kW a tr5 A D V Y S over de MILITATRE JURISDICTIE, met de Stukken daar toe behorende; aan HAAR EDELE MOGENDE de HEEREN STAATEN des furstendoms gelre en graafschaps Zutphen; DOOR HAAR EDELE MOGENDE de HEEREN RAADEN van VOORS: FURSTENDOM EN GRAAFSCHAP OVERGEGEVEN OP EEN ORDINAIRE LANDSCHAPS VERGADERING BINNEN ZüTPHEN in ApRIL 1783 GEHOUDEN. mia Te ARNHEM, By W. A. van GOOR en j. NYHOFF. 1783- Uitgegeven met pemisfie van Haar Ed. Mog., de Heeren Raaden van den Provincialen have.   C i ) AAN DE LANDSCHAP. w anneer U Ed. Mog. op den 10 December laatstleden, van ons hebben gelieven te requireren, om nog, zoo mogclyk, gedurende die U Ed. Mog. vergadering te dienen van onze Confideratieu en Advys, op dat gedeelte van 't rapport der Gecommittcerdens ter Generaliteit, waar in dezelve hadden verflag gedaan van 't voorgevallene, omtrent de apprehenfie, de teregtftellïng voor en 'c feiuenticeren by den hooge Krygsraad, van deu Vaandrig de Witte, vonden wy ons, wegens dea korten duur van die U Ed. Mog. vergadering cn het gewigt der zaak, genoodzaakt ons by Misfive van den 12 dierzelver maand, deswegens eerbiedig te excufeeren. Hier op nu hebben U Ed. Mog. op den 14 van gem. maand, wel een provilïoneele initru&ie aan de Gecommitteerdens ter Generaliteit gegeven, hoe namentlyk zig te gedraegen in cas de gem. •de Witte gjereclameert wierd, dog hebben U" A Ed. EDELE MOGENDE HEEREN!  C n ) Ed. Mog. egter goedgevonden, dien onverminden, •alnog onze Conirderatien en Advys in te wagten. Aan deeze U Ed. Mog. by ons altyd gevenereerde dispofitie dan alnu zullende voldoen, meenen wy onder eerbiedige correftie, dat, zullen wy onze gedag-en over de Rcqueste van den Fiscaal der Generaliteit, zoo verre die in de Reiblutie van Haar Hoog Mog. van den 23 Oclober 1782 is voorgefteld, en over de MisüVe van zyne Doorl. Hoogheid in Haar Hoog Mog Refolutic van den 24 December 1782 geinfereert, naar behooren uiten, wy die gantfche materie, dat is geheel de materie van de Militaire Jurisdictie, wat meer van ïiaby zullen moeten voorneemen. Ten einde ons Advys over dat bepaalt voorgefteld geval behoorlyk te motiveeren, en tevens, U Ed, Mog. in ftaat te ftellen, om na volledige kennis van zaken, ten aanzien van dat poinft zoodanig te kunnen refolveren, als Hoogstdezelve zullen vermeenen te behooren. Wy zullen ten dien einde in de eerfte plaats, d'aloude conftitutive. principes van alle Jurisdiftien en derzelver exercitie binnen deeze Provintie, zoo kort mogelyk opgeven, teffens met eene fiiftorja fafti van het aanmerkelykfte, dat, rakende de Militaire Jurisdictie, aan ons voornamentlyk uit de Re- folu?  ( III ) folutien van U Ed. Mog. en onze Regifters ïs voorgekomen. Uit deze ftukken, voorts uit noch cenige anderen, die wy meenen te mogen overnemen, zullen zich in de tweede plaats de flistenues van den Heer Capitein Generaal omtrent dit poinct developpcren, waar by wy zoo veel nodig onze remarques ■zullen voegen. En hier uit zullen dan ten derden, onze Confidcraticn en Advys van zelfs voortvloeyen. Wat 't eerfte betreft, zoo is by ons nimmer in twyfFel getrokken die bekende regel, welke ook nooit door eenig Staatkundige is tegen gefprooken; Alle Jurisdictie en wettige exercitie van dezelve, moet de fua csfentia profluceren uyt den boezem van den Souverain. Do«h daar alle onze Voorvorften Carei de Vyfde en zyn zoon Philips mede niet uitgefloten, met eede hadden moeten beloven. iu. Dat zy 's Lands Ingezetenen zouden onderhouden als Lidmaaten en Onderzaaten van 't Roomfche Ryk. &°. Dat zy Banncrheeren, Ridderfchap, Ste~ A # den  C IV ) den en Onderzaaten zouden laeten alle hunne Privilegiën, Vryhedcn en Gerechtigheden en eenen iederen van dezelve houden daar by, en by zyne Hoogheid, Heerlykheid, Gerechtigheid, Verfchryving, Brieven en Zegelen, hem van Roomfche Keizers, Koningen, Vorsten en Vorstinnen, Graven en Gravinnen, Heeren en Vrouwen, Gcestelyke en Wereldlyke gegunt en verleent, ooi; by alle welhergebragte nlebifciten' en gewoonten, voorts 3°. Dat zy geen evocarien buiten 's Lands, noch cenige vreemden en NB. ongewoone regtsplegingen daar binnen aanftcllende, eenen iedereu Leen -Land- Stad -Dyk- Water-Thins en Laatrcgt zouden laeten wedervaren Zoo is de gemeke regel binnen deze Provimie •altyd van die betekenis geweest. Dat alle Jurisdictie eens wettig gedèriveerd uit misfen Haar Ed. Mog. zig beklagen, over d"oiiderneminge van eenige Commandeurs der Guarnifoenen in de Steden, door 't verleenen van Arresten op de goederen van afgeftorvene en verlopene Krygsluyden, 't welk NB. flrekkende is teB gens  ( XVIII ) gem Land en Stad Kepen dezer Provincie, alwaar 't zelve NB. ten allen ty'de gcfchied is, door den poliricquen Righter, en waar by verder verftaan is, 's Landfchaps Gecommitteerdens ter vergadering van Haar Hoog Mog. en Ed. Mog. te verzoeken deeze nfurpatie aan de Heeren Raaden van Staaten te remonftreren, ten eyndc, dat aan die Commandeurs mogt werden aangefchreven en belast, om zig mét zoodanige Arresten niet te bckroeden, maar dezelve aan de politicqüe Juftitie te laten bevolen blyven, gelyk behoort, en NB. van olts gcbrulkelyk is geweest, en alzoo de nadere Unie medebrengt, dat 't Krygsvolk eed van getrouwigheid zal hebben te doen aan de Magiftraten van de Steden, daar 't zelve in Guarnifoen werd gelegt, 't welk tegenswoordig in eenige plaatfen niet geobferveert word, zoo zullen voorfchr. Gecommitteerdens by gemelte Raad helpen bevorderen en uitwerken, dat zulks by nieuwe Pvefolutie wederom vastgeftcld en de Militie daar toe geholden mogt worden, waar agtcr wy meencn, niet ono;evoeglyk te zullen zyn, te laten volgen, d'Inftruclie voor den Heer Stadhouder en Capitein Generaal Prince Willem de tweede, van den 21 Mey 1647 fub G. 20., nademaal daar uit is af te nemen, dat die genoegzaam ter zeiver tyd zynde gearresteerd en door zyn Hoogheid aangenomen en bezwooren, als de Refolutie van den 24 Mey 1647 *"uö G. i°. en nogtans geen woord, dat  ( XIX ) dat üa vryheid van Jurisdictie gelykf,, te mogen laten exerceren in civile en crimincele zaken over Militaire perfoonen, maar alleen, na dat te voren art. 4. hadden aangenomen, om Ridderfchap cn .Steden en vorder een ieder by haare Hoogheden, Rcgten, Vryheden en Landgebruyken vast te holden en te befchutten, en niemant daar en boven in eenigerley wyze befwaaren of verkorten, of befwaaren en verkorten te laten, art. 1 6\ Hoogst Deszelfs autoriteit, tot 't doen holden van goede discipline geborneert zynde, de vergelyking van die twee ftükken vry klaar mede brengt, dat in den jaare 1647 nog U Ed. Mog. Voorzaatcn-, nog den Heer Capitein Generaal eenig begrip hebben gehad, d'eerfte van een overgifte van zoo eene univerfeele Jurisdictie aan den Heer Capitein Generaal , en de tweede, van een bevoegtheid tot 't doen exerceeren van dien door de respective Krygsraden. Ten agttienden, *s Landfchaps Refolutie van den II October 1650 fub II. i°., waar by op Rcmonftrantie van de Magifiraat van 'Nymegcn*, klagende over de füstenue Van den Commandeur over 't Guarnifoen van dezelve Stad, dat een arrest op de goederen, als den gewefene Ritmeeftei' de Greve, die nog tractement zoude trekken, in de Stad en Schependom was hebbende, voor den civilcn Righter niet konde in 't werk gefield worden, B % ver-  verftaan is, dat die Zaakc behoord te verblyvert tot erkentenis van de Magiflraat der Stad Nymegen. Ten negentienden, is hier op gcvolgt de Landfchaps Refolutie van den 10 January 1651 op de groote zaal, op 't fubject van de Militaire Jurisdictie genomen, en den 2 o daar aan volgende ter vergadering van Haar Hoog Mog. gecpcut,' hier by fub H. 20., en voorts te vinden by Aitzma in zyn hcrftelde Leeuw pag. 135. van d'editie van 1652 in quarto, welke, om dat voornamentlyk deeze Provintie concerneert, wy hier alleen, om d'ordre destyds niet te breken, allëguecren, dog waar omtrent wy hier na beter occafie zullen hebben om ons t'elargcren. Ten twintigflcn, is daar op gevolge, een Misfive van Zyn Hoogheid den Heere Princc van Orangc en Nasfau van den 2 Juny 1675 , wanneer rcets Capitein Generaal was, volgens Zyne ontiangene Commisfie, van Haar Hoog Mog. van den 9 July 1672 , te vinden in 't Groot Placaarb. van Cauw, vol. 3. Col. 122 om tot Haar Hoog Mog. Ticnnclyk wederzeggen toe, zoodanige magt over de Patenten en andere zaken, tot de Militie fpecterende, te hebben, als de voorgaande Princen van Orange Zyn Hoogheids hoogl. Voorouders, ais Stadhouders en Capiteins Generaal, ten respecte van voorfchr. Militie hebben geëxerceert, waar by aan  aan U Ed. Mog. zoo wel als aan de Heeren Staaten van de andere Provintien een voorflag doet, om provifioneel ten opzigte van d'cxercitie van de Militaire Jurisdictie gevolgt te worden , met relervc, om na 't eyndigen van de Campagne met de respe&iye Heeren Staaten nader te hefoigncren, waar van een Copye hier nevens gaat fob I. Maar waar op wy niet hebben kunnen ontdekken, dat by de Landfchap eenige Refolutie of tot aanneming van deeze provifionele voorflag, of finale fchikkingen met zyn Hoogheid daar na is gevallen, makende wy daar van al meede alhier in 't hiflorifch verhaal alleen mentie, om d'o^der destyds te volgen, met reférve nogtans, om hier na, daar 't beter zal voegen, de remarques, welke op deszelis inhoud vallen, aan U Ed, Mog. voor te dragen. Hier op zoude nu wel konnen volgen, een verhaal: van gebeurde zaaken na die tyd, ten opzigte yan 't oeffenen van jurisdictions aclens, zoo in civilibus,. als criminalibus caufis, over communia delifta ten aanzien van Militaire perfoonen, dog, alzoo. wy ons zouden moeten bomeeren tot die geene, welke voor 't Hoff zyn voorgevallen, om dat wy van andere Gerigten geen informatie genoeg hebben, en dus dit verhaal dog gebrekkig zoude jwn, zoo zullen wy ons vergenoegen, met U Ed. B 3 Mog.  ( XXII ) Mog. te verzekeren, dat, als 't daar op aan mogt komen, wy genoeg in ftaat zyn, om met een menigte voorbeelden aan te toonen, dat 't Hoff niet heeft opgehouden, om conform de Gelderfche Refolutie van 1651 Juftitie, zoo in het civile, ais criminele, over alle Militaire perfoonen te ex' creëren, Wy gaan dan over tot het een en twintigfte ftuk, zynde de twee Relblutien van den 1 April en 18 Octobcr van den jaare 1715 omtrent'de Judicature van Militairen, over gemeyne delicten op ons Advys van den 29 Maart daar te voren gevallen, hier bygevoegt fub K. i°. 20. 30, & ^ ffleéSt conform de Refolutie van den Jaare 1651 op de grootc zaal genomen, hjer voren reeds aangoh:.ait, Ten twee en twintigften, een Refolutie van de landfchap, van den 1 Mcy cn 11 Sept. 1/28 fab L. i°. & 2° dc vorige confirmerende. Ten drie en tvviiuigftcn, dat daar op gevolgt zyifide 's Landfchaps Refolutie van den 12 Jamfory 17.18, waar by aan Zyn Doorl. Hoogheid is gvdefereert en opgedragen, het Erf-Stadhouderfchap, Capitein en Admiraalfchap Generaal van deezen Furftendom Gclre cn Craaifchap Zutphen, op den voet van 't Reglement in den Jaare 1675' be-  ( xxiii. > beraamt, en met die magt, als die hooge waardigheid door zyn Groot Britcannifche. Majefteit, Willem de derde, glorieufer gedagtenis is bekleed en geëxerccert geweest, &c. En vervolgens in 't begin van 't Jaar geëxteert hebbende twee criminele gevallen, een tot Docsburgh, en 't andere op 't platte Land van. Veluwen, 't Hoff daar over aan zyn Doorl. Hoogheid heeft laten afgaan , de Misfwe van den %\ Fcbruary 1749 hier by fub M., gevende daar by te gclyk aan Hooghst Denzelven opening van 's Landfchaps Refolutien, hier voren in de een en twee en twintigfte plaats vermeit, die, zoo lang niet waren ingetrokken, voor 't Hoff tot een rigtfnoer moesten verftrekken. Ten vier en twintigften, dat de refcripüe van zyn Doorl. Hoogheid hoogloff. memorie van den 25 Maart 1.749 hier by fub N. daar op ingekor jnen zynde, niemand, kennende d omftandigheden van die tyd, zig zal verwonderen, dat 't Hoff, ter vermeydinge van altyd onaangenaame conflicten van Jurisdictie,'t voorzigtigst heeft geoor deelt, om copye van die misfive van Zyn Doorl Hoogheid aan Gedeputeerden en Hoofdlieden , gelyk men gewoon is, van alle Landzaken te doen afgaan, als fub O. en vervolgens daar van by d'eerfte LandeJyke vergadering, die geweest i§ den 18 Juny. b4 1749 j  C XXIV ) i749i een gedeelte van 's Hoves propofitie te maken als fub P. Waar na wy, 't geen wy als een vyf en twintigje poincl in dit hiflorifch verhaal opgeven, in den Jaare 1753 by Refolutie van den 16 February van dat Jaar, Curateuren over den boedel en Momboirs over de kinderen, van den Lieutenant Generaal Rhode van Heeckeren, wonende alhier t' Arnhem op 't Princen Hoff, zynde de Provinciale woning van de Hecren Stadhouderen, en welkers territoir onder de immediate Jurisdictie van U Ed. Mog. is gehoorende, en waai* op mitsdien aan ons de exercitie van die Jurisdictie alleen exciufive competeert, geflelt hebbende, den hoogen Krygsraad heeft kunnen goedvinden t'ondernemen, om zig daar over te bezwaaren, als Q. i°. 20. 30. Dat wy daar van by onze Misfive van den 15 Maart daar aan volgende, fub Q. 4° aan U Ed. Mor. kennisfe gegeven hebben, en wel met deeze byvoeging; Dat het U Ed. Mog. niet qualyk van ons zouden villen neemen, dat de perfuafie, waar in wy zyn, dat V van ons zoo zeer niet dependeert, om in V regt van Jurisdi&ie, welke U Ed. Mog. aan ons wel hebben willen vertrouwen, eenige verandering te maaken, m welke tot V voor- naam*.  ( XXV ) naamfle motif van ons gedisponeerde en gerefcribeerde in V als doen voor handen zynde geval hadde verflrekt, ons ook in diergelyke voorkomende gelegenheden in V toekomende kwam te noodzaken , om op gelyke voet als doe te handelen, tot zoo lang wy contrarie ordres van U Ed. Mog. op dit fubjeB zouden hebben ontfangen, waar na wy ons altyd, hoedanig ook U Ed. Mog. dit /luk mogten begrypen, met alle respecl zouden ge? dragen. Dog is daar op geen Refolutie van U Ed. Mog. gevolgt, maar hebben ter contrarie, de by onze Refolutie aangefteldc Curateurcn over meergem. boedel en minderjarigen in haare adminiftratie en curateelc voortgevaren, en de rekeningen van haare adminiftratie, ten overfhan van Commisfaricn uit ons midden gedaan, zonder dat over deeze zaak eenig verder contest is voorgevallen. Gelyk wy dan ook mede ten gevolge van dit declaratoir, ook geen de minfte zwarigheid hebben gemaakt, om in den Jaare 1754 ('t geen wy als een fes en twintigfte point moeten narreeren) tegens een ruyter, en inboorling van deeze Provintie zynde, en zig in ondertrouw met een vrouwsperfoon hebbende geëngageert, een provifie van Juftitie en voorts citatie te verleenen in caï matrimonieel, op inftantie van een ander vrouwsB 5 per-  { XXVI ) perfoon in deeze Provincie al meede wonende, welke fustineerde ancerieurc trouwbeloften van dien ruycer ce hebben. En hier by komende de daad van de Krygsraad van Campcn, alwaar die ruyter in Guarnifoen zig bevond, waar door die van zig hadde kunnen ver* krygen, om voorithr. Impetrante van citatie over dezelfde zaak uit deeze Provintie t'evoceren, zuiks ons aanleiding gegeven heeft, om U Ed. Mog. van alles in deezen by onze misfive van den 28 Maart en 31 Mey 1754 t'iniormercn, ais fub , criminaBbus zonder onderfcheid van Commune „ of Militaire delicten zouden zyn, d'eenige com„ petente Reghters van de Militairen: een begrip ,, 't welk zedert eenigen tyd zoo verre zelfs is ,, gepousfeert, dat d'infinuatie van een comparitie „ aart een Militair Officier, die zig ten overvloe„ de fpeciaal by overgifte van willige condemnatie „ aan 't Hoff hadde gefubjecteert, door eene der „ eerfte Deurwaarders van 't Hoff gedaan, voor ,, ongcvocglyk is gehouden, dat niet alleen de „ Militairen zelfs, maar ook hunne vrouwen, kin„ deren en domefticquen aan de Jurisdictie van „ den politicquen Reghter worden onttrokken. „ Dat over boedels van infolvent bedegene of y, geftorven Militairen, Militaire Sequesters en Curateurs worden aangefteld, door Krygsraaden en  ( XXXV ) „ Judicia prasferentiaï & concurrentije voor dezel„ ve gehouden, en dus d'Ingezetenen, zelfs dé „ zoodanige, die niet Militair zyn, genoodzaakt „ om over haare prateniien onderling te disputec„ ren voor Militaire Reghters, waar toe dezelve „ geen de minde betrekking hebben, en die niet „ gepraïfumeert kunnen worden, hoe ervaren ook „ in den Krygshandel, veel kundigheid te hebben „ in de wetten van ons Land, tot welkers flipte „ obfervantie in judicando zy ook niet op een ,-, wettige wyze onder eede verbonden zyn, en „ niet te min zonder eenig beroep, aan een ho„ gere civile Reghter, over verfcheidene niet zel„ den zeer intricate materiën cognofceren. „ Dat de Militaire Reghter, even als dezelve „ hadde eene teritoriale Jurisdictie, fchouwinge „ dryft over verongelukte perfoonen, gejyk nog „ onlangs zonder onze voorkennis gebeurt is, ten „ huyze van iemand, die notoir onder de Juris„ dictie van 't Hoff behoord. „ Dat diezelve Reghter, even als hadde hy een „ legiflative magt, wetten maakt geheel deviee„ rende van het hier vigerent regt, en welke eg„ ter niet alleen omtrent Militairen, maar ook omtrent andere Ingezetenen, disponeren. t% Dat van wegens de Militaire Reghter word c » » ge-  C XXXVI ) „ gelustlneert, dat aan den politicquen Reghter „ niet alleen in 't Generaal (als ware U Ed. Gr. „ Mog. Refolutie van den 30 Sept. 1654 ippj „ jure '& facio geabrogeert) geene bevoegtheid „ zoude competeren, om over delicta communia „ door Militairen begaan, te cognofceren, maar „ zelfs geen bevoegtheid om eenige provifien van „ Juftitie te verlenen tegens Militairen, die geac- „ cufeert worden zig fchuldig gemaakt te hebben „ aan de ontweldiging in confpectu totius popull „ van eenen door de dienaars van de Juftitie op- „ gebragt wordende Soldaat, ja dat aan Militai- „ ren, die behoorlyk gerequireert worden, om „ voor den politicquen Reghter getuigenis der „ waarheid te geven, in een crimineelc zaak, zon- „ der eenige hxfitatie tot deszelfs cognitie behoo- „ rende, zoude mogen werden geinterdiceert, .aan „ die requifitie te voldoen, hoedanige interdictie „ dan ook nog onlangs gefchied is. „ Met een woord, een begrip, het welk tê- „ genswoordig, als ot de Militairen en hunne Fa- „ milien een order van menfehen uitmaakten, ge- „ heel en al buiten eenig bedwang van de ordina- „ ris Juftitie en niet onderhoorig dan aan Pvegh- „ ters, aan wien de wetten door U Ed. Groot „ Mog. gedaan emaneren, ter obfervancie zelfs „ niet worden toegezonden. Dit  ( XXXVII ) Dit voorftel door ons vergeleken zynde tegens den inhoud van de Misfive van wylen Zyn Doorl. Hoogheid van den 25 Maart 1749., hier voren reeds lub lit. N. aangehaalt,' en van den tegensvvoordigen Heer Capitein Generaal fub X. 8 °., als mede tegens 't geen naderhand nog gebeurt is,, zal ook ten reguarde van deeze Provincie,, wanneer men daar by doet-,, i°. Dat V aan geen exemplen manqueert, dat Militaire Officieren fustineren, dat *t van den Heer Capitein Generaal zoude afhangen, om een Borger, die een zoogenoemd Militair, delict, als by voorbeeld 't debaucheeren van volk in den Militairen dienst , of \ beklimmen van wallen, of palisfaden zoude hebben begaan, door een Krygsraad te doen jugeeren, waar toe misfchien ook al zoude kunnen worden gezegt, dat eenige aanleidinge fchynt gegeven te worden pag. 1.5. van de Misfive hier na fub BB. geappliceert niet. te fouteneren, dat zoo een 'delict, fchoondoor een Burger begaan, een delictum Militare blyft,. ter oorzake 't begaan is, tegen den Militairen dienst 20.. Dat men zig al meede fchynt te verbeelden, dat de toezending van de gefchepte fententien door de refpeétive Krygsraaden aan den Heer Capitein Generaal niet alleen zoude ftrekken, om te verkrygen een order of permisfie tot de executie van dien, maar ook van approbatie of disapprobatie van 't gewysde, ten effecte, dat den Heer Capitein Generaal, ook zonder, na een volcrekC 3 king  ( XXXVIII ) kfng van een regrspleging, een acte van gratie na de gewoone order te plegen, een verandering in £ gewysde, als juridicq gewysde, zoude vermogen te maken, of, 't geen nog verder zoude gaan, om in 't reeds geprojecteerde, zoo men 't dan zoude noemen, door de Krygsraaden zelfs zomtyds veranderingen te doen maken, of ook wel een nieuwe Krygsraad te doen beroepen, om de novo over dezelfde zaak te jugeeren: 3 °. Dat ah, er exceptien van de generale regel van de univerfeele Militaire Jurisdictie zullen plaats hebben, zoo als er reeds bedenkingen zyn gevallen, omtrent contraventien in '3 Lands Finantiëele en Jagtzaken, daar omtrent de dispofitic dependeert van 't goedvinden van den Heer Capitein Generaal, volgens Hoogst deszelfs misfives fub BB 1° & a°. en eyndelyk, 40. Dat 't in de vrye faculteit van den Heer Capitein Generaal zoude ftaan, om of de Krygsraaden van de Guarnifoenen met een zaak te laten begaan, of die daar van t'avoceeren, ook met transportering van eene crimineele gevangene, en tot den hoogen Krygsraad ter eerfier infhmtie te brengen, of dit tot zommige zaken te reftringeren cn welke die zyn, zelfs te mogen bepaalen , of ook wel alleen een appel aan den' hoogen Krygsraad toe te laten, en al meede, welke die zaken zyn, die appellabel of inappellabel zyn, te mogen definiëren , zoo wy vertrouwen, een volledige propo-  ( XXXIX ) •pofhie van 't tegenswoordige heerfchende fyfteme van de Militaire Jurisdictie uitleveren. Doch, alzoo 't niet redelyk zoude kunnen voorkomen, dat men ondernam, om zoo een fysteme te beoordeelen, zonder te onderzoeken de gronden, waar op 't gebouwt is, zoo zien wy ook , dat de Heeren Staaten van Holland en WestFriesland van die zelfde gedagten zynde, daarom by derzelver Refolutie van den 7 Maart 177a hebben verftaan, dat de voorfchr. misfive van 't Hoff en bylagen zouden werden gezonden aan Zyn Hoogheid, met verzoek, om deszelfs confideratien en Advys daar op aan Haar Ed. Gr. Mog. te willen laten toekomen. Zyn Hoogheid daar omtrent ook niet in gebreken zynde gebleeven, maar op den 15 May 1772 bereits, daar aan by een misfive gedateert daags te voren, door eene daar by gevoegde memorie voldaan hebbende, met dat gevolg, dat het 'een en ander commisforiaal is gemaakt, voegen wy meede hier nevens een exemplaar van die misfive en memorie, insgelyks met den druk gemeen gemaakt, fub BB. 30, met een tweederley oogmerk, als voor eerst, ten eynde U Ed. Mog. 'zelfs alles in zyn zamenhang ziende en kunnende examineren, met des te meer kennisfe van zaken , '0ver de gronden daar in gelegt, zouden kunnen C 4 oor-  ( XL ) oordcelen, en ten anderen , om dat *t ons zoodanig is voorgekomen, dat wy geen beter order ons. zouden kannen voorfc.hryven, nu, wy ons genoodzaakt vinden, om in de materie van, deeze zaak te moe-ten in treden j als die memode te volgen.. Wanneer wy op de gronden en argumenten daar in vermeld, in fubitantie overeenkomende met die, welke tot een grondflag dienen, van de ius.renue van wylen Zyn Doorl. Hoogheid glorieufer gedagtenis van 1749 fub N., en van den tegenswoordige Heer Capitein Generaal fub X. 8°. be-b.oorlyke retlexie makende, zullen kunnen toonen , van geern reden te willen geven, waarom wy ia dezen, van Zyn Doorl. Hoogheids opinie moeten diserepcren* 't Geen te gelyk ons een bequaame oecafie zai procureeren, om onze idees omtrent 't poi.ncT: van de Militaire Jurisdictie, conform de wetten dezer Landen en fpeciaal van deeze Provincie, met alle discretie te developperen. Met dat oogmerk meenen wy, als een generaal fundament, te mogen pofcren, 't geen wy egter mee- reden mogen twyffelen, of we.1 aan wylen Zyn Doorl. Hoogheid in den Jaare 1749, wanneer men die, gebouw der Militaire Jurisdictie heeft ■beginnen op te trekken, zoo klaar is yoorgefteld, als  als *t waarlyk, regtelyk befchouwt zynde, in zyn natuur evident is, namentlyk, dat, gelyk wy reeds te voren by 't êerfle poinct hebben aangetoond-, geen zoort van Jurisdictie kan begreepen worden, een Jurisdictie of ten minften een wettige Jurisdictie te zyn, als die geproflueerc en voortgekomen is, gelyk die ook waarlyk volgens alle gronden van regten profiueert en voorkomt, en nergens anders van daan kan komen, als uit den boezem van den Souvérein van yder Staat, Land of Heerfchappye, van waar die nederdaald , ten aanzien van de exercitie van dien, met betrekking tot alle Perfoonen en zaken onder die Souvereiniteic gehoorende, op alle zoodanige Perfoonen en Collegien, als waar aan die Souvérein, alleen bezittende de legislative magt, dezelve exercitie, 't zy door 't geven van privilegiën en concesfien, 't zy door een fpeciale demandatie, heeft overgelaten, 't geen na de verfchillentheid van de conftitutie der Regeering in yder Souverainiteic op verfcheidè wyzen word in 't werk gefteld en geèxecuceert. - Uit welke grondftellinge wy, onder verbeeteringe meenen te volgen, deeze twee waarheden: Als vooreerst, dat, wanneer onderzogt zal werden , aan wien de Jurisdictie over ymants perfooh of goederen is competerende, alleen quoad,. jus Vooraf de vraag moet vallen, of ten aanzien van  de perfoon, of zyne goederen, onderhorig is aan die Souverain, die een acte van Jurisdictie daar over pretendeert t'exerceren. En ren anderen, dat men vervolgens dan bepaaldelyk moet blyven, ten reguardë van zoo een Jurisdictie by de wetten van yder Souverainiteit op zig zelfs, om dat de wyze der exercitie aan yder Souvérein ftaat, en dezelve die kan reguleren, na de gefteldheid van zynen ftaat zoo als best oordeelt, *t welk mitsdien alleen een quastio fatli kan overlaten by yder geval, wat die Souverain, daar omtrent heeft geftatueert. Wy kunnen daarom zeer wel toeflaan, dat te regt in de memorie fub BB. 30. gefield word de quseftie in dezen, te weten deeze, hoe ver de Militaire JurfadïStie overeenkom/lig met de primi-tive conftitutie van den Staat der Fereenigde Ne* derlanden zig behoore (of liever komt') uit te flrekken. Maar wat kan by gevolg natuurlyker'zyn, als te verwagten, dat uit die primitive conftitutie van den Staat der Vereenigde Nederlanden moet werden bewezen, hoe ver die Jurisdictie zig kwaame t'extenderen, en daar by te blyveh. Daar men in tegendeel aanftonds ontwaar word, dat  ( xLin ) dat den opfteller zyn recours komt te nemen en als een eerste, zoo niet voornaamfre fundament komt te reclameren, 't Roomfche regt om de gefundcertheid van een univerfeele Jurisdi&ie voor de Krygsraaden in deeze Vereenigdc Nederlanden te ftabilieren. Misfchien zoude deeze apparente tegenftrydigheid alleen fufficient kunnen geöordeelt worden te zyn, om de verdere daar op volgende allegatie van 't Roomfche regt, van 't tegenswoordige onderzoek over de gefundecrtheid van de Militaire Jurisdictie t'eloigneren. Maar, om de zaak, zelve in de grond aan te tasten en te doen zien, hoe min exact men Zyn Doorl, Hoogheid geinformeert en onderrigt heeft» omtrent de meriten en d'applicatie van't Roomfche regt in deeze materie, verzoeken wy, dat 't ons gepermitteert mag wezen, om', in conformité van de hier vorens uit zuivere regtelyke principes getrokkene tweede waarheid, hier te mogen by voegen 't volgende, te weten, dat, zoo divers, als. de geiteldheid van de Republiecq der Romeinen van de Republiecq der Vereenigde zeven Provintien, welke op haar zeiven Souvereinen, yder in den haaren zyn gebleeven, zig bevind, zoo verfchillende ook zyn de regtsbanken in beiden, zoo wel, als de Magiftraats Perfoonen, die in  Q XLIV ) ïn yder Republicq hebben gefungeerc en hier nog fungeercm Invoegen, dat van de eerfte tot dë laatfte, om die divcrfïteits wille, geen argument kan of mag getrokken worden, gelyk dit met ontallyke exempelen uit vergelyking van d'adminisrratie der Juftitie , zoo ten tyde, als te Roomen een eygentlyk gezegde Republicainfe Regeering plaats hadde, als, wanneer daar na een eenhoofdige Regeering is geintroduceert geworden, met onze tegenswoordige lagere en hogere regtsbanken zoude kunnen beweezen worden. Tot een teken, dat wy in dit ffuk niet fingulier zyn, beroepen wy ons op de auctoriteit van den reeds boven geallegueerde Gelderfchen Regtsgeleerden Fred. van de Sande, in zyn Tractaat üa Confuet. feud. Geit: tr. 3. Cap. 1. n. 4.,, waar in dezelve zig op de volgende fignilTcante wyze uitdrukt: mepte , ni fallor, faciunt,, qui romanos mores ac leges de mero mixtoque imperio ac JurisJi'clione promiscue nostris accommodare conantiir temporibus, waar by wy kunnen voegen tot confirmatie , de leere van Hertius in Di'sf. de fuperterrit. §. 27. ïn epusc. fuis vol. 1. torn. 2. pag. 17U., als mede die van Mcevius part. 4. deck. %$o. N°. 7. houdende, inutiles & perniciofi fimt Juris-»  ( XLV ) Jurisconfultorum illi, qui de moderna Jurisdictionis forma ex legibus Romanis cenfent & disputanc. , Waar uit dan kan opgemaakt worden, hoe zeer Zy zig bedriegen, die, uit hoofde van de receptie van 't Romeinfche regt in deeze Landen, omtrent zonunige objecten van *t regt, ook dat geene willen overnemen, 't geen de fonn van Regeering, de natuur, bewind en functie van yder Magiftratus, en wel in 't byzonder van die, welke onder de eenhoofdige Regeering in wezen zyn geweest, betreft» Als kunnende dit in geenen deele door een gezond raifonnement werden overgebragt op onze Republicq, zoo lang niet vooraf in alle gevallen werde aangetoond en uitgemaakt, dat onze zeven vereenigde Provintien zoo een ftaat uitmaken, als 't Roomfch Gemeencbest, wanneer zig bevonden heeft onder de eenhoofdige Regeering van de Imperatores, dat onze tegenswoordige altyd fubfisterende, en door de Borgers en Ingezetenen betaald wordende Militie op dezelfde voet is gefteld, al* die onder die Imperatores militeerde, dat onze Krygsraaden zoodanig geconftitueert zyn, als de doenmalige Magiftratus Militares, dat de civile of of politicque Gerigtsbanken in die tyden op dezelfde manier gefteld waren, als die in onze Provintien  ( XLVI ) öett werden gevonden, *t welk men vertrouwt onmogelyk te zullen bevonden werden. Invoegen al 't geene, 't wel!; men daaromtrent uit de Romeinfche wetten komt t'alleguercn, nergens anders toe kan dienen, als om de hiftoria juris Romani yder na 'c begryp, dat van d'eygentlyke zin van die wetten by zig zeiven formeert, daar uit op te maken, of op zyn hoogst, om voor een Wetgever in een andere ftaat iets daar van over te nemen, en zulks t'adoptercn en te fchikken na de conftitutie van zynen ftaat, dog geenzints tot betoog, dat zulk een dispofitie in alle Landen, daar 't Romeinfche regt gevolgt word, ipfo jurc moet plaats hebben in opzigt van de tegenswoordige regtsbanken. Gelyk ook meest alle de nabuurige Staaten, door de daad zelfs getoond hebben de zaak zoo te begrypen, dewelke, daar een Militair Gouvernement prevaleert, meer uitgeftrektheid van de Militaire Jurisdictie zal permitteeren, als daar. de Militaire perfoonen, als Militairen, in 't geheel geen deel aan de hooge Regeering hebben, maar alle in dié qualiteit, als fubjeclen, worden aangemerkt, te hebben doen emaneeren. Wy kunnen des te minder aannemen, dat \ Roomfche regt in deeze materie van Jurisdictie tot een  ( xlvii ) een vaste regel en rigtfnoer in andere Staaten kan werden genoomen, om twee redenen. Ten eerlten, om dat Jacob. Gothofred. in comm. ad l. 2. Cod. Theod. de exhib. & transmitt. reis en opdeszelfs voetfpoor Leys. in medit. ai Pand,. Spec. 75. n. 10. te regt aangemerkt hebben , dat de Roomfche regten zeer gevarieert hebben , terwyl zommige Keyzers meer, en zommige minder Jurisdictie aan de Militaire Righters gedefereert hebben, na dat zy minder of meerder reden hadden de Militie gunflig te wezen, waar toe dan ook nog, als 't jus novisfimum continerende, de nov. 8. Cap. 1 2. §. 1., wanneer die volgens den authenticque Griekfé text vertaalt word , in confideratie word gebragt en welk nogmaals doet zien, hoe de determinatie van die Jurisdictie nooit ex natura rei, maar ex arbitrio principis, is geproflueert. En ten tweeden, om dat Voet ad tit. f. de jud. n. 103. & feqq. deeze materie tracterende, waar meede men zoo veel fchynt op te hebben, in genen dcelcn leert, 't geen men thans hier te Lande wil fouteneren, dat de Roomfche wetten fiabilieren, een univerfeele Jurisdiclie voor de Militaire Righters, en dat die Wetten in die zin alhier zyn overgenoomen, en vim legis moeten hebben ;  ( XLvnr ) ben ? 't welk de twee propofitien zyn, die bewezen zoude moeten werden. Nadien hy zulks ten opzigte van 't crimineele n. 104. niet durft te affirmeren, maar in tegendeel daar ter plaatfe duydelyk zegt: quod jure hodierno Paulo aliter id obfervatur, tot een teken, dat hy geenzints van gedagten is, dat 't jus Rorpanum in caufis criminalibus is overgenomen, maar dat onze eyge wetten ten dien opzigte moeten ingezien worden. En 't wel waar is, dat hy ten aanzien van *c civile na zyne bevindinge n. 107. field in caufis civilibus ac pecuniariis a jure Romano mores mag* nopere recesfisfe non invenisfet, maar 't volgende N°. 108. genoeg doet zien, dat \ geen hy uit dat jus Romanum daar allegueert niets minder, als een univerfeele Jurisdictie, voor de Militaire Reghters in civilibus mede brengt, of daar meede zelfs beftaanbaar is. Dit word onzes eragtens nog al klaarder, wanneer men reflecteert, dat by de Romeinfche Wetten *t forum Militare als een forum privilegiatum voorkomt en by de commentatores, als zoodanig, geconfidereert word yid. Voet ad tit. jf. de Jud. (i. 103. Waar  ( XLIX ) Waar van dit 't gevolg is, dat Dog de Militie, nog haare hoofden, in een andere Staat, als de Romeinfche, zig zeiven zoo een Privilegie, het welk aan haar niet geconcedeert is, mogen toeeigenen. Maar, offchoon men eens töefbnd, dat by da Romeinen een Magiftratus Militaris is bekent geweest, zoude daar uit nogtans niet kunnen getrokken worden, dat de Militaire Jurisdictie by de Romeinen geenzints privilegiair en gedemandeert is geweest, maar even originair, als de Burgerlyke. Nademaal in de eerfte plaats *t zeer wel kan Zamen gaan, dat, er een Magiftratus Militaris gevonden word met opzigt tot eenige daadcn, welke door de Militaire perfoonen verrigt worden, en ■dat nogtans die Magiftratus Militaris nog een uniyerfeele, nog een eyge Jurisdi&ie bezit, omtrent de Militaire perfoonen, 't welk mitsdien altyd overlaat een tweede qusstie, hoe ver die Magiftratelyke magt geëxtendeert, of waar toe die bepaald is. En ten tweeden, de woorden van originaire Ju* risdiclie, als de Burgerlyke, wat vervankelyk , of ten minden abufive, fchynen gebruikt te worden. D Ter-  ( ï. ) Terwyl dan eerst vooraf, indien deeze conch> fe eenige verftaanbare zin zoude uitleveren, zoude niocten gedemonftreert worden, dat ooit by een Gcngtsbank een orïgimire Jurisdictie zoude kunnen bezeten worden, 't welk niet mogelyk fchynt te zyn, ter oorzaake geen eene Geregtsbank, 't zy dan Burgerlyke, 't zy dan Militair, origharie eenige Jurisdictie kan gezegt worden uit zig zelfs te bezitten. Maar zoodanige Jurisdictie originarïe alleen berust in den boezem van den Souverain, dewelke g. dek 11. reeds ook zoo begreepen heelt, wanneer hy zegt: iEquum ergo est militem, ut militem delinquenten! a Magiftratu quoque Militari, ut qui folus notitiam habet rerum Miiitarium, puniri 1.2. f. de re mik eeteroquin, fi ex enormi vel communi delict», quod in paganos & milites pariter cadit pcena veniat militibus imponenda, nil certe obftat quo minus admittatur inquifitio & ccercitio Magiftratus loei, in quo delictum commisfum est, adverfus milites reos, cum hoe in cafu nulla notitia •S2 fcientia rei Militaris requiritur... Maar mag men daar en boven niet vragen, of dit argument van de kuudigheid, wanneer ^intentie was om 't zelve te appheeren op een univsr* feele Jurisdictie van. de Magiftratus Mihtares, gelyk 'dit zoo zoude behooren, dcwyl over geen andere hier quaeftie valt, niet met veel meer reden zoude kunnen geretorqueert worden, door op een discrete wyze voor te fteUen, hoe dog in de Krygsraaden in de Republicq der Vereenigde Nederlanden, geconftitueert, in \ generaal uit perfoonen niet opgebragt in de regtskunde, en veeltyds uit vreemde perfoonen, tot ons Land geen andere relatie, D 4 heb"  hebbende, als dat Militaire charges bedienen, te verwagten is, dat. kennisfe zullen hebben van materie van regten, 't zy in 't civile, 't zy in 't crimineele, en van de byzondere wetten in elke Provincie, die malkanderen dikwyls in een voorkomend geval, contrariëren, Wy vinden voorts wel, dat tot betoog van d'admisfie van \ Roomfche regt in deeze Jurisdictioneele qusftie, meede word te hulp geroepen, d'auctoriceic van wylen de Raad Penfionaris van Holland en Wcsc-Friesland Slingeland, vervac in een zeker manufcripe, 't welk na alle apparentie zal zyn, de memorie, welke in het derde deel van zeker onlangs uicgekomen Magazyn van Hukken coc de Militaire Jurisdictie fpecteerende, word gevonden, als meede in de nieuwe Hollandfche Con-, fulraticn, uitgegeven door Mr. Gerard de Haas, N. 14. Dog meenen wy met regt te mogen twyffelen, of wel ce gelyk onder 't oog van Zyn Doorl, Hoogheid zyn gebragt, de navolgende remarques; Als voor eerst, hoe geern men wil erkennen en toeflaan, dac de Raad Penfionaris Slingeland een grooc man in de Republicq is geweest, nogtans, onder verbeocering, door zyne perfoneele opinie, dit gewigcig fluk over de wettigheid of onwectig- heid  C LVII 3 heid van de Militaire Jurisdictie niet kan werden gehouden uitgemaakt te zyn, maar alleen door de gegrondheid der redenen, die voor of tegen werden bygebragt, Ten anderen, dat 't manufcript van dezen Heer zelfs, niet anders word opgegeven, dan alleen tot zyn oogmerk te hebben, het vertonen van een hiflorijche verhandeling van V gezag over de Militie van den Staat- der Vereenigde Nederlanden. 't Welk veel verfchilt van een betoog, wat 'er de jure van de competentie van den Militairen Righter in deeze Republicq zy, waar over thans geredeiiecrt word, Als kunnende de faiï'6 wel zaken gebeurt zyn, in 't oeffenen van de Jurisdictie door Militairen, of zelfs door den Raad van Staaten, die geenzints kunnen gedemonftreert worden, in 't regt van dezen Staat gefundeert te wezen. Ten derden, dat 't flot van de uit dat manufcript nog aangehaalde periode genoeg doet zien, •dat dit {tuk door de Heer Slingeland is opgeheld ten tyde, doe Minister van den Raad van Staate was, en dat zulks tot zyn groot oogmerk konde hebben, om de auctoriteit van 't Collegie, waar D 5 van  ( LVIII ) van Minister was, als den Superieure Righter over de Militie op te vyzelen. 't Welk juyst niet kan evinceren, dat deeze Minister voor zyn privé en perfoncel van zulk een fentiment was, als 't Collegtc, welkers aucloriteit hy geördonneert was voor te ftaan, en veel min, dat, toen die Raad Penfionaris van Holland en West-Friesland is geworden, op dezchde manier over dit ftuk nog dagt, als in dit historifehe verhaal hier en daar was uitgedrukt. Ten vierden, dat, wanneer men de geheelecontenue van die memorie nagaat, wel andere periodes daar in ook werden gevonden, die zoo favorabel voor de tegenswoordige fufrenue van een univerfeele Militairs Jmisdiciie niet zullen werden bevonden: Immers, dat de reftriclie van de leere van Voet ad tit. jf. de Jud. n. 107. & 108. door de daar op in 't manufcript volgende periode. Met die uitzondering echter, dat Militairen hier te Lande die gehuist en gehooft zyn, of ftDcum domicilium hebben, ook moeten te regt ft aan over civile zaken voor haaren NB. domiciliairen Reghter, aanleiding geeft, tot de twee volgende obfervatien. / Als  Als voor eerst, doende zien, darde Heer Slingeland in alles niet over een ftcmdc met de Profesfor Voet, maar zync leer kwam te limiteren. En voor een tweede, dat die uitzondering zelfs doet zien, dat die onbcftaanbaar zynde met de tegenswoordige fuftenue van een univerfeele Militaire Jurisdictie, welke men in deeze memorie tragt te beweeren, de aucloriteit van dcnzelve te vergeefs daar toe hier ter plaatfe werd te hulp geroepen. Ten vyfden, dat in alle gevallen dit zeker is, dat deeze aucloriteit van de Heer Slingeland te veel zoude probeeren, dewyl de fuftenue thans zoo ver gaat, dat men den Raad van Staate,., als fuperienre Righter, wiens gezag en regtsdv/ang aan geen plaatfen bepaald zoude zyn, zoo. wel van alle judicature, als uit geen Militaire perfoonen beftaandc, wil uitfluiten, als alle andere civile regtsbanken in de geheele Republicq. En eyndclyk ten fesden, dat men moet in bedenking geven, of 't niet tegens de intentie van den opfteller van dat manufcript zoude ftryden, dat eenige door hem gefielde periodens van zyn gebuteerde conciufie worden gedetacheert, om daar van een gantfeh ander gebruik te maken, als hy hadde komen te doen, te weten, niet om te betogen, dat den Raad van Staaten de fupcricure Righ-  Righter in 't Militaire was, maar dat in tegendeel den Heer Capitein Generaal van de Unie met to-v tale exclufie van den Raad- van Staaten daar voor* moest gehouden worden, en of mitsdien denzelven fchryver 't na alle apparentie niet wat onvocglyk zoude hebben gevonden, dat men zig van zynaucloriteit voor een gedeelte zoude tragten te bedienen en een gedeelte van dien ter zeiver tyd te; rejecteren. Wat vervolgens de Criminecle Ordonnantie vanv Philips van den Jaare 1570 aanbetreft, zoo is bekent, dat kundige fchryvers zekerlyk niet gere« flecteert hebbende, dat het ecrftc deel inzonderheid onzer collectie van Placaten, &c. zoo wel een. Charter als een eygentlyk gezegd Placaatboek is, en dus door die daar gedane infertic van dezelve, misleid, pofitive verklaren, dat die Ordonnantie alhier in viridi obfêrvantia is. Dan wyl wy U Ed. Mog. thans met de (tukken, zullen toonen, dat dezelve door U Ed. Mog. hooge Voorzaten nooit voor een wet binnen dcezé Provintie erkent, of eenige kragt van dezelve gei flendigt is, zoude alle discusfie daar van ten eene-, maal overtollig zyn,' Wy bomeeren ons dan * rakende derzelver non ^dmisfie aan 't volgende.  ( L XI ) ( Na dat op den g July 1570 deeze Ordonnantie te Brusfel was gcarresteert, en dat de Graai* van Megen, toen Stadhouder dezer Provintie, op fpeciale last van Alba-, by circulaire brieven gedagtekent te Arnhem den 22 October van dat zelve Jaar, een groot aantal exemplaren daar van aan d'Officieren en Magiftraaten, ten fine van publicatie en affixie $ voorts om dezelve op alle publicque plaatfen neder te leggen, had rond gezonden. Zoo hebben de Heeren Staaten daar tegen reeds» op den 2 8 November daar aan volgende, de nadrukkelykfte vertogen daar tegen aan gezeide Stadhouder gedaan, bedienende zig daar by van deeze bewoordingen. „ Dat vast allerley diverfche Placaten und Orv, donnantien van de Crimineele Juftitie als anders, „ tot grooten befwaaren ende nadeel der Onder- danen bevalen fynt ende werden in defen FurH flendomb Gclre und Graaffchap Zutphcn to pu„ blicieren, daar uit dan die Landfchap boven en tegens oere Privilegiën, Vryheedcn, alden hcr„ kómen, gebrüyk en gewoontens, Traétaten van Venloe, en daar gevolgte confirmation und „ Renverfael brieven, Keyferlicke ende Koning„ lycke als Furftelicke geloften, hoechlicken be„ droeft ende befweert, nyet verhoepende defe » Lau-  Q ix ii ) „ Landfchap verfchuk ro hebben myt zulken und „ dergclicken Edicten belast te zullen werden. „ Biddende daerumb gantz ondci'deniglicken und „ zeer dienflelick, dat die Ordonnantiën en Placaten afgedaan ende opgeheven werden, daaruit een ieder fonder gefaer oder perickel Lant, „ Stad ende gewoenück Reght wederfaere ends „ genieten moege. En wanneer de Graaf van Mcghen hier op nog dienzelfden avond van den 28 November 1570 geandwoord had. „ Ende foe veel der andere articulen betreft, „ zullen Uwen E. L. en G. diefelve aan fyn Ex„ ccll. moegen gelangcn laeten, dewyle die maght „ hier niet is daar inne te remediëeren und voer5, zien. Hebben de Heeren Staaten dit andwoord als "een nieuwe fchennis van hunne Privilegiën, en fpeciaal van 't Tractaat voor Venloo, uit kragt van 't welk zy alle befcheid (zoo als daar by ook woordelyk is uitgedrukt) by Stadhouder en Raden binnen 's Lands moesten kunnen erlangen, opgevat. Dan hier op repliceerde de Stadhouder, dat de Hee-  C i.xrif ) ren Staaten wel om geringe oorzaken, deputatien naar Brusfel gezonden hebbende, hy meende dac zuiks thans ook behoorde- te gefchieden, zig verbeeldende , dat de Remonftrantien op deeze wyze jgedaan, van meer effect zouden zyn. Hi r toe konden de Staaten egter nog niët gerecdeiyk befluyten, weshalven zy den Stadhouder •des anderendaags verzogten, dat zyne Gen. voor hun interecdeerende, hunne fchriftelyke befwaaren aan zyne Excellentie (Alba) voorbrengen mogte. •» Dit nam de Stadhouder aan, en hier op werden die befvvaren aan denzelven, op den i Decb. 157° geëxhibeert, met eene bygevoegde memorie, houdende. Dat inval hy Stadhouder geene dadelyke affchaf*. fing der Ordonnantie bewerken konde, dan ten minden, " Voerbittelick beforderen woldc, umb „ die Ordonnantiën en Placaten in ftilftand tho hol„ den ter tyd toe, dat die Landfchap durch oere „ gezanten Zyn Excell. by requefte nader remon„ ftrantie zullen gedaan hebben. 't Welk voor gevolg had, dat er door Alba {uccesfivc vcrlcheidene uitftellen verleend werden. Van deeze maakten de Heeren Staaten gebruik, met  £ LXIV ) met zoo onderling in de Landfchap en in de Quaftieren als door Gecommitteerden uit alle vier de Quartieren te beramen en by een te brengen, alles» wat tot affchaffing ter Ordonnantie en maintien van hunne Privilegiën gedyen mogt. In welken opzigte zy zig voornamentlyk van den raad en 't advys van de Doctoren Hardenraidt en Schenk te Keulen, werwaarts eene Commisfie van y-ier Hceren, uit elk Quartier een gezonden werd, bedienden; En 't refultat van alle deeze deliberatien was. „ Die befweren tegens die Ordonnantie in CrU „ mlneele Juftitie aan Alba in V gemeen, ende „ niet in fpecie op ieder arlicul, te vermelden, „ voorts dit in naame der Alingen Landfchap te „. verrichtern De Commisfie van Bannerheeren Ridderfchap en Steeden, vervolgens naar Brusfel vertrokken zynde, prafenteerde aan Alba het request, 't geen wy om deszelfs byzonderen inhoud vermeenen hier te moeten appliceeren, fub CC. i °. Dan hier op liet Alba, alvorens zyne Refolutie mede te deelen, door den Secretaris Berty aan de Gecommitteerden mondeling infinueeren. Das  Q LXV ) • Dat zy fchriftelyke informatie te geven hadden,' van al 't geen in hunne fupplicatie was aangevoerd. En hier aan door 't nader adres fub CC. 2°. voldaan zynde. gaf Alba op den i 8 Mey i 5 7 1 de Refolutie fub CC. 3 °., welke zoo ras niet tot, kennis van de Gecommitteerden was gekomen, of dezelve adresfeerden zig nog ten zeiven dage nader met een verzoek. Dat de Stadhouder Graaf van Meghen dan aangefchreven mogte worden, om de Heeren Staaten te befchryven, ten einde dezelve in ftaat te ftcllen. „ Om S. ExcelL genedigfter meynongh ende „ Refolution ain te horen ende daar nha S. Ex„ cell. rait geboirlicker andwoirdc in onderdenic„ heid to brengen. Dit werd aanftonds toegeftaan. Dan vermits de Sadhouder Graaf van Meghen , daar op den Landdag eerst tegens den 25 Juny daar aan volgende vastgefteld had, agteden de Ge* committeerdens het nodig, zig wederom aan Alba te vervoegen, ten eynde te willen verdaan, dat de loop, van den gegeven termyn, g'oordeeld zoude worden, eerst te hebben begonnen van den E dag  ( LXVI ) dag der 'byecnkomst van de Staaten, dog hier op kregen zy geen appoinétement. Ondertusfchen hielden zoo de Gecommitteerdens, als de respeétive Quartieren zig bezig, met zoo veel mogelyk alles te prepareren, wat tegen de vergadering der Staaten nodig g'oordeeld konde worden., En in dezen tyd kwam te voorfchyn, de Confultatie van Dr. Eibert Leoninus, die reeds lang in verfchei.de handen, en dus bekend geweest is, Voor oogmerk hebbende: l °. Om de Staaten te doen afzien van dat groot poinót, dat ze tot dus verre vast gehouden hadden, namentlyk: dat den Vorst de jure onbevo.'gt was, om zonder hunne bewilliging de Land* r.'gten, enz. te veranderen, en 2°. Om de Staaten te raden, zig alleen te attacheren aan d'opgaaf der Land en Stadregten, die aan 't vastgeftel ie zoo by d'Ordonn. als by den ftyl van procedeeren contrarie waren. Dog dit Advys fchynt geene uitwerking altoos ^gehad te hebben. immers op den 27 Juny 1571., werd, na dat lan-  ( LXVÏÏ ) lange deliberatien zedert den aanvang der vergadering hadden plaats gehad, eenparig vastgefteld eene nadere requefte met eene ingevoegde proteftatie, fub CC. 40. Welke door de Landfchap en Corps toen datelyk ge communiceert zynde, aan den Stadhouder in byvveezen van Cantzelaar en Raad, " Zoo liet zy„ ne Gen. 'figh vernhemen, dat men die protefta„ tion daar uyt gelaten zolde hebben des oorzake „ aanzygende. Inmiddels waren de vier Hoofdlieden door de Heeren Staaten gelast, tegen d'executie van die crimineele Ordonnantie te waken, weshalven ook, wanneer de Rekenkamer ondernam, d'Officieren aan te fchryven om dezelve te onderhouden, gem. vier Hoofdlieden in hunne vergadering te Arnhem op den 12 Aug. 1571 een Refolutie namen, welke wy menen, om dat zoo duydelyk te kennen geeft, uit wat oogpunt de Heeren Staaten de Publicatie dier Ordonnantie aanzagen, hier te moeten plaatzen. „ Dewyl die Ordonnantie alleenlick publicie„ ret, ende nyet aangenhamen, dan daar tegens „ fuppliciert, waer op alnogh eintlicke Refolution „ nyet erfolcht, nogh der Alingen Lantfchap niet infinuieret is, dat die Ridderfchappen ende GeE a „ rich-  £ Lxvnr ~) ,, richten hócren tho blyven by den afden gebruik, „ ende oik d^n Officieren in alle guetlicke billicke „ manierc tho bewegen by Land ende Stadtge„ righten zigh tho erthonen, ende contrarie van „ dien , die nye Ordonnantie nogh ter tyd nyet te „ volgen, tot ander bequemer gelegenheit, uyt „ redenen in de Lantfchappen jongst ten Have „ aan die Exceil. des Hertoghen to Alva overge„ fandte fupplication vermeldit, daar op geen Re„ folution aan die Lantfchap nogh ter tyd geko„ men is. En hier by is 't als toen aan de zyde van Alba gelaten, waar toe d'algemecne weerlland, die hy hier te Lande vond cn zyn daar op gcvolgt vertrek, in 't begin van Decemb. 1573 zekerlyk zal geconrribueert hebben. Don Louis de Rcquefcns hem opgevolgt zynde, cn Cantzelaar en Raaden toen wederom ondernomen hebbende zig te gedragen, a's wilden zy die crimineele Ordonnantie agtervolgen, zoo zonden de Staaten eene deputatie aan Requefens, om alnogh op de finale affchaffing aan te dringen. Doch deeze ^ig destyds te Antwerpen onthoudende, zie Slichtenhorst Geld. Gefchicd. pag. 530. gaf op den 12 Oftober 1574 dilatoir andtvoord, op fundament, dat de ftukken hier toe betrek*  ( LXIX ) trekkelyk, te Brusfel und jetfunder daar (te. Antwerpen) niet ain de handt weren... Doch hier meede niet te vreden, vorderden de Gezanten by een tweede request, uitdrukkelyke ordre aan Hoff en Kamer, om die Ordonnantie in jlylftant to laten veelblyven. En hier op, den 17 October 1574 wederom een dilatoir andwoord volgende, inkeerden de Ge» zanten alnog daar op, met by voeging : „ Aangemerkt de crimineele Ordonnantie niet „ anders als onder expresfe protestatie de non pra„ judicando der Stadt en Landreghcen gepubliceert „ is;" Zoodanig ook, dat toen Requefens hier op, den 28. Oftober nog wederom ten principalen een dilatoir andwoord gaf en den verzogten ftilftand weigerde, zy daar tegen by een vierde adres protesteerden en vertrokken, waar meede by provifie de zaak toen wederom flapende bleef.. En wel zoodanig, dat Requefens onbewust of d'Ordonnantie by de Reghters en Officieren binnen deeze Provintic al dan niet werd g'obferveert, deswegens met de grootfte circumfpe&ie, en onder herhaalde recommandatie van fecretesfe. by een brief de dato 16 January 1574, van den Stadhouder. Hyerges berigt eifchte,, en toen deeze misfive op D 3 leverden d'Officiers en Magiftratcn van de plaatje , [onder dezelve in haar Jmpt o[ Officie eenige verhindering te doen, en dat [y haar ie vrede [uilen houden mits alleen oppgt noemende met d"Officiers en Magiftraten van de Stad o[ Steden op de bewaar nis en ver [kortheid van de Stad o[ Steeden tegen den Vyand, en [al die voorfieninge, doen, dat V voor[eyde Krygsvolk [oo te Voet ah te Peert haaren articulbrief onderhoude. En welke mitsdien , een klaare cn duidelyke tegenftelling meede brengt van 't geen, waar meede de Militie zig niet zoude vermogen iri eenige manieren te bemoeyen, namentlyk: in gencre met geen publicque o[ judiciele zaaken, en dat geene, 't welk alleen van haar departement zoude zyn en waar meede zig mitsdien zouden hebben te vergenoegen, te weten, de bevvaarnis en verzekertheid van de aan haar toe betrouwde Stad cn Steeden, en 't doen onderhouden van den articulbrief, 't geen gevolgelyk al wederom kragtig fterkt cn confirmeert, de hier vorens gelegde gronden omtrent de Militaire Jurisdictie. Deeze preliminaire remarque vooraf gemaakt heb-  Q LXXVII } hebbende, óm te betonen, wat gedagcen de Heeren Staaten van Holland en West-Friesland, de Heer Prince van Orange en de Heeren Staaten 's Lands van Utrecht zoo kort na 't voltrekken der Unie, ten aanzien van het gezag en magt der Militie , of wel haare hoofden, omtrent de tyden van de geboorte onzer Republicq hebben gehad, zoo gaan wy over tot examinatie van d'Unie zelve, en maken wv geen zwarigheid, om op dit fubjcét ter neder te (lellen, -dat, na dat deeze zeven Provintien met den anderen zyn geunieert, dezelve op zekere wetten en gronden, als zyn gccoalleert om een volk, en als eene Provintie in zekere opzigten uit te maken en dat zy verfcheide (tukken, gedeeltens van de Souve'rainiteit, aan malkanderen hebben gecommuniceert, ten eynde die niet anders, als gefamentlyk, door haare Reprafentanten zouden werden geëxerceert, met een woord gezegt, na dat deeze Republicq zig hadde geformeert, dit met betrekking tot de gezamentlyke Bondgenootend'eygentlyke epoque is, die ten opzigte van 't Militaire wezen in deeze nieuwe Republicq 't eerst kan in confideratie komen, en die dan noodzakelyk maakt een onderzoek, wat en hoe deeze nieuwe Bondgenooten, welke deeze nieuwe Republicq kwamen te conflitueren, met betrekking tot de Militie gemeen gemaakt of yder voor zig zelfs be' houden hebben. Val-  £ lxxviii ) Vallende daar omtrent onzes eragtens deeze drie volgende aanmerkingen: Vooreerst, dat 't min of meer en de wyze hoe van dit gemeen maken van de willekeur van die Bondgenooten heeft afgehangen, en dus een qutestio fatli, wat en hoe iets werkelyk is gemeen gemaakt, uitmaakt, 't geen tot zyn gevolg heeft, dat de nuttigheid of zelfs noodzakelykheid, dat 'r, een of ander behoorde gemeen gemaakt, en van Gcncraliteits wegen behandelt te werden, niet decideert, dat zoo een poinct werkelyk gemeen gemaakt is. Ten tweeden, dat al 't geen, 't welk niet blykt expresfe gemeen gemaakt te wezen, volgens de regels van een gezonde interpretatie moet verftaan werden gebleven te zyn, ter privative dispofitie van yder Provintie, gelyk die regel ook geadopteert is, by den 43 art. van d'Inftruétie voor den Raad van Staaten van den Jaare 1588, 'te vinden by Aitzma herftelde Leeuw pag. 211, En ten derden, dat de wyze, hoe dit gemeen maken in 't byzonder met relatie tot de Militie is gefchied, niet moet aangezien worden abdicathe maar commimicative gefchied te wezen, meede conform de geallegueerde 43 art. van d'inftrufti© voor den Raad van Staaten van 1588. Va»  ( LXXTX ) . Van deeze regels dan verpligc ons houdende, om, emploi te maken en nagaande, wat in opzigt van de Militie in onze Republicq is voorgevallen, zoo vinden wy in de Unie wel, dat V gebruik •aan ie Militie tot gemeene befcherminge gemeen is gemaakt, cn dat de Steeden art. 7. wel verpligt worden, om Guarnifoenen van Generaliteits wegen geördonnecrt in te nemen, dog ook niets meer,, en zelfs nog \ eerfte niet anders dan onder zekere prsecautien, te weten, dat, hoe zeer de Militie General teits en dus gemeene Militie zoude zyn „ egter dezelve, zoo ras in een Stad van dien zoude komen, boven den generalen eed nog een par-. ticulieren eed aan de Provintie en Stad, daar die gelegt zoude werden, zoude hebben te doen. Hoedane referve om aan zig zelve de Militie ia *t byzonder met eede te doen verbinden, met zig fchynt te brengen een zoort van fubordinatie, waaronder in de Provintien aan de Staaten en in de £teeden aan de Magiftraten respe&ivelyk de Militie zoude blyven, en klaar genoeg te kennen geeft, dat de Staaten van de Geünieerde Provintien, van geen gedagten waaren om alle gezag over dezelve over te geven en te brengen ia den boezem en fcchering van de Generaliteit. Wy moeten daar uit de vryheid nemen van te TCïïiarqueercn,, dat wy ons verlegen vinden, om zulks  ( LXXX ) zulks alles met 't idéé van een feparat corps, een aparte huishouding in alles hebbende, en gefundeerc in een gemeene en vermengde aucloriteit van zeven Souveraine Provintien en dus met een totale onttrekking van 't zelve, aan d'ordres van de particuliere Provintien en dan nog 't transporteren van dit gezag wederom door de Generaliteit op 't opperde hoofd van de Militie, ten effecle zelfs, dat dit opperhoofd zyn gezag aan mindere hoofden in 't geheel of ten deele zoude kunnen communiceren , te kunnen over een brengen en nog veel minder, hoe, om daar aan eenige kragt aan of by te zetten, de Unie kan te hulp geroepen werden, en uit '/ gemeen maken van V gebruik van de Militie tot bereiking van een generale defenfic voor alle de Vereenigde Provintien, en dus uit zulke pramiisfen kan volgen de confequentie, ergo competeert aan de Militie zelve, of haare hoofden of Krygsraaden de judicature zoo in civilibus, als criminalibus caufis, over al 't geene, 't welk de Militaire perfoonen raakt, en dit was nogtans *t geen, wanneer men uit d'Unie eenig argument wilde trekken , dat te betogen ftonde. Wy kunnen al verder voortvarende, niet ongemerkt pasferen de periode pag. 30., dat men geen Refolutie voor den Jaare 16 5 1 genomen, heeft kunnen vinden, waar by de Militaire Jurisdictie eenigzints is gecircumfcribeert. Even,  ( LXXXI ) Even als of by d'erectie van eene nieuwe Republicq en forme uit zyne natuur vast ftond, een univerfeele Militaire Jurisdictie, die eenige circutr,* fcriptie^ zoo men die wilde introduceeren, nodig hadde i, daar in tegendeel een pefitive nieuwe wei nootzakelyk was, indien men van d'ordinaris Jüris-» dictie, doe reets fubfisterende, iets zoude willen aftrekken; het is er boven dien ook zoo verre Van daan, dat de Militaire Jurisdictie by de Refolutie van 1651 gecircumfcribeert zoude zyn, Dat tèr Contrarie by die Voorièhr. Refolutie artfl de Militairen meerder is geconcedeert, als zy voor die tyd de jure gehad hadden, zoo als nader zal worden getoont* wanneer wy tot \ onderzoek vart dat gee'ne, \ welk uit de inftructie van den Raad van Staaten de anno 1588 tot ftaving van dat ge* voelen word aangevoert, geavanceert zullen zyn, eh meede uit 't geenë wy reeds omtrent de pfimi-* tive conftitutie hebben geailegueert, blykbaar is. Wy weten niet, of 't Wel nodig zal zyn, eenige aanmerkingen tê maken op 't geen pag. 31» van de articülen, waar op een Landraad 15 81 is aangefteld, gevonden Wérd, terwyl te gelyk ge» fteld word, dat die Landraad pro interim in d'cci'fte tyden is opgericht, én dat dus, al was daar in iets ten opzigte van de tegënswoordige qu&estie tè ▼inden, zulks alleen temporeel zoude zyn geweest, F en  C lxxxi r ) en van zelfs zoude moeten cesfcren, zoo ras de Landraad zelve kwam op te houden, cn 't ook onnodig is daar over te twisten, aangezien men zelfs laat volgen, dat niets van 't poinct van Jurisdictie voor of over de Militie daar in gevonden word. En men zelfs daar en boven niet pofitive affirmeert i dat den 16 art. van dien, daar van iets meld. Gelyk ook aan de daar uit gehaalde woorden, met eurfi've letters gedrukt, aanftonds doen zien, dat 't geen daar in van de volmaking van een Krygsraad gezegt word» niet raakt d'administratie van Juftitie, maar 't beleid en volvoeren van de zaken van den Oorlog. Daar, wanneer men dit betrekkelyk zoude wil' len maken, op de tegenswoordige hooge of laage Krygsraaden in 't bedienen der Juftitie, die niet meer uit hooide van dien artieul zoude kunnen doen, als te dienen van praadvys aan den Land* raad, dewelke zekerlyk in politicque en in geen Militaire perfoonen heeft beftaan. 't Welk dan wederom ftryd met de tegenswoor■dige fustenue, dat Militaire perfoonen door geen . ..„v.•/./•> :.: ... fv.i'-v."'-. i *ÜUn t^ SOf  Q lxxxiiï y andere, dan Militairen zouden kunnen geöordeek worden. Overgaande tot de injïru&ie aan Prins Maurits en den Raad van Staaten op den i 8 Aug. 1584 gegeven, zoo denken wy, onder verbetering, dac 'er geen quaïstie tegenwoordig is, of aan de Militie een zekere Judicature is competerende, maar hoe ver die Judicature gaat» 't welk men niet behoord te confunderen, met dat gevolg, dat men zoude mogen uit 't fpeciale te argumenteren toe 't generale. En dewyl men dan in den aan gehaalden ïo art. van die inftructie tot 't geen een object van x flrafe oefenen en fegt en Jufïilie doen, cn dóendoen zoude uitmaken» fielt 't houden van alk goede ordre en difciplïne, zoo wil men in bedenking geven, of 't niet zeer zoude fmaaken na een geforceerde interpretatie» om daar door te verdaan d'exercitie van een univerfeele Jurisdictie in civilibus & criminalibus caufis. En zoo ja, of dan van 't geen raakt 't eygentlyke Militaire, dat is om onder de Militie te houden alle goede order en dicipline, en 't regtelyk ftraffen van mefufen daar uit voortfpruitende, |c welk ook by den articulbrief aan de Krygsraaden is gedefereert, geen verkeerde illatie tot een univerF a feele  ( LXXXIV ) feeïe Magijï'rature en Jurisdictie over de Militie zoude worden gemaakt. Maar zoude men daar eh boven niet mogert vragen, of, indien men zelfs eens zónder prabjuditie aan de waarheid 'te geven, zoude willen veronderftellen, dat den Heere Prince Maurits op die tyd ook Capitein Gerteraal was geweest, dan die inftructie in alle gevallen niet te veel zóüde béwyzen. Nademaal daar door zoude geprobeert worden, dat aan den Capitein Generaal in geenen deelen èlleen de daar by gegeven magt word gégcvcn, maar aan Zyn Hoogheid xn den Raad vak Stadiën, 't Welk , als gezegt , men tegenswoordig zoo-1 danig niet Fchynt te begrypen, maar veel eer, t contrarie van dién , hamentJyk : óm al'e Collegien uit politicque peifoonen beftaande, van alle oppcrmagt of een .gedeelte van ^'exercitie van dien , als is d'aaminisrnitie van Juftitie, met relatie tot de Militairen t excl'udereri. Komende 't óns onnodig voor, om ons met dié inftruclie langer op te houden, dewyl die in alle -gevaren deeze Provintie in 't geheel niet is rakende,  .de, maar alleen Braband, Vlaanderen, Hollands Zeeland, Utrecht, Mechelen. en Friesland, Dp tyden., welke hier op gevolge zyn, raken 't Gouvernement van den Grave van Lycestcr, uit hoofde van een fpeciale conventie, met de Koningipqe van Engeland ingegaan, gectablisfeert. Waar. omtrent 't bekend is, dat de benauwdeomftandigheden, waar in deeze eerst geborene Republicq zig bpvond, de bezwaar'yke conditiën, van die. conventie niet alleen van de Regeering hebben afgeperst, maar dat ook die Grave daar, meede nog niet vergenoegt, zyn auctoritc-it gedurig heeft zoeken t'extenderen, en, daas, over,, coneinueel in conrest met de Heeren Staaten is geweest, zoo. dat, al was onder dat Gouvernement de Jurisdictie der Militairen al wat verder uitgebreid, dit niet in confequenrie zoude zyn te trekken. Hoewel altans daar van niets te vinden. is., in. de dela'ie van. 't Gouvernement, van den 6 Fcbruary . 158.6,, te vinden in V Gr. Placaacb. 1. vol. Col. 47. nog ook in de Krygsordening van den 14 Febr. 1586. Gr. Placaatb. 