De Gunstige Leezer, jgelieve de ingefloopen Drukte wèe'nt,Cyf fP3g' 'e ve^^o„er, j te weeten pag. 56—65 enz. moest zyn 57 enz.  RAPPORT VAN DE H E E R E N DOOR HUN EDL. GROOT MOGENDE GECOMMÏTTEER D, TOT HET ONDERZOEK OP Dl SOURCES VAN ONGENOEGEN, MISTROUWEN, ÈN HERSTEL DER RUST T E lO T T JE M JL M. TE ROTTERDAM, Êt JACOBUS BRONKHORSÏi MDGCLX XXVtl.   ■ EXTRACT uit de Refolu- tien van de Heercn Staaten Van Holland en Westvries land, in Hun Edele Grooc Mog. Vergaderinge gqnoornen op 'Woensdag den i. Novemher 178Ó". De Heercn Teiing van Berckhout, van ïtalieten , fóf< Rapfiort Jcher, Puttey Turcq en Baelde, alsby Hun Ed. Gr. ïMndeCom* Mog. Refolutie van den 10 Auguftiis 1784, dn di laat-misfls te fte by furrogatie aan dm Heer Mollerus, volgens Reib-Rottertianl lutie van den 13 October 1785, gecommitteerd tot het0™* het m' onderzoek der faurces, uit é:weiken het voorgevallene d:rzoekof in de Stad Rotterdam, en het aldaar gefubfifteerd hd> •>ources bende ongenoegen en wantrcuweu is veroorzaakt, befo-mn onss' ben by een kort riarré van eeWge zaakön, aan Hun in ^inZt^ dezelve Commisïïe voorgekomen , daar van Rapbtet ge totn en' tté daan , en zich voorts geref ereerd tot het ampel ichrifte her/leider lyk Rapport met de bylaagen daar toe betrckkelyk ter rust aldaar Tafel van Hun Ed. Gr. Mog. gtëxhibeerd ; welk Rap- Cmmit.' port hier na rolgt geïnfereerd. " fmnal en Fiat In tertio. 'vergen. men. ■ Waarop gedelibereerd en de voörfz. Heeren voor derzelver genoome moeite en gedaan Rapport bedanKc zynde, is goedgevonden en verftaaa dat het voolTz. Rapport en de Berichten van de Cbllcgieri zoo van Policie als Jullitie, dewelke aan de Gecombineerde Vergadering zyn gefuppediteerd en onder de byïaagèfl' by het Rapport overgegeeven, zullen werden gedrukt, en voorts, benevens de verdere Bylaagen geëxamineerd; door de Heeren van de Ridderfchap en verdere Hun Ed. Gr. Mog. Gecommitteerden tot het Groot Béibgnl met de voorfz. Heeren, ge weezen Gecommitteerden te Rotterdam, en de Vergadering daarop gediend vari derzelver Confideratien en Advis; en is, dien onverrninuerd Copie van hetzelve verzogt door de Heeren Gedeputeerden der Stad Rotterdam, om daar op teverftaan de intentie van de Heeren hunne Principaalen. Jmtêe De Heeren van de Ridderfchap ea Edelen hebben inningvm de voorfz. Conclufie aangezien. de R^der-, De/'H- I' i.  ( 3 ) AaniieU- T*\ e Heeren Gedeputeerden' der Steeden tfni van \_J p,ift f Brielk, Hoorn, Enkhuyzen, Edam %cSi>teedm.cn Mulemblik hebben de voorfz. Conclufia aangezien. Accordeert met de voorfz. Refolutiea. Edele Groot Mogende Heeren} Het heeft U Edele Groot Mogende behaagd Éf HöOgstderzelver Refolutie van den iü Augustus 1781. de vier eerstrindergetêekenden benevens 'Mr. Johcm ftjnatü• Molkrus te dier tyd Raadsheer in den Hove Van HoUand , doch federt tot Secretaris van den Raad van Staten aangeleid , en in wiens piaats vervolgens by naucre Refolutie van ü Edele Groot Mo-ende in dato 13 Oclobcr 1785. de v\fde ondergetekende, (die bevorens als Secretaris der Commisfie .had gefungeerd ) js gefupogeerd geworden, te committeeren, om zig naar Rotterdhiü te begeèven, ten einde gezamentlyk en gecombineerd met den Magiltraat, tan allé attentie te onderzoeken en nategaan de Sourccs, uit dewelxe hec voorgevallene in de voorfz. S&d, en'het aldaar fubfii leeerend ongenoegen en mistrouwen was veroorzaakt , tn daar toe met den voorn. Magiuxaat de bekwaamiiu middelen te neigen beramen en ter uitvoer brengen; en voorts van Iiunne verrigcingen , osafiandig Rapport m doen , örn daargp door U Edele Groot Ivlogende als dan verder te worden gerefoiveerd, als bevonden zouu j jrordén re be'iooren. ..Z6a dra uem.lde Refolutie tot Onze kennis, en Wy •.'••"::r '5 '* u' by eikanderen gekomen waren, als mede ü.La^-oiiUcrgcrekende, ingevolge UEd. Groot MogVautÓnïatie in voorfz. Refolutie vervat, tot Secretaris oer Cmmisfie was aangertcld, hebben Wy ouderling overwogen en vasrgc.'rekide noodzakelykheid, om zoader eenig aitStê, en wel voor het begin der toen  ( s ) tderi aanfiaafide Rotterdam/die Kermis, ter volvoering 'Onzer Gommisfie derwaards re vertrekken. Van dit Ons voornemen hebben Wy ■ eerst aan de "Heeren van wegens de Stad Rotterdam ter Vergadering Van U Ed. Groot Mog. gedeputeerd, en vervolgends aan Heeren Burgemeesteren derzelve Stad kennis gegeven 5 dan, daar Wy door Dezelven wierden geïnformeerd , dat de Troupes , welke ingevolgd de Refolutie van U Ed. Groot Mog. tot adfiflentie van Ons, en van de Regeering, derwaards zouden gezonden worden, en waar toe vier Compagnien van U Ed. Groot iviog. Lyfguardes te Paard, mitsgaders het eer (te Battaillon van het Regiment 'Tnfantery'van den Ln. Generaal On■üerwater waren gedestilleerd, niet eerder dan den 26 en 27 der gemelde Maand ftondeti binnen te komen,' hebben Wy ons vertrek bepaald op den 28 Augustus als toen eerstkomende. ingevolge van dit Ons Pkn, waar Van Wy in tyds aan den Prefiderenden Burgemeester hadden communicatie gegeven , zyn Wy ten zei ven dage met 's Larkfe Buitenjachc vertrokken, en na door 21 fchbèeh van de Stads Batteryen te zyn gefalueerd, die door 7 fchoten van Ons Jagt wierden beantwoord, binnen'de Stad Rotterdam gevaren, alwaar Wy by het inkomen gevonden hebben een Wacht der Kavallery, die Onsjagc tot aan'zyn legplaats heeft geconduifeerd, en by hetzelve, zoo lang Wy zulks convenabel oordeelden , heeft post gehouden. Van onze aankomst vervolgens aan den voorzitcenden Burgemeester hebbende doert kennis geven, zyn Wy door Heeren Burgemeesteren én Corps, geadlifteerd met twee Ministers , opgewngt, gelyk Wy ook nog ten zelfden dage hebben ontvangen eéne Gommisfie uit dc Wethouderfchap, om ons binnen de Stad te verwelkomen; ten welken einde Wyook op eenige volgende dagen de Complimenten hebben ontvangen door ondcrfcheideneCommisfien van het Col* legie ter Admiraliteit op de Maze binnen Rotterdam réfiderende , den Krygsraad, — de refpedtivc Kcr» kenradea van de Nederduitfche , Walfche , Presbyter riaanfche, Schotfche, Lutherfche, Remonfirantfche, Doopsgezinde en Roomfche Gemeentens, als mede van de Joodfche Nar ié, — zoo als ook door de Officiers binnen de Stad Rotterdam in Guarnifoen , —1 deGeconSitueerden der Requestrancen, — en de GtcommkteefA 2 dei  (4 ) dender Schutters, welken zig by Rcqueste aan ÜEd. Groot Mog. tot voorziening omtrent het herftel der rust binnen Rotterdam geaddrcsfeerd hadden. Den eerden dag na onze aankomst hebben Wy de uitvoering Onzer Gommisfie aangevangen door met Bur' gemeesteren de nodige ordres voor de Militie te arresteren , — en des Dingsdag daar aanvolgende Onzeeerfte Vergadering met de Weihouderfchap ten Stadhuize gehouden , werwaards Wy zyn begeleid door eene Comrnjsfie uit voerfchreve Collëgie beftaande in den Hoofdofficier, twee Burgemeestcren , twee Schepenen en den Secretaris, gezeten in zes koetien , die voor afgegaan en gevolgd wierden door de Staten- en Stads Boden met onge-dekten hoofden, als mede onze Sergeanten van Ordonnantie, — gaande ter zvdc van de koetzen Stads Hellebaardiers en Leverybcdieriden. Ten Stadhuize, alwaar, beha! ven de gewone Schildwagten van de Infantery, twee Ruiters van U Ed. Gr. Mog. Lyfguardcs ( die zig vervolgens daar ook altoos gedurende den tyd Onzer'Vergaderingen bevonden hebben ) aan den ingang van de Zaal geposteerd waren, aangekomen, en in de Kamer tot het houden Onzer byeenkorfisten met den Magiftraat vervaardigd, geïntroduceerd zynde, heeft de Eersrcndcrgetekende" zig geplaatst aan 't midden van eene daar ftaande ronde tafel, en, na dat de overige Ondergetekenden aan deszelfs rechter, en de Wcthouderfchap aan de linkerzyde gezeten waren, en dc Hoofd • Officier de Commisfie had verwelkomd, met eene ter gelegenheid gepaste aanfpraak de Vergadering geopend; waar na de arrangementen tot de volgende Byeenkomften zyn gemaakt ,en ren einde de verdere occupatitn van den Magiftraat geen binder toe te brengen , bepaaid om vyf maai des weeks , rsamciyk des Dingsdags , Woensdags, Donderdags en Vryoags voormiddags , es des Woensdags namiddags te vergaderen. Na het eindigen dezer Scsfie, waar in Wv een b'gin gemaakt hebben der Bcfoigncs, waar van Wy U Èd, Groot Mog. in het vervolg van dit Ons Rapjjort zullen informecren, zyn Wy door den Magiftraa; tot aan de deur van het Stadhuis, en door den Secretaris tot aan Cnze koetfen uitgeleid , en zonder verdere fratie naar fins Jacht geretourneerd, waar na wy des middags door leeren Buigernccstcren van Stadswege op etue prag- tige  ( 5 ) tige maaltyd in den Doele zyn onthaald geworden. Den volgenden dag, wanneer het Gemcenlandshuis van Schietend door Burgeoieesteren tot Ons verblyf verzorgd in gereedheid gebragt was, zyn Wy uit Ons Jacht in het zelve overgegaan, vindende by Onze aankomse aldaar eene Wacht overeenkom (tig mee het Garacrer, 'c welk wy de eer hadden te bekieeden, die na Ons de verfchuldige honneurs te hebben gegeven, by manque* ment van eene bekwame Wachtplaats door Ons is gedimitteerd geworden , terwyl Wy alleen hebben gehouden twee Schildwagten der Guardes binnen de veftibuie en twee Grenadiers aan 't hek van het getn. huis, waar in ' WyOns verblyf, met interruptie nogchans van tyd tot tyd door de byeenkomfren van Hoog Heemraden van Schietend — waaneer Wy teikens Ons intrek in 's Lands Jacht namen -* gehouden hebben tot den 22. April 1785 — wanneer Wy , naardien Hoogheemraden voorn, het gebruik van hun huis voor zig zelve nodig oordeelden , overgegaan zyn in het Logement de Mareehal da ïurenne, alwaar wy tot Ons retour zyn verbleeven. Na dit kort Verflag aangaande het Ceremonieele, hea welk Onze Sankomst binnen Rotterdam verzeld heeft, te hebben gepraetiikjeerd, en waar by Wy nog alleen moeten voegen; dat Wy ter beantwoording van het onthaal Ons op den 31. Augustus door Heeren Burgemeesteren gedaan , op den 8 September daar aan volgende aan de lviagiftraat eene Convenable maaltyd gegceven hebben, zullen Wy als nu overgaan on UEdele Groot Mog. omtrent de onderwerpen onzer Commislie te onderhouden. Wy willen niet ontveinzen , dat de aart en natuur van de voorfz. Commisfie Ons van den beginne af zwarigheden heeft doen voorzien, welke in den loop en uitvoering derzeive byna onóverkomelyk zyn geworden: De uitgeflxektheid van een onderzoek naar veelvuldige gebeurtenisfen, gednurende meer dan anderhalfjaar voor Onze aankomst in Rotterdam voorgevallen — gebcurtenisfen, die in faëio gedeeltelyk ontkend, gedeeltelyk verkleind of verduisterd wierden, en waar van mitsdien de waarheid in alle hare omftandigheden met de uiterfte voorzigtigheid en nauwkeurigheid moest worden nagrfpoord - vertoonde Ons reeds in den eerften opflag, welk; een geruiraen tyd, en welke moeus er zoidg A 3 terd  ( o ) vcreischt worden , om zodanige ontdekkingen te doen, die Ons konden in ftaat Hellen om voor UEd. Groot Mog de bronnen openteleggen, waar uit alle de onheilen aan Rotterdam overkomen, gefproten waren ■ dan dit vooruiczigc zoude Ons nogthans geen onoverkome]yke zwarigheden hebben doen vinden, ware het niet dat Wy die ontmoet hadden in de wyze, waarop UEd. Groot Mogende voorgefchreeven hadden het onderzoek te doen , en die Onze magt zodanig beperkte, dat Wy daar door Onze handen als geheel gebonden zaaen Wv waren immers verplïgt Edele Groot Mogende'Heeren! en dit is eene der voorname difficulteiten , welk wv bedoelen — om hst gedémandeerd onderzoek , niet fiegts naar de fourccs van het voorgevallene ,■ maar zelf van het fubfifterêndc ongenoegen en wantrouwen te doen met dien Magilh-aat, tegen welks adminiftratie, dan meer mgewikkeld, dan meer direct, de klagtcn der ' Ingezetenen' waren ingcbragt, en die des zelfs denkwyze omtrent de gedane adresfen aan ÜËdele Groot Mog. reeds ooentlyk had gemanifesteerd. Wy moesten niet alleen — tot ontdekking van de bronnen van 't kwaad werken met dien Magiflraat, welke het voorgevallene of verkleind of verduisterd — het gedrag der Regeerings ■ Collegien , onder welker bellier die gcfaeurtenisfen hadden plaats gehad, verdedigd — en die, om alles in één woord te zeggen, de verzoeken der Ingezetenen eene temeraire demarche genoemd, en zig in den eigentlijken zin party gefield had; — maar wy moesten ook de Sources nai'poren van het ongenoegen en wantrouwen door de Ingezetenen opgevat , met dat zelfde Collegie welks Leden een zo notabel interest in de zaak hadden, dat van de uitkomst van dit onderzoek de beOonfeeling alleen afhong , cf zy als getrouwe Reuecn.ers het niaintien van de rust en veiligheid der Srad, en het welvarender Ingezetenen met aï hun termogen hadden bevorderd dan of zy door een tegenövergefteld ge.