?. ^ 7 B 24 ]    K O R T E HISTORIE E N BESCHRIJVING FRANEKER. Beginnende met den jaar e i 192 en eindigenden: het jaar 1785.- Behelzende: een Verhaal van deszelfs CefchiedenisJen , Veld/lagen, Oorlogen, Belegeringen, ïnv'ilegien, Voorrechten enz. Alsmeede: Verhaal van 't tweede Eeuwfeeffvan Vrieslands hooge je hooi te Vraneker, plegtig gevierd op den 22 van Herfïtmaand des jaars 1785. Mitsgaders: tegenwoordige Gefleldheid vt.n 'ran-ker, zoo van Regeering, Gebouwen sis anderzints. Vit oude en nieuwe Gefchiedenisfen en andere egtejiukkm zoo beknopt als mooglijk was, bij een vertaamdd. door D. P. Z. Te FRANEKER. Bij D. v d. SLUIS en D. RO.vlAR. BoEKVERKOOfERS. I?8ö.   ■Bladz. r VOORREDE : AAN DEN LEE Z ER. 1R!er ik tot de Hiftorie zelve overga , hebbe ik eenige woorden vooraf te berigten. In de eerfte plaats: de reeden waarom dit Werkje enkel met de letters D. P. Z. in de Wereld verfchijnt, zijn geen andere dan dat den .Autheur bedugt was, (zijn naam plaatzende) het hem als een trek van verwaantheid zoude werden aangewreeven , en zich dus den nijfc van veelen op den hals laaden; niet dat hij overtuigd is dat er zaaken in geplaatfl: zijn,waar op elk en een iegelijk zoude kunnen vitten of fchimpen, maar om dat er altijd menfchen ge • von-  n VOORRÉDE. vonden worden , welke de verrigtingen van een ander, hoe ieverig en opwekkende dezelve ook mogen zamengefteld zijn, veragten en beladeren. Ook begrijpt den Autheur dat het zijne Leezers (befchouwende dezelve onpartijdig) evenveel zal zijn ofze weeten wie den Autheur is, of niet, alsze maar .overtuigd zijn dat het geenze leezen, waar is. Ten tweeden, moetik mijne Leezers onder 't oog brengen dat dit Werkje uit geen geleerde Pen is voortgevloeit, maar zeer eenvouwig doch tefïens zoo duidelijk als moogelijk Was, zonder eenige zwier van woorden bij een verzameld; dat den Autheur nooit eenige Hooge Schoole betreeden nog vreemde Taaien geleerd heeft, en derhal ven de gebreken veel ligter zullen vergeeven worden, dan dat hetzelve door een geleerd Brein was uitgevoerd ende te voorfchijn gebragt. Te meer, door dien er maar agt a negen weeken, zoo wel van fchrijven als drukken aan gearbeid is. Dat hetzelve niet voor de Geleerden maar voor de burgers van Franeker is opgeileld, en  V O O R R E D E. m en voor een gedeelte getrokken is, uit de Werken van Schotanus belchrijving tusfchen \Flie en de Lauwers* en Chronnk van Vriesland. Scharlenfis en Winfemius Cronijken van ge~ melde Landfchap. Foeke Sjoerds Oud en Nieuw Vriesland, en Vrfesfche Jaarboeken. Nederlandfche Jaarboeken, enz., dit deel laaten wij voor de verantwoording der zeiver Schrijvers. Het ander doel bevat eenige oude en nieuwe ongedrukte (takken van welke zommigé, te vergeefs , elders door mijne Lee « fti tnfröe tafctte/ &o bet öaiööau Öffc neg/ JBlcöc fïl in nwlïitrjen. Indien het waar is, dat deze prophetie heeft plaatsgehad, is het zeer aanmerkelijk, dewijl die zelfde plaats reeds voor eene menigte van jaaren in weidland verandert is. 20 Jaaren hier' na was Douwe Sjaerdarna heer van Franeker, Harlingen en het geheele Bild. Nog 15 jaaren laater bezetteSjaetda 't huis van Hotunga pp Nieuwland daar Swob, Wed. van Jarigh Hottinga roet haare kinderen op woonde, in dit beleg wV 'mede tegenwoordig Scherne fVtjbe of eigenlijk 'Wtjbè Clroujims, dewelke met Smb begeer-  i48i FRANEKER. 7 geerde te fpreken. Swob die een looze vrouw was weigerde zulks niet, maar veinsde haar ziek, en ging leunende tusfchen twee fterke mannen naardebiug. Wijle ging haar in't gemoed, en vroeg haar (zo men zegt) op 'tFriefch: &lnob nifï 'tSaurjoa. Swob antwoorde al ftenende'. 5(a '£ 3tautoa/ toen ging hij bij haar op den brug, als hij nu met haar fprak en zijn gedagten daar mede bezig waren, gaf zij een afgefproken teken, en de mannen waar op zij was leunende, naamen Wijbe gevangen, fleepten hem op het huis en'de valbrug wierd weder opgetrokken. Hieropwierd terftond een vreede gemaakt; waar van dit de voornaamfte poinclen waren: De gevangens moesten binnen twee dagen wederzijds ontflagen worden; niemand mogte Wijbe (wijl men zijn onrustige geeft en wraakgierige natuur kende) eenige openbaare nog heimelijke hulp toebrengen. Hoewel 'er nu bezworen poinclen van vreede waren, kon fVijbe echter de pil die Swob Sjaerdarna hem gegeven had te flikken, niet verteeren. Hij fteunde op zijn valt huis te Englum en begon de Franekeis met hunne bondgenoten te plagen zo veel in zijn vermogen was, waar door Sicke Sjaerdarna de jonge, met de burgers van iraneker, huislieden en eenige hulptroepen van Leeuwarden, het huis van Wijbe belegerden in den jaare 1481 den 27 Meij. Op dien zelfden dag wierd Wijbe zeer onverwagts ftaande voor een blind venfter dood gefchoten, de knegten gaven het huis terftond op, de overwinneis braken het af, roeiden het uit en trokken weder na huis, zonder iemand te belchadigen, of befchadigd te worden. A 4 De  S HISTORIE van r494 De FranekerscnSnekers belegerden in den jaare 1494 Wuhha huis te Tjèrkwèrd, alwaar kapitein'op was Bèijtie Abbeszen Donia, en hebben het met de gróote büsfe van Franeker zoo bëfchoten, dat dé eene zijde van het huis onder de voèten riek, éri dus de knegten het huis na zeven dagen belegs moeften 'opgeven, het welke óp den 5 junij verder ter aarde wierde geworpen. Door dien in het volgende jaar de fortuin zeer met de Vetkopers' partij fcheen 'te zijn, hebben dc Franekers met Juw Johgama, een vreede geteekend, waar in befloten wierd, dat 'tjerk de°zoon van Jiav, ten huuwlijk zoude hebben Fokel, de dogter van fiere Hotünga'te Franeker, en dat mén haar 'm bruidfehat zoude mede geven het huis en kasteel te IVorkum , met alle de geregtighedert en aanhangen'van dien, ende die van beiden dit contract niet na en kwam zoude vijftig oude fchilden jaarlijkfche renten aan den anderen betaalen. Het jaar hier na was Sneék met vreemd krijgsvolk, datze zonder betaalen niet konde kwijt worden overladen, fchreven daarom aan Franeker om fchattingen op te neemen tot betaaling der vreemde knegten, waar van ze veel te'lijden hadden , waar. in de Franekers zo verre bewilligden, dat van ieder koe, een vuurijzer (zijnde een penning, doende 5 ftuivers) zoude werden betaald, en bekwamen eindelijk agt duizend goudguldens van de Groningers, hier door'kregen zij Sneek in bewaring, alwaar een Landsdag beraamd wièrd, maar de Franekers wilden daar niet komen, omre^ den dat zij zig niet onder 't Groninger verbond dachten te begeven. Hoe-  ?496 FRANEKER. 9 Hoewel de Groningers en Vetkopers nu veele plaatzen in Wejiergo tot haafen wil hadden, korfden zij egter'niet tot de abfolute regeering komen, voor en aleer Franeker en de Edelen onder het verbond gebragt waren, waarom zij beflooten met alle hunne macht beftaande in 17c» Man (1) Franeker te belegeren, het geenze ook op den i 'Julij in 't werk (telden, flaandehunleegerteDowf•jum op, om zig vérvolgers mee (ter van geheel Wejïergo te maken. Hier leggende dagtenze Franeker door lift te winnen, want zij lagen 's nagts 'een deel volk digt aan de ftad, in een huis, èa zonden 's morgens anderen uit om de heeften voor de ftad weg te halen, en lietén dezelve voorbij de galge na Dêngjum drijven. 'De burgers dit ziende, 'vielen met alle kloekmoedigheid uit , en vervolgdenze vrij verre, het volk dat in het huis digt bij dé ftad geleid was, zagen dat de Franekers hun reeds voorbij waren, fprongen uit hunne fchuilhoek, en vielen haar aan, kregen twee gevangen, doch de reft kwam in de ftad te rug. Als de belegeraars hu fterk op de poort aanvielen, wierden drie van de haare door de fterke toeloop der burgers dood geflagen, eene van deze was Pteter Braedt bafterd zoondesKoningsva'nDENEMARKEW. Om welkers dood Jan Zeejtand kapitein der Groniiigers zeer droevig, en zoo toornig wierd, dat hij de twee gevangens (tegens krijgsgebruik aan) óp ftaahdé voet doodfloeg. Door dien de lift nu A 5 ' mis- (1) Hier ii verfchil over tuifchen twee yermaarde Hfftorie Schrijvers, de eene «egt van 1700, eü de andere d»t'er maa< 1300 geweeft zijn.  p> HISTORIE vAar Hg6 im-SiUkt Tl' Cn de Gron'inS™ geen gereedfchap bij haar hadden om te normen, was het hun zaak met hier lang te blijven leggen, te meer, door dien een kloekmoedige en hardnekkige bezettinee binnen de ftad was, beftaande voor een groot deel m de principaalfte hoofden der Schieringcr partij om alle bovengemelde redenen wierd 'er fpoedi? een verdrag gemaakt, dus konden de Groninger! en Bolswarders onverrigter zaken weder na huis Jieeren. De Franekers nu van dat volkje ontflagen zijnde, ende de handen ruim hebbende, rieken dooiden al te grooten haat, en een nietswaardig begin, m verfchil met Bohward, het geen tot rooven en dadelijkheden overfloeg, en de wegenzeer onveihgde. Ook toogen de Franekers voor de vetten van Leeuwarden, en dreeven 25 Osfen in hun gezigt weg. Waar integen de Leeuwarders ttesjel Martena huis ruïneerden. 1 -1° dit i6^6 jaar SinSen de Franekers onder beleid van hunnen regeerder Jarigh Hottïnga naar lmm, verbranden Geroldt Herema zijn huis bezetten dat van Taeke Herema, en togen den 4 Auguttus in de nagt naar Harlingen, namen dezelve itad door de gelegenheid des morgenftondsenflap- E%WlgtT °°k m' niet Verre van #; MicMcls kerkhof, bekwamen een menigte gevangenen, die of op t fteenhuis niet mogten komen, of door de kortheid des tijds derwaarts niet konden vluchten. Het kafteel fterk beftormt, en de burgers geplondert hebbende, keerden dien zelfden avond met den buit naar Franeker te rug. Onder de gevangenen bevond zig mede Dcitwe Gerbranda heer- fchao  M96 FRANEKER. tl fchapvan de ftad, en onder de buit was een groote buste welke de Groningers aldaar tot verdediging gebragt hadden, daar tegen hadden de Franekers i5 mannen yerlooren. ^De Bolswarders greepen in deeze tijd weder moed, en kwamen met al haar macht den 15 Sept. voor Sjoerd Beyems huis en vielen het zelve heftig aan; maar wierden dapper van Beijem en zijne medehelpers afgeflagen. 'sAnderen daags zoudenze den ttorm hervatten, edoch Hesfel Martenat 'Eije Aijlva, een menigte burgers van Franeker en huislieden, kwamen enfloegcn haar met een groote neêrlaag , en bleeven van hun 150 burgers zoo wel dood als gevangen, waar onder wel 70 van de rijkfte der ftad; de overige keerden met hangende , hoofden weder naar Bohward. ' De Franekers door haar voorfpocd grootfch en onachtzaam geworden zijnde, dachten niet om hunne partijen, en wierden na het vervolgen hunner vijanden, daar door, tusfcheu Achlum en Franeker van Juw Jongama, en de Vetkopers die uit Leeuwarden in 't convent Lidlum geleid waaren, onverziens, zoodanig aangetaft, dat zij degrotebusfe van Bolsward en eenige gevangenen weder moesten afleggen, en naar Here Hotmga huis te Wommels vlügten, haar Vaandrik viugte in de kerk te Achlum, doch wierd 'er uitgehaald en doodgeflagen. Om deze tijd reisde Go/lick. Jongama van Bohward en Here Hottinga vau IVommeh naar Afbreekt Hertogh van Sasfen die zig toen te Haarlem ophield j zij hadden voorgenomen wraak over haare vijanden te nemen} al zoudenze de vrijheid het onderft • ba-  te HISTORIE van ,496 boven keeren; zij verklaarden aan Alhrecht dat indien zij door zijne hulp in haar vaderland wederkeeren, hunne goederen te rug krijgen, en haare vijanden verdelgen mogten, dat hetdan niet befwaarlijk zoude zijn, hem de opperheerfcbappij in handen te leveren, Alhecht veinsde hier mede riet o— diend te zijn, fchoon hij 'er vuurig na wenfchte. II. BOE K. Lopende tot den 20 Meij des jaars 1504. ÏJertogh Albrecht van Sas fen wierd door het vooritel van Jongama en Hottinga, zoodanig aangeprikkeld: dat Nitert Fox den 3 Oclob. des volgenden jaars (door heimelijke laft van hem) met 8üo man vreemde troepen te Zurigk aankwam. Men zegt dat deeze foldaaten gefwooren hadden niet te zu> ien^eeten of drinken; voor en aleer datze voeten op t land gezet er» Bolsward in haar macht hadden Pen zelfden avond kwam Fox met het leeger binnen Franeker, en trok dien nagt, met veel burgers en Schieringer heerfchappen naar Bojsward, en vielen de ftad des morgens zeer verwoed aan, de Bolswarders deeden dappere tegenweer; maar moeften door de overmacht en hittigheid deitroepen befwijkea 12 Burgers wierden dood geHagen, Tjerk Walt ha, Sijbrand Koor da, Juw Jongama, en veele anderen wierden gevangen, Juw bood den