CZAAR PETER DE GROOTE*   CZAAR PETER D E G R O O T E, ZANGSPEL, HET FRANSCHE VAN B O U I L L Y, GEVOLGD, DOOR B ART II0 LO MEUS RULOFFS, Te AM STELT) AM, by ABRAHAM MARS, 1799. Met Privilegie.   TOEWYDÏNG AANMYKEN- KUNST VRIND, DEN  DEN II E E R E PIETER PYPERS, CO NT" ARO LLEUR FAN 'S LANDS INKOMENDE RECHTEN, T E AMSTE LDA M. * PïPEns! 't was toen ik, op Amftels fchouwtooneel, Bei zaïrfnel invoerde, en geen moeite ontziende, elk toonde, Hoe ook, by ons, de Xangfast woonde, Dat sy me, a's kunstvrind, viclt ten deel. Ik f;ioorde U'aan, o;n mede, als veeten myner vrinden, Ten ïuitt' des Schouwburg ook de hand aan 't werk tj fl.;an, Ten einde 't zangfpel, dat clks aandacht fcliten te binden, Met treur- en bh fpel t' faam ten reijc te doen gaan, Ter koestring van den ftntak der toon- en zanc^ezinden.  TOEWYDING. a 'Gy liet u rasch, door my, vrirdfcliaplyk overreên, 'Om, aan het zangfpel, tyd en yver toe te vvyden; En zaagt, met my, den finaak dier tydcn, En Schouwburgs val, die zeker fcheen, 2o ge ook der Franfchen fmaak niet volgde, op 's volks begeeren: Hierom gaaft ge uw Zemire en Azor in het licht; Waardoor gy Schouwburgs ramp in voorfpoed deed verkeeren: Dus hebt gy Amftels volk en 't fchouwtooneel verplicht, Dcez', door 't vermaak, dien door zyne inkomst te vermeêren. Dit [teelde U..! Schouwburg, bloei en roem bekoorde uw ziei; Neen, gy VCrwyldc niet, kunstkweekend, voort te vaaren Aan 't zangfpel, 't welk fcheen vreugd te baaren, En, als by voorkeur, 't volk beviel. Met welke aandoening zag ik voords uw vorderingen ! In menig dichttafreel, uitmuntende in waardy. Wie kon dus, met meerrechts, naar de eerlauwrieren dingen? Gy zette, jaar aan jaar, den Schouwburg luister by, 'Gelyk een voorbeeld van Apollo's voedfterlingen t » ^ h Kunst.  x TOEWYDING, 6 Kunstgenoot! w'-cn voegt het billyker dan my, Die, dicbtkunsiöcKiiCinl, fints mogt in uw vrindfeuap declcn,, En zich , aanhoudende, zag ftreelcn Djoi' vruchten van nw poëzy, U, ten Mecenas van decs lettervrucht te vraagen? Gy gingt my minzaam voor; ik nam uw' Fei'ix aan, Toen 't aan uw vrindt'chap, zo gulhartig, kon behaagen, My d' cercnaaui van zyn* befcbermer toe te (taan. Vergui 't my ook, U, dit rnyn zangfpel, op te dranger.. c> Ik noop U gcenszks ter befcherming van een' vorst, Die, aan den wellust, als een (laaf ten prooi gegeeven,. Zyn heil zoekt in een fchamJyk leven; Of, door onfchuldig bloed bemorscht, De rol fpeclt van een hoofd der amlschgewcldcnaaren; Die, driest, den Uunsuuiar uit zyne ftaatcn bant: 'k Wy' U een' vorst toe, die geen mojite of zorg wil fpaaren Ten bleei der kunsten en del voo-fpoeds in zyn land; Een', die menschlievcriden wil vormen van barbaaren. Wie  TOEWYDING. xi TVie weigert z»lk een' vorst zyn toegenegenheid ? By wien, die braaf denkt, kan hy de achting ooit ontbeeren ?.. Hy doet zich door verdiensten eeren ; Daar hy, door u, als begeleid, 'Op 't Ncêrduitsch fehouwtooneel voor 't oog zich zal vertoonen. Zal waanwyze onkunde, aan berispingen vcrflaafd, Zich vruchtloos waapnen om zyn waardigheid te hoonen. Door uw goedkeuring in zyn' waaren roem geftaafd, Ziet hy zyn' wensch voldaan, en ik rnyn' arbeid kroonen. B. R U L O F F S. Den 6den Jan. * 2 BE.  BERICHT. Mc er dan eens heb ik ondervonden dat wanneer ie* tnand ge'iinderd word eemg letterkundig voordbrengzel' wet dien yver af te werken , waarmede het zelve begonnen word, die yver verftaauwd fc'iynt te zyn, om liet weder*p nieuw op te vatten: voornemcntlyk a.'s zich intusfehen andere onderwerpen voordoen, dewelken dermate onzen aan?dacht winnen, dat wj ze wenfehen aan het licht ie b/engen. Dut was het geleegen met mjne vertaaling van czaar peter den gr.00ten, welke ik i eeds , voor r\f"jaaren begonnen hebbende, in verfcheiden voorberichten van tooveel/lukken, dewelken ik toen de voorkeure gaf af te wer ■ hen, van tyd tot iyd beloofde uit te geeven; aan welke belofte ik niet voldeed, en, mirfihien tot heden, niet voldaan zoude hebben, byaldien de dringende en vrindelyke «anfpooring der heeren Commiifarisfen van den Nederduits fchen Schouwburg derBataaffche Republiek my daartoe niet haddm doen befluiten, dewyl hunne Ed. oordeelden, de vertooning van dit ft uk geelt' minderen dienst aan de aangfpt Ibeminnaaren te zullen doen, als voordeel aan hei fchouwtoonecl lee te brengen. Ik moet rondborstig bekennen dat het my, cm twee redenen, niet berouwt, dat dit zangfpel tot heden toe is mhtergebleeven } vooi eerst, om dat ik reden heb my va-'  BERICHT. xm zekerd te houden, dat het thans in den besten fmaak, z$ wel in de waare costume van kleederen, ah trefelyke de. eoratiën, ten tooneele zal gevoerd worden; enten ande. ren , dat ik my nu niet verplicht gevonden heb, ket zelve in vaerzen te doen verfchynen ; want de prozaïfche fpellen in vaerzen te Irengen is eene lastige taak: voornamenilyk in zang- en Myfpetlen die ''er niet zelden langwjliger door worden, waardoor men fbmwylen werd blootgefteld aan waan. wyze berispingen , en zulks wel vat; zommigen der zztlketiwier lot het geworden is na te praat en- het geen een auteur of ver. taaier ter nedcrfeld,en die genoodzaakt zonden weezen zich te gedraagen geiyk Graocenfiein ,in hetblyfpel de de ircrvz a a m e armoede, zich met Warrenberg, omtrent op het einde van het derde bedryf, van het genoemde toe. ■ neelfluk, voordo??. Ik zal het eharaiïer van Czaar Peter niet behoeven te timwikkelen, wil 'er, dat betreffende, verfcheiden leezingen voorhanden zyn; ja zelfs weet byna Iedereen in mi land , by mondelinge overlevering, dat hy geheel de ft fcheepsbouw toegedaan was: zelfs had hy , in het begin dezer eeuw, reeds meer dan twee honderd fehepen, Be» Jlaande uit oorksjchepen, bombardeergaljooten , galeijra t geleasfen, rooj'fchepen en kapers, op de wiepe en wo;,. ga dryven, tot welker vervaardiging hy eene menigte fcheepstimmerlieden uit Ho/land, Engeland en Fenetie deed komen. PFat Cachnrina betref-, zy was van een. onbekend gefacht, en uit uiedelyden opgevoed, en getrouwd * 3 ge.  XIV BERICHT. geveest aan een foldaat van Lyfi tnd: zy wierduit lm/de has. rerdiUgd en verdiensten door Peter tot keizerinne vei koren. De jc'trjvcrs van l'Esprit dc-s Journeaux, in den jaare 1790 uitgegeven, werken aan, dat dit tydfip in de historie van Peter, den heer IOUILLY, opfieller van het Frcufche flitk, gelegenheid gegeeven heeft deszelfs zangfpel te vervaardigen. fFaa>fc'rji;elyk heeft de auteur, 0:11 tyd en pLats te behouden en eene gefc'ühte onthioopir.g aan zyn ft uk te geeven, het fpel niet verre van Mo.covie doen vert oenen, het geen n.hfchien als een vei die'.:fel moet aangemerkt worden. Deze fhikldug is zo wel voor zyne rekening , als dat hy aan alle de perfoonaadien, in dit fpel voorkomende, Franfc':e nr.amen geeft, rdettegeiu /taande zy alle woonachtig zyn in een dorp in Rusland gelegen. Ik heb, hier boven , volgens de historie, aangemerkt, dat C -aar Peter alleen fcheepstimmcrliedcti, ten zynen diens, te, vit Holland, Engeland en Fenetie heeft or.tbooden. Zo het fpel indezen tydfpecldc, waarin zich de Franjche natie over den gekcclen aardbodem fc'-yr.t te verspreiden , zoude ik my riet verwonderen, zo verre van haare republiek, Frcnfche fcheepstimwerlieden , in cenig ver afeelee. gen laad, te humt» vinden. Daar onze nationaale zangfpel-vertooners reeds mi geruime;; tyd achter een, en zelfs in dit fekouwburgs jaar. jaifoen, duidelyk getoond hebben, dat zy voor gecne uitheewfehen behoeven onder te doen; ifc'won onze natie veelal liet zwak heeft yreeaden, mhder verdienste^ da» de  BERICHT. xv de onsen ,ten kosten derzelven, te verheffen; zo durf ik my verzekerd houden , (jlen riqyver onzer braave fujetten kennende om lauweren by onbevooroordeelde kunstkenneren te winnen,) dat dit zangfpel dien gewensc'tten uitjlag zal er. langen , welken liet te Parys, thans weinig meer dan negen jaaren geleden , heeft genoot er; en aan het oogmerk der hee. ren Commisfarisfm van den Nederdultfchen fchouwburg der Bataaffc ''.e Republiek , ten opzie'ite , zo wel om aan den arwfc'tonweren vermaakte ver fc haffen, als den fchouwb:crg te bevoordeelen, zal beantwoorden. PER-  PERSOONAADJES. peter de eerste, bygenaamd de Groote, der Rusfen keizer. le fort, flaatsdienaar en vrind van Peter. m e n s i k o f f , ft'edehouder in Moscovie. c A t h A R i n a , een jonge weduwe. GEORGE morin , fchcepstimmerbaas , by men Cr.» tharina , Peter dn Groote en le Fort inwoonen. Peter de Groote, onder de:: naam van Peter, en le Fort, onder den naam van Audré. geneveve, vrouw van George Morin. CaROLIna, dochter van George en Gcneveve. A l e x i s , zoon eens ryien landpachten ; doch ouderloos. Minnaar van Cnïolina. matiiüRïn, eengrysdart, oudoom en voogd van Alcxis, Een notaris. Eenige fcheepstimmerlieden, in dienst vmt George Morin. Boeren en boerinnen. Bevelhebbers ~) r „ ~ r van Peter den Grooten. Lyjwacntcn en Jcldaatenj Het fpel fpeelt in een dorp in Rusland, aan den oever der zee-.  CZAAR PETER D E GROOTE. ZANGSPEL. EERSTE BEDRYF. Het Tooneel verleeld een breed veld van een dorp. Ter eener Zyde is het huis van George, waaraan eene groote deur is , doonvelke men op de fcheepstimmerwerf gaat. Ter anderer zyde Jlaan eenige hoornen, eene berceau uitmadksnde. In het verfchiet wordt de zee gezien, aan welker boorden fcheepst immer hout, balken en gereedjc happen liggen. In het midden vertoont zich ee.i byna afgemaakt groot fchip. EERSTE TOONEEL. peter., le fort, beide als fcheepstimmerlieden gekleed, Eene menigte Jcheepstimtnerlieden. Zy werken allen aan het fchip , en zingen, werkende , het volgend Choir. C II O O R. elk zyn ftem nu paar' En zyne vlyt doe merken. Wanneer we zingende, yvrig, werken, Valt altyj de arbeid minder zwaar. Eerste Bsdryf. a l*  2 CZAAR PETER de GROOTE. LE fort. Laat na blydfchap boven ftreeven, Men denke om geen leed of fmart, Zy maakt ons wel te vrecn van hart, En is 't genoegen van ons leven. CHOOR. Dat elk zyn ftem enz. peter en le fort. Maar all* dcez' vreugd, hoe zeer te roemen, Is 'r minde deel van ons geluk op aard, Men kan zich eerst met recht gelukkig noemen, Als liefde zich met vrindfehap paart. Onder het zingen van dezen laatften regel zien Peter en lt Fort zich met eene flerke vervoering van ziele aan * Zich de handen in eikanderen drukkende. CHOOR. Dat elk zyn ftem enz. Onder den zang van Peter en Le Fort zingt het Choor, werkende. Met Lusten. peter. 7,ie zo, alle onze Hukken hout zyn afgewerkt, komt t maats! wy dienen ginds op de werf te gaan om nog eenige anderen klaar te maaken» Alk de fcheepstimmerlieden Jlaaken hun werk en gaanf bier tn daar, op di werf uit elkanaeren. TWEE?  ZANGSPEL. 