HANDELINGEN VAN DE MUNICIPALITEIT DER STAD AMSTERDAM. III. 1) E E L. B IJ L A G E N. T E A M S T ER DAM, Bij HENDRIK G ART MAN, M D C C X C V. Het Eerfte Jaar der BataafTche Vrijheid.   Vervolg der Zitting tan Maandag den z Felr. 1795- PROCLAMATIE DER PROVISIONEELE REPRESENTANTEN» AAN HET VOLK DER STAD AMSTERDAMi FM HEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAR BURGERS! Toen wy, op den 19 January dezesJaars,op voorfteiling van het Committé Revolutionair, door U Lieden tot uwe provifioneele Reprefentan-, ten werden aangefteld, en op het Raadhuis opontboden, om het provifioneel Beftuur dezer Stad op ons te neemen, begrepen wy, dat geen zwarigheid, van wat aart ook, op dat allergewigtigfte tydftip ons konde, of mogte weêrhouden, om ons die iftoeijelyke taak te getroosten. De innerlyke overtuiging van de ysieiyfce ge*  C * ) volgen van eene, al ware het flegts korte, Regeeringloosheid, het levendig gevoel van de onvermydelyke wanorde , verwarring, onzekerheid, algemeene vertwyfeling en wanhoop, welke daar uit onmisbaar moesten gebooren worden, dit alles maalde ons zo fterk, en zo ónmiddelyk de treurigftc tafereelen, dat alle tegenbedenkingen, hoe wigtig ook, daarby vervallen moesten; de billyke vrees,dat onze bekwaamheden veelligt niet berekend mogten zyn voor eene zo .moeijelyke taak; de opoffering van onze rust, gewoone bezigheden en huisfe]yke genoegens; alle deze bedenkingen moesten wyk«n voor de beflisfende overweeging, dat uw aller belang, uw aller veiligheid, een onmiddelyke voorziening vorderdeen dat wy, door ons aan het ons opgedragen provifioneelBeftuur te onttrekken, ons voor alle de ysfelykheden van eene Regeeringloosheid zouden hebben verantwoordelyk gemaakt. • Ziet daar, Burgers! onze dryfveêren! ziet daar onze bedoelingen! fteunende op de zuiverheid van onze oogmerken, fteunende op de heiligfte, op de rechtvaardigfte, op de verheventte aller zaaken — de zaak derVryheid, en vooral vertrouwende op de onderfteuning van eene Voorzienigheid, welke wy, zonder by« geloof, eerbiedigen, aanvaarden wy rustig on" ;/ A ze  ( 3 ) ze moeijeiyke taak, onder eerbiedige verWach.cing van haare goedkeuring. Ons eerde werk, Burgers! beftondt in éen'e plegtige, en met een algemeené aandoening vergezelde verklaring, dat de heilige beginfelen van Rechtvaardigheid en Billykheid, de eenige rigtfnoer van onze handelingen zouden uitmaaken; dat geene bewegingen van laage wraak, geene aandrang van eenige andere beweegredenen', dan die op dezelve beginzelen deunden , ons gedrag zouden. - regelen ; dat het behoud der rust van deze volkryke Stad , de be* veiliging van perfoonen ch bezittingen tegen alle aanranding , onder wat febyn ook, by ons aan de order van de dagen van ons provifioncel beduur zoude zyn; en, waarde Medeburgers I hoedreelend, hoe troostelyk is'het niet -voor óns, dit groote oogmerk van onze roeping bereikt te hebben? Hóe grootsch is 't niet voor u allen en voor ons, dat de verhevene zaak der vryheid niet bezocteld is geworden, door eenige de minde ongeregeldheid? Hoé ftreelend voor de memchlykheid is het, {rat by de eerfte ontluiking der Vryheid , deze geheslé ftad is geweest een tconeel v- de gulle aandoeningen van vreugde en bfrbttéëïï fchap, en niet van Vorbfctetang haat oF Wraakzucht ?' Hoé vertederend 'vóór den wiarëö Va?A 2. der-  C 4 ) cferlander en Menfchenvriend te mogen zeggen: in de volkryke ftad Amfterdam hebben, by hetoogenblik van de herfteliing der vryheid, overal gevloeid traanen van vreugde , maar geen druppel Burgerbloed! ó Heerlyk voorbeeld, voor alle onze Bataaffche Broeders, en andere fteeden dezer Republiek! ö Edel kenmerk van de heiligfte der zaaken! De Batavier toont zich dan edelmoedig naa zyne overwinning! Hy veracht en vergeet de hem aangedaane beledigingen; hy reikt aan alle misleidden , de gulle hand van Broederfchap ; hy zoekt geen wraak of verwoesting, maar vryheid; eindelyk hy is edelmoedig omtrent het voorledene, om des te ftrenger alle onderneemingen tegen de zaak der vryheid in het toekomende te ftraffen. Ziet daar Burgers! onze beginzelen; gylieden hebt getoond door uw edel en bedaard gedrag, dat ze de uwe zyn: aan deze zyt gy de lust der ftad fchuldig, en het groote oogmerk onzer provifioneele aanftelling tot uwe Reprefentanten, is bereikt. Het wordt dan tyd, Burgers! dat wy bedagt zyn om ons beftuur te eindigen, dat wy met hartelyke dankzegging voor het vertrouwen door UL. in ons gefteld, moeten wederkeeren, tot den kring van onze Medeburgeren, en ons ge-  ( 5 ) gezag in derzelver fchoot nederleggen. Dat Heerschzugtige Dwingelanden, dat laage wezens, die, zonder de posten waarin zy zig gedrongen hadden , in eene volftrekte nietigheid moeten wegzinken, het hunne hoofdzorge maaken, om zich door duizend laage kunften in een geüfurpeerd gezag te vestigen; de waare Vaderlander kent geen' edeler post, noch verhevener ftandplaats, dan die van Burger! en legt met genoegen zyn gezag neder, in den boezem van hen van wien hy het ontleend heeft. Maar op dat alles met orde zoude kunnen gefchieden, op het oogenblik dat wy ons beftuur eindigen, zal men bedagt moeten zyn, om op een geregelde en welberekende wyze de gezamentlyke Burgers en Inwooners dezer Stad op gelchikte plaatfen op te roepen, ten einde een gevoeglyk getal Reprefentanten tot het Opper-Stadsbeftuur te kiezen , om ons, het zy onder den naam van Municipaliteit, het zy onder eenen anderen naam, te vervangen, en alzo als regelmaatig door uwe vrye Hemmen gekoozen Vertegenwoordigers van het' Volk van Amfterdam, uwe belangen waarteneemen, en voords alle onderdeelen van het Stadsbelluur en deszelfs onderfcheide vakken zodanig te conftitueeren, als naar den aart der« zelve bevonden zal worden te behooren; zulA 3 len-  C 6' ) lende inmiddels alle de refpe&ive Commités blyven in funélie, tot dat daaromtrent, door de ons opvolgende Vergadering, nadere fchikkingen zullen zyn gemaakt. En ten einde deze oproeping der Burgerye en de wyze van {temming tot het benoemen van uwe toekomftige Reprefentanten, op zodanïge wyze gefchieden moge, welke aan de min. He confufie, corruptie en misleiding, midsga leveren van Plannen, om op de beste en gefchiktfte wyze het Volk op te roepen en te doen ftemmen > om onze Perfoonen te doen vervangen, door anderen, die op eene meer legaale wyze, als ten onzen opzichte zou zyn gefchied , zouden zyn verkooren, verklaard rondborftig , alvoorens tot de zaak zelve overtegaan, dat hy ,by gelegenheid van meermaalen over deze zaak gewisfelde gefprekken, altoos verrukt is geweest, méthetvleijend vooruitzicht van eerlang zich ontheven te zien van een' post, aan welkers waarnee. ming, als hy zichzelven wel kent, het hem aan geene bereidwilligheid, yver, of vastheid van geest ontbreekt, maar die, in dit tegenwoordig allezins belangryk tydftip, eene maate van ondervinding en kunde vordert, die hy evenzeer by zichzelven overtuigd is, niet te bezitten: dit., gevoegd-by het verlangen om het Volk op eene meer volmaakte wyze zyne rechten om« trent deszelfs Vertegenwoordigers te zien uitoefenen , deedt hem, met zyn medeleden, haaken, naar het tydftip, om zyn gezag in den fchoot van het Volk weder neder te leggen, en tot zyn beroep en huisfelyke bezigheden weder te keeren. Hy bekent, dat alle deze verleidende , doch echter zuivere, beginfels, hem hebben medegefleept gehad, tot dat hot middel zelve, waar-  waardoor deze vooruitzichten moesten worden Jbereikt, tot een onderwerp van meer ernftige overweging ter tafel van deze Vergadering is gebragt, te weeten de bovengemelde ProjeftProclamatie: met het zuiverst genoegen heeft hy de voorleezing van dezelve aangehoord, en de edele beginfels, die in dezelve doordraaien, meteen gevoelig en dankbaar hart toegejuicht, maar daar hy de bafis van dit gantfche ftuk dadelyk gepenetreerd heeft, daar in te beftaan, ■dat de tegenwoordige Perfoonen, uit welke deze Vergadering is gecompofeerd, gerekend zouden moeten worden , als hebbende gedefungeerd, en dus alleen maar moeten wachten naar het tydftip , dat hunne plaatfen door anderen konden worden vervangen, is het hem voorgekomen , dat de gegrond- of ongegrondheid van die ftelling vooraf ferieuslyk behoorde te worden onderzogt, wilde men zig aan geene onverandwoordelyke overyling, met betrekking tot zulk een belangryk point,fchuldig maaken. En hiertoe nu de gelegenheid gehad hebbende, moet de Ondergetekende voor zyn gevoelen verklaaren, dat hy de gefuftineerde gegrondheid van de gemelde ftellingen volkomen meent te kunnen tegenfpreken en te doen vervallen, uit hoofde van de volgende, zo het hem voorkomt, alle attentie meiïteerende conlideratie: B 2 „Dat  Dat alle Perfoonen door ons mede provi„ fioneel in de refpe&ive Committés geplaatst, >, uit hetzelfde beginfel van delicatesfe redenee» ti rende, op het eigën oogenblik, als wy onze posten in den fchoot van het Volk nederleg- den , zichinsgelyks zouden houden voor ont„ üagen, waardoor wy in effecte de zaaken we* „ der terug, en in dezelfde gefteldheidzouden „ brengen, zo als zy op den dag der Revolutie gebleven waren." ■ Zoude ik u de droevige gevolgen, welke daar uit noodzaakelyk, met betrekking tot de Revolutie, tot de rust en welftand van deze ftad, onlïiiddelyk zouden voortvloeijen, behoeven onder *t oog te brengen, dan zoude ik vreezenuw ■gezond oordeel te veel te zullen beledigen. Burger-s! Jaaten wy onswagten, van met het on* •fchuldigfte hart, geene daaden te verrichten, die in de gevolgen wezenlyk eene contra revoluties naire ftrekkinp zouden hebben. De bedenking, dat wy, in onze posten cont'nueerende ,het aanzien zouden kunnen verkry'gen, dat wy wilden ons in het bezit van dezelve vestigen , is voor ons, die uit de belangelooste beginfels handelen, dit beken ik, van gewigt, tü&Lt daar het de zaak der volmaaking van de Revolutie, daar het die der Vryheid onzer Medeburgeren zeiven geldt, moeten allc'byzondere " be.  C ?3 7 beweegredenen daar Voor wyken; [ mogten 'er onder het Volk zyn, die onedelmoedig genoeg waren om die aanmerkingen te maaken, laaten wy met een welverdiend medelyden op de zulken ter neder zien, en onze belooning vinden in de dankbaare harten derzulken, die ons beter weeten te beoordeelen , en in alle gevalle in de gerustftelling van óns eigen geweeten, dat wy uit geene. andere, dan de zuiverfte en belangclooste beginfels handelen.' Hoe zeer derhalven de Ondergetekende voor zich zeiven mede hartelyk zou verlangen ontflagen te zyn van eenen post, welks waarneeming hy erkent verre boven zyn vermogens te zyn, en die nogthands gepaard gaat met de grootfte verantwoordelykheid, moet hy echter om de bovengemelde, zo het hem voorkomt, allezins afdoende conlideratie, advifeeren , dat deze Vergadering in de pofitie, waarin dezaakennog zyn', provifioneel behoorde tè blyven continueeren, tot dat de Revolutie meerder is geconfolideerd, en dat dus de Proclamatie inquestie vooreerst nog zou behooren achter te blyven, willende hy zich niet mede verantwoordelyk Hellen voor deonberekenbaaregevolgen, welke,na zyn inzien, onvermydelyk uit een contrarie-refolutie zouden kunnen en moeten voordfpruiten, Amfterdam den 2 Febr, 1795. (Wasget.; t>. van AKEN, hendri^ B 3 Een  C 14 ) • "Een ander. Lid der Vergadering advifeerde in fubftantie tot het zo fpoedig mooglyk retnplaceeren en aftreeden der Provifioneele Volksreprefentanten. De Burger van der zoo las daarop zyn fchriftelyk advis, in deze bewoordingen gefield: burgers! H oe meer ik het voorftel, thands hier ter tafel, in overweging neeme, hoe meer ik my verpligt vinde aantedringen, dat de voorgeflagen Proclamatie voor het Volk van Amfterdam, ten fpoedigften mogelyk gedaan worde, en ik gevoel de no odzaaklykheid daarvan zo leevendig, dat alle zwaarigheeden , die men 'er tegen zoude kunnen inbrengen , in myn oog geheel verdwynen. Zal ik mogen zeggen, dat de noodzaaklykheid Van zulk eene Proclamatie , zo van de zyde dezer Vergadering, als van die des Volks, even fterk kan worden aangedrongen. Befchouwen wy het van de zyde dezer Vergadering , dan kan ik niet voorby u te herinneren , hoe wy ons allen in de onvermydelyke ver'pligting bevonden hebben , om ? op den glorieryken dag onzer Revolutie, het lighaam Van provifioneele Reprefentanten van het Volk van 'Amfterdam uittemaaken , en hoe zwaar my  C 15 ) my die last ook toefcheen, heb ik, voor my, denzelven bereidwillig op my genomen, daar myn hart, waaruit geen druppel bloeds dan voor myn Vaderland vloeit, my mynen pligt aanwees, om ook myne weinige talenten, in den dienst van dat Vaderland te befteeden, en my niet te moeten onttrekken aan de ftem die my hiertoe riep. Tot dien dienst ben ik nu verder tot den jongften ademtocht mynes levens gewillig, alleen heeft men niet nagelaaten ,my te vraagen} of myn aanwezen, in myne tegenwoordige betrekking, was de uitgedrukte wil van het geheele Volk ? Ik ben volftrekt vreemd van het oogmerk , om hier aanmerkingen te maaken, over de wording dezer Vergadering; ten vollen overtuigd,dat wanneer één gedeelte des Volks zich, boven het andere gedeelte, in moeden vaderlandsliefde verheft, tot verkryging zyner vryheid en herftelling zyner rechten, het als dan genoodzaakt kan zyn tot het doen van buitengewoone ftappen , om dit groote oogmerk te bereiken, en dat de noodzaaklykheid van het geval, zoo wel als het gewigt des onderwerps, ten vollen rechtvaardigen,het afwyken van de algemeen aangenomen, en door het redelyk verftand toegeftemde orde der dingen. Hiervan ten vollen overtuigd, en my verzekerd hou»  houdende, dat de yver en welwillendheid des Volks, het gebrekkige heeft over het hoofd gezien , dat hier in mogt hebben plaats gehad , fchieten my, hieromtrent, geene aanmerkingen over; alleen, daar wy eenigzins zyn terug gekomen van de verbaazing, die de groote Gebeurtenis eener Revolutie, waarvan de Gefchiedenisfen der Volken naauwlyks één voorbeeld opleveren, natuurlyk moest verfpreiden, oordeel ik, dat het ons past het oog te flaan op die beginfels van orde, zoo noodzaaklyk, om het begonnen werk gelukkig te kunnen volbrengen , en dat men zig niet te veel kan toeleggen, om , voortaan, naar de grondregelen eener welberedeneerde menfchenkennis, met bedaarden moed te werk te gaan. {Hef Vervolg hiernaa,*)  Vervolg van het fchriftelyk A'dvis van den Burgeï van der zoo, der Debatten en ver' dere Advifen, in de Naamiddags.zitting van den j mittés en Commisfiën zynde , zulten continueeren, of voor zo veel eenige daar van ferieufe* lyk en om voldoenende redenen, declareerden, hunne posten niet langer te kunnen waarneeHïenr, daarvan te; ontdaan, én andere bekwaame, deugdzaame en Vaderlandslievende Perfoonen,met toevoeging van een grooter getal naarvereisch, in derzelver plaatfen aanteftellen.. De Prefident advifeer.de mede voor defpoe, dige. vervanging der provifioneele Reprefentanten , merkende by. deszeifs advis in fubfiantie aan: dat de, Municipaliteit het hoofdcollegie van Beftuur ware, terwy/1 de Cornmittés flegts daar uit voortvloeiende, doch in den aartfunc-, tionaire Collegiën zyn, welke niet,op denzelf-. den grond van reden,hunne posten ten allen tydcn kunnen neerleggen : als ook dat de Vergadering door de Burgery gekoozen, meer klem zal hebben en fterker maatregelen , des noods zal kunnen .neemen , dan die van provifioneele Reprefentanten, welke, door het Committé Re* yolutiomir is aangefteld ; daar deze laatstgenoemde verkiezing op geen' anderen grond, dan ajleen de dringende noodzaakelykheid, kan be< fchouwd worden wettig gedaan te zyn. " De Burger van duzoo hjeldt het daarvoor t  C 23 ) Voor, dat de Cornmittés een legale aanftelling hebbende, zig zelve niet ontbinden konden tegen den wil des Volks, en dat alle refleótiën, van de Cornmittés ontleend, in het tegenwoordig gefchil niet in aanmerkiug konden komen; terwyl andere Leden mede aandrongen op een, fpoedige Volksöproeping, tén einde alle reproches en verdenkingen te keeren. Weder een ander Lid advifeerde,dat de Vergadering recht had, om alle de Inwooners dezef ftad in requiCtie te ftellen,en deCpmmittés derhalven by decreet derzelve haare posten behoorden te continueeren. Houdende zig de Burger van aak en daarby, dat men ten minften zo lang behoorde te continueeren, tot de rust in allen deelen geconfolideerd ware. Waar op de Prefident aanmerkte, dat men, om alle fchadelyke gevolgen der Volksöproeping ter remplaceering, te verhoeden, het Volk behoorde aantefpooren tot opkomst en het zo veel mogelyk uitbrengen van elks individueele ftem; ten einde de rampen die uit een onvoorzichtig remplacement konden voortkomen, te verhoeden. Tot ftemmihg over deze PrOpofitie overgegaan zynde, waren alle de Leden voor de 'Proclamatie., exept de Burger van aaken, die aandrong dat de volgende woorden: zullende inmiddels alle de Re/pee- tl-  C £4 ) wé Cornmittés blyven in functie ,ioi dat daarom, trent, door de ons opvolgende Vergadering, nadere fchikkingen zullen zyn gemaakt, 'er bygevoegd zouden worden; 't welk goedgevonden en tot het doen der Proclamatie geconcludeerd werdt* om des anderendaags te effeéfcueeren. F I N I & te AMSTERDAMi By H. GARTMAN, Boekverkoopef*  Vervolg der Zitting van Maandag den 2 Fehr. 1795. PROCLAMATIE der PROVISIONEELE REPRESENTANTEN, aan het volk der stad amsterdam. VRTUFJTi, GELTKHEID* BROEDERSCHAP. burgers! Toen wy, op demoTanuary dezesJaars,op voorftelling van het Committé Revolutionair, door U Lieden tot uwe provifioneele Reprefentanten werden aangefteld, en op het Raadhuis opontboden, om het provifióneel Beftuur dezer Stad op ons te neemen, begrepen wy, dat geen zwarigheid, van wat aart ook, op dat allergewigtigfte tydftip ons konde, of mogte weerhouden , om ons die moeijelyke taak te getroosten. De innerlyke overtuiging van de ysfelyke geA vol.  C * ) volgen van e.ene, al was het flegts korte, Regeeringloosbeid, het levendig gevoel van de onvermydelyke wanorde , verwarring, onzekerheid , algemeene vertwyfeling en wanhoop, welke daar uit onmisbaar moesten gebooren worden, dit alles maalde ons zo fterk, en zo onmiddelyk de treurigfte tafereelen, dat alle tegenbedenkingen, hoe wigtig ook, daarby vervallen moeten; de billyke vrees, dat onze bekwaamheden veelligt niet berekend mogten zyn voor eene zo moeijelyke taak; de opoffering van onze rust, gewoone bezigheden en huisfe]yke genoegens; alle deze bedenkingen moesten wyken voor debeflisfendeoverweeging, dat uw aller belang, uw aller veiligheid een onmiddelyke voorziening vorderde, en dat wy, door ons aan het ons opgedragen provifioneelBeftuur 'te onttrekken, ons voor alle de ysfelykheden van eene Regeeringloosheid zouden hebben verantwoordelyk gemaakt. Ziet daar, Burgers! onze dryfveéren! ziet daar onze bedoelingen! fteunende op de zuiverheid van onze oogmerken, fteunende op de heiligfte, op de rechtvaardigfte, op de verheVenfte aller zaaken — de zaak der Vryheid, en vooral vertrouwende op de onderfteuning van eene Voorzienigheid, welke •wy, zonder by geloof, eerbiedigen, aanvaarden wy rustig onze  ( 3 ) ze moeijelyke taak, onder eerbiedige verwachting van haare goedkeuring. Ons eerfte werk, Burgers! beftondt in eene plegtige, en met een algemeene aandoening verr gezelde verklaring, dat de heilige beginfelen van Rechtvaardigheid en Billykheid, de eenige rigtfnoer van onze handelingen zoude uitmaaken; dat geene bewegingen van laage wraak, geene aandrang van eenige andere beweegredenen, dan die op dezelve beginzelen fteunden ,. ons gedrag zouden regelen ; dat het behoud der rust, van deze volkryke Stad , de be* veiliging van perfoonen en bezittingen tegen alle aanranding , onder wat fchyn ook, by ons aan de order van de dagen van ons provifioneel beftier zoude zyn; en, waarde Medeburgers l hoe ftreelend, hoe troostelyk is het niet voor ons, dit groote oogmerk van onze roeping bereikt te hebben ? Hoe grootsch is 't niet voor u allen en voor ons, dat de verhevene zaak der vryheid niet bezoeteld is geworden, door eenige de minfte ongeregeldheid? Hoe ftreelend voor de menschlykheid is het, dat by de eerfte ontluiking der Vryheid, deze geheele ftad is geweest een tooneel van de gulle aandoeningen van vreugde en broederfchap, en niet van verbittering haat of wraakzucht ? Hoe vertederend voor den waaren VaA 2 der-  C 4 ) derlander en Menfchenvriend te mogen zeggen: in de volkryke ftad Amfterdam hebben, by hetoogenblik van de herftelling der vryheid, overal gevloeid traanen van vreugde , maar geen druppel Burgerbloed! ó HeerJyk voorbeeld, voor alle onze Bataaffche Broeders, en andere fteeden dezer Republiek! ö Edel kenmerk van de heiligfte der zaaken! De Batavier toont zich dan edelmoedig naa zyne overwinning! Hy veracht en vergeet de hem aangedaane beledigingen; hy reikt aan alle misleidden , de gulle hand van Broederfchap ; hy zoekt geen wraak of verwoesting, maar vryheid ; eindelyk hy is edelmoedig omtrent het voorledene, om des te ftrenger alle onderneemingen tegen de zaak der vryheid in het toekomende te ftraffen. Ziet daar Burgers! onze beginzelen; gylieden hebt getoond door uw edel en bedaard gedrag , dat ze de uwe zyn: aan deze zyt gy de rust der ftad fchuldig, en het groote oogmerk onzer provifioneele aanftelling tot uwe Reprefentanten, is bereikt. Het wordt dan tyd, Burgers! dat wy bedagt zyn om ons beftuur te eindigen, dat wy met hartelyke dankzegging voor het vertrouwen door UL. in ons gefteld, moeten wederkeeren, tot den kring van onze Medeburgeren, en ons fTf>.  ( 5 ) gezag ïn derzelver fchoot nederleggen. Dat Heerschzugtige Dwingelanden, dat laage wezens , die, zonder de posten waarin zy zig gedrongen hadden, in eene volftrekte nietigheid moeten wegzinken, het hunne hoofdzorge maaken, om zich door duizend laage kunften in een geüfurpeerd gezag te vestigen; de waare Vaderlander kent geen' edeler post, noch verhevener ftandplaats, dan die van Burger! en legt met genoegen zyn gezag neder, in den boezem van hen van wien hy het ontleend heeft. Maar op dat alles met orde zoude kunnen gefchieden, op het oogenblik dat wy ons beftuur eindigen, zal men bedagt moeten zyn, om op een geregelde en welberekende wyze de gezamentlyke Burgers en Inwooners dezer Stad op gefchikte plaatfen op te roepen ten einde een gevoeglyk getal Reprefentanten tot het Opper-Stadsbeftuur te kiezen , om ons, het zy onder den naam van Municipaliteit, het zy onder eenen anderen naam, te vervangen, en alzo als regelmaatig door uwe vrye ftemmen gekoozen Vertegenwoordigers van het Volk van Amfterdam, uwe belangen waarte* neemen, en voords alle onderdeden van het Stadsbeftuur en deszelfs onderfcheide vakken zodanig te conftitueeren, als naar den aart der. zelve bevonden zal worden te behooren; zulA 3 len-  C 6 y lénde inmiddels alle de refpeétive "CommkéV blyven in fünólie, tot dat daaromtrent, door de ons opvolgende Vergadering, nadere fehikkingen zullen zyn gemaakt. En ten einde deze oproeping der Burgerye én de wyze van ftemming tot het benoemen van uwe toekomftige Reprefentanten, op zodanige wyze gefchieden moge, welke aan de minfte confufie, corruptie en misleiding, midsgaders onbehoorlyken invloed Van kwalykgezinden onderhevig is, zo hebben wy als uwe provifioneele Reprefentanten gemeend, ter bereiking van dit heilzaam plan, gebruik te moeten rnaaken van de voorlichting van alle Vaderlanders , en op hunne verpligting aan het Vaderland, van hun té vorderen, om aan ons, binnen den tyd van veertien dagen , naa het emaneeren dezes, in te leeveren uitgewerkte Plans van oproeping en ftemming der Burgerye , met byvoeging vooral van den leeftyd en andere requifiten, welke tot het ftemrecht zouden behooren te worden vastgefteld; midsgaders met opgave van het getal der Leden, waaruit, zodanig Collegie van de Reprefentanten dezer Stad, en onder welke benaaming, gevoeglykst zoude kunnen en behooren te beftaan, ten einde de provifioneele Reprefentanten alzo in ftaat gefteld mogen worden, om uit  C 7 ) uit zodanige in te leveren uitgewerkte Plans of ontwerpen , na bedaarde overweeging en ingenomene confideratien van de onderfcheidene Committé's , te kiezen en in werking te brengen zodanig Plan , als het meeste tot bereiking van het voormelde oogmerk dienftig zal zyn. Aldus geproclameerd en gepubliceerd. Amfterdam den 3 Febr. 1795. Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid. Ter ordonnantie van de provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Amfterdam. R. W. TADAMA, Secretaris.   INSTRUCTIE VOOR HET COMMITTÉ van ALGE MEE NE WAAKZAAMHEID. Te AMSTERDAM, By H. G A R T M A N, Boekverkooper in dc Kalverftraat. Het Eerfis Jaar der Bataaffche Ikheid.   TV X ^ aardcmaal tot h"et beleid van zaaken, de algemeene rust , orde en veiligheid binnen deeze Stad betreffende , hoogstnoodig is eenige Burgeren derzei ver Stad te committeeren, die geftadig befoigneeren, als Leden, van eer» Commitré van Algemeene Waakzaamhtid, op zekeren last en inftru&ie; zo zyn by de Provijionetle MunifipaHteit deezer Stad, reprefenteerende de gezamentlyke Bufgers en Jnwooners van dien,daartoe provifioneelyk be» fiooten en gearrefteerd de Poin&eu hier na volgende. Articul i. Het voorfchreeve Committè* van Jïgemeent Waakzaamheid, zal by provifie beftaan uit vyftien Leden daartoe door de Provifioneele Mu« nicipalittit in requifitie gefteld, met naamen Hendrik Daniël van Hoorn* Joan George Holtzhey. ELIZA LYNStAGER. plkter izaak menjolet. Theodore van Marcelis» Hendrik ten Broek. A % joAir  ( 4 ) Joan Stephanus Guerin. Gerriï Schutte. MichTê'l Dirk van der Burgh. CoRNELIS VAN lensep. Jan Alstorphjus. Adsiaah Pakts van Troostwyk, Daniël Deütz. plehke e s a y e d uy v e n é Abel Langerh üïzen. En zal geduurende de Werkzaamheden van het vöorfz. Committè altoos daar op gelet worden,-dat in het zelve niet te gelyk zullen moogen dienen die eikanderen in Confanguini. teit beftaan tot in den vierden graad , naar de Civiele Rechten gereekend, en in Zwaagerfchap tot in den tweeden graad. • En zullen de"voorfz. Leden gehouden zyn te letten, dat zulks wel onderhouden worde, zo wanneer voortaan iemand in requifitie zou mogen-gefteld worden, om in 't yó.brfz. Committè zitting te ncemen , geevendedaarvan, zo ïasch'mogelyk, 'aan hunne Committenten de vereiscnte kennis ten einde' daarin voorzien te worden als naar behooren. ! Zullen gehouden zyn , by 'provific dagelyks, uitgezonderd des Zondags 's morgens, van tien tot één ujpgejj te vergaderen. Er wy*: i o i . e i ders  ( 5 ) ders zo dikwyls ook op Zondagen, als het belang der Stad bevonden zal worden te vereisfchen, het geen beoordeeld zal worden, of door het Committé, of het zelve niet vergaderd zynde, door den Maire en de nateraeldene Commisfarisfen welker Tourbcurte het is. 3- Zullen in 't algemeen gehouden en verpligt zyn, om op de efficafieufte wyze doenlyk, te zorgen voor de handhaaving van de? algemeene rust , orde en veiligheid binnen deeze Stad en dcszelfs Jurisdictie, mitsgaders daadelyk te verftooren,al het geen indeszelfs gevolgen aanleiding zoude kunnen geeven tot verftooring der publieke rust. En wyders zich te bevlytigen ter ontdekking, voorkooming, beteugeling en weering van alles, wat den minften zweem zoude mogen hebben van toeleg tot verraaderye, muiterye, fedU de of oproer. .4. Zullen voords ook goede correfpondentie houden en door den Maire doen houden met het hoofd, of hoofden der Burger-Militie-en gewapende magten, mitsgaders met den Procureur van de Gemeente, ten einde mede langs zodanige wegen alles te ontdekken, wat door A 3 kwaad*  C 6 ) kwaadwilligen gemachineerd, of ondernomen zou mogen worden, om de algemeene rust, orde en veiligheid, direftelyk of indireaelyk te ftooren, of eenige de allermintte prejudicie daar aan toe te brengen. 5- Zullen in 't byzonder gehouden en verpligC zyn te verflooren alle Attroupementen, beweegingen en openbaare en geheime faamcnkomften, waar uit iets nadeeligs voor de algemeene rust, orde en veiligheid zoude kunnen gevreesd worden. 6. Zullen de magt hebben om daartoe niet al» leen aan den Maire, mitsgaders aan deszelfs Subftituuten en Dienaarcn, ten allen tyden de vereischte orders te geeven, maar ook om by alle voorvallen , waarin zulks aan hen noodig zou moogen fchynen, eene toereikende adfi. ftentie te requireeren van de gewaapende Magt in hetBurgerlykeof Militaire, immers zo rasch die laatstgemelde daartoe, binnen deeze Stad, in eed en dienst der Municipaliteit ftaande, behoorlyk zal zyn georganifeerd, in welk geval zy ook van tyd tot tyd met den Militairen Commandant der Stad, over de meest bekwaame middelen ter handhaaving van de alge.  C 7 ) geïtteeïie rust, orde en veiligheid zullen mÖ# ten conferceren» 7- Zullen de vborfz. adfiftentie altoos requïreeren in gefchrifte, ter ordonnantie van het zelve door twee Leden van het Gommité getekend. 8. Ingevalle het Commité zelve niet vergaderd is, zal de voorzeide adfiftentie moogen worden gerequireerd, door ten minften twee Leden van het Committé, wier tourbeürt het zoude moogen weezen, als Commisfarisfen, by abfentie van het Committé, op alle voorkomende zaafcen, die geen delay kunnen dulden, het zy ter requifitie van den Maire, het zy ex officto, order te ftellen; des dat dezelve itt zodanige gevallen, zullen gehouden en verpligt zyn om van al het geen zy lieden j by abfentie van het Committé hebben verrigt of belïoten, rapport te doen, ten einde daar op vervolgens in Collegio te befluiten en van alles aantekening te houden in de Registers. 9- Zullen in 't byzonder ook ex ojjicio zorgi moeten draagen, dat daadelyk verftoord worden, alle geheime conventiculen, waarin iets A4 daf  C 8 ) éatprayudiciabel zoude kunnen zyn aan da algemeene rust,orde en veiligheid zoude mogen gemachineerd worden; en dat ook,het zy m openbaare,hct zy inbyzonderefamenkomiten, waar zulks ook zoude moogen weezen geenerhande Voortellingen, Redevoeringen of Voorlezingen gedaan worden, die baarbly. kelyk gehouden moeten worden ingericht te zyn tot feitelyke (boring van de algemeene rust , orde en veiligheid , mitsgaders de zodaamgen die zig iets van dien aart mogten onderwinden, naar bevind van zaaken daadelyk te doen apprehendeeren, en daar omtrent vervolgens zodanig te doen handelen als hier na, met betrekking tot andere geapprehendeerden, zal worden bepaald;gelykmeededat alle Huizen of andere Verzamelplaatfen waarin zodaanige vergaderingen gehouden zouden mogen worden, daadelyk worden gefloten. 10. Zullen voorts ook gehouden en verpligt zyn,om,ten fpoedigftendoenlyk,informatiën te neemen en door den Maire te doen neemen, omtrent alle zodanige zaaken, als aan hen, ten dien einde door de provifioneele Muni. cipaliteit zouden mogen worden gerenvoyeerd, cn aan dezelve van hunne bevinding, met over»  C 9 ) overzending der genoraene informatiën, kennis te geeven, om daar op verder het goedvinden van de provifioneele Municipaliteit aftewagten. ir. Zullen al verder gehouden en verpligt zyn, om wanneer hun iets zoude mogen voorkoomen dat in deszelfs gevolgen tot ftooring van de algemeene rust, orde, en veiligheid aanleiding zoude kunnen geeven, doch waar over het oppertoezicht zoude moogen gedemandeerd zyn aan het Committé van algemeen IVelzyn, als dan daar van aan het zelve Committé ten fpoedigften doenlyk kennis te geeven, en met het zelve te confereeren over de meest bckwaame middelen tet weering van alle combuftiën of desorders, die daar uit in prccjudicie van de Algemeene rust, orde en veiligheid zouden kunnen ontftaan of bereids zouden mogen plaats hebben. 12. Zullen voords aan hetHoofd van hun Committé hebben den Maire door de Provifioneele Municipaliteit benoemd, die ten hunnen reguarde gehouden zal zyn, om alomme zeer exa&e Correspondentie te houden, ter ontdekking van al het geen, dat door kwaadA $ wil-  ( 10 ) willigen ter verffooring, of in prejudicie va li de Algemeene rust, orde en veiligheid zoude magen gemachineerd of ondernomen worden; en van al het geen hem dien aangaande zoude mogen zyn voorgekoomen, aan hen,met den meest mogelyken fpoed, fchriftelyk rapport te doen, ten ware de presfance der zaak niet toeliet het zelve terftond in gefchriffe te vervatten , het geen egter, zoo kort mogelyk, daarna zal moeten gefchieden, ten einde daar van in sStis foehooriyke aantekening te worden gehouden, mitsgaders daar op in orde te kunnen' delibereeren en befluiten. *i> Zullen by elke Vergadering, op de kennisgeeving van het geene de Meire by abfentie van het Collegse of Committé tot handhaving van de algemeene rust , orde en veiligheid zoude mogen hebben geordonneerd, of reeds werkftelüg gemaakt, daar op verder zoodanig befluiten, als bevonden zal worden te behooren , en van dat alles in a&is foehooriyke regiftratie doen. 14. Zullen in 't generaal, aan den Maire, die by de opening der Vergadering zal behooren tegenwoordig te zyn, zodanige bevelen kunnen  ( I» ) men geeven of doen toekomen, als geoordeeld zullen worden tot confervatie, handhaving of herftelling van de Algemeene rust, ord« en veiligheid te kunnen verftrekken. 15. Zullen byaldiende Maire,inj?«gr«»ii,appr©i henfiën van Perfoonen, of aanhouding van fufpeébe goederen ,zoude mogen gedaan hebben, daar van, ten fpoedigften doenlyk,kennis ontfangen; doch zal de Maire tot alle verder te doene apprehenfiën, authorifatie noodig hebben van het Committé,even zeer als tot het doen van Vifitatiën in fufpeéte Huizen, Pakhuizen, Kelders, Lootfen, Schepen, en wat dies meer is, ten ware de presfance der zaak niet toeliet de authorifatie van het vergaderde Committé daar op af te wagten, zullende in die gevallen , op de kennisgeeving van den Maire, Provifioneele authorifatie gefteld mogen worden, door 2 of 3 Commisfarisfen, die daar toe aan de beurt zullen liggen. 16. Zullen wanneer eenige perfoonen geapprehendeerdmogten zyn, dezelven over de faiten ten hunnen Laste, het zy door den Maire, of van elders ingebragt, fummierlyk onder-▼raagen, en daar van, gelyk mede van der. zei-  C U y Zeiver antwoorden behoorlyke aanteekening doen houden. Zullen ookpromptejyk voor zich doenontbieden alle zodanige perfoonen, welke nopens de gebeurtenis, waar toe de apprehenfie aanleiding zal hebben gegeeven aan 't Committé eenige Informatie of nadere Indicatie zouden kunnen opgeeven. En zullen dezelve daar over, by wege van een Politiecq onderzoek fummierlyk ondervraagen, mitsgaders van derzelver Antwoorden behoorlyke Aanteekening houden. En de zoodanigen die Gerequireerd zynde weigerig , of nalatig mogten blyven zich tot het geven van behoorlyke Informatiën voor 't Committé te fifteeren, daar toe ten hunnen kosten by Gyzeling als anderfins de faüo te bedwingen. 18. ' Zullen na het bekoomen van alle mogelyke informatiën en nadere ouvertures, vervolgens fummierlyk beoordeelen of de geapprehendeerde of anderszins fufpccle perfoonen , die van hunnent wegen by provifie in civiele bewaaring zouden mogen gefteld zyn, inflaat van formeele befchuldiging zouden behooren gefteld te worden, dan niet, en zo ja, de- zel-  ( 13 ) zelve als dan te renvoyeeren aan 't'Committé van Juftitie , als den ordinairen dagelyklchen en Competenten- Rechter , om aldaar door den Procureur der .Gemeente, verder tegen de zodanigen geprocedeerd te worden, als in goede Juftitie bevonden zal worden te behooren. En zal als dan te gelyk aan 't Committé van Juftitie moeten worden overgezonden al het geen relatief tot.zodaanige zaak of zaaken, onder hun zou mogen berusten, gelyk meede een Ëxtracr Authenticq uit het door hun deswegens gehouden verbaal, mitsgaders al het geen de Maire ter dier zaak of zaaken verder aan hun Committé zoude moogen gefuppediteerd hebben, niets daar van uitgezonderd.of gereferveerd. 19- 'JL ■ ■ ■ Zullen wyders met relatie tot alle verdere perfoonen en zaaken, waaromtrent by meerderheid van ftemmen niet tot renvoy aan het Committé van Juftitie zouden moógen geconcludeerd worden, terftond bevel moogen geé» ven tot relaxatie van de geapprehendeerde, of in provifioneele bewaaring geftelde perfoonen , gelyk meede tot opheffing van alle provifioneel beflag van hunnentwege op eenige goederen of papieren gelegd, ten warë met  C H ) met befrekking. tot de Gefequcftreerde goederen, of papieren, om byzondere redenen eene langduuriger aanhouding of Cuftodie zoude megen worden noodig geoordeeld. 20. En zoo wanneer eenige zaaken in het voorfz, Committé zouden mogen voorkoomen, welke iemand der Leden van hetzelve zoude mogen concerneeren , dire&elyk of indireftelyk, zo in reguarde van hunlieder Perfoonen als van hunne Bloedverwanten, tot in den vierden graad, zullen zy daarin niet mogen advifeeren noch tegenwoordig weezen, op '4 delibereeren en befluiten van dien, maar uit de Vergader, kamer, geduurende de Delü beratien en Refolutie op zodanige zaaken i moeten vertrekken. 21. Zullen ondertusfehen het Werk dat 'er te doen zal vallen , onder hun lieden zodanig mogen verdeden, als zy tot de meeste bevordering van Expeditie en de waare belangen* van Stad en Burgery, met onderling goedvinden zullen oordeelen te behooren, behoudelyk dat van alles in het Committé rapport worde gedaan, om daar op Collegialiter te kunnen worden gerefolveerd. 22.  ( -5 ) ... 22. ' ■ ' Zullen in 't onderhouden van alle deze provifioneele poinér.en , doen handelen en befoigneeren, naar hun lieder uiterfte verraoogcn, en bezorgen dat daar tegen niets gedaan worde, vdor zo veel in hun is, en zy daar van kennisfe zullen krygen , of het zelve reeds gedaan of ondernoomen zynde, zo veel in hun is doen weeren of herftellen. Zullen voorts ook de magt en het vermogen hebben, om voor Stads reekening alle vereischte debourfes te doen, zo tot het falarifeeren van een competent getal van bedienden , by provifie door hen zelve aan te Hellen, als tot goedmaaking van alle verdere onkosten en te doene verfchotten, zuliende het montant der door hun op te geevene fommen, aan hun telkens, opfchriftelyke requifltie van den Penningmeester, daartoe uit hun midden te benoemen, uit de Stads Kasfe tegens een behoorlyk Recepis, ter hand worden gefteld; mitsdien aangaande Collegialiter verantwoordelyk blyvende aan de Provifionetle Municipaliteit. En referveert de Provijionttle Mumipaïïtek  C 16 ) aan zich, de Interpretatie van alle dubbel, zinnigheden die uit deeze Inftruótie zouden mogen ryzen, mitsgaders ook de ampliatie, vermindering en verandering van dien , zo als door de Provifioneele Municipaliteit geoordeeld zoude mogen worden,ten meestendienfte van Stad en Burgery te behooren. Aldus Gerefolveerd in de Vergadering der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam , den 2den February 1795. het• Eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid, en geteekend op last der voorn. Reprefentanten. (Was Get:) R. W. TADAMA, Secretaris.  Vervolg der Zitting van den 5 Febr. d e P, ROVISIONEELE REPRESENTANTEN VAN HET VOLK van AMSTERDAM. In agting genomen hebbende, dat het van hét uitërfte belang voor de Beurs dezer Stad is, dat het publicq van den ftaat der Wisfelbank worde geinformeerd, en dat het Credit van dezelve Wisfelbank niet door erroncufc begrippen, geheime menées,of door de eerfte verkeerde indrukfelen, welke de deswegens Verfpreiddc geruchten dien aangaande zouden kunnen .maaken, worde benadeeld ofte vermtoderd, hebben goed gevonden en gerefolveerd, by deezen te notifkeeren, dat ingevolge de deswegens ingekomen rapporten, van het Committé van Koophandel en Zee. vaart, 't welk tot examen van den ftaat der Bylage. c w ver*  C t > Vermelde Wisfelbank voor de provifioneele Reprefentanten gequalificecrd is , in het al. genieën fummierlyk is gebleken, dat, by aldien de opgave door Commisfarisfen van de Wisfelbank aan het gemelde Committé op deszelfs requifitie gedaan, mitsgaders de laatfte deswé'getts geformeerde balance accoord zyn, het geen in de byzonderheden nader zal worden nagegaan en geëxamineerd , 'er als dan geen deficit in de voormelde Wisfelbank zal exteeren, maar dat als dan het active en pasfive van dezelve Wisfelbank met elkander zeer exaótclyk zullen fluiten, behoudens dat 'er, in plaats van fpetiën, als pand voor notabele fommen , welke federt het verloop van een halve eeuw fuccesfivelyk uit voormelde Wisfelbank zyn geligt, eene zeer aanzienlyke quantiteit van Obligatiën in meergcdachte Wisfelbank van tyd tot tyd is aangenomen , als namentlyk zes-en-zeventig fluks Obligatiën ten laste van de Oost-Lndifchc Compagnie ter Kamer Amfterdam, on- de?  C 3 ) der Guarantie van de Staatcn dcezer Pro* vintie , ieder a honderd duizend guldens Banco, lopende tegens drie procent intrest, mitsgaders, nog een dito groot vyftig duizend guldens Banco, waarop , volgens opgave van de Commisfarisfen voornoemd, aan interesfen te goede zoude zyn, een fomma van tweemaal honderd negen - en - veertig duizend guldens Banco, voor alle welke Obligatiën , de Thefaurie deezer Stad,, op de voorfchr. balance gedebiteerd ftaat met B°. f 6273000:— en wyders nog vyftig ftufcs Obligatiën, yder a vier. en - twintig duizend guldens ten lasten van Rolland en Westvriesland, behoorende aan dezer Stads Beleenkamer, waarop de Bank, volgens opgave van Commisfarisfen voornoemd, conform de voorfchreeve balancen , geavanceerd heeft een fomma van B°. ƒ 838857:1: — waarop aan interesfen te goede zyn zoude , een fomma van ƒ30,000:—: Courant, zynde deezer Stads Kamer , volgens opgave als C % VOO-  ( 4 ) srooren, wyders nog per faldo aan de Wisfelbank verfchuldigd een fomma van BC(>. ƒ 1715000: — Dat voor het overige, alles conform de bovengemelde opgave bevonden, en het Casgeld in Bankgeld gereduceerd wordende, de Thefaurier dezer Stad, per Saldo aan meer gedagte Wisfelbank nog fcbuldig zoude zyn, het geen dezelve by de voorige fluiting debet is gebleeven,ter Somma van ~BC0.f 38,358:2:0 en het geen by de tegenwoordige fluiting fchuldig zoude zyn -155?3 T4: 6: 8 endustefamen . Bco. ƒ 193,672:8: 8 en eindelyk dat nog van wegen deze Stad am meergemelde Wisfelbank is verfchuldigd de Somma van ƒ 227,264:2:8. waarvoor Obligatiën hebben geëxteerd, die volgens zeggen yan Commisfarisfen verbrand zouden zyn; doch waarvan des niettemin de Stad jaarlyks de Interesfen aan de Bank heeft goedgedaan. Dan dat het notoir is dat de Stad daarvoor, gelyk voor het geheel moet vast ftaan en respondeer  ( 5 ) deeren, als moetende ten dezen opzichte niet alleen worden aangemerkt als Guarandeur, maar daarenboven wel degelyk worden ge. confidereerd te zyn Debiteur van de Wisfelbank in 't generaal. Dat ondertusfchen in meergcdagte Wisfelbank onder meerder in 't byzonderz'ra natura voorhanden zyn alle de Spetiën, welke volgends eene daarvan, door Commisfarisfen van de Wisfelbank opgemaakte en aan het Committé van Koophandel en Zeevaart geexhibecrde Lyst, op Recepisfen loopen, en dat mitsdien alle dezelve Spetiën, door de Houders van zodanige Recepisfen, tegens overlevering derzelven, ten allen tyde, des goedvindende, zullen kunnen worden te rug gehaald. En dat laatftelyk door de Provifioneele Reprefentanten voornoemd, niet alleen de vereischte en krachtdaadigfte orders zyn gefield, ten einde voortaan geene Spetiën hoe ook genaamd, op wiens authorifatie het ook zyn moge, by Leening of andere foortgelyke^ . _ gantsch,  C 6 ) gansch onbetamelyke manieren, uit de voorfz. Bank tegen den aart van deszelvs primative oprichting, geligt en afgegeeven worden, maar dat ook de in voegsn voorfch. aan de Wisfelbank tot onderpand afgegeevene Obligatiën, ten fpoedigften doenlyk geconverteerd zullen worden, in Contanten; mitsgaders dat in het generaal, door de Stad, als Debiteur van de Wisfelbank, al het geen dezelve per faldo aan dezelve Wisfelbank fchuldig zoude mogen worden bevonden, meede ten fpoedigfte doenlyk, in Spetie zal worden goedgedaan ; en dat de provifioneele Reprefentanten voornoemd, dus declareeren, dat 'er als dan geen deficit, van welke natuur ook, verder zal kunnen plaats hebben, zullende zy de middelen daartoe dienende met ten eerften in ferieufe overweging neemen en daadlyk doen in 't werk Hellen ; verklaarende mitsdien de Provifioneele Reprefentanten voorn: dat deeze Notificatie alleen gefcbiedt, om het Credit van deeze Stads Wisfelbank na behooren  C 7 ) ren te handhaven , en het Commercieerend gedeelte van Ingezetenen deezer Stad, zo wel als alle Buitenlanders deswegens volkomen gerust te Hellen. Dog geenzins om daar door verftaan te worden, voor goed te keuren, ofte homologeeren , het gebruik dat van het gedeponeerde, in deezer Stads Wisfelbank mogte gemaakt zyn, nog minder om die geenen, welken deswegens verantwoordelyk zouden mogen zyn, daar van by deeze te ontheffen. Gearrefteerd en Gepubliceerd den 5den February 1795. Ter Ordonnantie van voornoemde 'Reprefentanten (Was get.) G, Brender h. Brandis. Secretaris.   B Y L A A G E Behorende tot de Zitting vandensFtbr. 1795. VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. De Provisioneele REPRESENÏANTEN van 'tVolk van Amfterdam,met bevreemding vernomen hebbende, dat de goede Ingezetenen van deze Stad, en wel in het byzonder de zodanigen van dezelve, welke ter bewaaring van dc rust en goede orde zo edelmoedig als bereidwillig de wapenen , aan hun bevorens ontnomen, weder opgevat of thands aanvaard hebben,in den waan zyn gébragt, als of de herftelde Leden van den grooten Krygsraad, en mitsdien de Krygsraad zelve , als mede de thands dienstdoende Schutten*, binnen korten tyd weder zoude worden gedesörganifeerd en gedisfolveerd, gelyk zy Reprefentanten voornoemd, mede vernomen hebben , dat de nu onlangs te werk gefielde generaale Omfchryving derBurgery, tendeele door kwalyk geïntentioneerden, ten deele door onkundigen, in een verkeerd licht wordt geplaatst, en daar door de goede gemeente geallarmeerd, hebben ter gerustftelling van de goede Ingezetenen en Schuttery voornoemd, goedgevonden en verftaan , gelyk zy goedB y l a g e. E vin-  ( 34 ) vinden en verftaan mits deezen te declareeren: t. Dat wel is waar zy provifioneele Reprefentanten voornoemd hebben aangefteld een Committé, ter organifatie van deNationaaJc Guarde deezer. Stad, en derzelver Jurisdiftie, en tot het voorfz. Committé insgelyks hebben benoemd een convenabel aantal Gecommitteerden uit den grooten Krygsraad, ter keuze van denzelve, dan dat het voorfz. Committé met geen ander oogmerk is opgericht dan om te ontwerpen , en aan de Reprefentanten -des Volks voor te dragen een Plan tot eene nadere voegzaame, en met den aart dezer commercieerende Stad en Ingezetenen van dien overeenkomende,inrichting van wapening en fchutterlyke dienften, in te voeren, ter tyd en wyle welke daartoe gefchikt geoordeeld zal worden , ter bereiking van welke heilzaame bedoelingen , midsdien de voormelde omfchryving eene onvermydelyke preliminaire daad zyn moest. 2. Dat ook de Qualificatie op den Burger Commandant Cornelius Rudolpiius Theodorus KraijENH.off,niet anders is  ( 35 ) is gegeeven, dan om in alles communicatief met het Collegie van Collonellen te handelen. 3- Dat niet alleen Collonellen zo perfoonlylc als Collegialiter , maar ook de verdere zo reeds fungeerende als nieuw te benoemen Leden van den Grooten Krygsraad, herfteld en bevestigd te zien, in alle zodanige func* tien als voorheen by hun lieden zyn geëxerfcerd en waargenomen, en dat ook de Grootc Krygsraad zelve alle handelingen gelyk voorheen zal blyven verrichten, en zich in deezen gedragen naar de Costumcn en Keuren deezer Stad, ter refpefte der Burgerfchuttery geëmaneerd; alles ten tyde en wy. Ie dat by het gantfche Bataaffche Volk door zyne Reprefentanten, een vast bcfluit en Reglement op de wapening der weerbaare Ingezetenen van dit vrye Land gearrefteerd zal zyn, en alzo met vrucht eene nadere organifatie van de gewapende Burgermagt van deeze Stad tot ftand gebragt zal kunnen worden. Waarfchouwende dienvolgens de Provifioneele Reprefentanten voornoemd, om by inhrcfie van derzclver Publicatie van den 19 JaE 2 nuary  nuary laatst leden, alle zo bevelhebbende als dienstdoende Burgers refpeélivé, omme geene andere orders te obedieeren, dan die hun door ofte wegens den Commandant of Collonellen gegecven, en aan den commandeerenden Officieren geëxpedieerd zullen worden; terwyl zy eindelyk alle braave Burgers en Ingezetenen verzoeken en aanmaanen ,om byde betrachting van hunne pligten tot heden toe zo loffelyk volvoerd, ook tegen te gaan alle zodanige ontrustende geruchten welke meest al verfprcid worden , door hen , welke een nog zo kwaadaartige als onzinnige hoop fchynen te voeden, om door allerleije misleidingen, ware het mogelyk, die vryheid te belaagen , welke alleen onder den Goddelyken Zegen in ftaat is de Nederlandfchc Zaak te herftellen, en het burgerlyke geluk en welvaart op duurzame grondflagen te vestigen; en zal extract deezer Refolutie gegeeven worden daar en zo zulks behoort. Aldus ged. 6 Fcbr. 1795. Onderftond R. W. TADAMA. Secretaris.  B Y L A G E, Behoorende tot de Zitting gehouden Donderdag Namiddag den 12 February, i7pji PROCLAMATIE van de PRO VISIONEELE REPRESENTANTEN van het VOLK van AMSTERDAM. .— 1 . ; , BURGERS! De Vergadering van Provifioneele Reprefentanteri van het Folk van Amfterdam, van tyd tot tyd, op onderfcheidene wyzen , en door onderfcheidene Burger&> aangezogt zynde tot het neemen van beiluiten , ftrekkende tot het te werk leggen van. Arreftatiën, onder de algemeene .bepaaling, vaii Je gewezene Leden van het nu geëindigd Gouvernement , en andere fufpecte Perfoonen; heeft niet alleen, by aanhoudenheid , begreepen, coc zodanige maatregelen niet tg, moeten befliiten., maar oordeelt zich tevens verplicht, om haare denkwyze, over een zaak van dat belang, en de gronden waar op dezelve beru t,voor haa^e L?ndgenooten in 't algemeen, en inzonderheid voof het Volk van Amfterdam, het welk zy provifio» neel vertegenwoordigt, open te leggen. Wy moeten beginnen » Burgers ■! met te ver« Bylage. F klaa-  C 38 ) klSaren: dat wy geen oogenblik hebben kunnen, of wifien vooronderftellen, dat de herhaalde aandrang vau een gedeelte onzer Medeburgeren, om onS tot maatregelen van geftrengheid te doen befluiten, zoude voortfpruiten uit begmfelea van haat of wraakzucht. De Batavier heeft, by de eerfte verbryzeling zyner ketens, een al te grootsch -voorbeeld van edelmoedigheid en menschlievendheid , aan 't verbaasd Europa gegeevea, dan dathy deezen roem, in kalmer oogenblikken zoude wllen bezoetelen, door zich op zyne vernederde en nu naagtelooze overheerichers te wreeken. Hy verdient niet te zegepraalen, die op eene lafhartige wyze zyne overwinning misbruikt. Hy alleen Jcan eene gegronde hoop voeden , op duurzame en aangenaame vruchten van eene behaalde zegepraal, die, door daaden van rechtvaerdigheid en edelmoedigheid,zyn overwonnen tegenparty doet bloozen, en hem overtuigt, dat hy, m het oeflist gefchil, de verkeerde zyde gekozen had. 'Er is, Burgers! eene onweêrftaanbaare kragt in edelmoedigheid en rechtvaerdigheid. Niets is m ftaat om de zaak van ons Vaderland te redden-, als eene onbuigzaame aankleeving aan deeze deugden. De uitoefening van wraak moge, m oogenblikken van drift en verbyftering, een kortftondig vermaak geeven, meestal zyn de gevolgen treurig en doodelyk; terwyl de uitoefening van billykheid en edelmoedigheid , daar tegen den zoetften nafmaak agterlaat. Deeze gevoelens, Burgers! zyn de onze; het moeten de uwe zyn. Oprechte voorftandefs van vryheid en gelykheid! cv alleen zyt vatbaar om derzei ver waardeen kragt te gevoelen; en wee ! ons Vaderland! indien deeze leer niet als de algemeene Volksleer aangeno* men wordt. ' Daar wy na, Burgers! in deeze beginfelen met  C 39 ) Icunnen verfchillen, zal het geenszins moeilykzyrr, om den eerlyken Vaderlander te overtuigen, dac het Systema» in onze, Vergadering aangenomen, in de daad het eenigfte is dat met de daad waare belangens van het Vaderland overeenkomt. Laat ons beginnen met op den voorgrond te brengen het groote doelwit, dat ieder eerlyk mae , en vooral ieder burger, aan wien eenig publiek gezag is toevertrouwd, zich heeft voor te ftellen. Die moet beftaan in het vestigen van deeze Revolutie op de onwrikbaarfte zuilen, en zulks ten einde de gezamentlyke bewooners van ons Vaderland eens eenmaal, onder eeo beftuur op vryheid en gelykheid gegrond,de duurzaame vruchten vaDhetmaacfchappelyk leven genieten mogen. — Ziet daar, Burgers! het groote doelwit, het welk de eerlyke man zich onophoudelyk moet voor oogen ftellen ; en hy, by wien andere uitzichten huisvesten, het zy by zich gepltatst ziet in de raadzaal , of, in eenen anderen kring, moet medewerken ter bewaaring van rust en orde; of als ampteloos burger (zeker de gelukkigfte ftandplaats) heenea leeft , fpeelt onder den dekmantel van Patriot» cismus , den rol van Volksverleider en van Huichelaar. Wat is nu het middel om dit doelwit te bereiken? Geen ander, geen gefchikter, dan, om aaa den eenen kant, grootsch en edelmoedig ten opzithte van het voorledene , en aan den anderea kant, geitreng en onverbiddelyk te zyn tegens alle toekomftige onderneemingen, tegen de nationale vryheid en fouvereiniteit. Het is altoos, Burgers! by de Wysgeeren van alle Volken, en door alle tyden heen, daar voor gehouden, dat de zegevierende party, na het eindigen van eenen burgertwist, zich aan onrechtvaerdigheid heeft fchuldig gemaakt, door alle zodanige daaden, welke door de hoofden van de onderliggende party, tot voorF 2 ftaad  C 4° ) ft'and van dezelve gedaan zyn, als ftrafwaardig te befchoüwen, en zich, op dien grond, algemeene vervolgingen te veroorloven. Die daaden alleen, welke door alle tyden heen misdaadig zyn; die daaden, welke afgetrokken van alle ftaatkundige betrekkingen, zedelyk flegt,en daarom altoos ftrafwaardig zyn , kunnen dus , volgends beginfolen van rechtvaerdigheid alleen in aanmerking komen. Het zyn ook deeze daaden alleen, welke een billyk Recnter, wiens oordeel door geen aandrang van politieke driften mag gezwaaid worden , als misdaadig en ftrafwaardig zal oordcelen ; en geenszu.% zodanigen, weike thandt wel, en met het hoogfte recht, als verderfFelyke handelingen wor? den befcho'iwct, doch die onder het oog, en met de volkomenfte goedkeuring, van het voorig bewind , verricht zyn. - Indien deeze ftelregelen wegvallen , is alle zekerheid voor jnenfchelyke bedryven den bodem ingeilagen; en men ontveinze niet, dat hy, die eene tepeneeftelde leere predikt, in de daad het recht van den fterkften., en dus het geliefkoosd recht van Tyrannén afkondigt. Rn , Burgers! men waanc niet, dat het waar belang der Natie, in dit opzicht, of in éénig ander met de regelen van rechtvaardigheid en billykheid sonde ftryden. Nooit eischt het waar belang van een Volk, dat 'er immer van de voorfchriften van rechtvaerdigheid en goede trouw, onder welk een rfchyn ook, afp,eweeken worde. Boven dien zo zal ons Vaderland', met het aankleeven of verwerpen, van deeze waarheuen, fiaan of vallen. Het Syste!ma van fchrik, het welk thands geheel uit dc •Franfcbe Republiek verbannen is , kan op ons pkkien gronds geen ogenblik geduld worden, zonder ons voor altoos te bederven. Ons Staatsgcftel, jööfce plaatfclyke gelegenheid, onze betrekkingen •van- Koophandel, dat al is veel te teer, om her-  ( 4i ) haalde tooneelen van geweld en afwisfelende Staats, fchokken te kunnen verduuren. Werpt uw oog, Burgers ! op het Finantiewezen van uw Vaderland, van uwe Stad. Zal'cr niet at de lust, al de veêrkragt van eene handeldryvende Natie noodig zyn, om de, tot den bodem geleegde Schatkisten te vullen? Maar hoe is die lust, hoe is die veêrkragt beltaanlviar met een Systema 'van fchrik ? — Neen : 'er moet maar eene foort van ichrik in deeze Revolutie, en in derzelver voltooijing geduld worden; voor dezulken namenlijk, welken de onberaadene boosheid zouden durven hebben om iets tegens deeze Revolutie te onderneemen. De geftrenge ftraffe voor deezen zal des te billyker en rechtvaardiger zyn, naar maate de handelwyze, ten opzichte van het voorledene , edelmoediger en meer groothartig is. Men begaat eene groote dwaaling , Burgers! wanneer men de omftandigheeden van Frankryk , geduurende den loop van deszelfs Revolutie, wil gelyk ftellen met onze omftandigheeden. Het was in Frankryk geen geest van wraakoefening, over het geen onder het oud beftuur misdreeven was, welke by herhaaling aldaar de Ichrikbaarendfte tooneelen voordbragt; maar het was de geweldige tegenkanting tegen de Revolutie, welke eene evenredige tegenwerking , tot verplettering van alle zwamenzweeringen, noodzaakelyk maakte. Maar welke tegenkanting, Burgers! is in ons Vaderland te wagten, indien een wys en rechtvaerdig beftuur deeze Revolutie wil voltooijen? Is niet de leer van Vryheid en Gelykheid zo beminDelyk, zo zeer op de natuur gegrond, dat dezelve weldra , met eene onweêrftaanbaare kragt , in alle harten zal dringen ? Zullen zy allen , welke door hooffche kunftenaaryen misleid waren , niet van hunne dwaalingen te rug komen ? — Men toone met de daad, dat eene wel ingerichte Volksregeering> niet alleen beftaanbaar, maar met de waarF 3 dig-  ( 4» ) dfeheid der menfchelykc natuur alleen overëenkomftig is, en weldra zal die orde van zaaken, door eenen algemeenen byval, op de onwrikbaarfte zuilen gevestigd zyn. Men logenftraffe alle de hedriegeryën, welke , ö Schande! zo van den Kanfel, als uit de Raadzaalen, onder de menigte geftrooid zyn, en wel dra zal die zelfde menigte haare misleiders verachten- De laster maalde de Leer van Vryheid en Gelykheid af, als de onmiddelyke bron van verwarring, en als het Graf van den Godsdienst; maar Burgers! waar bergt zich de Laster, nu ieder ingezeten, in zyn Perfoon en bezittingen befchermd wordt, en de Poorten van de Tempels voor ieder open ftaan, om op zodanige wyze, als de infpraak van ieders hart mede brengt, onzen algemeenen Vader aan te bidden? Het zyn deeze fpreekende uitwerkfels, van eene gezonde en wysgeerige Staatkunde alleen, welke deeze Revolutie, op eene gelukkige wyze moeten cn kunnen voltooi jen. Alle de voorige Staatsgefchiileu en Omwentelingen in dit Gemeenebest, van deszelfs geboorte af, voorgevallen, verdwynen by de tegenwoordige Revolutie in belangrykhcid. Het waren blootelyk gefchillen tusfchen Cabaal ea Cabaal; worftelingcn meestal tusfchen Deugenieten en Deugenieten; en het Volk hadt 'er of geen rol in, yf alleen den rol van misleiden; thands is het de' groote zaak des Volks zelve , waar aan wy, waar aan gy allen moet arbeiden. Het is tegenwoordig geene Cabaal die zegepraalt, maar het is de Natie zelve, die overwint. Niet het geluk van weinige Overheerfchers , maar het geluk van het gantfche Volk, moet thands beoogd worden. Laat ons dan Burgers! onze tegenwoordige Revolutie geduurig in die groote betrekking befchouwen ; laat ons trachten dezelve die richting te geeven, dat men weldra te vergeefsch, in deeze e Re.  