2. vol. Col. 161. door denzelveu. Grave, uitgegeven,, als makende 't laatftc alleen, mende yan de difdpline Militair en van Militaire deli&en, 't. geen nog veel eer een argument tot cxclufie van de Jurisdictie over gemeene F 3 de-'  ( LXXXVI > delicten zonde uitleveren, gelyk ook, zoo de vol^ Ie raagt en ahfolut gebied over 't Krygsvolk, by d; Refolutien van de Staaten Generaal, van den i o January en i Febr. 1586 aan opgemelte Grave al is gedefereert, die woorden een zeer gezonde zin kunnen hebben, als die verftaan worden van *t emploi van dat Krygsvolk en 't houden van dezelve in een goede order en discipline, waar on.ler geenzints is begrepen of bewezen is begre^ pen te zyn, eenige regtsdwang of d'exercitie van een univerfeele Judicature in civilibus. of in crimi-r mlibus buiten de overtredingen in den Militairen dienst zelve, Progredierende hier meede, tot d'inftruótie voorden Raad van Staaten dezer Vereenigde Nederlanden , den 12 April 1588, te vinden by Ahzma, fcerfteldc Leeuw pag. 211. gcrirresteert, zoo is 't zekcrlyk zoodanig, dat aan denzelven Raad de fuperintendance en de directie van de Militie te Water cn te Lande daar by word gedefereert, zulks dat men natuurlyk zoude moeten verwagten, dat, wanneer na de geformeerde Unie d'intentie was geweest van de gezamentlyke Bondgenoten, om de Militie in 't geheel en in alles van de ordinaris Jurisdictie t'onttrekken en aan haare hoofden een univerfeel regtsgebied, in wat plaats of territoir van de zeven geünieerde Provintien zig mogt be-  ( LXXXVÏF ) vinden, t'attribuercn, zulks in die inftructie zoude zyn geïnflueert. Dog zal men niet alleen te vergeefs dit poinct daar in zoeken, maar komt 't ons, indien men den 5 art. met den 43 wil vergelyken, zoo. als een gezonde wyze van interpretatie dit aanraad, evident voor, dat 't geene na d'exercitie van een Jurisdictie • gelykt, alleen met betrekking tot de Militie hier word gefteld, door de Bondgenoten aan de directie van den Raad en dus gemeen gemaakt te zyn, niet anders is, als 't houden van de discipline Militair en 't ftraffen van alle excesfen, 't geen juist zyn die feyten, die men onder de naam van deljcta Militaria gewoon is te comprchenderen. En dat 't 'er zoo ver van daan is, dat den 43 art. van dezelfde inftructie iets privatifs aan den Raad van Staaten in 't oeffenen van eenige Jurisdictie over de .Militie toefchryft, dat men alleen de woorden van dezelve, als zeer notabel zynde, maar behoeft hier te laten volgen, om het tegendeel te betogen, terwyl niets, als communkanve en niet abdicatïve aan de dispofitie van den Raad gefteld word, luidende die 43 art. woordelyk; „ En verftaande de Staaten Generaal voor„ noemt, dac tot confervatie van 't regt van de F 4 » Ver'  ( LXXXVIM ) r„ Verecnigde Nederlanden in 't Generaal, en in „ 'c particulier zy Lieden van hen met deeze in,, ftruétie af inftellinge van Regeeringe en Raad „ van Staaten niet abdiceren de magt en \ regt om „ by de Staaten Generaal en de Staaten van de „ Provintien in 't particulier, elk zoo veel hen ,, aangaat, by tyde van nood; of ah de Staaten van den Lande zulks vereiichen, zelfs order tot „ dienfte van den Lande, in de zaken by hen „ Lieden ter dispofitie van den voorfchr. Raad ge„ fteld, te mogen ftellen en exerceren, beide de „ directie van de zaken van Oorlog ee Water en „ te Lande, met al 't geen daar aankleeft, en „ namentlyk meede 't doen van monftering, hou„ den van discipline Militair , ftrafte van alle ex~ „ cesfen, en in alle andere zaken den Staat, Pq„ litie en Juftitie van voorfchr. Landen, Steeden en Leeden van, dien in 't generaal, en particun lier aangaande ter dispofitie van den Raad niet „ eccprcsfelyk gefteld zullen blyven, ter. dispofitie ,,, van de Staaten Generaal, den Staat van de par„ ticuiiere Provintien, de Magiftraten. van de „ Steeden en andere wettelyke Overlieden, elks in „, haar reguard. Waar by nog kan gevoegd worden, den 50 art. van de gerevideerde inftructie voor den Raad van Staaten van 5651 , te vinden by Aitzma, ker* ftelde Leeuw pag. 420, WÜ-  ( LXXXIX ) Willende wy met de allegatie van die periode nogtans niet zeggen \ dat de Heeren Staaten van de respective Provintien zig gedurig en ligtelyk van den inhoud van dien zouden behoren te bedienen met relatie tot 't geen expresfe ter dispofitie van den Raad gefteld is, ten eynde alle eon traire ordres en daar uit voort moetende komen confufie werden geëviteert, maar alleen dit, dat die referve doet zien, dat, wanneer men over \t regt disputeert, gelyk tegenswoordig, dat de Provintien haar magt en gezag in 't ftuk van 't ocffenen van Juftitie, zoo. zy 't nodig oordeelen, kunnen gebruiken, of door die geene, aan wien de gewoonelyke administratie vap dien hebben overgelaten, doen gebruiken. Wy zouden geern het hier by, ten aanzien yan d'inftructien van den Raad van Staaten laten, was 't niet, dat wy vrezen aan onzen plicht te zullen manqueeren, indien wy de navolgende bedenkingen, waar toe ons die inftruclien aanleidinge geVen, kwamen agter te houden en te fupprimeren. Wy kunnen in de eerfte plaats niet wel begrypen, hoe in de tegenswoordige qua^ftie d'auctonteit van den Raad van Staaten kan zyn gedeflueert op den Heer Capitein Generaal, dewyl den Raad pnzes eragtens niet bevoegt kan geoordeelt worF 5 den,,  C xc ) tien, om die haar aucloriteit op een ander, 't zy dan tacite, 't zy dan expresfe, te doen overgaan, Alzoo al 't geen aaq die by haare inftructie is. gedemandeert, ten opzigte van de uitoefening van een Jurisdiétie, wy niet anders weten aan te merken, als te beftaan in een Jurisdictie deiegata, welke door den Judex delegatus nooit aan een ander wederom volgens rcgten kan gefubdelegeert worden, Ten anderen, hebben wy uit de memorie in den Jaare 1703, geformeert door den Raaden hier voren reeds aangehaalt, wel opgemerkt, dac den Raad doe meende, dat van haare auctonteic deflueerde die van de Krygsraaden, maar komt, daar meede niet overeen, de tegenswoordige Ristenue, dat de aucloriteit van de Krygsraaden moet gehouden worden af te vloeyen, van d'aucloriteit van den Heer Capitein Generaal, dewelke bcvoegt word geoordeelt, om die Krygsraaden te creëren d'uitgeftrektheid van haare Jurisdictie aan dezelve te praefcriberen, of we} na goedvinden eenige zoorten van zaken daar van t'eximeren, haar gezag op zig zelfs te borneren, en te binden aanHoogstdeszelfs approbatie van haare gewysdens, of disapprobatie en correctie buiten 't oeffenen van gratie, 't welk geen gemeenfchap heeft met de regtspleging zells, een hooge Krygsraad aan te nellen, of  C xei ) af te ftellen, daar aari een appel van de gewysdens van de mindere Krygsraaden toe te liaan, of niét toe te ftaan, of ook een zaak na Hoogstdeszelfs goedvinden van de mindere Krygsraaden te avoceren, en ter eerlter infkmtie ter dccifie van den hogen Krygsraad door den Fiscal van de Generaliteit te doen brengen, of ook wel in 't generaal zulke Reglementen op de exercitie van die Jurisdictie të doen emaneren, als oirbaar mogt agten, gelyk wy reeds hier voren hebben aangemerkt. Ja zelfs dat die magt zoo verre zoude kunnen gaan, dat 't van Hóogstdeszèlfs welbehagen zoude afhangen, om onder die Jurisdictie te mogen trekken, perfoonen geen Miiitairen zynde, op fundament dat een delict, 't geen mert dan een Militair delict noemt, gecommitteert zoude hebben, wanneer men op 't zelve moment zoude ftellen, dat de qualiteit van de perfoon, fchoon een gemeèn deliB begaan hebbende, en daar en tegen de nabuur van 't delict in een Borger de competentie yan de Jurisdictie des Militairen Righters zoude uitwerken., Welke beide gronden nogtans vry wat difficiel te conciliëren zullen zyn. Ten derden, dat wy mitsdien niet anders kunnen zien, als dat deeze auctoriteit moet worden be-  £ XCII ) beoordeelt, op zig zelfs, na de natuur van dit ampt van Capitein Generaal. Ten vierden, dat, wanneer, wy zullen ondernemen, om dit by forme van een van ons gerequi» reert Advys te beoordelen, wy ons verlegen moeten vinden, om voor d'existentie van zoot een auctoriteit de jure te refponderen. Nademaal ons geen wet of van de Heeren Gecommitteerdens in de Staaten Generaal behoorlvkvan haare respective Committenten daar toe gcqualificeert en geauctorifeert. zynde geweest, of van U- Ed. Mog. in 't byzonder is voorgekomen, welke deeze ample magt in faveur van den Heer Capitein Generaal, definieert. En dae wy nogtans ons verbeelden, dat zot 't overbrengen van zoo een notabel poinct van de Souverainireit (als kunnende wy onder verbetering niet anders zien, als dat zulks in der daad bevat een zoprt van de wetgevende magt over een zeker order van Onderdanen) een expresfe klaare vet abfolut noodzakelyk is, gelyk ook d inftructie voor den Heer Capitein Generaal van den Jaare 1647 hier voren bygebragt, onder, de Jcttej G. 20. mitsgaders die van den Jaare 1722 voor den doenmaals gekoren I^eer Capitein Generaal van deeze Provintie tpont, dat 'er een Capitein Generaal, kan  ( XCIII } zyn zonder zoo een uitgeftrekte magt, en dac mitsdien nog voorbeelden, die alle facti zyn, nog argumenten ooit bekwaam kunnen worden geoordeelt te. zyn, om dit gcfchil, wanneer 't op 'c regt aankomt, waar over wy gevraagt worden, uit te maken of te beflisfert» Tón vyfderi, dat, zoo wy paralél mogen ftellèn de twee hooge qualiteiten van Capitein Generaal eri Admiraal Generaal, en 't onderfcheid tusfchen die tWee alleen zouden mogen zoeken in de voorwerpen, waar toe die twee hooge funélien befrekkelyk zyn, te weten, dat d'eerfte gaat, over t volk vart Oorloge te Lande, en d'andere over dat te Water, 't ons toefchynt, dat d'inftrucne voor d'Admiraliteiten den 13 Aug. 1593 gearresteert ëen argument aan de hand geeft, 't Welk niet alleen doet zien, dat d'auctoriteit van den Admiraal Generaal geenzints geïnteresfeert is, ert by gevolg dan ook, die van den Capitein Generaal niet kan gezegt Worden geïnteresfeert te zyn, wanneer 't ftrafren vah volk van Oorlog over deliften, die niet pure Militair zyn, aan den ordinaris civile Righter verblyft, maar dat ook wel degelyk 't onderfcheid tusïchen delicta communia en pure Militaria in d*eeffte tyden van de Republicq geëxisteere heeft, als dicterende den 3 art. van voorfchr. inftructie : 0 Dat de delicten buyten 's Scheepsboord w gcpleegt en niet wezende Militair, geftraft zul- „ lea  ([ xcrv ") „ len mogen werden by de Magiftraten, Officie„ ren en Ju'ti eieren, in welkers Jurisdictie dezelve ,, geperpetreert of die delinquanten gevonden zul„ len werden. *t Welk met een, na 't ons voorkomt, doed Zien, de waare zin van den 5 art. van d'inftructie voor den Raad van Staaten in den Jaare 1588 geiirrestcert, te weten, dat die gaande zoo wel over het volk van Oorloge te Water, als te Lande, en ltatuëerende dat den Raad zoo wel door den Admiraal als de Gouverneurs van de Provintien haare bevelen zouden moeten doen volbrengen, ook ggen andere betekenis kan hebben, als die zoo weinig Jaaren daar na, Haar Hoog Mog by voorfchr. inftructie voor d'Admiraliteiten getoond hebben haare intentie te zyn, namendyk: zoo men die bevelen van den Raad ook zoude willen betrekkelyk maken op 't doen administreren van de. juftitie, in alle gevallen dit niet anders, met opzigt tot den Admiraal en 't volk van Oorlog te Water moest begrepen worden, als met de di~ ftinctie art. 3. van d'inftructie voor de Admiraliteiten werdende gevonden, en by gevolg ook niet anders met betrekking tot 't volk van Oorloge te Lande, 't welk in een en dezelfde zamenhang voorkomt, kan werden uitgelegt, wanneer geen Leger te Velde is, 't geen alleen met de Scheepsboord  ( xcv *) boord kan worden vergeleken, en waar over thans zig geen verfchil opdoed. Alle deeze remarques aanduidende, dat de proi pofitie, welke te bewyzen ftonde, bepaaldelyk^cn fpeciilcq deeze zynde, of na 't formeren van d'Unie tusfchen zeven verfcheide Provintien, die ieder in den haare Souverain waren en Souverain zyn - gebleven, na 't gemeen maken van een Corps Militie , tot gemeene befcherming en na 't geven van een wezen aan zoo een Militie, dat dezelve nooit te voren gehad hadde, door die Bondgenoten omtrent Üt oeffenen van Jurisdictions Aflens in de respective Provintien iets is vastgefteld, en dat dit zoude begaan hebben in een overgifte van een univerfeele Jurisdictie aan de Militie, om die uit naam van de gezamentlyke Bondgenoten t'exercceren, nergens uit de ftukken tot hier aan toe aangehaalt, blykt gedaan te zyn, zoo denken wy, dat wy gerust dit befluit kunnen opmaken, dat volgens de maxime, welke van d'erectie van de Republicq af, in de nieuw geformeerde Regeeringsform hier voren geprobeert is plaats gehad te heb-, ben, en gevolgt te zyn geweest, namentlyk: dat al wat niet expresfe door overgifte in 't ft uit van politie of Juftitie mogt blyken gemeen gemaakt te zyn, moet gehouden worden ter dispofitie van de Heeren Staaten van ieder Provintie, Steeden of Leden van dien, elk in haar reguard gebleven te zyn,  ayn, in geenen deelen de wettigheid van een univerfeele Militaire Jurisdictie, die van wegens de Generaliteit zoude kunnen werden geëxerceert, voor uitgemaakt kan gehouden worden. Welk defect vün een wet, offchoon voor eert generale folutie op die objectien kan dienen, zoo willen wy egter ons niet onttrekken op de allegatien, welke nog volgen in de memorie, onze remarques, voor zoo veel deeze Provintie betreft, meede te deelen. Waar in dan verder voorkomt, een Placaat van Haar Hoog Mog. van don 29 April 1589, te vinden ia V Gr. Placaatb. a vol. GoL $jt Dit Placaat» is waar, is by verfcheide auteuren , over deeze materie gefchreven hebbende, of niet wel gelezen» of niet wel verdaan» maar is ons voorgekomen, dat de zin daar van best en eenvoudig is begrepen, by den Prsefident Bynkershoek in zyne Qjitsft. Jur. Priv. Capi 13. p. 162. houdende» dat daar in fpecial over twee Militaria deli&a, waar over eigentlyk de Krygsraaden waaren d'ordinaire Righters, de preventie is toegedaan aan de politicque Righters» en dat mitsdien d'expresfie van au&orifatie (waar toe men mogelyk niet zonder reden zoude mogen twyffelen» of Haar Hoog Mog. zelfs wel magt hebben, gehad) moet  Q xcvn ) moet gehouden Worden daar in geinflüeeft' té ïyn om de politicque Righters t'animeren, om dat geene in 't werk te ftellen, dat de Heeren Staaten in d'inftructie voor den Raad zig altyd en zelfs ten aanzien van d'eigentlyke Militaria deiicla zoo kort te voren, te weten, in den Jaare 1588, hebben voorbehouden gehad* Èn geenzints om een alictorifatie te verleenen, op Provinciale politicque Righters, onl een delict, 't welk men asfumeert commun te zyn, te ftraffen, met oogmerk om daar dooi' f onderjitilen, dat de politicque Righters niet competent waren, om over communia delicta door de Militaire perfoonen gepieegt, te jugeerem Voorts progrcdicrende tot den zoogenaamdert Ttf* ticulbrief of Krygsordonnantien, den 13 Augï 1590 door de Heeren Staaten Generaal, op Advys van den Raad van Staaten geürresteerc, zoo" valt voor een ecrfte obfervatie hier op, dat meil niet gelooft, dat de voorftanders van de auéterkeic van den Capitein Generaal thans zouden willen toeftemmen, dat zoo een Krygsordonna'ntié, waar aan niet blykt, dat eenige hoofden van de Milit&> eenig deel hebben gehad, van 't departement van den Capitein Generaal zouden mogen onttrokken worden, gelyk ook haare gronden, waar op bouwen, te weten, dat de Militie een byzonder zoort G van  Q xcvm ~) ran menfchen, onder een byzonder hoofd ffo.ande, zoude uitmaken, dit niet fchynen toe te laten. 't Geen al aanftonds te kennen geeft, dat de generale grond, waar op men een univerfeele Jurisdictie alleen dependent van den Capitein Generaal heeft tragten te ftabilicren, in wylen Zyn Doorl. Hoogheids glorieufer gedagtenis misfive van den Jaare 1749 ^ N., geen hulp ten dien opzigte uit dien articulbrief kan erlangen, gelyk ook waarlyk niets van die natuur of dat daar na gclykt daar in gevonden word, zoo als nogtans, indien dit op die tyd in iemands gedagten was opgekomen , zekerlyk in die Ordonnantie zoude zyn gedaan geworden. Ten tweeden, moeten wy noteren, dat die Ordonnantie wel voornamentlyk in 't oog heeft, de difcipline Militair en 't ftraffen van alle fouten, welke aan 't oblerveren van die difcipline of goede order hinderlyk kunnen zyn, en dus daar toe ecnigzints betrekkelyk kunnen gemaakt worden, en dus in geenen deelen kan gehouden worden te fpreeken van delicten, waar door de gemeene rust van de Sociëteit, waar in de Militie leeft, gechocqueert of geiloord word, om de kennisfe daar 0ver aan de politicque Overigheid in die SoèHeted total t'onttrekken. Ten  ( xcrx ) Ten derden, dat art. 3 & 5. wel worden gevonden de pcene, welke een Soldaat een van de delicten daar ge-noemt perpetrerende zig onderhevig maakt, dog geenzints bepaalt de Righters, dewelke daar over zullen erkennen, veel min, dat zulks alleen zouden zyn de Krygsraaden, met totale exclufie van alle politicque Jufticicren. Ten vierden, dat op zyn hoogst genomen, althans daar uit niet meer fchynt geëlicieert te kunnen werden, als dat 'er ook zomtyds cafus kunnen voorvallen, waar in de Juitiue Militair over gemeyne delicten art. 3 & 5. uitgedrukt, kan regt oefenen en de ftraffe daar by gepraefcribeert, doen infligeren. 't Geen dan niet anders wil of kan denoteren, als dat de Juftitie Militair ter plaatze daar zy een exclufive Jurisdictie heeft, diergelyke ftraffen over zoodane delicten kan en moet deceraeren. Maar blyft de quteftie dan nog dezelfde, namentlyk: of aan dezelve Juftitie Militair overal zonder onderfcheid van plaatfen, V zy in V Leger , V zy ïn Guarnifoenen, V zy ten platten Lande of elders, alwaar geen Krygsraad zig bevind en egter 't delict is begaan, zoo een univerfeele Jurisdictie is competerende, dat daar over niemand anders, als Militairen zouden kunnen cognofecren, G 2 waar  ( ö ) waar over de articulbrief niet bandek, en waar uit mitsdien de definitie van 'dit poinft, óhzes eragtens, met geen mogelykhcid kan gehaald wórden. , Ten vyfden, dat in allé gevalle een gelisfumeerde onderilellinge eener neeesfaire of wel van een privativè jurisdictie der Krygsraaden in die articulen niet, als een certum jus zoude kunnen of mogen geallegueert worden, maar zoude die interpretatie dan nog afhangen van 't arbitrium van de Statuenten, de Heeren Gecommitteerdens in de Staaten Generaal, die zekerlyk daar toe wederom zouden nodig hebben eene voorafgaande inftructie en au* ctoriuitic van haare Committenten. En ten fesden, dat binnen deeze Provintie nooit anders begreepen is, dan dat dezelve articulbrief alleen relativ was tot de Militaire difcipline. Tot een preuve van dien, hebben wy de eer hier by te voegen, d'inflru&ie van den Advocaat Fiscaal over de Guarnlfenen In V Forflcndom Celrè en Graaf chap Zutphen, fub DD. i °. Waar by uitdrukkelyk gezegd word: ., Zal ook alle naarkigheid aanwenden vm den B articulbrief van de dljcipiine Militair onder den i» voi-  C fe* > „ yolke van Oorloge te Lande wel te doen opder„ houden. En ten einde ons niet tegengeworpen word, als of wy hier eene captatie van woorden committeerden, moeten wy op dit product verder aanmerken : i°. Dat immediate op de gemelde woorden, articulbrief van de Militaire, difcipline volgd , pide de Placaten van den Lande. Waar door gcene andere, dan de Placaten van Haar Hoog Mog. en d'Ordonnantien van den Raad van Staaten verftaan kunnen worden, zoo als met evidentie blykt, uit de tweede periode van gcmclte inllruclie, Maar nu ftryd 't immers tegens d'eerfte grondbcginzels van de confiitutie dezer Republicq, dat de Heeren Staaten Generaal of de Raad van Staaten eenige andere wetten, dan rakende de difcipline Militair , in de byzondere Provintien zouden kunnen geven. Dat aan^ dienzelfdea, Advocaat Fiscaal der Militie in Gelderland, al verder geordonneert word, dat hy over alle NB. mefufen van 't Krygsvolk jjrnftelyk informeeren, en d'overtreders naar teG 3 mits  ( crr ) tmir der Ordonnantiënf Placaten en Refolatien, Waar door notoir wederom die van Haar Hoog Mog. en den Raad van Staaten verdaan moeten worden, zal deen in hegtenis nemen. En fchoon 'er wel op volgt, dat hy ook alle neerdigheid zal aanwenden, om wel te doen onderhouden , de Juftitie Militair in 't civile en criminele. Zoo blykt dog uit 't geene 'er bygevoegt word, cp dat de bofe geftraft en de goede voorgeftaan mogen worden, dat door die civile Juftitie Militair niet verdaan kan worden, 't geen men anders eigentlyk civile Juditie, te weten, over het meum & tuum noemt. Maar dat door civile Juditie Militair tot draf van den bozen cn voordand van den goeden verdaan moeten worden, alle die ftraffen of correctie, die door dok of klmgflagcn, fpitsroeden , cordons, provoost, arrest, ékc. zonder eenige infamie t'importeren, en dus in oppofitie aan de crimineele draffen, die infamerend zyn, by de Militairen gebruikt worden. Al 't welk ook af te nemen is, uit de benoeming van civile Juditie Militaire in overdelling van  C CIÏI ) van dc eigentlykc gezegde civile Juftitie, die door den Judex loei geadminiftreert word. Dog 't geen ons van alle captatie van woorden disculperen moet, is: Dat deeze Fiscaal van dc Militie in Gelderland, altyd beroerende zyn ampt en functie, immediate gefuborneert is geweest aan 't Hoff Provintiaal, van 't zelve ordres cn bevelen heeft ontfangen, die uitgevoerd, daar van by fchriftelyke verbalen rapport gedaan, en daar op nadere ordres afgewagt, zoo ais confteert fub DD. a°. 30. 4°-& 5°- Kunnende 't nu immers geene haafitatic onderhevig zyn, dat inval deeze Fiscaal zig boven de difcipline Militair, iets dat na ordinaris objecten van crimineele of civile' Juftitie gelykt, had willen aanmatigen, of die als objecten van cognitie van den Militairen Righter had willen confidereren, dat hy dan van zyn- kant daar van geen rapport aan 't Hoff had kunnen doen, en dat van d'andere zyde dan ook 't Hoff als altyds met het maintien van 's Lands Hoog en Geregtigheid, en dus met 't maintien van de univerfeele Jurisdictie den Souverain infaillibel competerende gechargeert geweest zynde, dien Advocaat Fiscaal nooit, had kunnen employeeren. G 4; On-  Onciertusfchen zien U Ed. Mog. dat alle deeze vcrbaalen zyn van 1640 en 1642, en dus van een tyd, dat de Republicq met een Capitein Generaal voorzien, cn de Refolutie van 1 6 51 , waar by men fuüineert, dat de Militaire Jurisdictie \ eer?t zoude gecircumfcribeert wezen, nog niet in wezen was, Wy kunnen niet voorby, cm 't geen pag. 3 3. hier op volgt, namentlyk: dat de Generaliteit knrt na de Utreghtfe Unie een univerfeele gt-rigisdrang over de Militie heeft geëxerceert, eenig* jsims te releveren. Men behoort niet te confunderen in dit raifonnement de dispofitie cmtrent de gerigtsdwang over dc Militie met d'exercitie van die gerigtsdwang. Het eerfte is buiten disput, wanneer de Gecommitteerdens ter Generaliteit behoorlyk van haare Committenten geïnftrueert en geauftorifeert zyndo, de Generaliteit als dan een univerfeele gerigtsdwang kan dc Miütie komt te concederen , dog dit word gencgeert ooit gedaan te zyn. En 't tweede, d'exercitie van de gerigtsdwang zoude niet door de Generaliteit maar van wegen* de Generaliteit door anderen moeten gefchieden. En,  ( cv ) En, of wel wy over zulke zaken, die uit de registers 'en party boeken van den Raad van Staaten zouden appereren, niet kunnen oordeelen, of men zoude die moeten kennen in haar natuur, om te kunnen weten, of die met eenige fchyn tot betoog van een univerfeele Jurisdictie in de respeeti* ye Provintien zouden kunnen aangevoert worden. Zoo kunnen wy nogtans niet bcgrypen, hoe uit h geen den Raad van Staaten heeft gedaan, hier wederom kan geclicietrt worden, een tegenswoordige attributie van een univerfeele privative Jurisdictie aan de Krygsraaden zelfs 'met excliifie vak den Raad van Staaten, Men fteld hier duidelyk, dat den Raad van Staaten NB. eerst alleen en naderhand nevens den hoogen Krygsraad heeft regt gedaan. Maar men drukt niet uit, hoe de Raad van Staaten dit regt fpreeken, 't welk gezegt word, in *t eerst alleen gehad te hebben, voor een gedeelte hebben verloren en door welke wet, gezag of auctoriteit den hoogen Krygsraad aan zoo een concurrerent regt met den Raad van Staaten, welke, gelyk wy reets te voren hebben aangemerkt, niet bevoegt kan werden geoordeelt, de aan haar gedelegueèrde Jurisdictie, weder aan een ander te fubdelegeren, is gekomen, 't welk zoo lang niet blykt, G 5 zoo  1500 • zoude dit gedrag van den hoogen Krygsraad, waar door op de raagt en aucloriteit van den Raad dan zoude hebben gcëmpieteert, de fado cn gecnzints nog de jure zyn gehouden. Hier by komt, dat men in alle gevalle, aan alzulke regtsgedingcn kan oppoferen diergclykc, zoo over civile, als crimineele zaken, exccpt pure Militaire delicten, buiten alle contradictie ten minften in deeze Provintie, waar in zig daar van ontallyke exempelen voor doen, voorgevallen, kunnende men niet zien, hoe 't mogelyk zoude zyn , dat, wanneer men zulke voorvallen meede tot een zoort van bewys van 't regt zoude willen bybrengen en daar aan eenige, al was 't maar een adminiculerende kragt toefchryven, men diezclve kragt aan diergelyke regtsgedingen voor den civilen of politicquen Righcer gevoerd, zoude mogen weigeren. Wy avanceren hier meede tot de Refolutie, op de groote vergadering van 16$ i genomen, pag. 35. in de memorie verhandelt, by examinatic van welke, Wy hebben bevonden alles eenvoudig hier in te beflaan, dat de Provintie van Gelderland op dep 2.0 January 1651 in de groote vergadering onder meer  £ CVII ) meer andere poincten heeft geopcnt, haare Refolutie van den i o daar te voren, rakende de Militie , houdende: " dat dc majeurs in de voorfchr., „ te weten, in de voorgaande articul door dc rc„ lativc byvoeging van voorfchr., beter uitgedrukt „ door de expresfien van Steeden en Forten van „ de Provintien ftem in Staat hebbende, hier door „ een meer gecontraheerde fpreekwyze van flem,, m-nde Steeden uitgebragt, de Militaire Juris„ dictie niet verder zouden mogen gebruiken of „ extenderen, als over de nalatigheid in tochten cn wagten, overgaan aan den Vyand, defertie „ van Compagnien, of verloop van d'eene Com„ pagnie onder de andere zonder paspoort, mits„ gaders, over excesfen cn delicten, die d'Officie, ren en Soldaten onderling d'een tegens d'andere „ zulien komen te begaan, cn verder niet, in„ voegen, dat over alle andere zaaken, V zy ,, criminele, V zy civile de Militaire perfoonen ' apprehenfibel, convenibel, jufticiabel en exëcu„ tabel zouden zyn, by den civile of politicque Rightcr, wiens Sententien meede over fchulden „ cn anders gewezen, by gebrek van gereede of „ ongercede goederen, op de gage van den ge„ condemneerde, na d'ordre van 't Land ter exë„ cutie gefteld zouden werden, als te zien fub H. „ a°. en by Aitzma hcrftelde Leeuw, pag. 135. Dat daar na die van Utrecht, dezelfde zaak genoeg-  £ CVIÏI ) noegzaam met dezelfde woorden hebben vobrgefteld, uitgenomen, dat daar m dexpresfie van, flemmende Steeden in die van Sleeden der fteramende Provintien uitdrukkelyk word gevonden, als meede by denzelven auteur kan vernomen wew den, p. 173. Dat op den 7 February daar aan volgende, di* van Overysfel hebben gedeclarcert van 't zelfde Fen* timent te zyn, ibid. p. 231. Dog dat op den 13 van dezelve maand, dio van Holland voor haar Advys hebben gedeclarcert, „. dat 't poinct van de Jurisdictie over de Militie in „ alle zaken Biet purelyk Militair zynde, was Pro* „ vintial, en privativclyk behoorde tot 't beleid van de Staaten van de respective Provintien met „ verklaringe, dat van opinie waren, 't zelve regr „ zoodanig in den haaren te gebruiken en dat wei „ mogten lyden, dat de Provintien cn Leden van „ dezelve, die goed zullen vinden, 't voorfchr. „ regt meede te gebruiken en dieriftig zuilen ag„ ten, dat van deeze tafel aan d'Officicren van de „ Militie, voor zoo veel dezelve aangaat, ge- fchreven wierde, dat zy haar de dispofitie van „ de Staaten van die Provintien en Leden 'van de* zelve in 't gunt voorfchr. is, zullen onderwer* „ pen en nakomen, daar in werden geaccommo- deert, ibid. pag. 233. Hei  C CIX ) Het fchynt ons toe, dat deeze discrepantie vart fentimehten niet zoo zeer over de materie als wel over de wyze van disponeren oorzaak is geweest, dat die zaak, zoo veel de generale conclufie betrekkelyk op alle Provintien betrof, by die openingen is gebleven, en dat men in zoo verre, ten minfien aan 't begrip van de Provintie van Holland' en West-Friesland heeft gedefereert, dat het vermeerderen of verminderen van dc Militaire Jurisdictie van wegens dc Generaliteit tot geen object' van de deliberatien van de groote vergaderinge der ftmentlyke Bondgenoten heeft kunnen verlïrekken. Zoo dat ten dien opzigte te regt na onze opinie by wylen Zyn Doorl. Hoogheid hoogloifelykcr memorie in Hoogst Deszelfs misfive van 1749. fub N. is gcremarqueert, dat by de generale Bondgenoten daar omtrent geen bepaalde Refolutie om unanim in alle de Provintien op een egalen voet geÖbfervecrt te werden» is genomen. Dog dit geeft geene de minde verandering aan de validityt der Gelderfche Refolutie in dit reguard door dc Heeren Staaten ten bepaalden opzigte van deeze Provintie geaïresteert. „ Terwyl 't zig bevind, dat dezelve Provin„ tie op den 24 Maart van 't zelve jaar 1651 , „ als ibid. pag. 30 6 & 307. nader voorgcfleld „ heb-  C cx ) „ hebbende, dat uit naam van Haar Hoog Mog. „ aan de Commandeurs van de Guamifoenen in „ de Steeden ftem in Staat hebbende onder ande„ ren mogt werden gefchreeven, om de Mtïitafré „ Jurisdictie niet anders, nog verder te gebruiken „ of te extenderen, als in de voorgemelte propos, fitic met meerdere is uitgedrukt, daaromtrent „ des anderendaags den 25 Maart na gehouderië ,, deliberatie by de groote vergaderinge is goedge„ vonden, dat in conformité van dut voorftel , in „ dezelfde termen gefchrevcn zouden werden aan „ de Commandeurs van de Guarnifoenen in de „ Steeden van Gelderland ftem in Staat hebbende. Op welk alles wy meenen de volgende reflexiën te mogen maken: Als voor eerst, dat hier uit evident is, dat 't gunt voorfchr. uitbrengt, een werkelyk geconcludeerde Refolutie van U Ed. Mog. voorzaaten Staatsgewjze, en dus niet door Gecommitteerdens (zoo als uit 't Verbaal van het gebefoignecrde in 's Gravenhage, te vinden agter 't Landags Reces van 1650 evident word) genomen, en daarom ook door ieder een over deeze Refolutie ooit hebbende gefchreven, altyd heeft moeten toegedaan worden, gelyk dit zelfs ook in de meermaals aangehaalde memorie genoegzaam geconcedeert word, dat dit een Refolutie, een obligatoire»  Q cxi ) fe kragt, ten minften voor de Provintie van Gelderland in zig bevattende, uitlevert. Ten anderen, dat 't een verkeerd begrip zoude opleveren, wanneer men dit gerefolveerde niet anders zoude willen opnemen, als voor een propofitie ter Generaliteit gedaan, welke geen gevolg aldaar hebbende gehad of liever niet univerfeel voor de geheele Republicq ter conclufie gebragt zynde, daarom als geëvanefceert zoude moeten werden aangezien. ■ Nademaal uit de tweede propofitie van Gelderland, van den 24 Maart 1651 tot overtuigens toe confteert, dat de Heeren Staaten dezer Provintie de contenue van die eerfte propofitie hielden en confidereerden, als een dadelyke gearresteerde Refolutie voor dezen Furftendom en Graaffchap, gelyk ook daarom en uit dien hoofde de Magiftraat der Stad Arnhem, de contenue van dien op den 6 April daar aan volgende in haar Stad heeft doen publiceren, als kan blyken uit een authenticq Extract uit 't Publicatieboek, hier by fub EE. En uit 't daar op gerefolveerde van den 25 Maart biykt, dat de gefamentlyke Bondgenoten die Refolutie ook voor deeze Provintie, als een verbindende wet, hebben erkent door de aanfehry»'  C cxii ) vings aan de Commandeurs van dc Guarnifoenen in de Steeden ftem in Staat hebbende, van welke woorden d'eigentlyke en waare zin hier voren reets is aangewezen, waar meede zy deeze Landfchap op deszelfs inftantie wel hebben willen accommoderen, te hebben laten afgaan. . Ten derden, dat dit fchryven aan de Commandeurs der Guarnifoenen notoir niet anders kan begrepen worden, als met dat oogmerk en tot dat einde verzogt en gefchied te zyn, dat die door de Provintie van Gelderland, op dit fubjccl genomene Refolutie des te gemakkelyker en te beter zyn executie zoude komen te gewinnen cn alle difficulteiten, welke met Militairen, uit hoofde van verfcheidene redenen, waar door meer dan eens in deeze Provintie getoond hadden tot ufurpatien genegen te zyn, zouden kunnen voorvallen, zouden werden geremoveert en weggenomen. Zonder dat zoo een aanfehryven, 't geen alleen iets accidenteels is en tot dc fubfiantie van 't gerefolveerde niet gehoord, aan \ dictum van de Refolutie iets kan geven of daar van nemen. Ten vierden, dat uit dit alles confleert, dat deeze Refolutie van de Landfchap den 20 January 1651 aan de Bondgenoten gecommuniceert een obligatoire kragt ten aanzien van de Provintie van Gel-  f CXIÏf ) '[ Gelderland van den beginne af aan gehad hebben* de, U Ed. Mog. in haare Refolutien die als zoodanig ook bebben aangemerkt» als af te nemen ui6 i de hier vorens aangehaalde Refolutien van den i , April en 18 Oftober 1715, fub K. i °. & 2°. 1 May en 11 Scpt. 1728, fub Lk i°. & 2°. Ten 'vyfden, dat de Refolutien vart i6$i» of 'Van 1715* of van 1728 nooit door U Ed. Mog. zynde ingetrokken en geannulleert, wy 't gedurig van onzen pligt hebben moeten rekenen re zyn en nog te wezen, om, de gevallen daar van exterende» die ten aanzien Van de aan ons gedemandeerde I Jurisdictie, zoo in 't civile als crimineele op te volgen» wetende» dat de verandering alleen 'e werk is van Ü Ed. Mog; als de wetgevende magt in deeze Provintie hebbende, en daarom ons altyd zorgvuldig gewagt hebbende om vast te ftellen 4 dat door de creatie van een Capitein Generaal van Zelfs zulke Refolutien genomen» wanneer de Mi* litie van Zoo een eminent hoofd niet voorzien was, alle haare kragt zouden moeten gehouden worden verloren te hebben en caducq te zyn geworden. Waat aaft wy thans des të meer twyfieïen» htt Zyne Doorl. Hoogheid in Hoogst Dcszelfs adres aan Haar Hoog Mog. tot adftructie Van de Militaire Jurisdictie van den hoogen Krygsraad over de Vaandrig de Witte, door V "Ed. Mog. ten fine H van  ( CXïV ) van Advys in onze handen gefteld, allegueert den, articulbrief van den Jaare 1705, wanneer 't bekend is, dat de Militie geen Capitein Generaal heeft gehad. En eindclyk ten fesden, dat wy zwarigheid moeten maken, om toe te Remmen de confequentic, welke men uit voorfchr. Refolutie van 1651 tragt te trekken, als of daar door zoude worden onderfteld, dat de Jurisdictie van de Militairen zig voor dato van dien verder hadde uitgeftrekt, en 't geen nog verder gaat, dat die voor die tyd univerfcel zoude zyn geweest. Ons hier meede vermenende genoeg over de. Refolutie van 1651 geëxpliceert te hebben, tot betoog, dat die al nog in allen opzigte moet gehouden worden te fubfisteren, zoo gaan wy over met den opftcller der Memorie, tot 't Jaar 1675, toen de Republicq met een Capitein Generaal is Voorzien geweest. Wanneer 't aan den toemaligen Heer Prir.ce van Orange hoogloffelyker memorie in Zyn hooge qualiteit behaagd heeft, om aan de Heeren Staaten van de Provintien, immers aan U Ed. Mog. by misfive van den 3.January 1675 een provifioneel expediënt, omtrent de exercitie van dc Militaire Jurisdictie ter tyd toe, Zyn Hoogheid.met  C cxv 3 U Ed. Mog. hier over nader zoude hebben gcdelibereert, voor te flaan , 't geen in die misfive fub I hier voren gcappliceert met meerdere is vervat. Wy vinden wel in 't Utrechtfe Vlacacïb. v. i. p. 523. dat dit provifionele 'voorgcflagene expediënt by een fpeciale Refolutie van de Heeren.' Staaten 's Lands van Utrecht is geüccepteerc. Maar, zoo veel dezen Furftendom cn Graaffchap betreft, is ons nergens uit gebleken, van zoo een aanneming. Invoegen, dat dan met relatie tot deeze Pro-, vïntie alles is verbleven by de klaare cn duidelykc bepalinge, in den Jaare 1651 door de Hféren Staaten U Ed. Mog. hooge. Voorzaten gemaakt. Edog daar deeze misfive al meede word gelegd, tot een grondflag van de gefustincerde univerfeele Militaire jurisdictie, kunnen wy ons, die alles wat. tot de materie betrekkelyk is, aan U Èd» Mog. moeten voordragen, niet dispenfeeren, nog eeïfige reflexien op dezen brief aan de hooge attentie van U Ed. Mog. onderwerpen. K»£drraB'3 't&ïgiU '5i|ori &\ï TBCj. */ nf -&W)%J.r En verzoeken wy dan, l" nowraïi Ttt no . hïofy rièfcnbvyy bêïrr'ovftzintVafcr 10. Dat U Ed. Mog. den inhoud van-deeze H 2 mis-  C cxvi ) misfive gelieven te vergelyken, met die vart dcri laatst overleden Heere Capitein Generaal glorieufer memorie fub N. en van den tegenswoordigen Heer Capitein Generaal fub X. 8°., wanneer wy niet twyffelen, of 'ér zal zig aanfironds voordoen, een aanmerkclyk verfchil in opzigt tot de gronden, waar uit in deeze drie respeétive producten geiirgumentecrt word. Aangezien dat in voorgemelte misfive van 1675 niets van ■eèn univerfeele Militaire Jurisdictie, uit hoofde, dat de Militie een particulier Corps zoude uitmaken, eti haare byzoiïdere huishouding zoude hebben, vinden gemélt, veel min, dat die tot een grondflag van 't aldaar geproponeerde, van t welke by forme van exceptie iets zoude worden afgenomen, is gelegt, waar.uit dan volgti Dat dit fyfteme in 't Jaar 1675 nog onbekend was, en de geboorte daar van niet eerder als in 't Jaar 1749 zal kunnen gevonden worden. Wy wetert ten anderen, van 't motif van toegevent heid, waar aan men die 'voorflag van wylen Zyn Doorl. Hoogheid Willem de derde glorieufer gedagtenis, in 't Jaar 1749 heeft tragten t'attribueeren, niet te oordelen by gebrek, dat zulks in de misfive niet gevonden word, en wy kunnen nog minder ons refuferen aan 't doen van een discrete vraagt  ( CXVH ) ge, waarom men in alle gevallen aan wylen den laatst overledene Capitein Generaal hoogtoffelyker memorie heeft aangeraden, om minder zoogenoemde tsegeventheid in \ Jaar 1749 te gebruiken, als waar toe de hooge Voorzaat in 't Jaar 1675 getoond hadde t'inclineren, en waar van 't voorbeelE hadde gegeven. Ten derden, willen wy wel ingcnue bekennen, t'ignoreren wat dat geene is, waar door aan die misfive door de Provintien niet zoude zyn beantwoord, en dat dit gebrek, Van een behoorlykc kennisfe van d'eigentlyke zin van die uitdrukking ons al meede onbekwaam maakt, om daar over onze gedagten te kunnen uiten,, Ten. vierden, dat wy in een gelyke onkunde verfeeren, omtrent een daad van wylen Zyn Hoogheid naderhand Zyn Majefteit hoogloffelykcr memorie, waar door- de in de misfive van 1675 ter neder gefielde poinften zouden zyn herroepen, gealtereert , of verandert op fundament van de grondwetten van den Staat, van deszelfs commisfie, en 't voetfpoor van deszelfs hoogloffelyke Voorzaten, inciderende na ons begrip dit gepofeerde fundament, in een quafiio fatlï, welke die grondwetten mogten zyn? wat die commisfie mogt inhouden, en wat de vorige Stadhouders of Capitcins Generaal H 3 hier  C cxvnr ) hier omtrent mogten hebben gedeclareert ? of de jure zouden hebben kunnen declareren. Waar aan niet voldaan word door een bloote asfumtie, maar zoude bier van een klaar cn duideiyk bewys moeten worden voor den dag gebragt. Te meer, om dat dezen brief door den Heere Prince Willem de derde glorieufer gedagtenis, geacldresfeert zynde, aan de respectlve Heeren Staaten van elke Provintie afzonderlyk, Zyne Hoogheid daar door co ipfo heeft te kennen gegeven, varj gedagteo te zyn, dat elke Provintie afzonderlyk by magte was, om in den haare zulk een inr terim te accepteren, cn ten principalen nadere deliberauen met Zyne Hoogheid aan te fielicn. Al '£ welk c diametro flrydig is, zoo met den aart dier univerfeele cn van de afzonderlyke Provintien independente jurisdictie, sis met de gronden waar op die gebouw: zoude worden, namentlyk de grondwetten van den Staat. Wyl dog niets notoircler is, dan i °. Dat niemant met effect en ten fine van dispofitie kan delibereren , over eene zaak die van hem independent is.. En  ( CXIX ) ■ En "e. Dat in 't geen wat by de grondwetten van den Staat is vastgefteld, door gcene der Pro•vintien afzonderlvk cn o? zig zelve, eenige verandering 't zy dan pro tempore, 't zy in perpctuuiu kan gemaakt worden, dan nademaal wy ons -hier voren fpecial op yder ftuk dat hier toe betrekkelyk zoude kunnen zyn, op zyn phats hebben mWjkm en onze remurques meede gedeeld, zoude 't overtollig zyn dit alhier alnu te herhalen, te meer om dat: Ten vyfden, die misfive door Zyn Hoogheid als p-eze-d geaddresfeert is geweest aan de Heeren met oogmerk, om aan Haar Ed. Mog. die geproponeerde mefures omtrent t oefienen der Jurisdictie der Militairen te doen gouteeren, at immers daar over te delibereren. 't Geen wy zoodanig niet vinden gevolgd te 2yn, in de misfive van 1749- Ten fesden, dat Zyne Hoogheids voorflag niet anders dan tot een .provijioneele obfcrvantie van m heeft getendeert, om dat de occupatien van de doemalige Campagne Zyn Hoogheid met toebeten om iets finalyk met de Heeren Staats te kunnen arresteren, wordende tot een overtuigend blvk, dat Zyn Hoogheids intentie in geenen «dg was, om aan de deliberatien van de Heeren- StaaH 4>  ( exx ) ten te willen hinderlyk zyn, in 't einde daar nog byVoegd, dat Zyn Hoogheid oordeelde, dat deeze Zyne goede raeninge zoude kunnen dienen, ora ky provijle, m tot dat Zyn Hoogheid nader met Haar Ed. Mog. hier over zoude hekben gedelibe-> reerty weg te nemen de verfchillen, die in diergelyke zaken zouden kunnen vallen, zonder dat Zyn Hoogheid zig ergens in die misfive beroept op iets, dat de jure aut de facto zoude hebben plaats gehad. Ten fevenden, dat wy in dat geene, 't welk conform aan voorfchr. gedeclareerde meening van Zyn Hoogheid hoogloffelyker memorie is gehandelt, onder reverentie niet kunnen vinden de qualitei-r ten van een fub of obreptie, zynde wy niet alleen in ftaat, indien 't op feyten aan mogt komen, om zoo veel onze regtbank, waar in wy regtdocn namens U Ed. Mog. betreft, met menigvuldige exemplen aan te tonen, dat wy gedurende de prse-* fentie cn abfentie van den toemalige Heer Capitein Generaal tam in civilibus, quam in criminalibus, wanneer 'er conform de Refolutie van 1651 geen quaestie over pure Militaire delicten voorhanden was, opentlyk acten van jurisdictie met betrekking £>t Militaire perfoonen, zonder eenige contradiftie, hebben geëxerceert gehad, gelyk wy hier voren in 't historifche verhaa) reeds breder hebben gein vanceerc. Mm  C cxxi ) Maar kunnen wy ook tot een voorbeeld, dat wylen Zyn Hoogheid glorieufer gedagtenis van geen gevoelen veranderc is geweest, omtrent de maxime in Hoogst Deszelfs misfive ter neder gefteld , en dus althans van Zyn Hoogheid niet kan gezegd worden, iets by fub en obreptie verkregen te zyn, hier by voegen twee gevallen, waar van 't eene meer na 't civile zoude fmaaken cn 't andere 't crimineele is rakende, Wy beöogen met 'i eerfte, de brief van Zyn Hoogheid van den 27 November 1680 aan de Commanderende Officier t'Arnhem, waar by denzelven gelast heeft, om de Magiftraat met 't trekken van kondfehap der waarheid, van Militaire perfoonen te laten begaan, als hier by fub FF. 1 °. En met 't tweede, 't geval te Bommel van den Jaare 1685, concernerende eenige Ruiteren diefftal begaan hebbende, hier by fub FF. 20, 30, 4°. & 5°. Wy komen ten laatften tot d'inftruótie door wylen Zyn Majeftcit hoogloffelyker memorie, in 't laatst van zyn leven, op den 27 Oftober 1700 eerst gcarresteert voor den hoogen Krygsraad, te Vinden, in 't xecueil van Placaten beoefende zahen vm Oorlog, fub N°, 83. H 5 Ett  ( cxxir ) En agten ons verpligt om in de eerfte plaats te obferveren, dat daar in al meede niet uitgedrukt word , welke die civile of crimineele zaaken zyn, welke tot de cognitie van den hoogen of andere Krygsraaden zouden fpeéteren, en kan mitsdien, onzes eragtens, daar uit geen argument voor een univerfeele Jurisdictie der Militairen getrokken worden. Ten anderen, dat veel eer de generale expres* fien in die inftructie haare explicatie ten minften behoren te ontfangen, uit 't geen denzclvcn Heer Capitein Generaal te voren fpecificq op dit fubject heeft verklaard gehad, 't welk by die inftructie niet word bevonden verandert te wezen. En ten derden, dat, offchoon ten opzigte van die hooge Krygsraad niet mogt zyn aangehaalt, 't geen in materie van 't oeffenen eener Jurisdictie de facto mogt hebben ondernomen, om'redenen, die voor zoo een tyd 't ftilzwygen kwamen-aan te-ra* den, 't wat ver zoude gaan, indien men wilde fouteneren, dat door zoo een ftilzwygen den Souverain een van zyne wezentlyke attributen, gelyH is 't order ftellen op d'administratie der Juftitie, zoude kunnen verliezen en zoude moeten overlaten aan die geene, dewelke zig die hadde goedgevonden de facto toe te eigenen. Hier  ( cxxni ) Hier meede hebben wy zoo kort ons doenïyk is geweest, met prsetcritie zoo veel mogelyk van 't geene deeze Provintie zoo direct niet is toucherende, doorlopen, • de- voornaamfte ftukken , dié men gewoon is by te brengen, voor xle gefustineerde univerfeele Jurisdictie der Militairen, mee een totale onttrekking' van dezelve aan de regtsdwang van alle politiccue Officieren cn Gerigten, waar van wy ons niet hebben kunnen dispen feren, om dat wy anderzinrs zomtyds zouden kunnen geoordeelt worden, van ook met relatie tot dit byzonder geval op alles niet gelet te hebben, 't geen de proceduire door den Advocaat Fiscaal voor den hoogen Krygsraad, tegens de Vaandrig de Witté geëntameert zoude kunnen justificeren, ter voldoening aan U Ed. Mog. appoinétement, om op 'é geen den inhoud van 't adres ter occafie van dat geval, aan Haar Hoog Mog. zoo door Zyn Doorf. Hoogheid zelve, als .den Advocaat Fiscaal, voorgedragen , te dienen van onze confideratien cn advys , en resteert dan nog alleen, om ons te expliceren over 't poinct , wat applicatie van 't gceri Wy tot hier aan toe gededuceert hebben, daar van op voorfchr. geval na onze opinie zoude behoren gemaakt te worden. Wy zullen dan ter voldoening van dat derde in t begin. dezes voorgestelde poinct y voor eerst uit 't gededuceerde by een trekken, óé we-  ( CXXIV ) wezemlykfte poinéten en confequentien, zoo die deeze Republicq in 'c generaal concerneren, als die fpeciaal betrekking op deeze Provintie hebben, en waar uit dan ten anderen, ons advys in dezen van zelfs zal voortvloeyen. Wat 't eerste belangt, zoo denken wy, dat uit het verhandelde als een eerjle peinft kan opgemaakt worden; Dat nergens eenig blyk gevonden word, dat van ouds in deeze Republicq, na dat zig die geformeert had, gefubfisteert heeft een fysteme, dat de Militie hier te Lande onder haare hoofden of wel onder den Heer Capitein Generaal, een byzondcr corps haare byzondere huishouding en niets gemeens hebbende met de borgerlyke Sociëteit, waar onder vermengt is, of met derzelver Overigheid, zoude uitmaken, Ten anderen, ook niet, dat dit fysteme zoude geradiceert zyn, in een wet of placaat, van wegens de gezamentlyke Bondgenoten, welke d'Unie t'Utreght in den Jaare 1579 hebben ingegaan, vastgefteld. Ten derden, dat hoe zeer dit wel eigentlyk geen objeél van ons onderzoek heeft behoeven te zyn, alzoo wy alleen gevraagd worden, wat ge- ëta-  ( cxxv ) etablisfcert regtens is, ons egter zelfs geen redenen zyn voorgekomen, waarom een Militair perfoon in de gemeene Sociëteit met de andere Onderdanen handelende of die beledigende en dus die Sociëteit chocquerende, niet zoude moeten voor d'överigheid van die Sociëteit in regten betrokken en gejugeert worden, over zoodane zaken» dieniet de Militie, maar die Sociëteit, betreffende zyn. Ten vierden, dat zoo een uitgeftrekt fysteme m onoverkomentlyke inconvenienten en zwarigheden is onderhevig, en niets minder dan een imperium in imperio zoude vastftellen. Ten vyfden, dat al meede nergens meede goed! te maken is, dat de gezamentlyke Bondgenoten aan den Heer Capitein Generaal het notabel poinét Van wetgevende magt, welke uit voorfchr. fystema zoude volgen, ooit hebben afgeftaan. Ten fesdén» dat zoo veel dit Furftendom en Graaffchap in 't byzonder aangaat» wy hier voren in 't breede hebben betoogd : lö. Dat alle Jurisdictie in Gelderland de fua e»fentia proflueeren moet uit den boezem van dep Gelderfchen Souverain. a°. Dat onze Voorvorsten geene willekeurige cfc-  cxxvr ) dispofitie over dc Jurisdictie gehad hebbende, dc Heeren Staaten by 't aangaan der Unie van Utreght niet alleen niet geprafumeert kunnen worden, maar zelfs, den Koning als Hertog van Gelderland, toen nog niet afgezwooren zynde, niet by magte zyn geweest, om een willekeurige dispofitie over dc Jurisdictie aan hunne Bondgenoten te communiceren, gelyk zy die Unie dan ook niet hebben aangegaan , als voorbehoudens de Privilegiën zoo aan den Lande in k gemeen, als aart elk lid van 'f zelve in 't byzonder corapeterende, zulks dat ook geen 't minst territoriaal regt daar by aan de respective Bondgenoten overgegeven is, of heeft kunnen worden. 3°. Dat dus volgens de primitive gronden onzer Conilitutie, de Militairen zoo wel als alle andere perfoonen in allen opzigten. en zonder ccnig ondencheid zyn gebleven, onder, 'den regtsdwang van den Ordinaris dagelykfen politicquen Righter, tot dat by de Inilructie van den Jaare 1588 de Militaire discipline, invoege die aldaar gefpecificeert word, aan den Raad van Staaten is toegedaan. 40. Dat van" deeze concesfie in d'opgevolgde tyden van contitiueelen Oorlog en beroerten hier en daar door de Militairen binnen deeze Provintie geluxeert zynde, by de Gelderfche Refolutie van den 10 January 1651 op den 20 daar aan vol¬ gende  ( CXXVII ) gcude, -in de groote vergadering geopend, de Militaire Jurisdictie voor zoo verre dit Furftendom cn Graaiïc'hap betreft, tot de by die Refolutie ervintelyke principes door U Ed. Mog. hooge Voorzaten, aan. wien dit ook alleen toeftond, is gehragt;, zulks dat daar door wel verre dat de Militaire Jurisdictie beihoeid of gecircumfcribecrt zoude zyn, in tegendeel meer -aan den Militairen Righter is toegeftaan, dan hy ooit te voren gehad had. 5°. Dat dienvolgens by dc Refolutie van den 10 Apiil 1715 niet anders is gefchied, dan dat alleen de.gronden, waar op de Refolutie van 1651 berust, door de Heeren Staaten zyn geïnkereert. 1 -.yvl ■ i ' [> _ 6°. Dat voorts by Refolutie van den 1 May. 1728, wel de delicten punctueel.Militair zynde, voorts'de judicatuire over alle excesfen en delicten die de Officieren cn Soldaten van 't zelfde Guarnizoen onderling, offchoon niet puurlyk Militair wezende, mogtcn begaan aan de Krygsraaden al we-, derom door de Heeren Staaten alleen, en zonder iemants concurrentie, is overgelaten, dit cgter ook alles is, wat de jure aan dc Militairen competeert, en dat overzulks omtrent alle andere zaken crimineel of civil'de politicque Righter exclufive is gebleven competent. KéZqv mal bmasiv' 3?A nb vd mb «nrai.»ïw'-»''*£  ( CXXVIIT ) Én öra dan alnu aan deeze kiaare, duidelyke en nooit veranderde, maar {reeds geïnhsereerde ert bevestigde wet, van den Gelderfchen Souverain te coetfen het geval van den Vaandrig de Witte, zul* len wy 't zelve, voor zoo verre "t ons uit het request van den Fiscaal van de Generaliteit, en uit de misfive van Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Capitein Generaal bekent geworden is, opgeven. Het zelve beftaat dan hier in, Dat er een plan zoude gefmeet zyn, om in H de küge nagten van de maand Odtober by donkere Maan» en met vyftien hondert man in ge„ Wapende visfchers Schuiten, eene vyandelyke „ expeditie te tenteren , op 't Noorden van 't Èy„ land Schouwen, en t Züyden vart Goedereede „ en Over Flacque, de Vaandrig de Witte, plans „ Van de Batteryeh had gegeven, en een opgaaf „ gedaan van de manfehap, waar meede die Bat„ teryen bewaard , en van de ftukken Canon, waar „ meede dezelve gearmeert waren, en „ Dat hy op zekere tyd in Brouwershaven dagt 5, te commanderen, en als dan het aborderen van # den vyand zoude kunnen facilïteren. Dit dan 't geval zynde, moeten wy (zonder ons te arreteren, daar by dat het vreemd kan voor.  ( CXXIX ) komen dat de Fiscaal der Generaliteit zig uit hoofde zyner Commisfie beregtigd, houdende deeze proceduire te entameren en tot Sententie toe te pousferen, zonder eenige ordres van Hun Hoog Mog. te vragen, vervolgens eerst, toen 'er qurestie van reclame was, aanzoek heeft gedaan, om wegens eene eventueele overgifte zoodane ordres te bekomen) vooraf op dit geval van den Vaandrig de Witte maken, deeze generale remarque. Dat de daar in leggende befchuldigingen- zig van zelfs divideeren in twee ondcrfcheide poinétem Waar van 't eene betreft dat geen, waar aan gemelte Vaandrig zig reeds dadelyk fchuldig heeft gemaakt, als is i °. d'Opgaaf der plans van de Batteryen. a°. Die van de manfchap, waar meede dezelvebezet , en 30, Die van de (lukken Canon, met welke die Batteryen gegarneert waren , enHet- andere,., Waar aan hy zig eventueel zoude fchuldig maken. ; ! Te  ( cxxx ) Te weten, dat hy op zekeren tyd te Brouwershaven dagt te commanderen en als dan het abordecren van den vyand dagt te bevorderen,, Wat nu. \ eerste betreft, Zoo lydï het onzes eragtens geene bedenking , of het zelve contineert een crimen proditionis confammatum,, quod eyentum jam habuit. AIzgq daar door de vyand reeds dadelyk is of zoude geinformeert hebben kunnen worden, van den toeftand en ligging dier Batteryen en van de Manfchap. en. 't Canon tot derzelver verdediging aldaar geplaatst,, Do.ch ten aanzien van het tweede, kan 't zelve naar regten niet anders aangemerkt worden, dan eene belofte om een misdaad te zullen plegen en nog wel een conditioneele belofte, om die misdaad te zullen begaan, wanneer die landing ondernomen mogt worden» En wanneer, wy dan deeze distinctie in 't oog houden, menen wy dat daar uit van zelfs vojgd: Dat de woorden in de misfive van Zyne Doorl. Hoogheid voorkomende, Pm  ( CXXXI } Bat de misdaad van den Vaandrig de Witte eigentlyk is pure Militair, alleen betrekking kg* nen hebben op 't tweede poinét. Namendyk, dat hy in zyhe qüaliteit als commanderende Officier te Brouwershaven * het aborteren van den vyand zoude faciliterem Te meer om dat 't geehe bedenklrigë ican hebben» of elk en een ieder fchoon geen Militair», zöude in ftaat geweest zyn, om zoo de ligging der Batteryen als de Manfchap en 't Canon (alle zaken zynde die in fenfus corporeos vallen) op te geven. Gelyk de gevangene dati Ook.den1 ËoomH'eker Van Brakel, en dus geen Militair als complice op* gegeven hebbende, dit voor gevolg heeft gehad, dat de hooge Krygsraad aan Zyne Doorh Hoogheid heeft voorgemeld, om de ftükken van het proces van den Vaandrig de Witte ten fine van onderzoek nopens verdere complices te doen toekomen aan 't Hoff van Holland; Ook vinden wy in onze Regkofs eën notabel geval, dat met het voor handen zynde genoegzaam een allezintfche overeenkomft heeft, en egter ook door een perfoon niet Militair zynde, was bedreven, I a Tc  ( CXXXIF ) Te weten, zekere Peter Hendriks Hagedoórn, had in 't Jaar 1600 aan den vyand opgegeven, de gelegentheid van 't Fort Ysfeloort en hoe door 't planten van 2 a 3 Veltftukken in den Ryswaard de uitlegger daar geplaatst, zoude kunnen verdreven worden, ten effecte, dat wanneer dan eenig Krygsvolk met Schuiten tusfchen Westervoort en Lathum op den Veluwfche Bodem werden overgezet, de Schans, onbezet zynde, zeer gemakkelyk konde ingenomen worden, en hier over is die perfoon by Sententie van 't Hoff* van den 7 Maart van gezeide Jaar 1600 gecondemneert, om met den zwaarde geftraft te worden, voorts dat deszelfs hoofd op de Poort der Stad Doesburg naar de Veluwfche zyde ten toon gelleld zoude worden, uti fub GG. Dog zonder ons verder by 't oogmerk der voorfchr. woorden uit de misfive van Zyne Doorl. Hoogheid te arreteren, Vertrouwen wy, dat het niet twyffelagtig kan zyn, of bovengem. eerste gedeelte van befchuldiging tegen den Vaandrig de Witte, involveert een crimen commune van zoodanigen aart, dat binnen deeze Provintie de Jurisdictie daar over, aan den politicquen Righter niet gecontesteert zoude kunnen worden. £n  ( CXXXIII *) En offchoon, voor zoo verre het tweede poinft van befchuldiging betreft, in den eerften opflag de misdaad van dien Vaandrig de Witte voor een Militair deliét zoude kunnen aangezien worden, in zoo verre als een commanderende Militair Officier belovende den vyand te zullen begunftigen, zoude kunnen geoordeelt worden zyn Militairen pligt niet na behoren in agt te hebben genomen^ en dus daar omtrent te vallen in de termen van meineed. Dan, wanneer \t zelve van naby ingezien word, zoo moet evideren \ Dat in die belofte mede directe legt opgefloten > het crimen van verraad, en dus niet van een delict tegen de Militaire discipline, of 't ftuk van Tocht en Wagt als anders \ maar wel degelyk van eene misdaad tegen het Vaderland. Dog als gezegd dit laatfte, alnog in de termen liggende van eene belofte de crimine committendo , waar van de gevangene dus, zoo lang hy 't zelve nog niet geaccomplisfeert had , konde te rug komen. En 't eerfte inhoudende een crimen proditionis confummatum zoo moet immers naar alle regels van regt, de geconfummeerde misdaad voor 't meerdere en de beloofde eventueele misdaad voor 't mindere gehouden worden, en dan lydt 't verI 2 vol-  C cxxxiv ) volgens geene bedenkinge, dat het mindere delift door 't meerdere geabforbeert word. En hier uit proflueert dan wederom immediate, . Dat de Cognitie en Judieatuire daar over binnen deeze Provintie, met geene mogelykhcid aan den Militairen Righter zoude kunnen competeeren. Alwaaromtne dan Ook, inval hy de Witte binnen het resfort dat door U Ed. Mog. aan ons is toebetrouwt decze geconfummeerde misdaad van verraad had gepleegt ^ en tevens zoodanige verdere crimineele beloften ^ als waar van hier volgens zyne confesfie quasftie is, had gedaan, en dat hy op fundament van dezelve buiten deeze Provintie vervoert en alzao. aan onze Jurisdictie de facto was onttrokken* • Wy ons eeds en Amptshalven zouden hebben verpligt gevonden, om daar tegen, tot confervatic van 's Lands Hoog en Gerechtigheid, door alle ons mogelyke middelen te yveren. En nademaal U Ed. Mog. binnen Hoogstderzelver Souverain territoir nog zullen nog kunnen pratendeeren eenig regt, dat dezelve niet aan Hunne Hooge Bondgenoten elk in den zynen zoude concedeeren, i Zoo  ( cxxxv ) Zoo zouden wy dan, als niet geroepen nog bevoegd, om eenige bepalinge te maken, of de Provintie van Holland, dan wel die van -Zeeland omtrent *t geval van den Vaandrig de Witte een potuis jus is hebbende, eindelyk van. advye zyn. Dat door U Ed. Mog. by Refolutie van den 14 Dec. 178a derzelver Gecommitteerdens ter Generaliteit alleen hebben geauctorifeert, om wei tot voorkominge van allen oponthoud d'oyergifte van den Vaandrig de Witte aan te zien, tdog niet anders dan onder proteft van non prejudicie aan de hopge Regten en Gerechtigheid dezer provintie En dat uit al 't gunt voorfchr. gebleeken is, Dat alle directie omtrent en alle dispofitie over de Jurisdictie, Cognitie en Judicatuire omtrent alle perfoonen en zaaken in 't generaal, en fpecial mede omtrent de Militaire Jurisdictie met alle de geVolgen en aankleven, in elke Provintie aan den Souverain van dezelve exclufive competeerende Dat alzoo door voorfchr. reclame en overgifte van den Vaandrig de Witte geene prcejudicie aan de Hoog en Geregtigheid van- deeze Provintie is aangedaan of aangedaan heeft kunnen worden. 1  U Ed. Mog. alnu Hoogst Derfelver voorfchr. Gecommitteerdens ter Generaliteit zouden behooren t'auélorifeeren, om ter Vergadering van Hunne Hoog Mog., tot wegneeming van alle praejudiciable iïïatien, die uit dat gedaan protest t'ceniger tyd gemaakt zoude mogen of kunnen worden, zoodanig declaratoir te doen, als U Ed. Mog. overeenkomftig dit oogmerk naar derzelvep Hooge wysheid zullen vermeenen te behooren, Wy eindigen deeze met alle onze confideratien en geadvifeerde aan U Ed. Mog. beter en meer verligt oordeel te fubmitteeren en voorts God te bidden EDELE MOGENDE HEEREN! U Ed. Mog!. by voorfpoedige Regeering lange te conferveeren. Gefchreeven te Arnhem den 17 April 1783, Onderfiond U Ed, Mog. Dienstwillige. Die Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen. Ier Ordonnantie van dezelve Was geteekent F. W. van den STEEN.  k • >* I X t, A è E Aè i°4 Extrad uit het Crimi- neele Sententieboek 's Hoves van Gelderland de Anno xvc Lxxxvii. JlJ)ie Raederi des Furftendumbs Gelder ende Grafffchaps Zutphen, wt die eigen confesfie van Johan van Hall Mollenaér van Ertbeeck verftaen hebbende, dat by zonder paspoert van zyn vendien geweken und neftens dem dat hy zyne huys'« zdiger mit het werpen van een meschs geworpen ende gewondet dat fy defer werlt auerleden, hebben denfeluen gecondemniert ende condemnieren mits deezen om mit der koerden aen een galge ge. ftrafït te worden, datt er die doot nae kompt, vnd dat defe Sententie aen die galge tot exempel van anderen fal geflaegen worden, Aótum Arnhem den xxicn. Marry xvc. Lxxxtii. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Cri- mineele Sententieboek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN; J Es-  A. 2°. Extract uit het Crimi- . neelc Sententieboek 's Hoves van Gelderland de Anno xvc Lxxxvii. II HorF geficn die confesfie als Julian Sertenie van Roscefaert gefangen op Sc. Johans poorte foe buyten als in pynen gedaen daer inne hy bekent twee mael van zyn vendien gelaepen te zyn, fonder paspoorte, als oick dat hy een hembt, twee flaeplaekens, eenen vrouwen rock vnd noch twee flaeplaekens geftaelen vnd op alles gelet, condemniert denfeluen Juliaen mits defen, om mitter koerden geftraft te worden, datter die doot naekomme. Aldus gedaen tot Arnhem den xien May xvc Lxxxvii. ( Onderfiond) Accordeert met voorH Cri- mineele Sententieboek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. A 3". Extract uit het RecefT des Lantdages in Maïo 1621. t' Arnhem ge holden. Sabbathi den 12. May /\ engaende de continuatie van den Staet van Oorloge, meï  Öiet die tractamenten ende andere behoeften daef iilnê begrepen, wort dezelve op te voorgenoemde quote aangenomen , fo nochtans, dat dezelve voor het eynjlyk arrefï van dien moege worden geredreffiert ,'volgens 't projcét van bedenckungen daer op by deeze Lantichap proviuonelyk gemaeckt, daer toe die Gecommittierden ter Gnrlt., mits dcezen wel expreffèlyk gelaft worden , ende dar. het cort van deezer Provintie moege worden gevon. den ende géfupplierc wt die contributien van d' ander zyde, ende met vordere ftipulatien in voorgaande Jaeren bygebracht, ende gemerct dat by brieven van de regierirgc Van Munfter alhier zeer geclaecht is over die exceflive foulen ende exa&ien van deezer Landen Chrysvolck, op te Ingcfetenen van den voorn, gedichte , worden die Voorf. Gecommittierden mcede gelaft, om met allen ernft t' infiftieren, foo aen de Heeren Staten GenrL, Syn Ex<=i= ende Rade van State, als oock aen de Staten van Hollandt ende daer fulx wyders dienen mach, dat dié vervallene ordere discipline militair, naer behooren moege worden geredreffiert , daer meede niet alleen d' Ingefetenen van deeze Landen, maer oock die nabuiigè plaetfen van alle exa&ien ende foulen moege worden befreyet. Ende Om 't fclve in deeze Provintie, fo veel docnlick toe pra«Sifieren, verftaet die Lantichap' dat die van den Hovc Provinciael, als oock de Magiftraten in de Steden ende die Hooft-OfficierCn ten platten Lande alle Ovcrtreeders by preventie fullen moegen doen apprehenderen, ende daer över Recht ende juftitie gefchieden laeten. ( Ondèrjlond) Accordeert met het voorf, Landdags Reces. { Was geteekent) F: W: ¥m d£n STEEN,  B. V. Extract uit het Reces des Lantdaeges in Martio 1623. tot Nymegen ge holden. Sabbati den 8. Marty, N och verlefen brieven van die van den Crychsraet tot Arnhem, gefchreeven aen den Hove Provinciael, inholdende, dat die twee gevangene Papen , aldaer by henluyden wel verfeeckert, ende in bewaerhisfe genomen zyn, ende dat fyluyden wel gcerne lullen toeftaen, dat defelve gevangens moegen worden gecxamineert, edoch ten overftaen, ende aenhoeren van twee Gedeputeerden wt den Crychsraet: Waer op goetgevonden is te refcribieren, dat 't geene voorf. die Lantichap vrcembr voorcompt, ende dar men niet en verftaet, dat d.n voorf Crychsraet eenichfints bevoeght is tot detenfie ende bewaernisfe van perfoonen, niet wefende in actuelen Crychsdienft, ofF ter caufe van eenige contributie, ofte om eenige andere Crychsfaeken gevangen, veel min van die geene, foo binnen deelê Provintie geapprehendiert worden, gelyck deefe perfoonen 7.yn, noch oock, dat d'examinarie derfelver ten ooverftaen ende aenhoeren van eenige wt den Crychsraet, behoert ofte moet gefebieden, maer dat defelve, in handen ende bewaernisfe van d'ordinaris juftitie, ter plaetfen befloeren gelevert toe worden : Ende dat men daeromme die van den Crychsraet zal vermacnen ende belaften, om die voorf. gevangene Papen, als voren over te Je veren, ende van dit gefuftineerde te dcOfteren; Edoch aengaende die buyt, ofte het recht van boete, der gedaener apprehen- fip,  lie, dat men fulr naer inholt der Placcaten, zal voldoen ende betaelen laeten. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Lant- dags Reces. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN- B. 2°. Extract uit het Reces des Lantdaeges in Martio 1623. tot Nymegen geholden. Sabbati den 15. Marty, "^^/'"erkefen antwoort van den Commandear ende dea Semptlicken Crychsraet der Garnifoenen tot Arnhem, op feeckere brieven daer bevoerens by deefe Lantfchap, aen defelve affgegeven , difficukierende die overleverongh deitwee Papen, by eenige Soldaten, ia deefen Furftendumb, geapprehendiert, ende tot Arnhem gevanckelick hengefeten, leggende daer over te lullen verwachten naerder fchryvens van den Generael ende hooge Overicheyt: Ende is goetgevonden te laften, den Hove Provinciael, om der Lantfchaps hooch ende gerechtigheit hier inne waer toe nemen ende toe maintenieren. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Lant- dags Reces, ( Was geteekent) F: W: Van den STEEN.  PC*» B. 3% Extraét uit het Me^ morie-en Refolutie-boek ?s Hoves van Gelderland* Mêrtis den 4. Marty 1623, JJ_ e fchryven aen Capiteyn Brienen, dat hy die twea Monnicken, by fyne Soldaten ingebracht, wel doe bewaren , alfo men diefelve heeft te vraegen nae eenige faeken, daer aen den dienft van den Landt gelegen is. (Qnderjlond) Accordeert met 't voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN* |3. 4\ Extraét Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland, Mercurü den xix. Marty 1623, JL n a dafr in den Raadt ontbooden en verhoort was de Commandeur Sterckenburg , noepende d' ouerlevering van die twee gevangene Papen alhier by den Prouooft fittende; Is goetgevonden dienaengaende aen Syne Ex^= te fchryven, in gevokh van de Refolutie van de Land- fchaa  #C 7 )# fchap van den 8. Marty, mit verfoek , dat Syne Ex«« daer inne die hooch ende gerechtigheyc van t Lant m\ voorftaen, en den Commandeur ende die van den CrygsS beueelen, dat fy die voorf. Geettelicke fulkn hebben te kueren in handen van de ordmanfe juftme om geëxaminiert en voorts gedisponiert te worden nae behoeren en den inhak van de Placcaten, ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was gsteekent) F: W: van den STEEN. B. Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Jovis den 3. Aprïïts 1623. W ordt geordonniert d« Momber defer Lantichap, d-Tby fo vefre t' eeniger tyt wederom gevangene Papen ofte Monnicken ingebracht werden by 't Crychsvolck of?efC:nd1rancChteerhaelt, hy ^^.^SÈ^ op St. Johans Poorte, ende nyet by d\S™'ge*nres vooft, tot het welcke de voorf. Momber by defen expres, fel. wordt geauthoriliert. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Mesnorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: \V: van den STEEN. ^4 EX'  B. 6\ Extract, uit het Me- morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Veneris den 4. Aprifis 162%, G efen by den Hove van Gelderjfntbonto MoschsuAmt die confesfie van Remboldo vel van Rees , Merx van Marienwater Munnick Pastor tot Wyler en daer op na behoeren gelet; 'T voorf. hutten Grtfwew-Hoflfverclaert dat defelue fich verloekurck, pen hebbe tegens die Placcaten van die Hooch Moeg. Heeren Staten Generaal, en mitsdien vervallen te fyn in die boete ofte amende daer by geftatuiert, ouer die welke die geenige, die denfelven becommen hebben, mit hem fullen moegen treden in compoficie, ende 't rancon maken by kenniife van den Houp. (Onderfiond) Accordeert met voorf Memorie-en Refolutie-boek. ( JVas geteekent) F: W: van den STEEN. Ex.  