B II L A G E N TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTË VAN AMSTERDAM. DERDEDEEL. Ter Stads Drukken je*   B Y L A G E TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Maandag, 12 September, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche yryheid. EXTRACT uit de notulen der commisfie van het provinciaal beftuur van Hol' land, te Amfterdam. Maandag, den 18 July, 1796'. D e commisfie van het provinciaal beftuur van Holland, in aanmerking genomen hebbende, dat by hare publicatie van den 29 Mei 1.1., op fundament van den pasfiven ftaat, waarin de Raad dezer ftad, federt den 10 Mei daar te voren, had geverfeerd, en, ingevolge het aan zich gereferveerde, by hare misfive van den ipden, was gedeclareerd en gepubliceerd de vernietiging van alle zodanige refolutiè'n en concesfiën, welken aan gemelden Raad met geweld waren afgeperst, met uitzondering alleen van de zodanigen, welken, zonder aandrang van geweld genomen, door denzelven, met hare concurrentie, zouden geoordeeld wor* den ten nutte dezer gemeente te behooren gehomologeerdte worden; en dat dienvolgens, uit krachte als boven, alle de refolutiën van gemelden Raad, gedurende hetzelve pasfive tydperk, genomen, alsnoch laboreerden aan een defect van legaliteit, de refülttti&ó III. DEEL. A m  C 4 ) en daden eener vrye geconftituëerde magt competeren oe; heeft begrepen, dat, daar zy den Raad op deze ÜTl te2, ?fZlgte Van al het g^folveerde, in zyn geheel herftpld en gelegenheid gegeven had om zich Vryelyk te expliceren, en te rug te komen op alles, wat dezelve gevoefde, veeleer uit nooddwang, dan wel uu vrye verkiezing, gedaan of verricht te hebben, het herftel van dit defeft alsnu was eene der esfentiële daden van hare competentie en verpligting. — Dan, dat eyenjwertoe noodig ware eene juiste en naauwkeurige (chifting van zodanige refolutiën, waarop het geweld de omftaodigheden in dat t-ydperk min of meer hadden geimlueerd, van die genen, waarop van buiten niets had gewerkt, zodanig, dat dezelven noch zouden genomen zyn, ingevalle het te doen ftond. Waarom de commisfie, na overweging der omftandigheden, en inzien der registers van den Raad, begrypende, dat de Raad zelf hierin het meest bevoegd was te bellisfen, en het best konde beöordeelen, welke refolutiën het alsnoch van belang was geftand te doen_, geen beter noch onzydiger weg meende te kunnen inflaan, dan den Raad uit te noodigen, van zich hierop zelf te expliceren; gelyk zy dan ook, by hare misfive van den Xi Juny 1.1., ten dien einde, van den Raad requireerde: . i. Opgave van alle zodanige refolutiën, welken, federt den iq Mei tot den 3©ften daai aan volgende, in . een' ltaat van dwang, of door dwang geperst, waren' genomen, en welken als zodanig gehouden moesten ' worden, by hare publicatie van den 29, voor vernietigd en geünnuUeerd; — 2. Van alle zodanige refolutiën, als door den Raad, gedurende dattydperk, zonder aandrang van geweld, genomen waren, en tot het loopehde werk behoorden, en welken dus voor eene homologatie, met concurrentie dezer commisfie, vatbaar waren. Dan, de Raad, in plaats van aan dit gerequireerde te voldoen, de bovengemelde misfive, by appointe ment, gerenvoyeerd hebbende aan deszelfs leden tot het hefoigne, met deze commisfie gecommitteerd, heeft wel de commisfie by die leden op de gevraagde opgaven  C 3 ) ven geïnfteerd, doch met gevolg, dat gemelde leden daarop fubftantiëel hebben gedeclareerd, dat, voor zo veel het vrye of gedwongene van de deliberatiën van den Raad, gedurende het bewuste tydperk, geheel dependeerde van het interieur gevoel der individuele leden'van den Raad, zy voor hen zich daarop alleen perfoneel zouden kunnen expliceren, en daarom de decifie hierop alleen aan den Raad konde verblyven; latende het dus aan de commisfie over, om daar. omtrent zodanige maatregelen te nemen, als zy zal oordeelen te behooren. Daar dan op deze wyze eene explicatie op dit point, van de zyde van den Raad, is geësquiveerd, heeft de commisfie zich, als hare eenigfte en laattte toevlugt, moeten wenden tot de notulen van den Raad, wel als legale en inconteftabele Hukken, maar echter zodanig, dat zy zich, ten aanzien van het vrye of gedwongene der deliberatiën, heeft moeten vergenoegen met het ïicht, hetwelk dezelven haar ten dezen opzigte hebben opgeleverd, en zy zal niet aarfelen zich daaromtrent te expliceren,met die cordaatheid, welke het beltuur (leeds behoort te caracteriferen. Dan, niet te min heeft zy, uit hoofde van de onzekerheid, ten opzigte van het vrye of gedwongene van fommige daden, noch gemeend in dezen zodanig te moeten handelen, dat daaruit voor den Raad de grootst mogelyke vryheid , om te homologeren, of niet te homologeren, konde voorvloeijen, en zich ten dien einde bepaald tot de daad van concurrentie, latende aan den Raad, om dezelve tot homologatie te appliceren, naar goedvinden. En op dezen grondflag overgaande tot de examinatie der refolutiën van den Raad, is het de commisfie voorgekomen , dat dezelve zich laten clasüficeren in twee hoofdfoorten, als: ï. in zodanige refolutiën, welke eerder te confidereren zyn als daden of maatregelen van een momenteel eifecl, waarop de homologatie geen te rug werkende kracht kan oefenen, en ten opzigte van welken de commislie, fchoon velen derzelven duidelyke merkteekenen dragen van oppresfie ert van den geest dier tyden, zich.wel abitineren kan, van zich A % daar-  c 4 y daarop, alsnu, verder te expliceren; maar, <\, in zodanige refolutiën, welken, al of niet tot het loopende werk behoorende, een voortdurend elFect forteren, of voor redres vatbaar zyn, en waarop de homologatie dienvolgens eene te rug werkende kracht kan oefenen En het is ten opzigte van deze Iaatften, dat de commisfie verklaart, hare concurrentie te verleenen, gelyk zy doet by dezen, tot homologatie van alle dezelven, met uitzondering nochtans van de concesfie der remotie van alle oranje -amptenaren, des avonds van den 10 Mei, door eenige clubisten geëischt, en door de gewapende muiters den Raad afgedwongen; en dienvolgens mede met gelyke uitzondering van de beide refolutiën van den n en ia Mei, ten dezen opfcigte, met inh^fie van voorsz. afgedwongen concesfie, en gedurende den pasfiven toeftand van den Raad, en onder dezelve algemeene qualificatie van oranjegezinde amptenaren, genomen. Welke voorsz. concesfie, met de daarop gevolgde refolutiën, de commisfie verklaart, ingevolge derzelver voorsz. publicatie van 29 Mei 1. 1., te houden als niet gedaan noch genomen; en wel, eensdeels, als volftrekt ontberende de verëischten van eene vrye deliberatie; en, anderdeels, als ftrydig met de cynofure, by de proclamatie der provilionele R.eprefentanten van het Volk van Holland, de dato 12 Oöober 1795, en de nadere aanfehryving van het provinciaal feeftuur, tien 25 Maart dezes jaars, voor de remotiën, uit hoofde van politieke gevoelens of wangedrag, over het Volk van Holland yoorgefchreveh. Vertrouwende de commisfie, dat alzo, en ingevolge van deze, door den Pvaad onverwyld de noodige maatregelen zullen worden genomen, om het werk der onwettige remotiën naar behooren te redresferen, en de belanghebbenden daarvan kennis te doen dragen. m. temminck, Vt. Accordeert met de voorsz. notulen. p. rietmulder, feer claris. EX-  C 5 ) EXTRACT uit de notulen der comtntsjtt van het provinciaal befluur van Holland, te Amjlerdam. Saturdag, den ^Augustus, 1796*. In aanmerking genomen zynde, dat, niettegenftaan<üe deze commisfie, by derzelver decreet van den 18 July 1. 1., Waarby zy, onder anderen, uitdrukkelyk heeft verklaard, conform hare publicatie van den 29 Mei 1.1., te houden voor vernietigd en geannulleerd de concesfie, door den Raad der Gemeente dezer ftad, der remotiën van alle zogenaamde oranje-amptenaren, in den avond van den 10 Mei 1.1., den Raad door geveld afgedwongen, mitsgaders de refolutiën van den ir en 12 Mei, ingevolge van dien, door denzelven Raad genomen, den voorsz. Raad heeft te kennen gegeven, dat deze commisfie vertrouwde, dat, alzoen ingevolge van dat decreet, door den Raad onvenvyld de , noodrge maatregelen zouden worden genomen, om hef werk der onwettige remotiën naar behooren te redresseren, en de belanghebbenden daarvan kennis te doen dragen; — gemelde Raad, volgens bekomen informatiën, tot noch toe niet beeft kunnen goedvinden, aan dezen uitdrukkelyken en gemanifesteerden wil dezer commisfie in eenigen opzigte te voldoen , noch de daarby belanghebbenden het effect van denzelven te doen genieten, en daardoor de intentie dezer commisfie, als het ware, geheel elufoir te maken; en waardoor, intusfehen, de, op de voorsz. onwettige wyze, geremoveerde amptenaren in het onzekere worden gelaten, zo ten opzigte van het afleggen der verklaring, volgens dcu-eet van het provinciaal befluur van Holland, van den 5 April 1. 1., als ten opzigte hunner verpligting omtrent de, by hetzelve beftuur, gearresteerde geldnegotiatiën van den 30 Juny en 10 Aug. 1. 1. Is, na deliberatie, goedgevonden en verflaan, dat, tot mamtiën van het wettig gezag, waarmede deze commisfie, door het Volk var^ Holland, in deze flad is bekieed, alsmede tot gerustflelling van de voorsz. A 3 on-  (6 ) onwettig geremoveerde amptenaren, den Raad der Gemeente dezer ftad zal worden aangefchreven zo als denzelven aangefchreven word bydeze, om, alsnoch, onverwyld, en wel uiterlyk binnen den tyd van drie dagen, n* de ontfangst dezes, aan het voorsz decreet dezer commisfie, van den i3 July 1. ]., in alles ftiptelyk te voldoen, en zich voorts,' ten dien opzigte, jpunftuëlyk te gedragen naar het voorfchrift, by de proclamatie der provifionele Reprefentanten van het Volk van Holland, in dato 12 Oftober 1795, en by de nadere aanfchryving van het provinciaal beftuur van Holland, van den 25 Maart dezes jaars, ten aanzien der remotiën, uit hoofde van politieke gevoelens of wangedrag voorgefchreven; mitsgaders om, by de expiratie van den voorsz. bepaalden tyd van drie dagen , dadelyk aan deze commisfie te fuppediteren een volledig bewys, dat aan dezen haren uitdrukkelyken wil door gemelden Raad completelyk is voldaan; terwyl, by ontftenteinis van dien, deze commisfie zich genoodzaakt zal zien, zodanige nadere maatregelen te riemen, waardoor hare gemanifesteerde intentie op de efficacieuste wyze zal kunnen worden bereikt. En zal extraft dezes aan den Raad der Gemeente dezer ftad worden gezonden, om zich hiernaar te reguleren. Accordeert mst de voorsz. notulen. V. rietmulder, fecretaris. FAT-  C 7 ) VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. De Raad der Gemeente van Amflerdam , • aan de commisfie van het provinciaal bcftuur van Holland, te Amflerdam. medeburgers! Wy kunnen niet ontveinzen, dat het extrafr. uwer notulen van Saturdag, den 17 Aug. 1. 1., ons zeer onaangenaam is geweest te entfangen ; immers befpeuren wy daarin niet die behoorelyke befcheidenheid, welke men van eene commisfie, afgezonden uit het provinciaal beduur van Holland, voor eene Vergadering, aan welke een zo aanzienelyk gedeelte van het HollandschVolk zynebelangen dadelyk heeft toebetrouwd , billyk zou mogen verwachten. Zonder de minste kennisgeving, noch aan de commisfie, op uwlieder eigen voorftel benoemd, om, in onzen naam, met ulieden te handelen, noch aan de commisfie, die Vrydag, den 3.6 dezer, over een byzonder point, met ulieden heeft geconfereerd, en waaronder zich één lid van de vorige commisfie bevond, ons aan tefchryven, als in bovengenoemd extract uwer notulen is vervat, verbaast ons ten hoogfte; en wy zouden ons dan zeker van zwakheid te befchuldigen hebben, wanneer wy zulks met ftilzwygen voorbygingen. Het gewigt van den post, ons aanbetrouwd, het belang en de eer onzer burgery, liggen ons te na aan het harte, dan dat wy ons aan willekeurige tydbepaling, tot het nemen van refolutiën, van een zo groot aanbelang, en onberekenbare gevolgen, zouden kunnen of mogen onderwerpen; dit zy genoeg met betrekking tot den voorfchreven termyn van drie dagen, die morgen ftaat te expireren, en, ingeval het ulieden behagen mogt zich daar ftiptelyk aan te houden, en maatregelen, zonder onze medewerking, te nemen, verklaren wy, ons geheel onverantwoordelyk te ftellen voor alle nadeelige gevolgen» welke, uirzodanigen ltap, voor de-  C 8 ) deze ftad, de provincie, ja het geheele vaderland, zouden kunnen voortkomen. Nemende wy intusfchen aan, zonder tydverzuim, onze overwegingen op den inhoud uwer aanfchryving van iS July 1. 1., betrekkelyk de remotiën van i& Mei te voren, voort te zetten, en ulieden, by extract refolutie, van den uitflag kennis te geven. Uwe medeburgers, De Raad der Gemeente van Amfterdam. En in derzei ver naam: fGeteekend) h. drost, prefident; . — G. BRENDER a BRANDIS, fecretaris. Amfterdam, den 29 Augustus, 1796, Hst tweede jaar der Bataaffcht vryheid.  X '9 ) P2T3E7D, CELTKUEID, BROEDERSCHAP. jBs commïsfie van het provinciaal beftuur van Holland, te Amfterdam, aan deu Raad der Gëltt&eaté derzeJw ft.ad«. "Niet minder dan liet ulieden, volgens uwe mislve Van den 29 Aug, 1. 1., onaangenaam is geweest, het •extraófc onzer notulen, van Saturdag den 27 Augustus ■daar te voren-,- te-ontfangen, heeft het ons bevreemd, •daarop eene réfcriptle van ulieden te bekomen, waarin 'wy, wel verre van daarin te ontdekken die ibefckeidenheid en ondergcfehiktheid, welke wy van den Raad «ener Gemeente, 'hoe aanzienlyk dezelve ook moge zyn, 'jegens eene eommisüe uit het provinciaal beduur van Holland, en dus van eene Vergadering, aan welke het geheele Volk van Holland, en daaronder ook die •aanzuuly.ke Gemeente, deszelfs grooter belangen heeft toevertrouwd, billyk hadden moeten verwachten, integendeel, tot ons leedwezen, uitdrukkingen hebben gevonden, waardoor, indien wy dezelven met ffilzwygen voorbygingen, wy ons-voor onze committenten, en voor het oog van het geheele Volk van Holland, niet alken aan zwakheid, maar aan -eene itrafhare onverfchilligheid fchuldig zouden maken; — uitdrukkingen, medeburgers, welke wy ens verbeelden zeer weinig overeen te komen met uwlieder op den 1,4 Juny 'laatstleden erkende verpligting, om de maat-regelen dier commisfie, als "bekleed ma het gezag des ■gehjEelen V@ih van deze provincie , met alle kracht te onderlteunen en te doen onderiteunen; en daar en boboveu te minder pasfende, naarmate wy ons het oogenblik voor den geest brengen, waarin fomnüge leden van dienzelfden 'laad, welke ons thans eene wjttekeurige handelwyze toefchryft, in Hollands Raadzaal de tusfchepJvomst dier Vergadering, tot iiurftelliag van uwlieder wettig, doch als .toen door eenen muitenden hoop gehoond , gezag, inriepen, en welke lig ad zaal* op dat tydiiip, als met rouw overdekt wierd, -by 'liet -qphangea van het akeligst tafreel der verregaandlleon-  C 10 ) geregeldheden, welke als toen in deze flai plaats hadden , en van het fnoodst geweld, hetwelk zelfs in uwe Raadzaal, ja, tegen uwe perfonen, met vertrapping van wet en recht, door dienzelfden oproerigen hoop was gepleegd; met optelling van die eisfchen, welkegylieden, door den nood geperst, en deor geweld gedrongen, in die akelige nacht van den 10 Mei 1.1. hebt moeten inwilligen, en waaronder door diezelfde leden het point der remotie van\ de oranje - amptenaren mede is opgegeven en gerangfehikt; doch voor welk tafrecl, hetwelk wy thans met aandoening"vóór ons hebben, en in Hollands notulen den toeftand, waarin gylieden u op dien tyd bevonden hebt, aan het nagedacht, ter treurige overdenking, zal overlaten, wy liefst eene gordyn willen fchuiven. Verwacht niet, medeburgers, dat wy ons verder in de merites van uwe voorsz. misfive, zo ten aanzien van uwe weigering, om aan onze voorgemelde refolutie, van den 17 laatstleden, te voldoen, als ten opzigte van uwe onverantwoordelykheid voor de pretenfe gevolgen, welke gylieden 'daaruit voorönderftelt, zullen^ inlaten; wy voor ons begeeren geen deel te hebben aan de beleediging,' welKe der goede burgery dezer ftad, het Volk van Holland, ja, dat der geheele republiek, zou worden aangedaan door de laffs vreeze,dat eene daad van rechtvaardigheid, waardoor eene daad van geweld herfteld word,zulke funeste gevolgen voor ftad en vaderland zou kunnen naar zich lleepen ; en, ware dit zo, welaan: fiat jujlitia, ne pereat mundus: moet de fpreuk zyn van rechtvaardige regenten; zodra men van dezen grondregel afwykt, (dit leert de ondervinding) dan raakt men het fpoor byster; dan kan men zyne eigen wetten verfcheuren, Barrabasfen loslaten, en de onfchuld aan eigen veiligheid opofferen. Nopens uwe bevreemding, datwy, namentlyk, alvorens wy onze voorsz. refolutie aan ulieden hebben toegezonden, daarvan geen de minste kennis hebben gegeven, noch aan de commisfie, op ons eigen yoorftel door ulieden benoemd, noch aan de commisfie, met welke wy op den aóften laatstleden, over een ander point, hebben geconfereerd, zy het genoeg . ulieden  ( " J te doen remarcuieren, dat de ondervinding ons reeds lang te voren had geleerd, hoe weinig vrucht wy van onze ten dien opzigte herhaalde voordellen en aanzoeken by de eerstgemelde commisfie hebben gehad, welke zich altoos afkeerig, ten minste huiverig heeft betoogd , om daartoe met ons mede te werken; waarvan onze notulen, van de met haar gehouden befoignes, de duidelykde en onloogehenbaarde bewyzen opleveren, en zelfs, onder anderen, aantoonen, dat, toen wy, na een taai en afgemat geduld, ons eindelyk genoodzaakt hebben gezien, om, volgens het licht, hetwelk wy uit uwe notulen hadden gekregen, zelve eene bepaling nopens het al of niet verlcenen onzer concurrentie, tot homologatie der refolutiën , conform onze publicatie van den 29 Mei laatstleden te maken; wy als toen geprefereerd hebben, om ons decreet van den 18 July laatstleden, alvorens hetzelve aan ulieden roe te zenden, aan diezelfde commisfie te communiceren, en zelfs daarin, op haar voordel, noch ecnige veranderingen te maken, en vervolgens gemelde commisfe verzocht hebben, om dat decreet alzo zelve in uwlieder Vergadering te brengen, en dzzrby mondeling t<2 voegen datgeen, hetwelk thans het ftot van hetzelve uitmaakt; doch met geen ander gevolg, dan dat de voorsz. commisfie zich van het een en ander heeft geexcufeerd, en wy daardoor genoodzaakt wierden, dat decreet daarmede te ampliëren, en het ook alzo aan ulieden toe te zenden. Wy laten het dus aan uwlieder eigen oordeel over, om te bepalen, welk eflVft wy, als nu, van zodanige toegeeflykheid zouden hebben kunnen verwachten, te meer, daar wy noch door die commisfie, noch door ulieden zelve, naderhand eenige de minste kennis hebben bekomen, of, en in hoe verre door ulieden aan de executie van deze onze refolutie was voldaan; terwyl wy het, behalve dat onze refolutie van den 27 den 1. 1. by ons noch niet was genomen op den aóden, wanneer wy met de door ulieden bedoelde tweede commisfie eene conferentie, over een geheel ander point, hebben gehouden, noch te minder van ons zoüdëiv hebben kunnen verkrygen, om dezelve aan haar te communiceren, B 2 ver-  C, » > vermits twee leden dier eommbfte, als niet,tot m& gecombineerd befoigne behoorende, zich notoir noch*, feuiv enger zouden hebben betoond, om zich daaromtrent te expliceren ; en het ander lid', fchoon tot dat feefbtgne behooren.de, en daardoor het beste van het dfoor ©na hier voren reeds ten dezen opzigte geavanceerde, kunnende getuigen, zich waarfchyne.lyk wet zoude hebben gewacht., on, thans, alleen zynde, daarover met ons te confereren. Dit hebben, wy, fchoon daartoe ongehouden, gemeend,, tot wegneming van uwlieder bevreemding» te- moeten ter nederd'ellen; en zullen nu noch, tot onze eigen fatisfaétie, hierkortelyk byvoegenr dat, het «ene onbetwist- en onloogebenbare waarheid zyhdg» daê de voorsz.. concesfie der reraotievan alle zogenoemde oranje • amptenaren» door uwe voornoemde medeleden onder die pointen, welke ulieden in, den avond van dm 10 Mei door geveld'waren, a fgedwongen, is opgegeven, en zulks zelfs door ulieden, by uwe refolutie van. dieHzelven avond, is erkend geworden, dezelve daas nimmer als eene vxfnMlige daad door ulieden is, kunnen worden befchouwd, en dierhalve wel dégelyk moet geft'etd worden onder die (Jaden , welke ulieden door geweld zyn. afgeperst, en, als zodanig, door ons» by onze voorsz.. publicatie zyn vernietigd en geïnnulr ïeerd., Dat wy vervolgens reeds dadelyk. na onze komst. in> dese ftad, by onze publicatie vajj, den 29 Met laatstleden, hebbende verklaard te vernietigen alle refokitiëiï en concesfiën, welke vóór, op>, en na den icvden Mei laats.leden, aan ulieden met 'geweld waren afgeperst» wy dan ook gevolgelyk daarmede, onder anderen, hepaajdeh'fc hebben moeten, bedoelen de voorsz. concesfiejier remotie van de zogenoemde oranje-amptenaren» cii de daaruit voortgevloeide refohitién van den 1 Kienen iaden Mei laatstleden, als welke concesfie alstoera noch alleen voor herftelling vatbaar was,, en, zo als ai erboven reeds, is gezegd, door uwe meergemelde medeleden, en door ulieden zei ven, by uwe refolutie van. den ioden "Mei, ais duor geweld toegejlaan, was.bejkhou,v«d,, en welke daar en bovcri voJJuxkx aanliep te- 8P«  C 13 ) gen de door ulieden zelve aangenomen er> geèxecufeeTöc voorfchriften van de provifionele Reprefentanïen van het Volk van Hofland, van den 72. Oftober 3795, en van het provinciaal befïtmr, ïn d-ato 25 Maart dezes jaars, ea waarëmtrent wy dus nimmer onze coECurrentie tot eene homologatie konden verïeeuen; en welke concesfie en opgevolgde refolutiën, met alle de gevolgen van dien,- dan ook dadeljk by onze voorsz. publicatie zyn vernietigd en geannalleerd; en, dit gedaan zynde, waren, by gevolg, de op de voorsz. o?mettïge wyze geremoveerde amptenaren, rpfo faSo, in hunne vorige posten en bedieningen herfSeld, ea deze zaak daarmede, in zo verre , ■ completeïyk afgedaan, zonder dat wy. gedurende ons verblyf alhier, dit door iemant, buiten fommigen uwer medeleden, in twyfel hebben zien trekken, of daaruit die nadeelige gevolge» voo ftad, provincie, of land, tot ons innerlyk genoegen, hébben zien profluëren; — 'er bleef dus, naturetyk, niets anders over, dar. dat'er door ulieden, ingevolge diezelfde publicatie, alstoea zodanige vrywiiïrge daad konde en behoorde te worden uitgeoefend, waaidoor de by de voorsz. publicatie berfleïde amptenaren het volledig effect daarvan konden erlangen:—en d»f, roet andere woorden, niets anders, dan dat daaraan door ulieden de noodige executie wierde gegeven. En dit hebben wy vervolgens gemeend voor uliedan, ais door diezelfde publicatie in utvl. wettig gezag feerfteld zynde, en dus datgeen, hetwelk tot uw huishoudelyk betluur behoorde, toen onbelemmerd \nnmer.de uitoefenen, te moeten overlaten, in dat vertrouwen, dat daaraan dan ook dadelyk door ulieden zoude zyn voldaan geworden j .-dan waarvan wy echter, nieïtegenftaande.onze, by uwe voorsz. commis-fie, zo dikwerf herhaalde jnfeantiën en oaze gemanifesteerde intentie, byonze meergemelde refolutie va» den 18 July L 1., iot onze verwondering, tt>t hiertoe feet tegendeel hebben moeten ondervinden; terwyï die door ulieden te voren snwei-ig geremoveerde, doch alsnu weder herfielde, amptenaren, aïsnoch, door het niet intrekktn van uwlieder aan hen toegezonden diraiiiiëa van den ïaMei iaat_-Ledén in het onzekere wierden gelaten, zo B 3 'ten  c 14 y ten aanzien van het afleggen der verklaring, volgens het decreet van het provinciaal beftuur van Holland, van den 5 April 1. 1., als ten opzigte hunner verpligting omtrent de, by hetzelve beftuur, gearresteerde geldnegotiatiën van den 30 Juny en 10 Augustus 1. 1. j waardoor wy dan eindelyk, wilden wy ons voor het geheele Volk van Holland niet verantwoordelyk ftel2en voor de gevolgen, welke uit zo eene handelwyze moesten profiuëren, en tevens niet verwaarloozen dat gezag, waarmede wy thans alhier zyn bekleed, en hetwelk wy reeds by onze proclamatie van den 28 , en by onze voorsz. publicatie van den 29 Mei laatstleden , in naam des geheelen Volks van Holland, alhier openlyk hadden uitgeoefend, ons genoodzaakt hebben gezien, ni te vergeefs den tyd van byna zes weken geduldig te hebben afgewacht, of 'ër door ulieden aan ons decreet van den 18 July laatstt. zoude worden voldaan, om, by ons decreet van den 27 1. 1., aan ulieden, alsnoch, den tyd van drie dagen ni de ontfangst van hetzelve, over te laten, om daaraan te voldoen; doch welke bepaling door ulieden alsnu met den naam van eene willekeurige tydsbepaling word befiempeld, daar wy dezelve, vermits 'er geen verdere deliberatiën) by ulieden over het al of niet herfteflen der voornoemde onwettig geremoveerde amptenaren te pas konden komen, alzo dit point nu reeds was gedecideerd en af* gedaan, en zulks nimmer door ulieden openlyk was gecontesteerd, en daar en boven nimmer door ulieden konde worden vernietigd, als genoegzaam en convenabel befchouwden, om ulieden alsnoch gelegenheid te geven, om tot confervatie van uwe digniteit, welke wy ten allen tyde getoond hebben zo zeer te willen menageren, en zelfs (doch vruehteloos) voor het belang dezer gemeente, zo veel mogelyk, te releveren, die amptenaren door ulieden zeiven het ejfeël daarvan te doen genieten, en daarvan kennis te doen dragen; doch aan welke bepaling gylieden, by uwe bovengemelde misfive, verklaard hebbende u niet te kunnen noch te mogen onderwerpen, hebben wy, om bovengemelde redenen, gemeend verpligt te zyn alsnu ge bruik te maken van onze referve, by onze voorsz. re- fo- \  c 15 r folutie van den 27 1. I., en datgeen te doen, hetwelk reeds lang te voren door ulieden had behooren te gefchieden, en, door hetwelk na te laten, wy ulieden voor het gantfche Volk van Holland verantwoordelvk flellen. J " Wy hebben, namentlyk, aan ieder der voornoemde mwettig geremoveerde, en, by onze voorsz. publicatie van den 39 Mei laatstleden, dadelyk her/lelde amptenaren een exemplaar van de hier nevensgaande aanfchryving toegezonden, om dezelven, alsnoch, van onze ware intentie by onze voorsz. publicatie van den 39 Mei 1. 1., voor zo veel des noods, te verzekeren, en daaromtrent alle twyfeüng by hen weg te nem^n; terwyl wy niet hebben willen afzyn ulieden hiervan by dezen kennis te geven, met aanfehryving, om de voornoemde amptenaren in hunne refpeétive qualiteiten te erkennen, en dezelven het effect van onze publicatie rustelyk en vredelyk te doen genieten, en dezelven ook alsnu dadelyk tot het afleggen der bovengemelde verklaring te doen admitteren. Latende aan ulieden vry en onverlet, om, wanneer gylieden tegen de voorsz. amptenaren zodanige daadzaken mogt kunnen inbrengen, waardoor zy zouden vallen m de termen der proclamatie van de provifionele Reprefentanten van het Volk van Holland, -van den 13 October 1795 , en van de nadere aanfehryving van het provinciaal beduur van Holland, van den -5 Maart dezes jaars, of dat dezelven het afleggen der voorsz verklaring mogten weigeren, alsdan daarom trent zodanig te handelen, als gylieden, overeenkomstig die relpeftive decreten, zult bevinden te behoorfm. Heil en broederfchap! De leden, uitmakende de voorsz. -commisfie. Ter ordonnantie van dezelven: S. RIETMUXDER, jicTCtaris. Amfterdam, den 3 September, ijg6. het tweedejaar der Bataaffchc vry het d, VR.T-  ( iö ) VETHEID, GELTKHElDt BROEDERSCHAP, Aan den barser De comrmsfre ys.v. het provinciaal beftuur van Holland, te Amfterdam, vernomen hebbende, dat, niettegenftaande zy, by hare publicatie van den 29 Mei dezes p?rs. onder-anderen, heeft verklaard te vernietigen alle concesüën, welken de Raad der Gemeente dezer ftad. vóór, op, en M den 10 Mei 1. 1., door geweld waren afgeperst, en daarmede ook bepasldelyk heeft bedoeld de concesfie tot remotie der zogenaamde oranje - amptenaren, welke voornoemde Raad, door • geweld gedwongen, in den avond van dienzelfden 10 Mei, heeft moeten toefiaan, mitsgaders de refolutiën, • door denzelven Raad, op den n en ia Mei 1. 1., ten ' gevolge van die concesfie, genomen-, en door welke publicatie dienvolgeude de voorsz. geremoveerde amptenaren «dadelyk in hufïne vorige posten en bedieningen zyn herfteld, 'er nochtans by ibmmigen der voornoemde amptenaren, uit hoofde der by den Raad noch niet ingetrokken dimssfië'n, alsnoch eenige onzekerheid overblyfi, hoedanig zich te gedragen, zo ten aanzien van het üfleggen, ciijit «po, der verklaring, volgens decreet van het provinciaal beftuur van Holland, van den 5 April 1. 1., als ten aanzien hunner verpiigting in de, by hetzelve beftuur gearresteerde,gelduegotiatiën van den 30 Juny en 10 Augustus i.!. Heeft, om redenen, haar daartoe moverende, tot wegneming, voor zo veel des noods, van die onzekerheid, en tut volkomen gerustftelling der voorsz. amptenaren, goedgevonden en verftaan, te verklaren, zo als zy verklaart mits deze: alle de op den voorsz, 12, Mei, door den Raad der Gemeente dezer ftad,' geremoveerde simptenaren, alsnoch, te houden als dadelyk by hare bovengemelde publicatie van den 29 Mei 1. U, in hunne vorige refpeüive posten en bedieningen te zyn herfteld, en dezelven mede, voor zo veel des noods, als zodanig, te houden en teconlideieien by  deze; met injunctie aan dezelven, om hunrie vorïgé posten en bedieningen, refpeftivelyk, naar behoorert te blyven waarnemen, en zich wyders ftiptelyk te gedragen naar de inftruétiën, welke hen, in die betrekkingen , door den Raad der Gemeente dezer ftad reeds gegeven zyn, of in het vervolg gegeven mogten worden; en om voorts, fpecialyk* zo ten aanzieh van het afleggen der verklaring door de amptenaren, als ten aanzien hunner verpligting in de voorsz. geldnegotiatiën, te voldoen aan den inhoud der decreten dienaangaande, op den 5 April, 30 Juny, en 10 Augustus, laatstleden, refpectivelyk door het provinciaal beftuur van Holland genomen* Gedaan binnen Amfterdam, den 1 September, i?ö& Het tweedejaar der Bataaffche vryheid. Ter ordonnantie van de voorst commisfie.  C 18 ) De Raad der Gemeente van Amflerdam, aan de commisfie van het provinciaal beftuur van Holland, binnen deze ftad. r* medeburgers! Wy hadden niet verwacht dat onze rnisfive van 29 Augustus 1. 1. uwlieder gevoeligheid jegens ons derwyze zou gewekt hebben, als wy uit uwlieder aanfchryving van den 2. dezer ontwaren. Om ons niet weder daaraan bloot te ftellen, zullen wy ons met geen wederleggende beantwoording van deze laatfte inlaten; maar kunnen evenwel niet voorby ulieden te kennen te geven, dat onze Vergadering het daarvoor houd, dat het recht van af- en aanftellen onzer ftedelyke amptenaren niemant toekomt dan haar alléén; referverende zy zich nader deswegens te verklaren. Heil en broederfchap! De Raad der Gemeente van Amfterdam. (Geteekend) . callenburgh baartmans, prefident. 1 Ter ordonnantie van voornoemden Raad: (Geteekend) f. j. pellétier, fecretaris, Amfterdam, den 7 September, 1796". Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. B Y-  BYLAGE tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Dingsdag, 13 September, 179Ö. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRÏHEID, GËLTKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeentê van amsterdam, medeburgers! 33oor deze Vergadering, in handen van het comtnitté van algemeen welzyn gefteld zynde zeker request van eene commisfie, by meerderheid van prefente gildebroeders, van het St. jofeps gild, aangefteld, om de aanmerkingen, die, door die gildebroederen, op het concept-plan van wetten, door het St. Jofeps gild* mogten gemaakt worden, met overlieden, naar te zien, heeft uw committé, volgens uwlieder apostille, by dat request, om de meerderheid van overlieden van het St. Jofephs gild daarop te hooren, oin te dienen III. deel. D van  C flo ) - - I van confideratié'n en advies, die overlieden voor ziels ontboden, en van hen de noodige inlichting gevraagd. Wy moeten ulieden dan vooraf berichten, dat he£ bovengemelde request vervat: i. Klagten van gildebroeders over hunne overlieden, dat dezelve, op eene onwettige wyze, hebben afgebroken de werkzaamheden ter verbetering van hunne gilde-wet; — 3 Een verzoek, dat de Raad gelieve te ordonneren ,; om de werkzaamheden, op zo eene onwettige wyze afgebroken, wederom té doen hervatten. Zynde wyders een verbaal van al het voorgevallene tusfehen overlieden en gildebroeders, alsmede eene infinuatie aan overlieden, aan gemelde requeste geannexeerd. - ■ ;' ■' Wy'hebben déze zaa'k van dat belang befchotiwd, alzo 743 leden van dat gild onder eikanderen op eene verregaande wyze verdeeld waren, dat wy vooraf aan de overlieden, met allen nadruk, hebben onder her oog gebragt het leedwezen van de'zeri Raad', wegens de discrepance van burgers met burgers, leden van een zelfde gild. Waarna wy over ieder byzonder point van het bovengemelde verbaal, met overlieden, hebben gefproken, hen de waarheid of onwaarheid van het gepofeerde in hetzelve hebben afgevraagd, en bevonden, ésx het meergemelde' verbaal, genoegzaam overal, met de waarheid was overeenkomstig. Wy achtten het dus van onzen pligt,overlieden hunne onbehoorelyke handelwyze met' de gildebroeders voor te houden, en hen af te vragen, of zy niet stfarne zouden'zien dat "wy'dezen twist, door onzen invloed,' asfopiè'erden? hetgeen van dat gevolg was-, dat zy, genoegzaam unaniem, daartoe hun Verlangen te kennen gaven. Ziet daar, medeburgers! eene verbazende vefwydering tot ftaan gebragt, en wy vleijen ons, daarvan de beste gevolgen te zullen zien, indien gyliedin' mogt goedvinden uw-committé te qualificeren, om het daarhenen te dirigeren, dat overlieden en gildebroeders, op eene vrindfehappelyke wyze, hujuie-werkzaam^e- 'den  C si ) den hervatteden, en dat zulks, om nieuwe disputen t© pneveniè'ren,' ónder opzigt van uw committé gefchiedde» die daarmede dan verder konde handelen naar bevinding van zaken. Hiermede denkt uw committé aan uwe intentie voldaan te hebben, in afwachting wat gylieden, naar uwe v.; s.'i.üd, zult gelieven te befluiten. Heil en broederfchap! r fi ' A Ift ■ C Tf CP 9 TUfr, •■*, !;''-..... •41 J\. «?i i.4. i. ' O ;1 /V Het committé van algemeen welzyn binnen deze ftad. Ter ordonnantie van hetzelve: a. de vries, fecretaris. Amfterdam, den 14 September, 1796. [iet twééde jaar der Bataaffche vryheid. Pa g y«  B Y L A G E TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Dingsdag, 20 September, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. FRTHE1D, GELTKHE1D, BROEDERSCHAP. RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM, AAN DE NATIONALE VERGADERING, PvEPRESENTERENDE HET VOL$ VAN NEDERLAND. MEDEBURGERS ! Door het dagblad,no. 124,van de handelingen uwer Vergadering, wierd ter kennis van de Natie gebragt, dat de burgers R. van den Donker, c.fi, op den 18 july 1. 1., by requeste, ziet? tot uwe Vergadering vervoegd hadden, om te verzoeken 5 1. Dat de invoer van Engelsch aardenwerk, niet jnogt worden verboden; — 2. Dat de inkomende rechten op die artikelen niet jnogten worden verhoogd. Zulks heeft aanleiding gegeven, dat drie burgers dézer ftad, D. Barrau, D. tl. Dautun, en J. W. Vermandei, inde vorige maand, dooreen gepast addres, ons verzochten: dat, op grond van het onberekenbaar nadeel dat de lands fabrieken, en de ingezetenen in het algemeen, lyden, door den invoer van buitenbwl(1 fchc  fche, en inzonderheid van in Engeland gefabriceerde .goederen, onze Vergadering zoude willen beproeven, welken invloed onze aandrang tot een verbod van invoer' op uwe Vergadering zoude mogen hebben. Hulde doende aan de, naar ons inzien, waarlyk patriotfche gevoelens van gemelde burgers, hebben wy niet kunnen of willen afzyn, ons zelve de eer te geven, uwe Vergadering,ten dezen opzigte, te adiëren; en zulks te meer, niet, daar onze Vergadering, na informatie en deliberatie, met de requestranten inïtemt, dat het verbod van invoer van Engelsch aardenwerk, althans eene zware belasting op dien invoer, zeer nuttig voor den lande zyn zoude. Onbewust van de motiven, waarmede de burgers R. van den Donker, c./., hun verzoek appuyeren, -kunnen wy dezelven niet wederleggen; maar Wetende, dat 'er voor eenige jaren een fabriek van gelykfoortig aardenwerk, onder directie van den burger J. Swcnk, te Zuilen opgericht, is geweest; dat die burger de noodige aarde van buiten wist te bekomen, en allengs het geheim bezat, dezelve, door vermenging, de eigenfchap der Engelfche te geven; dat. deze fabriek, vervolgens naar Delft verplaatst, onder de directie van TA. Fontein, zich zodanig geperfectioneerd heeft, dat hare werkftukken, in deugd, couleur, en fraaiheid, het Engelfche genoegzaam op zyde traden; dat andere Delftseh aardenwerks fabrieken zulks begonnen na te volgen; dat alle die fabrieken hare werkzaamheden, in dat vak, hebben moeten (laken, door gemis van aanmoediging, en maintiën van de regeering, in die dagen; dat eene belasting van 35 jicrcent, zonder oogluiking, op den invoer gelieven, waarfchynelyk genoegzaam geweest zoude zyn, om dezelve ook hier te lande in bloei te brengen; dat althans de gewone Delftseh aardenwerks-fabrieken, die thans zo zeer vervallen, daardoor voor verder verval bewaard, en weder opgebeurd zouden geweest zyn ; dat zulks een groot aantal werklieden aan het brood yeholpen zoude hebben; dat ook, zonder zulk eenen krachtdadigen maatregel, dezelve, door de meerdere duurte der levensmiddelen, niet in computatie kurnen D 3 ko-  C =4 ) komen met die der Engelfchen!; dit alies wetende, zo treden wy, met te meer vertrouwen, toe, om aan het verzoek der meergemelde burgers te défereren. Overtuigd, dat decifive maatregelen tot maintiën en uitbreiding onzer handwerken., door alle tyden -heen, eene welbemande oorlogsvloot opwegen; dat onze nydige, en thans gedeclareerde vyanden, zich , zints anderhalve eeuw, van dergelyke-middelen bediend hebben, om, in tyd van vrede, zo wel als van oorlog,onzen welvaart aan den wortel te doen opdroogen; dat wy, in onze actuele o.mftandigheden, niet beter kunnen doen, dan hunne ftaatkunde, tot herftel en bloei van binnenlandfche fabrieken, na te volgen; dat ettelyke van de middelen, door hen gebezigd,ook in onze magt zyn ; dat het Engelsch aardenwerk, hiér ingevoerd, als dienende tot geen weder uitvoer, ten zy naar-onze coVmiën, geen noemenswaardig object, voor onzen koophandel uitmaakt; dat, hoezeer vele particulieren,uit het binnenlandsch debiet,hun beftaan vinden, de ware ftaatkunde echter, prefereert, veel meer, ingezetenen aan werkte helpen; dat zulke particulieren dan ook handelen kunnen in dat inlandsch. gefabriceerde, daar fabrikeurs altyd nopdig hebben handelaars die het voor hen uitflyten; dat, hoe meer hursferts. en handen aan het werk zyn, hoe meer kans 'er is, tot volmaking en verfraaijing der werkftukken; dat zulks weêr aanleiding geeven kan tot den uitvoer naar buitenlands ; en dat van al het aardenwerk, 't geen binnenlands, gefabriceerd word , het werkloon , meer dan drie vierde der waarde bedragende, zuiver aajawinst is; zo achten wy ons vcrpligt, het verbod van, of de belemmering op, den invoer van Engelsch aardenwerk aan uwe Vergadering ten gunstigfte voor te dragen. Overwegende, dat halve maatregelen van premiën, als welë-r door den ceconomifchen tak beproefd ;zyn, ontoereikende waren ; dat meer efficatieufe middelen, door onze afhangkelykheid van Engeland, zo lang'er een ftadhouder was, en de regenten meestal zo aan»erkelyk in de Engelfche fondfen participeerden, van het gouvernement niet te verkrygen zyn geweest; dat hes  c is y het rechte tydftip, om decifive flappen te doen, thans aanwezig is; dat het gebrek aan aardenwerk, waar-, voor fommigen vreezen, door de groote voorraad, hier te lande liggende, vooreerst niet te verwachten is» dat, wanneer dat gebrek met'er tyd komen mogt,' en het verbod, of eene zware belasting , dan noch a im rigueur gemaintineerd word, het herftel ook naby is; dat tydftippen van behoefte aan dergélyke artikelen de fterktftc fpoorflag zyn , om eene Natie aan het denken en werken tc helpen, althans wanneer het vooruitzigt daar is, dat zulk eene'behoefte vermeerderen en duurzaam zyn zal; j dat geen ander dan zulk een vooriïitzigt Neêrlands ingezetenen encourageren kan , de ftilftaande fabrieken weder aan den gang te helpen, de uitgebrokenen weder tot werkplaatfen te maken, en nieuwen aan te leggen; dat, wanneer de ondervindingal leerde, het verbod of de belemmering de bedoelde uitwerking niet had, en deze natie, door behoefte zelve noch niet aan het werk te brengen was, het altoos noch tyd zoude zyn om het roer te wenden; dat, daar wy den Engelfchen winkel aïtyd wel betaald hebhen, hy ook altyd wel genegen zyn zal onze chalandifie in genade weder aan te nemen; dat de proef dus fchadeloos genomen kan worden; dat het verbod van invoer van Engelfche enSchotfche kousfen een aanmoedigend voorbeeld is, daar hetzelve reeds honderden van reenfchen in deze ftad aan werk helpt; dat de invoer van Engelsch aardenwerk, als zynde grooter van volume, noch beter te ftuiten is; zulks alles, zeggen wy, overwegende, vermeenen wy (hoezeer bègrypende, dat, door de meerdere duurte in deze ftad, 'er weinig kans is dergélyke fabrieken binnen derzelver muren opgericht te zien,) in dezen niet te mogen zwygen, maai: rekenen het van onzen pligt, onze zucht voor het algemeen belang in dezen bot te vieren. Vergeeft des, burgers Reprefentanten ! onze uitweidingen; wy hadden moeten bedenken, dat aandran* tot het adopteren.van alzulke maatregelen, als den al* gemeenen welvaart kunnen bevorderen, by uwe Vergadering niet noodig zyn, en voorlichting overtollig is. b . Dat  C 26 5 r Dat dan uwe meerdere wysheid befiisfe in hoe vsfxe het verbod van invoer, of eene zware belasting op den invoer, van Engelsch aardenwerk, voor den 1 aidö en derzelver ingezetenen dienstig zyn kan. Den zegen des Almagtigen over uwe perfonen en ïaadilagen toebiddende, zyn wy Uwe medeburgers 5 De Raad der Gemeente van ; Amfterdam. En in derzelver naam: G. BRENDER a BRANDISj fecretaris* Amfterdam, den ao September* 1796. VERBETERING. Bylage, III. deel, bladz. 18, reg. a van onderen, /iaat: Amfterdam, den 7 September, 1796; lees: Amfterdam, den ia September, 1796". B Y-  B Y LAG E TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Woensdag, 21 September, 179*5. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. Copie, AAN DE BURGERS, UITMAKENDE HET COMMITTÉ VAN HET PROVINCIAAL BESTUUR DES VOLKS VAN HOLLAND. V./ver myn grievend geval" van het jaar 1788, wegens het wegvoeren van eene party geweeren, uit myn huis, heb ik een en ander request geprefenteerd aan myne fttdclyke regeenng doch daarop geen voldoehend antwoord bekomen hebbende, heb ik al de requesten, publicatien, en alles wat relatief of inlichting kon geven over myn geval, in de handen gefield van het committé van onderzoek. • E6'fS dit C0lleg'-c is gedisfolveerd, twvfel ik niet, of hebben Ook aan uwe achtbare Vergadering alle myne requesten, &c, overhandigd. ë Dus keere ik my tot uwe Vergadering, met zeer vnndelyk verzoek, dat Uwlieder Vergadering het ten Jpoedigfte daarheen mag dirigeren, dat myne zaak, op ïenn^°e P' m"aë WOrdeD afgedaan, zonder dat ik genoodzaakt mag worden om in langwylige en kostbare ?™f dFcs ™y in te wikkeien, want dit zoude flryden tegen de rechten van den mensch en burger, daar myn zaak zo zuiver is, dat, zelfs in de dagen der regee- DEEL, E fiHg  C 2S ) ring myner party, in 1788, en vervolgens, geen boete of ftraffe voor my uit te vinden was. Ik late het over aan de wysheid uwer Vergadering, om zulke inlichtinge in te winnen, van wat corporaas hetzelve verkiezen zal; en ik verwacht, dat 'er zulke fchikkingen zullen beraamd worden, als overeenkomstig zv met het recht van een' ingeboren burger, opdat ik in myne eer herfteld, de fchade en nadeden my vergoed zullen worden, en het Amftels inwoners blykett mag, dat wy gelukkiger dagen beleven, dat goed recht zegepraalt, en ik niet weder in de noodzakelyfcheid mag gebragt worden, om posten te weigeren te aanvaarden, welke het vertrouwen des Volks my gegeven had, gelyk ik, om my zeiven gelyk te blyven, reeds nu heb moeten doen. Gods dierbare zegeningen over uwe perionen en Vergaderingen wenfchende, tcekene ik my: Heil en broederfchap! Uwe medeburger: (Get.) LEEND. ANTH. VAN DER MEULEN, Amfterdam, den 1 Augustus, I796Het tweede jaar der Bataaffche vryhetd. Accordeert met het origineel. Amfterdam, den aa Augustus, 1796, G. BRENDER a BRANDÏS, fecretaris. RA*-  C 29 > rapport van de ondergeteekendem aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! Om confideratiën en advies, na voorafgaande conferentie met het committé van juftitie, in onze handen gefield zynde zeker request, geteekend L. A. van der Meiden, burger en inwoner dezer ftad, en door denzelven geprefenteerd aan het provinciaal beftuur van Holland, en door dit beftuur gefield in handen van den Raad der Gemeente van Amflerdam, om fpoedig bericht, met te rug zending van dit request, welkers inhoud is ftrskkende, om aan te toonen, dat aan hem, xvederrechtelyk, in het jaar 1788, zyn ontnomen, en van hem weggevoerd eene party geweeren, uit zyn huis, zonder te zeggen, door wien; dan, daar dit, zo als wy meenen, door niemant kan gefchied zyn, dan door den toenmaligen hoofd-officier Willem Comelis Èacker, zo zyn de ondergeteekenden van oordeel, dat dit ftuk diende gefield te worden in handen van den gewezen hoofd-officier Willem Cornelis Backer, om deze Vergadering van den Raad onbewimpeld, met den meesten fpoed, fchriftelyk te berichten, wat 'er van deze zaak Zy, hoe zich deze vervoering der geweeren hebbe toegedragen, en, op welke gronden, dit door hem gefchied zy. Waarmede wy zyn Uwe medeburgers: w. van barneveld , marten kooy. Amfterdam, den 17 Augustus , 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. E s aan  ( 3S ) AAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Ter voldoening aan het appointement van den Raad der Gemeente, van dato ai Aug. 1796, op de requeste van Leendert Anthony van der Meulen, zal de ondergoteekende, vermits van dergélyke exploicten geen eigentiyk gezegde verbalen gehouden zyn, zo veel hy zich, wegens het verloop van byna agt jaren, kan herinneren, den Raad informeren, dat, voor zo verre het exploiól; aangaat, daaromtrent alle de privilegiën en welherbragte cosmmen,ter dezer (lede vigerende, zyn' geobferveerd ; als hebbende de ondergeteekende r. 0., na alvorens daartoe bekomen permisfie van den prefident burgemeester, in der tyd, met twee leden uit het collegie van fchepenen, en één' fecretaris, met adfiftentie van een' onderfchout en deszelfs dienaren, zich ten huize van hem Van der Meulen vervoegd, om, ingevolge van het placaat van de Staten van Hollanden Westvriesland, in dato 3 Oftob, i788,(waarby aan elk en een iegelyk verboden wierd het houden of vei> zamelen van geweeren en wapenen, in huizen, pakhuizen, zolders, of kelders, boven hetgeen een particulier ingezeten, naarmate van zyn' ftaat, tot zyn onfchuldig gebruik kan geoordeeld worden noodig te hebben; en wordende wyders by gemelde placaat alle de officieren van de juftitie niet alleen geauthorifeerd, maar wel ferieuslyk geïnjungeerd, de fuspecie plaatfen te vifiteren, en teg-en de overtreders van dit verbod op het rigoureuste, als verftoorers van de publieke rust, te procederen) onderzoek te doen,naar het hem ondergeteekende r.'o. ter ooren gekomen zynde gerucht, van de tegen dit verbod aan ten huize van hem Van der Meulen verzamelde menigte van geweeren, hetwelk in zo verre bewaarheid wierd, dat aldaar eenige honderden fnaphanen gevonden wierden, welke hy r. 0., op order van de hem adfifterende fchepenen, door den ouderfchout naar het ftadhuis heeft laten transporteren; en is hem Van der Meulen, door fchepenen, dagen uur benoemd, om zich voor het collegie van fchepenen te fisteren, en aldaar,..op eene legale wyze, aan .i te  C 31 ) te toonen, dp wat wyze, en tot welk einde, hy zo eene menigte geweeren, ten zynen huize, verzameld had, doch hetwelk door hem Van der Meiden, niet . naar genoegen, en tot volkomen gerustftellirg yan het collegie van fchepenen, gedaan zynde, hebben fchepenen deze zaak in flatu gehouden, doch aan hem Van der Meulen de vryheid gelaten, om zulks nader te doen, met order aan den ondergeteekende r. 0., om, tot zo lange de gemelde geweeren op het ftadhuis te bewaren, ter dispofitie van hem Van der Meiden, die dit alles had kunnen voorkomen, byaldien hy, op het voetfpoor van menigvuldige burgeren en ingezetenen, die, uit hoofde van hunne commerciële relatiën, van tyd tot tyd, geweeren, ter verzending naar de'coïomea als anderszins, verzamelden, zulks, ten genode ten comptoire van het officie had aangegeven; .waarom hy aan zyne eigen nalatigheid het gantfche exploicr, met de daaruit voor hem voorgewende nadeelige gevolgen te imputéren heeft, en dus door'zyn eigen verzuim overtuigd fchynt geweest te zyn, dat hy geen genoegzame gronden tot eene wettige en geoorloofde poslesüe van die geweeren kon te berde brengen. Dit alles is hetgeen, hetwelk de ondergeteekende zich van deze zaak kan rappeleren. A&um, Amfterdam, 25 Aug. 1796. W. C. BACKER. £3 AAN  ( 3* ) AAN DEN RAAD DER GEMEENTÏ5 . VAN AMSTERDAM. MEDEBURGERS! Door het provinciaal beftuur van Holland, in handen van den Raad der Gemeente dezer flad gefield zynde zeker request, geteekend Leendert Anthony van der Meulen, heeft het ulieden goedgedacht om hetzelve in handen der ondergeteekenden te (lellen, om confideratjën en advies, na bevorens met het committé van ju» lr.it.ie te confereren. Wy hebben, medeburgers! hierop, den i7Aug.l.l., rapport gedaan, en uwe Vergadering vond, pp dat rapport, goed om copie van het gemelde request te dellen in handen van den gewezen hoofd-officier den burger fK C. Barkct\ om informatie, welke daar ook aan voldaan heeft den a5flen daaraan volgende; en uwe Vergadering toen weder goedvindende om de gezam^/ïyke ftukken noch eens in onze handen te (lellen, om nadere informatiën in te winnen by den burger L. A. van, der Meulen, en alsdan te dienen van confideratien en advies, zo hebben wy het genoegen om u kortelyk te rapporteren, dat de burger voorn. L. A. van der Meulen ons heeft geïnformeerd, en,op gemelde antwoord van meergemelden burger W. C. Backer, heeft ingeleverd de nevensgaande memorie van confideratien. Wy zouden/medeburgers Raden! nu van oordeel zyn, dat deze Hukken, welke ons toefchynen licht genoeg te verfpreiden, ten einde deze zaak door het provinciaal beftuur van Holland gedecideerd worde, immers waaraan van onze zyde., nadat de wederzydfche parten zich verklaard hebben, geen meer licht kan worden toegebragt, wierden gezonden naar het provinciaal beftuur van Holland, of, zo niet de (lukkenzelve, dan derzelver copiën. '» Hiermede meenen wy aan onzen last voldaan te hebben; blyvendemet , ~ , Heil en broederfchap! MARTEN KOOY; W. VAN BARNEVEED. Amft. si Sept. 1796, , VRXm  C 33 3 VRYHÉID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. MEMORIE van conflderatiën, op het bericht, door mr. w. c. backer , aan den Raad der Gemeente van Amflerdam, overgeleverd. De burger W. C. Backer doet zeker zeer wel, dat hy direct bekent, dat van dit nochfoortgelyke exploicten geen eigentlyk gezegde verbalen gehouden zyn , trouwens, het was, naar zyne begrippen en conftante wyze van handelen, ook eene zaak van zeer weini» aanbelang, om een' burger ingezeten dezer ftad in zyn huis te vallen, en het zoude hem ook te veel moeite gekost hebben om van alle die gevallen eenige accurate aanteekening te houden; dan, billyk zoude de ondergeteekende echter, daar de voormelde TF. C. Backer voorgeeft, dat alle de privilegiën en welherbragte costurnen dezer ftede in dit exploift waren geóbferveerd, en hy alvorens daartoe permisiie van den prefident-bnrgemeester bekomen had, kunnen infteren op eenia fewys van dit zyn geavanceerde, daar het, vrtfeeas de privilegiën, altyd eene uitgenmkte zaak. is geween, dat, wanneer een hoofd-officier vermeende, zodanige bezwaren, ten lasten van een' ingezeten te hebben waarop hy apparentie-corporeel of huis-vifitatie wilde Vragen, dat hy alsdan daartoe request moest prefenteren, en hem zyn verzoek niet anders dan na examen derbewyzen wierd geaccordeerd, dan, zodanig bewvs is niet alleen niet voorhanden, maar de onder?eteekende kan er ook naar waarheid byvoegen, meer dan eens van de toenmalige burgemeesteren vernomen te hebben, dat zy van het geheele geval niet geweten hebben, hetgeen ook noch des te waarfehym lyker word wanneer men in acht neemt, dat het exploict op eenZondag avond is gedaan, wanneer burgemeesteren niet zitten, „och denkelyk daarover zullen hebben kunnen delibereren; zodat het zich genoeg laat gevoelen, dat tlw r T °ldl Cn,kel e" aHeen °P van hemx IV. C. Backer en der twee toenmalige welbekende fchepenen Van Muiden znHartfmek, zonder medewe-  C 54 ) 'w*ten en concurrentie van burgemeesteren gefchied zal zyn, dan, hoe dit ook zy, de ondergetekende moet al wyders vragen', of het met de privilegiën en welherbragte costumen overeenkomt, dat men het huis eens burgers door een' onderfchogt en wel 15 dienaars laat invefteren, voor dat het. gerecht zelf 'er noch is; dat zódanige onderfchout, zynde dit de befaamde Papegaay geweest, zich meester maakt van-de neutels, het huis doorzoekt, en den ondergeteekenden zeiven, eigener authoriteit, in arrest nam, en door zyne dienaars liet bewaren, terwyl men eene zwangere vrouw en ziek liggend kind aan hun zelve overliet, en in deze omftandigheden zelve weigerde een vroedmeester ofdoctor reelaten halen, en alle zodanige hulp toe te brengen, welke de menfehelykheid altyd vordert. De ondergeteekende wil liefst het gordyn halen over deze fchandelyke gebeurdteoisfe, welke noch zyn hart doen bloeden, zo dikwerf hy daarom- denkt, en hy zal dus liever overgaan om het point van bezwaar zelve te onderzoeken, waarop de gewezen hoofd officier Backer fundeert, hetwelke hierop nederkomt, dat by placaat van de toenmalige Staten van Holland en Westvriesland, in dató 3 Oclober 1788, verboden was, het houden of verzamelen van geweeren en wapenen, in huizen, pakhuizen en zolders of kelders; boven hetgeen een particulier ingezeten, naar mate van zyti' (laat, tot zyn onfchuldig gebruik kan geoordeeld w.orden nodig te hebbên, terwyl alle de officieren van de juflüie, niet alleen geciuthorifcerd, maar wel feriëufelyk worden gelast, de fuspecle plaatfen te vifileren, en tegen de overtreders van dit verbod, op het rigoureust,. als verftvorers der publieke rust te procederen, en dat hem mr. W. C. Backer het gerucht ter oore gekomen z^ude, van de, tegen dit verbod aan, ten huize van hem.ondergeteekenden verzamelde menigte van geweeren , hy zich alzo verpligt had gerekend daarna onderzoek te doen, zonder naar te gaan, hoe en op wat wyze dit aan denzelven lif.C. 'Backer.tja oore gekomen was, zonder te bepalen of en in hoe verre, op zodanige eenvouwdige geruchten, het aan eenen hoofd officier vryftond, om zodanig en onderzoek te doen, en of dit dan in alle gevalle niet op een  C 35 ) «ene betamelyker wyze had kunnen en moéten gefehïe» den, als door zodanig een willekeurig en gewelddadig exploi», als ten dezen heeft plaats gehad* zal de ondergeteekende alleen remarqueren, dat dit placaat van 3 Oétobër 1788 klaarblykelyk ingericht en in de waexeid gekomen is,- by gelegenheid Van de toen zo veel gerucht gemaakt hebbende wapening, onder Des Uil fattes, om welke; wapening tegen te gaan, gezorgd is geworden, dat geen ingezeten, buiten zyn" ftaat, zoude vermogen eenige verzameling van geweeren of ander wapentuig te maken; het fpreekt dus van zelve, dat dit alleen kon zien op zodanige heimelyke en buitengewone collecuên van wapenen, van particuliere ingezetenen, welk daardoor billyk fuspeft konden w a-den gehouden, doch, geenszins op zodanige ingezetenen, welke daarin handel dreven, die dit niet in het geheim or in cachette traceerden;. maar openbaar de/elve te i Verkoop prefenteerden; nergens in dit placaat wierd het Koopen en verkoopen van geweeren of ander wapentuig verooden, maar door de woorden, buiten zyn'/iaat genoegzaam aangetoond , dat het aan elk ingezeten wiens ftaat, beroep, of kostwinning het roedebragt , om wapenen m hunne huizen, pakhuizen, zolders, of kelders te houden, en omtrent, welke dus geen fuspeétie van eene ongeoorloofde posfesfie gemoveerd konde worden, dit volkomen vry ftond,'zonder ook noodig te hebben daarvan eenige aangift of opgave te doen; want dat de burger Backer zegt, dat de ondergeteekende dit alles had kunnen voorkomen , byald.en lL?V et ,YoetlP°or van menigvuldige burgers en ingezetenen, die, uit hoofde van nare commerciële rela^nWVan 7 t0t,tyd g^eeren,ter verzending naar de S~ l anderszit]s, verzamelde, zulks ten eompÏXr Vaf* a- °ffide had aangegeven; het is eensdeels 2-dat,dlt n,immer door zodanige ingezetenen ge- Sbeur^^'aIS,1Ladat net §evalvand^ndergeteekenden geoeurd was, hetwelke zodanige fenfatie verwekt had, ne nen mSQz^tn liCVer die PrQC™^ hebben willen nemen, dan zich aan zodanige mishandelingen te ex «*- ue we. zelve dit van niemant vorderde, dar F r geen  t 5* > gee» de minste mentie daarvan in dit placaat gemaalde word, en dat W. C. Backer dus zeer Hecht doet, om dit geval aan een verzuim van den ondergeteekenden toe te fchryven, van iets hetgeen de wet niet van hem vordert, en hetwelk hy ook geen recht had te requireren. Dat, nu de ondergeteekende, bereids eenige jaren en lang vóór het emanuëren van die publicatie, die geweeren gekocht en ten zynew huize bewaard had, is overtuigende door hem, zo aan (V. C. Backer als den toenmaligen gerechte bewezen, zowel door de inkoop-rekening van den beëdigden makelaar Schuur* welke dezelve gekocht had:, ais de boeken van den ondergeteekenden , terwyl ook uit de publiek gedane advertentiën in de couranten als anderszins blyken kon, dat de ondergeteekende dezelve niet anders posfedeerde, dan als een object van commercie, en dus op zodanige eene wettige wyze, welke, volgens dit placaat, niet alleen niet verboden, maar veeleer uitdrukkelyk gepermiteerd was. Dus, hoe nu dit geval ook keert of wend, en al wilde men dan ook al eens veronderftellen, dat 'er zich eenige graad van verdenking had kunnen opdoen, om de huis-vifitatie te doen , dan evenwel had men, - nadat de ondergeteekende benoorelYke elucidatie gegeven en zyne zo wettige als onfchuldige aankomst van die geweeren bewezen had , denzelven in zynë eer moeten herftellen, en verder m de geruste posfesfie van zyn eigendom laten, maar niet noch naderhand op eene feitelyke wyze doen naar het ftadhuis vervoeren, en den ondergeteekenden zo doende van het zyne te priveren , en aan aanmerkelyke fchaden over te geven. Hetgeen de voornoemde M . C. Bakker verder zegt, dat, namentlyk aan den ondergeteekenden dag en uur benoemd zoude zyn, omzich voor het collegie van fchepenen te filteren, en aldaar op eene legale wyze aan te toonen, op wat wyze en tot welk einde hy zo eene menigte geweeren ten zynen hiu? *e Verzameld had, dit is waar, maar het geen hy er bvvoegt, dat dit niet naar genoegen en ter volkomen . geruststelling van het collegie van fchepenen gedaan zy, hieromtrent moet de ondergeteekende remarqueren, dat hy niet eten graad kan bepalen, hoe verre dn  ( sr ) gsrioegen in deze gerustftelling van fchepenen zkTï willekeurig heeft kunnen uitftrekken, en in hoe verre men waarfchynelyk dien glimp wel aan het geval' heeft willen geven, om de eer van den hoofd officier en van het collegie te fparen; maar, zeker is het, dat de ondergeteekende dit heeft doen zien, op eene wyze, waarmede elk redelyk en rechtvaardig mensch genoegen had kunnen en moeten nemen, zo als de ondergeteekende noch dagelyks bereid is, om de bewyzen daarvan te produceren, en dus alsnoch daarvan te doen confteren; maar, in de tweede plaats, als dit doen al waar was, als de ondergeteekende noch naar de gedachten van den hoofd officier en fchepenen als fuspect moes? worden aangezien, waarom dan de zaak niet geoousfeerd? waarom dan niet tegen hem als rustverftoorer, volgens het placaat, geprocedeerd? een ander middel was 'er toch niet, of fchuldig en ftrafbaar, of, zo niet ftrafbaar, dan had men geen recht om enkel en alleen op eene eigendunkelyke opvatting en vergezochte verdenking van fchepenen, op eene politieke wyze aan den ondergeteekenden het zyne te onthouden: dit is, paar alle rechten, in alle omftandigheden, in alle perfonen, van wat qualiteit ofrang ook, ongepermiteerd en ftrafbaar , en het is dus ten minste allerbillykst, dat den ondergeteekenden zyne geleden fchaden worden voldaan ; dat de gewezen hoofd-officier Backer niet voorgeve, dat de ondergeteekende ftil zoude hebben gezeten , en by die handelwyze geacquifeerd ; onüp* houdelyk heeft hy op de afdoening zyner zaak geïnfteerd, onöphoudelyk heeft hy, zo by de andere regee* ringsperfonen, als voornamelyk by hem Backer, aangedrongen, om, wanneer hy fchuldig was, geftraft, of anderszins gerechtvaardigd en fchadeloos gefteld te worden, maar een ieder, die W. C. Backer zelf maar van verre en by renomie kent, weet, welk man dit was, weet, hoe genegen hy was om de klaagftemmen van brave burgers aan te nemen en recht te verfchaffen, of, zal men liever zeggen, om dezelve op eene zo dwaze als trorfche wyze, den rug te keeren en onverhoord weg te zenden; de ondergeteekende wil liefst, mt particuliere gevoeligheid, de verachting niet verF a meer-  C 3S 5 rcerde-ren, welke het algemeen hem reeds over lang iieeft toegekend, maar meent echter het volmaakt recht te hebben, om te kunnen vorderen, eensdeels, dat hy vclmaakt in zyne eer herfteld worde, en anderdeels» dithera de fchadens vergoed worden, welke hy, buitin zyne fchul , do r deze willekeurige handel wyze geleden heeft. Referere my aan myn vorige requesten, en verzoeke nu een fpoedige afdoening van zaken i na toewenfching van heil en broederfchap, ben Uw medeburger: LEEND. ANTH. VAN DER MEULEN. Amfterdam, den ia September, 1796»  B Y L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE jaste ri , v;a n AMSTERDAM. Woensdag, ai September, 1796*. " Het tweede jaar der Bataaffchc yryheid. REGLEMENT op de ,wyzc van rechtspleging voor de gecommitteerden ter decifie van alle questiën, betrekkelyk tot het liquideren van alle open/laande zaken , by de byzondere gewezen 60 compagniën van de fchuttery der ftad Amflerdam. Art. t. De gecommitteerden zullen rechterlyke kennis nemen, en by arrest beflisfen over alle questiën, betrekkelyk tot het liquideren van alle openftaande zaken, by de byzondere gewezen 60 compagniën van de fchuttery dezer ftad; het zy dat dezelven mogten beftaan in het afvorderen en ad justeren van rekeningen en verantwoordingen van kapiteinen, welke, het zy na de re- III. deel. G vo-  C 4° ) V. . K S X.. .i ». .4. 1 >• volutie van 1787 tot den 19 January 1795, of van dien tyd af tot den 15 September van hetzelve jaar, by de pnderfcheiden compagniën gediend hebben ; of wel in het liquideren van pretenfiën, welke eenigen van de vnossz. kapifeinen, de gewezen provoosten, of ook wel eenige andere crediteuren, ten laste van de onderfcheiden compagniën mogten, fustineren te hebben; of, eindelyk, in het verëffënen der differenten nopens "op rekening betaalde contributiën en afgifte der wapenen, tusfghen' de cpmmisfaris'fen van de qyotifatiè-kas ên de refpective compagniën, of wel de kapiteinen, welken dezelve contributiën uitgefchreven hebben, of, voor wettige fchulden , aanfpraak op de wapenen maken mogten, en in het generaal over alles, hetwelk tot den vorigen, fta?,t van de fchuttery , vóór-de"organifatie, betrekking mogt hebben, zonder'c-ndeffche'id. * '~ Art. *• ■ rpoW De gecommitteerden, immers hét meerder getal derzelve, zullen ten minste éénmaal des weeks, tot het uiteinde hunner commisfie toe, vergaderen in eene der kamers van het Huis der Gemeente, nader daartoe aan te wyzen, en op zodanig uur, als zy zeiven het ge? voëgélykfte zullen oordeelen. Art. 3. Ten aanz|en van het verëffënen van de noch open? traande rekeningen en verantwoordingen der gewezen commanderende officieren, vóór de organifatie, zal aldus moeten worden gehandeld, dat één der ouden, pf tot de organifatie gefungeerd hebbende, provoosten, welke tot dat einde fpeciaal door den Raad dei Gemeente zullen worden gequalificeerd, dezelve zal moeten afvorderen van den laatften commanderenden Officier; en, byaldien deze mogt excipiëren noch geen sekening en verantwoording door zynen voorganger aan hem gedaan te zyn, zo Zal de eerste zaak tot zo |ang worden geflateerd, en de excipiërende officier |erfiond gecondemneerd, om zich dezelve rekening en ver-  Verantwoording door voormelden zynen Voorgangen vóór den eerstvolgenden rechtdag te laten doen, of wel denzelven, in cas van onwilligheid, tegen gemelden eerstvolgenden rechtdag ten dien einde te doert dagvaarden , met faculteit voor difcgeenen; welke den laatfteh commanderenden en excipiërenden officier gedagvaard hebben, om zich ten dezen opzigte, voor hun interest, by hem te voegen; terwyl wyders, op deze zelfde wyze, zal voortgegaan worden tot den eersten commanderenden officier, welke noch altyd in diervoege tot hét geven van rekening en verantwoording zal kunnen worden aangefproken; des échter, dat deze geheele volg-orde in alle de onderfcheiden gevallen niet in acht zal behoeven genomen te worden, maar dat het ook aan een' vroegeren commanderenden officier vry zal ftaan om zynen voorganger te dagvaarden, al ware het dat zyn opvolger of de provoost noch ftil bleef zitten. Art. 4. En zal, in cas van eisch tot het doen van rekening ert verantwoording, de volgende orde moeten worden iil acht genomen, dat 'er,, uiterlyk 24 uren vóór den rechtdag, behoorelyke citatie, door een' gerechts-bode, aan den gedaagden zal moeten worden gedaan; en de eisch, mitsgaders de juftificatoire befcheiden, waai? op dezelve is gefundeerd, daarby copiëlyk aan denzelven zullen worden overgegeven; dat voorts, ten dage dienende, de gedaagde, comparerende en dag verzoekende, verpligt zal zyn om op den volgenden rechtdag fchriftelyk te antwoorden op den eisrh, en hetzelve antwoord, insgelyks 24 uren te voren, met de juftificatoire befcheiden; copiëlvk aan den ejfcher; by gerechtelyke infinuatiej ter hand te doen fteHin'ï al hetwelk mede plaats zal hebben ten opzigte van het re- en duplicq, hetwelk namentlyk ook fchriftelyk #»n gemotiveerd zal moeten zyn, mitsgaders vergezeld gaan van de juftificatoire befcheiden, welke partyen noch zouden mogen willen produceren; en zal voorts-,deze termynen afgeloopen zynde, de zaak, zonder Uige verdere produdie, memorie, uf pleidooi, onderG a zocHt  C 4* ) 20dit en door de gecommitteerden gedecideerd worderS' zo als zy zullen vermeenen te behooren. Zullende alle de voorsz. termynen wezen abfoluut en peremptoir; en overzulks, wanneer de gedaagde niet compareert, dadelyk worden verleend abfoluut verdek van antwoord, en voor het profyt van dien adjudicatie van den eisch, en, in cas van het moeten dienen van re- of duplicq, abfoluut verftek van dezelve refpective termynen, en de zaak in ftaat van wyzen gebragt; — doch wanneer de eifcher, ten dage dienende, zelf niet mogt compareren, zal 'er verleend worden comparitie, en de gedaagde van die inftantie worden gcabfolveerd, terwyl de eifcher verpligt zal zyn de kosten te betalen, welke deswegens mogten gemaakt zyn; alles met dien verftande echter, dat men niet gehouden zal zyn om in perfoon te compareren * maar ook een' ander' daartoe, by behoorelyke procuratie, zal kunnen magtigen, zo nochtans, dat de pro «Cordeii Van de volgende fchrifturen, als: Van co* tra-debat, folutiën, en fuper-folutiën, met byvoeging en wisfeling telkens van de productie, tot elt: van dezelven relatief; — en zal de zaak, alzo Voldongen en te gelyk geïnftruëerd zynde, geen verdere productie, noch fecrete memorie, toegelaten worden, maar, integendeel, ten fpoedigfte, recht gedaan worden; — terwyl, wanneer partyen over en weder, op de voorsz. termynen van dedat, contra-debat, folutiën, en fuper-folutiën, niet mogten compareren^ daarvan abfolute verftekken zullen worden verleend, en niet te min in de zaak gevonnist, zo als conform den ftaat van het proces zal bevonden Worden te behooren. Zullende echter de gecommitteerden de bevoegdheid hebben, om in alle deze gevallen, zo wel ten aanzien van het geftatuëerde by dit artikel, als by art. 4, wanneer hen, op eene overtuigende wyze, blyken mogt, dat de non-comparant of defaillant in de volftrekte on= mogelykheid geweest is, om zich te fisteren, of aan het hem opgelegde te voldoen, denzelven alsnoch daartoe een' redelyken tyd te verleenen, of ook wel, niettegenftaande de reeds gedecerneerde abfolute verftekken, hem te admitteren tot datgeen, hetwelk hy had vermogen te doen, zo deswegens zodanige onmogelykheid niet had plaats gehad; — des echter, dat hierin niet, dan met de grootfte omzigtigheid, zal worden gehandeld, en, zo veel mogelyk is, zorg gedragen4 dat daarvan geen misbruik gemaakt worde. Art. 6. In alle andere gevallen, waarvan de cognitie en judicature, uit hoofde van het ifte artikel van deze ordonnantie, aan de voornoemde gecommitteerden is gedemandeerd, zal, op dezelfde wyze, worden geprocedeerd, als ten opzigte van den eisch , tot het doenr van rekening en verantwoording, by art. 4 is vastgefteld,zodat, by elk dingtaal,insgelyks de befcheiden, waarop hetzelve word gefundeerd, geproduceerd, en sopiëlyk aan de party zullen moeten worden geïnfinuG 3 eerd,.  