C 43 ) Republiek, naar de overblyffcls van bangelyke ivriü. ten zal zoeken; laat het onwaardig vooibeeld van onze uitgediende overheerichers ons tot eene nuttig les verftrekken, om de door hen, zo laaghartig. als onftaatkundig begaanc feilen, te vermyden. Hebben zy , door hunne onzinnige vervolgingen, gemaakt dat de kerkerholen, in ons Vaderland, om wraak fchrecuwden, en dat de klaagftem en noodkreet van bataaflche bannelingen, in alle oorden der waereld, den vloek over hun beftuur uitgalmden; laaten wy onzen roem ftellen in geheel Europa te overtuigen , dat thands het Bataaffche Volk zegcpraalc, en geen Cabaal; dat tegenwoordig de zaak der Vryheid en Gelykheid triumpheert en niet de geest van wraak en verwoesting; en eindelyk dat thands de gezonde ftaatkunde heerseht, om,aan den eenen kant, aan zyn misleiden medebroeder de guile hand van broederfchap aan te bieden, en niet om hem tot wanhoop te brengen; en aan den anderen kanc, om het ftrafzwaard opgeheven te houden, om daadelyk den eerften Verraader te treffen, die zig tegen de Vryheid, en de Souverainiteit van hec Volk, in het toekomende zoude durven verzetten. Immers hoe zeer het eerfte het edel doel is van den rechtfehapen menfehenvriend, moet het laatfte de waakzaamheid van den geftrengen Republikain bezig houden , om aan de belaagers der Vryheid altoos in het verfchiet te tooncn dat men op huni.e haadelingen naauwkeurig acht geeft; en dat de natie, welke zo edelmoedig vergeeft, ook gereed is om, waar het haare Vryheid zal gelden, even geftreng te ftraffen. Ziet daar, Burgers! onze gronden voor ons gehouden gedrag! Ziet daar de regel van onze handelingen ! Wy meenen dat eene onwrikbaare aankleeving van dit Systems, hec eenig middel is , ora  ( 44' ) deeze Revolutie te voltooijen, en eens eindelyk een algemeen Nationaal geluk, op den Bataaffehengrond te doen huisvesten. Ter, Ordonnantie van de Provifioneele Reprefen. tanten van hec Volk van Amfterdam. G. BRENDER a BRANDIS, Secretaris, Gearrefteerd den iiden en geproclameerd den i2den Febr. 1795. Eerjle Jaar der Bataaffche Vryheid»  PROVISIONEEL en ALGEMEEN REPORT, VAN HET COMMITTÉ DER FINANTIEN VAN DE WIUW1CÏ19JUL1TJE1T DER STAD AMSTEiDAM. WEGENS DEN STAAT VAN HET F INA'NÏI EuW EZEN DERZELVER SlAD* TE AMSTERDAM, * ij H. G A R T M A N 1795, Het eerjle Jaar der Bataaffche Vrijheid.   ( 47 > BURGERS REPRESENTANTEN! Oe Leden van het Committé van Finantie^ door U aangefteld, om de Finantien dezer Scad, op te neemen , en daarvan een gedetailleerd Raport uit te brengen, hebben zich terftond opening doen geeven van den ftaat der Thefaurie, en dadelijk bevonden, dat eennaauwkeurig onderzoek , in alle deszelfs deelen, een geruimen tijd zal vereisfchen, om aan den ons opgelegden Taak behoorelijk te voldoen. Echter zijn wij thans in ftaat, U een provifioneel en algemeen Raport wegens den ftaat van Stads Financiewezen aan te bieden, opgemaakt uit deBalancen, Boeken en Opgaven, ten dien einde door ons gerequireerd. Veele ftukken undertusfchen hebben wij niet verder kunnen nagaan, dan tot ultimo Januarij 1794, dewijl de Boeken gewoonlijk geflooten worden op 31 Januarij, en alle de Rekeningen van 1794 nog niet zijn ingekomen en betaald, zo als zulks in 't bijzonder plaats heeft ten opzichte van het uitgebreide Fabriekampt, waartoe veele vakken van >t generaale Financiewezen zijn fpeöeerende, het welk dus niet kan worden opgemaakt, veel min opgeflooten. Wij beginnen met den ftaat der Schulden van de Scad, die wij rangfchikken in vijf Clasfen, als in: bijlage G 2 Schul-  ( 4* 5 Schulden waarin daadlijk moet voorzien wor~ ben volgens Bijlage IA A. bedragende ƒ 1434863: — : — Achterftallige Subfidien te betaalen aan de Godshuizen en Kerken, volgens Bij- . lage IA Aa. * 724800: — :-^- In Schulden die van tijd tot tijd voorziening vorderen, volgens Bijlage IA B., bedragende * 39-3447 :— In oude Schulden die niet presfeeren, volgens Bijlage L.'J C. bedragende • i£>94?9°: g: ê In Schulden op tijd die niet kunnen worden opgezegd, volgens Bijlage IA D. bedragende * 62,81071:15:1© In Schulden die ons bedunkens behooren verreekend en per faldo betaald te worden, volgens Bijlage IA E., bedragende * 1670201: 1: — te zamen ^6029173: S'-~^ Op den dag der Revolutie was in Cas. In Geld ƒ 24392:17:8.} In Papier « 35000:-: — ƒ 59392:17:81 In Banco B". ƒ '0bli%.'-*- Idem, Thefaürierën ordinair van de Negotiatïe van zes JVIülioenen B°. ƒ 204695:19=:: » Wij  C 49 ) Wij gaan het deficit der Bank ffilzwiVcnde voorbij, als mede de Obligatiën op de Oost-IndifcheCompagnie daartoe relatief, als U dóór ri gedaan Raport van de Commisfic der Bank bekend , om daarin zoo ras" mogelijk de noodde voorziening te doen, waarvan importantie Uw' doorziend oog niet zal ontglippen. Onder de lopende posten dienen wij aantemerken; dat de Stad te yorderen heeft, aan oude Renten van de Poovintie HolIand ƒ 2450^3:10:- Van Bewindhebberen van de Oost-Indifche Compagnie alhier, voor geleverd Gelehut betaalbaar Idem vanBewindhebbcren der Oost-Ind. Comp. van; Zeeland , betaalbaar . 1797 en 1798. 9 42463: a;L Ook heeft de Stad aan Obligatiën op Surinamui volgens Bijlage. L\ F. MoSpooo:-:-; Om verder een vluchtig inzicht te hebben, waar aan een groote fomma der Stads penningen van tijd tot tijd is hefteed, rcfereeren wij-ons aan' Bijlage L\ G. b^fndê * 30057^:-: 10 G 3 Om  Om U Toorts In ftaat te ftellen, om te oordeelen ï overdegewoonelnkomften 4 «£:: en Uitgaven der Stad, voegen wij hier bij, fub L\ H. een ftaat derzelven, geduurende een tijdvak van ao Jaaren van 1774 tot, 1793 ingefloten, waaruit blijkt dat, in die aojaaren, meer uitgegeevendanontfangenis f 4296*994: 7:1} Het gene grootendeels is toe te fchrijven aan de vermeerderde Subfidien aan Kerken en Godshuizen, opgemaakt over 't zelve tijdvak van aojaaren, en in 5 Colommen verdeeld, om het notabele verfchil met een opflag van het oog te zien, bedragende blijkens Bijlage h\ ï, * $i 557°3! —'1 * Zijnde nog aan gem. Godshuizen zedert primo Februarij 1794 tot primo Febr. 1795 aan Subfidien betaald, blijkens Bijlage L% K. * «41*87: C:^ En tot opbouw en Subfidien van >t Werk- en Spinhuis * 1216609:19: 4 Om  C Si ) Om U wijders voor te Echten in de deliberatien over deBank,voor zoo verre dezelve relatief is geweest tot 't finantiéele deezer Stad, toont de Bijlage L\L. dat in 't verloop derzelver 2,0 Jaaren, de Stad daar van aan winst heeft genooten f 1485498: 4: Si Na aftrek van ?t verlies van B°. * 3.835$ • a:—* Met een Agio van^pCt. op het munten geleden, Volgens opgaaf der Regenten van Godshuizen en Kerkmeesteren, zouden zij 7 jaarlijks grosfo modo aan Subfidien benoodigd zijn, volgens Bijlage L". M. * 44745-0:—■:-= Wij voegen hier nog bij Raport fub L". N., van de Superintendenten der waterfchepen, van het eiland Marken, door geweezene Burgemeesteren alhier aangefteld, om ten nutte der zeevaart te waaken, in welke gemaakte kosten bedragende circa ƒ 34000: —: —, en in het verdere noodige behoort te worden voorzien, edoch moeten wij in bedenking geeven, daar die waterfchepen dienen, om zoo wel de Lands,Oost-Indifche Compagnies als Koopvaardij-Scheepen,over Pampus te fleepen, of de Admiraliteit en OostIndifche Compagnie , daarin ook niet behoorden te draagen. Geweezene Burgemeesteren hebben bij eene authorifatie de Collegien van den Levantfchen- Oosterfchen-en Moscovifchen Handel, gelast, jaarlijks eenige honderden Guldens ieder, voor dit objedt tc contribuè'eren. A 4 W l  ( 5i ) Wij houden ons bij voorraad overtuigd, dat. deze en gene inrichtingen en dire&ieh , voor verbeteringen en befpaaringen in de uitgaaven, vatbaar zijn, welke echter bezwaard zullen worden door eene vermeerdering van Intrest van eene te doene Negotiatie, zo wel ter voorziening in de boven aangcweezene Posten als ter bgtaaling der extra. ordinaire uitgaven, Wij verhopen hier mede aan het gegrond verlangen der Burgers voldaan te hebben, en zullen ons vereerd vinden , zo onze provifioneele1 pogingen de Goedkeuring dezer Vergadering mogen wegdragen. Amft. 11 Febr. 1795- JAQUES TEYSSET, HERMAN IIOQGEWAL, STEPHANUS dé CLERCQ, WILLEM WILLINK, JAN ANANIAS WILLINK, CHR. van EEGHEN,  C S3 ) Bijlage IA A> Beleeningen onder diverfe op' Recepisfen, Joop«nd£ a3f pCr. Intrest ƒ 818730: —: — a 4 pCt. dito - 150000:—: — s= —! ƒ 968730: -r: Het beloop van 1 Jaar Imresfen over de vol-. gende objeaen Als Recepisfen op Maandgelden f 92486: 3:8 Oude Obligatiën - 2973 :14: S Renten » 6757:12: * Oude Renten - 2450:15: 8 Negotiatie van 2 Mill. - 5600: —: — dito van 6 dito - 205625 : — : —» Lijfrenten Burgemeesters - 2400 Weeskamer - 12250: —: — Beleening a 3| pCt', - 28655': 11 : — dito a 4 pCt. - 6000": —: —* Godshuizen en Kerken a af pCt. - 3690: 12 : — DefoIatcBo'edelskamer- 1925S: 8: — ;== rw0, ƒ 3.88147 :17: - Lijst van de nog onbetaalde Rekeningen, ten Lasten van de Thcfaurie ürdinaris der Stad Amfterdam. Roos en Boe vink ' f 5671 : 15; — Dito * 3214:" 8 : — Bontenkoning enAukes- 5205 : 6.: — Dito - 1014: 8: — Kinfchot - 1345 :11 :-—• Commelin - 5365 i 12: — Bentink en Wardenburg - 1500: —: —• Crook en Zoonen - 5956: —: — Transporteeren ƒ 29273: 4:—/13,56877: 17: —  C SA, ) Transport ƒ29273: 4: — ƒ1356877:17: Va» Son - 1462: 8: — dito t 964:15: — dito * 3426:—:— Groothuijzen - 188: 7:— Tol ƒ3608:11:— dito - 5447:10:— dito - 5021:16:— dito - 3385:16:— ƒ17463:13:-' Af op Rekening betaald - 9725:—:— — -ƒ 7738-13:— Van der Vecht - 348:17:— dito - 181:17:— Bolten en Zoonert - 3328:14:— Winkelman - 267: 4:— Bertina - 669:—:— Kloek ƒ 5417:15:— dito - 98'79:i5— ƒ 15297:10:— Af op Rekening betaald - 4400:—:— ƒ 10897:10:— Dronsberg - 13541: 8:— Schouten ƒ 3483:18:— AfopRekening betaald - 3350:—:— !33:i8:-r Schouten 440:—:— dito » 354:16:— dito - 30: 8:— Trtntportetren' ƒ72146:19:— f 1356877:17:—  t SS ) Transport f 72146:19ƒ 1356877:17:—* DuPuy - 908: 6:— Rol «- 81:14:— VanderTuuk - 332: a: — Ruiterwagts «■ 274:19:— Weduwe Cramer - au: 2: — Rendorp * 2032: 18: — Klapmeijer - 565:16:— Raillard - 135: 8:-* De Graaff - 559:18: — DeWed. vanDienien- 360: — : — Waagdrager* - 150:—-— Ftoounan « 166: 1:— — 77985: 3:-" /1434863:—:—  Bijlage L». Aa. Opgave van Subfidjgó noodig aaji de onderilaandede Kerken en. .Gedichten jer bctaaling van hunne aehterftallige .Schuren, voor of ia A'\ 1793. C111794. Oude Kerk ƒ8500:-:— ƒ5000: — : — Nieuwe en Eng. Kerken - 8000 : —: — - 9000 : —: —' Zuijder Kerk - — . 3000 : •: Oostcr Kerk - ; '. _ 3800: : — Eilands Kerk - 1— . 1*800 : —: — Amftel Kerk - ; :__ . 28co: — : — Wale Kerk en St. Joris Hof • 7500 ; — : — Nieuwe Wale Kerk { 5800 : —: — Wester Kerk . Noorder Kerk » . , Oude Zijd.s Kapel - , , Nieuwe Zijds Kaj-el - . Gasthuis Kerk cn binnen en buiten Gasthuis en Krankzinnig Huis -59000:—:— - 111700:—:— Tuchthuis _ 7400: : Spin cn Werkhuis -11000:—: — - 61000:—:— Huiszitten Aahnocsf.Huis oude zijde , , 5000:—:— dito nieuwe zijde - 3700: —: — - 80000:—:— Burgerweeshuis -15000:—:— - 12500:—:— Aalmoesfenicrs-Weeshuis -145300: - 131000: : Oude Mannen en Vrouwen Gasthui* - 19000:—:— - 8000:—:—. Leprcfen - Huis . Stads Zijde Windhuis « . Zijde Halle . A0 ƒ 069500*-:— /45S300:-:- Dus in A5,1793 en 1794 te ismen f 724800: -;«■  ( 57 ) Bijlage L\ B. Recepisfen lopende op Maandgelde» : . s _ A. »ƒ• „/t„~ . , „ • a zj p\-j-. pi. .«ui y i^yy^t/• Negotiatie van a Millioen van A°. 1787. a 2 i pCt. Intrest per An op wélke een Jaarlykfche aflosfing van #3 bij Loting gefchied op primo Junij vandezelve is echter maar afgegeeven geweest ƒ 2.80000:—:— en beloopt nog per resto. - 2.24000. ƒ 3923447: Van deze Recepisfen zijn wel een groot gedeelte in handen - der Godshuijzen, Kerken &c, doch anderen worden, zoo wel als van de beleeningen fub La. A. van tijd tot tijd opgezegd, zoo als daarvan dan ook reeds opgezegd zijn de volgende posten  C 58 ) '4Febr. Eene Beleening van A. van Slingeland welke hij nog niet heeft ontfangen f gooo:—: -3 a4dito. Vier Recepisfen aan diverfe * 4000:—:— iaMaart. Idem « 4000:—.--^ 7 dito. Idem 9 3000:—;— 10 dito. Een Beleening van P, van der Meulen * 10000:—: —: '11 dito. Een Recepis =* 1000:—:—: 13 dito. Een dito * 1000:—:—; . Een dito aan de Sociëteit van Surinamen » £0000:— 15 dito. Een dito « £00:—;— 17 dito. Een dito s 2000:—:— 19 dito. Een dito <= 2000J J .8 April. Een Beleening van F. Scraalman «= 30000" 13 dito. Een dito vanP. Straalman * 4000;—^ /i 135005—  C S9 ) Bijlage L*. C. Schulden aan differente Kamers tn Godshuizen, veel al van ouden datum. Aan de Defolate Boedels-Kamer f 940324: 7: 8 Aan de Weeskamers = 490000:—:— Aan de Reekenkamer = 416841:—:i4 Aan het Waale Weeshuis = 46225:—:— Aan het Gasthuis e 74000:—:—• Aan de Nieuwe Zijds Capel » 4000:—:— Aan de Westerkerk ■ n 11400:—:— Aan de Moeders van 't Oude Mannenhuis s 8000:—:—f Aan dito van 'tLeproozenhuis «= 4000:—:— ƒ1994790: 8:5  C ÖO ) Bijlage L'. D. Schulden beftaande in oude Obligatiën a 3 pCt. per An f 99124: 5:— Renten tot lasten dezer Stede a 3 pCt. * .125254:15:— Oude Renten i, 3 pCt. per An = 81(592:15:10 f 406071:15:10 Li voorgaande Eeuw reeds genegotieerd, die van tijd tot tijd wierden ingekocht Negotiatie van 6 Millioen a 3 j pCt. intrest per An debet ftaande voor =* 5875000:—:— f 6281071:15:10  C éi ) Bijlage L\ E. Het Confent van de 100 en ecoPenning der Huizen, verschuldigd aan de Staaten van Holland en Westfriesland over de Jaaren van 1792 en 1793 ƒ 1370201: ir- ■tiet Conlent van 1794 daar van is heden na calculatie ontfangen ƒ 300000: —: -— en aldus ook fchuldig * 300000:-:- ƒ 10*70204: 1:— w1!?'^aar tegen d€ Sch^d v™ de Provintie bolland ƒ 2459823:19:— wegens oude Rentebrieven, mede moest verrekend worden. Bijlage 1* . p, QbUgatien ten Lasten de Sociëteit van SURINAME N. 1 Obligatie i a| pCt. Intrest 'sjaars f 700000:—:— cfio ordinaire Obligatiën « aócooo:—:— 7.4 Obligatiën * 74000:—:— 1 Schuldbekentenis s 25000:—:— 30 Obligatiën ten lasten van eenige Planters in Surinamen, genegotiëerd bij wijlen W. G. Deutz en thans ten Comptoire van J.en Th. van Marfelis s 30000:—:— f io8oooo:>— KJLAGE H  Bijlage L". G'. Geduureftde de laatfte verloopen twintig Jaaren, zijn de volgende uitgiften gedaanvoor extraordinaire werken en fubfidien , die niet gebragt zijn onder de ordinaire uitgift, als: Inroeping of Subfidien aan de Sociëteit van Surinamen, veroorzaakt doör den Engelfchen Oorlog f 1098908:—:— 't Deffenfiewezen dezer Stad, in den Jaare 1787 ƒ 1003669:—:— Aan de geplunderde Perfoonen in den Jaare 1787 * 3438o:_":~" De Pruisfifche Troepen, na aftrek van 't geene door den Lande gereftituèerd is * I737*:—:— Onkosten bij 't inkomen van 's Lands Troepen, binnen de^ze Stad in 't laatst van 1787 g 6pM7'—•— Cafernen voor dezelve gebouwd, als mede Stallingen 8cc. met onderhoud . * 23744g«— Verües voor 't onderhoud van dezelve i voor de noodige fourriitures, boven het Serviesgeld , dat de Stad daar voor te rug ontvangt , bij. calculatie * 64000:—:— De Schouwburg * 280469: X\— De Amfteldijk, voor "tbefkraatenvan den weg - 115322:12:10 Regenbakken, circa .* 85000. -. - ƒ 3005726:—:io >JB. 't Serviesgeld van den Lande te goed, tettert Julij 179».  INKOMSTEN en LASTEN yaTde THESAURIE ORDINARIS defzer Stat volgens de Staat - Balancen, ofwel het Boek, genaamt de vijf colommen, van den Jaare 1774 tot 1793 in gefloten. Jaaren. Uitgaaf. Ontfangst Meer ontfangen als Meer uitgegeeven als ; u ' uitgegeeven. ontfangen. II7* f H2///T 1 19 •' H f ^BtTTT* : m . ; ; 7 ƒ 12026, : 6 : 1 ~ 1775 , 146665! : 15 : 4 * 1233*58 : 3 : 9 - . . . * «33395 77* - 1389787 : 5 : 15 * 2274128 : 6 : x4 . . . , x 5658 : x9 : i ' 777 - 2412045 : 18 : xo - 1377,3, : 8: 7 . . ... 34814:10: 3 27/8 - 1494501: 3:12 . 1387253: 4:1 ..... 107247:19:11 Zin " lll fr4 1 19:11 ' 1387063 : ~ : 1 • ■ ; • 1 • - 391302 : 19 : 20 700 , i76S665: 3-4 * H66m, 3:8 ... . %9\6% : 1\ 6 1781 ; 1622844 : 2 : 2 „ 15lo344 : i8 : ' s . . , . „ ^ . fl : 278. * 1676643 : 27, - , 13347O0 . l8 rfo ... „ 3^ : l8 : °6 27 3 - «715489: 2 : - ... ^377:22: 3 ..... „3?;I: 9:I3 27 4 - 2784089 : 6 : xa . I5240IO : l6 : ? # # < , ^ ; ^ ■ * 17 5 * 1752787: 7: ai . 2765730: 18 :|o ƒ 13943:,!: 7J ... 1786 - 28,9x32: 3:22 . x38I5ox: 3: * ,3943 . /' . 447630:-: 9 2787 * 1765373 : 6 : 15 ^052x3 : 6 : xx . . . . , %7J6o : - : 4 17 8 * 282x778 : 4 : x4 . X348927 : 29 : 3 . . . - 47*860 : 5 : n 1789 * 1805471 : 22 : 10 , I59058i : 8 : ii4 ..... I14390 : 3 • i4| 2790 - 1772303: 1: a . 1783994:27:15 * 12691:16.13 . 1791 > 2830739 : 2 : tfi , l675i48 : x : x5 . . . . Hs59ï : _ : ?i 279* ' 184^443 =4:2 . ,663466 : 5 ; 12 ^976 : x8 : 5 1793 - J^6t58 : ü : 7 - 25,6523 : >3 : 25 ... „ 249634 : «7 : 8 . / 33729412 : 7: i3i\f 29MHy7 : —;ia ƒ 4323629 : 15 : 6 ■ : ■ * «6635 : 8 : 41 In 20 Jaaren ƒ 4296994 : 7 : i|   Bijxa&e L'. % Pag. 64 6$ BETAALDE SUBSIDIEN aan de KERKEN en GODSHUIZEN deezer STAD, gedurende twintig jaaren, van anno 1774 tot 1793 ingesloten. Van 1774 tot 1777. Van 1778 tot 1781. Van 1782 tot 1785. Van 1786 tot 1780. Van 1750 tot 1703. 20 Jaaren te zaanjen. Eilands Kerk ; l f 12175 : — : — ƒ 7300 : — : — ƒ 12000 : — : — f 6000 : — : — ƒ 0500 : — -. — ƒ 46975 : : Oude Kerk . ; * 50000 : — : — a 36000 : — : — = 49500 : — : — * 21000 : — : — „ 32500 : — : * 189000 ; — : Amftel Kerk . . * 13200 : — : — * 9700 : — : — s 10700 : — : — * 11400 : — : — „ 17000 : — : — * 62000 : -I : Oude-Zijds Capel . * 6000 : — : — s : — : — * 8000 : — : — « 12000 : — : — * 8000 \ — : v ^ 34000 • . Nieuwe en Engelfche Kerken * 54000 : — : — * 52000 : — : — * 46500 ■: — : — * 50000 : — : — * 49000 :/—.-: — „ 251500 ; : Oude Waale Kerk . * 11483:16:— * 6534: 1:— * 7194 : 9:— = 7860:14:— * 10312:14:— „ 43385:14: — Nieuwe Waale Kerk . = 5200 : — : — «= 5500 : — : — * 7500 : — : — 9 7000 : — : — * 11500 : — : * 3670,0 : : 2uider Kerk . , = 14000 : — : — * 16000 : — : — . 11000 : — : —- < 5500 : : => 13000 : : — * 595e* • • Hieuwe-Zijds Canel . »= 55000 : — : — s 40000 : — : — = 7000 : — : — * 17000 ; — : — „ 20500 : : — „ 139500 : : INoorder Kerk . . * 15500 : — : — * 12400 — = 14400 : — : — . 10000 : — : _ # 10500 : : „ 62800 : — : — St. Joris HofF , . * 18500 : — : — * 13000 : — : — = 11500 : — : — „ 11500 : — : — * 15500 : — : _ „ 70000 : — : — Tugthuis . * 27750 : _ : — * 28000 : — : — * 70000 : — : — 9 84000 : — : — , 68000 : — : — „ 277750 : — : — 't Gasthuis . . - 125690 : — : — * 69030 : — : — * 115230 ■ — : — = 214260 : — : — ' , 148105 • 6 : 12 „ 672315 : 6 : 12 Oude - Zijds Huiszitten-Huis = 165000 : — : — = 88000 : — : — * 94000 : — : — ö 148000 : : — * 104100 : — : — * 599100 : : Nieuwe-Zijds Huiszitten-Huis s 137000 : — : — * 151000 : — : — » 199000 : — : — * 279152 : : — „ 322000 : — : — * 1088152 • — : __ Ooster Kerk . . P 5000 : — : — * 4000 : — : — * 7000 : _ : — * 2000 : — : — * 7500 : — ; —. * 25500 Aalraoesniers Huis . . tf 15000 : — : — «« 81000 : — : — . 169000 : — : — * 371000 : — : — * 547245 : — : —. * 1183245 : _ . _ Burger Weeshuis . , ? : — : — a 24000 : — : — = 24000 : — : — * 25500 • — : — „ 36000 : * 1095*0 : • Oude Mannen-Huis . , : - : - * 8000 : - : - * 89000 : — : - * 55780 :_-:_„ 520oo \ — : - „ 204780': - • - Vier Jaaren ƒ730498 : 16 : — ƒ 651464 : 1 : — ƒ 952524 : 9 : — ƒ1338952 : .14 : — ƒ1482263 : — : 12 ƒ 5155703 ; —~7% Is ieder Jaar ƒ 182624 : 14 : — ƒ 162866 : — : — I ƒ 238131 : 2 : — ƒ334738 : 3 : — ƒ 370565 : 15 : —   ( 66- ) Bijlage L\ K. BETAALDE SUBSIDIEN van primo Februarij 1794 tot ultimo Jan. 1795. Eilands Kerk ƒ 3500:— ï— Oude Zijds Capel * 4000:—:— Oude Wale Kerk «» 1000:—:— Nieuwe Wale Kerk *■ 5273:18:— «Züider Kerk * 3000:—:— St. Joris Hof ? 4000:—?:— Tugthuis * 14000:—:— Gasthuis e 37038: 8:— Oude Zijds HuiszittenhuM * 31900:—':— Nieuwe Zijds Huiszittenhuis * aoooo:—:— Aalmoesniers Huis * 83500:— Spin - en - Werkhuis •» s$ooo:—:— Schouwburg «■ <5öóo:—:—- Zijde Windhuil * 1500:-:— Zijde Hal * 1575'— ƒ 241287; 6'.- H ft  ( «7 ) Bijlage L'. L, WISSEL-BANK, Jaaren Verlies Avance *774- ƒ 82920: 6:-~ *775« * 50911:13:— l776. » 61681: 4: 8 3-777- - 59893:—: 8 2778. • 69166: 4: 8 *779» "* 127220: 8:— *7*°- * 146879:19:— J78i. * 266167: 4:— . J782« p 150125: 9:— *7*3- # 88348:15:— 3784« » 28403:—:— J785» » 39160:—:— 378*. » 41892: 2:— J787« •» 43507:18:— 1788. # 52252:12:— I789- # 85203:12:— ' ,79«' * 72028:17:— , : _» 63011:19:— i792- / 10402:16*:— ƒ1529774: 4: $ *79Z- * 27955: 6:— f Beo. ƒ 38358: 2:— Agio 5 pCt. «= 1917:18:— ~—■ '—f 40276:—:— in 20 Jaaren ƒ 14ö9498:  ( «8 ) Bijlage IA M, Opgave wegens de Subildie J welke jaarlijki hoodig zal zijn voor de onderflaande Kerken en. Geftichten, om hunne inkomften gelijk te manken met hunne benodigde uitgaven. H Oude Kerk ƒ Saco:~ Nieuwe Engelfche Kerke» * 13000:—:— Zuider Kerk » 3<00'_._ OosterKerk „ §00:-':— Eilands Kerk * rzcoo'—*— Amftel Kerk m 0400:—:— Wale Kerk en St, Joris Hof * 5T00:-:— Nieuwe Wale Kerk * 2800*—•— Wester Kerk , (_ •"_ Noorder Kerk , 2200'—'-— Oude Zijds Kapel » 2000'—*'— Nieuwe Zijds Kapel , 4000.*— Gasthuiikerk en binnen en bui-ï ten Gast en Krankzinnig Huis fnu* 7°ooo:—:— Tuchthuis , I4ooo:-:- Spin en Werkhuis * 50000: Huiszitten Aalm.Huk, oude zijde * 32000:—:— dito, nieuwe zijde 0 84000*—*— Burger Weeshuis „ 7000:—:— Aalmoesfeniers Weeshuls » 130000*—:— Oude Mannen en Vrouwe Gasth. » 1 oooo*—' Leprofenhuis „ Stads Zijde Windhui» P coo'-*— ZiJde Halle , ioool-!- ƒ 4474£°:-;—  < 79 ) Lö N. K • Ter - voldoening aan 'het verzoek en. requifitie yan.'het'j-Comniiaé .yan Finantie gelieve .hetzelve te-&ij % geïnformeert. i.) Dat van April tot O&ober 1793 zijn gerepareert vier Waterfchepen, welke met een vijfde* dac nog, in hetzelve Jaar op de Helling gebragt, doch . éérst ii>i:Febr;uarij 1794 te Water gebragt is, hebben gekost met derzelver zeil, treil 'en toebehooren, en daar3^0^betaald en-voprgeichoQten is geworden de fomma van en twhtig .duizend, negen honderd pn< dertig: guldens, tien fiuheff. en agt penningen , welke zouden behooren te worden gerembourseerd en waar toe de interceslie van het Committé word ,s.erzogt. ±&2l *oi«oo>ï Onder welke fomme geene andere onkosten van hec Collegje begreepen zijn, dan alleen de fomma van dertig guldens, voor het fchoonmaaken dér Kamer en bediening in de Schreijers .Tooren. t „ a«) Dac zederc de maand Juli] 1794 op de Helling zijn gebragt , en tegen het aanftaande voorjaar van alles voorzien en gereed zullen zijn twee Waterfchepen, welker onkosten bij calculatie zullen bedraagen Elf a twaalf duizend Gul- 3.) Dat alsdan nog vijf Waterfchepen over blijven, die volgens de daarvan ingeleverde Rapporten merkelijke reparatie zullen noodighebben; dezelven werden door den anderen bij calculatie begroot, op ruim vier duizend gulden* en dus de vijf Waterfchepen te zamen op ruim tW»r  C 70 ) twintig duizend guldens, tot al het welke al mede geen Cas voorhanden is. 4.) Wanneer als nog overblijven drie Water^ fchepen welke afgekeurt zijn, en volgens opga^j ve der Harkers en Scheepstimmerman door nieu-i we Bodems vervangen werdende, ten minfteti zouden kosten elk Waterfchip met zeil, treil ei*, toebehooren achtduizend guldeus, en dus te za-| men ruim vier en twintig duizend guldens: waartoe voor als nog in de Cas de Referve daar, toe ingericht, onder de Overlieden der Water-; fcheepslieden berustende, alleen vierduizend zes en veertig guldens en vier Huivers voorhanden, is. Hier mede, zo vertrouwen aan de intentie van' het Committé van Finantie voldaan hebbende* betuigen te zijn. Uwe dienstvaardige Medeburgers de Super-ï intendenten over de Waterfchepen vaat het Eiland Marken. Amfterdam den 19 Febr. 1795. (ge:£k$>:d) Af TITSINGHj JELLIS ROELOFSj uit   C 73 ) RECAPITULATIE Vvi 'tR.tt.port van 'tCommhtévan Finanti* van 21 Febr narij 1795, aan de Provifioneele Vertegenwoordigers rati 't Volk van jdbmfierdam, overgegceren den 14 Februari/ 1795, Uit het provifioneel en a%femeen Raport wegens den ftaat van Stads Finantie-Wezen", den 21 deezer maand door ons bij deeze Vergadering inbragt, blijkt dat de lchuiden dezer Stad beftaan in 't volgende; als Aan oude Renten van de vorige Eeuw. f 406,071:15:10 Recepisfen op Maandgelden * 3,699,447: — : — Belceningen op Recepisfen = 968,730:—:-» Negotiatie van 2 Mil- lioen per resto * 224,000:—: van de Negotiatie van 6 Millioen loopende * 5,875,000:—: Schuldig aan de Staaten van Holland = 1,670,201: 1: — Subfidien van agterftallen der Godshuizen en Kerken « 72,4,800:—: — De onbetaalde Reekeningen van de Stad be- loPen * 77,985: — : — De Stad heeft van diverfe Kamers bij wijze van Leening. * 1*994,790: 8: 6 ƒ15641025: 8: — Biji.a&k 1 waar  < 74 ) waarby rtog voegen de Interesfen die dit Jaar vervallen, waarin voorzien moet worden , en daarom onder de fchuld is gebragt, hoe zeer anders tot de Jaarlijkfe Lasten behorende f 388147:17:—. te zamen ƒ* 16,029,173:5;— En dat de Stad daar togen te vorderen heeft van ^eStaaten van Holland en Westfriesland f 2459823J19:— En van de Öost' Ind. Comp. alhier en in Zeeland voor geleverd Gcfchut, betaalbaar in A°. 1797 1798 cn 1800 - 95463: 2:— " / 2,555,287:1 dus blijfc de geheele fchuld der Stad. ƒ13,473,886: 4:- In tegenftelling deezer fchuld bezit de Stad zeer aanzienlijke Eigendommen, zo in Gebouwen en Landerijen, als in de Colonie van Surinamen, van welke Colonie de helft derTcrritoriaale Eigendom aan de Stad Amfterdam toebehoort, benevens f 1,089,000: — aan Obligatiën ten laste de Sociëteit van Surinamen , en van eenige Planters in die Colonie. Doch de aanzienlijke Inkomften die de Stad voormaals van deeze Surinaamfe bezittingen plagt te trekken, zijn zeer verminderd door de gevolgen van den laatften noodlottigen Oorlog tegens Engeland. Be-  C 75 ) | Behalven deeze vermindering van Inkomsten , is Stads Fmantieweezen in de laatste Jaaren zeer gedrukt geweest, zoo door de geftadio- vermeerderende Subfidien aan Godshuizen en&Kerken, als door andere buitengewoone uito-aven Volgens eene aan deeze Vergadering ingeleeverde opgave heeft de Stad gedurende een tijdvak van 20 Jaaren van 1774 tot I793Aan-Subfidien aan Godshuizen en Kerken betaald ƒ e,r ^ 7nn . . Idem aan de Sociëteit van S'~ ó Suriname veroorzaakt door den Engelfchen Oorlog * 1,098,988 : — • — Onkosten wegens 't uitdiepen van \ Y zedert A°. J778 tot i7P3. f 1,598,228.14;^ JJe opbouw van 't nieuwe Werkhuis, benevens de Subfidien aan dit Huis heeft aan de Stad gekaft- * 1,216,609:19:- Het Defenfiewezen dezerStadindenJarei787, * 7,003,669:-:De Schouwburg . 280,460: 8; — Aan de geplunderde Perfoonen in 1787, - 0. 0on. De Pruisfifche Troupen 3 ' " ~" na aftrek van 't gene door éen Lande gereftituëerd is «= r 7,378: : Transporten ƒ 10^05,435; l; 1£ _. _. /' -3-;;:v-EQ\i '303 frvi ~A Qn-  C 7« ) Trans'porteere ƒ 10,405,4 j'5:1: 15 1 Onkosten bij 't inkomen van 's Lands Troupen binnen deeze Stad in 1787 =» 69,147: — : — Cazernen en Stallingen voor dezelve gebouwd met derzelver onderhoud ƒ 2.37,443: — :— Onderhoud der Troupes, boven »t Serviesgeld dat de Stad daar voor ontfangt, bij Calculatie * 64,000: — : — Het. beftraaten van den Amfteldijk per resto van verfchot * 115,322.: 12,:— . Regenbakken circa p 85,000: —: — te zameh ƒ 10,976,347^3215 Deeze Important e, meest buitengewoone uitgaven , heeft men niet kinnen g-oedmaken uit de gewoorn Inkomften, fchoon dezelve anders voikomen voldoe ndezoudenzijn geween, voo* de gewoone tiitgavej der Stad ; daar het blijkt , volgens eene opgave, gevoegd bij ons voorig Raport , dat het furplus der uitgaven boven de Inkom ften der Stad in een Tijdvak van 2.0 Jaaren, van Ac. 1774 toc 1793- nifc _ - . . meerder bedragen heeft als ƒ 4,296,994. 7 ■ —  C 77 > Deeze openlegging van den Staat van Stads Ftnantie wezen , zal, zo wij vertrouwen, kunnen ftrekken tot genoegen der Burgerij, welke fteeds onkundig wegens den waren ftaat van Stads' Financiën, zich, over 't algemeen, niet dan ongunftige denkbeelden deswegens heeft kunnen vormen. In 't bijzonder kan zulke eene publi- que openlegging dienen ter gerustftelling der Cr tditeuren dezer Stad, terwijl men zich met reden mag vleijen, dat, na de volkomene herftelling van Rust, Eensgezindheid, en Voorlpoed , de Beftuurders deezer Stad eerlang zullen in ftaat zijn, door fuceesfive aflosfingen, derzei ver fehulden te verminderen. Ondertusfchen oordeelen wij het van onzeft plicht, de noodzaaklijkheid aantetoonen, om ten allerfpoedigfte te voorzien in de prompte afbetaaling der volgende fchulden,- te Weten : ie. Onder ft vorig bellier heeft men van tijd tot tijd , om aan dringende Geldbehoeften te voldoen, toevlucht genomen tot beleeningen, lopende tot g| en 4 pCt. Interesfen; doch daar dit hulpmiddel, onzes bedunkens , niet overeenkomftig is , noch mee de waardigheid, noch met het belang der Stad, dewijl men nooic zeker kan zijn , of deze beleeningen zullen worden ge- I 3 con*  ( 7» 5 / continueerd of opgezegd, r oordeelen wij dat dezelve alle behoorden te worden afbetaald, bedragende volgens ingeleeverde opgave. ƒ 968,730— 2e. Onbetaalde Stads Rekeningen, volgens dito * 779,85: 3:-. 3e. Subfidien aan de Kerken en Godshuizen, ter betaaling hunner achterflallen, volgens opgave. * 724,800: — :— 4". Subfidien welke de Kerken en Godshuizen, volgens opgave dér Regenten, in dit lopende Jaar rekenen te zullen nodig heb* ken" 1 447,450: —:—i NB. Door »t prompt fourneeren deezer Subfidie, zullen de Regenten dier Geftichten in ftaat zijn, hunne Leverantien aan de minst aanneemande voor conptant geld te kunnen aanbefteeden , in plaats van een crediet te vergen aan Leveranciers, die, in de ónzeekerheid wanneer hunne Rekeningen betaald zouden worden , waarfchijnelijk niet zullen •aoo £ I na-  < 79 ) nagelaten hebben, hunne prijfen naar evenredigheid hooger te Hellen. g\ De geduurende dit lopende Jaar te betalen zijnde Interesfen, bedragende, volgens opgave. * 3 8 S, 147:17 h 6\ De Aflosfing in dit Jaar te doen van een gedeelte der Negotiatie van twee Millioenen, volgens °Pgave- = 12,000:-:- ■ 7e. Een fomma om te voorzien in de aflosfing van een gedeelte der Recepisfen op Maandgelden ten lasten deezer Stad, welke door de houders kunnen opgezegd worden , en waarvoor wij bij calculatie ftelIen- ' 500,000:-:- Bedragende dus 't geenl eene fpoedige voorziening3,no,in:_-_ vordert. J Waarbij moet komen 't geen nodig zal zijn, ter voorziening in de buitengewone Uitgaven , door de tegenswoordige Tijds omftandigheden veroorzaakt, waarvan wij de begroting aan uw oordeel overlaten; als mede om te voorzien in het herfcel der Bank , volgens de piecn-  plechtige belofte deswegens aan 't Poblicq gedaan , bij Uwe Publicatie in dato g dezer maand, 'c welk ongetwijffeld een gewigtig onderwerp Uwer Attentie zal zijn. Araö. 24 Febr. 1795. JAQUES TEYSSET, HERMAN HOOGEWAL, STEPHANUS de CLERCQ, WILHEM WILLINK, JAN ANANIAS WILLINK, CHR. van EEGHEN.  B Y L A G E Èehorende tot de Zitting van den %den Maart 1795-» VRYHEID, GELYK PI EI D, BROEDERSCHAP. De PROVISIONEEELE REPRESENTANTEN van het Volk van Amfterdam, niets meer ter harte neemende,dan het Geluk en den Welvaart dezer Stad en van der* zeiver goede Burgery, hebben al aanftonds, by Üen aanvang van hun provjfioneel Befttmr, gemeend het oog te moeten flaan op den ftaat der üedeiyke Finantiën, en hebben,"ten dien einde, hun Committé van Finantiën gelast, deswegens een naauwkcurig onderzoek te doen, en een gedetailleerd Rapport van deszelfs bevinding uittebrengen ; waar aan, zo veel de kortheid des ryds toeliet, zynde voldaan , hebben zy nu verder van hunnen pligt geoordeeld, den ftaat dezer Finantiën, zoodanig als die door hun Committé bevonden ea aan hun gefuppediteerd is, aan de goede Burgery, door middel van de drukpers, open te leggen, ten einde dezelve, zo veel zulks by proviüe mogelyk is, in ftaat gefteld worde J3YLAGE. H te  ( 82 ) te beoordeelen, hoedanig, onder het beleid der voormaalige Regeering, het belang dezer Stad, 't gene niet anders is of zyn kan dan het belang der geheele Burgery, is geadminillreerd geworden, en tevens aan elk te doen begrypen, de hooge noodzaakelykheid, om, door eenen gevvilligen en krachtdaadigen byftand, in de dringende behoeften die thands plaats hebben, en welke geen uiritel toelaaten, hoe eer hoe beter te helpen voorzien. Zou het hier toe noodig zyn, Burgers! dat uwe provifioneele Reprefentanten uwen aandacht bepaalden, tot de oveiweeging van elk dezer behoeften in het byzondcr? Zouden zy by U moeten aandringen de volftrekte verpiigting, om de achterftallen aan de Wisfelbank , en de onbetaalde Schulden, wegens deugdelyke leverantiën ten behoeve der Stad gedaan , te voldoen, voor de betaling der Intresfen van reeds opgefchooten Sommen, en voor de toekomftige onvermydelyke uitgaven , zorg te draagen ? Of zouden zij U den hoogen nood van de onderfcheiden Godshuizen en andere weldaadige en nuttige Geftichten, moeten fchildcr-en, omU te overtuigen, dat, zonder uwe hulp, de traaffèn der Armen, der Weduwen en der Wèezen, die gy in uwen fchoot opgenomen , en tot hier toe zo lofwaardig ge-  ( «3 ) gevoed en gekoesterd hebt, niet zullen kunnen gedroogd worden? Neen, Burgers! Gy hebt jaaren lang een al te treffend voorbeeld gegeeven, van uwe naauwgezetheid in het vervullen uwer verbindtenisfen , van uwe voorzichtigheid in het regelen uwer Inkomften en Uitgaaven, en van uwe welwillendheid en menschlievendheid in het verzorgen der hulpbehoevenden, dan dat zy noodig zouden hebben , tot deze of dergelyke beweegredenen toevlugt te neemen ,om uwe vaderlandfche harten te ontvonkentot medewerking aan het algemeen geluk. Uwe provifioneele Reprefentanten, Burgers! U den Staat der Stads-Finantiën alzoo in zijne waare gedaante voor oogen gelegd hebbende y houden zich dan ook verzekerd, dat gy daar uit wel draa zult begrypen, hoe onmogclyk het is, om door het daarflxilen van alle gepaste middelen van fpaarzaamheid en bezuiniging , die zy voorneemens zyn voor het vervolg by de hand te neemen, den tegenwoordigen dringenden nood te gemoete te komen, en dat zy, terwyl zy zich onlecdig zullen houden,om de inkomften en uitgaven deiStad, voor het toekomende, op eenen goeden .en evenredigen voet te vestigen, inmiddels noodig hebben uwe hulp en tusfeheuK 2 komst  C 84 ) komst intefocpen, tot het bycenbrengen dor genoegzaame geldfomraen, die de thands plaats hebbende omftandigheeden vereisfehen; terwyl zy tevens vertrouwen, dat niemand uwer, van welke denkwyze hy ook zyn moge, zich zal omtrekken , om door het ter leen verItrekken van een gedeelte zyns vermogens, tot de herfieiiing der Stedelyke Finantiën mede te werken, en dat zy,-of hunne fuccesfeuren, alzo zullen ontflagen blyven van den onaangenaamen taak, om eene nadere geforceerde, cu in allen opzichte minder voordeelige ,geldligung uittefchryven, waartoe zy, tot hun leed'.voczen, door de dringenrifle noodzaaklykheid, onvermydelyk zouden gebragt worden, wanneer binnen een Maand na deze Publicatie geene genocgzaame Penningen wierden gefourneerd, in welk onverwagt geval, echter zy, die in deeze Negotiatie hebben deel genomen, hunne alzoo vrywillig gefourneerde Penningen zuilen mogen doen ftrekken tot vermindering van het gene zy als dan zouden moeten opbrengen , en ook van die Penningen, de nu bepaalde Jntresfen blyven genieten. De Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam^ hebben aldus goedgevonden te aneftecren., gelyk zy arreftccreo by  r 85 > by dezen, voor rekening en ten behoeven der Stad EENE VRYWILLIGE NEGOTIATIE. VAN ACHT MILLIOENEN GULDENS. Hollands Courant, tot de Intrest van 2,k pCt. in 't Jaar. Art. 1. Alle Ingezetenen dezer Stad worden verzocht en ten fterkften aangemaand , om, in deze Geldleening deel te neemen, een ieder naar evenreedigheid van zyn vermoogen, 'inkomsten of middelen van beftaan, mids geen kleinere Sommen dan froo:-:- en voorts gelyke honderden of duizenden. Arr. 2. De deelneeming kan gcichieden van heden af, ter Thefaurie dezer Stad, in contanc geld of gemaakt en ongemaakt goud ,of zilver, zullende die gene welke hun fournisfe-» ment in gemaakt "of ongemaakt goud of zilver verkiezen te doen, zich kunnen vervoegen by den Esfaijcur van de Wisfelbank dezer Stad, welke-, van de waarde van hetzelve, volgens eene daartoe te bepaalene Inftruéïie, een recief zal geeven , 't gene ' op Thefaurie als contant geld, zal worden aangenomen. Art, 3. * Alle die in deze Negotiatie deel neemen, zullen gehouden zyn het beloop der fommen welken zy geheel willen fourneeren , met by voeging" hunner naamen, ter Thefaurie op , te geeven of te doen opgeeven , door een billet van dezen inhoud. K 3 ik  C 36 ) Ik Ondergeteekende verldaare mhè dezen deel te neemen voor eene fomma van in de Negotiatie groot Acht Milliocnen 'Guldens, door de provifioneele Reprefentanten van liet Volk van Amfterdam, gearrelTeerd den r>dcnMaart 1795. het eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid-, voor welke Somma de Ondergeteekende verzoekt Recepisfen aan hem uktegeeven. Amfterdam den Art 4. Die geenen welke ƒ400 :- of daarboven fourneeren, zullen zulks vermogen te doen in vier gelyke'Termynen, van twee Maanden tot twee Maanden , cn dus in de Maanden Maart, May, July en September , en zal aan hem, welke alzo in Termynen verkiest te fourneeren , geen Recepis , maar alleen eene *Quitantie, gegeeven worden, van dezen inhoud: Ontvangen van de Somma van voor den eerllenTerrnyn of een.vierde van Voor welke fomma Tooner dezes ! deel genomen heeft , in de Negotia.tie ten behoeve der Stad Amfterdam, in dato ' zullende deze Quitantie by het fourneeren der tweede Termyn in de Maand aan-  C 8? ) aanftaande, verwisfeld worden tegen een Recepis van gelyke Somma van ƒ Amfterdam den Welke Quitantie by het fourneeren van den tweeden Termyn in een Recepis, volgends Art. 6. zal verwisfeld worden; wanneer weder voor het gefourneerde van dien 2den Termyn , eene dergelyke Quitancie gegeeven, en by 't fourneeren van den 3^11 Termyn tegen eene dergelyke Reeepis zal verwisfeld worden, en zo ook voor de volgende Termynen ; ten einde verzeekerd te kunnen zyn,dat,die gene welke den Termyn gefourneerd hebben , ook de volgende Termynen zullen fourneeren; zullende alle Quitantiën, weike by den naastvolgendeo Termyn niet verwisfeld zyn , ten behoeve der Stad verbeurd en aan dezelve vervallen zyn. Art. 5. Zy die verkiezen raogten bun geheele fourmsfement fh eens , en wel binnen een maand, naa den datum dezer Publicatie te doen, zullen voor korting van de volgende Termynen genieten £ pCt. YMaands, van die lommen welke zy alzoo vroeger zullen betaalen, welke korting insgelyks zal genooten worden, door die gene welke de volgende Termynen vroeger als de bepaalde maanden zullen fourneeren. Art. 6*. De Recepisfen Art. 4. vermeld, zullen zyn van dezen inhoud: Ontvangen van de Somma van waar  Q 83 > r waar voor, zo fpoedig moogelyk, aan n Tooner dezes zullen uitgegeeven worden Obligatiën in blanco of op naam, ieder van ten lasten dezer Stad, onder verband van alle derzelver Goederen en Inkomsten, en waar van de Intrest, te rekenen van den i Maart 1795, Jaarlyks zal betaald worden, op Coupons tegen 3i pCt. ter Thefaurie dezer Stad. Art. ?. Zodanige Burgers, welke, 't zy voor hun geheele Fournisfement, 't zy voor een of meer Termynen, voor ƒ 1000 : — of meer in deze Geldleening participccren , zullen, ces verkiezende, een derde gedeelte der Penningen kunnen fourneeren in Bankgeld , tegen/100:- pCc. in Casgeld gerekend, zulks affchryvende of laatende affchryven aan de Thefaurie-Ordinaris dezer Stad. Art. 8. A'.le Adminiftrateurs van goederen van mindevjaarigen , gelyk ook de Weeskamer , Diaconiën en andere Gedichten , zullen in deze Geldleening moogen deel neemen, wordende daartoe , voor zo veel des noods , by dezen geauthorifeerd. Aldus Gcarrefteerd den 2dc" en Gepubliceerd den 6den Maart daaraanvolgende 1795. eerfte Jaar der Bataaf fche Vryheid. Ter Ordonnantie van voorn: Reprefentanten CWas Geteekend) G. Brender a Brandis. Secretaris.  VRTHE1D, GELTKHEID, BROEDERSCHAP/ Rapport van Gecommitteerden tot het maaken van nieuwe Monfterrolltn voor bet Zeevolk van dez& Stad vaarende* BURGERS». 3De ondergeteekenden; doordrongen Van iec groote nut en heil dat Koophandel en Zeevaart aan deze Verè'enigde Gewesten toebrengen, als zijnde bijnaa de eenige fteunfels van derzelver welvaaren en beftaan, hebben daarom ook begreepen, dat hun pligt vorderde, om daadelijk: handen aan het werk te moeten ilaan, ten einde, zo fpoedig doenlijk, dien welvaart te helpen bevorderen. Het is zeer natuurlijk dat de Zeevaart even min zonder manfchappen, als de Commercie zonder geld, kan gedreeven wordenj daar dan nu de eerfte llegcs alleen tot hun Commisfie behoort, zijn zij bezig geweest, om zodanige middelen te beraamen, waar door, met goede orde en discipline te doen obferveeren, hier aan geene hindernisfen worden toegebragt. Het is genoeg bekend, dat ons land in lang geen bijlage. L ' ge„  C oo •) genoegzaam aantal Matroofen opleevert, om onze Scheepen, die 's jaarlijks naar alle Gewesten der waereld fteevenen, te kunnen bemannen: dus heeft dit Land altoos noodig dat het hier in door veele vreemde Natiën onderfteund en onze Scheepen met hun Volk veelal bemand worden, om deze nu zo veel doenlijk herwaards uit te noodigen en tot ons te doen overkoomen, is het noodig, dat men in het publiek zorge dat dit Volk, even zo wel als ons eigen, op een behoorlijk loon en o-oede fpijs en drank zoude kunnen ftaat maaken. Daar nu loonen of Volks-huuren niet wei vast te bepaalen zijn, als zich reguleerende ïïa maace de toevloed van goede manfchappen hier gering of groot is, zo heeft men echter des te beter kunnen zorgen, dat hun dagelijkfche fpijs en drank (in hun dienst) zoveel de tijds omftandigheid toelaat, goeden genoegzaam moet zijn. Met dit alles heeft men, aan den anderen kant, ook niet uit het oog verboren, om het behoorlijk ontzach en chara&er van de Capiteins of Schippers en verdere Officieren, te doen in agt neemen, de goede orde en discipline, voor alle dingen zo hoogst noodzaakelijk, op een Schip te doen obferveeren en onderhouden, alzo het verzuim daarvan niet zelden, niet alleen dronkenfchap en twist onder de Scheepelingen, te weeg brengt , maar ook veeltijds, fchaden aan Schip  C 91 ) fep en Laading daar door veroorzaakt en toegebragt worden, daar het ook zelfs het verlig van Schip en leven van den mensen, hel^i maar al te dikwerf ten gevolge heeft. - Dat de Scheepelingen op lange reizen dë noodige Kleederen en andere behoeften zouden kunnen bekoomen, daar in is op eene (zoo de onderget. vertrouwen,) billijke wijze voorzien* doch op dat ook bier van geen misbruik zou kunnen gemaakt worden, van op die wijze al hun verdiende gagiën, te zoek te maaken of quatt ge ee te befteeden , ZQ ^ « f bepaahngen gebragt, dat daar doorde Volkhouders of Slaapbaafen en Leveranciers vanKlet deren, Tabak, Drank, als alle andere Credhet tm ZOlvcd mogelijk niet konden worden geprejudiaeerd , maar m tegendeel voor hun intrest op de befte „ijze is gezorgd. Om eindelijk WH geheele oogmerk te vol* en, vermeenen zij ondergeteekenden dat 'ó m voornaamenlijk met deze Monfterrol 0f Seheep,nngS-Contrafl, ook nog diende in h oog gouden te worden, tiat >er, zo wel voor het - rest van Inlaaders en Asfuradeurs als voor dat vayschip en deszelfs Reederij wierde ge-  ( 92 5 In hoe verre nu de ondergetek. in het een en ander aanUwlieder intentie voldaan hebben, zal uit de onderfcheidene articuls van de nevensgaande Monüerrollen (die zij het genoegen hebben U ten dien einde aantebieden) zeiven moeten blijken. Waar mede zij vermeenen aan den op hun geaecerneerden last voldaan te hebben, en zouden hier gevoeglijk kunnen eindigen, ware het niet, dat de eerfte en vierde onderteekenaar met eenige deftige Kooplieden en Recders van Scheepen, federt veele' jaaren , zig met een falutair oogmerk hadden bezig gehouden, op dat, ware het doenlijk 'er meer bepaald, voor den gebrekkigen of armen Zeeman, ook in zijnen ouden dag alhier mogt worden gezorgd. Het was aan dezen, federt langen tijd onbegrijpelijk voorgekoomen, dat daar deze Stad zo een aanmerkelyk belang bij de Zeevaart heeft, en anderszins wegens haare milddaadigheid en onderhoud van armen en behoeftige natuurgenooten voor geene andere Steden van Europa behoeft befchaamd te zijn, blijkens zo veele pieufe Geftichten, waar mede als »t ware dezelve pronkt; 'er echter geenen gevonden worden, waarin bepaald oude afgeleefde arme Zeelieden bezorgd en onderhouden worden. Te meer, daar zodanige Geftichten in andere vreemde Zeefteden min ofmeer plaats vinden, en deze Stad tot nog toe als zodanig eene der voornaamfte van Europa mag genoemd worden, die, zon-  x C 93 ) zonder de Scheepvaart weldraa haaren geheelen' luifter zoude verliezen, zo is het hun voorgekoomen, dat het niet alleen redenlijk en betaamlijk, maar ook hoogst nuttig voor Koophandel en Zeevaart zoude zijn, dat ook hier zodanig Inftituut wierde opgericht, aangemerkt veele Vreemdelingen, ziende, dat ook hier voor hun onderhoud in den ouden dag gezorgd wordt, veel liever verkiezen zullen van hier te vaaren, dan wel van elders, en veelal zich hier zullen komen nederzetten, in plaats, dat zij nu veeltijds naar hunue eigene Landen terug keeren. Nog te meer zou het niet meer dan redenlijken betamelijk geweest zijn, dat hier zodanig voor den ouden, armen of behoeftigen Zeeman gezorgd was, om dac volgends Keuren dezer Stede in dato 25 Januarij 175a ieder Scheepeling aangemaand wordt, uit zijne zuur te verdienene Gagiën eenige Penningen te fourneeren , ten behoeve van de ZeevaarendeArmen, in die zogenoemde Armenbosfen als 'er van wegens Commisfarisfen van Zeezaaken in de Huur - of Monfterhuifen geplaatst zijn j aan welk fonds dit fournisfement onder anderen het zijne rijkelijk heeft toegebragt, en tot welk een aanzienlijke fomma het zelve geklommen is, is Ulieden genoeg gebleeken, uit het Rapport van Uw Committé van Finantiën, aangaande de gemelde Kamer van Zeezaaken, zonder dat het iemand van de ondergeteekenden ge■k 3 heugt,  ( 94 ) heugt, ooit iemand gezien of gekend te hebben., die als arme, oude of behoeftige Zeeman, ooit daar van eene penning genooten heeft, alhoewel yeele behoeftigen als aan dat fonds in hun tijd gefourneerd hebbende , ook daarop een heilig recht van aanfpraak hadden; en hoe veele oude en arme zielen 'er zijn, die met recht hier uit eenig onderftand hadden behooren en moeten genieten , en echter daarvan, helaas! verftooken zijn gebleeven, en daarom genooddrongen zijn geweest hun toevlugt bij andere Armen-kasfen te moeten neemen, zullen de Registers van de bijzondere Diaconiën en andere Godshuizen federc een geruimen tijd Ulieden genoegzaam, zo wij vertrouwen, kunnen aantoonen. Bij deze heilzaame zorg voor den in Scheepsdienst grijs geworden Zeeman , kan het niet misfen, of het oprichten van zodanig Inftituut, zal ook nog meer direét zijne allernuttigfte invloeden hebben op den Koophandel en Zeevaart, want zo dra het zelve in andere Landen rugtbaar en te regt begreepen wordt , zal zulks ongetwijfeld veel Volk herwaards doen overkoomen, en bovendien te weeg brengen, dat bij onverhoopte, ongunftige tijden, qns Zeevolk bij geen andere, Mogenheeden zo direét weder dienst neemt. Iets het geen wij, tot groot naadeel der Commercie, reeds meermaalen hebben ondervonden»  ( 95 y Dus altemaal redenen genoeg, die eenige Kooplieden reeds lang bewoogen. hadden om han7 den aan 't werk te flaan, ten einde deze nuttige zaak tot ftand te brengen ; welke daar mede ook dermaate gevorderd waren, (alhoewel op een geheel anderen voet ingericht als het nevensgaande ) dat zij reeds een ontwerp daar van gemaakt en den post van uitvoering op hun genoom men hadden, en ten dien einde ook meermaalen met eenige Commisfarisfen van Zeezaaken in der tijd daar over in gefprek waren geweest. Dat zij ook wel een vertrek in het zogenoemde Zeerecht hier voor zouden geöbtineerd hebben, doch dat de direétie, het beftuur over de penningen en de uitkeering van het fonds der Zeevaarende-armen, zo lang zodanige beletfelen wa* ren geweest, tot dat de troubele jaaren van 1786 en 1787 deze heilzaame zaak geheel en' al had-* den doen ftil Haan. Thands bij deze gewenschte ommekeer van zaaken, een gelukkig tijdllip beleevende, konden zij, benevens de verdere ondergeteekenden, niet van zich verkrijgen, om eene, na hun inzien, zo nuttige zaak, langer in >t duister te laaten liggen, maar vonden zich verpligt, bij gelegen-, lwtd van een verbeeterde Monfter-rol, welke aan dit opterigtene fonds, zo -eigenaartig verbon■L 4 deu  C 96 ) den is, dezelve onder het oog van deze vergadering te moeten brengen. : De ondergeteekenden zijrï dan, met medewerking van de Burgers sijbr. berggaard , n. hermans , . m. gollards 611 jan he groot jansz. , weder op nieuws aan 't werk gegaan, en hebben van voornoemde eerfte ontwerp desaangaande zodanige afwijkingen moeten maaken als na den aart der zaake , en na hun beste inzien, aan hun het.beste en gefchikfte voorkwam, om hetzelve fonds in deze tijdsomftandigheid alzins fpoediger te, doen werken en duurzaam te doen zijn. 1. En wat kon bij hun hier eigenaartiger het eerst in aanmerking koomen ? Wat anders, Burgers! dan dat die door zweet en bloed geofferde penningtjes voor de Zeevaarende Armen, hier toe door hun voor dit opterichtene fonds van UL. zouden dienen verzogt te worden, gelijk zij doen bij dezen, met dien ernst en vrijmoedigheid, die de billijkheid en het gewigtder zaake vorderen, om ook eenmaal dezelve tot die heilige einden te beftecden, waartoe dezelve niet zelden door zelfbehoeftigen uitgezuinigd en gegeeven zijn, in vertrouwen dat daarvan de Oude of Arme Zeeman, ter eeniger tijd des benoodigd, een recht van eigendom hebben en onderftand uit zoude genieten. Wel-  C 97 ) Welnu , waardige Volksvertegenwoordigers! wij gevoelen ons als gedrongen (fchoon uwe gewigtige occupatien ons genoeg bekénd zijn) de vrijheid te neemen , deze voor het Zeevolk zo belangrijke zaak aan uwe doorzichtige overweeging met al dien ernst aan te beveelen, die deze billijke en rechtvaardige zaak meriteert. %, Is het de ondergeteekenden gefchiktst envoldoende voorgekoomen, dat de direétie en beftuur over dit inftituut en fonds behoorde gedemandeerd en opgedraagen te worden aan agt Kooplieden , Boekhouders of Reeders in Scheepen, benevens vier rustende Oud-Capiteins, met adfiftentie van een Boekhouder en een Adjunét of Clercq, en zöo het kon gefchieden zou het niet onaangenaam aan de Gecommitteerden zijn, als deze Vergadering zou kunnen goedvinden de benoeming van twee bekwaame voorwerpen tot die posten aan Directeuren over te laaten. 3. Daar men naa de goedkeuring van het plan oogenblikkelijk een plaats tot het houden van een generaal Comptoir diende te hebben, neemen zij ondergeteekenden de vrijheid, de nu niet meer gebruikt wordende Schutters Kamer, in het zogenaamd Zeerecht, als daar toe her S£r m  C 08 ) gefchiktfte voortedraagen, en zoo dat voor al» nog niet konde gefchieden, zo zou men in het Hoekhuis van het Water en de Texelfche Kaai ; alwaar de Spaamch-Zee uithangt, bij provifie, wel een Kamer daar toe kunnen bekoomen. 4. Op dat nu de Zeeman zou kunnen weeten waar voor hij de Stuiver van ieder Gulden moet betaalen, zal het noodig zijn dat 'er een Publicatie door deze Vergadering worde geëmaneerd conform het plan; ook was het noodzaakelijk, om alle Zeelieden gelegenheid te geeven aan dit fonds te kunnen fourneeren, dat in dezelve, of wel in eene andere Publicatie, gelast vvierde, dat alle Schippers, die hier hun volk in dienst willen neemen, gehouden zouden zijn onder den Schout van het Water-Recht te moeten monitoren, op een boete van ƒ100: - voor het fonds, conform de oude Keure van %g Januarij 1752. En dat ieder fcheepeling hier gemonflerd wordende van ieder gulden dien hij verdient een ftuiver aan dit fonds zal verplicht zijn te moeten - betaalen , waarvan door gemelden Waterfchout of deszelfs dienaars, welke bij de monftering prefent zijn een behoorlijke geteekende lijst, terftond aan 't Comptoir van dit fonds zal moe-  ( 99 ) moeten bezorgd worden, op de boeten van f voor dit fonds. 5-. Zo ook' alle vreernde Schippers (fchoon dezelve bevoorens van de Municipaliteit confent om volk te mogen huuren of werven hadden bekoomen ,) geen man zullen mogen meede neemen alvoorens dezelve met zijn flaapbaas, bij den Waterfchout zal aangetoond hebben geen geld noch aan hem, noch aan kleerenkooper enz. fchuldig te zijn, of fchuldig zijnde daarvan behoorlijk borg of cautie gefteld heeft, op de boete van f voor het fonds, door den Schipper te verbeuren die zulks verzuimd te bezorgen. Ziet daar Burgers, Volks Reprefentanten van deze zo groote Commercieèrendo Stad j een Plan waarnaar duizenden Zeelieden verlangen dat in ftand worde gebragt en 't welk wij verzoeken , dat zo fpoedig doenlijk en met dien ernst aan uwe ferieufe overweeging mag overgelegd worden, als het belang der zaake vordert en zoo gij lieden, naa het zelve gëexamineead te hebben , dat groot nut daarin vindt, 't welk veele Zeelieden , Kooplieden , Leveranciers en Slaapbaafen 'er in meenen te vinden, dan vertrouwen de ondergeteekenden dat gij lieden het-  ( ïoo ) hetzelve ten fpoedigften met uwe goedkeuring zult bekragtigen. — Waarmede zij vermeenen aan hunnen last roldaan te hebben. Amfterdam den 6 Maart 1795. Bet Eerfte Jaar der Bataaf jche Vryheid. Heil en Broederfchap. (Wasgeteek.) JAN P1ETERSSE. J. van OOSTERWYK BRUYN. J. G. VELTMAN. Hk. NOBBE. Ch. KOOS. Jn. RIEMS.  