1146 F 94     MEMORIE AAN DEN BREDENRAAD DER STAD GRONINGEN ingediend door byna 800 Burgers en Ingezetenen TER NADER BETOOG enz. fan Hunue AcJdreflen den 8, en 16 Februarii 1785. by H: GEM: RAAD ingebragt Met de bylagen, daar toe betreklyk. als mbeüe de RESOLUTIE van den BREDEN RAAD in dato den 17 Maart 1786". daar op gevolgt en de BRIEV aan zyne DOORLUGTIGSTE HOOGHEID.   Edele Mogende H. Heeren Borgemeefteren en Raad, Oud en Nieuw, fampc Taalmannen en Gezworen Gemeente, uitmakende den Breden Raad der Stad Groningen! Daar UEd. Mogende op het billyke verzoek van een alleraanzlenlykft getal der burgeren en ingezetenen dezer Stad, de eedltaving, van de,in plaats der wettig gekorene Regenten, door Z. D. H. gefielde perzonen, hebben gefchnrc. en dus op eene verplichrende wyzeaan hunne rechtmatige begeerte hebben voidaan ;(a) zo achten de Ondergetekende het hunnen plicht, UEd. Mog. en het algemeen, zo fpoedig doenlyk, de gronden, waarop zy de gedane Keur, door de Keur Heren gefchied, wettig, en de improbatien v vermits het overlyden, of in ballingfchap zyn, der perzonen van de Gereformeerde Religie, en gf volgelyk van den gevaarlyken invloed, die deze, door het benoemen der Regering , zouden krygen, deed de Staten Generaal befluiten, dat by provifie de uitdeling van de Keurboonen zoude gefield worden, in handen van den Heere Stadholder Graaf Willem van Naffau. (e) Doch nauwlyks was het ogenfchynlyke van dit gevaar voorby, of in het jaar 1621 ftontze Prms Maurits vrywillig af, (ƒ) gelyk ook vervolgens noch Graav Ernft, nochHindrik zich met deKeurbonen hebben bemoeit. — Dan verder in den jaare 1641. deden de Staaten Generaal (g) zelve dezen affland noch veel plechtiger, in een open verzegelden briev, of Afte. Sedert die tyden van verdrukkinge of voogdy, genoot de Stad, ongeftoord, de uiterlyke uitoeffening van dit recht. Dan (O Bor Nederl. Oorlogen 5- boek op 't Jaar 1569. ( door ambt- zuchtige  C 9 ) tige vertrouwelingen, hunne verwanten, en 'sPrincen opvolgers, zou dezelve, wil zy niet volflagen alle vrye keur hunner Regenten wegwerpen, noodzaken, om her. gezach van hec derde articul, regens dat van het vyfde articul, ce fteilen, en het laatfte door het eerfte te vernietigen ; indien men het ooit kon doen doordringen, dar, het eene articul, zonder het andere, mogt verklaart worden. — Doch over eene byzondere wet te befliflen, zo dezelve met andere delen, wat dan den geeft van hec gehele lichaam, in het minfte verband ftaat, is niet alleen ten hoogften dwalende; maar, het eene onderdeel van eene enkelde wet, zonder de andere, gelyk hier, mede te overwegen, te willen beoordeelen, is zo ftry, dig met alle bekende regelen van uitlegkunde, dat de ondergetekende vrezen zouden, aan het doorzicht van UEd. Mug. te kort te doen, en het algemeen nodeloos te verveelen, wen zy dit door uitvoeriger gronden, uit reden, en het fttllig recht verder betoogden. . Dart geenzints mogen zy nalaten allen aandacht van UEd. Mog. te doen veftigen op de ampliatie (A) door den Bieden Raad den 3 Januarii 1752 , op de Keur- Wetten gemaakt. By de inleiding van dit belangryk ftuk , verklaart Dezelve niet flechrs, „ dat in alle welge„ ftelde Republyken de grondwetten op de verkiezing „ van Overheden, heilig moeten worden onderhouden „ om dat derzelver fchending de fundamenten van den „ Staat in gevaar zouden brengen, van het geheele ge„ bouw te doen inftorten. " Maar die Raad ver¬ der zeggende: „ de onze zyn aangerand door interpreA 5 toire CO By'age No. 7.  C 10 ) ,, toire Reiblutien en ingefcropene misbruiken, Wtlke het Reglement Reformatoir, door het intrekken en ver. nietigen derzelver, heeft vernietigc, en dus de oorfpronkelyke Confticutie herfteld, betuigt dierhalven , dat het eerde de enige norzaak, en het laatfte het enige eindoogmerk van dat Reglement was; verder verzekerende, dac nu alles weder in over- een komft der aloude KeurOrdonnantien zal gefchieden; zo kunnen de woorden, onder approbatie van Z. H. geenzints beteekenen, mits het Z. H. zulks believe; ten zy men eene, meer dan Turkfche Slaverny , en eene meer, dan Negerlche, domheid, in het, wegens zyne zucht voor waare vry- heid, beroemde Volk van Nederland veronderftelle. In tegendeel beduiden deeze woorden, onder approbatie van &c, ontegei zeglyk: nu de Stadhouder in der tyd eene inzage rer naziening, of diergelyke ongeregeldheden ook mochten plaats gegrepen hebben, verkregen heeft, zal de keur voortaan, volkomen vry, gefchieden kunnen. Niet minder nadrukkelyk word dit uitgedrnkt in deze ampliatie op art, 34. maar de keur volgens deze Ordonnantie gedaan, en DAAROM &c, waar het woord daarom van dien onlochenbaare nadruk is, dac men alle gezond verftand volitrekt zou moeten verzaken , zo men niet vaft ttelde, dat hec onderzoek, of de Keur, volgens de Keur Wetten, al of niet, gefchied zy, de Erfftadhouderlyke macht in dezen regelde, omfchrecf, en beperkte. —~ Daar nu de Erfftadhouder heeft kunnen goedvinden, om in Deszelvs Refcriptien de Heeren H. W. Hoving en L. B. Lohman als gekorene Raadsheeren, en W. H. Ho-  C n ) Hoving als gezworen niet alleen voorhy te gaan en dade* lyk af te keuren, en de Heeren H Gockinga enL. Venhuizen rot Raadsheeren en l i, W.Hoving toi Gezworen in plaats te dellen, en zich dus van het uiterde pund van macht» dat de verre«;aand(re dryver van eigendunk^lyke afkeurjnge, hem ooit of ooit zoude durven trachten coetefchryven, te bedienen,' zo vervulde deze famenloop van om* Handigheden, by deze herhaalde (tap, de harten uwer ge'rouwe Medeburgeren met de uiterde bevreemding, de dieplte fmerte, en allerbedaardde eerbiedige waking voor het behoud der duur gefchatte gronden hunner Conftitutie. Niets fchynt hun verder zo zeker, als het volgende. Men heeft den Prins, door verregaande misleidingen, doen wanen; als of hier verdervelyke Cabalen gefmeet waren,- ja wel zulke, die, de Raad-Zaal ingedrongen, het geweten, der, door het lot bedemde. Kiezers, hadden overweldigt. Of Zyne Hoogheid is in eene dwalinge geraakt, omtrent den aart, het oogmerk en de uicgedreluheid van het, aan Hem verleende, gezach • Of eindelyk beide deze gevallen hebben plaats, — Doch hoe verre is het van eenigen fchyn, dat hier zelf de geringde Cabale of Ligue zou plaats grypen! — Niet dan zelden fprak de vertrouwende Burgery door eerbiedige fmeekfchriften, en dan noch was het den meeden tyd, om dat zy aanleiding kreeg, van te denken, dat men gaarne deze haare zagte (tem ter bygelei- ding van het gebod der Overheid wenfchte: Altoos ook wierden hare verzoeken even gereed toegedaan, als blymoedig ontvangen. Had er flechts het geringde vonkje van misverftand gefmeult,ongetwyffeIt was het,  (I*) het, by de nodige te makene fchikkingen, omtrent het onderwyz, in de krygs-kunde, aangeglimt. ■—- Dan in plaats van dien,is de harmonie tulTchen de wagt- en niet vvagt doende Burgeren fints dien tyd en door die fchikkingen zelve, tot den vo'maakden trap gedegen. —-— Nauwlyks kan men zich dan in den eerden opflag verbeelden, hoe iemand zo onbefchaamd, zo onbezonnen of dwaas zou kunnen zyn, van den Vorft, door enig hatelyk bericht, omtrent den toedand der zaken te Groningen, te durven bedriegen. Maar wie den rnenfch kent, en/de"ondervinding raadpleegt, weet, dat ambt-zucht en driften van Aridocraten , overal enkele * perzonen zo Janig kunnen verblinden ; dat zy eensgezindheid tweefpalt, liefde voor'de Conditutie zucht tot verandering , licht duider^, en wit zwart noemen, terwyl zy integendeel, by het plaats hebben van de overgedelde uiterden,de twedragc eendragt, omverwerping opbouw, verwarring orde, duidernis licht, en zwart wit zouden heten. ———— Dan, met wat glimp van waarfchynlykheid, het opgeraapte voorwendzel te verwitTen?.T meer daar Z. D. H. noch zo onlangs, hiér ter dede'heeft vertoeft, en blyk op blyk van de over een (temming, zorg voor rud en orde, liefde, gulhartigheid en oprechtheid der Groningers hebbende ondervonden, het hykans onbegrypeWkWas, dat hierLiguts, Faftien enCabalen heerdhten. Dit betuigen wy, blyft ons een raadzel; ten zy,dat men het voorgevallene,omtrent den Heer Gockinga,in eenen volitrekt valfchen en vcrzwygenden dag den'Prins hebbe durven voordragen, en lidig te kennen'geeven: • Word die eerweerdige gryzaart, dien Uw 'H. en elk voor eenen  C '3 ) eenen door eerlyken, onpartydigen, niemand beledigen» den man fteeds kenden, dus, tegens eene ftandvaltige gewoonte, zo maar ftilzwygende, verftooten, wat dan, als eene Cabaal, om nieuwen in te dringen, kan de dryf-veer ge weeft zyn ? En dat dezelve, door foortgelyk verkeerd bericht, overylt heeft kunnen worden, is, onzes erachrens, niets weiniger, dan onwaarfchynlyk. Maar hoé heeft men hem, toen By , gelyk wy vooronderftcllen, de zaak, geduurende de vier weeken, nader onderzogt, de waarheid durven verbergen? . De beklaagenswaardige toeftand immers, waarin de ziels en lichaams gefteltenis van den Heer H. Gockinga zich bevint, is UED. Mog:, Ons en het algemeen te over bekend, en 's braven mans bloedverwanten, genees heer, vrinden, kennüTen, huisgenooten en buuren zouden moeten verklaren, dat dezelve, by een verregaand verval van lichaams krach en, in eene volftrekte wezenlooze kindsheid, omtrent zyne zielsvermogens, federt lang, zyne laatfte levensjaaren henen fleepc Iemand nu, in zulke omftandigheden, weder deel te doen nemen in eenige Regering, wy zwygen, in de Regering van deze aanzienlyke Stad, die door hare ftem de helft van het zevende deel der Unie uitmaakt, zoude, onzes erachtens, even fchadelyke gevolgen kunnen mede voeren ■■ als een blind machteloos kind aan het roer van den hulk van Staat, of het tortfehen van het zwaart en de weeg- fchaal der gerechtigheid, te zetten. En de zaak zou hier noch gevaarlyker dan ergens zyn, wyl aan eiken dadelyken Burgermeefter het recht van Zegelen word toevertrouwt: waar door dan, in een geval als dit, by het be-  ( 14 ) belyen van fchuld-brieven, Uiterde Willen, en andere Contracten de boosheid tene gelegenheid zoude gegeeven worden, tot gevolgen, wair van elk liefhebber der gerechtigheid, by het blote aandenken, yzen moet. —■ Hadden derhaiven de Keur Heeren dezen Heer weder ingeroepen, waarlyk! alsdan waren er rechtmatigere» deren geween:, om hun van byzondere inzichten en famihe Cabalen te befchuldigen^ maar nu henben zy hunnen duuren plicht betracht. - - Dat hun hare intudched by deze gelegenheid gebloed heeft, weten UED. Vlug. benevens ons: naardien het bekend is, dat het hun alleen, aan eene, met hunne tegenswoordige benekkhgvoegende, aanleiding ontbroken heeft, om, voordezen» in 's Lands en Stads-dienft afgeleiden en afgèfletenesft* gryzaard, een behoorlyk penfioen te verzoeken; dan die voor hun te volvoeren, fchatten wy thans onzen piicht, en wy betuigen door dezen, Ed. Mog. Heeren I dat org niets zo aangenaam