MAATSC1I. DER NEDERL. LETTERK. TE LEIDEN. Catal. bi. Geschenk van Tooneclslukken , 1841.    H U w 'e L Y K A N* T O N I O, ZANGSPEL. zymle liet vervolg op liet zangfpel R 1 C HARD LEEUWENHART, KONING VAN ENGELAND. GEVOLGD NAAR HET FRANSCHE, DOOR BARTHOLOMEUS R U L O F F S. Te AMSTERDAM, 6y J. HELDERS en A. MARS, in de Nes. 1791. Met Privilegie.   AAN DE HOOG WELGEBORENE JONGVROÜWE JOANNA ELISABETH VAN DER W Y C K. * 3 Geen  GeeiikVrindfchsp, by geval geboren, Uit achting van een oogenblik; Die nimmer langer ftand zal houden Dan 'c tydftip 't welk haar oorfprong was: Of zulk een vrindfchap, in wier aanfchyn • En woordenkwisting en geflreel De oprechtheid vuurig tracht te blaaken, Intusfchen valsheid zich vermomt; Of zulk eene, uit wier grilligheden Zich de oiibeltendigheid doet zien, Gelyk aan de ydle en wufte mode, Die by veranderingen leeft; Of wel zulk eene, in welker laagheid Zich 't vrekkig zelfbelang vertoont, Door avrechts vleijen, fchandlyk kruipen, Alleen oin voordeel en genot: Neen:  Keen: eene vrindfchap die kan roemen s Dat haar hoogachting heeft verwekt', Die niets beoogde of zal beó'ogen, Het geen haar tot verachting ij: Zulk eene is 't, die zich durft vervoegen Waargy, ó van der wyck! op 'tland, Ontvoerd aan 't woest gewoel der' Heden, Een ilille ruste en kalmte ervaart; Waar ieder met u moet erkennen, Dat in de eenvouwdige natuur Zich meerder fchoonheén faamen mengen, Dan ooit door kunst wierd uitgedacht; Waar 't lief gezang der vliegende orgels Het fomber woud weérgalmen doet Van zielverlokkende geluiden, Zelfs langer dan het daglicht gloeit: Waar olmen-, eiken-,populieren-, Waar dennen beuk- en lindenblaén., D«  De doodftille eenzaamheid afwisleti Door 't blaszen van den koelen wind; Waar gy, by vliet of beek gezeten, D'Arnaud in zyn tafreelen roemt, Of Gellerts nutte zedclesfen Ter uwer leeringe onderzoekt. Dat myne vrindfchap u daar vinde, U ftoorend voor een oogenblik In wandling en befpifgelingen, Om u haar offer aan te biên. Zy wil, niet vreugd, dien tyd gedenken, Toen zang en fpeelkunst, dag aan dag, U ,yvrig ftreelend, bezig hielden, Daar u haar offer fteeds geviel, Wanneer meteen de poè'zye, Uwe aandacht altyd aangenaam , Het tydverdryf bevallig maakte, Toen de uuren vlocgen, als om ftryd. Die  Dit zangrpel mooge uw hart bekooren. Het word door my u aangeboón Gelyk een offer myner achting, Waarvoor de zuivre oprechtheid pleit. Dat u 't naïve inneeme en ftreele, Het geen de min legt in d^n mond Van tedre en jeugdige Coktte, En haaren vrind Antonio; Anïonio, die , aanftonds alles, Wat ooit door wondre zeldzaamheid, Kieuwsgierigheid zou gaande maaken , Laat vtaren , enkel en alleen Om zyn Colette, zyn beminde, Die hem op zusters trouwfeest wacht, Zyn eensgegeeven woord te houden, Waaraan hy werkelyk voldoet. Mogt ons de vrindlykheid gebeuren , Dat gy, in Gysbrechts ouden wal, U  U met veele audten, wüde voegen, Ty *t huwlyk ven Antonio .! Laat, laat 'er u, is mooglyk, vinden-, Kies de amftelftad voor uw kasteel. Gelyk den zomer 't buitenleven , Zo voegt den winter 't ftadvermaak. Gy kunt den fchouwburg^hier bezoeken, Die fteeds tot nutten tydwinst ftrikc In werkelooze fnipperüuren, Dewyl liy leerende vermaakt: Hy zal aan 't fpel uwe aandacht kluis»*» Gelyk aan lieflyk maatgezang; Aan vlug en welgeordend dansfen En zielverlokkende muziek. Uw byzyn zou myn' arbeid kroonen, En uw goedkeuring dat voldoen, Het welk myn vrindfchap werscht te erlangen Voor't geen zy nuit achting wyd. DeBi7*nWy«a«n4, RULOFfS. U D C C X C I»  L E E Z E R! Hoe weinig dit zangfpel, op zichzelve ftaande, zou. de uitdoen, als alleenlyk, door de vernuftige mevrouwe de beau n oir in het franse7!, onder den tytel van divertisfement , opgefleld , om de pasbekende talenten der veelbrhovende dochter des uitmuntenden gretrys te doen waercldkundig worden , is het echter, als een vervolg op het vermaarde zangfpel, r i c ii a r d leeuwenhart , hy het publiek niet ongunstig ontvangen , en in verfcheiden fchouwplaatfen met genoegen, in meer dan eene