t 44 .3 *«d, zïles öp de pcénaliteiten, .daarby breeder'-vef» meld; en zal van de vonnisfen, door gecommitteerden geveld, geen appél of hooger beroep worden toegela^ ten, maar zullen dezelve voort, naar hunnen ondericheidenen aart, op denzelfden voet en wyze, als zulks by de manier van procederen alhier ter ftedeis bepaald, ter executie worden gelegd. Art. 7; . Éindelyk word nóch geftatüëerd, ten einde alle ©penftaande zaken by de gewezen burger-compagniën, by welker afdoening de ftad zo veel belang heeft, zo ras mogelyk, en wel binnen eenen bepaalden tyd, te Vereffenen, dat allen diegeenen, welke uit hoofde dézes zullen vermeenen gereehtigd te zyn, eene acte; tégen wien het ook zyn mogt, te inftituëren, dit zullen hebben te doen j uiterlyk binnen den tyd van zes maanden na dato van het emanèren van dit reglement, op poene dat anderszins zodanige actie zal zyn geprefcribeerd, welke prefcriptie echter, in cas van procedures . tot het doen van rekening en verantwoording ; ook ten aanzien van alle vroegere commanderende officieren , zal gerekend worden te zyn geïnterrumpeerd, wanneer diegeenen, aan welken de laatfte rekening en verantwoording, in de refpeftive compagniën, moet worden gedaan, den laatften gecommandeerd hebbenden officier, binnen denzelven tyd, zuilen hebben geciteerd. Gelastende de Raad der Gemeente allen de geenen, Welke zulks mogt aangaan, zich ftiptelyk naar dit al^ les te gedragen. Comform het oorfprongkelyke. G. BRENDER a BRANDIS , fecreiarist B Y-  B Y L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Woensdag, 21 September, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! TJwe commisfie, op den 1 Augustus 1. I., gedecerneerd tot de zaken van den fchouwburg, (nddat eenige leden van eene te voren gefungeerd hebbende commisfie, op derzelver verzoek, daarvan zyn gedechargeerd)' in wier handen gefield is een addres, geteekend door de burgers J. IV. Ogelwight, J. IV. Lange, H. Meyer Harmsz., C. Peterfen Junior, en H. Ogelwight Junior, benevens alle ftukken en voordragten, betrekkelyk den nationalen ftads fchouwburg, voorheen aan den Ra6d ingeleverd, om daarover met commisfarisfen van voornoemden fchouwburg te confereren, en te dienen van hunne coniideratiën en advies, heeft de eere om thans daarop te kunnen rapporteren: Dat zy het addres van de burgers J. W. Ogelwight, cum fitte, volgens bylage lett. A, met de verëischte oplettendheid doorlezen hebbende, van oordeel zyn, Ui. deel. II da£  ( 4<5 ) dat de feoofdzakelyke inhoud daarvan, door het rapport, dat wy u geven zullen, genoegzaam wederlegd pf beantwoord zal worden. Uwe commisfie heeft over alle in derzelver handen geftelde ftukken, met commisfarisfen van den nationa|en ftads fchouwburg, onderfcheiden befoigncs gehouden , doeh bemerkte al ras de bekende waarheid, dat het gemakkelyker is te berispen dan te verbeteren ; zy ondervonden dat de directie van den fchouwburg een? omllagtigen arbeid verëischte, dat tyd en ondervinding voornamentlyk iemant tot het beftuur van den fchouwburg kunnen bekwaam maken, en dat dus, zo ?er al een en andere misdag heeft plaats gehad, dit alleen daaraan moet worden toegefchreven; commisfarisfen, op onze eerste conferentie, hun genoegen betuigende over de refolutie van den Raad, toonden ons terftond hunne bereidwilligheid om aan ons alle zodanige openingen te geven, als wy zouden begeeren, daar zy niets meer verlangden dan, door het naauwkeurigst onderzoek van hunne gehouden directie, en het doen van behoorelyke rekening en verantwoording, ons in ftaat te ftellen om van alles een juist verflag te kunnen doen, ten einde de Raad zyn oordeel daarover zoude kunnen vellen, en over hun gedrag, naar billykheid, peflisfen. , Zy ftelden ons in handen de boeken en papieren, be^rekkelyk den fchouwburg, gelyk ook de betaalde en pnbetaalde rekeningen; ingevolge van dien, bleek het pn§, dat de pntfangst was als volgt: Van diverfe reprefentatiën . ƒ 93066:18: — — de Franfche opera van Gazel en Debus -= 4253:10: — — het Hoogduitfche tooneel * 1065: — : — — het Joodiche tooneel . 3 913:10: — —- uitkoop, &c. . . 461: — : — — den kastelein, voer huur = 4050: —: — Dus in alles pntfangen ƒ X03808:18 : — Daar  C 47 3 Daar én tegen is betaald: Aan diverfe tractementen van de acteurs, actrice! £ dahfers , danferesfen , orchest, mufiek', fuppoosten, &c. . . ƒ 71553: —: — — diverfe ftoffagië'n voor de gUarde robe en decoratiën . * 13353: 9: 8 — diverfe decoratiën, fchilderen, &c. * 400: —:—• — licht, turf, tooneelbehoeften, en generalyk alle verdere huishou- delyké kosten . ;':. « 8723: 5: —- — diyerie benoodigdheden en klei¬ ne uitgaven .0.5= 1247: 6: 8 . —: falaris aan den fecretaris . * 700: —: — f 95977- i:~ . <—: div. kosten van ballet en orchest i 2160:14: — f 98j37:i5:~ Moetende noch betaald worden; Aan diverfe fioffagiën voor de guardé robe en decoratiën . ƒ 18267:12:-— — maken en fchilderen van diverfe decoratiën . . . * 3898:13: — — orchest en müfiek . . s 273:16: — — premie van asfur. op het gebouw = 2359:17: — — licht, turf, en div.tooneelbehoeft. = 6611:17: — — reparatiën en onderhoud van het gebouw en tooneel , s 5498.' 2:—- f 36909:17 : — Voegt hierby hetgeen betaald is ? 98137:15: — Dus heeft de fchouwburg in het vorige faifoen gekost . ƒ135047:12:-— Daar en tegen hééft de geheele ontfangst bedragen , & 103808:18: — rest . f 31*3%H H È Wel-  C 48 ) Welke fomma aan het beftuur van den nationalef! ftads fchouwburg zoude te kort komen. Commisfarisfen hebben, wel is waar, gevraagd eerió fubfidie van ƒ40,000: —, doch destyds was eensdeels de huur van den kastelein noch niet vervallen, en ten anderen hadden commisfarisfen het voornemen om met de overige penningen eenige noodige aankoopen voor het tooneel te doen, die zy, door middel van contante penningen , tot mindere pryzert dachten te bedingen; ten aanzien nu van de gevraagde fubfidie, of wel van die, welke 'er dadelyk te kort komt, is het ons voorgekomen, dat dezelve hoofdzakelyk aan de volgende omftandigheden is toe te fchryVen: 1. Het engagement van de troep van den burger Snoek , als hebbende alleen in het afgeloopen faizoen aan tractementen circa ƒ1100©:— gekost; — 2. Het maken vaneen aanzienelyk getal kleederen én decoratiën, welke mede na genoeg op ƒ36000:— te Haan komen. Wat het eerste betreft, hierby hebben, volgens de door ons gevraagds en opgeloste illucidatiën, omftandigheden plaats gehad, welken wy verpligt zyn ulieden onder het oog te moeten'brengen: commisfarisfen ■kwamen aan het beftuur, in een tydftip, waarin noch voor niets gezorgd was ; de directie was hen geheel vreemd , zy vonden geeh de minste aanftalten gemaakt , veel min eenen weg afgebakend, welken zy veilig bewandelen konden, noch het gefchiktst was, oni den nationalen fchouwburg, op den gewonen tyd, zynde in het laatst der maan^ Augustus, met éenigën luister te kunnen openen; geen engagementen, noch voor het tooneel, voor het ballet, noch voor het orchest waren gemaakt; de meesten der vorige acteurs en actrices waren buiten de ftad; geen hunner diende zich aan, noch gaf'op deze of geene wyze hun verlangen te kennen, om weder tot den dienst des fchoiiwhurgs te worden aangenomen; zodat commisfarisfen aan de geruchten van dien tyd, alsöf de'.Amfterdamfche tooneelisten andere oogmerken hadden , geloof begonnen te flaan, en 'er vooral vrees was om de uitmuntende aftriceff'atlkr te zullen verliezen, welke zich  C 49 ) zich te dier tyd te Rotterdam zodanig ziek en zwal? .bevond, dat men van haar zeide dat zy misfchien nimmer weder het tooneel zoude kunnen betreden. De tyd tot opening van het tooneel inmiddels met rasfche fchreden naderende, belloten commisfarisfen, om, door middel eener advertentie in de couranten, alle fujetten, welke lust en bekwaamheid; bezaten, tegen een'bepaalden dag op te roepen, ten einde alsdan de noodige engagementen voor het tooneel te doen : deze advertentie naauwlyks bekend zynde, kwamen de acteur en actrice Snoek, welke met een troep Hollandfche tooneelisten onder hunne directie, gedurende den zomer, eenige publieke reprefenratiën op een klein tooneel gegeven hadden, hunne]diensten aanbieden: commisfarisfen, verlangende om het tooneel met bekwame fujetten te voorzien, zo als 'er onder deze troep zich eenigen bevonden, toonden zich wel genegen om de zodartigen hunner te engageren, doch, 'er"deed zich toen eene zwarigheid op: de acteur en actrice Snoek ftonden met hun geheele troep in eene zekere verbindtenis, van dewelke zy zich niet konden ontdaan, tenzy fun geheele troep met hen wierde aangenomen ; toenmaals zouden commisfarisfen hen hebben bedankt, ware niet-de onzekerheid omtrent de oude acteurs en actrices, en ten anderen de kort op handen zynde tyd der opening van den fchouwburg eene reden geweest om zich nader te beraden; zy bedoten dus eindelyk, om deze gehele troep, uit 12. perfonen beftaande, aan te nemen, en, na hunne bekwaamheden, die zeker vry Verfchillehde en van eenigen zeer gering waren, te fa* lariëeren ; wy hebben ons echter niet kunnen overtuigen, dat zy daarin gelukkig gedaagd zyn, komende het ons voor dat eenigen verre boven hunne merites gefalariëerd zyn geworden ; of commisfarisfen intusfehen niet beter en voorzigtiger zouden gedaan .hebben, om den aangekondigden aannemingsdag af te wachten, en hoegenaamd geen engagementen voor dien tyd aan te gaan, zullen wy niet bedisfen; doch, zo al dit engagement als een misdag moet worden aangemerkt, is dezelve zeker met de beste intentie ontdaan. — De bepaalde aannemingsdag.middelerwyl gekomen zynde, H 3 ver-  C $8 -5 Verfchenen aldaar alle afteurs en actrices , welke ik voren in dienst des fchouwburgs waren geweest; eene verfchyning, welke, hoe onverwacht en aangenaam ook, commisfarisfen niet gedacht hadden, doch, die zy echter, wilden zy verdiensten erkennen, billykheid betrachten , en geen mindere genegenheid betoonth voor hen, die meest allen voorheen den Amfterdamfchen fchouwburg met genoegen betraden , hunne talenten aldaar met roem befteeddën, en by de liefhebbers van het tooneel en het publiek zo gaarn gezien en algemeen verlangd wierden, wel verpligt waren op den nationa'. len fchouwburg te engageren; en zie daar de reden van eeHe zo talryke en voor ons tooneel veel te groote troep.. Commisfarisfen wilden nü ook hiervan party trekken, en befloten dus, om, in plaats van drie, wekelyks vier reprefentatiën te geven, om, door meerderè ontfangften, de te doene aanmerkelyke uitgaven, zo veel mogelyk, buiten bezwaar der ftads casfa, goed te maken , als zeer wel berekenende dat zy meer dan gewone ontfangften zouden moeten doen, wilden zy hun oogmerk naar hunnen wensch bereiken; doch, ook hierin zyn zy ongelukkig gedaagd en in hunne verwachting te leur gefteld, want de onverwachte dood van den acteur Lap/as, welke in zyii vak noch niet weder vervuld heeft kunnen worden, de aanhoudende ziekte van de acteurs Bingly, Hiherdlnk, en Snoek, welke genoegfaam het halve faifoen niet op het tooneel hebben kunnen verfchynen, de gedurige ongefteldheid van de beroemde actrice ÏVattier, welke allen de hoofdperfohagïën moesten vervullen in verfcheiden fraaije en algemeen gezochte reprefentatiën, waarvan wy den catalogus hebben gezien, doch, welke meest allen om deze teden niet hebben kunnen gegeven, maar door mindere reprefentatiën, die ook minder toeloop van aanfehouwers naar zich trokken, en welke door commisfarisfen anders niet zouden verkoren zyn, hebben moeten vervangen worden; dit alles is oorzaak dat het tooneel, hoewel met zo veel fujetten vermeerderd, niet aan de algemeene verwachting heeft voldaan , en het is ook daaraan, alsmede noch aan den toenmaligen vrydom van an-  C 51 ) sndere vreemde tocneelen, welke, op dezelfde avonden dat het nationaal ipectakel fpeelde, ook op hunne tooneelen publieke reprefentatiën gaven, en een' byzonderen toeloop hadden, vooral ten tyde toen de beroemde acteurs La Rive en St. Phal aan het Franfche tooneel van Gazel geattacheerd waren, hoofdzakelyk te wytcn dat de ontfangften geenszins aan de verwachting hebben beantwoord, en, in de daad, het is inzonderheid aan de bereidwilligheid en yver der overige acteurs en actrices, waaronder de kundige en verdienstelyke acteur en actrice Sardet hebben uitgemunt, die, door hunne zucht en yver voor het tooneel geen dubbele moeite noch werkzaamheid ontzagen, toe te fchryven, dat commisfarisfen in ftaat gefteld zyn geworden, om noch zodanige reprefentatiën te geven als op het tooneel vertoond zyn, en die veelal, de eene meer, de andere minder, het genoegen der aanfchouwers hebben weggedragen. Betreffende nu de gemaakte decoratiën en kleederen, hebben commisfarisfen ons betuigd, dat wat de eerste aanbelangt, "er by het tooneel vry wat decoratiën in voorraad waren , velen oud , anderen niet naar den fmaak of costume, behorende veelal tot ftukken, die de toenmalige tydsömftandigheid niet toeliet ten tooneele te voeren, en geheel ongefchikt voor vele thans te vertoonen ftukken; het was dus noodzakelyk, dat daarin wierd voorzien; vele dezer decoratiën moesten gerepareerd, en geheele nieuwe daarby gemaakt worden, inzonderheid by het ten tooneele voeren van verfcheiden nieuwe ftukken, welke volftrekt nieuwe decoratiën , volgens eene aan uwe commisfie vertoonde lyst, verëischten, waartoe in alles befteed is de fomma van ƒ 4298:13: —; waardoor dan ook de fchouwburg is voorzien geworden van een aantal decoratiën, welke beftendig, in onderfcheiden ftukken, met nut zullen kunnen gebruikt worden, en eene uitgave, die voor een volgend faifoen volftrekt befpaard, en van zelve ongelyk minder worden zal. Betrekkelyk de kleeding, welke de aanmerkelyke fomma van ƒ 32821: 2: — gekost heeft, moeten wy aanmerken, dat commisfarisfen verklaren, de guarde-ro- be  C 5* ) be in een' dèplorabelen ftaat te hebben bevonden? vele daarvan onbruikbaar, fommige geheel oranje-couïeur, vele met dezelve verfierd; anderen, tot de kot „ ningklyke of prinfelyke tooneel ftukken behoorende, konden niet gebruikt, en moesten, om dezelfde redenen, als vele decoratiën, liggen blyven ; vele dezer kleederen moesten door nieuwe vervangen worden, die ook zeker beter naar decostumen en omftandighedenvande tyden vervaardigd zyn, als zynde gemaakt naar de teekeningen, welke de in dat vak kundige burger Vinkeles, ten verzoeke van commisfarisfen, wel heeft gelieven in gereedheid te brengen, en welke zich daardoor zeer verdienstelyk heeft gemaakt, als hebbende voor dit alles geen belooning willen ontfangen, zynde hem echter door commisfarisfen, als een blyk van erkentenis, den vryen ingang in den fchouwburg aangeboden ; by het ten tooneel brengen van zo vele nieuwe tooneclftukken, operaas, en kostbare balletten, moesten noodwendig vele nieuwe kleederen gemaakt, en ook de geheele troep van den burger Snoek gekleed worden; zelfs onderfcheiden oude kleederen zyn gerepareerd , en, naar omftandigheden van tyd, veelal naar de Franfche manier ingericht; de danfers en danferesfen, welke op nieuw zyn geëngageerd, en waarvan eenigen uit Parys ontboden zyn, die zo zeer het genoegen van het publiek hebben weggedragen, en niet weinig den luister van den fchouwburg hebben vermeerderd, moesten, in evenredigheid hunner bekwaamheid, en overeenkomstig deperfonen, welke zy verbeeldden, bchoorclyk gekleed worden, waarby wy echter wel gewenscht hadden, dat wat meer ceconomie ware geobferveerd; dat dit alles echter by aanhoudendheid, door flytagie, buitengewoon kostbaar is, zal wel nientant betwisten; hoewel dit nu een important bezwaar voor het. tooneel is, zyn echter deze k'Jeederen, waarvan de lyst door commisfarisfen aan uwe commisfie is gefuppediteerd geworden, in het magazyn der kleederen voorhanden, en kunnen vóór het nieuwe failoen alle weder gebruikt worden, zodat ook de kosten hiervan alsdan ook merkelyk minder zullen kunnen zyn, daar het ook zeker is, dat de kosten van de verlichting,  { 53 ) tirg, hy de gemaakte fchikHngen, zéér Veel zullèü bezuinigd worden; met dat al geloven wy, datde kosten, in het afgeloopen Taifoen, merkelyk minder hadden kunnen zyn; de uitgaven zyn veel te hoog, en niet evenredig aan de ontfangften vart den fchouwburg geweest; zodat, Onzes bedunkeris, comihisfarisfen niet genoeg met hunne kas hebben geraadpleegd, noch de.ftads finantiën gemenageerd, hetwelk echter niet aan hunne achteloosheid, of goeden wil, maaralleen aan hunne ztfcht, om het genoegen van het publiek en den luister van den fchouwburg te bevorderen , moet worden toegefchreven. Betreffende de vry-biljetten, waarövër zo Veel gefproken is, hebben commisfarisfen ons betuigd, en by derzelver notulen doen blyken,voor ieder hunner maar 100 lootjes te hebben gedisponeerd, hetwelk over 130 reprefentatiën noch geen één lootje voor een'ieder hunner per avond bedraagt, en dus geen zodanige importante fom beloopen kan,als in het publiek veffpreid is; te meef, daar ons verzekerd word, dat dooi- de vier regenten, onder het vorig beftuur, over een gelyk, zd niet grooter, getal, is gedisponeerd. Commisfarisferl hebben echter aan uwé commisfie betuigd, dat zy befloten hadden,van dit in de daad zeer gering agrement» voor alsnoch, geen gebruik te maken, en dus verkozen, zich deze opoffering te laten welgevallen, liever dan aan hatelyke en onverdiende reflectiën voedfel te geven. Eene andere reflectie is' het beftendige gebruik vart de zogenoemde oude regenten-loge door commisfarisfen ; dezelve hebben ons hierop doen reflecteren, eil hiervan zyn wy overtuigd geworden / dat hunne gewone loge, voor hunne 8 perfonén, veel te klein is, eti Zy zich dus wel van eene ruimere plaats hebben moeten voorzien, waartoe zy geen gefchikter plaats hebben kunnen vinden dan voornoemde loge, welke' voorheen nimmer eenig revenu aan den fchouwburg heeft opgebragt. Wy zyn van oordeel, dat, hoe biilyk het ook is, dat commisfarisfen eene behoorelyke plaats voor* hen dienen te behouden, hunne gewone loge voor hen het best geitgen is, en dezelve, te klein zyttde, met lil. deel, ï df  C 54 5 des dezer ftad, benevens hunne adjudanten; de hier. voor igenoemde burger Vinkeks ; de ftads architect Van der Hart en deszelfs huisvrouw; de procureur Lublink en de folliciteur Sobbe , welke den titul van procureur en folliciteur van den fchouwburg dragen ; en, eindelyk, de dichters, welke zich verdienstelyk aan het tooneel hebben gemaakt; zynde de vrydom van eenige andere perfonen reeds in het voorleden faifoen door commisfarisfen ingetrokken; het komt ons, onder verbetering, voor, dat, daar de Raden der Ge-, meente, welke, met aanmerkelyk verzuim, en,1 ten. kosten hunner eigen bezigheden, dezen last-post op, zich genomen hebben, voor hunne entré-plaats in den: fchouwburg zelve betalen, dat ook aan geen andere perfonen, welke aanzienelyke ofïiciën hebben, of door. de ftad betaald worden, de vrye entré meer kan worden toegedaan , maar dat dezelve dient op te houden , en voor het vervolg ingetrokken te worden ; fprekende het van zelve, dat, wanneer de leden van het committé van waakzaamheid, de Maire, de Procureur der Gemeente, de onder -fchouten, de kapitein der nachtwachts,. ex ojficïo, in den fchouwburg moeten zyn, de vrye ingang hen niet zal mogen geweigerd worden, doch, 'er voor hun vermaak ingaande, zy, even als andere burgers, zullen.moeten betalen; wat nu de kapitelen en adjudanten der bezoldigde nationale guardes betreft, zouden wy van oordeel zyn, dat dezen, uit hoofde dat hunne önderhoorige manfchappen tot den dienst van het tooneel geëmployeerd - worden , de vrye entré in de bak behoort te worden toegedaan , om, by alle gelegenheid, met refpecte tot de geëmployeerde foldaten, by der hand te zyn, hebbende commisfarifen by ondervinding, dat dit meermalen noodzakelyk geweest is. De dichters, welke zich aan het tooneel verdienstelyk hebben gemaakt, of in het vervolg noch maken, moeten, als een blyk van erkentenis voor hunnen nuttigen en moeijelyken arbeid, den vryen entré in den fchouwburg, waartoe zy alleszins gerechtigd zyn, voor altoos blyven genieten, gelyk ook aan hen, tot meerder aanmoediging hunner Werkzaamheden, by de vertooning hunner ftukken, de 1 3 gé-  CC 58 } gewone vry-briefjes moeten worden ter band gefield? de burgers Van der Hart en Vinkeles zouden, uit aanmerking hunner diensten, voor hunne perfonen, de vrye entré in de bak behooren te genieten, en alle verdere vrye entréè'n voortaan ingetrokken moeten worden - ^ ,l7at nu noch betreft het mede in °nze handen geftelde verzoek van Wilhelmina Elburg, wed. Adrian öetm , voorheen actrice op dezen ftads fchouwburg om penfioen, uit hoofde harer hooge jaren en behoeftige omftandjgheid, gelyk ook het daarop volgende rapport en voord ragt van commisfarisfen van den nationalen ftads fchouwburg, volgens bylage lett. B enC, moeten wy ul. noch berichten, dat voornoemde Wilh Elburg wezendlyk eene actrice is geweest, wier talenten op het tooneel, in vroegere jaren, hebben uitgemunt, en dus ten voordeele van hetzelve geftrekt hebben, tot zy, in den jare 1786, het tooneel verwisfelde met de aanvaarding van een koffyhuis in dgn Bosch, alwaarzy in de gewelddadige plundering, by de noodlottige revolutie van 1787, van alle haar goederen is beroofd, blyvende.haar niets overig dan een klein eigendom, onder de jurisdictie dezer ftad, hetwelk zy , om-onderhoud te.vinden, eenigen tyd daarna, uit nood, voor de geringe fomma van / 700: — heeft moeten verkoopen, zodat haar niets meer overig gebleven is, en de nypende armoede haar hoe langer hoe meer begint te prangen, 1 Wy bekennen echter, medeburgers! dat, om aangevoerde redenen, de fuppliante zoude kunnen aangemerkt worden als eene vrouw, die geen meerder recht van aanfpraak heeft op het medelyden en de onderfteuning harer landgenooten, dan duizend andere, even beklagelyke, flachtöffers der fameufe omwenteling van 1787, en zoude dus voor haar, by uitzondering, het voorftel niet durven doen om haar een "penfioen uit ftads kas te accorderen ; bovendien heeft de wed. Seün den fchouwburg vry willig verlaten ; het ongeluk, haar overgekomen, is op eene andere plaats gebeurd; men kan haar dus aanmerken, als geen aanfpraak op dezer ftads byftand te hebben, zo lang 'er noch andere voorwerpen zyn, (en hiervan is het getal vry aanmerko-  C 59 7 lyk) die ten minste met haar gelyk ftaan, of nimmef hun ftedelyk vérblyf verwisfeld' hebben. Doch, dit alles belet niet, dat wy op andere gronden niet eenigszins gunstig ten haren opzigte zouden durven adviferen: haar affcheid van den fchouwburg had ten oogmerk hare omftandigheden te verbeteren, zich een aanhoudend beftaan te verfchaffen, en ontheven te worden van het rampzalig vooriiitzigt , om , wanneer hare talenten op het tooneel zouden uitgediend hebben, hetnoodige onderhoud te misfen, en dan met de rampen van ouderdom en armoede te moeten worstelen, iets, hetgeen tot fchande der natie zo menig verdienstelyk acteur of actrice te beurt gevallen is: commisfarisfen en menige liefhebber herinneren zich noch zeer wel, dat de wed. Seim een fujet is geweest, welke het tooneel zeer vele diensten heeft bewezen , en in haar vak eene bekwame actrice was, en het is om deze redenen, dat commisfarisfen het verzoek van de fuppliante gunstig appuiëren; onzes oordeels, derhalve, zoude de Raad , hoewel niet kunnende treden in het eigenlyk verzoek van de wed. Seim, om met een jarelyks penfioen begiftigd te worden, haar behooren te recommanderen aan commisfarisfen van den nationalen ftads fchouwburg, ten einde haar by preferentie te engageren tot zodanig vrouwelyk employ, ais door haar zoude kunnen waargenomen worden, en dat, op zodanige conditiën als weduwen van acteurs of andere fujetten van den fchouwburg meermalen aldaar zyn geërraployeerd geworden Aangaande nu de confideratiën en advies van coirïmisfarisfen , om die geen, welke hunne talenten enbeste levensdagen ten dienste van den fchouwburg hebben befteed, op hunnen ouden dag voor gebrek en armoede te beveiligen, moeten wy bekennen, dit ons billyk en noodzakelyk is voorgekomen; wat toch, medeburgers! is een acteur, die, jaren achtereen, zich afgefloofd heeft, om zyne landgenooten, niet alleen nuttig te vermaken, maar ook teffens de fraaifte lesfen, de edelfte deugden, de pryzenswaardigfte gevoelens* en vaderlandfche bedryven voor te ftellen, en in hunne gemoederen in te drukken, wat is die man, wanneer iy  C 60 5 hyouden zwak geworden, zynde, zyne geestvermogen uitgeput, zyne leden verftramd zyn, en hy nier langer op het tooneel verfchynen kan, zonder, als het wa?e, de toegevendheid af te fmeken van dat publiek, hetgeen hem te voren met handgeklap en toejuigching overlaadde! wat is de man, wanneer hy, opliet tooneel niet meer gebruikt kunnende worden, eindelyk zyn ontflag bekomt? Welk een poel van elende opent zich dan op den ouden dag voor zyn verbysterd gezigt, by het fchnkbarend denkbeeld en angstvallig voorüitzigt, van het einde zyner dagen in kommer en gebrek te moeten doorbrengen! — Deze Vergadering denkt te edel, dan dat zy niet alle aanleiding zoude willen voorkomen, van in de gedenkfehriften onzes tyds aan te teekenen: ook onder een vry repubiikeinsch beftuur wierd de kunst verwaarloosd, en de kunstenaar, de afgeleefde kunstenaar, leed gebrek, en bedelde brood. Gy befeft voorzeker, medeburgeas ! dat niets vermogender is om den man van verdiensten , onbepaald welke, mits hy Hechts nuttig zy, den besten burger te doen worden, dan het gerustftellend voorüitzigt, van, na een beproefd deugdzaam gedrag, en het wel aanwenden zyner vermogens, ten nutte der maatfehappy, den winter zyns levens zonder kommer te kunnen afwachten; den geest dezer Vergadering kennende, vleijen wy ons, dat gylieden hierin met ons zult inftemmen; wy kunnen ons dus met het rapport van commisfarisfen voor zo verre wel conformeren, dat, wat het eerste gedeelte van hetzelve betreft, zeer gevoeglyk als gronden, ter bekoming van eenig penfioen, zouden kunnen gelegd worden: twaalf achtereenvolgende jaren aan het tooneel te zyn geweest,zyn' pligt, gedurende dien tyd, naar behooren vervuld, en alleszins blyken te hebben gegeven van een onbefproken zedelyk en burgerlyk gedrag; doch,'ten opzigte der jaren, zouden ongelukkige en toevallige gebeurdtenisfen hiervan behooren uitgezonderd te worden; wat echter het penfioen zelf betreft, zouden wy met commisfarisfen daarin verfchillen:het zoude, onzes bedunkens, het beste zyn, des wegens geen vaste bepaling te maken ; ook zouden wy zulks niet direct uit ftads kas doen:  C «i ) doen: ons JdrfSS zoude wezen, dat zodanig acteur o£ actrice, waarin de bepaalde verè'ischtcn zyn 'aan te treffen, en wier jaren en omftandigheden hen buiten ftaat ftellen, om verder op het tooneel eetrg engagement té. ubtineren, waartoe zy anders preferent zullen moeten zyn, fchriftelyk addres behoorde te maken aan commisfarisfen van den nationalen fchouwburg; dat vervolgens dezen van den Raad der Gemeente hadden te verzoeken authorifatie ert qualificatie, om een door hen geproponeerd penfioen, of zodanig ander, als de Raad, naar billykheid, zou oordeelen, toe te liaan, zonder de uitgaven, ten dienste des fch unvbstrgs, in rekening te brengen; wy voor ons zouden center, om dit alweder te doen buiten aaflmefkelyk bezwaar, zo van den fchouwburg, als van de ftad, welke toch de toelage betalen moet, van oordeel zyn, dat jarelyks' ten minste jaj reprefentatiën, alleen tot dat einde, zimden behooren gegeeven te worden, hetwelk op de' a'Hiche-biljetten van den fchouwburg moet vermeld ftaan, en van welke penningen eene byzondere kas diende 'gehouden te worden.' Elk voorftander van kunsten en wetenfehappen, elk tooneel-minnaar, ja elk burg-.-r vv. deze Had, die flechts eeriignut ëh vermaak in eren fchouwburg gevonden hééft,; en'die gevoelt, wat het te zeggen is, oud, behoeftig, én aria te zyn; maar ook elk acteur en actrice züi de billykheid en «oodzafcelyKheid daarvan befeffen, en ons vööf deze ttÜtrfgë inrichting, die tot hun bést ch tot hunr.e verzorging voor den ouden dag belterad is, hunne dank-' bare erkentenis betuigen; de ingezetenen van deze ftad zullen die avonden om rtryd den fchouwburg bezoeken-; de acteurs en actrices zullen zich dan ook byzonder bevlytigen, om dé aanfcliouwers nuttig te vermaken , leerzaam te onderhouden, en algemeen genoegen trachten te geven. Eindelyk vinden wy noch in onze handen gefteld. een addres van Jbactym van Embdcn ,in qualiteit als coin-' misfaris en directeur van het Joodfche Hoogd. tooneelgezelfchap bhvien deze ftad, verzoekende, om daarby geallegucerderedenen, dat het decreet van de'Rcpre- III. deel. K feIj.  fentanten van liet Volk van Amfterdam, waarby bepaald is,dat, gedurende den tyd dat de nationale ftads fchouwburg fpeelt, geen vreemde tooneelfpellen binnen deze ftad en jurisdictie, voor het algemeen, publiek zouden mogen fpelen, ten hunnen opzigte, mag buiten effect gefteld worden, als zynde het gezelfchap , dat de fuppliant vertegenwoordigt, geen vreemde troep, maar, meestal beftaande uit lieden, welker ouders en voorouders fteeds hier gewoond hebben, en gevestigd zyn geweest. Uwe commisfie deze en meerdere aangevoerde redenen met commisfarisfen van den fchouwburg rypelyk overwogen, en in aanmerking genomen hebbende de contributiën, welke in het vorige faifoen, en gedurende dezen zomer, door de vergunning aan andere tooneelen, om publieke reprefentatiën te geven, zyn opgebragt, is van oordeel, dat het verzoek van den fuppliant in zo verre zoude kunnen toegeftaan en aan hem vergund worden de vryheid, om, gedurende het faifoen en den tyd dat de nationale ftads fchouwburg fpeelt, ook op het Hoogduitfche Joodfche tooneel publieke reprefentatiën te geven, echter alleen op zodanige avonden, aLs de nationale fchouwburg niet fpelen zal, en onder voorwaarde van, naar gewoonte, met commisfarisfen nader te accorderen, en onder verbindtenis van ook dan geen bèfioten collegie voor andere avonden óp te richten, dewyl anders hun tooneel een meerder voorrecht zoude genieten, dan de ftads fchouwburg zelf; komende het ons voor, dat op zodanige avonden, als de nationale fchouwburg fpeelt, geen andere publieke reprefenta^ tien, die zeker tot nadeel van deszelfs inkomsten ftrekken zouden , móeten toegelaten worden ; wy hebben voor dit ons advies noch dezen grond, dat, byaltiien'd'e Raad het gedaan verzoek, onder hiervoren bepaalde conditiën, niet toeftaat, de fuppliant dan gewis alle poogingen zal aanwenden, om, by inteekening, een befloten collegie op te richten, en dan op zodanige avonden reprefentatiën geven, als zy zullen foedvinden ; iets, hetgeen hen niet alleen nimmer kan etwist worden, maar dat ook, ten anderen, meer of min  C 63 ) ïtiïn den fchouwburg zoude kunnen benadeelen, daar en tegen dezelve, op de hiervoren bepaalde wyze, noch eenig voordeel daarvan „trekken kan. En hiermede vertrouwen wy aan de ons opgelegde taak te hebben voldaan, door aan deze Vergadering, een gedetailleerd rapport van onze bevinding wegens den ftaat en directie van den nationalen ftads fchouwburg over te leggen, en onze confideratiè'n en advies op de in onze handen geftelde ftukken te hebben medegedeeld, waarvan wy alles infertie in de notulen en het Dagblad dezer Vergadering verzoeken, en eindelyk van deze onze commisfie te mogen worden gedechargeerd. Alles aan het meer verlicht oordeel dezer Vergadering onderwerpende, noemen wy ons, na toewenfching van Heil en braederfchap 1 Uwe medeleden: iiend. zielkens; jan van staphorst; willem van barne.veld» pieter van den broeke» Amfterdam, den 19 September, 1796. Hit tw&tfdé jaar der bataafj'clie vryheid. K & Lett.  X M ) •^'ett- A" AA^ gttft RAAD DER GEMEENTE DEZER STAD. MEDEBURGERS' Het kan hem, die, na, een onbevooroordeeld onder2oeK, en wys overleg, eenmaal zyr.e gevoelens wegens zekere zaken, die het algemeen betreffen, heeft gezegd, en, naar zyne meening, het verkeerde in dezelve heeft aangetoond, en middelen ter verbetering opgegeven, niet onverfchillig zyn, wanneer 'er van zyne aanmerkingen gebruik word gemaakt, of de veranderingen, daardoor veroorzaakt, wezendlyk dicnstif bevonden worden aan het algemeen belang, dan of dezelve, door bykomeude omftandigheder; /regelrecht tegen hetzelve, en dus tegen de bedoelingen des opgevers, aanloopen. ^ De waarheid dezer aanmerkingen te willen betogen, achten de onderteekenaars geheel overbodig te zvn; en zyzelve zyn van die waarheid zo wél overtuigd,dat zy, uit hoofde daarvan,niet kunnen nalaten, u met de volgende bedenkingen een oogenblik bezig te houden. Hoe anderen ook over den nationalen ftads fchouwburg mogen denken, en uit welk een oogpunt zy den invloed van dit gedicht op de maatfehaptry mogen beichouwen, laten de ondergeteekenden daar; doch, zy hebben reeds in eenige voorheen ingeleverde addreslen, waarvan zy medeteekenaars zyn, getoond, dat yy hetzelve, om meer dan eene reden, de aandacht van het ftedelyk beduur dubbel waardig achteden. Thans moeten de ondergeteekenden de toen op hen genomen taak, welke zy by de verandering van het Ichouwburgsbeftuur dachten afgeweven te zyn, tegen hunn' zin, en tegen Iflimnertoo^ weder opnemen; immers oaar zy m de Dagbladen uwer Vergadering vinden,dat de commisfarisfen van dit gedicht, uit de ftads casfa, eeruge f-biidie vrageu, welke in deze bladen wel niet word bepaald, doch door particuliere onderrichtingen aan de onderteekenaars is begroot op de enorme fomma van / 40000:—, kunnen zy dit niet met itilzwygen voorbygaan, dewyl zy ondergeteekenden de verandering aer fchouwburgs directie hadden aangedrongen, toröer anderen, om deze reden, dat 'er eene meerdere be-  ( & ) bezuiniging moest plaats hebben, en de befpaarde gelden , ter hetere betaling van de zulks lang verdiend hebbende kunstenaars moest (trekken. De ondergeteekenden treden in geen onderzoek, in hoe verre 'er door de tegenwoordige fchouwburgs-direétie aan het voorgefteide plan van bezuiniging is voldaan, en of het volftrekt noodig was, dat men i a 3 verdienstelyke perfonaadjen engageerde,niet alleen op falarisfen, djq onze oudfte en beste tooneelisten naauwelyks mogten genieten, maar ook met de belasting van een geheel aantal onbekwame en vervelende omzwervers , die men betalen moet, en die bovendien den aanfehouwer dikwerf beroofden van de talenten der andere bekwamere fujetten, die niet ten tooneele verfehenen, opdat het toch zoude blyken dat de bedoelde perfonen niet geheel onnut waren ;zy vragen, onder anderen niet, of'er, in plaats van de kostbare en toch zinnelooze balletten, gedurende het laalfte fpeelzaifoen gegeven, ook minder kostbare en tevens meer verftandige en voldoende Itukjes hadden kunnen gegeven worden. — Zy zullen verders niet onderzoeken of het beftuur van dit gvfticht, tot hetwelke zo veel onderfcheiden kundigheden, als, daar zyn, bouw-, fchilder-, dicht-, rederyk-, en zangkunst, historie-, taal-, en oudheidkunde, een goede lmaak in alles, en wat niet al meer veréischt word, of, zeggen zy, dit beftuur, voor het grootfte deel, kan toevertrouwd worden aan perfonen, die door het volk over het geheel tot veel gewigtiger bezigheden zyn geroepen en noch geroepen worden, bezigheden, die warelyk de geheele aandacht van den doorzigtigften fterveling .vere'isfchcn, en niet wel toelaten dat men met dezelve noch een zo zo moeijelyk beltuur als dat van den fchouwburg vereen igt. De ondergeteekenden kunnen toch niet denken, dat men, in de tegenwoordige dagen van waarheid en op? rechtheid, de befturing van zodanig een gelticht, als het welk zy bedoelen, aan iemant zoude opdragen, als sene belooning voor andere gedane diensten, want dan zou men aan de burgers van Amfterdam, die in de directie des lchouwburgs belang hebben, aan de eene zyde ontnemen, hetgeen mes- hen aan de andere zyde gaf. K 3 Maar  C €6 ) Maar dit zeggen de ondergeteekenden rcrd'it, zv achten het onrechtvaardig, dat de burgery van Amfterdam, waaronder een zo groot gedeelte is, he-welk zeer weinig of nimmer den fchouwburg bezoekt, moet dulden, dat de belastingen, die zy met hun zweet en bloed opbrengen, voor een zo groot gedeelte zouden moeten dienen om een byzonder gefticht, hetwelk tot een willekeurig vermaak voor hem, die zulks betalen wil, ftrekt, te onderfchragen, en de ondergeteekenden verklaren volmondig, dat, indien zy hadden kunnen voorzien dat de addresfen, wegens het vorig beftuur des fchouwburgs , door hen mede onderteekend , aanleiding hadden kunnen geven tot een' zo grooten aanval op de ftads finantiën, welke zo vele onderfteuning noodig hebben, zy zich wel zouden gewacht hebben daartoe de hand te lenen. Dan, de ondergeteekenden waren , gelyk zy toen reeds hebben gezegd , en zyn noch in een tegenövergefteld denkbeeld: zy meenen dat de fchouwburg, by een goed beftuur, zichzelven zeer wel fouteneren kan, en het is uit dien hoofde, als ook om zichzelven by hunne medeburgers te bevryden van den blaam , alsöf alléén een geest van partyzucht hen aangedreven had om de verandering van het vorig beftuur te verzoeken, en zy blind zouden zyn voor de feilen van het nieuwaangeftelde, dat de ondergeteekenden van u verzoeken geen gelden, uit ftads casfa, aan de commisfarisfen van den fchouwburg toe te ftaan, alvorens u, burgers, als reprefenterende de burgery dezer ftad, uit wier beurs deze fomma genomen moet worden, eene volledige rekening, wegens dit gefticht, is opengelegd, en zy verzoeken, om dezelve reden, dat dit hun addres in de Dagbladen uwer Vergadering mag geïnfereerd, worden. Amfterdam, 27 July, 1796. j. w. ogelwight; johann wiehelm eange ; . harmanus meyer , h. zoon i carsten, petersen , junior : h. ogelwight, junior. Lett.  C 6? 3 Lett. B. VRTHEID, GELTKHEW, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van deze stad, medeburgers! Commisfarisfen van den nationalen ftads fchouW* burg nemen de vryheid ul. voor te dragen, dat zy onder die voorname objecten van hun beftuur, welke a naar derzelver inzien, voor verbetering zouden kunnen vatbaar zyn, vermeenen te behooren de engagementen van acteurs, actrices, en andere geëmployeerden , van den fchouwburg. Dat gemelde engagementen, tot nu toe, altoos zyn gefchied voor één fpeelfaifoen, zodanig, dat alle de gemelde fujetten, by of né het eindigen van hetzelve, telken jare weder op nieuw wierden geëngageerd, waaruit dan ook jarelyks, terzake van vermeerdering of vermindering der tractementen, vele onaangename conferentiën en moeijclyke fchikkingen wierden geboren tusfchen beftureren en voornoemde fujetten van den fchouwburg, meestal voortkomende uit verfchillende en tegen elkander ftrydende belangen en oogmerken ; al hetwelke niet zelden den wezendlyken dienst van den fchouwburg aanmerkelyk verachterd en het beftuur aan de onaangenaamfte occupatiën blootgefteld heeft. Dat dit alles, wel verre van eenig wezendlyk of duurzaam nut voor de belanghebbende partyen uit te werken, in tegendeel dezelve, telken jare, weder op hun vorig ftandpunt van onderlinge desfentiën te rug hragt, en beftureren van den fchouwburg, zo wel als de voornoemde fujetten, jarelvks aan wederkeerige onzekerheid blootftelde, de eerlten omtrent gefchikte voorwerpen voor de uitoefening van hun beftuur, en de laatiien ten opzigte haimer midden van beftaam Daï  C- 58 ) Dat commisfarisfen voornoemd het hulpmiddel, tof voorkoming van alle deze nimmer eindigende, maar jarelyks vernieuwende, inconvcnicnren f_ vernreenen gevonden te hebben in het introduceren eener andere wyze van engagementen, cn wel hierin bef taande, dat zodanige acieuts en actrices, of andere fujetten van den fchouwburg,: weikers gedragingen en talenten commisfarisfen oordeelen zouden dat aanhoudend voor het beftuur van den fchouwburg nuttig konden zyn, voor den tyd van eenige achtereenvolgende jaren, op een vast bepaald tractemehty wierden geëngageerd, onder zodanige precautiën en voorwaarden, als deze!-' ve commisfarisfen, naar gelang der omftandigheden eh employen, zouden vermecncm te behooren; daardoor zouden de desfentiën en Vorderingen Van verhoogde tractementen, by het jarelyks 'vcrnaeuwén der engage-' menten, een einde nemen, ftads fnxmiëri worden befpaard, en dien van den fchouwburg aatt de verdienstelykfte fujetten derzelven een vast beftaan én crediet verzekerd, en aan allen een voorüitzigt geopend, welke hen ten prikkel zal kunnen verf trekken',' om, zo wel tot nut des fchouwburgs, als ter bevordering hunnereigen belangen, met den mee=ten yver cn vlyt, in derzelver refpective posten, werkzaam te zyn..'Commisfarisfen voormeld zouden dan ook, om alle deze redenen, geenoogenblikhebben gehanteerd, dezenieuwe cynofure voor de onmiddeiyk'öp handen zvnde nieuwe engagementen' te introduceren , als betreffende aan de eene zyde de HOodzaltelykheid en nuttigheid derzei ve, en vermeenende aah de andere zyde, tot het aangaan van ajle zodanige en andere engagementen, door hunne aanftelling/completelvk bevoegd en gequalificeerd te zyn ; dan, daar zy nochtans, in 'deze, geen nieuwe wyze van verbindtenisfen, w: arby deer ftads finantiën buitengewoon geconcerneerd zyn , hebben willen aangaan, zonder voorkennis en goedkeuring van dezen Raad, zo verzoeken commisfarisfen voornoemd, dat deze hunne voordragt door ul. moge worden gerefulvcerd, hen te authoriferen en te qualificeren tot het aangaan van alle zódanige engagementen, met  'C 69 ) met acteurs, actrices, en andere fujetten van de« fchouwburg, voor den tyd van eenige achtereenvolgende jaren, op zodanige vast bepaalde tractementen, en onder al zulke precautiën en voorwaarden, ais zy commisfarisfen zullen vermeenen te behooren; en dat "van deze, door ul. te nemen, refolutie aan meergemelde commisfarisfen, by extract, mag worden kennis gegeven. Heil en broederfchap! Ter ordonnantie van commisfarisfen voornoemd. W. HAVERKORN WZ., fecretaris. Amfterdam, den 17 Juny, 1796. Het tweede jaar der Batadffche yryheid. III. deel. L Lett.  Lett. C. C 70 ) VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. COMMISSARISSEN VAN DEN NATIONALE N STADS SCHOUWBURG, AAN DEN RAAD DER GEMEENTE DEZER STAD. MEDEBURGERS! De ondergeteekenden nemen de vryheid aan ulieden vóór ie dragen: 1. Dat de openbare werkzaamheden van den nationalen_ftads fchouwburg, in de jongstverloopen maand Mei j-geëindigd, en het tooneel alstoen gefloten zynde, zy, federt dien tyd, den ftaat van ontfang en uitgave v n denzelven hébben opgemaakt, en bevonden hebben , tot betaling der diverfe geëmployeerden by meergenoemden fchouwburg, benoodigd te zyn eene fomma van veertig duizend guldens, welke fomma de ondergeteekenden dan ook verzoeken dat aan hen , uit dezer itads kas, als eene gewone jarelykfche fubfidie, ten fpoedigfte, mag worden uitgereikt, ten einde zylieden zich in ftaat gefteld mogen zien aan de dringende aanzoeken ter betaling te kunnen voldoen; terwyl de ondergeteekenden van het emploi dier penningen, op zyn'tyd, en gelyk voorheen is gefchied, behoorelyke rekening en verantwoording aan ul. zullen doen ; — a. Dat de ondergeteekenden, in de uitoefening van het hen aanbetrouwd beftuur des fchouwburgs, ondervonden hebben, dat de aanflag van denzelven alle de kenmerken draagt van onkunde, in dit vak, van den bouwmeester, en, behalve een aantal niet te remediëren inconveniënten, ook in denzelven ontbreekt de zo noodige ruimte tot berging van eene confiderabele menigte noodwendigheden, van veifchilienden aart, welke van tyd tot tyd zodanig zyn vermeerderd, dat een groot aantal van de uitgelezenfte decoratiën, benevens eene pretieufe guarderobe geheel verwaarloosd . ,'. ,: zul-  C 7i ) «uilen moeten worden en bederven, tot een zeer important nadeel van dezer ftads kas, byaldien daartegea geen tydige voorzorgen genomen worden; weshalve de ondergeteekenden zich verpligt achten aan den Raad te moeten proponeren eene uittimmering, tot vermeerdering van ruimte in dat gebouw, en welke uittimmering zo hoogstnoodzakelyk is, dat, zonder dezelve, alle hunne poogingen, om den luister en het nut des ichouwburgs daar te ftellen, te vergeefs zullen zyn. De ondergeteekenden nemen verder de vryheid ui. teipropone'ren, dat men tot die onöntbeerlyke vertimmering, welke flechts van hout, even als de fchouwburg zelf, diende te worden aangelegd, zoude kunnen employeren zeker ftads gebouw, ftaande op het Leidföhe plein, tc voren gediend hebbende tot een Fransch fpectakel, en fints tot andere einden zyn ge bruikt geweest, thans van geen de minste nuttigheid, maar wel, integendeel, ten uiterfte fchadelyk, ja ten hoogfte gevarelyk is, dewyl dat zelve gebouw, dan eens gediend hebbende tot ftallingen, dan eens tot het houden van wijkvergaderingen, of mogelyk wel tot beiden te gelyk, door de daarin geplaatfte en zeer 011voorzigtig geftookre kagchels, meer dan ééns gevaar heeft geloopen van vuur te vatten, in welk geval niet alleen dat gebouw, maar ook, uit hoofde van deszelfs nabyheid aan den fchouwburg, dat kostbaar ftads établisfement, geheel van hout getimmerd, ontwyfelbaar zoude zyn geworden een prooi der vlammen, en aldus zoude hebben veroorzaakt een important nadeel voor de ftad, behalve meer andere inconvenié'nten, thans niet alle op te noemen. Daar dus kortelyk de onvermydelyke noodzakelykheid der geproponeerde vertimmering des fchouwburgs, door de ondergeteekenden, aan uh, zo zy vertrouwen , genoegzaam is bewezen, en tevens de ingrediënten aan de hand gegeven, welke deze vertimmering zeer menagieus zoude kunnen maken, twyfelen de ondergeteekenden geenszins, of de Raad zal hen, door eene ïpoedige en favorabele conclufie, ook op deze hunne voordragt, in ftaat ftellen hunne directie voort La te  C 7* ) te zetten ór> eene alleszins nuttige wyze, tèn einde dit belangryk inftituut te kunnen doen ftrekken tot eene Ieerfchool van deugd, goede zeden, ware vaderlandsliefde, en alle die pligten des gezelligen levens, welke het maatfchappylyk geluk, in alle levensftanden, meer en meer volmaken en bevestigen. Heil en broederfchap! Ter ordonnantie van commisfarisfe* voornoemd. W. HAVERKORN \VZ., fecretaris. Amfterdam, 29 Juny, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. B Y-  B YLAGE tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Donderdag, 29 September, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRYHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van 'amsterdam. medeburgers! D oor ulieden aan uw committé van koophandel en zeevaart, om confideratiën en advies, gerenvoyeerd zynde zeker request van J. van Alphen Hendksz. en- Jn C. L. Sultzbergen, vergezeld van eene misflve, tot appui, van den vice - admiraal De Winter, waarby zyheden voordragen,,, dat zy, alsfolliciteurs militairs, hebben bediend en noch bedienen diverfe oorlogfchepen, * aan welke zy, van tyd tot tyd, verfcheiden benoodigdheden van victualy en bier moeten zenden. „ Dat de vorige overlieden van het Texelfche veer de verrichtingen van hen requestranten hieromtrent " nimmer anders zouden hebben befchouwd dan gean„ nexeerd aan den dienst van den lande, en hen niet alleen den gewonen vrydom, dien het land daaromtrent l genoot, om een kaag voor diverfe fchepen te mogen „ bevrachten, hebben gelaten, maar ook zelfs altoos III. deel. M » de  C 74 ) „ de vrachten, volgens de lands lyst, hebben laten y, voldoen. „ Dat echter de tegenwoordige overlieden van het „ gemelde veér thans reclameren, de keure voor het „ groot binnen- en buitenlands-vaarders gilde, van dato „ a3 january 1724, waarin, by alteratie van het 7de „ artikel, geftatuëerd word, dat een, of uiterlyk twee „ kooplieden, te famen, zonder meer, zullen vermo„ gen een kaag, of ander vaartuig, onder het groot bin„ nen- en buitenlands-vaarders-gild of Texelfche veer, „ at te huren, mits dat hetzelve vaartuig niet het aller„ genngfte zal vermogen mede te nemen," om in een „ ander fchip ingeladen te worden, op de verbeurte „ van des fchippers bedongen vracht, en daar en boven „ eene boete van ƒ 200: — , en uit dien hóófde fusti» nerende, dat het aan de requestrantcn niet vry Itaat, „om in een kaag of vaartuig, voor meer dan een „ ichip,te laden; maar, voor meer dan een fchip te la„ den hebbende, hun goed in den gewonen beurtman op „Texel moeten inladen; daar, integendeel, de re„ questranten vermeenen, dat zy niet in de termen van „ het gem. artike^ vallen, dewyl "zy zeggen, datzy in „ hunne qualiteit,maar afzenders der goederen zyn, en „ zulks voor de officieren van de ooriogfehepen waar„ nemen, en dat de door hen gezonden wordende goe-* deren niet als koopmans goederen, waaraan fomtyds „groote winsten gehecht zyn, befchouwd kunnen 9 worden. „ Dat de requestranten noch, als hun bezwaar, voor-? „ dragen, dat, ingavalle zy zich naar het gemelde 7ds>„ artikel moeten reguleren, zulks veeltyds voor den„ dienst van het land allernadeeligstzoudekunnen zyn, „ terwyl fomtyds, op de ontfangst van een' brief, een „ kaag gereed ligt om te vertrekken, die het noch „ by dien brief gerequireerde dire& zoude kunnen me„ denemen, doch, moetende wachten totdat de beurt-„ man vaart; het achteruit zeilt, of te laat komt, en" „ men de vracht ook kwyt is, en vele andere redenen „ meer, zo als, onder anderen, dat de beurtman voor „ zomervracht van eenoxhoofd bier, volgens de lyst,, ■„ 14, .ftuiv? nioet-hebben, hetv/elk over 180 a 200 . -. ijllGof-  t ?5 ) ' hoofden, zo als zulks een beurtman kaft laden, be« ! draagt /iaÓ a ƒ 140: - , terwyl zy zeggen, dat zy een kaag, voor zomerhuur, naar Texel kunnen zenuen, " beladen voor 3 i 4 fehepen, voor ƒ 50 & ƒ 60, waarby noch komt, dat dé afgehuurde kagen altoos aan de brouweryen fchieten, om het bier in te nemen, " dtar het nu aan den beurtman moet gebragt worden l met fchuitan; al hetwelk een groot different in de " onkosten voor de officieren maakt. , Altemaal redenen, waarom getril requeftranten zien , tot u hebben gewend,-en verzocht, dat het aan hen en anderen, die voor de officiers, bevelhebbers van " oorlogfchepen, victualy aan derzelver fehepen af te , zenden hebben, vryftaan zal een kaag te mogen be, laden met victualy, bier, enz., voor zo veel oorlog' fehepen als een ieder voor zich onder hunne direcI tie mogt hebben, en dat wel op denzelfden voet als by hen ten allen tyde was gebruikelyk geweest. " Op al hetgeen door uw committé ferieuielyk is gelet; doch, aan den anderen kant, overwegende, dat de beurtvaart op de ter reede van Texel en het Vlie liggende fehepen van veel te groot aanbelang en nut voor de commercie en fcheepvaart is, dan dat , door eene generale vrygeving, buiten de beurt, dezelve niet kunnende beftaan, mogelyk geheel zoude te «ietloopen, ten merkelyken nadeele van dieveêren; en daar en boven zyn deze veêren van zodanige keuren en ordonnantiën voorzien, als naar tyds omilandigheden noodzakelyk waren , dat een ieder ingezeten fpoedig, fecuur, en tot een' bepaalden prys kon geryfd en bediend worden, en welke vrachtioonen dan ook, naar evenredigheid, zodanig ingericht fchynen, als hoogstnoodig was, om dezelve te doen beftaan, aangemerkt de beurten veelal het minst met volle fehepen gedaan worden; alle welke keuren en ordonnantiën de overlieden verpligt zyn, volgens hunnen eed, te moeten onderhouden en maintineren, en dus daarin geen verandering kunnen of mogen dulden, zonder zich aan pligtverzuim en meinëed fchuldig te maken; waarom al het hieromtrent aangevoerde van de requestranten een juist bewys oplevert van de betere pligtbetrachM a ting  C re ) breuk te mogen maken, welke, door dei tvd reeds" in ane gevallen, by de requestranten aangevoerd Dat wat de te veroorzaken fchade aangfat door het de ?chi ° ™ v ", aanraei;kl"g kan komen, naardemaal ren wK , d"e veéren in het ft"wen der goede- aaleft ld woS'n" F*»* W de ^^eurten aj.ngt.ueia wotden, dat daaromtrent geen klapten te lt^tT,7Vbovendicn beftaan de*te Sgri! p'ovLnd t'T'TCn meest altoos in viöua]y «n proviand, die, hoewel ook voor lekkagie en drW StTi^ ',ec,ter 10 oaar met zyn als duizenderlei andere goede-en en koopmanfchappen/die door hen dngelvks Lgehden geffuwd en behandeld worden, zonder datXr dm koopman zo aanmerkelyk over fchade dïwegens ge- SpSS®?^ fchadelyk dan &■ tv&ntf °Prichti"S van onheugelyke tyden af, in tegendeel, de nuttigheid van dezelve voor de commercie en zeevaart altoos begrepen t ! zo is heï Snll Jf JT -hoHden w°rd; dit zoude niet wel van deze^ï^u' I?d,en de ^fiantiën of keuren ï"ra wierden ^ Venue°«d °f met wel Seöbf^ JJovendien genieten de requestranten, die men nu al  ( ?7 ) al eens als geheel en alleen in dienst van het land zal hefchouwen, reeds als zodanig een groot faveur in de vrachten, vermits zy, als uw committé wél geïnformeerd is, eenige paryen van belang in de beurtfchepen te laden hebbende, meest altoos dezelve voor veel minder vracht laden, dan in de lyst gefpecificeerd ftaat; dat wegens het artikel van het bier, hetwelk zy juist tot een voorbeeld hebben opgegeven, hier wat al te veel in het oog loopt, vermits zy wel zeggen, dat zy daarvan, per oxhoofd, Volgens de lyst, moeten betalen 14 ftuivers zomervrachtj doch zy verzwygen dat zy dit echter nimmer doen, dan by kleine partytjes, en dan noch niet eens geheel, maar wel, dat zy daarvoor by de party ongelyk minder betalen, en mogelyk zal zulks met andere artikelen wel hetzelfde zyn, en kan dus niet tot bezwaar van de beurt in aanmerking komen; van meerder aanbelang kan gerekend worden te zyn, als de beurtman half vol of gedeeltelyk beladen is, en de requestranten meerder goederen te laden hebben dan de beurtman kan laden, en de boeglegger niet te gelyk met den beurtman kan vertrekken, waardoor alsdan eenigszins vertraging in de expeditie zoude kunnen ontftaan. En vermits de requestranten zeggen, dat zy, met het afhuren van kagen buiten de beurt, geen ander doel hebben, dan den dienst van het land daardoor te bevorderen, en zulks niet ter prejudltie van het kaagfchippers-gild is ftrekkende, zo kan zulks echter nimmer tot in ftand houding van gemelde bcurtvaart dienen ; het is hierom, dat uw committé de cnnfideratiën van de overlieden van het groot binnen- en buitenlandsvaarders gilde, en van de overlieden der Texelfche en Vliefche beurt vaart deswegens heeft ingenomen, welke echter, met ons van een begrip zynde, zeiden, hoe gaarne zy aan het verzoek van de requestranten wilden voldoen, dat echter, zo lang de gilden en beurten beftonden, dezelve behoorden gemaintineerd te worden, en vreesden als aan dit verzoek van de requestranten, zo als het door hen voorgedragen was, voldaan wierd, de Texelfche en Vliefche beurten ge- • heel te niet zouden loopen ; doch het kwam hen voor, M 3 te befchouwen, reeds als zodanig een groot faveur in de  c r*yy te meer ook om aan het dringend verzoek.. Van den vU qe-admiraal De Winter eenigszins te voldoen, dat de Raad aan de requestranten in zo. verre zoude kunnen inwilligen, datzy, góederen te laden hebbende, voor meer dan één of twee fehepen, zulks vry zouden mogen doen met kagen uit het gild, doch niet anders dan waarvan zy aan de overlieden bericht hadden gegeven dezelve benoodigd te zyn, en die daarvoor hadden laten dobbelen, en laadcedullen gevraagd en bekomen hadden, en altoos voor zo langer meerder als één'of twee oorlogfchepen in Texel of het Vlie zouden Mfegen, terwyl zy verpligt bleven om de'goederen, voor één of. twee.fehepen te laden hebbende, die met.de gewone Texelfche beurtfehepen te moeten verzenden, en dat zy met de vrye en door hen afgehuurde kagen geen goederen voor andere kooplieden of leveranciers zotiden vermogen mede te nemen; al het welk uw committé is voorgekomen het eenigfte middel in dezen te zyn, om eenigszins aan het verzoek van de requestranten te kunnen voldoen; terwyl gylieden aan den viceadmiraal De Winter alsdan kunt fchryven, zo veel rnögelyk, aan zyn verzoek te hebben voldaan. Hiermede vertrouwt uw committé aan uwlieder-intentie en last voldaan te hebben, en zyn, na töewenfching van heil en aanbod van broederfchap, E Uwlieder medeburgers: Het committé voornoemd. En ter ordonnantie van hetzelve: h. e. hansen, fecrslaris, Amfterdam, den a8 September,, 1796. Bet tweede jaar der Bataaffche vryheid.  B YLAGE tot het dagblad der V ER GADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Woensdag, 28 September, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRTHEW, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeen"*" van amsterdam. medeburgers! !Na ongeloofiyk veel arbeid, onderzoek, en, zo naauwkeurig mogelyk, ingewonnen informatiën, zyn wy eindelyk in ftaat ulieden, nopens de gewigtige zaak der waterfchepen van het eiland Marken, rapport uit te brengen. Ten einde daarin het best te flagen, zullen wy ulieden vooraf eene emuneratie maken van de ftukken, daartoe betrekkelyk, zo door de Reprefentanten van het Volk dezer ftad in der tyd, als door ulieden, in onze handen gefteld, ofwel diredb, door belanghebbenden, ter onzer Vergadering ingeleverd, met eerkort verflag van derzelver inhoud, opdat wy ulieden, op elk derzelve, onze confideratiën en advies zouden kunnen mededeelen; als: III. deel. J>J J. S::a  ï. Sub lelt. A. Een addres van de burgers A. A. Titfingh en Jelle Roelofs, als eenige noch in functie zynde fuperintendenten van gemelde waterfchepen, den 13 Mei 1795, aan de provifionele Reprefentanten van het Volk van Amfterdam ingeleverd, behelzende een verzoek, om, boven en behalve eene fomma van f 21930: 15: 8, blykens daarby geannexeerde copierefolutie van gemelde Reprefentanten , in dato 18 Maart 1795, en authorifatie op thefaurieren, ter betaling der.gemelde fomma, door hen voor de vertimmering der waterfchepen ontfangen, noch eene fomma van ƒ 12069: 9: 8 te mogen genieten, ter voldoening der noch onbetaalde rekeningen wegens de gemelde vertimmering, en welke fomma hen dan ook, blykens de nevensgaande copie-authorifatie, op thefaurie, in dato 18 July 1795, is verftrekt; — II. Sub lett. B. Een addres van bovengemelde A. A. Titfmgh en Jelle Roelofs, den 5 September 1795, aan de eftective Reprefentanten ingeleverd, met oogmerk om die twee aanmerkelyke fommen, door hen, in derzelver qualiteit, ontfangen, te verantwoorden, gelyk zy zulks trachten te doen in de hierby gevoegde rekening en verantwoording van ontfangst en uitgave; —'~ 111. Sub lett. C. Eene memorie, door gemelde A. A. Thfingh en Jelle Roelofs, den 29 Maart 1.1., ter uwer Vergadering ingeleverd, en door ulieden, by apostil, aan ons gerenvoyeerd; in dezelve word op het verzoek om ontflag en het inzien der rekening, op nieuw, aangedrongen, en bovendien herinnerd, dat 'er dient gezorgd te worden een' overman te eligeren, hetwelk, volgens het 2de artikel der ordonnantie, reeds op den eersten Saturdag in de maand April had behooren te gefchieden; — IV. Sub lett. D. Een request van overlieden van de waterfcheepslieden van het groote comptoir van het eiJand Marken, aan de Iedere van het provinciaal beftuur van  ( 8r ) Van Holland, door ulieden, den i Juny, mede aan ond gerenvoyeerd, behelzende een verzoek om krachtdadi-. ge hulp, om de noch onvertimmerde fehepen van de 15, tot het voormelde comptoir behoorende, te kun* ncn doen repareren *. —- V. Sub lett. E. Een request van eenigen der leden vatl de bovengemelde compagnie, ter onzer Vergadering ingeleverd, wdarin dezelve zich beklagen dat dezulken hunner, wier fehepen vertimmerd zyn, nu weiger* achtig zyn met hen in ééne beurs te varen, en zulks alleen maar doen willen voor de lands en O. Ind. comp< fehepen, die zy over Pampus fleepen; doch niet voor dezulken, die de commercie aangaan. Alvorens wy nu overgaan ulieden onze gedachten, omtrent de bovengemelde ftukken mede te deelen, vermeenen wy het niet ondienstig te zyn een fuccint verllag van de inrichting, of wel de beheering, van dit etablisfement te doen. Ingevolge eene refolutie van gecommitteerde raden van Holland en Westvriesland, in dato den 7Sept, 1792, is een reglement gearresteerd, waarby vorengemelde art. 1. een collegie van fuperïntendentie is opgericht, beftaande uit één' heer uit de regeering van Amfterdam, twee dito uit die vanMonnikkendam, en drie, welke | uit hoofde van hunne betrekking tot de admiraliteit, Oost-Ind. comp., en commercie, daartoe bekwaam en gefchikt zullen worden geoordeeld 5 terwyl de be«noeming der voorsz. perfonen gedemandeerd is geworden aan de regeering van Amfterdam, uitgezonderd het lid uit de regeeiing van Monnikkendam, om, ingevolge de verdere artikelen van het voornoemde reglement, het toevoorzigt te hebben over de richtigebeheering van het voornoemde ligchaam, en welke dan ook fungerende zyn geweest tot aan de jongstleden revolutie, wanneer, door het vervallen van derzelver posten, de leden uit de regeering telfens tot de beheering van voornoemde waterfchepen zyn onbevoegd geraakt, en alleen de voornoemde burgers A. A. Titfmgh Na en  C 8* ) en felle Roelofs, als fuperïntendenten, zyn overga bleven. Nu overgaande om ulieden te rapporteren op de bovengemelde ftukken, hebben wy de eere u te dienen op de drie eerstgemelde, fub le'-t. A, B, en C. Dat, ingevolge de getuigenis van de burgers Titfingh en Roelof, de voornoemde waterfchepen, in ao. 179a, reeds eene vertimmering benoodigd hebbende, zylieden zich deswegens by burgemeesteren dezer ftad in der tyd hebben geaddresfeerd, dat door dezelve eene krachtdadige adfiftentie is toegezegd; dan dat, na het fcherpst onderzoek, zo ter fecrètary, als by toenmaals gefungeerd hebbende burgemeesteren, voor zo verre dezelve noch in leven zyn, on germagi, betrekkelyk het invoeren van nadere en intermediaire wetten van orde en discipline, zyn gewisfeld geworden. Accordeert met bovengemelde notulen, voor zo verre dit geëxtraheerde aangaat. ï. J. RELLETïer, fecretarir,Amfterdam, den 8 O&ober, 1796. De hier voorgemelde ftukken zyn de volgende: VETHEID, GELTKIIEID, BROEDERSCHAP. De commandant der ftad, en verdere fiaf- officieren der gewapende burgermagt van deze ftad, aan den Raad der Gemeente. medeburgers! Gevoelig aangedaan over het plïgtverzuim' en de onberaden gedragingen van eenige leden van de gewapende burgermagt dezer ftad, by gelegenheid van de jongfte alhier voorgevallengebeurtenisfen, hebben wy het van onzen pligt gerakend, om niet alleen de oorzaken op te fpooren, welke aanleiding tot dit wangedrag van velen gegeven hebben, maar ook op de middelen bedacht te zyn, welke ter gerustftelling van de gemeente dezer ftad, en van het braaf gedeelte der gewapende magt zelve, de rust dezer ftad, voor het vervolg, te beter zouden kunnen verzekeren, en, met genoegzamen grond, doen verwachten, dat men zich, by dergélyke omftandigheden, op de volkomen gehoorzaamheid en pligtbetrachting der gewapende burgermagt  ( 37 ) migt verlaten, en alzo met eere onder dezelve zoude kunnen blyven dienen. Onder de oorzaken, welke aanleiding tot de disöbediëntie gegeven hebben, hebben wy, behalve andere toevallige redenen, vermeend, in de eerste plaats, te moeten rangfchikken, het gevarelyk en misdadig begrip van velen, dat het aan gewapende lieden, onder de wapenen, vry zoude liaan, om de maatregelen van het wettig geconftituëerd gezag te beöordeelen, en, naarmate van individuële goed- of afkeuring van dezelven, gehoorzaamheid aan hunne fuperieuren te weigeren, ën, met één woord, om politiken te zyn, een begrip, hetgeen, indien het niet ten fpoedigfte tot den wortel toe uitgeroeid kan worden, wel ras zoude eindigen, met het gezag der wet in handen van de gewapende magt over te brengen, en alzo de oppermagt en vryheid des gantfchen Volks geheel en al om verre te werpen. Overtuiging derhalve, opruiming der uitvlugten , en het zwaard der wet voor diegeen, welken voor geen edeler dryfveêren mogten vatbaar zyn, ziet daar de middelen welke 'er ten fpoedigfte noodig zyn, de eenige, welke de belangen dezer gemeente genoegzaam kunnen verzekeren. Welke maatregelen en befluiten gylieden zelve, burgers, leden van den Raad! zult gelieven te nemen, om de gewapende burgermagt dezer ftad te meerder omtrent hare wezendlyke betrekkingen enpligten voor te lichten, en haar gemeenzamer te maken met die beginfelen, welke gylieden reeds in het eerste hoofdftuk der nadere wetten en reglementen voor de gewapende burgermagt dezer ftad hebt ontwikkeld, zullen wy aan uwe wysheid zelve overlaten. Wy zullen voor het tegenwoordige ons alleenlyk bepalen om aan ulieden eenige andere zaken in overweging te geven, welke in andere opzigten eenen nuttigen invloed fchynen te beloven. De eed derhalve zelve, welke by het decreet van organifatie vastgefteld en ter gelegenheid van de organifitie door de gewapende burgermagt dezer ftad afgelegd is, komt ons voor, in de eerste plaats te mot' O a ten  ( 88 ) tan veranderd en door een ander formulier te moeten worden vervangen;dezelve is niet kort en zakelyk genoeg, om de pligten en betrekkingen van de gewapende magt te kunnen omvangen: 'er worden ook eenige minder nauwkeurige denkbeelden in gevonden,en andere we?endlyke pointen zyn daarby of voorby gegaan, of immers te ingewikkeld voorgefteld. Onderwerping aan de wyze van beftuur, hetgeen thans beftaat, of verder daargefteld zal worden,volgens het formulier van eed, door die van het provinciaal beftuur van Holland onlangs gedecreteerd, en het geen ten dezen, onder reverentie, gevolgd zoude behooren tc worden; voorts, gehoorzaamheid aan de wet, en het wettig geconftituëerd gezag desser ftad, gehoorzaamheid aan de bevelen der fuperieure officieren , cn laatftelvk , onderwerping aan de wetten voor de gewapende ""raagt dezer ftad gearresteerd; ziet daar de eenige pointen, welke in den vernieuwden eed, naar ons inzien, van nooden Soortgelyke eed, indien gylieden, burgers, leden van den Raad .» mogt goedvinden denzelven' te arresteren, zoude met de meest mogelvke plegtigheid, en ten pverftaan van gedeputeerden uit"den Raad, van de gewapende magt dezer ftad moeten afgenomen worden, op denzelfden tyd dat zy, ter zake van de mindere riaauwkeurighcid van den voorgaanden, uit denzelven ontftagen wierd; 'er zouden alsdan volledige lysten van de namen van alle de leden der gewapende magt snoeten voorhanden zyn, om aanteekening van de prefenten te houden, en in het afnemen van den nieuwen eed zoude men van de noogfte rangen behooren te beginnen. Eindelyk, nicmant anders, dan welke denzelven, zonder eenige exeptiün of bedenkingen, wilde doen, zoude in de gewapende magt gecontinueerd behooren te worden, en daar en, boven zoude niemant, welke oni wangedrag, by de jongfte onlusten, provigcmeel. is gefuspendeerd, tot het aileggen daarvan toe|*ia.te*a motten worden, ten ware hy alvorens by den fompetenten krygsraad yan zyne onfchuld had doen blyJÈceu, en zyne fuspenfie opgeheven ware. ■8?"» & de iiixedc plaau, burgers, leden van dva,  C 89 ) den Raad! het is, naar ons oordeel, volftrekt noodz«* 1 -elyiv', dar de gewapende burgermagt dezer ftad, by tycle van onrust,onder eene geftrenger krygstucht worde gebragt, dan in ordinaire tyden voor een guarde de police van nnoden is; 'er moeten fpoedige en fterke •maatregelen worden bepaald, waarby niet alleen een iegelyk, tot de gewapende bnrgermagt dezer ftad behoorende, by tyde van onrust, op zekere extra ordinaire ftraffe, verpligt word, om, ten fpoedigfte, te wapen te komen, wanneer hy daartoe word geroepen; maar ingevolge van dewelken ook bepaaldelyk de zodanigen, welke de gegeven orders tot maintiën der wet, en het wettig gezag, mogten weigeren te obediëren en uit tc voeren, op ftaande voet gearresteerd, en ten rigoureuste, ja zelfs, naar exigentie van» zaken, met den kogel zouden kunnen worden geftraft, het zy dan na fummier onderzoek van het committé van juftitie, ofwel by (landrecht, op zulk eene wyze, als tot het oogmerk meer gefchikt mogt bevonden worden te zyn, waarvan wy de bepaling aan dezen Raad, met concurrentie van zodanig hooger gezag, als hierin mogt behooren te worden gekend, overlaten zullen. Doch, indien zodanige maatregelen, welke in de daad van de uiterste noodzakelykheid zyn, genomen mogten worden; zo zoude ook teffens en in de derde f laats moeten worden bepaald, wasneer de ftad begrepen wierd in onrust te zyn: het moment zoude door een zigtbaar teeken moeten vastgefteld worden, waarop deze maatregelen zouden beginnen en weder ophouden te werken; met één woord, 'er zoude by een plegtig decreet van den Raad verklaard en met een openlyk teeken aan de gemeente bekend gemaakt moeten worden , dat de ftad in ftaat van onrust en de wet in gevaar was. Tot het vastgefteld teeken zoude onder anderen kunnen dienen het uitfteken van zekere vlag, van den toren van het Huis der Gemeente, vergezeld met het kleppen van zekere bepaalde klokken, terwyl daar en tegen het innemen van gemelde vlag, en het fpelen van alle de klokken, ten blyke zoude kunnen verftrekken, dat het vorig decreet opgeheven en de ftad weder ia ftaat van rust was verklaard te zyn, ü 3 Tm  C 90 ) Ten vierde, gedurende den tyd dat de ftad was verklaard in ftaat van onrust te zyn, zoude een iegelvk vermaand moeten worden, om zich, ter voorkoming -van fchade, zo veel mogelyk, van de ftraat te houden! en het zoude met geoorloofd moeten zyn op dezelve alsdan ftil te ftaan, mimers niet om met A , perfonen te famen zich daarop op te houden, en, ware het avond of nacht, zo zoude insgelyks een iegelyk, op zekere boete, verpligt moeten zyn eene lantaarn voor zyne deur, of kaarslicht voor de glazen te plaatfen, en zulks , ten einde de geheele ftad behoorelyk verlicht zoude zyn. 3 Ten vyfde, om zowel alle menagementte gebruiken, ais voorbarigheid te behoeden, zo zoude de Raad, in* gevalle er famenrottingen waren, wier oogmerken verdacht voorkwamen te zyn, twee gecommitteerden behooren te benoemen , om , in name der wet, drie waarfchouwingen aan de faamgerotte menigte te doen, om vreedfaam uit den anderente gaan,en,na de derde waarfchouwmg, indien dezelve na eene korte tusfchenpoos insgelyks vruchteloos bleek te zyn, den commanderenden officier der gewapende magt, aldaar prefent, tegelasten, om te ageren. Dan, het fpreekt van zelve, dat. ingevalle van gepleegde dadelykheheden door de rebellen, het zy van plundering, aanranding der wachten of fchildwachten, zodanige commisfie uit den Raad niet zoude behoeven afgewacht te worden, en dat, in dien gevalle , de fchildwachten zelve en commanderende officieren de bevoegdheid moeten hebben, om, mits zelve de waarfchouwingen doende, zo de tyd en omftandigheden zulks totlaten , dadelyk,Tiet gepleegd geweld met geweld te keeren. Ten zesde, zo zoude insgelyks, naar ons oordeel, de betaling der wachten met 25 ftuivers, ter dezer gelegenheid, en voor het doen van den vernieuwden eed, moeten afgefchaft worden, en in tegendeel, voor verteering op de wachten, aan de gewapende magt zo veel gegeven worden, als by het decreet van organifatie is bepaald, te weten: 14 ftuiv. voor eene wacht van 24 uren, cn 7 ftuiv. voor eene wacht van 12 uren. Ziet hier, burgers, leden van dea Raad! de fchik- kin-  £ 9* 3 kingen, welke wy, ter betere inrichting van de gewapende magt dezer ftad, aan ulieden hebben vermeend te moeten voorftellen. Misfchien zullen 'er onder dezelven zyn, tot welker daarftelling gylieden uzelven , zonder de tusfchenkomst van eene hoogere geconftituëerde magt, niet genoeg gequalificeerd zult oordeelen te zyn, doch, wy laten de geheele behandeling dezer zaak gerustelyk en met de meeste fiduce.aan uwlieder wysheid over, en vertrouwen teffens dat gylieden te mindere zwarigheden bydehóogere geconftituëerde magt zult aantreffen, naar mate de nuttigheid cn zelfs noodzakelykheid der door ons voorgeftelde maatregelen meer algemeen en voor alle lieden en plaatfen dringende is. Voor het overige behoeft het geen betoog, dat deze maatregelen van de deliberatiën dér Nationale Vergadering over de algemeene burgerwapening geheel en al afgefcheiden zyn, noch daarop eenige inbreuk maken kunnen: da Nationale Vergadering,; gelyk wy ops eerbiediglyk laten voorftaan, vestigt haar oog alleen op de wapening van requifitie, en alzo op het'geval dat 'er werkelyk eene requifitie gedecreteerd zal zyn. Wy fpreken Hechts van de wapening van police, voor dewelke zodanige plaatfelyke wetten en engere bepalingen kunnen en moeten vastgefteld worden, als tot de meeste verzekering van de plaatfejyke rust noodzakely'; zyn. Wy moeten hier noch by voegen , burgers, leden van den Raad! dat elk en een iegelyk, welke zich niet aan de hier voren gemelde fchikkingen, en bepaaldalyk aan de voorsz. ftrengere krygstucht, by tyde van onrust, met zyne naamsönderteekening zoude willen onderwerpen, naar ons Oordeel, gelicentiëerd zoude behooren te worden: en geven voorts noch aan ulieden in confideratie, om aan den Raad de faculteit te referveren, zowel om nadere en nöodige verbeteringen en ampliatiën omtrent de discipline te decreteren , en by publicatie bekend te maken, als om de brigades, bataillons of compagniën te verminderen, of anders te formeren, byaldien het minder getal gecontinueerde leden in de gewapende magt zulks mogte komen te verëisfchen. Ein-  C ^ ) Ëindelyk, burgers, leden van den R.aad! gy heb* «elve te wel tet onze grievende finarte de noodzakelyklieid van eene andere inrichting der gewapende burgermagt dezer ftad ondervonden, dan dat wy van nooden zouden hebben om by ulieden op de meestmogelyke befpoediging' uwer deliberatiën, over dit onderwerp, aan te dringen: gy zult zelve het aan ons toe* ftemmen moeten, dat wy en het zeer groot aantal braven , hetgeen 'er onder de gewapende magt is , by eene verwylde voortduring van den tegenwoordigert ft.iat van zaken, niet met eere zouden kunnen blyven dienen, en wy houden ons teffens verzekerd, dat de gemelde braven, zo min als wy zeiven,zwarigheid zullen maken, om zich aan al dat geen te onderwerpen, hetwelk de omftandigheden, ter beteugeling alleen van misleiding en mindere goede gezindheid, noodzakelyk hebben gemaakt. Ter ordonnantie van den commandant en verdere ftaf- officieren voornoemd: A. J. CUPERUS» Jccretaris, Amfterdam, den zo Juny, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid* 8X.  