voor dag- en kostgeld nog eene gulden daags word goedgedaan, doch aan den Schipper is naderhand boven het daggeld van dertig ftuivers eene verhooging van zes ftuivers verleend, zoo dat dezelve nu voor dag- en kostgeld geniet zes en dertig ftuivers daags , daar en boven is aan denzelven zedert het jaar 1752 goedgedaan tien ftuivers daags vooreen vaste Jager, zodanig egter, dat dezelve over de dagen dat het Jagt dadélj k ge1 - ■ bniikt  HET FINANCIE-WEEZEN. *95 bniikt word, betaald worden door den geene die 'er zig van bedient, waar door het zelve een bezwaar van weinig belang voor het Land uitmaakt. In het iaar 1721 is by den Raad vastgefteld , dat de Capiteins van de buiten Jagten zouden uitfterven, hetgeen ook ftand gcgreepeii heelt, daar tegen zyn de Gages van den Schipper cn verfcheide andere Officieren zedert dien tyd verhoogd, gelyk kan worden gezien uit den ftaat hier nevens onder N. 14 overgelegd, _ eindelyk is in het jaar 1752 een van de buiten Tasten, hy gelegenheid dat groote reparatien aan hetzelve wierden vcreischt, waarvan de kosten gemerkt de bekrompen fituatie, waar in het Comptoir Generaal zig toen bevond, o-erekend wierden een object van confideratie te zyn, afgefchaft, en al het Volk dat op het zelve diende gegageerd. Welke Collegien de Kamer in het oog gehad heeft naar welker voorbeeld zy meende, dat voor het Volk op de buiten Jagten alleen kostgeld zoude behooren te worden goedgedaan geduurende de tyd dat de Jagten op reis zyn, 111 plaats dat het zelve toen, gelyk nog tegenwoordig het geheele jaar door wierd betaald, is tegenwoordig aan de Kamer onbekend; _ het zelve heeft nu alleen plaats op het jagt van het Collegie ter Admiraliteit in Vriesland. do°- het komt aan dc Kamer bedenkelyk voor, of zulks in opzigt van het Jagt van den Raad, het welk te Rotterdam havent, wel zal kunnen worden gevolgd, aangezien voor het volk op het buiten Jagt van de Provincie van Holland , dat inssrelyks te Rotterdam havent, en op die van het Collegie ter Admiraliteit op de Maze ook het geheele jaar door kostgeld word goed- geSvkt 'opzigt tot het binnen Jagt oordeelde de Kamer in het jaar 1717 , dat hetzelve beter T t koop  «9<5 GENERAAL RAPPORT VAN koop zoude kunnen gehouden worden , indien naar het exempel van andere Collegien aan het Volk, dat daar op gebruikt word, voor ieder reis eene zekere fomme gelds betaald wierd , daar het zelve toen het geheele jaar door Gage trok (het welk nog plaats heeft) en voor onkosten van ieder reis zo veel wierd geleden, als andere Collegien, die geen ftaande Gages geven, gewoon waren te betalen, of 'er tegenwoordig Collegien zyn , die htt Volk _ op hunne binnen Jagten by de reis betalen , is aan de Kamer onbekend, en zy twylfclt of zulks wel gevoeglyk omtrent het Jagt van den Raad zoude kunnen worden ingevoerd , voor de onkosten van ieder reis met het zelve, zoude niet meer behoeven te worden betaald, dan de kosten die 'er dadelyk op vallen, ten minden is aan den Schipper niet gepermitteerd om meerder te vorderen; trouwens de Kamer weet niet , dat ooit bepaald is wat hy vorderen moet of mag, tot haar kennis is wél gekomen , dat de Raad meer dan eens in beraad genomen heeft, om daar omtrent eenige bepaling te maken , doch daar in zwarigheden gevonden heeft , die 'er telkens van hebben doen afzien, ongetwyffelt zal dc Raad in ftaat zyn om daar omtrent meerder informatie te geven, en tenens om beter dan de Kamer te beöordeelcn of omtrent de Jagten eenige en welke menage zoude kunnen worden ingevoerd. $• 18. De Kamer begrypt niet, wat haare Predccesfeurs in liet oog hebben gehad, wanneer zy op het einde van hun advis van den jaare 1717, voor zo veel de verligting van het Comptoir Generaal van de Unie betreft, hebben voorgefteld , dat ieder Collegie zoude behoren ie overleggen, of zyn dienst niet niet minder Me-  HET FINANCIE-WEEZEN. 297 Bedienden waargenomen zoude kunnen war- ^Zy kan voor haar zelve gerustelyk verklaren, dat zo het werk, aan haar aanbevolen naar behoren zal worden verrigt, geen een van haare Bedienden gemist kan worden, wat de Raad van Staate betreft, zoo heelt de ondervinding geleerd , dat deszelfs dienst met geen minder Bedienden heeft kunnen worden waargenomen, dewyl derzelver getal zedert dien tyd met drie Perfbnen , te weten twee Commiién en een Chartermeester is vermeerderd: _ • en de Kamer ziet niet dat .de Bedienden van Haar Hoog Mog. zouden kunnen worden verminderd. §• 19- De Kamer begrypt even weinig, wat haare Predecesfeurs hebben verftaan door de leverantien, die zy verder hebben geadvifeerd dat ieder Collegie met de meeste menage behoorde te laten, doen zonder dezelve in Amptjes te converteren; tegenwoordig weet ze niet, dat iets diergelyks plaats heeft, ten zy men daar voor zoude willen houden , dat de Vuurftookfter van Haar Hoog Mog. levert de Inkt, die ten dienfte zo van hoogstdezelve, als van de Griffie nodig is, mitsgaders de Francynen, die in de Griffie worden gebruikt, als meede dat de Clercquen ter Secretarie van den Raad van gelyke leveren de Francynen die tot het depêcheren van Commisfien worden gerequireerd, dan men moet daar omtrent weten , dat die lcverantien op dien voet reeds in de vorige eeuw zyn gedaan, dat de inkt als nog betaald word tot dezelfde' prys van twee cn dertig ftuivers de Stoop,' dat op zig zelve zeer weinig is, dewyl voor de Stoop inkt ten dienfte van den Raad van Staate geleverd wordende, volgens accoord betaald worden twee guldeus, T 5 (1?t  208 GENERAAL RAPPORT VAN dat hoe zeer de quantiteit inkt, die jaarlyks geleverd word, groot is, als hebbende zedert eenige jaren ruim tachtig Stopen bedragen, ze egter nog merkelyk minder is, dan in de vorige eeuw plagt geleverd tc worden , dat de prys waar voor 'de Francynen geleverd worden , dezelfde is als in het Laatst van de vprigé eeuw, hoe zeer dezelve zedert dien tyd merkelyk duurder zyn geworden, zo dat 'er tegenwoordig niet veel winst op die leverantie kan vallen; en als de Kamer daar by confidereert , dat indien al de Francynen voor iets minder te bekomen zouden, mogen zyn , daar omtrent misfehien dezelfde fpaarzaamheid niet zoude worden gebruikt als tegenwoordig, zo vindt ze geen reden om op dc affchamng van de voorfz, leverantien te urgeren. ■§• 20. Het affchaffen van de leverantie van Bloemen op de Tafels zoo van Haar Hoog Mog. als van den Raad en de Rekenkamer, die in het advis van den jaare 1717 onnodig genoemd zyn, en zo het ichynt met reden als zodanig genoemd hebben kunnen worden, is in den jaare 1754 nader als een point van menage opgegeven, en hoe zeer de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland in hunne meergemelde Refolutie van den 5 Maart 1755 hebben verklaard, dat zy dat point van zoo geringe aangeLgintheid hadden gevonden., dat daar op geen rep xie had :en gemaakt, heeft niet alleen de Rekenkamer, want die is uit hoofde van den aart van haare bezigheden vcrpligt op kleinigheden tc letten; maar ook de Raad van Staate in den jaare 1760, en dus in een tyd, dat hy niet is verdagt gehouden zig aan kleinigheden te vergapen, het ftrooijen van Bloemen op hunne Talels afgefchaft ; trouwens de Raad yan Sta-1."  HET FINANCIE-WEE ZEN. 209 Staate bad zig toen niet minder dan ooit tot een Hoofdregel gefteld, dat men in het beffier van de Finantie voornamentlyk wel op groote zaken moest agt geven, doch geen kleinigheden over het hoofd zien, en de F.aad heeft misfchien nooit van meer confideratie gejouisfeerd , dan in dat zelfde tydperk. Derhalven worden 'er tegenwoordig geen meer Bloemen verzorgd, dan voor de Tafel van Haar Hoog Mog. cn het Congres, hoe zeer dit laatfte federt veele jaaren geen plaats heeft, en daar voor word aan de Kamerbewaarders van Haar Hoog Mog. jaarlyks in declaratie geleden eene fomme van een honderd twee en negentig guldens. S- 2I- Eindelyk heeft de Kamer haar advis van den jaare 1717 nopens de verligting van het Comptoir Generaal van dc Unie befloten met in coniideratie te geven, of de dienst van de Trompetters van Staat, welker Livryen een fraaije ftuiver kosten, wel nodig is. Om daar over te beter te kennen oordeeien is ■begrepen dat men moest nagaan, van wat tyd af die Trompetters in dienst van den Staat zyn geweest , en wat gebruik van de zelve plagt gemaakt te worden, en by die recherche is bevonden dat in den jaare 1653 drie Trompetters en in den jaare 1655 een vierde, die in dienst waren geweest van de Fleeren Prinfen van Orange Hoogl. mem., aan Haar Hoog Mog. verzogt hebben in derzelver dienst gecontinueerd te worden om by alle voorvallende' gelegentheden van bezendingen en reizen van Ambasfadeurs geëmployeerd te worden , en dat zulks te dier tyd na ingenomen advis van den Raad van Staate is geaccordeerd, en dat ze vervolgens van tyd tot tyd zyn geëmployeerd in het gevolg van bezendingen van Ambasfadeurs en Extraordinaris