geenen welke hem gevangen naamen, Oqq goudguldens om hem weg te helpen; zij naamen  1497 FRANEKER: »$ men het aan en verftaaken hem in een klein huisjen, dan, het wierd aan Godick gemeld, die bood meede 200 goudguldens aan het volk, voor l'jerk Walt ha, maarkondé hem niet bekoomen. U n hier meede toonde Gosltch dat hij de de ralernij, wraak en onverzoenlijke haat van zijnen neef geen haarbreed behoefde te wijken. Hier van daan ging het leeger van ton en de Franekers naar Harlingen, bezetten, en naamen hel Blokhuis aldaar in, flechten hetzelve , en voerden al het pulver en gefchut dat de Groningers daar gelaaten hadden, meede naar Franeker. Ma deestijd fchijnt het dat den Hertogh 't zoogefchikt heeft, dat den ecnen partij, den anderen in den grond bedorf, ,want de zaaken keerden zicheenklapsom, enTjerk Wahha begon Weftergo ellendig te verwoeden. Als Bokke Harmgfma en andere Schieringer heerfchappen, benevens de fteeden Sneck en Franeker dan zagen, datze hem het hoofd buiten hulp van anderen niet konden bieden, als zijnde thans wel 4CComan fterk, daarenboven willen zij niet da» deeze met den Hertogh gemeenfchaphadden; hebben om alle voorgemelde redenen goedgevonden, den Hertogh Alhrecht van Sasjen tot befchermheer te kiezen; welke de regeering na eenige onderhandelingen aannam. In 't midden van Meij 1498 kwam Wulebwd fan  H HISTORIE van 1493 yan Schomburg te Franeker en wierd aldaar van de vijf Deelen en voorts van geheel Weftergo als ftadhouder van den Hertogh van Sas/en gehuldigd. Het jaar hier na, wierd het Hof Provinciaal binnen Franeker ingefteld, en heeft op Sjaerdema huis zitting gehad. In dit zelfde jaar den 19 Julij kwam den Hertogh Alhrecht met zijn zoon Hendrik en 200 knegten te Harlingen aan, wierd vzn den geeftel ijken en wereldlijken ftaat zeer wel ontfangen, deszei ven daags toogen de heeren welke hem te Harlingen ontvangen hadden, met hem naar Franeker, alwaar hij den volgenden dag met zijn zoon Hendrik ais erfgouverneur gehuldigd en aangenomen is. Den 29 INovemb. nam Hertogh Alhrecht de reis aan naar Meisjen en liet zijn zoon Hendrik gouverneur van Vriesland, binnen Franeker. Den jongen Hertogh Hendrik was góed van inborft, maar niet veel ervarenheid hebbende, liet hij zig door kwaade raadslieden, dien het evenveel was hoe het met hun eigen vaderland gefchapen Itond, indienze maar in agting bij den Vorft waaren, en hun eigen beurzen konden vulden, vervoeren. Hij luifterde na hert, en begon te heerfchen, als een onbepaalden Vorft, over een veragt en verheert volk, want hij liet de fteenhuizen of kafteelender Edelen om Harlingen leggende, ondergraven, nederwerpen, de materialen mar Haringen voeren en er aldaar een kafteel van bouwen , en dat alles zonder de minfte toeftemming der eigenaars. De .fchattingen wierden zeer ftrengelijk ingevordert, den 4de man wierd tegen de Groningers op-  Ï499 FRANEKER. 15 opontbooden, toen Alhrecht 'er nog was doch dit gebod wierd weder ingetrokken, onder die mits, dat de landman de iade penning van zijn landhuur moefte betaalen op St. Lauwrens dag. O ver deze en meer andere zoortgehjke dingen begonnen de huislieden opentlijk te murmureeren, In zamenrotten , zeggende datze gevilt wierden, van het Hof en eenige hofzingers, en dat zij zulks niet konden nog wilden dragen. Hoewel het billijk geween- zoude zijn, te onderzoeken m hoe verre der huislieden zeggen waar was, had het egter een verkeerde uitwerking, want men vorderde die dingen nog fcherper in dan te vooren. Niemand was erger dan Hes fel Martena^ wantdie kwam op den-20 April in den jaare 1500 met 150 foldaten te Bolsward, ontbood de inwoonders der omleggende dorpen, en geheel Wonferadeel, en gaf telcennen, om binnen 5 dagen oud en nieuw te betaalen, of zouden den volgenden dag dubbeld moeten geven. Hier infehoot te kort Douwes van Abbega, want dien kwam op den zelfden 25 dito, willende voor hem en zijn dorp betaalen , maar om dat het niet voor dien dag betaald •was, namen de knegten van Martetta hem gevangen, voerden hem naar het huis van zijn moeder, en eifchten het zelve op. De moeder zulks weigerende, bragtenze hem weder naar Bolsward. Hier op fchikte Martena 's anderen daags een menigte knegten naar het huis, metlaft, dat indien de moeder en broeders, het huis niet wilden overgeven, Harïngh in haar gezigt te onthoofden, deze harde zaak deede het huis in haare handen vallen. Op andere plaatzen' wiera insgelijks gehandeit. Dit  ft HISTORIE vak i50o Dit maakte het volk verftoort en.onverduldigin t begin ftaaken éénige de hoofden te /amen • maar vervolgens, liep het als diggelvuur 'over 't geheele land, en veroorzaakte eene formeele zatnenfweering op den a7 April tegen Hertogh Hendrik Van Sas/en. 2 Soldaten wierdeh uit Abbegaaftér guarnefoen gevangen, en tot verbonds beveiliging verdronken. De oorlog wierd dus tesen de Sasfenfche vaftgefteld, Sjoerd Aijlva van /Vitmarfum wierd tot overfte kapitein over 't leger beneffens Tjerk Waltha vmlTjerkwèrd, Douwl Hiddema van Ftngjom en Doijize Bbnga van Kimsw^gelteld. Men b^oot Franeker te belegeren , en de naaftedorpen te bezetten, het leger wierd geflagen tot Tzutn, Herbaijum en Luinkerk, De belegeraars fchikten brieven over het gantfche land, bij brand en lijfftraffe alle man op ontbiedende tegen den ia Meij, op welke tijd (naar het zeggen van zommige) 16000 wel gemonteerde manfchap voor Franeker lag, en aan vier plaatzen fterk belegerden. De belegeraars zonden naar Groninren om zwaar gefchut, doch konden 't niet zonder goede verzekering bekomen, terftond wierden alle de kelken en kleinodiën, uit de kerken van geheel Oöftergo en Weftergo genomen, en bekwamen daar voor, (met die mits, dat indien het in handen der vijanden viel, door ,onpartijdigen! moefte getatóceerd worden, (het gefchut van Groningen, waar mede fterk op Sjaerdarna tooren, alwaar den Hertogh op gelogeert was, gefchoten' wierd, doch alles te vergeefs. Dè Frieten bedagten zekere leus of vondt, om de vreemde knegten uit het land te houden, dewelke hier in be- ftondr  i5oo FRANEKER. i? ftond: jFjoutotc ïottct riacc Heen Staijtn op in fffnne fjcrnc in (cn nift. Welke woorden die dezelve niet uitfpreken ende uitleggen konde wierdegedrenkt, na de gewoonte van die tijden. De tijding der belegering van Franeker zig verfpreidende, kwam ookterooren van Hertogh Philips van Bourgondien, die terftond heimelijke folhcitatien aan Vriesland zond, zig adnbiedende de twift tot beider genoegen te beoordeelen, eri dewijl hij zeer na de regeering van VrieslaKb reikhalsde, fchreef hij aan de Friefen, deze volgende openlijke M i S S I V É Philips Eertz-Hertoge van Oopnrijk, Hertogh van Bourgondien, van Brabant, Grave van Vlaenderen, van Artoijs: etc. Lieve Bezondere! Alzo wij altijd begeer ende zijn geweejl, dat de iwiften ende gefchillen wetende tusfchen den hooggebooren forti, Hertoge Hendrik van Sasfen onzen neye ende u lieden met vriendelijkheid nedergeletjt mochten worden, wij onlangs aan u gejchreven hebben, dezelve twtften 'ende gefchillen in onze handen te willen fielten, indé diergelijken hadden wij ook gefchreven ende begeett aan onzen voorfchreven neve vani Sasfen, laftende onzen ftadhölder van Holland de Grave Van Egmont deze zaake van onzent wegen te handelen ende te beletjden, waar op gij geantwoord hebt, dat ,ii korts een dach-vaert houden zoudet ^ meteenigen Iwcn vrienden ende gealligeerde, ende dat gij om g votr  18 HISTORIE van 1500 voor dezelfde dach-vaert anders geen antwoord «even mochte, ende en hebt niet willen lijden, dat onze bode mtt onze brieven tot den zeiven Hertoge reizen zoude. Ende want wij als noch hier op geen antwoord van it gehad en hebben, begeer ende ie fchuwen ende te beletten, de bloed ft ortinge die merkelijk gezien is te "efchien, ende om veele andere redenen die te lang waren om te Jchrijven, begeerende voorts dat de voorfchreven gefchillen mochten nedergeleijt ende in onze handen gejielt worden, fchnjven wij tegenwoordig den onzen voorfchreven neve de Grave van Egmont en de heer Cornelis van Bergen ridder, ende onzen overfte-marjchalk, dat tij terftond trekken in onzen ftcde van Enkhuizen, ofte andere vlekken, die daar toe hengevoegelijk.fi ende beft dunken zal. ■ Zoo is 'r dat wij zeer ernjielijkcn aan u begeeren ende verzoeken, dat gij tot al zulken Jlede ende vlekke, als bij onzen ftadhcuder ende orerftemarfchalk geteijkent zal worden, van ftonden aan uwe gedeputeerden ende raatsvrienden zenden wilt, om onze begeerte ende meijninge in deze zaken vorder ende in 't lan^e te verftaan, begeeren ook voorts zeer ernjlelijken, dat gij dezen onze brieven die wij ook Jchrijven aan onzen voorfchreven^ neve van Sasfen dezer zaken beroerende, in '/ welke gij ons eere ende zonderlinge liefde bewijzen zult, anders zullen ons leedt zijn, die ongevallen die u daar over zullen mogen gefchien. Lieve bezondere, Onze Heere God zij met u. Gefchreven in onze ftad van Brusfel, den 24 Junij. Ondertekent Philips, ende bij den fecretaris. H ameton. Op  l5oo FRANEKER. 19 Op deze aanfchrijving benoemden de Friezen 5 heeren gecommitteerden, om met de gezantea van den Hertogh van Bourgondien te handelen, hoe beft van den Hertogh van Sasfen ontflagen te worden; edoch te Stavoren komende, hebbenze hunne reize geftaakt, om reeden dat zij zwarigheden van ven e zagen opkomen. Ondertusfchen ging Hertogh' Alhrecht, Hendrik zijn vader naar Augshurg op den'rijksdag, ert beklaagde de Friezen bij den keizer en keurvoiiten, hun verzoekende om hem hulpe en bijftand te bieden, op welk verzoek terftond heimelijketocitemming en verzekering gevolgd is. Den Hertogh nam aanftonds affcheid van voorfchreven majefteit, keurvorften en princen, en is met eenige van zijne raaden in haait niitSaspén gereisd, alwaar hij veel volk vergaderde, en uit Meisjen door Thtrwgeu, en andere plaatzen naar Vriesland liet op trekken, doch komende bij Bomjtertijl hebbenze vernomen dat de Friezen zig aldaar met meer dan 6oco man op hielden. De Friefen ftonden niet weinig verbaasd, toenze hoorden dat Hertogh Alhrecht met veele troepen in aantocht was, Vermits zij overlang gchooi t hadden, dat hij in Duitsland overleden was Uit Brunswijk had den Hertogh ook veel volk bekomen, en het commando daar over opgedragen aan Hertogh Erijk van Brunswïjk; deeze komende in de Marnen heeft veel Groningers verflagen, en zig te Aedwert gelegert. De Friefen zonden hier een partij ruiteren heenen, welke een menigte Brunswijkers vernoegen, in het water drongen, tien gevangens meede in het leger toor traneker bragten &n aldaar rabraakten. Her-  flo HISTORIE van 1500 Hertogh Alhrecht floeg kort hier na het groötfte deel zijns legers ook te Aedwert op, verwagtende eene bekwaame gelegenheid ora verder voort te rukken. Ondertusfchen naderde de Hooijmaand, en drong de Woltlieden tot inwinninge van het hooij naar hunne huizen te rug te keeren, welke in fpijt der Edelen en Commandeurs ook na haar woonplaatzen vertrokken. Alhrecht nam deeze gelegenheid waar en marcheerde naar Bom/ierzijl, alwaar zij na een heevige flag van 5 uuren, tegen T500 Krielen de fchans en de victorie bevogten, laatende de Friefen 500 dooden op 't fhgveld; (2) 700 kwamen om in'tvlugten , en vervolgens keerden de overige weder naar 't leger voor Franeker. De tijding hier van maakte zulke verflagenheid, dat Sjoerd Aijlva, (3) en Doijtze Bonga 's nagts heimelijk opbraaken, en het Groninger gefchut waar voor de kelken te pand ftonden, tot een roof der vijanden lieten. Het overige des legers zoude insgelijks gedaan hebben, maar wierden door twee Soetelaars, welke geern haare waren wilden veikoopcn, bedrogen, door dienze zeiden niet van den Hertogh te weten. Intusfehen naderde dezelve het leger voor Franeker, dat zig in welluften cn dronkenfehap baadende was, en viel het ovenchot onverziens aan de ééne, en Hendrik met de belegerde aan de andere zijde, f2) De voorgemelde Hiftorie Schrijvers hebben hier weder verfchil, dewijl de tene 300, en de andere 500 dooden bepaald. (3) Deeze Sjoerd Aijlva is 1509 met 5 van zijn volk in een watervloed , terwijl zij zijn beeften dagten te redden, verdronken.  ,5oo FRANEKER. 