MISSIVE E N MEMORIE DOOR ZYNE HOOGHEID DEN HEERE PRINCE VAN ORANGE EN NASSAU AAN HUN HOOG MOGENDE OP DEN 7 OCTOBER 1782 OVERGEGEVEN. Houdende een gedetailleerde opening van zyne gehoude directie als ADMIRAAL GENERAAL VAN DE UNIE.   c n Extract uit het Regifïer der Refolutien van de Hoog Mog. Heeren Staaten Generaal der vere.enigde Nederlanden. Luna den 7 O El ober 1781. CYne Hoogheid de Heer Prins van Orange en NafTau , ter Vergadering gecompareert zynde, heeft in Perfoon aan haar Hoog Mog. overgegeeven eene Miflive, en Memorie, waar by hoogft defelve, ingevolge van het geen Voor eenigen tyd op fig genoomen had, een gedetailleerde opening geeft van fijne gehoude directie en beltier,als Admiraal Generaal van de Unie, in het byfonder, feederc dac deefe Republicq door een onregtvaardigen Oorlog door het Ryk van Groot Brittannien is overvallen : vallelyk vertrouwende, dat uit den inhoud deefer Ouvertures, en van de Stukken daar by gevoegt, ten klaarden foude blyken, dac by hoogft defelve, in fijne qualiteit van Admiraal Generaal van de Unie, alles was gedaan, het geen eenigfints mooglyk is geweeft, om, in de vervalle ftaat, waar in de Marine fig bevind, afbreuk aan den Vyand toe te brengen, en de Commercie der goede Ingezeetenen voor te liaan, en te protegeeren: volgende de voorfz Miflive en Memorie hier na geinfereert. Fiat infertio. Waar op gedelibereert zynde, hebben de Heeren Gedeputeerden van de refpedive Provinciën de voorfz Millive en Memorie Copielyk overgenoomen, om in den haaren breeder gecommuniceerc te worden. Accordeert met voorfz Regifter. 1 ■   ( 9 ) BOOG MOGENDE HËËR.EN!' Tttahs viildëil Wy Ons in ftaat gëftëld * om, ter voldoeninge aan de verpligting * welke Wy voor eenigen tyd op Ons genoomen hebben, onder het oog van Uwé tïoog Mogende, en langs dien weg, ook onder dat van de hooge Bondgenooten te brengen een aan eengefchakeld Tafereel van Onze pogingenen verrigtingen, voor en geduurende de binnen en buitenlandfche onluften, die het Vaderland met eenen onherftelbaaren ondergang bedreigen ; en daar door in de Regifters der deliberaticn, zoo van Uwe Hoog Mogende, als van de Heeren Staaten van alle de Provinciën, op té rigten een altoos duurend monument van Onze waare bedoelingen, en zuivere liefde tot het Vaderland, zoo wel als van dè ongegrondheid der vermoedens, en diffidentien > welke men feedert een geruimen tyd (met al té veel fucces voor de belangen vari de Republicq) getragt heèft teegens Ons in te boefemen aan eene Natie, onder welke Wy gebooreri en opgevoed zyn, welker belangen Onze belangen zyn, en wier voorfpoed en welvaard fteeds niet de Onzen, en die van Ons Huys, onaffcheidbaar verknogt zyn, en dus een weezentlyk, ja zelfs het grootfte gedeelte van Ons geluk uitmaaken; Wy Zyn Vërpligt geweëlt, om niet aÜëeri té tréeden in zeer veel details, die vereifcht wiérden^ om het nodige ligt te verfpreiden over alle Onze daaden en verrigtingen, in haaren famënhang befchouwd, zonder welken het tog niet mooglyk is een gezond oordeel të vellen over iemands oogmerken , en gedragingen, maar ook om tot dat zelfde einde aan Uwe Hoog Mogende, en aan dé  Meeren Staaten der reipe&ive Provinciën te herinneren verfeheide, en zelfs zeer veele omftandigheeden, die aan hoogft dezelven niet onbekend kunnen zyn. En daar Wy niet het geeven van deeze Ouvertures Ons voornamelyk geproponeert hebben , om, waarehet mooglyk, dat onderling vertrouwen te herftellen, en die harmonie te doen herleeven, zonder welken het onmooglyk zal bevonden worden , om het Vaderland uit defzelfs hooge nóód te redden en te verloffen, hebben Wy gemeend, Ons zorgvuldiglyk te moeten wagtenvan alle zoodaanige refleétien, als aanleiding zouden kunnen geeven tot vermeerderinge der animofiteiten, of ook tot verminderinge der egards en confideratien, welke die geenen, die op eenige wyze deel hebben aan 'sLands hooge Regeering, aan eikanderen verfchuldigd zyn; en uit dat beginfel hebben Wy niet willen releveeren zoodaanige uitdrukkingen, en remarques, waar in by meer dan eene Refolutie , Propofitie, of Miffive, ten aanzien van Onze Perfoon, aan die hoog nodige decentie is te kort gedaan. Wy hebben Ons eenvoudig geborneert tot het opgeeven van faéta, en gebeurteniffen, die elkonpartydig en waarheidslievend Menfch, zoo onder Onze tydgenooten , als inzonderheid onder de onbevooroordeelde pofteriteit, kunnen overtuigen, dat, hoe verre ook Ons beftuurmooge geoordeeld worden af te wyken van de volmaaktheid, egter Onze oogmerken altoos zuivergeweeft zyn, en niets anders bedoeld hebben, dan het geene Wy begreepen, en als nog oordeelen, met de waaragtige belangen van het dierbaar Vaderland het beft te ftrooken; En gelyk Wy niet twyfFelen, of de Memorie , in welke Wy het aan eengefchakeld verhaal van Onze voornaamfte verrigtingen, inzonderheid met relatie tot de Marine van den Staat, hebben doen vervatten, zal aan Ons oogmerk volkoomen beantwoorden , zoo meenen Wy ook van de Landvadcrlykc,en équitable fentimenten van Uwe Hoog Mogende te kunnen verwagten, dat hoogft dezelve met de hooge Bondgenooten, en mee Ons, wel zullen willen concur¬ reer  reereri, om de bron, waar uit de tegenwoordigë binnenlandfche onlultert en diffidentien geiprootert zyn, als nog hoe eerdér hoe bëetér te floppen^ eer het te laat zy, door het neemen van dé kragtdadigfte mefures teegens de hoogft ftrafbaare en dagelyks meer en meer Veldwinnende pogingen * die aangewend worden, om niét flegts dé teegénswoordige Regeeringsvorm te renverfeerën, maar* zelfs alle gronden van Regeering te ondernlynen * en om ver te werpen. Waar méede$ Hoog Mogende Heer en! Wy Uwe Hoog Mogende beveelen in Gods heilige protectie. Onder ftorit, • Uwer Hoog Mogertdé w 's Gravënhagé gehoorzaame Die¬ den 6 Oétober naar. 1782 Was geteekent, W. Pr. v. Orangëj B 3 MË-   ( 9 ) MEMORIE. nrOo haart als Wy in den jaare 1766 geftelt waren in de dadelyke poileiïïe der Charges en Digniteiten, die, volgen1; wettig genomene, en door elk Regent plcgu'g geilaarde Refolutien, erflyk op Ons gedevolveert waren, oordeelden Wy de exercitie van het aan Ons toebet rouwde gezag niet beeter te kunnen aanvangen, nog duidelyker bewyzen geeven van Onze erriilige begeerte, om het zelve te doen dienen tot luilter en welvaaren van dit Gemeenebelt, dan door het beraamen van de nodige middelen, om het Vaderland niet wederom geëxponeerr te laaten aan het eminent gevaar, waar aan het zelve had bloot geüaan in den Oorlog, die geduurende Onze minderjaarigheid tufichen Vrankryk en Engeland gevoert was en waar uit het zelve genoegzaam als door een wonderwerk der Goddelyke Voorzienigheid nog is gered geworden. Wy begreepen, dat het de hoogde temeriteit zoude zyn, de Republicq, in foortgelyke omltandigheeden, als die van den laatlt voorgaanden Oorlog, in den zelfden ftaa; van weerloosheid te laaten; en daar die zelfde omltandigheeden wederom moeiten plaats hebben op het minite vonkje, dat 'er van een nieuw, en zedert den laatiten Vreede altoos nog fmeulend Oorlogsvuur, befpeurt wierd, oordeelden Wy, dat in tyds, en op zodanig eene wyze, dat geen der Nabuuren met grond eenigen argwaan deswegens konde opvatten, voor de veiligheid en befcherming van het Land tegen een opkomenden Oorlog behoorde gezorgt te worden. Na dat Wy Ons derhal ven de noodige onderrigting hadden laaten geeven nopens den Haat der Financien van ieder der Bondgenooten, om te kunnen opmaaken, tot hoe verre de kollen der zoo noodzaakelyke vermeerdering van 'sLands Zee en LandMAGT, daar uit zouden konnen gevonden worden, werd 'er door Ons en den Raad van Staate genoegzaam geene jaarlykfche Petitie gedaan, of de noodzaakclykheid van die verüerking, particulier ook ter Zee, wierd daar in op het iterkite aangedrongen. In de befchouwing waren het alle de Bondaenooten met ons eens, en echter hebben Wy het genoegen moeten milten, om tot conclufie gebragt te zien zulke mefures, vonder welken Wy voorsagen, dat t'eeniger tyde inevitabel zoude worden de elendige htuatie, in welke de Republicq zig thans bevind: en hoe jammerlyk word dat vooruitzigt door de evenementen niet gejuftificeert! Het Plan, het welk Wy in den jaare 1768 formeerden, om, onder anderen, ten miniien altoos zes Schepen van Linie 'sjaars, ten kollen van de Provinciën C uit  ( ro ï uit te ruften, behalven de Fregatten, die 'er de Collegien ter Admiraliteit, uit hunne eigene middelen by zouden konnen voegen, bewyit, dat Wyhet byzonder ook hadden toegelegt, om de Marine van den Staat f welke zeedert zoo veele jaaren, en zelfs lang voor Onze geboorte, zoo diep vervallen was, dat Wy bekommert waren, dat de Kepublieq den naam van Zeemogentheid ten eenemaale verliezen mogt) allengskens op te beuren, en voor de protectie van eene uitgertrekte Commercie en Navigatie te zorgen. Ongelukkig hebben Onze poogingen niet gehad de uitwerking, welke Wy 'er Ons van beloofden; maar eerlang werden de Bondgenooten gedrongen, eenigzints voor da diep vervallen Zeemagt te zorgen, door den Oorlog, met welken de Keizer van Marocco goedvond de Commercie en Scheepvaart van de Kepublieq te belemmeren en te ontrulien, bedraagende de kollen, welke by de verfchillende Petitiën van den Raad van Staate tot de uitrulting der in Zee gezondene Schepen, met het geene'er toe behoord, van de Bondgenooten, zedert den jaare 17Ó7 tot 1777 beide ingefloten, gevraagt, en door dezelven toegeflaan zyn, eene aanzienlyke fomme van ƒ9158870- o- o, zonder daar onder te begrypen de Petitiën van ƒ4178508- o- o in 1771 gedaan, tot den aanbouw van 14 Schepen, nog die van ƒ1800000- o- o in 1777 gedaan, tot herllelling der oude Schepen,en voorzieningen der Magazynen, tot welke verfcheiden der Bondgenooten vry gereedelyk hunne toeltemming gaven; noch eindelyk de onkoften der expeditie naar Suriname, waar in de Provincie van Holland boven de overige Bondgenooten belang heeft. Op den 2.4 April 1771 bragten de Heeren Gedeputeerden van de laatltgemelde Provincie ter Generaliteit eene Refolutie in, waar by hunne Ed. Groot IVlog. verklaarden bereid te zyn, om, tot het beeter in ttaat Hellen van de Land en Zeemagt, met al haar vermogen te contribueeren; mits beiden paripajju gefchiedde. Hier toe verklaarde zich de Provincie van Gelderland, eenige dagen laater, insgelyks bereid, op nieuws infteerende op eene convenable vermeerdering der Landmagt, met by voeging van de geneegentheid der Heeren Staaten, tot het verbeeteren der Zeemagt, door het confenteeren in den aanbouw van 24 Schepen. Maar de iever der Heeren Staaten van Holfand"' voor de vermeerdering der Landmagt verflaauwde nierklyk, wanneer zy in 1771 op de verbeetering der Navaale Magt infteerden, en in fpecie-op hec furnhTement van de quotes der Provinciën, in de Petitiën van 177° en 177i tot extraordinaris Equipagien gedaan, en op den gepetitioneerden aanbouw dei' Schepen, thans alleen verklaarden bereid te zyn, om de  de voorziening op de Landmagt pari pajfu met de Zeemagf in ovtrweeging te neemen, daar zy in het voorige jaar verklaart hadden, bereid te zyn, om 'er met ai hun vermogen toe te contribueeren; mogelyk was zulks daar aan toe te fchryven, dat de overige Bondgenooten minder bereid waren, dan Holland verlangde, om de Zeemagt tot eene zekere hoogte te brengen; tervvyl miilchicn deezen niet gezint, om al hun vermogen aan de Zeemagt te belteeden, in hunne toeüemming lot dezelve niet al te fchootig hebben willen zyn , uit vreeze, dat, wanneer die Zeemagt op de door Holland bedoelde hoogte zoude geb;agt zyn, minder geleegenheid voor hun zoude overblyven, om zich ook van de Landzyde, de zoolang gevvenfehte, en by hen zoo nodig geoordeelde zekerheid te bezorgen. In deezen Haat bleeven de zaaken tot in het volgende jaar, wanneer Wy door hunne Hoog Moer. ver/.ogt wierden, om de inftantien van de Heereli Staaten van Holland, tot verbeeteringe van de Navaale M digheeden vergunt zy geworden ten dee7.cn opzigre te maaken, gel) k meede hoedanig en met uelkeri emtt en lever Wy fucceflivelyk hcbbtn aangeiegt 'sLands Magt, tot bereikinge van de evcngemelde oogmerken, zal evidentelyk blyken uit die verrigtingen» tot welker verllag Wy thans overgaan, en waar in Wy, om dezelve met des te meerder klaarheid te kunnen voorilellen, de objecïen, zoo veel mogehk, van elkandercn tragten zullen te fepareeren, zonder Ons ie binden aan eene Chronologische Ordre. Zoo haalt als de tyding van de Refolutie by het Hof van Londen genomen, om den Staat vyandelyk aan te taften, alhier was ingeloopen, en de noodige 'Deliberatien gehouden waren, zoo met de Minitters van den Staat, als met die van de reipeclive Admiraliteiten, over het geene in die omltandigheeden vereifcht word, ftrekte Onze eerlle zorg zig uit over de Schepen, die, of reeds in Zee geloopen mogten weezen, of op het punt waren van 7_.ee re kiezen, aan de laatttgemelde, en wel met naamen die gcenen, die onder de ordres waren van de Capiteinen de Bruyn, Satink, van Volbergen, Stavorinus, Staring, Berghuys, en Grave van Rechteren, aanttonds en ten zei ven dage gelaltende, om tot nadere ordre niet uit te loopen; den Vice-Admiraal Hartfink adverteerden Wy van het vertrek van den Engelfchen Ambaiiadeur, en waarfchouwden hem van op zyne hoede te zyn, en zorge te draagen, dat 'sLands Schepen, in geval eener onverhoopte attaque, geen nadeel leeden, en dat alle de Capiteinen en Officieren aan Boord gingen, volgens de daar van gegeevene ordres, hier nevens otergelegt fub No. 2, 3, 4, f en 6, die Wy boven dien verzeld hebben met de nadrukkelyktte recommandatien, van allen fpoed te gebruiken, aan de Boodens welke daar meede zyn afgezonden ; Wy vonden vier Pinkjes naar Zee, om aan den Schout by Nagt Qra. ve van Byland en aan alle andere Officieren, 'commandeerende 'sLands Schepen van Oorlog, zC0 wel als aan alle de Koopvaardyfchippers dee2er Landen, gelyk meede aan alle Stuurlieden van Vifchboekers van Vlaardingen, Maasfluis en verdere Viffr hers deezer Landen diergelyke waarfchouwing tegeeven,met lalt aan de 's Lands Schepen, om op zigt der opene ordres aan alle dezelven, waar meede wy de Pinkjes hadden gemunieert, te reverteeren naar de Havenen deezer Landen en aan de Koopvaardyfchippers, om zig in eenige Havenen, die zy zouden konnen bereiken, te bergen, tot dar zy nadere ordres konden bekomen. Diergelyke aanfehryving vonden hunne Hoog Mog. des anderendaags ook goed aan de Confuls en CommifTarilTen der Marine van den Staat buiten 'sLands te doen, met relatie tot de te geevene advertentie aan de Schippers en Kooplieden ter plaatfe van ieders reüdentie; maar het Winterfaifoen, benevens de op dien tyd tterk doorwayende noordooftelyke Winden, die de Schepen ongewoon  (*s ) woon fpóedig in Zee, en uit de Noordzee in het Canaai bragten, en de repatrieerende beletteden op te komen, en veeie andere noodlottige omltandigheeden waren niet even gunltig aan de volvoering van alle deeze zoo onverwyld gegeevene ordres, advertentien, en waarfchouwingen, waar van 'er zeer veelen, of te laat, of niet ter kennitfe van de Belanghebbende gekomen zyn; zoo dat een ontzachlyk aantal van allerhande Vaartuigen, en daar onder ook twee van 'sLands Schepen, door den Vyand genomen, en in EDgeland opgebragt wierden. Aan den Capitein E.C. Staring gaven wy hier by ordre, om de Koopvaardyfchepen, liggende in het nieuwe Diep, te protegeeren, en tegen een vyandelyken aanval te defendeeren, en om, des noods, met het Kanon van het Fregat de Zephir, en van de Koopvaardyfchepen, eene Batterye aan Land te doen opwerpen, en om dus geweld met geweld te keeren;maar zig zorgvuldig te wagten om iets te doen, waar door zy zouden kunnen gereekent worden Aggrefleur te zyn, en zulks, in gevolge de deswegens by hunne Hoog Mog. genoomen Refolutie,als waar by Wy verzogr en geauthorifeert wierden, om wel geweld met geweld te doen keeren, maar voorts defenfief te handelen, en ten einde ook tot zoo lang men het Engelfch Manifeft niet had, niet infructueus te maaken de demarches, die haar Hoog Mog., de zaaken daar toe gedisponeert gevonden wordende, zouden hebben kunnen doen by de hooge Geallieerdens, met dewelke de Staat het Traétaat van gewapende Neutraliteit had aangegaan, blykens de voorfz Refolutie, en Onze dien conform geëxpedieerde ordres, hier by overgelegt fub No. 8 ; een praecautie, die het altoos hoogft onvoorzigtig, en in het by zonder alsdan, jammer geweeft zoude zyn, dat verzuimt ware geworden, indien het gerugt van de fuspenfie der Brieven van Marqué in Engeland, het welk eenige dagen daar na* verfpreid werd, en vry algemeen geloof vond, was geverifieert geworden. De Miflive, die Wy aan den Schout by Nagt Crull over Liffabon en Oliënde toezonden, bragt meede, om de Rheede van St. Euttatius te verhaten, 'sLands Schepen, en zoo veel Koopvaardyfchepen, als mogelyk zoude zyn, in Curacao by een te trekken en te bergen, en wanneer zulks het gevoeglykft gefchieden konde, (mits de Haven van Curaeao zoo veel als tot defenfie nodig was bezet bleeve; een fterk Convoy herwaards te zenden, met ordre aan'sLands Officieren, om het Canaai te vermyden, enagter het noorden van Schotland om te komen, en wyders om een Fregat van 36 Stukken te detacheeren naar Suriname tot meerder defenfie van die Colonie, waar toe Wy dagten, dat het Schip van den Grave van Byland wel het bette gefchikt zoude zyn; maar tot G Ons  -Ons ïeedweezen quam Ook deeze ordre den Schout by Nagt niet ter hand; hebbende zyn Schip, nevens dat van den voornoemden Capitein , Grave van Byland, zoo wel als Sr. Euitatius zelfs, eer die Miflive overgebragt was, voor de overmagt van den Vyand moeten zwichten. . ■ Den commandeerenden Officier van sLands Schepen in de Middelandfche Zee gelaften Wy, om aanftonds door gedetacheerde Schepen, vooral even binnen het Naauw van de Straat van Gibraltar, aan de Koopvaardyfchepen deezer Landen kennifle te geeven van de difficulteiten tuiTchen de Repubiicq en Engeland ontftaan, en hen te waarfchouwen, om op hunne hoede te weezen, en zonder Convoy geene reize te vervorderen, maar de eerfte Haven de befte in te loopen, om hunne Schepen te bergen. Gelyk Wy meede aan den Schout byNagt, Grave van Byland, of den, by deszelfs abfentie commandeerenden Officier van 'sLands Schepen op de Taag, op den 2.9 December 1780 aanfchreeven om 1. Aanltonds den Capitein de Rook te detacheeren, om in de Colonien van dert Staat in de Weltindiën kennifle te geeven van de ontftaane difficulteiten met Engeland; te waarfchouwen, om met verdubbelden iever werkzaam te zyn, en zig, 100 veel mogelyk, in ftaat van defenfie te Hellen tegen entreprifes en attaques, die de Engelichen op de voorfz Co' lonien zouden willen doen: zonder echter voor alsnog, alzoo hun Hoog Mog. daar toe nog geen befluit genoomen hadden, en zonder nadere ordre, eenige hofliliteiten te pleegen of te doen pleegen, dan geprovoceert weezende tot defenfie. 2. Een ander Officier van zyn Esquader tedetacheeren, om, voor de Straat van Gibraltar kruilTendc, de Nederlandfche Koopvaardyfchippers van de orottandigheeden te informeeren» en te waarfchouwen, vooral die naar Marfeille of Cette gedeftineert waren, om niet door te zeylen, maarnaar Cadix, of andere verzekerde Plaatl'en te loopen, en nadere ordres af te wagten. Den 1 january 1781 zonden Wy aan den Capitein Silvefter, of by deszelfs abfentie, aan den Capiteif1 Spengler , eene ordre om allemogelyke attentie te ge' bruiken, om door geene Eogelfche Schepen verraft ^ worden, alles, wat doeniyk was, tot defenfie van de Colonie van Suriname toe te brengen, zonder ech' ter voor alsnog, en tot nadere ordre, om evengemel' de reeden 5 eenige hofliliteiten te pleegen * of te doet* pleegenj dan geprovoceert weezende tot defenfie; en in dat geval met den Gouverneur, aan wien de Colonie en haare defenfie in de ecrlle plaats aanbevoler» is/  is, tot dat oogmerk meede te werken: eii wyders, oni met zyne onderhebbcndè Schepen tot nadere dr* dre te Suriname te blyven, en op te geeven, hoe lang dië Schepen Vivres hadden, op dat het nodige konde worden beraamt, het fcj» orri hem af te lollen » het zy om die Schepen te proviandceren. En .eindelyk ordonneerden Wy aan den Capitein jMelvill om tot nadere ordre in de Middclandfchë Zee te blyven onder de ordres van den Schout by jsiagt Btnkcs, en in afvagtinge van de ordres vari het Coifegie ter Admiraliteit op de Maaze, omtrent het revidualieeren van zyn Schip, de nodige Vivres in te ncemén, en te bezorgen tot het doen van de reizen en Expeditien, die hem geotdonneert zouden werden. En eene gelyke ordre zonden Wy san den Capitein Oorthuys, met verderen laft om naar Villa Ffarica te zeylen, om de Vivres voor zyn Schip, die van Ir'er gezonden waren, in te neemen; het Koopvaardyfchip daar dezelve meede ingekomen waren, te brengen voor Genua? en zelfs te zeylen naar Li vornö, of weiwaards hem door den Schout by Nagt Binkes, of ander commandeerenden Officier in de Middelandfche Zee geordonneerc zoude worden. Natuurlyk was het te wagten, dat een Oorlog aart de Repubiicq aangedaan door een Zeemogentheid, ook voornamelyk ter Zee gevoert zoude worden; het was egter niet onmooglyk, dat zy ook onderneemingen op de Kutten zouden kunnen doen, bet zy dan door een formeele Landing, het zy doör zogenaamde Coups de maift van Kaper- óf andere vyandejyke Schepen; 'sLands Hiftorien leeveren 'er voorbeelden van op, daar in 1666 door de Engelfchen eene Latiding gedaan wierd op het Eiland Ter-Schelling, by welke wel 350 Huizen door hen in dc afTehe gelegt wierden. Ook was daar over in verfcheide Provinciën; Steden, en Plaat fen, niet weinig bekommering; Burgefnceiteren van Amtlerdam waren niet zonder bedugting, dat men met zekere Armade van een groot getal' ligteOoiiogfchepen, en by een gebragte platte Vaar* tuigen met Tfoupes ert Gefchut, eenén aanval óp hunne Stad voorhad. In het Nóordcr Quartier was de ongerüftheid groot. In Zeeland betoonde men dezelve by meer dan eene gelegenheid. In Vriesland verlangde men, óm die zelfde recden, ook naar vermeerdering van Guarnizoen; nrimogclyk was het te voldoen aan alle de eisfchen., die van verfcheidene kanten gedaan wierderi om Troupes, zoo Cavallerie, als Infanterie, en Artiljerilten, in een taifoen het welk het marëheeren van Troupes niet gevoeglyk permitteerde; en' doof alle deeze behoeft ens en 'inltantien werdén ten vollen gèjuitificeert de èxhortaticn door hun Hoog Mog. zoo wel als drior Ons fucceilivclyk gedaan., örri de Bond- 6 z ge-  < *8) genooten tot eene rnodicque augmentatie van Troupes te permoveeren, cn die Wy by gelegenheid van deezen Oorlog, hoewel even vrugteloos, gereïtereert hebben. De uitgeftrektheid, en het aantal der Plaatfen» alwaar zulk eene Landing van den Vyand, of Strooperyen van vyandelyke Schepen mogelyk zyn; en de onzekerheid of, en waar, dezelve getenteert zouden worden, verpligten Ons wel, om ook ten dien opzigte op Onze hoede te zyn, en Ons te praepareeren om den Vyand rusltig te kunnen afwagten; ook zonden VVy eenige meerdere Troupes naar Zeeland, naar Noordholland, en naar de Vriefche Kullen; maar daar het waarfchynlyk was, dat de Vyand zulke desfeinen hebbende, dezelve voornamelyk dirigeeren zoude naar de Plaatfen, alwaar hy aan de Repubiicq, als een Zeemogentheid, de meelte fchaade zoude kunnen toebrengen, of haar het meelte beletten,om hem te benadeelen, of zig tegen hem het belle te verdeedigen, oordeelden Wy naar Holland te moeten doen overkomen een grooter aantal Troupes, om van daar als uit het Centrum verzonden te kunnen worden, ter plaatfe, alwaar de omltandigheeden, of de nood, dezelve zouden mogen vorderen. Ook vonden de Heeren Staaten van Holland goed, onder approbatie van de ordres en prtEcautien, die reeds op den n December des voorigen jaars 1780 op Onze propofitie, door Heeren Gecommitteerde Raaden, ter beveiliging der meelt geëxponeerde Zee* plaatfen en Stranden van het zuider gedeelte deezer Provincie, waren geftelt en genomen, Ons by Refolutie van den 10 January 1781 te verzoeken, om alle zodanige verdere voorzieningen te doen, als Wy tot fecuriteit van deeze Provincie in het generaal, en van het Land van Goedereede, Overflacqué, en het Land van Voorne, mitsgaders van Wetlvriesland en het Noorder Quartier, en vooral omtrent de Fortrefle van Hellevoetfluis, en op Texel, in het byzonder, naar de omltandigheeden van tyden en zaaken, zouden oordeelen te behooren. In gevolge van welke Refolutie wy dan ook doof des Kundigen hebben doen opneemen, en vervolgens ookexecuteeren, het geen nodig geoordeelt is geworden, om alle de meelt geëxponeerde Plaatfen behoorlyk te beveiligen, op zodanig een wyze, dat men zig in het Zuider Quartier, en ook in het Noorder Quartier, reekent genoegzaam gedekt, mits maar het nodig getal van Oorlogfchepenniet ontbreeke, om, nevens de opgeregte Batteryen, en gepotteerde Land-Troupcn, eikanderen over en weeder te konnen fouteneeren; waar toe Wy ook de nodige ordres gegeeven hebben, zoo aan de commandeerende Officieren op de Rheeden van Texel en Hellevoetfluis, als aan de commandeerende Officieren van de Militie in het Nooft  3 M ( ^ ) der Quartier, en in den Lande van Voorre; overtuigt en daar in door kundige Lieden geconfirmeert zynde, dat Batteryen langs de Kullen haare nuttigheid kunnen hebben, maar zonder hulp van Oorlogfchepcn nooit konnen voldoen, om eene Landing te beletten; waarom het dan ook van de uitterlte aangelegenheid is, dat altoos een goed deel Schepen op de Kuiten en Rheën t'huis gelaaten worden, om niet ge» exponeert te zyn aan het gevaar van onverhoeds overvallen te worden: kunnende Wy by deeze gelegenheid niet voorby, met erkentenifTe voor de door Ons geëmployeerde Officieren te melden, dat de Generaal Major vander Hoop, en Schout by Nagt van Kinsbergen, Ons rapport doende van de vifitatie door hen op Onze ordre gedaan van het Zuider Quartier van deeze Provincie, daar by voegen: dat zy met de uitterlte verwondering gezien hadden de aétivireir, welke tot defenfie van deeze Provincie met zeer veel kundigheid, in een allerilegtft faifoen, was in het werk geftelt. In de Provincie van Zeeland werden de praecautien tot defenfie, of liever om dezelve in ttaat van defenfie te ttellen, door de Heeren Gecommitteerde Raaden zelfs genomen met overleg van den Generaal Major Dopff, welken Wy derwaards gezonden hebben, om de Troupes in die Provincie te commandeeren, en met lalt om met den commandeerenden Officier op de Zeeuwfche Stroomen te concerteeren, het geene by voorkomende gelegenheeden zoude kunnen geoordeeld worden dienitig te zyn tot beveiliging van de Provincie, en tot het doen van den meetten afbreuk aan den Vyand. Wenfchelyk ware het, dat Wy die Provincie altoos, en op den duur, van meerdere Troupes en meerdere Schepen konden voorzien, om de reeds genomene praecautien van des te beeter effect tot fecuriteit van haare Kutten te doen zyn. Hadden Wy het vermogen gehad, om aan de begeerte van de Heeren Staaten, ten dien opzigte in alle haare uitgejirektheid te konnen voldoen, Wy zouden waarlchynlyk niet geëxponeert geweeft zyn aan het desagrement van , by eene formeele Staats-Refolutie, onverdient gefugilleert te worden, als of Wy door inactiviteit het belang van de Repubiicq in het generaal, en van die Provincie in het byzonder, fchandelyk verwaarlootl hadden. Wy meenen Ons voor het overige te moeten abttineeren van alhier en detail op te geeven, wat volgens het advis van de deswegens door het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland geconfuleerde Vlag-Officteren nodig zoude zyn, om die Provincie tegen alle vyandelyke aanvallen (die egter altoos voor den Vyand zelf ten uitterlten gevaarlyk zyn, en dus waarlchynlyk niet ligt ondernomen zullen worden, uit hoofde van de conttitutie der Kutten zelve, vooral zedert dac H hier  3 l , , bïêr en elders de Tonnen weggenomen, e'n de Batskeris omver gehaalt zyn) eomplcettelyk te dekken | zoo als ook van hét detail vari het geene, by gebreeke Van hst daar toe nodige getal Oorlogfchepen, door de gemelde Vlag-Officieren daar toe fufücient geoordeek word, wanneer zig een gedeelte van 'sLands Vloot in de Noordzee bevind, offchoort de opgave daar van al wederom zoude ïtrekken tot een nieuw bevvys, dat Onze Zeemagt voor alsnog te gering is-, om 'er zelfs het allernodigtte meede te kunnen verzorgen, en in het geheel niet toereikend, om het zy aan Onze eigene gevoelige en vuurige verlangens,'het zy aan den wenfeh en de verwagting vari S,Lands Ingezeetenen, te voldoen. En of door Ons iets zy verzuimt geworden, öm de Zeemagt uyt te breiden, en te vergrooten , zal het Vervolg moeten bewyzen. Op de propofitie van hooggemelde Provincie zytt ook , in gevolge van de Refolutie van hunne Hoog Mogende, door den Raad van Staate, met Ons overleg* op dé Vlaamfche Kuiten de nodige Batteryen op de meed geëxponeerde Plaatfen aangelegt, en met de nodige Militie, Aniiierilien en Gefchut (ten minüen zoo veel als zulks mogelyk geweeft is) voorzien geworden, ten einde met de op Stroom liggende Schepen communicatief tc ageeren tegen het naderen, eO de onderneemingen van vyandelyke Vaartuigen. In de Provinciën van Vriesland, en van Stad en Lande, hebben Wy insgelyks den ttaat der Kutten doen opneemen door den Generaal Major en Directeur Generaal du Moulin, met hit, om aan Ons op te geeven, wat men met de weinige middelen, dié by der hand zyn, zoude kunnen doen, om die Provinciën eenigszins te brengen in een ttaat van defenfie 5 doch hebben de Plans, daar van door hem opgemaakt, offchoon, zyn's oordeels, niet in het minlte excedeerende, het geen de ondervinding, in geval op die Kutten eene attaque ondernomen wierd, zoude doen zien, dat onontbeerlyk was, het geluk rviet gehad, van aan de Heeren Gedeputeerde Staaten Van die beide Provinciën, te voldoen; hebbende die Collegien geoordeelt, met veel mindere en min kofibaare praecautien, te konnen volitaan, die dan ook door hun Edele Mogende zyn in het werk gettelt; terwyl Wy egter gemeent hebben onder de hand te moeten werken, om de Heeren Staaten van Stad en Lande te engageeren, om de importante Veiling van Delfzylj» een der befte Havenen van de Repubiicq, en wier Fortificatiën in een naaren toeüand waren, zoo veel mogelyk, in *taat te Hellen. Deeze preecautien genomen, en de nodige Wagtfehepen, Uitleggers, en Advis-Jagten, zoo veel, en naar ffiaate zy door de refpe&ive Collegien ter Admiraliteit hebben kunnen ingekogt* gefourneert, geë«juipeert, en in gereedheid gebragt worden, in dé Zeé'  'Ééeg?tëh ^ëp'laalt zyhdé, oordeelden \vry, met rëmie tot het pofnt van het in ïtaat van dèfende fielten vari Üé Zeekufien tegen eene Landing of Attaque Van deri Vyand, te hebben gedefungeert, en daar toe te hebben aangewend alle de middelen, die eemgszins vari ■ Ons dependeerden, cn in Ons vermogen waren, feri deshatven ineonteftabel te hebben doen zien* dat althans ten deezen opzigte geen plaats heelt , nog gehad heeft, de inactiviteit, die men meent m het püblicq beituur der zaaken geremarqueerc ie hebbed. Dat zelfde, vertrouwen Wy, meede te zullen kunnen doen doorilraalen in alle de verdere mefüresj waar toe de Attaque van Engeland aanleiding gegeevea heeft. , Voorharnelyk kwam het evenwel r.an op het bezorgen, uitruften, bemannen, en in Zee brengen Vari een' cenoeczaam aantal van Oorlogfchepen, om te kunnen Voldoen aan alle de oogmerken waar toe dezelve ' bod> waren en belleed moeiten worden: de Zeegaten moeiten gedekt, de Koopvaardyfchepen geconvoycert, de buitcnlandfche Ppllefdcn beveiligt* en naar gelegenheden uitgezien worden om den Vyand afbreuk te doen, hem de gevoeligüe neepen toe te brengen* en de Repubiicq te wreeken over de jchehding van haare dierhaarite regteni en plcgtigtte Jraöaaten. Geen deezer oogmerken mogt verzuimt of nageiaatefl worden, en tot ieder der zclven was nodig het geheele montant der Zeemagt, die, Wy m handen hadden, Met een woord hebben Wy hier voor reeds iezègfi dat dezelve in het uiteinde van 1780 beltond in 27 Scbepen, meelt van yo Stukken, 3§ fregatten* % Snaauwcn, en daar onder 5- il 6 Wagtfchepen, oog op dn men niet in het begrip valle, dat alle dezelve in ttaat waren om in een tyd van Oorlog, met hoop van fucces, gebruikt te worden tegen een Vyand, wiens Marine zedert een reeks van jaaren in den besten üaat gebragt is, oordeelen Wy thans hier by, lub No 9 te moeten voegen eene gedetailleerde Lyfte der zeiven, inhoudende den naam en het charter vari ieder Schip of Fregat, en het ptf.