3 TWEEDE T O O N E E L. TETSR. LE FORT. LE FORT. II oe yveri? en met welk een' lust en vaardigheid maakt gy uw werk af. Ik ken, indedaad, geen een* werksman die u evenaart, ö Peter 1 ö rnyn Czaar! Ja, ik kan niet nalaaten , daar wy hier thans alleen zyn, u dus te noemen ; deeze naamen zyn zeer dierbaar aan myn hart. Het doet myne ziel aan, u in deze kleeding, met den byl in de hand, den yver te zien aankweeken , in ■ de ganfche menigte werklieden , hen rustig voorgaande in een' zo moeijelyken en zwaaren arbeid. Wie Sonde, u dus ontmoetende, gelooven kunnen dat gy mde. De blydfchap blinkt op baar gelaat. Voorzeker heeft 2e weder eene of andere braave daad verricht. Het is baare gewoonte met weldaaden den dag te beginnen. DERDE T O O N E E L. peter, le fort, catharina. catharina, (sy komt aan de overzyde van het huis van George op het tooneel.) Altyd by eikanderen? PETER. Ja, voorzeker. Ik benzo weinig weltevreden, zonder Andrc by my te hebben, als ik my weinig gelukkig kan rekenen zonder Catharina te zien. Maar gy moet het my niet kwalyk neemen als ik u eene kleine verwyting doe. Het is reeds middag, en het is voor de eerfte maal dat ik u, deezen dag, aanfehouwea mag. LE FORT. Carolina is u op de werf komen zoeken. Zy heeft ons gezegd dat gy reeds zeer vroeg waart uitgegaan. CATHARINA. Ik ben een' ongelukkigen wezen troosten. Deeze verrichting heeft my belet u, dezen morgen, te komen zien. peter. Het is u van harte vergeven. Hoe ik my ook in uw byzyn verheugen mooge , vertroost ik my meestal in £erttc Btdryf. B uw>  io CZAAP PETER df, GROOTE. uw afzyn , verzekerd zynde dat gy u bezig houd het geluk van anderen te bewerken. LE FOKT. Beminnenswaardige Vrouw? Uw lot is indedaad benydenswaardig. Van den grysaard tot het 1 ind toe , en van beider kunne, wordt gy hier in 't dorp bemind. CATftABINA 't Ts waar, ze beminnen my : doch dit {proit uit hunne teergevoeligheid. Hunne erkeritenisfe overtreft verre al het geen ik voor hen verricht. Ach! konde ik by de zorge die ik voor hen draag, voor de hulpe die ik hen toebreng, mededeelzaamheid oeffenen!.. Een genoegen dat zo veelen, die daartoe in de mogelykheid zyn» nalaaten. ARIA. catharina. Ja, vrinden, ja iets braafs te pleegen^ Maakt bet geluk uit van den mensch. Uit is der braave- beste wenscb: Dit is 'c gebruik van 'shenkls zegen. Zo my liet lot cok fchenkr zyn zeiening. Zal de armoê daar ficeds mild in deelen. Wat heil voor me, ali de fterveling ; Zyn fmart door myne gunst voelt heelenl Hen by te ftaan, Die 't onheil neêr kon (laan. Kan myne ziele onlchatbaar ftreelen. Zo my bet lot enz,  ZANGSPEL. ii peter, met de uitterfle vervoering, AUeraanbiddelykde vrouw | m welker ziele de volmaakfte gevoelens beerfoben, ö Catharina' hoe diep weet gy, door uwe deugden , in myn hart te dringen !... Gy zegt dat gy de ongelukkigen geen' byftand kunt toebrengen dan alleen door uwe zorgen, en hen niet genoeg naar uw verlangen kunt mededeelen! Wel nu, ik zal u myne hulpe verleenen. Ik beveel u de geringde gele. genheid op te fpooren om weldadigheden te pleegen. Wil ben vry beloften doen: zeg dat gy dezelven zult ten uitvoer brengen. Gy behoeft niet voor de vervulling van het geen gy belooft te vreezen , ik ben in daat vcor alles te zorgen, (ter syde), ó HemelJ wat zeg ik? ik verraad my zei ven. le fort. Gy praat zeer gemakkelyk, myn goede vrind. Als men u zo hoort fpreeken zou men zeggen dat gy eene kar met geld achter u had. p e te k , met verlegenheid. Gy hebt waarlyk gelyk. Ik fprak daar als iemant die niet wist wat hy zeide; doch Catharina! gy fchilderde daar het pleegen van weldadigheden zo bevallig af dat ik my indedaad inbeelde, door het' geen ik win , in ftaat te zyn, de ongelukkigen niet minder byftand te verleenen dan gy gewend zyt te doen. CATHARTN.1. Het is het geld niet altyd het welk ons dat genoegen geeft. Gy Peter, die niet meer in de waereid hebt, dan ik, kunt hetzelfde vermaak, daaromtrent, genieten als Eerste Bedryf. Ba ik,  xa CZAAR PETER de GROOTE. ik, door weldadigheid te plegen. Bied my Hechts, fn het geen ik verricht, de behulpzaamèhand. Ik zal u niet alleen gelegenheid geeven zieken ter hulpe te verftrekken noch oude lieden te ohdèrfteunen , maar verliefden In hunne eerlyke pogingen de behulpZaame hand te verkenen. P ET E P. Hoe1 verliefden de be' elpzaame hand te verleenen ? Indien gy de liefde ter voorfpraake zyt, waarom fchept gydan behaagen hem die u bemint te bedroeven? Waarom my, tot dezen dag toe, uwe hand geweigerd? Daar ik u zo veele maaien om uwe toeftemming heb gefmeekt ? Gy (laat uwe oogen neer, en aarfeit my hier op te antwoorden!... CiTHSS IN A. Wel nu, ik zal u hier op antwoorden. De reden dat ik zo lang u myne hand geweigerd heb, is alleendeeze, om dat ik de gevocLns van uw harte nog niet recht kende. Ik was van begrip dat gy fiechts liefde voor my voedde; en daar de liefde, zonder met achting gepaard te zyn, zo fchielyk verdwynt als zy geboren word; heeft ze meestal onverfchilligheid en berouw ten gevolge ; dan dewyl ik thans uw harte doorgrond heb, en my verzekerd houde dat gy my zo veel achting als. liefde toedraagt, wil ik de eerfte zyn om het oogenblik van onze trouw te doen aanfpoeden. PETER. Laaten wy dan nu het uur bepaalen het geen al het geluk myns leevens zal uitmaaken. ca-  ZANGSPEL. ij CATHARINA. Zeer gaarne; doch eerst moet gy my nog een' dienst bewyzen. PETER. Spreek, wat moet ik doen? cathartna. r Twee geheven , in welkers toeftand ik deel neem, ter voorfpraak verftrekken. Gy kent de gevoelens die ATexis en Carolina voor eikanderen hebben ; gy weet hoe zeer de een voor de andere zoude gefchikt zyn ; gy moet my helpen haar' trouwdag voort te zetten. Haattrouwdag, Peter, zal ook de onze zyn. De goede Geneveve, weetende dat Alexis Carolina zal gelukkig maaken, houd zich dagelyks met my bezig meester George overtehaalen om in haar huwl)k toe te Hemmen. Hy blyft echter, by aanhoudendheid, zulks weigeren. Gy beiden bezit veel vermogen op zyn hart, en hebt zyn vertrouwen, gy bei'en zyt in ftaat hem dermate over te haaien, dat hy gehoor aan ons verzoek verleenen,en zich niet meer tegen het huwelyk aankanten zal. f L E FORT. ■ Gy kunt op ons ftaat maaken. i P li T E R. Wie is 'er nader toe dan ik om de zaak eens minnaars ter harte te neemen ? Ik durf 'er voor... ja ongetwyfeld durf ik 'er Voor infhan , dat meester George my niet zal weigeren zyne toeftemming tot bet huwelyk te geeven , eer zelfs nog de dag ten einde Io< pt. Maar Catharina! wil toch vooral niet vergeeten dat ik dien zeiven EenteBidryf. B 3 dag,.  14 CZAAR PETER de GROOTE.' dag, op welken Alexis de man van Carolina word , ook U tot myne vrouw moet erlangen C A T H A R T M A. Ik héb u zulks beloofd, en het zal my ten uitterlten Iheelen myne belofte te volvoeren. PIERDE T O O N E E L. PIKTER , LE FORT, CATHARINA, GENEVEVE. CAROLINA. geneveve, die, verzeld van Caroüwr, uit h lar huis komt. TL , eindelyk zie ik je dan weêr! ... Waarde Catharina! je bent heel lang weg gebleeven. Tegen Veter en Le FurU Dag vrinden, dag. CAROLtNA' tegen Catharina» Ik heb je overal weczen zoeken, doch te vergeefsch. CATHARINA. Ik ben by den goede ï ouden Lodcwyk geweest, en heb my bezig gehouden hem te troonden over het verlies van zyn' zoon. De ganfchen morgen is 'er, zonder dat ik het gewaar wierd, als door weggevlogen. PETER. Zo oogenbükkelyk is Catharina eerst hier gekomen, en dien weinigen tyd hebben wy nog ten kosten gelegd over u te fprecken. le fort. Ja zeker, wy hebben meester George zeer veroordeeld ,  ZANGSPEL. i5 decld dat hy nog by zyn gevoelen blyft Alexis zynedochter te weigeren. GENEVEVE. Ik bid je, laat'er ons niet over fpreeken Ik word' rcr waarelyk maar ontevreden over, en het doet aan Carolina Hechts verdriet aan ; niet waar kind? CAROLINA. ö Dat is niets, moeder. Laat ons 'er maar ovcrpraaten. MisCchien zal dit my nog wat vertroosting geeven. O E NB V E V E. Het is gelukkig voor jou valer dat hy een hart bezit dat ons zyn koppigheid doet vergeeten . . Maar zonder dat zou , . . haar hand op haar hart liggende. Maar wanneer dut goed is . .'. al is men dan al eens lastig, verdient men evenwel bemind te worden. C A K O I, 1 N Ai Ja, dat is wel waar, ik hou zo veel van myn' vader als myne moeder doen kan , al veroorzaakt hy my, van tyd tot tyd nog zo veel droefheid, zelfs nog gisteren avond,.. GEN E VE VE. Wat is 'er dan gisteren avond voorgevallen, Carolina* CAROLINA. LIEDJE. Eerste couplet. Het vogeltje dat ik, voc-leeden , Gevangen heb in gindfen (treek," Wilde ik doen baden in de beek; Doch fluks is 't door myn baud gegleeden. Eirjli Bedryf. Alesiï-  i6 CZAAR PETER de GROOTE. Alexis liep, in allen fpoed, Eu kreeg liet weder. Hy bragc liet my weêt in zyn hoed Beleefd en teder. Hier vom vroeg by maar flechtS een* zoen , lk gaf hem dien, konde ik wel minder doenï GENEVEVE. Neen, voor vast kost je niet minder doen. Men moet alt\d aan den geen' die ons beleeftheW bewyst, dankbaar zyn. Wel nou, hoe liep het verder af, kind? CAROLINA. Tweede couplet. Op 't onverwachts vernam ik vader, Die ginds, aan 't fenip, te werken was, Hy ging langs *t water heere, en ras Kwam hy, in allcryl, my nader. Hy gromde Alexis toornig aan, En, zonder beiden, Deed hy met fpoed hem van my gaan. Hy kon naanw fcheiden. En dat Hechts om een' enklen zoen, Hy vroeg me 'er om, moesj ik hem niet voldoen? Had ie eens gezien hoe yzelyk boos dat vader was. Hy behandelde my zo ruw, zo oubefcheiden , en dan m >g-, dat het ergfte was, Alexis ook. Hy noemde hem een losbol, lichtmis en verleider van meisjes. Hy heeft hem ftrengelyk verboden ooit weer een voet by ons in huis te zetten. En hem gezegd dat ik nooit zyn vrouw worden zal, nooit, nooit.  ZANGSPEL. 