C 93 ) ÉXTRACT uit de notulen der commisfie t van het provinciaal beftuur. van Holland , te Amfterdam. Donderdag, defi 14 July, 1796. In deliberatie gelegd zynde, of deze commisfie, ter voldoening aan haren verderen last, om de rust en goede orde in deze ftad te herftelleri, en alles te doen, wat zy in gemoede zoude oordeelen en vinden te behooren, thans niet zoude kunnen overgaan tot het beramen van zodanige middelen, als daartoe verder zouden kunnen dienen, waartoe; onder anderen, en wel voornamentlyk, in confideratie fcheen te moeten komen eene reforme der gewapende burgermagt dezer ftad, als welke, volgens verfcheiden informatiën,mitsgaders uit het gebeurde by de alhier plaats gehad hebbende ongeregeldheden, gebleken was, zich in zodanigen ftaat te hebben bevonden, dat men alsnoch met reden twyfelen mogt, of van dezelve, by dergélyke onverhoopte gevallen, wel de noodigc adfiftentie en gehoorzaamheid te wachten was, en welker tegenwoordige geltelJheid en conftitutie derhalve eene reforme volftrekt noodzakelyk maakte. En wyders in aanmerking genomen zynde, dat de Raad der Gemeente dezer ftad, by derzelver misfive van den 31 Mei I, L, aan deze commisfie, in antwoord op derzelver aanfchryving van denzelfden datum, nopens de vraag: of de Raad kan verklaren en verzekeren de middelen in handen te hebben, om de wet te handhaven, enz.? onder anderen heeft'te kennen gegeven, dat de commandant haar had geïnformeerd, dat de ftaf zodanige maatregelen had beraamd, en reeds in werking bragt, waardoor hy binnen weinige dagen in ftaat gefield zoude zyn, om den Raad verzekering te kunnen geven, dat dezelve op een krachtdadig maintiën der burgery zal kunnen rekenen; alsmede, dat deze commisfie, zo door eenige Leden van den Raad zelve, den commandant Cruys, als III. deel» P an-  C 94 ) anderen, by diverfe gelegenheden geïnformeerd era aan haar verzekering gegeven is, dat men werkelyk bezig was aan een plan van reörganifatie der gewapende burgermagt, en dat men voornemens fch'een dat plan aan deze commisfie, ter bekoming van de noodige fanctie, aan te bieden; doch dat dit een en ander tot noch toe van geen verder gevolg is geweest; dan dat deze commisfie almede was geïnformeerd, dat het gemelde plan wel by den Raad is ingeleverd, doch aldaar alsnoch in deliberatie wierd gehouden; terwyl deze commisfie intusfchcn van oordeel is, dat het fpoedig by de hand nemen en het daarftellen van eene verbetering der gewapende burgermagt eene der voornaamfle middelen is, om dat gedeelte van haren last, namentlyk de herftelling der rust en goede orde binnen deze ftad, te volvoeren, en waartoe zy zich ook verbonden rekent, ai datgeen te doen, wat zy in gemoede noodig zal oordeelen: Is goedgevonden en verftaan, aan de Leden van den Raad, in het eerstvolgende gecombineerd befoignc, te kennen te geven, dat deze commisfie, de reforme der gewapende burgermagt dezer ftad befchouwende als het eenige middel om de rust en goede orde in deze gemeente te verzekeren, en als een waarborg, zo wel voor de veiligheid en zekerheid van den Raad zeiven , om hunne wettig genomen befluiten krachtdadig te kunnen maintineren, zonder zich in het vervolg in hare vrye deliberatiën belemmerd te zien, als tot krachtdadig maintiën der juftitie, alhier in naam van het Volk van Holland geadtniniftreerd wordende, en waaraan dienvolgende het provinciaal beftuur van Holland ten hoogfte gelegen ligt, vastelyk voorgenomen heeft, geen middelen onbeproefd te laten, waardoor dit heilzaam oogmerk zal kunnen worden bereikt, en zonder hetwelk daargefteld te zien zy geen einde van hare zending zal kunnen maken; — dat zy dienvolgende gemeend heeft gemelde leden te moeten verzoeken, om deze hare gevoelens ten fpoedigfte. in den Raad der Gemeente dezer ftad over te brengen, en van dezelve, namens deze commisfie, te requireren eene exacte opgave  C 95 > gave van zodanig plan van reörganifatie der gewapende burgermagt, als aan gemelden Raad zoude mogen ZVn p-eluppediteerd, mitsgaders van alle de deliberatiën,0 welke daarüver bv dezelve zyn gevallen, en wyders van al hetgeen daartoe eenige relatie heefteen aar deze commisfie tot eene complete informatie zoude kunnen ftrekken; en om al hetzelve onverwyld aan deze commisfie te doen. geworden, ten einde daarop zodanig te kunnen refolveren, Of daartoe medewerken, als zy ten meeste nutte van deze gemeente zal vermeenen te behooren. , En zal extraft dezes aan gemelde Leden van den Raad, tot het gecombineerd befoigne behoorende, gegeven worden, tot derzelver informatie en naricht. Accordeert met de voorsz. notulen. v. rietmulder., fecretaris. ■ Dit bovengaande extraft, ter Vergadering ingekomen zynde, is daarop, in de Vergadering van Woensdag den ao }uly 1796, gedelibereerd^en, teneinde de commisfie uit het provinciaal beftuur de zwarigheden onder het oog te brengen, welke zich, wegens het door de ftaf ingeleverd plan, opdoen, goedgevonden, aan gemelde commisfie, in antwoord op derzelver extraft, in handen te ftellen copie, zo wel van het hierboven gemelde ingeleverd plan van den ftaf omtrent de gewapende burgermagt dezer ftad, als van het hierna volgend rapport van de commisfie tot de zaken dezer ' ftads veiligheid; welk rapport van den volgenden inhoud is: P % VRX-  C 96 3 VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. . De commisfie tot de zaken van de ftads .veiligheid, aan den Raad der Gemeente van Amfterdam, medeburgers! ffPSr^-hehben ?et de meeste aandacht overwogen de §:«S Svi^f,^ d^er ftad, vf «ui j.x juny l. l, , aan ulieden ingeleverd - nip*- min va" t^'T^! «« Ww K «rag van vele leden dezer burgermagt, bv de iono-ftp dig LTïfVa,len ff^tenjffen, lemmenw^lÊ S&SS&fy ve een ftaat van Ja, zo waar het is dat de wezendlvke vryheid alleen I a^Kg van de0ndfrWerping ™ de *et' 2fS dfvS klaring yan den algemeenen wil, door het Volk zelve, of deszelfs wettig verkozen Vertegenwoordiger daar gefteld; zo zeker is het ook, dat elk individuèel £S ger aan het voorfchrift daarvan behoort te gehoorza men; en zo onbetwistbaar is het mede, dat het de Ve wapende burgermagt, welke niet andera dan een werking is, om de bevelen van het wettig geoSZSd moetS^an°nn ond^ ^ WW n ct vry Zli J T iS maatregeIe" van hetzelve te beöordee en, en dat diegeen, welke zich daartegen zoude II C" VerZe"enr' of ^chts gehoorzaamheid aa" de orders van zyne fupeneuren weigeren, in de daad de fippermagt des gantfchen Volks fchend, de maatfchan! pylyke orde verbreekt, en hoogstltrafwaaidig is.P Wy  ( 97 3 Wy. kunnen dus niet anders dan de poogingen van den commandant en verdere ftaf-officieren, om de tegenövergeftelde, zq gevarelyke , als misdadige, denkbeelden van velen onzer divalende medeburgers, met alle mogelyke energie, tegen te gaan, ten uiterfte pryzen; wy gevoelen mede de groote noodzakelykheid, om de gewapende burgermagt dezer ftad, omtrent hare wezendlyke betrekkingen en pligten, meer en meer te verlichten , en haar met die beginfelen gemeenzamer te maken, welke alleen het nut der burger-wapening künnen uitmaken; wy kunnen ons ook met verfcheiden voordellen, ten dien einde by hetzelve addres voorkomende, volkomen conformeren. Maar, medeburgers! wy kunnen teffens niet ontveinzen zeer vele zwarigheden te zien in do voarftellen, by het ede en eenige volgende pointen van hetzelve addres, aan ulieden voorgedragen, zo uit hoofde van de geasrtheid van het Volk van deze ftad zei? ve, ais der gevolgen, welke,dezelve zouden kunnen hebben. Het is ulieden bekend, dat de geproponeerde maat? regelen in fubftantie daartoe tenderen, als: . i. Om de gewapende magt dezer ftad, by tyde van onrust, te brengen onder zodanige ftrenge krygstucht, waardoor een iegelyk, tot dezelve behoorende, in cas yan onwilligheid of disöbedièntie, na een fitmtnier onderzoek van het committé van het juftitie, of ook wel by /landrecht, ten rigoureuste, ja zelfs met den kogel, zoude kunnen en moeten worden geftraft; — e. Qm het óogenblik, waarop de ftad zonde begrepen worden in onrust te zyn, en deze maatregelen zouden beginnen en weder ophouden te werken, te bepalen door een zigtbaar teeken, als, onder anderen, het uitfteken van zekere vlag van den toren van het Huis der Gemeente, vergezeld van het kleppen van zekere bepaalde klokken j terwyl, daar en tegen, het innemen van gemelde vlag en het fpelen van alle de klokken, ten blyke zoude' kunnen verftrekken dat het vorig decreet opgeheven en de ftad weder in ftaat van rutt was verklaard te zyn; — P 3 3- Dat,  C 93 > 3 Dat, gedurende dat de ftad in ftaat van onrust was verklaard, een ieder zoude worden verrrmand zich tot voorkoming van fchade, van de ftraat te houden' en het aan niemant geoorloofd zoude zyn om daarop, ftil te ftaan, immers niet met twee of drie perfonen te famei-uzich daar op te houden; alles met zodanige verdere bepalingen, als wyders daaromtrent, en tegen alle attroupementen, daarby breeder vermeld zyn. Zo wy het voor ons land geheel vreemde en buitengewone dezer maatregelen befchouwen, zo is het wel waar, dat in den thans heerfchenden geest tot navolging dezelve zouden kunnen geoordeeld worden zichzelven daardoor aan te pryzen; maar wanneer wy te gelyk bedaard overwegen, hoe veel nieuwe inrichtingen 'er dikwerf gemaakt worden, welke of nimmer of bezwarelyk in de praktyk worden gebragt, en waarvan eerst de zwarigheden recht gevoeld worden wanneer men begint dezelve in werking te brengen, wanneer men fpeciaal nagaat welke moeijelykheden het plan van organifatie van de gewapende burgermagt, en het mede daarop gevolgde plan van discipline, reeds werkelyk heeft ontmoet, en noch dagelyks blyft ontmoeten , wanneer men waarneemt hoe weinig de algemeene geest zich vooral met zodanige discipline noch weet te verëenigen, en welke verwarringen 'er dikwerf ontftaan wanneer men dezelve wil doen effect] forteren; met één woord, wanneer men den geringen graad van wezendlyke verlichting onder zeer vele onzer medeburgers gadeflaat, dan neme men ons ten goede, dat wy rondborstig, en tot ons leedwezen, moeten verklaren, geen de minste gunstige denkbeelden te hebben noch van het onthaal, hetwelk eene refolutie, conform aan dit voorftel, ontfangen zoude, noch althans van het fucces waarmede dezelve, by onverhoopte gelegenheden, zoude worden in werking gebragt;terwyl of zeer vele, immers zo lang de ware verlichting niet algemeener word, zouden weigeren zich aan zulke ftrenge wetten te fubmitteren, of,'in tyd van nood, weinige geneigdheid zouden worden bevonden om aan de executie derzelve de hand te leenen. De  C 99 ) De droevige gebeurdtenisfen, welke nu reeds meët dan eens binnen deze ftad hebben plaats gehad, toonerJ genoeg, welke verkeerde denkbeelden zich zeer velen van de vryheid maken, en het is naauwelyks te geloven, dat, als dezelve omftandigheden weder existeerden , welke by de jongfte bewegingen hebben plaats gehad, de bedreigde doodftraf op ongehoorzaamheid meerder invloed zoude hebben om de verbystering te keer te gaan , dan de tot nu reeds geftatuëerde ftraffen zulks hebben kunnen doen, terwyl 'er alsdan waarfchynelyk even weinigen moeds genoeg zouden hebben, om de wetten tegen hunne medeburgers, met welken zy veellicht in hetzelve denkbeeld ftaan,te handhaven, als'er velen zouden gevonden worden, die of hunne verpligting aan de wet zouden vergeten, of zich daarvan ontflagen rekenen. Maar, in de tweede plaats, al ftellen wy ons al de uitvoering als zeer mogelyk voor, dan is de vraag, of diergelyke militaire rechtsplegingen, het zy dan door het committé van juftitie, maar fleehts na een fummier onderzoek, het zy by /landrecht, te verrichten , niet al te gevarelyk zyn in een' burgerftaat, waarin het leven van een' ingezeten nimmer moet worden geëxponeerd aan een fummier, dat is zeer dikwyls lichtvaardig onderzoek, en vooral van minkundige lieden, zo als dikwerf plaats zoude hebben by zodanig ftanérecht^ daar het zich toch laat aanzien, dat het committé van juftitie bedanken zou, om zich met diergelyke buitengewone rechtsplegingen te bemoeijen, welke in de daad ook weinig met deszelfs inrichting zouden overéénkomen. Een fummier onderzoek in eene zaak, waarin het het leven van een mensch kan gelden, is altyd affchuwelyk in een' vryen burgerftaat; wy yzeri op het denkbeeld van die rechtbanken in Frankryk, welke in diervoegen recht deden; — laten wy alles verwyderen . w*at immer daartoe by ons aanlèiding zoude kunnen geven, en nimmer zelfs eenigen fchyn daarvan op onze'1 bodem dulden. Ook komt het ons v»or, dat in eene ftad van com- mec-  C loo ) mm* als de onze, diergelyke militaire rechtsplegingen eenen nBdeelingen invloed zouden kunnen heb ben zo wel op den alge meenen geest van de ingezetenen , als op onze betrekkingen naar buiten; £e'n' genoegzaam militairen ftand binnen deze ftad op te n afd;.S fcf feesten >tc v fvan den en ae dagelyklche beroepsbezigheden aftrekken De vorige inrichting van de fchuttery* hoe gebrekkig ook, was genoegzaam om de rust te bewaren Dit moet en dit kan in deze ftad ook genoegzaam alleen lange, dat dezelve, op gronden der gevestigde eonftitutie, tot verdediging des vaderlands zal kunnen worden gerequireerd. Maar, buiten en behalve dit alles, meenen wy met grond te kunnen twyffelen, of zodanige eene wet, gevoegd by de andere fchrikbarende maarregelen als het P egtig decreet, dat de ftad in ftaat van onrust verklaard word, het uitfteken van zekere vlag, van den ftadshuis toren, het kleppen van zekere bepaalde klokken &Cc, wel aan het heilzaam oogmerk van de voorftellers zouden kunnen voldoen, dan, of niet veeleer a die toeftel zoude kunnen ftrekken, om den fchrik en alarmes te vermeerderen, de verbystering grooter te maken, en daardoor zelfs de ftad noch meer in gevaar te brengen. fa Ook kan de bepaling van het precife tydftip, waarop alle d;e maatregelen zouden moeten beginnen of ophouden te werken, aan vele willekeurige fchikkingen onderhevig zyn , wanneer men in aanfchouw neemt, dat veeltyds m zodanige onrustige oogenblikken het wettig geconftituëerd gezag verhinderd word vryëlyk te kunnen delibereren, en die geenen welke daar op eenen ongepermiteerden invloed hebben weten te vcrkrygen, omtrent die bepalingen dikwerf zodanig zoudShte werk gaan, als zy, ter bereiking van hunne yerderfelyke oogmerken dienstig zouden oordeelendeze wet, mgefteld om de kwaadwilligen te beteugelen , zoude, m gevarelyke handen gevallen , kunnen uitloopen, om de beste burgers zelve op te offeren,  C ioi ) ren, en de flechte in hunne misdadige pogingen dienstbaar zyn. Wanneer men ten dien opzigte de jongde gefchiedenisfen van Frankryk raadpleegt, dan is het zeker dat de zogenaamde lol martiale, nagenoeg op hetzelve uitkomende als de hier voorgeftelde maatregelen, merkelyk gecontribueerd heeft, om den geest van terrorisme aldaar te verfpreiden, de wreedheden zelfs aan te fporen, den ftaat van revolutie gaande te houden, en buiten 'slands de nadeeligfte geruchten voor het crediet en den koophandel van dat land te doen geboren worden. Trouwens, wat moet men niet in afgelegen landen (waar toch alles altyd vergroot word) denken van eene plaats, alwaar dergélyke geheel buitengewone en geweldige maatregelen noodzakelyk worden geoordeeld? Welk vertrouwen zal men daar in de zekerheid van de goederen en bezittingen der ingezetenen ftellen, wanneer foortgelyke wetten den verregaanden graad van beroeringen moeten of kunnen doen veröndcrftellen? En dit, medeburgers! is dan ook de voornaamfte bedenking, welke ons, vooral met betrekking tot deze ftad, is voorgekomen aan ulieden te moeten voor oogen ftellen; fchoon zeker (wy bekennen het tot ons leedwezen) de wet meer dan ééns binnen deze muren is gefchonden, en het wettig gezag veracht geworden is, geloven wy dat alle ongewone en hevige maatregelen op het hart der burgery eenen ongunstigen en verkeerden invloed zouden hebben,1 en zeer gefchikt zyn om buiten 's lands nadeelige en zeer geè'xagereerde indrukfelen en denkbeelden over den ftaat van zaken binnen deze ftad te geven; en vooral dan, wanneer deze maatregelen alleen binnen dezelve genomen wierden, waarom wy dan noch altyd zouden oordeelen, dat, by zo verre dezelve al volftrekt onöntbeerelyk geworden waren , men zich behoorde te addresferen aan het provinciaal beftuur van Holland, om dezelve algemeen over de geheele provincie te maken, en alzo eene uitzondering voor te komen, welke in de daad lil. deel. Q odieus  £ 102 ) odieus en vernederend voor zeer vele, en zeker verre het grootfte getal, onzer goede ingezetenen worden zou. Dan, dit zelfs zoude toch ook noch altyd een ftap wezen, ar.n zeer vele bedenkelykheden onderhevig, en niet zeer aan deze ftedelyke regeering voegende, welke men in het vervolg zoude kunnen imputeren, de eérfte aanleiding te hebben gegeven tot het invoeren van eene wet, welke (indien men uit de Franfche Staatsö'mwending redeneren mag, waaraan het niet kwaad is zich menigwerf te fpiegelen) mogelyk eer gefchikt zoude zyn om een fyftema van terrorisme te introduceren, dan aan dit reeds zo gefolterd land die kalmte en rust te verzekeren, welke het zo zeer voor hare commerciële belangen en den uitgeputten ftaat harer finantiën noodig heeft. ' Dit zyn de voornaamfte bedenkingen en zwarigheden, medeburgers! welke wy ons verpligt hebben gerekend, omtrent de bewuste voorftellen van den commandant en verdere ftaf officieren, aan ulieden te moeten voordragen; overtuigd van hunnen welmeenenden yver en zuivere vaderlandsliefde , billyken wy ten iterkfte hunne oprechte verlangens om de rust binnen deze ftad te verzekeren, cn' de oorzaken, zo veel mogelyk, weg te nemen, welke aanleiding hebben gegeven tot het llecht gedrag, hetwelk vele leden van de gewapende burgermagt, gedurende de laatfte beroerten, gehouden hebben. Wy gevoelen ook, met hen, de noodzakelykheid van eene andere en betere inrichting van de voorsz, burgermagt; maar wy moeten in de middelen eenigermate van hen verfchillen. Wy mogen echter wel lyden,en verlangen zelfs, dat gylieden, alvorens eene refolutie omtrent dit gewigtigftuk te nemen, deze onze bedenkingen'aan den ftaf communiceert. Kunnen dezelve zo voldoende worden weggenomen, dat gylieden het raadzaam oordeelt, confonn de voorftellen van denzelven, te befluiten, het zal ons aangenaam zyn, indien wy te gelyk mede overtuigd mogen Worden daaromtrent gedwaald, en de zaken anders'ïn-  C *'ö3 )' gc?.\m te hebben, dan ze ingezien behoorden te wor- • ^haé en voor alsnoch zouden wy van oordeel zyn* dat het beter ware zich toe te leggen om onze medeburgers', vooral diegeenen, aan welken de wapenen worden toebetrouwd, omtrent hunne wezendlyke betrekkingen etrpligten, zo veel mogelyk is, voor te lichten Ten die Iveginfelen meer en meer in te boezemen en te develnpperen, welke reeds in het eerste hoofdHuk der nadere wetten cn reglementen VÖÖï de gewapende burgermagt zyn voorgefteld, \vz± oogwenk jfrootendeels zoude kunnen worden bevorderd door het doen afkondigen eener plcgtige proclamatie* tot dat einde ingericht, en waarby wyders, des noods, eenige nadere ftraffen zouden kunnen worden bepaald, telen die geen, welke dezelve mogten overtreden, en zich aan dadelyke desöbediëntie aan de orders hunner fuperieuren, vooral in tyden van onrust en bewegingen , fchuldig maken, gelyk, by voorbeeld, caslatie Set zware omtributiën, privatie van ftemrecht, mitsgaders van ftedelyke ampten en benefieten, en mhabie'-verklaring, om in het vervolg eenige te kunnen bekleeden, onverminderd de actie van den Procureur der Gemeente, indien daarby eenig commum dtlid inogt geperpetreerd zyn, welke ftraffen waarlchynlylc van meerder vermogen en invloed zullen zyn, dan de ftrafwaehten cn provoost, of huis-arresten, en daartegen aan zo veel bedenkelykheden niet onderhevig zyn als de militaire lyfffraffen, en verdere maatregelen, door den ftaf geproponeerd. _ Voor' het overige kunnen wy zeer wel mftemmen in de voordragt tot affchalïing van de betaling der wachten met ^ ftuivers, en hetgeen wyders daaromtrent by het addres is voorgefteld, terwyl ook te gelyk zodanige nadere pointen zouden kunnen worden vastgefteld, 'ais met communicatie, en na ingenomen advies van den ftaf,r«r hetere inrichting van Je gewapende burgermagt dezer ftad, zouden bevonden mogen worden noodig te zyn. . „ Tot dusverre, medeburgers! was uwe commisiie, Q a  C 104 ) na vcrfcheiden conferentiën, zo met den ftads advocaat Farjon gevorderd, en zy ftond gereed dit rapport" uwen Raad te brengen, doch van wegen den grooten afftand van denkbeelden tusfchen de voordrag" Sn den commandant en verdere ftaf-offieieren, vergeleken met ' hen voorgelezen rapport, refolveerde zy noch vooraf te beproeven, in hoe verre of deze verfchillende denkbeelden van uwe commisfie, en der ftaf-officie ren, met eikanderen mondeling behandeld, konden worden gemodificeerd. u Dan, deze en ook eene volgende comparitie hierover gehouden, is vruchteloos geweest; wel is waar, dat de commandant en verdere ftaf - officieren aan ons overlieten, een ander middel te bepalen, om tot fein te dienen, wanneer de martiale wet zoude beginnen en eindigen; dan, uwe commisfie begreep, dat het niet was het fein, of het teeken, maar wel de bepaling en ai kondiging der martiale wet zelve, welke in den weg ftond, terwyl de ftaf-officieren daar en boven ftellia blevea ftaan op den nieuwen eed en ftraffen, enz bv hunne voordragt voorgefchreven. ' ' Met leedwezen moet uwe commisfie zeggen, dat zy in voorfchreven conferentie heeft moeten hooren, dat de commandant, deze mefures als de eenigfte middelen tot discipline en volbrenging van pligt in de gewapende burgermagt befchouwende, verklaarde en daarop inriep de getuigenis van eenige zyner medecolondlen en lieutenant-colonellen, zo verre zy daar prefent waren, namentlyk, dat de Raad, niet befluitende, om deze voordragt, indien dezelve by hooger beftuur wierd voorgedragen, te appuyëren, zy liever hunne posten wilde quiteren, dan daarin continueren; en niet onduidelyk te kennen gaven, dat zy zulks in de daad zouden doen; waarop uwe commisfie niet kan nalaten te remarqueren, dat zulke gezegden, op eene min edelmoedige wyze uitgefproken, ingratieus voor alle reprefentative magten zyn,in ftaat om den onftandvastigen te doen wankelen, immers in zyne vrye en beste oogmerken te belemmeren. Dit een en ander nochtans heeft niet kunnen belet- tea  ( io5 ) ten dat uwe commisfie by bare principes gebleven is, In daar zv van twee kwaden een moest kiezen,te moeten bTyven by datgeen, hetwelk haar het billykfte en rechtmatigfte voorkwam, en het algemeen welzyri der burgery, naar haar inzien, het meest konbevor- deWv fubmitteren niet te min deze onze confideratiën aan uwlieder beter oordeel, en blyven, na toewenfching van heil, en aanbod van broederfchap, Uwe medeburgers: sontoi; M. KOOYj * j. C. C. den beer 3?oORTTJGAEïi» w. van barneveld; a, a. beerenbroek. Amfterdam, den sojuly, I796"Hst tweede jaar der Bataaffche vryheid. Q 9 aan  C totS ) aas mn raad mr gemeend van amsterdam. medeburgers! ten ovUfafvan t ^^vT h°"der«et5ekenden, ftuur. van het Provinciaal be- nièVdaï^aS^KS d" het dezen Raad de- CO Zit Dagblad,, Vde fluit, Madz. 53  ( io7 ) — dezen Raad en den ftaf der gewapende burgeryj, niet ffmoeVen verzuimen, vooral dan, wanneer zulks tot diair reïes indl inrichting der gewapende burgermagt Kr ftadaan ons voorgedragen, ons van dien aart zyn d Ji nmen dat zv eere wederkeerige verzekering Sfêeln; tn dSe ftad, tusfchen den Raad en de SS: *n als voorbereidfels vjn bet aanftaand in ^voeren decreet van organifctie der gewapende bureermagV voor de gebeele Bataaffche republiek zoude BM^'.!> vleijenwy ons, dat de Stkad zich met d -zei m zal willen yereemgeri. *V welke verwachting wy deze pointen hierby overleggen, en uwe wy.heid aanbevelen; terwyl wy net genoegen hebben te zyn, met Heil en broederfchap! Uwe medeburgersl J. BOOMHUYS; WILLEM VAN BARNEVELO»  C 108 ) POINTEN van onmiddelyk en interma dtajr redres in de inrichting d ?Z wapende burgermagt dezer Ld, door den commandant en Jiaf 'otierZ voorgeftcld *a» de coL!isfTZ he\ prov l heflmr ^ 'ffo™/« derhZC0mmfari5fen Van ^Kaad dLilT** dezer Pad-> om ter fp0e- t^gZgt!"denzdven lLd te ÏÏSteScÏÏ! S^l^6" ^ °pr°er• ™* dezer ftad « kunne ^bedi „éï W?,? 6 burge™agt wettig geconftituëerde maw tï. T aH? geva,le de zoude men, in conformfS! t\kunnen befchermen, decreet van de NatioS v ,h"geen deswegens >nh*reren, de „aUgentpïS: inV°erCn' °f ^ ™i£ t£«m^tia ftadniet a,,eenzalver" God verhoeden r1P /P gtaZy"3 om' bva'idien Cdat of ook deTouverneur^dTÏT^ de^r ftad, bezet ffehnnr£« der ftad' 20 zeer door geweld "ofi e'rev'^^Tdf^^r7 «aat ™ te roepen, engin gevalt medeburgers in ces tot de geconftftuèïÏS, Y cc'mmandant geen acverneur der ftad S °f zeIfs tot de" gou- arm, tot on^Xnt^e'ent'r V™*™*** • roer en, geweld, te gebm ï™- 2 °I de™ping van °P' val, hyfommand™& 'voor t\ ^ Z°danig ge" ren verantwoordelyk zal w^gefte S?^f ^ tt w« 3 *, "g^o'ge het bereids geftatuëerde hv .*» dat zy, wflke Vn lS? yne Io°PPIa"s te komen f cn dener\ UfhTj z,odanig geval, buiten wettige re °e"f; lafhartig achterblyven, gecasfeerd n dubbele contributie o-p^m gecasieerd, 0p drie uptrioutie gefield, en hunne namen op alle wach-  I C 109 ) wachten aangeplakt zullen worden; en dat daar én bcVen de Procureur der Gemeente, ingevolge den last van het provinciaal beftuur, thans ten dien einde aan hem te verkenen, verpligt zal zyn, om zodanig tegen de zulken, in name van het Volk van Holland, tot infamie of andere zwarere ftrafte te procederen, als in goede juftitie bevonden zal worden te behooren. 3. Dat alle de leden der gewapende burgermagt, dié zich, gedurende het oproer, ongehoorzaam zullen gedragen aan de bevelen hunner fuperieuren, en bepaaldelyk de zodanigen, welke de gegeven orders tot maintiën der wet en het wettig gezag zullen weigeren te obediëren, of die door daden, gebaarden, of woorden, de zaak der oproerigen zullen toonen toegedaan te zyn, of het oproer aan te moedigen, op flaanden voet in arrest genomen zullen worden, en, byaldien de zaak daartoe gedisponeerd ware, in hechtenis gebragt, en aan den gewonen rechter overgegeven zullen worden; en dat alzo de competente rechter tegen dezelven, naar bevind van zaken, als medepligtigen van het oproer, by een onvervvyld en onafgebroken onderzoek, het zy dan op genoegzame en het gemoed van den rechter voldoende convictie, of wel op confesfie, zal procederen, zonder dat het noodig zal zyn, daarin den gewonen vorm in train van procederen in acht te nemen, en zonder dat tegen de aldus gewezen vonnisfeo eenige appellatie, reformatie, of andere provocatie, zal toegelaten worden; en zulks alles ingevolge de authorifatie van het provinciaal beftuur, thans ten dien einde te verleenen. Ten tweede: Om 09 noodige klem te geven aan het geftatuëerde by art. 2.7. der algemeene wetten, betreffende de ftedelyke krygstucht, zoude thans nader, en voor zo veel des noods, de Procureur der Gemeente door het provinciaal beftuur, namens het Volk van Holland, worden geiiuthorifeerd en gelast, om tot infamie te procederen tegen de zodanïgen, die het arrest, waartoe zy verwezen zyn, mogten fchenden, of weigeren mogten zich aan de hen opgelegde ftraiTe, 111. deel. R door  X 1XO ) door de refpeftive krygsraden, te onderwerpen, met mhaffie voorts van de verdere ftraffen tegen de zodanlgen, by het voorz. art. 27, geftatuëerd. 75f« */vfc.- Om de zaak van de zodanigen, welke, ngevolge de publicatie van den Raad, van den o/Jd lilST gefusPe»deerd, by zo verre zulks noch niet gefchied mogt zyn, finalyk af te doen en te termineren, zoude, by decreet van den Raad, in te richten naar de teneur van voorsz. publicatie van 2* Mei, worden bepaald, dat ten fpoedigfte over alle dezelven de competente krygsraden zouden worden belegd, en dat daarin de autheurs en aanvoerers alleen der ge5 „mm 1°f"b.ör/°j!nalnt''e zouden gecasfeerd , en op dubbele of driedubbele contributie gefield, doch daar en tegen aan de minder fchuldigen derzelver fuspenfie tot genoegzame ftraffe toegerekend, en zy voorts weder toegelaten worden om hunnen dienst te hervatten. Ten vierde: Vermits de thans zo kort op handen zynde invoering van het decreet der Nationale Vergadering, omtrent de burgerwapening, zo zouden geen dimisiien aan officieren vóór dien tyd meer worden verleend, noch krygsraden deswegens gevraagd of gehouden mogen worden; des zouden alle officieren en onder-officieren door den Raad worden vermaand, en voor zo veel des noods, nader gelast, om tot dien tyd toe te blyven dienen, en hunnen dienst exacrelyk, en 20 als brave burgers betaamt waar te nemen. Ten vyfde: Om op eene volledige wyze te voldoen aan net bepaalde by de publicatie van 10 Mei, betreffende de reorganifatie der kanonniers, zoude de Raad, a mede by decreet en publicatie als voren, ftatuëren afs volgt: 1 J'J?*? het Pu'gtmatig gedrag van die geenen, welige, blykens de daarvan gehouden registers, ingevolge van de publicatie van 10 Mei, vóór zes uren des avonds, op de aangewezen plaatfen hunne geweeren en wapenen te rug gebragt hebben, alleszins, en op eene gepaste wyze, wierde gelaudeerd; — 2. Dat  < III ) 2. Dat de zodanigen alleen en exclufiye, mitsgaderi ook die geenen, welke, op dien dag uit de ftad geweest zynde, by hunne te rugkomst dadelyk aan de publicatie hebben voldaan; en laatftelyk de zodanigen, die, offchoon hunne geweeren niet te rug gebragt hebbende, enkel en alleen omdat die aan hen zelve in eigendom toebehoorden, echter door het niet dragen hunner montering, na des avonds ten zes uren, aan de publicatie hebben geöbediëerd, een iegelyk in hunne rangen en funetiè'n zullen worden herfteld, en alzo met de daad gereörganifeerd; zonder dat voor het overige eenige verdere completering van hunne compagniën of diviliën zal kunnen of vermogen te gefchieden vóór de invoering van het nationaal decreet omtrent de burgerwapening; en dat alzo langs dezen weg, voor het oog der gantfche gemeente dezer ftad, zal kunnen blyken, welke kanonniers, op den 10 Mei noch in dienst zynde, aan hunnen eed en pligt getrouw gebleven zyn, en zich by de gemeente dezer ftad wel verdiend hebben gemaakt; — 3. Dat dus de hiervoren gemelden alleen en extlufive de vryheid zullen hebben om tot de reörganifatie, uit kfachte van het nationaal decreet, de montering en wapenen van de kanonniers alhier te dragen; des dat zy, zulks verkiezende, zich ook reeds, by voorraad, zullen vermogen aan te fchaffen de montering, by het nationaal decreet, voor de burger - artilleristen bepaald; — * 4. Dat zylieden insgelyks, des verkiezende, weder, als voren, dadelyken dienst zullen kunnen doen; en, in gevalle zy hiertoe bereid mogten zyn, zich ten dien einde zullen kunnen addresferen aan den commandant der ftad; en dat wyders zy insgelyks worden geauthorifeerd om, met overleg van voorsz. commandant, omtrent de provifionele formatie uit hun midden van één of meer compagniën ofdivifiën, zodanige arrangementen te maken, als het voegzaamst, in conformiteit van het ftedelyk decreet van organifatie, en in aanmerking van hun getal, zal kunnen gefchieden; —• 5. Dat de te rug gave, aan henlieden, van de wape- R 2 nen v *  e na ) eeii opeulyk en op de plegtigfte wyze zal gefchieden, öp aanftaanden Zondag, die zyn zal den 25 September, en dat ten dien einde zy by publicatie uitgenoodigd zullen worden, om alsdan te verfchynen op den dam, op de parade, om aldaar, ten overftaan van één óf meer leden der commisfie van het provinciaal beftuur van Holland, uit handen van gecommitteerden van den Raad, voorsz. hunne wapenen te rug te ontfangen ; — 6. Dat, laatftelyk, van deze reörganifatie uitgefloten worden allen, welke in art. 1. en 2. niet uitdrukkelyk begrepen zyn; e* in het byzonder ook de zodanigen, die, hoezeer anders daarin kunnen fchynen be? grepen te zyn, echter alhier uitgezonderd moeten worden, ter zake dat federt tegen hen, door den Procureur der Gemeente, criminele procedures zyn geëmailleerd, en zy alsnoch fub reatu zyn. De afdoening van alle andere pointen, als niet van zodanige dringende prcsfance zynde, zoude tot de invoering van het nationaal decreet uitgefteld blyven. A&um, Amfterdam, den 16 September, 1796. ïn kennisfe van my: A. j. cuperus, fecretarts^ t VRY-  ( m ) VRYHEID, CELYKIIEID, BROEDERSCHAP. De commisfie van f.ads veiligheid, aan den Raad der Gemeente der ftad Amflerdam. medeburgers! De ondergeteekenden, geëxamineerd hebbende de voordellen van den commandant en ftaf - officieren, op den iq September, door uwe Vergadering iri onze handen gefteld, vermëencn daarop .te moeten remarqueren, dat, wat de vier eerste artikelen aanbelangt, ons tóefchynt dat dezelve heilzame uitwerkfelen zouden kunnen hebben, waarom wy den Raad adviferen, zich met dezelve te conformeren, cn dezelve te arresteren, en per misfive, het provinciaal beftuur aan te. fchryven en te verzoeken, dat zy aan den Procureur onzer Gemeente gelasten, om, zonder eenige conneventien, het by het decreet,der organifatie dezer ftad, ofby deze vier artikelen, bepaalde, voor zo veel hy, *. or, in hetzelve begrepen is, te maintineren. Wat art. 5., de zaak der kanonniers, aanbelangt, |s' uwe commisfie van gedachten, dat, daar de geheele Raad der Gemeente hieromtrent zo wel geïnformeerd is, het best zal zyn dat deze zaak in eene volle Versaderinsr behandeld word; vindende uwe commisfie de zaak te delicaat, cm de Vergadering met eenige pra> gdvifen voor,in te nemen. (*) ' Heil en broederfchap! a. a. beereneroek ; ij h. schimmelpenninck; 'j. c. c. oen beer poortugael; marten kooy; willem van barneveld. " (*) De refolutie van den Raad, op deze confukr-atièu en advies, is te vinden in het Dagblad, VI. fiuk,bladz., 106 • (trekkende dezelve om deze pointen tn advies te houden, tot het decreet der organifatie der gewapende burgermagt voor de geheele republiek in werking gebragt zal worden. R 3 V tLJ- "  C 114 ) VRYHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. De comhmfie van het provinciaal bejluur van Holland, te Amfterdam, aan den Raad der Gemeente derzelve ftad. medeburgers! Daar onze daden en handelhwn Aa » verband en onpnrtydig SS^^ rechtmatigen grond hebben opgeleverd t™ S ^ uwe, hetzy dan ware of voorgewende, verwacht^ verkiezen wy liever, die imprudente .iS&S ten voor rekening van die geenen, weiS on edelv ê SeKS£TOe?gheJd ^ S-aagd'ïeefrdenïe! neeien Raad aan een affront te exponeren; en gaan nu OVr ,\-°mVten aanzien va« ^t overige der voorsz refolutie, ulieden te refcriberen: * ? Dat wy, daarlatende de abfolute noodzakelvMi^M fST SÏS» alvorens dezelve te introduceren, ter fteHen w5teU"ng f? d£.?ewaP^de burgery voor te ftellen, welke wy althans uit uwe publicatie van den * Apr.l 1.1. niet hebben kunnen afleiden, nochtans ver «eenen dat het oogmerk van een dadelyk eTin'crml' duur redres, waarvan de introductie, naar onze ge" g^SrtXkt I tJgenw.oordiP ^tadgEaB geen uitftel kan lyden, door die mefure geheel zm.Hr> vervallen, vermits 'er naturelyk een geruim" tvd zaï moeten verloop», vóór dat de differente ophdën da£ vmtrent zullen zyn ingekomen en vereffend! en vóór dat  C "5 ) dat men dus het gewenscht effect, daarvan zal kunnen hebben; waarom wy dan ook, behalve dat wy den onzekeren uitflag van die deliberatiën alhier niet kunnen blyven afwachten, geineend hebben van deze ampliatie op het reglement te moeten afzien; en ons te borneren tot die middelen, welken ons, met vermyding van die formaliteit, uit krachte van de, door onze committenten aan ons verleende, authorifatie, zyn overgebleven. Ten welken einde wy ons dan hebben bepaald tot het fanftioneren van de 11de en ajfie artikelen van de algemeene wetten, betreffende de ftedelyke krygstucht of police der gewapende burgermagt dezer ftad, welke reeds by de gewapende burgery, en by uwlieder publicatie, in de maand April dezes jaars, zyn geapprobeerd en gearresteerd, en zonder welke fanctie dezelven zouden blyven ontberen die klem en kracht van wet, welke men notoir by het arresteren dier artikelen gewild heeft dat dezelve zouden hebben; en verder hebben geïnhtcreerd de publicatie van de provifionele Reprefentanten van het Volk van Holland, van den 19 November 1795, voor zo verre dezelve in cas fubjeét van eenige applicatie is. Terwyl wy, ten opzigte van het point, rakende de obediënte artilleristen, uit uwlieder voorsz. refolutie gezien hebbende uwe bereidwilligheid, om in deze aan onze intentie te voldoen, mits zy vooraf een blyk geven van hunne inclinatie, om op nieuw te worden geëngageerd, ons daarmede wel kunnen conformeren; en wy hebben derhalve aan die artilleristen,met betuiging van ons genoegen over hunlieder gehouden gedrag, zelve den weg wel willen aanwyzen, langs welken zy het effect van deze uwe gemanifesteerde bereidwilligheid zouden kunnen genieten, en de belooning hunner gehoorzaamheid aan de wet ontfangen ; zullende dit een en ander nader aan ulieden blyk en uit onze, op den 3 dezer, gearresteerde publicatie, waarvan wy ulieden by deze het noodige getal exemplaren toezenden, met last, om daarvan de behoorelyke publicatie en gewone affixie te laten gefchieden. En hiermede, medeburgers! houden wy onze werkzaamheden in deze ftad voor geëindigd, waarvan, alsme-  Éüede Van ons vertrek, wy niet hebben kurmeft afzytf* Ulieden, ter vermyding van het anderszins gebruikelyk ceremonieel, by deze gelegenheid kennis te geven 5 terwyl wy tevens de leden, by uwe refolutie van den 29 Mei h 1., op ons voorftel benoemd, ontllaan van de geheimhouding, waartoe dezelven zich in ons gecombineerd befoigne, op den 3often daaraanvolgende, hebben verbonden. Het frnart ons, te moeten betuigen, dat wy, in den loop dezer commislie, dien byftand en medewerking filet hebben ondervonden, waarop wy, by onze benoeming, en volgens uwlieder eigen verzekering, gemeend hadden veilig te mogen ftaat maken, en "waardoor wy voorzeker veel beter aan het oogmerk onzer zending, en het falutair doeleinde onzer committenten, zouden hebbcrt voldaan. Wy verkiezen niet, ter Vermyding van onaangename reflexiën, alle de entraves, ons zo dikwerf en in verfeheidcn opzigten gelegd, en detail by deze op te noemen; veel minder, in het breede op te halen de fchroomvaliige omzigtigheid, waarmede wy alles hebben behandeld, ten einde de digniteit van ulieden, als uitmakende de geconftituëerde magt dezer aanzienelyke gemeente, te conferveren; en vergenoegen ons alleenlyk, ulieden hartgrondig toe te wenfehen, dat nimmer de akelige tooncelen van den 10 Mei 1. 1. herboren worden! — dat uwe befluiten kenmerken dragen van wysheid, rechtvaardigheid, en voorzigtigheid, en fteeds mogen worden uitgevoerd met die fermiteit, welke altoos eene geconftituëerde magt behoort te caracteriferen! Terwyl wy, zo over de goede burgery dezer ftad-, in het gemeen, als over uwlieder beftuur en perfonen, in het byzonder, de beste keure van 's Hemels zegeningen afimekende, ons, na toewenfehing van heil en aanbieding van broederfchap, noemen Uwlieder medeburgers: De leden, uitmakende de voorsz. commisfie. Ter ordonnantie vnn dezelven; v. rietmulder, fecretaris. Amfterdam, den 5 Oclober, 1796. Het tweede jaar der Bataaffclrz vryheid, VRX-  C «17 l VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE. De Cdmmts'de van het provinciaal beftuur van Holland, te Amfterdam, allen den genen, die deze zullen zien of hooren lezen, heil cn hroederfchap! doet te weten: dat zy, by het onderzoek der gebeurdtemsfen, welke haar in deze ftad hebben geroepen, ook in het byzonder vermeend heeft, het oog te moeten vestigen op den ftaat der gewapende burgermagt alhier, ten einde alzo de waarfchynelyke oorzaken op te fpooren van den weinigen figeur en veêrkracht, die dezelve by de jongstgeleden wanorders, tot maintiën der wet, en het wettig geconftituëerd gezag dezer ftad, heelt gcdeployeerd en betoond. • r • ui Dat, by dit onderzoek, aan de commisfie is gebleken , dat, niettegenftaande de bereidvaardigheid van Verre het grootfte gedeelte der gewapende burgermagt, om pligtmatig te handelen, en, ter krachtdadige hanahaving van'de rusten goede orde, het eemg bolwerk der ware vryheid, mede te werken: echter eenige leden, tot dezelve behoorende, het oor ten dien tyda meerder hebben geleend aan den geest van verwarring en regeringloosheid, welke het oproer gewoon zyn te vergezellen, dan wel, dat zy zich zouden hebben herinnerd hunne dure en plechtig bezworen verpligting, om, zonder eenige de minste beöordeehng van de daden en befluiten der wettig geconftituëerde magt, onder de wapenen, flechts gehoorzaamheid te verkenen aan de ordfes, welke zy van dezelve geconftituëerde magt, of hunne fuperieuren refpective, mogten ontfangen, en dat de invloed en het voorbeeld van deze laatften, ten voorsz. tyde, vermogend genoeg is geweest, om de welwillendheid en braafheid van anderen zonder vrucht te doen zyn. Dat eene andere oorzaak, die de nadcelige uitwerk-* felen van dit kwaad vermeerderd heeft, aan de commisfie is toegefchenen hkrïn te beftaan: dat, zowel de inrichting en organifatie alhier ter ftede der gewapende burgermagt, noch niet tot die volkomenheid is III. deel. S ge- ..  gebragt, welke alleen in Maat is om de noodige discipline onder dezelve te bewaren, als ook dat de wet zelve, immers eenige artikelen van dien, tot hiertoe geen zodanige fanctie hebben gehad, als eeniglyl in ftaat was om den noodigen klem aan de uitvoering en flipte obfervantie van dezelve te geven ^u^Jmdelyk Cen gevo!S hierv™ is ^weest, dat !* £eren' va" a«erlei rang, en ook onderhorige manschappen, wanhopig, om in deze ftaat van zaKen, indien dezelve moest voortduren, nuttig te kunnen zyn, en met eere te kunnen blyven dienen, bvna moedeloos waren geworden, om, in hunne reipeftive betiekkmgen, langer te blyven fungeren, en dat hieruit eene verdere desürganifatie der gewapende bu ge magt van deze ftad, tot groot nadeel van dezelve, geboren zoude zyn geworden. ë Dat de commisfie,' uit dien hoofde, getracht heeft en ook gaarne gewenscht had, zodanige fchikkingen,' ter beteugeling en wegneming der oorzaken van hes aanwezig kwaad, daargefteld te zien, als in het generaal, ten gerneenen beste, zoude hebben kunnen dienen. -üan, dat aan de commisfie, in verfcheiden ten dien opzigte gehouden conferentiën, en in de behandeling van deze zo belangryke zaak, zwarigheden van verfchillenden aart bejegend zyn, waardoor zy eindelyk, om eenmaal een einde van zaken te maken/heeft moeten befluiten om, met terzyde ftelling van alles, hetgeen voor het moment of minder noodzakelyk was, of, om redenen, niet dadelyk konde werden geïntroduceert alleenlyk zich tot zodanige pointen te bepalen, welke een onverwyld en intermediair redres ver£1 ,ten\e° totJweIker daarftelling zy teffens notoirjyk was bevoegd en gequalificeerd, en dat de com- f^ La\eei^V0t dfZe wVze van doening van zaken befloten heeft,omdat de verderebillyke bezwaren, ,1 6Ü °,mtl'ent de tege™oordlge inrichting der geZ £t ?f™f dezer ftad' worde" geavanceerd, in der tyd door de invoering van het reeds gearresteerd decreet der Nationale Vergadering, omtrent de 2^tlefder a^meene burgerwapening, zullen komen te cesferen en vervallen. En,  C "9 ) En, ten einde intusfchen aan de hier voorgemelde oogmerken, zo verre doenlyk, zal kunnen worden voldaan. „ . , ZO IS HET, dat de commisfie, als daartoe expresfelvk geauthorifeerd, verklaard: Èerstelyk, te fanftioneren en te bevestigen het geftatuëerde by artikel n der algemeene wetten, betreffende de ftedelyke krygstucht, of police der gewapende burgermagt dezer ftad, voorkomende in de nadere watten en reglementen voor de voorsz. gewapende bur«ermapt, by publicatie van den Raad der Gemeente dezer ftad, van den «April dezes jaars 1796 gearresteerd, en dienvolgende nader, en, voor zo veel des ooods, te ftatuëren en te bepalen: „ dat, in gevalle „ van nood, of generaal alarm, een iegelyk verpligt "zal zyn, op de eerste aanzegging, oftrommelflag, l terftond op zyne loopplaats te komen j en dat zy, welke in zodanig geval, buiten wettige redenen, lar* hartig achter blyven, behalve de ftedelyke voorzie" nin^en, tegen dezelve by het voorsz. 11 artikel be„ paald, insgelyks als fchuldig aan eene commune mis„ daad, zullen worden befchouwd, en dienvolgende, „ tegen hen tot infamie of andere zwaarder ftrafte, zal „ worden geprocedeerd, zo als in goede juftitie bevon„ den zal worden te behooren. Ten tweede, en ten einde het ftedelyk decreet van organifatie, mitsgaders de voorsz. nadere wetten en reglementen voor de gewapende burgermagt dezer ftad, niet verder ftraffeloos, in vilipendie van het wettig geconftituëerd gezag dezer ftad, zouden kunnen _gefchonden worden, zo verklaart wyders de commishe almede wel uitdrukkelyk te fanctioneren en te bevestigen het bepaalde by artikel 0.7 der voorsz. algemeene wetten, betreffende de ftedelyke krygstucht _ of police der gewapende burgermagt dezer ftad, en dienvolgende insgelyks nader, en, voor zo veel des noods, te ftatuëren en te bepalen: „dat alle degenen, die het „ arrest, waartoe zy verwezen zyn, fchenden, of wei„ geren zich aan de hen opgelegde ftrafte te onderwerken, behalve de ftedelyke voorziening, tegen hen, „ by het voorsz. 27fte artikel vastgefteld, insgelyks Sa „ ge-  C' ï2o 3 £ geconfidereerd zullen worden, zich aan eene ftrafba, K commune misdaad te hebben fchuldig gemaakt, en «dat, dienvolgens, tegen dezelven, tot infamie Zaï „ kunnen worden geprocedeerd." ; nndmiL zal J£n dcrie: En tot meerder obfervantie van de reeds f ze we? ' WetVei?dc COmra^e «ede , by deze wel expresfelyk te inhtereren de publicatie vaö de provifionele Reprefentanten van het Volk van Hoï land van den I0 November des voorleden jaars ifgt, geiveum iS , het gedrag van de zodanige , welke „ mettegenflaande derzelver eed en plift nö'Svk B ™?ebTeUSt> 0m het Pub]iek gezag tePhfndhaven , en k! i voldoen, integendeel de obediëntie aau „ ae bevelen der mumcipaliteiten weigeren mogten , P en daardoor, als het ware, de oproermaker?in der' » zelv£:r vermetelen bedoelingen mogten ftyven en aanmoedigen, met verklaring alzo van voorn, provifmnele Reprefentanten , „ dat zy zodanig gedrag altvd " f^a* UUrrfte verontwaardiging zouden aanzien, 'en „ dat dienvolgende zy alle gewapende magten, en alle „ anderen, welke in eed eh dienst van eenige ftad of " a a Zy" * Wd exPresfelyk bevolen en gelasten oia f, 5? ,,rs der municipaliteit of plaatfelyke regeering, „ mptelyk te gehoorzamen en naar te komen, op poene „ van het contrarie doende, of by weigering, als meiri» eedlf en ^huldig aan openlyke rebellie , te zullen „ worden geftraft.'.' Verklarende voorts de commisfie, om voor het vervolg alle hoop van verfchooning en uitvlugten aan zodanige ontaarte burgers, by zo verre dezelve immer weder alhier ter ftede gevonden mogten worden te benemen, „ dat onder de, by de voorsz. publicatie be„ doelde perfonen, niet alleen geconfidereerd moeten - worden te behooren, alle de geehen die zich gedu„ rende het oproer ongehoorzaam zullen gedragen aan „ de bevelen hunner fuperiöuren , of bepaaldelyk de s", gegeven orders, tot maintiën der weten het wettig ■„ gezag, zuilen weigeren te obediëren; maar, ook de? zulken, die op eenigériei wyze de zaak der oproei i-  C Ï2Ï ) ' gen zullen toonen toegedaan te zyn, of het oproer " aan te moedigen; en, dat alzo tegen de zodanigen, "„ conform dezelve publicatie , ten rigoureusten zal worden geprocedeerd." Gelastende en bevelende voorts den Procureur der Gemeente, mitsgaders het committé van juftitie dezer ftad, op denzelfden voet en wyze als zulks by de hier voorgemelde publicatie van de provifionele Reprefentanten van het Volk van Holland, van den 19 November 1795, aan alle officieren en jufticieren is gedaan, om1 het by deze publicatie, zo by fanétie a's inhsefie, geftatuëerde, behoorelyk te executeren en te doen executeren en naarkomen, en tegen de geencn welken zich aan de overtreding daarvan zouden mogen fchuldig maken, zonder eenige oogluiking of verfchooning te procederen, zo als hier voren is bepaald. Laatstebyk en ten vierde: Aangezien het aan de commisfie is gebleken, dat een groot aantal leden der gewezen burgtr artillery binnen deze ftad, (welke by pur blicatie van den Raad der Gemeente, van den 10 Mai 1, 1., is gelicentiëerd, en vervolgens, vermits de opgekomen zwarigheden tegen de publicatie van denzelVen Raad, van den 26 Mai daaraanvolgende, by nadere publicatie van den 10 Juny 1. 1., op aandrang dezer commisfie zelve is verklaard , te zyn en blyven vernietigd in alle derzelver deelen en betrekkingen, zonder eenige referve hoegenaamd,) zich alzins pligtr matig heeft gedragen, en ook in het byzonder door de flipte obediëntie aan de publicatie van 10 Mai voorsz., een voorbeeld van goede order en onderwerping aan het wettig geconftituëerd gezag gegeven heeft; — en gelet dierhalve, dat het ten uiterfte onbillyk zoude zyn, om aan de zodanige braven, door deze commisfie, namens de hoogstgeconftituëerde magt dezer provincie, niet eene openlyke blyk van goedkeuring te geven; — mitsgaders geconfidereerd, dat het ten uiterfte nuttig en noodzakelyk is, dat alhier ter ftede de gewapende burger-artillery weder in werking worde gebragt en vervangen, zodanig, als zulks niet alleen by het generaal decreet van organifatie van de provifionele Reprefentanten van het Volk van Holland, S 3 * van  ( 122 ") van den 8 Febreary dezes jaars 179^, maar ook meer byzonder by het vroeger ftedelyk reglement, welke tot nochtoe alhier in werking gelaten is, is bepaald li> ! •» dat de commisfie, willende vermvden de zwarigheden, welke zich tegen het nemen van andere maatregelen hebben opgedaan, heeft goedgevonden en verftaan, te verklaren, gelyk zy verklaart by deze, het phgtmatig gedrag der hier voren gemelde obedieme burger-artilleristen, fpeciaal op den loden Mei 1.1. gehouden, ten vollen te approberen en lauderen: dezelven, voor zo veel des noods, volkomen en ongefchonden te rehabiliteren, en in hunne eer te heritellen, mitsgaders waardig en bevoegd te houden, om, provifioneel, en ter tyd en wyle toe, dat het nationaal decreet van burgerwapening zal ingevoerd worden , den dienst der artillery by de gewapende burgermagt dezer ftad te verrichten, en alzo verder van deze ftad en het lieve vaderland wel te verdienen, dezelve daartoe mitsdien uitnoodigende by deze. Exhorterende de commisfie wyders zo wel den Raad der Gemeente, als de voorsz. geöbediëerd hebbende artilleristen, om de difficulteiten, die het dadelyk hervatten van den dienst des laatstgemelden tot hiertoe mogten hebben verhinderd, op eene edelmoedige wyze, en ten nutte der gemeenezaak, ter zyde te ftellen, met ferieufen aandrang tevens, en inftantie by den tydelyken commandant der ftad, om naar den aart van zynen post, en, ingevolge zynen burgerpligt, yverig hiertoe mede te werken, en alzo te effeduè'ren, dat de leden der gewezen burger-artillery, welke, volgens de daarvan gehouden registers, ter voldoening aan de meergedachte publicatie van 10 Mei, vóór zes uren des avonds, op de aangewezen plaatfen, hunne geweeren en wapenen te rug gebragt hebben, zich op nieuws engageren, mitsgaders om van dit engagement aan den Raad der Gemeente kennis te geven,ten einde dezelven door gemelde Raad worden geauthorifeerd, om tot de invoering toe van het nationaal decreet omtrent de burgerwapening, in hunne vorige rangen en functiën, als artilleristen, alhier ter ftede te dienen, op zodanigen vo«t en wyze, als naar gelang der om' ftaa-  C 5 Itandigheden, op de voegzaamfte wyze, zal kunfteil gefchieden. Verklarende, voor zo veel des noods, de commisfie onder de obiënte artilleristen insgelyks te begrypen de zodanigen, welke, alhoewel door afwezigheid, ziekte of andere wettige redenen en bewezen omftandigheden, verhinderd zynde geworden, om aan den letter der publicatie van 10 Mei, te voldoen, echter met de daad zelve betoond hebben, zich naar den zin en meening daarvan te gedragen, en alzo, nl zes uren des avonds, met geen wapenen of monteering van de artillery, in het publiek hebben geparoïsfeerd; doch daar en tegen hiervan uit te zonderen die weinigen, tegen welke federt door den Procureur der Gemeente criminele procedures zyn geëntameerd, en welke alsnoch fub rcatu mogten zyn. Adhorterende eindelyk de commisfie den tydelyken commandant der ftad, om, nadat hy in voorsz. falutaire oogmerken zal zyn gedaagd, alsdan, met concurrentie, voor zo veel des verëischt van den Raad, de ïioodige maatregelen te bepalen, om, op eene plechtige wyze , de wapenen aan meergedachte obediënte artilleristen te rug te geven, en dezélve alzo met den gepasten luister in den dienst te herftellen; met overlating teffens aan hem tydelyken commandant, om, met concurrentie als voren, en tot onderling genoegen der obediënte artilleristen zelve, de montering der gewezen burger-artillery, provifioneel, zodanig te veranderen, als de delicatesfe en noodzakelyke vlekkeloosheid van den dienst mogt bevonden worden te vereifchen. Vertrouwende de commisfie, dat de voorsz. obediënte burger-artilleristen alsnu ook van hunne zyde zullen toonen, prys te ftellen op datgeen , hetwelk door haar in deze ten hunnen opzigte is gemanifesteerd en verricht; en dat zy, wanneer zyzelven het effect hiervan zullen genieten, niet zullen ophouden, bewyzen te geven, dat zy waardig zyn, de wapenen ter verdediging van ftad en vaderland te dragen. Vermanende de commisfie voorts alle ingezetenen van deze aanzienelyke ftad in het gemeen, en alle de le-  C *M- ) leden der gewapende burgermagt alhier, in het byzonÖer. met al dien ernst en nadruk, dien het gewigt der zaken vorderd, om de bevelen van de over hen gesettelde magten en fuperiëuren, ftiptelyk te gehoorzamen, en naar te komen, en zich, voortaan, zorgvuldig te wachten, tegen al datgeen, wat eenige aanleiding tot diergelyke akelige tooneelen, als die van de maand Mei H 1., zoude kunnen geven, welke niet anders kunnen worden befchouwd, dan als gevolgen eener onbetamelyke losbandigheid, en verbreking der banden van eene pligtmatige ondergefchiktheid, en welke eindelyk de ondergang der maatfchappy naar zich zouden ileeperi: maar om, integendeel, als ware beminnaars vah rust en goede orde, eeri ieder in zynen kring, alles aan te wenden, om dezelve te bewaren en te handhaven, en daardoor den bloei en welvaart van deze ftad, en van het gantfche vaderland, te bevorderen. En opdat niemant hiervan eenige ignorantie pretendere, zo begeeren Wy, dat deze zal worden gepubliceerd en geiimgeert, daar zulks alhier behoord, en te gefchieden gebruikelyk is. Gedaan binnen Amfterdam, den 3 Oétobèr, 1796, het tweede jaar der Bataaffche vryheid. R. VAN DEN BOSCH, Vt. Ter ordonnantie vam de voorn, commisfie: P. RÏETMUEDER, fecretaris. VRT'  C 1*5 ) VRYHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP* NOTIFICATIE. De Raad der Gemeente van Amfterdam, van de commisfie uit het provinciaal beftuur van H°"*id , ontfangen hebbende eene misfive van affeheid, .waarbv dezelve, een gedenkteeken willende nalaten van het ïfykbaar nut harer zending, «^vari har^werkzame zorg voor het geluk en de veiligheid van dezer ftads burgery, en tevens een bewys willende geven, dat rust en eensgezindheid, uit bate verncntingen en aanmaningen zyn voortgevloeid, heeft ingezonden eene publicatie, gearresteerd den 3den dezet: maand, f welke, op de gewone wyze, ter kennisfe van de burgery word gebragt;) zo heeft de Raad voornoemd, in fa^erkinggnemfnde, dat gemelde publicatiem ge* nen deele ftryd met de privilegiën, rechtenen prero gativen dezer ftad, in deszelfs huishoudelyk beftuur, en overwegende wyders, dat de daarby gegeven voorfchriften van orde, gehoorzaamheid, en ondergeichiktheid, (noodzakelyke pligten voor de gewapende burgermagt,) getrokken zyn , het zy uit de ftedelyke reglementen, het zy uit de publicatie van de provifionele Reprefentanten van het Volk van Holland, en dienvolgens door den Raad fteeds met alle mogelyke vigueur gehandhaafd, ook niet geaarfeld in te ftemmen in de drie artikelen, door de commisfie van het provinciaal beftuur, met al de kracht die van Jaar afhangt, ingeroepen, en welke, zonder dat, m het hart van ieder braaf burger zyn ingeprent; gelyk de Raad mede ten plechtigfte verklaard, dat, daar deszells oogmerk en verlangen blykbaar en beftendig zyn geweest voor het herftel der artilleristen, weke eerbied betoond hebben voor de wet, de Raad alleenlyk wacht op de gemanifesteerde begeerte der burgers artilleristen, om dezelve by de gewapende burgery m hunne funftiën te doen treden, met dien luister, welke overeenkomstig is met het uitnemend voorrecht van in den rang der verdedigers des vaderlands geplaatst te zyn. 'III. deel. T kn  C ï*6 ) En alzo medewerkende tot het oogmerk der gezegde publicatie, in alle hare deelen, vertrouwt de Raad voldaan te hebben, en aan de bedoeling der commisfie, en aan den wensch der burgery. Gearresteerd den 7den, en gepubliceerd den 8ften October 1796. Tweede jaar der Bataaffche vryheid. PANJÈL BLEECKER, Vt. Ter ordonnantie van voorn. Raadi F. J. PELLBXIER. B Y-  BYLAGE tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Woensdag, 5 O&ober, i796Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. het committé van algemeen weezyn, aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! 'Van alles, wat de pligt van het publiek beftuur in een land of ftad, onder deszelfs menigvuldige werkzaamheden, het meest vordert, is, dat hetzelve het oog vestige op den ftaat der gezondheid van de inwoneren. Het publiek beftuur is verpligt, alle oorzaken, die de burgers ongefteld kunnen maken, zo verre dit aan hetzelve mogelyk is, uit den weg te ruimen, en daar en tegen alle middelen, die de gezondheid kunnen bewaren en bevorderen, daar te ftellen. Niets is, federt eenige jaren, in vergelyking van hetgeen omtrent dit ftuk reeds in andere landen plaats heeft, in ons land meer verwaarloosd, dan gebruik te maken van die, elders voorgefchreven, en ook reeds III. deel. V Uit-  C 1^8 } uitgevoerde, middelen, waarvan velen, tot bevordering der gezondheid der burgeren, zouden aan te wenden zyn. Het is waar, Wy hebben een collegium mediium, hetwelk verphgt is te letten op het leveren van deugdzame medicyncn, — }e waken tegen marktfchreeuwers en omloopers, - te zorgen dat de keuren tegen het ,2]gerne?n vcrkoopen van geneesmiddelen worden SL mamtmeerd ; maar is dit voldoende ten aanzien Van hetgeen, tot bewaring der gezondheid van den burger m deze ftad, meer zoude kunnen gedaan worden'? ter', wyl het intusfchen van het collegium, mcdicum niet te Vergen is, en hetwelk, volgens deszelfs inftefïïhg en inrichting, o,ok geen den minsten last of verpligtin* heeft, en ook niet in de mogelykheid j's, om alles wat, na.as.de nieuwfte wetcnfchap, daartoe behoort' ^e kunnen eftecfueren. 