Gedepu- tecr-  3oo GENERAAL RAPPORT VAN teerden van Haar Hoog Mog., gelyk ze reeds bevorens, wanneer ze nog waren in dienst van hooggemelde Heeren Prinfen, geëmployeerd geweest waren, dan dit gebruik heeft zedert langen tyd opgehouden. Geduurende de Oorlogen , die met de Tractaaten van Vrede, te Ryswyk en Utrecht gefloten , zyn geëindigd , hebben zy gediend om op uitgefchreven Dankdagen of op deontfangst van aangename tydingen te blazen. In latere tyden zyn zy gebruikt by publieke intreden en audientien van Ambasfadeurs van vreemde Mogendheden, en verder by alle publieke Ceremoniën en Festiviteiten, zoo dat hier op misfchien van applicatie zoude kunnen worden gemaakt de reflexie in de dikwils aangehaalde Refolutie van de Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland met opzigt tot het verminderen van het getal der Bodens voorkomende , dat namentlsk dc digniteit van den Staat in het oog behoord te worden gehouden. Dc Raad van Staate heeft inmiddels niet nagelaten zo omtrent de Liverycn van dc Trompetters, die nog vier in getal zyn, als omtrent de Vaanen en Banderollen der Trompetten alle gepaste menage in iiet werk te Hellen, hebbende ten dien einde wanneer de tyd daar was , dat dezelve volgens vorige ufantie zouden hebben moeten worden vernieuwd, ze nog eenige jaaren laaten gebruiken, en aan de Trompetters tot een dedomagement een zekere toeleg gedaan, merkelyk minder importeerende, dan de kosten der vernieuwing zouden hebben bedragen. s. =2. Tot hier toe heeft de Kamer zig bezig gehouden met de voorllagen in het advis van den  HET FINANCIE-WEEZEN. 301 den jaare 1717 gedaan, en het geen waar toe dezelve aanleiding hebben gegeven , en zoude vervolgens nu moeten overgaan tot de poincten in het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, voor zo ver die niet reeds zyn verhandeld, dan dewyl in het Rapport van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de Extraordinaris Vergadering den 19 Juny 1717 op het voorfz. advis van de Kamer uitgebragt, nog eenige pointen worden opgegeven, van dewelke in het zelve advis geen gewag is gemaakt, en ze zig in ftaat vind ten rninften omtrent zommige van dezelve eene en andere meerder onderrigting te geven, zal ze zulks alhier laaten volgen, en daar by voegen de confideratien , die het zelve daar en boven zal opleveren. In het voorfz. Rapport word ten zeventiende, het welk het eerlte point is, dat in het advis van de Kamer van den jaare 1717 niet is gemeld, voorgedragen, dat vast gefteld zoude behooren te worden, hel leggen van eene belasting op al'e Ampten van de Generaliteit, doch nader overwogen op wat wyze die belasting zal worden gereguleerd; in het Plan van menage van den jaare 1754 is daar op niet aangedrongen, en vervolgens is 'er in de Refolutie van de Staaten van Holland ende Westvriesland van den 5 Maart 1755 geen melding van gemaakt. Door de Ampten van de Generaliteit in het voorlz. point gemeld, moeten waarfchynelyk verftaan worden de Ampten in het resfort van de Generaliteit , want de Ampten van de Generaliteit binnen de Provincie van Holland ende Westvricsland wordende bekleed ende waargenomen, waren door de Staaten van dezelve Provincie reeds in de voorige Eeuw belast met eenen honderdhen Penning, en daar en boven in  302 GENERAAL RAPPORT VAN in het voorige jaar 3716 nog getauxeerd op eene'vaste fomme, by het aanvaarden van dezelve te furneeren, en vervolgens kan het oogmerk van het voorfz. voordel niet wel geweest zyn, om op die Ampten nog te leggen eene belasting ten behoeven van de Finantie van de Generaliteit, ten ware men in het oog had gehad om door het doen van die belasting in effecte uit te werken, dat* de belasting by Holland gedaan zoude ophouden, en ten behoeven van de Generaliteit worden genoten; en zeker zoude bet niet vreemd zyn, dat als Ampten van de Generaliteit moeten worden belast, zulks niet gefchiede ten behoeven van eene Provincie , maar ten nutte en voordeele van de Generaliteit, waarin alle de Provinciën deel hebben. Konde de Proviucie van Holland worden geëngageerd , om van de belastingen op de Ampten van de Generaliteit gelegd, af te zien , en dezelve ten profyte van de Generaliteit te laaten, zoude zulks eene merkelyke verbetering voor de Kas van de Generaliteit opleveren* Ten aanzien van de Ampten in het resfort van de Generaliteit is in het jaar 1695 by Refolutie van den 13 Oc'tober door tiaar Hoog Mog. vastgedeld geweest, dat om te vinden de wederhelft van de dubbelde Interesfen van de Negotiatien daarby gearredeerd, onder anderen zoude worden geheven eene quotilatie op alle Ampten cn Bedieningen in het resfort van de Generaliteit groot en klein, het zy de Generaliteit aangaande , ofte dc Vaial Heeren, Steden , Quartieren , Dorpen , Polders 5> ofte eenige andere corpora , zodanig dat alle" Beampten naar gelegenheid en proportie van hunne traétementen, daggelden , baten en profyten zouden worden getauxeerd, cn jaarlyks geduurende de tyd van tien jaaren betaalen een gerecht twintigde part van een fomme, waarop hunne Ampten eii Bedieningen getauxeerd zouden wezen. Tér  HET FINANCIE.WEEZEN. 303 Ter executie van die Refolutie zyn vervolgens Lysten van alle de Ampten in alle Steden , Dorpen en Plaatfen in het DiftricT: van de Generaliteit geformeerd, en door den Raad met een project van tauxatie in November van het jaar 1697 aan Haar Hoog Mog. gezonden; zelfs is de tauxatie van de voorfz. Ampten volgens dat project vastgesteld by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 4 July van het volgende jaar 1698, uitgezonderd de Ampten van de Officieren van de Convoyen en Liceneen, ende ter recherche, waarvan de tauxatie by provifie nog wierd opgehouden, zynde de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de Finantie daar by verzogt, om de tauxatie van die Ampten nader te examineren; doch de Raad van Staate niet- convenabel oordelende, dat de voorfz. belasting ftukswyze zoude worden ingevoerd, en nog minder, dat zoo merkelyk een aantal van Beampten, als die van de Convoyen en Licenten en ter recherche, daarvan op eene indirecte wyze by provifie zouden worden geëximcerd, onaangezien de belasting op de Ampten by eenparige bewilliging van de Bondgenoten zonder eenige , veel min zoo notabele uitzondering was vastgelteld, heeft op den 8 van de voorfz. maand July goedgevonden met den invoer- van de voorfz. belasting nog eenige dagen te wagten, om te zien of de gedccerneerde befoigne over de tauxatie van de Ampten der Officieren van de Convoyen en Licenten en ter recherche gehouden zoude worden. Wat verder gevolg dit gehad hebbe, heeft de Kamer niet kunnen ontdekken, doch het is zeker, dat de voorfz. belasting noch toen noch naderhand ingevoerd is, 5- 23-  3o4 GENERAAL RAPPORT VAN $• 23. Het agttiende point, dat by het rapport van den jaare 1717 is voorgedragen, brengt mede, dat zoude behoren te worden overwogen, of de gemeene Middelen in het resfort van de Generaliteit niet kunnen worden verbeterd. en of het niet dienftig en voordeelig zoude wezen die uit te geven in admodiatie, of aan de Magiftraaten der Dorpen tot eene zekere fomme van penningen aan te fchryven. Beide die voorllagen zyn zekerlyk aan bedenkingen onderhevig, door de middelen of een gedeelte van dien in admodiatie te geven, verminderd het getal der gegadigden om te pagten? en zoo de admodiatie eenige jaaren word gecontinueerd, zullen'er in het geheel geen kundige Pagtcrs gevonden worden, en men zal vervolgens van den Admodiateur afhangen , het rendement van het middel zal verminderen, en indien men wederom tot een verpagting zoude willen overgaan , is het meer dan waarlchynelyk, dat dezelve in dc cerfte jaaren minder dan de admodiatie zal opbrengen; en ingeval het middel, dat in admodiatie is gegeven, niet word ingevorderd volgens de Ordonnantie, gelyk misfehien niet altoos gefchied ,• zal deze geheel in onbruik en langzamerhand onbekend geraken, en vervolgens"als men zig by de admodiatie niet meer wel mogt vinden, niet zonder moeite weder kunnen Worden ingevoerd. Ondertusfchen zyn 'er verfcheide Speciën van tyd tot tyd, ongetwylfeld op zeer goede gronden, in admodiatie uitgegeven , en derhalven zal de Raad van Staate misfehien reeds door ondervinding kunnen beoordeelen, in hoe verre de voorfz. confideratien gegrond zyn. Wan-  HET FIN ANC IE-WEE ZEN. 305 Wanneer de middelen aan de Regenten der Dorpen worden aangel'chreven, gelyk zulks in de "eheele Meyerye van 's Bosch, of aan de volmagten gelyk in de Heerlykheid van Westwoldingerland plaats heeft, word de fomme gelds, waar voor dezelve zyn aangefchreven, by omflag over de Ingezetenen gevonden, en dan zekerlyk flapen de Ordonnantiën, en worden geheel onbekend, daar en boven worden de middelen minder in evenredigheid van de confumtie van een ieder geheven , in dezelve word door