17 GENEVEVE. Kom, kom, die va Iers willen nooit in hunne kinderen dulden het geen zy zei ven», in hunne jeugd, bedreeven. Is het dan zo een groot kwaad aan een meisje een' zoen te geeven ? Zo myn vader eens zo had aangegaan op hem om ieder zoen dien hy my gegeeven heeft, toen ik nog vryster was..? Troost jy jou maar, lieve kind, troost jy jou maar. Laat my flechts begaan, ik zal het alles wel ten beste fchikken. CATHARINA. Meester George is, inflcdaad, een goed man, doch hy is wel eens een weinig haastig. OEKEVECE. Het is zeer gelukkig dat wy ons naar zyne grilligheid een weinig hebben weetan te plooyen ; ook waren wy 'er wel toe verplicht, dewyl hy zich toch niet naar ons zou fchikken. Ik heb altyd getracht den vrede in myn huis te bewaaren, doordien ik wel weet dat die alleen het geluk van het huishouden uitmaakt. Meester George beknort my zeer dikwyls ; maar wat wil dat zeggen? Jk lageh 'er om en dan houdt hy van zeiven op. Het is zeer natuurlyk dat de vrouw voor den man onder doet: maar fchoon wy de fterkfte niet zyn, dit is toch zeker, dat wy de flimste zyn; en zulks is de beste troost voor ons. Meester George mag zo haastig en zo koppig wezen als hy wil, ik kryg het' toch altyd naar myn',zin. Evenwel is dit toch drommels verveelend dat ik meer dan een jaar achter een reeds Eerjle Bedryf. C aan  18 CZAAR PETER de GROOTE. aanhou by Meester George om myne Carolina aan Alexis ten huwelyk te gceven , zonder, daaromtrent, iets op hem te kunnen winnen. Het is wezenlyk het eenigfte waarin hy onverzettclyk volhoud zyn hoofd te volgen en zulks maakt my ook wat gramftorig. le fout. Hoe! is 'er in het geheel geen middel om zyne toefiemming, daartoe, te kunnen erlangen? peter. Wat voor reden geeft hy dat hy dit huwelyk niet dulden wil? GENEVEVE. Hv geeft geene reden, en dit is juist het geen ons het meeste hindert. Hy graauwt me altyd toe: „ Ik wil het niet hebben , ik begeer het zo, en niet anders." Eri wat voor reden zou hy toch kunnen gceven om tegen het huwelyk van Alexis met Carolina te zyn ? Is Alexis geen perfoon , dien wy van kindsbeen gekend hebben? Is hy niet de zoon van onzen neef Jacob zaliger , die van ons zo veel werk maakte, en van wien wy insgelyks veel hielden? Hy zal de beste huisvader zyn. En daarby is hy wel de rykfte pachter van het geheele dorp, en boven al de getrouwfte minnaar, die ... peter. Zachtjes, zachtjes, vrouw George! ik weet 'er hier een', die niet voor hem onder behoeft te doen in getrouw te beminnen. By kt uitfpreeken dezer woorden, ziet hy Catharina met nadruk aan. GE-  ZANGSPEL. l9 geneveve. Het is dat nog niet alleen dat hy rylc, verliefd, befcheiden en getrouw is; ik geloof bovendien dat 'er geen mensch zo teder bemind word als Alexis. Wat zeS J>, Carolina? carolina. Het is waar, lieve moeder, ik bemin hem allertederst. catharina. Ik zoude, op myne beurt, ook ftaande durven houden, dat ik iemant ken die, in getrouw bemind te worden,' m geenen deele voor hem zoude behoeven onder te doen. Zy zegt deze laatste woorden mét het tederjle gevoel, intusjchen zy haare oogen op Peter houd gevestigd. ' peter, zacht tegen Le Fort. Hoe ftreelend . . . Hoort gy 't ? carolina. Ach, lieve Alexis! Wy hebben den ganfchen dag elkaêr niet gezien ... wat zal hem den tyd lang en Imer. telyk vallen... In 't verfchlet word het geluid van eene hobo gehoord. Ik hoor hem van verre, ... ik geloof vast.,.. 6 ja, hy is het voorzeker... ach! zo hy toch wist dat myn vader niet t'huis waar. Hy zou zekerlyk hier heen komen ; maar hy zal niet durven . .. neen, hy zal vast niet durven. Zo hy me Hechts in 't oog kon krygen. Zy loopt naar het einde van het tooneel. Alexis verjchynt, en eindigt zyn Liedje op de hobo. Eerjle Bedryf, Ca FT F*  2o CZAAR PETER de GROOTE. V ï F D E TOONEEL. peter, le fort, catharina, geneveve, carolina , alexis. alexis, tegen Carolina, zonder de overigen te zien. A.cb ! zyt gy daar? carolina. Kom, kom, myn waarde Alexis! Alexis ziet dan her dan denvaard, met Schroomvalligheid, heev.e. Kom dan toch by me. Gy hebt niets te vreezen. alexis. Maar als je vader ons hier eens zag, dan was alles verloren, voor ons. Wees gerust, myn kind, ik zal je onder myne befcherming neemen. alex'S, komt fchielyk naar vooren op het tooneel. Ha! dan behoef ik niet te vreezen. Die goede moeder' Ha, goeden dag, bevallige Catharina! Hy bewyst eenige tekenen van vriendjehap aan Peter en Le Fort. carolina Waarom ben je niet eerder gekomen, zeg? ALEXIS. Ik geloof het wel, ik was veel te bevreesd hier Meester George aan te treffen. ^  ZANGSPEL. ai Tegen de overigen. Gy allen weet zekerlyk wel dat hy me verboden heeft, hier ooit. . . geneveve, Ja wel, Carolina heeft ons de geheele historie verhaald. alexis. Ik ben wel beklaagenswaardig. geneveve. Troost je maar, jongelief. Myn man houd van je, en zal aan niemant onze Carolina geeven dan aan jou. ca rolina. Zou zulks waarlyk waar zyn, lieve moeder? a lexis. Waarom toch fielt hy dan langer uit ons te laaten trouwen? weet hy dan niet hoe zwaar het wachten valt als men bemint ? Hy is zekerlyk vergeeten wat liefde is. geneveve. Neen , neen, de hemel zy gedankt, hy denkt 'er nog fomtyds wel eens aan. catharina. Ik denk alleen dat de reden is dat meester George uw huwelyk nog niet toe wil ftaan, omdat gy beiden nog te jong zyt. carolina. Wel, zo veel te langer kunnen wy gelukkig zyn. geneveve. Catharina heeft gelyk, gy zyt beiden nog in uwe kinderlyke jaaren. Lerjie Be'dryf. C 3 ca-  5.1 CZAAR PETER de GROOTE. CAROLINA. In onze kinderlyke jaaren, lieve moeder ? Ik ben al over de zestien jaaren oud. A L EXIS. En ik ben al achttien jaaien oud; en 't is niet dat ik het zeg om my zeiven te pryzen , maar ik tart den besten jongen van ons geheele dorp, beter met den ploeg om te gaan, en die meer lust in het weiken heeft dan ik. Sedert twee jaaren , dat myn vader ftierf, denk ik dat myn akker niet verarmd is. Heeft het gewas, dit jaar, niet zo veel opgebragt ais andere jaaren? Heb ik dien ■/erfchrikkelyken beer, die hier rondsomme, op onze velden,zo veel verwoest heeft, niet, zonder hulp, alleen Hechts met een piek gewapend, omgebra^t? Als jy dat een kinderachtig ft uk noemt, wat moet men dan verrichten om een' man genoemd te worden ? PETER. Myn vrind, heb nog maar een weinigtydsgeduld, gy zult eindelyk wel in uwe wenfehen ilaagen. Ik geef u myn woord.., En.., gy moogt 'er wel ftaat op maaken. ZES-  ZANG.SPEL. s3 ZESDE TO O N E E L. feter, le fort, catharina, geneveve, carolina, alexis, george, eenige Scheepstimmerlieden. Deze laatjien komen door de groote deur van de Werf op het tooneel. geor.ge, aan het einde van het tooneel, het fchip beziende, ïTet ziet 'er best uit, myne vrinden, het ziet 'er opperbest uit. carolina. Daar is vader. alexis. Ik vlucht fchielyk weg. geneveve, Alexis tegenhoudende. Neen, neen, blyf maar hier. carolina, zich naast haare moeder plaatzende. verbergt Alexis achter zich. george, voor op het tooneel komende, op een' blyden toon. Wel, vrinden, hoe fta je lui daar allen zo by malkaêr, zeg? geneveve. Wy wachten Meester George om te eeten. Je bent vry lang weggebleeven. george. Daar heb je gelyk in, ik ben daar ginder in het bosch Eerjie Bedryf. ge-  S4 CZAAR PETER de GROOTE. geweest om eenig hout, dat ik nodig heb , uit te zoeken. Ha! goeden dag, Catharina. Tegen Peter en Le Fort. Dag, vrinden, goeden, dag. Hy drukt de hand van Peter, hem op eene vrindfehappelyke wyze en met een oog van zekere geheime bedoeling, aanziende. GENEVEVE. Wat is heden onze Meester George wel te vreê, ik heb hem lang in zo'n goed humeur niet gezien. GEORGE. Als men jou hoort fpreeken, zou men dan zich niet Inbeelden, dat Ik een flecht humeur had? ZANG. GEORGE. Ik ben, zonder my te roemen,' Een btanf en bestig man ; 'k Bemin 't vermaak by glas en kan t Elk mag my gulhartig noemen. Jk leef fteeds door geneuchr, , En fprlng in 't rond, verheugd. Tra la la la lara. Ik lagch en zing, Dans en fpring, Zulks doet my wel te vreden Ieeven. Myn aart is mild en goed. 't Kan my vernotging gceven Dat al 't geenc ik om my zie zweeven Leeft in vreugde en overvloed. Maar  ZANGSPEL. 25 Maar zo men my bedriegt — durft tegenfpreeken, Dan ben ik ganscb niet mak of fyn: Dan fchreeuw en raas ik, onbezweeken, En zoude elk een den bals wel breeken. Wie kan al(yd bezadigd zyn? Ja, ik ben, zonder my &c. Ik beken dat ik wat haastig ben, ja, fomtyds wel wat koppig, maar, wat drommel, alle menfchen hebben immers hunne gebreken. geneveve. Dat fpreekt van zeiven. Kom, kom , hou jy maar altyd veel van jou wyfje, je meugt dan zo haastig zyn als je wilt, zy zal 'er dan niet te ongelukkiger, om weezen. george , met gevoel. Te ongelukkiger, vrouw?.. Gy verdient gelukkig te zyn, en dat zal je met my altyd weezen. geneveve. Wel, Meester George, het fchynt dat gy 'er deezen morgen hebt op gaan denken, om my zo wat vrindelykheden te zeggen. george. Enjy, lieve Carolina! Jy fchynt wat misnoegd tegen my te weezen. Ja, ja. Ik zie het wel. Jy denkt nog om het geen gisteren avond is voorgevallen ? carolina, eenigziru verlegen, toch zich geduurig op eene vrindelyke wyze terug houdende met Alexis die achter haar is. Vader! . . . Eerfie Bedryf. D ^  2f5 CZAAR PETER de GROOTE. GEORGE. Kom bier, myn kind, kom, we moeten weêr vrede maaken. J-Iy nadert haar om ze te omhelzen en verneemt Alexis. Ha, ha, ik ben niet meer verwonderd, dat jy ... CTegen Alexis.") Ik wou wel eens weeten wie jou geleerd heeft nog weder hier te verfchynen, en myn dochter te durven fprecken ? GENEVEVE. Ik. GEORGE. Hoeljy? GENEVEVE. Ja, ja, ik zelve. Ik begryp dat ik , als moeder, daalde magt toe hebt, zou ik hoopen. GEORGE. Hoe, word ik dus om den tuin geleid? word ik dus bedroogen? dus gefard? CTegen Alexis.) Pakje voort, of je moogt vrcezen. PETER. Bezadig u, Meester George, bezadig u. C AT H AP, I N A. Ik bid u, wees toch zo driftig niet. L E FORT. Alexis heeft geen fchuld. GEORGE. Ik kan myn gramfchap niet weêrhouên. Hy geen fchuld? een losbol, die zich nergens meê ophoud dan alle meisjes wat wys te maaken? een luiaart, die niets uit-  ZANGSPEL. n? uitvoert dan verliefd te weezen. Ik zeg het je, eens vooral, dat hy nooit Carolina tot zyne vrouw hebben zal. carolina. Och! Vader! george. Een fchurk, die gisteren avond zo listig een paar zoenen van Carolina wist te krygen? alexis. Is het zo eene ysfelyke misdaad zyne aanftaande vrouw te kusfchcn? g e o r g f. Jou aanfiaande vrouw, zeg je? Ik kan myne verwoedheid niet langer wederbouden. Zo ik je beetkryg, zo ik je in myn . . . Hy tracht naar Alexis toe te komen, doch word door Peter en Le Fort weder houden. Zyne aanftaande vrouw'. Myne dochter zyne aanftaande vrouw! Ik ben zo vervoerd kwaad dat... Vm verre word eenig mufuk van Dorpelingen gehooid. geneveve. Wat hoor ik ginder? carolina, zy loopt Jchielyk naar het einde van het tooneel, en ziet naar den kant alwaar het geluid vandaan komt. Myn tyd, myn tyd! wat komt daar een boêl volk aan ! Het geheele dorp fchynt op de been. Zy komen allen van dien kant. Eerfte Bedryf. Da ZE-  2S CZAAR PETER de GROOTE. ZEVENDE TOONEEL. peter, le fort, catharina, geneveve» carolina, alexis, AlATHUftYN, gevolg van Dorpelingen. mathukyn, komt in het midden der Dorpelingen te voorjchyn en treed, met waggelende treeden, naar vooren. Hy heeft een' bloemenkrans in de hand. CHOOR, van alle Dorpelingen. men Catharina pryze, Op deez' dag hut eer bcwyze; Dat nimmermeer ons hart vergeet* Haar weldaên, vaak aan ons hefteed. CHOOR, v>n oude Lieden, Mannen en Vrouwen. Haar byftand en weldadigheden Zyn d'ouderdom een toeverlaat. choor, van jonge Meisjes. Zy leert ons 't pad der deugd betreeden. choor., van Jongelingen. I5y haar vind ztiivre liefde baat. choor, van alk Dorpelingen. Dat men Catharina, &c. CATHARINA.. Wat hoor ik ? Gy lieden fpreeit van weldaaden!.. Gy noemt my!... Myn goede vrinden! wat wil dit alle* zeggen? wat wilt gy doen?  