taaie, gezien , en , mjr.s oordeels, niet zonder grond, daar hetzelve door een" vrolyken faamenhang en gantsch geen onbevallige muziek de aandacht zo wel der toegeevende ken' neren als der zanggezinde liefhebberen kan gaande houden. Myn voorneemen was dit zangfpel ten eersten na de vertooning van mynen richard leeuwenhart ten toonecle te voeren; ten dien einde had ik hetzelve, >behalven de zangftukken, in prt.za in het r.cderduitsch over** 2 ge*  gebragt, en zoude daaromtrent in myn oogmerk ge/laagi zyn , byullien wylen de verdienstenen dichter B. j. roollaud, wegens dt miedek Heeren Geconmitteeri de zaaien van den fchomburg, welken ik reeds myne vertaaling van het huwElyk van antonio ter leezing had aangebooden, my het volgende niet, door een brief hadde onder het oog gebragt: „ Zo het proza doorgaat, zullen wy met zo veel vertaa„ lingen overlaaden worden, dat 'er geen mogtlykheid zal „ weezen die allen tr vertoonen, en de liefhebber) voorde „ dichtkunst zal ten tooneele zo wel by de Dichters als de Aclcurs geheel ui'gebluscht warden. ,, Be kunstjalouzy, die r,.y bezielt, is van dien aart, Jat juy niets aangenaamer is dan den roem van alle „ Dichters te zien verg! coten tot eer van onzen landaart'. Wilde ik derhalven dit zangfpel ten tooneele zien, moest ik de taak volvoeren, my opgelegd, en hetzelve geheel in vaerzen brengen, het geen , hoe fpoedig ik zulks deed, tester verhinderde hetzelve in het voorleeden fchouwbit'gfai. zoen ten tooneele te voeren. liet zal onnoodig zyn vérder iets hierby te voegen, dan dat ik geoordeeld heb, daar het met den aart van 103'  tomtelflukken gelyk het huwelyr van antonio bit r overeenkomt voor toi en tu, voor zo veel het niet hindert, jy ef jou ,boerenvolk , op een afgelegen dorpwoonende, of perfoonaadjes van geringe geboorte , te%en elkander en fpreckende, dan u en gy , welke mai.ier van f[>: ecksn alleen by luiden van metr opvoeding, plaats heeft, in den mond te leggen. Alhoewel ik niet durf vertrouwen dat dit zangfpel met de algemeene toejuiching zal praaien , waarme ie iïiciiaro leeuwenhart zich by deszclfs vertooning begunstigd zag, durf ik echter van de toegeevend'ieid onzer kunstken' neren, die nu en dan nog al plaats heeft, verwachten da; zy de pooging van mevrouw de beaunoir , om de jonge juffrouw g r e t r y roem te doen verwerven, en ter bekroo' tiing van die welgefaagde vervaardigfler van de muziek, niet minder zullen goedgunstig over een en ander oordeelen dan de franfche natie, ten opzichte van dit zangfpel, gedaan heeft; gelyk blykt uit eene toewying aan den hertog sereste brancas, prins van navarre, bef lande in de volgende regelen , met welken ik ,dit bericht eindigende , den leezeren geen ondiemt denk te doen, dezelven hier te laaien volgen. ** 3 Vous  Vous qui, du jour de ma naisfance Avez poni raoi fait un jour de bonheur, Agicez d'un enfant auteur Le juire hommage et !a reconnaisrance. S'il n'eutpoint retisfi, jugez de fon regret. 11 s'occtipoit de vous bien p'us que de la gloire. En faifant Ton ouvrage, il vous le dedioit; Le fucces le couronne: il est tenté de croire Que 1c Public etoit dans le fccrèt.  De Gecommitteerden tot dezaakenvan den Schouwburg hebben, volgens Octroy door Hunne Ed. Groot« Mog.de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, den eerden November, 1787, aan hen verleend, het recht van deze Privilegie, alleen voor den tegenvvoordigen druk, van HET HU WEL YK VAN ANTONIO, zangfpel, vergund aan j. helders en &, MARS» Amfteldam, den 10 September, 1791. Geen Exemplaaren zullen voor echt erkend worden, dan die door één' der Heeren Gecommitteerden onderteekend zyn. PER-  VERTOONERS. matiiuryn, oud landpac ht er. mathurine, vrouw van Muthuryn. kicolaas, landpac ht er. nicole, vrouw van Nicolaas. theresia, "J V dochten van Nicolaas en Nicole. colette, j ANTONI, \ Mtmmtn yan Matliuryn t„ Mathurine. antonioj een notaris van het dorp. een jonge pagie van de graavin van Vlaanderen en artois. eenige boeren en boerinnen. Het fpel fp^elt In het dorp, waar Mathuryn woont. Hei tooneel verbeeld een binnenvertrek , in het boerenhuis van Nicolaas.  