C. l\ Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Sabbathi den 31. Marty 1626. Ittem op diefelve tyt de Burgemr. der Stadt Doesburg Gualterus Silvanus audiëntie veribekende , heeft in den Raede vertoont, dat voor weinig dagen de Maior ende een Lieutenant mit een getal gewapende Soldaten het huys van den Burgemr. Servaes Petersz befet en gcnochfam mit gewalt daer uyt gelicht hebben vyö honderc gulden, aldaer in arreft liggende van wegen die Magiftraet op aenholden van Partye. Welke beyde faeken goetgeuonden is aen de Lantfchap te vertonen, ten eynde door Haer Ed. Mog. by die Generaliteit fodanige Refolutie uytbrengen daer mede die pri• vilegien van de Lande gehanthaeft en d' exceflen van t Crygsvolk'in die Frontieren ingebonden worden mogen. Ondertuflchen dat men aen den Commandeur Sloet en die van den Crygsraadt fal fchryven, die voorverhaelde vyfF hondert gulden datelyk fonder vertrek wederom te brengen ter plaatfen fyfe gehaeh hebben, dewyl 't zelve is die hant geflagen in d' adminiftratie van de civile Jufhtie van de Stadt, en wederom te fchryven mit brenger wat zy gezint zyn te doen. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( Was geteekent) F: W: va.n den STEEN. M 5 fe*  C. 2°. Extract uit het Reces des Lantdaeges in Martio 1626. tot Arnhem geholden. Ltm# dm 3. Apri/is. N _L n och geapent ende verlefen brieven van den gedachten Hove, inholdende dachten van de Stadt van Doticom over eene Capt. Neel tot Doesburch in Guarnifocn liggende, dewelcke haeren Burger Willem van Keppel, ter caufe van feeckere actie van overtredinge der Placcaten van 't Landt, gedreycht foude hebbea by het hooft te doen nemen, ten ware hy mit hem daer over accordeerden : Ende dat daer omme gefchreven fynde aen den Commandeur Sloot, defelve by fyne refcriptie genoechfaem aenduidet, dat fy den Burger voorfz. willen evoceren voor den generalen Cryghsraet in den Hage, ofF voor de Heeren Raden van State : Dat mede gelycke dachten voorgekommen zyn van de Magiftraec der Stadt Doesburch, als dat die van den Guarnifoene aldaer fich onderftaen hebben de handen te flaen in d' adminiftratie var» de civile Juftitie &c. Is goetgevonden te lallende Gecommitteerden ter Gnrlt., om mit behulp van d' andere Provintien, mede Frontieren zynde , fodane Refolutie van Haere Ho: Mo: te bemiddelen, ende vuyt toe brengen, daer mede die previlegien ende rechten van den Lande behoorlyk gemainteneert, en alle excelfen van 't Crychsvolck, die daegelix in de Frontieren toenemen, geweert ende ingebonden mogen worden, waer toe dan mede 'c voorf. Hoff, nae als voren, blyft geauthorifeert. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( JVas geteekent) F: W: van den STEEN. Es-  C. 3°. Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Veneris den 23. Juny 1626. T JLLs gerefolviert dat de Momber van 's Heeren wegen fal apprehcndieren die twee Soldaten van buiten gecotnmen die de Voerman . , . .op fyne kar fittende binnen dele Stadt mit het rappier over 't hooffc gehöuwen hebben. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. C. 40. Extract uit het Receff des Lantdaeges in Aprilt en Majo \6ij. binnen Zutphen gcholden. Mercurït den 9. May te klachten van de Heerea Gedeputierden de* 5Juartiers van Nymegen, betreffende den moetwil en ge-  'walt gepleecht by eenen Gysbert Toniflen, eertyts huysman in 't Ampt van tuifchen Maes en Wael, ende nu Ruyter onder de Compnie van den Heere Staeckenbroeck Gouverneur der Stadt Graeve, Is goetgevonden dat het Hoff uytten naem van de Lantfchap 't gene voorf. zal orerfchryven aen den voirn. Gouverneur , mitsgaeders die van den Crychsraet aldaer, mee eernftelicke vermaenongh om tegens denzelven te willen doen procederen tot itraffe over de voorf. delicten, als in goede Juftitie tot exempel van anderen bevonden zal worden te behoren, en mee rei'criptie van 't gene by haer hier inne gedaen zal zyn, op dat men niet genootfaekt en werde zich dienaengaende aen Syn F. Gen. den Heere Prince van Orangien en de Heeren Raden van State t' addreflèren, (Onderfiond) Accordeert met voorf. Lant- dags Reces. ( Was geteekent) l F: W: van den STEEN* C. 5°. Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hove van Gelderland* Jouis den 14. Augufti 1628. W ordt geordonniert de Momber defer Lantfchap om in abientie van den Richter van Arnhem ende van Veluwcnfoom by toeftant van den Scholtis van Reede, ende dies nodig Wachtmeifter van Veluwc t' ontfangen den  den Lieutenant ende Soldaet van defen garnifoene, die by die vrouw van Rofendael in apprehenfie fitten, ende diefelve alhier op St,Johans poort in den Abts kamer brengen. Poft alia. Dien van den Crygsraadt defer Stadt verfoeken door die Capiteynen Daniël de . • • • d" men hem foude willen laten volgen den Lieutenant ende Soldaet van Cap. Viuant in den toorn van Rofendael gevaneen fittende, om diefelue te doen ftraffen na haere verdienden, is ter antwoort gegeven dat men fulcx nyet en konde doen, te min om dat die voorf. perfoenenin Veluwenfoem ende om geene krygsovertredingen achterhaelt waeren. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie boek. (Was geteekent) F: W: van den STEEN.- C. 6°. Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hove van Gelderland Vemrh den 15. Augufti 1Ó28. voorbede van Capitain Viuant gedaen voor fynen Lieutenant & feekeren Soldaet geapprehendiert xynde om onbehoorlyk iaegen & infoknae , van gelyken interceftle ' 1 vin  nn wegen de vrouw van Rofendael, verclaerende oüer dé yoorf. moetwil gecontentiert te weefen; Is gerefolviert dat de Momber defer Landfchap uyt den naem en van wegen die hoocheit van 't Lant den voorf. Lieutenant ende Soldaet ontfangen fynde ter plaetfe daer 't behoort, fal pardonnieren die begangene overtredinge, onder behoorlyke orphede van defe haere gevankeniffe nyet te fullea wreecken ofte doen wreecken tegens niemant wie 't oock wefen mochre. (Onderfiond) Accordeert met voorC Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. C. 7% Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek ss Hoves van Gelderland» Lima dm 13. OM. 1628. k l \ en die van Deventer t' antwoorden, dat men orders heeft gegeven op 't apprehendieren van twee Soldaten in haer Èerf. briefF gemelt en om bericht gefchreueri ioor wiens laft die Schepen op d' Ysfel aenleggcn moetcn0 (Onderfiond) Accordeert met voorf Memorie-en Refolutic-boels. (Was geteekent) F; W: van den STEEN. Et'  k &f n Qt 8°. Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland, Veneris den 7. Novemb. 1628. I J)e Scholtis van Hattem Keppel voordraegende d' on. daafie gewalt in fyn aenbevolen Ampt bedreuen by drie Soldaeten van de garnifoene van Swol aen een man & vSw aUb gefchoten wefende op haereygen bed dat fyop 'tvertreck van de Scholtis voorf. in doots noeden lagen, Waer van een van de delinquanten achterhaalt en d andeZ ontkommen waeren, om welcke achterhaelde d»e van d- C ygsraet van Swol voorf. fchreven om hen gevolcht te moeien worden ; Is gerefoluiert t' antwoorden dat hy den gevangenen wel fal doen bewaren, & vervolgens tegens denfelven procediren nae behoeren, ^Onderfiond) Accordeert met voorf. Me» morie-en Refolutie-boek ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, C O0. Extract uit het Me~ morie-en Refolutie-boek 'sHovcsvznGelderland. Sabbatbi den i$.Novenb. 1628. C3ntfangen fynde brieven van den Scboltis van Hat-  tem van den 13. Is gerefoluiert denfelven t' antwoorder! dat hy den gevange Laurens Croenen van nieuws en tot Arnhem gehouden. Mercury den iiij. February. A JLj&JCoo boe langer hoè meer klagtcn voorkommen, A dat die Gouverneurs ende Commandeurs van de Frontier- ja plaatlën foecken aen te halen verfcheyden perfonen, voor I ende in die trefues aen 's Vyants zyde gedient ende fig vol- 1 gents mit goet affcheyt in dele Provincie nedergeflagen 3: hebbende. Is goedgevonden t' authorifieren den Hore n Provinciaal, gelyck 't felve geauthorifiert wort mits defe, | om, op aenholcien van dagende Partye, te fchryven aen a fodanigc Gouverneurs of Commandeurs, die enige perfo- c nen als voren in apprehenfie genomen zoude moegen heb- •< ben, om diefelve, ten minften onder cautie, te relaxiren, | ter tyd toe by hoger Overicheyt naerder daerinne fal we- | fen verfien, Ende daer enige van fulex naer tho kommen n in gebreeke mochten blyven , tegens diefelve door den n Mombar defer Lantfchap te doen procediren, als tot be- 1 waerniffe van 's Lants hooch ende gercchticheyt bevon- 1 den fal werden te behoren; Ende immittels mede door I brieven aan die Ho: Mo: Heren Staten Generaal, ende I door dezer Lantfchaps Gecommittierden in derfelver Ver- I gaderongh fien vtthobrengcn mar.damenren aen diefelve I Gouverneurs ende Commandeurs om die perfonen, voor I ende onder die trefues aan 's Vyants zyde gedient heb- | bende, ongemoleftiert te laten, mit reftitutie van 't gene, j d' een of d' ander ten opfichte van dien , ongebeurlick I föude moeten afgefchaft weefen , erinnerende mede hare 1 Hoog Mog. 't ongelyck dat van de voorf. Guarnifonen I over voorvcrhaalde oorfaeken aengedaen werden neutrale I na- I  nabuyren, die voor defen foe te peerde als te voete ten beyden zyden die Wapenen hebben gedraegen, diewelcke door fodanige moleftatie in toekommenden van defer Landen dienft fouden moegen werden afgefchrikt. Waar op verlefen Reqt. van Dominicus Brunei ,Amptman in den Bylant, dagende fyne gedane apprehenfie ende detentie door Otto van Gent, Heer tot Diedem, ende Gouverneur tot Embrick. Ende is goedgevonden, mit overfendongh van den Req"e, wt den naem van de Lantfchap te fchryven aen den gedachten Gouverneur, Dat men niet en verftaat, dat. hy tot fodaenige apprehenfie van perfonen vt defe Provincie bevoecht iye, Ende dat hy overfulx den gedachten Arnptman, ten minften tegens fyne gepsefentierde cautie, van fieh t' allen tyden wederom te zullen inftellen, van zyne voorf. detentie fal hebben t' ontilaan , fonder des rn gebreecke te blyven , fonder oock henvorder enige dergelycke infradien in 's Lants hooch ende gcrechticheyt meerder te doen, om alle beforchde Inconvenienten vurthokommen. ( Onderfiond) Accordeert met voorL" Landdags-Reces.( Was geteekent) F: W: van den STEEN. D. 2°. Extract, uit het Reces des Lantdaegs in Janna' rio en Fehruario i6zp. tot Arnhem gehouden. Mart is den 10. February. C3p Reqfe van Tys Vermafen Schipper ende Burger B 3 lOC  101 in yuicgcu, i-iagcnac over a apprenenne van ïyn per- loon, gedaen by Dcrck Mulart, Cape. en Commandeur op Genneperhuys, vermits hy fonder paiTeport van defer ;.;» »o ir«««r» •,!,.„./-.. ...-J .1L:... I.. 1._J i-J koemen fyc. Is goetgevonden, uit den naem van de Lantfchap ernflich te fchryven aen den voorf. Commandeur, om defea fupplt. koft und fchadeloos zyne gevenckenilïe t' ontflaen, auoo oic acnippers t>y openung van de Licenten, van defer zyden in 's Vyants plaetfen handelende, dusdanige pafleporten niet en behooren. Ende in cas van weygerong, fal 't Hof Provinciael den fupplt., op fyn verfoeck, hebben te bieden die behulpelicke hand, in gevolch van de Refolutie , op diergelycke clachte, voor defen genomen. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Land* dags Reces. (Was geteekent) F: W: van den STEEN. P? 30, Extract uit het Reces des Lantdaegs in Janu&rto en Februario 1620. tot Arnhem gehouden» fjfovts den xnden February, v\_//p Req(e van Hendrick van Laer, woenende tot MjÜingen, dagende dat den Commandeur van 't Fort van 's Gra-  's Gravenweert, hem heeft doen afhalen drie peerden ter caufe hy voor den trefues aen 's Vyants zyde foude gedient hebben. Fiant brie. aen den voorf. Commandeur om die voorf. peerden koft und fchadeloos te relaxieren, invoegen als voor defen aen de Gouverneur tot Embrick gefchreven is. { Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( Was geteekent) F: W: vam den STEEN. D. 4°. ExtraCT. Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boelc 's Hoves van Gelderland. Joun den 26. Aprilis 1632. C^J^p voorftel van Dr. Gysbert van Brienen Fiscael tea eynde op aenfchryuens van den Prins van Orangen aen de Crygsraet alhier gevolctit folden mogen worden twee gevangene Engelfe Soldaten op St. Johans Poort fittende: Is gtrefoluirt te fchryuen aen hoochgem. Prints, dat °t Hoff in naeme van de Heeren Staten defer Lantfchap vor veele jaeren geduyrende deeze ende die voorgaande Regieringe van den Co. van Spagnen tot nu toe fonder contradictie in reëlycke ende continuele poffeffie zynde van de criminele judicature ouer diergelycke Soldaten, deielue tot Ji 4 «a-  nadeei van de wclgemelte Heeren Staten volgens lafr endê li authonfatie van Haere Ed. Mog. nyet & folde connen d ouerleueren te min, wyl fy nyet fyn geapprehendiert in Ü eenig garnifon, Stadt off Schependom, waer men by pre- 3 ventie oock in 'c gebruyck is, maar in Veluwenfoem in 'c fl Dorp Rencum, alwaer fy gedelinqueert hebben, gelegen ïj twee mylen weegs van hare garnifon. {Onderfiond) Accordeert met voorf. Me- % morie-en Refolutie-boek. {Was geteekent) F: W: v/m den STEEN. 1 D. %\ Extract uit het Crimi- } neele Sententieboek 's Ho- I ves van Gelderland de Ao. I 1632, (F VUefien by den Houe des V. G. ende G. Z. die confcffien van Tomas Reuws, o!t omtrent 22. ofFij iaeren ! Engelsman ende van Henderich Janffen geboortich vuytt Embderlantt , beyde liggende voor Soldaten onder den Coionnel Proude, gevangenen op St. Johans Poortt alhier waarby als oeck mformatien confrontatien ende variatiert van de voorf gevangenen geblyckt, datt in den DorPe Rencum m feecker huys, hy Henderick Janffen op die Camer gegaen ende op die diefflal bevonden fy van eenen rock enae twee hembden daer meede hy achter die deurc ftaande betrapt wierde, hebbende Tomas Reuws ondertullen voor hett huys die Schildwacht. 't Voorf. Hofï op 'c felue geleth, prefererende foo ten  opfichte van de lange gevanckenifie als anderfintf defèiimael gratie voor rigeur van rechten, heeft diefelue gecond. ende condt. hier mede tott drie daegen te water ende te brode te fetten, ende daer nae onder eene goede vermaepinge van den Officier harer haftinge ontflagen te worden^ Gedaen ende gearreftieert in den Rade van Gelderland t' Arnhem den 8. May 1632. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Cri- mincele Sententieboek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. D. 6°. Extract. Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Dominica den 19. Tebr. 1632. 'A JLJJLen Arndt Sloet Commandeur tot Doesburgh, dat hy redenen ouerfchryue waerom hy weigert den gevangen burger aldaer Claes Csenders ouer te leueren aen de Magiftraat , om by denfeluen tegens hem ouer die transgreffie van de Placcaten geproeedierc te worden nae inholc van de felue. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek, (Was geteekent) F: W: van den STEEN.' B $ Ex-  #C 26 D. 7°. Extract uit het 'Me- morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland, Venerts den 24. Febr. 1632. A JT_jLven Syn Vorftel. Gen. den Printz van Orangien, wyl Arndt Sloet Commandeur tot Doesburg fich heeft ondernoemen eenen burger binnen diefelue Statt gevanckelyk in te trecken gnt. Claes Coenders ; Sich behelpende mit fchriftolyc beuel van de Heeren Raeden van State, dat Syne V. G. die verfieninge wil doen dat defelue in handen van de Magiftraat aldaer geleuert, ende tegens hem geprocediert worden moege na die Placcaten van 't Lant tegens den uytvoer van de Ammunitie ofte Poluer geëmanicrt. Van gelycken mutatis mutandis aen die Heeren Raeden van State. Noch int korte aen die Heeren Gnael. Staten, en de Gecom. defer Lantfchap ter vergaderinge van defelue mit ouerfchickinge van copie der brieuen aen de Printz gefchreuen.. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek, ( TVas geteekent) F: W: van den STEEN. Ex*  f C V O* 33. 8°. Extract uit het Me- morie-cn Refolutie-boek 's Hoves van Gelder land* Sabbathi den Martit 1632. A en die Magiftraten van Doesburg ende Doetichem; dat fy fodanige juftitie doen tegens Claes Coenders burger tot Doesb. en Derk Janifen Sloetmaker toe Deutichem, (ficb verlopen hebbende tegens die Placcaten op den uytvoer van 't Poluer geëmaniert) als fy lullen vermeynen te verdedigen diewelcke uyt handen van 't Crygsvolck door fchryuen van den Raadt verloft en haer ouergeleuert fyn. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. { Was geteekent) F: W: van den STEEN,, D. o°. Extract uit het Com- miflie-Boek 's Hoves van Gelderland, w y Raaden des Vorftendombs Gelre en GraafFfchaps Zutphen deen te weeten, dat Wy gecommittierc ende verfocht hebben gelick Wy doen in crachte defes die Heeren Johan Caldenbach ende Johan Glunmer, der beyden rechten L'odoren meede Raadcn gedachtes Vor-N ' «en-  #C 38 frendombs ende Graaffchaps om hun te vervoegen naë *$ Grauvenhage ende aldaar te verrichten, foo by Synne Vorftelyke Gen. den Heer Printze van Orangien Onfen Gen. Heeren Stadholder als anderfints, 't geene haar in laft gegeuen is. Dies t' oorconde hebben Wy des Vorftendombs Gelre ende Graaffchaps Zutphen fecreet fegel hier onder opt fpatium doen drucken. Gegeueri t' Arnhem 14., Aprilis 1634, Memorie voor de Heeren Gecommitteerde Raaden van Gelderlandt nae *s Grauenhaege gaende. A •£j3üfoo die Gouuerneur der Stadt Nymegen Hamtt Hilaerd de Rignads, fich daegelix vervordderd uytten Ampte van Millingen gevangen te haaien verfcheydene huysluyden op de welcke hy pretenfie neemt van dat fy die Placcaaten by de Generaliteyt geëmaniert tegens den uytvoer van de peerden, fouden hebben ouergetreden ende den feluen huysluyden nae fynne welgevallen penningen afffthatt en 't welck hem beydes geenfins en betaemt, als gereeckendt tegens die hoocheyt Priuüegie ende Statuten van defen Vorftendomb ende G. foo fullen haar L. weldoen foo door de Heeren Gecommitteerde van defer Landtfchap ter vergaderinge van de Hoo. Moo. Heeren Staaten Generaal als by fynne Vorftelicke Gen. den Heer Printze van Orangien, onfen Gen. Heeren Stadholder te beuorde. ren mandamenten aen den voorf. Gouuerneur, dat hy fich van diergelick gevanckelick intrecken der huysluyden, foo wanneer die felue op de daat niet en worden beuonden achterhaelt, hebbe te wachten mits fulcx in defe Provintie oock in 't heitfte van de Oorloge noyt geleden ende foodaadige Procetlueren buyten form van rechten ende onbe- hoor-  faoorlick is, ënde fulcx tot voorcommingè van confufiedie andersfints bier uyt folde moogen commen te ontftaan, Gegeeuen t' Arnhem den 14. April 1634, i (Onderfiond) Accordeert met voorf. Com- miffie-Boek. (Was geteekent) F: W: van den STEEN, D. io°. Extract uit het Raed- Signaat der Stad Arnhem Ben 16. Aprilis 1640. C3omparerden de Gecommitterden van derf Crychs# raeth defes guarnifoens ende verfochten, dat de faeken der Pachteren van de Bieren tegens Jan van Vaftenou, fo an den Gerichte defer Stad gebracht was, voor den Crychsraeth mochte gerenvOieert ende gem. Vaftenou fyn karre en peert gereftitueert worden. Waar op den voorf. Gecommitteerden tot antwoort gegeven is. Dat de aenwefende Heeren der Magiftraet te fwack waren om daar op te doen, maar dat haar E. de faeke in haar Collegie in competenten getal vergaedert wefende fouden brengen. Zynde goetgevonden immiddels te fchryven an de Steden Nymegen, Zutphen en Utrecht, om te vernemen hoe het aldaar tuffchen de Magiftraten en Crychsraden in cas van frauden by de Soldatesque begaen off quaeftien over de  de middelen van confumptie ontftaan, gehouden wort öm te dienen tot narichtinge. ' ( Onderfiond) Pro vero Extradtu. ( Was geteekent) W: R: BRANTSEN, Juniok. Secretr. D. ii°. Extract uit het Raed- Signaat der Stad Arnhem, Den 18. Aprïlh 1640. FD Ji-^ie van den Cryghraeth defes Guarnifoens deden door den Majoor Fioris van Ratongen, anhouden om Refolutie over de verfogte renvoieringe voor haer E. van faecJcen der Pachteren van Bieren tegens Jan van Vaftfrnou Ruyter, voor defen Gerichte hangende. En is den voorf. Majoor tot antwoord gegeven, dat fy aan die van den Crychraedth foude hebben te rapporteren, dat de Ma<*eftraeth dochte te verblyven by haare poffeffie van judicature over faeken raekende 's Lants en Stats middelen tusfchen de Pachteren ende de Soldatesque, fonder daer van den Crychraeth eenige judicature toe te ftaen ende dat Jan van Vaftenou fyn kar en paert niet zoude gevolgt worden dan mits .eerft den opgelechten eedt geprefteert hebbende, (Onderfiond) Pro vero Extraclu. ( Was geteekent) W: R: BRANTSEN, Junior; Secretr- Ex-  »)# ID. i2fl. Extract uit het Raad- Signaat der Stad Arnhem. Den 15. November 1640. &c. &c. C O P I A. Extract uit het Regifter der Refolutien van de Ho. en Mog. Heeren Staeten Generael der Verëenigde Nederlanden. Sabbathi den ij. Novemb. 1640. ., JL3e Heeren Gedeputeerden van wegen de Provintie ;i van Gelderland, uyt het Quartier van Veluwen in Haer I Ho. Mo. Vergaederinge hebben geproponeert in kragt van :| feekere miffive by de Heeren Borgemeefteren Scheepenen ; en Raeth der Stadt Arnhem an haer E. aldaer den 3 u 1; Oftob. leftleden ftylo loei gefchreven te weren, dat dei il Pachteren over het voorf. Quartier en Stads middelen van | confumtie voor het Gerechte der voorf. Stadt Arnhem in s rechten hebben angefproken feekeren Ruyter in Guarnlfoen aldaar, over fraude foo defelve in 't lorren van eenige Bie- i ren foude hebben begaen, den wekken by het voorf. Ge- ii richt op crlegt is, figh met feekeren folemnelen eede te ; moeten expurgeren ende dat oock den voorf. Ruyter den geinjungeerden eedt wel praefenteert te doen, maar dat den I Commandeur en Krygsraeth binnen Arnhem voomt. hem va»  van t' praefteren des eedts interdictie gedaen, ende die gdmelte Heeren Eorgemeefteren Schepenen en Raeth door hare Gecommitteerden beiönden hebben, ten eynde dat fy de faecke voor den voorf. Krygsraeth fouden willen renvoyeren, als fuftinerende dat de voorf. Ruyter alleen voor hun en nergens anders jufticiabel foudefyn, waar tegens de meergenoemde Heeren Borgemeefteren Schepenen ende Raeth het contrarie fuftineren en allegeren tot corroboratie van dien het exempel van praóticque en gewoonte, 'c welck in fodaenigen cas onderhouden ende gcvolgt wordt binnen haere naebuirfteden Zutphen en Deventer, verfoekende mitsdien de meergemclte Heeren Gedeputeerden van Gelderlant hier op te verftaen Haere Ho. Mog. goede meenonge, intentie ende Refolutie. Waar op gedelibereert fynde hebben Haer Ho. Mo. verklaert 't geue tuifchen de meergem. Heeren Borgernrn. Schepen ende Raeth, ende den voorf. Krygsraeth refpeöive over en weder over in de voorf. faeke is gepaffeert mits defen op te heffen, ende vervolgens goetgevonden ea verftaen, dar. de kenniflè en judicature jprivative competeert het Gericht binnen Arnhem voornt. over fodanfie en andere frauden, lorreryen en contraventien, die by eenige militaire perfonen gepleegt fouden mogen worden, binnen de voorf. Stad Arnhem, en het reffort van dien, in 't ftuk van 's Lants gemene provintiale Middelen van confurnptie als andere , met laft op die van den meergen, Crygsraet ende allen anderen die het felve fouden mogen aangaan, fig daar na te reguleren. En (al deefe Haer Ho. Mog. Refolutie ook ftant gry* pen in andsre Steeden deefer Landen ook met garnifoen belet. (Was geparapheert) J. WILDE vt. (Onder--. Jlont) accordeert met 't voorf. Regifter. (En was onder' tekent) CORN. MUSCH. • (Lagerjlond) Pro vero Extra£tu. ( Was geteekent) W: R: BRANTSEN, Jtwo*. Secretr. Ex-  #C 33 )4 E. Extract uit het Reces des Lantdaeges Ao. 164.3. tot Arnhem geholden. Martis den 21. Marty. O p Req'e van de Magiftraet der Stat Nymegen, dagende over den ingreepe, foe by den Gouverneur van 't Garnifoen aldaer gedaen word in haerer Stat Rechten , Privilegiën ende olde Coftumen mit het verkenen van arreften op die naegelatene goederen van affgeftorvenc Crychsluyden, en verzoekende behcoilicke mainteuue&c. Worden deezer Landfchaps Gecommitteerden ter Generlt., en in den Rade^van State gelaft om by Hare Ho. en Ed. Mo. en daer fulx wyder behoort, aen te holden dat fodanige niewicheeden affgefchaffc en die voorf. Stat en andere gelycke geintereffeerde Steeden dezer Lantfchap by hare Rechten, Privilegiën en oude Coitumen moege werden gemainteneert ; Daer op 'c HofF Provinciaal van tyt tót tyt meede zal hebben te leiten en den Remanitrattten in defen die behulpelicke bant te bieden, By welcke occafie meede gelet zynde op de dachten, foe daer dacchlix voerkommen over den fchaedc die door het vtloopen van de Soldaten en Scheepsvolck gcpleechc wort mit het affhouwen en breecken van Tuynen, Rys« wercken, Item bet vergraeven van 's Lants Wallen , Grafften, en Fortificatiën, doer het foccken en haclcn van Sant y Soe fullen die voorf. Gecommitteerden meede als boven helpen bevorderen, dat daar tegens by Placcatcn C van  van Hoge Overicheit en anderfints behocrlicken en Ibe veel doenlick moege werden verfien. > ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, F. p. Extract uit het Reces des Lantdaeges in Aprilt, Majo ende 'Junio 1646. binnen Arnhem geholden, ft vis den 28. May. Req,e van Henrick Sanders cum fuis, t'fa men Inwoonderen van de Graefffchap van den Bergh, dagende dat de Soldaten van Captn. Henrick Schimmelpenn., henluyden eenigh geit afFgeperft. hebben van eenige beeften by henlieden op de Doetinchemfe marekt gecofft, om fclfts te weyden, en dat volgens eenige Soldaten van 'c Guarnifoen van Doesburch henlieden een gedeelte derfelver beeften ontnomen en naer Doesburch gedreven hebben, alwaar zy defelve onder burchtochte wederom hebben moeten los maecken,en dat entlyck defelve by den Crychsraet aldaer voor goeden pryfe zouden zyn verclaert, niettegeftaende zy clegeren daar van geen Liccnt fchuldich waereri. Fiant brieven uytten naem van de Lantfchap aen den Com-  Commandeur van Doesburch en aen Cape. Schimmelpen* i ninck refpective, om niet alleen die affgeperfte penningen te reftitueeren, maar oock die gefielde burgen ongemo1 lefteert te laeten, en den Suppltn. deezen aengaende voorts coft en fchaedeloos te holden, den Soldaten en anderen niet temin haere actie voorbeholden, indien fy eenige meynen te hebben, om defelve voor den Hove van Gelder» lant t' intenteren, 't welck geauthorifeert wort daer over I rechts te plegen. (Onderfiond) „ Accordeert met voorf. Land» dags Reces. (Was geteekent) F: W: van den STEEN. I F. 2°. Extract uit het Reces des Lantdages in Aprtli, Majo ende Jumo i ó 4.0". binnen Arnhem gcheldcn. jfovis den 4. Junyt lï i Jl_ngecommen refcriptie van Johan Adriaea van Renes Commandeur over het Guarnifoen in Doesburch , op dezer Landfchaps brieven van den 28. der verledene maent Mey, over die dachten van Henrich Sanders cum fuis, Inwoonderen van Graefffchap Berch , dienende tot Juftificatie van gepleechde actie van 't Guarnifoen tott Doesburch, met het aeahaelen en prys maccken van de beeften , by de voorn, clegers tott Doetinchem op te merekt C 2 ge-  #( 3* 3# gecofft, om fêlfTs te weyden &c. als naeder by defelve brieven te fien. Ende is goetgevonden iterativelyck denfelven Commandeur te laften om in gevolch van vorige aenfchryvens alnoch defelve beeften coft en fchadeloos den eygenaeren te laeten volgen, offte dat men zyn perfoon daer voor aaniien en tegens denfelven voorneemen 't geene men wyders te rade bevinden fall. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( TVas geteekent) F: W: van den STEEN. G. i°. Extract uit het Reces des Lantdaeges in Aprtii, Majo ende Junta 1647. binnen Zutphen ge holden. Luna den 24. May. N _L \ aerdien de Lantfchap wederom dachten voorgekommen zyn, dat eenige Commandeurs over de Guarnifocnen in de refpedive Steeden deezes Furftendoms ende Graefrfchaps fich alnoch ondernemen arreften te verleenen op te goederen van de affgeftorvcne ende verlopene Crychsluyden, 't welck ftreckende is tegens I.anr ende Stat Rechten deefer Provintie, alwaar 't zelve 't allen tyden gefchiet is  is door den politicquen Richter, fo worden der Landfchaps Gecommitteerden ter Vergaderinge van Hare Ho. ende Ed. Mo. gelaft, om deefe ufurpatie aen de Heeren Raden van State te remonftreren, ende te verfoecken, dat den voorf. Commandeurs aengefchreeven ende belaftet moge werden fich der goederen van aftgeftorvene ende verlopene militaire perfoonen, als vooren niet te bekroeden, maer defelve de politicque Juftitie te laeten bevolen blyven, gelyck behoort ende van olts gebruickelick is geweeft. Ende alfo de naerdere Vnie medebrencht dat het Crychsvolck eedt van getrou wichey t fal hebben te doen aan de Magiftraten van de Steden daer 'tfelve in Guarnifoen wertgelecht, welck tegenwoordich in eenige plaetfen niet geobferveert wort, fo fullen de voorf. Gecommitteerden by gemelten Raet helpen bevorderen en wtwercken, dat fulcx by nieuwe Refolutie wederom vaftgeftelt, ende die militie daar toe geholden moge werden. ( Onderfiond) Accordeert met voorf Land- dags Reces. ( Was 'geteekent) F: W: van den STEEN. G. 2°. Extract uit het Reces des Lantdaeges in Jprili, Majo en J'unio 164.7» binnen Zutphen geholden. Veneris den 21. May. kJsjn Hoocht. Prince Wilhelm van Ora:^. a C 3  deezer Landfchaps Gecommitteerden voorn, gehaelt ende begcleydet zynde, heeft dezelve in de volle Vergaderonah van de Lantfchap, aen het bovenfte einde van de tafel mit deezes Lantdaeges Diredeurs becledet weefende feffié genoomen dewelcke dan oock nae verlefonge van'd' InItrndie daer op Syn Hoogh<. tegenwoordig tot Stadholder defer Provintie acngenoraen wert, dezelve mit eveener hant heeft onderfchreeven, ende volgens mit den onderbanden eedt mit opgeftreckten vingeren tot Gor fwerende bekreftiget. Vilgt agtsr 't Reces de InJiruSie en Gomtnijjle. Poinctcn en arlen. daer op die Here Wilhelm Prince van Oraignen, Grave v3n Naflauw &c. aengenomen is toe Statholder des Furfrendoms Gelre ende Graaffchaps Zutphen. h A -^envanckelick fal Syne Hoochheyt die Gereformeerde Religie, welcke by pubücque authoriteit, tegenwoord.ch in deezen Furftendoms ende Graefffchap geleert wort hanthaven, ende diefelve allenthalven oock in HeeXkheyden, ende ten platten Lande, nae vermogen alfo bevorderen dat d.e allene en eene andere Religie in defc Lantfchap meer geèxerciert werde. Edoch fal niemanc van wee,en der Religie wtgenomen Kerkcndienaersgeexaminiert ende ondervraecht worden. 2. Des-  ¥( 35» }# 2. Desgelycken de Geeftelicke goederen alfo laeten bedienen , ende tot fulcken einde aenleggen, als by deeze Lantfchap gerefolveert, beüoten ende inde refpeótive Qln gebruikelich is. 3- Volgens fal Syn Hooght. oock het Furftendomb ende Graefffchap, by derfelver Hoocheyden, Privilegiën, Rechten ende olde Tradaten hanthaven, ende diefelve foo veel mogelich in allen gelederen by den anderen holden, ende wat daer afrgetogen is door den vyant, off anders zoo veel doenlick wederom by den anderen brengen, 4- Sal oock Syne Hoocht. den Ridderfchap, Steden ende vorder yeder een by haare Hoocheiden, Rechten, Vryheyden ende Lantgebruycken vaft holden ende befchutten, ende niemant daerenboven indt eniger wyfe befwaren ofr vercort ofi befwaren off verkorten te laeten, 5- Sal meede Syn Hoocheyt geene Officien ofte beneficiën den Landen off derzelver faecken beruerende vergeeven, wtgefondert die Officien, ende beneficiën, die den vorigen Stadholderen voorbehalden zyn geweeft, mits dat diefelve worden geconferiert aan Landlaeten in deeze Provintie geërft ende woonachtich, ende weezende Liefhebbers des Vaderlants, mitsgaders profelfie doende van de Gereformeerde Religie, in conformité van de Refolutie in den jare 1621, daar op by de Lantichap genomen. 6. Hier nevens fal Syne Hoocht, met allen crnit daar aan C 4 zyn,  #C 40 )# zyn, dat inlegerongen van Ruyteren ende Knegtcn, als, het de wterfte noot niet ten alderhoochften ervordert verhindert ende vermydet werden, dat ook Syne Hoocht. gel ne patenten van doortochten, loopplaatfen,ofte inlegerongen in de wterfte noot niet ende zal geven, noch oock aen-. neemen eenige patenten van anderen gegeeven, ende wtge- ! bracht tot fchade defer Lantfchap, dan mit voorgaende I' deliberatie des Hoves in Gelderlant, off der Lantfchaps ' Gedeputeerden, alles te doen ende tho laten, verftendigende oock die Officieren refpeöive tytlick van de aenkumpfte des Krygsvolks, ende fo veel mogelick helpen bearbey, den, dat fy boven de montcoften geen geit ende vorde- , ren, noch andere extorfien doen. 7; Sal oock Syne Hoocht. deeze Lantfchap de Qyartieren off Leeden van dien, met geene affignatien oftte eenige j contributien ofte ongelden befwaeren, anders dan die by de Lantfchap geconfentiert ende bewillicht zyn, ' < 8. E t Syne Hoocht. fal geene Overften , Capiteynen, Bevel- i hebberen ende gemeyne Soldaten geftaeden, eenige actiën ' tecgens den Onderdaenen ten platten Lande, oft den Burgeren in de Steeden datelick te executeren, dan diefelve te doen interneren ende te werek ftellen met Lant ende Statrecht, volgende Hoger Overicheits Placcaten, dien aangaande wtgegeven ende gepubliceert. Nacdien oock veele van Adel, Geeftehcke Burgers en- 1, de andere Onderdanen, als dtfertores patrise, wt defen Lan- 1 [ de vertogen zyn, fal Syne Hoocht. gene remiffie denfelven f 1 mogen doen, dan mit toedoen van den Raet Provintiaal I ende met advis der Officieren ende Magiftraten refpective f ven die Plaetfen ende Steden, daer fulcke perfonen wtge- { weecken zyn. 10. Sal i  t +1 yk IO. Sal oock Syne Hoocht. met niemant anders van deefer Lantfchaps faecken fich beraden, ofte refolveeren, dan mit die Lantfchap of Cantzler ende Raedi n, off die daartoe fpecialiter van de Lantfchap Gccommitteert ende verordent zyn ofï fullen worden. ti. Syn Hoocht. fal oock geene Guarnifoenen mogen inde Steden leggen, dan met voorweten ende confent van de refpective Magiflraten. 12. Item als Syn Hoocht. binnen Arnhem is, of daer Cantzler ende Raden zyn, fal Syne Hoocht. den Raet frequenteren, wanneer Syne Hoocht. fulex gelegen is, ende aldaer praefideren, die opinien vragen ende doen vragen , opinien geven, ende doen geven, fluyten ende conclufie nemen, nae de meefte ftemmen, ende enen iegelic» ken toelaeten zyne opinie te feggen, fonder yemant te weederfpeecken. I). Sal den Raet voorftaen ende defenderen, en de Juflitie laeten gefchieden, fonder diefelve te fufpenderen off te verachteren, met brieven off anderzints, in wat manieren, dattet zy; maer alfo verre wt enige faecken verloop ofte Oorloge commen mochte, zal daerinne goede opfichte draegen, ende fulex die geünieerde Provintien, fampt die Htige Overicheyt adverteren, om daerinne geordonneert te worden, gelyck 't behoren fal. 14. Ende Syne Hoocht. zal niet magen verlenen ofte geC 5 ven,  ven, eenige provifie van Juftitie, fonder advis van Cantzler ende die van den Rade. 15. Oock fal Syne Hoocht. gene nieuwe wercken mogenlaten maecken, fonder daer van oock die Lantfchap ofte hare Gedeputeerden off Cantzler ende Raden t' adverteren , om daer op geordonneert te worden nae behoor. 16. Wyders fal Syne Hoocht. die voorfieninge doen, daer met in defen Furftendomb ende Graaffchap goede Crychsdiscipline geholden, die Souvegarden gehanthavet ende alle onbehoorlicke foulen ende extorfien vermydet moge werden, ende gene Dycken doen doorfteecken, dan wanneer de wterfte noot fulex vereifcht. »7- Item wanneer Syne Hoocht. niet binnen 's Lants is, als dan verblyft die dispofitie over die militie aan de Lantfchap , ende in desfelfs abfentie aen Cantzler ende Raeden, denwelcken het voorf. Crychsvolk alfo volcommentlick als Syne Hoocht. felfs gehouden fal zyn te obedieren. 18. Sal oock Syne Hoocht. geenen Lieutenant ofte eenige particuliere Gouverneurs in dezen Furftendomb ende Grieffchap ftellen mogen. Aldus gearrefteert op eene Lantdach tot Zutphen den xxié May A° xvie xlvij. Önderteickent D' ORANGE. Eedt  #( 43 )# Eedt van den Here Statholder. W y Wilhelm Prince van Oraignen , Grave van Naffauw &c. gelaeven ende fweeren die voorfchreeven, ende by ons beteickende articulen getrouwelick naer te kommen, ende funft in alles aengaende het bedienen van het Gouvernement des Furftendoms Gelre ende Graaftfchaps Zutphen, ons dermaten te bewyfen, wie enen getrouwen Statholder eygent ende gebeurt. So helpe ons Godt &c. Wekken voorf. eedt nae verlefonge Syn Hoocht. mit opgeflreckten vingeren in de volle Vergaderongh van de Lantfchap heeft geprefteert, ten dage ende plaatfe als voren. Wy Staten des Furftendoms Gelre ende Graefffchaps Zutphen doen te weeten, alfo vermits 't overlyden van den Doorluchtigen ende Hoochgeboren Furft ende Here, Here Frederick Henrick Prince van Oraignen, Grave van Naffauw &c. hoochlofHicker memorien, was kommen te vaderen den ftaat van Stathouder van 't voorgemelte Furftendom ende Graefffchap, ende dat overfulcx den welftant van den Lande vereifchte, dat mit denfelven ftaet wederom een Heer van qualiteit verfien wierde. So is 't, dat Wy inhererende d' acte van furvivance by ons verleent den 2^. Juny 1631. aen den oock Doorluchtigen ende Hoochgeboren Furft ende Here , Here Wilhelm Prince van Oraignen, Grave van Naffauw &c. Soon van Hoochgedachte Here Fredrick Henrick Printz van Oraignen &c. onfterfflicker memorien, vermits redenen ende meriten daarinne verhaelt, infonderheit mede ten opfichte van Syne Hoocheits lofflicke qualiteiten, Wy Syne  M 44 )# ne Hoocheit Printz Wilhelm van Oraignen &c. hebben vercofen , ende overfulcx geauthorifeerc ende gecommitteert, verkiefen, authoriferen ende committeren by defen tot Stadhouder, mitsgaders Capitein ende Admrll. Generacl van dezes Furftendoms van Gelre ende Graeftfchap van Zutphen, gevende SyneHoocheit volcommenemacht ende authoriteit om op d' eere, digniteiten praeëminentien ende vordelen daer toe ftaende, den voorf. ftaet voortaen te houden, t' excercieren ende te volbrengen naer inholt ende in gevolch van d' inltrudtie Syn Hoocheit op huyden verleent, ende op den eedt in onfen handen by Syne Hoocheit gedaen, ontbieden daeromme onfen Cantzler ende Raden, ende die van de Camer van de rekeninge voorts allen anderen dien fulex aengaen mach, om Syne Hoochgemelte Hoocheit als Statholder ende Admirael Generael van mcergenoemden Furftendomb ende Graeftfchap te houden ende naer behoren te refpecferen ; Ende zal deeze iegenwoordige al voren geregiftreert worden in Oniè Cantzlerie, dewelcke Wy hebben doen verveerdigen onder 't grote fegel defes Furftendoms ende Graeöfchaps binnen Zutphen den xxie May xvie feven en veertich. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN; En-  K 4f H. r. Extract uit het Reces des Landdages in September en OcJober 16 50. binnen Zutphen geholden. Veneris den 11. Oclob. H3c Gecommitteerden der Stad Nymegen deden verlefen feker fchryvens van de Magiftraat derfelver Stad aan voorn. Gecommitteerden gedaen, inholdende, dat dc Commandeur over 't Garnifoen in defelve Stad fuftineerde dat fodanich Arreft als Lodewick van Üldendorp gerichtelicken gedaen op de goederen foo den gewefenen Kitmr. de Greve in de voorf. Stat en Schependom was hebbende, voor den Civilen Richter niet konde in 't werk geilek noch vervolcht worden, als foude hy Ritmr. noch wefen in Militairen dienfte van 't Lant, ter caufe hy als nefïens andere gelicentieerde Ritmrn. tradement is genietende, verfoeken dat defer Landfchaps Gecommitteerden ter Genrlt. mochten worden gelaftet, dm by Haare Ho. Mo. te beavbeyden en uittewerken, dat die voorf. Stat in defen en diergelycken by haer goet recht mogen worden gemainteneert, 'T welck in deliberatie gelecht fynde, verftaet de Lantfchap, dat defe voorf, faecke behoort te verblyven tot erkenteniffe van de Magiftraet der Stat Nymegen , daer thoe de Gecommitteerden ter Genrlt. by hare Ho. Mo. behoorlicke hantbiedonge fulkn hebben te doen, en by defelve daer van Refolutie te helpen uitwerken, Tot wekken einde mede uitten naam van de Lantfchap aen hare Ho. Mo. gefchreven en gelycken verfoeck gedaen fal worden. (Ondsrflond) Accordeert met voorf. Landdags Reces, (Was geteekent) F; W: van pen STEEN. Ex-  #C4* )# H. 2°. Extract uit het Ver¬ bad van de Lantlicke Vergaderongh in 't Gra* venhage geholden. Poft multa alia. Veneris den 10. January 1651. X n ae dat eenige dagen herwarts by de refpedf.ive Quartieren op te voorfz poinóten van verfchryvonge gedelibereert ende geconcerteerc isgeweeft, fyn en tikken allerfyts confideratien ende inclinatien geadjoufteert, ende daer van op te groote Sael ter Vergaderongh van de femptlicke Provinciën openinge gedaen, ende den refpeófiven Provinciën op derfelver verfoeck copie toegeftaen} invoegen ende manieren als volcht, Confideratien ende Inclinatien van de Provintie van Gelderlant op te Militie ende Religie. Voor eerft op 't poiner. raeckende die beflellonge van de Militie. SL^at verblyvende het hoochfte gefach aen de geünieerde  #C +7 )# de Provinciën, die directie over die Militie fal flaen aen de Vergaederongh van de Staten Gnrll. der Verenichde Nederlanden, mit ad vis van den Rade van State, ende fulex wtten naem van alle1 de Bontgenoten, dewelcke defelve alvorens mit ene bundige ende eenpaerige Inftrucfie fullen veriien, om by defelve beëdet ende puncfuelicken naergeleeft te worden. Ende fo wanneer in tyde van Oorlocb ende hoochdringende noot een Capein. of Lieutenant Gnrll. over die Militie van defen Staet nodich fal fyn : Dat als dan die refpedfive Provinciën, elck in den haeren (nae dat alvorens op defelve Charge ene Inftruótie fal wefen gearrefteert) daer over fullen delibereren ende refolveren, als defelve ten meeften dienfte van den Lande in 't gnrll. bevynden fullen te behoren, doende 't felve ter Gerit, inbrengen, om in defen mit eenparicheit van ftemmen ende anders niet, te werden geconcludeert. 3- Voorts fullen alle hoge Militaire Charges fo voor defen geftaen hebben tot dispolitie van de Staten Gnrll. ofte Syn Hoocht. tot die Charge van Colonnel excluis, voortaen gelaeten worden tot dispolitie van de geünieerde Provinciën, die haere advyfen daer van door haere Gecommitteerden ter Vergaderongh van de Staten Garll. fullen inbrengen. 4- Alle andere Militaire Officieren van Coionnels, Lt. Colonnels , Sergeanten Majors, Ritmrn., Capiteinen ende yan mindere Charge, fo buyten nominatie, by Syn Hoocht. abfolut fyn vergeven geweeff, fullen voortaen fonder onderfcheit van In of Wtheimfche vergeven worden by de geünieerde Provinciën om onder defelve egalicken verdeile te worden. 5. Maer  #C 48 5- Maer aengaende de Compien te voet ende te peerde^ j| ende andere Militaire Ampten, daer van op nominatie van | de Betaclsheeren Syn Hoocht. d' electie gehat heeft, lullen I abfolutelicken verblyven aen de refpective Betaelsheeren I daer op defelve gerepartifeert fyn. 6. Betreffende die Commandeurs ende Majors in de Ste- I den ende Forten van de Provintien, ftemme in ftaet heb- I bende : Dat defelve vacant ende nodich fynde, by defel- § ve Provinciën, abfolutelicken op Commiffien van de Sta- I ten Gnrll. of Raden van State, fullen werden vergeven : I fonder nochtans dat defelve Commandeurs ofte Majors van jj nu aff fich eenichfints in fodanige Steden fullen hebben i aen te maetigen het bewacren van de Sleutelen, ope- fi rten ende lluyten van de Poorten, ofte het wtgeven van j 't Woort, maer dac fulex privativelicken ende alleen fal ie verblyven aen de Magiftracen van defelve Steden. 7- Gelyck oock defelve Commandeurs in de voorf. ftem. I mende Steden, die Militaire Jurisdictie niet vorder fullen ti mogen gebruicken, noch extenderen als over die nalatic- I heit ende overtredinge in tochten ende wachten, overgaen p aen den Vyant, defertie van Compien ofte verloop van 1 d' eene Comp'e onder d! ander fonder Paspoort, mitsga- 1 ders over exceffen ende delicten, die d' Officieren ende p Soldaten onderlingh off d' een teegens den anderen fullen 6 kommen te begaen, ende vorder niet, Invoegen dat alle fl andere faecken, zy Zyn dan criminele ofte civile, die Mi- |i! litaire perfonen apprehenübel, convenibel, Jufticiabel en- ft de executabel fullen zyn, by den civilen ofte poiiticqueiv Richter, wiens Sententie meede over fchulden ende anders geweefen, by gebreck van gereede ende ongereede goederen r  ¥( 45> )# ren op te gagen van de gecondemneerden, naer d* ordre van 't Lant, eer executie geftelt lullen werden. 3. Aengaende de Gouverneurs in de Steeden ende Plaatfen, geene ftemmein Staat hebbende, als tot Sluys, Bergen op Zoom, Huift, Breda, 's Hertogenbosch , Willetnftar, Maeftricht ende Wefel, fullen defelve aengeftelt werden by de geünieerde Provinciën, ende fulex op te gewoonlicke Commiffien. 9> De Commandemertten in andere gelycke plaatfen, fullen worden vergeven by de Staten Gnrll, to. Ende de Majorfchappen by den Rade van State, mits Weefende alle bequame gequalificeerde perfonen ende van de Gereformeerde Religie, dewelcke fich neftens alle andere Officieren van Oorloge wyders fullen hebben te gedragen na d'ordre van 't Lant. lt. " Aengaende het wtgeveh van patenten ende verleggen van Guarnifoenen, Vergaderonge van Legers ofte wtfenden van enige notable troupes op plaetfen ende in occalïen daer het den dienft van 't Lant vereischt, fal ftaen. ende verblyven ter dispofitie van de Staten Gnrll., mit advis van den Rade van State. 12. Mits dat t* elckens als enige veranderongh van Guarnifoenen fal gefchieden, 't felve bekent gemaeckt zal worden aen de Provinciën, Steden ende Plaetfen daer de Compitr» & ge-  50 )# gefonden ofte gelicht fullen worden, Ende fal by tyds aaa dc' Provinciën, daer defelve Compien fullen pafferen ofte vergaderen, by Miffive notificatie gedaen werden, om op 4 de deurtochten ofte logeronge ordre te mogen ftellen. .. ïlto.viyucO. ab ihcx^ih I Welverffaende dat oock die Regieronge in de refpeófrve ffl Provintien, (de noot fulex vereiffchende) vry fal Itaen 1 enige Gompie mit patente binnen defelve Provincie van n d' ene plaetfe tot fecours van d' andere te fenden, dewelc- 1 ke Officieren van defelve Compien oock geholden fullen n zyn te gehoorfaemen, mits dat daetlicken daer van aen I Hare Ho. Mo. oock advertentie gedaen werde. M - I Ende dat voorts de Compien fo tegenswoordich in de | Guarnilocnen liguen ofte naemaels gelecht fouden mogen I worden, aen de refpeflive Magiftiaten der Steden, vol- I gens den 7. aril. van de Vnie, fullen hebben te doen eedt, | in conformité van 't formulier airede gemaeckt of noch te A naecken, 't we'.ck aen de Hooft-Officieren van 't platte I Lant, in cas de noot quame te vereiffchen, aldaer eenige ij Comp cn tot bewaeringe van de Stromen of anders te 31 leggen, mede fal moeten werden gedaen. Rseckende die fecrete correspondentie binnen ende bui- -i ten Lants, fal defelve gehouden ende gecontinueert wor- | deri by de Staten Gnrll. ende den Rade van State, door ic fodanige perfonen code op fwdanige ordre, als Haer Ho. .0 Mo. ende den Rade van State ten dienfte van 't Lant op 5c het fecreetfle ende mit de meefte menage fullen vinden re n behoren, daer toe de pene. fullen werden gefourneert aen i handen van den Omfr. Gnrll. 16. Op |<  öp 't dafdé betreffende die decifien van voorvallende «Jueftien ende misverftanden : Sonde men van advis we» fen, dat defelve komende t' ontftaen, tuffchen die Steden ende Leden van eene Provintie by den Hqve van Juftitie (indien derfelver Jurisdictie notoirlicken is gefundeert) ende Gecommitteerden wt de Lantfchap , ende by gebreck van fodanige jurisdictie, by gelycke Gecommitteerden mit aiTumptie van onpartydigen wt andere Hoven van Juftitie bellichtet, ofte in rechten gedecideert fulien worden* lp Indien misverftanden ende tweedracht tuffchen twëe ofte meer Provinciën mochte ontftaen , dar de Provincie die fich hout verongelyekt, haar fal hebben te addrefferen aen de Vergaderongh van de Staten Gnrll. dewelcke aenftonc de Provincie daer over geclaecht wort, tot affilant off' vruntlicke accommodatie fullen foecken te disponeren, ende fulex ontftaende , te bevorderen dat wt d' andere Provinciën die de faecke niet ende raeckt Gecommitt. ge* rrtaeckt ende gefonden moge worden, om het dispuc by te leggen, off daer over wtfpraeck te doen. In cis onder alle de Provinciën verfchillen ofte queftten mochten verryfen , daer over fy fich niet ende konnen vergelycken, dat wt de relpedtive Provintien Richters gedelegeert fullen worden, die defelve queftien in der vruntfchap ter neder leggen off by wtfpraecke determineren ful len. 19* / Ende alle 't gens vöorf. met defen expreffèn verfhnde, dat de faecken ten wederfyden fodanich l>ecortet, geëluciD a deert  deert ende geinfirueert fullen moeten worden, dat die bin-"» nen den tyt van een maent fo doenlick mogen werden affgedaen, dat mede parthyen vry fal ftaen de fuspecre perfonen te refuferen, mits dat aenflont andere ia derfelver plaetfe wordden gefurrogeert. 20. Ende fullen de voorf. Gecommitteerden ende Richters refpective eedt hebben te doen dat fy geene reflexie op eni^e Provinciën off Leden nemen, maer onpartydelicken erkennen ende wtlpreeken fullen 't gene nae rechten ende in billickheit tot meelle rufte ende enicheit van de Provincie bevonden fal worden te behoren, Woedane erkentenis off wtfpraeck achtervolcht ende naergecommen fal moeten worden, fonder dat daer tegens enich wyder beroep off andere provifie onder wat pretext het oock foude mogen wefen , fal mogen worden voorgewent, veel wciniger geadmitteert. 21. Ende indien de gecondemneerde nae twee off drie Sommatien door Hare Ho. Mo. in gebreck mochten biyven de gedane wtfpraeck te voldoen, fulkn defelve daer tegens behoorlicke verfienonge in 't werk ftellen, ten einde defelve wtfpraeck niet elufoir gemaeckt maer relieken geëxecuteert moge worden. 22. Ende fullen voor off nae, by, in off onder de Provinciën geene extremiteiten, datelicheden noch reprefalien mogen worden gebruickt. 23. Nopende de Religie foude men inhererende de Refolutie van Haer Ho. Mo. van den 16. Novemb. 1646. verftaen,  K 53 )# i ftaen, dat in alle de Geünieerde Provinciën endegeafio: cieerde ende ondergehorige Landen ende Steden vaftgeftelt ii fal blyven, die waere Chriftlicke Gereformeerde Religie, 3 gelyck defelve alomme in de publicque Kercken defer J Landen tegenwoordich word gepredikt ende geieert ende j Anno 1619. by den Synode Nationael binnen Dordrecht I gehouden, is geëlucideert, dat wyders defelve Religie by i de refpedtive Provinciën elck in den haren mit de macht van 't Lant fal worden gemaintineert, fonder te gedogen ■ dat by Iemant in defelve Religie eenige veranderongh V werde gedaen, Item dat de Placcaten tegens de Pausgefin\i de voor deefên geëmaneert blyven in haer vigeur, ende Ü dat defelve Placcaten, ende die noch vorder dienaengaenÜ de fullen mogen worden geëmaneert, nae haere forme en1 de inhout fullen worden geëxecuteert, ende dat voorts op het licentieus inkommen van de Geeftelickheit, een temi perament ofte ordre fal worden beraemt, fonder krenckin- ge nogtans van 't Traótaat van Vrede. (Onderfiond) Pro vero Extra&u. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. ï. C O P I A. Edde Mogende Heeren befondere goede Vrinden ! JD^en tyd van de occupatie van de Campagne, Ons | teegenwoordig niet toelatende met UEd. Mog iets fina£> ,l ]Yck  lyck te konnen arrefteren, aangaande het different, dat althans meenigmaal voorvalt, over de Jurisdictie van den ordinaris Rechter inBorgerlyke en Militaire zaeken, foo wel ten aen-. Zien van het civiel, als crimineel, zoo hebben Wy geoordeelt, dat by provifie, ende totdat Wy met UEd.Mog. diesaangaan. de nader zouden hebben gedelibcreerr, zoude konnen worden vaftgeftelt, dat geene Polityque, of Burgerlyke perfoonen, noch in civile, nog in crimineele zaeken zouden konnen worden geconvenieert off aangefprooken voor den Krygsraad, ten ware de voorf. crimineele zaeken zodaenigen Militairen delict impliceerden ende met zigh brachten,dat &T* ken tot kennifTe van den Krygsraad zouden behooren te fpectecren ; dat in civile zaeken alle Polityquen off Borger-, lycke perzoonen, veel te eyfïchen hebbende van Militaire perfoonen, haar actie zouden mogen inftitueren voor den ordinaris civilen Rechter, en dat de Militairen haaraldaer zcuden moeten verandwoorden ; dat twee Militairen elck van den anderen te eyfïchen hebbende, zulcks meede zouden moeten doen voor den ordinaris civilen Rechter; maar zoo wanneer Militaire met Militaire eenige quseftie mogen hebben, over haar foldye, of gages, dat het zelve zoude behoren te werden getermineert van den geenen, die van ouds daar toe z>ngequalificeert ge weeft, en zoo wanneer eenige Militair ren zouden koomen te begaan eenige delicten, die men noemt gemeene delicten, dat daeromtrent praeventie zoo voor den Burgerlyken als Militairen Rechter, behoorde plaats te hebben, zoo wanneer die delicten zyn begaan aan off omtrent Burgerlyke perfoonen, of haer goederen en familien, invoegen dat den Rechter, 'c zy Burgerlyck, 't zy Militair, die eerft zoude mogen hebben geprasvenieert, competent zoude behooren te wcezen, zoo nochtans, dat den Militairen Rechter noyt tegens Polityque, of Burgerlyke perfoonen zoude mogen procedeeren, uytgenoornen alleen in delicten , die als voorfz. is, gantlch en t' eenemaal Militair zouden weezen; dat oock, zoo wanneer in materie van duëj quosftie zoude mogen voorvallen tuffchen een Militair en Burgerlyke perfoon, de rechtspleginge over den Burgerlyke perfoon voer den ordinaris Militaire Rechter zoude behoren te worden voltrokken; maar zoo wanneer  #C ff }# quaiitie in 't crimineel zoude moogen voorvallen tuflchen twee Militairen, zonderdat Burgerlyke perfoonen daar meede zouden weezen geinterefleert, of over delicten, die by den Rechter genoemt en gehouden worden voor Militair, dat als dan de Judicature daar over alleen zoude behooren te competeeren aen den Militairen Rechter. Wy hebben geoordeelt, dat deeze Onze goede meyninge zoude konnen dienen, om by provifie, en tot dat Wy nader met UEd. Mog. hier over zouden hebben gedelibereert, weg te neemen de verfchillen, die in diergelyke zaken zouden konnen voorvallen, ende vertrouwende, dat dit met UEd. Mog. goede intentie zal accordeeren, zuiien wy utu, Mog. 't voorfz. overlaten en recommandeeren, de diffe. renten by provifie, als vooren daar nae te zullen reguleren. En Ons hier toe verlatende, beveelen Wy UEd- Mog. hier meede Edele Mogende Heeren, befondere goede Vrinden! ttt de protectie Gode*. Tot Duffel den 3. Juny 1675. '■■ Q-nderJlond U Ed. Mo. Dienftwillige Vrindt. IVas onderteekent G. PRINCE d'ORANGE. tiet opfchrtft vjus Den Edelen Mogende Heeren Onfen befondcren goede Vrinden, De Staten van 't Furftendom Gelre en Graeffchap Zutphen, Tot Zutphen. (Lagerflond) Pro vsra Copia. ( fp'as geteekent) F: W: van den STEEN. T  K. i\ Extract uit het Reces des Landdags in Martio en April en vervolgens in Oïïober 1715. binnen Arnhem ordinarie gehouden. Lutia den 1. April 1715. O ^V^ntfangen ende gelefen een Miflïve van die van de Rekeninge defer Provinrie in dato den 20. Marty 1715.' hebbende tot bylage een Requeft aan Haar Fd. door den Amptman van Bommel, Thielre en Bommelrewaarden geprxfênteert, inhoudende dat een perfoon van Heerwaerden, gent. Jacob van den Bergh , even buiten de Poort van 't Fort St, Andries, doch binnen de Barrière van het Conterfchap is gevonden, leggende fwaar gekwetft, fodanig dat hy 's anderendaags daar van is overleeden, en dat naa examinatie en genoomene informatie is bevonden,dat die quetfuren fouden gefchied ende gegeven zyn door eenige Militie uyt het Guarnifoen van het geml. Fort, waar onder Soldaten fyn geweeft, die de wacht aan de Poort hadden, en die daar naa toe waaren geloopen tot fecours van eenen Gerrit van Braackel, die om hulp riep, dewelke met de voorf. jacob van den Bergh, vechtende onder was gevallen en vaa denfelven doenmaals wjerd geflaagen en me: voeien getreeden. En vermits dit vechten en 't geene daar op gevolcht is, is gefchied door Militie in Guarnifoen leggende op het gcm. Fort aan een opgezeten van des voorn. Amptmans Ampt; en dewyl géén wet in defe Provintie is off de Militie in dergclykc voorvallen voor den Politicque Richter moet  ¥( 17 >f moet worden geconvenieert of voor den Crygsraed, dat daarom den Amptman voorf. te raade was geworden fich aan die van de Rekeninge te addreffeeren en te vraagen, of goedvonden dat hy in zyne qualiteit als Amptman van diftricr, de Militie aan het geallegeerde feyt plichtig foude aanfpreeken nae bevind van faaken, off dat hy fulx foude laaten ter decifie van de Militaire Chrygsraad ten eynde hy niet mochte ingewikkelt worden in disputen en conflict van J urisdictie. "En alfoo [die van de Rekeninge niet bevonden eenige wet ofte Reglement in defe Provintie te zyn, waar by over dergelycke gevallen is getermineert wat aan de Politicque en wat aan de Militairen Richter foude gehooren, foo hadden defelve aan den gemeld. Amptman hier omtrent geen ordres kunnen laaten toekoomen, maar fich verplicht gevonden om defe faak te brengen aan de tafel van Haar Edele Mog., 't welk door Haar td. Mog. gecommuniceert fynde aan den Hove Provinciaal en die van de Rekeninge om de retroacla hier op naa te zien en de Landfchap te dienen van praeadvys \ 't welk fub dato den 29. Marty 1715. ingecoomen en gelefen fynde, hebben Haar Ed. Mog. in conformité van dien naa refumtie van de Refolutie op den 25. Maart 1651. by Haar Ho. Mog. op de groote Zaal genoomen en andere retroadta daar op applicabel tot wegneeminge van alle haefitatie en onzekerheid omtrend de Judicature over Militairen in gemeene delicten goedgevonden ende verftaanende re vcrclaaren dat de voorf. faake in 't Fort St. Andries voorgevallen in haar natuur, achter volgens Haar Hoog Mog. voorf. Refolutie, is ftaande en dien 'volgens ook gelaaten word tot de cognite en Judicature van ders ordinaris off Politicquen Richter; ,?n dat voorts in *t generaal alle delicten niet puurlick Militair fynde, maar turbeerende de gemeene ruit en üorgerlyke Societci:, geraeenlyk gent. commuuia delicta begaan by Militaire perfoonen, meede in haarenature privativclyk liaan en gelaren worden tor de kenniife, Judicature en correctie van de ordinaris 'uftitie over refpc , Ampten, Steedenen Plaatfen, alwaar foodaene dilieten worden begaan, D 5 En 1  En zal hier van kennis aan de refpc.' Magiflraten en Officieren, foo Politicque als militaire gegeeven worden, (Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. K. 2°, Extract uit het Reces des Lantdaeghs in Martio en Aprilt^ en vervolgens in Oftobn 171 binnen Arnhem ordinarie gehouden. Veneris den 18. Oftobr. 1715. "V v oorgebracht hoe de militairen eenige twyffelacbtigheyt hadden opgevat over het gedrukte Reglement, tot voorkorainge van alle disputen tuifchen den Politicquen en Militairen Richter,over het conflict van Jurisdictie van den 1. April laaftleden, ende in 't by fonder over de daargcftelèt woorden van communia delicta begaen by Militaire perfoonen, ende daar over gedelibereert wefende is gerefolveert ende verftaan, dat het gefeyde Reglement fal ftandhouden, geobferveert worden en deGecomm=. ter Genrlt. gelaüt, gelykgefchietkracht defes, fichexactelyk t'informeren hoe-  #C S9 )4 fcoedienïch dit in andere Provintien word gepradlifeert èn* de Haer Ed. Mo. daar van te adverteerem (Onderfiond) i Accordeert met voorf. Landdags Reees. ( Was geteekent) F: W: van den STEENS Miffive aan de Landfchap. K. 3°, Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Edele Mogende Heeren! w .,V ï heb,be" in 0nfe Vergaderinge wel ontfangen de Miflive van de Eerfte en andere verordente van de Rekeninge in Gelderland, in dato den 20. defes gefchreven aan U Ed. Mog., hebbende tot bylage een Reqte. van Johan de Gock van Delwynen, Heere tot Wadenoyen Amptman van Bommel, Thielre en Bommelreweerden' daar by te kennen, hoe dat SynL. voor eenige da tairen in gemene delicten fouden behoren te verftaan ea 3: verklaren: Dat de voorf. fake in het Fort S«. Andries voorgevallen 15 Jn hare nature, en agtervolgens Haar Ho. Mog. voorf„ Ji Refolutie is ftaande en dienvolgens ook gelaaten word tot r de cognitie en Judicature van den Ords of Politicquen p Richter : Ende dat voorts in het generaal alle delicten p niet puurlyk Militair zynde, maar turberende de gemene ft; rufte en Borgerlyke Sociëteit, gemenelyk genaatnt commu* L nia delicta begaan by Militaire perfonen, meede in hare ft: nature privativelyk flaan en gelaten worden tot de kennis» li fe, Judicature en correctie van de ordinaris Juftitie over de m refpe Ampten Steden en Plaatfen alwaar fodane delicten p worden begaan. Waar mede verhopende UEd. Mo. goedvinden te hebben voldaan, bidden Wy GodScca. Gefchreven t' Arnhem den 29. Marty 1715. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, Re-  #c 49 n K. 4°. Refolutie Anno 1651, op de groote Saai in 's Hage genomen op 'r, fubjecl: der Judicature over delidren begaen door Militaire in ftemmende Steeden. 