zal zyn, als, dat deze waardige oud Retrent, voor al zyn zwoegen en Haven, met etn aanzienlyk jaargeld uit 's Stads Caua, voor het noch overige van zyn leven, beloont worde. Zo verre is het hier dan van eenige Cabaal of party-zucht! Zou dan ook Z, H., onkundig omtrent de omlbndigheden van den Heer Gockinga , en in het verkeerde denkbeeld, dat de wet of gewoonte de weder mkiezing in dezen noodzakelyk maakte, in het begrip geraakt zyn, dat Ily in dit geval geenzints fuppleerde, maar alleen die wet of gewoonte volgde ? Doch het zy de Stadhouder door deze of meerdere redenen in eene dwaling omtrent ons recht in dezen geraakt zy: even weinig oorzaak hebben wy, ons hierover te  ( i5 ) te verwonderen, als wy hebben, om ons te bedroeven, zo Hy ons van Factiën verdagt. Het Staats geftel der Nederlanden is zo famengeftelt, van plaats toe plaats zo verfchillende, zo in, - uit, - en door eikanderen lopende: de Scadhouderiyke waardigheid heeft, op bykans ieder deel alom, zo menigvuldige betrekkingen, hier deze , daar die, en elders andere, dat de Genie van eenen Fredrik, en het geheug?n van eenen Pirrhus het mifTchien niet zouden kunnen vermyden, zich in dezen doolhof wel eens te verwarren. - Daa behalven dit, van'sPrincen wieg of aan, misbruikten overal vertrouwde gunftelingen den naam Zyner Moeder, en vervolgens de Zyne, tot de nu zo korthngs opgehoudene recommandatien, wier natuur en gevolgen wy liefft niet weder willen aanroeren. En terwyl Regent en Burger, op eene onverfchoonbaare wyze, onder Hun bukten, en de waarheid verzwegen , wachteden zy zich wel dezelve den Prins te ontdekken, maar het vuig eigenbelang dreef hun aan, oraze, zo veel mogelyk, voor Hem, te verdonkeren. — Daar nu de onderlinge liefde, en het vertrouwen, tuffchen Regenten en Burgeren, door niets zo zeer word behouden en aangekweekt, als door het kennen van elkanders wederkerige rechten, en het overeen itemmen in het ware begrip derzclve, vooral omtrent zaken van zo eene tedere natuur als deze; zo verbeelden wy ons, dat weinige zaken voor volgende gevallen, nuttiger zouden zyn: dan dat UEd. Mog. naar Derzelver verlichte kunde, hunne gevoelens den Erfiladhouder als dan mede deelden; en zo UEd. Mog. vermenen, van deze onze opgegevene aanmerkingen, hier toe gebruik te kunnen  C 1*5 ) nen maken, zulks zal ons aangenanm zyn. - Wy durven ons vleijen, hoe Hoogftdezelve hier uit ten duidelykften zou ontdekken, dac wy, wel vcre van door etn'ge driften, war dan factiën, beroert worden, den kinderlyken eerbied, die elk onzer, als een byzonder perzoon voor zyne Lands Vaderen Ichuldig is, met de manlykfte verdediging van onze heiligde rechten, verenigen. .. Wy durven ons vleijen, dat Dezelve ons zal toeftemmen, dat, naardien hy doeh zelve de bekwaamde voorwerpen altoos niet kan kennen, by waurlyk het gemeene bed dient, wanneer de Wet ze kiert; en Hy het opzicht op het nier misbruiken der wet geniet: Ja! dar 1 ly hec enkel in fchyn doet, wanneer byzondere perzónen ze op zyn naam aanbevelen en indringen, en er dus eene dadelyke Cabaal heericht. Wy durven ons vleijen, hoe zyne Hoogheid zal Kegrypen, dac de Regenten , die liet vertrouwen des Volks hebben, Hem nooit dan uit plicht, zullen tegen fpreeken: terwyl ingedrongene Hem, nooic dan uit. eigen belang, zullen byvallen,* en dat, de iierfte, met Hem inHemmende, zulks zyn invloed op het Volk zal vermeerderen, daar in tegendeel de andere, Hem volgende, dit denzei ven moet verminderen. Wy durven ons vleijen, dat Zyne D. H. het zal doorzien, hoe een Volk het geen gehecht is aan deszelvs wetten, ook verkleefc is aan Hun, die ze moeten befchermen; en dat Hy, óv.ur en boven, ons dit recht zal moeten doen, dat wy niet alleen d grondwetcen van ons Staats gebouw, even befcheiden als rtandvadig, tegen alle ondermyning verdedigen ; maar dat wy zelfs geen.  C i> ) gèenzints, die zaaken, welke tot verdere bevefHging def* zeiver zouden kunnen dienen, wegwerpen; om dac zy op eene ongeregelde wyze het zelve zyn ingelyft. • Neen! dat wy de grootite genegenheid tonen, om alles» wat tot den opbouw der wetten kan dienen, door eene geregelder famenvoeging in het hegtfte verband, met hec ooifpronkelyke, te brengen. Ten laaulen wy durven ons beroepen op Hoogft des* zelvs Vorftelyk woord, zo menigmaal, en zo plepftcig aan de Bondgenooten, UEd. Mog., en het Volk, herjha'ald; dat Hy niets zo zeer zul trachten , dan van Zynen kant ai!?s ann t« wenden, wat tot het hoogde oogmerk van alles, het heil der maatfchappy, dienen kan. Dun a^ezonderd de beweegredenen en bet oogmerk des Prinfeh, dte wy niet, dan, om de harmonie voor het vervolg te vermeerderen, hebben trachten na te fpooren; zo Myft echter in het tegenwoordige geval de eenige en befi:(?ende Haat der vraag: Heelt de F-rfitadhouder een onbepaald recht van improbatie? Of is het zelve , aan de gevallen, in het derde articul van het Reglement uiigedrukt, weike de vryheid der Keur zouden vernietigt hebben, be« perkt ? . En hebben er in de tegenwoordige Keuren van den Raad en Gefworens, deze ongeregeltheden plaats gehad, of niet ? Ten opzicht van het recht, menen de ondergetekende, op het onwederfprekelykfte, te hebben daar gedaan. i™ Mits de Keur Heeren niet mede plichtig zyn, aan Cabalm enz. en dat de verkorene de vereifchte B qualL  ( 18 ) qualificatien bezitten; zo is de hertelling der Regering, in gevolge deze hunne vrye Keur, eene grondwet van deze Stad, in de aller oudfle tyden reeds gelegt, endoor eene reeks van Godsdienflïge plechtigheden, eeden, en voorbehoedzels beveiligt, a<*« Schoon het Volk, dat is de wettig opgeroepene Burgtry recht hebbe, van die Keuze aan zich te trekken ze re veranderen, en voor het geheel, of ten deele aan anderen, tot Wederopzeggens toe , te vertrouwen; nooiï kan, nooit mag mea ftellen, dar het een onbepaald recht van improbatie aan den Prince heeft willen afftaan zonder met alles, wat heilig is, den fpot te dryven; wyl alle die plechrigheden van Godsdienft en eeden , in haaren volftrekten zin, noch heden plaats grypen. 3»o In geval van eene onbeperkte improbatie van den Stadhouder, was de vryheid van de keuz, uit hnofde der noodzakeiyke gevolgen noch meer een enkel Niets, dan, toen ze de voorheen vigerende Recommandatien > Cabalen enz. verydelde. 4t0 Al verleent men eens aan de oproerige daden der perzonen van 1748, en het daar op gevolgde Staats bt-fluit, een wergeevend gezag; nochtans blykt uir alle deze ftukken, niets minder, dan een oogmerk, om de Conftirutie te vernietigen, door aan den Prins eene inzage in de Keur te geeven; maar daar en tegen, om dezelve te beveiligen, door Hem als eenen onpartydigen aanzienlyken befchermer in te roepen, alleen, om na te zien of ook dezelve door Ligues, Cabalen enz. wierd gefchokt. 5^° De geeft van het Reglement Reformatoir, zo van het geheel, als van de byzondere delen, en de Jetter van  C 19 ) van de drie articülen, rakende de Keur der Regenten dezer Stad, bepalen duidelyk, de opgedragene machc Van den Erfftadhouder, tot de genoemde gevallen; ten zy men, in weerwil van alle redenen, dezelve verminke, het vyfde uit het verband rukke, en tegen het derde, het geen het grond* articul in dezen is, eene openbaare tegenilryiigheid wil doen indringen. 6t" Ten laatflen, allerfterkft Hemt met dit alles in, de Ordonnantie of Ampliatie VunUEd.Mog. den 3 Januarii I752 genoomen. En, wat nu de tegenwoordige gedane Keuren betreft, de perzonen, (dit hebben UEd, Mog. zelv onderzogt) waren gequahficeert \ en nooit waren er, meer aangenaam aan het geheele Lichaam der Burgery, dan H W. Hoving, L. B Lobman en W. H. Hoving: en, hetgeen alles afdoet, nooit gefchiede eene Keur, meer vry van alle Kuipery, Ligues en Cabalen, of wat men ook invloed van eene verdervende hand kan noemen. — Alwaarom wy eenvoudig befluiten. Ten einde UEd. Mog, zonder de gefubltitueerde perzooren in aanmerking te neemen, de wettig gekooren LI. W. Hoving, L. B. Lobman als RaadsHeeren en W. H. Hoving als Gezworen den eed te doen afneemen, mee inhsfie van de Conclufiën in onze beide adreflèn, waar op de proviüc van Surcheance verleent is. Het welk doende enz. B 2 Byla-  ( 30 ) A Bylage No. i. Edelë Agtb aar e Heeien! üitmaakende 't Collegie van Taalmannen en GeZWooren Gemeente der Stad Groningen De Ondergetekende Burgers en ingezetenen deezer Stad, neemen de Vryheid, UEd. Agtb. door deezen re kennen te geeven , dat zy met aandoening en leedweeaen hebben vernoomen, dat ZvneDoorl. Hoogh. heek goedgevonden , de Keus van H nieuwe Raadsheeren, den aangaanden rang der H. Heeren Burgemeefleren en Raad voor dit Jaar zullende uirmaaken, voor een gedeelte te disapprobeeren, en daar voor andere perzoonen in plaats te (lellen. Eene Keur Ed. Agtb. Heeren door 5 Uwer, op de Godsdienliiglle en PlegtftatigÜe wyze door 't Lot beftemd, gedaan; gedaaa Conform de Keurwerten, en Ordonnantiën : gedaan zonder voor innemende Recdmmandatien, Ligues, of Cabalen, gedaan dierhalven, zoo zuiver en onbevlekt als naar de grond en geef! van Onze Corirtitiirie kan en moe: gefchieden: eene Keur derhalven, welke wyby deezer betuigen ten vollen goed te keuren, en ons byzonder aangenaam te zyn, en daarom ook geenzints ïttlzwygend kunnen aanzien, dat daar in door Z. H..verandering is gemaakt. Wy leezeri w.1 is waar in 't ^de Artykel Reformatoir , dat aan Z, H. een regt van inprpbarie is opge- dra-  (=1) dragen, dog kunnen mee geen gezond verftand zamenbrengen, dac zulk by Z. H. na willekeur, of zonder redengeving, kan of mag gefchieden; immers Ed. Agtrw Heerer ! wac is dan onze Burgeilyke of Staatkundige Vryheid anders dan een Schaduw? Wat zyn alle die aan het Opperweezen, met alle Godsdienftrge Eerbied opgedragene plegtigheden, welke uwe verrignngen in deezen voorgaan en verzeilen? Wy fi ideren in het ui'tbreiden deezer denkbeelden: is niec om de rand der Keurhoed , uic welke 5 Uwer de zwarte Keurboonen getrokken hebben , gelchreven; dat het groot(le bewys der Vryheid is na eigen wetten te leven? is het niet Uic hoofde van die eige wetten, dat uwen vryen keur van de vroegfte tyden af gerekenc is een der befte Plegtankers en waarborgen onzer Vryheid? en zullen wydaar aan zien tornen en ftille zyn? neen Ed. Agcb. Heeren! een regc geaard Burger deezer vrye Stad kan en mig piet onverfchillig zyn, omtrent zyn geheiligde zo duur verkregen en onvervreembaare voorregten, en daarom is het dat wy de vryheid neemen , Ons aan U Ed. Agtb. als onze byzondere vertegenwoordigers, aan wien onze belangens voor al zyn vertrouwd, te wenden; mee ernftig verzoek dat U Ed. Agtb. deze onze Remonftrance met derzelver gronden overwegende in zulke gewigtige gevallen, dusdane maatregelen gelieven te neemen , dat de vryheid der Keur nimmer zonder redegeving worde veranderd, en in dit prefente geval de beëdiging der gefubftitueerde Raadsheeren by pi