5 En wanneer wy daar en tegen van het algemeene kwaad eens voor de vuist mogen fpreken ; wanneer wy, wei verre van zo vele mogelyke verbeteringen, in aanmerking nemen den bedorven ftaat van verfoeiden onzer apotheken; de bereiding yan ondeugdzame medicyuen, van anderen, waarvan zV; die, onder de dodtoren, cordaat genoeg zyri om de waarheid rondborstig te zeggen, kunnen getuigen, zal men bevinden hoe, m dit opzigt, het onfchuldig en onkundig algemeen elendig lyd; als men'nagaat hoe veie heimeiyke en openbare onbevoegde medicynverkoopers en lappers eiken dag in deze ftad rondzwerven, hunne middelen ongeftraft in de courant aankondigen en yerkoopenA zal elk zich moeten overtuigd houden dat dit ftuk gevarelyk is,en althans nimmer kan beantwoorden aan het groote oogmerk, hetwelk moet zyn eene volkomen gerustftellmg en veiligheid van den ftaat der gezondheid der in woneren, indien het mogelyk is, om dit oogmerk te hereiken. In Frankryk, Duitschland, Italiën, en Engeland, heeft me», 9P zeer vele plaatfen, reeds lang met zo veel voordeel eene geneeskundige ftaatsregeling ingeyoerd; en. hoe zeer ware het te wenfehen, dat ook in ^e |e^ublick, In onze ftad, die, door hare cournier, eiële  ( 4 Vctêlè belangen, zo vee! invloed heeft op dé geheëlé Waereld, reeds lang zulk eene heilzame inftellirig (zö önacrifz'aÉrj tot hiertoe v,.;aïimt) ware ingevoerd geweest! En toch waarom heeft dit verzuim plaats gehad ? heeft het ons ooit aan de Overtuiging van het ware nut ontbroken ? heeft het ons Ooit aan de middelen; om het iii het werk te ftellen, gemangeld? althans niet in onze ftad, hoe zeer dit gebrek ook in kleinere fteden van onze republiek plaats mogt hebben. Behalve de verëischte middelen, om zulk eene nuttige zaak té ondernemen, ontbreekt hét ons niét, öm het uit té voeren, aan geleerden van allerlei foort; wy hebbed 'natuurkundigen, ontleédkündigeh, kruidkundigen * medicyrtmeesters , feheikundigen , artlénybereiders ; vroedmeésters, en handartfen, waaronder verfclieideri mannen zyn, die uitmunten, en het zich tot eehe èerè rekenen, en tot een'pligt zoüdeh ftellen, om liet algemeen welzyn in dezen te bevorderen. Zouden wy dus, minder dan andere ftedén ëh landen, een gepast gebruik van de vorderingen der wetenfehappen maken, en flechts blyven hangen aan dé eénvouwdige kennis der zaak zelve, zonder die kennis ooit toé te pasfen? zullen dart voor altoos zo vele boekdeclen, opgevuld met de wozendlyklte voorfchriftéh en ontwerpen, door onze vaderlandfchc maatfehappyen gewrocht, onze bibliotheken, eri'' niet het vaderland, verfieren? en, daar inert elders van onzen arbeid een gepast gebruik wéét te maken. Zou dart dé burger en inwoner ook geen voordeel trékken van' den arbeid van anderen? Doctor Bikker hééft reeds by het provinciaal t>eftti ur, en doctor Heilbron by de Nationale Conventie, een voorftel tot het inrichten eener geneeskundige jlaatsregeling gedaan; dan Wellicht hebben de burgers Niehof en Pasteur, in het onderzoek van dit voorftel j door andere bezigheden verhinderd, noch geen verllag deswegens gedaan. Hoe het daarmede Ook gelegen zy, inimërs dit kari noch mag ons in deze ftad, waarin zulk een aanzienelyk getal inwoners is, én wiet welvaart onze zorgen  C 130 > zyn toevertrouwd, te rug houden handen aan het werfe te flaan. Wy dragen u dan voor, om, in navolging van andere groote fteden, in deze ftad op te richten een committé van gezondheid. Het is niet mogelyk dat het nut en de voordeden, die uit zulk een committé voor deze aanzienelyke en zeehandeldryvende ftad zullen voortvloeijen, uw,en vryè'n aandacht kunnen ontglippen? het was immers van alle tyden de vryheid, die de kunsten en weten('chappen deed bloeijen. — Wy beleven thans dié heugelyke dagen der vryheid ; zy is het^die ruim adem fchept, cn de geleerdheid'gul onthaalt i ^door de gelukkige omwenteling zyn wy van alle fhialïche onderwerping verlost; maar, zal de vryheid befténdig zyn, zullen wy , onder hare banieren gelukkig ICVcn, dan moet elk in zyne betrekking haftüén aan het werk liaan, om deze vryheid tot wezendiyk geluk te doen dienen. Het ft.'a-tsbeftuur moet geregeld en onze conftitutie gevestigd worden, om de vruchten van onze omwenteling te kunnen plukken; maar, terwyl zo vele bekwame mannen zich daarmede bezig houden, is het ook onze wezendlyke pligt, alle zorg aan te wenden, om den burger in.that te ftellen, alle deze voordeeien, gerust en vergenoegd, te kunnen genieten. Het is dus de pligt van de in beftuur gefielde burgers, en van ieder in het byzonder, alles aan te wenden, wat de gezondheid van het Volk kan bevorderen; de gezondheid immers is een zeer groote fchat en een uitmuntend geluk. Gezonde en fterke inwoneren maken den vonrnaamsten rykdom van den ftaat uit. Gezonde en fterke inwoneren brengen gezonde en fterke kinderen voort, en deze worden wederom ware en nuttige leden der maatfehappy. Gelyk dan alie kunsten en wetenfchappen gebloeid hebben in die landen, waar de vryh'Hd zegenpraalt; zo laten ook de eerste vruchten van Keestgevorderden in jaren, ons ter harte gaan, en laten wy, zo veel in ons is, alles uit den weg trachten te ruimen, wat aan de gezondheid in het algemeen hinderlyk wezen kan. Wie kent den voortreftelykcn fchat der gezondheid niet, die éénmaal het uur beleefd heeft, waarop hy denzelven moest derven! Een wélïngericht committé van gezondheid, zo als wy u voorgellagen hebben , zal ons Alle deze voordeelen aanbrengen: — zodanig een committé houd zich geftadig bezig met al wat de gezondheid in het algemeen bevorderen, en weert zo veel doenelyk af al wat aan dezelve nadeelig zyn kan. Een iegelyk zal de waarheid van dit gezegde overtuigend ontdekken, die zich verledigt om het voortreffelyk werk van Frank's geneeskundige Jlaatsregeling , door den geleerden Baake, in onze taal overgezet, te lezen, of, die aangehoord heeft de uitmuntende verhandeling van onzen medeburger doctor a Roy, in den afgeloopen winter, in het vaderlandsch genootfchap docirina £? amicitia, uitgefproken, waarin de voornaamfte werkzaamheden van eene geneeskundige ftaatsregeling duidelyk aangetoond zyn. Hoe vele voorbeelden zouden wy niet kunnen aanhalen, om het nut van eene zodanige inftelling fiechts ter loops aan uwe opmerking voor te dragen! behalve die zaken, waarvan wy reeds in het beloop van deze voordragt gefproken hebben , zyn 'er verfcheiden andere, als, by voorbeeld: de oplettendheid en zo.rg, welke verë'ischt word in het voorfchrift van fpyzen en dranken, zo in de byzondere huisgezinnen aki in de gods- en weeshuizen; — de fchadelykheid van vele woningen op zichzelven , zowel als van die, waarin demenfchen, in gangen en ftegen, opeen gepakt, en genoegzaam door gebrek vanyryë lucht, als in gevangenisfen wonen; — de ligchamelyke opvoeding der kinderen, hunne kleederdragt, in overeenkomst der luchtgefteldheid van ons vaderland, en de gelegenheid van deze ftad, zowel met opzigt tot de godshuizen , als tot den burgerftaat; — de juiste inrichting van een ftads apotheek en derzelver toevoorzigt; — de beveiliging van het leven der drenkelingen en der verftikV 3 ten,  C 132 ) • ïeU waarvan öns de harde winters, in en om de ftad» menigvuldige bewyzen opleveren, terwyl zulke voor! werpen veeltyds door gepaste middelen noch wel te behouden waren; terwyl het publiek noch een algemeen plan en regel ontbreekt, höe de Iaatften te hertellen zyn; zo wel als dat, hetwelk eene algemeene behandeling in den dollen hondsbeet zou dienen voor te Ichryven, tot genezing van den gebetenen; — de gepezing der ziekten van het vee, welke thans door geen anderen, in dit land, dan alleen door kwakzalvers, zonder de minste gronden, behandeld word; en dat eene zaak van tulk een gewigt en aangelegenheid is, terwyl dezelve in andere landen het hoofd opbeurt en haren ouden luister herneemt. — En zullen wy hier noch meer behoeven by te voegen van de verderffelyke kwakzalvery, zo vry rondloopende in ons land; ia die, ten fpyt van allen, die het menschdom liefhebben, binnen de muren van deze ftad, aan een vernielend zwaard gelyk is. Maar, burgers Raden! wy zoudeft uwe aandacht vervelen, zo wy ul. by dit onderwerp Janger deden ftib ftaan; en, zo gy zelve al het gewigt van zulk eene inftelhng gevoelt, maakt dan van onze voordragt een point uwer ernstige en rype deliberatiën, wanneer wy niet twyfelen of dezelve zal uwe goedkeuring wegdragen, en, zofpoedig mogelyk, inwerking worden gebragt. b Wy fubmitteren echter alles aan uwlieder goedvinden en nadere deliberatiën. Heil en broederfchap! Het committé van algeméén welzyn binnen deze ftad. Ter ordonnantie van hetzelve: \ A. de vries j fecretaris-, Amfterdam, den 20 September, 1796. H'ct tweede jaar der Bataaffche vryheid. Ë Y/-  B YLAGE TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Saturdag, 8 October, 1796. Het tweedejaar der Bataaffche yryhcidi VETHEID* GELYKHEID, BROEDERSCHAP. AAN DEN RAAD der gemeentê DEZER STADi medeburgers! \_J00i ulieden, ïn handen van de ondergeteekenden* ten fine van eonfideratiè'n en advies, gefteld zynde: i. Zekere voordragt, door eenige officieren en onderofficieren van de , eerste compagnie, in het eerste bataillon der vyfde halve brigade, in wyk ü> met eenige geannexeerde copie-extracten, van compagnies en bataillons krygsraden, ter uwer Vergadering ingeleverd ; tenderende een verzoek der vertooners,. om reden , in de voordragt breeder vermeld, dat de burgers Jacob Posteren Carel Faber, (welke, uit hoofde van pu^tverzuim, in fchutterlyke diensten, uit gemelde ; compagnie zyn gedemitteerd f) tot de beloften, waartoe zy als makelaars, ingevolge de publicatie van het provinciaal beftuur van Holland, moeten opgeroepen v/orden, niet worden toegelaten; En wyders, noch een aanhangfel, door 22 burgers geteekend, waarby zy verzoeken', dat 'een der £enoem- III. Düfil.» X ds  c 134 ) de burgers, zynde Carel Fabcr, welke door ulieden benoemd is in wyk 3 , tot de commisfie van onderZ0?£' J-n de. °Pbl'enging der geforceerde provinciale geldherhng, in dato 17 July x795, gearresteerd, van dezelve commisfie mag worden ontflagen; — a. Een request van gemelde burger Card Fabcr , dienende tot deductie van zyn gehouden gedra-, meï aanhaling der redenen, welke hem fomwylln buiten de mogëlykheid hebben gefteld, aan zyiien fchutterlyken phgt te kunnen voldoen, tevens aantoonende, dat hv echter, ingeyvalle het hem doenelyk was, meermalen daaraan heeft voldaan.. 3. Een declaratoir van den burger F. W. BuYemeyer, lergeant in meergemelde compagnie, ftrekkende ten bewyze, dat hy tegen de voordragt, hier boven aangehaald, fub ro. 1. protesteert op gronden, dat gemelde burgers de ftraf, door de krygsraden hen opgelegd reeds is toegevoegd, en het dus alleszins onbiflyk zoude zyn, dezelve burgers noch bovendien in Minne broodwinning te benadeelen, te meer, daar hy hen van der jeugd af aan, als fatfoenelyke en eerelyke lieden , en de tegenwoordige orde van zaken toegedaan , heeft gekend; — 6 ' 4. Een request van den burger Carel Faber, waarby dezelve verzoekt, op, door hem aangevoerde gronden, van de commisfie tot onderzoek in de geldheffing, te worden ontflagen; en dit request ter zyner decharge in het Dagblad uwer handelingen moge worden geplaatst ; — en dan noch ten 5. Eene voordragt, geteekend door 19 burgers, zich noemende alle wachtdoende burgers in gemelde compagnie, ftrekkende als antidotaal op het declaratoir, hierboven fub no. 3. vermeld. . A,lle welke «ukken door uwe commisfie met de vereischte nauwkeurigheid zyn ingezien en overwogen, en bréngen1611 °P V°lgende rapPort te mo"en uit' Dat het hen voorgekomen is, dat de delicten van gemelde burgers,/W en ^r,puré-mititair kunnen befchouwd worden, en zylieden daarvoor ook militairement geftrafr zyn. • " £o-:  ( *35 ) , Bovendien hlykt uit ingewonnen informatiè'n,' dat Üarel Faber meermalen ,,door wezendlyke inconveniën* ten, buiten de gelegenheid gefteld is zyne fchutterlyke diensten waar te nemen, en wel door ziekte of zwakke Ügchaamsgefteldheid, blykens declaratoir van den medicina; doctor, alsmede, door onvermydelyke waarneming zyner commerciële belangen, daarin is verhinderd geworden; en men dus deszelfs gedrag nietten eenemaal als onwillig kan befchouwen, maar als een ge-, volg, dat hy, door de volbrenging van den eenen pligt, de bevordering van zyn huisfelyk en-commerciëel belang, namentlyk, buiten de gelegenheid is gefteld geweest eenen anderen pligt,en wel dien der waarneming van fchutterlyke diensten, in alle deelen te kunne» volbrengen. Wat voorts het vyfde ftuk betreft, is uwe commisfie voorgekomen, dat hetzelve zichzelven wederfpreekt, dewyl het daarüit ten duidelykften confteert, dat de burger Burgmeyer, niettegenftaande hy anderszins de eet van Poster en Faber verdedigt, wel degelyk blyke geeft, het plan van discipline te eerbiedigen, dewyl hy zich anderszins niet zoude aangeboden-hebben het vonnis van de krygsraden te helpen executeren , en hem dus zeer ten onrechte de bewerking van disörde toegefchreven word. De ondergeteekenden zouden dus van advies zyn, dat het allerönbillykst zyn zoude, de burgers Poster en Faber voornoemd, boven en behalve de militaire ftraf hen opgelegd, en tegen hen reeds ten uitvoer gebragt, noch politiekement in de waarneming hunner commerciële betrekkingen (welke het beftaan voor hen en hunne huishouding moeten opleveren) hinderlyk te zyn, wanneer het den Raad niec gebleken is gemelde burgers, zich warelyk aan meineed, waarmede zy door de vertooners zo hatelyk befchuldigd worden, in het politieke hebben fchuldig gemaakt, en aan gemelde burgers dus de opkomst tot het afleggen der verklaring als amptenaren, niet kan geweigerd worden. Dat wyders aan het verzoek, van Carel Faber, fub no. 4. billyk kan worden voldaan, en hy van de, op hem gedecerneerde,' commisfie tot onderzoek in de X a geld-  C i3<5 ) geïdheffittg dadelyk worde ontflagen ; öril echter het request in zyn geheel in het Dagblad te plaatfen, Vind uwe commisfie overbodig, dewyl de zakelyke inhoud daarvan reeds in het Dagblad uwer Vergadering, van den 26 September 1,1., VI. ftuk, bladz. 124, aan de burgery is medegedeeld; wyders zoude de ondergeteekenden van oordeel zyn , dat, indien uwe Vergadering zich met dit rapport mogte conformeren, hetzelve alsdan in een extra Dagblad te plaatfen, en dat de vertooners der ingeleverde ftukken, daarheen , alsmede naar uwe refolutie, wierden gerenvoyeerd. Onderwerpende dit hun advies aan uwlieder meer verlicht oordeel, en zyn, onder toewenfching en aan* fcod van Heil en broederfchap! Uwe dienstvaardige medeleden: HARMANUS BOERRIGTER; jPIETER VAN DEN BROEKEJ H. DROST. Amfterdam, den 30 September, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid* B Y-  BYLAGE tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Saturdag, 8 October, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! Uwlieder commisfie van ftads veiligheid, met alle mooglyke attentie overwogen en geëxamineerd hebbende de voordragten van den burger Magalh, kapitein commandant, in zyn privé afzonderlyk, en van denzelven, nevens eenige andere officieren van het ade bataillon der ade halve brigade,alsmede eene memorie van eenige officieren en onder-officieren van het ade. bataillon der 4de halve brigade, door ulieden fuccesfivelvk in onze handen gefteld: Heeft by deze de eer, ulieden te rapporteren, daar de, door de Nationale Vergadering gedecreteerde ak^meene burgerwapening, voor de geheele Bataailclie republiek, 00 handen is, en misfehien de invoering naby is, dat\vy, met de vertooners, eenpang van oordeel zyn, dat onze ftedelyke organifatie, en de gearresteerde wetten van discipline, ftrikt moeten geobferveerd en gehandhaafd worden, tot tyd en wylehet III. DEEL. * nlSr"  C 138 ) hierboven gemelde decreet van de Nationale Vergadering in deze Had ingevoerd, en onze ftedelyke organifatie daardoor vervangen zal worden; en dat, dienvolgens, de Raad aan het verzoek van de vertooners, om van het befiuit van den 12. Aug. 1. 1. niet af te gaan, dient te voldoen. Immers, zonder te misdoen, kan noch mag geen mensch van dezelve, als zynde de gemanifesteerde wil (niet flechts van de reprefentative magt van Amftels burgery, maar van de gewapende burgery zelve) eênigszins afvyken, noch eenige inf'radii e aan dezelve toebrengen; om welke redenen uwe commisfie van veiligheid ulieden advifeert, om by uwe refolutie van 11 Aug. 1.1. te blyven perfifteren. Wy moeten hier te meer op aandringen, dewyl het niet meer dan billyk is, dat de rechtmatige wil en begeerte van het Volk, den eenigen wettigen fouverein , behoorelyk door 's Volks ftedelyke vertegenwoordigers gefunctioneerd, ongefchohden achtervolgd worde. Wy adviferen verder, om van de loffelyke poogingen van den kapitein-commandant Magalli, van de officieren en onder-officieren van het 2de bataillon der ade en 4de halve brigade, die, door hunne addresfen, getoond hebben de heilige bevelen van den Raad, en den gemanifesteerden wil der geheele gewapende magt te eerbiedigen, honorable mentie in uwlieder Dagblad te doen maken; waarmede wy, na toewenfching van heil en broederfchap, oordeelende aan uwe intentie, voldaan te hebben, ons noemen, Uwe medeburgers, de leden van de commisfie tot de zaken van ftads veiligheid. En in derzelver naam: J. C C. DEN BEER P00RTUGAEE. Amfterdam, den 4 October, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. B Y-  B YLAGE tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Saturdag, 8 October, if#). Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. e£ commissie van stads veiligheid * aan den raad der gemeentjs van amsterdam» medeburgers! Toen de Prefident uwer Vergadering, op de communicatie van den toenmaligen commandant Duirveld-, den ia Aug. 1.1. aan uwe Vergadering berichtte, dat een "root aantal officieren, by de gewapende burgermagt dezer ftad, fuccesüvelyk ontïlag van hunne posten verzocht en, uit naam van den commandant, voor hem eene qualificatie verzocht, om dit tegen te gaan, oordeelde uwe Vergadering, overeenkomstig het decreet 'van organifatie der gewapende fehuttery dezer ftad, dat het geenszins aan den commandant behoorde, om dcmlsfiënte verleenen, ofte weigeren, en befloot, onder anderen, blykens uwe notulen van bovengemelde rï Augustus, dat de commandant gelast zoude worden', om de hand te houden aan dat gemelde decree. ,  C Ho ) en hem, dienvolgens, geen qualificatie zoude worden gegeven; en, daar federt, en wel op den 12 Aug. 1. \.4 by uwe Vergadering is ingekomen eene memorie, door den commandant en ftaf-officieren van de gewapende burgermagt dezer ftad, ten einde dezen Raad te overreden van de noodzakelykheid en pligt, om deze refolutie in te trekken, is deze memorie gefteld in handen van uwe commisfie van ftads veiligheid, om uwe Vergadering te dienen van confidératiën en advies. Intusfchen, was dit ftuk voorafgegaan van twee addresfej van de commisfie van het provinciaal beftuur van Holland, in den doelen alhier hare zitting'houdende, waarvan Itet eerste in den Raad wierd ingeleverd den i7den,' en het andere den ioden Aug. 1. 1.,, tenderende ten zelfde einde, en welke.beiden in handen van uwe commisfie, om confideratiè'n en advies, gefteld waren; terwyl het laatfte addres noch afzonderlyk gefteld wierd in handen van eene perfonele commisfie, beftaande uit de burgers Boomhuys, Van Barneyeld en Drost, om over den inhoud met de leden van de commisfie van het provinciaal beftuur te confereren. Reeds lang zoude uwe commisfie zich verpligt gerekend hebben, om aan uwe Vergadering, op voornoemde memorie van den ftaf, en op de addresfen van de commisfie van het provinciaal beftuur,rapport te doen, waren zy niet verhinderd geworden door zekere onderhandfche negotiatiën, welke tusfchcn de voornoemde perfonele commisfie en den commandant en ftaf-officieren, ten overftaan van het provinciaal beftuur, dit onderwerp betreffende, plaatshadden, en welk eenën gunstigen uitflag fchenen te beloven, té meer, daar zich daartoe, tusfchentyds, eene gcfchikte gelegenheid aanbood, in het decreet van organifatie van de Nationale Vergadering, voor de geheele gewapende burgermagt der Bataaffche republiek, ën hetwelk, haar de geruchten, eerlang ftond ingevoerd te werdén. Dan, behalve dit gunstig voorüitzigt, zyn, hangende deze onderhandelingen, noch by uwe Vergadering ingekomen' drie addjrèsfen, welke almede in onze Jaanden, om confidératiën en advies, zyn gefteld, ea wal  wel refpectivelyk twee van dezelve den 23 Aug. 1. tt en het derde den iöden der gepasfeerde maand geteekend het eerste door den burger Magalli, als kapitein-commandant van het ade bataillon van de ade halve brigade; het tweede, van de officieren van het evengemelde bataillon; en het derde \ van de officieren en onder-officieren van het ade bataillon der 4de halve brigade, inhoudende, dankbetuigingen aan den Raad, wegens derzelver genomen refolutie van den 12 Augustus, hier boven gemeld, en welke laatfte ftukken, volkomen goedkeurende deze ftappen van den Raad, en daar en boven ten fterkfte verzoekende, dat de Raad toch by zyne refolutie perfifteren zoude ; van welke laatfte ftukken afzonderlyk rapport aan den Raad zal gedaan worden, en hier alleen aangehaald zyn, omdat ze niet minder aanleiding gegeven hebben om uwe commisfie huiverig te maken, tot het geven van rapport, vóórdat zy den uitflag der meergemelde onderhandelingen der perfonele commisfie wist, gemerkt de teekenaars van laatstgemelde drie addresfen, officieren zynde van twee geheele bataillons, geen de minste blyken gaven van ooit om eenige demisiie, by den ftaf, te hebben gevraagd, e.n den inhoud van voornoemde addresfen zo zeer en algemeen aundruisde tegen den inhoud van de addresfen van de commisfie van het provinciaal beftuur, en de memorie van den commandant; zodat uwe commisfie duister was, xvat zy te denken had over zulke tegenftrydige aanzoeken, en de Raad behoorelyk te adviferen. Om alle welke redenen uwe commisfie van oordeel geweest is, den uitfiag te moeten afwachten yan de onderhandelingen der perfonele commisfi-:. met den commandant, ten overftaan van het provinciaal beftuur, en zo lang te verbeiden, totdat 'er eenige fchikkingen zouden getermineerd zyn, die de zaken meer uiteen hadden gebragt; en welke, thans reeds aan uwe Vergadering bekend zynde te beftaan in vyf artikelen, den commandant en ftaf - officieren gaarne zagen ingevoerd in dezer ftads gewapende burgermagt, als intermediaire pointen, vóórdat noch "het gemelde decreet der Y 3 Na-  C 14a ) Nationale Vergadering dadelyk ingevoerd wierd, m op welke vier eerste artikelen uwe commisfie van ftads veiligheid een favorabel rapport heeft uitgebragt, doch welk rapport, nevens de artikelen zelve, door uwe Vergadering m advies gehouden zynde, andermaal in deliberatie zyn gebragt, wanneer uwe Vergadering onder zekere conditiën, zich tot de invoering bereid getoond heeft. 6 Het is dan nu eerst, medeburgers! dat wy jn ftaat zyn om alle de gemelde ftukken in. overweging te kunnen nemen; en het is by eene enkele lezing van de memorie van den commandant en ftaf-officieren, in dato sa Augustus 1. 1., blykbasr, dat het niet raadzaam zyn zoude, in de details van gemelde memorie te treden; liefst willen wy, met ppzct, daarvan zwvgen, om nieuwe onaangenaamheid; tot verftooring van eemgheid, te vermyden; dit dan pasferende, zullen wy, zonder in wederleggingen van den inhoud te treden , u kortelyk doen opmerken dat de denkbeelden , of men al of niet krygsraden, tot het verkenen van demisfien, aan,officieren, zal toelaten; — of men al of niet. de compagniën tot 87 man, zal completeren; — ©f by de organifatie al "of niet dadelyk gedecreteerd is, om een gedemitteerd officier J-iet geweer op fchouder te geven, het voorname verfchit uitmaken. By.de commandanten ftaf-officieren verkeert het ontkennend gevoelen, en de Raad oordeelt en beiluit tot het ftellige, uit hoofde van het decreet van organifatie, ten dezen refpecle, duidelyk is, terwyl zy daarin door fommigen harer medeburgers gefterkc word. En, daar het decreet van organifatie, by de Nationale Conventie reeds genomen, voorzeker ftaat ingevoerd te worden, en groote veranderingen zal te weeg brengen in onze gewapende burgermagt; — daar de manfchappen der compagniën , in het gemelde decreet, op 75 man zyn gefteld, zoude uwe commisfie van oordeel zyn, geen verdere completering in de compagniën toe te laten, dan van zodanige burgers, welke,zonder perfuafive middelen, genegen zyn de wapenen te dragen, doch,  C 143 ) doch, om gemelde reden, niet boven de fg rrWfl ; terwyl uwe commisfie alsnoch geen zwarigheid maakt, aan het oordeel van éen' krygsraad over te laten, welke officieren al of niet, naar billykheid of onbülykheid van het verzoek, dienden demislle verleend te worden, te meer, daar, volgens het gemélde decreet van organifatie van de Nationale Vergadering, voor elke compagnie de derde lieutenant is weggelaten, zodat voortaan iao officieren voor'dezer ftads fchuttery minder gevorderd worden. Voor het overige,medeburgers! draagt gy een overtuigend gevoel van de noodzakelykheid dat 'er eene wet is, en dat deze wet, al ware dezelve ook gebrekkig, zo lang dezelve niet is gealtereerd, moet veortduren te werken, en men daarvan niet kan afwyken, zonder zich los te maken van. alle wederzydfche verpligtende banden, hetwelk in elke maatfehappy hoogst 'gevarelyk is; waarom wy het naauwelyks'noodig achten, ©m u te adviferen, dat gy een iegelyk dient aan te manen, zich ftiptelyk naar het decreet van organifatie te gedragen, tot zo lang, dat de invoering van het decreet van organifatie van de geheele Bataaffche republiek daar is, en welke invoering gelyktydig vorderen zal verfcheiden veranderingen in de directie der gewapende burgermagt dezer ftad. En hiermede zoude uwe commisfie meenen, dat zy genoeg gezegd had van alle de ftukken, in hare handen gefteld, ware het niet, dat, in de memorie van den commandant, en ftaf-officieren, gevonden wierd eene herinnering aan deze Vergadering, om, ingevolge de publieatie ven den January, eene commisfie te benoemen, ten einde onwillige burgers, die, onder deze of gene voorwendfels, zich van den fchutterlyken dienst onttrokken hebben, daartoe te noodzaken, of zulken de dubbele of driedubbele contributie op te leggen. Eene zaak, van die noodzakelykheid en billykheid, dat meer dan één lid dezer Vergadering daarop verfcheidenmalen aangedrongen heeft; en alzo den commandant thans in ftaat fchynt gefteld te zyn, om sia# dezen Raad de complete lyst van alle de onwillige,  C 144 ) gen, die zich in elk bataillon bevinden, te fuppediteren; zoude uwe commisfie van oordeel zyn, dat, zo fpoedig mogelyk, met den commandant wierde geconfereerd , ten einde eene zodanige commisfie te benoemen , en deze zo noodige zaak ten einde te brengen. Waarmede uwe commisfie van ftads veiligheid het genoegen heeft te zyn Uwe medeburgers s De commisfie van ftads veiligheid. En uit derzelver naam; w. van barneveld; t. c. c. den beer poortugael j sontoi; 8 Y-  B Y L A G E tot het dagblad der ^VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMÉËNlTÈ van AMSTERDAM. Vrydag, ai Oftober, i796Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VETHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP, aan den raad der gemeentb dezer stad. medeburgers? rechtigcl burger dezer ftad, J'"' cimiedaarop zyne ftem declinatoir uitgebragt. _ ^ ZYEn dat, medeburgers met om J,^yP « Ve, indien eerst wettig bewezen was dat een, * « delibererende volksftem noodig 5 fzyn beren, als blyvende voor «^.f""^^^ yooritl eehecl, maar omdat, zyns oordeels, eerst en y gevoelens van eene povijioneie i^, , ÜL deel.  C M ) flngsfortn, welke ook by de aanjlaande con/litutie hoegst- waarfchynelyk zal worden ingevoerd? het komt den on. dergereekenden voor, dat deze vragen wel vooraf eene nauwkeurige overweging zouden hebben gemeriteerd ie zeer, medeburgers! is de ondergeteekende een Vrind van orde,, en yverige voorftandervande fouverei■Wtejt des geheelen volks, dat, by de benoeming eener Nattonafe Vergadering, eene reprefentative Kef regecrmg heeft bevestigd; te veel achting heeft hv voer «c* Vo;k v^Ho^nd. hc^elk zich by meerder^d-voOr^^ héex tge- u t dan dat hy door deze ftemming zoude willen vfr- Raad Z°r ' ^ Z>'n *et denkbeeld dat de K.ad dei Gemeente dezer Had de bevoegdheid zoude gehad hebben om dezen zo'veel beflisfenlen |ap voor te ftellen of te doen voord-ellen. p Neen burgers Raden! cordaatheid was altoos het kenmerk, zyner gevoelens, en dus moet hy, daar het hem verboden is eenige byvoeging by zyne ftemiiit brengrng ,„ het bijjet te plaatfen fnuzich Leren ot by de^eï: " Verklare«' ê^lyk hy doet Dat hy een voorftander geweest is van wvkvergadenngen, op eenen tyd, toen uit den aart der zS en onze revolutionaire pofitie, het beftuur des landen Van deze ftad in handen gefteld was van, Z door he£ °F "ene gere*elde ve*oren beftuur- deiSl toen waren wy m-die revolutionaire pofitie, dat jeder burger handen aan het werk moest flaan, en zich pin-den pas geplamen boom der vryheid fcharèn ^ Maar zo dra 'er een geregeld plan eener algemeene ïeprefentatie was daargefteld, hetwelk door ue algemeene ftemming des Bataaffchen volks, by het verkiezen van de Leden tot de Nationale Vergadering, zonder eenige oppofitie, is geamplecteerd |eworden; zo dra er op eene geregelde wyze, ja zelfs na dat het re° f ToTnn! S mTder,hdd was goedgekeurd, een door het Hollandsen volk verkoren provinciaal beftuur is daargefteld - toen was, en nu noch is, zyn idde, dat wvkIZg telTS' ***f**' e« clubfïn, nuttig kunnen van de rechten met alleen, maar ook wel uitdrukkelyk tot  ( H? 3 tot de vervulling van de pligten van den mensch in de maatfehappy, tot de aankweking van zuiver en allen eigenbelang fchuwend pamottismus, tot de bevordering van menfehenkennis en deugd, tot het beoefenen der billyke leer van gelykheid in rechten, en der gulle en ongeveinsde broederfchap; in het kort, tot de aankweking van alip die deugden , die den republikein uitmaken; — altoos befchpuwd als gezel fchappen vaii mannen, die, hunne ledige uren toeweidende aan het beredeneren der zaken van het algemeen, de daaruit geboren wordende voordellen individueel geteekend, .aan de geconftituëerde magten vermogten en behoorden te doen; en hetwelk hen ook, overeenkomstig zyper gevoelens, by het allerbillykst decreet der Nationale Vergadering, in het begin van haar aanwezen, als pen grondwet van Staat, die ik,eerbiedige, is toegekend. Maar, burgers Raden! niettegenftaande deze grondwet voor het geheele Bataaffche volk'er ligt, niettegenftaande dezelve Nationale Vergadering, by exhortatoire misfive, aan de hoogstgeconftituëerde magten aangefchreven heeft, om, tot dat de nu binnen korten -tyd verwacht wordende conftitutie zoude zyn ingevoerd, alles te laten in flatu quo; — heeft het echter 'ulieden behaagd om, op de zo dikmaals herhaalde aandrangen van fommige burgers, den form van het beftuur aan eene complete verandering bloot te ftellen, en-eene loutere democratie (want wat is eene herhaalde volksvergadering, die als hoogftemagt delibereerd over zaken, anders?) in te voeren, of de mogelykheid der invoering aan eene beflisfing, waarin zo vele duizende burgers geen deel zullen hebben genomen, te doen afhangen. En, medeburgers! hoe vele ftemgerechtigden (want alle burgers, die zich niet als zodanigen hebben aangegeven"^ zal de ondergeteekende niet aanvoeren) zyn ?er niet, die hunnen ftem op deze aanvraag niet hebben uitgebragt, en welke niet uitbrenging van hunnen ftem niet anders kan worden geconfilereerd, dan als geen deel te willen nemen in de deliberatiën over zodanige in te voerene delibererende volksftem. — Zy zullen veellicht h.t in zo verre met den ondergeteekenden 7. a eens  ( M ) eens zynda} deze aanvraag niet behoorende gefchied te zyn, zy, zonder op de questie zelve te anticiperen, zich in de ftemming niet behoorden in te laten. — Het is althans zeker, dat zy niet onder de voorftanders of goedkeurers van zodanige volksftem kunnen gerangschikt worden, en hoogstwaarfchynelyk dat zy, by de invoering, aan de deliberatiën zelve geen deel zullen nemen; — in welk geval, hetgeen mén voor het vervolg van tyd volksfiem zal gelieven te noemen, het befluit zal zyn eene kleine menigte, meesttyds zelfs noch Hechts de meerderheid daarvan, en welke befluiten veellicht, gelyk de ondervinding van alle tyden van volksvergaderingen geleerd heeft, alleen het uitvloeilel zyn zal van eenige Weinigen, die, ter bereiking van huhnë byZondere oogmerken, den minkundigen burgi|r, door fchoonfchynende redenen, door het opwekken van wraakzucht en 'verkeerd begrepen eigenbelang, zullen doen toeftemmen in zodanige eifchen en beiluiten, als waarvan zy vërvolgens, by nader inzien, zelve blozen moeten. — De Ondergeteekende beroept zich ook dienaangaande op de ondervinding. Ik breng dus deze tot een eenvouwdigpoint, en verklare ul., dat ik, als ftemgerechtigd burger dezer ftad, onverantwoofdelyk zyn wil voor de gevolgen eener aanvraag, door of van wegen deze uwe Vergadering gedaan, die Iynregt ftrydig is: i. Met de by het geheele volk geadopteerde gronden eener reprefentative regeering; — en a. Met de exhortatoire misfive der Nationale Vergadering, waarby aan alle de hoogstgëconftituè'erde magten vermaand word, om, tot de invoering der kort op handen zynde conftitutie, alles te laten rn fiatu quo. Verzoeke van deze infertie in uwe notulen en in de Dagbladen uwer Vergadering, referverende my, by onverhoopte weigering, het middel der drukpersfe, overeenkomstig de rechten van den mensen, zelve te gebruiken. Uw medeburger: W. J. DUYVENÉi Amitermuu, c October. I7a6. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid, B Y-  B Y L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Maandag, 7 November, 1796. Het tweedejaar der Bataaffche vryheid. VETHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. het committé van justitie der stad amsterdam, aan den raad der gemeente derzelve stad. medeburgers'. W y ontfingen zeker addres van direfteuren van de quotifatie-kas dezer ftad en jurisdictie, aan ulieden ingeleverd, en door u, by apoftille, in dato 1 September 1. 1., gefteld in onze handen en die van den advocaat Farjon, om op te geven de wyze van procederen, by parate executie, zo als dezelve door commisfarisfen der quotifatic-kas in acht genomen zoude moeten worden; gelyk ons ook vervolgens, den 17 Ocf.ober daaraanvolgende, is ter handen gefteld uwe exhortatoire refolutie van den- in daar bevorens, om binnen den tyd van agt dagen het verëischte bericht in te brengen. III. deel. Aa Wy  C 150 ) Wy hebben niet gemanqueerd, burgers Raden, om *a ras wy de gemelde voordragt hadden geëxamineerd, in conferentie te treden met den voorfchreven advocaat Far/on, en hem verzocht, ten einde in eene zaak van zo veel gewigt regelmatig te kunnen werken, een reglement te projecteren , waarnaar de manier van proggdcrcn in dit ge val zoude kunnen worden gereguleerd; en wy bidden-.het genoegen, eenige dagen daarna, dat gemelde advocaat ons ter examen aanbood het hiernevens gaande reglement (*), op de wyze van rechtspleging ter invordering van de quotifatie over hen, yan welke wachtdontributiën worden geheven. En wy zouden ons reeds' in ftaat hebben gefteld ora onze gedachten op dit project-reglement aan ulieden te fuppeditereh, ware het niet dat wy daarin verhinderd zyn gewaden door het, federt geëmaneerd, provinciaal reglement (f), hetgeen wy onlangs eerst vernomen hebben dat hier ter ftcde niet is gepubliceerd, en derhalve als geen wet voor deze ftad, immers voor alsnoch, kan worden geconfedereerd, terwyl wy beducht waren dat het generale reglement van de Nationale Conventie, wanneer het wierd gedecreteerd en in werking gebragt, ook in deze onze manier van rechtspleging verandering zoude te wege brengen. Dan, nu ziende, uit uwe exhortatoire misfive van den 12 dezer, dat gylieden evenwel gelieft gediend te zyn van ons bericht , begrypen wy dat dit reglement goude zyn alleenlyk provifoir en intermediair. En op dit fundament voortgaande, zyn wy, met opzigt tot art. 1, van oordeel, dat zy, die weigerig/yn of in gebreken blyven de verfchuldigde quotifatie te voldoen, zekerlyk behooren geconveniëerd te worden voor het committé van juftitie, als hunnen dagelykfchen en competenten rechter; doch, daar hetprojecT-reglement daartoe voorflaat de leden van het committé Van juftitie tot de kleine zaken, dunkt het ons voegza- (p Hier achter, onder letter B, te vinden. Ct) ~ " A, bjgevoegd^  C 151 ) meren eigénaartiger te zyn, dat zulks gefchiéde vööf de leden van het eommitté van juftitie tot de injuriën zaken, omdat daarvoor geciteerd worden alle de gee-r nen, die, uit krachte van keuren en ftedelyke orden* nantiën, worden géconveniëerd, onder welke de or> donnantie op de quotifatie kan en moet worden gere^ kend, ten welke einde dan ook voorfchréven Teder! van injuriën zaken, om de veertien dagen, des Maandags vóórmiddags, zullen vaceren, (behalve in de gewone vacantiën,) mits in tyds aan den prefident kennis gevende. — Wyders, artikel 1 approberende* vinden wy in art. 3 groote hardigheid, om zo feftl ftonds op de eerste non-comparitie van den gedaagden te verleenen verftek van antwoord, en voor het profyt van dien adjudicatie van den eisch met de kosten■-, al3 kunnende verfcheiden wettige redenen zyn, welke eenen gedaagden verhinderen om in rechten te compareren , als daar zyn, ziekten, verre uit de ftad zyn, ert dergelyken; zulks wy zouden oordeelen, dat, zo *ef al geen defaulteh verleend worden, (hetgeen echtef gebruikelykis,)'er op hetflot van dit artikel behoorde bygevoegd te worden, ten zy de rechter begreep dat'er redenen waren, Waarom de gedaagde niet kofidê compareren, in welk geval hem den tyd van veertien dagen peremptoir zal worden vergund. — Voorts, ö'p artikel 4 en '5 geen reflectie by ons vallende, remarqueren wy op art. 6, dat de daarby vermelde procufatiën alleen zouden moeten worden verleend en gegeven aan folliciteurs voor de kamers van kleine zakéiien injuriën postulerende. Dan, medeburgers ! in de drie Overige artikeleSl van het voorzeide project-reglement, te famen genomen, vinden wv zeer veel zwarigheden, die wy dS vryheid zullen hemen aan ulieden voor te dragen: nie£ alleen rouleren die zwarigheden met opzigte tot deii korten tyd van drie dagen, aan eenen ter eerster ififtantie gecondemneerden toegedaan, om zyn appél tö laten aanteekenen, en zich binnen denzelven tyd tei" profecutie van zyn appél te addresferen, by requeste^ aan het committé, het werk van voormalige 1'chepé' Aas figö  C »5* 3 nen verrichtende, en zulks noch niet anders dan na voorafgaande confignatie van de fomma, waarin hy gecondemneerd is, in handen van zyn party; maar inzonderheid op hetgeen daarby word gefteld — dat de zaak, dus by appél gedecideerd zynde, door het laatstgemelde committé aan een hooger beroep niet zal onderhevig zyn — dat vervolgens, zonder voorafgaande panding, het vonnis ter executie zal worden gelegd, en de gedaagde paratelyk geëxecuteerd. — En eindelyk, dat, wanneer een gecondemneerde vermeent redenen te hebben om in oppofitie van executie te komen, dit al mede buiten figuur van proces, by arrest, door het geheele collegie van commisfarisfen, na verhoor van partyen, zal worden afgedaan en getermineerd; want, behalve dat het te vermoeden is, burgers Raden! dat het Volk van Amfterdam, hetwelk gylieden reprefenteert, niet zeer te vreden zal zyn dat deszelfs Reprefentanten, onder den naam van procedures te verkorten, hen ontzetten van gemeene rechten, het Volk van Holland, en van byzondere voorrechten , aan poorters dezer ftad, competerende, zo zy het ons gepermitteerd hieromtrent te remarqueren,. dat wy niet geloven dat een ftedelyk beftuur het vermogen heeft om deszelfs ingezetenen en poorters te verfteken van alle zódanige rechten en voorrechten, als aan hen verleend en gegeven zyn door de geconftituëerde magten in der tyd, ten zy dezelve,daarover op nieuw geadiëerd zynde, daaromtrent zodanig disponeren, als zy, conform de gronden van billykheid en recht, zullen vermeenen te behooren. Immers is zulks hier ter ftede altoos zo begrepen, zo ras de regeering vermeende dat 'er van de gewone manier van procederen moest worden afgegaan, en eene andere modus procedendi in de plaats gefteld; by voorbeeld, in de materie van asfurantiën en van kleine zaken, wanneer daar eene andere manier van procederen moest worden ingevoerd, heeft dezelve regeering zich geaddresfeerd aan de Staten, om ©ctroi: zie de handvesten van Amfterdam , 2de deel, pag. 652. En op die zelve wyze is dit ook gefchied met opzigte tot de defolate boedels-  t *53 > «leiskamer, by derzelver oprichting en by derzelver verandering. Ja, gylieden zelf hebt dit onlangs zo» begrepen in een geval, byna analogue aan dit geval: wanneer gy wildet aanftellen eene nieuwe rechtbank voor de gewezen burger-officieren dezer ftad, en daarby had bepaald eene zékere of wel nieuwe manier van procederen, hebt gylieden dit niet gedaan en ingevoerd propria auctoriiate, uit krachte van de aan u opgedragen ftedelyke magt, maar ulieden deswegens geaddresfeerd aan het provinciaal beftuur van Holland, .om octroï, als alleen de daartoe bevoegde hoogstgeconftituëerde magt, en te recht, want, om Hechts van één point te fpreken, het recht om iemant paratelyk te executeren, competeert,naar rechten,niemant dan den fouverein, en die geenen, die daartoe door . den fouverein zyn geauthorifeerd, of dit recht verkregen hebben. Wel is waar, dat by de ordonnantie op de burgerwacht, van den jare 1681, art. 38, eene foort van parate executie door het gerecht, met advies van colonellen, in den krygsraad is geïntroduceerd, maar behalve dat uit de zo aanftonds gemaakte obfervatie blykt dat zulks wederrechtelyk is gefchied, zo had dat plaats alleenlyk omtrent de boetfchuldigen, en niet tegen die geenen die hunne contributiën weigerden te betalen, en in allen gevallen zyn,door het onlangs geëmaneerde reglement op de organifatie van onze tegenwoordige burgermagt, alle de vorige ordonnantiën, en dus ook die van 1681, vernietigd en buiten effect, gefteld, zulks uit dat/z« antiquum et obfoletum geen argument tot het verleenen van para-* te executie voor den Raad der Gemeente te halen is 5om nu niet te zeggen, dat, hetgeen in die tyden is gefchied, geen richtfnoer moet zyn voor ons, die betere tyden beleven, waarin het falus populi triomfeert boven het belang van particulieren en van corporatiën; tijden, waarin de rechten der burgeren worden geapprecieerd , en in derzelver ongefchonden waarde moeten worden bewaard. En het is op deze en andere gronden, medeburgers? dat wy u zouden adviferen, dat, byaldien hier eene Aa 3 nieu-  C 154 ) nieuwe manier van procederen moet plaats hebben, Mjb der> beneficie echter van het hiervoren gereflecteerde gy ledenubehoordette addresferen aan den reprefentï öven fouverein dezer provincie, om daarop te hebben o&roi m communiferma, hetgeen in cas fubject des te meer noodzakelyk is, omdat wy, recht doende in naam van het Volk van Holland, na bekomen oftroi d ™ feerd " virtuali"r ^uden worden geauthoriHeil en broederfchap ( Het committé van juftitie der ftad Amfterdam. Ter ordonnantie van hetzelve: h. helder , fecretaris. 1 Amfterdam, den 15 Oétober, 1796. Het tweedejaar der Bataaffche vryheid. Letter A.  ( *55 ) Letter A. REGLEMENT op de wyze van rechtspleging , ter invordering van de quotifatie over hen, van welken wachtcontributiën worden geheven, Articul ï. De directeuren van de quotifatie-kas zullen diegeen, die in gebreken [mogten blyven, binnen den daartoe gefteldentyd, de door hen verfchuldigde quotifatie te voldoen, doen dagvaarden voor de leden van het committé van juftitie, tot de kleine zaken, welke daartoe, om de veertien dagen, des Maandags, vóór den mid- ■ dag, vaceren zullen. Art. 2. De citatie zal uiterlyk agt dagen vóór den rechtdag, door een' gerechtsbode, aan den gedaagden moeten worden geëxploiteerd. Art. 3, De gedaagde niet comparerende, zal 'er annftonds verleend worden abfolut verftek van antwoord, en voor het profyt van dien adjudicatie van den eisch, met de kosten. Art. 4. De eifchers of aanleggers zelve niet comparerende, zal 'er gaan comparuit, en, voor het profyt van dien, abfolutie van de inftantie, met de kosten. Art. 5. De gedaagde, comparerende, zal verpligt zyn terftond te antwoorden, en zyne gronden van defenfie aan commisfarisfen voor te dragen, welke, na verhoor van partyen, alsdan dadelyk, of, zo fpoedig mogelyk we. zen zal, de za.ik zullen decideren, zo als zy, naar recht eq biUykheid, zullen vermeenen te behooren; des"""*  C i5« 5 des echter, dat, wanneer door den gedaagden verzocht mogt worden om de zaak tot den volgenden rechtdag te ftateren, ten einde deze of gene ftukken, tot zyne defenfie betrekking hebbende, te kunnen produceren, en merkelyke redenen van billykheid daarvoor mogten zyn, commisfarisfen hst vermogen zullen hebben, zodanig uitftel te verkenen, terwyl het dan ook, in dat geval, aan de eifchers vry zal ftaan, om, na Het dienen daarvan, aan de zyde van den gedaagden, des goedvindende, een uitftel van veertien dagen te vergunnen, om daartegen te produceren hetgeen zy, tot aditruftie hunner fustenuën, en tot wederlegging van de ftukken van party, noodig oordeelen, — waarna partyen, alsnoch mondeling gehoord zynde, de zaak door commisfarisfen zal worden afgedaan, in diervoe» gen als even gemeld is. Art. 6. De partyen zullen of zelve in perfoon compareren, of aan een' ander, daartoe behoorelyke notariale procuratie moeten verkenen, welke aan commisfarisfen zal moeten worden geè'xhibeerd, alvorens zodanig iemant tot het doen van defenfie zal worden geadmitteerd, zo nochtans, dat de vonnisfen altyd tegen den principaal, zullen worden geflagen,en tegen denzelven ter executie gelegd. Art. 7. Wanneer een der partyen zich met zodanig vonnis bezwaard mogt vinden, zal dezelve het vermogen hebben, om, binnen drie dagen, nadat hetzelve alzo gegaan zal zyn, daarvan appél te laten aanteekenen aan het committé van juftitie, het werk der voormalige fchepenen verrichtende, en zich mede, binnen denzelven tyd, aan dit committé, by requeste, moeten addresferen, inhoudende een kort verflag der bezwaren, welke hy tegen hetzelve vonnis mogt oordeelen te kunnen inbrengen, waarna partyen zullen worden geordonneerd, tegen zekeren bepaalden tyd,voor hetzelve committé te compareren, hetwelk alsdan dezel.'e ra-. der  ( 15? ) der zal hooren, en op de ftukken, ter eerfter inftantie gebruikt, de plano recht doen, zonder dat deze uit» fpraak aan eenig hooger beroep zal onderhevig zyn, des echter, dat de gecondeinneerde, tot het aanteekenéri van appél, niet zal worden geadmitteerd,- dan onder provifionele confignatie van de fomma, waarin hy rrecondemneerd is, waarvan aan het committé van juftitie zal moeten blyken, alvorens eenige dispoiitie op het request zal worden verleend. Art. 3. Wanneer binnen de voorsz. drie dagen geen behoorelyke aanteekening van appél heeft plaats gehad, of ook, wanneer het vonnis, ter eerster inftantie gewezen, nader in appél mogt zyn geconfirmeerd, zal hetzelve vonnis dadelyk, ook zonder eenige voorafgaande pandingen, ter executie worden gelegd op dezelfde wyze, als omtrent andere vonnisfen, recht van parate executie hebbende, binnen deze ftad plaats heeft. Art. 9. Indien echter iemant over de ongeordende wyze der executie, of eenig vergryp of exces in de directie van dezelve, vermeende bezwaard te zyn, en zulks dadelyk konde aantoonen, zal hy zich by den voorzitter van commisfarisfen moeten vervoegen, die, wanneer daarvan fummierlyk mogt confteren, de executie provifioneel zal doen furcheren, en partyen, tegen den eerstvolgenden rechtdag, ontbieden voor het geheel collegie van commisfarisfen, welke alsdan, na verhoor van dezelve, buiten figuur van proces, en by arrest, zodanige uitfpraak zullen doen, als zy naar recht en billykheid zullen vermeenen te behooren. III. DEEL. Bb Letter S,  C 158 ) Letter B. REGLEMENT op de wyze van recht» pleging, ter invordering van de quotifatie over hen, van welken wachtcontribmien geheven worden. Artikel 1. De directeuren van de quotifatie-kas zullen diegeen t^lJn ^n^^' binnen Se' ftvltne J \ de ^°°r hen verrch«ldigde quotifatie te voldoen, doen dagvaarden voor de leden van het SïïSe omV*ÏÏ2 t0^e ***** welk" Veer"en daêen> des Maandags, vóór den middag, vaceren zullen. Art. 3. De citatie zal uiterlyk agt dagen vóór den rechtdag door een' gerechtsbode, aan den gedaagden moetfn worden geëxploiteerd. ö woeien Art. 3. De gedaagde niet comparerende, zal 'er verleend worden default, met eene tweede peremptoire ciSe op poene van abfolut verftek, welke citatie wederom wteriyk agt dagen vóór den volgenden rechTdag zï moeten worden geëxploiteerd; - de gedaagde alsdan wederom nlct coöpterende, zal 'er gin abfolut veï dicatie van den eisch, met de kosten. Art. 4. zal^er^n6? °l aan,e^ers zelve "iet comparerende, zal ei gaan comparmt, en voor het profyt van dien aMolutie van de inftantie, met de kosten. Art. 5. ft™? tfd3agde' 5omParerende, zal verpligt zyn te* ^co^S0f^den, Cn Zy?e gro«de« van dYefe fte aan commisfarisfen, voor te dragen, welken, na verhoor  C 159 ) hoor van partyen, alsdan dadelyk, of, zo fpoedig mogelyk wezen zal, de zaak zullen decideren, zo als zy naar recht en billykheid zullen vermeenen te behooren, des echter, dat, wanneer door den gedaagden verzocht mogt worden, om de zaak tot den volgenden rechtdag te ftateren, ten einde deze of gene ftukken, tot zyne defenfie betrekking hebbende, te kunnen produceren, en merkelyke redenen van billykheid daarvoor mogten zyn, commisfarisfen het vermogen zullen hebben, zodanig uitftel te verkenen, terwyl het dan ook, in dat geval, aan de eifchers vry zal ftaan, om, ni het dienen daarvan aan de zyde van den gedaagden, des goedvindende, een uitftel van veertien dagen te verzoeken, om daartegen te produceren, hetgeen zy, tot adftructie hunner fustenuën, en tot wederlegging van de ftukken van party, noodig oordeelen; waarna partyen, als noch mondeling gehoord zynde, de zaak door commisfarisfen zal worden afgedaan, in diervoegen, als even gemeld is. Art. 6. De partyen zullen of zelve in perfoon compareren, of aan êen' der folliciteurs, voor de kamers van kleine zaken en injuriën postulèrende, daartoe behoorelyke notariale procuratie moeten verleenen, welke aan commisfarisfen zal moeten worden geëxhibeerd, alvorens zodanig iemant tot het doen van defenfie zal worden geadmitteerd, zo nochtans, dat de vonnisfen altyd tegen den principaal zullen worden gellagen, en tegen denzelven ter executie gelegd. Art. 7. Wanneer een der partyen zich met zodanig vonnis bezwaard mogte vinden, zal dezelve het vermogen hebben, om, binnen drie dagen nadat hetzelve alzo gegaan zal zyn, daarvan appél te laten aanteekenen aan het committé van juftitie, het werk der voormalige fchepenen verrichtende, en zich mede, binnen denzelven tyd, aan dit committé, by requeste, moeten addresferen, inhoudende een kort verllag der bezwaren, Bb a wel-  ( I6b ) welken hy tegen hetzelve vonnis mogt oordeelen te kunnen inbrengen, waarna partyen zullen worden geordonneerd, tegen zekeren bepaalden tyd,voor hetzelve committé te compareren, hetwelk alsdan dezelven nader zal hooren, en op de (tukken, ter eerster inftantie gebruikt, de plano recht doen, zonder det deze Uitfpraak aan eenig hooger beroep zal onderhevig zyn, ten zy dezelve de fomma van honderd guldens te boven ging, in welk geval echter het vonnis zal wezen executabel, onder cautie; — en zal, in alle gevallen de gecondemneerde ter eerster inftantie tot het aanteekenen van appél niet worden geadmitteerd , dan onder provifionele qopfignatie, in handen van commisfanslen tot de injuriën zaken voormeld, van de fomma, waarin hy gecondernneerd is, waarvan aan het comrmtté van juftitie zal moeten blyken, alvorens eenige dispofitie op het request zal worden verleend. Art. 8. Wanneer binnen de voorsz. drie dagen geen behoorelyke aanteekening van appél heeft plaats gehad of ook, wanneer het vonnis, ter eerster inftantie gewezen, nader in appél mogt zyn geconfirmeerd, zal hetzelve vonnis dadelyk, ook zonder eenige voorafgaande pandingen, ter executie worden gelegd, op dezelfde wyze, als omtrent andere vennisfen, recht van pa-' rate executie hebbende, binnen deze ftad plaats heeft. Art. 9. Indien echter iemant over de ongeordende wyze derexecutie, of eenig vergryp of exces in de directie van deze ve, vermeende bezwaard te zyn, en zulks dadelyk konde aantoonen, zal hy zich'by den voorzitter yan commisfarisfen moeten vervoegen, die, wanneer daarvan fummierlyk mogt confteren, de executie pfoVifioneel zal doen furcheren, en partyen tegen den eerstvolgenden rechtdag ontbieden voor het geheel collegie van commisfarisfen, welke alsdan, m verhoor van dezelve, buiten figuur van proces, en bv ar- ï?buivuw'f lutfpraakzullendoen'als zynaarre<*t c» bftlyknud zullen vermeenen te behooren. VR.T-  ( i6i ) VRIHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! Wy hebben geëxamineerd het nevensgaand advies van het committé van juftitie dezer ftad, betrekkelyk het concept-reglement van rechtspleging voor de quotifatie-rolle, door ulieden, ten fine van bericht, in onze handen gefteld. Wy zullen, medeburgers! met ftilzwygen voorbygaan de aanmerkingen, door het voorsz. committé,-op de 6 eerste artikelen van hetzelve project-reglement gemaakt, daar het ons is voorgekomen, dat, wanneer de groote zwarigheden, door hetzelve committé omtrent den inhoud der drie laatfte artikelen geopperd, kunnen worden weggenomen, en het reglement dus tot dadelyke exiftentie gebragt, deze eerste artikelen, met eene geringe verandering, zeer wel tot genoegen van het committé zullen kunnen worden geredresfeerd. Wat dan nu deze zwarigheden of bedenkingen omtrent de 3 laatfte artikelen betreft, dezelve loopen: i. Over den korten tyd van drie dagen aan eenen ter eerster inftantie gecondemneerden toegeftaan, om zyn appél te laten aanteekenen, en zich binnen denzelven tyd ter profecutie van zyn appél by het committé van juftitie te addresferen, onder provifionele confignatie van de fomma in het vonnis begrepen; — a. Over het weigeren van hooger beroep van het vonnis van het laatstgemelde committé; — 3. Over het verleenen van parate executie van zodanige vonnisfen, zonder voorafgaande panding; — 4 Over de kortere wyze van procederen en deplano rechtdoen in executionc zelve. Dit alles vermeent het committé van juftitie dat niet in de magt zoude ftaan van ftedelyke regeeringen, om buiten octroi van den fouverein in te voeren, omdat hetzelve afwykt van de dagelvkfche en gevone wyze van rechtspleging, over geheel Holland gcb'uiBb 3 ke-  C 162 ) kelyk, en het ook aan den Raad niet vry zoude ftaan om ingezetenen van hunne gemeene rechten of ook we" byzondere voorrechten te ontzetten, onder dennZm van procedures te verkorten, en waaromtrentf gelvk het committé van juftitie zich verder uitdrukt, hefvdk gensvermoeden, niet zeer te vreden zou zyn Wy zullen, medeburgers! omtrent deze'laa'fte ontydige uitdrukking niet? zeggen, daar het u t de„ inhoud van dit rapport genoegzaam zal blyken wat 'er van dezelve zy; zullende wy, alvorens tot eene mee? byzondere behandeling der zwarigheden van hetzelve committé, betrekkelyk elk der vier opgegeven po nmëxken?1" * §aan' in het o^dezelve^an- Dat, indien het daarvoor gehouden moet worden, dfet de rechten en privilegiën dezer ftad, omtrent dei' zeiver huishoudelyk beftuur, welke eertyds door de voormalige fouvereinen aan dezelve gegeven zyn, alsnoch beftaan, voor zo verre by de revolutie daarvan geen dadelyken afftand is-gedaan, en tot zo lang daar" omtrent byde aanftaandeconftitutie geen algemeene verandering zal zyn gemaakt, (gelyk dit ongetwyfeld het VaLdfZR/ld fchvnt te zyn,) het dan ook zeker ,s, dat de ftad het.vermogen heeft, om keuren en ordonnantiën te maken en te vernieuwen, dienende tot rust, vrede, goede politie en justitie binnen desetvs- , volgens privilegie van graaf Willem , in den jare 1342 aan dezelve gegeven, en waarvan deze itad ook altoos een ongeftoord en onöphoudelyk gebruikgemaakt heeft: -zie handvesten van Amfterdam 2 deel, pag.652. Hier'van daan, dat, niettegen-" ftaande eene algemeene ordonnantie, op de manier van procederen, over alle de fteden en ten platte lande, door de daten van Holland, in den jare 1580, is ingevoerd , de ftad Amfterdam echter eene byzondere" ordonnantie heeft daargefteld, in vele opzigten van de provinciale afwykende, welke toch nimmer door de Maten is geoctroyeerd geworden; deze ordonnantie word noch dugelyks by het committé van justitie zelve gcbiuikt, en kan dus deze aanmerking volkomen fta- ven.  C 163 ) / / ven. Hier van daan ook, dat, wanneer al de ftad ten overvloede heeft nuttig geoordeeld, om op particuliere ordonnantiën octroi te vragen, zulks altyd is gefchied, onder protestatie van daardoor niet te willen erkennen , dat de ftad in zichzelve dat vermogen niet zoude hebben, maar alleen om daaraan meerder klem en gezag te geven; — en, in diervoegen zyn dezelve octroyen ook altyd door den fouverein geaccordeerd, die dit vermogen van de ftad niet heeft tegengefproken, maar zelfs daarby gevoegd, voor zo veel nood zy, en de ten overvloede, onverminderd de gerechtigheden en privilegiën der ftad Amfterdam, en zonder prajudice van dezelve &c, gelyk de voorbeelden daarvan te zien zyn, in de octroyen van de ordonnantiën van de kamers vm kleine zaken en van asfurantie en avaryën, welke ook zeer aanmerkelyk verfchillen van het gemeene recht: handvesten, 2 deel, pag. 652. Het committé van justitie beroept zich dus ten onrechte op beide deze octroyen, om de verpligting van den Raad aan te toonen, van ook in dit geval dien weg in te Haan, want: 1, Als men dit geheele ftuk, pag, 652, leest, dan zal' men bevinden, dat de Staten zelve niet onduidelyk, maar met zo vele woordenwebben erkend, dat de ftad het recht had , om die ordonnantiën ook buiten approbatie en octroi te maken: iets te accorderen, voor zo veel des noods, of ten overvloede, en onverminderd iemands goed recht, beteekent toch , wanneer deze woorden geen ydele klanken zyn, dat men dit vermogen in. zichzelven heeft; — dat men, zonder dit te vragen, gebruik daarvan maken kon; — 2. Blykt uit dat octroi zelf, dat de ordonnantie van asfurantie en avaryën reeds in den jare 1598, en die van kleine zaken in den jare itui, door de toenmalige regeerders, eigener authoriteit, zyn ingevoerd, en* dat het octroi (flechts ter meerder corroboratie, enr om alle twyfeliugen af te fnyden,) eerst in den jare 1Ó12 gevraagd is. Hetgeen het committé van justitie verder wil argumenteren, uit het vragen van octroi, door dezen Raad zei ven, op het reglement van rechtspleging, wegens de re-  "C 164 ) rekeningen der oude kapiteins, gaat, onzes bedunkens, mede niet door; — dit is gefchied, omdat daartoe eene geheel nieuwe gedelegucerde rechtbank -moest worden aangefteld, waardoor de ingezetenen dus van bunnen dagelykfchen rechter wierden geëvoceerd , iets, dat zeker niet wel buiten toeftemming van den fouverein , en niet dan om de dringendfte redenen, gefchieden kan; — dan, dit heeft in cas fubject geen plaats; — de dagelykfche rechter, welfcc uit den aart der zaak zelf competent is, zoude over deze questiën cognosceren; de manier van procederen alleen zoude, maar verkort worden. Dit als nu in het algemeen aangemerkt hebbende, zullen wy thans overgaan, om de bedenkingen van het committé van juftitie, meer betrekkelyk tot elk der vier bovengemelde poinclen, afzonderlyk te befchouwen, ten welken einde wy al aanftonds met betrekking tot Het eerste point, namentlyk het appelleren binnen den tyd van drie dagen, zullen aanmerken, dat dit zo geheel vreemd niet is, aangezien ook iets diergelyks plaats heeft in de ordonnantie van zeezaken, waarby geftatuëerd is, art. 9, dat van vonnisfen beneden de > ƒ 500: — , binnen den tyd van drie dagen, moet worden geappelleerd, hetgeen even zeer van het gemeens recht afwykt. Ad II. Het weigeren van hooger beroep van het vonnis van het committé van juftitie zoude zeker een gegronder bezwaar opleveren, zo dit niet fteunde op de refolutie of het placaat van de Staten van Holland, in dato 8 Mei 1674, waarby bepaald is, dat in de befloten fteden van Holland, in zaken, niet meer bedragende dan ƒ 100: —, zal worden gewezen by arreste, en dat mitsdien zodanige vonnisfen geenerhande provocatie onderworpen zullen wezen; en wyders, dat alle vonnisfen, beneden de ƒ 600: —, van de fteden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leyden, Amfterdam, Gouda, en Rotterdam, zullen zyn executabel by provilie, en onder cautie; — daar het dus zich laat aanzien, dat verre de meeste vonnisfen wegens de verfchuldigde wacht -coatributiën de fomma van ƒ100:- met  ( 165 ) ftïefc' zullen te boven gaan, blykt het, dat', zelfs voU gens het gemeene recht, geen appél daarvan mag worden toegelaten, en dat dus het committé, hetwelK hiervan niet ignorant kah zyn, in zoverre zich abiifeert; terwyl, Wat die weinige en zeer zeldzame vonnisfen betreft, welke boven de ƒ joo:— zouden mogeri bedragen, zoude kunnen bepaald worden, dat dezelve zouden zyn executabel onder cautie, wanneer dei lust tot appelleren niet groot zal zyh, en riiemant zich toch met grond zal kunnen beklagen van door dert Raad ontzet te worden van een recht, hem competerende. Ad III. Wat het derde point , het verkenen van parate executie, zonder panding, betreft, dit vermeent het committé, dat aan niemant, dan den fouverein, zoude competeren. Dan, medeburgers! dit is mede» naar ons' inzien, geheel erroneus. Alle vonnisfen kunnen, volgens het gemeen recht zelf, en de ordonnantie op de manier van procederen ,' over geheel Holland terstond worden geëxecuteerd, nadat de vacatia appellationis, of tien dagen tot het appél, voorby zyn, ook zonder eenige pandingen , dtd De pkgtigheden en privilegiën, aan' de poorters dezer ftad, in cas van executie, competerende, zyn niet provinciaal, maar ftedelyk. ■ Ook zyn 'er verfcheiden voorbeelden in deze ftad van parate executiën, door de regeeringen in der tyd, buiten eenig octroi of approbatie van den fouverein, verkend; by voorbeeld: i. vonnisfen beneden dé ƒ —: zie handvesten, ade deel, pag. 56a; — a. de in/peciors collegii medici zyn gequalificeèrd , om de condemnatiën van boeten, by hen te decerheren, jegens de contraventeurs, paratelyk te doen executeren: handvesten, ade deel, pag. 949.; — 3. omtrent de boeten en contributiën van de gewezen regiments-krygsraden: handvesten, ifïe deel,, pag. 164 en 169. _ Het committé van juftitie merkt wel, ten aanzien van dit laatfte point, aan, dat die parate executie wel plaats had tegen hoetfchuldigen, maar niet tegen onwillige contribuanten. Dan: 1. Is dit mede abuüve j — wanneer men Hechts d2arIII. deül. Cc om-  ( 155 ) prtitrent gelieft in te zien hetgeen op pag. i5o, onder den datum van 14 November 1671, ftaat, dan zal men bevinden , dat dit recht van parate executie, door myne 'heerm van den gerechte, ook wel degelyk tegen onwillige contribuanten is verleend, en veel fterker zelfs dan dit nu by de quotifatie-kas plaats zoude hebben. Maar; o. Al was dit al zo niet, al fprak de ordonnantie alleen over de boeten, de grond of het principe zoude toch altyd hetzelfde blyven; had de ftedelyke regeering het vermogen om parate executie te verkenen in cas van boeten, waarom dan ook niet in cas van contributiën? — en waarom dan nu ook niet by de quotifatie ? Wyders beroept zich het committé, dat die geheele ordonnantie van 1618, met alk de vorige wetten van de fchuttefy, door het reglement van organifatie is Vernietigd; wy (temmen dit toe; — maar wat toch doet dit ter zake? omdat die ordonnantie is afgefchaft, volgt daaruit dat de ftedelyke regeering ook derzelver vermogen heeft vernietigd, om wederom eene andere te maken, waarin zy wederom dit recht verleent? dit zeker is daaruit niet te hakn. Ook is dit recht, verre van willekeurig te zyn, in eene materie als deze, waarin de kosten van gewone procedures en executiën dikwerf tienmaal het voorwerp zouden kunnen te boven gaan, waarover het verffchil rouleerde, allerheilzaamst en noodzakelykst, zo voor de debiteuren zeiven, als voor de quotifatie-kas. Wanneer men zyne belangen by den dagelykfchen rechter kan inbrengen , en 'zelfs noch eens van zyne dispofitie appélleren, dan heeft men warelyk niet te klagen, vooral wanneer men daarby vergelykt de manier van procederen, welke tp voren omtrent deze materie heeft plaats gehad. Ad IV. Wat betreft het deplano rechtdoen in exctutione zelve, dit berust grootendeels op dezelve gronden, maar voornamentlyk op de publicatie van het provinciaal committé van Holland,in dato 27 July 1.1., omtrent de heffing der contributiën geëmaneerd. ■Wy vertrouwen, medeburgers! op alk de hierboven  C i6> ) ven aangeroerde gronden overtuigend te hebben doen blyken, dat de Raad wel degelyk het vermogen heeft om zodanige ftedelyke ordonnantie', als waarover dit rapport rouleert, ook buiten de goedkeuring van het provinciaal beftuur te kunnen maken, en dat, na de oplosfing der geopperde zwarigheden, het committé van juftitie, fchoon recht fprekende in naam van het Volk van Holland, niet verder zwarigheid zal maken om op ftedelyke ordonnantiën van dezen Raad, van welke het zyne aanftelling heeft, recht te doen. Wy zouden dus van advies zyn, dat gyl., thans eindelyk deze te lang vertraagde zaak tot conduite brengende, onder de hierboven gem. veranderingen, het geformeerd concept-reglement, op de wyze van rechtspleging ter invordering der quotifatie, zodanig als hetzelve thans by dezen door ons ter tafel van uwlieder Vergadering word gebragt, zoudet behooren te arresteren, en dienvolgens zo wel de directeuren van de quotifatie-kas dezer ftad en jurisdictie van dien fpeciaal te qualificeren, om, ingevolge hetzelve, tegen de onwillige contribuanten te procederen, als het committé van juftitie dezer ftad, om op hetzelve recht te doen. En dat van deze uwlieder refolutie extract zoude behooren te worden ter hand gefteld, zowel aan gemelde directeuren, als aan het voorfchreven committé, ten einde refpectivelyk te ftrekken tot hun naricht, en zich dienvolgens te gedragen. En hiermede vertrouwen de ondergeteekenden aan Uwlieder intentie te hebben voldaan. Heil en broederfchap! A. VEREULJ H. DROST ; V. H. MARTINI BUYS ; WILLEM VAN EARNEVELD; J. C. C. DEN BEER POORTUGAEL. Amfterdam, 7 November, 1796. Bet tweede jaar der Bataaffche vryheid. Cc? B Y-   B Y L AG E , tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE AMSTERDAM. Woensdag, p November, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. ifj . '1 : Aan den Raad der Gemeente van de ftad Amflerdam, over de noodige verbeteringen in dé ftads publieke fchodlèn, ynn wegen de daartoe benoemde comm'*\!le , Van Amfterdams belde departementen ■ 'der Nederlandfc/ie maatfchappy tot nut van 't algemeen. X-I, burgers Raden! onder het oog te brengen, van welk een onberekenbaar belang'voor bet'maatfchappelyk geluk eener natie de wyze is van het beftuur harer fchöolen, en van het onderwys-van hare jeugd in • dezelve, zou zo overtollig als onbefcheiden éyn. Men kan met volkomen zekerheid verönderftellen, dat gyl. met ons en elk nadenkend medeburger in ons vry gemeenebest gereedelyk zult toeftemmen, dat het fchoolwezen in ons vaderland over het algemeen, en. binnen deze ftad in het byzonder, noch voor aanmerkelyke verbeteringen vatbaar is, en dus de oplettendheid en zorg van hen, aan wien het volksbeftuur is toebetrouwd, ten hoogfte verdient. Dan, kan men van hen, die dezen zwaarwigtigen post bekleeden, onmogelyk alles op éénmaal venvach- I1L deel. Dd • - ten,  C 170 ) ten, en wel in een tydftip als het tegenwoordige ƒ«, waarin by de lang gewenschte zegeningen, die eene pas herftelde vryheid ons aanbied, voor hen noch zo veelte doen, noch zo veel te'hervormen valt, om die onlchatbare voorrechten duurzaam, en bovenal de natie voor het waardig gebruik en gelukkig genot van dezelve ryper en vatbaret te doen worden; zo zal het ti, burgers Raden.' des houden wy ons verzekerd, niet onaangenaam zyn, wanneer ware mensch- en volksvrinden, daartoe door den wensch hunner harten gedrongen, en tevens niet geheel onbevoegd, zich verledigen, om het gebrekkige, onvofkomene, en min doelmatige, dat zich in het fchoolwezen onzer ftad opdoet, zo veel hen mogelyk is, naar te iporen; ontwerpen tot betere inrichtingen, die daaromtrent zouden kunnen gemaakt en tot ftand gebragt worden, onderling te beramen, en dezelve alsdan met gepasten ernst en befcheidenheid aan de oplettendheid, zorg en invloed van het vertegenwoordigend beftuur aan te bevelen. In dit vertrouwen, en met dat heilzaam oogmerk, hebben Amfterdamsch beide departementen van de Nederlandfchc maatfchappy tot nut van '; algemeen ui* hun midden eene commisfie benoemd, die al haar aandacht zoude vestigen op de zo wenfchelyke als uitvoerelyke verbeteringen, die 'er met opzigt tot die fchoolen zouden kunnen voorgeflagen worden, die tot onderwys en vorming der jeugd van den gemeenften burgerftand beftemd en van het ftadsbeftuur onmidde,lyk afhangkelyk zyn. En de ondergeteekenden, met deze . commisfie vereerd, kwy ten zich van den hen opgedragen last, om u, burgers Raden! Foor eerst, de gebreken, welke zy in de ftads pu.blteke fchoolen, ten aanzien van derzelver inrichting, beftuur, en vooral in de manier van onderwys, daar gebruikelyk, meenen ontdekt, te hebben, onder het oog te brengen — Ten anderen, de betere fchikkingen, welke daarin, naar- hun inzien, zouden kunnen gemankt, en, door uwen invloed, tot ftand gebragt worden, aan de hai d ..te geven; - en £i/Jm  ( I7i ) Eindelyk, eenige veranderingen in het voor de voornoemde ïtads fchoolen gedrukte reglement, welke uit de voor te dragen verbeteringen van zelve voortvloeien, zo wel als die hen bovendien heilzaam voorkomen, mede te deelen. Onder de gebreken zyn de navolgende hen voorgekomen het meest in het oog te loopen, en het allereerst voorziening en verbetering te verëifchen: 1. Het getal der leerlingen is, naar evenredigheid van dat des meesters en fuppoosten, veel te groot. Twee a drie honderd kinderen ftaan onder het opzigt en onderwys van éénen meester en éénen ondermeester.