Vreemdelingen en an* dere Reizigers niets gedragen, het geen voor een Diltriét, dat aan de Paslage ligt, gelyk de Meyerye van 's Bosch, van belang is, en de aanfehryvirig een lange reeks van jaaren hebbende ftand gegreepen, het geen al wederom het geval van de gemelde Meyerye is , zoude de verpagting niet zonder veel moeite en een misfehien ondraaglyk bezwaar van de Ingezetenen weder kunnen worden ingevoerd. Voor het overige gedraagt zig de Rekenkamer nopens de verbetering der middelen tot het geen hier boven in de 2 § is ter neder gefteld, en houd zig verzekerd dat de Raad van Staate zoo daar omtrent als omtrent de gemelde voorllagen veel beetere en meer gegronde confideratien zal weeten aan de hand te geven. S- 2-4- De bedenking , die by het voorfz. Rapport in de negentiende plaats word geopperd of namentlyk Van wegens de Generaliteit uit hoofde van de groote zwygende Landtol in Brabandniet zoude kunnen worden gepraetendeerd eene portie in de Briefporten van de Brieven door Braband in het resfort van de Generaliteit pas feerende, is door de Heeren Staaten van Holland ende • Westvriesland , uitwyzens derzelver Refolutie II, Deel. V van  3o6 GENERAAL RAPPORT VAN van den 5 Maart 1755, geoordeeld te kunnen worden aangezien voor een van die pointen, waar van de Raad van Staate in zyne Misfive van den 10 Juny 1719 zegt, dat tot geen ander einde in het rapport fchynen gebragt, dan om te grosleren het getal der pointen. Wat hier van wezen moge, de Kamer erkent onbefchroomd , dat zy geen genoegzame grond vindt voor de gemelde prretenfie, en zy is daar en boven van gedagten, dat in allen gevalle de portie, die het Land zoude kunnen vorderen , van zoo gering belang zoude zyn, dat het niet waardig zoude worden bevonden de moeite die zoude moeten worden genomen om te bepalen , hoe groot die portie zoude moeten wezen. $• 25. De affchaffing van de Huishuuren der Flut' zen voor Gedeputeerden te 's llertogenbosch , Breda en elders, het welk in het voorfz. Rapport ten twintigfte word voorgedragen , verdient naar het oordeel van de Kamer meerder overweging. De Heeren Staaten van Holland ende Westvriesland hebben daar op in de nog zoo evengemelde Refolutie te regt geremarqueerd, „dat „ in zoodanig geval aan de Gedeputeerden naar ,, die Plaatfen gaande, eenig dedommagement „ of verhoging van daggeld zoude dienen te „ worden gegeven, wanneer getwylfeld word „ of daar door wel menage zoude worden bc„ tragt, het geen met den Raad van Staate ,, zoude behoren te worden overlegd." De Kamer Hemt daar meede geredelyk in , en zal zig verder vergenoegen met op te geven de fehikkingen, die tot Logement van de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog. Mog. en Gecommitteerden van den U aad in de Steden en Plaatfen, waar over derzelver Commisfien- gaan,  HET FIN ANCTE-WEE ZE N. 30? gaan, gemaakt zyn, waar door de deliberatie, over het voorfz. Point zeer merkelyk zal worden gefaciliteerd, en tellens kunnen worden geoordeeld , in hoe verre de voorfz. voorflag met betragting van menage zoude kunnen worden ten effecte gebragt. Te Maaftricht betrekken de Heeren Haar Hoo™ Mog. Commisfarisfen Decifeurs in het eene&jaar, "en de Heeren Gecommitteerden van den Raad in het andere jaar een aanzienelyk Huis hetwelk aan het Land toebehoordt, en dat 'ook ten laste van het Land onderhouden word ; hetzelve is van allerhande Meubilen en Huisraad voorzien , en word door een Castelein of Opziender bewoond , die boven de vrye woning jaarlyks eene fomme van een honderd guldens voor Gage geniet, en verder aan het Land in rekening brengt de kosten op het fchoonhouden van het Huis, de Meubilen, het Linnen en verder Huisraad, als mede op de reparatien en het onderhoud van de Meubilen, mitsgaders op het onderhoud van den Tuin vallende, welke de tien laatfte jaaren door een gerekend eene fomme van vyf honderd guldens jaarlyks hebben bedragen. tiet komt aan de Kamer buiten bedenken voor, dat dit Huis niet kan worden afgefchaft, al was het alleen om die reden , dat Commisfarisfen Decifeurs daar, ten minften twee maanden en Heeren Gecommitteerden van den Raad ten minflen eene maand vertoeven. Te Venlo daar de Heeren Gedeputeerden van Haar Hoog Mog. en Gecommitteerden van den Raad van Staate zig maar weinige dagen ophouden , word tot derzelver Logement door den Pvaad een Huis gehuurd, het welk tefïeus door den Commis van 's Lands Magazynen word bewoond , hetzelve is laatftelyk in het jaar 1782 wederom ingehuurd voor den tyd V 2 van  SoS GENERAAL RAPPORT VAN van agt jaren tegen eene fomme van vier honderd vyf en dertig guldens jaarlyks. het is van 's Lands Meubilen voorzien, en de Commis geniet voor het onderhoud van dezelve eene fomme van drie en zestig guldens jaarlyks, en brengt daar en boven in zyne declaratie van de onkosten in de Magazynen vallende , die van het fchoonmaken van het voorfz. Huis voor de aankomst en na het vertrek van de refpective Heeren Gecommitteerden, van het vvasfchen en opdoen van 's Lands Linnen, en de reparatie en het onderhoud van de overige Meubilen, welke onkosten de laatfte tien jaaren door een gerekend, bedragen hebben eene fomme van vyf honderd en dertig guldens jaarlyks. De Commisfien , die wegens Haar Hoog Mog. en den Raad naar Vlaanderen worden bekleed , worden met 's Lands Jagt gedaan, het welk de refpective Heeren Gecommitteerden niet verlaten; nu en dan egter gebeurt het, dat de Heeren Gecommitteerden van den Raad een enkclde nagt te Sluis logeren in het huis door den Commis van 's Lands Magazynen bewoond wordende, waar toe zig ook in hetzelve Huis bevinden eenige grove Meubilen aan het Land toebehorende, en zoo dikwils dit plaats heeft word daar voor aan den Commis en tenens voor het gebruik van deszelfs Meubilen eene fomme van vyftig guldens betaald. Te Nymegen, daar de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot het villieren van de Fortificatiën en Magazynen zei len agt dagen vertoeven, logeren zy in de woning annex aan het Magazyn, die door den Commis van 's Lands Magazynen word geoccupeerd; hy geniet voor het gebruik van zyne Meubilen eene fomme van twee honderd guldens jaarlyks. Te  'HET FINANCIE-WEE ZEN. 30$ Te Grave, daar de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot het verpagten der gemeene Middelen en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen zig misfehien nooit agt dagen hebben opgehouden, word tot derzelver logement een Huis gehuurd, en voor huur van hetzelve en gebruik van de nodige Meubilen jaarlyks betaald eene fomme van vier honderd en vyftig guldens. Tc 's Hertogenbosch word tot Logement van de Heeren Haar Hoog Mog. Commisfarisfen Decifeurs op derzelver doortocht naar Maaftricht , en van de Heeren Gecommitteerden van den Raad zoo tot het verpagten van 's Lands Tienden, als tot het verpagten van 's Lands gemeene Middelen en het vifiteren der Fortificatiën en Magazynen , alle welke refpective Gecommitteerden zig jaarlyks geen vyf weken aldaar ophouden, een Huis gehuurd, waar voor en voor het gebruik van de nodige Meubilen tot den jaare 1771 is betaald een fomme van negen honderd guldens , en na dien tyd een fomme van negen honderd en vyftig guldens. Tot Logement van de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot de verpagting van 's LandsTienden in de Baronnie van Breda, als meede van die tot de verpagting der gemeene ' Middelen en de vifitatie der Fortificatiën en Magazynen in de gemelde Stad , waar toe die beide Commisfien te zamen niet meer dan ruim veertien dagen aldaar jaarlyks vertoeven, word een Huis gehuurd, van de nodige Meubilen en behoeften voorzien, en daar voor zedert den jaare 1780 betaald eene fomme van eenduizend guldens jaarlyks. In de Steden langs den Neder-Rhyn en Ysfel worden de Heeren Gecommitteerden' van den Raad van Staate tot het vifiteren der FortiV 3 ficatien  3i3 GENERAAL RAPPORT VAN ficatien en Magazijnen aldaar van geen Logement ten koste van den Lande voorzien; zoo lange het onderhoud van 's Lands Werken in de Steden door de Magistraten van dezelve is aangenomen , wierden de Heeren Gecommitteerden in ieder Stad door de Regeering van dezelve gedefroyeerd , en na dat zulks in de eene plaats wat vroeger, in de andere wat laater is veranderd , en omtrent het onderhoud van 's Lands Werken andere fchikkingen zyn gemaakt , is aan de Heeren Gecommitteerden over ieder Stad een fomme van een honderd guldens voor ieder toegelegd en goedgedaan. Te Groningen , daar de Heeren Gecommitteerden van den Raad tot de vifitatie der Fortificatiën en Magazynen in Wedde en Westwoldingerland en langs den Ysfel en Neder-Rhyn verpligt zyn de Werken op de hoogte van Helpen te infpecteren, worden dezelve al mede van geen Logement ten koste van den Lande voorzien, en zelfs word daar voor aan dezelve niets goedgedaan. Te Coeverden eindelyk en in de Schansfen in Westwoldingerland logeren de gemelde Heeren Gecommitteerden in de 's Lands Huizen, die door de Commifen van 's Lands Magazy' ncn aldaar worden bewoond; die Huizen zyn van grove Meubilen aan het Land toe behorende voorzien ; Linnen, Zilver, Porcelein, Keukengereeclfchap en diergelyke worden door de refpective Commifen verzorgd, cn daar voor word aan ieder van dezelve jaarlyks eene fomme van vyftig guldens goedgedaan. ï i% Omtrent hev geen in het bewuste Rapport ten •en • en twinigfte word voorgedragen nopens de Commisfie , die van wegens den Raad na Wed-  HET FINANCIE WEEZEN. 