t # ) CONSIDER.ATIEN OVER DEN EED, Opgegeeven door de PROVISIONEELE REPRESENTANTEN des VOLKS van HOLLAND, DOOR J. FRANC yAN DEN CORP UT. VRIJHEID , GELIJKHEID, BROEDERSCHAP» WAARDE MEDEBURGERS! .Alhoewel het overbekend is dat zo wel de mtgeftrektheid mijner affiüres, als de veelvuldige bezigheeden welke dezelve mij verfchaft, mij vroeg en laat onleedig houden , zo neemt dit mee weg, dat men toch oogenblikken van uitIpannmg wil en moet hebben, en deze zijn dif-* terent, en dus bij ieder, na maate zijn plaifier of genie hem. tot een of ander bepaalt , om zig: te occupeeren of te verzetten. ° Mijne weinige ledige uuren breng ik met plaiher en genoegen door, wanneer ik dezelven belteede tot het op papier brengen van eenige mijner gedagten, vooral wanneer dezelven min of meer van eenig nut kunnen zijn: ik neeme dus andermaal de pen op, om eenige mijner bedenkingen en refleftiën zo vrijmoedig optegeeven en bloot te leggen, als een regtfehaapen Nederlander het recht heeft zulks te doen. ^odra ik het nieuwe formulier voor den Eed A door  C * ) door de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland gearrefteerd, in onze nieuwspapieren heb geleezen, en zonder reile&iën te maaken of die mij te veroorlooven, over het formulier zelve, of over het tijdftip waar op het in werking zoude gebragt worden; wijl ik vinde, dat door de Municipaliteit dezer Stad, alle het noodige deswegen is gezegd , ja zelfs eene reflectie is gemaakt, welke ik met plaifier heb geleezen, namentlijk waar bij men ten duidelijkftcn de Reprefentanten van Holland, onder het oog brengt, het provisioneele waar omtrend ik dan ook wederom ftof vinde voor eenige nieuwe Confideratien welke dezen zullen volgen; zo bepaale ik voor het tegenswoordige alleen mijn gedagten of Refle&ien tot den Eed zeiven , waar omtrent ik mijn remarque maaken en zal trachten te ftaaven. Ik zegge dan dat de bekrachtiging of Eed op het nieuwe formulier, namentlijk ik zweere, mij als niet genoeg voldoende voorkomt. I. Om dat ik het formulier en Eed vinde als een, fchoon welgemaakte en alleszins folide geld kist, (men houde mij deze vergelijking ten beste:) doch welker foliditeit van weinig nut is, zodra en wanneer deze niet is voorzien van een flot evenredig na dezelve, II. Dat alhoewel de Mennonieten of Mennisten geen' Eed doen , en alle met wraare woorden zulks verrigten, het dus ook wel zoude kunnen volftaan den nieuwen Eed zodanig te doen als dezelve is luidende; doch daar'er duizende gevallen zijn , waarin men den Burger in 't algemeen, en wel fpeciaal den zogenoemden gemeenen man, door het doen van een' Eed kan of moet gelooven en k van  ( 3 ) van deszelfs getuigen fomwijlen veel afhangt, en het te vreezen is, dat wanneer de Eed hun eenvoudig voorkomt, of als zodanig wordt befchouwd , dat dezelve niet genoeg gepenetreerd zullen zijn van het wezenlijke of intrinfique van een' Eed, om het gemoed in dat oogenblik in aandoening te brengen en te doen gevoelen het verfchrikkelijke van een' valfchen Eed. III. Heb ik een andere reflectie, en wel dat dezelve zo het fchijnt den Deïst min of meer in zijne ongelukkige gevoelens fterkt, of ftof ter zijner verdeediging verfchaft, waaromtrent ik wat breeder moet uitweiden. De waare Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap , zijn altoos mijn principes geweest, en dit heb ik opentlijk getoond, en 'er dus alle genoegen van gefmaakt, ziet hier , hoe ik omtrent deze drie poincten denke , en vermeene dat men dezelve moet confidereeren. Uit kracht van waare Vrijheid , ftaat het ieder onbetwistbaar vrij , zijne bijzondere denkwijze te hebben, en waarom zoude ieder individu, die niet vrij hebben, en alhoewel met andere gevoelens omtrent het Staatkundige of Godsdienftige bezield, niet even zo braaf en eerlijk kunnen zijn als wij Patriotten , daar de gewaande deugd van fommigen den naam van Patriotten draagende, een niets is; of het geene niet beftaat en die alleen maar raazen en fchelden, tegens die geene welken zij befchouwen als niet van hun gevoelen. —— Armzalig Patriottismus!!! waar toch moet ik fat goede, het nuttige, zoeken, dat gij, aan de Maatfchappij vermeent toetebrengen ? Deze balanceeren juist tegen het facit van uw eveA z ge-,  c 4 > gemelde deugd en komt dus op niets uit; ik beweeredierhalven dat, onaangezienonze differente gevoelens, wij allen gelijk zijn, en verder uit hoofde van Broederfchap, dat wij allen kinderen van een en het zelfde huishouden zijn, zonder over onze gevoelens eenige de minfte vervolging te moeten lijden; het zij dezelven verfchillen niet alleen omtrend het Staatkundige en het Zedelijke of Godsdienltige, maar zelfs omtrend het al of niet daar ftellen van een Godheid. Ik voorzie zeer klaar, waarde Medeburgers! dat dit gezegde , als een donderflag zal klinken, vooral in de ooren der zogenoemde pieufen of devooten, zo expediet in het condemneeren der geenen, welke na hun oordeel, geen Godsdienst genoeg hebben, het welk zij nogthands alleen opmaaken uit het drukke te kerkgaan, doch ik zegge tot hun veroordeelt memand op dat gij met veroordeeld wordt, of hebt gij mij reeds veroordeeld, hoort dan het geen tk deswegen ter mijner verdeediging heb t» zeggen. Nimmer zal ik mij veroorloven iets te ftellen of te avanceeren, 'of ik moet in mij zeiven overtuigd zijn, dat ik folide gronden heb om mijne gezegdens te ftaaven. du pond, Lid der Nationaale Conventie, publiek inde Vergadering gezegd hebbende, dat hij volftrekt niet geloofde dat 'er een God was, ja zelfs fouteneerde dat 'er geen godheid beftondt, dat dit zijn fentimenten waren, en wat men daar van ook mogt zeggen of denken, hij de geheele Vergadering tarte, aan hem du pond te bewijzen, dat hij ooit een enkele daad begaan hadde, ftrijdig tegen het charaéter van een eerlijk man. Het met du pond voorgevallene hier bekend zijnde, bragt niet weinig toe om  ( s ) em op nieuw werkzaam te zijn, om ware 't mogelijk de Franfcken, vooral bij de dommen, te doen doorgaan voor Deïsten; anderen, innerlijk verzeekerd van he,t tegendeel, wilden toch ook het hunne toebrengen om de Franfchen,; ware 't mogelijk, gehaat te maaken, en fchilderden dus de geheele Conventie af, als of het een lighaam ware, waarvan flegts weinige of geen Leden zelfs gevoel genoeg hadden van de aaawezenheid der Godheid, of flegt genoeg dachten, om een (volgends hun oordeel) zo flegt fubjeft niet daadelijk te ftraffen. In perfoon gehoord hebbende dat men 'er aldus opentlijk over raifouneerde, maakte ik (die nooit ofte immer iemand om deszelfs denkwijze zal condemneeren) geen zwaarigheid te zeggen: dat, verre van hem geftraft te willen hebben, ik langs den eenen kant hem alleen flegts bedaagde, en langs den anderen kant hem om zijn deuo-d admireerde; dit beide vermeen ik op goeden grond te fteunen : de vreeze des Heere is het beginfel van alle wijsheid en deugd en wel van een vrij algemeene of ordinaire deugd, doch om geen Godheid erkennende, ( gelijk gemelde du pond, en hem dus niet kunnende vreelen,) om dan nog, zeg ik, evenwel niets te doen, noch te verritten flrijdig tegens het character van een eerlijk man, alsdan zeg ik, moet men ook uit de natuur deugdzaam zijn en dus Um grand fond de oiertu) een groote provifie of meer dan algemeenen voorraad van deugd bezitten en dan, ikj herhaale het nogmaals, is zodanig een man waarlijk om zijn deugd te admireeren, en dus, op Zijn ergst genoomen,maar alleen te beklaagen,zo. als uit het volgende oncegenfpreckelijk confteerc. A3 Welk  ( 6 ) Welk fterveÜHg, hoe verheven en vermoogend, of hoe gering, (want hieromtrend kan 'er toch geen exacte Egalitek plaats hebben,) gevoelt niet dagelijksch, of eenig verdriet of eenig bijzonder vergenoegen ; wat heeft 'er in beide gevallen plaats? immers in zijne droefheid gedenkt hij aan de : almoogende en rechtvaardige hand Gods, entevens aan deszelfs oneindige goedheid en bermhartigheid, waarin hij dan ook troost vindt, in blijdfehap of voorfpoed, welke , zo als het in het algemeen plaats heeft, lang of kort-, voorafgegaan is door chagrijn, vindt hij dus ook een dubbeld genoegen , en men gevoelt in dit bewijs van goddelijke en tevens vaderlijke liefde een aangenaame aandoening in zijne ziele , waarvoor immers geen godloogchenaar in het minne vatbaar kan weezen. Befchouwt hem met het oog van een Christen en als uw Evenmensen, en gij zult hem niet meer condemneeren, maar als ongelukkig beklaagen; doet gij dit niet, dan zeg ik is uw charafter niet ongelukkig, zo als het zijne, maar het is erger, het is flegt; wijl het ftrijdig is tegens de vrijheid van denken , welke men aan niemand moet betwisten, en alleen flegts condemneeren de zodanigen welke met geweld hun gevoelen en fystema anderen willen opdringen; deswegens infolentien doen, of zig veroorlooven in publieke gezelfchappen, door daadelijkheeden, zig haatelijk te maaken, en dan immers zijn het geenszins de denkwijzen, maar de daadelijkheeden die men laakt en veragt. Naa het geen ik omtrend den Franfchen Burger du pond heb gezegd, en nu onlangs en wel ©p den 8 dezer in een vol Coffijhuis, zelfs door een  ( 7 ) een Rechtsgeleerden opentlijk is gedeclareerd, namentlijk dat 'er geen God is, zo hervat ik eindelijk , het geene ik ten derden omtrend den Eed heb willen zeggen , te weeten , dat een Godsloogchenaar of Deïst, niets tegen den nieuwen Eed kan hebben, maar in tegendeel dien veel eer zal approbeeren, en zulks zal declareeren, ik zegge dus dat de approbatie van dezen juist te weeg brengt, dat anderen van gelukkiger gevoelens dezelve onvoldoende zouden bevinden. Men Helle eens dat een Deïst opentlijk zegt, ** geen God, wil men hem daar over met verontwaardiging behandelen, hij kan., bij goedvinden , min of meer badineerende , zeggen. meen m den nieuwen Eed." Serieus fpreekende zal hij zeggen: gelooft gij niet dat'etmeer van mijn gevoelen zijn? Hij gaat verder en denkt of zegt: ,, Be nieuwe wi/ze van Zweereii loont duidelijk aan dat ik gelijk heb: *} dit zegt hij juist niet om dat hij dit waarlijk gelooft , maar om dat hij 'er, op zijne wijze , zijn favorit Helling mede vermeent te ftaaven. Eindelijk zal men moogelijk zeggen, voor die verlicht zijn , is immers de Eed voldoende, doch men behoeft, noch men kan niet allen even verlicht zijn, maar het geen ontegenfpreekelijk is, dat is dat allen omtrend de kracht van een eetl even eens moeten denken, en ik vermeen te moogen veronderitellen, dat dit thands volgends de nieuwe inrichting geen plaats kan hebben. .: a ff Ik zegge dus dat ik volkoomen van gevoelen ben, dat even zo min als men den naam det Heeren niet ijdel moet gebruiken, het even zo natuurlijk is den zeiven, en wel met nadruk, te bee-  ( 8 ) beezigen ineen tijdftip zo ferieus, en in een daad, •welke van zo een uitgeltrekte kragt is en behoort te zijn als die van een' Eed, ik geloove en vertrouwe dierhalven (onder verbetering) dat het niet ongefchikt zoude zijn, in het vervolg den Eed te ampliè'eren en in plaats van alleen de woorden , dit zweere ik, te zeggen: dit zweere ik bij den rechtvaardigen en alweetenden god! Aldus mijne bedenkingen vrijmoedig blootgelegd hebbende , en wel zonder mijn gevoelen iemand te willen opdringen , zeg ik vaarwel, en blijve met toewenfchinge van Heil e» Broederschap! Uw Medeburger, Amfterdam, 49 Maart 1795. j. franc van den corhjt. Te amsterdam, bij Hendrik gartman, i 7 9 3, Het eer/Ie Jaar der Bataaffche Vrijheid,  CONSIDER ATIEN omtrend de WAPENS en LEVERYEN, door J. FR ANC van den CORPUT. VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. Waarde Medeburgersl Ïn myne Bedenkingen omtrend den nieuwen Eed , onlangs uitgegeeven (waarin zeer abufief de Atheïst Deïst is genoemd) declareerde ik met plaifier gezien te hebben de zo gegronde Reflectie in den zo veel gerugtmaakendtn Atn. fterdamfchen Brief, aan de provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, vervat, namemlyk omtrent het Provifioneele het geen men door deze alleszins gegronde Reflectie wil te kennen geeven en bevvyzen , is zeeker voornamentlyk, dat als men maar Provifioneel is benoemd, verkoozen of aangefteld, men alsdan ieder in zodanigen Post, als waarin men aldus is gefteld , alleen maar behoort werkzaam te zyn omtrend alle zodanige Poin&en en Zaaken, als welke ten algemeenen Nutte A ftrek-  ftrckkcn, presfant zyn, en niet dan met naa. deel uitftel konncn lyden, tot dat 'er eene Lcgaaler aanftelling kome, en over het verdere dclibereere en beflisTe; hier omtrend vertrouw ik dat ieder met my van gevoelen zal zyn, dat het zo evengemelde namentlyk, het geene noodzaakelyk is , en geen uitftel kaft lyden , meer dan genoegzaam , ja mèer dan uitvoerbaar zal bevonden worden. Ik vertrouwe dat men het al weder met my zal eens zyn, wanneer ik zegge: geeft het presfante en noodzaakelyke zo veel arbeid, dan is het immers onnoodig ; zyn zo kostbaaren tyd optehouden met onnuttige of ten nimften onnoodige dingen te bepaaiên, en tot de uitvoering derzelve te refolveeren; 'er zyn niet alleen voorhanden foortgelyke Refolutiên van onnoodige dingen uittevoeren, maar zelfs tot uitvoering der zodanige beflooten, als waar omtrent het Provifioneele geheel uit het oog is verloor^n, en dus niet kunnen noch mogen uitgevoerd worden, althans geenzins zo lang het Provifioneele nog zal plaats hebben, ik bedoele hier mede refolutie, als die, omtrent deWaapenen zo in de Kerken als voor Huizen, Koctfen &e. &c. zyn genooinen, het voorftel tendecrende tot het neemen \Tan dusdanige Rcfolutie; ja de Refolutie zelve kan de beste oogmerken hebben , en wanneer men alles hoort waar mede dusdanige propofitiën konncn worden voorgedraagen en ondgrfteund, dan vindt men fomwylen niet dan reden om 'er voor te ftemmen , dan dwaalingen zyn menfchclyk en ter goeder trouw dwaaiende kan men geenszins condcmnabel zyn. .Even. wel  C 3 ) wel is het onze zaak alle dwaalingen zo veel 'er is te vermyden en voortekomen, en het zal dus noodig zyn in het oog te houden, dat niet tegenftaande wy een Franfche Conftitutie willen aanneemen , wy nogthands ons moeten bcpaalcn de Franfchen allccnclyk maar te imiteeren of na te doen, en dit kan niemard laaken, zelfs geene van een antipatriotsch gevoel ; doch daarentegen zouden deze niet alleen , maar Patriotten zelve, ons laaken, wanneer wy verder wilden gaan , dan met de Franfchen na te doen ; want als dan zoude men het beftempelen met den Naam van nagapen : door het een , (namentlyk het nadoen) moet verftaan worden al bet geene wat ih Vrankryk noodzaakolyk was j en hier even zo nuttig kan zyn, dit is, in één woord het geen men kan noemen nadoen , het ander (namentlyk het naüapen) is dat geene dat in Vrankryk differente vry gewigtige en politique reden hadt, en waartoe weinig of geen motiven hier te vinden zyn, en dus geenszins kan vallen in de termen van nadoen.' De Franfche Natie Ecuwen lang overheerd, onderdrukt, ja getrapt ,zo door den Adel als mede door dc groótfte, en aanzienlykfte der "Roomfche Gcestelyken , het affchaffen van Wapens, Leveryen &c. was, dus niet.alleen zich wreeken over voorige gelecden onderdrukkingen, noch ook niet alleen om aan hun te doen gevoelen, ondanks hun verbeelding dat men de oude ongelykheid tegens eene nieuwe' gelykheid wilde verwisfelen , maar men hadt andere eh wel ftaatkundige rede:i tot dusdanige handel wy zen, de Wapens, LiA % vc-  ( 4 ) veryen en verder alle luxe of pracht werden eensklaps a's begraaven en duizende handen geraakten leedig , voor welke dus geene andere refouice overbleef dan de Armeeën te gaan verf e ken» aldus bereikte men deszelfs Öaatkundige oogmerken in Vrankryk, en men zag met genoegen het gewensclue fucces 'er van; naamettiyk, dat de Fianfche Armeeën zo menigmaal victorieus waren, even zo zeer uithoofde hunner talrykheid a!s door hun boven allen lof verheeven moed en dapperheid M n befebouwe nu eens met attentie de Stad Amfteriam, om die eige reden en motiven te vinden, weikc in Vrankryk de evengemelde ooi zaaken zyn geweest van véelë genoomen maatregelen; moet men dan niet vraagen waar toch is hier die Adel of die Geestelyken . welke ons door hunne ingebeelde grootheid zoude veragten of onderdrukken? Dit moet een Spook zyn, 't welk niet beftaat dan alleen in verbeelding. Wie is hier Negotiant, Koopman of Ambagtsman, welke niet ongegeneerd leeft en leeven kan, na •inaate zyn faculteit of wezenlyk vermoogen hem ruimte geeft? Wat kan 'er dan voor reden gevonden of flegts voorgegeeven worden, om zo veele oude Amfterdamfche Faüuiiën onaangenaamheden aan te doen ; om bünne oude Familie Wapens zelfs van hunne buizen af te doen neemen : wie toch . vraag ik, al weder, vindt zich van de Oranje Vrinden beleedigd door het zien van het Wapen van de verdienfteJyke familie van Hooft, zo ais het nog voor het huis van den 90 Jaa- ri-  C 5 ) rigen Burger H o o f t(a ) is flaande, en wie van de Patriotten hindert dit in zyne oogen ? OngetvvyfFelt niemand ! integendeel gedenken zy in dit oogenblik met genoegen aan die geen waar van het afkomfb'g is , 'er kan dus niemand zyn, Jdie of dit Wapen of het eenvoudige Hoofdjen op de Koets van onzen ouden refpeftablen Vader (indien hy nog leefde) in zyn oogen kan hinderlyk zyn, of zyn SansCuloterie zoude verder gaan dan men met reden van een Amfterdammer kan verwagtcn, en dan nog zoude dit immers geenszins balanceeren tegen het geene de bedaarden daar omtrend denken „en daar de Wapens in de Kerken hangende,geenszins het eigendom van een Stad of Municipaliteit kan weezen , en dus ook niet door dezelve ten vuure moogen veroordeeld worden, zo zeg ik, zyn dezelve in de Kerk haatclyk? Laat ieder familie de zyne, voor zo verre zy daar op eenig recht hebben , te rug doen haaien, om veel eer dezelve Provifioneel op hunne Zolders te piaatfen , dan die Provijionecl te verbranden. —Daar dan nog zoude overblyven dat het gebruik der Horologie en andere Cachetten, waar van de zo vruchtbaare voorttecling der Wapens toch altoos zyn' voortgang zoude hebben , immers niet ligt kan werden tegengegaan , zo is het dierhalven te wenfehen, dat de uitvoering der gemelde Refolutie Provilioneel zal worden uitgefteld, zo wel omtrent de Wapens als Liverykoorden, zo in de Rytuigen als op Kraagen of opflagen van Huisbedienden , welke men, met hun een ander dan hun gewoonen A 3 Rok (a) Op de Heeregragc tmfchen de Reguliersgragt en Utrecht» ' frbeftmt.  ( 6 ) Rok tc doen draage-n, .toch niet volkoomcn de gelykheid zal doen ondervinden, zo lang zy alhoewel reeds met een gerevolutionneerden R''k, echter nog fteeds agter op , en niet in de Koets, op de Vloermat, en niet in de Zykamer geplaatst worden. Wie zal v/yders tcgenfprecken dat de beken* de Rok of Levery van een Huisbedienden niet hondcrdrnaalen te weeg brengt,..dat zodanig een bedienden uit vrees door deze Rok bekend te zuHcn zyn , wederhouden wordt van d'e.enof andoren flap of buitenlpoorigheden te begaan , vreezendc dat het ter kennisfe zoude koomen van den geenen waar.van hy kost en loon trekt. Wie is de Koopman of Winkelier die niet greetig eenige goederen ter bezichtiging mede geeft aan zodanig een bedienden, als welke uit hoofde van deszclfs kleeding, hoe eenvoudig ook , echter bekend is , te zyn in dienst van een fatfoenlyk man, aan wien men zyn gantfehen winkel kan vertrouwen, daar ingeval dat dezelfde huisbediende niet voorzien ware vaji een noodig diflinft tecken, iri de. meeste gevallen, namentlyk in winkels, op ordfë van zyn Patroon, het een of ander vraagende, ten antwoord zoude bekoomen i gy zegt te „ koomen op order van N. N. 'er is geen „ het minste bewys dat het wezenlyk zo is , „ voor die u zendt heb ik, en met reden, „ alle credict, doch heeft men het noodig „ gevonden u op een andere dan eene ge- woone wyze te kleedcn, zo volgt hier uit, „ dat het by my en veele andere noodig is „ geworden, eigenhandig fchriftelyke orders „ te brengen, voor het geene gy vraagt, en » in  C 7 ) ,j In het vervolg zoudt kunnen vraagen." Wyders is eene vry algemeene hoedanigheid van de meest.vermoogende . dezer Stad, zich zeer eenvoudig te klecdcn , en deze hunne fmaak en gewoonte belet geenszins , .dat men den Heer — of Gitpijen (Comme Ü vons plaira) uit zyn Domefticq thands nog zeer wel weet 'tè onderfcheiden, 't welk by de nieuwe inrichting zeer difficiel zoude gemaakt worden. Hebben wy iri fommige opzichten in Egaliteit de Franfchen niet overtroffen ? Hebben onze Officieren van den laagften rang niet even dezelfde Epauletten gelyk aan die van een Colloncl gedraagen ? Zyn 'er voorbeelden, dat dit hun minder in den diénst ondergefehikt deedt zyn? Hebben niet in tegendeel in geheel Vrankryk alle voornaame bcamp•ten hun deftincticf teeken, ja zelfs de Militairen , van den Corporaal tot den Generaal en Chef incluis, immers ja,en dit heeft zelfs plaats gehad ten tyde dat de Egaliteit overdreeven werdt en de Sansculotterie verre boven Pari was. Daar men nu de Egaliteit niet meer wil overdry ven noch voor de Sansculotterie geenszins het volle Capitaal meer wil befteeden, zo befluit ik hier uit, dat men geen reden zal vinden, om deh geenen, welke met zo veel plaifier een Levery-Rok draagt te beklaagen , daar by immers-zorgeloos kan keven , en zeer wel te vreeden is met een Rok, zodanig als dezelve hem boven Kost eu Loon - voor niet wordt gegeeven. Zo lang men nog niet noodzaakelyk vinde dat de Heer tegen zyn Knegt Burger zegt, en  C 8 ) en deze wederom Legen zynen Heer het zelfde , zo lang zat. hec een Harfenfchim zyn, in dit geval 'Egaliteit te willen Prediken en invoeren; kan en mag dus de Heer of Burger zyn Domefticq een anderen naam geeven, dan die aan hem zeiven past, dan kan hy hem immers ook Jan of Piet Levery noemen, ai was het zelfs dat hy hem met een zyner uit de mode zynde deftig fluweelen kleed opfchiktc. Het komt my dus voor, dat daar deze Stad by het uitwyken van zo veele vermoogaidcn in den Jaare 1787, door anderen veroorzaakt, te veel heeft verlooren, om zelfs oorzaak te willen zyn, dat nu wederom andere vermogenden door al te fterke ftedel\ke Refolutien andere Steedin voor hun inwooning zouden verkiezen; hier omtrend kunnen wy gerust vertrouwen,"dat men het weizyn en belangen dezer Stad niet vry willig zal opofferen, het ware dan. nog beter eene geringe ftedelyke belasting op de Leveryen intevoeren, en op deeze wyze ieder zyne Verkiezing te laaten volgen. Wanneer deze myne Confideratiën het gewenschte fucces moogen hebben , voor die gene, welke ik overtuigd ben, dat zulks ten uiteiflen aangenaam zal zyn; dan verzoek ik deze en andere, my in het vervolg van het doen Fabiiceeren vin Leverykoorden te verfchoonen , en andere myner Mede - Fabriqueren (minder dan ik met werk gezegend,; daar mede te willen beguiiftigen. Uw Heihvenfchende Medeburger J: Franc van uenCoreüt. Amsterdam, 24 Maart 1 7 yj.  B Y L A G E, Tot de voormiddags Zitting van Maandag 30 Maan. VRYHEID, GE LYKHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE. e Provifioneele 'Reprefentanten van het Volk van Holland, allen den geenen die deeze zullen zien of hooren leezen , Heil en Broeder! chap. Wanneer wy by onze Publicatie van den 4 deezer , aan alle de Ingezetenen deezer Lande kennis gegeeven hebben van den waaren, doch niet te min beklaaglyken toeftand van 's Lands Finantiën , heeft ieder zich kunnen overtuigen dat het volftrekt noodzakelyk is dat 'er middelen in het werk gefteld worden om dezelve te herftellen, ten einde he* Land uit den nood, waar in het zich bevind, te kunnen redden,en het met kracht te verdedigen tegen den gedreigden aanval van een Volk , dat voorheen de Vriend der Nederlanderen in fchyn, aan dezelven reeds toen veele onheilen heeft toegebragt, en nu, als een openbaaren Vyand, de nodige fchikkingen beraamt om ze met geweld aan te tasten , en, ware het mogelyk, geheel te vernielen. Daar "er nu geene mogelykheid is om den Vyand te keer te gaan, ten zy wy de Landen Zee-lvlagt van deezen Staat op eenen gedugten voet brengen, en dit niet'gefchieden tan zonder groote Geldfommen te beftecden, iiylage. M welke  ( 102 ) welke uit de gewoone Schattingen niet kunren worden gevonden, zullen allen Ingezetenen dezer Landen een prooy van den Vyand worden, indien zy niet, met eene ware Vaderlandsliefde bezield , gewillig groote op' offeringen tot verdediging van hunne Bezittingen, van hunne Vryheid, van al wat hun dierbaar is, doen. _ Ook hebben wy ons zonder verzuim beëdig gehouden met het beraamen van die middelen, welke de meestgefchikte zyn om's Lands Schatkist te ftyven, om de nodige Penningen in de zelve te Horten, en tevens de minst drukkende voor de Ingezetenen zouden zyn, ten einde, na ryp beraad, een plan voor den begreepen zyn, dac ongemunt Goud of Zilver, dac door Gezelfcb.ape.en , Gildens , Corporans' Diaconie- of andere Godshuizen word gebruiktWélke allen hier even en in alle opzichten ais particulieren worden befchouwd. An, 10 Ook zullen onder dit Decreet niet beareepen zyn, en worden daar van wel e%ésfelyïc u r> gezonderd , alle zilveren Lepels en Vorken erj hegten yan Me.Cm :gouden of zilveren Doozea en Stukken die rnet Schilderyen, Pourtraittcn, of andere Ornamenten bezec zyn: voorts zodanig gewerkt Goud of Zilver, als tot befla* van Kerk- of andere Boeken of Boekjes, of ook tot beflag van Meubilen of Huisraad, van Hout of anuere Stoffen gemaakt, is dienende. Art. ir. Het zal ieder een vryflaan uit gemelde 00 gave van zyn ongemunt Goud en Zilver uit té zonderen, en voor zich te behouden, Gespen .Ringen en Oorringen , Hoofd-Cierfels, Koken* Snuif- en labaksdoozen, Horologien, Horológle- en andere Kettingen, Rottingenfcnoppen. en verdere Geraden, welke men gewoon h perfoonlyk te dragen, mits de waarde van ailclt-ze Scukkèn die men tot perfoonlyke dran behou.1, te famen genomen , vooreen mensch de iornma van drie honderc guldens niet te bo ven ga, voor zo veel namelyk de materie van* Goud en Zilver aangaac: en dat dezelve voor, of op den dag deezer Publicatie aan den geenëri, die dezelve voor zyn Perfoon behoud, in volJen en vryen eigendom toekwamen. Zullende alle het overige van die Cieradcn, moeten worden  C in ) xlen opgebragt het zy in natuur, het zy derzelvcr waarde in Geld. Art. 12. Ook zullen onder dit Decreet niet begreepen zyn C^binetten van Medailles , Leg- of Gedenkpenningen , of losfe Medailles, Leg- of Gedenkpenningen , en Stukken vreemde JVlunten door Particulieren bezeten, of door Adminiftrateurs van Genoodfchappen en Stichtingen , in derzelver qualiteit, bezeten of geadminiftreerd wordende. Art. 13. Wanneer het gebeuren mogt dat iemand het ongemunt Goud of Zilver dat hv bezit, en volgends den inhoud van dit Decreet zoude verplicht zyn aan te geeven , ter kwader trouwe mogt verzwegen en agtergehouden hebben, zonder de waarde daar van in 'sLands Schatkist op te brengen, zal hy uit zyne Goederen het vier dubbeld van de waarde vanhetgefraudeerde, zonder eenige compenfatie of goeddoening te kunnen verwagten, ten behoeve van den Lande verbeuren, en zal als Bedrieger van zyn Vaderland in alle Nieuwspapieren bekend gemaakt worden. Art. 14. Eindelyk, daar deze geheele bewerking verreekend zal worden in de groote Geldheffing ten behoeve des Vaderlands eerlang te doen, zoo worden alle Ingezetenen , die Vryheid en Vaderland liefhebben, en den dringenden nood waar in het zich bevind , befeffeh , op het fterkst, uit naam des geheelen Volks, uitgenodigd om, behalven het ongemunt Goud en Zilver, ook zo veele contanten Penningen aan den  den. Lande voor te fchieten als hun eenigzins mogelyk is: gelyk mede allen, die zich aan de weelde van ongemunt Goud en Zilver te bezitten niet hebben toegegeven, en dus uit hoofde van dit Decreet niets aan den Lande zouden behoeven op te brengen, zodanige Penningen in contanten op en voor te fchieten, als zy met hunne omftandigheden begaanbaar , en met hunne drift om het Vaderland te helpen redden, overeenkomftig zullen oordcelen; zullende ook die Penningen by de gemelde groote Geldheffing in reekening worden gebragt, en ten dien einde behoorlyke Quitantien voor dezelve door de Ontvangers worden ter hand gefteld. En op dac niemand hier van onkunde zoude zyn, zal deeze Publicatie worden gepubliceerd en geaffigeerd overal waar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gedaan in den Hage, onder het klein Zégel van een Lande den 16 Maart 1795. Het eerfte Jaar der Bataaffche Vryheid. J. H. ds LANGE, vt. Ter ordonnantie van ds Provifioneele Reprefentanten van hut Volk van Holland. I F. LEEMANS,  CO 3TSXX>ETEL^z mij gebleeken is, dat de organifatie van de Nationaale Guarde dezer Stad vertraagt word, uit hoofde men met zig zeiven niet eens is, wien men moet wapenen, wien men op den ouden voet, als Contribuant, behoort aan te neemen, e» dese zwarigheid voornaamentlijk hier uit fchijnc voort te fpruiten, om dat men van de eene zijde te regt begrijpt, dat in een Land, wiens Confti.tutie te vestigen is op de gronden van Vrijheid en Gelijkheid, men geene ingezetenen het regt van de A Wa-  ( a ) Wapenen te draagen,kan ontneemen, en ter betaaling van eene contributie verpligten,dan alleen hun, van wien men tenyollen overtuigt is,dat zij met antirevolutionaire gevoelens bezielt zijrr>of wier begrippen, omtrent het eeren van God, (want niemand kan zo verblind zijn, die niet bezeft, dat 'er een God is, wie de handelingen der Menfchen gaade Haat, en dezelven hier naamaals zal beloonen of ftraffen, en die voor zijne menigvuldige weldaaden van ons menfchen moet geëerd en gediend worden ) hun verbieden, ten allen tijden, wanneer zulks vereischt wordt, de wapenen aan te gorden j en van de andere zijde men mede te regt vastileld, dat die geenen, van wiens antirevolutionaire denkwijzen men overtuigt is, geenszins de Wapenen behooren toebetrouwt te worden, mitsgaders dat zij van de wapening behooren geexcufeerd, en, als Contribuanten, aangenoomen te worden, welke verklaaren, dat hun gedagten, wegens het eeren van het Opperweezen, hun buiten ftaat ftellen , om altoos, wanneer het vereischt wordt, de Wapenen aan te gorden; zo heb ik mijn gedagten laaten gaan, of 'er geen middel uit te denken was, waar door deze zwarigheid konde uit de weg geruimd worden, en» daar ik vertrouwe , zodanig plan gevonden te hebben, gebruike ik de vrijheid, het zeiveter ©verweeging aan mijne Medeburgeren mede te éeelen. Het  C 5 5 Het zelve beftaat hier in: Dat men alle Ingezeetenen, welke tot het draagen der Wapenen gefchikt zijn, en die niet door daaden gétoont hébben , het voormaalig beftuur te begunftigen, en op derzelverherftelling nog huiden te hoopen, (want < zodanige lieden zijn het draagen der Wapenen onwaardig, en watzijookverklaaren, aanhunver■ klaaring 'kan geen geloof gegeeven worden,) een declaratoir ter teekening aanbiedt, bij het welke zij verklaaren ; te erkennen en te eerbiedigen de 'Regten van den Mensch en Burger, zodanig ah dezelve bij Publicatie van de Provifioneele Reprefentanten van Holland in dato 31 "Januarij 1795 zijn ■vastgefield, en dt Oppermagt te berusten in den boe'zem van het Volk, mitsgaders zig te verbinden', om ten alkn tijden, als zulks vereischt wordt, de Regt en van Vrijheid en Gelijkheid en het beftuur daarop gegrond met* goed en bloed te verdeedigen : en ztg te verzetten tegen alle één of veelhoofdig willekeurig gezag ; en voorts vastileld-, alle die Ingezeetenen , welke dit declaratoir zullen geteekend hebben, bij de organifatie van de Nationaal e Guarde dezer Stad, te wapenen, en hun, welke hetzelve weigeren te onderteekenen, als contribuanten aan te neemen. Op deze wijze en op deze wijze alleen fchijnt het mij toe, dat de vraag, wie zal men wapenen, wie zal men als Contribuant aanneemen kan beantwoord worden. A s Nie-  ( 4 ) Niemand, die wan eene antirevolutionaire denkwijs is, en op eene Contrarevolutie hoopt, zal dit declaratoir tekenen , dewijl hij daar door zig buiten ftaat zoude ftellen , om in de genoegens en voordeden van zijne gehoopte Contrarevolutie, die eens plaats hebbende, te deelen, _daar niemand meer de verachting en verfmaading van zijne Medeburgers verdient, dan hij, dewelke bij iedere Revolutie de bovendrijvende .Partij aankleeft. . Niemand, die niet begrijpt, dat hij, zonder depligten aan God verfchuldigt, te verwaarloozen, altoos, als zulks vereischt word, de Wapenen mag aangorden, zal zig verbinden, om het beftuur, op Vrijheid en Gelijkheid gegrond, ten alle tijden met goed en Bloed te verdeedigen : door het teekenen immers van zodanig een Declaratoir behaalt hij geen voordeel, hij bevrijd zig flegts van het betaalen van eene Contributie, en daar de verteeringen geduurende de wagten en de boetens ligtelijk de fom der Contributie te boven gaan, zoude eigen belang ieder een aan zetten, om liever Contribuant, dan werkend Schutter, te worden; daar en boven haalt hij, die Lid van een kerkelijk genoodfchap is, van het welk de Leeraars begrijpen, dat men niet altoos en op alle daagen de Wapenen aan mag gorden, zig de haat van zijne gelocfsgenooten op den hals, zij befchouwen hem als een Ket-  C s ) Ketter, en de minkundige, die niet begrijpt, dat men God niet verheerlijkt , maar integendeel verfmaad, zo men een daad nalaat, welke men zig verbeeld, dat hij niet verbied, en de reden ons leerd, dat men aan zijn Vaderland fchuldig is, zal hem zelfs een Godlochenaar noemen. Indien men zodanig een Declaratoir niet doet tekenen aan alle die geenen, welke men de Wapenen toebetrouwt, is men niet zeker, dat men dezelve niet in handen van zijne Vijanden geeft: hun, die'nimmer iemand verfmaad, maar ak ftille Burgers, altoos geleeft hebben; en met iederj van welke gevoelens omtrend het politique hij waare, vriendfchappelijk hebben omgegaan mag men' niet mistrouwen, dog men kan hun egter niet volJeedig vertrouwen, ten zij zij eene daad verrigten, welke hun bij eene contrarevolutie zoude fchaden nadien men hun denkwijzen niet kent, erimennie' mands denkwijzen anders, als uit zijne handelingen kan of mag beoordeelen,ja het eene ilegte gemoeds-' gefteltenis te kennen geeft, iemand zonder bewijzen te verdenken, het voormaaligbeftuur toege-' daan geweest te zijn, en zig over deze wending van zaaken niet te verheugen. Indien men iemand , die geen duidelijke bewijzen van antirevolutionair te denken gegeeven heeft, zonder dat hij weigert, zodanig een declaratoir te tekenen, de wapenen onthoudt, en hem ter betaaling van eene contributie verwijst,, A 3 has-  C 6 ) handelt menftrijdig met de beginzelen der Vrijheid en Gelijkheid. Vrijhei den Gelijkheid bren gt mede, dat ieder ingezeeten dezelfde regten en dezelfde pligten heeft; dan men geeft dezelfde egten aan zijne medeingezeeten niet, indien men hem dwingt geld te geeven, om bevrijdt te •zijn, van zijne Vrijheid, zonder welke hij niet wil leeven, te helpen verdeedigen, fchoon hij de wapen en vorder d, en zijn bloed veil heeft, ter verdediging van dezelve. Indien men iemand , zonder hem in perfoon zodaanig decjaratpir ter tekening aan te bieden , van de wapening uitfluit, om dat men begrijpt, dat hij zodanige begrippen wegens het eeren van het Opperweezen koestert, die hem buiten ftaat ftellen, om ten allen tijden, als zulks vereischt wordt, de Wapenen aan te gorden, fchend men iemands regten : men fchrijft hem onverhoord begrippen wegens het eeren van het Opperweezen toe , welke men zelfs verkeerd oordeelt. De natuurlijke Godsdienst en de Bijbel bevatten de eenige regels van ons geloof en leeven. Wat dezelve leeren, moet een ieder voor zig zeiven onderzoeken en nagaan. Geen derde, geen Leeraars van eene Gemeente kunnen bepaalen, wat de wet yt Maatfchappelijk verband tusfchen Mensch cn Mensch is gemaakt, en niet tusfchen menfchen, die bevorens in Godsdienftige begrippen overeenkomen. Daar nu deze Axiomata door geen Mensch van een vrijen Staat, alwaar de voortreffelijke Rechten van den Mensch de grondzuilen van $ gro°t Gebouw zijn, miskend kunnen worden, vermeenen. de Ondergetekenden hunnen opgenomen Taak reeds veel verminderd te hebben. Nogthands willen de ondergetekenden, volgends hunne belofte deze zaak nu eens weder gaan befchouwen, als deze algemeene kundigheden ; ja zelfs , ais of de Rechten van den Mensch nog niet bekend waren, als dan zou eerst deze vraag kunnen plaats vinden : Zijn. de Jooden al of niet bevoegd tot de wapening, of wel ? Kan het Vaderland, van de jfooden dis zelfde dienfim vtrwagten, ah van andere ' Metifehtn? fc o a n A 2 Deze  t è ) Deze vraag fchijnt, fchoon niet in zijn geheel door de Burgers g. h. de wilde en n. breukelaer., in hun rapport geopperd te worden, in de bedenking of een Jood zig verbinden kan , volgends de Wet van Mofes tot dienften die hij vooraf reeds wéét, dat op Sabbat en plegtige dagen kunnen gerequireerd worden ? Doch deze bedenking kan geenszins opgelost of beantwoord worden, door de afvraaging aan de Rabbijnen, of 't geóorhfd is, dat de Jooden zig wapenen al of niet op den Sabbat ? Wanneer deze afvraging , zo als de bedenking geopperd is, was gedaan, zoude mogelijk het antwoord anders geweest zijn. Dan de ondergeteekenden laaten zich niet in Theölogifche fpitsvondigheeden , maar dienen zich te justificeeren nopens 't door hun gezegde , dat zij met bevreemding gezien hebben, dat zig Rabbijnen benevens een pratenfen gequalificee/den. Koster (zij zeggen prxtenfen) om dat hij zal vermeer.en, dat 't misdadig addres aan 't Committé van Waakzaamheid alhier gepra> fenteerd, en alwaar 't origineel is berustende, zijne qualificatie is; zij, die zich teegen de Rechten van den Mensch verzetten , om die niet in 'tgeheel niét te verbreiden, zijn misdaadig in een vrijen Staat. Deze vraag aan een Rabbijn gedaan, is zee-kerlijk aan verfcheide bepaalingen onderhevig.. De  C 7 ) De Rabbijnen, &ic dog Leeraars, Vertroosters van hunne Geloofsgenooten dienen te zijn, wier eerfte pligten het is de waare belangen hunner in onderdrukking, en in verachting gedompelde Me- ,. debroeders te overweegen, dienden bij zo eene afvraaging, waarvan zij, zo den Ondergeteekenden ter zijde uit h even gemelde Rapport voorkomt, niet ten eenemaale onbewust zijn geweest; doch de Ondergeteekenden laaten dit aan hun eigen geweeten over; de Rabbijnen dienden de Motiven daar van te hebben onderzogt; zij miskennen dus die waare belangen, om niet te zeggen, dat^zij die trachten te verfmooren, wanneer zij door een zo beflisfend antwoord, hunne Medebroeders als geheel onnuttig tot de dienften van ft Vaderland durven verklaaren; want die geen, die onbekwaam is , de algemeene zaak te kunnen helpen verdeedigen, verliest veel van zijn aanfpraak om derzelver voorrechten te genieten. Deze zo ingewikkelde vraag is aan veele bepaalingen onderhevig ; veele Geleerden hebben daar over gefchreven , zo als door bijgaande eerfte Misfive van den Burger bromet, fub L\ A. blijkt. Wijders vind men in Duitschland in een zo vermaard Periodiek Gefchrift in de Hebreeuwfche Taal, genaamd Hamafeph of Verzamelaar, eene uitvoerige Verhandeling door de ... A 4 Chack-  Chachne Triest • de wijze van Triest , waar uit de evengemelde Burger brom et-, bij eenen tweede Brief hier bij gevoegd-,• fub LT. B. de Uittrekfelen en andere nadere bewijzen aan den dag legt. Hier nu wordt dan Waarlijk door een geheel ■Corpus beweezen, dat volgens de laatlte aangenomen Wetten , de waapeni.ig van Jooden vol(irekt geoorloofd is; deze alom zo bekende en, vermaarde Theölogifche Verhandeling, kan noch mag aan Rabbijnen niet onbewust zijn; te meer, daar zij op dit ogenblik daar op wel bijzonder acht moesten geflaagen hebben, en wanneer zij dan al een antwoord hadden willen uitbrengen over een zo gewigtig poinét, dunkt het den Ondergeteekenden , dat zij Rabbijnen, hoe verftandig, lioe geleerd zij ook mogen zijn of waanen te zijn, zulks op hun zeiven niet kunnen of vermogen te doen ; — hadden zij ten minften 't zo genaamde Corpus Theologicum plegtig geconfulteerd, en dit poinét met dien nadruk, die eene co bèlangrijke zaak veroischt verhandeld; dan, fchoon de Ondergeteekenden niet durven zeggen , of het antwoord minder beflisfende zou geweest zijn, dan hadden zij ten minften eeniger maate zich doen eerbiedigen, en getoond, dat zij de belangen van circa dertig duizend menfchen in deze Stad gehandhaafd hadden. • - De ondergeteekenden vermeenen zich nu ten vol-  Crs> -) Tollen gejustificeerd te hebben, over 't door ons aangevoerde wegens de onbepaalde asfertien. Nu zullen de Ondergeteekenden tot >t hoofdzaakelijke overgaan, dat is, dat zelfs in de veronder Helling van de Rabbijnen , dewelke over zijn geheel die der Ondergeteekenden niet is, de Jooden met onbevoegd zijn tot de Wapening, en dat 't Vaderland ■ van de Jooden die zelfde dienften kan verwagten, als van alle andtre Menfchen ; de Jooden kunnen- buiten tegenfpraak , wel degelijk de Wapenen op den Sabbatdag opvatten, ja zelfs op den plegtigen Verzoendag, wanneer >t Land of Stad in gevaar is , als dan volgens onze Grondwetten zijn zij zelfs verpligt de wapenen op te vatten ; dit kan noch zal door geene Rabbijnen, hoefpitsvondig zij ook zijn, tegengefprooken kunnen worden; hier door nu is de groote zaak- ontegenzeggelijk beilist, en de kwestie van het al of niet wapenen op den Sabbat, vervalt ten eenemaal; want, voor zo verre de dagelijkfche dienften betreft, is \ immers des noods om >t even, en een ieder heeft dè vrijheid om met zijne Medeburgers zulke fchikkingen te maaken, wegens zijne wagten, als h best met zijn geweeten, ja zelfs met zijne bezigheeden overéénkomt; maar wanneer >t moet in cas> van nood moeten de Jooden, even als de Christenen de wapens opvatten, zoo dat onze Godsdienst, koe onbepaald en fpitsvondig dezelve ook ge- com-  eommentariè'erd'is, geen hindernis aan de groote zaak van 't Vaderland, kan noch mag te wege brengen. De Ondergeteekenden vermeefien nu 't misbegrip van de Rabbijnen, ten klaarften blijkbaar gemaakt te hebben. 1. De zaak is aan groote bepaalingen onderhevig ; de Theologifche meeningen van den wijze van Triësts zijn daar omtrent verfchillende van die der Rabbijnen. 2. Dat de Rabbijnen deze zaak beter dienden overwogen te hebben. Een particulier kon dat antwoord geven; dan een Rabbijn, die een zeker pubhek en eerbiedig karakter heeft, moet het belang van dertig duizend menfchen niet zo fchielijk beflisfen. 3. Dat zij twee Rabbijnen, zelve in hunne onbepaalde verönderftelling, die belangen konden gehandhaafd hebben , door aan de Burgers de wilde en breukelaer , de zaak zo als de Ondergetekenden voor te dragen en hun te bewijzen , dat men de Jooden wel kan wapenen; doch dat men die bij ordinaire tijden op den Sabbat en plegtige dagen, van den dienst zoude kunnen bevrijden;ten minften als 't dan eens noodzaaklijk was, waren de Jooden geöeffend, dan hadden de Ondergetekenden in den perfoon van daniel cohxn d'azevedo en moses saul , onze Rabbijnen,  ( II ) nen, onze Leeraars, onze Vertroosters moeten erkennen; dan hadden de Ondergeteekenden gezien, dat hun (volgens Winnen pligt) -niets dierbaarer ware, dan de waare belangen hunner Geloofsgenooten. Dit nu afgehandeld zijnde, zullen de Ondergeteekenden hunne Axiomata inroepen, en de geheiligde Rechten van den Mensch weder daar ftellen, dan immers kan en vermag geen Rabbijn het geweer en, of'ae Godsdienfttge begrippen van -zijne Medeburgers bepaalen, en daar door veele Burgers, die hun bloed voor \ lieve Vaderland veil hebben, van die voor hun zo aangenaamen 'pligt uitfluiten ; nu zoude 'er nog flegts eene bedenking overblijven , namelijk : of rnen aan de Jooden over 't algemeen de Waapenen kan toevertrouwen , en wie kan dan de Staatkundige Dispofitie van alle die Lieden? Maar ook voor déze bedenking hebben de Ondefgeteekenden reeds als waare Vaderlanders gezorgd, door de mede hier bijgaande Misfive aan de Commisfie, ter organifatie van de Nationaale Garde dezer Stad en Jurisdictie, geletterd La. C. Nu Burgers vermeenen de Ondergeteekenden hunnen opgenoomen Taak vervuld te hebben; zij twijffelen nu geenzins of gijlieden, allen immers die daaraan nog eenigzins mogten gehegt zijn, zult van deze ongelukkige vooröordeelen te rug koomen, de ongekreukte handhaving van de rech-  ( 12 ) Rechten van den Mensch, die aan de Burger - Reprefentanten van 't: Volk. van Amfterdam , bijzonder is toevertroouwd, zal nu deze zaak in 't geheel buiten kijf ftellen en de Ondergeteekenden , vertrouwen opregtelijk, dat gij , volgens de door u aangenomen beginfels van Gelijkheid , Vrijheid en Broéderfchap / geene Refolutie zult neemen of gedoogen , dat genomen worde , ten naadeele van die Jooden, die als braave Burgers, volgens Eed en plicht, de Waapenen ter verdediging van 't Vaderland,en ter bewaaring van de Rust willen opvatten en hun Bloed ten allen tijden voor >t lieve Vaderland veil hebben j zij verlaaten zig daaromtrent volkomen op de rechtvaardigheid hunner zaak, die geene de minfte uitfluitende bijzondere bepaaling, als die ook ten opzichten van alle kwaalijk denkende Giristenen moet plaats hebben , kan of mag admitteeren. of men zoude hier, met eene opzettelijke volftrekte misdaadige ,fchennis van de Rechten van den Mensch en te kortdoenirig van de Maatfchapplijke Wetten , die daarop zich moeten vesten, eene ongelijkheid-uitöeffenen, die voor dit en de navolgende geflagten ten eeuwigen en onuitwischtbaare fchandvlek zoude verftrekken, en niet dan, door het recht des Sterkften,op eene geweldaadige wijze,"zouden kunnen gerugfteund worden, ja eene onderdrukking en3 «▼erheerfching in eene vrije Burger Maatfchap- P'j»  pij, zonde aan den dag leggen, die de verfoeijelijke Arriftocratie, welke alle braaven met Wortel en Tak zoeken uit te roeijen, op nog veel gedrogtelijker wijze,dan hier toe heeft plaats gehad, wederom zou op den Troon helpen en waaromtrent de Ondergeteekenden,indien gantsch onverwagten gevalle bij dezen voorGod en het gantfche Volk van Nederland, zich zo zeer buiten verantwoording willen ftellen, als zij als dan zich verpligt zullen reekenen , als geene de minfte miskenning en fchending van de Algemeene en elks bijzondere rechten in de vrije Burger Maatfchappij vermeenden te moogen toelaaten , dit hun notoir en onwederfpreekelijk recht, langs alle mogelijke en betaamelijke efficacieufe middelen , bij het gantfche Volk en deszelfs cordaate Vertegenwoordigers te doen weedervaaren, waar van wij tot hier toe reeds elders zulke gefignaleerde blijken hebben mogen ondervinden en wij althands van onze brave Amfterdamfche mede Burgers, en derzelver, ook onze, provifioneele Verteegenwoordigers geenemiindere cordaatheit kunnen noch moogen verönderftellen. Amfterdam den 25^ Maart Het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid. NB. Dit Addres was door een aantal braav I ieden, zo Leden als geene Leden der Sociëteit getekend. VRIJ-  VRIJHEID, GELIJKHEID en BROEDERSCHAP. De ondergeteekende Joodfche Burgers woonende binnen deeze Stad, aan de Provifioneele Reprefentanten der Stad Amfterdam. SUILGEÜS! Wij hebben met verwondering , ja zelfs met verontwaardiging gezien, bij de gedrukte Extracten uwer Notulen van den ao»« Maart 1795 pag. 278, dat de Koster chaim moses cohen pretenfelijk; zich noemt van de Hoogduitfche Jood/de Natie te zijn gequalificeerd om te desavoueeren het verzoek van de Volks Sociëteit Fe/ix Libertate, nopens de wapening der Jooden aan Ulieden gedaan;zoo verklaarenWij Ondergetekenden, hoe zeer leeden van dejoodfche Natie zijnde, hoe genaamt geen last te hebben gegeeven tot het doen van zodanigen inc'mquen Sap, maar bereid zijn om alle Burger-pligten , nevens alle andere braave Burgers deezer Stad te presteeren, verzoekende, op dat onze intentie alöm bekend worde, dat dit Declaratoir in Uwe Dagbladen moge worden gedrukt. Amfterdam den 27 Maart 1795. >t Eerfte jaar der Bataaffche Vrtjhetd. Wa, Geteefcer£ door de ^^^j^"®^ ^IJER^SUAkLs. ^iEEGO^frïkï) emden> D. E. DAVIDS. , £SVl5Tn SIMON DAVID COHEN A?;SALO T AUN Sg» MOSE^COK » IKiïS® LEVIE. , TMACHIEL MOSES COK, M. L. D* JONGH,  ■M E M Q R I E Ban Mende over de middelen die heihaani fchijnen om de acluëele ontevreden-^ heid der Burgerij dezer StadAmllerdam weg te neemen, het vertrouwen op hunne Provifioneele Vertegenwoordigers te her feilen , en de duurzaamheid* der nu eerst ontlo.okene Vrijheid, Gelijkheid en Rechten van den Mensch, te verzekeren; op dé bestmogeïtjkfle wijze, voor te komen en te ver hoede», al dat kfaad, dat nu, of in het vervolg yaH tyd, daar tegen aan zou konnen^druisjcnen: opgej/eld door een Medeburger, en, ter vfie, aan de Municipaliteit overgeleverd den 3often Maart Anno i79s. T^anneer men de uitwerkzelen van de beeeevmgen der, zo-'wel Civile, als Militaire Ambten door de geenen die daar toe de raagt in hanÜt°qa' Z0JSvYIdiê- gadeflaat, zafmen wel dra bevinden, dat het in een Vrije Volksregeel% e?n 4et Srootfte dwaasheden is, diS in SSStt^ gorden gebragt, om de Ambten ter befchikkmg der Regeringsleden te Hellen, ^o, dat elk hunner zijn aantal daar van heeft, 5 fcjfMSS" £e geene'die hij daar A De-  Deze dwaasheid heeft reeds zo veel veld in deeze Republiek gewonnen, en zulk een OudBurgerrecht verkreegen, dat een Regent, en Burgerij, het zeer vreemd zou fchijnen, bij aldien men zig wilde onderwinden, om het Regentfchap de magtomde Ampten te begeven, te ontzeggen, en zulks om dat beide partijen in de verbeelding zijn, dat de magt niet alleen aan dit Regentfchap is verknogt, maar dat het zelfs ten uiterfte noodzakelijk is<» dat ze daar aan blijft geheet, wijl 'er, zonder dat, zo als men zig verbeeld , geen braave Regenten te vinden zouden zijn, die zig het algemeen welzijn zouden willen aantrekken, en al de zorgen op zig neemen, die daar van onaffcheidelijk zijn. Om nu deze dwaasheid , en het valfche begrip, dat men daar aan gehegt heeft, in een behoorlijk daglicht te ftellen, behoeft men maar aan te toonen, dat een vrije Volksregeenng, m dewelke die dwaasheid ftand houd , van geen lan^e duur kan zijn , en wel dra vervallen zal moeten tot het eigendom der geene,_ die zig den we» zullen weeten te baanen, het zij tot de Alleenheerfching, of wel tot de zo gehaate, en nu hier te Lande vernietigde Anftocratie. — Laat men zig hier maar herinneren, dat het begeeven der Ambten, door alle tijden heen, de bron en de fteun is geweest der Dwingelandij: of zou het, zonder dat, de Koningen , de Vorften en al wat macht in handen had verkreegen, zo gemaklijkzijn gevallen de hen verleende macht ftraffeloos te misbruiken, en 'er de Volkeren mede onder een verfoeilijk juk te brengen, en op den duur te houden ? Laa-  C 3 ) Laaten wij dit gezegde op ons eigen Land toepasfen, en vragen: om wat reden toch zijn zo veele der ftedelijke Regenten van ons Nederland met en benevens de zogenaamde Adel en Ridderfchap de voetveeg onzer geweezene Stadhouders en derzelver doemwaardige favoriten geweest? Immers enkel en alleen uit hoofde van de macht, die zij zig hadden weeten te procureeren, om alle die laage kruipers met Ampten te konnen overladen: want had hen dit Lokaas ontbrooken gehad, zouden zij zig den weg niet hebben kunnen baanen tot die grootheid , die onze Vrijheid en welvaart op den oever van deszelfs ondergang heef. gebragt gehad. Laaten wij verder vragen: heeft niet de trotsheid en de ondeugd onzer nu gefnuikte Ariftocratifche Regenten dezelfde oorzaak? en wat anders als de magt om de fledelijke Ampten te begeeven, heeft hen zodanig boven hunne Medeburgeren koanen verheffen, dat zij als uit de hoogte op hen nederzagen, en hen met de grootHe verachting befchouwdert ? Maar wat wonder ook! daar zij zig fleeds omringd zagen van een groot aantal hunner Medeburgeren, die laag genoeg waren om zig, geduurig, voor hen te vernederen, en om de Ampten, die aan hen te begeeven Honden , op een ootmoedige wijze te folliciteeren, ja te fmeeken. Langs dien weg maakten zij zig een groot aantal creaturen, niet alleen van dezulken, die reeds Ampten hadden verkreegen, maar ook van die genen die het uitzicht hadden om binnenkort, of in het vervolg van tijd, daar aanfpraak op te zullen obtineeren: op die wijs wierden zij ook geducht en ontA 2 jeag-  C 4 ) zaggelijk, en zelfs op een zekere tijd, openlijk Tan den Kanzei, aardsche goden genoemd. Was het ook niet alleen de macht van het begeeven der Ampten, en zig daar door Creatuuren en ontzaggelijk te maaken, dat die Ariftocratifche Regenten in tijden van verregaande onvergenoegdheid der Burgerij , zig evenwel in hunne grootheid konden en ook wisten te fouteneeren, en de Burgers, hoe langs hoe meer, te onderdrukken, en te bedreigen? hoewel het, aan een anderen kant, ook waar is, dac zij in zulke tijden gevaar geloopen zouden hebben om van het Kusfen te geraaken, bij aldien zij niet zo laag waren geweest, om zig van het ergfte fchuim'der' Natie , -de geméenfte Jooden* niet uitgezonderd, te laaten onderfteunen tegens hunne braave Medeburgeren, middelerwijle dat de Militairen ingeroepen konden worden, om het werkte voltooijen: Alles, hoe laag het, anderszins , ook zijn konde, was goed als het maar aan het but konde voldoen: Ja, even als eenen kaa mossel door eenen willem den vijfde, tot zijn eeuwige fchande, als een Inftrument zijner grootheid wierdt geëmploijeerd en geprotesteerd, zouden zij zig ook niet gefchaamd hebben, gebruik, te maaken van zulk een dergelijk Monfter, als het hen maar van eenig nut had konnen zijn: alle de lesfen van eenen Machiiivel kwamen hen niet te oppas, tot zelfs de door dezen voorgefchreeven regel: om flipt te Kerk te gaan, en aldaar, door ^geveinsdheid en luüchelaarij, boven anderen Godsdienftig te fchijnen en bij de «envouwdigen 'er voor gehouden te worden. Dk  O s > Dit alles nu vooraf gezegd zijnde, mogen wij ook nog al verder vragen: kan men de Burgers' het recht betwisten, om hunne nu eerst ontlokene Vrijheid, Gelijkheid en Rechten van den Mensch, zo veel doenlijk, op een düurzaamen voet voor hunne Vertegenwoordigers te doen brengen, en hunne aaucele'nieuwe Regeerin», door gepaste middelen, gezuiverd te doen houden van alle die gebreeken, die in het voorin' beftuur de Bronnen der overheering zijn geweest, Vi zal men ook ontkennerf, dat de Souveraini_ teit van een Stad of Land alleen in den. Boezem van de Burgerijën, dat is van het Volk , berust?' Dat de aangeftelde Regenten., het zij provifiol neele, het zij fucceslivelijke, alleenlijk hunne Vertegenwoordigers zijn; en de macht die hen door het Volk is toevertrouwd ', ajleen^ebiui» mag worden om het algemeene Welzijn van Het ^..,'.5° veel 111 hunis' te bevorderen; hunne Vrijheid, Voorrechten en eigendommen te heldermensen ook alle inbreuk op dit alles voortekomen of te ftraffen. Zo dit alles nu niet betwist noch ontkend kanworden, dan is het zeker de plicht der Regenten om, met ter zijde Iblling van alle eigenbelang, aan alle de gebreeken der voorlgë Redering, door het maaken van daar. tegenwerkende decreeten, den Bodem in te liaan; en waar va? het gevolg dan ook natuurlijk zijn zal, dat al het ongenoegen, dat duns, zo ik meen , onder de Burgerij dezer Stad heerfchende is, eensklaps zal zijn weggenomen, en het voormaalige vertrouwen op hunne Regenten volkomen zal zijn her- A3 De  C 6 ) De Gebroeken van bet voorig beftuur loopen iekerUikinhet oneindige; doch hebben dit met malkanderen gemeens, dat zij, genoegzaam alten, uit een en dezelfde fource zijn voortgevloeid , namelijk uit de zucht tot overheenng. Dezefóurce geïtoPt^nde» zullen die ëebreken ^houden te werken, en wel dra overwonnen konnen worden. De grondflagen der overheering, hier te lande , rusten alleen op deze weinige poincten, namelijk: I. Op de Macht om de Ampten, aan wien me» goedvind, uit te deelen. n Op de zorg om 's Lands Inwooneren ♦ zo veel doenlijk, onkundig in Regeenngszaaken te houden. III. Op de beteugeling der Drukpers, die daar noodwendig op werken moet. IV. Op de maatregelen om altijd Meester van de gewapende Burgerij te zijn, en die, ües noods, te konnen ontwapenen en , eindelijk, V. Op de zorg om den haat, of afkeerigheid, der Militairen tegen de Burgers gaande te houden, en alzo de eerfte», m cas van nood, tegen de laatsten te konnen aanvoe- Waar tegen gemaakt zouden konnen worden de volgendeg vijf Decreten, die de Burgenjen voor altoos inftaat zouden ftellen om de heersch-  ( 7 ) zucht hunner Regenten in toom, en de dwingelandij van onzen Bodem, te houden. Te weeten: 1. Dat de Stedelijke Ambten, en die der Jurisdictie van dien, geconfidereerd zijnde als een wezenlijk eigendom der Burgeren, om dat deeze 'er alleen de Lasten voor opbrengen, en die ook alleen om hunnentwil gecreëerd zijn geworden : zij 'er ook alleen door het Lot over zullen befchikken ten behoeven hunner waardigfle Medeburgeren, die geneegen zullen zijn die Ambten te bekleedenj en zulks volgens een behoorlijk Reglement , dat daartoe zal worden gemaakt en gepubliceerd, en dat het de Burgeren ernftig aanbevoolen wordt, om alle inbreuk op dit hun ftedelijk recht op de krachtdigfte wijze tegen te gaan, en 'er ook op het zorgvuldigfte voor te blijven waken. 2. Dat de Schooien voor de Jeugd (met agterlaating der zo noodelooze en fchadelijke Vacantiën, die thans plaats hebben , en meer en meer veld winnen) zodanig zullen worden ingericht, dat de domheid der meeste Inwooneren allengskens uit ons Land zal worden verbannen, en de jeugd in weinig tijds de noodige inflruótiën zal konnen erlangen , en dat voor dit alles een Reglement zal worden gemaakt, dat nader zal worden gepubliceerd. 3. Dat de Drukpers in alle haare betrekkingen voor geheel vrij worde verklaard , om langs deezen weg, zo wel de ondeugd te vernederen als de deugd, waar die ook huisvesten moge, te verheffen ; en voorts om het volk meer en meer A 4 te  ( 8 ') te konnen verlichten in al het geene 'ér aas voordeeiig is te weeten, 4. Dat de Burgers in hun aloud recht herfteld worden ; dat zij een vrijen Krijgsraad zullen hebben ; dat zij hunne Officieren, geene uitgezonderd , zelfs zullen verkiezen ; en dat geen Re» gentfchap de macht meer zal hebben om de Burgers , om hunne denkwijze, de Wapenen te ontneemen, g. Dat den Militairen , zonder onderfcheid van Rang, nu op eene folemneele wijze worde aangezegd: dat zij, van nu af aan , onze Medeburgeren, zijn, en, offchoon aan Militaire wetten gefubordineerd, niet te min, gelijke rechten met de Burgeren hebben , die zij, des noods, moeten helpen befchermen; dat.'er voortaan Broederlijke harmonie tusfchen Burgers en Militairen plaats moet Lebben j dat 'er twee maaien 'sjaarseen Vreugde-Feest zal worden bepaald , om, als dan inzonderheid, malkander de hand van Broederfchap toe te reiken , en te faam en vrolijk te zijn. Dat voorts het veranderen van Garnizoenen , zodra het Vreede zijn zal, geheellijk zal ophouden, of ten minfte niet als bij hooge noodzakelijkheid plaats zal mogen grijpen, om.daar door het kwaad, waar aan die veranderingen (door de ftaatkunde bcdagt) onderhevig waaren, geheelljk weg te neemen, en dat, eindelijk, het decreet!, dat volgens die alles gepubliceerd zal worden, aan alle de Wagthuizen der Militairen en de Wagtdoende Burgers zal worden aangeplakt, ten einde de goede Vriendfchan tusfchen Burger en Miii&ir te fpoediger aan  C * ) aan te moedigen, en de onbillijke af keer, die de dwingelanden, alken om hunne verkeerde oogmerken, tusfchen Burgers en Militairen aangekweekt hadden, geheel en al te doen verdwijnen. NB. „ In dit Decreet mag ook wel herhaald ' „ worden , dat de Militairen nu vrij ge^ „ maakt zijn van den ftok; dat elk op zijn „ beurt in rang zal worden verhoogd, en „ dus een gemeen Soldaat, door merites, „ de kans heeft om Generaal te konnen „ worden; dat hunne foldij verhoogd en zij „ ook beter gekleed zullen worden &c." Bij aldien nu de Provifioneele Municipaliteit ■dezer Stad Amfterdam de voorftaande Decree- ' ten nuttig' en noodzaakelijk voor de Burgerij, die zij reprefenteert, vinden konde, en zorgen ■wilde, dat het cffeft daar van, door een fpoedh-e Publicatie, het zij van hier, of van den Haag, tot ftand konde worden gebragt: dan zou zij een daad hebben verricht, die door. geheel Nederland zou worden toegejuicht en nagevolgd, en waar voor, met recht,Gedenk-Zuilen terïiaarer Eere zouden konnen worden opgericht, en li^t wel deze gehecle Stad, voor een tijd,Jaarlijks op een bepaald Tijdffip voor worden Geillumineerd alleen uit dankerkentenis der vrije Burgers, en 'zonder daar toe aan gemaand te zijn geweest. Het zou nog te meer een daad zijn die eerenswaardig was, om dat de Municipaliteit dezelve zou hebben tot ftand gebragt, uit eige beweeging, en zonder af te wagten dat de; Burgerij (die nu voorzeker alles wat nuttig en noodziA g ke-  fcelijk is zig niet zal laaten ontflippen) haar daar toe alvorens had moeten aanfpooren. Maar om nu te rug te keeren tot de Stedelijke Ambten (van de Provinciale zo. wel in het Civiele als Militaire, wordt hier niet gefproken,om dat daar over een bijzondere fchikking doo r de Reprefentanten van het Volk van Holland dient te worden gemaakt) in het eerfte voorgeïlelde Decreet vermeld, waar voor een behoorlijk Reglement diende te worden gemaakt, zal ik hier bijvoegen : dat ik, bij aldien het door de Municipaliteit gerequireerd worden mogt, een Reglement zal vertoonen, waar uit blijken zal: dat de Lotingen voor de Ambten 12, maaien 's Jaars, dat is ieder reis'voor 5 wijken der Stad, opeenzeerregelmatigen en gemaklijken voet zullen konnen gefchieden, zonder vrees voor al te veele follicitanten, ieder reis voor elk opengevallen Ambt, wijl 'er al vrij wat exceptien plaats zullen hebben, die, niettemin, door een ieder geapprouveerd zullen worden, om dat ze ten uiterften billijk en noodzakelijk zullen zijn, en zo gefchikt, dat die geene die nu, bijvoorbeeld, door eigen toedoen , niet admisfibel is , 'zig na verloop van tijd admisfibel kan maken ; ook zal men in zo een Reglement fchikkingen vinden, die te weeg zullen brengen, dat men 1.) voor het meerder gedeelte deugdzame en bekwaame Ambtenaaren zal bekomen; 2.) dat de Godsdienst in hoogachting zal moeten toeneemen, en de Zeeden zig confiderabel zullen moeten verbeeteren en ten 3de , dat het Huwelijk door bijzondere fchikkingen, hier op betrekkelijk, zeer zal worden aangemoedigd, en daar door de bevel-  C ïi ) volkiflg, zo noodzakelijk in een Land daar een gezonde Staatkunde heerscht , gefavorifeerd. De Jooden alleen blijven bij dit Reglement uitgeflooten, en met reeden, want hoe. zou men Ambten, die getrouw moeten bediend worden, aan Jooden konnen vertrouwen, daar ik meen, en wel op goede gronden, dat zij Christenen wordende, 'er evenwel nog van moeten worden uitgeflooten, zo nogthans, dat de Kinderen die zij na de omhelzing van het Christendom zullen hebben bekoomen, ter bekwamer tijd admisfibel zullen konnen worden verklaard : doch, behalven dit alles , welk een Contrast, dat de Jooden met de Christenen in de Ambten gelijk zouden ftaan! en evenwel Jooden blijven , dat is, de ergfte vijanden en haters van het Christendom ! Als . men de band los liet, zouden zij wel haast onze grootfte onderdrukkers worden , particulier met de Wapenen in de hand; die zij nu ook al durven vragen , maar die niet blind is merkt wel haast wat de bedoeling daar van is. Het is te vermoeden, dat 'er eenige onder de Jooden zijn, die waarlijk weldenkend en welmeenend zijn , maar het zou een moeijelijke Taak zijn om de zulke van de anderen te onderfcheiden, wijl de huik onder hen altijd na de wind hangd. Men confidereere ook, dat dit Volk onze voorige onderdrukkers altijd in de handen heeft gewerkt , en zig heeft laaten gebruiken om ons onder hun juk te helpen brengen, daar zij, nu zij niet meer tot ons nadeel uitvoeren konnen , ons nu gaarne de hand van Broederfchap willen toereiken, en misfehien de eerfte zouden zijn om de Heerschzucht , bij aldien daar weder een gegronde vrees voor zijn mogt,  ( §a ) jnogt, te helpen herflellen.' f In fomma , zo men Jooden tot de Ambten wilde admitteeren, en nog erger zo men die mede onder de wapenen wilde doen komen, zou men zig zulks welhaast, en mogelijk als het te laat was, konnen beklagen. Op het fujet der Stedelijke Ambten, valt ook nog te zeggen, i) dat het te hoopen is, dat de Municipaliteit eerstdaags werkzaam zal zijn, om de overtollige Ambten af te fchaffen, en de arbeid daar van op anderen, die daar toe het naaste gefchikt zijn over te brengen; ten dat de overmatige voordeden van fommigen ingekort, en daar tegen de. al te geringe van anderen zullen worden verhoogd , na evenredigheid van de arbeid daar aan verknogt; en ten 3) dat aan het verkopen der Ambten ten voordeele der Stads Cas, zo als zulks reeds in voorftel is gebragt geweest, niet meer.zal worden gedacht , om dat zulks in een Land van Vrijheid:" en" Gelijkheid, tegen het recht der Burgerij zou aanlopen , en zo veele waardige en deugdzaame, maar onvermogende Burgers, als dan van de Ambten vernooken zouden moeten blijven, alleen óm dat zij geen goud genoeg hadden, om, tegen dat der rijken op te wegen, het welk een fehreeuwende onrechtvaardigheid'zou zijn, die de gelijkheid der Burgers geheel en al onder den 'voet zou werpen. Dus verre het zakelijklle gezegd hebbende, zal ik-deze Memorie beiluken, met dit alleen 'er nog bij te voegen; Dat  C 13 > Dat alvoorens dë Burgerij, de macht in handen worde gegeeven , om zelve over de open vallende Stads Ambten door het Lot te befchikken: het zeer.billijk zou zijn, dat de aétueele Provifioneele Municipaliteit dezer Stad , het recht, aan zig behielde om alle de Ambten, die bij haare aanftelling nog openftonden; mitsgaders die geene die gedurende haare zittingen tot op het ogenblik dat zij door een nieuwe Municipaliteit zal zijn vervangen, nog open zullen zijn gevallen, te begeeven en ter vervulling toe te kennen aan zodanige perfoonen die zij daar toe zal willen verkiezen , en die, voorzeker, dan ook geene anderen zullen zijn als de zulken, die zig bij het Vaderland verdienftig zullen hebben gemaakt of, om andere reedenen, de preferentie boven anderen waardig zijn geworden, en waartegen zig dan ook, gewis en zeeker, geene Burgeren zullen verzetten, te meer daar dit maar tot een zeer geringe Dankerkentenis zal konnen ürekken voor- alle de gewigtige dienften door gezegde Municipaliteit aan Stad en Lande be~ weezen. Heil en Broederfchap. Amfterdam den 30 Maart Anno ifègL Aan  C 14 ) Aan dg provifioneele Mtmicipaliteit der ' Stad Amfterdam. BURGERS, REPRESENTANTEN l De bijliggende Memorie hoop ik, dat uir hoofüe van derzelver zwaarwigtigen Inhoud, hoe zeer ook, uit noodzakelijkheid, een weinig omflagtig, echter geleezen en een point van ernftige overweeging in uwe Vergadering mag worden ; aangezien U, voor zo ver het mij bekend is, «edertuwe aanftelling nog geene Papieren ter overweeging geprefenteerd zijn geworden, waar van de inhoud, ten aanzien van het gewicht, bij deeze Memorie te vergelijken is. Ik zou ook gaarne zien, dat dezelve in het Dag-Blad uwer zittingen in zijn geheel wierde overgenomen, zonder evenwel mijn naam, zo die bij u bekend mogt zijn, daar onder geplaatst te zien, wijl die niets tot de zaak zelve doet. En bij aldien het reglement door mij in dito Memorie vermeld en aangeboden, door uwe Vergadering moge worden gerequireerd, het welk dan ook uit het gemelde Dag-blad zal dienen te blijken, zal ik het zelve immediaat vervaardigen, en, om dat de Materiën daar toe bij mij reeds zijn geprepareerd kort daar na inleeveren. Voor het overige BURGERS, REPRESENTANTEN l Amfterdam den 30 Maart 1795. Wemcht U Heil en Broederfchap f Uw Medeburger, de Schrijver dezes,  B IJ L A G E ■Behorende tot de' ZITTINGEN van Vrijdags Namiddags . den 20/?