— Hierüit moet naturelyk een trage voortgang in het leeren ontdaan, vermits het voor beide onderwyzers, hoe zy ook hun werk door eene verftandige fchikking onderling verdeelen, nochtans uiterst bezwarelyk, zo niet geheel onmogelyk, is om dit groot getal van leerlingen, elk naarmate van zyne vatbaarheden en vorderingen, geftadig bezig te houden, en aan ieder zyn befcheiden deel te geven; — 2. Dit gebrek zoude voorzeker in eenen minderen graad plaats hebben, byaldien 'er meer eenftemmige werking naar één plan, en tot één doel, tusfchen den fchoolmeester en deszelfs ondermeester wierd aangetroffen. Maar dit zoekt men in die fchoolen veelal vergeefs; — ontbreekt het den eersten onderwyzer al niet aan de verëischte kunde en bekwaamheden, zo kan men zulks echter niet altoos" zeggen van den hem toegevoegden ondermeester; niet zelden daar en boven verfchilt dezelve in denkwyze over het onderwys en de leiding der jeugd zeer aanmerkelyk van den fchoolmeester; en zo beide al geen plaats mogt hebben, dan nochtans ontbreekt het den eerstgenoemden meestal aan de behoorelyke, en in fchoolen volftrekt noodzakelyke, ondergefchiktheid aan den laatstgemelden. De oorzaak hiervan moet grootendeels gezocht worden in de aanfteilingswyze van den ondermeester, waarby fomtyds te veel naar willekeurig goeddunken gehandeld, gunst, als ware het een post van weinig Dd 2, aan-  aanbelang, meer dan naauwkeurig getoetfte bekwaamheid, in aanmerking genomen, en vooral de fchooljneester, welken aan de keuze van eenen ondermeester 70 veel gelegen ligt, nooit geraadpleegd word. • Das ziet hy zich vaak een' medehelper toegevoegd, waaraan hy niets heeft, en waarover hy niets te zeggen heeft, en die', op zyne aanftellihg' zich vry wat voorftaande, verwaandheid by onbekwaamheid voegende, ongaarne verkiest de wet te ontfangen /an hem, waarmede hy begrypt in eenen gelyken graad van gezag te (taan. Het gevolg hiervan is, dat de brave fchoolmeester zyne welmeenende oogmerken geftadig ovcrdwarst, en zyne beste poogingen tot een geregeld ithOolbeftuur byna gnntfchelyk verydeld ziet; '— 3. Ren derde gebrek doet zich op ten aanzien van de leerboeken , welke in de (tads publieke fchoolen gebruikelyk zyn, en waarvan de lyst hiernevens gaat in de bybge fub lett. A. ■ Wat de boekjes, gefchikt tot onderwys in het fpellen, lazen,-en het wel verftaan van de Nederduitfche taal, betreft, zo-kan men aan dezelve eene oordeelkundige inrichting tot dat oogmerk, over het algemeen befchouwd, wel niet geheel ontzeggen. — Ondertusfchen zyn zy ook, aan den anderen kant, niet geheel vry van fpel- en taalfouten; hier en daar treft men geheel verouderde en thans onbruikbare woorden en ibreckwyzen aan; vervolgens gebrek aan orthographiIche-overëenftemming, en in fommigen te weinige gefchiktheid na-.tr de vatbaarheid en fmaak der kinderen; weshalve ook dit ftuk eene hervorming dient te ondergaan. Maar inzonderheid word zodanig eene hervorming noodzakelyk verëischt ten aanzien van die boeken, welke tot onderwys in godsdienst en bybelkennis beftcmd zyn. De zogenaamde euangelie- en eplstelboeken, met derzelver armhartige figuren in houtfnede, behoeft snen maar even in te.zien, om zich te fehamen dat in dezen meer verlichten tyd noch zulke boeken in de handen onzer kinderen gegeven worden. Neemt men de overige godsdienstige leerboeken in aan-  aanmerking, zo als die zeifin fiet fchool-reglement bepaald en ten gebruike bevolen zyn, en met name de Heidelbergfche catechismus, benevens het kort begrip achter de Nederduitfche gereformeerde pfalmboeken, zo kunnen dezelve misfchien boven anderen vcrkiezelyk zyn voor zulke fchoolen, alwaar geen andere kinderen, dan wier ouders tot de gereformeerde kerk behooren, onderwezen worden. Maar hoe ongevoegelyk is derzelver gebruik in fchoolen, waartoe kinderen van alle religie-gezinters worden toegelaten? — Kortom, het fymbolique komt niet te pas in algemeene ftads fchoolen, die ten oogmerk hebben befehaafde, kundige, brave burgers, en goede Christenen, maar geenszins aanhangers van een of ander byzonder kerk* genootfchap, te vormen ; — 4. Thans komen wy tot een vierde gebrek, dat onder de hoofdgebreken moet geteld worden, waar egen het moeijelyk is gepaste maatregelen ter voorziening uit te denken, en waardoor intusfehen het bedoelde nut van de zo mensch- en burgerlievende ftads fchoolinflituten by zeer velen niet bereikt, ja geheel verydeld word. Gefteld, dat de fchikkingen tot onderwyzing en vorming der jeugd onverbeterlyk, dat de meesters kundig, braaf, en eensgezind genoeg zyn, om volmaaktelyk aan hunnen pligt en beftemming te voldoen, dan noch vinden de beste oogmerken en poogingen, aan de zyde van vele ouderen, eene verbazende en byna onoverkomelyke tegenwerking, en wel op meer dan eene wyze, waarvan wy de voornaamfte, zo verre die tot onze kennisfe gekomen zyn, Hechts met een woord zullen aanftippen. Sommige ouderen houden hunne kinderen te veel te huis, waardoor telkens het geleerde wederom word vergeten, terwyl de goede indrukfelen, in de fchoolen ontfangen, door ledigloopen, ftraatllypen, en het zien van Hechte'vootbeelden, in vloeken, razen, vechten, dronken drinken, en andere ongeregeldheden, waarin zelfs ouderen hunne kinderen niet zelden voorgaan, geheel uitgewischt worden. Door andere ouderen worden de kinderen zo geheel Dd 3 on-  C 174 ) ««geredderd en haveloos ter fcbool. gezonden, dat andere ouders, die, fchoon behoeftig, echter aan eenige zmdelykheid en geregeldheid gewoon, met reden beducht zyn , hunne kinderen derwaarts te zenden 5a zelfs, of byzondere diaconiën, of particuliere bur^ gers ,als:om godswiile fmeeken, om zo veel onderfteunmg, dat toch hunne kinderen van de ftads fchoolen mogen beveiligd blyven. indien de meester vervolgens zich al eens in de onvennydelyke noodzakelykheid bevind, om de kinderen, wegens hooggaande ongeregeldheden , te kastycien, of by de ouders wat ernstig aandringt, of laat wtórargen tot het fchoolzcnden hunner kinderen, dan tem hy maar al te veel redenen om beducht te zyn ww eene hoogstönbillyke behandeling van onnatureïyfce en geheel onbefchaafde onders, die zich niet zelden,, fa foms met eene woeste menigte onderfteund, TOW de fcbool vervoegen, om 's meesters welmeenende bedoelingen en poogingen, met verfchrikkelyke ielrefawoorden, en met dreigende vuisten, te betalen. • Zo>dr*, emdelyk, de kinderen maar eenig geld, al 53 het ook maar zes ftuivers in de week, kunnen verdienen, ©f dat zy van eenigen dienst in het huishouden kETOEen zyn, dan nemen veel onbedachtzame ouders een gering voordeel boven het onè'indig gewigtiger gehtk hunaer kinderen voor het gantfche volgend leven feMendei, dezelve van de fchool , waardoor menig TOorwer|r, met den besten aanleg, om 'er iets goeds, van te doen worden, voor de maatfehappy byna geheel verforen gaat. 5. Eiadelyk moet de wyze en aart der belooningen, welke alle half jaren aan dicgeen der kinderen, die zich hetmeest benaarftigd hebben, worden uitgedeeld, zo al met onder de gebreken geteld, ten minste als min doelmatig befchouwd worden. Deze beftaan in een bybeltje, testamentje, ofpfalmhoekje, aan kinderen van den protestantfehen godsdienst, en aan die van de Roomschgezinden in 1, a> 3, tot4 zesthalveri; beloningen, die beide even ongeiciitkt tot bereiking van derzelver heilzaam oogmerk moeten aangemerkt worden, hetgeen beftaan moet in op-  C 175 ) Opwekking van nayver en naarftigheïd met alleen,-maar ook in het duurzaam nut, hetgeen een «aanlig kind uit de door hetzelve verworven belooning voor zichzelven trekken kan. Want het kind, dat den bybeï ontvangen heeft, gevoelt daarover flechts eene kortftondige vreugde, die vooral door het fraai fctokteread bandje, waarmede dezelve pronkt, wel voor een poos word levendig gehoud-n, maar wel ras verd\vynt, terwyl de verkregen belooning als iets, dat'de zinnen mies ftreelen kan, word weggezet., ten ware de ouders, nu en dan hun onverftandig gezag gebruikende, de ikïmderen aanfporen om daarin te lezen, als waanneer bet weldra door de kinderen, als het voorwerp hunner elen,de, verwenscht word, waardoor de lust tot verderea nayver niet alleen verdoofd, maar ook de afkeeragbeid van dat heilig boek niet zelden zulke diepe wortelea fchiet, dat dezelve blyft voortduren tot in den hooges ouderdom. .. En dat de belooningen 'in geld niet minder «onvoMoesy de zyn,- behoeft naauvvelyks te worden aangemerkt, ■vermits derzelver nut zich enkel bepaalt by de geringe verfnapering, welke'de kinderen daarvoor van derzelver ouderen verkrygen. Na het opnoemen dezer algemeene gebreken, gaaa de ondergeteekenden over tot het tweede gedeeüte van hun ontwerp, om u, burgers Radenï eenige betere fchikkingen aan de hand te geven, die, naar hun iazien, tot uit de wegruiming der voornoemde gebreken, en tot eene doelmatige inrichting van het ftads fchoolwezen, zouden kunnen gemaakt, en dooruwers invloed tot ftand gebragt worden. 1. Tot wegneming van de onevenredigheid tusfehen het geul der kinderen , en dat van derzelver onderwyzers, mitsgaders ter bevordering van eenen fpoediger voortgang in het onderwys,behoorde elke ftadsfchool, naar gelang van de meerdere of mindere vatbaarhedea en vorderingen der leerlingen, in drie onderfcheidea clasfen verdeeld te worden. , . De eer ft e c/asfte, ftaande onder het onmidd.Iyk opzigt van den meester zeiven, om de daartoe beboerende  ï!e leerlingen te onderwyzen in het kunstmatig lezen $ fchryven, rekenen, en hetzelve opftellen van brieven , ('aan welke laatfte doorgaans in de fchoolen geheel niet gedacht word) -voorts in de gefchiedenis , zo van den bybel, als van ons vaderland, eneindelyk, in de eerfte beginfelen der wis-, natuur ; aardryks- eri ïeevaart-kunde. - De tweede cïasfe'y. ftaande onder het onderwys van den onder- of tweeden meestér, om die leerlingen, welke in het fpellen reeds eenige vaardigheid verkregen hebben, in het kunstmatig fpellen, en in de eerIte beginfelen van het lezen en fchryvea, te onderwyzen, en hen, voor het overige, de allereerste kundigheden van hunne godsdienstige en zedelyke pligten, alsmede van de bybelgefchiedenis, door daartoe ^eichikte oefeningen, zo veel mogelyk, by te brengen. De derde clasfe, eindelyk opgedragen aan eenen «laartoe aan te ftellen adfiftent, om de eerstbeginnende te onderwyzen,en hen voorts door gemeenzame vragen cn gefprekken, op eene aangename wyze;, tot oplettendheid op, en nadenken over de nuttigfte zaken, in het dagelyksch leven voorkomende, al langzamerhand op te leiden. • a. Onze tweede voor-dag ter verbetering gaat over de aanftelling der onderwyzeren in de ftads publieke fchoolen. — Daar van derzelver kunde, bekwaamheid, braaf karakter, en lust tot dezen warelyk moei-jelyken post, de bloei dier fchoolen, en het daardoor beoogde nut voor de maatfehappy gantfchelyk afhangt, zo kan 'er niet genoeg gezorgd worden voor het vastitellen van zulke maatregelen, die (trekken kunnen o.n het algemeen van de kundigfte en bekwaamde voorwerpen, tot dien belangryken post, zo veel mogelyk, te verzekeren, en om alle gelegenheid weg te nemen, dat gunst ooit meer dan beproefde bekwaamheid en kunde, in aanmerking genomen word. c/. Betreffende de aanftelling der eerste fchoolleerareö in elke ftadsfchool,. zo is het, om bovengemelde redenen, niet gevoeglyk, dat dezelve, gelyk tot hiertoe gebruikelyk is, alleen gefchiede door de regenten, en wel /.onder genoegzame publiciteit; weshalve mits dezen  ( 177 ) «en door ons word voorgeflagen, dat, by vacature van den post van eersten fchoolmèester, in eene der fchoolen, zulks, in het vervolg, terftond in de publieke nieuwspapieren wierde bekend gemaakt, en dezulken, die zich daartoe bekwaam oordeelen, en genegenheid hebben, ter aanmelding uitgenoodigd wierden ;— en dat vervolgens het examen, de keuze, en aanftelling, van den eersten fchoolmèester, gefchiedde door regenten , en eene hen toegevoegde commisfie uit de Vergadering der Volks-Raden van deze ftad. b. Wat nu, ten anderen, de aanftelling van den.ondermeester aangaat, zo zyn wy van oordeel, dat eene meer eenftemmige werking tusfchen dezen en den eersten fchoolmèester zoude bewerkt worden, indien omtrent de aanftellings-wyze van den ondermeester het volgende wierd gcftataccrd: „ De fchoolmèester, in wiens fchool een ondermees„ ter moet worden aangefteld, zal uit eenige, hem be„ kende, en tot dien post door hem bekwaam geöorm deelde perfonen, eene nominatie, van 3 of 4 voorwerpen, aan regenten inleveren. Deze .zullen door „of onder opzigt van gemelde regenten, ten aanzien „ van derzelver kunde en bekwaamheid, worden geëxa„ mineerd, en byaldien de genomineerden, of eenigen „van dezel.ven, bevonden wierden, niet verdiend te ~ hebben door den fchoolmèester benoemd en tot „ het examen toegelaten te worden, zo zal den fchool„ meester de aanvulling of geheele vernieuwing derno_ minatie door de regenten opgelegd worden; en de„ zelve tot driemalen toe niet voldoende, zal, tot dis„ reputatie van den fchoolmèester, de benoeming, „verkiezing, en aanftelling, gedaan worden door de „ regenten zelve, geadfifteerd door eene commisfie uit „ het vertegenwoordigend Volksbeftuur. Zullende het „ intusfchen aan alle diegenen, welke voorheen door „den fchoolmèester benoemd waren, vryftaan, van „ deze gecombineerde Vergadering een nieuw examen „ te verzoeken, hetwelk hen niet zal mogen geweigerd „ worden, by welk examen de fchoolmèester zal moe„ ten adfifteren, of tegenwoordig zyn, om de uitfpraak 1X1. üEliL, Ec „ tot  ( 173 ) „ tot zyn'lof, of onè'er, aan te hooren; van welken' w uitflag mentie zoude kunnen gemaakt worden in da ,, Dagbladen van de Volks-Raden dezer ftad.— Voorts v zal de ondermeester, onder behoorelyke bepalingen, „ in zyne inftructie uitgedrukt, ondergefchikt wezen „ aan den meester,en zich, in het onderwys en beftuur ,„ der jeugd, naar zyne fchikkingen gedragen." c Omtrent den adfiftent of onderwyzer°, in de benedenfte clasfe, zoude, met betrekking tot deszelfs aanftelling, deze fchikking kunnen gemaakt worden, dat,' mdien de fchoolmèester vermeende een daartoe per kwaam. voorwerp onder zyne discipelen te hebben , en dezelve, na bchoorelyk examen, door of onder opzigt van regenten wierd goedgekeurd, zulk een alsdan' daartoe aangefteld wierden. 3. Wat nu, ten derden', de leer- of onderwys-boekjes voor de ftads fchoolen aangaat, zo geloven wy ook, Zonder vooringenomenheid voor de maatfehappy tot nut van J algemeen, waarvan wy leden zyn, de fchoolhoekjes, die door dezelve van tyd tot tyd zyn uitgegeven, te moeten aanbevelen, om reden, dat dezelve als niet aan de gewone gebreken der fchoolboeken onderhevig, en in fommige fchoolen reeds met vrucht ingevoerd, onbetwistbaar de voorkeur verdienen, boven de in onze ftads fchoolen thans noch gebruikelyke leerboeken. — Weshalve: a. Met opzigt tot de fpel- en leesboeken, hiernevens gaat eene door ons vervaardigde lyst Van de boekjes onzer maatfehappy, zo als elk derzelve, naar ons oordeel, de plaats van ieder leerboekje, thans gebruikt wordende, zeer gevoegelyk zoude kunnen vervangen : in eene bylage fub lett, B. b. En , daar de godsdienstige leerboeken , welke tot hiertoe gebruikt worden, en, zo wy geloven, om voldoende redenen, door ons zyn afgekeurd, en het intusfchen hoogstnoodzakelyk is, dat de kinderen, in de fchoolen, van jongs aan, waardige begrippen en Indrukfelen van den godsdienst ingeboezemd, derzelver geheugen, ten dezen opzigte, al vroeg eenige oe^ ftöing gegeven, en hnq nadenken en oordcel daarover, m  c m ■> go veel mogelyk, opgefcherpt worden-, mits, dat. ifl fchoolen, voor kinderen van alle religie gezindheden gefchikt, de inrichtingen daartoe zich bepalen by het geen wat voor kinderen , van christelyke ouderen geboren, daaromtrent, over het algemeen, te weten en te betrachten hoogstnoodzakelyk en belangryk is» zo flaan wy tot dat heilzaam oogmerk het volgende voor: A. Een leerboekje te laten vervaardigen , dat Uit twee deelen beftaat", behelzende het eerste, eene met oordeel uitgekozen verzameling van klare, betrekkelyke en gewigtige fchriftuur-texten, die in eene geregelde orde zyn gerangfchikt, en de algemeene waarheden en zedelyke pligten van den christelyken godsdienst ten inhoud hebben, hetwelk zoude kunnen dienen, om, daaruit, de jeugd, wekelyks, een gedeelte (echter niet te lang, om het geheugen der kinderen niet te veel te vergen, en daardoor andere zielsvermogens te doen influimeren,) van buiten te leeren.— Het tweede, korte verhalen der bybel-gcfchiedenis, ingericht naar de bevattingen der jeugd, dienende tot een leesboek, om, daaruit, door de leerlingen, in de fchoolen , opentlyke voorlezingen te laten doen, en daar©ver, zo als men noemt, te catechiferen, of, liever, .de jeugd vraagswyze en door gemeenzame gefprekkéfl te onderhouden. B. Een gezangboekje, bettaande in eene verzameling van korte ftichtelyke gezangen, of coupletten uit dezelve, met oordeel gekozen uit de by de voornaam,fte religie-gezindten, met den besten fmaak vervaardigde en gebruikelyke pfalm- en gezangboeken, alsmede uit andere, en byzonder uit enkele godsdienstige zangftukjes, die men in de volksliederen der maatfehappy tot nut van *t algemeen aantreft: dienende om ook daaruit, by afwisfeling met de bovengemelde fchriftuurtexten , de kinderen een vaersje te laten van buiten leeren, vervolgens in de fchool te zingen, en de daarvoor vatbare jeugd in de zangkunst te oefenen. 4. Tot ftuiting en eenige verbetering van de in ons eerste deel, onder no. 4, gemelde gebreken en misbruiken, oordeelen wy: Ee a Foor  Foor eerst, dat eene zware pcenaliteit diende gefteïcf te worden op alle infolentièn, die, van wat aart ook, den ichoolmeester, door onnaturelyke en onbefchaafde ouders,zouden worden aangedaan, en dat inzonderheid het ftadsbeftuur zynen invloed behoorde te gebruiken, om zodanige ouderen, die zich daaraan fchuldig ma' ken, of zich by aanhoudendheid nalatig, havenloos, en verwaarloozend, in het fchool zenden hunner kinderen betoonen, van alle alimentatie, hetzy die van ftads wegen, of van de armkasfen der byzondere kerken en diaconien binnen deze ftad genieten, te ontzetten. Ten weede, dat belooningen in eer en geld behoorden uitgeloofd en uitgedeeld te worden aan- zodanige ouderen, welke zullen bevonden worden het meest uit te munten in het naarstig en zindelyk fchool zenden hunner kinderen, welke zouden kunnen beftaan in eene jarelykfdie uitdeeling van vier ducaten voor die ouders, die daarin het meest excelleren, van twee, voor elk der twee daaraan volgende, cn van éét? ducaat, voor elk der vier daaraan naastby komende; alsmede noch in een uitzet, hetzy in geld of kleederen, benevens een loffelyk getuigfehrift voor de zodanige, welke hunne kinderen vlytig en zo lang van het onderwys in de ftads fchoolen hebben laten gebruik maken, als op voordragt van den meester, en ondergoedvinden van de regenten, noodig-geoordeeld word. En eindelyk, dat, ter meerdere voorkoming van de nadeelige gevolgen van havenloosheid en onzindelykheid, op beftemde tyden, eene vifitatie, door ftads docloren en chirurgyns, naar den gezondheidstoeftand der kinderen , behoorde aangefteld te worden. 5. Om met de halfjarige belooningen, die aan de naarstigfte alle halfjaren worden uitgedeeld, meer aan den fmaak der kinderen te beantwoorden, en daarmede een meer tegenwoordig dan toekomstig nut te verbinden, zouden wy voorflaan, die voortaan, met affchaffing van de thans gebruikelyke, te doen beftaan, in nuttige en leerzame printeboeken voor kinderen van de laagfte clasfe, en in aangename en tevens nuttige boekjes voor de twee hooger clasfen, van welke onze te-  ( i8x ) tegenwoordige tyd, zo door de kinderlievende poogingen van de maatfehappy tot nut van 't algemeen, als door die van andere, eene talryke menigte oplevert; waarvan eene lyst zoude kunnen geformeerd worden * waarüit regenten, by elk halfjarig examen,eene keuze, naar evenredigheid van de door hen beloonbaar geoordeelde leerlingen, zouden kunnen doen. Thans het derde ftuk van ons ontwerp alleen overig zynde, deelen wy hierin die veranderingen mede , welke het gedrukte reglement, wegens de ftads publieke fchoolen, onder de directie van de huiszitten aalmoesfeniers armen, dient te ondergaan, in zoverre dezelve uit de door ons voorgedragen verbeteringen reeds van zelve voortvloeijen, of ons noch bovendien heilzaam en noodzakelyk voorkomen. Zonder hier meer dan Hechts in het voorbygaan aan te merken, dat dit reglement over het geheel in eenen anderen vorm en beter orde zoude kunnen gebragt worden, en deszelfs artikelen, onder zekere hoofdafdeelingen , zodanig gerangfehikt, dat elk derzelver met den eersten opflag van het oog terftond konde gevonden worden; zullen'wy alleenlyk de artikelen, zo als die in het tweeledig reglement, eerst nopens de orde van binnen, en ten anderen nopens de orde van buiten de fchool voorkomen, volgende, by elk derzelven die veranderingen voorflaan, die daarin, naar ons inzien, behoorden gemaakt te worden; die artikelen intusfchen, welke wy met ftilzwygen voorby gaar $ worden door ons geoordeeld of als goed in hun geheel te kunnen blyven, of van dien aart te zyn, dat zy aan de wyze fchikkingen en de dispofitie van het vertegenwoordigend volksbeftuur, of deszelfs daartoe aan te ftellen commisfie, geheellyk moeten overgelaten worden. By art. i, den tyd der fchoolhouding bepalende , zoude kunnen gevoegd worden: „ De avondfchool echter zal alleen gebezigd worden tot privaat onderwys voor de meest gevorderde „ en zodanige kinderen , die , reeds op een ambagt „ zynde, van de dagfchool geen gebruik maken kun- „ nen." Ee 3 Aru  Slifëë k°mt 0Ï1S vo<*, dat dus verkort en veranderd behoorde te worden : veran- „ Voorts zullen de meesters, ondermeesters en der „ fte wyze de kinderen van jongs aan in te fcherpen „ naar mate van hunne vatbaarheden, de eerstS/n „ felen van de christelyke religie; zullende de S0. „ en begmnen en eindigen met een zeer kort doch za„ kelyk en verftaanbaar gebed, door den fchoolmèester „op te ftellen, ofte verkiezen, welk gebed nu door •* ?en eenen fn dan door den anderen leerling, ter » ïeuze van den feester, overluid gedaan , en door „ de overige met de verëischte aandacht en eerbied zal „ aangehoord worden." Art. 8, oordeelen wy dat vervallen moet, en dus zoude kunnen gefteld worden: * ?6 tinderen zuIlen > zodra zy daarvoor eenige „vatbaarheden verkregen hebben, van buiten leeren * eemSe daartoe te verzamelen of uit te kiezen klare „ en gewigtige fchriftuur-texten, by afwisfeling een „ vaersje uit een ftichtelyk gezang, alsmede korte ze„ delyke fpreuken, zo als te vinden zyn in de werkjes „ der maatfehappy tot nut van V algemeen, en in an„ dere tot dat oogmerk nuttige boekjes." In Art. 9, begrypen wy, dat het eerste gedeelte in zyn geheel behoort te blyven, en dat 'er, met weglating van deszelfs tweede lid, ten aanzien van de op .zichzelye noodzakelyke aanhouding der kinderen, ter by woning van den openbaren godsdienst, alleenlyk dit meer algemeen zoude kunnen bygevoegd worden- „ En wyders, zal hy (meester) de kinderen ernstig „ aanmanen, den openbaren godsdienst getrouw bv te „ wonen." ö J Art. io kan dus eenigszins veranderd worden: * Tot de oefening van hetgeen in Art. 3, 7, 18 behaald is, zullen de Woensdag na*- en de Saturdag „ vóórmiddag befteed worden, als wanneer de kinde„ ren, over hetgeen zy van buiten geleerd en opgezegd „hebben, door bevattelyke, het nadenken opfcher„ pende vragen, en gemeenzame gefprekken,onderhou- „ den,  C 183 > * den, en in het zingen van ftichrelyke gezangen en „ op de verhandelde onderwerpen toepasfelyke pfal„ men, geoefend worden." Wat Art. ii betreft, zo zoude, byaldien de door ons hierboven voorgel]agen clasfificatie der leerlingen , in elke der ftads fchoolen, de goedkeuring wegdragen en in werking mogte gebragtworden, ter dezer plaatfe moeten worden gefteld hetgeen, by gelegenheid van dit voorftel over hetgeen waarin de kinderen, in elke clasfe, door den fchoolmèester, ondermeester, en adliftent, :moctcn onderwezen worden, door ons is aangemerkt en bepaald: zie boyen bladz. 7. En dus zoude van dit artikel alleenlyk datgeen blyven, wat in deszelfs laatfte gedeelte gezegd word, ten aanzien van het onderwys der meisjes, door de meesteresfe, in het breijen, of eenig ander nuttig handwerk, naar goedvinden van de regenten. By Art, 11 hebben wy niets aan te merken, dan dat wy hier gaarne bygevoegd zagen eene aanbeveling aan de regenten der ftads fchoolen in der tyd, ter gebruikmaking van de fchool-werkjes der Nederlandfche maatfehappy tot nut van ,i algemeen, welke door dezelve reeds uitgegeven zyn, of noch in het vervolg ten dienste der fchoolen zullen uitgegeven worden. De nuttige fchikkingen, ter bevordering van eene aanhoudende vlyt in het fchoolkomen, en tevens van de geregelde orde en goede gemanierdheid der kinderen , in het 13de Artikel bepaald, behooren onveranderlyk te blyven, met byvoeging echter van hetgeen door ons hierboven, met betrekking tot de belooningen voor zodanige ouderen, die door vlyt in het fchoolzenden hunner kinderen, boven anderen, uitmunten, is voorgeflagen. ? Art. 14 is overtollig geworden, en vervalt, door hetgeen op Art. 7, met opzigt tot het vóór- en nagebed, by elke i'choolhouding, reeds is gezegd geworden. Art. 15. Vermits het zingen in de meeste fchoolen flechts een verward en onbehagelyk kindergefchreeuw opleven, dat, noch ter vermeerdering van godsdiens- ti-  ( 184 ) tfge indrukfelen, noch tot aanleering van, en vordering in, de zangkunst,eenig nut kan te weeg brengen; zo zou dit, in de fchoolen algemeen ingevoerd, gebruik, om het niet geheel af te fchafFen, naar ons inzien, gevoegelyk verminderd^ en met meerder nut, en tot bereiking van beide oogmerken, alleen kunnen bepaald worden, tot de in de zangkunst meest gevorderden, en diegeen, waarin de meester eenen naturelyken aanleg tot, en vatbaarheid voor, de toonkunst ontwaar word. — En, dienvolgens, zoude dit artikel, naar ons oordeel, dus kunnen uitgedrukt worden : „ Men zal, des morgens, by den aanvang, en des B namiddags, by het eindigen der fchoolen, een vaers „ vaneen'pfalm, of van eenig ander ftichtelyk gezang, „laten zingen, doch alleen door de in de zangkunst „meest gevorderden, of daarvoor byzonder vatbare ^ leerlingen." . By het \6 Art., 'welke de voorlezing van kapittelen uit de gefchiedboeken des bybels betreft, en ten heilzamen oogmerk heeft, om de jeugd, door eene ftille nalezing, met de oefening van Gods woord gemeenzaam te maken; vinden wy ons verpligt, aan te merken, dat, hoe zeer de hier voorgefchreven voorlezing zeer verftandig enkel bepaald word by het historisch gedeelte van den bybel, dewyl gefchiedenisfen het meest de aandacht der jeugd tot zich trekken, 'er echter uit deze gemelde gefchiedboeken eenige, en in femmige verfcheiden, kapittelen zouden moeten uitgemonsterd worden, die voor de jeugd onverftaanbaar, vervelend, ja zelfs wanvoegelyk ter harer voorlezing zyn ; weshalve hef ons voorkomt, dat de dagelykfche bybeflezing in de fchoolen behoorde afgefchaft, en, in derzelver plaats, eene voorlezing gehouden te worden van eei! gedeelte der door ons voorgeflagen bybelgefchiedenis, ^efchikt naar de vatbaarheden der jeugd Om de kinderen hatusfehen met den bybel meer be* kend en met deszelfs gebruik gemeenzaam te maken, zoude door den onderwyzer deze oefening met dezelve aangefteld kunnen worden, dat hy hen klare en belang- ry-  ryke fcliriftuur-texten, en treffende voorvallen en g  C 18Ö ) alimentatie trekken, van hunne nalatigheid in dit ftuk verwittigd, en gelegenheid gegeven, of, des noods, gelast worden, om dezelve, door onthouding van dé gewone uitdeeling, tot hunnen pligt te noodzaken. Art. 29, meenen wy, reeds geheel vervallen te zyn. • Art. 30. Indien onze voortellingen, hier boven gedaan, met opzigt tot de aanftelling van den fchoolmèester en verdere fchool-onderwyzers, als met onaannemelyk zullen befchouwd worden, behoort dit Artikel dien conform veranderd te worden. : ArK 31 'oordeelen wy, dat door ons aan' de dispofitie van het ftadsbeftuur moet overgelaten worden Intusfchen, daar de post van fchoolönderwyzer behoort tot de belangrykfte en moeijelykfte in de maatfehappy, zo nemen wy hier nevens de vryheid, 'er deze aanmerking by te voegen: dat het, termeerder aanmoediging tot, dien post, en tot de getrouwe waarneming van de phgten, daaraan verknocht, mitsgaders tot meerdere verzekering van de maatfehappy, dat het de waardigfte, kundigfte, en bekwaamde mannen zyn, aan wier zorge zy hunne kinderen toevertrouwen, te wenfehen ware, dat aan dezelve wierden geaccrocheerd zodanige meerder voordeden en prserogativen, als by niogelykheid kunnen worden gevonden , en als elk zouden kunnen overtuigen, dat Amftels burgery het belangryke van dien post gevoelde. Art. ^i word door ons, uit hoofde van het belang van eenen fchoolmèester, die zyn' post naar behooren waarneemt, geoordeeld, dat dus veranderd diende te worden: „ Wanneer de aangefteld'e fchoolmèester komt te „ overlyden, zo zal een ander in deszelfs plaatfe ver „ koren, en voor een behoorelyk jarelyks traftement, » Vü0r de nagelaten weduwe, tot derzelver hertrou„wing of overlyden toe, 'gezorgd worden. — By „overlyden van de meesteresfe daar en tegen, zal dè j, fchoolmèester, zo hy anders zyn ampt naar behooren. waarneemt, daarin continueren, mits dat door „ hem eene bedaarde vrouw tot het werk van fchool- mees-  C 187 ) „ meesteresfe gefchikt, ten zynen kosten, en met „ goedvinden van regenten, aangenomen worde." Onder de iaatstgemelde voorwaarden, oordeelen wy, dat,by de aanftelling van eenen ftads fchoolmèester, het gehuuwd zyn niet als een noodzakelyk vereischte behoort gerequireerd te worden. Jrt. 36 dus te ftellen: „Indien 'er bevonden zal worden, dat leerlingen „ reeds verre genoeg gevorderd zyn, om het fchool„ onderwys te kunnen ontberen, zo zullen de regenten „ dezelve met een loffelyk getuigfchrift, door hen allen „ onderteekend, en een uitzet, in geld of kleederen „ beftaande, voor diegeen, welke van jongs aan de „ fchool vlytig bezocht, en zich van hunne pligten ge„ kweten hebben, daarvan ontftaan, onder ernstige „ en vrindelyke vermaning aan zodanige jongelingen „ en jonge dochters tot verdere betrachting van deugd „ en godsvrucht en naarstigheid in dien beroepsftand, „ waarin zy zich verkiezen te begeven." Hiermede eindigen wy, burgers Raden! onze voordragt, met aanbeveling van hetgeen wy daarin, ter verbetering van het ftads fclaoolwezen, hebben voorgeflagen aan uwe oplettendheid. — Het is niet uit eenig byzonder inzigt, maar alleen uit zucht voor de wezendlyke welvaart onzer burgery, en dat van derzelver vryheid, waartoe wy reeds, als burgers, verpligt, en als leden eener maatfehappy, die het nut van het algemeen ter zinfpreuk voert, noch meer byzonder verbonden Zyn, dat wy u deze onze bedenkingen voorleggen. — En, zo zy al niet geheel de goedkeuring mogten wegdragen, zo zal ons oogmerk ten vollen bereikt zyn, indien dezelve Hechts eenige aanleiding zullen geven tot maatregelen omtrent het publieke fchoolwezen onzer ftad, waarvan de burgery zich de beste uitzigten beloven mag, en het genoegen daarover zal ons tot eene genoegzame belooning verftrekke#.yoor de moeite, daaraan befteed. Ff a Na  C z88 ) Na toewenfching van Gods dierbare zegeningen over uwlieder poogingen, tot heil van ftad en vaderland, tcekenen wy ons, met gepaste hoogachting, Uwe medeburgers: De commisfie uit de beide Amfterdamfche departementen der Nederlandfche maatfehappy: tot nut van 't algemeen. ' m. c. van hall} joh. buys; JAN BRONKHORST HENDRIKSZ. 3 LAUR. JACOB. LAMAISONi HENRI KUYPER; JAN DE LA HAYZE. Amfterdam, den 29 April 1796.  C 189 ) Letter A. LTST der ff el- en lecsboek'cs, zo a's dis thans op de ftads publieke fchoolen gebruikt worden. No. x. Het a, b, c boek van Van Rhyn. -—• 2. De Heidelbergfche catechismus. 3. De fpreuken Salomons. 4. Woordenboek van Hengeïenburg, 5. De Gelderfche trap der jeugd. 6. /Lctterkonst. . 7. Euangeliën, met houtfneê figuren. ' 8. Borstius vragenboekje. En voorts psalmboeken, Ff 3 Let-  C 190 ) Letter B. LTSTder fpeLen leesboekjes, uitgegeven door de Nederlandfche maatfehappy TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN, ZO al, njen die, achtereenvolgend, aan dc fchoolieren ter leering zoude kunnen geven. hJ*ZZ°f\n bedenkiflg gegeven te hebben, of niet het leer» der Jetteren-van het A, B,C, het gevoegelvkst en gemakkeïykst kan gefchieden door de thans^ige bru,k zynde wyze met ?osfe letteren op carton gep aktfeilen wy ter onderwyzing der leerlingen,"de vol-' gende boekjes in de onderftaande orde voor: N. 1. Het a, b, c boek, getrokken uit den trap der jeugd; — • 2' Iietde gelegd worden , zonder dat hetzelve doof daaruit te verwachten algemeene voordeden, of eene meerder- veripreide billykheid, wierd opgewogen,' heeft niét nagelaten, het verzoek der koornmolenaars, zo na mogelyk , van onuerfcheiden kanten te befchouwen. Het necitjden grond dur.il^en 'onderzocht,' en de aatfJ merkingen ingewonnen, van hen, die', door het accor-" deren van het verzoek,4n de eerste plaats en notoir bezwaard zouden moeten worden, en, na ryp overleg vind het zich" verpïïgt,'de volgende confidentie* aan deze Vergadering mede te deelen; Dat de winsten, der koornmolenaars tegenwoordig met aanmerkelyk zyn, gelooft uw committé gaarnedoch is zulks aan de geringheid van het maalloon toé te lchryven? dan zouden die klagten niet als van gisteren en eergisteren zyn ingebragt, dan zoude de funeste gevolgen daarvan,zich reeds lang hebben doen befpeuren, daar het intusfchen zeker is, wanneer men het oog vest op den ftaat der koornmolenaars in het algemeen, en wel bépaald van die geenen onder hen, die voor oppasfend, vlytig, en van goede bediening bekend ftaan, men duidelyk blyken van voorfpoed in de laatstvoorgaande jaren zal aantreffen. De jaren van l?tfoen 1781 zyn de meesten hunner noch tétwel in m geheugen, dan dat zy zouden durven ftellen, dat het maalloon op zichzelf te gering is; indien; flechts buitenlandfche verzendingen by de iniandfche cbnlumptie komen. En, zouden by het gemis derzelve, teritond eene verhooging moeten ingevoerd worden , ten bezwaar van andere, en wel minvermogende, burgers i De koornmolenaars ondervinden, met alle onze land- en ftadgenooten, de fchadelykheid des oorlogs, waarin wy voor als noch zyn ingewikkeld; vermindering van vertier, kostbaarheid van uitgaven, en verzwaringvan bèlastingen, drukt hen als anderen, maar drukt hen veel minder dan de meesten. De ambachtsman, de winkelier, de koopman, ondergaan dit alles, en Itaan noch daarenboven bloot voor de kwade trouw en het onvermogen van fchuldenaars, die hen in dezen nenngloozen tyd, dagelyks, om het loon hunner  «er handen, om de vruchten hunner vlyt, doen zuchten, daar nimmer koornmolenaar eenige fchade, van dien aart, te wachten heeft, als leverende hy nimmer' een' zak meel van zyn' molen af, waarvan niet vooraf het maalloon betaald is. De molenaars beklagen zich by deze gelegenheid:, over de gunstige dispofitie van deze Vergadering, in July 1. 1., op het request van ƒ. v.d. Kolf, cir.nfuis, en voeren dit mede aan .als eene oorzaak hunner verminderde inkomsten; doch, uw committé is van oordeel, dat deze allegatie hen weinig eer aandoet. Immers was het genoeg bewezen, dat, zo de Raad destyds dat verzoek had afgeflagen, den requestranten in de daad dat lot zou getroffen hebben , hetgeen de koornmolenaars nu, met weinig grond, zichzelf durven voorfpellen , namentlyk , een' gewisfen ondergang. Door drie zogenaamde koekmolenaars iets mede te laten genieten van hetgeen de koornmolenaars anders alleen hebben, kon den een en den anderen behouden blyven, daar nu het beftaan der laatsten niet noemenswaard verminderd is, en de eersten behouden kunnen blyven. Bovendien kan deze dispofitie van nut zyn in derzelver gevolgen, daar het thans de zaak is van allen, om, door vigilantie en prompte bediening te zorgen, dat geen hunner kalanten hen verlaten, waartoe anders eene willekeurige en onoplettende behandeling zeer licht aanleiding kan geven. ■ En éindelyk is deze vergunning Hechts temporeel, dewyl, zodra de tyden gunstiger worden, de drie bedoelde molenaars zich weder te vreden zullen moeten houden met hun gewone maling. Doch, medeburgers! men ftelle al eens, hetgeen het committé niet toeftcmt, dat het de koornmolenaars in dien graad flecht ging, dat 'er met grond aan eene verhooging van maalloon kon gedacht worden, dan behoorde zulks, om redenen, hierna te melden, noch in geen aanmerking te komen, vóóruat de molenaars, van hunnen kant, alles hadden aangewend om ftaande te blyven; en is het intusfchen niet aan tè toonen, dat verfcheiden molenaars noch een' knecht meer aanhouden, dan zy noodig hebben? Immers zyn 'er li 2. op  C 206 ) op ieder molen twee bazen, en ieder baas heeft twee a drie knechts, die onderfcheiden huren winnen. Deze doen al het werk, halen het graan van de bakkers en grutters, en brengen het meel weder thuis, zonder dat men haast ooit een' baas daarby ziet, die dus zyne handen niet anders uitfteekt dan aan den molen. Warelyk, als de inkomsten zo flecht zyn, behoort men eerst alle mogelyke ceconomie in het werk te ftellen , eer men fchaêvergoeding tracht te bekomen van zyne medeburgers. En, in de daad, wanneer men het oog flaat op deze laatften, wie zou de lydende party zyn by eene verhooging van maalloon? In de eerste plaats, de bakkers en grutters, en, in de tweede, de minvermogende burgers. De bakkers, dus, die aan eene zetting onderhevig zyn, en by de regeling van welke het gewone maalloon wel degelyk in aanmerking komt, zal de zetting van het brood nu in proportie van het oude maalloon blyven, en zullen de bakkers meer betalen? dit zou eene onbillykheid wezen ; of zal de zetting tusfchen beiden verhoogd worden, uit aanmerking van het maalloon? dan zou de bloei en de inkomst der koornmolenaars gedeeltelyk gehaald worden van den behoeftigen burger, die nu naauwelyks geld heeftom brood te betalen, en zich daarom, in fteê van hetzelve, by den tegenwoordigen overvloed van aardappelen, van dit voedzaam gewas al veel bedient, om brood uit te winnen; iets, dat mede invloed heeft op de mindere werkzaamheid aan de koornmolens, doch voornamentlyk thuis komt by de bakkers; en dus zou de verzochte verhooging de molenaars wel beter doen beftaan, maar met het nadeel, voor de gemeente daaruit te ontfpruiten, in geen vergelyking komen. Even dat gevolg zou die verhooging ook hebben van den kant der grutters, die, met betrekking tót het tarwenmeel, aan geen zetting onderhevig, den prys van hetzelve naturelyk zouden moeten opzetten, ten zy, de een door den ander' daarin wederhouden, zy onder elkander den molenaar meer profyt, ten hunnen koste, wilden doen genieten. Het committé zal niet ftilftaan by hetgeen de molenaars  naars zeggen wegens het douceur, hy provinciale keuren hen toegelegd; want dat hetzeive genoegzaam hun eenig foutien zou opleveren, is te overgedreven om 'er aanmerkingen op te maken; doch hun beklag over het gemis van dat douceur, door de twee jongfte bazen, is van eenen anderen aart; dit is misfchien een point, waaromtrent eene verandering geen nadeel zon uitwerken, doch waarvan een gemotiveerd voorftel door henzelven by het provinciaal beftuur van Holland, of deszelfs committé van algemeen welzyn, diende ingebragt te worden. Dat douceur, hetwelk voorts alle de overige koornmolenaars van landswege genieten, is wel, in de eerste plaats, gefchikt voor hen die zich eerelyk en getrouw aan hunnen eed gedragen, doch tevens om hen te gemoet te komen in een beter beftaan, en levert dus wel degelyk een bewys op van de bedenkelykheid, die men 'er destyds in vond, om, door eene verhooging van maalloon, den prys van het eerste voedfel te moeten doen verhoogen. Die grondregel, van, zo veel mogelyk, te waken tegen de ryzing van den prys der voornaamfte levensmiddelen, kan niet genoeg in het oog gehouden worden; en zo, derhalve, de molenaars (onderfteld dat hun beklag alleszins gefundeerd was) immer een ongunstig tydftip hadden uitgekozen om redres te bekomen, het is thans, nu de winter voor de deur is, de verdiensten voor den minvermogenden fchaarsch worden of geheel ophouden, en het beftuur niet dan in den uiterften nood aanleiding behoort te geven tot het bekomen van durer voedfel. De aangehaalde verkoop van den molen de Spring is niet voldoende om de noodzakelykheid eener verhooging van maalloon te betogen; zy bewyst alleen de vermindering van waarde, die alle vaste goederen, alle fabriek- en tranekplaatfen, ondergaan hebben, zich ook, hetgeen naturelyk is, tot de koornmolens uitftrekt, en dat de eigenaars derzelven, even als van alle andere vaste goederen, zich moeten getroosten betere tyden af te wachten, die men zich, met grond, mag vleijen dat éénmaal ontftaan zullen, wanneer het gefchokt Europe tot zyne vorige kalmte te rug keert. Ii 3 De-  | 2o3 ") l^?6!^^^^^^^ Iaten voorafgaan, zal liet uwheder Vergadering niet bevreemden; dat het' committé van algemeen welzyn zich bezwaard vind gunstig te rapporteren 0p het addres van gildebroeders ■van het St. Vicfors of koornmolenaars gild; neen maar van advies is., dat eene verhooging van nmiiöon, van ftadswege te bepaten, niet in aanmerking behoort te komen, doch dat tevens kon verklaard worden dat in zo verre de.fupplianten oordeelen dat, met betrek! king tot het provinciaal douceur, eene algemeene toe kenning heilzaam zou wezen voor de belangen der deelhebbenden in hün gild, het hen vryftaat zodanig addres-te maken by het provinciaal beftuur van Holland,, of oeszelfs committé van algemeen welzvn als zy mogten vermeenen te behooren. Terwyl, met betrekking tot zekere vyf bezwaren, als waarvan de koornmolenaars, in het flot van hun addres, gewagen en welke allen gegrond zyn op oude onvernietigde keuren, uwheder committé zich refereert aan deszelfs uit gebragt rapport van aa January 1.1., en volgens welk de toenmalige Reprefentanten van het Volk van Amfterdam het verzoek der vertooners hebben gewezen van de hand. & Doch onderwerpt het committé het een en ander aan het meer verlicht oordeel dezer Vergadering. Heil en broederfchap! Het committé van algemeen welzyn binnen deze ftad. En uit deszelfs naam: H. HUYGHENS. B Y-  BYLAGE tot het dagblad der VERGADERINGEN vak den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Woensdag, 30 November, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. de commissie van stads veiligheid, aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! H et addres van den burger-colonel G. Cruys, op den 19 Oclob. 1. 1., in zyne toenmalige qualiteit als commandant, aan dezen Raad overgegeven, en in handen uwer commisfie gefteld, om fpoedig te dienen van bericht, vind uwe commisfie van dien aart, dat het, in de daad, uwe ferieufe overweging verdiene ,en daarom in de bylage van het Dagblad, nevens ons rapport, zo gy u met hetzelve mogt verëenigen, dient geplaatst te worden ; zynde hetzelve van dezen inhoud: III. deel. Kk PI  C' 210 ) DE COMMANDANT DER STAD, AAN DEK RAAD DER GEMEENTE. MEDEBURGERS! leifTn ikll™ ?«E ,P°St inzonderteid is aanbevolen, en ik alzo,phgtshalven, a zelfs by eede, verbonden ben, om de wetten, door ulieden gearresteerd voor de gewapende burgermagt dezer ftad? te den ha dhaven; daar gylieden zelve, by onderfcheidene refolutiën federt de laatfte maanden genomen , uwe intentie hebt gemanifesteerd, om de voorsz. wett^nTn findelvk ft? °bfrCren C" nak0»ien' en emdelyk, niets minder uwe bedoeling zyn kan, dan eemge inbreuk op dezelven te veröorztken, ofte T. dogen ; zo zult gylieden het my niet ten kwade duiden, indien ik eene en andere bedenkingen, die mV voorkomen van gewigt te zyn, op drie onderfcheidene bJenge?'11 ^ ulieden ter kenS ïtl Lw'at.uwe '-elolutie van den 5den dezer, in de zaak van den heutenant Hnèr Gasman, by de 6de compagnie van het ade bataillon van de ade halve brigade, betreft, het is my voorgekomen, dat het eerste hd van dezelve, waarby ik, in myne relatie, verzocht, en, des noods, gelast ben , aan voorsz. burger rZibngade.skr.ygsra:idte verkenen, niet alleen eene regtftreekfche inbieuk maakt op de relatie, welke de auditeur generaal heeft tot de gewapende burgermagt dezer ftad, maar ook eenige aanleiding geeft tot het verwarre; der politie en juftitie, hetwelk fylieden met zult disconvemëeren,dat van deverüitziendfte gevolgen zoude zyn. 5 - Het is immers, burgers, Leden van den Raadf de auditeur militair generaal, welke, in militaire delicten, a.s de zaak-waarnemer der gewapende bursermagt moet worden beichouwd, en welke alzo moet beflüfen , of de heutenant Gasmen eenigev gegronde aanklachten heeft tegen den adjudant-generaal Knaap, door wien hy zich oordeelt beledigd te zyn, en dan eerst is hé my-  C 211 ) «vne zaak om eenen brigades -krygsraad, tot onderzoek van dit gefcbil, te verkenen, wanneer my daartoe, door gemelden auditeur generaal, aanvrage word gedaan, hetgeen niet kan gefchieden, voor en aleer dezelve de ftukken en bewyzenvan den heutenant liasma» in handen gehad, en onderzocht heeft; op welken grond ik dus vermeen, dat de Raad, onder reverentie, niet verder had behooren te gaan, dan de zaak vanmeergedachten heutenant, zonder eenige de minste beüisfing of bepaling van den form en figuur, te rem voyeren aan den weg van juftitie, zodanig als dezelve in dezen, by het decreet van organifatie, en de nadere wetten voor de gewapende burgermagt dezer ftad gearresteerd, is bepaald. — En wat voorts het tweede lid van gemelde refolutie betreft, het was alweder, ter eerfter inftantie, niet de zaak van den tydelyken commandant, maar die van den chef de bataillon, die eenen Heutenant voor kattenburg, uit zyn bataillon, op order van den commandant, had gecommandeerd, cm over de non comparitie van denzelven, eenen hataillons, en geen' brigades krygsraad, te doen beleggen, en alzo te effectueren, dat dezelve wierd geftraft, zo hy zich niet om billyke redenen konde verfchonen. Behalven dat ik ook ulieden, naar waarheid, kan informeren, dat althans de commandant in der tyd, in dézen opzigte, alles heeft gedaan, wat hy, in zyne relatie, konde en behoorde te doen, gelyk my, by het nader onderzoek dezer zaak, ten vollen gebleken is. Dan, burgers, Leden van den Raad! het is insgelyks op eene andere refolutie van den Raad, van denzelfden 5den October 1.1., dat ik myne bedenkingen aan ulieden moet fuppediteren. Te weten: het heeft ulieden goedgedacht, om, politiquement, en zonder eenig voorafgaand onderzoek van den covnpetenten krygsraad, insgelyks te beflisfen over de zaak van den kapitein Diepvest, tegen de brandraeesteren Broens en Meyer, en my daar en boven te injungeren, om gemelden kapitein Diepvesi, en den lieuteivam Van Cakar, wegens het voorval, by gemelde politieke refolutie beflist, te corrigeren. — Kk 2 . Maar  C 2X2 ) i lteil°krndlU bUrgCrS' LCden Va" de« R»»d! ^tir nere ik (onder reverentie) dat in genen deele van mv SdToSef^' °f V3n competeniLVgenöory Immers een van beiden is zeker, of gemelde kanitein en heutenant hebben in den dienst gepSrS, E In het laatfte geval betreft de zaak, noch mvT noch k - mand anders, die eenige relatie heeft tot de gewapen- ^kbafgWedeTl,d0Ch' * ^ 6Crste Seval hoef de teur vJTnï l ?S.,1'0ren\ °P «nklagte van den auditeur van het bataillon, als de zaakwaarnemer van de Wde borgenn^tadett,, ter kennisfe vin den bataft ons-krygsraad gebragt, en hy denzelven bellis" worden. - poch pohtieke dispofitiên in dezen men du.de my dit niet ten kwade, Jouden in dezen"óp hS SESL™ u T ge,mdden kaPitein en heutenant e ne direfle inbreuk maken, en zylieden kunnen, met het hoogfte recht, vorderen om voorafin hunne belanden Voor de competente rechtbank te worden gehoord. En om alle deze redenen, derhal ven, had de Raad (onder reverentie) de ftukken behooren te renvoyeren en in handen te doen ftellen van den auditeur van het bataihon, om daaromtrent te handelen naar bevinding: en dit was het eenigfte, dat, volgens de wet, konde gefchieden z0 de Raad begreep, dat alhier termen voor militaire correctiën konden zyn. Emdelyk is my ook in handen gekomen , burgers, Leden van den Raad! eene dispofitie van ulieden op de requeste tot ontflag van Jan ChrUtiaan Benten, klerk ter politieke fecretary dezer ftad, van dato ia October dezes jaars. — Dan ook, medeburgers! hoe zeer het buiten twyfel is, dat de Raad de bevoegdheid heeft om zekere clasfe van menfehen, by politieke refolutie, wachtvry te verklaren; zo is het, aan den anderen kant, niet minder zeker, dat het niet oe Raad is, maar, volgens de wet, de competente krygsraad, welke aan officieren en onder-officieren, by voorbeeld, om Iigchaamsgebreken, derzelver ontiW verkenen kan. — En ik vlei my dus ook, dat dit no* toir bezwaar, waarby de wet is buiten werking gefteld, uit den weg geruimd zal worden; te meer, daar hy  by de nadere wetten van het huishoudelyk beduur der gewapende burgermagt dezer ftad, art. 9, u tdrukkelyk is bepaald, dat geen verzoeken, behooren le tot de gewapende burgermagt," ter eerster inftantie san Hen Raad gedaan, of door denzelven befiist zullen worden; maar de Raad dan eerst competent word, wanneer iemand oordeelt te zyn bezwaard , en 'er dus geen andere weg voor denzelven meer openftaat. Heil en broederfchap! (Was geteekend) g. cruys, commandant. Wy zien in de inleiding van dit ftuk, dat een ge* moedelyk bezwaar omtrent de verpfigting in het handhaven der wetten voor de gewapende burgermagt, den commandant eene en andere bedenking, die, volgens de mening van denzelven, van gewigt zyn, op drie onderfcheidene dispofitiên van den Raad, aan ulieden ter kennisfe brengt. Wy zullen beproeven , medeburgers! in hoe verre wy in ftaat zyn, die bezwaren op te ruimen. — Wat aangaat de eerste bedenking, dat gylieden,door aan een'uwermedeburgere'n een' krygsraad te vergunnen, een regtftreekfche inbreuk zoudt maken op de relatie, welke de auditeur-militair beeft op de gewapende burgermagt, en aanleiding geeft tot verwarren van politie en juftitie, kunnen wy, zonder aan te willen merken, dat het niet de commandant, maar de auditeur-militair zelf was, die zich, zo hy ons in zyne relatie zag treden, diende te beklagen, onze verwondering niet verbergen, over de vreemde, en, voor de burgerlyke vryheid, gevaarlyke luftenue van den commandant.-— Immers, burgers medeleden! zo het waar is, dat het afhangt van het oordeel van den auditeur-militair-generaal, of eene aanklagte over eene burgerlyk militaire daad, die de eene burger doet tegen eenen anderen burger, van wien hy zich beledigd acht, genoegzaam gegrond is, om hem al of niet een' krygsraad te verleen' n, dan word de vryheid van de gewapende burgery, die haar klaagftem wil doen Kk 3 hoo-  C 214 > hporen,-ten eenenmaal den .kop ingedrukt, en haaiv vermeend recht gefmoord. —. Zoude de burger in zv ' ne, gewapende betrekking, den toegang tot rechtfpraak wen verhinderd, en die, in zyne ongewapende betrekking , by den politieken rechter wyd open gefield zien ï van waar toch is dit onderscheid oorfprongkeJyk? behoort dit tot de algemeene vryheid, die hy, by'deze gelukkige omwending van zaken, in allerlei betrekking beert verkregen? zouhy, a!s onbefoldigd buroer militair beledigd zynde, verdoken worden om een' krygsraad te verkrygen, het zy dan dat hy gegronde of ongegronde reden van klagen heeft; terwyl aan een befoldigd militair, tegen zyn' makker, tegen zyne officieren, als hy het vraagt, in dat cas, een krygsraid Verleend, en nimmer geweigerd word? Het ftaat niet aan het oordeel van een' auditeur, maar aan den krygsraad, om te beflisfen; nimmer daar en boven heeft de burgery van Amfterdam zulk een recht aan ee, ig auditeur afgedaan. Doordien nu, door deze inlichting, de fuftenue van den commandant komt te vervallen, komt het eerste gedeelte van het eerste bezwaar geheel te vervallen, en is ongegrond. . En, wat het tweede lid van dit eerste bezwaar aangaat, daarop is eenvouwdig te remarqueren, dat het, in allen geval, de zaak van den commandant is, zo al de lieut. colonel mogt verzuimd hebben een' krygsraad over den nalatigen officier te houden, om, althansop last van den gouverneur, of den Raad, ten refpecte van voornoemden officie», denzelven krygsraad te houden, en,' des noous, den Heutenant-colonel, wegens dit verzuim, te corrigeren. Om welke redenen uwe commisfie van advies zoude zyn, dat de gouverneur aan den commandant dient te gelasten, om, met betrekking tot het. eerste lid, onverwyld een' krygsraad te doen beleggen, over de ge-' fuftinetrde belediging, door den adjudant Knaap, aan den Heutenant Proier Gas man aangedaan, eu aan denzelven P. Gasman daarvan kennis te geven. En, met bet.v.kking tot het tweede lid, een' krygsraad over den nalatigen officier, \oor wien den Uuu. Gasman ge-  C ai5 ) geëmployeerd is, om de wacht op kattenburg waar te nemen, te houden. Overgaande tot de tweede bed anking van den commandant, vinden wy daarin dezelfde vreemde gedachte,' met relatie tot het voorafgaand beflisfend oordeel van den auditeur-militair van het bataillon, waardoor ook hier het aanzienelykfte gedeelte van dezelve bedenking vervalt. Het zal 'er dan, nanr het gevoelefi van den commandant,- op aankomen, of kapiteir Diepvest in den dienst heeft gepecceerd, om de zaak tusfchen-hem en Broens, in een' krygsraad te beöordeelen, of, zo hy in den dienst niet heeft gepecceerd, alsdan by den politieken rechter. Dan, burgers medeleden, zo denken wy daar niet over; Broens, een brandmeester, en geen officier zynde, kan aan het oordeel van een' krygsraad niet onderworpen worden. En, indien alle disputen, betreffende de brandfpuit, welker beftuur,zo wel, als dat van de gewapende burgermagt, aan wetten bepaald, onder uwe onmiddelyke beheering ftaat, en door dezelve plegen beflist te worden,voor den politieken rechter zouden moeten worden gebragt; wat zal 'er dan van den ftaat der brandfpuit worden ? Het verfchil van Broens en Diepvest, had zeer ligt, in den aanvang, door tusfchenkomst van den commandant tn den generalen brandmeester Soomer, uit den weg te ruimen geweest, zo de commandant in deze zaak Hechts eenigermate had willen tusfchen komen. En wat aangaat dat de correctie van kapitein Diepvest, zo het geen militaire misdaad is, hem commandant niet betreft, dit is, eene gezochte veröntfchuldiging: immers, hy was daartoe, door uwen last,gequalificeerd, cn bevoegd. In zo verre nu de commandant zich Ifertoe onbevoegd rekent, zoudt gy de commisfie van ftads veiligheid dienen te qualificeren, om de bUrgers Diepvest, Van Opkar, Broens, en Meyer, en, des noodY, Soomer, en verdere getuigen, voor zich te doen komen, om dit verfchil af te doen, en aan hetzelve een einde te maken, en wel vóór dat uwe commisfie op de requeste van kapitein Diepvest, van den heutenant Van Cakar, en het nader request van den brandmeester Broens,  ( *%6 ) JSnens, refpe&ivelyk aan uwe Vergadering ingeleverd, eenig rapport deed, om reden, dat deze zaak zynde ten einde gebragt, die rapporten minder uitgebreid behoeven te zyn. M t e ekking tot de derde bedenking van den commandant, zyn wy met denzelven van oordeel, darde Raad de nadere refolutie van i2 0ctob. 1.1.,ten aanzien Van den burger Jan Cristiaan Benten, waarby hy wachtvry verklaard word, waarfchynelyk omdat de Raad onkundig geweest is dat hy officier was, niet had dienen te nemen, en dus dezelve buiten werking dient te Hellen, tot zo lang hy, als officier, door een* krygsraad, welken door hem verzocht kan worden vooraf wettig ontflagen is: En hiermede vermeent uwe commisfie aan uwen last voldaan .te hebben; ons verder onderwerpende aan uwlieder beter oordeel, zynwy, na toewenfehing van Heil en broederfchap! De commisfie van ftads veiligheid. J. C. C. DEN BEER POORTUGAEL, WILLEM VAN BARNEVELD. A. A. BEERüNBROEK. J. H. SCHIMMELPENNINCK. FONTOI. MARTEN KOOY. Amfterdam, den 30 November, 1796. tiet tweede jaar der Bataaffche vryheid. B Y-  B Y L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Maandag, 5 December, 1795. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. aan' den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! Den Ondergetekende geeft te kennen, dat het ongeluk hem bejegend, van in zyn post gefuspendeerd te zyn, hem verpligten, van aan U, Burgers Raaden! de reden die daar toe aanleiding gaven, aan U wat nader onder het oog te brengen. Dan, eer ik daartoe overgaa, zal ik U, Burgers! vooraf twee zaken doen opmerken : de eerfte is: dat ik een reeks van 18 Jaaren de post heb bekleed van Tweede Boekhouder in het Spykerhuys op de Stads Timmertuyn; — en alhoewel ik in den Jaare 1787 reeds onderfcheide getoond heb het Patriottisme toegedaan te zyn, zoo heeft het voorige beftuur evenwel kunnen goedvinden (na dat ik echter zeven weeken onder cynfuure had gezeten) behoudens myne patriottifche gevoelens, alleen om dat 'er op de bediening van myn post niets te zeggen was, my in dezelve doen continueeren; — ten andere, dat eyen na de revolutie in anno pasfato eene Commisfie uit de provifioneele Reprefentanten dezer Stad is geIII. deed. LI weest  C ti8 ) tveest om te onderzoeken of de departementen aan de Stads Timmertuyn in behoorlyke order wierden bevonden , ;van welke Commisfie ik meen dat nog heden werkelyk'Leeden onder uw midden zig bevinden; van dewelke ik de duidelykfte blyken van genoegen en van hunne goedkeuring over myn gehouden gedrag heb mögen ondervinden. De tweede redenis, en vooral: dat ik, zoo lang ik de eer heb gehad myn post te bedienen, geene andere order heb gehad, nog dezelve ook anders heb uitgevoerd als ik'in deze heb gedaan , 'waar over ik nu zoo onverhoord veroordeeld ben geworden, zoo zelf, dat de Burgers, uitmakende het Thefaurie dezer Stad, hebbe kunnen goedvinden my in myn post te fuspendeeren. Om U, Burgers Raaden! een breedvoerig verhaal te doen van alles wat daar 'by is gebeurd, zoude uwe gewichtige bezigheden veel te kort. gedaan zyn; — echter zal ik U, zoó kort mogelyk, de zaak overleggen, zoo als ze is gebeurd: Het was dan, Burgers Raaden! in de maand Juny 1. 1., dat my door den Burger Visfer, Ritmeester van de 4de Comp. Nationale Cavallerie. eene ordonantie, door een der Thefaurieren ondertekend, ter hand wierde gefteld, met last om de reparatie aan de gooten, en de' nodige watervaten aan de Stal van genoemde Cavallerie te bezorgen. Het laatfte direct, myn departement betreffende, manqueerde ik niet Om gezegde watervaten te beftellen, en vervolgens de ordonantie door den Onderbaas van Ronfelen aan den Directeur van der Hart te bezorgen, om dat de reparatie van de gooten zyn departement betrof. Dan, na dat circa twee maanden verlopen, en de watervaten reeds in order waren, kwamen de Burgers Ogelwight en Drost by my aan de Timmertuyn, den Burger Ogelwight het woord voerende, vroeg aan my wie of order tot het maaken van die vaten had gegeeVen ?.. ik antwoorde Thefaurieren.... Hebt hy daar bewys van hernam hy?... ik antwoorde Ja!., doch dat zulks in handen van den Directeur was. Dan moet gy 't morgen aan myn huis bezorgen, was het woord van  ( «9 ) van den Burger, het welk ik aannam. Doch des andren daags kreeg ik 's morgens al vroeg de tyding dat ik het briefje niet behoefde te bezorgen, maar dat ik in perfoon moest komen. Ik deed zulks met de meeste bereidvaardigheid, onbewust wat my zoude bejegenen ; — en althans niet vermoedende dat het uitvoeren van de aan my gegeeven order my ten kwaade zoude geduid worden. Dan, Burgers Raaden! hoe ontzettend was het voor my, dat briefje by gefchreven te zien met de woorden NIHIL BY PROVISIE. Een byfchrift, Burgers! dat ik, toen het my ter hand is gefield, er niet op gevonden heb; noch dat door den Ritmeester Vis/er, door wien het my bezorgt is, ook niet is gezien. Zoude anders my wel gewagt hebbe, van de vaten, zonder een nader order te hebben laten maaken. Ja! Burgers Raaden! ik bezweer U in den naam van het Vaderland! dat dat byfchrift er niet is op geweest, toen het my is gegeeven Dus, Burgers! vraag ik met alle befcheidenheid, waar in myne misdaad beflond of konde beflaan?... Eene ordonantie, door een Thefaurier zelve getekend, niet te honoreeren, zoude ik voor misdaad geagt hebbe — te meer, Burgers! daar het my zelf voorleden Jaar kwalyk is geduyd geworden dat ik een ordonantie, door den Boekhouder van het Thefaurie Eeniinck getekend, hadde geweigerd, of althans niet direcT: geëffectueerd. Redenen waarom den ondergetekende by deeze allerernlligst verzoekt om door U, Burgers Raaden! van zyne fuspenfie ontheeven, en hy weder dadelyk in zyn ambt moge herfleld worden, ten einde hy zyn post weder als te vooren moge bedienen en uitvoeren. 't Welk doende. H. F. SPERWLR. Amflerdam, 8 November, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. P. S. Anexeere hier nevens een Declaratoir van myn politiek gedrag, door eenige Burgers geteekend. LI a VKÏ-  FRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. De Ondergeteekenden alle Burgers en inwoonders binnen deeze Stad, in hunne verfchillende qualiteiten Dienst doende, onder de Nationale Guardes te paard. Certificeeren mits deefen, den Burger H. Sparwcr Volontair onder de ade Comp. van gemelde Corps, te kennen voor een man, weike een minnaar van Order is, en getoond heeft ten allen tyden gereed, en bereidvaardig te zyn om de Rust deezer Stad met alle Iver en Vlyt te handhaven; de wettige Geconftituëerde Machten te befchermen, en zoo wel voor als naar de Revolutie altoos blyken van zyne Patriottifche gevoelens heeft aan den Dag gelegd, verzoekende dus de Raad der Gemeente om alle mogelyke reguards op nevengaande Request te liaan. Amfterdam, den a November, 1796'. Hit tweede jaar der Bataaffche vryheid. Joh. Tjallingii, Ritmeester Commandant. B. W. S. Fisfchcr, Ritmeester, 4de Comp. Jehanncs Nisfen, Ritmeester, ifte Comp. C. L. Fisfeher, Eerfte Lieutenant. D. C. Nolthenius, Lieutenant, ifte Comp. E. W. Bcth, ade Lieut, in de 4de Comp. Cavallerie. P. Nagel Jansz., Wagtmeester van de ade Comp. P. Cranendoncq, Lieutenant van dito. J. D. Lucas, Adjudant. P. T. Grifart, Adjudant. W* J' van Beugen, Wagtmeester onder de 2de Comp. Da-  C 211 ) David Beets, Lieutenant van de 4de Comp. Henning Nlsfen, Chirurgyn Major. Jan Veldman, Wagtmeester van de 3de Comp. B. van Enst, Lieutenant, ade Comp. P. A. Godefroy, Bregadier onder de ifte Comp. N. Rynbout, Brigadier onder de 4de Comp. J. Bik, Ritmeester der derde Compagnie. A. Ryk, Foeragier. W. H. Vereul, Auditeur Militair. Jan Notte, Bregadier onder de 2de Comp. C. Warneke, Brigadier onder de 2de Comp. J.Bouhuis, Wagtmeester, 2de Comp. B. Roetenbeek, Brigadier. LI 3  C 444 ) FRTHEÏD, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. AAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Door deze Vergadering, in handen van.thefaurieren ordinans gefield zynde, om te dienen van bericht zeker request van den burger Hend. Fr. Sperwer, tenderende om herfleld te worden, in den post van boekhouder op het fpyker-comptoir op dentimmertuin dezer Had, waarvan hy, door thefaurie ordinaris,is ontflagen, enz.; hebben thefaurieren noodig geoordeeld, aan den Raad een verbaal te fuppediteren van het gebeurde, met zo als hetzelve in het request geheel verkeerdelyk is te famen gefield, maar na de zuivere waarheid, en, overeenkomstig het karakter dat een braaf regent, ïn alle zyne handelingen, moet kenmerken. — Men wete dan vooraf, dat, volgens de oude, en nu noch vastgeflelde, zeer billyke, en noodzakelyke wyze, geen ftads bazen, of wie het ook zyn moge , iets mogen leveren of maken, dan op fpeciale gefiatteerde permisfie-biljetten; van hen thefaurieren ordinans geteekend, en dat, wanneer zulks niet wierde gemaintmeerd, men, binnen weinig tyds, het geheele fabriek-wezen van deze ftad, in de grootfte verwarring, enorme misbruiken, en tot onberekenbare nadeelen voor het finantie.-wezen zoude zien vervallen. En nu overgaande tot de zaak in questie, dient, dat het was den 13 Aug. I. L, dat ter thefaurie ord. gcprefenteerd werd een verzoekfchrift, getekend door den burger Visfcher, ritmeester van de cavallerie, om te obtineren agt watervaten, voor den ftal aan de Leydfche poort; dit verzoek, na gewoonte, onderzocht zynde, werd bevonden onnoodig te zyn, vermids de paarden, geen regenwater gebruikende, zulks alleen zoude dienen, om den ftal fchoon te maken, waartoe men altoos een fchuit met versch- of regenwater, in voorraad had liggende, in f-e baangragt, digt by den ftal; — en nog daar en boven, vermids die watervaten, fuffifant gemaakt, met yferen banden voorzien, cn gefchilderd moesten worden; vervolgens voetftuk- ken  C m > ken daartoe gemaakt,en koperen kranen in de vaten ge* bragt worden; dat nog daar en boven het dak van den ftal daartoe geappropriëerd met gooten en pypen * bezorgd moest worden, en alzo, volgens de opgave van den directeur, te famen gerekend, een kosten van circa ƒ1800:— zouden veroorzaken. — Thefaurieren refolveerden dierhalve, dit verzoek te wyzen van de hand, en een hunner ftelde alzo daarop nihil, by provifte, en zyn' naam; — waarop men, daarvan niet meer gehoord hebbende, ook-niet meer daar aan is gedacht;— doch, in de maand Sept. 1.1. , twee thefaurieren naar den ftads timmertuin gegaan zynde, om eenige infpectie van eenig werk, byzonder in den fmits winkel, te nemen, vinden aldaar-, op de plaats, onder het afdak, zes ronde, en twee ovale vaten, van een aanzienlyke grootte, fraai gemaakt, met yferen banden heilagen, en gefchilderd. Hunne attentie daarop vallende, vragen zy, waartoe dezelven zouden dienen; en het antwas: voorde cavallerie. — Wie dezelven geordonneerd had ? — Sperwer. Deze geroepen, en gevraagd zynde , erkende dezelven geordonneerd te hebben. Verder gevraagd, wie hein daartoe gelast had ? antwoordde: thefaurieren. — Gevraagd, naar het frat, nam'hy op zich, dat te zullen vertoonen; dan, tot nu toe, heeft hy zulks niet kunnen doen,dewyl hetzelve nimmer uitgegeven is. Maar, integendeèl, is des daags daarna, te voorfchyn gekomen, het bovengem. verzoekfchrift, van den ritmeester Visfcher getekend, en, zo als gezegd is, met nihil, by pxwifie, daar op; gelyk ook by thefaurieren opgevraa£nr"en in handen gekomen is, het order-briefje van hem Sperwer, aan den kuiper, om de vaten te maken, en welk order-briefje gedateerd is op 6 Jujy 1. f. , en dus een geruimen tyd vóór dat de permisfie daartoe aan thefaurieren gevraagd is; een duidelyk bewys dierhalve, dathy, Sperwer, eigener authoriteit,'de vaten heeft doen maken, vóórdat het verzoek gedaan is, veel minder gefiatteerd konde zyn.— Thefaurieren ordinaris moesten nu noodwendig zeer gevoelig zyn, over het gedrag van een' man, ftaande in hunnen dienst, welke zich had veroorloofd om  C 3*4 ) om zulk eene misdadige inbreuk te maken , op -de vast* gefielde, en wel geregelde orde, welke in deze omflagtige direótie, zo noodzakelyk verëischt word;, en het was daarom, dat thefaurieren den burger Sperwer,, op den 14 Sept. 1. l.,in hunne generale befoigne, zeer ferieuslyk over zyn gehouden gedrag, indezen onderhielden; dan, in plaatsdat dit zodanigen invloed op hem zoude hebben gemaakt, om hem zyn aangetoonde fout te doen erkennen, en excus te vragen, verkoos hy zyn gedrag, op een brusque wyze, te willen defenderen, en zich met frivole voorwendfels, (gelyk als in zyn request) te behelpen. — Thefaurieren bemerkende van met hem, Sperwer, niet te kunnen vorderen, rekende zich verpligt, de gefchondene orde in hun beftuur, en tevens de fchade, daardoor aan de ftad veroorzaakt, op het ernftigfte, en ten voorbedde van anderen, te moeten corrigeren; doch vonden echter goed, om, zo veel mogelyk, den zagten weg in te flaan, en, in plaats van hem, na merites, dadelyk van zyn' post te ontzetten, liever aan hem nog den weg open te ftellen, om denzelven zynen post te doen behouden ; mids dat de fchade aan thefaurie door hem toegebragt, behoorelyk werde goed gedaan: en hebben hem dus aangezegd om de vaten, welken hy, eigener authoriteit, voor ftads rekening, heeft doen maken , voor zyne rekening te houden en te betalen; en dat de penningen daarvoor, op de thefaurie ordinaris, binnen den tyd van 14 dagen, door hem gebragt moesten worden; en dat, J>y gebreke van dien, thefaurieren hem van zyn' pr< zouden ontdaan. — Dit hem aangezegd zynde, vertrok hy, onder het geven van een onvoldoenend antwoord, en heeft ook niet kunnen goedvinden daaraan te voldoen, veel minder zich verwaardigd om zich nader te addresferen; zodat thefaurieren eindelyk in de onvermydelyke noodzakelykheid werden gebragt, om, wilden zy de klem van hun beftuur niet geheel doen verlammen, en alzo dezelve in een gevarelyke kleinachting zien gebragt, in etn ander generaal befoigne, doch eerst vier weken daarna, zynde den 13 Qct,ob., te refolveren, om hem, bur-  burger Sperwer, van zyn' post als fchryver op 't fpyker-comptoir, dadelyk te moeten ontflaan; waarvan hem een extract-refolutie is ter hand gefteld. Ziet daar, medeburgers! de toedragt dezer zaak aan u vertoond; en gylieden zult daaruit opgemerkt hebben, dat de burger Sperwer niet, zo als hy in zyn request goedvindt te zeggen: „ zo lang als hy zyn'pust beeft bediend, geen andere order heeft gehad, noch dezelve ooit anders uitgevoerd, als hy in dezen heeft gedaan, als zynde dit volftrekt aanlopende tegen de vastgeftelde orde. Hy vermogt het gevraagde niet te effectueren, vóórdat het door thefaurieren goedgekeurd, en dus het billet, door een derzei ven, gefiatteerd is; eri nimmer dieeft een der thefaurieren dit fiat gegeven; integendeel is blykbaar, dat hy, Sperver, volgens zyn eigen order-briefje aan den kuiper, tot het maken der vaten gegeven, gedateerd den óden July, deze vaten,zonder voorkennis, eigener auihoriteiv heeft befteld, lang vóórdat het verzoek daarom aan thefaurieren is gedaan, en met nihil is van de hand gewezen. - Ook is het geftelde-van hem, Sperwer, met naar waarheid, dat hy onverhoord zoude zyn ver-' oordeeld, kunnende de notulen-van thefaurieren getuigen, dat hy gelegenheid heeft gehad, zo als boven aangemerkt'is, zich in het befoigne, op den i4 Sept. te kunnen verantwoorden, en waartoe hy federt nog ff/ T uVJl f" tvd van vier wek?n heeft gehad, vóór dat hy dadelyk van zyn' post is ontüagen. Veel eerder fchynt hét , 'dat hy heeft willen verkiezen een der onderbazen, als dezen (hoe onfchuldig ook) voor de oorzaak hiervan houdende, op eene zeer onzagtewyze, op den ftads timmertuin, tot ftoomis van de goede orde aldaar, te attaqueren, en zynen wraakiust, op eene gevoelige wyze, te doen ondervinden» waarvan de beëedigde verklaring, zo thefaurieren hebben vernomen, gefteld is in handen van den Procureur «er Gemeente. Thefaurieren ordinaris zouden vermenen de attentie dezer Vergadering te misbruiken, bya'Idien zy dezelve nog langer ophielden, met de onderfcheidene valfche polniven in het request van den burger Sperwer ver-  C 2.26 ) W,en oordeelen het aangevoerde genoegzaam* te zyn,. om aan dezelve te doen gevoelen, dat zy omtrend den requestrant zo gehandeld hebben, als zy, behoudens cttfJ&elangen der ftads finantiën, en bewaring der goede orde, overëenkomstig hun' pligt, behoorden te. doen; alleen moeten thefaurieren ulieden nog 'doen opmerken, dat het declaratoir in faveur van Sperwer' getekend, en hetgeen zyn request verzelt, geen de minste melding maakt van de zaak ten principale; en dat, hetgeen in 't zelve declaratoir vervat is, zeef wel beftaan kan, met bet gebeurde, om hetwelke Sperwer is ontflagen; en dat, al waren 'die burgers, die tot zyn'''voordeel hebben getekend,'bewust geweest van hermaken der vaten, zy echter-nog het gemelde declaratoir, zouden hebben kunnen tékenen;- alzo het niet te denken is, dat dezelve tekenaars kundig geweest zyn van de vaste manier, by thefaurieren geöbfer-' veerd, namentlyk, dat noch door ftads bazen, noch Wie het ook zyn móge, eenige ftukken van aanbelang mogen-gemaakt worden, "dan op_ fperiale getekende permisfie-billettèn van hen thefaurieren. ,sh', ' 'orht'7 :■' 6 .. 