GENEESKUNDIGE VERHANDELING OVER DE BORST - WATERZUCHT.   GENEESKUNDIGE VERHANDELING over de BORST - WATERZUCHT. zynde een ANTWOORD, op de door de hollandsche maatschappy der wetenschappen, te haarlem, voorgestelde VRAAG. Nadien de ondervinding geleerd heeft, dat de Borst-Waterzucht in enen gevorderden ftaat, door alle bekende mid* delen ongeneesiyk is, welke zyn de oorzaken van die ziekte, en welke zyn de zekere tekenen, waardoor dezelve in haar allerëerfte begin kan onderkend, en van alle andere Borst-ziekten ten duidelykfte kan onderfcheiden worden ? Welite zyn de middelen die deze Ziekte kunnen voorkomen, dezelve in haar eerfte begin genezen? en in enen verre gevorderden ftaat kunnen verzachten? onder de zinspreuk: Qui tra&arunt Scientias, aut Empirici , aut Dogmatici fae- rUnt. Empirici, formicae more, congsrunt tantum & utuntur-.Rationales, aranearum more, telascor.ficiunt. -—• jpis vero ratio media est, quae materiem ex floribus hortt &p agri elicit, fed tarnen eam p/opiia jacultate vertit, tsr digerit. BacovVerulamius. Te AMS-TELDAM, By J. A. C ït A J E N S C H O T, Boekverkoper in de Kalveiftraat, in de Geude Paerl. MDCCXC I.   BERICHT AAN DEN LEZER.* Hoe zeer deze Verhandeling (immers volgens de fa* Sordeeling van Heeren Directeuren van de Maatfchappy der fVetenfchappen te Haarlem, of liever Van derzelver Advifeurs*) in vergelyking van de, met de Goude Medailje bekroonde, Verhandeling van den zeer Geleerden Beer veirac, over het zelfde onderwerp, van zo geringe waarde is bevonden, dat men dezelve geen plaats in de Verhandelingen der Maatfchappy verwaardigd heft: — hebben wy egter, op aanranden van enhele Neutraale, en in de Geneeskunde niet onbekwaame, Vrienden, die dezelve toevallig in handen was gekoomen, geen  ii BERICHT. geen zwaarigheid gemaakt, om haar (hoe gering sy ook zyn moogé) ter J)tukpersfe over te gecven: — aan der. kundigen Lezer overhalende, om dezelve naar goedvinden te beöordeelen. I N.  INHOUD V A N II E T W E R ' K. Inleiding. ... Pag. I EERSTE AFDEELING. EERSTE HOOFDSTUK. Bedenkingen over de Waterzucht in bet algemeen, op de Borst-Waterzucht, in het byzon' der, toegepast. ... - - 9 TWEEDE HOOFDSTUK. Over de 7fö. — Wy haaien die werk in de éérfte plaats aan als een verzameling van een groot aantal waarneemingen , welke over de Waterzucht zo algetneene als byzondere, gemaakt zyn — en dat dus den onderzoeker onontbeerlyk is. (ƒ) Kat. med. Tom 11. O/mment. in aphorifm. §. 1219. (a) Synopf. univers. prax mei. Tom. 1, (O 'n "ov- dct. Phjjtc m:d. A. N. C. Tom. IV. pag. 289../%. (*) /ianteekeningenopdelioogduitfche Uitgaaye van monroo's werk «ver de Waterzugt. (7) Verhandeling ov?r de Waterzugt, (jn') De Cognofc. ö? curand. dhtV.  BORS T-W ATER ZUCHT. 5 ling deezer Ziekte gerustelyk daarop kan vertrouwen (»). Zommige derzelven, behooren ook tot andere Borst - Ziektens : andere wederom , die men als echte/tfthognomifche kenmerken heeft opgegeeven, zyn door andere Schryvers niet bemerkt geworden ; niet tegenfiaandehet uitde waarneemingenbleek.dat'erwel borstwaterzugt was aanweezig geweest: om niet eens te zeggen, dat de meeste fïgna diagnoftica eerst dan kenbaar worden, wanneer de Ziekte reeds tot zulk eenen aanmerkelyken trap gevorderd is , dat de geneezing aller moeijelyksti zo niet onmoogelyk is. Hier van is het, dat deeze Ziekte, naarmate zy by onze Landgenooten aïgemeener geworden is , ook meer en meer haare doodelyke uitwerkfelenheeft doen kenne- Jyk worden ; dat men meer en meer is begonnen nittezien, naar zodanig een caracteriferend kenmerk deezer Ziekte, waar uit men, reeds in het begin, tot deszelfsaanwezen ontwyiFelbaarkon befluiten:——dan tot noch toe immers met een vruchtloos gevolg. En waarlyk , wanneer men den aart dee?er Ziekte nagaat , wanneer men haare verfchillende graden in aanmerking neemt, zo blykt het terftond, dat men zodanig caracteriferend kenmerk in deeze Ziekte, nooit ergens anders, dan ra de kenmerken van het opgehoopte vocht in de borstholligheid zoeken moet, en vinden kan: doch het blykt dan ook te gelyk , dat een zodanig caracteriferend kenmerk geen plaats heeft, dan in een vergevorderden graad deezer Ziekte, wanneer'er daadelykeene hoeveelheid vochts , aanmerkelyk genoeg, om een zodanig toeval te weeg te brengen in de borstholte plaats heeft; wanneer de / borstCn) Rejnmannus, over de onzekerheid der Tekenen in deeze Ziekte, in Act. phyfte. mcd. Ar. N. C. vol. t. A 3  6 VERHANDELING oveu de borstingewanden door dit verzamelde vocht in hun> ne werking belemmerd worden: — en de omloop der vochten, als door eene mechanifche oorzaak gedreind word. —— Dan kan 'er zodanig een kenteeken zyn , als men verlangt, en dan" is het 'er ook dadelyk aanwezig: —— doch dan is ook de Ziekte ongenees» lyk Ondertusfchen hebben de meeste Geneesheeren, in het onderzoek van zodanig een pathognomisch kenmerk, de loop der Ziekte, de oorfpronk, en het verband, dat de toevallen met elkander hebben, zo wel als haare oorzaken, uit het oog verloren: en dit is een der redenen, waarom men zo dikwerf in het onderfcheiden deezer Ziekte gedwaald heeft. — Boerhaave zag met zyn fchrander oog de noodzakelykheid der be. fchouwing van de oorzaken der Borst- waterzucht, met betrekking tot haare diagnojis, in: — daar de meeste Schryvers zig het als het ware een eer gerekend hebben , om de twyfelachtigheid der kenmerken in deeze. Ziekte hoe langer hoe duidelyker, en dus de kennisfe deezer Ziekte meer en meer duister te maken — En waarlyk, wanneer men ieder kenmerk op zich zelve befchouwt, de toevallen uit haar verband rukt, en enkele gevallen . waar in dit, of een ander kenmerk ontbrak, als zo veele bewyzen, om de onzekerheid, die 'er tot noch toe, in de onderfcheiding der Borst - Waterzucht plaats heeft, te bewyzen, bybrengen wil; — zo is het geen moeite oni, met de h a e n of m o r g agne, de onzekerheid van de zekerde kenteekenen te betoogen. Dan daar de Maatfchappy zelve de onregtmatigheid deezer beoordeeling heeft ingezien; — en in haar Problema, geen pathognomisch kenmerk, van opgehoopt water in de borst, maar zekere kenmerken van eene be*  BORST-WATERZUCHT. ? g'mende Borst -waterzucht, in het antwoord, efecfit ;— zo blykt het van zelve, dat het des onderzoekers plicht zy, alle de bronnen, waar uit deeze kenmerken kunnen voorvloeijen , op te delven, de oorzaken, de dispofitie, de oorfpronk en de verdere loop der Ziekte na te gaan, de werking der geneesmiddelen waar te neemen, om uk dit alles met de kenmerken der Borst.waterzucht vergeleken, een meer dan waarfchynlyk— een zeker befluit, op te maken. Zie daar dan de taak ons door de Maatfchappy zelve voorgefchreeven. — En zie hier ons plan tot de uitvoering. —Wy zullen in de eerfte plaats over dea aart en naaste oorzaak der Borst-waterzucht , na vooraf de verfchillende gevoelens voorgemeld te hebben, onze gedachten voordraagen; — daarna derzelveroórzaaken, zoalgemeene, alsbyzondere, naauwkeufigonderzoekeu ; — de toevallen der Ziekte zo in een beginnende, als gevorderden ftaat, opfpooren — de waare kentekenen , voor al, zo verre zy op eene beginnende Borst-waterzucht betrekking hebben, affcherfcn; — deziektezelvemetandereBorst-Ziektens vergelyken; — om daar uit met zoo veel meer zekerheid tot des zelfs kenmerken te befluiten en uit deeze befcbouwïn. gen eenige gevolgen, tot nadere kennis der Ziekte, afteleiden. Daar op zullen wy, na eenige algemcene aanmerkingen over de voorfpelling in deeze Ziekte , in zo verre zy ons onderwerp onmiddelyk betreft tot' de voorbehoeding overgaan : en daar toegefchikte middelen aan de hand geven. De geneezing zal onze aandacht vestigen' op de voornaamlte middelen, waar door eene beginnende Borstwaterzucht kan genezen worden wy zullen op nieuws de invloed der oorzaken, en de beste wyzcoin A 4 de.  8 VERHANDELING over uk dezelve weg te nemen, te herftellen, den Geneeskundigen onder het oog brengen: de verfchillende wyzen om het uitgeftorte vocht uit de holligheden der bprst te brengen, naauwkeurig beoordeelen en de middelen tot afweering van eene inftorting, in deeze Ziekte zo algemeen, en zo gevaarlyk, in een kort betrek daarftellen , om daar na met zo veel te meer vrucht de middelen, ter verzachting van deeze Ziekte in eenen gevorderden ftaat dienende,te kunnen opgeeveu, Eindelyk zullen wy uit dit alles eenige ophelderende waarneemingen tot de waare kennis der beginnende Borst-waterzucht, en derzelver zekere geneezing, in ons land, trachten op te maaken: op dat 'er in de beantwoording van dit gewichtige Vraagftuk, zo min duister moogelyk,overbiyvet-—VVy hebben alsGeneeskundigen, wien de beoeffening der kunst te meermalen de Borst-waterzucht heeft doen befchouvven , onze gedachten ter nedergefteld : wy hebben , daar wy het noodig achtten, van het gezag van geloofwaardige Geneesheeren gebruik gemaakt • zonder echter het aantal citatien, met opzet, onnoodig te hebben willen vergrooten: dat ons anders door de arbeid van beroemde Geneeskundigen , en voornaamelyk door het werk van bacher, alwaar men een lyst aantreft van Schryvers'overdealgemeene en byzondere Waterzucht, van de voornaamfte waarnemingen van dee^e Ziekte, uit verfchillende Schriften , Academiën en Sociëteiten getrokken, die byna de helft van onze verhandeling zouden hebben kunnen vullen, zeer gemakkelyk zoude geweest zyn. ■ Dan dit zoude noch onze Verhandeling eer, noch ons zelfs nut verfchaft hebben. Eu wy gelooven niet, dat wy daar door, meer aan de yereischten der vraag, zouden voldaan, hebben. EER  BORS T-W ATERZIJCHT. ö EERSTE AFDEELING, over den AART en de OÓRZAAKEN DER BORST-WATERZUCHT, EERSTE HOOFDSTUK. Bedenkingen over de Waterzucht in het algemeen, op de Borst • Waterzucht, in het byzonder, toegepast. § <• Het is een thans algemeen aangenoomen gevoelen dat 'erin alle holligheden van het menfchelyk ligchaanl door zeer kleine flagaderbuisjes, een weivocht (Serum} afgefcheiden word , het welk voornaamelyk tot voeding, en tot bevochtiging der deelen beftemd is — en dat het overtollige van dit vocht door andere kleine vaatjes, behoorende tot het Syftema, Lymphaticum, wederom opgenoomen, en in het bloed te rug gevoerd word. —— De Proeven van monro, (d) hdnter, (by en vooral die van hew- son (a) De wfis Lymphaticis. (i) Medical commenlaries. pag. 57. £?c. A 5  ia VERHANDELING over db son (c) hebben dit fhik buiten alle bedenking gefield, en de duifterheden omtrent dit gedeelte der ontleedkunde opgeheldert. Daar is in den gezonden toefland des ligchaams, tusfchen de affcheiding en opflorping van dit vocht, eene beftendige evenredigheid. — Dan zo dra houd deeze evenredigheid door tusfchenkoomende oórzaaken niet op, zo dra word 'er geene grootere hoeveelheid vocht afgefcheiden of uitgeftort, daar 'er opgeflorpt kan. worden ; — of anders, zo dra de opflorping, naar-evenredigheid der affcheiding, vermindert, ontfiaat 'er in zodanig een deel eene ongefleldheid, die aan de verzameling van dit vocht in de holligheden des ligchaams moet toegekend worden. — In beide gevallen moet 'er zeer natuurlyk, in de eene of andere holligheid eene tegen natuurlyk e ophooping van vocht plaats grypen , welke langzamerhand vermeerderende, de werking der deelen in die holligheden befloten, of die der nabygelegene belet, verhindert, en in wanorde brengt. Zodanig «ene tegennatuurlyke verzameling van weivocht in eenige holligheid des lighaams word met de, algemeene naam van ï*2ty»( of r"2p»^, Waterzucht, beftempeld. Dit is het eenvoudigfte denkbeeld , 't welk men zig in 't algemeen van den oorfpronk, en van de waare natuur der Waterzucht vormen kan: een denkbeeld gevestigt, op de kennis van het maakzel en werking der affcheidendè , en opflorpeude werktuigen des menfchelyken ligchaams, in den gezonden ftaat; —— op ziek- CO Expirimental hquirlet into the LymphatU. Syftem. Lond. 1777*  BORST-WATERZUCHT. ii ziektekundige befchouwingen; op proefneemin- gen; en dadelyke ondervinding, S Zodanig een ophooping nu van weivocht, kan op alle plaatzen,ubicunque feri vafa, gelykboerhaaye zeer kort en fraay aanmerkt, dat is, over het geheele ligchaam, en in alle byzondere deelen plaats hebben. — Haare aart is dezelve — dan zy brengt verfchillende toevallen voort, naar maate, zy verfchillende deelen in haare werkingen ftremt. Voortreffe-r lyk is hieromtrent het zeggen . van celsus, (dy wanneer hy van de onderfcheiding der verfchillende foorten van Hydrops fp.reekt: figna autem quaedam. CQmmunia funt, quaedam propria. Communia, quibus humor deprehenditur, propria , qujbus keus, en dit drukt ten opzichte der verlchillende foorten van waterzucht, zo verre zy ons onderwerp betreffen, alles uit.— Pasfen wynu dit denkbeeld op deBorst-Waterzucht toe, dan begrypt men ligtelyk, dat deeze niets anders is a/s eene tegennatuurlyke verzameling van weivocht, in de holligheden, der borst, waardoor de tot onderhouding van het leven, en gezondheid allernoodzafcelykfte verrichtingen der borstingewanden belet, verhinderd, en in wanorde gebragt worden. Daar nu de Pleura, een vlies dat de inwendige. holligheid der borst bekleed, verfcheidene verdubbelingen maakt, waar in de longen van het hart, en dit weder van geene word afgefloten , welke verdubbe- lin- 00 Lii. VII. Cap. iS.  ia VERHANDELING over de lingen, by de Ontleedkundigen, onder de naam van Mediaflinum anterius , pofterius , en Pericardium genoeg bekend »zyn, zo blykt het van zelve, dat eene ophooping van water, in een dezer door de pkura gemaakte holligheden, altyd de naam van Eorst- Waterzucht verdient, hpe zeer dit ook door andere Schryvers fchynt te worden tegen gefproken. In alle deze verfchillende holligheden immers, brengt het water dezelfde nadeelige uitwerkzelen op de werktuigen der circulatie in de borst gelegen, te weeg: — het is in alle deeze gevallen de oorzaak der belette ademhaling en gefloorde bloedsomloop: • het brengt dezelve algemeene toevallen op alle deze plaatzen voort; < en de byzondere toevallen zelve komen veelal mst elkander over een , gelyk men uit de waarneemingen van beroemde mannen , en voornaamelyk uit die van den Baron van swieten en m o r g a g n e duidelyk afneemen kan,. TWEEDE HOOFDSTUK. Over de waar en aart der Borst'Waterzucht,, S u Welke is, vraagt men met reden, die ongefteldheid des ligchaams, der vaste, of vloeibaare deelen, welke de waterzucht onmiddelyk voorgaat: of liever, zonder welke de waterzucht in het mer.fchelyk ligchaam , nooit ontflaat. ■ m Of, welke is om  B O R S T-W ATERZÜCHT. i* om meer bepaald te fpreeken, de naaste oorzaak der Borst • Waterzucht ? Wanneer men de voornaamfte Schryvers over dit onderwerp raadpleegt, zo treft men eene groote verfcheidenheid van gevoelens aan. Hippocrates(e~), om flegtseenige voorbeelden by te brengen , ftelt de algemeene oorzaak in eene fiheuring der vaten, en het onmiddelyk uitftorten vanvocht , in eene of andere holligheid.— Dit gevoelen hebben de Navolgers en Uitleggers van onzen giooten Stichter der Geneeskunst mede aange.noomen, gelyk uit de fchriften van galenus, orïbasius, are. TjEUs en anderen, allerduidelykst blykt. . Boerhaave neemt meer dan eene caufaproxima aan, wanneer hy zegt, Obfervatum fuit, hes omnes morbos produciab omni caufa, quae va let liquidum ferofum i). ita coercere, ut redire nequeat in venas, fed extenjis in vafis flagnet, vel 2). ipfa vafa rumpat ita, ut intra membranulas effundatur, aut 3), fafa redutentia a cavitatibus ita obll fuat & liquida in cavitatibus depojtta tam parum moveat, ut non exhalent nee reforbeantur. (ƒ) En de beroemde Commentator voegd 'er by, ha funt tres generales Caufae , unde hy drops nafcitur. (£•) Men ziet terltond , dat deeze op • genoemde oórzaaken, meer voorafgaande, dan naaste oórzaaken zyn. Monro (£) zocht de naaste oorzaak in eene algemeene verjlapping der vefelen.— Dit kan plaa's heb- ben C«) Lib. de AffetH. intern, apud Foës. Tom. i. pag, 545, atud C ha 11 tbr. Tom. 7. pag, 656. (_f~) rfphorism. 12.8. (£) Comment ad aphorifm, aiS. (Jt) Verhandeling over de Waterzucht pag. f.  i4 VERHANDELING over de ben, in eene algemeene Waterzucht, dog wy vinden plaatilyke Waterzucht, waar by het ligchaam geene zodanige blyken van algemeene verflapping geeft, en omgekeerd, men vind kwaad-zappige Ligchaamen (cachectici') waar voorzeker eene algemeene Verflapping der vaste deelen aanwezig is, zonder dat men echter by zodanige Lyders Waterzucht ontwaar word: anderen wederom neemen eene vermeerderde affcheiding, gepaard met eene verminderde opflorping van het wei» vocht, ais de naaste oorzaak der Waterzucht aan (i~)m Dan ook deeze oorzaak kan niet algemeen toegepast worden, wanneer wy nagaan, dat zomtyds alleen uit eene belette opflorpina der vafa Lymphatica de Waterzucht kan gebooren worden , zonder dat men op eene vermeerderde affcheiding behoeft te denken, om niet te fpreeken van eene breuk der vafaexhaiantia , waar in dikwerf de ahforptie vermeerdert, en te gelyk echter hydrops gebooren word. Nog andere voegen daar ten overvloede by, eene verminderde omloop der vogten. — Vogel fchynt geneegen te zyn,om eene verflapping der vaten, voornamelyk die der watervaten , als de algemeene oorzaak, vast te (lellen O)'—Dan het zoude ons te verre van ons bellek verwyderen, in dien wy alle de byzondere gevoelens der Geneesheereri hieromtrent wilden aannaaien , en wederleggen. —S De bygebragten moogen genoeg zyn , om te bewyzen , hoe zeer de denkbeelden der beroemfte Mannen om- trei;t p) Buchner de iiyerf. hyd-apzs metbod. mei. Halae, 1766. riepen hausen de morb. Epidem. ab. hitlo Selïl &c. Ha'ae if$t, C*) S. H. Ernst Disfert. de Therap. Hydr. Ërlangae 17S3. (0 •»« Cognofc. & Curaad. C. II. eftcl. pug. 636.  BÓRST-WATERZUCHT. 15 trent dit (tuk nog verfchillen,— en hoe weinig grond men heeft een deezer opgenoemde naaste oórzaaken aan te neemen* S 2. Wanneer wy daarentegen overweegen, dat de naaste oorzaak eener ziekte altoos, en onder alle omftandigheeden dezelfde moet zyn, dat dezelve op alle byzondere foorten moet kunnen toegepast worden, en eindelyk, dat men uit dezelve niet alleen de werking der voorafgaande oórzaaken , maar ook den oorfpronk der ziekte, deszelfs verfchynfelen , en geneeswyze moet kunnen verklaaren: wanneer wy de waarneemingen der beroemde mannen omtrent den oorfpronk der Waterzucht raadpleegen: wanneer wy de proeven Van m ec kel, («O monr O , («) hun ter, (o) hewso n q>) en anderen, omtrent de natuur en werking der watervaten op den waaten oorfpronk der Waterzucht toepasfen , dan fchynt het ons toe, dat fflen geene algemeene naaste oorzaak der Waterzucht geeven kan, ten zy men aanneeme, eene zodanige tegennatuurlyke gefteldheid der watervaten (q) waar door (m) Nova Experimenta & Obferv. de finïbus venarum, ac vefomm iymphalic, Lugd. Jlatav. 1772. C«) L. c. (0) /. 'e. 00 c. C?) Wy zessen m net algemeen watervaten, fchoon wy nog niet gelooven dat de aanweezigheid van arteria lymphaticae, eigentlyk gezegd , beweezen is: Immers de proefneemingen van den Heer Bleüland, novum Experimentum , fijlens arterias lymphaticas, L'igduni Batav, 1784, hebben ons niet overtuigd: — dan wy riemen , hier het woord, arteria lympiatica in eenen ruimeren zin, al* de uitëindens der bloedfiagadertjes, die liet weivocht in de holligheedcn affclieidcn.  VERHANDELING over de door het evenwicht tusfchen de affcheiding en op flor., ping van het in alle holligheden des ligchaams natuur, iyk aanwezige weivocht (r) zodanig verbroken word+ dat hetzelve in te groote hoeveelheid aangevoerd, of iti te fpaarzaame opgeflorpt word. tl Laat ons nu door de ontleeding dezer bepaaling,; der naaste oorzaak der Waterzucht in het algemeen , nagaan, of dezelve op de natuur des menfchelykenligchaams gegrond , altoos, en onder alle omdandigheeden, dezelfde, op alle byzondere foorten toegepast kan worden; of wy de werking der aanleidende oórzaaken, de oorfpronk der ziekte, de verfchynfelen, en geneeswyze uit dezelve kunnen verklaaren ; dan immers zal de waarheid, of valschheid onzer onder^ ftelling in het klaarfte licht gefield zyrt. En wat L De ontleeding onzer bepaaling der naaste oorzaak' van de Waterzucht aangaat: wy hebben voor eerst U Eene tegennatuurlyke gefteldheid der watervaten aangenoomen; en welke oorzaak ook aanleiding tot waterzucht geeven mooge, — dit is zeker, dat zy zonder zodanige tegennatuuriyke gefteldheid der watervaten te veroorzaken, geen waterzucht voortbrengen kan. Immers ^ fchoon CO Weivocht is hier ook min of meer oneigentlyk, wyl "er inden gezonden ftaat, niets dan een dauw (ros),in de hoiligheeden wordr afgefcheidtn. Dan voor mannen die de bevordering der konst en geen woordvictereryen bcoogen, is deeze bepaaling det caufa pro. xima duidelyt; genoeg.  BORS T-W ATERZUCHT. 17 fchoon 'er Geneeskundigen geweest zyn , die alleen uit de ftaat der vochten de Waterzucht hebben willen afleiden, en die eenen overvloed van watervocht in het bloed, als eene genoegzaame oorzaak tot de Waterzucht befchouwd hebben , zo leeren ons ziektekundige be- fchouwingen, dagelykfche waarneemingen aan het Zieken-bed, -— kwaadfappige voorwerpen , waarin eene waare dyfcrafte der vochten plaats heeft, waarin de adfimilatie der vochten geheel en al bedorven is, zonder dat 'er waterzucht volgt, vergeleken met de proeven van monro 0)> hunter(0» en hewson O), dat, zo lang de watervaten flechts natuurlyk gefield zyn, de natuur in ftaat is, de ophooping van weivocht in de holligheeden te verhoeden , te voorkomen: dat, zo lang de watervaten natuurlyk gefteld zyn., de meerdere affcheiding door eene meerdere opflorping vergoed en als het ware opgewogen word. Dus kan ook eene meerdere affcheiding alleen geene waterzucht voortbrengen, zo lang de watervaten natuurlyk gefteld zyn : (w) — de proeven immers van den te recht O) 1. t. (O ' (O 1.0. Cw) Men dient in het oog te houden , dat wy hier do«r de watervaten vafa abforbenlia en fecernentia verftaan: immers wy gelooven dat eene verminderde opflorping wel alleen de oorziak der Waterzucht zyn kan , dog dan is 'er, wanneer de affcheiding natuurlyk blyft of zelfs vermeerdert, met betrekking tot de opflorpende vaten, (wp oiforbentia lymphatka) eene tegennatuurlyke gefteldheid, het moge dan iaxitas , totfst of obJlruBio zyn ; het zelfde kan plaats htbbea om- B  18 VERHANDELING over de recht grooten musgrave, een man die te weinig in de Geneeskunde genoemd, gercemd, en aangehaald word, leeren ons duidelyk, dat de natuur zelfs een groote hoeveelheid waters, door kunst, in de borstholte van een dier gebracht, in korte dagen kan doen opflorpen, en uitloozen (#). a. Een verbroke evenwicht tusfchen de affcheiding en opflorping is eene even noodzaakelyke voorwaarde tot het daadelyk ontdaan der Waterzucht. ■ Immers kan de vermeerderde affcheiding van het weivocht alleen geene oorzaak der Waterzucht worden; wanneer de opflorping met betrekking tot de affcheiding ook in dezelfden graad vermeer- dert: noch eene verminderde opflorping kan, van welke oorzaak zy ook komen moge (yj, alleen eene hydrops daar dellen, zo de affcheiding even veel vermindert: het evenwicht moet dus door eenige oorzaak, hoe ook genaamd , verbrooken zyn , zal de bovengemelde te- omtrent de vafa fecernentia , by voorbeeld , wanneer zy per a J«s-»f<05-i» of per iiccxifarn of per hxlfiiru in eene tegeta natuurlyke gefteldheid gebragt zyn. CO Philofophical. Transact. Jbridgm. Tom 3 pag. 78. (y) Laat b. v. deeze oorzaak verflapping \%axihis% werkeloosheid {Torpor), of verftopping (obftmStio) zyn; zo dra eene deezer oor. zaaken in de affcheidende en in de opflorpende vaten. in eene juiste evenredigheid plaats heeft, zo kan deeze oorzaak geene Waterzucht te weeg brengen, —- de affcheiding blyft evenredig aan de opflorping ; 'er kan dus geene ophooping van vocht plaats grypen : — dan zo dra hebben deeze oórzaaken geen plaats in bet Systema lymphatUum eigentlyk gezegd, of het evenwigt, tusfchen de affcheiding «n opflorping is gebrooken, en'er ontttaat Waterzucht,  B 01 S T-W ATERZUCHT. 19 tegennatuurlyke gefteldheid der watervaten, Waterzucht voortbrengen. 3. Dan deeze twee befchrevene omftandigheeden kunnen plaats grypen, zonder dat 'er eene hy drops ontftaat. De watervaten kunnen te- gennatuurlyk gefield zyn , het evenwicht tusfchen de affcheiding en de opflorping van het weivocht kan verbroken zyn, 'er kan in de affcheidende, of opflorpende vaten een gebrek plaats hebben, dat de hoeveelheid van het zo noodzaakelyke weivocht, minder dan natuurlyk maakt, en daardoor aanleiding tot aangroeijing der deelen geeft, een gebrek , dat (misfehien het tegenovërgeftelde der Waterzucht) niet zelden, in lyken, word waargenoomen. — Het evenwicht tusfchen affcheiding en opflorping, moet dus zodanig verbroken worden, zal 'er Waterzucht ontflaan, dat het weivocht, of in te groote hoeveelheid aangevoerd, ofin te fpaarzaame opgeflorpt word. —• Dan moet dit plaats hebben, gelyk uit de voorige befchouwing zonneklaar blykt:— kan'er zonder deeze laaste omltandigheid > nooit Waterzucht ex anaftomofi vel tx ruptura vaforum exhalantium, (van verwyderde of gebrookene affcheidende vaten),— nooit Waterzucht, ex inpedita reforptione (.van belette opflorping van het afgefcheidene vocht)(z), voortkomen, ge- (z~) Van swieten fchynt voornaamentlyk deeze oorzaak als de naaste alleen te hebben aangenoomen. Immers fchoon by mctnoERhaave ook de iclieuring vau een vas lymphaticum, als de oorzaak der Waterzucht verdedigt, zo zegt hy nogthans, (ai § 1219,; Omnis caufa, qt"c valet impedire pnmptam reforptionem exhalantis liquidi per yenas, potest esfe caufa hydropis thoracis. Comment. lom. iv.pag. 130. B a  ?o VERHANDELING over de gelyk de reden, de ondervinding, de waarneamingen allerhelderst aan den dag leggen , — en kunnen deeze laaste om Handigheden nooit, dan door eene tegennatuurlyke gefteldheid der watervaten, waar door het evénwicht tusfchen de affcheiding,en opflorping van het in alle holligheden des ligchaams natuurlyk aanweezige weivocht , verbroken word, veroorzaakt worden,—gelyk wy boven zonneklaar betoogt hebben , — dan volgt 'er allerzekerst uit, dat de' opgegeevene caufa proxima op reden, en ondervinding (leunende, de waare oorzaak, en omftandigheid is, met de welke de Waterzucht altyd, en zonder dewelke zy nooit plaats kan hebben : dan volgt 'er allerzekerst uit, dat alle bepaalingen van de naaste oorzaak der Waterzucht in het algemeen, deeze omftandigheden, in zich moeten befluiten; en dewyl tot noch toe niemand, die over de Waterzucht gefchreeven heeft, deeze voorwaarden als nood. zaakelyk , in de bepaaling der naaste oorzaak heeft aangenomen, zo blykt 'er te gelyk uit, welken invloed de proeven van hewson ook od de nadere kennis deezer ziekte hebben; —1 eR tot welk toppunt van luister onze weetenfchap ook daar door genegen is; . en dit zullen wy breeder betoogen, wanneer wy den invloed der naaste oorzaak van de Waterzucht, zoals wy dezelve bepaald hebben, op de geneezing zullen Rebben nagegaan, S 4  &ORST-WATERZUCHT. zi '§ 4. Ö. Deeze bepaaling der naaste oorzaak van de Waterzucht kan ook den toets vari de vereischtens eener caufa proxima doorftaan. «. Zy moet altoos, en onder alle omftandigheden. dezelfde zyn f». - En dit is, zo dra wy beweezeri hebben, dat rer nooit Waterzucht zonder dezelfde naaste oorzaak plaats kan hebben, reeds uitgemaakt. Zy moet op alle byzondere foorten worden kunne» toegepast O): — en dit volgt wederom uit ons voorgaande betoog, dat 'er zonder deze zaamenloop van omftandigheden nooit eenige foort van Waterzucht kan plaats hebben. Alle bepaalingen, welke de Schryvers van de naaste oorzaak der Waterzucht gegeeven hebben , kunnen , niet dan gewrongen i den toets van dit vereischte doorftaan. Daarentegen,wanneer men niet celsus waargenomen heeft,— nemo ,quin partemimbecillamhabeat, — is de uitlegging der plaatfelyke Waterzucht, volgens deze naaste oorzaak aliergemakkelyst.; eri orJ de natuur des menfchelyken ligchaams, en op het maakzel en werking der deelen gegrond* De werking der voorafgegaane oórzaaken is uit 'deeze bepaaling allerfraaist, allergemakkelykst, af te la) Caltra proxima zegt ds beroemde gaÜbius, dicitur ea,i«* tor»»* ita effitit, ut illa pofita, Ut ponatur, durantt duret, mutata muutur , ablata tollatur. Injlitutionum Patholog. medkinaht, pag.%V (*, Zie oAHBius, 1. c. pag. ao. B S  22 VERHANDELING over de te leiden (c). Om niet alle op te halen, immers dan zouden wy door langdraadigheid verveelen moeten, laa- . ten wyflechtseenderalgemeenlte oórzaaken der BórstWaterzucht aan den toets der waarheid of valschheid ( onzer bepaaling der naaste oorzaak van de Waterzucht, in het algemeen, onderwerpen. Nulla frequen- tior caufa feri aquofi in thorace collecli, zegt de Baron van s wie te n 00> quam fi calido & eefttf ante corpore, potum gelidum quis fubito ingurgitet, vel quiescente corpore, in aere frigide-maneat diu. Hippocrates zelfs, heeft deeze oorzaak, als een der algemeenfte der Waterzucht, opgegeeven (e). Zo dra iemand verhit, koud water drinkt, of zich aan koude bloot fteld, leert ons de dagelykfche ondervinding dat hy rilt, een zeker teken van eene ftuipa'chtige zaamentrekking der huidvaten. De huid fhiipiichtig zaamengetrokken, perst de vochten naar binnen, hiervan daan eene vermeerderde uitwaasfemingder vafa fecementia jn de holligheden. Het (O Ook dit is een der voornaarafte vereischtens der naaste oorzaak van eene ziekte, gelyk gaubios te regt aanmerkt: wanneer hy zegt Ut caufa proxima morbi reöte cot>nofcatur, oportet tam refoherc ia fmplicei,exquibus compofila est.potejlaies,harumqueprimo fmgulas dem omnes conjunctas, quidfiorfim, quidftmul yaleant, examinare.l. c.p. 31. §. 2I. 00 Comment ai. §. 1229. 00 Lib. ie affect, int. apud Foes. Tom l. pag. s44. (ƒ) Dat de vochten door eene fpasmodiks conjlriWe van de huid, cd centrum corporis, gevoerd worden, leert ons de paroxysmus van ieder afgaande koorts En dat door bet ophoopender vochten, inde inwendige deelen, de affcheiding der Watervochten vermeerderd word, leeren ons onder anderen ook de proeven van iower d» eerde Cap. 3. pag. 133. enz.  BORS T-W ATERZUCHT. 