311 Weddt en Westwoldingerland jaarlyks word waargenomen, en de declaratien over dezelve is hier boven in de 10 § voor zoo veel het beloop der declaratien betreft, dc nodige informatie gefuppeditcerd, en het verdere daar by overgenomen en nader in bedenken gegeven. $• 27. Het is aan de Kamer geheel onbekend dat in het Diftriét van de Generaliteit iemand anders eenige vrydom van Accyfen, impofttien en de gemeene Middelen geniet, dan die geene, die by het 24 Art. van de Ordonnantie zyn ge-ëximeerd , het welk in het twee entwintigfte point van het bewuste Rapport word onderfteld, ze is vervolgens buiten ftaat van op te ge- • ven, op wat grond die vrydom, indien ze plaats heeft, berust, en nog veel meer, om te beöor-p deelen of daar tegen voorziening behoord te worden gedaan , doch ze houdt zig verzekerd dat de Raad van Staate deswegens de nodige onderrigting en opheldering zonder moeite zal kunnen geven. §• 28. liet geven van pillegaven, waar omtrent in het zt, Point van het voorfz. Rapport word ireaoviiëerd, dat vastgefteld zoude behoren te worden , dat geene zullen worden gegeeven, dan met eenparigheid van alle de Provinciën , is een zaak, die zoo weinig voorvalt dat de Kamer niet kan zien dat het nodig is , dat daar omtrent de voorgedragen Refolutie genomen werde, en zulks te minder , om dat aan haar niet bekend is dat na het jaar 1717 eenige pillegave zonder bewilliging van alle de Provinciën is vergund. V 4 §.29  312 GENERAAL RAPPORT VAN §• -9. Wat de Raad van Staate in het oog gehad heeft, wanneer hy, gelyk in het 24Artikel van het Rapport gezegd word, in eene van zyne Brieven gefchreven heeft , dat vermeende wel iets te vinden te weien tut verbetering van de Middelen van de Generaliteit, is aan de Kamer onbekend, en ze is dus buiten ftaat , omme daar van eenige opening te geeven. §■ 3°- Waarfchynelyk zal tegenwoordig van den R aad van Staate niet meer worden gevorderd, dat hy Haar Hoog Mog. informere, waar uit de interesfen van de onaf geloste Capi talen die genegotieerd zyn op de contributien, welke gedurende den grooien Oorlog, met de Vreede van Utrecht geëindigd, zyn geheven, veel min nog een ftaat va* die contributien opgeve , waar toe tendeert liet 24 Art. van het meergem. Rapport. Ten overvloede zal de Kamer daaromtrent alleen remarqueren, eerftclyk dat de Raad reeds te voren by eene Misfive van den 5 December van het jaar 1713 op een voldoende wyze had aangetoond niet alleen de nodeloosheid, maar zelfs de genoegzaame onmogeiykheid van een ftaat der voorfz. contributien te formeren, zoo dat het te meer verwonderen is, dat zulks in het voorfz. Rapport nader is aangedrongen , dan dat de Raad met zoo veel vrymoedigheid in zyne Misfive van den 10 Juny 1710 in den beginne van deze Memorie gemeld, gezegd heeft, dat van de vyf en twintig pointen, in het zelve Rapport gedetailleerd, fommige geen andere grond hebben dan gebrek aan informatie , en andere impracticabel zyn, welke beide reflexien op het voorfz. point wel kunnen worden toegepast. Ten  HET FINANCIE-WEEZEN. 313 Ten tweede dat de interesfen van de onafgeloste Capitalen op de contributien genegotieerd na de Vreede van Utrecht zyn gevonden uit het fubfidie by het Tracbaat van Barrière aan den Staat beloofd, en dat na de wanbetaling van het zelve de refpeétive Provinciën tot betaling van die interesfen ieder haar aandeel hebben gefurneerd en nog opbrengen. S- 3'« Volgens het 2.6 en laatfte Artikel van het meergemelde Rapport , zoude in confideratie moeten worden genomen , of niet behoren te eesferen de Huishuur en , die gegeven worden aan de Leden van den Raad van Staate, als meede de vyftien honderd guldens , die jaarlyks aan de Generaliteits Rekenkamer worden betaald. Naar de gedagten van de Rekenkamer zal het 111 die overweging alleen daar op aankomen , of de Staaten van de refpective Provinciën hunne Gecommitteerden in de gemelde Collegien zulke ruime Tractementen betalen , dat hét voor dezelve mogelyk is zig ter bywoning van de deiiberatien van dezelve Collegien alhier geftadig op te houden, zoo dit zoo is, zoude 'er zekerlyk veel reden zyn niet alleen om de Huishuuren , die aan de Leden van den Raad en de vyftien honderd guldens die aan de Rekenkamer betaald worden, maar ook alle andere emolumenten, die dezelve uit de Kas van de Generaliteit genieten , af te rchaffen , het welk dan zoo wel op de Gedeputeerden* ter Vergadering van Haar Hoog Mog., als de Gecommitteerden in den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer van applicatie zoude behoren te worden gemaakt, waar door zekerlyk eene aanzienelyke verligting aan die Kas zoude worden toe- gebragt; i , fe V 5 doch  3H GENERAAL RAPPORT VAN doch indien de Gecommitteerden in de voorfz. Collegien door hunne Committenten niet zoo ruim betaald worden, dat zy zouden kunnen misiën de emolumenten, die aan dezelve uit de Kas van de Generaliteit verftrekt worden, gelyk zulks aan de Leden van de Kamer by ondervinding bewust is, verwagt de Kamer niet, dat de Bondgenoten ligtelyk zullen overgaan tot affchaffing van die emolumenten, aangezien deeze tot verligting van derzelver Finantie verftrekken , en het voorname oogmerk van het opereufe onderzoek, dat zy aan hunne Extraordinaire Gedeputeerden hebben aanbevolen, zekerlyk is om te zien of ook de provinciale Finantien meerder verligting uit de Kas van de Generaliteit zouden kunnen bekomen; ook hebben dc Staaten van de Provincie van Holland ende YVcstvriesland reeds by de meergem. Relolutie van den 5 Maart 1755 begrepen , dat omtrent de voorfz. pointen geen verandering behoort te worden gemaakt. Voor het overige zal ongetwyllëld niemand oordeelen , dat dc fomme van drie honderd guldens , die aan ieder van de Leden van den ' Raad voor Huishuur betaald word , te hoog zoude zyn , aangezien die fomme naauwlyks voldoende is om zig van behoorlykc Kamers geduurende een geheel jaar te voorzien , men zw; ge, om daar voor een bekwaam Huis te vinden. Dc fomme van vyftien honderd guldens, die aan de Rekenkamer betaald word, is gefchikt om in plaats van Huishuur verdeeld te worden onder de Leden in de Kamer fesfie hebbende op den voet van prefcntiegcld, waar by ieder Lid uit zyne andere emolumenten nog voegt eene fomme van twee honderd en agt guldens jaarlyks, zo dat het zelve prefentiegeld geheel uit dc emolumenten van de Leden gevonden word , tcrwvl het prefentiegeld voor de Leden van den Raad van Staate voor het groot  HET FINANCIE-WEEZEN. 315 irrootfte gedeelte uit de Kas van de Generaliteit betaald word, gelyk hier boven in de 10 § is aangetoond, , ... en het zoude derhalven met van hardigheid vry te fpreken zyn, indien men 'de Leden van de Kamer van het genot van de voorfz. vyftien honderd guldens wilde ontzetten. §• 32- Het Rapport van de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de zaken van de extraordinaris Vergadering, den 17 Juny 1717 uitgebragt, dus afgehandeld zynde, zal de Kamer overgaaa tot de pointen by het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, voor zoo ver dezelve niet reeds aangeroerd zyn, van dewelke met opzigt tot de Vergadering van Haar Hoog Mogende alleen overblyft te fpreken van de kosten vallende op het onderhoud van de Vertrekken en Gebouwen tot die Vergadering behorende. ■'' . , Doch alvorens oordeelt de Kamer 111 de eerfte plaats te moeten noteren , dat op den 24 February van het jaar 1738 ter Vergadering van Haar Hoog Mog. "is geadvifeerd dat nader geëxamineerd behoort te worden, of het Ampt van Hofmeester van den Staat by vacature met zoude kunnen en behoren te worden gemortihccerd, zonder dat zulks eenig verder gevolgd heeft gehad. De functie van dien Amptenaar, voor zoo ver de Kamer daar van kennis heeft, bepaalt zig aan het bywonen van publique ceremoniën , daar de Vergadering van Haar Hoog Mog. en corps verfchynt, en in het gaan ontmoeten of uitgeleiden van Extraordinaris en Ordinaris Ambasfadeurs, en het verzorgen van het defroyement van dezelve , omtrent welk Laatfte deel van deszelfs fundie op den 26 No. vein-  3i6 GENERAAL RAPPORT VAN vember 1C61 ter Vergadering van Haar Hoo» Mog. eene Inftructie voor hem is gearrelteerd. Het is waar, zodanige ceremoniën waar bv de Hofmeester van den Staat paroisfeert, vallen weinig voor, en in deeze Eeuw zyn 'er misfehien niet meer dan twee voorbeelden van geweest, en federt dat geen publique intreden van Ambasiadeurs, en vervolgens ook geene defroyementen van dezelve meer plaats hebben, is het gemelde tweede, en in vroegere tyden voornaamlte deel van zyne functie, geheel vervallen , zoo dat hy nu alleen geëmployeerd word om af tc halen de Ministers die door den Keizer van Marocco, en andere Mogendheden op de Kust van Africa van tyd tot tyd aan den Staat ■ dezer vereenigde Nederlanden gezonden worden, en hoe zeer vervolgens deszelfs bezigheden weinig zyn ziet de Kamer even wel niet, dat hy in het geheel zoude kunnen worden . gemist, of door eenig ander Amptenaar vervangen. Deszelfs Traciement is niet meer dan een duizend guldens, en fchynt dus geen vermindering te kunnen ondergaan, de Kamer vergenoegd zig derhalven met de voorfz. infonnatien en, confideratien te hebben Voorgedragen. S- 33- In de tweede plaats remarqueeit de Kamer dat ven de Clercquen, die in de Griffie runhaar Hoog Mog. fchryven de Stukken, welke de rcfptSlive Provinciën concerneeren, aan eenen van ieder Provincie, en dus aan zeven uit de Kas van de Generaliteit betaald word een jaarlyks Traciement van twee en veertig guldens en zeventien Huivers, omme deze Tractementen heeft den Raad van Staate  HET FINANCIE WEEZEN. 