3 . Heil en broederfchapl nu vort , ;n .... . »«rff>js fkfcil bi iev'! ïfil' 1 u) ANTH. EBELING,. ï;oa rÈibii 09 .: PfeMeMi.y; B: ■ ■ Amfterdam, den 30 November, 1796, Het tweede jaar der Bataaffche vryheid* (ilik> :4bt;;rf:.:.-». èod) cos-L sla f fusedisLno i»h trta -no"i§3s sjwa qo rï::r i gtggj ïairl isasto iouv n»v feiinoufl ■ .t t muhsmtaiJ Fl tt: i> qp ,93 -' . -jIèV^w iton na ,;n5tó0bi(fta 31 . * sblfi ïbïrt éu'»^ Vb «nsbflivisnr'o nyot rbsyw gil örójj anos go tJaul -dor? rt"-""i'.'^fi nöö nisv a^bristf fit ai bfeft'ig criStooaisifjbi " £iiri9lifi:ab a*onj'Urè'v n'ebnos zhsn'.hio adüiiW) rl'i 9 "0';ttb'vs Réil ffiyq t .tj:;; ^altsbèg-jiy .w»b Sjöt?)lav saahi.•ifó'-i.'óiK.» ah ïeiu ,•nsLiaidqö i3|iisJ ; . ■0/twtW'. 1' 69fc ns/ ;-;>u . ; t ;•:»*■ W f?9vbib*£  B YLAGE tot het dagblad der. VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Maandag, 5 December, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche yryheid. Cefia. aan den raad der gemeente der STAD AMSTERDAM. burgers raden! M et het grievend gevoel, hetwelk de rechtgeaarte Mensch by zig ontwaar word, wanneer hy de Maatfchappelyke orde heeft zien fchenden; met alle die verontwaardiging, waar meede elk braav Vaderlander bezield zyn moet, wanneer hy de rust van den Burirerllaat door onverlaten aan openbare ftoring blootgefteldl ziet; maar ook tevens in het vol vertrouwen op Wieder wysheid en zugt, om den rustverftoorer te beteugelen en den braave burger alle genoegdoening voor aangeIJ.I. deel. Na da-  ( 2*8 ) dane beledigingen te doen wedervaren, treden wy tot U, om in uwen fcboot over te leggen het aan deefen Voordragt geannexeerd Declaratoir. Gylieden zult daar uit ontwaar worden in hoe verre een Inwooner defer Stad zich zelve heeft vergeeten en welke verregaande beledigingen den gewapende Burgermacht door den zelve zyn aangedaan geworden; beledigingen welke van de allerdroevigite gevolgen hadde kunnen zyn en de rust deefer Stad ftooren, by aldien niet zy, die dezelve hebben moeten onderdaan eene genoegzame mate van Vaderlandsliefde hadden bezeten, om daar door de levendige gevoelens eener in zich zelve, voor al in den Militair, zeer geüorloovde, ja misfchien noodzakelyke harstocht te onderdrukken en aldys deszelvs hevige uitwerkfelen te kunnen voorkomen; beledigingen, die niet alleen den teekenaren van het nevensgaand declaratoir, maar de geheele gewapende macht betreffen; beledigingen, wa-ar door het plan van discipline, waar door wetten door Ulieden gefancti oneer d en waar door dus de authoriteid der geconftituëerde macht — Uwe eigen auhoriteit op de allerftrafwaardigfte wyze gefchonden zyn; beledigingen eindelyk welke by aldien dezelve niet op eene voegzame en tevens ecclatante wyze gecorrigeerd wierden, niet zoude nalaten de aller verdervelykfte gevolgen naar zich te fleepen. Wy geloven, Burgers Raden! dat het overbodig zyn zoude de aangelegenheid defer faak door uitbundige redenen aan Ulieder attentie aan te beveelen — de eenvouwige inzage van het declaratoir zal uw van deszelvs gewigt ten volle overtuigen. Wy hebben daarom ook begreepen, dat het niet noodzakelyk was alle de bifondere omftandigheeden, welk; dit geval hebben vergezeld in het breeue te er.areeren. Wy willen den eventueelen uitflag uwer delibera' tiën niet voor uit loopen, maar hebben echter vermeend te mogen voor onderftellen, dat deeze onze voordragt met de byiage door Üh in handen eener perfoneele Commisfie zal worden gefteld, aan Je> ■ ke wy  C 229 ) wy als dan alle nadere en tot deze zaak veel afdoend» ©mftandigheeden breeder zoude konnen opgeeven. Wy onderwerpen niet te min al het voorgedragent aan Ui. meer verlicht oordeel. Heil en broederfchap! De Officieren van 't ade Battaillon der ifte Halve Brigade. Uitnaam derzei ve: H. SCHALUG, LiCUt.Coïï. Nn a Copia,  C 230 ) • f tutï7c!fden ftaat gebragt zoude zyn geworden, waarin zy zich thands bevind, dat numentiyk , to ipfo. het vorig vonnis geconfirmeerd zoude zyn geweest; rnmers dat ook, in dien gevalle, de tyd om te appelleren, dat is, om eene nieuwe inftantie te beginnen . verioopen zoude zyn geweest, en dat alzo daardoor alleen h-t  het vonnis van den bataillons krygsraad in kracht van gewysde zoude zyn gedaan." Amfterdam, den Oftober, 1796. Hei tweede jaar der Bataaffche vryheid» Heil en broederfchap! (Geteekend) g. cruys, commandant. Het voorsz. rapport, nevens het request va- den kapitein Nicolabs ,* - -bod De commisfie van ftads veiligheid der ftad Amfterdam. En in derzelver naam: ïi. MULLER. /mfterdam, den 20 December, 1796. tiet tweedejaar der Bataaffche vryheid.  B YLAGE TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Woensdag, a8 December, 1796. Bet tweede jaar der Bataaffche vryheid. Copia* AAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. BURGERS RADEN 1 De ondergeteekende kunnen niet afzyn! alleen uit befef hunner verplichting aan 't vaderland! en bet deel dat zy ftellen in de noodt van veele hunner Mééde Burgeren, die alles voor desfelfs behoud, en ter verkryging der vryheid (na fo veele uytgeftaane Rampen) hebben opgeofferd — zig uwaard te wenden! met verzoek : dat gylieden Burgers Raaden , voor teegenswoordig, meer dan ooyt zult willen acht (laan op den publicatie van 24 September 1795 , voorkomstig^uit het midden der Nationaale Vergadering, waarin t 5 artikel duidelyk gezegt werd „ dat alle die zich aan hun vaderland! hebben verdienstelyk gemaakt; het eerst den voorrang in 't bekoomen van amten of bedieningen zullen genieten. — Dan helaas, hoe weynig hier op werd agtgeilaagen! zult gylieden wel te Recht l met III. DEEL. PP 0a*  C 244 > ons bewust weefen! te meer zo de lyst alleen van deeft. ftads aangeftelde perfoonen werd ingezien l* V geheel maar drie Bataven zyn te vindfn 7onZ °£ aan te merken of de andere aanpS. , " "0ch mannen! befield mct^i^tg^TSS wy tevens kunnen aanftippen eenen L j vZ 'rÏZ die op gezegde lyst ftaat; als aangefteld^fSch pper on Rotterdam: een, volgens by ons ingekoomenE? ten groote Oranje! vriendt! als ook eenen genberg gepjaast als vaste Schipper op VVeefenet twyffelende Burgers Raaden of hier over zyn'reeS klagten by ulieden ingebragt. y Eyndelyk; is het, dat daar de ondergercek»ndP in een van ul eder! Dagblaaden hebben gefefen net Ra port van 't Committé van Waakzaamheyd! op een Re-~ quest by ulieden ingeleeverd door den ExfchSut Bkt kolk' wm by 't gezegd Committé zegt, dat uyt hoofde des fupphants fwaar huysgezin en poovere middelen van beftaan, te gelyk met zyn gehouwden gech ch?fa zynen voongen post, f0 ver zy begrypen te zvnvan dien aard! dat genoemde S/oMo/k.rlZ voorkomt als een man ; die wel een post kan hebben, zy! hoe geerne ook wi lende deelen in 't armoedig lot van X Mensch! hunnen natuur genoot! - Echter niet moo gennaaiaaten, dit neftensgaaScfe Declaratoir Sen te prefenteeren: om daar door aan te tonnen, of den Yezegde taltj vermag te worden Egaal gefteld met wee?entïyke Mmtil gelvk noch in^deefe ftad alleen, , ,nnweezigzy„, ct^e alle, met het Zwaard in den vuist-onder de Franfche onze Broederen êbbej geageerd, rer verbryzding v*ft)o»k belagers' en nu noch eenen Rampzalig, r.,ÏWl,e,ie , *d ondervinden: wy zeg^n Bataven! fa Burgos Raaien" ■ die zelfde Burgen bt do^,;, «* ,ie ulieden roch £ noe;-zaam alle daswen Jastig vallen. b' Gaat dus bidden wy ulieden: dé lyst der aangeftelde perfoo.eneensNaauwkeurig iiaaeireiMveSdeenSi de Ruyve en hhogenberg! en foó 'er meer van dn foort mogten zyn - lm eenen BlomMk wachten ! en plaats volgens uheder verplicht aan bonvdhglhoSS bhcaue.-Bata^ Mannen van Verdienden: enzyri , ' . al-  C 245 ) alle de zulke geholpen; en 'er noch iets over, Redt dan hem die anders van Gebrek zouden omkoomen: louter uit menfchenliefde. 't Welk doende Zyn wy met refpecr. ulieder Msede Burgeren P. N. DEN VELDE HERMSZ. P. FRAISSiNET. Amfterdam, den 7 December, 1796. 2, Jaar der omwenteling. Copia. ' Wy ondergeteekende verklaaren uit liefde der waar.heid, ten behoeven van een iegentlyk dien zulks zouden moogen aangaan, zeer wel te kennen den perfoan genaamt Tbert Hoogenberk en wel te weeten, dat hy nimmer het Patriottisch Systhema heeft omhelsd; verklaarende den ondergeteekende H. B. Sprangers, dat ten tyde dat gemelde Tbert Hoogenberk op trouwen ftond en Bruydegom was; hy dezelve is ontmoet; zynde niet alleen zelfs maar ook den Schipper Jaager en Paard zwaar met oranje verzierd waaren', dat den ondergeteekende hem daarop gezegd hebbende, wat zyt gy fchoon verzierd, gemelde Tbert Hoogenberk hem ondergeteekende in het voor by gaan eenige woorden heeft geantwoord die hy ondergeteekenden niet verftond, dan hem eenige daagën daar na wederom ontmoet zynde, wierd door gemelde Tbert Hoogenberk den ondergeteekende daar over.aangefprooken cn gevraagd wat hy daar van wilde hebben, daar by voegende, dat hy Hoogenberk niet gedacht had, dat den ondergeteekenden zig met zulke zaaken zoude bemoeyen, waarop den ondergeteekende hem wederom repliceerde, dat hy zulks tog wilde zeggen, om dat het zo mooy was, alles met zulke of dergélyke woorden; voorts verklaarde de twee ondergeteekende H. II. Betzeen dat meergemelde Tbert Hoogenberk zig altoos onder het voorig bePp a ftuur  C 246 ) ftuur voor het oranje huis gedistinguëert, verders verklaarde de derde ondergeteekende B. Weever meergenoemde Tbert Hoogenberk circa 18'jaaren gekent heeft, en dus ook zeer wel weet dat hy zich niet alleen voor, maar ook naar de Revolutie ten fterkften voor de oranje party heeft gedistinguëert ;eindelyk verklaarde de laatstondergeteekende T. G. Fleerkings meede ook zeer wel en op zeekere gronden te weeten dat veelgenoemde Tbert Hoogenberk altoos de oranje Party is toegedaan geweest, als meede dat het circa vier weeken geleeden is,dat eenen l'ink deszelfs geweezene Schippers Zoon, aan hem ondergeteekende by wyze van discours te kennen gaf, niet te kunnen bcgrypen, dat iemand (denoteerendedaarmede genoemde?. Hoogenberk) éis. zodanig van denk wyze beftond, zulk een post had kunnen verkrygen. In kennisfe der waarheid, hebben wy dit onderteekent, bereyd zynde des noods en daar toe vereyscht wordende met Eede folemneel te bevestigen, Amfterdam, den 9 December, 1795. Hst tweede jaar der Bataaffche vryheid. H. B. SPRANGERS. H. H. BETZEEN. B. WEEVER. T. G. FLEERKINGS.  ( &47 ) VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. het committé van algemeene waakzaamheid te amsterdam, aan den raad der gemeente derzelver stad. medeburgers! Het was op den 13 December 1.1., dat, door uwe. Vergadering, in onze handen gefteld werd een addres van den burger P. N. den Velde Hermsz. era P. Fraisfinet, beneffens een declaratoir van belchuldiging tegen den burger L.J. van Reuven, aangefteld tot kotterdammer fchipper, ten einde het noodlg onderzoek te doen, en wyders uwe Vergadering te dienen van Tak?igevolge van dien, vind het committé van waakzaamheid zich verpligt ul. te moeten rapporteren, dat hetzelve, na examen van het, aan den reqtteste-geannexeerd zynde, declaratoir, in dato 9December 1790-, in deszelfs gehouden vergaderingen, gercquireerd heeft. en ook, ieder van hen afzonderlyk, zich geflftcerd hebben die twee burgers, welke het gezegde declaratoir onderteekend hebben; doch dat het committé m geenen deele daaruit kan opmaken dat de burger L. j. %an Reuven geen waar patriot zoude zyn ;in tegendeel, het committé is, door andere getuigen deswegens beter geïnformeerd, dat de gemelde burger ^» Reuven zich, zo veel mogelyk, het met de eeriyke waarneming van zyn' post, als fub provoost,overeen kwam, de vervolging der patriotten, in den tyd der verdrukking, zo veel mogelyk, heeft verzagt; derhalven pepfifteert het committé van waakzaamheid den burger L. f. van Reuven voor een' waar vaderlander te houden ; en, derhalven, zo kan het committé van waakzaamheid niet, dan met verontwaardiging, denken aan zodanige burgers, die,door wangunst en eigenbaat bezield, zici niet ontzien de daden en gevoelens van hun evenmensen te lasteren, en een committé onder verdenking trachten te brengen van de vyanden van de tegenwoordige orde van zaken voorteftaan, en te begunftigen, en daardoor hetzelve van het vertrouwen der burgery te  C =48 ) , ■ Het committé infteert dierhalvpn 4** ^ j Heil en broederfchap! H iss? ™ ^ ^ *r ZW**//^ vryheid. VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. AAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. medeburgers ! te le "Z f ™ feeV.aa" de eer< « W« "evens over tl. de Fries, Lid van het Stadsbeftuur te Weesp. Com. van Velzen, Prefident-Schepen, en thans fungerende kapitein-commandant der 1'chuttery der ftad Weesp. Pieter van der Meulen Dirksz., van Amfterdam. Thomas Zurmühlen. Gysbert Veen, Lid der Municipaliteit te Weesp.1 Jan Schimmel tlcndkz. l%aak Thuret. A. de Lanoy, Hoofdfchout der ftad Weesp. D. Hooft, Ontfanger van de Gemeenelands Middelen over de ftad en het Quartier van Amfterdam. Dirk Verfieegh, lieutenant-colonel der gewapende Buigermagt van Amfterdam. Elias Baart. Com. de Man, Makelaar. Hendrik Baart, lieutenant-colonel der gewapende burgermagt te Amfterdam. Nic. van Eyck. Accordeert met het origineel declaratoir. ^ H. e. UArfSEN, fecretaris. Amfterdam, den ar December, 1796. Het tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. B Y-  B Y L A G Ë tot het dagblad der VERGADERINGEN RAAD D EK GEMEEN TÊ van AMSTERDAM. Woensdag, 21 December, 1796. Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRXHEID^ GELTKHEID, BROEDERSCHAP. Aan den raad der gemeentJÉ van amsterdam, medeburgers! jÖy gelegenheid, dat de ondergeteekende, niet ën benevens de burgers Heemskerk en Pontoi, op gepasfeerden Donderdag, door uw committé van koophandel en zeevaart gecommitteerd werd, om zich iiaar deri Hage te moeten begeven, ten einde aldaar, op aanftaanden Donderdag morgen, eene conferentie by te wohen, met eenige leden van het provinciaal committé van koophandel en zeevaart aldaar; zo werd goedgevonden, om van een der ftads jagten, by deze gelegenheid , om byzondere redenen, gebruik te maken, te meer ook nog, omdat tevens twee leden en den fecretaris van den Levantfchen handel, en twee kooplieden van de beurs, ten zelve einde aldaar verzocht, alsdart tegelyk zouden medegaan, waarvan de ondergeteekende, dien zelfden Donderdag middag, aan den burger J. van Staphorst, (dien hy vermeende prefidentte zyn,) bericht gaf, met verzoek* of hy de goedheid wilde hebben, in zyn committé van algemeen welzyn, om een der ftads jagten voor die commisfie te vragen, tegens Woensdag den I5den Juny. En vermids de ondergeteekende nü gister avond hier gehoord heeft, dat het kleine jagt buiten ftaat zou zyn, om gebruikt te kunnen worden, en dat de bur* ' III. deel. Qq ge?  C 252 ) ger Ogelwight niet anders als van het groote het ver koosgebruikte maken, en juist ook op dfS Sfig da? Daar nu de ondergeteekende altoos in begrip is' geweest, dat deze zo kostbare jagten expres zouden zyn aangehouden , ter transporkring van Ldante leden van den Raad, als 'er fomtyds ïaïftaffweT in eenige deputatie of commisfie, nL de eene of andere Plaats zouden noodig zyn, zo kwam het derOndergeteekenden vreemd voor, te horen, dat dezelve ook fot andere einden gebruikt werden, en hy dus in commisfie zynde, daarvan nu geen gebruik konde maken Ln, verraids de provifionele Reprefentanten dezer ftad, ,n het vorige jaar reeds direct begrepen, dat deze jagten dat nut de ftad niet aanbragten, hetVeen' eemg^s geevenredigd kon gerekend worden, lian hetgeen zy de ftad s jarelyks komen te kosten, zo befloten zy (gelyk zo vele andere fteden,) om de ftadsfinantiëï van die overtollige onkosten te ontlasten, de gemelde jagten te doen infpecleren, en, ware het doenelyk, tl verkopen ; het was ingevolge van dien, dat de ondergeteekenae, met en benevens den burger H. ten Kale, op den i5den Mei des vorigen jaars, gequalificeerd werdt , waarvan zy op den 4den Juny daar aan volgenden , het hierby geannexeerde rapport deden, waar> uit. onder anderen blykt: _ Dat het kleine jagt in het jaar 1776 nieuw uitgehaald, en lang over fteven is 38* voet. Dat het groote jagt in het jaar 1786'nieuw gemaakt, en fmg over fteven is 53§ voet. Dat uaarby onder anderen zich bevonden hadden: 37 zilveren lepels, 35 dito vorken, 1 dito foeplepel, 10 dito theelepels, a dito kandelaars, 1 dito fnuiterbak, iditooly en azynfervies, 1 dito mostertpotjen en lepeltjen. * 3 Dat 'er, buiten en behalven dit zilverwerk, nog een groot aantal andere meubilaire goederen daarby behoorden * als: porcelynen, tin-, koper-, en glaswerk, midsgaders beddegoed, zo ook nog een aanzienelyke party ywates, van 80 tafellakens, 530 fervetten, 37 ontbytkleden , 48 beddelakens , 40 fioopen, en meerdere andere, zo als op de lysten onder letters B, C enD, dicstyds daarby overgelegd, breder was te zien. Dat  C 253 ) Dat tot deze beide jagten in dienst van de ftad zyn, vier vaste perfonen, te weten: ■ De fchipper, die op beide jagten als zodanig fungeert, op een traftement van . . •'".'ƒ 400 : Een oudfte en twee andere raatroozen, ieder op een tracrement van ƒ 365: — in het jaar, is te famen . . . * 1095: — ƒ 1495 : — buiten en behalven twee noodhulpen , die in dienst zyn, als beide jagten te gelyk gebruikt worden. En vermids op dien zelfden 4den Juny beftoten was, om de beide jagten uit de hand te verkopen, het zilver in de geldheffing te ftorten, en de meubilaire goederen publiek te verkopen , met welk laatfte de makelaar F. de Valk reeds zo verre was gevorderd, dat hy niet alleen reeds de gemelde meubilen had geïnyemarifeerd, maar ook werkelyk in een' inboedel gefchikt, ter verkoop aangeflagen , en de catalogusten gedrukt had, zonder dat de verkoop is gevolgd. Daar het nu de ondergeteekende onbekend is, welke deredenen zyn, waarom aan die gemelde refolutie van 4 Juny niet is voldaan, en de gemelde jagten thans van ftads wege , ook geheel onnoodig , en voor de ftads finantiën veel te drukkende zyn, als bedragende de onkosten van den fchipper en matrozen, (zonder het onderhoud der jagten zelve in aanmerking te ner men,) by de 1500 guldens, welke fomma, na des ondergeteekendens inzien, tot veel nuttiger einde zoude kunnen en behooren befteed te worden. — Zo is het hierom, dat de ondergeteekende de vryheid neemt, om aan den Raad voor te dragen, en verzoekt te mogen weten: I. Welke de redenen zyn, waarom dezelve jagten nog niet zyn verkocht, en de ftad van die onnoodige onkosten ontlast? — 1. Welk gebruik 'er geduurende een jaar van dezelven is gemaakt? — 3. Waarom de overtollige meubilen, by het meergemelde rapport gefpecifkeerd, niet verkocht zyn? — * Qq 3 4- Waar-  ( 254 ) 4. Waarom de makelaar F. de Valk, voor zvh« moeite met betaald is? — en " ■5- Of men nu niet tot den verkoon veraf? Z° fChadd!" fchaffen dér ftads jagten byna niet in aanmerking zou komen. Doch , hoewel reeds handen aan het werk geüagen worden, ontbreekt 'er echter nog Veel aan, eer hetzelve tot volkomenheid gebragt zal zyn. En, zou dan het affchaffcn en te gelde maken der jagten, in het tegenwoordig tydftip, zulk een aanmerkeïyk foulaas voor de burgery opleveren? Voor de burgery , die , gegrond of ongegrond , dikwyls aanmerkingen maakt over uitgaven , maar nimmer mort over agrement of gemak, door de leden van het beftuur genoten, als te wol overtuigd van de geringheid van hetzelve , in tegenftelling van de dagelykfche en continuëele opofferingen, die dezelven zich getroosten. Dit hebbende laten voorafgaan, neemt uwlieder committé de vryheid, de vyf vragen, in de voordragt van den burger Jan Pietersfe voorkomende, elk afzonderlyk, te beantwoorden, en wel 5 ■ r. Welke de reden is, waarom dezelve jagten nog niet zyn verkocht? De eenvoudige reden is, dat, ten tyde van de daarftelling der effective ftads reprefentatie, in het voorleden jasr, en vervolgens tot in Maart 1.1., de afwisfelende commisfiën, van wege Amfterdam zitting hebbende in provintiale en andere publieke collegiën, by voorkeur, en met reden,hunne Haagfche reizen liever met het ftads jagt dan op eene andere wyze volbragten, en welke reizen anders met rytuigen hebbende moeten gefchieden, geen geringe kosten voor de ftad zouden veroorzaakt hebben; — % Welk gebruik 'er geduurende een jaar van is gemaakt? Hier herhalen wy ons antwoord op de eerste vraag, en voegen 'er nog by, dat, federt de oprichting eener Nationale Vergadering en van een Provinciaal Beftuur, verfcheiden Leden tot een van beiden behoorende, en door dezer ftads ftemgerechtigden daarin benoemd, als ook ettelyke Leden uwer Vergadering, allen op hun verzoek aan het committé van algemeen welzyn, en ten hunnen koste; en eindelyk, de Gecommitteerden tot de zandpaden , zich van deze jagten hebben bediend; — 3. Waarom de overtollige meubilen, tot die jagten behoorende, niet verkocht zyn ? Hier moeten wy aanmerken, dat het zilverwerk, als lepels, vorken, enz. Qq 3 reeds  t & ) reeds fa 1795 aan den lande is gefournee d, bveeK genheid der gerequireerde opbrengst van het goud ei zilver, en wat verdere overtolligheden beer ft h-t committé weet niet waarom men derzeiver verkooo voorleden jaar gefurcheerd heeft, en in zo verre, zulks thans door uwlieder Vergadering begrepen mogt worden, van genoegzaam belang te zyn om te verkoren , zou dit zeer gemakkelyk in het werk gefteld kunnen worden; —- 6 4. Waarom de makelaar F. de Valk voor zVn moeite met betaald is?- Maar heeft die burger ooit eene declaratie of rekening ingeleverd, en hebben Thefaurieren geweigerd dit te voldoen? Warelyk die pretentie kan van te weinig belang wezen om difficulteit te o»tmoeten, en zo de makelaar de Valk zich flegts ter behoorelykerplaatfe gelieft aan te melden, twyffelen wy niet, of hem zal genoegen gegeven worden ? —- 5. Of men nu niet tot den verkoop, van deze, voor de ftad zo fchadelyke, effecten zal refolveren? Medeburgers ! wy laten ter uwer beöordeeling over, de mate dier fchadelykheid. Alle gemak dat men zich voor eenige pecuniëele uitgaven verfchaft, brengt zeker geen intrest op, maar zyn die uitgaven daarom geheel nutteloos? 6 Het committé van algemeen welzyn, wil de protectie van dezer ftads jagten niet op zich nemen, doch het maakt zwarigheid om 'er den verkoop van re proponeren, zolang Thefaurieren over derzelver kostbaarheid niet klagtig vallen, en de affehaffing der jagten met mede als een punt van bezuiniging opgeven. Het committé begrypt, dat anders die effecten provifioneel zouden kunnen blyven zo als ze zyn, en verderheen ten gebruike toegedaan worden aan de Leden van dezen Raad, die zich^naar den Hage begevende, of van daar terug kerende, zulks zouden verkiezen, alsmede aan zodanige Leden onzer burgery, die, ter waarneming van 'slands of provinciaale belangen geroepen, niet zeiden ook daarom het gebruik van een der jagten verzochten, ten einde, zelfs in de uuren hunner reize, te onverhinderder werkzaam te kunnen wezen, met zaken het vaderland betreffende , doch, in allen gevalle, .en particulieren kos^e van den een' en ander', en eirde- ïyk  ( 257 ) ïyk aan de Gecommitteerden tot de Zandpaden en verdere publieke directiën, mitsgaders zodanige commisfiën, die men anders vergoeding van reiskosten uit ftads kas zou behooren toe te leggen, en wel aan de laattten met die preferentie, dat geen Lid dezer Vergadering, of iemand anders, een der jagten tot zyn byzonder gebruik zal kunnen bekomen, zonder vooraf genomen informatie, dat dezelve niet door eenige in commisfie gefteld zynde leden begeerd worden. Voorts geefc het committé in bedenking, of men het gebruik der ftads jagten, ten zy dat dezelve anders zouden_ft.il liggen, niet ook wel zou kunnen toeftaan aan particuliere burgers, mids betalende een' redelyken huurprys, ten voordeele van ftads kas. Doch onderwerpen wy, in allen gevalle, dit ons advies aan het meer verlicht oordeel uwer Vergadering. Heil en broederfchap! Het committé van algemeen welzyn Ter ordonnantie van het committé voornoemd. Hi HUYGHENS. Amfterdam, ai September, 1796. Bet tweede jaar der Bataaffche vryheid. VETHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van amsterdam, medeburgers! Op den ao September 1. 1. werd ter uwl. Vergadering ingebragt ons rapport, op zekere voordragt van den burger Jan Pietersfe, betreffende dezer ftads jagten. Het behaagde ul. destyds geene refolutie daarop te nemen, maar het rapport weder in onze handen te ftellen, ten einde om, wegens de kosten dier jagten, ons te informeren by de burgers thefaurieren, en uwl. Vergadering vervolgens daarvan kennis te geven. Wy zyn dan in ftaat ul. te berichten, dat ter thefaurie ordinaris geene andere onkosten, bepaaldelyk voor de ftads jagten, bekend ftaan, dan de tractemen-  C 458 ) IVeZtn ffh!mr Cn tWee matrozen' dat Vfft den eerften ƒ400:-, en van de twee laatften el? f365:—, dus in het geheel ƒ n,0 >s jaar„ Kr 1 i trekkende bedienden zyn 'er niet ™Z • IoT beide jagten te gelyk Jaren' "worde™', Tooien tyd, twee man van de fchuitenmakers Werf oD de/el ^grmpI°yeerd-. 'Er zyn zeker tusfchln Liden wei eens eenige reparat en noodig, doch a eiaen wel kosten niet bepaald op te geven SrJd JrlT *Y" d" aparte rekening aan d'en i^^J^S* makers werf gehouden is. P lcnuiten- En hiermede zouden wy kunnen rekenen te hehh™ voldaan, zo wy niet verpligt waren uwl. Ve«aderiS - ^ doen opmerken, dat, hoe zeer wy in allï «erfS? .en by ons te voren uitgebragt rapport, wy echtefvan ééne daarin opgegeveae confideratie afzien, d e ^" nielyk, van ook het gebruik der ftads jagten toe te" ftaan aan particuliere burgers. Het is on 1 «LI inzien, voorgekomen, dat'zulks aanleiding Z0ULnnen geven tot gefchillen en onaangenaamheden^ SS alleen maar ook tot declin en vermindering der waarde van de jagten zeiven , zonder dat zulks door het geringe vooT 4endrnXVveLhU7-yS °P ï ^ w- -el aT* • an advles zouden wezen, het eebruifc der ftads jagten niet algemeen te maken g ons rSlTa^^ol- VcïfderinS goedvind zich met gemeen welzyn te qualificerèn tot!het^berlen e t ' uitvoer brengen van alzulke fchikk^en, ?ls noo«S Heil en broederfchap! "^sssTvan a,gemeEn weizya imfl„, , _ a- de vries, fecretaris. ■ Amfterdam, den 14 December, 1706 Het tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. > B Y-  B YLAGE TOT HET dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM, Vrydag, 25 November, 1796". Het tweede jaar der Bataaffche vryheid. VRTHEID, GELTKHEID, BROEDERSCHAP. AAN den raad dér GEMÉÊNÏft van amsterdam. medeburgers! olgens refolutie van deze Vergadering, in daïö den 20 January 1796,is gerefolveerd, de geheele ftads drukkery te reörganiferen, naar bet daartoe ingelever* 111. deel. ft* Öt!  C 26*0 > de plan, in dato den i7den derzelver maand; en zyn, ter volbrenging dezer commisfie, en tot permanente directeuren der ftads-drukkery, aangefteld, de burgers Pietcr Brouwer, A. J. Zubli, A. G. Ver ft er, en de ondergetekende D. van Hinloopen, en dezelve burgers gelast, om zich naar een gefihikter en ruimer locaal, ter meerdere uitbreiding van de ftads-drukkery, te informeren, en de Vergadering desiiangaande te dienen van rapport. De voornoemde vier burgers, volgens denuitgedrukten hst, in genoemde refolutie vervat, de drukkery gereörganifeerd hebbende , hebben vervolgens hêf werkzame van het beftuur onder zich in dezer voege verdeeld: b De burger Brouwer nam aan, het toezicht over het Dagblad te houden, en als 'er een ruimer locaal zoude te bekomen zyn, dan ook over het drukken der Publicaiiën, Keuren ,' Notificatïën, enz. De burger Zubli zoude zich belasten met het toezicht over de Boeken, en den aankoop van Materiaalen. De burger Ver Her, over den ontfangst der inkomsten en de betaling der falarisfen, arbeidsloonen, en verdere rekeningen, en De burger llinloopcn, over het fchryven der Stadscourant, en daartoe behoorende correspondentie. Het werkzame dus behoorlyk geapplaneerd zynde, deed zich rasch eene gefchikte gelegenheid voor, tot een ruimer locaal, hetwelk door de voorn, burgers bezichtigd zynde, daarvan voorloopige kennis aan deze Vergadering werdt gegeven. — Maar, dit was naauwlyks gebeurd, of de ftem des Volks riep de burgers Zubli en Ver [Ier in de Nationale Vergadering, en den burger Brouwer in het-Provinciaal Beftuur, zodat de burger Hinloopcn nu alleen in deze directie overbleef. De drie gemelde burgers', zich befchouwendeals permanent aangefteld zynde directeuren der ftads-druk kery, verzochten, vóór hun vertrek naar den Haag, dat, zo lange hunlieder abfentie bleef duuren, deze Vergadering daarin zoude gelieven te voorzien; en de bur-  C 261 ) burger Brouwer, in 't byzonder, verzocbt, met goedkeuring dezer Vergadering, dat de burger Bleecker zich zoude gelieven te chargeren met het toezicht over het Dagblad, en tot de verdere direftie in t overige werkzame, dienstig ter inftandbrenging eener meer uitgebreide drukkery; hetwelk door den burger Bleecker ook werd aangenomen, daarmede voortgegaan, en tot heden is gecontinueerd. De ondergetekende bewust zynde, dat tot het overbrengen der drukkery in een ruimer locaal, demeerdere uitbreiding derzelve,het aanleggen van meerdere persfen, en de beheering van meerdere werklieden , dan ook een meerder en naauwkeuriger toezicht verëischt werdt, deed het voordel, om nog twee Leden dezer Vergadering te mogen verzoeken, ter mede-directie in deze nieuw aan te leggen drukkery, en verzocht hiertoe den burger Vereul, als hebbende reeds in een vroegere commisfie zich gechargeerd, tot het ftellen der Cynofure,en het in werking brengen van het Dagblad; en den burger Den Beer Poortugael, mede bekend zynde in het vak der letteren; doch, andere bezigheden en werkzaamheden riepen eerlang ook deze beide laatstgenoemde burgers weder uit de ftad, en de burger Bleecker en de ondergetekende zagen zich dus weder verftooken van de hulp van twee burgers, van wier kunde zy, met reden , veel onderfteuning verwacht hadden. Intusfchen werdt het werk, van week tot week, van meerder gewigt, en wel door den aankoop van twee huizen,tot eene nieuwe drukkery; alles moest nu, als van nieuws af aan, tot dezen aanleg opgewerkt, en in behoorlyke orde gebragt worden: deze taak gevoelden die twee laatstgenoemde burgers was al te zwaar, by alle hunne overige werkzaamheden, om naar behooren te kunnen dirigeren; en het was daarom, dat zy genoodzaakt werden, by de abfentie van de burgers Vereul en Den Beer Poortugael, om van deze Vergadering tot medehelper te verzoeken den fecretaris Brender d Brandis, welk verzoek door de Vergadering is geconfirmeerd, en door den burger Brender d Brandis bereidwillig aangenomen. Rr a Thands,  C 362 ) Thmds, medeburgers! kan deze uwe commisfie Ulieden rapporteren, dat de nieuwe drukkery fXl in ftaat is gebragt om te kunnen werken; persfen letters, werktuigen, en materiaalen, zyn alle tedj de fchryvers en bedienden, tot het comptoir behoorende, worden van de oude drukkery, bedden de beurs, getransporteerd in het nieuw aangelegd £ Gaal, op het roten; de inftruftiën voor alle d°e heelenden en werklieden zyn ontworpen, en, binnen wemjge dagea> zyn wy gereed de orders van deze uwe Vcrgauenng af te wachten, om fhehalven de Stads€mtm en het Dagblad,) dan ook alles te drukken , dat voor deze Stad,, de Stads-Secretary, dTcorn! aurtés of Stads-Commisfiën, 2al benoodi.d zyn Nu, medeburgers! moet de ondergetekende nog bezwaar aan ü voordragen, met verzoek dat deze Vergadering daann gelieve te voorzien. Du bezwaar beftaatt hierin: Het is nop geheel onzeKer, wanneer de burgers Brouwer, Zubli, en Vertier. ■je permanente posten der diredie van de ftads drukKt;:V _ weticr zullen kunnen «-«vaarden; de burger ■ wn, van de waarneming vn . te;wezen,Qpdeni9Januaryi797, ui en, Den Beer Poortugael verfeerea • • . •■ in hetzelfde geval, doch hebben hunne g ctaarover nog niet geëxpliceerd; en dus, in¬ dien dat geoeurde, zoude de burger Brender è Brandis, en ae ondergetekende, voor alle de werkzaamheden der directie alleen overblyven. i Uit de Pra,misft dezer voordragt is aanu, medeburgers, kenbaar, dat de werkzaamheden in het beftuur dezer inrichting, onder vier burgers zyn verdeeld geworden, omdat men begrepen heeft dat het zeer moeijelyk zoude zyn, om alles met de verëischte oplettenheid door twee burgers, die ook nog andere pligT ten en werkzaamheden hadden te vervullen, te kunnen doen nagaan; en het is daarom, dat de ondergetekende dit zyn bezwaar brengt voor deze Vergadering, met verzoek, dat gylieden daarin gelieft te Verzien, en daarover eene fchjkking gelieft te beramen.  ( a63 > men, zo als gylieden in uwe wysheid zult oordee'en te behooren. Heil en broederfchap! Uwlieder Medeburger: DIRK VAN HINLOOPEN. Amfterdam, den 11 November, 1796. Hst tweede Jaar der Bataaffche Vryheid. Rr 3 B Y-  B Y L A G E tot het dagblad der. VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Woensdag, 4 January, 1797. Het derde jaar der Bataaffche vryheid. VRYHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP. t aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! V V olgens refolutie vas uwe Vergadering, van 28 November laatstleden, is in banden van de ondemetekenden gefteld, een voordragt van den burger O. van Hudoopej7,wegem de Stads-Drukkery, waarbv hV opg<-eit dat hy, benevens de burgers P. Brouwer, A ? Zubh en A. G. Verfter, door den Raad der Gemeen! te, tot permanente directeuren der Stads-Drukkery was aangefteld, om dezelve geheel te reórganifee- l^JJl i*LZy h,en°,e fchikki"gen onder elkander gemaakt hadden, waarby ieder zyn byzonderen taak op zich genomen hadi doch dat naauvvlyks de werkzaam-  zaamheid begonnen was, of de ftem des Volks riep de burgers Zubli en Verfler in de Nationale Vergadering, en den burger Brouwer in het Provinciaal Beftuur, dus dat de burger Hinloopen alleen ov. rig bleef. Deze drie Burgers dus buiten de mogelykheid zynde om aan dit werk iets te verrigten, verzogt de burger Brouwer, dat door de Vergadering mogt worden benoemd de burger Bleecker, voor het toezicht over het dagblad, en verzocht de burger Hinloopen , dat nog twe . leden mogten worden aangefteld tot zyn adfiftentie, en droeg hiertoe voor de burgers Vereul en den Beer Peonugael, doch welke burgers weldra ook buiten ftaat gefteld werden , door andere betrekkingen, om dit werk waartenemen, en heeft dus eindelyk* de burger Hinloopen *ot zyn' medehelper verzocht den fecretaris Brender a Brandis. Daar het nu onzeker is, wanneer de burgers Brouwer, Zubli en Verlier uit hunne commisfiën omllagen zullen worden, en de burgers Bleecker, Vereul en den Beer Poortugael, naden 19 January aanftaande, hunne post als Raaden der Gemeente niet zullen kunnen waarnemen, dewyl hunne tyd geëxpireerd is, zo verzoekt de burger Hinloopen hierin voorziening. Het is aan dé ondergetekenden, by onderzoek, gebleken, dat de werkzaamheden, hieraan vast zynde. van een zeer uitgebreiden aart zyn, en abfoluut veiëifchen een gedurige tegenwoordigheid, en het dus zeer onëigen zyn zou, dat deze post waargenomen wierde door perfoonen , die buiten de ftad in andere commisfiën zyn geëmploijeerd, en dat dus al de arbeid zou nederkomen op de burgers Hinloopen en Brender a Brandis. Na alles overwogen, en met de commisfarisfen van de Stads-Drukkery gebefoigneerd te hebben , is het uwe commisfie voorgekomen, dat alle de perfoonen, die tegenwoordig de directie der Stads-Drukkery waarnemen, gezamentlyk behoorden te worden ontflagen, en voor hunne goede directie en veelvuldige moeite bedankt; en dat vervolgens een nieuwe commisfie behoorde te worden benoemd: en het komt de ondergetekenden voor, dac het gevoegelyk zyn zou, dat op nieuw  C 366 ) Hieuw hiertoe verkozen wierden de burgers Hinloopen Bleecker, Vereul en Brender a Brandis, als zeer kundig zynde in alle de werkzaamheden, en dat voorts hierby gevoegd moesten worden twee leden uit den Rand, van welke laatften jaarlyks één lid zou kunnen aftreden en opgevolgd worden door een nieuw aankomend lid van den Raad der Gemeente. Alles onderwerpende aan uwlieder meerder verlicht oordeel, noemen wy ons Uwe Medeburgers GERHARD VAN BLYÏNBURGH. JAN VAN STAPHORST. CALLfcNBURGH BAARTMANS* HARMANUS BOERRIGTER. Amfterdim, den 3 January, 1797. Het derde jaar der Bataaffche Vryheid. NB. Door een. abuis op de Drukkery is, op gisteren, in de uitgave dezer Bylage, eene zinltoorende drukfout ingeflopen, welke in deze uitgave herfteld en verbeterd is. BY.  B Y L A G E TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN V A N DEN RAAD DER GEMËENTË VAN AMSTERDAM* Donderdag, 19 January, 1797. Het derde jaar der Bataaffche vryheid* AANSPRAAK van den Voorzitter H. zielkens , op den Dam gedaar j hy gelegenheid der viering van het derde jaar der Bataaffche Vryheidi Mederaaden, Medeburgers, Comman* dant en Officieren der gewaapènde Burgery , braave Burgers van Amfterdam , en gy allen , die hier by'èengekomen zyt, om het derde jaar der Bataaffche Vryheid te vieren i Heil en Broederfchap! Deze dag, dezeplegtige optogt en byëènkomst herinnert ul. aan het derde jaar der Bataaffche Vryheid,! het derde jaar der Revolutie in Amfterdam, welker' jaarfeest wy heden vieren, en welke verbaazende gebeurtenis , met gulde letteren ; iri de gedenkboeken onzes tyds aangetekend, nimmer uw geheugen ontglippen zal. Wie uwer herinnert zig aan den dag der" beugchelyke omwenteling, eh erkent niet dat het, naast üli DEEL. SS God $  ( 268 > God aan de onverwinlyke wapenen onzer Franfche broederen was, aan welken wy onze vryheid verithuf digd zyn; wie uwer aanfchouwt den vïyheids boom" welke thans, door Bato's Kroost, met Sw«Tvladen' en den wensch in zyn vaderlandsch hart te koPc^rp„ dat onze vryheid, op onze nAomeUn^ow«brS voor altoos bevestigd moge worden!f hST^^l dankbaare erkentenis aan het Opperwezen voor W genot en onderhoud onzer vryheid, onze haVten beHe Jen; laat ons het voorrecht, hierdoor verkreeïe" hooi' 'rJi™ ' ^ Gn knng> medewerken, tot heil van algemeen , en de zaak des vaderlands trasten te be vrv& ; laf °ns niet onverfchillig z "Cer onze \ JÏ^ZC\ m°nen d3t Wy de S^enschte Lgenry! erTS"Smn n°uë^ plukken' la« ons veel en vetdeediir,d ÏJf befe^nde> dezelvedrandhaven l%* MooTrg het gebmik der wapenen diene tot geen bloot beraad, maar tot onze veiligheid, tot onze befcherrmng en,zoo immer een belager mog e ooSan en een' aanflag tegen onze vryheid wagen toont S da gy rechtfchapen vaderlanders, echfe zoonen van ader°enTloer.e; hCt5,0ed °nZer vooröudeS?door"de Sen tl Unt°0nï da" d3t gy in het êeb™ik der wapenen, het bolwerk uwer vryheid, niet te vergeeftrf. SfflSfC? -T; t00nt dan dat "ever, dafonder L welJf le]Uk heerschz"gt te bukken, uw goed en welvaart, uw bloed en leven, tot verdediein/v^ vryheid en vaderland, veil hebt • toont da„ g ,° weeten te fterven of te overwinnen ia zoo hefnf ^ immer vorderen mogt, vlieg! dan met ^e FrLfSe Broederende wapen, zy zullen u den weg Ter overlt. praflen D' Wy 2Ulkn °ver onze dateren zegeLaat ons, als Bato's echte zoonen, Eer Neerland kwijne in flavernij, hcerlands puin in armoÉ' woonen, Maar woonen we op dien puinhoop, vrij f Laat ons, veer 't oog der Godheid, zweer en Kom weder onder 't juk te keert» ; 9 Maar  C 269 ) Maar eer, ah helden, zonder [chroom, Zoo we onze vrijheid moeten derven, Op Neérlands muur en allen jïerven, In fchaduw van den vrijneidsboom. Eer dwingelanden wetten geeven In Neérlands vrij gemeenebest, Moet eerst de laatfte burger fneeven, , Op Netrlands afgeftrteden vest. Bezweeren wij, met heilige eeden, Dat nooit een vorst worde aangebeden, In 3it ons dierbaar vaderland, Voor dat zijn vuist de zegeftanders, In "t bloed der laatfte Nederlanders, Die vrijheid aimen, heeft geplant. (*) AANSPRAAK van den Voorzitter, aan den Franfchen commandant en ojficieren. Et vous, citoyen commandant ! qui , avec vos braves officiers, voulez bien asfiller et la célébration de cette fête civique, de Panniverfaire de la troifteme année de la Liberté Batayc,c'eft le peupleFrancais, ce font les armes vtciorieujes de vos camarades, qui nous «nt porté la liberté. — Temoin de notre joye & de notre reconnaisftance , foyéz Pqusfi de netre bonheur £? de rii tre prosperité; que Talliance entre les deux Republiques ,foit d jamais af ermie é? que les deux nations contribuent en tout ce qui de pen- Eh gy, burger commandant ! die, met uwe brave officieren, de viering van dit burgerfeest, ter gelegenheid der verjaarihg van het derde jaar der Bataaffche vryheid, wel wilt by woonen. Het is het Franfchevolk, de zegevierende wapenen uwer dappere broederen zyn het, die ons de vryheid aangebragt hebben. Gy, die getuige zyt van onze vreugd en erkentenis, wees het ook van ons geluk en van onzen voorfpoed. Dat het verbond tusfehen beide Republieken voor altyd (*j Lierzang van j, c. c. den beer. eqortu«Ael. • SS 3  C 270. ) *c*dr*t*Uet,tmrêcr0fcr bevestigd blyve-j en dat #5 despotisme Anglais, Q> de beide Natiën .11. ' ^ ******inh:rv^rg;„al^'r. b, ^ Engelsch despotismus te TI Ir ? verPle«en , en over onze Kepubhaues! gtrneene vyanden te zege! praalen. Leeven de beide Republieken! Aan de vergaderde Burgery van Amfijrdam by het ontjlag der a/treedende Raaden. En gy, Volk van Amfterdam! ziet hier die braave Mannen, welken u, met ons, vertegenwoordigde^ burgers uwe achting, uw vertrouwen, uwTKe n an Z , ™dig' Wy 0nt(kan hen< ™ uwe? mam, van die posten, waartoe gy hen geroepen had • be,eK: ^P^nhunnge dE^^ Yerdi^d h;btn|mTahktaan * ^ ^ *r\flï"IÏ^^eTm^gSerS! „'-S Raa?e" der Gemeente dezer ftad, betuivtdlen ^,0nZe" hartelvken dank voor het getrouw verdeze ftad, en derzelver talryke burgery, beweezen hebt Smaakt, met een kalm genoegen en rein geweeren, de vruchten uwer arbeid; keer naar uwe huizen tot uwe bezigheeden en welvaart terug; bevordert, in' den kring van amptelooze burgers, tot welken gy thands V/ederkeert zo veel gy kunt, de belangens dezer ftad en het nut der burgery; deelt in de achting, liefde en Vertrouwen van Amftels volk ; leeft gelukkig en in een pngeftoord geroegen, en weest eenmaal met ons getuigen van den bloei en luister dezer ftad" en van het geluk der burgery.  C W ) AANSPRAAK van den Burger Raad h. ogelwight, i t aim der dertig aftreedende Raade ■ op den Dam, aan de Burgery gedaan, waarde medeburgers'. Wy, dus verre Raaden der Gemeente van deze ftad, ftaan gereed dezen post te ontruimen, en tot den kring der burgery, tot den kring van onze particuliere en huisfelyke zaaken, weder te keeren. Wy hebben, zoo wy verroeenen, onzen pligt betracht, en het heil der burgery, die wy de eere hadden te reprefenteren, naar onze beste vermogens, getracht te bevorderen, en dus aan derzelver vertrouwen te beantwoorden. U, aanblyvende medeburgers! zeggen wy dank voor uwe hulpe en by ftand, cn voor de vriendelykheid van uwe medebcftuuring met ons. Onze wenfchen achtervolgen u, tot heil van deze burgery! God zelve onderfteune, verlichte en beftuure alte uwe poogingen, raadllagen en befluiten, op dat het deze goede ftad en alle haare bewooners wel gaan moge, tot in het laatfte der dagen! Het zy zo ! hendrik ogelwight. Den 19 Jan. 1797. AANSPRAAK van den Voorzitter h. zielkens aan de dertig aftreedende Raaden, 'in de Raadkamer gedaan. geachte medeburgers, waarde ambtgenooten! Nimmer had ik gedacht dat het my te beurt zoude vallen , om dat geen te verrichten, waartoe de orde van den dag my verpligt; nimmer had ik my kunnen voorftellen, dat ik het zyn moest, die u, waarde medeburgers! welke heden van uwen post, als Raaden der Gemeente dezer ftad, ontflagen wordt, in deze VergaSs 5 de-  C ) dering zoude vaarwel zeggen. Ik gevoel dat mvne vermogens met toereikende zyn, om dit,met die kragt van taal en welfprekendheid, te verrichten, welke uwe diensten waardig zyn; maar dit verzeeker ik u, dat de welmenendheid van myn hart het gebrekkige daarin vervullen zal. & "aailu Het tydftip is eindelyk daar, dat gylieden deze Vergadering verlaaten, denjmoeijelyken post,door u,zulk een'geruimen tyd met roem waargenomen, nederleg dende, alle de overigen zijn vrijgefprokeh; terwijl, echter, de delict-en van allen dezelfde Waren, en, des noo.ds, hetdeli&vah de Gecondemneerden, tegen de Wet, is genomen, alzo hij, bij gelegenheid dat voorgemelde patent van den Lieut. Colonel werdt gegeeven, uit de Stad Was, en dienvolgends hadt behooren gecondemneerd te worden tot Huis-arrest, volgends art. 14. der nadere Wetten voor de gewapende Burgermagt dezer Stad, (zie pag. 13.) uit welk een.es ander, en althands daarom, dat een en dezelfden Bataillons Krijgsraad, ten aanzien van eenerlei misdaad5 door verfcheiden Burgers begaan, geen tweeërlei vonnisfen kan vellen, notoir volgt, dat één dezer von» nisfen onwettig moet zijn, en de2e Krijgsraad onwettige conduites heeft gehouden. 5. Dat hierop de gecondemneerde Burgers vóór zich zei ven, en den Auditeur Lublink R. O., tegen de yfijgefproken Burgers, (ieder refpectivelijk) tot een Brigades Krijgsraad hebben geappelleerd.; Dat gemelde Auditeur Lublink, de plaats Waarneemende van den Auditeur Militair Generaal Bor.dté. (welke abfent was) in gemelden Krijgsraad, (vvaa: hij Appellant was) te gelijktijdig, als Ëisfcher heeft gefungeerd; terwijl de eerfte Appellante, niet als Appellant, maar als Gedaagde, is geconfidereerd en ontfangen, met dat gevolg, dat zij allen tot Toren-arrest bij den Provoost zijn verwezen; Waardoor het aan de Ondergetekenden toefchijnt, dat deze Brigades Krijgsraad niet behoorlijk is famengefteld geweest; De Ondergetekenden, al dit bovenftaande in aanmerking neemende, hebben gemeend niet veel woorden noodig te hebben, om te betoogen, dat 'er, (behal ven de eerfte oorzaak) vervolgends omftandigheeden hebben plaats gehad, om de zaaken meer en meer te verwarren, en het misnoegen te vermeerderen. > Hoe zeer het eene waarheid op zichzelve blijft, da£ geene van alle de gemelde zaaken aanleiding had moeten geeven tot disöbediè'ntie van de inferieureri tol hunne fuperieuren, doordien, als dit plaats kan hebben , alle banden van wet en orde zijn losgemaakt* Deze aanëenfchakeling vanonvoeglijkheeden, welken Vy a ittf  C =*> ) cve: w;ier her: er. pha:s ser.xi. gevtsri b:: i* wdmeenende aanbieding en het verlangen van eene Cunmisfie, zo uit de agt-en-veertig Burgers, als uit leder, var re: vrcrïenelde B;:2:i!cr..~:r. -v.-e Verrsieling gedaan, Hamentlijk, om al dit gebeurde in een poel der vergetelheid te begraaven; mrt asnbiedmg van hume zijde, om daardoor den vrede en harmonie tusfchen allen te herttellen; doen de ondergetekenden Vir ■: :rir:': zl'z : i. Dat de Raad den Commandant diende te qualificeeren, om, in dit bijzonder geval, a*n de gemelde agt- en - veertig rjurgers' een' extraörcir sirer Krijgsraad toeteuain, om den flaat van zaaken, van het eerfte oogenblik af aan, te onderzoeken, de Procedures der Krijgsraaden te revideeren, het gepofeerde in dit Rapport, met de aathenticqae Stukken, tot dit onderzoek moetende dienen, te vergelijken, en van deze Revifie uwe Vergadering rapport te coer. z. Dat, geduurende dit onderzoek in revifie; de ~zz:zz~i.iz 3_r:ers hu—er rr'r: :\s rzlï.ir. moeten waarnebmen in het volbtergen van tenten en Wigten, en de orders, hen daartoe gegeeven, van elk h—er Sugenearen , zullen moeren reïpeSeeren. 3. Dat inmiddels de Ondergetekenden, door uwe Vergaderirg, dienden te worden gcqnalificeerd, om de meergemelde a§ Burgers op te roepen, en aan te maanea, om zich, in allen opzichten, aan deze fcbikking volkomen te onderwerpen- Waarmede wij (alles onderwerpende aan uw beter oordeel) het genoegen hebben van te zijn, naa tcejrenvil hii:: zz —z'::z ver .zz~.z:r, WILLEM VAN BAR VE VELD. A» A. BEBREKBROEE. Amftercam, 12 Februari], 1797. Het derde Jaar der Bataaffche kf ijkeid. B IJ-  B IJ L A G E TOT HIT DAGBLAD DEK VERGADERINGEN VAM DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Woensdag, 15 Februari], 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. a.n den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! B i bet Rapport, door de Ondergetekenden, op den iaden dezer, in uwe Vergadering gedaan, over de zaak van de 48 Burgers, uit het derde Bataillon van de vierde halve Brigade, is een fout ingefloopen, alwaar geleezen wordt : „ waarbij zij hun misnoegen, omtrent hunnen Kapitein Reijne, te kennen geeven, " en aan den Lieut. Colonel Jan Willem Boer decla" reeren." Hetwelk moet zijn: „ waarbij zij hun misnoegen, omtrent hunnen Kapitein Reijne, te kennen " geeven, en, aan den Kapitein-Commandant Salomon declareeren." ^ ^ Wij  < 28, ) Wij veKoeken, dat dit in het Rapport geremedieerd worde, en dat tot deze verandering in boveT/emeM Rapport, door uwe Vergadering gefeSveerffS dfeaESr.^v'ftir0rde Uït^^ aan die Burger ' die Extraft van het gemelde Rapport van uwe VeSa denag ontfangen hebben, om zich daarna te regSet Alles onderwerpende aan uw beter oordeel ziü, iïfchir cbing vïa Heii en aanb°^ ™ *™ Uwe Medeburgers: VAT* BARNEVELD. A. A. BEERENBROES» 5 IJ.  B IJ L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM, Woensdag, 15 Februarij, 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijhsid. STUKKEN, behoorende tot de onderhandeling gen met den Burger d. v. bergen, betreffende deszelfs nederleggen van zijnen post als Raad (*)• CONSIDERAT1EN en DECLARATOIR, van den Burger dirk van bergen , iit de zaak der Amfterdamfche Volksjiem* medeburgers! onderwerp onzer tegenwoordige Deliberatiën, is een van de gewigtigften, die ik, toe hiertoe, heb bijgewoond; ik zal mij, na mijnen pligt, duidelijk en cordaat trachten te verklaaren; hoe wenschte ik niet, dat (*) Deze Bijlage is aangeweezen in het VII. Stuk van het Dagblad der Vergaderingen van den Raad der Gemeente , Bladz. 88, onder aan, waar gevonden wordt: Is geleezen Rapport van de Burgers van der Vuurst en de Clercq, enz, III. dbel. XX  C a»4 ) dat Mannen van meer doorzicht en bekwaamheid mij voorgegaan waren; dan, het lot heeft beiiist, dat ik, onder dit Praafidium, een van de eerste Advifcurs zün zoude, en het zwijgen in eene zaak, waar van mogelijk het toekomstig onheil dezer Stad en Burgerij afhangt, laat mij mijn geweeten niet toe. De^VoIksftem, zo als zij der ftemgerechtigde Burgerij is voorgefteld, moet dan ingevoerd worden ; als Burger, heb ik mijn Billiet met NEEN geteekend; doch, door de groote meerderheid overftemd , onderwerp ik mij, in die qualiteit; als Raad der Gemeente, had ik 'er, zo hier geadvifeerd Is, niets in te zeggen; in die qualiteit mbet ik het dan aanzien; dit doe ik ook; maar, met de betuiging, dat ik. na Raad, confcientiehalven, niet zal kunnen blijven zitten; bij zulk eene verandering kan ik wel 'pasfief, maar niet actief zijn. ^ De billijkheid verëischt, dat ik mijne redenen voor L\ mijne Mede-Raaden! openlegge; 'zij zijn veifcheiden; doch ik zal de kortheid betrachten, en flegts op twee poincten mij eenigzins extendeeren- Ik ga dan voorbij de moeilijkheid van gefchikte Locaalen te vinden ; de importante jaariiikfche kosten ; het tijdverzuim, voor 't minst zes maal 's jaars, (een geheelen Dag mogelijk) van zo veel duizend Menleken ; ik zal ook niet blijven ftaan op de emflagtigheid, door aan te toonen, dat men, in plaats van te fimpüfie'eren, al meer en meer compliqueert, en ens Stedelijk Beftuur wel haast zal doen gelijken na die famengeftelde werktuigen, die, alleen door de menigvuldigheid hunner raderen, zich zeiven ontftellen en in den war helpen; deskundigen loopt zulks direct in 't oog. Van aanbelang is het, na te denken of bot ook inloopt tegen het Decreet van de Nationaale Veroudering van den 9 Maart L 1., en kort daarop bii Holland ga° adopteerd, van namentlijk geene Addresfen te kunnen of mogen ontfangen, dan van individuè'eie Burgers of van erkende Corporatiën; men kan wel zeggen, ce Amfterdamfche Volksftem wordt nu eene erkende Corporatie ; maar hebben wij in dezen, zonder confent der hooger geconftituëerde Magten, het recht van erken-  C *5 ) ke-r.en? zal het ons riet inwikke'en in een' twist, die voor deze Stad, ja, voor de gantfche Republiek, door deszelfs gevolgen, noodlottig worden kan, en die, inzonderheid in dit tijdftip, zeer te duchten is? en op deze zaak, het bijzonder tijdftip namentlijk, heb ik noodig geoordeeld, mij een weinig uit te breiden. Het Plan van Conftitutie voor de Bataaffche Republiek, wordt reikhalzend te gemoed gezien, en, zoo men verzeekert, ftaat hetzelve eerstdaags aan de JNationaale Vergadering voorgelegd, aldaar van poinö tot noinct gedebatteerd, en vervolgends aan de Natie ter goed of afkeuring aangeboden te worden; hoedanig het zijn zal, in zekere bijzonderheeden, is nog onbekend; 'maar, dit kan men, met reden, verwachten, dat Éénheid en Onverdeelbaarheid, dat Vclks-Oppermagt, haaren wil uitbrengende door vertegenwoordiging, de hoofdzuilen van het nieuw opterichten Gebouw zijn zullen; in plaats nu van die groote zaaken te naderen, zal men hier O is waar provilioneel, mogeliik voor een' korten tijd) invoeren eene Volksftem, die verfcheidenheid en verdeelbaarheid met zich voert, een Democratisch, toevoegfel in. ja boven, het reprefentative Beftuur fchept, en een Rijk in een Rijk ftigt, iets hetwelk altoos tot verwarring, fomtijds tot flooping, der Maatfchappijën, geftrekt heeft. .Daar te boven, welk een'nadeeligen invloed ksnhet niet hebben op het aanneemen der Conftitutie zelve, hoe zeer ook gegrond op Vrijheid, Gelijkheid en Orde, hoe juist ook bereekend tot uitbreiding van Volksgeluk , hoe wel ook gefchikt om ons van binnen welvaarend, en van buiten geducht te maaken; zo dra, gelijk hoogstwaarschijnlijk is, het zuivere reprefentarive fteeds daarbij in hc: oog is gehouden, dan kan men 'er niet in vinden dat geen, hetwelk de aanneeming der Amfterdamfche Voiksftem, in veeier oogen, zo behaaglijk maakt; men zal a2n het vergelijken gaan, en zeer ligt wordt daardoor, en daardoor alleen, het aanneemen der Conftitutie terug gezet, niettegenftaande het verlangen der Natie, de aandrang onzer Bondgenooten, en de noodzaakelijkheid om buitenilands erkend cn geëerbiedigd te worden. Xx a Het  C 186" > Het zuivere reprefentative duldt geen toasoeefefc JLÏ ,ft ™en *ier b>h dan vervalt men; een van twee, of onder eene drukkende Ariftocratie, of in Regeenngloosheid, en deze weer, maakt eenè Natie vJE ^fp0^6,6^13!"^ zodaniS is het Kt geweest van alle Republieken der Oudheid. „3\daÜ Zuivere rePrefei»ative, heb ik mij fteeds vastgehouden, en zo lang ik, in confcientie, meene overSr ZV?!. f d/Ze reSeerw'jze de best mogelijke voor. ons Vaderland is, mag ik dezelve niet £erzaa2',^M,.lk: h« is onwillig, en dus onfchuldig; .van Volks invloed, Volks voordellen, ben ik nooi afkeerig geweest; fommigen heb ik geappuiëerd; maar, door de Burgerij geroepen, en, voor God beëel digd zijnde om haare belangen, als een Man van S?' *a ï^Ue? ^hartigen> kan ik de uitfpraak van een gedeelte der ftemgerechtigde Burgerij (mogelijk W,'" •t'jd' re!atie^ot h« fceel, leer klein ƒ SS boven mijn geweeten ftellen. Die Eed, indien ik immer denzelven wel verftaan heb, verbondt mij niet aan een deel, maar aan de gebeele Burgerij ja lag mij den pligt op, van, behoudens het Republiekeins fystema, bet heil der gehede Maatfehappy te behartigen; ik mag dat heil, dooreen iSSS&mS^- tegen mi]n gevoeIeD'niet in de Daar nu de Volksftem, zo als zij aangenoomen is geïntroduceerd wordende, mij dringen kan tor i«s tegen mijn geweeten, zo reeken ik mij ook volkomen gerechtigd, Uit hoofde van veranderde conditiën alsdan wedertekeeren tot den rang van ambteloos Bur-er in welke qualiteit ik mij nogmaals verklaare, mij wel te kunnen onderwerpen, en het heil van mijn VaderJfi geI,jk voorheen, te willen blijven betrachten. Accordeert met het oorfpronglijke. ■ Amfterdam, 10 October 1-96. Het tweedejaar der Bataaffche Vrijheid. G. BRENDER a BRANDIS, Secretaris, VRIJ-  VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! Bij de Conclufie van n November 1. 1., in de zaak der Amfterdamfche Volksftem, heb ik doen aantekenen, tot dezelve niet geconcurreerd te hebben. . Mijn Declaratoir van io October, bij de eerfte deliberatiën over dat onderwerp, was alle de Leden bekend: fints had ik, mondeling, hetzelve meermaalen alhier herhaald, en ftond nog in dezelfde gevoelens: alleen was ik, door de Adviefen van fommigen mijner Mede-Leden, in zo verre, terug gekomen, dat ik mij konde voegen bij het geproponeerde op gemelden II November, van de zaak nog vatbaar te verklaaren voor nadere deliberatiën van den kant des Raads. Volgends die Adviefen, moest ik erkennen, dat, hoe zeer de Publicatiën van aö September 1795 en 7 April 1796,-die aangelegene zaak reeds geheel en al (zonder verderen invloed des Raads) aan de-ftemgerechtigde Burgerij fcheenen te demandeeren,deRaad, echter, niet voldaan hadt aan deszelfs altoosduurende verpligting van, op een point, het heil des Volks betreffende, der Burgerij vóórtelichten: haar, met aantooning van de xedenen vóór en tegen, tot Raadsman te verftrékken, en daardoor in ftaat te ftellen tot het doen van eene welberaadene keuze: zulks hadt men nimmer kunnen noemen hindernisfen te leggen aan de Vrijheid; de vrijheid van keuze toch, zonder redenlijke redenen waarom, is de beminnelijke, de Vaderlandfterkende Vrijheid niet. . Aan den anderen kant gevoelde ik, dat de tcgenbedenkingen van andere Leden kragt hadden; naamentlijk: „ de ftemgerechtigde Burgerij is opgeroepen; dat gedeelte, hetwelk geoordeeld heeft te moeten and„ woorden, heeft, met zeer groote meerderheid, de _ invoering befiist, en, zonder omtrent dezen onheusch „ te handelen, kan men geen' generaalen oproep meer a doen." Xx 3 Ik  C 288 ) erken nogmaals, dat deze bedenkingen ttf*At hadden en wel zoveel, dat, in gevallen van m"del baar belang, zulk eene decifie direct gerKfteerd bet hel des Volks betreffende, en zulks all^n nL ?nf' dl= ^°£«W« alleen in het oog dienste houden; te meer, daar zelfs fommige Leden, die te gen nadere deliberatie (temden, het Plan zelVe Ve de: zwartfte couleuren gefchilderd; i*, uit tik e£en eeti m van Commercie als deze is Dan, toegegeeven, dat die Bedenkingen, van een 5«S2K2S °pr°ep moesten terughoudenThadde men dan niet nog een'middenweg kunnen inilaan ? hadde men riet eene: nadere pooging kunnen doen, omtrent dat gedeelte der Stemgerechtigden, t welk geandwo^d beeft; waren w,, ook aan dezen niet verfchuldigd, vob gÜS r °nze? n^Ul Van Raad der Gemeente, hunnen voórhchtenden Raadsman te zijn? kon dat gedeeke" vin dr7^kWa!ijk nf£men' dat^< ^tfufcheance' I's een WW* '4 d,£Cn cf 3 ^eken, hun gevoelen zelve on^ raT' E0raaIsinwoncen' om dan het- S; of i-i« t«Ten,■va?dezulken die te vooren hun !? ""g^wgti met uitfluiting, voor deze keer, van dezulken, die, om welke redenen vafdeVaadVb°-rteI Ü!fe:yjg- taen komen, ingeval de Raad, bij meerderheid, beflisthadde, fetfrtft «og vatbaar voor nadere Deliberatie: Nu is he' tegendeel gebeurd; de Raad, heeft, met goede meeS fnrdamlc/x Volksflem, kan geen poir.èt van Deliberatie ...eer mtmaaken; en aan die Conclufie was geaccre cheerd de deciüe: de Folksftcm rr.cet, volgend: bS% ™ NOTA, Gelegd bij de Notulen van den 19 Februarij l. /., behoorende bij het Artikel der Refolutie, ftrekkende om de Notificatie te ar re ft eer en, waarbij de af getreeden Leden gequalificeerd worden, 0,72, in hunne Departementen werkzaam te blijven, tot dat de Vergadering voltallig zal zijn , (zie Dagblad, VII Stuk, BI. 3.) „ De Burger van Bergen heeft verklaard, met bo„ vengemelde Notificatie zig te conformeeren, doch „ alleen voor zo veel beftaanbaar is met zijne alhier ge • „ declareerde gevoelens van niet anders dan in een „ beftuur, bij wettige en enkelvouwdige vertegen„ woordiging, te kunnen werkzaam zijn." III. bml. VRIJ-  < 39a ) VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van amsterdam. burgers raaden! Bij beide mijne Adviefen van 10 October en 14 December 1. 1., in de zaak der Amfterdamfche Volksftem, was gevoegd eene verklaaring, houdende in fubftantie-: „Dat, daar de Stemgerechtigde Burgerij, in de » maand Maart L 1., mij geroepen heeft tot het Medé„ beftuur dezer Stad, om te dienen tot 19 Jan. 1798, y ik die roeping heb opgevolgd, als zijnde destijds „ een beftuur bij zuivere Reprefentatie, en befchou„ wende zulk een beftuur, ftrookende met de belangen „ dezer burgerij, meer dan eenig ander beftuur: dan, „ dat, daar mijnes oordeels, door de invoering eener „ Volksftem,zodanig als de toen gearresteerde, van de „ eerfte roeping wordt afgcweeken, ik, na mijne be„ ginfelen, niet aétief kan blijven; ma mij in con„ fcientie gedrongen vinde, (offchoon in qualiteit als „ Burger mij volkomen onderwerpende) mijn' post als „ Raad, in den fchoot der Burgerij weder neder te „ leggen. Bij het arresteeren der Notificatie, na het aftreeden der 50 Leden, op den qo Januarij, heb ik gezegd, „ mij met dezelve te conformeeren, doch alleen, voor „ zo veel beftaanbaar is met mijne gedeclareerde gevoelens, vnn niet anders , dan in een beftuur, bij wet„ tige en enkelvouwdige vertegenwoordiging, te kun„ ncn werkzaam zijn." Nu zijn niet alleen de bijzondere Grondvergaderingen geörganifeerd, maar ook de ftemmen tot het Hoofdbeftuur worden thands opgemaakt; waardoor weldra de Volksftem in volle kracht, ook buiten zig, werkzaam zal kunnen zyn; mijne gevoelens nopens den vertegenwoordigenden Regeeringsvorm blijven intusfchen dezelfde; mij fchiet dus niets anders over, (wil ik de Burgerij niet bedriegen0 dan nogmaals te verklaaren, [fSV* .jv ' dat  C 293 ) dat ik, als Raad, niet kan blijven fungeeren, en, uk hoofde, van veranderde conditiën, zo ik meen, het recht hebbe mij te onttrekken. Ingevolge van dien, vinde ik mij thands gedrongen, in deze Raadzaal, en in den boezem "van deze Vergadering, welke de Burgerij vertegenwoordigt, mijne qualiteit van Raad der Gemeente van deze Stad, op dit oogenblik, neder te leggen, en aan uwe wijsheid over te laste», op welke wijze gijlieden mijn affcheid (met dankzegging voor het vertrouwen in mij gefteld) ter kennis der Burgerij zult willen brengen. Heil en broederfchap! D. VAN BERGEN, Amfterdam, den 9 Februari], 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid, Yy a £*•  C *94 ) oer Gemeente yan Amfterdam. Vergadering, gehouden op Vrijdag den 10 Fe bruanj :r97, \ namiddags ten'half vijf uuren. De Prefident beeft in deliberatie gebragt of her Ar? dres, door den Burger D van for-JnrFv , a. Uat dien onverminderd de Bur^rs ƒƒ-' vv- gelijk zij verzogt worden bij dezen om h t ri » * melde Addres aan den Barge%\JÏ' °™tÏLTiS ven, en hem, bij onverhoopte wei *eïw ^ g verand w^rdelfjWid, te injWoS^LT plaats te blijven continueeren ***m°mmziJx***bEn zal Extract dezes aan dezelve Burgers worden ter hand gefield, tot informatie en naricht Accordeert met voorfz. Notulen. F- J- PELLETIlift. VRIJ-  ( *95 ) VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. AAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. BURGERS RAADEN"! Op eergisteren hebben de Burgers de Clercq en van der Vuurst, Medeleden uwer Vergadering, zig ten mijnen huize vervoegd, en mij gezegd, te koomen uit last van den Raad, om mij mijn Declaratoir van Affcheidneeming, op den gden dezer in uwlieder Vergadering voorgeleezen , en aan den Prefident overhandigd, terug te brengen: gelijk dan ook de Burger de Clercq mij hetzelve heeft aangeboden; doch door mij geweigerd is aanteneemen: daar ik, na dat ik zelve het ir. de Vergadering had voorgeleezen, op verzoek van den Prefident, een gedeelte had doorgehaald, en vervolgends overhandigd had, hetzelve niet anders kon aanmerken, dan als een eigendom der Vergadering: trouwens zodanig moet het in de extra fesfie van gepasfeerden Vrijdag avond, ook geconfidereerd zijn, daar hetzelve (met.No. 50 getekend) toen in deliberatie is gebragt: Het moet dan ook in den Raad blijven, als.de grond, waarop de Refolutie (welke ooit) genomen is. Vervolgends hebben gemelde Burgers, hoe zeer in gevoelens ten dezen opzichte van mij vcrfchillende, op de allervriendelijkere wijze, getracht rrij te permr> veeren, van mijn voomeemen aftezien; zeggende, dat de R.aad mij als hun Medelid bleef beichouwen; ja, van de 1 Prefident in last te hebben, mi; te injungeeren, tot het weder waarnee men mijner fumiën als Lid van dsn Raad. Hierop hebbe ik geandwoord: dat, daar de conditiën , waarop ik d.-n post had aangenomen, fints de invoering der Volks-ftem, zodanig zij nu werken zoude, grootelijks veranderd waren, en het mij niet onverfchillig was, in welk een Regeeringsbertuur ik fesCe bid, ik, mijnes oordeels, met volkomen recht, mij onttrokken hadde, en dus aan bovengemelde aan* zegging niet zoude kunnen voldoen. V 3 In  ( 296" ) In den kSUp der discoursfen is mij gebleeken. dat gemelde Burgers van oordeel waren, dat mijnezwurigheeden, voornaamentlijk ontftonden. uit bet ilot van het vijfde Artikel des zesden Hoofdftuks: dan, hierop heb ik aan die Burgers plegtig verklaard, dzt de reden van mijne onttrekking, niet te zoeken was in zwaari?heeden die ik voor mij zeiven voorzag ; maar wel in zwaarigheeden'. die ik Veoi de Burgerij voorzag: en zuiks verklaar ;k r.ogmaals. Eens heb ik den Eed gedaan, van als een Man van Eer, de belangens der Burgerij te zullen voorftaar.: Zulks heb ik na mijn licht, met mijne Adviefen, ook in de Zaak der Volksftem gedaan: ik freb gefprocken, taf, waar ik geroepen, en geplaatst was om te fpreeken. Gij allen, Burgers Raaden! weet hoe ik mij, van den eerften aanvang af, verklaard heb, als een Voorftander der Volksregeering bij zuivere en enkelvouwdige reprefentatie : Zo lang de ze duurde, kon ik der Burgerij van dienst zijn, en heb dezelve gediend: wel is waar, dat zulks gepasfeerden Donderdag nog niet volkomen ophieldt, maar, daar alstoen bekend werdt gemaakt, dat-daag? daaraan, legale kennis van de meest ftemhebbende Burgers, tot het Hoofdbeftuur der Grondvergaderingen gegeeven zoude worden, heb ik dat uiterfte tijdftip niet willen afwagten, opdat rren mij niet zoude kunnen imperteeren , dat iets particulier», relatief de verkozenen, daarop geïnrluè'erd hadde. Meergemelde Burgers de Clercq en van der Voorst', hebben inzonderheid aangedrongen op den invloed, die mijn voorbeeld op fommigen der blijvende Leden van den Raad zoude kunnen hebben; doch, mijnes oordeels, ten onrechte, daar niemand uwer, zich, miir.es weetens, verklaard heeft, gelijk ik gedaan fc*b: ik heb echter, aan gemelde Burgers, bij hunne fterke en vriendfchappelijke perfuatien, beloofd mij in ftüte, op het door hun geavanceerde, een paar dagen te zullen bedenken. Dit nu is gefchied, en ik vir.de geen vrijheid, om van mijne declaratie te defifteeren: des, Burgers Raaden ! gevoel ik mij gedrongen , mijn Addres . het welk  < £97 ? welk de Burger de Clercq bij mij op tafel heeft laaten liggen, en 't welk, op gronden, hier boven gemeld, een eigendom uwer Vergadering geworden is , hier ingefloten, weder ter uwer tafel te zenden. Het is niet zonder "een verdrietig gevoel , dat ik eene Vergadering, die ik hoogachte, en van welke ik onloogchenbaare blijken van achting ondervonden heb, zo veele moeiten moet baaren:maar alle deze be« denkingen moeten wijken voor den drang van het geweeten: gij zult zulks ook, vertrouw ik,respecteeren: en daar ik mij zeiven niet bewust ben, van uwen kant, noch van dien der Burgerij, onaangenaamheeden verdiend te hebben , zult Gijlieden, ik houde mij des yerzeekerd, alles doen om mij dezelven te fpaaren. Wclmeenend zeg ik tot u allen Heil en broederfchap! D. V. BERGEN. Amfterdam, den 14 Februarij, 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vryheid. Es-  Extract uit de Notulen van den Raad der Gemeente van Amflerdam. Vergadering , gehouden op Dingsdas den 14 Februarij 1797, 's middags ten twaalf uuren. U geleezen eene Mi>five van den Burger D. vanBcrgen , waarbij hij (blijft perfifteeren bij het neder! e£?en van zijn' post als Raad. 66 Waaróp, gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan, dezelve Misüve te Hellen in handen van de Burgos van der Vvurst en de Clerca, om op morgen avond te dienen van confidératiën en advies. /.CCDrdeert reet voorfz. Notulen, 4 F. ]. PELLETLER.  