33 Het water in groote hoeveelheid in het bloed gebracht, word, (dit leeren de proeven van hales) (g), allerfchielykst door de vafa exhalantia in • de holligheden afgefcheiden. De werking der vafa reforbentia lymphatica daarentegen word vvc* minderd:--de^«m»^/>en>fer/ie,Cuuipachngezaarnentrekking van den omtrek des ligchaams)belet, dat de op- florpende vaten genoegzaam werken kunnen {h). ■ Zie daar dus eenetegennatuurlyke gefteldheid der vafa lymphatica — het verbroken evenwicht tusfchen de affcheiding en opflorping, zodanig, dat 'ermeer weivocht afgefcheiden word, dan 'er opgeflorpt kan worden; — de naaste oorzaak van Waterzucht. I. De oorfpronk der ziekte, bewyst daarenboven ook de waarheid der onderftelde naaste oorzaak. Laateu wy den oorfpronk der Waterzucht uit de zo genoemde aanleidende oorzaak voortgekomen, eens toetfen aan onze bepaaling. Hippocrates (O een man, die zo hy ooit aan zyne verdienden de onfterfelykheid te danken heeft, zeker aan zyne geest van waarneemen zeer veel verplicht is: hippocrates zegt van den geene, die zich aan deeze aanleidende oorzaak heeft blootgefteld, (onderfteld naamentlyk , dat zyn geitel voor Waterzucht gefehikt is, want dit moet men in de werking der aanleidende oórzaaken altyd onderftellen): Bic interea fane ft incedat, ni* hil 0?) Zie vans wie tb n, l. c. Tom. iv. alwaar by die proefneecning aanhaalt, (ft)-Zie lowbr, op de aangehaalde plaats. i>) Ui éffiSt. intsrnis, Co?> 28. B 4  24 VERHANDELING over de bil mali videtur habere; ■ qUum autem ab incesfu ces fait, folque occiderit, confestim multum laboren exhibet. Wat fpreekt natuur in het bewaarheeden deezer woorden van hippocrates krachtig, en wat fpreeken de woorden van hippocrates krachtig voor onze onderftelling -Zo lang hy in de beweeging blyft, bevordert hy eenigzins zyne belette uitwaasfeming, hy herftelt het verbrookene evenwicht, hy bevordert de opflorping, zo door de fchudding der ingewanden, door de bevordering van de omloop des bloeds, door het wegnee- men der oórzaaken, die de exhalatie vermeerderen en de opflorping verhinderen, de ftuipachtige famentrekking der huid namentlyk: — dan, zo dra begeeft hy zich niet ter ruste, voornaamentlyk in den avond, wanneer 'er meer oórzaaken tot beletting der uitwaasfeming zaamenloopen, dan voed hy de tegennatuurlyke gefteldheid der watervaten , waardoor het evenwicht tusfchen de opflorping en affcheiding zodanig verbrooken word, dat de reeds door vruchtelooze beweegingen vermoeide opflorpende vaten werkeloos worden, en de affcheiding door de fluiting der huidvaren, en de toevoer van materiesperfpira. bilis geduurig vermeerderd word, of hy voelt Zyn kwaal: hy voelt de eerfte oorfprong van Waterzucht. •. V. Wat de verfchynfilen aangaat I„ zo verre zy ons ftelzel kunnen bevestigen, zya zy rsedg zo even m het befchouwen van de oorfpronk der ziekte aangegeeven. - In eene vergevorderden graad immers , zyndegewoone teekenen van Waterzucht, zo als cel-  B O R S T-W ATERZUCHT. 25 celsus zeer fraai zegt, quibus humor deprehenditur ; de eigenlyke, propria, quibus heus. - En geen van die beide foorten kunnen ons eenig licht geeven. Een geval egter, dat ons onlangs onder het oog is gekoomen, kan hier tot geene geringe opheldering verftrekken. — Een meisje van ia jaaren, had, na reeds 4 a 5 maanden aan derdendaagfche, dubbelde anderdaagfche en meerandere foorten vantusfchenpozende Koortfen gefukkeld te hebben, algemeene Waterzucht gekreegen. — Haare buik was zoodanig opgezet, dat zy niet gaan konde; de fchaamdelen, de beenen waaren boven natuurlyk door het water opgezwollen: zitten of gaan was haaron- moogelyk: tekenen van verftopping waaren 'er niet: de digestie, concoctie, en fenfibele evacuaties vry natuurlyk, ■ de huid droog gefpan- nen. De oorzaak fcheen uit eene verzwakking door de voorgaande koorts oorfpronkelyk. —— De cortex peruvianus had zy niet, dan voorzy reeds waterzuchtig was, beginnen te gebruiken, — en toen hinderde dit middel haar, door dien het de ontlasting verminderde: wy gaven haar een mixtuur uit fpirit. juniperi colon. Tinei. Canthar. en 'oxym. Jquillit. ' 1* om lepelswyze te gebruiken. ■ . Geduurende den tyd van twee dagen, zagen wy dit kind niet weder: dan hoe groot was onze verwondering, wanneer wy ons lyderesje op een ftoel na genoeg in eene natuurlyke houding, na dien tyd, zagen zitten,— wyhieldenaan met het zelfde middel, doordien het zoo fterke evacuaties door de urin en de fudores veroorzaakt had; — B 5 ca  26 VERHANDELING over de en alles fcheen ons een voorfpoedige geneezïng te belooven.— Doch eene noodlottige avond, wanneer zy by eene noordelykewindeenige tyd in den tuin was , deed de ziekte in de zelfde hevigheid te rug keeren: — en daarna zyn wy tot noch toe niet in ftaat geweest door de beste, de beproeffte geneesmiddelen, haar in zodanige ftaat te ftellen, waar in zy na het gebruik van het eerstgemelde mixtuur geweest is. — De minfte verandering van het weer, doet dan het hoofd , dan de buik , zodanig opzwellen , dat zy genoodzaakt is, om zich neder te leggen, of het hoofd te onderfteunen. Het gemelde middel, in eene fterkere do fis, de cortex, emetica , de kwik, de helleborus, het extracïum lac* tucae en andere middelen, welke wy op hunne plaats noemen zullen , en waar van wy de voortreffelykfte uitwerkfelen gezien hebben, doen niets, 1 alle middelen tot bevordering der perfpiratiez^gtweni, wryvingen , beweging, wyn , camillebloemen , fpititus mindereri en zo veele andere : cantharidesuitwendig aangelegd. een fontanel, minerale wateren, doen geen uitwerking,dan voor eenige oogenblikken:- wat in weeken gewonnen is, maakt de invloed van de noorde wind op een dag geheel en al vruchtloos en te niet.- Waaruit doch zal men zoda- nigen Waterzucht, dan uit eenetegennatumiykegefteldheid der vafa lymphatica, waardoor het evenwicht tusfchen de vafa abforbentia en exhalantia zodanig verbrooken word, dat deeze buiten ftaat van opflorping gefteld, geene tot meerdere affcheiding genoopt worden, afleiden? Waaruit zal men zo onze eerste voorfpoedige vorderingen, als onze laat-  BORS T-W ATERZUCHT. 27 onze laatfte mislukte poogingen:dan uit deeze oorzaak, kunnen uitleggen? Waar uit zal men den veel- vermogenden invloed van de noorde wind ophettoeneemen der ziekte, dan uit deeze oorzaak, kunnen begrypen? Waarlyk zo ik iets zie, zo zie ik hier onze onderftelling weder ten klaarften bevestigd. Hier koomt by, dat deeze onderftelde naaste oorzaak der Waterzucht alleen in ftaat zy, het ver* fchyntel, het welk inde gefchiedenis deezer ziekte reeds zo veel moeite gekost heeft, uitteleggen en te verklaaren. — De ontaarting naamelyk van het wei vocht, zelfs in het begin der ziekte. Een verfchynfel, dat hewson zelfs de oórzaaken der Waterzucht, als meerdere affcheiding, verminderde opflorping, en breeking der vaten, als niet voldoende, heeft doen verwerpen, en liever eene ontaarding der vogten voor de algemeene oorzaak der Waterzucht heeft doen erkennen; — hetzy dezelve vooraf aanweezig, of door de bedorvene werking der vaten veroorzaakt wierd. Immers deeze naaste oorzaak der Waterzucht word, gelyk wy boven gezien hebben, dikwerf door eene ftuipachtige zaamentrekking der huidvaten veroorzaakt is:— deze dringt het reeds afgefcheidcne vocht dat tot de uitwaasfeming gefchikt was, naarde binnenfte holligheden, alwaar de natuur zich 'er van ontjast: daar bederft het dus het ftilftaande weivocht, doet het ontaarden, en maakt hei meer en meer fcherp, naar mate de huid minder dier fcherpe ftoffe doorlaat. En dit is, dunkt ons, de  a8 VERHANDELINGovep.de de eenvoudige reden, waarom in veele geval* J len, zelfs in beginnende Waterzucht , dat weivocht van zyne natuurlyke eigenfchappett zö zeer ontaart. & Eindelyk bewyst dit ook de geneezing. Nooit zoude de Cortex peruvianus , het (taal en andere verwerkende middelen Waterzucht geneezen , indien zy de oorzaken der verminderde opflorping en vermeerderde affcheiding niet konden wegneemen , of liever, indien zy het evenwicht tusfchen de opflorping en affcheiding niet konden herflellen: - en hoe zouden zy door laxiteit alleen wegteneemen , de hoeveelheid van het verzaaüïeldé weivocht uit het ligchaam kunnen brengen, wanheer die laxiteit in de vafa abforbentia en exhalantia plaats had, en de werking in beide te gelyk door de genezing bevorderd wierd. Hóe zouden de diurett'ca en andere middelen * vooral die eenigzins prikkelen, in de Waterzucht, dienst kunnen doen, indien zy te gelyk de affcheiding vermeerderden, als zy de opflorping aanzétteden: wanneer zy de oorzaak der WaterZucht niet wegnamen. En dat eindelyk Hm* mers, wy hebben reeds te lang over een bewezen zaak geredenkaveld; ons geding uitmaakt, welke zyn doch de Waterzuchten, die voor de kunst geneeslyk zyn? Enkel immers de zulke, die uit torpor, Iaxitas, obfiructio van de vafa lymphatica reforbentia, of die uit anaflomofis van de vafa fecernentia ontdaan : —- (want daar een vat gebroken is, doet de kunst na genoeg niets,). . £n wat doet men dan.  BORS T-W ATERZUCHT. 29 dan, indien men gelukkig flaagt, anders, dan de caufa proxima, die wy opgegeeven hebben, wegneemen;— de tegennatuurlyke gefteldheid der watervaten verbeteren; — het evenwicht tusfchen de affcheiding en opflorping van het weivocht zodanig herftellen, dat; het in dezelfde hoeveelheid aange? voerd en opgeflorpt word, S 5, En is dit alles zo, gelyk niemand, die het vorige flechts even doorgelopen heeft, zal ontkennen, zois onze taak afgedaan, en wy kunnen overgaan tot die omftandigheden, welke aanleiding geeven tot die ftaat, welke wy als de naaste oorzaak van de Waterzucht in het algemeen hebben opgegeeven. Ligt verwondert zich iemand, dat wy over dit ftuk zo lang hebben uitgeweid : dan , daar het van het voornaamfte aanbelang is ter nadere onderfcheiding en kennis der ziekte , welke wy behandelen, en daar wy onzen Lezer in het vervolg vooruaamelyk op deze onze bafis zullen moeten te rug wyzen, zo hebben wy liever een weiniger wyd» loopiger willen zyn , dan voor veelen duiste* fchryven; DER-  So VERHANDELING over de DERDE HOOFDSTUK. Over de oórzaaken, welke tot de Borst ■ Waterzucht aanleiding geeven kunnen. S t. Uit onze voorige b'efchouwing van den aart en de naaste oorzaak der Borst-Waterzucht, uit de bepaaling van die ongefleldheid der vaste en vloeibaare deelen, welke de Borst-Waterzucht moet vergezellen, blykt het van zelve, dat alle oórzaaken, welke, de affcheiding in de borstholte vermeerderen en tegelyk de opflorping verminderen , alle die het evenwicht der affcheidende en opflorpende vaten zoodanig verbreeken, dat 'er meer weivocht afgefcheiden , dan opgeflorpt word; dat, zeggen wy, alle deeze oórzaaken geleegenheid tot de oorfpronk der Borst-Waterzucht geeven moeten. Het zoude dus thans onze taak worden, wilden wy aan de vereischtens eener fystematifche orde voldoen, alle de afgeleegene oórzaaken, welke tot de Waterzucht in het algemeen en wel voornaamelyk de Borst . Waterzucht, inhetbyzonder, oorfpronk en aanleiding geeven kunnen , na te fpeuren, haare werking óp het menfchelyk ligchaam, en de veranderingen welke zy daarin, tot de oorfpronk deezer ziekte, nood- zakelyk moeten voortbrengen, uittepluizen, dan daar deeze ziekte meest-al, zo niet altoos , uit voorgaande ongeO-eldheeden des ligchaams gebooren word, en de-  B O R S T-W ATEKZÜCHT. 31 deeze wederom een aantal aanleidende oórzaaken, ah haaren bron erkennen, —• zo volgt het als van zelve, dat de afgeleegene oórzaaken der Waterzucht, zo veel in getal zyn, als 'er feminia morborum en potenties nocentes, (aanleidende en gelegenheid geevende oórzaaken van ziekten;, bekend zyn : dat weinige of mïsfehien geene deezer, de Waterzucht onmiddelyk kunnen voortbrengen, of het ligchaam moet 'er reeds door een aantal andere te vooren toe gedisponeerd Zyn. Eene optelling dus van alle deeze oór¬ zaaken zoude eene wydloopigheid veroorzaaken, die volflrekt tegen het einde, dat de Maatfchappy met de beantwoording van het problema over de Borst-Waterzucht bedoelt, ftrydig was; — en zy zoude in het leerftuk over den aart derziekte, zonoodzaakelyk tot haare nadere kennis en geneezing, meer verwarring, dan opheldering, te weeg brengen. Zonder dus het papier met eene onnutte lyst deezer oórzaaken te bekladden, zullen wy, zonder verdere uitwyding, tot de befchouwing der meest in aanmerking komende oórzaaken der Borst - Waterzucht, overgaan, in vertrouwen, dat de Maatfchappy meer klaarheid enduidelykheid in het antwoord op haar problema, dan wel fystematifche wydloopigheid verlangt; daarop zullen wy den waaren aart van die ongetleldheden , welke daadelyk oorfpronk tot onze ziekte geeven kunnen , overweegen, en daar in weder die misbruiken, in de levenswyze (voornaamentlyk in die van onze Landgenooten) aanffippen, welke gelegenheden tot het ontftaan der ongeileldheden , waar uit de Waterzucht daadelyk oorfpronkelyk is, verfchaffen. § 2.  3* VERHANDELING over de A. In de eerde plaats komt hier een zwakte der vast' deelen in aanmerking., , Eene veelvermogende oorzaak, eene oorzaak, die onze ziekte misfchien meermaalen, dan alle andere te zaamen genomen, daarftelt, een oorzaak die boerhaave's fchrander oog niet ontflipte, en die misfchien in alle haare oogpunten, nooit fchooner, dan door boerha ave Ca) befchouwd is. Deeze kan of algemeen of plaatfelyk zyn Algemeen kan zy alle foorten van Waterzucht ,—• en in diemenfchen, wel,ke een zwakke borst hebben, Borst-Waterzucht, veroorzaaken en plaatfelyk in alle deelen des ligchaams, waar zy haaren zetel vestigt. Gaan wy de werking deezer veel vermoogende oorzaak van na by na, zo zien wy daar uit eene flegte fpysverteering,chyl en bloedmaakinghaare oorfpronk ceemen— wy zien de Waterdeelen met het bloed niet genoeg vereenigd, en in grootere hoeveelheid naar de affcheidings werktuigen gevoerd: — de omloop der vochten in de buik word voornaamentlyk vertraagd, de neiging tot verftoppingen, in het Jystema venae portarum neemt toe , de vochten welke het ligchaam fchadelyk zyn, worden niet genoegzaam geloosd; de uitwaasfeming belet;—- de fcherpe vochten weder in het bloed gebracht: daar ont- ftaat eene kwaadfappigheid, die dag, aan dag de zwakheid der vaste deelen doettoeneemen en de werkingen tot in ftandhouding van keven en ffezondheid vertraagt en verhindert. Hier (a) Dcfiiraiehli & laxa, in Ajborifmis ie Cogn. Beur. motb.  BORST-WATERZUCHT. 35 Hier door word 'er meer bloed naar de deelen gevoerd , als de verzwakte aderen naar het hart kun* nen te mg voeren; het bloed, niet ilerk genoeg met zyne wei- en waterdeelen vereenigd, ontlast zich van deeze fynere deeltjes: • hier door komt 'er eene ophooping van vocht in de holligheeden, te groot, om door de watervaten-,wiens veerkracht verminderd is, te kunnen worden te rug gevoerd: het evenwicht tusfchen de affchei¬ dende en opflorpende vaten word dusverbrooken,—. 'er word meer afgefcheiden dan opgenoomen , - en 'er is Waterzucht (£). En twyffelt iemand aan de zekerheid van deeze bewysredenen , dat hy de proeven van baglivius, een groot man in zyn tyd, nallaa, ——. zyne bewysreedenen met de onze vergelyke , en dan zelve onze rechter worde O). Gaan wy nu weder de oórzaaken na, welke die zwakheid des geheelen ligchaams, zo wel als die der byzondere deelen, in onze Landgenooten voornaamenrlyk daar Hellen, zo doet 'er zich, op het ëérfte opflag van het oog, een geheele menigte op, onder welke voornaamentlyk de volgende , als de meest* ■algemeenlte, dienen gefield te worden, a.j Een werkeloos en zittend letven ■: — Daar is voorzeeker geene zo algemeene bronwel van ziektens, dan deeze; vooral mét betrekking tot ons Land, al. (4) Zie MON6.0. /. c. pag. 14. (c) De fibra motrice Lib. i Ce.p. vni. Propojit. iv. pag. $30. —fidit Lugd. Batay, — verg. BoER.HAAVB), lister {jf), hoefman (r), riverius Cf), monro (/), boerhaave (v), en anderen aangeteekend. In 't byzonder dienen hier ook de veelvuldige aderlaating en in het oog gehouden te worden : en mogelyk heeft ten deezen opzichte ook de konst zelve het haare toegebracht, om de oórzaaken der Waterzucht in ons Land te vermeerderen, e.) Aanhoudende infpanning van geestvermogens en flerke gemoeds-aandoeningen. De invloed der ziel op ons ligchaam is zo merk. baar, dat men zich geenzints zal verwonderen, wanneer wy deszelfs ongeregelde werkingen als eene voornaame oorzaak der verzwakking van het ligchaam aanmerken.— Hevige gemoeds-aandoeningen, van wat natuur dezelve ook zynmoogen, doen ons onmiddelyk eene verzwakking des lig. chaams gevoelen, doch aller zichtbaarst befpeurt men deeze nadeelige uitwerkingen van de infpanning der ziels-vermogens, by de Geleerden, by Koop. fjO In Prac&£t. Ui. II. Cap. 5. alwaar hy zich dus uitdrukt. Cui yero multum fenguinis furfum ac deorfum truperit fif febris infuper atcesferit, eum aqua repletum iri fpes est. dp~) Oiferv. Lib. 3. de hydrope obf. 9. Ce) Exercit. med. de hydrope aegrot. 2. (O Opera med. Tom. 3 Cap, 14, ie hydrope, obf. 3. Cs) Obf. Coam. 15. pag. 556. CO I" c- PaS- IO- f». L. C, § 1229. .v_ .  B O R S T.W ATERZUCHT. 37 Kooplieden en Konftenaaren , gelyk wy daarvan by TISSOT f», WHYTT(ï), GAUBIUSfy), HEEMSKERK (z), KLOEKHOFF f»« BIC- ker («. michell(c), en andere Schryvers de overtuigende voorbeelden vinden. Wel is waar deeze oórzaaken brengen haare gevolgen onmiddelyk op het zenuwgeftel voort; — doch wien is onbekend , dat zwakke zenuwen, onder deeze omftandigheden, ook meestal eene verzwakking van het geheele ligchaam ten gevolge hebben. f.) Voorafgaande ziektens en derzelvergeneeswyze.— Byna alle ziektens laaten eene verzwakking der vaste deelen na. Doch wy bedoelen hier vocrnaamentlykdezoodaanige, waaraan zeerveele menfchen zyn blootgefteld, en welke thans meer dan ooit zyn vermenigvuldigd: — onder deeze behooren de zinkingkoortfen, de zenuwziekten, en de vtnerifehe ongemakken: de verande¬ ring van levenswyze, de toeneemende weelde en andere omftandigheeden, hebben deeze ziektens meer algemeen gemaakt en haare nadeelige uitwerkfelen, zelfs op de kinderen, voortgeplant (d)i en men mag diensvolgens, met recht, deeze als by. f» MaUi. ies ««ƒ*• 1°m' *aE' 3*a- Upon the nerfs. (y) De Regim. mentis quod. Medhorum est. (ï) De animi Ptthem vi in corp. hum. (a) De morbis animi. (b) L. c. pag. 456. (c) L. c. pag. 262. (d) Zie siicHEU.in zyne Verhandeling, demorb. neryit. Batay$rumht C 3  38 VERHANDELING over de als byzondere oórzaaken van verzwakking aanmerken Dan het zyn niet alleen deeze ziektens op zichzelve, welke als vermeerderende oórzaaken der zwakheid onzer landgenooten moeten aangemerkt worden, maar het is ook, de onvoorzichtige geneeswyze,waardoor niet zelden zodaanige zwakheid onnoodig vermeerderd word. . Veelvuldige aderlaatingen en verkoelende middelen, by aanhoudenheid gebruikt, - het misbruik van fterke purgeer-middelen enz—kunnen niet anders, dan eene verzwakking des ligchaams, veroorzaaken. En wanneer deeze zwakte niet vroegtydig door verHerkende middelen word tegengegaan, ziet men niet zelden de Waterzucht op deeze ziektens volgen. g.) Eene te zeer verzwakkende opvoeding. Veel al liggen de eerfre oórzaaken van ligchaams- verzwakking in onze eerfte opvoeding - Het noodeloos broejen van kinderen in warme kleederen en vertrekken, het warme drinken, gebrek aan gezond en dienffig voedzel, het zuigen van zwakke moeders, of ongezonde minnen, met één woord, alle de thans zo algemeenheerfchende misbruiken, ten aanzien der opvoeding van kinderen, (men befchouvve haar van haare moreele of phyftke zyde), plaats hebbende: — alle deeze, waarvan wy een ganfche lyst zouden kunnen 'opnoemen, brengen niet zelden eene verzwakking des igchaams voort, die zich in eenen vorderenden leeftyd duidelyk kenteekend. h.) Kwetzi„gen, flerke uitrekkingen en andere heeKg verkende osrzaaken. Het is noodeloos, om te  BORST -WATERZUCHT. 30 bewyzen, dat de genoemde oórzaaken, verzwakking in die deelen, waarop zy werken, nalaaten, en niet zelden op die wyze fcheurmgen der watervaten doen ontftaan, welke eene plaatslykeWaterzucht noodzaakelyk ten gevolge hebben.-Hiervan vinden wyby hippocratesOo»turnerGQ,me. ad (£) , riverius (fi), boerhaave (/), monro (£), hewson (/) en anderen, verfcheide voorbeelden. Alle deeze oórzaaken (welker lyst wy nog aanmerkelyk zouden hebben kunnen vergrooten, indien wy niet zo veel mogelyk de kortheid in 'C oog, en daarenbooven ons verzeekerd hielden, dat dezelve reeds uit de ondervinding en uit de ichriften der geneesheeren over bekend waren-j. Wy zeggen alle deeze oórzaaken, kunnen niet alleen op zich zelve eene verzwakking, maar zelfs de Waterzucht, het zy in de borst, het zy door het geheele ligchaam voortbrengen; ■ en wy zyn verzeekert, dat, met betrekking tot ons Land, de meeste verzwakkingen uit de aangehaalde oórzaaken voortkooraen (m). («) L. de affect, intern ap. foesium, Tom. 1. pag, 544. 545. (ƒ) Surgery Fol. 1. pag. 229» Cg~) Munit. SP Pracept. med- Cap. 8. (ft) Cent. 3. obftrv. 75. (0 L. C. § 1223. (i) l. c. pag. 11. (/) L. c (m) L. c. pag. 196. C 4  4e VERHANDELING over »» S a. EeneJwee^ voorafgaande oorzaak dferBorsr-Wa, terzucht ls,_eene tegennatuurlyke ophooping en toe. vloed van voeten naar de zodra deeze PIaacS hebben , nioet natuurlyk de affcheiding van dit vocht in evenreedigheid van de opflorping toeneemen , en deeze vermeerderde affcheiding moet noodzaakelyk eene tegennatuurlyke ophooping van het vocht in de holligheden der borst maaken, en op die wyze eene Waterzucht doen ontdaan - -te mPPr , . ddl1 • —te meer,wanneer wv daar by voegen, dat dezelfde oórzaaken, welke deezen toevloed van vochten te weeg brengen, juist van dien aart zyn, dat zy de opflorping van he* wewocht beletten, - het zy zy dit door werktuigly! ke drukking of krampachtige famentrekking in de vafa reforbentia te weeg te brengen, verrichten Zomwylen kan deeze ophooping van vochten in ïn de affcheidende vaten zo fterk zyn, dat 'er, _ wanneer de vaten geen genoegzaamen tegenft'and kunnen bieden ,- eene fcheuring der vaten opvolgt en dus moet ook langs dien weg Waterzucht gebooren worden. Onder de oórzaaken, welke veelal deezen teenna tuurlyken toevloed voortbrengen, zullen wy Hechts oe volgende opnoemen. ^ Bene belette affcheiding van vochten in andere deelen van het ligchaam.- Menigvuldige voorbedden zyn 'er van Waterzuchten, uit eene belette wa-  BORST-WATERZUCH T. 41 waterloozing ontdaan (»); en waar vind men eene meer gevvoone oorzaak der Waterzucht en vooral der Borst • Waterzucht, dan de belette per* fpiratie ,en van hoe veel belang is het in de geneezing der Borst-Waterzucht, op de herltelde uitwaasfeming , byzonder den aandacht te vestigen, — en wat is natuurlyker, wanneer men nagaat de menigvuldige Waterdeelen, welke zich langs deezen weg uit het ligchaam ontlasten, en die, by eene belette uitwaasfeming naar de borst terug keerende , aldaar ophopingen van vochten veroorzaaken. b.) Eene ophooping van eene oj'andere fcherpe ftoffe naar de borst. — Reeds de zo evengenoemde belette affcheidingen van vochten kunnen, vermits ze tevens fcherp zyn, ook om deeze reden den toevloed van vochten, wanneer zy zich naar de borst bepaalen, vermeerderen , cn langs dien weg eene Borst-Waterzucht te weeg brengen. — Alle fcherpe doffen naamentlyk veroorzaaken prikkeling, en deeze maakt eenen vermeerderden toevloed en affcheiding van vochten, terwyl zy te gelyk eene verminderde opflorping te weeg brengt. Immers werden de opflorpende vaten door het fcherpe vocht in de holligheden afgefcheiden, krampachtig geflo» ten , en het vocht meer en meer opgehoopt. De beroemde tissot drukt zig hieromtrent in de (») Zo vinden wy by Forestos. Lib. 19. Obf. 34- waarneemingen van Waterzucht, door de opftopping der maandftonden en het te rug blyven van hxmorrhoides, ontnam , zie ook onder anderen iabtholin,^/;! cent. 4. epist. 17, Bonetus./. c. AliPeUen. N Curios. A. N. C. dec. 3. Anno 5. 6. O'.'f 185, lister. /. r. C 5  4a VERHANDELING over de de volgende bewoordingen uit:— acrisfikua/ur, qui venarum oris applkatur, eas claudit, fines arteriolarum excitando, ad citiorem & copioftorem evacuationem eas cogit , duplici ergo de caufa. augetur congejlio aquofi laticis, majors affluxu, refluxu minore (<$. — En hoe veele waarneemingen vind men niet in de archiven der Geneeskunst opgetekend van Borst-Waterzuchtigen, uit eene te rug gedreeven ofplaatselyk ontftaane fcherpte voortgekoomen; — hoe dik wils ziet men niet dat eene catarrhale ftoffe, die zich op de borst vast zet, eindelyk eene Borst-Waterzucht veroorzaakt;— hoe menigvuldig zyn niet de Borst - Waterzuchten , welke uit eene onverzichtigteruggedreevene ftoffe veroorzaakt worden: en overtuigt ons niet de daagelykfche ondervinding, dat verzweeringen aan de beenen, wanneer zy ontydig geneezen worden, dikwyls Borst-Waterzucht veroorzaaken;. moet men dan i]ier nie£ ye,kiaa. ren, waarom podagrici, fcorbutki, cacochymici en foortgelyke Lyders zo dikwyls aan de BorstWaterzuchtzyn blootgefteld ?— ja zelfs heeft mea voorbeelden, dat deeze fcherpe ftoffen eene doorknaaging der watervaten veroorzaakt hebben. c.) Een belette omloop van het bloed: . wanneer de vrye doortocht van het bloed in een of ander deel belet word, dan kan het in de eerfte plaats niet anders zyn,— 0f het bloed moet, volgens de wetten des omloops, naar andere deelen gedree- ven O) D: Hydrope.  BORST-WATE RZUC HT. 43 ven worden, zich aldaar ophoopen en tot eene vermeerderde affcheiding van vochten gelegenheid geeven, maar ook in de tweede plaats moet deeze belette omloop verhinderen , dat het te rug gebrachte wei-vocht zich'minder gemakkelyk in het bloed kan ontlasten , en bygevolg moet ook door deeze belette terugvoering van dit vocht de opflorping belet, en dus, om meer dan eene reden, de Waterzucht gebooren worden. ■ Op deeze wyze worden by zwangere vrouwen de Beenen ademateus.— Op deeze wyze , kunnenpolypi'mhet hart of in de groote bloedvaten eene Borst-Waterzucht veroorzaaken, — gelyk wy daarvan by n onetus (/O en andere Schryvers voorbeelden vinden. Zo vind men gevallen van Waterzucht, door Knoest - gezwellen der ingewanden veroorzaakt, en men getuigd verfcheide voorbeelden van Waterzucht gezien te hebben, door verhardingen van de maag, deleever, de nieren en andere deelen veroorzaakt (q): dus ontflaat ook de Waterzucht door Etter-of andere foorten van Gezwellen , die door hunne drukking de circulatie der vochten hinderen. By schenk (rj vind men eene waarneeming van Borst-Waterzucht, door eene verzweering veroorzaakt: — en het is misfchien om deeze redenen, dat de Borst-Waterzucht zich zo dikwyls voegd by het empyëma en andere Longziekten: — en zoude men hier uit ook niet moe- (f) U c, ObJ. 3. Zie ooi; Ephem, Germ. dtc. 2 ann. 6. C5) L. c. pag. 14, CO c« l- a-  44 VERHANDELING over de moeten verklaaren, waarom zeer vette menfchen zo byzonder tot de Borst-Waterzucht gedisponeerd zya ? - Met één woord, al het geene 't welk de circulatie der vochten belet, moet als eene zeer vruchtbaare oorzaak van ophooping der vochten, en bygevoig als eene afgeleegene oor. zaak der Borst.Waterzucht befchouwd worden. § 3- CO Eene overtollige koeveelheid waterdeelen in het bloed. - Vermits de affcheiding van een vocht altoos toeneemt, naarmaate van de hoeveelheid des vochts,het welk tot de affcheiding gebikt is, ~zo moet by eene overtollige hoeveelheid waterdeelen ook zeer natuurlyk deaffcheiding toeneemen, en, terwyl de opflorping of dezelfde blyft, _ ofwel van de verflapping der mondjes, van de opflorpende vaten door de groote toevoer van waterdeelen in de holligheden,vermindert,-noodzaakelyk Waterzucht gebooren worden , voornaamentlyk in dat deel t welk wegens een plaatfelyk gebrek, daartoe het meeste gefchikt i,.- Om deeze redenen is het dan ook, dat menfchen van eene phlegmatike gefteldhcd, zo byzonder tot de Waterzucht overhellen, en' dat de Borst-Waterzucht in 't byzonder zo veelvuldig word waargenoomen by meis- jes, die aan Chlorofis kwynen . Onder de de voornaamde oórzaaken, welke tot deeze overtollige hoeveelheid waterdeelen aanleiding geeven, a.) Het  BORST-WATERZUCHT. 45 a. ) Het misbruik van warme en ver/lappende dran' font _ Hierdoor word niet alleen onmiddelyk de hoeveelheid waterdeelen in 't bloed vermeerderd, Ciaar door dit misbruik ontftaat ook te gelyk een flegte fpysverteering, eene verflapping der deelen en een daarvan afhangende vertraagde omloop der vochten: — alle redenen, welke natuurlyk eene vermeerderde affcheiding en verminderde opflorping der waterdeelen ten gevolge hebben. — Uit dit alles moet men ook de redenen epmaaken, waarom, federt dat deeze misbruiken meer in zwang zyn geraakt, ook de Waterzucht in 't algemeen en de Borst-Waterzucht in 't byzonder menigvuldiger word waargenoomen, b. ) Belette evacuaties in andere deelen van het lig' chaam. — Zo dra dit plaats heeft, dan kan het niet anders zyn of de hoeveelheid van waterdeelen moet in evenredigheid daardoor toeneemen.Onder deeze belette evacuaties verdienen in het byzonder de uitwaasfeming en de waterloozingin aanmerking te koomen. — Reeds te vooren hebben wy opgemerkt, dat deeze belette affcheidingen van vochten, ophoopihgen in andere deelen van het ligchaam veroorzaaken , en langs dien weg tot de Borst-Waterzucht aanleiding geeven , — maar ook dan , wanneer die vochten, welke door natuurlyke wegen moeten ontlast worden, in haare vergaderplaatfen opgehoopt , om eene of andere oorzaak, niet kunnen ontlast worden ,— ook in dat geval kunnen zy tot het ontltaan der Waterzucht in andere deelen van het ligchaam gelegenheid geeven, doordien naamentlyk hierdoor  # VERHANDELING over de door, niet alleen de verdere affcheiding belet word maar ook zelf de reeds afgefcheiden vochten, ten minnen de waterachtige deelen defzelven, wederom opgenoomen en in het bloed te rug gebracht worden, en even daardoor de hoeveelheid der waterdeelen vermeerderen, c.) Eene verdunning van het Bloed, - het zy uit ee- ne dispojitie van het bloed zelve, het zy uit eene gefteldheid der vaste deelen, waardoor de bloedmaaking nietbehoorlyk gefchied, - oorfpronkelyk-Zonderons in telaatenin wydloopige befpiegehngen, over de gedachten en meeningen dcvphyfio. hgtften omtrent de bloedmaaking,-. zo zullen wy alleen maar aanmerken, dat de chylus, welkeuitde maag en t darmkanaal word opgenoomen en in het bloed gebracht, zeer veele veranderingen moet ondergaan , voor dezelve met het bloed geasfimileerd of zelfs tot bloed word,- dat is te zeggen, eer zy het caracter en de confijlentie van bloed kry*t • _ wanneer 'er dierhalven oórzaaken aanweezi/zyn, welke deeze bloedmaaking beletten , dan moet noodzakelyk de hoeveelheid van het wei-vocht toeneemep: - en aan den anderen kant, wanneer door ongefteldheid der vaste deelen ofdoorfcherp. tem onze vochten het bloed verdund, en om zo te fpreeken, tot ferum wederom ontbonden word, gelyk in de fcorbut, dan moet ook in dat geval, de hoeveelheid des wei-vochts, fflet be. treklung tothetaw toeneeoien, en dus in beide gevallen, ^ dispojitie tot de Waterzuch£ §• 4.  