317 Staate reeds in den jaare 1670, uitvvyzens deszelfs Refolutie van den 26 Augustus van dat jaar begrepen, dat dezelve zouden kunnen worden gemenageerd, uit hoofde dat voorlz. Provinciaale Clercquen aangefteld en gefalarieerd worden by de Provinciën refpeétivelyk, en geen dienst doen, dan aan dezelve Provinciën. Dit heeft egter geen effect geforteerd; in tegendeel is by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 31 December van het zelfde jaar 1670 verftaan, dat wanneer des voor- of des namiddags eenige particuliere Vergaderingen zullen worden belegd, de Provinciaale Clercq, wiens Provincie praffideert, gehouden zal zyn zig tegen dien tyd in de Griffie of wel in de Kamer van den Agent te laaten vinden, om aan de Heeren Haar Hoog Mog. Gedeputeerden te fubminiftreeren ende ter hand te ftellen alle zodanige Boeken, retroaéta ende andere Stukken als _dezelve zullen oordeelen van node te hebben", cn zulks op het jaarlyks Traétement het welk de voorn. Clercquen daar voor trekken en genieten. Doch de Kamer is geïnformeerd, dat de voorfz. Refolutie geheel in onbruik is geraakt, en dat de voorfz. Clercquen immers tegenwoordig en zedert eene lange reeks van jaaren geen dienst doen, dan aan de Proviucien, en zy zouden vervolgens van gedagten zyn, dat de voorlz. Tractementen, van dewelke ze egter niet wil verbergen, dat ze den oorfprong niet heeft kunnen opfpooren , en alleen ontdekken, dat ze in het jaar ióio reeds als ordinaire Tractementen betaald zyn, wel zouden kunnen worden gemenageerd, en mitsdien verftaan, dat dezelve aan de Succesfeurs van de tegenwoordige Clercquen niet zullen worden yerftrekt. S- 34-  3i8 GENERAAL RAPPORT VAN S- 34- Wat nu betreft het onderhoud van de Vertrekken en de Gebouwen tot de' Vergadering van tiaar Hoog Mog. behoorende, zoo heeft de Kamer in het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, dat het tot verminderingvan kosten en te gelyk tot beter in ftaat houding van de Gebouwen zoude verftrekken, indien Haar Hoog Mog. naar het voorbeeld van het geen de Raad en Rekenkamer toen reeds gedaan hadden,mede een Opzigter over de voorfz. Gebouwen aanftelden op een gelyk Traétement van twee honderdrguldens jaarlyks, als aan deOpzigters over de Gebouwen tot den Raad en Rekenkamer behoorende betaald word, ten ware Haar Hoog Mog. zouden kunnen goedvinden dat werk aan de Agenten te demandeeren, en deze voorflag is aan de Staaten van Holland ende Westvriesland , die eigentlyk de kosten van het voorfz. onderhoud betaalen, uit een post op den Staat van Oorlog ftaande, zoo wel gevallen, dat zy by de meergem. Refolutie van den 5 Maart 1755 hebben verftaan, dat ter Vergadering van Haar Hoog Mog. zoude worden voorgedragen, dat zy daar in met de Generaliteits Rekenkamer zoude convenieeren , dat op eene InftruStie daar toe te formearen, een Opzigter over de Gebouwen op een Tradement van drie hordi'd guldens zoude behooren te worden aangefteld. De Kamer is nog van gedagten, dat het tot vermindering van kosten en weering van misbruiken, zoo al niet tot beter in ftaat houding der Gebouwen, ten uiterfte dienltig zoude zyn, dat door Haar Hoog Mog. een bekwaam Opzigter wierd aangefteld, die onder andere eenige kundigheid zoude behooren te hebben van de Bouwkunde, en ze is daar in te meer verfterkt, als ze by  HET FINANCIE-WEEZEN. 319 by gelcgentheid van de deiiberatien over deeze Memorie heeft laaten opmaaken een ftaat van de kosten, die in de jaaren 1781, 1782, 1783, 1784 en 1785 zyn gevallen op het onderhoud van de Vertrekken en Gebouwen tot dc Vergadering van Haar Hoog Mog., den Raad van Staate en de Generaliteits Rekenkamer behoorende , .van welke ftaat een Copie hier nevens onder N°. 15- word gevoegd, en zy uit dezelve bevonden heeft, dat de kosten van het onderhoud der Gebpuwen tot de Vergadering van Haar Hoog Mog. behorende, in de voorfz. jaren ruim het dubbeld hebben bedragen van de kosten die in dezelfde tyd gevallen zyn op het onderhoud van de Gebouwen tot den Raad van Staate en de Rekenkamer behorende, te famen genomen, terwyl de Vertrekken en Gebouwen tot de gemelde Vergadering behorende , weinig meerder zyn, dan die van de beide andere Collegien te famen, en als ze in de tweede plaats heeft geconfidereerd, dat zedert eenige jaren een Knegt van den Timmerman en een van den Verwer het geheele jaar door in dienst zyn, en zo de Kamer geïnformeerd is vceltyds door den Deurwaarder van de Griffie gebruikt worden om hem te helpen in het wegfehikken van Registers en Papieren , die dagelyks gerequireerd worden, het geen in het jaar 1754 cn verfcheide jaaren daar na nog geen plaats gehad heeft, ten minfte niet tot zo ver, dat het geheele jaar door twee Arbeidslieden in dienst van het Land geweest zyn. Het kan wel zyn, dat in dien tyd nu en dan een Timmermans of Verwersknegttot den voorfz. dienst is geëmployeerd, de Kamer wil ook wel geloven, dat de Deurwaarder van de Griffie eenige adfiftentie nodig heeft, maar ze is van begrip, dat . het veel gefchikter en merkelyk minder kostbaar zoude zyn, dat aan den gemelden Deurwaarder eene jaarlykfehe  32o GENERAAL RAPPORT VAN fche fomme van penningen wierde toegelegd, om zig daar door de nodige adfiftentie te verzorgen , dan dat hy arbeidslieden gebruikt, die hooge daggeiden trekken; en indien dit mogt worden vastgefteld, zoude teffens uitdrukkelyk behoren te worden verboden , dat eenig Arbeider tot adfiftentie van gemelde Deurwaarder werde gegeven .en gebruikt, terwyl het verder om voor te komen dat zulks niet weder inkruipe , volftrekt nodig zoude wezen, dat een Opzigter aangefteld worde. Omtrent desfelfs Traciement is de Kamer niet alleen met de Staaten van Holland en Westvriesland van begrip, dat het zelve op driehonderd guldens zoude kunnen worden bepaald, maar zelfs zoude ze niet vreemd vinden, dat aan denzelven, in confideratie dat de Gebouwen tot de Vergadering van Haar Hoog Mog. behorende niet minder zyn dan de Gebouwen tot den Raad en Rekenkamer behorende te famen genomen, zoo veel voor Traétement wierd toegelegd, als de Opzigters van de twee laatstgemelde Collegien te zamen genieten, het welk is vier honderd guldens, eindelyk ftenit de Kamer met hooggemelde Heeren Staaten volkomen in, dat voor zodanig Opzigter eene Inftructie zoude behooren te worden geformeerd, cn het is tot dat einde dat hier nevens onder No. 16. word overgelegd een Copie van de Inftruclie , die de Kamer in den jaare 1781, voor haren Opzigter heeft gearrefteerd, waar by de Kamer niets meerder weet te voegen, dan dat by een afzonderlyk Artikel aan den aan te (tellen Opzigter zoude behooren te worden bevolen , van zprge te draagen, dat in de Huizen en Vertrekken door 's Lands Bedienden bewoond, generhande Meubilen ten koste van den Lande gemaakt of geleverd worden. S- 35.  