ovifie worde opgefebort. B 3 Ex.  f 2 *». ^ COPIA Extract uit het Breede Raads Refolutie Boek der Stad Groningen. Mercuriiden 8 Feir. 1786. (tweede Sesfic'y Ter vergaderinge van den Breeden Raad door den Taalman Altingb zynde voorgedraegen, dat, uit de gegevene Communicatie van Burgemeefteren en Raad op gifteren avond, vernoomen hadden, dat zyne Doorh Hoogh: hadde goedgevonden de keur 1 an de agt Nieuwe Raadsheeren voor den aanmaanden Rarg, den H ]an. gedaan, in zo verre te improbeeren, dat twee Heeren hadde gefubiticueerd; dat zy, daar op gifteren avond vergaderende, met verre de meerderheid beflooten hadden, daar over den Breeden Raad te verzoeken en hunne bezwaaren in te brengen, naardien H. Ed, Agtb. van meening waaren, dat wel aan Zyne Door!. Hoogh. Competeerde het recht van approbatie ofte disapprobatie uit hoofde van het Reglement Reform., edog niet arbitrair, naardien zulks tegens de oude Conttitutie zoude ftryden» welkers herftelhng Zyne Doorl. Hoogh. Heer Vader inde daar ftellinge van het Reglement Reform, zegt btöogd te hebben, als zynde het regt der vrye Keur her eerlte en voornaamfte Steun en Valtigheid hunner Conttitutie gerekend : Het zelve zoude mede ftryden tegens de Keurwetten, die gene andete improbatie, dan die tegens de  ( 23 ) de Keur Ordonnantie was inloopende, veronderrtelde, en doordien, her Contraire Hellende, der Ingezeerenen vryheid verboren was; weshalven H. Ed. Agtb. propo. neerden de eedftavinge der twee gefubrtitueerde Heeren by provifie te Surcheren: dac mede op gifteren avond ontvangen hadden eene memorie van eemge loo^n der notabeltle Burgers en lngezeetenen dezer Stad luidende Dat H Ed Agtb. als de byzondere reprafentanten der Burgery, in wier Boezem rendeerde de origineele rechten; du verzoek niet hadden kunnen weigeren. Waar over zynde gedelibereerd, hebben de H. Heeren Burgemeefteren en Raad, Oud'en Nieuw San pc Taalmannen en Gefworene Gemeente goedgevonden en verftaan; dat de beëeriiging der twee ge(ubfticueerde Heeren, zynde de Heeren H. Gockinga en L. Venhuizen op heeden Provifioneel zal worden geturcheerd. Coll. Accord. C: H: GOCKINGA, Secret. 6 4 Byla (*) Zie B!adzyde ao.  ( H ) Bylage No. 2» Aan de Ed. Agtb. Heeren Taalmannen en Gezwoo rtn Gemeente der Stad Groningen. Bet is met het uiterde leedwezen dat de ondergetekende Burgers en Ingezetenen dezer Stad zyn ontwaar geworden, dat Zyne D. H. heelt goedgevonden de keus van 12 Gezwoorens, welke voor dit Jaar in deq Eed moeten treeden, voor een gedeelte kwaJyk re keuren en een ander in deszelfs plaats téftelien: Daar nu deeze inkiezing der Gezworens door de Keurt heeren uit UEd. Achrb. evenzo wel conform, deKeurweitep en Ordonnantiën zonder eenige voorinneemende fecommandatjen, ligues of Cabalen, als die der Raadsheeren is gefchied, en dus even zuiver en onbevlekt, als na den Geeft der wet, en de gronden onzer Conftitutie, kan en moet gedaan worden, verrigt is, moeten de Ondergetekenden UEd. Agtb op het plechtigd betuigen,dat de^ftófe bun byzonder aangenaam is , en hun opregte ge.ev!'e<.iring volkomen wegdraagt; en even daarom is het, dat de ondergetekenden, omtrent deze twede ftap van Zyne l), H. niets weiniger onverfchülig kunnen nog IPQ, tgn, zyn, nog deze andere inbreuk, op hunne Edef. fte Tegteh , op de Vryheid van hunne aan Godgewyde keuren !t.l?wygend kunnen aa.pz.ien, maar op even dezelve onwederfprekelyke gronden, met alle eerbiedige befchei. deuiyeid., pligtmatig mpeteq tegen/preken, en van UEd. Agtb.  C 35 ) Agtb. als hunne byzondere vertegenwoordigers ten dien einde weder om vrympedig moeten vorderen, dat in die geval, meede zodane maatregulen werde genoomen. Dat de Vryheid dier Keur nimmer, zonder } edengeving voerde veranderd, en in dit tegenswoordige geval de beëdiging der gefubfiitueerde Gezworens mede by provijïe werde opgejebort. V Welk doende, zult gy wel doen. D Bylage No. 3. Het 18 art: van 't Contraft der overgave der Stad Groningen, anno 1594. Item fal des Stadts Regieringhe beftaan by de Magiftraat, des wort verftaan, dat de Magiftraat ende Gezwooren Gemeente voor defe reife hy zyne Excell. ende Gen. met Advys van den Raadt van State fal worden ge. ftelt. Ende dac voorts- aan die verkicfinge van de Magiftraat, fal gefchieden volgens het oude gebruik. Mits dat in de plaetfe van het uitdeden van de Boonen, zyne Gen. als Stadthouder vyf van de vier-en- twintich Gefwooren Gemeente zal mogen eligergn, die als dan fullen procederen tot verkieünge van de Magirtraet, volgens den ouden gebruijck, ende die geduerende dele Oorloge. B 5 Ex- (*-) Dit addres, door een zeer notabel getal burgers en intrezete nen getekent, is op d. 16 Febr. ingelangt, en daarop mede W vffië van furcheance door den Ureden-Raad verleend.  ( a-5) J~C Bylage No. 4. Extraót uit de nodige verartwoording weg ns Borgemeefteren en Raad in Groningen op en tegens het Omlander vertoog d. 9 )an. anno 1645.- pag. 44 en 45. De Keur van de M.igiftraet gefchiet jaerlyks in Groningen den 8. Febr. door vyf perfonen uit de Gefworen Meente, fo de vyffwarte boonen uitvier ende twintich hebben getogen, dewelke vier en twintige moeten welen ende zyn Ledematen van de Gereformeerde Religie. Dezelve doen ook een duijren ende fwaren Eedt, van te fullen kiefen de bellen ende bequaamften die zy kunnen vinden. Moeten geprasfumeert worden als eerlyke luiden, als vrome Chriirenen, als getrouwe Patriotten haer Godt, haer Eedt, haer Ziele, haer Vaderlandts befte te betrachten. Wordende diergelyke maniere van doen mede by andere Steden van dezen Geunieerden Staat gebruikt, tot grooten dienft van dezelve. Als zy» de een middel ende fondament om te beholden ende conferveren de vryheidt, Geruftheit, ende welvaart van de Steden. Om te houden vrye ftemmen in het kiezen van den Magiftraat, ten einde de Magiftraat zelve aldus ge eligeert zynde, des te vryer ende onbedwongener mogen ftemmen in iaeken van Juftitie ende Politie. Dienende mede om voor te comen allerhande ambili 5 tieufe  ( =7 ) tieufs prenfatien ende Cuiperyen, als niet kunnende van te voren wetden gewieten, in wiens handen de fwartÖ Boonen fullen komen te vallen. Dit recht van vryen Keur heeft de Stadt 'ofte de Gefwooren M^ente in dezelve al voor honderden van Jaeren genade, ende ongekreukt behouden, ook felfs onder de Bourgondifche Regieringe. Maar in den Jaare 1574. (doen de Stadt aan defen Stattt wier Je gereduceert, ende in defelve weinige gevonden van de Gereformeerde Religie, zynde de mielte al verilorven , ofte uic haere Ballingfchappen noch niet weder gekomen) Is by het Ti aflaat van Reductie in het 18. art. geaccordeert, dat by provifie de uitdeelinge van de Keur-bojne foude gèftelt worden in handen van den Heere Stadt- houder Graaf Willem van Naflbw. Edoch deze voorgeroerde redenen naderhandt komende te ceflèren, hebben de Heeren Stadt-bouderen zyn Excellentie Priuce Maürits eerft , ende vervolgens Graaf Erntt ende Graaf Henrick Vader ende Soon (aiie loffelyker ende hooger memorie; figh met de Keur Boonen niet bemoeit. De van den Ommelanden hebben daar tegens ook wel difputen gemaakt, verlbekende dat de Boone mochte worden heriïelt in handen van den Stadt houder, maar zy zyn gebleven fuccumbenten, wefende der Sradts excepcio non competentis adionis geadmitteert by uwe Hog« Mog. fententie van den 24. Julii 1640. Zym Hoocheid den Heere Prince van Orangen als tegenwoordige Stadt-holder, gelyk mede den Heere Prince Wilhelm, als by furvivance gedefigneerde Stadt-holder, geinformeert weiende van de gelegtntüeid dezer Keur-  C *8 ) Keur boone ende redenen v n dien, hebben mede Ggh dier moeite voor hec tegenwoordige ende totcomende on Angen. Uwe Hog Mog. felve hebben met kennine van faken het laten berftelt blyven na den ouden ende voor honderden van Jaeren gebruikten voet, ende daer over gepaffeerc verfegelde brieven in behooriyke forma, ende die der Stad Groningen lacen toecomen. Dien volgens is ende fal de Keur door de Boone voortaan by de Gcfwoorne Meence nae de gemelte oude maniere foo worden gebruikt, als dienitelykltlal wezen voor Godes Kerke, voor den gemeenen Scaat, voor Stadt ende Lande. Gemerckt ook de minile veranderinge in dezen foude fchynen te prasfupponeren eene diffidentie aan Godes alleen wyfe beltieringe, doordien de vyf-fwarce Boonen, door hec loc ende alfoo doorGodcalleene worden gelluyrc in handen van die geene, lbo hy daar toe heefc beroepen. ~P Bylage No. 5. Extract uit 't Refolutie Boek der Stad Groningen. Jovis den 8 Febr. 1611. Op dato zynde gewoonlyk dag van Keur op den Raadhuis vergadert Borgemeelteren ende Raad , Taaluiden ende Gezworen Meente, in welke Vergaderinge de Heer Prefiderende Borgemr Joachim Alting eerlle lyken in 't lange gerefereerc heefc hoe dat de Prince van Oran-  ( *9 ) Oranje in *t aannemen van het Gouvernement dezer Provincie geaccordeert hadde, dat de Keur gefchieden zoude by bonen na der Scadboek, ende daar van overleven volgende acce. Zyne Exellencie volkomelyk geinfiueerc zynde van de gelegentheid van de tegenwoordige ."Wagillraac der Stad Groningen, en de Jaarlykfe kiefinge derfèlver, is re vreeden , dat defelve kiefinge voortaan gtfehieden raar den ouden gebrnik cn Stadsboek mits zodanige Conditie nogtans dat de keure door de 3one niet misbruikt en worde, maar alleeniyk zoodanige Perfonen gekoren die tot den Handt genoegfinm gequalificeerr, de waare Gereformeerde Religie toegedaan, ende Lidmaet derièlver , goede Patriotcen, den Spanjaarden ende hare adherencen van harten viandc, daar men tot dienft van de gemene zaake niets quaads van heefc te verwagten Actum in 'sGravenhage den 5 jann. 1621. 