HET HUWELYK VAN ANTONIO, ZANGSPEL.   HET H U W E L Y K VAN A N T O N I O, ZANGSPEL. EERSTE T O O N E E L. THEE.ESIA) COLETTE. COLETTE, bezig zynde THERESIA eerf bruidi hoed op te zetten. ARIA. Dat deze hoed, u opgezet door my, Waarmee gy woogi pronken , Van uw geluk een kenmerk zy: De vrindfchap heeft u dien gefchonken, De oprechtheid zet hem fchoonheid by. 'k Hoor, in groote fteden, Siert men, dus de meisjes, heden Wel duizendmaalen, om gewin; Maar, op het land, alwaar wy leeven, Word fteeds dit fïeraad gegeeven, Ten blyk van waare huwlyksniin. A THE"  a HET HUWELYK VAN ANTONIO, THERESIA. ója: dit fieraad,dat de vrindfchap my opzette, Is een gefchenk van ongeveinsde min. COLETTE. Helaas 1 THERESIA. Gy zucht!., waarom, Colette? COLETTE. Elk is gelakkig... T II E R E S IA. Zyt gy't ook niet, myn vrindin? COLETTE. Denkt gy dat ik het feest des trouwdags kan aanfehouweu Van goede Mathurine, en d'ouden Mathuryn, En zonder dat ik daarvan aangedaan zou zyn ? THERESIA. Veins niet, myn lieve zus! zeg liever, dat myn trouwen U zuchten doet, en droevig maakt van geest, En geenszins 't vieren van het feest Van Mathuryn en Mathurine. COLETTE. Och! zuster, Gy raad het juist. Myn hart waar' veel geruster , Zo thans Antonio hier waar'. Hoe zou hy my Dan, op jou bruiloftfeest, ten dans geleiden; Hoe wel te vreden zouden wy, Daar moeder ons niet zou beknorren of ons fcheiden, Dan vrolyk praaten, onderling! Maar  ZANGSPEL. 3 Maar foei, dat hy juist heenen ging, Den dag voor't feest van zyn' grootvaderen grootmoe. Voor 't bruiloftvieren van zyn' broeder!.. ^er : En denk, wat is 'er de oorzaak van? Niets anders dan om iemant te geleiden : 't Is waar, het was een oude, een arme blinde man. Maar voegt het, zeg, dat hy me hierom moet verbeiden? Neen , in de daad , dit heeft geen fchyn, Hy had my vast beloofd deez' dag hier weêr te zyn. THERESIA. Wil maar niet vreezen, Het is nog vroeg. Misfchien komt hy wel dra. COLETTE. Dat kan wel zyn.. Hy moest nu hier al weezen. THERESIA. Colette zus.. COLETTE. Therefia!.. DUO. THERESIA. Zeg me eens wat voelt jouw hart als jy bent by malfcadr? COLETTE. Verwarring. AH' myn leden beeven. THERESIA. Wat word het, als je hem aanfchouwt, gewaar? COLETTE. Iets, 't geen beide ons vreugd kan geeven. A 2 THE"  4 HET HUWELYK VAN ANTONIO, THERESIA. Als by vertrekt ? COLETTE. Een felle ftnart. THERESIA. Eu als by keert? COLETTE. Iets flreelends voor myn hart*. THERESIA. 't Is de liefde , Die jou griefde , Lieve zuster, hy Trof jou zo wel als my. THERESIA. COLETTE. Zuster, ja, hetisgeenfchyn, Zuster,hoe, ishet gcen.fchynT «t Kan in de daad niets anders Zou het waarlyk liefde zyn? zyn. THERESIA. Als hy van jou is gefcheideiv? COLETTE. Ulyf ik verlangend hem verbeiden. THERES IA. Als je hem dan weder ziet ? COLETTE Weg is myn verdriet. THERESIA. Al jouw verdriet? THERESIA. COLETTE. Liefde doet u beide blaaken: Liefde doet my voorhemblaaken. Hy zal jou- gelukkig maakcn. Hy zal ons gelukkig aiaaken. Alles leeft in zyn gebied. C O-  ZANGSPEL. 5 colette. Wel nu , zo liefde,in myne zinnen, De neiging, voorAntonio, verwekt, Durf ik wel wedden dat hy my ook zal beminnen. óDit geheim wordt ras door my ontdekt; En zo 't dus is dat wy malkandren liefde draagen, Dan kan men ons in't huwelyk doen treên. theresia. Gy beiden zyt nog veelde jong. Waar zou dal heen?' Had gy myn jaaren, 't waar' te waagen» colette, fpytig. Slechts één jaartje ouder maakt my waarlyk oud genoeg, colette. Colette, word niet boos. 