C m > JSxtracK uit de Notulen van den Raai der Gemeente van Amfterdam. Vergadering, gehouden op Woensdag den 15 Februarij 1797» namiddag ten 5 uuren. Is geleezen het volgend Rapport van de Burgers van der Vuurst en de Clsrcq, op de, onder de Notulen van gisteren gemelde, Misfive van den Burger D. van Bergen , waarbij dezelve verklaart te peififteeren bij het nederleggen van zijn' post als Raad: VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente dezer stad. medeburgers! Het heeft Ulieden goedgedagt, het Addres van ons Medelid, den Burger Dirk van Bergen, in dato 14 dezer , in onze handen te ftellen, om confidératiën en advies. Wij hebben de eer, Ulieden onze gedagten hierover medetedeelen. Wij zullen Ulieden niet ophouden, om te herhaalen uwe deliberatie en refolutie, op het advies van genoemden Burger en Medelid, aan deze Vergadering, den 9 dezer, gedaan,als gedeclareerd hebbende: „ dat dit „ Addres geen poinét van deliberatie voor uwe Verga„ dering kan uitmaaken." Het heeft Ulieden destijds behaagd, om de ondergeteekenden te verzoeken, aan gemelden Burger,, het „ laatstgemelde Addres terug te geeven , en hem, bij „ onverhoopte weigering, op zijne verandwoordelijkheid „ te injungeeren , om in zijne Raadsplaats te blijven „ continuëeren," volgends Extradt uwer Notulen, in dato 10 dezer. De ondergeteekenden hebben aan uwlieder verzoek III. DEEL. ZZ VOl-  C $oo ) r voldaan , en wel zo .als zij, in gemoede, meenden verpligt te zijn, om een waardig Lid voor de e Vergadering, te behouden. Van welke conferentiën de ondergetekenden aan Ul. mondelijk verflag gegeeven hebben , op eergisteren , met bijvoeging van eene flaauwe hoop, dat onzeernftige en welmeenende aanhoudingen , zo mondelijk als fchriftelyk , bekroond zouden zijn geworden met den besten ui-flag, welke nu door het bovengenoemde Addres van gisteren, door dien Burger ingeleverd, geheel verdweenen is. _ De ondergetekenden dit vooraf gezegd hebbende , zijn van oordeel, dat alle de ftukken van den Burger van Bergen, en de Refolutiën daarop, door een ExtraDagblad, aan de Burgerij bekend gemaakt behooren te worden. f» B« voords het Addres, waarbij de Burger van Bergen zegt: zijn qualiteit van Raad der Gemeente van deze Stad, in deze Raadzaal nederte.eggen, dooreen' Bode terug gezonden worde, en dat hij daar bij geïnjungeerd worde, naamens dezen Raad, om zijnen post, als Lid deszelfs, r.a behooren te blijven uitoeffenen op zijne verandwoordelijkheid; hatende de gevolgen der verdere onverhoopte weigering, geheel en al voor zijne reekening. Wij onderwerpen ons voords aan Uwlieder meer verlicht oordeel , em daar inne zodanige middelen te beraamen en in het werk te ftellen, als Gij meest bevoegd zult oordeelen, beftaanbaar met de achtbaarheid van den Raad en de Vriendfchap en achting voor den Burger Dirk van Bergen. Heil en broederfchap! WILLEM VAN DER VUURST. PIETER DE CLERCQ, JUNIOR. Amfterdam, den 15 Februarij, 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Wasrö'p, gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verftaan: 1. Dat  C S01 ) i Dat de'voorfz. Misfive geen poinft van verdere deliberatie voor dezen Raad kan uitmaakenj vermids bet hberatie vuj cornDetentie is, om daarin tebeflisfen. mfi3 ^t^tSZ^t deze'zaak betrekkelijk, beL rfaaröo gevallene Refolutiën , als Bijlagen §edrukt zullen de*?VerieSngringV.lIe van onverhoopte verdere wefgeTmgg! de Jak, «r zijner eigene verandwoording °VEn zal Extraft dezes aan gemelden Burger worden gezunden, tot informatie en nangt. Accordeert, voor zo verre 't geëxtraheerde aangaat, met voorin Notulen. r. J. PELLETIEIU Zz , VRIJ.  B IJ L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM. Woensdag, aa Februarij, i7q7. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Voordragt van den Burger g. verrijd betreffende de zaak van den Burger d. van bergen. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. aan'den" raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! Op gisteren de nadere aanfehrijving uit den Hage, van den i7den dezer, ten e,nde binnen614 dagen uiter- Itok Jï cT"TT tC ud# Ik heb geandwoord, dat, daar de Raad zijn gevraagd ontïlag hem niet had toegedaan, hij van de op hem geflagene Commisfie niet konde worden gedechargeerd; dat zulks te doen een aveu zoude behelzen, waarvoor de Raad vermeende zich zorgvuldig te moeten wachten, en dat de Raad niet hadt willen twijfelen, of de Burger Van Bergen, (indien hij al bleef perüiteeren bij zijne fustenue, van geen zitting in den Raad, of in het Committé van Algemeen Welzijn, te kunnen neemen) zoude toch werkzaam blijven in de Commisfiën aan hem gedemandeerd. Van Bergen gaf hierop te kennen, dat hij ten dezen een Expediënt hadtvoorgellagen,omhem, naamentlijk, eene qualificatie van den Raad te doen toekomen;doch ik gaf hem ten andwoord, dat op dien zelfden grond, waarop hij eene aualificatie begeerde, de Vergadering daarin niet konde treeden. Want daar hi] die qualificatie begeerde, omdat hij qua Raad geene daad verrichten wilde, die hem niet meer in zijn geheel zoude doen blijven, de Raad geen Perfoon, door eene bijzondere qualificatie wilde magtigen, die de radicaale qualiteit tot zulke Commisfiën reeds werkelijk in zich hadt, en dat, gelijk hij van Bergen fustmeerde, hij zonder qualificatie verder ageerende, homologeeren zoude, de lusterue van den Raad, als ware hij nog werkelijk Lid van deszelfs Vergadering; de Raad daarentegen door het geeven van eene qualificatie zoude homologeeren, de fustenue van den Burger van Bergen, als of hij kon gereekend worden, op zijnen eisch werkelijk te zijn ontflagen van den post, als Lid van den Raad der Gemeente. . De Burger van Bergen gevoelde wel het dnngende 6 Zi 3  C 304 ) vah dit argument, doch hij beweerde dat, daar dt zaak tusfchen den Raad en hem, door het publiek maaken van alle de relative Hukken, door de Biilaagen tot het Dagblad, nu ftondt gebragt te worden ter kennisfe van het Volk, het nu eene zaak zoude worden tusfchen het Volk en hem, en alzo de zaak thands konde verklaard worden te zijn Litispendent. Ik merkte aan , dat dit toegeftaan zijnde , en de zaak voor Litispendent tusfchen hem en het Volk door den Raad verklaard zijnde, de zaak, indien die daar door, bij hem, niet gebragt was in die termen dat hii, zonder fpeciaale qualificatie, vermeende niet te kunnen werkzaam zijn, de Raad op denzelfden grond des zelrs weigering van qualificatie konde bouwen; dewijl deze zowel als hij het recht had om te begeeren bii deszelfs recht gelaaten te worden. De Burger van Bergen verzocht mij andermaal de Papieren van hem over te neemen, willende hij zich wel verpligten, om, zo veel hij, qua Burger, konde, met de Commisfie werkzaam te zijn ; doch ik zeide mij daarvoor wel te zullen wachten; dat de Raad door het terug zenden zijner Voordragten, getoond hadt in zijn geheel te willen blijven, en ik dus mij wel onthouden zoude, om eenen ftap te doen in mijn privé, die deze mefure van den Raad eenigzins zoude kunnen entraveeren ; dat hij geïnjungeerd zijnde, om zijn' post als Raad te blijven waarneemen, deze injun&ie involveerde, de Commisfiën aan dien post geaccrocheerd, en de Raad, voor alsnog, in de hoop verfeerde, dat hij aan deze injunftie zoude defereeren. Hij bragt hier op in, dat, hoedanig men ook over de merites van zijn fystema denken mogte, men toch hem het recht niet kon weigeren, te gelooven, dat hij in dezen zijne overtuiging volgde, en drt het derhalven eene aanftootelijke inconfequentie in zijn gedrag zoude aanduiden, indien hij, daar hij,n&zijnegedaane Verklaaringen, als pasfief befchouwd moest worden, zich nu in eenen actieven ftaat, in diezelfde gerenuntieerde en geabandonneerde betrekking zoude begeeven en werkzaam zijn; dat hij dit, behoudens zijne beginfelen, niet kon, niet vexmogt te doen. Ik  ( 3©5 ) Ik heb bij reseontre dit zelfde raifonnement, gebafeerd op de inconfequentie, voor zo veel het den Raad aanging , aangevoerd ; doch alles met geen ander gevolg , dan dat hij zeide, alles te willen doen, wat ra zijn vermogen was, en dat hij, ten einde zich met mfruftueus te maaken, mij verzocht, dat ik als een medium in deze fpecieufe zaak, het volgend Voordel aan den Raad zou doen: Dat de Raad, laatende de zaak, het neemen van zijn ontllag, in zijn geheel, en zonder eenige decifie te doen, wegens de validiteit der redenen zijner ontQag-vraaging, als die door het Volk, als zijne Committenten, moeten beoordeeld worden, hem van Bergen (met mhaefie van het voorgezegde) injur■geerde om werkzaam te blijven , in die Commisfiën, welken op hem geilagen waren. Waarna hij van Bergen, mids gehouden wordende, ook te blijven in zijn geheel, verklaarde werkzaam te willen blijven , in die Commisfiën , in welken hij zig gefteld bevindt. Ziet daar, Medeburgers! de Voordragt van het gepasfeerde , tusfchen den Burger van Bergen en mij, voor zo veel het fubftantiëele aangaat. Want gij zult van mij niet vergen , de verzeekering , dat alles wat hier ter nedergefteld is, de eigene woorden der converfatie zijn. . Ik heb mij gaarne willen belasten, om deze Voordragt te doen ter dezer Vergadering; verzoekende nu, ten ernftigften, dat over deze zaak, met al die gemaatigdheid en bedaardheid, moge worden gedelibereerd, welke derzelver gewigt en aanbelang is vereifchende, op dat wij nog, zo veel mogelijk, partij mogen trekken, van de bekwaam- en werkzaamheeden van een Man, wiens gemis in deze Raadzaal, door alle web denkenden, ten hoogften moet worden geregretteerd. Heil en broederfchap! Uw Medeburger GERAR9 VERRIJN. Amfterdam, 22 Februari] 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid.   B I] L A G E TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Woensdag, 21 December, 1796. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. REGLEMENT van Orde veor, en Verdeeling der Werkzaamheeden van , den Raad der Gemeente van Amflerdam. EERSTE HOOFDSTUK. Betreffende de Vergadering en werkfaamheden van den gcheelen Raad der Gemeente van Amflerdam. Artikel 1. Deeze, thans uit zestig Leden beftaande, zal (behalven de buitengewoone Vergaderingen, in art. 5 en 8 van het hierna volgende 4de Hoofdftuk gemeld, ) alle Woensdagen, nadenmiddag ten 5 uuren, vergaderen, in de Raadkamer, om aldaar te raadpleegen over a le zaaken, door de Committés, of het natemelden Collegie, ter zijner kennisfe gebragt, en dieswegens befl uiten te nemen. _ lil. deel. Aaa ^ee-  C 3^3 > - Deeze zal als dan, uit hoofde der menigvuldige onderwerpen, alléén over dezelven raadpleegen, om dus de belangen van de Burgerij des te beter te behartigen, en m deeze zittingen zich met niets anders bezig h -u' den, ten ware 'er zaaken voorkomen, welke van belang zijn, en Ipoei vereisfchen, ff *TVW H "ï jyr a Art' ■ r _ De Prefident zal de Vergadering openen met een g* peo, volgends een hiervoor gefteld formulier. Art. 3. Deeze zal, na dat de notulen der la.Ustvoorgaande algemeene \ ergadermg zullen gelezen zijn, alle zaaken in orde voordragen, en zorgen dat de deliberatiën geregeld worden gehouden; de ftemmen opnemen, en hieruit de befluiten opmaaken. Zullende ten aanzien van de orde der (temming, elk lid, volgends Zijnenommer,zitting erfBSnSSg hebben. AileWoensdagen, wanneer een Prefident aftreed, zak elk der tegenwoordig zijnde leden tene nommer trekken voor de eerstvolgende veertien d.sgen. Een der Secretarieën zal yoor de afwezend zijnden trekken, en van deeze trekking zal, door een'der Secretarieën, eene naauwkeunge lijst gehouden worden. Geen der leden zal vrijheid hebben in zaaken, hen in penoon, of namaagfehup tot in den derden graad betrenen.de, zi.,n gevoelen te mogen zeggen, of dieswegens te ftemmen. Art. 4. De Vice-Prefident zal, zoowel als de Secretaris de Hemmen opnemen, ten einde de Preüdent, des t' bc^er, bet befluit zal kunnen opmaaken. Art. 5. De Prefident zal niemand mogen voordragen, to* hetbekleeden vaneenig ambt of bediening, maar wti tot Commisfiën uit het midden der Vergadering. Art.  C S=9 ) ' Art, 6. - Een der leden iets hebbende voor te dragen, zal aan den Prefident het woord moeten vragen, en, na bekomen verlof, zijne voordragt mogen doen; dan dit zal niet mogen gefchieden, zoo lang 'er over eenig onderwerp omvraage gefchiedt, ten zij het daarop betrekking heeft, en dus van invloed op de deliberatiën dieswegens zijn kan. . De Vice-Prefident zal opfchnjveö welke leden het woord vragen, en het zal niemand vrij ftaan meer dan tweemaalen over dezelfde zaak het woord te vragen; zullende verders geen der leden voor zijne beurt mogen fpreken. Art. 7. . Wanneer de ftemmenfteken, zal de Prefident eene beflisfende ftem hebben: uitgezonderd wanneer wegens perfoonen geftemd wordt, wanneer het lot zal bellisfen. Art. 8* Men zal bij belloten briefjes eenen Vice-Prefident voor den tijd van veertien dagen verkiezen, welke den Prefident in zijnen post zal opvolgen. Iemand, binnen den tijd van drie maanden* na zijn afgelopen preudium, verkozen wordende, zal de vrijheid hebben, voor deezen post te mogen bedanken, doch anders niet. Art. 9. De Prefident zal voor het fluiten der Vergadering vragen, of een der leden iets heeft voor te ftellen. Art. 10. Elk lid zal vrijheid hebben, in de notulen, aantekening tegens een genomen befluit te laaten doen, en, (des verkiezende, mids binnen drie dagen,) (uitlandig of onpaslijk zijnde, uitgezonderd.) bij wijze van declaratoir, de redenen op te geven, om welke hij zich daarmede niet geconformeerd heeft. Welk declaAaa a r*"  C 3" ) ratoir genommerd bij de notulen zal worden bewaard; zullende de Secretaris in de notulen infereeren: „ Met „ deeze refolutie heeft de Burger N. N. zich nieYge„ conformeerd, blijkens declaratoir No. Geen der leden zal het nochtans vrij flaan, zoodanig ingeleverd declaratoir, door den druk, publicq te maaken, als zijnde hetzelve een eigendom der Vergadering geworden. Art. ii. ^ Zoo lang de Vergadering zal blijven beftaan uit zestig leden , zullen tot de onderfcheiden Committés benoemd worden zeventien leden -naamlijk voor de Committés van algemeen welzijn,finantiën, en koophandel en zeevaart; doch tot algemeene waakzaamheid negen. Art. 12. In den boezem deezer Vergadering berust de wetgevende magt, waarvan de uitvoering aan de Committés, zoo verre dit dezelve betreft, is aanbevolen. Tot de werkfaamheid deezer Vergadering behoort: Het maaken en doen handhaaven van allerhande keuren en ordonnantiën; — Het oppergezag over de gewapende burgermagt, en de in Stads eed en dienst ftaande bezoldigden. De Prefident, vertegenwoordigende de geheele Vergadering, zal, als Gouverneur der Stad, daaglijks het woord geven, bij nacht de bewaaring hebben van den fleutel der kist, waarin de fleutels der gefloten boomen en poorten, des nachts, op het Huis der Gemeente, geborgen worden. De Prefident zal insgelijks zien en tekenen alle ordonnantiën ter betaaling, geene uitgezonderd, welke ordonnantiën door den Secretaris insgelijks zullen getekend worden; — Geene verzoeken ter betaaling zullen echter worden aangenomen, dan die fchriftlijk worden gedaan; welke alsdan, door den Raad goedgekeurd, bij de ordonnantiën zullen bewaard worden. Art,  C 3" ) Art. 13. Wanneer Bij den Procureur der Gemeente doodftraf tekens misdaadigersgeëischt wordt, zal de Vergadering tw°ee leden uit haar midden benoemen, om, benevens den Maire, dies wegens advis uit te brengen; en zal hetzelve door den Maire aan het hoofd dier Commisfie worden uitgebragt; zullende wijders de Maire gehouden zijn te ftaan over de executie van doodvonnisfen. Art. 14. Deeze Vergadering zal, het zij uit haar midden, of buiten haar, aanftellen de Curatoren van het Athenssum Illustre, en der Latijnfche Schooien, alsmede de Commisfarisfen van den Kruidtuin en Houtvesterijen. Art. 15. In deeze Vergadering zullen begeven worden de ambten, volgends de nominatien, hiertoe, door de Committés, ingevolge eene gemaakte bepaaling, ingeleverd,—Wanneer eenig Committé eene nominatie zal inleveren, dient hiervan des Maandags uiterlijk kennis te worden gegeven. —Iemand, op de nominatie tot eenen of anderen post zijnde opgegeven, zal hiertoe niet kunnen verkozen worden, dan bij eene volftrekte meerderheid der tegenwoordig zijnde leden; zullende het lot, wanneer de ftemmen fteken, beflisfen. TWEEDE HOOFDSTUK. Betreffende de getieraale verpligtingen 'der Committés, Art. 1. Ieder Committé zal gewoonlijk Dingsdags, Woensdags, Donderdags en Vrijdags vergaderen, van des morgens ten 10 ure tot 11 ure, of zoo veel vróe* ger of laater, en zoo veel langer, als de werkfaamheden of omftandigheden zullen vereisfehen; hetgeen beoordeeld zal worden door den Prefident van ieder CoraAaa 3 nut-  C 3i3 ) ttitté; welke tevens het vermogen zal hebben, om het Committé zoo dikwijls buitengewoon te befehriiven als hij zal noodig oordeelen. ' Art. 2. Elk Committé behoudt aan zich, eeneh Prefident bij befloten briefjes, te verkiezen; of de leden van hetzelve, naar rang vanjaaren, hiertoe te doen opvolgen. ^ Art. 3. De Prefident ral ai'e zaaken voordragen, en zorgen dat de deliberatiën geregeld worden gehouden, en de ftemmen opnemen, om de befluiten op te maaken. Art. 4. Een der leden, iets hebbende voor te dragen zal den Prefident het woord moeten vragen, en zich ge dragen conform art. 6. Hoofdft. I. van de algemeene Vergadering. ö Art. 5. Bij het fteken der ftemmen zal de Prefident eene beflisfende ftem hebben. Art. 6. Ieder Committé zal alles afdoen, dat aan hetzelve, het zij door den Raad der Gemeente, het zij door het natemelden Collegie, ten dien einde is in handen gefteld. Art. 7. Het zal op alles, wat aan hetzelve, om confidératiën en advis, of om bericht gezonden is, ten fpoedigfte doenlijk, fchriftlijk dienen. Art. 8. Het zal zorge dragen, dat tegens den tijd, wanneer het natemelden Collegie vergadert, uit deszelfs midden, zoo veel leden worden afgezonden, als hierna Hoofdft. IV. art. 1. zal worden vermeld. Art.  C 313 5 Art.. 9. -. Elk der Committés zal van zijne verrichtingen be^ hoorlijk aantekening doen houden; en daartoe zoo veel Clercquen mogen aanftellen, als het zal oordeelen noodig te hebben: echter hiervan kennis gevende aan den Raad der Gemeente; blijvende nochtans de benoeming van deszelfs Secretarisfen aan gemelden Raad; doch de voordragt van den perfoon, aan elk der Committés. Art. 10. Wanneer in èen der Committés zaaken voorkomen, welke iemand der leden in perfoon, of tot in den derden graad in bloedverwantfchap,betreffen, zal de zoodanige niét mogen tegenwoordig blijven, maar zoo lange de Vergadering moeten verlaten, tot dat de deliberatiën dieswegens zijn afgelopen. Art. 11. Elk Committé heeft vrijheid, voor ftads rekening, alle noodwendig vereischte uitgaven te doen: zoo tot het falariëeren van een voldoend getal bedienden,welker loon, op de voordragt van hetzelve, door den Raad zal worden bepaald; als ter goedmaaking van onkosten en verfchotten; zullende voor het geheel der telkens opgegeven fommen, door den Raad, het zij weeklijks of maandlijks, eene ordonnantie op Thefaurieren worden afgegeven, tegen behoorlijk recief. Art. 12. Elk Committé blijft, wegens alle zijne verrichtingen, verandwoordlijk aan den vollen Raad. Art. 13. - Het zal alle Dingsdagen aan den Prefident van den Raad, bij extraft uit deszelfs notulen, kennis geven, van hetgeen in de laatstverloopen week bij hetzelve is verhandeld.  c 314 > Art. 14. Het zal de nominatiën formeeren ter vervulling der ■openftaande posten, volgends de bepalingen, hiertoe den 11 July 1796, bij den Raad vastgefteld. Volgendi "deeze bepaaling valt een groot ambt: . , Het eerfte, aan het Committé van Finantiën; Het tweede, aan Koophandel en Zeevaart; Het derde, aan Algemeen Welzijn; . Het vierde, aan Algemeene Waakfaamheid; Een middelbaar ambt: Het eerfte, aan Algemeen Welzijn; Het tweede, aan Koophandel en Zeevaart; Het derde, aan Finantiën; Het vierde, aan Algemeene Waakfaamheid ; Een klein ambt: Het eerfte, aan Algemeen Welzijn; Het tweede, aan Koophandel en Zeevaart; Het derde, aan Finantiën; Het vierde, aan Algemeene Waakfaamheid. DERDE HOOFDSTUK. Betreffende de bijzondere verkfaamheden van ieder Committé. A. Het Committé van Algemeen Welzijn. Art. 1. Zal in het algemeen, op de naauwkeurigfte wijze, zorg dragen voor de richtige beheering en beftuuring van alles, wat niet bij andere Committés of Kamers béhoort, en waarbij het algemeen welzijn eenig belang heeft. ii ovi . Art. 3. Item, om, met betrekking tot zoodanige onderwerpen  C 315 ) pen van deszelfs werkfaarnheden, waarbij de algemeene rust, orde en veiligheid, binnen deeze ftad, of de belangen van Koophandel en Zeevaart, eenigermaate betrokken zijn, ten fpoedigften doenlijk, aan het Committé van algemeene Waakfaamheid, of van Koophandel en Zeevaart, kennis te geven, en met dezelven te overleggen, wegens de meest gepaste middelen, ter voorkoming, of ftuiting, van alle wanorde en ongeregeldheden. Art. 3. In het bijzonder zullen zich de werkfaarnheden van dit Committé bepaalen tot het oppertoevoorzicht over * De Weeskamer,' ** De Lombard of Bank van Leening; *** Het opzicht over voorwerpen van leeftocht; als_ Het zorgen voor de hoeveelheid graanen in de ftad; de zetting van het brood, en wat dies meer is, **** En alles wat het huishoudlijk beftuur der ftad betreft, voor zo verre het niet behoort onder de directie van die Leden, welke de zaaken ter Thefaurie-ordinaris waarnemen. Het voorgemeld beftuur zal hebben tot onderwerpen : s. Het oppertoevoorzicht en de hoofdbeftuuring over alle de ftads Gebouwen, Godshuizen, en Godsdienstige Geftichten, en die welke tot bevordering van Kunften en Wetenfchappen , en nuttige oefeningen van ftads wege zijn aangelegd; als daar zijn de mindere Schooien, de Kamer van Anathomie, de Stads Apotheek, het Collegium Medicum, en de Stads Jachten en Jachthavens. Hier onder is echter niet begrepen het Huis der Gemeente, de Gebouwen en Werken, waarvan het oppertoevoorzicht aan het Committé van Koophandel en Zeevaart is opgedragen; noch het Athenseum Illustre, de Latynfche Schooien, en de Kruidtuin, als zijnde aan bijzondere Commisfarisfen aanbevolen. b. Het oppertoevoorzicht over alle openbaare Markten; over alle Gilden van Neeringen, Handwerken en Bbb Ar-  < C 316 ) Arbeid, tot het departement van Koophandel niet befioyrenae, over alle voornaame Neeringen, tot geene Ci.den behoorende; waaromtrent bij Keuren van ftad * tTfv^r3Zr Vgaande diesweSen* gemeenfchaplijk te wark met het Committé van Koophandel en Zeevaart, waar zulks nondig geoordeeld wordt. fret,°PPert°evoorxichtoverde Veer, Beurt-, en Ma-k-fcnepen; over alle ftads Vaartuigen, Schuiten, en Schouwen., welke niet tot de Moddcrwerken behooren, of onder directie van Thefaurieren -ordinaris fn ftX'^% f Cn" 1Voé.«eden' Jagers, en andere W» f WeA gseraP^ii=erde perfoonen; de - " * Brandtneesteren; en verder alle zaaken en pionnen, waaromtrent eenige voorziening van ftadswege gcvorde-d wordt, voor zo Verte zulks niet aan eenige der andere Committés is overgeladen d. Dezorge, dat alle ftads binncnlandfche bezittingen, aoor de smbtenasren en verdere bedienden, op «Pest mooglijke wijze, worden beheerd en beftunrd; voor de handniving van alle ftads rechten; over de ..Ieeren, Poiaers, Dijken, Wegen, Zandpaden, Trekpa*S»v.en Vaarten; de Tollen, Gabellen, en de Vis- e. De zorgt voor de uitvoering en naarkoming van aue Keuren, tot het huishoudlijk beftuur der ftad alleen betreKhjk, en niet behoorende tot de adminiftratic van ju.tme; en, v^or zo verre zulks van eene burgerlijke voorziening kan afhangen, het handhaven van alle de rechten deezer ftad, en derzelver ingezetenen f. De oppervoogdyfehep over de ftads Armen- en oodstv.izen , raidsgaders het interponeren van Confent aan Vrouwen, jonge Dochters,of Minderjaarigen, om eenig gerechtlijk ichuidverband en overdragt-brieven te verlijden. to g. Het, ten naame van het Committé van Algemeen Wclznn, a.s daartoe door den Raad der Gemeente van Am/ie-aam gemagtigd, doen opmaaken. en met ftads 2egel bekrachtigd, midsgaders door een eer feerttarisfen ter ordonnantie van het committé getekend, doen afvaardigen en uitgeeven van openbaare ac>en tot dit departement eene fpeciaale betrekking hebbende;  C P7 ) de; als, bij voorbeeld, gercchtlüke Procuratièn , 'Brieven van Voorfchrijving - Verzoekbrieven, voor zo vérre die niet tot het departement van het Committé van Juftitie behooren j Gezondheids- brieven, BurgerCeduilen, en Acten van admisfie, i\óten van legali1'atie, Testimonialen, Vidimus, Affirrr.atiè'nenDoleantiën , Certificaten , voor zo verre dezelve niet tot het departement van Koophandel en Zeevaart, of het Committé van Juftitie, behooren. h. Het beöurdeelen, en in train doen brengen van nuttige Uitvindingen, voor zoverre het IluLhoudlijk Beftuur der ftad hierbij eenig belang heeft. /. Het verleenen van appoinclementen tot de publieke Verkoopingen van Inboedels, meubilaire Goederen, Huizen, Landerijen, en Effecten ; voor zo verre dit niet is van het departement van het Committé van Juftitie, en bij dit Committé zullen behooren verleend te warden. k. Het af- en aanftelien der Overlieden van Gilden , waarover het oppertoevoorzicht aan dit Committé is opgedragen; en, voor zo verre iemand der gemelde perfoonen mogt gehouden zijn borg te ftellen, bij de aanvaarding van zijn ambt of bediening, hef voor hem doen verleenen van borgtocht, (voor zo verre die bij geen der andere Committés worden verleend of gepasfeerd,) en dezelve op gelijke wijze te doen afvaardigen, als met betrekking tot andere Aften, door dit Committé uit te geven, bepaald is. /. Het afnemen van alle Eeden, waar zulks hier ter ftede te pas komt; uitgezonderd met betrekking tot perfoonen, 'aan een der andere Committés verandwoordlijk ; Eelen op verklaringen, of ambrs-eeden, welke voor die Committés moeten gedaan worden, door welke de nieuwverkozen ambtenaaren op de nominari: zijn gebragt. Art. 4. Het Committé zal voor zich mogen ontbieden, of doen ontbieden, alle zoodanige perfoonen, welke, naar deszelfs gedachten, omtrent deeze of geene onderwerpen, tot de werkfaarnheden van dit Committé betrekking hebbende , eenig onderricht of opheldering B b b 2 zou-  C 318 ) ronden kunnen aan de hand geven; zullende een ieder, ten dien einde ontboden, verpligt zijn, zich naar dn ontbod te moeten gedragen. Art. 5. Het zal alles, wat bij hetzelve te verrichten valt, onder deszelfs Leden zoodanig mogen verdeelen, als het, tot de meeste bevordering van het algemeen belang, noodig zal oordeelen; behoudens nochtans, dat van alle zaaken van aanbelang aan het Committé verflag worde gedaan, om daarop collegialiter nader te kunnen refolveren. B. Het Committé van Finantiën. Art. 1. De werkfaarnheden van dit Committé zullen zich bepaalen tot * De Thefaurie-ordinaris, ** De Thefaurie-extraordinaris, waarbij de ontvangst der ioofte en aoofte penningen, en de 12de penning, het fchatten van de 12de penning der nieuwlings getimmerde of verbeterde Huizen, en de betaaling der renten, ten laste der ioofte en 12de Penning-kamer lopende. *** De Reken-kamer, en daarbij de groote Accijns. Art. 2. Hetzelve Committé zal zich in het bijzonder, met betrekking tot de Stad, niet alleen bezig houden met het opneemen van Stads Finantie-wezen, in alle deszelfs vakken, maar daarvan accuraate en gedetailleerde lijsten formeeren; zich van ieder, welke in een of ander vak van dien werkfaam is, de noodige onderrichtingen laaten geven ; de gebreken daarin plaats hebbende aanwijzen; de middelen tot herftel en verbetering van Stads Finantiën aan den Raad der Gemeente opgeven; aan denzelven zoodanige voorftelien dienaangaande voordragen, als ten nutte der Stedelijke Finantiën zullen kunnen ftrekken; en ten naauwkéu- ri»  C 319 ) rigfte zorgen dat de faldo's der geapprobeerde rekeningen ter Thefaurie behoorlijk worden opgebragt. Ar:. 3. Het zal alles, wat bij hetzelve te verrichten valt, onder deszelfs leden zoodanig verdeelen, als het, tot de meeste bevordering van het algemeen belang, noodig zal oordeelen; behoudens nochtans, dat van alle zaaken van aanbelang aan het Committé verflag worde gedaan, om daarop nader collegialiter te kunnen befluiten. Art. 4. Bij hetzelve zullen gepasfeerd worden de Aften van aanftellingen van zoodanige bijzondere Beambten, welke door den Raad, uit eene overgeleverde nominatie, niet zijn verkozen of aangefteld, en de borgtochten, voor zoo verre die hierbij zouden kunnen verëischt worden. C. Het Committé van Koophandel en Zeevaart, Art. 1. Zal in het algemeen gehouden zijn, op de krachtigfte wijze doenlijk, te zorgen voor de richtige beheering en beftuuring van alles, waarbij de Koophandel en Ze-vaart belang hebben. Art. 2. Item, om, met betrekking tot mercantile objeften, waarbij de algemeene rust, orde, en veiligheid, binnen dcc*e ftad, naar deszelfs gedachten, zouden kunnen gemoeid zijn, daarvan ten fpoedigften aan het Cammitté van Algemeene Waakfaamheid kennis te geven, en met hetzelve, gelyk ook, in daartoe gedisponeerde gevallen, met het Committé van Algemeen Welzijn te confereeren, over de bekwaamde middelen, ten einde alle wanorde voor te komen, of reeds plaats hebbende, ten krachtigften tegen te gaan ea uit den weg te ruimen. Bbb 3 Art. 3.  C 320 ) Art. 3. Het zal, in het bijzonder, het oppertoevoorzicht hebben, over de richtige beheering en beftuuring van den Oosterfchen Handel, en de Rederijen ; van den KUsmchen of Moscovifchen Handel; van de Vaart op den Rhijn, voor zoo verre het deeze ftad betreft; over de Wisfelbank; ftads Beleenkamer; de grootbinnenen buitenlands-vaarders; de Waterfchepen van het Eiland Marken; de groote Beurs; de Koornbeurs ; het Koornmeeters-huis; de Waagen; de WkatenJde Kraanen; de Havens; het meeten van Schenen, voor zoo verre zulks van ftadswege plaats heeft ^het'Ijken van Ballasters; aen grooten en kleinen Ijk ; het Touwwerk; de Hop; Tabak; Wol, en Zijde Manufacturen; ftads Zijiewnid-huis, en Zijde-IIalien; de Saaihal; het Staalfiox; dehsiaijeurs; de belastingen op den Koophandel van ftadswege geheven; en voorts, in het generaal, over alle Fabrieken; over alle Tar-, Keur- en Rafactie-Meesters. Het zal tevens hebben de verkiezing van, daartoe genomineerde, perfoonen tot Diiefteuren van den Leyantfehen Handel, en de Navigatie op de Middellandse Zee, voor zo verre dit aan deze ftad behoort; bnjvende nochtans de zorge voor het onderhoud der Gebouwen en Werken, tot bovengenoemde objeften betrekking heobende, aan het Committé van Algemeen Welzijn bevolen. Art. 4. Het zal mede het oppertoevoorzicht hebben over alle Gilden van Weeringen, tot den Koophandel en Zeevaart betrekhjk, als daar zijn, onder anderen, het groot binnen- en buitenlands-vaarders-gilde; het Compaslen-_en Zeilenmaakers - gilde; het Koorndraagers-, Kuornhgters-, Koornmeeters- en Koornzetters - gilde; het Makelaars - gilde; het Scheepstimmermans- emMastenmaakers-gilde; het Roei-, Stijger- en Schuitenvoerers - gade; het Vlotfchuitenvoerers - gilde; het Waagdragers-gilde; het Wijnkoopers-gilde; het Bontwerkers- gilde, en dat van den Lakenhandel. Het  ( ) s Het zal ook de magt hebben tot het af- en aanfteï- len, midsgaders beëedigen van de Overlieden van die Gilden, tot het vak van den Koophandel of de Zeevaart behoorende, en voor zoo verre iemand der gemelde perfoonen gehouden mogte zijn cautie te ftellen bij de aanvaarding zijner bediening, zullen de Aden van Borgtocht worden opgemaakt ten naarae van het Committé van Koophandel en Zeevaart, als daartoe door den Raad der Gemeente van Amflerdam gequalificeerd; en voorts met het Cachet van het Committé gemunieerd, en door een van deszelfs Secretarisfen ter ardonnantie van het Committé getekend, geëxpedieerd worden, even gelijk andere publieke Aften, tot het vak van den Koophandel en de Zeevaart betrekking hebbende, als daar zijn Zee-brieven, Tarra-brieven, Affirmatien, of Zout-brieven, Certificaten, en wat dies meer is Art. 5. Het zal ook verleenen appoinftementen tot publicque Verkoopingen van Koopmanfchappen, Schepen en Scheepsgereedfchappen, en het geen verder onder zoodanige onderwerpen, den Handel betreffende, begrepen is, voor zoo verre deeze appoinftementen niet zullen behooren bij het Committé van Juftitie. Art. 6. Het zal ook voor zich mogen doen ontbieden alle zoodanige perfoonen, welke omtrent deeze of geene onderwerpen van Koophandel of Zeevaart eenige inlichting of ophelderingen zouden kunnen aan de hand geven, zullende die geene, welke ontboden zijn, gehouden zijn zich naar dit opöntbod te gedragen. Art. 7. Het zal alles, wat bij hetzelve te verrichten valt, onder deszelfs Leden zoodanig mogen verdeelen, als het tot de meeste bevordering van het algemeen belang zal noodig oordeelen, behoudens nochtans, dat ■van alle zaaken van aanbelang aan het Committé ver- flag  C 3" ) flag worde gedaan, om daarop Collegialiter nader te kunnen refolveren. D. Het Committé van Algemeene Waakfaamheid. Art. i. Zal in het algemeen gehouden zijn, op de krachtda- digfte wijze, te zorgen voor de handhaving van de algemeene rust, orde, en veiligheid, binnen deeze Stad en derzelver Jurisdictie; en daadlijk werkfaam te zijn ter ftuiting van al hetgeen, welk in deszelfs gevolgen aanleiding zou kunnen geven tot verftooring van de algemeene rust, en zich bevlijtigen ter ontdekking, voorkoming, beteugeling en weering van alles, wat eenigen zweem zou kunnen hebben van toeleg tot verraaderij, muiterij, of oproer, en dieswegens daartoe de noodige correspondentie houden. Art. 2. Het zal goede correspondentie houden, en door den Maire doen houden, met het Hoofd of de Hoofden der gewapende Magt, en met den Procureur der Gemeente, ten einde aldus te kunnen ontdekken wat door kwaadwilligen gemachineerd, of ondernomen, zou kunnen worden, om de algemeene rust, orde, en veiligheid, direét, of indirect, te ftooren. Art. 3. Het zal, in het bijzonder, gehouden zijn te verftooren alle attroupementen, bewegingen en bijëenkomtten, het zij openbaare, Tiet zij geheime, waaruit iet» nadeeligs voor de algemeene rust,orde,en veiligheid, zou kunnen ontdaan. 'Art 4. Het zal de magt hebben, om daartoe, niet alleen aan den Maire, en deszelfs Subftituten en Dienaars, ten ailen tijde, de verëischte orders te geven, maar ook, om, bij alle voorvallen, waar zulks zalnoodig fchij-  C 5*3 ) fchijnen, eene toereikende medehulp te vorderen van dr gewapende Magt deezer Stad, voor zoo verre dezelve is ftaande in eed en dienst van denRaad derGemeente; en, van tijd tot tijd, zoo met den Commandant en de Colonellen van de Schutterij, als met den Commandant der bezoldigde Guardes, over de meest gel'chikte middelen ter bewaariiig en handhaaving van de orde, rust en veiligheid, confereren. Art. 5. Het zal altoos voorfchreven adfiftentie mogen vorderen, in gefchrifte, door den Prefident van het Committé gevidirneerd, en ter ordonnantie van kit Committi door den Secretaris ondertekend. Art. 6. Wanneer het Committé niet vergaderd is, zal Voorfchreven medehulp, des noods, mogen gevorderd worden, door twee Leden van het Committé, welker beurt het zal zijn, als Commisfarisfen van het Committé , op alle voorkomende zaaken, die geen uitftel kunnen dulden, het zij op verzoek of requifitie van den Maire, het zij ex ofiicio, order te ftellen; des dat dezelve, in zoodanige gevallen, zullen gehouden zijn, om van al hetgeen zijlieden, het Committé niet vergaderd zijnde, verricht of befloten hebben, in de eerstvolgende Vergadering van het Committé, verflagte doen, ten einde daarop vervolgens in Collegio te befiuiten, en van alles aantekening te houden in de Registers. Art 7. Het zal, in het bijzonder, zörge dragen, dat daadlijk verftoord worden alle geheime Conventieulen, waarin iets, dat pnejudiciabel zoude kunnen zijn aan de algemeene rust, orde en veiligheid, zoude kunnen gemachineerd worden; gelijk mede dat alle Huizen of Verzamelplaatfen, waar zoodanige famenkomlten gehouden worden, daadliik worden gefloten. III. DEEL, Ccc Art. 8,  < 3^4 ) Art. 8. voiiffri pn ? ' , denzelven zullen zijn geren- tt Art. o. Het zal gehouden zijn, wanneer 'er iets voorkomt t7n r««f£ n , ' S dan' daarvan aan die Committés alle combustie of wanorde, die daaruit, tenpSSdjS tt , Art. 10. de"ïaZadadaenrd^ZeIf3 h°0fa hebben den door aen Kaad der Gemeente tot dien post benoemd • die oVePSeVan h« Co™*«* /gehouden zal zi n) aiom exafte correspondentie te houden, ter ontdek W van al wat door kwaadwilligen, ter veritoJrin!van df zoo kort mooglijk daarna, zal moeten gffchieden ten Xden^d^r^ " »** ^^^ningw'oSe fóSï StëS1 aarop in orde te kunnen deli- Art. ii. vaPhefi'en^ ^.Vergadering, rp kennisgeving van het geen de Masrc% wanneer het Committé niet ver-  C 325 ) vergaderd is geweest, ter handhaaving der algemeene rusf, orde en veiligheid , zou mogen geordonneerd hebben , of reeds werkftellig hebben gemaakt, daarop nader zoodanig befluiten, als bevonden zal worden te behooren, en van dat alles in aftis behoorlijke registratie doen. Art. ia. ' Het zal in het generaal aan den Maire, die bij de opening der Vergadering zal behooren tegenwoordig te zijn, zoodanige bevelen kunnen en mogen geven, of doen toekomen, als ter confervatie of herftel der algemeene rust, orde en veiligheid , zullen dienftig geoordeeld worden. Art. 13. Het zal, bijaldien de Maire, in flagrantie, apprehenfiën van perfoonen , of aanhouding van fufpefte goederen, gedaan heeft, daarvan ten fpoedigften kennis moeten ontvangen ; doch zal de Maire, tot alle verdere apprehenfiën, authorifatie noodig hebben vaa het Committé, even zeer als tot het doen vifiteren van fufpecbe Huizen, Pakhuizen, Kelders, Lootfen,Vaartuigen , en wat dies meer is; ten ware de presfance der zaak niet toelaat, de authorifatie van het Committé daarop aftewachten; zullende in die gevallen, op de kennisgeeving van den Maire, provifioneele authorifatie gefteld mogen worden, door twee of meer Commisfarisfen , daartoe aan de beurt liggende; terwijl de Maire, altoos en in allen gevalle, bij het doen der voorfchreven vifitatien , geadfifteerd zal moeten zijn door twee Leden van het Committé en deszelfs Secretaris. Art. 14. Het zal, wanneer eenige perfoonen geapprebendeerd zijn, dezelven wegens de faken, ten hunnen laste, het zij door den Maire of van elders ingebragt, fummierlijk ondervragen , en daarvan , gelijk mede van derzelver andwoorden, behoorlijke aantekening doen houden. Art. 15. Het zal, in allen gevalle, voor zich mogen doen Ontbieden alle zoodanige perfoonen, welke wegens het Ccc a ge-  C p& ) gebeurde, tot desze'fs kennis gekomen, eenige informatie , of nadere indicatie , zouden kurnen" geven ■ dezelve daarover fummierliik ondervragen; van derzelver andwoorden behoorlijke aantekening doen houden, en de zoodanigen, die gerequireerd zijnde, weigerig of nalatig mogten blijven, voor het Committé te compareren, daartoe bij g^jzelii-g als araerzins, ten hunnen koste , de facto kunnen en mogen noodzaaken. Art. 16. Hst zal. na bekomen informatie en voldoende ou. vertures, beoordeelen of de geanprehendeerde. of anderzins luspecre, perfoor.en, van wege het Committé jn oWe bewaaring gefield, in ftaat van formeele befchuicjging behooren gefteld te worden, dan niet; en zoia. dezelve alsdan renvoijeeren aan brt Committé \ an Juihtie, als der. gewoonen en daaglijkfchen Competenten Rechter , om aldaar door den Procureur der Gcrr.ante, verder, regen de znndanigen geprocedeerd te worden, als in goede Julïirie bevonden zal worden ta behooren; en alsdan tcereiijk aan het Committé VU Juihtie overzenden, ai het geen onder het Commiré, ^oodanige zaak, zaaken. perfoon of perfonen relatief, berustende is; benevens een extract authenticq uithet Jeswegens gehouden Verbaai. en al het geen ^e M^y, ter dier zaake, aan het Cumrnitté zal hebben geluppediteerd, niets daarvan uitgezonderd, of gereferveerd. Art. 17, Het zal, wijders, met relatie tot alle verdere perfoonen en zasken, waaromtrent, bij meerderheid van ftemmen, niet tot renvcv aan het Committé van Juftitie zal geconcludeerd worden, terltond order mogen geven ter relaxatie van ge?pprehendeerde, of in provifioneele bewaaring gefielde, perfoonen, alsmede tot Opheffing van allen provifioneel beflag, door het Committé op eenige goederen of papieren gelegd, ten ware, met betrekking tot gefequestreerde goederen of papieren, om bijzondere redenen,eene langduuriger aankouding of custodie nodig geoordeeld \wrdr. Art. iB.  C 3*7 ) Art. 18. Het zal voorts in alle gevallen , hiertoe "gedisponeerd, goeie Correspondentie moeten houden, met zoodanige Committés, Commisfiën of perfoonen, al» zij dies wegens zullen raadfaam oordeelen. Art. 19. Het zal het opzicht'hebben over het verleenen van paspoorten. • 'Art. 20. Het zal, even als de overige Committés, en, op dezelfde voorwaarde , de werkfaarnheden onder deszelfs-Leden mogen verdeden, ten einde eene fpoediger expeditie, waar zulks noodig zijn zal, daarteftellen. VIERDE HOOFDSTUK. Betreffende de Vergadering cn werkfaarnheden van het Collegie uit den Raad. Art. 1. Uit de Leden, in de bovengenoemde Committés zitting hebbende, zal worden geformeerd een Collegie, beftaande uit zestien Leden, als: Uit algemeen Welzijn . . 5 — Finantie .... 5 — Koophandel en Zeevaart _ . 5 En uit algemeene Waakfaamheid . 1 16 ender welke verdeeling de Prefident en Vice-Prefident der volle Vergadering begrepen zijn. Art. 2. Deeze zestien Leden zullen daaglijks vergaderen, behalven des Saturdags en des Zondags, van elf uuren uiterlijk af tot ten langden één uur, ten zij de omftandigheden dit langer vorderen; het geen beoordeeld zal worden door den Prefident van den Raad der Gemeente, die ook in deeze Vergadering, benevens den VicePrefident, zal fungeeren, en gehouden zal zijn, alle de Vergaderingen van dit Collegie bij te woonen, en Ccc 3 zicb,  c 3*8 ) «dj, geduurende zijn prefidfum, niet uit de Stad te t^geyen. Onder dezelfde verpligting zal de Vice Prefident insgelijks verkeeren/ten ware, in cas van" wettige redenen, de Vergadering hiertoe vriiheid?e ve, en de post van Prefident of Vice-£efident Jtr zoo lange, dooreen ander Lid, met SeSin/der Vergadering, worde waargenomen. g°eükeunn2 der Art. 3. Het Collegie zal, geduurende den tijd van zeven of veertien dagen, beftaan uit dezelfde Leden? Art. 4. Zeven van de veertien, de Prefident en Vice-Prefident hiervan uitgefloten, zullen om de zeven of veertien dagen, door zeven anderen, uit de verfoeiden Committés vervangen worden. vericneiaen Art. 5. Da Prefident en Vice-Prefident zullen zoo veel vroe- fen .i^e\k°me^ d.S Zij 2ulIen dien% oordeeTen ten einde het werk, in het Collegie te verhand ™ te prepareren; en tevens het verlogen hebben om' wannee, 'er iets presfants voorvalt, de ovenge Leden' ^n allen tijde buitengewoon, bij briefjes? tedoen' befchnjven; of in de Committés aanzeggin* te laateï l°eTn%f^S ï gefchiede voor uuref^a vooren" de Leden der Committés uit elkander gaan. U00rens Art. 6. In dit Collegie zullen de rapporten gedaan worden wegen» zaaken, aan de verfcWllende Commit™ door ^-JES^- omtdaarop »tS5KE ZZZa ?' 20zaaken van te veel belang geleï JIfden' di* je brengen ter kennüfe vSAe volle Vergadering van den Raad der Gemeente. Art. 7. Dit Collegie zal mogen disponeren over alle zaa«16 y^Sï ter^l gebragt, mids wegens fel Art. 8.  Art. 8. Indien *er zaaken van aanbelang mogten voorkomen, omtrent welke het Collegie mogt vermeenen, dat alle de zestig Leden zouden dienen bijeen te komen, zal de Prefident dezelve daartoe, bij briefjes, buitengewoon, mogen doen befchrijven. Art. 9. Het zal een Lid, in het Collegie zitting hebbende, vrij ftaan, een ander in zijne plaatfe te laaten zitten, mids hiervan vooraf aan den Prefident kennis gevende. Art. 10. Geen Lid zal de Vergadering mogen verlaaten, zonder verlof van den Prefident. Art. 11. De Vergadering zal precies quartier over elf uuren moeten geopend worden; en zal de Secretaris bij den Vice-Prefident eene naamlijst leggen van de Leden, welke zitting hebben in het Collegie. De Leden, in het Collegie zitting hebbende, zullen, geduurende dien tijd, zich niet buiten de Stad mogen begeven, dan met voorkennis van den Prefident, en een ander in derzelver plaats opgevende. Art. 13. De Prefident zal de Vergadering telkens openen met het gewoone Gebed, en, na dat de Notulen der laatstvoorgaande collegiaale Vergadering zullen geleezen zijn, alle zaaken voordragen, en zorgen dat de deliberatiën geregeld worden gehouden, en, na het opnemen der ftemmen, de conclufien formeeren, en, bij het fteken der ftemmen, eene beflisfende ftem hebben. Art. 13. Een der Leden iets hebbende voortedragen, zal zich gedragen als in Art. 6. van het Ifte Hoofdftuk bepaald is. Art. 14.  C 330 ) Art. 14. Van al wat in het Collegie voorkomt, of befloten wordt, zal behoorlijk verbaal worden gehouden tot hetwelke alle.de zestig Leden, ten overftaan van een der Secretansfen, zoo dikwijls toegang zullen hebben, als dezelve zullen goedvinden, mids dit niet zij itaande de vergadering. Art. 15. _ De Leden, wier tourbeurt het niet is in het Collegie te zitten, zullen in hetzelve niet mogen ftemmen. Echter zullen zij vrijheid hebben, indien de Prefident hen hun gevoelen, in eene of andere voorkomende zaak, afvraagt, hunne gevoelens dieswegens te zeg- Art. 16. ' De Leden, welke bij de deliberatiën over zaaken in dit Collegie afgedaan, niet prefent zijn geweest,'en bedenkingen op de genomene refolutiën hebben,zullen op eiken eerstvolgenden Woensdag, in de volle Vergadering, hunne bedenkingen op genomen befluiten mogen voordragen, om als dan, daarover, nader te delibereren en concluderen ; zullende verders alle befluiten, bij het Collegie, tot dien dag toe, genomen, gehouden worden verbindende te °zijn voor de geheele Vergadering. Art. 17. De Raad der Gemeente behoudt aan zich wel uitdruklijk, niet alleen de uitlegging van alle duister- en twijfelachtigheden, welke zich, geduurende den loop der bovengenoemde werkfaarnheden, met betrekking tot de extenüe van het voorfchreven Reglement, zouden mogen opdoen, maar ook de ampliatie en alteratie van hetzelve; alles zodanig en in diervoege, als de Raad voornoemd, tot de meeste bevordering van de waare belangen van deezer Stads Burgers en ingezetenen, zal oordeelen te behooren. Gearresteerd den aiften December 1796. ' Hst Tweede Jaar der Bataaffche Vrijheid'. Ter ordonnantie van den Raad voorn. F. J. PELLETIER. ' / B IJ-  B IJ L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN VAK DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. Zondag, li Maart, 1797. Eet derde Jaar der Bataaffche Vrijhtl.i. medeburgers! J^ïet is ulieden bekend, dat de Grondvergaderingen dezer Stad ftaan opgeroepen te worden tegen aanftaan-den Dingsdag, den i4den dezer, om, ingevolge bet Reglement, tot de benoeming van nieuwe Leden van den Raad overtegaan. Hoe noodzaaklijk de fpoedige vervulling van deze openftaande posten ook zijn moge , gevoelt gijlieden echter, (zo ik vertrouwe) allen, dat het niet minder Van belang is, dat de zaak van ons Medelid, de Burger Jan van Staphorst, finaal beflist zij, vóór dat men dit gewigtig werk beginne, van welks goeden of kwaaden intflag, in allen gevalle, het geluk of ongeluk van deze Stad zo onmiddelijk afhangt. De nadeelige gevolgen, welken het Voordel der Grondvergaderingen, ten aanzien van den Burger Jatt van Staphorst (zoo dit, onverhoopt, tot een onherroepelijk befluit gebragt mogt worden) voor deze geheel* Gemeente zoude aa zich ileepenj — de groote waar* VI wtfi,. ï)dd fcM*  C 332 > fchijnlïjkheid, dat men weinig lieden zal aantreffen l\ Mandement van voorsz. Compagnie federt op eenen anderen commandeerenden Officier, die hier van onkundig was, zijnde overgegaan, en niemand van partijen daarbij geïnetresfeerd, iets meer reppende va deze zaak, het cornmandement der Stad, even ais de Ra*d der Gemeente, in de opinie is geraakt, dat ce za^k zelve was getermineerd. Dat deze opinie van den Raad der Gemeente. zelve, Ka opzichte van den Burger Paradijs, aan denConimandant nog nader gehleeken is uit de refolutie van een Raad, op den 16 FeSruarii f. t op hetrapsort der Commisfie van Stads Veiligheid genomen, waarbij de furebesoce van de hiervoren gemelde vonnisfen, aan den Burger Paradijs bevoorens verleend.is opgeheven ; als bij welk r-pport hetftille zitten van gemelden Burger Paradijs , wel en te regt tot een grond dier reibI8UC 15 gelegd. T>zz her dus reeds terftond blijkt, hce ingracieus de geheele handelwijze van den Burger Paradijs, in deze geheele, in zich zelve zo onbeduidende zaak, bij den Raad moet worden befchouwd: en, dat voords,'wat aanbelangt het houden van den tweeden Krijgsraad J de Commaadadt der Stad, op het bloot (pet v-n den burger Paradi s, van den -3 Februarij, zonder b; evoegde kennisfe van den Raad zeiven, den loop der TUftitie met heeft kunnen ftremmen, en dat Wijden de Coromandant niet vóór den zx cf zs Februarij, wegens deze zaak, met den Gouverneur der Stad mondeW gelprooken hebbende, inmiddels aan het Bureau, buite?, zijn; weeten, en op een' tijd dat hij zelve niet aan het Bureau was, door den Adjudant Straatman, die van de nadere onderhandelingen van Paradijs onkundig was* op grond der refolutie van den Riad, van den 16 Februarij te vatoren, het houden van den naderen Krijgsraad geaccordeerd is geworden, gelijk dezelve dan ooi op den ^ften gehouden is; dan dat het yóonja zelve niet uitgevoerd zijnde, de zaak als nog genoegzaam is in zijn geheel. Dat ondertusfehen de rjoestie zelve hierdoor weder levendig geworden zijnde, de Commandant de Memo, iie van den Burger Paradijs, van Augustus 1796, > heeft  heeft doen ftellen in handen van den thaBds comnian* deerenien Officier der Compagnieën daarop ook door" denzelven is geïnformeerd, dat, en de kennisgeeying van voorgewende onpasfelijkheid, op eene zeer inreguliere en met Art. i van het Wacbt-Reglement ftrijtiige wijze, door den Burger Paradijs aan den commandeerenden Officier was gedaan, en het Declaratoir van Doctor Bondt deswegens bijna drie weeken laater was ingewonnen, dan de wacht door Paradijs was verzuimd, en dus niet konde dienen tot een verfeboonend bewijs, hoedanig in het voorsz. eerste Artijbel wordt gevorderd; behalven dat de inhoud van hetzelve, op zichzelven voor den Burger Paradijs niet zeer voldoende is: — terwijl ook, eindelijk, voorsz. commandeerende Officier nog aan den Commandant,na waarheid, heeft bericht, dat veel meer de geest van ontijdige waanwijsheid, endisrefped voor den dienst, den Burger Paradijs in dit geheel geval fchijnt te hebben bezield, dan wel eenig eigen gevoel van overtuiging", dat hij door de Kriigsraadcn verkeerdelijk gevonnisd zoude zijn geworden. Dat wijders, wat den verderen inhoud der meergedachte Memorie van den burger Paradijs betreft» de Raad zal bevinden. dat dezelve is opgevuld mét niéts* beduidende exceptiën en fchandelijke chicanes, en dat, wat de excep*ie van verjaaring betreft, dezelve geheel en al is ongefundeerd, daar de zaak zelve eenmaal, binnen den wettigen tijd, aanhangelijk was gemaakt, ten dien effecbe dierhalven, dat de Burger Pa^ radijs, gelijk uit het zo even gezegde blijkt, op de zaak ten principale geene defenfie hebbende, neen, maar integendeel volkomen fchuldig zijnde, volgend» de wet, wel en te regt gecondemneerd is gewordenDat, om alle de voormelde redenen, de Comman» dant, behoudens beter oordeel van den Raad, van advies zoude zijn, dat de Raad de verzoeken van den Birger Paradijs, op de zaak zelve zoude behooren uit te geeven zonder dispofitie, dan dat tevens de Raad, ter zaake dat dezelve ten allen overvloede nog een nader en nieuw uitdel van executie aan den Burger Paradijs mondeling heeft verleend, hetwelk toevallig niet ge^ Eee a Eoeg  C S38 ) «oeg in tijds ter kennisfe van den nsderen Corner. nies Krijgsraad gekomen is, aan hem Burger 1 aradïis nog ex fuper abundanti zoude behooren te verleenen den tijd van eenmaal 24 uuren, om als nog aan het arrest bij den Provoost, waarin hii bij de voorige vonnisfen is gecondemneerd, te obediè'eren; en dat, na exfpiratie van dien tijd, en bijaldien hij zich binnen denzelven niet daadelijk in arrest begeeven hadde,ook het nader vonnis van den Compagnies Krijgsraad, tot casfatie zoude behooren te worden geconfirmeerd, en de commandeeiende Officier geauthorifeerd, om hetzelve, ten fpoedigften, uit te voeren; wordende in het ander geval, hetzelve vonnis buiten effect gefteldedoch met expresfe laudatie en goedkeuring van het gedrag, door den naderen Krijgsraad in dezen gehouden, als welke van de mondeling verleende nadere furcheance niet op eene Iegaale wijze geïnformeerd was geworden. Ter ordonnantie vau den Commandant, A. J. CUPERUS, Secretaris. Amfterdam, 9 Maart 1797. BIJ-  B IJ L A G E TOT HET DAGBLAD DER VERGADERINGEN VAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN A M S TER DAM. Algemeene Vergadering, Saturdag den Maart 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. 's Middags, ten twaalf uuren. EXTRACT uit de Notulen van den Raad der Gemeente van Amflerdam. iTVe Voorzitter heeft aan de Vergadering kennis gegeeJ J ven, dezelve buitengewoon befchreeven te hebben, om dat hij van Beftuureren vanhetComptoir derGrondvergaderingen ontvangen hadt, het volgend Rapport: VRIJHEID, GELIJKHEID, ONDEELBAARHEID. aan den raad der gemeente van amsterdam. burgers raaden! Beftuureren van 't Comptoir der Grondvergaderingen , het befluit der Gemeente dezer Stad vernomen hebbende, over twee Voorftellen aan dezelve gedaan, en op Uwlieder bedenkingen, tegen het Voordel van de Gemeente, om den Raad J. van Staphorst, van zijne Raadsplaats te ontzetten, en denzelven voor altoos inhabiel te verklaaren, om eenige posten te kunnen be* kleeden ; berigten Uwlieder Vergadering, dat de Gemeente over dezelve op de volgende wijze beflist heeft: op het EERSTE VOORSTEL. Om den Raad der Gemeente dezer Stad, voorteftellen, deszelfs Refolutie van den iaden Maart 1.1., voor zo verre Beftuureren van het Comptoir der Grondvergaderingen, daar bij gelast zijn, om met de oproeping der Grondvergaderingen te fupercedeeren, en wel om reden van het daar bij geallegueerde ten reguarde van Eee 3 J. van  C 34» y .. *. van Stanst, buiten effect te fte'fen, en Beftuure ren voornoemd, te doen voortgaan, met het'doen nomineeren en kiezen van Leden, tot fuppletie van den Kaad dezer Stad, ingevolge het Reglement. — met r493 Stemmen voor hetzelve.0 891 'dito tegen hetzelve. > i n doof 3834 dito als vervallen befchouwd, door Uwlieder naderen last om de Grondvergaderingen tegen Dingsdag den ~3 Maart opteroepen, tot voltalligmaaking van den Raad, waar onder ico" Stemmen zich' een nader Voorfte! over 't zelve hebben voorbehouden, door ioi dito is hetzelve als overtollig befchouwd. door 14 Grondvergaderingen buiten deliberatie rehouden. door 2 Grondvergaderingen voor notificatie aangenomen. en zynde 6-9 Stemmen hier over gebleeven buiten advies. op het TWEEDE VOORSTEL. Zijnde de, op den 16 Maart h L afgekondigde Proclamane van den Raad der Gemeente, behelzende Uwlieder bedenkingen tegen het Voortel der Gemeente, hier voor gemeld. K' Is, bij eene naauwkeurige opneeming der Stemmen, geblee.cen, dat in alle de Grondvergaderingen bij deze ftemming tegenwoordig zün geweest 7909 Leden, waarvan 3981 Stemmen de tegenbedenkingen van den Raad hebben afgekeurd, en dus hebben blijven volharden bij hun gedaane Voorftel tot de remotie van den Raad 3- van Staphorst. hebbende 3625 Stemmen dezelve tegenbedenkingen goedgekeurd. zijnde n5 Stemmen hier over gebleeven buiten advies. Terwijl de Leden der Grondvergadering Lett ƒ , na over het eerde Voortel met 100 ilden getemde hrtï ben , ge.che.den zijn, alzo die Leden hunne ftemmen over de remotie te voeren hebbende uirgebragt, volftrekt weigerden andermaal over hetzelve te ftemmen.' Ge-  C 341 ) Gelijk ook 19 Leden der Grondvergadering Lett. V, en 69'Leden der Grondvergadering Lett. A C. , op dien zelfden grond, geweigerd hebben, over dit Voorftel andermaal te ftemmen, en van deze laatfte Grondvergadering , de volgende Burgers geprotesteerd hebben tegen de overftemming, als: g. c. harger. h. h. betzeen. ii. gerritsen. j. braamberg. l. schuurman. h. braamberg. m. machielsen. d. assink. c. krul. a. j. de boss0n, C. verkerk. o. jansen. h. de hart. p. langballe. f. smit. w. leeuwenstein. p. van beveren junior. p. van geenen. h. h. bunnig. j. s. snijders. h. daal. j. gerritsen. b. verkerk, r. maas. j. m. huizer. j. e. lobbes. th. soetam. j. heetpas. a. grossaart. h. boll. \r. post. j. dominicus. k. hedenrijk. k. pell r. van der lelij. j. souter. g. koelman junior. h. perisonius v. eijssen. b. italiaander. h. b. sprangers. g. koelman. j. h. middelman. n. g. van eijssen. op het DERDE VOORSTEL, om bij den Raad der Gemeente dezer Stad te bewerken , dat dezelve beüuite, tot het openftellen eener vrijwillige Negotiatie ,of, des noods, tot het doen eener geforceerde Geldheffing, tot herftel dezer Stads Wisfelbank. Is mede, bij eene naauwkeurige opneeming der Stemmen , gebleeken, dat 355 Stemmen waaren voor hetzelve. 4913 ' dito tegen het Voorftel. Zijnde 82 dito conditioneel? hier over gebleeven 296 dito geheel £ buiten advies.  ( 342 ) 137 dito om hetzelve in advies te h-uden106 duo hetzelve als ontydig befchouwende. « djt0 aIs geen poina van Deliberatie, uoor 350 dito verweezen aan den Raad d»r p Gemeente, in door 35 d.to verweezen aan de Commisfie uit den Raad , tot beraaming der Middelen van herftel der Bank. Wyders hebben Beftuureren voornoemd, ingevolge L eischten te voorzien; zoude uwe Commisfie van oordeel zijn, dat de vier hoofdzaaken tot dit Reglement, in de Concept- Inftructie voor Curatores, bij de voorn. Bijlage Letter B vermeld, tot grondflagen behooren tê worden gelegd, waarop, van tijd tot tijd, uit de informatiën van de Commis/le van Beftuur over de StadsSchoolen, midsgaders derzelver converfatiè'n met de Leermeesters der Schooien, de verdere bijzonderheeden kunnen worden verzameld, tot volmaaking van dit Reglement. 4. Ten vierden, zouden de Beftuurers der refpccHve Kerkgenootfchappen binnen deze Stad, welker gealimenteerden Kinderen ter onderwijzing in deze Stads §choolen zenden, door, of van wegen den Raad der Ge-  C 357 ) Gemeente van déze Stad, behooren te worden verzocht , om door hunnen invloed, op de Ouders dier Kinderen , welken door die Kerkgenootfchappen worden bedeeld , te bewerken, dat dezen, hunne Kinderen vlijtig,en behoorlijk gereinigd, ter School zenden: en ten einde van dit middel het zeekerst effect te erlangen, zoude de Commisfie van Beftuur daar van de noodige informatiën bij Beftuurers van dezelve Kerkgenootfchappen kunnen inzenden. 5. Ten vijfden, is uwe Commisfie van oordeel, dat ter bevordering van de Phyfieken welvaart der Stads Schooien , van Stads wege, doof deskundige Perfoonen , ettelijke reizen in 't Jaar, in deze Schooien onderzoek worde gedaan , na den ftaat der gezondheid van de Leerlingen, midsgaders, dat, ook ten dezen opzigte, de Kinderen, welke tot het onderwijs worden aangegeeven , vóóraf, door dezelve perfoonen, behoorlijk worden geëxamineerd. 6. Eindelijk ten zeiden, nadien 'er, ingevolge het hier vooren geftelde , in de Stads Schooien, aan de eene zijde , geene Dogmatifche Leerftellingen, van eenig bijzonder Godsdienftig Genootfchap, meer kunnen of mogen worden geleerd, en het, aan de andere zijde , tevens zeeker is , dat verwaarloozing van het Onderwijs der Burgeren,in die begrippen, welken ieder als de zijnen aankleeft, en in welken hij, in allen gevalle, zijnen Eerdienst aan den God van 't Geheelal brengt, de eerfte zaaden van vergetelheid derdierbaarfte4 verplitgingen werpt, en veelal bij de menfchen, zo als zij zijn, de ftem der deugd verdooft; zoude 't na 't oordeel van uwe Commisfie, dienftig zijn, dat Beftuurers der reipective Kerkgenootfchappen, binnen deze Stad, van wegen den Raad, van deze fchikkingen wierden kennis gegeeven, ten einde ieder in de zijne, des goedvindende, denoodige inrichtingen zouden kunnen daarftellen , om de Jeugd,vroegtijdig dat Godsdienftig Onderwijs te geeven, aan hetwe!k de onderscheiden Gezindheeden , de uitoeffeningen haarer pligten, jegens het Liefderijk Opperwezen, verbinden. E i hier mede oordeelt uwe Commisfie aan haaren las: te hebben voldaan, zij ftelt dit Rapport, aan uwe Ul. deel, Hhh ver-  X 358 } verlichte wijsheid ter overweeging vóór, en vertrouwt, dat het gewigt der zaake, in betrekking tot den tegenwoordigen toeftand der Stads publieke Armen Schooien , genoegzaamen aandrang op uwe harten zal maaken, tot eene fpoedige daarftelling, van alle zodanige verbeteringen , welken deze Schooien , alleen kunnen doen beandwoorden, aan derzelver heilzaams inrichtingen , en waar naar dezelven reikhalzend verlangen. A. VEREUL. WILLEM VAN BARNEVELD. DIRK VAN HINLOOPEN. PAULUS CHARLÉ. JAN CHR. GEWIN. M. C. VAN HALL. JAN BRONKHORST HENDRIKS?. JAN DE I A HAIJZE. JOH. BUIJS. W. WAGÏENDORP EEKMAN. LAURENS JACOBUS LAMAISON* Amfterdam, den ??den Meij 1797. pst derde Jaar dsr Bataaffche Vrijheid. Bij-  C 359 > Bijlage Lett. A. < VEBSLAG WEGENS DEN TEGENWOÖK.» DIGEN STAAT DER STADS PUBLIEKE ARMEN-SCHOOLEN. Het Beftuur. De agt Schooien binnen en twee buiten deze Stad en onder derzelver Jurisdictie, gevestigd, ftaan allen onder het Superintendent opzicht van de Burgers Cruijs * Zubli en vö« Wickevoort Crommelin; welke Burgers daartoe, onder den tijtel van Scholarchen, door en uit de Leden van den Raad der Gemeente van deze Stad, in der tijd, zijn gecommitteerd. De twee Schooien aan de Oude Zijde binnen deze Stad, No. i en a, ftaan onder 't ipeciaal opzicht en beftuur van Regenten van het Oudezijds Htiiszittenhuis. De Beheering. In deze twee Schooien worden de Meester; geëxamineerd en aangefteld door Voornoemde Regenten, op approbatie van Scholarchen j dit Examen beftaat mhet produceeren van hun.Schrift, vaardigheid in tLeezen, Rekenen, en bewijs van Lidmaatfchap der Gereformeerde Gemeente. — Na hunne aanftelling ontvangen die Meesters, uit handen van Regenten, nog eene Inftruftie, door dezen vervaardigd, waarna zij zich, boven het Reglement voor de Stads-Schooien, door Burgemeesteren in der tijd vervaardigd, moeten ge- draagen. . _„ Ti .. Alle drie maanden, te weeten, in Maart, Juni], September en December, houden Regenten Collegialiter in deze Schooien Examen over de Kinderen; zo» danig, dat ieder Regent een zeker getal Kinderen onderzoekt; tweemaal des Jaars wordt bij dit Examen, door de Oppermeesters, aan Regenten eene Nominatie overgeleverd van U Jongens en ia Meisjens, welken zich in 't verloopen halfjaar bijzonder hebben beijverd, aan welken alsdan, na mate van hunne vorderingen, door Regenten, Eereprijzen worden uitgedeeld; deze Eereprijzen beftaan, voor Kinderen van GeretorHhh % me5;r~  C 36° ) meerde ouders, in een Bijbel, Testament of Pfahibock* jen; voor die van andere Gezindheeden, in ettnVaderl Historie verkort; voor deze laatstgenoemde Kinderen, inzonderheid voor die van Jooden, hebben Regenten tot prijzen ingevoerd eene Historie van de meestberoemde Mannen uit het Oude Testament, met plaatjens, in Houtfnede. Buiten de gemelde Eereprijzen worden er tweemaalen des Jaars uitgedeeld, te weeten, in den zomer één hembd, en des winters één paar Kous■jen en Schoenen; welke Kousfen van faijet — door de Stad bekostigd — en in de Schooien gebraaid worden. — Voords zijn de Meesters, in deze twee Schoof?%vV!h£9 om alle weeken en alle maanden een icfinitehjk Rapport van den ftaat der Schooien aan Regenten te bezorgen. De Leermeesters: hunne naamen, inkomsten en hoedanisheeden. in jlno. i. op de Zwanenburgwal. ifte Meester: Daniël Zwaters. > «de dito: Joh. Traast, oud 60 Jaaren; Zoon van den iften Meester in 'tSchool Letter A, aan de Nieuwe Zijde. Meesteresfe, de Huisvrouw van den ijlen Meester, welke de Meisjens onderwijs geeft in 't Braaijen. De ifte Meester en Huisvrouw heeft ƒ800 Tractenient,vrije Wooning, ' vuur eh licht, en ƒ55 voor 't fchoonmaaken. De ade of Ondermeester ƒ 225 Tradement, eenig Brood en Boter, en 55 Zakken Turf. I No. a. op Whtenburg, ifte Meester: P. de Vries, overleden; doch deszelfs Weduwe, Machleitje Angelikker , neemt het onderwijs waar met een aden Meester, H. Swart. Het Traclement en de Emolumenten van den ïften Meester, zijn even als in 't School No. 1, en /worden door de Weduwe genooten; doch de ade Meester geniet/225 Traclement,zunder meer. Op 't gedrag en de werkzaamheeden van deze genoemde Perlbonen, is niets' ongunftigs aantemerken. Over-  ( t*t ) övtfrcenkomftig het loflijk getuignis van Regenten, toont de ifte Meester blijken Van genoegzaame gefehiktheid en kunde in zijn beroep, zo als ook 1 zijne Huisvrouw ij verig bezig was in dat gedeelte van het Schoolwerk, dat haar is aanbevoolen: doch de Ondermeester fcheen, we- 1 gens zijnen vergevorder-! den leeftijd, minder voor ' zijn werk gefchikt, dan misfchien in voorige Jaa- j re*U 1 Het Getal d&r Leerlingen. No. i. J No. 3. 050 & a8o op het Dag- Circa 280 op het Dagfchool, waaronder circa en 25 Op het Avondfcho,ol. 100 Jooden-Kinderen; 60 \ 70 op het Avondfchool, waaronder 20 a 30 Jon- ( gens, welken reeds op ' werk zijn. Het Onderwijs en Behandeling yan dun. ChcziaoSpellenenLeezen 15a Schrijven en 20 Rei 130 Schrijven en Re- kenen, kenen. 'Er heeft geen Clasficaal Het Onderwijs is vrij Onderwijs plaats; echter goed, doch gefchiedt niet is hetzelve vrij wel gere- Clasficaal, waartoe geen geld , en wordt op verre plaats genoeg in 't School- na niet vrugteloos bevon- vertrek is; ten aanzien van den;'erzijnreetdsverfchei- 't Godsdienftig Onderwijs dene dezer Leerlingen op wordt niemand gedwon- Coroptoircn geplaatst; en gen Symbolifche Boeken Hhh g eem  C & > «en bskleedt werklijk den post van Onderraeester in een voornaam School, binnen deze Siad. — Het Godsdienftig Onderwijs is ongedwongen; de algémeene Schoolgebeden, welken agter den Heidelberg fchen Catechismus, in de Schoolboeken gevoegd zijn,worden gebezigd; de Kinderen van Gereformeerde en Lutherlche Ouders leeren de Vraagen uit gemelden Catechismus, cn Catechifeeren des Donderdags uit het Bijbels Vraagboek van Borstius. Van dit alles zijn de Kinderen van Roomfchen geheel vrij, en de Kinderen van Jooden blijven des Donderdags en Saturdags te huis. — Beloqningen hebben alleen plaats bij 't Examen van Regenten. te gebruiken, Welken niet tot het Kerkgenootfchap zijner Ouderen behooren. Ten aanzien der Belooningeu is 't hier even als is No. i gefteld. Het Lccaah Het Schoolvertrek is niet ruim genoeg om alle de Kinderen te plaatfen, nadien 'er nog wel 150 moeten terug blijven; doch 'er is eene ruime Zolder boven 't Schoolvertrek, die daartoe zou kunnen vervaardigd worden. Het Schoolvertrek is zeer gefchikt, doch niet toereikend, alzo 'er nog wel 30 Kinderen moeten wagten naar gelegendheid om geplaatst te kunnen worden: één vertrek boven het School zou hier toe, met weinig verandering, kunnen gebezigd worden. Hes  < S «3 > Het Beftuur, De Drie Schooien aan de Nieuwe Zijde dezer Stadt > No. i, a en 3 ftaan onder het fpeciaal Beftuur y^II Regenten van V Nieimezijds Huiszittenhuis. De Beheering. Het Examen en de Aanftelling der Meesters van de%G drie Schooien gefchiedt door Regenten,op approbatie van de Commisfarisfen Scholarchen. — Dit Examen, gaat over de bekwaamheid in 't Zingen, Schrijven* Leezen en Rekenen. Tot het Examen der Kinderen, dat in deze Schooien twee a drie reizen dés ffaars, te weeten in Januarij en julij, doch nu in Maart, plaats heeft; benoemt het Collegie vam Regenten over elk School eene afzonderlijke. Commisfie van twee hunner Medeleden, elk dezer Commisfiën heeft, behalven dit Examen, ook het bijzonder 'opzicht' over het School, waartoe dezelve is gecommitteerd.