1 Waar getekent, MAURICE de NASSAU, en gecacheteert met het Cachet van Zyn Excellentie bet Leger ftond. Ter Ordonnantie van Zyn Excellentie AD Rh van der MYLLEN met Zyn Ifreeke (onderftond) Coll: Acco>-d. Byla-  C 30 ) G Bylage No. 6. Acte voor de Magiftraat der Stad Groningen wegen het verkiefen derfèlver aldaar. De Sraten Generaal der verenigde Nederlanden, allen den genen die defen zullen zien .ofte horen leien Salut, doen te weten, dn de Heeren Borgemeefteren ende Regeerders der Stad Groningen ons huiden hebben laten reprsfenteren en voordragen door den Heere Wigbolt Aldringa en is ons voorts gebleken dat de ver!He(inge van de Magiftraat van Groning -n van ouJen ryden af is gefchied geweeft door vyf perlbnen uit de vier er, twintig Cefwoornen ofte vroedfehapgen by u'tlotii gc van vyf zwarte Boonen, maar dat anno 1594 by Je reeki&ie van de voorn, had Groningen (ten infig:e dat wy geerne perfoonen van de Religie ende Liefhebbers van dezen Staat rot de Magiftrateurs begeerden gtëmpn, in-rekropene gebruiken, zoo genaamde rerommandatien enligueg, als raeede van alle verteringen by follicitatie. Art. [ V. Dat de zi?tende Raad aan zïg zal behouden de approbatie of disapprobatie over de Wettigheid van de qualificaticn der verkorene, gelvk ook de faculteit, om by verderf Van een van de Leeden van de Zirtende Raad, een ander in defzelfs plaats te eligeien, als meede om uyt het midden van haar Burgermeefters te verkiezen, en dac de Zittende Raad aan zig zal behouden het onderzoek en Gognirie of de verkorene perfoonen na de Wet behoorlvk zyn gequaïificeert. Are. V. Dac de Zittende Raad hebbende otiderzögt en kennis J Bybge No 8. De Ordonnantie op de Keur vati den 16 Aujiufty 1668. geampliceert den 15 May i&^g. is by Brede Raads Refolutie \an den 3 jaruary 1752 v rnieuwt,en gearreftéerfc met volgende veranderingen. Voor de Ordonnantie op Reure gearreilecrt den 3de january 1752 vind men deeze Voorreede. Alzo in de nabuurige Steden en al'e wel^eftelde Repuhlycquen de fündamenteele Wetten op de verkiezing Van derzelver Magiftraaten ofte Overheden Heiliglyk en Religieuslyk worden onderhouden , om dat het maken en hermaken van zoodaane Wetten dikwyls niet kan worden ondernoomen zonder de fundamenten van Regeering te doen beweegen. Zo is 't, dat Burgemeestereii ende l.aadt oldt en nieuwe, mitsgaders Taalmannen en Gefwoorcn Gemeente deezer zaaken gewjgte overwegende, en daar by gecottfiuertert, dat zedert enige Ja;tren herwaarts de Keurwetten deezer Stadt, door [tttèrpretatöire Refolutien en eenigc ingekiopene mefufes eenige atteinte hadden geleeden, enthms door het Reglement Reformatoir van wylen Zyne Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder Glorieuier Memorie; vermits het intrekken en vernietigen van alle voorfchreven Interpretatien en Msbruiken tot haare voorijje en primirive Conftitutie zyn gereduceert, en alzo de Keuren voortaan naar in'i. ud van het opgemelde Reglement van den 27 November 1749 onder de Hooge Approbatie van de Heeren princen i. rfftadhouderen in der tyd, conform de aloude KeurOrdonnantien wederom zullen moeten gefchieden, hebben na gehoort Rïpport van de Heren Haare Gecommitteerden , ingevolge Refolutien Commisforiaal van den 25 NoC 1 vei»  < 36 ) vember daaraan volgende over de Revifie der Keurwetten en beraming van een vaften voet op de Verkiezin ge van de Raadt en de Gefwooren Gemeente, hebben gebefoi sneert tot confervatie van de gemeene Rufte en Enigheid "onder de Regenten, agtervolgens de Exempelen vah bovengemelde Steden en Republycquen , goedgevonden en gerefolveert, navolgende eeuwigduurende en onveranderlyke Ordonnantien, op de Keuien van den Raadt ende Gefworen Meente met een goede harmonie te approbeeren, arrefteeren en valt ie Rellen, gelyk dezelve by deezen wordt geapprobeert, gearrefteert en vaftgeftelc. Art. XXXIV. Maar de Keur volgens, deeze Ordonnantie gedaan , en daarom eerft by den Raadt, en vervolgens ook by Zyne Hoogheid den Heere. Erfftadhouder in der tyd, ingevolge het 5de Articul van het Reglement Reformatoir geapprobeert zynde , zullen de jgt nieuws gekoorene Raadsheeren op order van den Raadt door de Stads üienaaren op den 8fte February, of zo de Approbatie van den Heere Erfftadhouder in der tyd wegens ektraordinair omftandigheden langer ultblyven, des anderen daags na dat de Approbatie zal wezen ingekoomen, worden ontboden om op liet Raadhuis te koomen ende haaren Eedt te doen. In de Ordonnantie op de Keur van Taalmannen en Gefwooren Meente. Art. XXXI. Maar de Keur in Cónformite deeze Ordonnantie gedaan, en daarom by den Raadt zynde aangenomen, en vervoigens aan dan Heer Erfftadhouder in der tyd toegezonden, en met Hoogftderzelver Approbatie bekragtigt, zal de praefideerende Borgemeefter de twaalf nieuwe Gefwoorens en de twaalf oude Gefwoorens laten dagen tegen deti 16 February, of tegen den volgenden dag, na dat de Approbatie zal zyn ingekoomen, (indien dezelve' wegens extraordinaire omftandigheden langer mogte uitblyvenj) om haaren Eedt te dnen, dog ingevalle een Gedeputeerde weder in zyn rang mogte aangaan als Gefwooren, zal dezelve op den 21 February zyn Eedc worden afgenomen  Extra& int het Refilutie Boek van den Breeden Raad der htad Groningen, Veneris d. 17 Maart jïtè. Ten gevolge Brede Raads R.efoluïie van dén 13 dezer bp heden de Breeds Raad weder zynde geconvoceerd, om ié de* libereren over de memorie, door een groot g;ta! der voor" naamfte Burgers en Ingezetenen dezer Stad vetteykcnd eti overgegeven behelzende dat ft uk de grond "t en mothen, viaar ep bevorens, by gelegenheid der ingekomènè mijfiveh van Zyne Doorl. Hoogh. den Hiere Prince Erfftadhouder^ en de daar by gemaakte veranderingen in de gedane keuten Van Raadsheeren en Gezwoorene Gemeente, vertogt hadden furébeqnee der eedflaaving van de gefubftituetrdt Heeren H. Gockinga en L. Venhuifen ah Raadsheeren, en ti.W. Hoving als Gezwóoren; nademaal dezelve toen Htet ) wegens de kortheid des tyls, in ft'aat waren die verzoeken i genoegzaam omwikkeld, onder het oog hunner Regeeringe te brengen, en waar aan thans door bovengenoemde mtmorit vermeenden voldaan te hebben, verzoeken dt dus, dat, zon' der de gefuhftitueerde perjonen in aanmerkinge te nemen * de wettig tot Raadsheeren gekorene H. W. Hoving en L. Bi Lobman en de He. r W. li. Hoving tot Gezworen, de eedett mogten worden geftaaid, met inbaefte van de concluften iii hunne Vorige ad-Ir effen, dat, namelyk^de vryheid der keilt nimmer zonder redengeving werde veranderd t luidende dé Voorfchrevene memorie woordelyk i (Fiat iöfertio) C 9 Heb-  , ( 33 ) Hebben de H. Heeren Burgemeefteren en Raad, Oud en i\teuw, Sampt Taalmannen en Gefworene Gemeente, na de memorie rypelyk te hebben overwogen, en met bet Reglement en de Keur ordonnantie in famenhang geconfereerd, de conclufie der Burgerij, by dit en vorige adr effen geinhal reerd, als met de regelen eener gezonde uitlegkunde beft aan* baar, en de eenige uitlegging, dié mei de grondwettige Co»fittutte d.zer Stads Re geer in ge , met het bezworen Stads Boek en de aloude en onverbrekelyke Keurwetten volmaaktelyk overeenkomt, geadopteerd en gehomologeerd: zullende des van deze genomene refolutie aan Zyne Doorl. Hoogh. den Heere E>ftladhoujer, in de meeft poli te termen, worden kennis gegeven en Hoogfl dezelve op het vriendelykjte vei' zogt, de redenen van bezzvaar omtrent de wettigheid der hier gedane Keur, of de qualiteiten der gekorene twee Raadsheeren en Gefworen , aan den Breeden Raad te willen communiceren ; wordende nogtans het verzoek tot dadelyKe eedftaaving der gekorene Raadsheeren en Gezworen voor als nog drie a vier weeken gefurcheerd. Voorts de Ed. Heer Pr£ffderende Burgemeefter H. v. Syfen en Zyn Edelheids Heeren Adfeforen benevens de Syndicus, verzogt tn gecommitteerd , om met Heeren Gecommitteerden, uit Taalmannen en Gezwoorene Gemeente, by H. Ed. Agtb. zelve te nomineren, over het verzoek opzigtelyk den ouden en bezogten Heere H. Gockinga , nader te bejbigneren, en hunne gedagten te laten gaan, wat hier in behoorde te worden gedaan , doende daar van ter vergaderinge rapport. CoII. accord. C. H. GOCiüNGA Secrct. CO  C0P1A. DoGrluchtigfte Prince en Heere! Het was op dm 7 Februarii jongflle'den, dat de Zittende Raai van dien tyd U Doorl. Hoogheids Mijjive. behelzende de gedeelteiykc approbatie van de,door de vyj'Keur Heeren eedaana keure van agt Raads Heeren voor den aanjïaande Politieleen jaare., ontvingen, en dezelve nog dien avond, volgens gebruik, ter kennis bragten van de vyf Keur Heeren, als wanneer H.±.d. AgtbL verzogten. naardien uit de leSture boorden, dat door UWH Hoogh: daarin eenige veranderinge was gemaakt, dat Hun autb: Lvpie der Mijjive en Lyfie mogle geworden, en convocatie der Gemeente geaccordeerd. Het wstk ten gevolge heeft gehad i lat nog d en avond Taalmannen en Gezwooren Gemeente is 'vergaderd geweejl, en aldaar bejlooten van den Here Prajideer enden te verzoeken vergaderinge van den Breeden Raad, dewelke« bet zelve den volgenden morgen in den Zitt enden Raad brengende, daarop ook nog voor de ecdftaavinge van de Reegeringe de Brede Raad heef geconvoceerd - Het gevolg bier van was , dat door Taaimannen en Gezworen Gemeente, tn die ver* gaderinge, eene memorie der Burgery wier de gebragl, tenderende boofdzakelyk, dat, aangezien dè gedane Keure wettig ware gefcbied, zonder Cabale, conjorm de Keurwetten en Ordonnantiën , en alzo zuiver en onbevlekt naar de gronden en geejl dezer Stads Conflituds, de vryheid der Keure, het vournaamfle plegi'anker hunner vryheid, mog'e worden gehandhaafd, en een wettig gedaane Kern nimmer zonder redengeving veranderd, en alzo pr'ovifioneel, om hun gepofeerde nader te kunnen (laven, het geen de kortheid des tyds beleitede, de eedfiavinge der gefubjlitueerde Heeren te j'chorten. Aan welk verzoek der Burgery wy geoordeeld hebben ie moeten dejereeren, en hebben alzo verdaan, dat de eedftavinge der, door UDL. Hoogbjj, gefubjiitueerde Heeren provifioncet "zoude worden gejurcheerd. Dit een en ander keef mede plaats gehad, by hel inkoomenvan UD. Hoogheids Mijjive opzigtlyk de gedaane Keure van de nieuwe Gezwoorens , en de daar by door UD. Hoogheids gemaakte veranderinge. De zaak alzo in dien plaat zynde, is door de Heeren TaaU Lieden op den 11 dezer by den Heere Praji derenden verzogt geworden vergaderinge van den breeden Raad.we Ik op den 13 daar aanvolgende is gehouden , en daar in overgegeven eene gedetailleerde Memorie van byna 800 der Notabelfte Burgers en Ingezetenen vertekend, waar van wy de eere hebben auth. Copie fnel alle denaamen onder dezelve getekend, met een gedrukt exemplaar U Doorl. Hoogheid hier nevens te zenden. Wy  ( 40 ) Wy hebben gemeend deze zaak van die natuur te zyn, dat wv daarop niet terftond konden advizèeren, maar hebben goed' gevonden de deliberatien op te fchorten tol den 17 daar aanvolgenJe. als wanneer wy, weder vergaderd zynde, na rype overweginge van de Memorie, en met het Reglement en de Keur ordonnantie in zamenbang geconfereerd, en in agting genomen, da> wy verpligt waar en, tot handbaavinge der regie.1 en privilegiën dezer Stad en Burgery, en waar toe wy dooreen zoo aanmerkelyk getal onzer Burgeren en Ingezetenen gefommeerdwierden , die op behoud hunner regten en privilegiën zo Jterk urgeerden, de Conclujie der Burgery, by dit, en vorige adreften geinha-reerd, als mei de reg len eener gezonde uitlegkunde beji'aanhaar en de eemge uiileggiuge, die met de grondwettig'- confiitutie dezer Stads Regeringe, met bel bezwooren Stads boek, en de aloude en onverbreekeiyke Keurwetten ■ volmaaktelyk overeenkomt , bebben geadapteerd eh gehomologeerd. Wy hei-beu tevens verft aan, UDL. Hoogh: van deze onze refoimie kennis te geven, en dat mei de eedftav:,:gder Heeren H. IV. Hoving en L. B. Lobman als Raads Heeren. en W. H. Hovin?, als Gezwooren, drie a vier Weken zal worden g*fuperjed*erd en UDL. Hoogh: op hel vrie idelykfle te verzoeken , immidte s de redehen van bezwaar omtrent de wettigheid der alhier gedaane Keure of der quaüieiten van bovengenoemde Heeren aan ons te Willen CommuKiceren: wv bebben te gelyk al'erbi/lykft gevonden, dat aan dea Ouden en verzwakten Here H. Gock-nga een beboorlyk dedimagement wisrde geg'ven , en hebben het alzo gefield in handen van Heeren onze ' y hebben op haar tyd ontvangen Uwer Ed. Mog. 