'k Zou alles wat men vroeg, Behalven mynen bruigom, geeven, Zo onze trouw wierd op een' zelfden dagvolbragt. Maar'kmoet naar Mathurine. Ikword'er nu gewachtDoor blydfchap, zusje lief! door blydfchap aangedreeven, Vlieg ik 'er heen. Daar jy Antonio bemint, Durf ik. wel wedden dat hy alles in jou vind. TWEEDE T 0 0 NEE L. colette. ARIA. Ach! welk een vreugdf Wat zielgeneugt! Zo 'k my mag ftrcclcn, Met Antcnio te deden- A 3 b>  6 HET HUWELYK VAN ANTONIO, In 't ftreclend zoet Dat myn verlangen voed ! Wy zullen dan malkandren lleeds beliaagen! Standvastig weÊrzyds liefde draagen , Die, wat bet woên des tyds ook moog' beftaan, Steeds groeijen zal en nimmermeer vergaan. DERDE T O O N E E L. COLETTE, ANTONIO. ANTONIO. Ha, dag, Col ette. Ik wil je groeten, COLETTE. Dag. ANTONIO. Jy komt my niet al te vrindelyk te ontmoeten. COLETTE. Ik ben geheel niet in myn' fchik. ANTONIO. Waarom niet ? COLETTE. Omdat jy een ftoutert bent. ANTONIO. Hoe! ik? COLETTE. Ja zekerlyk. Van my zo yllings af te fcheiden, En dat Hechts om een' blindeman te leiden?,. ANTONIO. Kon ik het weigren met fstfoen? Hy  ZANGSPEL. 7 Hy had my niet meer dan een" enkleii dag van doen; En zo jy wist wat daar nog al is voorgevallen... Die arme blinde man was geenszins arm of blind. COLETTE. Hoe, wat wilt gy daar toch meé zeggen ? ANTONIO. Lieve kind, Het is wel de aartigfte gebeurdtenis van allen. Myn tyd, zo aartigl gy hoorde al uw leven lang Niets vreemder. Hoor: hem, dien ze hieldenvoor een'blinWas een perfoon van hoogen rang: Cden, Ily reisde al 't land door om zyn'koning weer te vinden. Zyn koning, die lang was vermist, Zat, zonder dat het iemant wist, Daarginder op het hoog kasteel gevangen. En , opdat hy den allerminften fchyn Geen' flerveling zou doen erlangen Van 't geen zyn doel betrof, hieldhy zich blind te zyn. Hy kraste op zyn viool fteeds zonder op te houên, En maakte dat al 't volkje met hem zong, 't Geen vrolyk wierd en danste en fprong. 6 , 't Is esn bestigheer, dat mag je wel vertrouwen, Een vrolyk, een gulhartig man; En, of hy ook mooi zingen kan. .1 COLETTE. Vond hy zyn* koning weêr? ANTONIO. Hy heeft nog meer bedreeven Door  8 HET HUWELYK VAN ANTONIO, Duur tronwco byltand van ecu damt: , huug van feit, En zeer beminlyk van gelaat, Die, op dien tyd , 'er was gekomen. En juist daar digte by haar' intrek had genomen. Hoe hebben ze, door listigheid, Den gouverneur van 't fterk kasteel misleid, Eer zy 't kasteel zyn ingedrongen..! 'kZal 't alles jou, hierna, omftandigdoen verftaan. Het was, terwyl zy dansten en zy zongen, En midden in de vreugd... Maar'k ben toen heengegaan, En liet ze in hun vermaak, zelfs zonder hen te groeten, Vermits Ik nergens vreugde vind Waar ik, al 'tgeen myn hart bemint, Waar Ik niet myn Colette mag ontmoeten. Zyt gy nu nog op my verftoord? COLETTE. Dat zou wat te erg zyn. 't Geen je hebt misdreeven, Is jou vergeeven. ANTONIO, haar omhelzende. Coletje lief, die my alleen bekoort! COLETTE. Ik bid je, pas toch op myn moeder. ANTONIO. Zeg me eens, hoe maaken 't toch uw zuster en uw broeder? COLETTE. Myn tyd! ze zyn zo lustig en zo bly! ANTONIO. 't Komt daar alleen van daan, dat zy 'G2«  ZANGSPEL. g Gelukkig zyn en voor malkaêr in liefde leeven. COLETTE. ó Ja, dat is, geloof ik vast, de reen. Antonio, kunt gy my niet te kennen geeven, Wat toch de liefde is? ANTONIO. Neen. COLETTE. Zyt gy dan «iet verliefd? ANTONIO. Zo ik jou kan behaagen, En dit verliefdheid is?.. COLETTE. ö, Ik zal, naar ik meen, 'tWel fchielyk weeten. ANTONIO. Hoe? COLETTE. Wel, antwoord op myn vraagen. DUO. COLETTE. Zeg me eens, wat voelt jou bare als wy zyn by malkaêr? ANTONIO. Verwarring. COLETTE. En nog ? ANTONIO. AU' myn leden beeven. IJ CO.  10 HET HUWELYK VAN ANTONIO, COLETTE. Wat word het nog, als jy me aanfchouwt, gewaar? ANTONIO. Iers. 'tgeen my 't grootst vermaak kan geeven> COLETTE. Als ik vertrek ? ANTONIO. Een felle fmart. COLETTE. En als ik keer? ANTONIO. Dan fh'eelt de vreugd myn hart. COLETTE. 'tls de liefde, Die jou griefde. COLETTE. ANTONIO. Ms geen febyn; Is 't geen fchyn?.. 'tKan. in de daad ,nieis anders Zou het in waarheid liefde zyn. zy"? COLETTE. Als jy vta my bent gefcheiden? ANTONIO. Blyf ik, verlangend, jou verbeiden. COLETTE. Als je my dan weder ziet ? ANTONIO. Weg is myn verdriet. COLETTE. ANTONIO. Liefde doet ons beiden blaaken ; Liefde doet me voor jou blaaken j Hy zal ons gelukkig maaken. Hy zal ons gelukkig maaken. AUts leeft in zyn gebied. AN'  ZANGSPEL. li ANTONIO. Wat is myn hart voldaan ! COL ETTE. óHemel! daar komt moeder aan. VIERDE T O O N E E L, NICOLE, COLETTE, ANTONIO. NICOLE. ^^at zie ik! Jy al weèr te rug gekomen? ANTONIO. Om je te dienen. NICOLE. Jy hebt waarelyk welras, Van d'armen blindeman jou affcheid dan genomen.. ANTONIO. 