21 zijde op 't lijf, zij kweeten hun in 't eerft dapper, maar ziende zig van alle kanten omringt, zetten 't op de vlugt, en lieten 500 Friefen op 't llagveld. Alhrecht liet eerft den aftocht blaazen, dewijl hij begreep dat die zijn vrijheid verloor, genoeg verloor. Hier op omhelsden vader en zoon eikanderen met alle tederheid, en Hertogh Alhrecht liet vergiffenis aanbieden aan alle veltvlugtige, onder conditie nogthans, van zekere penning op te brengen. Op zulk favorabel voorftel kwamen de huislieden weder in't land, niet denkende, dat 'er nog iets zoude volgen. Het land met 4000 vreemde troepen bezet zijnde, wierd aan alle vlugtelingen geordonneerd hunne wapens en krijgsgereedfchappen op Sjaerdema huis te brengen, en blootsvoets hem Hertoghe eenen voetval te doen, belovende daarenboven, nu nog te eenigen tijd iets te onderneemen, 't geen ftrekken konde tot zijn nadeel, maar blijven bij de gehoorzaamheid welke zij hem in voorige dagen bewezen hadden. Als deeze zaken alle verrigt waren heeft Hertogh Alhrecht van Sasfen tot ftadhouder in Vriesland gefteld Hugo van Leïjfenach en bij hem voegende ~Willebrord Sc homburg met 1500 man troepen. Toen Leïjfenach te franeker kwam, alwaar het hof en refidentie der Sasfenfche heeren was, liet hij agter Sjaerdarna huis, Douwe Galama, voor zonnen opgang, (om reden, dat 'er den volgende dag door de Edelen aan den ftadhouder voor hem gelproken zoude worden,) buiten weten van iemand onthalzen, om dat hij geduurende de belegering der ftad, fchamperlijk van den Her*' 9 B 3 ' togh  f* HISTORIE van 1500 togh gefproken had, dit wedervoer ook anderen, welke met dezelfde misdaad betigt wierden; eenige werden op raders gefield, andere levendig in paar len gedreven en tot een fchouwfpel tusfchen Frattèfer en ïiarïingen alm de weg gefteld. Onder deze laatfte was eenen Jelle Berns die na dat hij al zes uiiren in de paal gezeten had klaagde juift zoo zeer niet over pijn. maar dat hem zijn hertfeheen te breken van koude en dörft Alle deeze wreedheeden gefchieden om den gemeene man fchrik ende ontzach aan te jagen, die hier over ook zeer ontroerd wierd. De dienften welke Fr weker de Hertogen, van Sasfen gedaan had, wierden niet ras vergeten; want de gebroeders Géorg en Hendrik begunfbVdeu de ftad met privilegiën en voonegten binnen ^korten lijd, gelijk blijken kan uit de volgende drie EXTRACTEN. Wij Georg en Hendrik gebroeders door Gods genade Hertogen van Sasfen landgraven in Duringen markgraven te Meislen, roomfch koninghjke nuv,eJteit en des heiligen roomfchen rijks, erflijke guberkatoren ende poteftaten der Fr 'iefchs landen. Bekennen cpentlijk voor alle en een iegelijk dat de eerfame wijze onze lieve getrouwe burgemeesters, raad en gemeenten der ftad Franeker ons hebben aangetogt, haar met eenige vrijheden en privilegiën genadiglijk toe tejiaan, en te voorzien, op dat zij zig m haare ftad met goede regeering onderhouden en geweren mogteny in vergelding van haute vlijtige en getrouwe dienften, aan den hoog wel geboren foijfeu heer  i$oo FRANEKER. 23 heer Albrecht Hertegh van Sasfen etc. onzin lieven vader glorieuzer gedagtenis bewezen, dewelke wel gewilt heeft, ons en onze erven altijd vorderlijk te zijn, ende zo aangezien, en ter herten genomen, dat zij tegen onzen Hertogh Hendrik altijd, en inzonderheid ten tijde als hij in haare ftad door onze ongehoorzame onderdanen belegert is geweeft, met tfoupe hulp ende iijjiand als gehoorzame ende getrouwe mderdaanen reedlijk -eitde wel gehouden hebben, der halven wij haar wederom genadeltjk willen vergelden, de zelfde burgemeefters, raad en gemeente der gemelde liad Franeker en haare nakomelingen willen genad.g zijn, op zulke vlijtige beede en verbetering voor haare vrijheid en mering, daar meede zij haare flad ia goede yclkome regeenng des te beter te onderhouden, en in vreedzaame eenïgheïd met eikanderen leeven mogen, met deeze navolgende vrijheiden en privilegiën, erf velt jk te begiftigen, voorzien, en begenadigen, zo tegenwoordelijk in kragt dezes briefs, &c. Haar en hare nakomelingen 200 morgen akkers Bïlland waar mede zij haare jtad met foorten en wallen des te beter valt ma aken, verfierken en ver fier en kunnen. Desgelijks een vrije vaart van Harlingen naar Franeker te maakeu en erfelijk gegeven, door gunft en vrijheid, en daar toe dezelve onfe onderdaanen burger yneefters, raad en gemeente der gemelde jtad om haaren hantering te verbeteren. En op dat dezelve in '/ vervolg moge bloeijen, hebben wij haar uit zonderlinge gunjl daar toe wij geneigd zijn, genadelijk vergund en toegelaten, gelijk wij ook tegenwoordig in kragt dezas briefs vergunnen en toelaten: dat zij en haare nakomelingen altijd v.erdelijk zijn, alle weken op Donderdag een weekmehy ook alle jaaren twee vrije B 4  HISTORIE van 15C0 jaarmerkten, naamlijk een ep St. Vijts-dag (afew 15 "Junij,) de andere op den volgenden dag aan Allet zielen {den 3 November;) in haare Jtad mei alle vrijheid zoo, als het na gewoonte des lands in andere omleggende fieeden gehouden word, en gehouden hebbenen, gebruiken mogen , van alles ongehinderd en eerlijk. Hier bij zijn tegenwoordig geweeji de hoogwelgeboren gejtrenge en waardtgen hooggeleerden en onzen geheimen raad en lief getrouwen heer en Hendrik den jongen Graaf van Stolberg. Hendrik van Sleijincx onzen oppermar fc ha Ik Sigismund Plug Domheer te Meisien etc. en Nicolaas van Heijnica onze Canceltter beide doel oren ende andere dienaars en mannen glor. gedagtenis. Ter Oircunde hebben wij dezen brief met onzen Hertogh G'eorg zegelen bevejfigd om dat wij Hertogh Hendrik hier toe mede gebruiken wezentlijk bezegelen laaten, gegeven op vrijdag na de Zondag Ocult na Chriftus G^cwte 1500. Geëxtraheerd uit den origineelen ende bevonden te accordeeren. Bij mij oudergefchreven fecretaris der ftad Franeker P. Ghemmenich. Locus Sigilli. E X~  I504 FRANEKES.. ** EXTRACT. Wij Georg Hertogh van Sasfen Landgraaf w Duringen f" Markgraaf te Meisfen enz., bekennen oientïijk met deezen brief dat onzen lieve getrouwe onderdanen burgemeefteren, raad en gemeente derjlad Franeker, bij den hooggeboren farjf onzen lieven broeder heer Hendrik Hertogh van Sasfen etc., ten tijde als de gemeene landen van Vriesland met rebelli ende ongehoorzaamheid tegene hem.opftonden, en binnen gemelde jtad Franeker belegerden, zig als trouwe onderdanen voor] hunnen heer gedragen en gehouden hebben, en derhalvengroote fehaadegeleden hebben, wij door deeze vlijtige gehoorzaamheid, die zij onzen lieven broeder betoond hebben, aangemerkt voor ons en onzen beidtr erven- Der halven wij hun met gunftige privilegiën vtorfien en begiftigen. Alzoo dat alle ïnwoonders binnen Franeker, nu zijnde, ende hunne nakomelingen, de accijs alle vreemder heren, door welke havenen zij die tot haar haaien ende brengen, ook haar eigen ingebrommi en van de vreemde ingebragte biers in de Jtad Franeker gedronken en gebruikt worden, ten eeuwigen dagen zulle» bevnjt en ontheven zijn, begiftigen en bevrijen wij al zulker accijs als voorfchreven is, w ende met kragt dezes briefs etc. Alles trouwhjk zonder arg of lift. Ter Oirconde hebben wij onzen zegelen aan dezen brief laaten hangen, ende gegeven te Leeuwarden) na Chriftus Geboorte 1504 den \0 J1d1j. Geëxtraheert als voren» P. Q HEMM5NICH. Bï EX-  *J • HISTORIE van iSo4 EXTRACT. Wij Georg Hertogh te Sasfen enz. doen kond allen en een iegelijk met dezen onzen of en brief, nadien ons onzen getrouwen burgemeejleren, raad en gemeente der ftad Franeker te kennen gegeven hebben, hoe dat zommiy om gemelde ftad heen leggende dorpen, tnde kloojiers, Wagen hebben, ambagten ende kopenfchap met nieuwigheid die voorheen met geweeft is oprigten, ende voorfchreven ftad merkelijke fchaade toe irengen, ende haare neringe benemen, ons hier van kennis gegeven en onderdanig verzogt, dat zulks aj~ gefchaft mogte worden. Zoo is het dat wij niet toe laten willen, dat eenige dorpen of kloojiers de lieden haare neringe benemen, niet aftaan nog veranderen Taaien willen, is aan alle onze griet simden hier door Verzegt, onze beveelen wat dorpen of kloojiers zoo voorjehreven van Franeker werde benoomen, daar af hun aan hunne nermge af breuk gefchied, ende eeltige nieuwigheden van ambagten die in de Jieden weten zullen oprigten ende gebruiken, bij onze ernftige ftrajfe en ongenade beveelen wij ook daar toe alle Wagen af te fiellen, ende geene nieuwigheid van ambagten en koopmanfchappen, de voorgenoemde jiad haare neringe geen hinder of afbreuk doet, nog. zigjiadsregt onderwinden, bij onze ftraffen en ongenade daar aan gefchied onze ernftige mening. 'ter Oirconde met onzen op den rugge gedrukt en feereet bezegeld, ende gegeven te Leeuwarden .den ia Julij 1504. Accordeert met den Originecle na gedaane Collatie bij mij P. Ghemmenich. Ge-  f504 FRANEKER; «7 Georg zijn zaakenmet Philips af gedaan hebbende, kwam in 'Franeker, en liet in den jaare 1504 den 20 Meij aldaar een landsdag uiUchrijven, van. prelaten, geeftelijken, edelen, grietslieden en gemeenten ; heeft de (esüe en transport brief van zijn broeder Hendrik haten voorleezcn, als meede het geene in het tra&aat met hem en de Hertogh Philips van Bourgondien ontworpen was, en ordonnantiën en voorfchriften van wetten, na welke de ingezetenen zig zouden hebben te reguleeren; maar principaal gaf den Hertogh te kennen: dat zij na de manier van Duitsland, haare immobilia ends landgoederen van hem te leen ontfangen zouden; edoch tegen dit laatfte puncl fchreven de edelen een landsdag te Leeuwarden.nxt, waarop befloten wierd, den Hertoch zulks af te zeggen : en na veel over en weder zenden van gedeputeerden , moeft hij zig eindelijk laaten vergenoegen, in plaats van dat, den aiften penning-van de edelen en gemeenen, en den soften penning van de geeftelijken te ontfangen ; met belofte om verder geen laften qp te leggen. In het volgende jaar wierd het Hof Provinciaal van Franeker naar Leeuwarden verlegt, en nam zitting op de Cancellarij, welke laatfte ftad, daar meede in 't voorigc jaar door Hertogh George van Sasfen voorzien was. Het jaar hier na heeft het edelgeflagt van Sjaerdema een einde genomen met eenen Douwe Sjaerdemade jonge, zoon van Sikke Sjaerdema, kindskind van Douwe Siaerdama , itichter van het huis van dien naam op Kalahaij te traneker. Hij wierd in zijn aSfte jaar, terwijl hij met een rneisjc moij Dieucke  fc# HISTORIE van isoö Dieucke genaamd, te Sneek wandelde, door een leijdecker Hendrik van Zwol genoemd , met een hellebaard doodgeftooken. De ftad Leeuwarden begon ia deze tijd meer en meer tebloeijen, in fabrijken en'koophandel, en heeft daarom in den jaare 1507 begonnen tuslchen haare ftad en Franeker een vaart te graven, om met fchepen alle waren van de eene ftad naar den anderen te voeren, 't welk voor dien tijd met wagens moeft gefchieden. Tot dit werk moeft Menaldumadeel een halve ftuiver van de noreen renthe contribuëeren, en is het werk in dit zelfde jaar tot aan Kingma Tille gevordert. i III. BOEK. Loopende tot den jaare 1580. nu m den jaare 1515, de Sasfenfche regeering im Vriesland ten einde gelopen, en het accoortvan overdracht tuffchen Keizer Karei de V en Georg Hertogh van Sajjen getroffen was (4), fcheen nogtans den Hertogh Carel van Geldre de meefter te fpeelen , ten minften hij heeft al zijn macht voor Lraneker getrokken, (om dat dezelve beneyens Leeuwarden en Harlingen hem niet voor hunnen befcherm Heer wilden kiezen j) en befchoten'' met <4) Zie verder over dit verdrag Winf. Chron. van Friesl. H boek, pag. 427, enz.  15I5 FRANEKER; ig met kartouwen, flangen en andere zwaare veldftukkén, doch zijn eindelijk weder afgetrokken en met haar magt naar Snéek en Bolsward gekeerd. Naa dat Floris Vak Egmond als ftadhouder van Vriesland, van den Koning van Spanje* te Harlangen aangekomen was, wierder met de Gelderfchen een beftand van vier maanden en vervolgens vreede gemaakt. Om déezentijd branden de Franekers Wtnfum en Oofierüttens af. _ ■. . * . In de maand Julij 1547 ^ierd te Franeker het eraf geopend van eenen Gijsbert Ens die voor 32 jaaren geftorven was, welke kift (op de onderfte plank na) was vergaan, maar 't lighaam van het ftof gezuiverd zijnde is bevonden als dat van een nieuw geftorven menfeh te zijn. Het gerugt hier van verfpreidende is ter ooren gekoomen van zeker vrouwsperzoon moij Stijn genaamd, welke Stijn lange jaaren bij Ens gewoond hebbende had trouwbeloften van hem gehad, maar bij had haar verftooten waar door zij buiten zinnen