'r Mijjive van den 23 Maart jongflleeden, en heb. hen daar uit vernomen de Rejolutie by Uw. Ed. Mog. op verzoek van een gedeelte der Burgery e, van Uwer Ed. Mog. Stad, genomen. Wy hunnen niet ontkennen dat ons in de gronden, hy de voorz. Refolutie gelegd, en in alle de omfiandlgheeden, welke tot deeze zaak betrekkelyk zyn, zeer peele bedenketykheeden van het uitterfle gewigt zyn voorgekomen, welke ons verpligten, om, aIvoorens ons desweegen s nader te expliceer en, de zaak en defelvs gevolgen met de uitterfle oplettenheid en bedaardheid te onderzoeken en te pondereeren, ten einde te voldoen aan 'i geen IVy aan V belang van Uwer Ed. Mog. Stad en Provintie, aan bet zoo plegtig befwooren Regeerings Reglement, en onze eige pligten en erfclyke digniteit verjchuldigt zyn; dan dewyl de kortheid des tyds, en de meenlgvuldigheid van andere zeer pref ante bezigheeden Ons niet hebben kunnen toelaten, om overeenkomflig het gewigt der zaak , Onze confideratien en belangen aan Uw. Ed. Mog. te doen toekomen, zyn Wy genoodzaakt Uw. Ed. Mog. te-ver zoeken om Ons den nodigen tyd daar toe vry te laten, en inmiddels niets te willen refolveercn, ofverrigten, waardoor deeze zaak eemgzïnts buiten haar geheel zoude kunnen gebracht worden, en particulierlyk om provifionèel en D ban.  C 4> ) hangende Onze deltberatkn niet voort te gaan met Eed- flaving, van de door de Keurheercn mgekoozene Heeren, zo tot Raadsheeren als Gezwoorens. dog welkers keuze door Ons niet is geapprobeert. Wy vet n ouwen aat Uw. Ed. Mog. aan dit Ons billyk verzoek, uit hoofde van het belang, V welk Wy als Erfftadhouder van de Provintie daar by hebben gaarne zullen defereeren. vooral, daar bier meede próvifioneel aan niemand eenige irrèparable prajuditie word toegebragt, terwyl Wy teffens Uw 'Ed. Mog. verzoeke/ en, dat IVy or/derwyl Ons hoofdwerk daar van maken zullen, om zoo fpoeaig doenlyk onze nadere refcriptie aan Uw. Ed. Mog. te doen toekomen. Waar meede EDELE,, MOGENDE HEEREN, Byzondere Goede Vrienden! Wy Uw, Ed. Mog beveelen in Gods heilige ProteBie Op'tLoo den 13 April 1786. Uwer Ed. hhg. Dienft'willige Goede Ftiend (opfchrift) W. Pa. v ORANGE E:kle Mogende Heeren By- zóndere. Goede Vrienden de Ter ordonnantie van zyne Heeren Burg£m.eefteren en Hoogheid Raad Oud en Nieuw, Sampt Taalmannen e;> Gezwooren T. J. de LARREÏ" Cemeeuce der Stad Groningen. Coll: Accord: C.H. GOCKINGA, Secret. Ex-  C 43 ) COPIA JExtra& uit het boel der Breeden Raads llefolutten der Stad Groningen. Veneris den ai April 1786. cfer Vergaderingë van den Breeden Raad zynde gsJ- lezen de ingekomene mijjive van Z. Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder, gejehreven op het Loo den 13 dezer, dienende tot refcriptie op eenen van den 25 Maart jongfi door den Breeden Raad afgezonden, houdende voorf: mijjive van Zyne D. Hoogheid, dat Hoogft dezelve niet konde ontkennen, dat in de gronden, by des Breeden Raads refolutie van den 17 Maart jongfi gelegd, en in alle de omftandigheden, ivelke tot die zaak betrekkelyk zyn Zyne Doorl. Hoogh. 1 zeer veele bedenkelykheden van het uïterfte gewigt waren voorgekomen , welke Zyne D. Hoogheid verpligten, om, alvorens zich deswegens nader te expliceren, de zaak en deszelvs gevolgen, met de uit er ft e oplettenheid en bedaardheid, te onderzoeken en te ponder er en; ten einde te voldoen aan 't geen Zyne D. Hoogheid aan V belang dezer Stad en Provincie, aan het zo plegtigbezworens Regerings Regiem:, en eige pligten, en erflyke digniteit verfchuldigd was: dan, dewyl de kortheid des tyds en de menigvuldigheid van andere zeer prefante bezigheden Zyne D. Hoogheid niet hadden kunnen toelaten, om, overeenkomftig het gewigt der zaake, Hoogft deszelvs confideratien en belangen aan Hun Ed. Mog. te doen toekomen, was Zyne D. Hoogb. genoodzaakt Hun Ed. Mog. te verzoeken om Hoogft D a den-  C 44 ) den?.elven den nodigen tyd daartoe vry te laaten, en inmiddels niets te willen refolveren ofverrigten, waar aoor deze zaak enigzints buiten haar geheel zoude kunnen gebragt worden, en particulierlyk. om provisioneel en hangende Hoogft deszelvs deliberatieu niet voort te gaan met Eedftavinge van de door de Keurheeren ingekofene Heeren, zo tot Raadsheeren als Gefworens, dog welkers keuze door Hoogft dezelve niet was geepprobeerd. Vertrouwende, dat Hun Ed. Mog aan dit billyk verzoek, uit hoofde van het belang, 'f welk Hoogft 'dezelve als Erfftadhouder van de Provintie daarby hadde, gaarne zouden defereren, vooral, daar hier mede provifioneel aan niemant enige irreparabele pratjuditia wier de toegebragt, met ver zeker inge tevens, dat Zyne D. Hoogheid onderwyl Hoogft deszelvs hoofdwerk daar van zoude maken, om, zo fpoedig doenlyk, nadere rejcriptie aan Hun Ed. Mog. te doen toekomen. Waarop zynde gedelibereerd, hebben de H. Heeren Burgemeefteren en Raad, Oud en Nieuw, Sampt Taalmannen en Gezworene Gemeente, by de Breede Raads Refolutie , op voordragt der Burgery, genomen den 17 Maart i7H6., geperjifteerd; voorts verpaan, dat in afwagtinge van Zyne Doorl. Hoogheids redenen van bezwaar omtrent de wettigheid der hier gedaane keure, of der qualiteiten van de gekozene Raadsheeren en Gezworen, nog vier weeken met de Eedfiavihg der gekoftne Heeren zal worden gefuperfedeerd: zullende hier van by refcriptie aan Zyne Doorl. Hoogheid worden kennis gegeven. Goll: Accord: C. H. GOCKINGA, Secret. Cr  COPIA. Doorlugtigfle Trinet en Heere l TJ/y hebben.wel ontvangen Ü D. Hoogheid mijjive rr van den 13 dezer maand, by dewelke U D. Hoogheid van Ons verzoekt, den nodigen tyd vry te laten, ten einde by U D. Hoogheid met de uiterfte oplettenheid en bedaardheid konden werden onderzogt en gepondereer d de gronden by onze Refolutie van den 17 maart jongftleden gelegd, en waaromtrent en in alle de omjlandigheden , welke tot deze zaak betrekkelyk zyn, zeer veele bedenkelykheden van het uiterfle gewigt waaren voorgekomen, ten einde te kunnen voldoen aan V geen U D. Hoogh. aan "t belang van deze Stad en Provintie, aan het zo plegtig bezworen Regerings Reglement en eige pligten en erffelyke digniteit verfchuldigd was, en waar toe de kortheid des tyds en de menigvuldigheid tan andere zeer prefante bezigheden, U D. Hoogh, niet hadden kunnen toelaten, om, overeenkomftig het gewigt der zake, de confideratien en belangen aan Ons te doen toekomen. - Zo hebben Wy ook niet gehnefiteerd in Onze Vergaderinge van den 21 dezer daarop te refolveren, dat Wy, per filerende by de genomene Refolutie van den 17 maart laa/lleden, in afwagtinge van Uwe Doorl. Hoogh. redenen van bezwaar omtrent de wettigheid der hier gedane keure of der qualiteiten van de gekofene Raadsheeren en Gezworen inmiddels van U Doorl. Hoogh. te mogen ontij 3 van-  C 4* ) vangen, mei de Eedjiaving der gekofene Heeren nog vier weeken zullen (ttperfedeeren fVaat mede blyvent U D. Hoogh. in Godes Heilige Ft uiebiie hekelende Doorl: Prime en Heere! Uwe D. Hoogh. goede Vrienden Rurgemeejleren en Raad, Oud en Nieuw Sampt Taalmannen en Gezworene Gemeente. Grom d. 24 April 1786. H. v. SYSËN ( opfcbrift) Ter Ordonnantie der H. Hee¬ ren voorf. Aan ;'yne Doorl. Hoogheid den Heere WILLEM Prin- c- H. GOCKINGA, Secret, ce van < .'ranse en Naflauw, „ „ , . Erfstadhouder enz. ColL ^ord. C. H. GOCKINGA, Secret. COPIA EDELE MOGENDE HEEREN, By zonetere Goede Vrienden! Tngevolge de toezeg-ing hy orze vooHge mijjive van * den 13 April laatjileden aan Uw. Ed. Mog. gedaan, zyn de eerjle ogenblikken die wy hebben kunnen vinden , om de Rejblutie van den 17 maart jongftleeden en de daar  C 47 ) daar van aan ons gegeevene Communicatie hy derzelver • mijjive van den 23 daar aan volgende té examineeren, ook daar toe door ons bejleed, en wy vinden ons verplat na eene herhaalde en zeer bedagtzaame overweeging van deZaaken daar by voorkoomende, UEd. Mog. ah nu nader te moeten refcribeeren, dat wy niet huntien injlemmen m de Reedenen en allegatien, waar van men goed gevonden heeft zich by de addrejfen en opgevolgde memorie van een aantal van Burgers en Ingejetenen der Stad Groningen te bedienen, en welke wy by UEd Mog. voorfch. Refolutie en mijjive tot ons Leedwezen vinden geadopteert en gehomologeert, wy vermeenen in tegendeel, dat zo wel volgens de duidelyke Letter van het Reglement Reformatoir, als volgens defelfs ontwyfelbaare zin en mening het aan ons, als Erfftadhouder der Provintie jlaat, om de gedaane keuze te aggriëren of niet, en gevolglyk niet te kannen zyn verbonden aan zodanige verandwoordelykheid daar omtrent als by de voorfz: memorie word gefuftineert\ en wyders dat in alle gevallen het neemen van Refolutien, waar by het voorfz: Reglement Reformatoir als een fundamenteele Staats wet van UkVEd. Mog. Pro* vintie met eenig efecl zoude kunnen worden geinterpreteer t niet is van de afzonderlyke bevoegtheid van UlVEd. Mog. - Op deeze gronden oordeelen wy ons niet alleen bevoegt, maar ook op de allerjlerkfte wyze verpligt, ons voorfz- recht tot de verandering der keuze, zo van Raads Heeren als Gezwmrens te blyven inhcereeren, zonder genoodzaakt te kunnen worden, om daar van die Reedenen te geven, en die verantwoording te doen, welke UlVEd. Mog. hebben goedgeD 4 von'  C 48 ) op de gronden der voorfz. memorie, daar aan als nu te accrocheeren; en mits dien ook in bet voorbanden zynde geval, de door ons gedaane Subflituüe, voor eetüge wettige uitoefening van ons Recht te moeten huuden; of fchoon wy geene Zwaarighcid maakent boe ongehouden ook, rond uit te erkennen, nimmer geneigt te weezen, of eenig oogmerk gehad te hebben in zodanige gevallen enkel arbitrair en zonder voldoende Reedenen voor ons zeiven te handelen, maar dat wy daar in altoos, onder het oog gehouden hebben, en bejlendig willen hlyven obferveren V gunt na bedagtzaame overweeging zonder partialiteit omtrent dègekoozene Perfoonen, ons toefebynt bet belang van de Stad, de bevordering van het algemeen welzyn, en een eendragtige en onderling tufchen alle de Leeden van de Regeering aangenaame behandeling der Zaaken, die in overweeging worden gebragt, eeds en pligtshahen van ons te vorderen. Dan dewyl wy na de door ons gemaakte verandering in de keuze van Raads Heeren en Glzwoorens, zyn ontwaar geworden, en V zeedert nader herigt ontvangen hebben, dat de Heer H Goc* kinga welgeneegen zoude zyn, om in plaatze van als Raads- Heer in te gaan van eenig rcdelyk dedomagement, als een gun/lig en verpligtend blyk van de te vreedenheid over Zyne Langdurige dien/Jen in V Stads heflier, te jouifeeren, en in de ver zeekering dat de Heer Venhuyfen voor