'VJ'p het geene van Wegen de Provintie van Gelderland op gifteren fchriftelyk ter Vergadering is bekent gemaekt, heboen Haar Hoog Mog. goetgevonden; Dat de Commandeurs met den Krygsraad de Militaire Jurisdictie in de Steeden ftem m Staat hebbende niet verder zullen gebruiken als over de nalatigheid en overtreding in tochten en wag ten , overgaen aen den Vyand, defertie van d'eene Comp. onder de andere fonder Paspoort, mitsgaders over excetien en delicten die de Officieren en Soldaten onderling off d' eene teegens den anderen fullen koomen te begaen en verder niet ; Invoegen, dat over alle andere zaeken zy fcyn dan crimineele of civile, de Militaire perfonen appre' henfjbel, convenibel, jufticiabel en executabel zullen zyn by den Civilen of Politiquen Rechter, wiens Sententien meede over fchuldcn en anders geweezen, by gebrek van gereede of ongereede Goederen, op de gagien van de gecondemneerde nae de ordre van het Land ter executie eeftelt zullen worden,  U 66 )# L, i\ Extract uit het Reces van den ordinairen Landdag in April en May ende vervolgens by continuatie in September 1728. binnen de Stad van Nymegen gehouden. Sabbathi den 1. May 1728. Ingekomen en verkezen eene Miffive van den Raad van Staten der Vereenigde Nederlanden; gefchreeven in 's Gravenhage den 8. Meert deefes Jaars, houdende in het breede een detail van het geene voor eenige tyd binnen de Stad Thiel was gcpasfeert en voorgevallen tuffchen de Magiftraat derfelver Stad en den Krygs-Raad over en ter faken van twee diftincfe Manflagen door Soldaten, aldaar Guarnifioen houdende, onderling, en den eenen tegens den anderen 'begaan, met alle het geene daar omtrent ten wcderfyden was gedaan en gefuftineert, verfoekende welgcme„ Raad van Staaten, om redenen in die voorf. Miffive in het brede geallegeert; dat Haar Ed. Mog. tot voorkominge van alle diergelyke voorvallen in het toekoomende, gelieven te nemen eene fodane Refolutie, die op het fubject, van de Judicature tuffchen Politicque en Militairen in allen deejen mogen conform wefen aan die van de gefamentlyke Bondgenooten op derfelver folemnele Vergadering in den jaere 1651. gearreffeert. En hier tegens verlefen de copyen van de Miffivens door de Magiftrat der Stad Thiel op voorf. fubjedr, aan den Raad van Staten gefchreeven, en waar by opgenr-. Magiftraat 4|htoont en fuftineèrt, in defen alles niet anders gedaan  #C 67 )# daan re hebben, als conform defer LandfchapS Refolutie van den 1. April 1715. Waar op gedelibereert, en daar by verlezen zynde het geatrefteerde by de famentlyke Bondgenooten in den Jaare 16514 voorts defes Landfchaps Refole. van den 1. April 1715. ook aangemerkt het geene, by de andere Bondgenooten in defen v/erd gepradtifeert; Hebben Haar Edele Mogende, tot voorkoominge van alle dispuyten in het toekoomende, en onder voorbehoue van het regt, defe Provintie en Leeden van dien, neffens de andere haare Bondgenooten , competeerende, goedgevonden by interpretatie van derfelver Refole. van den 1. April 1715. te verklaarert en te verftaan, dat de Judicature over alle excesfcn en delicten, puirlyk Militair zynde, iti zyn en blyven aan de Krygs-Raden binnen de (temmende fteeden defer Provintie. Dat voorts die felve Krygs-Raaden fullen hebben de Judicature en erkenreniffén over alle excefTen en delicten, die de Officieren en Soldaten van dat felve Guarnifoen onderling, off die een tegens den anderen fullen komert te be-' gaan, off fchoon die voorf. exceffen en delicten in haar natuir niet puirlyk Militair mogten weezen. Blyvende egter aart den Poiiticquen Rigter de erkeflteniffe en Judicatuire over gelyke exceffen en delicten tusfchen Officieren en Soldaten onderling off den eenen teI gens den anderen begaan wordende, inval die Officieren en Soldaaten mogten wezen van diverfe Guarnifoenen, Voor welke Poiiticquen Richter die Militaire perfoonen dan ook voorts in alle andere faken, fy fyndan crimineele, of - civile, apprehenfibel, convenibel, juftitiabel en executabel fullen fyn, en wiens Sententien meede over fchulden en anders gewefen , by gebrek van gereede off ongereede Goederen, op die gaaien van die Gecondemneerdens, naa ordre van het Land, ter executie gefeld fullen worden. (Onderfiond ) Accordeert met voorf. Land- dags Reces* (Was geteekent') F; W: vas t>m ^EEN. ■l -t ft * F*  k t M. C O P I A. MiJJive aan zyn Hoog» heid den Heer Erf» ftadhouden Doorluchtig ft en Vorft en Genadige 11 Heer Erfftadhouder! D e Magiftraat der Stad Doesborgh heeft aan Ons by Miffive, waar van 't affchrift hier by is gevoegt, kennis i gegeven, dat tuffchen den 14. en ly. deefes des nagts 1 eenen Hendrik van Campen Borger van haar Stad en een man van omtrent 80. Jaren oud, feer jammerlyk was gehouwen en gewondet geworden door menfchen die in zyn Schuur hadden weeten te komen en beefig waren geweeft met 't fteelen van Aardappelen, terwyl deezen ouden man op dit geftommel wacker geworden zynde, opgeftaan was en na die Schuure zig had begeeven : En dat dezen ouden man aan deefe verwondinge des avonds daar aan was overleden, zynde volgens Atteftatie van den Medicina; Doctor en Chyrurgus deefe wonde abfölut dodelyk geweeft : dat gemelte Magiftraat daar na in ervaringe geko I men zynde, dat drie Soldaten en eene Soldaten Vrouw als j pligtigh en kennis van dit geval hebbende op ordre van den I Commandeur van haar Stad den Coll. Rhode van Heec1 keren waren geapprehendeert en in Militaire detenr'e gebragt i geworden, hier op den voorna Commandeur hadden doen 9 verfoeken tot uitvolginge vin deefe gedetineerdens,dogdat I die daar inne fwarigheid hadde gemaakt, alvorens daaromtrenc 1 van U Hoogheid, waar aan voornemens was te fchryven, ordre foude hebben ontfangen , en in tegendeel verfogt hadde, E 3 ter  #C 70 )$ «•pi-vt'vi liv h.i'r over informatie wilde nemen, dat de Maeiftraat aan nem ter nanoen ïouaen ïteuen ae mceiraue van u^. en ia Chirurgyn 't dode Lichaam hebbende gevifiteert, dan dat ■ gem. Magiftraat daar inne mede hadde gedifficulteert, al- 4. vorens van ons te weten, hoe zig omtrent een als ander h te gedragen : Aangezien de Magiftraat van Doesborg h heeft d'apprehenfie, neemt d' informatien, en fend ons | dezelve met de confeffien over, wanneer by ons daar inne in gedecideert en gefententieert word. Overfulx, dat by Ons I deeie fake overwogen zynde, Wy U Hoogheid niet kun- m nen verbergen, dat defelve aan Ons verlegentheid baard, I als fchynende aan d' eene fyde de Militairen dooreen fodane p verweigeringe als in den voorf. cas te fuftineren, dat de b Jurisdictie van de Krygsraaden tecgenswoordig verder fou- I de gaan als wel in de laatfte tyden, En het aan de ande- !b| re zyde zodanig is, dat de Heeren Staaten van deefe Pro- ra vmtie na ingenomen advis van Uns nebben veritaan tot lü nader vciftand van de Refolutie van Haar Hoog Mog. s jr» den Jaare 1Ö51. op de Groote Saai genopmen ,, dat | ,, voortaan in 't generaal alle delicten niet puurlyk Mili- li ,, tair zynde, maar tui'berende de gemeine rufte en Uor- M ,, gerlyke Sociëteit, gemeenlyk genaamt communia dcli- 1 ,,cla, begaan by Militaire perfonen, in haar nature pri- B ,, vativeiyk fullen ftaan en gelaten worden tot de kenniile, I „judicature en correctie van de ordinaris juftitie over de ,, reipedtive Amptcn, Steeden en Plaatfen, alwaar fodane ,, delicten worden begaan; als U Hoogheid fal gelieven te vernemen uit twee Refolutien van den Jaare 1715. hier by meede gevoegt met en neffens 'taffchrift van ons Advis waar pp de eerfte Relolutie gevallen is, en copie van eene Miffive van den voorigen Heer Erfftadhouder onfterffelyker gedagten's in Ons voorf. Advis met meerderen aangehaalt; En waar by Wy dan nog voegen twee opgevolgde Refolutien in den Jaare 1728. door Hooggem. Heeren Staaten genomen tot explicatie en interpretatie van die voorue Refolutien diericnde. Wy zouden het van Onzen pligt hebben geagt, en ookl niet gemar.queert hebben om inval de Heeren Staaten de-! ier  #c 71 n fer Provintie vergadert waaren geweeft of in 't kort ftonden te vergaderen, de bedenkingen, die zig hier omtrent op doen, ter deliberatie van Haar Ed. Mog. te brengen ; Dogh van wegens derv.elver abfentie zulx niet kunnende gefchieden, en foekende te eviteren alle conflicten van jurisdictiën, Hebben Wy vermeent niet beter te kunnen doen, als immiddels aan U Hoogheid niet alleen kennis te geven van dit voorval tot Doesborgh, maar ook van een tweede geval voor eenige dagen te Nunfpeet op de Veluwe ontftaan, alwaar een Ruiter van 't Regiment van den Heere Prince van Heffen Philipsdal, die neffens eenige Dragonders van Schlippenbach aan een huis aldaar fo gefeit word, met de Pallaifen de glafen ingeüagen te hebben, door eenfchootuit dat huis komende fodanigisgequer.fi: geworden, dat daar aan korten tyddaar nae is overleden, het welke oceafie aan ons heeft gegeven om fes perfonen in dat huis gevonden en waar onder een Soldaat van 't Regiment van Mulert fig meede bevind, te doen apprehendesen en laten overbrengen in de gevankeniffe op deefen Hove, mitsgaders om ordre te geven om de voorf. Dragonders by provifie in een civil arreft te nemen, het welke egter om haar vlugt niet ter executie heeft kunnen gcftelt worden : alles met dat oogmerk, dat U Hoogheid ziende deefe Onfe verlegentheid fpruitende uit de fuftenue van de Heeren Officieren en de daar tegens aanlopende Refolutien van de Heeren Staaten van deefe Provincie, welke Ons tot een rigtfnoer van Ons gedrag zyn toegezonden, en die alnog niet zyn ingetrokken of verandert, wel van die goetheid fal gelieven te zyn , -gelyk Wy eerbiedig by deefen de vryheid nemen te verzoeken, omtrent deefe materie te mogen weeten en verftaan U Hoogheids meininge en intentie, op dat by Ons uit gebrek van daar var. geen kennis te hebben, niets magh in 't werk geftelt worden 't geene daar meede niet over eeny fou komen, En wel in 't byfonder omtrent de navolgende gevallen die dagelyks kunnen gebeuren en gedurig nieuwe belemmeringen in het adminiftreeren van de J uftitie fouden kunnen veroorfaaken, als namentlyk aan wie de Judicature competeert omtrent exceffen en delicten niet puurlyk Militair zynde, die de Officieren en Soldaten van E 4 om  een en het felfde Guarnifoen onderling, of die d' eene te* gens den anderen fullen komen te begaan: item tuffchen \ Officieren en Soldaten onderling, of van den eenen tegens \ den anderen begaan wordende, inval de Officieren en Sol- f daten mogten weefen van diverfe Guarniföenen : dan mee- t de van Officieren of Soldaten tegens Borgers of Ingefere- nen of anderen geen Militairen zynde, zonderonderscheid I of met ondtrfcbeid of het Officieren of Soldaten zyn van i de plaatfc, waar in Guarnifoen liggen, of dat van eenan- der Guarnifoen z^n : voords wanneer fodane exceffen of ï delicten voorvallen en gepleegt worden tuffchen Officieren I en Soldaten onderling of tegens Burgers, Ingefeetenen of f anderen ter plaatfe daar geen Krygsraad zig bevind, of op I Dorpen of andere Plaatfen ten platten Lande; of dat figh f Militairen tuffen en met Borgers, Ingefeeten of anderen f geen Militairen zynde, vermengt bevinden , en daar mede i tegens anderen exceffen of delicten komen te pleegen, En I wat diergelyke gevallen meer kunnen zyn : ook wat | plaatfe zai hebben omtrent Vrouwen en Kinderen van Mi- j Iitairen ; En dan eindelyk, of in fodane gevallen, of in I eenige van defelve eenige concurrentie van Jurisdictie en | bygevolg eene prxventie fou kunnen plaatfe hebben , Fn f hier op met alle refpect U Hoogheits Refolutie 'en goet- 1 "inden lullende inwagten, eindigen Wy deefe, biddende 1 Godt. ; Doorfcgtigften Vorft en Genadi- I gen Heer Erfftadhouder! U" Hoogheid by voorfpoedige Regeringe en langdurige f gefontheid te willen behouden. Gefchreven t' Arnhem dèö | 31, Febr. 1749. (Onderfiond) U Hoogheids onderdanige en Dienftwilligc. f Die Raaden &c. (hagerflond ) Pro vera Copia. ( TVas geteekent) F: VV.: van den STEEN". 1 CO- I  #C 73 )# N. COPIA. Edele Mogende Heeren! By~ zondere goede Vrienden. W anneer Wy met naauwkeurigheid hadden geëxamineert Ü* Ed. Mog. Miffive van den 21. February laetftleeden, met alle de befcheiden daer by aen Ons toegezonden, hebben Wy gemeent in 't generaal met relatie tot de Militaire Jurisdictie te moeten vaft ftellen, dat de Militie hier te Lande moet werden aengezien als een byzondcr huishouden, nietwes gemeens hebbende met het Burgerlyke, en dat ingevolge de aloude grondwetten deezer Landsn aen ieder heeft gecompeteert een afzonderlyke Jurisdictie. Dat voorts ook uit de Commiffien aen d' eerfte Gouverneurs en Capiteins Generael gegeeven, duidelyk af te neemen is, dat het Militaire weezen in conformiteit van de yoorfchreeve grondwetten op Henzelven voet is gebleeven, en dat overzulx de Cognitie van Militaire zaken, zonder onderfcheid, het zy dan Civile, het zy dan Crimineele, en met relatie tot de laatfte, off dezelve waren pure Militaria, dan delicta communia, alleen heeft geftaen aan den Militairen Regter. Dat in den Jaere 1651. ten tyde dat 'er geen Capiteirt Generaal is geweeft, de Provintie van Gelderlandt in de Vergaederinge op de Groote Saai alhier in den Hage gehouden heefc gedaan een propofitia, om daar door ten reguarde van verfcheidene zaeken het Regtsgebied van de E 5 Mi- In pede flond Am de Raden des Furftendoms Gelre en Graeffchaps Zurphen,  #C 74 )# Militaire te befnoeyen, ten bewys zelfs, dat voor en nog ten tyde van het doen der voorf. Propofitie, het eigen Regtsgebied over de Militaire zaeken alleen aen den Militairen Regter heeft gecompeteert, dat daerom de voorfchreeve propofitie by de Provintie van Gelderlandt eerft gedaen zynde, het zelve op gelyke wyze is nagevolgt by de Provintien van Utrecht en Overyffel, dan het geen alleen by de voornoemde Propofitie is gebleeven, zonder dat daeromtrent by de Generale Bondgenooten een bepaelde Refolutie is genoomen, en om welke reeden dan zeedert den Jaere 1651. en vervolgens tot de aenftellinge van Prins Willem de Derde Glorieufer Gedagteniflè , en weederom nae deffëlfs oyerlyden by verfcheidene Provintien op dat fubjedt diverfe Wetten en Refolutien zyn gemaekt en genoomen, en fpecialyk ook by de Provintie van Gelderlandt, zoo als uit de voorfchreeve Bylagen ten klaerften is confteerende, tot zoo verre, dat by de Refolutie van dezelve Provintie van den 11. Septemb. 1728. de Refolutie op den 1. Mey by haer daer bevoorens genoomen op het fubject van de Militaire Judicature, is gezonden aan den Raed van State, met verzoek, om daar op te willen infteeren, ten einde een zoodaenige Refolutie by de gezamentiyke Bondgenooten mogte werden gearrefteert en werkftelligh gemaekt, dan 't geen tot nog toe niet is gedaan geworden. Dat Hoogftgemelde onze Prsdeceffeur Prins Willem de Derde al kort na deifelfs aenftellinge heeft getragt het werk van de Militaire Jurisdictie, op den ouden voet te brengen, dog waeromtrent, vermits de Refolutien en Wetten by fommige Provinciën ter contrarie genomen en gemaekt, nog foo vers 'en nieuw waaren, en waer van men nog zoo fchielyk niet konde affoheiden, Hoogflgemelde Prince hier en daar wel eenige teegenftrubbeüuge heeft ontmoet, 't geen dan aenleidinge heeft gegeeven, dat Hoogftgemelde Prince, uit een puure toegeevendbeid, een middelweg heeft zoeken in te Üaen, en tot dat einde aen de Provintien en Hoven refpective gezonden den brieft van den 3. Juny 1675. welke meede onder üï Byiagen ge»  #( 7S )# vonden,en in UEd.Mog. voorf.Miffivegeallegeertwerd, dan wanneer Hoogftgemelde Prince vernam, dat daer aen door de voornoemde Provinciën niet wierd beandwoord, heeft Hoogftgemelde Prince zig met ter daad, op fundament van de voorfchreeve grondwetten, deflèlfs Commisfie en op het voetfpoor van deszelfs Hoogloftelyker VoorZaten dat regt gemaintineert, zoodaenig, dat alle Militaire zaeken, zonder onderfcheid, by den Militairen met feclufie van den Borgerlyken Regter zyn berigt geworden. De weynige en niet noemens waardige exempelen, die 'er ter contrarie naederhand zouden moogen voorkoomen,' niet anders konnende geconfidereert worden, als fub-en obreptif te zyn, en ook meeft zullende bevonden worden voorgevallen te zyn in abfentie van Hoogftgemelde Prince, wanneer Denfelven als Koning van Engeland naderwaerds is vertrokken. Dat eyndelyk zeedert Onze aenftellinge als Capitain Generaal met het zelve gezag, als Onze Hooge Prxdecesfeuren hebben gehad, vervolgens het zelve regt van de Militaire Jurisdidie ingevolge de aloude grondwetten is koomen te herleeven, ten zulken eftecte, dat als nu we¬ derom in het vervolg alis Militaire zaeKen, zonaer onaerfcheid, *t zy Civile, 't zy Crimineele, en 't zy dat de laatfte zyn pure Militaria, dan delicta communia, moeten ftaer. ter judicature van den Militairen Regter, zonder dat den Poiiticquen of Burgerlyken Regter zig op eenige wyfe daar meede kan of mag bemoeyen. Uit het voorfchreeve generale gededuceerde zullen U Ed. Mog. duydelyk kunnen afneemen Onze gedagten, zoo met relatie tot de materie oft judicature van de Militairen op zig zeivs, als ten refpecte van het geen tot4de particuliere gevallen, in U Ed. Mog. voorfchreeve Miffive vermeit, moet plaets hebben, en dat mitsdien den Commandeur Rhoode van Heeckeren zeer wel heeft gedaen, vara ter requifitie van de Magiftraet van Doesburg, de drie by hem geapprehendeerde Soldaten en Soldate Vrouw aen haer niet over te geevea. « Dat  M 76 )# Dat met opzigte tot het geval gebeurt te Nunfpeet op de Veluwe, derf Soldaat van het Regiment van Mulert, welke op ordre van U Ed. Mog. is geapprehendeert, nae deszelfs Regiment dient te werden gezonden , en door U Ed. Mog. daer van kenniffè gegeeven aen het voorfchreeve Regiment, ten einde hy mag werden afgehaelt, met byvoeginge van alle zodaenige informatien, als omtrent deeze zaek by U Ed. Mog. zyn ingewonnen. Dat met relatie tot de verfcheidene generale vraegen in het flot van U Ed. Mog. voorfchreeve Miffive aen Ons voorgeftelt, de meefte derzeive ook door het voorfchreeve hier bevoorens gededuceerde zyn beandwoord geworden, als moetende deeze generale regel altoos in 't oog gehouden Worden, dat alle Militaire perfoonen, 't zy dan dat dezelve eenige exceffen onderling, 't zy met off ook teegens eenige Burgerlyke perzoonen hebben begaen, en het zy dezelve tot het Guarnifoen behooren, dan niet, altoos te regt moeten werden geftelt voor den Militairen Refter, met dat onderfcheid ten refpecte van die geene, die niet tot het Guarnifoen behooren, dat dezelve ter plaetfe van het begaene delict moeten zyn geapprehendeert, dewyl dezelve anderzints aldaer niet geapprehendeert zynde , als dan moeten werden geftraft door den Militairen Regter van 't Guarnifoen , waer toe zy behoo»en. Dat ten aenzien van het geval, wanneer ter plaetfe, alwaer Militaire begaen eenige exceffen of delicten, geen Krygsraad zig bevind, daer van, het zy dezelve in flagranri delicfo geapprehendeert, of wel geëchapeert Zyn, aen de Regimenten, waer toe dezelve behooren, of aen den Commandeerenden Officier, alwaer zodaenige Regimenten in Guarnifoen leggen, moet kenniilè werden gegeeven, ten einde by dezelve daer op nae vereisch van laeken de noodige ordre kan werden geftelt. Dat voor zoo veel als aengaet de Vrouwen en Kinderen van Militairen, waaneer die eenige exceffen hebben bc-  #C 77 )# begaan buiten het Guarnifoen van haere Mannen of Vaders , en ter plaetfe van het begaene exces geapprehendeert zyn, dezelve aldaar by den Krygsraad moeten werden geftraft, dan zoo de voorfchreeve excelfen begaan zyn ter plaetfe van het Guarnifoen van haere Mannen en Vaders, dat het dan van zelvs fpreekt, dat zy , natuurlyk het forum van haere Mannen en Vaders moeten volgen, En derhalven dat U Ed. Mog. dan ook in opzigte tot de laetfte vraege aen Ons gedaen, zeer ligtelyk kunnen begrypen, dat nooit een Concurrentie van jurisdictie, en overzulx ook geen praeventie kan plaats hebben, als zynde zodaenige zaeken gemeenlyk de gronden van allerley verfchillen en twiften, mitsgaders hinderpaelen in de admi« niftratie van de Juftitie, en in de expeditie van dien, welke nogtans daar in nooit behoorden gevonden, veel min gevoedt te worden. Waer meede Edele Mogende Heeren ƒ Byzon* dere goede Vrienden. y/y U Ed. Mog. beveelen in Gods Heylige Protectie.' Onderjlond U Ed. Mog. Dienltwillige goede Vriend,; Was getekent PRINCE d'ORANGE & NASSAu, Lager/Jont Ter ordonnantie van Syne Hoogheid; Was gecontrafigneert J. De BACK; In 's Gravenhage dea aj. Maert 1749. Het  Het opfchrift wat Edele Mogende Heeren! Byzondere goede Vrienden, De Heeren Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen *V™f!\-v ^Xf^^X'?! p'b'..;jl.'4'l Arnhem; [Nog lager flond) Pro vera Copia. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, O. Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves vunGelderland, MiJJlve aen de Heeren Gedeputeerden en lloofdfteeden Nytnegen , Zutphen , Arnhem» Ed. &c. 'y hebben vermeint gehad als tot Onze kennis 'u gekomen het geval van den dootgeblevenen Borger te Doesborg, en dat den Commandeur aldaer de Soldaten, welke' t ■ ■ vl  #C 79 )# gj welke daer over door de Militairen waren geapprehen» i deèrt, verweigerde aen de Magiftraat over te geeven, hier ni over te moeten fchryven aen Zyn Hoogheid, om daer §. over en over een tweede geval, welke te Nunfpeet op I de Veluwe was ontftaen, alwaer een Ruiter was dootgefchooten door een fchoot koomende uit een huis daer zig i 6. perfoonen bevonden, daer onder meede een Soldaet was, die Wy alle fes hebben doen apprehendeeren, en op deezen Hove brengen, te moogen weeten Syn Hoogheits I meininge om Ons daer nae in deeze en andere gedetailleerde gevallen die zig in 't vervolg zouden mogen voordoen ook met betrekkinge tot de Vrouwen en Kinderen van Militairen te kunnen gedragen ; Wy ontfangen hier op Syn Hoogheits refcriptie van den 25. deezes, waer van mitsgaders van Onze gefchreevene brieft aen Syn Hoogheid, Wy hier neftens aen UL. en Eerf. copie fenden en tot den inhoud van dezelve Ons gedragende, eindigen Wy hier meede &c. den 27. Meert 1749. UL. en Eerf. goede Vrienden Die Raeden &c. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN; Ex-  #C 80 )# P» Extract uit het Reces des Lantdaegs in Juny 1745>. Extraordinarie binnen de Scad van Nymegen gehouden. Mercurii den 18. Juny 1749. De Staten des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen op verfchryvinge van den Heere Erffftadhouder en Raaden van den Hove Provinciaal binnen de Sad Nytnegen op des Landfchaps Camer vergaedert zynde, hebben welgemtc. Raaden feffie genoomen, en nae dat door den Dienaar des Goddelyken Woords den Almagtigen God yverig in den gebeeden was aangeroepen, om met Zynen genaedigen zeegen deeze Vergaederinge te willen byftaan; heeft Lubbert Adolph Torck Heer van Rofendaal eerfte Extrs. Raad de aanweezende Leeden voor derZei ver tydelyke en goedwillige comparitie bedankt, en ver» ■volgens voorgedraegen de reedenen deezer Convocatie, hier inne beftaande: Dat de Gecommns. tot het beneficeercn van den Neder. Rhyn en Yffel weegens deeze Provintie &c. Poft a/ia. 1. " Dat het Hoff zeedert het fcheiden van Haar Edele Mogende laatfte Vergaederinge nog ontfangcn hadde &c. Poft multa a/ia, j8. Het  U 8i 34 18. . Het HofT hebbende vermeyrit gehad, v/ahneer tot Haere kennifle was gekoomen het geval van den doodgebievenen Borger te Doesborg, en dat den Commandeur aldaar de Soldaten, Welke daar over door de Militairen waren geappfeherideert, weygerde aan de Magiftraat over te geéven, hier over te moeten fchryven aan Zyn Hoogheid om daar over en over eén tweede geval, welke te iSlunfpeet op de Veluwe was ontftaan, alwaar een Ruyter was doodgefchooten , door een fchoot, koomende uit een Huys, daar zigh fes perfoonen bevonden, daar onder meéde een Soldaat, die het Hoff alle fes hadde doen apprehendi eren, eri op deezen Hove brengen j te moogen weeten Zyn Hoogheids meynirige, teri eynde het Hort zigh daer nae in deeze en andere gedetailleerde gevallen, die zigh in het vervolg zouden moogen voordoen, Ook met betrekking tot de Vrouwen en Kinderen van Militairen konde gedragen. En hier pp by 't Hoff op den 27. Maart laatftleeden ontfangén Zyn Hoogheids refcriptie van den 25. daar re vooren, hadde het zelve daar van, mitsgaders van Haere gdchreevene brieft aen Z>n Hoogheid, aan de Heeren Gedeputeerden en Hoofdfteeden copien toegezonden. Poft a/ia. Dat dit. dan zynde al 't geene by het Hoff ontfangén en aan de Quartierett was verzonden geworden, hadde 't Ho ft vermeynt daar van nae gewoonte verikgh te moeten doen ; Zullende met alle refped aan Haar Ed. Mog. overlaten , off dezelve over alle die ingekoömene poinden, voor zoo verre daar Op nogh niet gerefo!veert was, zoude goedvinden by deeze extraordinaris Vergaederinge te delibereeren en refolveeren, dan oft de deliberatien^'doar over zouden uitftcllen tot den aanftaande Ordinaris Lantdagh. F Dat  K 82 )# Dat voor 't overige 't Hoff, indien geduirende deeze Haer Ed. Mog. Extraordinaris Vergaederinge nog iets mogte voorkoomen , niet zoude naelaten het zelve by Brieven bekent te maeken. En dat Haar Edele Mogende verder van het geen de publicque affaires mogte betreffen, konnen gedient worden uit het Rapport van derzelver Heeren Gecomnws, ter Vergaederinge van Haar Hoog Mogende. Waar nae diezelve Raaden opgedaan cn van dc Tafel afgegaan zyn. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Land* dags Reces, voor zoo verre het geëxtraheerde aangaat. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, n. y\ Extract uit het Me- morie-cn Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Vcnerh den 16. Fcbruary 1753, ^^"erleefen de Requefte van Caiharina Jacoba Delwich, waarneemende de huishouding- van A. C. t. de Roodè van Heeckeren tot Overlaar, U. Genera», ten dienfte defer Landen en Gouverneur der Stad Arnhem, houdende dat SynL, door fwaktaeid van Geeft en  Lichaam, ingevolge atteft der Medicyns de Requefte annex , buiten ftaat was om defielfs huiflèlyke faaken te kunnen bellieren en waarneemen ; Dat daar door de Suppk in de uitterfte verlegendheid was gebragt, vermits diverfe dagelyxe fchulden foo van de Knegten en Meideloonen, als andere noodwendig moeften worden betaald, en dat fy nog iemand anders bevoegd was, óm de te goede weelende renten, pagten en andere gelden op te beuren, en daar voor te quiteren, en dat 't voor Supplte. ondoenlyk was, om fonder penn. te ontfangén, die huishoudinge langer waar te nemen en meer andere inconvenienten die hier uit ontftonden ; Dat Supplte. hier van wel aan de naafte Bloedvrienden had kennisgegeven, en ook zig hier over geaddreffeert aan die Heeren,welke gem. A. C. F. de Roode van Heeckeren by fyn opene Teftamentaire dispolitie voor Heeren Commitlarien uk dezen Hove, den 2. Maart 1752. tot Mombers over fyn Kinderen, indien hy, defelve nog minderjarig fynde, quame te fterven, had aangeftelt, maar meede vergeefs ; Veribekendc overfulx, dat 't Hof in deefe ongelukkige omftandigheden, waar inne meergemelte A. C. F. de Roode van Heeckeren zig was bevindende, fodanige voorfieninge foude gelieven te doen, als ten meeften nurte des Boedels, en d' onmundige Kinderen fou oordeeltn te behooren. Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat de Heeren A. D. van Spaen tot Biljoen, Ordins Raad in defen Hove, Wolter Hendrik de Roode van Heeckeren, Commandeur der Stadt Doesburg, Adolph de Roode van Heeckeren, Coll. van 't Regiment van Orange Gelderland , en Mr. A. Ardesch , Secretaris der Stadt Arnhem, als by opgem. Teftament, de drieeerfte aangeftelt tot toefiende, en den laatften tot adminiftrecrende Voogt, en daar by aan gem. vier Momberen, fampt en yder in 't byfonder, alle fodane magt gegeven , als aan Voogden en Momberen eenigzints is competerende, van nu af aan famentelyk en yder in 't byfonder fullen worden geauótorifeert en gequaliticeert, foo als geauctorifeert en gequalilïceert worden by dezen, tot Curateuren F z en  k 8+ n en Momberen over den Boedel en onmundige Kinderen van "cm A. C. F. de Roode van Heeckeren totOverlaar; Geevende defelve volkome magt en audtonteic om daer omtrent te doen 't geene der faake nooddruft fal koomen te vereiffchen, en bevonden fal worden met t meefte interere, van dien Boedel en Onmundigen over een te komen; Mits daar van doende behoorlykc reekeningc voor deeien Hove, en dit alles by provifie, en tot dat by refipiscentic als anaVrs van den voorn Roode van Heeckeren tot Overlaar in deefen nader fal fyn gedisponeert. ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. Q. 2". C O P I A. Edele Mogende Heeren ! Onze by zonder e goede Vrienden / j/^an Ons ter kenniffe zynde gebracht, dat U Ed^Mop door derzelver Refolutie van den 16. February iaatftleeden de perzoon van den Lieutenant Generaal de Roode van Heeckeren in effeöe hebben geftelt onder Curatele, hebben Wy niet konnen affzyn U Ed. Mog . daar teegen ferieufclyk onder het oog te brengen; dat de voorfchreeve Refolutie diredt in zigh bevat eene infradie m her recht, 't welk Wy in naam van den Capitain Generaal nebben, ca 't welk/met feclufie vaa alle andere Rechters en Ma- gij  §>C 8y )4 giftraten alleen aan Ons competeert, en waeromtrent aen U Edel Mogende bekent is de decifie van Zyne Hoogheit glorieufer gedagtenifle. Dat Wy ook niet zouden naelaeten, om Ons daer tegen, door het employeeren van behoorlyke middelen te verzetten, en zelvs te maeken die fchikkingen, welke de omftandigheeden van den voornoemde Lieutenant Generaal yereifchten ; indien niet' het opgekoomen overlyden van den voornoemde Lieutenant Generaal de voorfchreeve U Edel Mogende Refolutie buiten e'ftedf had geftelt, en daar door de noodzaekelykheid om het geene reeds gedaan was te redreffeeren, en het noodige van Onze zyde te verrichten, cesfeerde. Wy hebben, hoe zeer nu vervolgens voor dit geval geen redres nodig is, niet kunnen nog mogen afzyn, U fc'dc. Moge. gantfch vriendelyk te verzoeken, dat dezelve gelieven in het vervolg zig van alle diergelykc dispofitien te onthouden, als dewelke geheel en al aan den Militairen Rechter toebehooren, zullende het Ons altyd ten uyterfte aangenaam zyn , buyten disputen en conflicten van Jurisdictie, met alle Gerechts Hoven, en in het byzondermet U Ed=. Mogende, te konnen blyven. Waar meede eindigende, en Onzen dienft, alwaar defelve U Edel Mogende van eenig nut zouden kunnen zyn, aanbiedende, beveelen Wy U Ed*. Mogende in de protectie Godes. Gefchreeven in's Graven Hage den 2, Maart 1753. Onderfiond U Edel Mogende byzondere goede Vrienden. De Prxfident en Raaden van den Hoogen Krygsraadt der Vereenigde Nederlanden. Was geparapheert R. van KINSCHOT. Lagerfiond Ter Ordonnantie van Dezelve. Was geteekent L. L, van REENEN. F 3 He:  frt 86 n Het opfcbrift was , j Den Edelen Mogenden Heeren, Den Heeren Raaden I des Furftendoms Gelre en Graaffchap Zutphen, On- ■ ze byzondere goede Vrienden. Te Arnhem, I (Nog lager ftond) Pro vera Copia. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, ij Q. 3% Extract uit het Me- ! morie en Refolutie-boek I; 's Hoves van Gelderland, b! MiJJive aan den TraJident en Raaden o )# welke defelve in naam van den Capitain Generaal fouden hebben, en haar met feclufie van alle andere Rigters en Magiftraaten alleen zoude competeren, met verzoek dat Wy in 't vervolg Ons van dergelyke dispofjtiven fouden onthouden, foo als U Ed, Mog. met meerderen zullen gelieven te vernemen uit die brief felfs, waar van 't affchrift hier by gaat; Wy hebben vermeent deefe brief van den Hoogen Krygsraad niet onbeantwoord te mogen laten, maar daar op aan dezelve voor refcriptie laten toekomen de brief, waar van het affchrift mede hier by gevoegt is, en tot welkers inhoud, om redites te myden, Wy Ons gedragen , verhopende het geene by Ons in dezen is gedaan en geantwoord U Ed. Mog. goedkeuringe te zullen hebben ; En dat derhalven U Ed. Mog het Ons niet qualyk •zullen neemen, dat de perfuafie waarinne Wy zyn, dat het van Ons foo feer niet dependeert om in 't regt van de Jurisdictie, weike U Ed. Mog. aan Ons wel hebben willen toevertrouwen, eenige veranderinge te maken, en welke tot 't voornaamfle motif van Ons gedisponeerde en gerefcribeerde in het tegenswoordige geval heeft verftrekt, Ons ook in dergelyke voorkomende gelegentheden in 't toekomende koomt te noodfaaken om op gelyke voet als in dezen, te handelen, tot foo lange Wy contrarie ordres van U Ed. Mog. op dit fubject fullen hebben ontfangén, waar na Wy Ons altooft, hoedanig ook U Ed. Mog. dit ftuk mogten begrypen, met alle refpecT: fullen gedragen ; En hier meede eindigende bidden Wy God Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. by een voorfpoedige Regeringe lange te conferveren. Oefchreeven t' Arnhem den 15. Maart 1753. (Onderfiond) U Ed. Mog. Dicnftwillige. Die Raaden &o. ( I.ajerfiona) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN'. Exl  K 91 )# R. r. Extract, uit het Me- morie-en Refolutie-boek *s Hoves van Gelderland. MiJJïve aan de Landfchap. Edele Mogende Heeren! T JL ryneken Hacgen van Ons verfogt hebbende Citatie tegens Hendrik de Roos, Ruyter onder de Compagnie van de Collonel Lynden tot Reflen, ten fine om van zyn pofterieur huwelyx engagement met Geertruid Sadelhof af te fien en die met haar Suppbe ingegane trouwbeloften nae Land en Kerkenordre in facie Eccleliae te folemniferen, mitsgaders tegens defelve Geertruid Sadelhof om dit alles te gedogen en daar aan geen verhinderinge toe te brengen, hebben Wy vermeent verpligt te zyn geweeft om die provifie van Juftitie te verlenen tegens beide die perfonen, met by voeging van brieven aan den Prsedicant van Rheden, om by provifie met de huwelyks proclamatien van defelve perfonen ftil te ftaan. Na dat Wy hieromtrent hadden ontfangén een en ander Miffive van opgemelde Collonel Lynden, alleen dienende om Ons t' informeren , dat SynL. van deze Citatie kenniffe hadde gegeven aan Haar Koningl. Hoogheid, dog dat tot daar en toe geen antwoord hadde gekregen, en dat op den eerfte dag regtens niemand deefcr Gedns, was gecompareerd, 't eerfte default was erholden, en de tweede en derde Citatie ingevolge de ftyl van den Hove was geaccordeert, is by Ons ontfangén een nadere Miffive van opgemelte Collonel, hebbende tot bylage een Miffive van Haar Koningl. Hoogheid de Vrouwe Gouvernante, volgens welke SynL. fuftineert, dat Onfe Jurisdidie in deefe matrimoniele faak niet gefundeert foude fyn. Wy hebben geconfjdereert, dat fulx 't regt van parthye in deefe in d' cur-  #( 9- )# d' eerfte plaats was concernerende, en daarom de Copye van die Miffive met fyn bylage geftelt in handen van de Impetrante van Citatie om daar op te berigten, houdende immiddels nogtans den voortgang van die Procedure in ftaat. Dit berigt ingekomen wezende en Wy daar by bevonden hebbende, dat die Impte. beweert, om redenen in 't breede daar by gededuceert, de competentie van Onfe Jurisdictie fqo teegens d' een, als andere der Gedns., hebben Wy gerefolveert om 't felve aan opgemelte Collonel te communiceren, met by voeging, dat foo daar meede geen genoegen konde neemen, aan SynL. wierd overgefaten om fig op dit fubjea aan U Ed. Mog. te addrefleren, en dat Wy deefe Procedure alnog by provifie in ftaat fouden laten. Wy hebben dien onvermindert gemeent, van dit voorval aan U Ed. Mog. wederom, gelyk in foortgelyke voor defen, kcnnifle te moeten geven, en nemen dienthalven de vryheid om alle de hier vorens vermelte ftukken, te weeten een Copye van d' ingekomene Miffivens van de Collonel Lynden met de bylage van de laatfte, van 't daar op ingekomene berigt van Tryneken Hacgen en van Onfe hier op genomene Refolutien hier nevens te voegen, La hier mede eindigende, bidden Wy God Edele Mogende Heeren! U Ed Mogende by een voorfpoedige Regeringe lange te conferveren! Gefchreven t' Arnhem den 28. Maart ( Onderfiond) , v U Ed. Mog. Dienftwilhge. Die Raaden &cf. (Lagerflond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. IU4  #C n R. 2°. Extract Uit liet Me¬ morie" en Refolutie-boek }s Hoves van Gelderland, Misfive aan de Landfchap* Edele Mogende Heeren l W y hebben Ü Èd. Mog. op de laafte Vergaderinge1, binnen deze Stad gehouden, kennis gegeven, hoe dat op verfoek van eene Tryneke Hagen, wonende tot Rheden in den Ampte van Veluwenzoom, by Ons geaccordeert zyn¬ de Citatie tegens HendriK ae k.oos en uceuruyu oaucihof, byde insgelyks aldaar woonagtig, den eerften om van fyn pofterieur Huwelyx engagement af te fien, en die met dc fupplte. ingegane Trouwbeloften na Land en Kerken order in facie Ecclefiai te folemniferen, en de tweede om dit alles te gedogen, en daar aan geen verhinderinge toe te brengen ; £.n dat voorts Dy vil!> vcnrau iynuc uucvcu aan den Prxdicant van Rheden om met de Huwelyx proclamatien van de voorf. Gedaagdens by provifie ftille te ftaan, tot dat ovet die faake by Ons zoude wefen erkent, fulx gelegenheid heeft gegeven, dat de Generaal Majoor Lynden tot Reffen heeft komen te fufrineren, dat den gei. Hendrik de Roos foude wefen Ruiter in deszelfs Compagnie thans tot Campen in Guarnifoen leggende, en dat daarom de cognitie over dc voorf. faake aan den Krygsraad der Stad Campen foude competeeren: mitsgaders dat de voorf. Tryneke Hagen hier over gehoon zynde, en defelbeweerende, Wv haar beri"c hadden eecommuniceert aan opgem. Generaal Majoor to -_-C.._f „...,™Dl„r..„ ^>m ïnt/cil Acrxrmprir- Lynaen, en aan oyuu. ouijj"«uu) —— ——- geen  i ¥( s>+ 3# geen genoegen koude neemen, fig op dit fubjecf. aan Ü lid. Mog. te addrefleren, houdende by provifie in ftaat den | voortgang van die faak, waaf in reets het eerfte default er- j gaan, en de tweede en derde Citatie geaccordeert en ge- j exploiteert was, Wy hadden wel niet anders kunnen denken of met voorf, berigt van Tryneke Hagen foude wefen genoegen genomen, of ten minfte meergem. Generaal Majoor Lynden tot Reffen foude fig op U Ed. Mog. laafte Vergaderingc over deefe faak aan U Ed. Mog. hebben geaddreffeert. Edog is ter contrarie van dien gebeurt, dat den Rigter van Arnhem en in Veluwenzoom Ons by Misfive van den 16. April laaftleden heeft kennifïe gegeven, dat den Schout van Rheden ontfangén hadde brieven van den Krygsraad des Guarnifoens van Campen met requifitic, om te willen exploiteren eene daarby gevoegde Citatie,waar by de gemelte Tryneke Hagen wierd geciteert om tegens den 24. dezes maants Mey voor gef. Krygsraad te compareren, ten einde aldaar haar actie, hier te Hove geëntameerten litispendent, 't inftitueren, of by ontftentenis van dien om ie horen verclaren dat aan dcnfelve Hendrik de Roos foude worden gepermitteert, om, onaangefien de gedane inhibitie van Tryneke Hagen, met voorf. Geertruid Sadelhof te mogen trouwen, met verfoek dat Wy aan SynL. Ons goedvinden wilden laten toekomen, hoedanig zig in deefe foude gedragen, foo als U Ed. Mog. met meerderen uit co-] pie van de Misfive en Bylagen hier neveir-gaar.de fub xNum 1., fullen gelieven te vernemen. Hier over by Ons gcdelibereert en in agtinge genomen zynde, dat de Perfoon, dewelke alhier voor een buitenlands Gerigt in regten getrokken wierd, niet alleen was een ingefeten defer Provintie, maar dat defelve ook haare Actie,uit hoofde van de Jurisdictie in matrimonialibus door U Ed. Mog. aan Ons gedemandeert, reets voor dezen Hove hadde geinftitueert, hebben Wy vermeent, dat het geen bedenking kwam te lyden of het cxploict van zodanig een Citatie moeite geweigert worden : Waarom Wy dan ooic  K 95 # ook dengern. Rigter van Arnhem en in Veluwenzoom , in conformité van Onfe Refolutie op dit fubjecf genomen waar van insgelyx copie hier nevens gaat fub Num. 2. hebben gefonnen om den Scholtis van Rheden te gelaften, om voorf. Citatie aan Tryneke Hagen niet t' exploiteren , maar die fonder exploid te rug te fenden. Na dat Wy defe Refolutie aan gem. Rigter by Miffive hadden laten toekomen, is vervolgens na het eindigen van Onfe Vacantie door gem. Tryneke Hagen, aan wien bv gerugt van de voorfz. Citatie yets ter ooren was gekomen , ingedient een Requeft hier nevens fub Num. 3., waar by fy verfoc-kt, dat vermits voor een tyd, ter oorfaake de voortgang van hare ondernomene Procedure dog gefur« cheert was, fig buiten deefe Provtie ging ophouden, Wy haar in Onfe protectie wilden nemen, en haar als een Ingefeten defer Provtie houdende,ook verderde befte enbequaamfte middelen employeren waar door de gelibelleerde onderneminge en den ingreep in het jus de non evocando en in de privative competentie van delen Hove, en overfulx in de Hooght. van den Lande, mogte worden gecorrigeert, en afgedaan. Dit occafie gegevfen hebbende om defe fake, waar over Wy Onfe nadere deliberatie by voorf. Refolutie van den 17. April hadden voorbehouden, op nieuws in overweging te nemen, hebben Wy gemeent gehad de verfogte protectie aan de fupphe. niet te mogen weigeren, en voorts het Requeft felve, en de verdere ftukken, tot deefe faak fpecterende, te moeten ftellen in handen van den Momber en fubst. Momber defer Landfchap, om daar op te dienen van haare Confideratien en advys, ut fub Num. 4. Hoedanig defelve dit ftuk hebben begrepsn, en wat fy uic hoofde van dien aan Ons tot vooritand van de Privilegiën aan d' Ingefetenen defer Provintie competerende, hebben komen voor te ftellen, fullen U Ed. Mog. uit de copie van derzelve Advys fub Num. 5. met meerdere gelieven te vernemen. Ge-  #C 5)6 )# Gelyk meede wat Wy by provifie daar op hebben kr> 4 men te refolveeren* uit de Refolutie.meede hier by fub è Num. 6. Al 't geen voorf. zedert Onfe voorige Misfive omtrent I oCm. faak voorgevallen fynde, vinden Wy Ons verpligt; om dit vervolg foo wel aan U Ed. Mog. te communicee- ! ren als Wy 't begin van dien ter kenniife van U Ed. Mog. \j hebben gebragt: Sullende Wy niet manqueren om by | continuatie fulx te doen, wanneer nogyets verder op al 't | gunt voorf. mogt volgen, oft dat Wy op denfelfde voet g voortgaande nog eenige nadere Refolutie Ons genoodfaakt | vonden te neémen. Alleen fullen Wy hier, om de con- | •nexiteit van de materie, nog by voegen een tweede geval, | waar van Ons kenniife is gegeven door den Landdroft f van Veluwen, ert 't welk een diffólutie van den band dés l Huwelyx van een gewefene Soldaat, die in den Jaare 1745. uit Ooftende fcude Weien gedeferteert, met een Vrouwsperfoon in de Veluwen woonagtig, door den Krygsraad der Stad Deventer gedeCreteett, den 19. April 1754. tot fyn voorwerp heeft: hebbende 't felve Vrouwsperfoon fig ■it hoofde van die Sententie in een tweede Huwelyk met een ander, mede op de Veluwe wonende, tragten te begeven, en tot Terwolde in ondertrouw opgenomen te worden ,' dog hebbende den PrC 97 )# Éylage, 't Advys van den Momber en Subst. Momber en Onfe daar op genomene Refolutie met meerdere fullen gelieven te vernemen fub Num. 7. i°. 2°. & 30, Waar mede eindigende, bidden Wy God Edele Mogende Heeren! U Ed. Mogende by eert voorfpoedige Regeringe lange l te conferyeren. Gefchreven t' Arnhem den 51. Mey (Onderfiond') U Ed. Mog. DienftvvilUge Die Raeden Sec*. ( Ter zydeftond) Na dit deefe reets was gerefumem ert afgefchreven, hebben Wy nog ontfangén een Mislïve van Borgemeefteren, Scheepenen en Raaden der Stad Campen van den 27! Mey laaftleden, waar by tot antwoord op d' Onfe van den 22. daar bevoorens Ons kennis geven, dat ingevolge Re- ■ folutie by die Misfive gevoegd, den Kerkenraad der gem. Stad hadden gelaft, om inval Hendrik de Roos en Geertruid Sadelhof fig aan defelve mogte addresferen, om haar in den Huwelyken ftaat te doen beveftisen , of een Arreftane te verfoeken , om fulx elders t' obtineren by provifie met die faak ftille te ftaan: van welke Misfive en Refolutie Wy insgelyx d'eer hebben Co» pie hier nevens te fenden fub Num. 8. (Lagerflond) Accordeert met voorf. Me* morie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. G Ex-  £C 5>S » R. 3°, Extract uit het Reces des Lantdaegs in Junius 17 5"4. Extraordinarie binnen de Stad van Arnhem gehouden. ftvis den 13. Junius 1754- CD^ntfancen en gekten twee Misfives van de Raaden deefes Furftendoms en Graaffchaps in dato den 28. Maart en 11. Mey beide laaftkcden, d' eerfte houdende, dat eene Tryneken Haegen voor den Hove Citatie verzogt hebbende tekens Hendrik de Rcos Ruiter onder de Compagnie van den Collonel Lynden toe Reilen, ten fine om van fyn pofterieur Huwelyx engagement met Geertruid Sadelhof af te Zien f die met haar Suppl'f. ingegane trouwbeloften nae Land en Kerkenordre in facie ficclefise te folemniièren , mitsgaders tegens dezelve Geertruid Sadelhof om dit alles te gedogen en daar aan geen verbindcringe toe te brengen, welcem. Hof zig verpligt had gevonden, die provifie van JufUtie te verkenen, tegens beyde die Penonen, met byvoeging van brieven aan d.n Pncdicant van Rheeden, om by provifie met de Huwelyx proclamatien van defelve Perfoonen ftil te ftaan. Dat het Hoff in het eerfte hier omtrend wel een en ander Misfive van yoorn, Collonei van Lynden hadde ontfangén tot informatie, dat van die Citatie kenniife aan Haar Koningl. Hoogheid hadde gegeven, dog geen antwoord bekomen, en dat mitsdien op den dag regtens niemant der Gedaagdens gecompareert wefende, ook het eerfte default by d' tóp«*. was erholden, en de tweede en derde Citatie na ftyle van den Hove geaccordeert.  K 99 )# Maar dat vervolgens by welgem. Hove een nader brief van voorf. Collonel was ontfangén, tot Bylage hebbende een Misfive van Haar Koningl. Hooght. de Vrouwe Gouvernante, volgens welke gelyk de voorf. Collonel fuftineerde, dat 's Hoves Jurisdictie in deze mairimonielc faak niet gefundeert foude wezen. , Dat 't Hoff geconfidereert hebbende, dat fulx het regt van Parthyen in d' eerfte plaats was concernerende, daarom copie van de brief met fyn Bylage geftelt hadde in handen van de Impetrante van Citatie, om daar op te berigten, houdende immiddels nogtans den voortgank van die Procedure in ftaat. Dat dit berigt van de Impetrante beweerende om reedenen in 't breede daar by gededuceert, de competentie van 5s Hoves Jurisdictie foo tegens d' een als ander der Gedaagdens ingekomen wefende, meergem. Hoff wel 't felve aan den voorn. Collonel hadde gecommuniceert met byvoeging dat foo daar meede geen genoegen konde neemen aan denfelven wierd overgelaten, om fig op dit fubjedi aan deefe Landfchap te addrefferen, terwyl immiddels de Procedure alnog by provifie in ftaat foude laten. En behelfende de tweede Misfive mede een notificatie van 't geen federt die tyd ten aan7.ien van voorf. faak verder was gepaffeert, dat dewyl den gem. Hendrik de Roos van figh hadde konnen verkrygen, de voorn. Tryneken Hagen voor den Krygsraad te Campen te citeren om over het poinö matrimonieel aldaar te erkennen, 't Hoff niet alleen in de infïnuatie van die pmenfe Citatie had fwarig■ beid gemaakt, maar ook de voorn. Tryneken Hagen, vermits voornemens was zig voor een tyd uit de Proi/ii:rie te abfenteren, in haar protectie had genomen, en verders nae verhoor van de confideratien van de Mombei en S'. Momber vermeent hadden tot maintien van 's Lands Hoogheid in de Voorregten en Privilegiën d' Ingefetenen deler Provintie competerende een nader Refolutie te neemen, waar by den Richter van Arnhem en in Veluwen7„oom ha !de G 2 É«N  #( ioo )# ge'aft de eoederen en effecten van voorf. Hendrik de f oo en Geertruid Sadelhof by provifie in toeflag te nernen met byvoeging dat 't Hoft niet zoude manqueren w nneeTno/ïets0ver°der op 't gunt voorf. mogt volgen of ïat op dienfelfden voet voortgaande, nog eenige nadere Refobtie genoodfaakt wierde te neemen t zelve aan Haar Ed. Mog. na behooren meede te deelen. Gevende het welgem. Hoff by die gelegenheid ookkennifle van fodane Sententie, als by den Krygsraad te Deï n er w s geweefen ten aanfien van feeker Vrouwsperfoon toi: Tcrwooide in den Quartiere van Veluwen woonagtig, wiens Man in den Jaare i745- Ooftende foude weefen gede erSn en waar by den band des Huwelyks was ged.sSveert, edori dewyl't voorf Vrouwsperfoon uit dien hoofde verfoor had, dat in ondertrouw, om haar tweede Huwelyk « konnen voltrekken,mogt worden opgenomen den Pradicant te Terwoolde en vervolgens meede den Landdroft van Veluwen daar in difficulteit had gevonden, e» waar by tot nog toe die zaak was verbleeven. Waar op gedelibereert fynde ; Hebben Haar Ed. Mog. apmoberende al het geen by welgem. Raaden m defen is S an en verrigt, defelve wyders geautor.feert , om ten Iptoe van het gunt voorf. en alle vordere diergelyke geval en op denfelfden voet verder voort te vaaren en affoo de Hoogheid van defe Provintie en de regten en geregugheden der Ingefetenen van dien allefints te maintmeren en protegeren nae behoren. En zal hier van Extract aan voorn. Hove worden ter hand gefield, om te ftrekken tot deszelfs narigt en figh daar na te reguleren. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Land- dags Reces. ( Was ge toekent) F- Wt van den STEEN. Ex-  #( ïoi S . Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek *s Hoves van Gelderland. MercuYÜ den U Decemb. 1756. Qntfansen en geleefen een Misfive van L. A. Torck, Heer van Rofendaal, Landdroft van Veluwen , gefchreeven op huiden den i. Decemb., daar by overfendende twee brieven van den Scholtis des Ampts Barnevelt, mitsgaders Copie van SynL. refcriptie op defelve, wordende bv geme. brieven notificatie gegeven van eenige baWadigheden en infolentien door het in Hukken {laan der Glafen en Meubilen van en in de Herberg de Nachtegaal als anders door twee Soldaten onder het Regiment van Aylva in Breda, foo gem=. Scholtis vermeende, Guarnifoen houdende, en beide geboortig van Barnevelt, den eene gent. Cornelis Hendrikfen en den anderen Anen brants, gepleegt: met verdere byvoeginge, dat hy Scholtis, wanneer hem geboodfehapt was, dat de gern=. Perfonen op nieuws beng waeren, om in de voorf Herberg altes kort en kleyn te {laan, tig met den Onderfcbokis en Diender derwaarts hadde begeeven, met intentie, om haar t apprehenderen, dog dat fy het waren ontfnapt. En houdende vervolgens de refcriptie jan der Laeddroft, dat SynL. niet alleen vermeende, dat hy bcholus • deefe Perfonen aarrftonts hadde moeien épprehenteen, cn daar van aan SynL. kenniffe geeven : maar aat nemoo* quam te gelinnen, om fulx alnog te doen mitsgaders om alle de bewyfen, die tot haar laften te bekomen zyn, uj te winnen en aan SynL. r.oe te fendert. Waar op gedelibereert zynde» is geergevonden en ver-  ioï ftaan, om het geene by den voorf. Landdroft in deefe is gedaan en verrigt, t' approberen, gelyk het felve geappro* beert word mits defen. En is hier van by Misfive extract aan denfelven Landdroft gefonden om te ftrekken tot SynL. narigt, ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Me* morie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN; T. P. Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland* I Misfive aan den Hertog •van Saxen, Gouverneur van Nymegen. Hooggebooren Furft en Heer! W y hebben d' eer gehad t' ontfangén U Hoogheids f Misfive van den 5. defer mitsgaders de bygevoegde Copie li van een brief van den Lt. Generaal Rouie, vervattende 't f geen Haar Koningi. Hoogheid de Vrouwe Gouvernante ; aan denfelven geordonneert hadde op 't fubjedt van een r Citatie in cas van egtfchap door Anna Geertruid van Stryp 1 Wed. Nabbe tegens den Canonnier Jurrien Scheffer van l Ons i  "3 )# Ons geimpetreert, aan U Hoogheid te fchryven, en by welke Misfive U Hoogheid met te rug zendmge van rie voorf. Citatie van Ons verfoekt, om het gem". Vrouws • perfoon met haare actie aan den Krygsraad van 't Guarnifoen van de Stad Nymegen te renvoyeeren. Wy hebben naa verleezinge van dien geconfidereert dit een point te zyn, 't welk het regt van parthyen in d' eerfte plaats was concerneerende, en daarom nodig geoordeeld copie van die Misfive en Bylagen te ftellen in handen van d' Impte. van Citatie, om daar op ten fpoedigften te dienen van belang, houdende immiddels den dag regtens, zoo tegens den 12. deezes maands ter rolle van deezen Hove was geprsefigeert, in ftaat tot dat 'c zelve zoude zyn ïngekoomen, en daar op gedisponeerd. Wy ontfangén op huiden in Onze Vergadering 'c gem«. belang, en hebben d' eer copie daar van aan U Hooght. by deeze te laaten toekomen, ten einde U Hooght. daar uit zal konnen verneemen niet alleen de reedenen, waar op de meergeme. Impet-. de competentie van Onze Jurisdictie in deeze cas matrimonieel komt te funderen, maar hoe dat defelve daar by ook klaagelyk te kennen geeft, dat den voorf. Jurrien Schefter heeft konnen goedvinden om haar tegens alle gronden van regten ex L. diffamari tetragten te citeeren voor den Krygsraad des Guarmfoens van Nymegen ten eynde om te hooren verklaaren dat gehouden zal zyn om 's Hoves Citatie met de gevolgen van dien op te heften, en vervolgens voor den Krygsraad fchntte yk te juftificeren haaren eyfch by 's Hoves Citatie vermeld, en dat offchoon de voorf. Krygsraad die Cuaue nog met hadde geaccordeert defelve nogtans door den Geweidi - en Provooft te Nymegen zonder eenige adfiftentie van Bedienden* van de Magiftraat aldaar in handen van baar berigtgeverfe hadde doen ftellen, om daar op te dienen van haar belang. Wy refereern Ons tot den verdere inhoud van dit berigt, en zullen niet anders daar by voegen, als alleen dat Wy G 4 ' ver*  verzoeken, dat U Hooght. gelieve te refleóteeren op defer Landfchaps Refolutie van den 13. Junii 1754. by 't zelve ge'allegueert, en waar van Wy, terwyl miffchert aan U Hoogh'. die Refolutie niet bekend zal zyn geweeft, vermeend hebben U Hoogh'. by deeze copie te moeten laten toekoomen: niet twyffelende, off U Hooght. dezelve examineerende zal met Ons moeten begrypen, dat de Heeren Staaten by die felve Refolutie goedgevonden hebbende, om 't geen by Ons in een geval, ten eenemaal met het tegenswoordige overeenkoomende, was gedaan en verrigt volkooment' approbeeren, en Ons voorts te gelaften om in alle verdere diergelyken gevallen op denfelve voet verder voort te vaaren, en alfoo de Hoogheid van deefè Provintie en de regten en geregtigheeden der Ingezetenen van dien alleflnts te mainteneeren en protegeeren naa behooren, Wy Eeds en Ampts halven verpligt zyn om deeze ordres door den Souverain defer Provintie aan Ons gegeeven, exacfclyk naa te koomen, en dat het Ons niet te vergen is om daar van af te gaan of in die aan Ons toevertrouwde Jurisdictie de rnjnfte verandering te maaken. Het is dan ook uit dat grondbeginfel, dat Wy niet alleen geen de minfte zwarigheid gemaakt hebben om die verfogte provifie van Juftitie door het accordeeren van de mc-ergeme. Citatie tegens den Canonnier Scheffer te verleenen: maar vinden Wy Ons uit dien felfde hoofde ook alnog verpligt om die gefe. zaake verder fyn voortgang te laaten gewinnen: aan den gede. overlaatende om ten dage dienende t* allegeeren 't geen hy of in exceptivis oft ten principalen tot zyne defenfie lal vermeenen dienftig te zyn: ten welken einde, en op dat denfelven nog eenige tyd zoude hebben, om zig tot deeze zyne defenfie te konnen prepareeren, Wy den regtsdag in deeze zaake (waar van anderiinrs het regt d'.r rolle alnog was lopende) hebben uitgefteld den lyd van 14. daagen, en dus parthyen van nieuws geasfigncert tegens den 2. des aanftaande maands Feb., als wanneer Wy U Hoogh'. niet kunnen verbergen, dat 't zy den ged -. compareert of niet, Wy Ons genoodiaakt zullen vinden, om op verder aanhouden van  van de Imp». haar te doen wedervaaren 't geen tig» tens is. Wy nemen derhalven de vryheid aan U Hooght. ae copie van de meergeme. Citatie, zoo door deefen Canonnier aan U Hoogh'. is overgegeeven en by U Hooghts. Misfive gevoegt is geweeft , hier weder nevens te zenden, met betuiging van Ons leedweezen, dat Wy om de geallegueerde redenen Ons ten eenemaal buiten ftaat bevinden, om aan den inhoud van U Hoogh's- Misfive in dit geval ce konnen voldoen; en hier meede eyndigende Hooggeboore Furft en Heer! beveelen Wy U Hoogheid in de Befcherminge Godes^ Gefchreeven te Arnhem den 18. Jann. 17585 (Onderfiond) U Hoogheids VfientwilHgei Die Raaden &ca, C Lagerflond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Wi&s geteekent) | F: W: van den STEEN. Ex-  T. 2°. Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Miffive aan den Hooggeb. Furft en Heer F. Hertog van Saxen &c. &c. &c. Gouverneur der Stad Nymegen.èrc.&c &c, Hooggehore Furft en Heer l H oc zeer Wy ook gcwenscht hadden om aan het nas dere verfoek van U Hooglu. vervat by Misfive van den 21. defer op gifteren by Uns ontfangén, te konnen voldoen , foo doet het Ons nogtans leet, dat Wy ook daar toe Ons thans ten eenemaal buiten ftaat bevinden. Wy zyn na Onfe gedagten onbevoegt, om regt te weigeren aan die geene, welk fulx komt te verfoeken, en den cours van Juftitie alfoo te ftremmen, of tot een onfeekere tyd te protraheren : daar by zyn d' ordres van de Heeren Staaten deefes Furftendoms en Graaffchaps, vervat in derfelver Refok, welke Wy d' eer hebben gehad aan U Hooght. over te fenden, foo klaar en precis, dat die geen de minfte twyffel omtrent Haar Ed, Mog. inten» tie overlaten. Waarom Wy dan ook niet anders konnen doen, als tot beantwoording van geme. U Hooghts, Miffive t' inhaleren  #C 107 )# ren Onfe vorige refcriptie van den 18. defer t ta nogmaals te verklaren, dat. Wy Ons Eeds en Amptshalven niet fullen konnen dispenferen, om op de gefielde dag regtens irt de bekende fake van Anna Geertruid van Stryp Wed-.; Nabbe, tegens den Canonier Jurrien Scheffer, op aanhouden van d' Impte., 't zy den Gede. compareert of niet, aan haar te laten wedervaren dat regtens fal werden bevonden. Ondertuffen konnen Wy U Hooght. verfekeren, dat Wy altoos bereidwillig fullen gevonden worden, om foo veel in Onfe magt is te contribueren tot al 't geene, 't welke U Hoogh1. aangenaam foude kunnen wefen, hopende, dat in 't vervolg fig betere en bequamer gelegentheden iüllen opdoen, om daar van reële preuves te konnen geeven : En hier mede eindigende &c. Den 25^ Jann. 1758, ( Onderfiond) U Hoogheids Vriendwillige Die Raaden &c. { Lagerflond ) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie boek, (Was geteekent) F: W: van den STEEN* Ex-  io8 )# V. Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. , Veneris den 7. Jann. 1763. en geleefen een Miffive van A. Schimmelpennink van der Oye tot byde de Pollen, Landdroft van t iVeluwen, gefchreven op huiden den 7. Jann., daar by met toefending van twee Miffivens, d' eene van den Hooft-Officier van Amersfoort van den 5. deezer, en t d' andere van den Scholtis van Nykerk van den 6. daar aan volgende, kennifle gevende, dat den gem. Scnolns t: op verfoek van den voorf. Hooft-Officier der Stad Amersfoort twee Soldaten onder fuspicie leggende van meede pligtig te zyn aan een geweldige Huisbraak onder den Ge- p rigte van Sevenhuyfen, in civile detentie hadde genomen, met verfoek om hier omtrent '5 Hoves goedvinden te mo- J gen hebben. Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden aan op-»| fem. Landdroft te refcriberen, dat uit de brief van den | looft-Schout der Stad Amersfoort niet anders kunnende 1 werden opgemaakt, als dat d' intentie van denfelve is,| om deefe op fyne requifitie en verfoek geapprehendeerde I perfoonen, tot welkers lafte alhier ook geen bevvyfen of informatien gevonden worden, over te nemen, SynL. ge-| authorifeert word, om defelve perfonen aan opgem. Hooft-1 Schout, tegens overgifte van een behoorlyke Acte de nonh prxjudicando en reftitutie van de koften t' extraderen en te laaten volgen, Enl  #C 109 )# En is hier van by Miffive Extrad gefonden gèworderi aan gem. Landdroft, om fig daar na te reguleren, ( Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) ? F; W' VAN DEN STEEN; %jt Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Mijfive aan de Landfchap. Edele Mogende Heeren l JlJ)e bedenkelykheid ; welke zeedert langen tyd op ^exercitie van de Militaire Jurisdictie in deezen Furftendom en Graaffchap is gevallen, heeft Ons meer dan eens in verleegentheid gebragt, en Ons genoodzaekt U Ed. Mog. laftig te vallen. Wy hebben reeds aen Gedeputeerden en Hoofdfteedeii den 27. Maert 1749. copye gezonden van de Miflive van wylen7 Sp Doorh Hoogheid hoogloffelyker memone, den 2?. Maert daer bevoorens over deeze materie gefchreeven, en voorts den inhoud van die Miffive, als een poind van deliberatie gebragt in de propofitie van deerL  daar op gevolgt zynde Lantdag van den 18. Juay deszelven Jacrs. U Ed. Mog. daer op geen Refolutie hebbende gelieven te neemen, ontftond in den Jaere 1753. een disput met den hoogen Krygsraad, welke zig befwaerde over Onze Refolutie omtrent de beheering van den Boedel van wylen den Lc. Generaal Roode van Heeckeren, zyn domicilie op 't Prince Hoft alhier houdende, en niet meer in ftaat tot die beheering werdende gevonden, den 16. Febr. van voorgemelte Jaar 1753. genoomen, waer van Wy by een Miffive aen U~ fc d. Mog. den 15. Maert daer aen volgende hebben kenniflè gegeeven, met die byvoeging, Jat Wy niet hoopten dat t U Ed. Mog. van Ons qualyk zouden neemen, dat de perfuafie, tvaer in Wy zyn, dat 't van Ons zoo zeer niet dependeert om in 't regt ■aan de jurisdi&ie, weïke U Ed. Mog. aen Ons veel hebben '.villen toevertrouwen, eenige verandering te anaeken, en welke tot voornaemfle tnotif van Ons gedisponeerde en gerefcribeerde in 't als' doen voor handen zynde geval hadde verflreki., Ons ook in diergelyke voorkoomende geletgendbeeden in 't toekoomende quarn te noodzaeken om op gelyke voet als doe, te handelen, tot zoo lang Wy contrarie ordres van U Ed. Mog. op dit fubjett zouden hebben ontfangén, ivaer nae Wy 0?s altoos, boedaenig ook UÈd. Mog. dit ftuk mogten èegrypen, met alie refpeti zouden gedraegen. Ten gevolge van dien hebben Wy in den Jaere 1754.' geen fvvaerigheid gemaekt, om teegens een Ruyter, een inboorling van deeze Provintie zynde, en zig in ondertrouw alhier ook met een Vrouwsperzoon, een gelyke Inboorling zynde, hebbende geëngageeit, Citatie te verieeïien in cas macrimonieel, op inffantie van een ander Vrouwsperzoon in deeze Provintie al meede woonende, welke fuffineerde anterieure trouwbeloften van dien Ruyter te hebben. En ■.  K in )# En heeft dit gevoegt by de daed van den Krygsraed van Camt>en zynde de plaets van 't Guarnifoen van voorf. Ruvter 'waer door goedvond de Impetrante van Citatie over dezelvde zaek uit deeze Provintie voor haer regtsbank t' evoceeren, Ons aenleidinge gegeeven om van alles U Ed. Mog. by Onze brieven van den 28. Maert en 31. Mey 1754. t' informeeren. Dit laatfte poinót, te weeten 't cas matrimopieel\ heeft U Ed. Mo?, behaegt in 't byzonder m deliberatie te : neemen en Ons daeromtrent met U Ed Mog Refdunc van den 13. JunÜ daer aen volgende ( waer by U Ed, Mo»., approberende al 't geen by Ons in deezen was " gedaen en verrigt, Ons hebben gelieven te authorifee"ren, om ten opfigte van 't gunt voorf. en alle vérdere " dierWyke gevallen op denzelvde voet voort te vaeren, " en alzoo de Hoogheid van deeze Provintie, en de regten "en geregtigheeden der Ingezeetenen van dien allczints te " mainteneeren en te protegeeren) te vereeren. Wy hebben vervolgens aen d' eene zyde van tyd tot tyd wel alle occafien zoeken t' evitceren, waer door Wy in eenige disputen over deeze Militaire Junsdidie Ons zouden hebben kunnen inwikkelen, zoo lang Wy maar eenige grond hadden om U Ed. Mog. Souverain gezag niet te negligeeren off te compromitteeren, inhoope, dat U fcd. Mo' eenmael in 't generaèl over deeze geheele materie zoodaenig zouden gelieven te refolveren, dat daer door alle onzeekerheidt omtrent dit ftuk wierde weggenomen. Do°h hebben Wy ook aen d' andere kant nooyt uit 't ooo- verlooren Ons declaratoir in Onze voorgemelte Misfive van den 15. Maert 1753. vervat, dat Wy Onsonbevoegt afteden om eenige verandering te maeken m t regt van Jurisdictie, welke Ü Ed. Mog. aen Ons wel hebben willen toevertrouwen, en dat Wy mitsdien Ons zouden verpligt vinden, om in diergelyke voorkoomende geleegendheeden in 't toekoomende op gelyke voet te handelen tot zoo lang Wy contrarie ordres vau U Ed. Mog. op dit fub-  K "2 >* fubjecr. Zouden hebben ontfangén, terwyl U Ed. Mog, dit Ons voorneemen niet hadden gelieven te disapprobeeren. [ Thans doet zig egter op een geval, waer in Wy niet hebben kunnen ageeren of eenige cognitie exerceeren, ter- > wyl aen U Ed. Mog. Officier een acte van Jurisdictie iri j zyn acnbevoolen Ampt door de Militairen zodaenig is ge- \ prseripieert, dat SynL. niet heeft kunnen verrigten, 'tgeen I anderfints zyn functie quam te vereiffchen, ten einde om j Ons daer over te laeten erkennen. Dit geval beftaet hier in, dat Ons door den Rigter vatt 'Arnhem en in Veluwenzoom is bekent gemaekt, dat op den 17. Juny deezes Jaers in de Witte Kolk aen de zyde van de zoo genoemde Canonsdyk in den Ampte van Brummen drie Perzoonen, die gezegt wierden Soldaten te zyn, Willende fwemmen of baeden, een van haer verdronken j is, en dat 't verdronkene Lichaem des anderen daegs 's morgens tuffchen vier en vyf uureH door Zutphcnfè zoude zyn opgevift, in 't by weezen van twee Officieren (welke d' informatien melden met echarpes voorfien te zyn ge. weeft, en een Doctor en Chirurgyn by zig zouden hebben gehad) en dat 'c zelve Lichaem gevonden zynde met een Kar nae Zutphen was gebragt geworden, met verfoek om met Ons goedvinden hieromtrent te moogen werden vereert, zoo als U Ed. Mog. dit met meerderen uit de copie van die Misfive en de daar by gevoegde informatien sullen gelieven te verneemen. Het gepleegde in deezen vart die natuur Zynde, dat 'tl zelve op die tyd al, wanneer Wy daar van kenniflc kree- e gen, niet konde herdaen worden, liet dan ook niet an- j ders als een klagte daer over nae, met een bedenking over I 't beraemen van bequame middelen, tot voorkooming van I zoortgeiyke actens voor 't toekoomende. Terwyl 't Ons toefcheen, dat van een eenvoudig be- r klag, 't zy van U Ed. Mog. Officier, 't zy van Ons, of t van beyde weinig vrugt was te verwagten, en dar Wy j mee- I  #C "3 )# ineede vreesden, dat de middelen, welke Wy Mogten in K werk kunnen ftellen teegens diergelyke onderneemingen lin 't toekoomende, of niet toereikende zouden werden bevonden, off ook wel aen inconvenienten fubject zouden ■kunnen weezen, hebben Wy gemeeüt 't voorzigtigfte te izya om deeze zaek tot U Ed. Mog. Vergaedering in de :ilaat, waer in zig die bevond, te laeten, gelyk zonder naedeel van U Ed. Mog. regt konde gefchieden, en die i vervolgens ter kenniffe en deliberatie van U Ed. Mog. te brengen, zoo als Wy de vryheid neemen by deeze te i doen. Het lyd wel geen dispuit, zoo Wy Ons verbeelden, of :een befchouwing van eert gevonden naekt Lichaam van :een Menfch, welkers dood geweldig en onnatuurlyk voor1 komt te zyn, is een acte van Jurisdictiej die aen niemand i competeert, als aen dia geene, aen wélke op de plaats, daar ï,oo een Lichaam gevonden word, d'exercitie van ■ die Jurisdictie is gedemandeert, en dat mitsdien 't aen nie- mant toeftaat om d' ontvoering van zoo een Lichaam van i het Territoir, daer 't geval gebeurt is, te doen zonder to«: ftemming, veel min kenniffe van die geene, welke aldaer beregtigt is, om de Jurisdictie te oeftenen. Dogh Zullen Wy de verdere reflexien, welke zoo op de bevoegtheid tot 't befchouwen van zoo een verdronken Lichaam door den Militaire Regter op zig zelvs en de grond van 't gefuftineerde regt tot 't zelve, immers zoolang niet vooraf met den ordinaris Rigter uitgemaakt is of den verdronkene in Militaire dienft zig hadde bevonden, als dc fpeciale omftandigheeden in deezen, dat dit is gefchied door de Militairen, zonder den Officier van U Ed. Mog. ergens in te kennen, op eyge authoriteit, en wel buiten haer Guarnifoen in een Territoir, waer toe haer Guarnifoen geen relatie heeft, en Waer op 't bedenkelyk zoude kunnen zyn, of wel vermogten te koomen om eenige Militaire functie te verrigten, buiten kenniffe en goedvinden van de Heeren Gedeputeerden van 't Quartier, waer toe dat Territoir gehoort, mogten kunnen vallen, H met  11+ )# met alk' de gevolgen, welke uit zoo een conflict in diefgelyke gevallen kunnen refulteeren, aen U Ed. Mog. dcliberatien en overweeging o veriaeten. En zullen mitsdien met een eerbiedige onderwerping aan U Ed. Mog. goedvinden afwagten zodaenige Refolutie, als U Ed. Mog. hier op nae Haere hooge wysheid zullen gelieven te neemen , terwyl Wy ondertuflehen God bidden Edele Mogende Heeren! U Ed. Mog. by voorfpoedige Regeeringe lange té conferveren. Gefchreeven t' Arnhem den 2. Octob. 1764, (OnderJIond) U Ed. Mog. Dienflwillige, Die Raaden &ca, {Lager/Ion d) Accordeert met voorf. Me« morie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN; Es-  W. Extraét Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek *s Hoves van Gelderland. Misfive aan de Landfchap, Edele Mogende Heeren! '^v^'y vinden Ons verpligt ter kenniffe van U Ed. Mog. te brengen een geval, 't geen Ons by d' afdoening der Criminele Procedure door de Magiftraat der Stad Doesburg tegens fêekere Criftoffel Paul Borger en Inwoonder van Haar Eerf. Stad, aan ons overgefonden, is voorgekomen , en 't v/elk by de Sententie teegens denfelven by Ons ge velt, waar van Wy de vryheid neemen een copie hier nevens te voegen, met meerdere vervat is. U Ed. Mog, fullen daar uit gelieven te fien, dat bchalven de verfcheide omftandigheeden, welke by dit geval hebben geconCurreert, het fubftantieele daar van hierop uit komt, dat wanneer op den 13. Aug. deefes Jaars aan feekere Berent de Gier, Inwoonder en Adfittent van den Schout ter politie der Stad Doesborg, de Sententie, waar by denfelven op den 26. July daar bevoorens, ter faak^ van gepleegd exces in het doodfchieten van een Soldaat Jan Hompesch gent., tot een bannifTemcnt van drie Jaaren uir deefen geheelen Furftendom en Graaffchap door Ons was gecondemneert, foude werden ter executie gelegt,en denfelven ten dien e:nde onder een behootiyk escorte van gewapende Manfchap tot buiten het Territoir van deefe Provintie gebragt wierd, een groote menigte Volks, uit da U a Stad  Stad niet alleen meede tot aan dc fcheidinge van het Gel- ■ derfche met het Cleefiche Territoir zyn meede gelopen, maar ook een groot gedeelte van defelve, dewelke zig al ; reeds niet ontlien hadden om met drek, fteenen en klui- I ten na den gebannene, geduurende dat fig onder de pro« : tectie van het escorte bevond, en onder het escorte felve I te fmyten, denfelven op het Cleeffchezyn gevolgten hem I aldaar, foo ras uit de roagt van het escorte was gefield, t aanftonds hebben geattaqueert en vervolgens, onder het I houden van allerhande feditieufe discourflen tot veragting I en declin van de Juftitie, fodanig met ftokken en ander I geweer geflagen en mishandelt, en van d' eene plaats tot de andere, alwaar dien ongelukkigen zig telkens met de |b vlugt hadde foeken te falveeren, om alfoo de handen van I deeie woedende menigte t' ontkoomen, te vervolgen dat I hy nog dienfelfden dag in een Bosje naby een feker goed I Ballinghof gen', op het Cleeffche Territoir op een execra- I ble wyfè gewond en vermoord is geworden. Wy fullen om d' attentie van U Ed Mog. niet te ver- |j veelen, alhier niet detailleren, wat de prsefumtive aanlei- 4| dinge tot defe gruwelyke daad heeft gegeven, dewyl Wy-M vertrouwen dat U Ed. Mog. dit by de lecture van de gementioneerde Sententie genoegfaam fullen koomen t' ontdekken. Dog Wy kunnen Ons niet dispenferen om onder 't oog «an Ü Ed. Mog. te brengen, dat by de examinatie der re- n fpective ftukken en informatien tot dit geval betrekking p hebbende, Ons is koomen te blyken, dat de voornaamfte Daders van dir gruwelyke feit zyn ge weeft Militaire Perfoonen, waar van 'er twee met naame genoemt, en die d' eene een Broeder van den doodgefchotene Soldaat jan Hompesch, en d'andere een Conftapel Sleip genaamt, ii: beide van het Guarnifoen van Docsborg zouden geweeft I zyn , en d' andere niet genoemt worden , en dewelke vol- I gens d' informatien door de Magiftraat der Stad Doesborg I aan Ons gegeven, nevens andere Burgerjongens en Ingeze- I nen zig na het geval uit dc Stad hebben geabfenteerr en §.  ♦c H7 )# tig tot nog toé, voor zoo verre Ons bewuft is, veldvlugtig bevinden. Wy hebben wel aanftonds geconfidereerr, dat d' enormiteit van dit delict: niet toeliet om in defen met eenige conniventie te werk te gaan en defe veldvlugtige Perfoonen van regtelyke pourfuites te bevryden, en foude daarom na 't afdoen van deefe Criminele Procedure teegens den voorn. Burger en Inwoonder der Stad Doesborg, die de eenigfte van de Daders is, welke geapprehendeert is geworden , natuurlyker wyfe by Ons een deliberatie hebben moeten vallen over de wyfe, waar op teegens die veldvlugtige foude behooren te werden geprocedeert. Dog Wy hebben Ons hieromtrent in een verlegentheid gebragt gevonden met relatie tot de Militaire Perfoonen, waar uit Wy niet hebben geweeten Ons gevoeglyk t' extiiceeren, Wy hebben Ons dienaangaande wel erinnert den inhoud van een Misfive van wylen Syne Doorl. Hoogh;. den Heer brfftadhouder glorieufer gedagtenis van den 25. jMaart 1749 op 'r. fubject van de Militaire Jurisdictie aan Ons gefchreeven, waar by Hoogft Defelve die generale regul omtrent deefe materie heeft gelieven vaft te ftellen, dat alle Militaire faaken fonder onderfcheid foo Civile als Criminele, 't zy dat de laatfte zyn pure Militaria, ,, dan communia Delicta, fouden moeten ftaan ter Judi,, cature van den Militairen Rigter, fonder dat den Politicquen of Burgerlyken Richter zig op eenige wyfe daar mede foude kunnen of moogen bemoeyen. Dog te gelyk Ons meede te binnen gebragt, dat Wy de vryheid genoomen hebben een copie van die Misfive op den 27. Maart daar aan volgende aan de Gedeputeerden en Hoofiteeden deefer Provintie te fenden , en defelve vervolgens als een poinót van deliberatie in de propofitie van de eerft daar aan volgende Landdag, zynde gewceft die van den 17. Juny desfelven Jaars 1749. te brengen. II 3 Wy  { u8 )f Wy fouden, indien 't aan Ons ftonde om 't regt to| d' exercitie eener Jurisdictie af te ftaan of over te geven * ook geen fwarigheid hebben gemaakt om meede in dit geval Ons in conformité van het gunt voorf. te gedragen. Maar Wy ontmoeten daar in een fwarigheid door de re? flexie, die by Ons is gevallen op het geen omtrent deefe materie reets in voorige tyden by U Ed. Mog. is gerefolveert geworden. De Refolutien op dit fubjedT: by U Ed. Mog. den 'April 1715., den 1. May en n. Sept. 1728. genomen zyn aan U Ed. Mog. bekend, en behoeven Wy den inhoud van dien alhier niet te repeteren. Vonden Wy, dat die ooit door U Ed. Mog. waren ingetrokken of verandert, daar foude geen difficulteit in Ons zyn opgekomen om ook dit geval aan de verandwoording van den Krygsraad te Doesburg over te laten ; Dog tot hier aan toe, niet tegenftaande voorf. communicatie en ongeagt Wy by verfcheide voorkomende geleegendheeden ook al Ons geneceffiteert hebben gevonden om dit poincl: te toucheren, U Ed. Mog. niet hebbende gelieven goed te vinden om Ons met eenige nieuwe prsecife ordres omtrent den inhoud van voorgemelte Refolutien in deefe voor Ons allefmts delicaat geworden zynde materie te honoreeren, foo is 't gebrek van dien- 't poindt, dat Ons foo verleegen in deefen maakt. Wy hebben aan d' eene fydc alle agting voor de fentimenten van den Heer Capitein Generaal en fullen altyd daar van refpectueufe preuves tragten te geeven. Dog hebben te gelyk aan d' andere kant dat vertrouwen van Hoogft deszelfs edelmoedige manier yan denken, byfonder, wanneer de goedheid foude willen hebben om zig voor een moment meede als Erfftadhouder aan 'c Hoofd van de civile Juftitie te ftelien, gelyk Wy 't genoegen heb-  #( i\9 )4 nebben en d' eer genieten van fyn Doorl, Hoogheid als fodanig felfs in Ons Collegie geplaatft te mogen aanfien en te venereren, dat meede fal gelieven te confereren, dat Wy verbonden zyn om een Jurisdictie, foo en ah; die aan Óns door den Souverain is toevertrouwt, in defelfde ftaat te conferveren en mitsdien niet bevoegt om uit Ons fel ven daar in ten aanfien van 't regt eenige verandennge t admitteren, of eenig gedeelte van dien van destelfs univerfalueit te laaten aftrekken, en d' exercitie van defelve aan andere vreemde regtsbanken over te geeven. Onfe bekommering in dit ftuk word in 't fubje&e geval des te grooter, om dat het delict, waar meede deefe veldvlu. 6. en 7. Dit 't geval zynde in 't begin deefes gemelt, verfoeken Wy dat 't Ons gepermitteert mag wefen om t' obferveeren. Voor eerft, dat Wy de Crimineele Jurisdictie in naame van d' Edele Mogende Heeren Staaten, fpeciaal ten platten  #C "6 )# ten Lande in de Veluwe exercerende, tot 't ontfangén der Gevangens, door de refpective Officieren wordendegeapprehendeert, fig hier in de plaats, welke de Landfchap gelyk aan Uw Doorl. Hoogh'. bekend is, aan Ons Collegie tot een refidentie heeft, geafligneert, Gevangenhuyfen worden gevonden, waar in de Officiers haare Gedetineerdens doen overbrengen, om door Ons of een Commiffaris uit ons midden geëxamineert, en 't Proces inquifitoir, foo de faak daar naa gefchaapen is, tegens haar geinftrueert te kunnen worden. _ Ten tweeden, dat gevolgelyk 't acces tot die gevankenis, en dus den ingang in de Stad en 't gebruik van de Straat aldaar vry behoord te blyven, fonder dat iemand bevoegd kan werden geoordeeld daar aan eenig empechement en wel de fado toe te brengen. Ten derden, dat de Perfoon in quxftie fig werkelyk tö de bewaringe van de Bediendens van den Landdroft van Veluwe, en wel geboeit op een Wagen, fig heeft bevonden, en dus, foo ras die onder die bewaring heen door een ander buiten weten en confent van de geene, die de apprehenfie en mitsdien de reële Citatie heeft gedaan word weggenoomen, naa Onfe gedagten daar aan geen an' dere naam, als van een feytelyke onderneeming,waar door de gedaane apprehenfie ten eenemaal word ontzenuwd kan worden gegeeven. ' Ten vierden, dat, wanneer men eens wilde prsefijpponeeren , dat 'er een conflict van Jurisdictie over fevten waar meede ymand befchuldigt wierd, fig konde opdoen 't gevaarlyk in een Republicq moet voorkoomen, dat men fig felfs koome te rigten door een, die in een anders ma«t en van wegens de Hooge Overigheid reeds in bewarende hand is gefield en fig bevind, daar uit en na fig te neemen, fonder een ordentelyk en discreet reclame te behoeven in 't werk te fteilen, aifoo 't dan maar afhangt van die geene, welke de fterkfte is om anderen 'c haare af te neemen en dit zig toe te eigenen. Wy  • Wy hebben daar tegens wel in aanmerking genoomen *! geen de commandeerende Officier in deffelvs antwoord fub N°. 7. tot verfchooning van fyn gedrag komt t' allegeersn, en 't geen uitloopt op deeze iwee poindten, na» melyk, dat op 't roepen van den Gevangene dat een Deferteur was, hem heeft moeten aanhouden volgens de Militaire wetten. En ten tweeden, dat geen intentie heeft gehad om eenige ingreep in de Landfurftelyke Hoogheid te doen, of den Landdroft in fyn fundtie eenige tefie toe te brengen. Maar, wat 't eerfte betreft, foo laat fig dit wel hoeren , wanneer een Deferteur fyn eige Meefter is, en over fyn perfoon kan disponeeren, dog is 't Onfes eragtens gantsch anders geleegen met 't geroep van foo een, die fig reets in de magt van een ander Officier van de Juftitie bevind, die behoorlyk moet worden aangefprooken, als men meent eenige redenen te hebben, om overgifte van foo een perfoon te mogen cyflchen, En mogen Wy dan in foo een geval met regt foo Ons dunkt vragen, Hoe 't mogelyk is, dat een blote aangifte van een Deferteur, mogelyk voortgekoomen uit een ov«rtuyging van grovere Delicten, de civile Sociëteit turbeerende, in fyne heerlofe en vagabunderende ftaat gepleegn te hebben, als de blote defertic, en gepradtifeert, foo als 't fig op 't uiterlyke felfs Iaat aanfien, om fig te redden uit de handen van een Juftitie, in welkers magt zig reeds bevond, en tegens welke hy door 't quetfen van den Perfoon van de hem bewaard hebbende Ohderfchout foo merkelyk felfs fig vergreepen hadde, als fub N°. 2. en 3. een gefag aan een commandeerende Officier kan geven, 't welk men ingewikkek dan toeftaat buyten zoo eene aangifte niet te hebben. Twyffelende Wy ook feer of 'er fodanige Militaire wetten , die aan een commandeerende Officier foo een eygenwilligc rigting tegens een andermans Gevangen, fonder eenig  X "8 3# eenig prsecedcrent onderfoek, ordonneeren of permitteèJ ren, gevonden worden, en moeten Wy in alle gevalle ter goede trouw betuigen daar van volkoomen ignorant te fyn. En wat de tweede reden aangaat is aanftonds ligtelyk te ontdekken, dat dit al te famen fyn proteftatien, die door de daeden worden wederfproken, hebbende Wy hier vooren reets, zoo Wy Ons verbeelden, klaar genoeg gede • monftreert, dat foo een ontneeming van een Gevange aan een Officier van de Juftitie een daat is, die zonder ftremming van de Juftitie, begonnen door de corporeele apprehenfie , fonder krenking van 't Gefag der Oppermagt, in welkers naam de Crimineele Jurisdictie word geoeftend, en fonder la:fie van den Officier, aan welke fyn Gevangen, de faóto word ontvoerd, en fyne gedaane Apprehenfie infrudtueus gemaakt, niec kan gefcfoieden, fulks dat dan ook een woordelyk voorgeeven, van niet tegenftaande dit alles geen voorneernen daar toe te hebben gehad, van geen operatie tegens fprekende daaden oyt kan geoordeeld worden te kunnen zyn. Wy fouden aan Uw Doorl. Hoogheids penetratie te kort doen, indien Wy Uw Doorl. Hoogheid nog langer fouden willen ophouden met een nadere adftruclie van dien, en fpeciaal met de gevolgen, welke noodfakelyk toe nadeel der Juftitie fullen moeten refulteeren daar uit, dat een Militaire Wagt aan een Poort, die Wy eerbiedig aan Uw Doorl. Hoogh . in bedenking mogen geven, of niet eerder gefchikt behoorde te zyn, om de politicque beveelen van 's Lands Officieren en Magiftraten te onderfteunen, als om die in haare werkfaamheid ter ui; voering van haare functie te turbeeren en hinderlyk te zyn, de vrye en onbelemmerde ingang in defelve, en 't gebruik van *s Heeren Straaten aan een Poüticq Officier een Gevangen overbrengende, foude mogen betwiften, off aan haare examinatie off van den Gouverneur off commandeerende Officier onderwerpen. Wy agten 't al meede onnoodig om voor als nog in eenige  Üige discuffie te brengen de Delicten, waar aan deefe Gevangen geaccufeert word fig tot nadeel van cl' Ingefetenen ten platten Lande fchuldig gemaakt te hebben, om dat 't voor als nog daar op niet aankomt, maar enkel en alleen naa Onfe gedagten op de reftitutie van den gevangene Perfoon in de magt van den Hooge Officier, aan wien die de facfo onttrokken is, waar over Wy alleen Ons tot hier aan toe befwaaren. Wy flatteeren Ons mitsdien , ert verfoeken te gelyk met alle refpedl, dat Uw Doorl. Hoogheid al 't gunt voorf. confidereerende, aan Ons aan d' eene iyde die juftitie wel fal gelieven te doen van toe te ftaan , dat Wy in deefe niet hebben kunnen ftil fitten, maar Ons gevoelig hebben moeten toonen over foo een lxfie aan een Hooft-Officier defer Provintie in d' exercitie van fyn functie toegebragt. En dat 't aan d' andere kant aan Uw Doorl. Hoogh1., welkers protéótie Wy vertrouwen als Erfftadhouder, die Wy de eer hebben aan 't Hoofd van Ons Collegic geplaatft te mogen zien, tot maintien van een Jurisdictie die Ons is toevertroud, te mogen imploreeren , behagen magdie efficacieufe voorfieninge te doen, dat dit alles koft en fchadeloos gerepareert, een convenabele fatisfadfie aan de gelsedeerde Juftitie in de perfoon van een Hooft-Officier des Lands Werde gegeeven, en de ftremminge van de cours van Juftitie opgeheeven. En hier meede eindigende, bidden Wy God Doorluchtig/k &c\ Uw Doorl. Hoogheid &ca. Gefchreeven t' Arnhem den 13. Maart 1771. ( Onderfiond) Uw Doorl. Hoogheids Onderdanige en Dienftwillige. Die Raaden Scc^. (Lagerfiond) Accordeert rnct voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van dkn STEEN. J Et-  X. 3°. Extract Llit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. I Miffive aan den Major C. J. de Qüay thans het Guarnifoen binten de Stad Arnhem commandeerende. Erentfejle en Manhafie h. g. v. JBy Ons ontfangén en verleefen zynde UE. Misfive gefchreeven binnen Arnhem op heeden den zo. defer op 't. fubjtct van de order by UE. van Syn Doorl Hoogh'. ontfangén tot rellitutie van den Gevange Willem Oltbuys aan die geene welke door Ons tot overneeminge van denfelven foude werden geordonneert, hebben Wy naa deliberatie goedgevonden UE. voor refcriptie toe te voegen dat V y, voor foo veel het eerfte gedeelte van UE. Misfive betreft reeds voor 't ontfangén van UE. Misfive de nodige aanfehryvinge aan den Landdroft van Veluwen hebben laten toekomen, waar aan UE. mitsdien fig lal kunnen addrefleeren ; En dat, voor foo veel het tweede lid van dien rakende een verzoek dat Wy die ordres fouden willen ftellen dat na dat de reftitutie van den Gevangen door UE. zal zyn gedaan, ais dan denfelven Gevangen, als onder de Militaire Jurisdictie gchoorende, wederom aan UE. mogt werden overgegeven , en Wy als dan re gelyk copye van d' informatien ten laften van gem. Gevange ingewonnen aan UE, ZOuften willen meede deeier, is belangende, Wy daar op ter  $C )# ter fyner tyd fodane reflexie fullen neemen j als Wy naa omftandigheeden van zaken fullen bevinden te behooren, Waar meede eyndigende &c. Gefchreeven te Arnhem den 2.0. Maart 1771; (Onderfiond) Die Raaden &c,' (Lagerjlond ) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie boek, ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, X. 4°. Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland, Mercurii den 20. Maart 1771* A_>fntfangen en ge'eezen eene Misfive van fyn Hoogheid den Heer Erfftadhouder gefchreeven in 's Gravenhagen den 16. dezer, en houdende dat Hoogftdezelve uit 's Hove* Misfive van den 13. daar bevoorens, als meede uit het Rapport door den Major de Quay thans het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem commandeerende, hadde vernoomen dat de Perfoon fig noemende Willem Olthuis, op ordre van den Hove aan den Landdroft. van Veluwen gegeeven door de Bediendcns van de Jutlicic, geaifi fleert met / 2 een  een Onderfchöut den n. defer op een Wagen en gekluiitert naa Arnhem getransporteert, en aldaar aan de Poort gekoomen fynde, op ordre van gem. commandeerende Officier, vermits voorh. Olthuis aan de Wagt geroepen had dat hy een Deferteur was, naa de Hoofd wagt wasgebrajt, en thans by den Geweldigen Provooft te Arnhem voornt. was gedetineert. Dat gelyk Zyne Hoogh'. het voorf transport vangeme. Gevange naa dc Hoofd wagt geenfints konde approbeeren, Hoogftdezelve dan ook de nodige ordres gefield hadde, ten einde de voorf. Gevange wederom gebragt zoude werden ter plaatfe, alwaar hy op ordre van voorn, commandeerende Officier was gearreftecit, en aldaar Zoude werden ovcrgcgccvrn aan de geenen, die door 't Hoff tot overneeming van denfelven Gevange zoude werden geördonneert. Dat Zyne Hoogheid verwagte dat 't Hoff op geene verdere fstisfaclie van meergem. commandeerende Officier foude infteeren, dewyl Hoogftdezelve het voorf. transport na de 1 loofdwagt geenfints aan fodanige intentie als by 's Hoves Misfive was gemeld, maar alleen aan een verkeerd begrip van bevoegtheid, om dien Delinquant een Deferteur van het Guarnifoen zynde te kunnen failisfeeren, overal waar hy denfelven vond, konde toefchryven. Dat Zyne Hoogheid fig in die gedagten confirmeerde, vermits meergem. Officier ook boven dien aan Hoogftdefelve gerapporteert hadde , dat by de reftitutie van den Gevange aan den Landdroft van Veluwen ten fynen huife hadde geöffereert gehad, dog dat gem. Landdroft als toen. daar toe niet hadde kunnen refolveeren. Dat voorts Zyn Hoogheid begrypende, dat door die fatisfactie aan 's Hoves verfoek door Hoogftdezelve was voldaan, ook niet twyftclde off't Hoff foude niet hxfiteeren om denfelve Gevange, wanneer hy, als notoir onder it Militaire Jurisdictie behoorende, op Hoogftdesfeivs ordre .  ¥C *33 dre gereclameert wierde, wederom aan de Militaire Juftitie over te geven. Waar op gedelibereert zynde is goedgevonden en verftaan dat'copie zoo van 's Hoves Misfive van den 13. Maar' laatftl. aan Syn Hoogh'. den Heer Erfftadhouder gefchreeven, als van de daar op ingekoomene refcriptie van Syn Hoogheid in dato den 16. defer fal werden toegeiöndenaan den Landdroft van Veluwen, om te ftrekken tot SynL. naricht, en dat voorts denfelven Landdroft zal worden gefonnen, gelyk gefonnen word mits deeze, om den voorn, Gevange Willem Olthuis van den commandeerende Officier binnen de Stad Arnhem weder over te neemen en in 's Hoves Gevankeniffe te doen transporteeren, ten welken einde SynL. al nog, ingevolge 's Hoves vodri"e Refolutie van den 12. defer, emploi van des Mom» bers Dienaars zal mogen maken zoodanig echter dat SynL. niet alken op geen verdere fatisfactie van den commandeerende Officier, foo veel 't Hof betreft, fal behooren te infteeren maar felfs op het transport van den Gevange ter plaatfe alwaar hy op order van den commandeerende Officier gearrcfteert is ingevolge d' ordre door Syn Hoogheid aan den commandeerende Officier volgens Hoo^itdesfelvs Misfive gefield, niet zal behoeven te blyven ftaan, maar bevoegt fal fyn ■ om denfelven Gevange op fodane wyze als SynL. fonder veel eclat te maaken 't bekwaamft fal oordeekn, uit handen van den commandeerende Officier te mogen overneeraen, met verder gefinnenom, naa dat den gem. Gevange door SynL. zal zyn overgenoomen, en in '3 Hoves Gevankeniffe in bewaring gefteld, aan den Hove van desfelvs verrigtingen behoorlyke kenniife te geven, ten eynde 't Hoff als dan verder daaromtrent foodanig fal kunnen refolveeren als naa omltandighecden van zaken fal oordeekn en bevinden te behooren. En dat voorts ter beancwoordinge van de Misfive van Syn Hoogheid, aan Hoogftdezelve fal worden gefchreeven de hier navolgende Miffive. I 3 11:;-  #C *34 )# Misfive aan den Heer Erfftadhouder. Doorluchtigfte &e% v v y hebben de eer gehad deefe morgen in onfè Vergaderinge wel t' ontfangén Uw Doorl. Hoogheids Misfive gefchreeven in 's Gravenhage den 16*. defer, en daaruit met veel genoegen vernomen de billyke reflexie, welke 't Uw Doorl. Hooght. behaagt heeft op den inhoud van Onfe klagten by Onfe Misfive van den 13. daar te vooren vervat, wegens het feytelyk arrefteeren en overbrengen,op ordre van den commandeerende Officier binnen de Stad Arnhem, van den Gevangen van den Landdroft van Veluwen , dewelke door de üediendens van de Civile Juftitie geasfifteert met een Onderfchout op een Wagen en gekluyftert voor de Poort wasgekoomen, om in 's Hoves Geyangeniffe te worden overgebragt, naa de Hoofdwagt er» *t aldaar in detentie nemen van denfelven, Wy bedanken Uw Doorl. Hooght. voor deefe foa prompt geftelde ordre, en hebben niet alleen gerefolveert om, ingevolge Uw Doorl. Hoogheids verlangen, niet t' infteeren op eenige verdere fatisfaétie wanneer d' extraditie van den Gevange aan den Landdroft van Veluwe fal fyn gefchied, en Ons te vergenoegen met de ordre die Uw Doorl. Hoogheid ten dien eynde heeft gelieven te ftellen maar fal Uw Doorl. Hoogheid ook felfs uit de copie van de Refolutie op dat fubjecl: by Ons genoomen , welke Wy de vryheid nemen hier nevens te voegen , gelieven te fien dat Wy den Landdroft van Veluwen hebben aangefebfeeven om ook, foo veel 't Hoff betreft, niet te blvven (laan op de extraditie van den Gevange op defelfde plaats, "aiWaar hy op order van den commandeerende Officier is  «éarrefteert: maar aan SynL. vryheid hebben gegeeven om ge overneêminge op fodane wyze als 't meeft Convenabelft zoude vinden te mógen doen. Ondertuffchen, voor foo veel de laatfte periode in Uw Dood Hoogheids Misfive vervat is belangende kunnen Wy Uw Doorl. Hoogheid verzekeren dat Wy altyd feer gedegen fullen bevonden worden , orn alle reguarl « neemen op dat geen 't welk Uw Doorl. Hoogh-. gelieft tc bewonen eenilfins te verlangen, off aan Hoogftdefelve aanLenïm te lyn, dog Wy fiatteeren Ons niet te min dat KDoorl. Hoogheid Ons niet qualykzal geheven te nee„el dat Wy Ons voor als nog buiten flaat bevinden om Ons over de reftitutie van den Gevange, wanneer die in ïHoves Gevangeniffe fal fyn overgebragt, «.daar door 't «pleegde werkelyk gerepareert, en voorts op ordre van ufSl. HoogJ, mogt werden gereclameert, te^ kunnen expliceeren, terwyl d' order en gewoone manier aan d fen Hove meede brengende dat een Gevange in s Hoves ordinaire Gevangeniffe &™™d*«^*™l™ Heer Commiffaris uit Ons midden, welke by d overbrenSnse vm «n Gevange daar toe aanftonds verfogt en genoSerword, moet* worden geëxamineerd en daar van Spport in den'Rade gedaan, Wy overfulx uit dit rapport Jl fullen kunnen opmaaken wat voo,: foortan delict het zy pure Militair off niet, 't is, en dus daar door «rit Ï quaam zullen worden gemaakt om te kunnen oordeden off Wy Ons bevoegt zouden mogenjachten om uit Ons CL felfs tot foo een reftitutie, als Uw Doorl. Hoogh . fchynt te defidereren, te refolveeren. Waar meede eindigende bidden Wy God Sec. Door/ugtigfte &c\ Uw Doorl. Hooght. Sec*. Gefchreeven t' Arnhem den 20. Maart I771- ( Onderfiond) r , PS. I 4  C 136 )# PS. Naa dat de Refolutie op den inhoud vaa Uw Doorl. Hooghts. Misfive by Ons genoomen reeds aan den Landdroft van Veluwen ten fine van executie was afgezonden, en deeze onze refcriptie aan Uw Doorl. Hoogheid reeds was gerefumeert, hebben Wy nog voor 'tfcheiden van Onfe Vergadering ontfangén en verhezen de JVlisfive bloot en naakt van den Major C. J. de Quay. als het Guarnifoen thans binnen de Stad Arnhem commandeerende, waar van Wy de vryheid neemen insgelyks een copie hier nevens te voegen. Dog vermits aan 't eerfte gedeelte van dien door 't laten afgaan van Onfe bovengem. RefoiUtie reeds voldaan was, en't tweede gedeelte concerneerde 't geen waar op Wy reeds hier boven Ons geüit hebben aan Uw Doorl. Hooght., 7,00 hoopen Wy dat Uw Doorl. Hoogheid niet qualyk lal gelieven te neemen dat Wy ons daar toe refereeren. • En hebben Wy voorts aan de commandeerende Officier daar op niet anders kunnen antwoorden , als 't geen Uw Doorl. Hooght. uit • de copie van de refcriptie meede hier by gevoegt, met meeder zal gelieven te verneemen. En is wyders Extract dezes by Misfive aan den Land. droft van Veluwe toe gezonden om zig daar paa te ge* draagen. {Lagerjhnd) Accordeert met voorf Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: V/: van den STEEN. Ex-  go# Extract. Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland* Misjïve aan A> F. Cramer thans commandeerende het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem, Erentfefte en Manhafie b. g. v, W y hebben deefe morgen in Onfe Vergaderinge wel ontfangén UE. Misfive van heden, waar by UE. uit hoofde van de order van Zyn Doorl. Hoogheid ontfangén, nogmaals komt te infteeren op de overgifte van den thans in 's Hoves Gevangeniffe gedetineerd fittende Willem Holthuis. Het doet Ons leed, dat Wy Ons voor als nog buiten ftaat bevinden om Ons op UE. verzoek te kunnen expliceeren, en dus voor 't tcgenswoordige niet anders aanUE. kunnen refcribeeren, dan dat Wy alle daagen het rapport van den Heer Comrniffaris tot 't examen van den gem„ Gevange gecommitteert, die Ons berigt heeft alle mogely» ke fpoet reets te hebben gemaakt, en eerftdaags met zyn rapport te zullen vaerdig fyn, te gemoed zien, en niet zullen nalaaten om foo ras Wy daar door gelegentheid zullen hebben ontfangén, om op dit en het vorig verzoek, door den commandeerende Officier van het Guarnifoen binnen deeze Stad gedaan, na behooren te kunnen delibe.. 15 roT-  rcëreri; Onfe Refolutie op dat fubjed als dan ten eerfte» aan UE. te laten toekoomen. Waar meede eyndigende &c, Gefchreeven f Arnhem den 27. Maart 1771,1 (Onderfiond) Die Raaden &€H (Lagerjlond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN,' X. <5°c Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland, Miffive aan de Landdroft van Veluwen. Edele &ca, D oor den commandeerende Officier van het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem by Misfive van den 20. deezer aan Ons verzogt zynde, om den thans in 's Hoves Gevangeniffe zitteade Willem Holthuis, als onder de Militaire Jurisdictie gehoorende, aan hem weeder te willen over-  K 139 )# övegeeven^ èn dit verzoek by een naedere Misfivévai den 27. deezer geinhsereert zynde, hebben Wy, nae gehoord te hebben het rapport van den Heer Commiffaris tot 't examen van denzelve Gevange gecommitteert, goed= gevonden dit verzoek, offchoon de wettigheid van de apprehenfie met deszelfs gevolgen daar door niet word weggenoomen of vermindert, te accordeeren, gelyk UL. uit d' inliggende Extract Refolutie met meerdere zal kunnen yerneemen. Wy hebben ten gevolge van dien den Cipier geordonneert om gem. Gevange met zyn byhebbend goed aan die geene, welke van weegens voorfchr. commandeerende Officier zullen gezonden worden om denzelven af te haaien, over te geven en te laaten volgen, en niet willen afweezen UL. daar van by deeze kenniffe te geeven tot deszelfs narigt. Waar meede eindigende &ea. Gefchreeven te Arnhem den 28. Maart 1771» ( Onderfiond) Die Raaden &c^ {Lagerjlond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. (Was geteekent) F: W: van dkn STEEN.' Er.  #C Ho )# X. 7°. Extraft Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland» jfovis den 28. Maart 1771. JL^y refumtie gedelibereert zynde op d' ingekoomene Miffive van den commandeerende Officier van het Guarnifoen bienen de Stad Arnhem, C. J. de Quay, van den 20. defer, houdende, dat zyn E. van Zyne Doorl. Hoogheid den Heer Erfftadhouder ordre ontfangén hebbende, om den Gevange Willem Holthuis wederom te doen brengen ter plaatfe alwaar hy op fyn ordre was gearrefteerr, en denfelven Gevange aldaar te doen overgseven aan die geene, die door den Hove tot overneeminge van dien Gevange foude werden gcordonneert , en vervolgens den gem. Gevange, als onder de Militaire J urisdi&ie gehorende, behoorlyk te reclameeren, met verfoek van copie der informatien ten laften van denfelven Gevange ingewonnen, ten gevolge van dien verfogte dat, naa dat die overgifte invoegen voorf., waar toe zig gereed betoonde, door hem zoude zyn gedaan, 't Hoff als dan den voorn. Gevange, als onder de Militaire Jurisdictie gehoorende, wederom geliefde over te geeven, en teffens de goedheid wilde hebben om aan zyn li. copie der informatien, ten laften van denfelven Gevange ingewonnen, meede te dee- Voorts meede op de nader ingekoomene Miffive van den commandeerende Officier van 't felve Guarnifoen A. F. Cramer, gefchreven te Arnhem den 27. defer, daar by, ingevolge bekomene nadere ordres van Syn Doorl. Hoogheid, om den overgegevene Gevange Willem Holthuis, als notoir tot de Militaire Jurisdictie beboerende, zonder uit- ftel,  Hi )f ftel andermaal te reclameeren en op de dadelyke overgifté van gem. Gevange t' infteeren, het vorige verfoek nader inhalerende. Eh, naa gehoord rapport van den Heer Commiffaris'i tot 't examen van den gevangen Willem Holthuis gecommitteert, in achting genoomen zynde. Voor eerlt, dat fig fiier voordoet by den Gedetineerd den een geavereerde defertie uit den Militairen dienft. En ten tweeden, dat de andere Deliaen, welke hy geaccufeert word gecommitteert te hebben, off niet volkoomen beweefen voorkoomen, oir immers van die natuur zyn dat als mindere, dan de defertie kunnen aangezien worden en dus 't meerdere 't mindere ook ten aanfien van de 'ftraffe foude kunnen gezegt worden te moeten abforbeeren ; Is goedgevonden en verftaan , dat aan 't verfoek van opgemelte commandeerende Officier, in zoo ver 't felve betrekkelyk is op de defertie, fal werden voldaan, en dat mitsdien den gedetineerde Willem Holthuys aan den voorn, commandeerende Officier zal werden overgegeven gelyk ook ten dien eynde Extract uit de Confes. fien van den Gedetineerde, relatie tot fyne defertie hebbende, aan zyn E. zal werden meede gedeeld. Dog dat 't Hoff, fig ónbevoegt agtende otn, foo veel de verdere informatien betrekkinge op andere als pure Militaire Delicten hebbende, aangaat, aan denfelven commandeerenden Officier t' extradeeren, in foo ver fig genoodfaakt vind om in deffelvs verfoek, tot communicatie van dien tendeerende, te difficulteeren, gelyk daar in gedifficulteert word mits dezen. Dat voorts ten gevolge van dien de Cipier fal worden gelaft om aan die geene, welke van wegens den commandeerende Officier voorn', fullen gefonden worden, om den gevange Willem Holthuis af te haaien, denfelven Gevange met fyri byhebbent goed over te geven en te laten volgen. ^n  #C X En is Extract deefes, met byvoeginge van 't gementioneerde Extradt uit de Confeffien van den Gedetineerden* relatie tot zyne defertie hebbende, by Miffive aan den commandeerende Officier van 't Guarnifoen binnen deefe Stad, tot antwoord op delfelvs verfoek, toegezonden geworden. • Gelyk meede van dit gerefolveerde, met toezending van Extract deezes, aan Zyne Doorl, Hoogheid den Heer Erfftadhouder fal werden kenniffe gegeeven by de Miffive hier naa volgende. Misfive aan den Heer Erfftadhouder. Doorluchtig ft e &c* CjJelyk Wy by Onfe Miffive van den 20. defer Maand de vryheid hebben genoomen aan Uw Doorl. Hoogheid reden te geeven, waarom Wy Ons als toen niet ge voegelyk over de laatfte periode van Uw Doorl. Hoogheids Miffive van den 16. Maart daar te voren, houdende, dat Uw Doorl. Hoogheid geenfints twyfelde, off TVy zouden niet heefteer en, om den gevangene Willem Holthuis , wanneer hy, als notoir onder de Militaire JurisdiSlie gehoor ende, op Uw Doorl. Hoogheids ordre gereclameert wierd, wederom aan de Militaire Jurisdictie over te geeven, konden expliceeren , zoo vertrekt 't Ons thans tot een fonderlinü genoegen, dat Wy gehoord hebbende het rapport van den Heer Commiffaris tot 't examen van Willem Holthuis gecommittcert, die alle mogelyke fpoed, foo veel de natuur der zaak en bet doen neemen van nog eenige nadere informatien, permitteerden, heeft gemaakt, Uw Doorl. Hoogheid' kunnen in-  U 143 informeeren, dat Wy gemeent hebben Ons in ftaat te bc? bevinden, om aan 't betoonde verlangen van Uw Doorl. Hoogheid, tot overgifte van den voorf. Gevangen aan den commandeerenden OfHcier binnen deeze Stad, tc kunnen voldoen, en daar door een blyk te kunnen geven van Onfe welgemeende Hoogachting voor en deference aan de fentimenten van Uw Doorl. Hoogheid, gelyk Uwe Doorl. Hoogheid met meerdere zal gelieven te verneemen uk de copie van de Refolutie op heden daar over genoomen en aan den commandeerende Officier reeds afgezonden. Wy verzoeken nogtans dat 't Ons gepermitteert mag weezen aan Uw Doorl. Hoogheid te gelyk te mogen openleggen tot beter verftand van voorf. Onfe refcriptie en doemalige bedenking over de natuur der Delicten, waar aan deeze Gevange zig zoude kunnen fchuldig gemaakt hebben, dat Wy aan de eene zyde die niet zoude geöp* pert hebben, indien des Gevangens Delict pure Militair was geweeft, maar aanftonds denzelven fouden hebben geëxtradeert aan de Militaire Juftitie, maar dat 't aan de andere kant Onfe indispenfable pligt was om, naa dat den Gedetineerden! op Onfe fpeciale ordre om goede redenen door den Landdroft van Veluwen was geapprehendeert, meede t' onderfóeken off hy ook andere Delicten, die men onder de gemeene telt en begaan worden tegens de famenleeving en civile Sociëteit, en wel van wat gewigt of fwaarte die konden geconfidereert worden te weefen, hadde gecommitteerd. Terwyl Wy tot hier aan toe op *t fubjedt van de gefundeerdheid van de Militaire Jurisdictie omtrent foortgelyke Delicten nog in 't generaal, nog in 't byzonder om* trent Deferteurs, die 't Placaat van den 10. July 1698. te vinden in het groot Geld. Placaatboek 2J van den Staat door den Militairen Rechter geëxcerceert, ft en Hoogftdeffeifs voorf. Miffive ook daar en booven on- i beandwoord gebleeven, vinden Wy geen zwaerigheid te § declareeren, dat Wy Ons ten vollen met de voorf. fènti- ij menten, die in het byzonder alle diflindtie tuffchen I pure Militaire en commune Delicten inadmifïibel hou- I den, conformeeren, en dat Wy op het voetfpoor van 1 Onfen hooggem. Heer Vader in deezen, met het uiterfte f genoegen, gelyk altoos, treedende, dezelve voor de On- I fe met volle ruymte adopteeren, zonder dat Wy noodig I ajiten bk-r by te voegen, dat Wy des te meer in die be- § grippen zyn geconfirmeert, nae dat Ons gebleeken is, dat I zeer duidelyk op de dispoütie der Roomfche befchreeven f rekten, van ouds hier te Lande gerecipiecit, die univerfa- I liteit van het Militair Rechtsgebied over alle Militaire I Perfoonen is gegrond, en dat de diftinctie door Uwe Ed. I Mog, zoo fterk geinhxreert, ten opfigte van de commu- I ne Deliden, geen ander fundament vind, dan in de ge- I wrongen explicatie van een en ander paffage, in dezelve 1 Roomfche Regten voorkomende, terwyl Wy, voor zoo I verre betreft eenige Staatsbefluiten, die op dit fubject van I applicatie zouden moogen gemaakt worden, en vooral, I die genoomen zyn by het eeflèeren van de extinctie der I Stadhouderlyke Regeering, nae het aflterven van Prins I Willem den 11., Uwe lid. Mog. wederom mqeten her- I inneren het gedeclareerde dienaangaande van wylen Onfen I Heer Vaeder, by Hoogftdeffeifs hier voorgemelde refcrip- I tie van den 25. Ma^rt 17+9., en het van zelvs fpreekt, I dat dezelve haare fource en origine aan de conftiiutie der I Stadhouderloofe tyden verfchuldigt zynde, zonder tot I hier toe door eene behoorlyke generale Staatsverklaering I onder de Stadhouderlyke Regeering geconfirmeert te zyn, I thans nae de berftellinge van het Stadhouder en Capitein I Generaalfchap, geenzints van die uitwerking konnen zyn, I dat I  ¥( H9 ) dat zy de Heeren Priacen Stadhouders en Capitains Gene» raai zouden konnen verhinderen in de exercitie van het recht, en de Jurisdictie aan het fuperieur gezag over de Militie van den Staat, infeparabel verknogt, konnende Wy voor het overige in geenen deelen ten deezen avoueeren de applicabilittit van het Placcaat van den 10, July 1698. by Uwer Ed. Mog. Miffive van den 28. der voorleeden Maand Maart gereclameerd, even als of by het zelve de Deferteurs, als Heerloofe Knegten, aan de correctie van den civielen Rechter waren gefubjecteert, naedien uit de bloote lecture van het zelve Placcaat evidentelyk blykt, dat het zelve alleen teegens Landloopers, Vagabonden en zoogenaemde Heidenen, is ingerigt, en van geen ander zoort van Militaire Perfoonen gewag maekt, als van de. Zulke, die niet vryftaat, te koomen of te verkeer en in het Furftendom en Graaffchap, en overzulks alleen van Deferteurs uit vreemde Dienften te verftaan is, en g»enzints die in 's Lands dienft ge weeft zyn, als welker defertie anderzints notoirlyk door zoodaenig verbod, als by het voorf. Placcaat voorkomt, onherftelbaar zoude worden gemaekt; behalven dat dezelve ook nimmer als Hecrlooze Knegten , hoedanig die geene hier te Land zyn, die uit vreemde Dienften zyn gedeferteert, kunnen geconfidereerd worden, alzoo derzelver engagement in 's Lands dienft, eenmaal gecontradeert, blyft fubfifteeren, zonder dat zy zich, door het verbreeken van het zelve, hier te Lande heerloos rmeken konnen, en Wy ook anderzints niet zien, hoe Uwe Edele Mog. den gedelérteerden Soldaet Willem Holthuys, by aldicn denzelven als Heerloos hadden aangemerkt, aan deffelfs competenten Rechter hébpen konnen overgeeven. Wy vertrouwen, dat Uwe Ed. Mog., dit alles ©verweelende, zig niet zullen verwonderen, dat Wy Ons verplicht hebben gevonden, deeze Onze fentimenten nader aan Uwe fd. Mog. open te leggen, en dat Wy Ons Erffelyk bekleed vindende met alle de rechten, prxëminentien en prsrogativen, welke aan de digniteiten van Stadhouder cn Capitein Generaal van ouds zyn vaftgehegt, i 3 cn  K 1 f° 3# en welker ongekrenkte transmiflïe ook het voorwerp van Onfe duure verpligting is, geenzints de vermindering van die rechten en prxrogativen door een ftilfwygend avoeu der bepaeling van de Militaire J urisdiclie, alleen tot zuyver Militaire Delicten, hoedaenig dezelve in Uwer Ed. Mog. meergem. Miffive word beperkt, met onverfchilligheid hebben konnen aanzien, ofte de voorf. Miffive pn. beandwoord laeten. Waer meede Edele Mogende Heeren, byzon- dere goede Vrienden! Wy Uwe Ed. Mog. beveelen in Gods Heilige protectie. Onder/Jont Uwer. Ed. Mog. Dienftwillige Goede Vriend. TVas getekent W. Pr. v. ORANGE, Lager/lont Te;- Ordonnantie van Zyne Hoogheid. Jf'as gecontrafigneert T. J. 2e LARREY. In 's Gravctihage • den 28. May 1771. In pede flond / Aan de Raaden des Furftenftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphei^. Het  #C ifï )# .He? opfcbrift was Edele Mogende Heeren, byzondere goede Vrienden! De Heeren Raaden des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen Arnhem. (Nog lagerflond) Pro vera Copia. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN. X. 0\ Extract uit het Me¬ morie-en Refolucie-boek 5s Hoves van Gelderland. Miffive aan den Heer Erfftadhouder. Doorlugtigfle Vorft en Genadige Heer'Erfftadhouder. N ae dat Uw Doorl. Hoogheids Misfive van den 28, der afgeloopene maand op 't fubject van d' exercitie der Militaire jurisdictie, by het hervatten van Onze teegenswoordige befognes, ingevolge d' aanneeminge door ae prxfente Leeden van Onzen Raad by Haere voorloppige refcriptie van den 5, deezer-maand aan Uw Doorl. Hoog* K 4 ncid  heïd gedaan, aan Ons ter deliberatie was voorgebragt, beeft 't Ons leed gedaen by lecture van den inhoud van dien te verneemen, dat Ons waere oogmerk en intentie by Onze Misfive van den 28. Maart jongftleeden aen Uw. Doorl. Hoogheid voorgeftelt niet als te klaar en in die zin, als Wy waarlyk hebben beoogt, by Uw. Doorl. Hoogheid fchynt te zyn opgenoomen. Het zy Ons gepermitteert Uw. Doorl. Hoogheid daar van te moogen disabufeeren met eerbiedig verzoek dat Uw. Doorl. Hoogheid gelieve te conlidereeren, dat Wy geenzints in discuffie zyn gekoomen off zelfs eenige intentie hebben gehad om Ons uit te laaten, of de exercitie van de Militaire Jurisdictie in deeze Provintie die extenfie kondelyden, als wylen Uw. Doorl. Hoogheids Heer Vaeder Hoog • loff. memorie daar aan heeft gelieven t' attribueeren, en 't Uw Doorl. Hoogheid behaagt heeft thans nacder te vcrklaeren, terwyl 't Ons werk in h geheel niet is om daeiomtrent iets te bepaelen of vaft te ftellen, en Wy Uw. Doorl. Hoogheid kunnen verzeekeren fcer verre geé'loigneert te zyn van aan Uw. Doorl. Hoogheid iets te willen contefteeren 't geen Uw. Doorl. Hoogheid mogt vermcenen aan Hoogftdezelve, uit kragt van de prieëminentien en prxrogativen op Uw. Doorl. Hoogheid, als Stadhouder en Capuain Generaal erffelyk getransmitteert, te competeren, Maar dat Ons eenige oogmerk is ge weeft om Onze onbevoegtbeid om een Jurisdictie, welke door den Souverain aan Ons is gedèmandeert, over te geeven of 'te laten verminderen, zoo lang aan Ons geen [peciale ordres daaromtrent zyn gegeeven, onder het oog van Uw. Doorl. Hoogheid te brengen, doordien 't aan Ons niet toe'ftaat om wetten te maaken-, maar Wy alleen die geene zyn, welke gehouden zyn om dezelve te executeeren en ongekrenkt te bewaeren, gelyk Wy denken, dat tot een klsare preuve van Onze ware intentie kan verftrekken de finceere verzeekering, die Wy by het einde van Onze Misfive van den 28. Maart jongftleeden de vryheid hebben ge• noo-  ooomen te doen van Ons verlangen, dat eenmaal het poinct van de Militaire Jurisdictie op een vafte voet moge werden gebragt, op dat Wy in 't byfonder van d' onaangenaamheeden, waer in Wy geduurig omtrent die materie gebragt worden, mogten werden gehbereert. Het proflueert onder en tuffchen uit dat zelfde principe dat Wy thans, nu 't Uw Doorl. Hoogheid behaagt heeft zig naeder over 't poinct der Militaire Jurisdictie t' expliceeren vermeenen Ons te kunnen dispenfeeren, om Ons in eeni'g detail, off in 't generaal over de materie felfs of ook fpeciaal over 't waere verftand van 't Placaat van 1698 in te laeten, maar aan de legiflative magt te moeten overlaten om te determineeren, wat goedvinden mogt, dat door Ons zal behooren te werden geobferveert. Wy hoopen dienthalven dat Uw. Doorl. Hoogheid Ons niet qualyk zal gelieven af te neemen, dat Wy voorf. Uw. Doorl. Hoogheids Misfive brengen ter deliberatie van de Heeren Staten deezer Provintie, het geen Wy vertrouwen dat Uw Doorl. Hoogheid weegens Hoogdeffelfs beroemde xquiteit zal begrypen, dat 't eenigite is, 't welk Wy zonder te manqueeen aan Onfen pligt, Ons m ltaat bevinden, ter voldoeninge aan Uw Doorl. Hoogheids verlangen, te kunnen doen, gelyk Wy niet zullen naelaeten Ons by d? eerfte Vergaedering van Haer Ed. Mog. daar van t' acquiteeren. Wy zouden egter bevreeft zyn Ons aan regttnatige reproches te zullen exponeeren, indien Wy geheel met ftilfwypen zouden willen voorbygaan de periode, welke Uw Doorl. Hoogheid in Hoogftdeffeifs Miffive heeft gelieven te laeten influeeren, als of Wy de univerfaliteit van het Militaire Regtsgebied over alle Militaire Perfoonen in dee? ze Provincie zoo in meenigvuldigc gevallen, waar in die onder Ons oog zoude zyn geexerceert, als door het onbeandwoord laeten van de Miffive van wylen Uw. Doorl. Hoo^hts. Heer Vaeder glorieufer gedagtenis, van den 25. Maert 174.9. ten minBen ftjlfwygende, zouden hebben . A s SF'  geagnosceert, terwyl Wy moeten betuigen niet te weetenJ dat Wy, voor zoo veel Ons betreft, iets hangende de deliberatie over deeze materie by de Heeren Staten deezes Furftendoms eh Graaffchaps hebben gedaan, waar door de Jurisdictie, aan Ons toebetrouwt, zoude zyn verkort, en een aanfien van de voorf. Miffive van wylen Uw Doorl. Hoogheids Heer Vaeder onfterffelyker gedagtenis, W y de vryheid moeten neemen Uw Doorl. Hoogheid t' informeeren, dat Wy aanftonds na 't ontfangén van die Brieft daer van copien hebben gezonden aan de refpective Gedeputeerden en Hoofditeeden deezer Provintie, en dezelve vervolgens by d' eerfte Vergadering van de Heeren Staten deézes Furftendoms en Graaffchaps in dc propofitie ter deliberatie van Haer Edele Mogende hebben gebragt, gelyk Wy ook vervolgens altyd, zoo dikwils 'er byzondere gevallen omtrent het ftuk van d' exercitie der Militaire Jurisdictie zig quamen voor te doen, hebben gecontinueert en Haar Ed. Mog. ordres gevraegt; fulx dat, daer niet alleen Hoogftged. Heeren Staten Ons daar op met geen Refolutie hebben gelieven te vereeren, hoe Ons in 't vervolg te gedragen, maar ook nae dat Wy van zeeker geval in den Jare 1753. voorgevallen, by geleegendheid, dat Wy hadden goedgevonden Curateuren en Mombers over den Boedel en Kinderen van den L^. Generaal de Rode van Heeckeren, Gouverneur deezer Stad en vvoonagtig op het Princen Hoff, aan te ftellen, alwaar zig quaeftie opdeed over Onfe bevoegtheid om de civile jurisdictie ten aanfien van een Militair Perfoon of Goederen t' exerceren, aan Haar Ed. Mog. hadden kenniffe gegeeven, met verklaeringe, dat Wy ter oorzaeke 't van Ons niet dependeerde om in 't regt van een Jurisdictie, aan Ons toevertrouwt, eenige veranderinge te macken, Ons in diergelyke voorkoomende geleegendheeden in 't toekoomende zouden genoodzaekt vinden, om op gelyke voet te handelen, tot zoo lange Wy contrarie ordres van Haar Ed. Mog. op dat fubjedt zouden hebben bekoomen, Wy egter geen nadere ordres van Haar f d. Mog. ter contrarie hebben ontfangén, maer felfs naederhand in 't ftuk van 't matrimonieele niet alken op den 13. Juny 1754. een approbatoire Re-  Refolutie van k geen daer in by Ons gedaen was, hebbetï ontfangén, maar ook te gelyk een ordre in de volgende energicque bewoordingen vervat, om ten deezen opzigte en alle verdere dier gelyke gevallen op de/elfde voet verder voort te vaeren, en alzoo de Hoogheid van deeze Provintie en de regten en geregtigheeden der Ingezeetenen van dien allezints te maintineeren en protegeeren nae behooren, Wy Ons flatteeren, dat Uw Doorl. Hoogheid aan Ons niet zal gelieven t' imputeeren, dat de voorf. Miffive van wylen Uw Doorl. Hoogheids Heer Vader hooglofï. mem. tot hier aen toe onbeandwoord is gebleeven,' zoo weinig, als dat Wy Ons niet by magte hebben gevonden, om iets van 't geen aan Ons was toevertrouwt te relacheeren. Wy vleyen Ons voorts, -dat Uw Doorl. Hoogheid de goedheid hebbende om Onze Misfive in zyne connexie en verband te befchouwen. wel zal willen aggreëren d'explicatie van Onze intentie, als geenzints daar heenen hebbende getendeert om d' overgifte van Willem Holthuis aan de Militaire Juftitie te doen, uit hoofde dat, offchoon hy een gemeen delict, hadde begaan, egter de qualiteit van Militair de cognitie daar over tot de Militaire Reghteren zoude brengen, maar enkel en alleen, om dat die delicten tegens de civile Sociëteit, waar meede hy betigt wierd, of aan Ons onbeweezen of een mindere ftraf, als die van dc defertie, te meriteren, quamen toe te fchynen, 't geen alleen de defertie in opzigt van zyn Perzoon doende overblyven, Wy Ons verbeelden feer wel, nae Ons begrip, met den anderen te kunnen overeengebragt werden, en Wy dienthalven eerbiedig verzoeken, dat Uw Doorl. Hoog, heid van contradictie zal gelieven te verfchoonen. Het is dan eindelyk, om alle deeze reedenen, dat Wy verhoopen, dat Uw Doorl. Hoogheid genoegen zal gelieven te neemen met Qnzé: opregte verzeekeringe, dat Wy bereid zyn om Ons volkoomen te fchikken nae de ordres die Ons door den Souverain, aen wien Wy verbonden zyn, te gehoorzaamen en aan wienWy van Ons gedrag re ■ fpon-  fponfabel zyn, Zullen worden gegeeven, waar nae Wy; hoedaenig die ook moogen zyn, betuigen ten hoogften te verlangen, ten einde om eindelyk eens van't behandelen deezer zoo onaangenaame en voor Ons zoo delicaat gewordene materie, waar in 't Ons zoo zeer fmert niet te kunnen beantwoorden aan Onze fuivere inclinatie om alles te doen wat Uw Doorl. Hoogheid fchynt van Ons te verlangen en aan Hoogftdezelve aangenaam te zyn, ontheven te worden, maar dat, zoo lang Wy geen praecife ordres van dezelve hebben ontfangén, Wy Ons ten eenemaal onbevoegt moeten agten, om hangende de deliberatien van Haar Ed. Mog. oyer die materie iets te doen, waar door eenige atteinte off prejudicie daar aan zoude kunnen werden toegebragt. En hier meede eindigende, bidden Wy God Door luchtig ft e &c% Uw Doorl. Hoogheid &cJ. Gefchreeven t' Arnhem den 18. Juny 1771. (Onderfiond) Uw Doorl. Hoogheids Onderdanige en Dienft willige, Die Raaden &c-, ( Lagerfiond) Accordeert met voorf. Me* «orie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van dkn STEEN, Ex-  X. IO\ Extract Uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Misfive aan de Landfchap* Edele Mogende Heeren l W anneer aan Ons in 't begin van de maand Maart laatftleeden door den Landdroft van Veluwen was kennis ge4eeven van 't in civile detentie neemen van zeeker vreemd vagabundeerend Perfoon door den Scholtus des Ampts Epe, en daar beneevens waren overgezonden de informatien deswegens door gem. Scholtus aan SynL. gecommuniceert, is 't geweeft by Refolutie van den 5. derzelver Maand dat Wy ter oorzaake die Perfoon Ons in zyn handel en wandel feer fuspedï. voorquanv .voorn. Landdroft hebben gezonnen om denzelven in 's Hoves Gevangeniffe te doen overbrengen en te gelyk nog eenige nadere informatien op desfeifs fubjeót te neemen, gelyk UEd. Mog. uit den inhoud van die Refolutie hier bygevoegt fub N°. i.met meerderen zullen gelieven te verneemen. Het is daer op naa verloop van eenige daegen gebeurt, dat gem. Landdroft by de Misfive fub N°. 2. Ons heeft kennis gegeven, dat die Perfoon, ingevolge d'ordre door SynL. aenftonds-geftelt, gekluyftert, door de Bedienden» van de juftitie geaffifteert met een Onderfchout op een Wagen, tot voor de Poort deezer Stad getransporteert zynde, terwyl den Onderfchout de Brieff van de Landdroft, dienende tot kennisgeving van 't arrivement van zyn Gevange, ten einde de prsefideerende Raed ordre zoude kunnen  nen geeven, om denzelven in 's Hoves Gevangeniffe in té neemen, was gaen beftellen, foo gezegt wierd, op zyn roepen aen de Wagt, dat een Deferteur was, op ordre van den commandeerende Officier van 't Guarnifoen binnen deeze Stad, foogekluyHert, door een Onderofficier en eenige Manfchap met de Wagen naa de Hooftwagt was gebragt, alwaar men hem van de Wagen had doen aftreeden en in detentie, met de boeyen van den Officier aan zyn Lichaam, genoomen, d' Importantie van dit onverwagte voorval en desfelfs r.oodzaekelykc en gevaerlyke gevolgen voor d' adminiftratie der Juftitie in de plaats van Onze Relidentie, hebben Ons genoodzaekt om daar op te moeten neemen de Refolutie lub No. 3., en daar by den Landdroft van Veluwen te gezinnen om , met ernftige betooning van zyne bevreemding over dit gedrag van den commandeerende Officier denzelven te requireeren en te fommeeren, om deeze zyne Gevangene ter plaetfe, alwaar hy denzelven zig op eyge authoriteic feytelyker wyze hadde koomen aan te rnaetigerr, en aen SynL. Bediendens van de Juftitie t' ontneemen, binnen den tyd van zes uuren nae ontfangft van deeze re-' quifitié en fommatie wederom in dezelvde ftaat, als hem gekreegen had, in de magt van ^ynL. te leeveren, voorts om niet alleen dit attentaat en ingreep in de Landfurftelyke Hoogheid op eyge gezag, willekeurig, en feytelyk ondernoomen, kolt en fchadeloos aanftonds te repareeren, maar ook aan SynL. over de ftremming en laefie in zyn functie, welke als een der Hooge Officieren deezer Provintie naemens de Heeren Staaten onbelemrnert behoorde re kunnen exerceren, zonder daer van eenige reekenfehap aan Militaire Officieren fchuldig te zyn, toegebragt, een convenabele fatisfactie te geeven, alles nograns met voor» behoud aan gem. commandeerende Officier om, zoo wanneer mogt vermeenen eenigé reedenen te hebben, om SynL. Gevange als een Deferteur te reclameren, als dan, nae dat denzelven geapprehendeerde in 's Hoves Gevangeniffe door SynL. zoude zyn geftelt, daaromtrent zodaenig verzoek aen den Hove te kunnen doen, ais zyn goeden raad zoude ge-  gedraegen, met verder gezinnen aan gem. Landdroft orxi j. zoo ras de voorf. bepaelde tyd van zes uuren zoude zyn verloopen, als dan ten fpoedigften aen Ons te berigtenwat het gevolg van deeze requifitie en fommatie was geweeft , ten einde als dan verder over deeze zaek zoodaenig by Ons gedelibereert en gerefolveert te kunnen werden, als Wy nae de zig opdoende omftandigheeden zouden bevinden te behooren. Wy hebben daar op nogh diezelfde dag ontfangén de refcriptie van den Landdroft fub No. 4. met de brief door den commandeerende Officier C. J. de Quay aan SynL. gefchreeven fub No. 5. , inhoudende een declinatoir antwoord op de requifitie door SynL. gedaen, met verklaeringe dat niet zoude nalaten daar over aanftonds het goedvinden van Zyn Doorl. Hoogheid den Heer Erfftadhouder , buiten welkers ordre zig onbevoegt oordeelde om dien Deferteur weeder over te geeven, zoude verzoeken. Het zelve by Ons in deliberatie genoomen zynde, hebben Wy gemeent ook van Onfe zyde niet te moeten ftil zitten, en dienvolgens gerefolveert om aan Zyn Doorl. Hoogheid te fchryven de Misfive fub No. 6. waar by Wy de vryheid hebben genoomen Hoogftdezelve van dit voorval in alle zyne omftandigheeden, met byvoeginge van de ftukken daar toe relatif, kenniffe te geeven , de dangereufe gevolgen van diergelyke feitelyke onderneemingen te reprasfenteeren, en te verzoeken dat 't aan Zyne Doorl. Hoogheid behagen mogte die efficacieufe voorzieninge te doen dat dit alles kolt en fchadeloos gerepareert, een convenable fatisfacrie aan de gelxdeerde juftitie in de Perfoon van een Hoofdofficier des Lands gegeeven, en de ftremminge van dc cours van juftitie opgeheeven vvierde. Het gevolg daar van is geweeft dat Wy Ons vereert gevonden hebben met de refcriptie van 7.yn Doorl. Hoogheid fub No. 7. waar by Hoogftdezelve Ons geliefde t' informeeren dat, gelyk het transport van den Gevange nae de Hoofd wagt geenfints konde approbeeren, Hoogftdezel-  ve dan ook de noodige ordre geftelt hadde- ten einde de Gevange weederom gebragt wierde ter plaatfe, alwaar hy., op ordre van den commandeerende Officier, was gearreiteert, en aldaar wierde overgegeeven aan de geene die door Ons tot overneeming van denzelven Gevange zouden Werden geordonneert, in verwagtinge dat Wy op geene verdere fatisfaclie van den commandeerende Officier zouden infteeren, dewyl Hoogftdezelve het voorf. transport nae de Hoofdwagt geenfints aan zoodaenige intentie, als by Onze Misfive was gemelt, maar alleen aan een verkeert begrip van bevoegdheid, om dien Delinquant, een Deferteur van het Guarnifoen zynde, te kunnen faififièeren overal, waar hy denzelven vond, konde toefchr'y ven. , in welke gedagten Hoogftdezelve zig confirmeerde, wyl den commandeerende Officier ook boven dien aan Zyn Hoogheid gerapporteert hadde, dat hy de reftitutie van den Gevange aan den Landdroft van Veluwen ten zynen huyfe hadde geofïereert, dog dat gem, Landdroft als doe daar toe niet konde refolveeren. En dat voorts Zyn Hoogheidt begrypende, dat door die" fatisfaclie aan Ons verzoek door Hoogftdezelve was vol* daan, ook geenfints twyfelde of Wy zouden niet haefitee-' ren om denfelven Gevange, wanneer hy, als notoir onder de Militaire Jurisdictie behoorende, op Hoogftdeflêlfs ordre gereclameert wierde, wederom aan de Militaire Juftitie over te geeven. Wy hebben daar op nae deliberatie góedgevonden by de Refolutie fub N°. 8. den Landdroft van Veluwen te gezinnen Om den voorn. Gevange van den commandeerende Officier weeder over te neemen en in 's Hoves Gevangeniffe te doen transporteeren, zodaenig egter dat SynL, niet alleen op geen verdere farisfactie van den commandeerende Officier,, voor zoo veel Ons betroff, zoude behooren t5 infteeren , maar zelvs op het transport van den Gevange ter plaatfe, alwaar hy op ordre van den commandeerende Officier gearrefteert was, ingevolge d' ordre d ;or Zyn Hoogheid aan gem. Officier geilek, niet zoude be-  behoeven te Hy ven ftaan, maar bevoegt zoude zyn drfi denzelve Gevange op zodaane wyfe, als SynL. zonder veel eclat te maaken 'c bequaamft zoude oordeelen, Uit handen van den commandeerende Officier re mogen overneemen, met verder gezinnen om, nae dac dit door>.ynL. zoude zyn geëftettueert, aaft Ons van deffelfs verrigtinge" behoorlyke kenniffe te geeven, ten einde Wy als dan verder daaromtrent zodaenig zouden kunnen refolveeren, ais Wy nae omftandigheeden van zaaken zouden oordeelen en bevinden te behooren. Wy hebben ter zeiver tyd goedgevonden Om Zyne Doorl. Hoogheid by de Misfive fub N°. f). te bedanken voor Hoogftdeffeifs zoo prompt gefielde ordres, cn te gelyk met toezendinge van een copie van Onze voorgemelde Refolutie, t' informeeren van het geene daar op by Ons was goedgevonden te iefolveeren, met byvoeging, ten aanzien van de laatfte periode in de Misfive van Zyn Hoogheid verval, van een verzeekering van Onze geneegentheid om altyd alle reguard te neemen, op dat geene 'c welk Zyn Hoogheid zoude gelieven te betoonen eenigzinrs ta verlangen of aan Hoogftdezelve aangenaem te zyn, dog dat Wy niet te min Ons flatteerden, dat Zyn Doorl. Hoogheid niet qualyk zoude gelieven te neemen, dat Wy Ons voor als nog buiten ftiat bevonden cm Ons over de reftitutie van den Gevange, wanneer die in 's Hoves Gevangeniffe zoude zyn gebrast, en daar door 't gepleegde, werkelyk gerepareert, op ordre van Zyn Doorl. Hoogheid mogt werden gereclameert, te kunnen expüceeren, terwyl de ordre en gewoone manier aan deezen Hove meedebrengende, dat een Gevange in V Hoves ordinaire Ge* vangeriifle gedetineert zittende, dooreen Heer Comuiiff?.ris uk Ons midden moer worden gèëxamineert, en daar van rapport in den Rade gedaan, Wy overzutx uit dit rapport eeift zouden kunneri ©pmaaken wat voor zoort van Delict, het zy pure Militair off nier, 't was, en dus daar door eerft béquaam zouden werden gemaakt-om te kunnen oordeelen, of Wy Ons bevoegt mogten agtcn om tiit Ons cyje felfs tot zoo een reftitutie, als Zyn Doorl. Hoogheid fchcen te defidereeren te refolveeren, k, ö*  . Onderentuffchen hebben Wy nog diezelfde morgen i nae dat de Refolutie fub N°. 8. reeds aan den Landdroft van Veluwen afgezonden, en de Misfive fub No. 9. aan Zyne Doorl. Hoogheid reeds gerefumeert was, ontfangén de Misfive van den Major C. J. de Quay, als het Guarnifoen binnen de Stad Arnhem des tydes commandeerende, bloot en naakt fub N°. 10 , inhoudende een drielee* dig verzoek, als voor eerit om te moogen weeten wanneer de overgifte van den Gevange, ingevolge d' ordre door Zyn Doorl. Hoogheid aan hem toegezonden, aan die geene, welke door Ons daar toe geórdonneert zouden worden , zoude kunnen doen, ten tweeden dat, nae dat die reftitutie gedaan zoude zyn, Wy denzelven Gevanae als onder de Militaire Jurisdictie gehcorende, weeder aan SynE. zouden gelieven over te geeven, en ten derden, dat Wy als dan re gelyk copie van d' informatien ten lallen van gem. Gevange ingewonnen, aan ZynE. zouden willen meededeelen. Wy hebben daar op aanflonds by de Misfive fub N°. II. gerefcribeert dat, voor zoo veel het cerfle gedeelte van deiïèlfs Misfive betrof, reeds voor 't ontfangén van defelve de noodige aanfehryvinge aan den Landdroft van Veluwen door Ons was gedaan, waar aan SynE. zig dus zoude kunnen, addresieeren j En dat, voor zoo veel de twee laatite verzoeken was belangende, Wy daar op ter zyner tyd zodaene reflexiê zouden neemen, als Wy nae omftandigheeden van zaaken zouden bevinden te behooren. En hebben voorts te gelyk ge meent dit een en ander ook aan Zyne Doorl. Hoogheid niet te moeten verbergen, en mitsdien by een poll fcriptum agter de Misfive fub N. 9. gevoegtj Hoogftdezelve hier van, met communicatie van een copie van de Misfive van gem. commandeerende Officier, en van Onze refcriptie, nog geinformeert. Wy hebben vervolgens, na dat Ons door den Landdroft van Veluwen by de Misfive fub NA. 12. v;as kennis ge-  gegeeven van de reffirude van den Gevange, en van iëfc felfs overbrenging in 's Hoves Gevangeniffe, niet gemariqueert om alle de ftukken daar toe relatif, volgens de gewoone Ordre en ftyl aan deezen Hove, te ftellen in handen van den Heer Commiffaris op de tour uit Ons midden , met verzoek om den Gevange t' examineeren, en voorts omtrent die zaak te dienen van deszelfs rapport en pfaeadvys. Onderentuffchen, terwyl dien Heer daar meede beezig was, en nog eenige nadere noodzaekelyke informatien op 'c fubjecf van den Gevange door Ons waren gerequireert, hebben Wy op den 27. van die zelve maand in Onze Vergaderinge ontfangén de Misfive van den a's toen commandeerende Officier A. F. Gramer fub N°. 13.', houdende naedere inftantien , uit hoofde van ontfangene ordre van Zyn Doorl. Hoogheid, op d' overgifte van den Gevange. Waar op Wy aanftonds by de Misfive fub N». 14. hebben gerefcribeert, dat Wy Ons voor als nog buiten ftaat bevonden om Ons op deszelfs verzoek te kunnen expliceeren, dog dat Wy alle daagen het rapport van den Heer Commiffaris, die Ons berigt hadde, alle mogely.ke fpoed reeds fê hebben gemaakt, en eerltdaags daar meede veerdig te zullen zyn, te gemoed ziende niet zouden naclaaten om, zoo ras vVy daar door geleegentheid zouden hebben ontfangén om op dat en het vorig verzoe.< van den commandeerende Officier van het Guarnifoen binnen deeze Stad nae behooren te kunnen delibereeren, Oiüc Refolutie op dat fubjedt als dan ten eerften aan Synii. te laaten toekoomen. Dit rapport dan ook alreeds des anderen daags door den Heer CommilTaris gedaan, en de ftukken daar roe fpedteej-ende door Ons met de vereischte attentie geëxamineert, en te gelyk in deliberatie gelegt zynde, het verzoek van den commandeerende Officier, h.bb.en Wy die zaak zodanig gefchaapen gevonden dit Wy , in aanmerking van Li 2 Qff  de zig voordoende omftandigheeden, Ons in ftaat en bevoegt hebben geoordeelt te zyn, om aan het verzoek van gem. Officier, in zoo ver 't felve betrekkelyk was op de defertie, te kunnen voldoen en mitsdien goedgevonden om den meérgem. Gevange aan den voorn, commandeerende Officier over te geeven, en ten dien einde Extract uit de Confeffien van den gedetineerde relatie tot zyne defertie hebbende aan SynE. meede te deelen, dog, zoo veel de verdere informatien betrekkinge op andere als pure Militaire Delicten hebbende, was aangaande Ons onbevoegt agtende om die te extradeeren, Ons genoodzaakt gevonden om in zoo ver in het verzoek van den commandeerende Officier tot communicatie van dezelve tenderende te difficulteéreri, gelyk U Ed. Mog daar van zoo wel als van de reedenen, welke Ons tot de overgifte van den Gevange hebben «epermoveert, met meedere zal kunnen blyken uit de Refolutie fub N". 15. Wy hebben vervolgens hier van niet alleen aan den commandeerende Officier van het Guarnifoen binnen deeze Stad, met toezendinge van een Extract van voorf. Onze Refolutie kenniffe gegeeven, maar ook Ons verpligt gevonden om by de Misfive fub No. 16. Zyne Doorl. Hoogheid van deeze Onze Refoiutie t' informeeren, waar by Wy de vryheid hebben genoomen, ttffëns tot beeter verftand vr 1 Onze refcriptie van den 20. Maart ftib No. 9., en van de doemaüge bedenkinge over de natuur der Delicten , waar aan deeze Gevange zig zoude kunnen fchuldig gemaakt hebben, aan Hoogftdezelve open te leggen de fentimenten van verpligting, waar in Wy Ons bevonden om die zaak vooraf nae behooren te examineeren, ten einde om te kunnen zien of Wy Ons tot zoo een overgifte, als Hoogftdezelve fcheen te verlangen, bevoegt konden oordeelen of niet. Hier meede dan deeze zaak, zoo Wy Ons verbeeldeden, afgedaan zynde, zouden Wy 't daar by hebben laaien beruften, en U Ed. Mog. gewigtige occupatien niet onnoodig hebben geinterrumpeeu met een zaak, die geter- mi*  mineert was, en welkers behandelinge en afdoeninge niet abfolut U Ed. Mog» kenniffe fcheen te requireeren, was 't niet, dat Wy geduurende Onze afgeloopene Pinxter Vacantie nog hadden koomen t' ontfangén, een nadere Misfive van Zyn Doorl. Hoogheid van den 28. May laatftlee den fub N°. 