-: rag verantwoorde] vk waren voor de fcïiandelykecn ong?ftraftelwwt«gmg$i, die de rust en veiligheid gefevrnden en den wc'.vjart der Stad onderWlftA haoden. Höe neutraal zulk een onderzoek zoude Fgefchieden , was düs te voorzien even eens als het te' verwagten ftöndt, dat veele lieden huiverig zouden zyn, om her. geen hun bekend was, te openbaren in tegenwoordigheid van  ( 7 ) Van Leden der Regering, die daar door konden gcindisponeerd worden ; en Wy twyffelen met reden ( om die in üasfanc aan te merken) of deeze vrees niet wel eens op'de harte van fomraigen meerder indruk gemaakt hebbe, dan de bizeffen van zig aan meineedigheid feiiuldig te maken. Doch behalven deeze zwarigheid, hoe gewichtig ook op zig zelve, was er nog eene andere, die Or.s in het executeren Onzer Commisfle als onoverkomelyk terftost is voorgekomen , te weten , dat Wy alleen gequalirïeecrd waren om een 'Politiek onderzoek te doen. Op deze wyze konden Wy wel het voorgevallene quod ad fyc* turn ontdekken, en eenige uitvoerders na fporen, dan zouden Wy tot de heimelyke aanöokers, die zig fchyil gehouden hadden — zouden wy van 't gewrocht tot de oorzaak opklimmen — zoo was het niet wel mogelyk om langs ecnen anderen weg daartoe cc komen, als uit de Confesüen der geenen, die als inftrumencea gebruikt waren, te ontdekken wie hen tot die wanbedryven had aangezet. Daar Onze magt nu zig alleen tot het doen van een politiek onderzoek uuflrekte — daar Wy dus zo dra tegen iemand, ter zake van de ingewonnen bewyzen van medepligtigheid aan het voorgevallene Crimineel, wierd geprocedeerd, verftoken waren van de faculteit, om by de verhoren te adfifteren, en aldaar pro re nata te handelen, zoo was de kragt en klem van het Jw.l'cieel onderzoek, geheel buiten Onze handen, en Wy moesten hetzelve zien overgelaten, aara het Órdinaiis Collegie van Juftitie, het welk, (quo jure zullen UEd. Gr. Mog. in 't vervolg van dit Ons Rapport zitn ) van inactiviteit gefufpedteerd wierd, en dat.'indien het nu na verloop vanzGO veel tyds door dezelfde middelen , weifee altoos voor handen geweest waren, en terilond na de gebeurtenisfstn met veel meer hoop van fucces hadden kunnen worelen in 't wérk gefield, de meest fchujdigen ontdekte rebus ipfis £? facits zoude geadvoueerd hebben, te voren inactief geweest te zyn; ènaandegeheele waereld doen zien, wat er van eene gevanteerde vigilantie te denken ware. Wy hebben dan ook, na dat de ondervinding Ons in 't behandelen der zaken bevestigd had, van hoe veel gewigt en influentie deeze principale en andere mindere thfnculteitea op hec fucces Onzer Commisue waren, A 4 zoo  ( 8 ) zoo tot Onze eigen decharge, als ten einde UEd. Groot ïdtnD O 1C tC ftr"en ' °,n,eene nadere voorzag t °u ' ,0aLYe''PI;gt gevonden,dezelven by eene-eedetadleerde Misfive in dato 2? September , 84 onder *et oog van Hoojiscdezclven te brengen, waar van d^tfff D,,by °"Ze fchrifteIy^ Confideratien, SrniPd^,1' d?ar aan volSet1^. nader hebben geben I ? tCn7' Wy tevens voor onsPrsadvis hebben opgegeven de middelen, die Ons a priori gefchikt SeS^amrÓ°rk^ameD' omaan hec gebfeeïde S5fG™ m Co?ra^e « beantwoorden: Dan daar «J^d. Groot Mog. by derzelver Refolutie van 22 De- ffaan vo!ger,de (zekcrI*k om red"»*n ^ ïo^nnï raTgeTCntJ hebben goedgevonden het ZOO vlre f° , " tkn °uden ™et' en voor Ons X i ^^J" :"t£; Z0Ut!c moeten gefchieden, Uns dlleeniyk de facukeit te geven, om daar bv te SS" SSS? ' Soerlfchan, ir1 hara oppofitie tegen Ons gemaakt adres. bv eïSc v",rïn> me Leden van UEd. Qtóm^.ywgidSi^S heeft dezelve niet handelbaarder genSaS f «2 ïo ^rTnte ratY8efterkc beeft i" hnar baarblvkdyk rSV!8 het onder2ock en moeUyk Kievad,^c^8i(lraa^,we,ke van AügM 1784. tot Keen ï*& ? ^ MeV. 1?85- tot lV!cy '780' gefunEl S'J r v'ciKe egter uitzonderen den b\Sl?n f Mrel en, Hafyt> welke allen te dikmaals vuaen^en van tot deevengem. tergiverfatien ge- coö-  C 9 ) cofipereerd te hebben , terwyl ook eenigen derzelven ^ als flegts federc Mey 1785. gefungeerd hebbende, in het geen voor dien tyd is verricht, niet zyn gcconceiv neerd) met allen ernst en naai' vermogen "met Ons gelieven te concurreren , om aan de gedeclareerde in* tentie van UEdele Groot Mogende te voldoen, er zou» de in de Gecombineerde Vergadering in vry korter tyd oneindig meer hebben kunnen worden afgedaan. Dikmaals hebben Wy tot acceleratie der Befoignes convenable voordellen gedaan, b. v. om de getuigen by Commisfarisfen uit het Gecombineerd Collegïe te nooren (a): en daar toe van negen tot één uur te vaceT ren ; — by twee Commisfien uit de Gecombineerde Vergadering, ieder met een der Secretarisfen gcadfifteerd, gelyktydig werkzaam te zyn, om de getaige. nisfen in te winnen (ZO; — om onderhandfche declaratoiren, welke in orde waren en door de gerequireer-de getuigen gefupeditcerd wierden, te recoileren ( c); doch dezelven zyn alle gedeclineerd (d); en terwyl de Vroedfchap by gelegenheid eener Circulaire Misüve het deed voorkomen, als of zy tegen het protraheeren der Commisfie ten kosten van 's Lands en Stads Finantien wilde waken, heeft de Wethouderfchap, door een aantal depofanten ieder afzonderlyk een mondeling narré te laten doen van het geen zy zelfs op het papier hadden gebragt, of door anderen hadden doen couchceren , den tyd gerekt, en de kosten vermeerderd ; —1 de gepastheid en de extenfie van meest alle Onze verdere Propofitien , tot ontdekking van het een of ander ingericht, gequerelleerd; -** byna geene derzelven, dan fchoorToetende, en na lange deliberatien en dilayen , goedgekeurd (e);en door telkens herhaalde tegenkantingen Ons geduld afgemat, terwyl zy zelve tot bevordering van het onderzoek , Q waar toe Wy tusfehen de 400 en joo getuigsn uit een veel groter aantal , door Ons in het particulier onderhouden , hebben gefifteerd,) behalvcn de Extra6r.cn uit de Registers van de Weth en Schepenen niets heeft bygebragt, dan (a) Refal. der Gecomb. Verg. p, 15. (&) Ibid. p. 82. (c) Re/ol. der Gecomb. Verg. p. 185. (rf) Ibid. pag. 84 , 109. 168. (e ) Fid. hierna 1 Hoofddeel f. r, 4, 5, 15, 2*, A 5  ( io ) dan eenige verklaringen tot rcnverfement, ware het mogelyk, van bewezenc waarheeden. ■ ■ En wat verder het Collegie van Juftitie aangaat, had hetzelve ("waarvan Wy wederom den bovcngemeldèn Officier Gevers, en Schepenen de Mretea Huber'f, uitzonderen) met allen ernst eu naar vermogen medegewerkt om de , uit hoofde van hunne misdryvee, geapprehendeerde en gedagvaarde Perfonen tot confesuc te brengen, en aan dezelven in plaatze van een ongepast medelyden, eene refpeftable fermiteit, van welke de Juftitie haren luister ontleent, betoond; — had de Meerderheid van Schepenen den ioffelyken yver van den Hoofd - Officier Gevers gefecundeerd , in plaats van hem telkens de deur der Juftitie toetefluiten; — de xvaarheid , ( Wy durven het onbefchroomd avanceren ) zoude ten vollen geopenbaard, en de heimclyke aanvoerders in hunne verborgen fchuilhoeken ontdekt zyn geworden. — Dan daar Ons (om zoo te fpreken) genoegzaam het' terrein voet voor voet betwist is; — daar men telkens eene kwalyk geappliceerde zêie voor Stads Rechten aan'Onze nuttigfte diretlien es inzichten heeft geoppofcerd ; — daar men fuccesfi velyk de eene entrave op de andere heeft gcftapeld; — nauwlyks opgeruimde zwarigheden met nieuwe verwisfeld; — daar men in plaats van altoos in 't oog te houden , hoe her ecr.igfte but Onzer Commisfie daar toe '(bekte, om de eigentlyke rustverftoorders binnen de Stad Rotterdair,, of liever de bedekte aanvoerders der gepleegde ongeregeldheden eptefporen , hunne ware principes en dfyfveeren te ontwikkelen , de rust te herftellen , het mistrouwen tusfehen de notabejfte Ingezetenen en derzetr, ver Regeering te doen ophouden, en alzoo de gevaarJyke bron van ongenoegen , verwarring en disrefpect gelukkig te dempen ; Ons ter cnntrane, als ondermyners van het wettig gezag des Magillraats, in allen opzichten heeft gedwarsboomd, kan niemand, wie hy wezen moge , — kunnen vooral, 't zy met eerbied gezegd, UEd. Groot Mog. (Welke van tyd tot tyd van het door Ons verrigte cn de Ons voorgeworpene difficulteiten onderrigc zyn, ) gcenzints vreemd vinden, of aan-een gebrek van oplettendheid en activiteit van O zcï zyde toefchryven, dat mee de uitvoering der voorfz. Commisfie zulk een geruimen tyd heeft moeten verlopen 3  ( » ) pen , en dat desniettegeftaande Onze verrigtingten i fchoon niet geheel en al vrugteloos geweest zynde, cgter niet dat volkomen effetf gehad hebben, 't rottig UEd. Groot Mog. en tellens het beste gedeelte der Natie zig anderzints daar van met reden hadden mogen voorftellen. ■ Na deeze voorlopige refleftien ter zake ti ed '-.'e, en tot het aau Ons geinjungeerd Rapport als u ota gaande, zullen Wy 't zelve in vier hoofd - pointe n verdeden ; te weten : i- In een verhaal van Onze bevinding en verrjgcingen ten aanzien van het geen, voor Oaze aankomst ia gemelde Stad, is voorgevallen: _ 2. In een gelyk verhaal van Onze bevinding en verrigtingen omtrent het gebeurde gedurende Or.s verblyf aldaar: ■ 3. In de voordragt van eenige generale Confi Jerarion nit de twee vorige heofd-pointen getrokken; en laastdyk 4. In een kort detail van het geen door Ons, ter voldoening aan het tweede Lid der Commisfie. in het b3ramen en ter uitvoer brengea der bekwaamde rrViddelen tot herftel van de ruseen het onderling vertrouwen, gepresteerd is. EERSTE HOOFDDEEL. ' i 1 By den aanvang van het aan Ons gedemandcerd Onderzoek, hebben Wy aanflonds reeds begrepen weinig te zullen vorderen, byaldien Wy Ons 'tot eene mere ftivHque perquifitie bepaalden; want fchoon Wy langs dien weg den waren toedragt van het gebeurde al konden ontdekken, zouden echter de fources van 't zelve, ©m welke het voornamelyk te doen was, verborgen gebleven zyn : immers deze konden niet wel anders worden nagegaan en ontdekt, dan uit de verhoren der Perliyien, welke in het voorgevallene geconcerneerd, en zelfs meer of min medepligtig waren aan de oproerige bewegingen en feitelykheden, omtrent welke het onderzoek moest gaan. Betrekkclyk de zoodanigen was eene politieque ondervraging zoo ongepast als ongenoegzaam; en eene Judicieele perquifitie alleen het gefchik- te  ( n ) te middel; Dan daar Wy geene bevoegdheid hadden, om; hetzelve te doen, en egter met het indageren der (ources bdast waren , hebben Wy vermeend Ons te moeten bedienen van de tusfehenkoms: en minitterje van bet Juflitieel Collegie van Officier en Schepeaen , ten dien effedie, dat Wy de politicque informatien in de Gecombineerde Vergadering ingewonnen, in welken het een of ander fait voorkwam , dat een Ciimineele misdaad konde opleveren , in handen van den Hoofd • Officier fielden, om ter dier zake, voor het Collegie van Schepenen, het Recht van de Hoge Overigheid waar te nemen, en de Perfonen daar by geconcerneerd al» daar te interrogeeren, zoo over het voorgevallene als over defources , waar uit het zelve was voortgekomen; en vervolgens alvorens de verhoren te voltrekken en de procedures door een vonnis te termineren, communicatie van hunne verrigtingen, en van de ingewonneu for maden en gehouden Verhoren aan de Gecombineerde Vergadering, welke tot hes psliticq onderzoek was ge» qüalificeerd te fuppediteeren. Dit ons gevoelen hebbes Wy bereids in de tweede Sesfie vaa de Gecombineerde Vergadering op den i September 1784. gehouden, met ,'er daad gedeclareerd, fcoo als aan UEdele Groot Mog. uit het volgende zal confleren, twee Vrouwliedea, Cathariha Muller, bekend orjderde naam van Caat Mos/el, en Camelia Swenk , weker apparitie in 's Hage op den 13 Juny 1784, zelfs de attentie van UEd Groot "Mog. naar zig had getrokken, wierden by 't Publiek gefufpeercerd in het voorgevallene te Rotterdam eenen voornamen rol te hebben gefpeeld; alle particuliere informatien omtrent derzelver fedrag waren haar zeer ongunflig , en drie Notarieele erklaringen aan Ons gefuppediteerd (#) bevestigden bet publiek gerugt en onze informatien in zoo verre , dat het zig liet aanzien, dat zy zig aan crimiueele misdryven hadden flhuldig gemaakt/en de gefchikfteperloonen waren, om met opzicht tot de fources van hec gebeurde eenige ontdekking vaa belang te kunnen doen. Teneinde zy zig hier aan met zouden ontrekken , hebben Wy dan ook ten gemelde dage in de Gecombineerde Vergadering ue voorfz. drie Verklaringen gecommuniceerd , en;,geproponeerd dezelve Vrouwsperfonen dade: C*} A. 3. 