geraakt is; deeze koomendc meede bij 't graf, gaf voor dat dit haar getrouwde man was, en klaagde aan t*od dat hem niet overkwam het geen andere verftorvene naar den loop der natuur gebeurde, en dat indien zulks zijn mogt om het geen hij aan haar tet' kwader trouw gedaan had zij zulks niet gedenken , maar veel eer vergeeven wilde, en biddende dat hij het lighaam wilde rutte geeven; ^renboven heeftze haar toevlucht tot een Pneltcr genomen , begeerende dat hij een zielmis tot profijt van haaien man zoude verrigten, die het zelve affloeg, doch op fterk aanftaan van de kmders van  *& HISTORIE vau Wj 'Ens heeft hij zulks gedaan, na welke (zoo als gefchreeven ftaat) het lighaam terftond in ftof verkeerd en van een gevallen is. Als Bolsward in den jaare 1572 aan des princen van Oranjen zijde Avas overgegaan, zijn 300 man voetvolk naar f raneker gefchikt, de prinsgezinden floegen regens wil derpapiften, de floten met voorhamers van de poorten en lieten de foldaten binnen. Bocke Cloek kwam een Weinig hief ha met een vaandel van 160 man, èn in 't kort kwam kapitein Spaan nog met 300 man binnen Franeker, dit alles gefchiede zoomen wilde met oogluiking der régenten. De Schouwenburgfche troepen bedreven veel moedwil in en omtrent fra-. neker. Het Vliet of voorftad wierd bijna geheel af-~ gebrand, uit vrees dat de Spaanfchen daar in zouden neftelen, verfchèiden perzoonen wierd geordonneert voor zonnen ondergang met hunne huisgezinnen de ftad te verlaaten, anderen wierd geboden hunne geweeren over te geven en binnens huis te blijven, om alle onheilen en zamenrottingen voor te koomen. In deezen zei ven jaare begon het den 10 Octob. zeer hard te vriezen het welk aanhield tot den volgenden Febr. In 't begin der winter is er zulk een' menigte Sneeuw gevallen dat men aan de Ooftzijde der ftad Franeker, van het bolwerk in het effen over de gragt konde gaan, en was zoo hard gevroren, dat men van een bidt te houwen een half tonne boter moeft geeven; want Graaf Schouwenburg vreezende dat de Spaanfchen zig door de-' ze gelegenheid meefler van de ftad zouden maaken, fehreef ten dien einde aan dén raad dier fteede om wel "  I5?a FRANEKER 11 wel zorge voor de ftad tedraagcn, dezelve met | Ten of bidten rondsom te voorzien en de bolwerTen met water te begieten, op datze glad en n*g zouden worden en dns de «aflagen des vnands be* lenen De magiftraat heeft hetzelve door den roeper laaten omroepen als volgt: Fik kaome op zijn bidt en begiet dat zelve wel; SogliSd!-Collonel, met zijn zwart vel, van boven delj In weerwil van dit alles onderging Franeker eeri oroote verandering, want door dien het hooft vertrokken was, is de Magiftraat die doen koning* ralnd was,wederomgetreeden tot de vorige amp?en en herftellinge del veranderden ftaat; waarop terftond gevolgd is eene bezending aan den ColloncTLp.fr de Robles, terwijl Gülts ranBarlaimont nu ftadhouder van Friesland, afweczig was, om paraon en genade te verzoeken, van he.-geen bi, de Schouwenburgfche misdaan was. De bezending was belaft met deeze volgenden BRIEF. wij ^^^^SèM^&^s& ker aldaar m^nt zijnde, drnn kondt en ts weten; dat al- KfUingekregen, ende zekere tijd tn baar gcwelt hebben Tbad dh ladworjchreven, nik, m groot e prejudicie, febaade febimp, ende achterdeel van dh \>cJe tngez^nen der fhde wezen ende bij die voor/cbreven rcbeUen xGod èefert) gedongen zij* geweejl, m ddaar te oltpen, art  U HISTORIE va * i57i tiii derzelver ftad niet te mogen vertrekken, ende dat ge* merkt, alzoo die voorfchreven rebellen; met tok die voor' fcbreven oftears, die aangaande btt geene voorfchreven is \als fchijnt) oorzaake gegeven hebben, nu zijn geweken, ■ende uit der voorfchreven fteden met wapender ban i gedreven , waartmme, zoo ijl dat wij ingezetenen der Jlede voorfchreven gevallen wezende in indignaiie van kotiinglijke ma* jeleit onze gen. heere. Doen kondt ende bekennen certificeren mits dezen, dat wij ordonneert ende magtig gemaakt hebben, Ordonneer en en maken magtig, mits dezen den Edelen, Erentfeffen, Discreet en ende Hooggeleerden Heer en, Hero van Ückema DoSlor, jEmilius Adama, Mr, Barenc Rootmëns, Mr. Jochum Stjmons ende Jacob Abbes ons viede burgeren, om van onzent wegen aan den Édelen endt welgeboren beere, heer Casper de Robles, heere van Billij etc. koninglijke majefieTt Ptabfentie van den Edelen endt •welgeboren heere, heer Gislis van Barlaimont, heere tof Hterges etc. ftadholder van Vriesland, Groningen ende Gronhvgèrland etc te verzoeken pardon, gratie ende ge» made van lijf ende goed, nefftns 'i gene bij om voorfchreven gedelinqueert, mishandelt ende misdaan mach wezen, van onzent wegen te doen verktaringe, dat het ons van 'f beginzei leedt ts geweejl, ende nnch is, gevende die zelfde vol' machtige msede /pedaal macht en zonderling hevel, om die Jl' utels en de bewaringc van onzen jlede mede te prefenteren ende overgeven, in handen v*n den voorfchreven ftadbolder in den name van konih majejleit onzer allergenddiglijkjleii teert voorfchr., ende vorder dien aangaande, getierolijke» ende fpecialijken temogen doen, endè laten gefchien, alszif bevinden zullen, te behoren, ende: als wij zeiven pref ent wee' zen zouden,konden of mogen doen, aannemende van weerden te houden,al 'f geene bij die vwrfchrev. volmagtige tn 't gent voorfchreven is, gebandelt, ende gedaan zal worden, • Aannemende, haar dien aangaande kofteloos ende fchadehot f ontheffm zonder argelift. 7" oirtonde ende in kennisfe van 't gêne voorfchreven is, zoo bchben wij ondergefchreven burgemeefteren, fchepeneti ende raadt voorfchreven, met fampt die gefuooren gemeen' te, kerkvoogden en andere ingezetenen burgers voor ons enitdetr beede van het Corpus, ende prefent t ingezetenen der fteeJó  157a FRANEKER. 33 fteede voorfchreven dezen met onze namen ende handfcbrlf. ten, tampt der fteede Zegel td caufus bier onder [taande, gefchreven ende gedrukt, doen beveftigen. Op huiden den vijf-en-twintigften dacb Novemb. attn» 1572. , Harte P.ers, Ciaas Hanfz, - Marten Pieteffz, Wijbe Pieterfz, Rijuerd Sijuerdtfz, Claas Scheltes, Jan Claalz,, Sijbe Taekefz, Tjaerdt Nannefz, Jan Sijmenfe, Oane Pouwes, W. Ghemmenich, Dominicus Wijbefz, Hesfel Lollefz, Joannes Sixtus, Jarich Franfz, bijbe Hoijtêfz; Locus Sigilli. In dit zelfde jaar ondernamen de Franekers een Uitval en ftroping op 't Bild te doen, willende de graanen met fchepen en fchuiten laaten haaien; maar doenze omtrent de Probsdije Aengum kwamen, alwaar de Walen lagen, zijn zij ichoon de derde man fterker, van dezelve verjaagd, neemende met fchande en zonder iets te verrigteri hun tocht naar Franeker te rug. . . . Om dezen tijd wilde de Hertogh van Aha de ftad Franeker tot een dorp maken, maar vinde niet verder 'er iets van aangetekend. _. _ - Zes jaaren laater zond de ftadhouder Lattin, Carel Roorda en Juw Botünga naar Franeker om aldaar de Magiftraat af te zetten; zij daar komende deden door den ftads roeper de gemeente bij C een  34 HISTORIE van^ i5?g een dagen in de kerk, om haar laft en voornemen te aanhooren. Doch de Magiftraat begrijpende waar dit werk zoude op uit draijen, vergaderde op 't Raadhuis en eifchte haaren laftbrief, waar in gefchreven ftond: . Als dat de ftadhouder haar belafte het ampt af „ te treeden, zij zeiden niet te kunnen af treeden „ om dat de burgerije het niet behaagde, 't Streed „ ook tegen 't verbond, en de laatfte overeen,, komft met den ftadhouder gemaakt op den jongft„ leeden landsdag. Hij hadde de ftaaten desplat„ ten Jands eerft, daar na de ftaaten van de ftee„ den toegeftaan, dat men in grietenijen nog ftee„ den iets veranderen zoude, elk blijvende bij ,, zijn bezit, alleenlijk dat grietmans ende magis„ traten de gemeene ruft niet zouden verftoren, „ ende 't verbond van Gent nakomen ende voor„ ftaan. 't Welk van grietsluiden ende magis„ traaten onfeilbaar was gedaan. " Carel Roorda haare hardnekkigheid merkende, trok weder naar Leeuwarden, Mathenes met een deel foldatcn tot zig nemende, hervattede hij zijn voornemen; weder te Franeker komende, bezette hij de deuren der kerk met foldaten eifchte de burgerije weder door trommelflag in dezelve, als hct°volk nu in de kerk vergaderde, nam de Magiftraat Mathenes (die fchielijk vervaard was) alleen, en fprak hem fcherpelijk aan: " dat 's ftads wetten en 's lands „ privilegiën gefchend wierden, dat de gecom„ mitteerden dit werk uit eigen bozen raad dee„ den, en dat zij na Lalatn gezonden hadden, „ dies verzogtenze dat de gecommitteerden zoo „ lang zouden vertoeven ? tot dat zij befcheid kre-  i57S FRANEKER. 35 kregen, 't welk zij binnen drie dagen verwag" ten, anderzints protefteerdenze van geweld Maar de Gecommitteerden en foldaten drongen door tot in het choor, en gaven de burgerij vrijheid een nieuwen Raad te kiezen, dieigden daar en boven de wapens en gevangenis aan de Magistraat, dewelke daar door de moed liet zinken, en heen ging. r , Toen keerde Roorda zig tot de burgerij en fprak tot haar: " wij zijn hier gekomen uit laft desftad- houders en om den ouden raad af te ftellen^ " op dat gij dus zelve nieuwe regeerders kunt ' kiezen, om des gemeenen beft wille,' gij zult «a mannen noemen; zonder onderfcheid van T religie gereformeerd of papift, uit welken de • ftadhouder ü eenen Magiftraat zal maken Deeze reden hadden verfchilleridenitwerkzelenop de gemoederen, het volk begon heen te gaan, maar de foldaten haaldenzè të rug, en deeden de papiften ter kerk uitgaan om de handeling met te ftooren; na dat het werk volbragt was, trok Mathenes weder na Leeuwarden. IV. B O É K. Lopende tot den jaare 1500. j_n den jaare 1590 heeft de ftad Franeker benevens andere fteden in Vriesland dé Unie te Utrecht aangenomen en is van wegen Franeker vertekend aoovlulius van Bot ma, Olderman van voornoemde ftad. G s Har-  36 HISTORIE tan 1580 Harlingen nu een tamelijke fterke en bemuurde ftad zijnde, ontftond tusfchen hun en Franeker verfchil over het in en uitvaaren derfchepen, de Franekers pretenteerden haar oude geregtigheid, het geen de Harlingers niet agten, maar de fchepen die uit zee kwamen aanhielden, waarom de Staten van Vriesland tusfchen beiden moeften komen en brieven van interminatie aan Harlingen fchreven als volgt: Veste Eersaame Lieve Bezondere! Wij hebben met geen kleine verwonderinge de klagtekivan den raad der Jtad Franeker, tegens u lieden gedaan, verliaan, dat gij u niet alleen en willen reguleeren, na de provifwnele ordonnantiën, bij ons, tusjchen die van Franeker ende u liedengerejen,gefielt op t different van de \imp0lien, van de graanen ende koopwaren, uit den platten lande door deJïad Franeker na Harlingen, ende voorts uit den lande gaande: dan dat erger is, worden die fcheepen ende koopluiden met hunne goederen uit .zee komende, aangehouden ende belet, dat zit met dezelve ende goederen met na dejiad Franeker mogen pasjeeren. Ende zoo at zulke moetwtlligheid met alleen en ftrekte tot verfmadenisfe van onze voorgaande ordonnantie, dan ook daar en boven tot onlijdelijke fchaade van de burgers van Franeker, die door dezen niet alleen in een onverwmlijke groote /chaade, dan mede om hun leven gekomen zijn, zulks det die van Franeker voorfchreven uit dezen ongetwijffelt oorzaake zullen nemen, omme m gelijke voegen via facli, tegens u lieden te procederen. Wel-  Ï5S» FRANEKER. 