17. tendeerende tot refcriptie op d' Onze van den 28. Maart daar te vooren, waar by 't aan Hoogftdezelve behaagt heeft teffens Hoogftdeszelfs fentimentea omtrent d' exercitie der Militaire Jurisdictie in 't generaal binnen deeze Provintie te declareeren. Wy hebben aanftonds naa 't reentameeren Onzer befognes die Misfive, nae dat derecepiie van dien in de Vacantie door de prsefente Leeden geaccufeert was, ter deliberatie voorgenoomen en dezelve van dien aart bevonden , dat Wy Ons niet hebben kunnen diipenfeeren, om op dm inhoud van dien aan Zyne Doorl. Hoogheid terefcribeeren de Misfive fub N», 18. en daar by Onze waare intentie by Onze Misfive van den 28. Maart voorgertelt, welke *t Ons voorquam, dat door Hoogftdezelve niet als te klaar en in die zin , als Wy waarlyk hadden beoogt, fcheen te zyn opgenoomen, nader te expliceeren, met vermeldinge , dat het eenigfte 't welk Wy, om aan het verlangen van Zyne Doorl. Hoogheid te voldoen, Ons in ftaat bevonden om te kunnen doen, was om Höogftdeszelfs Misfive te brengen ter deliberatie van U Ed. Mog., waarvan Wy, niet zouden nalaaten, Ons by d' eerfte geleegentheidt t' acquiteeren , en voorts mat byvoeginge van eenige elückku tien ten aanzien van 't «nbeandwoord blyven van de Mis. üve van Zyn Doorl. Hoogheids Heer Vader glor. mem. ,van den 25. Maart 1749 op 't fuhject van d' exercitie der Militaire Jurisdictie in deeze Provintie, 't welk men aan Zyn Doorl. Hoogheid icheen opgegeeven te hebben ais te conrineeren een ftilfwygende erkentenis van de univerfaliteit van die Jurisdictie, en eindelyk met verklaaringe van Onze bereidwilligheid om Ons volkoomen te fchikken nae de ordres die Ons\ioor den Souverain, san wien Wy verbonden waaren , te gehoorzaamen en waar aan Wy van Ons gedrag refponfabel waaren , zouden werden gegeeven, L x maa.  pssar dat, zoo lang Wy geen prscife ordres van U Ed. Mog. zouden hebben ontfangén, Wy Ons ten eenemaal* onbevoegt zouden moeten agten om, hangende de deliberatien van U Ed. Mog. over die materie, iets te doen„ waar door eenige atteinte off praejudicie daar aan zoude kunnen werden toegebragr. Wy hebben 't dienvolgens van Onze indispenfable pligs geoordeelt te zyn om niet alleen de voorf Misfive tertafele van U Ed. Mog. te brengen, maar ook om van deeze geheele zaak, welke occafie tot die Misfive heeft gegeeven een omftandig verflag aan U Ed. A/log. te doen/"alles in die hoope, dat aan d' eene zyde U Ed. Mog. Ons geboudene gedrag in deezen met derzelver goedkeuringe en aggreatie wel Zullen gelieven te vereeren, en dat aan d' andere kant U Ed. Mog. hier door geleegentheid zullen moogen ontfangén om geperfuadeert te worden van d' onaangenaame omftandigheeden, waar in deeze delicate materie van d'exercitie der Miüraire Jurisdictie by gebrek van een prsecife ordre en dispofitie van U Ed. Mog. contrarie aan U Ed. Mog. vorige Refolutien by voorkoomende gevallen Ons gedurig bren»t, en dat mitsdien U Ed. Moo-, zullen moogen gepermoveert worden,'om haare attentie daar op fericuielyk te.fkeeren, en Ons Hoogfiderzelver ordres op dat fubjedt te laaten toekoomen, waar nae Wy Ons in 't vervolg zullen kunnen gedraagen. En hier meede eyndigende bidden Wy God Edele Mogende Heeren ƒ U Ed. Mog. &C3. Gefchreeven te Arnhem den 18 Juny itfl. (Ondarjlond) U Ed. Mog. Dienftwillige. Die Raaden &c >. ( Lagerftond) Accordeert raet voorf *v!e- morie-en Refolutie-boek. ( Was gsteeken:) F: \\: van den STEEN". Ex-  K *67 )# y. Extraét uit het Me¬ morie-en Refolutie boek 's Hoves van Gelderland, IMisftve aan ds Landfchap, Edele Mogende Heeren! Het is voor eenige dagen gebeurd, dat Wy in Onfe Vergaderinge hebben ontfangén een Miffive van den Landdroft van Veluwen, gefchreeven t' Arnhem den 6. deezer Maand, met eene daar neevens gevoegde Miiiiye van de Magiftraat der Stad Deventer, ten felven dage by SynL. ontfangén, waar by dezelve aan SynL. kenmiie kwam te geeven, dat des avonds te vooren door een Militaire Wagt in een Herberg kort voor gem. Stad, op het Veluwfche Territoir gegreepen was feekere toen eer befchonken Boer, dewelke gem. Magiftraat aanftonds door haare Burgerwagt hadde doen overneemen en in civic-i arteft behouden hadde, en welkers overgifte, ter °oria^e uit deiïèlfs afgeeven vernoomen hadde, dat hy van Wlip geboortig dog te Vaeffen woonagtig was, en dus m allen opf>ten onder SynL. Jurisdidie behoorde, aan SynL. quam t' offereeren, met byvoeginge voorts van ioodaane informatien, als aan dezelve namens den tydelyken Commandant van 't Guarnifoen waren overgegeeven. Die zaak Ons als doe niet genoegfaam geinftrueert voorkoomende om aanftonds Criminalker tegens die Penpon te kunnen procedeeren, hebben Wy niet ander- kunnen doen, ds om voorn. Landdroft by Refolutie van den ;. deefer te gefmnen, om gem. gedetineerde Boer ten eer .ten L 4 van  #C 168 tin de Magiftraat der Stad Deventer te doen overneemea, en by provifie in civile detentie te doen houden, en teffens foodaane nadere informatien omtrent dit geval te neemen en aan Ons te laaten toekoomen, als SynL. foude weeten te bekoomen, ten einde Wy daar door in ftaat fouden kunnen werden gefield, om over de relaxatie van meergem. gedetineerde of overbrenginge van denfelven in 's Hoves Gevangeniffe, nader te kunnen refolveeren, foo als Wy dan fouden bevinden te behooren. Het gevolg is daar van verder geweeft, dat voorn. Landdroft by Miffive van den 9. daar aan volgende Ons geinformeert hebbende, dat die overneeminge was gefchied en den gedetineerden in Twcllo ten huyfe van den Onderfchout aldaar civiliter gedetineerd wierd gehouden, en te gelyk daar by aan Ons gecommuniceert hebbende eenige nadere informatien, voor foo veel SynL. die hadde kunnen bekoomen, beneevens het examen van den Gedetineerden gehouden, Wy by examinatie van alle die Hukken niets hebben gevonden, dat Ons voorquam eenige crimineele pourfuites teegens den Gedetineerden te meriteeren en daarom by Rclolutie van den 10. deefer Maand goetgevonden hebben SynL. te gefinnen om denfelven ten fpoedigften weder uit fyne detentie te relaxecren en op vryo voeten ts ftellen. Hier door dus de zaak, voor foo veel r!e derentie van den meergem. Hoer was belangende afgedaan zynde, foude 't Ons feer aangenaam zyn geweeft, dat Wy ook hier meede alle verdere deliberatien* hadden kunnen ftaaken dog Wy hebben Ons hier in verhindert gevonden door een bedenking, welke 'er nog overbleef uit d' omftandigheeden van dit geval refulteerer.de, hier in beftaande, of fig hier ook quam voor te doen gecommitreert te zyn een violatie van U Ed. Mog. Territoir door de Militaire Wagt van 't Guarnifoen van Deventer. Dit Ons mitsdien genoodzaakt hebbende, om daarover een affönderlyke deliberatie te moeten houden, lubben Wy  #C i*p M Wy gemeenc daar in voor een waarheid te moeten opvatten, dat uit de Miffive van de Magiftraat der Stad Deventer confteert, dat de meergem. perfoon door een Militaire Wagt uyt het Guarnifoen van Deventer op 't Veluwfche Territoir geapprehendeert, en van daar na de Wagt te Deventer getransporteert is geworden. De reflexiën, welke daar uyt fouden kunnen proflueeren, ten aanfien van de bevoegtheid van een commandeerende Officier van een Guarnifoen onder een andere Souveraini'eit of in een andere Provincie, om eigener authoriteit en de fado een Ingefeetcn van de Provincie op 't Territoir yan deeze Provincie, waar toe fyn Guarnifoen in het geheel geen relatie heeft, te doen apprehendeeren en van daar nae een andere Provintie of Souverainiteit buyten voorweeten en kenniife van U Ed. Mog. Officier te vervoeren , zyn Ons van dien aart voorgekoomen, dat Wy geconfidereeit hebben dit een zaak te zyn die, (als raakende d' exercitie van een vreemde Jurisdictie, welkers bevoegtheid of univerfalitcit U Ed. Mog. zelfs 't beft zou. den kunnen oordeelen, in hoe verre-U Ed. Mog. zouden mogen goetvinden t' avoueeren of toe te geeven) U Ed. Mog. direcï quam te concerneeren, en overfulx ook ter kenniffe en deliberatie van U td. Mog. zoude behooren te werde-n gebragt. Wy zyn hier toe te meer gepermoveert geworden , nae dat Wy Ons hebben te binnen gebragt een zoortgelyk geval , hoewel in ailes niet met 't teegenfwoordige overeen • koomende, maar zelfs in min fterke termen bevonden werdende te leggen, het welk in den Jaare 1764. door den Richter van Arnhem en in Veluwenzoom tot Onze kenniffs was gebragt, ten opzigte van een verdronken Lichaam vaneen Perzoon, die gczegt wierd een Militair te zyn, in de witte Kolk aan de zyde van de Canons Dyk in den Ampte van Brummen, hcc welk door eenige Leeden van den Krygsraad van Zutphen gefchouwt en bp derzelver ordre met een Kar na Zutphen gebragt was worden, het geen Wv op die tyd meede by Onze Mi £ i  #C 170 )# ve van den 3. Odtob. deszelyen Jaars de vryheid hebben genoomen ter deliberarie van Ü" Ed. Mog. te brengen. Dog waar op Wy tot hier aan toe niet vereert geworden zynde, met eenige Refolutie van U Ed. Mog., waar na YVy zouden kunnen weeten hoe Ons in diergelyke gevallen te moeten gedraagen, Wy daar uit hebben gemeent te moeten concludeeren, dat de deliberatien van U Ed. Mog. over dit poindt van d' extenfie van de Militaire Jurisdictie buyten de plaatfen van haar Guarnifoen meede nog was hangende. Het is dan om alle deeze reedenen, dat Wy ook thans 't voorzigtigft hebben geoordeelt, om aan U Ed. Mog. van dit geval kenniffe te geeven, gelyk Wy d' eer hebben by deeze te doen, met toefendinge van alle de ftukken daar toe relatif, aan U Ed. Mog. overlaatende om daar op zulke rerlexie te maaken en foüdaanig te refolveeren, als U Ed. Mog. nae Haare Hooge wysheid zullen bevinden en oordeelen te behooren. Waer meede eindigende bidden Wy God Edele Mogende Heeren l U Ed. Mog. by voorfpoedige Regeeringe lange te conferveeren. Gefchreeven t' Arnhem den 13. April 1773, ( Onderfiond) _ U Ed. Mog. Dienftwillige. Die Raaden &ca. ( Lagerfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie boek, ( Was geteekent) Ft W: van den STEEN. Ex-  #( i7i )# Z, l\ Extract uit het Me¬ morie-en Refolutie-boek 's Hoves van Gelderland. Javh den 28. Fehuary 1782. \^Jr ntfangen en geleezen eene Misfive van C. L. Teutfcher von Lisfeld, Major van 't eerfte Battaillon van 't Regiment van den Collonel Prince van Saxen-Gotha thans 't Guarnifoen binpen Arnhem commandeerende, gefchreven aldaar op heeden, houdende, dat met zekerheid geinformeerd wordende, dat de Scholtis van Heerde zeekeren Wichman Hendrikfen, Soldaat onder 't Regiment van den Generaal Major Stuart, wegens zeker Delidt zoude hebhen geapprehendeert, het geen om dat een Militair was nergens ter cognitie en ftrafFe gehoorde, als aan den Krygsraad van 't Guarnifoen aldaar, zig verpligt vond te requireeren, dat 't HofF die order geliefde te ftellen, dat voorgemelde Soldaat aan den Militairen Rigter te Arnhem met de genomene informatien wierde oyergegeeven, teneinde de Krygsraad op dat geval behoorlyk konde inquireren, en voornoemde Soldaat, inval fchuldig, zyne condigne ftrafFe doen erlangen j Waar op gedelibereerd zynde is goedgevonden en verftaan, dat aan C. L. Teutfcher von Lisfeld, Major van 't eerfte Battaillon van 't Regiment van den Collonel Prince van Saxen-Gotha thans 't Guarnifoen van Arnhem commandeerende, zal worden gerefcribeerd, dat 't Hoff geëxamineerd hebbende deszelfs Misfive aan hem commandeerende Officier niet kan verbergen deszelfs verwonderinge over den inhoud van dien, dat 't Hoff in de eerfte plaats niet kan begrypen hoe de apprehenfie van een Perfoon op Veluwe gedaan den commandeerenden Officier < van  f>( 17* )# van 3t Guarnifoen van Arnhem, op zig zelfs kan qualificeeren om iemand niet tot het Guarnifoen van Arnhem gehoorende, en geapprehe-ndeerd op eene plaatfe waar toe het zelve Guarnifoen geen betrekkingeheeft te reclameren, en nog veel minder zig kan voorflellen, dat dezelve zig bevoegd kan rekenen om 't Hoff daar toe te requireren j En ten anderen, dat hy commandeerende Officier niet wel fchynt geinformeert te zyn van de natuur der Delicten, waar van deeze Perfoon geaccufeerd word," dat daaromtrent tot informatie van hem commandeerende Officier kan dienen, dat die Perfoon uit kragt van een fpeciale order van deezen Hove door den Landdroft van Veluwe wegens fufpicie van aan verfcheide Immendieveryen in den Ampte van Epe op Veluwe gepleegd fchuldig te zyn, is geapprehendeerd geworden; Dat 't Hoff niet gehouden of gewoon is te vragen ofte onderzoeken , of te doen onderzoeken of een Perfoon, welke beichuldigd word eene euveldaad, ftrekkende torftooringe van de gemeene ruft van de Sociëteit, waarin die Perfoon zig bevind, en tot belediging van een der Ingezetenen meedeleden van die Sociëteit te hebben begaan, zig in Militairen dicnlt mogt bevinden of niet, maar enkel en alleen voor eerft, of die daad van die natuur is, als hier vooren gemeld, ten anderen, of hy den prxfumtiven dader daarvan is, en ten derden, of die daad is begaan op het Territoir, waar op aan den Hove namens de Heeren Sraaten deezes Furflendombs ende Graaffchaps de privative Crimineele Jurisdictie is aanbevoolen ; En dat mitsdien hy commandeerende Officier zal begrypen, dat, daar dit alles zig zodanig thans met relatie tot deezen geapprehendeerden Perfoon voordoed, 't Hoff niet alleen zig ten eenemaal buyten ftaat en onbevoegd bevind, om deezen Perfoon aan den Militairen Richter over te geeven, en dus genoodzaakt is in deszelfs gedaane requifitie te moeten difficulteren, maar dat ook H*ar Ed. Mog. zig in de indispenlabele verphgtinge rekenen , om ter uitvoeringe van die op zoo eene plaatfe aan 't Holt gedefereerde privative Crimineele Jurisdictie, waar ;n tot  fcc 173 tof. hier toe Hooggem. Heeren Staaten nooit goedgevonden hebben eenige veranderinge te maken, en op welke plaatfe geen andere Rechtbank gevoeglyk tot dienft der Juftitie by mogelykheid eenige aden van Crimineele jurisdictie kan oeffenen, tegens denzelven Delinquant zonder aanzien van deszelfs Perfoon, zodanig te procedeeren en te handelen, als na bevind en exigentie van zaken tot maintien van de ruft en goede ordre, en tot beveiligingen befcherminue der goede Ingezetenen, by haare wettige bezittingen ingoede Juftitie zal oordeelen te behooren. En zal Extract deezes by Misfive aan C. L. Teutfcher von Lisfeld, Major onder 't eerfte Battaillon van 't Regiment van den Collonel Prince van Saxen-Gotha, thans 't Guarnifoen te Arnhem commandeerende worden toegezonden , om te ftrekken tot zyn naricht. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Memorie-en Refolutie-boek. ( Was geteekent) F: W: van den STEEN, Z. Tt Extract uit het Cri¬ minele Sententie-boek 's Hoves van Gelderland. C_3"ezien by den Hove des Furftendoms Gelre ende Graaffchaps Zutphen, de informatien van 's Heeren weegen o-enoomen over Wichman Hendriks, Soldaat onder 't Regiment Schotten van den Generaal Major Stuart, oud naa^zyn zeggen twee-en-twintig Jaaren, en geboortig van Epe i meede gezien zyne Confeffien, ende gehoort 't rapport  #C -74 )# port van den Heer Commiffan's tot deszelfs examen «b. committeert, waar uit gebleeken, Dat op Sondag zynde geweeft den 2. December jonffth de Gevangene 's morgens gekoomen is aan het Huys van eenen Jannes Dykhuyzen, op den rug hebbende een Ton" met Honing in een zak, dat hy daar onbekend zynde gezegd heeft een Zoon van Camer Hendrik te zyn, en verzogt om een Peerd en Sleede, om hem met den Honing naa het Wyhenfche Veer te brengen, daar voor een «ruiden offererende. 13 Dat de Vrouw van Jannes Dykhuyzen Cornelia Lubberts, dit aan denzfelven heeft geweigert om redenen zoo zy zegt, dat die Perfoon den aangebödenen gulden voort niet heeft kunnen betaalen, waar op de Gevangene een Kruywaagen gevraagt hebbende dezelve almeede" is verweygerd geworden , niet om dat dezelve zoo als Gevangene opgeeft, te liegt was, maar volgens de depoiitien van voorn, Cornelia Lubberts, en haar Knegt Wolter Gerrits men niet wift hoe die Kruywaagen weder tc krygen, Dat Gevangene als toen aan die voorn. Perfoonen ge-i zegt heeft: dat de Honing was van Jurnen Peters die hy aan Gerrit de Nyen Bakker te PPvbe verkort badde, en dat by Gev. voor dat brengen"een vulden zoude hebben. ü Dat de Gevangene dien Honing daar cp aan dukgez, Knegt Wolter Gerrits te koop heeft gepraefenteert voor twee Huivers min een ooitje, en wanneer die Kweet wien Zulx zeer fufpedt voorkwam, hem daar overvroeg boe by die Honing daar die van Jurrien Peters was dan aan hem dor/} verkoopen ? geantwoord : dat zal ik waagen, om dat ik die niet verder dVaagen kan • welk zeggen van dien Wolter Gerrits ook genoegzaam met Gevangens eigen Confeffie is overeenftemmende.° Dat Gevangene hier op na dar gem. Knegt hem de Ton met  mét Honing weder op de rugge geholpen hadde, verder gegaan en gekoomen is aan 't Huis van een Weduwe Gerrigje Jans, en aldaar wederom een Kruywagen ter leen gevraagt heeft, welke door voorn. Wed=., naa dat zy die van "haar Zwager Aart Hendriks geleend hadde, aan den Gevangene, om die Ton met' Honing naa Wyhe te kruyen is o-egeeven geworden, gelyk ook met den Gevangene als toen meede gegaan is een jongetje van voorn. Wede. om de Kruywagen te helpen trekken, voor welk een en ander de Gevangene belooft dog niet gegeeven heeft een fchelling, benevens Koffy en Pannekoeken aan den Jonge als zy tot Wyhe by Ge vanges Broeder zouden koomen. Dat Gevange vervolgens te Wyhe koomende naa 't Huys van den Nyen Bakker Gerrit van Wilpe genaamd is gegaan, en aldaar die Ton met Honing te koopgeprafenteert heeft en, na dat de Bakker eerft dien koop hadde afgeflaagen , zoo om dat zyn Pers uit een genoomen als om dat het ontydig was, eindelyk op fterk aanhouden van den Gevangene, welke fchoon by hem onbekent hy egter befchryft als een Soldaat onder de Schotten, uit overweeginge dat hy die van Epe naa Wyhe zoude gevoerd hebben , dien Honing zynde geweeft ongeveer 100. fg. tegens zeven oortjes 't fg. en 't Tonnetje tegens drie ftuyver*' gekogt hadde. Dat Gevange 't geld daar voor ter fumma van min of meer agtehalve gulden ontfangén hebbende mét 't meergemelte jongetje eii den Kruywagen naa Epe gerétöürneert, en onderweg 't voorn. Kind met den Kruywagen aan den Dyk te Veefien naa Huis gezonden heeft, zonder hem 't een off ander van 't geen hem belooft hadde , gegeeven te hebben. Dat hier op, vermits ten vollen confteert dat in den nacht van den i. op den i. Decemb. jongftl. onder Epe drie Immen, als twee by Harmen Dries, en een by Berend van Galen, geftoolen zyn, en zelfs nog eene andere Gerrit Brouwer en Lambert Feyth toebehoorende, waar van t  van de Getuigen den juiften dag niet weten te bepaaieri dóf*; apparent meede op dien i. Decemb., ontvreemd is, de Gevangene fufpeót is geworden zig aan 't ftelen derzelve fchuldig gemaakt te hebben, en dien volgens geapprehendeerd. Dat Gevangene om zig van deeze fufpicie te fuiveren voorgeeft, dat 't wel waar is dat hy óp dien tyd met Honing na Wyhe is gegaan en aldaar verkogt heeft, dog dat die gezegde Honing door hem op order van Zekeren Jurrien Peters een Immeker onder Epe naa Wyhe gebragt is geworden, met by voeging dat gem. Jurrien Peters daags te vooren op den i. Decemb. naamentlyk ren Huyze van Gevangens Vader Camer Hendriks by hem Gevangene was gekoomen, en verzogt zoude hebben om des andereö daags voor hem eenigen Honing ongevaer naa zyne opgave 100. ff., en aldaar te verkoopen, dat Gevangene daar op des anderen daags 's morgens , naa zyn voorgeeven voor zeven uuren derwaards naa 't Huis van Jurrien Peters zoude gegaan , en van hem, dien hy by 't vuur aan den Haard zittende gevonden hadde , ontvangen hebbende voorn quantiteit Honing, zoo hy aan den Nyen Bakker tot Wyhe verkogt heeft. Dat Gevangene vervolgens des anderen daags *t daar voor ontvangene geld ad ongevaer agtehalve gulden, na aftrek egter der voor 't weg brengen door Jurrien Peters beloofde gulden, aan vooin. J. Peters ter hand zoude geileld hebben. Dat de onwaarheid van dat voorgeven , door den Gevangenen tot zyne exculparie verzonnen ten klaarftcn is gebleeken, nier alleen uit de iterative eedelyke depoiitien van voorn. J. Peters en deszelvs Vrouw Jacomina Verfteegh, en tegens welke Perfoonen de Gevangene niets te t derfelver weféntlyk nadeel heeft weeten in te brengen, maar ook dat de Gevangene, hoe zeer ook voorgewend hadde denzelven Peters in eene confrontatie te zullen kun-, nen overtuygen, in de gchcudene confrontatie met J. Peters  #C -77 34 ters en zyn Vrouw daar aan niet heeft kunnen voldoen, maar alleen by zyne hardnekkige ontkenteniiïc geperfifteert, hoe zeer ook die Perfoonen ten folemneelften verklaard hebben, dat hy Gevangene zedert kort naa laatftleeden Eper Kermiffè niet aan der getuigen Huis geweeft was, met byvoeging, om de nadere onmogelykheid van Gevangens voorgeven te demonftreeren, dat de voorn. J. Peters tydes hy quali aan des Gevangens Huis zoude geweeft zyn, zoo gevaarlyk ziek geweeft is, dat 't onmogelyk voor hem was zoo verre te kunnen gaan, welke omftandigheid door die Perfoonen onder Eede is behouden, en door verfcheide getuigen nader geconftateerd geworden, zonder dar Gevangen iets tot deftruclie van dit alles heeft kunnen allegueren maar zig alleen met eene allerhardnekkigfte negatie heeft beholpen, zu!x dar uit al 'c zelve, gevoegd by des Gevangens variatien, mitsgaders by verfcheide andere daar by koomende circumftantien, pnefumtien en indiciën, ten klaarften appareerd, dat de Gevangene, onaangezien zyne ontkentenifte, voor overtuigt moet gehouden worden de dader van de gelibelleerde gepleegde immendieverye te zyn, immers vermits hy buiten ftaat is, effeöivelyk op te noemen den geene van wien hy den Honing gekreegen heeft, daar aan gecoöpereerd te hebben, en dus meedephgtig te zyn. Het voorf. Hoff alles overwogen, condemneert den Gevangen Wichman Hendriks, om voor den tyd van zes agter een volgende Jaaren te worden geconfineert in 't Tucht huys dezer Provintie, om aldaar geduurende dien tyd met zyner handenwerk de koft te winnen. Gedaan en gearrefteert in den Raade van Gelderland tc Arnhem den i. JVlay 1782. (Onderfiond) Accordeert met voorf. Criminele Sententie-boek. ( Was geteekent) F: VV: vam den STEENJU Ei-  #( >;B 3# AA. Extract uit de Refolu¬ tien van de Heeren Staaten van Holland en Weftvriesland , genomen in Haar Ed. Oroot Mog. Vergadering op Saturdag den 7. Maart 1772. Miffive van het Hof noopens het oefenen der Jurisdictie omtrent dc Militairen door den poiiticquen < Regter: Aan Syn Hoogheid om advis. C^-^ntfangen een Miffive van de Prsefident cn Raaden van den Hove, gefchreeven in den Hage den 4. defer, •waar by defelve aan Haar Edele Groot Mog. onder het oog brengen hunne verleegentheid over het oeffenen der Jurisdictie omtrent de Militairen door den poiiticquen Regter : breeder in de voorfz. Miffive en Bylage hier na geïnfereerr. Fiat infertio. * Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verfla'an, dat de voorfz. Miffive en Byiage zullen vvoiden gezon-  zonden aan Syn Hoogheid, mee verzoek om defielfs confideratien en advis daar op aan Haar Edele Gr. Mog. te willen laaten toekoomen. Accordeert met de voorfz. Refolutien. * Deze Miffive en Bylage by Syn Doorl. Hooght. Miffive van den 14. May 1772., hier agter fub BB. 30. ervintelyk, als een Document geappliceert zynde, word den Leezer derv/aards geren voyeert. R. den 25. Juny 1751. BB.10. C O P I A. JE. Edele, Erentfejle, Voorfienige, Discrete > Lieve Byfonder ei W y hebben wel ontfangén UE. Miffive van den 3. Maart laatftleeden, waar by UE. aan Ons in bedenken geeven, of niet tot beter behoud van de Wildbaan het jaapen op de Snceuvv in 't geheel foude dienen te worden verboden, en voorts verfoeken Onfe welmeining te mogen weten omtrent de Judicature van Militaire Perfoonen in het ftuk van de Jagt peccerende. M 2 Waar In pede flont: Aan den Lt. Opperjagermr. en Raaden van 't Jagtgerigt in den Quartiere van Veluwen.  Waar op Wy UE. wel hebben willen refcriberen, dat Wy Ons laaten welgevallen den voorllag door UE. gedaan, en vervolgens UE. authoriferen om in Onfe naame het jagen op de Sneeuw, het zy die in meerder of minder quantiteit mogte vallen, in 't geheel te verbieden, foo nogtans, dat het aan de gequaliflceerdens tot de Jagt vry fal ftaan op de Sneeuw Conynen te fretteren, te ilaan en weg te vangen. Voor het overige ver/laan Wy de Judicature over alle Militaire Perfoonen in het ftuk van de Jagt en het geene daar toe verders behoort peccerende, met fsclufie van den Militaire Richter competeert aan het Jagtgerigt, en laaten vervolgens aan UE. over ominopfigte van de verregaande drygementen aan den Schut op den Dorpe Nunfpeet gedaan, ingevalle fig daar aan eenige Militaire Perfoonen mogten hebben fchuldig gemaakt, tegens defelve te doen procederen foo als UE. fullen vermeenen te behooren. U aar meeds Edele, Ercntfefle, Voorfienige, Dis- crete, Lieve Byfonder el Wy UE. beveelen in Gods Heilige protectie. UE. goedwillige Vriend, ( Was geteekent) PRINCE D'ORANGE & NASSAU. ( Onderfiond) Ter ordonn. van Syne Hoogheid. (En gecontraftgneert) J. de BACK. 's Gravenhage den 24.. Juny 1751. ( Lagerfiond) Accordeert met fyn Origineel. (Ge tekent) H. W. BRANTSEN. (Neg lager fionJ) Pro vera Copia. ( Was geteekent) F: W: va* den STEEN. CO-  #C 181 )# BB. 20. C O P I A, Extract uit het Com- mislie- en Politie-boek der Stad Arnhem. Den 7. Maart 1750. D oor de Heer regeerende Borgermeefter ter Vergadering voorgedragen fynde, dat de Heer Gouverneur defer Stad de Rode van Heeckeren aan fyn Ed. hadde overgegeven ten fine van communicatie, een Misfive van Syn Doorlugtigfte Hoogheid, gefchreven in den Hage den 6. defes, concernerende de contraventien en fraudes omtrent de gemeene middelen door Militairen gepleegt, hebben Haar Wel Ed. en Agtb. den Hr. regerende Borgermr. verfogt, om den Hr. Gouverneur voor de communicatie van opgemhe. Misfive te bedanken, en is vorders goedgevonden, dat defelve Misfive alhier fal worden geregiïtrecrr, om te konnen ftrekken tot narigt. C O P I A. Van een Misfive door den Heer Gouverneur Roode van Heeckeren aan de Magiftraat gccommumceert den 7. Maart 1750. Edele, Geftrenge, Vroome ,Onfe Lieve Getrouwe! H oe fee* van fya Hoègbeüs Heet V'a&r, doos een. naauwiiu: ..•> omrite ooderÉbek, aaagrawfe «fe r-a t-;& .  Rfcgten en conftitutioneele Wetten deefer Landen, daar it* ten kragtigfte gefterkt en beveftigt, hebbende fyn Hoogheid het refultat deefer nafpooringen geredigeert in defortn van een geraifonneerde Memorie, neevens de voorfz,, Misfive gevoegt, en beide hier na geinfereert. Fiat infertio, Waar op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verftaan, dat de- voorfz, Misfive en Memorie van fyn Hoogheid , neevens de boovengemelde Misfive en Bylaagen van den Hove, fullen worden geëxamineert door de Heeren van de Ridderfchap en verdere haar Edele Groot Mog. Gecommitteerden tot de faaken van de Juftitie, metCommiifariflen van den Hove, en de Vergadering daar op gedient van der felver confideratien en advis. Accordeert met de voorfz. Refolutien. Edele Groot Mogende Heeren. O Byzondere goede Vrienden! ^^JJ elyk Wy , in de bckleedinge der Charges en Digniteiten, welke Wy de eer hebben, by Erffelyke Delatievan Uwe fid. Groot Mog , en van de verdere Bondgenooten, te bezitten, niets zoo zeer ter harte neemen, dan fteeds, by voorkomende gelege-nheeden, ten vollen in ftaat te zyn, om geheel van Ons af te ke-eren, r.iet alleen alle redenen van eenig gegrond vermoeden; maar zelfs tot de minfte fchadnw van de liebtfte verdenkinge, als of Wy, in het eene of andere der verfcheidenc Departementen, Ons toer, iets beoogden, het geen naar uitbreidinge ven Magt en Authoriteit zoude fmaaken, zoo verftrekt het eene geringe fatisfactie, datWy, UweEd. Gr,  ¥( i8* 34' Gr Mog., ingevolge hoogftderzelver Refolutie van den 4: Maart laatftleeden, zullende refcribeeren op de Misfive, door de Prxlident en Raaden van den Hove van Holland, over bet fubject der Militaire Jurisdictie, aan Uwe Ed. Groot Mog. geaddrelfeert, terftond konnen beginnen,met het openleggen der gevoelens, welken zich, omtrent de voornaamfte ingrediënten van deze materie, by wylen Onzen Heer Vader, hoogftzaliger gedagtenis, hebben gemanifefteere, terwyl het die zelfde, en geene andere gevoelens zyn, waar aan Onze by den Hove Provinciaal niet onbekende aankleeving Ons tegen alle verkeerde infin™latien, zoo van denzelven Hove, als van elders, had behooren te dekken. Het is dan, Edele Groot Mogende Heeren, geweeft alvroe°- na de berftellinge van het Stadhouderlyk Bewind, in den Perfoon van hoogftgedachten Onzen Heer Vader, dat hoogftdezelve de noodzaaklykheid heeft aangetroffen van Zich over dit onderwerp aan den Hove te moeten uiten, ter gelegenheid van een, by het zelve Hof, ingedient Vertoog, houdende eene breedvoerige adftrudtie van de gefuftineerde Judicature, kenniffe en corre&ie van den Hove, en van den ordinairen Poiiticquen Regter over de Militaire Perfoonen, zoo in het Crimineele, ten aanzien van Communia Deitiïa, als in het Civiele; tot maintien van welke Judicature en Jurisdictie het Hof zich, Eed- en Plichtshalve, geadftringeert oordeelde; en het is geweeft op dat Vertoom, en het bygevoegde reclame van die zelfde Refolutie van Uwe Ed. Groot Mog., in dato den 30. September 1654 , die nu wederom, by het tegenwoordig Addres van Prefident en Raaden, word ingeroepen, dat Onze Heer Vader aan Heeren Commiffarien van den Hove heeft te gemoet gevoert, „ Dat bet Hof de gedachten „ van Hem niet moeft hebben, als of van haar iets zoude vergen, dat tegens baar Eed en Plicht ftryV; dende was: want dat het Hof nimmer in ftaat. zoude ,, zyn, de ophemelde by haar gefuflinearde JurisdiUie, "„noch uit haare beëedi^de InfïruStie, noch uit de " Crimineele Ordonnantie, te beivyzem dat in tegen" M 5 »  a, deel hoogfideszelfs Pradeceffeurs Y ah Stadhouders en Capke'm Generaals dezer Provincie, zulks niet alleen altoos contrarie hadden gefuflineert; maar ,j o'jk door den hoogen en laagere Krygsraaden, de „ gemelde Jurisdictie, in eene zeer groots meenigte „van gevallen, hadden gedaan exerce.eren, zoo voor\ „ als na- de , hy den Hove geallegeerde Refolutie van „ Uwe Edele Groot Mog. van den 30. September 1654. ;• „ welke Refolutie, gelyk anderen van diergelyke na;, tuur r Zyne Hoogheid niet anders konde aanzien ; dan als zeer pr&judiciabel aan de ^uthoriteit en „ Mao-t van de Princen Stadhouders en Capitein Generaats in der tyd, aan wie alleen, het Gouverne„ment en DireElie over de Militie, tot welzyn van , den Staat, en ter belooninge van de goeden, en flraffingc van de quaaden, was gedefereert en ge„ demandeerl, en dus ouk voor Hem, aan wien deze Charges, cp geene andere Voor-waarden, dan aan de Heeren Princen, zyne Voor zaaien, by Uwe Ed. „Groot MJJ-'waren opgedraagen, en die r dezelve %, Charges aanvaard hebbende % zonder eenige prceal„lable /bllicitatien van zyne zy de, en zonder beding van ampeler magt', qIs wel zoude hebben konnen be' komen % indien zulks bad begeert, en daar op ge„, in/leert, zich vergenoegt had getocnt met het gunt „zyne Prtfdeccfjeurs hadden gehad, en overzulks ook „ daar van, net alle regt, pretendeerde te moeten, Zoo alsdan wyders wylen Onze Heer Vader, in necbyZonder, mee opzicht tot de evengemelde UwcrEd. Groo: Mog. Refolutie van den 10. September 1654., nogb nader aan de voornoemde Heeren CommHTariflen gedeclareert heeft, van begrip te zyn : M dat deze by den Hove- „genaamde landwet, zoo als na de eeffeering van d& „^Stadhouderlyke Regeering was gemaakt, en waar„ by bet Hof en de ordinaire Politique Regter, by de-. „ legatie, iets hadden -verkreegen r dat bevoorens met „hadden gehad, zoo ook wederom.* door d<ï Ere Sik?  fr( 187)# „ van bet Stadhouder- en Capitein. Gener aalfcbap, In „den jaare 1672., ipso jure et kacto , was geces„feert en vervallen, en dat deze Digniteiten aanwylen Prins Willem den Derden , glorieufer memorie, „ op den zelfden voet, en met dezelfde pra'rogativen, „ eeren, en prueëminentien,. als zyne Voorzaqten de„ zelve hadden gehad en geëxerceert, opgedraagen en „ gedefereert. zynde,- hooggemelde Vorft die Refolutie ,, ook niet meer bad geregardeert; maar den Miït„ tairen Regter laaten exerceer en de Jurisdictie over „ de Militaire Perfoonen, zoo in Crimineele als Civie„ le zaaken, gelyk uit meenigvuldige voorbeeldeu 0„vervloedig was confteerende."_ Zynde voorts ter zelfder tyd aan dezelve Heeren CommifTariiTen van den Hove, door Onzen Heer Vader, niet duifter te verftaan gegeven, dat zeer aliëen was van ooit te zullen condescendeeren in zeker Plan van provifwneele fchikkingen, door hoogftgedachte Zyne Majefteit, WilI lem den Derden, by Misuve van den 19. May 1675. aan het Hof voorgeftelt, doch by den Hove alstoen niet aangenomen, en welk Plan, by hoogftdenzelven Koning, (edert geheel is gefeponeert en buiten efFecl gehouden. Hebbende laatftelyk Onze Heer Vader, met relatie tor. het addres, het welk, reeds in dien tyd, by den Hove, zoo het fchynt, voorgenomen was, aan Uwe Ed. Groot Mos. te doen; dan welk voorneemen men alsnu eerft, na verloop van vier en twintig jaaren, door de Leden, het zelve Hof althans compofeerende, ter uitvoer ziet gebracht, aan de voornoemde Heeren CommiflarifTen verklaart, , dat, wat aanging het te doene addres over deeze \', zaak , door het Hof, aan Uwe Ed. Groot Mog., Hy . '„ het zelve aan bet Hof niet konde of wilde beletten ; '„ maar even-wel het zelve ook niet zoude aanmerken ',' als een blyk van vriendelykbeid en attentie van het „ Hof voor Hem," By dit eenvoudig verhaal der gevoelens en begrippen, 1 waar  waar in Onze Heer Vader, op bet ftuk der Militaire Jui risdiöie, zoo duidelyk getoont heeft te ftaan, zullen Wy het ten dezen niet laaten; en, daar Wy, betreedende het voetfpoor, Ons door hoogftdenzelven aangewezen, nimmer konnen verwachten, dat Ons gedrag, naar dit voorbeeld ingerigt, by Uwe Ed. Gr. Mog. zal worden afgekeurt, zoo hebben Wy verder het genoegen, van in Onze religieufe opvolging der voorfchreeven begrippen en denkenswyze van Onzen Heer Vader, door een naukeurig en grondig onderzoek, aangaande de van ouds gerecipieerde Regten, en Conftitutioneele Wetten dezer Landen, ten krachtigfte gefterkt en beveiligt te zyn. Dit onderzoek hebben Wy begonnen, niet zeer lang na dat Wy in de daadelyke Exercitie van Onze Erfftadhouderlyke Fun«ftien waren getreeden, en het is het refultat Onzer nafpooringen, door Ons in de form van eene geraifonneerde Memorie gedaan redigeeren, har» welk Wy by dezen de eer hebbeu, ter Tafel van Uwe Ed. Groot Mog. te brengen. By die Memorie zullen Uwe Ed. Groot Mog. de univerfeele en privative Militaire J urisdiöie gefondeert bevinden op het Roomfche Regt, het welk, reeds van den tyd van Keizer Karei den Vyfden af, door den Souverain van den Lande, by deszelfs Placcaaten, uitdrukkelyk is ingeroepen, en tot een Landregt gemaakt; op de Crimineele Ordonnantie van bet Jaar 157°-, welke, van dien tyd af, tot heden toe, als eene Landwet geconfidereert, en in viridi obfervantid gebleven is; op de primitive Conjlitutie van de Rcpublicq, achtervolgens de gronden der Unie van Utrecht; en op de verdere Wetten en Placcaaten van den Lande, Uwe Ed. Groot Mog. zullen, by die Memorie, in het byzonder , ten aanzien van hoogllderzelver bovengemelde Refolutie van den Jaare 1654. aangetoont vinden, dat die Refolutie, als in de eerfte Epoque der Stadhouderlooze Regeering genomen, cn met de Rekten van den Capitein Generaal weinig beftaanbaar, ook t' elkens, na dereftau- ratie  ratie der Stadhouderlyke Regeeringsform, geOaapen heeft; cn buiten vigeur en praktyk is gebleeven; en Uwe Edele Öroot Mog. zullen uit die Memorie wyders zien, wat 'er te denken zy van de allegatie, die Wy, niet zonder verwondering, in de Pen van de Prxfident en Raaden vari den Hove ontmoeten, als of de obfervantie van den inhoud der gemelde Refolutie van Uwe Ed. Groot Mog., ook in een tyd, dat de Republyk eenen Capitein Generaal aan het hoofd der Militie had, zoude zyn geordonneert. Wy referecren Ons tot de onzydige leeture, welke Uwe Ed Groot Mog. van deze Memorie zullen geheven te do°'n en Wy befluiten, in het verzekerd vertrouwen, dat Wy 'die de Charges van Stadhouder en Capitein Generaal op geen anderen voet, dan de Heeren Princen Onze Prxdeceffeurs, erffelyk aanvaard hebben , ook door Uwe Ed Groot Mog. gemaintineert en geveftigt zullen blyven in het onverhinderd genot van alle dezelve Prasrogativen, Eeren en PraJëminenticn, als waar mede hooggemelde Onze Voorzaaten deze Digniteiten hebben bekleed en geexerceert en onder welken Wy, als het Hoofd der Militie van 'den Staat, het doen oeffenen van eene Univerfeele Militaire Jurisdictie over de Officieren en het Volk vari Oorlog geenzints voor het minfte kunnen houden. Waar meede, Edele Groot Mogende Heeren, By zonder e goede Vrienden! Wy Uwe Ed. Groot Mog. beveelen in Gods Heilige prs- tectie. , „ , Onderfiond, Uwer Ed. Groot Mog. dienftwillige Dienaar Was geteekent, W. Pr. v. ORANGI. Lager fond, Ter Ordonnantie van Zyne Hoogheid. Oeeontrafigneert, T. J.'de LARREY. In 's Gravenhage den 14,. Mey 1772. \  Memorie , betreffende de Militaire jumdittie. N _L N a een onzydig onderzoek over de, te meermaalen geagiteerde, quseftie: Hoe ver de Militaire Jurisdictie, overeenkom/lig met de primitive Conflitutie van den Staat der Verëenigde Nederlanden,'ziek behoor e uit te jlrekken, fchynt niets meer waar, en meer overeenkomftig te zyn met die primitive Conftitutie, dan deze fieiling: „ De Militairen kunnen, zoo in Civiele, als in Crimi„ neele zaaken, van wat natuur dezelve ook zouden mo,, gen zyn, voor geenen anderen,dan den Militairen Re*„ ter, worden te regt gelteld." Die Helling zal ras bewezen zyn voor hem, die een oog, dat door geen vooroordeel verblind is, op het Roomfche Regt ftaat; welk Regt, reeds in den tyd van Keizer Karei den Vyfden, een gedeelte van het Landregt is geweeft; voor hem, die zyne aandagt veiligt op het einde der Graaflyke Regeeringe, en het begin der Verëenigde Republyk; eindelyk voor hem, die met oplcttentheid nagaat de Epoques van de Groote Vergadering der Bondgenooten, in den Jaaie 1651., van de Stadhouderlyke Regeering van Prins Willem den Derden, en van het Gouvernement der laatfte Heeren Erfftadhouderen, begonnen met den Jaare 1747. Want aan zoodanigen onpartydigen en fedsaren Onderzoeker zal blyken, dat die fteiling volkomen gewettigd is door het Roomiche.Regt; dat het 68. Artikel der Crimineele Ordonnantie van het Jaar 1570, voor die Helling raüiteerc; dat van den beginne der Republyk, tot den Jaare 1651. toe, geene Refolutie door de Bondgenooten  K 191 M genomen is, waar by de Militaire Jurisdictie ecnigzints Is gecircumfcribeert geworden; dat, geduurende dien tyd, geene der Provinciën bedisputeert heeft, dat de magt en gerigtsdwang over de Militie in het algemeen, by de Unie van Utrecht, tuffchen de gezamentlyke Bondgenooten is gemeen gemaakt; dat ook geene der Provinciën , toe den Jaare 1651. toe, eenige Refolutie, met betrekking rot de Militaire Jurisdictie, genomen heeft; dat, tot dezelve Epoque toe, de verfchillen van eenige conlideratie, die 'er, met betrekking tot de Militaire Jurisdictie, geëxfteert hebben, in geenen deele hebben gerouleert over de uitgeftrektheid van die Jurisdictie; maar alleen over de bepaaling , wie voor Opperllen Militairen Regter moeft gehou* den worden, de Raad van Staate, of de Hooge Krygsraad; dat de Univerfaliteit der Militaire Jurisdictie, tot den Jaare 1651., ten klaarfte blykt uit de Inltructien van den Raad van Staate, van de Jaaren 1584.. en 1588., uit het Placcaat van de Staaten Generaal, in dato 29. April 1589.; uit den Artikelbrief van het Jaar 1590., en uit d« meenigvuldige gevallen, zoo Civiele, als Crimineele, zonder onderfcheid, waar in de Raad van Staate en Hooge Krygsraad hebben regt gedaan ; dat de verandering der tyden veroorzaakt heeft, dat in den Jaare 1651. de Militaire Jurisdictie, voor het eerfte, eenigzints is gecircumfcribeert geworden, door de bekende Refolutie der Bondgenooten, doch evenwel niet verder dan in de Geklerfche bteeden, die item in Staat hebben; dat men in vervolg van tyd, die Refolutie der Bondgenooten, ob parit at em rutionis, ook heeft geëxtendeert tot de (temmende Stecden der andere Provinciën; dat dc Heeren Staaten v?n Holland vervolgens wel in het Jaar 1654. eene Refolutie hebben genomen , waar . by de Militaire Jurisdictie zeer naauw bepaald word, en vervolgens, op fundament van dezelve Refolutie, meer andere diergelyke, omtrent particuliere gevallen; doch dat die Refolutien door de gezamentlyke Bondgenooten nimmer zyn gsadopteert, en , in i een tyd, dat 'er geen Capitein Generaal was, genomen ■ zynde, .ook onder het Gouvernement van Koring VVil: lem, zonder vigeur zyn geweeft, zoodr.mg, dat de Hooge  M >9* ge Krygsraad, geduurende het leven van dien Vorft, eêne* univerfeele Militaire Jurisdictie heeft geëxercecrt, zoo als uit de Regifters van den Hoogen Krygsraad, eh uit deln-> ftrudtie, aan denzelven, in dien tyd, gegeeven, blyktj dat, na den dood van Koning Willem, de Hooge Krygsraad wel is gemortificeert; doch dat de Militaire Juri-di. ctie niet te min, door den Raad van Staate, op dezelfde manier, gefouteneert is, uitgezonderd alleen in de Hemmende Steden; dat men vervolgens, geduurende de Stadhoüderlooze Regeering, de gemelde Hollandfche Refolu^ tien wel wederom heeft doen herleeven; doch dat zulks niet te min, zelfs in dien tyd, door de gezamentlyke Bondgenooten, nooit is geadvoueert; dat, de Stadhouderlyke Regcering in den Jaare 1747. herftelt zynde, de Hooge Krygsraad ook aanftonds wederom is gerevivisceerd, en de Civiele Jurisdictie over de Militairen aan dien Krygsraad, door den Raad van Staate, by Refolutie, in dato 21. Maart 1748., wederom is overgelaaten; en eindelyk, dat de Hooge Krygsraad, uitwyzens zyne Registers, federd dien tyd, tot nu toe, eene univerfeele Militaire Jurisdictie geëxerceert heeft. Hoe zeer dus de Univerfaliteit der Militaire Jurisdictie op folide gronden berufte, zyn 'er echter, die de contrarie ftelling propugneeren, en van meening zyn, dat de Civiele zaaken van Militaire Perfoonen, en de misdaaden, door dezelven begaan, en niet pure Militair zynde, beregt zouden moeten worden door den Burgerlyken Regter. Het zal derhalven noodig zyn, de zoo even getoucheerde gronden voor de Univerfeele Militaire Jurisdictie, by deze Memorie, een weinig nader te detailleersn. EER-  *C m 3# ÈERSTE TOINf. Het Roomfch Regt. (fl . \ \_Jf m dan te tinderzöekeri, wat het Roomfch Regt, met relatie tot de Militaire Jurisdi£tie, ftatueert, zoo reflecteert men, dat het niet ontbroken heeft aan Lieden, die gemeent hebben, uit het Roomfche Regt te kunnen deduceeren, dat 'er diftinétie moeft gemaakt worden tusfehen Delicta miiitaria, én Delicta commttnia, en dat-de eerfte door den Militairen, doch de laatfte door den Burgerlyken Regter moeften beoordeelt worden. Ondet anderen, heeft Bynkersboek, (hlmjl. Juris Priv. Cap, 13. dat gevoelen gepropugneert, Zonder nochtans de argumenten van Voet, die door hem geallegeert word, te fefuteeren : En echter heruit het gevoelen van Voet op meer dan eene Wet. De L. 9. D. de Cujlodid & Exbibit. Reor. is, ten dien opzichte,zoo klaar, dat men dezelve Hechts behoeft te kezen, om overtuigd te zyn^ ,, De Militibus (zegt de Ictus) ita fervatur, ut ad i, Eum remittamur, fi quid deliquerint,.fub quomti, litabunt; is autem, qui Exercitum accipit, etiam „jus animadvertendi in milites caligatos habet." De woorden ft quid deliquerint generaal zynde, kunnen de Voorftanders der contrarie fuftenue die Wet niet uit den weg ruimen, zonder te ftellen , dat in deeze Wet alleen gefproken zoude worden van Delicta miiitaria, en dus eene diftinctie te maaken, die in de Wet niet ée vinden is, het geen wederregtclyk is. N Dóch  #( 194 ># Doch, zoo men, by illatie, uit die Wet wil redeneeren, zoude men, met fundament, kunnen ftellen dat in die Wet alleen van Delicta communie* gefprooken word ; vermits het onnoodig fchynt te zyn, het renvoy van een Militair, die een Delidtnm militare begaan heeft, by eene exprefle Wet, te ftatueeren ; dewyl de Burgerlyke Regter, geene genoegzaame kennifle kunnende hebben van Militaire delicten , dat renvoy van zelfs zoude moeten doen. Even notabel is de L. 6. C. da Jurisd. omif. jfud., alwaar de Keizers Horiorius (die onder de iaatfte Weftcrfche Keizers geteld word) cn Theodofius in deezer voegen refcribeeren: „ Magifleria poteftati inter Militares Viros, vel ,, privatum Actorem & reum Militarem, etiam Civi,, lium quseftionum audiendi concedimus facultatcm^ ,, prefertim eum id ipfum de more Litigantium effe ,, videatur, conftetque, Militarem reum, mh^Jko ,,Judice nee exhiberi pofte, nee,/ in culpd fue. „ rit, coërceri." Waarby gevcegt moet worden de L. 17. C. de Judiciis, zynde een Refcript van Jujlinianus zelfs. Certi juris eft (zegt de Keizer) quod concefla eft ,, eciam Militaribus hominibus judicandi facultas : : „ Quid enim obftacuh eft, homines, qui alicujus rei peritiam habent, de ea re judicare ? cum fciamus, „ & Militares Magijlratus, & omnes tales homi,, nes, per ufum quotïdianttm jam eje 'approéaM „ tos, ut & audiant lires, easque diiimant, & pro 1 .,fui & Legis fcientia hujusmodi altercationibus fi-1 „ nem imponant." Ten opzichte .van welke twee Wetten eenige re-j flexien zullen moeten worden gemaakt. En  Éti wel voor eer/l, dat in de L. 6. tót eené reden van die Wet gegeven word, dat een Militair Delinquant niet dan door zyn eigen Regeer, fuo Judice, (waar door, zoo als uit het begin van de Wee blykt, de Militaire Regter verftaan word) kan geftraft worden, waaromtrent de woorden, ft tri Culpd fuerit, wederom zoo generaal zyn, dat dezelve de diftintlie tuffchen Militaire en commune delicten in geenen deele admitteeren. Ten anderen, dat in de L. 17. aan de Militairen geattribueert word de fdcukds judicandi , en zulks in het generaal, en zonder eenige de minfte dittinctie, en wel zoo indisputabel, dat'de Keizer zegt, het zelve te zyn certi Juris; gelyk in die beide Wetten 'er ook word bygevöegd, dat het adiëetcn van den Militairen Regter, door het ujus quotidianus, en de mos Litigantium is geap'probeert. Ten derden, dat uit die beide Wetten evident is, dat, Jure Romano, de Civiele Quaeftien van Militairen , door den Militairen Regter beregt wierden Zoo als dan ook Bynkersboek, fchoon geen Vborftander van de Militaire Jurisdictie, nochtans Oitaïfl. Juris priv. Cap. 14. initio, gezegt heeft: „ Ex L. 6. C. de Jurisd. omn. jud. conftat Mi„litem, five ab Actore Milite, five a privato con- veniatur, in Quaeftionibus Civiübus non effe coni, venienduro niii in fuo Militari foro." En dat dan indisputabel zynde, komt het onbegrypelyk voor, hoe men kan futtineereii, dat een Militair, die een delictum commune perpetreerde, Jure Romano, door den Burgerlyken Kegter geoordeeH wierd : Want wat zoude de reden voor zoodanige dispofitie van het Regt toch hebben moeten zyn ? immers geene andere dan deeze, dat een Militair in alles gelyk was met een Burger, en in alles onder de ( 203 Wat dan eerft betreft hunne diftindtie tuffchen delicta Miiitaria en Cummunia, dezelve hebben zy gemeent te vinden in de L. 2. pr. D. de Re militari, zoo als zy uit die Wet ook geleezen hebben, dat de eerfte door den Militairen, en de laatfte door den Burgerlyken Regter moeften geftraft worden: De woorden van de Wet luyden dus: „ Mi Uturn delitla five admifta aut proprium funt; ,,aut cum caeteris communia; unde & perfecutio „ aut propria aut communis eft; proprium Militare '„eft delictum, quod quis uti Miles admittit," Doch, hoe zeer men de delicten, die door Militairen kunnen begaan worden, wel verdeelen kan in delicta Miiitaria en Communia, is het echter nogh zoo klaar niet, dat zoodanige verdeeling in die Wet gemaakt word: want de Militaire delicten, op zicb zelfs, kunnen ook verdeeld worden in delicta propria en communia ; en dan zyn delicta Miiitaria propria zoodanigen, die niemand dan een Militair begaan kan, by voorbeeld Defertie, en delicta Miiitaria Communia, die door de geenen, die geene Militairen zyn, meede kunnen worden geperpetreert, by voorbeeld, het debaucheeren uit den Militairen Dienft, het geen een delictum commune genoemd kan worden, om dat het zoo wel door Burgeren , als door Militairen, kan worden geperpetreert, en het geen echter een delictum Militare blyft, dewyl het begaan is tegen den Militairen Dienft, En als men let op de woorden van de Wet: Militum delitla, en, proprium militare ejl deli&um, fchynt het, dat de verdeeling der delicten in propria en commun'fa alleen haare relatie heeft tot delicta Miiitaria. Maar, al advoueerde men, dat de delicten, die door Militairen begaan worden, in de gemelde Wet wierden verdeeld in Militaire en Commune delicten,  Öen i zoo kan men nochtans niet begrypen, hoe uit die Wet te haaien zy, dat Militaire Delicten door den Militairen, en Commune Delicten door den Burgerlyken Regter, zouden moeten geftraft worden: de woorden van de Wet, uit welken zoodanige confequentie getrokken word, zyn deeze: Unde & perftcutio aut propria aut communis ejl; en Bynkersboek, Quaft. Jur.priv. L. I. C. 13. maakt op die woorden deeze aantekening : id eft, aut pertinet ad Judicem Militarem, ft deli&»m fit militare, aut ad Judicem communem, ft delictum ft commune. Doch men had wel gewenfcht, dat de Heer van Bynkershoek by deeze zyne interpretatie gevoegd had de rationes interpretandi, en dat hy fpeciaal had aangeweezen, waar toch ergens in het Regt de naam van Judex communis aan den Burgerlyken Regter gegeeven word. Maar om de gemelde woorden op dfe wyze te interpreteeren , en dezelve tot een grondilag voor eene byzondere fuftenuë te leggen, zoude het evident moeten zyn, dat 'er geen andere gezonde zin aan die woorden gehecht konde worden; hoedanige klaarheid Bynkershoek zelf in die woorden niet fchynt gevonden te hebben, dewyl hy noodig geoordeelt heeft, dezelve te paraphrafeeren» Dat nu een ganfch andere en niettemin gezonde Zin aan die woorden gegeeven kan worden, heeft Profeffor Voet getoond, wanneer hy, in zyn Tractaat de Jure Milit. Cap. 7. § 8., dus fpreekt: Quod enim attinet L. a. ff de Re Militari, ea „ nihil aliud didtat, quam in communi crimine, a Milite commiffo, communem effe perfecutionem, ,, hoe eft, fi Miles commune perpetraverit delictum, velut Adulterium, Homicidium, &ca. eodem mo- „ do  „do adverfutn eum, ac contra pagaiium, inftituefi* ', dam accufationem , candemque decernendam effe " pcenam; quod per Judicem Militarem fieri facilli11 me poteft, nee hic negatur," Doch, het zy men in die L. 2. wil zoeken de diftindtie tuffchen delicta Miiitaria en Communia, of het zy men meene, dat 'er alleen eene divifte van de Militaire delicten in gevonden word, kunnen dc woorden, unde & perfecutio aut propria aut communis eft, in beide gevallen, in deezer voegen worden geëxpliceerd , dat, wanneer een Militair eenig deli&um Militare proprium begaat, hy deswegens niet vervolgt of geaccufeert kan worden door elk een; maar alleen door zynen Medemilitair, en dus is het dan eene perfecutio propria; doch dat het aan een ieder, het zy dan Militair of niet, vryfeaat, te vervolgen of accufeeren een Militair, die een delictum Militare commune (by voorbeeld, het bederven of befteelen van Fortificatiën) of wel een delirium commune (ftel een moord) begaan heeft , en dus de vervolging of befcbuldtging als dan den Militairen en Burgeren gemeen is , en mitsdien eene perfecutio communis. En de dispofitie van de Wet, op die wyze opgevat wordende, fteunt dan ook op bondige redenen. Het is eene bekende zaak, dat het by de Romeinen aan een ieder gepermitteerd was, een misdaadigert te befchuldigen of aante klaagen, en dat 'er geene Amptenaaren tot dat einde gefteld waren. Wanneer men nu begrypt, dat by die L. 2. geftatueerd word , dat de perfecutio deliStï mifitaris proprii geenzins omnibus communis , maar alleen Militaribus propria zal zyn, behoeft men naar de ratio Legis niet te zoeken; dewyl het van zelfs fpreekt, dat zy, die zich alleen op burgerlyke fundtien toeleggen , of geene, of zeer weinig kenniffe hebben van den dienft, militaire disciplinecn reglementen, en der-  206 34 derhaïven ook niet kunnen nagaan, of, ett wanneer een Militair, qua talk, gepecceerd, of eenig delict begaan heeft, en het mitsdien van geen of weinig nut, en in tegendeel zeer laftig voor den Regter zoude zyn, indien hun gepermitteerd ware, wegens zaaken , waar van zy de noodige kundigheid niet hebben, eenige accufatie of perfecutie te doen: waar by nogh koomt dat de Burgers alleenlyk indirect & per confequentiam in de delitla miiitaria propria geïntereffeert zyn, Maar het zy men deeze Interpretatie, of die van ProfeiTor Voet adopteere, het is in allen gevalle zeker , dat voor beiden redenen kunnen geallegeert worden ; daar in tegendeel de Praefident van Bynkers" hoek geene de minfte reden voor de zyne geeft, en nogh veel minder toont, dat zyne explicatie met de Wetten, te vooren geallegeert, eenigzins geeoncilieerd kan worden. De andere Wet, waarop Bynkershoek zyne fufte» nue fundeert, is de L. 3. pr. D, de Re militari. Het zal de moeite waardig zyn, de woorden van dc Wet te vergelyken met de Paraphrafis, die Bynkershoek, all. I., 'er van geeft. De woorden van de Wet luiden dus : ,, Defertorem auditum ad fuurh Ducem cum e!o,, gio Prafes mittet, praeterquam ü quid gravius ille Defertor in ea Provincia, in qua repertus eft, ,, admiferit: tbi enim eum pleiii pocnd debere, ubi t, facinus admifflim etr, Divi Severus & Antonf „ nus refcripferunt. En deze Wet word door Bynkershoek dus woordelyk geparaphrafeerc, Defertorem igitur Miliciae Prsefes Provincia-' „ cum  „ cum elogio remittet ad fuum Ducem, nifi ille De' fertor gravius delictum commune admiferit in ca Provincia; tune enim ipfa Preefes in eum ani„ madvertet. " Waaromtrent gereflecteerd moet worden. Voor eerf, dat Bynkershoek by het woord Pretjes, dat in de Wet geleezen word, gevoegd heeft het woord Provincies, en 'er dus een Burgerlek Regter van maakt. En men verbeelde zich niet, dat die reflexie alleen eene captie zy : want het woord Preefes kan zoo wel betekenen Preefes Militis, als Preefes Provincieë; imrners word de Preefes Militrs uitdruklyk genoemd in de L. 6. § 2. D. de Re Militari. „ Contumacia omnis adverfus Ducem vel Pree„Jident MUitis capite punienda eft." En welke reden kan 'er nu toch gegeeven worden, waarom men door het woord Preefes, dat in de Wet voorkoomt , zoude moeten verftaan den Preefes Provincies, en niet den Preefes Mi Ut ar is? En welke abfurditeit zoude 'er toch refideeren in die ftelling, dat in de Prcriineien niet alleen geweeft zyn Preèjides Provincies , die den Gerigtsdwang hadden over de Inweoneren der Provinciën, maar ook Preefides Mililum, die de jurisdictie oeftenden over de Militairen, die in de Provinciën waren? het geen te minder onwaarfchynlyk is, wanneer gereflecteerd word, dat te vooren getoond is, dat 'er by de Romeinen Militaris Magifratus zyn geweeft , en het Militaire wezen een geheel en al gefepareerd beftaan heeft gehad. De tweede addkie, welke Bynkershoek by de'ge^ melde L. 3. maakt, beftaat ia de woorden commune deli&um. De  De Wet zegt eenvoudig: fl quid'gravitit ïlle Óe* fertor admiferit; doch Bynkershoek maakt 'et van : nifi Me Defertor gravius delictum commune admiferit; cn in het fyftema van Bynkershoek is die additie ook ten uiterften noodzaaklyk; dewyl het buiten alle disput is,- dat Jure Romano een Militair, die een delidtum militare perpetreerde, alleen geftraft konde worden door den Militairen Regter, en men derhalven, op fundament van deeze L. 3., nooit konde fuftineeren, dat een Defertor, die een zwaarder Militair delict begaan had, deswegens door den Preefes Proyincice te regt gefield konde worden ; doch, indien men by de Wetten mag voegen zoodanige woorden, die het point, dat in quaeftie is, decideeren, dan is 'er niets gemak lyker, dan alle opinien, hoe danig dezelve ook zyn mogen , op Wetten te fundeeren. Si quid gravius,< zyn de woorden van de Wet 5 die woorden zyn generaal, en waarom heeft de Heer van Bynkershoek meer regt, om die woorden te bepaalen tot commune delicten , dan een ander Regtsgeleerde, om dezelve alleen tot Militaire delicten relatief te maaken ? Voor welk katfte deeze reden zoude kunnen worden geallegeerd. dat in alle de paragraphen van deeze L. 3. alleen gefproken word van Militaire delicten, en 'er dus meerder grond is, om te befluiten, dat ook principio Legt van dezelfde delicten gehandeld word» Doch geene diftinctie maakende, daar de Wet ze niet maakt, ziet men niet, waarom de gealkgcerde generaale woorden alle delicten , zonder onderfcheid , niet zouden comprehendeeren; maar het is waar, dat de Heer van Bynkershoek dan uit die Wet ten faveure zyner fuftenue niet zoude hebben kunnen redeneeren, en dat door het woord Preefes 4 in dië Wet voorkomende, als dan zekerlyk de Preefes Provincie? niet betekend zoude kunnen zyn. De,  De derde byvoeging van Bynkershoek is niet rrnrider gewichtig: tune enim ipfe P roe fes in eum anitnadvertet, zeg: hy; doch daar van ftaat geen enkel woord in de Wet; nergens word gezegt, of zelfs niec te kennen gegeeven, dat de Preefes een Deferteur, ft quid gravius in ed Provinrid, in qud reperius efl, admiferit, zal fHfaflèn ; maar alk-en , dat hy den Deferteur dan niet zal lenden adfUunt Ducem; en de reden, die de Wet daar van geeft, is deeze: ibi enim cum pletft póend dei ere, ubi facinus admiffum ef, divi Severus & Antontnus refcripferunt. Zoo dat de.intentie van deeze Wer alleen is te ftatueeren, dat het Refcript van de Keizeren Severus en Antoninüs zoo wel plaats moet hebben omtrent de Militairen, als omtrent de Burgeren, maar geenszins, dat een Militair, die een delictum commune perpetreerd, in eene Provincie, door den Preefes Provincies of Burgerlyken Regrer van zoodanige Provincie moet worden geftraft. Nogh eens», de Wet dicteerd dat geenszins, en, ofn aan het oogmerk van de Wet, te weeten het ftraffen van eene misdaad van eenen Mi itair, in die Provincie, alwaar hy dezelve begaan heeft, te voldoen, is het geenszins noodzaaklyk, eene fuppofkie te maaken, dat zoodanig Militair dan door den Preefes Provincies zoude moeten worden geftraft; daar zulks door den Militairen Regter van of in die Provincie even gemaklyk gefchieden kan. Meerder Wetten dan de afgehandelde L. 2, pr.,' en L. %.pr. D. de Re milit., allegeert Bynkershoek niet voor zyn fentiment; doch andere Propugnateurs van die ftelling beroepen zich nogh op drie andere Wetten, te weeten, de L. uit. D. de Actui., de L. 1. C. ad L. Com. de Sicariis, en de Novella 8. C. 13'. § iv' ,, Alterius Provincïae reus" (dus luid de L. uit. D. de jiccus.) apud eos aceufatur Sc da-mnatur, *N i, apud  ,, apud quos crimen contradtum oftenditur ; quod ,, etiam in Militibus efle obfervandum, optimi Prin,, cipes noftri generaliter rcfcripferunt." Doch dat die Wet in het minfle niet oblteert, is evident voor hem, die reflecteert, dat by die Wet, even als by de te vooren geailegeerde L. 3. pr. de Re milit., alleenlyk geftatueerd word, dat het Refcript van de Keizeren, waar by in bet generaal is voorgefchrceven, dat een Misdaadige geftraft moet v/orden ter plaatfe, waar hy zyne misdaad begaan ■heeft, meede applicabel is op de Militairen; doch dat 'er geenszins word bygevoegd, dat een Militair, in dien gevalle, voor den Burgerijken Regter eener Provincie te regt moet ftaan. En dus word in die, en in de te vooren geailegeerde L. 3. pr. D. de Re milit., niets anders geftatueerd, dan dat, gelyk de Burgerlyke Regter, onder wiens Jurisdictie eene misdaad begaan is, den Misdaadigcc, fchoon onder eenen anderen Burgerlyken Domiciliairen Regter beboerende, {haffen mag en moet, dus cok een Militair Regter eenen Militairen Delinquant, hoe zeer hy op die plaats vreemd zy, en de fitus 'Dux zich in eene andere Provincie onthoude, nochtans te regt moet ftellen. Wat nu eindelyk betreft de L. 1. C. ad Leg. Com. de Sicariis, en de Noveila 8. C. 12. § 1., daaromtrent heeft men niets te voegen by het geene deswegens gezegt is door den Profeffor Voet, Trsöf. de Jure milit. C. 7. No. 8., die daar ook zeer wel wcderlegt het argument, dat tegen de univerfeele Jurisdictie gemaakt word, uit hoofde, dat een Militair, die Negotie doed , en by den Burgerlyken Regter geconvenicerd word, zich op de preejcriptio fort niet beroepen kan. En hier meede meent men, op eene convincame wy-  wyze, re hebben doen zien, dat Jure Romano, de Univerfaliteit der Militaire Jurisdictie geen dispuut onderhevig kan zyn; welk Jus Romanum zekerlyk een alleronwrikbaarft fundament voor die Jurisdictie moet uitleveren, dewyl dat Regt, reeds door Keizer Karei den Vyfden, tot een Landregt is gemaakt, en vervolgens door Phihppus den Tweeden, en, na de afzweeringe van denzelven, door de Heeren Staaten, en wel inzonderheid die van Holland , als zoodanig, uitdruklyk, en te meermaalen, is geconfirmeLrt geworden ; zoo als Zulks door den Heere GrirEer Hendrik Fagel, in zyne Inauguraale Dillertatie de Origine & UJu Juris Romani in HollandiA, Cap. 2., op eene overtuigende wyze, is aangetoond. Doch, hoe zeer dan nu beweezen zy, dat de univerfeele Militaire Jurisdictie is gegrond op het Roomfche Regt, het welk in de Nederlanden, en fpechal in Holland, een gedeelte van het Landregt uitmaakt, zal men echter, op dit refpect, nog by brengen het fentiment van den Heere van Slingeland, Kaadpenttonaris van Holland, die zekerlyk een man boven allen lof is, en wiens authoritcit, indien het, in eene zaake, als deeze, op authoriteiten konde aankomen, ongetwyffeld tegen die der grootfle mannen, die deeze Republyk geïlluftreert hebben, zoude kunnen opweegen ; doordien hy de ondervinding en kennis, welke het langduurig bekleeden der eerfte en aanzienlykfte Poiiticque en Minifleriaale Ampten alleen geeven kan, gevoegd heeft by eenen doordringenden geeft , en eene folide geleerdheid. Die Raadpenfionaris, in Zyn thans bekend Manufcript, geïntituleerd : Riftorifhe Verhandeling vanbet Gezag over de Militie van den Slaat der Ver» ëenigde Nederlanden , getrokken uit da Registers en andere publique Aden, drukt zich in deezer voegen uit: *Ni „De  K *i5tf X „De zaaken, waar over de Militaire Perfoonen. , kunnen in regt getrokken worden voor de Militaire ., Juftitie, fchynen wel alleen te wezen Militaire de,, lieren en meunen ; maar de Militaire Regters heb- ben, Zoo voor, als na het Jaar 1650. kennis ge„. nomen niet alleen van gemeene delicten, maar „ook van civiele zaaken; waar van de exempelen meenigvuldig zyn, en waar van degrondilag moet ,, gezocht worden in het Roomfche Regt, het welk ,, omtrent dit ftuk hier te Lande aangenomen en ge., volgd is. ,, Om dit, met drie woorden, te toonen, en eer„ ftelyk, in opzigt van gemeene delicten; de Pro,, feffor Voet heeft in het breede bewezen, zoo in zyn Tractaat de Jure Militari, als in zyne Com„ mentarien over den Tit. Dis;, de Judiais, dat, „ naar het Roomfche Regt, de Krygslutden nergens kunnen te regt gefield worden, zoo wel over ge» ,, mrene, als Militaire Delicten, als voor den Mili„ tairen Reetcr. ,, En dat het Regt hier te Lande overeenkomt met ,, het Roomfche omtrent dit ftuk, leerd niet alleen „ dezelve Profefför, in de bygebrachte Commen„ tarie over den Tit. de Judiciis No. 104., maar „ook Sande, De eis. Lib. r. Tit. 1. de fin. 4.9 „ Groenezvegen de Leg. abrog. ad L. 6. Cod. de ,, Jurisd. omn. Jud., en Ahtbonius Mhtthaus de „ Jure Glddii Cap. 3 4- &c*. En wat, in de tweede plaats, cangaat de civiele ,, zaaken, de Raadsheer van Sande zegt, Decis. Lib. u defin. 4. ,, ,, Inter alia privilegia Sc hoe Miliribus ia„ ,, dultum effe, nc alibi quam apud Magiftrum „ ,, Militum conveniantur, & hoe in Caufa ,, civili indiliincte verum effe.'' „ En  „ En de Profefför Voer, ad Tit. Dij. de Judiciis No. 107. & 10S. „ In CauGs civilibus ac pecuniariis a Jure ,, Romano mores magnopere recesfisfe, baud „ invenio, adeoque live Miles a Mil te, five „ ,, Miles a -Pagano conveniatur, non nifi Mi„ ,, litari Judice lis agitanda eft, ipfo id defiS) ,, derante." „ Met die uitzonderinge echter , dat Militairen, ., welken hier te Lande gehuilt en gehoofd zyn, of „fixum Domicilium hebben, ook moeten te regt ,, ftaan over civiele zaaken, voor haarea domiciliai- ren Regter." En de reden, welke de Raadpenfionaris van Siingeland van die in deeze Landen aangenomene dispolitie van het Roomfche Regt daar op immediaat geeft, is ook volkomen concludent. Hy gaat dus yoort { ,, En het is te minder te verwonderen, dat het Roomfche Regt, met de bovenftaande bepaalinge, hier te Lande aangenoomen is, omtrent dit ftuk, om dat het groot getal van Engelfche, Schotfche, Franfche, en andere Vreemde Officieren , die de Staat, van het begin af, heeft in dienft gehad, hier te Lande niet gehuift noch gegoed zynde , en ,, van den eenen dag tot den anderen,'van Garnizoenen veranderende, altyd hebben kunnen gemakkelyker in regt betrokken worden voor den Mili„tairen, als voor den Burgerlyken Regter, zoo in opzichte van het vervolg der Procedaren, als van ,, de executie der VGnniffen, by verandering van Garnizoenen; de geheele Militie en alle de Krygs,, raaden te tarnen resforteerende onder eenen fuperi,,euren Regter, wiens gezag en regtsbedwang aan ,, geene plaatfen bepaald zyn, natnelyk onder den „ Raad van Staate." *N 3 TWEE.  TWEETJE TOJNT. Crimineele Ordonnantie van het jaar 1570. Vnie "jan Utrecht 1579. T) ól_^/us dan getoond zynde , dat de Univerfalitek der Militaire Jurisdictie op het Roomfche Regt, het welk als een Landregt moet worden geconfidereerd, gefundeerd is, zal men nu moeten onderzoeken, of die Universaliteit insgelyks op verdere 's Lands Wetten berufte. Enten dien opzichte, verbeeld men zich, dat uit het 68. Artikel van de Crimineele Ordonnantie van het Jaar 1570. bewezen word, dat dezelve Jurisdictie, even voor de Erc&ie van de Republyk, aan zeer weinig exceptie onderhevig is geweeft. En om dan verder, op vafte fundamenten, te kunnen nagaan, wat ten dien opzichte, by's Lands Wetten, Jederd den aanvang van bet verëenigde Ge. meen.ebejl, geftatueerd is, zal vooraf moeten worden onderzocht, welke Wetten men , volgens de primitive conftitutie, houden moet voor's Lands Wetten , op het ftuk van de Militie, en daaromtrent dan, by dit tweede Point, worden aangetoond, dat by de Unie van Utrecht, de Magt en Gerigtsdwang over 's Lands Militie uitlenen de gezamentlyke Bondgenooten is gemeen gemaakt. Wat dan betreft het 68. Artikel van de Crimineele Or-  Ordonnantie,zoo wil men wel cordaat advoueeren, dat by hetzelve Artikel geftatueerd word, dat 'erKrygsluiden zyn, die in fommige gevallen, te regt gefield mo°-en worden door de Regters der plaatsen, alwaar die Krygsluiden gedelinqueert hebben , zonder dat dezelve aan de Juftitie Militair behoeven overgegeeven te worden. Doch daar uit te ,willen concludeeren, dat alle Krygsluiden, zonder onderfcheid, en waar ter plaatfe, indien zy maar buiten het Leger zyn, wanneer zy gemeene delicten perpetreeren, ter judicature van den Civielen, het zy plaatslyken, het zy provinciaalen Regter,. ftaan, is ten uiterften abufief. Want voor eerfl word zulks geenszins, maar wel het tegendeel, by dat 68. Artikel, geftatueerd; en ten anderen exifteerde 'er toen eene reden voor het gefhtueerde by dat Artikel, welke reden thans minder plaats heeft. By dat Artikel word in het generaal vaftgefteld: Dat die Overften, Collonels of Provooften kennis zullen hebben r.no. Van alle zaaken van Krygshandsl; dus ook van alle Militaire delicten. 2>.io. ' Van het geene des in den Leger ge^ fchied; zonder diftindtie van Militaire of Commune delicten. 