B O R S T-W ATERZUCHT. 47 S4- D. Eene min naauwkeurige vereeniging der Waterdeelen met het bloed.—Daar word tot affcheidingvaneen vocht, onder andere voorwaarden, vereischt, dat de deelen, welke afgefcheiden moeten worden, niet al te fterk met de overige te zaamenhangen: — integendeel hoe minder deeze waterdeelen met het bloed te zaamenhangen, hoe gemakkelyker de affcheiding kan gefchieden.— Dit op ons geval toegepast, zo moet volgen, dat by eene min naauwkeurige vereeniging der waterdeelen met het bloed, ook de affcheiding derzelven vermeerdert , en langs dien weg tot de Waterzucht aanleiding gegeeven word —hierby komt noch dat by eene zodanige gefteldheid der vochten, veelal eene zwakte en verminderde werking der vaten, het zy als oorzaak, het zy als gevolg plaats heeft, — en dat even daardoor de opflorping en te rug voering van het weivocht door het fystema lymphaticum vertraagd word, en dus ook van deeze kant, het evenwicht tusfchen de affcheiding en opflorping, moet verbrooken en de Waterzucht gebooren worden (s°). Daar zyn menigvuldige oórzaaken, welke tot deeze (i) Zeer naauwkeurig befchryfc willisius, het ontdaan der Waterzucht uit deeze oórzaaken, wanneer hy zegt, Interdum latex ftrofus in cruoris finu nimis pertinaciter haeret, S" ctntra quandoque nimis cito eiabitur, atque hoe refpeSu, fanguis Jeri incontinens, ipfum aneüanm osculis, pluribus in locis & fere ubique exfpuit; adeoque in vlscera aut habitum eorporis deponens, asciten aut anafarcam producit 3 tnodo ad renes ablegans, diabetem infert. Pharm. Ration. Sect. 1 v. Cap. I. p, 00,01.  # VERHANDELING over. de deeze verminderde zaamenhang en vereeniging der waterdeelen met het bloed zaamenwerken, waarvan wy flegts eenige der voornaamfte zullen aanflippen. a.j^ f ene gebrekkige fpysverteering. - Het is uit de Pbyfiologie overbekend, hoe veele verrichtingen 'er moeten 't zaamenloopen, om het voedzel zodaanig te elaboreeren en om zo te fpreeken te animali. Jeeren, dat de beste en fynfredeelen, daarvanniet «lieer. gemakkelyk door de vafa lymphatica kunnen opgenoomen en in 't bloed gebracht worden , maar vet enterf ^ "* bI°ed laaten vermengen Wanneer dierhalven door eene of andere oorzaak deeze fpysverteering belet word,wanneer de animalifatie der geëlaboreerde vochten me behoorlyk gefchied, en dus de Chylus niet goed gemengd is, voor en aleer zy tot het bloed word overgebracht, — dan kan ook deszelfs vermenging met het bloed niet naar behooren gefchieden, en 'er moet eene min naauwkeurige vereeni. ging plaats hebben, - Deze is de reeden waarom menfchen, die door eene al te verflappende diéét, door het onmaatig gebruik van warme dranken en andere oórzaaken hunne ingewanden verfWn en de fpysverteering bederven, door den tyd tot dê Waterzucht overhellen, b.) Eene verdikking van het Bloed. - Daar word tot de naauwkeurige vereeniging en vermenging van twee vloeiltoffen vereiscfu > ^ de « > » derling verwisfelen, - 0f liever dat de deeltjes van de eene vloeifioffe in de tusfchenruimtens van de *UUlWIlig verdikt is dat de waterdeelen niet  B O R S T-WATERZUCHT. 0 niet in deszelfs tusfchenruimtens kunnen indringen, danishetookonmogelyk, dat'ereenenaauw* keurige vereeniging kan plaats hebben CO: — hier* by komt nog , dat deeze verdikking der vochten veelal gepaard gaat met omftandigheden, welke deeze vereeniging niet begunftigen, — naamentlyk eene verminderde werking der vaste deelen: - hiervan daan dat menfchen, welke aan het misbruik van fterke dranken onderhevig zyn, meest al in de Wa* terzucht vervallen.- Immers veroorzaaken alle geestige dranken eene verdikking van het bloed en eene werkeloosheid der vaste deelen.- Uit deeze verdikking van het bloed moet men ook varklaaren, waarom dat Lyders,die aan eenDiatheJis inflammatoria laboreeren , niet zelden tekenen van Waterzucht krygen. * Medicus (V) maakt gewag van eert fehris hydropica, waarby alle tekenen van ontfteeking plaats hadden, en welke Waterzucht alleen door eene verkoelende geneeswyze wierd geneezen. - Deeze naauwkeurige waarueemer verklaard het ontdaan van deeze Waterzucht alleen «it de verdikking van het bloed, en de daarvan afhangende moeijelyke vereeniging met de waterdeelen:'— en dus kunnen alle die oórzaaken, welke het bloed verdikken , op die wyze, als verrê- af- tO 2'ie van swieTbn, ih Óommeni. ad. '§ 1229. Omhes morbl t Lm zegt hy, tul rins vitalt, multum debilitant, hydroplï caufit tsfe posfunt, uti etiam illi, B>A fanguinem admodum tenacem effiaunt, tta ut ab aquoftsvixdilui.ntc asdem intimepermifceripo!f!t,pag. l99.Êr<-. (v) Sammhmg von Btobachiungen au, der Artzemi.WhMMn ïl thil. pag> 5'8. ^  £o VERHANDELING over de afgelegene oórzaaken der Waterzucht aangemerkt worden. c.) Eene verminderde werking der vaste deelen. Wy hebben reeds aangemerkt, dat deeze' verminderde werking in meer dan een opzicht tot de Waterzucht kan gelegenheid geeven. Wy befchouwen dus hier de verminderde werking alleen maar, voor zo verre de bloedmaaking daardoor belet word. — Immers wie begrypt niet, dat, daar de menging van onze vochten alleen afhangt van de werking der vaste deelen , by eene verminderde werking, ook de vereeniging der waterdeelen met het bloed niet zo gemakkeljk kan gefchieden, als in den gezonden toeltand Het is dan ook, en voornaamentlyk om deeze reden, dat lieden van eene zwakke gefteldheid zo ligt in de Waterzucht vervallen : _ hiervan, dat , volgens van swieten (V), teeringachtige menfchen meer aan de Waterzucht, vooral aan de Borst-Waterzucht,bloot ftaan. d.) Eene ongeregelde werking der Zenuwen. — Niemand , die maar eenigzints den invloed der Zenuwen op de dierlyke verrichtingen overweegt, zal een oogenblik twyfelen, dat eene ongeregelde werking derzelven, eene veelvuldige oorzaak der Waterzucht kan worden. Wy behoeven ons flegts te herinneren,— vooreerst ,dat aanhoudende kramptrekkingen eene ongeregelde circulatie der vochten veroorzaaken, waardoor verftoppingen en ophoopingen van vochten in de minst tegenftand bieden- f» L. c. ad § laag.  BORST. WATERZUCHT. 51 dende deelen, en dus vooral in de Borst te weeg gebracht worden: -"ten tweeden, hevige en ongeregelde aandoeningen van de Zenuwen hebben altoos eene evenredige zwakte ten gevolge, en deeze is, gelyk wy gezien hebben, eene voornaame oorzaak der Waterzucht: —■ ten derden, alle kramptrekkingen vermeerderen onmiddelyk de affcheiding der vochten , terwyl zy tevens de opflorping en de terugvoering van het wei-vocht in de vafa lymphatica beletten. — Om deeze en nog veele andere reedenen, — die wy, kortheidshal ven, met ftilzwygen zullen voorby gaan, en die ook voornaamentlyk van de wyze der ongeregelde werking zelve zo wel, als van de byzondere ligchaamsge- fteldheid afhangen, — kunnen ongeregelde aandoeningen der Zenuwen eene vruchtbaare oorzaak der Waterzncht worden, vooral der Borstwaterzucht , —— om dat byna de meeste krampachtige aandoeningen, het zy dezelve uit eene ziekelyke gefteldheid des ligchaams of des gemoeds voortkoomen, hevig op de Borst werken, en aldaar ophoopingen van vochten en andere oórzaaken der Waterzucht doen ontftaan. ■—Hiervan dat droevige en melancholieke geitellen, — hiervan dat Zenuwen - Ziektens, dat hevige gemoedsaandoeningen en andere ongeregelde werkingen der levende vaste deelen, niet zelaen de Waterzucht ten gevolge hebben, e.) Eene volbloedigheid. — Zo vreemd het ook fchynen mooge, dat eene te groote hoeveelheid van bloed, eene oorzaak der Waterzucht zoude kunnen worden, zo zal men zich doch gemakkelyk: D 2 bier-  5* VERHANDELING over de van kunnen overtuigen, wanneer men overweegt, vooreerst, dat hierdoor niet zelden de circulatie der vochten belet en eene meerdere gelegenheid tot affcheiding vanhet wei-vocht gegeeven word: — ten tweeden , dat de volheid der bloedvaten belet, dat de terugvoerende vaten het wei-vocht niet gemakkelyk in het bloed kunnen ontlasten: - en eindelyk, ten derden, dat door den Merken aandrang van het bloed zomtyds fcheuringen der watervaten kunnen veroorzaakt worden. De oórzaaken der volbloedigheid zyn zo algemeen bekend, dat het noodeloos zoude zyn , dezdve aantehaalen. — Ondertusfchen moet men uit deeze volbloedigheid verklaaren, waarom niet zelden de aderlatingen en verkoelende middelen, zulke heilzaame uitwerkingen in de Waterzucht in 't alge. meen, en in de Borst-Waterzucht in 't byzonder hebben. Alle deeze opgenoemde oórzaaken nu, kunnen als algemeene oórzaaken der waterzucht befchouwd, en dus ook op alle byzondere gevallen toegepast worden.Het hangt dan alleen maar van de byzondere omftandigheden en van de plaatslyke gefteldheid der deelen af, waarom de opgenoemde algemeene oórzaaken dan deeze, dan geene foorten van waterzucht voortbrengen , - en wy zouden aan het oogmerk der Maatfchappy, zo wel als aan het oordeel van onze Leezers, te kort doen, indien wy daarvan eene wydloopige en geleerdfchynende toepasfing op de Borst-Waterzucht wilden maa.  B O R S T-W ATERZUCHT. 53 maaken, te meer daar wy reeds hier en elders door voorbeelden hebben aangetoond, hoe en op wat wyze deeze algemeene oórzaaken, byzondere oórzaaken der Borst-Waterzucht kunnen worden. — Het zal dan genoeg zyn met den fchranderen de haen te zeggen: dat alle deeze oórzaaken, dan eens in de verfchillende deelen van het ligchaam eerst, en daarna in de holligheden des borst; dan eens in de borst eerst, en daarna in de meer afgeleegen deelen, w eindelyk in de borst alleen , de Waterzucht kunnen voortbrengen Cx). Wy zouden daarenboven het aantal van deeze oórzaaken nog aanmerkelyk hebben kunnen vergrooten, — dan, daar wy aan den eenen kant ons voornaamentlyk bepaald hebben tot zodanige oórzaaken, welke de gewoonlykfte zyn, en wy aan den anderen kant verzekerd zyn, dat alle de overige, als byzondere en ondergefchikte oórzaaken moeten aangemerkt worden , zo zullen wy, zonder verdere omflag van woorden, nog eenige oogenblikken met onze gedachten ftil fiaan by die oórzaaken, welke als meer byzondere oórzaaken der Borat-Waterzucht kunnen befchouvvd worden, f» Rat. mei. Vol. II. peg. 35« D 3 VIER.  5+ VERHANDELING over de VIERDE HOOFDSTUK. Over de meer byzondere oórzaaken der BontWaterzucht. % i. jndyk:eZe ^ ^ °°rZaaken beh°°ren voorna*10 /M/V/y* drinken van koud water, terwyl het hgchaam verhit en zweetende is. ~ Zo heilzaambet drinken van koud water op zich zelve ook is, wanneer het naamentlyk behoedzaam gefchied, zo zeer het in byzondere gevallen als een voortreffelyk Geneesmiddel mag aangemerkt worden, zo nadeelig word hetzelve, wanneer men het fchielyk en a groote hoeveelheid drinkt, als het ligchaam be. zweet is. Men behoeft geen Geneesheer te zyn, om in te zien, dat door deeze fchielyke verandering ook natuurlyk veranderingen in het ligchaam moeten ontdaan , die niet anders dan doodelyke gevolgen kunnen hebben. - Wy vinden ook in de fchriften der Geneeskunst een aantal voorbeelden van heete en gevaarlyke Ziektens, uit deeze oorzaak ontdaan , waarvan de redenen gemakkelyk zyn te bevroeden. Dan het ontbreekt ook niet aan waarneemingen van langduurige Ziektens, door het onvoorzigtig drin.  BORS T-W ATERZUCHT. 55 drinken van koud water voortgekoomen, en onder deeze behoort dan ook voornaamentlyk de Waterzucht, gelyk wy daarvan ook reeds in ons voorgaande, by gelegenheid van de fpasmus periphericus, als in't voorby gaan, hebben gewag gemaakt (y~). Dan aller byzonderst heeft men dit onvoorzigtig drinken van koud water, als eene oorzaak der Borst-Waterzucht befchouwd (z),— en hiervan moet de reden in het volgende gezogt worden. Vooreerst, de fpasmodike aandoeningen, welke hierdoor onrniddelyk in de maag, hetdiaphragma en de borst ontdaan , veroorzaaken eene onmiddelyke belette circulatie der vochten in de borst, de affcheiding van het weivocht word, gelyk wy te vooren gezien hebben, door deeze fpasmodike aandoeningen vermeerderd, terwyl om diezelfde reedenen de opflorping van het zelve verminderd, en vertraagd word.' Ten tweeden, de kramptrekkingen in de maag, die hier als gevolgen der koude van het water befchouwd worden, brengen ook onrniddelyk eene fpasmodike aandoening in de huid te weege,-— hierdoor ontdaan niet alleen ophoopingen van vochten in ftO Hiervan vinden wy reeds voorbeelden by hippocrates,* alfett intern. Cap. 28. e d. charter. By AëTrus,/*™. X. Cap. 20. pag 233. Ub. II. Cap. 1. pag. 50. by aret/eus, de caufts ót fign. morb. diuturn. Zie ook onder andere van swieten, /. c. ^^Hippocrates, I. €. Cap. 28. de haen, Rat. med. Vol. 11. ptg- 3-> D +  VERHANDELING over de in de borst, maar hierdoor word ook de uitwaasfeming belet, en deeze materia transpirabUh word meede naar de borst bepaald, en veroorzaakt aldaar eene vermeerderde affcheiding van het wei. vocht: dit alles moet nog eene zo veel te fterkere uitwerking hebben, wanneer de uitwaasfeming zeer fterk is, gelyk in dit geval veronderfteld word, plaats te, hebben. Wy zien dan uit het bygebragte, dat 'er redenen zyn, waarom het fchielyk drinken van koud water , geduurende het ligchaam verhit en zweetende is, als eene byzondere oorzaak der Borst- Waterzucht kan aangemerkt worden ; r en wy ontdekken ook hier wederom den grootenwaarneemer h i p p o c r a t e s, die hetzelve het eerst als eene byzondere oorzaak der Borst - Waterzucht heeft opgegeeven. § %t *.) hangduurige en aanhoudende hoesten: ~ wy hebben reeds te vooren aangemerkt, dat eene fcherpe ftof op de Borst, van elders aangevoerd, omverfcheide redenen eene Borst-Waterzucht kan veroorzaaken: — voor zo verre dierhalven de hoest een gevolg is van deeze fcherpe ftofïe, of van eene andere oorzaak in de borst zelve, - voor zo verre kan men dezelve niet als eene byzondere oorzaak der Borst-Waterzucht aanmerken, vermits dezelve als dan een gevolg is van die algemeene oórzaaken , welke wy hier voor hebben aange- haald. Dog wanneer de oorzaak van de hoest niet  BORS T-W ATERZUCHT. 57 niet in de borst geleegen, wanneer dezelve door eene afgeleege oorzaak, als het waare door demedelydendheid (fympatkia) word voortgebracht, gelyk wy dit by de tusfis hyfterlca, Stomachica, en gravidarum zien, als dan, en in dat geval alleen, kan men deeze hoest als eene byzondere oorzaak der Waterzucht befchouwen. —Alle hoesten en dus ook de fympathifche, maaken voornaam en tlyk eene verzwakking van alle die deelen welke in de borstholte geleegen zyn: - zy vermeerderen de aandoenlykheid der vaste deelen, en geeven tot eene ongeregelde werking der watervaten gelegenheid; — en eindelyk zy brengen den omloop der vochten in de borst in wanorde, en veroorzaaken daardoor niet alleen ophooping van vochten ; - maar deeze ophoopingen kunnen wanneer de beweeging van het hoeden zeer llerk is, tot fcheuring der vaten gelegenheid geeven , gelyk wy daarvan by de blocdfpuwing een overtuigend voorbeeld hebben. De overdenking hiervan leert ons, hoe gevaarlyk het hoesten is, zelf ook dan, wanneer de oorzaak verre afgeleegen is, en wanneer men reden heeft te denken, dat de longen §n de overige deelen der borst gezond zyn. S 3« S.) De Aamborftigheid(\Jsthma.) — Hetgeen wyby de hoest aangemerkt hebben, geld hier ook van de aamborftigheid, wanneer naamentlyk dit afhangt, van eene fcherpe ftoffe of andere oorzaak {n de borst; — als dan behoort het onder eene der D 5 reeds  J8 VERHANDELING over de reeds gemelde algemeene oórzaaken der Waterzucht, en kan dus in dat geval eigentlyk als geene byzondere oorzaak der Borst-Waterzucht aangemerkt worden.- Edoch wanneer de oorzaak daarvan in een afgeleegen deel geleegen is, en by gevolg het asthma fymptomaticum is, — als dan moet men het, onzes bedunkens, als eene byzondere oorzaak der Borst- Waterzucht befchouyen, vermits men daaruit de Waterzucht in andere deelen van het ligchaam, niet, dan door eene opvolging van oórzaaken, kan afleiden:- dereden ondertusfchen, waarom het asthma eene oorzaak der Borstwaterzucht kan worden, is gemakkelyk in te zien,wanneermenflechtsbedenkt,datdeezekramp. agtige aandoeningen, (immers dit verflaan wy hier onder het woord asthma) even als de hoest, eene zwakte der vaste deelen, eene belette circulatie, en eene ongeregelde werking derwatervaten ten gevolge hebben, alle oórzaaken, waaruit (gelyk wy te vooren gezien hebben^ de Borstwaterzucht kan gebooren worden. 40 Eene ophooping van fcherpe ftoffe, ineen of ander afgeleegen deel des ligchaams, dat met de Borst een byzonder faamengevoel heeft . Wy heb ben reeds in het voorgaande doen opmerken, dat de Borst- Waterzucht niet zelden het gevolg van Waterzucht in andere deelen is. , Dan voor zo verre dit in het algemeen plaats heeft, kan men deeze voorafgaande Waterzucht niet als eene by. zon-  BÓRST-WATERZUCHT. 5? zondere oorzaak derBorst-Waterzucht aanmerken; vermits deeze voorafgaande Waterzucht in een of ander deel, ook eene oorzaak van Waterzucht in andere deelen , behalven in de borst kan worden. — Indien wy dierhalven hier fpreeken van ophoopingen eener fcherpe ftoffe in andere afgeleegen deelen des ligchaams , als eene byzondere oorzaak der Borst - Waterzucht, — zo willen wy daarmeede zeggen, dat zommige deelen van het ligchaam, in zulk eene byzondere betrekking (confenfus) met de borst (laan, datdeminfte ophooping van fcherpe ftoffe in dezelve, ookniet zelden eene zoortgelyke ophooping in de holligheden der borst kan ten gevolge hebben. — Eene overeenftemming waarvan men de reden niet altoos kan doorzien , waarvan wy de zcekerheid alleen door herhaalde waarneemingen en ondervinding moeten hebben, en waarvan wy een meenigte voorbeelden zouden kunnenbybrengenO), indien wy niet vreesden te wydloopig te worden. Onder die deelen,in welke eene ophooping van fcherpe ftoffe, gelegenheid tot Borst-Waterzucht kan geeven, behooren voornaamentlyk de bah zak en de beenen» Daar zyn zeer veele waarneemingen, welke de de groote confenfus, tusfchen de bal-zak en de borst bewyzen , en waaruit blykt, dat Waterzucht in de borst zig meede het fterkfte doet onderkennen , f» Zie REGa, de fympaMa. Ka au, boerhaave, impstum fantns, SAGLivius, de fibra mjwc;.  «° VERHANDELING over de nen, door eene opzetting van den bal-zak, ("waarvan wy ,n t vervolg naader zullen fpreeken);- maar Jet » ook niet minder zeker, indien men anders de ondervinding van zo veele tyden niet wil tegenfpreeken, dat opzettingen in de bal-zak- rlrr"aTentIyk'Wanneermendezelvendóorte rugdryvende middelen trachtte geneezen, _ Wa- hoi,isheeden d-b- beenen -^^1: ?* P,33tS te" aanzien ™ ie en , ° k beeneD ' of «ok flegts gezwolieekere1; T eHk,aauWen> behooren onder de zeekere teekenen der Borst- Waterzucht; - en wy behoeden flegts de dagelykfche ondervinding tl benaauwdheden en andere tekenen van ophoo Fng der vochten in de borst veroorzaak! ? Dit zelfde gebeurd ook, by het vroegtydig en onvoorzichtig geneezen van uiceratien aan de bee* n waaruit zich fcherpe Koffen ontlasten. va„ S f ' V0°?ee,den • en door het aanzie, van Schryvers te fïaaven, oordeelen wy onnoo" dig.-temeer daarheteenealgemeeneaL'e oo. me ftelhng ls, dat men in het geneezen van opene beenen, de moogeIykfte omz,.chtigheid o r aakenen,P ^ ^ W^cht * veroórzaaken , en men door herhaalde ondervin. TolfT heCft' hCt -^tender^;" ze'f de w °Pen\beenen Cn het «en der de Lv^ at7UCht detb°rsC ™inderdf en de Lyders verlichting aanbrengt. Van  BORS T-W ATERZUCHT. Ói Van andere bvzondere oórzaaken, tedisruptis ducïus thoracïci b. v. ruinera , morbofa cordis & majorum vaforum conftitutio, en welke dies meer zyn, zullen wy niet fpreeken, dewyl dezelve meer onder de reeds aangehaalde algemeene 'oórzaaken, behoorende, van eiken Art z zeer ligt op onze ziekte kunnen worden toegepast. —■ Wy zyn overtuigd, genoeg ten opzichte der oórzaaken van de Borst - Waterzucht gezegd te hebben, men kan 'er die fchryvers, welke met opzet over de Waterzucht gefchreeven hebben, en waaroa» derDONALDMONRO eene der voornaamfte is, verder over naflaan, en met veel nut vergelyken, het geen de fchrandere gullen over deeze oórzaaken , in zyne grondbeginzelen der geneeskunst t onder de tytel van algemeene oórzaaken der Wa* terzucht, heeft aangetekend. Wy zullen dus tot de befchouwing der toevallen en kentekenen van onze ziekte overgaan. TWEE-  f* VERHANDELING o VER DE TWEEDE AFDEELING, OVER DE TOEVALLEN en KENTEKENEN DER BORST-WATERZUCHT, EN OVER DE VOORSPELLING in deeze ZIEKTE. EERSTE HOOFDSTUK. Over de Toevallen der Bont - Waterzucht. % u Men begrypt zeer gemakkelyk, dat de toevallen dee. zer ziekte zeer veel verfchillen ,naar maate, niet alleen van de byzondere en individueele gefteldheid des ly ders,-maar ook en voornaamentlyk van de oórzaaken en ongefteldheeden, welke dezelve hebben voortge. bracht, - naarmaate van den meer of min gevorderden ftaat deezer ziekte Wy zullen dierhalven hier over de toevallen fpreekende, ons voornaamentlyk bepaalen tot die toevallen, welke als natuurlyke geVolgen deezer Ziekte moeten aangemerkt worden,--en om ook hier zo kort,en zo natuurlyk als moogelyk onze gedachten voortedraagen, - zo zullen wy van den ge-  BORST»WATERZUCHT. 63 geheelen loop der ziekte, eene korte fchels meededeelen. De lyders aan deeze ziekte onderheevig, klaagen veel al over eéne aanhoudende drooge hoest: — deeze drooge hoest is eene der eeifte toevallen , welke eene beginnende ophooping van vochten in de eene of andere holligheid in de borst te kennen geeft, en welke meest al by eene horizontale pofitie des lyders vermeerdert, wordende niet zelden aan eene verkoudheid toegefchreeven:- hierby klaagen de lyders over eene prikkelende fcherpte in de keel, die door geene verzagtende middelen kan weggenoomen worden, zo min als de hoest door dezelve vermindert word. Hierby komt, zelfs reeds in deu beginne, eene benaauwdheid en drukking op het onderfte gedeelte des borstbeens, die de ademhaaling min of meer belet, en die even als de hoest by eeathorizontalepofitie toeneemt: by zommige ontdekkenzichreedsindenbeginnekoortsachtige aandoeningen tegen den avond, —by anderen ontdekt men dezelve niet dan naa verloop vaneenigen tyd, - wanneer de ziekte reeds tot een meer gevorderde ftaat is gekoomen: - naar maate van de byzondere zitplaats van het opgehoopte vocht, klaagen de lyders dan in deeze, dan in geene zyde van de borst, over eene zwaarte en drukkende pyn, die van een dolor in- fiammatorius duidelyk te onderkennen is. — Alle deeze fymptomes worden gemakkelyker by eaneperpendiculaire richting, als in welke richting men by zommigen reeds in den beginne , by anderen wederom in den voortgang der ziekte, eene dikte aan de enklaauwen en niet zelden eene opzetting van htifcrotum be- fpeurd. Een toeval 't welk by het Empyëma, wel-  €4 VERHANDELING ovEk dé welkers fymptomes, anders zo veel overeenkomst met d« hydrops pectoris hebben , in den beginne zelden of nimmer ontdekt word. S 2. Naar maate de ziekte mëer én meer toeneemt, befpeurd men ook eene meerdere benaauwdheid op dé borst en eene vermeerdering van hoest, zo dat dê Lyders niet dan zittende in het bed kunnen leggen , en ook dan noch met moeite ademhaalen : — de meeftènbe' fchryven de drukking op de borst, als èen gevoel van eene vun buiten drukkende last, even als by het asthma fpasticum, dog met dit onderfcheid, dat ze by de ina* deming eene uitzetting in de borstholte ontwaar worden. Wanneer de ziekte tot dit ftadium gekoomen is, word de zwelling der beenen fteiker tegens den avond, zo wel als de opzetting van den bal-zak, de koortsagtige aandoeningen worden meerder, en men ontdekt hoe langs hoe meer teekenen eener meer algemeene kwaadzappigheid, de hoest, en de droog* te der tong neemen aanmerkelyk toe, de kleur van het aangezicht word bleeker, en het aangezicht zelve, vooral in de morgenftond, meer opgezet. Ook in de andere deelen van het ligchaam, befpeurt toen teekenen van Waterzucht, byzonder in de handen : ook in 't vervolg van tyd gemeenlyk in de onderbuik, — de hoest blyftby aanhoudendheid droog, en alles wat de Lyders opgeeven, is een fchuimig helder vocht. Indien de Lyders in 't bed den flaap vatten, worden zy met een fchrik, als of 'er op het achterfte gedeelte der borst geltooten wierd , wakker, en  BORS T-W ATER ZUCHT. 65 en fchynen met eene fufocatie gedreigd te worden. De Waterloozing is van den beginne der ziekte reeds minder dan natuurlyk In 't vervolg, vooral wanneer 'er zig teekenen van Waterzucht in andere deelen van het ligchaam opdoen , vermindert de Waterloozing meer en meer, en het water word byna gloeiend rood van kleur. De polsflag is, zelf ook wanneer 'er geen koorts aanweezig is, ongelyk en altoos min of meer ingetrokken en krampachtig. By de meeste Lyders vind men eene belette transpiratie: - de huid is gewoonlyk droog, doch in eenen verder gevorderden ftaat, wanneer 'er koortfen bykooinen, en de kwaadzappighcid toeneemt, ontdekt men zomtyds fterke zweetingen, doch deeze zyn alsdan m de meeste gevallen ondienftig, en verzwakken de Lyders fterk, ten blyke dat zy uit eene de overhand neemende ontbinding, zo wel der vaste deelen, als der vochten, voortkomen. By zommige befpeurt men in deezen ftaat der ziekte eene loslyvigheid, die meer toevallig, dan verligtende is,en debenaauvvdheid op de borst, in plaats van dezelve te verminderen, aanmerkelyk vermeerdert.- Byna in alle gevallen eener Borst.Waterzucht, ontmoet men op het laast eene Ascites, zo niet eene Anafarca, gepaard met een Iris kectica, waarby de krachten van tyd tot tyd verminderd worden, en de Lyders, naa eenen germmen tyd met doodelyke benaauwdheeden geworlklt te hebben , eindelyk aan eene fufocatie fterven. Dit is het gewoone beloop der ziekte, en derzelver fymptotnes: - onderleid van fubjecten, voorafgaande oórzaaken, verfcheidenheid van bykomende toevallige uu ' jj om.  66 VERHANDELING ovBs ds omftandigheden, verfchil in de genees wyze en levenswyze, en een meenigte andere individuele omftandigheden , kunnen , gelyk reeds gezegd is, het getal deezer fymptomes vermeerderen, verergeren, en oo menigvuldige wyze nuanceeren. Ban in de be oordeeling dezer toevallige veranderingen, moet het" praBtsch oordeel alleen, den geneesheer tot een leidraad verflrekken : terwyl het ons voorkomt, dat de gegeeven befchryving hoofdzaakelyk overeenkomt, met die, welke wy in de fchriften der beroemfle Geneel heeren vinden, en welke zo eenvoudig is ter nederge t ld, als wy, meer dan eens, dezelve in de natuur hebben waargenoomen, wel overtuigd, dat alle opfchik in dezen ten hoogden nadeelig is, en tot niets kan dienen, als om ons hoe langs hoe meer, van de waare natuur te verwyderen. r „t . tot het derde Lid der voorgemelde vr ^eï m. naamentlyk te onderzoeken, welke dfkentletln zyn , waardoor eene beginnende Borst - Waterzucht ZdZ £m'-Zekte"> ^kkanonderfcheidel TWEEDE HOOFDSTUK. Over de waare en eigenlyke caracterifeerende henmerken der Borst-Waterzucht. § i. Alle de Schryvers, zo wel van vroegere als latere tyden, hebben eenparig gctuigd> _ ^ der  B O R S T-W ATERZÜCHT. 6} der Borst-Waterzucht zeer duister zyn, dat de toevallen deezer Ziekte zeer veel overeenkomst heb» ben met die van andere Borstziektens, en dat het dus zeer veel in heeft, deeze Ziekte in haar begin van andere Borstziektens behoorlyk te onderkennen. — Te meer, daar de waarneemingen leeren, — dat het water in de borst, in verfchillende holligheden, die van de pleura gemaakt worden, word verzameld; — dat het dan eens in beide de zyden, dan weder in eert van beiden, dan in het hartezakje alleen, dan in de verdubbeling van de pleura, en in het perkardium te gelyk, word opgehoopt. Hier van de moeije- lykheid van de onderfcheiding dezer Ziekte, van an* dere Borstziektens, en de noodzakelykheid , om algemeene tekenen, tot nadere kennis dezer Ziekte vast te ftellen. — Immers daar het in de Geneeskunst eene zaak van het uiterfte belang is, de Ziektens in 't algemeen, en dus ook in 't byzonder, de Borstwaterzucht, vroegtydig te ontdekken, en van ande» re, daar mede overeenkomst hebbende Ziektens, duidelyk te onderkennen: daar de geneezing dee¬ zer Ziekte zo aanmerkelyk van andere Borstziektens verfchilt: — daar eene volkoomen geneezing in het begin, en in het begin alleen, zomtyds mogelykis; — en eindelyk, daar dit Huk het voornaamfte en gewichtigfte gedeelte der voorgeftelde vraag uitmaakt, zo Zullen wy, om zo veel moogelyk, aan het oogmerk vart de Maatfchappy te beantwoorden, met onze aandacht een weinig langer by dit gewichtig ftuk blyven ftaan , en aan dit, tot nog toe duister onderwerp, eenig licht trachten by t& zetten. Wy zullen ten dien einde in de eer/té plaats de" fi a  69 VERHANDELING over de caracterifeerende kenmerken der Borst-Waterzucht opgeeven. In de tweede plaats nafpeuren, die kentekenen waar* door men dezelve van andere foorten van Borstziektens, welke met de Borst-Waterzucht eenige overeenkomst hebben, kan onderfcheiden , en In de derde plaats, eenige algemeene regelen, als zo veele zekere gevolgen, uit het betoogde voortvloeiende, ter nadere onderfchefding en kennisfe deezer Ziekte, trachten afteleiden, ten einde het eerfte gedeelte van ons betoog zo veel te meer licht voor de oogeu der Maatfchappy, door de verdere uitlegging der volgende , verkryge, en de onderfcheiding der Borst-Waterzucht van alle andere Borstkwaalen, duidelyker en klaarer aan het algemeen blyke. S, 2. Onder de caracterifeerende kentekenen der Borstwaterzucht, behooren voornaamentlyk de volgende: a.) Eene drooge aanhoudende hoest, waarby de Lyders niets opgeeven, en die door het gebruik van Opium, in plaats van verminderd , vermeerderd word. Daar is byna geen fchryver, die, min of meer, bepaald deeze Ziekte behandeld heeft, die geen gewag van de drooge hoest maakt, welke reeds in den beginne befpeurd word, gelyk men daarvan by 11 o r g a g n e (b)> de haa n (O, tis- (?) Di morbis Thoracis Epi/l. XVI. O L. c. pag. 45.  