37 Welke inconvententen, alzoo wij geerne verhoedt zagen, ende zoo in dezen ende diergelijke zaken, zonder te incurreren in crimen violatae pacis publicae, niemant hem zeiven mag recht /preken, hebben wij nochmaals, als voor de laat/te reize, u wel ernftiglijken willen vermanen, om van alle alzulke onbehoorlijke attentaten ende ongehoorde moetwille, bij u tegens den ingezetenen der Jtad Franeker gepleegt is, af te houden, ende de aangehouden Jchepen met de goederen, vrij ende onbejchadigt laten pasfeeren. Ende u voorts reguleeren na de proviftonele ordonnantiën, bij ons, tusfchen die van Franeker ende u lieden gemaakt , ofte anderzints zullen wij gedwongen worden daar inne met alzulke middelen te verzien, op u perzoonen ende goederen, als wij tot dezen bevinden zullen dienjiig te wezen. Vefte Eerzaame, Lieve Bezondere! Hier mede God bevolen, uit Leeuwarden den zevenden April 1582. Ter ordonnantie der Gedeputeerden van Vriesland, e- i sb rand i. Wilhelm LodewijkQxzve van Naflauw,luitenant, gouverneur van den prins van Oranjen , fchreejf den 21 Maart 1584 binnen Franeker een groote landsdag uit, waarop eene doleantie wierd overgegeven van 138 artikulen. De Predikanten gaven hier ook eenige artikulen over, betrekking hebbende tot de fchoolen en fchoolmeefters , en wierd verzocht dat de laatftgemelde behoorlijke C 3 trav  38 HISTORIE van 1584 traftamenten rnogten toegevoegd worden; en die geene geweerd welke niet vroom van leeven waaren, nog zig begeerden te fchikken naar den aard der gereformeerde Religie , zoo in het onderwijzen der jeugd als andere kerkelijke dienften. Op den zelfden landsdag (teldengemelde Predikanten voor, of het niet hoogft nodig was, dat vandeoverfchotten der kloofters, geeftebjke renthen, en landen opkomften , opgericht wierd een feminarium of collegium, het welk bij de btaaten van den lande wierd geapprobeerd en ingewilligd, om reeden dat het tot eer van het gemeene beft , en tot bevordering der jeugd moeite dienen, en dat de kloofter goederen niet beeter dan tot dienft der kerken , Ichoolen ende godshuizen konden befteed werden; en dat ook buiten de geleerdheid geen gemeene beft of republijk konde beftaan en daarom begreepen alzulken feminarium of hooge fchool te ftichten, te meer om dat de ingeboren jeugd dezer landen met minder kotten en beeter gelegenheid, in de ftudie zoude kunnen geoeffend werden Op welk vooiftel en approbatie in den volgenden jaare den 15 Julij bij de Staaten en Graaf Wilhelm Lodewijk nu Stadhouder vau Vriesland een refolutie (5) wierd genoomen tot valtelling eener hooge fchool te Franeker ; waar op gevolgd is dat het Kruis broeders kloofter (het welk in jaare 1474 geftigt was,) den 29 Julij tot eene hooge fchool wierd ingewijd; en de volgende Piofesloren geintroduceerd: In (5) In de Latijnfche Taal geboekt in Winf. Cbron. va« Vrieïl. 19 beek, f. 759.  I584 FRANEKER. 39 . In Theologiaï P. Sibrandus Lubbertus. D. Mart'mus Lijdius. D. Henricus Antonides. In Jure P. Henricus Schotanus. In Literis ac Philofophi D. Petrus Vjara. D. Joannes Drufius. P. Lollius Adama. Den heere Abelus Franckena meede gedeputeerStaat, deede uit naam en in prefentie van eenige Gecommitteerden eene Oratie, (6) welke door H. Antonides in 't lange wierd beantwoord; de heeren Staaten bedankende van het goed vertrouwen dat zij in hun lieden gefield hadden, belovende het geen in haar was, ter eere Gods ende tot dienft van den lande als haaren fchuldigen pligt te zullen betragten. Ten einde nude Academie ook mogte verzekert zijn van privilegiën, odroijen en immuniteiten, hebben de Staaten van den lande wetten en ordonnantiën doen valt (tellen, wegens de latten van welke zij vrij zijn zouden, alsook van het regt hun toegekend, het welk zoo groot is dat van de fententien. aldaar vallende, geen appél gegund word; met belofte dat de voorregten zouden worden gehandhaafd, dezelve vermeerdert, en zorge gedraagen worden voor alle inbreuk, willende dat de Academie in 't bezonder met die van Leiden in vrijheid gelijk zoude zijn, zoo als blijkt uit het volgende E X- (6) Deeze Oratie is te vinden in Winf. Chr. van Vwesu 19 boek, p. 26?.  4q H ï S T O R I B van 1583 EXTRACT. Wu vaageiteld: dat het getal van'slin<|s Vt?diu-rlm gen of Alumni niet boven de !M v/ezen. 2 jaaren laater Wierd het op ïOO, nog Mn daarna op 80, enna verloop vujnog ^ jaaren is het op 41 bepaald j»*»**-^ Candidaten, welke meeften tijds ui deeze provin cievoor handen was, gaf aanleidmg dat s lands Vaderen beuoten alle alumni af te dit befluit is buiten effect gebleeven, «a™ s1"^ Vade.en hebben altiid zeker geial jongenngen op gemeene koften laten ftudeesenf. V. BOEK. Leopende tot den jaare 1748. V Tn het jaar t5QO> zond franeker gecomfnitSrden aan de i Generaal, al, reprefentt». rende de fouvereiniteit der landen, om verhaal te doen van 't goène tot verkortinge VS* haare geregtigheden, uzantien ende vrijheden zouden1 mogen ftrekken, haar wapenende met ou/te bulten.  4* HISTORIE van i59o brieven en handveften om daar in te verblijven, 't welk bij haar lieden voor deezen onderhouden was geweeft. De heeren Staaten Generaal de zaak in overweging nemende hebben gecommitteerden brieven van octroij gegeven, begrijpende in zig het voorfchnft ende de voet waar na de ftad Franeker ofte Magiftraat van dien zig zoude hebben tereguleeren, luidende aldus het OCTROIJ. „ .De Generale Staaten der" geünieerde Neder„ landfche Provinciën, allen den geenen die dee„ ze letteren zullen zien ofte horen lezen falut: Alzo *t onzer kennisfe gekomen is, dat veele „ ende verfcheiden groote zwarigheden, queftien „ ende gefchillen, zijn opgeftaan ende gerezen, 3, in de fteden van Vriesland ter oorzaken van „ het veranderen ende verzetten van de wetten „ en Magiftraten, dewelke aldaar jaarlijks ger 3, woonlijk is geweeft. te gefchieden op nieuw ,, jaarsdag, pretendeerende eenige't zelve veran3, deren, ende verftellen als noch te doen ende te „ continueeren, zulks ende op den voet, forme 3, ende maniere, als bij den Koning van Spanten 3, ende zijne gouverneurs ende den Hove eertijds „ gepleegd is, om hun macht daar door meer „ ende te ftijven ende verfterken, ende die fte3, den ende gemeinten te houden in bedwang, „ gelijk de geledene ende ervarene erbarmlijke „ exempelen, zulks hebben geleert, ende daar „ over ons tot verfcheiden tijden, ende als nu ook „ groote klagte voor gekomen zijn. Endebezon- „ der  159o F R 'A N E K Ê K. '4? der bij den genen daar toe laft procuratie ende " volmagt hebbende, van de tegenwoordige Mageftraat ende gefworen gemeente der ftad; Fra! „eker, als volkomelijk is gebleken zeerernfte' hik ende ten allerhoogften verzoekende dat wij (benefTens dien is de fouveraniteit ende hooge ' overigheid van de landen:) daar inne zulks " zoude willen verzien, dat de voorfchreven ftad , ' burgeren ende ingezetenen van dezelve van " goede ende vrije verftellinge des wets, voor" taan verzekert zouden mogen zijn, tot voor" deringe van de voorfchreven goede gemeinte, " door haare voorfchr. privilegiën ende tegen' woordige vrijheden, zoo gewillighjk met haar " goed ende bloet hadden bekoftigd ende verkre" gen. Te meer daar op inüfterenoe, dat mits " den voorfchreve gefchillen, zwarigheden ende queftien der voorfchr. zettinge, ende veran» " deringe van wetten in de ftad tranekervoorfchr.. ' in drie vervolgende jaaren, ende inde andere fte" den twee jaaren lang hadde opgehouden ende " ledig geftaan. Zulks dat daar uit en 't zelve langer gedogende ende continu eer ende, zwaar" dere ende meerdere tweefpraken twiften ende " inconvenientien zouden komen op te rijzen en" de te ontftaan, tot verdrukkinge der goede, " verfterkinge ende toeneminge der kwaade, eiM % de eindelijk zoude mogen veroorzaaken, de gintfche ondergang ende ruine van de voorfchr. ftad, ende volgens van de provincie vanVries-> " land. Ende dat wij de voorfchr. volmagtert ' gehoort ende haare redenen overwogen hebben, die gelegcntheid ende gewigt.gheid der zeiver  46 HISTORIE tai 1590 .'zulks hebben bevonden, dat alle de voorfchr. „ top geftaane ende gemoveerde zwarigheden, «queftien ende gefchillen, met alle behoorlijke ,, :authoriteit ende mogelijke middelen, dienen „ geweert, geuittet ende ter neder geleidt. Be„ geerende daaromme op alles, voor den toeko„ -menden tijd, ende na die tegenwoordige gele„ jjentheid der zaaken tot beter ende meerder , verzekertheid van de voorfchr. ftad, leden enjj de ingezetenen derzelver, ende conleivatie „ van haare privilegiën, ende verkregene vrijhe„ dien teverfiene. Alvorens gehoort hebbende,„ -advijs van de voorfchr. ftad ende volmachtigé ,j met hen verzoek, om den voet bij allen fteden „, bij provifie geapprobeert, eindelijk volkomelijj,, ken ende in 't geheel te hebben geavoveert en-" x, de geconfirmeert. „ Ende mede gezien den zeiven vóét, mitsga5 , ders de brieven dezen aangaande, bij den ge,, deputeerde der ftaaten van V riesland gedepesj,, cheert. Zoo hebben wij Staaten Generaal bo.„ ven genoemt, reprefenteerende dê fouveraini,,, teit ende hoogfte overigheid van de geunieer!„ de provinciën (onverkort ende voorbehouden i„ der voorfchr. ftads andere voorgaande privilegien) geordonneert ende geftatueert, ordonne„ ren ende ftatueeren bij dezen, dat van nuvoor„ taan, gelijk tot noch toe gefchied ende gepleegt „ is, de Magiftraat der voorfchr. ftad Franeker ter ieder tijd zijnde, nu ter eerfter gelegent3) heid, ende ais dan voortaan alle jaaren tegeils „ nieuw jaarsdag zal uitzetten, gelijk getal van 3J gequalificeerde perzoonen der gereformeerde „ Keli-  ,590 FRANEKER. 4* Religie, (het gemeene Vaderland, hun ftad en? de vrijheden der bürgerijen toegedaan zijnde, dezelve met ééde verbonden, ende hebbende " daar tegens geene queftien) als de Magiftraat ' zelfs fterk is, ten einde uit dien ende den ouden wet ofte raad, de nieuwe Magiftraat geftelt ende gekoren worde. Ende laften mede den voorfchr. Magiftraat, vermits zij die befte ken" nisfe heeft van de perzoonen, tot de nieuwe re" geringe genomineert ende uitgezettet, om gelijk " |etal van perzoonen uit haare ftad, alsdeMagisZ traat zelfs is, fterk zijnde gequalificeert ende geafr fectioneert, als voren verhaalt is, uit te zetten. Committerende dezelve lefte, omme datehjk ende op ftaande voet noch half zoo veele, als " zij fterk zijn, gequalificeert als gezegt is, uit de geheele ftad te mogen kiezen, zonder dat zij met iemand anders als dan zullen toe gelaten worden te fpreken, behalven nochtans dat de " fecretaris, de namen van de perzoonen tot den 1 nieuwen Raad uitgeftelt, hem zal mogen vertoonen. Als wij nog auctorifeeren dezen lesten uitgeftelden, met den perzoonen naar ad" venant, hen halve getal bij hen gekoren, omme de eene helfte uit hun getal af te lotten, en" de voorts de perzoonen die als dan het lotte ten " deele is gevallen, om dadelijken (blijvende be% floten op den ftadhuize, ter tijd de kiezinge ' gedaan zal zijn, ende eerft doende den eéd hem bij den fecretaris voor te lezen, aan den " prefiderende Burgemeefter als dan zijnde) die ! kiezinge te doen uit den nieuwen uitgezetten tot de nieuwe raad,? ende den ouden raad te " 79 za"  '4& HISTORIE v i n t59o „ zamen bij meefte Hemmen, dezelve met den namen der geëligeerde ofte gekorene, te ftel,, len bij gelchrifte, ende den behoorlijken ééd af „ te nemen. Auctoriferende van gelijken, Voorts S} den ouden raad ende gezworen gemeente, om„ fne de Electeurs, ende die de kiezinge zullen „ doen, zoo verre zij, ofte eenige uit hen getal, „ in gebreke mochten zijn, om dezen na te komen, ende mede de Electeurs voorfchr. in ge„ vallede geëligeerde ofte nieuwe Magiftraat, of 3, ook ïèmant van dien in weigeringe mochten „ zijn, óm die bedieninge aan te veerden, om„ me die onwillige daar toe te houden, ende te 3, compelleren, des noodt met interdictie van 't 3, geniet der burgerfchap ten waare die geëligeer3, de zoo pregnante redenen hadden, dat daar mep de den Electeurs voorfchr. ende den oudéff raad1 3, genoeg werde gedaan. Mits dat in zulken 3, gevalle zij Electeurs gehouden zullen zijn, uit „ den overigeuitgefteldentotde nieuwe Wet, ende „ ouden Magiftraat, in des of derzelver plaatze „ fubftitütie te doen, den voorfchr. Magiftraat in „ den manieren voorfchr. gecreëert, ingeftelt en3, de geéédiget wezende. Ordonneren wij een „ iegelijk van der voörfchr. ftede van Franeker ^ „ van wat qualiieit of conditie hij zij, ende voorts „ allen anderen, dien 't zelve als nu, of in toe3, komende tijden zoude mogen aangaan, dezel„• ve Magiftraat voor haare wettige overigheid „ aan te nemen, te kennen, eeren, refpecteren „ ende te onderdanigen, t' allen tijden ende in 3, allen voorvallende zaken, gelijk goede ende getrouwe burgeren ende ingezetene toebehoort ende  iS9b FRANEKER. 