- ip,ï«. tfelk «de* der zeiven gebouwt is; waar uit bl\kt, dat de neitt daar van geboUWt is sedert Onze meerderjaangheid* en zulks,°in gevolge van eene Propohtie, daar toe door Ons, of uit Onzen naame, gedaan, en dat er onder die anderen vcricheiden zyn, die xo, 30 en meerdere jaaren oud zyn , en van welken dus niet veel dienlt meer kan verengt worden; behaiven dat de ondervinding ïrelccrd heelt, dat de Schepen, op verfchiilende Mailen, cn na di verft Teekemngen gebouwt, nier getnaklyk op dezelfde wyze pnatiöeüvreefr kunnen worden, cn te zaamen lil Linie vari Battaille blyven leggen; en het genoegzaam kennelyfc is, dat Schepen van 5° Stukken, welker onderite bat-  ( 3* ) terye alleen i3 tS.Gefchut draagt, niet wel onder Schepen van Linie kunnen worden gereekenr. Van deeze Schepen en Fregatten waren , by het begin der vyandelykheeden, aétueel in dienlt of in werving die geenen, die op de Lyit No. 10. hier nevens gevoegt, gemeld ttaan; dan de meette Equipagien of Manfchappen waren zeer incompleet, en wanneer Wy Ons in April van den jaare 1781 in Texel bevonden» waren daar nog niet gearriveert de Schepen en Fregatten de Princes Royaal Frederica Sophia Wilhelmina, Glinthorft, Phoenix, Zuyleveld, Bloys, Landskroon, Zephir, de Jafon, Bellona ende Waakzaamheid. Daar wyders de pogingen van hunne Hoog Mog., om van de Noordfche Mogentheeden eenige gewaapende en bemande Schepen over te neemen, vrugteloos afliepen, bleef 'er niets anders overig, dan de ordinaris middelen, te weeten, die van de reparatie der oude, en aanbouw van nieuwe Schepen, hoe zeer die middelen, uit hoofde van de fchaarsheid en duurte van alles, wat daar toe vereifcht word, gedeeltelvk veroorzaakt door den confiderablen uitvoer buiten 'sLands, onvoorbeeldelyk koltbaar, en niet minder langzaam werkende, bevonden zyn, zoo om het gebrek aan een genoegzaam aantal Scheepstimmerlieden, als om de conltitutie van de Regeering deezer Repubiicq , die onder veele weezentlyke avantages, egter ook dit inconvenient meedebrengt, dat zy altoos een zeer geruimen tyd vereifcht, alvoorens eenige zaak, welke door ieder der Bondgenooten in deliberatie genoomen moet worden, tot conclufie kan worden gebragt, zelfs in die gevallen, wanneer daar op geene bedenkelykheid valt, en hoe veel te meer in zaaken, tot de conclufie van welke de een of ander der Bondgenooten niet gereedelyk zyne toettemming geeft: om nu niet te fpreeken van den langzaamen voortgang der executie van het gerefolveerde, fpruitende of uit andere gebreken, die 'er in de conltitutie relideeren, of uit de agterlykheid, met welke de Provinciën fomtyds haare reeds gedraagene Confenten door daadelyke prssttatie der nodige furnifTementen agtervolgen, en die even daar door die geenen, aan welken de executive magt is toebetrouwt, fomtyds buiten de mogelykheid Itelt, om te voldoen aan het geene van hen gerequireert en vervvagt word, met dien fpoed, welke door den nood zoude gevordert worden. De gegrondheid deezer reflexien kan men op niéuw veririeeren door de infpetf ie van de Tabelle, agter onder de Bylaagen, te vinden fub No.u, waar uit blykr, dat de Petitiën, die, voor de Marine alleen, zedert Onze rneerderjaangheid gedaan zyn, bedraagen eene fomme van zeven en zeltig millioenen. en ruim zevenmaal honderd duizend guldens, zonder daaronder te begrypen de negotiatien op het Comptoir van het verhoogde Laft- en Veilgeld gedaan; dat verfcheide van  ( 33 ) van die Petitiën een zeer geruimen tyd, fommigen zelfs eenige jaaren, het object geweeft zyn der deliberatien van de hooge Bondgenooten, en dat op die Petitiën, die geconcludeert geworden zyn, door de pefpective Provinciën nog verfchuldigt is eene fomma van ruim twaalf millioenen. Dan wat hier ook van zy, de noodzaakelykheid om van alle middelen, waar van men zig by mogelykheid bedienen konde, om 'sLands Zeemagt, die reeds zoo veel te gerirfg was, in aanmerking van de behoefte, zoo veel, en, zoo ras mogelyk, te verfterken,groeyde van tyd tot tyd meer aan door de verliezen die dezelve ondergaan moeit by het veroveren van de Schepen dePrinces Carolina, en Rotterdam, van jo Stukken, waar op kort daar na gevolgt is, dat van het Schip Mars van 60, |van het Fregat Mars van 36 Stukken, dat van het Fregat de Cattor meede van 36 Stukken, en eenigen tyd laater het zinken van het Schip Holland, het verzeylen van het Schip Prins Willem van 70 Stukken, het verongelukken van het Fregat de Eendragt van Z4, en van het Schip Frederica Louifa Wilhelmina van 5-0 Stukken; terwyl men tuiTchen beide ook nog heeft moeten refolveeren om het Schip de Princes Maria Louifa van 5"o, en het Fregat Blois van 40 Stukken, het eerlte te Cadix, en het andere te Amfterdam, te verkoopen, als zynde te oud om te konnen worden gerepareert: door alle wel ke desaftres het Land dus zeven Schepen en vier Fregatten fuccellivelyk verlooren heeft van die geenen waar uit deszelfs Zeemagt in December 1780 beftond. Om derhalven alles, wat in Ons - vermogen was, by te brengen tot acceleratie van dit heilzaam en hoogft noodig werk, hebben Wy niet flegts de meelte befpoediging daar van met hetuitterlte empreffement, by alle gelegenheeden, aan de Collegien ter Admiraliteit op het ferieufte gerecommandeert, maar ook reeds in het begin van 1781 aan het Collegie te Amtterdam voorgeflagen, om den Vice-Admiraal Reynlt aan te Hellen tot Commiflaris extraordinaris van 's Lands Magazynen en Timmerwerf, om, met en nevens de Heeren CommiflarilTen uit het Collegie, alles wat daar toe relatif is, te helpen beleiden, en in fpecie toe te zien en na te gaan, dat door de refpective Bedienden aan dezelve Magazynen en Werf exactelyk gehoorzaamt en voldaan werde aan de Ordres, Refolutien, en Reglementen, van tyd tot tyd deswegens geformeert, ten einde daar omtrent mogten worden geprsvenieert alle abuifen en mefufes, die zonder zodanig een byzonder toezigt in eene zoo ver geexteodeerde beheering byna inevitabel zyn. Het is met dat zelfde oogmerk, dat wy begrypende, dat bykans het behoud van den Staat, en al wat daar in dierbaar is, afhangt van het voorzigtig beleid, I en  ■en den Waren iever, met welken de zaaken der M*. ïine werden beftiert en betragt , en dat men zig daarom moet getrooiten, om, indien de adueele Bedienden, door ouderdom, ongelukken of ongemakken, buiten tfaat geilek worden, om hunne funcïien, naar behooren te praefteeren, en het noodige opzigt te houden, liever een dubbel getal Bedienden te lalarieeren, dan iets te verzuimen, in het begin van dit jaar niet alleen gcamplecieert hebben den voorilag van de Admiraliteit te Amllerdam, om aan den Onder-Equipagiemeelter Elzevier toe te voegen den geweezen Commandeur N. J. Lutteken, maar zelfs aan dat Collegie in confideratie gegeeven, om, in geval een der andere Onder-Equipagiemeelters buiten Haat mogt zyn, of geraaken, om zynen poll naar behooren waar te neernen, aan den zei ven aan Honds iemand ter hulpe toe te voegen; kunnende Wy met de uiterüe fatisfactiei hunne Hoog Mogende teffens melden, dat, volgens bekomene informatien, beide die genomene mefures, aan Ons verlangen, en de verwagting van het meergemelde Collegie voldoen, en dat thans met veel ordre en iever gewerkt word. Wat door de refpeélive Collegien ter Admiraliteit zedert den aanvang des Oorlogs zy gedaan geworden, tot vermeerdering van het getal der Oorlogfchepen, ieder in zyn relTort, is aan de Bondgenooten reeds kennelyk geworden, uit de berigten door elk van die Collegien, in het voorleeden jaar, ter voldoening aan de Kefolutieby hunne Hoog Mogende, op Onze Propofitie, dena8 Juny van dat jaar genomen, aan hooglldezelve ingedient, en welken, als een. zeer naauwe Connexie hebbende, met de klagten en vermoedens waar van Wy het Ons voorgeftelt hebben, de volitrekfte ongegrondheid aan te toonen, Wy hier nevens voegen onder No. iz, 13, 14, 15, 16, blykende daar uit, dat, behalvende reparatien, en geduurigë toerullingen der oude Schepen, en den aankoop van allerhande Scheeps-Ammunitien, zedert December 1780 tot dien tyd toe, de volgende nieuwe Schepen, en mindere Vaartuigen waren op Stapel gezet, gebouwf* of aangekogt, te weeten: By het Collegie op de Maaze, het welk in 1780 had afgebouwt het Schip Prins Frederik van 60 Stukken , onder handen had het Schip Tromp van jo Stukken* en in October had opgezet het Schip Cortenaar van 60 Stukken, was nog op Stapel gezet het Schip de WafTeHaer van 60 Stukken, het Fregat de Centaurus van 40 Stukken, twee Cotters van ±0 Stukken, twee kleindere Vaartuigen en een Advis-Jagt vafl ix Stukken,' en ingekogt vyf Uitleggers, behalvende by Particulieren aanbefteede Schepen, zedert genoemd de' Hercules van 60 Stukken, en de Fregatten Cafto^ etf Pollux ieder van 40 Stukken, fiy bet Collegie te Amllerdam Honden * behalve"4 &ê  de voltimmerde Schepen, de Admiraal de Ruiter ëti de Unie van 64 Stukken , en de Batavier van 54 Stukken op Stapel, de Schepen Gelderland, en Utrecht van 64 Stukken, het Schip de Yryheid van 70 Stukken, het Schip Holland van 64 Stukken, het Fregat Medea van 40 Stukken, en de by Particulieren aanbefteede twee Schepen van 70, en een van 64 Stukken, welke alreeds begonnen, en tot op eene zekere hoogte gebragt waren, hoewel het eene meer dan het andere: en u'aren nog ingckogt een Cotter, en zeven kleine Vaartuigen. By het Collegie in Zeeland, het Schip Goesvan?4 Stukken, het Schip Zeeland van 68 Stukken, en het Fregat Thoien van 44 S ukken, llaande de be-'de laatlte nog op de Werf; voorts aangekogt de Fregatten, de Verwagting, en de Hoop, ieder van 16 Stukken ; dog welken na 16 maanden dienlt, op authori* fat ie van haar Hoog Mogende, weeder zyn verkogt; wyders de Cotters de Zeemeeuw van 8 Stukken, en 4 Caronnades, benevens de Cotter de Meermin van 16 Stukken, met het Advis-Jagt de Dolphyn, en laatitelyk vyf Vifchpoonen met Bunnen, en vier Droogepoonen met Ballen gemonteert % zynde men nog in onderhandeling over den inkoop van een /.waare Cotter van 18 a zo Stukken. Terwyl nog ingehuurt is een Hoeker voerende iz Stukken; dog een Bomfchüit en Blankenburgerfchuit, zyn weeder afgedankt. By het Collegie in Weltvriesland het Schip Wetfvriesland van 60 Stukken, het Schip Alkmaar van jo Stukken, het Fregat Monnikendam van 40^ Stukken, een Advisjagc en vier Uitleggers; waar by in dit jaar nog komen zouden een Schip van 70, en vier van 60 Stukken, die aan Particulieren zyn aanbefteed, en waar van een van 60 Stukken, Noordholland genaamt, te Amlterdam gebouwt is. By het Collegie in Vriesland, een Schip van 70 Stukken, genaamt Vriesland, een dito van 64 Stukken, genaamt de Admiraal de Vries, beide nog op Stapel, en nog een aanbelteed het Schip Stad en Lande, Van 70 Stukken, voorts twee aangebouwde Fregatten ieder van 44 Stukken, met naamen de PallaS en Harlingen, en twee dito ieder van 36 Stukken, genaamt de Eensgezintheid en de Juno, met een Advis-Jagt van iz Si uk ken, behalven nog het ingekogt Fregat de Faam van 16 Stukken, en een Snaauw van r4 Stukken, benevens de drie Poonen, de Spion, de Brak en de Windhond, ieder van 6 Stukken. Terwyl alle de Collegien, behalven deeze en gértie reedenen, die aan ieder in het byzonder eigen zyn, overeenkomen in het opgeeven der generaa e oorzaaken, die hen belet hebben ommeerder, ot fpoediger* te doen bouwen, beftaande, zoo als, reeds door Ons is aangemerkt, in de fchaarsheid Runner ëigënë Middelenj de duurte der Behoeften, en vooral nee I % onoverf  onoverkomelyk gebrek aan de nodige handen , ora het werk te kunnen doen verrigten, in weerwil van de pra2cautien, die in het werk geftelt zyn om dat gebrek te vervullen. 't Is ook juilt om dezelfde laatftgemelde reedenen, dat hunne Hoog Mogende goedgevonden hebben, om de conttructie van verfcheide Schepen, op den voorflag van de refpective Collegien ter Admiraliteit, met Onze communicatie en goedvinden gedaan, termeerdere acceleratie van het werk, door Heeren Gedeputeerden uit hoogtt der zei ver Vergadering, publicq aan te beiteeden, op particuliere Werven, en dat meer dan eene van die aanbetteedingen, niet zouden zyn gereuffeert, of Aanneemeren gevonden zouden hebben, indien niet determyn, binnen welken ieder Schip moeit gereed zyn, met twee maanden was geprolongeert geworden. Zedert de overgiftevan de bovengemelde berigten, zyn nog door het Collegie op de Maaze gefourneert, de Cotter de Sperwer van 2.0 Stukken, en by het Collegie te Amtterdam het Schip de Tyger, van 60 Stukken, het welk voor reekening van het Franfche Hof, te Amtterdam gebouwt zynde, van het zelve is overgenomen voor ƒ 15-0000- o- o, en het Fregat de Dolphyn van 14 Stukken, zulks de Navaale Magt van de Repubiicq thans beftaat in de Schepen, Fregatten, en andere Vaartuigen, waar van de Lyft met denaamen der Commandanten, en de Plaats waar zy zig thans bevinden, voor zoo veel zy buiten 'sLands zyn, onder de Bylaagen werd overgelegt fub No. 17. Maar wat zoude het baaten het getal der Schepen te doen aangroeyen, wanneer 'er geene mogelykheid is, om dezelve behoorlyk te bemannen? Reeds zedert een geruimen tyd, zelfs toen 'er nog maar een klein getal Schepen behoefde geè'quipeert te worden, in vergelyking van dat aantal, het welk thans vereifcht word, was de difficulteit, om aan dat gewigtige point te voldoen, zoo groot bevonden, dat men reeds meer dan eens, had moeten recours neemen tot het expediënt , waar van tegenswoordig daagelyks gebruik gemaakt word, om Manfchappen van het eene Schip af te neemen, om 'er een ander meede te completeeren i en dat de refpective Collegien ter Admiraliteit, zig aan Ons, by verfcheide gelegenheden, beklaagt hadden, dat zy door eene langduurige en kollbaare ondervinding geleerd hadden, dat geene inlandfche werving in ttaat was, om met eenige apparentie van fucces te doen hoopen op de verkryging van de nodige Manfchappen voor de te equipeeren Schepen. By de allernadrukkelyklte, en telkens herhaalde, recommandatien, om tog mets te verzuimen van het geene eenigsams dienen konde, om de Schepen fpoedig bemand te krygen, lieten Wy het niet berutten. Met het uiterttc cmprefTement leenden Wy de hand tot  tot facilitéeringe van di.verfe Contracten* door mëet dan een Collegie ter Admiraliteit met verfcheide Perfoorten aangegaan, nopens de wervingen buiten'sLands en om te beeter het effeft van Onze ernitige pogingen omtrent dit gewigtig point te konnen nagaan, en ie ontdekken Óf hier of daar deswegens ook eenige nonchalance zoude mogen plaats hebben j gelyk meede, om des te vroeger te konnen voor,uit zién, tegen welken tyd Wy .Zouden konnen ftaat maake, elk in werving liggend Schip te zullen kqnnen employeeren, hadden Wy reeds in Juny 1780, aan alle de Collegien ter Admiraliteit aangefchreeven, om Onè maandelyks toe te zenden een Staat) houdende de naamen der in dienlt gefielde Schep'en onder elk resfort, door wien gecommandeert , het montant der Hoofden, met welken ieder Schip op den 1 van elke maand is bezet ge\veett, hrie veel aan her comp'eec der Kollen manqueerde, en óf het zyn Onder-Officieren, dat is, Schippers i BcjOtsmans-, Stnurmans'? Schiemans; &c, of Matrooferi of Soldaten had. En eindelyk, Om Ons zeiven nog meer te voldoen, èn niets onbeproeft. t& lakten; authorileerden Wy het Collegieter Admiraliteit op de Maaze,by Miflive vari den 3 July 1780, om) voor Onze reekening, hoewel met verzwygïDg van Onzen naam, eene Praerriie vari teen honderd Ducaaten uit te loven aan den geenenï die op de meelt voldoende wyze bëantwoorden zoude de vraagëi welke de belte en prompite middelen wareni om voor het uiteinde van dat jaar, en hoe eerder hoe beeter, het rioodige aantal bevaafen Matrooferi en ander Scheepsvolk, voor de gearréiteerde Equipagicn te konnen bekomen; en zulks met het mmlte 'bezwaar voor de Commercie en Viffeherye deezer Landen; en een tweede Prannie van gelyk montant aan den geenen, die de vol leed igfie, beantwoording geeven zoude op de vraag, welke de belte middelen zyn om Neerlands algeröeene Zeevaart ten allen tyden, in Vreede of Oorlog, in eenen nanzienlyken ftaat te brengen, en te houden, ren .rointt roogelyken bezwaar voor de Commercieerènde Lëederi van den Staat. :, Praemien, vvaar van Wv alsnog de offerte zeer gaarne re'ïf ereeren, en waar van Wy het iwan:, met het u tterite genoegen, en zelfs, al w&xè het mee duizend in plaatfe Van met honderd Ducaaten, betaalen zouden aan den geenen,' die deeze vraagen, of een van beide, tengenoegèn Zouden konnen èn willen beantwoorden. In weerwil Van alle , deeze en meer andere genomene praecautien, hebben Wy hier voor reeds rflef: èen woord aangemerkt, dat zeer veelen^ om niet te zeggen, de meeite der in dienlt gefielde Schepen zeer incompleet waren, en dat 'er by het begin va» den Oorlog aan hunne Rollen nög manqueerde, zoo' K ati  C 38 ) &Ts uit de daar van fucceflivelyk ingekomene opgaaven, duidelyk conlteert. 7.00 men onderzoek doed, naar de reedenen van deeze zoo onvoorbeeldlyke fchaarsheid van Zeevolk, men zal vinden, dat 'er verfcheidene concurreeren, welke alle voorgewende verwondering op dit fubject, en de opgegeeverie bedenkingen, als of men deswegens even gemakkelyk, en even fpoedig, zoude kunnen reulfeeren, als in de Voorige Eeuw, indien het by Ons waarlyk ernlt was, aanftohds moeten doen ophouden, en vervallen; rerwyl het zeker is, dat 'er geene vergelyking tuiTchen die bedoelde tyden, en de tegenwoordigen, met opzigttotdit point, gemaakt kan worden, 1. De Vlooteh waren in de vo'örige Eeuw zeker veel talryker; maar de Schepen waren Over het geheel genoomenveel kleiner, en naar proportie veel minder bemand, dan Wy hier voor uit het aangehaalde, en eenigszins geëxtraheerde Advis van de Heeren Gecommitteerden uit de Admiraliteits Collegien, hebben doen zien, dan zy tegetiswoordig zyn moeten, behalven de vermeerdering van de jVlanichappen omtrent de Schepen van yo en van 40 . Stukken, in de Equipagie van dit jaar. %. De Equipagicn ter Zee waren toen ter tyd over het algemeen flegts temporair, en beftonden genoegzaam alleen by Zee-Oorlogstyden; daar zy nu by verfcheide Magen theeden , op eenen vallen voet gebragt, en tot permanente Corps geformeert zyn; hoe Veele duizenden dienen thans niet onder vreemde Mogentheeden* die te vooren in dienlt van de Repubiicq waren, en wat zyn anderen ons niet vooruit, daai de Staat zoo veel laater heeft beginnen te armeefen. |. De Navigatie en Commercie Van dit Land lleepten toen ter tyd zoo veel Volks niet weg 5 en in allen gevalle werd die Navigatie gefloten, by opkomenden Oorlog, en de Manfchap, die daar toe geëmployeert was, werd in'sLands dienft geëngageert; maar in den tegenwoordigen tyd was de Navigatie, even voor de rupture, tterk aan den gang, en abforbeerde eene . groote meenigte Zeevaarende, waar van men 'er by het ontltaan van den Oorlog, en by hes fluiten van de Vaart, niet veelen heeft konnen engageeren in 'sLands dienft, om dat dé fneelten, in Zee zynde, genoegzaam te gelyk met de publicatie van het vyandelyk Manifetf» een prooi voor de roofzugt geworden, en in Engeland en elders opgebragt zyn. 4- In de voorige Eeuw waren over hét algemeen de Daggelden, die de gemcene Man verdie-  . v C 39 ) . - . „,:-t 'dienen konde, minder, de populatie overal, behalven te Amtterdam , (dog dit geeft uit hoofde van de overvloedige middelen van beItaan voor den gemeenen Man, niets aan de Equipage) iterker, en de armoede generaaler dan tegenwoordig; en dtas viel het gemakkelyker, om zulke Luiden tot 'sLands dienlt te bepraateh; en zoude men 'er veelligt niet wel mogen bydoen, dat de drift om vóór de defenfie van het Vaderland te vegten, en dat loffelyk bevvys Van Patriotismus te geeven, dieper wortelen in dien tyd gefchooten had, dati in Onze dagen, ten minllen is het eene geavereerde zaak, dat 'er ónder dié geenen die zedert den Oorlóg in 'sLands dienlt ter Zee hebben konnen geëngageert worden, zeer weinige Inboorlingen van de Repubiicq te tellen zyn. y. Eh eindelyki om niet alles op te noemen, in de Voorige Eeuw, had de Repubiicq eene geformeerde Marine, die uitzigten gaf op verbeetèrihgen ^ avancerrenten ën belooningen, daar dezelve zedert dien tyd genoegzaam geheel vervallen zynde, al van tyd tót tyd minder 'en minder encoutagementen van dien aard aan de hand gaf, en daar door ai meerder en meerder aanleiding gegeeven is * öm j of dat metier te veriaaren, of in het geheel niet te omhelzen ï zynde deeze laatfte reflectie inzon° derheid van applicatie op de Olhcieren en Onder Officieren, waar van het gebrek, naar proportie, nog grooter, en nog moeyeiyker, eri min fpoedig te iuppteeren is, dan dat van Ma* troofen en Soldaaten. Dan wat 'er ook zyn moge Van de reedenéhenóor* taaken der fchaarsheid van tiet Zeevolk, zeker is her • dat zy exiiteert, en nóg iteeds voortduurt, in weerwil van de verhóoging def Prsemien en Handgeiden j benevens die der Soldyeri; van het door hunne Hoog Mogende geëmaneerde generaal Pardon Voor de De» ferteursi en voor die geenen, die zig in vreemdedienften begeeven hebben, van de genoniene praecautien; tegen het uimëkken van Bootsgezellen uit de Repubiicq, Van de aangelegde wervingen, zoo tè Luyk als elders; ert van de encouragementen, die zoo wël doof hunne Hoog Mog., als door de pfivative Etablifle. rhenten, in verfcheide Hollandfche Steden opgerigt) gegeeven zyn, ten behoeve van die geenen, die iri 'sLands dienlt gequetil óf Verminkt rriogteri geraaken, en van de Weduwen en Kinderen der GefneuVelden; en eindelyk, offchoon Wy geoordeelt hebben, aan die Manfchappen, dië actueel in dienlt, eri geëngageert waren, voor de verhoging der Praemien,; aan ieder 10 Dueaaien te moeten doen betaaleri, zoa K z om  ( 40 ) bm alle mecóntentement onder dezelven t'é pt'aèvénïëeren, als om ook anderen aan te moedigen Zeker is het dat die fchaarsheid die op den 18 April 1-/81 by de Schepen Van de Admiraliteit te Amilerdam alleen) een manquement van ruim ióoj Koppen, waar onder %4f Lieutenants en 129 Onder-Officie!en, deed ondervinden, by aanhoudentheid Onze operatien gederangeert, en meer dan eens Veroorzaakt heeft, het mislukken van de anderszins geconcerteerde Plans, df genoodzaakt om aan deeze of geene voörpcnomenë Expeditie te renuncieercn ; Tervvyl aan dat gebrek nog eenigszins; hoewel op eene gantfch óngenoegzaa* me wyze is gefuppleert gewórden, door het retourneeren van tyd tot tyd j van eenige Nederlandfche Bootsgezellen. Dit allergroot ft en beklaagelykif incohveniènt heeft Ons inmiddels al te zeer gepenetreert, dan dat_ Wy iets zouden verzuimt hebben, van het geen dienen konde, om het zelve uit den weg.te ruimen, terwyl Wy ook, zoo veel in Ons vermogen was , gezorgt hebben, dat ook door anderen niets verzuimt wierde; hebbende, by alle gelegcnheeden; het point dei" wervicge aan de Collegien ter Admiraliteit, op het allerernltiglte gerecominandeerr, en hun aanbevolen» om naauwkeuriglyk toe te zien, en Ons te informecren, of 'er ten dien opzigte niet wel verzuim Zoude mogen plaats hebben, 't zy by de benoemde Commandanten der Schepen, 't zy by die geenen, die door hen, of door de Admiraliteiten zelfs, gëëmployeert werden, om aan te werven; dog waar omtrent Wy de meelt voldoende verzekeringen hebberf ontfangen. Hadden Wy Ons konnëri, overtuigen, dat het érri' ploy van de Regimenten Mariniers op de Schepetl 200 voordeelig voor de Marine zoude zyn, als i»adeelïg voor de Regimenten zelfs, en voor de reeds" al te zwakke Armee, of had van dat employ gède' pendeert, het fucces van de eene of andere Expedi' tie, Wy zouden geen meerder bedtnkelykheid ge' draagen hebben,, om dit middel te empioyeeren, dat1 Wy zwaarigheid gemaakt hebben, om te permittee' ten, en te gelalten, dat % a 300 Man van de Land' troupes, en 30 a 40 Artilléfiiten, gebruikt wierdefl» 1 als het nodig was, om de in Texel gebleevene, & in cas van attaque, niet genoeg bemande SehepeO» van het nodige Volk te voorzien: eene permillie & lalt, waar van, tot hier toe, geen gebruik gemaakt\{ geworden,- uit hoofde van de inconvenienten, di« door de Vlag- en Zee-Officieren zeiven gevondert werden in het employ van Landtroupés op de Sche' pen, zonderde uitterlte noodzaakelykhèid; dogwelk0 inconvenienten, Ons egter niet belet hebben, van ofl' ïangs, na dat alle de middelen om de Schepen, oP een convenabeler tyd bemand te krygenj die nie? hee/f  ( 4t ) heeft konnen uitdenken, te vergeeffch zyn aangewend, aan hunne Hoog Mog. te proponeeren, om het iteeds aanhoudende gebrek van Zeevolk uit de Armee te fuppleeren, op zodanig eene wyze, dat aan de eene zyde, de Armée daar by niet lvde, en dat aan den anderen kant, geremedieert worde, zoo niet aan alle, ten minlten aan een gedeelte van de bovengemelde inconvenienten, van het plaatfen van Landtrouppes op de Schepen voor een tyd: En daar Wy met dit vooritel wederom geen ander oogmerk hadden, of konden hebben, dan de bevordering van de preffantlte belangen van den Staat, zouden Wy Ons natuurlyker wyze over deszelfs rejerftie door verfcheide Leden der hooge Regeering, hebben moeten verwonderen, indien Wy niet reeds zedert een geruimen tyd, en telkens met nieuwe fmerte, waren gewaar geworden, de prseventien en vooroordeelen, waar meede Onze ieveriglte pogingen, byfommigen, befchouwt en tehandek worden. Aan dat zelfde oogmerk ter bevorderinge van'sLands dierbaarfte belangen, moet ook geattribueert worden de propofitie , welke Wy reeds in het voorleeden jaar aan hunne Hoog Mog. gedaan hebben, en die door alle de Bondgenooten is geamplecteert (hoewel door de Provincie van Zeeland alleen onder conditie, dat het by provifie gefchiedde buiten bezwaar van haare Financien) de oprigting naamlyk van een Corps Mariniers van 6000 Man, waar van Wy ook reeds de Capiteinen benoemt hebben, en het welk Wy gaarn verder zouden willen in Haat brengen, uit hettegenswoordig in dienft zynde Zeevolk, zoo ras als de omltandigheeden zulks maar eenigszins permitteeren zullen: welk Corps Wy Ons flatteeren, dat ten allen tyde zal worden bevonden eene nuttige Queekfchool van kundige en dappere Verdeedigers van het Vaderland; en met 'er tyd, en by aanhoudentheid, zal opleveren het nodige getal van fubalterne en Dek-Officieren , waar aan het gebrek niet minder groot, en veel nadeeliger is, dan dat van Matroofen en Soldaaten. Ook ten deezen opzigte vertrouwen Wy genoeg gezegt te hebben, ten betooge van de ongegrondheid der klagten over inactiviteit, terwyl het zekerlyk van Ons niet dependeert, om het deficieerende Zeevolk in Perfoon te konnen bezorgen, by een brengen, en daar ltellen; die geenen, die men engageeren kan, eensklaps te voorzien van de kundigheeden en experientie, die zy nodig hebben, om aanftonds met een daadelyk nut en iucces in 'sLands dienft te konnen geërnployeert worden; en om aan hunne Commandanten te infpireeren die confianceop der zei ver bekwaamheid in het manceuvreeren, zonder welke het altoos gevaarlyk en nooit raadzaam is, eenen Vyand onder de oogen te zien, L Ons  Ons re Meert derhalven, om onder het oog van hunne Hoog Mog. en de hooge Bondgenooten te brengen het employ, het welk Wy van 'sLands Zeemagt gemaakt hebben, en met infertie, of overlegging, van Copien der Ordres en Inlirudien, door Ons fucceflivelyk aan de commandeerende Officieren, 't zy van de geheele Vloot, 't zy van deeze of geene gedeelten daar van, of ook aan de commandeerende Officieren op de Rheeden gegeeven, overtuigende te doen zien, dat, zoo het aan het albeüuurend Opperweezen niet behaagt heeft Onze poogingen te agtervolgen met dien zeegen, zonder welken de belt geconcerteerde operatien nvslukken moeten, die non-fucceften, die Wy ondervonden, en die aanleiding gegeeven, immers tot prastext gedient, hebben, tot al dat ruiteloos woelen, om Ons in vei denking en haat te brengen by de Natie, althans niet aan yverloosheid, of inactiviteit, konnen worden toegekent. Zoo lang als haar Hoog Mog,, ten einde zig niet te beneemen de gelegenheid, om te reclameeren het fecours by her Tractaat van gewaapende Neutraliteit» in cas van attaque, geltipuleert, goedvonden, dat gecvi teert zoude werden alles wat aanleiding konde geeven, om den Staat te doen aanmerken als Ag<*resfeur, en zoo lang als de Refolutie van hunne Hoog Mog. van den 4 January 1781 fubfifteerde, waar by Wy verzogt wierden, om ordres te geeven aan de Of' fic ieren sLands Schepen commandeerende om alle gewaapende Engelfche Oorlogfchepen cn Commiilievaarders te weeren, en het inloopen in de Zeegaten deezer Landen, reëel te beletten, en in Zee defenfof tegen dezelven te