ZANGSPEL 09 De Dorpelingen allen te faamen» U kroonen. mathuryn, tegen Catharina. Als oudfte van dit dorp, is my verzocht het woord tedoen , wees zo goed my aantebooren. CENEveve, geeft een teken dat ieder luisteren moet, waarna Mathuryn, met eene zwakke en bevende Jlemme, begint te fpreeken. Het is heden juist drie jaaren geleeden, Catharina, dat gy, in dit distrikt, ter woon kwaamt. Zedert dat gelukkig oogenblik ging 'er geen enkelen dag voorby, die geen getuige droeg van uwe weldadigheden. Dag aan dag hebben wy nieuwe verplichtingen aan u. Wy beflooten, ten einde u onze dankerkentenisfe te doen blyken, en onze kinderen, uwer deugd ter gedachtenis in te boezemen , jaarlyks dien dag ten feest te vieren in dit dorp, zo lang wy het genoegen mogen hebben u 'er te behouden, en op dien dag zal altyd aan u door de oudften onder ons, ten teken van vrindfehap, een' bloemenkrans worden aangeboden, die een blyk onzer verplichting, voor uwe weldadigheden, zal ftrekken. GENEVEVE. Het hart flaat my van blydfchap , myn waarde Catharina! beste vrlndinl wat is het een genoegen voor ons! Wat is het eene eer u by ons te hebben! catharina. By zich zeiven. Wat heb ik vernomen? Hoe! myne Lerfie Bedryf. D 3 dier'  So CZAAR PETER de GROOTE. dierbre vrinden! Tegen Mat hutyn. Myn goede oude man! Gy hebt dun dezen bloemenkrans voor my gefchikt? MaTHUiiYK, kroont Catharina met den bloemenkrans, en, na zulks verric ht te hebben, vertoont hy eenig verlangen haar te willen omhelzen. Catharina, dit merkende, drukt den ouden Mathuryn in haare armen. peter, zacht, tegen Li Fort. ö Myn vrind! welk eene vertooning ! le fort, zacht, tegen Peter, Wat aangenaam oogenblik voor u! FINALE. choor, van allen, behalven Catharina. Dat men Catharina pryze, Op deez' dag haar eer betvyze; Dat nimmermeer ons hart vergeel* Haar weldaên, vaak aan ons hefteed! chook, van oude Lieden. Haar byftand en weldadigheden Zyn d'otiderdom een toeverlaat. choor, van jonge Meisjes. Zy leert ons 't pad der deugd betreetien. choor, van Jongelingen. Ey haar vind zuivre liefde baat. choor, van alle de Dorpelingen. Dat men Catharina &c. 'Ai A-  ZANGSPEL. 31 mathürvn, verheugd, tegen de Dorpelingen. Daar ik (ie oudfte ben van jaaren, Word door my uw wensch verricht. Tegen Catharina. 't Zoude elk hunner blydfchap baaren, ln het kwyten van deez' plicht My te mogen evenaaren. MATHÜRYN. CHOOR. Ja, 't zoude elk hunner blyd- Ja,'t zonde elk onzer blydfchap fchap baaren, baaren, In 't kwyten van deez' dierbren In 't kwyten van deez' dierbren plicht plicht, My te mogen evenaaren. Thans te zyn van zyne jaaren. Hoe ftreelende is dees dierbre plicht 1 Hoe ftreelende is dees dierbre Hoe ftreelende is dees dierbre plicht! plicht! catharina, haare vreugd verbergende. Ik kan niet meer ... myn traanen vloeijen. Wat loon, voor weldafin , zo gering! De aandoening doet myn' boezem gloeijen. Nooit, nooit vergeet ik 't geen ik hier ontfïrig. geneveve, carolina, En eenige Dorpelingen. Dit volgende zingen ze zacht en als met aandoening onder eikanderen fpreekende. Ik voel myn traanen vloeijen peter, le fort. Voor't geen zy aan ons deed. ^ ft voe[ fflyn tmMn 'k Voel myne borst van vreugde vloeijen t s yen ! Wat vreugd voor hem dien' t wel> 6 Dag, dien 'k nooit vergeet I doen niet vergeet! Eerjle Bedryf. Acht  32 CZAAR PETER de GROOTE. Ach! ik voel myn traanen vloeijen. Voor 't &c, catharina; 6 Traanen , traanen , wilt vry Ik voel myn borst van vreugde vloeijen I gloeijen. Wat loon voor 't weinig dat ik Dat nimmermeer ons hart ver» deed! geet'. Dat ik nooit dezen dag ver- De weldaêndieCathrina deedl geet! Choor van de Dorpelingen. Dat men Catharina pryze, Op deez' dag haar eer bewyzel Dat nimmermeer ons hart vergeet', Haar weldaên, vaak aan ons bedeed! De Dorpelingen gaan met mathuryn. peter,' le fort, catharina, geneveve, carolina en alexis gaan in het huis van ge orge naar linnen. Einde des eerften Bedryfs. TWEE-  ZANGSPEL. 33 TWEEDE BEDRYF. Het Tooneel verbeeld het huis van George, van binnen, zyn. de eene boeren kamer: in dezelve zyn drie uitgangen , een rechtuit, en ter elke zyde nog een. Een zydelingjche uitgang gaat naar de kamer die door Catharina bewoond word, de andere uitgang naar de kamer van George en Ceneveve. De uitgang in het verfchiet is naar dat ge> deelte van het dorp, het welk in het eerjle bedryf vertoond is. Ter zyde Jlaat eene tafel, waarby eenige banken geplaatst zyn. EERSTE TOONEEL. peter, george. Zy komen door de deur der kamer van George op het tooneel. george, met een blykbaar genoegen. E/indelyk zyn we eens alleen. peter. Hoe kost gy uwe dochter en Alexis dus bedroeven ? Is het mogelyk dat gy u zo tegen hun huwelyk kunt aankanten ? george, glimplagchende, hem de hand drukkende. Ik verzeker je dat, wanneer ik je zal gezegd hebben wat de reden daarvan is, jy me geen ongelyk meer zult geeven. , Tweede Bedryf. E pe-  34 CZAAR PETER de GROOTE. PETER. Ik geloof dat niets in ftaat is, my te doen zeggen dat gy hen nfet onrechtvaardig behandelt. Wat wcetgy toch op Alexis te zeggen? GEORGE. Niets, zo waar ik leef, niets ter waercld. Hy is zo ryk en zo braaf als hy veiliefd is, en ik ben 'er van verzekerd dat hy Carolina zou gelukkig maaken, dcc'.i hy zal ze evenwel niet hebben.. PETER. En waarom niet, meester George? GEORGE. Waarom niet? Hoor, ik zei je zulks, tusfehen vier oogen , zeggen , omdat ik graag iemant tot fchoonzoon wou hebben die myn werf, met hetgeheele boeltje, zo van me overnam, en die my in myn ambacht opvolgde ; in één woord , een* fchecpstimmerman. Hoor, vrindlief, het is nu den tienden van deze maand net een jaar geleden dat jy by me gewerkt hebt, en ik heb op myn boek gevonden dat ik, dit jaar, vry meer heb overgewonnen dan de voorige jaaren : ik ben zulks aan jou verfchuldigd. Jy hebt door jou vaardigheid in het arbeiden alle myne overige knechts Listiger in hun werk doen voordvaaren, Jy bobt door jou oylettcndheid myne gehcele werf in orde gehouden. Wel nu, nou had ik voor, om jou te bewyzen hoe zeer je my voldaan hebt, en, om jou yver naar verdienfte te loonen, wou ik je myne dochter ten huwelyk geeven, om jou dus myn' opvolger te maaken. PE-  ZANGSPEL. S5 peter, ter zyde. Hemel! wat zegt hy my!.. (Tegen George.) Myn goede meester George, het is my byna onmogelyk uit te drukken hoe zeer ik aangedaan ben over uwe goedhartige aanbieding; doch het is my onmogelyk 'er gebruik van te maaken. george. Hoe! jy verfmaad'myne aanbieding?.. peter. Behoud het geen gy bezit, meester George. Ik heb het niet nodig, waard)k, en, betreffende uwe dochter tot myne vrouw te neemen, is bet my niet mogelyk myne toeftemming daaraan te gecven. george. Ik ben byna my zelf niet van verwondering over jou behandeling. Jy weigert myn fchoonzoon te worden!.. neen, het isme niet mogelyk, jou dit ooit te vergeeven. peter, ter zyde. Hoe aangenaam ftreelt my zyne dringende pooging! C Tegen George.) Het verwondert myniet, meester George, dat ik, in uwe oogen, zeer ondankbaar fchyne; maar wanneer men zyn woord heeft gegeeven, en daarby eene goede keuze gedaan heeft, mag men dan wel zyne beloften verbreeken? george. Zo, nou begryp ik je, jy weigert dan myne dochter te trouwen, vermits jy jou woord aan eene andere gegeeven hebt? Tweede Bedryf. E2 PE-  36 CZAAR PETER de GROOTE. peter. 6 Ja, gy hebt het juist genaden. george. Waarom heb je my zulks niet eerder gezegd ? En mag ik wel weeten wie zy is die gy..? peter. De fchoonfle, de deugdzaamfte vrouw van deez' ganfchen omtrek ; met één woord . . Catharina! george. Catharina! heeft ze jou haar woord ook gegeeven? peter. ö Ja, meester George. george. Je bent, indedaad, wel gelukkig. Je zoud my niet te vreden gefield hebben als je eene andere keuz' gedaan had. Jy meugt die weêrgaölooze vrouw wel in waarde houden. Ik heb 'er geene deugdzaamere , geene braavere, in myn gehcele leven, waai ik me ook bevonden heb, gekend. peter. Dus wilt gy my myne weigering wel kwytfehelden ? george. 6 Verr' van hierover te onvreden te wezen, wil ik graag alles doen wat my mogehk is, zo je myn hulp nodig hebt, om mede te werken, dat jy den man word van haar, door wie jy het geluk hebt bemind te wezen. peter. Wel nu, weet dan dat myn geluk thans in uwe handen ftaat. e e-  ZANGSPEL. 37 george. Zo veel te beter. Maar laat hooren, in wat opzicht? peter, Ik zal het u zeggen: ik heb reeds, voorlang, heimelyk Catharina myne Wenichen te kennen gegecven, en haar verzocht myn liefde te bekroonen; doch altyd was zulks vergeefsch. Eindelyk, ten vollen verzekerd zynde van myne oprechte neigingen, heeft zy zelve, dezen morgen , den dag beftemd die ons, voor altyd, zal vereenigen. george. Ha, die dag zal een der gelukkigften van myn leeven wezen. Zeg, vrind, tegen wanneer is die dag bepaald? peter. Op den zelfden dag dat Alexis met Carolina zal trouwen. george, met dejlerkfle vervoering van vreugde. Welaan, dan maar op morgen. Ja, op morgen zal je alle vier gelukkig zyn. Ik zal het ten eerften aan Catharina, aan myne vrouw en de jongelui zeggen, en daarna fpoedig naar den notaris , om te zeggen dathy, van daag, de twee huwelykscontraclen klaar maaken moet. Gy zult my, intusfehen, hier omftreeks, wachten ; ik zal aanfionds weder by je zyn. Hoor, Peter, wacht me maar hier. Hy vertrekt en gaat aan het einde van liet tooneel binnen door de deur in het verfchiet. Peter begeleid hem, zyn genoegen en dankbaarheid, door zyne gebairden, uitdrukkende. Dit gefchied alles gedu:rende de Rüouruelle der volgende Aria. Tweede Bedryf. E 3 TWEE-  38 CZAAR PETER de GROOTE. TWEEDE TOONEEL. feter, alleen. ARIA. Ik zal haar, die 'k bemin, erlangen. De fchoomle vrouw, die 'fc immer zag, Zal van myn band CATHARINA. ? Niets kan, &c. PETER. > Wat vreugd, &c, 'k Bied Hechts alleen myn hart u aan. CATHARINA. Niets dan uw harte kan my ftreelen, 'k Zou met geen' vorst een' rykstroon deelen! Met uw hart ben ik voldaan. PETER. Hoe! met geen* vorst een' rykstroon deelent CATHARINA. PETER. Niets dan uw harte kan my. Hoe! met geen'vorst een'ryksftreelen, troon deelen ! Gy zyt alleen myn wensch op Waarom my aan haar niet veraard'!., klaaidï.. ö Min 1 die my kunt ftreelen !.. Te faamen. CATHARINA. ^ ft Haakcn> PETER. ('haar Die trouwe en deugd waardeert, Kan ons heil volmaaken. En fchenkt all* wat het hart begeertt Ik zal altyd trouw beminnen. Ja, myn echtverbord Verrukt en üreelt myn zinnen. Ik zal deez' Houd, Steeds, in gedachten-, Heiliyk achten. Te  ZANGSPEL. 45 Te faamen. catharina. peter. Voor hem in min ie blanken , Voor haar in min te blaaken , Die trouw en deugd waardeert, Die trouw en deugd waardeert, Kan ons heil volmaaken, Kan ons heil volmaaken, En fchenkt ali' wat het hartbe- En fchenktalP wat het hart be. geert. Sec"' . VIERDE TOONEEL. peter, catharina, l e fort, geneveve, alexis, carolina; mathuryn, wordende door carolina en alexis onderfteund. Dor. ■pelingen. Mathuryn, een weinig in 'i verfchiet van het tooneel. II et is onnodig my te onderfteunen. Ik gevoel dat de blydfchap myne krachten doet aangroeijcn. geneveve, tegen Peter en Le Fort. Zet je lui deze bank hier wat nader by. peter, le fort en alexis, zetten de banken, die ter zyle van het tooneel Jlaan, in het midden, by wyze van een halfrond. peter. Kom, vader Mathuryn, zet u hier neder. mathuryn, gaat in het midden , op een der banken, zit. ten, en Geneveve zet zich aan zyne rechter zyde. mathuryn. Waar onthoud zich toch Catharina? Tweede Bedryf. F 3 ca-  40 CZAAR PETER DE GROOTE. CATHARINA. Hier ben ik, goede Mathuryn. Zy zet zich aan de andere zyde van Mathuryn. De overige oude mannen en vrouwen neemen mede hunne plaüzen. Daarna zetten zich Peter en Le Fort aan de eene en Alexis en Carolina aan de andere zyde. Peter zit op den hoek van de bank aan de zyde van Catharina. De overige jongelingen en jonge dochters , tot de Dorp dingen behoorende, plaat/en zich, by partyen, achter de ere perfoonen, dié zich te vooren op de banken geplaatst hebben. MATHURYN. 