deze Reis defifteert van de keuze tot Raads Heer; en daar wy hoven dien, gaarn eefi opentlyk bewys willen geven, hoe zeer de mede ver' f andhouding met UlVEd. Mog en de Ruft en -harmonie in hunne Stad ons ter hart gaat, ook dat gene Per-  C 49 ) Perfoneele misnoegem, jegens de by de keuze tot RaadsHeeren en Gezwooren ingekoozene Perfeonen, veel min eenig eigendunkelyk bef uit de dry heer en van onze bandelwyze geweefl zyn ; zyn wy te rade geworden UfVEd. Mog. door dezen kennis te geeven, dat wy* onder expreffe inhafie van het Recht ons volgens het voorfz. Reglement Reformatoir zoo Notoirlyk Compe. teer ende, en onder emftige proteflatie tegens alle onwettige en onbevoegde interpretaiien daar aan gegeven, alleen uit een waare defcrence voor UW Ed. Mog. en ter Contemplatie van de begeerte van eenige der Burgeren en Ingezetenen uwer Stad, in dit Jingulief geval wel willen afzien, van de by ons gedaane Subjlitutie, en dat wy genoegen zyn de Heeren H. IV. Hoving en L. B. Lobman als Raads - Heeren, en W. H. Hoving als Gezwooren te approbeet en, g'dyk wy verklaaren dezelve Refpe&ivelyk te approbeeren hy deezen; Zonder egt er hier mede toe te geven, dat wy van onze Regten, en wel gefundeerde bevoegtheid, in het gcringfe zouden hebben gegliffeert, ofte dat dezelve daar door op ^enigerhande wyze zouden konnen worden gehouden te weezen verkort; veel min d-ii deeze onze deference, in eenige Confequentie voor hei vet vAg zoude kunnen worden getrokken, als waar tegens wy insgelyks wel exprejfelyk protefteren by dezen, en zulks' alles in die hoop en va/ie verwagtinge, dat de interpretatie die ÜWEd. Mog. aan het Reglement hebben gegeeven zal worden ingetrokken, waar toe wy aan UkVEd. Mog. de gelegenheid zullen faciliteeren , door het toezenden van eene memorie, welke wy hebben doen formeer en, en welke tot de grootfle klaarheid brengt O 5 de  C so ) de twee hier hoven gelegde gronden op welke wy oordeelen, dat om recht en bevoegtheid gefundeert is. Inmiddels vleijen wy ons, dat de deference,' die wy in dezen hetoonen, een middel zal mogen wezen, om de tranquiliteit en het vertrouwen in UWEd. Mog. Stadt te herflellen, en dat eindelyk zo zeer als wy vervreemd zyn van al het gunt waar toe wy niet op ontwyffelhaare gronden geregtigt zyn UEd. Mog. zig ook gaarn bereid zullen toonen om ons in de ongeftoorde beoefening van die zelfde gerechtigheeden die wy by erfelyke delatien bekoomen hebben, en voor onze wettige Succefi feure» verpligt zyn te bewaar en, ten nutte'en dienfle van hunne Stad te laaten Continueer en, en alle daar tegens aankopende pogingen of'opkomende beletzelen, zoo veel moogelyk af te fnyden Waar mede EDELE MOGENDE HEEREN, Byzondere Goede Vrienden! Wy Uw. Ed. Mog. beveelen in Gods Heilige Prote&ie Loo den 15 May 1786. (was getekend:) , ,7 .r, W. Pr. v. ORANGE (opfchnft) „ : l er ordonnantie van Zyne Edele Mogende Heeren by- Hoogheid zondere Goede Vrienden (Lager Stond-) de Heeren Burgemeefteren T. J. de LARREY en Raad, Oud en Nieuw, ColL ^CMrl Sampt 1 aalmannen en Ge- 2-woorene Gemeente te Gro- Aöum Gron- den 24 May 178Ö. "ingen. C. H. GOCKINGA, Secret. Ex-  C 5* ) COPIA Extraét uit het Refolutie boek van den Breeden Raad der Stad Groningen. Martis den 23 May 1786. rper vergaderinge van den Breeden Raad zynde gekezen eene ingekomene mijjive van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prime Erfjiadhouder gefchreven op het Loo den 15 dezer, dienende tot andwoord op de mijjtven door den Breeden Raad den 23 maart en 24 April jongflleden afgezonden; hebben de H. Heeren Burgemeefteren en Raad Oud en Nieuw, Sampt Taalmannen en Gezwoorene Gemeente verftaan, dat, aangezien by voorfchr even mijjive door Zyne Doorl. Hoogheid geene redenen van hejwaar omtrent de wettigheid der hier gedaane keufe ofte de qualiteiten van de gekofene twee Raads-Heeren en Gezwooren zyn voor gehragt, de Sittende Raad zal worden verzogt, gelyk gefchied hy dezen, om, Conform Breede Raads Rejo)utie van den 17 maart jongfi de Heeren Hindrik Willem Hoving en Louis Bothenius Lobman als RaadsHeeren en den Heer Willem -Hindrik Hoving ah Gezwooren t de eeden, daar toe ftaande , te ftaaven : houdende alfo de Zaak, Conjorm gemelde Refolutie, voor afgedaan. Colli Accord: C. H. GOCKINGA, Secret.  COPIA EDELE MOGENDE HEEREN JSyzondere Goede Vrienden. T.T/y *oen h'm' nsevens aan Uwe Ed. Mog. toekomen ' r eene Memorie, die wy hebben doen formeer en tot een nader betoog van de gronden by onze mijjive van den 15 deezer gelegd. Wy vertrouwen, dat de duidelykheid en kragt van de redenen by deeze onze memorie gededuceerd, geen plaats voor eenige twyfjjeling, omtrent de voorf: twee hovfapoinclen zullen overlaten, en verzoeken dus Uwe Ed. Mog aandagtige en ferieufe overweeginge dien aangaande Waar meede EDELE MOGENDE HEEREN Byzondere Goede Vrienden Wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Gods heilige Proteêïie Op 't Loo den 27 Mey Uwer Ed. Mog. Dienjiwillige 1786. Guede Krimd W. Pr. v. O RANGE Ter ordonnantie van Zyn Hoog' Aan de Ed. Mog. Heeren beid Burgemeeftewn en Raad h abfenm van den geheim Se. oud en nieuw Sampt Taal- ƒ. de RIEMER _ /-, Col/: Record. mannen en Gezwoorene «q,,™ r „ a o 1 ac Aetum G'-ou: den S juoy 1786. Gemeente te Groningen. C. H. GOCKINGA, Secret CO-  COPIA MEMORIE. Tot betoog van het regt van approbatie en improbatie der keuze van Raadsheeren en Gezwoorens der Stad Groningen aan Zyne Hoogheid als Erfftadhouder van de Provintie van Stad en Lande competeerende, zonder het geeven van de reedenen van dien, en dat mits dien, de interpretatie by zeekere memorie van een aantal van Burgers en Ingezeetenen den voorz: Stad in maart 1786. aan den Breeden Raad overgegeeven, en by de meerderheid van denzelven Breeden Raad geadopteert en gehomologeert, by refolutie van den 17 maart, en derzelver mifllve van den 23 daar aanvolgende aan Zyne Hoogheid gefchreeven, is, ongefundeert en onbegaanbaar. Twee hoofdpoinften koomen hier in aanmerkinge. 1. Dat volgens de klaare en duidelyke letter van het Reglement Reformatoir, zoo wel als volgens den zin en het oogmerk van het zelve Reglement, het voorft: regt van approbatie en improbatie aan Zyne Hoogheid den Heere Prins Erfftadhouder gaav competeerd, en dat de prtetenfe interpretatie by de voorfz: memorie van eenige Burgers en Ingezeetenen aan het Reglement gegeven mits dien daar meede onbeftaanbaar is; — a. Dat de Breede Raad op zig zelfs onbevoegd is tot het neemen van refolutien, waar by hec Reglement Reformatoir Legaal en met effect zoude kunnen wornen geinterpreteerr» '., - Ad 1.  ( 54 ) Ad I. Alvorens toe te treeden tot een betoog van de duidelyke dilpofitie van het voorfz: Reglement nopens het evengem: regt van approbatie of improbatie zonder fubmiflie van de reedenen van dien aan de beoordeeling van den Breeden Raad, ofte van iemand anders, oordeeld Zyn Hoogheid noodzakelyk eenige omftandigheeden en confideratien te moeten prasmitteeren, ter wegnecming van die allegatien en reflexien, waar door men getragt heeft by de middelen van de voorfz: memorie aan de geboorte, aan het oogmerk en aan de verbindende kragt van het zelve Reglement, niet alleen een zeer ontydig en ingratieus voorkomen te geeven, maar zelfs (onder correctie:) diverfë abufive infinuatien in te boezemen , en wel de zoodanigen, welke eens gedeftrut-ert en duidelyk gerefcontreert zynde, de daar op gebouwde raifonnementen met opzigt tot het teegenswoordige poinft in quaïftie van zelve doen vervallen. — Te weeten; men heeft de zaak by de voorfz: memorie zoodanig voorgedragen, als of wylen Zyn Hoogheids Heer Vader Prins Willem de lVde de magt en het regt; by 't voorfz: Reglement aan Hem opgedraagen eeniglyk aan omftandigheeden van dwam? en geweld, en aan den ftroom van eene oproerige gemeente, verfchuldigd was, en men heeft zulks tragten in te vlegten als een reeden om zig met het inroepen van de grondwettige Conftkutie , der Regeering het bezwooren Stads Boek en oloude onverbreckelyke keurwetten, teegens deszelfs wettige werking en kragt, onder behulp van eene zeer aroitraire explicatie van dien te kunnen bezig houden. Zyne Hoogheid eerbiedigd te veel de grondwettige Conltitutie der Rcgeering, en ftek te hoogen prys op alle  ( 55 ) alle de wetten èn regten, welke tot die zelve Conltitütié behooren, en deszelvs werking bepalen en Explicetrtn, dan dat Hy aan één eenige van dezelve de pinde kragt of waarde, welke daarin overeenfteraming met het voorfz} •bezwooren Reglement Reformatoir van i? Nov, i" .9kan gegeeven worden, zoude wenfehen te ontneemen of zelvs te berwiften; en Hy meend hierom het voorfzt voetfpoor niet te moeten volgen, mee in eene discuffie van het voorgevallene in den Jaare 1748. in de Stad en Ommelanden te treeden; Het komt er dog niet op aan of ter dier tyd alles wat dit reglement is voor afgegaan zonder of met eenige ongereegeldheeden heeft gepaart gegaan; alzoo men dart teifens zou behooren te onderzoeken* tot welk eene ftaac ' van onderdrukking door partyfehappen, Cabales en arri'ftocratifchen dwang van zommigen, de Stad en Ommelanden voor de Jaren 1747 en 1748. waren gebragt; dan welk tafereel men liefft nimmer, en voor ai niet in deezen tyd, wil ophangen; het is na het oogmerk van Zyn Hoogheid genoeg, dat» hoe onderfcheklentlyk de gebeurteniflèn van dien tyd ook mogen worden beoordeelt; de troubles uic vroegere Cabales en onderdrukking van veele ingezeetenen in 1747 en l74& geproflüeerc aan het bedaaren geraakt zynde, zeer veele ernftige be« raadene en langduirige beioignes en Commiffien veroorzaakt hebben, welke eindelyk dc exiltentie en behoorlyke Sanótie aan dit reglement hebben toegebragc, en dat de algemene wenfeh tn zamenftemmende pogingen, niet van een deel der geringde, maar van het geheele Lighaam der ingezeetenen zoo van de Stad als van de Ommelanden ter dier tyd niet heefc kunnen worden te vreede E  C 56 ) gefield, zonder zig door toereikende wetten en voorzieningen teegens gelyke Cabales en onderdrukkingen voor 't vervolg beveiligd te zien , men rappellcere zich flegrs hoe op'den n may 1748 vier en vyltig Üffiuercn vau het Burgerlyke Regiment weegens het gehetle Li-haam. der Burger ie onder hunne 18 Vaandels gerepartitieert zicli reeds tot dac einde met byvoeging vat! zeekere artiktlen van redres, aan Brrgemeefteren en Raad der Stad ha Iden geaddreflèert, en dac op den 29 Auguftus van dac zelve Jaar, de Burgers en Ingezeetenen onder de Vaandelen der Stad reflbrte< rende, zich andermaal, aan eevengern. Burgemeefteren en Raad hadden vervoegd, met eene nadere Explicatie van de voorz: articulen en onder anderen ook ddar toe: Dat Zyn Hoogheid, zonder infraclie aan der Stads „ Hoogheid, aan wie de belteliing der Regering gelaa„ ten wierd, volgens de oude wetten, Jaarlyx voor ft. „ Pieter zoude hebben de approbatie van den gtheelen „ nieuw gekoofenRad en Gezwoorene Gemeente , mee„ de in cns van ELclie van een Raadsheer door het „ Raadhuis, zonder eenige reedenen van disapprobatie te behoeven te geeven: (welke laatfte periode de Helders der onlangs gepicfenteerde memorie pag: 5. by de alle? gatie van deeze gebeurcenifle hebben goedgevonden agter te houden:) » maar d-u in cas van disapprobatie dezelve „ Keurheeren een ander in zyn plaats zullen moeten kie„ (en, of indien in den Eed zynde overleedcn is de ,, Raad &c. Deeze poincten ten voorfz: dage by een eenparige Staats- Refolutie geftelt zynde ter nadere approbatie en ratnicaue van den Heere Erfftadhouder. om daar af 0} by-  ( 57 > by te doen na Zynen Hoog vcrllgten Raad en weimetninge, en Hoogft dezelve vervolgens by het Reglement Reformatoir desweegens werkelyk zodanige veranderingen gemaakt hebbende, als noodig en dienftig oordeelde, en daaronder ook deeze, dac de Erfftadhouder, in cas van improbatie, direct een ander zoude vermoogen te nomineeren , zyn alle dezelve poinéten en veranderingen nae rype deliberatie, en, zoo als reets is opgemerkt, na dat alles eenen geruiraen tyd in volle ruft gebragt was, door de Heeren Staaten overgenomen , geapprobeert, Staats gewys gearrefteert en plegcig bezwooren, terwyl dat zelve reglement waar by dit alles is vervat, by eenparigheid eyby herhaling in den Jaare 1766. 