ageeren, konden Wy aan die commandeerende Officieren, geene andere ordres geeven» dan die conform waren aan de intentie van hunne Hoog Mog., maar zoo haait als hoogftdezelven OnJ by Refolutie van den ix dier zelfde maand authorifeerden om by retorfie, de Engelfchen overal als Vyanden van den Staat te doen aanhouden, aantallen, en neemen alle Schepen, Vaartuigen, Goederen en Onderdaanen van den Koning van Groot-Brittannien, oi die aan deffelfs Onderdaanen of anderen, woonendebin' nen eenige van de Territoiren van het Ryk van Gtoot' Br ittannien toebehoren, dezel ve te doen veroveren, en alJ wettige Pryzen opbrengen, of opzenden, en Jeeverefl ao handen van het Collegie ter Admiraliteit deezer Landen, waar onder yder hunner reflbrteert, die geenen, die volgens het 31 Artikel van den Bredafche Vreede, naar Groot-Brittannien zouden retourneeren» en proviftoneel, de-Paquetbooten alleen uitgezonderd gaven Wy, op den 14 van diezelfde maand de ordres daar toe, met woordelyke infertie van de bovengaande periode, aan den Vice-Admiraal Hartfink^ aan ieder der commandeerende Officieren van de 3^ a» dienft igellelde Schepen, die zig nog hier te L*0" de  de bevonden, gelyk meede aan de SchoutenbyNagr, Grave van Byland, Binkes, en Crull, en de commandeerende Officieren van 'sLands Schepen op de Rheede van Curacao, en op de Rivier van Suriname, zoo voor hun, als voor de Schepen, die onder hunne ordres geilek waren. Deeze ordre is zedert niet alleen nimmer door Ons ingetrokken; maar zelfs, by alle convenable gelegenheeden, zoo by her geeven van Indructien, als anderzins, geconfirmeert en gereïtereert geworden, zoo als uit het vervolg blvken zal. Het cerile en noodzaakelyklte gebruik, het welk Wy begreepen van 'sLands Schepen in het Winterfailoen, in het welk de yflelykheeden des Oorlogs tegen de Repubiicq begonnen te woeden, te konnen cn te moeten maaken, was, om dezeiven, zoo veel mogelyk, te doen dienen, ter befcherming en dekkinge van de meelt geëxponeerde Kuilen, in fpecie die van Zeeland; en wei op zodanig eene wyze, dat zy het minit mogelyk geexponeert waren aan het gevaar van te verongelukken. Met dat oogmerk gaven Wy lalt aan den Capitein Stavorinus, commandeerende 's Lands Fregat St. Martensdyk, om naar het Zierkzeefche Gat te loopenraldaar pott te houden, en, by zwaaren wind, zig te bergen agter of omtrent den Rik, en, by Ysgang, of naar Zee te loopen, of, indien het mogelyk was, om fecuur te leggen, zig te begeeven naar het Veeregat. Ln aan den^ Capitein van Kinkel, commandeerende het Schip Zuidbeveland, om zig met zyn Schip te begeeven voor VJiffitigen, aldaar poft re houden, maar, door Ysgang daar niet meer köftnende blyven leggen» zig te retireeren onder Dishoek, de Vygeeter of No. i en aldaar niet konnende blyven, dan naar Zee te zeylen; gelyk Wy ook ten zeiven dage aan het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland aanfehreeven; om: i. Vier kleine Vaartuigen in gereedheid te brengen, ieder bemand (behalven het Zeevolk) met 10 a iz Soldaaten, by provifie te neemen van het Schip Zuidbeveland, en het Fregat Brunswyk, en door gettaadige aanwervingen„ zoo ras doeniyk, te remplaceeren, en ieder Voorzien van een Onder- of Dek Officier, en van behoorlyke DraaybalTen, en de nodige Ammunitie, van welke vier Vaartuigen 'er een zoude moeten geplaatft worden, by ieder van de drie Schepen Zuidbeveland, Brunswyk en Sr. Maartensdyk, om af en aan te vaaren, en eenige Schepen of Vaartuigen ontdekkendea daar van kennillè te geeven aan den Capitein van Kinkel, met welken de Seinen zouden moeten worden gereguleertj terwyl hét vier* de, provifiorteel, moeit gepofteert wórden in het l3rouwershaveBfche Gat. Li %„ Om  ( 44 ) 2. Om het Fregat Walcheren met allen fpoed , in gereedheid te brengen, het Commando daar van op te draagen aan den Capitein Haringman, hem een vigilante werving te recommandeeren, en de daar toe nodige mefures in het werk te Hellen. Aan den Capitein Vofch van Avefaat, commandeerende het Fregat de Orangezaal, ordonneerden Wy» om naar Zeeland te zeylen, zoo lang mogelyk vobr Vliffingen poft te houden, en, tot dat hy door het Ys mogt genoodzaakt worden, in het Dok binnen te loopen: maar twee dagen laater trokken Wy die ordre in, en gelaften hem om zig te bekwamen, en van de nodige Provifien en Lootzen te voorzien tot het lootfen van zyn Fregat, om op Onze eerfte ordre te konnen loopen voor Brouwershaven; waar toe Wy hem dan ook des anderendaags lalt gaven, indien hy de nodige informatien bekomen konde, het welk hy anderszins, in cas dat eenige twyffel overbleef, met eigen oogen moeft gaan zien. i. Of hy met zyn Schip in het Brouwershavenfche Gat kon liggen, zoo dat hy kon vertuyen en zwaayen zonder tegen plaaten te vervallen. a. Of hy zig kon brengen, in eene pofitie om van opgeworpene, of nog op te werpene Bafteryen, gedekt te weezen, en te dienen tot dekking der zeiven, om gezaamentlyk het inkomen by dit Zeegat te bedisputeeren en beletten. 3. Of hy zyn Schip aldaar, of ergens honger op de Rivier, op een plaats, die hy zeker kon weezen van te konnen bereiken, zoude konnen bergen voor Ysgang, en by gebreeke van dien, weeder zoude konnen uitloopen, of zyn Schip in de Goerée, of wel in Vliffingen, bergen. 4. Of hy konde gedient weezen van des Kundigen, om hem daar binnen te brengen. Op dat alles onderregt zynde, en de nodige pr#' cautien genomen hebbende, moeft hy zonder uitftel derwaards zeylen, en zig zoo polteeren, dat hy de Engelfchen kon beletten om aldaar in te komen, zo° als hy dan ook doen moeft \ die geenen die het zouden willen beproeven, op alle wyze tegenftaande. De voornoemde Capitein, wel op de eerfte, tweede, en vierde Articulen, eenigszins favorable informatien bekomen hebbende, maar niet op het derde, oordeelden Wy, te moeten renunciceren aan deszelfs deftinatie naar het Brouwershavenfche Gat, zynde hy naderhand, nevens de Capiteinen van Gennep, garing, en Grave van Rechteren, welken Wy zoo wel» als den Capitein Bouritius geftelt hadden, onder de ordres van den Vice-Admixaal Hartfmk, door den zei-  (49) zeiven op Onze ordre gelaft geworden, om ten fpoëdigften uit te zeylen, en re kruyftèn langs de Kullen deezer Provincie, en dezelve, zoo doenlyk, tegen infultes te bewaaren, en kondfchap te geeven van het geene zy verneemen zouden; met lalt, om als zy zig bevonden inferieur aan de vyandelyke Zeemagt, by de eerfte gelegenheid binnen te loopen in zodanig Zeegat, als zy zouden kunnen. In gevolge van Onze ordre aan den Vice-Admiraal Hartfinck, om, hoe eerder, hoe beeter, het Vlie te doen bezetten, om een vyandelyken aanval in de Zuiderzee te praevenieeren, wierd de Capitein Bouritius daar gelaaten, en de Capitein Nauman gelaft, om, zoo dra de omltandigheeden het zouden toelaaten, met zyn onderhebbend Schip uit het Veer naar het Vlie te zeylen. Het liep aan tot February eer 'er eenige Uitleggers konden in gereedheid zyn; de vyf voor de Maaze waren het eerlie vaardig, en door Ons gemunieert met Inltructien, by welken zy geftelt werden onder de ordres van den Vice-Adrnireal Hartfinck; terwyl Wy niet te min den commandeerenden Officier opde Rheede van Hellevoetfluis authorifeerden , om, in preflame gevallen, aan die Uitleggers de nodige ordres te geeven, welken zy van den Vice-Admiraal, vermits deszelfs geëloigneertheid, niet zouden konnen ontfangen; mits daar van, zoo aan Ons, als aan den gemelden Vice-Admiraal, rapport doende; gelyk meede, van het in- en uitloopen van vreemde Schepen en gewaapende Vaartuigen ; en wyders met laft aan den voornoemden Vice-Admiraal, en aan den commandeerenden Officier op de Rheede van HellevoetHuis, om, vermits de deitinatie der Uitleggers was, om de Zeegaten te protegeeren, en als Wagtfchepen te fungeeren, zoo zy nodig oordeelden, om van een of meer derzei ven, eenig gebruik te maaken, alsdan zorge te draagen, dat daar door de Zeegaten naec ontbloot, en van de nodige protectie gepriveert wierden. Omtrent deezen zelfden tyd, te weeten in de eerfte helft van de maand February, en dus wanneer de Winter ten einde liep, fchreeven Wy de Collegien ter Admiraliteit op de Maaze, in Zeeland, Weltvriesland, en Vriesland aan, om alsnu, in gevolge van de Refoluiie van hunne Hoog Mog. van den 2.6 December 1780, ten fpoediglten in gereedheid te brengen, ieder een Advis-Jagt, bemand met ($0 Man, om onder de ordres van den Vice-Admiraal Hartfinck ge* employeert te worden, zoo tot recognosceering, als anderszins; en aan het Collegie te Amtterdam, om ten zelfden einde, zoo ras doenlyk, te equipeeren, en in gereedheid te brengen, eenige ligte Vaartuigen; dog het laatïtgemelde Collegie, reeds voor handen hebbende een gedeelte der Fregatten, Hoekers, of M groo-  ( 4^ ) groote Kotter?, en vier kleine Kotters of Poonen, aafl het zelve gedemandeert by hunner Hoog Mog. boven* gemelde Refolutie, die een bepaalde dienlt hebben} en boven dien hebbende ingehuurt twee Lootsbooten» en in het kort vervvagtende een gewaapende Kotter» die te Oliënde was ingekogt, om te dienen tot recognosceering, excufeerde zig van het inkoopen van meerder ligte Vaartuigen, als niet in ttaat zynde deszelfs eigene middelen daar meede te belaften. Gelyk Wy ook aan den Vice-Admiraal Hartfinck ordonneerden, om de Schepen thans in het Veer by de oude Sluis zig bevindende, naar de Rheede van Texel te doen zeylen, en van der zeiver nodige Behoeften, en Ammunitien, te doen voorzien; de Capiteinen van Gennep, Staring, Grave van Rechteren en Vofch van Avefaet, by aanhoudentheid te doen kruisfen, hen gelaltende, om, zoo v^el mogelyk, het gevaar van genomen te worden, te vermyden: over het kielen van de Schepen van de Capiteinen van Idfinga» en Staring, te correspondeeren met de Collegien ter Admiraliteit te Amtterdam, en in Vriesland, zig onder de hand te informeeren, of een Schip, het welk voor de Compagnie te Hoorn of Enkhuilen geboutft wierd, van dienft zoude konnen zyn voor het Landden dus konde worden ingekogt; en eindelyk > om een keer te doen naar Hellevoetlluis en de Maaze, om in ogenfchouw te neemen de plaatszing der Schepen en Uitleggers, en deszelfs conlidcratien deswegens op te geeven, om vervolgens daar in zodanige verfchikking te worden gemaakt, als 'sLandsdientf zoude kunnen vorderen. Conform aan hunner Hoog Mog. Refolutie, genomen op hec verzoek van Burgemeefteren en Schepenen der Stad Sluys in Vlaanderen, en volgens advi's van de aanweezende Gecommitteerden uit de respeC' tive Collegien ter Admiraliteit, gelaften Wy den d derzelfde maand February, om, hoe eerder hoe beeter, een Fregat te detacheeren om te kruylfen tusfchen Breskens en den Elleboog; doch verzogten tef' fens het Collegie ter Admiraliteyt in Zeeland, on» aan Ons op te geeven, of niet een van der zelve' Uytleggers, dat Fregat zoude konnen afloflen; en eenige dagen laater, om Ons te melden, of het zelve tot dat eynde niet een Schip, of Fregat, zoude kunnen fourneeren. Dog tot Ons leedweezen moeiten Wy te deeze' tyde renuncieeren aan eene Expeditie, die Wy voof' genomen, en waar toe Wy reeds de ordre gegeeven hadden, en waar van het object was, het opligten van een Convoy ryk gelaadene Engelfche Koopvaardyfchepen, komende van de Elve onder een zeer klein Escorte; hebbende Wy de tyding van der zeiver vertrek bekomen, alvoorens het mogelyk was, om jn dit faifoen de nodige Schepen, die genoegzaam alle11 in-  (Al) incompleet waren, zeer veel Zieken aan Boord hadden, of nog niet in Texel hadden konnen komen, of nog op den Zuydwal zaten, of noodwendig gekield moellen werden, in gereedheid te brengen, om in Zee te lleeken. Het zoude defhalven niet te Verwonderen geweeft zyn, dat 'sLands Schepen, in den ftaat waar in zytoen nog waren, niet zouden hebben konnen beletten het reemen van een Driemaft Galjoot, het welk men zegt, dat in de maand February binnen den Vliet er, door een Engelich Schip zoude genomen zyn, vooral wanneer men de conftitutie van Onze Kullen kennende, nagaat, dat het uit loopen niet altoos gefchieden kan, op het zelfde ogenblik op het welk men zulks verlangen of nodig hebben zoude, en dat Wind en Stroom zelfs aan de kundigfte en gedetermineerfte Zee-Officieren, zulke obftaculen konnen fusciteeren, die hen moeten doen afzien van zaaken, welke een min kundige executabel oordeelt, en zelfs als gemakkelyk befchouwt; dog niettegenftaande alle Onze ernftige indagatien, na dit geval gedaan, is Ons daar van nimmer iets gebleeken, en de commandeerende Vice-Admiraal Hartfinck heeft Ons nog deezer dagen gefchreeven, niets daar van te hebben kunnen ontdekken. Zoo dat Wy dien aangaande hunne Hoog Mog., tot dus verre, geenerley informatie kunnen geeven. Tot nadere beveiliging van Onze eVcngemelde con-* fideratie, zal het niet te onpas zyn, hier mentie te maaken, van een geval, het welk op den 15 Mey 1666 gebeurt is. en hoofdzaakelyk hier in beflaat? dat de Lr. Admiraal de Ruyter, met de Lt. Admi* raais van Nes en Hiddes, met een magtige en volkomen gereede Vloot in Texel liggende, hebbende Gedeputeerden van hunne Hoog Mog. aan Boord; terwyl ook de Rheeden van Vliffingen, de Goedereede, de Maaze en 't Vlie, insgelyks met notable Vlooten voorzien waren, door zes Engelfche Fregatten, digt voor den Wal, in het aanzien van de Vloot, zeven Hollandfche Koopvaardyfchepen genoomen, en nog eenige andere in het Vlie binnen gejaagt zyn; waar over welgemelde Heeren Gedeputeerden 'sdaags daar aan, by Miftive aan hun Hoog Mog. zig in deeze remarquable termen uitlieten „ dat zy aanftonds met de „ voornoemde drie Admiraals, en de aanweezende „ Gecommitteerden uit de Admiraliteyt in delibera„ tie hadden gebragt, wat by die gelegenheid zoude „ dienen by der hand genoomen te worden; dat al„ len van fentiment waren, dat her wel noodzaakelyk „ zoude zyn, eenige Schepen van 'sLands Vloot te „ detacheeren, om de voornoemde Engelfchen te at„ trapeeren, en verdere onheylen vóór te komen, te „ meer, alzoo het eene onlydelyke zaak scheen, onder tus„ fchen dat zig zoo eene conjïderable Vloot Oorlogfchepen „ duar binnen Gaats bevond, te moeten aaniien, M z „ dat  ( 48 ) „ dat de Vyand met weinig Schepen voor de Kufl quatö braveeren, en van daar verfcheide Schepen weg te ,. neemen; maar dac daar tegen aan de andere zydejr „ geconfidereert was, dat men geen perfecte kennis „ had of zig nog eenige en hoedan1ge KüJ ,, gelsche magt-, boven de voorfz,. zes Fregatten, ., in Zee zouden mogen onthouden en dat mitsdien „ geene vatte ftaat gemaakt kan worden, wat getal ,, van Schepen men tot zulk een eynde zoude behoo„ ren te despicieeren; dat het ook derhalven ligtelyk „ zoude kunnen gebeuren, dat de voorfz. by hen te „ despicieeren Schepen, door grooter magt, zouden „ konnen werden bejeegent, en het hooft komen te „ ftooten, waar door de aanfïaaude Expeditien zeef „ zouden worden veragtert: behalven dat ook de „ voorfz. te despicieeren Schepen, by contrarie wind „ niet zeer gemakkelyk by 'sLands Vloot alhier zou* „ den te brengen zyn 3 waar door ook de voorfz Vloot „ zoude worden gefepareert; en dat zy mitsdien ge„ oordeelt hebben, daar in te refideeren verschëI„ de dangereuse bedenkingen; op al het welk „ zy met den eeriien zouden te gemoetzien, hunner 5, Hoog Mog. Refolutie.". Daar dan, in dien tyd, wanneer de kundige en ervaaren de Ruyter, geaflifteert met twee der geëxperi' menteertfte Vlag Officieren, en Gecommitteerden ie' Admiraliteit, onder de voorzitting van hunner Hoog Mog. Gedeputeerden, voorzien van een confiderabie Vloot, van allerley foort van zwaare en ligte bevaa' rene en toegerufte Schepen, het neemen van zeven Koopvaarders, in hun gezigt, niet kon beletten, en daar door deeze beroemde Mannen, in die allerfavO' rabelfte omltandigheeden, boven dien alle die zelf"e voorzigtige confideratien zyn in overweging genoO' men, welke Wy gemeent hebben, meer dan eens by de geboorte van Onze tegenwoordige Zeemagt te moeten pondereeren, is het naauwlyks te bezeffen» hoe aan Ons als een misdaad word toegereekent, het geene, in dien tyd , met de kenmerken van kundigheid' en pryswaardige voorzorgen beleid, bettempelt werdIntuflchen, naamen Wy aanleiding uit de inform^ tien, die Wy wegens dit voorgegeevenebekomen had' den, om aan den Vice-Admiraal Hartfinck, op nieU" aan te fchryven, om zorg te draagen, dat, hoe eer' der zoo beeter, de Zeegaten door de nodige Sche' pen geprotegeert wierden; op dat de Schepen vaI1 'sLands Ingezeetenen, niet geëxponeert mogten zy°' om een prooy te worden van de woede van de» Vyand. üe Kotter, welke het Collegie ter Admiraliteit te Amfter dam te Oftende had doen koopen, en die thans gearrivee^ was, deeden Wy ten fpoediglten in gereedheid bren' gen, en gelafteden den Vice-Admiraal Hartfinck, °™ van zyne onderhebbende Schepen de nodige M^' fchaP'  ( 49 ) fchappen te detacheeren om dezelve te bemannen* provilionneel onder de ordres van een zyner onderhebbende Capiteinen, of Lieutenants. Zoo als VV y meede ampleóteerden den vöorflag vatl het laatilgemelde Collegie, om (vermits het Fregat Zwieten, gecommandeert door den Capitein Nauwman, een zeer zwaare vertimmering zoude moeten ondergaan) aan den Capitein Dedel te geeven het Commando van het Schip Holland, en denzelven te doen aanwerven 15-0 Man; en aan den CapiteinNauwman dat van het Schip den Erfprins, en hem 5-0 Man te doen aanwerven:'vraagende van het voorfz Collegie deszelfs confieratien omtrent het gebruik van het Fregat Zwieten, als een Wagtfchip; waar toe men oordeelde, dat deszelfs Cajque, in den ftaat waar in het thans was, dienen konde; of wel over het befte middel, om het zelve fpoedig te remplaceeren, zoo dat het Vlie bezet konde blyven. Alvoorens de Admiraliteit deezen laatftgemelden Brief ontfangen had, kreegen Wy kennis van dat Collegie, dat de Schepen, de Erfprins, en de Admiraal Piet Hein, als meede het Fregat de Amphitrite, gecommandeert door de Capiteinen Dedel, van Braam en Braak, hetVlaacq gepaffeert, en onder de Vlieter aangekomen; en de ordres geftelt waren, dat met den allereertten aan dezelven zouden worden toegezonden het noodige Gefchut, Buskruyt, Behoeftens, en Victualie, en aan de twee laatilgemelde Schepen, de nog aan der zeiver Rol manqueerende Manfchappen; weshalven Wyaandie Capiteinen, op den 16 Maart, ge» lallen, om zig te rangeeren onder de ordres van dert Vice-Admiraal Hartfinck, die Ons den xt daar aan volgende kennifle gaf, dat het Fregat de Venus van de Zuidwal afgeraakt, en op de Rheede van Texel geankert was; terwyl Wy drie dagen laater van dert Raad en Advocaat Fiscaal Wyckerheld Bisdom vernamen, dat de Fregatten de Jafon, en de Orangezaal 'sdaags te vooren omtrent den middag wel zeylvaardtg, maar nog niet uitgezeylt waren, om zig naar Texel te begeeven, en dat zy nu warert opgehouden tot Onze nadere ordre, naardien 'er verfcheide berigten waren, dat actueel veele vyandelyke Schepen voor Goerée zig bevonden. Alle deeze omltandigheeden, hoe weinig intereifant op zig zeiven, hebben Wy gemeent alhier te moeten inlallën, op dat men des te beeter zoude konnen zien, in welken ttaat de zaaken waren, ten tyde van het neemen van hunner Hoog Mog. Refolutie van den 16 dier maand, op de Requefte van Directeuren van den Oofterfchen Handel, en Rheederyen te Amfterdam, waar by hun Hoog Mog. Ons verzogten, om, zoo dra zulks gevoeglyk gefchieden konde, de Schepen, dert wil hebbende naar de Ooltzee, en Noorweegen, door een genoegzaam aantal van 'sLands Sche- N pen  ( 50 ) pen en Fregatten van Oorlog, derwaards te doen ge* leyden, en de Hollandiche Koopvaarders, die aldaar rnogten zyn, weeder herwaards te doen convoyeeren. Deeze Refolutie gaf Ons aanleyding tot het beleggen, op den 29 Maart, van eene Conferentie met de Heeren Lynden van Hemmen, Raadpensionaris van Bleiswyk, elf Leden, of Miniiters, van de Admiraliteyten, en drie Vlag officieren , met den Capitein van Kinsbergen, als Capitein van de Vlag van den Commandant van 'sLands Vloot; terwyl Wy aan de eene xyde, uit hoofde van de geringheid van het ge» tal Schepen, het welk de Staat actueel hier had, niet konden bellonen, om op eigen gezag alleen, te doen uitloopen die weynigen, die nog maar «ereed waren, en dezelven, zonder nur, roekeloos re^exponeeren, om door de Engelfchen genomen teworded en dat Wy het aan de andere zyde ook op Onze kundigheeden in dat Huk alleen mei wilden laaten aankomen; prsefereerende dus, om in de gemalde. Conferentie te laaten wikken en weegen de reedenea voor en tegen het uitloopen der gereed zynde SchepenIn die Centerende werd dan i. De vraag, of 'sLands Schepen nu behooren uit te gaan, of manneer dezelve naderhand, met den meeften dienlt van den Lande zouden konnen geëmployeert worden, do'or de Admiraliteyten beantwoord: dat 'er nu 8 Schepen binnen vier weeken 13, en in de maand yan Mey, waarfchynelyk 24 in gereedheid zouden zyn. Arnfierdam zeyde egt er maar te konnen verantwoorden voor de Lighaamen en toetakeling; de Maaze beloofde haai aildeel in her geheel te zullen keveren ™ van sLands Schepen, raadzaam ware dezelven u,t te zenden, dan of het beeter ware X' meede te fuperfedeeren tot dat alle de Schepen» die men voorzag, dat in dien Zoomer eereed konden zyn, immers tot dat een groot Gedeelte daar van gereed ware, en provifionned, tot dien tyd toe, geene Convoyen te verleèneo; wierd met eenparigheid beaniwoord dafvoo alsnog, met de adueelc Zeemagt, geen Convoy konde worden verleent, m£ dat 'er al voorens een meerder aantal moe, zyn * * 3'Mey trzvgde1wee0VUachen dir e^e maand zv Detachemenr?n Mariniers '< zy Detachementen, genoomen van de Infanterie van den Slaat, van eene egale flerkee?'* dus ten bedraage van lx% Man, met de nodige Officieren cn de Onder-Oflicicren, opde Schepen wierden gezonden, hoewel ilegts vofX een tyd en ter leen, a]sdan 1Uat koJe w0r den  (k) den gemaakt, dat de Schepen zouden konnen, uitzeyien, ea of het gebrek daar door alleen konde worden gefuppleert; wierd geilek in handen van de preiente Zee Officieren, om daar op een fchriftelyk Advis in te geeven; blykeDde de onvolkomenheid van dit fuppletoir middel uit het unanin Advis van deeze _ Vlag-Officieren, hier by gevoegt fub No. 18. Weinige dagen laater wierd Óns door den ViceAdmiraal Hartfinck berigt gegeeven, dat de Schepen de Admiraal Generaal, de Admiraal de Ruiter, de Erfprins, en de Batavier, nevens de Fregatten de Argo en Venus, compleet in Haat waren om te zeylen, en tefïens van de inforrmtien, die hy bekomen had, wegens een Engelfch Convoy, liggende in de Weeaer, en beitaande in 34 Tranfportfchepen voor 1800 Recruuten, en vier Fregatten van Oorlog, waar van twee van 36, een van 2.6, en een van 24 Stukken met by voeging, dat de Engelfchen voorgaven, dat zig nog meer Schepen van Oorlog daar by zouden voegen; gelyk meede wegens een Koopvaardyvloot, welke btnneo korten, onder Escorte van een Fregat, uit Schotland zeylen zoude, en eindeJyk wegens een derde Vloot, die omtrent het midden, of het laatfte van Mey uit Schotland, of hec noorden van Engeland, meede onder eeac geringe Escorte zoude zeylen naar de Ooüzee. Hoe zeer men in de bovengemelde Conferentie van oordeel geweeit was, dat het aantal der gereed zynde Schepen nog te gering was om te kunnen denken aan het geeven van Convoy, als waar door dezelven te ver van de Kuilen verwydert, en te fierk oeëxponecrt werden; begreepen Wy egier die Schepen, die waarlyk gereed wareo, niet nutteloos te mogen laaten jiggen, maar van alle voorkomende gelegenhceden te moeten profiteercn, om 'er ecu nuttig gebruik van te m aken, zoo verre als zulks met het groot oogmerk, om, zoo ras mogelyk, de Commercie een genoegzaam Convoy te bezorgen, beltaanbaar was; en refolveerden derhalven op den 19 April 1781, na eene gehoudene Conferentie aan Boord van 'sLands Schepen voor de Helder, met de Vioe-Admiraals Hartfinck en Reynrt, Schout by Nagt Zoutman, en den Capitein van de Vlag van Kinsbergeo, in pra?femie van den Heer Burgemeeiler Rendorp, den eerllgemeldcn te authorifeeren , om den Schout by Nagt Zoutman te desacheeren met de Schepen den Admiraal Generaal, den Admiraal deRuyter, den Erfprins Batavier , Argo, Venus, Amphitrite, Medenblik en de Ajax, ten einde het Convoy, komende uit de Weezer, te inrercepteeren; met laft egter, om zig niet te ver te eloignecren, cn zorg te draagen, om "eene retraite naar de Rheede van Texel te behouden, zoo men vond dat de Escorte van het Convoy te llerk N z was,  was, of dat een overmagt van Engelfche Schepen ft de Noordzee kruifte, waar voor dit uit te zendene Esquadertje genoodzaakt zoude zyn te wyken; do$ in gevalle hy Schout by Nagt kondfchap kreeg, waar op hy meende ttaat te kunnen maaken, dat hy niec al te veel te waagen had van overmagt, of om van Texel afgefneeden te worden, mogt hy zig verder eloigneeren, en moeft tragten het Convoy te overmeettoren. Maar eer dit Ons oogmerk bereikt kon worden» en voor dat de tyd, die tot het uitloopen bepaal was, daar was, bekwam men tyding van het uitloO' pen van het Engelfch Esquader, onder de ordres vaf den Commandeur Stuart, bettaande, volgens nadere berigten, in verfcheide Schepen van Linie, die ordre zouden hebben omttreeks de Weezer te kruillen, en> by vertrek van het Tranfport, het zelve te dekken» waar door de Expeditie gevaarlyker werd, te meet» daar het Schip Medenblik zyne behoeften nog nie£ ontfangen hebbende, en van de andere twee Schepel van dat Collegie niet kunnende overneemen, het quadertje met dat Schip vermindert wierd, zoo wej als met de Kotter de Ajax, die meede niet gereed kon weezen; en daar het ook aan ligte Vaartuige" ontbrak, om te recognosceeren, en men dus onveX' hoeds overvallen konde worden; 't welk te vreezet1 was, door dien het oogmerk om die Expeditie l° doen, publicq geworden, en zelfs reeds in de Engel' fche Nieuwspapieren gemeld was, met by voeging va0 het getal der Schepen, die zouden uitloopen. En daj1' het important en nodigft gebruik, dat van 'sLan^5 Schepen gemaakt konde worden, geoordeelt was, $ van de Commercie, zoo ras mogelyk, van een toe> reikend Convoy te voorzien; een oogmerk,hetwe#'i mogelyk, den gantfchen Zoomer niet zoude kunne11 bereikt worden, indien aan dit Esquader een onge' luk van eenige confideratie overquam, oordeelden $ Vice-Admiraal Hartfinck, en Schout by Nagt Zout' man, alle deeze berigten, en conlideratien ter On^ kennifle te moeten brengen, met verzoek om nade^ ordres. . De Heer Raadpenfionaris van Bleiswyk, zoo ^ ■ als de Lieutenant Admiraal van Waflenaer, door hier over geconfulcert zynde, rescribeerden Wy, & conformiteit van der zeiver Advis, aan den Vice-A"' miraal Hartfinck, om over het al, of niet laaten voo^'1 gaan yan die Expeditie, een Krygsraad te belegg^1 van alle de Capiteinen der Schepen, die 'er toe f. deftineert waren; Ons de Advifen van ieder der i®' ven toe te zenden, en Onze ordres promptelyk f doen executeeren, indien de Krygsraad advifeef^ voor de afBrraative; maar by de opneeming derftert1' men, bleek het dat 'er zes waren voor de negati^' 200 uit hoofde van de al te nadeeligeconfequenn^!  