B O R S T-W ATERZUCHT. 69 tissot 00, baglivius (f), boerhaave (ƒ), van s wieten (g) , ludwic(4), monro (0 en anderen, genoegzaame bewyzen vinden kan. De oórzaaken nu, welke, het zy Sympathiee, het zy Idiopathice deeze hoest kunnen veroorzaaken , zyn menigvuldig: dan, in alle deeze verfchillende foorten van hoesten ,leert ons de ondervinding,dat het Opium een voortreflyk middel is, om, ten minden voor ee- nigen tyd, dezelve te doen bedaaren: Zelf in de Phthifis, om van geene andere voorbeelden te gewaagen, waar werkelyk eene verzweering plaats heeft, en waar de Zenuwen onrniddelyk door eene fcherpe etterftoffe geprikkeld worden, doet het Opium de verlangde werking. ; In de Borst-Waterzucht, daarentegen, en in deeze alleen, vind men het tegendeel: - ten minden zo de hoest niet vermeerdert, zo is het doch zeker dat dezelve door dit middel niet verminderd word: daarby komt nog, dat door het gebruik van het Opium, de opzetting van den Balzak en de zwelling der Enkels merkelyk toeneemt. Wy bekennen zeer gaarne , dat het moeilyk is , dit verfchynfel te verklaaren : En daar wy afkeerig zyn, van alle gewaande {tellingen en gedwongen verklaaring, en wy ons, daarenboven, meer op het practifche van dit onderwerp hebben toe- CO L. c. (e) Lit. II. pag. 198. <ƒ) L. c §. 1430. CO Comment. ad. §. 1230. <*) Ir.flituiiones Med.Clinka, Part I.Traiï, ll.pag.z09. CO c' t"S- !78* E 3  ?o VERHANDELING over de toegelegd, zo oordeelen wy hier het voor- zichtigfte te zyn , om alleen by de ondervinding te blyven ftaan. b.) Eene geduurige neiging tot Braaktn, die by de tninfte beweeging erger word (k\ Wanneer men by Lyders, welke aan eene fpanning ofbenaauwdbeid op de Borst, aan eene belette ademhaahng met hoest, zukkelen, deeze mislykheid befpeurd, die de Lyders gewoon zyn,aan opzetting van winden toe te fchryven, dan heeft men reden eene Borst-Waterzucht te vermoeden , en dan kan deeze mislykheid, in de daad, als een kenteeken der Borst-Waterzucht aangemerkt worden Wel is waar, men vind deeze mislykheid ookzomwylen by Lyders, welke een empféma in de borst hebben, vooral, wanneer zy zich fchie- lykbeweegen Dan, daar de mislykheid in de Borst-Waterzucht altoos vergezeld gaat,met een verboren eetlust, zo vind men integendeel by het empyïma niet zelden, dat 'er, niettegenftaande de mislykheid, een goede eetlust plaats heeft. *■ Byna by alle Lyders, welke wy aan de Borst-Waterzucht gezien hebben, hebben wy dit toeval waargenoomen, en het voornaarnfte waardoor dit verfchynfel zich nog byzonder van dat in het empyïma onderfcheid, en waarover de Lyders zeer klaagen, is, dat, (zo als zy het befchryven) hun geihadjg een foort van ziltig water in de keel komt, (« Men vind van dit verfchynfel by de Schryvers geen gewag geipaakc. M Wy hebben het echter in de meeste gevallen reeds |b 0^ze pyn tusfchen de fchouderbladen heeft voornaamentlyk b> eene horizontale houding, gelyk ook hippocrates reeds  BORS T-W ATERZUCHT. 7$ dit verfchynfel in de Bórst-Waterzucht, by verfcheide Schryvers gewag gemaakt, en m o n r o (») plaatst hetzelve onder die tekenen, waardoor men de Waterzucht der borst, van andere Borstziektens moet onderfcheiden. —— Deeze drukking, die alleen van de tegenftandbieding van het water afhangt , en die wy menigvuldige ryzen hebbeti waargenoomen, heeft zeer veel overeenkomst, met die in het afthma, maai minder, met die in het em» pyema plaats heeft, by welke laatfte ziekte, dc drukking altoos zydelings naar beneden is, en by welke men ook geen pyn tusfchen de fchoudcrs befpeurd. Dan zo groot ook de overeenkomst van dit toeval, in de Borst-Waterzucht en het afthma is,zo hebben ons doch herhaalde waarneemingen daaromtrent het volgende geleerd: Vooreerst, is de drukking in de Borst-Waterzucht plaatzelyk, terwyl dezelve in het afthma , over de geheele borst plaats heeft." Ten tweeden, in de Borst-Waterzucht is deeze drukking meer beftendig, terwyl dezelve in het afthma, llegts in den aanval van de Jpasmodike aandoeningen der fpieren plaats heeft. Tenderden, in de Borst Waterzucht, is deeze drukking altoos vergezeld,van een drooge hoest» ter- teeds in Ui. de of. int. Tom. VII. pag. 656. apud chakter, aangemerkt heeft. Ook hierop febynen de meeste Schryvers niet gelet te hebben, en echter hebben wy het in de meeste gevallen waargenomen, ook vinden wy by mor gag ne en monro daarvan melding gemaaitt. fji) L. 1. pag. 178. E 5  74 VERHANDELING over de terwyl in het afthma, wanneer de aanval hevig is, de Lyders niet hoesten kunnen, uit hoofde van de hevige famentrekking der fpieren. Ten vierden, deeze drukking en fpanning op de borst, vermindert in het afthma zeer fpoedig, na eene ruime gifte van het Opium, ofna datde Lyders zich aan de lucht bloot Rellen, terwyl in de Borst-Waterzucht, de frisfche lucht zeer weinig verligting aanbrengt, en het Opium de drukking vermeerdert. Dit is het geen ons herhaalde waarneemingen omtrent het onderfcheid van dit verfchynfel, in deeze twee verfchillende Borstziektens geleerd hebben, -— en het komt ons voor, dat wanneer men daarby let, op alle de overige onderfcheidene kenmerken, (waarover wy nog nader gelegenheid zullen hebben te fpreeken ,) — dat men alsdan het onderfcheid, tusfchen dit verfchynfel in het afthma en in de Borst-Waterzucht zeer gemakkelyk zal kunnen ontwaar worden. Minder gemakkelyk echter is dit onderfcheid waar te neemen, wanneer, gelyk dik wils gebeurd , deeze twee ziektens met elkander gepaard zyn. _ In dit geval moet een Geneesheer tot de geheele historie der ziekte en andere caracterifeerende kenmerken dezer twee ziektens zyne toevlucht neemen, en alsdan naar de byzondere omftandigheden zyne geneeswyze regelen. Dan daar dit ftuk minder tot ons tegenwoordig beflek behoord, zo kunnen wy ons ook daaromtrent niet verder inlaaten : — dit alleen moeten wy 'er nog by voegen, dat, naarmaate van de hoeveel. béid  BORS T-W ATERZÜCHT.' 75 héid van het opgehoopte vocht, en naarmaate van deszelfs verfchillende zitplaats, men ook ee. nig onderfcheid, zo wel ten opzicht van de hevigheid , als ook ten opzicht van de plaats deezer drukking befpeurd. e.) Eene verminderde waterhozing. In byna alle Lyders, welke aan eene Borst-Waterzucht beginnen te fukkelen , befpeurt men deze verminderde waterloozing. De Lyders wateren wel dikwils, doch telkens zeer weinig, ook is het water ongekookt en zeer helder; doch zomtyds met een weinig zetfel, dat naar ftof van gebakken fteen gelykt. —- Monro teld dit onder de voor. naamlte kentekenen eener Borst-Waterzucht 00» ook vind men by andere Schryvers daarvan gewag gemaakt (» Wy hebben, zo dikwils wy Lyders aan deeze ziekte behandeld hebben, dit verfchynfel waargenoonien; -— en het als een gevolg van die oórzaaken, welke tot deze ziekte famenwerken, befchouwd ; en het is juist om die reden, dat het ons altoos is voorgekoomen in twyfelachtige gevallen, zeer veel tot de onderfcheiding der ziekte toetebrengen, terwyl het in de verbinding met de overige kenteekenen, den Artz van de aanweezigheid der Borst-Waterzucht volkoomen kan verzeekeren. Zelf in die gevallen, waar Hechts eene dispofitie tot de Borst- Wa- 0) U c. pas. 178. (ƒ>) Zie klein, Interprts. Clinicus, pag. Ui. Lddwis, pag. 209. De habn, l.c.pag. 45- Boeeiiaave, c. §. 123°Vin SwiBTBN» in Commcnt. ttd %. ui».  76* VERHANDELING over de Waterzucht plaats heeft, dient men op de water, looztng te letten, - vermits eene zodaanige ver. minderde ontlasting van pis, als een voorteken eener aanftaaude Borst-Waterzucht kan en moet befchouwd worden. U Eene dr°o&t in de keel met dorst. ■ Men befpeurd niet alleen dat de Lyders over eene ge. duurige droogte in de keel, over eenen aanhoudende dorst klaagen, wanneer de ziekte reeds tot eenen verre gevorderden flaat is gekooinen; wanneer 'er reeds koortfen plaats hebben, die de vochten hoe langs hoe fcherper maaken. Zelfs in den beginne der ziekte, wanneer de Lyders geen de minfte koorts hadden, hebben wy dit verfchynfel geftadig waargenoomen, . en dan is het ons als een byzonder eigenaartig kenteken der Borst-Waterzucht voorgekoomen. , . Hierin worden wy bevestigd, wanneer wy de fchriften van monro (q), morgagne CO , boerhaave 0), van swieten (/j en anderen raadpleegen Alle deeze groote Waarnee. mers, brengen de dorst en de droogte in de keel, onder de kentekenen der Borst-Waterzucht. \ En wanneer wy daarby in overweeging neemen, dat de Lyders in die Borstziektens, welke met de Borst-Waterzucht de meeste overeenkomst hebben, CO l- c paq. 178. CO L- c. Waar wy vinden dat deeze droogte en dorst zomtyds zeer hevig was. CO !*• C. §. I2J0. COC~^§. ,230. Zie DE HAAN, /. C. HOFFMAN, l% e. Oif. yil. Luowic, i c.pag. ao8. Tissoï, /. e.  BORS T-W ATERZUCHT. 77 ben, niet eerder over dorst klaagen', dan wanneer 'er zich koortfen by voegen: dat is, wanneer de ziekte reeds verre gevorderd is, en uit andere kentekenen zich reeds genoegzaam doet onderkennen: Wanneer, zeggen wy,men dit daarby in aanmerking neemt, — dan zal men nog zo veel te meer redenen hebben, om uit de aanweezigheid van deeze droogte, op de aanwee- zigheid der Corst-Waterzucht te befluiten. Dan alle deeze algemeene aanmerkingen bewyzen noch minder, dan de byzondere waarneemingen van een onzer beroemdfte Geneesheeren, bepaald gefchikt, om ons in de onderfcheiding der BorstWaterzucht voor te lichten, — van den grooten morcagne: in alle deeze worden de droogheid en dorst, als caracterifeerende kentekenen der Borst-Waterzucht, welduidelykvermeld. Onze ondervinding bevestigd de waarneemingen van dien onvergelykelyken Geneesheer; en daardoor geleerd , befchouwen wy dit kenteken in zyne betrekking tot de verminderde waterloozing met eene beginnende hoest, in alle Lyders, die gefchiktheid tot Waterzucht hebben, en waar oórzaaken, tot die ziekte aanleiding gevende, zyn voorgegaan, als de zekerde kenmerken , van eene aanftaande of beginnende BorstWaterzucht. ■ CüLLEN etl LENTIN geeven dezelve, ook als zodanige op En geen Geneesheer, die deeze twee toevallen in zyn verband befchouwd, die de hoeveelheid vocht, welke de Lyders tot zich nemen en weder lozen , overweegt, die de 'benaauwdheid , wel-  78 VERHANDELING over de welke hun het ingezwolgen vocht veroorzaakt, waarneemt, die, eindelyk, de overige kentekenen van Borst-Waterzucht gewoon is te befchouwen, en die op de oórzaaken, de voorafgegaane levenswyze en het temperament des Lyaers acht Haat, zal zich dan in de onderfcheiding der - Borst-Waterzucht gemakkelyk vergisfen. g.) Eene traage , ongelyke pols. ■ Dit teken is van een groot aanbelang tot onderfcheiding dezer ziekte in den beginne. . fiit teken is, in verband met de dorst, en met de verminderde waterloozing, eene der zekerfte kentekenen der Borst-Waterzucht, zodra 'er eenig ongemak , hoe genaamd ook, in de ademhaaling, bykoomr. Dikwerf hebben wy, door dit kenteken aangefpoord tot nader onderzoek, den adder in het gras ontdekt, en eene beginnende Borst-Waterzucht ten duidelyklten onderfcheiden, die zich anders ligt niet dan in eene gevorderden graad zoude ontdekt hebben. • Noch korte dagen geleden, voor men dit cp het papier ftelde, hebben wy een Lyder gezond verlaaten, wien toevallen van Borst - Waterzucht en wel juist van eene beginnende Borst-Waterzucht, — den ondergang dreigden. Een flerke volbloedige Lyder met eene benaauwde ademhaaling, verminderde waterloozing dorst weeheid flaauwte omtrent de maag met draai- jingen eene langzaame pols, deeden ons vreezen, te meer daar de toevallen, na eene ruime aderlating en gegeevene dofes cremor tartari, aanhielden, verergerden. ■■ De pols was  BORS T-W A'TERZUCHT. 79 was min of meerongelyk, na de aderlaating: voorafgegaane oórzaaken, en levenswyze billykten onze vrees. - Wy gaven hem een mixtuur met fpir. comu cervi en aqua menthce en lieten hem dit lepelsgewyze gebruiken, en 'erRhyn- fe wyn op toe drinken, drooge fpys eeten, veel beweeging maken, —■ koud water drinken en paardryden. Eene daardoor vermeerderde waterloozing nam in korte dagen zyne geheele ziekte weg. En dit teken verdient zo veel te meer opmerking, als wy het zelve voornaamentlyk in den beginne der ziekte befchouwen, en met eene gevorderden ftaat vergelyfcer,5 — en daar uit ons befluit, tot onderfcheiding der Borst - Waterzucht van andere ziekten , opmaken. h.) Eene zekere fchotnmeling in de borst, by eene fchielyke en fterke beweeging van het iigchaam. Reeds hippocrates (v) heeft dit verfchynfel als een eigenaartig kenmerk der Borst-Waterzucht aangemerkt: monro (w) en andere groote mannen in onze kunst hebben het zelfde waargenoomen, fchoon zy in de wyze, op welke men deeze fchommeling ontwaar word, eenigzints verfchillen. — Hippocrates plaatfte den Lyder (y) Lib. de effect, int. Tom. VII. pag. 656. apud charter. O) L. c. pag. 178. Zie ook de haen, /. c. pag. 45. Hoffm. i. c. LUDWio» /. e. pag. 109. en onder anderen ook cullen, l. c. zegt: —— a"as allerzicherfle zeichen waar aus wir die Was. ferzucht der britst erkennen konnen, Ist eine beweging des wasfers iu der brast . wekke der Arzt bei der beweegurg des karpers ie. freurd.  8o VERHANDELING over db der op een (roei, en liet de fchouders Merk heen en weder beweegen. Monro zegt, dat men deeze fchommeling fterker waarneemt, wanneer de Lyder leggende, fchielyk opryst, of zittende, fchielyk gaat leggen Dit Jaatfte hebben wy meer dan eens waargenoomen, niet zozeer door het gehoor, (want dat is bedrieglyk, en kan door de ingewanden van den onderbuik veroorzaakt worden) als wel door het gevoel, wanneer men by eene zittendepgfitie des Lyders, de vlakke hand zydelings op het beneden fte gedeelte der borst plaatst, en de Lyder als dan fchielyk gaat leggen. In dit geval word men niet alleen eene vermindering van dikte in de Jydende zyde gewaar, maar men hoort ook duidelyk, wanneer men naauvvkeurig toeluistert, eene fchommeling van vocht. ■ Iets 't welk wy nimmer by het empyïma hebben kunnen ontdekken. «-— Zeker is het ondertusfehen , dat dit kenteken zich niet zeer duidelyk, dan in eene gevorderden graad der Borst-Waterzucht, opdoet. Waarom wy by dit, zo min als by het kenteken door a u e n b r u g g e r opgegeeven, om namenlyk de Borst-Waterzucht, door het geluid, dat men door het Haan op de borst, befpeurd, te onderkennen , langer zullen ftilftaan. i.) Het opzetten van den balzak en de enkels der ^voeten. Verre de meeste Schryvers die met opzet de Borst-Waterzucht hebben behandeld, hebben dit verfchynzel onder de voornaamfte kentekenen deezer ziekte geteld. En, in de daad, wanneer men gelegenheid heeft, zodanige  ijORSf-W ATERZUCH t. it Lyders dikwerf te zien, dan zalmen waarneemen, dat, eer men in andere deelen van het ligchaam eenige tekenen van Waterzucht befpeurt, — de balzak, en ook, tegens den avond, de enkels der voetert min of meer beginnen óptezetten. De vérklaaring van dit verfchynfel is min of meer moeielyki— Dan hierdoor kan geelizints de ondervinding van zo veele tyden tegengefprooken worden: en wy hebben meer voorbeelden varl verfchynfelen, waarvan men de eigenlyke reeden zeer bezwaarlyk kan aantoönen. Wanneer wy daarenbooven in aanmerking heemen, dat zwaare perfingen, niet zelden opzetting van de balzak té weeg brengen, — en wy ons dan te binnen brengen, dat by de Borst-Waterzucht, om meer dan eene reden het midden-rif en dé buiks - ingewanden naar beneden geperst worden, dan zal men zich minder over de vreemdheid van dit verfchynzel verwonderen. — Ondertus- fchen heeft ons herhaalde ondervinding hieromtrent het volgende geleerd: Vooreerst:— De opzetting van debalzak, is zeer onbeftendig , en vermeerdert of vermindert, naar maate van de fpanning op de borst, terwyl dé opzetting der enkels, meest al tegens den avond llerker, en des morgens minder is. Ten tweeden: — Men heeft waargenoomen, en wy zeiven hebben het herhaalde ryzen befpeurd, dat de opzetting der enkels, en der voeten, eenige verligting aan de Borst-Waterzucht toebrengt,terwyl de opzetting van dé balzak het fterkfte is, wanneer de fpanning en benaauwdheid op de F borsE  8a VERHANDELING ov* r de borst het hevigfte is; om deeze redenen is het dan ook, dat een Geneesheer dikwils op dit verfchynzel moet letten, wil hy anders van de aanweezigheid der Borst-Waterzucht zeker zyn. Ten derden: — Wy hebben dikwerf opgemerkt, dat 'er, wanneer de Balzak niet was opgezet, eene tegennatuurlyke verflapping en hangen van de Ballen plaats had. , En ook deeze tegennatuurlyke gefteldheid van den Balzak, by benaauwdheeden op de borst, is ons meer dan eens verdacht voorgekoomen, en heeft onzen aandacht, tot herhaalde onderzoekingen van den toeftaud des Balzaks, gaande gemaakt. . Nog onlanes hebben wy by een Lyder aan de Borst-Waterzucht waargenoomen, dat het fcroium des morgeus gewoonlyk opgezet, doch tegens den avond zeer verflapt was Zoude men het aan deeze onregelmaatige opzetting van den Balzak niet moeten toefchryven , waaróm zommige Schryvers dezelve zeer zelden hebben waargenoomen, ge^ lyk monro f» getuigt dezelve nooit waargenomen te hebben* ^ Het ontbreekt ondertusfchen niet aan getuigenisfen van zeer beroemde mannen , van eenen van swieten (y), de h a e n (z), O o s- terdyk O) en anderen, die deeze opzetting van den Balzak, (want omtrent de enkels, ftemmen allen eenpaarig toe;, als een characleriferend ken- te* f L. c. pag. 42. (j>) Cammtnt ad § 1330. (.*) L- «• pag. 42. f» Injlitutiones mei. praSt. Cap. X1K pag. 180,  BORST-WATERZUCHT. 83 teken hebben opgegeeven; en riverius rnerkt als iets byzonders, in deeze foort van Waterzucht aan, dat de Balzak opgezet word, voor men eenige tekenen van Waterzucht in den onderbuik waarneemt (b). k.) Het fchielyk wakker worden, naa eenen korten tyd gejlaapen te he~»ben, met een dreigend gevaar van te zullen fikken. De beroemde en er- Varende Geneesheeren, hebben dit verfchynzel niet alleen onder de kentekenen der Borst - Waterzucht gedeld, maar men vind zelfs zeer groote mannen , in onze kunst, die hetzelve voor het eenigde kenteken der Borst -Waterzucht houden. —;— Riverius drukt zich dus daaromtrent uit. " Hoe unicum addere liceat, tanquam Pathognomicum, & quo folo hy drops feeïoris h. caeteris difficultatis fphandi fpeciebus diftinguitur, quando nimirum fpirandi dijfcultas, primo quoque fomni tempore invadit, eumqvte intercipit, ac per noctem magis urget, procedent 'e 'vero dietfenfim lentescit (»• Wy zouden te veel zeggen, indien wy dit toeval, alsheteenigde en voldoende kenteken der Borst - Waterzucht wilden opgeeven. —— Maar het is zeeker dat meri *(&) ld vero n'otatu dignisfunum est , quod fcrotum in hoe liyiropis genere, attollatur in tumorem , antequam vel venter, vel pedes intumss «int. — Neque enim femel, fed iteratis yicilus, deprehendimus, qitod, tumido jam fcroto pedes tsdematojo iumore conipiantur. Histor. mori Vraiislav. 1699. /?oo. ds hydrope pectoris, Cap. 1. fct. 8. ook vind men by h of f man de hydrope Oif. 7' een gevirt, waajiri dé Balzak, en n;et de Buik opzwol. CO Prax. mei. W>. VIV Cop- V. F &  «4 VERHANDELING over de men in alle foorten van Borst-Waterzucht die verfchynfel waarneemt: hoewel met dat onderfcheid, dat naar maate van de byzondere gefteldheid des Lyders, naar maate van den gevorderden graad der ziekte zelve, hier omtrent een groot verfchil plaats heeft: — wanneer dierhalven by eene belette ademhaaling, hoest, verminderde water-loozing en andere reeds opgenoemde toevallen, ook nog dit verfchvnfel waargenoomen word, dan behoeft men aan de aanweezigheidvan de Borst-Waterzucht, niet meer te twyfelen. - Wen ich% zegt een der grootfte Geneesheeren van onzen tyd, die/es zufallbei einer Engbrustigkeit entdekke, die nur mit den geringjien zufall einer Wasjerzucht verhnupft ist, zotrageich memals ein bedenken, darausdenfchluszzu machen , das hier Was f er in der Brust - höhle zugegen fey; es ist auch diefes mein urtheil in allen folchen fdl. leny durch die nacbmals kinzuk ommen den zufallen fattfam beftatigt warden (d) m Deeze zelfde waarheid vinden wy door het getuigenis van eenen 'BAGLIVIUS (O, DE HAEN (ƒ; , LuD. WIG OÖZie cutLENj Anfangs. Grande der praHifehen Arznci-Wi*fchafs. 4 theil. pag. 155. CO Prax. mtd. Llb. II. pag. 198. alwaar de Schryver zich aldu* uitdrukt. Signa hydropls Pectoris, valde oijèura funt & dubia. •» . Si tarnen «ger dyfata afficitur, hora fomni potifmum merayefce*,c, ita, ut post paucas horas fomno impenjas, derepente expergefac tas, fufocari fe fentiens , fe„estras aperiat & liberum aerem exoptet, prv certo t? infallibili figno habeas, agrum hydrope pec. toris laborare, nam & pedes intumefcent, aliague pgna minus tonftantia aderunt. CO L. c, pag. 45.  BORST-WATERZUCHT. 85 wig (g), oosterdyk (h), en andere groote waarneemers bevestigd. Men vind , wel is waar, Schryvers, die dit toeval ook in het Empyerna. *u Asthma meenen waargenoomen te hebben, doch een naader inzien heeft ons overtuigd, dat dit niet eer in de genoemde ziektens waargenoomen word, dan, wanneer 'er zich reeds Borst-Waterzucht meede gepaard heeft;—-tenminftenwydurven ftellig verzekeren, dat wy zulks nimmer heb■ben waargenoomen, dan wanneer'er Borst-Waterzucht plaats had;-en dit zelfde getuigt ook onder anderen cu llen d), wanneer hy zegt, dit toeval, nimmer by het Empyema, noch by eenig ander ongemak in de borst - holtens, waargenoomen te hebben. —■ Voorts kan men morgagne over dit toeval, met zeer veel nut naflaan, daar die het in zyne 36fte brief van naby onderzocht heeft. 1.) Eindelyk vind men by alle Lyders, welke eene Borst-Waterzucht hebben , eene verminderde gevoeligheid der zenuwen, in verfcheide deelen van het ligchaam (*). Een verfchynfel, 't welk men reeds min of meer, in het allereerfte begin der (gV L. c. pag. 29. (A) L. c. pag. 189. CO t. c. fjO Zie couen, /. c. pag. 56. dbhaen,/. c. pag. 47. Zoude men uit deeze verminderde gevoeligheid der zenuwen, (.Rupor) niet min of meer de redenen kunnen opmaaken, waarom het opium •in deeze ziekte de hoest niet vermindert? wy vinden by voorbeeld, dat het opium in foortgelyke gevallen, de gevoeligheid der zenuwen vermindert, en in plaats van flaap te verwekken, deeze meer of min belet, Cwanneer naamentlyk de gifte r iet te ilerk is.) Een vriend van gisfingen z»ude hier veel (toffe kunnen vinden. F 3  86 VERMANDELING over de der Borst-Waterzucht waarneemt, en het welk Uit "dien hoofde voornaamenlyk altoos onzen aandacht heeft tot zich getrokken, om dat het ons met alleen behendig als iets characïerifiieks, in deeze ziekte is voorgekoomen, maar.ook, omdat, men daaruit zeer veele andere verfchynzelen by. deeze ziekte kan verklaaren Zo maaken, by voorbeeld, de Schryvers gewag, van eene verdoe ving m de armen, welke in 't vervolg van tyd beginnen op te zwellen, - hier kan dus onmoogelyk de gevoelloosheid der armen een gevolg van de ademateufe zwelling zyn; _ zo befpeurd men reeds in den beginne deezer ziekte, dat de. Lyders klaagen over een tinteling in de toppen. der vingeren: . over eene Vermindering in de fynheid van 't gehoor en de reuk; — en nog onlangs hebben wy eene Lyderes aan deeze ziekte gezien, die in den eerften aanvang, by eene benaauwdheid, na te rug gedreeven podagra en daar uit gevolgde Borst-Waterzucht, eensklaps over eenen verlooren reuk en verdooving van den rechter arm klaagde. Wie heeft niet meer dan eens metonsopgemerkt, dat Lyders, aan de Borst-Waterzucht, eene zeer groote geneigdheid tot ilaapen heb! ben— En eindelyk, ziet men niet, dat de meeste, ja byna alle Lyders aan deeze zieke onderhe. vig, aan eene beroerte fterven? - moet men niet alle deeze en foortgelyke verfchynzelen by de Borst-Waterzucht, uit eene verminderde gevoeligheid en werkzaamheid der zenuwen verklaaren? — En moet men dierhalven ook niet, by het ont- dek.  BORS T-W ATERZUCHT. 87 dekken en onderkennen deezer ziekte, op dit eigenaartige verfchynfel letten ? —- Vraagt men ons, van waar dit verfehynfel ? Het ant¬ woord is gereed. Vooreerst: — By de meeste menfchen., welke tot de Waterzucht en dus ook tot de Borst-Waterzucht geneigd zyn, neemt men reeds min of meer eene zodanige verminderde werkeloosheid der zenuwen waar, (waarom wy deeze ook onder de afgeleegen oórzaaken gefteld hebben), of ten minften, zy hellen over, tot eene zodanige werkeloosheid der zenuwen. Ten tweeden: — De Borst-Waterzucht, zeifin den beginne, verhindert, om meer, dan eene re» den, de circulatie van het bloed door de Ion- gell: hierdoor eene belette terugvoering des bloeds van het hoofd: • hier van ophooping van bloed in 't hoofd: hier van drukkingen op de zenuwen: en hier van eene verminderde werkzaamheid in die deelen, welke onrniddelyk met deeze zenuwen in verband ftaan: ■ en zoude men hieruit ook niet moogen afleiden de duizeligheid en zwakte in het hoofd, waarover deeze Lyders zo zeer klaagen ? — om niet eens te fpreeken, van de Waterzucht in de hersfenen, welke zo dikwils het gevolg van deeze ziekie is: en die zeer natuurlyk uit de op¬ hooping van het bloed in het hoofd, en uit de zwakte der deelen, kan verklaard worden. — En dit mag genoeg zyn, ten aanzien van de byzondere en eigenaartige kentekenen, van de Borst' y/atetzudït» F 4 S 3-  SS VERHANDELING over db f 3- _ Wy willen zeer gaarne toeftemmen, dat, ten aanzien van de opgegeevene kentekenen der Borst-Waterzucht, afwykingen plaats hebben: datnaar maate van den meer gevorderden ftaat der ziekte, dezelve dmde yker en kenbaarer worden, ! datzommige derzelven wel eens in eenen byna onmerkbaare graad kunnen aanwezigzyn: - dat men uit de vermeende afwe2.ghe,d van het een of ander deezertekenen, «ietopde aanwezigheidder ziekte kan, nog mag gevolg trekken — en eindelyk, dat 'er misfchien niet nog meerder tekenen zyn, waardoor men op de aanwezigheid deezer ziekte kan befluiten Dit alles te willen ftaande hou- den, verbied ons de voorzichtigheid, en de onzeVerheid, welke 'er nog in, dit ftuk der Geneeskunde heerscht. Dit alleen maar meenen wy met overtuiging te mo$en vastftellen, - dat, daar men in de meeftejeval^ de opgegeevene kentekenen by de Borst-Waterzucht waarneemt : —- daar het de plicht van een verftan. schoe- ler Qf) en wichelhausen (g-) te danken: — deeze hebben ons niet alleen de verfchynzelen deezer ziekte naauwkeurig befchreeven, maar ook de waare kenmerken opgegeeven, waardoor men dezelve van andere Borstziektens kan onderkennen. — En fchoon wy by alle deeze fchryvers geen melding gemaakt vinden, van de beginnendeEprst-Waterzucht, die doch, onzcs bedunkens, meede verdiende in aanmerking te ko0men, zo zyn doch de kentekenen, welke zy van deeze phtbifis pituitofa , als eigenaartig hebben opgegeeven, genoegzaam, om de zelve van eene beginnende Borst-Waterzucht te onderkennen. Deeze kentekenen zyn de drie volgende: i) het ge. Jladig opgeeven van etterachtige flym, 2) eene febris hectica,- 3) eene fterke vermagering van het ligchaam (hy- Vergelyken wy nu deeze kentekenen, met die, welke wy te vooren van de Borst-Waterzucht hebben opgegeeven, dan zal men een allerduidelykst onderfcheid waarneemen. De hoest in de Borst-Waterzucht, is meest droog, en nimmer met opgeeven van etterachtig flym gepaard, f\r) Memorabilia circa afrem &c. Götting 1779- (_a) Phaltz bairifche beitröje. 1782. 2 hest. pag. 97. (i) Mediana clinka 1781. pag. 287. Cc) MorRAY, Med. Biblioth. B lil. SI. II.pag. 319- CO Disf. de catarrho PhtMfin mentiente. Götting 1758. CO Disf. de Pulmonides fymptomatohgia £? aeliologia götting 1779. Cf) Disf. ftstens obfervat. fuper. morb. furinammf. cötting 17Z1. Cg) De Phtbifi pituitofa. Götting 1783. CO Zie W1CHELHAU3EN, I. C,  * VERHANDELING over de paard. — . De fehrh hectka w d Borst- J ZT s-nSS wel gedaan * ^ Zle" '£r Z0DJtyds «er trekking ^ d'eT„„ f ^' m« >>=• zo min moejeJvk k hPt . ^ijcüoen, — Paard -aat L ,t VC' ma^erinS van het Jigchaam ge. « ^ Zlclldoorandcreopgenoemdekentekenen doet  BORSTWATERZUCHT. 93 doet onderkennen. En laaten wy hier nog by- voegen, dat Atphthifis pituitofa, byna altoos het gevolg van een catarrhus pulmonum is, — en dus zich ook daardoor reeds genoegzaam kenteekend. §• 3* Reeds in het voorgaande hebben wy aangemerkt, dat 'er by het Afthma, verfchynfelen gevonden worden , welke met de Borst - Waterzucht overeenkomst ichynen te hebben.. Dan, wy hebben ook tevens getoond en zo wy meenen op goede gronden, dat juist deeze verfchynzelen, wanneer men ze wat meer van naby befchouwt, aanmerkelyk verfchillen, en dys dat een Geneesheer, — wanneer hynaauwkeuriglet, op de verfchynfelen der Borst-Waterzucht, en op deszelfs eigenaartige kenmerken, zo als wy dezelve te vooren hebben opgegeeven, - reeds daar door in ftaat is , de Bom-Waterzucht, van het asthma te onderfcheiden.— Dan dit onderfcheid valt nog duidelyker in het oog, wanneer men zyne aandacht vestigt, op de byzondere verfchynfelen, die by het asthma zelve, worden waargenoomen, en welke als wezenlyke kenmerken van het asthma kunnen en moeten befchouwd worden («). rn Omtrent de verfchiliende verdeelingen van het 'asthma, veel „inder over deszelfs verfchillende benaamingen, zullen wy ons h.cr „iet bekommeren , het fpreekt van zelve, dat het asthma, t welk me de hydrops petto* overeenkomst heeft, een asthma >*°Pf "™* ) Joet , waarvan namentlyk deporzaak in eene of andere ongefteldhe.d der borst geleegen is, het zy nu, dat ü\l asthma ficcum of humtdum^ _ Ïinmers het het asthma penoduum, zat n.et l.gt iemand, met de hydrops pM verwarten, wmi» «n deezen  94 VERHANDELING over be fleChtS^^ v00rnaamftederzeIven Vooreerst komt het asthma by toevallen, die eenigen tyd aanhouden, doch waarna de Lyders zich Veel LvT T ^"^ndedenaanval, hoesten de Lyders, doch de hoest is zeer Gooiende, en zomtvds uurende, zomtyds met het veHaaten'van denT Lmemlvk°eegrVe; ™ ™^t liamentlyk een asthma humidum , of ficcum is: Cehed anders is het by de Borst-Waterzucht, hier » in den beginne de fpanning op de borst veel min' dn/hT T6" Wd is Waar> 00k verheffingen, doch door gansch andere oórzaaken, en ook buiten deeze verheffingen hoesten de Lyders lïerk en droog! en klaagen over eene drukking op de borst. Ten tweeden, by het asthma worden deVpieren van den onderbuik, even als die van de borst, krampach, üg faamengetrokken, — en ook dit vind men niet by de borst-Waterzucht, integendeel de onderbuik Word daarin meer uitgezet. Ten derden, in deeze ziekte is het water geduurende den aanval, evenalsin alle andere krampachtige ziektens zeer helder, en ongekookt, als klaar regenwater dan na den aanval word het zeer hoog van kleur en met een fterk zetfel. Jn de hydrothorax t daar! entegen, word de urin genadig in kleine hoeveelheden af. de borst volkoomen zuiver is. — Ondertussen is hetzeker, dot ook bet asthma mmllicm , haare aanvallen hee t, die door gelegd lyke ooraken, by voorbeeld door eene drukkende lucht door ee e kwaade fpysverteering, enz. vermeerdert worden, en welke aanval.ea altoos met kramptrekkingen gepaard gaan.  