8, Onzer aller weldoeniler 1 welk eene genencbte Welk eene verrukking van blydfchap word ik gewaar dat ik nog uwe bruiloft, en die van myn'«Alexis zal mogen bywoonen! Wie durft 'er nu zeggen dat 'er geen plaifier voor de grysaards op aarde is? Ik ben nu by de negentig jaaren oud ; doch nooit.. nooit woonde ik zo een' geneugelyken dag by. *GENEVEVE. Noch ik. Evenwel, bebalven den dag van ons trouwen !.. Dien dag zal ik, van myn leeven, niet vergeeten. Jk had 'er zo'n plaifier. . . zo'h plaifier . . . nu, dat is ook niet zonder reden. Ik trouwde met George, dien ik reeds, van mj ne kindfche jaaren, liefhad. ( Tegm de oude Vrouwen.') Het ftaat joului nog wei voor dat het toen de gewoonte was met nicmant te trouwen dan dien men bemin-  ZANGSPEL. 47 minde. Wat is men, op dien tyd, wel te vreden, en hoe verheugt men zich dan!.. Men kan 'er niet hartelyk genoeg van fpreeken; neen, dat kan men niet. peter» Komt meester George niet? catharina. Hy moest reeds hier zyn. ceneve ve. Hy zal niet lang weg blyven, kinderen. Een poosie geduld, een pcosje geduld. alexis. Zo intusfchen André ons dat liedje zingen wou dat hy ons geheele dorp geleerd heeft, en daar ik zo'veel van hou. . . carolina. 6 Ja, dat zou goed wezen. geneveve. Is het niet dat liedje daar van dien keizer in komt die een timmerman wierd? * alexis en carolina. Ja, ja, dat is het. geneveve, tegen Le Fort. Kom, André, dat mot je voor ons reis opzingen. l e fort. 6 Zeer gaarne. Tweede Bedryf, VER.  48 CZAAR PETER de GROOTE. VERTELZ EL, LIEDJE. Geduurende dit Liedje doet Peter, door zyne gebaarden, zien, dat hy vervoerd is door het genoegen, het welk dit Liedje hem veroorzaakt: intusfehtn Catharina, met verwondering en eene verlegen houding, op alles acht geeft wat Peter verricht» «sa* Een roemryk keizer liet, weleer, Het gausch beftuur v.in zyne (Haten In handen van een' deugdzaam' heer, Om niets onondoorzocht te laaten. Rang, fehattcn, grootheid, hoe vermaard, Geeven (leeds geen vreugde op aard'. CHOOR. Rang, fchatten, &c. «ga* Hy deed zich ais een* werkman kleên, En reist dus, om zich fcliuU te honen, Door Holland, Frankryk, England heen, En waar men fchepen leerde bouwen. Rang, fchatten, ccc. CHOOR. Rang, fchatten, &c. «et» Geen arbeid viel zyn vlyt te zwaar, Al doet de fchecpsbouw 't werkvolk zwoegen ; Hy oeffende, yvrig, zich een jaar, En vond in 't timmren veel genoegen. Rang, fchatten &c. CHOOR.  ZANGSPEL. 49 CHOOR. Rang, fchatten , &c. "3255 Hy nam 't gereedfchap rustig aan, En liet de kroon en fcepter vaaren; En leerde 'c fcheepswerk zo verftaan, Dat niemant hem kunde evenaaren. Rang, fchatten , &c. CHOOR. Rang, fchatten, &c. Gy,vorften! groot van magt en ftaat, Laat vry een ander *t ryk regeeren, Neemt fteeds gelegenheid te baat , En reist en werkt om wat te leeren. 't Is daardoor dat men ftceds ervaart, Dat rang nech grootheid vreugde baart. alexis. Ha, wat is dat een mooi liedje! catharina. André zingt het ook met een' fmaak, die . . . peter, met de Jlerkjle vervoering. Ja, hy heeft my, door zyn' zang, dermate getroffen, dat het my onmogelyk is myn genoegen daarover uittedrukken. geneveve. Ik mot bekennen dat het liedje mooi is; maar het zou nog mooijer wezen zo alles waar was dat hy 'er Tweede Bedryf. G i»  50 CZAAR PETER de GROOTE. in zegt, Want jelui zelt me nooit wysmaaken, dat een keizer zyn paleis en hof en alle zyne kostelykhcden zoude verlaaten om van de eene plaats naar de andere te zwerven, en dat om het fcheepstimmermans ambachtte leeren. Neen, neen, dat zei geen een van allen my doen gelooven, al praatte jelui nog zo. l e fort. Het is evenwel waar, oude vrouw. Zie daar, vraag het vry aan Peter. peter, ten literjlen verlegen. 6 Ja, ik verzeker bet u, 't is wel de waarheid. VT F D E TOONEEL. pet er,le fort,catharina,geneveve, alexis, carolina,mathuryn, george, de notaris i en voorige Dorpelingen. george, zeer vrolyk en met drift. Vloeden dag, goeden dag, allemaal. de notaris. Goeden dag, kinderen, goeden dag. george. Ha, zie daar ook den goeden ouden Mathuryn. george, zet zich aan de zyde van Geneveve neder, en plaatst den Notaris twfchen hem zeiven en Mathuryn. Toe, goede oude vrind, gy hebt het huwelykscontraft van myn' vader zaliger, gy hebt het myne getekend, gy  ZANGSPEL. 5i gy moet nou ook dat van myne Carolina en neef Alexis tek ïnen. (T >wyl George dit ttgtn Mathuryn zegt, brengen ïwee jongelingen eene tafel, die ze voor den Notaris plaatsen.') de notaris, zyn fchrjfuiig en eenige papieren uit zyn' zak hooiende Met welk van de twee buwelykscontraêlen zullen we een begin maaken ? g eorge. Met dat van Peter en Catharina de notaris, jchryvende» Zeer goed. Nu zullen we eerst een' ieders naam opncemen. (legen Peur.) Hoe is uw naam, myn vrind? peter, eenigzins verlegen. Peter. de notaris. Ja, zulks is my bekend. Maar ik wenschte uw' geflachtnaam wel te weeten. peter, met meer verlegenheid. Ik.. ik.. heb geen' anderen naam. catharina. Waarom fchaamt gy u over uwe lotsbedeeling ? Zeg vry, zonder bewimpeling,dat ge uwe ouders nooit gekend hebt. de notaris. Hoe! Weet hy niet wie zyne ouders waren ? peter. Neen, heer Notaris. le fort, zacht tegen Peter. Dat is flim overlegd. Tweede Bedryfi Gz BE  5a CZAAR PETER de GROOTE. de notaris, voordfchryvende. Nu, dan is 't iets anders, dan is 't iets anders. geneveve. Nou verwonder ik me niet, dat hy 'er altyd, by ons, een geheim van gemaakt heeft. de notaris. Wat zal de bruid ten huwelyk geeven? peter. Niets, heer notaris. Al het geen zy bezit gebruikt zy ter onderfteuning van nooddruftigen. mathuryn. 8 Ja, zulks kan ik getuigen, zulks kan ik getuigen. de notaris, tegen Peter. En gy, myn vrind, gy brengt zekerljk ook niets ten huwelyk ? peter. Och, neen , heer Notaris, ik bezit niets dan een paar goede armen , en myne liefde voor Catharina. de notaris. Kom , kom, gy zyt veel ryker dan gy weet. Meester George heeft my zyne voorneemens, ten uwen opzichte, medegedeeld ; ze zyn in deze afte geïncereerd : ik zal ze u voorlcezen. peter, zacht tegen le Fort. Wat wil hy daarmede zeggen ? de notaris, zie zo. . . (Hy fcheidt met fchryven uit.) Luider toe. (Hy leest ) Ja ier is het Is voor my Notaris gecompareerd , George Morin , meester fcheepstimmerman, woonachtig in dit dorp, begeerende de  ZANGSPEL. 53 de dienden, door genoemden Peter hem bewezen, te vergelden , en de vrindfehap aan hem betoond te erkennen, heeft afgedaan, en ftaat by dezen af, ten behoeve van meergenoemden Peter, alle zyn fcheepstimmervverven, alle afzonderlyke werkplaatzen, allefcheepstimmer- en verdere gereed(chappen, timmerhout, hem George Morin toebehoorende, midsgaders het byna afgemaakte fchip, nog op dapel ftaande, om verder onder zyn opzicht afgemaakt te worden. catharina. Is 't mogelyk ? peter. Wat hoor ik? le fort, zacht tegen Peter. Zie daar u eensklaps tot fcheepstimmermansbaas gemaakt. de notaris, met leezen voordvaarende. Geevende nog daar boven ... nog daar boven de fupliant George Morin aan genoemden Peter eene fomme van vier honderd gouden ducaaten , welke vier honderd gouden ducaaten George Morin bekent, hem door de kunde van genoemden Peter te zyn overgewonnen, en wel hoofdzakelyk door den yver die genoemde Peter onophoudelyk betoond heeft in zyn arbeiden. (Hy vangt weder aan te Jchryven.) peter. Kan het wezen 11 (Hy flaat van zyne plaats op, gelyk cok George.) Meester George .. 1 waarde vrind ..! het is my byna niet mogelyk te fpreeken . . myn hart is te vol. . . Tweede Bedryf. G 3 Hy  54 CZAAR PETER de GROOTE. Hy werft zich in de érmen van George. Ze omhelzen elkander voor het oog van het gebette gezeljchap. ZANG. Zingende faamenfpraak. Wat Tioor *k ' wie zou dit kunnen e;isfeii ! Dierbaar vrind! wnt bied gy me aan? GEORGE. Eefcoon 'k u als zoon zal moeten misten, Kunt gy 't aanbod niet verfmaan. Allen, behatven George. Welke edelmoedigheden) • . catharina. Deze edle daad is zyner waard*. george, tegen Peter. Ik ben van my w< 1 te vreden. Door aan u dit te befteeden Maak ik uw geluk op aard*. PETER. LE FORT. Hoe kan dit myn hart verruk- Hoe moet dit zyn hart verruk, ken ! keu! Daar het lot my fchynt te druk- Daar het lot hem fchynt te drukken , ken, VinH ik nll* wat vreuirile baart. Vind hv all* wat vreiü'dp hnotf PETER. LE FORT en CHOOR. Hoe kan dit myn hart verruk- Hoe moet dit zyn hart verrukken ! ken! Daar het lot my fchynr te druk- Daarliet lot hem fchynt te druk» keu, ken, Vind ik üT wat vreugde baart. Vind hy all' wat vreugde baart. I *•  ZANGSPEL 55 peter, tegen George. *k Zal zo lang ik leef betoonen Hoe myn iiart dees' daad gedenkt. george. 'k Begeer geen loon, dit zou my hoonen; Als gy me uwe vrindfehap fchenkt, Zie ik my ruim beloonen. george. choor. Als gy my uwe vrindfehap Als gy hem uwe vrindfehap fchenkt, fchenkt, Zie ik my ruim beloonen. Ziet hy zich ruim beloonen. peter, ter zyde, met veel aandoening. 'k Wil geen belooning hem opdringen. En my dit oogenbiik bedwingen: Ik mogt misfehien Me ontdekken zien. Recitativt. Waarde George, dien 'k moet achten t li Aanvaard uw milde gifte en hou die in gedachten. De dag breekt mooglyk nog eens aan Waarop ge u door my ziet voldaan. Wil alles van myn vrindfehap wachten : Gy, gy zyt myne erkentnis waard'. Het geheele Choor. Hoe kan dit ons hart verrukken! Daar het lot hem fchynt te drukken. Vind hy all' wat vreugde baart. de notaris, met fchrjven uitfeheidende. Het huwelykscontraa is gedaan: 'er feheelt nu niew Tweede Bedryf. meer  55 CZAAR PETER de GROOTE. neer aan dan het ondertekenen uwer aller naamen. (Hy biel zyne pen Catharina aan, dewelke tekent: hierna tekenen Peter, George, Geneveve, Le Fort en Mathuryn, peter, terwyl Mathuryn bezig is met tekenen. Myn goede Mathuryn, uwe hand beeft. mathuryn. Dat is waar, myn vrind; maar wat kan ik 'er tegen doen? dit is het gevolg der jaaren en der vreugde die ik thans gevoele. (Hier na tek nen ook Alexis en Carolina, en vervolgens alle de Dorpelingen.) alexis. Zal ons huwelyksconffact cok nou niet opgeftc-ld worden ? de notaris, zyne papieren byeen fchikkende. Een oogenblik geduld, myne kinderen, een oogenblik geduld. , ZESDE TOONEEL. peter, lefort, catharina, george, geneveve, alexis, carolina, mathuryn, de notaris, en eenige Dorpelingen. mensikoff, gevolgd van eenige Soldaaten. MENSikoff [laat, met blydfckap en bewondering, zyne oogen op Peter en Le Fort, die hy veinst niet te kennen. peter, zacht tegen Le Fort. "\^"ien zie ik daar? Menfikoff? . . CE-  ZANGSPEL. 