4- 5.  ( 13 ) detyk irf bewaring te doen nemen ,buiten alle acces té houden , en dien onvermind de informatien te ftellen in handen van den Hoofd-Officier, om het recht van de Hoge Overheid tegen dezelve waar te nemen, en van het Collegie van Schepenen zodanige Provifi van Juftitie -te verzoeken, alshy zoudevermeenen te behoren;met dat gevolg, dat Onze propofitie goedgekeurd, en in eene Refolutie geconverteerd zynde, de gemelde Vrouwsperfonen door een Bode ten Stadhuize gerequireerd, aldaar in bewaring zyn gefield, en het houden van dezelve buiten acces aan den Hoofd- Officier van der Hoeyen is gerecommandeerd (b~). Gaarne hadden Wy gezien, dat Officieren Schepenen, conform dit Plas, Ons de behulpzame hand geboden , en door het fpoedig vragen en accorderen van eene gepaste Provifie van Juftitie den tyd van bedeesdheid, waar in fehuidige perfonen zig by eene apprehen.fie natuurlyker wyze mot ten bevinden, hadden waargenomen, om het Judicieel onderzoek met nadruk aantevangen, dan dit is niet gefchied. 'Er zyn veelvuldige bedenkelykheden geopperd, of gemelde Vrouwlieden eerst politiquement moesten worden gehoord, mitsgaders of en hoedanige ouvertures aan de Gecombineerde Vergadering behoorde te worden gegeven omtrent het verrichte by Schepenen; welke bedenkingen na het wis» felen van verfcheiden Coufideratien ei'ndelyk zyn getermineerd door een Declaratoir van de Wethouderfc hap, dat zy wel mogte lyden, dat aan Ons op Onze requifiiie door den Hoofd-Officier wierd gegeven opening van de Grimineele Verhoren, als mede van de nadere ingewonnen Informaties, met faculteit, om aan gemelden Hoofd- Officier op te geven zodanige pointen, als' waar op Wy zoude vermeenen , dat nadere inquifitié behoorde gedaan te worden , met verdere overgifte , djat alvorens dezelve zaken door een finaal vonnts van Schepenen zoude worden getermineert, aan het gezamentlyk Collegie van Onsen den.Magiftraat gelegenheid «oude worden gegeven , om, des nodig oordeelende t rog een nader pvlitkq onderzoek te inftitueeren; welk declaratoir door Ons tot vermyding van verdere disfentien is geaccepteerd geworden (c). De (b) Keful. der Gecomb. Verg. p. 8, 9, 10, n. (c) Refol. der Gecomb. Verg, p. itf, *8, 22, 24, 27, 26, 37, 41.  ( H ) | De Hoofd - Officier van der Hoeven heeft hangende iele discusfien de getuigen in de bovengemelde verklaringen voorkomende voor Schepenen gehoord, en op fundament van de door hun aldaar beëdigde depofitien ter zake van het oproerig en ftrafwaardig gedrag aan gemelde Vrouwspeffonen te laste gelegd, op deri 21 September 1784. van Schepenen geobtineerd authorifatie, Óm dezelvcn te doen ftellen in beflatene hegtenisfe, en bp Ameuten te horen (d), 't welk ook vervolgens boden 24, 29 September, 1, 12, 16 October, en 2 November i?S4 is gefchied. Dan deze eerfte Verhoren hebben zig tot het voor1 gevallene op den 22 Maart 1784. bepaald , niet, om dat 'er buiten &eb zelve niet meer ten laste van gem. -Vrouwlieden in de Gecombineerde Vergadering was te berde gebragt , en geconftat'eerd ; maar uit hoofde, dat Officier eri Schepenen konde goedvinden te fuftineeïeu , dat de informatien in de Gecombineerde VergaÖerftg ingewonnen en met eede bevestigd, wanneer-de Hoofd -Officier zig van dezelven voor het Collegie van Schepenen wilde bedienen, en Schepenen daar opeenig feguard zoude fiaan j wederom Jcabinaal zouden moeten warden belegd, en de getuigen op nieuw gehoord èn onder eéde gebragt; welke fuftenue aanleiding heeft gegeven, dat de informatien, die, hangende de discus* lien over dat verfchil en de deliberatien van U Ed. Gfeot Mog. over hetzelve, wierden ingewonnen j tfi gefeponeerd geworden tot dat by ü Ed. Groot JwÖg'. Refolutie in'dat» 22 December "1784. deeze fuftenue van Officier en Schepenen is afgekeurd, en het gem. different over de kragt der bewyzen en liet verftand van het J< Articul der Criminele 'Ordonnantie conforiti Ons begrip is gedecideerd geworden. ■ Hoewel Wy nu ook by evengern. Refolutie van 22. DeCen bcr 1784. door U Ed. Groot Meg. waren gequalifieeerd. om prasfent te zyn by al het geen Schepenen van Rotterdam, betrekkeiyk de zaken, waarover Ons onderzoek gaan moest, zouden verrigten, is Onê daar toe riet eerder dan óp den 27 January 1785^001* Officier en -Schepenen — en zulks nog wel niet anders dan onder proteftatie , • — gelegenheid gegeven (e); wanneer ook terftond een aanvang gemaakt is, om ge* flïel- ( 27, (O Q.  C 15 ) ftelde twee Vrouwlieden te ondervragen over het Pèefc verder ten haren laste, in de Gecombineerde Vergadering bereids was, en by vervolg nog nader is gedepofeerd geworden, zoo met betrekking tot.het gebeurde onden 22 Maart 1784. als met relatie totderzelver verder gedrag in verfchillende omftandigheden gehouden, waaromtrent ten opzichte van Catharina Mulder is voorgekomen : dat zy haren y ver voor het Huis van Orange ten fterkften heeft gemanifefteerd door het om niet weggeven van Orange (bikken - het opzigtelyk vieren van de Verjaardagen van den Heer Erffladhouder, zyne Gema li nee en Kinderen, niet alleen met het verfieren van haar huis cn het drinken en laten drinken van Wv* m het zelve; maar ook met het uitroepen van Boezee en Orange boven;-hetinciteren der gasten en nieuwsgierige toezienders, om zulks mede te doen, en het bedreig* van de zulkcn , jBe met Prinsgezind waren, of in die onmatige vreugde geen deel namen , ja zelfs van d e genen, die, op haar voetfpopr, als dan niet wilde il umineeren; dat. zy al verder geémploieerd is tot het fpargeerer1 van Lastérfehriften, welke zy met geheele pakken bekomende om niet weggaf; gel4 ook ged.gten op de verjaardagen van8 de voraSmelde «fcffeSfó S^^T cn eindelyk pt gS het üu-kfte/preekt,) dat zy eene der voornaamfte 2 22 Maa,t 17J.4, tegen de Compagnie No. 0. zvn on Dit ailes inzyn zamenhang befchouwd, leverde een™ gencegzamen grond uit, om vast te (S en gém. \rouwsperfocn , een der principaalfte in bumên h Jteweest wac; der tumultucufe bewegingen Wn tfar» voorgaren; als mede een r^^omZ zelve van. rie faiten haar ten laste eeleed ovm»£f,l «e van „cc taadopÏBES,% .lyk '^it^'t: I0'A' 37" M- 3' * 5.A.38, 4.sf; AC/OG.56.A' 47' A' * E" 3' 4. 7-G.x, 2. 3.  ( ) !yk vernuft, door tyd en raad gefcherpt, gepaard met eene voorbeeldelooze hardnekkigheid, heeft On&e vervvagting te leur gefield, en de gedane recherches veryueld, als hebbende zy alle de faken door diverfe getuigen onder ecde gedepofeerd en haar in facie aangezegd , —■ zo met betrekking tot den 22. Maart en 3 April 178+ als alle andere particuliere gefprekken, bedreigingen en infukes, — met de uiterfle onbefchaamdheid genegeerd, en alleen erkend zodanige omfTandigae'den , welke hare doldriftige y ver voor het Kuis van Orange, en enigen harer deelgenoten in die onzinnige vreugde kenbaar maken; doch geenzints het misdadige vau haar gedrag involveren ft); waar door dan ook het onderzoek naar hare medeftanders, en inzonderheid naar 'de geheime aanftokers van het kwaad, is afgefnedeh ■geworden. De verwondering, welke natuurlyk over dusdanige 'contenance moet geboren worden, zal echter fpoedig 'yerdwynen , wanneer men reflefleere; i. Dat wel verre van haar ingevolge het gerefolvcerde .by de Gecombineerde Vergadering buiten alle acces te houden, •• "waar toe ook een fchildwagt voor het vengfter, 't welk "met haar vertrek correspondeerde, geplaatst was, • verfcheiden perfonen by haar zyn geadmitteerd geworden, mee welke zy naar welgevallen converfeerde,en waar 'door zy gelegenheid verkreeg om de haar dienftige inftrumenten en berigten te bekomen; terwyl het zelfs niet onwaarfchynlyk is, dat zy door middel van een kind van eene der Bedienden, 't welk dikwils by haar kwam fpelen, en meer dan eens by haar vernagt heeft, fen zig dan wederom by baar mede-gevangene Camelia. Swtnk bevondt, met deze hare complice gecorrespondeerd heeft ( k). En wie kan dus twyffelen, dat deze gevangene geen gebruik gemaakt hebbe van de gegevene faciliteit, omme zig omtrent hare defenfie volledig te doen mftrueren, en al het geen tot haar bezwaar Verftrekken konde, te doen verduifteren ? 2. Dat haar gevangenis op eene buitengewone wyze Is verzagt en veraangenaamd geworden. Wy hebben hier (i > R. 27-57. (k) Extract uit hfct Register derCrim. üefoignes van Schepenen. B. 82. Iuterr. van Chriftina pekkp, R. 25. Examen rG. van C. Mulder. R, 40,  C -7 > bier bet: oog niet zoo zeer op eenige verkwikking van. fpyicf drink haar van buiten toegezonden, ncch. ook op üe permisIV: die aan naar, fchoon tegen het gewoon gebruik verleend is, om door het naaien van Wantfnydersgoed eenig getd voor zig te verdienen, offchoou het opmerking moet veroorzaken , dat dit werk haar door haar Vri'ndin de Lange Vs gezonden; terwyl men uit het zoo evengérnelde genoeg kan opmaken met hoe veel accuratesTe dat Goed zal zyn geëxamineerd geworden ;—> als wel op de excesi'en, d"ie ten dezen hebben phats gehad, waar van het gebeurde op.den 27. November 1784. wanueer zy ter gelegenheid van den Verjaardag van de jonge Pri'nfes van "Orange hare gevangenis geilluminee'rd en met eene mede - gevangene en de Indienden van den Cipier en anderen ten getalle van zes perzonen tot overdaad toe, ij'unchen warmen rooden Wyn gedronken heeft, waar van het zingen en een gefchreeuw van evenwel de Prins boven, het gevolg geweest iy("/)»"~" en inzonderheid op het gedrag van den Officier van der Hoéven , en de Schepenen, die ten tyde harer apprebenfie gefungeerd hebben, als welke deze gevangene; benevens haare mede-gevangenen Keet Swenk op eene veel hogere vertering gefield hebben als omtrent andc-s re gedetineerden plaats heeft. Èn eiudelyk 3. Dat de Examina van deze gevangen» ten uiterfte flaauw en zonder nadruk zyn gehouden; — dat de Confrontatien van dezelve tegen diverfe getuigen dikmaals eerder fchenen te dienen , om de getuigen te doen vacilleren, dan om de gevangene van hare Ichulcl te overtuigen; en dat Schepenen hunne neutraliteit (die in het onderzoek der bewyzen en het determineren der (fifaffe nimmer te exact, kan zyn ) zoo verre hebben uitgeftrekt, dat zy zig geen de'minfte moeite hebben gegeven, om de gevangene tot confesfie te brengen, nièttegcnftaande zulks naar Ons oordeel mede tot derzelver nobile Judieis Officium was behorende. Het natuurlyk gevolg van deze famenlopende omflandigheden is geweest, dat de extraordinaire Procedures vrugteloos zya afgelopen'; — dat Schepenen de meer- ge- ( ) B. 82. R. 25- R- 