49 ,1 ende dezelve fchuldig zijn te doen. Op poene „■ van geftraft te worden, als perturbateurs van „ de gemeene ruft en vrede, andere ten exempel, „ want wij zulks tot meeften diemft van den lande 5, van Vriesland, ende van de voorfchr. ftad Fra,\ neker hebben bevonden te behooren. „ Gegeven in onze vergadering in 'sGravenhaj, ge in Holland, den 19 Nov, 1586. Gepara- pheert JoHAN van mathenesse. „ Uit de principaale dezes in francijri gefchre„ ven zijnde, was beveiligd met eenen grooten „ zegel in rooden wasfe, aan eenen dubbelen „ francijnen fleert hangende. En ftond op de „ ploije, ter ordonnantie van den voorfchr. hee„ ren Staaten Generaal, getekent C Aerfen, met „ zekere ftreeken, ter eenre, ende ter andere zij,, de gepubliceerd van den raadhuize der ftede Franeker ter prefentie van de Gemeente aldaar ,' „ met de ftads tromflag, ende met der ftads klok- ke vergadert, den laatflen December 1590. Ondertekend, in kennis van mij P. G hem men ic h. Op dit octroij wierd een forme van ééd gemaakt, en een refolutie genomen om dezelve benevens het bovengemelde octroij na te komen, luidende als volgt: Ahoo mij N. N. beneffens andere het lot gevallen ïs< om nakomende het oclroij der Had Franeker ,\bij ' j) deH  50 HISTORIE van 7590 den heeren generale ftaaten, bij den welke is de fouvereijne regeringe der geünieerde provinciën, gegunt in dato 19 November 15 86 om den nieuwen Magiftraat der voorjchr. ftcde, voor den toekomenden jaare 1591 uit den ouden raad ende uit den perzoonen, bij hem, naar ouder gewoonte, genomineerd, te kiezen: Jpreke, geloove ende zweer e ik, in zulks doende, geene perzoonen te kiezen, eligeren ende ftellen, dan waarachtige liefhebbers van de gereformeerde religie, van de welftand dezer landjehappe van Vriesland, van den gemeene zake, ende van den welvaart dezer Jiede, ende binnen den ftad ofte jurisdictie der zeiver, eigen huizinge ofte andere va/Ie goederen hebben. N/et geJuspecteert, ojte bef met met eenige kwade faicten "ofte zaken, geene quej'tien ofte gefchillen tegens den Jtad hebbende, zonder dat ik uit oorzake van eenige gunjt, goede ofte kwade affectie, haat ofte wijdt, die ik uit eenigerleije zake tot den eenen ofte anderen zouden mogen dragen, iemand en zal verkiezen, niet bekwaam ojte niet geajfect'toneerdt zijnde als vooren,of beletten, dat welgequalificeerde endegeaffeftioneerde metgekoren en worden; dan allenthalven mij dezen aangaande alzo te quijten dat ik het met goeder confcientie voor God, ende allen vromen menfehen zal hebben te verantwoorden , zoo waarlijk helpc mij God almachtig. Affirment ende beveftiging dezes ééds. Op huiden den 29 December 7 593 zijn burgemeejierr raden ende gezworene gemeen simden dezer ftede hij malkanderen op den raadhuize vergadert, ende zijn eendragtelijken gerefolveerd, na gedaaner lecture, e,*aminatie ende oyerweginge van den voorgaanden octroije en  1593 ER A N E K E R. 5t eeden, zoo bij dg electeurs als bii den nieuwen ge'èligeerden Magiftraat, gep re lieert ende voortaan té prejicren, nu ende in V eeuwig 'r voorfchr. octroije te onderhouden, daar hij ende hij den eeden voorfchr. altoos te blijven, zonder daar af te wijken, dezelve eenigztns te violeren, met woorden ofte werken, directehjken ofte indirect elijken, in een-.ger manieren tegens te koomen, doen ofte ftrèckan, bij verlies van hun eere ende reputatie, hen burgemeefteren, raden endé gezworen gemeensluiden anderzins competerenda Mij Prejent P. GhÉmmenich. . De heeren van het Mindergetal droegen in deri jaare 1601 de heeren Volmagten op den landsdag voor: of het niet raadzaam zoude zijn de Univerfiteit en fchoole te Franeker af te ftellen, en dat bij aldien dezelve continueerde dat dan die ftudenten, diepenfioen van den lande trokken, jaarlijks voor hun te ontbieden ende te examineren, of dezelve bij de aangevangene ftudie haaren profesfie continueerden en daar in ook eenige progresferi maakten. Wat het eerfte belangt, 'er wierd een relblutie genomen dezelve te continueeren, mits dat de abuizen aldaar zijnde wierden weggenomen. Het tweede wierd in alle deelen geapprobeerd en de heeren Staaten ordonneerden hunne Gedeputeerden wel ernftelijk haar daar naa te reguleeren. Drie jaaren hier na wierd volgens ftaats refolutie van den 25 Februarij Keimpo van Doma uit Ooftergo, Joachim Hopperus uit Weftergo, Elardus Renalda uit de Zevenwolden, en uit deSteedentfake Kamminga aangefteld om de hooge fchool te vifiteeren, D 2 ftu-  52 HISTORIE van 1604 ftudenten en fchoolieren te examineeren, en zig op de abuizen te informeeren. In vervolg' van tijd wierd nogtans bij de Staaten opgemerkt dat de hooge fchool van tijd tot tijd in verval kwam, vonden daarom raadzaam tot voorkoming' van meerder onheilen en tot meerder luifter der gemelde hooge lchool den heere Stadhouder Willem Frederik aan te ftellen, tot magnificentisfirnus, primarius en honorarius Curator. Ook ■wierd de Academie van de belafting der impoften uitgezonden:, doch dit laatfte wierd in den jaare 1672 weder ingtrokken. In de ftads regeering van Franeker kwam ook in deze tijd veel misbruik in te fluipen, waarom de Stad houder, de gedeputeerde Staten en 't Frovinciaale Hof, gecommitteert wierden tot wegneming van 't kwaad en herftelling der ruft, maakten daarom in den jaare 1515 den i8Dec. eenige verandering in de raadsbeftelling der ftad , welke luid als volgt: „ Eerftelijk, dat niemand raadsperzoon, ge„ fworen meensman ende elecleur zal mogen ge„ koren worden ten zij dezelve burger zij, heb„ bende in dezelve ftad ofte jurisdictie van dien zij,, ne vafte en onroerlijke goederen en van goede „ naame en faame; ledemaat van de waare gere„ formeerde religie en gemeente, ofte ten min„ ften verklaringe bij ééde doet, dat hij de zelve ,, religie zoo de zelve in deze provincie aangeno„ men, geapprobeert en opentlijken in de kerke „ geleert wort, houdet voor de waare Chriftelijke en „ algemeeneApoftolique religie, en zijne kinderen „ in dezelve laat doopen; vijand vandeSpanjaar„ den en haare adhairenten, getrouw en gewillig den  1615 FRANEKER. 53 „ den tegenwoordigen ftaatvan regeeringetehand„ haven. Ten tweeden, dat de oude Magiftraat zes per„ zoonen gequalificeert als voren bij meefte ftem„ men zal nomineeren tot raads-perzoonen uiteen merkelijk getal in 't generaal zonder onder„ fcheid uit de gantfche burgerije, doch nietmin„ der als uit het getal van twaalf te voren uitge„ ftelt. „ Ten derden, zoude ook de Magiftraat alle „ jaaren zes perzoonen van gelijke qualificatie als „ voren uit de burgerije, buiten den gefworen „ gemeente en de bevelhebberen bij de meefte 5, ftemmen nomineeren tot electeurs, niet zijnde „ in ftads dienfte ofte arbeidt, en daar na op den „ raadhuize ontbieden, den gefwooren gemeente „ en bevelhebberen als hopluiden, luitenants en „ faandriks en den zeiven uit het midden van hun „ elks drie electeurs doen uitlotten, welke voorfch. „ genomineerde en uitgelotte electeurs zijnde 12 ,, ia den getalle tot op zes perzoonen eerftelijken gelot worden. Deze zes blijvende electeurs „ zouden meede uit het geheele lighaam der bur3, gerij buiten de bevelhebberen, als ook de zes vooren uitgelotte, bij meefte ftemmen zes an3, dere nomineeren, welke terftond door lottinge „ op drie zouden gemaakt, mitsgaders op het ,, raadhuis geroepen en den anderen zes bijge,, voegd worden. Dat als dan van de voorfchr. „ negen vier dooi lottinge afgaan ende de andere „ de raads-beftellinge, volgens het octroij doen j, zouden. „ Ten vierden, zouden alle jaaren twee van de D 3 ©üd-  54 HISTORIE van 1615 ,^ oudfle burgemeeftercn Lu den raad continuelijk „ geweeft zijnde in de geüvooren gemeente af„ gaan, en in plaatze 'yyn dien twee nieuwe uit de zes bij den rylagiftnaat genomineert van de vijf electeurs gckoien worden. Bij deze zes „ burgemeelleren is de hoogfte regecr'mge in ftads zaken, en praEuktarea elk de tijd van 2 maan5, den, houden als dan de prasfiderende de bewa„ ringe des zegeis en fleucclen van de ftad, de „ loos gevende en doende andere bevelen zoo pce„ naie als civile. De burgemeefters hebben ook „ de verkiezinge van de gei'woren gemeente en ;, dat jaarlijks. " In 't jaar 1657 ',q de ftads regeering van Franeker weder verandert,om de heerfchappij van weinigen weg te neemen en de regeering algemeender te n aiken voor gequaiificeerdeperzoo.ien. Blijvende ü^Uriaus de grond der zaake zoo alze voor deezen was. De relolutie tot deeze verandering luid als volgt: Alzoo onlang! verfcheiden onhifien ende dispuiten, bij eenige geinteresjeerde edelen ende egen-erfden der jtede Franeker, als requir. zijn gemoveert, over de raadsbeJielLtnge en verloop der Jinatitie, fampt belastinge van ftads comptotren aldaar : ende dezelve zwarigheden met tegengaande eenige confeientien tusjchen de voorfchr requir. ende Magi/traat, benejjens de geJworen gemeente derzelver Jtad gehouden, niet hebben hnnen worden geasfopteert: ende zulks nochtans op't hoogfte, tot voorkominge van verder verwijderinge nodig ts, op dat tusjchen partkijen onderlinge vriend- fchap  !657 FRANEKER. 55 fc hap ende eenigheid worde ge cultiveert. Zoo ift, dat wij onder ge fch,even voor ons zelfs, ende als rejpeclive gecommitteerde van den Magiftraat, famptgefworen gemeente der voorfchr. jtad Franeker ter eenre, ende van wegen de edelen ende eigen-erjden aldaar ter andere zijden hebben verzogt ende gebeden, zijne turjtl. Doorl. Prins Willem Frederik, turft tot Nasfauw, Stadhouder ende Capitein Generaal over Vriesland: ende de heeren Carolus van Roorda, Oene van Groveftins, ende Junius Alema: de heere Dirk van Baard, mede gecommitteerde [abfent zijnde) als fpectulijk daar toe van het collegte der Ed. Mog. heeren gedeputeerde Staten van Vriesland gecommitteerdt, bij refolutte van den derden Julij, ende den zevenden November beide laajileden, de moeite op zig te willen nemen, om een vajien voet ende beraminge van een raadsbejiellinge in onze ftad, als mede eenige poinllen ende voorflagen tot redres van de finantien in te jteflen, die wij alle aannemen en beloven, zoo voor ons zelfs ende in ons qualiteit hetliglijk te zullen nakomen , ende ons daar na prmfe reguleeren; hebbende tot meerdere verzekeringe zulks met een folemneelen eed in handen van zijn hooggeborene furjiel. Doorl. ende welgemelde heeren Commisjarten voor het vertekenen dezes beveftigt; mogende lijden dat tegens de contraventeurs als tegen perturbateurs van de gemeene rujte worde geprocedeert, zijnde deze acle op ons verzoek in het recesboek, der meergemelde heeren Gedeputeerden gemfereert, ende aldaar bij onsyerteekeut. Onderftond onze handen, Aólum den November 1657. D4 Pt'  g5 HISTORIE vak 1657 Petrus Schotanus, Apotheker, Corn. Ghemmentch, Jan Claesfen de Backer, Lotte Pijtters, Hendak Ueiaves, A. Verhel, Agge Eijdfes, Dominicus Staperf, Pijter Sijmens de Wetn, Joh. Arcerius, Joh Verhel.' De bovengemelde heeren hebben na gedaanebefehrijving van partijen , examinatie van wederzijdfche dcductien ende daar over verfcheidene gehoudene conferentien, met gemeen advijsgeconcipieert ende ingefteld de hier navolgende ARTICULEN ENDE VOET VAN RAADS-BESTELLINGE DER STEDE FRANEKER. I. „ Dat alle offenfien ende injurien tusfchen parthijen ontrezen, zullen zijn vergeven ende geaboleert, ende dat diesvolgens een iegelijk van wat qualiteit ofte conditie dezelve mag zijn, zal verblijven bij zijn eere, goede naam ende re- „ putatie, ende word parthijen, ende ieder der- „ zeiver in 't bijzonder, op het hoogfte gerecommandeert vrede ende'eenigheid met malkanderen te houden, endeft zamender hand het bes- ,, te ende profijt van de ftad, ende deszelfs privilegien na zijn vermogen te helpen maintineeren „ ende te vermeerderen. II. „ Dat de regeeringe ende raadsbeftellinge „ der  IÓ57 FRANEKER. 57 der ftede franeker van nu voortaan zal beftaan, „ in een Vroedfchap van dertig perzoonen, die „ geduurende haar leven lang daar in zullen conti„ nueeren. 