3'io. Ook van het geene die Krygsluiden misdoen , ter plaatfen van hun Garnizoen , of achter Landen trekkende onder hun Vendel. Waaromtrent geremarqneerd moet *7V 5 vvor-  worden, dat hier gefproken word ya# Krygsluiden in het generaal, en dus zonder onderfcheid, of het Onder'zaaten ven derwaarts oper zyn of niet, en dat, met opzicht tot de misdaaden, die de Krygsluiden in hun Garnizoen, of op marsch en op Commando begaan, ook geene dis'tinctie tulTchen Militaire en Commune delificn gemaakt word. 4'". Ofte als het (e doen zal weezen van den eenen Soldaat tegen den anderen. Wederom zonder eenig onderfcheid van misdaaden . en, met relatie tot dit point, ook zonder diftinctie van plaats. Tot zoo ver gaat de generaale dispofltie van het Artikel, en om zoo veel te meer alle twyffeling re beiieemen, of 'er ook diftindtie omtrent de misdaaden plaats moeft grypen, eindigt die generaale djsppfitje met deeze woorden: en dit m alle zaaken en affairen , zoo cdpitaaf ais niet capitaal. Detbalvcn volgt uit de generaale dispofirie van dat Artikel, dat de Militaire Jurisdictie zich toen heeft uirgeftrekt over alle Militaire delicten, en over alle Commune delicten, door Militairen begaan, in het Leger , in bun Garnizoen, achter Landen trekkende , onder hun Vendel, en de een tegen den anderen. En dat die generaale dispofirie toen niet nieuw was, biykt uir de woorden, gelyk tot verfebeiden ftonden geftatueerd'is ; welke woprden in het begin van her Artikel voorkoomen. Weinig blyft 'er derhalven over, het geen by dit Ar-  Artikel niet aan de Juftitie Militair gelaaten word; cf dat geëxcipieerde is begreepen in de volgende woojf- den: ,, Maar aangaande de gemeene delicten, weezende capitaal, by Krygsluiden, onze Onder zaa~ ,,ten van herwaarts' over, geperpetreert buiten „bet Leger, of elders, of anderszins dan het ,, gezeid is; ook van het geene dat zy gecommitteert zullen hebben, alëer zy ingefchreeven, of toe }, bezolding ontvangen zyn, zullen daar af gepunieert ,, worden by or dinar ijl Jugen ofte Regters, ge,, lyk andere, in deezén dienft niet ingefchreeven , 'zynde; ende zullen om dezelve delicten en misdaaden , niettegehftaande de voorzeide infehryving, , aangetaft en gevangen, en by de voorzeide Reg, ters van der plaatsen , gepunieerd mogen wor, den , zonder dezelve den Overften, Collonels, H Provooften of Capiteinen te reftitueeren of over te „ geeven." Omtrent welke woorden gcreflecteert moet worden, dat ten deezen geene quaeftie valt omtrent het geen door Krygsluyden, alëer zy ingefchreeven waren, gecommitteerd is, dewyl zy, tenipore commiffi del\m, Burgers waren, en het den Burgeres geenszins vry moet ftaan, de judicature van hunnen competenten Regter te ontduiken, door zich in dea Militairen dienft' te begeeVeiv Dn voor het overige alken gefprooken word van ge'iiteehe delicten, die capitaal zyn, begaan door Krygsluiden , die Onder zaaien van het Land zyn, en gepe'rpetreerd buiten het Leger, buiten bet Garnizoen, en' niet op Marfch of Commando, en dan nogh tegen een Burger: En dat bovendien nogh maar gezegt word, dat die Krygsluiden deswegens 'zullen mogen aangetaft, gevangen en gepunieert worden by de Rcgters van der Plaatfen, zonder reftitutie ' *A> 5 of  #( *202 )4 of ovcrgifte der Delinquanten aan de Juftitie Militair te doen; en dat daar by geenszins gevoegd word , dat de Juftitie Militair, zoodanigen Delinquant aangetaft en gevangen hebbende, hem aan den Regter der Plaatfe zoude moeten overgeeven. Zoo dat uit dat alles geene verdere confequentie kan getrokken worden , dan dat de Civiele Regter van die Plaats, by preventie, mag te regt ftellen een Militair, die een Qnderzaat van bet Land is, en die buiten bet Leger, buiten zyn Garnizoen, buiten de Mar/eb of Commando , een Capitaal gemeen delict, tegen een Burger, geperpetreert heeft, het geen zeer ver devieert van de gevolgen, die door de Antagoniften der Militaire Jurisdictie uit dat 68. Artikel getrokken worden, wanneer zy, op fundament van het zelve, fuftineeren, dat alle gemeene delicten , door Militairen, buiten het Leger begaan, zouden ftaan ter privative cognitie van den Civielen Regter, zoo wel den provinciaalen, als den plaatslyken. De reden nu van de gemelde Exceptie, by het meergemelde 68. Artikel gemaakt, is palpabel. De Ordonnantie is gemaakt voor de Erectie van de Republyk; daar was geen algemeen Bondgenootfchap • maar de Militairen behoorden elk tot zyne Provincie, en wierden dus, als zy in het Leger of in Garnizoen waren, geconfidereerd, als Milities caufd abfentes ; die derhalven, wanneer zy uit het Leger of hunne Garnizoenen tc rug kwamen, ook eenigszins met de Burgers gelyk gefield konden worden ; doch welke reden nu geheel en al ceflèerd; vermits de Militie, by de Unie van Utrecht, tuffchen de Bondgenooten of de Generaliteit is gemeen gemaakt. Boven dien is 'er nogh eene andere reden, waarom die exceptie toen noodzaaklyk gemaakt moeft worden. Daar Tv as toen minder Militie, en zy werd zei-  lelden of nooit in de binnenfteden der Provinciën in Garnizoen gelegd ; dus bevonden zich in die binnenfteden ook geene Krygsraaden ; waar uit natuurlyk volgen moeft, dat, zoo men de Soldaaten, die met of zonder verlof, in de binnenfteden kwamen, in teugel wilde houden, en de Burgeren tegen overlaft befchermen, men ook eenige magt aan de Regters der plaatfen geeven moeft over zoodanige Soldaaten j en het is derhalven natuurlyk, dat, ingeval dezelve capitaaie delicten tegen de Burgeren begingen, zy, daar ter plaatfe , door den Regter gearrefteert zynde, ook door denzelven Regter geoordeeld wierden; zoo, om dat anderszins de ftraf niet konde ge©effend worden ter plaatfe, alwaar de misdaad begaan was, als ook, vermits het renvoy aan den Militairen Regter, in die gevallen, aangezien de afgelegenheid der Garnizoensplaatfen en binnenfteden, meestentyds aan veele inconvenienten en groote onkoften onderhevig zoude zyn geweeft. Doch uit dat alles, en den geheelen inhoud van dat 68. Artikel blykt teftens, dat de Militaire Jurisdictie, van ouds af', in deeze Landen univerfeel en originqir is; dewyl by het artikel, alleen in twee geexcipieerde gevallen aan den Burgerlyken Regter gepermitteerd word,Jurisdictie over Militairen te oeffenen : Want dat het alleen cafus excepti zyn, is evident, om dat die dispofitie niet generaal is omtrent alle Krygsluiden, en alle commune delicten, maar alleen fpeciaal betreft de gemeene • deliElen , veeezende capitaal, en alleen de Krygsluiden, die Onderzaaten van herwaarts over waren (terwyl de Militaire Jurisdictie, blykens de volgende 69., 70. en 71. Artikelen, in allen deele, en zonder eenige exceptie, dan alleen nopens het geen voor het dienft neemen geperpetreerd is, univerfeel blyft over de vreemde Soldaaten.) En de Heer van Bynkershoek heeft zich dan ook  geabufeert, wanneer hy zich nopens dat 68. Artikel, in zyne Qiiajl. Jur. priv, eft. C. 13. Lib. 1. dus 'heeft uitgelaaten: „ Ex § 68. Edidi de Crirninibus 5. Julii 1570. de „, Mihtaribus Militum delidcis, aut aliis, qua in caftris admittuntur, Senatus Militaris cognoscit^ „ de crirninibus autem communibus cognoscit jfudex communis, sic ibi generaliter. En, indien het geen door Bynkershoek en anderen gefouteneert word, dat namentlyk, van ouds af, in deeze Landen , op fundament van het Roomfche Regt, plaats gegrepen zoude hebben, dat de tiurgerJyke Regter de privative cognitie had over alle commune delicten, dooi Militairen, buiten het Leger, begaan, eene waarheid was, komt het onbegryplyk voor, dat men voor dat fentiment niets buiten dat 68. Artikel (het geen men verkeerd expliceert) weet tc allegeeren : ten uiterfte vreemd is het dan immers, dat in de lnftructie van het Hof van Holland, die door Keizer Karei, in het Jaar 1551. gegeeven is, niets daar van gevonden word , het geeri men geruftlyk avanceert, vermits mogelyk niemand, behalven van Leeuwen, in zyne Nooten op het 68. Artikel, het contrarie heeft durven fuftineeren. Doch het zal onnoodig zyn, te doen zien hoe grof van Leeuwen ten dien opzichte heeft misgetaft, wanneer hy het 19. Artikel der lnftructie heeft geappliceert op Militaire Officieren, in plaatfe van de Officieren der Juftitie of Bailliuwen; dewyl cat erreur een ieder, die het Artikel Hechts leeft, frappeeren moet. Tot dus verre is dan nu getoond, dat het gevoelen der Antagoniften der Univerfeele Militaire Jurisdictie verkeerdelyk gefundeerd word op het Roomfche Regt, en op het 68. Artikel der Crimineele Ordonnantie van 1570 , en dat in tegendeel, en het Roomfche Regt, en dat 68 Artikel, ten allerfterkfte voor die Univerfalilfeit militeeren. En  Ën dus koomt men dan nu tot die verdere .vraag, wat ten dien opzichte, na de EreSlie der Republyk , by 's Lands Wetten geftatueerd zy. Doch, om daar omtrent niet te fludueeren, zat men vooraf onderzoeken, welke Wetten, federd de Eredtie van de Republyk, op het ftuk van de Militie gemaakt, voor 's Lands Wetten behoorden gehouden te worden, en dus, of de Placaaten, Ordonnantiën en Refolutien van elke particuliere Provincie, ofwel die van de gezamentlyke Provinciën, het Bondgenootfchap of Unie eene verbindende kracht behoorden te hebben. Én dan meent men, dat uit het geene de byzon-dere Provinciën , by de Unie van Utrecht, aan het algemeene Bondgenootfchap gecedeerd, of liever onder eikanderen gemeen gemaakt hebben, noodzaaklyk volgen moet, dat alle gezag, en dus ook de Gerigtsdwang , over de Militie, by die Unie, aan de Generaliteit is overgelaaten. En wanneer dat point gevindiceejd zal zyn, zullen alle de raifonnementen van Bynkershoek, en anderen ,. welken op de voorgemelde Refolutien van 1654. en vervolgens gefundeerd zyn, van zelfs vervallen ; Zoo als uit de gronden , die men leggen zal, dan ook noodzaaklyk moet proflueeren , dat, voor zoo veel fomtyds tegen dat principe gehandeld mogt zyn, daar uit niets anders volgd, dan dat de verfchillende tyden en opinien, die in de Republyk geëxfteerd hebben, wel eens tegen de primitive conftitutie en gronden van' Regeering hebben doen han* delen. De Unie van Utrecht' van het Jaar 1579. is dan de' voornaame grondwet van het vereenigd Gemeenebeft, en die grondwet moet notoir achtervolgd wor-r' den ? cnj om zoo te fpreeken, heilig zyn, wil men den  #C *2o6 3f den band, die de zeven Souveraine Provinciën aan eikanderen verbind , nier verfcheuren, en dus de conftitutie en form van Regeering totaal veranderen. Die nu deeze Unie attent nagaat, zal bevinden, dat de intentie der Provinciën daar by geweeft is, om elk zoo veel van haare Souverainiteit met de overige Provinciën gemeen te maaken, als noodig was, om zich, door die verëenigde magt, tegen haare Vyanden te kunnen befchermen, en van dat gedeelte haarer Souverainiteit niet anders dan te zamen gebruik te maaken; zoodanig, dat deeze Unie die zeven Republyken of Staaten heeft gemaakt tot eene en dezelfde Republyk of Staat, met relatie tot andere Mogendheden, terwyl zy, met opzicht tot het inwendig en oeconomicq bellier van elke Provincie, in effecte, zeven verfchillende Republyken blyven. En dus begrypt men, dat het eerfte Artikel van de Unie verftaan moet worden; wanneer daar by gezegd word: ,, Endeeerft, dat die voorfz. Provinciën zig met den anderen verbinden, confedereeren ende ver,,eenigen zullen, gelyk zy hen verbinden, confedereeren en vereenigen mits dezen, ten eeuwigen da» ,, ge by den anderen te blyven, in allen förme eft ,, manieren , als of zy luiden maar eene Provin' „ cis zvaren , zonder dat dezelve hen t'eeniger tyde ,, van den anderen zullen fcheiden.— Onvermin,, derd nochtans een ygelyke Provincie, en die parti,, culiere Steden, Leden en Ingezetenen van dien ,, haarluider fpeciaale en particuliere Privilegiën, Vry~ „ heden, Exemptien, Regten, Sratuuten, loffelyke ,, en wel hergebrachte Coftumen, Ufantien, en alle ., andere haarluider Gercgtigheden."— In dat Artikel is dus de Unie op zich zelve bc- gfO-  grepen; terwyl in de overige Artikelen gefixeerd worden de gevolgen van dezelve Unie. En het gevolg, waar op het ten deezen voornaamlyk aankomt, vind men in het negende Artikel, waar van de woorden dus luiden: Item zal men geen Accoort van Beftand ofte „ Peys maaken, noch Oorloge aan veerden, noch „ eenige Impoften of Contributie inftellen, die Ge,, neraliteit van dezen Verbande aangaande, dan met ,, gemeen Advis ende Confent van de voorfz. Provinden." Die woorden didleeren ten allerklaarfte, dat de Bondgenooten het Regt van Oorlog en Vreede met eikanderen hebben gemeen gemaakt, en dat dus elke Provincie in het byzonder zich verbonden heeft , om van dat Souverain Regt geen gebruik te maken, dan met de overige Provinciën te gelyk of in bet gemeen. En dat was ook eene noodzaaklyke confequentic der Unie op zicb zelve: Immers was de intentie der Unie geene andere, dan de vereeniging, of bet tot een brengen der gefepareerde magten van de zeeven Republyken, ten einde, door die verëenigde magt, aan andere Mogendheden te kunnen refiftceren. En daar uit moet dan noodzaaklyk volgen, dat ook alle gezag en magt over de Militie insgelyks is gemeen gemaakt: want zonder dat kan de Oorlog, door het Bondgenootfchap niet aanvaard en gevoerd worden ; immers, qui vult finem , vult etiam media. Trouwens wat heeft men ook anders noodig, ten blyke, dat het gemeen maaken van het Regt van Oor-  Oorlog, volgens de intentie, en den geheekn con« text van het Verbond der Unie, ten noodzaaklyken gevolge moeft hebben het gemeen maaken van de Militie, en van alles, wat daar toe fpecteerd, dan alleen het duidelyk voorfchrift van de 4, 7 en 8 Artikelen? als waar uit ten klaarfte confteerd, dat alle de gevolgen van het Regt van Oorlog, zoo wel als dat Regt zelf, en dus ook fpeciaal de magt en dispofitie over de Militie, het gemeenfchaplyk onderwerp' is geweeft van dat Verbond; en dat dus, volgens de gronden van deeze Unie, de Militie geenszins moet worden aangemerkt als Provinciaal; maar als behoorende tot het algemeerte Bondgenootfchap of het Corpus collectivum der zeven veresnigd't Geweflen, DER-  K 209 >| DERDE P01NT. Artikelen voor den Landraad» l$8t» InJlruStie voor Prins Maurits en den Raad van Staate, 1584. Refolutie van de Staaten Generaal$ en Aaord met Leice/ler, beiden 1586. InftruSiievoordenRaadvanStaate. I588é Placaat van de Staaten Generaal op de desordres van het Krygsvolk. 1589. Articulbrief, 1590. D us dan nü onderzocht fcytidë, wie, ingevolge de primitive conftitutie, de opperfte magt over de Militie heeft, zal men thans treeden tot een examen der Wetten, die, na de Ucrechtfche Unie, met opzicht tot de Militaire Jurisdictie, zyn ge* maakt. In dat examen moéten twee tydpërken fn aehü fenomen worden; het eerfte, van de Utrechtfcne Jniej tot de Groote Vergadering der Bondgenoö. ten, in den jaare 1651 j en het andere van 1651, tot nu toe. Ömtfent welke eerfte Ëpoé|üë vöoraf möet wöf* den gereflecteerd, dat men geeüe Refolutie, vdor" den jaare 1051 genomen, heeft kunnen vinden, «vaar by de Militaire Jurisdictie eenigszins js gecff* cumfcribeeïd geworden: waar Uit die cöhfequentle volgt, dat die Jurisdictie tot i6$i toe, ia nllea O §p*  K a-o )# opzichte, univerfeel is geweest; om reden , dat te vooren getoond is, dat die Univerfatiteit berust op het Roomfche Regt, het welk van ouds in deeze Landen tot een Landregt is gemaakt; dat die Jurisdictie, volgens dat Regt, geenszins privilegiair en gedemandeerd was, maar even originair, als de burgerlyke Gerigtsdwang; en dat bovendien het 68 Artikel van de Crimineele Ordonnantie van het jaar 1570, en het ftilzwygen wegens de Militie, eoo in de Inltrucfien van'den Hove van Holland, als andere jüdicieele Wetten-, die, voor de Unie van Utrecht, gemaakt zyn, klaar doen zien, dat, met relatie tót de Unive'rfaliteit der Militaire Jurisdicfie , by V Lands Wetten, geene notabele verandering in het Roomfche Regt is gemaakt. Doch al ging die eomequentie niet volkomen aan, roude die Univerfaliteit nochtans ccmpleetlyk te foewyzen zyn uit de Wetten, die na de Uwecht» fche Unie, tot het jaar 1651, gemaakt zyn, en xle Militie eenigszms concerneeren. Toen de Unie in het jaar 1579 gemaakt wierd, 'was de Koning van Spanje nogh niet afgezworen; de Regeering van het Land was derhalven aanftonds nogh op geenen vaftèn voet te ftellen , en het liep nogh eénigen tyd aan, eer de Unie zelve tot volkomen confistentie gebragt konde worden; docü in den beginne van het jaar 1581, even voor de afzweeringe, werd, door de Staaten Generaal der geünieerde Provinciën, een Landraad gefteld, om nevens de hoege Overheid, die by dezelve Landen gekozen en gefteld zoude worden, te advifeeren, delibereer en, refolveeren, executeer en, enge•neralyken te adminiflreeren alle voorvallende zaaken , concerneerende de voorfz. Landen, en bet welvaren van dieni zoo als blykt uit de Artikelen voor denzelven Landraad, in dato i3january 1581 Art. 2,  K 211 X By dat zelfde tweede Artikel word geftatueerd , dat de betaaling van het Krygwolk door den Landraad gefchieden zal. By Art. 3., dat die Raad Krygsvolk zal mogen aanneemen en casièeren, en zoo voorts. Doch, met betrekking tot de Juftitie Militair, word in die Artikelen niets fpeciaals gevonden, 't en zy men het 16 Artikel daar toe relatif zoude wil. len maken, waarby aan dien Raad de magt gegeven word, ordres te ftellen, tot volmaakinge van eenen Krygsraad, om, met advife van dien, te ad» miniftreeren en volvoeren de zaaien van den voorfz. Oorloge. Genoeg is het nochtans, dat by die Artikelen, waar by het beleid der Militaire zaaken, in bet generaal, aan den Landraad gefteld word, geene uitzondering, met opzicht tot de Militaire Jurisdictie, word gemaakt; terwyl inmiddels uit die Artikelen blykt, dat de algemeene Bondgenooten, al aanftonds na de Unie, de volkomen magt en authoriteit over de Militie aan den Landraad hebben gedemandeerd. Doch het geen den twist, wegens de magt en gerigtsdwang over de Militie, zoo als ook nopens de Universaliteit der Militaire Jurisdictie, ten eenenmaale behoorde te beflechten; is de lnftructie aan Prins Maurits en den Raad van Staate, op den 18 Augufti 1584. gegeeveD: Want uit die Inltruc tie blykt: 1. Dat zy gegeven is door de gezamenlyke Bondgenooten, 2. Dat zy alleenlyk vyf jaaren na de Unie van Utrecht is gegeeven; en 9, Dat by het 3 Artikel word gezegd, dat Prins O 2 Mau«  K 213 Mauritz en de Raad van Staate ktnnisfe en judicature zullen hebben over alle Collonellen, Capiteinen, en ander Krygsvolk, te Water en te Lande. En by Art, 10, dat zy zullen gehouden zyn, over het Krygsvolk en de Officieren van den Oorlog te ftellen en onderhouden ALLE goede ordre en discipline, ook meede daarover Jlraffe, Regt ende Juftitie te doen, en doen doen, zulks zy bevinden zullen te bsbooren. En het blykt derhalven ten allerklaarfte, dat by deeze fnltructie aan Prins Maurits en den Raad van Staate, door de algemeene Bondgenooten, wel expresfelyk is gedemandeerd de Univerfeele Magiflrature en JurisdiStie over de Mihtie ; want daar ftaat: alle goede ordre en discipline, en Itraffe, regt en jullitie doen en doen.doen, en kenmsfe en judicature, hebben, in het generaal, en zonder dat 'er eenige uitzondering word bygevoegd, zoo dat Prins Maurits en de Raad van Staate, door die lnftructie, gemaakt wierdea tot opperjle Militaire Magiftraaten en Rigters. En hoe zeer die magt, twee jaaren daarna, door de aanftelling van den Graave van Lercefter tot Gouverneur en Capitein Generaal, wel wederom wierd geabforbee-d; dewyl aan denzelven, bv Refolutie en Accord van de Staaten Generaal, de datis io Januarii en i Fcbruarii 1586, volle magt, en Mbfolut Gebied over het Krygsvolk, waar onder de Gerigtsdwang zekerlyk mede begrepen is, gegeeven. wierd; zoo is de generaale authoiiteit over de Militie, na het vertrek van Leicefter, wederom aan den Raad van Staate gekomen, op denzelfden voet, als de Raad die authoriteit, volgens de lnftructie van het jaar 1584» genad had, het geen evident is uit het j Artikel van de lnftructie, door de Staa* ten  it 213 X tsn Generaal; op den 12 April 1588 aan den Raad van Staate op nieuw gegeeven j welk 5 Artikel dus luid: „ En zal dezelve Raad hebben en gebruiken de„ zelve autboriteit, om te dr?poneeren in de zaa» „ ken van- den Oorlog, ende over bet Volk van „ Oorlog, in diende van denzelven Lande wezen„, de, doende haar bevelen volbrengen door dezel,, ve Gouverneurs van de Provinciën, in der tyd wezende, den Admiraal ofte andere Officieren, „ elks in hun reguard " Vermits nu by het hoofd en voorgaande Artikelen dier lnft.rutf.ie, in het geheel van geene autboriteit gefpvoken word,, kunnen die woorden, de. zelve autboriteit, niet relatif gemaakt worden, dan tot diezelfde authoriteit, die de Raad, voorde komft. van Leicefter, en volgens de eerfte lnftructie van' 1584, reeds geëxerceerd had; weshalven die woorden moeten opgevat worden, even als of 'e? ftond, dezelfde autboriteit, die de Raad voorbeen, gebai beeju. Tn het volgende jaar 1589 op den 29 April, arlefleerden de Staaten Generaal een Placaat, tegen het uitloopen en pleegen van exaclien door het Krygsvolk} uit welk Placaat al mede blykt, dat het de Staaten Generaal zyn, die zoo wel tegen Commune als Militaire delicten, die door het Krygsvolk gedaan wierden, voorziening hebben gedaan,, en dat het (haffen van d'eene, zoo wel als van de andere misdaaden,. ter judicature ftond van den Militairen Regter: want, dat het zelve Placaat ook fpreekt van commune delicten, blykt uit deeze woorden,,, die in. het hoof d van het Placaat. voorkomen ^ „ Cor.cuslien en Exactien, die denzelven aanga„ daan worden by bet uitkopende Krygsvolk, in « onzen dienft wezende, en andere onder dezelve 0,3, JfibuU  K 2I4 X ,» fcbuilende, zoo wel, in het beramen van haare s, Beeften, Meubilen en bave, afbranden vanbaare „ Huizen, als vangen en aantallen van haare Per,j iconen. En echter ftellen de Staaten Generaal die commune delicten ter judicature van den Gouverneur en Capitein Generaal van de Provincie, onder wiens gezag zulks gebeurd zal zyn, en dus van de Juftitie Militair. En, voor zoo veel by dat Placaat, in geval van nalaatigheid der Militaire Juftitie, aan den Raad van Staate, en aan de Provinciaale CivieleRegters word gelaaten, die delicten, by preventie,• te (traffen, word daar uitdrukkelyk bygevoegd, die men mits deeze daartoe autborifeerd, ten blyke, dat de poliü'que Regters geene judicature hadden over een Militair, die een gemeen delict begaan had, zelfs niet by praeventie, 't en zy de Staaten Generaal hen daar toe expresfelyk hadden geauthorifeerd. Een jaar daarna, hebben de Staaten Generaal, by advis van den Raad van Staate, ook geëmaneert den bekenden Artikelbrief, of Ordonnantie op de Discipline Militair, welke gedateerd is den 13 Augufti 1590. Was men nu, in dien tyd, in een begrip geweeft, dat commune delicten, door eenen Militair begaan, ftraf baar waren by den Civielen of Politiquen Regter van de plaats, alwaar zoodanig delict begaan wierd, hadden de Staaten Generaal by dien Artikelbrief zich moeten bepaalen tot de delitla pure miiitaria; doch het is zoo verre van daar, dat in tegendeel de eerfte Artikelen van dien Artikelbrief alleen fpreeken van com. mme delicten; en daar uit Hvkt dan, op de evidentfie wyze, dat de Generaliteit, kort na de Utrecthfche Unie, een univerfeelen Gerigtsdwang over de Militie heeft geëxerceerd. Zoo  K 215 )# Zoo als uit de Regifters en Partyboeken van den Raad van Staate dan ook confteerd, dat die Raad, alsopperfteMilitaire Regter, rerftalleen, en nad erhand nevens den Hoogen Krygsraad ,. in alle Militaire zaaken, zonder onderfcheid xan Militair* en Commune delicten, tot den jaare 1651 toe,..heere regt gedaan, en zulks zoo ter eerder ïnftantie, als in appel van de fubalterne Krygsraaden, zonder dat eene byzondere Provincie, tot dat jaar 1651.» ecpige Refolutie genomen heeft, waar by dieivliiilaire Jurisdictie is bepaald geworden. Ook vind men niet, dat die univerfeele Jurisdictie , door de algemeene Bondgenooten, voor den jaare 1651» eenigszins gecircumlcribeerd is; want, voor 200 vérre men, uit eene Relolutie van hunne Koog Mog., in dato aé February i649 zoude willen corcludeeren, dat hunne Boog Moe. zelfs bt* greepen zouden hebben, dat commune delicten, die door Militairen begaan zyn , door politique Regters geftraft zouden moéten worden, faeett de Raad van Staate, by eene Mibüve aan de Staaten Generaal, in dato Octob. 1719, reeds geremaiqueerd, dat die Refoïuae fpreekt van de te regtftelhng van drie of vier perfoonen, en daar onder twee Soldaaten van het Garnizoen vanRoermonde, die te Uielien » in de Meierye van 'sHertogenbpfch, geweld, huisbraak en die'fftal begaan hebbende, door den Hoogfchout van 'sHertogenbofch waren geapprehendeerd; dat dus in dat geval applicabel was het Placaat van hunne Hoog Mog., in dato 29 April 1589* waar* bv aan den Politiquen Regter gepermitteerd is, Militairen, die diergeiyke faiten ten platten Lanae * perpetreeren, bv preventie, teregt te ftellen ; hoedawge preventie" in dat geval door den Hooglchout aeallegeert konde worden; bebalven dat de Kaad bv die Misfive ook nogh meer andere redenen bybrenRt, waar door het fauiive van deconlcquenue,. welke men uit die Refolutie tracht ce haaien, in. een .klaar daglicht word gefteld, O 4  K 216 )# En men mcend derhal ven gerufteTyk te mogen concludeerep, dat de Militaire Jurisdictie, tot den jaare i6\j toe, univerfeel is geweeft, en dat geene particuliere Provincie, tot dien tyd toe, den Gerigtsdwang over de Militie aan de Generaliteit betwift heeft, KIERDE PO INT. Refolutie van de Bondgenooten. i6$u Refolutie van Holland. 1654, Misfive van Koning Willem. 1675. Inflrublie van den Hoogen Krygsraad. 1700,. Stadhouderlyke Regeering.. 1747. rp _1L ot den dood van Prins Willem den tweeden» voorgevallen in het jaar 1650, was de Regeering der zeven Geweften altyd voorzien geweeft van een eminent Hoofd, By de Utrechtfche Unie was de Stadhouderlyke Reg'eering tot een bafis van de conftitutie der nieuwe Republyk gelegd: Geen won-, der derhalven, dat die conftitutie van zulk eene notabele verandering in de Regeeringsform gevoel had, en dat de band der Unie daar door meer gere]acheerd wierd, en dus ook de magt en Gerigtsdwang over de Militie, die, ingevolge de Utrechtfche "Unie, aan het algemeene Bondgenootfchap competeerde, en door het zelve altyd, zonder oppofitie , geëxerceerd was, naderhand; aan de Generaliteit wierd bedisputeerd. De Bondgenooten, in het jaar |<5ji, dan op de Groo»  #( si7 ) gezegd heeft: „ Dat die Refolutie, naar den letter, maarappli„ cabel is op de Steden in de Provintie van Gel„ derland, Item in Staat hebbende; maar dat de ge„ lykheid van reden dezelve Refolutie altyd heeft „ doen aanzien, voor eene generaale Refolutie, ,, genomen ten voordeele van alie de Steeden in de „ Verëenigde Provinciën, Stem in Staat hebbende." Intusichen beveiligd die Refolutie ten alleriterkfte O 5 81  K 218 X al het geen tot hier toe is geavanceerd, zoo weï met opzicht tot de magt en Gerigtsdwang va» het Bondgenootfchap over de Militie, als met rela'ie tot de Univerfaliteit der Militaire Jurisdictie: Want, was die Jurisdictie, tot dien tyd toe» niet univerfeel geweeft, zoude het dan toen ook volftrekt onnoo3ig geweeft zyn, daar omtrent zoodanige bepalinge te maaken; en had het Bondgenootfchap toen de magt over de Militie niet, de Bondgenooten hadden zoodan'ge Refolutie niet konnen neemen; maar dat geheele point moeten overlaaten aan iedere Provincie in het byzondcr; en had eenige byzondere Provincie toen, 'met effeét, eene diergelyke fuftenue willen voeren, dan had zy zoodanige Refolutie niet mede moeten helpen neemen, en boe ipJofa£to, de magt en gerigtsdwang van het Bondgenootfchap over de Militie, en de tot dien tyd toe gefubfisteerd hebbende univerfaliteit van dien Gerigtsdwang niet moeten erkennen; daar nu, en die magt en Ge. rigtsdwang, en de univerfaliteit van dien, voorzoo verre daar omtrent by die Refolutie geene exprejj'e uitzondering is gemaakt, door het neemen van die Relolutie zelf, door alle de byzondere Provinciën, op de plechtigfte wyze, geconfirmeert zyn geworden. En daar omtrent kan men ook al wederom allegeeren het fentiment van den Heere Raadpenfionaris van Slingeland, die, in zyn voorgemelde Manufcript, Cap. 13., ten dien opzichte deeze woorden gebruikt: „ Echter is 'er eene zeer aanmerkenswaardige ,, uitzondering van dit algemeen regt gemaakt, in „ faveur van de Steden, Stem in Staat bebbende, „ by de bekende Refolutie van de Groote Vèrga,, dering, van den 25 Maart 1651, ftatueerende „ &c., waar door zoo de Jurisdictie der Krygsraa„ den in de Steden, Stem in Staat bebbende, gere„ Jlringeerd is tot de bovenftaande gevallen, die „ van de Krygsraaden in alle andere plaatfen ftil-  „ zwygende geconfirmeerd is, zoodanig als ze in „ practyk was." Die Refolutie van 1651 is dan de eenige, welke, gedurende de exiftentie der Republyk, tot be. den toe, door de algemeene Bondgenooten, mee betrekking tot eene bepaalmge der Militaire Jurisdictie, genomen is; en het is by die Refofutie, dat de univerfaliteit dier Jurisdictie, met uitzonderinge alleen in faveur der ftemmende Steden in Gelderland, op de folemneelfte wyze, door alle de vergaderde Provinciën, is geconfirmeerd» En de exceptie, by die Refolutie gemaakt, konde dan ook niet geëxtendeerd worden; dewyl die exceptie zelve reeds ftrydig was met de primitive conftitutie der Regeeringe, zoo als dezelve conftitutie in de Unie van Utrecht, het Roomfche Regt, en alle verdere 's Lands Wetten, tot den jaare 1650, met relatie tot dat importante point, gemaakt , en de overoude ufantie, met alle die Wetten overeenftemde, was gecimenteerd. Waar is het echter, dat de Heeren Staaten van Holland op den 30 September 1654 genomen hebben eene Refolutie, waar by dezelve verftaanhebben , dat alle delitla communia, door Militairen begaan , ter judicature zouden ftaan van den civielen of politiquen Regter van de Steden of Plaatfen, alwaar zoodanige delicten worden geperpetreerd, en zulks zonder eenige de minfte uitzondering, dan alleen met opzicht tot het Garnizoen van den Hage; en op fundament van deeze Relblutie, zyn 'er naderhand ook verfcheide andere diergelyke, concerneerende particuliere gevallen, genomen. En het is dan voornamelyk op die Refolutien, I dat de Antagoniften der Militaire Jurisdictie zied te meermaalen geluadeerd hebben. Doch  320 )4 Doch het zal de moeite waardig zyn, den meergedachten Heere van Süngeland, in hetzelfde 13 Capittel van zyn Manuieript, en den Raad van Staate, wiens Misfive op dat lujet aldaar geïnfereerdis, daar over te hooren fpreeken.. „ Het verdiend (zegt die Raadpenfionarïs) alhier geremarqueerd te worden, dat, hoewel de bo„ vengemelde Refolutie van den 25 Maart 1651 in „ generaale en onbepaalde termen telt onder de zaa. ken» welke {taan tot Jurisdictie van de Krygsraa„ den in de Steden, Item in Staat hebbende, de „ excesfen en delicten, die de Officieren en Sol» „ daaten onderling, of de een tegen den aaderen, „ begaan, echter de Heeren Staaten van HoUand, „ by twee Refolutien, van den 3oSeptember 1654 „en 16 Mey 1668 verdaan hebben, en wel na „ refiimptie van de bovengemelde Refolutie van de „ Groote Zaal, dat alle delicten, begaan by „ Militaire Perfoonen, niet puuriyk Militair zyn„ de, maar ehoqueerende de gemeene ruft, of de ,', borgerlyke Sociëteit, gemeenlyk genoemd com„ munia delicta, in haare natuur, ftaan tot kennis, „ judicature en correctie van de ordinaris Juftitie „ of van den civielen en pohtiquen Regter. „ Doch met boe weinig fondament, kan afgeno». „ men worden uit den volgenden Brief van den „ Raad van Staate aan den Magiftraat van Zwol, „ welke zich bediende van die twee Refolutien, ,, om te bewyzen, dat de judicature over een Sol„ daat van het Garnizoen, die een ander Soldaat „ had doodgeftoken, en geapprehendeerd was door „ den Krygsraad, toekwam aan Schepenen: ,, 3. Wy hebben ter zyner tyd ontfangén ö ,, „ Ed. Refcriptie op onze Misfive van den 18 „ ,, September laatltleden, raakende de Judi„ „ cature over exceffen en delicten, diedeOf„ „ ficieren en Soldaaten onderling, of de een 5, te-  aai )# „ „ tegen den anderen, begaan, èn zyn gefiir. „ „ preneerd geweeit, daar in te vinden, dit ', Z V Ed. bvbrengen, tot bewys, datdejudt„ „ cature daar over niet zoude toekoomen aan „ de Ki-ygsraaden, uitgezonderd wanneer de 2 „ excelTen en delicten, welken de Müitairen „ „ onderling begaan, Krygszaaken raaken, dat „ „ de Confideratien, door de Provincie van „ „ Overyflel, in het jaar 1051 op de Groote „ „ Vergadering uitgebracht, de Judicature der „ „ Kry'gsraaden, m het voorfz. geval, bepalen , „ tot'de Krygszaaken: Want wat is klaarder, „ „ als, dat de bepaating, door eene Provincie „ „ gemoveen, echter gelaaten zynde buiten de „ „ Refolutie van de gezamentlyke Pro vin„ „ cikn van den 25 Maart deizelven jaars, „ „ waarby de Judicatufe der Krygsraadpn m „ „ crimineele zaaken, gereguleerd is, de ge„ „ zamentlyke Provinciën moeten geoordeeld „ „ hebben, dat de judicature over delicten, ., „ door Militairen onderling begaan worden„ „ de, behoorde te blyven aan de Krygsraa„ „ den, zender ondericheid, of die delicten „ de Krygszaaken raaken of niet; en dat de ,, „ Provincie van OveryiTel zich daar omtrent „ moet geconformeerd hebben met het feu„ „ timent van dc andere; dewyl geene de „ „ minde contradictie of aantekening gevon„ „ den word in het Regifter, tegen zoo klaa,, „ re en folemneele Relblutie, als die van den „ » *5 Maart 1651. „ „ By te brengen, gelyk UEd. in haare Mis„ „ five doen, de Refolutien van de Heeren „ „ Staaten van Holland en Weftvriesland, van „ „ den 30 Septemb. 1654 en 16 Mey 1668, „ „ wat is dat anders, als te luxeeren van de Re„ „ folutie van de Groote Vergadering, en de„ „ zelve te doen afhangen van de explicatie, „ „ (zco men anders Refolutien, zoo weinig „ „ over- 1  „ ovcrecniremmende met den klaaren letter „ van die van den 25 Maart 1651, kannoe,, men eene explicatie derzelve.) van ieder van de zeven Provinciën in het byzonder? Want wy vertrouwen niet; dat UEd. zou'„ den acquiesceeren aan de explicatie van ee,, „ ne Provincie in het byzonder, het zy Hol„ land, of eene andere, wanneer zy voor „ ,, zich hadden den klaaren letter van eene ,, ,, Refolutie van de gezamentlyke Bondgenoo,, „ ten, en de Provinciaale explicatie daartegen ., „ aanliep, dat wy ons dien aangaande wel „ durven beroepen op UEd. eigen Verkla„ „ ring." De argumenten, welke de Raad van Staate in die Misfive tegen die Hollandfche Refolutien gebruikt; en welke argumenten de Raadpenfionaris van Slingeland adopteerd, zyn vier in getal: 1. Dat niets klaarder is, dan dat de gezinnen, lyke Provinciën moeten geoordeeld hebben; dat de Judicature over delicten, door Militairen onderling begaan wordende, behoorden te blyven aan de Krygsraaden, zonder onderfcheid , of die delicten de Krygszaaken raaken of niet. En zulks, omdat de Refolutie van 25 Maart 16*1, waar by zulks is vaflgelteld, eene Refolutie is van de gezamenlyke Provinciën. En vermits de naauwere bepaaling der Militaire jurisdictie, offchoon dezelve door de Provincie van OveryiTel was geproponeerd, nogtans gelaaten is buiten die Refolutie. a. Dat elke Provincie in het byzonder begrepen en gehouden moet worden, zich daarom-  #( 233 )* omtrent met het fentiment vsn de andere Pro. vincien geconformeert te hebben. Omdat in het Regifter geene de minlte contradictie of aantekening gevonden word tegen eene zoo klaare en folemneele Refolutie, als die van 2j Maart iöji. 3. Dat men de voorgemelde Hollandfche Re. folutien geenszins noemen kan eene explicatie der Refolutie van 25 Maart 1651. Omdat dezelve zoo weinig overeenftemmen met den klaaren letter dier Refolutie. 4. Dat het niet anders is dan luxeeren van de Refolutie der Groote Vergaderinge, wanneer men die Refolutie zoude willen doen afhangen van de explicatie van ieder der zeven Provinciën in het byzonder; Omdat de eene Provincie, wanneer zy den klaaren letter van eene Refolutie der gezamenlyke Bondgenooten voor zich had, geenszins zoude acquiesceeren aan de explicatie van eene andere Provincie, wanneer die Provinciaals explicatie tegen die Refolutie der gezamenlyke Bondgenooten aanliep. En, om overtuigd te zyn, hoe zeer die argumen- . ten van den Raad van Staate ftringeeren, behoefd men die folemneele Refolutie der Groote Vergaderinge flechts te vergelyken met de voorgemelde Hollandfche Refolutien: Want, daar by de eerfte geene uitzondering gemaakt word, dan alleen voor de ftemmende Steden, zyn de Hollandfche Refolutien relatief tot alle Steden en Plaatfen; en daar de Refolutie der Bondgenooten uitdrüklyk aan de Krygsraaden, zelfs in de ftemmende Steden, overlaat de judicature over delicten, zonder onderfcheid, . wel-  #C 224 )# Wélken de Militairen onderling, of de een tégen den anderen begaan, ftellen de Hollandfche Kefo* lutien ook die delicten, wanneer zy niet pure Militair zyn, aan den Gerigtsdwang van den Politiquen Regter; en nimmer is derhalven eene wettiger conlèquehtie getrokken dan deeze, dat die Hollandfche Refolutien regtsdraads aankopen tegen Ae Jolemneele Refolutie der gezamenlyke Provinciën, en onder die ook van de Provincie van Holland zelve, By die argumenten van den Raad van Staate kan men 'er ook nog vyf andere voegen, die niet minder krachtig zyn. Foor eer ft, dat die Refolutie van \6$ï direct, flrydig is raet de primitive conükütie van den Staat; met het Roomfche regt; met de Crimineele Ordon* Tjantië van het jaar 1570; met de Unie van Utrecht; met de Inftructien van den Raad van staate; met alle de verdere Wetten en Placaaten, tot den jaare I650 toe; en met de conftante praétyk, welke, tot dien tyd toe, had plaats gehad. Al het welk te vooren reeds cornpleetlyk is bewezen.' Ten anderen, dat die Hollandfche Refolutie nooit door het algemeene Bondgenoodfchap is geadvou» eerd of geadopteerd geworden. Het welk een negatif zynde, voof geen direct bewys fusceptibel is; hoe zeer het wemig moeite zoude koften, om, uit verfcheide Refolutien en Misfives van de Staaten Generaal en Raad van Staate, te doen zien, dat dezelve zeer verre zyn geweeft, van aan die Refolutie eene verbindende kracht toe te fchryven. In de derde plaats, dat dé meergemelde Refolutie geen?:  K 225 )# geenszins overecnfterhd niet andere Refolutien, door de Provincie van Holland, zoo voor, als na dien tyd genomen-. Ten vierden, dat de meergemelde Refolutie, als in de eerfte Epoque der Stadhouderlooze Regeennge genomen, ook telkens na de herftellinge der pri* mitive conftitutie, of van hét Stadhouder! yk be* Wind, geflaapeö heeft, en buiten vigeuren praktyfe is gebleven. Én eindelyk, dat dezelve Rèfoïutieonbeftaanbaar is tóet de R'egten van den Capitein Generaal , en dus, door de herftellmge dier eminente i digniteit > zoo wel als andere Refolutien van dien aard, van zelfs vervallen is. Welke drie laatfle pointën gemakjyk zullen kun* nen bewezen worden. Om dan het èerfte van dfe drie pointen te probeereh, dat namelyk de gemelde Refolutie van 1654, geenszins overeenkeomt mét andere Refolutien, doofde Provincie van Holland, zoo voor als na dien tyd, genomen, teflècleerd men, dat die Provincie in het jaar 1589 gerefolveerd heeft, „ ter Verga* „ deringe van de Staaten Generaal te doen aahbnu„ den, ten einde de Raad van Staate ëmftelyk }, zoude worden vermaand, de exceffen van bet Volk „ van Oorlog i byzonder in het ftuk van het ön„ behoorlyk opgeeyen of verlaaten van Sterkten; in 't ftuk van Muiteryen &c. zulks te ftraffen , „ als de welftand van den Lande is vereisfchéride; alzoo anderszins de ftaat van den Lande, en de „ authoriteit van dien móet koomen in meerder „ verval en decadentie." Waaruit blykt, dat de Provincie van Holland föett begreep, dat het ftraffen der excelfen van het Volk van Oorlog aan dé Generaliteit behoorcie, zonder  $( 226 )4 dat die Provincie toen eenig onderfcheid maakte, of die exceiTen Militaire of Commune delicten importeerden ; wordende in tegendeel onder die exceffen uitdmklyk gefpecificeerd de Muiter-y, welke niemand ontkennen zal, een gemeen deiict te wezen. Dus heeft de Provincie van Holland, in den jaare 1626 j zonder wederom eenige diftincfie van de. lieten', of van crimineele of civiele zaaken te maaien-, uitdruklyk verklaard; „ dat haare intentie „ 'nooit geweeft was of nogh was, aan den Raad van Staate te beneemen de kennis ef judicature „ over bet Krygsvolk. En op wat wyze de Heeren Staaten van Holland, en derzelver Gecommitteerde Raaden, in den jaare 1632 omtrent dat ftuk gedacht hebben, blykt uit een zeer notabel exempel, voorkoomende" m de Refolutien van den Raad van Staate, in datis o, 14, 10, 22, 23 Odtob. en 19 Novemb. 1632, 7januafy, 4 Mey en 21 Decemb. 1633* en 12en 13 Maart 1635. Want uit die Refolutien confteerd, dat de ■Monftercommisfaris Cocq den Capitein Morgan, binnen de Stad Heusden, zoo gekwetst had, dat die 'Capitein daar van was koomen te overlyden; dat de Commandeerende Officier te Heusden daar van kenniffe had gegeeven aan Heeren Gecommit. teerde Raaden van hunne Ed. Groot Mog., en van dezelve had verzocht, te weeten, waarnaar zich 'te regtileeren; dat Heeren Gecommitteerde Raa. den heuelve, door hunnen Secretaris, aan den Raad van Staate hebben doen aandienen; alsmede, •dat zy hunne lnftructie daarop nagezien en bevonden hadden, dat de kennis van die zaak aan den Raad was competeerende, en daarom verzochten, ■dat de Raaa, na genomen kenniffe, daar in wilde disponeeren, zoo als bevonden zoude worden te behooren; doende Gecommitteerde Raaden len Brief van den Commandeerenden Officier te Heus» den,  K 327 >* den, en een Requeft, door den gemeldenCimmis. fans Cocq aan hun geprefenteerd, teffens aan den Raad overgeeven; dat, de Advocaat Fiscaal van de Generaliteit toen in het Leger zynde, de Heeren Staaten van Holland, met advis van het Hof, hebben toegedaan, dat de Advocaat Fiscaal van Holland in die zaak als Fiscaal ageeren zoude; en dat gemelde Cocq vervolgens, door den Raad van Staate, te regt gefteld en gefententieerd is. Zekerlyk zal niemand negeeren, dat gemelde Cocq 'een commune deliEtum, in eene Hoilandfcbe Stad, geperpreteerd had. Uit al het welke evident is, dat de Provincie van Holland zelve, voorden jaare 1654, van begrip is geweeft, dat de Judicature over de Militie, zonder onderfcheid van misdaaden, aan de Generaliteit behoorde. En in hoe verre de Heeren Staaten van Holland zelfs naderhand van de te vooren meergemelde Refolutie van 1654 zyn afgegaan, blykt uit twee laatere Refolutien, de eene in dato 30 Novernb. 1669 en de andere van den 9 Decemb. 1672. By die van 30 Novemb. 1669 ordonneeren de Heeren Staaten van Holland generaallyk aan derzelver Gecommitteerde Raaden in beide de Quartieren: „ alle Sententien, die by den Raad vanStaa„ te, achtervolgens haare Inftrucfie, tegen eenige „ Militaire Officieren en Soldaaten, in dienft van „ den Lande zynde, en op repartitie van de Pro. „ vincie van Holland ftaande, albereids zoude mo„ gen wezen, of in het toekoomende nogh wor„ den uitgefproken, aanftonds, op de eerfte aan„ fchryvingeofbekendmaakingevandenRaad, naar „ haare forme en inhoude, te executeeren, zon„ der zoodanige Sententien, of de meriten van de « zaak te examineer en, veel min eenige klagten Pa a van  K "8 >f „ van de Gecondernneerden daar jegens te admit*. „ teeren," ïn die Refolutie word geen het rriinfte onderfcheid gemaakt, of die Sententien van den Raad van Staate rouleerden "over Civiele of Crimineele zaaken, over Militaire óf Commune deliöen , gebèrpreteerd in of buiten dè Provincie van Hólland; maar daar word in bet algemeen gezegd , alle Sententiën, die de ka?.a van Staate, achter volgens baar e In jituUie tegen Militairen, op Holland gerepartitieerd., reeds gewezen had, of nögh wvzen zoude; En men kan geenszins Hellen , dat de Heeren Staaten van Holland de Inftructien van den Raad van Staate, Vvaarby ('gelyk hier voor getoond is) eere univerièele Jurisdictie over 's Lands Militie aan dien Raad gedeferecrd was, niet zóudtn hebben gekend, e'nöftbewuft zouden zyn geweeft, dat de Raad van Staate geënerlei bepaaling, die verder gitfg dan de Re. folucie der Bondgenooten van 1651 medebracht-, admitteerde; en niettemin verbieden de Heeren Sïaateh van Holland aan derzeiver Gecommitteerde Raaden, niet alleen het examineerender Sententien; maar zelfs bet onderzoek over de merites der zaake. Die Refolutie erkend derhalven deunirafeeïe fadicaiure van den Raad van Staate over de Militie, op Holland gerepartitieerd, en zulks zonder onderfcheid, of dezelve Militie zich op het Hollandfche Territoir bevind, het geen echter met de rneergemelde Refolutie van 16J4 in het geheel niet bvereenkoohit. En het is dan ook verre van daar, dat die Refb. lutie genoemd zoude worden in de Hollandfche Refolutre van den g December 1672, of, op fundament van dezelve, gereiolveerd zoude zyn, dat de Judicature over twee Soldaaten, in Garnizoen te Gorinchem, en wegens de misdaad van Valjcbe Munt, door den Droflaard dier Stad geapprehen- üeerd,  229 )# deerd, zoude worden gelaaten aan Schepenen aldaar; vermits hunne Ed. Groot Mog., by die Refolutie van den 9 Decemb. 1672, alleenlyk hebben goedgevonden en verftaan: „ te verzoeken en „ te laften de Heeren Burgersdyk en andere haar „ Ed, Groot Mog, Gedeputeerden, haar omtrent ,, het Leger van den Staat bevindende, dat dezel„ ve over het gunt voorfz. was, met den Heere s, Veldmarfchalk wjldeh aboucbeeren* hem Heere „ Veldmarfchalk van de gelegenheid dier zaake, ,, en het gunt omtrent voorvallen van gelyke na-. „ tuur geobferveerd is geweeft , onderrigten, des. „ zelfs confideratien in te neemen, en de zaake ,, daar been te beleiden, dat de calange en judica„ ture over- het voorfz. geval gelaaten mogt wor» „ den aan den voornoemden DroiTaard en Schepels nen van Gorinchera voorfz." Welke Refolutie wederom, zeer veel verfchild van die van 1654. En daarmede is dan betoogd, dat de evengemeU de Rejol-utie geenszins overeenkcomt viet andere Refolutien door de Provincie van Holland, zoo voor els na dien tyd, genomen. Ten welken opzichte men dan ook niet ziet» waarom aan deeze Hollandfche Refolutie meerder kracht dan aan geene zoude moeten worden toege-. Ichreeven; daar het in allen gevalle zeker is, dat, in geval de Refolutien, door de Provincie van.Hol-, land, op het. ftuk der Militaire Jurisdictie genomen, onderling niet ovcreenilemmen, alsdan die geene moeten worden gevolgd, welke met de pri-. miüve conftitutie, en. de Utrechtfche, Uaie mimi. ftrydig zouden zyn. Het zal weinig moeite in zich hebben,, om nu,. in de tweede plaats, te doen zien x dat de meerge. melde Refolutie van 1654, als in de eerfte Epoque P 3 dst.  K 930 )# der Stadbouderlooze Regeeringe genomen, ook telkens na de berftellinge van het Stadhouderlyke bewind, of de primitive conftitutie, geflaapen beeft* en buiten vigeur en praSlyk is gebleeven. Immers kan niet ontkend worden, dat de Republyk, van den beginne af, tot den dood van Prins Willem den tweeden toe, altyd een eminent Hoofd had gehad, en dat die primitive conftitutie der Regeeringe, voor het eeril, veranderde, toen het Stadhouderlyk bewind, na het overlyden van dien Vorft, ceifeerde; alsmede dat in die eerfte Epoque der Stadhouderlooze Regeeringe de meergemelde Refolutie genomen is. Dat nu die Refolutie t'elkens na de herftellinge van het Stadhouderlyk Gouvernement buiten vigeur en prafctyk is gebleven, blykt al aanftonds daar uit, dat de Heeren Staaten van Holland, zoo min ten tyde dat Koning Willem het roer der Regeeringe in handen had, als onder het bellier der laatlle Heeren Erfftadhouderen, eene eenige Refolutie, op fundament van die van I654, genomen hebben, hoezeer, 'er meenigvuldige van dien aard, in Stadhouderlooze tyden, zoo van de eerfte als tweede Epoque, voor handen zyn. Ten welken opzichte ook reeds geremarqueerd is, dat, hoe zeer de Refolutie van 9 December 1072 rouleere over een geval van den zelfden aard, als die, waar omtrent particuliere Refolutien, in Stadhouderlooze tyden, op jundament der Refolutie van 1654, en met allegatie van dezelve, genomen zyn, die Refolutie van 1654 nochtans in die van 9 December 1672 niet genoemd word. Uit de Reglflers van den Hoogen Krygsraad, voor zoo verre die geconferveerd zyn gebleeven, blykt ook, dat die Raad, gedurende het leven van Koning Willem, eene univerfeele Jurisdictie over de Militie heeft geëxerceerd; en evenwel heeft de Pro-  K 231 )# Provincie van Holland, zoo min als eenige andere, zich daar tegen verzet, of eenige Relolutie daar tegen genomen; ten overtuigende bewyze, dat die Provincie toen zelve begiepen heeft, dat haare Refolutie van 1654, federd de herftellinge van het Stadhouderlyke bewind, buiten vigeur moeft blyven. En dat blykt nogh nader, wanneer gereflecteerd word, dat de Provincie van Holland zich ïnsgelyks, zonder eenige oppofitie, heeft laaten welgevallen, dat Koning Willem, in het jaar 1700aan den.tiooeen Krygsraad eene lnftructie gaf, welke toen, door den druk, gemeen gemaakt wordende, tot eens ieders kenniffe heeft moeten koomen, by welke lnftructie de univerfeele Militaire jurisdictie aan den Hoopes Krygsraad gedemandeerd is. Want in die Inftruttie word, met sooveelewoorden, geleezen: „ Dat de Hooge Krygsraad, in alle crimineele en „ civiele zaaken, zoo veel mogelyk is, zal volgen „ en obferveeren de manier van procederen, zoo voor den Raad van Staate, als voor den Hove van Juftitie in Holland, gebruikelyk, acbterval" eende de Inflruttien van denzelven Hove, geor» donmerd by. den Keizer Karei, indenjaare 1531. „ Dat de Advocaat Fiscaal zal procedeeren , voleens den inhoude van dc voorfz. Ordonnantie ö;c, *, of, by faulte van dien3 volgens de befcoreeven „ Wetten» „ Dat hy ook den Hoogeo Krygsraad, in alle ,, zaaken, zoo crimineele als civiels, zal menen „ van advis &c." Behalven nu dat daar by in het generaal, en zonder eenige de minde uitzonderinge, gefpvoken word van alle crimineele en civiele zaaken, zoude het vol. gen van 's Hofs Injtmttie en van de Hcbre^  K 23s )# Wetten, in crimineele zaaken weinig of niet te pas koomen, indien dezelve zaaken niet mede rouleer» den over commune delicten0 Uit dat alles blykt dethalven., op de evidentfte wyze, dat de meergemelde Refolutie van 1634, geduurenae het bellier van Koning Willem, buiten alle vigeur en praktyk is geweeft, en dat men zich, geduurer;de dien tyd, nopit op dié Refolutie beroe» pen of gefundeerd heeft, om de toen geëtablisjeeröe ui. yerfeele Militaire Jurisdictie te impugneeren. En daar ui,t confteerd-ook teffens zoo klaar, van het gefouteneerd begnp van Koning Willem, met opzicht tot dat pojntj dat men zich moet verwonderen , hoe men, ten bewyze van het contrarie 3 zich beroepen >'.dhaavea, en, door het geeven der gemelde. Mructie m. dep Hoogen, Krygsraad in. het "jaar  K 233 jaar; 1700, zyn begrip aangaande die Jurisdictie zoo klaar gemanifeftecrt, dat daar over geen dispuut meer vallen kan» Meer zal men dan cok niet behoeven te avanceeren . om te doen zien , dat de meergemelde Hollandfche Refolutie, geduurende het Gouvernemei't van Koning Willem, buiten praktyk en vigeur is gebleeven; En, hoe zeer men, na 's Koninjs dood, dezelve;wel wederom heeft doenherleeven, niettegenftaande. de Generaliteit en inzonderheid de Raad van Staate die Refolutie niet respeéteerde, is echter, na dat de primitive conftitutie, door het Stadhouderlyk bewind, in den jaare 1747 andermaal herfteld was, die Refolutie by de Heeren Staaten van Holland niet weer geinhsreerd, even zoo min als te vooren, onder het Gouvernement van Koning Willem; en de UBiverfcele Militaire Jurisdictie is door den Hoogen Krygsraad dan ook fedcrd het jaar 1748, tot nu toe-, en dus reeds over d>j twintig jaaren, op dezelfde, wyze, als geduurende het ieven van Koning Willem en zonder oppofitie, geëxerceerd geworden; hebbende dan ook de Raad van Staate, by Refolutie in dato 21 Maart 1748 de civiele Jurisdictie over Militaire Perfoonen, od zoodanigen voet, als die aan den Horigen Krvesraad, ten tvde van Koning Willem, gecompeteêrd had, wederom aan den Hoogen Krygsraad overgelaaten. Doch, alvorens van dat poj'nt geheel af te ftap. pen, moet men nogh met een woord fpreeken van de Refolutie van hunne Hoog Mog., in dato 17 January 1674, op welke de Advocaat Fiscaal van Braband zich in het jaar !7iy» ter occafie van eene toen fubfisteerende Jurisdictie queeftie, onder anderen, heeft trachten te fundeeren, om de Militaire Jurisdictie omtrent gemeene delicten te impugneeion. P k, Doch  Doch met hoe weinig fundament, en wat men van die Refolutie te denken nebbe, heeft de Raad van Staate, by deszelfs hier voor geailegeerde Misiïve aan hunne Hoog Mog., in dato 30 Oftober 1719, reeds getoond, en voorts doen zien, dat die Refolutie alleen geappliceerd kan worden op een lingulier geval, waar in Prtzventie en continentia caufce konden begrepen worden plaats te hebben. De Raad van Staate drukt zich in die Misfive), onder anderen, dus uit: „ Maar of de meening vandie Refolutien is, ver„ andering te maaken in het Regt, laaten Wy Uwe „ Hoog Mog. oordeelen; welke Wy verzoeken ten ,, dien einde in acht te neemen, dat in die Refolu„ tien nergens minder van gefproken word, als van „ iets nieuws te ftatueeren; en wel iets, dat ftry„ den zoude niet alleen met het Roomfche, en „ met hedendaagfche Regt; maar ook met eene „ Refolutie van de (ölemneele Vergadering van het „ jaar 1651, welke Refolutie, gelyk gezegd is, „ uitdrukkelyk onderfcheid maakt, omtrent het „ ftuk in verfchil, tuflchen Steden ftem in Staat „ hebbende, en andere; en welke een foort van ,, Wet of Reglement is, ftilzwygende confïrmee„ rende het gerecipieerde Regt en Ufantie, in op„ zicfite van de Steden, in het Diftricf. van de Ge„ neraliteit, ter zelve tyd, dat ze uitdrukkelyk „ daar van eximeerd de Steden ftem in Staat he'b„ bende; en geconfirmeerd door de opgevolgde „ praktyk, zoo voor als na de verandering in de „ Regeering, voorgevallen in het jaar 1672; zoo „ dat de voorfz. Refolutien, genomen op particu„ liere gevallen, en zonder dat de Raad van Staa„ tc, welke notoirlyk geconcerneerd is in al wat ,, de judicature over de Militairen raakt, daar in „ gekend is, en de laatfte van de drie, op eene „ blootc fuggeftie van den Raad van Braband, niets ss anders zouden bewyzen, voor zoo ver ze zou- „ den  K 23S )# „ den mogen ter materie dienen, als dat Uwe „ Hoog Mog. niet zoudeD zyn verdacht geweeft, „ in het neemen derzelve, op het onderfcheid tus„ lenen de Steden, ftem in Staat hebbende, en de „ Steden in het diftricTt van de Generaliteit. „ Het welk geenszins zoude wezen te verwon„ deren, om dat zaaken van die natuur, geene ge„ meenfchap hebbende met Staats delibetatien, „ minder voorkoomen aan Uwe Hoog Mog. als „ aan Ons. „ Maar wy kunnen 'er byvoegen« Hoog Mogen„ de Heeren, dat geene van de drie bygebrachte „ Refolutien bewyft het geen waar toe zy byge., bracht zyn. De eerfte, zynde die van den 26 February „ 1649 &c. „ De tweede Refolutie, zynde die van den 17 „ January 1674 > fpreekt van de te regtftelling van. „ verfcheide Borgers en Ingezetenen, mitsgaders „ van een goed aa tal Soldaaten van het Garnizoen „ van 's Hertogenbofch, welke gerepoufleerd en ,, zwaar gewond hadden den Stadhouder van den „ Hoogfchout, in het llooren van eene vergades, ring van Pausgezinden. „ Dat de Hoogfchout daar over voor Schepenen „ van 'sHertogeibolch begonnen had te procedee„ ren, word in de Refolutie zelve geallegeerd, on,, der de motiven van het neemen der Refolutie; „ zoo dat de Preventie zonc'erling in confideratie ,, gekomen is; behalven dat hier weder, gelyk in „ de eerfle, qusftie is van een delict, waarin Bur. ,, gers met Militairen gemengd zyn, en waar in de „ contintntia caufa? nogh meer te paffe komt, als „ in de voorige, u Men  „ Men zoude, de Refolutie leezende, dezelve „ byna aanzien voor eene delegatie over een hor„ ribel en ongehoord Attentaat, gelyk de Refolutie ,, fpreekt, waar door Uwe Hoog Mog verflonden, „ haare Hoogheid en Autboriteit, en die van den „ Staat ten boqgfien geleideerd te wezen; in hoe» „ danige extraordinaris gelegenheden delegatien „ fomtyds plaats hebben; indien de Refolutie niet ,, medebracht, dat de Soldaaten te regt zouden ge„ fteld worden voor Schepenen van 'sHertogen„ bofch, als politique Regters van alle Militaire „ Perfoonen, in materie van delitlen, niet Mili. tair zynde : woorden , welke met geene delega* „ tie beftaan konnen; maar op welke de boven„ ftaande generaals Refolutie toepasfelyk is, en „ welke men moet aanzien als het effect van de „ eerfte indignatie, wanneer hetgeen wonder is, „ dat niet zoo net op ailes gelet word, ais anders „ wel gefchieden zoude: de Refolutie op de fteete „ daad genomen zyndeo" Tot dus verre de Raad van Staate. Grovelyk zoude men zich derhal ven abufeeren, indien men uit die Refolutie van hunne Hoog Mog. in dato 17 fanuary 1674 eenige confirmatie der Hollandfche Refolutie van 1S54 zoude willen elicieeren; en te meer, vermits in de Refolutie van hunne Hoog Mog. geen enkel woord van die Hollandfche Refolutie gerept word, en uit het- daar op gevolgde gedrag, zoo van de Heeren Staaten van Holland, als van Koning Willem in tegendeel, gelyk hier voor reeds getoond is, ten voHe confteerd, dat die Hollandfche Refolutie, geduurende het leven van evengemelde Vqrft, waarlyk, geflaapen heeft. En hier mede houd men dan ook voor compleet-, lyk bewezen, dat de meergemelde Refolutie van , dis in de eerfte Epoque der Stadhouderlooze Re*  M 237 Regeeringe genoomen, ook telkens na de berftellih. ge ' van bet •Stadhouderlyk bewind, of de primitive conftitutie, gejïqapeh 'beeft, en Puiten vigeur en .praktyk ts gebleeven. Dus blyft 'er hu noch maar alleen over, te doen zien, dat dezelve Refolutie onbegaanbaar is met de Regten van den Capitein Generaal, en zy dus, door de berjlellinge dier eminente Digniteit, zoo weials andere Refóltitïen van dien aard, van zelfs is vervallen-» En om van de waarheid van dit laatfte point ge. convinccerdj ce worden, behoefd men zich Hechts te binnen te brengen, het geen hier voor bereids is gealïegéert, te weeten, dat by de 3 en 10 Artikelen der Inlrructie, welke ih het jaar aan Prins Maurits cn den Raad van Staate gegeeven is, aan dren Prins, benevens den Raad, expreilelyk en met zoo veele woorden, is gedemandeerd „ kennisje en „ judicature te hebben over alle Collonellen, Capi„ temen, en ander Krygsvolk te water en te lan„ lande." Als mede „ over het Krygsvolk en de Officieren ,, van den Oorlog te Hellen en onderhouden alle „ goeie ordre ende discipline, ook mede daar over „Jlraf'e, regt ende Juftitie te doen, ende doen doen , „ zulks zy bevinden zullen te behooren." Woorden, welke zoo klaar zyn, dat men, om eene univerfeele Jurisdictie over de Militie, zonder eenige de minlte uitzonderinge, aan dien Vorft, nevens den Raad, te demandeeren, zich metgeene mogelykheid van duidelyker en algemeener expreslien bedienen konde. En, of zulks niet genoeg ware, kan men daar no?-h byvoegen de notabele Refolutien van de Heeren Staaten van Holland, in datis 27 Junyen i July I672,  K 238 )# 1672, uit welker eerfte blykt, dat de Heeren Ge. deputeerden der Stad Leiden toen, onder anderen, let Vergaderinge hebben voorgedraagen; „ Dat, door de maximes, die toen federd ee„ nige jaaren herwaarts, in zwang hadden gegaan, de ftaat van het lieve Vaderland in calamiteiten „ en desordres, mitsgaders de Religie en Vryheid, „ byna tot de laatfte Periode van haare fubfisten„ tie gebragt waren; ,, Dat ook de Capitein Generaal zich genoegfaam „ in alle zaaken, tot zyne funtlie fpeSieerende, „ moetende reguleeren naar de ordres en bet goed. vinden van de politique Regeering, noodzaake- lyk alles moeft vervallen &c. ,, Dat overzulks de voorfz. Gedeputeerden haar, „ by fpeciaale Refolutie van de Heeren haare Prin,, cipaalen, gelaft vonden, ter Vergaderinge te ,, urgeeren, dat de zaaken ter Generaliteit daar „ heenen behoorden te worden gedirigeerd, datals,, nogh op den Capitein Generaal, by Ampliatie „ van deszelfs Inftrudlie, behoorden te worden ,, geconfereerd, tot kennelyk wederzeggen toe, ,, eene vrye en ongedeterm'ineerde magt en au„ thoriteit, om over de Patenten, zoo van Sol,, daaten, als Burgers en Huisluiden, mitsgaders ,, over de Garnizoenen, Bezettingen, FortiSca. „ tien, Magazynen, Ammunitie van Oorlog, eva,, cuatien van Steden en Plaatfen, in cas van nood, „ en al bet geen de Militie van deezen Staat di„ rectelyk of indirectelyk zoude mogen aan„ gaan, absolutelyk , en zonder iemands bekroon, te mogen disponeeren t5?c. Zoo als, op die Propofitie, dan ook, by Relölu. tie van 1 July 1672, is goedgevonden en verftaan, „ dat, van wegen hunne Ed* Groot Mog., terGeneraHttit de zaaken daar hemen zouden worden  K 939 )# gedirigeerd, ten einde alsnogh den Heere Prince „ van Orange, Capitein Generaal over de Militie „ van de Verëenigde Nederlanden , by Ampli„ atie van deszelfs lnftructie, moge worden ge„ confereerd, tot kennelyk wederzeggen toe, zoo„ danige vrye magt en autboriteit over de Patenten „ en andere zaaken, tot de voorfz. Militie fpeciee. ,, rende, ah de voorgaande Heeren Princen van „ Orange, zyne loffelyke Vooronders, als Stad., houders, en Capitemen Generaal, ten respecte „ van de veorfz. Militie, hebben geëxerceerd." Ten welken opzichte alhier niet zonder remarque kan worden gepaffeerd, dat de Heeren Staaten van Holland, by die Refolutie, van den 1 July 1672, twee zaaken erkennen, met welken de anterieure Refolutie, van 1654 ganlch onbeftaanbaar is. Vooreer ft, dat de voorgaande Heeren Stadhouders en Capiteinen Generaal reeds hadden gehad «ene vrye en ongedetermineerde magt en autboriteit, om over al bet geen de Militie van deezen Saat, direEtelyk of indiretlelyk, aanging, abfolutelyk te aisponeeren. En ten anderen, dat het Krygsvolk was de Militie van de verëenigde Nederlanden, en, dat bet de Generaliteit was, die aan Koning Willem dezelfde magt moeft geeven, welke zyne Pr34 onbeftaanbaai is met deKegtenvan den Capitein Generaal; vermits die Refolutie de onbepaalde judicature over de Militie, en het regt 'om dezelve te ftraffen en te doen ftraffen j aan den Capitein Generaal zoude ontneemen; daar nochtans die Judicature en dat regt aan Prins Maurits expresielyk is gedefereerd, en daar de Heeren Staaten van Holland, by derzélvtetr%etrié\Óèpéfïtrteure Refolutie, van i Ju'y 167 2 zoo uitdruklyk erkend hebben, dat de Heeren Capireinen Generaal hebben gehad eene vrye en ongedetermineerde magt en autboriteit, om óver al het geene de Militie van deizen Staat, direSielyk oj indireSteiyk, aangaat, ao. joiutelyk te disponeeren. Waaruit al wederom, by Verder gevolg, proflueerd, dat die Refolutie van t6ï4> door de berliellinge der eminente Digniteit van Capitein Generaal, zoo wel als andere Ref olutien van dien aard, van zelfs vervallen is. Ten welken regarde, vermits die confequentié, uit bewezen pramisfen, van zelfs voigd, een exempel genoeg zal zyn. Men oogd op de Refolutie der Heeren Staaten van Holland, in dato 4 en 5 Maart 1672. By welke Refolutie gedecreteerd en vast gefield word: „ Dat het Garnizoen alhier iri den Hage Onder „ niemands bevel, als van hunne Ed. Groot Mog., „ en van de Heeren derzei ver Gecommitteerde Raa„ den ftaan zoudej ook gedUurende haar verblyfal» „ daar  K 24i )# „ daar, aan niemand anders, als aan hunne Ed. „ Groot Mog. en de meergemelde Heeren Gecom,, mitteerde Raaden gehoorzaamheid fchuldig zou„ de zyn, of pareeren mogen, direótelyk of in„ direCtelyk, in eeniger manieren; dat ook dien„ aangaande hec geeven van het Wachtwoord, en „ alle andere tekenen van gezag over de voorfz. „ Militie, privative zullen verblyven aan de Hee,, ren Gecommitteerde Raaden, zonder dat het „ zelve respect aan iemand anders zal mogen wor„ den overgegeeven, of aan iemand , wie of van „ wat Caracter, functie of digniteit, in de Politie „ of in de Militie, hy ook zoude mogen wezen, „ eenige Acte van Commandement of Gezag daar „ over ooit of ooit toegelaaten worden; en dat daar„ van een Artikel in de Inftrutïie van de welgemelde „ Heeren Gecommitteerde Raaden ingelyft zal wor„ den." Zekerlyk is 'er nimmer eenige Refolutie in prsciefer en ftrikter termen gecoucheerd dan deeze, zoodanig, dat dezelve geenerlei Exceptie of Uitvlucht tonde admitteeren; en nochtans heeft dezelve , met de herftelling van het Stadhouderfchap, alle haare kracht van zelfs verlooren, hoe zeer zy nooit, doot eene pofterieureRefolutie, exprelTelyt zy gerevoceerd. En daarmede is dan ook volkomenlyk gevindiceerd, dat de Refolutie van 1654. onoeflaanbaar is met de Regten van den Capitein Generaal, en zy dus, door de berftellinge dier eminente Digniteit, zoo wel als andere Refolutien van dien aard, van zelfs is vervallen. En dus is dan nu compleetlyk getoond, dat de Tegenftanders der univetleele Militaire Jurisdictie zich zeer verkeerdelyk op de meergemelde Refolu» tie van 1644 fundeeren. & Be.  #( 242 ) dig te adieeren, over een faak, waar door- wy ons ia het uitterfte embarras bevinden, hier in beüaande: Dat, namentlyk, het Hoffbewuft is, dat volgens 's Lands Privilegiën in deefe Provintie aan de Poiiticque Regters, die de Juftitie adminiftreeren, uit kragte van eene uit den Boefem van den Souverain promaneerende Jurisdictie incumbeert regtsdwang te oeffenen, omtrent alle Perfoonen en faaken, ouder hum RelTort fig outhoudende of voorvallende, die daarvan niet ïpeciaal zyn geéximeert; en dat overfulks die po-liticque Regters, en by gevolg ook het Hoff ouder de fterkfte verpligting liggen, om deefe aan hun toevertrouwde Jurisdictie te maintineeren en te exerceeren; edog, dat het felve, wanneer de omftandiaheden vereiffchen, dat die Jurisdictie moet geoeffent worden omtrent Militairen, fig belemmert vind door een feer fterk gefoutineert begrip, dat den Poiiticque Regter omtrent defelve geenerhande authorireit foude competeeren, maar dat in tegendeel, den Militairen Regter over defelve foude hebben eene univerfeele en privative Jurisdictie, in foo verre, dat de hooge of laagere Krygsraaden, tam in Civilihus quam in Criminalibus, fonder onderfcheid van Commune of Milit dre Delicten fouden zyn de eenige competente Regters van de Militairen: een begrip, het welk feedert eenigen tyd foo verre felfs is gepoufleert, dat ie infinuatie van eene Comparitie aan een Militaire Officier, die fig ten overvloede, fpeciaal by overgifte 2 van  #C 244 )# van willige Condemnarie, aan het Hof had gefubjectcert, door eenen der eerfte Deurwaarders van her. Hof gedaan, voor ongevoeglyk is gehouden; Dat niet alleen de Militairen felfs, maar ook hunne Vrouwen, KiDderen en Domeflicquen, aan de Jurisdictie van den Poiiticquen Refter worden onttrokken. Dat over Boedels van infolvent bedegene of geftorvene Militairen Sequeders en Curateurs worden aangefleld door de Krygsraaden, en judicia prceferentice èf concurrentie voor defelve genouden, en dusdelngezeetenen, lelfs de foodanige, die niet Militair zyn, genoodzaakt, om over hunne pretenfien onderling te disputeeren voor Militaire Regters waar toe defelve geene de minde betrekking hebben, en die niet geprefumeert kunnen worden, hoe ervaaren ook in den Krygshandel, veel kundigheid te hebben in de Wetten van ons Land, tot weikers dipte ob(ërvant;e in judicando fy ook niet op eene wettige wyfe onder eede verbonden zyn; en niet te min, fonder eenig beroep aan eenen hoogeren Civilen Regter over verfcheidene, niet felden leer intricate materiën, cognosceeren. Dat den Militaire Regter, even als of defèlve hadde eene Territoriale Jurisdictie, fchouwingedryftover verongelukte Perfoonen; gelyk nog onlangs fonder onze voorkennis gebeurt is, ten Huife van iemand, die notoire onder de Jurisdictie van het Hof behoord. Dat die felve Regter, even als hadde hy eene legislative Magt, Wetten maakt, geheel devieerende van het hier vigeerent regt; en welke egterniet alleen omtrent Militairen, maar ook omtrent andere Ingezeetenen disponeeren. Dat van weegens den Militairen Regter word gefüdineert, dat aan den Poiiticquen Regter, niet alleen in het generaal (als waare U Ed. Groot Mog. Refolutie  lutie van 30 September i6u ipfo jure 6? fatlo gea. brogeert) geene bevoegtheid ioude competeeren, om over de communia delitla, door Militairen begaan, te cognosceeren, maar felfs geene bevoegtheid om eenige proviflen van juftitie te verleenen tegens Militairen , die geaccufeert worden, fig fcnuldig gemaakt te hebben 'aan de ontweldiging, in confpetlu totuis vopuli , van eenen door de Dienaars van de Juftitie opgebragt wordende Soldaat» Ja dat aan Militairen, die behoorlyk gerequireert worden, om voor den Poiiticquen Regter getuigenis dei- waar eid te geeven, in eene crimineele laak, fonder eenige hsefitatie tot deiïèlfs cognitie behoorende, foude mogen worden geinterdiceert aan die requifitie te voldoen; hoedanige interdictie dan ook nog onlangs gefchied is* Met een woord, een begrip, het welk tegenwoordig loodanig gepouiTeert word, als of de Militaire en hunne Famihen een Ordre van Menfchen uitmaakten, gefieel en al buiten eenig bedwang van de ordinaris Juftitie en niet onderhoorig dan aan Regters, aanwien de Wetten door U Ed. Groot Mog- gedaan emaneeren ter obfetvantie felfs niet worden toegeiónden. En of wel U Ed. Groot Mog., hoe verre deeze fuftenue de Jurisdictie van den Militairen Regter ook moge extendeeren, egter billyk fouden verwagten kunnen, dat het Hof fig daar dóór niet fouden laaten te rug houden, van de aan het (elve gedemandeerde Jurisdictie, ook omtrent de Militairen met 'er daad te exerceeren, alfoo immers aan het felve behoord bekent te zyn, dat den Souverain nooit foodanige univetieere en privative jurisdictie aan den Militairen Regter heeft gedefereert, het geen egter, indien defelve aan hem competeerde, foude dienen gelchied tezvn, vermits alle jurisdictie alleen van den Souverain kan Eromaneeren; ja dat, in tegendeel, U Ed Gr. Mog. y verlcheidene Refolutien ten allerduidelyklte heb-  #C 340 )# ben gemanifelreert van begrip te zyn, dat de Poiiticque Regter verpligt is, de aan hem toevertrouwde Jurisdictie ook omtrent de Militairen te oeffenen; dat onder anderen hier omtrent geene de minfte twyffel overlaat de in den jaare 1654 genomene, en vervolgens te meermaalen, ook nog in deefe Eeuw, gein • hsereerde Reiblutie; waar by ü Ed. Groot Mog. eenpaarlyk hebben verklaart; dat alle de communia delic ta begaan by Militaire Perfoonen, in haare natuur ftaan ter judicatuure van de ordinaris Juftitie of den Civilen Regter, en ten opfigte van voorgaande practycquen, niet dan by forme van fpeciale delatie hebben goedgevonden, dat iemand hier in denHageGarnifoen houdende, en door de Militairen in flagranti ge ttrappeert en geapprehendeert als by preventie in handen van de Militairen gekomen, ook ter iudicanre van den Militairen Regter foude gefteld en gelaaten worden; dat foo lang deefe Reiblutie niet is jcgetrokken, den Poiiticque Regter, en dus ook het Hof, fig immers niet gedispenfeert mag agten van de judicature over de Communia Delitla door Militairen begaan, veel min de vryheid heeft van de gelüstineerde univerfeele en privative jurisdictie van den Militairen Regter op eenigerhande wyfe te advoueeren; en dat, terwyl die Reiblutie daarenboven evidentelyk doet fien, dat den Souverain eenige gepleegde Actens van jurisdictie, of, foo als de voorfz. Reiblutie het roemt, eenige practycquen, niet genoegfaarn heeft gekeurt om aan den Militairen Regter eenige jurisdictie te doen acquireeren, ja felfs niet om hem bevoej;t te maaken tot de judicature over Militairen, weegens commune Delicten in flagranti geapprehendeert, alfoo ook in een geval, waar in loodanige Actens voor handen waren , felt's daar toe eea fpeciale delatie door den Souverain is nodig geagt, o n den Militairen Regter voor het vervolg daar toe regt te geeven, de Militai e Regter dus ook nu, fgefyk boven ditn van fe'.ve foude fpreeken) fig te vergeeffch foude beroepen op e.nige gepleegde Actens van Jurisdictie, om daar uit te infereeren, niet alleen eene be-  K )# bevoegtheid om te cognosceeren over eenen in fla* gr anti geapprehendeerden Militair; maar eene univerfeele en privaiive Jurisdictie, foodanig geextendeert, dat den Poiiticque Regter nu zelfs n-et bevoegt ioude zvn tot de judicature over eenen Soldaat, die teriaa' ke van een gemeen Delict- op de verfche daat door de Bediendens van de Civiele Juftitie word geapprehendeert, daar by de gemelde Refolutie alleen by forme van fpeciale Concesfie, aan den Krygsraad alhier is toegeftaan te cognosceeren, over in den ^aag Guarniloen houdende Militairen, die door de Militairen, in flagranti wierden geapprehendeert: or wel, feggen wy, U Edele Gr. Mog., wanneet: deeielultenue op fra felve word befchouwt, billyk fouden kunnen verwagten, dat het Hof fig daar door van de exercitie van de aan het felve gedemandcerde Jurisdictie ook omtrent Militairen niet foude laaten weerhouden, lbo vertrouwen wy egter, dat U h-dele ur. Mog. fig niet lullen verwonderen over de perplexiteit, waar in wy betuigen ons ter deefer laak te bevinden, als maar hoogftdeielve fullen confidereerea de omftandigheeden, die deefe fuftenue verlelien, en dat het Hot m verdenking komt, als of het felve door de daadelyke contradictie van die luüeime eenige atteinte foude toebrengen aan de Regten en Prseimnentien van den Heere Capitein Generaal. Het Hof, het welk de eer heeft den Heer Capitein Generaal, in hoogft deslelfs qualiteit van Stadhouder, aan desfelft Hoofd geplaats te fien, en het weK by alle eeleeeentheeden doorflaande peuves geelt, hoe feer het lelve gezêleert is om de prserogativen van dien uitmuntende Vorft te helpen maintineeren, behoeft aan U Ed. Groot Mog. niet voor te draagen, hoe gevoelig de roinfte verdenking van dien aart, het. lelve billyk treffe. Het is waar, het Hof kan wel nietpenetreerenden crond, waar uk die verdenking fpruk, het lelve is niet bewuft, dat ü Ed. Groot Mog., by.bet defe, Q 4 ree*  K 248 )# reeren van de eminente Charge van Capitein Gene. raai, eenige verandering in de Jurisdictie omtrent de Militairen hebben gemaakt, het zy door het intrekken van de Reiblutie van den jaare 1654 ot'op eenige andere wyze, in tegendeel het Hof weet, dat oe obiervantie van den inhoud der gemelde Refolutie ook in een tyd, dat de Republicq insgelyks het voorregt had van eenen Capitein Generaal aan het Hoofd der Militie te hebben, is geordonneert; ja het Hof kan uit desfelfs Retroacta niet opmaaken, dat de Heeren Stadhouderen en Capiteinen Generaal, ontfterffelyke gedagtems, aan wien in de voorige eeuw die eminente Charges zyn toevertrouwt geweeft, ooit lbodanige univerfeele en privative Jurisdictie van den Milita-ren Regter, onder de Praséminentien van den Capitein Generaal gereekent hebben, maar meent veel eet de duidelyklte traces te ontdekken, dat hoogft. dezelve aan den Politique Regter ook Junsdiflie hebben toegekent over de Militairen, tam in civilibus quam in criminalibus, waar toe het Hof fig met veel fiducie verbeeld te moogen brengen, de Misfive door den Heere Prince Willem de Derde, glorieufer gedagtenis, aan het felve in den jaare 1675 gefchreeven (rn waar van, gelyk meede van 's Hofs antwoord op den felven wy de eer hebben Copien hier nevens te voegen) waar by hoogftdefelve, om dat ook in dien tyd over deefe materie fomtyds deefe en geene diffe. renten voorvielen, eenige fchikkingen heeft voorgeflaagen, en wel van dien aart, dat het Hof tegenwoordig fig te meennaalen bereid heeft getoond, om op den voet van defelven, met eenige geringe veranderin?, onder approbatie van U Ed. Groot Mog. een Plan te concerteeren, volgens het welk in het vervolg de Jurisdictie omtrent de Militairen foude kun. ncn weden geoeffent, en het welk fecr veel overeenkomft foude hebben met het geen de Heeren Staaten van Utrecht, die eene gelyke Misfive van hoogftgedagten Vorft in dat felve jaar ontfangén hadden, omtrent deefe materie op den 2 Juny 1675, hebben geftatueert. Maar  K 249 Maar of wel het Hof den grond van die verden. king niet kan penetreeren, dit belet egter niet, Ed. Groot Mog. Heeren, dat de minde gedagfen van dezelve ten uiterde grievende zyn voor een Hof, waar van de Leeden zyn aangedaan, met gevoelens van de diepfte eerbied, en van de meede hoogagting omtrent den Doorlugtigen Perfoon, aan wiens PrEerogativen, hoogd den felven door den Souverain geconcedeert, het felve gefuspecteert foude worden eenige atteinte toe te brengen. Het is dan in deefe omdandigheid van faaken, dat wy, die aan de eene zyde niet gaarne onder foodanige verdenking fouden liggen, en die aan de andere zyde overreed zyn, dat wy de aan ons toevertrouw, de Jurisdictie van U Edele'Groot Mog. volgens onfe Commisfie verpligt zyn te exerceeren, foo lang, tot dat wy by onfe hooge Committenten in het een of ander opligt by een Staats Refolutie daar van zyn gedispenleert, gèenen anderen weg geweeten hebben, dan die van deefe onfe verleegentheid te brengen onder het oog van U Ed. Groot Mog. met ootmoedig verfoek, dat bv aldien U Ed. Groot Mog. mogten verdaan , dat dé jurisdictie omtrent de Militairen door den Poiiticquen Regter niet meer op den felven voet behoorde geoefferrt te worden, als voor het heugelyk evenement van de verheffing van den Heere Prince Willem de Vierde, ontderffelyker gedagtenis, het alsdan hoogd derfelver welbehaagen mooge zyn, by eene Staats Refolutie te verklaaren, hoe verre de Jurisdictie van den Poiiticquen Regter ten deefe opfigte bepaald zv, en hoe verre U Ed. Groot Mog. goedvinden , dat door den Militairen Regter jurisdictie geoeffent worde; fullende het Hof inmiddels het daar voor houden, dat U Ed. Groot Mog. het felve. niet difpenleeren van de verpligting, om, hangende hoogd: derfelver deliberatien, de aan het lèlve toevertrovwde Jurisdictie van U Ed. Groot Mog. omtrent de Militairen te blyven oeffenen. Q S Hier  K 25° )# Hier meede Edele Groot Mogende Heeren, bidden wy God Aimagtig, ü Edele Groot Mog. in eene langduurige eu voorfpoedige Regeeringe te willen conferveeren. Gefchreeven in den Hage den 4 Maart 1772. Onder ftond, Uwer Edele Groot Mog. gantfch Dienft willige, De Prafident en Raaden over Holland, Zeeland en Vriesland.Laager ftond, Ter Ordonnantie van defelve. Was geteekent, Adriaan BodU Edele, Erentfejle, Wyfe, Hooghgeleerde, feer discreet e Hee-. ren, befondere goede VHenden* JE^e tyd Ons voor het jeegenwoordige niet toelaatende met U E. in het lange en breede te confereeren over het different, dat althans meenigmaal voorvalt over de Jurisdictie van den ordinaris Regter in Burgerlyke en Militaire faaken, foo wel ten aanfien van het civil als crimineel, foo hebben Wy geoordeelt, dat by provifie en tot datWy metUE. diesaangaande nader fouden hebben gedelibereert, foade kunnen werden valfgeftelt, dat geene publicque of Burgerlyke Perloonen, nog in civile nog in crimineele faaken foude konnen werden geconve» cieert of aangeiprooken voor den Krygsraad, ten f voorvalt over de Jurisdictie van den ordinaris Regter in Burgerlyke en Militaire faaken, foo wel ten aanfien van het civil als crimineel, en vinden ons verpligt Uwe Hoogheid daar op onder behoorlyk respect te gemoet te voeren, dat wy hoopen dat geduurende de absentie van Uwe Hoogheid niet noodig fal zyn ons recours tot dezelve over het een of het ander voorval, het voorfz. fubjeCtraakende, te neemen, terwyl, hoe feerwyookzyngeporteert om Uwe Hoogheid in derfelver hoogwiguge en de meenisvuldige occupatien te verlchoonen, en des. felfs welgevallen op te volgen, wy in deefen fouden werden belet om fulks te konnen doen door de Wetten en Privilegiën van den Lande, delngezeetenen van dien cömpeteerende, en ons foo by onfe Inftruftie als anderfints voorgefchreeven, hebbende de eer, gelyk Uwe Hoogheid bekent is, niet om Wetten ie kunnen maaken, maar om ons na ae gemaakte te moeten reguleeren; verfoeiende dienvolgende fêer gedienftelyk, dat Uwe Hoogheid te bequaamer geleegentheid fyn hoogwyze gedagten daar heenen beheve te laaten gaan, en deele laake foociamg te dingeeren, dat wy feekerlyk mogen weeten , waar na wy ons met geruftigheid, tonder te pecceeren teegen onfen Eed en lnftructie , lullen konnen en moeten gedraagen , fullende altyd bereid zyn om Uwe Hoogheid en ook den Staat, des van ons begeerende, in lbo een importante faake te dienen van onfe confideratien en advis. En ondertufichen God Almagtig biddende dat hy Uwe Hoogheid believe te kroonen met een glorieus I iücces in desfelfs voorneemen, en in gefontheid ten beften van ons lieve Vaderland te bewaaren en laaten repatneeren, fullen eindigen en blyven, &c. Den 30 Mey 167 S« Onoer ftond, Accordeert met de Minute on* La 1  K 254 )# onder den Hove van Holland berultende. Was geteekent, Adnaan Bodt. CC. 1 °. Aen die Excellentie des Hertogen tot Alva Gouverneur en Capiteyn Generaill Con. Maj. toe Hispanien, over alle die Erf-Nederlanden. (P VJTheven Bannerheren, Ridderfchappen Wouft ende cleine Steden des Furftendombs Gelre ende Graeffchaps Zutphen, in onderdeniger gehoirfam feir dienftlicken trio kennen: Nadem van wegen der Allerdurchlüc tiglter Kon: Maj: co Hispanien als Hertoghe van Gelre ende Graaf van Zutphen onfen allergenedigften Heren, fee. kere nieuwe ordinantie op dat Itucke van Crimineel Juftitie opgericht ende bevalen is tho pubiicieren, waarinne eyn jederen die Tyt van drie Mainden preflgiret ende aingeltalt fyne Ptivilegien derfelviger Ordinantie contrarie wefende voir tho brengen, limit anders diefelvige hinfurder tho gehoirfamen; ende obfervieren oern r inbak voir genoempter Ordinantie Edict ende gebott, dat fy genoitdringt oire befwerenilfen in onderdenigheit U F. G. tho vermelden, in maniere hier na volgende: Erftlick hoe dat durch dat gantfche Furftendom ende Graiffchap vursf: in allen Quartieren ende op allen orden ende Plaitzen eigene befondere form ende maniere in crimineel faicken to procedieren, boven allen mentenen gedenken, herbracht ende ufiert gensfelick ende tene- mai)  K 255 mail verfcheiden van den inhak der vorfeide nieuwe ordinantie, diewelcke ly voir oir Lant ende Stadtrecht, vryheit, gewointe ende Privilegiën ein jeder ain fynen oirth ende plaitlen gehalden ende geachtet hebben ende nogh achten ende halden dair to fuegende dat jeder Officier , Richter ende Magiftrait int ontfangén, van fyner Officien by eide verplicht woirdt, die voirlèide gerech. ticheiden, vreiheiden, ftatuiten, alden gevvoinheiden, ende uiantien onverbrekelick te obfervieren, ende die gememde dair inne tho halden, fonder veranderongh ofte vernyerongh, ende dat evn grote confufion ende onverftant maken fall durch die' Landfchap, fo verre die Onderlaken wefende 't meiftendeil fimpel und niet geleirde perionen folden moiten verlaten die alde bekantte ende gewoinlicke manieren van procedieren ende ainnemmen eyn andere ende nieuwe tegens vorige Lantrechten ende Privilegiën, by allen Regierende Furflen ende Heren ain einig'e vemyheroungh tho maicken, nyet allein bysfanheer verbleven, fonder oick beftket ende confirmiert, dair by oick die gemeyne Onderlaken fich tot nogh tho welf ende in gueder gehoirfamheit van Hoigft bemelter Kon: Maj: bevinden gerigiert tfyn. Then anderen, dat in defen Furftendomb Gelre ende Graeffchap Zutphen, van onverdenckelyke jairen herwairts is obferviert ende geholden worden, als oick in den Roimfchen Ryck ende desfelven (lenden (mitten wekken fy behoren gelyck geholden tho werden, als navolgende den Traótak, confirmation ende an dere Renverlail brieven dair af finde) alnogh geobferyiert wurdt dat wanneer ietwes afFgebraiken oder derogiert wurdt, of dair eenige nieuwe Conftitucion, dusdanige oder dergelyken faicken aingainde opgericht wurdt, dat fulx an. ders niet, dan mit vorweten ende bewilligongh der Renden tho gefchien plege; ln aller mathen oik mkter cri. mineel Ordenonghe, wylant allerhoigft loifflifter gedag, tenis Keyfer Carll des vyften, gelick oick in den Furftendomb vursf: mit die conftkution van 't jus reprefentatio* nis in 't jaar 1544 ende mit die ordonnantie van den Leenrechten in 't jaar 1547 ende dergehcken mek anderen  deren (wie Landtbrieven allenthalven uythfueren) voir» genomen ende gelchiet is. Als gelycker eeftak tot achtervolgungh ende beftedlgpngh van dien dair nha in 't jair 1500 op ainhalden der Ban rieraeren, Rittcrfchappen ende Steden, die voirgevallea on ordenongh van Appellacie ende Revifie op geweien Sententien is afgeftelt ende der voriger alde Lantsgebruyck in efle gelaten ende beftedigt, mit dieier navolgende claufule, nementlick: Ter tyt ende wylen tho, dat fich die Con: Maj: be. treffende die vursf: Revijien mit gemeyne Lantfchappen des Farjlendombs Gelre ende Graejfcbap Zutphen anders •uergelecben fall bebben. So dan nu openbair ende ü F. G. niet onbewoft is i;: wat mathen in 't jaar i543HoigftbemelterKeys:Maj. die iuppiianten en dat alinge Furftendomb Gelre ende Graiftchap Zutphen, mit iekere voirwahden, Contracten ende Tradaten beiderlëits voirgangen, verbindingen ont'angen, ende onder fyne Maj: onderdenicheit genomen oick die Lantichappen ende eynen jederen by oiren privilegiën, Vryheden, Rechten ende alten gewointen enae ais Lithmaten des H. R. Ryks tho onderhaiden, genedichlichen belooft ende befwaren heeft. Wekken Tradtait fyne Keys: Maj: ierlt in den jaire 1544 ende dair na Kon: Maj: onfen allergenedigften Heer op fyne Maj: Huldigongh in 't jaar 1549 ende noch wederomb in 'c jair 1556 int lanck mitclaren endehellenn uitgedruykten worden, confirmirt ende approbirt hebben , bdavende ende befwerende die Lantfchappen by oere Privilegiën, Vryheiden, aldcn wailhergebraichten Pltb'citen ende gewointen, Brieven ende Segelen oick by den tremeken Tracfait verblieven t laten, ende dair by to haken. Wekken achtervolgende ende fich gensfelick vertrostende U F. G. van alles &cadverürc ende geinformirt fyn-  K 257 )# fynde, lullen dair fnne der mathen genedichlichen verfien laten, bidden die fupplianten demoitlick ende op 't aller onderdenigft, dat U F. G. believen genedich infiens tho nemen op 't gene vursf. is, ende die Ingeletenen van die alingen Lantfchap to laten verblieyen by oire vorige Lantrechten, Privilegiën ende maniere van procedieren mit ophouding van die vorsf. Ordinantie ende Execurion van dien. 1 Welk doende ete. Onderfiond Dat dit vorenftaande, onder andere origineele Hukken , alfoo woordelyk mede, in het ter Secretare der Stad Arnhem beruftende M. S. Boek geintituleert LandTaaken, geq. No, 5. de annis 1569—1571. fol 430, feq. gevonden word attelteere ik ondergeteekende Secretaris der Stad Arnhem. Was geteekent W. R. BRANTSEN junior Secrtt. CC. 2°. Ain die Excellentie etc. C3m van wegen die Bannerheren, Ritterlchappen ecde Steden des Furftendoms Gelre ende Graiffchaps Zutphen, volgende het amgeven van den Heren Secretario Barty W ein ander t'mformiren foe vere diefer tyt motgelick is, by fchrifteiick befcheit in der voirgainde fuppltcatie geroirt. So is 't dat die Gedeputierden van die voorn. Lantfchappen in aller onderdemcheit overleggen ende exhiberen 't gene ende allo hier na voigt. Irif. den Traófait vor Venlo opgericht anno 1543 dair by blickt, hoe dat hoichloflèlyker gedachte KeyierCaril. R den  #C 358 )# den V die vursf. Lantfchappen onder Syn Maj: onder, denicheit en gehoirfaimheit ontfangén heeft, mit b;« loifte, diefelve Lantfchappen ende eyn jederen by hai* ren Privilegiën, Rechten en alten Gewointen te halden ende te laten verblieven, mit meir andere Puntten ende Arciculen by den vorsf. Tracfait int lange verhailt, A. Item de confïrmation by Con: Maj; op vursf Tracfait, mit verhalinge ende repetitie van den Inaalden van dien gedain anno 1556. B. Item die Keyferlicke Conflitution aingainde 't jus van Reprefentation gemaickt ten verfuicke van de Lanafchap, A°. 1544, C. r Item d'Ordinantie van de Leenrechten, oick mit bewilligongh ende ter begeerte van de Landfchap verleent ende gegeven, A. 1547. D. Item fekere Claufule van de Lantbrief des Quartiers van Ruremunt gegeven A°. 1328 geconfirmiert faccesfivelick, by Hertoch Willem, Hercoch Arndt, ende Hertoch AdolrF.— Item noch eyn claufule van den Lant* brief van Overbetuwe, Nymegen ende Arnhem gegeven , by loffelicke gedachten Hertoch Arndt van Gelre in dato 1445.— Item noch feeckere claufule geëxtraheert uyt den Lantbrief op Veluwen by Hertoch Carl van Gelre verleent A°. 1532, dair mit biickt, dat voe. rige regierende Forften, de Ingefetenen van de vursf. Lantfchappen, aldair gementionirt tho gefaicht endebe* laift hebben, gein veranderongh, derogatie, of af bree* ken, van vorigen Lantrechten ende gebruicken te doen, dan mit raith ende bewilligongh van de Stenden ende Landlchappen, E. Item Extraióf. van de Refolution van Holchgeboornen Furüinne rierthoginne van Parma A°. 1560 dair by blickt, hoe dat op ainhalden, Bannerheren, Ritterfchappen ende Steden voirsf. belangende d'Appellatie oder Revifie op geweienen vonnilTen, het vorige alte Landcgebruick, in  K 259 34 in fyn vorige gehalteniffb gelaten ende beftcdigt is mit diefe navolgende CiaufulTer tyt en wylen tho, dat fich die Con: Maj: betreffende die voorf. Revifie, mie gemeine Lantfchappen des Furftendoms Gelre en Graiflchaps Zutphen anders vergeleken fall hebben. F. Hopende by d'inbalde van vursf. Traótait, Privilegiën , Brieven, ende Extracten, mit rneir andere, die fy (des noot fynde) ter gelegener tyt wel fouden voirtbrengen het aingeven ende verfoicke van de voornoemde Lantfchappen genoich bewefen ende verificiert tlyn om gelaten ende gehalden te worden, by hunne vorige Lantrechten, Privilegiën ende alten gebruicken. Dairom oitmoedelick biddende, fonderlinge atngefien de gemeine lcgeiëtenen fich mit voirfeyde Lantrechten in guede geborfaimheit van leine Majeft: bis her toe wel gevonden hebben ende fich verblieden, fervari fibi luas confuetudines dair doch Cob: Maj: geine merckelicke fchade, noch prejudicie en kan hebben, fo lange de Lant» fchappen gein veranderongh en begeren, noch van befwereniffen en klagen, prefentierende niet te min, dat fo verre die vursf. Lantrechten ende alden gebruyeken op emige oirden ofte plaklen, bynnen de vursf. Lantfchappen enigh gebreck of misbruyek bevonden worden , 't felve m behoirlicker maniere (gelyck vorhin by vorigen Furften ende Heren ende der Lantfchap gefeniet) gebetert ende geremedieert worde bynnen Landcs. Onderfiond Dat het vorenftaande, onder andere origineele (tukken, alfoo woordelyk mede in het ter Secretarie der Stad Arnhem beradendeM.S.Boek, geintkuleertLand» zaaken, geq. No. s. de annis 1569—157». fok feq. gevonden word, attefteere ik ondergefchreven Secretaris der Stad Arnhem. Was geteekent W. R. BRANTSEN junior Sier», Ra Re-  K *fo 34 CC 3°. Refolution des Hertogen toe Al va. JL ^ hadem fyne Excellentie aingedragen is geweeft Tgene van wegen der Bannerhcren , Ritterfchappen, lioift ende cleine Steden des Furftendombs Gelre ende Graiffchaps Zutphen, durch derfelver Gefandten, tegenwoirdelick hier to Hove fynde lange und bredt te kennen gegeven, vertoint ende tot bewys desfelven geëxhibirt is gewelf, tegen die Ordinantie belangende die Juftitie Criminaale by den Coninck onfen allerg. Heeren tot gemeen nut, oirbaar, en welvaren fvner Kon: Maj: Landen van hervvairts over int generail ohlanx opgericht ende gemaikt, ende durch uitdruckelick Bevel fyncr Exc. in den voirsf. als oik allen anderen Landen Hoigftg. Kon: Maj: gepublicirt ende verkondigt; Ende dat fyne Exc. op all waill rypelyck gelet heffe, is bevonden worden de vursf. Staten by 't geene fy geëxhibirt hebben, oire tho kennen gheven allegata ende vermeten, niet gevelificiert noch bewefen hebben, noch dair inne dem Rechten genoich gefundiert tfyn, woe dan oick niet redelyck noch betamelick is, fyner Kon: Maj: Furftelicke ende Princelicke authoriteit ende Jurisdittion by lullike ofte dergelycke Pretenfien te vercleineren of verhinderen; Ende woewaill nu der Termyn bynnen wellicken gemelte Staten behoirt hadden oir noitdruft diefenthalven voir te dragen, te kennen geven ende probieren nu fcheio verftreken omme ende gepssfiert is. Edoch op dat gemelte Staten clairlick fien ende fpoeren mogen, dat noch meirHoichgedagteKon:Maj:noch lyn Excell. begeren und weiniger gemeindt fyn, de vursf. ï^ndfehap in oire hebbende Privilegiën ende Gerechtig, heden enigeley wiefe to bezweren, dairbeneffënsmercken moigen, fyner Excell. to defelve Landfchap gueden willen ende affe&ion. So heft fyne Excell, wail willen to  #( a5i )# to vreden fyn, gemelte Staten ten overvloet, endevoirall noch te gunnen ende verlenen woe fy dan gunt ende verleent by defen, noch eynen anderen termyn van (es weken, om binnen denfelven te moegen particulierlick te kennen gheven fullycke gravamina ende Befwerenisfen die fy vermeynen to hebben tegen jeder PunCt ende Artickeli befunder, voirgeminter Ordinantie ende diewelcke fy vermeynen fouden verhinderurgh der gemcyne Juftitie in den vursf. Landen niet practicabel to wefen , mit famt oick particulier lick verlenen, dair doen ende bewiefen alfullicke Stad ende Landtrechten, dewelticke fy pretendieren de vursf. Ordinantie contrarie oder nadeilighto welen, und fall fyne Excell. nha ver. hoir, Examination und erwegongh fullickes tho kennen geven, voirdragen, declaration ende beweys, fo ge. dam fyn ende gefchien werdt, fich aller geboir ende genade nha dair inne verniemen ende erviuden laten. Gedain tho BruiiTel den 18 des Maints May 1571. Onderfiond DUC d'ALVA. dureb bevel fyner Excell. BERTY. Onderfiond Dat dit vorenftaande, onder andere origineele (lukken, alfoo woordelyk meede, in het ter Secretarie der Stad Arnhem beruftènde M. S. Boek, geintituleerd Landzaaken, geq. Nc. 5. de annis ij<5o—IJ71- f°L 434- & feq. gevonden word, teftor. Was geteekent W. R. BRANTSEN junior Stcrtt. d. Stad Arnhtm. R 3 Aaa  #C afe ># CC. 40. Aan die Excellentie des Hertoch tot Alva. jH \Teven Bannerheren, Rkterfchappen, Hoeft ende cleine Steden des Furftendoms Gelre und Graaffchaps Zutphen, in onderdeniger gchoirfarjm tèer dienslick to kennen, nae dem zy op der deputierden und gefandten bitlick inhak uyt Furftelycke genaden, genedige Verordenungh op Nymegen op ten 24 Juny verfchreven U F. G. genedichfte meynongh ende Refolution op idt fupplicieren aengaende die Ordinantie van Criminaelle Juftitie aen tho hoeren, und daer in U F. G. mit geuerlicker antwoordt tho bejegenen dat zy daer hen voorgemeiute erfcnenen ende op ten 25 Juny U F. G. aengetogen Relblution durch die verordente innen overbracht ende referiert in maete defelvige de verordente averant wordt. Und moegen U F. G. mit waerheytonvermeldet nyet laeten, woe dat nyewerft in oeren gedanken «ertegen, viell wemiger gemeint geweeft, wie oeck noch nyet fyn, der Con: Mai: Furftelicke oder Princelicke authoriteyt ende Jurisuiction in eynigerley wy», tho *erkle neren ofte to verhinderen. 'Dan dat fy hier bevoren U F. G. fuplicierende avergebracht ende avergegeven, oick nu ferner fupplicieren und avergeven, dat lelve is gelchiet und gefchicht oick geener anderer meynongh, dan alleen die Con: Maj: als Hertog van Ge'fe ende Graaf van Zutphen und U F. G. oetmoe• dichücken tho informieren, daermit fv by oeren alden herbrachten ufantien ende gewoenheidën billick gelaten warden, ende mit nieuwer ongewoenlicke Ordinantiën verfchoent blyven mochten, biddende feer oetmoedelicken idt allo und anders nyet, genedichlick aen to mercken und tho verftaen. Dat averil U F. G. van wegen der Con: Maj: oeck voer fich ielven genedichft ercleren, dat noch alder. hoi .ft ged. Con: Maj: noch U F. G. begeren ende wei»ich gemeynt fyn, zy in oere hebbende Privilegiën ende gertchucheden, in eyniger wyze to belweerèn, derhal-  K 2Ö3 >* halven doen fy zig alleronderdenichft und demuetlickft bedancken wie fy oeck van die Con: Maj: ende U F. G. noic anders in alleronderdenieheit en demoedicheyt gehaept hebben, oeck noch gensfelick ende gewisfehck daer voer halden die Con; Maj: en U F. G. werden beter informicrtfvnde, zy ten weinichften, niet in oere Privilegiën , Gerechticheden, Vryheden, gebruicken en gewoontens tegens den'lractactvanVen'.oe, qnd watdemaenhenckc, verkorten willen. Belangende averil die antwordt op U F. G. genedichfte Refolution, moegen U F. G. zy andermaal genedichft tho beherrigen,^ onderdenichil voer to brengen nyet ondeilaeten; EerOelick, aengefien in defen Furftendomb Gelre en. de Graaffchap Zutphen, aver aller mynfehengedencken idt allo altvt heerbracht, und van der Lantfchap Puvileeien en 'Vryheden gehalden wordt, dat wanneer iedt-. wes geordinien, ftatujrt, ende van nieuwes mgefuert werden lolde, daer aen den Landfchap gelegendat lulck-s anders nyet dan mit voergehaldcn, Raede ende deliberatie » der Bannerheren, Ritterlchappen ende Steden to gefchien plege, getick fulx m oeren vonger lupplicatica in ipecie breder uitgefuert. Und oeck gelicker geflalt in den Roemfchen Ryck gebalden uud ufirt wordr. Soe dan nu geruerten Bannerheren, Ritterfchappen ende Steden, in den Traflaet voer Venloe, und wat dem aencleeft tho gefacht nyet alleen zy by oeren ge-, woonheit, Privilegiën, Herkommen, Vryheid und ufantien tho laeten, fonder oick als LithmatenoesRoomfchen Ryks ende anders nvet roe onderbalden, und zy die Bannerheren, Ritterfchappen ende Steden, idt anderfints nyet verftaen konnen, dan daer fulcke nieuwe Ordinantie, fonder die beraetflagungh mit hen (als den die Lantfchaps gelegenheidt om beften kondigh) tho nemen und tho befluyten vurgaen folde, (dat iy doch nvet haepen willen ï dat fulx oeren alden herkoaimen, der  K 264 x Landfchaps faecken mit hen tho tradtieren to en tegen zy, oick a!fo und lbo anders dan andere des Rycks Litmaten gehaiden wordt. Demnach willen fich nochmaels ocderdenichlicken getroeftcn idt lullen nyet behoeren hen einighe nieuwe Ordinantiën, Conftitutionen, Placaten of Edicten aen tho nemen opgeiachc worden, die myt denaldengebruiken, die gemeine Lantrechten und alde ufantien contrarie fynde, eerfilick myt Bannerheren Ritterfchappen ende Steden beiaeifiaget ende befioeten fyn. Then anderen, dat daer beneeven durch diefelve nyhe Ordinantie op allen und yderen Plaatfen ende oirdeii defer Landichappen, alle a'iden Formen, und manieren in criminael iaecken tho procedieren, van overdenkelicken jacren gehaiden heerbracht ende aan een yderen oer Je» als voer oer proper Landt ende Stadrecht gewoonlie dt und Privilegiën geufiert gants und gaer toe nyet gedaan, oeck by den Officieren, Rtcntcren endeMagiftraten in oeren gewoeniicken Eedtn oever Officien halvcn, opgerichten Statuten, der wegen hebbende vryheden, gerechticheden und gewoonheiden, eine groete veranderongh und in defen Landen ongewoeutlicke nieuwerongh gefchien wurde. Ende funderheken dat oick durch geruerte nyhe Ordinantie etlicke Edicten und Placaten, daar op zy ficla referieren, fwaere en nieuwe, m defen Landtfchappen ongebruickelicken ftraffen, des Rooms Ryks gebruik to weder4 daer doch zy als Litmaten des Rvcks, vermo. gens des Venlolchens Tractaat, und onderling daer op gevolgde Confirmation, Renverfalen ten eeuwige dagen to halden, ther contrarie ingefuert werden, als onder anderen die hoich befwerelicke, in defen Landen ongeho irde Confiscation is; daar zy tho weder, wie idt in der Ordinantiën erfchynt, erftrèckt werden foldt. Vermits welcke die onnofele ther onfcholt tho bedorven, und den Rycke ire goederen onbillick na tho ftellen, ducfcmalen oere faeck gegeven werden kan, want dan oeck  265 )# oeck fulcken, voergernoeten toefagongh und verfpraickingh int Tractaat van Venlo, ende wat dem aankleeft, wie baven gemek tho fien, hoe fy anders nvet erroeten en konnen, tho weder is; dermaten dat oeck defer oerfaecken halven, fy d:e nyhe ordinantiën geuskdick tho verlaecen, men will gelwygen dat die nyhe Ordinantie in defe Lantichap nyet practicabel. Then derden, als oeck in geroerten Tracfaet onder anderen met halden aller der Landichappe Privilegiën, Vryheiden ende gerechtiehêiden» ukdrucklicken bevestiget, confirmiert ende approbiert, fonder oeck toegelacht, eyne jcderen geiltlick of wertlick by fynder Hoecheiden/Heerlickhevden, Gerechticiieit, brieven und Segelen etc. oeck by allen wolhergebracote Plebisciten ende gewoonten* tho laeten a!s dan oeck onlangs van Kon: Maj: uit Hispanien aen die Lantichap getohreven is, per copiam authenticarn, hier by liggende, endeferner in den hier bevoren avergegcven copie tho vernhemen, daer und m geval! noedich men oerboedich is, die copien tegens den Onginaelle, by den Griffier defer Cancellerye to autbentifleren ende alloe prefenderen tho laeten, und dan die Bannerheren, Rkterichapoen und Steden, defer Lantfchap und ein yder befonder fich oeck uit particulier geruerter nyher Ordinantie halven, als oeren 1 loccheiden, Heerlykheiden und Geregtigheiden alden Herkommen, Ufantien, Herbrachten, Lant ende Stadcrechten, Privilegiën und dergelicken, foe zy und een yder infonderbek nebben, hen woe vurgeruert confirmiert und approbiert, und fie daar by tho laeten und to halden, gelaeft, toegeiacht ende belwaeren, naedeilich und to weder in voeil wegen belweert bevinden. Soe idt dan allo is dat die Landfehap oeck mt gemeyn nyet weynich daer aen gelegen, dat oeck befonder eenen yder, geiftlick of wertlick dat Traflaat voer Yenloe, und wat daer op gcvolcht, gehaiden werde 10e hebben zy niet voerby gaen konnen dat felve U F. G. oeck onderdenichlick to erkennen te geven, der genslicher ondcrdenichfter vertroeftungh U F. G. fullen daar van geil 5 m'  K 266 informiert fynde, daer inne dermaeten genedichlicken verfyen laten. Bidden alfoo die fuppliantennochmaalsdemoedichlick, ende op dat aller onderdenichft, dat U F. G. believe het voirgefchreeven alles genedichts to behartigen, und genedich infiens to nemen op 't geene vursf. is, ende die Ingefeten van den aligen Lantfchap to laten verblyvc by oere vorige Lantrechten, Privilegiën en manieren van procedieren, mit verlatunghe van voorzeide Ordinantie ende Executie van dien. Underdenichft vertrouwende, ende fich gensfelick vertroeflende ü F. G. werden daar beneffens, die gants willige ende onderdenichfie gehoirfaamheit, guede toeiieygongh, der gantfche Landlchappen tegens die Con: Maj: mJungfter inbewilügongh deraengefonnencr, doch hoegbefweerlicker contributión, und fiuer, genedichlicken behertigen, und tot U F. G. genedigen gemoede gaen laeten, oeck derwegen defe befvyccrlich faeck daer hen tho richten, genedichlicken gefinnet fyn, dat defer Lantfchap altyt gehorfaeme onderdenicM, ganuwjlüge der Con: Maj: onderdanen over oer vurgeruirte octmoe. dichft Bitt und begeren, ferner nyet bëfweert neeft be. droeft werden, fonder wie bis heer toe, unJ nier be. vorens altyt iren Privilegiën Rechten, Gerechticheden, und alden gebruick fonder einigen afbroeck of vcranderongh te doen genzlich erfrouwen moegen, dan daer fulx boven alle onderdenichfie toeverficht nvet to er. halden, hebben U F. G. genediebff af to nemen , dat die Lantfchap ieren Privilegiën, Rechten, und Gerechticheden, ter contrarie en in Prejudicie derfelvige alfulcke nyhe Ordinantie, aenthonemen then hoechften be. fwcerhch fallen worde. Ende alfoe fich daer overgantz oetmoedeficken tho betuegen ende vermoege meergeruirte Traclaet iere Noetdruft geboerlick aen Oirden en Plaatfen op 't alderonderdenichlf. wyders tho gelangen, und daer voer tho bidden, genoedicht worden folien der onderdenichfter bapenong ü F. G. werden defer der Land«  «K 2<*7 )# Landfchappen onvermyetlicke noetdrinckelicke gelegenheit mit aller genaeden int befte ycrmcrcker;. Dat doende. Zyn Gen. gepraefentiert den 27 Juny die de fupplicatie aangenoemen om t'wille. Onderfiond Dat het vorenftaande, onder andere onnneele Hukken, alfoo woordeWk meede, in het, ter Secretarie der Stad Arnhem beruftcnde M. S. boek, geintituleeid Landzaaken geq. No. j. de ar.nis 1569—1571- *öl« 5?Q' & leq. gevonden word, attetteere ik ondergeteekende Sccretaris der Stad Arnhem. Was geteekent W. R. BRANTSEN junior Stcre:. CC. 50. ExtracT: uit zeker boek beruftende ter Cantzellerie des Furftendombs Gelre en Graevlcbaps Zutphen, in dorfo getekend A. en waer in verfeheide misfiven, refolutien der ióe.£euwe geregistreerd ftaen, wordende aldaer op fol. 156. gevonden de navolgende misfive qn antwoord. Toucbant les Ordonnances Crimineles en* tre*  $c 268 tretenement ou obfer•vaiicns dicelks. J^^crafsr. de Hierges, Comme pour ctrtaincs bonnes confiderations, je dtfire defire adverti de vous fecreteinent fi les ordonnances faites par fa Mate. en fan xvc. foixante dix fur ia Reformation des desordres & abus de Jultice font obfcrvées, et fi les Juges et Officiers respec tivement les gardent et maintiennent — Parquoy vous requiers au nom et de la part de fa dito Mate que prontement et fecretement informer ce quil en eft es metès de Gheldres, Zutphen, Overyffel et Lyngen; Vous recommandant neantmoins le fecret pour nen faire femblant en ung temps fi garbouilleux que le pnt, dont comme dit eft men advertires, Afin que vre Reception veue jen puilfe doener 1'ordre et provifion requiie, Etant Monfs?. de Hierges nre vous ait en fa S*e. garde. Danvers le xijme. jour de Janvier 1574. Sr, v. desfoubr. eftoit escript V--e. Amij faubzfigné Don Luis de Requefens, et embas d'Overloepe. La Superfcription eftoit A Moofsr. de Hierges Gouverreur et Cap»e. Gnal. de Gheldres Zutphen, Overyffel et Lyagen, ccc- Par Monfeigneur le Baron de Hyerges Gouverneur et Cap-'e. Gnal. de Gueldres, au jourdhui date de celles prelènte au Confeil 1'original de la cy deslus efcripte Copie, ct Demande de ce que ceftoit quant a 1'obfervation des ordonn. y mentionees A efte respondu par ceubc du Confeil de nen fcavoir autre chofe finon que eulx (d'autant quen eulx eftoit) fè foyent toufiours employez a ladt. oblervation defs ordonn. fans toutesfois (a ce auilz fen po> voyendt appercevoir) que jcelies foyent oSfervees par ceulx des pays mais bien au contraire quilz foppofenc auxcuns endroitz» Adluin a Arnhem ce ijme, de Febvrier xvc. lxxv. ftilo veteri. Pro vera Copia. C. G. HULTMAN. Ex-  K 269 )# DD. i°. Extract uit het lnftructie Boek van de Edele Mogende Heeren Raden van State der Verëenigde Nederlanden. Inftru&ie voor ReinierSchrasfer, der Rechten Doétor, en Subftituit Momber van Gelderland, als Advocaat Fiscaal over de Guarnifoenen in 't Furftendom Gelre en Graeffchap Zutphen. IFn den eerllen zal gehouden zyn der Landen en gemeene zaake geregtigheid waar te neemen en yoor te ftaan, en die te vorderen met alle moogelykemiddelen, to in rechten als daar buiten, zonder disilmulatie ofte aanfehou van eenig particulier faveur of haet, hoedanig des zoude moogen weezen. Zal neerftelyk doen obferveeren de Placaaten, Ordonnantiën , Refolutien en beveelen van de Ho: Mog: Heeren Staten Generaal en de Raad van State aireede geëmaneert en nog te emaneeren. Zal hem over alle mefufen van de Krygsvolke ernftelyk informeeren en de Overtreeders zo des nood zy, by de gewoonlyke Officieren van de Corcpagnien ofte andere, zo dat beft geleegen zal zyn, in goede verfeekerheid doen ftellen, den Krygsraad daar op doen vergaderen, ende zake aldaar voorftellen, en met dezelve advileeren, by het examineeren, en ook over defcher- pe  K 270 pe examinatie of Torture meede prasfent weezen, om alzo met beeter kenniü'e in de zake te procececren en te concludeeren volgens den reneur van de Ordonnan» tien, Placaaten en Ketoratien, ofte by faulte vau dien volgens de bcfchreeve Rechten. En om hem te vryelyker hier in te moogen kwyten , zal niet vermoogen van ymand in 't particulier eenige Weddecs Penlioenen ofte giften te neemen. Zo wanneer hy eenige informatie zal moeten gaan neemen, fal hem daar in linceerlyic enoprechtelyk draagen, en de zaak met alle circumllantien ten uittertten onderraden, lettende zoo wel od de reedenen van de geaccufeerdens als van de accufateur, dog voor al meed onaerfoeken 't geene daar aan den dienft van 't Land is geleegen, ende voorts de fake regtelyk beleiden en indrueeren, dat by den Krygsrade, eindelyk en londer uitltel daar inne recht mag gedaan worden. Zal ook alle neerdigheid aanwenden, om den Articulbrief van de discipline Militair, en de Placaaten en Ordonnantiën van de Landen onder den Volke van Oorloge te Lande wel te doen onderhouden en om de juftitie Militaire in 't Civiel en Crimineel zo te doen beleiden, dat de boofen geftraft, en de goeden voorgedaan moogen worden. De zaken alzo in ftate van wvzen gebragt weezende, zal by by advife van 't hoofd van de Juftitie Militair, den Krygsraad behoorlyk doen vergaderen, heur de zaken voordraagen, de dukken communiceeren en leezen, en daar by vertoonen wat den Articulbrief en de Placaten van den Lande daar af ftatueeren, en wat Intreft den diend van de Generaliteit by de zake heeft, ofte waar op in 't Civiel de zake meed bedaat, daar naar den Prcefident de opinien omvraagen en behoorlyk coiligee. ren, en doen naar de meerderheid van de ftemmen de faken concludeeren. \ Zal  Zal beforgen dat de Crimineele Sententien by den provooft behoorlyk worden geexecuteert, ende voorts alle zaken bevorderen, gelyk hy voor den meeften dienft van 't Land bevinden zal te behooren. Zal zorge draagen dat geen Gevangenen lang blyven zitten zonder merkelyke oorfake, maar zal heurder fake expeditie vei volgen aan den Krygsraad. Ende tot uitvoeringe van zyn Officie zal Regifter en Notitie houden van alle Acten, Informatien ende alle andere voorvallende zaaken en Termynen in Judicio en daar buiten van importantie weezende, om met de Extracten ofte Copyen derzelver hem te behelpen daar' 't van nooden zal weezen. Zal hem voorts in alle zaaken altyd neerftelyk en getrouwelyk dragen als een goed en getrouw Advocaat Fiscaal fchuldig is en behoord te doen, op een ïractement 't welk hem is toegevoegd. Ende dit alles by Provifie, referveerende den Raad van State aan haar, deze initructie naer geleegenheid ende toedragt van zaaken te moogen vermeerderen en verminderen, ofte anderfints daar inne te Ordonneeren als bevonden zal worden te behooten. Aldus gedaan in den Rade van State, in 's Graven Hage den 20 February 1616. Onderfiond Accordeert met zyn Principaal. In kennisje van My. Was geteekent j. j. van HEES. Es  #( 27a DD. 2°. Extracï: uit het derde Boek der Verbalen van Gecommitteerdens uit 't Hoff, mitsgaeders. van den Momber &c. Verbael van Dor. Arnold Pen- ninck Advocaet Fiscael van de Guarnifoenen des Vorftendoms Gelre en Graefffchaps Zutphen, den Ed. Hove van Gelderland ingevolch fyne becomene commisfie ende lalt van den 26 defes Maents Martii 1640 overgegeven. rjp JL en voorfz. daege dan ben ick noch des avonts binnen Duethecum gecomen, ende datelick den burgnir. in der tyt des Ed. floves refcriptie laeten behandigen, met verfoeck. post qucedam alia. Daer meede meynende myne commisfie verricht te hebben, ben des anderendaegs wederom herwaerts verreyft, ende den Ed. Hove ingelevert die vcorfi contfchappen over het fiaen van den Richter Zelft geproduciert fullende huiden van alles verbaell indienen, tot welck evnde defen wort geëxhibiert. AÓum Arnhem den 30 Martii 1640. was geteekent ' ^ PENNINCK. Onderfiond Accordeert met voorf. Boek voor zoo verre het geëxtraheerde aangaat. was geteekent F: W: van den STEEN.  K »73 ' DD 3°# Extract, uit het derde Boek der Verbalen van Gecommitteerdens uit't Hoff, mitsgaders van den Momber &c. . Verbael van Dor. Arnold Pen- ninck Fiscael wegen de Generaliteit in Gelderlandt den Ed. Hove ingevolch fyne bekomene commisfie van den 13 defer overgegeven. T en voorf. daege heb ik my vervoecht tot Does» buren ende verftaende dat die van het nieuwe volck van Capiteyn Beringen des Smits Son tot Brummen hadde gehaelt ende by den geweldiger gebracht, heb ik eerft Beringen gefproken, in meeninge , hy zoude fonder oppofitie volgens myn verfoeck tot die relaxatie verftaen hebben, maar zoo hy leide geen kennisie van de faek te hebben, en dat fynen Vendrich Lavacquerie, die hem 16 man mofte leveren, lülcx gedaan hadde, fonder denfelven, om in geen fchade tecoemen, fulex niet te darven doen, want in fulcken val hy foude feggeD, hem daer mede voor een man voldaen te hebben» waerom denfelven van hem gefproken fynde gelyck oick fyn vader, hebben die felve daar toe niet willen verftaen, fuftinerende gelvck oock naderhandt voor de Commandeur het Hoff dienaengaende geen maete ofte tegel te kunnen ftellen. Overfulcks de Commandeur aanfpreeckende ende myaen laft ende lnftrutf.ie verthonende heeft den voorf. Vendrich met fyn vader voorbefcheyden, ende gehoort hebbende dat dea felve tot geen relaxatie, fonder kenS nule  nifle van den Krychsraat daer op hy fich beriep wilde verftaen ende dat niet bewefen wierde dat Keyer Fre« dericks voor d'eerfte mael verder fich verpanden had» de, als om een man ofte twee voor de Compagnie te werven, maer alleen naderhand tot Doesburch by La« vacquerie fynde, daer gefeyt wierde dat hy by ontften* tenilfe van een ofte twee te krygen, fich Telve tót ten dienft hadde verbonden ende daerom fyn zoen hem affgenomen wierde ende gedreycht dat men hem totten geweldiger wilde brengen, en hem Lavacquerie fulex door contreynte belooft hadde, heeft den Commandeur fyende dat Lavacquerie op fyn verfoeck tot die relaxatie niet anders wilde verftaen, als nae decifie van den Crychsraet, heeft evenwel den Commandeur gelalt aen den geweldiger, dat hy foude los gelaten worden, gelyck oock naderhandt gefeydt dat nem fyn zoen (daerom verfbcht wierde) hem oock foude gevolcht worden, doch nae dat ick myn affgefcheyt hadde genomen , wederom belaft dat hy noch by de gewéldiger tot des anderen daegs foude verblyven, waer over hem wederom willende fpreecken, hebbe by hem geen acces kunnen krygen, maar heeft den Commandant my belooft, dat hy des anderen daegs zoude gerelaxiert cn vrygelaeten worden, bet welde fo niet en gefchiede hebbe den vader belaft wederom herwaerts te coemen, dewelclce dan niet koomende houde vaftelick daer voor dat den Commandeur fyn woort fal naegecomen hebben. Waar meede eyndigende deeze t'Arnhem den 14 Aprilis 1640. vaas geteekent A. PENNINCK. Onderfiond Accordeert met voorf. Boek der Verbalen, war geteekent F: W: van den STEEN. ba*  #( 275 )# loven aan ftaat h Originele hier van is gefonden aen de Heeren Gecommns. defer Lantfchap in 's Gravenhaege. DD. 4°. Extract uk het derde Boek der Verbalen van Gecommitteerdens uit'tHoff, mitsgaders van den Momber &c. Verbael van Dor. Arnold Pen- ninck Advocaet Fiscael wegens de Generaliteyc in Gelderlandt, den Ed. Hove overgegeven, volgens becommene ordre van den 16 defes Maents Novemb. ió4°» J3en 17 daar aen volgende my dan begeven heb» bende nae de Peppelgraeff &c post quttdam alia. Dit dan volgende UWelEd. ende W. ordre by informatie vernomen hebbende, eyndige hier mede. Acfur» »'Arnhem den 19 Novemb. 1640. was ondertekent ^ Onderfiond _ Accordeert met voorf. lioeK voor zoo verre het geëxtraheerde aangaat. msgt*ktYh TASTEEN. S a Kx-  K 276 )# DD. 50. " Extract uit het derde Boek der Verbalen van Gecommitteerdens uit'tHoff, mitsgaders van den Momber &c. Verbaal van rrty ondergefchreven Doctor Arriold Pennink Advocaat Fiscaal weegens de Generaliteit van dë Guarnifoenen van 't Vorftendom Gelre en GraarHchap Zut. phen nopende d'informatien over de foulen ende moetwil begaen tot Didam ten Huyfe van jin-, Ernil •van Dunnewolu T JLngevolch des Ed. Hoves laft van den 20 May deezes jaers 1642 heb ik my op ten 23 dito my eerlt nae Didara begeven. post multa tilia. Tn^?f,,nee(!e leefe inf°™atien eindigende, achte ick UWelhd. ende VV. laft hier nevens gaende, voor cerft ende tot* nader order genoech gedaen te hebben, de. welKe verwachtende fluyte hier mede. Aclum Arnhem den 14 junii 1642. vous geteekent A. PENNINCK. Fiscael. ■Onderfiond Accordeert met voorf. Boek voor zoo verre het geëxtraheerde aangaat. vaas geteekent F. W. van den STEEN. Ex.  K 977 )4 EE. éxtract uit het Publica¬ tie-boek der Stad Arnhem. jOLrgemrn. Scheepenen ende Raad defèr Stad Arnhem doen te weeten, dat ingevolge van de Refolutie by de Staaten Genll. defer Verenigde Nederlanden den 24 Marty defes jaars 1651 in 's Gravenbage in de Groote Vergaderinge genomen, de Commandeur en.Krygsraad delèsvGuamifoens. haar Militaire Jurisdictie niet vonders fullen mogen gebruyken nog extenderen, als over die nalatigheid ende overtredinge in tochten en wachten, overgaan aan den Vyand, defertie van de Gompie, of overloop van de eene Compiev onder d'andere fonder paspoort, mitsgaders over exceffen ende delicten die de Officieren ende Soldaten onderling of do- een tegen den anderen zullen komen te begaan- ende vorder niet-, invoegen dat over alle andere faaken, zy zyn dan Criminele ofte Civiele, tüe Militaire perfonen appre henlibel, convenibel, jufliciabel en executabel zullen zyn, by.den Civile of Poiiticquen Rechter, wient Sententie mede over fchulden en anders geweefen, by gebrek, van. gerede of ongerede goederen op te gagie van den gecondemneerde naar d'ordre van 't Land ter executie geftelt fullen worden. Gepubliceert den 6 Aprslis ïóji. per W. Grootman Roeyd^, Onderfiond- Pro vero Extraóin Was geteekent W. R, BRANTSEN junior Secret,  K 278 }$ FF. i£ Extract uit het RaadSignaat der Stad Arnhem. COPIA JE. Edele Vroome Lieve Byfondere. W y hebben gezien, wat de Heeren Gecomd: dep v,tad Arnhem aan ons hebben gepraffenteert, rakende tenig affront, en infolentie die op den 2 defèr, aan de huyièn van twee Leeden van de Magiftraat aldaar zoude lyn wedervaren, waar over alfoo bereids eenige informatien door defelve Magiftraat genomen fyn, ende dat wy willen dat de waarheid daar aff worde ontdekt joo hebben wy goedgevonden U: L: hier mede aan te (chryven, en te ordonneren dat gy de voori: Magiftraas niet alleen onverhindert fult hebben te laten voortgaan m het hooren en beleggen der nodige verklaringe uit de mond van Militaire perfoonen, foo Officieren als Soldaten , die fy fullen voor haar komen t'ontbieden, maar dat gy oock des verfogt fynde aan defelve alle nodige ordres en asfiftentie, ten voorsf: eynde fult hebben te geven; Waar toe ons verlatende, bevelen Wy Edele ccc &c. * Gefchreeven in den Hage den 27 Novemb. 1680, was onderteekent G. H. PRINCE va* ORANGE. ■ Deefe Copie gefchreven nae een Copie door den Heer van Rofendaell  K «79 }f daell doorgaaas gefchrevea hadauodtefior gg^^ OTTERS. SecrcU gyjebrijt Aan de Commanderende Officier binnen Arnhem. Onderftond Pro vero Extradhi Was geteekent W. R. BRANTSEN junior Seerii. PRO ClVlTATE. FF 2° Extract uyt zeeker Le-» ger-Boeck beruftende ter Secretarye der Stadt Z.Boe-* mei, alwaer foLiop-ftaet als volght. £delet Erentfejle, Wyfe,foor zienu ge,, zeer discrete Lieve By zonden.. Hebbende gecorjide^ heeft geadvifeert, aengaende het "^elcke. rekere drye Ruyteren van s Henogenboicn, v 4  #( 38o )# te reghte geftelt, voor den Reghter van het territoir al. wac die zyn geapprehendeert; dogh dat aan den Ritmeefter van hen Luyden Compagnie, zal werden gereltitqeert, 't geene van haar Lieder monture bevonden «al werden, aan dezelve Compagnie te behooren, zoo als wy UE hier voorens noghmaels hebben aengeichreeven, Waer meede eyndigende Edele, Erentfefie, Voorzitnigen, zeer discrete, Lieve Byzondere, beveelen UE hier meede in de protec* tie Godes; In 's Gravenhage den 28 Novemb. 1685. Onder (lont UE goedwillige Vriend, en was ondert. G. H. PRINCE d'ORANGE. De fuperfcriptie was Den Edelen, Erentfeflen, Voorzienigen', zeerdiecreten, onzen Lieven Byzonderen Jor Diederick van Els tot Boelenham, Amptman van Foemel, I lelre ende Boemelrewaerden. Lagerfiond col. lata concjrdat get. C. D. WORiM. fecs in Bom: 1685. nog lager fiond Accordeert met voorf: Le- ger-Boek. Was geteekent C. D, ROOCK. RA.  K »8i )# RATIÖNE OFFICIL FF. 3°. Extract uyt het Crimineele Dingfignaec der Stad Zak Boemel. d'A°. 1685. O p tïgte des Scholtus betredende de plaetze des Heeren Clager ter eenre, op ende jeegens Paulus Pruyning, geboortig uyt Hefl'enland, Ruyter, gedetineerde en Beclaegde ter andere zyden, als dat den gedetineerden, onder fcbyn van fvn paetd off paerden in 't voeder en weyde te befteeden, figh in deefen Ampte van Boemelreweerd binnen deo Dorpe van üriell, heeftopgehouden , alwaer nevens eenige van fyne meede Complicen en Ruyteren heeft en hebben gehuyrt een ledig huys om dies te beter ende te fecuyrder haere dieveryen te konnen plegen, en excerceren, hebbende de gedetineerde al over anderhalf jaer met eenen Willem Borgerhoff geconverfeert, en met denfelven een Beeft, dat voorn: Borgerhoff en eenen Gerard Bruening hadden geftoolen, in 't veld geflacht waer .van 't vleyfch in haere Logementen gebragt hebben; Dat ook ontrent geleeden vyff weeken off veertien daegen voor fyne apprehenfie, met eenen Andries Lutken, nae de kant van Heusden op dees zyde de Maefe in Bommelrewaert des nachts een Beeft heeft geltoolen, ende 't felve tot Driel in haer huvs en op hout te heb. ben gelkcht; Dat oookeenigen tyd geleeden met Gerard Preucingh en Chriftoffel Gerbert over de Maefe op geene zyde Empel te faemen des nachts hebben gehaelc en gefiolen een Beeft en 't lelve tot Driel geflacht; Dat ook met voorn, Preuning van deefen Somer tot Heus. den Driel heeft weg gehaelt en geftoolen twee Schapen, daer by coomende, volgens eygene Confesfie en affir. S 5 ma.  28a niatie van fyne complicen en meede gedetineerdens, dat wanneer met Chriftoffel Gerberts het Beeft over de Maefe hebben gehaelt, den eenen is voorfien ge-, weeft met een geladen Carabyn, omme foo iemand haer mogte koomen te refifteeren of te agtervolgen, onder de voet, ende ter needer te fchieten, het welk nae regten den diefftal compt te verfwaeren, en alleen gei noegh foo en indien de dieveryen niet met de doot kon» de worden geftraft, als immers ja, denfelven tot de doot te condemneeren, befialven dat in deefen niet een diefftal alleen nae rechten Capitael, en met de doot ftrafbaar is, geperpetreert en begaan, maer defelve fyn gereitereert, en tot meermaelen toe gepleegt; Alle 'c welke fyn delicten, die in een Land van Juftitie niet konnen werden getotefeert, maer andere ten exempel ftaen geftraft te werden, weshalven den Heere Claeger contenderende ende concludeert, den Beclaegde en gedetineerde fal werden gecondemneert, omme gebracht te werden, ter plaetfe, daer men gewoon is Juftitie te plegen, om aldaer andere ten exempel met de koorde geflraft te worden, datter de doot navolgt &c Ofte concludeert den Hre. Clager tot fodaeuige mindere ofte meerdere ftrafFe, als Haer Ed. en Agtb. nae exigentie van faeke fullen oordeelen te behoren, 't Gerigt geilen de tiehte en annexegereitereerdeConfesfien buyten banden en pyne van yfere gedaen, als meede antwoord van betigte, meede 't gepleydoyeerde wytlopig gehoort, ende verders geleth, waer op in deefen eenigfints te letten ftonde, doende recht, condemneert beKiaegde en gedetineerde gebracht te werden ter plaetfe daer men gewoon is Juftitie te doen, omme aldaer andere ten exempel, met de Coorde geftraft te worden, datter de doot nae volgt, condemneerende denfelven almeede in de coften en müea van Juftitig. Gepronuntieert den 3 December, Onderfiond ln fidem Extratli Was geteekent W. V. LANDE. RA.  K a*3 X RAUONB 0FFIC1L FF. 4°. Extract uyt het Crimineele Dinghfignaet der Stad Zalt Boemel. 4W. «685, C3p tichte des Scholtus betredende de plaetfe des Heeren Clager ter eenre, op ende yegens Chriftoffel Gerbers geboortig uyt het Land van Saxen, Ruyter, beklaagde en gedetineerde anderdeels, als dat den betigte en gedetineerde onder voorgeven dat voor minder prys als wel in fyn Guarnifoen tot 's Hertogenbofch lyn paerd in het voeder foude befteeden, fig in deefen Amptevan Bommelrewaerd in den Dorpe van Driel neevens andere meer heeft opgehouden, alwaer met fyn vrouw en lyne andere complicen en meede delinquanten, heeft en hebben gehuyrt een ledig huys, om des te beter en bedek. ter haere dieveryen en roveryen te pleegen, en heeft den betichten voor eenigen korten tyd met eenen Paulus Pruyning, meede delinquant, en eenen Gerard Bruyning by 't apprehendeeren geëfchapeerden dief, over de Maefe op geene zyde Empel, een Beeft uyt de weyde gehaelt, ende geftolen, 't zelve door de Maefe gebracht ende tot Driel in baer Logement, en daer toe gehuyrt huys geflaght, te fien uyt de bygaende ConJbfie, en depofitie van voorn. Pruyning, welke Confesfie gereitereert ende daar by geperfifteert fynde, den delinquant voorfien met een gelaeden Carabyn, met voornemen, om foo iemand baer mogte coomen te attraperen , ofte achtervolgen over hoop ende ter neder te fchieten; En in rechten kennelyk dat foo al een diefftal niet moghte weefen foo fwaar, dat konde met de doot geflraft worden, als wel deefe fyr.de, foo kan den dief de ftraffe des doots niet ontgaan, foo wanneer met geweer eD gedaghten is gecomen cm die hem foude willen Kfifttien te dooden, 't welk fynde crimina, ende* ljc  lieten, die in een Land, waer in goede Juftitie is vige. rende, niet.kan worden geleeden, maer andere ten ex. empel geftraft flaet te worden; Ten eynde den Heere Claeger is contenderende, concludeert, ten fine by Haer Ed. en Agtb. uyterlyke Sententie, den betichte delinquant zall werden gebragt ter plaetfe daer men gewoon is Juftitie te pleegen, omme afdaer andere ten exempel met de koorde geftraft te worden, dat de dood daer na volgt, ofte met fodaenige andere meerdere offte mindere ftrafFe, als Haer Ed. en Agtb* nae merite van laeken fullen oordeelen te behooren ; *t Gerigt geiten de tigte en annexe gereitireorde Confesfien by den gedetineerden, buyten banden en pyne van yzere gedaen als meede antwoord van betigte ende't gepleydoyeerde wytloopig daer over gehoort, en verders geleth,. waer op in deefen eenigfints te letten ftonde en heeft Iconnen moveren doende Regt, condemreert den gedetineerden, gebragt te werden ter plaatfe daer men gewoon is Juftitie te plegen, om aldaer anderen ten exempel nae 'c aenfehouwen van d'Executie van Paulus Pruyning, met de ftrop off koorde om den balie , ftrengelyk gegeeslëlt en gebrandmerkt te worden, Bannende den betigte mede voor fyn ieeven langh uyt de Stad en Ampten vanBommel, rielre en Bommelrewaerden, op peene van, daer eenmael in bevonden wordende naeder geftraft te fullen worden; Condemnerende den lelve in de coftea en mifen van Juftitie, Gcpronuntieert den 3 December» Onderfiond In fidem ExtracfJ Was geteekent W. V. LANDE. RA,  K 285 )# RATIONE 0FFIC1I. FF. 50. Extract uit het Crimineele Dingfignaet der Stad Zalt Boemel. d'A°. 1685. . C3p tichte des Scholtis betredende de plaetfe des Hoeten Clegcr ter eenre , op en jegens Andries Lutken, geboortig uyt Halberllad, Ruyter gedetineerde ende Beclaegde ter andere zyde, als dat hy betigte en gedetineerde onder fchvn van een paert in 't veld te beftee. den, fig in deefen"Ampte van Bommelrewaert eerft tot Bruchem en naemaels tot Driel heeft opgehouden alwaer nogh meer van fyne meede Ruyteren en Complicen, een ledig huys hebben gehuyrt, om te bequaemer allerhande roveryen, en dieffrtallen te pleegen, fig meede daqr by heeft begeeven, ende met eenen Paulus Pruvning en Gerard Bruyning ontrent vyff weeken geleedeu, of veertien daegeh voor fyne detentie, een Beeft nae de kant van Heusden aen deefe zyde de Maefe in Bommelrewaert uit de weyde heeft gehaelt ende geftolen, brengende 't felve nae Driel in het huys en aldaer geflacht, welcke gedaene verklaeringe en ronde Confesfien haer naemaels wederom voorgeleefen fynde, hebben by defelve geperfifteert,.ende by haere gedaene Confesfie verbleeven, 't geene dan fynde een gedelibereerde bekentenis, ende in reghten geen fterker bewys als eygener belydems, als wanneer den Rigter niet meer refteert te doen, dan parthye off delinquanten te condemneren, na merite van faecken, fynde dit een van de grootite dieveryen ende roveryen die nae regten ten hoogden en met de dood ftraf baer zyn die in een Land daer Juftitie is vigerende, niet konnen werden getolereert, maer andere ten exempel ftaen en moeten werden geftralt, weshalven den Heere Clager contenderen- de  K 386 X dc concludeert ten eynde by Haer Ed. en Agtb. definltive Sententie, den Beclaegde delinquant zal worden gebraght, ter plaetle daer men gewoon is Juftitie te pleegen , om aldaer andere ten exempel met de koorde geftraft te worden, datter de doot nae volght, ofte Concludeert tot lodaenige andere mindere ofte meerdere ftrafFe als Haer Ed. en Agtb. nae exigentie van faeken lullen oordeelen te behooren; 't Geright gefien de tichte met annexe bewysdommen, en gereitereerde Confes. fien, buyten pyne en banden van yfere gedaen, als mede antwoord, mitsgrs. parthyenwytlopiggehoort, ende op alles geleth, waer op in deefen eenigfints te letten flonde, ende heeft konnen moveren, doende recht, .condemneert den Beclaegde en gedetineerde gebrachc te worden, ter plaetfe daer men gewoon is juftitie te doen, om aldaer nae 't aenichouwen van de Executie van Paulus Pruyning, andere ten exempel met de ftrop cff koorde om den hals ftrengelyck gegeeiïelt ende ge. brantmerkt te worden, bannende denlelven met eenen voor fyn leven lanck uyt de Stad en Ampten van Bommel Tielre en Bommélreweerden, op pa?ne van daer weder incoomende naeder geftraft te worden. Condemn erende dezelve almeede in de coflen ende mifen van juftitie. Gepronuntieert den 3 December. Onderfiond In fidem Extract! Was geteekent W. V. LANDE. GG. Extract uit het Crimi¬ neele Sententie-boek 's Hoves van Gelderland de A°. ióoo. ^JTeüen by den Haue de« Furftendums Gelder ende 3 Graeff.  GraefFfchaps Zutphen die confesiie van Peter Henrickfs Hagedorn, gebaren van Scherpenzeel olt omtrent drie vna veertien jaaren, ende nu lelt gewoont hebbende, tot ^teenre in de Graefffchap Zutphen, in welcice confesfie, fo in als buiten pynen, ende mede in de confrontatie tegens Jan Peterfs gedaen, hy bekent, dat hy in den left vergangen Somer, als den rogge ryp was, mit een peert gereeden is, om 't ielue onder den viant te verkopen, ende kommende bv Rauenfteyn, dat hem 't felue is worden affgenamen, 't welck hem nochtans tott 's Hertogenbofch by Graue Herman van den Berge door intercesfie van Boetbergen cofteloós ware gerelt:tueert, doch naderhandt bekent, dat die oorfaeke van dele lyne vooraengetagen reyze fy geweeft, dat eenige Soldaten van den Heren van Brakel op den Huyfe Staro kenburch, by tyde van den Graue van Licefter liggende hem ende fyne fes miigefellen, onder den fchynvan lorrendreyerie die fomme van vier duyfent gulden als hem dochte affgenamen hadden, daar van lyne aenpaert was achtehalv hondert gulden, ende dat hy by Graue Herman gereyft om fynen geleden fchaden aen den guederen off onderdanen des Heeren van Brakeis voorn, te mogen verhalen, ende dat hy daer op van welgedachten Grauen andtwoprt bekommen, hy geuangene mufte contfehap brengen dat die Heere van Braeckell doemaels neutraal gewefen off mufte felfs dienft nemen, belydende voorts die voorfs. Cqnfellant dat Jan Peterfs by hem gekommen daar hy op 't Landt ginge bouwen, ende hem gezeyt, hy konde niet langer Irbeyden, ende alfo hy Confesfant mit den Viant goede kennf MEMORIE. Deeze merginale als oick die in den text doorgeftreken woerden zullen oick alfa in 't Sententie, loeck worden geregis* inert. NOTA, 't Gene bier doorjlre%en is beeft die geuan- f gen (boe wel by in de Confrontatie mit Jan Peterfs is auertuicbt) ontkent, ende gefeyt, dat by den coop van den \ boeckweyt niet om der aengetagener oirfaeck gedaen, dan dat hy den coop wel een dacb off ■■vier se voren eer Jan Peterfs nae Gelder gegaen, badde gemaekt. NB. De doorgeflreken woorden in de Sententie zyn die, welke bier boven met een ctrcul zyn aange■baalt. die meefte feeckerheit asfignatie gegeuen op den Ontfanger Johan de Bruyn. binnen Deuttinchem van welcken fy die voorfr. tachentich gulden volkommelick ontfangén, ende onder malkanderen gedeylt; Bekennende oick die voorfr. Confesfant, dat hy daer nae tegens Jan Peterfs gefeyt hy folde een* mael nae Gelder aen dickgemelten Grauen gaen, om te vernemen wat hy hebben wolde ten eynde fy geenen ondanck verdienen mochten auermits fy die penningen ontfangén hadden; Ende alfo die voorfeyde Jan Peterfs fwaricheyt maeckten, wtt oirfaecken dat hy fynen boeckweyt nog op 't velt ftaende hadde , die door die reyfe folde worden verfuymt hadde hy Confesfant hem den voorfr. boeckweyt voor acht molder in den fack affgekocht ende alfo hem tot die reyfe bewilhchc; Welcken volgende jan Peterls. voorlr. nae Gelder gegaen, ende van veelgedacbten Grauen (ylveerdich fynde nae Bruysfel te reyfen twelff gulden bekommen, ende leftlick dat hy ter begeerte van eenige huysluyden in Novemb. naeftleden wtgereyll om eenige onthaeldé peerden te redimieren, ende als hy doernaels den huysluyden afrgeuraecht, off hy oick van Gelder, daer die peerden waeren, nae Bruysfel T op  #( «PO )# op koften vant kerspel folde mogen reyfen, om acte te verweruen, daer by haer toegelaten wurde, die geene die haer peerden muchten neemen fonder ongenaede, doet te flaen, dat hem daer opgeandtwoerdet, hy lolde yrft befcheyt van de peerden wederbrengen, enüe cat hy die peerden tot Gelder aengetroffen hebbende ende twe derfeluer yder voor twe ducaten loosfen, kunnende dies nyettegenftaende mit eenen brieff van den Ontfanger Johan de Bruyn aen den Droft van Coeuerden ende voorts mit brieuen van den feluen Droft aen den Admirante van Arragon, die doen ter tyd was tot Aersfen gereyft, om aldaer gelyck hyfeyde, die voorfr. acte wt te brengen, ende dat hy voorts van daer ten eynde voorfr. mit eenen brieff van den Secretaris Medênbhck gegaen is op Bruyffel aen den Raetsheer Drynckwart alwaer hy een maent lanck ftil gelegen, in de Herberge den Schilt van Lueuen genoempt, ende dat hy van daer wederom kerende, van de gemeutinierde tot Hamont drie weecken lanck in geuankeniffe gehou. den is s edoch koft vnd fchadeloes gerelaxiert, ende alfo 't gene voorfr. zaeken fyn in alle rechten verbaden , ende tegen die Landtfurftelicke hoocbeyt ende diegemey~ ne rufle ende ixelvaert der Landen Jyn firekkende; 't Voorfr. Hoff doende recht, verclaert den voorlr. Peter Henrickfen Hagedorn ah. een Verrader des Lands veruallen te zyn in de poene der rechten, ende dat hy daerom doer den Scherprichter mit den Sweerde geëxecutiert fal worden, fulx dat die doot daer nae volge, ende dat voorts iyn hoefft op een ftaecke binnen Does. burch nae die Veluwfche fyde op der poerten geftelt s ende hett licham pm redenen ter eerden beftadet fal worden» Aldus gedaen ende geflaten in den Houe Prouintiael van Gelderlandt tot Arnhem den vij Marty loco. Onderfiond Accordeert met voorf. Crimineele Sententie - boek. Was geteekent F; YV. van oen STERN,