26. en R. 40. I  ( 18 ) gemelde Catharina Mulder hebben ontfangen in een ordinair Proces; cn datzy — er niet hebbende bygevocgcf de cloufule mits defenjfie doende ex carcere , waai" op de Hoofd • Officier Gevers inlteerde, en waartoe Wy Ons op allezints folide gronden verpligt hadden gevonden te adviferen (in). er naderhand is gecontendcerd tot een provifioneel ontflagonder handtasting, welk verzoek ook, na een zeer aanilotelyk Pleidooi door den Advocaat Bilderdyk ter dier zake gehouden, by Vonnisfe van Schepenen in dato 26 January 17HÖ. is geaccordeerd geworden , nierregcnltaande 'er tot eene lyfftraffe van geesfeling , brandmerk en confiaetnent was eisch gedaan; doch wdk vonris naderhand, door eene fententie van den Rade Provinciaal gecorrigeerd zynde , voor degevangere van geen effect, geweett is. Wy hebben hier voren reeds gezegd, dat te gelyker tycl met Catharina Mulder in verzekering en daarna in beflotene hegtenis gefield was Curnelia Swenk; «— thans moeten Wy overgaan om HEd. Groot Mog. te informeren , welke de befchuldigingen ten haren laste geweest zyn, en welken loop de Crimineele Procedures tegen haar ■ geëntameerd gehad hebben. Uit de informatien zoo in de Gecombineerde Vergadering als naderhand ter Onzer pvserrr.tie in het Collegie van Officier en Schepenen ingewoanerc, is ons voorgekomen , dat dit Vrouwperfoon , welker rianu-wc connexi met Catharina Mulder algemeen b kflnd was, niet alleen ten haren huize, maar ook op 's Heeren, Straten • en wel inzonderheid ep den dag na den 3. April 1784, wanneer een gedeelte clêr Schuttery toe her afweren van verregaande oproerige bedry- ven wiere in, de wapenen gebragt aan de yefgade- de Martfchanpen van de Compagnie No. 11. Orange linten en [hikken, de leus van 't oproer, zoude hebben u>'gedeeld en opgedrongen («)> en dat zy eene medepiiatige s oude geweest zyn aan de tumuitueufe beweeging n op 22 Maart 1784. voorgevallen (0) -— als me- (m) foJ> datis i2. en 24. Augusti 1785. Kii) A. 34. Art. 9. 10. A. 37. Art. 10. A. 38. Art. 2: 3. V. 40. Art. 2. 3. 4. 18. IQ. 20. S. 2. 3. 4. A. 35- Ar|, 4 • 8. A. 36. Art. 4 - 7. Co) A, 3. 4- 5.  ( ï9 ) mede dat zy niet flegts particuliere perfonen, in denk* wyze van haar verfchillende, zou hebben gebrutalifeerd (p) muar zelf zig niet ontzien om de bevelen harer Overheid op eene voorbeeldeloze wyze te yillipenderen (q). Dan, daar zy op ene gelyke wyze als hare mede gevangene — behalven de verkwikkingeu haar gezonden een veel ruimer onderhoud genoot , als men gewoon is aan andere gedetineerden te geven — en zy in 't judicisd onderzoek geen meer aandrang van de [uftitie ondervondt, dan Cath. Mulder, — was 'cgeenonverwagt verfchynfel, dat zy even als dezelve met hardnekkigheid alles ontkende wat misdaad kon de involveren , en niet tegenftaande haar door veelvuldige getuigen de waarheid der befchuldigingen ten haren lasten aangevoerd en met Eede geiierkt, wierd aangezegd niets confesfeerde dan faken, die wel hare denkwyze kenmerkten , doch waar van zy altyd het misdadige negeerde (r): met dat gevolg dat zydoor Schepenen op den 28 April 1785. niettegenstaande Ons geadvifeerde en zelfs het begrip van den Hoofd - Officier van der Hoeven, onder bmdtasting is ontflagen (ƒ)" waar door voltrekt infrucïueus wierd het onderzoek" 't geen ca/u quo nog zoude hebben kunnen gefchieden « indien men hare mede-gevangene Cath. Mulder tot 'Confesfie had kunnen brengen; en geheel afgefnedeu de hoop om de Raadslieden en Complices , welke zy zoude mogen gehad hebb-n , te ontdekken ; waar toe een onderzoek met voorzigtigheid cn nadruk aangevangen — met fermiteit doorgezet — en door geen Correspondentie , verkeerd medelyden , en extraordinaire faveurs verydeki, natuuriyk had moeten trekken. 5- 2. Het tydtip , waar in men de eerfte opentlyke pogingen zag doen, om het Gezag van UEd. Groot Mog. te (?) A. 39. E. 22, C .) A. 41. 42. (r) S. 6. - 13. U) Q- fub dato 28. April 178$. li a  ( fio ) te ondermynen , en onder voorwendfel van de eer van het Huis van Orange te verdedigen, Hoogstderzclver falutaire bcfluiten, tot dienst en welvaard van den Vadcrlandc te keer te gaan; — waar van het Haagfche St. Nicolaas oproer een der gevolgen was — heeft ook in 'Rotterdam het eerfte beginfel opgeleverd van die gebeurtenisfen, welke de rust en veiligheid binnen dezelve Stad een gcruimen tyd geftoord hebben. Met dezelfde middelen, waar mede men in UEd. Groot Mog. relidentic - plaats de gemoederen van het gemeen heeft aangevuurd , om daar uit een aanhang voor de zogenaamde eer en belangens van den Heere Erfftadhouder te formeren, heeft men hier ook dit werk aangevangen ; en omtrent den zelfden tyd , dat men een DankAdres aan den Heer Admiraal - Generaal, ter gelegenheid der uitgave van Zyne Memorie van Jufiificatie in 's Hage deed tekenen, poogde men alhier insgelyks tekenaars voor een foortgelyk Adres te werven. Dan :deze eerfte poging mislukte door de toenmalige werk*zaamheia van den Hoofd - Officier, welke de tekening •van een ftuk, zoo laefief voor U Ed. Groot Mog. , en de Heeren Staaten der andere Provinciën, als gefchikt om het zaad van tweedragt te verfpreiden , belet beeft ( a ). — Welhaast echter wierd dit eerfte tentamen om onrust en tweedracht te verwekken, door andere gevolgd: Het gerucht verfpreide zig kort daar aan , dat op öode-jaars Avond in de Stad zouden gefpargeerd, en in herbergen en kroegen rond gebragt worden zekere boekjes, waar van een groot aantal gedrukt 'was ; doch de voorzorg door den Hoofd - Officier met fcömmunicatie van Schepenen als toen daar tegen gebruikt- verydelde al mede dit plau (i>)'■> en mea kan — daar deze disfimitiatie dus geen plaats gehad heeft — ook niet zeker bepalen, welke boekjes by het zelve gerucht zyn bedoeld geworden, offcheon, het géén' flegts weinige dagen daar aan volgende heefc plaats gehad, geen ongegronde gisüngen oplevert; te weten, de fa) Berigr fub B. 99. f. p. 12. 13. en de bylnge A. agter *t zelve berigt. (b) B. 1. fub dato 31. 1782. Refolutien der Gecomb, Vergad. p. 64. 65.  C u ) de uitgave van zeker boekje, bekend onder den naam van Geest of zakelykeh inhoud der Memorie door den Heer Prinfe van Orange aan H. Hoog Mogende overgegeven; •welker uitgave gratis, of voor den geringen prys van tfee ftuiversgefcoïedende, zodanige attroupemer:ten veroorzaakte, dat Bu'-gemeestererï, op de communicatie van den Hoofd-Officier goedvonden den Boekverkoper Hake, als uitgever, voor zig des wegens te requireeren, cn — op deszelfs te kennen geven, dat gemelde boekje op ordre en voor rekening van den Heer Prinfe van Orange was gedrukt —- daar over den gemelder» Prins te doen onderhouden, met dat gevolg, dat met de op voorfz. wyze plaats hebbende uitgave is geiuperfedeerd (c). Dan de mislukking van de voorgemeUe pogingen fcheen nogtans niet in ftaat te zyn, derzei ver authëurs van het voordzetten hunner oogmerken te rug te houden; en het verhaal van 't geen voor en op den 8 Maart 1783. is voorgevallen, zal aan ÜEd. Groot Mog doen zien hec ongelukkig effect, 't welk de middelen, gebezigd .om de gemoederen van het gemeen aan te vuuren, op de publicque rust binnen Rotterdam gehad hebben." E enigen tyd voor den 8 Maart 1783. wierden dooide Boekverkopers Bennet en Hake uitgegeven twee Brochures, die als oproerig op ordre van Burgcmeesteren zyn opgehaald, ( d) terwyl zig als toen reeds hoe L.nger hoe meer een gisting in de gemoederen van het gemeen, en een geest van partyfehap openbaarde, die niets milder aankondigde ( gelyk de algemene geruchten des tyds waren) dan dat de huizen van drie voornam.-' Graanhandelaren met namen J. Hooft, C•melis vun d:r Hoeven en Nicolaas de Groot tegen dien dag met plundering bedreigd wierden Q e ). Deze geruchte* gingen verzeld met brutale bedelaryen ter eei-e quafi van den Erfftadhouder door de gantfche Stad (f), welke de vreeze voor de viering van des- (e) B, 2. fub dato. 8. January 1783- B-efoI. der Gecomb. Vergad. p. 65- yd) B, 2. fub. dato 5. Maart 1783. («) B. 20. 21. 65. en 100 a. (f) B. 20. B. 8ó. en Berigc fub B. 99. tj B 3  ( W ) deszelfs Verjaardag niet Weinig vcrrrecrdcrr.cn. voornamelyk toen men vernam, d.u Bure,emecs.eren aan ■wien dit een efi ander nic» .-bekend was, h'c gebruik van Eerepoorten aan het SaRcdragers Gilde haddefi ingewilligd ; het wel;, zig- up de volgende wyzc heeft toegedragen. §• 3. Eenige Zakkcdragrrs, tc onvreden van in de Diemer. nccr/che Courant voorgefteld te zyn, als of zy zoude» Webben geweigerd re tekenen zeker Dark • adrej. aan den Hfeër Prinfe van O'rarge, fleen elkander vcor by het aannaderen van den 8. Maart 1783., 0f, naardien achter t CIcosrer eö op meer plaatfen van de Stad vrêUgde zoude wezen, en geiL'uminecrd worden, zy ook niet jets zou.'en doen, en, ten Uien uree zekere E-.epoorten illumineren, w..-;kc in het Jaar .760. gediend hadden (a). Deze Propofkid eerst door [circa twaalf beraamd, doch v.rvoigens door 20 a 30 gtaVgrt»crd zyndc (b), begeven zich 4ij derzelven war 'bet buis van den PrasSoent Burgermeester van der U'cvm O)doen aldaar het verzoek' — en worden door hem , na het vragen van eenige informatien onderricht dat hv Burgemeester dit alleen Biet konde toeftaan, m. ar dat de Hoofdlieden vnn het Gilde zie. ten dien einde op het Stadhuis in B .rgeiv eer eren Kamer moesten vervo-g zoo als men uit de Notulen der Fabricage zoude opmaken , byaldienmen niet uit diverfe getuigenissen het tegendeel moest fupponcren (/>)•' met zekerheid egter kan men melden, dat het Zakkedragershuis op den 8. Maart heeft gepronkt met twee d drie vlaggen, waarvan 'er een met het wapen van den Heer Stadhouder was voorzien (?), en dat die gedunrende den geheejen dag gewaaid hebbes; terwyl wy al verder (fc) Extraft uit de notulen der Fabricage fub dato 6 Maart J7§3. D. 3- (.) B. 4. Art. 37- B. 8. Art. 26". B. 9, Art. itf. lm) B. 4. Art. 38. B. 7. Art. 30. B. 8. Art. 27. B. 9, Art. 27 j. B. 4. Art. 39 B. 5. Art. 39- B. 7. Art. 31. (m B. 6. Art. 32. B. 7. An. 32. B. 8. Au. 23. B. 9. Art. 23. (0 ) Extraft uit de notulen der Fabricage fub dato 7 Mattrr, S7S3- l5- 3- (ƒ>) B- 4- Art. 44. B- 5- Air, 44. B. 6, Art 3$. B. 7« Art. 36 8. Art. 30. B 9. Art. 30. (gj B. 3, Art; 32- B. 9, A«. 