'tGefchiedde omdat ikby hem niet meer noodigwas, En ik by 't bruilofthouêti Van broêr en zus niet kon gemist zyn. NICOLE. Wel, 'k vertrouw, Dat jy jou inbeeld, dat men hier thans, buiten jou, De jonge lui niet kon doen trouwen! ANTONIO. Maar zeg, wie met Colette, op 't feest, Gedanst zou hebben ? NICOLE. Wees daarvoor geenszins bevreesd. Ba Of  12 HET HUWELYK VAN ANTONIO, Of denk je dat'er hier geen andren waren, Om met Colette op 't feest te dansfen, zeg? ANTONIO. Wel hoe, Zyn dan Colette en ik daar niet de naasten toe? Zeg, zyn 'er wel, van al de paaren, Genoodigden zo na als wy, Om faamen in de bogt te fpringen? Ze is van de meisjes de eerftc, ik van de jongelingen. NICOLE. Ha! ha! ANTONIO. En hier komt nog iets by Dat jy niet weet. NICOLE. Wel, wat mag dit toch weezen? ANTONIO. Dat ik Colett' bemin en haar heb uitgeleezen. NICOLE. Wel zo , wel zo!.. ANTONIO. Nu blykt het zonneklaar, Dat ons het huwelyk ten eersten moet verbinden. N IC OLE. Dat kan ik nog zo zonneklaar niet vinden. ANTONIO. Wel trouwt men hen niet aan malkaêr, Die zich oprechtelyk beminnen? NI-  ZANGSPEL. i$ NICOLE. Dac gaat niet vast. ANTONIO. Is 't niet om dat Therefia En broêr malkanderen bezinnen , Dat jy h.n t'faam doet trouwen, zeg? NICOLE. Wel ja, Maar heeft hen Mathuryn, om wel te kunnen leeven , Geen goed fuik lands gegecven? ANTONIO. 6 Ja , dit 's alles waar; Maar zeg me eens, zou men haar, Indien ze geen verliefden waren , Dan met malkandren laaten paaren? NICOLE. Maar, weet je dat Colett' jou mint? Keeft ze in jou zin? COLETTE ó Moederlief! of ik hem min! NICOLE. Zo, zo, 'kben waarlyk bly datmy zulks is gebleeken. 'kVeibied je beiden, van nu aan, Ooit met malkandren om te gaan, Te faam te dansfen of te fpreeken. COLETTE. Maar moederlief.. 35 3 NI*  14 HET HUWELYK VAN ANTONIO, NICOLE. Zwyg (lil. ANTONIO. Maar.. Iaat... NICOLE. Wil jy wel zwygen! Schaam jy jou niet zo jong de liefde in 't hoofd te krygen; En , zonder dat je weet of ik het raadzaam vind, Zo maar te zeggen aan malkaar, dat je bemint? ROMANCE. COLETTE. 'k Dacht jou geenszins te verftooren, Door myn minbekentenis. Mag de mond dan niet doen hooren Waar het harte vol van is? Maar, lieve moeder, Ei, word toch niet verwoeder. Wat hy me ook hooren deed, hy fpoort vergeefs tny a*n..« By het trouwen, 'tFcestiydhoufn, Zullen we arm in arm wel gaan, Maar jy zult van ons niets verdaan. TE SA AMEN. By het trouwen , £?c. ANTONIO, tegen Nicole. 'tls zo ftreeleiid, als we minnen, Steeds te fpreeken van >}at zoet. 'tGaat me waarhk aan de zinnen, Als ik daarvan zwygen moet; Maar , wees te vrede n, 'U Spreek  ZANGSPEL. 15 'k Spreek van haar tederheden, Daar zulks aan jou mishaagt, haar liever nooit wcêr atu. By het trouwen, *t Feesttjdbouên, Zullen we arm in arm wel gaan, Maar jy zult van ons niets verdaan. colette, antonio. snicole. By het trouwen, By het trouwen, 'tFeesttydhouên, 't Feesttvdhouên, Zullen we arm in arm wel gaan, Zal jy arm in arm niet gaan, Maar jyzult van ons niets ver- Noch malkaêr iets doen verdaan, daan. VI F D E T O O N E E L. nicolaas, nicole, colette, antonio. O «7 A T U O R. nicolaas en nicole, plaatCen zich ter linker zyde van het looneel, zingende zeer fterk, terwyl Colette en Antonio, ter rechter zyde geplaatst zyr.de, malkanderen den rug toe keeren, zingende zeer zacht. nicolaas. Zeg my, wie maakt hier dit geweld? nicole. "k Mis byna mvne zinnen. nicolaas. Wel nou, fpreek op, wat is 'er dat jou kwelt? nicole. Dat kleuter dmft hem minnen.  lö HET HUWELYK VAN ANTONIO, NICOLAAS. Heeft ze op zyn min haar hart gefield ? NICOLE. Hy wist haar hart te winnen. Zyis geheel op hem getteld. NICOLAAS. COLETTE, ANTONIO. • 'tls goed. Ik hen te vreê. Spreek my toch zachtjes aan, NICOLE. °Pdat *y geen woord veiftaau. ♦tlskwaad. Gy fpot'ermeê. NICOLAAS. Laat zulks aan jou behaagen. NICOLE. Wie zou't ooit verdraagen ! Zag jy liun trouw niet morgen graag ? NICOLAAS. In plaats van morgen liefst van daag. ANTONI O. Hoe klopt jou harte ! COLETTE. 