57 geneveve. Wat of ons toch die groote heer te vraagen raag hebben? (,•// ha volk ftaat op en begeeft zich achterwaard'. De jongelingen neemen de tafel en de banken weg.) mensikoff. Is dit het huis niet, alwaar de fcheepstimmerman George Morin woont? geneveve, eenigszins naar vooren komende. Ja.mynheer .... Ja.mynheer .... dat is myn man.... Daar ftaat hy, mynheer daar ftaat hy. . . george. Wat was 'er van uw' dienst? mensikoff. Onder het vólk dat op uw werf werkt, moeten zich twee perfoonen bevinden, dewelken, de een Peter en de ander Le Fort heet. george, op Peter en Le Fort wyzende. ö Ja, mynheer, daar zynze. catharina, zacht, tegen Peter. Wat mag hy van u te begeeren hebben ? mensikoff, trgen George. Ik wenschte hen wel alleen te fpreeken. Zou het mogelyk zyn dat ik, hier, een oogenblik, ze alleen zou kunnen fpreeken ? george. Jawel, mynheer. QT ren den Notaris, op de kamer van Catharina wyzende.) Laaten wy in deze kamer gaan. In dien tusfehentyd dat zy hier blyven, kunnen wy het Tweede Jiedryf. u hu_  58 CZAAR PETER de GROOTE. huwelykscontract van Alexis en Carolina daar in gereedheid brengen. (Men volgen zy George , Catharina bh ft de laafte: zy gaat, met eene verlegene houding, zeer langzaam, voord, houdende in haar weggaan, ly verfcheide herhaalingen, haar oog gevestigd op dePerfoonaadjes, die op het tooneel blyven.~) ZEVENDE TOONEEL. peter, le fort, mensikoff. Eenige Soldaat en. mensikoff. !Eindelyk mag ik u weder zien! ö Peter .. . 8 myn keizer! En u, Le Fort! waardig vrind van den luisteryklten monarch ! In welk eene kleeding moet ik u beiden hier ontmoeten!.. peter. Waarde Mcnfikoff, fpreek een weinig zachter. Gy mogt ons hier bekend maaken. l e fort. Wat mag u hier heen voeren? Is het thans in Moscovie in Itilte ? houden de onecnigheden op ? mensikoff. Zo dat zo ware, zoude ikmy dan,eenoogenblik, enttrokken kunnen hebben aan het beftuur des kcizerryks, aan myne zorge tocbetrouwd? peter. Hemel! wat hoor ik? MEN-  ZANGSPEL. 59 mensikoff. Daar ik niet aarsfe'de de bevelen uwer majesteit, geduurende uwe reize door verfcheiden gedeelten va:i europa , met alle getrouwheid, te volvoeren, liet ik de vóórnaam ften van uw hof byeen vergaderen: ik deelde hen uw oogmerk mede, hen toonende, dat gy u zeiven niet te goed achtte alle middelen natefpooren ten einde de nutte kunften en wetenfehappen ten eenigen tyde in uw keizerryk te doen bloeijen. Allen waren zy, wegens uwe oogmerken, opgetoogen; ieder hunner zag ik, al ftilzwvgende, uwe uitzichten bewonderen en metdcizelver goedkeuring bekroonen. Zy fcheenen allen uwe te» rugkomfte met geduld te willen afwachten ; doch i'ndert zy zyn te vveeten gekomen , dat gy in uwe iïa::ten waart terug gekeerd, zonder dat zy wisten waar gy u ophield, hetgeen gy my verbo.ien had te melden, zyn de boyards, nydig wegens den rang en het vermogen waarmede uwe majesteit my vereerd had , afgunflig te~en my geworden. Zy hebben beflooten my te verdelgen, zy hebben myne eer belaagd en myn gedrag in verdenking gebragt, waarop eenige faamgezwoorenen tegen my te faamgefpannen hebben, my befchuldigende alleen de oorzaak van uw afwezen te zyn, en dat ik op uw leven toelegde, en langs dien weg uwen troon trachtte te beklimmen. Ja, eindelyk wierd ik als een verraader, een geweldenaar uit uw paleis gefleept, en naar den toren gebragt, waar ik, gevangen, en in ketenen gefloten, myn ver. blyf moest houden. pe te r. Hemel! Tweede Bedr-jf. H 2 le  6o CZAAR PETER de GROOTE. le fort. Het had immers u weinig moeite gekost uwe onfehuld te doen blyken door de bevelen te toonen die gy, van tyd tot tyd, van uwen keizer ontfingt ? PETER, Zulks komt my ook voor. mensikoff. Myn vorst, hierdoor zoude ik immers het geheim aan den dag gebragt hebben, hetgeen gy my bevolen had zorgvuldig te bewaaren. Dus had ik het dorp moeten noemen , alwaar gy, onbekend, wilde blyven, en waarvan gy me verboden had de minfte melding te maaken. Ik wilde my liever aan de flaverny en de fchande, ja aan den dood blootnellen, dan u te mishaagen door uw gebod te overtreeden. peter. Ik herken myn' Menfikoff aan deze onwrikbre trouw.' Verhaal my verder hoe het voords met de oneenigheden, in myn ryk, afliep. mensikoff. De raad vergaderde. Ik moest voor hem verlehynen, en zonder myn' rang of myne dienftcn aan het ryk in aanmerking te neemen, wierd ik verweezen myn hoofd te verliezen, byaldien uwe majesteit aan het volk niet weder werd gegeeven. Ik verzocht naar deze plaats heen te mogen trekken; waarheen ik begeleid ben van eenige uwer bevelhebbers , benevens driehonderd foldaaten, dewelken ik bevolen heb zich eenige fchreeden van  ZANGSPEL. 61 van hier verwyderd te houden. Ik nader u thans, alleen verzeld van deze weinige foldaaten. (Hy wyst op zyngevolg en werpt zich geknield voor Peter neder,) My op myne kniën voor u nederwerpende, in myn' ongelukkigen toe. Hand, fmeek ik uwe majesteit de eer te willen handhaven van een' uwer getrouwde onderdaanen. peter. Rys op, Menfikoffl rys op, fmeek ik u: het is in myne armen, en niet aan myne kniën, dat ik een' onderdaan . . een' vrind als Menfikoff, begeer te rechtvaardigen. (Hy richt hem op en omhelst hem.) mensikoff. 3 Vreugd! deze uwe ontmoeting doet my alle myne tegenheden niet meer gedenken. le fort. "Wy dienen geen' tyd te verliezen. Welaan', myn vorst! gy moet u fpoedig aan uw volk vertoonen. peter. Ja, laaten we ons fpoeden, en door my aan myne onderdaanen te vertoonen alle de oneenigheden op doen houden. Myne vrinden, de oogenblikken zyn thans allerdringendst (Tegen Menfikoff.) Ik zal my ten eerden aan het volk, hetgeen u op uwen togt verzeilen moest, doen zien; ik zal zelf aan hen openbaaren dat gy onfchuldig zyt, en dat gy u als een braaf onderdaan , naar myn bevel, hebt gedraagen. Daarna zal ik hier wederkeeren om alle myne fchulden, die ik my verplicht rekene af te doen, te betaalen. Tweede Bedryf. H3 ca-  62 CZAAR PETER de GROOTE. Catharina verfchynt , in het verfchiet van het tooneel. Zy nadert omzichtig, zonder dat de gttnen, die zich op het tooneel bevinden , haar gewaar worden ; ecltsr is ze naby genoeg om de volgende uitdrukkingen te kunnen verf aan, peter. 6 Gy, voor wie lk in de zuiverde liefde blaak ! gy, die ik wenschte de myne te maaken , in dit nederig gewaad ! hoe gelukkig zou deze vereeniging, zonder pracht cf luister, myner ziele zyn geweest!.. Doch laat ik hier niet meer aan denken... Niemant ziet ons hier; laat ons van dit oogenb ik gebruik maaken om ons van deze plaats te verwyderen: laaten wy hier niemant dooren. Welaan, volgt my. mensikoff, ter zyde. Welk een geluk vcor my, dat ik hem weder by zyne onderdaanen zal brengen! peter, le fort, mensikoff, en de Soldaaten gaan, door de buitendeur, heenen. ACHTSTE TOONEEL. catharina, alleenRECITATIVE.Wat !-.oor ik 1.. Peter!.. Zie ik u aan my ontrooven ?... Zy ylt Jpoedig naar de deur, door welke Peter vertrokken is. Ge ontvlucht me?.. b Hemel! konde ik ooit die daad gelooven? Hoe' op den dag van onze trouw, Verlaat ge my !.. Helaas ! war bittre rouw! Zy valt op eene bank neder en vervolgens op eene tafel, die 'er naby Jiaat. JJ NE.  ZANGSPEL. 63 NEGENDE TOONEEL. catharina, in zwym liggende, George in 't verjchiet. FINALE. T_T GEORGE. Wat zie ik? . . Hy looptfpoedig mar Catharina, dewelke hy in zyne armen neemt. Ach ! zy is bezweeken ! . . George zich keerende naar de kamer van Catharina, roept hy. Geneveve, Caroline, Alexis, acht TIENDE TOONEEL. catharina, nog in zwym liggende. GEORGE, GENEVEVE, CAROLINA, ALEXISj mathuryn, Dorpelingen. george. Schiet toe, rnyn vrinden! ó wat flag! . ; Zy zwynt I dat uwe hulp my diene. GENEVEVE, CAROLINA dl ALEXIS, Catharina onderfteunende. 6 Vrindinne! Het geheele Choor. Catharinel . . . Wie maakt haar zinnen dus verward? catharina, met eene bedwelmde Jiemme. Hy is reeds weg, ik zal 't befterven. f CHOOR. Leef, leef voor ons, verwin nw fmart. Vertroost, met moed, ons droevig hart. Tweede Bedryf. CA-  6\ CZAAR PETER de GROOTE. catharina. Kan 't mooglyk zyn , helaas! waar zal ik troost verwerven? Zy komt van lieverlee !>y zich zelve , en ziet allen, die haar omringen, met bewondering aan. Ach! hoe gy Hier by my? . . Allen tegen catharina. Wat heeft u neêrgel agen ? War droefheid kwelt uw' geest? Om wien nept gy bedeesd? catharina. Ach' wilt een droeve vrouw beklaageti. Ach! Peter is me ontvlucht, hy 's heene» welk een pynf CHOOR. Wat hooren wy ? Meiaas ! kan 't mooglyk zyn ! Daar ge u, op morgen, zoudt vei binden!,. Kan ooit die fnoodhcid weêrgafi vinden? catharina. Ja, ik wil hier derven van verdriet. Ik overleef die fnoodheid niet. CHOOR. Daar ge u, op morgen, zimdt verbinden!... Kan ooit die fnoodheid weérgaê vinden? Hemel! 't is met haar gedaan, Zy kan dees droefheid niet weerftaan. catharina. Neen, ik overleef dit niet. 'k Wil hier fterven van verdriet. CHOOR. Daar ge u op morgen &c. Einde des tweeden Bedryfs. DER-  ZANGSPEL. 65 DERDE BEDRYF. Het tooneel verbeeldt eene eenzaame plaatze, niet ver van het Dorp. Aan de eene zyde van het tooneel worden eenige wooningen gezien, aan de andere zyde ftaat een groene graibank, in het verfchiet ziet men een heuvelachtig gebergte, van het welk men door verfcheiden wegen op het tooneel komt. EERSTE TOONEEL. catharina, zittende op de grasbank; george, geneveve, carolina:deze drie laatfte komen op het tooneel. catharina. I^aat me alleen, myne vrinden, laat me alleen. Als ik my van u zie verzeilen, verzwaaren uwe traanen, die gy met de myne vermengt, myn zielverdriet. Ik bid u, laat me alleen. geneveve. Zouden wy jou, in deze droevige oogenblikken, verbaten? neen, neen, wy zullen je overal verzeilen. carolina. Laaten wy toch by u blyven. george. Tracht u toch niet aan onze vrindfchapsblyken te Derde Bedryf. I ont-  (6 CZAAR PETER de GROOTE. onttrekken, verfmaad de hulp niet van een huisgezin, dat u vvenscht alle mogelyke vertroosting toe te brengen. catharina, opft'aande. My vertroosten ? neen , nimmermeer. Vergeefsch hoopt gy zulks ... 6 my ongelukki :el.. wie zoude kunnen vermoed hebben, daar ik, dezen morgen , myne traanen door de (tredend fte vooruitzichten van heil liet vloeijen, dat ik, heden nog, traanen van fmatte en de zielgrievendfte wanhoop zoude plengen?.. george. Beur u zelve toch een weinig op, Catharina, ei, beur u een weinig op. Poog een die u misleidde te vergceten. Veracht hem die myne weldaaden onwaardig was, en niet verdient den naam van uw' man te erlangen. catharina. Wat yzelyk denkbeeld ! verraaden te worden door hem dien men teder bemint! (Met vervoering.') Hemel l wie zag ooit zulk eene fnoodheid! . . . welk eene ontrouw!... zich zo beminnelyk, zo deugdzaam aan my te vertoonen:... my zyn woord van trouw te geevcn!.. het myne aan my te ontrukken , en op het zelfde oogenblik dat we zwoeren eikanderen fteeds te zullen beminnen , my te verhaten!., van my weg te vluchten!.. Ja, vlucht vry. Ga, tracht vry anderen, door uwe fchyndeugd, te verblinden. Ik zal poogen u uit myne gedachten te verbannen... u, voor eeuwig, te vergecten. Wat zeg ik? te vergecten!.. zou my zulks wel mogelyk zyn ?.. alles zal my hier uw beeld voor oogen brengen,  ZANGSPEL. 