32-  C 25 ) c'ei- L'Fd. Groot Mog omtrent de vreugde -bedryven eer ZckSedie;,..TS kunnen informeren, dat 'er nu en dan eenigen drrzelyen op het dak van het huis geklommen zyn, en hoezee geroepen hebben; dat zulks onder anderen ten twaalf, ten drie of vier uuren, en ook wel eens bevorens en des avonds met den donker gebeurd is , en dat Jeremias van Tongeren, die als Stads torenwagter te dier tyd fungeerde, als dan telkens op verzoek der Gilde-broederen een airtje op de Clarinetgefpeeld heeft ( r ); en dat zulks mede in 't bvzonder heeft plaats gehad des namiddags, toen de Profesfor Hofjlede in gezelfchap van een ander kort perfoon in 'c zwart gekleed , zig op het midden van de markt, voor het 9akkedragers huis plaatfte, wanneer aldaar eene meer dan gewone beweging befpeurd wierd, en de menigte el frauderen ais verdrong om op het dak klauteren, alwaar men driemalen hoezee fchreeuv.de, 't geen gevolgd wierd met het fpeelen van Wilhelmus van Nas/ouwen op een fchalmei of diergelyk initrument,' waar op de voorn. Profesfor Hofjlede met het gedijlingueerd afnemen van zyn hoed en een diepe buiging deze Zakkedragërs falaee-rde (r). —Dat voorts de «pgerigte Eerepoorten des avonds zyn geïllumineerd geweest, en de Lampions door zekeren Barend Kloppenburg zyn gevuld; die daar voor geen geld genomen, maar wanneer hy om de rekening gevraagd wierd, aan de Zakkedragërs in fubftantie gezegd heeft, dat hy hun dat fchonk, om dat zy zig by die gelegenheid als ft Me vreedzame burgers gedragen hadden (t). En eindelyk, dat 'er in de Eerepoorten in een kastje is geplaatst geweest een vers met grote letteren gefchreeven van den Volgenden inhoud; De Staatzucht van Bourbon, de Heerfchzugt van BrittanjeJ Verdryft uit Nederland den rampjpoed van Orange; 1 Dus bloeit die fchone wonderboom, In weerwil van het X en van de Merweflroonu Wcl- (O B- 8. Art. 3|, 35. B. 9. Art. 34, 35. (O B. 74. (*) B. 8. Art. 29. B. 9. Art. 29. B. ro. Art. 13. B. 11, Art. 13. B. 12. Art. 13. B. 14. per tiKUm. Ü 5  ( 96 ) Welke kastje door Srads volk is opgerigt met behulp van zekere Jan van der Hof (u). die niet alleen volgens de recherches door Ons daar omtrent gedaan , maar ook volgens de informatien d swegens bereids in Maart 1783 voor Schepenen ingewonnen , als Autheur van 't zelve kan en moet gehouden worden ( v). Dan dit alles is flegts een beuzeiingin vergelyking van bet geen al verders omtrent en op gemelde g, Maart 1783. in het overige gedeelte der Stad gebeurd is. iiet Gemeen gerugfteund doer de authêrifatie om vreugde te bedryveu aan de ZafcfeedragefS gegeven, gaat voort,, zelfs inpraefentie van de Dienaars der Juftitie, metdfl reeds aangevangene en niet gefluit wordende bedelaryen en geld afperfingen (w), die zoo generaal geweest zyn dat 'er byna geen huis van bevryd is gebleven (x), en zoo menigvuldig, dat zulks by foonmigen tot 30, ja tot 50 malen, is herhaald (y ). — Wanneer men deze onbefcnaamsie bedelaars met dubbeltjes tragte aftezetten, vorderde zy ftootmoedig grover geld; wanneer men bun niet fpóedig of rairn genoeg inwilligde, riepen wel eens de jorgens, kom minnaar van der Hei m toe, die geeft agt zesthalven te geiyk C z ), cn drongen voorts hunne verzoeken aan door dreigementen van de glazen zullen ir.flaan- en ten biyke dat het ernst was, wierd er niet alleen by aanhoudendheid gebeld, maar dikwils gefcholden, op de deuren gebonsd, en aan fommiger., die weigerden , toegevoerd : dan zullen wy jou blixem van de nagt wel vinden, — dat zy den donder die niet ge^-en wilden, wel zouden vinden en doen geven; — en dat zy het wilde en G . . d . . . teuten hebben, —» dat zy den 8. Maart baas zouden zyn cn het buis om ver zouden halen (a); en ten einde men daar aan niet zou- (u) B. 4- Art. 48. feq. R. 5- Art. 48. feq. B. 6. Arr. 41. Jtq. B. 7 Art. 40. feq. B. 8. Art. 50. B. 9. Art 52. S B 15. (v) B. 4, 5, 6, 7, 8, 0> I, c, }, B. 13. en het Extract, uit het Register der Criminele bcfogi.es van Schepenen datis 12 en 13 Maart. Jub B. ( 44» 45, 691 70, 71» 75. 11'  (■*? ) zoude twyffclen , namen deze rust - verhoorders de huizen accmr.at op, herinnerde cikunderen om , die weigerde, op te tekenen (b), cn toor.de door het ihflaan van ce'ige glazen by diverfe lieden, dat het hun aan geen moed ontbrak, om hunne dreigementen uittevoeren. ( c) Opdcn 8 Maart zeive was nogtans de ongebondenheid hec het aHèrfterkfïe. Beljgcheïykc en vcrlchnkkende vertoningen wisféldefl elkander af; hier ziet men een troup jongens van aiicrlei jaren met Orange-mm fen, patroontasfen, en linten vercierd; daar een gróo'e hoop gemeene vrouwlieden , waar van de voori'te eenfoort van zotskap ophadt, meteen luidrugtig gezang en hebreen w hand aan h ind danfende ruyen ; elders een molenaars wagen onder een woest gefchreeuw cn zwaai jen met de hoeden doer de ftr.atcn ryden - hebbende een molenaars knegt op een der paarden gezeten, een modieufe Vrouwemuts op 't hórtfil, en een fles in de hand; al ver 'er een gezeliehap mannen met vercierde bogen en kroont| jes hunne vreugde door luidrugtige hoezées, uitboezemen ( d ). Dan ware het hier by gebleven , men Ivd deeze dolheden ligtelyk kunnen voorbyzien, doch hec was, met flegts een toneel van woeste vreugd , dat binnen Rotterdam wierd vertoond , maar ook tevens dat van moetwil en openbaar geweid. In de Boompjes en op het Haringvliet worden eenige ratïóehéiyké heden door Vrouwen, die vercierrre Bogen droef-en , genoodzaakt daar onder te bukken («O;'op de Beursbfug wierd een ander tegengehouden en genoodzaakt aan de Bacchanten geld te geven of met hun te drinken (f); op de Nieuwe M.irkt wierd een Bakker bereids dts morgens ten 7 Boren naar Orange gevraagd, en aangezegd, dat ky voorden d . . . . r op dien dag niet meer zonaar Orar.-e op de Markt moest komen; in 't Agtcr-klooster word ten man van Jaren tot tweemaal toe naar Orange gevraagd als mede- of hy voor de tien of voor de veertien was \ (eene vraag, die, daar zy op twee partyen in deVioed- fchap (Z>) B 30, 7r, 72. (c) B. 42, 57. 61, grj, B. 3+, 77. («. B. 44, 02. (ƒ; E. 62.  ( ^ > fchap zinfpeelde," geen gering licht verfpreidt over de oogmerken van hun, die deze rustverftQrendc bewegingen veroorzaakt hebben ) met bedreiging van hem in hec laatfte geval over de muur in het water tegooijen (/»ƒ; jn den Oppert wordteen Koopman genoodzaakt op zyn hoed Orange te zetten , en daar mede te zwaaijen, al mede onder bedreiging van hem in het water te gooijen of dood te flaan (i ); een Wyiikepcr ontmoet op de Boterfloothet zelfde onthaal, en wordt tot op de rollaag van het water gedrongen (k ); een Chirurgyns knegt wordt op de Hoogftraat, om dat hy geen Orange pas had, geinfulteerd, met fteeniging bedreigd, en men maakt reeds een aanvang om hem van de Cbais te trekken , wanneer hy in tyds door zynen Meester ontzet wierd (O» twce andere perfonen , die zig uit voorzigtigheid van Orange op de borst voorzien hadden worden, de een indeBreeflraat, deanderby 'tbolwerk feiteJyk aangegrepen , en het Orange op den hoedgeplaatst (m); bet zelfde lot treft eeuBoekverkoperop deHoogftraatOij; een Chirurgyns leerling op het Haagfclie Veer ( o) ; twte Juffrouwen worden ter zelvder plaatiè doorïuw varendsgezellen gedwongen Orange voor haar borst te draagen(/> ); vier mansperfonen doen een Koetsftille ftaan, en dwingen den Koetfier een Orange -Jlrik op te zetten (q); een Stads - helbaidier, naar Orange gevraagd, beroept zig op zyne montering, doch te vergeefs, hy word gedrongen en gefloten, zyn hoed van 't hoofd geflagen en met voeten getrapt (/)j een Comptoir - bediende mede ter zelvder zake aangeraad by de Beurs, en niet fpoedig genoeg Orange kunnende vinden , wordt nieq ab (g) B- 70. (h B. 18. (» ) B 20. (k B. 25. (/) B, 22. (m) B. 24, 59(n) B. 30. (0) B. 7°(?) B. 70. (?) B. 87(r) B. 25- 33-  ( 2* ) alleen bedreigd, maar dadelyk aangepakt, om in 't water gefmeten re worden; doch het zelve gevonden hebbende , word het op zyn hoed, de hoed op zyn hoofd gezet, en hy genoodzaakt, om alzoo verciertmet zyne aanvallers té danfen en te fpringen (r). Dan dit zy genoeg, om U Ed. Groot Mog. te doen zien — trouwens de Bylageu hier by gevoegd (ïj leveren van diergelyke excesfen nog zeer veele voorbeelden op , — dat byna in alle de gedeelteus der Stad de veiligheid op 's Heeren ftraten opcntlyk wierd gefchonden. Wy gaan des nu over , om eenige exempelen uit menigvuldige gevallen by te brengen, ten einde te doen confteren, dat ook veele Ingezetenen in hunne huizen zelfs geen veilig verblyf tegen de tomeloze woestheid cn dolle muitzucht van een driest gepeupel gevonden hebben. Een geduurig gefchel was de voorbode van eene tot in de nagt durende bedelary, — Eene bedreiging van het huis te tekenen, met hun drit honderden ftraks weder te komen, de deur open te trappen, het huis om verre te halen, was het gevolg van eene weigering , — het zeggen tegen den eenen dat het hun drie llcenen meer zoude kosten, tegen een ander, dat zoo hy niet illumineerde, zy de glazen zeuden inflaan en het huis naar den donder helpen, gaf ftoffe tot billyke vreeze ; (u) het gooijen met fteenen en het geen vervolgens plaats had, deed zien, dat de vrees, welke men had opgevat, niet dan te veel door de uitkomst wierd gewettigd. Zes bekende Burgers wierdeu in hunne huizen gedwongen Oranje op te zetten, en een derzei ver om hoezee te roepen, (v) ■— By een Koekbakker wierd quafi ter eere van den Prins een Koek weggenomen, (w) In het huis van, een Broodbakker dwong men de Vrouw mede te danfen, terwyl men het Brood uit den Winkel roofde om het op ftraat te fmyten en te vertrappen, (x). By eenen (O B- 43- (t) B. 52, 57, 62, 70. 7t , 72» 74» 77. 78, 82, 83,85 (u) B. 47', 56, 61, 62, 70, 75, 13. O B. 17 , 32 , 46, 72, 76. ( «j ) B. 87. (x) B. 19.  C 30 ) eenen anderen Bakker fpolieerde men de geheele Win. kei en vergde denzelven en zyne Huisvrouw om een eed. te, deen, dat zy geen goed meer in de Winkel hadden (■)>)■ • De Knegc van eenen Theeverkopcr ■wierd, om dar hy geen pas ( zo noemde men hec Orange tektff) vertonen konde, door het voorhuis gefleept. (z) t'n cindelyk (om geen meerder gevallen hier te melden ) moest een oud man in zyn huis ondervinden , dat hy by de kraag gegrepen, gevraagd wiem .Daar zyn pus, en of hy voor de i'eu of veertien was, mitsgaders bedreigd, om indien by geen Orange vertoonde , vermoord te zullen worden , terwyl zyn op het pothuis (taande glas op ftraat gefmeren; en naar zyne dienstmeid des avonds by het openen der deur met een ontbloot mes geftoken wierd. (a) Akelige geileluheid voorwaar, van eene Stad, waar .een ieder Ingezeten zig behoorde te kunnen vleien door .de voorzorg en waakzaamheid der i:olitie cn Juftitie in 'veiligheid, te zullen leven 1 Doch hoe akelig dezelve zig ook moge vertonen , zoo wordt het denkbeeld van den roei'Umd daar de onge lukkige Burgery van Rutterdam zig in bevond, noe; treffender, wanneer men zig voarïïek, dat in den namiddag van dien dag eene bende Van 2 a 3C0 Schecptimmerlieden de Stad doortrok, •en haar e.i.uc'tument voor den H«*F Erfliadhouder op eene ga'ntsch oproerige wyze manifclteerde. Het zoude eene vervelende herhaling zyn, Edele Groot Mogend». He- ren ! van woeste en baldadige bedryven, wanneer Wy dier wilden voorftellenalle de excesfen , d;e door dezeiven gcMurende dezen optocht gepleegd zyn, en Wgar van Wy reeds voorbeelden, order da zoo even QRgeggfeuG feiteiyke aggresfien in de huizen, van eenige Ingezetene.-., bygebragt hebben; Wy zulen dus hier a-deen den uitfïig openleggen van het onderzoek door Ons raar.Ue aanleidencie oorzaken en hec be n dezer fchrikverwekkende vertoning gedaan; uit welk Ons gebleeken is , dat de Scheepstimmerlieden van de Admiraliteitswerf — die al vroeg in de roor- l'..;. li gea (9) B 27, (z B. 9" 00 »• 79.  ( S1 ) gen eenig Arbeidsvolk, 't welk aan de opbouwing vaa 's Londs' Arfenaal wcrkce, aangezet hebben om zig van Orange tekenen te voorzien (b), —- omtrent half zeven uuren begonnen hebben met zingen en fchreeuwen, en dat zy reeds om zeven uuren byna algemeen met Orange ftrikken voorzien waren; dat 'er na dien tyd niet meer is gewerkt, maar eene luidruchtige en kinderagtige vrolykheid heeft plaats gehad , die geduurd heeft tot omtreut drie uuren in den namiddag, wanneer het hekvan de Werf, 't geen op orure van den Equipagemeester was gefloten gebleven, is open geraakt, en zy van daar zyn gegaan, eerst naar de Werf der Oost - fndifche Compagnie, (c) en vervolgens naar de particciüere Scheepstimmerwerven, alwaar zy onder het luiden der klokken op de Schepen en 't fchreeuwen van Hoezee vivat Orange , het aan 't werk zyndevolk, met bedreiging van derzelver gereedfchappen, ja zelfs hunne perfonen in 't water te zullen gooijen , hebben doen uitfcheiden; gelykaan UEd. Groot Mog. reeds ampel is.gcbleeken uit de in de Gecombineerde Vergadering beëedigde verklaring, (d) fub A. % l. gevoegd agter 't Request door den Vroedfchap Elfevier op den 29 Odtober 1784. ter Vergadering van tloogstdezelven ingediend; waar uit Wy nog alleenlyk zullen doen opmeiken, dat onder die bende Scheepstimmerlieden zig twee a drie onbekende perfonen bevonden hebben, die uit hunne fin. guliere kleding of engewone wyze van over het hout te enteren, zyn geremarqueerd gewordeB. Om te ontdekken, op wiens ordre het hek der Werf? is opengcfield, en of de geruchten -f- dat te dier tyd eenig geld aan de Scheepstimmerlieden is uitgedeeld geworden — gegrond waren, hebben Wy het nodig onderzoek gedaan; dan omtrent het eerfte hebben Wy, uit hoofde der tegenftrydige depofitien niets befiisfend kunnen decouvreren; terwyl Ons omtrent het andere point niets verders is gebleken, als dat, eerst door den Equi- (b) B. 60. (c) Refa. der GccombiH. Vergad. p. 131,; («f, E. 29. -  ( s* •) fiquipagïctneester van Staveren, —- voor wiens huis » gelyk ook veor dat van den Burgemeester van det Heim, in 't voorbytrekken Hoezee gcfcl-.recuwdis (e) en daar na door eenige bazen van de Werf gefchea^ ken , fchoón van weinig belang , gegeven zyn. Zie daar Edele Groot, Mogende Heeren! een kort verfla,T van On1- onderzoek omtrent het voorgevallene 'op den bcruc!iten'8 Maart, waaromtrent Wy geene zwarigheid maken met den Vroedfchap Elzevier .'te erkennen : tiat dezelve heeft opgeleverd een toneel van verschrikking , afperjing , knevelary, military en geweld; en tevens Onze verwondering te betuigen , dat de Wethouderfchap der Stad Rrtterdnm , welke van die gebeurtenisfen ooggetuige geweest was, ja die zelfs» wanneer de optogt der fcheeps - timmerlietlen haar bekend wierd, in deliberatie had genomen om de Allarinklok te doen trekken , (f) by der /.el ver Confideratien 'op de Memorie van den Froedfchap Elfevier van 30 Sept. ' a78'*. Cé) heeft willen doen voorkomen, alsof 'er -fle<»rs eenige licentien, en ongebondenheden onder het Gemeen hadden plaats gehad, en alle violente en da-' 'delyke eicesfeh waren georasvenieerd , zoo dat niemand der Burgeren in zyn Huis, gned of bezittingen eenig wezendlyk nadeel was toègebragt» Dan daar het tegendeel 'van dien uit de by Ons ingewonnen be-wyzen» 'ontegenzeggelyk confteert, daar er blykt dat vérièheidcn Burgers in perfoon aangetasr , in hunne huizen geraolettècrt, cn van hunne goederen beroofd zyn, ja dat de zógintihnlde O range - vreugd aan diverfe "Ingezetenen hunne'gezondheid gekost heeft (//), meenen Wy uit dit alles ( om voor als nog geene verdere refle&ie'n te maken ) ten minsten veilig te mogen befluitcn, dat de evengem door Ons gedane befchry» vin», met geen te (ierke couleuren is afgemaald; dat°de voordraagt van 't geen den Vroedfchap Elfevier nevens zyne bejaarde Moeder op dien dag is wedervar (O B- 79- (ƒ Berigt fui B> 99- f. (g) Pag. 7 *W 8- \h) B. 16. 19- 27. 47. Sö.  varen ("zoo als hetzelve voorkomt in de verklaring agter deszelfs Memorie fub A. 2. Io. overgelegd ) onder folemnde eede gcatteftecrd (i ), en nader dooreen declaratoir van den Profesfor de Monchy bekragtigd (Aï), geenzints geëxaggereerd is; en eindeiyk dat de voorzorg , welke gemelde Vroedfchap door het inpakken en bergen van zyne pretieuste goederen tegen eene plundering, waar "mede hy bedreigd wierd (/), heeft genomen, zoo vreemd en fingulier niet is, als . de Wethouderfcbap vermeent ; nademaal juist die zelfde praecautien door de hier bovengem. Graanhandelaren ea een Predikant, aan welken, volgens de geruchten, gelyk lot over het hoofd hing, zyn in het werk gefield gewerden (m); en wel, zoo het Ons voorkomt, niet zonder grond, vermits de geringe voorzorgen, ugen de luidrugtige viering van dien geduchten dag genomen, vergeleken, met de toenemende excesfen, juist niet zeer gefchikt waren , om dezclven te ontheffen van de bekommering voor de executie der dreigementen, welke uit verfcheide verklaringen blyken, dadelyk gedaan te zyn (O). §■ 4. Dat de beste en voornaamfte Btirgers en Ingezetenen der Stad Rotterdam over deze verregaande ongeregeldheden billyk te onvreden geweest zyn, zal niemand ontkennen; dan of zy ook gegronde redenen gehad hebben , om uit dien hoofde misnoegen en wantrouwen tegen hunne Regeering op te vatten , hangt af van de beantwoording der vrage , of by de Collegiea van Politie en Juftitie'tot voorkoming en beteugeling van die excesfen zodanige maatregulen zyn beraamd , en in het werk gefteld, als daar toe a priori bekwaam en toereikende moesten geoordeeld worden? Rn daar wy meenden, inzonderheid omtrent dat poinêt, een zeer fcrupuleus en onzydig onderzoek te moeten doen, hebben Wy, toen na eene naauwkeurige overweging van, Éf) B. 84. Ik) Byla^e A. agter de Memorie van dén Vroedl'chag ElftvUr van 29 April 1785. Ct) ö. 48. (7«) B. 20, 21, 65, 100. «. B. 23, 31, (»0 ü. 2©, öS, 73 , la©, a.  ( 34 ) van alleswat deswegens in de Notulen gevonden v.ierd , by Ons hier omtrent verfcbeide gewichtige bedenkingen overbleven, geoordeeld, niet beter of mèc .meerdere cordaatheid te kunnen handelen, clan met deze bedenkingen aan de refpedtive Cellegien, zoo van Politie als Jultitie, welke te dier tvd gefungeerdhadden, voor te ftellen, ten einde hun gelegenheid te geven, om die bedenkingen • op te losfen, en zig daar dpor van den aangetygden blaam te zuiveren. —Maar naauwlyks hadden Wy daar toe op den 8 Dec. 37H4. ter Gecombineerde Vergadering de nodige Propofitie gedaan, of dezelve ontmoette van de z'yde der Wethoudeifchap de hevigfte tegenftand, waar van hec egrer niet nodig zal zyn, hier eenig nader vcrfiag te doen, vermits dit alles aan UEd. Groot Mog. kennelyk is geworden uit de Misfive en Bylagen , die Wy na verfcheidene Confideratien met den Magiflraat gewisfeld en te vergeefs alle mogelyke toeeeeflykheid ten opzichte van de ftrm gebruikt te hebben , eindeJy.K den 3 February 1785. genoodzaakt geweest zyn aan Heo^stdczelven te addresfeeren, met 'dat gevolg-, dat Onze fuflenue by Refolutie van U Ed. Groot Mog. in dato 3 Juny 1785. is-gejuflificeerd geworden: waar op weinige dagen daar na van Burgemeesteren in Maart 1-783. gefungeert hebbende, is afgevraagd: „ Opgave ■ der redenen, welke hun bewogen hebben , om toe„ teftaan, dat in een tyd, waar in de cisting in de „ gemoederen van het Gemeen en 'de animofi„ teit zig reeds binnen de Stad Rotterdam open,, baarden, waar van het disfemineren van oproerige „ gefchriften, het openbaar langs ftraat en aan de hui„ zen bedelen om geld tot viering van den aanftaan„ den verjaardag van den HeerErfftadhouder, enbet ge„ rueht, dat de huizen van notabele Graanhandelaars „ tegen den gemelden 8 Maart met plundering be„ d-eigd wierden , de duidelyke bewyzen waren ; in „ een tyd, waar in dus byzonder moest worden gc„ waakt, tegen alles wat tart ftoring der publicque ruse „ zoude kunnen ftrekken, of door buitengewone vro„ lykheden aanleiding geven tot oproerige beweginaV gfh , dezelve Eerepoó'rten , welke- aan de Stad toe„ behoorden , voor het ZakkedFagers - huis wierden' 3» opgerigt en geillumineerd, ende zulks, daar dezelve fJ zedert ket Jaar J7<5ö, welke evenementen 'er ook t} plaats 1  C 35 X u plaats hadden gehad, nimmer waren gebruikt geil wec.vt; en hec verzoek daar toe , niet cicor het ge;f hedè Zakkedragërs Gilde, of door Hoofd - luiden, j, uit des/.elfs na.Jtn, maar alleen door eenige Zakke•A dragers aan het huis van den Praefident Burgemees! »| ter was ged:.an; en de Hoofd - lieden vervolgens zig „ alleen in de Kamer * van Burgemeesteren hadden b geven , om defzeiyer goedvinden daar omtrent te vei liaan ("a)? " Vcen'un dagen na dat de voornoemde vraag' aan gehielde 'Burtemecsrercn was 'toegezonden , fchreeven 1 dezeiven eene MTsfiyé aan de Gecombineerde Verga; dering, houdende een verzoek van Informatie, hoé i zy zig,' by 't geven van 't gereqaircerd Bericht, zouden gedragen met betrekking tot den Oud - Burgemeester ran Berckel, die benevens hen in 1783. het Collegie van Bürgemeesreren had gecompofeerd, doch zig 'thans Reipublica canfa in Amerika bevondt ( b ) ? Eene l bedenking, die te meer finguh'er moest voorkomen, \ om dat confteerde , dat gemelde Oud - Burgemeester by het accorderen der Eerepoortcn niet was tegen* woordig geweest; gelyk dan ook terflond gerefol; Veerd wierd , om mee nadruk op de fpoedige voldoening aan de gedaane requifitie te inftereu (c). Waar ; óp, door den Burgemeester Bogaert by de eerstvolgende Vergadering, en door de Oud-Burgemeester 'van der Heim en van der Staal op den 12 July i7§y. 1 aan de requifitie van de Gecombineerde Vergadering is voldaan, door hec fourneren van twee afzoBderlyke Berichten (d), welke ieder in hun fooit attentie verdienen. Uit deze twee ftu'kken, met eikanderen geconfronteerd, i is Ons gebleken, dat wel hec gebruik der Eerepoorten in zekeren zin door Burgemeesters Kamer, beftaande, Vermits de abentie der twee andere Leden , uit de Burgemeesteren van der Heim en Bogaert is toegedaan; maar dat echter de denk- en handelwyze dei zer twee Regenten daar omtrent merkelyk hebben ge- dif- (a) RefolHtien der Gecomb. Vagader. p. 24.0. ¥' < b) B. 97- (c) Refolutien der Gecomb. Vergad. p. 249, 250, i, 'SB, 98-. ' (d) B. 99. a, e C 2  ( 3« ) diffcreert. Zoodra namentlyk de eerstgemelde a^fl zyn Collega communicatie had gegeven van het aanzoek ten zyne huize gedaan, en het welk in de voorfz. Kamer ftond hervat te vvoiden, wierd door den laatstgemelden daar op cordaat gedeclareerd (e): dat de vexatien, knevelaryen en geld afperfingen , ter eere van Zyne Hoogheid federt eenige dagen zoo impunement gepleegd, hem en 't beste deel der Burgery reeds lang verveeld hadden; dac het meer dan tyd .was, om daar in cfficacieufelyk te voorzien, en zoodanige geweldenaryen te beteugelen, immers dat van wegens de Regeering daar toe geen aanleiding behoorde te worden gegeven; weshalven hy van gedagtcn was, dat zodanig verzoek moest worden gedeclineerd en van de hand geweezen. Dan dit eenvoudig en natuurlyk raifonnemèrit behaagde niet aan den Prtelident van der Heim, die zynen Mede - Burgemeester tot een ander gevoelen tragtte over te halen en hem ten dien einde onder het oog bragt dat Zyne Hoogheid nu federt zoo een geruimen tyd, zoo door blaauw boekjes als pasqulllen was 'gemaltraiteerd; dat het meer dan tyd was, dat hy eens weder wat verheven wierd: dat hy konde verzekeren, dat 'er niets dan vreugde zoude bedreven mrden. En de vraag van den Burgemeester Bogaert: of die verheffing dan nu al wederom door de fmalle gemeente jnoest gefchieden? wierd beantwoord met eene andere vrage: of hy zig wel van Orange voorzien had, dat zulks mogelyk wel nodig konde zyn? terwyl dit gezegde verzeld ging met een prcfenc van een ftuk Orange Int (ƒ). . De Burgemeester Bogaert uit dit alles, zoo het 'fchynt, begryponde, dat het niet veilig zoude zyn, zig daar tegen verder te o'poferen, zoo hy zig en" de zynen aan geen meerder gevaar wilde bloot ftellen, te meer , daar 'er zoo bv hem als aan andere hui¬ zen kaartjes onder de deur waren geileken van dezen inhoud : „ De Buitenplaats by den tuinier, eventjes ,v or „ by de Schiebrvg, buiten de Stad Rotterdam, zil op „ den 8 Mi.art vry zyn voor zes of a*t perloncn; doch (t) B. 99. a. (ƒ) 'c zelve Lint is aau 't Berigt van Burgemeester Bh ga:rt B, 99. a. geheet  C 3? ) doch geen mensch behoeve aldaar te komen , dan „ Burgemeesters, Officiers en Predikanten. De Tui- nier zal den voorrang geven'aan Burgemeesters Bo- gaert en van Berckel, den Officier van der Hoeven, 3, den Domine Sclieffer , Ferjler en den Capeliaan „ Gerand_ (_g)." I.aat zig overhalen om de zaak aan te zien ; 't welk ten gevolge heeft, dat de Hoofd-lieden van het Zakkedragërs gilde binnen geftaan zynde, en te kennen gevende, dat 'er cenigen van hunne Gildebroedcren verlangden bovengem. Eerepoorten op den 8 Maart voor het gildenhuis op de Nieuwe Markt opgericht te zien, zulks aan hun is geaccordeerd, onder eene recommandatie van den Burgemeester van der Heim, van wel vreugde, maar geene onordentelykheid te' bedry ven (h). Uit uit alles valt niet moeielyk op te maken , wat er te denken zy van de zoogenaamde eenparige toeflemming van Burgemeesteren, waar op de Prseiident van der Heim zig beroept, als welke beJflaan heeft in het prevalerend fentiment van hem al> leen, gebouwd op deze Confideratie „ dat het wei„ geren of affLan van het voorfz. verzoek nadelige ,, impresfien zoude kunnen maken, dan dat het toe; „ ffcaan