c n ) die uit de non-reuffiie proflueefen zouden, als uit hoofde van het algemeen gebrek aan bequaame Offi-» eieren en bevaarene Equipages; terwyl zelfs de drie Hemmen, die voor het uitloopen geadvifeert hadden, flegts geüemt hadden voor het kruiffen even buiten Texel; blykende zulks nader met de daar van opgegeevene reedenen uit het voorfz Advis zelve, hier by overgelegt fub No. 19. Het antwoord, het welk Wy daar op aan den Vice Admiraal Hartfinckdeeden toekomen, en over het welk Wy wederom met de Heeren van Bleiswyk en van Waffenaer geconfuleert hadden, behelsde hoofdzaakelyk, dat Wy alles wel gewoogen en geponde* reert hebbende, van gedagten waren, dat aan het zenden der Schepen naar de Weezer behoorde te worden gerenuncieert, immers tot dat men weeten konde, hoe llerk het Esquader was van den Commandeur Stuart; dat het evenwel te wenfehen was, dat de Schepen uitliepen, al was het maar om in Zee te recognosceeren, en te toonen, dat men zig niec con lidereerde als geblocqueert: dat hy derhal ven zoo veel Schepen moeit uitzenden, als het doenlyk zoude zyn, laatende Wy het aan deszelfs keuze over, om meede uit te zeylen, of op de Rheede te blyven commandeeren, zoo als hy zoude vermeenen , dac 'sLands dienlt vorderde; dat hy de Kotter, zoo zy gereed was, of een ander ligt Vaartuig, moett zenden op kondfehap, of iets van vyandelyke Schepen befpeurt wierd, en de Schepen maar zoo ver laaten kruiffen, dat zy gelegenheid bleeven behouden, om wederom te konnen binnen loopen ; dat, zoo als* dan een Coup de main gedaan konde worden, 't zy door het neemen van Koopvaardyfchepen, 'tzy door het intercipieeren van het Convoy van de Weezer, zoo het minder tterk bewaard was, dan verwagt: wierd, Wy zulks gaarne zien zouden; gelyk ook, dat het Fregat, gecommandeert door den Capitein Bouritius, daar toe meede geémployeert konde worden, niet te min aan hem oveiiaatende de keuze der uit te zendene Schepen, en der zeiver getal, mits hy zorge droeg, dat het zoo Iterk mogelyk genoomen wierde, om tegen een vyandelyken aanval tegenttand te konnen bieden, ten miniten tegen een Esquader van drie a vier Schepen. By al het welke Wy hem nog gel aften, om op te geeven, hoe veel bevaaren IVlatroofen of Onder-Ofheieren op ieder Schip of Fregat waren; of de Schepen in goeden ftaat waren, en in welken ttaat was het Kanon en Handgeweer j en of dezelve voorzien waren van de nodige behoeftens, Ammunitie en Victualie; en of zy dus allen, of hoe veel daar van, volgens deszelfs begrip, in Haat waren, om Zee te kiezen: Zich de bovengemelde opgaven door ieder der commandeerende Officieren te doen geeven, en aan Ons toe te zenden,, zonder O eg-  C 5-4 ) ègter daarom het uitzeylen der Schepen te retardeeren, zoo hy vermeende, dat de kans daar toe goed was. In gevolge van deeze aanfehryving, werd dan de Schout by Nagt van Kinsbergen door den Vice-Admiraal, Hartfinck naar Zee gezonden met het Schip de Batavier, nevens de Fregatten Argo, Amphitrite, Eensgezintheid, en Venus, en de Kotter de Ajax, met lalt, om voor acht a veertien dagen, naar bevind van zaaken, in de Noordzee te kruiMen, en aldaar den Vyand alle mogelyke atbreuk te doen,zonder zig te verre van Texel te eloigneeren, maar zorge draagende, om, by aldien hy bevond dat 'er een overmagt van Engelfche Schepen, waar voor hy genoodzaakt zoude zyn te wyken, in de Noordzee kruitte, zig eene retraite naar de Rheede van Texel te behouden; en wyders, om, by aldien hy bevond, dat de vyandelyke Magt, in dé Noordzee kruiflende, van die force was, dat dezelve wel te fterk wasvoor zyn Esquader; maar door de Schepen, in Texel gereed liggende, met fucces zoude konnen geattaqueert worden, daar van onmiddelyk kennifle te geeven aan hem Vice-Admiraal; en eindelyk met permiffie, om» indien hy kondfehap kreeg, waar op Haat te maaken was, dat 'er geen overmagt van vyandelyke Schepen te vreezen was, alsdan zig verder van Texel te mogen eloigneeren, om, des te eerder, vyandelyke Koopvaardy- of andere Schepen te kunnen onderfcheppen. De Vice-Admiraal Ons rapport doende van de ge' melde ordres, voegde daar by, dat hy in het beraamen deezer fchikkingen in het oog had gehouden» om de Vloot in ttaat te houden, om, al overquam dit Esquader eenige ramp, egter de vereifchte Schepen tot Convoy of andere einden tebewaareo, gelyk meede, dat hy de zaak doorgezet had in weerwil van de opgave door verfcheide Capiteinen gedaan van den ilegten ttaat hunner Schepen, waar aan, zoo veel mogelyk, uit andere Schepen was voorzien. Gelyk dan ook vier der genoemde Schepen, metde Kotter de Ajax, den 9 Mey gelukkig in Zee qua* men; hebbende de Zephir, wiens Victualie-Kaag eertf des daags te vooren aan Boord gekomen was, niec meede konnen uitzeylen. Op het berigt, het welk Wy twee dagen daarna» omringen van een Rapport door den Schout by Nagt van Kinsbergen, uit Zee aan den Vice-Admiraal Hartfinck gedaan, dat het Schip van den Capitein Bouritius zig by het Esquader gevoegt had, die, voordeszelfs vertrek, tyding had gekreegen, dat het Engelfch Convoy met Troupes nog in de Weezer was; maar dat hy Schout by Nagt zyne onderhebbende Magc je gering en nog te ongereddert oordeelde, om 'ef buiten ordre iets van gewigt meede te durven waa- gen/  C ss ) * geri, vermits geen van de Schepen nog in Zee géweeft was; en op de vraag, Ons by die gelegenheid! door den Vice-Admiraal gedaan, of de Schepen verder afgaan mogten, wyl men tyding meende te hebben, dat het Engelfch Convoy benoorden Hitland forti zoude zeylen, rescribeerden Wy aan den ViceAdroirard Hartfinck, dat Wy gaarne zien zouden, dat de Expeditie voortging, als 'tweezen konde; dat daar toe zoo veele Schepen uitgezonden wierden als het mogelvk was, en dat hy dezelve in perfoon commandeerde, met recommandatie nogtans om Zeemanfchap te gebruiken, en, zoo doenlyk, te vermyden, van te digt by de Kullen of Eilanden van Schotland te komen, zonder goede informatien, en zonder prsecautien te gebruiken, om niet afgefneeden te worden; maar zich eene goede retraite naar deeze Landen te relerveeren. Ook Hak hy den 14 Mey in Zee met de Schepen de Admiraal Generaal, de Erfprins, de Zephir, en de Snaauw de Zeebaars, en conjungeerde met de Schepen onder de (ordres van den Schout by Nagc van Kinsbergen, die reeds een vergeeffche Jagt op twee Erigelfche Fregatten en twee Kotters gemaakt, en ten dien einde Ankers gekapt had. In de hoop, dat de occalie ter onderfehepping van het Engelfch Convoy, nog niet geheel verloeren was, en met oogmerk, om in die bedoeling te beeter en te zekerder te reuifeeren, ordonneerden Wy den 13 Mey den Schout by Nagt Zoutman, om meede uit te zeylen, en het Commando aan den oudften Capitein over te geeven, indien hy oordeelde, den ViceAdmiraal Hartfinck, binnenkorten, te zullen ontmoeten; of, indien hy geene informatie bequam, dat dezelve met zyn onderhebbende Schepen binnen weinige dagen zoude invallen, vermits Wy het, inhetlaatfte geval, raadzaamer oordeelden, dat hy het retour van den Vice-Admiraal afwagte, om vervolgens met eenige Schepen uit te zeylen, en meede een Kruistogt te doen: danden 14 'smorgens vroeg, den ViceAdmiraal Hartfinck, met het geheele Esquader voor de Wal gekomen, en 'sanderendaags, na eenige Fregatten voor 't Vlie en voor Texel te hebben gelaaten, op de Rheede geretourneert zynde, zonder, wegens het miltige weêder, des Vyands Convoy te hebben kunnen aantreffen; heeft aan het eerfte lid van deeze Onze ordre door den voornoemden Schout by Nagt niet kunnen voldaan werden. Om den draad van het verhaal van deezen vrugreloos afgeloopen Kruistogt, en de te vooren geprojecteerde Expeditie, niet af te breeken,hebben Wy geömitteert deeze en geene omltandigheeden te melden * die bewyzen, met welk empreffement Wy intuffchen ook van andere kanten, werkzaam waren om deZeefnagTj zoo ras doenlyk, in Haat te brengen, O % Dé  De Uitleggers, door her Collegie ter Admiraliteit te Amlterdam in gereedheid gebragt, wierden op den 8 April door Ons mede van de nodige lnUru.ct.ien voorzien, by welke zy gerangeert wierden onder de ordres van den Vice-Admiraal Hartfinck, of van den commandeerenden Officier van de Rheede, alwaar zy zig zouden bevinden; hoedanige Inltruètien ook door Ons op den 18 der zelfde maand gegeeven wierden aan de Capiteinen van Loo, Harencarfpel Dekker, "Wiens, en Grave van Weideren, commandeerende de Fregatten Zuileveld, Bellona, Zephir, en de Kotter de Ajax; en op den 9 Mey aan nog drie Uitlegger Capiteinen by het Collegie op de Maaze, en op den xi der zelfde maand aan de Capiteinen Mulder, Raders, van Vlierden, Seis, en den Uitlegger-Capirein Botger, commandeerende het Fregat de Dolphyn, de Schepen de Princes Royaal Frederica Sophia Wilhelmina, en Glinthorlt, het Fregat de Jafon, en de Snaauw de Zwaluw, en op den 14 July aan de Capiteinen de Mauregnault, van Son, van Overmeer, en van Woenfel, commandeerende de Fregatten Landskroon, Phcenix, de Waakzaamheid en de Amphitrite. Het Collegie ter Admiraliteit te Amtterdam exhorteerden Wy om alle vlyt aan te wenden, om, hoe eerder zoo beeter, deszelfs aanbedeelt getal Schepen en Fregatten gereed te houden, om tot'sLands dienH te konnen worden geëmployeert, en floegen aan het zelve voor, (vermits het onzeker fcheen, of uit gebrek aan Manfchappen, inzonderheid aan Lieutenants en Dek-Officieren, alle de Schepen in dien Zoomer wel zouden konnen worden geëmployeert) de Schepen, die thans het meelie in de Werving gevordert waren, als meede de Wagtfchepen te completeerent met Manfchappen en Officieren, aangenomen voor Schepen, die nog weinig gevordert waren; dog zoo, dat als zy door anderen konden worden gerempla* ceert, zy wederom zouden retourneeren op die Schepen, voor welke zy in den aanvang aangenomen waren geweelh Dergelyk eenen voorflag deeden Wy ook ten zelfden dage aan de Admiraliteit in het Noorder Quartier, om, naamelyk, twee van hunne Fregatten te completeeren met Manfchappen van het derde en recommandeerden ook aan dit Collegie om 'alle vlyc aan te wenden; maar bequamen, na verloop van weinige dagen, ten antwoord, dat uit de Manfchappen voor die drie Fregatten aangenomen, geen twee Fregatten konden voltallig gemaakt worden. Van intentie zynde, om, ter voldoening aan het verlangen van de Heeren Staaten van Zeeland, het Schip Schiedam, nevens de Fregatten de Jafon, en de Orangezaal naar die Provincie te zenden, gaven W/ reeds op den iz April laft aan den Capitein de 3ruin, om  t S7 ) om Ons tc ihformeeren in wat (laat de Equipage dier Schepen zig bevond, zoo ten aanzien van de compleetheid als van de gezondheid; of dezelve, of wel het grootfte gedeelte, reeds gedrefleert waren, ter manoeuvreeringe en defenfie? of'er onk iets ontbrak aan de nodige behoeftens, en öf de Schepen ten vollen in ttaat waren? of elk van dis Schepen een bequame Loots aan Boord konde hebben, naar de deltinatie die hen zoude konnen gegeeven worden? En eindelyk, of zy een wétbezey'lt Vaanuig konden meede hebben, om te recognosceefen, en met goede Seinen gémunieeit, van alles te konnen waarfchouwen, ten einde de Schepen hunne meiures daar naar zouden konnen neemen. Waar op Wy tot antwoord bequamen, dat bet Schip Schiedam gereed was om Zee te kiezen, maar het Volk nog niet genoeg gedreffèert. Het manqueërde nog 43 Koppen, waar onder een eerfte Schryver, een eerlten en een derden Conftapel, en tweeden Chirurgyn. Hy had '25 Zieken. Aan het Fregat de Jafon manqueerden 86 Koppen, waar onder z Lieutenants, en zo Dek-Officicren; het had 32 Zieken: en aan het Fregat de Orangezaat manqueerden 19 Man, waar onder twee Lieutenants en zeven Dek-Officieren; het had 3* Zieken. Deeze informatien deeden Ons bëtluiten, om het verzenden dier Schepen nog eenigen tyd uit te (tellen : dog op de nadere initantien van de Heeren Staaten van Zeeland, zonden Wy aan den Capitein de Bruyn op den 2 Mev daar aan volgende, drie opene, en drie bellotene ordres, voor de Capiteinen Rauws, en Sonnemans, en den Lieutenant Story, de bovengemelde drie Schepen commandeerende, by welken eerften zy gelaft worden om naar Zee te zeylen, en de beflotene ordres, (tendeerende om naar Zeeland te zeylen, en zig te pofteeren op de Rheede van Vliflingen) niet te openen, dan na dat zy den droogen zouden zyn gepatfeert. Den Capitein de Bruin gelaften Wy, om door zyne onderhebbende ligte Vaartuigen te doen recognosceeren, en vernomen hebbende, dat 'er geen Vyand befpeurt wierd, die drie Schepen gezaamentlyk te doen uitloopen; de Commandanten derzelven te voorzien van de nodige Stuurlieden of Lootfen, die bequaam waren om hen tot op de Rheede van Vlilïingen te brengen; maar evenwel alle mogelykepraecautien aan te wenden, om te beletten, dat iets uitlekken mogt van de intentie, om hen derwaards te zenden. Aan deeze ordre werd op den 10 der zelfde maand voldaan, offchoon de Capitein Rauws in het begin daar in zwaarigheid maakte, zoo om demeenigte def Zieken, die hy aan Boord had, als om de onbedrevenheid en onbevaarenheid van deszelfs Equipage in P hef  C 58 ) het generaal; wordende de drie Commandanten die? Schepen gelaft, om zig te rangeeren onder de ordre» van den Vice-Admiraal Hartfinck, of den by zyne abfentie commandeerenden Officier op de Zeeuwlche Stroomen, en met hunne Schepen zodanige politie te neemen, als hun zoude worden gelalt, om te konnen meede werken tot de defenfie der Provincie van Zeeland. | By de Inftruaie, welke Wy reeds op denxxApn1 voor den Vice-Admiraal Hartfinckexpedieerden,wet' den nader onder deszelfs ordres, en commando, geftelt een Schip van 74 Stukken, twee dito van 70, drie dito van 64 en 60, zeven dito van 50, 5 Fregatten van 40, 8 du" van 36 en 8 dito van 24; dan waaronder, behalven het Schip de Maas van 70, nog verfcheide andere wegens ouderdom en defectueusheid, eeniglyk gefchikt waren, en gebruikt wierden tot Wagtfchepen, met magt en authoriteit, om met dezelve, zoo lang deeze zyne Commiftie duurenzoude, zodanig, en in dier voegen te ageeren, als hy zoude vermeenen, het meelte met 'sLands welzyn, en voornamelyk met de protectie van de Commercie en de fecuriteit der KuS' ten overeenkomltig te zyn; in alles egter met Ons goede correspondentie houdende, en byzonder z£>ö hy iets wilde tenteeren van aangelegenheid, of waat toe een groot gedeeke van 'sLands Zeemagt zoude worden vereifcht, Ons daar van adverteerende, efl Ons telkens van zyne verrigtingen goede en pertinente reekenfchap doende. Doch van de 21 Schepen van het Collegie ter Admiraliteit te Amtterdam, waren 'er maar 6 compleet, en op de overigen te famen genomen; manqueerden, behalven verfcheide Lieutenants, nog 1341 Kop' pen, waar onder 121 Onder-Orfïeieren. Welke impreftie vervolgens op Ons gedaan hebhe de Propofitie, op den 18 Mey door de Heeren Ge' deputeerden der Stad Amtterdam, op naam var. de Heeren hunne Principaalen, ter Vergadering van H^' land gedaan, onder anderen, om zich te beklaagen over het niet voortgaan der Expeditie naar de Wee' zer, en over de traagheid en inactiviteit in de behaöj deling van de zaaken der Marine; propofitie, wel# naderhand door verfcheide Hollandiche Steden fuc' cetïivelyk is gcappuyeert geworden; willen Wy gaat' ne overaaten aan het oordeel van hun Hoog Mo£'* en van de hooge Bondgenooten, die uit het geene "Wy dus verre gezegt hebben, reeds genoegzaam zu'* len hebben konnen opmaaken, dat het verval der Ma' rine tot een al te hoogen trap geklommen was, o& daar meede in weerwil Onzer ieverigfte poging^1 j iets meer te doen, dan het geen Wy voor hadden; dat het mislukken zelfs van die voorneemens eenig' lyk heeft gedependeert van omltandigheeden, die t>°' ven het bereik van alle Menfchelyk vermogen en m poütie geftelt waren.  Dan om voort te gaan: de Vice-Admiraal, Hartfinck, aan Ons, ter voldoeninge van Onze aanfchryving, hier voor gemeld, toegezonden hebbende de Rapporten van de refpeétive Commandanten van zyne onderhebbende Schepen, waar van Wy het precies hebben doen vervatten in de Memorie, hier by overgelegt fub No, zo., oordeelden Wy, hem, tegen den tyd van zyn retour in Texel, op den z8 Mey, te moeten aanfchryven, om door alle de Capiteinen of commandeerende Officieren van 'sLands Schepen en Fregatten, die nu eenigen korten tyd in Zee gekruift hadden, by der zeiver weeder invallen accuraat, en in gefchrifte te doen opmaaken een Rapport van alle de obfervatien, die zy geduurehde deezen . Kruistogr gemaakt hadden, ten aanzien van hunne onderhebbende Schepen; gelyk meede, wat ieder hunner dagt, daaraanteontbreeken, om in ftaat te zyn van, op de eerfte ordre wederom immediaat inZeetefteeken; hoe een ieder zyne Equipage, waar onder zoo veele Onbevaarenen,bevonden had; en eindelyk wat men, in Zee zynde, zoo aan de Behoeften en Ammunitie, als in het generaal, omtrent al het geene tot het doen van den dienft nodig geweeft was, had geobferveert; ten einde Wy meer en meer informatie mogten bekomen van den eigentlyken ftaat der Schepen , en vervolgens beeter konden oordeelen, tot welken dienft ieder Schip het befte gefchikt was. Blykende uit de Rapporten, die Ons, in gevolge van die aanfehryving, zyn toegekoomen, dat genoegzaam alle de Commandanten, die voor het overige over het geheel genomen, vry content waren over hunne Schepen, en het geen 'er toe behoord, klaagden over de onbedrevenheid hunner Equipagien: „ daar is (dus drukt de Schout by Nagt Dedel zig onderanderen uit) meerder tyd, en een veel langer dienft, ,, dan deeze Equipage gehad heeft, noödig, om het „ Scheepsvolk wel geoeffent en bequaam te maaken; ,4 en het is uit dien hoofde dan ook, dat by eene „ vyandelyke ontmoeting, meergemelde Schip enEqui„ page niet volkomen zoude hebben konnen voldoen, , en onmogelyk aan de algemeene verwagting beant„ woorden. Onkundige Lieden, die van den Zee,, dienft weinig begrip en kennis hebben, ignoreeren, „ hoe een moeyelyke taak het is, om het Scheeps„ volk, waar onder zoo veele, die de taal van het „ Land onkundig zyn, en geene opvoeding hebben» „ eenigszins ervaaren te maaken. Zy meenen, dat, „ wanneer een Schip maar in Texel ligf» endeEqui„ page voltallig is, het zelve dan ook direét tot alle „ dienlten bequaam is; daar ondertuflehen dan de tyd „ van leering eerft aankomt, en de omltandigheeden „ toelaaten, om met de onderfcheidene Exercitiën een „ aanvang te maaken; de algemeene fchaarsheid van ,i Officieren van eenige ondervinding is bekent. On- P z „ der  ( 6o) „ der de Equipage van den Ondergeteekenden bevin„ den zig een tweede Capitein, en twee Lieutenants, „ welk getal van drie Oliicieten, aan Boord vaneen „ Tweedeks Schip, maar even genoegzaam is, tot „ v\ aarneeming \an den ordinairen dienlt, maar gee"' „ zins fufhcieni in Zee, en nog minder in een Ge' „ vegr, om een onbevaaren, en vooral nog onbezet" „ ven équipage, na behooren te doenageejen, en ^ „ ordre te houden; de Ondergeteekende is van ge' „ voelen, dat zoo lang dit allerweezemlykft gebrek „ niet kan worden gefuppleert, men geen goede ulf' „ flag van den dienlt van 'sLands Schepen kan vet' „ wagten." Na dat Wy, op den 30 Mey, aan den Vice-Adrni' raai Hartfinck hadden aangefchreeven, om met 00 Schout by Nagt van Kinsbergen, voor een a vx& dagen over te komen , ten einde met hen te overleggen, welk gebruik verder te maaken van 'sLan# Schepen, geduurende deeze Campagne; bequamen W den volgenden dag informatie van het uitloopen va" een Engehch Esquader, onder de ordies van den M' miraal Parker, met intentie, zoo als voorgewen1 werd, om eene Expeditie te doen op 'sLands K»5' ten, en gaven daar van in lecretefie kennitlè aan d<* commandeerenden Officier op de Zeeuwfche Siro°' men, ten einde hy op zyne hoede weezen, en een'' ge der hgte Vaartuigen, die hy by zig had,opkon**' febap zenden mogt; gelyk ook aan den Generaal M*' jor van Dopff, met lalt, om 'er den Heer Raadpe»>' iionaris Chalmers van te praevenieeren; en eindel^' aan den Vice-Admiraal Hartfinck, met ordre, om & Schepen, die nog buiren Gaats kruiden, binnen l° doen komen; door middel van Iigte Vaartuigen te ifl' formeeren, of het waar was, dat de Vyand een quader in de Noordzee hadj en zoo ja, of het z°ö iterk was, dat hy met alle 'sLands Schepen, die ge' reed waren, uitzeylende, geeneappareptie zoude heb' ben, om hem met voordeel te konnenbevegten; der het welk hy de Schepen binnen Gaats tDO& houden: waar op de gemelde Vice-Admiraal Ons det> % Juny rescribeerde, dat een Schip van 74, een i& 64, drie van 50, een van 40, vier van 3 6 en ^ van zo Stukken, meeft in een gebrekkige fituatie, 'c welk alles was, wat hy in Zee zoude kunnen den, ntet beftand zouden kunnen zyn tegen Schip van no, een van 84, een van 74, een van^ en een van 50 Stukken, 7 Fregatten en 4 KotiefS; waar in de Engelfche Nieuwspapieren het Esqua^1 van den Admiraal Parker deeden beftaan OndertnlTchen had ook de Admiraliteit in Vrie$/ land vyf Uitleggers in gereedheid gebragt, die ge^' inneert waren om te kruinen op de Vrieficne ett Oroningfche Kuiten, en op die van het Eiland Ame' Jand, en voor drie van welker Capiteinen, met &y men  r 61 ) men Jan Vlielander, Dirk Cornelis, en Tys johannës Stoef, Wy op den 31 Mey deeden expedieeren de Inftruétien, waar van Copie onder de Bylaagen te vinden is No, %i, ix, 13, terwyl Wy ten zelfden dage ook een ordre gaven aan de Uitlegger-Capiteinen Jan Hiddes de Bock, en TaekeRonkes, om zig te rangeeren, de eerfte onder de ordres van Dirk Cornelis, en de andere, onder die van Jan Vlielander, en zig refpective te reguleeren naar de Inftrucïien voor die Uitlegger-Capiteinen geé'xpedieert, onvermindert zodanige ordres, als zy nader zouden mogen ontfangen; en aan den Vice-Admiraal Hartfinkordonneerden Wy, om, indien hy nodig oordeelde, van een of meer der zeiven eenig gebruik te maaken, alsdan te zorgen, dat daar door de Zeegaten niet ontbloot, en van de nodige protectie gepriveert wierden. De bovengemelde tyding van het oponihoud van het Esquader van den Admiraal Parker in de Noordzee, niet geconfirmeert, immers zedert lang niets van den zeiven vernoomen zynde, permitteerden Wy aan den Vice-Admiraal Hartfinck, na dat hy Ons rapport gedaan had van de door hem gemaakte arrangementen, ter defenfie van de Kullen tegen eene vyandelyke attacque, om wederom eenige Schepen op eene Kruistogt uit te zenden, indien hy zulks raadzaam oordeelde; zodanig egter, dat de allergrootlte praecautien moeiten genomen worden, dat de uit te zendene Schepen niet in handen van den Vyand ver* vielen; vermits het groottte doelwit moeft zyn, om een Convoy van genoegzaame iterkte naar de Ooftzee te konnen zenden; waar tegen nog al by aanhou* dentheid in den weg bleef, de zeer groote fchaarsheid van Zeevolk (als waar door de incompleete Schepen weinig vorderden) zoo wel als de reparatien en het kielen, welken de Schepen zelfs van tyd tot tyd ondergaan moeiten. In gevolge van welke permiflie hy dan de Capiteinen van Braam, Dekker, en Mulder, die nog niet in Zee geweeit waren, eenige da^ gen voor het Gat deed kruiffen, zoo om een vyandelyken Kaper, die zig zedert eenige dagen op de Kuiten vertoont had, te delogeeren, of, ware het mogelyk, te neemen, als om de onbevaarene Equipage aan de Zee te gewennen. De Schout by Nagt Zoutman informatie bekomen hebbende, dat vier Engeliche Oorlogfchepen en twee Fregatten af en aan Oliënde, behalven nog verfcheide voor de Maaze, gezien waren, wilde, by abfentie van den Vice-Admiraal Hartfinck (die zig thans in den Hage bevond) daar nog byvoegen de Argo, de Batavier, en Medenblik (het laatilgemelde gecompleteerc uit de Equipage van de Fregatten Hoorn en Enkhuifen) maar op de repradèmatien van den Vice-Admiraal, dat zoo de groote Schepen het ongeluk hadden van in'sVyands handen te vallen, het als dan onmogelyk zoude zyn binnen Q kor-  (^ ) korten een Convoy naar de Oofizee te zenden, Hy her welk egter het Land thans wel het meelte geinterefleert was, uit hoofde van de fchaarsheid en duurte van alles, wat tot den aanbouw, de reparatie ea toeruiling van Öorlogfchepen vereifcht word, en uit hoofde van de belangen van den Koophandel; oordeelden Wy aan den voornoemden Schout by Nagt te moeten aanfchryven, om den Admiraal Piet Hein» de Batavier, en de, Argo niet uit te zenden, en aileen te doen kruilfen, door de Fregatten Medenblik, de Bellona, en de Dolphyn; die Schepen, zoo zy uitgezeilt waren, te doen reverteeren, en ordre te geeven, dat alle de Schepen zig van het nodige voorzagen, om op de eerite ordre te kunnen uitzeilen. Reeds vroeg in January van dit jaar 1781, w aren Wy door hunne Hoog Mog. geauthorifeert, tot het uitgeeven van Brieven van Retorfic, en Lettres de Marqué, en hadden dezelven ook aan geenen der Ingezeetenen van de Repubiicq geweigert, die 'er Ons om ver zogten: Zelfs hadden Wy 'er aan de Hee.en Hewindhebberen van de Weltindifche Coma^de op hun verzoek, eenigen voorraad van toegezonden 'om naar de Coionien van den Staat te verzenden,' om door de Gouverneurs, of Commandeurs der z'e'vert te worden uirgegeeven; maar de drift van 'sLands Ingezeetenen, om ter Kaap te vaaren, was niet 'leer groot; verfcheide Projecten vanKaap-Rheederyen, die aan het Publicq geprafenteen wierden, lieoen teniet, en quamen tot geen Hand, by faute van een Genoegzaam getal van lnfchryvers; 't zy dat de importante verliezen, die men door het neemen en opbrengen van een ontzachlyk aantal van Nederlandfche Koopvaardyfchepen, gevoegc by de verbaazende meeni2rad mogten geilek worden buiten klagten, en by welke Refolutie Wy verzogt werden, om, zoo ras doenlyk, een genoegzaam Esquader naar Zee te zenden, en de Koopvaardyfchepen, zoo van de Maaze, als van Amilerdam naar de Ooüzee gedeftineert j hoé eerder hoe beeter met een toereikend Convoy derwaards te voorzien: En tot een nadere en volkome elucidatie van deeze „ omfiandigheeden, en ten bewyze van Onze byzon„ dere vonrzorge en herhaalde ernftige ordres op dee„ ze materie, zoo aan den Vice-Admiraal Hartfinck; „ als aan den Capitein de Bruin gegeeven; mitsgaders „ van de onmogelykheid, welke des niettegenltaande „ door den laamenloop van zaaken en toevalligheeden „ heeft geéxteert, om aan Onze ordres, die teffens „ Onze hartelyktte wenfeh waren, voldaan te zien, refcreeren Wy Ons tot de hier by overgelegde „ Stukken, en 't daar by gevoegde Berigt van de Ad„ miraliteit op de Maaze, fub No. x7, welke als zoo 5, veele Bylaagen onder, of by het Extract uit de Re~ „ folutien van haar, Edele Groot Mog. van n Au„ gully 1781 zyn gedrukt. Het zelve werd egser eenige weinige dagen vertraagt, ter contemplatie van de nog ongereede Ooitindifche SchepenVan die gelegenheid profiteerde de Capitein van Kinkel, om Onze ordres te vraagen, of hy met een noordooitelyken wind, die hem wel buiten Gaats, maar niet naar Texel brengen konde, moeft uitloopen, of wel zodanig eene wind afwagten, waar meede hy buiten Gaats geraaken, en teffens reis vervorderen konde; waar op Wy hem, in gevolge van het advis van de vier alhier prcefente Vlag-Officieren, den 19 Augufty rescribeerden, dat het eeriie te gevaarlyk zynde, hy naar zulk een wind wagten moeit, die hem buiten Gaats brengen konde, en hem telfens zyne rei ze doen vervorderen. Inmiddels gaven wy den Schout by Nagt van Braam ordre, om zig ten fpoedigtten te begeeven aan Boord van het Schip, thans gecommandeert door den Cspi- S x teiri"  ( 7i ) tein Raders, en het Commando over het Convoy zig te neemen; en ordonneerden ter zelfder tyd, aart den Vice-Admiraal Hartlinck, om zig, zoo ras rflO' gelyk, te begeeven aan Boord van 'sLands Schepel1 liggende ter Rheede van Texel, en zorg te draagen» dat alles, wat gerequireert werd om het Convoy ft gereedheid te brengen, ten allerfpoedigften geé'xpe' dieert wierde; hem op den 26 der zeilde maand voorflaande, om het Schip van den Capitein van Vlierden, het welk nu den Vheter gepaileert was» meede uit te zenden, zoo het doenlyk was, deszelfr Equipage te completeeren, uit die der t'huis blyven' de Schepen; met recommandatie, om toch zoo veele Schepen uit te zenden; als het mogelyk was, en hem te kennen geevende, dat het Ons aangenaam zoude zyn, indien het zoo fterk konde gemaakt worden» dat hy zelf het commandeeren konde, zonder vree* ze van de Vice-Admiraals Vlag van den Siaat aan een affront te exponeeren; en eindelyk nogmaals re* commandeerende, om alles, zoo veel doenlyk, tebe' fpoedigen, op dat het Convoy met zekerheid naaf de Ooüzee gebragt, en de OoltindifchcSchepen,zon doenlyk, afgehaalt, en de Schepen, die in de Ooit' zee naar Convoy wagtten, wederom herwaards konden worden geconvoyeert. Dog in antwoord op deezen Brief, gaf de gemel' de Vice-Admiraal ons den ?8 der zelfde maand 'e kennen, dat zyn's oordeels het faifoen reeds re vef verloopen was, om de Schepen van Drontheim *e haaien, en dat zulks niet zoude konnen gefchieden» zonder 'sLands Schepen aan een onvermydelyk ge' vaar bloot te ff ellen. De Capitein de Bruin had Onsintuffchen verfcheid6 maaien rapport gedaan van diverfevrugteloofe tentami' na, om uit te zeilen, cn eindelyk met beé'edigde At*e' itatien, zoo van den Loots, die zedert den 7 July* aan Boord van zyn Schip geweeft was, als van de Officieren van zyn Schip, en zelfs van twaalf de{ Koopvaardyfchippers, die onder het Convoy behoord hadden, beweezen, dat men alle de gelegenhecden» om in Zee te loopen, beproeft, en telkens vrug'e' loos bevonden had; waarom Wy, willende pra?ve' nieeren, dat de andere Schepen daar door verbinden* wierden, hem op den 29 nogmaals ordonneerden» om, zoo de wind favorabel was, de Fregatten de Thetis en Bellona, met het Advisjagt de Kemphaan» niet naar zyn onderhebbende Schip te doen wagten» maar, hoe eerder hoe beeter, met het Convoy ui*' zeilen, en het zelve naar het Vlie te convoyeeren' het Ooitindifche Schip (het welk den klaar gc' raakt was) aivoorens voor het Texelfche Gat bren' gende, en aldaar doende binnen loopen: Doch zoo de Capitein van Kinkel zig alvoorens voor het GoC' reefche Zeegat vertoonde, en aldaar conjungceren kon-  C 73 ) konde, moeft aan den zeiven overgelaten worden, oro de Ooftindifche Schepen naar het"Texelfche Zeegat te brengen, als wanneer de Schepen van de Admiraliteit op de Maaze direct naar het Vlie moeiten zeilen, en derwaards convoyeeren de Schepen, den wil hebbende naar de Oottzee, die uit Zeeland en de Maaze uitkwamen; dog op dat hy des te eerder zoude kunnen uitloopen, en van de eerfte favorable gelegenheid profiteeren , om al het bovengemelde zelfs meede te helpen executeeren, moeft hy zig, zoo doenlyk, pofteeren voor de Haven van Goedereede. 't Leed tot den 31 Augufty, eer het den Capitein van Kinkel gelukte om uit Zeeland uit te loopen roet het Schip Zuidbeveland, twee Ooftindifche Schepen en een Snaauw, die gelukkig in Texel binnen kwamen op den 5 September; maar het was eerft op den 10 deezer maand, dat de Capitein de Bruin eindelyk met zyn Schip Prins Willem, nevens de Fregatten de Thetis en Bellona, het Ooftindifche Compagniefchip ter Kamer Delft, de Kotter de Kemphaan, en zeven Koopvaardyfchepen de Goedereede verlieten en in Zee geraakten; met dat ongelukkig gevolg voor den Lande en voor den Capitein de Bruin, dat zyn Schip Prins Willem op de Zuiderhaaks verzeilt wierd, en ten eenemaal verlooren raakte. De Vice-Admiraal Hartfinck had van zyne zyde alle pogingen aangewend, om zoo veel Schepen, als het mogelyk was, gereed en voltallig te krygen; dog had in weerwil der zeiven, niet meer konnen in gereedheid brengen, dan iSttikk. Het Schip de Princes Royal van ■— 5-4 Glinthorft van — — 54 Phoenix van — — 44 De Fregatten Medemblik van —— 36 Bellona — -— 36 Amphitrite — — 36 Eensgezintheid — —> 36 jafon —- —| 36 Zephir — >—_J 3 6 Venus — ,—, —. 24 Waakzaamheid — — 24 Advisjagt de Expeditie — — —] 18 Behalven de Schepen die uit Zeeland en de Maaze toen nog verwagt werden: hy bood zig aan om met dezelven in Zee te gaan, indien Wy zulks goedvonden ; prepareerde egter ondertuftchen de Initructie voor den Schout by Nagt van Braam, en bepaalde deszelfs Zeildag op den 10 September, dewyl het taifoen geen verder uitftel leed. Wy begaven Ons tegen dien tyd wederom naar T het  het nieuwe Diep, alwaar Wy op den 8 van diemaand eene Conferentie hielden, met den Vice-Admiraal Hartfinck en de Schouten by Nagt van Braam en van Kinsbergen, in praefentie van den Heere van Boetzelaer, Heere van Kyfhoek, Gedeputeerden ter Admiraliteit te Amfterdam, en den Heere Raad en Advocaat Fiscaal Boreel, in welke Conferentie gerefólveert en vervolgens door Ons aan den Vice. Admiraal Hartfinck geordonneert werd. i. Dat door de Kotter de Ajax, en de Schoener de Dolphyn, zoude worden gerccognoS' cèert, en de Fregatten de Bellona en dejaibn uitgezonden, om poft te houden aan den Mond van het Zeegat, i. Dat de Schepen in Texel, zynde gedetti' neert om de Koopvaarders te convoyeeren, o* bekomen rapport van de uitgezondene Vaartuigen, met de eerfte gelegenheid, die daal' toe favorabel zoude zyn, zouden uitzeilen' dog dat het Convoy uit het Vlie niet zoude zeilen, dan a4 uuren na dat de zuidooften wind zoude hebben gewaaid, om aan de Schepen uit de Maaze tyd te geeven, om zig daar by te voegen. ö 3' u u?at jfe ^hoM by Nagt van Braam, onderztë hebbende de Schipen Zuidbeveland, de Wmcé's Royaal Frederica Sophia Wilhelmina, deGiin'' hortt en de Phoenix, met de Fregatten de Zephiren de Waakzaamheid, cn de Sehooner de D°'' phyn, een Obtervations-Esquader zouden fo'v meeren, om het Convoy te dekken; waar bjf geyoegt zouden worden de Fregatten .Meden1' blik, de Eensgezintheid, Bellona, en de Y' fon, met de Advisjagten de Expeditie, en die geenen, die zig uit het Vlie daar by zoudefl konnen voegen, zonder dat Zeegat volkomen te ontblooten. 