111 „ Dat onder dezelve dertig perzonen mede „ zullen worden gecomprehendeert, de tegen„ woordige Magiftïaat ende gezworen gemeente, „ zonder dat op de qualiteit van derzelver middt„ len , eenige recerche zal mogen worden gedaan „ nadien verttanden is, dat dezelve na vorige voet „ van den jaare 1615 genoegzaam zijn gequahficccrt- '■ IV. „ Dat zijn hooggeb. furltel. Doorl. ende „ welgemelde heeren Commisfarien, voor de „ eerftemaal uit de 3a perzoonen bij parthijen elk „ voor de helfte op te ftellen, zeftien zullen lot„ ten ofte verkiezen, die met de tegenwoordige „ Magiftraat ende gezworen gemeente zullen ma„ ken, het getal van dertig perzonen in het Vroed- fchap. ' V. „ Dat alle de dertig perzonen zullen moe„ ten zijn ledematen, ofte ten minften liefhebbers „ van de waare gereformeerde religie, zoo dezel„ ve in deze provincie van Vriesland openbaar„ lijk word geleert, ende in den jaare 161 § bij 't „ Sijnode van Dordrecht is gearrefteert, ' VI. „ Dat dezelve perzoonen zullen zijn burgers „ binnen Franeker, vrije perzonen, in geen ftads „ dienften ofte arbeid zijnde, ende alle van goede „ naam ende faam. VIL Dat van nu voortaan niemant in het „ Vroedfchap zal worden geëligeert, als die in de „ ftad Franeker ofte deszelfs. jurisdictie, als eigen D 5 ^  58 HISTORIE van 1657 „ befit, aan vafte goederen de waarde vanduizent Caroli guldens. VIII. „ Dat de prcefiderende Burgemeefter op den laatften December 1657, ende volgensjaar„ lijk te ia uuren op noen, de 24 vroedlchappen „ zal doen convoceren op het raadhuis, ende den „ zeiven verzien met zoo veel zi! vere boonen als daar perzonen ui! het Vroedfchap vergaderen, 3, waar onder vijf zwarte boonen zullen wezen, 3, zoo geconditioneert dat dezelve in 't voelen uit 3, de andere niet konnen ondei fcheiden nog ge„ merkt worden; welke boonen uit een zak bij 3, de praïfente vroedfchappen getrokken zulien 3, worden, ende die de vijf zwarte boonen zullen „ hebben bekomen, dezelve zullen als electeurs „ na prefteringe van de behoorlijke ééd, fecretea, lijk in de kamer worden opgefloten, zonder ,, met iemand anders te mogen (preken, ende niet van malkanderen mogen Icheiden, ten zij de„ zelve bij gemeene ofte meefte ftemmen zullen 3, hebben geëligeert, twee perzonen tot burge,, meefters in plaats van de afgaande, die benef„ fens de andere vier den tijd van diie jaaren rege?, ren zullen. IX. „ Dat niemant tot Burgemeefter voor dat 3, jaar zal mogen worden genomineert, die op „ den laatften December bij de lottinge van de „ zwarte boon niet prezent is. X. „ Dat bij het verfterven van een Burge„ meefter in bedien inge zijnde, de prsefideerende „ Burgemeefter de 24 vroedfchappen zal doen 5, convoceeren binnen 24 uuren naa de dood, om 3, door haar vijf electeurs naa gedaane lottinge ais  i657 FRANEKER. 59 „ als vooren is verhaald, de plaatze van de over„ leedene voorde tijd van zijne overige bedienin?, ge te fuppleeren. XI. „ Wanneer een regeerende Burgemeefter „ met de wooninge uit de ftad, of deszelfs juris- dictie koomt te vertrekken, zoo zal de pra2f1.derende Burgemeefter binnen tweemaal 14 uuren ,, naa een jaar van het vertrek, gelijke convocatie als in vorige articulen is geftelt laten doen, om door „ de vijf electeurs als voren de fuppletie te doen. XII. „ Zal mede de prjefïderende Burgemeefter „ na het overlijden van iemand uit het Vroed„ fchap, de convqcatie van het geheele Vroed„ fchap laten doen, binnen tweemaal 24 uuren 3, na het verfterven, om door zeven gelotte de „ electeurs uit de negen ende twintig, de vacan„ te plaatfe met een ander gequalificeerdeperzoon te doen fuppleeren, ende zullen tot dien einde „ dezelve zeven electeurs in een fecrete kamer „ moeten verblijven, zonder met iemant anders „ te mogen fpreeken ter tijd de verkiezinge zal „ zijn geperfecteert, ende zal de nieuw geëligeer„ de Vroedfchap gehouden zijn den behoorlijken „ ééd, in handen van den prseüdeerende Burge„ meefter te doen. ' XI1L „ Desgelijks zal gefchieden, wanneer een „ Vroeds-perzoon uit de ftad Franeker, ofte juris„ dictie van dien met de wooninge komt te ver„ trekken, ende dat binnen tweemaal 24 uuren, paa een jaar van het vertrek. ' XIV. „ Zullen de tegenwoordige Magiftraat, „ ende de nieuw gekoorene" V roedfchap met mal„ kanderen in amicabls conferentie ende reden  09 HISTORIE van i65? treden, over des ftads rekeningen, ende indien j, daar over tusfchen parthijen eenigedispuitenen,, de verfchillen mogten komen te onftaan: zoo 3, zal de klagende parthije zijn redenen van be3, zwaringe bij gel'chrifte mogen ftellen, ende aan j, het collegie der Ld. Mogende heeren gedepu3, teerde Staten van Vriesland overgeven, die ,, naa examinatie van wederzijdts debatten, over 3, de queftieufe poincten daar in zullen mogen dis„ poneeren, als zijn hooggeb furftel. Doorl. en„ de haar Ed. Mog. tot dienfte van de ftad bevin„ den zullen te behooren, waar naa parthijen zig ?, zullen moeten regtileeren. XV- „ Ende alzoo op 't hoogfte van noden is, ,, dat des ftads verlopene finantien met ten eerden ,, worden geredresleei t, ende de ftads comptoiren ,, van fchulden ontlaft, zoo zullen de Magiftraat „ ende de Vroedfchap met maikanderen, alle of„ heien ende devoiren aanwenden, om zodaanige 3, middelen uit te vinden, waar door de ftads fchuiden konnen worden betaalt, ende de comptoi5, ren in een goede ftand ende ordre gebracht; ,, doch zoo door onderlinge differentien ende con5, teftatien, ofte anderzins bij dezelve geen be,, kwaame middelen tot 't voorfchr. redres zullen 3, konnen worden gepractifeert. zoo zal daartoe 3, bij de Magiftraat ende Vroedfchap, zijn fur3, ftel. Doorl. ende de heeren gedeputeerden me3, de verzocht worden, wiens dispofitie ende or,, donnantie de Magiftraat ende Vroedfchap zullen moeten volgen. XVI. „ Dat in het voorfchr. Vroedfchap, als 3, meede in alle andere ftads collegien ende bedie- 13  j657 franeker. 61 „ ningen (exemt de fuppooften) niet gelijk zullen „ mogen zijn vader ende zoon, ende twee broe, ders: maar wel zwagers. XVII. „ Dat beneffens de magiftraten alle ftads „ rekeningen, als meede van gemeene arme-voog- den, kerk-voogden, weeshuis-voogden, proe'„ venhuis-voogden, bij gecommitteerden uit het „ Vroedfchap, jaarlijks opgenomen ende gefioten „ zullen worden; blijvende nogthans de vergee„ vinge van des ftads ampten ende andere ftads „ regeeringe als voor deezen, bij de Magiftraat. XVIII. „ Dat alle negotiatien van penningen, „ verkopingen van ftads landen, huizen, eeu„ wige renthen , grondpachten ende van alle „ valte goederen, zullen ftaan tot dispofitie van de ge'ieele Vroedfchap, alsmede, verhuunn„ gen van ftads goederen ende befteedingen van nieuwe werken van importantie. XIX. „ Dat niemand van de Magiftraat wegen „ eenig ftads ampt, eenig gelchenk direde nog indirecle zal mogen genieten, maar 't zelve 't „ zulks vereifchende, alleen komen tot profijte „ van de ftad. XX. „ Dat de Magiftraat en Vroedfchap, „ jaarlijks op 't aanlchrijven van de heeren ge„ deputeerde Staten dezer provincie, uit haar re„ fpective vergaderingen, elk een bij gemeene , ofte pluraliteit van ftemmen, tot den ordinaris " landsdag, tot verriehtinge van 's lands zaaken zullen committeeren. XKI. „ De Magiftraat zal niet vermogen bui„ ten kennisfe en approbatie van het Vroedfchap, 'eenige vergrootinge van tractamenten te doen, " ö ' „ nieu-  62 'HISTORIE van 1657 „ nieuwe ampten op te regten, ofte eenige nieu„ we impoften, ofte andere 1 aften tot befwaringe van de gemeente in te willigen. XXII. „ Dat de Magiftraat alle definitive fen5, tentien zal doen pronunciëeren, inden naame „ ende op de voet, als bij het Hof Provinciaal „ word geobferveert. XXIII. „ Het Vroedfchap zal den ééd van ge„ trouwigheid in handen van de prselïdeerende „ Burgemeefter doen, gelijk voordezenbijdeMa„ giftraat ende gezworen gemeente is gepiefteert. XXIV. „ De Magiftraat ende Vroedfchap zul„ len voor d' eerftemaal, in handen van zijn meer„ hooggemelde furft. Doorl. ende van de meer„ welgemelde heeren Commisfarien, bij folem„ neelen ééde verklaren / dat zij haar in de raads„ beftellinge van nu voortaan na deze voet ende „ articulen prsecife zuilen reguleeren, ende zal „ zulks in handen van den prsfideerende Burge„ meefter in der tijd worden geprefteert, bij de „ geene die in de Vroedfchap hier na zullen wor- den geeligeert. XXV. ,, Ende wat in boven gefchreven arti„ culen aangaande de raadsbeftellinge niet mogte „ zijn verhaalt, daar in zullen de Magiftraat ende „ Vroedfchap haar hebben te reguleeren, na de „ voet ende beraminge van den jaare 1615, die ui „ het wezen wort gelaten, voor zoo veel dezcl- ve in deze articulen niet en is gcallegeert. XXVI. „ De interpretatie van deze articulen, „ als mede de decifie die over eenige voor te val„ lene dispuiten zoude moeten worden gedaan* zal ftaan tot het advijs ende dispofite van zijne „ fur-  ï657 FRANEKER. 6& „ furftel. Doorl. ende'het collegie der Ed. Mog. heeren gedeputeerde Staaten van Vriesland. XXVII. „ De Magiftraat zal naa exigentievan „ zaken de Vroedfchap moeten convoceeren, ten „ minften alle twee maanden, bij nalaatigheid van zulks, zullen zij zelfs mogen bij een komen. XXVIII. „ Deze articulen zullen van het ftads„ huis gepubliceert, ende in archivis van de ftad „ Franeker geregiftreert worden. Achtervolgens boven gefchreven voet ende beraminge der raadsbeftellinge binnen der Rede Franeker, hebben haare furftel. Doorl. ende de heeren Commisfarien uit de 32 perzonen, bij parthijen elk voor de helft opgeftelt geeligeert ende genomineert, gelijk genomineert ende geeligeert worden bij dezen, tot mede ledemaaten van het Vroedfchap der voorfchr. ftede, de volgende zeftien perzonen. Johannes Fijters, Frans Pieten, Agge Etjdfes, alle drie oud Burgemeefters. Dr. Thodorus togelfangh. Dr. Gerhardus Kaldenbach. Dr. Henricus Schotanus a Sterwga. D. Johannes Verhel. Dr. Meinardus d Walr'icheim. Hidde Hes/els Fopma, oudGemcensman. Domuücus Stapert. Fieter Rima, Schrijver. Corneïis Siimens de Wem. Auke Claasfen Coopman. Johannes Jrcerius. Dïrck Bauckes. Petrus Rudolphi. Welke met de zes regeerende burgemeefters ende acht gezworen gemeente, wiens naamen zijn als volgt: Burgemeefteren. Fetrus Schotanus. Obbe Sjoerds. Corn. Gemmemch. Jan Willems. Jan Gaaien de Backer. Albert D'trks de Brouwer. 'Ge-  64 HISTORIÉ van 1657 Gezworen Gemeente. Lotte Pijters. Conradus Bus. Wopke Sjoerds Tallum. l'jebbe Ymes. Hendrik Lieuwes. Oïphardits Hindema, Jarigh Rinfes. Jurien Janfen Walta. Uitmakende't getal van dertig perzoonen, waar van nu voortaan in conformité van de bovengefchrevenvdet endeberaminge zal beftaan de Vroedfchap ende regeeringe der Itede franeker. Eed, bij de nieuws geëligeerde ledemaaten, van 't Vroedfchap binnen Franeker gedaan. Alzoo wij ondergejchreven, bij zijne Furftel Doorl; onzen Stadhouder ende bij de heeren Carolus van R oorda, Oené van Groveftins, Junius Alema, de heere Dirk van Baard, mede gecommitteerde {abfent zijnde) bij refelutie van de Ed. Mog. heeren gedeputeerde Staten, van den 3 Julij ende den 7 November laajileden gecommitteert, als mede-ledematen in het Vroedfchap derfiede Franeker, zijn genomïneert ende geeligeert, agtervolgen r de atte van fubmisjie, bij de Magiftraat ende gezworen gemeente ter eenre, ende bij de edelen ende eijgen-erf den der fiede voorj. voor haar zelfs ende in verdere qualiteit ter andere zijde, op gifieren aan zjin hooggeb. furjlel. Doorl. ende de welgemelde heeren Commisfuriën. Zoo ijl, dat wij verklaren de bovengeJchreven acte van fubmisjie {naa teclure en examinatie der zeiver) volkomentlijk in alle zijne poincten teapproberengelijkwij dezelve appi oberen bij deezen: belooven diesvolgens ende neemen aan, de voet en beraaminge van de raads bejiellinge^ Jampt de articulen over '/ redres1 dér  ï6s7 FRANEKER; 65 der finantien, bij zijn meer-hooggemelde furftel. Doorlugtigheid ende de heeren Commujarien ingefield, ende ons voor 'r pasj'eeren dezes voorgeleezen', hetliglijk ti zullen nakomen ende obferveeren; tot meerder zekerheid van zulks, hebben wij ondergefchreven elk in H, bezonder, den jolemneelen eed daar op in handen van wel meergemelde heeren geprefieert, ende deeze afte met onze refpec'iive handen bevej'tigd. Actum. den 21 November 1657. Onderflondi , Obbe Sloerds. Jan Willems. Albert Dirks de Brouwer, Conradus Bus. Wopke SjoerdsTallum. Tjebbe IJmes. Olphardus Hindema. Jarich Rittfes. Johannes Pijters. Frans Pjjters. D. Fogelfangh. G. Kaldenhach. H. Schotanus a Sterringa. Meinardus Walricheim. Hiddo Fopma Pijter Rijnia. Petrus Rudolphi. Cornelis Sijmens de Weijn. Aucké Claesfen. Dirck Bauckes. Jurien Janfen Walta. Tot perfectie van het voorfchreven werk, is goed gevonden, dat de bovengefchreven acle van fubfnisfie, fampt voet endeberaminge des Magiftraats' der ftede Franeker, per misfive zal worden toegezonden : met ordonnantie om alle het zelve op morgen naa de laatfte predikatie, bij des ftads fecretaris ten overftaan van de prxfiderende Burgemeefter, van het raadhuis te doen publiceren: ende dat de Magiftraat mede de dienaars des Göddélijken woords, hier van voor de predikatie advertentie wil', ten geven, om God de Heere te bidden, dat hijr E hetC  66 HISTORIE tan 1657 het Werk met zijn zeegen gelieve te begenaadigen. Aldus