™ Saturdags Voormiddags i\fien \ Donderdags avonds 'den aèflf en Vrijdags Voormiddags den Maart 1795, "Volgens genoomen Refolutie,onl bet gebeurde tusfchen eene Commisfie van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van HcUan-' en de Vergadenng der Provifioneele Reprefen tanten van het Volk van. Amp-erdm, uit hoofde van de bekende Misfive, betrekkelijk het weigeren van den bewusten Eed , - met den aankleeve van dien, aan de Burgerij deezer Stad, als daar toe gerechtigd zijnde , bekend te maaken1; is nader goed gevonden, om dit te doen op de eenvoudigfle wijze; en als zodanig'te prelereeren, het uitgeeven van de extenfie der Notulen , betrekkelijk deeze zaak gehouden. ' z i t tTn g, Gehouden Vrijdag, den 20 Maart 1795, des avonds ten 6 uuren. Prefent de Burgers van maurik. ' luden. schimmelpenninck. p1etersse. van castrop. teijsset. van aken. ir hoven van dam. en van der vuurst. breukelaar. van lank. De Vergadering geopend zijnde , berichtte «te Frefident van maurik, dat aan hem, ten ziisylage. n Jn  C 114 ) tien Huize, dien nademiddag ruim 4 uuren van wegen eene Commisiie uit de Vergadering van de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland, was ter hand gefteld dit volgend Papier: VK.IJSEID, GELIJKHEID, BE.0El3EE.SCHA?» Wij ondergeteekenden Commisfarisfen uit de Vergadering der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, requireeren en gelasten den tijdelijken Prsefident der Municipaliteit van de Stad Amfterdam, dat hij de geheele Municipaliteit, voor zoo verre zulks mogelijk zijn zal, heeden avond tegens zeeven uuren zal hebben te convoceeren, ten einde Commisfarisfen voornoemd , hunnen last tot dezelve betrekkelijk, zullen kunnen executeeren. (Was geteekend) Amfteldam den 10 Maart J. n. wiselius. 1795- AT>?' hab.teveld.. E&Jle Jaar der % nuhout van der veen. BitaafjcheVrij- b. blok. tietd. J. sroo^s. A. w. swartj Aan welkers inhoud de Prefident verder beriCf\tte, dat hij had voldaan, als hebbende de Ba lens aan alle de Leden gezonden om dezelve tot deeze Vergadering te convoceeren. Hier na bleek, uit verfcheidene bekomen in-  iofonnatien, dat de Capiteins der bezoldigde Nationaale Guarde , order bekomen hadden , om zich . des avonds ten 7 uuren* bij hunne Compagmen te begeeven, welke op dien tijd geordonneerd waren, oni op de Beurs in de Wapenen te komen. De Capkein bax daar op in de Vergadering gerequireerd, en verfcheenen zijnde, bevestigde de voorzegde informatien, doch op de vraag van den Prales, door wien de orders daartoe gegeeven waren, zijne onkunde betuigd hebbende, als zijnde enkel door een óergeant der bezoldigde Guarde gewaarfchouwd, werdt denzelven gelast om onderzoek naar die order te doen. Waarop kort daarna gemelde Capitein andermaal in de Vergadering vericheenen zijnde, berichte, dat hij geïnformeerd was, dat de Commandant kraijenhgff , die orders had gegeeven , daar bij voegende, dat gemelden Commandant tegenwoordig op het Exercitieveld zijnde, niet voor agt uuren in zijn Bureau te riig verwagt wierdt. Waarop aan gemelden Capitein door den Prafes werd aangezegd, om provilioneel geene orders te executeeren, dan die aan hem, van wegen deeze Vergadering .zouden worden gegeeven. Wijders wierd o-oedeevonden om nog den Capitein roelofswaard te ontbieden, en niettegenftaande het gerapporteerde wegens den Commandant kranenhoff , denzelven echter insgelijks te doen opzoeken , ten einde ten fpoedigflen voor deeze Vergadering te verfchijnem De Vergadering nu den inhoud van het hier Voorgemelde Huk, van de Commisfie van de N * Pr».  Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland, vergelijkende met de gegeevene oi> ders tot het in de Wapenen brengen van de bezoldigde Guardes, begreep dezelve, mi eenige confideratien hier over gewisleld te hebben, dat zij was, of ftond gebragt te worden, onder Militair bedwang, en beiloot voor/t overige de komst van bovengemelde Commisfie gerustelijk af te wachten. Waarop dan ook die Commisfie op den geftelden tijd , vergezeld van twee haarer Bodens, in de Vergadering verfcheen. Gezeten zijnde, wierdt vooraf door dezelve aan gemelde Bodens gelast, zich uit de Kamer te begeeven, en toen bij monde van den Burger blok voorgeleezen , en vervolgens aan den Prefident m Üriginali overgeleeverd , der zeiver Credentiaal , zijnde van deezen inhoud. De Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland , hebben verzogt en gecommitteerd, zoo als zij verzoeken en committeeren bij deeze, hunne mede Reprefentanten, de Burgers wiselius , spoors, harteveld, nuhout van der. veen , blok en swart , om hun nog deezen Nagt, te begeeven naar Amfterdam , ten einde binnen die Stad te Executeeren , den last aan hun, bij ons Decreet van heeden, opgedraagen; met bevel aan de Municipaliteit van Amfterdam om de voornoemde onze Medeburgers en Keprefentanten, van »t Volk van Holland, als onze Gecommitteerdens, behoorlijk te erkennen e i te doen respeöeeren. —  C 117 3 Gedaan in den Hage onder het klein Zegel van den Lande, den 19-ten Maart 1795. Het eerfle Jaar der Bataaffche Vrijheid. Was geteekend. g. j. loncq , vt. OnderJIand. Ter ordonnantie van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland voornoemd. IVas geteekend dirk de weille. ZijnJa in Marghie gedrukt , het Klein Zeegel van den Lande in Roaden Ouwel. Accordeert met de origineele deezer. bij mij Was geteekend o. J. Vj je veroorzaaken, waarna de naamen van de zelve dan ook op eene Lijst aan den Burger blok, ter hand gefteld zijnde , droeg dezelve deeze Vergadering, uit naam van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, in fubliantie voor 1 dat ter opgemelde Vergadering ge^ leezen zijnde eene Misfive, door deeze Municipaliteit , betrekkelijk het weigeren van den Eed, volgens Refolutie van g Maart 11. bij dezelve Vergadering gearresteerd , den inhoud van die Misfive , zulk eene fmertelijke fenfatie bij alle de Leden had verwekt, dat" 'er zedert den q.6 Januarij 11. zulk eene aandoening in de Vergadering niet is geweest; dat. de verontwaardiging hier over des te grooter was geweest, daar dezelve veroorzaakt wase geworden , door eene Municipaliteit, die nog zo kcrtling geleeden , de hulp dier Vergadedering , tot demping eener gevreesde oproerkreet hebbende ingeroepen, en welke hulp ook op de nadruklijkfte wijze aan de zelve was gepresteerd , nu echter zelve van zich had kunnen verkrijgen, om, in den nog tederen. wasdom van den Boom der Vrijheid, een lijsthema open te leggen,volgens H welk het gantfche Volk onvermijdelijk verlooren was; onze geheele Vrijheid onheritelbaar zoude te gronde gaan , en wij welhaast in de uiterfte verwarring en ellende zouden gedompeld worden ; zo dat men volkoomen vertrouwde, indien de Leden dezer Municipaliteit zelve waren tegenwoordig geweest, en gezien hadden de verflagenheid hunner eigener Gedeputeerden, en van alle de Leden der Vergadering, zij van fchaamte zouden hebben gebloost, en niet nagelaa;en traanen te ftorttn, van daartoe re-  ( H9 ) reden gegeeven te hebben. Waarom hij die Misfive zeiven nog eens aan deeze Vergadering zoude voorleezen, 'c welk gefchied zijnde, ging de gemelde Burger voort met te vraagen: of men die Misfive, welke hij inOriginali vertoonde, herkende voor dezelfde , welke door deeze Verga-r dering, aan die van de Provifioneele Reprefentanten van ?t Volk van Holland was afgezonden ? 't a\ elk men ; na dat de Secretaris brendjsr. a brandis, 4e onderteekening van dezelve voor de zijne had erkend, zonder eenige bedenking meenden te moeten avoueeren 3 waarop onmiddelijk door meergemelde Burger blok wierd verklaard, dat de Ledlure van die Misfive , door de Vergadering van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland , was aangehoord met de uiterfte indignatie, en dat hij, uit naam van die Vergadering, eischte, dat dezelve te rug genomen en uit dg Notulen zou worden gebiffeerd, zo dat 'er geen de minfte traces van overbleeven; en waarop hij een onverwijld antwoord was vcrwagtendc ? De Prefident hier op aan de Commisfie in confideratie geevende, of dezelve met zou kunnen goedvinden, zo lang in een ander vertrek te vertoeven, geduurende dat over het gemelde voorftel zou worden gedelibereerd, gaf dezelve bij monde van den meergemelden Burger blok, daarop te kennen, dat zij zelve daarop de gevoelens van de Leden wel zoude kunnen inneemen , doch waarop door den Prefident nadere inftantien zijnde gedaan, oir aan z-ijn gedaan verzoek te defereeren, vond de Commisfie, na daar over onder zich omvi age te hebben gedaan, goed, zich fot zo lange te retireeren in het vertrek van het Comrorté van Koophandel en Zeevaard , 't welk aan1 dezelve *1 4 tos  tot dat einde , door den Secretaris brender. ■wierd aangeweezen. In deezen tusfchentijd verfcheen in de Vergadering de Burger Commandant kraijenmoff , vergezeld van zijnen Adjudant nagel, doch verzocht zijnde zich tot nader order te abienteeren, maakte men nu-van deeze oogenblikken gebruik om den zeiven wederom te doen binnen ftaan; 't welk gefchied zijnde, v> ierd denzelven door den Prefident afgevraagd; op wiens last en order hij de Stads Nationaale Guardes had doen vergaderen en in de Wapenen deed brengen? waarop gemelden Commandant voorlas een fchriftelijken last aan hem door de Commisfie van 'de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland ter hand gefteld, fubftantieel inhoudende : dat hij door dezelve Commisfie wierd ontiiagen van den Eed en belofte van trouwe aan de Municipaliteit der Stad Amfterdam gedaan, in zo verre dezelve Eed en belofte hinderlijk zouden kunnen zijn aan de uitvoering der orders,hem Commandant, door deze Commisfie te geeven; met verdere inllruclïe , om geduurcnde het verblijf van dezelve Commisfie binnen deeze Stad , geérfë andere orders te obedieef en dan die hem van wegen.dezelve,met betrekking, tot de uitvoering van haaren last,zouden worden gegeeven. Waarop hem Commandant door den Prefident in fobftantie zijnde afgevraagd , of hij dan met voorbijgang van zijne gedaane plechtige belofte aan deeze Vergadering gedaan, van voorneemen was, de orders van die Commisfie te gehoorzaamen, en zulks affirmatief beantwoord en verder verklaard hebbende,  » C i2i ) dat het hem zelfs was verboden, de Communicatie die hij thans deedt, eerder aan de Municipaliteit te geeven; is goedgevonden, vermits den toedragt en de gefteldheid der zaaken, het een en ander aan te neemen voor Notificatie, en te laaten voor zijne verantwoording. De Prefident Her op in omvraag brengende het vóórhel van de Commisfie, om de gem*ntioneerde Misfive te rug te neemen , en dezelve uit de Notulen deezer Vergadering te biffeeren, wierdtnaa ingenomen advifen gerefolveerd, om aan de Commisfie tot antwoord te geeven. „ Dat de Vergadering van de Provifioneele ,, Reprefentanten van 5t Volk van Amfterdam, „ declareert, van nimmer eenige de minfte in„ tentie gehad te hebben of nog te hebben , „ om door eenige uitdrukkingen in de Misfive,' „ in dato 16 Maart 1795. vervat, de Provific„ neele Reprefentanten van Wolk vanHolland „ te ledeeren, veel min direéf. of indirect, aan„ leiding tot fcheuring of tweedragt te heb„ ben willen geeven, neen maar alleen uic „ bezef van pligt, hunne bezwaaren tegen den „ Eed, bij refolutie van 9 Maart 1795. "-ede„ creteert, aan de Vergadering der Provifio„ neele Reprefentanten van 't Volk van Hol„ land te hebben willen voordragen. „ Verklaarende de Vergadering alzo dien „ Brief niet te kunnen te rug neemen, noch „ ook in de Notulen te kunnen biffeeren ; de„ clareerende tevens bereid te zijn , om op dé j, efïicacieuste wijze,tot confervatie der Een- \ N S dragt,  dragt, Rust en Heil, van den Lande te „ willen medewerken.?' Ondertusfchen infteerde de Leden, welke van êen verfchillend gevoelen waren geweest, en dus tot het neemen van opgemelde Refolutie, niet hadden geconcurreerd , zijnde de Burgers van. maurik, van gastrop, t£ysseï, van lank ei\ van der vuurst, dat de Communicatie van die Refolutie moest worden gedaan, uit naam van de meerderheid der Vergadering; waarop omvrage zijnde gedaan, begreep de meerderheid, dat hoe zeer zulks , naar hun inzien, tegen allenorder van de Vergadering ftrijdig was, zij echter niet fehroomde om hun gevoelen, openlijk voor die Commisfie geftand te doen, en dus geene zwaarigheid maakte, om de minderheid hier in genoegen te geeven. De Commisfie hier op, door deri Secretaris brender, weder binnen verzogt zijnde, wierd aan dezelve de genomen Refolutie met die verandering mede gedeeld, waarop de Burger blok den last van de Commisfie verder ontvouwende, verklaarde: dat dan de Municipaliteit van deeze 'Stad, was ontflagen,en deLeden wierden gefteld in ftaat van Arrest, tot zo lange zou zijn gebleeken, wie de bewerkers van die Misfive waren geweest; geevende op dat zelfde ogenblik eenen wenk aan den Secretaris van die Commisfie, den Burger van maanen ; die zich daarop bij den Burger blok vervoegende, eenige orders van den zeiven lcheen te ontvangen; gaande de zelve vervolgens onmiddelijk over, om volgens de aan hem overhandigde lijst van de prefente Leden, aan  ( m) aan ieder van dezelve aftevraagen, wie vóór en *fc tegen üec gedaane voorlid had gefiemd. Verivlaarende de Burger schimmelpenninck, dac hy geen zwarigheid maakte te deciareeren,dat hii tegen de terugneeming geflemd had, en zou afwagten die mefures welke zich de Commisfie Jcheen te willen veroorloven; waarop vervolgens de verdere Leden der meerderheid, insgelijks rondelijk voor hunne uitgebragte ftemmen uitkwamen , hebbende de Burger van aken op zijn beurt verklaard; dat fchoon hij niet overtuigd was van de bevoegdheid der Commisiie om eene dergelijke omvrage te doen , hij echter declareerde mede te behooren tot het getal der meerderheid; begeerende dat van zijne gemaakte referve aanteekening zoude worden gehouden. De naamen van de Leden die de minderheid hadden uitgemaakt, op die wijze bij de Commisiie bekend zijnde geworden, wierd aan dezelven door den Burger blok verklaard, dat zij ontheven waren van het hun aangezegd Arrest, en zouden worden gerehabiliteerd, en dus plaats moesten houden om nadere arrangementen met de Commisfie te maaken, als zullende eenigen op nieuw te henoemene. perfoonen aan hun worden toegevoegd, De Prefident inmiddels eenige redenen ten faveure van de alzo ontflagen, en in flaat van Arrest blijvende zes Leden, willende inbrengen, Wierd zulks tegengegaan door de Burger schimmelpenninck, met te zeggen: dat hij den Prefident van alle voorfpraak dispenfeerde, en niet begeerde dat voor hem eenig ket minfte pathos gebezigd wierd. Voorts informeerde zich de gemelde Burger, of de Commisfie. ook bepaald  C m ) paald was,nopens de wijze van het Arrest, waar in men hem, en de met hem geftemd hebbende Medeleden , voornemens was te ftellen, als willende gaarne alle onfteltenis van Vrouwen en naastbeftaande , zo veel mogelijk eviteren; en waar toe hij Burger schimmelpenninck; reeds eenige weinige regelen ter informatie aan zijnen Broeder, op 't papier gebragt had» Waarop de Burger blok, namens de Commisfie repliceerde, dit Arrest zo laciel te willen maaken als mogelijk zoude zijn; en dus geene zwarigheid maakte om toeteftaan, dat het Arrest door ieder aan deszelfs huis wierd gehouden ,vraagende welke cautie men tot dat einde zoude hebben te offereeren ; waarop de gemelde Burger schimmelpenninck , ten antwoord gaf, dat hij, in dit geval, geene andere nog betere cautie kende , dan zijn woord van Eer, dewijl niemand in ftaat was hem beter te bewaaren, als hij zich zeiven ; waar mede de overige vijf Leden zich conformeerende, wierd daar op aan hun verlof gegeeven om naar hunne respeciive wooningen te rug te keeren, ten einde het hun aangezegd Arrest te houden , met bijvoeging dat de Commifie van het gepasfeerde,nog dien nacht,per expresfe kennis zoude geeven aan de Vergadering van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland. Middelerwijl vonden de alzo heengaande Leden, den in en uitgang der Juftitiekamer bezet met befoldigde Nationaale Guardes , gelijk zij ook den in-en uitgang van het huis der Gemeente door een ander gedeelte van dezelve bezet vonden. (*) Hier (*) Des avonds , .tusfchen agt en negen uuren , zcidde een Adjudant van den Commandant kraajjenhof den  Hïer na ftelde de Burger- blok, namens de Commisfie, aan de vijf overgebleven Leden voor, of zij mee en benevens de zodanige van deabfente Leden , als met hun mogten overeenflemmen in het te rug neemen van den Brief, niet zouden kunnen goedvinden, om, met eenige perfoonen uit de Burgerij, aan hun toe te voegen , de werkzaamheden der Municipaliteit te vervolgen? Waarop allen verklaarden dat zij liever wenfehten van hunne posten te worden ontflagen ; dat zij toch den gevorderden Eed niet zouden doen; waarop door gemelden Burger blok ten antwoord gegeven zijnde , dat het verzogte ontflag niet kon worden geaccordeerd , maar dat hetpoindt van den Eed thans geen object van questie was, is hier mede die Vergadering gefcheiden. ZIT- den commandeerenden Officier der Burgerij, welke in het huis der Gemeente de Wagt hickit, aan', dat daadeïijk de bezoldigde Nariönaale Guarde, zich zoude posteerèn op de kleine lleenen voor het Stadhuis; en dat gemelde Commandant order gaf, dezelve Moch met aanroepen of iets anders, hinderlijk te zijn; de genoemde Militie kwam ook werkelijk niet lang daar naa opmarcheeren, doch naa een korte poos post gevat te hebben , drongen de Grenadiers van dat Corps, onverwacht en Zonder dat 'er eenige- nadere aanzegging, of order, aan den Burger Officier, of eenige der Wacbtdoendc Burgers, gegeeven was, het Huis der Gemeente in; en plaatsten zich voor de buitenfte deur der Kamer van de Municipaliteit, wanneer zij, naa een korten tijd aldaar vertoefd te hebben, weder aftrokken.  ( 1*6* ) ZITTING, Gehouden Satiirdag den aifte Maart 1795 Voormiddag, Prefent de Burgers. van maurik. van leyden. van der. zoo. van der vuurst* van lank. ten kate. en bos. Alle de op gister abfent geweest zijnde Leden , tot de Vergadering op last der Commisfie, geconvoceerd zijnde , zo verfcheenen als zodanig in de zelve, de Burgers van i.eyden , van der zoo , bos ert ten kate , Zijnde dé Burgers de wilde , d'amotjr , titsing en van eys afweezig door ziekte. De Commisfie nu ook in deeze Vergadering verfcheenen zijnde, herhaalde kortelijk het geen zij den avond te vooren, met betrekking tot den brief in questie had aangevoerd; en verder de noodzaaklijkkeid hebbende aangedrongen, om zö veel mogelijk, in den tegenwoordigen nood van het Land, de Eendracht te bewaaren, zeide de Burger ten kate: dat hij zedert eenigen tijd niet  C 127 ) «Iet in de Vergadering geweest zijnde, hij dus onkundig was van den brief aan de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland gezonden ; terwijl de overige Leden verklaarden , dat zij, om de rust en eendragt zo vee! mogelijk te bewaaren, en niet anders buteeren* de dan het heil van het Vaderland, met voorbijzien van zichzelven, indien zij* in de Vergadering van den voorigen avond waren tegenwoordig geweest, wel zouden hebben kunnen, en op dien grond nog wel wilden concurreeren, om den brief in questie te rug te neemen , wanneer daardoor namelijk alle gefchillen waren uit den weggeruimd; zonder echter, door deeze verklaaring , hunne goedkeuring aan den voorgeftelden Eed zeiven te willen geeven. Leverende de Burger bos het volgend declaratoir. \" De Ondergetekende, zonder zich thands te expliceeren over de demarche van de Vergadering der Provifioneele Reprefentanten van Holland , het removeeren en arresteeren van eenige Leden dezer _ Vergadering betreffende, verklaard: dat hij door geene andere beweegredenen gedrongen , dan alleen een belangelooze zucht voor het heil der Burgerij van Amfterdam , waar van hij eene der Vertegenwoordigers is, wel wil toeftaan het terug neemen van zekere aan voornoemde Vergadering van Holland , gefchrevene Misfive, van wegens deeze Vergadering, in dato 16 Maart 1795, inhoudende derzelver cordate refleftien, over den vastgeftelden Eed, bij Refolutie in dato 9 Maart 1795> door voornaemde Vergadering van Holland,  ( 123 -) land, genomen: verzoekende hij ondergeteken-. de iniercie van die Declaratoir in de Notulen der Vergadering. Amfterdam (Getekend) «li Maart 1795. SALOMON EOS. , Verder door de gemelde Commisfie voorgefteld zijnde, eene nominatie van zes perfoonen, om de plaatfen der geiirrefteerde Leden te vervullen ,wierdt door de Vergadering geantwoord : dat zulk eene demarche niet alleen de zaaken, nog meer zoude brengen buiten haar geheel, maar dat ook, wanneer zulk eene aanvulling volftrekt noodzaaklijk mogt bevonden worden, zulks alsdan door niemand anders behoorde te gefchieden dan door het Volk van Amfterdam zelve; waarop de Commisfie verklaarde, in zo verre haaren last te willen • opfchorten, tot 'zij van de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland hier omtrent nadere orders zoude bekomen heb? ben: waarop de Vergadering ten fterkften in* fleerde op het ontflag der zes gearrefteerde Le-? den. In de tweede plaats communiceerde de gemelde Commisfie dat haaren last nog inhield, om met deeze Provifioneele Municipaliteit, en met zo veelen uit de Burgerij als zij daar toe gefchikt vinden zouden, ten fpoedigften een plan te beraamen, volgens het welk de Burgers van Amfterdam konden en zouden worden opgeroepen om de tegenv/oordige Municipaliteit door eene andere, bij meerderheid van Hemmen , op eene legaale wijze te doen vervangen : op welke  C ) 'fce Communicatie aan de Commisfie wierdt geantwoord: dat, ingevolge eene uitnodiging aan de Burgerij deezer Stad bij de Proclamatie door deeze Vergadering op den ftoa Februari! Ï7t rapport hier na vervat. Waar op gedelibereerd zijnde goedgevonden Betrekkelijk het oproepen der Burgen} tot Het aantellen eener nieuwe Municipaliteit, dat O 3 men  C 134 ) men de Commisfie ter in ftandbrenging van; het generaale Plan benoemd , en daar mede reeds verre gevorderd zijnde , in haare werkzaamheden laat voortgaan , om daar door het bedoelde oogmerk des te fpoediger te bereiken, mits dat na het voorfchreevë Plan zal zijn in orde gebragt,het welk men met allen fpoed verwagt, aan de Gecommitteerdens dezer Vergadering daar van vifie en leéture gegeeven worde, met faculteit om daar op de noodige reflectien te maaken. En zal Extract &c. (Onder ftond) Accordeert met voprfchreeve Pet creeten. (Was geteekend) DIRK DE WEILLE. Accordeert met de origineele dezer voor zo veel het geëxtraheerde aangaat. Amfterdam Bij mij den 28 Maart ^795' {Getekend) G. J. VAN MAAKTEN ^ Secretaris. De Commisfie, zonder dat dit door de VergaT dering beantwoord was, daarna vertrokken zijnde  C 135 ) de vond de Vergadering goed, om nog dien zelfden Avond aan de gearrefteerde Leden deezer Vergadering, bij Extract uit eerst gemelde refolutie, voor zo verre zij daarbij belang hadden, kennis te geeven van derzelver ontfla° , en hun te verzoeken, om tegen morgen de&Vergadering weder te komen bijwoonen. De zes, alzo van derzelver Arrest ontflagen Leden, daarvan kennis bekomen hebbende en hier op bij den anderen gekomen zijnde , het gemelde verzoek overwoogen hebbende, begreepen; om zich het gebeurde ter liefde van 't Vaderland , perfoneel met te moeten aantrekken, maar in de onvermijdelijke verplichting te zijn , om de belangen van hunne aanftellers, van welken zij niet ontflagen waren, wederom ten fpoedigften te moeten behartigen; en refolveerden dus, om den volgenden morgen wederom in de Vergadering van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam te zullen compareeren ; onder beneficie van zeker declaratoir , *% welk tot dat einde, door hen on middel ijk wierdt geconcipieerd en unaniem goedgekeurd. Waarnaa aan hun eenige fchikkingen wierden geproponeerd en vervolgens met hun goedvinden vnstgefteld, omtrent de wijze hoe hen op morgen in de Vergadering Se recipieeren, ' O 4 rrij-  ZITTING, Gtfou.de» Vrijdag den zj Maart, s'Middags ten een Uur. Prefent de Burgers, VAN H ATJRIK. VAN DER ZOO. , VAN LAN". V A N de r V L'ÜUS T. Ti-ÏS set. 'TPN KAT Ei E.N VAN T. \ s. Volgens de op gister Avond genomen affpraak en gemaakte fchikkingen, begaf de Secretaris erender aRRANDis zich met twee Stads Bodens naar het huis van het Genootfchap Doarina et Jïmicitta. En leidde van daar de zes Gearresteerd geweest zijnde Leden van deeze Vergadering , naar en op het Huis der Gemeente; bij welke gelegenheid door twee Compngnien Burgers., hun de Militaire honneurs wierden beweezen. In de Vergadering gekomen en door hunne Medeleden , gelijk ook van wegens de Leden van alle de Cornmittés1 hartelijk verwellekomd zijnde, deedt de Prefident aanhuilde volgende aanlpraak. BUR  C 137 ) BURGERS! VRIENDEN! BROEDERS! De Vergadering heeft mij gelast, en ik voldoe aan haare begeerte , met het hoogfte vergenoegen, om u allen hartelijk te verwelkomen, bij uwe te rugkomst, in het midden van haar, en in het bijweezen van de waardige Leden der Commkés, welke onzen arbeid zo kragtdaadi» als welwillende onderfteunen. Wij wenfchenons zeiven geluk met u wederom te zien in eene Vergadering , waar in wij allen, door de ftemme des Volks van Amllerdnn , geroepen zin, en waarin wij uwe afweezigheid onafgebroken betreurd hebben. Het zal niet behoeven om u onze aandoeningen te verklaaren , welke wij bij uw vertrek , nu agt dagen g--leden, hebben gevoeld, of om zo veele verzekeringen te geeven van die vreugde, waar mede onze harten vervuld was, nu wij u in onze armen te rug gekeerd zien. Onze onderlinge vnendfehap en ijver om, ten gemeenen beste eendragtig, te werken , in den moeijelïjkften post welke men ons heeft aanbetrouwd, zijn de waarborgen voor de oprechtheid onzer woorden en betuigingen. Zijt dan hartelijk en vuu* righjk verwelkomd, en ontvangt van ons de verzeekering en toewenfehing van Heil en Broederschap! Laaten wij, even gelijk voorheen, met gelijke fchouderen den last tortfehen welke ons opgelegt is! Dat de zugt voor vrijheid, waas voor onzer aller harten kloppen; dat het welO 5 zijn  C 138 ) zijn onzer Medeburgeren, die ons en onze vermogens ,en onzen tijd, aan hunne belangen zien toewijden, ons geftadig bezielen ; en dat wij, tot welvaart van het gemeene Vaderland alle mogelijke kragten infpannen, welke onze eigene gevoelens van ons afeifchen, op dat wij, in de gelukkige overtuiging van onze Vaderlandfche plichten betracht te hebben, en die verder zullen zoeken te betrachten, onze belooning mogen vinden. De Burger schimmelpenninck die aanfpraak zo voor zich als zijne vijf Medeleden, in gepaste termen beantwoord hebbende , gaf vervolgens aan den Prefident over het volgend fchriftelijk Declaratoir, zo als hetzelve gister Avond door zes Leden was vastgeiïeld. De ondergetekende leden der Vergadering van de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Amfterdam, door eene Commisfie der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland op den 20 Maart 1795. in de Vergadering van dezelve Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam verfcheenen, belet geworden zijnde, dezelve Vergadering, zedert dien tijd, als naar gewoonte bij te woonen; verklaaren thands, terwijl zij zich wederom in deeze Vergadering bevinden en gereed zijn derzelver gewoone deliberatien te helpen vervolgen, zich in geene deele aan te trekken, al het geen door de in dien tusfchentijd gefungeerd hebbende Muni^ cipaliteic, in hunne afwéezigheid, is verrigt; en de- cla«  ( 139 ) elareeren wijders, wederom zitting in de Vergadering der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam te neemen , eeniglijk en alleen uit kragt der aanftelling van het zelfde Volk op den 19 Jan. 1795. door de vergaderde Burgerij , bij applaufie en daarop gevolgd ftilzwijgend confent en approbatie derzelve gedaan, requireerende infertie van dit hun declaratoir in de Notulen dezer Vergadering. Amfterdam 27 Maart 1705, (was geteekend') R. j. schimmelpenninck. P. van aken, hendb.iksz» jan pietersse. jacob lu den, hendrikzs. wilh. van irhoven van dam* nikolaas breukelaar.. De Burger abraham vereul, namens de Commisfie tot de zaaken van de West, door deze Vergadering aangefteld,het woordverzogten verkreegen hebbende, deedt de volgende aanfpraak. Burgers! uwe gecommitteerden tot de zaaken van de West-Indien, werden met diepen weemoed doordrongen, toen zij eenige Broederen , en , onder deezen, één hunner verdienftelijke medearbeiders j, van het treurend huisgezin verwijderd za-  (-( 140 5 aages. Nog gisteren dcor onzen pligt in -deze «aal geroepen..-, ó hoe eenzaam vonden wij de- *elve! hoe verhaten!., zij fcheen op de verwijderde Broederen te wachten. — DieBroeders zijn terug gekeerd; het huisgezin is weder voltallig — en zouden ook wij, U niet met de tnal van 't hart, onze warme deelneeming in die aandoenelijke wederverééniging betuigen ? Dat het onedel har.t hier koud blijve^dat hii, die zo gaarne op het graf van onze eendracht de wieg van nieuwe flavernij zou zien ftaan ; die zogaarne het Rcpublikeinsch vuur onder dePuinhoopen van Burgertwisten zag. gefmoord en de natie tot haaren politicquen doodffeap terug gekeerd — dat hij hier.,- gevoeloos zwijge —maar de eerlijke Nederlander; hij,die niets boven zijn Vademnd waardeert, en voor wien geene opoffering te groot, te duur, te gevoelig\an zijn, om de vrijheid van dat Vaderlandongefchoneen. te heipen bewaaren , gelijk de eeuwige zedekunde, waarop dezelve rust — Deze kan, deze mag bij dit treffend Tooneel van wedervereemgirjg niet zwijgen. Burgers! wij komen U geen'lof toezwaaien ; wanneer de vrije Batavier tot zijne Beituurderen fpreekt, noemt hij hunne gebreken en niet hunne deugden,maar wij juichen uwe wederkomst in den ichoot dezer Verga-, «tering toe ; w ij komen U geluk wenfehen, dat gij Uweder in ftaat gefteld ziet, om de belangen van dit goede Volk te behartigen ; gelukkigen te maaken; traanen te droogen; wij komen ü geluk wenfehen, dat U de loopbaan op nieuw ontfloten is, waarin uwe verrichtingen groot kunnen zijn, gelijk uwe genie, en zuiver gelijk uwe har»  ( Mi ) harten — Dank zij den God van Nederland ? ook deze nieuwe dreigende ftorm is weder afgedreven! — Burgers! mogelijkftorttezijnevaderhand nog nimmer grooter zegen over liet zelve uit; mogelijk knielden, in >t hemelsch Vaderland, de DE WITTEN, BAR.NEVELDEN, CAPPELLENS nooit vuuriger voor zijnen troon, dan toen ztj hem voor deeze weldaad dankten. Ach! onze rampen zijn ten hoogden toppunt gellegen; de Grijsaart vraagt nog, fiddrend, welk het toe-, komftig lot zijner kinderen zal zijn; de wonden van *t Vaderland bloeden hevig -— En voor dezelve is maar één geneesmiddel — maar één geneesmiddel — Eèndragt! Hoe wreed ware hij , hoe weinig den eernaam van Nederlander waardig , die nieuwe ftormen over deze reeds zo deerlijk verwoeste gewesten zou willen verwekken, en het politiek ligchaam,door langduurige kraakten reeds zo doodeiijk afgemat, in nieuwe ftuipen doen fterven! Neen, neen, het is tijd, het is meer dan tijd, dat Broeders ophouden eikanderen te verfcheuren; het is meer dan tijd, dac de Nederlanders flechts één groot huisgezin ükmaaken — dan zal de kalmte, uit den fchootdet üitgewoedde ftormen kunnen gebooren worden ; dan zullen de doornen , welke, door de onrechtvaardigheid op den dorren grond, der flavcrnij geworpen, nog overal onze vrije voeten zo gevoelig kwetfen , met roezen kunnen overdekt worden; dan zuilen veellicht wij nog de flaauwe fchemering kunnen zien van dien fchoonen morgeuftond, welke, in vollen luister, over een gelukkiger nageflach: zal opgaan. ■ Bur-  Burgers! indien in den engeren kring van openbaar beltuur waarin wij ons geplaatst vinden > indien, op het ftiller pad van een ampteloos leeven , die gevoelens, welke wij thands aanpreezen, niet tot aan het graf de onze blijven; indien wij immer één oogenblik van dezeive afwijken — dat dan ieder woord, hier door mij uitgefprooken, een verfchrikkelijk verwijt worde , en ons ten flrengflen befchuldige, bij U en het ver* ontwaardigd Naageflachtl . Amfterdam den 27 Maart 1795. Nog deedt de Burger Kapitein van der metjlen , uit naam van de Officieren en Onder-Officieren van Wijk 11. de volgende voordragt. vrijheid! gelijkheid! broederschap! BURGER PRESIDENT! Ziedaar weder in uwen boezem zes braave Leden dezer Vergadering, die op den 20 dezer zich uit dezelve hebben moeten verwijderen; hier thans terug geleid door de Burgerij. Het verheugde ons te hooren, dat de zaaken weder compleet gerepareerd zijn, waar mede wij deze Vergadering niet alleen, maar ook ons zeiven en de geheele Burgerij hartgrondig gelukwenfchen; terwijl wij hoopen dat Amftels Vertegenwoordigers nimmer eenige onaangenaamheden mogen ondervinden; maar dat uwe Vergaderingen fleeds met liefde en eendragt gehouden, en  ( 143 ) en uwe befluiten zo cordaat als manmoedig; doch ook altoos met de vereischte voorzichtigheid en wijsheid genomen worden; opdat alles moge ftrekken tot behoud van de waare Vrijheid, Gelijkheid en Broederfchap! en tot heil en geluk onzer Medeburgers: waar toe God zijnen zegen wil verkenen. Heil en Broederfchap! Amfterdam Uit naam van Officieren 27 Maart 1795. enOnder-Officieren van Het Ferjle Jaar der Bataaffche Vrijheid. w IJ K II, Welke beide aanfpraaken door den Prefident respeftivelijk beantwoord zijnde, werdt de Vergadering door denzelven gefcheiden.   C 145 ) PROCLAMATIE. MEDEBURGERS! Het is uw heden bekend dat wij reeds bij onze Proclamatie van den 3 Februarij XLS. rondborffir en openlijk hebben verklaard, dat afcen de °ve- weleer nn du onvermijdelijke noodzaakeüjS, ï£ was Z °°/eJnb,ik der Revolutie «anweS zig was, dat deze Stad aan ^eene Ree-eerir^lr,™ overéén ^JKf* ™ d^ "Hlert zodanige voorzieningen en maatregelen te neemen welKe zonder verwaarlozing van uwe belaS met konden uitgeteld worden? cn welker i vercorging juist om die reden, met de 2 ^ Provuioneel beftier ftrookte Daar wij nu, Medeburgers! den aart van het door ons opgenomen beltuur uit dit oogpunt bt vï'o^alto'os0S Wij " l0°P ve, ook altoos tot eenen vasten erondrep-el ophouden, om ons geene befchikkingen?ofbfmsfi£ gen over andere zaaken te veroorloven dan alleen zodanige, welke eene onverwijlde 'voorziening vorderden ; en daartegen het beraamen van alle zodanige fchikkingen, welKe gevoeS konden verfchoven worden, ter finaale beflisfinV OVe ■ £ katen aan die Vergadering, welke onze plaats zal vervangen, en welke hunne posten" opeen? xt gelmatige wijze, uit uwen boezem zulfen ontlee- BIJLAGE. p  C-146") Meteen vuurigverlangen, Medeburgers, zagen wij dit voor ons gewenscht oogcnblik te gem je:, cn met een hartelijk genoegen zien wij het thands zeer nabij; wij hebben ons niet te leur gefteld gevonden in onze hoop en verwagting, dat onze verligte Medeburgers zich niet zouden onttrekken, om, op onze uitnoodiging, bij onze Proclamatie van 3 Februari] 1795 gedaan, door hunnen arbeid zodanige ontwerpen van oproeping cn verkiezing van Uwe Stedelijke Vertegenwoordigers ons aan te bieden, waar door wij zouden in ftaat gefteld worden, een Reglement van verkiezing te formeeren, waar van wij ons zeiven de goedkeuring der Burgerije durven belooven; een ganfehe reeks van aan ons ingeleverde Verhandelingen, Ontwerpen, Project-Reglementen, en daar onder zeer uitmuntende ftukken, hebben ons de aangenaamc overtuiging gegeven, dat ons Vaderland nog op Bataaffche talenten mag bogen. Wij hebben, Medeburgers! ten einde van dezen verdienftelijkcn arbeid het meeste nut te trekken, alle de bij ons ingekomen Verhandelingen, gefteld in handen van eene Commisfie uit Leden der onderfcheidene Cornmittés , benevens twee Leden uit ons midden, faamgefteld, ten einde daar uit te kiezen of te formceren, zodanig ontwerp, als zij het meeste, met de zuivere gronden van eene behoorlijke Repraefentatie, en te gelijk met de gefteldheid dezer Stad hec meest overeenkomftig, en voor de minfte zwarigheden vatbaar zouden oordeelen; deze Commisfie,Burgers! heeft zich, met eenen Vaderlandfchen ijver, dezen arbeidzaamen en moeijelijkcn taak getroost; zij. heeft in haare onafgebrooken Zittingen, niet alleen met eenen ingefpannen aandagt geleezen en overwogen, den reeks van ingeleverde Plannen, maar zelfs daar uit het esfentieele getrokken, alle de onderfcheidene en van den anderen vcrfchillende denkbeelden daarin voorkomende, opgetcekend, met den anderen Yergeleeken en gewikt; en eindelijk naar alles  C M7 ) alles, bij herhaaling overwogen en beoordeeld te hebben, uit alle de ingekomen ontwerpen geformeerd en aan onze Vergadering aangebooden een Concept-Reglement, het welke zij voor deze Stad het meest gefchikt oordeelde, en uit welk door voorzegde Commifie uitgebragt Concept dan ook door, naa eene rijpe overweeging en discusfie, door onze Vergadering, met eenige weinige geïntroduceerde verandering, met eenpaarige fternmen en finaallijk vastgefteld is, het hier naa volgende Regiement, om voor de Burgertje dezer Stad in tram gebragt te worden, ter verkiezing van de befiierers haarer belangens. Het'tijdftip, Burgers, is derhalven ophanden waar op Gijlieden, binnen de Muuren van deeze £>tad het recht van een vrije verkiezing van de waarneemers uwer zaaken zult uitoeffenen • t zijn, waarde Medeburgers! om door de wijze waar op gij van dit recht gebruik zult maken, aan uwe Landgenoten, ja aan geheel Europa te tooiien, dat Gijlieden voor de Vrijheid rijp en haare bezitting waardig zijt; toont derhalven, Medeburgers ! aan wien de daadelijke uitoefening van het ïtemrecht toekoomt, door de daadelijke uitoeftenmg yan het zelve dat gij omtrent dit belangriik JtuK niet onverfchillig zijt; en toont tevens door uwe keuze op waardige voorwerpen uit te brengen , dat Gijlieden deugd en talenten kent en waardeert; want gelijk onverfchilligheid in eene zaak van dit belang, een vernederend bewijs zoude zijn van gebrek aan verligting en ijver, zou aan den anderen kant eene benoeming, welke geen kenmerk droeg dat eerlijkheid en bekwaamheid uwe keuze bepaald hadden, een treurig blijk van zodanige maat van zedeloosheid opleveren welk volihekt onbeftaanbaar zoude zijn met den aara eener gelukkige en wel ingerichte Voikregecnng, welks duurzaamheid niet anders dan van een P 3 groo«  C 148 ) groote maate van algemeene zuiverheid van zeeden en -verligting van denkbeelden te hoopen is. 'Er blijft ons nu nog overig. Medeburgers! om bij deeze gelegenheid, Uwlieden onzen hartelijken dank te betuigen voor alle de blijken van vertrouwen en genegenheid , waar mede Gijlieden ons, geduurende den loop van ons Proviiioneel Beftier hebt vereert: dezelve zullen nimmer uit onze harten gewischt worden, en met de bewustheid van de zuiverheid onzer bedoelingen, en de belangeloosheid onzer inzichten, de eenigfte belooning en vergoeding uitmaaken voor den arbeid en zorge, welke ons beftier mogen vergezeld hebben. En Gijlieden, Medeburgers ! die door ons in de onderfcheidene Cornmittés geplaatst; met een voorbeeldigen ijver aan de gemeene belangen hebt gearbeid, omfangt ook inzonderheid onzen oprechte dankerkentenis voor uwe edelmoedige en belangelooze werkzaamheid, waar mede Gijlieden het welzijn uwer Medeburgeren in de onderfcheiden aan Uwlieden toegewezen vakken hebtbevordeir; vaart voort in uwen verdienftelijken arbeid tot dat gij door onze opvolgers van uwe posten zult zijn ontflagen, en laat de door Uwlieden zo zeer verdiende goedkeuring van eene dankbaarc Burgerij e, en het zelfsgevoel van uwe Burgerpligt betragt te hebben, Uwlieden de opofferingen vergoeden ten dienst des Vaderlands gedaan. En eindelijk Gijlieden Medeburgers ! die ons, op onze uitnodiging, Uwlieden niet hebt onttrokken, om ons, in eene zaake van eene allermoeilijkften aard, het daarftellen van een Reglement van Verkiezing, met de vrugt uwer overdenking voor te ligten, ontfangt inzonderheid van ons, uit naam van alle uwe Medeburgers! de hartelijkfte dankbetuiging , voor uwen verdienstelijken lerter-arbeid vaart voort met uwe talenten aan het Vaderland te wijden, en ontfangt het genoegen van te ondervinden dat ook het Vaderland op zijn beurt talenten woete te waardeeren en beJoonen:  REGLEM ENT TER. VERKIEZING VAN DE MUNICIPALITEIT DER STAD AMSTELDAM. EERSTE HOOFDSTUK. Van fot Stemrecht en de verelchten om Het ze/pt te kunnen uitoefenen. Articul L ieder Mannelijk Ingezeeten vijf en twintig of yaen/° J^ beft emg fP^ eigen zaaken bejoegdi of door het publiek gezag, of doorliet Huwelijk eerder tot het beftieren'zL^ ei'en zaaken bekwaam verklaard, en welke ten minlïe de drie laatst voorgaande jaaren, hier ter Steede, of in derzelver Jurisdictie gewoond, en g duurende dien tijd, in het middel op het Co? lij en Iheegeld betaald heeft, zal invoegi ak onder Hooldftuk II, III en IV vokt, zhnltem recht kunnen uitoeffènen. ë ' J em-! Art. II. Door de bepaling bii Art l gftn »;'*l ■ floocen die Pe4„i„, ^ ^ ^ Sep-  ( 15° ) September 1787 deeze Stad en Jurisdictie hebben verlaten, en nu terug gekeerd zijn, voor zoo verre zij eene onafgebrooken inwooning van ten minften drie jaaren te vooren, en betaaling in het voorfchreeven middel, des gèretjuireerd wordende, zouden kunnen doen blijken. Art. III. Al mede zijn niet uitgeflooten zodanige Mannelijke Ingezetenen, die den leeftijd van 18 of meer jaaren bereikt hebbende, in de Schutterije deezer Stad, of bij vervolg van tijd., in de door publicq gezag geconftitueerde Burgerlijke Militie zijn geënrolleerd en dienstdoende. Art. IV. Insgelijks zijn Stemgerechtigd, zodanige meerderjaarigen , bij hunne Ouders inwoonende, mitsgaders die gehuuwdcn (fchoon nog geen drie jaaren een afzonderlijk Huishouden gehad hebbende) wier Ouderen, geduurende denzelven tijd hier ter Plaatfe gewoond , en in hec bovengemelde middel, als boven zullen betaald hebben, en welke dan ook zullen gerechtigd blijven, mits bij vervolg van tijd, het voorzegde middel betalende. Art. V. Vier oorzaaken zijn 'er die iemand tot de uitoeffening van zijn Stemrecht onbevoegd maken. v U  C 3 1. „ Onnoozelheid en krankzinnigheid ïettï„ lijk beweezen. 0 • ■ - • ■ a .2. , _ ,, Wanneer iemand door een Rechterlijk „ decreet onder het toeverzicht, of zo4„ noemde Curateele van anderen gefteld jg 3- „ Bankbreuk tot zo lange de Schuldenaar " ' ]n-gerehablllJeerd f zijne Schuldëis„ lGööïs zijn te vreeden gefteld. 4- Crimineele detentie, zo lang dezelve „ duurt, oi zoodanig Crimineel Vonnis hec „ wek infanaie mflmc. TWEEDE HOOFDSTUK. Van het Committé van Of roeping en des-zelfs Werkzaamheeden. Art. 1. Ter bevordering van eene geregelde toedraot der zaake; zal door de Municipaliteit in den tijd regens den tijd. der Verkiezing van eene nieuwe Municipaliteit, eene Commisfie van vijf Perfoonen uit de Burgerij, mec toevoeging van Q 2 twee  twee Secretarisfen aangefteld, en bij Publicatie daar van de Burgerij kennis gegeeven worden. Art. H. De daar toe benoemde Perfoonen zullen bij hunne aanftelling, in handen van den Prelidenc der Municipaliteit als Reprefenreerende de Burgerij, afleggen de volgende verklaaring: ,, Dat zij in alles wat de aanftaande benoe„ ming van voorftellers aangaat, met de daar „ op volgende verkiezing der Municipaliteit dee,r zer Stad, en het geen daarbij vereischt word, „ ter goeder trouw,'en met de meeste naauw„ keurigheid handelen: voor zoo veel nodig is, „ de fterkfte geheimhouding bewaaren en naar „ hun beste vermogen zullen tragten voorte,, komen al wat eenigzins aanleiding tot om,,' kooping, misleiding of verkeerde en fchade„ lijke inboezemingen zoude kunnen geeven. Art. in. Hetzelve Committé zal zitting hebben in een der Kamers van het Huis der Gemeente deezer Stad, en aldaar zoo dikwils vergaderen tot. het oogmerk van deszelfs aanftelling bereikt zal zijn. Art. IV. Voor dat dit Committé deszelfs werkzaamheid begint, zal de Municipaliteit, elk Burger, die zich volgens den inhoud van het Eerfte Hoofdftuk tot het Stemrecht bevoegd acht, op zijne verplichting, en de trouw aan het Vaderland, ver-  ( i53 ) verfchuldigt, bij Publicatie ten ernftigfte aanmaanen, om uiterlijk binnen den tijd van drie dagen na de nadere afkondiging daar van in de Wijk waarin hij woond, zijn naam en woonplaats fchrifs telijk optegeeven, en dat ten huize van zoodaamg Officier in de Wijk , als in de Publicatie zal zijn uitgedrukt, in eene aldaar geplaatfte beiloten Busch (waar van de Sleutels onder het voorzegde Committé zullen blijven berusten) te werpen; met nadere bijvoeging, dat de zcodanige als bevonden zullen worden onbevoegd tot het Stemrecht te zijn , en zich dus valfcheEjk te hebben open aangegeeven, in eene boete van vijftig Guldens, ten behoeven der Stads Kas zullen verweezen worden , onvermindert nochtans zoodaanige aétie als de Procureur der Gemeente tegens denzelven zal vermeenen te moeten inftitueeren. Art. V. Deeze Publicatie zal in ieder Wijk, zoo binnen als buiten deeze Stad, bij trommelflag nader bekend gemaakt en aldaar aangeplakt worden. Art. VI. 'De bij de voorfchreeven Publicatie, genoemde Officier in iedere Wijk , zal de alzoo ten zijnen huize geplaatste Busch, met de daarin ontvangen briefjens doen bezorgen ter Vergaderplaats van het bovengemelde Committé van oproeping. O 3 Art. /  C 154 ) Art. VII. Het Committé zal alsdan van dc ingekoomen naamen en woonplaatzen der Perfoonen van ieder der binnen en buiten Wijken deezer Stad, afzonderlijk aantekening houden , tn aan elk derzelver Perfoonen een onderfcheiden nommer toevoegen. Art. VIII. Ten einde zo veel mogelijk voor te komen ,. dat geene onbevoegden zich als Stemgerechtigden op en aangeeven , zal het gemelde Committé van de uit ieder Wijk ingekomen briefjcns eene Naamlijst der zich alzo opgcgeevene Perfoonen formeerén, en een Copij van dezelve Lijsten Hellen in handen van de Officiers der bijzondere Wijken of aan andere Perfoonen naar verkiezing : ten einde daar door geïnformeerd te worden of zich onbevoegde Perfoonen hebben op of aangegeeven. Art. IX. Vervolgens zal het Committé ten kosten der Stad door de Tambours der Schutterij of zoodaanige Perfoonen als het daartoe het meest gefchikt oordeelt, in de binnen en buiten Wijken deezer Stad, aan dezulken welke zich als Stemgerechtigde Burgers hebben op en aangegeeven, het volgend Billet doen rondbrengen. VRIJ-  C 155 3 VETHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP/ WYK N°.' Uit naam van het Committé van oproeping word gij Burger U als ftemgerechtigde hebbende aan gegeeven, verzogt en voor zoo veel des noods ernitig vermaand, op den hier onder befchreven voet, in te vullen de naamen en woonplaatfen, van twee perfoonen in of buiten uwe Wijk woonagtig, welke gij als voorftellers benoemd, tot hec maaken eener Nominatie, van een dubbel getal perfoonen, ten einde gij daar uit uwe aanftaande Municipaliteit zult kunnen verkiezen. Amfteldam Het eerfe Jaar der Bataaffche Vrijheid. Uit naam van voornoemde Committé. N. N. Secretaris. Ik ondergeteekende bij deezen vrijwillig uitoeffenende mijn Recht, om met mijne Medeburgers daar te ftellen, een Stedelijk beftier bij Reprcefentatie, het welk ik alleen overeenkomftig achte, met de beginfelen van Vrijheid en Gelijkheid, de wezenlijke en onver vreemd baare Rechten van den Mensch en Burger; verklaare daartoe , tot Voorftellers te benoemen de Burgers N. N... woonende N. N.. woonende Q 4 NB,  e is* ) NB. Dit Billet zal over % dagen wederom aftehaalt worden. Art. X. Deeze billetten wederom door of van wegens hec voorzegde Committé afgehaald, in deszelfs Vergadering gebragt, en door het zelve, daaruit opgemaakt zijnde, welke perfoonen tot voorftellers benoemd zijn, zullen 60 derzelven , welke de meefte ftemmen voor zich hebben , van de op hun uitgebragte benoeming Ichnftehjk verwittigd enten fpoedigften tegenszekeren bepaalden tijd,in de Kamer van de Municipaliteit deezer Stad gerequireerd worden om te handelen, zo als onder het derde Hoofdftuk zal worden bepaald. Art. XI. Zoo dra de Nominatie van 120 perfoonen, uit welke de Leden der Municipaliteit, door de Burgerij verkooren zullen worden. Door meergemelde Voorftellers (zoodanig in getal vermindert, als m het na te meldene derde Hoofdftuk haat uitgedrukt,) aan het Committé zal zijn terHand gefteld, zal het zelve Committé die Nominatie doen drukken en ter ftemming en verkiezing der Municipaliteit, aan elk Burger die van zijn ftemrecht, tot de keuze van Voorftellers heeft gebruik gemaakt, rond zenden met het volgend billet. VRIJ-  C 1-57 ) , VRYHEID, GELIJKHEID, B R OED EDERS CH AP ! WIJK. N°. Het Committé van Oproeping maakt U Burger N. N. bekend. Hier volgt Extra& uit het verhaal der verkorren voorftellers met de Lijst der 120 perfoonen tot n> verkiezene 60 Municipaliteits Leden in eene Alphabetifche erdre geplaatst als A. .. .... woonende B dito &c. En onder deeze Lij'st Amfteldam p Bet eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid. üit naam der voorftellers N. N. Secretaris. Ten einde gij uit bovenftaande Nominatie 60 per!bonen welke gij tot uwe Municipaliteit verpest, zult benoemen ;teh blijk waarvan gij voor ^ 'de  C 15» ) de naamen van zoodanige perfoonen, eenftreep- je gelieft te haaien, wanneer de 60 bij meerderheid van de ftemmen verkooren Burgers, aan U nader zullen bekend gemaakt worden. Zullende de overige 60 die in ordre van ftemming op de alzoo verkoorene zullen volgen , als plaats vervuilers (of fuppleants) worden aangemerkt, om bij tusfchentijdfche vacature , de "opengevallen plaatfcn te vervullen. Het Committé verzoekt wijders, de door U gedaane keuze, op dit Billet met Uwe Naamtekening hier onder te bekragtigen, dewijl bij het opneemen der ftemmen , geene onderteekende ftemlijften in aanmerking zullen komen. Amfteldam Uit naam van 't Committé. N. N. Secretaris'. NB. Dit ftembillet zal overmorgen weder worden afgehaald. Art. XII. De voorzegde ftemlijften bij het Committé, vervolgens weder ingekomen zijnde , zal het .festigtx 't welk bij meerderheid van ftemmen verkooren is , op eene afzonderlijke Lijst geplaatst, en door het Committé van Oproeping, ,aan de Commisfie der Voorftellers, terhand gefteld, en door deeze Commisfie bij de Municipaliteit indertijd gebragt worden. — Art.  C 159 ) Art. XÏÏI. Wanneer, om het getal van 6b, (uit de 130 genomineerde) te vervullen, eenige derverkooftn Perfoonen gelijke ftemmen hadden , zal de Commisfie der Voorftellers, door het Lot beflisfen wie hunner verkooren is. Art. XIV. Indien het benodigt getal van 6b Leden-tot' de Municipaliteit vervuld is, zullen-de overige welke op de alzoo verkoozene Perfoonen, en order van ftemmen volgen 'zullen, bij tusfchentijdfche vacatures, als derzelver plaats vervuilers worden aangemerkt en als zoodanig invallen: ten welken einde, eene Copie van gemelde Lijst aan ie Municipaliteit zal worden ter hand gefteld. Art. XV. _ Voorts zullen de als boven ingekomen Stemlijsten en ingebragte naamen der zich opgegeevcn hebbende Stemgerechtigden, door hetzelve Committé verbrand worden. DER-  < iob ) DERDE HOOFDSTUK. V%n de Voor fellers derzelver getal, vereischten en werkzaamheden. Art. I. De verkiezing van Volksvertegenwoordigers tot het beftuur deezer Stad, zal gefchieden door Voorftellers. Art. IL Elk Stemgerechtigd Burger zal twee Perfoonen in , of buiten zijne Wijk woonagtig , daartoe fchriftelijk opgeeven, die ag, of meerder jaaren moeten bereikt hebben. Art. III. De vereischten die iemand tot het Stemrecht bevoegd maaken, zullen ten hunnen aanzien ook plaats hebben. Art. IV. Voor de benoeming van voorfteller, zal niemand om welke reden ook, kunnen bedanken, ten zij ingeval van ziekte, door eene attestatie van twee Artfen behoorlijk beweezen. Art.  e i& > Art. V. j Die festig der benoemde perfoonen, welke de meeste ftemmen hebben , zullen door het Committé van Oproeping in de Kamer der Municipaliteic tegens zeekere kort bepaalden tijd, worden gerequireerd, en indien om het getal van festig, uit de geftemde voltallig te maken, eenige hunner, gelijke ftemmen hadden, zal door het Committé in dit geval, bij loting beflist worden, wie tot Voorfteller verkooren is. Art. VI. Aldaar gekomen zijnde, zullen dezelve (of indien een of eenige van hun om bovengemelde reden afwezig waaren) zoo veelen als 'er tegenwoordig zijn, ten overftaan van het Committé van Oproeping, door loting beflisfen, welke twintig van hun alzoo tot dadelijke Voorftellers zullen benoemd zijn. Art. VU. Deeze twintig dadelijke Voorftellers, zullen op de Nominatie der te verkiezene Municipaliteit of Vertegenwoordigers der Burgerij niet mogen gebragt worden, en dus voor ditmaal niet verkiesbaar zijn, tot Leeden van dezelve. Art. VIII. En zullen deeze 20, voor en aleer zij zitting neemen in handen van den Prefident van het Com-  C iSz > Committé van Oproeping aan de Burgerij afleggen de volgende belofte : Dat zij lieden van wegens de Burgerij dezer Stad, gequahfceerd zijnde , tot het voorjïellen van een getal van 120 perfoonen; ten einde daaruit 60 Lede'-i tot de Municipaliteit te doen verkiezen, Z'ch van deezen aan hun door de Burgerij opgedragen last zullen kwijten, als Lieden van Eer en De gd betaamt, en mitsdien ieder voor zich zijne keuze bij deeze voortelling zal bepaalen, tot zoodanige Perfoonen, als hij naaizij n beste weeten , uit hoofde van hun Verfland. Deugd en beproefde Vaderlandsliefde, het meest gefchikt zal oordeelen ter behartiging der helangens van de Burgerij deezer Stad. Art. IX. Hierna zullen zij in de Kamer der Municipaliteit naar rang van Jaaren plaats neemen, en niet eerder dezelve verlaaten, voor dat zij, uit een vooraf door hun geformeerd gros, of op zoodanige andere wijze als zij zelve zullen goedvinden , eene .Nominatie, vrfn 120 Perfoonen , tot verkiesbaare Leden der Municipaliteit bij meerderheid van Hemmen zullen hebben uicgebragt, (waar van zij behoorlijk verbaal moeten houden,) en gezegde Perfoonen, met derzelver naamen en woonplaatfen, op een lijst in éene Alphabetilehe orde geplaatst, aan het Committé van oproeping zullen hebben in handen gefteld. b Art. X. Voorts zal de Prefident der Voorftellers bij 4e Inftallatie van de nieuw verkozen Leden der Mu-  C 16-3 ) Municipaliteit handelen, zo als hier na in het Vierde Hoofdftuk zal worden bepaald. VIERDE HOOFDSTUK.. Van de te verkiezene heden der Municipaliteit, htm getal en hunne vereischten. Art. ï. De Leden van de Municipaliteit deezer Stad zullen zijn zestig in getal, en de werkzaamheden der onderfcheiden Committées, met uitzondering van dat van Juftitie of Rechtoeffening, onder zich bij afwisfeling verdeelen. Art. II. De Burgers, welke daartoe zullen kunnen en mogen voorgefteld en verkooren worden, zullen in 't gemeen moeten hebben alle de vereischte en qualiteit, zodanig als die Hoofdftuk I. Art. I — IV. bepaald zijn, moetende voornamenlijk bekend zijn voor deugdzaam, kundig, van beproefden trouw en Vaderlandsliefde. Art. IÏÏ. Geene Geeftelijke Perfoonen , van welke Godsdienftige gezindheid het zijn mooge, noch ook zodanige Perfoonen, als van Land of Stads weege gefalarieerd worden , mitsgaders geenerlei Perfoonen die in Particulieren Eed van Buitenlandfche Mogenheden, Staaten of Regeeringen zijn, zullen tot Leden van de Municipaliteit verkiesbaar zijn, ten zij dezelve alvoorens van dien dienst hebben gerenuntieerd, en daar van zijn ontflagen. Art.  