BORST-WATERZUCHT. 95 afgefcheiden, en zy is in den beginne der ziekte reeds hoog gekleurd. Ten vierden, by het asthma, kunnen de Lyders we* gens de flerke conflrictie der fpieren niet fpreeken, daarby hoort men, zo wel by de in- als uitademing, een piepend geluid: ■ terwyl in eene beginnende Borst-Waterzucht de benaauwdheid minder zyn de, de Lyders gemakkelyker fpreeken, en men ook geeri zodanig piepend geluid gewaar word: — eindelyk Ten vyfden, befpeuren de Lyders in den aanval van het asthma, gelyk wy dit reeds hebben aangemerkt, groote verligting, zodra zy zich aan eene zuivere dampkring blood (tellen, iets, 't welk men noch by het Émpyèma, noch by de beginnende Borst-Waterzucht waar neemt. Wy zouden noch meer eigenaartige kentekenen van het asthma kunnen bybrengen, waardoor het zelve zich van alle andere Borst-Ziektens en dus ook van de Borst-Waterzucht onderfcheid, - dan wy oordeelen deeze genoegzaam, en het komt ons voor, dat hetlangs dien weg niet zeer moeielyk is, deeze ziektens van elkander te onderfcheiden. Men behoeft alleen maar in 't oog te houden, vooreerst, dat de beginnende Borst-Waterzucht wezenlyke kenmerken heeft, die by het asthma niet gevonden worden , namenlyk eene verminderde waterloozing, en eene drooge hoest, met dorst, - terwyl ookhet<7^/«* weederom met toevallen vergezeld gaat, die als wezentlyke kenmerken van het asthma, by de beginnende Borst-Waterzucht niet gevonden worden, gelyk dit uit het voorgaande blykt,- — voegen wy hier noch by, dat het asthma langen tyd indien zelfden toeftand kan blyven, terwyl de beginnende Borst-Waterzucht, van  VERHANDELING over de van tyd tot tyd toeneemt, dan zal men genoegzaam in ftaat: zyn, beide deeze ziektens van elkander te onderlcheiden. $4- W*w * °nderfcheïd^ van eene beginnende Borst. Waterzucht, van het Empyïma , hebben byna alle Schryvers zeer veel zwaarigheid gevonden: =. Byna allen betuigen zy eenpaarig, dat de kentekenen deezer twee ziektens, zo veel overeenkomst met elKander hebben, dat men vooral in den beginne dezelve niet, dan door de voorafgaande oórzaaken kan onderkennen _ Men kan ook indedaad niet ontkennen, dat 'er eene meer dan gewoone oplettenheid vereischt word, om eene beginnende Borst - Waterzucht van het Empféma te onderfcheiden: echter fchynt het ons toe, dat, wanneer men de verfchynfelen van beiden met eikanderen vergelykt, men een zodanig onderfcheid befpeurd, welk gevoegd by de verfcheidenheid der voorafgaande oórzaaken, toereikende is, voor een oplettend Geneesheer, om deeze ziektens genoegzaam van elkander te onderkennen. Uit het geen wy, by de eigenaartige kentekenen van de Borst-Waterzucht te vooren hebben aangemerkt,blykt reeds, dat, fchoon de meesten derzelven ook by het Empféma Worden waargenoomen, echter het verfchil doch zodanig zichtbaar is, dat iemand die de kunst van wel waar te neemen bezit, (en deeze word BoERHAave, § W», VAN «wietkn, c.mmm in% i2l9i  E O R S T-W ATERZUCHT. gf word in alle gevallen vereisent), het zelve niet zal ontflippen. Letten wy aan den anderen kant, op de eigenaartige Kentekenen van het empyïma , wy zullen ook hier wederom een merkbaar verfchil, tusfchen het empyïma en de Borst - Waterzucht waarneemen. Onder deeze eigenaartige kentekenen van het empyïma , ——* waardoor het zich van de Borst-Waterzucht onderfcheid , behooren dan; Vooreerst, de febris hectica. Van welke oórzaaken ook het empyëma mooge voortgekoomen zyn het zy in de borst zelve, het zy dat de etterftoffe uit andere deelen van het ligchaam, naar de borst is toegevoerd, men zal by het zelve altoos eene zodanige febris hectica waarneemen, —- zelf in het eerfte begin. Dit is iets, hetwelk niet alleen alle Schryvers eenpaarig toeftemmen, maar waarvan men ook zeer gemakkelyk de reeden, —— zo wel indevergade* ring der etterftoffe, —— als in de voorafgaande oórzaaken , kan vinden. Men vind, wel is waar, ook niet zelden eene zodanige koorts by de Borst - Waterzucht, doch deeze heeft alleen maar plaats, —- wanneer de ziekte reeds zo verre gevorderd is, dat zy zich genoegzaam als zodanig doet onderkennen. Wanneer men dierhal- ven op deeze koorts, die gewoonlyk zich tegens den avond verheft, naauwkeurig let, — zo zal men daardoor, veel lichts verkrygen, in het beoordeelen , of 'er in de holligheden van de borst, werklyk water- of etterftof aanwezig is» Ten tweeden, de vermagering i — deeze is gedeelte* lyk een gevolg van de febris hectica, — gedeeltelyk vasï G dg  9» VERHANDELING over db de opflorping van de etter in het bloed. Onfr dee2e vermagering, kan een gevolg van uitgeftort water m de borstholte zyn, — doch niet, dan, gelyk reeds zo even is aangemerkt, wanneer de Borst-Waterzucht tot eenen gevorderden ftaat is gekomen. Zodra rnen dterhalven in den beginne eener borstziekte, eene zodamge vermagering befpeurd, kan men zeker «yn.dat er geen Borst-Waterzucht piaats heeft,-ten waare zy een gevolg of fymptome eener ziekte ' a aan welke deeze vermagering eigen is. _ Dan dit' « het geval niet, waarvan wy thans fpreeken. Ten derden, eene de overhandneemende zwakte - die -kerly by het empféma, een gevolg van de koorts van defweennge, en van de opflorping der etter l ' en die by eene beginnende Borst-Waterzucht óm meer dan eene reden, geen plaats heeft, — Men kan djerhalven ook deeze zwakte, als een onderfchei dend kenmerk deezer twee ziektens befchouwen Ten v,erden, eene zuurachtige lucht, by de Avee tmge,_deeze lucht fchynt eigen rezyn byalleopfl ." pingen van etter in het bloed, en het is'ui^ien ho^f de, dat men dezelve niet alleen by het empytma\ n°°de borst, maar ook in andere deelen van het ligchaam waarneemt Het kan dierhalven in bofstz ek *ns van veel dienst zyn, om te onderkennen, of 'er werkelyk etter of water in de borstholtens aanwee! Ten vyfden vind men by het empféma, even a!s by trZZ' Lyd£rS 2°mWyIen h°°^ roode ^ gen hebben , vooral wanneer zy koortzig zyn "f wanneer zy eenige beweeging maaken; — dit'ver fchynfel 1S zo eigen by deeze ziekte, dat men zelf uit  BORSTWATERZUCHT*. 99 Uit de roode kleur der wangen , - wanneer naamentlyk de eene of andere wang rood is, — de zitplaats der étterftoffe, in de eene of andere zyde der borstholte heeft Willen bepaalen. Wat hiervan zy, züllert Wy thans niet onderzoeken: — genoeg, dat by het empféma dit verfchynfel plaats heeft, en dus dienert kan, omt-meede als een onderfcheidend kenmerk, tusfchen de Borst-Waterzucht en hetempyëma befchouwd te worden. Ten zesden, ontdekt men een aanmerkelyk verfchil, in de pols van den Lyder, die aan eene beginnendé Borst- Waterzucht, of van die , aau het empféma, vo^ mica, phthifispituitofa of asthma fukkelen. Iri deeze laastgenoemdé ziektens, vind men altyd, eene in- getrokkene , radde, kleine pols: daar men in dë Borst-Waterzucht, eene aanmerkelyke vertraaging des' bloeds omloops, uit de pols zelve, ontdekken kan. De natuurlyke warmte, is in de laastgenoemdé ziek. te tot een zeer groote graad opgeklommen, zo dat men by alle deeze Lyders, en vooral by die aan het, empféma of vornica fukkelen, eene onaangenaame het- te op het minfte aanraaken zelve ontdekt: daar zich in de Borst-Waterzucht, eene aanmerkelyke vermindering der natuurlyke warmte, ten duidelykfte kentekent. En waarlyk het zyn deeze qualitates fen- fibiles alienatae,-^ zo als men in de fchoolenfpreekt, die ons dikwerf, in het onderkennen van deeze ziekte * ''als het waare) de oogen hebben geopend. Ten zevenden, eene byzondere en eigenaartige 1 ucht, by de uitademing, *— die veel overeenkomst heeft, . met de lucht van versch vleesch; —** deeze.lucht fehynt eigenaartig te zyn, aan alle foorten van etter, irt Ga fh  ioo VERHANDELING over de <ïe borst; en is minder hinderlyk voor den Lydef Wy hebben herhaalde reizen op dit verfchynfel gelet, en wy hebben het altoos waargenoomen , — hoewel «nde.fche.den naar maate van de byzondere omn! • d,f edene» d<* graad der ziekte Dan nimmer hebben wy het zelve by de Borst-Waterzucht ont. dekt; . en het heeft ons indedaad, meer dan eens verwondert, datdeS^ ding deezer twee ziektens, zo moeielyk hebben geoordeeld ons niet opmerkzaamer op dit verfchynfel gemaakt hebben, wy vinden het nergens opgetekend, als een ke.merk , ter onderfcheiding der BorstWaterzucht, van het empyèma. Ten achtflen, de zweetinge Wy hebben reeds ,n het voorby gaan gewag gemaakt, van deeze zweetinge, als een gevolg van de febris becsiea, en als eene oorzaak, van de toeneemende zwakte en vermagering des Lyders Thans befchouwen wy dit zweeten , als een kenteken, dat dienen kan , — deeze etterltofFe in de borst, van Waterzucht te onderkennen: — reeds by de geringde hoeveelheid etter- ltoffe, in eemg gedeelte van het ligchaam, dan voornaamenlyk in de borst, - befpeurd men, eene ge*e.gdhe,d, tot eene vermeerderde uitwaasfeming, met W w*' W3nne e" V0Chdge huid' ~ terwyl by de Bor t Water , tj geJyk reeds y y e eene famentrekking der huid, eene droogte, of kou tft ;id2einfrnfe verminderde ukwaasL;"«pE» heeft, - p zelf heeftmen zeer veel^oeite, het ligchaam ot de uitwaasfeming, die anderfints van zo veel nut an deeze «kte is,te.^TO Daar ™ al-  BORST-WATERZUCHT. 101 alles door de onloogenbaare ondervinding bevestigd word, — wie zal een oogenblik kunnen twyfielen, dat ook deeze zweetinge,by het empyëma, als een onderkennend verfchynfel deezer twee ziektens, kan en jnoet befchouwd worden. Eindelyk Jen negenden, moet men ook nogacht geeven, op de voorafgaande oórzaaken van het .empféma en de Borst - Waterzucht, en men zal ook hier wederom, een merkbaar onderfcheid waarneemen. Het empféma, ontflaat byna altoos, uit eene voorafgaande ontfteeking, het zy in de Borst of-eenig ander gedeelte des ligchaams: — in welk laatfte geval, de etterftoffe naar de borst toegevoerd word. De Borst-Waterzucht, daatentegen, ontflaat, gelyk wy gezien hebben, uit andere en tegenoverge- ftelde oórzaaken. Geen wonder, dierhalven, dat de beroemde Geneesheeren, van alle tyden, op dit onderfcheid, in de kennis deezer ziektens, hunne aandacht hebben gevestigd, ja, byna geheel uit dit onderfcheid, de aanweezigheid van etterftoffe of water in de borstholtens, hebben bepaald. Wy zouden hiervan, uit de fchriften van hippocrates (/), hofïman (.»?), willisius (» ), schenkius (0), boerhaave (/>) , van svvieten (f), de gorter (V), dehaen (S) en fj) Sect. IV. epknrism. 41. charter, Tom. IX- p. i74« O) Syjtem. Med. Rational. Tom. IV. Part. I. p. 445. * *• Tom. j cap. 14- de Hydrope. (n) L. c. Sect. l. Cap. XJU00 L. c. (?) L. c. §. 1219. (j) Commenl. ad. §. 1219. Cr) Comp. Med. PraSt. 35. G 3  los VERHANDELING over db en anderen, verfcheide bewyzen kunnen bybrengen - Zïï,Jïïzulks overbekend is-20 ZU,len wv & & les met ftilzwygen voorby gaan,- en alleen nog maar aanmerken, dat 'er fchryvers zyn, als de haen en anderen, welke beweeren, dat'er etterftoffe in onsbloed, zonder eene voorafgaande ontfteeking, kan gebooren worden. ■ Men zoude dierhalven dit, als een te- genwerping, kunnen bybrengen, en daar uiteen gevolg trekken, - dat in zodaanig een geval, de vooraf, gaande ontfteeking, niet als een onderfcheidend ken. teeken,van het empféma konde befchouwdworden. Zonder ons thans met het onderzoek in te laaten, of er eene zodaanige ettermaaking, zonder voorafgaande ontfteeking,in ons ligchaam kan plaats hebben, - en of niet zodaanige etterftoffe, (indien men eens, voor een oogenblik, de waarneemingen wilde toeftemmen waaraan echter nog getwyffeld word) uit eene infiammatto occulta, is voortgebragt, - gelyk wy daarvan by stoll (O enwiENHoLD O), voorbeelden vinden; zonder, zeggen wy, ons thans met dit alles intelaaten, zullen wy alleen maar aanmerken, dat de befchryving welke ons de voorftanders van dit gevoelen, - zo van de voorwerpen waarin, en de oórzaaken waardoor de ettermaaking, zonder voorafgaande ontfteeking, voortkomt, geeven ^-alsmede de verfchynfelen, welke mendaarbywaarneemt zo onderkennende zyn, dat men reeds daaruit, zeer gemakkelyk, de aanweezigheid van etterftoffe'in de borst, indien deeze daarvan een gevolg was, zoude kun- (0 Part. /. Rat. MeJ. pag. n». (v) In DU feu. is iuf. eciullis.  BORST-WATERZUCHT. 103 kunnen onderkennen, en van de Borst-Waterzucht onderfcheiden. En dit zy genoeg, nopens de eigenaartige kenmerken van het empféma, voor zo verre dezelve dienen kunnen, om dit ongemak, van eene beginnende BorstWaterzucht, te onderfcheiden. Wy herhaalen het nog eens, - dat de onderfcheiding deezer twee Borstziektens, niet zo gemakkelyk is, — als veelen misfchien zouden denken. Dan wy meenen recht te hebben om te zeggen, — dat,wanneer men in een gegeeven geval, den oorfprong der ziekte behoorlyk nagaat , — wanneer men de eigenaartige kenmerken van beide ziekten, tegen en onder elkander vergelykt: men ook genoegzaam in (laat zal kunnen zyn, te beoordeelen , of'er eene begin, nende Borst-Waterzucht, dan of 'er een empyïma plaats hebbe. S 5- Men vindookby de vomica, werkelyk verfchynfelen , welke met eene beginnende Borst-Waterzucht, eenige overeenkomst hebben. Deeze zyn de drooge boesty — benaauwde ademhaaling, — en dorst. Dan 'men vind by de vomica , wederom andere verfchyn felen , die by eene beginnende Borst-Waterzucht geen plaats'hebben. Onder deeze behooren de fe¬ bris heclica , eene ftompe pyn aan het beneedenfte gedeelte der borst, in de eene of andere zyde, - eene roode kleur der wangen , een kleine radde pols, — vermagering van het ligchaam , - zuure zweetingen, vooral in den morgenftond, enz. Alle deeze G 4 ver"  m VERHANDELING over b8 verfchynfelen, welkers aantal wv nos Sawa* i. dat er geene pJaats heef r zvn> dee*e komt by a.nvalta ƒ„>«* zucht, zal verwarren: - *. Z °ISt W*ter' welkers oorzaak-, even als de "Z£* Z*™"' zynen oorfrronk heeft « ™e,nde» « de maag der den aleemeenen „Jj Y fchrvvers on- rfto. heST ^«**»»WrA^ ^. Watert t t e'0 :r ~-«. - de -Jeooen, - en verdient dus, dat wy  BORS T-W ATERZUCHT. ïoj wy met één enkel woord daarvan gewag maaken. — Deeze fchynbaare overeenkomst, is geleegen, in eene droogen hoest, met dorst en neiging tot braaken. Wanneer wy ondertusfchen nagaan, dat deeze hoest altoos, of kort voor, of naar den eeten, vermeerdert, of ook, wanneer de Lyders koud drinken: dat de neigingen tot braaken, altoos met pynen in de maag vergezelt gaan, en de Lyders daarby, of zeer grooten eetlust, of een volftrekten afkeer, van het eeten hebben: dat in de meeste gevallen, eene kleine gifte van Opium deezen hoest verminderd , - dat de pols in deeze ziekte altyd rad en fchielyk is, - dat 'er meestal koortsbeweeging na den eeten is, - dan zien wy terftond, dat deeze overeenkomst der verfchynfelen, «echts fchynbaar is: voegen wy daar nu nog by,de verlchillende toeftand derLyderen, - de verfchillende voorafgaande oórzaaken, en herinneren wy ons dan, de overige kentekenen, der beginnende BorstWaterzucht , by voorbeeld, de benaauwde ademhaaling by de minlte beweeging, ■ de pynlyke drukking op de borst, — de verminderde waterloozing, enz. welke alle by de maaghoest, geen plaats hebben : -r- dan valt het gemakkelyk, deeze twee ongemakken yan elkander te onderfcheiden, • §7. Het geen wy tot hiertoe, aangaande de eigenaartige kentekenen der Borst-Waterzucht, en derzelver onderfcheiding, van andere Borstziektens, bygebracht hebben: — oordeelen wy genoegzaam, ter beantwoording , van dit gedeelte der voorgeltelde vraag. Wy G 5 heb-  ie<5 VERHANDELING over de hebben niet alken de tekenen der Borst-Waterzucht WHgetoom!, maar wy hebben ook te gelyk , de middeïeq aan de hand gegeeven, waardoor men deeze ziekte m den beginne, van andere daarmede overeenkomst hebbende Borstziektens, behoorlyk kan onderfchei- den _ Het zy ons thans geoorloofd, uit het geen wy daaromtrent gezegd hebben, nog eenige algemeene gevolgen te moogen afleiden. i*y De meeste Schryvers, welke opzettelyk over de Borst-Waterzucht gefchreeven hebben, fchynen minder zwaarigheid gemaakt te hebben, deeze ziekte, van het afthma en van At phthifispituitofa, als wel van het empféma, re onderfcheiden. En fchoon wy dit, voor een gedeelte gaarne willen toeftemmen, zo blykt nogthans uit het voor. gaande, _ dat de toevallen by het afthma en de phthifts pituitofa, niet minder groote overeenkomst met de Borst-Waterzucht hebben, — en dus dat men i„ de diagnofis der Borst-Waterzucht\ wel degelyk, op de verfchynfelen deezer twee *e. «oemde ziektens moet letten, en het onderfcheid daaromtrent in het oog houden. ?.) In de opgaave der eigenaartige kentekenen, der Borst* Waterzucht, vinden wy by de Schryvers, geene genoegzaame naauwkeurigheid. Zom mige hebben zodaanige algemeene toevallen opgegeeven, welke byna op alle Borstziektens kunnen toegepast worden: — andere wederom heb. ben, wel is waar, verfcheide meer bepaalde ken. tekenen bygebracht: — doch zy hebben dezelve met met andere gelykfchynende toevallen van andere Borstziektens vergeleeken , en het onderfcheid,  BORST-WATERZUCHT. |oy fcheid, 't welk by een naauwkeurig onderzoek plaatsheeft, kennelyk gemaakt, —- terwyl nog anderen, alle kentekenen, der beginnende BorstWaterzucht, ais zeer tvvyfelachtig gefteld,en ons in de diagnofis deezer ziekte, alleen tot de voorafgaande oórzaaken hebben gewêezen. 3. ) Üit de onderlinge vergelykinge, der gedaane waarneemingen, door zeer beroemde Schryvers te boek gefteld, en uit het geen wy door eigen ondervinding, in deeze ziekte hebben opgemerkt; — blykt nogthans, dat 'er verfchynfelen zyn, welke byna beftendig in deeze ziekte befpeurd worden, — en welke verfchynfelen , wel ingezien , duidelyke merktekenen draagen, waardoor ze zich van andere verfchynfelen, in andere Borstziektens doen onderkennen; en uit dien hoofde, met recht den naam , van eigenaartige kenmerken verdienen. 4. ) Men denke ondertusfchen niet, dat de door ons te vooren opgenoemde eigenaartige verfchynfelen der Borst-Waterzucht, altoos, en onder alle omftandigheden, te gelyk aanweezig zyn: — terwyl veelen derzelver, in eene beginnende BorstWaterzucht, of geheel, of zeer onmerkbaar te- genwoordig zyn: Daar kunnen omftandig- heeden zyn, (en dit heeft byna in alle ziektens plaats ) waardoor fommige vütwerkfelcn der ziek. te, of geheel belet, of zodaanig veranderd worden , dat de verfchynfelen een geheel andere vertooning maaken. Zo heeft, onder anderen , morgagne een waarneeming, van eene Borst-Waterzucht, waarin de Lyder op de gezonde zyde het best konde liggen. Dit verlcbyn- fel  *> VERHANDELING over bb ra e vcue rekenen, de aanwezigheid ee j„to„ , , 4tcrzucftt» met wei moffelvk integendeel, men moer uuë"yk» — w,Wn§' „,« - ; ^ ~ «h ,•„ zyne Oord*, te fMe„ ne.™ dJ'eu ' a'le te beoordeelen , — even , aerz>ek- M. trekken ^«^ï~? om daarun de min of meerdere volmaak heid * het fchildery, en het doelwit vaZ beoordeelen. £fl fchllder t© «0 Het is in fommige gevallen, vooral in a» u gmne der Borst. Waterzucht niet gei o s genaarnge kentekenen derzei ven te^Se'n " men moet ook, om deeze ziekt* a T " -dere ziekten, te oJ^S£ ^ rende tekenen, van andere d! * 7***^ uit de tegenoverlag daar™ 1 * O Men moet dierhalven «™ gin-  BORST -WATERZÜC HT. 109 ginnende Borst Waterzucht plaats heeft, — in de eerfte plaats letten op de verfchynfelen deezer 2ïekte,zo als wy dezelve hiervooren in het tweede Hoofdftuk, hebben opgegeeven : indien eenige derzelven aanweezig zyn, en wel op die wyze, zo als wy dezelve bepaald hebben ; zo heeft men reden- om te onderftellen, dat 'er een watervocht, in een of meer holligheden der borst, plaats heeft. In de tweede plaats, moet men de verfchynfelen van andere daar meede overeenkomst hebbende borstziektens, — (waarvan wy in het derde Hoofdftuk gefprooken hebben) — en die van de Borst-Waterzucht onderling vergelyken en toetten, en uit het onderfcheid, 't welk men daar omtrent waarneemt , opmerken, of 'er werkelyk redenen zyn, om op de aanwezigheid eener BorstWaterzucht te befluiten. > In As derde plaats, moet men zynen aandacht vestigen,op de voorafgaande oórzaaken, welke wy, (in het IIlde Hoofd- iluk van de I<*e Afdeeling) hebben behandeld . Deeze immers , gelyk wy gezien hebben, verfpreiden zeer veel licht, over de kennis en het on« derfcheid deezer ziektens; en eindelyk in de vierde plaats, diend men ook het oog te houden, op de uitwerkingen der geneesmiddelen zelve : — deeze verfchillen zeer veel, naar maate van de byzondere natuur der ziekte: —— Zo hebben wy gezien, dat het Opium in het afthma, den aanval vermindert, en den hoest, zo wet in de phthifts pituitofa, als in het empféma, voor een tyd bedaart, — terwyl dit zelfde middelin de Borst - Water-  Verhandeling ovER pi terzncht niet alleen den hoest, maar ook het op. zetten van den Balzak en de enkels vermeerdert. *0 Eindelyk, moet men zeer veei onderfcheid maa, Ken, inhei onderfcheid der Borst. Waterzucht, m eenen gevorderden ftaat, of in haar eerft» begin. Dit verfchiIj .s dQor s uit onderwerp i„ het algemeen, zeer flecht ac genoomen.- Ieder graad der Borst-Waterzucht heeft haare eigene kentekenen, i„ het alg meefl zeer van elkander Verfchillende. — jn h,'lp begin der Borst - Waterzucht, fc,omme/i„g yan ■ »ater inde borst te willen ontdekken, zouoeon- kunde en domheid kentekenen De wvze waarop auenbrügg fa J . van water tn de borst, te werk gaat, is i het begm deezer ziekte, nutteloos („*Y . MJ moet dan, naar geene tekenen van ophoping van water in de borst zien, - maar flechTd™! ' in aanmerking neemen, die roonen, datheteven. wicht, tusfchen de opflorping en affcheiding in het ligchaam, verbrooken is, die de zwakheid der vaste deelen, _ de kwaadfappigheid der vochten kentekenen : - en vind men by deeze de Jyke tekenen, van aangedaane deelen in de borst, ont- m 2ie zyn werkje getyteld. — hventum aovum penu- te^r*utf,snQ a¥rufot  BORST-WATERZUCHT. ut ontdekt men de befchreevene hoest, met eene kleine langfaame pols, en verminderde waterloozing, neemt men benaauwdheid en drukking op de borst, by de minde beweeging waar; —zo kan een artz zyn befluit gemakkelyk opmaaken, dat hy daar na, door den verderen loop der ziekte, en door het effect zyner geneesmiddelen dra, zal bevestigd zien. Deeze zyn de gronden, waarop de kennis en het onderfcheid der Borst-Waterzucht, van andere borstziektens berust. Wanneer men op deeze behoorlyk zynen aandacht vestigd, wanneer men in de kunst' van waarneemen, geen vreemde • ling is, — dan komt het ons voor, dat men daardoor in ftaat is, eene beginnende Borst-Waterzucht te kennen en te onderfcheiden: — met eene zekerheid, die genoegzaam is, om zyne ge- neeswyze daarop te bouwen. En hiermede zouden wy kunnen overgaan, tot het laatfte gedeelte der vraage, om namenlyk te onderzoeken , welke middelen tot voorbehoeding, genezing, of verzachting der ziekte, — de geneeskunst aan de hand geeft;— indien wy niet nodig achteden, 'er iets, tot opheldering der aart van de Borst-Waterzucht , omtrent de voorfpelling by te voegen. VIER-  »ï* VERHANDELING over öé VIERDE HOOFDSTUK. Over de voor/peiling in de Bont'Waterzucht. % U De voorzegging (2Vp^/fc)»ndeB Eindelyk, zodanige middelen, welke met eene verfterkende kracht , de waterlozing aanzetten, en de opflorping der vochten doen vermeerderen, ■ de gummata ferulacea, de extrafta amara, de reftna Guajacii, ook (in zeer geringe, giften) de tinStura cantharidum, zyn hier, die de meeste aanpryzing verdienen. H 5 S 6.  122 VERHANDELING over de £% ' 'vSsh ' S6' 'i!'if&" En wat Jaatftelyk het vermyden der oórzaaken, welke tot de Borst-Waterzucht aanleiding geeven, be. Aff V 7y hebbCn 0Ver dezeIve ^ onZe eerfte Afdeehng 20 breed uitgewyd, —. dat men ons van angwyhgheid met recht zouden befchuldigen, w " den wy dezelve hier weder hertalen: uet vermyden van eene luie zittende", wellustige levenswyZe, va» het broeien, van warme ~ wel als van geestryke dranken, van het onmatig by- ' flaapen, en van het mfpannen der zielsvermogens , zyn h.er de woornaamfte (hakken, welke wy in ach neemen moetén Men kan ook hier over d meer maa,en aangehaalde verhandelingen van de Heeren van den bosch Cj), bi-kker (*) e„ wcbm(() met vrucht nafiaan: en all ^' kunst hrer aan de hand geeft, zalmen naderhand wanneer wy de geneezing der beginnende Borst- Wa! :;d zie2; behande,en ■breeder - ™ TWEEDE HOOFDSTUK*. Over de Geneezing der Bom . Waterzucht, in haar eerfte begin. $ ï. f " '7 het gaande gezien hebben, dat de Lorst- Waterzucht onder zommige omftandighedenot Vw ge' 00 c CO L. c. C0 L, e#  B O R S T-W ATERZÜCHT. 123 geneeslyk is, wanneer namentlyk, of de oórzaaken deezer ziekte van die natuur zyn , dat zy door de kunst niet kunnen weg genoomen worden, of wanneetde ziekte zelve reeds door langheid van tyd, tot zulk eenen aanmerkelyken trap gevorderd is, dat zy door haare gevolgen, het zy in het lydende deel, het zy in andere deelen van het ligchaam, als ongeneeslyk moet befchouwd worden ; zo begrypt een yder, dat wy in dit Hoofdfluk , alleen van zodanige foorten van Borst-Waterzucht znllen handelen, welke ten deele nog niet lange geduurd hebben , en welkers oórzaaken daarenboven, van die natuur zyn, dat zy door eene verltandlge geneeswyze kurmen weggenoo- men worden. En daar het in ane geneezingen der ziektens, voornamentlyk aankomt, om de oórzaaken derzelven weg te neemen, de ziekte zelve tegen te gaan, en eindelyk den Lyder voor nieuwe inftortin- gen (recidiva) te bewaaren. Zo komt het ons voor, dat de aanwyzingen in de Borst-Waterzucht geene andere, dan de volgende kunnen zyn. Het verbrooken Evenwicht , tusfchen de affcheiding en de opflorping van het. weivocht in de horigheden der borst; te her ft ellen. 3.) Het uitgeftorte vocht te ontlasten. 3.) De vaste, en vloeibaar e deelen , wederom in hunne natuurleken ftaat te her ft ellen. Deeze aanwyzingen, immers (leunen op de waaren aart der ziekte, en op het denkbeeld,het welk wy ons van de naaste oorzaak gevormd hebben.— Zy verdienen dus onze byzondere aandacht. S 2.  "4 VERHANDELING over de ™en in ginnende Borst- Wat rzuX' ^ dfZ£ 1810 ee» ebelane-. Waterz"cht, van het allergrootfte *e de afr i Mr dan de oórzaaken, wel- ^ de .ffcheKhng vermeerderen, en de opflorping ver- korrelyk onderzoeken^ Mn ^ Iaten ^ *«dw 5 3. A Onder de algemeene oórzaaken, waardoor dit even rgL:rgêenoomen word-hebbe»wy a ^ of plaatzelykp zWakte der deden, voornamentlyk van het vaat .geffel Voor zo verre, deeze en de volgende oor"za"ie7 algemeene oórzaaken der Waterzucht zyn ' poëten zy ook met betrekking tot de Borst-Wa erzuchtalszodanigegeneezenworden ei danL" de geneesvvyze, welke wy hier zullen nn„l t^n \an Waterzucht i>;f ^„ l> Ult dezclide oórzaaken voort-  B O R S T-W ATERZUCHT. lij voortkomende , aangepreefen worden: — ontflaat dierhalven de Borst-Waterzucht, uit eene flapheid der vaste deelen, en uit eene daarvan at hangende verminderde werkzaamheid der vaten, op den omloop der vochten, dan, worden 'er de volgende middelen ter geneezing vereischt. « ) Geneesmiddelen , welke door hun famentrek* kend vermoogen, den verminderden famenhang der vaste deelen herftellen. Onder deeze behooren de aluyn, de terra catechu, de be- reidinaen uit het ftaal, b. v. de Tinclura tnartis aperiens, het vitriolum mart is cm. alle deeze middelen wanneer ze behoedzaam, en met andere middelen verzeld, in de Waterzucht en dus ook in de Borst-Waterzucht toegedient worden, kunnen door hunnen zagt famentrekkend vermoogen , de werking der vaste dee- len vermeerderen, gelyk wy daarvan in de fchriften der geneeskunde de overcuigenfte voorbeelden hebben (d) : — ook hebben wy zelfs daarvan in de chlorofis, gepaard met eene BorstWaterzucht, eene zeer heilzaame uitwerking eezien. Geneesmiddelen, welke door hun verflerhend en prikkelend vermoogen de verhoren veerkragt en ongevoeligheid der vaste deelen verbeteren,^ „„„ ,„ Wriot, in disfert de ftrroftü. CjT) Zie monro l. e. pa* Zo- Wm / JU. § », 3, 4- B oer HAA „" g^AI* ^eeep/e und curarLzen. -«enten be- vestigd ziet.  verhandeling over de derhalven en even daardoor de wer.k^eid dee zer deelen herfiellen. - . n„ . ' dee' hoore.i: °llder dee*e be. Zaaden ^ r i RSpecci'vacht'g^ Planten ea ^aden, de Kruis en Munt, Lavendel, Hysfon Anys, Catwey, CoriandeUat en fe^^ ammontacutn, Sagapoenum , 0//WW 2>« *r*», die middelen, welke een fcherp ««t en oIy b i£tenj geIykhet Mosterd de Zee.uyen, Look, e„ andere Waouti-e Wortelen en Planten (e). ^00*z°™ge Ten vierden , de eigentlyk zo genoemde opwekkende en midd". Iyk de bereidingen uit het (/^ de «et Orange bloemen clJ * "'^ de"^ * over de Waterzucht ~ niet hebben aanfiePreezen • Pn r we,ke deeze middelen o* dat zy, aileen en oord Tf. ° " verOapping der vaste deelen plaafs heeft. ' 8 eene CO Over het nut van den Braak-wynfteen in A niet alleen als Braakmiddel m,,- t , ' de Waterzucht, middel befchouwt, ve d^Th h T"™' Prikkdend  BORST-VVATER-ZUCII Tï 127 de Caphura (ff), de Salia volatïlia C*J* Te» ^/«», de eigentlyke verfterkende mid- delen: , b. v. de Extracta amara , de Genthanmrteh en andere zoortgelyke bittere wortelen of kruiden: de corticei medii fambuci, aurant, cascarill (/), en in het byzonder de kina {k). Alle deeze middelen kunnen onder fommige omftandigheden werken, om de verlooren veerkracht, en ds verminderde werking der vaste deelen te herftellen, naar maate van de byzondere en individuele conditiën des Lyders, naar maate van ae racer argciccguiic oor- mUtpmng der Kriegslazarcthe ete. Hirschel, in zynen «»handdag , «her den Bric!,- wehftein tf. Pringle, in zyne obferyations on the difenfes of the Amy. pag. 214. en yolg. geraadpleegd te worden. . . , . l li n , • yson oMBi.iM.eii byzonder by auenbruogeRjIH disfcrt: de renekfpecifico in mania virorum, by hbltman, in d,sfert de cavphora, en veele andere Schryvers meenigvuldige voorbeelden Vinden. (70 Blancard, Praxis med. pag. Mé Cap.. 22. (7) HbisteR) in haLLERI, Disput. Anat. Vol. VI. pag. ?»). vn.ctll rtirios. A. N. C dec. ann. 3. Obp. 322. m Niét alleen in die Waterzucht, welne op de koude koortfen vo n maar in alle die foorten. welke uit eene zwakte voonkoomen, T de kina als het beste middel aangepteezen. Zie monro, l. c. svdenham, huxham, l.no, m 1 l a r , hannes, werlH0", T.s.OT, murrav, n.colai, pr1ngle,bacher. en veele andere Schryvers, die in dit geval veel gezag hebben, roe«en de kina hierin als het voonrcffJyMtc geneesmiddel.  «8 VERHANDELING over de oórzaaken, welke deeze zwakte hebben veroorzaakt -ar maate van de meerdere of roind^LZS 5~ , 77 naar maate van dit alles, moeteen Geneesheer de keuze der middelen bepaalen. — Dit alleen zullen wy 'er noch byvoegen, dat, wanneer de kende middelen behoedzaam te gebruiken , J^enl deels om dat de oórzaaken der zwakte by voort beeld hevige bloedftortingen, of eene zittendeïeevenl wyze zulks zomwylen niet gedooge, maar ook ten an er daa , om ^ Ó£ ^ middelen Hechts voor een korten tyd werken -en ^ gebruikt, de werking der deelen, door de verharding der fpier en zenuwvezel verhinderen, beletten -ü En daar men doch in alle deeze gevallen, zonder ver«erkende middelen niets kan uitvoeren, - en onder de ze de verre de beste is ~ zo hebbeil wy on a tyd in zoortgelyke gevallen, van dit middel be ttt ~~ ^ 111 aft00kfel' of aftrekfel,-en wy .ebben naar maate van de byzondere omftandigheden daarby gevoegd, of't famentrekkende, of opwekken! de middelen, en onder de laatfte of de^ volati^ wanneer 'er een Papplditeit in de vochten wa ó de* ^^^^^^^ heid zullen hebbenT^^^^^'^^ wanneer het in genoegzame ^ ^ ^ * word; niet alleen, om dat ^Sk^~^ mer.  B O Pv S T-W ATERZUCHT. ia6 merkelyk vermeerdert, maar ook om dat het op die Wyze toegedient , allergefchikst is, om de uitwaasfeming, en de pisloozing te bevorderen, — gelyk wy daarvan verichtide. eigene waarneemingen, zoudenkunnen bybrengen, indien wy niet vreesden daardoor te wydloopig te wonen. 4 yO Het voed/el moet in deeze gevallen, gelyk m alle foorten van Borst-Waterzucht, van welke byzondere oórzaaken dezelve ook mag afhangen, ligt te verteeren zyn, en tevens veel voedfel verfchaffen, en de Lyders moeten zig onthouden van veele verflappende fpyzen of dranken. - Het voedfel, zegt celsus, moet « zyn van eene middelmatige vastheid, doch liefst droog. - Geen meer drank , als onvermydelyk tot onderhoud van het leven nodig is, moet men gee ■ ven , en dan is zulk een drank nog de beste, die de ontlasting der pis bevordert (/> Uit voorfchrlft van celsus, dat ook door de meeste Schryvers is nagevolgd, is volkoomen waar, en met de natuur overeenftemmend, met betrekking tot de Bórit - Waterzucht. Want fchoon wy verre af zyn, om te gelooven , dat het onthouden van drinken in eene verre gevorderde Borst, — of eenig ander foort van Waterzucht, volftrekt noodig zoude zyn; « zo zyn wy integendeel van oordeel, dat by eene meer gevorderde Waterzucht, het drinken minder nadeelig is: als mengewooniykdenkt. - Doch (O Lib. IU. Cab. 21. ï  *3° VERHANDELING over »i Doch met betrekking tot de beginnende Borst, ^«muefat, wanneer 'er noch geene fchèrpte der vochten noch geene aan wee 7g , het veel dnnken na.eebg, om dat het niet arende zwakte der vaste deelen zelve, maar ook ^oórzaaken d.er zwakte, veelal vermeer- Hn daar zelfs in herbegin der ziekte, de flapte der ingewanden enfpanninge in de maag, de ademhaaling belemmeren, - 20 Vlrjd Jn* op nieuw redenen , waarom alle verllappende %-n en dranken nadeelig2yn,en;aParnodme voor.1 4odanige lpyzen moctaanraa.;m welke met verflappe„de en echter ligt te v r'' teeren zyn. >0 Ligchaams bewee.gir.g AUe bme . des ligchaams bevorderen den omloop der vcch ten en verbeteren de fpysve,teering, doch aller byzonderst zyn zy gefchikt, i„ de zwakte en werkeloosheid der vaste deelen, tot herftel der veerkracht, en verbetering der werking van fpier en zenuwveezel. . Hier toe bf * men voornaamentlyk het wandelen, — het* vaaren - het ryden in een koets ofte paard.^ In alle zodanige gevallen dierhalven , al waar d» • Borst. Waterzucht een gevolg eener a,gemeene of byzondere verzwakidng der vaste deelen is kunnen deeze ligchaams- beweegmgen zeer heil! zaame (1*) Men vergelyke hier n.ede uch», /. j „ l>y eeu menigte Schryvers aanhaalt.  B O R S T-W ATERZUCHT. 131 zaame uitwerkingen voortbrengen, doch voornaamentlyk fchynt het paard-ryden aller byzonderst gefchikt te zyn,~ om niet alleen in 't algemeen de werkzaamheid des ligchaams te vermeerderen,- maar ook aller byzonderst,om de borst te verfterken, en de omloop der vochten in dezelve te bevorderen (». Wy hebben niet alleen in de meeste gevallen , eener Borst-Waterzucht, dit middel onze Lyders aangepreezen,-maar wy duiven ook zeggen, met zulk eenen gewenschten uitüag, vooral wanneer het des morgens vroeg gefchied, dat wy het gerustelyk, als een der heilzaamfte geneesmiddelen, in de Borst . Waterzucht durven aanraaden. S- 4- b ) Eene ophooping van vochten in de borst: de oórzaaken, welke eene zodanige ophooping van vochten in de borst kunnen maaken , zyn me. nio-vuldig; onder de voornaamfte hebben wy Vooreerst: Eene belette affcheiding van vochten in andere deelen, gefteld. In dit geval moet men zorgvuldig trachten deeze belette affcheiding te herftellen; — en daar deeze oorzaak voomaamelyk de uitwaasfemmg, en M Men vind by makel-- Donatus, in Hlst. Med. miraK L L Z pag. J. »>y «o**», l. c voorbeelden van de nutugteid der'ligcbaanrbeJeeging * de WaterzuclU, «Ui ..».cntes pryH deeze beweeging zeer tok aan. I 2  ** VERHANDELING over de en te waterloozing betreffen , zo moet men op dfi byzondere omftandigheden ook hier hetoogflnan, en uit de menigte van middelen, welke de-natuur ons daartoe aanbied, zodanige verbezen, welke met de vergezellende omftandigheden het beng,- maar zyn nog booven dien gefchikt, gelyk m t vervolgzlenzulIen,omooklangSdi n weg het reeds uirgeftorte voeht, in de holligheden der borst te ontlasten, vooral wanneer men de warme voetbaden daarby voegt Ll het aIgemeen moet (») Men vind by VÖGT.ER./. c. en bvNicnLA, ; Gel ei 0nm;Se,y'C 2°danige midd£,e" ""-"-'en: ^  BORST-WATERZUCHT. 133 moet men, om in deeze aanwyzing te voldoen, de regelen van revulfie en derivatie in het oog houden, en de deelen , alwaar het vocht opgehoopt is, verfterken en in haare veerkracht en prikkelbaarheid herftellen:-en te gelyk eene ontfpanning en als het ware eene flapheid in het deel, waarna wy het vocht zoeken afteleiden, trachten te weeg • te brengen. Ten tweeden: Eene fcherpe fiofe °P de bmt' die door haare prikkeling den toevloed der vochten vermindert. In dit geval, kunnen met al¬ leen de zo even opgenoemde middelen van dienst zyn, vooral wanneer zy met verzachtende en (lymige middelen vereenigd worden, maar ook in dit geval, - en in dit geval alleen , - kunnen de pynftillende geneesmiddelen met voordeel aangewend worden, ten einde de aandoeningen der pnkke- ' üng, eenigfints te verminderen. Doch aller byzonderst koomen in dit geval te pas de afleidende middelen, onder welke de zachte laxeermiddelen uit de Rhabarber met feep enfalpolycbrest, ot een weinig zeeuijen, en de fpaanfche vliegen aan ■ de beenen, de fontanellen en fetons den etrfteo plaats bekieeden (,)• " Deeze middelen werken niet alleen op de oorzaak, maar ook op de ziekte zelve, en kunnen diensvolgens eene volmaakte geneezing bewerken. Tm ,^ Wy hebben nog onlangs een ?eval gehad, alwaa zich by im de Beenen, de gewenscbee uitwerking deeden.  ** VERHANDELING 0VER BE Ten ^en, Eene belette circutoi, van de vock. ™/~~ TZ7 °°rZaak deC2er «r«,/«w , 0f m eene verdikking der vochten of verlropping der vaten »* a*JT 0Cnten' ot rr s ucr vaten, en daardoor vertraagden omloop, geleegen is. - w„nn ve[traa8clen welke her hLT ,* 2y" die "édelen weke het bloed verdunnen, welke door hun der vaten op de vochten vermeerderen, en daar door de verpopping 0p,osfen, de eenigfte en c, welke men met voordeel kan toediene" -1' b v. de «r/rró, de gommerii d ' Tde I e ^ en voor- ryde 1 mal ïü ,*ChM,n' en «« Paa'd- loop bevorderen. oai" S 5. deexegeeft gelyk wy gezien hebben, veeityds en om verfc diende redenen, tot de Borst ^ zucht aanlerd.ng. En doord;en fa rf hoe verfchüend ook de oórzaaken zyn m^en ' altoos eene verflapping en werkeloosheid der va! ten  BORS T-W ATERZÜCHT. 135 ten aanweezig is, zo kan men ook in het algemeen diezelfde geneeswyze volgen, welke wy hier vooren (let. A. a. a.)hebben opgegeeven,— alleen met dit onderfcheid, dat men tevens lette op die byzondere oórzaaken, welke tot deeze groote hoeveelheid der waterdeelen in het bloed aanleiding geeven, ■ deeze zyn Vooreerst, hei misbruik van warme dranken. — In zodanige gevallen, waar de Lyders uit hoofie van dit misbruik, aan eene verllapping der mmg en darmen fukkelen, is het noodig by de verwerkende middelen , te voegen zodanige ver- warmende maag middelen , waardoor de veerkracht der vezelen beter herüeld, en de fpysverteering geregeld word, — b. v., de fpeceryen, en fpeceryagtige kruiden, of der.elver tinRuuren, (Jet A. a. «.) de cortices aurant : cascartll:, Win'teran.peruv.dementha, het Lig» quasfi*„«tt elixir vitrioli, en zoortgelykemaagmiddelen meer, waarvan wy reeds verfcheide hiervooren opgenoemd hebben. IÜerby dient ten opzicht van de fpyzert en drank in 't oog gehouden, het geen wy (let. a. y.> hebben aangeraaden. Ten tweeden, eene verminderde affcheiding van rockten in andere deelen , ™ ^ geval moet men by het gebruik der verfterkende middelen, zodanige middelen voegen, als wy (let. b.) Hebben opgenoemd : - en hier zal de kina , met de bereidingen uit het fpiesglas en vooral met den braak-wynfteen eene allerheilzaamfte uitwerking hebben. . Ten derden; Eene ontbinding der vochten: veel- I 4  ^ VERHANDELING ove« de al gebeurt het dat de Borst-Watert ont, 2' by, Perfoone"> welke aan rotkoortfen en andere z.ektens, die met eene ontbinding der vaste en v^ ,eeJen gepaard ^ len °T ,anSduurige fcorlut fukke- alle' f/? e" ZoortSeJyke gevallen , zyn tüe ^ m.ddelen, die op de afdryving der vochten werken , ten uiterften nadeelig, hier War! men.' Z° ZI'g tCkenen va" ee"eBorst- Waterzucht op oen, terlrond zyne toevlucht nee. men, tot nnddelen, welke de vaste deelen veriter. Hier zyn -de kma , de cortex cascart/L de , de , het fimaJ% de en harfien, en foortgelyke middelen, _ de eemVfte, welke de ziekte in haaren voortgan,7Z -.uiten, e„ eene volkoome geneL^ Immers dan zoude de vrees voor vertrappingen door deeze middelen, ontydig zyn, en de £y. ders in een zeeker gevaar ftorten (p). Zachte beweegingen , en het gebruik der wynen zyn. hter - vooral der roode en rynfche wynen, allernoodzaakelykst, - de minerale wateren die flaal be. J?/1!,' 'T^J V°0rbee,d d" Wy Wervan "ebben, was loc ten"T ' *" ontbind™ " vochten, in eene Borst-Waterzucht verviel. Dee2e wierd ' ke oor het opinie, va„ de kina, met ^ ^ * ÏSST'en de £edreiÊde ai~e w«  B O Pv S T-W ATERZÜCHT. 137 bevatten, als voornamelyk het fpa en pyrmonw water, doen voortreffelyke dienst. § 6. d > Eene min naauwkeurige vereeniging der Wafer- , , * t.„t uinerl - de algemeene oorzaak , deelen met bet bloed, oe hiervan ligt veeltyds in eene werkeloosheid dier deelen, welke der bloedmaaking, en menging dervochten beftemd zyn ,-en dus ziet men ook hier wederom, dat in 't algemeen de verlterkenie middelen den voorrang hebben. — Doch in het byzonder dient men in de geneezing te letten op die oórzaaken , welke tot eene zodanige mmnaauwkeurige vereeniging aanleiding geeven, en onder deeze hebben wy de volgende geteld: Vooreerst eene belette fpysverteering,—de reden hiervan, hebben wy te vooren opgegeeven.-— Men moet dierhalven in dit geval trachten, de onvolmaakte fpysverteering en menging van de chy mUs te herftelleh, gedeeltelyk door het voorfchry. ven van zodanige leefregel, welke met de byzondere oórzaaken deezer bedorven fpys verte ring overeenkomt is, — (We k* * »■ **> ' C11 gedeeltelyk door gepaste geneesmiddelen: waaromtrend men in het algemeen kan aanmerken, dat >er - daargewoonlyk in deeze gevallen eene verflap'ping der vefelen, vergezeld van eene zuure flym in de maag plaatshceftt-ookvoornaamentlvk zodanige middelen , welke de maag verfterken , en de zuure flym verdunnen, verbeeteren en afvoeten,teftadekomen. —Tot deezebehooren de **j g tracla  IS» VERHANDELING ovEa DB hef/ ?" "* VhCerak H^ni, de//* «fa*» «fa**, * MVw// d van het y^/.,, ën uit de lpeCacuanfja * * te ttdddeo vuldoen nzet alleen aan de opgenoemde vereischten , maar hebben nog booven dien het byzondere vermoogen, dat «ydcaenX van het bloed zelve verbeeteren, en" de am2 ding en uuloozing der vochten bevorderen f9 \ Jfj*»f*' Eene verdikking van &/ ^ * Hler koomen gedeeitelyk de zo even opgenoemde middelen in aanmerking, by voo" beeld de-Afc media, de J^'öt Z' tarusemeucui enz. dog niet zelden beeft^ te gelyk eene ontfteeking plaats JZ !* aangehaalde -J^S^^ ^ * ook eene waarneeming by hofkman (s) £ den, van een Lyder, die door herhaalde ade 1 at " gen geneezen wierd. "cndatin- Hier (f) Wy hebben van geene geneewv,» • jdanige dienst gezien, L. " rgC'yke geVa,,en *> *o,d daardoor van een ^^f?^ * king gewerd, _ de waafemmg en de pisloozing bevorderd, — en hT \ ^ fchudding , uit de bo%heden ^ ^ypy ^ ^ een zodanig middel herhaald worden —__ ^kvverf moet «er voorzichtig, ontbindende en flym nnincr T L" b00Ve" dien toe te dienen, vermits de opgeloste L h ""^ ^ loost word; — de midJelPSur "f": a'Sdah «««kkelvke, gevoldoe, aan dit oogmerk , ^ £  BORST-WATERZUCHT. TS9 Hier word inzonderheid het praftisch oordeel van den Geneesheer, om de aanwezigheid der ontfteeking. die zomtyds gelyk wy gezien hebben, verborgen kan zyn, te bepalen. vereischc; indien hy daarvan zeeker is, dan, word de apparatui antifhlogiftkus,^ worden acid* vegetabiUa, falin media, de waare geneesmiddelen : — «log zy moeten met de moogdykfte behoedzaamheid gebruikt worden, ten einde niet de vaste deden te vernappen, en daar door, de natuurlyke bloedmaaking meer en meer te bederven. _ Zo omzichtig, dierhalven de aderlaatingen, m deeze gevallen, dienen in 't werk gefteld te worden, - zo heilzaam zyn aan den anderen kant dezelve, wanneer zy op het regte tydftip en onder de behoorlyke omftandigheeden gedaan worden, doordien zv niet alleen het bloed vryer doen omloopen, en daar door het zelve verdunnen, en de verdere geneigdheid tot ontfteeking wegneemen, — maar ook om dat zy door eene fchielyke afleiding, niet zelden de opflorping vermeerderen, en, daar door het gebrooken evenwicht herftellen. Ten derden: Eene verminderde werking der vaste deelen, die eigentlyk tot de bloedmaaking beflemd zyn Hier koomen wederom alle die middelen in aanmerking, welke wy (let. A. a. -. hebben opgenoemd, — als meede eene behoorlyke ligchaams beweeging en goed dieet. 5 7.  '4o VERHANDELING over de S 7- van de Heeren michf r r »n vcr"e verfcheide eigene waarneemingen bybrengd. (>) Obferv cent. u OH- 5°- — « V«*el. kache*. U c.pag. sc4. Obferv. WU  143 VERHANDELING ovKR DE neusbloeding volkoomen geneezen werd, en inde Mfrüi. nat. curios. word een di^gdyk geval verliaan, van de uitwerking der neusbloeding in de Waterzucht Wanneer dierbalven eene vol- blocAgheid de oorzaak eener Borsr - Waterzucht word; dan, moet men door herbaalde adeilaatingen, en door de methodus antiphlogijïica, deeze ioort van Waterzucht geneezen. Hier zyn, de acida minera/ia, en vegetabilia , <*e falrn media, byzonder de nitrofa en andere antiphlogiftica, van eene uitmuntende dienst. — Doch hier moet een Geneesheer de grootfte beboedzaamheid aanwenden, om niet door een te lang gebruik deezer middelen, of door te veel her. haalde aderlaatingen de krachten teveel te verminrferen, en de natuur buiten flaat te brengen om iets iroeds, ter geneezing der ziekte, in het wejk te nellen Fn dit zy genoe,, ten aanzien der algemeene oórzaaken der Borst Waterzucht.Wy zt,!je„ nu nogj met wreinigeBj de byzonde^ oórzaaken der Borst - Waterzucht doorloopen. §9- B. Wy hebben onder de byzondere oórzaaken der tforst- Waterzucht de volgende gefield, i.) Het fchielyk drinken van koud water, geduurende bet ligchaam verbit is. Wanneer wy de uitwerkingen hiervan met betrekking rot het ont- ftaan der Borst-Waterzucht nagaan: wan. neer wy in overweeging neemen, dat de geneeskunst zig, ineen voorkooraend geval, ook Hechts tot  HORS T-W ATUZUCHT, 143 tot deeze kan bepaalen: dan zal men ras inzien, dat de algemeene geneeswyze, welke wy hier vooren hebben opgegeeven, zeer gemakkelyk op deeze byzondere oórzaaken kan toegepast worden. Immers, daar de voornaamfte nadeelige uitwerkingen van het fchielyk koud drinken, geene andere daufpasmodieke aandoeningen zyn,waardoor de vrye omloop der vochten belet, de affcheiding der vochten gehindert, de uitwaasfeming der huid onderdrukt, en door alle deeze verfchillende uitwerkingen tot de Waterzucht aanleiding gegeeven word: en daar wy in het voor¬ gaande over de geneezing van dit alles breedvoerig gehandeld hebben, - zo hebben wy hier niets meer noodig, dan onzen Leezer daar op te wyzen, en aan den Geneesheer over telaaten, om in voorkoomende geleegenheden, daarvan de beste en nuttigde toepasfing te maaken. S 10. a/) Aanhoudend en heevig hoesten. Wanneer de hoest een gevolg is, eener fcherpe prikkelende aoffe op de borst zelve, dan wbrd hier de geneeswyze vereischt, welke wy (I. let. b.) hebben voorgedraagen. Edoch wanneer deeze hoest haare oórzaaken in verre afgeleegen deelen van het ligchaam heeft, en dezelve dus door de medelydenheid (fympathia') der deelen word veroorzaakt, —als dan moet men,indien 't mogelyk is, deeze verte afgeleegene oórzaaken trachten weg  '44 VERHANDELING ovrr de ' weg re neemen: dan wanneer dit niet ge. fchiéden kan, moet men door palliative middelen deeze Dorst-Waterzucht tegen gaan Zo kan b. v. eene Borst-Waterzucht, door zwangerheid veroorzaakt, eigenllvk gefprooken, niet geneezen worden,zo lanee de oorzaak, naament- lyk de zwangerheid, blyft Echter kan hïe- de kunst zeer veel doen, om de gevolgen der zwangerheid, op de Borst-Waterzucht tegen te gaan, door aderlaatingen, door eene verkoelende geneeswyze, als meede door zachte kramplïiliende middelen. S ir. 30 UttAsihma. Men vind veeltyds, dat de BorstWaterzucht, zig by het asthma voegdt, en wy hebben hier van de reedenen opgegeeven, - aller, moeielykst is ondertusfchen de geneezing deezer Borst-Waterzucht- Wanneer het asthma reeds lang geduurd heeft, en op zig zelve ongeneeslyk is geworden, dan begrypt een ieder van zelve, dat men hier geene volkoomen geneezing kanhoopen, _ maar dat men alleen , zo wel het asthma, als de daarvan afhangende Borst-Waterzucht palliatif moet behandelen. Edoch wanneer het asthma zelve nog geneeslvk is, wanneer het zelve nog niet lange geduurd heeft; . wanneer het eenvoudige kramptrekkingen zyn , en , wanneer zig in die gevallen teekenen van BorstWaterzucht opdoen: _ als dan moet men in de eerfte plaats trachten, de aanvallen var. \ttasthma te-  B O R S T-W ATERZUCHT. 14S tegen te gaan :—en, daar de redenen van het ontdaan der Waterzucht in deze gevallen, voornaamentlyk in de zwakte en verloren veerkracht der deelen moeten gezocht worden; zo zyn ook de verfterkende, en verzachtende middelen, de allergefchikfte,- om zo wel het asthma, als de daaruit voortkomende Borst- Waterzucht te geneezen. Het (preekt van zelve, dat een Geneesheer in zodanig een geval, de oórzaaken van het asthma moet nagaan, en naar dezelve zyne geneeswyze in- richten. Maar het is ook zeeker dat men m dit geval, nimmer het asthma zal geneezen, ten zy men niet ook tevens op de geneezing der Waterzucht lette, en zo ook omgekeerd. Onder de geneesmiddelen, welke ons in dit faamengefteld geval het dienftigfte zyn voorgekoomen , behooren in het byzonder , Aefauilla, de Ipecac. de Tart. emet., de extraEta amara, de gummata fe* rulacea, de fpirit. mindereri en de fpirit: corn. cervi volat. De zachte Braakmiddelen doen in dit geval ook zeer veel af, zo ten aanzien van het asthma zelve, — als ook ten aanzien van de BorstWaterzucht. § r*. 4.) Eene ophoping van fcherpe ftoffe in eèn of an~ der deel van het ligchaam, door het famengevoel veel invloed op de horst hebbende. — Voorbeelden van die natuur hebben wy genoegzaam: — en daar hier de Borst-Waterzucht, als een fymptonta moet befchouwd worden, 't welk niet kan geneeK zé»  '4* VERHANDELING over de zen worden, dan na dat de oorzaak daarvan word weggenomen , zo moet men ook in dit geval vooraf zynen aandacht vestigen ,op dehoofdwek! te, - en daar deeze wederom van verfchillende aart en uit verfchillende oórzaaken oorfpronkem ban zyn, zo laat zich daar van geene geneeswyze opgeeven Dit aJJes moet ^ het Oordeel desGeneesheers overgelaaten worden En hier meede meenen wy ten aanzien dereerfle aanwyzing, - raakende het herftelde evenwicht tusfchen de affcheiding en opflorping van het wei! vocht, genoeg gezegt te hebben Wy zullen thans overgaan tot de nadere befchryving der tweede aanwyzing, om, namentlyk, het opgehoopte vocht uit de bolligheeden der bont te ontlasten. § 13. II Daar zyn in het algemeen maar twee weegen, door middel van welke men het uitgeftorte vocht, in een of anderehülligheidkanontlasten,_endeezezynofzo. daan.ge, welke de natuur daartoe gefchikt heeft, of welke door de konst gemaakt worden. _ De eerfie zyn de opjlorpende vaten, de tweede is de Paracentbefis Wy zullen met betrekking tot ons onderwerp van beide afzonderlyk handelen. S *4. %.) Wy hebben reeds hier vooren aangemerkt, dat de opflorpende, even gelyk de affcheidende vaten eene prikkelbaarheid bezitten , waardoor zyhunnê wer«  B O R S T-W ATERZUCHT. 147 werking in het opneemen en te rug voeren van het weivocht verrichten : wy hebben verder in het voorgaande aangetoond, dat veelal eene verminderde werking, eene .tegennatuurlyke llapheid deezer vaten, de oorzaak der Waterzucht kan worden, -en het is boven dien uit de natuur der zaak zeer gemakkelyk in te zien, dat 'er in alle gevallen eener Waterzucht , eene verloore veerkracht der opTlorpende vaten, moet plaats hebben, door dien het opgehoopte vocht zelve de uiteindens der vaten weekt en verilapt. S 15. Om de verkoren veerkracht en prikkelbaarheid der epflorpende vaten te herflellen. Wat deze aanwyzing betreft, zy kan niet anders dan door verfterkende en prikkelende middelen gefchiedert, en vermits wy daarvan reeds in dit Hooftftuk (I. let. A. a.) breedvoerig gehandeld, en de middelen daartoe dienende, hebben opgegeeven , zo oordeelen wy dit met ftilzwygen voorby te kunnen gaan : alleen zullen wy nog maar aanmerken, dat men zig in de keuze deezer middelen voornaamentlyk moet bepaalen lot de byzondere gefteldheid des Lyders, en de natuur der voorafgaande oórzaaken. § 1°. Om den natuurleken tegen/land, welke deeze te rug gevoerde vochten ontmoeten, weg te neemen. Aangaande het tweede, naamentlyk den verminderden K % te*  I4§ VERHANDELING over de tegenftand der te rug gevoerde vochten, valt het Gemakkelyk in te zien , - hoe daardoor de werking der opflorpende vaten kan bevorderd worden, — doordien naamentlyk de te rug voering der vochten , in evenredigheid van den verminderden tegenftand 9moet toeneemen.Alies dierhalven, wat met betrekking tot de Borst Wa. terzucht eene verminderden tegenftand, eene meerdere afleiding kan maaken, dat alles kan dienen, om de opflorping van het uitgeftorte vocht in de holligheden der borst te bevorderen, en by gevolg aan de tweede aanwyzing te beantwoorden. , Onder deeze mid. delen behooren dan ten r.) De purgeer middelen, a.) De zweet middelen. 3.) De pisdryvende middelen. 4.) De braak middelen. 5.) De kwyling bevorderende middelen. 6.) De aderlaatingen. 7.) Die middelen, welke uitwendig aangebragt, eene ontlasting; van vochten veroorzaaken. Alle deeze middelen zyn in (laat, wanneer zy met de behoorlyke omzichtigheid toegediend worden om de opflorping van het weivoeht uit de holhVheeden der borst te bevorderen Wy zullen zo veel ons bellek toelaat, over ieder derzelven, kortelyk het een en ander bybrengen, en derzei ver nuttigheid, naar maate van de byzondere omftandigheden, uit waarneemingen aantoonen. % l7  BORST-WATERZUCHT. 149 § 17. j De geneeskundigen van alle tyden, hebben het ge. brink der purgeer middelen in de Waterzucht aan- geraaden. Hippocrates (x), pryst dèzelve in eene beginnende Waterzucht, en is hierin dóór Galenus nagevolgt, — celsus ty) zegt daarvan, veel nut ondervonden te hebben, cn%eeft ons eene geheele lyst van middelen aan de h~and. - Schuetzius CO haalt een mee. nigte voorbeelden uit de Schriften der oudfte G „eesheeren aan, omtrent het gebruik deezer• middelen in de Waterzucht. Ook onder de, „ieuweren vinden wy zeer veele Schryvers, Welke de purgeer middelen in deeze ziekte met voordeel «ebruikt hebben; * ^verius W.mon.o 0» ^ezer middelen, de adei dL der vochten bevorderd word , — «> zee U r°is het ook aan den anderen kant, dat alledeeze inddelen , wanneer zy flerk werken, wanneer L knchten verminderen, — wanneer zy w v*» k.*- 'iïm *6"a6s' fv") L c. pag. 162, 163. S PUf. * Wropis curare, ma*. tf*. ^ ^ O) L. c. pag. 199- W (ƒ_) Commmt. ad. § ia*7- ^  Ui VERHANDELING over de van het ligchaam vermeerderen, — wanneer zy fommige der voorafgaande oórzaaken, in plaats van te verminderen, werkcJyk vermeerderen • — dat f zeggen wy, onder alie deeze omftandigheden de fterke purgeermiddelen, meer nadeel, dan voor' deel aanbrengen: _en dus dat een Geneesheer in het toedienen deezer geneesmiddelen, de grootfte omzigtigheid dient in het oog te houden II De ondervinding heeft ons geleerd, dat zachte laxeer middelen.m eene beginnende Waterzuchtin het algemeen, en in de Borst-Waterzucht, in het byzonder, zeerheilzaame uitwerkingen hebben, terwyl wy van fterkere, nimmer eenige goede uitwerking ter genezing gezien hebben De redenen daarvan zyn met alleen gemakkelyk in te zien, maar ook de grootfte mannen in onze kunst, Hemmen daarmeede volkoomen overeen. — Alvum mo/iri zegt cel sus G?) cibo melius est,quammedicatnemis: en hoefman CA), , is van 't zelfde gevoelen wanneer hy zich aldus daarover uitlaat, mitiorl merdum ac leniora in majori paulo doft exbibere confultum est ,quae eundem faepe longequetutiorem praestant efecïum: _ en tot dien eindepryst by zeer de Rhabarber het pulvis Mecboacannce albo?, en de Manna. Van swieten 0) Relt zeer weinig vertrouwen in de fterk werkende purgeer middelen, in tegendeel hy raad dezelve fterk af om dat zy de krachten verminderen , de fpysVer! teering bederven,- en ontbinding der vochten ver- oor- <*) L' e' P°g- i<*3. C*) l. e. pag. 449. CD L c. peg. 264.  B O R S T-W ATERZÜCHT. l$i oórzaaken. * * Monro C*) getuigt dat de fterke purgeer middelen de waterzucht vermeer, deren. Me ad (7) bevestigt, dat by'zwakke perzoonen Jïerke pttrgatten nadeeüg zyn. Dit zelfde getuigen ook medicus (w), 'ris- sot (») en veele anderen. Wanneer dier- halven het gebruik der fterke purgatien, volgens het getuigenis van zo veele groote mannen in de Waterzucht zo nadeelig is, dan koomt het ons voor, dat men in de Borst-Waterzucht vooral moet voorzichtig zyn, in het toedienen van purgeer middelen. — De beste middelen (wy fpreeken hier van eene beginnende Borst ■ Waterzucht} zyn de Rhabarber , defalia media, de fenpa, en ook zomtyds deAloe of lalappe in zeer klyne giften. —j De ondervinding heeft ons geleerd, dat men met foortgeiyke middelen meer kan uitvoeren , als met draftica, die de krachten nutteloos vermin- deren. En hierin hebben wy de beroemde mannen, in onze kunst, tot onwraakbaare getuigen CO- en w vir« fra£lae f""1* Mgt MEAD' "out vthsmns pir alvm purLio;quo enim plus humoris e corpore ejicitur, eo mmor «*» copia breyi in cavitates refluit. limit. Med. Cap. 8. 0») U c paS. 56S. 00 '~ c P"S- 197' v 00 Mitiora interdum, CzegtHOFFMAN, f. c pag. 449O «*««>« in majori pauüo dofi exUbere confultum est, ,,m eundun Jaepe, longequ, Miorem, praefiani tjfeStum. - van swietBN i. c. pag. S64, getuigt dat de fterke purgeer middelen, meer na. dan voordeel ambten.en en tissot fpteekende over de drasticain de Waterzucht, drukt zich.ondei anderen, aldus uit: — nihil ™iie»di «» K. 4 ia'  iSs. VERHANDELING over de In eene gevorderde Borst-Waterzucht, wanneer gevoel en bewegingskrachten meer en meer verdoofd worden, kunnen fterke purgeermiddelen te ftade komen; dan, dit b ^ he£ geval-met, waar over wy fpreeken. S 18. 8. Men mag in 't algemeen vastftellen, dat 'ergeene gefchiktereweegen zyn,om afleiding en ontlasting « de Waterzucht te maaken, als de hmdvaatent met alken, om dat veelal de Waterzuchten vooral de Borst-Waterzucht, uit eene belette uitwaasfeming ontflaat: - niet alleen,om dat in de mee. ite deezer ziektens de uitwaasfeming belet word en de huidvaten geflooten worden, rnaar ook en wel voornaamentlyk, om dat men door zachte zweetmiddelen, eene groote meenigte fcherpe wateraetige ftofFen kan ontlasten, _ en men daardoor den Lyder minder nadeel aanbrengd, als door de purgeermiddelen. Hier •naniunt, itsacm careant vitiii Cl /• ■> «i. ^ r l'' c' PBS- 20'0- in'Ho 'zcsthv ver- f"50 pl"rium *"* -» A* Mm cum unu L ii taru crem. Tartaru-Jalappa ,uonjl! uWfian ïumJacckm d!u fuando priores oftndcbam „aturas, (/. ' ao, , ° 1 e o/7» et* u i. j p S02-J Medicus c pag. 566. beklaagt de Waterzuchten, dat zy zo dikwerf door fterke purgeer middelen ongeluXki» aemaakr «nJ. , ^ , ° *"'s gemaakt worden, en prvst zeer v, de„ wy 00k 2eer geluIlkigeuitwerkingenj byH0Ms;ffl^c,J cal Experts, — door den kundigen Geneesheer J. emiang, vertaald. Verg. wederom xacher, § 73. ea volg. en§<. '  B O R S T-W ATERZUCHT. 153 Hier meede ftemt de ondervinding aller tyden ove_Perl In de meer aangehaalde verhan- LlirlB van schultzius, vinden wy meemgvuldige getnigenisfen, dat de ouden zeer veel vertrouwen in de geneezing deezer ziekte op de zweet middelen gefteld hebben Waterzuchtige* , zegt hippocrates^), moeten veel ligchaams be. weeging, en uitwaasfeming hebben. Gelsus (q) dringt 'er fterk op aan, om de huid vochtig te houden.