'tls vrees en fmane. TE SA AMEN» Spreek my toch zachtjes aan , Opdat zy geen wooid verllaan. NICOLAAS. NICOLE. Als me als Colette is, zo bekoor- Ze is al te jong, 't is niet behoor- lyk, '>'k» Heeft liefde ooit dan te vroeg ge - Dit men zo vroeg reeds is ver- griefd ï llefa'  ZANGSPEL 17 antonio. colette A's m'als Colette is, zo bekoor- 'k Ben al te jong, 't is niet behoorlyk, ïyk. Tegen Artonio. Heeft liefde ooit dan te vroeg ge- Zeg niet datje op my bent verliefd? liefd. nicolaas. Antonio, wees jy maar wel te vreden. Myn vrouw is wel wat nors; Ze fchreeuwtwel fterk en buldert fors, Ja! maar ze luistert ook naar reden; Want, in haar hart is zy toch een goed wyf; Heb maar een poos geduld., 'tls buiten kyf Dat ze, in den tyd van twee, drie jaaren, Joului wel faamen zal doen paaren. ZESDE TO O N E E L. matiiuryn, mathurine, nicolaas, nicole, antoni, theresia, a n t o. nio, colette, een notaris. liet boerenvolk geleid, zingende en dans Jen de, mat hu' ryn, mathurine, antoni en theresia op het tooneel. C h o o r van Loeren en Boerinnen. Wel aan, men zinge met malkaêr, Verheugd ter eer van 't oude en 't jonge paar, notaris. Ieder Ieefryd fcbenkt vermaaken, Elk failoen heeft iets dat vleii. MA-  12 HET HUWELYK VAN ANTONIO, mat h urt n. Lierde doet de jongheid blaaken. antoni. Le oude zal naar vrindfchap haakcn. nicolaas. Door geluk word vreugd bereid. matuur y n. Wy zien voor herfst eerst lente bloeijen, theresia. 'tGebloemte voor de vruchten groeijen. notaris. Dus krygt alles vruchtbaarheid. c ii o o r. Welaan, men zinge met malkaêr, Met vreugd ter eer van 't oudj en 't jonge paar. notaris, tegen Thcrefia en Antonio. Komt, kinderen, treed toe. Gy zult Op dit contract, den dag, die uwen wensen vervalt, Thans plechtig heiligen door 't tqek'nen uwer Hamen. Tegen de Overigen. Gy, die hier heden niet malkaêr Verfcheenen zyt, moet dit contract ook teek'nen, maar In order; elk naar rang; gelyk het zal betaamen. Voor eerst de vrinden van den bruidegom; daarna De nabeftaanden van de bruid, Therefia, En dat wel zo te rekenen, Naar ieder zal vermasgfehapt zyn: Gy, ris grootvader van den bruigom, Mathuryn, Zyt de eerfte, die zyn' naam behoort te tekenen. Vet-  ZANGSPEL. i9 Vermits zyne ouders niet meer zyn in wezen, zal Het zeer welvoeglyk zyn , dat men, in dit geval, Zich niet van hunn' handtekening bediene. Nu, is 't uw beurt, gy moet Nu volgen, Mathurine. Zo, zo, zeer goed. & U A T U O R. Zodra antoni en theREsia het contract tttterte* kend hebben , plaatzen ze zich in het midden van het tooneel. antonio en colette, die zich, zonder dat het iemant is gewaar geworden, by malkaêr gevoegd, en geplaatst hebben ter zyde op het tooneel doen alles wat antoni «theresia verrichten, zo wel in zang als in gebaarden na. Le n o t a r i s, aan de andere zyde van-het tooneel fiaande, leest voor nicole het contract. Zy fchynt met mathuryn en m a t ii urine eenige zaaken in het zelve gefchreeven te willen uitpluizen. Intusfcben nicolaas lagcht om de kinderlyke liefdebewyzen welken antonio en colette met malkaêr houden. Uy houd ze beide zo veel mogelyk fchuil voor nicole. theresia en antoni. Nu zyn wy man en vrouw: Ach ! wat men meer wenfchen zou? colette en antonio. Ach! wat men meer wenfchen zou,?.. C 2 AN.  SO HET HUWELYK VAN ANTONIO, ANTONI. In jou te beminnen, Zal al myn vreugd beflaan. theresia. Zo ik ook jou hart blyf winnen , Zie ik mynen Wensch voldaan. antonio. 'k Zal, juist a's hy, Me fteeds gedraagen. colette. En, zo als zy Poogt te behaigen. Zal je ook zyn bemind van my. ALLE vier. Wat ook op aard' verandren zal, Myn liefde en trouw liaan ahyd pal. theresia. Deze hand, die "k nu mag drukken, Staafde ons wenschlyk trouwverbond. ANTONI. Deel, die 'kkosch, deed my gelukken Alles waar ik vreu«d ia vond. antonio, Cokites hand nemende. Laat dez; hand een kuschje erlangen. colette. Maar met beleid. antonio. Mei tederheid. colette. Geef me uwe h?.nd, Iaat ik ze eens prangen.  