'twelk ontwyffelbaar een lang vooruitgeziene eporque van belang en teffens een tyd van volkomen ruft was, op nieuw is gehomologeert en plegtig beveiligd, en eeven daar door nader gewettigd teegens alle Cmiques, die daar ceegens uit hoofde van de onderfcheidene beoordeeling van voorige gebeurteniflèn zouden hebben mogen worden geobmoveert. Men verkiert hier by niets te toucheeren, omtrent de wyze en bedoelingen waar op en waar meede de onlangs geprefenteerde memorie van byna agt hondert Burgers en ingezeetenen is in de wereld gebragt, nog van de qualificatie van een groot deel der onderteekenaars, maar dit een waare zugt om alle aanleiding tot verwydering of misnoegen af te ihyden, zulfcs alles daar laatende, vercrouwt men eenvoudig deeze twee zaaken nog alleen te moogeu en te moeten aanmerken; 1. Dac het voorz: Reglement op de inftantie, niet van een klein gedeelte inwooners van de Stad, maar op de E a al-  C 58 ) algemene en ernftige ftem van genoegzaam alle ingezeetenen van de geheele Provincie, burgers, Regenten, en al wat vermoogend en aanzienlyk was, verzogt, bedaard ^overwogen, Staatelyk beëedigt, wettig geincroduceert, bv de aankomrt van Zyn Hoogheid tot het Stadhouder fchap 111 een tyd van ruft beveiligt, en zeedert al den voorfz: tyd onafgebrooken geobferveerc zynde, zeer te onregt by de voorz: memorie als een ppgedrbnge wet word getaxeert. en 2. dat de oph juding der Cabaleeringen, de protectie teegens alle onderdiukking in de toe* neming van welvaard, voorfpoed en handel, zeedert de introductie van dit zeilde Reglement, eene dadelyke npo. logie voor deszells nuttigheid en noodzakelykheid daar ftellen. En hier meede overgaande tot de behmdeling V3n hec ecrfte hooftlpoii cl zelve, konu aanftonds in aanmerking dat reeds zoo ftrax uit de explicatie der voorgem: artikelen op den ao^uguftus 1748. ter Staatsvergadering geëxhibeert en aidaar eenparig geapprobeert en gearrefteert, is gebleeken, dat er van 't begin van de bedoelde en begeerde retorme of'aan, een heerichetid begrip nopens de noodzikïiykheid van een te verkenen regt en magc van approbatie en improbare aan den Erfftadhouder zonder hu pecen van eenige reedenen heefc plaats gehad. — Men voege hi( r by de klaare woorden van het 5 Art. van het voorz: Reglement,,waar by gezegt word, „ dat ,5 de approbatie van de verkore Burgemeefters ftaart zal 5, aan den Heer Erfftadhouder, en dat zoo wanneer »' Hooggem: Heer Erfftadhouder niet zou mogen goed* J vinden, de voorz: keuze het zy van ^Burgemeelleren en Raad, het zy van Gezwooren in het geheel of ten „ dee-  ( 59 ) deden te aggreëeren en met deszelfs confent te bekraetigen, óm Hoogft dezelve in zulk een geval, die , [elf zal mogen fuppleeren met bekwaam perzoonen „ uit het geheele Lighaam der Burgerie " als waarby, zonder eenige de minfte bepaling of accrochemenc het regt van approbatie 't geen Utx perfé dat van improbatie influit, ahfolute aan den Erfftadhouder word toegekend; wordende, ten einde zulks duidelyk blyken zou deeze notabele explicatoire Uaufule daar by gevoegd, dat de» Erfftadhouder in geval van improbatie de afgekeurde zal mogen fuppleeren uit het geheele Lighaam der Uurserie; En dat zulks eeniglyk aan het oordeel van den Stadhouder, zonder onderwe.pirg van de reedenen en motiven deezer daad aan iemand anders, is gedefereert', blyk? hier uic, dat die improbatie enkel en alleen aanhet GOEDVINDEN van den Heere Etlftadhou der word overgelaaten en dat het aggreëeren of niet aggreëeren der daar by gemelde keure dus niet afhangelyk is, van een onderzoek der wettigheid van de keur, en nog minder van een voorafgaande decifle van de Breede Raad, dac de reedenen die den Stadhouder toe eenige iajprobatfe bewoogen hebben, by denzelvèn Raad voldoende zyn geoordeeld, maar alleen van deszelfs GOEDDUNKEN als zynde het kragtiy.rte woord waar meede in de nederduitfche taal het facultaiiv en vry befiuiten^en bepalen van ymands wil kan worden uitgedrukt; al 't welk nog te klaarder en duidelyker word, wanneer hier meede word geconfronteerc hec 33 Art: van dit zelvdé regiement, waar bv. met een gclyfcè ara'ogte aan den Erfftadhouder de approbatie van alle Provinciale, ?oo bitsen als buicenlanafche Coramiifien, word opgedrangen, (eeven E 3 "ïs  C 60 ) als in Art: 5. die van de keure van Eurgemrefters Raa den en GezwoorensQ en wyders tot een naiere aanduiding van de volkomenheid tn vryheid deezer approbatie, daar oy gevoegd, zonder eenige reeden van disapprobatie te gcevcn ais zynde dit volmaakt het zelvde met het gezegde Art: 5. dat indien de Stadhouder niet zoude moogen GOEDVINDEN &c. Hoogd dezelve de keur zal moogen-fuppleeren, 't welk zonder eene improbatie (hier naar goedvindïng gefehiedende;) geen plaats hebben kan. Her zou ten eenemaa! overbodig weezen deeze zoo duidelyke dispofnie van het reglement uit de gronden van het regc nog nader te adltrueeren, en men meent op deeze materie genoeg te zuilen gedaan hebben, wanneer men by de ovtrweeging van de geaccrocheerde toekenning van het voorz: regc van approbatie en van improbatie de aandagt nog een ogenblik veilige pp hec 48 en 40de Art. van 'c Reglement, waar by deszelfs STRICTE obfervantie mee veel byzonderiug en onder de aüernadrukkelykde voorzorgen en pjenaliceiten word aanb-volen , en eeven daar door alle eigc ndunkelyke en aan hec voorz: geconcedeerc regt direct contrarieerende explicacien ten flrengden geprohibeert. Twee poincten zal men alhier nog eeven toucheeren om de - ongef'undeertheid en het voltrekt inadmtsfibie van de pretenfe interpretatie, zoo als die by de voorz. Memorie der Burgers en Ingezetenen voorkoomt, nog wat nader te doen door draaien. Het eerde is , dat welk eene grond men ook daar -voor in het voorlchrifc van het regt zotnie willen zoeken, dezelve niet te vinden is, en dat booven dien de min-  ( 6i ) mintte aandagrige overweeginge van de bedoeling en van de Connexie vm 't reglemenr zelvs de voorz. interpretatie volltrekc recufeert, en daar meede incompatibel maakt. De tweede, dat de cevengem: interpretatie noodwendig uitloopt op een notoire contradictie en de uiterde abfuffdiceic Met opzigt tot het eerde poinct , remarqueerc men, dat er drie erley interpretatien erkend en gewüdat lvk door de benoemingen van Doclrinalis , UfuultS en Authentka onderfcheiden worden, daar de eerfl benoemde meed te dade komt in ordinaire wetten, ordom antien en datuten die de regels van decifie tusfcben luigerende partyen in judicio Contradi&orio uicmaaken, en dat df zelve hier dus ook, i'choon anderzins volgens de reeds geallegeerde gronden ten uiterden decifoir voor 't r gt v.m den Stadhouder, aan wien onder de opgedrage approbatie zonder bygevoegde bepaaling per/é, de improbatie toekomt, van mindere applicatie is, dog dat in het Staats regt en tot het verdand van zulke Reglementen, die het deplomaticq deel der Jurisprudentie betreffen^ de twee laatfte zoorcen van uiilegginge de meede aandagf verdienen. Maar wanneer men nu vraagd; hoe is het voorz. Reglement met opzigt tot het regc van eene vrye en ongeaccrocheerde ap en improbatie tot het hier toe ufu ea exempiis geexpliceert? heef: men altoos van den Heec Erfftadhouder opgave van zyne reedenen van np-en improbatie gevraag! ? Zyn die gegeven? Zyn die onder? zogt? door wie? en wat is daar van hec gevolgg.:weed ? is er ooic een eenig geval geweest waar in dit gffttttfe neert is? Zoo zal men moeten conveniëren,- dat < r *WJ dit alles nimmer of ooic iet.-, heeft geexteert, en in ma* E A b  C 6» ) gendeel verpligt zyn te advoueren, dac het voorz. Reglement zeederc ree Jaar 17.19. tyde van desfëlvs opriglmg, en folemneele fanctie , tot hier toe nooit anders bègreepen, als in dien zin, zoo als zyn Hoogheid, het zelve heeft opgenooroen, en dat zoo dikmaals er gevallen hebben geexteert, dat het vooiz. Regt van improbatie of fubftitucie is uitgeoefend, 't zelve in diervoegen onbepaald met genoegen en ongequerelleerde homoiogntien van de beide leeden van (laat in de Provincie door den Erfftadhouder of zyn regt waarneemende is gecxerecert en gemaintineert geworden, en gevolglyk militeert ook deeze erkende grond van uitlegkunde ten allerduideiyklie voor den Heer Erfftadhouder. De derde zoort van interpretatie die men dutbenlicH noemt, exreerc in dit geval niet, nooit hebben de Heeren Staoten 'c zy alleen en buiten communicatie van den Heer E' fftadhouder: ('t geen Zyne Hoogheid onder reverentie ook nimmer van de sequiteit van Hun Ed. Mog. heeft moogen vcrwagttn :) 't zy met Hoogft deszelvs kennis, eene byxondere en legale explicatie van de wet Óp dit fubject gemanifefteertZy is nooit gevraagt; en zy Wierd nimmer nodig geoordeeld, Ja, zoo weinig, dat in hec cas van voorige exempelen waar by dezelve zoude hebben kunnen te pas koomen geene bedfnkelykheid geweeft is, nog eenige deliberatie aangelegd, om die te verzoeken, en dac vervolgens de verklaaring, ter deezer geleegendhéïd door een aamal van Burgers en ingezeete* neit aan de voorn: Staats wetgegeeven, cn door de p'u' ra'iuit van den Breedeiv Raad geaoupteert en geinhaereert, wel verre van een interpretatie euchentrca oh te tnaakertó (onder veibeetcring:_) geheel en al invalide is, zal  ( 63 ) zal zoo ftraks by de verhandeling van het tweede hooftpoinft gelyk men vertrouwt, buiten alle conceftacie gefield worden. Maar men voegd hier wyders by dat de tournure die men by de meermaals geallegeerde memorie aan het 3de 4de en 5de Act; van het