HET FINANCIE-WEEZEN. m Met betrekking tot den ZJiw/ van Staate heeft de Kamer by het Plan van menage van den jaare 1754 voorgedragen, dat het werk van den Raad federt de aanflelling van een'Stadhouder en Capitein Generaal van de refpective Provinciën, en door het maaken van de Vrede in den jaare 1748 zeer verminderd zynde, alles aldaar op den ouden voet zoude kunnen, worden gebragt, en mitsdien by de eerlte vacature afgefchaft, de vermeet dering van traciement van den Heere Thefaurier Generaal ter fomme van twee duizend en vyf honderd guldens het geen te voren in tyd van Vrede niet is genoten, en zyn de Heeren Staaten van Holland,ende Westvriesland , uitwyzens derzelver Refolutie van den 5 Maart 1755 van gedagten geweest, dat de voorfz. verhoging om byzonderc redenen cn inzigten zynde gefchied, de deiiberatien daar over behoorden te worden gediffereerd , tot dat dat Ampt zoude vaceeren; niet te min is het daar by tot hier toe gebleven. Ondertusfchen is zeer zonderling de voet op welken het Traciement van dien hogen Ampten aar, aan wiens zorg de fpa rzame adminta ltratic van de Finantie van de Generaliteit in het byzonder is aanbevolen, federt het einde van de vorige eeuw üicceslivelyk is verhoogd. Het ordinaris Traciement is tot het jaar 1706 geweest twee duizend guldens , en heeft de Heer Thefaurier Generaal daar en boven voor leggeld, huishuur, konynegeld, de diftributie van de konynegelden , porten van brieven, een domelticq Clercq en falaris.van de adminiftratie van de penningen tot verval van de necesfiteiten van den Raad gefchikt, genoten de fomme van een duizend twee honderd negen en zestig guldens en zestien ftuivers. II. Deel. X By  J2s GENERAAL RAPPORT VAN By Refolutie van den 4 November 1700 is het voorfz. ordinaris Traciement verhoogd tot op vier duizend guldens , by Refolutie van den 25 January 1708 is aan denzelven Heer in confideratie dat deszelfs werk merkelyk was verzwaard door de adminiftratie van de middelen, welke geheven worden in de Landen, waar van de Staat geduurende dert Oorlog de posfesfie heeft gekregen, toegelegd eene fomme van een duizend guldens jaarlyks te betaalen uit de middelen van de voorfz. Landen, en by eene tweede Refolutie van denzelven dag is aan gemelden Heer uit hoofde van de vermeerdering van zynè moeite en occupatiert geduurende den Oorlog, zonder dat zyne emolumenten te gelyk waren vermeerderd , nog vergund een extraordinaris byflag van een duizend Ryksdaalders jaarlyks, in te gaan met den eerften January van dat jaar, en te continueeren zoo lang de Oorlog zoude duuren, te betaalen uit de Regten van de Paspoorten en Sauve Gardes, deze byflag is met het einde van den Oorlog opgehouden, doch hoe zeer de middelen van de Landen, waar van de Staat geduurende den Oorlog was ih bezit geraakt, met de Vrede zyn vervallen, is de toeleg daar op geaffectueerd, niet te min gecontinueerd, en vervolgens betaald uit het fubfidie by het Tractaat van Barrière beloofd , en wanneer de betaaling van het zelve in 1744 ten grootften dele is- opgehouden, is de voorfz. toeleg van dien tyd af gevonden uit de middelen van het Overkwartier van Gelderland. Met de introductie van het prefentiegeld in het jaar 1718 is aan den Heer Thefaurier Generaal in plaats van prefentiegeld toegelegd eene fomme van twee honderd en vyftig guldens , en voorts by Refolutie van den Raad van den  HET FlNANClE-WEEZEN. 323 den 27 December 1740 voor een Almanak met Zilver beflag en Couranten, eene fomme van veertig guldens jaarlyks. Wanneer naderhand ontftaan zyn de troubles, die met de Vreede van Aken zyn geëindigd, is by Refolutie van Haar Hoog Mog. Van den 9 July 1744 aan den Heer Thefaurier Generaal toegelegd gelyke byflag van een duizend Ryksdaalders , als in de vorige Oorlog by Refolutie van den 25 January 1708 was Vergund, te beginnen met den 1 April van het zelfde jaar 1744, cn te continueeren tot dat de toen fubfifterende troubles zouden cesferen , te betalen uit dc post van de legerlasten, doch die bjflag is by Refolutie van den Raad van Staate van den 12 December 1748 aart den Thefaurier Generaal in der tyd gecontinueerd zo lang hy dien ftaat zoude bekleden, en vervolgens uit de ordinaris kas van de Generaliteit betaald, cn de volgende Heeren Thefauriers op denzelfden voet zynde aangefteld als hunne Pradecesfeurs, zyn dan ook in het genot van dien byflag gebleven. Findelyk is by Refolutie van Haar Hoog Mog. van den 21 February van het jaar 17S5, aan" den Heer Thefaurier Generaal toegelegd eene fomme van vyf a zes honderd guldens voor een Domefticq Clercq, en wyders verftaan, dat tot cgalifatie van het geen hy door de refignatie van de post van Advocaat Fiscaal by het Collegie ter Admiraliteit op de Maze ftondt te misfen, de jaarlykfehe inkomften van den Thefaurier Generaal van de Unie zullen worden gebragt op tien duizend guldens ; tot executie van welke Refolutie de fomme. van twee honderd vyftig guldens, die de vorige Thefauriers Generaal voor een Domefticq Clercq hadden genoten,' is verhoogd tot zes' honderd guldens, en voorts by Refolutie van X 2 den  3*4 GENERAAL RAPPORT VAN den Raad van den i Maart 1785 verdaan , dat tot , dóch zé is daar in wederhouden , eensdeels door dieri dezelve reeds meer dan honderd jaaren heeft ftand gegrepen , anderdeels om dat wanneer men het als een emolument confidereert, het éen object van weinig belang is , aangezien  34© GENERAAL RAPPORT VAN het niet meer dan twaalf guldens jaarlyks bedraagt. Indien egter beter mogt worden geoordeeld, dat het zelve veranderd wierd , zoude kunnen worden vastgefteld, of wel dat aan ieder Lid, wanneer hy fesfie neemt, gelyk omtrent de Gecommitteerden in den Raad van Staate gebruikelyk is, en aan de Secretarisfen, wanneer in functie treden, een kusfen of voor het zelve een fomme van zes en dertig guldens zal worden gegeven, of wel zoude de fchikking van den jaare ióf'o tot meerder menage van den Lande in wezen blyvende, daar in deze alteratie kunnen worden gemaakt , dat aan niemand meer dan één kusfen zoude worden gegeven, ten zy het gebeurde, dat een lieer , die in dc Kamer fesiie had gehad , eenige tyd daar na op nieuws in dezelve wierd gecommitteerd, wanneer aan denzelve , ingeval hy fesfie had in het jaar, in het welk het kusfengeld gegeven wierd, het zelve wederom, zo het fchynt, betaald zoude behoren te worden. r $• 4°- Voor het overige is in het Plan van menage van den jaare 1754 met opzigt tot de Generaliteits Rekenkamer nog genoteerd , dat ieder der Secretarisfen in tyd van Vreede niet meer inkomen heeft dan ruim vier duizend guldens 's jaars, en dus niet meerder dan de Commifen van Haar Hoog Mog. en van den Raad van Staate, en de Premier Clercq van de Griffie trekken zoude, indien de fchikkingen, ten zynen opzigte voorgeflagen , wierden gearrefteerd. De Secretarisfen van de Kamer kunnen nog niet meer maken, en hebben dus weinig meerder inkomen , dan de oudite Commis van den Raad (zynde dat van den tweeden Commis tegen-  HET FINANCIE-WEEZEN. 341 genwoordig minder, na dat de Refolutie van den 10 Augustus 1753, waar van hier boven in de 35 § is gefproken, ten opzigte van dat Ampt genomen, effect gefortcerd heeft) doch zeer merkelyk minder dan de Commis van Haar Hoog Mog. en de eerfte Clercq in de Griffie, aangezien de voorllagen by het voorfz. Plan omtrent die Ampten gedaan niet alleen met zyn geiirrefteerd , maar derzelver voordeden door de vermeerdering der Sehryflonen aanzienlyk zyn geaugmenteerd. De Kamer moet hier verder hyvoegen, dat haare Secretarisfen in tyden van troubles yan Oorlog geen andere vermeerdering van inkomen hebben, dan alleen het geen ontflaat door het grootcr getal van Ordonnantiën van betaling , die als dan opgemaakt worden , waar door het regt, dat zy voor het regiftreren van ieder Ordonnantie van betaling, meer dan een honderd guldens bedragende, genieten, meerder oplevert; doch dit regt word niet gerekend, zoo als in andere Comptoiren, naar het beloop van de fomme van penningen tot dewelke de Ordonnantie geflagen is , maar het zelve bedraagt voor beide de Secretarisfen alleen twaalt ftuivers van ieder Ordonnantie, zonder onderfcheid van wat fomme van penningen dezelve is, vermits dog aan de regiftratie en expeditie van een Ordonnantie van betaling van eene groote lomme van penningen geen meer moeite vast is, dan aan die van eene Ordonnantie van eene kleine fomme, daar en boven moet men weten , dat van alle Ordonnantiën, die zonder Zegel worden irèdepccheerd , en dus onder anderen van alle Ordonnantiën ten behoeven van de Collegien ter Admiraliteit, het voorfz. regt noch gevorderd noch betaald word. Egter word derzelver werk in tyden van troubles zeer aanmcrkclyk verzwaard, eensdeels door dien 'er dan veel meer declaratien te exaY 3 mi-  34^ GENERAAL RAPPORT VAM rnineren en te vifiteren zyn, waar voor dezelve zoo in Oorlogs als Vredes^tyd niets genieten , andersdeels door dien yericheide ordinaire rekeningen .en declaratien veel omflagtiger zy"- ■ , De Kamer kan wyders niet nalaten hier nog te remarquereu, dat haare Secretarisfen zedert meer dan honderd jaaren niet alleen geen de minde verhoging van Traftementen of Emolumenten, maar zelfs geen de minfte hulp in,haar werk gekregen hebben, terwyl uit het verhandelde in de 14, 34 en 35 § blykt , niet alken boe zeer de inkomften ,van de Ampten van Griffier en Commis van Haar Hoog Mog., en van den eerftcn Clercq ip de Griffie, als meede van het Ampt van Thefaurier Generaal in dezelfde ja minder,tyd zyn vermeerdert, maai teffens, lipe aanzieuelyke hulp aan, den Thefaurier Generaal cn den Secretaris van den Raad van Staate tot een important bezwaar van 's Lands Finantie is toegebragt. , Ondertusfchen aarzelt de Kamer geen oogenblik. om te yerzekeren , en ze beroept zig daar omtrent pp de foannis W* dc Leden van de Regering,_ cjie in ilc Kamér ooit zitting gehad,, en de deiiberatien van dezelve met eenige asfiduiteit bygewoond hebben, dat de bezigheden Van haare Secretarisfen zoo menigvuldig cn, lastig zyn, dat .zelfs de dienst van het Land wel vorderen zoude, dat aan dezelve ten minften eenige verligting wierd toegebragt; en dit zal niemand kunnen vreemd vinden, als hy zal gelieven te letten, dat aanftonds by de inftellrng yaii de Kamer twee Secretarisfen aan dezelve zvn toegevoegd, cn dat,het werk van dezelve toen alleen beftondt in het opnemen en fluiten van de R_ckeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie cn van de Ontfangers Generaal van de Collegien ter Admiraliteit, als piede in het examineren en liquideren van de declaratien van dc Provinciën; , ... ' [ï,' "dat  HET FINANCIE-WEEZEN. 