Z A N G S P E L, 21 antonio. Met tederheid. colette En met beleid. c H o o R van Boeren en Boerinnen, zeer zacht zingende. Wilt wat oppasten, En fpreekt wat zacht. Zie de oude, hoe ze tracht Jou te verrasfen. a n T O n l Datdecskusch aan jou ontdekke, Doe getrouw 'k n acht cn min; THE.res1 A. Dat dees k-.isch jou borg verftrekke, Hoe zser ik jou bezin. Ze omhelzen malkandertn, antonio. Zie ze eens kusfehen, Hun liefde blnsfcben. Oaat dit niet jou hart te fi»? c OLE ttE. 6 Ja, antonio, tegen Colette. Wil je my dit ook vergunnen? colette. Ja, zo zy't niet merken kunnen. antonio. Daar. 'tls klaar. CIIO O R van Boeren en Boerinnen , zeer zacht zingende, Wilt wat oppasfen, CS En  aa HET HUWELYK VAN ANTONIO, En {preek: wat zacht. Zie de oude, hoe ze tracht Jou te verrasfen. THERESIA en ANTONI. Hoe wenfchelyk is thans ons leven ! Alles brengt ons blydfchap by. Niets kan ons heil te boven ftreeven, Daar de liefde u fchenkt aan my. COLETTE en ANTONIO. Laaten we ons dees vreugd ook geeven, En doen wy faamen net als zy. THERESIA en AN" COLETTE en AN T O» TONI. NI O. Hoe wenfchelyk is thans ons le- Hoe wenfchelyk is thans hun leven! ven! Alles brengt ons blydfchap by. Alles brengt hen blydfchap by. Niets kan ons heil te boven ftree- Niets kan ons heil te boven ftreeven , ven, Daar de liefde u fchenkt aan Haar liefde ook keft voor tt my. en my. NICOLE, Colette en Antonio betrappende, fcheid ze van elkander. Moet ik jou dan weêr betrappen met je beiden? Wil jy hier komen, looze pry? M ATHURYN. Waarom de kinders toch van een teicheideu? NICOLE Wel, zy zyn op malkaêr verliefd. MATHURYN. Best. Laat ze vry. NI-  ZANGSPEL. 23 NICULE; Ze willen trouwen. MATHURYN. Goed. Moet jy daarom zo ky ven? NICOLE. 't Zyn nog maar kinderen. MATHURYN. Zy zullen 't fteeds niet blyven. NICOLE. Ze hebben niets. MATHURYN. Wees i.iet bevreesd, Door arbaid zullen zy wel lpoedig wat vergaêren. NICOLAAS. Maar, vrouw, indien wy hen nu laaten paaren, Zo kunnen wy van een heel bruiloftsfeest De kosten en de moeite fpaaren. NICOLE. Jawel, voor't fpaaren van een'maaltyd zullen zy, Daarna,een jaar op onze kosten leeven. MATHURYN. 'kZal hen de helft in uiyncn akker geeven. NICOLE. Het linnen, dat tot bruidskleedy Voor haar zou dienen konnen , Ligt daar nog, en heeft zy Nog lang niet afgefponnen. THE'  24 HET HUWELYK VAX ANTONIO, THERESIA 'k Geef haar de helft van 't myn'. NICOLE. Neen, neen, zeg ik: want zie, Ik wil vo'.ftrekt myn flem niettothaartrouvven geeven. En zo men my durft tegenftreeven.,. Ze zul'en wachten, nog voor't minde een jaar of drie. ZEVENDE TOONEEL, DE VOORIGEN, PAGIE. PAGIE. IVlag ik wel vraagen, goede vrinden, Of een van u aan my ook zeggen kan, Of hier, In 't dorp , een' jongen is te vinden , Die gisteren een' armer, blindeman Geleidde ? Antonio word hy geheeten. NICOLE. ó Ja, mynheer, ja wel te weeten: Daar is hv. Gy kunt hem weer met umeê doen gaas. PAGIE. Antonio, ik kom om u te doen verdaan Dat, nopens uw gedrag, Elondel zeeris te onvreden. Hy wilde U aan den vorst en de graavin doen zien. Zo yllings van hem weg te vliên, En zonder dat gy hem eens groette!.. ANTONIO. Ik kon op heden Niet  ZANGSPEL. 25 Niet by hem blyven. Dit zeide ik hem gistren, en Wanneer ons groote heeren Niet meer behoeven , om te doen't geen zybegeeren, Wat hebben wy dan toch te doen by hen? PAGIE. Een blyk van dankbaarheid te erlangen, En voor gedaanen dienst 't verdiende loon te ontfangen. Verr' dat Blondel uw' dienst vergeet', Als ook de vrindfchap , die gy hem op gistren deed , Verhaalde hy zulks de graavin en ook den koning. By 'tgeen gy van Blondel ontfangen zoud, Zend elk van beide u nog een gift tot uw belooning. Neem dees drie beursfen aan, met goud. Voords zullen ze uwen dienst gedenken, En waar ze kunnen u altyd met gunst befchenken. ACHTSTE en LAATSTE TOONEEL. alle de vOorigen, behalven de pagie. choor van Allen, behalven antonio. Wat goud! wat goud ! Wil 't wyslyk fpaaren, En 't zo bewaaren, Dat