-Aretaeus,aetius,caelius aurelianus , naden verfcheide middelen aan om de zweetingen m de Waterzucht te bevorderen (r). - De beroemde vanswieten verhaald, dat heracli.tus en hermippus in de Waterzucht, gebruik gemaakt hebben van de Koe-mist, ten einde het zweeten te bevorderen. Nochheeden daags zegfvAN swietenO), reizen de Lyders naar Spangien , Napels en andere • warme Landftreeken, om door de herftelde uitwaasfeming van de Waterzucht geneezen te worden en het is overbekend, dat de beroemde f i e lpi n g, na dat hy te vergeefs, herhaalde reizen de Pa- (f\ Epidem. lib. V- W* *#> P»g- "57' J ,. /■ S L c Lib UI' pag. 168. multam ambulauium, currendttm auJani'tf'fup'eriorss maxime parus fic perfricando, ut calorem in l^eroce!finter auae 0*. ipfi ^«. -Zyocandu, est fadar, non per exercitationem tantum, red etiam in arena calida, rel momco lel clibano , fimUibusaue attis, maxi*,,*, utiles funt naturales 9. üccae Rationes, auales fnper Baias habemus myrtitts. Cr) Schui.tz.iis, disfert. titata, S X/. S O) L. c. pag. »öö. K S  m VERHANDELING over de Paracenthefis ondergaan had, alleen met datoo*. merk naar Lisfabon gereist is, om door de warme zonneftraalen geneezen te worden. — Onder de nieuwere Geneesheeren vinden wy een aantal ervaaren mannen, die de zachte zweet- middelen tn de Waterzucht hebben aangepreefen: - Onder deeze zyn voornamentlyk riverius CO sen- nertus (O, boerhaave C«0, van s w ie ten O), monr00),schencki. 00, tissot da), medicus (b } en anderen, welke alle aantehaalen ons de ruimte verbied. - Genoeg is het, dat volgens de ondervindmg van zo veele, en zo ervaarene Ge. neesheeren, de zweetmiddelen in de Waterzucht m t algemeen, en in de Borst-Waterzucht i„ >t byzonder, aangepreezen worden. Dan zo heilzaam ook de vermeerderde uitwaasfeming in de Borst-Waterzucht « , ~ zo veel omzicht^d word er nogthans vereischt, om de middelen daartoe, tot het gewenschte oogmerk toe te dienen,- en men dient daaromtrent het vozende in het oog te houden. s Vooreerst: alle fterke zweet-middelen zyn in 't algemeen ten uiterften nadelig, om dat zy het hgchaam te fterk aandoen, de vaste deelen te zeer prikkelen, de vochten ontbinden of ook fomwy- len CO L. c. pag. 20<5. fv} i. c. % xiv. («0 L. c. § 1248. Disfipatur, zegt die groote ma„, ^ éiaphorefi. rs) Z. e. fmg% ^ ' c' v t GO L. c. pag. 70. ^5 l. fi 00 L. c. pag. 224. Cj; Lm e% pag> 5j)3t  B O R S T-W ATERZUCHT. «$ len verdikken, de hette vermeerderen, en de krachten te zeer verminderen. Hieromtrent hebben de geleerde van swieten, hoffman en tissqt, zo veel leezenswaardigs gezegd, dat wy het overtollig oordeelen, iets meerder daarover voor te ftellen. — Wanneer 'er echter eene ongevoeligheid, eene zwakte der vaste deelen, eene lymige verdikking der vochten plaats heeft, alsdan kunnen de fterke zweet-middelen van dienst zyn, gelyk wy daarvan by de zo evengenoemde Schryvers voorbeelden vinden. Ten weeden: men moet by het toedienen der zweet-middelen , voornaamentlyk .onder?oeken, of 'er ook nog omftandigheeden in het ligchaam aanweezig zyn , - welke het gebruik deezer middelen verbieden: of 'er wel eene dispofitie tot vermeerderde uitwaasfeming plaats heeft, dan of men ook daardoor, andere, meer met de omftandigheeden van het ligchaam o vereenk omftige ontlastingen zoude beletten. Ook hier ver- wyzen wy onze leezers tot de voorfchriften van monro (O, van swieten (d), tis- soT(e) en andere reeds genoemde Schryveren. Ten derden: de beide middelen, welke door eene herftelde en vermeerderde uitwaasfeming , de opflorping van het weivocht uit de holhgheeden der borst vermeerderen , zyn die , welke zeerzagt werken, en waardoor de krachten van het ligchaam niet te zeer verminderd worden, en onder deeze behooren de flor es fambuci, Chamameli, de fa- (c) l. c. (<0 L. ct («) l. c  m VERHANDELING ovERDB Jaiia alca!iafixa et de jftitf minderer! fbqktew. het*. Wiï#K. de^V/.Vj «orum, de balnea JJcea & humida,'ff) def,J' S '9. 3. Onder alle middelen, welke men tot ontlastinr van het Water uit het ligchaam heeft aang na! den, zyn . zo a]gemeen E fen, als de pisdryvende middelen Fn ^ ondervinding heeft ook, door alle tyden heen, ge! leerd, dat deeze geneeswyze de beste, en met de' natuur der ziekte de overeenkomftigffe is • J Z redenen hiervan zyn voornaamentlyk deeze- Vooreerst, om dat de ontlastingen door dé Wa terwegen het minfte verzwakken. Ten tweeden, om dat men meer middelen heeft, wel- m Omtrent de Balnea ficca. & humida e„ hun gebruik i„ de Waterzucht, ten einde daardoor zo we a^ ^ ! ^^^^^•^ --Jé* ^^iïiïS^^™ de zodanige, welke in de fchriiten deezer bern^h 'deelcn' voor «e fpreeken , hui,zyn, iets ^J^^^T? » een kort bcilek a.ies hiertoe willen nLen, £ dikwerf aangehaalde dtsfen. van schuit^,,,, T  BORST-WATERZUCHT. Ï0 welke in ons ^,J^' s li*a ,jM adbibenda f»»t. alwaar wy een geneelt („■) Mei. Syliem. rat. T. IV ^ jvst vanpisdryvende middelen vmden. «^"^ÏÏ'* onder veele Diuretica, de S^U*, (p-) L- c. p. 69. Waar m . ,. .„ <.alia a]S eigenï»rtige CanLrUcs, MUlepedes, de Mercur.aHa, de Saba, yisdryvende middelen vim aangehaald. (S) I'. c. f. !°7'  158 VERHANDELING over de nen fommige geneesmiddelen de Wr« i . ^vorderen, 20nder dat Jen ■ ^ onder de eigenaarde „• T C,Ve eigentlyk «ngfchikken, " ^T* midde,e" k™ '0 kaiT °ren °nder de in eene verfi^ fterk pisdryvendmiddef worden ' ^ **' zonder betrekking tot dLrzle!^ bÖ'St> *en,-zobepan,enwy0SSS™008- behooren, de defa/^J ^ ^ * ^ fixus, heti/^^ffr' dtgumtnata. de ,w Rabarber, geringe giften, de mercurLZ r'm femen fy^pi, de 7w ' het col bscs autumnaUs , het aqL Jl s de ! »y -eds e.dets ge™*,,^ "S^?.*' dat tnen namtentlyk de ke.,s d~?' 1 b'"' CO Men moet by het toedienen deezer n.sA, , *yne keus zyn, en „iet, da„ in de llnn ' voorzichtig i„ middelen geeven Wy vvyzen 1 ' f * nood«»k]ykheid fierke y nSa °nic" Le<*« .Wtnmtnat tot de fchrif-  BORST-WATERZUCHT. i$9 § 20. 4 Schoon de kwyling zeer zeldzaam, als een hulpmiddel ter geneezing der Waterzucht in het alge. meen, en der Borst-Waterzucht in het byzonzer, is waargenoomen, zo vind men nogthans voorbeelden daar van, en het is om die reeden, dat wy ook deeze geneeswyze niet geheel met ftilzwygen hebben willen voorbygaan. De Heer krause brengt van zodaanig eene geneezing der Waterzucht, vier voorbeelden, in een noot, op het vertaalde werk van monro(j) by, — en gyongyossi heeft in zyne verhandeling de remfidiis empyricis, ook een, en andere waarneming van deze geneeswyze opgetekend: wy zullen tegens de echtheid deezer waarneemingen niets inbrengen, echter zyn wy van gedachten dat in alle die gevallen, waar de mercurius door eene veroorzaakte kwyling, eene geneezing der Waterzucht heeft aangebracht, - dat zeggen wy, in alle die gevallen 'er eene fcherpe ftoffe, hetzy vensrifche, het zy van eene andere natuur, heeft plaats gehad, welke als de oorzaak der Waterzucht door deeze kwyling is ontlast geworden. Buiten de veronderftelling eener zodanige oorzaak, zyn wy van gedachten, dat de kwyling geen fchriften van eenen van sw.bten.tissot, monro,*torc-k, Ann Med T. II., en andere reeds aangehaald, welke ons hier om«ent de beste vooricbriften gegeeven hebben. - Vergelyk hier wederom bachek 1. c. en over het okum thereb. de cantharides, en het Cuprum, § 130. en wig - 3 14». « V'S » «»« « f CO L. t. p. 8».  **> VERHANDELING over de geen gefchikt middel is, 0m de Waterzucht, en vooral de Borst-Waterzucht, tegeneezen: - altans met om aan de tweede aanwyzina deezer ziekte te voldoen, - integendeel,is deeze geneeswyze met zeer veel gevaar vergezeld, en kan tot niets ar. ders dtenen, als om de vochten geheel te ontbinden, en de krachten, waarop het hier zo zeer aankomt, te ondermynen. $ 21. 5- Men vint zo by de vroegere, als laatere fchry. veren, weinige waarneemingen, omtrent het gebruik der braakmiddelen in de Waterzucht veel minder in de Borst-Waterzucht En fchoon AëTius (t) dezelve zeer fterk heeft aangeraaden, zo fchynt het doch, dat zyne navolgers zeer weinig gebruik van dezelve gemaakt hebben, ren minften de Schryvers der Midden-eeuwen fpreeken'er niet van. . Onder f laatere Setu,"Sd ^ groote syeenham 00 daarvan zeer veel nut gezien te hebben, en hierin is hy door boerhaave O), van swie- ten f» en monro 00 gevolgd;- fchoon zy alle dezelve met eene zeekere fchroomachtigheid fchynen gebruikt te hebben, en ons daaromtrent de grootfte omzichtigheid aan beveelen (z). Het oogmerk, waarom zy de braakmiddelen gaaven, was gedeeltelyk om de fchudding, welke dee- (0 Semm. x c*p. 3i. r» TraSt de hydripei C*0 L. c. § i244, ,24sj i24ö. ca.} commenu ad % ,244. (O L. C. p. So. £0 Zie BOSRHAAVB ffl MONXO, /.  BORST-W ATERZOCHT. i6t deeze middelen veroorzaaken, gedeeltelyk, om dat d zelfde middelen de Buikontlasting en de deeze «uuc „. vol, Waterloozing bevorderen. vv* » komen door eigene ondervinding overtuigd, dat " nddingen0 C ' La  »*4 VERHANDELING ovkb de wanneer de voorafgaande oórzaaken van eene geheel andere natuur zyn , en men dus all en de tweede aanwyzing in het oog heeft ook alsdan kunnen de aderlaatingen van'een uit vocht te bevorderen: — wanneer'er, nam-nt vk, eenige tekenen van volbloedigheid pC hebben,-al zyn dezelve flegts betrekkelyk LZ '"/) Wy hebben in foortgelyke *evalle» wanneer de aderlaating niet fterk was, f„ entlt herhaald wierd , de beste uitwerking' a ' ge-en, voora. wanneer wy tusfchen beide 2 leHven V'^T len gaven. - fterke aderlaatingen, dit begrvot een reder, ZOuden, in zodaanig een. gev'H krachten te zeer doen verminderen, efl L na, dan voordeel, aanbrengen (h). * ^ § 23. 7. De üiterlyk ontlastende middelen. . rw* deeze behooren voornaamentlyk de ^«T de Setacea en de Jonticuli. 1 De ZlTZ? held deezer middelen was aan de ou onbekend gelyk wy dit by okl.u.'cO 2 «deren by s_c„ültziüs ^ ' « lerduidlykst zren: - ook hebben onder de Nieu we- CO £. c W. /;/• w ^  BORST-WATERZUCII T. 163 weren , van swieten CO. monro («) en tissot <»), het gebruik deezer middelen aan- gepreezen. Men kan echter niet zeggen, S men daarvan zo algemeen by de Schryv^ vind gewag gemaakt, ten aanzien van de Wa- terzucht,als van andere evacuantta. *v thans hebben wy van deeze middelen, in Jeene beginnende Borst Waterzucht, zuIke mtmnnten deÖuitwerking gezien, dat wy dezelvger«e lyk, als de beste middelen in de Borst-Water. zucht, durven aanpryzen, — zelf ook in zo daati gevallen, waar de is of wanneer dezelve met andere Borstziet ns epaard gaat, doen zy voortreffelyke uuwerkllen : — en de redenen daarvan zyn ook niet verre te zoeken, wanneer wy naagaan. Dl&, d.t deeze in de iiabyheid der Borst geplaatst worden, "ene fterke" afleiding van vochten maaken en dus niét alleen de opflorping van het weivocht d holligheden der Borst bevorderen, — na zelf d&e fcherpe prikkelende ftoffe van de Zst afleiden, gelyk wy dit in het Afthma Hzr en andere Borstziektens zien:-dusmen T,nrst. Waterzucht kan aanwenden. Ten tweeden, deeze middelen verzwakken minder het ligchaam als andere ontlastende midde- L 3  365 VERHANDELING over de Jen: _ integendeel, zy kunnen onder veele omftand.gheden, de werking der watervaten vermeerderen. Onder alle deeze middelen, welke op die wy. ze eene afleiding en ontlasting bevorderen , zyn ons de fontanèllen en de fitons, als de beste en bekwaamde in de Borst-Waterzucht voorgekomen, vooral wanneer dezelve op de arm, O op de borst zelve geplaatst wierden Qoj. Wy hebben noch onlangs daarvan een allertref. fentst voorbeeld gezien by een meisje van omtrent 18 jaaren, welke, naa het terug dryven eener fcherpe doffe Cdie voor op de Borst een uitHag, by wyze van puisjes maakte ) alle teke nen eener beginnende Borsr - Waterzucht kreeg en welke door het draagen van eene fontanel op de CO De geleerde db haen 2egt dat de wonclen door C^»t, 2eer fa tot gangr.Jmi^L nnnften«ermoeW,yk.te ge„eezen zyn , en by beroept aJg„ph« fr,êT .H1".°««» a J,N„S en anderen 1 Hy geeft ten dien e i.de den rasH „„, u v """eren— -~J ae „ „ ^ «"ÜT^ S zeer d,r.ft,g zo Ung Vr oort eene kwaad,appigheid p) / £ d n bevestigt, het ge,n wy hkr ovcr ^ « P •«£*B, dd, ,n zodanige gevallen, gezegd hebben n,n " tmid- gevailen zo.de vercclit worden, twyfféU wy behoeft Z:c!i door deeze bemerking van den beroemden de ha.T to zyne vrï« voor deeze middelen niet Zo zeer te ],.,«,. fc^™' Zie rje h ab n, , c„Pag. 40 Immers eemg ongen» „ gMien! en de ^ « -o.t moet, daarenboven, niet dan op een gevorderd,D°graad oLt Z' e, wanneer >er re.ds Uvaadzanpigheid pi38, h eft, Z 0 £  B O R. S T-W ATER.ZUCHT. 167 de Borst volkoomen geneezen wierd. Men zal mogelyk zeggen, dat hier de fontanel niets andets deed, dan de fcherpe ftoffe naar buiten te brengen: - dit is waar; — maar even daaruit volgt, dat deeze middelen door hunne afleiding, de werking der opilorpende vaten vermeerderen (0*}. § 24. Wy hebben tot hier toe over de ontlastende middelen in de Borst-Waterzucht gerprooken» voor zo verre deeze ontlasting gefchied , langs die we-en,welke de natuur daar voor gefch«kt heeft, naamentlyk, door de opilorpende vaten Wy zouden thans nog dienen te fpreeken over die ontlastingen van water, uit de holligheden der Borst, doorvvegen,welke door de kunst gemaakt worden:dat is te zeggen, wy zouden nu noch over de Varacentbefs moeten fpreeken. — Dan, daar deeze konstbevverking in de Borst-Waterzucht niet kan werk- . « Men Uan over alle deeze aangeprezene Geneesmiddelen, en 1 er de uitwendige, met vrucht de Heer bacher in hetmeerV00?lde°VWerknaaaan, — alwaar men ook eene breedvoerige Verf,,n, ovet de Sangu^g^ ,&camcaüoMs ,CucurUta^Cymata, !rde e ver nut in de Waterzucht in het alleen vind; — dan, , " zo door onze eigcne.als door de ondervinding der voornaam. 7 Mannen van derzelver ongenoegzaamheid tot de geneezing overS,d yn , - o hebben wy dezelve „iet oP de lyst van de Geneesmtd. deïn Borst Watetzucht •** brengen, — even rmn als de L rchurlt een middel, dat van eene al te onze- StSK-Mi-e- beginnende Bots,Waterzucht, in het weik te Hellen. , L 4  »« VERHANDELING over de wer^% gemaakt worden, dan wanneer de 2,ekte eerst tot eenen aanmerkelyken graad gevorderd ls, en ook dan noch eerst, de by rondere -piaatfenderBorst-Waterzncht in «ing koomen, - zo begrypt een ieder yan ^ £ oeeze konstbevverking in «ene beginnende Borstwaterzucht niet in aanmerking koomt. Wy zuilen dierhalven over dit onderwerp in de volgende Afdeeling moeten fpreeken j - of, en in iioe verre, deeze kunstbewerking als dienftig kan befchouwd worden in die foorten van Borst-Waterzucht, welke voor geene volkoomene geneezing vatbaar zyn, en by welkers behandeling de Geneesheer voornaamentlyk in het oog bedt, den ongelukken Lyder de mooglykfte verligting aan te brengen £n hiermede zullen wy over- gaan tot onze derde aanwyzing. § 25. Hf. Het is niet genoeg, dat een Geneesheer op alle mogelyke wyze tracht de ziekten te geneezen hy rcoet ook daarop bedacht zyn, om het wederkeeren der ziekte, zo veel mogelyk, voor te komen. - En dit heeft voornaamentlyk by de Waterzucht, en by de Borst-Waterzucht byzonder, plaats. Menfchen , die eens met deeze ziekte zyn behebt geweest, krygen dezelve gemakkelyk weder : — het zy de afgeleegene oorzaaken niet geheel hebben opgehouden te werken,-het zy de Lyders zigop nieuws aan die zelfde of foortgelyke oórzaaken bloot ftellen. Daar-  BORST-WATERZUCHT. 169 Daarenboven blyft 'er altoos * welk door de Waterzucht is aangedaan geweest als ook in het geheele ligchaam eene Is-het zy nu,dat deeze zwaktedevoornaame ^ak der Llue zelve is geweest: -hetzy deeze zwakte als een gevo!g der ziekte, of der oeneeswvze moet befchouwd worden. Hier St vol!"dan ,dat men, om aan de derde aanwy "1 te voldoen, moet trachten om de vaste Zbaare deelen , wederom in haare natuurlyke en gezonde toelland te herftellen. dit kan niet anders gefchieden, dan dat men In de eerfte^, * voorafgaande oórzaaken der Borst-Waterzucht zoekt af te meren, en In de tweede plaats, door verfterkende mir dekn de verloeren verkracht der vaste deelen We- -n zynen aandacht a'0v: igen o de by'zondere gefteldheid d en der oórzaaken, welke tot het ontftaan der ziekte hebben aanleiding gegeeven en overÏnSmftig derzelver natuur en hoedanigheid , de beste levensregelen voorfchryven. b HeTLde, naamentlyk de berftelhngder verloob* fel vearkr^cht der vaste deelen, >s meer alge- Pn heeft in alle foorten van Borst Wameen, en beert ^ ^ terzucht plaats, — net zy pT„g als'eene oorzaak, of als een gevolg de "ziekte en der geneeswyze moet aangemerkt Z1C" Deeze verfterking der vaste dee- r gefchied door zachte verfterkende midL 5  '*> VERHANDELING 07BROK Jen die niet alleen de vaten der Borst, maar ook die van het geheele Ligchaam verfterken f ten dien einde is het allernoodzaakelykst, „iet alleen eene verfterkende ditet voor te ^ °ok voorfll ^or Ligchaams. Effening en beweeging in de open Incht, door het inademen ^aromancgue dampen den vryen omloop der vochten, zo in de longen als in het geheele chaamte regelen en de vaete deelen te verfterken.— niets is „adeeliger, - niets ft meerder gelegenheid tot het wederkeeren der Borst-Waterzucht, * eene zittende leven wyze, vooral in warme en benaauwde vertrekken en het misbruik van warme en verflappen- de dranken Verfterkende bieren, en voor. al de r00de wyn, zyn , byzonder in ons Land de beste middelen, om de Waterzucht te verhoe! d n en het ligchaam te verfterken, dezelve mat.g gebruikt: — gelyk wy rJ" n de voorbehoeding gezien hebben. —I S derde eigentlyke geneesmiddelen , welke tot dit einde met vrucht kunnen toegediend wolf behooren anlke, welke het ligchaam n£ZZ' en en welke niet te fterk lamentrek^ £ tegendeel, welke door eene zachte verft king de verloore veerkracht herftellen. . 1' Deeze zyn - de ExtraSa amara , de Kina net Ltgn. Qj/asJJa, enz. En dit achten wy genoegzaam over de alge- mee-  BORSTWATERZUCHT. «9* meene geneeswyze der Borst-Waterzucht in haar eerfte begin. — Wy zullen nu tot de verzachtende geneeswyze in eene gevorderden ftaat overgaan--om daar naa noch, kort en bondig, eenige gevolgen tot nadere kennis en onderfcheiding en zekerer geneeswyze der beginnende Borst-Waterzucht uit het voorige af te leiden. — Wil men voorts nog breeder over dit ftuk uitweiden zo fla men het werk van den meermaalen aangehaalden bacher na, alwaar men zyne weetlust door een aantal waarneemingen en getuigenisfen van een menigte Schryveren voldaan zien kan. — Wy achten het gezegde voor onstoogmerk genoegzaam. DERDE HOOFDSTUK. Over de verzachtende geneeswyze der BorstWaterzucht. S Wanneer de Borst-Waterzucht zo verre gevorderd is, of uit zulke oórzaaken ontftaat, dat dezelve voor ongeneeslyk gehouden word dan vna^n te rech, welke middelen zyn 'er, dm deeze Ziek te te verzachten, en den ongclukkigen Lyder zyne vekte zo draaglyk mogelyk, te maaken ? ^  T* VERHANDELING over de Daar de toeralien deezer riekte eedeeltel* Ui. f" ™ * « van d/ t * est: geitenen voents, in de holligheden der IW , **er gevolgen op het geheele lichaam loet tnen ter heantwoording deezer v 1 ' e77„ £ 0P«hes,emMe,e„>zyMnaj^^ S =. ï.) Z>* tweernende vermeerdering van het uit gefiorte vocht in de Borst - WaterJcht^ZZ anders tegengegaan, en de toevallen d ar a.) Dwr zodanigeinrrendige Geneesmiddelen, welke de affcheiding der vochten in andere deelen van het Ligchaam begU!jJl!ge^ en de ontZ tmgen langs de verfcbUknde ym Ligchaam bevorderen, - nf • «^rh1.de«o^g,Dde~: «ng moeten door maatige Ligchaams - be. weeg,ngÈn, door nitwendige wryvingen e„ gepaste» Geneesmiddelen, ov^reenïon,^ e fffcUtad des Lyders onderhonden, en na bevinding vermeerderd worden. Hl! p vermits wy in het voorgaande Hoofiiftuk, by de  DORS T-W ATERZUCHT. 17* de tweede aanwyzing, daaromtrent wydloopig gehandeld hebben, - en alle die byzondere middelen, welke zo wel door afleidingen als ontlastingen, den toevloed der vochten naar de Borst beletten, en de opflorping uit de holligheden der Borst vermeerderen, breedvoerig hebben aangetoond, — zo verwyzen wy onzen Leezer, om in geene onaangenaame herliaalingeu te vervallen, tot dat Hoofdftuk, _ en zullen alleen nog aanmerken, dat men in dit geval, by het toedienen der ontlastende middelen, wel in het oog moet houden, dat de prikkelbaarheid van het Ligchaam ^ over het geheel genoomen, merkelyk minder is,als in eene beginnende Borst-Waterzucht, — en dat men minder befchroomt behoeft te zyn voor het gebruik der fterke middelen. ■ • Integendeel , wanneer de ziekte tot eenen graad is geklommen, dat jnen aan de geneezing twyfleh, en dus niets anders beoogd, als eene afleiding en ontlasting van fcherpe wei - vochten te maaken, dan zyn de zachtwerkende middelen veelal niet voldoende, — en men vind zig genoodzaakt, middelen te geeven, die een fterker vermogen bezitten. De Jalafipa , het Scammónium, de Mércurius dulcis, AtSenna, de Gutta Gamba , de Baccz Junip , Ebuli, de Squil/a , Gantharides, Oxy. mei Cdcbkum, de bereidingen van het Antimonium , de Ipecac. en foortgelyke middelen, by tusfchenpoozingen, en naar bevinden van om-  17A VERHANDELING over de omftandigheden toegediend, brengen de mees- taverligting aan, vooral wanneer men mtusichen op de verfterking van het Lichaam werkt. S 3. b. Door uitwendige middelen, welke eene afleiding en ontlasting van waterdeelen uit de ho'li-he- den der Borst bewerken: Onder deeze behooren niet alleen de Fontanellen, de Setacea, deScarificationes, maar ook de Paracen- tbefis. Wy hebben in ons voorgaande Hoofdftuk reeds van de eerstgenoemde gehandeld, en derzei ver heilzaame uitwerkingen in deeze ziekte door voorbeelden geftaaFd zo dat wy deeze thans met ftilzwygen kunnen voorby gaan Wat het laatfte, naa- mentlyk de Paracenthefis betreft, _ Wy zyn met monro van gedachten, dat men deeze niet moet in het weik (lellen, dan naa alvoorens andere middelen vruchteloos gegeeven te hebben, en voor de ophooping van water reeds tot zulk eenen aanmerkelvken trap is gevordert, dat men de plaats der"ophooping van het vocht duidelyk ontdekken kan; —dat 'er gee. ne andere middelen meer overfchieten:— en hierin hebben wy de beroemde Geneesheeren tot overeenftemmende getuigen DeHaen die eenigzints een voorftandervanjde Paracenthefis in de Waterzucht in het algemeen is, en die ook duidelyk de gevallen befchryft, in welke  B O R S T-W ATERZUCHT. 175 ke deeze kunstbewerking van eenig nut kan zyn, telt dezelve onder de paliiative middelen lp) '• ~— en hippocrates zelve, d ie het gevaar der Paracenthefts wel inzag, drukt zig aldus daaromtrent uit. In morbis, in quibus periculum ingens adest, aliquid audendum: fienimfuccesferis , poterisfervare agrtm; R non profeceris, fit modo id, quod fine tuo molimine brevi contigisfet (f). Eeven zo heb¬ ben OOk monro (O en van SWIETENCO» als eenftf//w«Vmiddel, de Paracenthefis aangeraaden.- En indedaad,in dit geval zyn'ervoorbeelden, dat deeze konstbewerking met den gewenschten tütflag is in het werk gefteld, en de Lyders daardoor voor eenen langen tyd groote fjO l. c. pag. 33, 39. (f) Lib. ile Loc. in homine, pag. 417- Edïu poes. fT) Wanneer de middelen, zegt monro, kieryooren opgenoemd, den gewenschten uitfiav niet te weeg brengen, is 'er niets anders over, dan eene opening te maake,, in de aangedaane zyde van B„rst, t geen dikwils met een goeden uit/lag is gefchied, l. c pag. i8«. Men vind zelf voorbeelden van eene geneezene Borst ■ Waterzucht door de paracenthefis in de Memoires de l'//cad. R. de Chirurgie, lom. a> pag, 54s Philof. TranfaS. vol. 56. pag. 302.- Comm. de Rebus. vol. pag- 5"- ~ en voornamentlyk kaltschmid, de Hydrope PeSorisfaccato rarisflmo. fenae 17Ö5.-D* ha»n ,r. n. torn. V. cap. Smpag, 69 u7.- Willis, Pharm. ration. part. 2. Stel. 1. cap. 13.- T bomas fundi, Libr. Chirurg. Ir. 5- * Paracenthef, Th0. rads, enz. — verg. bacher, § 35 «» >'o/?' (j) L. c. Cormnent. ad. §. 1219- P«g- '35-, alwaar liy zich aldus uitdrukt: — Certv.m quidem efi, Paracenthefin non tollere caufam mor. hi Jed a praftnti fufocathnis periculo libsrat agrum.  176 VERHANDELING over de te verligting hebben ondervonden. — Ook is het gevaar deezer Operatie, op verre na, zo groot niet, als men zig in het algemeen verbeeld, gelyk wy daarvan door het getuigenis van de zo eeven aangehaalde beroemde Genees, heeren, volkoomen overtuigd worden. ._ Behaiven dit brengt monro voorbeelden, uit willis, morand, senac en ook van - hem zelve by, alwaar deeze Operatie met zulk eenen gcwenschten uitflag is ondernomen, dat mengden Lyder daardoor niet alleen in 't leven heeft èefpaard, maar zelfs zyne volkoomen ber- ftelling heeft bewerkt. Men kan dus de Paracenthefts, als een verzachtend middefin de Borst-Waterzucht, veilig onderneemen. De wyze, op welke deeze Operatie gefchied, alsmede de Caute/a, welke daarby moeten in acht gencomen worden , zyn door zo veele Schryvers van vroegere en laatere tyden befchreeven, dat wy onnodig oordeelen daarvan iets meer te zeggen ;. £it aueen zullen wy nog maar aanmerken, - dar men voor,en na het verrichten van deeze kunstbewerking, wel zorg moet draagen voor het behoud der krachten, en zich zorgvuldig voor het gebruik van ontlastende middelen moet wachten. CO Wy verwyzen onzen Leezer tot de Bibliotkeca Chirurg. Vol 11 ' van de Heer de vigiliis van kreützenfelb, alwaar wy eene geheele LySt van Schryvers over; de Para((mkeps vinden opgetetkend. §. 3.  BORST-WATERZUCHT. 177 §4. ^De toevallen der Bont-Waterzucht * <*n Vet gevorderden ftaat, zo wel met betrekking d t Borst zelve, als ook ten aanzien van tet geheeto Ligchaam, zyn menigvuldig:-wy zullen Hechts peniee der voornaamfte aanftippen. , 1) De Koorts. — Deeze is een gevolg van V fchèrpte der vochten , en is van eenen fleepe'nden aart.- Hetis niet wel mooglyk deeze 'Koorts, door het wegneemen van deszelfs oortXn te geneezen. — Ondertusfchen » het z ke dat men door enige gepaste Leefregelen door bloedzuiverende Geneesmiddelen, vooral door het gebruik van de Kina, veel kan toebrengen om deeze fchèrpte der vochten te verbeteren en de Koorts tegen te gaan. * De groote dorst. — Daar is byna geen waarover deeze Lyders meer geduung «een toeval, welker verligting en verzachting loopen, dan even deeze dorst. — De meeste Geneesheeren zyn diesweegen ook van oorden dat men dit toeval, zo weinig mogelyk, moet t ergaan, en den ongejukkigen Lyder he Sen zeer fterk verbieden, uit vrees dat Ine ziekte daardoor mogte verergeren En dit men tot verligting van dit^toeval, met L eenige dorstlesfchende vod^£ mond te bevochtigen, den Lyder moet dienen. Dan  i;8 VERHANDELING over de Dan hieromtrent zyn wy het niet eens. — Wy oordeelen, dat ook dit inflinft der natuur niet geheel ichadelyk is, en dat het drinken met alleen tot verzachting en verkwikking van den Lyder dient toegeftaan te wordenmaar zelfs, dat het drinken het heilzaamfle en gefchikfte middel is, om de fchèrpte der vochten te verminderen, mits men den Lyder zodanige drank geeft, welke de vaste deelen niet meer verilapt Wy hebben ons by het koude water met Rhynfe wyn, Zeer wel. bevonden, en geene andere, dan heilzaame uitwerkingen daar van gezien. 30 De HoesfJ De verzachtende middelen de zogenoemde*^,, het Oxymel fimplex 'met de Gummi arabic urn, Spec. Diatrag, en de Sa/ei zyn de gefchiktfte middelen, om deeze hoest te vél «achten—De Opiata doen hier „ooit de verlang, de uitwerking; 2y verflimmeren de ziekte en vermeerderen den dorst. ' 4.) Waterzucht in andere deelen van het Ligchaam Deeze kan niet anders, dan door die middelen geneezen worden , waarvan wy in het voorgaarde Hoofdduk, i„ de tweede aanwyzing, br eZe ng gehandeld hebben. - Het zwVchtelen der' Beenen, is m dit geval zeer nadeelig en ver meerdert de ophooping van water in de borst " '0 De Benaauwdheid Geen toeval iS 'er ,'H aeeze ziekte, dat den Lyder ondraaglyker, en tevens voor den Artz ongemaklyker is weg te nemen Zy neemt by tusfchenpozingen af en  BORST-WATERZUCHT. i?» en toe, en brengt den Lyder dikwerf in gevaar van flikken. -Somtyds zyn, voorzichtig in het werk geftelde, aderlatingen;, — meer algemeen, warmeVoetbaden, - Lavementen, - Spiritus cornü cervi, met Liquor anodynus , aqua menthae, piperitidos ,aether vitrkti, Spiritus carminativus SyU vii, matricalis, melisfae magiflralis, en diergelyke wind- en krampbrekende middelen van dienst, - en deeze doen hier fomwylen nog lange goede uitwerking. En dit is alles, wat wy tot dit oogmerk betrekkelyk, kunnen meededeelen. VIERDE HOOFDSTUK. Ophelderende Aanmerkingen over de Oorfprong ji nadere Kenmerken, en hyzonde-re Geneeswyze der Borst-Waterzucht, zo als men dezelve algemeen in ons Land waarneemt. S u Tot hiertoe hebben wy de algemeene Geneesw** der Borst-Waterzucht voorgedragen, en de m.ddelen waardoor deeze Ziekte kan voorgekoomen, genee* zen en verzacht worden, aangetoond. " Wy zouden dus hiermeede deeze Verhandemig kun „erI fluiten, als hebbende aan het oogmerk dei voorgeftelde vraag, beantwoord. ^  •8= VERHANDELING over de -« oor2aa,te„, al! weldcr G;~;Lrtsat Zlt" T: ™ dk "y™'J« L». « van d= 't hvf 7 Sen,ee"' de Borst-Waterzucht in ons llnd * ' Zi*tM b*°°™» »" ' " ons Land «teen.gvu.diger, dan elders .gevonden wor! i ar h t ' /° " rpred[en' *«*■*«* Etfi:-*, t de a rtetT0™",'"'15 i"id"e" "K «mï« mennen. 20 zuj|e ^glykd'e duid jykheid by te zetten, by het betoogde eenige alee meene aanmerkingen voeden welkt 1 T g § 2- *» de Borst. Waterzucht, ontflaan uit eene ziende levenswyze, uit het misbruik van waZe A y?penadedrmken> Uit ^ vochtige lucht, en Aardryksgefieldheid, en de veelvuldige afwisfelin. gen van het weeder. toe algemeene praftifche aanmerking, fteunt OP herhaalde waarneemingen, en op het onloog! chen.  BORST-WATERZUCHT. 