Reglement getragt heefc te geeven, als of dezelve maar één geheel uitmaakt, en er by eene afzonderlyke befchouwinge van het 3de en 5de een zoort van teegenftrydigheid zoude plaats hebben, niet 3nders dan een gratieufe adfumptie is, eeniglyk uicgedagt om de waare zin en beftïfiende difpoficie van die wet te eiudeeren. Want , in het 3 de Articul word door het woord blfoen, bepaald dat de origineele Conftitutie tot zoo verre ftand zal giypen, dat de keufe der Raadsheeren en Gezwooren zal gefchieden door Taalmannen en Gezwooren Gemeente, by uitlooting van vyf [war te boonen; terwyl vervolgens alle de pernicieufe ligues, Cabalen ingekrope abuizen van buuenfpoorige en ruineufe verteeringen zoo genaamde recommandatien en fpeciaal ook alle interprascatoire reioiutien: (ais veelcyds aan byzondere doeleindens dienftbaar geilek:) ten ecnemaal worden vernietigd; en daar vervolgens hier door de keur van Taai mannen en Gezwoore Gemeente weeder word gebragt tot zyne oorfpronkelyke inrigting, beftaat dit articul notoirlyk op zig zelvs. Het vierde Articul kenc volgens de origineele Conftitutie aan den Zittenden Raad toe de cognitie zoo over de behoorlyke qualiflcatien der PERZÖONEN na de voet, en wanneer de Zittende Raad daar in eenig defect bevind is dezelve bevoegd de keure te disapprobecren - - men weet dog dat dit laatfte geval exteereude, de keur Heeren E 5 z|s  C 64 ) zig andermaal abfenteeren, en in plsnrz van den gedis■approbeerde eene nieuwe keuze doen, zonder intuflchen van het Raadhuis afte gaan, of met ymand ruggefpraak te houden, blyvende de Raad vergaadert tot dat de keur Heeren gereed zyn. Dit doet duidelyk zien, dat het van het Departement van den Zittenden Raadt, alleen, en van niemand anders is, om te Cognosceeren, en te beoordeelen of door de keur Heeren by het formeeren der keure teegens de keurwetten en het Reglement Reformatoir is aangegaan, en dat tot zoo lange de voor: keure niet door dcnzelven Raad onderzogt, gezuivert en volgens de prjecautien van het 3de Art: gearrelteerd is, de Heer Erfltadhouder geen inzien van en geene beoordeeling over de gedaane keure verkrygd, en gevolglyk dat voor af door de Solemneele preflatien van den bed en alle de overige voorzorgen voor de meergemelde keur Heeren bepaald, die keuze moet weezen geapplaneerd wettig en goed, waar door dan ook alle de abufive reflexien pag. 10 van de voorz: gedrukte memorie in medio voorkoomer.de, vervallen. Maar wanneer men booven dien, let, dat de Burgery in 1748 by de voorz: gementioneerde Artieulen deeze cognitie aan den Zittenden Raad willende ontneemen, en dezelve direct aan den Heere Erfltadhouder Willendé overbrengen, waar van daar de bevobrens geallegeerde periode oorfpronkelyk is, „ dat Zyn Hoogheid de keuze „ improbeerende de keur- Heeren nieuwen zouden heb„ ben te verkiezen " als toen niet fchynt geoagt te hebben, dat de keur- Heeren niet mogten fcheiden voor dat zy voor zoo Vér hun betrof, de keuze hadden voforac::7 en  ( 65 ) en dat zv geheel en al hadden gedefungeert, zoo draa zy hét Raadhuis waaren afgetreeden , waar door het voorz; voorftel der Burgerye onuicvoerlyk wierd , zoo draa de Erlftadhouder op de keurdoagen niet perzooniyk in Loco was, zoo is door wylen Zyne Hoogheids Heer Vader uit kragte van de aan Hoogft denzelVe verleende bevoegdheid om van de voorz: Articulen af en toe ie doen het voorz: onderzoek over de wettigheid der voorfchreeven qualificatien &c. aan den Zittenden Raad , overgelaaten en by dat 4de Art: aan denzelven toegekend, op deeze wyze is dit 4de Art: hier ingevloeid, en het contjeeert dus meede zoodanige zaaken, welke wel analogicé op de voorgaande volgen, maar teffens volkomentlyk op zig zeiven beftaan. Edog er blyft nog iets anders over waar aan meede voldaan moeft worden ; De Burgerie altoos bevreeft voor de gevaaren van eene alte groote invloed van zommige Famiiier, kon niet beüuicen, om eenen weg open te laaten waar door teegens hunnen wenich teegens het algemeen nut van de Stad, en teegens het genoegen van den Erfltadhouder, Regenten, al hadden zy de nodige qualificatien, aan hun als opgedrongen zoude worden, en hier om is in het volgende 5 Art: (behalven het wel gearrefteerde in Art: 3. en 4. volgens de origineele conttitutie, nog geftatueert dac de verkiezing invoegen voorzi door des Raads goedkeuring voltrokken zynde, de approbatie van den Heere Erfftadhouder zoude -worden verzogt, niet zoo als de voorz: memorie zulks tragt te doen voorkoomen, om te inquireren of de keur goed was, of de qualificatien wel waaren onderzogc, en of er geene ligeus waaren jngcfloopen &c., dit zoo lbigneus voorge- fchree-  ( 66 ) fchreeven en aan zoo veel err> ) en conjundien hebben geconcurreert dac dezelven eene eeven nauwe en etven volkoome betrekking tot het zelve hfHben als het Lid van de Stad, en gevolglyk dat het zoo wel de gemeene onverbreekelyke wet, van het eene als van het ander deezer Leedtii geworden is, en dat beyde dezelve mitsdien everi zoo zeer als de Erfftad" houder in zyne Hooge waardigheid aan Jbszeivs naarkooming en obfervnntie zonder eerige afzonderlyke bepaalingen reftriujen of eigedunkelyke interprecacien verbonden zyn. Maar welke zouden ook niet de gevolgen zyn > indien dit Reglement Joor een deezer Leeden afzonderlyk naar zyne begrippen en vermeende corvenientie zoude kunnen worden gea Jopceert, en dat en ander Lid insgeiyks goedvindende tot een feparaac interpretatie terefoiveeren,. een direft teegenftrydig begrip en explicatie dien aan>> gaande manftefteert. Dog de onwettige en prejudiciabele cpnfcquentie hier van is te door fteekead om verder te moogen worden geurgeerd, men vertrouwt dus dat de Breede Raad bedagt zal wiilen zyn om door zoodanigen inhaïfie, zig zeiven Hunne ingezeeten en hunne meede Staats Leeden niet te Exponeeren, zonder ook deeze laatfte wanneer de Erfftadhouder overhpoptelyk in zoodanig geval genootpakt wierd Hun Ed, Mog. tot geftand doening van hunnen Eed en tot Mainctien van het in fait reglement iii te roepen, Ja! zou de Erfftadhouder zelvs voor zig en zyne wettige Erfopvolgers verantwoordelyk kunnen gefteft. worden? indien de nadrukkeJyke penaliceic waar meede de plegdge fhncüe deezer wee is gemunieerc en bekragtigt tot derzeiver refpective decharge voor de pofterieeit aan  (73 ) aan eéh zydegeftelt en Onopgemerkt veronagzan'r.rwierde. ■ Dan zyne Hoogheid heefc by deszelvs kuur afgezondene Misfive eenen anderen weg ingeHaagen^ üy verwagt dat zyne blykbaar? deference voor den Breeden Raad en hec verlangen van veeie ingezeetenen, voortvloeycnde uic eene waare bedoeling töccuft eensgezindheid en v^der» zyds vertrouwen den weg mag baanen toe eene bedaarde overweeginge der hier by gelegde gronden , en toe haar gevolg zal hebben, dac men duidelyk zal inzien he& ongep die en het nadeelige 'c welk in eene geprsecipi» teerde, en zoo als te vreezen is, by veelen eene onzuivere en op zig zelfs altoos gevaarlyke adfumpcie van der meergemelde Memorie is opgeflooten, en dat men vervolgens niet zal ha;ficeeren, om aan de voorfttlling by zyne evengemelde misfive gedaan gereedelyk te dele» reeren» Coll: AccordJ Aélem Groningen den 8 Juny i^Stt» C. H. GOCKINGA, Secret, V a Ex-  ( 74 ) Extnót uit het boek van Bree- de Raads Refolutien ter Stads Secretarie in Groningen. Veneris den 2 Juny 1786. Ter Vergaderinge van den Breeden Raad zynde geleezen eene ingekoomene miftive van Zyn Doorl, Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder gefchreeven op het Loo den 27 rtiay jongft ak meede eene memorie tot, betoog van het regt (fiat infero:) • Hebben de H. Heeren Burgemeefteren en Raad, oud' en Nieuw, Sampt Taalmannen en Gezwooren Gemeente/ als nog perfifteerende* by hunne genomene refolutie van den 17 maart jongftleeden, en die zaak als afgedaan houdende, verkhard, datH. Ed. Mog als'repraefenceerende de van ouds erkende, onbetwiftbaare en niramef afgeftaane, gelyk ook geenzints by de confociatie met de Ommelanden tot eene Provincie in het minfte gederogeerde Hoogheid en Souverainiteit deezer Stad en Burgery, op herhaalde en inftantelyke begeerte en fterken aandrang van. verre hec grootfte en notabelfte hunner nisede burgeren,''de vooriz: refolutie van den 17 maart, m rype deliberatie hebbende genoomen, gearrefteerd, en van dezelve de Burgery, in antwoord op hunne addfeilèfi, kennis gegeven, daar in als nu geene alteratie kunnen maken, nog gedogen. En zal van deeze refotoue in civile termen aan Zyn Doorl. Hoogh. den Heere Prioce Erfftadhouder kennis worden gegeven. Coll: Accord: C. H. GOCKINGA, Secret. CO-  (75 ) COPIA Doorlugtigfle Prince en Heere! YY7y riebben wel ontvangen Uvv Doorl, Hoogheid W miffive van den 27 may jongft met de daar neevens gevoegde memorie tot betoog van het recht van approbatie der keure van Raadsheeren en Gezwoorens def Stad Groningen aan Uwe Doorl. Hoogh., als Erfstadhouder van de Provincie van Stad.en Lande, competeerende, zonder het geeven van de reedenen, van dien; en dat, mits dien de interpretatie by zeekere memorie van een aantal van Burgers en ingezeetenen deezer Stad. in maart 1786 aan den Breeden Raad overgegeven, en by de meerderheid van denzelven Breeden Raad geadopteert en gehomologeert, by refolutie dier maand in derzelver mifllve van den 23 daar canvolgende aan U\# Doorl. Hoogh. gefchreeven, is ongefundeert, en onbe? Itaanbaar. En wy.hebben dezelve op gilteren ter deliberatie genoomen en gemeend, dat wy by de wettig genoomene refolutie van den 17 maart jongltleeden als nog moeiten perfiiteeren, en dat wy, als reprafenteerende de van ouds erkende, onbetwiltbaare, en nimmer afgeltaane, gelyk ook geenzims by de confociatie met de Ommelanden tot een Provincie, in het minit gederogeerde Hoogheid en Souverainiteit deezer Stad en Burgery de voorfz: refolutie van den 17 maart op herhaalde en inftantelyke begeerte en fterker aandrang van verre hec grootlte en notabelfte gedeelte onze meede Burgeren, na rype deliberatie hebbende genoomen, gearrefteerd, F 3 en  (ZO en van dezelve de Burgery in antwoord op derzelver addreflèn kennifle gegeven, daar in als nu geene alteratie konden maaken nog gedoogen. Wy hebben geoordeelt Uw Doorl. Hoogh. van deeze onze refolutie kennis te moeten geven, terwyl wy Uw Doorl. Hoogh. in Gods heilige protectie beverlende blyven DoorlugtigJIe Prince en Heere! V D. Hoogheids Goede J^rienGronlngen den 3 Juny 1786. den Burufimeejteren en Raad oud ei. A teuw, Sampt Taalman('t opfchrifr) nm en (-'eziVoorene Gemeentel (onderzont:~) Aan Zyn Doorl ngtigfte Hoog- _ H: VAN SY>ËN «< heid, den Heer WILLEM, Ter fitffffê* W Prince van Orange en Naf- (ge':") fauw Ef-f- Stadhouder ErP- Q H: GGvkliNGA, Secret. Capitain Generaal en Ad* Co//: siccurd: miraal der zeeven vereenigd ylüum Groningen den 2 jfuny Provinciën etc, etc. etc. etc. l7sö- C. H; GQCüUNGa } Secret,