4. Dat, zoo het geluk wilde, dat de Schepen uit de Maaze by het Convoy konden komen» van het Obfefvations-Lsquader van het Convoy zouden genoomen .worden de Fregatten de Bellona en de Jafon (van Amtterdam) cl1 in tegendeel het Convoy verlterkt met bec Schip Prins Willem, en de Fregatten de Thetis en de Bellona (van de Maaze) nevens f>e" Advisjagt de Kemphaan. Terwyl nu het Convoy gereed was, en alleen naaf een eoede wind waette om ■„*; „„m__ \i/v .. ~ o «11 ic /.enen, en eer ■ 1 nog gemformeerc waren van het ongeluk aan If Schip Prins Willem overkomen, bekwamen Wy d<* tyding, dat de gecombineerde Spaanfche en FranJct* Vloot, die eemgen tyd eene diverfie gemaakt had' zig met meer in het Canaai bevond, en oordeelden den Vice-Admiraal Harrhnck daar van te moeten ifl' ioi-  forméeren, met lalt, om den Schout by Nagt van Kmsbergen daar van advertentie te geeven, en een a twee Advis-Jagten met die tyding naar de Schepen te depecheeren, ten eindi men op zyne hoede zyn mogt. Gelyk Wy ook, in de onzekerheid, of de Schepen reeds in Zee mogten zyn, drie Pinkjes detacheerden, om den Schout by Nagt van Braam deeze tyding over te brengen, en hem te gelatten, om te tragten den Capitein de Bruin, met deszelfs overhebbende Schepen, op te zoeken, en vervolgens zynen la ft uit te voeren, volgens de ordres, die hy van den Vice-Admiraal Hartfinck bekomen had, in alles Soldaat en Zeemanfchap gebruikende; den Vyand zoo veel afbreuk doende, als in deszelfs vermogen zoude zyn; en in 'toog houdende, dat zyne prineipaale deftinatie was, om het aan hem toevertrouwde Convoy, op eene fecuure wyze naar deszelfs deltinatie te brengen; met verdere recommandatie, om, by aldien Onze Adjudant Generaal de Schout by Nagt van Kinsbergen, zig by het Esquader bevond, in alles de concert met hem te gaan, en in voorvallende zaaken van deszelfs raad gebruik te maaken. En eindelyk communiceerden Wy die tyding ook aan den Generaal Major vander Hoop, ten einde hy op zyn hoede weezen, en zig by provifie niet abfenteeren mogt. Wy verwagtten, dat, na de retraite van de gecombineerde Vloot uit het Canaai, wel haalt wederom een vyandelyk Esquader in de Noordzee zoude paroilleeren, en de uitkomft beantwoorde al zeer fpoedig aan Onze verwagting; vermits Wy reeds op den 16 September, zoo van den Schout by Nagt van Braam, als van den Capitein Brunet de Rochebrune, commandeerende op de Rheede van Hellevoetfluis, informatie omringen, dat verfcheide groote Engelfche Schepen, welker getal door binnen komende Koopvaarders bepaalt werd op elf Oorlogfchepen, en.vier Kotters, in de nabuurfchap gezien waren. De Schout by Nagt van Braam, zyn onderhebbend Esquader niet willende exponeeren aan een zoo fuperieure Magt van den Vyand; boven dien niet konnende reis vervorderen door dien de wind weltelyk geworden was, en zyne onderhebbende Schepen, by een opkomende Storm, dien men voorzag, ter pïaatfe alwaar hy geankert was (by de derde Ton) niet buiten gevaar oordeelende, meende wederom naar binnen te moeten zeilen, en deed Ons daar van rapport zoo als ook deed de Vice-Admiraal Hartfinck, met byvoeging, dat hy, nevens de Schouten by Nagt van Braam en van Kinsbergen, en de meetle Zee.Capiteinen, van gedagten wraren, dat de tyd te ver verloopen was, om dit jaar een Convoy in de Zond te bren- T x gen,  C 7* ) n . gen, te meer, daar de wind nu wederom weltwaards < was geworden. _ Tegen hec Advis der Zeelieden aan, konden Wy niet refolveeren, om op Ons te neemen de gevolgen van het uitzeilen van 't Convoy, met een Esquader» 't welk genoegfaam uit alle 'sLands gereede Schepen beftond, en wiens verlies voor oe nog zoo zwakke Marine onherstelbaar worden konde; en aan den anderen kant door de Kooplieden, in fpecie ook, door die geintereffeert waren ih de Vaart op Suriname, gepreffeert ; en overtuigt van de noodzaakelykheid, wilden Wy gaarne Onze eigene begeerte voldoen, en defereeren aan het algemeen verlangen, om het Convoy naar de Oollzee nog dat najaar te doen. De Heeren Gecommitteerden van de vyf Collegien tér [ Admiraliteit, daar over door Ons onderhouden, verzogten, om, aivoorens daar op te advifeeren, te mogen hebben de confideratien van den commandeerenden .Vice-Admiraal en de verdere Vlag Officieren; weshalven Wy den zei ven aanfehreeven, om aan Ons te doen toekomen deszelfs fchriftelyk, en met reedenen val* adürudie bekleed Advis, en dat van de verdere by \ zig hebbende Vlag Officieren, ieder apart, over deeze twee pointen: , ï. Of het raadzaam ware het Convoy thans te , laaten uitzeylen; dan, of het faifoen te ver verloopen ware, om, al washet dat'er geen Vyand te vreezen was, te waagen, om met een Con' voy naar de Oollzee te gaan, en van daar bei'w7aards te reverteeren? 2. Of het doenlyk ware, Esquaders gewyze» om de Noord om, na den i Oclober te zeylen, en of te dier tvd het verzogte Convoy met geruftheid konde worden verleent? Alle de Advifen, zoo van den Schout by Nagt van Braam, en de tien Commandanten der Schepen, die tot het Convoy gedeftineert waren, als van den Vice-Admiraal Hartfinck, en van de Vice-Admiraals Reyn$ en Zoutman, en Schouten by Nagt Dedel en Kins' bergen, en op fundament van dezelven, ook dat van de Heeren Gecommitteerden uit de refpective Admirali' teits Collegien, waren eenpaarïg, dat het faifoen te ver verloopen was, om aan de executie van een van beide die projecten te konnen denken; uitwyzens &e Advifen zelfs, hier agter onder de Bylaagen te vinden, fub No. 28, 29, 30 en 31. Wy moeten, met opzigt rot dit Weftindifch Convoy, boven dit alles, nog obferveèrën: 1. Dat dé Kooplieden, by hunne bovengemelde Requeite, m den Zoomer van dit jaar.be" zelve ilegts bepaalt hadden tot een a twee Ere' gatten; dog dat zy naderhand, zynde overtuig* geworden, dat in de tegenwoordige wyze vaö ' Oorlogen, hunne Armatuur van niet veelUr4 wa5'' ,  ( 77 ) was, en dauielyk gewaar geworden zynde* dat de Zee-Capiieincn geen vertrouwen in dac Admiraalfchap Üelden, en dus gantfch nier geneegen waren, om hec zelve te geleiden of te commandeeren* van hun eerde verzoek zyn afgegaen, en vervolgens gevraagc hebben een .Juffietent Convoy, 't welk volgens hunne meening had moeten beftaan in ten mintten twee of drie Schepen van Linie. En 2.. Dat men door dit verzenden van een zoo notable Escorte in het najaar 1781, zig zoude hebben moeten ontdoen van de befte Equipagien, die gefchikt moeiten worden, om dë groote Schepen in het volgende jaar te bemannen. En op die wyze liep deeze eerfte Campagne, tot Ons innigft leedweezen, ten einde, zonder dat het ons heeft mogen gebeuren, om, ter voldoeninge aan Ons eigen verlangen, en in weerwil van Onze ieveriglte pogingen, die telkens door de faamenloopende omilandigheeden verydelt werden, iets anders, of iets meerder, te konnen verrigten, dan het geene bevoorens door Ons is geobferveert. In het midden der onophoudelykezwaarigheeden, bekommcrnilfen, en te leur Hellingen, die Wy geduuriglyk ondervonden, ltrekte Ons evenwel tot eenige vertroofting, de uitmuntende fatisfactie die Wy gevoelden over den billyken roem, welken verfcheidene van 'sLands Vlagen Zee-Officieren, nevens derzelver onderhebbende Equipages, zig, onder den zeegen van God Almagtig, in den hardnekkigen en fameufen Slag van den 5 Augufty van dat jaar, verwierven; als waar in zy, door hunne dapperheid en beleid de eere van Nederlands Vlag maintineerden, en de goedkeuring en belooning van hunne Hoog Mog., zoo wel als de Onze, met regt verdienden. Wy vertrouwen, dat daar deeze voorbeeldige proeven van derzelver kloekmoedigheid en Vaderlandsliefde door een algemeene toejuiching van de Natie , en van geheel Europa, billyk zyn vereert geworden, zy ook verder zullen mogen worden agtervolgt door daaden van gelyke bravoure, en meerder fuccefTen, en dat Wy Ons eerlang in ttaat zullen mogen vinden, om daar toe aan 'sLands Officieren zulk eene magt in handen te geeven, als nodig is, om eenen, tot hier toe zoo ver fuperieuren, Vyand met eenig vertrouwen onder de oogentezien, en de glorieryktte wraak te neemen over de aangedaane verongelykingen. De naarrigten, inmiddels, die Wy bekomen hadden, als of de Vyand eene Landing in den zin had, deeden Ons op den 4 October aanfehryven aan den Vice-Admiraal Hartfinck, om alle de Capiteinen, en verdere Officieren, except die tot de werving hunner Schepen nodig waren, te gelalten, om zig op V- zig's  . . ,(.78 ) ... , . ligt, zonder uitftel, aan Boord van hunne Schepel te laaten vinden, en aan den Schout by Nagt \)cdd ordonneeren, om zig aanftonds te begeeven naar hef Vlie, ten einde op zig te neemen rjet Commando va"? alle 'sLands Schepen, en Vaartuigen, zig aldaar be^ vindende; zyn Schout by Nagts Vlag te doen hyfie*? op zodanig Schip als hy zoude goedvinden, en zod*1 nige maatregelen te neemen, als hy tot defenfie vari het bovengemelde importante Zeegat, en van de al' daar zynde Schepen, meelt oirbaar zoude oordeeleni hem adverteerende, dat hy da«r vinden zoude be' Wagtfchip van den Ca iteinNauwman, en de Frega"* ten Medemblik en de Fensgezintheid ; dat zig daar by voegen zoude het Fregat, gecommandeert doof den Capitein van Braam, en dat Wy aan den Vice' Admiraal Hartfinck gelalt hadden, om hem, zoo he' doenlyk was, eenig renfort van Schepen toe te zefl' den. Ën daar het nu noodzaakelyk geworden was, otfl 'sLands Schepen, zoo wel als die van de Ooliindi' fche Compagnie, die te faamen al vry talryk waren» alhier re laaten overwintereu; en het dus nodig vf# voor der zeiver plaatszing in het ruuwe faifoen, ie zorgen; ordonneerden Wy, reeds in het begin va*1 Oéïober, den Vice-Admiraal Reynft, om zig met et° Jagt, of ander 'sLands Vaartuig, te begeeven na^ het nieuwe Veer, ten einde te onderzoeken, hoe vee' Ie Ooftindifche Schepen, geduurende den toen aa*1' Ifaanden Winter, aldaar zouden konnen geborgen wor' den, zonder iets af te neemen van de plaatfen, ^ gedeftineert waren tot berging van 'sLands Schepe"1' en om van de praefidiaale Kamer van de Oottindifc^ Compagnie te verzoeken, dat iemand van harent^' gen benoemt wierde, om met hem die bergplaats {C infpeaeeren ; zynde Ons oogmerk om te prseveni^' ren de differenteo, die over de plaatszing der Schepen zouden konnen ontllaan, en Ons te munieere*1 inet het Advis van een kundig en geëftïmeerr 0$' cier; Wy verzogten hem wyders, om by zyn aar»' weezen in het nieuwe Veer, naar het Eiland W^' ringen te gaan, en te zien waar of aldaar beft zou^ kunnen geborgen worden het Gefchut van "sL-an* Schepen, geduurende den tyd, dat zy in het nieu*5 Veer zouden moeten liggen; ten einde, waar ^ mogelyk, den. tyd en de onkoften van het heen ^ weeder tranfporteeren van dat Gefchut naar, en Amlterdam ( het welk tot hier toe in gebruik gevree*1 was) te menageeren, en des te vroeger in het vc-o'' jaar gereed te weezen. Met het detail der ordres, door Ons, of doof ^ Collegien, ter Admiraliteit, met Onze kennifle, CJ goedvinden, geftelt, geduurende den hier opgevolgd Winter, zullen Wy de attentie van hunne Hoog gende, en die der hooge, Bondgenooten, niet beez'J  ; ' , , . , r, , f 79 ) . • • . - i. houden; genoeg zynde, in *t generaal te melden, dat dezelve toe but en objecT: hadden, het bergen der Schepen tegen Ysgang; het begeeven van verfcheide nieuw in dienlt gefielde Schepen; eenige verfetrikkingen ten opzigte van het Commando van fommigen der geenen, die reeds in dienlt geltelt warén; het faciliteeren en accelereeren van de, bemanning van alle* dé Schepen; het repareeren, kielen, en met kooper beflaan van fommigen; en diergelykefehikkingen, die ahemaal relatif waren tot, en cqneurreeren moetteri met het oogmerk, dat Wy hadden, om tegen het volgende voorjaar zoo vroegtydig gereed te weezen, als het éenigszins mogelyk zyn zoude. Den 13 February 1781 benoemden Wy dènSchout^ bv Nagt Vis tot het Commando over de,Schepen op de Stroomen van Zeeland, hem gelaftende, om deszelfs VLig op een der zeiven te hyflén; alles doende war ih zyn vermogen was, om door zyne onderhebbende Vaartuigen, kondfehap te verwerven omtrent de mouvementen van den Vyand; hem, zo veel mogelyk, af te weeren van de Stroomen en Kutten; aari de Commercie, zoo veel doenlyk, van nut te zynj voor zoo verre namelyk, als zulks Zoude kunnen gefchieden, zonder 'sLands defenfie te yerwaarloozen: met verderett laft, om met Ons; met de Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Zeeland £ met het Collegie ter Admiraliteit; met de Vlag-OfHeieren, commandeerende in Goedereede, in Texel en het Vlie, en fpeciaal met den Vice-Admiraal Hartfinck, commandeerenden Officier van 'sLands Schepen,' en met den Commandant Generaal der Tróupesjin Zeeland; goede correspondentie te houden:by alle voorvallende gelegenheden, inzonderheid metden laatttgemelden,' de concert gaande, nopens het Plan van defenfie der Provincie van Zeeland; de te neemenë mefures, in cas van allarm, en dë te geevene Seinen; en in het generaal nopens alles, wat 'sLands dienft zoude mogen vorderen: blykende zulks alles breeder uit deeze Onze Ordre zelve, hier by overgelegt fub No. 31. Van de benoeming van dien Schout by Nagt (voor/ welken Wy den 17 Maart eene meer gedetailleerde Inftrucfie hebben gedaan expedieeren, die onder de Bylaagen te vinden is, fub No. 33) kennis geevende aan het Collegie ter Admiraliteit in Zeeland, profiteerden Wy van die gelegenheid, om aan het zelve, öp het ferieufte re recommandeëren, om toch niets te verzuimen van het geene itrekken konde, om de Schepen Zuidbeveland, Zirkzee en Goes, en het FregatBrunswyk, tegen den 1 April, toen aanttaande, in gereedheid te doen zyn, om met eene corripleeteRol en Behoeften voor twaalf maanden i zeilreëde te weezen, om tot 'sLands dienft buiten Gaats te konnen worden geëmployeert. By het antwoord, het welk W y hier op van welgemelde Collegie ontfiogen, zyri- V * ié  ( 8o *) ' de van dato den x February, 'betuigt dat Colleg,cJ niet te twyffelen, of aan Onze intentie zoude kot"' nen voldaan worden, voor zoo veel betreft de ve' boeften en de -Victualie; maar dat zulks zoo zekef niet was, ten aanzien van de bemanning; vermits o aanhoudende fchaarsheid van Bootsvolk, uit hooi"e van welke het Schip Zirkzee, reeds zedert July, erl het Schip Goes, zedert December in werving gc'e' gen hebbende, beiden toen ter tyd maar even ov^ de helft waren van hunne Manfchappen; beklaagen^ her gemelde Collegie zig ten allerllerkften, dat de5' zelfs Financien zodanig geabimeert wierden, verrni's het niet dan met een compleete Rol op de Petit,e kan komen, dat hunne Edele Mog. geen middel W gen, om zig te redden. Door wanbetaaling der no*1 equipeerendc Provinciën hadden zy, buiten den aaf bouw en de nieuwe Equipage, by de drie Tonnerl Gouds te vraagen op geilagene Ordonnantiën vande" Raad van Staate; dat defect zou merklyk accrefcee' ren, wanneer de Schepen met eene compleete f»0' zeilreede zouden liggen. Zy hadden, ter goeder trof' we, op de Confenten der Bondgenooten geequipeer*' en die Schepen en Fregatten in dienft gebragt; ^ nu het aankwam op de betaaling der Soldyen etl Schaftpenningen, vonden zy zig in de uitterüe verle' genheid; uit het voorleedene oordeelende over he' toekomende, verzogten zy Ons appui, ten einde & Provinciën mogten worden geperfuadeert, om rig*tée betaalingen te doen, daar anderszins het Collegiez^' de moeten verzoeken, van Aanbouw en Equipage!*'' den te worden gedispenfeerr. • Omtrent deezen tyd begonnen wederom lêeven^ te worden de gerugten van eene voorgenomene peditie van den Vyand tegen de Stad Vliffingen Ae Ons engageerden, om aan den commandeerenden 0'" ficier op de Rheede van Hellevoetfluis aan te fchtf' ven, om eenige van zyne onderhebbende ligte V^' tuigen op kondfchap te zenden, ten einde te verfl^ men, wat de Vyand deed. En offchoon men ^ wegens niets had konnen verneemen , bleeven die êc'f rugten tteeds aanhouden, en gaven niet weinig kommering in Zeeland; in zoo verre, dat niet allee de Generaal Major van DopfFgenoodzaakt wierd, zonder Onze voorkenniflc, een renfort van TronpeS uit Bergen op den Zoom te ontbieden, hoe bei**f, lyk zy daar ook konden gemitt worden; maar ^ ook de Magiftraat van Middelburg deszelfs Burgerf gelatte, om zig aanftonds van Geweer en Krui* K Loot te voorzien; die zelfde gerugten gaven aanie1' ding aan den Magiftraat van Zirkzee, om te verzoek1; om een renfort van drie Battaillons, voor het Eiland Scho» wen; en aan dien van Vliffingen, tot het doen van eenepji pofitie, om, vooraf een Plan van defenfie van d' Stad, in cas van attaque, te beraamen, en te ajr  n (Si) ffeeren; en eindelyk aan de Heeren Staaten vdn Zeeland om aan Ons, by Miflive van den 21 Februarv te kermen te geeven hunne bekommering over de mogelykheid eener attaque op het Eiland Walcheren^ met verzoek, dat zodanige maatregelen mogten worl den beraamt, enm het werk geftelt, waar door die Piov.nc.e, die thans flegts gedekt was tegens Kapers! hgte Schepen, èn onverhoedfche Landing, zoo vee doenlyk , ook tegen eene onverhoopte füperieure Maat van vyandlyke Schepen befchermt wierde; enfctten ^T^%?r,VTTbcl *"* SchGpCi; V3n ^ mt l exel naar Zeeland mogte gezonden worden ten einde met de Schepen, die aldaar reeds geS Eïen" om bv°ff °0g ^^errwierden, te fdn?ungeeren, om by forme van Esquader op de meelt be- krlufen- P *' ^ dekking Van de ^ovincie te Hoe vuuriglyk Wy ook wenfchen zouden iri ftaat te weezen, om toereykende middelen van defenfie te zenden overal waar dezelven zouden vereifcht worden , Wy vinden Ons in de onmogelykheid, om te JI aI Y? f ^Chm en ^zoeken, zelfs aail alle at behoeften: In plaats van op de Milfive van de Heeren btaaten van Zeeland te tescribeeren, oordeelden Wy convenabeler, en meer voldoende, om den £nrCri„V H- LSnden Van BIitterswvk, Onzen Repr*fenWil t\ P|roV,ncie> van den M*t der zaaken naauwkeung te ïnllrueeren, en, op die gelegde gronden hem te verzoeken, Kooggemelde Heereh Staart.de nodige informatien te geeven, met communicatie van Onze intentie, om aan hunner Edele Mog verzoek te voldoen, zoo vér zulks Ons mogelyk zoude zvn gelyk. Wy ook reeds op den z4 Se maand an den Vice Admiraal Hartfinck aanfehreeven, om by het1chingHeler§Hnheid het VeereSat *xe*den het Schtp de Phcemx; en naar de Rheede van Vlisfingen, de Uitleggers de Spion, de Expeditie, en de Maria Manna, na dat Zy zouden weezen voorzien van de Victuafe, of andere Behoeften, die aan dezelven zouden mogen ontbreeken: met de informatie van weikeen en ander door wélgemelden Onzen Repraelemam, de Heeren Staaten toen ter tyd fchcenen lyk Antwoord van Ons te verzoeken, of te verlangen. ^ De Vice Admiraal Hartfinck aan alle de Officieren ' Onderofficieren, en Gemeenen, die geduurende het W interfaifoen, met verlof aan den Wal gegaan waren , hebbende doen aanzeggen 4 om zig na den 8 Maart aan Boord hunner Schepen te begeeven; ten eind,- * alles wat nodig wag, om dezelven vroegtydig in 7e reedheid re brengen, in goede ordre gefchiedenmolt" gelaftten Wy hem op den x7 February om met & mm by Nagc van Kinsbergen te o4ri^ofh3 W niét  C 81 ) niet doenlyk zoude zyn, eenige Fregatten te deta* cheeren, om een Tranfport van 15:00 Man Hanover* fche Troupes, het welk Wy geinformeert waren, da" te Stade gearriveert was, en binnen korten tyd naaf Engeland ttond te vertrekken, onder Escorte van he" Fregat de Ariadne, op re ligten; met byvoeging, da" het Ons aangenaam zoude zyn, indien deeze Carnpagne met geen minder glorie, en met meerder v©c>r* deel mogt uitgevoert worden, dan de voorige. k1 gevolge van dien lalt, vertrok de voornoemde Schout by Nagt den volgenden dag naar het Veer» om aan de Fregatten de Argo en de Bellona, de nO' dige Inttructie te geeven tot die Expeditie; en om» zoo 'er nog een of twee Fregatten klaar konden k°? men, die daar by te voegen, terwvl de Vice-Admi' raai ondertuffchen aan de Admiraliteit verzogt, ora ten eertten het nodige Kruit, en verdere behoeften voor die twee Schepen; en voor de overige, na»1 maate dat zy in Texel komen zouden, te willen b# zorgen. Tot vertterkinge van dit Detachement, ordonneef den Wy op den 3 Maart aan den commandeerende"1 Officier op de Rheede van Hellevoetfluis, om na^ de Rheede van Texel te detacheeren de Kotters de Windhond, en de Brak; met lalt, om zig te rangee' ren onder de ordres van den commandeerenden Orfr' cier aldaar, ten einde door denzelven geémployeef11 te konnen worden, zoo als de dienft van den Lal1' de zulks zoude vereiffchen. De informatien intulfchen, die Wy wegens de vef rigtingen van den Vyand bekwamen, bragten meede» dat het Convoy voor de Oottzee met den certte"1 goeden wind, waayende na 1 April, van de Noi^ zoude vertrekken, met de Tranfportfchepen van "e Duytfche Recruuten ; en dat de Engellchen in he£ laattt van April aan den kant van het Canaai in Zee' dienft klaar zoude hebben 31 Schepen van Linie, van 50 a 44 Stukken, met eenige weinige Frega"' ten. a Dat de Admiraals Drake, Rotham, en Damherf'^ nog in de Winterkwartieren lagen; maar dat inPor*^ mouth waren 10 Schepen van 5:0, en 10 van yoSw}' ken, die deezen Zoomer in het Canaai zouden km1* fen; dat boven dien 5 Fregatten, en 3 Schepen a 1° Stukken, naar de Noordzee vertrokken; maar dathe wel half April worden zoude, eer zy gereed ren. Volgens het rapport van een Ooggetuigen , lag2'; 'er in Duyns 7 Schepen van Linie, 9 Fregatten»* gewapende Ooftindifche Schepen, 10 Kotters, en 4 Koopvaardyfchepen; en te Scheernes % Schepen Linie, 2 Fregatten, 1 Oorlogfchip (dit is tuifcbe een Schip van Linie en een Fregat) en 3 Kottel"" Hier by werden nog eenige Schepen verwagt, m* t  met wat voormtzigt,. was niet bekent. De Lootfen Van Douvres waren ordre verwagtende, om aan Boord te gaan; van Vliffingen fprak men niet. Volgens berigten van de Schntfche Kutten, waren 'er ten noorden van Engeland niet meer dan vyf Fregat ten gezien op de Kuit; en in Schotland werd geen woord gewaagt van een Armade te Leirh. Op de Engelfche Kutten te Deal, Chatham, Scheernesf, of daar omtrent, was geene andere dan ordinaire Militie, nog verzaameling van Troupes; en geene ordres daar omtrent gegeeven. Den ii Maart ordonneerden Wy de Capiteinen van Hoey, en van Gennep, commandeerende de Schepen Prins Frederik, en Admiraal Tromp, om metdeeer11e goede gelegenheid, met hunne onderhebbende Schepen naar het Goeréefche Zee gat te zeylen; en, naar dat de omltandigheeden favorabel zouden zyn, binnen te loopen, het zy in het Texelfche Zeegat, 'tzy in Zeeland, en zig te rangeeren onder de ordres van den commandeerenden Officier op de Rheede aldaar, en nadere ordres af te wagten, 't zv van Ons, 't zy van den Vice-Admiraal Hartfinck. Deeze ordres aan den commandeerenden Officier op de Rheede van Hellevoetlluis ter extraditie toezendende, recommandeerden Wy hem om dezelve zeer fecreet te houden, en alle praecautien te neemen, zoo door het doen recognoscceren buiten Gaats, als anderszins, om, onder Gods zeegen, zoo veel doenlyk, voor te komen, dat dezelve Schepen in 'sVyands handen mogten geraaken, en dat dezelve geinformeert wierde van de intentie om die Schepen te doen uitzeylen. Maar, tot Ons leedweezen, deed zig wederom dezelfde dirficulteit, en ook foortgelyk een dcsagremenc voor Ons op, als in het voorleeden jaar heeft plaats gehad, met relatie tot het uitloopen van het Schip Prins Willem; vermits het aanliep tot den io April, en dus byna een volle maand na Onze gegeevene ordres om uit te zeylen, eer daar aan voldaan konde worden; van welke omltandigheeden verfcheide kwalyk Geintentioneerden , wederom een behendig gebruik willen te maaken, zoo niet om Ons direct te attacqueeren, en Ons beltuur meer en meer verdagt te maaken, ten mintten, om ten nadeele van de genoemde Officieren, gerugten te laaten loopen, waar van de valsheid, door verfcheide beeedigde Attettatien , aan elk waarheid lievend Ingezeeten van dit Gerneenebett is gedemonOreert geworden. Die Atteltatien worden hier by overgelegt fub No. 34» 351 3 6, 37 en 38. Ondertuflchen waren reeds in het begin van Maart fucceffivelyk uit het Veer naar Texel gezeik, de Schepen en Fregatten de Amphkrite, de Phcenix, de Unie, Zuydbeveland, de Admiraal Piet Heyn, Am- W z lter-  fterdam, Zuyleveld, ne de Princes Royaal Freden^ Sophia Wilhelmina. ( De Admiraal Generaal, de Admiraal deRuyter,dC E-rfprins, Batavier, en Princes Louifa, moeiten ge' kielt worden; de Glinthorft, en Dieren, lagen nog ïn het Veer tot nadere ordres, en de Thetis, en }r fon, offchoon reeds op den 17 February ordre be' komen hebbende , om meede met de eerfte goede ge" legenheid te zeylen, hadden daar aan, by onttten'e' niifè van zulk eene gelegenheid, nog niet konnen vol' doen. . . , • wl . Op den 19 Maart i benoemden Wy den Schout PJ Nagt van Braam, tot Commandant op de Rheede Texel, en den Schout by Nagt Dedel tot het Cotf1' fnando van de Schepen in het Vlie; hen gelaftende» om zig aldaar te bevinden, de eerfte voor den *t Maart , en de laatlte, zoo ras als de Krygsraad, Q°' pens den Schout by, Nagt Binkes, 7oude weëzen ƒ' geloopert; en om ieder deszelfs Vlag op een d» Wagtfchepen te heyflepi arretteerende voor dezelve"" de lnitruftien, onder de Bylaagen te vinden fub No. 37 en 40, en Hellende onder de ordres Van den Scho^ by Nagt van Braam het Schip 't Loo, de Uytlegge,s de Vos, de Zeebaars, en Zwaluw, en de Lootsbo0' tqn de drie Gezufters, de jonge Peeter , ert deVrotfJ Margiretha; en onder die van den Schout by NF Dedel, de Schepen Zwieten en Zuylevcld, en & tlytleggers de Zeepoft, de Zeemeeuw, de Faam, "Ê Meeuwj de Brick, de Spion, en de Windhond. Ons oogmerk, om, zoo vroeg als mogelykj ee"> proviftonneel Convoy te verleenen na3r de Weltihdië"'' én dezelfde Schepen, die gedeliineert waren, om #j Convoy tot op zekere hoogte te geleyden, vervolge1] te doen dienen tot de Expeditie, om het voorgernel' de Franfport Hanoverfche Troupes op te ligte*1'. werd merklyk vertraagt door de geduurige ftorm^*^ den, in de maand van Maart. Ligters met Behoef' tens en Gereedfchappen bleeven drie a vier weeke"1 op de Zuyderz.ee* eer zy aan Boord der SchepeJ konden komen; deKaagen met Water hadden mee^ veel moeite, om hun her Water aan te brengen» e^ af te geeven: en door dit alles werd het gereed fl**fj ken der Schepen, ten minften een maand, zöo n,e langer, vertraagt. . De Inttrucf ie, die op den 19 Maart door den * ! ce-Admiraal Hartfinck voor den Capitein Staring»? commandeerenden Officier van het uit te zendene k5' ejuader, geexpedieert werd, en onder de Bylaagen* vinden is fub No. 41, werd des anderendaags gevolg va'n eene aanfchryving van denzelfden Vice-Admira* aan den Schout by Nagt van Braam, om, na het ver' trek van den Capitein Staring, in het oog te houden» dat mogelyk aan denzelyen, by zyne te rug kornij mdicn de Vyand hem de retraite zogt af te taydenj  ( 8* ) een prompt Secours zoude moeten gegeeven worden? weshalven alle de overblyvende Schepen zig gereed zouden moeten houden, om op de eerlte ordre, Zee te konnen kiezen; welke lalt, om zig gereed te maaken, aan alle de Schepen, die intuiïchen op de Rheede mogte komen, insgelyks gegeeven zoude konnen worden; zonder egter in het allerminlte te laaten blyken, tot welke eindens die gereedhouding gefchikt was. ' ,' - Eindelyk, evenwel, vertrok het Esquader, onder de ordres van den meergemelden Capitein Staring, op den 8 April uit Texel, hebbende onder zig, behalven zyn eige Fregat de Argo, de Fregatten Bellona, Waakzaamheid, Hoorn, en de Snauwen deJaager en de Zeebaars; en beltaande het Convoy in 13 Koopvaardyfchepen, onder Escorte van de Fregatten de Zephir en de Amphitrite. Weinige dagen na het vertrek van die Schepen, wierden Wy verblyd door de tyding, welke door een binnen komende Koopvaardvfchipper wierd aangebragt, maar by de uukomlt vaUcfi bevonden is, van een avantage, het welk door dezelven op den Vyand zoude behaalt zyn; en toen Wy op den 30 April geinformeert wierden, dat de Traniportichepen, nevens het Engelfch Oorlogfchip en Kotter, die, volgens het bovengemelde valfche rapport, zouden genomen zyn, «e faamen op de Weezer binnen gekomen waren, en dat op dezelven eeritdaags een paar duizend Man Troupes Honden geëmbarqueert te worden , om er meede naar Engeland te Iteevenen; zonden Wy die informatien aanltonds aan den Schout by Nagt van Braam, met lalt, om dezelven aan den Capitein Staring te doen ter hand Hellen, en, voor alsnog, te luperfedeeren met de geprojecteerde ordre, om den Jaatltgemelden te doen reverteeren; en gelaftten den Vice-Admiraal Hartfinck, om met de Vice Admiraals Reynlt, en Byland (welke laattté, zoo als Wy hier na *breedcr melden zullen, gtreverteert was) den Schout by Nagt van Kinsbergen, en den Heer Fiscaal van der Hoop te overleggen, of het niet raadfaam zyn zoude een Renfort uit te zenden. Het refuhat van die deliberatien was, dat de Schout by Magt van Braam order kreeg, om de Schepen Amlterdam, Prins Frederik, de Unie, Tromp, Zuidbeveland, en de Fregatten de Thetis, cn de Dolphyn, met alle eenvoudigheid, en zonder gerugt, ordre te geeven, oir» zig gereed te maaken tot uitzeylen: Dat de Vice Admiraal van Byland, en Schout by Nagt van Kinsbergen, zig den 1 Mey, met her openen van de Poort, naar Texel begaven, met intentie, om met de gemelde Schepen aanltonds uit te loopen; zoo zy den Capitein Staring rencontreerden, hem twee groote Schepen en twee Fregmen te laaten, en met de overige te re^ourceeren; wyl anders het Esquader al X te  ( 86 ) ' . , a , te fterk zoude zyn; maar de wind, die den 30Apm favorabel was, veranderde ten eenemaal,en maakte het reeds den 1 Mey onmogelyk, om in Zee tek°" men, en des anderendaags, retourneerde het Esquader van den Capitein Staring voor Texel, zynde den 18 April van het Convoy gefeheiden, het w*j* zyne reize in goeden Haat voortzettede; dog zynde hy, door contrarie winden, verhindert geworden aal1 zyne verdere Inftruétie te voldoen. Den 3 Mey te de Vice-Admiraal van Byland, met zyn onder' hebbende Schepen een Anker, om 'sanderendaags 'smorgens vroeg uit te zeylen, en Ons antwoord op de tyding van het retour van Staring, buiten af [C wagten : zynde deszelfs intentie, om van de ScfiC' pen, die buiten waren, naar binnen te zenden die geenen, die zulks uit eenig gebrek zouden moge11 nódig hebben, en zoo de informatien, die hy bek°' men mogt, daar in geene verandering nodig maa|' ten, flegts een dag of acht te kruiden, ten ein"fi "Wy nader mogten konnen disponeeren wegens bet groot Convoy: den 4 Mey in Zee en buiten Gaaf5 gekomen zynde, ontfïng hy aldaar Onze rescript van dien zelfden dag, houdende in fubllantie,dat W? begreepen, dat het Esquader onder den Capite»11 Staring moeft verfterkt worden met een a twee Scbej pen van Linie, en een a twee Fregatten, meer °' minder, naar maate van de inkomende tydingen, ^ zy hy Vice-Admiraal kans zag, om, buiten en t>e' halven de Expeditie naar de Weezer, nog te k^ nen tenteeren, het zy het afhaalen van de Ooftind1' fche Schepen van Drontheim, 't zy het convoyeere!l van de uitgaande Ooftindifche Schepen tot op zeKe' re hoogte (van waar hun twee Fregatten tot ' de goede Hoop, zouden konnen worden meedege' geeven) als wanneer Wy van gedagten waren, $ alles, wat gereed was, zoude behooren Zee te kie' zen. Dit gelaüen Wy hem te overleggen met & Vlag-Officieren, zig op de Rheede van Texel bevindende; zynde Wy van gedagten, dat, indien & Capitein Pruyft, die gedeftineert was om 'sCompaf nies Schepen naar de Kaap te convoyeeren, reeds"1 Texel was, alsdan het Convoy der uitgaande Scbe' pen naar Ooftindiën moeft gepraefereert worden. Wat hier van het vervolg geweeft zy, zullen 'Wï laater melden, en intuffchen wederkeeren totdege' maakte fchikkingen nopens het te verkenen 0°° Convoy voor de Ooftindifche- en overpebleeve^ Weftindifche Schepen, en voor die den wil haddej naar de Ooftzee; tot de executie van het welkeo°< alle de ordres en fchikkingen, die Wy even na ^ einde van den Winter, en zelfs geduurende &f. Winter, gegeeven hadden, relatif waren; dogo?