67 gen. Alles zal my uw' naam en uwe misdaad herinneren. . . Ja ik zal my van hier begeeven; ik zal voor altyd dit oord ontvluchten. george. Wat wilt gy doen ? carolina. ft Hemel!... wat hebt gy voorgenomen? GENEVEVE. Hoe! zou je ons verlaaten kunnen? TWEEDE TOONEEL. £ U A T U O R. carolina, geneveve en george., te famen. 'VvTat hoor ik! wilt gy heenen gaan? Ik fmeek u, bljf! wat gaat u aan ï Troost, om de vrindfehap die ons bond. Die ons hier te vreên deed leeven. Onze fmarte, op dezen ftond, george. Hoor ook George, op dezen ftond; Wil hem niet begeeven. carolina, geneveve en george. te famen. Hoor ons allen, op deez' ftond ; Wil ons niet begeeven. catharina. Helaas, gy weent! laat af, fchreit toch niet meer. Weest niet zo ftraf myn droefheid aan te kweeken. Derde Bedryf. I 3 ca-  68 CZAAR PETER de GROOTE. CAROLINA, GENEVEVE £71 GEORGE, te famen, In wat oord ge u ook bevind, Gy vind, van ons geweeken, Geen plaats waar men u teed'rer mint. CATHARINA. Naar welk een oord zoude ik my been begeeven, Daar by geduu/ig niet zou voor myne oogen zwceven? CAROLINA, GENEVEVE en GEORGE, te famen. Denk aan d'ondankbren toch niet meer. GENEVEVE. Ik, die hem moederlyk beminde. CAROLINA» GENEVEVE. GEORGE. Ik, die als broeder Ik, die hem moeder- Ik,die als vader hem hem bezinde, Ijk beminde, bezlndé , •k Haat hem nu ■ by 'k Haat hem nu : hy Hy verdient myn heeft deugd noch heeft deugd noch gunst niet meer. «er. eer. CATHARINA. Hy fcheen zo braaf, 't was of hy trouw my minde... Die fnoode grieft my door het pynlykst harteke.1., CAROLINA, GENEVEVE, GEORGE. Hy 's loos van aart, hy baarde u fmarc. CATHARINA. Ach, dat die oorzaak van myn fmart Nooit weêr een plaats vinde in myn hart, CA-  ZANGSPEL. 69 carolina, geneveve, george. Hy 's loos van aarc, hy baarde u fmarr. catharina. carolina,geneveve en george. Ach! dat die oorzaak van myn Hy *« loos van aart, hy baarde u (mart (taart, Nooit weêr een plaats vinde in Verban hem in uw deugdzaam myn hart. hart. DERDE TOONEEL. catharina, george, carolina «71 alexis. alexis, byna ademloos van den berg komende, en met een halfgebrokene Jtem. Ik heb hem gezien. Ik heb hem gezien. . ■ geneveve. Wat wilt gy toch zeggen met, ik heb hem gezien? alexis. Dat ik hem gezien heb, dat ik hem gezien heb. —* Hy is nog hier. george, ongeduldig. Wie? alexis. Peter. catharina. Wat hoor ik? . . . george. Kan 't mogelyk zyn? alexis. & Ja, Peter en André, Ik heb ze alle twee gezien, Derde Bedryf. I 3 daar  70 CZAAR PETER de GROOTE. daar ginder by den ingang van het woud. Zy waren by dien grooten heer die zo even by ons kwam, daar waren wel driehonderd. . ja, meer dan driehonderd foldaaten by hen, die allen op de kniën nedervielen voor hem, en geduurig vivat riepen, waarna Peter en André elkaêr omhelsden, voor het oog van al het v0lk: zy decden de kleedereu, die ze aan hadden, uit, en trokken anderen aan vol goud en diamanten en kosteljkheden, toen preien teerde de foldaaten hun geweer. 'Er wicrd getrommeld , getrompet, en de vaandels wierden in het ronde geflingerd, ö myn tyd! myn tyd j wat was het alles voortrcffelyk! . . CATHARINA. Welk een voorgevoel doorwoelt alle myne leden!..' G ENE VEV E. Wat zou dit toch alles zeggen willen? GEORGE. Ik weet het waarlyk niet. CATHARINA. Zulks valt my niet zwaar te raaden... Gy weet dat Pe. ter ftceds zyne afkomst heeft verborgen gehouden. . . Die voornaame heer die daadlykhier was, en hier is geen twyffel aan , heeft hem zekerlyk eene of andere tyding gebragt die hem verplichtte met hem te vei trekken. Hier verfchynt Menfikoff' in het verfihiet op den berg. Hemel! daar is hy... Hy komt naar ons toe... waarde vrinden! wilt my toch niet begeeven. Onderlteunt my, op dat ik de fmarte verbergen mooge die myn geheele ziel vervoert. VIER.  ZANGSPEL. 7l VIERDE TOONEEL. catharina, georce, geneveve, carolina, alexis. mensikoff, naar Catharina tottrteden.de, waarop hy, van verre, een'ge oogenblikken zyne aandacht — j. vestigde, ter zyde. V\ elk eene voortreffelyke houding'.. welk een inneemend voorkomen!.. Laat ik haare verwondering niet te zeer tot my trekken. Tegen Catharina, wyzende op den bloemenkrans dien zy op het hoofd heeft. Ik zie aan dat fehoone fieraad dat het Catharina zyn moet, dewelke ik hier voor my zie ? catharina , ioelzinnig, doch met nederigheid. ft Ja, ik ben het zelve.... Gy komt zekerlyk, myn hart zegt het my, herwaard, om ons bekend te maaken, dat Peter ons dorp zal verlaaten! mensikoff. 8 Ja, wy vertrekken morgen naar Moscovie. catharina, ter zyde. Morgen? . 6 Hemel! het is voor my gedaan. rTe en Menfikoff.) Ik heb my altyd verbeeld dat Peter van eene verhevene geboorte moest zyn. Denkelyk zyt gy een zyncr vrinden, een zyner bloedverwanten? mensikoff. Een zyner bloedverwanten?., ft ja, ik ben een zyner kinderen. Derde Bedryf. ^  72 CZAAR PETER de GROOTE. geneveve. Hoe ! mynheer! zou hy jou vader zyn ? mensikoff. Ja, myne vrinden. cath a r ina. Hoe kan dat weezen, mynheer ? zyne jaaren zyn nog zo hoog niet dat hy. . . mensikoff. Ik verzeker u, dat hy myn vader is; hy is uw va» der; hy is de vader van allen die dezen ganfchen omtrek bewoonen ; is een ryksmonarch, die zich onöphoudelyk bezig houd met het geluk zyner onderdaanen te bevorderen: is zulk een niet, met de daad, hun vader? Weet, myne vrinden, weet, bekoorlyke Catharina, dat dees beminnenswaardige ftervcling, wiens afkomst gy vertrouwde dat zo duister was, dat die werksman, die zo lang in het midden uwer verkeerde en arbeidde, Cwie toch van u allen zoude zulks ooit hebben durven vermoeden ?) .. Peter Alexiowitz, onzer aller meester, onze keizer is. Allen, behalven Menzikof. Hem! . . . catharina. Hoe hevig word myne ziele, op het onverwachtst, getroffen ! 6 voorbeeld, van waare grootheid! 6 weêrgaêlooze deugd !.. Dat voorhoofd dat ik zo menig werven met zweet. door onvermoeiden arbei 1, overdekt zag, heeft de keizerlvke kroon getorscht? Die eenvouwdige, die nede- ri-  ZANGSPEL. 73 rïge, die yverige werksman is Peter, der Rusfen keizer! Nochtans verzekerde hy my, ja hy zeide my.nog dezen morgen, dat hy niet wist uit wien hy gefprooten was; dat hy niets bezat; dat hy. . . GENEVEVE. 6 Ja, mynheer, wy waren altyd in de weere zo veel wy konden, hem zyn lotdraagelyk te maaken : want wy verbeelden ons dat hy geen mensen had die voor hem zorgde. CATHARIN A. Hy heeft langer dan een jaar in ons dorp verkeerd. Waarom of hy toch al dien tyd zyne grootheid en zyn* rang heeft verborgen gehouden ? M ENSIKOFF, Waarom, bevallige Catharina ? om by ulieden het waar geluk te fmaaken dat geluk, zó zelden aan een' vorst bekend. Hy wenschte zich te zien beminnen, niet om den rang dien hy bekleed, maar omdat hy, uit hoofde Zyner hoedanigheden, verdiende bemind te worden om in het binnenfte uwer ziele te leezen, om te onderzoeken wat in dezelve omging, en om van tyd tor tyd meer en meer uw vertrouwen en neiging voor hem te winnen, ten einde daa; door by zich zeiven volkomen overtuigd te zyn, dat gy in hem het vertrouwen zult ftt Hen, dat hy, ten eenigen tyde, eene keizerin den troon zal doen betreeden, die hem in deugden gelyk is. CATHARINA. Wat hoor ik?.. Derde Bedryf. K MSN-  74 CZAAR PETER de GROOTE. mensikoff. ö Roem ".vaardigde aller vrouwen! het is geen tyd meer u iets verborgen te houden. Ja, Peter heeft u tot deszelfs gemalinne verkoren! Hy zal hier aandonds zyn om u zelve, dien zo hoogverheven eernaam aan te bieden in tegenwoordigheid van alle zyne bevelhebberen en inwooneren van deeze landdreek. Hy heeft my afgevaardigd aan u bekend te maaken, het geen hy befloot hier te verrichten Zie my hier, als de eerde, om u de hulde toe te wyden van den roemwaardigden en deugdzaamden vorst. CTegen George en de overige, .) 6 Myne vrinden' buigt u met my neder voor haar die den troon van Rusland zal betreeden. Allen, behalven Mtnfikoff. Hemel! Menfikoff en alle de overigen werpen zich geknield voor Catharina neder. catharina, geheel vervoerd. Wat doet gy ? Gerechte hemel! Wat doet gy ?.. Ik ten troon verheven worden!. Ik de gemaalin van den Czaar ? neen, neen, nooit zal ik gelooven kunnen .. dat de machtigde vorst, de'roemr)kde dermenfehen zyne keuze op my Myne vrinden, kunt gy dit gelooven?... (Tegen Menfikoff.) In 's hemels naam, gebruik my niet ten doel uwer fpotterny; heb medelyden met eene vrouwe, die geen meederes van haare hartsgedeldheid is, en tracht toch haare fmarte en vervoeringen niet te vermeerderen. MEN-  ZANGSPEL. 75 MENSIKOFF. Wil niet twyffelen, en wees toch meesteresfe van u zelve: verdubbel u we krachten, opdat gy de glorie, die voor u bereid is, kloekmoedig moogt aanvaarden. Denk, deugdelyke Catharina ! denk aan het geen gy waardig zyt te erlangen. De keizer wacht my. Ik zal my by hem voegen, ten einde myne bevelen aan het volk,dat hem verzelt, mede te deelen. legen George en de overigen. Laat gy, myne vrinden, hier alle de bewooners van deeze landftreek te faamen roepen, opdat zy zich met u vereenigen, en aan den keizer alle blaken van achting en liefde, die hy waardig is, moogen opdraagen. genevïïve, met eene vervoering van vreugde. Ik zal al myn best loopen, mynheer, ik zal al myn best loopen. Menfikoff begeeft zich naar het gebergte j op dat zelfde oogenblik verfchyntn in het verfchiet Mathuryn, de Notaris met eenige Dorpelingen op het tooneel. Alexis en Carolina gaan hen tegen, en , terv/yl Geneveve het volgende J'preekt, zyn ze bezig als eikanderen verhaalende , hetgeen ze, zo even, van Menfikoff gehoord hebben. Ja, ja, ik zal dit groote nieuws alle menfchen, aan het geheele dorp vertellen.. Komt komt Het kwam my > byna ook ongeloof'elyk voor dat Peter een flecht mensch of een valsaaris kon wezen. Men kon zo klaar, dunkt me, zyne goedheid, zyne oprechtheid uit zyne oogei zien. Nooit bedrieg ik me in het voorkomen van een' braav' mensch, neen, nooit bedrieg ik my daarin. Derde Bedryj. Ka V XF-  7<5 CZAAR PETER de GROOTE. VT F D E TOONEEL. catharina, george, geneveve, carolina, alexis, mathuryn, de notaris, Srfieeps- timmer Lieden en Dorpelingen. ZINGENDE SA AM EN SP RAAK, carolina, alexis, george. Ja, 't is de vorst, zo waard' gepreezen, CHOOR. 6 Welk een vreugde! is het wel waar? carolina, alexis, george. Ja, hy zal hier daadlyk weczen. CHOOR. 6 Welk een vreugde! is het wet waar? catharina, zich in hun midden voegende. Ja, vrinden, ja, die my ftraks deed voor ontrouw vreezen. Hem, dien *k verachtte alswyfelaar, Is Peter, is onz' aller braave Czaar. CHOOR. ö Welk een vreugde! is het wel waar?.. george. 6 Ja, by zal hier aanltonds weezen: Zodra gy hier den vors1 ontmoet, Valt dan, met my, hem voord te voet. ceneveve , carolina, alexis, mathuryn george. en Dorpelingen. Zodra men hier den vorst ont- Zodra gy hier den vorst ont» moet, moet, Valleelk, van ons, hem voord te Valt dan , met my, hem voord voet. te voet. Van  ZANGSPEL. 