C 164 ) • Art. IV. Niemand die eenigen post bij de gewapende Magt of Schutterij bekleed, zal te gelijk Lid van de Municipaliteit, mogen zijn , en indien hij daartoe verkooren wierd, van de waarneeming dier post zich zo lange moeten onttrekken. Art. V. j Geen Vader en Zoon, Grootvaderen Kleinzoon, noch ook twee heele of halve Broeders zullen te gelijk in de Municipaliteit zitting hebben , zullende, indien zulks bij de te doene verkiezing plaats had, door het lot belust worden, wie hunner zal verkozen blijven. Art. VI. Voorts zullen geene Perfoonen tot Leden der Municipaliteit blijven verkoozen, die aan eikander beftaan in zodanige graden van Bloedverwandfchap of Namaagfchap, dat daar door in de Municipaliteit meerder zouden zijn, dan twee Zwagers, of meerder dm één Schoonvader en één Schoonzoon, of meerder dan één Oom en één Neef; doch deeze uitzondering zal geen effect hebben, ten aanzien van Perzoonen die in de Municipaliteit zijnde, door Huwlijk in de voorfchreeven relatien tot elkander komen, en welke relatien niet verftaan worden op te houden door den dood van de geene door welke zij veroorzaakt zijn, voor en aleer de overblijvende zich wederom ten Huwelijk zal begeeven hebben. Art.  Art. VII. Daar de verkiezing des Volks, op hunne Medeburgeren wettiglijk uicgebragt, natuurlijk een doorflaande en uitfteekende blijk van Vertrouwen derzelver Burgerij, in zodanige hunner Medeburgeren inlluit, en men gevolgelijk niet durft vooronderftellen dat een ieder van zijne zijde daar aan niet zoude willen beantwoorden, door zich tegen 's Volks begeerte aan deezen eerepost te onttrekken , dan alleen ter zaake van Lichaamehjke beletzelen of zoodanige andere aller gewigtigfte redenen , welke de aanneemt cn vervulling van dien Post, voor hem volftrekt onmogelijk mogten maaken, zonder zich zeiven en zijn huisgezin, aan totale ruine bloot te ftellen, zo zal de beoordeeling hier van aan ieders eerlijkheid en oonfcientie mitsgaders op zijne verpl%ting aan het Vaderland over gelaaten worden, als reekenende de Burgerij, het beneeden haare waardigheid om de waarneeming van haare belangen, aan kwaadwilligen , tegen wil en dank, en met overeenkomffig, met haare rechtvaardigheid, aan iemand, tot zijn eigen bederf* op te dringen. Art. VIIÏ. De door het Volk verkoozen Leden tót dé Municipaliteit, zullen tot zo lang het Bataaffche Volk en dus ook het Volk van deeze Stad, welke daar van zulk een aanzienelijk gedeelte uitmaakt, zijne eigene vertegenwoordigers zal hebben verkooren, tot de formeering eener Nationaale Conventie in welke de uitoeffenig der Sou- bylage. R &  veraniteit des Volks berusten zal; het recht hebben , om van wegens deeze Stad uit haar midden,' of uit het midden der Burgerij, zulke bekwaame perfoonen te deputeeren , na de Vergadering der Reprefentanten van het Volk van Holland , als zij zullen oordeelen 't best gefchikt te weezen, om de belangens van Land en Stad waar.teneemen , midsgaders dezelve des noodig vindende te rapelleeren. Art. ïk, De Maire beneevens de Procureur der Gemeente , in de Cornmittés thans in functie zijnde binnen deeze Stad, zullen in hun functie continueeren , tot dat de nieuw verkoozen Municipaliteit, een Maire en Procureur der Gemeente , beneevens leden in het Committé van Juftitie of Rechtsoeffening zal hebben benoemd. — De onderfcheide funcYien der overige Cornmittés onder hun verdeeld, en alsdan de tot hier toe in de Cornmittés gefungeerd hebbende Burgers, voor. hunne getrouwe dienften zal hebben bedankt ,. zullende de Municipaliteit hier mede ten fpoedigften een aanvang moeten maaken. Art. X. De-Municipaliteit in der tijd, als de geheel e Burgerij Reprefenteerende zal bevoegd zijn, om te befchikken over alle. .Stedelijke ampten en bedieningen, welke reeds vaceeren of verder mogten komen te vaceeren, de onnodige en voor de Stad bezwaarende ampten en officien affchaffen of verminderen, is 't nood andere .nodige con-  C 167 ) ftitueeren; aan de aan te ftellene perfoonen behoorlijke acte of Commisfie verkenen; midsgaders ten voormelden einde alle zodanige inrichtingen en fchikkingen maaken , als ten meeften nutte deezer Stad , bij. dezelve zal bevonden worden te behooren. Art. XI. Van de alzo gekoozen Municipaliteit zullen Jaarlijks en wel op den 1 o^en van Louwmaand 30 Leden afgaan en in derzetv'ër plaatfen weder anderen verkooren worden, zullende deeze aftreding in den Jaare 1796. bij loting gefchieden, wanneer vervolgens de larigfte aangeblevenen zullen aftreden , en de afgetredenen niet voor na den tijd van twee Jaaren weder verkiesbaar zijn. Art. XII. De Municipaliteit zal de verkoozen nieuwé Leden aan de Burgerij bij Publicatie bekend maaken, en tegelijk den dag bepaalen waarop dezelven zullen worden geïnftalleerd. Art. XIII. Deeze inllallatie zal gefchieden op het Plein derRevolutie,voor het Huis der Gemeente deezer Stad, door den Prajfident der voorftellers, als de Burgerij in zoo verre vertegenwoordigende, en in wiens handen door elk der nieuw verkoozencn openlijk ten aanhoor en der vergaderde Burgerij zal worden afgelegt de volgende belofte: R 1 1 Ik.  C 16-8 i Ik foloove m de tegenwoordigheid van"een Alweetend God, aan vun ik eenmaal, niet 'CL vanmtJne daade- ,maar zelfs van derze/vX doelingen rekeufch ^ ^ J J/ ~ £ A mJ "Plagen Post mij a% een mai Jan Eer van mijnen pligt zal kJmjten, ,„ m *g voorftaan van de belangen dei Burgeri m i trachten waardrg te maaken, het vertr%Jen Z *»J< keuze m mtJ gefi^ Art. XIV. Waarna de Prajfident der Voorftellers nt naam des Volks, de aftredende Mun clp fitë Vnl^Jf'^ d£ "ieuw ^«gekomenen aan he Volk hebbende voorgefteld ,B geleiden ^ he Hui der Gemeente in de Kamer der Municiral*m, om aldaar hunne fundtien te aanvaardem Gearresteerd den 3 en gepubliceert den u April i79s. Ter ordonnantie van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam. G. BRENDER h BRANDIS, Secretaris. IE AMSTERDAM, bij HENDRIK GARTMAN, I 795, Het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid,  B IJ L A G E Behoor ende tot de Zittingen van den nden en x^den April1795. VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP! De Provifioneele Reprefentanten van 't Volfc van Amfterdam verzoeken, en vermaanen bij dezen ten ernftigften, allen en een iegelijk hunneic Medeburgeren, die, ingevolge den Inhoud vaa het eerfte Hoofdftuk van het Reglement, ter verkiezing van de Municipaliteit dezer Stad, gearrefteerd den 3den en gepubliceerd den nd(n April dezes Jaars 1795, bevoegd zijn tot het -uitoefTenen van hun Stemrecht ; omme binnen den tijd van drie dagen, na dat- deze Publicatie, in ieder' der onderfcheidene Wijken, nader bij Trommelflag zal zijn bekend gemaakt en aangeplakt', hun vóór-, en toenaam, volkomen uitgedrukt, benevens hunne Woonplaats, fchriftelijk op te geeven, cn dezelve fchriftelijke opgave te werpen in een bcflooten Busch, welke, ten dien einde, zal gefteld worden ten huize van Perfoonen , refpective» lijk in hunne Wijken woonachtig. Wordende bij dezen allen en een iegelijk ftemgerechtigd Ingezectcn , op zijne verpligting. en trouwe aan het Vaderland verfchuldigd, ten allerernftigftenaangemaand, omme aan den inhoud dezes te voldoen, en alzo met zijne Medeburgereri, tot het daadelijk uitoeffenen van het aan hem competeerend Stemrecht, te concurreeren; als zijnde bijlage. S de  C 170 3 dc uitoeffening van het recht van ftemming zijner Vertegenwoordigers, niet alleen een der grootrte voorrechten, van eene vrije Burger-Maatfchappij; maar ook tevens een der voornaamfte Burgerphgten waar aan zich niemand kan onttrekken, zonder zich aan eene onbetaamelijke onverfchilligheid, omtrent de gemeene belangens, fchuldig te maaken. Waarfchouwende en verbiedende, daar tegen, de voorzegde Provifioneele Reprefentanten, alle zodanige Ingezetenen, als, volgens den inhoud van het gemelde Reglement, tot het uitoeftenen van het Stemrecht niet zijn bevoegd, omme zich niet als Stemgerechtigden op en aan te geeven, op verbeurte, in cas van contrarie handeling, van eene boete van vijftig Guldens, onvermindert zodanige actie als de Procureur der Gemeente, tegens de zich valfchelijk als ftemgerechtigde opgegeeven hebbende, zal vermeenen te moeten inftftuéeren. Gearrefteerd den nden en gepubliceerd den i4den April 1795. Het Eerftt Jaar der Bataaffche Vrijheid. Ter Ordonnantie van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam. C. BRENDER 3, BRAND1S, Secretaris, NOTIFICATIE. De Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam notificeeren bij deezen, dat, tot voorkooming van verwarring, en om aan de Burgers en Ingezetenen deezer Stad allemoogelijk gemak toe te brengen; zeekere orde van Oproeping van  C 171 ) van de Wijken, waar in de Stad verdeeld is, door de daartoe aangeftelde Commisfarisfen zal worden gehouden, en dat tot meerder gemak der Inzameling van het ongemunt Goud en Zilver, overeenkomftig het Decreet van de Provifioneeie Reprefentanten van het Volk van Holland, bij Publicatie van 26 Maart 1795. geëmaneert, tot den ontfangst van hetzelve Goud en Zilver door gemelde Commisfarisfen geadfifteert, met beëdigde Goud en Zilverfmeeden zal worden gevaceert op onderfcheidene plaatfen binnen deeze Stad, hier onder gefpecificcert, des Maandags, Dingsdags, Woensdags, Donderdags, en Vrijdags, van 9 tot 12 uuren; waar meede een aanvang zal worden gemaakt op Maandag den 20 April 1795, e" gecontinucert in elke Wijk, tot dat de Oproepingen in dezelve zullen zijn afgcloopcn, als In de Oudekerk de Wijken N. 1, 2, 3, 4 en c ln het Oudemannenhuis de Wijken N 6 7 8 cn 9, ' *' In het West-Indiesch Buitenhuis de Wijken N. 10 en ii, met een gedeelte van de Wijk 15, naamclylv de gehcele Plantagie, Kadijk aan de'geheeie zijde van de Laagte tot aan den Schans bij de J'akliuifen en wederom tot aan deSchutfluis. Voorts het gedeelte van dezelve Wijk, geleegen tusfchen de Houtkoopers Burgwal, Uilenburgs Burgwal Rapenburgs Burgwal en Montalbaans Burgwal. In de Zuiderkerk, de Wijken N 12 en 13. In het oude Vrouwen of Besjeshuis, de Wijk N. 14, het reftant van de WijkN. rc, en de Buitenwijk N. 5. In de Oostcrkerk, de Wijk N. i5. In de Lutherfchc Nieuwe Kerk, de Wijken N. 17, 18, 19, 20 en 21. In de Nieuwe Kerk, de Wijken N. 22, 25, 24. 25 en 20. 0' ~ Sa In  < X7* ) In het West-Indisch Huis op de Garnaalenjnarkt, de Wijken N. 26, 27, 28 en 29. In het Nieuwezijds Heeren Logement op de Haarlemmerdijk, de Wijken N. 31, 32 en 52. Voorts een gedeelte van Wijk 51, te weeten: De Noordzijde van de Goudsbloemsgragt of Franfche Pad, de Baangragt tusfchen dezelve en de Palmgragt, de Schans daarteegen over; de Zuidzijde van de Palmgragt en Brouwersgragt, tusfchen de Palmgragt en Goudsbloemgragt, of Franfche Pad, en al wat daar binnen bcgreepen is. In het Aalmoesfeniers Weeshuis , de Wijken N. 33> 34» 35» 55. en de Buitenwijk: N. 2. In het Collegianten Weeshuis de Oranje Appel, de Wijken N. 36, 37, 38, 39 en de.Buitenwijk N. 3. In de Westerkerk, de Wijken N. 40. 41, 42, 43 en 44. . In het Nieuwezijds Huisziueuhuis, de Wijken N. 45, 46, 47 en 48. In ue Noorderkcrk, de Wijken N. 49, 50 en 51. .met uitzondering van een gedeelte hier vooren' in het Nieuwezijds Heeren Logement geplaatst. In de Lilandskcrk , de Wijken N. 53, 54 cn de Buitenwijk N. 4. In het Waale Weeshuis, de Wijken N. 56, 57 cn 58 , met uitzondering van een gedeelte van dezelve hier na in de Amitclkerk geplaatst. In de Amftelkerk, de Wijken No. 59 cn Co; mitsgaders een gedeelte van de Wijk No, 58. te weeten: de zuidzijde van de Princegragt, tusfchen de Vijfelgragt en Reguliersgragt, de westzijde van de Reguliersgragt , tusfchen de Princegragt en Baangragt, voorts de Baangragt, tusfchen de Reguliersgragt en Vijfelgragt, de Schans daar tegen o' r, en de oostzijde van de Vijfelgragt, en alwat daar binnen beflooten is; en de Buitenwijk No. 1. En  ( i?3 ) En worden de Burgers en Ingezeetenen ver- zogt, zig bij tijds in itaat te ftellen, tot bet opbrengen van hun ongemunt Goud en Zilver, ter voldoening aan de Publicatie van gemelde Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland; ten einde een ijder op het ontfangen van het oproepings Billiet zijn ongcnv.. . t Goud en Zilver in zijne Wijk, en binnen den tijd bij het gemelde oproeping Billiet bepaald zal Kunnen opbrengen. Verders zullen aan de Ingezetenen bij de op* roepingsbilletten , worden overhandigd gedrukte Formulieren, ten einde daarop intevullen en te fpccificceren, het ongemunt Goud en Zilver, hetwelk zij zullen moeten opbrengen, als mede-het ongemunt Goud en Zilver, het welk zij tot hun gebruik zullen verkiefen te houden ; welke fpecificatie door den Eigenaar, ingevolgen het 3de Art. van gemelde Publicatie zal moeten worden onderteekend, zullende hij verder aan ieder ftuk een briefje hechten , waarop de benoeming van dit ftuk conform met de gemaakte fpecificatie zal herhaalt worden. En zullen de Eigenaars van het ongemunt Goud en Zilver verpligt zijn, de aldus ingevulde Lijsten of Specificatiën cn het ongemunt Goud en Zilver, het welk zij zullen fourneeren, in een van de refpective Departementen te bezorgen , om hetzeialdaar door een beëedigt Goud en Zilverfmit ten «verftaan van ten minften een Commisfaris te laaten weegen en tauxeeren, zullende tefti-ns in alle de refpeclive Departementen, het Goud en Zilverwerk, hetwelk de Eigenaar volgens het 5de Art. van meergemelde Publicatie tegen de vergoeding der waarde, tot zijn gebruik zal verkiezen te houden , tcffens met het Jaarmerk of de Letter voor dit Jaar 1705. bij de Zilverfmeeden in gef* S s bruik-  C 174 ) bruik door zoodaanig een beëedigt Goud of Zilt verfmit, moeten beftempelt worden. De Burgers en Ingezetenen zullen voor hun getourneert ongemunt Goud en Zilver van de voorf. commisfarisfen in de Departementen, alwaar zit huil Goud en Zilver fourneeren , Provifioneele Quitantien, en van de quantiteit en waarde zoo van het Goud en Zilver, het geen zij daadlijk opbrengen, ais van het geen zij voor zig tot hun geb.uik. behouden, Declaratoiren door een beëedigt Zilverfmit behoorlijk geteekend ontfangen. Verders zullen de Burgers en Ingezeetenen verpligt zijn, zig met de gemelde Provifioneele Quitantien ^ en Declaratoiren met en beneevens het geld, t welk zij zullen moeten fourneeren in plaats van het Goud en Silverwerk, 't welk zij verkoofen hebben te behouden, binnen 8 daagen te addresfeeren ten Comptoire van den Ontfan»-cr der gemeene Lands middelen binnen deeze Stad De meergemelde Provifioneele Quitantien door de respective Commisfarisfen, voor het gefourneerde ongemunt Goud cn Zilver uitgegeeven, zullen ten voorsz. Comptoire, vervolgens door den OntJanger worden ingetrokken; en daarvoor door gemelde Ontfanger uijtgegeeven worden Quitantien, die ais Contant geld in de toekoomende buiten^ewoonc geldligting zullen worden aangenoomen zullende de bezitters van gemelde Provifioneele Quitantien, zig binnen den tijd van 8 daagen met dezelve ten voorsz. Comptoire moeten vervoegen , en bij faute van dien verftoken zijn van het voorregt om zoodaanige Quitantien van den Ontrangcr te kunnen bckootaen, die in de voorsz gcldhgting als Comptant geld zullen valideeren. Tot het verwisfelen van alle gemelde Quitantien en het ontfangen van de Declaratoiren, als  ( 175 ) als meede het invoegen voorsz. te fourneeren geld, zal daaglijks uitgenoomen Saturdags en Zondags van 9 tot 12 uuren ten voorzeide Comptoire gevaceert worden. De Zilverfineeden Kashouders en anderen, waarvan in het 7de Artikel van meergemelde Publicatie gefprooken is, zullen ter voldoening aan het volgende ' agtfte Artikel, hun ongemunt Goud en Zilver kunnen laaten beftempelen, op de Gildekaamcr van het Goud en Zilverfmits Gild. En zullen die geenen, welke voor het beloop van hun ongemunt Goud en Ziver, het geen zij verkiefen te behouden, comptante Penningen fourneeren , insgelijks binnen den tijd van 8 daagen, met zoodaanigc comptante gelden, en de daarbij behoorende Declaratoiren gehouden zijn, zig te vervoegen ten Comptoire voorsz. , ten einde daarvoor meede de noodige Quitantien van den Ontianger te erlangen ; zullende zij bij gebreke van dien , en wanneer bij het collationeeren en opneemen der Lijsten bevonden mogten worden, dat zij hec aldus verfchuldigdc comptante geld no<* niet hadden opgebragt, vervallen in de poenalitei" ten bij Artikel 13, van de meergemelde Publicatie geftatueert. Eindelijk worden alle Burgers en Ingezeetenen, die Vrijheid en Vaderland liefhebben, en voor het behoud derzelve eenige opofferingen willen doen, alhoewel de waarde van het Goud en Zilver, hec welk tot hun Cieraad , Kleeding, en perfoonlijke dragt behoord, minder bedraagt als drie Hondcrc Guldens, uijtgenoodigt, om het geen zij daarvan willen misfen, in eene der respective Departementen ten behoeven van den Lande optebrengen; en overeenkomftig het laatste Artikel , van meergemelde Publicatie, op ket fterkst uijtgenoodigt, era be-  t 175 ) behatven hun ongemunt Gouden Zilver, ook zoo veele Comptanten Penningen aan den Lande voortetefchieten als hun ecnigfintsmooglijksis; gelijk meede alle zodaanige, die zig aan de weelde van het aanfchaffen van ongemunt Goud en Zilver niet hebben övergegeeven en dus uit hoofde van deze Publicatie niets aan den Lande zouden behoeven op te brengen. Op het allerernftigst worden nitgenoodigt en verzogt den Lande met zodaanige Comtante Penningen te adfifteeren, als zij met hunne omftandigheeden eenigzints beftaanbaar en met huune drift om het.Vaderland te helpen redden, overeenkomftig zullen oordcelen. Zullende ook dit voorfz. Goud en Zilver, en die Penningen bij gem.groote geldheffing in rekening worden gebragt, cn ten dien einde behoorlijke Quitantien daar voor door de Ontfangers worden ter hand gefteld. Gearreftcerd den i jöen en gepubliceerd den i4den April 1795. Ter Ordonn. van voorn. Reprefentanten. R. W. TADAMA. "Secretaris. Te au sterdam, bi) HENDRIK G ART MAN, 1795. Het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid.  ( '77 ) B IJ L A G E Behoarende tot de Zitting van Donderdag Naamiddag 9 April 1795. 3.n deze Zitting kwam nog het naavolgend Rapport in: Rapport van 't Committé van Finantiën op een Concept Negotiatie van de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland. MEDEBURGERS ! Het Committé van Finantie om te voldoen aan Üwlieder verzoek, om te dienen van berigt wegens eene Concept-Publicatie der provifiuneele Reprefentanten van 't Volk van Holland, wegens de heffing van Penningen bij forme van taxatie en quotifatie, kan niet naalaten de hoofdzwaarigheden, die bij de leclure van dat ftuk aan hun zijn voorgekomen, zo beknopc mooglijk aan Ulieden voortedraagen; zonder te treeden in alle de details van ieder Articul in 't bijzonder, en zullen zij zich alleen bepaalen tot de volgende pointen, te weeten: 1. Het onevenredige dezer belasting» bijlage. T a. Hec  C 17* ) 2. Het doen betaalen van dezulken , die uit hoofde van eenig beroep, weetenfehap of kunst, een jaarlijksch inkoomen hebben. 3. Dc wijze van invordering. 4. Het fourneeren van een gedeelte in Obligatiën. 5. Het doen draagen in deze belasting, door zodanige buitenlanders, als binnen Holland eenige bezittingen hebben. 6. De Recepisfen die een ieder voor de door hem gefourneerde penningen zoude ontvangen. I. Ten opzichte van 't eerfte point 't onevenredige dezer belastingen, zullen wij de vrijheid neemen ons kortheidshalven te gedraagen, aan de nevensgaande'confideratien, in welke het onbeftaanbaare van eenige ongelijkheid in dezen, onder eene Volksregeering, op waare Vrijheid en Gelijkheid gegrond, zoo wij vermeenen, in het helderst daglicht geplaatst, en tevens op het duidelijkst aangetoond wordt, welke ingezetenen in eene extraordinaire geldheffing behooren te draagen ; namentlijk alleen dezulken die meerdere bezittingen of inkomften hebben, dan tot het noodig onderhoud vin hun zêlven en hun huisgezin 'volftrekt vereischt wordt, en welken dus van alles wat zij boven dien bezitten, een evenredig go  C 179 ) gedeelte aan 't Vaderland moeten afttaan.' —— T komt ons voor dat deze grondflag zo volkomen op recht en billijkheid rust, dat wij durven vastftellen , dat hoedanig ook de geld-heffing voor 't overige moge ingericht worden, men dit zuiver grondbeginfel van Gelijkheid nimmer uit het oog zal verliezen. Wij vinden het derhalven on- noodig over dit grondbeginfel verder uittewijden, cn te minder om dat het ieder, die gewoon is eenigermate doortedenken, zal in 't oog loopen, dat zodra men van vaste grondbeginfelen afwijkt, alles onzeeker wordt, en men in 't geheel geen regelmaat van gedrag cn handelingen heeft; immers1 om dit nog te meer te doen gevoelen, indien men de opklimming gemaakt hadde, bij i pCt., in plaats van bij jpCt,, en dus de hoogfte Clasfe haddc moeten fourneeren meer dan 50 pCt. van deszelfs vermogen, daar de laagfte Clasfe, flegts 1 pCt. opbrengt; zoude deze onevenredigheid niet voor de meergegoede ten hoogften onbillijk worden? En echter, indien men van de beginfelen van Gelijkheid in zo verre afwijkt, dat men den eenen Burger 1 pCt. en den anderen 13l doet opbrengen; waarom dan ook niet, zoo 'er nog grootere fommen vereischt wierden 25 ofgopCti Men ziet dus dat zodanige onevenredigheid geheel willekeurig wordt, gelijk wij ook geenen grond vinden voor de verdeeling deimeer en min gegoeden in 52 Clasfen: kon die verdeeling ook niet in 25 of in 100 Clasfen gemaakt zijn? en was dezelve dan beter of ilegte*. T s Vei*  Volgends de Concept-Publicatie zou iemand die ƒ icoo bezit, moeten betaalen i pCe. of ƒ io< en iemand die ƒ 100,000 bezit 41 pCt. of / 4500. dat ru hij, die ƒ 100,000 aan bezittingen heeft, 100 maal zo veel draagt in de algemeene lasten tot behoud en veiligheid van zijne eigendommen, is billijk: maar is het ook billijk dat hij 450 maal zo veel draagt? of dat hij alleen zo veel draagt als 450 van zijne Medeburgers te famen, die ieder geen minder belang hebben in 't behoud en de veiligheid van hunne kleinere bezitting, dan hij, in dat van zijne grootere? Daarenboven gelooven wij, dat hoe zeer misfehien fommigen zig verbeelden zouden, dat door zodanige heffing eene zeer groote fomme in 'sLands Cas zou komen, dewijl van de grootfte Capitaalen de meeste per Centen zouden'moeten opgebragt worden, de ondervinding egter aan die verwachting geensfins zou beantwoorden, dewijl 't vermogen van de meeste ingezetenen doorgaands veel grooter getaxeerd wordt, dan hetzelve indedaad is, en't getal der meergegoede Burgers daartegen veel geringer is, dan men zich veelal verbeeldt: gelijk ook uit verfcheidene voorbeelden zoude kunnen aangetoond worden, hoe weinig dat foort van belastingen opbrengt, dat alleen door weinigen betaald wordt, hoe veel daarentegen dezulken rendeeren , die algemeen worden gedraagen. Eindelijk oordeelen wij dat zodanige ongelijke verdeeling, in de gevolgen , niet minder op de minvermogenden aal drukken, dan eene egaale di-  ( -8i 5 directe belasting zou doen. —— De vermogenden zijn of Kooplieden of Renteniers. — Indien nu Kooplieden, die reeds zo zeer en op zo veelerlij wijzen belemmerd zijn in den gewooneii loop van bunnen handel, welke zo veele penningen buitenlands hebben, die zij niet kunnen thuis krijgen, nog 1 , } of 7 van hun Comptant vermogen moeten opbrengen ; • hoe zullen zij in ftaat zijn eenen uitgebreiden handel voorttezetten? en zal het ftilftaan of kwijnen van denzelven niet duizend handen gebrek aan werk, duizend monden gebrek aan brood doen hebben? en welk eenen invloed moet zulks hebben op de inkomften van Stad en Land? De Renteniers, welke reeds door het ophouden of uitblijven van veele Interesfen, eene zo groote vermindering van revenuen ondergaan, tot welk eene befpaaring van uitgaaven zullen dezen genoodzaakt worden , door eene zo zvvaare en onevenredige heffing? En zal dit niet op den Winkelier en nijveren Handwerksman neerkomen? Zullen Leveranciers, Winkeliers, en Handwerkslieden van allerlei foort, in hunne calandifien en daaglijks werk geene vermindering ondervinden, welke hun zwaarer drukken zal dan eene evenredige bijdrage tot de algemeene lasten? En wat zou het gevolg zijn, indien fommigen onzergegoedfte Medeburgeren, onvergenoegd over een dergelijke onevenredige belasting, waarvan men in ons Vaderland nimmer een voorbeeld gezien heeft, het belluit namen dit land te vcrlaaten? Kan men het naadeel bereekenen, 't geen T 3 daar-  daardoor, zo aan de Welvaart der neeringdoende Burgers, Handwerkslieden, en alles wat tot den Koophandel betrekking heeft, als aan de inkomftea des Lands zou worden toegebragt ? Men ziet dus, na onze gedagten, dat ook in dit geval de gezonde Staatkunde volmaakt overeenkomt met de gronden van gelijkheid en billijkheid, welke in de bijgevoegde Conüderatien ontwikkeld zijn. 2. Ten aanzien van het doen betaalen van dezulken die uit hoofde van eenig beroep, weetenfchap, of kunst, een jaarlijks inkomen hebben, zouden wij aanmerken, of niet zodanig een belasting, en wel ook op een'progresfiven voet van 8 tot ip pCt. ten uiterften drukkende zou zijn? te meer daar de overdag van dat inkomen moet gemaakt worden over de drie laatst afgeloopen jaaren, om daar uit eene gemiddelde Rekening te vinden: en dewijl veele beroepen, weetenfehappen en kunsten, dit jaar zich in een kwijnenden ftaat zullen bevinden, en echter zouden moeten opbrengen prorato van de voorige jaaren: waaromtrent al wederom eene ongelijkheid plaats heeft, tusfchen deze en andere Burgers, die van hunne Capitaalen opbrengen, dewijl deze die Capitaa'len mogen taxecren tot de tegenwoordige zeer verminderde waarde. Om niet te zeggen dat ons vreemd is voorgekomen , in een Land waar men eertijds billijk geklaagd heeft, dat kunsten en weetenfehappen geene behoorlijke of openlijke aan-  C 1S3 ) aanmoediging vonden, nu, in de eerfte dagen der Vrijheid, kunsten en weetenfchappen onder contributie te zien ftellen. 3. Onze derde bedenking betreft de wijze van invordering, zodanig als dezelve van Art. XXV. tot aan 't einde der Concept-Publicatie omfchrecvcn is; en hieromtrent moeten wij betuigen de mooglijkheid van uitvoering in groote Steden, en vooral in deze Stad, niet te kunnen doorzien • en zal, vertrouwen wij, ieder die het Concept met aandagt heeft doorleezen, met ons van begrip zijn, dat geene Commisfie, men ftelle dezelve zo talrijk als men wil, in de Stad Amfterdam in ftaat is, alle de functien in gemelde Articulen vervat, in den bepaalden tijd te kunnen vervullen, 't geen misfehien nog ondoenlijk zou weezen, al wierd voor ieder van de 60 Wijken van Amfterdam zulk eene Commisfie benoemd; om niet te zeggen, dat wij niet gelooven dat in geheel Amfterdam het noodige getal bevoegde en gefchikte perfoonen> om dezelve naar behooren waarteneemen, zoude te vinden zijn: immers ieder vraage flegts zichzelven of hij zich bekwaam zou achten om te. beoordeelen of zijne Medeburgers in zijn Wijk, ja laaten wij vraagen flegts op zijne Gragt, of in zijne Straat woonende, aan hunne verpligting na behooren voldaan hadden? Op welke onzeekere gronden zou die beoordeeling moeten rusten? en ondertusfehen zou ieder Burger verpligt zijn, indien 'er bij die Commisfie eenige twijfeling ontftond, aan dezelve opening van zijnen ftaat te T 4 gee-  C 184 ) geeven. Hoe zeer 'er fchijnt gezorgd te zijn dat zo wel de opgaaven als fournisfementen altoos geheim zouden blijven, is het echter ten hoogften waarfchijnlijk dat daarvan maar al te veel zoude uitlekken, dewijl, en bij de Commisfie, en bij de Ontvangers, die opgaave noodzaaklijk mede onder 't oog van bedienden en Commifen zoude moeten koomen, en men onder een groot getal nimmer het bewaarcn van geheimen verwagten kan: en wij behoeven flegts met een enkel woord aan te Itippen, van welke naadeelige gevolgen zulks voor het Crediet en de Kostwinningen van veele Burgers zijn zoude, daar misfehien een groot getal braave en oppasfende Kooplieden, Winkeliers, en anderen, met geleend geld hunnen handel drijven, en door hunne zaaken wel waarteneemen, en behóorlijk aan hunne engagementen te voldoen , een volkomen Crediet genieten en verdienen, welk Crediet, tot hunne onherftelbaare febade, eenen geweldigen fchok zoude ondergaan, indien 't bekend ware hoe gering hun wezenlijk vermogen wasf Wij vraagen verder hoe men de zwaarigheid uit den weg zal ruimen , om dezulke, die een gedeelte hunner bezittingen mogten verzwijgen, verkeerde opgaaven doen, of uirfiaande fchulden, die door geen ander, welke in den boedel vreemd is, kunnen getaxeerd worden, beneden de waarde ftellen, daarvan te overtuigen, en hoe men de bezittingen der zocianigen na Waarde zou kunnen begrooten. — Wij gaan de kortheid der Tei> mij-  C 185 ) mijnen, de hardheid der Procedures, en verfchciden andere aanmerkingen met ftilzwijgen voorbij. Ten 4. Omtrent het fourneeren van een gedeelte in Obligatiën, moeten wij i°. aanmerken, dat wij de reden niet begrijpen van het gefielde verfchil in.de prijzen, namelijk: Die getranfporteerd zijn vóór 17 September 1787. tot 100 pCt. Die getranfporteerd zijn naa dito tot 90 — Die genegotieerd zijn naa dito tot 80 . Immers fchijnt de bedoeling.niet enkel te weezen, om hier van te laaten jouisfeeren die Ingezeetenen, die vóór dit tijdftip hun geld aan den Lande hebben opgefchooten, of van hunne Voorouders die Obligatiën bij erfFenis bekomen hebben, maar ook dezulken die dezelve tot verminderde prijzen hebben gekogt, of nog zouden koopen. Maar waarin nu is het onderfcheid gelegen, of die Koop en Tranfport, (gelijk ook Tranfport bij feheiding des Boedels) op den 16 of op den 1$ September 1787 gedaan is? waarom moet zulks eene differentie van 10 pCt. maaken? Nog minder kunnen wij de reden vermoeden , waarom die Obligatiën die naa 1787 genegotieerd zijn , aopCr. laager gefteld worden. Het Land heeft immers voor dezen zoo wel 100 pCt. ontvangen, als voor de anderen , 't zijn immers even zeer fchulden van den Staat gelijk de andere: de Vergadering T 5 neemt  C i** ) neemt dezelve, even als de andere, als fchulden van den Staat in betaaling, en zouden dezen, van dcwelken de Houders flegts weinige jaaren de beloofde Interest ontvangen hebben, maar'tot 80 pCt. en de andere van welken de Staat meer dan eene Eeuw lang de jaarlijkfche Rente betaald heeft, tot ioopCt. worden aangenomen? En waaromzouden ook de laatere Negotiatien,die tothoogerInterest loopen, niet worden aangenomen, daar zulks eene des te grootere ontlasting voor 's Lands Kas aan jaarlijkfche Interest veroorzaaken zou? Maar 20. vraagen wij, waar toe dit fourneeren van Obligatiën? de Staat moet in 't tegenwoordig tydftip comptant geld hebben: met Obligatiën kan dezelve geene Franfche Requifiticn betaalen , geen Oorlogfcheepen bouwen, geene Landmagt op de been brengen. Dus kan 't fourneeren van Obligatiën alleen ten gevolge hebben eene vermindering van Interest, te betaalen in 't volgend jaar; maar is 't aan de Ingezetenen te vergen, dat zij boven eene aanzienlijke Contributie, die 't Land aan Contanten noodig heeft, nog aan den Lande prefent zullen doen een gedeelte van hunne Renten gecvendc Eftefien , en dus op een volgend jaar een dubbel verlies in hunne inkomften zullen lijden? Zegt men, dat de Staat op deze wijze van een gedeelte van haare fchulden en Interesfen ontlast wordt, zo zullen wij weder vraagen, of zulk eene wijze van ontlasting met beginzelen van goede trouw beftaanbaar, en met de waardigheid van een vrij Volk ovcreenfcomftig is, dan  C 187 > dan of zulks in Effe&e is, een gedeeltelijk bankexoet te maaken, om voor een gedeelte tc blijven betaalen? Indien uit de inkomften van den Staat de Interesfen niet kunnen betaald worden, moeten dc belastingen worden vermeerderd, of de Staat moet zig gedeeltelijk 'irifohent verklaaren , en in dit laatfte geval zou 't niet billijk zijn een gedeelte der Capitaalen te vernietigen, om van 't overige gedeelte de volle Interest te blijven betaalen, maar meer overeenkomende met gelijkheid, om de Interesfen van alle de fchulden van den Staat, bij voorbeeld, \ pCt. te verminderen: doch tot zulk eene laagte hoopen wij is ons Land nog niet gezonken , dat 'er geene resfources zouden te vinden zijn, om de Interesfen van deszelfs fchulden te voldoen. ■ Dit artieul, derhalven, oor- deelen wij, dat al wierd voor 't overige het Plan geadopteerd, geheel moet wegvallen, waar door dan ook de heffing, (hoedanig dan ook verdeeld) voor de Ingezetenen zo veel verminderd kan worden, en echter evenveel kan opbrengen, 5. Dat Buitenlanders, welke Obligatiën ten lasten dezer Provintie, of Eigendommen in Holland bezitten, mede over die Eigendommen in deze belasting zouden contribneeren, ftrijdt tegen alle recht en billijkheid. Deze Buitenlanders zijn geen Leden van die Burger Maatfchappij, ten wiens behoeven deze Geld"  ( 188 ) Geld-keffing gefcbiedt. — Deze last behoort alleen gedraagen te worden door de werkelijke Leden dier Maatfchappije, door dezulken die inde daad onze Medeburgers zyn; en dit niet alleen over die Effecten, welken wij in dit Land bezitten, maar ook over onze Buitenlandfche Eigen-» dommen. .— Ieder Lid onzer Maatfphappy moet, na evenredigheid van zijn geheel vermogen, contribueeren tot onderfteuning van die poogingen die 't geluk der Maatfchappij ten oogmerk hebben. De Buitenlander maet-tjit zelfde doen ten opzichte der Maatfchappfj, waar van hij Lid is, doch wij mogen hem niét doen draagen in onze lasten. Ook in dit geval ftemt de uitlpraak van recht en billijkheid wederom volkomen overéeh-met de regelen-van Staatkunde, Onze Ingezetenen hebben veel meqr Effecten in vreemde Landen, dan de Buitenlanders in het onze : en indien wij 't voorbeeld gaven van 't belastten dezer bezittingen van Buitenlanders, zouden vreemde Mogenheeden het zelfde recht hebben om onze bezittingen mede te doen draagen in de belastingen die zij aan hunne IngezectenenopleggeH, 6. De Recepisfen, welke volgens deze ConceptPublicatie zouden uitgegeeven worden, zouden Joopen zonder Interest, doch naa het fluiten van den Vrede , zoude jaarlijks voor 3 Millioenea Guldens van die Recepisfen, bij üitlooting, worden afgelost. De-  ( .1*9 ) Deze fchikking fchijnt te bedoelen eenen middenweg te houden tusfchen de twee verfchillende handelwijzen, die men bij 't heffen der en der 5ofte Penning, gehouden heeft: het Land zou dus bevrijd blijven van de betaaling der Interesfen, doch echter verpligt zijn de hoofdfom fuccesfivelijk te rembourfèeren, 't Komt ons voor, dat bij deze fchikking de Houders meer zouden verliezen, dan het Land 'er bij zoude winnen. Effecten die geen Interest doen, en waar van de tijd der aflosfing van 'd Lot zal afhangen, kunnen niet dan een zeer onzeekere waardy hebben: —i Zij zijn van weinig waarde voor Lieden die van hunne Interesfen leeven. — Wie zal dan deze Effecten koopen? Niemand anders als rijke fpeculanten, aan wien men dezelven zal aanbieden tot een* prijs mer« keiijk beneeden derzelver wezenlijke waarde. — De Houder die dus in de noodzaaklijkheid moge zijn deze Recepisfen te verkoopen, zal daar op zeer veel moeten verliezen, zonder dat het Land voordeel heeft van zijn verlies. Of zal het Land van dezen laagen prijs gebruik maaken, om zelve van deze Recepisfen te doen inkoopen ? 't Is niet waarfchijnlijk dat 's Lands Kas-dit fpoedig zal permitteeren, en zodra dezelve daar toe mogt in ftaat zijn, zullen de prijfen dier Recepisfen terftond rijzen, en de fpeculanten die in 't bezit van >t grootfte gedeelte derzelve zullen zijn, zullen het meeste voordeel van deze operatie genieten,1 Wan-  Wanneer men integendeel, even ais bij de heffing der 25fte Penning, gewoone Renten geevende Obligatiën in betaaling ontfangt, heeft een ieder een effect van een zekere bekende waardij,'t welk veel gemaklijker, en na evenredigheid tot veel hooger prijs verkogt zou kunnen worden. — 't Is waar, het Land moet dan zorgen voor de Jaarlijkfche Interesfen, doch men is ook ontflagen van de verpllgting om jaarlijksch drie Millioenen uit 's Lands Schatkist tot aflosfingen te moeten befteeden; en men behoudt de faculteit, om, zo dra 'sLands Finantie-wezen in ftaat is, een gedeelte van deszelfs fchulden aftelosfen, in de eerfte plaats een begin te kunnen maaken met die Obligatiën, welke tot een hoogen Interest genegotieerd zijn, Wij zouden dns van gevoelen zijn dat het in alle opzichten raadzaam zijn zou, even als bij de heffing der 25^ Penning, Obligatiën te geeven ten lasten van Holland, loopende tot den gewoonen Interest, als zijnde minst bezwaarend voor 's Lands Finantiën, en minst drukkend voor de Ingezetenen, die tot deze Geld-heffing contribueeren. vm Men weet hoe verbaazend groot het onderfcheid geweest is tusfchen 't geen de 25*e Penning, en 't geen de gote Penning opgebragt heeft„ 't geen, na ons inzien, grootendeels daaruit ontftaanis, dat de eerstgemelde heffing, waar voor men Obligatiën ontving, veel minder drukkend was dan de laatfte, die bij wijze van een Don Gratuit geheven werdt. Wij erkennen gaarne dat het in den eerften opfiag bedenkelijk fchijnt, den Staat we-  C 191 •> wederom met nieuwe fchulden te belasten; doch deze zwaarigheid komt ons voor meer fchijnbaar, dan wezenlijk te zijn; want hoewel de Staat hier door dieper in fchuld geraakt, het zijn en blijven altoos fchulden aan deszelfs eigen Ingezetenen, wier bezittingen den waaren rijkdom der gezamenlijke Maatfchappij uitmaaken. Indien de Contributie bij wijze van een Don Gratuit geheven wierde, zou de Staat wel zo veel minder fchuld, doch de gezamenlijke Leden der Maatfchappij ook zo veel minder bezitting hebben. Een Staat gelijk de onze, die geene, of bijna geene fchulden heeft, dan aan deszelfs eigen Ingezetenen, kan nooit wezenlijk arm zijn, en onder een goed beftuur nooit buiten ftaat geraaken om aan deszelfs engagementen te voldoen. Het blyven fteeds fchulden der gezamenlijke Maatfchappij aan deszelfs bijzondere Leden , wier gezaamenlijke bezittingen ten waarborg ftrekken van de zeekerheid der geheele fchuld, terwijl de jaarlijkfche Interesfen opgebragt" wordende door de gezamenlijke Ingezetenen , den Staat niet wezenlijk verarmen, daar dit geld in't Land blijft, en wederom onder de Ingezetenen circuleert. Wij meenen ons derhalven op goede gronden te mogen vleijcn,- dat hoe zeer 's Lands Finantiecle toeftand thands ten uiterften* zorglijk is, men geene de minfte reden heeft om aan deszelfs herftel te wanhoopén, dewijl wij de middelen tot dit herftel nog in onzen eigen boezem bezitten. Alles hangt flegts daar van af dat men van deze hulpmiddelen zodanig een voorzichtig gebruik; maake,' dat  C 19a .> dat de zuilen onzer Nationaale Welvaart niet al te zeer gefchokt worden, 't zij door de ongelijkheid der Contributie, 't zij door de wijze van heffing. De toekomende welvaart onzer gantfche BurgerMaatfchappij kan grootendeels afhangen van de maatregelen die in dit tijdsgewrigt ten opzichten van dit gewigtig onderwerp genomen zullen worden. — Wij hebben het dus ook van onzen onvermijdelijken pligt gereekend in deze bedenkingen onze aandagt voornaamlijk te vestigen op die pointen der Concept-Publicatie, welken ons fcheenen meest gevaarlijk te zijn voor het waare welzijn des Vaderlands, en wij vertrouwen dat men in deze gewigtige zaak geen finaal befiuit zal neemen, dan naa een rijp beraad, en naa alvoorens de nadere Plans , welke deswegens mogten ontworpen worden, aan de refpedtive Municipaliteiten medegedeeld te hebben. Heil en Broederfchap ! Actum Amfterdam 9 April 129$. Ter Ordonnantie van 'i voorn. Committé (Geteekend) £• C. BONDT, Secretaris» • IJ-  C &K8 ) B IJ L A G E VAN 'T RAPPORT VAN 'T COMMITTÉ' van FINANTIE, Ir geleverd den 9 April 1795. CONSIDERATIES op de CONCEPT. PUBLICATIE wegens de heffing van Penningen , bij forme van Taxatie en Qtiotifatie. JP ar quelque cotê qu'on rêmonte 'au principe , on arrivé toujours a la trJme Conclufton, favoir que le Pa&e focial ètablit entre les Citoijens une telle egalitè, qu'ih s'eng agent tousfous les mêmes Conditions, & doivent jouir tous des mêtnes droits. Ainji par la nature du P acte ,t out aSie de Souver ainité ,c'eft a dire, tout acte authentique de la Volonté generale, oblige oè favorife egalement tous les' Citoijens, en Jorie que le Souver air. connoit feuleBiJLAGE. V ment  ment ce Csff! de la Nat ion, & ne diftingue auctin de ceux qui la compofent — qu'eft ce donc proprement qu'un adte de Souverainitè ? Ce n'eft pas une Convent ion du fuperieur avec l'inferieur, mats une Convention du Corps avec chacun de fes membres ; Convention legitime par ce qu'elle a pour bafe le ContraB Socialeqaitable par ce qu'elle ejl commune a tous. On voit par la que ïe pouvoir Souver ain, tout ahfolu, toutfacré ,tout inviolable qu'il eft ,ne paffe ni ne peut pajjer les hornes des Conventions Generales, & que tout homme peut dispofer pleinement de ce qui lui a été laisfé de fes biens & de fa Libertè par ces Conventions de forte que le Souverain n'rjl jamais en droit de charger un Citofjen plus qu'un autre, paree qiialors 1'affaire devenant particuliere fon pouvoir n'ejl plus competent. (y. J. ROUSSEudU, Contra?! Social' Liv. 2. Ch. 4.) • Onder de menigvuldige lasteringen, welke men door gantsch Europa verfprcid heeft, tegen het Syftema van Vrijheid en GelijKheid , federt het gedenkwaardig tijdperk dat het Franfche Volk het moedig befluit nam deszelfs kluisters af te werpen, heeft men vooral niet naagclaten die nieuwe leer, gelijk men ze noemde, zo veel mogelijk gehaat te maaken bij 't Volk van Nederland; dat Volk, 't welk , federt onheuglijke tijden, door gantsch Eitopa den welverdiende» roem hadt van meer dan  C 1.95 3 dan eenige andere Natie gehegt te zijn aan de grondbeginfelen van ongekrenkte goede trouw in 't eerbiedigen der bijzondere eigendommen. Men begreep dat niets meer gefchikc was om onze Natie tegen de Leer van Vrijheid en Gelijkheid voor in te neemen, dan dezelve af te fchilderen als ftrijdig tegen alle gronden van Burgerlijk geluk, als ftrekkende om alle banden der famenlceving los te rukken; alle eigendommen onveilig te maaken, en eenen Oorlog te verwekken tusfchen de rijken en arme Inwooners van 't zelfde Vaderland. Niettegenftaande deze en alle andere poogingen der Voorftanders onzer zogenoemde oude Conftitutie, heeft eindelijk, door de zichtbaare belluuring der Goddelijke Voorzienigheid, ook bij ons de goede zaak der Vrijheid gezegevierd. — Ook bij ons zijn de Rechten van den Mensch op Vrijheid en Gelijkheid gegrond, openlijk afgekondigd. Eerlang zal 't Bataaffche Volk zich zelve eene waarlijk vrije Conftitutie geeven, gevestigd op de Oppermagt des Volks, op de eeuwige Wetten van recht en billijkheid, die zo dikwerf door Dwingelanden, met voeten getreeden zijn. Ieder Nederlander die niet door diepe onkunde en blinde vooroordeelen beheerscht wordt, moet zulk een' grondflag voorden eenigen Wettigen erkennen. — De eenige zwaarigheid die nu door waarlijk welmeenenden gemaakt kan worden, beftaat hierin, of men zich wel waarlijk aan die zuivere grondbeginfelen zal yast houden; of men niet misfehien, V 2 nu  C 196 ) nu of dan, zich zal vcroorlooven daarvan af te wijken, en dus het welzijn van ieder Ingezeten op losfe fchroeven ftellen. In 't bijzonder heb ik diergelijke aanmerkingen hooren maaken, federt het bekend geworden is, dat 'er bij de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland eene Concept-Publicatie in overweeging is, tot een geldheffing waar in door een ieder Ingezeten, boven de ƒ 500:— gegoed, zou gedraagen worden; doch in eene zeer ongelijke maate, zodanig dat de minst — gegoede flegts r ten honderd, doch de meer gegoede tot 13! ten honderd toe zoude moeten opbrengen. Volgends den aart van 't Maatfchaplijk verdrag, gegrond op Vrijheid en Gelijkheid, is ieder Lid' der Meatfchappij verbonden, in een juiste evenredigheid van zijn vermogen, te helpen draagen in de algemeene lasten, die ter befcherming en beveiliging van elks bijzonder eigendom noodig mogen zijn , het doet 'er niets toe, of deze belastingen g'oot of klein , gewoon of buitengewoon Zijn, zo dra de beftuurers der Maatfchappij eene zekere fomma tot hcrftel en beveiliging van 't algemeen Welzijn noodig vinden, moet ieder Burger gereed zijn, zijn aandeel daar in te draagen, en dit aandeel moet evenredig zijn aan zijn vermoogen. Moet 'er tot beveiliging van de bezittingen der geheelc Maatfchappij, bij voorbeeld, een vierde gedeelte der waardij van alle die bezittingen opgebragt worden? dan moet ieder Burger een vierde deel van zijn bijzonder vermogen, groot of klein, opbrengen, om de overige driff  ( 197 3 drie vierde deelen te behouden. — Zulk eene belasting , hoe zwaar ook, kan niets onrechtvaardigs niets haatelijks hebben. — Het haatelijke der belastingen beüaat niet in de hoeveelheid, maar in de onevenredigheid. Wanneer een willekeurig beftuur belastingen oplegt, welke alleen of voornaamlijk tot bezwaar van een gedeelte der Inwooners komen, wanneer men zich onrechtmaatig veroorlooft fommige Perfoonen of Corporatien van dezen last te ontheffen, en dus dezelve zo veel zwaarer doet weegen op de fchouderen van anderen. — Ja, dan wordt eene belasting haatlijk, dikwijls affchuuwlijk, en de gevolgen van zulk eene handelwijze, wanneer dezelve te fterk in 't oog liep, en voornaamlijk: den mingegoeden drukte, gaf meermaalen aanleiding tot opftanden die den Tyran op zijnen Throoa decden fidderen. Nimmer moet — nimmer zal — onder een waarlijk vrij Volks-beftuur zulk eene onevenredige en haatelijke belasting plaats hebben. —— Maar die zelfde geheiligde grondbeginfelen van 't Maatfchaplijk Contract, waar door de minvermogende Burger voor onderdrukking beveiligd wordt, moeten ook den Volksreprefentant terug houden van tot een tegenovergefteld uiterfte te vervallen. D« bezittingen der mingegoeden worden tfoor de Maatfchappij even zeer beveiligd als die der meert gegoede Ingezetenen -, de eerften hebben in deze beveiliging zo wel belang als de laatften, en beheoren das ook een evenredig gédgelte van het V i hun-  i j$8 ) hunne op te brengen om 't overige re behouden, Beiden hebben, als Burgers, dezelfde rechten, beiden ook dezelfde piigten. Deze betreklijke waarheeden heeft de groote j. j. rousseau reeds in 't helderst licht voorgemeld, in de woorden aan 't hoofd van dit Vertoo» geplaatst. „ Het Maatfchaplijk Verdrag (zegt deze uitmunt tende Leeraar der waare Vrijheid en Gelijkheid) „ het Maatfchaplijk Verdrag fielt zodanig eene ,, Gelijkheid vasc tusfchen de Burgers, dat zij zich „ allen aan eikanderen verbinden, onder dezelfde „ voorwaarden, en allen het genot moeten heb* „ ben van dezelfde rechten." ■ Op dit grondbeginfel betoogt hij verder ten duidelijkftcn, dat het Wettige Souvereine gezag eener Burgerlijke Maatfchappij nooit den eenen Burger zwaarer mag belasten dan den anderen. Wanneer men dezen ftelregel toepast op de be* doelde algemeene Contributie , die de nood des Vaderlands thands van ieder Ingezeten vordert, blijkt ten klaarften, dat, indien dezelve ingericht zal zijn,ingevolge de gronden der waare Gelijkheid, dezelve niet anders mag noch kan gcheeven worden dan op eenen volftrekten gelijken voet, na evenredigheid van een ieders vermogen, en dat alle andere .verdeeling, waar door de meergegocden een grooter gedeelte van hun vermogen zouden ' moe-  C 199 ) moeten opofferen', regelregt tegen deze onveranderlijke gronden ftrijdt. ■ De eenige uitzondering- die men in dezen algemeenen regel kan maaken, betreft dezulken onzer Medeburgeren, wier bezittingen of inkomften niet meer dan toereikend zijn tot het noodig onderhoud van hun zeiven cn hunne huisgezinnen. Dezulken behooren in eene diergelijke belasting volftrekt niets te draagen; dewijl een d'aadlijlc onvermoogen hen van dezen burgerpligt ontflaat. —-Men moet derhalven een zeker qudhium vastfte!len, 't zij van bezittingen, 't zij van inkomften ;' 't geen men, na maate van den prijs def levensmiddelen, en andere omftandigheeden , rekenéri' kan rijkelijk genoegzaam te zijn tot het noodig onderhoud des bezitters en van zijn gezin. — Ik zal piet op mij neemen dit juiste QiiamiimXQ bepaalen, doch kan niet naalaatenin 't algemeen aan te merken dat men dit in allen gevallen meer te ruim dan te bekrompen dient te ftellen, zodanig dat niemand1 met reden kamklaagen dat men hermeen gedeelte' van het volftrekt noodige öntneeme, en ik gelóóf, met reden te moogen beweeren , dat hier voor niet behoorlijk gezorgd zou worden, wanneermen een ieder die ƒ500 : — bezit reeds aan deze belasting onderhevig maakte — Ik geloof dat de bepaaling van ƒ 2,500: — veel meer met recht en billijkheid over een komftig zou zijn; doch dütmen Bet juiste quanttm veel beter zou kunnen fixeeren -Wanneermen de jaarlijkfche inkomften, dan wanneer men- de daadelijke bezittingen tot een maatV 4 ftaf>  C aoo ) éaf fteldc. — hoe 't zij, dit is zeeker dat niemand moet Contribueeren dan hij die buiten 't noodi°onderhoud nog iets over houdt, 't geen hij to'c voorwerpen van zijn bijzonder genoegen kan befteeden. — Dit is het punt van affcheiding tusfchen den Burger die in dit geval al, en hem die niet Contribueeren moet, ieder Burger moet van dat gedeelte zijner inkomften 't geen hij niet volftrekt noodig heeft, zo veel opbrengen als de algemeene nood des Vaderlands vordert. — De hoeveelheid die er in 't geheel moet opgebragt worden, moet aan de Wijsheid der Volks - Reprefentanten overgelaaten worden, — doch ten opzichte van de verdeeling dezer belasting over de onderfcheiden Leden der Burger Maatfchappij mag geen Souvereine Vergadering ('t zij met eerbied gezegd) iets willekeurig beflisfen. De gronden van het Maatfchappe- lijk, verdrag fpreeken hier duidelijk en kunnen nooit gedoogen dat men van den eenen Burger 13I'. en van den anderen flegts x, of a ten honderd van zijne bezittingen of inkomften zou afvorderen, Men zegge niet dat de Souverein in-hijzondere gevallen wel eens van de vastgeftelde grondregegelen moge afwijken. Dit is juist het geen de Dispootcn en Ariftocraaten van ouds tot een'dekmantel hunner onrechtvaardigheeden pleegen te gebruiken. Overal erkende men zekere grondwetten, doch men behieldt aan zich het recht om daar vanaf te wijken, wanneer bijzonderevreedenen van  C ooi ) ftaat dit vorderden , en de Souverein befliste -.elve in welk geval men deze Wetten mogt overreeden 5 zo dra men zich in e'e'n geval veroorlooft fan de gronden van 't Maatfchaplijk verdrag af te wijken , wordt alles volftrekt willekeurig : men heeft in 't geheel geen vaste gronden meer waar na de Wetgeever zich regelen en 't Volk deszelfs gedrag beoordeelen kan. Zo dra men zich, bij voorbeeld, veroorlooft eenige ongelijkheid in de geld heffing te gedoogen, en den eenen Burger een grooter gedeelte van zijn vermoogen dan den ander te doen opbrengen, wie zal dan de grensfcheiding bepaalen hoe verre deze ongelijkheid zich mag uitftrekken ? heeft de Souverein het recht van den eenen Ingezeten 13 of 14 maal meer na evenredigheid van zijn vermoogen te vorderen dan van den anderen, waarom dan ook niet nog veel meer? Waarom, bij voorbeeld, bepaalt men de opklimming in die Concept-Publicatie tot 1 Millioen? indien deze progresfive opklimming op ecnigen goeden grond rust , moet dezelve ook vooral toepasfelijk zijn op hen die meer dan x Millioen bezitten; en, indezelfde progresfie voortgaande, zou de bezitter van 3 Millioenen 23! [ten honderd, van 3 Millioenen 33a ten honderd, van 20 Millioenen 103J ten honderd en dus meer dan zijn geheele Capitaal moeten contribueeren, men ziet dat dit in 't ongerijmde zou loopen, en dit toont ten klaarften, aan welke verwarringen en onzeekerheeden men zich bloot ftelt, wanneer men op geen vasten grondflag bouwt. Zulk  Zulk eenen vasten grondflag die alle Willekeur, alle ongerijmdheid uitfluit, heeft men alleen dan, wanneer men zich aan de zuivere grondbeginfelen der Burgerlijke Maatfchappij, door rousseau en anderen, zo duidelijk betoogd, onwrikbaar vast houdt, deze grondbeginfelen op ons tegenwoordig onderwerp toegepast; beflisfen de geheelezaak op de allerklaarlïe en eenvoudigfte wijze. —— 1. De toeftand waar in 't Vaderland zich bevindt, vordert dat de Natie eene opoffering doe van een gedeelte haarer bezittingen, om 't overige te behouden, en in veiligheid te genieten. 2. De Souvcreine Vergadering der Volks Reprefentanten heeft derhalven 't recht zulk een gedeelte van de gezamenthjke bezittingen der geheele Natie op te eisfehen , als tot dat oogmerk noodig is. De Souverein bepaalt dit quantum na evenredigheid der gezamcntlijke bezittingen van alle de Ingezetenen; zonder eenig onderfcheid te maaken, hoedanig deze bezittingen onder die bijzondere perfoonen verdeeld mogen zijn. Le Souverain connoit feulemcnt le corps de la Na~ tion & ne distingue aucun de ceux qui la compo* fent, 5. Dewijl de Souverein echter geen Burger kan frerooven van 'i geen deze tot onderhoud van zich zei-  C 203 y zeiven en zijn huisgezin volftrekt noodig heeft; moet men, na maate der tegenwoordige omftandigheeden een fomma, 'tzij van bezittingen, 'tzij van inkomften, vast ftellen, die men oordeelt aan deze eerfte behoefte van noodig onderhoud evenredig te zijn, en dit moet zo ruim gefteld worden, dat niemand met reden kan klaagcn dat men hem van een gedeelte van dit noodige beroove. 4. Ieder Burger moet derhalven van de bezittingen over welke hij zijne Contributie moet betaalen, eerst mogen aftrekken die vastgeftelde fomma, welke men als evenredig aan zijne noodige behoefte bepaald heeft. Hij die minder bezit dan deze vastgeftelde fomma, betaalt dus volftrekt niets; hij die meer bezit betaalt alleen over dit meerdere. Men geeft dus altijd maar een gedeelte van dat gene 't welk men des noods geheel zon kunnen misfen, en deze opoffering is volmaakt gelijk voor alle Burgers, zo wel voor meer als voor min gegoeden, indien, bij voorbeeld, het Vaderland een tiende gedeelte der gezamentlijke bezittingen vordert, moet ieder Burger een tiende gedeelte zijner gewoone genoegens opofferen , zo wel hij die ƒx000:— : als hij die ƒ 10000: —:—: daar aan gewoon is te befteeden, op dezen voet is de belasting volmaakt gelijk, cn niemand kan zeggen dat hij boven zijn Medeburger bezwaard is. De rijke zal misfchien zijn Rijdtuig, Buiten-plaats,' de min-gegoede een geliefd ftuk Huisraad moeten verkoopen., doch beiden auUe^ zij flegts een gedeel*  C 204 ) deelte van 't geen zij zeer wel kunnen misfea, aan hun Vaderland opofferen. —— Rechtvaardigheid en billijkheid ftemmen dan volkomen over één, gelijk zulks in de daad altijd 't geval moet zijn bij* alle Wetten, die op de onveranderlijke beginfelen van 't Maatfchaplijk: verdrag op waare Vrijheid en Gelijkheid gegrond zijn. Te AMSTERDAM, bij HENDRIK GARTMAN, i79i. Bet Eerjle Jaar der Bataaffche Vrijheid.  