°l alles met de uitterfte iecretefle en ftilte zoude Wf\ nen worden behandelt, werden de Kooplieden on^  ( 87 ) de hand geinformeert, dat de Schepen, die Convoy verlangden, den commandeerenden Officier moeiten waarfchouwen, wanneer zy gereed waren , en dan het fêin, om in Zee te gaan, afwagten. Terwyl men met deeze praeparatien beezig was, bekwamen Wy berigten, dat z Schepen van 90, 3 van 100, 1 van 80, 7 van 74, * van 64, x van jo 1 van 38, x van 36, en 6 van 3x Hukken, uitmaakende 16 Schepen van Linie en 9 Fregatten,te Portsmouth gereed lagen, behalven 4 Schepen van Linie, die binnen 14 dagen klaar zouden zyn; maar dat men nog niet wilt, welk eene Magt naar de Noordzee gefchikt was. Dus begonnen nu de praeparatien te preiTeeren, en het wérd tyd om 'sLands Schepen, die tot het Convoy gefchikt waren, in Texel te doen verzaamelen, naar maate Wy tyding bekwamen van der zeiver gereedheid: Ten dien einde gelaitten Wy den 13 April den Schout by Nagt Vis, otn het Fregat Brunswyk, na dat het zelve zoude weezen afgeloft, met de eertte gelegenheid naar Texel te doen zeylen; en gaven dezelfde ordre den xf, met relatie tot de Schepen Zirkzee en Schiedam; aan den voornoemden Schout by Nagt telkens reeommandeerende, om alle proecautien te neemen, dat deeze Onze ordres met de meelte fpoed, zekerheid, en fecretelTe, geexecuteer t wierden, Ondertuffchen werden de toebereidzels wederom merklyk vertraagt door het onltuimige weêder,het welke men in deeze maand had, waar door de Batavier, en de Erfprins in de mond van den Balg te rug1 gehouden werden; de Princes Royaal eenige fchaade bekwam; en de Kaagen belet werden met de Behoeften naar Texel te zeylen, en die'er reeds waren, te loifen; eene vertraaging, die door alle Mcnfchelyke activiteit niet heeft konnen worden geureer enieert. Ook werd 'er tot nog toe niet zeer veel verzuimt, zoo, om dat het antwoord van het Hof van Vrankryk! op de Memoricn over de concert operatien nog met geconftateert, aangenomen, en bepaalt was, als om dat zig op den 28 April nog geen een Schip, den wil naar de Ooüzee hebbende, had aangedient. „. , Aan den Vice-Admiraal Pichot, welken \\ V den ic dier zelfde maand benoemt hadden, tot hetCommando op de Rheede van Hellevoetüuis, op de Initrudie, onder de Bylaagen te vinden No. 4za, ordonneerden Wy den 18, om, vermits het onvergeefelyk zoude zvn, niet te profiteeren van de gelegenheid om 'sLands Schepen in Texel te verzamelen, eer de Vyand zyne Magt in Zee had, het Schip Kortenaar, hoe eerder hoe beeter, tot voor de Haven van de Gocderéede te doen zeylen, om vervolX % gens  ( Q9 Y \ oo ) . n gens by de eerfte gelegenheid, na dat hy voonrjzoude weezen van den Loors, welken Wy den V' ce-Admiraal Hartlinck gelaft hadden hem toe te zeOj den, naar Texel te zeylen, en zig onder de ordr^ van den evengemelden Vice-AdmiraaUe rangeeren; rne verderen lalt aan hem Vice-AdmiraalPichot, om.'11' dien hy oordeelde dat het gemtlde Schip nog abl°' lut buiten ftaat was, om Zee te kiezen, alsdan Krygs' raad te houden, en Ons de fchriftelyke Advifen v3° alle de Leden van dien Krygsraad toe te zendej Ter voldoeninge van deezen lalt, zond de Vice-A^ miraal Pichot het Schip Cortenair voor de Goeoe' rheede, van waar het zelve, volgens zyn Rappof, van den 3 Mey, apparentelyk dien dag in Zee ltöfl te komen; maar zulks niet mogelyk bevonden , e° intullchen informatica ingekomen zynde, dat vef' fcheide Schepen, die men voor Ètigelfche hield, ' de Noordzee gezien waren, oordeelde hy dat Scb'P alleen, zonder fpeciaale ordre, niet te mogen eXp£' neeren. Van agteren bleek bet, dat waarfchynlj'':' die gêobferveerde Schepen, dezelfde waren, d e he retourneerend Esqueder onder den Capitein Starinl uitmaakten; maar het bovengemelde rapport van ^ Vice-Admiraal Pichot ontfangen hebbende, mecn^ Wy daar over te moeten contuleeren met denLj^j tenant Admiraal van Waflenaer, den Vice-Admi^11 Zoutman, en de Heeren Secretaris vander Heim>e' Fiscaal vander Hoop, met welke Wy derhalven e& conferentie beleiden in praefenüe van den HeerRa^ penfionaris; in gevolge van het refultat van wel» conferentie Wy aan den Vice-Admiraal Pichot lC zelfden " dage rescribeerden, om het Schip Cof[ naar niet te laaten zeylen, tot dat hy nadere int°f matie zoude hebben bekomen door ligte Vaartuigen die hy moeft uitzenden om te recognosceeren; bh' vende deeze ordre om uit te zeylen in haar gebfe indien 'geene vyandelyke Schepen vernomen wier' den; met by voeging, dat Wy Ons verbeelden, & de gêobferveerde Schepen zouden ueezen die, ^ ken onder de ordres van den Capitein Staring geJeJ verteert waren. Daar het egter mogelyk was, °f. Wy Ons hier omtrent bedroogen, oordeelden ™"£ de informatien, Ons door den Vice-Admiraal Pic'1^ gefuppedireert, te moeten toezenden aan den Vi^ Admiraal Hartfinck, of, by deficits abfentie, aan n^ Vice-Admiraal Grave van Beland; met lalt, omfj alle de Schepen, die in gereedheid waren, bui*e die geenen, die tot renfort voor het Esquader va./ den Capitein Staring waren gedefhneert, uit te ^ len, en te tragten om de Engdfche Schepen, in ól Rapport gemeld, te ohdeffcheppen; en voorts ... L , !de ëèrté Aclfe; zoo kwam hier nog By, dat de zid... ten op 'sLands Schepen vreefielyke progrclien maakr ten, Zelfs in zoo verre, dat op een Schip het getal der Zieken zedert twee dagen rnet tachtig vermeerBelt was, en dat 'er Schepen waren, op welke men *er iyo en nog meer telde. Zoo haalt evenwel, als Wy tyding Bekwamen\ dat waarfchynlyk, de Vloot van Lord Ho we uit de Noordzee zig ttond te begeeven naar het Canaai, om zig Vervolgens Voor Breit te Conjungeeren met het Esquader van den Admiraal Kempenreld , en dat de Vloot Van Sif Lokhard Ross, bettaandein twee Schelpen van 80, vief van 6-4, en drie van '60 Stukken, nog in Duytts was liggende; ordonneerden Wy dén (6 Junyj den Schout by Nagt Vis, om eenigen van zyne onderhebbende ligte Vaartuigen óp kondfehap baar Zee re zenden, met vei trouwde Perfoonen op dezelve^ en om, zoo hy .geinformeert wierd, dat de Vyand niet meer in de Noordzee was, öf zig naar het Canaai retireerde;, den Schout By Nagt van Kruynen, niet zyn önderhebbend Schip Zirkzee, de Schepen Goes en Schiedam, en het Fregat de Jafon, met de eerlte favorable gelegenheid van tèn zuidoolteri wind, die waayen Zoude van het O. Z. ootten tot hetzuiderti en de ttreeken tutichen beide, naar Texel te doen zeilen, met lalt aan gemeld en Schout by Nagt, om, voor het Téxellche Gat gekomen zynde, vari zyne aankomlte kennis te geeven aan dert Vicë-Ad= miraal Hartlinck, en deszelfs ordres re vraagen :f of hy zoude binnen loopen, of buiten Gaats zyn Convoy blyven .afwagteri. Geiaftende Wydets den Schout by Nagt Vis, onl herri ten dien einde, ën op dat hy zynen togt met eenige zekerheid zoude kunnen doen * de Schóonèr de Doiphyfi, en t.00 veel meer kleine' Vaartuigen, als hy zoude konnen rfriiferti meede te geeveni en alle mogél>kb pr^ëautieri re neemen, om te beletten, dat het uitzeilen dier Schepen ter kennifle kwarri v*n den Vyand, of dat dezelve in handen van den Vyand vielen: vriri deeze ordre gaven Wjr ten zelfden" dage kenniiiè aan den Vièë-Admiraai Hartlinck, fnet lalt, om zulks aan de in Texel zynde Vlag-Officieren te Goinmunieëërën; en ofti, zoo 'er van dèn Vyand niets meer befpeuft wierd* de Kotters, ën andëre ligte Vaartuigen , tip kondfehap uit te zenden, en te zien, of het waaV vVas* dat de Vyand zig naaf het Canaai retireerde; eri orfi, volgens de boven geinfereerde Refolutie van den Krygsraad, van den 17 Mey, alsdan uit te zeilen; de Convoyen uir. te zenden; de Schepen/ die niét als Wagtfchepen in het Vlie moeiten blyven meede te doen uitzeilen, en met hem conj mgeëren; en eindelyk-* oni het Fregat de Phoenix haar Zeeland te detacheeren, om zig te rangeeren onder de ordrès van den Schout by Nagt Vis, daar by voegende in ëêfte eigenhandi-  ( 94 ) ge Miflive: „Zoo U Wei-Edele Geftrenge met gc,, rullheid uitzeilen kan, het geene God geeve, dat „ fpoedig zyn moge, zoo weet ik geene andere ln„ ttructie aan U Wel-Edele Gettreng^ te geeven» „ dan te tragten den Vyand alle mogelyke afbreuk „ te doen; deszelfs Schepen te neemen, te verbran„ den, ofte vernielen, naar dat daar toe gelegenheid „ zal hebben; de eer van de Vijg van den Staar by „ alle gelegenheeden te rnarnfineeren; en voorts te „ tragten meeiter te blyven van de Noordzee; de „ Schepen van de commercieerende Ingezeetenen, defi „ wil hebbende naar de Ooiizee, door een a twee Schepen en eenige Fregatten, derwatrds te doen „ geleyden; de Ooftindifche Schepen, die te Dront„ heim zyn , te doen af haaien, en geleiden nasr de „ Havenen deezer Landen ; en, is het doenlyk, zon„ der te veel te risqueeren, het Schip, gedeftineert „ voor de Kamer Zeeland, derwaards te doen con- voyeeren: voorts tegens de Engelfchen te proteges„ ren de Schepen varf Onderdaanen van Mogenthee„ den, die met dat Ryk in Oorlog zyn, en voor re „ komen alles, dat wettige oorzaaken van klagten aan „ Neutraale Mogendheeden zoude konnen geeven; „ dog evenwel Schepen met Oomrabandeo beiaaden, „ op te brengen, voor zoo verre met de Tfaclaaten, „ die hunne Hoog Mog. hebben met die Mogend„ heeden, overeenkomltig is; eindelyk om in alles „ Soldaat- en Zeemanschap te gebruiken." En op dat deeze Onze ordres ten fpoedigllen zouden kunnen worden geëxecuteert, expedieerden Wy ten zelfden dage eene ordre voor den Capitein Bouxitius, om uit te zeilen, die aan den Schout by Nagt Dedel zendende ter extraditie, na daar toe bekomen nadere ordre van den Vice-Admiraal Hartfinck- gelyk Wy meede afzonden Onze Inftructie voor' den Schout by Nagt van Kruyne, of den aan heminrang volgenden Capitein, die, by deszelfs abfentie, zou , commandeeren het Esquader naar de Wettindiën, en voor de Capiteinen Pruyit en Seis, voor zoo veel betreft derzelver deflinatie naar de Kaap. Des anderendaags (7 Juny) rescribeerde Ons den Vice-Admiraal Hartfinck, dat de Engelfche Vloot if Zeylen, en 4 Kotters flerk, wederom in den namiddag van den voorigen dag, van Kykduin, gelyk meede van alle 'sLands Schepen gezien was; zynde dezelve nog des avonds voor onze Avanrgarde en vyf van dezelven, wederom op dien zelfden da* van Texel zigtbaar geweeft; dezelve lagen (dus voegt 'er de Vice-Admiraal by) „ op gifteren alle dryveode, „ met het groot Marszeil tegen, zoo dat zy nog niet „ opwerkten; dog door hunne Manoeuvres eer an» dere deffeinen te kennen gaven; waarom ik zelfs ,, geraaden gevonden heb, van deezen nagt de Vuu» ren op Kykduin niet te laaten branden, en ook van „ dee-  Ijkt „ deezen ogtend eenige fchikkingen wegens hèt weg„ neemen van een gedeelte der Tonnen met 'de Re„ geering van de Heider heb doen beraamen — ook „ zonde in dit ogenblik de meenigvuldigheid der ,, Zieken, welke op ieder Schip van Linie tot over „ de honderd aangegroeit zyn, ons uitzeylen moeye,, J>k en zoraiyk gemankt lubben,— De aard der ziekte is geenszins befmettelyk nog gevaarlyk,maar „ alleen aan het ruwe jaarfaifoén toe re fchryven. — „ De Capitein Frykenius (gedeiiincert naardèWeil„ indien; is met her Fregat Enkhuilen nog niet hier „ Op de Rheede gekomen; de toeitand van dat van „ den Capitein Raidt (meede naar de Wefb'ndien ,, gedeftineert) zoo wegens het aantal van zvbe Zie„ ken, als de incompleetheid zyner Rolle, laat niet „ toe, ten minlten in dit ogenblik, hem naar Zee te „ zenden." Volgens een P.apport van den Schout by Nagt Dedel van den ro Juny, was het getal der Zieken op de Schepen in het Vlie, toen reeds tot omtrent 650, en op die in Texel, volgens Rapport vnn den Schout by Nagt van Braam, van denzelfden datum, tot op iqsi& aangegroeid. De vyandelyke Vloot zig van den 7 tot den 12 niet wederom vertoont hebbende, zond de Vice-Adnfraal Hartlinck een Loofsboot uit, om te recognosceeren, en nam inmiddels de nodige Militaire pra?cau'tien, om Onze ordres te konnen executeeren, vonder het verlies van alle de Schepen, w*aar van hy te regt begreep, dnt het geheele welzyn van de Repubiicq depéhdcérde, tewaegen;; maar om, zoo veel mogelyk, eenig confiderabel echec teprsevenieeren. Edog, volgens het rapport der uitgezondene, en op den 19 Juny te rug gekomene Vaartuigen, eenttemmig met die van de inkomende Koopvaarders, onthield zig de Vyand met zynEfquader, twaalf groote Schepen tterk, nog op de hoogte van het Vlie. Eindelyk begon zig evenwel hoop op te doen,dat dezelve zig uit de Noordzee retireeren zoude, zedert men hier de tyding bekwam, dat de Spaanfche en Franfche Vloot uit Cadix in Zee geftooken was. Van die tyding informeerden Wy aanltonds den Vice-Admiraal Hartfinck, met latt, om, zoo 't mooglyk was, uit te loopen, en de gedisperfeerde Schepen te doen conjungeeren; of een Krygsraad te beleggen, en Ons de Advifen van de Leden van dien Krygsraad, met de reedenen, die het uitloopen zouden kunnen afraaden, op te geeven. Zoo als Wy ook ten zelfden dage, den Schout by Nagt van Kruine, aan welken Wy, by indispofitie van den Schout by Nagt Vis, het Commando over 'sLands Schepen op de Zeeuwfche Stroomen provifioneel hadden opgedraagen, ordonneerden, om wederom eenige ligte Vaartuigen, waar op een of meer Z ^ ver-  Vertrouwde Perfoonen, uit te zenden*, om de motiVementen Van den Vyand te obferveeren, en cafuqueh met de Schepen Zierkzee, Goes, Schiedam, en de jafon, indien de ftaat van derzelver Equipagien (onder welken al meede Zoo veele Zieken waren, dat 'er van de vier Schepen naauwlyks een in ttaat was) het permitteerde, en verzeld van een, of meer Advis-Jagteh, of diergelyke JigteVaartuigéh , Zee t^ kiezen; zig met de Vlöot in Texel te conjungeeren* fen, zoo de Schout by Nagt Vis niet heriielt was» het Commando op de Zeeuwfche Ströomen Over té geeven aan den oudften prefent zynde Capitein; dart een manqüement van meer dan 80 Koppen aan de compleetheid zyner Equipage, het welk, in weerwil Van de daar toe genohiene praecautien, niet heeft konhen gefuppleert Worden, belettcde hem om Onze ordre, met relatie tot zyn onderhebbend Schip, tekonhen executeefen? weshalven Wy Ons den 29, toen de tyding ingeloopen was van de retraite van het Vyandelyk Esquader, moeiten contenteeren, om herrt te gelatten, van by aldien die tyding .gecontirmeeft wierd (waar toe hy zbo veel op kondfehap moeft zenden als mooglyk was) by de eerlte gelegenheid, als hy oordeelde zulks met hoop van fucces te konnen doen, met zyn Schip naar Texel te zeilen, ot de Schepen, die gereed waren j der waards te zenden. Van die zélfde tyding informeerden. Wy ook. den Vice Admiraal Hartfinck (die Ons op den 15- had toegezonden een ampel Advis of Refolutie van den Krygsraad, houdende de reedenen; waarom de Leden eenpaariglyk van oordeel waren, dat hef uitloopen onvoorzigtig weezen zoude; een Advis of Refolutie, welke, offcfroon zoo wel als de volgende Stukken, reeds dóór Ons ter kennilfe van hunne Hoog Mog. gebragt j Wy oordeelen onder dé Bytaageiite moeten overleggen (fub No 43 .)hem nader gelaflende, om uit te zeilen j zig met de Schepen uit het Vlie, en uit Zeeland té conjuhgeeren; en de verdere aan hem voofgefchteevene pointcn te volbrengen, indieft'zulksmaai" eenigszins mooglyk en raadzaam konde geoordeelt Worden; hem op den voornoemden 19 jüny, behalven de zogenaamde Lloyds-Lylt, waar uit bleek, dat het Esquader van den Admiraal Ross den X4 nog i& Ueal was , toezendende het door Ons gevraagde, eö hier by fub No. 44. overgelegde Advis van de aaD' weezende Heeren Raaden en Miniilérs van de fpective Collegien ter Admiraliteit; en hem, in cofl' formiteit Van dat Advis,. ordonneerende, om met prefente Vlag Officieren nader te confereeren, en lC overleggen* of de conjunctie met de Schepen uit bet Vlie, en bet uitloopen van het een of ander Convoy' of zelfs het conjungeeren met de Schepen uit Zee' Ia&d, mst hoop van fucces, konde worden gete^ teett'  C 97 ) teert; hatende egter het zelve èn de wyze van executie over aan deszelfs prudentie en directie. Dan dé Krygsraad bleef perfifteeren by zyne gedagten, dat 'sLands Vloot niet moeit uitloopen, voor dat rhéri van de komlt van de gecombineerde Vloot by 't Canaai, en van het uitloopen der groote Engelfche Vloot daar tegen ver/ekert ware, wanneer de Krygsraad ook alsnog oordeelde, dat de kans des Oorlogs tegen het Esquader van den Admiraal Ross, indien hy in de Noordzee geretourneert was, beproeft zoude kunnen worden, advifeerende zelfs tegens het uitloopen , al was het maar voor eenige dagen, en met oogmerk, om de vereeniging met de Schepen in het Vlie te bevorderen; en zulks alles om reedenen in de Refolutie hier agter fub No. 45-. overgelegt, in het breede ter needer gettelt. By het Advis egter van de Heeren praefente Raaden en Minilters van de refpective Admiraliteits Collegien, al meede onder de Bylaagen te vinden fub No. 46, wierd geremarqueert, dat nu de omltandigheeden exiltceren, in welke de Krygsraad zelfs van gedagten was geweefl, dat de Vloot uitloopen konde, en de kans des Oorlogs gewaagt worden ; maar dat ter dier tyd de Leden van den Krygsraad ignorant waren geweeft van de nadere tyding der Engelfche Schepen, die vervolgens in het oordeel en advis der evengemelde Raaden en Minilters eene merklyke verandering gemaakt, maar op de deliberatien van de Leden van den Zeekrygsraad dien zeiven invloed niet had kunnen hebben: Weshalven Wy, met approbatie en goedvinden van hunne Hoog Mogende, op den 5- July, aan den Vice-Admiraal Hartfinck deeden afgaan eene aanfchryving, conform aan den inhoud van het laatttgemelde Advis van de Admiraliteiten. Reeds des daags te vooren hadden Wy, zoo als reeds gemeld is, aan den Vice-Admiraal Hartfinck gecömmuniceert de tyding der retraite van een groot deel van het Engelfche Esquader, en deeze communicatie had de Vlag Officieren zelfs doen oordeelen, dat men nu in het geval was, van te konnen uitzeilen: zoo als dan ook de praeparatien, in gevolge van Onze aanfchryving van dien dag, door den Vice-Admiraal Hartfinck gefchieden. Ten dien einde ontboot hy de Capiteinen van Braam, Bouritius, Dekker, en Vaillant, met hunne onderhebbende Fregatten uit heE Vlie naar Texel, zynde hy Vice Admiraal zoo wel als de Vice-Admiraal Graaf van Byland, en Schout by Nagt van Kinsbergen, van gedagten, dat 'er thans geen ogenblik moeft verzuimt worden, om Zee té kiezen, met het geene gereed was-, of door verplaatszing van Manfchappen gereed kon gemaakt worden, eo niet door een al te groot aantal van Zieken daar in verhindert wierd; en zelfs dat men zig behoorde Aa tg  ( 98 ) . . . te bedienen van de gelegenheid, om de Ooft- cn Weftindifche Schepen onder Convoy van den Capi* tein Rader?, Bouritius, Pruytt, en Seis (het ScW Zirkzee, en het Fregat Bellona, die 'er meede toe ; gefchikt waren , zoo door incompleetheid als doof ziekte onder de Equipage, en door gebrek aan On' der Officieren; terwyl men oordeelde op dit laatHe 1 Fregat de nieuwe Manfchappen aan de daar op i°° zeer graileerende ziekte niet te moeten exponeeren* niet konnende meede gaan) te laaten doorloopen, efl dat men den tyd niet moeit verliezen, 't zy tot heC conjungeeren van de Schepen in Zeeland, 't zy t°c het wagten naar ongereede Schepen. Om evenwel die conjunctie te faciliteeren, gelatte11 "Wy den Vice-Admiraal Hartfinck óp den 5 July' om op eene allerfecreetfte wyze aan den commando renden Officier op de Zeeuwfche Stroomen, en aaö die in het Vlie, op te geeven de Itreeken van 'tCofli' pas, met welke hy meende te konnen uitzeilen. T wee dagen laater gaven Wy kennilfe aan den ce-Admiraal Hartfinck van het arrivement van dege' combineerde Spnanfche en Franfche Vloot op dehoog' tevan Heyfand; maar, zoo als Wy verwagten, de Vl°ot was reeds in Zee; geevende den Schout by'Nagt va? Braam Ons, by Miflive van dien zeilden dag, kenni»e van het uitloopen van de Schepen den Admiraal neraal, Amlterdam, de Prins Frederik, Kortenaar, & Admiraal de Ruyter, de Unie, de Admiraal Tromp' de Princes Royaal Frederica Sophia Wilhelmina, & Batavier, Khynland, Glinthorlt, de Pallas, de Arg°' Brunswyk, de Jafon, en Hoorn; nevens de Kotter5 de Ajax, de Brak, en de Snelheid; acht Ooflindifc'13 Schepen, en drie Commitflevaarders: zynde thans leen in Texel gebleeven Bellona (van de Maaze) waar op 48 Zieken,^ een manquement van 14 Man aan de RoUe' De Phcenix, die nevens de Expeditie naar land gedeftineert was; maar welken de V? ce-Admiraal Hartfinck niet had durven a derwaards doen vertrekken, nu de Vl°öf niet voor Zeeland kwam. De Waakzaamheid, waar van veel Volks W2S overgegaan op het Schip Rhynland. , De Venus, welke nog veel Voiks in de K° manqueerde. De Expeditie. De Zwaluw. De Piet Hein. die meede weinig Volks Boord had; als hebbende 14 Man aan Rhyn; land, 5+ Man aan de Princes Louifa, en^ 19 Man op het Hospitaalfcjip gegeeven. ( Steeds verlangende, om de uugeloopen Vloot, if veel als mogelyk was, te verfterken, gaven Wy ordf6 aan den Schout by Nagt van Kruyne, om, in^J  , É. t 99 ) zyn Schip uit gebrek van Manfchap buiten ftaat was om uit re zeilen, en de Admiraliteit in Zeeland geen middel kon vinden, om uit de Schepen, die niet gedettineerc waren tot den togt, dat gebrek te fuppleeren, met den eerflen wind, waayende tuiTchen het zuiden en het ooiten, waar van hy Zoude oordeelen gebruik te konnen maaken, de SchepenGoes, Schiedam, en het Fregat de Jafon, nevens de Schooner de Dolphyn, of eenig ander ligt Vaartuig, te detacheer ren, om de Vloot op te zoeken, en het ligte Vaartuig op kondfehap te zenden, om van den Schout by Nagt van Braam te verneemen, waar hy oordeelde, dat men de Vloot zoude kunnen vinden; en den zeiven te informeeren, of men eenige rencontres op Zee gehad had; ten einde daar uit mogt geoordeelt worden, of het Fregat de Phcenix met geruftheidnaar Zeeland kon worden gezonden. Van deeze gegeevene ordre gaven Wy kennifle aan den Schout by Nagt van Braam, met lalt, om de Phoenix, en de Expeditie niet naar Zeeland te zenden, zonder alvoorens te hebben doen examineeren, of 'er geen Vyand befpeurt wierd; maar teffens om dezelven te laaten vertrekken, wanneer hy oordeelen zoude, dat de gelegenheid daar toe gunftig was, en dat het zonder gevaar konde worden getenteert. Wy refereéren Ons, voor het overige, tot de ouverture, welke Wy op den 9 van dezelfde maand July aart hunne Hoog Mog. gaven van de fchikkingen en arrangementen, door den Vice-Admiraal Hartlinck, met den Vice-Admiraal Grave van Byland, en Schout by Nagt van Kinsbergen gemaakt, ter bereiking van het oogmerk in Onze ordres van den 5-daar te vooren vervat, van de toen ter tyd aan hunne Hoog Mog. gecommuniceerde Stukken, onder de Bylaagen fub No. 47,48, 61149; alleenlyk overleggende de Miflive van den Vice-Admiraal Hartfinck aan Ons, en de Copie van deszelfs Miilive aan den commandeerenden Officier in hec Vlie, ten geleide van de daar op volgende lnftructie voor den Capitein Ryneveld, of oudffen commandeerenden Officier, dewelke het gebied over het Convoy naar de Oollzee voeren zoude; uit welke Stukken, offchoon met dat oogmerk niet gefchreeven, wederom ten overvloede blykt, aan den eenen kant, hoe ongegrond zyn de fugilladen , welken omtrent deezen tyd wederom, zekerlyk met her haatelyktte' oogmerk, in het publicq verfpreid werden; als of het 's Lands Vlag- en Zee Officieren aan de nodige ordres mmqueeren zoude, om den Vyand alle mogelyke afbreuk te doert; en, aan den anderen kant, hoe ongenoegzaam en ontoerykende tot hier toe 'sLands Navaale Magt zy, om de nodige protectie te geeven aan alle de objecten die dezelve behoeven. 't Geen inzonderheid tot de laatlte reflectie aartleiding geeft, is de Propofitie, welke den 1 july door Aa % de  ( I0O ) de Heeren Gedeputeerden der Stad Vlifllngen ter Vergadering van de Heeren Staaten van Zeeland ge' daan werd, daar by communiceerende, dat zig zede)*1 eenige dagen voor de Zeegaten van het Eiland VValcheren by continuatie vertoonde een vyandelyk Fre,' gat, met een a twee vyandelyke gewapende Kape*-5-' waarfchynlyk, om het in- en uitloopen van alle Scbc pen en Kaapers te beletten; en, in confideratie geej vende, of niet ten fpoediglten in een commilTori^1 Befogne, te houden met eenige Heeren Gecomrn^' teerden uit het Collegie ter Admiraliteit, zoude hooren te worden onderzogt, hoedanige efficacieuie maatregulen by hun Edele Mog. zouden konnen e(1 behooren te worden genoomen, en daadelyk in he{ werk geilek, ten einde zodanige infolente handelt' ze en openbaare befpottingen met de Magt van het Land, daar 'er thans een genoegfaam getal Oorlog' fchepen en Fregatten, op de Rheede van VIilfingeff lagen, af te weeren, en tegen te gaan. Eene Prop0' fitie, die Ons een zeer ruim Veld zoude openen tö het maaken van allerhande foorten van aanmerking^11' indien Wy niet voorgenomen hadden, om, zoo la^ maar immers mooglyk, Ons teabltineeren van eene reg1' maatige retorfie, en van alles, wat aan de refpeflftf Staats-Leden eenigszins onaangenaam, en voor iew^f derzei ven eenigermaate verwytend, of beleedigend' zoude konnen voorkomen. De eenigfte aanmerking, die Wy Ons thans pern*^' teeren zullen op die Propofitie te maaken, is, dat te" dien tyde de Noordzee ten hoogften onveilig was» door zulk een meenigte van zwaare vyandelyke Sche' pen, dat een gedeelte daar van zoude voldaan ben, om het geheele aantal van incompleete, of i0i een ander zeer important employ gedeltineerde Oof' logfchepen en Fregatten af te fnyden en te overmee' fleren; indien men een onbezonnen drift, om eenp1'0' voceerend Detachement te verjaagen, of [te overwip nen, opvolgende, en het groote oogmerk uit het oo» verliezende, die Schepen had willen doen ^uitzeile11' en exponeeren aan het eminent gevaar van in 's Vyan^ handen te vervallen; in een tyd, dat door alle & Vlag- en Zee-Officieren, zoo wel als door de Bee' ren Gecommitteerden uit de Admiraliteits Collegi'f geoordeelt werd, dat het niet raadzaam was, zelfs # geheel gereed gemaakte Zeemagt, in Zee te zenden» zoo lang men geen tyding had van de retraite ^ het vyandelyk Esquader: Waar by Wy nog alle^ voegen zullen deeze generaale reflexie, die in deeZe dagen maar al te veel bewaarheid word, dat rnen> om iemands gedrag met grond te beoordeelen, of tC. onderzoeken, en om het zelve te corrigecren, ■ dient geinformeert te weezen van alle de faamenloO' pende omllandigheeden, en der zei ver onderlinge con' nexie niet uit het oog te verliezen, zoo men geefl ge-  ( ioi ) gevaar wil loopen, om zig fchuldig te maaken, aan de uitterlle onvoorzigtigheid, en belaggelyke, enfomtyds hoogft verongelykende voorbaarigheid. Dan, om weeder te keeren rot 'sLands Vloot; het leed rot den ix July eer het Fregat Enkhuifen, onder Commando van den Capitein Frykenius, in volkomen gereedheid, op de Rheede van Texel ten Anker kwam. Wy ordonneerden, dat het zelve, zonder de Schepen uit Zeeland af te wagten, hoe eerder zoo beeter moeft uitzeilen, om de Vloot op te zoeken; het welk den 16 gefchiede: op welken dag ook uit het Vlie zeilden, en op de Rheede van Texel ren Anker kwamen, de Fregatten de Fensgezintheid, de "Oolphyn, en 't Loo; gelyk ook het in het Vlie liggende Esquader naar de Oottzee onder zeil raakte, maar wegens llilte genoodzaakt werd, weederom ter Rheede van het Vlie ten Anker te komen; hebbende het tot den 13 July aangelooptn, eer het zelve in Zee konde komen; na dat Wy nog ten overvloede twee dagen te vooren aan den Schout by Nagt Dedel hadden aangefchreeven, om zorg te draagen, dat het zelve hoe eerder zoo beeter uitzeilde , "zoo wel als her Schip de Batavier, het welk van de Vloot afgeraakt, en in het Vlie geretourneert was; met lalt aan den Capitein Boich, het laaltgemelde Schip commandeerende, om zig met de Vloot van den ViceAdmiraal Hartlinck te conjungceren; of zoo hy daar toe geene gelegenheid had, alsdan het Convoy teverfterken. Cp dienzelfden 23 July arriveerde uit Zeeland voor Texel het Schip Schiedam, nevens het Schip Goes, het Fregat de Jafon, en de Schooner de Dolphyn; hebbende het Schip Zirkzee, uit gebrek aan Volk, moeten blyven liggen; het eerftgemeldezettede zyne rei ze naar de VVeitindien voort , de overige kwamen in Texel binnen; van waar in tegendeel het Fregat de Phoenix naar Zeeland, en de Bellona naar de Maaze gezonden werd; terwyl de Snaavw de Expeditie nog niet in gereedheid was; ondertuilchen hadden Wy van den Vice-Admiraal Hartfinck ontfangen eene Miflive van den 18, waar by gevoegt was een Extraft uit deszelfs Journaal zedert den 5 tot den 18 July, hier agter te vinden onder No. 5-0 a, geevende den Vice-Admiraal Ons in confideratie, of men, in deeze omltandigheeden van zaaken, indien het Convoy naar de Oottzee beltemt, nog niet uitgeloopen was, en de wind geduuriglyk aan het wellen bleef, ook zoude kunnen overgaan om de Fregatten de Pallas en de Argo, gecommandeert by de Capiteinen van der Beets en Staring, van het Esquader naarDrontheim te detacheeren, ten einde de Ooftindifche Compagnies Schepen, aldaar liggende, af te haaien, en in dien gevalle met het Esquader, 't zy naar de Noordfche Kult op te werken, 't zy voor Gaats te blyven B b kruis-  kruiffen, om zoo ligt niet afgefneeden te konnen w°r den. De wind aldus blyvende zoude hy Onze ordr op de Kult omtrent het Vlie en Texel afwagten; m^11 indien de wind naar het ooiten loopende, gunfh»el mogt worden, en het Convoy uit het Vlie uido0' pen, alsdan het voorige Plan van operatien weder^ ( hy de hand neemen, en zonder tydverzuim trag'efl t ter uitvoer te brengen. In antwoord op deezen Brief, rescribeerden Wy °P den 2z aan meergemelden Vice-Admiraal, onder deren, „dat Wy zeer zouden verlangen, dat hy d „ Vloot van Jamaica, die llegts door drie Schep^ „ van 90, 74, en 60 Stukken, die Jang in de Wei'' „ indien ge weeft waren, geèscorteert was; en die g^ ,, fupponeerr werd, dat wel benoorden om zoudefl „ konnen komen; of wel een Convoy uit de O^;' „ zee, konde intercipieeren; wyders betuigden y „ zeer te approbeeren de ordres, door hem geftew' „ omtrent het Convoy naar de Oollzee, byzonder11 „ dat hy gezorgt had, dat het Zeeuwfche Ooitindil^ Schip van Drontheim naar Zeeland geconvoyeef „ wierd; en dat Wy wel mogten lyden, dat, zoo ^ ,, Convoy uit het Vlie tardeerde uk te zeilen» W „ de Schepen van Drontheim, door de Fregatten * „ Pallas, en de Argo, deed convoyeeren;" met v'er' dere by voeging: „ in een woord is alles begreep21'' „ dat ik aan U Ed.Geft moetrecommandeeren, deCo^j „ mercie te protegeeren, en den Vyand, zoo ^ „ doenlyk, afbreuk te doen." Het Fregat Hoorn, gecommandeert door den pitein Hekkers, wegens ziekte onder de Equip3^' uit het Esquader gezonden, arriveerde den 24 Jü' in Texel, aan Boord hebbende dertien Engelfc'1. Kryg'gevangenen van twee Engelfche Sloepen, &° de Capiteinen Bouritius en Vaillant, die met de Ff,e' gatten de Eensgeziniheid en de Dolphyn by het & quader gearriveert waren, genomen, zoo als reedsoy den 18 op het Vlie gearriveert was, de Kotter » Ajax met een gering Engelfch Prysje, door deP^ genomen. , En op den 25- July lieten Wy aan de Admiralife te Amtterdam, op verzoek van den Commandant v" de Vloot, afgaan een Millive, houdende recomrn^ datie, om de vereifchte Vaartuigen in gereedheid . doen houden, teneinde wanneer dezelve voor het Te#e fche Zeegat mogt komen, zy builen Gaatskonden so°* zien worden van het nodige water, en van het ge*\ haar verder zoude mogen ontbreeken; op dat zy r konden blyven houden, en niet genoodzaakt den binnen te loopen, waar door zy, zoo de^ tegen liep, zouden kunnen worden opgehouden» van weinig, of geen dienft konnen zyn geduurd het faifoen, waar in, met effeét, door dit Gemeen beft, een Zee-Oorlog konde worden ge voert. ^  ( 103 ) Ter voldoeoinge aan welke recommandatie, hetge« melde Collegie den 27 July afzond een Schip, door het zelve, tot dat einde, gehuurt voor drie maanden; en voorts met Heeren Bewindhehberen van de Ooftindifche Compagnie over een kwam, om, tot dat zelfde einde, meede te employeeren haar Schip de Geregtigheid, meede op de Rheede van Texel liggende.