gy 't behoud. antonio, geeft eene der beursfen aan Mathuryn, een andere aan zynen broeder, en de derde aan Colette. Tegen Mafhuryn. (plicht. Myn rader, neem dit aan ,'k ben't jou, als kind, verD Tè'  HET HUWELYK VAN ANTONIO, Tegen Antoni. Myn broeder, laat jou dit een blyk van vrindfchap weezen. Tegen Colette. £)ees laatfle gift van liefde is voor rnyne uitgeleezen. NICOLE. Waarom flapt hy toch van alf 't goud zo ligt? ZANG. ANTONIO. Hoe Weinig is die lchntmy waard'! Colette is ai myn Ichat in 't leven : Haar my niet tot vrouw te gecven, tvccmt my alles weg op aard'. Laat u mynen fchat bcliaagen, Ik verlaat al 't huisgezin, En vvensch nier> van hier te draagen, Dan trouwe min. NICOLAAS. Welaan, laat ze faamcn trouwen. THERESIA eu ANTONI. Zie zyn droefheid aan. MATHURYN. Zou gy *t wel aan kunnen fchouwen, Dat hy van hier zou gaan ? ANTONI. NICOLAAS. Zi hoezy malkaêr beminnen. Zie hoe zy malkaêr beminnet» T BERESIA. Zy zyn faamen eens van zinnen. Zy zyn faamen eens van zinnen. NICOLE. Zo vroeg in haare jeugd ? CHOOR.  ZANGSPEL. 27 choor. Des te langer duurt hun vreugd. mathuryn en antoni, Nicole de beursfen, die se van antonio ontfangen hebben, aanbiedende. Om hen te paaren Zie daar al *t goud. Waar of 't meer aan houd ? nicole. Aan hunne jaaren. Zo vroeg in haare jeugd ? choor. Des te langer duurt hun vreugd. nicolaas. Hoor, wyfje lief, jy doet my daaglyks weetea, Dat jy meestres bent van het huis, Nou, dat is wel, maar, zonder veel gedruis, Moet ik je ook zeggen (en dit zal je niet vergeeten,) Dat ik 'er meê wat heb te zeggen. Ja, gewis. Dees kindren zyn verliefd, 't geen zeer natuurlyk is; Zy wenfchen faam in 't huwelyk te treeden. Wel nu, dit heeft zyn reden: Het gantfche dorp zag graag hen bruidegom en bruid; Ik keur dit goed en geef ze elkaêr; daarmede is 't uit. antonio en colette, neemen ieder eene hand van nicole, welke ze tederlyk menigwerf kusfchen en met derzelver traanen bevochtigen. antonio, tegen Nicole. Ik wensch Colette alleen van uwe hand te ontfangen. D 2 co-  2« HET HUWELYK VAN ANTONIO, COLETTE. Zo 'k jou toefïemming, op deez' dag, niet mag erlangen, Myu lieve moeder, zal ikfterven van verdriet. Doch , zonder jou goedkeuring trouw ik niet. NICOLE. Haar fmeeken kan al myne gramfchap Billen. Myn kinderen, welaan. Terwyljou vader 'twil en 't reeds heeft toegedaan. En 't heele dorp bet ook dus graag zou willen, Zo trouwt. Bemint malkaêr, En leeft gelukkig en te vreên nog menig jaar. BEURTGEZANGEN, COLETTE. By 't nadren van het lentfaizoen, krygt alles fchoonheid en nieuw leven. Dan pronkt gebloemte en jeugdig groen, Op 't veld, in tuin en in de dreeven. En "t vogeltje, geneigd tot min, Zweeft, zingend*, door de frisfche Maêren, Heeft elk faizoen zyn vergenoeging in , De liefde bind zich aan geen jaaren. CHOOR. Heeft elk enz. MATHURYN. Al ben ik tachtig jatten oud, 'k Mag van de liefde nog wel hooren. MA-  ZANGSPEL, 29 MATHURINE. Uw vrouw, die zich niet jonger houd, Kan ook jou liefde nog bekooren. Zy leeft fteeds voord, verblydvan zin. ])e winter doet ook vreugd vergaêrcu. Heeft elk fatzoen zyn vergenoeging iq, De liefde bind zich aan geen jaaren. C HOOR. Heeft elk enz. THERESIA De min Cz^S1 LifeO is wulpsch van aart, Hy eischt geftreel en dartelheden ; Doch, naar 't haar moeder openbaart, Bezeert hy ernst en kiefche zeden. Elk heeft haar réén op 't Huls van min Zich dus verfcbillend te verklaaren. Heeft elk faizoen zyn vergenoegin g in, De liefde bind zich aan geen jaaren. C IIO O R. Heeft elk enz. ANTONIO, tegen de Aatifchouwers. De lcttervordring komt door vlyt, En de oefning doet ons doel gelukken, Men leert, by trappen, door den tyd, Verdicnltclyke lauwren plukken. Het is uw gunst,uw fchouwburg-min, Die ons veel voordeel doet wgaeren. D % Toont  £0 HET HUWELYK VAN ANTONIO. Toont ons die flceds en tornt bier vlytig in, Dan groeit onze yver alie jaaren. CHOÓR. Het is uw gunst, uwfehouwbarg-min, Die ons veel voordeel doet vergaeren. Toont ons die fteeds en komt hier vlytig hl, Dan groeit onze yver alle jaaren. EINDE.