CONCEP T van eene Negotiatie van f 2720,000 , beftaande in een Loterij e vdii 4^000 Loten , verdeeld in 4 Clasfen, om te dienen ter tnwi: ehng van f 60444441, in Ajignaten, tegens 9 ftuivers HollandseA per livre, en waartoe volgens opgaave van den Burger corput , deze ftad 'sweekïfjks aan Contanten Penmngeh van nooden heeft een fomma van f 50000 — en dus bij deze "Negotiatie voorzien word, tot 't montant van een geheel jaar. — WAARDE BURGERS en BROEDERS ! Th ans door de Goedertierenheid der Opperbe > ftierders, de tijd daar zijnde , dat een ieder vrij en onbefchroomd zijne gedachten kan voardraagen aan zijne Reprefentanten , zoo acht ik mij zelve ver pligt, om bij deezen mijne geringe Talenten te beter aan den dag te leggen. Ik heb door 't dagblad uwer verrigtingen gezien, de propofitie van den Burger corput, tendeerende om eene fomma van f 50000 aan contante penningen 's weeks voor handen te hebben, om te dienen ter inmsfeling van de Franfche Asfigtiaaten; en zoo zulks anders niet mogelijk was, om dan bij wijze van Eenhonderdfte Penning dit gelden opteneemen. A Vit  f 2 ) Dit heeft mij doen hef ui ten, om ten voerdeele. van mijne meede Stadgenooten , een ProjeSt van eene Negotiate te formeeren , waaruit geduurende dn geheele Jaar , de noodige Penningen zullen profluêeren. Ik heb mij zelve zeer gelukkig geacht om op guteren dit aan U te fuppediteeren , hoopende dat hetzelve volkomen aan Uw verlangen moge beantwoorden, liet zal mij ten ho^flen aangenaam zijn, dat Van deze ovèrgaavé in Uw Dagblad me ding mag gemaakt worden, ten einde het altoos zal kunnen blijken , dat ik waarlijk bezield ben om tn alles meede te Co-oppereeren , voor zoo verre zulks m mijn vermoogen zal zijn , tot }t geen dat W nut, voo deel en profperiteit van deze beroemds. Stad, en derzelver burgeren eenigfnts kan ftrekken, Heil en BroedeFfchap van den Portugeesch Joodfchen Burger. JACOB C O HEN CAMINIIA, Overgeleverd den ~£$Pe Februarij ■ l7 9S- Ce/i-  ( 3 ) CONCEPT VAN EENE NEGOTIATIE Jran f i ~ 20,000, begaande in een Loterij e van 42000 Loten,, verdeeld in 4 Clasfen. Art. F. De Prijzen en Praemien in deze Loteriie getrokken zijnde, zullen aan de houders der Loten waarop dezelven komen te vallen, voldaan werden zonder eenige de minfte korting, in Obligatiën van 25 Jaarige Renten, dje tot dien einde door de ftad zullen gecreëerd worden, tegens den intrest van 6 percent in 't Jaar, en die nooit aan eenige belasting of Collateraal zullen onderheevig zijn. Art. II. Tot het diftribueeren van deze 42000 Looten, «al men bij Publicatie ordonnneeren , dac ieder Burger en Ingezeten binnen deze ftad en haare onderhoorige Jurisdictie, bij wijze van een honderdften penhiug gehouden en vcrpligt zal zijn, om voor ieder t 8000 dii- hij aan Capitaal bezit, te moeten neemen, bij den aanvang der Eerfte Clasfe, een Lot, met verpligring van als hetzelve in blijft te moeten fourneeren tot de ^Clasle incluis, en daarvoor te voldoen ƒ 80 ('t welk hij met Eede f,al bevestigen gedaan te hebben,) doch de Loten die in een van de Eerfte, Tweede of Derde Clasfen mogten uitvallen , zulten vrij zijn om voor de verdere Clasfe te Fourneeren. Art. II L Zij die lsoven de ƒ 2000 aan Capitaal bezitten, A 2 Zul-  ( 4 ) zullen gehouden zijn om een quart lot te neemen, en zoo voorts voor ieder ƒ 2000 meerder een quart Lot, ten welken einde eenige Loten aan quarten zullen gemaakt worden , en zal dan aan zoodanige die a of 3 quarten begeeren te neemen, in haare keuze gelaaten worden om dezelven van een of differente Nommers te neemen. Art. IV. Ten opzigte van Rieden die geen effedive Capitaaien bezitten , maar wel vruchttrekkers'zyn, of die Lyfrehten hebben , deezen zullen meede Contdbueeren in nianiere en op den voet berekend, zo als bij het laatfte Placaat van den 50^ penning ten hunnen opzigte geordonneert is. Art. V. Weesmeefters, Voogden, Executeurs, Adminiftrateurs , en Curateurs , - zullen meede gehouden zyn voor hunne minderjaarige en ongelukkige Perfoonen te Contribueeren voor zoo verre dezelve Perfoonen boven de ƒ 2000 gegoedt zullen zyn, in maniere als vooren. ,— Art. VI. De Interesfen van de Obligatiën der 25 jaarige Renten, zullen beginnen met den eerften'dag van de volgende maand , na de trekking van ieder Clasfe, welke trekking gefchieden zal 5 of 6 weeken de eene na den andere ; en 't zal aan de ontvangers vrijgelaaten worden , om hunne Obligatiën in naam of in blanco te laaten ftellen; en bij ieder ftuks Obligatie zullen gevoegd werden 25 Coupons , om daarop 'sjaarlijks de Interesfen te kunnen ontvangen. Art. VU. Daar zal geen Obligatie afgegeeven worden onder de ƒ 200 , dierhalven zullen de kleine Prijzen cn Premien gefpiitst moeten worden. —— Art. VIII. Om eene Equivalent voor de ftad te vinden , ?en einde de ^aarlfjkfe interesfen te kunnen rol- doen,  ( 5 ) doen, bedragende ƒ iI arten ï«etdthondèr. , van geen' andere kaarten in hunne huizen te laaten gebruiken dan met den ftempel. g 4- Een belasting van twee Penningen op ieder vel gedrukt papier, van de menigvuldige dagblaadjes en vertoogen en andere diergS lijke dingen van die natuur. «"ge* En wanneer, tegens alle verwagting, deze ÏÏdïoVrnentZ?ende m,°gten be™nden ™aen, zou men zoodanige anderen kunnen berai- men, als de hooge Wijsheid der ConStte' eeraa- £° f ^en vinden, egter altoos ïï??0gïïE dende om den gemeenen man niet te bezwïï, Art. IX. Alle deze belastingen zouden gecontinueerd moeten worden van jaar tot jaar , tot did en wijle dat de Asfignaaten weder door de verhooging van den Wisfelcours op Frankrijk ten naasten bij, zijn oude waarde verkreegen had ■ ' geen zeer waarfchijnelijk in korte Jaren ,ja zelfs iSESL SS A 3 gen  C 6 ) gen te verwagten is, waar door als dan de Stad in ftaat komt om dezelve tot gelden te converteeren, en om met het product derzelven of den Intrest yan dien, ten decle te kunnen voldoen, de Intresfen van deze Negotiatie, waar van hij nimmer 't, Capitaal aan de geldfchieters verfchuldigd is, vermits na verloop der 25 Jaaren dezelve vernietigd blijft cn zij alleen geduurende dien tijd de Jaarlijkfche renten voldoet. Art. X. Het voordeel 'twelk de deelhebbers in deze Negotiatie kunnen genieten, beftaat daarin, dat zij haar iooftc penning nietten.eene maal kwijt raaken vermits dezelve maar van parie is, dat zij yan^t, hunne iets komen op te brengen , door dien er in deze Lotcrije 21700 Prijzen (buiten de Pieemien) zijn tegen 20300 nieten, zo dat wanneer zü in een van de vier Clasfen den genngften prijs trekken, na afkorting van 25 of 30 percent Dat Natuurlijk de 25 Jaarige renten minder dan t capitaal moeten gelden, haare uitgefchootene penningen ten vollen wceder incasfecren, en buiten dien de kans van zeer groote Prijzen nog in hun voordeel hebben, en wanneer zij de Loten met willen fpeelen , zal het aan geen koopers ontbreefcen die ze-voor 30 percent minder zullen willen overneemen en die dezelven dan weder aan anderen kunnen debiteeren in huur-, voor de eerfte, tweede, derde Clasfe, cn in de vierde Clasfe bij de Weck (zoo als in de Generaliteits Loterije gefchiedt) dia daar meede ook groote winften zullen doen -, en in dit geval behoeft de eerfte bezitter niet meer te Contribueeren dan bij kans een vier honderdften pen- * Dgoch\Sinkom?Sij*n7geen Objeftie te vooren, te weeten; als ieder die ƒ 8000 bezit een lot neemt, of 'er als dan geen Loten te min zullen zijn of over zullen blijven. Om zulks te kunnen nagaan zou fk geraaden vinden, dat voor eerst de Publicatie ophezen voet, als hier vermeld is, zouden behooren gedaan te worden met m/crtie, omn»«i bc-  (7) vinding, de volgende verandering tc kunnen doen; en met een Waarfchouwing dat een ieder binnen 14 dagen of 3 weeken tijd, zig zou moeten vervoegen ten Comptoire daar toe gefteld, om aldaar opgaave te doen van de Loten die hij requireert, (zonder dat evenwel de perfoon zelve zulks zal komen vraagen of op zijn eigen naam ftellen maar wel door een of meer andere Perfonen zal kunnen laaten doen ten einde zulks niet bekend moge werden, het Capitaal dat hij bezit) en dat de Commisfie hem daar voor ter hand ftcld een genommerde Reconnoifance met bijvoeging der Quantiteit der Loten die hij gevraagd-heeft; en daar van een Exactelijst houdende, zal men na verloop van dien tijd kunnen zien of 'er Loten te kort of over zijn; en in het eerfte geval zal men dan in plaats van ƒ 8000 voor een Lot, 10000 daarvoor berekenen; en in het tweede geval in plaats van ƒ 8000 - ƒ 6000 ftellen, of zodanig een tarif maaken als men beoordeelen zal te kort of over te zijn; en na verloop van dien tijd zal men daarvan kennis.geeven bij nadere Publicatie aan de infchrijvers; ten einde de Loten voor de'eerfte Clasfen te laaten af haaien, met hunne afgegèevene Reconnoifance ehdë gelden daar toe doen Contribueeren. Voorts zal men 2 of meer Makelaars Committeeren om optema&ken een lijst der Prijfen van alle bekende Effecten, ten eijnde een ieder bij den overflag zijn Capitaal daar naar kanRegulecren. Verders kan 'mén tot een grondflag van deze Publicatie of van dit Placaat gebruik maaken van die van den 50 penning met verandering der inleiding, en 't geen hier anders bepaald is. Zo dit Plan alhier gegouteerd werdf kan men op dezelfde manier voor de andere Steden mede zoodanig een formeeren, mits weetende hoeveel geld daar van. nooden mogte zijn, en waar toe ik mij offereer.. Huilen Broederfchap, Van den Portugeesch Joodfchen Burger. JACOB COHEN CAMINHA. A 4 PLAN  PLAN d eb LOTERYE, ■ . Befiaande in 42000 Loten en hedraagende ƒ2720000, verdeeld in Vier Clasfen. EERSTE CLASSE, de inleg ƒ 16 : - per Lot. 1 Prys a ƒ 20000 . ƒ 20000 1 10000 v 10000 1 S000 t 5000 1 ' 3000 , 3000 1 2000 . 2000 *5 1 1000 . 15000 20 ' 500 . ICOOO ~5 ■ 2co . Sooo 35 1 100 . 3500 !00 80 . 80CO 200 60 , I2000 300 So 15000 400 40 . 26000 5oo 35 I730O 600 30 • i8oco 2800 25 j 70000 5000 Pryfen. ƒ230000 1 Premie a 2500 voor 't eerfte Lot . 2500 1 a 5000 voor 't laatfte Lot . 5000 2 '■- a 1000 voor en na 20000 . 2000 2 a 500 10000 , 1000 2 a 250 - 5000 . 500 3 - a 150 1 — 3000 , 300 2 a 100 » 2000 . 200 3° "1 a 50 ———- jooo . 1500 5042 Premien. ƒ243000 TWEE-  ( 9> ) TWEEDE CLASSE, de inleg ƒ 20 : - per Lot. 1 Prys a ƒ 40000 . ƒ 40000 1 20000 . 20000 I IOOOO . 10003 1 5000 . 5°°o I 2500 . 2500 15 1000 . 15000 20 5OO , IOOOO 25 1 200 . 5000 35 150 . 5250 100 100 . IOOOO 300 90 . 18000 300 80 . 24000 4co —- 70 • 28o°° 500 — 65 • . 32500 <5co ■ . 60 . 36000 a8oö « 50 . 140000 50CO Pryfen. ƒ 4°i25°' 1 Premie a 2500 voor 't eerfte Lot . 2500 1 —, a 5000 voor 't laatfte Lot . 5000 2 a 2000 voor en na 40000 . 4000 2 a 1000 -* aocoo . 2000 2 a 500 10000 . 1000 2 a 250 5000 . 500 2 a 125 ■ 2500 . 250 so . 1 a 50 » 1000 • 1500 5042 Prooien. /41800e A $ DER-  C io ) DËRDE CL AS SE, de iuleg f 24 : - per Lot. 1 Prjfc . a f êrooo . f 500oo 1 ' ' « " 4oooo . - 4(dooo 1 20000 . 20O0O 1 ioooo . jfXXX) 1 • ' '50ÖO . goco 1 ~ 2500 . 2500 14' • 1000 . T4000 20 sco . joqco 25 ^ • 300 7soo 35' • '250 . 8750 100 — • 200 .'. .20000 200 150 m 300QO 3°° • ioo 30000 4co . ,0o ■ 3(5coo 5oo ,8- # 42_00 600 80 . 48coo 2800 —75 . 210000 t000 p«yfè* " ƒ584250 1 Premie a 3000 voor 't eerfte Lot . 3000 1 a 5000 voor 't laatfte Lot . 5000 2 — a 2500 voor en na 50000 . . 5000 2 a 2000 40000 . 4000 2 - a 1000 20000 . 2000 2 ' a 500 10000 . 1000 2 _ a 25o scoo _ sQo 2 . a 125 2500 . 250 28 a 50 1000 * . 1400 5042 Pryfen cn Premien. ~f 606^0 VIER- ÖËRDE CL AS SE, de iuleg ƒ 24 : . per Lo£.  VIERDE C L A S S E, dc inleg f 20 : - per Lot. 1 Prys a ƒ 100000 . ƒ 100000 1 -— 80000 , 8ooco 1 —- 50000 . ' 50000 1 30000 . 30000 1 ' 2O00Ö . 2O00O 1 lOOOQ . IOOOO 1 5000 . 50OO 3 3500 . 7500 5 2000 . icooo 5 1500 . 2500 80 : 1000 . 80000 100 Sco . scooo 200 250 . 50000 800 200 . 160000 2000 150 . 300000 3500 125 , 4375CO 6700 Pryfen. ƒ 1397500 1 Premie a 5000 voor 't eerfte Lot . 5000 1 a 10000 voor 't laatfte Lot . 10000 2 a 5000 voor en na 100000 . 10000 2 a 4000 80000 . 8000 2 a 2500 —■ 50000 . 5000 2 — a 1500 —■ 30000 . gooo 2 a 1000 20000 . 2000 2 a 500 10000 . 1000 2 a 250 5000 . 500 6 a 125 2500 . 750 10 a 110 2000 . 1100 10 a 75 I5oo . 750 160 — a 50 1000 . 8000 6902 Pryfen en Premien. ƒ 1452^00 TA-  C 12 ) TAFEL of BALANCE dezer LOTERYE, Clasfen. Loten. Inleg. Ontvangst TJitgaaven. Pryf. en Prem, 1 . 42000/16 / 672000 / 243000 5042. 2 . 37000 20 740000 418000 5042. 3 . 32000 24 768000 606400 5042. 4 . 27000 20 540000 1452600 6902. ƒ80 ƒ2720000 ƒ2720000 22028. Te AMSTERDAM, bij HENDRIK G A R T M A N, 1795. Het Eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid.  ( aö5 ) B IJ L A G E Éehoorendé tót de Zitting van Dingsddg Ndamid* dag den ï^den April 1795. No g werdt in deze zitting door het Committé van Finantiën, het naavolgend Rapport ingeleverd, ten einde een Copie van het zelve naar 'sHage te zendeni Jlan de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam. vrijheid, gelijkheid, be. öedeê.s ch ap \ BURGERS REPRESENTANTEN! Het Committé van Finantiën gezien hebbende de Publicatie van de Provifioneele Reprefentanten van ?t- Volk van Holland , wegens dè Recepisfen welke moeten ilrekken ter ïnwisfeling van de Franfche Asfignaaten enz., hebben gemeend, ingevolge het 8fte Art. van het zelve, de bezwaaren , welke hun zijn voorgekomen, omtrent het circuleeren van dezelve Recepisfen , te moogen en te moeten voordraagen aan deze Vergadering , „ten dnde, die alzo ter „ kennis van de Provifionèele Reprefentanten w van 't Volk van Holland gekomen zijnde , sylage. X n «jaw-  ( 2,00 ) „ daaromtrent de noodige voorziening zoude kunnen genomen worden." — En moeten zij alzo de vrijheid neemen aantemerken , dat het 5de Art. van gemelde Publicatie, bepaalende: „ dat in alle verbintenisfen van Koop , Huur, Geldlecningen , Asfignaatiën en wat dies meer is, naa dato van gemelde 30 Maart, te doen of te fluiten , die Recepisfen, ten „ minften tot een vierde toe, niet zullen mogen „ geweigerd worden," hun is voorgekomen van dien aart te zijn, dat gemelde Recepisfen daardoor in effecle zouden worden,eene geforceerde papieren Munt, waarvan het naadeel, en door dit Committé en door Leden van uwe Vergadering meermaalen betoogd en aangedrongen is; gelijk wij ook nog in de Inleiding van eene Concept Publicatie , wegens eene Nationaale Beleening - Bank , door u lieden voor weinige dagen, in onze handen gefteld, dit bondig en met alle klem voorgedragen, raifonnement gevonden hebben , „ dat het invoeren van papie„ ren munt, hoedanig dezelve ook zijn moo„ ge — indien dezelve in alle betalingen gefor„ ceerd zouden moeten aangenomen worden, „ en niemand dezelve op doodftraf of zwaare poenaliteiten zoude moogen weigeren, niet al„ leen ons Land en de Ingezetenen zoude bloot?, ftellen, voor alle de ongelukkige gevolgen, „ die dezelve tot hun leedweezen in de Fran3, fche Republiek gehad hebben, en nog niet 3, ophouden te hebben, maar daarenboven onze „ gantfche buitenlandfche Commercie, welke 9, de voornaamfte bron is van ons welvaaren , „ ten eenenmaal bederven zou , en dezelve in „ handen van het vijandelijk Rijk van Groot- „ Brit-  ( 207 ) „ Brittanniën overbrengen, en dat daarom nim„ mer of nooit moet gedagt worden , om een „ zodanige geforceerde papieren-munt in ons „ Land in te voeren." *t Schijnt wel in den eerften opflag, dat, dewijl volgends gemelde Publicatie van 30 Maart maar \ in Recepisfen behoeft aangenomen te worden, de buitenlandfche Koophandel daardoor niet belemmerd zal worden , gelijk wij reeds hebben hooren beweeren , dat de Kooplieden hunne Buitenlandfche Schulden met Geld zullen kunnen blijven betaalen, en hunne Binnenlandfche Engagementen met dit Papier voldoen } maar bij eenig naadenken befpeurt men fchielijk, dat dit vast loopt : ftel dat een Koopman in zekeren bepaalden tijd, ontfangen heeft f 100,000 : — en dus ƒ 25000 : — in Recepisfen en ƒ'75000:'— in Geld, ftel verder dat hij ƒ 50,000 buitenlandfche en ƒ 50,000 binnenlandfche fchulden heeft: indien hij eerst de eerfte betaald met ƒ50,000: — contant Geld, dan houdt hij ƒ 25000 aan Papier en ƒ25000 aan Geld over; zijne Crediteuren alhier behoeven flegts e'e'n vierde in papier te ontfangen , en dus kan hij bij de f 25000 : flegts ƒ8333: — aan Papier in betaaling geeven, en blijft dus met ƒ16667: — aan Papier zitten: — of zal hij eerst zijne binnenlandfche fchulden betaalen, met ƒ 37500 — aan Geld en f 12500 : — aan Papier, dan houdt hij eene gelijke hoeveelheid aan Geld en aan Papier over , met welke hij zijne buitenlandfche Wisfels niet voldoen kan , indien de omloop van Papier zich alleen tot binnenlandfe engagementen bepaalt. X 2 Ver-  C 10$ ) Verder fchijnt het niet duidelijk te blijken, qf bij de Publicatie van 30 Maart, het eerfte Artikel van die van 1 Februarij, in zo verre gealtereerd is, dat het vrij ftaa, die Recepisfen ook beneden de volle waarde uittcgeeyen ofteverkoopen ; zoo ja; dan zullen die waarfchijnelijk tot verminderde pryfen verkogt worden, en men zal in den binnenlandfchen handel, ten minften voor een vierde , tot de volle waarde moeten ontfangen, een Papier dat men beneden de waarde koopen kan:-zoo neen; hoe zal dan in 't bovengemeld geval, die Koopman zich redden, die met zijn Papier niet betaalen kan , en het zelve echter,zelfs tot zijn fchade,niet verkoopen mag? Wij gevoelen wel aan den eenen kant de billijkheid, dat Winkeliers welke, ingevolge de Publicatie van 3 Februarij , verpligt zijn geweest de Franfche Asijgnaaten te ontfangen , en aan wien do- r de Provifioneele Reprefentanten van *£ Volk van Holland de toezegging gedaan is, dat die Asfignaaten zouden verwisfeld worden in Geld, of in Recepisfen , welke de volle waarde zouden hebben , met die Recepisfen moeten kunnen betaalen, alle de goederen die zij voor Asfignaaten hebben moeten verkoopen : maar zijn verlegen aan den anderen kant, om te bepaalen op wien per ilot van Rekening de fehade zal moeten neêrkoomen, die toch zeekerlijk door de Recepisfen, 't zij geforceerd, 't zij vrijelijk circuleerende zal veroorzaakt worden. • Volgends Artikel I. Zullen deRecepisfen niet behoeven aangenomen te worden voor engagementen , hoe ook genaamd, aangegaan voor dato der.  ( 2,09 ) der Publicatie van 2 Februarij. Indien nu een" Winkelier in de Maand Januarij , een voorraad van goederen heeft opgedaan zal de K ,opman of Fahrikeur zeggen ; „ dit is een En„ gagement vóór dato van de Publicatie, daar „ voor behoef ik geene Recepisfen te ontfangen, „ gij moet mij in geld betaalen,"en dus zal d.ze Winkelier zijn Crediteur niet kunnen voldoen, want zijne engagementen vóór 2 Februarij . el hij met Geld voldoen, en voor *t geen hij naa 30 Maart koopt , kan hij maar voor i' aan Recepisfen geeven , waar blijft hij dan met de overige | ? daar blijft hij mèê zitten'; terwijl een ander Winkelier, die tusfchen den 2 FeT bruarij en 30 Maart Goederen heeft ingekogt, deze .Recepisfen in allerlei betalingen zal kunnen uitgeeven. Ook fchijnt het, fchoon niet duidelijk, datvolgends Art. IV. de Winkeliers hunne Goederen, ingekogt tusfchen den 2 Februarij en 30 Maart, geheel zullen kunnen betaale , met Recepisfen, terwijl de Koopman ofFabnekeur daarentegen dezelve flegts voor } zal kunnen uitgeven : >t geen ook we£r vast loopt, 't .Schijnt dat men 't naadeel, dat door geforceerd Papieren Geld zou veroorzaakt worden, getragt heeft weg te neemen, door de bepaaling dat 't zelve alleen roor \ niet zou mogen geweigerd worden; doch dit verandert niets in >t wezen der zaak, maar alleen in de hoegrootheid van t naadeel, >t welk gewisfelijk daar uit zal voortfpruiten. Wij zouden gemakkelijk deze Lijst van zwaax 3 rig-  ( aio ) righeeden en belemmeringen kunnen vergrooten, doch achten het onnoodig hier iets meer bij te voegen, om de gegrondheid en 't aanbelang te betoogen van 'z voorftel dat wij ons verpligt rekenen aan deze Vergadering te doen, om langs de meestgefchiktfte en efficafieufte wijze te bewerken, dat meergemelde Publicatie van 30 Maart, in zo verre werdt gealtereerd, dat het volkomen worde vrij gelaaten om gemelde Recepisfen uit te geeven en te ontvangen tot zodanigen Cours, als de belanghebbenden met elkander zullen overeen komen, zonder aan dezelve eenigen geforceerden omloop te geeven; en wij oordeelen daarop te meer te moeten aandringen, uit hoofde van de onzeekerheid , binnen hoe kort of hoe lang een tijdperk, deze Recepisfen weder geheel uit de wandeling zullen geraaken, dewijl men te vooren niet bepaalen kan , hoe groot in 't geheel de masfa derzelve zijn zal, hoe lang en hoe veel dezelve nog vermeerderen zullen, en hoe veel van dezelve, in een jaar bij voorbeeld, voor de gewoone en buitengewoone lasten enz. zal ingewisfeld worden. Om echter tevens te zorgen dat die Recepisfen , zo weinig mogelijk , beneden de voile waarde mogten Haaien, zouden wij vermeenen dat door de Provifioneele Reprefentanten van 't Volk van Holland nog wel de eene of andere fchikking zoude kunnen gemaakt worden ; 't zij door bij dezelve, gelijk bij 't Papieren Geld van 't voorig Gouvernement, eene zekere Intrest te voegen , (welke Intrest zou kunnen gevonden worden uit die, welke de Nationaale Beleenbank aan den Lande zal opbrengen) 't zij door fchik-  fchikkingen te beraamen , dat dezelve binnen zekeren vastbepaalden tijd, weder uit de Circulatie zouden geraaken en door 't Land worden ingetrokken; 't zij door dat gedeelte , 't welk voor Asfignaaten, ontfangen tusfchen i Februarij en 30 Maart, zal uitgegeeven worden» bij de aanftaande groote Geldheffing, als Geld aanteneemen; 't zij door zodanige andere middelen, als aan de meerdere Wijsheid der Ver*» gadering behooren te worden overgelaaten. Het Committé is niet minder verwonderd geweest, in Art. 7. bij herhaaling te vinden, het verbod van uitvoer van Goud en Zilver, 't geen in een adres aan uwe Vergadering voorgedragen , den gien Februarij zo duidelijk betoogd is, een overtollig of een onmogelijk te gehoorzaamen verbod te weezen; indien namelijk de balans van Koophandel met de onderfcheidene Landen, met welke wij in Commercieele betrekkingen liaan , in ons voordeel is , moet het een of ander Land het faldo van die balans aan ons betaalen , en dan is het verbod overtollig; en is dezelve totnaadeel, indien namelijk het geen wij uit andere Landen trekken, meer bedraagt, als 'c geen wij aan hun leveren of toevoeren of wegens Vragten, Intresfen, of uic andere hoofde van hun ' te vorderen hebben , dan moeten wij het faldo van die generaale balans aan het een of ander volk betaalen , of 't geen op 't zelfde uiticomt, de Wisfd mee het een of ander Land, ïs in ons naadeel, en 't Geld of Goud en Zilver gaat het Land uit, 't geen wel verboden, maar niet belet kan worden, waar,.van niemand, die iets weet van de dui-  duizenden Guinees, welke bij eene laage Wis* fel uit Engeland worden uitgevoerd; of fchoon de uitvoer op doodftraf verboden is , kan onkundig zijn, en in dit geval is het verbod van uitvoer, even veel als een verbod aan de Ingezetenen , om hunne fchulden buiten 's Lands te betaalen. , En wij zouden dus van oordeel zijn, dat wel verre van expresfelijk dit verbod te bevestigen > het zélve veel eer hadt behooren ingetrokken te worden; maar in tegendeel alle poogingen behooren aangewend te worden, om alle belemmeringen van Buitenlandfche Correspondentie ,- Scheepvaart en Koophandel uit den weg te ruimen; ten einde alzo de bronnen van onze Nationaale Welvaart, weder geopend en zo veel mogelijk worde voorgekomen , dat de balans van Koophandel niet verder in ons nadeel loopt.' A&um den Ter Ordonnantie varf j ^dca April 179£. >t voorn. Committé. E. C. BONDT, Secretaris Te AMSTERDAM, bij HENDRIK GARTMAN, Het eerfce Jaar der Bataafjohe Vrijheid.  CONCEPT PUBLICATIE, Wegens eene G ELDLIG ïIN G bv wyze van BELASTING fcP DE JAARLYKSCHE INKOMSTEN. is te bekomen: Tc Amfterdam by W. Vermandei en Zoon, Alkmaar Molkman en Compl Haarlem Walrê en Comp 'sHageZ. Bakhuizen, Leyden i>. I)df(.° RoetofswaaU Rotterdam Mcyef. Cxouda *£«nw. Dordrecht Utrecht de Wed. van Terveen en 2w-. en in de voornaamfte Steden dezer Republiek.   11) CONCEPT PUBLICATIE Wegens eene Geldligting by wyze van Belasting op de Jaarlykfche Inkomflen* Articül L Deeze Geldligting by Forrh van Belasting op de Inkomften, zal loopen over alle de Ingezetenen van de Vereenigde Nederlanden, mitsgaders van de Coloniën van dezen Sjaac, zoo in de Oost- en WestIndiën, als op de Kust van Africa, als mede over alle Buitenlanders, voor zoo verre zy eenige onroerende Goederen , binnen de vöorfchreve Landen en Coloniën, 'r zy in Eigendom, 't zy Fideï Commis of in Lyftochc, bezitten , of in één of meerder Jaaren, by 'c volgend Arckul genoemd, bezeeten hebben. Art. II; De heffing zal gefchieden óver het zuiver beloop van ieders ii/komen, en zullen mitsdien alle Ingezetenen, in het voorgaande Articul genoemd, zoo voor hun zeiven, als voor die geenen , wiens Goederen zy adminiftreeren, of hebben geadminiftreert, verplicht zyn, zoo naauwkeurig mogelyk optemaken, hoe veel ieder hunner voor zich zelve, of vóór rekening van den geene, wiens Goederen zy adminiftreeten of hebben geadminiftreert, 't z$ onder de Tytuls van Renten, Intrest, Winst, Inkomst, Huur, Pacht, of welke andere benaming 'er aan zoude kunnen of mogen gegeeven worden, in de Jaaren 1790.1791.179*. 1793. en I794« n» aftrek Van reëele, in die Jaaren gevallene, fchadens, aan «üivere inkomften gehad of genoten heeft, tèn einde daaruit door een gemiddeld getal, de hóegroocA hsti  C » ) heid der Winften, Inkomften, enz. die liy Jaarlyks geniet of genoten heeft, en die hier verftaan.worden, te bepaalen. Art. III. Zy, die hunne eigen onroerende Goederen, gedurende voornoemde jaaren, of één of meer derzelven , zelfs bewoond of gebruikt hebben, zullen hunne overige Inkomften moeten verhoogen met de Huur, die zy zouden hebben kunnen trekken, van die onroerende Goederen ingeval zy die aan andere hadden verhuurd, en zulks na aftrek der jaarlykfe lasten en reparatiën; welke reparadën moeten gerekend worden even zoo veel ais de JaarJyk» fe belastingen te bedraagen. Art. IV. Voor zoo verre eenige onroerende Goederen door derzelver Eigenaars bewoond of zelfs gebruikt zynde geworden, nimmer verhuurd mogcen zyn geweest, zal het beloop der Huurpenningen, welke zy by verhuring zouden hebben kunnen trekken, worden bepaald door een commi lle van drie in dat foort van Goederen ervaren Perfoonen, by de Municipaliteit of llegeering der Plaats of district, binnen welke het ftuk goed geleegen is, ten dien einde te benoemen en te qualificeeren. Art. V. Desgelyks zullen die geenen, welke eenige Capitaalen, als waarborgen , tegen vermoedelyke of mogelyke fchadens, ledig en ongebruikt gehouden hebben , de voorfz. begrooting hunner jaarlykfe inkomften moeten vermeerderen, met de Intresfen, die zy van de leedige en dus buiten werking ge* hou-  , C3 X houden Capirnalen zouden hebben kunnen trekkeri; warneer zy die Capitaalen, tegens- vier guldens van ieder hondert in het jaar, hadden uitgezet; Art. VL De voorfz. begrooting der inkomften zal nog moeten worden vermeerdert met de Renten of Intresfen , gerekend tegens vier guldens van ieder hondert in het jaar, welke men zou hebben kun* nen trekken van de waarde der Juweelen, Paarlen, gemaakt Goud en Zilverwerk, Boeken en Liefhebberyen, van welk een aard, en hoedaarrtg die mogten zyn famengefteld, daar onder begreepen Paarden, Rytuigen, en wat dies meer is, die iemand bezit, of in een of meer der genoemde jaaren bezeeten heeft ; alles voor zoo verre de genoemde goederen, of eenige van dien, hem, tot voortzetting of in ftandhouding van zyn koftwinning, niec volftrekt noodzaaklyk geweeft zyn. Art. VII. De waarde van de goederen, welke in het laatst voorgaand Artikel genoemd worden, zal voor zo ver zy door den Bezitter zyn aangekocht gerekend worden te zyn het Capitaal daar voor uitgeven; doch voor zoo ver die goederen door Erfenis of anderzins zyn verkregen, of wel de Bezitter of Adminiftrateur buiten ftaat is, by ge* brek van aanteekening, de uitgegeven fom te bepaalen; zal de waarde, welke die goederen geacht zullen worden ten tyde der aankoping of verkryging gehad te hebben, bepaald worden, voor zoo veel zy nog aanwezig zyn, door Tauxatie van eerlyke deskundige perfonen : en voor $oo veel zy zederd Primo January J790 verA 3 kocht,  (4) kocht, veralieneerd, weggeraakt, of op eenigerley wyze de Eigendom van anderen geworden zyn, zal men de waarde Tauxeeren, zoo als men in goeden gemoede zal oordeelen te behooren. Art. Vlil. Van de voorzeide begrooting van Jaarlykfche winst in voege voorfchr., uic vyf Jaaren opgemaakt, zal niet mogen worden worden afgetrokken het geen iemand, gedurende die vyf Jaaren of een of meer derzelve, heeft uitgegeven, het zy tot noodig onderhoud van zich zei ven en zyn Huisgezin, het zy tot het voeren van meerdere ftaat of weelde, maar alleen zoodanige verliezen en fchaadens als geduurende dien tyd zyne inkomften, dadelyk vermindert hebben, Art. IX. Kooplieden en andere Ingezetenen, die verliezen geleeden hebben, welkers nette beloop niet kan worden opgemaakt, zullen die verliezen in goeden gemoeden en na hun beste weete, zoo na mogelyk, Tauxeeren, en het beloop dier Tauxatie van hunne jaarlykfche winst aftrekken. A|rt. X. Van Lyfrenten, Penfioenen, Traktementen van Ampten, inkomften van dertig Jaarige Renten, of andere, en generalyk alle zodanige Renten, welke, het zy by overlyden van den benoemde, 't zy na verloop van eenigen tyd,gemist worden,zal niet meer dan de helft van het geen zy Jaarlyks, het een door het ander, invoege voorfz., door elkander geflagen, hebben opgebracht in begroocing bs-  ( 5 ) behoeven gebracht te worden; doch de emolumenten der Ampten zullen voor het volle beloop in begrooting moeten komen. Art. XI. Zodanigen Ingezetenen of Buitenlanders, wier inkomften laater dan met primo Januarij 1790 zyn begonnen, zujlen de begrooting moeten formeeren, uit het beloop der winften of inkomften, die zy, federt den tyd op welke hunne winften of inkomften begonnen zyn, gehad hebben* Art. XII. Zodanige Ingezetenen of Buitenlanders, welke met primo January 1790 meerderjaarig ge. worden zyn, of fuppletie van ouderdom bekomen, en, zoo in het een als ander geval, afgift van hunne goederen ontvangen hebben, zullen worden geconlidereert, de revenuen van die, aan hun afgegevene, goederen genoten te hebben, of fchoon die revenuen mogten zyn geëmployeerc tot vermeerdering van hun Capitaal, en over zulks verplicht zyn, die revenuën in begrooting hunner jaarlykfe inkomften te brengen. Art. XIII. Echte lieden, welke in gemeenfchap van goederen getrouwt zyn en dus eenen gemeenen boedel bezitten, zullen alle hunne gezamentlyke revenuën in een fom opmaaken, en , van de fom in deeze heffing draagen zo als Art. XVII. zal worden geftatueerd. Echte lieden, welke buiten gemeenfchap van goederen sya getrouwd, en dus hunne bezittinA 3 gen \  ( 6 ) een tot twee afzonderlyke boedels gelaaten heb* ben, zullen ieder afzonderlyk hunne inkomften maaken; en daar by voegen ieder afzonderlyk het geen hy uit hoofde van Ampten, beneficiën &C, iaarlyks mag genieten, en' van die fomme draagen zoo als Art. XV1L zal worden gefiatuëerd. Art. XIV. Weesmeefters Voogden, Adminiftrateurs Curateurs van en over goederen, toebehoorende aan Perfoonen, welke in deeze helfing moeten draagen, (en dan ook de Ouders van onmondige Kinderen die eenige inkomften bezitten), zullen verplicht zyn., voor de voldoening aan den inhoud dezer Publicatie te bezorgen, en werden zy mitsdien by deeze geauthorifeert, om, mes confent van de Municipaliteit of Regeering hunner Stad, Plaats of Diftricl:, ter bekoming van gereede Penningen of van Promesfcn der nationale beleenbank, welken in deeze ligting als contant geld zullen werden aangenomen, eene genoegzaame quantiteit der goederen, onder hunne adminiftratie zynde, te verkoopen of te beleenen. Art. XV. Die geenen, welke zich 't zy in privé of qualiteit, in de noodzakelykheid bevinden, om, ter bekoming der noodige Penningen of van Promesfen der Nationaale Beleenbank, eenige onroerende goederen te verkoopen of te beleenen, welke beleenirig of Tranfport, uit hoofde der verkoop, fubjeft is den 4olte meerdere of mindere Penningen, zullen van die belasting, voor zooverre de beleening of verkoop gefchied, om aan den inhoud dezer Publicatie te kunnen voldoen, vry zyn. - » Art.  (7) Art. XVI. Na dat, ingevolge de by voorgaande Articulen gemaakte bepaalingen; de winften of inkomften, welkens ieder Ingezeetenen of Buitenlander, federt primo January 1790 tot ultimo December 1794 gehad heeft zullen zyn opgemaakt, zal het beloop van dien, door het getal van jaaren (*cen gedeelte voor een geheel te reekenen) gedurende welke die winften of inkomften genoten zyn, worden gedeeld, en de uitkomst worden gerekend, de middelbaare winft of inkomtt van één jaar te zyn. Art. XVII. Ieder ingezeeten of Buitenlander , die in deeze heffing moet dragen, zal betaalen van de eerfte honderd Gulden van zyn Winst of Inkomen sie part. Van de tweede honderd Guldens . . jie Van de derde honderd Guldens . . 5|e en zoo vervolgens, des dat van de vyftigfte honderd Guldens, als mede van alles wat iemand boven de vyfduizend Gulden gewonnen of Inkomst zal gehad hebben |§ of het geheel zal moeten worden opgebragt. Art. XVIII. Ten einde het duidelyk blyke hoe veel ieder Ingezeten, volgens het evenvoorgaande Articul in het geheel zal moeten opbrengen is zulks uitgedrukt in de volgende Tafel. Die ƒ 100 Wint Becaald ƒ 2 •—— 1 200 • - 6 —— . . " A 4 Die  en ©le ƒ 400 Wint Betaald f 20 - — - 500 . - 30 ___«^ > ■ • 600 ■ • - '42 —— - 700 . 5ö . —— - 900 — . po T ——— - IOOO ______ - |IQ m j - IIOO . - 122 . " 120O - i56 ——. I30O . - l82 __ — - 1400 . • 210 . . . 1500 - 2^0 „ b-— . 1700 306 . . 1800 342 —— . 1900 . 38o 5 ■ - -000 — . . - 420 . P—émm - 3.100 - . 462 ■ 1200 — .. 595 —; 2300 . . 552 ' • 2400 ■ - 600 - , ■ — 3500 -f —- - foo j ■ ■ - 2600 I - 702 I -—- - a;oo — - 756 —— . 2800 . 812 1 1 - -9°o p - 870 —— • 3000 •—*>—- - 930 «—— - 3100 '»r?? 992 —• - 3200 ' j j/jj——— - 1056 —-— mmmm - 33CO —m H22 — - - " 3406 —— ■■ ■ ■- - 1190 ——• - 3500 1260 1 - 3600 -»__--—_ . 1332 " ' 3700 - - I4od 3800 - 1432 —_. - 39<50 — - I560 . . • 4009 — . . i&p ■—— 5=3 * 4»oo 5HS_ . '7.Vr.. - 1806 -——,  <9 ) Die "ƒ 4300 wint Betaild ƒ 1892 —-—? ——« - 4600 .,: - 2162 — 1 —— - 4900 —— 1 - 2450 ——5 Terwyl allen die meerder inkomften hebben dan ƒ 5000. van dezelve vyf duizend Gulden als boven zuilen moeten betaalen ƒ 2550 beneven* al het overige dat zy boven de / 5000 winnen, in het het geheel zullen moeten opbrengen; of in andere woorden; zy die vyf duizend Gulden, en daar boven winnen, of inkoomen hebben, zullen van het geheele inkoomen f 2450 voor zig behouden, en alles wat zy daar boven winninnen in 's Laads Schatkift moeten opbrengen. Art. XIX. Ten einde deeze heffing te faciliteeren, zal de Contributie gefchieden in de volgende Termynen van Maand tot Maaad in gelyke deelen van ieders geheele Contributie, als volgd. Zy die niet meer betaalen moeten dan tor fio incluis, zullen zulks doen in een Termyn, binnen een Maand na de Publicatie. Zy die meer dan / 30 tot ƒ 110 incluis betaalen moeten, zullen het doen in twee Termr» pen. vanraeerdan/ 110 tot ƒ 24oindrie.Termijnen. i. 240 1 —- 420 in 4 dito. _ ■. ——.« 420 ■■ 6"5oin 5 dito. . • —— » 650——- 930 in 6 dito. .- • 930 1260 in 1 dito. , 1^ i_ iii 1, .1,1- 1260 i(?4oin 8 dito. A 5 w*  C 10 ) vanmeerdan/ 1640 to: ƒ 2070in 9 Termynen. 1 — 207a 2550 in 10 dko. 2550 " 5000in 11 dito. —-- 5000 endaarbo/en, in 12 dito. Het zal echter aan ieder vrijftaan vroeger dan bepaald is, en in minder Termynen des goedvindende , zyn aandeel te voldoen." n*»W •• ICjfrjJ 1 ■* ■ ■■ ■ ") r/Aifs h ■ Art. XX. De Furriisfementen zullen moeten gefchieden in gemunt Goude en Zilvere Speciën, zoo als die op s Lands Comptoiren worden ontvangen; zullende de Recepisfen uit.de heffing van het ongemunt Goud en Zilver 'géfproten hier als Contante Speciën worden aangemerkt, (en zoo dezelve meer* der mogten bedraagen dan het geen betaalt behoort te werden, zal het meerder worden te rug gegeeven) als mede in dubbelde en enkelde Franfche Kroonen , de dubbelde gerekend tegen 56 ftuivers en de enkelde tot 28 ftuivers het ftuk, ook in gewerkt Goud en Zilver tegen de volgende pryzen, te weeten: 'Hét Ducaaten Goud a 46 ftuivers het Engels, Het gladde Goud of Hollandfche keur a 42 ftuiv. En het draadwerk, Hollandfche keur a 40 ftuiv. Wyders het Zilver groote keur a 60 ftuivers het Orce en de kleine keur a 45 ftuivers het Onee. Gf ook wel in promefien der Nationale Beieenbank. Art. XXI. By het gemaakt Goud en Zilverwerk ,..waar mede word gefurneerd, zal moeten worden overgelegd een onderhandsch en ongezegeld declaratoir van twee Esfayeurs of Zilverfmeden , door de ons-  C 'O municipaliteit of regeering der Stad , alwaar de ontvanger woonachtig is , ten dien einde te beroemen: welke Esfayeurs of Zilverfmeeden, na by hunne aanftelling den Eed van getrouwheid in handen der municipaliteit of Regeering , welke hun heeft aangefteld , te hebben afgelegd, het voorzeidé ongemunt Goud en Zilver , op kaften van den Lande zullen weegen, deszelfs waarde bepaalen , en daar van het gerequireerd declaratoir uitgeven; in welk declaratoir zy zullen moeten ftellen den naam des Eigenaars van het gewaardeerde , de fpecifieatie der ftukken die gewaardeert zyn, mitsgaders derzelver gewigt en waarde. Art. XXIL De Furnisfementen zullen moeten gefchieden ten Conptoire van de ontvangers in de fteden of ter plaatfe alwaar de geene, die, 't zy voor zich zelve of voor een ander furneert, zich bevind of zyn dorcicilium heeft , en zulks tegen een genummerde quitantie, inhoudende den naam van den geenen, voor wien gefurneert wordt, de fom die hy furneert; het beloop der gemunte Goude en Zilvere fpecien, op 's Lands Comptoiren gewoonlyk gangbaar; liet getal en beloop der dubbelde en enkelde Franfche kroonen, het gewicht en de waarde van 'c gemunt goud en zilver — en hec getal en Capitaal der promeflsn van de natiönaale beleenbank — refpectivelyk ter voldoening van het furnisfement geëmplojeert — zullende mede door den furneerder moeten opgegeven worden, of het furniflcment voor. één of meer termynen gefchied. Art.  C i* ) Art. XXIII. By het betaalen der tweede, derde en volgende termynen, zullen de quitantien, by het betaalen der laasc voorgaande termyn bekomen , moeten worden vertoond aan den ontvanger, by wien de betaling gefchied. b ' 9 Art. XXIV. De ontfangers, ten wier Comptoire de furnisfementen gefchieden , zullen van al het geen by hun ontvangen word, en waar voor zy volgens Art. 22. quitantien hebben uitgegeven, in expres daar toe aangelegde Boeken, behoorlyke aantekepmgen houden; voorts daarvan formeeren naauwkeurige Lysten, waar in op eene Alphabetifche orde, volgens de Familie- of toenamen der furnc-erders, met aanwyzing van dé fteden of plaatfen hunner wooningen, Specifkq zal uitgedrukt ftaan, hoe veel yder 't zy in gemunt goud of zilver op s Lands Comptoiren gangbaar, 't zy in franfche kroonen, 't zy in ongemunt goud of zilver, c zy m promesfen der nationale beleenbank gefourneerd heeft. Art. XXV. Ten einde zo yeel mogelyk te zorgen, dat de heilzaame oogmerken van het geen in deze Pubhcatiegeftatueerden bevoolen is, niet verydeld en te leur gefteld worde, en ter gelyker tyd voor te komen, dat de ftaat van iemands bezitting of in! komften Pubhcq worde , zal de municipahteTt of regeering van iedere Stad of plaats, binnen welke de furmsfementen m deeze heffing gefchieden eene commisfie van «erJyke en kundige Per- fOQ-  ( 13 ) foonen benoemen, aan welken, na dat zy by hunne aanftelling eene eeuwigduurende geheimhouding, immers ten aanzien van die geenen, welke zy oordeelen of bevinden aan onze oogmerken in deeze beantwoord of voldaan te hebben , zullen hebben beloofd, by het eindigen van ydere termyn van Furnisfement in deeze heffing , volgens Art.. 19. bepaald, door den ontvanger zal worden ter hand gefteld de Alphabetifche Lyst, volgens Arr. 24. te formeeren, ten einde die Lyst met de overige aantekeningen van den ontvanger te confronteren, voorts zoo veel doenlyk nategaan df aan den inhoud deezer publicatie door een iegelyk is voldaan, en te zorgen, dat het gefurneerde in de generale fchatkist des Lands kome. Art. XXVI. Wanneer voorfz. Commisfie mogt oordeelen, dat iemand in de begrooting van het geen hy voor zich zelve of voor anderen in deze heffing moesc fourneren , of wel in het fournisfement zelve, ter kwader trouwe heeft gehandeld , zal zy van dit haar gevoelen kennis geeven aan de Municipaaliteit of regeering, van welke zy haare aanftelling heeft ontvangen. Art. XXVII. De Municipaliteit of Regering voornoemd, zal terftond, na dat het vermoeden van het voorfz. Committé ter haarer kennis zal gekomen zyn,twee perfoonen , die den verdachte Ingezeten niet ln den bloede beftaan, nog door byzondere vriendfchap of betrekking aan hem verbonden zyn, en die ook niet voor vyandig of partydig tegen dezelve kunnen worden gehouden, benoemen, en de* zelve by-oader authorifeeren, om te onderzoeken -*..„.. of  C 14 ) of hec vermoeden der eerstgenoemde Commisfie aï of niet, gegrond is; en zullen zy van hunne bevinding Rapport moeten doen aan de Municipaliteit of Regeering, door welke zy zyn aangefleld* Art. XXVIII. Indien bevonden word, dat de verdachte Perfoon zyn aandeel in deze heffing getrouw voldaan heeft, zal hem daar van een aéte van acquit en decharge door de Municipaliteit of Regeering werden ter hand gefield. Art. XXIX. Integendeel bevonden wordende, dat iemand zyn aandeel in deze heffing , binnen de daartoe gefielde Termynen, niet heeft voldaan, zal hy het vier dubbel van dien op de eerlte aanmaning moeten voldoen, en zullen zyne bezittingen daar voor verbonden excutabel zyn. Art. XXX. Indien iemand mogt bevonden worden, zich in dezen opzetteiyk aan kwade trouw te hebben fchuldig gemaakt, zal hy als voren ten behoeven van den Lande verbeuren hec vier dubbelde van het gefraudeerde, en daarenboven als een eerloos fraudateur van 's Lands belaftingen in de publicque Nieuwspapieren worden bekend gemaakt. Art. XXXI. Na het afloopen van deeze heffing zullen de boer ken, lysten, en generalyk alle de aancekeningen door de refpeöive Ontvangers, des wegens gehouden  C 15 ) den en geformeert, worden verbrand ; ten einde, zoo voor hec tegenwoordige als de volgende gedachten verborgen blyve, hoe veel de Ingezetenen of Buitenlanders , welken in deze heffing moeten draagen, ten algemeenen nutte geconcribuëerd hebben. Art. XXXII. Tan auiAo «nn Hip dpenen. welke seneecen zul- X ^IJ wiuvir IM... J3 • O O len zyn, om, boven eri behalven hun aandeel, in. deze heffing, iets tot herltel van s Lands JSchackift te contribuëeren , gelegenheid te geven, aan dit hun pryzenswaardig oogmerk te voldoen, zullen, ten Comptoire der refpeétive Ontvangers worden geplaatst, Kisten, voorzien met drie verfchillehd, werkende Slooten, waar van één Sleutel zal berusten onder den Prefident der Municipaliteit of Regeering der Plaats, één onder den Prefident. der, Commisfie te decerneeren volgens Art. XXV. en-; één onder den Ontvanger; en zal geen dezer :Kis-, ten, mogen worden geopend, dan in het b.yzyn. van voorgemelde drie Perfoonen , welke zullen moeten zorgen, dat het in dezelfde Kisten gevondene in 's Lands generale Schatkifl kome. Wy vertrouwen dat alle Ingezetenen, uit overtuiging der hooge r.ood , waar in hec Vaderland, zich ten aanzien van deszelfs .finantiën bevind, gereedelyk het hunne zullen toebrengen, om ons, ter. voorziening en voorkoming van alle onheilen welke, uit dezen nood kunnen voorkomen , in ftaat te ftellen. En op dat niemand, van dit ons heilzaam oogmerk ignorantie zou kunnen pretendeeren, zal deze alömme worden gepubliceerd en gtaffigeerd. Gedaan in 's Hage &c. Het  C ié" 5 Het ommeftaande Projecl Van eene .Belasting ffi de Revenuën en Winften der Ingezetenen, word reeds publicq gemaakt, even als hec voorig Plan van eene heffing op de Capitaalen, gedrukt op order van de Vergadering der Provifioneele Reprefentanten van hec Volk van Holland; in de eerftë plaats , om aan de Leden dier Vergadering te worden ter hand gefteld, ten einde daar op derzelver aanmerkingen te maken ; en ook om door eene meer algemeene bekendmaking het oordeel van anderen des kundige Burgers, wie zy zyn mogen, te vernemen, welke dierhalven verzogc worden hunne bedenkingen aan hec Committé van Finantie te zenden. En indien iemand meent een ander en beter Plan te kunnen aan de band geven, mits zodanig, dat de Finantiën daar door niec bezwaard worden, maar hec oogmerk, om vervolgens door eene trapswvze vermindering der Imposten hec Volk ce verhgten, en de vrugten der Revolutie te doen genieten, bereikt worde, zullen alle zodanige voorttellen met dankbaarheid ontfangen, en daar van na bevinding van zaken, gebruik gemaakc worden. Voorcs is het oogmerk van de Provifioneele Reprefencancen van hec Volk van Holland, om door de dringenfte voorftellen by de Bondgenooten té bewerken, dat deeze of eenige andere algemeene Belasting over hec gezamendyke Bataaffche Volk eenpang zal worden geheven.  C s>3 ) B IJ L A G E Behoorende tot de Zitting van Dingsdag Naamiddag den 27 April 1795. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. Ter preliminaire informatie, voor 't Committé van Algemeen Wclzyn , idt de ProvifioneeleReprefentantep van het Volk van Amjlerdam. Burgers! Al van den beginne af aan, nu bereids twee Jaaren geleden , dat met werken begonnen is, buiten f verligt worden. En  C 219 ) Ert het is om deze redenen, dat dikwils Landen van particuliere eigenaarenj op hun verzoek, waarbij zij de Losplaatfen Vóór hunne rekening doen gereed maaken, buiten verdere kosten, voor hun met modder worden belast. — ja fomtijds wanneer de kosten tot het maaken dier Perken, voor hun te veel zijn, worden die eigenaaren uit aanmerking van het voordeel dat daarin voor de Stad gelegen is, in het draagen der kosten van .Stadswegen wel eens wat te gemoed gekomen. En dit notabel voordeel of befpaaringe van kosten, het welk in zodanige belosfinge gelegen is, is voor de Stad van dat aanbelang, dat men de aanbiedinge der Modder, op voorgemelde Conditiën, door middel van publiecque advertentien in de Couranten ten behoeve van particulieren , eigenaaren van Landen, meermaalen heeftgedaan. De overweging dezer zaake in de voorfz. algemeene aanmerking vervat , cn dezelve op het werk buiten de Haarlemmer Poort toegepast wordende, zal daar over (zo Ik vertrouw) flechts bij eene oppervlakkige befchouwinge van dien , ten aanzien der kosten reeds eenig licht verfpreid hebben. Dan om de zaak in questie zelve wat meer in het bijzonder , cn in zijn eigen aart te doen kennen, zij gé~ weetcn: Dat de kundige Infpeöeur over 's Lands Rivieren c. brunings , als zijnde tevens Toeziener over Rhijntarids Dijkwerken : in' den Winter 1792 en 1793. mij Öndergefchreeven een voorftel deede , om de Braak of Wiel binnen den gem. Dijk tot verfterJting van denzelven met Siads Modder te vullen; waartoe ik om voorgemelde redenen , gcreedelijk inftemde ;■ en door Thefau;:creii Ordinaris dezer Stad op mijn voardragt, om dezelfde gegronde reedenen geapprobeerd A en Refolutie tot de uitvoering aan mij verleend werdt. ■ Immers uit de voo'rzeide algemeene aanmerking is 'het ecnigzins af te leiden en .zulks zal ftraks nog klaarer blijken , dat de belosiing over den Dijk , zo -wel ten aanzien van de Stad, als van de zijde van Rhijnïand zeer convenabel gefchieden kan ; gelijk dezelve o<3c daadelijk gefchiedt; zonder dat de kosten der gewoone Modderwerken daar door vermeerderen, maar wel in "*t tegendeel aanmerkelijk verminderd worden. 1. Want wat hetlosfen der Schouwen -op de gemaalte loswallen, en de verdere bewerking uer Modder, 'door eene tweede en hoogere opfmakking derzelve , aangaat; deze is niet ongöwooner of kostbaarcr , maar dezelfde , zo als cldsrs en mecrendeels ep alle Stads v 4 Lau-  C 22.0 ) Landen gefchiedt, welke expresfcüjk tot bergplaatfcn voor de Modder gekogt of aangelegd worden. Het is alleen op eenige wéinige plaatfen waar de belosfing der Landen zonder een tweede en hoogere opfinakking, behoorlijk gefchieden kan; namentlijk, op laage Lauden welke voor de eerfte reis worden opgehoogd; daar eene tweede , derde en nog meerder bclosfingen , die niet min kosibaarer, dan telkens bij iedere bijzondere belosfing , door een tweede opfinakking gevoeglijk gcichioden kan ; en die echter, om meer dan eone reden ; noodzakelijk is, om eene behoorlijke quantiteit Modder op' de Landen te kunnen bergen; wanr door dan tevens laage en onvrugtbaare Landen tot zodanige hoogten werden opgehoogd , dat dezelve in eenen ftaat van droogc en /eer vnigtbaare Tcellanden hervormd worden. Maar ten dien einde, worden, bchalven de ordinaire gemaakt wordende loswallen , waarop de Modder onmiddelijk u't de Schouwen wordt gelost, en die in alle gevallen, zelfs bij een eerfte cn enkele belosfing, noodig zijn* °ck nog zogenoemde Smakkadcn , waar over de Modder nog eens gelmak't wordt, drang en keerkaden vereiseht, welke, niet zonder groote onkosten , om eene tweede bewerking, dat is eene hoogere opfinakking te kunnen doen, van Stads wegen moeten gemaakt worden: daarin tegendeel bij het werk in questic, de Dijk de plaats der Smak^ade bekleedt, en de overige binnenwerken na rato van de groote quantiteit Modder die aldaar geborgen wordt, van weinig aanbelang zijn., cn Waar van de kosten nog ten deele door Rhijnland gedraagen worden. — Waar door de Stad dierhalven van veele kosten wordt bevrijd, welke anders ordinair tot het maaken van fmak-drang- en keerkaden, ter bereiding van bekwame Losplaatfen en Perken tot berging der Modder onvermijdelijk moeten gefpendcerd worden. 2. Daar bij behoort ook in acht gc:ioomen te worden, dat men, bij het betwist wordende werk,in Loco een gróót cn wei gelegen Terrein tot berging der Modder èuiien kosten verkreegen heeft; daar men altoos met «en vereiseht uitzicht behoort te zorgen, om Losplaatfen , zo veel mogelijk nabij de noodige uitdiepingen, Jrj voorraad te bekoomen; aan welke bekwaamc Lospisatfên het in het algemeen hoe langer hoe mcCr mangelt. En het is wegens gebrék aan dien inzonderheid aan «ie Westzijde van de Stad, dat voor a 10 Jaaren de ver>r;rsalige Regeering heeft goedgevonden, een groot fetfèelte van den Overbraakfchen brrken-p' oldcr, cn wel het  (' 2,2.1 } | het Oostwaardfche einde van dien, als zijnde het naaftebij de Stad gelegen, ten einde voorzegd, voor de Stad aan te koopen. . . ,. s. Wanneer men bij dit alles nog m aanmerking neemt, dat de Werklieden op de Moddcrfchouwen vaarerïde zo wel aan den Dijk buiten de Haarlemmerpoort , als in de buiten landen losfende, 3 ftuivers per fchaft minder genieten, dan wanneer zij elders in de binnen polders moeten losfm , en waar bij dikwils nog Jaagloonen voor de Schouwen, van Stads wegen moe-, ten worden betaald. En dat reeds in de 2 Jaaren 1793 en 1794- ruim 50,000 Schaften Modder agtcr den veel gemelden Dijk zijn geborgen: zo vleije ik mij, dat het Committé , naa deze opheldering te hebben ingezien, reeds aanftonds, ten minften bij een naauwkeïirigc overweeging derzelve , zig. volkomen zal overtuigd vinden, dat met de belosfing en verdere bewerking der Modder over den Rhijnlandfchcn Dijk even buiten de Haarlemmerpoort, veele kosten ten profijte van de Stad worden uitgewonnen, en dat in ftede van dit werk in aller ijl te moeten (haken, het ter contrarie te wenfehen ware dat men ten allen tijde gelegenheid hadde oqi op zodanige wijze üe Stad vande overtollige Modder te kunnen ontlasten. Met deze Elucidatién zoude men véeUigt kunnen ver-, meenen, met relatie tot de ftad, aan de begeerte van het Committé van AJgemsen Welzijn te hebben voldaan. .. Edoch het is bekend dat deze Stad niet als belangloos omtrent den ftaat van dien Dijk, kan aangemerkt worden ; waarom ik meene mijne Taak , met het voorfz. niet te hebben afgedaan. —— En waarin k ik zoude aan de kunde van mijnen achtingswaardige;! Burger-Vriend c. brunings te kort doen, indien ik dezewijze van verfterking, en fecurecring des dijks onaangeroerd, en dus, als 't ware, ter zijner verantwoording overliet. Dan .befchouwt men dit werk aan de zijde vanRhijnland, 't welk de zorg en kosten ter onderhouding en fecureering van dezen dijk, als liggende in den omtrek van hunr.cn kring , draagen moet: zo is uit het veorberedeneerde ligtelijk cptëmaaken , dat de opvulling der geweezene braak of wiel binnen aan den roet des dijks gelegen, op geen min kostbaare wijze gefchieden kan: daar immers de kosten dier 15 fleuven welke in de kruin van den dijk gegraaven zijn , met zo veele Reibi-uggen over dezelve ; gevoegd bij een gedeelte van 0 y 5 eeni-  eenige weinige kosten, wegens het maaken van kaden binnensdijks; welke volgends gemaakte fchikkingen ten lasten van Rhijnland komen; niet noemenswaardig zijn in vergelijking van alle andere manieren van bewerking; vermids door deze alleszins Convenabele fchikking, Rhynland de fpecie , om zo te fpreeken , voor niets verkrijgt, en dus een dubbel of wederzijds voordeel, zo voor Rhijnland als voor de ftad opleevert. Het vooruitzicht daarvan, zo wel als het naa genoemde voorval^ en defect ann den dijk , zal ongetwijffeld den InfpeCtcur c. brunings hebben aangeboord , om dodr zijne propofitie te beproeven , of het daar henen konde worden gedirigeerd, zo als dat werk thands rnet zeer goed fucces wordt geëxecuteerd : te meer , daar toen ter tijd de binnenloop des Dijks naar den kant van de daar binnen gelegen Braai, of Wiel, was afgefchovcn. En het was voorzeeker ook om het gevaar van dit inconveniënt, dat men.volgcnds getuigenis van c.brunings, reeds een Eeuw geleeden, bij Rhijnland was bedaet geweest, om dezelfde Braak , ter voorkoming van zodanige affchuivinge, op tc vullen : doch dat men tot de uitvoering daar van niethadde kunnen belluiten, uit aanmerking van de groote koften, welke de gedagte vulling, na het algemeen Concept en manier van werken , zoude veroorzaakt hebben ; namelijk , indien, men de grondfpeciën tot die Vulling benoodigd , ee«jg en'alleen tot dat oogmerk, van elders hadde moeten aanvoeren. . Belangende de Nuttigheid cn gefchiktheid van dit onderhanden zijnde werk, aangemerkt als een middel ter verfterking,eu fecurcering van dit gebrekkige gedeelte van aen Dijk. ° ö 1. Het is busten kijf, dat deze Dijk daar ter plaatfe een verbetering noodig hadde , althahds de Burger jgraves, ftemtdit geredelijk toe, in deze bewoordMige„ t natuurlijk verftand dicteert genoegzaam op de eerfte „ befchouwing , zonder dat het noodig is de Dijk en „ waterkundige werking, hier bij in te roepen; dat dit „ gedeelte van den Ouden Dijk, die van agteren op een* proiigcn, dariachtigen en on vasten grond gelegen is, en „ daar bij een fteile gloijing heeft, niet tc betrouwen ,, is, voor ontzetting en gevaar van doorbraak." 2. En hij voegt 'er bij: „ ook dat die Dijk niet te „ iecureeren is, door dunne modder, gehaald van de ftads Moddermolcns." 3. Vcrvolgends fpreekt hij met veel verontwaardiging over de wijze van bewerkingwelke hij een gruwelijke gcldverfpilling noemt. jjü  c *n ) Dc ongegrondheid van dit gezegde , meene ik, uit het voorberedeneerde genoegzaam geblceken te zijn, en het tegendeel onwederzeggeli.jk aangetoond te hebben. Dan dc tweede Helling van j. graves (trekt tot ce» blijk dat bij zo wel onkundig is, omtrent den eigen aart van de ' Modderlpeeie , en het effect en capaciteit van dezelve tot het maaken van Werken, als omtrent de bewerking van dien. Want, wat de Modderfpccic aangaat, die j. graveS onbekwaam keurt om den Dijk te fecurecren ; deze ïS dezelfde foort , als waar uit thands de voorleggende Buitenlanden beftaan , dewelke overal 4 k 5 en meer voeten dikte , ongeveer 8 a 9 jaaren geleeden met Modder belost zijn geworden ; en uit deze Landen, zegt 1 graves , moeten de Kleigronden gehaald worden om den Dijk, na zijn concert, te verzwaaren. — Dus noemt hij de gewezene Modder, waarfchijnehjk onweetende, doch te recht, Kleigronden, die de beste foort is om Dijkwerken te maaken, gelijk dezelve ook fteeds tot dat'gebruik, ten behoeve van de Rbijnlandfehe Dijkwerken , met Vaartuigen en Wagens, uit die zelfde Buitenlanden van deze Stad wordt afgehaald: be- halven dat al van veel vroeger jaaren, alhier, volgends Conventie met Rhijnland, alleen ten zelfden einde, exprcsfelijk Klciperken in het Binnenland agter het Mostaard Molcntjen, buiten de Haarlemmer Poort, zijn aangelegd , die altoos in voorraad mét Modder vol gelost worden : dierhalven beftaat het onderfcheid tusfchen de ilappe Modder en de Kleiaarde alleen daar in , dat de eerstgenoemde nog nat, en dus flap is , daar de laatite reeds uitgedroogd en ftijf geworden is. Nu ftaat alleen nog te ovcrweegen , het gelchil over de wijze van verfterking ; namentlijk, of de Dijk zelve aan den buitenkant behoort verzwaard, dan ol het gebrek, het welk aan de binnenzijde van den Dijk rendeert, ook aldaar, op een of andere wijze moet verholpen worden , en of zulks door middel van het onderhanden zijnde werk gefchieden kan. Het is'de eerstgenoemde wijze, welke j. graves als een middel ter verfterking en fecureering aan de hand geeft, en ten fterkften aanprijst: wijl hij, het laatfte daar bij vergeleeken, als voor een prullewerk aanziet , en dus ais geheel onbekwaam verwerpt en ten ecnemaal afkeurt. Vergun mij, Burger Gecommitteerden! alhier, als 111 't voortij gaan, aan te merken, dat, alhoewel het mij' toefchijnt, dat de Burger j. graves veelligt uit g011^"  heid aan zijn gcjiefdkoosd plan, en aangevuurd door zijne ingebeelde kundigheid, zig niet heeft kunnen onthouden, zig te bedienen van meesterachtige en foorkende uitdrukkingen , waar mede zijne gemediteerde Memorie als doorzaaid is, en welke, zo voor den In■fpeaeur brijnings als mij, hoonende zijn, dat ik echter by onderftelhng.dat zulks uit een' weimecnendcn ijver voortgefprooten, daar op hier ter plaatfe niet zal blijven ftaan ; noch trachten de aandacht van het Committé .pp te houden met ondcrfcheiden en uitgebreide, aanmerk.ngen, oP dwerfe pasfagien in 't gemelde Gcfehrift ZZt°TC h,Ct ,welk m« anderszins ligt doenlijk .zoude zyn : edoch alzo zulks niets ter zaake doet, zo zal ik liever de beide onderfcheidene Concepten, ieder ju hunne bijzondere waarde, ter beoordeeling van het Committé kortelijk trachten voor te ftellen. De Burger j. graves is van gedachten, dat zijn Plan ■de voorbeur verdient. J Ten eerften en voornamelijk om de minstkostbaarheid . hn ten tweeden om het meeste effea, het welk hij aan het zelve toekent. J Aangaande de kosten van het tegenwoordige Werk, S h"rtAe ra*?e«ri^ va" J graves op te maa! Ken, dat hij, fchoon abuhvehjk, vooronder/telt, dat die .kosten eenig Cn alleen. tot opmaaking van dat Werk ■wonen gedaan, en dat hij geheel onkundig in de Stads Modderwerken , zonder genoegzaame onderrigtinge (dewelke hy by mi| zeer gemakkelijk hadde kunnen be- • komen) zig nogthands verftout heeft te onderneemen, de Regeenng dezer Stad ophelderingen te wiilen geeven , (met tegen/taande hij zelve nog noodig hadt die te ontfangen) en zulks alleen met een oogmerk om na • een geheel nieuw Plan, deze Stad van enorme en nut. telooze uitgaaven té fubleveren Óf\Zijne ondL'rftelling ten aanzien der kosten, gejicel valsch en ongegrond is, zo vervallen ook van fL , % r^eneei->pgen dewelke daarop gebouwd zijn. eindelijk ftaat nog te overweegen, of van het Plan ''Sr^J^VB$j lngevai,hc£ zelve wierde uitgevoerd, '~^uL f ' da" van het «Verhanden zijnde Werk, . zoude te verwagten zijn. '\,.,y0KgendS h" 9onJc^t van /• CRAVEs» behoort de Dijk i van bui en aangelegd en verzwaard te worden. J hdoch dit Concept rust ook ten aanzien van het effea a. wederom op veronderftellingen, loutere gistingen en gezegden zender eenig bewijs. &nungcnen immers daar bij moet men vooronderfteflen, dat de Diik  Dijk daar ter piaatfe te ligt, dat is, namentlyk, dat de inhoud van zijn Profil te klein is. Doch het zelve hier ter piaatfe niet kleiner zijnde dan elders, heeft geene verzvvaaring noodig, indien maar het gebrek aan de binnenzijde, namelijk de affchuiving des binnenloops, te keer gegaan en voorgekomen worde. Voords zegt j. graves dat het gedeelte van den ouden Dijk , van agteren op een profigen, dariachtigen en onvasten grond gelegen is; dat is zo, maar dus doende fchijnt hij van gedagten te zijn, duzulks niet van rooren plaats heeft: trouwpns hij zegt vervolgends, dat alle verbeteringen en fecuritciten behooren gezogt te worden , in den aanleg des Dijks buitenwaards op het buitenland en dat men aldaar een' itevigen grond of voet van klei vindt. Maar heeft j. graves gronds genoeg voor deze gezegden ; is hij verzeekerd dat de oude gronden in de buitenlanden , van beter en vaster aart zijn, dan in de binnenlanden? heeft hij zulks door grondbooringen onderzogt ? dat hij alsdan zijne bevindingen opgeeve ! Het is veeleer waarfehijnelijk, dat j. graves ook in dit geval oordeelt, Hechts naar een oppenlakkige befchouwing-e, en het zien van de klei, die voortgekomen is uit de flappc modder, waar mede die landen belost, en tot tegen den voet des Dijks bedekt zijn geworden. Althands het is zeeker, dat voor 8 a 10 Jaaren aleer . die belosfing werdt gedaan, niet meer dan omtrent een •voet dikte boven aarde op die landen, en daar onder niets dan darie gevonden werdt; welke darie of veenachtige ondergronden, wegens derzelver ligte fubftantie, bij het graaven der nieuwe ilooten , van onder uit den bodem derzelve , door het verborgen of in zig hebbende water , •naar boven werden opgeügt ; daarbij, konde men nog een fpar zeer diep ondër in den bodem dier flooren initeeken , zonder eenig zand.of andere vaste kleigronden te befpeuren. . En hier van daan is het, dat men, bij zeer hoog water, gezien heeft, dat het onder den Dijkrioorgedronges wa~ ,ter , uit den Berm langs den binnen The.cn des Dijks, ■tusfchen de meergemelde Braak en het huis bij het Mof• taard-molentje, op verfcheidene plaatfen, als uit zo veele .fonteinen kwam opfpringen. . Indien nu in deze gefteldheid, de Dijk, welke op zig zelfs reeds zwaar genoeg bevonden is; volgends het Plan van j. graves nog meer wierde verzwaard, dan bleef de diepe poel en de laage ilappe gronden binnen aan den voet des Dijks, dewelke de oomaken van het go-  C 226 ) fevreesde gevaar en daadelijke affchiiïving zijn, noglri enzelfden ftaat; zonder dat de door persingen van het water , daar mede eénigzins vermindert, veel min dat de Dijk tegen verzakkingen , welke bij hooge waters meestal aan'de binnenzijde voorvallen, gefecureerd zoude zijn. Dan al het voorfchrevene met aandagt overweegende, acht ik het bijna overtollig nog klaarer aan te toonen, dat het jegenswoordig gemaakt wordende werk, ter verfterking van den- Dijk zeer gefchikt is ; althands zij, die eene gegronde thëorctifche kennis hebben van de Natuurwetten, op Water-en Dijkwerken toegepast, zullen dit geredelijk toeftemmen ; dewijl met deze Modder-fpecie , niét alleen de Braak gevuld , maar ook het moeraslig en laag binnenland, ter'breedte van ongeveer 25 h 30 roeden van den Dijk, bezwaard, opgehoogd, en tot vaste en zeer vrugtbaare Moeslanden bekwaam gemaakt wordt, het welk een behoorlijk tegenwigt aan den Dijkverfehaffen kan; welkers gemis, vergeleekcn tegen de zwaarte van den Dijk, nabij een Moeras en diepen Put gelegen , •te vooren de oorzaak der verzakkingen was , en het wel.ke nu, door deze vulling en ophooging , vergoed en weg- fenomen wordt. — Behalven nog dat door deze verooging der gronden, den doortogt van het water belemmerd , en de Dijk zelve gerugfteund, en in allen opzichten aanmerklijk verfterkt wordt. Dit is zo een eenvoudige en bevattelijke waarheid, dat men zig verwonderen moet , dat zulks door j. gravks ais gewezen Kameraar, (die zegt veel Bellekken gemaakt te hebben enz., het welk anders ordinair het werk der Dijkmeestcrs in die quarticren is) niet begreepen, althands niet erkend is geworden ; ten ware hij door een , hem vreemd gezicht , op de flappe modder zo zeer verbijfterd is geworden ; dat hij niet bedagt heeft, dat niet alleen flappe Modder, met 'er tijd uitdroogt en ftijve klei wordt; maar zelfs .dat Water ook Water keert. Waarom ook in Slui- -zen, wanneer die Hoogwater moeten keeren , het Water tusfchen de voorfte en agterfte Deuren, verdeeld , en op een zekere hoogte gehouden wordt om de voorfte Deuren te onderftèunen. Ja zelfs zijn 'er concepten , om een of twee Kaden binnensdijks, op een zekere distantie van de Dijken en van eikanderen af te leggen ; om daar mede het Water door de Dijken quellende, op te vangen; het welke ik als een gepast middel tot verfterking der Dijken, wel eens heb hooren aanprijzen. — Doch dit concept ter eere of oneere van zijn Au-  C "227 ) Autheur daar laatende, zal ik hier alleen nog bijvoegen» dat het een vrij algemeene praétijk is, die gedeelten derDijken, aan welkers binnenzijden Wielen ,'Moerasfen of ilappe Gronden gevonden worden, desbehoevende, ook aan die zijde te verfterken, door middel van Aarde of Zandbermen, ter breedte van ,2,3 of meer Roeden tegen den binnenloop van den Dijk aan te leggen: het welk bij deskundigen, boven alle andere verfterkin°-en aan den buitenkant, veel al geprefereerd en van een uitmuntend nut bevonden wordt; hoe veel te meer dan, moet het thands gemaakt wordende werk , waar dóór niet Hechts eenelTmalle laage Berm, nog een binnen dorieerinovan 3 Voet op den Voet (zo als j. graves projeaeert,) geformeerd wordt. Maar waar door de geheele Wiel gevuld; als ook de daar nevens gelegene Moerasfen in drooge hooge Landen veranderd worden, welke als 't ware, een binnen dorieering van ongeveer 25 a 30 Voeten op den Voet uitmaaken, hoe veel te meer dan (zeg°e ik) moet dit werk de goedkeuring en preferentie we»draagen, van hun, die een waar en zuiver denkbeefd van Modder, en Dijkwerken hebben! Maar dat deze wijze van Dijkverfterking aan ƒ. graves in den kring van Kameraar'van den Lekkendijk bovendams geheel onbekend is, daar over behoeft de ondergefehrevene zig niet te bevreemden , die van zijne jonge jeugd af aan , allerlei foort van Dijk en andere werken heeft bij gewoond , en die, voor de bekleeding van zijn tegenwoordigen post bij deze Stad , ge-. duurende 20 Jaaren tijds , als Dijkmeefter, zo aan de Alblasferwaard als aan den Lekkendijk bovendams, heeft gefungeerd , en in die qualiteit fteeds dc beftekken van de Dijk-en Waterwerken gemaakt en het toezicht over de uitvoering daar van gehad heeft ; heeft zo min als de gewezen Kameraar graves , die bewerking aldaar , noch op een groot aantal andere plaatfen inlleze Republiek alwaar hij werken heeft gemaakt of doen maaken ; als in Staats - Vlaanderen, Zeeland, Holland, noch aan de Rivieren in Gelderland, Kleefsland tot bij Wezel toe , op alle welke zijne Commisfien zig uitftrekten, gebezigd gezien.