343 dat dit laatfte naderhand wel geheel is vervallen, door dien alle de Provinciën, de eene wat vroeger', de andere wat later hebben opgehouden haare declaratien in te leveren, doch dat daar tegen by de Inflrudhe van het iaar i6 en heeft gemelde Ontfanger Generaal op den 22 der volgende maand Jury om dispofitie op de voorfz. Memorie by eene nadere infteerende-, daar nevens wyders-gevoegd een Staat van de extraordinaris onkosten en Tractementen, dewelke tot onderhoud van - het Comptoir Generaal indispenfabel volgens het nieuwe Plan van Adminiftratie moesten -worden gedragen , waar uit Haar Hoog Mog. zouden kunnen zien, dat hy niet in ftaat was de'voorfz. Adminiftratie voor zyne rekening te beginnen, zonder dat Haar Hoog Mog. alvorens hadden gecontinueerd de Tractementen voor de Commifen en Clercquen, by Refolutie van den Raad van Staate aan dezelve toegevoegd, mitsgaders aan hem vergund eene convenabele fomme tot onderhoud' van het Comptoir, alzoo hetzelve boven en behalven de voorfz. Tractementen van de Commifen en Clerquen jaarlyks vyf duizend guldens meerder zoude bedragen, dan het ordinaris Traétement, het welk hy van het Landgenoot; ■ na dat vervolgens de Ontfanger Generaal iii het zelfde jaar 1724 nader over de lasten van zyn Cömptoir was gehoord, en zyn' belang ni eene Memorie had vervat, dewelke 23 Augus- . tus ter Vergadering van Haar Hoog Mog. is overgegeven , zyn eindelyk by Refolutie van Haar Hoog Mog Van den 6 February 1725 gereguleerd de Tractementen van de Commifen eh Clercquen van den Ontfanger Generaal, en dat van den eerlten Commis verhoogd tot op twee en twintig honderd guldens. dat van den tweeden Commis, betaalende<** Ge-  HET FINANCIE WEEZEN. 351 Generaliteits renten en interesfen , tot opagtüen honderd guldens, dat van den derden Commis* betaalende de Lyfrenten , twintig en twee en dertig jaarige renten, als mede dat van den vierden Commis, betalende de renten en pramien van de Generaliteits Loteryen, ieder tot op twaalf honderd guldeas , voorts dat van vyf Clercquen bepaald op zes honderd guldens voor ieder , en dat van een Comptoir Knegt op drie honderd guldens, wyders verftaan, dat de Commis geëmplojeerd tot de uithee'mfche Negotiatien , alleen Onder guarantie van Haar Hoog Mog. gedaan , niet kan komen tot laste van het Land, dat aan den Ontfanger Generaal boven het geen gereguleerd is by deszelfs Inftruétie, nog zal worden goedgedaan eene fomme van vyftien honderd guldens jaarlyks voor onderhoud van de Comptoiren, fchoonmaaken vah dezelve, vuur en licht, zakjesgeld, valsch geld en alle andere onkosten, geene uitgezonderd, wat naam die ook zouden mogen hebben, en dat hy zal blyven genieten de vier en twintig honderd guldens jaarlyks, aan hem toegelegd by Haar Hoog Mog. Refolutie van den "15 Juny I72° voor db Adminiftratie van den honderdften Penning, en zulks zoo lang dezelve ten behoeve van de Generaliteit zal worden geheven. Boven en behalven de vyf Clercquen, welker Traétementen by de zoo evengemelde Refolutie zyn gereguleerd, is by continuatie betaald de Clercq, die in het jaar 1713 was aangenomen tot het werk van de Loteryeji, en in het jaar 1717 ten laste van het Land aangehouden, gelyk hier boven is aangetekend, van denweiken •ngetwyffsld in de voorfz. Refolutie geen melding  352 GENERAAL RAPPORT VAN ding is gemaakt, om dat deszelfs Traétement reeds gereguleerd en voor rekening van het Land genomen was. Eindelyk is in het jaar 1749 een extraordinaris Clercq aangefteld om geëmployeerd te worden tot het boekhouden, opmaken van Recepisfen en het aannemen van Penningen van de generaale collecte, by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 8 Mey 1749 gearrefteerd, zoo lang zyn dienst nodig zoude zyn, en daarvoor aan hem toegelegd de fomme van drie honderd guldens eens, doch vervolgens is dezelve gebruikt tot adfiftentie van den eerften Commis , en uit kragte van de Refolutie van den Raad van Staate van den 14 January 1751 van en met het jaar 1750 betaald op denzelfden voet als de andere Clercquen ten Comptoire Generaal. Derhalven worden tegenwoordig behalven drie reizende Commifen door het Land betaald vier Commifen en zeven Clercquen, van welke laatfte twee worden gebruikt tot adfiftentie van den eerften Commis, twee tot adfiftentie van den Commis, die betaalt de Generaliteits renten en interesfen, en de drie andere tot adfiftentie van de drie Commifen, die betaalen de lyfrenten en de twintig en twee en dertig jaarige renten , de renten en praunien van de Generaliteits Loteryen, cn de interesfen van de uitheemfche Negotiatien. Om nu te kunnen oordeelen of het Comptoir Generaal met-minder Bedienden zoude kunnen worden waargenomen, heeft de Kamer nagegaan, wat fomme van Penningen over het jaar 1726, zynde het eerlte jaar, na dat de Tractementen van de voorfz. Bedienden ten Laste van het Land genomen zyn, en hoeveel over het jaar 1785 (zynde van het jaar 1.786 nog geen Rekening gedaan) hebben bedragen de ordinaris renten  HET FINANCIE-WEEZEN. 35.-' renten en interesten, de lyfrenten cn twintig en. twee en dertig jaarige renten, en de renten eu pnemien van de Generaliteits Loteryen, en ze heelt bevonden, dat over het jaar 172Ó heeft moeten worden betaald, aan ordinaris renten en interesfen . . ƒ 1311461 o o aan Lyfrenten betaald, is 4^°483 x7 5 aan 20 en 32.jaarige renten heeft moeten worden betaald . . , 428840 7 9 en aan renten &c. van de Loterycn . . 312441I o| ó en dat over liet jaar 1785 uit hoofde van de conliderable ailosfingen der Capitaalen, ten laste van het Comptoir Generaal geloopcn hebbende, die voomamentlyk zedert het jaar 1756 gedaan zyn, van de afgeftorven lyfrenten, van het afloopen der twintig en twee- cn- dertig jaarige renten, dat voor meer dan veertig jaaren reeds heeft plaats gegrepen, en van de vermindering van het Capitaal der Obligatien uit de Loteryen gel'proten, ter oorzake dat dezelve aangenomen zyn in.de Negotiatie by form van Loterye in den jaare 1749 gedaan, met eene fomma van vier honderd agt en dertig duizend en drie honderd guldens afleen heeft moeten worden betaald, aan ordinaris renten en interesfen . • ƒ291205 o o aan Lyfrenten betaald is 16116 19 6 en aan renten &c. van de Loteryen heeft moeten wor' den betaald . . 299292 o o en dus te zamen . . f 606613 19 6 het welk nog de helft niet uitmaakt van het beloop der ordinaris renten 'en intaresfen over het bovengemelde jaar 17:6. 1L Deel. % Hier  J54 GENERAAL RAPPORT VAN Hier uit zoude dan volgen, dat tot betaaling van alle de renten en interesfen tot laste van het Comptoir Generaal van de Unie nog loopende , niet meer zouden nodig zyn dan uiterlyk een Commis en twee Clercquen , en dat derhalven twee Commifen en twee Clercquen zouden kunnen uitfterven; doch de Kamer is van gedagten, dat de Raad van Staate zoude behooren te worden verzogt , om het zelve met overleg van den Ontlanger Generaal van de Unie nader te overwegen , als mede te onderzoeken of de reden, waarom in het jaar 1751 is gepermitteerd, dat een tweede Clercq aan den eerften Commis tot zyn adfiftentie wierd toegevoegd, daar dezelve tot dien tyd toe maar éénen Clercq tot zyn hulp heeft gehad, als nog fubfifteert, en zo al by continuatie daar voor goede reden is, of dan die zelfde Clercq, en by aldien de eerlte Commis geen tweede Clercq tot zyn hulp nodig heeft, of zelfs dan een van de twee Clercquen tot betaaling der ordinaris renten en interesfen gefchikt , daar en boven niet zoude kunnen worden gebruikt tot adfiftentie van den Commis, die de interesfen van de uitheemfche Negotiatien betaalt, en vervolgens aan de Commisfie voor te dragen, hoeveel Commifen en Clercquen van de geene, die , het zy ordinair, het zy extraordinair op Commisfie van den Raad in functie zyn, zouden kunnen en behooren uit te derven. Eindelyk blykt uit de opgegeven retroacta, dat de fomme van vier en twintig honderd guldens jaarlyks aan den Ontfanger Generaal by Haar Hoog Mog. Refolutie van den 15 Juny j 720 geaccordeerd, aan denzelven toegelegd is onder audere voor onderhoud van Commifen ter zaake  HET FiNANCIE-WEEZEN. 