gedaan ende geperf'ecleert bij ons onder geJch. Comtsfarien. Actum den 21 December 16574 Onderftond Wilhelm Frederich F. zu Nassauw. c. van roorda. Oene van Grovestins. Junius Alema. Ter ordonnantie der heeren voorfchreven (was getekend) A; V I E R S E N. Hier meede wierd dit werk voor afgedaan gehouden en tot gemeen genoegen gefloten, gelijk men kan afneemen uit het tijdperk van ruim 90 jaaren dat het zelve is flaande gebleeven. In den jaare 1644 wierd tusfchen Leeuwarden en Franeker den trekweg gemaakt. Op den 6 Januarij 1665 viel furft' Maurits van Nasfauw te traneker met zijn paard , door het neervallen eener brug in het water, doch werd gelukkig gered; deeze brug is naderhand tot heeden toe de Prins Maurits brug genaamd. Tien jaaren laater was men in overweeging om de Academie naar Leeuwarden te verplaatzen, ten minften de heer Ulr. Huber fchreef in dit jaar het werkje getijteld: Weegfchaal der redenen over V verplaatzen der Academie naar Leeuwarden, en wel om rede-  1675 FRANEKER. ffl redenen die verplaatsing door kragt van redenen tegen te gaan Vrijmoet zegt ook in zijn Athen. Frifiac. pag. 470, dat in de acte der academifche fenaat aangetekend ftaa't, " dat alle leeden varï 5, dien met ondertekening van hunne naamen zig 3, verbonden hebben, deeze flag naar hun uitérft vermogen af te weeren. "■,!.., Nog 10 jaaren hier na (zijnde het eerde jubeljaar van Vrieslands hooge fchool) wierd bij 'slands Vaderen een befluit genomen den Tempel der Wijsheid te Franeker te doen herleeven; des ti'ièt tegenftaaande heeft de Academie van dit beüuit weinig gevoel gehad, want ze is van veele voorregten verfteeken gebleeven, tö't dat eindelijk de profesforen én de fecretaris jaarlijks T 50 -0-0 tot vergoeding boven hunne weddens is toegevoegd. Zijnde de ftudenten alleenlijk vrij van hoofd-en fchoorfteengeld ; doch dit laatfte moet den eigenaar der kamer voor de helft voldoen. Mejuffrouw l'itia van Bogerda , Weduwe van den heer Suffridus Wefterhüu, heeft bij uiterfte wille in den jaare 1737 het gafthuis te Franeker voor weduwen en bejaarde vrijfter gefticht, en zodaanig begiftigd ,1 dat de 18 inwoonfters 's weeks circa één Caroli gulden inkomen hebben , benevens1 Vrije en extra vermaaklijke inwooning. Den 19 Febr. des jaars 1747 was er eene vroUw" te Franeker welke alleen huishield terwijl de man' onder het gehoor van den godsdienft was, zij bereide in dien tijd een zogenaamde poffert of dikke koek, met oogmerk om 's middags 'er van te fpijzigeu. Toen de man 't huis kwam gingen zij beiden aanzitten 3 en aaten van dezelve zoo veel als E a d é;  68 HISTORIE van 1747 4 Collegie der heeren Gedept den cm den miioud dezer refolutie ten uitvoer ie brenClLT , temtn&en daar toe villende worden §1 Tztven&uan dejomma 5 i 5§ -lov ..S sits Ufgfd /;• ! '■ m'. nsi manV$j:'°hmd °>; ';' ** k 6 Accordeert met voorfchr. Boek In kennisfe van mij G. A. N a u t a. En hebben reeds veele geleerden en voornaame Mannen ten getaJe van verfcheidene honderden*  i73i FRANEKER. M zigverledigd om het gemslde Konftftuk met eigen oogen te aanfchouwen (7) Den 17 Junij des jaars 1782, wierd op koften van veele voornaame burgers en ftudenten, op de vrijverklaring van America, te trancher eéji groot vuurwerk afgeftoken. In het volgende jaar isop't Heerenvecnoverleden' den heer A. F. Schürmans kanunnik des capittels St. Maria binnen Utrecht, welke aan Vrieslands Univerfiteit (zoo men zegt) zijne geheele bibliotheek, eenige fchilderijen, en daar en boven nog 30000 Car. guldens gelegateerd heeft. De handelingen met de burgerwagt zoo als in den jaare 1777 gefteld waren, konden onmogelijk lang duuren of moeft de burgerije in de oogen loopen, het welk dan ook ten gevolge had, dat in het vooijaar van 1783 door eenige burgers een requeft aan hun Achtbaarheden geprefèateerd wièrd en wel van den volgenden inhoud: . Aan de Wel Ed. Achtbaarc Magiftraat en Vroedfchap der ftad Franeker. Geeven met fchuidige eerbied en onderdanigheid te kennen de ondergetekende burgers der ftad Franeker, dat zij Juppltanten tot hun innerlijk leed'vizen hebben moeten zien dat- deeze Had nu eenige jaaren zonder burgerwagt is geweeli, waar van in deeze provincie geen voorbeeld te vinden is, voornaamlijk in zodaanige Jiee- (7) Zie over dit heerlijk (tuk werks verderf.H.vanSwinden, Belchrijvirg. van een Hemels-Geftel, in de Opdragt» pag. 7. en vervolg.  f$ HISTORIE tan 1783 fteeden dewelke de gefielde fortificatie penningen van den lande genieten en terwijl het tot allen tijde, jaa zelfs van de opkómft van deeze Republijk, nodig is gebor deelt, om bij nagt en dag wagters te ftellen tot be' waring van ftad en land, zoo oor deelen de fupplianten het thans in deeze hachelijke tijd het ten uiterlien noodzaakïtjk te zijn. Want ftel eens E. A. heeren zoo ''er zig eens eenige perzoonen te zamenrotten met voornemen om bij nagt eenige plundering te doen, zouden zij zeer weinig tegenftand vinden door dien de ratelaars genoegzaam niemand hebbèn welke zij hun hoofd kunnen noemen, en in kas van onheilen kunnen werden aangedreven, waar nóg bij koomt dat de ratelaars zoo verre van elkander zijn gepojleerd dat zij onmooglijk in ftaat zijn óm eenig timult in zijn begin te kunnen jtooren. Om alle welke redenen de fupglianten zeer onderdaamg verzoeken dat het U. W. E. A. goedgunjiiglijk behagen moge, om de burgerwagt weder op de oude voet té her/tellen, of anderzints daar omtrent zodanige fchikking te maken zoo als ver liaan zullen te behoor en, Q. F. Schoon dit requeft nooit met fiat of nihil is te rug gegeven, is en evenwel na verloop van eenige weken weder een burgerwagt aangefteld, ge-. Fijkzé van te vooren was, doende de Hopman W. A. Aapkens op den 6 Junij 1783 weder de eerüe wagt. Volgens approbatie van den Magiftraat van den ïóFebruarij en refolutie van H. E. M. van den 14 Maart 17841S te franeker op requeft en onder directie  i784 FRANEKER. ?A> tie van de Heeren G. Coopmans, J. Ratgerman en H.l'uinhout opgericht een exercitie Genoodfchap naar 't voorbeeld van verfcheide andere fteeden deezer Provincie. In dit zelfde jaar den 5 Auguftus (zijnde deverjaarding van de beroemde zeedag op Doggersbank) heeft de E. A. M. aan de fchutterij geof> fereerd drie fraaije vaandelen, dus voor elke espel één. Op denzelfde dag heeft het Genoodfchap) der exercitie den J ééd van getrouwheid in handen van hunne Achtbaarheden afgelegt. Kort hier na is de fchutterij van bovengemelde ftad verdubbeld, en ieder Officier heeft in plaats van 5, met ïo adelborften de wagt betrokken, doch dit is in het volgende voorjaar weder verandert tot op 7 adelborften. In de maand Junij des jaars 1785 wierd door de edele Mog. heeren Staaten van Vriesland gearrefteerd, dat het tweede jubelfeeft van de Univerfiteit te Franeker met de gebruikelijke plegtigheeden zoude werden gevierd, ten dien einde wierden na Franeker gecommitteerd de edele Mog. heeren M. van Schellinga, H. L- van Haarjmay Jr. E. S. G. J. van Burmania Rengers, en Jr. Reinhard Baron van Lijnden, om de nodige fchikking te bepaalen en orde te ftellen dien aangaande. Zijne doorlugtige hoogheid Willem de V Neerlands Erf-ftadhouder, Rector magnificentisfimus academia? & Curator primarius, wierd in deeze tijd verzogt het feeft met zijne tegenwoordigheid te vereeren, welke nodiging zijne Hoogheid aannam, zullende met zijne Gemalin en Spruiten, tegen dien tijd met het jagt zich herwaarts begeevea. Keni-  iS ' M i S T O R i E v a n tjSg Eenige dagen hier naa begon men in de groote of St. Martens kerk en in de Academie alle de benodigdheden tot het feeft gereed te maaken, zoo van dé zitplaatzen der edele Mog. heeren Staaten, Curatoren, Profefioren, Magiftraat enz. Als meede in de groote kerk regt voor het orgel eënen ftellagie ted dienfte van derrig Muliikanten. In de Academie wierd ook eene gelegenheid gereed gemaakt, ten dienfte van bijna even zoo veel Mufïkanten: In de volgende maand wierd door de heeren Studenten eene infchrijving geopend op een tempel van Apolle, moetende tot dezelve zich ten minften 60 intekenaaren laaten infchrijven enriiet meer dan tooo Car. gulden koften. Eenige weeken hier naa vernam' men, dat den' tempel van Apollo 2oude voortgang hebben, en aanbefteld was aan den konft-fchilder Beekerk en mr. timmerman Schaap,beide te Leeuwarden. Den 9 Auguft. wierden door de Ed Mog. Heeren Stiateri van Vriesland verzogt, de Schutterij én het Eièrcitie Genoodfchap te Franeker, om op den tijd van het jubelfeeft onder de wapenen te komen, te paraderen en den aandrang van volk af te keereii. In 't laatft Van deeze maand wierden eenige conferéntien gehouden , tusfchen Gecommitteerden van de Schutterij en het exercitie Genoodfchap, omtrent eenige fchikkingen welke plaats zouden grijpen op het aannaderend jubelfeeft der Univerfiteit alhier, beftaande in het rangeeren der gelederen, uitzetten der wagten en poften als anderiints.  KORTE BESCHRIJVING VAN FRANEKER, Jf^nwffor is een ftad in Wefterge (gelijk wij voor ueezen gezegt hebben,) heeft de derde Item in dé vergadering der Staaten van den Landfchappe van Vriesland j nopens de limiten en jurisdictie ftrekt het zig zoo verre uit als eene der 11 Steeden. Heeft drie land-poorten Ooft-, Wcft- en N border poorten, bij elke poort ftaan eenige ftukkenzwaar gefchut, buiten de Wefter poort is het Vliet of de voorftad, beftaande in ruim 100 huizen, waar agter zommige fchoone hovingen en bouwlanden, Een fraij Bolwerk beplant met boomen, verzierdÈ de ftad rondsom. Heeft drie doorgaande wateren en ligt in een zeer lugtige contreije, zoo van kostelijke weid- als koorn-ïanden. Is voorzien met twee vrije jaarmerkten en een weekmerkt. De ftad heeft 6 regeerende burgemeefters en 30' yroedslieden, de burgemeefters hier onder gerekend, de tegenwoordige regeerende heeren zijn de volgende: Burgemeejieren. Andries Salverda. Jr. L'A. J. J. Rengers. Feico B. Wasfenaar. Aggazus Eidfma. Salomon Jongma. Mr. CornelisScheltema,' H. T. van der Meulen. Secretaris. F Vroeds^  BESCHRIJVING van Vroedj Andries Salverda 1728 Petr. N. Lomars 1741 F. B. Wasfenaar T747 Aggseus Eidfma 1754 Jan Feikema *755 Johannes Ennema 1755 Salomon Jongma 1763 H.T. v.d.Meulen 1764 Klaas Kroes 1765 Mr.TjeerdBanga 1765 Adam Lentz 1765 Paulus Haitfma 1767 Pieter Sijsverda 1767 Harm. Brouwer 1768 Feiko Lemkema 1768 Jill. Jans Jellema T769 'chappen. Johannes Ippinga 1769 Klaas Mulder 1769 Broer Adama 1771 Simon Cleifma 1774 Douwe Wijtema 1776 Eife Jeltes Eifinga 1777 G. H. Eeeting 1777 Sinejeltj, Brouwer 1777 Klaas L. Raderlma 1777 Dr. Jacobus Salverda '779 Th. K. Wijgerfma 1780 Jr. L'Amor. Joachim johan Rengers 1781 Jan Ev. bcheltema 1781 Bart Joh. Bouwens 1784 Verdere Ambtenaar en: Johannes Ennema, Rentmeefier. ' Mr. Tjeerd Banga, Ontv. der Geeftel. goederen. Pieter Hilarius, Procureur Fiskadi. Cornelis Maasbach . Stads Majoor. Pieter Metzelaar, Stads Executeur. Aage Haitfma en Hans Roft, Booden. De ftad is verdeelt in drie Espels, als Ooft-, Wellen Noorder Espel, ieder Espel heeft vijf Burger Officiers , naamlijk één Hopman , Luitenant, Faandrik, eerfte en tweede Sercheant, ieder Officier heeft zeven Adelborften of Schutters onder zig, welke Officier elk hun beurt met zijn volk de wagt waarnemen, makende te zamen 120 man uit. Exerceeren om de 14 dagen eens naamlijk om de andere Zondag nademiddags te 4 uur. Oos-  FRANEKER Oofter Espel. j Noörder Esoel. Hopman, J. Imuema l Hopman, K. F. de Jont Luiten., N. Scheltema Luitenant^ Af. Sxe$jts Faandrik, F. Herfst Fajtndrik) D,. Nofa 1 Sereh , K. K de Jong i Serchearit,'27z Emmert 2 Sereh., B. Muttelman. 2 Sercheant, J. Sfijkfmdi Wefter Espel. Aè\aé%nu 'w7vTd~KIas Hopman, F. Sannes . Gewald., N. Scheltema Luitenant, J Haitfma Secret., D. Waatdènburi Eaandnk, ü. Lijllira Wagtm,, C Maasbdck 1 Sercheant, W. v. d. KlaA Burg, Tamb., D. Lomars 2 berch., J. BroerJma. \ OnrierWagtra., dezelve. Daar en boven is in de ftad een Exercitie-Ge-noodichap, verdeelt in twee Cdmpagnien, makende te zamen ook circa 120 Man uit, de nameri der tegenwoordige Officiers zijn de volgende: Eerfte Compagnie. Tweede Compagnie. n ■ ■ T, ~ . , Capitein, T. S. barna Capitein, H. Turnhout Luitenant, J. Dekeïh Luitenant, F. Romar Faandrik, J. Scheltema t aandr,k, E. Drabbe 1 Sercheant, S. M. Andld cCrCï'' £ ZaaJdnih ï^K B.Eidfma^un.% Sereh ,