- - Aan den Schout by Nagt van Braam gel aft ten Wy den 25, om het Schip Goes, het Fregat de Jafon, en de Schooner de Dolphyn te doen uitloopen; op dat zy, wanneer de Vloot voor Gaats Kwam, niet door tegenwinden belet wierden, met hem te conjungeeren, en gaven hem by die gelegenheid Ons verlangen te kennen, dat het Schip de Princes Louifa meede fpoedig gereed mog! zyn, en in ftaat gebragt om uit te zeilen. Zedert van denzelven rapport bekomen hebbende, dat het eerflgemelde. Schip reeds öifgezeüt was, gaven Wy hem nadere ordre, om, zoo hy narigt had, waar of 'sLands Vloot was, dat Schip met de Fregatten de Jafon, en de Venus, met de Schooner de Dolphyn (ten zy deeze tot dekking van Zeeland nodig ware) naar de Vloot te zenden, en, zoo hy deswegens geen zeker narigt had, alsdan drie Schepen buiten Gaats te doen,kruiifen; het Schip Goes, het welk niet uitlaveeren kan, zonder noodzaake, niet laatende binnen loopen, opdat het geleegenheid hebben mogt, zig, zoo ras doenlyk, met de Vloot te conjungeeren. JVlet dat zelfde oogmerk, om de Vloot, zoo veel mooglyk,te verlterken, gaven Wy laft om het Fregat Brieile van Hellevoetfluis naar Texel te zenden; en to> voor die Rheede te doen escorteeren ; waar tegen het Scheepje de Expeditie, onder Escorte van de Do'phyn, op Onze ordre naar Zeeland gezonden wi rd, tot meerdere defenfie van die Stroomen. Dan geftadig uitziende naar de gelegenheden, om, met eene zoo koltbaare Armade, als die, welke thans, na zoo veel tyds, ert met zoo veel moeite heeft kunnen worden in gereedheid gebragt, iets uit te regten, het welk de enorme depenfes, die 'er toe heb. ben moeten aangewend worden, eenigszins vergoeden , of ten minflen aan den Vyand eenigweezentlyk nadeel toebrengen mogre, proponeerden Wy aan den Commandant van de Vloot, op den 26 July, by eene eigenhandige Miflive, zeekeie, by Ons waarfchynlyke gelegenheid, om een Coup te doen, die veel eers aan de wapenen van den Staat zoude te weeg brengen; met laft, om daar over met de by zig hebbende Vlag-Otficieren raad te pleegen, en, met by voeging van de navolgende Inltruclie. „ In 't generaal moet ü Wel-Ed.Geft.begrypen, dat, „ Ik 'er niet by zynde, niet op alle particuliere geval„ len U Wel-Ed. Geitrenge kan inftrueeren; maar dat > Bb 2 U  ( I04 ) .t „ U Wel-Ed. Geftrenge zig als geauthorifeert m°c „ houden, om al aan te wenden, wat doenlyk is, 0ly „ den Vyand afbreuk te doen, en aan denzelveO :e „ doen zien, dat deeze Natie nog bezit den zeilden „ Heldenmoet, dien zyin voorige tyden getoontheef[' „ zelfs zoo U Wei-Edele Geftrenge met overleg va° „ deszelfs by zig hebbende Vlag Officieren, meende» „ dat het doenlyk was, ergens eene Expeditie aajj „ Land te doen, en dat zulks met eenig uitzigt van „ voordeel konde worden aangevangen, kan U Wel' „ Edele Geftrenge zig confidereeren als daar toe ge' „ noegzaam geauthorifeert te zyn. „ Ik herzegge nogmaals, dat ik maar drie zaake» „ aan U Wel-Ed, Geftr. aanbeveele: de eer van d „ Vlag te coniërveeren ; den Vyand alle mogehr „ afbreuk te doen; en de Commercie, zoo veel „ lyk, te befchermen; de middelen daar toe aan c „ wenden, ten vollen aan U Wel-Ed. Geftrenge me „ overleg van de by zig hebbende Vlag-Officieren' „ overlaatende. Zoo zeer als Wy begrypen, dat in den ftaat, in zig de even wederom opluikende Marine van d Repubiicq alsnog bevind, moet geëviteert worden a'' les, wat naar roekeloosheid zweemen, en de Navaar Magt exponeeren zoude aan een meer of minder etf*1' nent gevaar van plotzeling, en opeens, wederom {°l niet gereduceert te worden; zoo zeer zyn Wy egteJ; ook overtuigt, dat men de voorzigtigheid al te ^ poufleeren kan, en dat 'er iets aan het fort van ^ Oorlog moet overgelaaten, en dus ook mogen en mof' ten ondernoomen worden, zodanige Expeditien, d1 den Vyand kunnen doen zxn, dat hy niet te heeft met een Natie, by welke het ten eenemaale aa£ de magt, of ook aan den wil hapert, om behoor^ wraak te neemen. Aan deeze en diergelyke reflexien was haare ge' boorte verfchuldigt de ordre, in den jaatftgetneldejj Brief aan den Vice-Admiraal Hartfinck vervat, y waar van de executie waarfchynlyk zoude zyn ge^jj teert geworden, indien de Pinkjes, die afgezond2 waren om hem die ordre over te brengen, hem 1 tyds hadden kunnen aantreffen. Om de executie daar van nog meer te faciliteere^ en 'sLands Vloot in de Noordzee zoo talryktemaa' ken, als mooglyk was, gelaltten Wy den Schout W Nagt van Braam, om met zyn onderhebbend ScWJj Piet Hein, het Schip de Princes Louifa, en, i°°A6 weezen konde, ook met het Sehip Utrecht, by K eerlie goede gelegenheid Zee te kiezen; die Schep*, te completeeren met Manfchappen van de Fregat^ de Venus, de Waakzaamheid, en Hoorn (waar hy het eerttgeraelde ten dien einde moeft doen nen komen; zig vervolgens met het Schip Goes» j, het Fregat de Jafon te conjungeeren, en met dej^  ven en de Snaauw de Zwaluw, het Scheepje de F>> peditie tot voor Zeeland te convoyeeren; zoo dac bcheepje met deszelfs Escorte reeds vertrokken was, moeit hy evenwel uitzeilen, en alsdan het retour dier Escorte voor Gaats afwagte.n, of dezelve nazeilen, en vervolgens tragten te conjungeeren nier de Vloot van den Vice-Admiraal Hartrinck, en by denzelven blyven, tot. dat dees. weeder voor Gaats kwam, en tyding zoude hebben, of de Schepen uit Drontheim gezeik waren, dan of zy aldaar opgehouden waren; en dus tot dat hy Vice-Admiraal, door de Escorte, voor die Schepen gedeilineert, zoude weezen veflterkt. Trouwens aan den Gapiiein vander feeets, commandeerenden de Schepen, waar uit die Escorte belfond, ordonneerden VVy ten zelfden dage, om met de Schepen der commercieereode Ingezeetenen, die in Haat zouden zyn Zee te kiezen, hoe eerder zoo beeter, de reize herwaards aan te neemen, zonder te wagrbn mar de Schepen, die nog ongereed waren, of van andere Havenen ver wagt wierden, met dien verüande nogtans, dat, indien hy vermeende, dat de vyandelyke Magt, zig omtrent het Kattegat bevindende, fupeneur zoude zyn, aan die, welke hy onder zig had, én dat hy derbalven de reize niet zoude konnen aanneemen, zonder deszelfs onderhebbende Schepen èn Convoy aan een ogenfchynlyk gevaar te expor.eefen, hy Ons, in dat onverhoopte geval, daar van rapport doen moeit, en niet uit de Zond vertrekken, zonder Onze nadere ordre. Het antwoord, het weik Wy van den Schout by Nagt van Braam omringen op Onze bovengemelde Miflive, bragt meede, dat hy aan Onze ordre, zoo ras mogelyk, zoude tragten te voldoen; maar dat het Schip Utrecht op verre na niet in ftaat-was om naar Zee gezonden te konnen worden, zoo als hy dan ook bp den 7, Augutty alleen roet zyn, onderhebbende Schip de Piet Hein, en de Princes Louifa, naar Zee zeilde, en, vermits de wind. te zuidelyk was om de Schepen die naar Zeeland waren, op te zoeken, voor Gaats ten Anker kwam.. Dan alle deeze geltelde ordres en genoomene praecautien beantwoordden geenszins aan Onze hoop en verwagting. De Vyand, zoo ras hy wilt dat het Nederlands Esquader uitgfloopen was, deed. alle zyne Koopvaardyfchepen adverteeren, zelfs keerde het Engelfch Convoy, het welk uit de Zond reeds, uitgeZeilt was, op de tyding daar van te rug: Zulks dat de Hollandfche Vloot het Convoy naar de Oottzee gedetacheert hebbende , in de Noordzee kruidende bleef, zonder een eenig vyandelyk Schip te ontmoeten. ... Door, en geduurende deezen Kruistogt, liep intusfchen ten einde de voorraad van Water en Bier, welke ih gevolge het antwoord van de Vlag- Officieren 2 C c in  ( io6 ) ; h de Conferentie, door Ons op den 9 September cf de Helder gehouden, alleen maar genoomen word", w zyn kan, voor weinig weeken, indien de Baneryei| vrv zullen blyven; tot vervulling van welk naderend gebrek de Vice-Admiraal, (na dat reeds het Schip Schiedam, wegens zwaare lekkage, in deezen zelfde0 tyd, naar het Vlie te rug gezonden was, eenige 0*' gen laat er het Fregat Bellona, wegens ziekte ond# deszelfs Equipage, naar Texel opzond ; het beOU'1 nam, om naar Gaats te rug te keeren ; de Schepen' die nog het belt voorzien waren , buiten Gaats (g doen kruiffen, de anderen naar binnen fezenden; en» na dat zy voorzien zouden weeten, wederom te doeö uitloopen, om de anderen fucceilivelyk af te l°s' fen, en op die wyze met het geheele Esquader derom in Zee kunnende gaan, Onze verdere ordi'ej te executeeren. Dog in dit zyn voorneemen wiet" hy door het onttuimige weêder, het welk deezerd^ gen plaats had, geftremt, terwyl hy zelfs met ïr\ Schip den Admiraal Generaal en den Admiraal "s Ruiter, gecommmandeert door den Capitein Staring die beide gebrek aan Water hadden, wi llende n^ Gaats zeilen, niet dan ter naauwer nood, het gevaar ontkwamen van op de Noorderhaaks te vervallen» e(i alleenlyk gered werden door eene geforceerde n^ nceuvre, die hen van de andere Schepen van het #sj quader verwyderde, en aan het Schip den Adrnif^ Generaal, dat vry oud is, en in de Actie van den > Augulty 1781 veel heeft moeten uitftaan, eenigefch"?' de toebragt, terwyl ook by diezelfde gelegenheid d Admiraal de Ruiter een lek bekwam. Hem werden by zyn arrivement ter hand ge^e ( Onze Miflive van den 26 July, en eenige uuren d^. na het Duplicaat, nevens eene nadere aanfchry vin£j gedateert den 2 Augufty, dog door Ons eertt op de" 7 verzonden, om dat Wy by nadere reflexie o0r' deelden te moeten fuperfedeeren met de daar by & daane kennisgeeving van het toen aanftaande vertfc{ van de gecombineerde Spaanfche en Franfche Vl°j\ uit den Mond van het Canaai, tot dat Wy desweg^, pofitive tyding van den Heere Ambafladeurvan VraP ryk bekomen zouden hebben. n 5 Die Miflive behelsde wvders advertentie van ^ voorneemen, om deszelfs Esquader met eenige Scn pen onder de ordres van den Schout by Nagt vi} Braam te verfterken, en van Onze bovengemelde g geevene ordres aan den Capitein vander Beets; wyl Wy verder daar by confirmeerden, 't geene *V hem by Onze Miflive van den 26 July gemeld h* den, nopens eene'door Ons geprojecteerde k*Peit tie; met recommandatie om, zonder dezelve uit n ■ oog te verliezen, alle mogelyke zorg aan te wende^ otii de Ooftindifche Schepen uit Drontheim naarder1 tenen deezer Landen te conduileeren. jjt  ïn allen gevalle moeit hy zo lang mooglyk Zes houden, en tragten door het doen praeyen van alle, de Schepen, die onder zyn bereik kwaamen, zoo veele informatien nopens den Vyand, en van het zeilen van deszelfs Convoyen uit de Oottzee, kenniffe te bekomen, als te doen zoude zyn; op dat hy geleegenheid vinden mogt om een Convoy van den Vyand te veroveren. De Vice Admiraal Hartfinck, nu beide die MilTiven ontfangen hebbende, refolveerde om in plaats van zo als zyne intentie was by de eerfte goede geleegentheid, ter reparatie van de bekomene fchaade* binnen te loopen, liever de overige Schepen van het Fsquader buiten Gaats af te wagten, en de Vlagofficieren en Capiteinen van het Esquader in eenen Krygsraad byeen te roepen, en daar in te onderzoeken, of, en in hoe verre men in üaat zoude zyn. Onze voorgemelde Ordres ter uitvoer te brengen: Vindende hy de omltandigheeden, zo door het vertrek der gecombineerde Vloot uit het Canaai (het welk bepaald was op den 15-) als door de Ichaaden by het Storm Weêr veroorzaakt, zodanig verandert, dat hy zig vcrantwoordelyk zoude agten, indien hy op zig zeiven iets noopens de voorgeltelde expeditie refolveerde; blykens de Bylagen fub N°. ^oA 51 en Van Onfen kant, méénden Wy ook aan de Heeren Gecommitteerden uit de refpeciive Collegien ter Admiraliteit, en aan de Vice-Admiraals Reyntt en Zoutman te moeten communiceeren, zo wel Onfe laatftgemelde Aanfchryvingen aan den Vice-Admiraal Hartfinck; als deszelfs Miifiven in provifioneel Antwoord op dezelven, en die Heeren te confuleeren Over den inhoud dier Stukken; en ingevolge van; hun Advis, deeden Wy aan den Commandant van de Vloot op den 14 Augufty omtrent middernagt afgaan eene nadere eigenhandige Aanfchryvinge, waar bywy den inhoud van Onze voorige Mifïiven van den 26 July, 2. en 7. Augulty confirmeerden, de wyze van uitvoering aan hem Vice-Admiraal, mee overleg van de by zighebbende Vlag-Officieren,volkoomen överlaatende; gelyk ook om de Schepen,: die buiten behoorlyken ttaat van defenfie waren geraakt, of uit anderen hoofde den nodigen dienlt niet zouden konnen praetteeren,naar binnen te zenden, en zo fpoedig eenigzints doenlyk te herttellen, en van het noodige te voorzien; en om zelfs ook des noods, wanneer by hem Vice-Admiaal en de gemelde Vlag-Officieren , of door een Krygsraad door hem op deeze Aanfchryving geconvoceert, geoordeeld wierde, dat, volgens de reegelen van Soldaaten Zeemanfchap, nog de door Ons voorgettelde expeditie, nog eenige andere tegenwoordig doenlyk zoude zyn; of, niet zonder veel onvooizigtigheid 3' Cc i korï"  . ( 108 ) konde worden getenteert, dezelve te"mogen agrcrlaa-ten rot nadere Ordre,; des aan Ons toezendende een gedetailleert Advis van den Krygsraad; en m cas van diyerfiieit van opinien. met byvoeginge va» alle de Advifen der Leden met derzelver motiven! En mits in allen gevalle in her oog houdende, (W door een ontydige retraite van 'sLands Schepen »'c Zee het Convoy het welk van Dron?beim, en d*c het welk uit de 'Ooftzee verwagt word, niet ten P.rooy van den Vyand wierde.overgelaaten, maar d:,c altoos met zo veele Schepen, als eenigzins doe was, Zee wierde gehouden, ten minden zo lang a's het vericheinen van een fuperieure vyandelyke mag1 in de Noordzee, of eenige zeekere informatie died aangaande^ niet noodzaakte om zig wederom binn^ Gaats te retireeren. By al het welke Wy nog voegden, „ Ik hoop-' „ dat 'sLands Schepen door het zwaar Weer, ^ „ Wy thans hebben, niet zullen lyden , maar doof „ Gods goedheid van alle ongemak en fchaade wef' „ den gepraeferveerr: Ik kan dan ook aan Uw „ GeÜrenge communiceeren, dat de Heer Ambalfo' „ deur van Vrankryk tny heeft meedegedeelt, dat den if „ deezer, de Gecombineerde Vloot, zig naar & „ brahar of Cadix zal retireeren. Het is daaron1 „ niet gezegt, dat Mvlord Howe naar de Noordzee „ zal teverteeren; maar veel eer te denken, dat W „ de Gecombineerde Vloot volgen zal, en tragten, zo W „ kans daar toe heeft, llag te leeveren, en den Vyand' „ te Haan, ten einde zyn Convoy van Trouppe5' „ Ammunitie en Mondbehoeftens, binnen Gibralt«f „ te geleiden; dog wyl het evenwel konde zyn,^c „ dat hy voornam Ons een Vifite te doen voorzV1' „ vertrek derwaards, zoude Ik gaarne zien dat „ Edele Geftrenge eenige kleine Vaartuigen of Scne' „ pen naar het Canaai detacheerde op kondfehap' „ om fpoedig geinformeert te kunnen zyn van de mouvc „ menten van den Vyand, en zoodanige maatregu' „ len daar na te konnen neemen, als Uw Edel* „ Geftrenge met overleg der meergemelde Vlag' „ Ofhcieren raadfaam zal oordeelen." Den volgenden dag ordonneerden Wy den mee1"' gemelden Vice-Admiraal Hartlinck, om for^e te dra*' gen, dat door zyne onderhebbende Vloot by reO' contre van de Ruflifche Vloot, die Wy geinfor' meert waren, dat zig thans in de Noordzee bevond' aan dezelve gedaan wierden de behoorlyke Eerbe' wyzingen, die aan een Keizerlyke Vla» verfchuld"^ zyn, en dat alles voorgekomen wierd?, waar doöf eenige wettige reedenen van klagten over gebrek o1 verzuim van behoorlyke attentie voor derzelver Vlag' zoude kunnen gegeeven worden. Toen de voornoemde Vice-Admiraal Onze vooA Miflive vari den 14, welke door den Lt. Grave ^ Sti'  (109 ) Stirum werd overgebragt, ontfing, was hy reeds met fijn onderhebbend Esquader onder Zeil, om tig naar de Rheede van Texel te begeeven. „ De reedenen (fchryft hy) dewelke my met „ overleg van den Heer Schout by Nagt van Kins„ bergen, hier toe hadden doen belluiten, zyn voor„ namelyk deeze beiden: voor eerlt, om dat'er een „ algemeen gebrek van Water onder het Esquader „ was; zo dat reeds zelfs het Schip de Cortenaar „ fein gedaan had, dat het voor niet meer dan twee „ dagen, daar van voorzien was, en dat het my on„ doenlyk voorkwam eene zo groote meenigte Sche„ pen buiten Gaats te voorzien, te meer, dewyl Wy „ in vier dagen, dat Wy in het gezigt van Kykduin „ ten Anker geleegen hebben, ten hooglten een hal„ ven dag hebben gehad, waar in het mooglyk zou„ de zyn geweelt, om eert Vaartuig aan Boord te „ krygen. Ten anderen, om dat Wy in deefe laat„ 11e dagen het gevaar van met dus een aantal „ Schepen op de Kuit ten Anker te blyven, onder„ vonden hadden; zynde het Esquader in de Storm „ van eergitteren niet dan met veel moeite, en zorg „ voor zyn Ankers behouden." „Terwyl het van de allernadeeligfte gevolgen zoude „ geweelt zyn, indien een der Schepen was losge„ raakt. Wy hebben dierhalven, gedagt den Lande „ meer dienft te doen met binnen te vallen, en alle „ vlyt en fpoed roet de reparatie en verzorging der „ Schepen, het welk beide alhier (ter Rheede van „ Texel) gemakkelyker , dan in Zee kan gefchieden, „ te betragten , dan wel met gevaar voor de Kuft „ te blyven Ankeren; terwyl dog lommige Schepen „ van het Esquader, het zy wegens gebrek aanWa„ ter, het zy ter herftelling der fchaadens, naar de „ Rheede zouden hebben moeten zeylen. Om egter de Kuiten tegen vyandelyke Fregatten, of minder Vaartuigen, by continuatie te doen gedekt zyn, liet hy de Schepen Goes en Princes Louifa, met het Fregat de Jafon en den Uitlegger de Zwaluw, onder Commando van den Capitein Stavorinus, buiten blyven, met laft, om zig zo lang deszelfs voorraad van Water ftrekken zoude, kruiflende langs de Hollandfche Wal te onthouden, en by alle geleegenheeden, welke zig mogten aanbieden, den Vyand zo veel afbreuk te doen als mogelyk weezen zoude/ terwyl hy van intentie was om den Krygsraad by de eerfte geleegenheid byeen te roepen. Op deezen Brief refcribeerden Wy des anderendaags woordelyk het volgende: „ Ik hebbe heeden morgen ontfangen Uw Edele „ Geftrenge Miffive van gitteren; ja hadde wel ge„ wenfcht, dat het doenlyk was geweeft dat'sLands „ Vloot Zee had kunnen houden, tot de aankomtt „ der Schepen uit Drontheim, en kan niet ontvein- Dd » fen  (110) „■Ten" dat ik onruftig ben over het fórt van die „ Schepen; maar het onmooglvke kan niet gevergt „ worden, en zo de 'sLands Schepen door gebrek „ aan Water of geleedene rampen niet langer ifl „ Zee konden blyven , was 'er niets anders op daa „ defelve wederom binnen te brengen; lk verfoei „ Uw Edele Geftrenge my, hoe eer zo beeter, tC „ doen toekomen een Staat van het geen ieder „ Schip, welke onder Uw Edele Geftrenge Commando „ in Zee is geweett, geleeden heeft door het zwaait „ Weer; Waar aan Zy verders gebrek hebben, en voof „ hoe lang zy geproviandeert zyn; en my verder* „ te melden, tegens welken tyd Uw Edele Geftren„ ge ftaat maakt, dat, Weer en Wind dienende» ,, 'sLands Vloot wederom Zee zoude kunnen kie' „ zen. Recommandeere voorts op het ernftigtfe' „ om alle mooglyke vlyt aan te wenden, ten einde „ geen tyd verzuimt werde om de Schepen ten eet' „ tien in gereedheid te brengen, op dat het fayfa*11 „ niet verloope, waar in 'sLands Schepen nog meC „ efted tot afbreuk van den Vyand konnen worde0 „ gebruikt. „ Niets wenfche ik meer dan dat zig eenige gc' „ gendheid op doe,om een Landing of eenige dief' „ gelyke entreprife op de Kutten van Engeland lS „ tentceren, en dat ietwes kan gedaan worde"' „ waar door getoond worde de iever met well^ „ de Krygs-Operatien worden voortgezet; op dat & „Repubiicq haar oude naam en roem herkryg^ „ aangezien werde van haare Vrienden, en gevreel „ van haare Vyanden. „ T.S. Ik hebbe niet willen afzyn Uw Edele G* „ flrenge te praevenieeren, dat ik denke tegens M**K „ dag of Dingsdag, de reize naar de Helder aan.1; „ neemen, om met Uw Edele Geftrenge en \ „ verdere daar zynde Vlag.Officieren te „ concerteeren de verdere Operatien voor deej „ Campagne; Ik denke dat eenige Heeren van d „ Admiraliteit meede aldaar zullen komen. j Het evenement heeft intulfchen maar al te ^ gejuftiflceert het bekommert vooruitzigt van den Vi^ Admiraal Hartfinck en den Schout by Nagt van K*0 bergen, nopens het gevaar het welk 'sLands Esq"*' der liep, met buiten Gaats ten Anker te blyven»1* dat het van den onontbeerlyken voorraad van W* ser zoude voorzien weezen; vermits de eerftgern<^ zig op den 18 in de verpligting 2ag, om 0ns te mo*Z doen een Rapport, Copielyk onder de Bylagen h'7 voor te vinden, fub N°. 5i.,2ynde de Bylaag N" Copie van het Rapport aan denzelven gedaan d°° den Capitein Stavonnus, uit welke Stukken blyf dat door een Onweêrsbuy in den namiddag van oj' 16. aan verfcheide Schepen van 's Lands Esquadj  die buiten Gaats gebleeven waren, fchaade was toegebragt, die tot hier toe nog niet konde worden bepaait; maar die het ook onzeeker maakte, of, en welke Schepen thans tot een vérdere Kruystogt zouden konnen worden byeen gebragt; weshalven ook voor alsnog het byeen roepen van een Krygsraad, om te delibereeren over de mogelykheid of onmooglykheid van het executeeren Onfer Ordres wierd gediffereert tot dat deswegens iets met eenige zeekerheid zoude konnen worden valtgeld. De tyding van deeze nieuwen ramp dien het al wederom boven het bereik van het menlchelyk vermoogen was te praevenieeren, beveiligde Ons in hec voorneemen, om weederom eene reize te doen naar de Helder, werwaards Wy Ons ook op den 2® begaven, met intentie om den ttaat van 'sLands Vloot exaclelyk op te neemen, en de middelen om dezelve weederom ten fpoedigften te doen uitzeilen, zoo veel mogelyk te accelereeren. Wy vonden dezelve zoodanig onfamponeerd, of onvoorzien van deeze en geene behoeften, waar van de voorraad geduurende den voorigen kruistocht was geabforbetrd, dat 'er by Onze aankomit niet meer dan een Schip in ftaat was om Zee te kiezen; maar ftelden de nodige ordres, dat dezelve voor het grootüe gedeelte weederom binnen weinige dagen zouden hebben konnen uitloopen, indien niet de Vyand door de retraite van de gecombineerde Vloot de handen ruimer gekreegen hebbende, goedgevonden had, weederom een tterk Esquader van i$ Schepen van Linie, als 7 van 74, en 8 van 64 Stukken, mettwee Fregatten, naar deeze Kullen te detacheeren; teegen het welk alle de gereed zynde Schepen met geene mogelykheid beftand konden geoordeelt worden, en waar door dezelve provilioneel wierden belet om in Zee te gaan; en waar door vervolgens dan ook voor eerft in executabel geworden is de Refolutie die 'er by Ons aanweezen op de Helder genomen was, in eene Conferentie door Ons aangelegd, met de Heeren Bisdom, Francois Bigot en vander Hoop, neevens de Vice-Admiraals Hartzink en Grave van Byland en de Schouten by Nacht van Braam, van Kinsbergen en van Hoey, tot het zenden van eenige Schepen naar Flzeneur, om den Capitein vander Beets te renforceeren en de Schepen uit de Ooftzee naar huys te brengen. Van zyne aankomft op de Rheede van Elzeneur had de laatft gemelde Ons Rapport gedaan, by Misfive van den 9 Auguftus, en terlens berigt gegeeven van het neemen van twee Engelfche Pryzen, een door hem en een door den Capitein van Ryneveld, zoo wel als van het aanweezen aldaar van een groot aantal Engelfche Koopvaarders met diverze Fregatten en andere Schepen, terwyl uyt zynen naderen Brief Dd % van  ( ïlZ ) Ap van den ld September blykt, dat doe nog op oc Rheede waren 5 KoningsFregatten, twee Kotters <& eenige gewapende Vaartuigen; blykens dezelve MIS' fivens hier nevens overgelegt fub No. 53 en 54. Over deeze informatien namen Wy weederom '° het Advis van de Heeren Gecommitteerden uyt de refpedive Adrniraliteits Collegien, ingevolge van he wrik Wy den Capitein vander Beets op den *° daar aanvolgende gelatlten om provifioneel te blyven liegen, tot dat hy by verandering van omttandig' heeden, zonder zulk een cgenichynlyk gevaar» met de Koopvaarders, die van zyn Convoy gebruy* zouden willen maaken;zoude konnen retourneren«°r dat hy daar toe van Ons of van den Commandeerenden Officier van s'Lands Esquader nadere ordres foude mogen ontfangen; en om zig intutfchen ge' reed te houden, om dezelve als dan teritondte kon' nen pareCren. En ten aanzien van de Schepen naar Dronthein» gedetacheerd, en van daar met de bovengemelde Oolbndilche Schepen weeder te rug verwagt, dog hoogft waarfchynlyk reets op hun retour zynde» hebben Wy aanltonds de noodigevoorzorggebruV^f' om den Capitein van Gennip, door expres daar t°c afgevaard'gde lichte Vaartuigen, van den Staat zaaken te doen informeeren, en hem bevoolen zi*11 daarnaar, ter behoudenis van zig zelve en van zj^ Convoy, te reguleeren; zoo als dan ook deeze vvaa*' fchouwing gelukkig ter zyner kennis gebracht, en W met zyne onderhebbende Schepen behouden op d* Rheede of in de Haven van Bergen is binnen gc' komen. Met ttilzwygen meenen Wy voor het overige l* konnen voorby gaan , de onophoudelyke poging*1^ die door Ons dagelyks, en by alle geleegenheeden» Werden aangewend, om het ingereedheid breng*11' der Schepen, die by de refpective Collegien ter Adj miraliteit, of voor handen zyn, of aangebouwd, 0 gerepareerd moeten worden, zoo veel als met den aard der zaaken en den faamenloop der omttandig' heeden kan over een gebragt werden, te acceleree^ ren, en daar toe zeiven , door allerhande faciliteeren' de middelen en fchikkingen, zo veel Wy kond* te coöpereeren; het detail van al het welke offcho0 altemaal overtuigende bewyzen opleeverende va Onzen waren erntt, om 'sLands navaale Magt te fpoedigften te releveeren, alleenlyk zoude uitloof*1 op ennuieufe repetitien,en deeze Memorie, die do" de ruimte der ttoffen reeds zeer lang heeft moet*' worden, om dat Wy gemeend hebben het Tafere* zoo volleedig te moeten maaken, als mogelyk ' en niets te moeten agterhouden, om eenecompl** convicfie te weeg te brengen , onnoodiger w7 nog zeer veel langer zoude maken. >c.  1 ....... ( TI3 >. . , ,. ....... n . , Liever willen Wy de aandagt nog eehigen tyd vclbgen, op Onze verrigtingen nopens verfcheide objecten die eene directe relatie hebben zoo tot het werk der Marine, als tot het voeren van den tegen woordigen Oorlog, en die Wy.,om niet telkens den draat van Ons verhaal te breeken, geprefereerd hebben yder afzonderlyk af te. handelen. , Hier toe behooren de door Ons gefielde ordres eri gemaakte fchikkingen, nopens die gedeeltens van '.sLands navaale Magt, welken by het üitbertten van den Oorlog zig of in de Middelandl'che-Zee, of inde differente Colonien vari den Staat in de Wettindien bevonden, of derwaarts vertrokken waren. Den Schout by Nacht thans Vice-Admiraal Crraafvan Byland, die, zoo wel als vèrfcheyde andere Officieren met 'sLancts Schepen naar de Middelandfche Zee en naar de Weltindien gedeltineerd ,irt December 1780 vertrokken was, en neeverts de Capiteinen Oberman en de Rook den 9" January 1781, in de Rivier vdn LiiTabon arriveerde, hadden Wy zoo als hier boven reeds omltandiger gemeld is, zoo weials aan alle.de andere Commandanten der Schepen,zig buyten 'sLands bevindende,zonder uitltel gecommuniceerd de öntiiaane rupture met Engeland, die hy ëgter eenige dagen Voof den ontvang van deeze onze kennis geeving reeds van elders vernomen had. Ingevolge van den lalt hem teffehs door Ons gegeeven, detacheerde hy aanltonds den Capitein de Kook naar de Colonien van dert Staat in de Weltindien, die op den 30 January 1781, in Zee geraakte ; zoo als op den 6 February daar aan volgende door den Fleere Smiilaart toen ter tyd Minilter yan den Staat te LiiTabon, een klein Portugeefcfi Vaartuig naar St. Ëultatius gezonden werd* waarop een Stuurman van een der Hollartdfche Koopvaarders liggende op de Taag; en weinige dagen laater een ander naar Suriname , tfieedè met een Hollandfch Stuurman 'er op. Den ti February 1781 ordonneerden Wy den gemelden Viee-Admiraal om zig met Zyn onder hebbend Schip nevens den Capitein Coerman, commandeerende het Fregat Dieren, te begeeven naar dé Vlaamfche Azorifche Eilanden, of wel den gemelden Capitein alleen derwaarts te zenden; engelalttenderi Schout by Nacht Binkes, ten zelfden daage ; om meede ten fpoedigften derwaarts te detacheeren de Capiteinen MelviÜ, en Oorthuis, met laft aan de refpet ive Commandanten dier Schepen , om aldaar gearriveerd zynde zich te veffpreiden en op differente hoogten te kruylfen, om de Ooftindifche Retour-Vloot te ónder fcheppën, en dezelve gerencontreerd en gevonden hebbende, zig op zeekerC bepaalde hoogte te rallieeren en vervolgens gefamentlyk de voorfz Retöurfchepen naar Cadix te geleiden, üe Dö'i  ( "4 ) Dog ingevalle zy dezelve niet rencontreeren mog* ten, en de ryd op welken dezelven zig aldaar moesten vertoonen verltreeken waare,moelten de gemelde Capiteinen zig ieder naar zyne voorige llandplaats WC* derom begeeven. De Graaf van Byland zelf niet konnende vertrekken, vermits men bezig was met het repareeren vafl zyn Schip, zond een Vaartuyg met twte Hollandfche Stuurlieden , om op de behoorlyke plaats te kruylfen, aan welken hy ook de Papieren in bevvaa* ring gaf, met belofte van eene praemie voor iede» dien zy ontmoeten zouden , op dat des te vlytigcf en yveriger gekruid wierde. De reparatien aan het boven gemelde Schip van den Graave van Byland liepen zoo üerk teege;),dat het niet wel voor Mey van dat jaar konde in 1>S& komen. Intutfchen gaven Wy hem en den Scho"1 by Nacht Binkes kennifle van het allervriendelyklte voorneemen van fijne Majetteit den Koning van Vrank' ryk , om meede door twee van hoogft deflèifs Fre' gatten op de Nederlandfche Ooftindifche Reton*' Vloot te doen kruyiiens hun gelaflende omdeSche* pen onder hunne ordres daar van te advertteren. Na het vrugteloos afloopen van deezen Kruistocht' en van verfcheide andere pogingen, door den meef gemelden Vice-Admiraal Grave van Byland ondern0" men, om den Vyand afbreuk te doen, en in wel' ken hy te meermalen in groot gevaar geweelt van in 'sVyands handen te vallen,oordeelden Wyde° zeiven, neevens de andere Schepen onder deordre$ van den Schout by Nacht Binkes en de Capiteinefl Coerman en Oorthuis, met meerder nut hierteLa°' de te zullen konnen employeeren, en gelaftten hen derhalven op den 16 Oef ober om zig te Cadi* [t verzamelen, en vervolgens gezamentlyk herwaarts{t reverteeren, wanneer hy Grave van Byland vetmee' nen zoude,zulks volgens Soldaat en Zeemanfchap *e konnen doen: wordende aan den zeiven overgela3' ten, om indien by dacht dat 'sLands dienlt dit vof' derde, en, dat hy zigh te veel exponeeren zoV°e met naar de Havenen deezer Landen te retournee' ren , het zy te Bergen in Noorweegen het zy [& Drontheim of Maasltrand binnen te loopen ,enaldaaf nadere ordres af te wagten; blykens Copie lub 5S". By het welk Wy in een eigen handden B^' nog voegden „ Uw Hoog Wel-Geb te Cadix V>' „ mende zoude geleegendheid hebben om den „ pitein Berghuis met deszelfs onderhebbende M^ll' „ fchappen op de Schepen onder Uw Hoog VVel' „ Geb. ordres flaande, herwaarts te transporteer' „ en zoude ook zoo het niet te veel gewaagt was d „Ooftindifche Schepen, die zig 'daar bevond^ „ tot rOrient kunnen Convoyeeren, van waar c( „ Goederen zoo ik wel geinformeerd ben te waay* Dif>  () „ binnen 'sLands kunnen worden getransporteerd, „ dog laate zulks over aan Uw Hoog Wel-Geb. be„ leid, wyl dezelve beeter van de omltandigheeden „ kan geinformeerd zyn, dan ik het hier kan zyn. De gemelde Vice-Admiraal zoo wel als de Schout by Nacht Binkes van opinie zynde (even gelyk hier geoordeelt werd door alle de Vlag-Officieren en Capiteinen) dat het niet uit te voeren is, om Esquaders gewyze in het Winter taifoen benoorden om te gaan, gaf Ons den 23 October kennifle vart zvneinrentie om door het Canaai te pafïëeren, indien hy door contrarie Winden daarin niet verhinderd wierd, gelyk hem zulks ook reulleerde, zynde de Capiteinen Coerman den 29 November, ert de Graaf van Byland neevens den Schout by Nacht Binkes en den Capitein Oorthuis den 2 December gelukkiglyk in Texel binnen gekomen, na dat Wy van der zeiver aannadering verwittigt reeds ordre geftelt hadden , dat de in Texel liggende Schepen en Fregatten zouden uitloopen om het Esquadertje van den Grave van Byland, ingevalle het niet had konnen binnen komen, en door den Vyand geattaqueerd wierd, te konnen helpen. Reeds op den 8 November hadden Wy hem eene nadere Miflive gefchreeven; dan welke, 'fchoon per expreffe afgezonden , eerft eenige weynige dagen na zvn vertrek uit Cadix is aangekomen, en , dog vrugteloos,door den Conful Nagel met een Vaartuig na gezonden, waar by hem kennifTe gaven van een loopend gerugt, dat de Commandeur Johnftone uit St. Helena naar Europa zoude te rug komen met een gedeelte van zyn Esquader? hem gelattende om zig daar naar in Vrankryk teinformeeren,enwel *te overweegen of zyn Esquader in ftaat waare, om op het zelve te gaan kruisten , en zulks raadzaam oordeclende, als dan die expeditie te tenteeren; mee verdere authorifatie, uit kragte van hunner Hoog Mog. Refolutie van den 10 July 1781, om zoo hy oordeelde , dat de gemelde exepeditie daar door zoude gefaciliteerd worden, 'sLands Fregat Dieren ie verkoopen, en in plaatze van het zelve twee & drie kleiner Vaartuigen in Vrankryk aan tekoopen, en dezelve te bemannen met de Equipagien van de Capiteinen Berghuis en Coerman; ten welken eynde Wy hem eene Lyfte toezonden van Schepen , die Wy geinformeerd waren dat thans in Vrankryk te koop zouden zyn, met laft, om dezelve teexamineeren en eenigen der zeiven, of zoodaanige andere en beet ere Vaartuigen als hy voor een raifonnablen prys zoude konnen koopen, aan te fchaffen. Wat nu betreft het Schip de Maria Louifa , gecommandeert door den Capitein Berghuys, waarvan in den loop deezer Memorie in het voorbygaan meer dan eens heeft moeten gefprooken worden; het zelËe x ve  ( "6 ï Ve te Cadïx gearriveerd zynde, werd bevonden Itefke reparatien nodig te hebben, waar van de onkoSten zoo hoog zouden geloopen zyn, dat Wy daar van rapport bekomen hebbende van den voorfz Cap/* tein, oordeelden het Collegie ter Admiraliteit $ Vriesland te moeten authorifeeren, om van hunne Hoog Mog. te vraagen de noodige authoriiatie tot het verkoopen van het gemelde Schip met deszelfs geheele uitrhtting; evenwel van gedagten zynde ,dat men door alle middelen möelt tragten de Equipage of voor 'sLands dienft, of vöor dien van de ÖoïtiO' difche Compagniei te behouden; en hen vrywilligtC engageeren voor die Schepen, die de gemelde Compagnie van intentie was naar de Kaap te zenden, bi)' kens Onze Miflive van den 8 Mt-y 1781, fub No* $6. Naderhand bekwam hy ordre orh die Equipagi* te doen dienen ter verilerking van die der retour* heerende Ooltindifche Schepen ; maar ook hier vat» was weinig vrucht te wagten,vermits dezelven, volgens zyne informatien niet verder dan tot l'Orienc itonden tekomen; hy had ze gaarne op die Schepen gelaatenden dezelven met het SpaanfcheConvoyzi£lt vertrekken; maar de Admiraal de Cordova gevvef gert hebbende om hen onder Convoy te neemen» bleef 'er tot voldoehinge aan Onze ordre van den? Mey 1781, tendeerende, om dat gedeelte der EqO4' pagien t'welk zig nog te Cadix bevond * ten fpo*' digften en op de fecuurlte wyze herwaarts te doen overkomen, en zelf ook te reverteeren; niets anders* voor hem overig.dan zyn beft te doen om die Man' fchappen op Neutrale Schepen over te zenden. Hoe important ook de Colonien van den St*at mogen zyn, en hoe hart el vk Wy ook zoöden $e' wenfcht hebben, in ftaat te zyn, om het noodig* aantal Schepen dervvaards te konnen zenden om {t dienen tot derzelver compleete defenfie; uyt alle5 wat Wy tot dus verre gezegd hebben, biyktiftej overvloede de nooddwang * waar in Wy ge wee/1 zyn, om het by deezen wenfcht gevoegt by di< magt die 'er hun gezonden is, te moeten laaten. Volgens eene aanfchryving welke Wy reeds den 1 April 1780, aan den Schout by Nacht Crul hadden laten afgaan , en by welke Wy hem gelaft haddefl' om zig van de noodige Vivres te voorzien, om Veel langer op Sr. Euilarius, of Curaeao, te kunnen blyven, dat hy, in plaats van met September alhief geretourneert te zyn, van daar vertrok zoo, dat Itf in December van dat jaar, 0f wel in Maart van hef volgende, alhier kon arriveeren, hoopten Wy deO zeiven, zoo wel als den Capitein Boot in het voof' jaar van 1781 binnen een der Havenen deezer Lan" den geretourneert te zien; dan begrypende, dat die tocht voor de gemelde twee Schepen alleen te gs' vaat'  ( H7 ) vaarlyk zoude kunnen zyn , zonden Wy boven en behalven de bevoorens reeds gegeeven Communicarie, ordres en Inltruclien, aan beyden eene ordre in duplo, geaddres.eerd aan den Commisfaris Meyer te Bourdëaux, tendeerende om met de Schepen onder hun Convoy, hunne Cours naar de Havenen deet'ër Landen te vervolgen, benoorden agter Engeland heenen; of anderszins te loopen naar de «ene of andere Franfche of Spaanfche. Haven; Ons van hun arrivement aldaar kenniife te geeven, en niet weederom v n daar te vertrekken, zonder genoegzaame verilerking, of nadere ordres bekomen te hebben: maar ongelukkiglyk was de waardige Schout by Nacht Cru! reeds geineuveld, en zyn onder hebbend Schip Mars re geiyker tyd door eene Vyandelyke overmagt vermeelterd, voor deaankomif van de voorfz ordres. - Voor de defenfie van de Colonie van Suriname verlangden de Heeren Directeuren van de Sociëteit in December 1780, eenige Ganonniers en Bombardiers uyt het Corps Artilleiiiten te engageeren, bet welk Wy van Onzen kant aanltonds faciliteerden, door het geeven van de noodige ordres aan den Generaal Major Mn leidt, om desweegens te handelen met den toenmnligen Secretaris van de gemelde Sociëteit, den Teegenwoovdigen Raad en Advocaat Fiscaal vander Hóóp. Den 12. Aprü 1781, gelaften Wy_ de Capiteinen Spengler en Si'veirer, by geleegembeid dat het Collegie ter A imiralrreir te'Amlterdan hun eenige Victualie en Vivres eoeaond, om tot nadere ordre in dié Colonie te blyven, om te dienen tot meede defenfie van- dezelve. Aan den Schout by Nacht Rietveld, commandeerende 'sLand:> S- liepen op Curacao, zonden Wy al verder op den 15 Ociober 1781 eene Miflive, houdende authorifatie, om zoo hy vermeende daar toe favorable geleegenheid te hebben, het zy zelf, het zy door eenige" van zvne onderhebbende Schepen , naar Sr. Domingo te doen Convoyeeren de Koopvaardyfchepen, die thans te Curacao waren, en den wil hadden naar het Vaderland; op dat dezelve voor het einde van het jaar aldaar arriveerende, zouden konnen profiteeren van het Convoy, het welk Wy geinformeerd waren, dat de Heer de Grafie van St. Domingo naar Europa ftond af te zenden; met recommandatie egter aan den voorfz Schout by Nacht, om altoos in het oog te houden , dat Curacao niet gedegarneerd, maar in behoorlyken ftaat van defenfie gehouden wierde. Van Onze verdere naar de Weftindien afgezondene ordres, en van de Rapporten van daar fuccesfivelyk by Ons ontvangen, meenen Wy voor het tegenwoordige alhier geene mentie m moeten maken, F f om  ( 1,8 ) ,. t(A om reedenen, welke het al meede overtollig bA ivn, rdhier ter neder te itellen: Te minde* || dien hunne Hoog Mog. door de Communicatie» , ke Wy aan. hoogit dezelven fuccesfivelyk geSe, hebben van de Papieren daar toe relatief,zig konnen overtuigen, dat alles wat heeft konnen ,,, wend werden, om de Colonien, die aan de j^/jlj blicq nog overgebleeven zyn , zoo veel doenty fj ftaat van defenfie te ftelleft, dadëlyk is geeffeci0 géworden. ^ J Genoeg zal het zyn nog met een woord is ^ den, dar hunne Hoog Mog Ons, by Refolu^e t den 15- October,verzogt hebbende, zoo ras do^; Convoy te verleenen naar de Weftindien, daa" è door Ons gedifpicieerd wierden de Capiteinen. S| C Staringh, Dekker, Wiertz, Bofch en B°ul.! jj, commandeerende de Fregatten de Argo, Bel'% Zep.hir, het Schip de Batavier, en het F''ega ^ Eensgezindheid; dat aan het Schip de Batavier». welk gekielt moeft worden en- aan welkers ft^Lt ge zeer veel ontbrak , gefubllitueerd wierd j Schip de Phaenix, gecommandeerd door den ^% tein van Zon; en dat gerefolveerd wierd, 0n1 u den Capitein Bouncius, die insgelyks verlangde*,^, zyn Fregat alvoorens gekield mogt worden,in J (c ftderatie van de onmogelykheid daar van, meen geeven alle de nodige Materiaaien, tot een ^ huid, 'teneynde het zelve het zy te Suriname>'1*1, te Curacao te konnen doen Kielen,en van een p «, we fpykerhuyd voorzien,dog alvoorens werd &e u melde Fregat fterk gekrengd; t* welk volgens M A i vis van de Lieden van de werf by provifie doen zoude. ^ Ih het voorgaande hebben Wy opgegeeven reedenen, waarom men, in weerwil van alle de h maakte prseparatien en aangewenden fpoed, »° „, voorleeden jaar moeit afzien van het voorncen1 „ om dit Convoy te laaten vertrekken. Wy kre^ hier over wel aanfpraak van de Kooplieden ifl ^ Flandel op de Weftindien geinteretfeerd; Wy^i/ pen zelfs van hoe veel nuttigheid en noodzaak^, heid zulks zoude geweelt zyn , maar daar het ».f/ gcns hec oordeel der Zeelieden niet konde g&c\el den, zonder 'sLand:; Schepen te exponeeren aan ' emmentst gevaar, vonden Wy Ons in de onaangerL me verpligting, van aan den aandrang der Koor den niet te kunnen defereeren. als hier vooren reeds in het breede gemeld is; dan de defafters overkomen aan de Schepen van de Capiteinen Rauws, Bouricius, en Frykenius,die het Convoy zyn nagezonden, hebben Ons gefmert, ie meer daar het gemis van die Schepen waarfchynlyk eene vertraging in de bedoelde en nodige aflosfina; maaken zal. ö De overtuiging waar in de Leden van Staat waren van de zwakheid en onbestaanbaarheid van 'sLands Zeemagt tegen die van den Vyand, deed niet zeer lang na de rupture deezen en geenen uitzien naar de middelen, om daar aan te remedieeren. Onder die middelen kwam in confideratïe de idee van het aangaan van een gemeenfchaplyk Concert Van Operatien met den Koning van Vrankryk , tot welke hunne Hoog Mog. heilnoten op den 4 Maart laatiïleeden, Ons,als Admiraal Generaal van de Unie, verfoekende, om op zodanige manier, als Wy convenabelft zouden oordeelen, met het bovengemelde Hof van Vrankryk ten fpoedigften te concerteeren de wyze, op welke de'Operatien ter Zee, van we- F f x der"  ( 11° ) lQv derzyden voor de toen aanfiaande Campagne » den 'konnen werden ingerigt, otn den gerne ^ Vyand de meelte afbreuk te doen, en denzeive het aangaan van den Vreede op equitable Vooi'W den te noodzaaken, uoefl'l Om aan den inhoud dier Refolutie te vofd verzogten Wy den Raad en Advocaat Fiscaal der Hoop, om over dat Point te willen in onderhen ( ling treeden met den Heere Hertog de la VaugnJ' die deswegens Antwoord van zyn Hof bekoo\. hebbende, den 18 van ' die zelfde maand» ^ Memorie praefenteerde aan -hunne Hoog Mogc° „j houdende verzoek, dat hunne Hoog Mog. alv°.^| Zyne Majetteit over de gedane Propofitie m& $ Koning van Spagne delibereerde, zich vriendelV praecis. geliefden te expliceeren, dat het Concert ^ gegaan zynde, daar van nog van de eene, nog ^ de andere zyde, zoude mogen werden afgegaan y welken hoofde , of uit welke confideratie het zoude mogen zyn. Dit namen hunne Hoog Mog. aan by eene fia■ „ Refolutie van den 25 daar aan volgende, en de' derendaags wierd aan den Heere de la V'augW^ door den voorfz Heer vander Hoop, (die reen f< den 21 December daar te vooren, met Onze v jf; kennifië, aan Zyne Fxcellentie verzogt had, des ^ goede ofhcien aan te wenden, ten einde tege° jt tyd dat de Vloot vari de Repubiicq uit Texel # }t konnen zeilen, het gecombineerde Esquader va ^ Hoven van Vrankryk en Spanje het Canaai * obferveeren) uit Onze naam ter hand geitel»^ Note, houdende een detail van de Militaire C,'^p tien, welke, naar Ons begrip, in dit jaar door ^ Staat gedaan moellen worden; met opgave v iot magt die daar toe geëmployeert, en van den «^Lpi welken dezelven zouden konnen begonnen wor^ jg en met byvoeging, dac de voorzigtigheid eKp toeftand van de Marine van den Staat vorde' dat, om die Operatien met geruttbeid werklkllig te ken, 'sVyands magt wierde gediverteert ; cn ö jy-| wederzydïche of Concert-Operatien, voornaf0^ dat Point tot doelwit moellen hebben. De getSi tf Heer Ambaifadeur werd dus verzogt die Note aan jd Hof te willen zenden, en Ons te communiceert Intiruótien, die zyn Excellentie daar omtrent %0 $ ontfangen, gelyk meede de middelen en de *%i die het Hof van Vrankryk zoude willen en k°p'j< gebruiken, om dat oogmerk te bereiken; op.^y ordres ter executie der geprojecleet de Operatien\J hoop van fucces zouden, konnen gegeeven den. yjd; Den 8 April antwoorde gemelde Heer de Ja ^ guyon mondeling, en den 16 van dezelfde Vty fchtirtelyk aan den Heer vander Hoop, dat dc^  (1*1) ring zyn Meeller hem gelalt had te verzeekeren , dat hooglldezelve alles doen zoude wat de omltandigheeden permitteerden , om de voorgeitèlde Operatien met kragt te favorifeeren; en dagt van aangegeleegenheid te zyn, dat Wy met alle acliviteit voortgingen in het praepareeren en executeeren der voorfz Flans. Waar op de Heer vander Hoop ten zelfden dage aan den Heer Ambalfadeur wederom uit Onzen naam, en met Onze kenniffe fchriftelyk reprefenteerde, dat die Memorie geenszins beantwoorde aan de Vraagen, welke op den zó Maart gedaan waren, om namentlyk wel te willen communiceeren, mee welke magt en middelen het Hof van Vrankryk het oogmerk der Concert. Operatien zoude ondertteunen? en aan zyne Excellentie verzeekerde, dat alles wierd aangewend, om met de meefle aétiviteit de vooi gefielde Plans ter uitvoer te brengen, waar van ten bewyze ftrekte het uitloopen van een klein Esquader naar de Wetlindiën: maar teffens te kennen gaf, dat de voorzigtigheid, welke de toelland van de Marine van den Staat vorderde, niet permitteerde de andere Operatien uit te voeren, voor dat 'er eene naauwkeuriger opening gegeeven wierd van de magt en middelen die Zyne Majefteit wel zoude willen gebruiken, om de magt van den Vyand te occupeeren, of buiten activiteit te houden. Op deeze nadere Memorie antwoordde de Heer de la Vauguyon den 30 April mondeling aan ons, en aan den Fiscaal vander Hoop den 3 Mey fchriftelyk, dat de Koning zyn *Meefter hem gelalt had Ons te betuigen, met genoegen gezien te hebben den yver en activiteit, met welken de praeparatien tot het gereed maaken van de Vloot waren voortgezet : dat Zyne Majefteit in overweeginge had genomen alle de middelen om een kragtiger diverfievan 'sVyands magt te veroorzaaken; dat reeds van nu af door de toerultingen die in Zyne Majefteits Havenen gemaakt wierden, naar de Kutten van hoogtt deszelfs Ryk waren gelokt, en byeen gebragt alle de Schepen die in Engeland gereed waren, waar door verzeekert was geworden de doortocht van het Esquader van den Staat, het welk den 8 April naar de Weftindien was uitgezeild; dat zoo dra de groote gecombineerde Vloot, die in de Zeeën van Europa moeft ageeren, in Zee zoude zyn,hetwaarfchynlyk was, dat dezelve het grootfte gedeelte der Engelfche Zeemagt attireeren, en den gemeenen Vyand beletten zoude, de magt, welke hy voor de Noordzee gefchikt had, te vermeerderen. En vermits de Operatien by het Canaai moeiten verbonden werden met anderen , welke geduurende de Campagne moeiten plaatfe hebben, had de Koning zyn Meetter aan den Koning van Spanje een definitief G g ant-  ( 111 > t „tf antwoord desweegens gevra?gt, het welk ecT] jrÉ te gemoet gezien werd met den Courier, welken d Koning, ter meerdere acceleratie den 2.3 April nail Spanje gezonden had. De zaaken in die termen flaande, oordeelden V/V den 6 Mey daar van te moeten kennifle geeven ^ het Secreet Befogne van hunne Hoog Mog.» me by voeging, dat Wy van begrip waren, dat de Zee' magt van den Staat jniet werkloos moeit blytfeS' maar dat, naar maate 'sLands Oorlogfchepen in reedheid zouden zyn, van dezelve ter voorziening en de'enfie van de Colonien van den Staat, en tef protectie van de Commercie en Navigatie van aeK zelfs Ingezeetenen, met verdubbelde voorzigtignelt gebruik zoude behooren gemaakt te worden; in Wy hunne Ëd. Mog. verzeekerden, met alle m°' gelyken yver en omzigtigheid te zullen te Wci gaan; hunne Hoog Mog. Ons voor de gedane °ü' vertures bedankende, vonden goed Onze verrigtinge in allen deele te approbeeren. Het gevolg ondertuffchen van deeze onderhand' lingen was, dat Wy op den 7July door den HeefC de Ia Vauguyon de tyding bekwamen van de apf3' ritie van de gecombineerde Vloot op de hoogte^ Heyzant, en dat dezelve in het begin van AugutfJ' ordre bekwam, om naar de Straat te zeilen, ier&eK king van het beleg van Gibraltar, werwaards zy°° den if van die maand vertrokken is. In den loop deezer Memorie zal een attent zer hebben opgemerkt, dat onder de difficultei16 tegen het vroegtydig in gereedheid brengen enöY, uitloopen van 'sLands Schepen, geene van de min' iten is het gebrek aaneen haaven, in welke dez£'v< des Winters geborgen, en in veiligheid gebragt k°n' nen worden. Om dat gebrek te vervullen, haddffJ Wy reeds in January 1780 aan de Admiraliteit ie Amtterdam aangefchreeven, om eene Kaarte te d°c? formeeren van het nieuwe Diep, ten einde ver"0'' gens te konnen zien, of aldaar zodanig eene be'jj plaats zoude konnen gevonden worden, overtn'ê zynde dat al de aanbouw van groote Schepen en a^ dere depenfes tot herltcl der Marine onnodig ^\ ren, zoo de Repubiicq niet zorgde, een Haven [ verkrygen, waar die groote Schepen uit en in k°° nen. 'tLeed egter tot April i78r, eer de Propo^' daar toe, door de Hollandfche Raaden ter Adm11* liteit te Amtterdam, met Onze voorkenniife en *P probatie, gedaan wierd aan de Heeren Staaten Holland, op welker verzoek en authorifatie, opde 7 Juny daar aan volgende, door Ons gelalten geq" lifkeert wierden de Capitein ter Zee en Lquip^ meeller May, mitsgaders de Infpeéteur Generaal nings, om met allittentie en affumtie van de in*'6  ( «3 ) meetcrs B. Goudsdaan Az., den Berger en Harge, Zoo dra mogelyk, het nieuwe Diep by den Helder te infpecteeren, en te examineeren, of het zelve bekwaam zoude zyn, of door eenige middelen gemaakt konnen worden, om te dienen tot eene Haven en veilige legplaats voor 's Lands Schepen van Oorlog, voornamelyk in den Winier, by Ysgang, en onltuimjg weêder, daar van aan Ons fchriftelyk rapport te doen, met by voeging van een gedetailleert Plan, op welke wyze zulks, naar hunne gedagten, met hoop van fucces, ter uitvoer gebragt, en daar door het groot oogmerk in deezen bereikt zoude konnen worden; gelyk dan ook na het inkomen van dat Rapport en Plan, en na dat hunne Edele Gr. Mog. deswegens een finaal befluit genomen hadden, dat werk in de eerlte dagen van September 1781 publicq by infchryvingwerdaanbefteedvoor/s48500-0-0, zynde boven dien uit kragte van hun Ed. Gr. Mog. authorifatie, vervat by hooglt derzelver Refolutie van den 20 April 1781, door Ons verfcheide Commiffarifl'en uit de Vergadering van Holland tot dat werk genomineert en gecommitteert, volgens de beide hier nevens gevoegde Acfens fub No. 57 cn 5-8, terwyl Wy boven dit alles het genoegen hebben, om hunne Hoog Mog» van het provilioneel fucces deezer aangelegde werken tot zoo verre te kunnen informeeren, dat in voorfz Haven, ter plaatfe waarvoor heen geen Fregat liggen ken, reeds een Fregat van io Stukken met zyn Gefchut en Equipage is ingezeilt, en geplaatlt geworden. En hier meede befluiren Wy deeze Memorie,contineerende alle de ouvertures die nodig zyn, om te doen ceffeeren alle dis difficuheiten en infimulatien, die nopens het werk der Marine, en het voeren van den Oorlog zyn gemoveert, en gedaan geworden; en waar in Wy derhalven genoeg gezegt hebben, om hunne Hoog Mog., nevens de Heeren Staaten der byzondere Provinciën, en ook wyders elkonpartydig Leezer, wien dezelve zal onder het oog koomen, compleetelyk te convinceeren van de notoire ongegrondheid der praïventien en vermoedens, die een groot getal kwalyk geintentionneerden aan de geheele Natie tegen Ons getragt hebben in te boezemen. Wy hebben doen zien. dat Wy van het begin Onzer adminiftratie af, alle Onze pogingen hebben aangewend, en al Ons gezag belleed, om het Vaderland te brengen in die fituatie, dat het in den volfien nadruk konde blyven in het geruite, en ongeftoorde bezit van die vryheid, waar van de verkryging aan Onze Voorvaderen ttroomen Bloeds gckoft heeft. Wy hebben met onwraakbaare bewyzen geftaaft, dat 'er geene inactiviteit in het publicq bettuurplaats heeft, indien men daar door vertfaat werk- en yver- Gg x loos-  loosheid; en dac het niet aan Ons te wyten is, ^ 'sLands Navaale magt,die,zedertbynaeen halve Ée'J^ voor Onze geboorte, in het dieptt verval geraakt wa-?' niet allenskens wederom is opgebeurt geworden,e°' nevens de Landmagt, toen het tyd was, gebragt & die hoogte, dat men met reeden kon verwagte°' niet alleen van door alle de Mogendheeden ontzi^ en geëert.te worden, maar zelfs een veel hooge' toppunt van glorie te beryken, dan nog immer «afl de Repubiicq heeft mogen gebeuren; Wy hebbed met onloochenbaare facta aangeweezen, dat die Mag die by het uitbartten van den Oorlog voor hand^ was, zoo ver is uitgebreid en vermeerdert, als de menloopende omflandigheeden het hebben toegel** ten; Wy hebben aangetoont, dat zoo de uitflag^fj poogingen die Wy telkens, daar het nuttig of n'otw was, gefecondeert door den raad van zulke ?eH°°' nen, die door hunne radicale qualiteit, of door ^ aard hunner Amptsbedieningen, Onze natuurlyke en conflitutioneele Raadslieden zyn, met den uirtertfeö ernft hebben aangewend, om van die Magt, die hebben, een nuttig, voor den Lande gezeegend,& voor oen Vyand nadeelig gebruik te maaken, ^ beantwoord heeft aan Ons eigen verlangen, en de algemeene verwagting der Natie, de reeden ^ van moet gezogt, en ook alleen kan gevonden den in oorzaaken, en omflandigheeden, die gebf; buiten Ons zyn; en na de verzuimde waarfchouv*'0' gen , en ernltige, tydige, en dikwils herhaalde (tellingen, zoo door Ons alleen, als met den van Staate, by alle gelegenheeden, gedaan, b°v , het bereik van Ons en van. alle Menfchelyke verin0' gens geftelt waren. En heeft dan de droevige ondervinding Ons, ^ relatie tot de Navaale Magt, doen zien, hoe g^\ lyk het zy het gebruik der nodige praacautien t0 het beraamen van middelen van defenfie uit te #el' len, tot op het ogenblik op het welk men dezel^J nodig heeft; zeker is het, dat Wy, ook ten &\ opzigte, by Ons zelve van nietwes bewuft zyn, geen Ons met eenige reproche zoude kunnen be' zwaaren. t Als Menfch draagen Wy een gevoelig hart om, 'v#e\ niet met onverfchilligheid verdraagt zekere foort ^ beleedtgingen. Als Inboorling en Ingezeeten van f viy Gemeenebett, het welk volgens wyze Wetten n? ftiert word, en het welk binnen en buiten 'sL-*11, zig den roem verworven heeft, dat 'er het regt f onzydigheid gehandhaaft, en zelfs aan den minttei Burger met gevveigert word; als Inboorling (*e$u, Wy) en Ingezeeten van zulk een Gemeenebett»^ - ben Wy dezelfde aanfpraak op de protectie der We'^ ten, nevens allen en een iegelyk Onzer Landgen^ ten; en als geplaatft aan het hooft der Regeeringd f'  . A Hf J ter Land er», hebben Wy een incontettabel regt örJ het onbepaalt vertrouwen eener Natie, op welke Wy de naauwtte,de teederlte betrekkinghebben ; met wier voorfpoed Onze Vooifpoed watten, en met wiet rampen Onze rampen zig vermeenigvuldigen moeten; eene Natie $ voor welke Wy t'allen tyde bereid zyn, op hetvoetfpoor Onzer Voorouderen, Goed en Bloed op te zetten ; worden 'er dan onder die Natie gevonden, die uit een overgebleeven wrok tegens Ons Huis en het Stadhouderlyk bewind; of uit ongenoegen over het weigeren van verzoeken, die Wy niet altoos verkenen konnen; of uit onkunde en een gepraecipiteert oordeel over evenementen, waar van hun de oorzaaken en omltandigheeden niet bekent zyn, (even gelyk het altoos gaat in dritique tyden, en inzonderheid in del Zee-Oorlogen van de voorige Eeuw, éven gelyk tegenwoordig plaats had) de vryheid vah de Drukpers en de conniventie der Overheeden misbruiken, om Ons op de fchandelyktte wyze ten toott te Hellen* en af te fchilderen als een Vefraader van het Vaderland, en als de oorzaak van deszelfs tegenwoordige rampen; Wy kunnen Ons niet dispenfeeren van in allé die betrekkingen te reciameeren de regtmaatigewerkzaamheid der Wetten en Placaaten van den Lande, die nooit door iemand te vergeeffch gereclameert word; of zoude alleen tot Ons nadeel eene uitzondering gemaakt worden in dien algemeenen regel? zouden Onze ieveriglte pogingen en ongelooflyke arbeid tot bevordering van 's Lands welzyn door een toomlooze latterzugt, of onvoorbeeldige praeventien, nutloos gemaakt mogen worden? zouden Wy deeenigtte zyrt van 'sLands Ingezeetenen, wiens goede naam en reputatie zoo onregtvaardiglyk als Itratfeloos kon worden bezwalkt: zouden Wy onder alle de reedelyke Schepzelen, de eenigtte zyn, wien het opgelegt was, ongevoelig te zyn aan de hoogtt onteerende beleedigmgen. Verre zy het egter van Ons, dat Wy dóór drift % bettkrt, of door wraaklutt aangedreeven, de welverdiende ttrafoeffening vraagen, of verlangen zouden Van die geenen, die zig zoo grovelyk tegen Ons mis-* greepCn hebben; maar het geen Wy meenen van de hooge Bondgenoten te mogen vraagen; het geenWy begrypen van hoogltdezelven te mogen eilfchen, op fundament Van de regt en der mentchelykheid; uit kragte van de exilteerende Wetten; uit hoofde van het gezag, met het welk Wy in deeze Repubiicq bekleed zyn (en van het welk een iegelyk der geenen die op eenige wyze deel hebben in de Regeering, weet, dat Wy nimmer misbruik gemaakt, nog getragt hebben deszelfs paaien uit te breiden) bëftaat daar in, dat eindelyk ter behoudeniffe van de inwendige ruft, en van die wettige fubordinatie, zonder welke geene Regeering beftaan kan, worden by Hh de  C i%6 ) de hand genoomen de nodige maatregelen, om v0°^ het vervolg te praevenieeren, en kragtdaadig te belet# ten de boosaardige pogingen, die aangewend zV1^ cm het vertrouwen tullchen Overheeden en Onuef' daanen weg te neemen, alle gronden van Regeerde te ondermeinen, het Volk tot oproer aan te zetten» den Souverain deszelfs wettige authoriteit uit de han^ den te rukken, en die geenen, die door hunne ge^ voelens liefde, en door hunne Amptsbedieningen eer' bied waardig zyn, nevens die geenen, die in hooge of laager rang met zodanige gewigtige Pollen beklee zyn, waar van de eer en ambitie van hun leevenV°o het Vaderland te waagen, een der grootlte foutief is, om hun de veelvuldige gevaaren, waar van z' dagelyks omringt zyn, kloekmoedig te doen doo^ Haan, aan deveragtmg, haat, en verguizing, niet lieg van deeze Natie, maar zelfs van geheel Europa» I exponeeren. NB. De Bylaagen, hier toe behoorende, ^ I len, zoo ras gedrukt zyn, werden I gezonden.