- Dan de reden daarvan isligttebefeffen, alzoo hij geene plaats heeft aangetroffen, noch hem elders bekend is, alwaar zo veele Modderwerken beftenftig verrigt worden, dan bij Amfterdam; waar men geftadig gelegenheid heeft, zig meer en meer daar in te oefenen, en zig toe te leggen om een nuttig gebruik van de modder-fpecie te maaken; waar toe in het algemeen , cn inzonderheid op andere plaatfen zeer zeldzaam  ( 228 ) zaam.ofin net geheel geene occafie gevonden wordt, juist te gelijker tijd, op welken aldaar modderwerken voorvallen. Maar gefteld dat het buiten allen Exempel is, dat ergens elders 't eeniger ti jd en in dien finaak j als hier geFchiedt, gewerkt is : daar uit volgt geenszins, dat dit werk zonder genoegzaam vooruitzicht op nuttigheid , is aangevangen, en voort gezet wordt; even zo weinig als dat het daarom van geen nuttig gevolg, zoude kunnen of zal weezen ; immers het natuurlijk verftand dicteert, indien men nooit anders dan na voorbeeld gewerkt had: de, dat als dan de kundigheeden ook nooit tot dien trap van volkomenheid zouden gekomen zijn, als waar in ze thands zijn, en waarfchijnelijk van tijd tot tijd nog verder zullen opklimmen. Het was (vertrouw ik) buiten allen voorbeeld , eenen geheel nieuwen dijk , en dat wel in het water , van dunne modder te maaken, toen de ondergefz. inden Jaare 1788 een Plan formeerde, om zulks te doen rondom het Admiraliteits dok bij deze Stad; welk werk voords conform dat plan, onderzijn beftuur en toezicht aangelegd, en van tijd tot tijd riiet goed gevolg reeds tot eenen voet voor dien dijk gemaakt is geworden. —• Ingeval nu de Liefhebberi j van den ge weezen Kameraar j. graves zig niet enkel bepaald hadde tot het werk waar over hij zig aan het Committé van Algemeen Welzijn geaddresfeerd heeft: maar hij ook hadde kunnen goedvinden zig alvoorens te vcrleedigén tot het bezichtigen van andere te vooren verrigte Modderwerken ; als ook die aan welke men werkelijk bezig was, en daaromtrent ter goeder trouwe de begeerde onderrigtinge gezogt en bekomen hadde ; dan zou hij (zoo ik mij niet bedriege) onder beter vooruitzicht , niet getragt hebbc I met zo veele ingebeelde kundigheid, de aandagt van het welgemelde Committénutteloos op te wekken en bezig te houden. Althands, Burger Gecommitteerden! ik heb de eer, deze mijne aanmerkingen en Elucidaticn aan Ulieden over te geeven ter bcöordceling of het werk in quaftie aan den Dijk buiten de Haarlemmer Poort, niet veel beter is dan het geld in het wïtteï te werpen, zo als de gewezen Kameraar van den Lekkendijk bovendams j. graves, waant: en of dat werk in de daad; in vergelijking van het gene door hem is voorgeflagen, voor prulIe werk is aan te zien : dan of niet veel eer, z jn adres, 'aar en tegen, een plaats onder de prulle fehriftc". meriteert. Gefchreeven met toewenfehiug van Heil eh Broeder] chap '. Amfterdam (Get.) den 2 April 1795. «■ goudriaan az.  C ^9 ) VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP! Aan het Provijïoneel Committé van Algemeen Welzijn,van 't Folk van Amfterdam. Vermids 'cr, tot dus ver, geen de minfte beweegingen tot onderzoek van mijn Plan, den iften Maart 1795 overgeleverd , niet betrekking tot het werk aan den Hoogendijk , even buiten de Haarlemmer Poort, en waar aan 95 menfchen dagelijks arbeiden, befpeurd wordt, — veel min dat eenig belluit deswegens gevallen zoude zijn, waar op nogthands bij het gedagte Plan ; zeer fterk, en met het meeste recht aangedrongen is geworden ; ter oorzaake dat het werk gantsch verkeerd wordt gemaniëerd, en geldverfpillingen , voor reekening van deza Stad , wier Financiën buiten dien deplorabel gefteld zijn, niet gering en teffens zonder vrugt daadelijk plaats grijpen ; — zo zal ik 'er deze waarneemingen nog al verder bijvoegen. •— 't Is algemeen bekend, waarde Burgers ! een kind kan het begrijpen , dat Vaarten en Slooten, welke direct, 't zij voor of agter de Dijken gegraaven worden , of gelegen zijn, dikwijls dangereufe gevolgen hebben, en dat wel, hoe dieper dat ze 2ijn, des ook te gevaarlijker, dus dat die altijd moeten worden voorgekoomen, om datze de doorkwellingen veeltijds begunftigen, de Dijken zelve wel eens doen wegfchuivcn, cn in zulk een Vaart ftorten , gelijk ook dat ze de Dijken in 't hart nooit doen uitdroogen ; juist het tcgenovergeftelde vindt hier plaats, een gantfche Vaart, voor de Modderpraamen, werdt 'er onder het voorig kostbaar bewind , langs den Voorvoet des Dijks, dired gegraaven, en die zëlfde Vaart is nu federt Hechts weinig dagen , aanmer'Jijk verdiept geworden ; hoe werkt men hier tegens aile gezonde begrippen aan; — al verder — de uitkomst heeft ook dezer dagen dit alles bewaarheid , en 't is als nog alle uuren van den dag te zien, immers zo de berigten zegZ gen  ( 23° ) gen en, het bloote oog van verre befchouwen kan,dat degronden, agter den Dijk gelegen, zo ligt, zo dariagtig zo Veenen zo kwelachtig zijn , dat de aangebragte Modder door die gronden is weggezonken, zo dat de oude grond met geweld is weggeftooten geworden, naar het binnenland, met eene verheffing van boven van eenige voeten, wanneer een Kade heeft moeten worden aangelegd, om de verdere wegftooting van die ligte gronden te beletten ; ook zelfs is deze Kade, op verfcheidene plaatfen , naaderhand weder doorgebroken, en daar mede nog al meer Veengrond op de Agtcrlanden gevoerd, van waar ze, zeer lipparent, voor rekening van dc Stad weder zal moeten worden weggehaald, om dat dc Boeren niet gaarne Veengrond op hunne Landen hebben. — En wat heeft men dan wel te wagten , wanneer de Dijk ter voorgeftelde hoogte, volgends het als nog heerfchend denkbeeld van dc tcgenswoordige Directeuren , zal w_eZen gebragt ? Immers geene anderen, dan nog ergere naadeèlige uitwerkfels , en 't is den Alweetenden bekend, of wij zelfs hier door niet veel nader aan ruineufe doorbraaken, zo kort bij deze Stad, gekomen zijn, even eens als een groot gebouw op een onvasten grond, te eerder zakt en inftort, na maate dat deszelfs zwaarte is; ■ en zulks wel, na dat 'er immenfe fommen gelds , (zoude ik wel te veel zoggen, indien ik honderdduizend guldens noemde) bereids vermorst zijn, en indien het werk zo blijft voortgaan, (maar wat behoeve ik bij vero'ndcrftelling te fpreeken , 't is wezenlijk eene waarheid, dat het werk van dag tot dag op den ouden voet wordt ■voordgezet ) nog andere 100,000 guldens zullen worden vermorst. Want twee jaaren "is 'er tot dus ver ge¬ werkt, cn volgends de eenpaarige denkbeelden van de ünderbaazen en Werklieden zullen 'er nog twee andere jaaren moeten verleopcn, eer dit werk zal weezen afgemaakt. Kan 'er dit alles nu door Burgers; (ik fpreeke in den fmaak van Dijkwerkers) dat 'er, op dusdanig een wijze de Kat ais 't ware in den Kelder gemetfeli wordt, en dat 'er uiigeftrekre nieuwe Kaden moeten worden aangelegd, die, met al dit, nog niet eensfufficient zijn , omde gronden waarop de Bagger geworpen wordt niet van plaats te doen veranderen. Ik rocpe andermaal uit: Wat een fchroomelijken geld wordt 'er nutteloos in 't water geworpen. Een iegelijk, die in dezen eeni¬ ge betrekking ljceft, of met eenige directiën daar van ge- char-  ( *3i ) chargecrd is, maar meest voor al die Leden, aan welken de eindelijke uitfpraak incumbeert, behooren dit werk, en de vreemde verfchijnfels, die 'er zig bij vertoonen, met eigen oogen te zien, en daar naa te oordeelen of de Batterijen, hoe eer hoe beeter, hier ter piaatfe niet geheellijk behooren veranderd te worden ; te meer, daar zulks niet weinig moeite, en in comparatie met geringe kosten , compleetelijk te doen is. ik keere weder tot het gemaakte Plan, om 'er nog iets van te zeggen; een van deze twee uitkomftcn zal noodzaakelijk waar moeten zijn, of het Plan wordt verworpen, -— of het wordt als nuttig' en voorfleelig aangeioomen, aan welk laatfte ik geen moment twijnele, geduurende dit füspens nu, geeve ik aan U mijne waarde Medeburgers , ter overwecginge, of deze zaak niet ten eerften bij-de hand genoomen , en met den mcesten fpoed voor alle anderen , aangezien 'er per riqulum in mora plaats grijpt, behoort te worden afgedaan? want indien het gemelde, in de laatfte plaats"de uitkomst weezen zal, moet de Theen van den nieuw aangelegd wordenden Dijk noodzaakelijk vallen, in de opgenoemde gegraavene Vaart, en dan valt 'er, met veel kosten, weder te vullen, en wel te voorzien, dat te vooren , met exorbitante kosten , roekeloos weggegraaven is geworden. Om nu in dit ftuk, 't welk vcor deze Stad van geen gering aanbelang is , al verder het mijne toe te brengen , ciat 's Lands waare aangelegenheeden wel begreepen, cn 't interest van 't algemeen uitgeoeffend worde, zo declareere ik , wel te mogen lijden, dat mijn gedagte Plan, met de Brieven daar toe betrekkelijk, door Uwe bezorging', en langs den gebruikelijken weg, letterlijk in 't gewoone Dagblad bij gartman gedrukt of zelfs in de Publieke Stads Courant, worde geannonceerd, wanneer het niet manqueeren kan , of uit veele Concepten of Plans, die 'er ongctwijffeld te voorfchijn zullen koomen , zal het beste tc kiezen zijn; terwijl ik betuigen moet, aan verfcheidene mijner goede vrienden, die veel natuurlijk oordeels bezitten, dit Plan te hebben gecommuniceerd , en dat 'er tot nogtoe niet een is geweest, die de minfte remarque daar op heeft gemaakt.— Maar dat dan ook voor al, met het onder handen Zijnde groote wer;, niet worde voortgegraaven, maar wel zo lange geftaakt, tot dat het definitive befluit in dezen genomen zal tip'. Z 2 Ook  C 2$2 ) Ook behoeven de Arbeiders niet werkeloos te blijven, mrar de Bagger kan ondertusfchen met groot nut, gelost worden, op het Buitenland, alwaar overvloedige plaats Heil en Broederfchap. Amfterdam 7 April 1795. Uw lieder Medeburger Het eerfte Jaar der (get.) Bataaffche Vrijheid. jan graves. Welke (lukken gefield zijnde in handen van den Burger goldberg , om over dezelven in te neemen het advis van den Burger c. brunings, zo is het antwoord van laatstgemelden door den Burger goldberg aan de Vergadering gecommuniceerd als volgt : Ingevolge de begeerte dezer Vergadering, heb ik op de Memorien van den Burger graves , en het daarop ingekomen bericht van den Burger goudriaan , over het werk aan den Spaarendammer Dijk, ingenomen het advies van den Burger c. brunings, en van dien Burger het volgend antwoord bekomen, hetwelk ik thands aan deze Vergadering overlevere: Aan den Burger \. coldberg, Lid der Municipaliteit van Amfterdam. veel geachte medeburger! Ingevolge uwe begeerte heb ik (niet in eenige qualiteit maar als particulier) met dc vercischte oplettcnheid geleezen , de beide Memorien van den Burger jan graves , refpeaivelijk gedagtekend 16 Maart en 7 April jongstleeden, benevens het daar op gerequireerdë bericht van den Stads Direfteur goudriaan van den 2 dezer, het een en ander betrekking hebbende tot het werk aan den Spaarendamfchen Dijk,'buiten de Haarlemmer Poort der Stad Amfterdam, welke Dijk, gelijk bekend is, ftaat on-  ( 233 ) onder de beheering van het Hoogheemraadfchap van Rhijnland. Éene langduurige ondervinding heeft mij geleerd, dat niets meer aan berisping blootgefteld is, dan Dijk en Waterwerken; welligt om dat elk een waant, daar over te kunnen oordeelen , zonder te overweegen, dat, behalven een voorraad van Theoretifche en Practicaale kundigheeden ook bovendien grondige informatien, ten aanzien van het loeaalc, vereiseht worden. — Ik zal niet onderzoeken of de Burger jan graves de eerften bezit, fehoon het mij niet voorgekoomen is, dat zijne aan het Committé overgeleverde Memorien, blijken daar van draagen: maar zeer zeeker mist hij de laatlten — hij dwaalt naamelijk zo wel in het oogmerk der Modderwerken op dc voorgemelde plaats', als ook ten aanzien der waare geiteldheid en de reden der gevaarlijkheid van den Dijk aldaar. Geen wonder dan, dat hij in zijn ontwerp en gevolgtrekkingen zo deerlijk de bal mis Haat— of het voorzichtig , ot het billijk en met het^ waare denkbeeld van Broederfchap overeenftemmende zij, om zonder behoorlijke onderrichting (die nogthands gemakkelijk te verkrijgen was) eens anders werk te veroordeelen, en als eeiie nuttelooze geldfpilling verdacht te maaken, wil ik liefst aan uw oordeel overlaaten. De kundige en niet min braave Directeur goudriaan heeft mijns bedunkens, deze zaak in het vereischte daglicht gefteld ; hij heeft naamlijk doen zien , dat de Stad Amfterdam ten voordeele der Navigatie en Commercie, tot geduurige Modderwerken verpligt is, bij dewelken het vinden van behoorlijke bergplaatfen eene der grootfte zwarigheeden uitlevert ; al had derhalven het Modderwerk in quxftie geen ander doeleinde en voordeel, dan alleen dat van een bekwaame bergplaats achter den Dijk, alwaar de gebaggerde klei met geene meerdere kosten, dan elders gelost wordt; zo zou met 'er daad reeds aan het oogmerk van de Stad 'voldaan, cn dit werk billijker wijze, aan geen berisping onderhevig zijn. — Indien nu fimul & femel een ander niet min nuttig einde bereikt, indien tevens een Dijk , bij welke de Stad Amfterdam grootelijks belang heeft, verfterkt en van eene oude kwaal radicaal geneezen kan worden: wie toch zal dit gcldverkwisting cn prullenwerk noemen' De ftraksgemelde kwaal van dien Dijk, beftaat daar in, eensdeels dat hij op een darieiichtig ftaal ligt; anderdeels , dat kort achter denzelven een Wiel gevonden Z 3 wordt;  ■C 234 ) wordt ; waar in men met de bloote hand een Sparre van 36 voeten drijven konde , zonder eenigen vasten grond te ontwaaren, van daar dat bij alle hooge vloeden reeds in 1706, en nog onlangs in December 1701. dié Dijk aan dc binnenzijde wegfehoof, en zijn voetfteun in den grondelooZen Wiel verloor. Men trachtte dit in het eerstgemelde Jaar met een zvi aar paalwerk langs de binnen Berm te keer te gaan; doch dit was te ver°ecfsch en moest vergeeffche moeite zijn, dewijl Mer dóór geenszins de oorzaak van het kwaad weggenemen werdt. Eene meerdere verfterking of verzwaaring der buitengloijing, zo als de Burger j. graves voorilaat, zou even nutteloos, cn zelfs in dit geval fchadelijk zijn. In 't algemeen wecten zij, die niet ten ecnemaalc vreemdelingen zijn m de Theorie der Dijkbouwkunde , dat het vermogen van weêrftandbieding, ceteris paribus, bij een Dijk gezocht moet worden in de verfterking of verzwaaring van binnen, niet van buiten. Men geeft aan een' Dijk eene flaauwe gloijing niet om zijne rciiftentie te vermeerderen, maaralleen, om, volgends bekende Natuur-wetten, den ilag der golven te brecken. Debinnengloijing daar en tegen prafteert de uitwerking van een fchoor-paal: zij is het, die het weêrftandbiedend vermogen van een' Dijk vermeerdert, en aan denzelven de waare fterkte geeft. • Dan, daar bij den meêrgemelden Dijk, dc oorzaak van het kwaad niet in eenige zwakte, ofgebrekkigen Profils inhoud gelegen is, zofpreektvan zeiven, datverfterkine; alléén geenszins het middel zijn kan , om denzelven voor rampen te beveiligen; Immers het is geene gisfing, maar öaadelHk door de bevinding geftaafd, dat dc aaide van den Dijk binnenwaards wegfehuift en zich in de Wiel verliest; alsdan zakt de binnengloijing, en wordt door een ruime barst of fcheurmg , tot eene aanmerkelijke diepte van den kruin des Dijks afgefcheiden, zo als ik het zelve in December 1791 gezien heb. — Is het nu (< m ook ééns op mijne beurt tot het gezond ver/tand te appellceren) niet gemakkelijk te begrijpen , dat alle meerdere verfterking, dat is , alle meerdere zwaarte cn drukking , het zij binnen of buiten aangebragt, deze we»fchuiving en verzinking, wel verre van te' keer te waan grootelijks bevorderen moet ? Trouwens de ondervinding . heeft dit ten vollen bevestigd; want naa de zo everigemelde gebeurtenis, liet ik terftond de barst of fcheor in den Dijk opgraaven, met beste klei aanftampen, en een zwaa-  C *35 ) zwaare binnengloijing leggen. Doch reeds in May daaraanvolgende was deze binnengloijing, behoudens haare tonnen-ronde gedaante , wederom tot dezelfde langte gezakt en weggefchoven. Gelijk men nu in het algemeen, bij de Water-bouwkunde grootelijks dwaalt, wanneer men de uitwerkingen , en niet de oorzaaken te keer gaat; zo zou men ook in het bijzonder hier nimmer het oogmerk, te weeten de beveiliging van dien bagchelijken Dijk, bereiken, zo lange de meergem. Wiel in weezen was. Het dempen derhalven van deze Wiel, en wel met beste klei uit het Ye (die de Burger graves , uit onweetenheid , als nietswaardige modder befchouwt , terwijl het te wenfehen ware, dat de geheele Noorder-Lek-Dijk uit zulke beklonken fpecie beftonde) dit dempen, zeg ik, en de daar mede verbonden famenpersfing der losfe fponsachtige aarde , binnens Dijks, is het eenige middel, waardoor die Dijk voor wegfehuiving bewaard, en midsdien op den duur beveiligd kan worden. Kan men nu dit heilzaam oogmerk bereiken door dezelfde maatregulen , die toch voor de Stad eene noodzaakelijke behoefte geworden zijn (om thands van andere accesfoire voordeden niet te fpreeken,) wie zal dan zulk eene onderneeming een geldverkwisting, een prullenwerk durven noemen? Doch ik zal hier niets verder bijvoegen, dewijl de Directeur goudriaan bij zijne voorfz. Memorie deze zaak zo uitvoerig behandeld en zo wel ontwikkeld heeft, dat ik geene bedenking draagen zoude, zijn bericht het mijne tc maaken. Verwachtende dat UEd. wel de goedheid zal hebben om naaderhand het befluit mede te deelen, het geen de Municipafiteit naar haare wijsheid in deze zaak neemen zal, blijve ik naa toewenfehing van Heil en Broederfchap! Uw Dienstvaard. Medeburger Zwaanenburg (gct.) c. s r u n I N g S. 23 April 179510. Lib. Mat. Ao.   C 237 ) B IJ L A G E, Behorende tot de Zitting, gehouden Vrijdag Naa middags den 8 Meij 1795 De Misfive waaromtrent de Burgers pietersse en nobbe het naavolgend rapport inleverden, was van dezen inhoud : yr. ij heid , gelijkheid, broederschap} Aan de Provifioneele Reprefentanten der Municipaliteit der Stad Amfterdam. BURGERS! De ondergetekenden allen in dienst zijnde en rustende Schippers, op de West-Indien, Middellandfche- en Oost-Zeeën, in een Collegie vergaderende, onder den naam van Zeemans Colleo-ie. Gezien hebbende in de Dagblaadjens van^de Provifioneele Municipaliteit dezer Stad, het rapport van Gecommitteerden tot verbetering der Monfter-Rollen voor het Zeevolk van deze Stad vaarende. Vinden tot hun grootst genoegen op Pag. 89, 90, 91, en tot 5 regels op Pag. 92. incluis, zodanige redeneeringen dat Zijl. geen oogenblik in twijffel trekken of aan de intentie van het geproponeerde van den Burger jan pietersse is ten vollen voldaan , waar mede (onder correéhe) deze Commisfie is afgelopen, en de goedkeuring van de opgegeevene vier MonfterRollen H beste door Ulieden zal verkoozen worden, het welk ons voorkomt de 2de, 3de, 5de en 6de onderteekenaar ook te regt begreepen hebben, dat hunne Commisfie was geëindigd. Maar de ifteen 4de andertekenaars-gaan verAa der  C 238 > der dan hunne Commisfie; zeek erlijlc door drift om nuttig te zijn aan den armen ouden Zeeman. Dat, zoo hun laatfte opgaaven nuttig en zonder nadeel van den armen ouden Zeeman kan ter uitvoer gebragt worden ? zeer te prijzen is. Dus verder voortgaande Pag. 92. 93 , 94, 95, en tot 2 regels op Pag. 96, vinden alles, zoo ons voorkomt, met goede en prijzenswaardige oogmerken ingericht; maar op Pag. 93 , vinden, volgends Keure dezer Stad, in dato o.g Januarij 1752, ieder Scheepeling aangemaand wordt uit zijne zuur te verdienen gagién eenige penningen te fourneeren ten behoeve van de Zeevaarende Armen, in die zogenoemde Armen Bosfen, als 'er van wegens Commisfarisfen van Zeezaaken in de Huur- of Monfter-Huizen geplaatst zijn. üm kort te zijn, komt ons voor, die fomma uit het rapport aanzienlijk moet zijn, en zoo de Rapporteurs zeggen hun niet geheugt, iemand dit uitgetrokken heeft. Dit Fonds (onder Correctie) zo ons voorr komt, is niet groot geworden door de .giften van de Scheepelingen die gemonfterd worden; want wat zal een Zeeman geeven van een maand gagie die op hand ontfangen wordt, en bij afdanking, wanneer hij een meerdere fomma ontfangt, gebruikt men zodanige Arm-Bosfen als men goedvindt, of in 't geheel, niet, te» keuze van den Boekhouder, dien het vrijftaatd* Equipagie aftedanken waar hij het goedvindt. Maar zoude het grootfte gedeelte van het gemelde Fonds niet wel zijn oorfprong hebben uic de zogenoemde Arm- of Gasthuis-Brief jens daar men voor een, West-Indifche reis voor betaalt f 10 : — : — en zo andere Plaatfen tia de Keur. N'.e*  ( H9 3 Niemand, zegt men, heeft 'er uit getrokken, Bet tegendeel zoude kunnen beweezen wörden, van div-erfe in Zeedienst verminkte Perfoonen. °P Pag- 9S> regel $ ftaat (alhoewel op een geheel anderen voet ingericht als het névensgaande) dus vertrouwen dat dit Plan min baatzugtiger voor fommige Perfoonen is ingericht, als waarvan in voorigen tijd gefprooken' Werdt.' .Op Pag. 90". zeggen de ondergetekenden, dat zij met medewerking van vier daar genoemde Burgers, weder op nieuw aan het werk zijn gegaan: (onder correctie,) is dat niet de Provifioneele Reprefentanten voor uit geloopen ? Immers Zijlieden waren *ér niet toe gequalificeerd om een Fonds op te rigten , veel minder Fa eden te veriaezen, zonder voorkennis van dé Frovilloneele Municipaliteit; men gaat verder zonder dat het Publiek op de opgeggevene Artikelen Pag. 9C>, 97, 98 en 99, (om dat zij liet hcht met zien) eenige ten voordeele van den ouden Zeeman aanmerkingen kan maaken. . Zo zegt men hoe dit Fonds behoorde ingericht te weezen in het 2de Art. op Pag. 97, en het 3de Art., welke plaats men behoort te hebben, of anders, om fpoedig te werken, wijst men *en Huis aan van den Burger s. bergqaard. Hec 5de Articul inziende, vinden dat de oude arme Zeeman zal gemaintineerd worden uit een fournisfement van $ pCt., of een ftuiver van de gulden van zijn zuur verdiende gagienj dit vertrouwen U' 1. zo wel als de ondergetekenden te veel zal voorkomen; En konden wij dan met Nationaale Zeelieden vaaren, en hec opgegeeven Plan in alle Provintien op gelijken voet werken, zo zoude 'er zeekerlijk (wel ingericht zijnde) een lokking voor vreemde Zeelieden plaats vinden,, Aa a Maar  Maar zal de arme Zeeman 5 pCt. van zijne 'te verdiene gagié'n misfen, zo kunnen die animoo niet fterk vinden, laaten. wij onderftellen, bij ordinaire tijden is een Onder-Officier van Onier-Stuurman , Bootsman, Kok ter Koopvaardij ƒ 24 : — a ƒ 25:.— en van den bevaaren Matroos ƒ15: — a f 16: — voor deze Stad , maar hij moet misfen een ftuiver van de Gulden, zo verdient een Onder-Officier f 16'. — en de Matroos f 14: — 5 —: nu geeft Rotterdam en Zeeland dezelfde Huuren, edoch, daar behoeft de Zeeman (die toch weinig om den ouden dag denkt) geen duit te misfen; dus blijft de vraag, waar zal hij dienst neemen ? Ziet daar Burgers Volks - Reprefentanten! eenige aanmerkingen , die wij hoopen UI. niet ongegrond zult vinden , en bij provifie geen Fonds zult ftatueeren, voor dat op de opgegeevene Articulen aan UI. het advies van meerder Perfoonen (des kundig) zal ingenomen zijn, en niet alleen blijven berusten in die Burgers, die zig van zeiven hebben voorgedraagen. Waar mede vermeenen tot nut van den armen ouden Zeeman voldaan te hebben. Verzoeken deze in de Notulen geplaatst te worden. Amfterdam den 17 Maart 1795. Het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid. Heil en Broederfchap ! Uit naam van gezamentlijke Leden (Was gCt.) harms. stroyer. *| ryndert luytjen. ! Commis- jan lankhoff. j farisfen. daniël grim. J Mij prefent, (Get.) johxnnes grim , Secr. vrij-  c mi y VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP ! Rapport wegens eene Misfive van de zig noemende Commisfarisfen en Secretaris van 't Zeemans Collegie, in dato 17 Maart laatstleeden. BURGERS REPRESENTANTEN' D e ondergeteekenden gelee zen hebbende zekere Memorie ot Brief aan UI. gefchreeven, in dato 17 Maart laatstleden, getekend door harm» strover" ryndert luytjen, jan lankhoff Cn danifl grim , als Commisfarisfen, cn joh*, grim als Secretaris van een Vergadering genoemd het Zeemans Collegie, zeggende te beftaan in dienst zijnde en rustende Schippers op de West-Indtën Middellandjche en Oostzee, welke Brief doorUl »eiteld is in onze handen, om te dienen van'bericht, aan't welk wij ook reeds voorlang zouden hebben voldaan, ware het, dat wij deze zaak van dat gewigt geoordeeld hadden, dat daar door veele belangrijker zaaken zouden hebben moeten terug gefchoven worden, dan om nu aan ül last eindelijk te voldoen, zullen wij tot de volvoering van denzelven overgaan. Gemelde Brief (welken wij, om reden als van particuliere Burgers gefchreeven, hebben geconfi* dereerd) was inhoudende: „ dat zij uit de Dae„ blaadjcns van de Provifioneele Municipaliteit „ dezer Stad, en wel bijzonderlijk in de Bijlaag „ van denzelven (in dato 6 Maart) hadden gezien „ het Rapport van Gecommitteerden tot verbee' „ tering van de Monlter-Rollen voor 't Zeevolk „ van deze Scad vaarende; en tot hunne °rootfte „ genoegen hadden gevonden, dat op Pag 80 „ 50, 91, en tot 5 regels op Pag. 02 iricIuisb" z^ „ danige redeneeringen, dat Zijl. geen oogcnblite „ m twijffel trekken, of 'er is aan de intentie van „ het geproponeerde van den Burger jan pie„ tersse ten vollen voldaan, waar mede (ze<*0 » gen  gen zij) onder corre&ie deze Commisfie is cf» „ geloopen." Hier fchijnen de gemelde Bur« gers de bepaaling van den inhoud van UI. Commisfie op ons gedecerneerd, zeer juist te weeten , vermids zij zeggen, dezelve geëindigd was, gelijk de 2de, 3de, 5de en 6de ondertekenaar van dat Rapport der Monfter-Rollen ook te regt zoude begreepen hebben, 't welk echter op die Pag. noch uit het geheele Rapport niet op te maaken is, alhoewel het waar is, dat op Pag. 92 gezegd wordt, (Jat men daar zoude kunnen eindigen, zo fluit Zulks echter niet in, dat als men in 't doen van een Rapport vermeent, zo veel doenlijk is in agt genoomen te hebben al die belangen die daar op regtftreeks betrekking hebben , dat 'er daarom fomtijds nog geene andere omftandigheeden kunnen zijn, dat indien een tweede zaak voorhanden ware, deze waar over men werkelijk handelt, nog folider of beter zoude zijn, of kunnen worden , veel minder fluit dit in, dat men, in een Commisfie gefield zijnde, het iemand niet vrij zoude fiaan, om zijn gedachten nopens zodanige tweede zaak (welke tot ftand gebragt wordende aan 't oogmerk van de eerfte nog beter zoude voldoen) opentlijk voor te draagen, te meer daar ieder Burger niet alleen de Vrijheid heeft, maar zelfs verpligt is, om ten nutte van 't algemeen mede te werken, en zulks ter piaatfe voor te draagen, daar hij vermeent het zelve te behooren. Het is de ondergesekenden daarom zeer abfurd voorgekomen, dat de gemelde Burgers zeggen, jij ondergetekenden verder zijn gegaan dan hun Commisfie luidt; wat doet zulks hier ter zaak? Immers niets! vermids zij het recht hadden, om een goede zaak, die in zich zelve nuttig en prijfenswaardig is , (zo als dc Brieffchrijvers zelf zeggen) altoos te mogen voordragen, en dus ook daar ter piaatfe en juist op een tijd, dat men over dat zelfde fujet, namentlijk, om een genoegzaam aantal Zeevolk hier te hebben, delibereerende was; de ondergetekenden hadden het genoegen, dat hun voordrage, aangaande het Plan ter on-  C Hl 5 önderfteuningvan den ouden en ongelukkigen Zeeman , met zeer veel aandoening en genoegen bij de andere 2de, 3de, 5de en 6de ondertekenaaren van 't rapport aangehoord en ontvangen werdt; echter was het zodanig niet ingericht of men oordeelde hetzelve met deze ommekeer van zaaken vatbaar, niet alleen voor eenige veranderingen, maar ook voor hoogstnoodige verbeteringen, en om hier van nog meer overtuigd te zijn, fprak een ieder der zes Onderteekenaaren , alvoorens hier over met eenige Kooplieden, Boekhouders van Scheepen, welke allen even zeer, een zodanig Inftituur goedkeurden. Nu befioot de Commisfie der Monfter Rollen, om met en benevens den oudften Schipper en Burger sybr. berggaard, nog eenige oude en ervaarene Schippers bij hun te noodigen, ten einde het meergem. Plan zodanig te overwegen, te veranderen, en te verbeteren, nis zij gezamentlijk zouden vermeenen te behooren, en het zijn de drie Schippers nicol. hermans , mich. gollards , en jan de groot jansz. , daar zij dat werk weder mede hebben opgevat, en in zo ver afgedaan, zo als het door de meergemelde Commisfie bij UI. ter tafel is gebragt, en thands nog is liggende. De ondergetekenden bekennen gaarne (en durven des aangaande mede wel voor de overige acht Burgers inftaan:) dat zij zeeker vunrig aangedaan zijn, om zo veel in hun is hun medemensen van eenig nut te zijn en wel inzonderheid den armen en verminkten Zeeman , waartoe zij wenschten nog meer in ftaat te zijn, maar des niet te min., heeft nimmer de drift daar voor,hen, noch de overige Leden, zodanig beftnurd , dat zij daarom dat ftijet als tot nadeel in plaats van voordeel (aan de goede zaak) in de waereld zouden hebben begeeren te brengen, zo als de meergem. brieffchrijvers het zelve fchijnen te willen doen voorkoomen; niettegenftaande zij zeggen, dat zij deswegens 't gefielde in 't gem. Dagblad op pag. 92,93 , 5>4» 96 eQ 9$' ahes gevonden hadden zo het hun A a 4 vo<*--  ( (244 O voorkwam, met goede en prijzenswaardige oogmerken ingerigt; indien dit hun gezegde hun opregte meening is, zo kunnen de ondergetek. het verder gefchrijf van die meergem. Burgers niet anders aanmerken , als uit enkel onkundige bedüzugt voorkomende , want wat beteek ent anders het uit zijn verband rukken , 't geen wij op pag. 93 van 'c Dagblad, aangaande de keure van 25 Januarij 1752. zeiden , bij welke keure de fcheepeling aangemaand wordt, om uit zijn zuur te verdienene gagiën eenige penningen te fourneeren in die zogenoemde Armbusfen, dat namentlijk dit fournisfement, onder anderen .'aan dat fonds het zijne rijkelijk hadt toegehragt , en alfchoon wij daar bijgevoegd hebben , dat tot welke fom hetzelve fonds geklommen was, wij daarbij nimmer hebben gezegd, zulks door dit fournisfement zo alleen tot die hoogte was geklommen; trouwens was dit uit 't woord onder anderen ook genoeg optcmaaken, en juist is het ook geleegen met het geen wij op pag. 94 gezegd hebben, dat 't niemand van ons geheugde ooit iemand gezien of gekend te hebben die (Letwel) als arme, oude of behoeftige Zeeman, ooit daarvan een penning genooten hadt, niettegenftaande veele behoeftigen, als aan dit. fonds gefourneerd hebbende, ook daar op een heilig recht van aanfpraak hadden, en hoe veel oude arme zielen 'er zijn, die met recht hier uit eenig onderhand hadden behooren en moeten genieten, en echter daarvan helaas verftooken zijn gebleeven! Nu zeggen wij in 't rapport niet, dat niemand uit dit fonds getrokken heeft, (want dit zou mogelijk , op een andere wijze, maar al te waar kunnen zijn) maar wij hebben gezegd, dat wij niemand gekend hebben, die als behoeftige oude Zeeman van dat fonds immer iets genooten hadt; en bij dit ons gezegde blijven wij nog perfifteeren ; zijn er echter weinige perfoonen die in Zeedienst verminkt zijn geworden, en die daaruit getrokken hebben, de drift van tcgenfpreeken zal ons' niet  C 245 ) niet beftuuren, maar het zal ons aangenaam zijn, dat zulks uit de gefourneerd hebbende Perfoonen met bondige bewijzen aan den dag gelegd wordt. Op pag. 95 van 't meergm. Dagblad ftaat dat het eerst ontworpen plan , al hoewel op een geheel anderen voet ingericht, als het nevensgaande , daar op merken de brieffchrijvers aan, en hebben kunnen goedvinden te zeggen, dat zij vertrouwden dat plan min Baatzuchtige)- voor fommige Perfoonen is ingericht, als waar van in vorigen tijd gefprooken wordt, daar wij nu vrij zeeker veronderftellen mogen, dat zij het laatfte ('c welk voor den armen Zeeman ongelijk favorabeler is ingericht, dan het eerfte) naauwelijks gezien, veel minder het zelve geleezen hebben , zo vraagen Wij, hoe het woord min baatzuchtiger voor fommige perfoonon hier te pas komt? Indien het ziet (zo als wij onderricht zijn) op de woorden, dat wij den post van uitvoering (in dien tijd) op ons genomen hadden, dan gelooven wij dat zij van dit plan geheel niet onderricht zijn, en dat dit hun gezegde enkel uit nijd of jalouzij voorkomt. Want wij al verder verklaaren daarvan gaarne afftand hadden wiilen doen , vermids er een oneindige moeite , en ter waereld geen de minfte voordeel voor Commisfarisfen opzit, en dus enkel een post van Charité is. Nog verder zéggen de Brieffchrijvers, dat zij PP Pao- 9°" geleezen, hadden, dat dc 6 onder? teekenaars van ons rapport, met medewerking van vier daargenoemde Burgers, weder op nieuws aan het werk zijn gegaan, en hier vraagen zij (al weder onder Correctie) of dat niet dc Provifioneele Reprefentanten voor uit geloopen is? Immers waren wij (volgends hun zeggen) daartoe niet gequalificeerd om een fonds optcrichten, veel minder Lieden te verkiezen, zonder voorkennis van de Provifioneele Municipaliteit. Ongerijmder ftelling hebben wij nimmer gezien en het bhjkt middagklaar, of dat zij-vooringenoomen zijn tegen het plan, of dat zij niet begrijpen, dat Aa 5 het  het van ons voorgedragene, maar flégts een plan of ontwerp is, 't welk wij aan de beoordeeling, en dus ter goed- of afkeuring van de Provifioneele Reprefentanten aanbieden. Indien een of wel meerdere Burgers te famen eene zaak 'uitgedacht hebben, die zij vermeenen dat voor 't algemeen nuttig konde zijn? behooren zij hunne gedachten dan niet alvoorens op het papier te ftellen , om ze dus geregeld aan anderen te kunnen mededeelen, en meer hebben wij immers niet gedaan, en zijn op deze onze gedachten nimmer zo amoureus dat wij (die tot het verbectcren der monfterrollen gequalificeerd waren) dezelve maar alleen onze goedkeuring zouden behoeven weg te draagen, neen, maar wij begreepen dat het bij het maaken der monfterrollen, de tijd was om van dit plan te fpreeken, en naa dat men het werk der meergem. monfterrollen afgedaan hadt, laaten zij hetzelve voor de overige Onderteckenaars van 't Rapport, deze vonden daarin (zo zij betuigden) te veel goeds, zo ten aanzien van de Commercie en Zeevaart, als ook voor den ouden en armen Zeeman zeiven, dan dat men 't aelve verder zoude laaten liggen, men befloot dan, om met den Burger_ berggaard , nog 2 a 3 oude Schipper? hier bij te verzoeken, en het kan zeer wel zijn, dat wij, na denzin der Brieffchrijvers, in de keus der perfoonen grof misgetast hebben; want, zoo Wij wel onderrigt zijn, zouden hunne nietsbeduidende_ reflecties mogelijk niet te pas zijn gekomen, indien zij zo wel als de meergem. Schippers, of wel in derzelver plaats, waren verzogt geweest. Hetzelve pian hier mede rijpelijk overwogen hebbende ; vraagen wij of de Municipaliteit nu daar meede meerder vooruitgeloopen is dan noodig was, om onze gedachten behoorlijk voortedraagen ? en moesten wij om dit te doen, van de Municipaliteit gequalificeerd zijn ? welk tene ongerijmdheid? Zouden de Ondergetekenden niet met veel meer recht mogen "vraagen: wie gem. Brieffchrijvers gequalificeerd hadt; om dit ons fa-  ( *47 ) felutair oogfRerk op een' zodanigen meesterachtigen toon te bedillen, als of de goedkeurr g enkel en alleen van hun afhangt ? „ Men gaat nog ven„ der (zeggen de Brieffchrijvers) zonde.- dar hét „ publicq op de opgegeevene artikels van pag; ■/> „ tot 99 , ten vobrdeele van den ouden Zo u „ eenige aanmerkingen kan maaken , om d „ (nam ent lijk die articuls) het licht niet z en Hier zou men weder mogen vraagen of zij al lens blind zijn, of zich zeiven tegenfprceken,w. op de gemelde pagina's ftaan immers met zo vc. woorden de extenfiën van ieder, en dus meer dan de bloote woorden articuls, hoe hebben zij dus ook anders aanmerkingen op de Articuls 2, 3 en 5 kunnen maaken? doch alle welke voor geen billijke aanmerkingen kunnen pasfeeren, waarom het ons ook leed doet, dat wij ons daar bij te lang hebben moeten ophouden, en uw gewigtigcr occupatien daar mede te fruftreeren, want uit het beloop van hun Brief zullen UI. zien. dat de meergem. Burgers in de meening zijn als of wij dit Plan goed* gevonden hebbende, hetzelve zonder uw goedkeuring of fanclic, zo maar zeifin werking wilden brengen, iets dat de ongerijmdheid zelve zou zijn, en dus hunne onoplettenheid en onkunde aan den dag legt. Immers wij herhaalen het nogmaals, is onze voordragt niets anders als eene propofitie, hoedanig als !t ieder Burger vrij ftaat aan UI te fuppediteeren, en bij aldicn de Brieffchrijvers dit wat beeter befeft hadden , dan zouden zij dc moeite wel hebben kunnen befpaaren, om onbevoegds haatelijke rcficclien op de voordragt te maaken. Dit vermeenden wij in 't algemeen over den inhoud van dien Brief UI. alvoorens te mogen en moeten zeggen. • En nu overgaande tot de aanmerkingen op het meergem. Plan zelf. Daar van zullen de Ondergetekenden minder behoeven te zeggen, dan zij in 't eerst gedagt hadden, om dat zij in den Brief minder gegronde aanmerkingen daar op gevonden hebben; de eenige aanmerking die de Brief- fchrij-  C (a4« ) ■ fchnjvers maaken," zóu alleen daar in beftaan dat het fourneeren van een ftuiver van den gulden dien den Zeeman verdient, hun wat te veel voorkomt , en zij de animo om volk te lokken daar in met vinden, dat wij geredelijk toeftaan, om dat zij t verband van 't favorabele 'er niet bij in aanmerking neemen, — doch waarom zou dit fournisfement van een ftuiver te veel zijn? niet om dat de arme oude Zeeman met minder te fourneeren zoude kunnen blijven gemaintineerd, zo als men verwagt zou hebben, dat zij zouden hebben aangetoond, neen! maarzij doen dit meergemelde fonds voor den ouden Zeeman voorkomen als geheel met noodig; „want, zeggen zij, bij ordi„ naire tijden winnen de Onder-Officieren, van On„ der Stuurman , Bootsman, Kok enz. ter Koopvaardij ƒ24 a 25: en een bevaaren Matroos /'ic „ a j 16: voor deze Stad, doch daar van moéten „zij misfen 1 ftuiver per gulden, zo verdient een „Onder-Officier ƒ22: 16:- en de Matroos fid-s„ nu geeft Rotterdam en Zeeland dezelfde huur „ doch daar behoeft de Zeeman (die toch weinig „ om den ouden dag denkt) geen duit te misfen, „ dus (zeggen zij verder) blijft de vraag, waar zal „hij dienst neemen?" Waar op wij gereedeliik antwoorden , dat zo hun gedepofeerde waar is en zulks vast doorgaat, dat de Zeeman om geen ouden dag denkt, dan zeggen wij zal hij moo°-hjk veelal dienst neemen, (alles anders gelijk ftaande) daar alwaar hij op den duur de meeste penningen kan verdienen en ontvangen, ergo was dan dit londs hier onnoodig. Maar of deze reden voldoende genoeg zijn , om daarom het meergem. fonds voor den ouden Zeeman geheel te verwerpen , laaten wij liever aan UI. verlicht oordeel over en zullen hier alleen maar bijvoegen dat de Brieffchrijvers juist twee plaatfen genoemd hebben Rotterdam en Zeeland naamentlijk, alwaar het Zeevolk, thuis komende, meestal met Zeeuwfchc Rijksdaalders betaald wordt, waarop zij veeltijds 1 a ié ftuiver per ftuk moeten verliezen, en dus aas pCt. ' min-  C 249 ) minder ontvangen, zonder de minjïe expeStanct van eenig voordeel. De overige aanmerkingen, waar van zij zeggen te hoopen dat Gijl. niet ongegrond zullen vinden, raaken immers niet regtftreeks het Plan , maar enkel en alleen onze voordragt, gelijk wij ftraks hebben aangetoond, en of gijlieden daarom geen fonds (zo als zij het noemen) zullen ftatueeren voor dat op de opgegeevene articulen het advies van meerder perfoonen (des kundig) zal ingenoomen zijn, laaten wij geheel aan U heden over, terwijl dit onzes bedunkens voorkomt , als U lieden niet alleen vooruitteloopen, maar zelfs wetten voor te fchrijven, — 't is waar, de ondergetekenden zijn door U lieden niet geroepen tot het formeeren van 't meergem.. plan, maar hebben ook nimmer geweeten dat als zij, iets goeds voor te draagen hadden , zij zulks met vermogten te doen, zonder dat zij daar toe alvoorens van u moesten geroepen worden. Dan om Ul.tetoonen, dat d'ondergeteekenden: (die buiten dit, eene aanmoedigende en goedkeurende Turbe, aangaande het te dikwerf gemelde Plan van 76 onderteekenaaren der voornaamfte Kooplieden en Reeders in Scheepen, onder zig berustende hebben) Echter gaarne het meer verlichte oordeel van des kundigen inneemen zo verzogten zy (juist toen zij van UI. v/eegens de monfter rollen gequalificeerd waren,) bij den meergemelden Burger s. berggaard, ten dien einde de reeds genoemde perfoonen, aan wien zij het zelve het eerst voordroegen, en met wien zij het zodanig verbeterd hebben, als zij het op den 6*™ Maart, aan U hebben voorgedraagen ; en boven dien werden zij geïnformeerd, dat'er een Zeemans Collegie zoude opgerigt zijn, in de Haring Pakkenj, welke Leden (zo gezegd werdt) zouden beltaan, in memand anders als rustende en navigerende Schippers , nu een van dezen verzostneis Plan te mogen hebben, dittoegeftaan zijnde" blijkens het rapport van den Burger berggaard , iicb-  C Ho ) hebben wjj. het zelve aan den gemelden Burger berggaard ter hand gelteld, welke daar mede teritond bij den oprigter van dat Collegie is °egaan , met verzoek om alle Capteins des avonds bij elkandcren te doen vergaderen, dan de oprichter was daar toe niet te beweegen, voorgeevende dat zulks zo fpoedig door hun niet konde worden geëxamineerd, doch de waare reden kan ook zeer wel gelegen zijn, dat de Burger berggaard, mogelijk als dan zoude ondervonden hebben, dat dat zogenoemde Collegie , alstoen flegts uit niet meer dan 6 a 7 Leden beftond, en dit gering <*etal is het, het geen die brieffchrijvers gaarne willen verbergen, zo als ook ten klaarften blijkt, uit hec berigt door hs. stroijer, dl. grim, jan lankhoff, r. luytjen, en johs. grim , als Secretaris bij de Municipaliteit den 15^ Maart ingeleeverd Waarin zij woordelijk zeggen, „ inaakende „ thands een aantal Leden." Zonder dit getal te roemen, het is dus vrij zeeker op te maaken, dat daar men deze vier eerstgenoemde Burgers (die ten minften des kundig zullen zijn,) niet geraadpleegd heeft, dit, de eenige reden ts , waarom zij tegen het gemelde Plan : ('t welk zij niet kennen:) zich veroorlooven willekeurig te verzetten. Wij moeten hunne handelwijze willekeurig noemen , om dac toen gijlieden op den i8den Maart hunne Misfive, met de zo genoemde aanmerkingen' aan ons in handen ftel de, lieten wij door °den Bode het getal hunner Leden vraagen, om als het ■ zelve niet te groot was, bij den eerften ondergetekenden, ofwel in een ander Huis, te verzoeken: over 't ftuk te fpreeken, en ware het doenlijk geheel na genoegen aftedocn, dan in plaats van ook aan dit billijk verzoek te voldoen , konden zij goedvinden,ditneevensgaandeBriefjen aan des eerst ondergetekendens huis te bezorgen zijnde van dezen inhoud. 1 „ Commisfarisfen van het Zecmans Colle„ legie, kunnen aan het verzoek van het „ naam-  „ naamloos briefjen niet voldoen, denbrengef „ van het zelfde, zeggende te koomen van de „ Burgers van de Municipaliteit. -- Uit naam van Commisfarisfe#i 19 Maart 1795. 't Eer/Je Jaar 'der (Was geteekend) Bataaffehe Vrijheid*, JOHAlfNIS GRIM. Secretaris. Nu) lieten wij het, om veele gewigcige zaaken en ook om ontuingenaamheeden, eenigen tijd berusten ;, ziende dat met deze Burgers in geene vriende ijKe ietukkingen te treeden was. - Doch daarom nebben wij hec meergemelde Plan nimmer uit het oog verlooren, en is het zelve ook nimmer verwerpelijk. Immers hebben UI. het befchouwd van die natuur te zijn, dat hec wel meriteerde de coniideratien van uw Committé van Koophandel en Zeevaart daar op te hooren, blijkens UI. Apoitil op net rapport, een zelfden dage als het door ons aan U is ingebragt, bij welk hetzelve gefteld is in handen van 't Committd van Koophandel en Zeevaart, om ten fpoedigiten te dienen van bericht, en dac du aanzienlijk corps Kooplieden, geheel anders over de voordragt en hec te dikwerf gemenüoneerde Plan denkt,blijkt hun kort, doch wel uicgebragc rapporc, in dato 12 Maart, te weeten, dat nee Committé van Koophandel en Zeevaart geëxamineerd hebbende, de Monfter-Rollen en het Plan voor den ouden en verminkten Zeeman, aprobeert het zehc volkoomen. % Verklaarende dac hunne „ vvensch zien vereenigt met dien der Leden, die in „ deze Commisfie zijn geweest, om dezelve ten „ ipuediglten in werking te brengen, laatende de „ daar op gevallene aanmerkingen, door de Com„ mriie hier bijgevoegd, aan Uw welwikkend oor„ deel over, om daar van na go'edvwden gebruik „ te maaken." — , * . . £a  En het is hier om dat gij 1. het zelve nogmaals Commisforiaal gemaakt hebt, bij de Burgers van maurik. cn pietersse, die door menigvuldige occupatiën tot nog toe verhinderd zijn, daar mede te kunnen voordgaan. — Intusfchen heeft de laatst ondergeteekende het genoegen hier nog te kunnen bijvoegen; dat agc man van de twee eerfte Scheepen, die hij als Water Bailjuw gemonfterd heeft, zijnde een Deensch en een Noord-Americaansch Schip, vrijwillig aan hem voor dat fonds hadden gefourneerd en ter hand gefteld ƒ 12 :, 15 : ten blijke dat 'er toch Zeevolk is, dat,zoo af niet om den ouden dag, ten minften om den ouden armen Zeeman denkt. De Ondergeteekenden hebben vermeend dit alles des te breedvoeriger u te moeten voordraagen, op dat daar door geene erroneufe begrippen deswegens ftand grijpen; ——. waarmede zij vertrouwen aan UI. Intentie en last voldaan te hebben. Heil en Broederfchap! (Geteekend) Amfterdam jan pietersse, 8 Maij 1795. hendrik nobbe. 't Eerfte J'aar der Bataaffche Vrijheid. Te amsterdam, bij HENDRIK G ART MAN, Het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid.  ( 253 ) B IJ L A G E, Behorende tot de Zitting van Maandag Voormiddag den 18 Mei] 1795. VRYHEID. GELYKHEID. BROEDERSCHAP. ADVERTENTIE. De Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, door het Committé van OproepiDg in ftaat gefteld zijnde, om aan de Burgerij kennis te geeven, welke Voorftellers op heeden, door de meerderheid der Stemgerechtigden zijn verkozen ; adverteeren bij deezen: dat de volgen* Bb de  ( =54 ) de Zestig Burgers, volgends Jrticul 5. van het 3 de Hoofdftuk van het Reglement van Oproeping tot Voorftellers zijn benoemd: JAN ALSTORPHlUS, WILLEM van BARNEVELD, ANTHONY BARMENTELO, ENG. FRANC van BERCKEL, DANIËL BLEECKER, GERARD van BLYENBURG, HEERTJE BLOEM Corn., JAN BONDT, JOANNES BOUMAN , CORN EL. IGNATIUS BRANGER, PIETER BROUWER i JAN BROUWER Joachz., ANDRIES CALKOEN, JAN BAPT. van CEULEN, PAULUS CHARLé, HENR CONST CRAS, GREGOR. CRUYS, MAURITS DREYER, PAÜ~  c \m ) PAULUS van DRIEST, NICOL. DOMMER, JOH. van EYCK, JOH. STEPH GUERIN, JAN LEONARD HAMAKER, JOH. THEOD. HEYSTERMAN, DIRK van HINLOPEN, HERMAN HOGEWAL, FRANCOIS HOVIUS , ANT. >T HOEN, QUIR. WILL. van HOORN, DANIËL HOOFT van VRELAND , DANIËL HOOFT , ÏIEND. BARTYN LUYKEN., JAN GERARD LUYKEN, JAN LUGT Dirksz., CORNELIS LUGT , PETR. CORN. NAHUYS, WILL. HEND. NOLTHENIUS, PETR, MATTH. PERTAT , KIER van der. PIET , CASP. RENSING, CORN. HENR. a ROY, LAURENS a ROY , Bb ï BUK-  C 256 ) RÜTGER JAN SCHIMMELPENNINCK PAULUS van SCHORRENBERGH, EVERHARD SLUYTER Anthonisz. GEK.RIT ien SANDEN, MAXIMIL. FRANC. SMULDERS. BERN. SEVER1NUS SINCKEL, GUILL TITSINGH , MATTH. TEMMINK, JAN JACOB U YLENBURG, ABRAH. GYSB. VERSTER, ABRAH. VEREUL, GEORGE IIEND. ce WILDE, JOH. de WILDE, DID. ADR. WALRAVEN, JACOB WALRAVEN, JOH. van WAYENBURG ; HEND. van WAYENBURG, LAMBERT WYK, Junior. Verder, dat volgends Artïcul 6, vaa gemeld Hoofdftuk , in evengenoemd Reglement uit deze Zestig benoemde Voorftellers, de volgende Twintig Bur• - gers,  gers, bij Loting,- tot Daadelijks V-oor* fiellers zijn verkozen : HEERTJE BLOM, corn. GREGORIUS CRUYS, JAN BONDT, JOH. STEPHANUS GUERIN, LAMBERT WYK, GEORGE HENDRIK de WILDE, PETRUS MATTHiEUS PERTAT, CORN. HENDRIK a ROY, CASPARUS RENSING, GERRIT ten SANDE, ENGEL FRANC van BERKEL, GERARD van BLEYENBURG, JOANNES BOUMAN, JOHANNES van EYCK, RUTG. JAN SCH1MMELPENNIN CKj, BERN. SEVERINUS SINKEL, JOH. THEOD. HEYSTERMAN, ANTHONIE 'THOEN. DANIËL HOOFT, QUIR. WILLEM van HOORN. B b 3 De.  ( *i>8 ) Deze Twintig Daadelijke Voorftellers gereed {taande om aan de hen voorgefchreevene verplichtingen te voldoen; hebben de Provifioneele Reprefentanten gemeend, om van deze Verkiezing de Burgerij daadelijk te moeten kennis geeven; zo als gefchied bij dezen. Gepubliceerd den 18 Meij 1795.. Ter Ordonnantie van voorn, Reprefentanten. (Was geteekend) BRENDER a BRANDIS, S&sretaris.  B IJ L A G E, Behorende tot de 'Zitting van Dingsdag Naa.i.iddag den 19 Mei] 1795. VR THEID, GEL TKHE1D. BROEDERSCHAP. De Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, conform het voorftel en verzoek van het Committé van.Oproeping, begrepen hebbende, het allczints billijk te zijn, dat de Burgerij zo fpoedig moog'ijk worde medegedeeld de Naamlijst der 120 Perfoonen door de Daadelijke Voorftellers tot eene te verkiezene Municipaliteit opgemaakt; doen te weeten bij deezen: dat ingevolge het daar van aan hun overgelegde Verbaal, dezelve beftaat uit de volgende Burgers: C c JAN  ( > JAN ALSTORPHIUS, Keizersgracht, bij de Spiegelftraat. JACOB D'AMOUR, op de Keizersgracht, bïj het Molenpad. PIERRE JEAN BAPTIST CHARLES, van der AA, Bloemmarkt. ELIEANGELY,Cingel, bijdeWarmoeseragr. ADRIAAN van AALS £ , Cingel, over het KI eerenveer. JAN BERNDT BICKER, DIRK van BOSSE, Keizersgragt, over de Wes- termarkt. WILLEM BACKER, dito gragt bij de Huideftraat. JAN JACOB BOSé , dito gragt bij de Leidfcheftraat. PIETER BROUWER, op de Zwaaneburgwal. JACOB van OOSTERWYKBRUIN, Heeregragt bij het Burger Pliin. CORNELIS IGNAT1US BRANGER, Keizersgragt bij de Utrechtfcheftraat. SALOMON BOS , Waal over de Kraan-Sluis HUIBERT BASTERT, Cingel over het Kkeren Veer. JEAN ALEXANDER BOTEREAU, Keizersgragt bij de Wolveftraat. HENDRIK ten BROEK, Keizersgragt bij de Leidicheltraat. JAN BOOMHUIS, Buitenkant bij de Schipperftraat. NICOLAAS van der. BIET, Cingel bij de Korsjesfteeg. HERMANUS BOERRIGTER,op't Water hoek Vrouwefteeg. JAN BAX, Cingel opdekoek van he: Kattegat. PIE-  ( 2<53 ) PIE.TER.BEL., Cingel bij de Jan Rooden- Poorts Tooren. DANIËL BLEECKER, Keizersgragt over »t Huis met de Hoofden. ANDRIES CALKOEN , Heeregragt bij de Leidfchegragt. J. P. van WICKEVOORT CROMMELïN, Heeregragt bij de Spiegelftraat. STEPHANUS de CLERCQ, Heeregragt bij de Heereftraat. HENDRIK van CASTROP, Keizersgragt bij de Beereftraat. ROBERT DANIËL CROMMELÏN, Heeregragt bij de Lelijgragt. JOH. BAPTIST A van CEULEN, Keizersgragt bij de Lelijgragt. PAULUS CHARLé, Buitenkant bij de Foe- lijllraat. CHRIS1TAAN CRUYS , Heeregragt bij de Leidfcheftraar. PAULUS van DRIEST, Ygragt bij de Peperftr. SIMON DONKER, Brouwersgr. bij de Brou- wersüraat. PETRUS BERNARDUS van DUIRVELD, ■ Reguliersgragt bij de Kerkftraat. J AQ UES de GALS, Keizersgragt over de Goude Ketting. JAN NICOLAAS van EYS , Heeregragt bij de Reguliersgragt. EST1ENNE L'ESPINASSE, Keizersgragt bij de Huidcftraat. ANTHON Y EBELING, dito bij de Rheeftraat. JOHAN PIETER l ARRET, Keizersgragt bij de Soiegelftraat. TAN GOLDBERG, op de Roozegragt. " * ' . Cci GER-  ( a«?4 > GËRRIT se GRAAF, Keizersgragt óver de Goude Ketting. THEODOOR GULCHER, over de Westerm. JAN ALEXANDER GOGEL, Voorburgwal over de Kelk. JAN GEFKEN, Heeregragt bij de Utrecht. fche Straat. HENDRIK van *sGRAVENWEERD, Heeregragt bij de Regulitrigragr. DANIËL HOOFT GERkITSZ. , Heeregragt bij de Spiegelftraat. CORNELIS van der HOOP GYSBERTS. PIJETER van HERZEELE, Keizersgragt over de Groenlandfchc Pakhuizen. ADRIAAN TEYLER van HAL, Heeregragt bij de Bergflraat- DIDER1K JOHAN van HOGENDORP, dito Reguliersgragt. FRANCOIS HOIJER, Gelderfche Kaaij. ADAM HAKMAN, Cingel over de Lutherfche Nieuwe Kerk. ABRAHAM HOEFMAN, Keizersgragt bij de Lelijgragt. HERMAN HOGEWAL, Keizersgragt Lij de Spiegelftraat. HENDRIK DANIËL van HOORN, Heeregragt bij 't Reguliersplijn. HERMAN HAESEBROECK , Keizersgragt bij de Vij/.elftraar. : DAV1D van HEYST, Heeregragt bij deHee- PIETER HEKMAN, Blauwburgwal. fAN van HËURN, Warmoet,ftraa% JAN HEKMAN, Cingel bij de I^rgftraat. ISA AC de NEUFVTLLE van der HOOP, Heeregragt bij de Wolveftraat. DIRK  C *6s ) DIRK van HIN LOPEN , Warmoesftraat bij de Oüdebrugfteeg. JAN WILLEM van HASSELT, Nieuwen- dijk. bij de Oude Haademmerfluis. JACOii fT HOEN , Geiderfche Kaaij bij de Stormfteeg. ALBERIUS RICHARDUS JOLLES, Cin- GEL bij de Vijzeittraat. FLORiS KRAMP, Keizersgragt bij de Heere- ftraat, NICOLAAS KIERE, Bloemmarkt. HENDRIK van KLEEF, Buitencingel, tusfchen de. Wetering-en Utrechtfche Poort. MARI EN KOOY, Lelijgragt bij de Heeregragt. ADklAAN POMPEUS van LEYDEN* Keizersgragt bij de Utrechtfchefixaat. JAN GERARD LUYKEN, Leidfchegragt op de Hoek van de Prinfegragt. JACOB LUDEN iiendiuksz. , Keizersgragt bi? de Leidfchegragt. JAN LUGT dirksz. , Nieuwe Teertuinen. GEORGE GERARD LANS, Cingel bij de Bergftraat. ISAAC LODEWYKS, Keizersgragt bij de Wolveftraat. "EL1SA LYNSLAGER, Kamperhoofd bij de Nienwendammer Stijger, JAN HENDRIK MEY ER casparusz. , Baangragt bij de Kruisftraat. AUGUST HENDRIK de MELANDER, Cingel voor de Toorenlluis. PIERRE ISAAC MENJOLET, Keizersgragt bij de Spiegelftraat. C c j EVERT  ( %66 ) EVERT de MARRE, Warmoesftraat bij de Pïjlfteeg. JACOli CU iK van MIERÖI?, Keizersgragt bij de Leiijgragr. LOUij SAMULL ivj-ENNEI, Heeregragt bij den Amftel. GERRIT MOLL, jüNios., tleeregragt over de Warmoésgragc. JAN CHRIST. MEYER , tleeregragt bij de Huideftraaf. / WILLEM HENDRIK NOLTHENIUS,Hee- regragt bij de Ctrechtfcheftra'at. G ER RIT NÜTGENS , Cingel bij de Driekoningftraat. MATTHYS OOSTER, JüRRiAAN ONDORP, Koeftraat. HENDRIK OGELW1GHT, Fluweele Burgwal bij de Stooffteeg. JAC. CATil. CORN. den BEER POORTUGAAL, Cingel bij de Toorenfteeg. JAN FREDRIK PONTOI, Leidfchegragt. ADRIAAN PAATS van TROOSTWYK, Nieuwendijk. MATTHYS ROMS WINKEL, op de Lelijgragt bij de Prinfegragt. JACOB ANTHONY de ROTH, Heeregragt bij de Beulingftraat. HENDRIK STEENBERGEN, Keizersgragt bij de Spiegelftraat. NICO LAAS van STAPHORST, Keizersgragt bij 't Huis met de Hoofden. JAN HERMAN SCHIMMELPENNINCK , Keizersgragt bij de Vijzelftraat. MATTHIAS TEMMINCK , Kolveniersburg- JAN  C a<57 ) JAN FREDRIK TAUNAY, Keizersgragt over de Westermarkr. CHRIS POFFEL RAINH. SAM. TOELAAR, Kohreniersburgwai bij de Raamgragt. JACO_UES TEYSSEJL', de jonge, Keizersgragt bij de Vijzelftraat. ABRAHAM VEREUL, Heeregragt bij den Amftel. JAN MESSCHERT van VOLLENHOVEN, Keizersgragt bij de Lelijgragt. ABRAHAM GY3BERTUS VERSTER, Nieu- wendijk over de Baafjesfieeg. DIRK VERSTEEGH, Cingel over 'tUtrecht- fche Veer. JACOB DANIËL de VRIES, Heeregragt over de Driekuningftraat. JAN CHRISTIAAN VOLCKER, Voorburgwal bij de Stilfteeg. JAN HÜBERTUS VIRULY, Achterburgwal over de Betanjeuraat. t HENDRIK VOLLENHOVEN, Rokkin op de hoek van de Valbrug. JEAN ELIE VALETON , Heeregragt bij de Lelijgragt». JAN de WIT, Heeregragt bij de Leidfcheftr. DIRK WESTRIK, Oude Turfmarkt. JACOB WALRAVE j Keizersgragt bij de Harteftraat. SAMUEL IPERUS WISELIUS , Prinfe- gragt over de Noor-ter Kerk. JAN ANANIAS WILLINK, Keizersgracht,, bij de Lelijgragt. HENDRIK van WAYENBURG, Cingel voor de Toorenfluis. JA-  C i68 ) JACOB SCHOUTEN de WAEL, Heeregr. bij de Heijfteeg. WILLEM WOUDMAN, Leidfchegracht tusfchen de He ere en Keizersgracht. LAURENS WETZLAR, Heeregracht over de Warmoesgracht. AMBROS1US JUSTUS ZUBLI, Warmoesftraat over de Papen brugfteeg. BRUjNO SWEERTS, Fluweele Burgwal over de Oude Kerk. Heil en Broederfchap! Amfterdam den 19 Meij 1795. Eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid. Ter Ordonnantie van voorn. Reprefentanten. [ft. W. TADAMA, Secretaris.  (269 ) B IJ L A G E, Behorend: tot de Zitting van Donderdag voormiddag dm 21 Mey, i?95- VRYHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE. De Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, allen den geenen die deeze zullen zien of hóoren leezen, Heil en Broederlchap. Doen te weten — dat wij in onze deliberatien over de extraordinaire Geldheffing, tot welke wij, ingevolge onzer Publicatie van den 4 Maart dezes Jaars, hebben moeten befluiten , zoo als dezelve door ons eerstdaags zal worden gearreftee Obligatiën ten laste van een der Collegien van de Admiraliteit. ■—ten laste van het Fonds van het Last- en Veilgeld. - » ten laste van Vrankrijk, onder guarantie van de Staaten Generaal der Verëenigde Nederlanden. Zoodanige Obligatiën ten laste van dje en andere Buitenlandfche Mogendheden , of Corporatiën — AóHën in de publiekeFondfen van andere Natiën — als ook Aftens van Aandeel in Negotiatiën, op Obligatiën, roerende of onroerende Goederen van Buitenlandfche Mogenheden en Corporatiën, als ter Beurze van Amfterdam eene geaccrediteerde waarde hebben. Kustingen,T Naar de locaale Rechten, het Schepen- I eerfte fpeciaal verband ge- kennisfen , I Vende, op onroerende Goe- Schuldbne- !_ deren, binnen de Provincie brieven ^óf! va" ^Ihnd gelegen, andere Hijpo- j thecatiën. J 1 Aélien in Maatfchappijen, Compagnien, of Sociëteiten van Asfurantien, en Bekeningen, binnen de Verëenigde Nederlanden, op publieke authoriteit fubfifteerende, en een gevestigd Crediet hebbende. Voorts alle onroerende Goederen, binnen deze Provintie gelegen, als Landerijen, Huizen, Pakhuizen, Molens, Gebouwen tot Fabrieken of Trafieken dienende, BouwWoningen, enz. mids zijnde Vrij en On-  ( s?4 ) belast, of immers niet boven een derde van derzelver getauxcerde waarde met eenig ler gaal of fpeciaal verband bezwaard zijnde. . En eindelijk alle Koopmanfchappen, Goe.. deren en Fabriekwaaren, welke eene Courante waarde hebben , en niet aan een moeijelijk te ontdekken , of fpoedig toenemend, bederf onderhevig zijn. Wordende dierhalve door ons bij dezen wel expresfelijk uitgefloten alle gemaakte of gefieepen Juweelen , en Kleinodiën, midsgaders alle Graanen, Rijst, Gierst, cn andere Levensmiddelen. Art. 8. Vooral*. ®at~ echter onze meening niet is, met de, BingdTd . fPeci^a.lie optellinge der Effecten en GoedeITL Ar'L^ren in het voorfz. 7de Artikel vervat, zoo1'oeiiSa danige andere fooi-ten van Effecten of GoeG««emcld, nog bekend ftaat, als de eenige Eigenaar yan dat Perceel, en dat het zelve is vrij en Dd4 on" Vat de Ver- an'lers 00- af aul:n moeten usettercn. Omtrent )hligatien ip naam taande. Omtrent de voorfz. en ille andere liffc&eu. Ointreuc onroerende Goederen.  ( 276 ) Omtrent Koopnrn. fcfisppeii, Fabnekwaa. ren &c. onbelnst, of niet meer belast, dan met eene fomma van ƒ Mitsgaders een A6te van beëedigde Tauxateurs, behelzende, dat zij de daar in omfchreven Gebouwen of Landen hebben bezichtigd, en waardig keuren eene fomma van ƒ Welke Tauxateurs door de refpeétive Municipaliteiten zullen worden aangé. field, en verplicht zullen zijn, ten allen tijde,, op Requifitie van Commisfarisfen der Beleenbank, de goede trouw hunner gedaane tauxatie te doen blijken , door aan zoodanig Perfoon of Perfoonen, als Commisfarisfen ten dien einde in loco zullen willen zenden, de Perceelen aan te wijzen, en de gronden of redenen hunner gedaane berekening en tauxatie open te leggen. 4. En eindelijk ten opzichtevrón die Koopmanfchappen, en Fabriekwaaren, welke in Art. 7. als beleenbaar zijn opgenoemd, een declaratoir van een geadmitteerd Makelaar , in elk fpeciaal Artikel hande. lende , op den Eed ten aanvang zijner Bediening gedaan, behelzende den misten prijs, tot welke die Koopmanfchap. pen of Fabriekwaaren te dier tijd verkopelijk zijn. Midsgadcrs een bewijs, dat dezelve zoo langen tijd in de bezitting van den Ver- / pander geweest zijn, als volgens de locale Rechten der Plaatfen , waar die Goederen of Koopmanfchappen zijn liggende en berustende, vereiseht word, om de- zei-  C «77 ) zelve niet meer fubjeft te doen zijn aan revindicatie of reclame. Zullende wijders de Verpander dier Goederen of Koopmanfchappen dezelve aan iemand , door Commisfarisfen daar toe gefteld, moeten aanwijzen en overgeven , in een afzonderlijk Pakhuis te Amfterdam, te Rotterdam of te Dordrecht, (naar eene van welke Koopfteden de Verpander, zoo hij elders woont, de Goederen die hij wil verpanden ten zijnen koste zal moeten doen overbrengen , en van welk Pakhuis hij de Huur te naams van Commisfarisfen der Beleenbank zal doen ftellen of overteekenen, en het bewijs daar van, met.de Sleutels, in handen ftellen van Commisfarisfen te Amfterdam, of van de Municipaliteit van Rotterdam of Dordrecht refpeftive, en daar van een bewijs aan Commisfarisfen leveren. Voor alle welke voorfz. Declaratoiren en A&ens van tauxatie ("die wij bij dezen vrij ftellen van 's Lands Recht of Impost op het klein Zegel) de voorfz. JXotarisfen, Secretarisfen, Tauxateurs en Makelaars refpeélive , te famen niet meer zullen mogen berekenen , dan eene gul den van het duizend, en minder fommen naar advenant. En zullen, boven al het geen in dezen Artikel is gerequireerd, Commisfarisfen, zulks goedvindende , ook noch mogen vorderen, zoo ten opzichte van Gebouwen, a!s van Koopmanfchappen en FaDd 5 briek- De gerequïveerde Ac. tens van tauxatie &C van 't Zege Ivrijgelield, en war de Makelaars, Notarisfen, Secretarisfenen Tauxateurs daar van mogen genieten. Hoe Comihii firisfen voor brandfebade mogen zorgen.  C 278 ) Examixatit en beoordeeliug aan de zijde van Cora- Hoe te handelen in ca: van verfchi over de be fcheiden door den Verpander overgeleverd. briekwaaren, een police voor Brandfchade, door geacrediteerde Asfuradcurs binnen deze Provincie geteekend, tot zoodanige fomme, als de Verpander begeert op te némen, en waar van hij de Prasmie en het Zegel zal moeten betaalen. ' . Art. 10. Dat voornoemde Commisfarisfen van hunne zyde, en ten koste van de Bank, opeen TraÊtemént of Daggeld , zullen aanftellen een of meer Notarisfen en Makelaars, die dagelyks, a's, en zoo lang, de Bank open is, in dezelve, of een Annex-Comptoir', zullen prefent zijn, en aan welke eenieder, die eenige Effecten of Goederen in de Bank wil verpanden, zal moeten overgeven dè Declaratoiren en Aftens van tauxatie in Art. 9. vermeld, om door dezelve geëxamineerd, en van hunne bevinding aan Commisfarisfen rapport gedaan te worden. 11. ■ Dat, wanneer de Notaris of Makelaar, I door Commisfarisfen geëmployeerd, de Declaratoiren of Acres van tauxatie door den Verpander_ overgegeven, niet goed keurt, Commisfarisfen daar over zullen oordeelen, en des noods eene herziening of nadere prifeeving van een derden Notaris of Makelaar mogen »orderen, die in dat geval door de Municipaliteit benoemd , en geloond zal worden door den Verpander, indien deszelfs geëxhibeerde Declaratoir of tauxatie afgekeurd, of door de Bank,indien de quseaticufe A6ie goedgekeurd word. Art.  ( 279 ) Art. 12. Dat, na goedkeuring vair de overgegeven befcheiden, de Eigenaar in Perfoon * of < door een bij fpecialé Procuratie, daar ede Gemachtigden , voor één van • de Notarisfen van de Bank, vóór zoo veèl alle Effecten en roerende Goederen aangaat, cn wegens onroerend Goed voor de Gerechten, daar hetzelva gelegen is, zal moeten pasfeeren eene A£fce van beleening, volgends- een daar toe gearrefteerd en hier agter gevoegd Formulier, waar van nooit afgegaan zai mogen worden, tot zodanige fomnie, als hij op dat Onderpant begeert op te nemen, fflids niet hooger dan f "of 80 per cent van de volle onbelaste waarde der beleende Effecten, of Goederen, en ten opzichte van onroerende Goederen, wtlke voor één derde of minder van derzelver getauxeerde waarde, bij Eusting of Schepenen kennis, zijn gehypothequeerd , niet hooger dan tot zodanige fomme, welke met de daar op reeds gevestigde fchuld te famen 80 per cent uitmaakt, invoege 'er altijd een overfchot van ten minsten 20 per cent vrij en onbelast moet blijven, welke voorfchr. A&ens van beleening en fpecialé procuratien wij bij dezen mede bevrijden van 's Lands klein Zegel, asls mede, ten opzichte der vaste Goederen van den XL Penning, die daar van anders aan den Lande verfchuldigd zoude zijn. 13. Dat, tegens overgifte der in Art. 9 en ia gemelde befcheiden en A&e van beleening, Com- loe de Ao- e^ van beeening te ;asfeeren« Tot. wat je.' leeke der waarde van act onderpand. Wijftelüng van het Zegel en den 4often Per., ning. Renverfail door Commisfarisfenaan den  Verpandcr ie geven. Sjag ti iet weder beleend, of geaiieneerd jvorden. Baskbilletten door Commisfa. lisfen aan den Veip.in. der uit te zeven. C 280 ) Commisfarisfen hand itellen twee onderfcheidene Documenten , naamlijk: 1. Een door het meerdertal van hun-onderteekend Renverfaal (volgends het Formulier hier achter gevoegd) behelzende eene behoorlijke omfchrijving der door bem in de Bank verpande Effecten of Goederen, met fpecificatie der bewijzen van Eigendom, door hem daarbij overgegeven Welk Renverfaal hem alléén. zal dienen, om daarop bij de natemelden aflosfing zijne beleende Effecten of Goederen terug te kunnen vorderen, doch op geenerlei wijze geheel of gedeeltelijk verkogt, of aan een ander beleend, of geaffecteerd, zal kunnen of mogen worden, direct noch indirect, terwijl op al zulke handelingen, welke wij bij dezen nul en van onwaarde verklaaren, nimmer bij eenig Rechter in judicando zal mogen worden reguard genomen , of recht gedaan. 2. Een als voren geteekend Bank-Billet, volgends het agter deze Publicatie gefielde Formulier, behelzende de fom, welke de Verpander heeft opgenomen, of wel zoo veele Bank-Billetten,als de Verpander begeert , te finnen de geheele door hem opgenomene fom uitmakende, mids niet kleiner dan één honderd guldens, en zoo veel mogelijk van effene en ronde foramen, welke Bank - Billetten door den Verpander, of ook door anderen, aan wien hij die zal willen overdoen, in voldoening of vermindering van deszelfs ver- fchul-  ( *8i ) fchuldigde aandeel in de groote Geldheffing, door ons te arrefleeren, zullen kunnen worden gefourneerd, doch tot geen ander, hoegenaamd, gebruik zullen mo gen dienen. Art. 14. Dat het montant der in het voorig Artikel gemelde Bank-Billetten , als eeniglijk tot fournisfement aan den Lande dienende, in de Boeken der Bank zal worden gefteld op de Creditzijde eener generale Rekening, ten naame van ons Committé van Financie, 't welk daar over van tijd tot tijd zal disponeeren, door aan 's Lands Crediteuren af te geven Adfignatiën op de Beleenbank, volgends het hier achter gevoegde Formulier, uit krachte, en op vertoon en overgifte , van welke Adfignatiën, de daarin geordonneerde fom van de Rekening van het Committé afgefchreven , en overgebragt zal worden op een Rekening, ten naame van den daar mede betaalden 'sLands Crediteur, of van zodanig ander Perfoon, een Rekening in de Bank hebbende , of verkiezende te hebben, als hij voor die eerftemaal fchriftelijk onder de voorfchr. Adfignatie , met ondertekening zijner gewoone Signature , zal opgeven. — Zullende buiten dien de evengemelde Adfignatiën nimmsr geëndosfeerd of op eenigerlei wijze verhandeld of in rouleering gebragt mogen worden, cn de dispofitie over dit Bankgeld nooit anders mogen gefchieden, dan bij af- en aanfehrijving of overboeking, op dezelfde manjer, als in de Hebben gee. 11e geldswaarde dan alleen 111 's Lands heffing. Het Committé van Fiuantie van Holland daar voorin de Beleenbank te ctediteeren. Het welk daar over zal disponeerenbij Adfign»-' tien, ten beli.oeve van 's Lands Crediteuren. Hoe dezelve daar mede zullen moeten bandelen. Verdere dit. politie over dit Banlc geld bij aflchtijvingen overbaeking.  Waar toe het zelve zal mogen werden geemploijeerd. Voor hoe lang de beieeningcnzullen mogen gefchieden. < i ] C 282 ) de Wisfelbank der Stad Amfterdam plaats heeft. Art. 15. Dat het evengemelde Bankgeld tot allerlei betalingen zal kunnen worden geëmploijeerd, zelfs voor het geen ieder Particulier aan den Lande zal zijn verfchuldigd; ftaande het een ieder vrij, zodanige fom, als hij aan den Lande moet opbrengen of voldoen, van zijne Rekening inde Beleenbank te doen af» fchrijven, en ftellen op rekening van den *s Lands Ontfanger, aan wien hij dezelve betalinge moet doen , mids ten zijnen privé kosten daar van een bewijs ligtende, en aan dien Ontfanger exhibeerende, die alsdan ge» houden zal zijn het zelve aan te nemen, en daar tegen Quitantie van het verfchuldigde te extradeeren. 16. Dat voorfchr. beleeningen zullen mogen gefchieden voor zoo langen of korten tijd als de Verpander zal verkiezen; dië ten allen tijde, mids ten minfte drie dagen bevorens kenlijke opzegging aan Commisfarisfen doende, het opgenomen Capitaal, het zij geheel of gedeeltelijk, tegen reftitutie, zoo zulks doenlijk is, van een gelijk aandeel zijner beleende Effecten of Goederen, zal mo£en aflosfen , het zij in Specie, of door af[chrijving van Bankgeld, als in het- voorjaande 15 Art. is gemeld; des dat alle beeeningen zullen moeten aflopen uiterlijk op )f met den laatften Juny 1798, dewijl onze ntentie is, volgends Art. 2., de voorfchr. Jank op dien tijd te doen cesfeeren. Art.  ( *8S ) Art. 17. T*1ar pil.' \7f>rnnn^f»r. vnr> lat-irr 7nna KoUn TV». i,„.n.«^ »"« . «-v^v, **IJlJb ULlCw ning duurt , zal moeten betalen vier pei Cent Interesfen per jaar , in te gaan van dato van het pasfeeren of overgeven zijnet Aóte van beleening, en het daar tegens aan hem geëxtraheerde Renverfaal, tot den dag der aflosfing toe, en welke, zoo de beleening langer dan édn jaar duurt, binnen één maand na dc expiratie van elk jaar in comptant geld zullen moeten voldaan worden, op poene van één pro Cento augmentatie voor eiken maand langer dilay, of uitftel; waar tegen de Verpander zal genieten de Interesfen of Renten, op zijne verpande Ef. fe&en inmiddels verfchijnende mids hij, op of na de vervaldagen derzeive, de Commisfarisfen bij Notitie daar van verwittige ; die alsdan de vervallen Coupons tegen behoorlijk recief aan hem, binnen drie dagen, zullen afgeven, en op de Effecien , waar bij geen Coupons gevoegd zijn, door vertrouwde Perfoonen de Interesfen doen ontvangen, en dezelvn. nn nfrrplr Hpr nn rUt>n ontvang gevallene kleine onkosten , in Specie aan den Verpander, tegen Quitantie, zullen voldoen. 18. Dat een ieder die eenig Bankgeld, vol- welke imfl gends Art. 24., op zijne Rekening heeft, ^^"^ daar van zal genieten een Interest van drie zal" worden per cent per jaar, te rekenen bij den dag ïetrokkeB" af, dat elke post op zijne Rekening is aanof afgefchreven , -~ waar van hij telken half Intrest. En hoe te voldoen. Hoe de Verpander de verfchijnende Interesfen zijner Eflfeélen zal genieten.  Hoe dekos ten dezer Bank be taald, en d firaale Liquidatiederzeive ge daan zal worden. Verpligting van Commisfarisfentot cuitoaii en conferva.ie «Ier Ei feflen en Goederen. * ( 284 ) half1 jaare eene nota zal opmaken en aan Commisfarisfen inleveren, welks montant, accoord bevonden zijnde, aan hem in contant geJd zal worden voldaan. Art. 19. Dat uit den meerderen Interest, dien de Verpanders volgends Art. 17. zullen beta- - len, boven het geen volgends Art 18. aan de Crediteuren van het Bankgeld uitgekeerd - za moeten worden, de Traétementen der Commisfarisfen en Bedienden en verdere kosten dezer Beleenbank zullen worden gevonden ; en het overfchot, bij de finaale liquidatie der Bank , door Gommisfarisfen aan de Finantie van Holland verantwoord; welke daar tegen, indien 'er onvermoedelijk een nadeelig faldo mogt zijn, het zelve zal goeddoen, en de Commisfarisfen finalijk quiteeren en dechargeeren. 20. Dat om alle fchade, zoo voor de Eigenaars der verpande Goederen en Eifeften, : als voor de Bank, te verhoeden, Commisfarisfen verplicht zullen zijn een naauvvkeurig toezicht te houden op de beleende Effecten, en die in welgeflotene en zo veel mooglijk voor brand geprecavcerde Kasfen of Kisten te conferveeren. — Gelijk medo van tijd tot tijd te doen infpeéteeren de Goederen in Pakhuizen of op Zolders ligger de — en , wanneer daar aan eenig be. derf ontdekt of gevreesd word, de Eigenaars te doen waarfchouwen, teneinde in 't gemeen overleg daarin wefde voorzien.— Als  ( 2§5 ) Als mede te letten op de daaling der Marktprijs van de beleende Effecten en Koopmanfchappen , en, zoo dra zij bevinden, dat eenig foort van Effecten of Goederen tien per cent beneden de waarde, waar op die bij de beleening getauxeerd varen, gedaald is, de Verpanders te doen aanzeggen, om binnen agt dagen een furplus van tien per cent in dezelfde of andere folide Effecten of Goederen te fourneeren,ofte wel gelijke tien per cent van het opgenomen Capitaal in Contanten of in Bankgeld aftelosfen, waar voor echter in dat geval geen gedeelte der beleende Effecten, of Goederen, gerestitueerd zal worden. Art, 21. Dar , ingeval de Verpander in gebreken blijft de alzoo gevorderde furplufen te voldoen, of ook de geheele beleening teti vervaldage af te losfen , Commisfarisfen bevoegd en verpligt zullen zijn, de daar voor verpande Effecten of Goederen publiek te doen verkopen,even als in andere gewoone beleeningen gebruikelijk is, zonder dat daar toe eenige nadere authorifatie , veel min Procedures, nodig zullen zijn; blijvende de Verpander verbonden, omme, in cas zijne aldus verkogte Effecten of Goederen , hec opgenomen Capitaal, met de daar op verlopen Interesfen en de gevallen onkosten , niet hadden opgebragt,het te kort komende aan Commisfarisfen te voldoen, die daarentegen het meerder provenu aan hem in gereeden gelde, tegen reftitutis en Quitantie E & Yan Rn hoe te handelen bij merkelijke dalingen der verpjijide Effecten of Goederen. Hoe te haftdelen, ais Je Verpas, der in gebielte blijft van fmplufeij te fur-1 neeren of zijn beleening af te losten.  ( 28ó ) Verplifting van Commisfarisfenom elk half jaar opening van den ftaat der Beleenbank te geven ■ aun liet Committé van Finantic. Viijfrelling van 'sLnnds Impost op de Collateraale Succeslicn .wegens de fommen aan deze Beleenbank ep verpande Effecten verfchuldigd. Art van het hem gegeeven Renverfaal, zullen estradeeren. Art. 22. Dat Commisfarisfen, ten einde over bun1'icder bewind en adminiftratie, en over den waaren ftaat dezer Beleenbank , ten allen tijde zal kunnen werden geoordeeld , en daar door deszelfs Credit te beter gevestigd moge worden, gehouden zullen zijn, in de maanden Januarij en Juüj van elk jaar, aan het Committé van Financie in te zenden eéne juiste opgave van het beloop der gedaane beleeningen, en der aflosfingen, met eene balance door henlieden geteekend, en met eene verklaring van echtheid op derzelver gedaanen eed gefterkt. Waar van door dat Committé, na eene attente examinatie, rapport aan onze Vergadering ,zal worden gedaan. 23. En eindelijk, dat, om deze BeleeningBank noch meerder te favorifeeren, de Erfgenaamen der Verpanders zullen bevrijd zijn, gelijk .wij hen bij dezen omheffen, van de betaling van' 's Lands Recht op de Collateraale Succesfien, wegens de noch onafgelosse fommen, op de beleende Effecten opgenomen ; zullende zij alleenlijk verplicht zijn, om van het meerdere, dat die Effecten, boven de daar op noch verfchttldigde fomma, bedragen of waardig zijn, refpective den X , XV, of XX. Penning te voldoen.  ( ^7 ) Art. 24. Referveerende wij voor het overige aan ons, of die geenen , die ons in de wettige reprajfentatie van den Volke van Holland zullen fuccederen, om ten allen tijde zoodanige maatregelen, tot verdere bencficeering en in ftandhouding van het Credit dezer Beleen-Bank, te beramen, en vast te ftellen, als wij, of zij, ter bereiking van het heilzaam oogmerk, dat wij ons daar mede ten nutte van den Lande, en ten gerieve der goede Ingezetenen van dien, hebben voorgefteld, zullen oordeelen te behooren. En opdat deeze tot ieders kennisfekome, zal hier van Publicatie cn affixie gefchieden , alomme, waar zulks gebruikelijk is. Aldus gedaan in den Hage , onder het klein Zegel van den Lande, den 14 Meij 1795. Het ccrjle Jaar der Bataaffche Vrijheid. P. GEVERS, vt. Ter Ordonnantie van de Provifioneele Reprcefentanten van het Volk van Holland. DIRK de WEILLE* Ee 2 Fcr-  C 288 ) Formulier van de A&es van BeUtning Art. .12 gemeld. Huiden . ... Compareerde voor . . de Burger A. woonende te . , , en verklaarde (in zijn privé, of als fpeciVe last volmacht en tot het pasleeren dezer hebbende van B volgends Acte door denzelven B. op den .... voor .gepasfeerd. en ten dezen geannexeerd van Commisfarisfen der generaale Hollandfche Beleenbank te Amfterdam te hebben ontfangen de waarde van .... guldens, in ... . ondeifcheiden Bank - Billetten , dienende ora in de groote Provinciaale Geldheffing geëm* ploijeerd, en ten dien einde aan 's Lauds Ontfangers overgebragt, te worden. Welke forhme van . . . . de Comparant beloold heeft aan de voorfz. Commisfarisien op te brengen en te voldoen, het zij in Contanten, of in Bankgeld, uiterlijk voor of op dci> laatften jurjij 1*798* en daar van inmiddels telken jiare te betaalen intrest tegen vier per cent Tsjaars; des dac het hem vrij zal ftaan de aflosfing ten allen tijde geheel of gedeeltelijk te doen;-mids daar van agt dagén bevorens ter voorfz. Beleenbank keriüjke 'opzegging doende, iq welk geval de interesfen per dag zullen Worden afgerekend. En verklaarde de Comparant, voorde voorfz. capuaale fomme en interesfen te verbinden zijn Perloon , en generaallijk aüe zijre Goederen , zoo toekomende als tegenwoordige , zonder Uitzondering, die fubmrtteerende ten bedwang es  C 289 ) en executie als naar Rechten , en bovendien ais Pand der minne aan meergemelde GdmnJteffe risfen ter hand gejldd te hebben de volgende Effec ten of Goederen: Nemende ten zijnen laste alle pericül van brand, dietjlal, vermindering, bederf, en het geen verder aan de voorfz Goederen zoude kunnen overkomen , van wat natuur het mogte zijn, zonder dat de voorfchreven Commisiansfen deswege ietvves te verantwoorden zullen hebben. Ende ingevalle de voorfz- EffV&en of Goederen mogten daalen beneden de tien per cent onder de fomma van . . . , vvaar op dezelve thands door deskundigen Tauxateurs zijn geprifeerd, verklaarde hij zich te verbinden, om, op de Écrfte aanmaning van Commisfarisfen , aan dezelven hec geheele beloop dier tien of meer per cent, in dezelfde of andere folide Effecten of Goederen , ofte in Contanten , of Bankgeld, te zullen fuppleeren; zullende de Goederen bij dezen verpand , of door den Comparant bij ftip fpletie nog te verpanden, niet mogen worden getransporteerd buiten de ï-tad . . . , noch tok , zonder cenfent van Commisfarisfen, uit het Pakhuis of van de Zolder, vaar dezelve thans geplaatst zijn, zoo lang deze beleening niet geheet en al zal zijn afgedaan, er ten gevolge van dien:, de Sleutels aan den Comparant gerejtitueerd. Verklaa rende de Comparant al verder de meergemelde Commisfarisfen te authorifeeren, omme, wanneer hij in gebreke blijft de verfchenen Interesfen te voldoen , de 1'uppletie, voor de gedaalde waarde der verpande Goederen, te prsfteeren» Ee 3 of mei ren ojrtkUr e- van onueande3oederen , noeien de mulei haalde .voorden .ingelaten , n» 111 dcrzel» yer plaaiieleüeld wo*» den: „ Weig fpe'r, c'idlijk te ,, ejj'eclee. „ ren en -vtiuuiéen zijn Huif „ en Erve, ,, Buiten. „ plaats, „ iiWJW„ woning, „ Laude)5 rijen &c. NB. Ten opzicht» te van onroerendgned. in plaats van de Oudergehaa!J'eri ueK te ' fMten: „ Pochte „ op eenige ,, andere „ wijze gea.„ lienecrd of verder „ belast, ,, dan mat „ tsprcslis „ men tic „ dat dit lpcciaal ,, verband „ daar op „ ten be-  C 290 ) „ hoeve der of de aflosfing bij het aflopen dezer beleening te „Beleen- doen, in alle die gevallen, dezelve verpande * gepas- Goederen, zonder eenige nadere authorifatie of „ teerd, „ met ivgt „ van prae„ ferentie „ voer al„ le ande„ ten geen „ ouder „ fpeciaal rt verband n hebbende „ Credueu„ run van „ den Ei„ genaar. Formulier van het Reny erfaal Art. 13. gemeld. CCommisfarisfen van de generaale Beleenbank, voorde v geheele Provincie van Holland, te Amfterdam opgelicht , verklaaren bij dezen , dat in dezelve Bank door A. . ... • . . w-oonende . , . . . . bij behoorlijke Acte van beleening zijn verpand de vol* •geude Effecten of Goederen: Welke wij ten pericule van den Eigenaar zullen bewaaren, of doen bewaaren, tot de finale aflosfing der voorfz. belecning, en dan in natura aan hem zullen re- ili- rorme van proces, puoueK te verhopen, en naar ftijle aan de Kopers te tfanfporteeren en leveren ; en aannemende, om, zoo dra hem de Verkoop-Rekening daar van zal zijn vertoond, al het geen dan nog aan het door hem verfchuldigde zoude mogen ontbreken, promptelijk aan Commislansfen te voldoen, onder verband en fuomisfie als boven; met dien verltande, dat het geen, na aftrek van alle redelijke kosten, bevonden mogte worden noch over te fchieten, aan hem Comparant, tegens reftitutie en Qutrtamie van het Renverfaal der verpande Effecten of Goederen, in contanten gelde zal worden geëxtradeerd. Aldus gedaan &c.  C 291 ) ftitueeren, tegens wederoplevering van dit ons Renverfaal, het welk tot niets anders zal kunnen dienen, en op geenerlei wijze , geheel of gedeeltelijk , verkogt, of aan een ander beleend of geaffecteerd , mag worden, direct: noch indirect; wordende bij dezen een ieder gewaarfchouwd, dat alle handelingen met dit Renverfaal door de Reprsfentanten van het Volk van Holland zijn verklaard nul en van onwaarde, invoege daarop bij geea Rechter in judicandozü mogen worden reguard genomen of recht gedaan. Attum in Amfterdam den .... Formulier der Bank-Billetten Artikel 13 vermeld. Commisfarisfen van de generaale Beleenbank, voor de geheele Provincie van Holland, te Amfterdam opgericht, verklaaren bij dezen , dat ter zelve Bank door A. . is opgenomen eene fomma van .... en daar voor aan hem uitgegeven dit Billet, om in de groote Geldheffing, door de provifioneele Reprsfentanten van het Volk van Holland, bij Publicatie in dato den . . Mai 1695, gearrefteerd, te worden gefourneerd, zonder dat het zelve tot eenig ander gebruik, hoegenaamd, mag dienen» of van eenige valeur zal zijn; waar van een ieder bij dezen word gewaarfchouwd. Aftum in Amfterdam op den . . . For-  C 202 ) Formulier der Adfignatiën Art. 14 gemeld. Het Committé der Provinc'aale Finantiën van Holland adfigneert bij dezen aan A .... in voldoening of mindering van het geen hij van den Lande te vorderen had, eene fomma van in de generaale Beleenbank voor deze Provintie te Amfterdam opgericht; zullende de voorfz. Somma, in dezelve Bank, van de Rekening van den Lande afgefchreven en overgebragt moeten worden ten naame van den voornoemden A. of den geenen, op wiens naam hij dit Bankgeld zal willen doen ftellen — des dat zulks, met overgifte dezer origineele Adlignatie , ter voorfz. Beleenbank zal moeten worden verzocht uiterlijk binnen agt dagen na daco dezes; na verloop van welke deze zal worden gehouden voor vervallen, en van geener waarde. Gedaan in 's Hage op den . . . Te AMSTERDAM, Bij HENDRIK G A R T M A N. Het eerfte Jaar der JSataaffche Vrijheid,  C Mg ) B IJ L A G E, Behorende tot de Zitting van Woensdag Voormiddag den 10 Juni] 1795. VR THEID. GELTKHE1D. BROEDERSCHAP. De Provifioneele Reprefentanten van het Volk van .Amfterdam , op heden door de, Voorftellers in ftaat gefteld zijnde , om de Burgerij kennis te geeven van de uitgebragte Verkiezing eener nieuwe Municipaliteit, berichten bij deze, dat volgends het ingeleverd Verbaal • de 60 Burgers verkoozen tot nieuwe Municipaliteits- Leden, en dien post hebbende aangenomen (daar onder begreepen de abfente gekooren Burgers behoudens derzelver recht, om zich daarop finaal te expliceeren,) beftaan Dd in  ( 370 5 in de onderftaande in een Aiphabetifche orde volgende Burgers; te weeten; ' 1 l \\ T Cf JAN ALSTORPHIUS, Keizersgracht, bij de Spiegelftraat. JACOB D'AMOUR, op de Keizersgracht, bij het Molenpad. PIERRE JEAN BAPTIST CHARLES , vah der. AA, Bloemmarkt. ELIE ANGELY,Cingel, bij de Warmoesgragt. JAN BERNDT BICKER, WILLEM BACKER, dito gragt bij de Huideftraat. JAN JACOB BOSé, dito gragt bij de Leidfcheftraat, PIETER BROUWER, op de ZwaaneburgwaL •JACOB van OOSTERWYKBRUIN, Heeregragt bij het Burger-Plijn. ■ CORNELIS IGNATIUS BRANGER, Keizersgragt bij de Utrechtfqheftraat. IIUIBERT BASTERT, Cingel over het Kle©-. ren Veer. JEANALEXANDERBOTEREAU, Keizersgragt bij de W ulveftraat. HENDRIK ten BROEK, Keizersgragt bij de Leidfcheftraat. NI-  C ) NICOLAAS van der BIET, Cingel bij de Korsjesfteeg. PANIEL BLEECKER, Keizersgragt over >t Huis met de Hoofden. ANDRIES CALKOEN , Heeregragt bij da Leidfchegragt. J. P. van WICKEVOORT CROMMELIN, Heeregragt bij de Spiegelftraat. HENDRIK van CASTROP, Keizersgragt bij de Beereftraat. ROBERT DANIËL CROMMELIN, Heeregragt bij de Lelijgragt. PAULUS CHARLé, Buitenkant bij de Foe- lijftraat. CHRISTIAAN CRUYS , Heeregragt bij de Leidfcheftraat. PAULUS van DRIEST, Ygragt bij de Pe- perftraat. J AQUES de G ALS, Keizersgragt over de Goude Ketting. ESTIENNE L'ESPINASSE , Keizersgragt bij de Huideftraat. ANTHONY EBEL1NG, dito bij de Rheeftraat. JOHAN PIETER FARRET, Keizersg-agt bij de Spiegelftraat. DdJ CER-  C 272 ) GERRIT de GRAAF, Keizersgragt ©ver de Goude Ketting. THEODOOR GULCHER, over de Westermarkt. DANIËL HOOFT GERRITSZ., Heeregragt bij de Spiegelftraat. CORNELIS van der. HOOP GYSBERTS. PIETER van HERZEELE, Keizersgragt over de Groenlandfche Pakhuizen. ADRIAAN TEYLER van HAL, Heeregragt bij de Bergftraat. HERMAN HOGEWAL, Keizersgragt bij de Spiegelftraat. HENDRIK DANIËL van HOORN, Heeregragt bij 't Reguliersplijn. DAV1D van HEYST, Heeregragt bij de Heereftraat. PIETER HEKMAN, Blaauwburgwal. DIRK van HIN LOPEN , Warraoesftraat bij de Oudebrugfteeg. ADRIAAN POMPEUS van LEYDEN, Keizersgragt bij de Utrechtfcheftraat. JAN GERARD LUYKEN, Leidfchegragt op de Hoek van de Prinfegragt. ELI SA LYN SLAGER, Kamperhoofd bij de Nieuwendammer Scijger. JAN  C 273 ) JAN HENDRIK MEYER casparüsz. , Baangragt bij de Kruisftraat. AUGUST HENDRIK de MELANDER, Cingel voor de Toorenfluis. EVERT de MARRE, Warmoesftraat bij de Pijilieeg. MATTHYS OOSTER, JURRIAAN ONDORP, Koeftraat. HENDRIK OGELWIGHT, Fluweele Burgwal bij de Stooffteeg. JAN FREDRIK PONTOI, Leidfchegragt. JACOB ANTHONY de ROTH, Heeregragt bij de Beulingftraat. HENDRIK STEENBERGEN, Keizersgragt bij de Spiegelftraat. NICOLAAS van STAPHORST, Keizersgragt bij 'c Huis met de Hoofden. JAN HERMAN SCHIMMELPEN NINCK , Keizersgragt bij de Vijzelftraat. MATTHIAS TEMMINCK , Kolveniersburgwal. ABRAHAM VEREUL, Heeregragt bij den Amftel. JAN MESSCHERT van VOLLENHOVEN, Keizersgragt bij de Lelijgragt. Dd 3 ABRA-  C 274 ) ABRAHAM GYSBERTUS VERSTER, Nieuwendijk over de Baafjesfteeg, JAN de WIT, Heeregragt bij de Leidfcheftr. SAMUEL IPERUS WISELiUS , Prinfegragt over de Noorder Kerk. HENDRIK van WAYENBURG, Cingel voor de Toorenfluis. WILLEM WOUDMAN, Leidfchegracht tusfchen de Heere en Keizersgracht. AMBROSIUS JUSTUS ZUBLI, Warmoev ftraat over de Papenbrugftee'0, Verders adverteeren de voornoemde Reprefentanten van het Volk van Amfterdam, dat ingevolge Artikel 12. van het 4de Hoofdftuk van het Plan van Oproeping den dag der Inftallatie nader zal bepaald en de Burgtrij bekend gemaakt worden. Heil en Broederfchap! Amfterdam den 10 Junij 1795. Eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid, Ter Ordonnantie van voorn. Reprefentanten. G. BRENDER a ERAND1S. Secretaris.  nadere CONSIDERAT IEN, OMTRENT HET VERBOD DER WAAPEN-SCHILDEN E N L I V R IJ E N, DOOR J. FLANK van den CORPUT, VR IJ HEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. Waarde Meede-Burgers! D. Refolutie door de Municipaliteit der Stad Amrteldam op den 13 Maart genoomen , welke niets minder behelsde dan veele reeds gemaakte Rytuigen oude Voorgeevels, Frontifpicen, domeftique Kleederen reeds gemaakt en betaald tenhaare gevallen (immers niet tot eenig nut der Ingezeetenen) te doen vermaaken en veranderen: tegens welke moeite 3 hier door aan veele fngezeetenen veroorzaakt, zij als dan wel op zig zonde neemen die moeite van de waapens van veele zelfs zeer waardige Familien ten vuure te doemen. &c. &c &c Deeze Refolutie mijn aandacht opgewekt hebbende , heb ik dus den 24 Maart aan het publiek A met  < 2 ) met al die vrijmoedigheid, die aan een gebooren -Needcrlander past, eenige Confideratien in het Licht gegeeven; Confideratien waar aan ik mij bij dcezen volkoome refereere, in vertrouwen dat den Leezer daar in genoeg zal konnen onderfcheiden, en zien of de zelve al of niet zijn gegrond, en of de Municipaliteit, dan of ik heb gedwaald. Heb ik gedwaald, zoo hebben mijne dwaalingen ongélukkig ten gevolgen gehad, dat eene meenigte der geene, die de zelve hebben geleezen, en even zoo wel als ik aan menfchelyke gebreeken onderheevig, meede hier door aanhetdwaalen gebragt zijn, en zulks maak-ik op uit de zoo oprechte betuiging van veelen, welke met mijne gevoelens daar in aan den dag gelegd, volmaakt overeenfternden. Van deeze waarheid zoo ten vollen overtuigd, als volkoomen vertrouwende, dat ik in mijne gemelde Confideratien niet geheel heb gedwaald, en wyders verzeekerd, dat het hervatten van die Refolutie en het Publiceeren der zelve geen het minste nut kan te weeg brengen; integendeel, veel eerder gefchiktis, om deeze Stad nadeel toetebrengen, zoo maak ik geene Zwaarigheid dit opentlyk te declareeren, in ftaat zynde zulks te bewijzen , en wel met even zoo veel faciliteit als het ligt te bewijzen is, dat die zelfde Municipaliteit, welke' goed kan vinden dusdanige Refolutien te neemen, hier in even als in zoo veele andere gevallen niet alleen deszelfs Provifioneele aanjtellirg uit het oog verliest, maar zelfs niet fchijnt te begrijpen dac het geene in bovengemelde Refolutie is vervat, niet eens in alle opzichten de zaak eener allerwettigst aangeftelde Municipaliteit kan zijn en door  ( 3 ) de toekoomende Reprefentanten der geheele Natie behoord of kan wei-den gedecreteerd, maar geenfints met eenige grond van Recht door eene Pro. yifioneele Municipaliteit kan werden gearrelteerd, en ter nakoming gepubliceerd. Ik heb mij reeds differenten maale verwonderd, en niet konnen begrijpen hoe het mogelijk was, niet dat 'er wonderbaare voordellen in zommige Wijk-Vergaderingen door een of ander Lid zijn gedaan, maar dat de zelve zijn geworden poincten van voorftellen der overige Wijk- Vergaade» ringen: hoe veel meer moet ik dan niet zijn verwondert te zien, dat een of eenige Leeden een zoo Achtbaare en aahzicnelijke Vergadering als de Municipaliteit tot zoodaanige Refolutie weet te brengen, om deszelfs Provifioneele Magt in zommige zaaken zoo verre uitteflrekken, dat ik 'er vry wat moeite meede zoude hebben, eene wettige en Legaale verkoofe Municipaliteit daar in te • obidiëeren ofte gehoorzaamen en aan de zelve zoo eene uitgcltrekte macht te erkennen vooral terwijl men eene Nationaale 'Conventie te wagten beeft, aan welke het alleen, als hier vooren gezegd kan geoorloofd zijn, die veranderingen te doen maaken welke onze Municipaliteit durft vorderen , dog met geen de minste grond van Recht ban doen nakoomen, en wel des te minder daar zij in gebreeke blijft haare eijge Publicatien na te koomen en te doen dat geene, waar toe zij zich opentlyk heeft verplicht, zoo als ik bereijd ben te bewijzen en waar uit het fcheijnd (dog het welk men niet mag veronderflelle) deszelfs intentie te weezen dat zij de taak van die geene welke haar op een wettige en Plechtige wijze zullen vervanA 2 gen  C 4 ) gen des te onaangenaamer zoekt te maaien, zoo ten aanzien van dat geene, het welk zy wel verplicht is te doen, dog niet goedvind zelfs te Effectuëeren als ten opzigte van dat geene, dat zij goedvind te Refolveeren en te Publiceeren; om haare opvolgers al datonaangenaameovertelaaten als welke het natuurlijk gevolg zoude zijn, van het zeer ten onregte te willen handhaaven, en mainteneeren van eene Refolutie welke deeze Municipaliteit wel Provifioneel heeft durven neemen, doch Provifioneel niet heeft willen Publiceeren noch de nakoming daar van te gebieden, dan ruim drie Maanden na dat deeze Refolutie is genoomen. Wie dog waarde Mede-Burgers, is'er onder ons onkundig genoeg, om niet te befeffen , dat 'er geen andere Rpden heeft konnen zijn, om deeze Refolutie reeds circa drie Maanden oud, nu eerst te Publiceeren, dan om zoo als eeven gezegd is, dat onaangenaame dat 'er uit zoude konnen voort vloeien aan die geenen overtelaaten, welke als door onze vrije keuze waardig geacht onze verteegenwoordigers te zijn, ook als zoodaanig binnen wijnige dagen plechtig ftaan te worden geinftalleerd. Dat men de Familie waapens in de Kerken hangende als daar onnoodig ja ongefchikt zijnde, doet weghaalen kan geenfints afgekeurd worden, doch wat de verdere extenfie van de Refolutie betreft, deeze, is voor als nog zeer ontijdig, en zal het bedoelde effecl: niet hebben. Dit behoorde eene Municipaliteit in Confideratie te neemen en voor al te befeffen, dat het met haare waardigheid geenfints ftrookt Refolutiente neemen en te Publiceeren, zonder de zelve ftiptelijk te doen agtervolgen, zulks is ftrijdig teegens die cordaardheid, welke vertegenwoordigers van een vrij- volk  ( 5 ) volk even zoo eigen moet zijn als dat bedaarde en beredeneerde overleg, waar uit niets anders kan ontftaan, nog waar uit geene Propofitien konnen voorkoomen dan die, welke billijk en reebtmaatig zyn : dan, en dan alleen wanneer men rechtmaatigis in zijne beveelen, dan kan, dan behoort, ja dan moet men ook ftreng weezen in het doen nakoomen derzei ve, immers niets heeft meer kragt dan vorderingen op billijkheid en recht fteunende, dan daar 'er nog recht nog billijkheid in het grootfte gedeelte der beveelen in meergemelde Publicatie begreepen, te vinden is, zal dezelve niet geobediëerd worden. Het niet obediëeren van meergemelde Refolutie verwagt ik met des te meer grond, wijl 'er onder de vermoogende deezer Stad genoeg zijn, die hunne waarde a's een vrij Burger, eeven zoo wel gevoelen als zij de paaien kennen, welke de macht eener, en wel eener provifioneele Municipaliteit niet behoord te buiten te gaan, en dus zeer wel weeten, wat deeze van hun met recht kan vorderen. Daar deeze Municipaliteit reeds eene aanzienelijk aantal, zelfs min of meer presfante zaaken voor deszelfs opvolgers heeft opgezaamelt, en Provifioneel ter zijde gelegd, zoo had dan ook het grootfte gedeelte van het geene door meergemelde Refolutie is gevorderd, als zoo al niet onnut, ten minsten niet presfant, ook konnen werden uitgeftelt. Immers is het geene in meergemelde Refolutie is vervat niet alleen niet presfant, maar zelfs nadeelig voor den Konstenaar en Ambachtsman en dus veel eer gefchikt, om konsten en wetenfehappen (God beterd nooijt in ons Vaderland behoorA 3 lijk  ( 5 ) lijk geprotegeerd,) verder te onderdrukken. Is dit de eerfte verbeetering ? Dan zeg ik voor mij Basta en bedank voor de volgende van die aard. Het is waar Meede-Burgers, dat de fteller der propofitie van 11 Maart reeds den 4de bevoorens beloofd had om ter weering van wanorder, en ter viering van een tweede Burger-Feest een propofitie te doen. Wat betreft het weeren van wanorder, dit is prijsfelijte, en Burger-Feesten opzijn tijd te vieren is geenfints ongerijmt; dog om te konnen befeffen wat wanorde hier bedoeld en weezendlijk geweerd word, daar toe vermeen ik S alomons wijsheid noodig te hebben, en declareere openhartig dat ik zulks noch uitdepropofitiezelve, noch uit de publicatie kan vinden , veel eer vinde ik 'er ftof in voor eene v.p.e van allefints gegronde aanmerkingen , waar van ik'er flegts om niet te lang uittewijden eenige zal laaten volgen. De fteller der propofitie noemt de waapens gefchilderde voorrechten, jammer is het dat zijn Ed. riet heeft aangevveezen, dat dezelve waarlijk voorrechten zijn, dan dit is ligter te zeggen dan aantetoonen , i'n eene Stad van negotie alwaar de voornaamsten Adel beftaat uit groote inkomften , geëevenreedigde verteeringen , en prompte betaaling, en daar ik aanneeme te bewijzen , dat Amptelooze Burgers reeds jaar en dag geleeden waapens hebben gevoerd en nog op deszeis Rijtuigen hebben, het fchild geplaastop eene Vorftelijke roode met Ermelijn gevoerde Mantel, vraag ik aan den Auteur der meergemelde propofitie. Heeft men die Burgers des weegens eenige Vorftelijke eer beweezen? of heeft men aan hun flegts eenig gering voorrecht hier door toege- kent  C 1 ) bendf zo ja; dat men dan de zelve, als tegen de gelijkheid ftrijdende, vernietigt;dog ik beweere van neen, wijl deeze waapens hoe prachtig, hoe Vorfteiijk ook, alhier niet eens dat geringe voorrecht meedebrengen, als waar van de Kruijers op halfweegen jouisfeeren en ten dien eijnde het Amfteldamfohe en Haarlemfche Waapen op hunne Kruiwaagens voeren. Daar het dus geene voorrechten zijn, zoo als echter de Auteur de zelve in de derde paragraphe noemt, maar veel eer zodaanig zijn als hij die zelfs eenige reegels laager noemd, namentlijk kinderachtig, dan is het immers te verwonderen, dat leeden in zulke gewigtige posten geftelt zig met dat voormelde kinderagtige ophouden , en daar aan eventwel die importantie hechten, als welke de Auteur zijne attentie zoo gaande heeft gemaakt. Aangaande het geene verder in de vierde paragraphe wordt gezegt, en waar omtrent vrij veel aantemerken valt, zal ik mij alleen bepaalen tot deeze laaste gewigtige woorden „ dat men door „ liefde en achting zijne natuurgenooten best aan ,, zich verbinden kan „ het zal ook alleen zijn uit liefde en achting voor deszelfs natuurgenooten, dat de Auteur in deeze zoo werkzaam is geweest, om de zelve aan zig te verbinden, en meergemelde propofitie heeft gedaan en beflooten, met te verzoeken de zelve ten Spoedig/ten in etnjiige deliberatie te neemen , het welk ten gevolgen heeft gehad, dat de zélve dan ook dadelijk (den ir Maart:) is geconcludeert en den 2de Junij is gebubliceerd. Deeze Publicatie te volgen; veele fraaije Kon - ftuk-  t 2 ) ftukken ten onregte te vernietigen en zulks alleen ten nadeele en op kosten van Stads Casfe (welkers inkoomen behoorde te worden vermeerderd in plaats van door onrechtmaatige uitgaaven , te worden verminderd:) is ten minfte zoo onnut als bet teevens waaragtig is, dat bier door aan honderde Braave en Achtenswaardige Ingezeetene eeven zoo ten onrechteonaangenaamheeden worden aangedaan, en belet om door hunne ruime inkomften na gewoonte den Konstenaar en Ambagtsman te bevoordeelen en zich aldus nuttig en verdienstelijk te maaken , en wel door het uitoeffenen van dat Recht van den Mensch, als het welk zegd : ,, de Voijhbid is de „Magt, welke ieder Mensch toe„ komt, om te mogen doen hetgeene „ anderen in hunne Rechten niet 5, stoort " Wie dan waarde Meede Burgers handelt hier tegens dat Artrcel van het Recht van den Mens ch? immers die geene, wiens heilige plicht is voor dezelve te waaken , en geenfints die voornaamezooAchtings waardige als nuttige Ingezetenen als welke hier ter ftede zoo ten onrechte worden gevexeerd. Zie daar waarde Meede • Burgers mijne gedachten en aanmerkingen omtrent de zoo veel geruchtmaakende Publicatie, vrijmoedig bloot gelegd en aan ü L. onpartijdig oordeel voorgeftelt en onder» worpen. Uw Heilwenfchende Meede - Burger J. FRANC van den CORPUT Amfterdam 3 Junij 1795. Het Etrfte Jaar der Bataaffche Vryheid.  C 277 3 B IJ L A GE, Behorende tot de Ztttsng van D/ngsdag Namiddag den 15 Junij 1795. vrijheid, gelijkheid, broederschap. Rapport van j. van eys en j. goldberg , over de op hen , door de Provifioneele Muntctfaittett gedecerneerde Commisfie , ter beraaming en daarfieilmg van een Burger feest over de jflftantte tus-> fichen de Franfche en Bataaffche Re~ fttblieken; gefloten in 'sHage dm 16 Msij , en geratificeerd te Parys den 27 Me ij daar aan volgende. MEDEBURGERS! Na dat wij, bij uwe beiluicen van den ao en 2,9 Meij laatstleden, in Commislie waren gefteld geworden, om een Burgerfeest, ter gelegenheid van de ratificatie van het Verbond van Alliantie met de Franfche Republiek, en de vereiseht© plegtigheid bij de inftallatie van uwe en onze opvolgers te beraamen, en al 't geene daar toe noodig en met het gewigt van die beide gebeurtenisfen overeenkomftig zoude zijn, daadelijk daarteftellen, hebben wij, ingevolge van uwe vrijlaating, den raad en bijftand ingeroepen van de Burgers, w.e. van hall, j. bondt, g. cruys , p. e. iTüYVENé, en j. a. gogee, dien wij daar toe allen bereidvaardig hebben bevonden, Ee En  C »7* ) Tn hier op onze verrichtingen hebbende aangevangen , mee dien ijver en liefde voor het algemeen, dien gijlieden in ons hebt geheven te vooronderftellen bijdeopdragtvan zodanigeCommisfie die over een onderwerp moest gaan in dit Land bijkans geheel nieuw, die voorhands te bezeilen was, van de moeijelijkfte uitvoering te zullen zijn'; en waar over uwe Gecommitteerden hoe dan ook daar in handelende, die zelfde haatelijke aanmerkingen zeeker houden en te gemoed ?ien, waarin fommige hedendaags hunne gewaande Vaderlandsliefde onder hunne Medeburgers doen uitvloeijen, zo hebben wij al daadelijk begreepen, dat de algemeene vreugde overliet gefloten Verbond, den grondflag van het gantfche bedoelde Feest, en waar op dus bij gevolgtrekking alle onze poogingen benoorden te berusten, moest uitmaaken, en dat_ ,vij het zelve daarom in dier voegen behoorden in te richten: dat door U van 's Volks wege aan het Folk zelve gepaste gelegenheid wierde gegeeven , om die vreugde zonder zorge den teugel te kunnen vieren, en de gevoelens algemeen te kunnen maaken, die ieder beminnaar van dit xijn zo zeer te vooren gefolterd Vaderland, bij het waar bezef van het tegenwoordige en heugchdijke tijdflip behooren te bellieren. Tot dat einde zoude zeekerlijk een open plaats , alwaar het geheele Volk van Amfterdam zoude kunnen tegenswoordig zijn , het meest gefchikt zijn geweest,, dan deze was 'er niet te vinden, en de vreugde die door een zeer klein gedeelte van Amftels Burgeren op het grootfte Plein zoude kunnen worden genooten, zoude zeekerlijk, noch algemeen genaamd hebben kunnen worden, noch  ( *79 ) noch een Volks-Fecst hebben uitgemaakt, waarom wij bedagt lubben moeten zijn , om daar toe verfcheidên Pleinen binnen deze Stad te destineeren, en daar door aan het geheel. Volk van Amfterdam gelegenheid te geeven , om bij afvvideling een zo veel doenlijk volkomen deel aan alle de uitdrukkingen van de algemeene vreugde te kunnen neemen. . Gepaste zinnebeeldige voortellingen, zullen htef onze nieuwe gelukkige betrekkingen met 't grootfto Gemeénebest des waerelds aankondigen , daar de zeekere gevolgen van de betrekkingen voor dit Land fchetfén, wanneer wij door Vaderlandfche deugden het Volk de nieuwe veêrkragt trachten in te fcherpen, die hetzelve noodig- zal hebben, om uit den doodelijken flaap der Tyrannij regt te ontvvaaken, zijn verkreegen geluk te behouden, en zo wel inwendige vijanden van 't Vaderland, door deszelfs waakzaamheid te beteugelen en door broederliefde aan zig te trekken, als om de uitwendige Tyrannen en derzelver werktuigen die fystematisch , de gezwoorene vijanden van het geheel vrijheidlievend menschdom zijn, te vernielen. Daar toe zal het Volk gelegenheid gegeeven worden, om zig op de eene plaats het wanftallig voorige Staatsgebouw met alle deszelfs gebreken en misbruiken levendig te herinneren, om zo veel te levendiger te gevoelen, de reeds daar zijnde en verder te verwagtene verbeeteringen, die het geluk en de welvaart van onze Maatfchappij moeten aanbrengen, en daardoor zal dus het Volk zig zeiven kunnen aanwijzen, en voor hetzelve bevattelijk worden, dat het noggroo e opofferingen te doen heeft, om het geluk van zich Le 2, zd».  ( aRo ) zeiven en het naageflagt, op duurzaame gronden te vestigen, maar dat ook teevens de eindelijk ë belooning alle deze opofferingen verre zal te lieven gaan , en tot de bereiking van dat einde, ftandvastige trouwe aan onze Geallieerde, binnenlandfche Eendragt op waare Broederfchap gevestigd, haat tegen de vijanden der beide Republieken , en de oude Bataaffche Heldenmoed en Vaderlandfche deugden, fteeds aan de orde van den dag zullen moeten zijn. Wij hebben het genoegen gehad ü dezen onze gronden de uwen te zien maaken, door de Proclamatie die wij aan u voorgeteld hebben te aggreëeren en te publiceeren, en de voorbereidfelen tot het Feest, op dat zelfde voetfpoor hebbende voortgezet , vinden wij ons thands in ftaat hetzelve in zijn geheel aan Uliëden bekend te maaken. Gij voelt echter , Medeburgers! dat het ons niet doenlijk is, bij dezen in alle de details te treeden , dit zoude Jen korten tijd, welken u en ons nog overblijft , Lot het verrigteh van nog veele gewigtige zaaken, zonder eenige noodzaaklijkheid bezig houden , en vergunt ons daarom alleenlijk het algemeene beloop van het gantfche Feest aan Olieden te fchetfén. Een gedeelte van alle de gewapende magten , zo wel onder onze Franfche Broederen , als van ons zeiven , zonder eenige uitzondering , zal zig op Vrijdag aanftaande, des morgens vroegtijdig op de hun aangeweezen Loopplaatfen verzamelen , en van daar refpectivelijk naar het Plein der Revolutie optrekken , alwaar bij voorraad een uit alle die magten famëngefteld detachement geplaatst zal zijn, om de aankomende te recipieeren.  ( a8i ) Alle de Detachementen of Divifiën zullen op hec Plein der Revolutie, na maate van hunne aankomst gerangeerd worden, zo compres hun getal zal kunnen toelaaten, en dit getal zal zo na mogelijk geborneerd moeten worden, om deste grooter gedeelte van het Volk van Amfterdam gelegenheid te geeven , de Festiviteiten aldaar bij tc woonen. Zo dra de bepaalde gewapende magt op't Plein der Revolutie zal zijn aangekoomen en gerangfchikt, het geen wij onderftellen tegens 9 uuren te zullen kunnen zijn, zal een Corps Cavallerie, Infanterie en Artilleristen, met twee Veldftukken en Muziek, gedetacheerd worden naar den Doelen op de Garnaalenmarkt , alwaar wij u voorftellen de Reprefentanten van het Franfche Volk te noodigen, met zodanige der Commisfarisfen en Agenten in dienst van de Franfche Republiek , gelijk mede de Opper-Officieren van het Franfche Leger, als door de Franfche Reprefentanten en Generaals zelve, daartoe zullen worden verkoozen , ten einde met Uiieden van daar plegtiglijk de vervaardigde Alliantie-Vlag, naar het Plein der Revolutie te begeleiden, en dc opening van dat Feest, met dc verdere Festiviteiten van dien dag, die wij zo aanftonds nader zullen detailleeren, bij te woonen. Wij laaten hec aan uwe beflisling over, of gij lieden zult vermeen en u allen m Corps in den Doelen te moeten bevinden, en ook daar alle Committées te moeten verzoeken , ten einde dien optogt bij te woonen, dan of gij lieden zult begrijpen daartoe alleen commisften te moeten delegueeren en requireeren, wij voor ons zeiven zoude het laarüe prefereeren, en het zij bij verEe 3 ki«-  kiezing oflootir.g een derde van de Leden der Municipaliteit en van iederCommitté daaru e proponeeren, welke niet in ce nieuwe Municipaliteit verkooren zijn, om dat dan door ue overige onze Franfche Broederen op het huis der Gemeente kunnen worden gerecipieerd. Zo dra het voorn. Corps onder uw geleide op het Plein der Revolutie zal zijn aangeitoomen , werwaards de optogt zal moeten gefchieden, uitgaande den Cingel langs en te rug koomende door de Kalverftraai:, zal de Alliantie-Vlag op den Toren van het huis der Gemeente geplaatst worden,dit heucheiijk tijdlbp met een Salvo uit het gefchut op het zelve Plein geplaatst aangekondigd, en 't gem?lde Salvo in alle oorden van deze Stad herhaald warden. • Een convenabel corps Muzikanten zal den toon tot de algemeene vreugde aangeeven ; vervolgens zullen aldaar onder uw toezigt vernietigd worden, de figurative overblijffcls van de voorige flaavernij. Envoords zal een commisfie uit uw midden aan de bepaalde divifiën van de gewapende magten uitreiken, de blafoenen van de reipective voortellingen op de Pleinen, onder bijgevoegde muzie'; geplaatst, om daar mede te defiieeren en aftetreKken naar dezelve pleinen, door de plaatzing van die blazoenen met de famengevloeide Burgers het Feest aldaar te openen, en over dit gelukkig tijdftip vreugde te vieren, op die wijze welke het \ olk aldaar verkiezen zal, en die uwe Gecommitteerden- van het hard ijk deel , het geen het Volk van Amfterdam aan het geflooten verbond, en van deszelfs goede Leeden durven verwagten, zullende alleenlijk op de Pleinen  C a»3 ) ncn geftadig Muziek van uwentweegen daar ge-fteld, en het Volk door nieuwe Nationaale Liederen , op deze gelegenheid töepasfelijk , tot vreugde worden aangefpoord. Oogenbliklijk naa dat de blazoenen zullen zijn uitgedeeld, en voor dat de agt divifiën van het Plein der Revolutie, naar de pleinen voor dewelke dezelve beftemd zijn zullen zijn afgetrokken , zal het tijdftip daar zijn, waar op deze Vergadering van 's Volks weegc zal moeten worden bedankt, en onze opvolgers zullen worden geïnftalieerd, vreugde betooningen koomen hier b'ij,zo als gij lieden zeiven zult begrijpen, niet te pas, en alleen moet de daar aan te Voegen plegtigheid, het gewigtig en ernftig Character van die verrigtihg kenfehetfen, en wij vertrouwen daarom, dat°gij lieden ten dezen refpeéte wel zult willen berusten, in de fchikkingen deswegens door ons met eene Commisfie uit de 20 dadelijke voorftellers beraamd, als volgt. De Voorftellers zullen van de plaats, alwaar dezelven 's morgens voor agt uuren zullen Vergaderd zijn, als dan door een Detachement Grenadiers afgehaald en geleid worden, naar het Huis der Gemeente. Na dat de Commisfie uit uw midden , en uit uwe Committees van het Revolutie Plein , ter afhaaling der Franfche Reprefentanten, uit den Doelen zal vertrokken zijn, zullen kort daar op de Voorftellers, of eene Commisfie uit dezelven voorgegaan en opgeflooten door een Detachement Grenadiers, van het Huis der Gemeente vertrekken; naar het Burger Weeshuis, om de aldaar verzamelde verkoozen Leden , tot de nieuwe Municipaliteits aftehaalen , en naar het Ee 4 Huis  C 4*4 ) Huis der Gemeente op te leiden, ten einde aan hen geleegenheid te geeven, aanfchouwers van het Feest der Alliantie te zijn. Naa dat dan de Blazoenen als boven zullen uitgedeeld , en dus op het Revolutie Plein , het Feest over de Alliantie zal afgeloopen zijn, zal de Provifioneele Municipaliteit, door de Voorftellers op het Plein der Revolutie gebragt en aldaar, voor hunne moeiten bedankt worden. Vervolgens zullen de nieuwe VerkoozeneMu-* mcipaliteits Leeden , insgelijks door de Voorftellers op het Revolutie Plein gebragt, en aldaar geïnftalleerd worden. Waar naa de Leeden der nieuwe Municipaliteit beneevens die der afgetreedene, met de Leeden van alle derzelver Commitées, weeder op het Plein der Revolutie zullen verfchijnen , om de gewapende Corpfen voor hen te zien defileeren en aftrekken, Voords hebben wij gemeend, gebruik te moeten maaken, van de wchvilknheid van die geene onder onze Medeburgers, die hun verlangen aan ons van ter zijde hadden te kennen gegeeven, om ook op dien dag van algemeene Vreugde, hunne gewoone vermaaken op het water te kunnen herhaalen , en wij hebben begreepen dat het onze Franfche Broeders, zo wel als aan u Lieden niet dan zeer aangenaam zoude kunnen zijn, om ook daar door verzeekerd te worden, e;StViering Zr°nder -'e ^SS zoude geweest zijn. Ja wij houden ons over- S1[ *elfde > 1-t geene wij nog wel Semg? La d° TuTmTd[»en> uk üuezem s .Lands Schatkist, federt i^ren ~ d£ehelft bi-^SS lS gevonden, even zeer m ftaat zoude zijn, om 'n gelijke proportie vreugde te vieren,J en een Verbond te celebreren , hetwelk ook haare partlcunere wei all to£ ™* Volk ,lm0T bfengen' Cn dat d^dat hebbennirC i " Van welt«vreedenhcid zal liebbui , als het zien zal door uw beftuur «n de gelegenheid te zijn gefteld om decèmé metzijne waardigheid en de plaatfelijke geftdd- wir 0hif!fnk0mffige Festi^eite« « hotden , Zul J de1meft mpoglijke fpaarzaamheid is m iie oog gehouden en welker fupport veel minder toe aage van ieder individu noodzaaklek zal maaken, dan hij voor z,ch zei ven tot de geEge?. Vr£Ugde gaarn£ Z°ude hebben bij En houden wij ons volkoomen verzeekerd, dat het Volk dezer Stad, al te verheeven gevoe heeft van deszelfs verkreegen Vrijheid, om he Lm Spg0ffe,n ^ h°Uden' dat' W in deszelfi Z?' i , fSrw voor het dgVzwoore beftuur, alle biijdfchap over de jongfte gelukkige ifatrT£dSfen' en ^—IgeveitigV wenfchfn naar de duurzaamneid van het geluk, het welk zij  ( api-, ) *»' ons hebben aangebragt verleevendigt, en dat het zelfde Volk ten zijnen tijd zeer gereedluk de maatige kosten zal goedmaaken, van een Feest, waarvan de viering het zelve yerzeekert, dac het zweet en bloed van den eerlijken Burger dezer S^ad, niet meer zal worden befteed, aan de enkosten van Vorstelijke Kraamkamers, Prinsfeliike Pillegiften , Jaarlijkfche Gefchenken, aan onwaardige*, overdreeven Giften , aan Opperhoofden en kostbaare onderhouding van werktuigen tot verdrukking van s' Volks rechten, zaailing van tweedragt, aankweeking van de weelde! bevordering van godsdienstige nuigelaarij, en wat gij lieden van dien aart meer , door.het voorig Stedelijk beftuur, tot ons onfeilbaar bederf ,°hebt zien uitvoeren. Wij neemen dan de vrijheid tot flot yan dit ©ns rapport, u te herinneren en voortefteilen. i Dat door u eene Commisfie worde benoemd , om zo dra de Franfche Reprefentanten, binnen deze Stad zullen aangekoomen zijn, hen nader ter bijwooning van het Feest te noodigen , en met de wijze waar op zij bij 't zelve, zullen adfifteeren bekend te maaken. s. Het benoemen eener Commisfie uit u w midden', en het requireeren van een lid uit ieder uwer Commiteés, om met eene Commisfie mt de aanftaande nieuwe Municipaliteit, de Franfche Reprefentanten en Generaals, op den ioden aanftaanden den geheelen dag te vergezellen. 3- Dat  Dat door u worden bepaald , hoe veel uwer en hoe veel Leden van' uwe Commiteés en uit welke derzelver, de plegtige overbrenging van de Alliantie-Vlag zullen bij woonen. En eindelijk ten 4den, dat door ü worde benoemd eene Commisfie, mede uit uw midden ter uitreiking der blazoenen, welke door de verfchillende gewapende Corpfen,' van het'Revolutie-Plein zullen worden gebragt naar de overige pleinen binnen deze Stad, waarop de Monumenten zullen geplaatst zijn. ' • / Amfterdam den 15 Junij 1795. k (Getekend) J. VAN ETS. J. GOLD ERG. Te A M S T E R'D A M , bij HENDRIK G ART M AN, Met eer/Ie Jaar der Bataaf]che Fr ij hei d.