77 Van verre word een krygsmarsch, zeer zacht, gefpeeld, welk geluid allengs aangroeit. De volgende twee regels worden door allen, behahen catharina, zeer zacht, gezongen. Wilt nu de vreugde wat betoomen ; *k Zie hem daar komen. catharina, ter zyde. Ach! waar ben ik ? 't Hart klopt my van fchrik. Terwyl de matsch word vervolgd, komt Menfikoff aan het hoofd van de lyfwacht des keizers van den berg. Eenigen,die de Jiandaarden des keizers draagen, vei zeilen de lyfwacht. Voorts doet Menfikoff dezelve, in het verfchiet des tooneels, in een halfrond fchaaren. Bier na verfchynt Peter , in zyn keizerlyk gewaad ge. dost, leunende met zyn' rechter arm op den fchouder van Le Fort, die gelyk een bojard gekleed is. Hy word van zyne btvelhebberen gevolgd, waarna nog een gedeelte der lyf wacht verfchynt. De trein word door een compagnie foldaaten gejlooten, die zich boven op het gebergte gerangfehikt i/yven onthouden. Derde Bedryf. K 3 ZES-  78 CZAAR PETER de GROOTE. ZESDE EN LAATSTE TOONEEL. DE V0RIGEN. PETER, LE FORT, MENSIKOFF, Bevelhebbers, Lyf wachten en Soleiaaten. Zodra Peter , van vrre, naar voren op het tooneel gekomen U,werd met ht fpeelen van den marsch opgehouden, en alle de Dorpelingen, aan welker hoofd zich Catharina, George en zyne bloedverwanten bevinden, werpen zich voor den keizer neder. PETER, recht Catharina met drift op. c Wta op, Catharina! (Tegen de overigen.) Staat, gy allen op. (Zy Haan allen op. Be wooners van deeze landftreek ! waarde vrinden ! medgezellen 1 .. Het is my niet rrjeermogelyk Wien ik hen voer u verborgen te houden. Ja , ziet in my Peter Alexiowitz, uw' keizer; en ziet, in deezen,Le Fort, myn" ftaatsminister, myn' vrind, myn' raadsman. Wy wenschten, nog eenigen tyd, het genoegen te hebben , by ulieden , als onbekend door te brengen ; dan het zyn de oneenighedeo die, aan myn hof, uitharden, dewelken my verplichten my te (boeden, en my daarheen te begeeven en u te verlaaten. Ik kon niet op my verkrygen, ö myne vrinden! u te verlaaten zonder u, vooraf, te komen zien. Ik kom u, vaarwel, zeggen, en ti alle myne verithuldigde erkentenis, voor uw' vrindfchagpelykén omgang, met my,betuigen. (Tegen George.) Wil my omhelzen. George. (George, fchroomvallig zynde Peter te naderen, komt hy zelf naar hem toe, en drukt hem in zyne arme/..) Of-  ZANGSPEE. 79 GEORGE. ' Uwe majesteit vernedert zich te veel. PETER. Ik my dus te veel vernederen!.. Neen, myn vrind! onze overeeLkomst van denken maakt ons wederzyds onze achting waardig. Gy waart myn weldoener, toen gy geloofde dat ik noch geld noch bloedvrinden had: ik behoor,op myne beurt, uw weldoener ook te zyn- En wat ben ik u , ö deugdlievende en allerbevalligfte Ca. tharina, niet veifchuldigd ?. Gy hebt myn hart, dat van natuure onmededoogend en woest dacht, menschlievende doen denken. Gy deed het trapsgewyze vatbaar worden voor de edelfte gevoelens! ö myne weldoenfter! ö myne onwaardeerbaare vrindin! Den rang, die u, door my, Word aangeboden , ben ik uwer verdienden fchuldig. Aanvaard , 6 Catharina ! met myne hand den eernaam van keizerin. CATHARINA. Mag ik wel geloven het geen ik hoore!.. Hoe, Peter! ! (En' nederiger, toon aannemende.') Hoe!., zoude uwe majesteit! . . PETER. ft Ja, ten einde- myn eigen geluk en dat myner onderdaanen te verzekeren , tracht ik u aan my te verbinden metce onverbreekbaarfle banden, en u myne kroone op te draagen. CATHARIN A. Neen, neen, deze eere is my al te groot, dan dat ik ze zoude durven aanvaarden .... 6 doorluchtig vorst! Derde Bedryf. wjj  8o CZAAR PETER DE GROOTE. wil my Hechts die geene laaten, waarvoor het noodlot my g fchikt heeft. Misfchien zal ik de taak eener vrouw, die i.i nederigen (laat geboren is, kunnen volbrengen, daar ik m> voor die, dewelke eene monarchin dient te verrichten, te zwak zoude bevinden. Ik durf uw aanbod niet aanvaarden. peter. Wie toch zoude beter aan dien rang kunnen beandwoorden?. Aanbiddelyke vrouw! Uwe weigering maakt u' m; ne keuze nog waardiger. Het is vergeefsch dat gy U tegen onze yerbindtenis tracht te verzetten. Alhoewel uwe kiefche wyze van denken u fchynt te beletten myne wemchen te vervullen, z\ kan u toch niet beletten my uwe eeden, aan my gezworen, te volbrengen. Bedenk Catharina! dat gy my uw woord bebt gegeven, en dat ik u het mvne gaf, ja dat ons huwelykscontract ons reeds verbonden heeft, CATHARINA. Toen ik dat huwelykscontract tekende, toen ik u myn woord van trouw gaf, dacht ik dat gy myn gelyken waart. Gy betuigde my toen zulks; gy misleidde my daarin: dus houden alle de beloften op, en ik ben vry. peter. Hoe, Catharina! durft gy my dat doen hooren ! gy. die my zo dikwerf leerde getrouw en oprecht te beminnen !. . Neen. gy hebt my nooit bemind. c a t n a it i is a , zeer aangedaan. Ik heb u nooit bemind!., wreede... ach ! vergeef my cener vervoeing, die my, op dit oogenblik, doet ver- gee-  ZANGSPEL. 8r geeten wie gy zyt, en wie ik ben. Helaas! waarom bezit ik, als gy, geen keizerryk! geene kroone? peter, wyzende op den bloemenkrans, dien ze op haar hoofd heeft. Acht gy dan dat höofdfieraad voor niets?myne kroone Is een gevolg van geboorte, en het lot; de uwe, daarentegen, wierd u, om uwe deugden, gefchonken. Indedaad, Catharina! gy zyt aan my gelyk. CTegen allen die rondom hem Jlaan.~) ö Myne vrinden! myne wenfehert moetenthans ook de uwen zyn: wilt myne pooging,door uw aller hulpe, onderfteunen; tracht Catharina overtehaalen, myn' wensen gehoor te geeven! Het geheele Choor, behahen Peter, tegen Catharina. Ja, ja, wil Rusland, troon betreeden: Wil onzen wenscli niet tegenftaait. Welaan, laat u thans overreeden, Neem des keizer aanbod aan. CATHARINA. RECITATIVE. Ik ben my zelf niet meer... De kracht wil my begeeven, Hemel! ach! wat thans verricht?.. Neen, neen, 'k vvcêrfta niet meer myn' plicht; •k Voldoe uw' aller wensch ; '1; zal (leeds voor Peter Ieeven. Zyn gunfte ftreelt myn hart, 't geen heden klaar bevind, Dat men de aanbieding van een' troon kan wederftreeven , Maar dat de liefde 't alles overwint. Derde Bedryf, L CHOOR.  82 CZAAR PETER de GROOTE. CHOOR. Dat nimmermeer vergeeten zy, Dees biyde dag van ons verlangen t Dat men de liefde erkeiu'nis wy*, Met liane en mond, in onze zangen.' catharina, tegen alk de Dorpelingen, fj?r. Ik moet udan, voor altyd, verlaaten!.. nimmer,nimmer zult gy uit myne gedachten gaan, Zyt verzekerd, myne waarde vrinden , dat, offchoon Catharina uwe keizerin worde, zy uwe vrindinne is, cn dezelve altyd blyvcn zal. Ja, altyd, altyd zult gy myne vrinden zyn. peter. Notaris, geef my het huwelykscontract van my en Catharina. (Hy neemt het contraSt van den Notaris, ziet het zelve in. (Tegen den Notaris.) Zeer goed. . . vervolgens Catharina, met tederheid , aanziende, betoont hy zyne tevredenheid over het zelve en geeft het vervolgens aan een' zyner bevelhebberen over. (Tegen den Notaris ~) Hebt gy ook. het huwelykscontract van Alexis cn Carolina? de, notaris. Ja, Vorst, daar is het. peter. Ik zal het ook ondertekenen. (De Notaris bied aan den keizer eene pen aan, waarna hy het contraSt tekent. alexis, tegen carolina. Wel drommels, wat is dat eene eer voor ons! PE-  ZANGSPEL. 83 peter> tegen den Notaris, hén het contratt en de pen weder geevende. Gy moet 'er in fchryven dat ik ze eene huwlyksgifte van drie duizend ducaaten fchenk. (Tegen Alexis en Carolina.) Aanvaart nogdaavby, beminneiyk paar, dit teken myner vrindfehap, het is myne becldtenis. (Hy bied haar zyne afbeelding, rondom omzet met diamanten, aan. Alexis neemt dezelve aan, kitscht ze, en geeft ze vervolgens aan Carolina,die het zelfde doet, en daarna dezelve aan haar' hals hangt. Catharina voegt 'er de haare by. Tegen de Scheepstimmerlieden, die zich alle te faamen bevinden aan de zyde waar George ftaat.) En gylieden , die ik bekwaam heb gemaakt in eene kunst, die ik zo nuttig oordeelde te zyn, en die door my zo geacht is, komt in myn ryk den fcheepsbouw aan myn onderdaan en leeren : richt 'er fcheepstimmerwerven op; maakt kundige werklieden. Gy allen moogt ftaat maaken op de gunst en vrindfehap van uwen gewezen cameraad. beurtgezangen: le fort, tegen allen die zich op het tooneel bevinden. Opdat, in Rusland , de onderzaat JVaar kunst eu wetenfehap zou ftreeven, Heeft onze vorst, als laag van ftaat, Zich gansch Europa door begeeven. Wie onzer mag de dankbaarheid, Voor dezen dienst, in 't hart verfmooren? Dat elk, dit uur, zyn lof verbreid', En yverig zich dus laat hoorenr Derds Bedryf. L 3 „Lanj»  $4 CZAAR PETER de GROOTE. „ Lang leeve onze vorst J Die, om zyne onderdaanen 9, Den weg tot roem te baanen, n Moeite en zorg braveeren dorst. i CHOOR. „ Lang leeve onze vorst! „ Die, om zyne onderdaanen „ Den weg tot roem te baanen , ., Moeite en zorg biaveeren dofst. PETER, op Li Fort wyzcnde. Le Fort verdient alleen den lof: Hy deed myn hart voor oeffning blaaken.' Zeer zeiden zal een vorst, aan *t hof, ZiLh , door kunstliefde, onfterfiyk maaken. Door wyzen raad van een' braav' vrind Is hem een heilryk lot befchooren. Hy, die ten troon zyn' wellust vindt, Zal d'onderdaan fchaars roepen hooien: „ Lang leeve onze vorst! „ Die, om zyne onderdaanen „ Den weg tot roem te baanen, „ Moeite en zorg biaveeren dorst. CHOOR. Lang leeve Sec. carolina en alexis. carolina. Op morgen trouwen wy gewis. a l ex»  Z A U O S F J? % alexis. Eer dat een jaar zal zyn verloopen, Dutf ik, (en dit gaat vast niet mis,) Met u, op een' Alexis hoopen. carolina. Aan Alexis de leel.itenis des keizers, die zy aan haar' hals hangen heeft, wyzende. 'k Zal hem dees bceldt'nis, nu en dan, Doen kusfchen; 't zal hem wis bckooren. En, zo dra hy maar praaten kan, Wil ik hem telkens roepen hooren: Te faamen. ,, Lang leeve onze vorst! „ Die, om zyne onderdaanen ,, Den weg tot roem te baanen, Moeite en zorg braveeren dorst. CHOOR. Lang leeve &c. catharina, tegen de aanfchouweren* Een vorst, die d'onderdaan bemint, Mag men, met recht, een' vader noemen Op Peter wyzende. Daar elk in hem een' volksvrind vindt. Verheugen we ons hem hier te roemen. Indien zyn lust tot wetenfchaps Ten bloei zyns ryks, u kan bekooren, Geeft dan een blyk, door handgeklap, Wanneer gy ons zult roepen hooren t Derde Bedryf. L 3 1™S  85 CZAAR PETER de GROOTE. „ Lang leeve een vorst, die deugd en kunst bemint, „ En in het heil zyns volks zyn' wellust vindt. CHOOR. „ Lang leeve een vorst, die deugd en kunst bemint, „ En in het heil zyns volks zyn' wellust vindt. Einde van het derde en laatjle Bedryf.  MISSTELLINGEN. opBladz. S. Regel 8, ftaat Peter en Le Fort. moet zyn, Peter cn Andrd. 53 . 21 ■ » hem doo —— hem door. 57 16 de ander Le Fort heet de ander André heet. 65 den onderften tegel ftaat onze vrindfchappelyUen te, moet zyn, onzen vrindfchappelyken omgang te 75 ——■ 54 ; komt komt •—— komt, komt.  Gene Exemplaren worden voor echt erkend, dan die, welke door den Secretaris van den Schouwburg der Bataaffche Republiek ondertekend zyn.