181 dienbaar getuigenis van alle die beroemde Mannen, welke de natuurlyke Historie van ons Land, ' en de levenswyze der Inwooneren hebben onderzocht , ~ en den invloed daarvan, op de gezondheid en ongezondheid, geneeskundig hebben naagefpeurd (/?). Wanneer wy dan deeze algemeene ondervinding, op den oorfprong der Borst-Waterzucht toepasfen: - wanneer wy nagaan , welke uitwerkingen zodaanige algemeene oórzaaken natuurlyk in ons Ligchaam voortbrengen: — dan worden wy ras overtuigd, dat de werktuigen der fpysvertering en bloedmaking, door het geduurig inademen der vochtige lucht, door de groote toevoer van warme verlappende dranken, meer en meer van hunne veerkracht beroofd worden: dat de huid, door degeduurige ftoving, -mogen wy ons dus eens uitdrukken,-in eene vochtige dampkring, als in een bad, week en gevoelig word: — «0 De Heercn van Den boscHj bikker, en miCH el verdie. ne„ bicrover nader te worden ingezien. — vergelyk bikker, h v in zyne aanmerkingen over de vermeerdering der Zenuwziekte* tor's 'u*H«*m de vertaaling van het Werk van whyt t, over de Zenuwziekten geplaast, - met van den b o s ch over onze Landziekten in de llollandfche Maatfchappy, XVlll Deel, op verfcheide nlaatfcn, en niemand zal langer aan de waarheid van onze (telling twyf- . De Heer m i c h e l heeft deeze oórzaaken in zyne verhan. deling over de Zenuwziekten van ons Land. Utr. Prov. Genootriop 11 D°el I. Stuk; en over de Zinkingkoortzen, nu onUngs door de ZW^* Maatfchappy uitgegeven, op nieuw zeer breedsttig behandeld. M 3  ï3a VERHANDELING over de word; — dat deeze tegennatuurlyke verflapning en tederheid der huidvaten,vandag tot dag,door het misbruik van Cofly en Thee toeneemt; . dat de uitwaasfeming, wel is waar, door die oorzaaken fchynt bevordert te worden; - dan, dat daarvan ook de tchielyke wanorde in deeze affcheiding moet worden afgeleid; - dat zodaanige lieden van de minde oorzaak, in eene belette uitwaasfeming moeten vervallen,., dat de belette uitwaasfeming, uit hoofde van de verminderde veer. kracht der vaste deelen, niet gemakkelyk herfteld word: - dat het fcherpe vocht door deeze belette affcheiding, i„ het Ligchaam terug keeren. tie naar die plaatfen, waar het de minfte tegenftand aantreft, gevoerd word: - naar die plaatJen, welke reeds voor een gedeelte hunne veeren levenskrachten hebben verloren, en dus als het waaje onvermogend zyn, het fcherpe vocht, naar zyne eigene affcheidings- werktuigen, naar de huidvaten, namentJyk terug te voeren . En daar die plaatfen juist die werktuigen zVn welke de weldaadige natuur ter verteering der voedzelen ... ter chyl- en bloedmaaking gefteld heeft; - zozietmen reeds uit deeze oppervlakkig befchouwing, op de waarneemingen gevest eene rei van Ongemakken en Kwaaien, die uit'eene bedorven fpysverteering, flegte chyl- e„ bloedmaakmg voortvloeijen: _ de fpysverteering zo taoodzaakelyk tot herftel der verlooren fappen en afgefleeten vaste deelen , is niet meer het middel pm de krachten des Ligchaams te onderhouden zo  BORST-WATERZUCHT. 183 dra de maag weigert de fpyzen behoorlyk te bewerken; - de vochten worden fcherp; - de voeding gefchied niet meer zo als 't behoort: — de geheele natuurlyke huishouding raakt in wanorde; de vermindering van krachten neemt toe; - de omloop van vochten, de affcheiding en ontlastingen derzelve, worden ongeregeld: - en, met een woord zy, die zich aan foortgelyke misbruiken fchuldig maaken, worden de ongelukkige Qagtolfers van hunne eigen dwaalingen. - Niets is daarenboven bekwaamer, niets meerder met onze "•antfche inrichting overcenltemmender, als de Ligchaamsbeweeging; deeze bevordert den omloop der vochten,-bevordert de natuurlyke affcheidmgen en ontlastingen; - herftelt de verboren veerkracht der Spier- en Zeenuwvezel; -begunstigt de bloedmaaking;- verfterkt de verzwakte ptotfen, en geeft de natuur krachten, zich tegen den inwcndigen vyand te verzetten. -— Dan de venvaarloozing dier zelfde ligchaamsbeweeging,brengttegengefteldeuitwerkingen voort:-- uitwerkingen, die de verflapping der vaste deelZ dekwaadfappigheid der vochten, dagelyks doen toeneemen, en de lyst van ongemakkeu, daaruit] voortkoomende, onbegryplyk doen ver- „rooten Wanneer wy daar nog wilden by voegen, die uitwerkfelen, welke van het fterke denken, het oefenen der zielsvermogens, de on£ere-elde gemoedsaandoeningen, veelal aan het zittend leven verknogt, en alle tot het zelfde einde mcede werkende, afhangen... En eindelyk, M 4 Waa*  i«4 VERHANDELING over de wanneer wy daar nog by in aanmerking neemen, de fteeds toeneemende losbandigheid en verbastering der zeden: — weelde en overdaad: het Jaate opzitten: — het onmaatig gebruik van fyne Wynen en fterke dranken: wanneer men, zeggen wy, alle deeze medewerkende oorzaal ken in overweeging neemt, dan ontdekken wy eene onuitputbaare bron van oórzaaken, die eene verflapping der vaste deelen, en eene kwaadfapp.gheid der vochten by onze Landgenooten , kunnen en moeten voortbrengen: - die de flee pende kwaaien by dezelve, haare oorlprong en voortgang doen neemen; - die dezelve in onsLand, dag aan dag, doen vermeerderen, en die al* de waare en voornaamfte oórzaaken van alle de/ zeiver modificatie, van den Geneesheer moeten befchouwd worden fin is djt zo . . niemand zal tegeniprceken, Zois het evj z(?e. ker dat dezelve verflapping der vaste deelen en kwaadfappigheidder vochten, de vrnch'baarê moeder ls der Borst- Waterzucht in ons Land § 3- 0 De Borst-Waterzucht, voor zo verre wy dezelve hier hefchouwen, als eene oorfpronklyke ziekte , ontftaat langzaam en by trappen. Dit leert niet alleen de ondervinding: _ dit getuigen met alleen de waarneemingen der beroemde ManBen in onze Kunst: - maar hier van word men terftond overtuigd, wanneer men op de zo even ga-  BORST-WATERZUCHT. 185 genoemde algemeene Bronwellen der Borst-Wag^uchtterug ziet.-Het misbruiken van warme erflappende dranken;-eene zittende levenswyze - de vochtigelucbtsgedeldhetd enz., ma Z 'niet oogenblikkelyk eene vaste deelen: - bederven met terflond de goede menging der vochten! — En wederom deeze "rntpping^deezekwaadfappigheidbrengenme terflond, en onder alle omfland.gaeedet de Borst-Waterzucht voort. De bykomende omftandigheeden, - mede werkende oórzaaken kunnende naadeeflgeri^ misbruiken, of fchielyker doen ontdaan,of eenigünts beletten en vertraagen. - Jaaten achter een ziet men niet zelden, dat menfchen ztch aan foortgelyke misbruiken fchuldig maakeu zonder dat zy daarvan de gevolgen ondervinden. Dan, wy willen ook gaarne toeftemmen, dat, onder zommige omflandigheeden, deeze trapswyze toeneemende ziekte fchielyker ontflaat: - wanneer, naamentlyk, veele der opgenoemde oórzaaken te gelyk werken, en den Lyders reeds van elders eene ongunstigeLigchaamsgerteldheid hebben.- gelykwydaamninde befchouwingder oórzaaken breedvoeriger hebben gelprooken. Dan, hoe fchielyker de Borst-Waterzucht ontftaat, zo veel te minder moeilyk is de geneezing :wyl het werfctuiglyke maakfel der deelen, in die gevallen nog niet ontaart en bedorven rs en de oorzaak der Borst- Waterzucht dan, alleen van het verbroken evenwicht der opilorpende en M s at"  VERIIANDELINGoverde affcheidende vnten (door de ongeregelde werfiing der levenskracht veroorzaakt) afhangt, gelyk2 J gevolgen van kond drinken, wanne/r hettig" chaam verhit en befweet is, dnidelyk blykt. § 4. *«r zy langzaam ontflaat,.. voo °„ \ dispofltie, die door dezelfd, TgEfa 'door e™ gebragt. ***** W terluchttï *y V°°ren ^ de terznchtin 't algemeen, in ons Land onrftaat uitzo aanige oorzaakeii> wdke ^ oii fta„, va te^ n eene hwaadfapplgheid veroorzaa. Ken.. Het is d.crhalven natuurlyk, dat . 7,i ontdaan ., erin zodaanigdeel eene tegennatuur tyke gefchiktheid moet plaats hebben, f™Ze kan m ons geval geene andere zyn dll T -t betrekking tot de overige dS^S' chaam, vermeerderde flapheid der vaste deetn en^daaiby komende toevloed van By de oorfpronklyke Borst. Waterzucht, moet d, rhalven ook eene zodaanige, niet beting tot de ovenge deelen, meerdere zwakte der vas e deelen der borst plaats hebben,., en deeze zwal Z gepaard met eenen vermeerderden toev oeTÏn fcherpe vochten fdie wy met den naam van dis pofltte beftempelenj moet by eene oorfpro ^ B orst-  BORST-WATERZUCHT. 1I7 Borst • Waterzucht vooraf gaan: - en al het geen wy van de algemeene zwakte der vaste deelen, en de kwaadsappigheid gezegd hebben, moet oökin dit geval op de Borst Waterzucht toepasfelyk ,Y„! - Dat nu ondertusfchen deeze pfaatslyke zwakte -deeze voorafgaande dispofitie der borst tot de Waterzucht - uit die zelfde oórzaaken ontflaat, uit welke wy de algemeene zwakte, en de kwaadfappigheid hebben afgeleid;- htervan men zig gemaklyk kunnen overtuigen, wanneet men üegts het volgende in overweeging neemt. a De vochtigheid des dampkrings, maakt met alleen eene algemeene verflapping des Ligchaams maar ook vooral in byzondere deelen, met: we ke zy onrniddelyk in aanraakingkoomt. —De lucht is het algemeen vehiculum, aan welke wy eene .roote meenigte vochtdeelen uit onze longen overoeeven: - wanneer wy ons daarentegen m eene fucht bevinden, die vochtig en minder veerkrachtig is , _ dan kunnen wy niet alleen geene vochtdeelen aan de lucht meededeelen, maar zeifs de onmiddelyke aanraaking deezer vochtige lucht, met onzelongen.moet delaatfte vëfflappen.— Dit is iets, 't welk geen verder bewys noodig ' heeft - Dog hierby komt nog, dat deeze vochtige luchtsgefteldheid de uitwaasfeming zeer fterk belet, en daardoor gelegenheid geeft tot eenen meerderen toevloed van vochten naar de holligheeden der boist: - hiervan de menigvuldige Veripnenmonm, Pleuritides , Phthifis Pituitofa, en andere foorten van Borstziekten, by ' J ' eene  188 VERHANDELING over de eene vochtige Iuchtsgefleldheid:- vooral, wanneer dezelve fchielyk met warmte en koude aAviS b. Alle warme dranken verflapper, niet alleen de mag, maar ook byzonder de borst-ingewanden. S£*d«Jk " en by de Phthifis baereditaria. - Wy heb. ben hiervan een fterk voorbeeld gezien, van eene Borst- Waterzucht, die, -- van zo verre men konde naagaanvan de ouders op de kinderen was voort. gepjant Wat ook hiervan zyn mooge,dit js zeeker,.- dat zommige menfchen eene zwakke borst meede ter wereld brengen, die men reeds vroeg befpeurd, en die zig zelf door de Phvfio- «nomtekenteekent.- Omtrent dit laatfte, moeten wy ons op de ondervinding van zodaanige Geneesheeren beroepen, welke in de gelegenheid zyn van veele Zieken te zien, - en diedoor aanhoudende oplettenheid, 'eindelyk een zeker prac , usch gevoel krygen: _ ee„e heblykheid, om £%>.s»/^fommigeziektensteonderkennen _ Zo veel ren minften is 2eker, dat menfchen, welke zwakke borst-ingewanden hebben' en vooral, wanneer deeze 2wakre er%,. * J jets m hun uiterlyk gelaat hebben, waaruit men deeze dispojitie kan opmaaken. Men kan dus uit de onderlinge overeenkomst van de opgenoemde omftandigheden , genoegzaam beoordeelen, - 0f »er in der daad by iemand een zodaamge dispefitie tot fierst-Waterzucht plaats heeft. § 6V  B0R1S T-WATERIZÜCH t. 193 §6. O De kennis deezer voorafgaande disfofitie ,h niet alleen ten uiterften noodzaakelyk , ter voorkoomtng der Borst-Waterzucht zelve, maar zy isook tevens de grondflag, waarop de geheele Diagnofis der beginnende Borst-Waterzucht berust. Wanneer een Geneesheer door de hier vooren aangehaalde omftandigheeden overtuigd word , dat 'er eene dispojitie tot de Borst-Waterzucht plaats heeft; - dia * *« alleen 111 „oodige voorzorgen gebruiken, om waare het ^gelvk, de dreigende Ziekte afteweeren en den ge ukkigen Lyder voor een futtelend leeZ te bewaaren; — maar even deeze erkende dispofttie, wanneer dezelve toeneemt—r •er zig tekenen eener beginnende Borst - WaterLhtVoegen, - verrpreit zeer vee,1 lidU over de diagnofis der Ziekte zelve. lm$* *> - d a wy overtuigd zyn, dat iemand tot de BorstWaterzucht overhelt , - dat hy zig geldig aan zodaanige oórzaaken bloot ftelt, waar door niet alleen de zwakte der borst ingewanden, maar ook de zwakte van het geheele Ligchaam vermeerderd, en de bloedmenging bedorven word.-— En wy als dan befpeuren , dat zo wel door de belettltranspiratie, als door andere oórzaaken , de toevloed van fcherpe vochten naar de borst toenemto de ademhaling by deminde beweeging  19+ VERHANDELING over de hartkloppingen klaagen, wanneer zig hier by voegt een drooge hoest , die door geene verzachtende en pynffillende middelen kan verminderd worden: - wanneer de Lyders daar by over dorst klaagen; en wanneer alle deeze opgenoemde veifchynzelen , by eene horizontale plaatfing vermeerderen, - dan dunkt ons, heeft men zeer veel grond om te vermoeden , dat 'er eene beginnende Borst-Waterzucht plaats heeft. (£) Sr. 6.) Dit vermoeden eener beginnende borfpronklyke Borst-Waterzucht, verkrygt nog meerder zekerheïd, wanneer men , behahen de reeds genoemde omflandigheeden, nog op het volgende zynen aandacht vestigd. Wy hebben reeds te vooren aangemerkt, dat die foort van Borst-Waterzucht, welke uit eene vetflapping der vaste deelen en uit eene kwaadfappigheid ontflaat, (en welke wy , als de algemeende, thans in het oog hebben,) dat zeggen wy, deeze foort van Borst-Waterzucht gewoonlyk zeer langzaam ontflaat, en dus dat ook de toevallen en verfchynzelen daar van langzaam, en by trappen zig vermeerderen. ■ Wanneer wy CO Vergelyk hier mede de tekenen van een beginnende Borst Waterzucht, zo als de haen dezelve in het Vde Stuk van zyn roti, Meiendi § PI. pag. 97. van de Wener uitgaaf, en bacher. in iet aangehaalde werk bladz. 51 en volg. hebben opgegeevea.  BORST-WATERZUCHT. i* wy dierhillven met eene naauwkeurige oplettenheid waarneemen, dat, behalven de reeds opgenoemde toevallen de Lyders nog daarenboven klaagen over eene verminderde waterloozing, wanneer de huid begint droog te worden, en de nitwaasfeming vermindert, - wanneer de enkel, tegens den avond eenigfins opgezet worden en d f Balzak flap, en min of meer metIttfe ichynt bezet tezyiu-wanneerby het zwachtelen dei enke en, of by het aanbrengen van koud water aan TfcrotuJ, de benaauwdheid, de drukknig op de borst en de drooge hoest vermeerdert; wan„eer de flaap afgebroken word, («*) wanneer de dorst en droogte in de keel, met deeze toevallen geduurig toeneemen: - wanneer de proportie van de geloosde urin , tot de hoeveelheid drank, , geduurig afneemt;'- wanneerde pols traag, ongeIvk is • - wanneer wy by het gebruik van het */>/»* , (anders zo heilzaam in de borst ongemakken) deeze toevallen, niet alleen niet zien verminderen, maar integendeel vermeerderen; — en wanneer geene voorafgaande ontfteekingen of andere toevallen, de opgenoemde verfchynzelen voortbrengen: ■ wanneer 'er geene tekenen v^n asthma, empyema , of andere foortgelyke ziekten, (meest al door de M Vergel,* hier over de reeds aangeholde Schryvers «et p.so, C 1 r„ die zeer veel zekerheid aan du teken to»- coUuvie feroft, die zeer fchrytt. N a  -9S VERHANDELING over de « de ademhaling, hoest, fluimen, door.'de pols en de urm te onderkennen O plaats hebben: , wanneer warme voetbaden , zachte pisdryvende en losmakende middelen des Lyders benaauwtheid vermeerderen: wanneer een zwelling der voeten , of door natuur of kunst veroorzaakt, den Lyder verligt: en wanneer eindelyk de loop en toevallen der Ziekte in haar verband waargenomen, - en met de voorafgegaane oórzaaken vergeleken, de zekerheid van het opgemaakte befluit bevestigen; dan behoeft men geen. fints meer aan de aanweezigheid eener beginnende Borst-Waterzucht te twyfelen Ten min- ften, wy durven verzekeren, dat wy op deezen weg nimmer gefaait hebben, en meenen ook overtuigd te zyn, dat 'er geen zeekerer weg is, om eene beginnende oorfpronklyke Borst-Waterzucht te onderkennen , dan die , welke wy hier uit bemaalde ondervinding hebben aan de hand ge- geeven. Wy vertrouwen daarenboven, dat elk geoefend Geneesheer op dit voetfpoor eene beginnende Borst - Waterzucht van alle andere Borstziekten,in haare eerfte oorfpronk zelve, ten duidelykften,zal kunnen onderfcheiden ; _ indien hy m Alle deeze opgenoemde toevallen, die wy als kentekenen eener begmnende Borst-Waterzucht hebben opgeven " £ " borst r rdde" meerdere -^vanrcherp/vocL „ 2 ^;:-zo„d:rt^:7ende,krampachtise aandoeni^ -! «ftort vn.h J , , °S 10 dlt geval eene verzameling van uir. S-ftou vocht ,„ de holligheden der borst behoeft te onderftellen.  BORST-WATERZUCHT. ip? hy flechts in het oog houd, dat het niet genoegzaam is, den Lyder eens en tweemaal te zien, en op de aan of afwezigheid dezer kenmerken te ondervraagen: neen, maar dat hy de levenswyze, het temperament , en de dispofitie des Lyders naauwkeurig nagaa, de aanleidende oorzaken daar uit opfpore , en deze met de toevallen der Ziekte , op verfchillende tyden en omftandigheden onderzocht, vergelyke; - het refultaat van deze comparatie aan de loop der Ziekte, en het uitwerkfel der Geneesmiddelen toetfe ; — en dus met alle mooglyke omzichtigheid zyn beüuitop. maake. _En uit dit alles kan men gemakkelyk befluiten, dat de onderfcheidingl en kennis eener beginnende Borst-Waterzucht, even als die van allewwW chronici, moeijelyk zy: - dan dat men de fouten in de diagnofis van deze Ziekte begaan , meer aan't verzuim van oplettenheid , van den Geneesheer, in de oorfpronk der Borst-Waterzucht , dan wel aan de afwezigheid van zekere kenmerken moet toefchryven. § 8. 7.) De voorbehoedende Geneeswyze der Borst-Water. ' zucht , en die der beginnende Borst-Waterzucht zyn in de meeste gevallen niet wezenlyk verfchillende. Daar wy gezien hebben, dat de voorafgaande dispofitie eener Borst-Waterzucht , met betrek• king tot ons Land meestal uit die zelfde algeN j mee-  19? VERHANDELING over de meene oórzaaken 'ontfraat, als waar uit wy de Begfrmèride Borst-Waterzucht zelve hebben afgeleid; — en dus de dispofitie, en de Ziekte zelve, niet dan by trappen verfchillen , — 20 begrypt een yder, als van zelve, dat de geneezing van beiden, meer of minder op het zelfde moet uitkomen. — Wanneer, by voorbeeld , iemand door eene zittende levenswyze, door onmaatig gebruik van warme verflappende\dranken, in eene vochtige luchtsgefteldheid, zich eene dispofitie t'tot de Borst-Waterzucht op den hals haalt; — wanneer daar by eene algemeene zwakte des Ligchaams , gepaard met eene kwaadfappigheid plaats grypt; — en deeze wederom de oórzaaken van ongeregelde werkingen in het Ligchaam worden: •-. wanneer de fpysverteering hoe langs hoe meer bedorven word , de affcheiding en ontlasting van vochten in wanorde geraaken; wanneer de krampachtige aandoeningen, de uitwaasfeming der huid beletten, en de toevloed der vochten naar de borst, als het zwakfte deel vermeerderen; —■ en daar door het evenwigt tusfchen de affcheiding en opflorping in de borstholten verbrooken word. In alle deeze gevallen verandert de dispofitie in de Borst-Waterzucht zelve. — En wie begryptniet dat de geneezing deezer dispofitie en die der beginnende Borst-Waterzucht, op het zelfde uitloopt. In beide gevallen immers is het de pligt des Geneesheers , den waaren oorfprong dee-  BORST-WATERZUCHT. 199 deezer algemeene en plaatslyke verflapping en de daarmeede gepaard gaande kwaadfappigheid; —• door de gefchikfte Leefregelen tegen te gaan; de zwakte der vaste deelen, en de menging der vochten door gepaste Geneesmiddelen te verbeeteren- — langs deezen weg word niet alleen de dispofitie, en de beginnende Borst-Waterzucht, in haaren oorfprong geneezen, maar ook zelt alle die nadeelige gevolgen, welke de zwakte des Ligchaams, en de kwaade menging der vochten veroorzaaken , weggenomen ; — de omloop der vochten, en de daarvan afhangende affcheidingen geregeld; • de krampachtige aandoeningen vermindert; - de uitwaasfeming der huid bevordert; — en het evenwigt tusfchen de affcheiding en opflorping van het wei-vocht, in de verfchillende holligheeden des Ligchaams en der ^borst herfield. ; Wy willen gaarne bekennen, dat de beginnende Borst - Waterzucht in fommige gevallen ,—behalven deeze geneezing der algemeene oórzaaken,-ook nog andere middelen vereischt, om namentlyk, het uitgeftorte vocht, uit de holligheeden der borst te ontlasten. Dan in de meeste gevallen , wanneer de beginnende BorstWaterzucht nog niet lang geduurd heeft, - zal, door de herflelde werking der vaste deelen, en de verbetering der vochten , de natuur zelve in Haat gefteld worden, door eene vermeerderde werking der opilorpende vaten, dit uitgeftorte vocht uit de borst-hokeu te ontlasten. In die gevallen, N ^ da-ar«  200 VERHANDELING over de daarentegen, waar zulks niet gefchied, verandert • Hechts voor zo verre de algemeene geneezing, dat men daarmeede zodanige middelen verbint, welke door eene vermeerderde werking van het Levensbeginfel, de vermeerderde affcheiding der vochten , in andere meer afgelegene deelen begunfhgen , en dus den toevloed der vochten naar de borst verminderen. $9- *0 Daar dus de voorbehoedende Geneeswyze der Borst' Waterzucht en die der beginnende Borst ■ Water. zucht, niet wezentlyk van elkander verfchi/len; en wy tevens aangetoond hebben , dat de meeste fleepende Ziekten , en dus ook de Borst-Waterzucht in ons Land, meestal hunne oorfprong verfchuldigd zyn, aan zodanige oórzaaken, welke de vaste deelen des Ligchaams ver/lappen, en de menging on zer vochten bederven: . Zo komt het ook inheide gevallen, voornamentlyk in de Geneezing daarop aan, dat men de verkoren verkracht, en de verminderde werking der vaste deelen herflelle , - de kwaade menging der vochten verbeter e, —endoor bet her ft ellen van den ger egelden omloop der vochten het evenwigt tusfeben de affcheiding en opflorping van het wei-vocht in de verrcbUler.de holtigheeden des Ligchaams, voornamentlyk der borst, herftelle. Deeze algemeene aanwyzingen, deunen op het denkbeeld, het welk wy van den oorfprong der mees*  BORST-WATERZUCHT. mees,e foorten van Borst - Waterzucht in ons Land ^egeeven hebben, enfchoon wy gaarnewd- Ken vooi* ons thaus T Ind bv het geneezen eener Borst-Waterzucht vloeibaare deelen letten kan, en dat men zeil n hV zondere gevallen, waar de ^ ^ zondere oorzaak ontftaat , nimmer de algemeene nnrzaaken uit het oog moet verhezen. Aue o astende middelen, die bepaald langsden eenen of and en weg de ontlastingen bevorderen , zyn in e e beginnende Borst-Waterzucht nadeehg Ê1drydigmet den aart der Ziekte: - de ondervnid ing heeft ons hiervan volkomen overtuigd: - nTer'za-en wy eenige gelukkige uitwerking, nimmer zagen wj o „„ de, orn zo te, „atte onthstrn n ^ ^m ;rr—or.er.e.endoo—^« !,:„ detamur door geene onnoodige ontlatende Z ddelen verzwak.;.- wanneer men de toch.» redden. N f * IO'  ** VERHANDELING over de § io. 9^ Onder die middelen, waar door de verhoren veer- Zrtn Z VSrmlnderde wer^S der vaste deelen herfteld, de menging der vochten verbeeterd, en de omloop der vochten, en de daar van afhangende Scheidingen geregelder gemaakt worden, behooren tn de eerste plaats eene gepaste levenswy, j , ten tweeden*//, die middelen, welke door hun ver/Ierkend en hrampfiiUend ver ^ vaste deelen en hunne veerkracht herftellen, de* regelde beweegingen matigen, en de bedorven menging der vochten verbeteren, --ten derden alle die middelen, welke door hun prikkelend vermoogen de werkingen van hetlevens-Segihjeldnnzettïnden' omloop van het bloeden de overige vochten verbaasten en tevens langs dien weg het evenwigt tusfchen ae affcheiding en opflorping herftellen , en de ontlasting van fcherpe ftoffen, langs de verfchillende wegen des ligchaams, bevorderen. Eene nadere befchouwingvan deeze Geneeswyze, zal, zo wy vertrouwen, de zaak volkomen ophelderen. , Laten wy hier dierhalven nog het volgende, het geen ons de ondetvinding geleerd heeft, by voegen. aO Wy verdaan onder eene gepaste levenswyze geene andere, dan eene zodanige, welke tegenovergefield ,s, aan die, waaruit de Ziekte haarenoor. fprong genoomen heeft, en welke dus gefchikt is aan de gemaakte aanwyzingen te beantwoorden. Het  BORST-WATERZUCHT. «* kende zyn;---fpyjenmt wasfell, als den voorkeur boven d e d P ^ me£r Welke laatfte e« «^ ^ ffloeten zorg vernappen, a.) Alle war ^ lqig ^V*^-^ dienaig, omde demineraalewaterei-zyn „ deCfl^/w, " aa d or de affcheiding v,n vochten m d " ïrpn Nog meer word dit oogmerk vermeerderen. J » naar bereikt, wanneer men deeze k bevinding van omftandighed^, me: Rhvnfche Wyn vermengd 30 ^ i;„ cr-lvk wv gezien hebben , eene «u hg, g^ ™l h oezondheid is, zo voordeevenswyze voor onzc aams. bewegingen , li8 m daarentegen ^"e. ^^%er bevSrdering terVerfterkingvanh van onze der rpy-— in de Water- vochten. -— ^en naIlririneen , en de on- zX"vootbehcede„<1eGenee3wyZe -LaTvk ten minften allermoeilykst is 5 - alshetPaardryden, - nietsbevor ^  *°4 VERHANDELING over de Joop der vochten, niets verfterktzo de borsteenden als de regelmaatige beweeging van het Paardryden; - vooral, wanneer Sby Log weder in de open lucht, gefchied. —4* Nl"s begunftigd meer den oorfprong der Borst-Water! "ettd T,dC b£lette Uitwaa«^ ; - men Lvder « V °? hier°P Wd te ,etten> e" Lyder fterki aanraden, alle gelegenheid daar toe beho dtn ddelen?, tegens de fchielyk belette uit. waasfemrng. - 5.) Het laat op zitten, het lan*e flaapen, en laag leggen met het hoofd, verzwak! ken de borst, en vermeerderen den toevloed der vochten naar dezelve,- _ vooraI in vertrekken, en in vochtige flaap-plaatzen; - heE egendeel van dit alles, dient zo veel mogelyk aangeraden te worden. y Het aantal van die Geneesmiddelen, welke door hun verfterkend en krampftillend vermogen de vaste deelen verfterken, de ongeregelde be'we. gmgen regelen, en de bedorvene menging 7er vochten verbeteren, is zeer groot, gelyk Wy dic by oe algemeene Geneeswyze gezien hebben • doch zy hebben „iet allen, onder gelyke' ftand.gheeden , dezelfde goede uitwerking Wy zuhen dierbalven , met betrekking tot die gevallen welke wy thans in het oog 'ebben eenige der voornaamfte aannaaien, welkevoWL' onze herhaalde «é*^,^^^ ge-  BORST-WATERZUCHT. *o „eval de beste en zekerde uitwerking gehad hebben. - Onder deeze behonten s ir^n ■ - de"'Staalmiddelen', — de f**' «Mf».* aej, ^ hierv0oren ™Vemingen der beroemde Geneeshee- ultde ^rfemi;s z in die foorten alwaar ,ene va te deelen, en eene Uwaadfa^d " wfr de heilzaamfte uitwerking hebben. — heeft, de ue"* . t de ffiees- Daar wy nu aangetoond hebben , - dat o Poorten van Borst-Waterzucht in ons Land, , Ie deelen haar oorfprong neemen: *> ' kt daaruit, de nuttigheid der genoemded1\ in de beginnende, oorlpronklyke Borstdelen, in de ^eg wy ^ Watei'2ttind^g nog flerker overtuigd geworZ gallen hebben wy den* r.j , mpr den «relukkigltcn uitflag toedXdm-1it;;a:,dteSzeÖn-nebbenwy5doorhetSSderzever,onze Lyders, herfteld gezten. ~ Ten groot ^febü in de uitwerking maakt. — Men ton, b. V., de Kina oP onderfchetde wyzen toedienen; - dan, het is ons voorgekoomen  VERHANDELING over de dat het ExtraCt in water of wyn ontbonden, veel beter is, als in pillen, in afkookfel, 0f in poeder zelve; - uit hoofde, dat by de meeste Lyders de maag te zeer verilapt is, om het afkookfel, of de poeders te kunnen verdraagen, en de pillen van het Extracl: zelden ontbonden worden , terwyl het Extract in wyn ontbonden, te gelyk een middel is, >c Welk de maag verfterkt en de fpysverteering bevordert Onder de verfchillende bereidingen der Staalmiddelen, verdient het vitriolum marlis; - deTtnctura mart is cum aceto en het zogenoemde vinum martiale, — dat niets anders' is, als deLimatura marlis opRhynfche wyn getrokken - den voorkeur, — ook dient men in het oog te houden, dat deeze middelen in den beginne , in kleine giften moeten toegedient worden , en dat het altoos beter is dezelve met andere middelen te verbinden, welke de ontbinding derzelve bevorderen. De ExtraSta amara, - de gum- mata ferulacea, — het gummi guajaci, — 0p de Duitfche wyze toegediend, met of zonder de Kina, bezitten niet alleen een vermoogen, door hunne zachte adftriéHe, de vaste deelen te verfterken, en de fpysverteering en menging der vochten te verbeeteren, — maar zy bevorderen nog huiten dien de affcheidingen en ontlastingen der fcherpe vochten , - op een wyze, die voor de gefteldheid des Lyders niet anders dan voordeelig kan zyn: ■— En het is voornaamentlyk om die reeden, dat men byna van alle Schryvers deeze mid-  BORST-WATERZUCHT. so? middelen in de verfchillende foorten van Waterzucht vindt aaugepreezen. "SK! de voornaatnüe verfterkende mtddekn, welke wy als de beste en zekerfte Waterzucht gevonden hebben. — In *^ al e meene Geneeswyze, hebben wy een geheele Lyst van foortgelvke middelen aangehaald. 2)! De uitwendige wryvingen tusfchen de fchc^erWaden en aan de voorkant der borst. - Deeze w y ing " ie -en op verfchillende wyze, en me Shülende middelen kan laaten doen g ^ «■flanellen, of baaije lap, met wierookdamp laaten doen, en daarvan inde meesbevallen een heilzaame uitwerking befpeurd. cfolder die middelen, welke door hun pnkkelend vermoogen, de werkingen van het levensbe. l^rZLU-*™ omloop der vochten ve hellen, - en tevens langs dien weg het even^ Sben de affcheiding en opflorping herIllen en de ontlastingen van fcherpe Mn, ! de verfchillende wegen des^ Ligchaams bea !n en die wy als de werkzaamfte m de 7 , TV Tartarus Emeticus, - de Spint. C' j „r .de r»»*»r« en refina gua/aa, ~*£- -MM» **» h£t ÏOT°°tuil, *"w oen.  2oS VERHANDELING ove* de gen, de werkingen van het Ievensbeginzel optewekken, en zyn in die foorten van Borst-Waterzucht, alwaar een zekere torpor, vooral in het Syftema der Circulatie plaats heeft, van uitmuntenden dienst. In 't byzonder hebben de Schryvers het gegebruik van den Tartarus emeticus in kleine gif. ten zeer aangeraaden, gelyk wy daarvan reeds voorbeelden uit brisbane, broclesby, monro, pringle, he herman, hir- sciiee, nicolai en anderen hebben bygebragt, en op het voetfpoor van deeze beroemde Mannen, hebben wy dezelve zeer dikwils met eenen gelukkigen uhflag in de Borst-Waterzucht toegediend Met het zelfde oogmerk, en met geen m.nder gced gevolg hebben wy gebruik gemaakt van de overige gemelde middelen, en wel byzonder van de Spiritus C. C. volat. met wyn, of in vereeniging met de hiervooren genoemde verfterkende middelen (V) 2.) De Rhabarber, de loog en middel fouten, de Cremor Tar. tan , de Spiritus Minder., de Liquor Terraefoliatae tartari, de Squilla, de Mercurius, de pilulae toni. cae CO Wy hebben onder andere gevallen, in eene waarneemt, een voomefffelyken dienst van de Spiritus cornu ceryi met aqua mentkae vermengd, den Lyder lepelswyze toegediend, en daar een ,eug Rhv„. fcfae wyn opgedronken, ondervonden; — m« 00gfflerk om een ^ xe lucht voontebrengen. — De uitwerkfelen van dit middel mu reu zo op de waterloozing als op de huidsontlasting allerduidelykst  BORST-WATERZUCHT. «9