315 zaake van het heffen en adminiftreeren van den honderdften Penning op alle Obligatien en Rentebrieven, waar uit fchynt te moeten worden opgemaakt, dat die toeleg, immers voor een groot gedeelte zoude hebben kunnen worden ingetrokken, wanneer het Land zig in het jaar 1725 belast heeft met de Tractementen van genoegzaam alle da Commifen en Clercquen van het Comptoir Generaal, doch dat die toeleg by Refolutie van den 6 February 1725 is gecontinueerd in confideratie van de vermindering die de Ontfanger Generaal in de inkomften van zyn Ampt had geleden. Dewyl nu aan de eene zyde de Adminiftratie van den honderdften Penning op de Obligatien tegenwoordig van weinig omflag is, vooral in vergelyking van het geen voor hat jaar 1716 was de Adminiftratie van de belasting , die toen op de Obligatien plaats had ten voordeele van zommige Provinciën, aan dewelke het beloop van dezelve moest worden uitgekeerd , waarom ook daar van afzonderlyke rekeningen zyn gedaan, " en aan de andere zyde de vermindering van het inkomen van het Ampt van Ontfanger Ge* neraal rvkelyk is vergoed, door het geen dezelve profiteert uit het colleétloon van de Loteryen , die jaarlyks worden uitgefchreven, want hoe zeer het zelve by Refolutie van den Raai van den 18 February 1772 is verminderd op een percent, en daar uit alle de kosten op de Loteryen vallende, uitgenomen die van de directie "en de trekking, moeten worden gevonden , vertrouwt de Kamer , dat daar van een aanzienlyk voordeel overfchiet, zoo zoude dezelve van gedagten zyn, dat de voorfz. toeleg van vier en twintig honderd guldens met de eerlte vacature van het Ampt van den Ontfanger Generaal zoude behooren Zé op  356 GENERAAL RAPPORT VAN op te houden, en aan den Opvolger van den tegenwoordigen Ontfanger Generaal , immers zoo lang de jaarlykfehe Loteryen zullen blyven ftand grypen, niet worden goedgedaan. Voor het overige geniet de Ontfanger Generaal onder andere kleine emolumenten drie Leggelden, het eene als Minister van den Raad van Staate, in welke qualiteit hy tot het ligchaam van den Raad behoort, de twee andere even als de Leden en Ministers van de Rekenkamer, waar op mogelyk wei eenige refléxie zoude kunnen vallen. Volledige elucidatie is de Kamer buiten Haat daaromtrent te geven. Zy vind in eene Refolutie van den 18 January 1629 dat de leggen eigent lyk haar en oorjprong hebben van het hooren en doen van rekeningen* en dat van alle oude tyden by alle generaale en particuliere Rekenkamers in gebruik geweest is op het doen van de rekening jaarlyks een zilvere leg te projlteeren. en dewyl de rekeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie in de eerlfe tyden gehoord en opgenomen zyn by Gedeputeerden van de Staaten Generaal, en de rekeningen van de particuliere comptabele by den Raad van Staate, is daar aan ongetwylfeld toe te fchryven de oorfprong van het Leggeld, dat de Leden en Ministers van Haar Hoog Mogende en van den Raad van Staate als nog trekken, wanneer vervolgens het hooren cn opnemen van de rekeningen van den Ontfanger Generaal van de Unie aan de Kamer by deszelfs inffelling is overgebragt, hebben de Leden en Ministers van dezelve als mede de Ontfanger Generaal en deszelfs eerfte Commis aanftonds mede een gelyk Leggeld genoten, en wanneer in het jaar 1651 het opneemen van de rekeningen van de particuliere comptabele  HET FINANCIE-WEE ZEN. 357 bele van den Raad van Staate afgenomen en aan de Kamer gedemandeerd is, heeft dezelve, vvaarfchynelyk confidcreerende, dat de Leden van Haar Hoog Mog. en van den Raad by continuatie bleven genieten hetzelfde Leggeld even als te vooren, niet zonder reden begrepen, dat dewyl zy het werk deed, dat die Collegien bevorens gedaan hadden , aan haar een dubbeld leggeld competeerende, en, rekenende dat zy het eerfte, het welk aan haare Leden even als aan die van Haar Hoog Mog. cn van den Raad in het begin van het jaar betaald word, op denzelfden voet als die Collegien genieten, in de rekening van den Ontfanger Generaal een gelyk Leggeld voor haare Leden en Ministers, als mede voor den Ontfanger Generaal en deszelfs eerlte Commis doen uittrekken, en dit is al het geen men van den oorfprong der voorfz. drie Leggelden heeft kunnen ontdekken. §. 42. Het zoude hier de plaats wezen om voor te dragen, de kosten, die vallen op het af haaien van de gelden, die eigentlyk door de Provinciën ten Comptoire Generaal zouden behooren te worden gefourneerd , en het bezwaar dat daar door aan de ordinaris Kas van de Generaliteit , waar uit dezelve kosten moeten worden gevonden, toegebragt word, terwyl die Penningen door de Provinciën met veel minder kosten aan het Comptoir Generaal zouden kunnen worden verzorgd , en in alle gevallen de kosten die nu alleen ten laste van de Generaliteit komen, door de zes Provinciën cn de Landfchap Drenthe zouden worden gedragen, en dus geen groot bezwaar voor ieder uitleveren, doch dewyl het onderzoek van de finantie van de Generaliteit door de Bondgenooten njet Z 3 zoo  3J8 GENERAAL RAPPORT VAN zoo zeer is aangelegd om dezelve tot hun bezwaar te ontlasten , als wel om ze tot hunne verligting te bezwaaren, zoo voorziet de Kamer niet veel vrugt van haare te doeue vertogen , en zal 'er daarom niets meer van zeggen. §• 43- Doch de Kamer oordeelt niet te moeten nalaaten om by deeze gelegenheid ter kennis van de Comislie te brengen, dat de Provincie van Zeeland by continuatie alle betalingen doet in Zeeuwfche Ryksdaalders tegen drie en vyftig ftuivers het ftuk, het welk een zeer merkelvk verlies voor de Kas van de Generaliteit uitlevert. Na dat de Staaten van Zeeland reeds in het jaar 1672 de cours van den Ryksdaalder binnen haare Provincie hadden verhoogd tot op een en vyftig ftuivers, hebben ze in het jaar 1714 begonnen in die Specie en tot dien verhoogden cours te betaalen het geen ze aan de Generaliteit fchuldig was. Dc Raad van Staate heeft wel niet nagelaaten aanftonds aan Hooggcmclde Heeren Staaten te reprefenteeren , dat' dezelve de Penningen niet booger kon aanrekenen aan de Generaliteit , dat die volgens de ordre van de Generaliteit gangbaar zyn, zo als hetzelve gereguleerd en verdragen is by de Unie van Utrecht, en dat de fchade, vallende op zo irreguliere betaalingen , by dezelve gedragen moet worden en niet by de Generaliteit, met verzoek dat zodanige ordre moge worden gegeven aan den Ontfanger Generaal van Zeeland, dat hy zig voortaan regirleere naar de ordre van de' Generaliteit in liet doen van betaalingen ten Comptoire Generaal van de Unie, doch zulks is van geene uitwerking geweest. Wanneer in liet jaar 1716 wederom eenige lujtaalingen op denzclfden voet gedaan waren, i heeft  HET FINANCIE-WEEZEN. 359 heeft de Raad zyne reprefentatïen aan de Staaten van Zeeland vernieuwd, en aan dezelve gefchreven, dat gelyk de Ontfanger Generaal de fchade daar op geleden niet kondragen, de Raad hem daar van niet kon ontheffen zonder de Provincie van Zeeland daar mede te belasten als die de eenige oorzaak van de fchade is, door den Ryksdaalder hooger te hebben aangerekend aan den Commis van den Ontfanger Generaa , dan die ten Comptoire Generaal van de Urne kan of mag uitgegeven worden, met verzoek, dat dezelve gelieven te vergoeden het geleden verlies , en in het toekomende omtrent liet ltuK van de Munte te bly ven by de Unie, en by de ordres door de Bondgenooten gezamentlyk vastgelteld , ten minden zoo ver, dat zy aan ae Generaliteit zelve niet verge de Penningen aan te nemen , niet naar den voet van de Generaliteit, maar naar den particulieren voet daar op door dezelve gedeld. „ , r Ter zeiver tyd heeft de Raad van de voorfz. gedaane betaaling en het daar op geleden^verfies kennis gegeven aan Haar Hoog Mog. en aar by gefenreven , dat wel had gerefolveerd, dat het zelve verlies in het Register van belastingen gebragt zoude worden ten laste van de Provincie van Zeeland, doch dat zoo lang er geen middel was, om de Provinciën, die van de Unie afweken ende van de ordres by de Bondgenooten vastgelteld, te brengen tot het naarkomen van dezelve , de Provincie van Zeeland konde aanzien, dat zy belast wierd in het Register der belastingen, als zy ondertusfehen de Rvksdaalders aan de Generaliteit kon opdringen tot een en vyftig duivers, door de betaaling van de Generaliteits renten en interesfen op eenen anderen voet te weigeren , dat de Raad daarom genoodzaakt was aan de eene zyde aan Haar Hoog Mog. voor te draageii, dat het Comptoir Generaal zoo zeer benodigd was, dat de Provinciën, die zig niet zouden bekeven Z 4 te  3