- — Het Examen zelve, beftaat in het doen opzeggen van het Onze Vader, — da X Geboden, — de Geloofs-Artijkelen, en het Zingen yan den Morgen- en Avondzang. — De belooningen aan de meest uitmuntende Leerlingen beftaan, voor Gereformeerde en Lutherfche Kinderen, in Bijbel* en voor die ^an Roomscbgezinden in vier Zesthalvcn. Volgends getuigenis van Regenten, zijn de vorderingen in het Rekenen in deze drie Schooien te gering* weshalven zij daarin géén Examen kurinén houden. —» Voords zijn de Meesters dezer Schooien verpligt, om, alle Maanden, verflag yan den ftaat hunner Schooien ^an Regenten te doen. Bes  C S«4 ) De Leermeesters, midsgaders derzelver Inkomften en Hoedanigheeden. In No. J. op de Prineegragt , '"• bij de Leidfcheftraat.ifte Meester, Jacobus van Randwijk.ade Meester,,^, Verwcij. -Meesteresfe, de Huisvrouw van . den iften Meester. Traétem. ƒ750:Emolumenten. Voor't Schoonmaaken fS5'~ Vrije wooning. Vuur en Licht. J In No. a. óp de Baangragt, bij de Varthüizers.ifteMeester,/^)* van Wildernis. ade Meester, Simon van Wildernis. Meesteresfe, de Huisvrouw van den iften Meester. Eerjfe Meester. . . . Idem. Voor dito ƒ50:. . , Idem. ... Idem. In No. 3. op d» Prineegragt, bij de Lauriergragt.ifteMeester,Gtfrrit Joost Vos. ade Meester, Egbert Grooting. Meesteresfe, de Huisvrouw van den iften Meester. « i . Idem. Voor dito ƒ50:. . . Idem. 300 ffi Kaarsfen en a25 ton Turf. Tweede of Ondermeester. No. r. Tractement . ƒ aqp:E-molumenten. eenig Brood, en 50 Zak Turf. No. 2, , . idem. No. 5. idem. Op het gedrag en de werkzaamheeden der gezamentlijke Onjderwijzers, in deze drie Schooien, valt niets ongunfligs te berichten. Het  C &5 3 Het setal der Leerlingen* 280 waar vart in het avutidichoul 20 il 30 400 120 sao 80 a 99 Het ouderwijs en de behandeling daarvan. In *t AB 86 Spellen 61 Leezen en Schrijven 79 eii eenige weinige in't Rekenen: Tn 't Spellen en Leezen . aoo In 't Schrijven 60 a 70 In 't Rekenen ïo I In't/7£ circa rdo Spellen enLcezen I ' 9° j Schrijden 90 I Rekenen 15 k 16 Iti dit School heeft geen Clasficaal onderwijs plaats, nogthands is het onderwijs vrij wel geregeld, aanmoedi gend en niet VïWChteloos: de leerlingen worden 'er, na mate Jhnniier vorderingen eri gedragin- Het onderwijs wordt in dit School door rang van tafels en ban ken geciasMceerd, waaraan de Kinderen,ter opwekking van de noodlge ambitie, worden verhoogd, even als bij 'No. i. ge•fehiedt. Onder Alhoewel 'ef in dit School nog geen Clasficaal onderwijs plaats heeft, " betoont de^Oppermeester' Vos daartoe niet minder gefchiktdan geneigdheid, blijkens het hier onder In de Nota (*)'geplaatibï Concept, doo* gen* ' *} liet fetat der Kindeken,; op liet School van Meester Vos $ bedroeg in dc Maand December 1. 1. 220. • ■ , Hief van 79 Lierliiwcii in bet Leczeiren Schrijven , wrtr onder et-mgs» fo |,C{ Reekenen i 61 die Spellen, en de overige 80 A. b. C. Kmdcrvn Om nu deze in Klasfen te verdoelen , «oude aldus kunnen géfchiW worden. In drie Kfasfun : Dfi eerfte of liagile Kïasfe , alleen voot eerst öoguinendtó^ die in het Uereh der Letteren, en vervtolgends in liet Spellen, doo*afcit? Ondermees ' ter of Me( steresfe, Jouden ondervveeZen worden. De tweede Khisle , voor die rameïijk Konden -Sp :llen j om zich daarin ■verder te oeffcqen, en vrvolgends in het Leezen, als ooi in de b-s.uvrhm van liet Schrijven, do,or uen' tvvaeden ftict«tet. IÏL DEfiL. IÜ  gen, in rang van zitplaatfen, verhoogd of vernederd; de fchriften der Leerlingen zijn, over 't algemeen, zindelijk, en vertoonen den goeden fmaak van den Oppermeester: onder deze fchriften munt dat van den jongeling JOH. DIEDERICHS, oud 13 Jaaren, uit; en de Oppermeester getuigt met lof van zijn gedrag, leerlust, en gevorderde kennis in de waarheeden van den Godsdienst. C 366 ) deze leerlingen bevindt zich een jongeling, die veel verdiensten heeft, metnaame J. c. MüUSZ,ö«ö? 13 Jaar en, welke bijzonder uitmunt in 't rekenen, en zeer leergierig is. hem zeiven vervaardigd, en aan de Commisfie ter hand gefteld; waaruit tevens blijkt, dat het Schoolhuis daartoe mede niet ongefchikt is. Het .Wat het plaatf-Hrke ep het Schoof van. voorn. Meester betreft dit**, de kunnen .fevoncun wórden, door de twee ePrïï u 1 £?" Amfterdam, den Éden Jamurij 1797. G. J. V O S.  HetGodsdienftig onderwijs is ongedwongen., ni.ntegenftaande het houden van gezette Catechi fatten in de leere der Gereformeerde Kerk; tot het bij woonen van welke geene Kinderen van andere Gezindten, worden genoodzaakt. No.i. ( 3*7 ) Ten aanzien van 't Godsdienftig onderwijs, heefc dezelfde vrijheid, als bij No", i. gezegd is, plaats. No. 2. HetGodsdienfdg onderwijs,is even vrij als in No. iena; zelfs worden 'er deLutherfche Kinderen, des begeerende , in de Leerboeken van die Kerk onderwezen. No. 3. Aan de Kinderen in deze twee Schooien worden, (behalven de Eereprijzen, bij 't Examen van Regenten) uitgedeeld een paar Kousfen, welken door de Meisjens in 't School worden gebraaid; van welke uitdeelingen de zodanigen, welke flecht oppasfen, worden uitgefloten ; — dit gefchiedt in 't School No. 3 jaarlijks op Paasfchen; wanneer dit in No. 2 gefchiedt, .en, of dit ook in No. 1 plaats heeft,is niet bij de Commisfie bekend, echter houdt zij dit voor waarfchijnlijk. V Locaal. Het Schoolvertrek is geheel bezet met het tegenwoordig getal Kinderen, zo dat 'er Wel 50 a In het School, vertrek is geen plaats over om meer Kinderen ] aan te neemen 5 ; maar 'er is nog | Iii 2 Ten aanzien van 't Locaal van dit Schoolhuis, zie in de Nota op Bladzijde 365 en 366 het getui60 ver-  C SÖ8 ) <5o verlangen geplaatst te worden; en 'er is geene gelegenheid in het Schoolhuis voor h,5mUn,ommeer Kinderen aan te Eeemen, boven % aanweczig getal eene Kamer in het Huis voor handen, die voor 80 a 90 Kinderen zoude kunnen worden vervaardigd. t gen is van Meester Vos, dieswegens opgegeeven. 't Beftuur, Brie Schcolen, waarvan twee aan de Oude Zijde het ter- AenB, en één aan de Nieuwe Zijde, Letter \\ ftaan onder het opzicht van den Kerkenraad der Nechrduitfche Gereformeerde Gemeente binnen deze Stad welke de fpeciale directie en beheering over elk dezer Schooien, geheel overlaat aan eene afzonderlijke en daartoe uit cn door denzelven Kerkenraad benoemde Commisfie van InjpeÜores, beftaande uit'eenen Predir kant — Ouderling en Diacon.van voorfchreevene Gemeente; van welker aanftelling in der tijd behoorlijk kennis wordt gegeeven aan Commisfarisfen Scholarchen Wiettegenftaande dezen form van beftuur, zo zenden Regenten der beide hier bovengemelde Huiszittenhuizen dezer Stad, voor zo veel elks Diftrid aangaat, ook Kinderen van Huiszitten-Armen, ter onderwijzing; in deze Schooien; van welke Kinderen die Meesters ook verpligt zijn, weeküjks, Rapporten te brengen bij dezelve Regenten relpective. De Beheering, Het Examen der Meesters in deze drie Schooien, geschiedt door elke Commisfie van Infpecïores, in bet School, dat onder deszelfs fpeqaal opzicht ftaat; doch de aandeiling gefchiedt door de Commisfarisfen Scholarthen , uit eene overgeleverde Nominatie van door /«Jft&trts genoemde Csmdideafen: de wijze, hoedanig de  e s°s» > de Meesier:! in deze drie Schooien worden geè'xamï* neerd, is niet ter kennis van de Commisfie gebragt. Eenige keeren in 't Jaar, houden Infpeótores in V School examen , over de vorderingen der Kindeken ; eens in 't Jaar worden 'er aan de Kinderen Koeken uitgedeeld, en aan de behoeftigften Kousfen en Schoenen: de Eereprijzen, aan Kinderen van Gereformeerden, beftaan in B.ljbeltjens of Testamentjefis, doch voorKinde» ren van andere Gezindten, hebben Infpedores nog geene dergelijke Eereprijzen kunnen invoeren, om reden , dat zij, hun's oordeels, in dezen te veel bepaald waren , aan 't geen het Reglement hen voorfchreef. —Voords ontvangen Infpe&ores , bij gelegenheid van hunne Schoolvifrtatiën , het noodig berigt van den Meester, wegens 't gedrag en.de vorderingen der Kinderen, *t School Letter A. Oude Zijde , flaande in de Barne[leeg. Staat onder 't fpeciaal opzigt van den Predikant Knijper, en denDiacon van Woenfel, zijnde de Ouderling overleden , en deszelfs plaats nog niet vervuld. De Leermeesters, midsgaders derzelver Inkomften en hoedanigheeden. ifte Meester, Nlcolaas Groot. ade dito, Willem Croe/e. Meesteresfe, 't School Letter B. Oude Zij de, flaande op de • Rapenburger gr. of 'J Gravenhekjc. Staat onder 'tfpeciaal opzigt van den Predikant le Grand, den Ouderling Lauver- ! hek, en den Dia- i con Dekker. 't School Letter A. Nieuwe Zijde, flaande op de Roozengragt. Staande onder 't fpeciaal opzigt van den Predikant Meijboam, den Ouderling Gleuwink, en de» Diacon .... ifte Meester., Jan Traast, oud 34 Jaaren. Meesteresfe, zijne Huisvrouw, Met- ifte Meester, Jacob Crikket. 2de dito,Rutger Eentjes. Meesteresfe, ] Iii 3  C i79 y Traftem. ƒ750: Emolumenten: Douceur ƒ50:Voor 't fchoonmaaken ƒ 55: - Vrije wooning, vuur en licht. En voor privaat onderwijs in de Wis- en Stuurmanskonst, het welk des avonds na agt uuren wordt gehouden , extra toelage van ƒ100: - Traftem. ƒ200:. Emolumenten: Douceur ƒ50:- Eerfte Meester. ■ . . Idem. • . . Idem. • . . Idem. Voor Brandhout . . . Idem. . . . Idem. . . . Idem- Idem: welk laatfte, namentlijk vuur en licht, de Meester Traast kan in rekening brengen , of op een briefje van Infpectores , aan 'tN.Z.Huiszittenhuis, bekoomen. Tweede Meester. . . . idem. zorder meer. . . . idem. NB. Dit wordt genooten door de Matres, Maria Traast. Let- Maria EUfabctk Benoist , Huis vrouw van den |ften Meester. I Maria Geerts, Huisvrouw van den iften Meester. i Inkomjlen. oud8oJaaren;en in plaats van den aden of Ondermeester, Maria Traast, Dochter van den Eerften Meester.  ( 37i j Letter A, O. Z. Het gedrag en de werkzaamheden van de On derwijzers in dit School, en fpeciaal dat van den eerften Meester Groot, is aan de Commisfie zeer voldoenend voorgekomen, *t geen in 't vervolg nader zal blijken. lloedanigheedcn. Letter t\,N.Z. Ter oorzaake van den hoogtn ouderdom van den Meester Traast, en zijne Huisvrouw, bedient hij zich, op eigen kosten, van eenen Ondermeester, met naameZ)0#w De wijze van Straffen in alle deze $tadt Binnen- en Buiten-Schooien. Behalven het geen hiervoor van eenige dezer Schooien is opgegeeven, beftaan de Straffen, meestal in die gewoone Lighaams-Kastijdingen, welken vanouds in de meeste Schooien plegen gebezigd te worden; Straffen, welken den Leerlingen indedaad meer ontzagen vrees voor den Meester inboezemen, dan dat dezelven hunne tedere harten zouden buigen en neigen, en tot het aanneemen van nuttige en leerzaame Lesfen opwekken. Echter heeft de Commisfie opgemerkt, dat de gevreesde werktuigen ter kastijdinge meestal flegts tot affchrik op de Schoolvertrekken voorhanden waren. 'De Ouders der Kinderen, welken in deze Schooien worden onderweezen. Ten aanzien van den invloed dezer zo Tveldaadige Inrichtingen , midsgaders van het Beftuur en de Behandeling in deze Schooien, op het gedrag der Ouders jegens hunne Kinderen, welken in dezelven onderweezen worden, en de Onderwijzers,heeft de Commislie, over het algemeeq, gunstiger • berigt ontvangen dan zij. indedaad vreesde: echter is het aan dezelve voorgekomen , dat zich deze gef'chikt- en welwillenheid het meest vertoonde bij die Ouders, welken van Stadswege bedeeling ontvangen, het geen na de meening der Commisfie daar aan moet worden toegefchreeven, dat het geeven of intrekken der bedeeling, tot een dwangmiddel verftrekt, om die Ouders bij hunnen pligt te houden, in betrekking tot de bevordering van de jiefchaaving, en het onderwijs hunner Kinderen. De Schoolboeken. De Schoolboeken, welken, tot heden, in deze Schooien in gebruik zijn, heeft de Commisfie, in eene Lijst, welke hier nevens gevoegd is, opgegeeven. Conform het Origineel. G. BRENDER A BRANDIS. Secretaris. Cé-  Cople. . Bijlage Lett. B. CONCEPT-INSTRUCTIE voor de Co*», misfee van opzicht over het openbaar onderwijs aan de Jeugd, in de Nederduitfche Schooien binnen deze Stad* en bijzonder in de Stads publieke Armen-Schooien, onder den titul van Curatores der Nederduitfche Schooien binnen Amfterdam. Art i. Deze Commisfie zal beftaan. uit twee daadelijke Leden van den Raad der Gemeente en zes Perfoonen uit de Burgerij, welken bekend zijn meer dan gewoone kunde, vooral in dit vak, te bezitten, en daartoe door den Raad voorn, zullen worden benoemd. Art. Deze agt Perfoonen zullen uitmaaken de Commisfie van opzicht over het openbaar onderwijs aan de Jeugd in de Nederduitfche Schooien binnen deze Stad, onder den titul van Curators der Nederduitfche Schooien binnen Amfterdam. Art. 3. J| Be werkzaamheeden dezer Commisfie zullen zich in het algemeen bepaalen over al het geen het openbaar onderwijs der Jeugd in de Nederduitfche Schooien binnen deze Stad betreft, en dienvolgends alle wezenlijke verbeteringen daaraan zoeken toe te brengen, en de middelen daartoe aan den Raad der Gemeente voordraagen: en ook alle befluiten daarömtrend, door voornoemden Raad genomen, moeten in werking doen brengen : doch bijzonder zal zij zich bepaalen tot het oppertoevoorzicht over het beftuur en onderwijs in de Stads publieke Armen-Schooien, welken nu reeds zijn of nog opgericht mogten worden, en dus, wat de Stads,  C 381 ) Stads Schooien betreft, vervangen de plaats van Coifcmisfarisfen, voor hen daar over gefteld. Art. 4. Aangezien 'er over gezegde Stads Schooien eene bijzondere Commisfie van Beftuur plaats heeft, welke Commisfie onmiddelijk, zo nopens het onderwijs, als het huishoudelijke, met den Meester handelt, en dus een daadelijk uitvoerend Beftuur uitmaakt, zo zal deze Commisfie alleen hebben toetezien, dat alles wel geordend wordt uitgevoerd, en zich nimmer, op eene direóte wijze, met den Leermeester zeiven inlaaten; maar alles met het Schoolbeftuur afdoen: ten welken einde, bij de School-Examens, door voorn. Beftuur te houden, eene Commisfie van Curators zal tegenwoordig zijn. Art. 5. Direct na de aanftelling dezer Commisfie, zullen aan haar worden ter hand gefteld alle Rapporten en andere documenten, den tegen woordigen ftaat der Stads Schooien betreffende, en opgemaakt door eene Commisfie, door den Raad der Gemeente daartoe benoemd; met welke Commisfie zij, ter nadere illucidatie, zal kunnen confereeren, en wel dat alles met fpeciaal oogmerk, om, ten allerfpoedigften, optemaaken eene nieuwe verbeterde orde voor het onderwijs in de voormelde Stads-Schooien, of anders gezegd School-Reglement, behelzende hoofdzaakelijk en vooral de navolgende veranderingen: I. Verbanning van het onderwijs van eenigen leerftelligen Godsdienst in de gezegde Schooien; maar alleen de gronden van eenen algemeenen Christelijken Godsdienst èn Zedekunde aldaar te doen leeraaren. a. De thands in gebruik zijnde Boekjens buiten gebruik te ftellen, en daarvoor in plaats intevoeren zodanige anderen en beteren, als door voormalige Commisfiën in haare Rapporten is voorge- III. deel. LH , fteld.  C .382 ) field, en door hen zal geoordeeld worden te behooren. . 3. Zo veel doenlijk ClasMcatiè'n der Leerlingen invoeren. 4. Middelen beraamen, om, zo veel mogelijk, waakzaam te kunnen zijn op de gezondheid der Kinderen. Art. 6. Zodra deze nieuwe orde van onderwijs gereed is, zal dezelve door Curatoren terftond aan de Commisfie van Beftuur worden overgegeeven, ter uitvoering ; wel .toeziende dat dezelve behoorlijk in werking gebragt worde: behoudende echter de Commisfie van Beftuur het recht, om, in cas van zwarigheeden, welken zij daarin mogt ontdekken, dezelven aan Curatores onder het oog te brengen. Art. 7. Deze Commisfie van Curatores zal, maandelijks, verflag yan den ftaat der.Stads Schooien, en jaarlijks Tekening en verandwoording van de Beftuurers ontfangen, dezelven accoord bevindende, approbeeren; doch in het tegengeftelde geval rejeéteeren; doch gehouden zijn van dit alles, eenmaal des jaars, aan den Raad der Gemeente naauwkeurig verflag te doen. Art. 8. Alle veranderingen en verbeteringen zullen alleen door Curatores worden daargefteld, en geene andere, buiten hun confent, mogen worden ingevoerd: doch en bijzonder reguard moeren flaan op al zulke voordragten, tot noodige veranderingen en verbeteringen in de Schooien, als door de Commisfie van Beftuur zouden mogen worden gedaan. Art. 9. Deze CommisGe yan Curatores zal gewoonlijk eenmaai  I C 383 ) maal in de maand vergaderen, op eenen bepaaldeü •dag, en op zodanige plaats, als haar door den Raad der Gemeente zal worden aangeweezen; blijvende de bepaaling van den dag en het uur ten haaren keuze. Art, 10. Zij zal ook, in haare eerfte zitting, uit haar midden benoemen eenen Prefident, 'Vice-Prefident, en een Secretaris, ieder voor den tijd van 6 maanden, en alsdan weder eene nieuwe verkiezing gefchieden: wordende wijders alle huislijke fchikkingen aan het goedvinden dezer Commisfie overgelaten. Art. 11. Eindelijk zal deze Commisfie alles verrichten, wat zij, ten meesten nutte van het onderwijs der Jeugd, in het algemeen, en van die in de Stads Schooien in het bijzonder, zal oordeelen te behooren; doch alles on,der verandwoordelijkheid aan den Raad der Gemeente dezer Stad. Art. ia. De Raad der Gemeente voorn, refereert zich de vrijheid, in dit Reglement alle zodanige veranderingen en verbeteringen te maaken, als zij," na omftandigheeden en bevinding van zaken,- zal vermeenen te behooren. Conform het Origineel. C. BRENDER k BRANDIS, Secretaris. Lil a Bij-  C 384 ) Bijlage Lett. C. CONCEPT-INSTRUCTIE voor de Commisfie van Beftuur , over da Stads publieke Armen ■ Schooien. Art. 1. Deze Commisfie zal beftaan uit tien perfoonen, waar van vier gecommitteerd zullen worden, door en uit Re'genten der beide Huiszittenhuizen dezer Stad, als twee van de Oude- en twee van de Nieuwe Zijde, en dezes overigen , door den Raad der Gemeente, uit de Burgerij worden benoemd. Art. 2. Deze tien perfoonen, zullen uitmaaken de Commisfie van Beftuur, over de agt publieke Armen-Schoolen binnen , en de twee buiten deze Stad; als mede over die geene , welke in het vervolg nog mogten worden opgericht, in welk laatfte geval, des noodig zijnde* hun getal zal vermeerderd worden. Art. 3. Deze Commisfie van Beftuur, zal vervangen de tegenwoordige direétie over de voornoemde Schooien, als die van Regenten der beide Huiszittenhuizen, en van Gecommitteerden uit den Nederduitfchen Gereformeerden Kerkenraad, en diensvolgends door den Raad der Gemeente worden geauthorifeerd, om over te neemen van de thands fubfifteerende direétie , alle Boeken, Brieven, Charters, Papieren, enz. daartoe betrekkelijk , tegen behoorlijke Quitantie en Aéte van decharge , ook alle zodanige betalingen te doen, en de gelden daartoe mogen vraagen van de Thefaurie dezer Stad, of van de beide Huiszittenhuizen, even en op dezelfde wijze, als zulks door de voorige direétie der Schooien is in gebruik geweest, blijvende de betalingen der Meesters, even zo wel als de bezorgers derzelve Emolumenten en benoodigdheeden, geheel en al op den ouden voet: dat is, de falarisfen door de The- fau-  C 385 ) faurie dezer Stede, en die van douceur en andere be- noodigdheeden, door de beide Huiszittenhuizen, te voldoen ; van alle welke uitgaven , de Schooien betreffende , Jaarlijks, door deze Commisfie, reekening en verandwoording zal moeten worden gedaan, aan het Collegie van Curatoren over de Nederduitfche Schooien dezer Stad, hetwelk door den Raad der Gemeente zal worden aangefteld. Art. 4. De werkzaamheeden dezer Commisfie, zullen zich bepaalen tot hetdaadelijk Beftuur over de voornoemde Schooien, zo wel over het huishoudelijke, als over de manier van onderwijs, bekleed met al die magt en gezag, als daar toe zal worden vereischt, endoordevoorige direftie immer is genooten geworden, en wel bijzonder waakzaam zijn, op het onderwijs door de Meesters gegeeven; hun gedrag, alsmede dat der Leerlingen en hunne Ouders of Opzieners, naauwkeuriggadeflaan , en daarvan, éénmaal des maands, verflag doen aan Curatoren voornoemd. Art. 5. Deze Commisfie zal van alle de Onderwijzers in de Schooien , gehoorzaamheid aan haare beveelen vorderen, en vooral zorge draagen, dat de door hen gegeevene ordres, zo ten opzichte der leerwijze als anderszins, naauwkeurig worden uitgevoerd, ook zullen de Meesters, alle weeken, aan deze Commisfie, behoorlijk verflag van den ftaat hunner Schooien doen. ATt. 6. Ten einde deze Commisfie behoorlijke kennis drage, van het geen 'er in de Schooien zelve omgaat, zal zij verpligt zijn, alle de Schooien, éénmaal in de maand, of zo veel meer als zij zulks mogt noodig oordeelen, te doen vifiteeren , door eene Commisfie uit hun midden , ten minften van twee Leden, welke Commisfie van vifitatie, de magt zal hebben, alle voorkomende Lil 3 ge-,  C S36 ) gevallen van verdienden te laudeeren, en het gebrekkige, zo ten opzichte der Meesters als Leerlingen, te corrigeeren , met dezelve op eene gepaste wijze tot hunnen pligt te vermaanen , en van al het bevondene aan haare Vergadering naauwkeurig verflag doen: omtrend de correctie der Meesters, zal in het oog gehouden worden, zulks nimmer in prefentie der Leerlingen te doen, ten einde de zo noodige achting, ongeftoord bewaard blijve. Art. 7. Alle veranderingen en verbetering in het onderwijs, door het daarftellen van nieuwe reglementaire fchikkingen, welke Curatoren, zouden willen in werking brengen , zullen, alvoorens door Curatoren gearresteerd te zijn, aan deze Commisfie ter beöordeeling wordenovergegeeven , om te dienen met haare aanmerkingen, en alsdan, door voorn. Curatoren finaal gearresteerd zijnde , door deze Commisfie, in de Schooien worden in werking gebragt, naauwkeurig toeziende, dat de Meesters deze veranderingen, ftriktelijk obferveeren. Art. 8. Deze Commisfie zal éénmaal per week vergaderen, op zodanig een'bepaalden dag, als zij onderling zullen vastftellen, doch de plaats haarer vergadering zal door den Raad worden aangeweezen. Art. 9. Deze Commisfie zal in haare eerfte Zitting, zich uit haar midden een' Prefident, Vice-Prefident en Secretaris , bij meerderheid van ftemmen, verkiezen, welke ieder zes Maanden zullen blijven fungeeren, na welken tijd 'er wederom eene nieuwe verkiezing zal plaats hebben. r Art. 10. De verpligtingen van den aldus verkooren Prefident, Vice-Prefident en Secretaris, als mede de noodige boeten voor alle de Leden, zuilendoor deze Commisfie onderling bepaald worden. Art. 11.  C 387 ) Art. 11. Ten diende dezer Commisfie, zal door hen, bij meerderheid van ftemmen , een bekwaam perfoon tot Bode worden aangefteld, op een falaris van ƒ_ 'sjaars, zonder meer, en op zodanige Inftruftie als zij zullen goedvinden; buiten welke geen andere gefalariëerde Perfoon of Perfoonen , zonder Confent van Curatoren mogen worden in het werk gefteld. Art. ia. Het voornoemde verflag en andere rapporten, of voordragten, zo tot verbeterde inrichtingen in de Schooien, als anderszins, welke deze Commisfie gehouden zal zijn aan het Collegie van Curatoren, van tijd tot tijd, te doen ; zullen gefchieden in de gewoone maandelijkfche Vergadering van Curatoren, door eene perfoneele Commisfie uit dit Beftuur; doch in cas van buitengewoone presfante voorvallen, zal deze Commisfie den Prefident- Curator verzoeken, een extraordinaire Vergadering te beleggen, en waarin de zaak, in dit geval, zo doenlijk, terftond zal moeten worden gedecideerd. Art. 13. In cas van vacatuuren der Onderwijzers in de Schooien , zal de Commisfie van Beftuur gehouden zijn daarvan terftond aan Curators kennis te geeven, en alsdan, bij de publieke nieuwspapieren, de bekwaame perfoonen tot zulk een' post uittenoodigen, zonder onderfcheid van Christelijke gezindheid, met opgave der verëischle falarisfen, enz., om zich, binnen een' bepaalden tijd, bij den Secretaris, in gefchrifte, aan te melden, voords gehouden zijn van de zich alsdan opgegeeven hebbende perfoonen, zo naauwkeurig mogelijk, informatiën intewinnen, en die vier, van welken zij de beste getuigenis, zo omtrend bekwaamheid, als zedelijk gedrag, hebben verkreegen, bij meerderheid van ftemmen, te brengen op eene nominatie, welke zij gemotiveerd, aan het Collegie van Curators, zullen hebben overteleveren, om, binnen veertien dagen, van  C 388 ) van dezelven te verneemen, of zij tegeneen of meerder daarop gefielde perfoonen, ook eenig wettig bezwaar hebben, dit zo niet zijnde, zullen zij overgaan tot het examineeren dezer vier Candidaaten, volgends een Examen, door deze Commisfie opgemaakt, en ter approbatie aan Curatoren overgeleverd; bij welk Examen ook zullen moeten tegenwoordig zijn de Curators ejrde Leden van de Commisfie van Beduur; zodra het zelve is afgeloopen, zal deze gecombineerde Vergadering van Curators, en deze Commisfie, bij hoofdelijke ftemming en geflooten "billetten, daadelijk de verkiezing doen; wanneer 'er alsdan eene volftrekte meerderheid, dat is ééne ftem meer dan de helft der pre*fénte Leden, zich op-een zelfden perfoon bepaalt, zo zo zal deze terftond verkoozen zijn: doch zulks geen plaats vindende, zullen de twee die de meeste ftemmen hebben, weder op eene nominatie worden gebragt, om terftond,,.bij meerderheid van ftemmen , een' te benoemen ; in cas van gelijke ftemmen , zal het lot befiisfen. Zodra de keus bepaald is, zal daarvan aan den verkoel renen terftond kennis gegeeven worden, en hem zulks, in de Vergadering verfcheenen zijnde, door den Prefident Curator worden aangezegd; dit Examen zelve zal door deze Qommisfie worden afgenomen op eene wijze, als zij zal komen goed te vinden. Art. 14. Voords zal deze Commisfie, in alle voorkomende gevallen, handelen als wijze en voorzigtige leden, en in buitengewoone of twijfelachtige zaaken, zich ter illucidatie bij Curators vervoegen; ook zal zij, zonder toeftemming derzelven, geene veranderingen van ge* wijt in de Schooien mogen in werking brengen. Conform het Origineel. G. BRENDER a BRANDIS, Secretaris. B IJ-  fi IJ L A G Ë tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEENTE van AMSTERDAM, Maandag, 8 Meij, 1797. Eet derde jaar der Bataaffche Vrijheid. Copie. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. aan den raad der gemeente van amsterdam. G eevea eerbiediglijk te kennen, Overlieden van net Turfdragers Gild binnen deze Stad, dat zij , van deri eersten aanvang haarer fundtiën af, zich, volgens hunne verpligting, bezig hebben gehouden, met naar te ïpeuren, de redenen van den achtefuitgaanden ftaat ■ ■ Hl deel. M m m van  C 39° ) van haarer Gilds Finantieweezen, en daaromtrent hebben bevonden, veele oorzaaken te famen te loopen; als X. De algemeene vermindering der winningen, het geen elk, zo veel mogelijk, in den brand doet menageeren. a. Het menigvuldig gebruik van Steenkoolen, zo voor de Fabrieken, Trafieken, als voor Burger gebruik. 3. Èn wel voornamentlijk, het groot bezwaar der uitkeeringen aan Weduwen van Gildebroeders, welke uitkeeringen van dien aart zijn, dat, worden dezelve niet verminderd, en naauwer bepaald , hetzelve Gild, allengs ten gronde moet gaan; gelijk ook, in den tijd van 4 Jaaren, deszelfs ftaat de aanmerkelijke fom van ƒ 8549: — ten achteren geraakt is. Dat, wat de twee eerften betreft, zij wel begrijpen, dat het buiten de magt uwer Vergadering is, daarin te voorzien, en dus, in dezen hoopen, dat eens gunstiger tijden voor het Vaderland en deze Stad aanlichtende, ook hun Gild een voordeelig gevoel daarvan zal hebben. Dat daarentegen het derde point van dien aart is, dat zij hetzelve, met een vol vertrouwen, onder het oog uwer Vergadering durven brengen, en dus de vrijJieid gebruiken, het bezwaarende en onafgemeetene der thands in werking zijnde Gildewetten, ten dezen opzigte, u voor te ftellen. — Dat, volgens dezelve: Het penfioen der Weduwen, 't geen in voortijden op 30 ftuivers 's weeks bepaald was, zints ao Jaaren verhoogd is op 35 ftuivers. Dat voor eene Weduwe gehouden wordt zulk een, die, al was het maar voor één dag, met een Turfdrager gehuwd is geweest, en den ouderdom van 45 Jaaren bereikt heeft, Waar-  C 391 } Waarom Turfdragers, reeds hoog bejaard, Weduwenaar geworden zijnde, zeer ligt weder eene Vrouw van middelbaare Jaaren bepraaten, ja zelf wel aangezogt worden, enkel om na 's mans doodr, van dat wekelijks penfioen te jouïsfeeren. Dat alle deze redenen te famen werkende, hun tbands in de noodzaak gebragt hebben, van 's weeklijks uitkeering te doen aan nagenoeg ioo Weduwen, daar 'er geen 20 Weduwenaars in hun gild gevonden worden. Zie daar, Burgers Raaden! de fterkst werkende oorzaak van het teruggaan onzer Gildekas, en gijlieden zult zulks geredelijk gevoelen, wanneer wij u ze wen, dat, buiten uitkeeringen aan Bosleggers en Zieken, die aan de Weduwen, thands 's weeklijks bedraagd eene fomma van f 206:10: —■ De middelen tot aanvaHgelijk redres, die wij in dezen aan uwe Vergadering durven voor te ftellen, zijn: 1. Dat de weeklijkfche uitkeering van 35 ftuivers, weder gebragt zal worden op 30 ftuivers, gelijk voor eenige Jaaren. a. Dat allen die in 't vervolg zich als Weduwe mogten aanmelden, den vollen ouderdom van 50 Jaaren bereikt moeten hebben, eer zij zulks kunnen nen genieten. 3. Dat niemand voor trekkende Weduwe erkend zal worden, ten zij haar man twee volle Jaaren de werkzaamheeden heeft waargenomen. 4. Dat, bij herhuwelijk van een werkende Gildebroeder , deszelfs Weduwe niet zal kunnen trekken, ten zij haar man , na zulk een herhuwelijk, weder een vol Jaar werkzaam is geweest, en dan r.og niet als een vol Jaar na haar mans dood, vervallende, ingeval haar man binnen het Jaar na den hertrouw, komt te overlijden, in het vob gend artikel van de Weduwen der Bosleggers. Mmm a 5- Dat  C 302 ) §. Dat bij herhuwelijk van een Gildebroeder, reeds Boslegger zijnde, zijne Weduwe het penfioen met zal kunnen genieten, dan 4 Jaaren na haar mans dood. • Door zulke fchikkingen, waarvan Art. 1. diretf: zoude beginnen te werken, en de overigen alleen van applicatie zijn, op de in het vervolg zich aanmeldende Weduwen, achten Overlieden, dat direft een jaarlijks menagement van circa ƒ i5co: - , met 'er tijd van £2-000:.— a ƒ 2500:- zouden worden te weeg gebragt; ook vleijen zij-zich, dat door dezelve hun Giiu, zo met wedergebragt tot deszelfs voorigen ftaat, aithaads gehouden zoude kunnen worden buiten verderen teruggang, iets waarvoor zij zich verpligt rekenen fq tijds te waaken, en niet alles te laaten aankomen op de hoop van gunftiger omftandigheeden, dewelke mislukkende , hunne Sociëteit eindelijk in een onherftelj»*ar achtenveezen konde ftorten, waardoor zij niet in ftaat zouden zijn zulk eene uitkeering te doen, als die, welke zij nu proponeeren, en op welken voet zij vertrouwen de zaak draagende te kunnen houden. De critjeke lituatie der Gilden, in het tegenwoordig tijdftip, had bijna Overlieden bewoogen, uwe Verga> dering met deze voordragt niet lastig te vallen; maar overwegende, dat, hoe zeer hunne corporatie met den titul van Gild benoemd wordt, dezelve eigentliik niet anders is dan eene Sociëteit van Ambtenaaren, die op hunne Inftrudie werken, en onderling verbonden zijn door zekere huishoudelijke wetten, waarvan fommigen bepaaldelijk bédoelen eene betaamlijke voorzorg en vooruitziende weldadigheid; zo vleijen zij zich, dat UWe Vergadering den titul voorbijziende; of wel veranderende, hun fteeds zal blijven befchouwen als eene Sociëteit, dewelke, onder welke benaaming ook, geïnamnneerd dient te worden, en voor dewelke de wetten, zo naar buiten werkende, als voor het inwendig £E£iuur5 in kragt moeten blijven, of, naar omftandigheeuen, veranderd worden,' zullen hunne werkzaam-" fjtcaer. waarlijk beandwoorden aan het wijduitgeftrekt ' doel  C 395 ) doel der inrichting, van, namentlijk, te ftrekken ten nut en geregeld gerief der Burgerij, en tevens om een groot aantal arbeidzaame ^nfchen, geduurende de dagen hunner gezondheid, te helpen aan een ftuk bróód, in dagen van ziekte of ouderdom, onderftand te verfchaffen, en hunne Weduwen niet geheel te verlaateno Zij vertrouwen, Burgers Raaden! dat deze hunne voordragt bij uwe Vergadering zal worden aangezien als een blijk van hunne verkleefdheid aan de belangen dezer Stad en Burgerij, ook van hunnen ijver voor den wclftand der maatfchappij, hunner zorge toevertrouwd ; en verzoeken dus eerbiediglijk, dat op dezelve een gunstig reguard geflagen .mag worden. 't Welk doende, enz. (Was get.) JAN BONGERS. FR.EDRIK BUNHARDEN* JAN THIEL. J. STOÜTHANDEL. Amfterdam, ag Maart, 1797. Hes derde Jaar der Bataaffche Vrijheid^ Mmm 3 VRIJ-  ( 394 X VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. «£, ,,f,f.-. tt y ■ I tri- ■'. stoft -tno nes rraql tf. ! saa_jtsaciöl es-aaia aan den raad der gemeente van amsterdam. medeburgers! Het heeft ulieden behaagd, in handen van uwlieder, Cornmitté van Algemeen welzijn te ftellen, om confidératiën en advies, een Request van Overlieden van het Tuifdraagers Gild, tendeerende, om te hebben zekere verandering in het huishoudelijke hunner zogenoemde Gildewetten, ter afweering van den verderen teruggang'hunner algemeene Kas. Uwlieder Committé daarop de Superintendenten van het gemelde Gild geraadpleegd, en informatiën bekomen hebbende, zo van de-zhinige en eerlijke directie, de liquiditeit en juistheid der Boeken, als van het wezenlijk deficit van meer dan f 1000:— 's Jaars, en dat de reden daarvan ten principaale te zoeken is in de importante uitkeeringen die hetzelve Gild 's weekelijks aan Weduwen van Gildebroeders doen moet, als ook, in aanmerking roemende, dat de middelen, tot menagement voorgeflagen, billijk en wel afgemeeten zijn, moet erkennen-, dezelve wel te kunnen appuijeeren. Immers voor eene inrichting, zo blijkbaar gemaakt tot weldaadige oogmerken, moet de zorg ter inftandhouding tijdig werken, en niet verfchoven worden, tot het verloop reeds een' trap- van onherftelbaarheid bereikt heeft. Op deze gronden zoude het advies van uwlieder Committé alzins gunstig moeten zijn; dan, daar de tegenwoordige orde van zaaken verëischt, dat zulk eene huishoudelijke verandering, niet ingevoerd wor« de, zonder de Gildebroeders vooraf te kennen; zo ftelt hetzelve voor: ; Dat  C 395 > Dat aan Overlieden gelast worde, het Gilde opte- roepen, de bedoelde veranderingen aldaar voorte" ftellen, en de conclufie der meerderheid optemaaken;" wanneer uwlieder Committé niet twijfelt, of deze zo noodige zaak, zal bij de meerderheid der geïnteresfeerden zelve, dusdanig begreepen worden, althands, wanneer Overlieden hunne voordragt, met de voorhanden zijnde redenen, behoorlijk aandringen; waarvan informatiën bekomen hebbende, de fanctie uwer Vergadering, de zaak finaal konde beflisfen. En, daar ter behoorlijke inlichting der Gildebroeders, dienstig zoude kunnen zijn, dat het voorftel van Overlieden, gelijk ook deze confidératiën daarop, door het Dagblad uwer Vergadering publiek wierden gemaakt, durft uwlieder Committé daarop infteeren. Alles echter, met onderwerping aan uwlieder meer verlicht oordeel. Heil en Broederfchap! Het Committé van Algemeen Welzijn binnen deze Stad. Ter ordonnantie van hetzelve: a. de vries, Secretaris. Amfterdam, den 5 Meij, 1797. Het derde Jaar dsr Mataa/fche Vrijheid* BIJ-   B IJ L A G E TOT HEt DAGBLAD DER. VERGADERINGEN VAN D E N RAAD DER GEMEENTË VAN AMSTERDAM, Vrijdag, ia Meij, 1797* Het derde 'Jaar der Bataaffche Vrijheid), RAPPORT van de Ondergetekenden, aan den Raad der Gemeente van Amfterdam-. medeburgers! Bij gelegenheid, dat Gijlieden de voordrSst van Directeuren der Quotifatie-Kas, op den 3denftezer hebt gedeclineerd, hebt gij de ondergetekenden inComünV III. deel. • Nfcn $-é  C 398 ) fie gefteld , om met de Commisfie tot de directie van Organifatie van de Bataaffche gewapende Burgermagt, m den Hage, te confereeren, en te bewerken dat dezè Stad zeekerheid hadde , ten aanzien der tradementen, falansfen, enz., welke voordaan, ten behoeve van dé gewapende Burgermagt dezer Stad, zouden moeten worden uitgefchoten, om dat met den eerften Januarii 1 1 de ontfangst der Wagt-Contributiën , bij ons , volgends aanfchrijving van de Commisfie, cesfeerende, ten oapheoïeden?re ""^ natUUrIi*' °?ditpoindmoe- Dr,e °nder§et£*enden hebben aan dezen last voliaan, en hebben de eer u te rapporteeren: dat zij, k-Tt na hunne aankomst in den Hage, op den oden dez-r, na eene ampele mondelijke conferentie, met de voorfchreeCo.mmisfie, welke, zo ais bleek, niet zonder deCommisfie , door de Nationaale Vergadering, tot de Burgerwapening geflagen, eenig befluit kan neemen, belpeurden , eene overtuiging en bereidwilligheid, om deze Stad , welke reeds zo vroeg geörganifeerJ hadt, en nu van haar' Vaderlandfchen ijver het flachtoffer zoude worden, in dezen te gemoed te koomen. Waarom uwe Commisfie, op den volgenden dag, heeft ingeleverd aan de Commisfie tot Organifatie, de volgende JYusiive of Voordragt: De Burgers h. zielkens en w. van barneveld, als gecommitteerd uit dén Raad der Gemeente van Amflerdam, aan de Commisfie ter Organifatie der gewapende Burgermagt der Bataaffche Republiek in den Hage, medeburgers! De Ondergetekenden, in qualiteit hier fcfw n gemeld, neemen de vrijheid u tevertoonen, dat de geva-  C 399 ) wanende Burgerij van Amfterdam in den Jaare" 1795 Ss Stedelijk geörganifeerd is , bij welke ge egenSd is opgericht eene Quotifatie- Kas, ter Jaar hjkfche ontiVngst lan Wagt Contributiën, van zodanige PerCen§, als om deze en geene redenen niet konden of mogten gewapend worden, en wel te heffen, m evenredigheid van de fommen, welke de gewapende Burgerman na haare inrichting tot derzelver onderhoud , en in ftandhouding zoude noodig hebben : waartoe ,, in de eerfte plaats, de tractementen van den Secretaris van het Bureau, - van de drie Adjudanten-Generaals, vijftien Battaillons Adjudanten, vijf Provoosten, honderd en twintig Tamboers, de vijf en-dertig Mufikanten en verdere uitfchotten, waren berekend, enwelKe Burgers tot heden nog worden gecontinueerd in voorzegde Posten, en gevolgelijk dienen te worden betaald. Dat het een vierde Jaars van betaling dezer Traktementen, met i Maij verfcheenen zijnde, de Perloonen, welke die genieten moeten, door de adminntratie van voornoemde Quotifatie - Kas niet kunnen betaald worden, doordien de aanfchrijving vanuweCommislie, indatoo Januarij dezes Jaars, om de uitgefchreevene Contributiën niet verder dan tot ultimo December 179Ö te onfangen, dezelven daarin verhindert, alzo de ontfangst ophoudende, ook gelijktijdig alle uitgaaven, met betrekking tot dit poinct, natuurlijk moeten cesfeeren. Dat de gewapende Burgermagt van Amfterdam, indien de opfchorting van deze betaling , moet plaats hebben , natuurlijk zoude worden gebragt, uit zijn geheel, en door uwe Commisfie tot Reörganifatie, in Amfterdam, niet dan met zeer veele moeite en omflag, zoude kunnen worden herfteld. Dat het van onheugelijke tijden in Amfterdam in gebruik is geweest om de Wagt Contributiën van elk Jaar jntevoideren, met Primo Maij, uithoofde van de noodzaakdijkheid , die daartoe is , en welke fpruit uit de Nnn a on-  C ) onvermijdelijke nadeelen en verwarringen, die de verhuizing der Burgeren over eene zo uitgebreide Stad, jn de ontfangst der Wagt-Contributiën zouden veröorzaaken , waarom de tegenwoordige Quotifatie - Kas (deze noodzaakelijkbeid vorderende) ook zodanig is ingericht, dat de Wagt-Contributiën op primo Maij Worden ontfangen, * Dat uwe Commisfie, om de aangevoerde redenen, aan de eene zijde zal gevoelen, de billijkheid, dat de voornoemde tractementen dienen te worden betaald, en aan de andere zijde de noodzaakelijkbeid inzien, ctas Amfterdam niet, gelijk andere Steden of Plaatfen, die toevallig gewoon zijn op i Januarij de Wagt-Contributiën te ontfangen, op ultimo December 1796 worde bepaald; neen, maar dat voor dezelve eene uitzondering op den regel plaats hebbe , en de Quotifatief£as worde gequalificeerd of toegeftaan, om het volle Jaar verfcheenen geweest den eerften dezer , te ontfangen ; en wel te meer daarom, dat dan door den s Raad, tot dien tijd, in ftaat gefteld wordende met de ontfangst, kan worden befiooten, tot de betaling der Tractementen , waarvan het een vierde Jaars op primo. Mïij verfcheenen is geweest. Alle redenen waarom de Ondergetekenden de vrijheid neemen u te verzoeken, om het bij de Nationaale Vergadering, of derzelver Commisfie, daarheenen te dingeeren , zo uwe Commisfie uit zichzelve daartoe niet gequalificeerd is, dat in Amfterdam, de WagtContributie mag worden ingevorderd, door de adminiftratie der Quotifatie-Kas, op den tegenwoordigen voet, tot 1 Maij dezes Jaars, waardoor dan alles, wat de Burger - Wapening in Amfterdam betreft, kan blijven in zijn geheel, rpt dat uwe Commisfie de Contributie , die voordaan in ieder gewest zal moeten worden geheeven, zal hebben gereguleerd, Terwijl de Ondergetekenden daarbij verlangen, na m ?ij U de tegenwoordige onkosten der gewapende Bur-  C 401 > Burgermagt zullen hebben opgegeeven , eene Juiste Nota, door u gereguleerd, na het Reglement van Burjrerwapening , bevattende de bepaaling wat ten dienfte van de Amfterdamfche gewapende Burgermagt, zo aan Traftementen als anderszins, kan en mag uitgegeeven worden, na den 1 Maij en ver volgends, tot welke uitgave zich de Quotifatie-Kas , en des noods , de Raad, bij wijze van voorfchot, indien dit zodanig worde gevonden, bereidwillig verklaart; mids dat deze ve van uwe zijde worde gerust gefteld, dat het gemelde voorfchot, uit de eerfte en gereedftepenningen, der Wagt-Contributiën, nadat die door u in Amfterdam zullen zijn gereguleerd, overëenkomftig het gemelde Reglement, aan dezelve zal worden gerestitueerd. (Was get.) H. ZIELKENS. W. VAN BARNEVELDv De Commisfie ter directie van Organifatie, met deze onze voordragt nu fchriftelijk voorzien, heeft daarop eene conferentie gehouden , met de reeds geme de Commisfie der Nationaale Vergadering, buiten welke zij niet konde befluiten, en wij hebben het genoegen, uwe Vergadering den afloop dezer zaak, in een Extract uit het Register der Refolutiën van de gemelde Commisfie, mede te deelen; oordeelende de ondergetekenden het onnoodig, u verder van hunne werkzaamheeden in dezen , iets meer te zeggen, alzo dit Extract bevat de volbrenging van den last, aan uwe ondergetekenden opgelegd. Nnn 3 Vtor  C 402 } Voor het Land. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. EXTRACT uit het Register der Refolutiën van de Commisfie tot de algemeene direélie van de Bataaffche gewapende Burgermagt, voor dit Gewest, genomen ep Donderdag, den nden Meij, 1797. 0 Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. ïs geleezen eene Misfive van de Commisfie uit de Natinnaale Vergadering, gechargeerd met het opperbeftuur der Bataaffche gewapende Burgermagt, houdende deszelfs refcriptie op de Misfive van den ioden dezer, ten geleide van de voordragt der Gecommitteerden van de Raad der Gemeente, te Amfterdam, afgezonden. ° Waarop , alsmede op de bovengemelde voordragt, gedelibereerd, en in agting genomen zijnde, de bijzondere omftandigheeden, als tot voorkoming van nadeebgen gevolgen, is goedgevonden en verftaan: 1. Aan de Adminiftratie der Quotifatie-Kas te Amfterdam, toeteftaan , gelijk aan dezelve word toegeft*an mids dezen, om de uitgefchreeven Wagt-Contribntie, ingegaan primo Meij 1796, en geëindigd den laatften April, dezes Jaars , geheel te mogen invorderen , onverminderd de circulaire aanfchrijving van dtn oden^Januanj 1797 ; blijvende dezelve verder in voile kragt. *. Het aanbod van den Raad der Gemeente, om de vosten , na den iften Meij, op het onderhoud der ge- wa-  C 4°3 ) wapende Burgermagt, behoorlijk alvoorends gereguleerd, alsmede op het doen der generaale opfchrijving vallende, bij wijze van voorfchot, en onder belofte, dat het dezelve, uit de eerfte Contributie-Penningen, zouden worden gerestitueerd, te voldoen, zo als hetzelve is leggende, te accepteeren. En zal Extract, dezer Refolutie, zonder refumptie, aan de Burgers Zielkens en van Barneveld, Gecommitteerden uit den Raad der Gemeente, te Amfterdam, gegeeven worden, om te {trekken tot derzelver narigt. Accordeerd met het voorfz. Register. MALECOTIUS. Waar mede wij het genoegen hebben, te zijn, uwe heilwenfchende Medeburgers, HENDK. ZIELKENS. W. VAN BARNEVELD. Amfterdam, den iaMeij, 1797/ BIJ-   B IJ L A G Ë TOT HET DAGBLAD DER. VERGADERINGEN. VAN DEN RAAD DER GEMEEN TË v A rï AMSTERDAM. Maandag, 15 Meij, 1797. . Hét derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. EXTRACT uit de Notulen van a'eÜ Raad der Gemeente van Amfterdam* Vergadering, Maandag, 15 Mei, 1797, des vóórmiddags ten elf uuren. Is geleezen het volgend Rapport van de Commisfie, op den loden dezer benoemd, tot het maaken van de noodige fchikkingen, tot het inftalleeren enz, van de 30 nieuwe Raadsleden: III. DEEL. ÖÖ0  C 406 > AAN DEN RAAD DER GEMEENTE VAN AMSTERDAM. MEDEBURGERS.' dP?taf,hCt -Heden behaaSd heeft' de ondergetekenden te committeeren, om eene opgave te doen, van de meest gepaste wijze, welke, volgends hunoordeel zoude dienen gevolgd te worden, ten einde de iS latie der dertig nieuwbenoemde Leden tot den Raad met de meeste orde M wdvoe «1Raad den^Shten^^^6115 Z° hebbe" * de *EC Dat zij, bij hunne eerste conferentie, terftond in het begrip gevallen zijn, dat niet alles va ten ez n behoorde te gefchieden, gevoeglijk door de aangebiee Ir irlnKVan den- Raad Verricht kon worden g Maar dat, ge ,jk bi;I voonge gelegenheeden van dezen aart de daadlijke Voorftellers werkzaam waren geweert jn verfcheidene bijzonderheeden, de inftallatfe betreffende, daarvoor thands in de plaats zouden aienen te komen, de Beftuurers van het Hoofd-ComptoTr dS Grondvergaderingen, om een gedeelte der funftiën S verrichten: dit gaf gelegenheid L zij den committeerden, om aan de gemelde Beftuurers te ver zoeken, eene Commisfie uit hun middeZ t7£Zê uit Leden, niet tot Raaden verkozen, te willen decerneeren, ten einde met uwe gecommitteerden over hS fujet der mftallatie te kunnen confereeren ren enaSielïUUrertg,aarne hebben wi"llen defereeren, en heeft dan ook deze conferentie olaaN en uwe Commisfie heeft het genoegen gehad , teg zien' dat het grootfte getal der aanblijvende Beftuurers! ch tot deze conferentie wel heeft willen leenen. Welke conferentie, op de harmonieuste wijze, gehouden zijnde, tot gevolg gehad heeft, dat Je Leden derCoS misfien het met den anderen volkomen eens zijn ge- 7*™?dJ\Z °Ude beh°°ren g^bferveerd en virrifht te worden, hetgeen uwe Commisfie nu vervolaends onder uwe aandacht brengen zal. vervoigends De  C 4°7 ) De nieuwbenoemde Leden tot den Raad, zullen tegen den nader te noemen dag, geconvoceerd worden, om zich , vóórmiddags ten 10 uuren precies, te laaten vinden in het Burger- Weeshuis. De Beftuurers van het Hoofd-Comptoir der Grondvergaderingen (die, volgends het voorftel van hunnen Prefident, den Burger Willem Luderus, dan reeds door het oproepen der Plaatsvervangers, ter vervulling van de opengevallene plaatfen, voor de Perfoonen, tot Leden van den Raad benoemd, zullen voltallig zijn) zullen de nieuwbenoemde Raadsleden in het Burger-Weeshuis opwachten, en, na eene korte aanfpraak van den Prefident, van daar geleiden naar het Plein voor het Huis der Gemeente. De nieuwbenoemde Raadsleden zullen door eene Commisfie van 6 Leden uit den Raad, geadfifteerd met een' Secretaris, op het Plein worden gerecipieerd, en vervolgends door Beftuurers van het Hoofd-Comptoir geconduifeerd worden naar de Kamer van het Committé van Juftitie. Vervolgends zullen de benoemde Leden tot den Raad, door de gemelde Beftuurers geleid worden naar het Plein, voor het Huis der Gemeente, om door hen aan de Burgerij te worden voorgefteld, als wanneer door hunnen Prefident eene Aanfpraak zal dienen te gefchieden, die door één dèr nieuwbenoemde, en nu aan de Burgerij voorgeftelde Raaden, zal behooren beandwoord te worden; waarna de dertig nieuwbenoemde en nu voorgeftelde Raaden, door den Prefident van het Hoofd-Comptoir der Grondvergaderingen inden eed zullen genomen worden. Zullende, geduurende deze handelingen, de aangeblevenc Leden van den Raad zich, op de puije van het Huis der Gemeente vertoonen. Voords zullen de in den eed genomen Raaden, door gemelde Beftuurers naar de Kamer van het Committé van Juftitie terug geleid worden, en, nddat de Raaden zich aldaar met het distinctief teken zullen voorO00 a zien  C 40S > ïïen hebben, door gemelde Beftuurers wederom naaf het Plein, voor het Huis der Gemeente, begeleid worden, en aldaar voorbij de Burgerij gepasfeerd zijnde, terug komen," en' ter Raadzaale worden geïntroduc eerd," en geplaatst ter flinke zijde van den Prefident, terwijl de aangebleevene Leden van den Raad,1 zich aan deszelfs rechte zijde geplaatst hebbende, de Beftuurers , op daartoe gefchikte ftoelen, zitting zullen neemen ; ais wanneer door den Prefident van 't HoofdComptoir eene aanfpraak'zal behooren te gefchieden , eerst aan de aangebleevene, daarna aan de aangekomene Raaden , welke aanfpraak door den Prefident van den Raad zal worden beandwoord, met dankbetuiging aan de Beftuurers Van het Hoofd Comptoir, voor hetgeen zij tot het welftandige en ordenlijke in het plegtige van dezen dag, wel hebben gelieven toe te brengen. Waarai Beftuureren, kunnende geacht worden te heb> ben gedefungeerd, de Raadzaal zullen verlaaten, en zich naar de Kamer van het Committé van Algemeeiï Welzijn begeeven zullen'. '1 ' • : ■"■ Daarna zullen de aangebleevene Leden van den Raad, «wee aan twee, nh hunnen ouderdom, met den Pre-> fident en Vice-Prefident san het hoofd, en begeleid door de Secretarisfen van dén Raad,' 'en gevolgd door de nieuwe Raadsleden, mede bij paaren, na hunnen ouderdom, zich:uit de Raadzaal begeeven naar he^ Plein, vóór het Huis der' Gemeente, pasfeerende voor dé gefchaardè Burgerij, ten einde dezelve te gelijk iaaren voltallig geworden Raad befchouwe. ' - 'Alle de Leden van dén Pvaad, benevens derzelver Secretarisfen, in dezelfde orde weder' ter Raadzaal gekomen zijnde, zullen 'de Leden' zich weder als te -yooren plaatfen, en zal'alsdan door den Prefident eene aanfpraak "worden' gedaan," eerst aan de oude, daarna aan dé nieuwe Leden, terwijl van de laatfteh mag verWacht worden,' dat'deze aanfpraak door één hunne: ■^ordebeandwoord, .. ; ■ ." Hisrna zal de trekking der plaatfen behooren te ge- ' • ' • rchk;  C 409 > fchieden; en,. indien eenige zaak van presfancc mogt ter tafel gekomen zijn, de deliberatiën kunnen aangevangen, en fchikkingen gemaakt worden, welkeLeden uit de refpèótive Committés, de gewoone Collegiën in den Raad zullen bijwoonen. De Commisfiën hebben vermeend, dat Maandag, den 0.1 dezer, de inftallatie behoorde te gefchieden; hebbende den Maandag geprefereerd, om dat alsdan geene Committés inactief worden gemaakt, en men zeeker is, dat op dien dag de Kamer van het Committé van Juftitie, zonder eenigen hinder, kan gebruikt worden. Uwe Commisfie vertrouwt, dat volgends voorig gebruik, zo in het Burger Weeshuis als op het Htus der Gemeente , eenige ververfchingen zullen voor handen zijn. En dat, van wegens den Raad, aan den Commandant gelast zal worden, om de Schutterij en Cavallenj op dien dag , bij tijds, in zodanige pofitie te brengen, als zal kunnen ftrekkeh tot zeekerheid van perfoonen, en tot bijdrag van den meesten luister en orde, dezer plegtige verrichtingen, ' 1 Nog geeft uwe Commisfie den Raad in bedenking, Of het niet noodig zoude zijn, dat alle de fungeerende en nieuw benoemde Leden van den Raad, geconvoceerd wierden , tégens Donderdag den i8den dezer, 'sNamiddags ten 5 uuren precies, in den Doelen, op de Garnaalenmarkt, om op te neemen den juisten ouderdom van de hieuw aankomende Leden, teneinde den rang behoorlijk te kunnen bepaalen. Om hen wijders het ontwerp van de plegtigheeden van den dag der Inftallatie, zo als hetzelve door Ulieden goedgekeurd zal zijn, te communiceeren, en met elkander eene fchikking te beraamen en vastteftellen , volgends welke de nieuw aankomende Leden, in de respeclive Committé's geplaatst zullen worden. Wij onderwerpen dit gefielde, zo ter alteratie als ter ampliatie, aan Uwlieder beter oordeel, terwijl wij Qoo 3 ons,  C 413 J süssrsavan Heii''01 « Uwe Medeburgers: H. DROST. GERHARD VAN BEEIJENBURGH. : JOAN WILHM. SMITT. GERARD VERRIJN. H. VERWIT ASSCHENBERGH. JAN BROUWER JOACHIMSZ. ÏAULUS LUDÉRUS. Amfterdam, den i5den Meij 1707. Bet derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Waarop, gerefolveerd zijnde, is goedgevondenen yerftaan, zich met hetzelve Rapport allefzins te coZ forrneeren, en diensvolgends, de daarbij voorgeftelde fchikkingen, ten opzichte van de voorzegde inftallatie dezeT ^' dMdve worden bij En zal Extract dezes aan den Commandant worden gezonden, tot informatie, en ten einde, voor zoverre denzelven betreft, het noodige te verrichten. Accordeert met bovengemelde Notulen. F. J. PELLETIER. Secretaris. BIJ-  B IJ L A G E tot het dagblad der VERGADERINGEN van den RAAD DER GEMEEN TË van AMSTERDAM, Woensdag, 17 Méij, Bet derde Jaar der Bataaffche Vrijheid, EXTRACT uit de Notulen van hef Committé van Juftitie der Stad Amfterdam^ Vergadering, gehouden op Dingsdag den iöderi 1 Meij 1797, prefentibus alle de Leden van ■ het Committé. De Burgers Costerus en Gales communiceéren ter Vergadering, dat zij zich, op gisteren, volgends affpraak, naar het Huis der Gemeente begeeven hebbende, ten einde met de Burgers 'Raaden van Barneveld eh Zielkens ,(&\$ daartoe door den Raad benoemd) éené conferentie te houden, over de manier vanprocedeeren tot liquidatie der oude Burger-Compagnies lil deel. PPP fct>ul"  C 4*c4 ) fchuMcn en vcordeclige Saldo's van anderen, dezelve Raaden aan ben hebben voorgeleezen een Concept-Reglement , behelzende eene nieuwe en verkorte manier van Procedeeren, tot liauidatie van hier bovengemelde /c/iutótn, benevens twee Addresfen, tendeerende om op hetzelve Reglement, Octroi van het Provinciaal Beftuur van Holland te erlapgen: — dat voornoemde Raaden hen verder hebben te kennen gegeevep, dat zij het eerste dier twee Addresfen, benevens het Concept-Reglement aan hef Provinciaal Beftupr hebbendé doen prefenteeren , hetzelve, door gemeldeProvinciaal Befiuur, was gefteld geworden in handen van den Hove van Holland, ten fine van confidératiën en advies; doch dat het advies van wel gemelden Hove alzins disfavorabel geweest zijnde, hetzelve dan ook ten gevolge had gehad, dat het Verzoek van den Raad was geweezen van de hand: — dat de Raad echter, uit hoofde van 't belang, 't welk dezelve in deze zaak ftelt, zich, 'bij hef tweede Addres, met naderen aandrang van redenen en nieuwe gronden,hadde vervoegd tot het Provinciaal Committé van Holland , als nog Verzoekende , dat hetzelve op gemelde Reglement mogt gelieven Octroi te verleenen ; doch met dien pngehikkigen uitflag, dat voornoemde^Committé,zonder dit nieuw addres in handen van den Hove van Holland te ftellen, eerivouwiggeperftfteer-d hadt bij de genomene Refolutie van het Provinciaal Beftuur, en dus het verzoek van den Raad dezer Gemeente, ten tweedeninaale had gedeclineerd; dat voornoemde Raad echter',gegronde redenen geloofde te hebben; om zich thands' met eenen .beteren uitflag op het meergemelde verzoek te kunnen vleijen, indien het Committé van Juftitie dezer Stad, zich, ten zeiven einde, bij den Raad wilde voegen, of zich ten minften over deze zaak., op zodanige wijze, te expliceeren, dat de Raad, in deszelfs nader té maaken Addres, gerustclijk konde pofeeren, dat hetzelve gefchiedde op ingenomen ad,vjes van het Committé van'Juftitie, en dat het was, (j;n dat oogmerk te bereiken, dat de Raad hen gequalificeerd had, om met eenige Leden, van het Committé Y ^ rtr edel voorbeeld ons verftrekke ter navolging! Zo werken wij allen ten gemeenen nutte, als voorftanders eener Volks-zaak, welke ons dierbaarer is, dan het leven. Zo zij eer en getrouwheid aan onzen pligt het doel, en de bevestiging van Vrijheid en Welvaart, de zegen van alle onze verrichtingen! Dit ondervinde Amftels Gemeente! Deze geneugte fmaaken wij allen! Dit zegene God!   13 Ij L A G Ë > tot het dagblad der VEllGADERiNGËM VAN DEN RAAD DER GËMËËN'fË VAN AMSTERDAM; Vrijdag, 19 Meij, 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid RAPPORT van de Burgers adolph baart en pieTer dé clercq ju • nior ; Leden van. den Raad der 'Gemeente dezer Stad, en . dirk waandert engert, Commisfaris van het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie, aan den Raad der Gemeente van Amfterdam. üïedèburgers! e differente Rekeningen, allen ten lasten van onderfcheiden Committés in den Hage; de Rapporten; Infornitiën, Elucidatiën, en Aanwijzingen van het III. deel; ' Sss Se"  ^ C 4^3 ) gene behoorde verrigt te worden, welken aan uwe Vergadering, zints eenigen tijd, door het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie waren overgelegd, gegeeven, en gedaan , yerpligteden ulieden ^om eene Commisfie, uit het midden uwer Vergadering, te benoemen, en die, met en benevens den Burgert Waandert Engert Commisfans van het evengenoemde Comptoir van Inkwartiering en Expeditie, naar den Hage te zenden, ten einde alle zodanige Invorderingen te doen, en fchikkingen te maaken, als het belang der Stad kwam te vorderen, waartoe gijlieden dezelven dan ook behoorlijk gequalificeerd hebt; overeenkomJhg deze yerpligting, hebben de Ondergeteekendens, Cwe ken zich aan uw verlangen niet hebben willen onttrekken O zich eerftelijk bij hun arrivement in den Hage geaddresfeerd, bij het Committé van Finantiën van Holland, en aldaar geligt, de Ordonnantie, groot /6o5ooo:—, welke ten behoeven van deze Stad |eflagen, en waarvan aan uwe Vergadering, bij het Rapport van uwe Commisfie, dato 29 Maart 1. ]., reeds is kennis gegeeven, in vermindering vpn ƒ298047-16 welke Som uwe Stad van de Provintie Holland te vórderen heeft, voor gedaane Uitfchotten, van den 28 Januari] 1795 tot den 31 Augustus, daaraanvolgend, ten dienfte der Franfche Troupes, die, geduurende dien tijd , binnen deze Stad in guarnifoen zijn geweest, welke Ordonnantie van 60,000 Guldens uwe Commisfie, alsnu het genoegen heeft, aan ulieden over te reiken, dezelve zal in betaaling vaiideererf Lasten6 1 C" fl°°fte PenninS' of andere LandsDeze gelegenheid heeft uwe Commisfie waargenomen, om op rieuw bij het Committé vanFinantièn van Holland mftarmen te doen, ten einde hetzelve te disponeeren, tot het weder afgeeveri van eene Ordonnantie van ƒ40,000: — , in vermindering van bovenftaande Pretentie, met dat gelukkig gevolg, dat evengen. Committé aan haar toezegging heeft gedaan, van in de volgende Week, ten behoeve van de Stad van Amlterdam, eene Ordonnantie te zullen flaan, van /y^ooowelke, alsdan, zal kunnen worden geligt ,"düur den Bur-  C 4*9 > Burger van Lennep, die gewillig deze Commisfie zal willen uitöeffenen, wanneer hij, van wégens uwe Vergadering , daartoe aangefchreeven worde. Wijders heeft de Commisfie zich bij het Committé van algemeene Bondgenootfchap te Lande vervoegd, en met de Leden van het departement van Finantiën, over de refleétiën (welken hetzelve op de rekening van ƒ 1117:6:- gemaakt heeft) gefprooken; — de tegenbedenkingen (die aan uwe Vergadering, door het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie waren geluppediteerd, en welken aan uwe Commisfie, van wegen uwe Vergadering, zijn ter hand gefteld, om daarvan het noodige gebruik te maaken) mondeling medegedeeld, en blijven infteeren op de volle betaaling en restitutie der uitfchotten, welken de Stad van Amfterdam, ten behoeven van de Bataaffche Troepen, gedaan heeft; dan, hieromtrent is zij zo gelukkig niet geflaagd; alle aangewende poogingen zijn, tot nu toe, vruchteloos geweest;blijvende hetzelve Committé van Finantiën, voor als nog, de betaaling weigeren van verfcheiden posten, en verlangt dat die rekening worde opgemaakt, volgends de verfchillende MarsclvReglementen, die bij onderfcheidene tijden, zo door haar Hoog Mog., als bij het Committé van algemeene Bondgenootfchap te Lande zelve, zijn bepaald en vastgefteld; aan welke Marsch-Reglementen dezelve rekening alsdan zal worden getoetst; en wijders, dat aan het evengenoemde Committé, infcriptis, zouden worden overgelegd de tegenbedenkingen van het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie, op welken alsdan behoorlijk reguard zal worden geflagen; — uwe Commisfie inziende, dat, zonder aan dit verlangen te voldoen , het departement van Finantiën van 't Bondgenootfchap te Lande, van deszelfs ongefundeerde fustenuè'11, en onbillijke eifchen, niette detourneeren zoude zijn, heeft eindelijk beloofd, die tegenbedenkingen aan hetzelve te zullen doen geworden, en verzogt, dat de onderfcheiden Marsch-Reglementen aan haar mogten worden medegedeeld, opdat het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie daarvan, in het vervolg, het noodig gebruik zoude kunnen maaken, Sss a *»!  t 43Q 3 |an f elk verzoek dan ook voldaan is; wordende aan den derden ondergetekenden ter hand gefteld het Marsch-Reglement van 17 September 1702, van 1? Maart ueszelfden Jaars, en van r Aug. 1796; met be* lotte, van als nog aan hem te zullen toezenden het Marsch Reglement van het Jaar 1711, en van i7aq;hierdo.or zullen als nu de onaangenaame en fchadélijke gevolgen, dien door mangel van genoegzaame informaTien zijn veroorzaakt, voorgekomen, en uwe Stad voor nadeelen bevrijd worden. Uwe Commisfie heeft, ter gelijker tijd, aan het evengenoemd Departement gevraagd, hoe veel de Stad van Amfterdam aan den Lande kan in rekening brengen, wanneer een BatailJon,_ Compagnie, of Detachement Bataaffche Troepen m dezelve Stad in Guarnifoen zal komen; en heeft daarop tot antwoord ontfangen, dat, wanneer een geheel Bataillon, of minder gedeelte Bataaffche TroeS!rH T\«Q r¥d Van Amfterdam zal zijn gecaferneerd, die^Manfchappe.n. alsdan verpligt zijn, de onkosten van Caferneering zeiven te draagen, en wel ieder anan per week » Stuivers voor de Cafeïnen, en a Stuivers voor het gebruik der Founfitures. Uwe Commisfie oordeelt, dat het Comptoir van Inkwartiering en Expedme van deze refolutie niet behoort onkundig" te. blijven, waarom zij dan ook verzoekt dat aan heê zelve een Extraft dezer fchikking moge worden ter band gefteld, ten einde hetzelve zich daarna zal kunnen gedraagen. ;.\ - ' - *—* „ A^rdu heeft xij bi' de Rekenkamer van het Bondgenootfchap te Lande, ontfangen eene fomma van ƒ boo:-, waarmede voldaan is de Ordonnantie, welke, b,jovengenoemde Committé, ten behoeven van de Mad Amfterdam, geftagen, en aan uwe Commisfie mede. gegeeven was, ter betaling van de verfcheenen Huurpenningen voor de 400. geleende compleete Fournitu.res, tot *6 Maart 1. 1.; deze penningen zal het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie aan de Thefeutife dezer Srtad, tegen een behoorlijke quitantie, nk Na-  C 431 ) Nidat uwe Commisfie bij het Committé van Algemeene Bondgenootfchap te Lande dat gene had verricht, hetwelk zij, naamens uwe Vergadering, in mandat is hadt, zo heeft zij zich vervoegd bij het gelurcheerd Committé van Adminiftratie, en aldaar op de betaling aangedrongen van / 55954:3:J4» zijnde dit de fom, welke de Stad van Amfterdam als nog van het zelve Committé van Adminiftratie te vorderen heeft, voor gedaane leverantiën van Vivres en Fourage, aan de doortrekkende Franfche Militairen, en aan de onderfcheiden Franfche Guarnifoenen; het evengenoemd geïurcheerd Committé heeft aan haar de zeckere toezegging gedaan, van, binnen weinige dagen, eene Ordonnantie in betaling van bovenftaande fom, aan het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie te zullen afzenden; eene nadere requifitie door de Rekenkamer der Generaliteit gedaan, om, naamentlijk, alle de bons voor de doortrekkende Franfche Militairen, bij de Rekeningen overteleggen, (aan welke nimmer kan * worden voldaan, omdat aan veele Franfche doortrekkende Militairen, Vivres en Fourage is gegeeven, zonder bons, wordende die, bij abfentie van een' Commisfaris van oorlog, bij den ontfangst, alleen op de Feuilles de route genoteerd,) was oorzaak, dat uwe Commisfie de Ordonnantie niet direclelijk ontfing, en waarom zij dan ook de Rekeningen, ten lasten van het geïurcheerd Committé, niet heeft kunnen quiteeren; zodra evengenoemde Ordonnantie door het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie is ontfangen, zal die aan uwe Vergadering worden overgegeeven. Uwe Commisfie heeft ook nog bij den eersten Commisfaris Jansfens, restitutie der uitfchotten gevraagd, welken de Stad van Amfterdam, ten behoeven van die Franfche Militairen, heeft gedaan, die van den 21 Maart 1. 1. tot den 19 April daaraanvolgende, in deze Stad zijn in Guarnifoen geweest, welke uitfchotten eene fomma beloopen van ƒ 12454:2:4. Genoemde eerste Coinmisfaris bragt uwe Commisfie onder het oog, dat hij aan den Raad der Gemeente dezer Stad, bij zijne Misfive, dato 7 April, had verzogt, met dc distributie van de Levensmiddelen en Fouragesj en Sss. 3 met-  ( 433 ) met de bezorging van al de bënoodigdheeden in de Cafernen, te willen voortgaan, tot so Meij aanftaanden, of iets laater, op dezelfde Conditiën, als bij het geëxpireerd ContracT: waren bepaald, hetwelk van wegen uwe Vergadering aan hem is toegezegd; en, daar bij hetzelve ContracT: was geeonveniëerd, dat de betaling der uitfcnotten zoude gefchieden 2 Maanden na het eindigen van het ContracT:; zo heeft hij ook, op dat fundament, de betaling van bovenftaande fom mtgefteld tot 19 Junij aanftaanden, als wanneer hij aan net Ëonmtoir van Inkwartiering en Expeditie eene Ordonnantie in betaling zoude geeven. Wat nu betreft de nadere fchikkingen, die uwe Vergadering begreepen heeft dat gemaakt moesten worden, ten opzichte der Caferneering van de Franfche Troepen en Paarden binnen deze Stad; hieromtrent neemt uwe Commisfie de vrijheid, ulieden te informeeren , dat zij, naamens uwe Vergadering, met den eersten Comnusfaris, provifioneel een ContracT: dienaangaande heeft aangegaan, welk ContracT: zij de eer heeft aan uwe Vergadering over te reiken; bij de IecTrure van hetzelve zult gijlieden al rasch ontdekken de redenen, welken uwe Commisfie gedrongen hebben, om ten dezer, alléén eene provifioneele voorziening te doen, en ongetwijfeld zult gijlieden u als dan tevens verwonderen, dat de prijs dien het Committé van Adminiftratie gewoon was voor de Caferneering te betalen, alsnu één derde verminderd is, dit zoude fchijnen even als oj uwe Commisfie het interest van de Stad niet zoude behartigd hebben; hetgeen hiertoe aanleiding gegeeven heeft, Burgers Raaden , is het volgende: de eerste Commisfaris gaf aan haar kennis, dat van nu voordasn aan de Franfche Troepen, die in onze Stad gecalerneerd of in Guarnifoen zijn, of zullen komen, niets meer moest worden gegeeven, dan het Locaal, de Fournitures, en den Zomer krand; — vergelijkt men nu dit, met hetgeen te vooren moest worden gegeeven, voor de 13 Stuivers per man in de week, (als Potten, Pannen, Kaarsien, Zout en Zuur, Locaal, Fournitures, enz.,) dan zult gijheden al rasch overtuigd zijn  ( 433 ) zijn, dat het Interest van de Stad juist daarmede behartigd is. . Bij gelegenheid dat uwe Commisfie met den Burger Jamfens over de bovenftaande fchikking in onderhandeling was, heeft de laatst ondergetekende zich op verfcheide omftandigheeden bij hetCommisfafiaat geïnformeerd, welken hem, ter voorkoming van verwarring en nadeel, noodzaaklijk waren te weeten; die pointen allen, onder de aandagt van uwe Vergadering te brengen, oordeelt uwe Commisfie onnoodig te zijn, terwijl dezelven fpeciaal haare betrekking hebben tot de werkzaamheeden 'van het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie; alwaar dan ook van de bekomen informatië'n het noodig gebruik gemaakt zal worden; ééne Misfive echter, welke, op zijn verzoek, aan haar is in handen gefteld, en waarbij aan den Raad der Gemeente kennis wordt gegeeven van de nadere fchikkingen, welken, met'overleg van den Franfchen Generaal, bij het Gommipfariaat zijn vastgefteld, moeten zij aan ulieden ter hand ftellen; met verzoek van die, na leéhire, aan het Comptoir van Inkwartiering en Expeditie te willen renvóijeeren, ten einde hetzelve daarvan het noodige gebruik kunne maaken. Bij alle deze bovenftaande verrichtingen, was aan haar ook nog overgelaaten het onderzoek door wien, en op welk eene 'wijze, de uitfchotten zouden worden gerestitueerd, die de Stad wan Amfterdam voor de twee Compagniën bezoldigde Natienaale Guardè, binnen deze Stad Guarnifoen houdende, heeft gedaan; zij hadt van den Burger Bentinck eene Notitie ontvangen, waarbij bleek, dat door deze Stad , van het Jaar 1795, tot den dag der afgifte van de Notitie toe, voor dezelve twee Compagniën is betaald eene fom van ƒ 89090:12:8; met deze Notitie heeft uwe Commisfie zich vervoegd bij' den eersten Commies van het Bureau van Finantiën van Holland, welke aan haar een fchriftelijke informatie heeft doen geworden, waarvan hier bij Copij gaat, opgemaakt tot 31 December 1796, beloopende eene fora van ƒ60937:10, met bijvoeging, dat, zodra de bewijzen aan hem zouden zijn gefuppediteerd, hij alsdan daar voor ook eene Ordonnantie, ten  ( 434 ) ten behoeve van de Stad Amfterdam, zoudé in gereedheid brengen, welke, even als de voorige Ordonnantiën, in betaling zal kunnen gegeeven worderi Voor 's Lands lasten; 't zal dus noodig zijn, dat de Raad der Gemeente dezer Stad dat bericht ftelle in handen van de Burgers Thefaurieren dezer Stad, of van den Burger Bentinck, die alsdan daarvan het noodige gebruik zal kunnen maaken. Eindelijk, Burgers Raaden! moet uwe Commisfie aan ulieden nog overhandigen eene Ordonnantie, groot ƒ 2826:7, welke aan haar, op de Secretarie van het Bureau van Finantiën van Holland, is overhandigd, en ftrekkende is tot restitutie van penningen, uitgefchoten ten behoeve van uitgeweekene en teruggekeerde Bataaven, ten lasten van den Ontvanger van de Gemeene Lands middelen over de Stad en het Kwartier Van Amfterdam. En hiermede j Burgers Raaden! vertrouwt uwe Commisfie dat zij aan de intentie van uwe Vergadering voldaan heeft. Heil en Achting! ADOLPH BAART. PIETER BE CLERCQ JUNIOR; D. W. ENGERT. Amfterdam, 18 Meij, 1797. Het derde. Jaar der Bataaffche Vrijheia* Èinde van het derde DetU