van hetzelve in tegendeel veel zoude kunnen „ contribueren , om de gisting en animofiteit in de gemoederen van veele Ingezetenen ontdaan, te doen „ bedaren, en de gevolgen van dien voortekeroen; „ terwyl de gemelde Zakkedragërs een groot getal j|, uitmaakten , alle gebenefkeerdens van de Stad" wa„ ren , en onder de uitdrukkelyke verpligting lagen, om in tyd van beweging en oproer tot weering van dezelve aan Burgemeesteren ten dienst te haan, „ en derzelver Ordres getrouwlyk uittevoeren 7 Daar de Burgemeester van der Heim deze Confideratie opgeeft als de grond en het motief, 't welk hem tot het accorderen van de Eerepoorten heeft overgehaald (i), kunnen Wy niet nalaten by dezelve Cea oogenblik ftil te ftaan, en op te merken , dat ze Ons geenzints voldoende voorkomt om de bedenkingen by Onze (g) Een derzeiveu is gevoegd by Jtgem. Berigt. B.po a. ( Onzê vraag geopperd, te beantwoorden , en bet ge'rag van Burgemeesteren of liever van den Pjasfidetot van der Heim, die de permisfie tot het oprichten der Eerepoorten regen het Jéntlment van zyn Collega Bogaert heeft ingewilligd, te juflijkeren. ' Immers'Wy'kunnen niet begrypen, weike nadelige impmfvfn het weigeren of tfjlaan van het -voorfz verzoek zoude hebben tJitnen tnaketi, noch op wien ? Het weigeren der. EereÉDórtèn zoude toch de beste, en vocrnaamftc Ingezetenen niet hebben gcindisponeerd, die de Incepara-, tien tot die ongepaste en ontydige vreutide- bedryven niet d-n met lchrik en v.eerzin " zagen ook niet de Zakkedragërs, welke niet flegts bvzoncler aan Burgemeesteren gefubordoneerd waren', maar zelfs door den PrEElidert van der Heim in de Weth zyn voorgedragen , ais best gefchikt, om tot ftuiting van voorvallende ongcregeiden gebruikt te worden. Wv kunnen ook niet heleffen hoe hef toeflaan der Eerepoóiten ietst konde comribueren, om de gisting en animofiteit in de gem-cderen van veel en Ingezetenen ontfhan, te doen b:oartn , en de gevolgen van dien voortckomen ; want exteerde cr by het gemeen eene gisting en animofiteit tchfaveure van den Heer Stadhouder, die door de deftigfïen der Burgery in de toemaiige tyds om'hndigheden Wierd afgekeurd, was het immers .natuuwyk te voorzien, dat dez'élv.e als 'c ware door de pvf-.cnue mhtjfttêitgewettfgd, tot de grootfle ongebonden henen zoude uicbaWnl Ja Burgemeester van der Heim begreep dit zelfs',.' want waar toe diende anders de vraag aan zyn. Co'lega, of hy wel van Orange was voorzien, en het ong,.vergde gefchenk van een Orange hnt,. zoo cr geen vreeze was dat men 't zelve even, als in 't jaar 1748. zoude behoeven , om zig teaen de vifdtcs v;.n een woedend graauw te dekken? ■ by deze reflectie voegen wy eene aneiere, namentlyk car gemelde Confederatie, welke by 't Berigr als hec ni Oér inwilliging word opgegeven, in Burgemeesters Aar-rrs net (chyut geoppert te zyn; maar dat er door den Burgemeester van der Heim een ganfeh yerlchillend^w,^ gebruikt is om zynen, van hem diïcreperenuen, Collega overtehalen , namentlyk: dat Zyne Hoo«neid jedert eengeruiihentyd door blaauw boekjes en pasquilten was gemaltraüeert, en dat het meer dan tyi^Jdat *3J  C 39 ) Jij weder wat wierd verheven (k\ En dat dit het ware 'motief van den Pra^fident geweest is, blykt ten allerklaarfte, aks jrhèh deze zyne woorden vergelykt met 't geen hy otter dit point in de Weth gezegd heeft: dat-zulks eene' louabele vreugde - bedryving was , dat, wyl Zyne Doorlugtige Hoogheid federt een geruimen tyd verongelykt en zeer veel was te laste gelegd, men 't volk gelegenheid moest geven om zich te devdloppercn en opentlyk hunne denkwyze ten opzichte van den Stadhouder te doen blyken (l): Dan dit ejgehtlyke, dit ware motief heeft hyzóigvul' dig by zyn Bengt verzwegen. Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren! flappen Wy af van de Berigten van Burgemeesteren, en gaan over tot de Wethouderfchap , aan welke door de Qèt combineerde Vergadering is gedaan de v®lgende vrage ( to l . „ Of eenige Informatien konde fuppediteren, welke,' s, tot het nagaan der fóurces van het geen op, en oms, trent den 8 Maart 17J.]. was voorgevallen, aanleiding zouden kunnen geven; als mede hoe het was ,, toegekomen, dat van wegens het zelve Collegie, ,, mectegenftaande reeds op den 6. Maart, door den „ Schout aan 't zelve was voorgedragen, de grote „ waarfchynlykbeid, dat de toen aanltaande Verjaar „ dag van Zyne Doorluchtige Hoogheid niet met de „ benoerlyke tranquiliteit en gefchiktheid zoude wor„ den gevierd, waar van het rondgaan en.ophalen.van „ geld voorbodens waren, geene "meerdere" ejfcafictj'e „ voorzieningen zyn beraamd eu in 't werk gefield, „ waar door de voorfz. bedelaryen, openbare prsepa,, ratien, tot buitengewone vreugd - bedryven, Bh de » daar uitgevolgde txcesfen en baldadigheden met er . ,, daad gefluit en de goede orde en piolicie bewaard „ z.ya?" 1 er beantwoording van dezelve zyn aan de Gccom-, bineerde Vergadering gcfuppediteerd drie afzonderiyke Berigten, namentlyk een van den Oud-Burgemeester Bogaert (n); een twede van den Schout van der Hosven , Burgemeesteren van der Heim en van der Ütail cn (*) B 99. a. ('JB. 99 f. (m) Refol. der Gecomb. Vergad. p. 241, (»J B. 99. b. C 4  C 40 ) en Schepenen Senn van Bazel, vanCattenburg , Obreen, Monté en van Son ( 0 ) ; en een derde van de Schepenen de Mtnchy en Ferjtolk van Zoelen fj>) De differente inhoud van dezelve zal UEd. Groot Mog. wederom van de verfchillende denkwyze der reipeclivc Benchters informeren, dan daar dezelve vry volumineus zyn, en eene byzondere overweging vorderen, zullen Wy, Ons refererende toe de leeïure derzelven by UEd. Groot Mog. te nemen, flegts opmerken: dat cr reeds vroegcydig en wel op den 3. en 4. Maart in me vergadering, zoo van Schepenen als van de Wesh, clocr den Scheepen de Monchy is kennis gegevea van de vreeze voor plunderingen ( q) , (van welke de Prafident Burgemeester van der Heim door de daar in belanghebbende perfoonen op den 3. Maart was geadverteerd ( r )) en geproponeerd da:r tegens voorzieninge te doen; dan dar zulks door gemelden Pnefident Burgemeester, die die als een terreur panique befchouwde, gcdeplaceerd is geoordeeld ( s). — Dat bereids op den 5. Maart de handelwyze van Burgemeesteren in het accorderen der Eerepoorten zoo door den Officier van der Hoeven als de Schepenen de Monchy en Ferjtolk afgekeurd (i) zynde, gemelde Officier deswegens Burgemeesteren onderhouden en gerapporteerd heeft, dat Burgemeesteren in her. vervolg mee het Collegie van Officier en Schepenen communièatif zoude te werk gaan , en dar tot dat einde tegen den volgenden dag extraordinarii Weth zoude belegd worden. Dat op den ó Maart door den Hoofd ■ Schout van der Hoeven kennis gegeven is van zyne bedugting O), dat de aanftaattde Verjaardag van Zyne Hoogheid uiec met de benooriyke tranquiliteit cn gefchiktheid zoude worden gevierd, als mede van de toenèefnènde bedelafyen. Dat zulks door den Scheepen de Monchy bevestigo zynde meteen geval,'t welk hem zeiven was ( 0 1 B. 99 e. Cp) B. pp. ƒ. 14 ) B. 99 /. («■) b. 20. b. ico. «. (j) b. 09. b. b. 99. ƒ, ( t ) b. 99- /• (a) B. 99, «,  ( 41 ) •was voorgekomen O),zulks aanleiding gegeven heeft toe eene overweeging, of men nier. behoorde te refolveren, om althans tegen den 8 Maart eene Compagnie Burgers in de wapenen te doen komen; doch dat zulks door den Praefident Burgemeester ten allerfterkfte is gecontradiceert geworden (w), terwyl hy beweerde dat dit te veel beweeging zoude vercorzaken, en beter oordeelde, om zig des noods te bedienen van de Zakkedragërs, die by.de hand waren , en waar op men vererouwen konde. Dat daar tegen gereflecteerd zynde, dat juist dit Corps eenen zoo voornamen rol in de prsetenfe vrolykheid zullende fpeien, veel eer een toeverzigt nodig had, dan gefchikt was om tegen ongeregeldheden te waken; de Schepen VerJlolk op nieuw zyne verwondering had betuigd over de permisjic tot oprichting der Eerepoorten, en verzogc te mogen weten, ora welke rederen er nu op den Verjaardag van Zyne Hoogheid toch zulke meer dan gewoone vreugde moest bedreven worden, daar de Kooplieden door een zoo onrechtvaardigen Oorlog als de Republicq had geestuieerd . zig nog gevoelig^resfcnceerelen, hoe zy, door gebrek van eene genoegzame pretetïie op eene fchreeuwende wyze door de Engelfchen van hunne goederen berooft waren ; 't gern weinig ftof tot opentlyke verlustigingen gaf; bcnalven, dat het geen men zag, (eigentlyk gezegd) meer te houden was voor ongeregeldheden en rust • verflorende bewcegingen , welke door de permisfie van Burgemeesteren uiet weinig wierden gewettigd ,• Dat hierop door den Prsfident Burgemeester vm der Heim in fubftantie is geantwoord ( zoo als Wy hier voren reeds hebben opgegeven) dat zulks eene louabie vreugde bedryving was; dat, wyl Zyne Doorluchtige Hoogheid federt een geruimen tyd verongelykt en zeer veel was 'ten laste gelegd, men het Folk gelegenheid vioest geven om zig te devellopperen, en opentijk hunne denkwyze ten op* zicht van den Stadhouder te doen blyken ( x): Fen denkbeeld 't geen hem na aan 't hart fcheen re liggen , dewyl hy zig eenige dagen bevorens op foortgeiyke wyze f v) B. pp./. (tu) B. 99. ƒ, j. B. 99. I. Cs  ( 42 ? «e aan een khgemien en om protectie fmekenden Burger had uitgelaten (y ). — Dac desnicttegenftaande pp den gein. e. Maart is gerefolveerd ( %). i. Om aan de Opper-en Onder - Officieren der Compagnie No. li, welke dien avond deNagt-wagt hebben moest, ordre te geven, om ter wagt te komen. — 2. Dat door het Corps heibardiers dien avond zoude worden gedaan eene exacte Ronde. 3. Dat in het Wyk der Compagnie No. 12, welker waakbeurt op den volgenden dag inviel , niet zowde worden rond geflagen, voor dat zulks by de Wetn zoude wezen geordonneerd. En 4 dat eéne Concept ■ Publicatie zoude worden vervaardigd om , de omftahdigheden \an zaken zulks vereisfehende, den volgenden dag in ryds te kunnen worden gepubliceerd , gedrukt en getiffigeerd. — Doch dat de Wethoueierfchap hier toe niet is gekomen , dan na hevige debatten (a), en na dat daar op door de Schepenen de Monchy en Vitrjiolk von Zoelen ten fterkite was aangedrongen, zoo uic howfde van de toenemende geruchten van plundering; waar mede onder anderen'het huis van den Burgemeester van Berckel wierd bedreigd, als wie hoofde der meerdere beweging, welke men ontwaar wierd, en dat door den Burgemeester van der Heim , (die daags te voren aan tien Luitenant de Wit geordonneerd "had, uit hoofde der toen reeds befpeurde begmfelen van ongeregeldheid de Wacht op te leiden {h) ) veele pogingen zyn aangewend , om zulks tegen te houden, welke echter zyn. verydeld door het declaratoir van den Schepen Ver [tolk van Zooion, ,, dat by aldien er ,, niet dadelyk geconcludeert wierd, om de volle Góm„ pagnie en dus beide de Quartieren dien avond vroeg* tydig in de wapenen te brengen, en post te doen huuden tot die , door de volle Compagnie in tour„ volgende, wierd afgelost, hy dadelyk de Vergadering zoude quiteren en zyne medeburgers waarfchuwen voor hunne veiligheid te zorgen ; wyl zy op geene de minlte protectie ftaac moesten maken (c), Dae (y) B. 2r. (z B. e.j. B. 8. (a) B. 99, /. ib B. 21. (*) B. 99- ƒ■  ( 43 ) Dat van dit gerefolveerde kennis is gegeven aan dé Collonellen Mosjel. en van Hogendc-rp. (d); ( welke Capiteinen waren van de Compagnien No. 12. en No. 1. ) met communicatie , dat deze beraamde precautien ook vooral tendeerden, om by voorkomenden brand, welke ligtelyk door hec ftoken van vreugde - vuuren zouden kunnen worden veroorzaakt, tydig in de wapenen te zyn, met Infiouatie, om d"zs reden vópr de genomen maatregelen voornamentlyk van de bind te geven. Dac al verder op den 7 Maart begrepen is ( e ) met het afkondigen der geprojecteerde waarfchuwing te fuperfederen, en op den 8 Maart geconcludeerd zulks na te laten, om dat men bedugt was s dat dezelve van v/einig nuc zoude zyn ,. en niec behoorlyk kunnen worden gemaintineerd , om de weinige en zorgelyke magt, waar mede zulks ter uitvoer zoude hebben moeten worden gebragt, vermits het Corps Zakkedragërs daar toe gansch ongefchikt, de gewone magt der Juftitie niet fufficient, en de Schut- , tery niet geconftitueerd was om de juftitie te fouteneren (f). — Dat er wyders nog op den gem. 8 Maart 1783. eenige arrangementen zyn beraamd, om iu cas van noodzSkelykheid dadelyk meerdere Compagnien in de wapenen te kunnen brengen , en dat alle de Dienaars der Juftitie zyn geposteerd geworden by of aan het huis van den Hoofd - Officier, ten einde by onverhoopte evenementen van dezelvcn gezamentlyker hand, gebruik te kunnen maken; terwyl men zig bediende van andere Emisfarisfen , om koadfehap te erlangen van het pasferende, en er omtrent de bedreigde huizen vertrouwde perfonen geplaatst waren , om by de eer ■ fte apparentie van gevaar daar van kennis te geven (g> Zie daar, Edele Groot Mogende Heeren! in 'r kort faamgetrokken, 't geen de Wethoudcrfchap by derzelver Berigten toe juftificatie van haar gedrag heeft gepofeerd. De finguliere Helling, c}ac men de Burger- wagt (d B. 8t. B. 99. e. (e) B. 8r. B. 99. e. B. 99. f> if) B. 99- e. B. 99. ƒ. Kgj t. 99 e. B, 99. ƒ.  ( 44 ) tyagt wel by een dadelyk ent (laan; maar niet by een gevreesd tumult konde emploijeeren, door den burgermeester van der Heim geopperd (h), en door de Meerderheid der Wethouderfchap by haar Berigt geadopteerd Ci), is te ongeryind, om eene ferieufe refucatie te vorderen, en het is dus naar onze gedachten palpabel, dat de Meerderheid der Wethouderfchap geen gebruik gemaakt hebbende van de middelen, welke voorhanden waren , om het kwaad by den aanvang te fluiten , en niet dan zeer laat en fchoorvoetende overgaande tot het beramen en in het werk ftellen der middelen, door de Schepenen de Monchy en Verftolk van Zoelen voorgefjagen , mitsdien wegens derzelver verzuimen, welke deakelyktle gevolgen hebben te weeg gebragt, ten hoogden reprochabefis. <[*; %. 5- Daar nu uit de Berichten van den Magiflraat aan Ons gebkeken was, dat de voorname voorziening op den 8 Maart 1783. zig bepaald heeft tot het in de wapenen brengen der Compagnie Burgeren No. 1. op het Stadhuis; — en Wy uit de Bewyzen, welke in de Gecombineerde Vergadering waren ingewonnen, omtrent het gebeurde op dien dag, moesten befluiten, dat zulks van geen den minden invloed geweest was tot confervatie van de rust; — daar Wy zelfs geinformeerd waren, dat 'er onder het oog van de gemelde Compagnie verfcheiden ongeregeldheden "waren gepleegd (a), hebben Wy gemeend op het gedrag \'an dezelve Compagnie, waar van by 't Berigt der Wethouderfchap eendiep düzwygen gehouden, doch 't welk by dat van de Schepenen de Monchy en Verjïolk van Zoelen in geen favorabel daglicht geplaatst is, eenig nader onderzoek te moeten doen. Ten dien einde is op Onze propofitie den 27 July 1785. in de Gecombineerde Vergadering gedaan , van den Collonel van Higendorp, onder wiens bevel gtm. Compagnie geftaau had, gerequireerd een fchrifcelyk Relaas van 'E (h) B. 99. ƒ. ( i) B. 99. e. (a) B. 74.  ( 45 ) *t geef) geduurende deszelfs wagt op den 8 Maart' 1783. op en omtrent hec Stadhuis was voorgevallen, mitsgaders van 'c geen hy verrigc had , om de op dien dag gepleegde ongeregeldheden te beteugelen, als mede nog eenige verdere Informatien betrekkelyk dezelve Compagnie ( b): Het Relaas door denzelven ingevolge' de gemelde requifitie op den 5 Augustus gefuppediteerd, en welke eene- betuiging behelsdè: „ dat er geene ortgeregeld„ heden op en omcrenc hec Stadhuis ter zyner kennis3, fe zyn gebragt , en vervolgens geene beteugeling „ te pas gekomen is; dac hy op den 11 Maart 1783. „ door zyne geëerbiedigde Overheid, Myne Heeren „ van de Weth plegtig bedankt zynde geworden voor de goede 'orde, discipline en gefchiktheid, die by zyne onderhebbende manfehap had plaats gehad, mee ,, dit getuigenis te vreden, geenzints heeft gedagt aan„ tekening te moeten houden van eenige belagchelyke vertoningen , die hem in het oog zyn gevallen , en welke bpuzelaryen hem onvoeglyk voorkwamen, „ om er een fchriftelyk relaas mede te vullen ; en dat hy niets ongeregelds gezien, gehoord of vernomen ,, had , " ( c ) is Óns zoo geaffecteerd en onvoldoende voorgekomen , dac Wy — vermits by 'c zelve Relaas , 'c zy door defect van geheugen, 'c zy om andere redenen waren gedeguifeerd verfcheiden faiten , welke den aandagt van gem. Collonel niet hadden behoren te echapperen, of door denzelven als beuzelarycn befebouwd worden; — op den 16 Augustus 1785. ter Gecombioeerde Vergadering hebben geproponeerd (d}, om tot fuppletie van hetzelve, ven drie door Ons opgegeven perfonen, welke de voorfz. wagt als Capitein, Luitenant, Onder - Officier en Adelborst hadden bygewoond, te requireeren een fchriftelyk Relaas van t geen geduurende de wagt op den 8 Maart 1783 op en omtrent het Stadhuis was voorgevallen, mitsgaders van 't geen er al of niet verrigc was, om de op dien dag gepleegde ongeregeldhedeu te beteugelen; a!s mede informatien nopens eenige verdere zaken, de meergem. Compagnie concernerende; mee . (b) Refol. der Gecomb. "Vergad. p. 277. (cïN. 1. a. {d) Rifol. der-Gecomb. Vergad. pag. 302.  { 46 ) «et dat gevolg, dat al wederom m veele discusjieit. ovef zekere bepaling of byvoeging door den Magi[lra ■ gen in masqnerade of ariequins kiedèren , in zyn hand een ftok hebbende , waar aan een vlag of wimpel waswelken na het maken van eenige grappen en het roe' pen van hoezee.z\v\ voorbygegaan ; en ztvlks alles, zonder dat er door den Collonel die verlegen was, wac hydoen moest, en zeide, geen order te hebben, eenig middel is aangewend , om die oncebondenheden tegen ' te gaan, of om eenigen zyner Kotsgezellcn, die door het gebruik van drank buitengemeen luidruchtig-vroJyk waren, f en het hoezee der Scheeps - timmerlieden beantwoordden (f j) te beteugelen ;"rnaar in tegendeel door denzelven aan de wagthebbeode manfehap is gelast binnen te komen, en de deur van het Stadhuis aan de Wisielbank, welke kon voor de aannaderinf der Byltjes met eenige manfehap was bezet, te fluiten (?) • Wy zoud'.n Ons ten uiterften verwonderd hebben d t deze wyze Ktt waken door eene plegrige dankzegging van de Wethouderfchap was goedgekeurd w;yk cgier met ercüad gefchiedis; by al'dien Wy niet overtuigd waren, dat de Meerderheid van den toen fungerend™ Magdtraat de zaak n in een ander daglicht b tlenouwd en geengroote afleer gehad had van de zoogemaaide vrolykheden. Doch zulks is, behalven uit ■het hier voren gemrrcerde , allcGnts palpabel uit de coiuenanco door herCellegie van Officier en Schepenen gchouaen. Immers de Juftitie is geduurende dieonrustige dagen ten eenemaic werkeloos' geweest, en heeft mets hoegenaamd verrigt om die veelvuldige openbare ongeregeldheden »n derzelver aanvang en voortgang daüely^ tegen te gaan; maar zig eX pst faüo bepaald tot het inwinnen van eenige informatien omtrent den Auv theur (gj N. i- /;, i, k, l, in, Tf  ( 43 ) theurvanhet fc'mndelyk vers in de geïllumineerde Eerepoorten geplaatst ( h ), waar van hier voren reeds melding is gemaakc. Dit heeft aanleiding gegeven, dat op Onze propofitie aan het Collegie van Officier en Schepenen in Maart 1783. gefungeert hebbende, is gevraagd: „ waarom de ,, Juftitie niet dadelyk tot weering van de toen plaats „ gehad hebbende excesfen heeft gevigileerd, en er na,, derhand tot ontdekking van die geenen , welke zig daar aan hadden fchuldig gemaakt, geene meerdere „ recherches gedaan zyn, als de Notulen van hetzel- ve Collegie van dien tyd uitwyzen (0 ?" Hier op is geandwoorei: ,, dat Zy hadden gemeend „ in de maatregulen by het Cullegic van de Weth ,, genomen, te hebben mogen berusten ; dat de exces„ fen al voorby waren, eer het mogelyk was tot wee„ ring van dezelven eenigcuemarches te doen; en dat .„ er noch voor, noch op , noch na den 8 Maart 1783. ,, eenige klagten gedaan zynde over infultes , het mitsdien ,, onmogelyk geweest is. de gepleegde excesfen tegen te „ gaan, of omtrent de'dadcrs eenige judkieele recherches te doen, buiten die, welke in de Notulen van dat Colic- giezyn gementioneerd, waar »it blykt,dat, welkon- derzoek 'er ook gedaan zy naar den Maker van zeeker ,, versje, waar van by de illuminatie van aeZakkedrageiS ,, was gebruik gemaakt, hetzelve echter vrugteious is „ afgeloopen (k ). " Belangende het eerfte gedeelte van 't gem.antwoord, kunnen 'Wy niet ontveinzen, dat ue bygebragce generale reedenen,Uns onvoldoende zyn voorgekomen, om ueinadtiviïeu. van 'tCoile-gic van juftitie— immers van den Hoofdofficier i — tê excuferen. De maatregulen by de Weth genomen , omfloegen toch denzelven niet, om door zyne Onderfchouren en Dienaars voor derust op 's Heeren Itraten en de veiligheid cier Burgers in nunne huizen te vigileeren.— Die maatregulen beletteden hem niet, om de oetietiryeneo ongeregeldheden, dieniet eensklaps algemeen waren , maar alk ngskens toenamen en vermeerderden, door e-ene dadclyke apprehenfie( waar van mennadernand het (h) Extraft uit !t Register der Criminecle befoignes vaa SS. B. 1. O') Refolutien der Gecomb. Vergader, p, «41. (*) B. 99- i' g.  C 49. ) hetnutinFebruary 1784. ondervonden heeft) in den aanvang tegen te gaan, en in haren voortgang te {luiten. Had de Hoofd - Officier, die R. O. daartoe bevoegd was, zyne Dienaren — welker pligt het is, geweld en molesten te beletten, —'t zy een goed voorbeeld , 't zy ftricte beveelen gegeeven; zoude een derzelven aan een Burger , die hem vroeg, ofdatonbefchaamdbedelen en ontrusten der burgers ( 't welk in deszelfs pralende huis aan huisgefchieddc ) zoo maar zyn gang moest gaan ? niet hebben kunnen antwoorden, wy hebben geeu order om het ce beletten (7). De Hoofd - Officier behoefde op geene byzondere aanklagte of kennisgeeving te wagten, daar de ongeregeldheden nietin den een ofandereafgeleegenhoek, maar byua overal in het openbaar plaats hadden , en her dus niet moeielyk viel , de geweldenaars en rustverltoorders aldrhme aan te treffen ; trouwens het aantalen de publiciteit der gepleegde excesfen, van alle welke cb Juftitiejiiet ignorant konde zyn (?'/)> leverde eene ruime ftoffe optpt nadere recherches , welke zonder pligtverzuim niet konden nagelaten worden, en mogclyk op dien tyd niet infruefucus zoude zyn geweest, nademaal in de informatien , welke iQmaan* den later door het Gecombineerde Collegie genomen zyn, nog meer dan een der deelgenoten van die opraerigs vreugdebedryven zyn genoemd en bskend geworden (jaX fchoon. niet ten dien efficcte, dat als toen "tegen dezelve heeft kunnen worden geageerd. — Wat verder betreft het accurate onderzoek naar den Auteur van het meergem. versje by het flóc van nèt antwoord van Officier en Schéepenen vermeld , en waaromtrent de Wethou lerfchap by HiJre -ConO'.bmien in dato 30 September 1784 (-ö_) voor-ieefc, \:at by 2, 80. («) B. 29, 60. 78 . 80, 89. Pag. 8. 3. Cf) B. i.fub.datis 11 en 13 Maart 17S4. D .t  ( 3° ) en zelf pratie verzegt C l)> eensklaps alle verdere poup i'uices deezör zaak zyn opgehouden. En Wy laten dus aan het verlicht oordeel van UEd. Groot Mogende over, met hoe weinig recht het Collegie van Juftitie zig ten dezen opzigte wegens deszeifs vigilantie en activiteit beroemd heeft. Wy vertrouwen Edele Groot Mogende Heeren ! dat door het dus verre verhandelde een genoegzaam licht zal verfpeid zyn-, zoo over 't geen op en omtrent den § Maart 1783. binnen Rotterdam m Jado is voorgeval-, len, als over de conduite door de Collegien van Politie en Juftitie daar omtrent gehouden ; en Wy zullen alleen nog opmerken, dat, daar in de hier vorengcm, Berigten de zwakke toeftand der Schuttery opgegee■ven wordt als een reden , waarom cordater Regenten huiverig geweest zyn om nadrukkelyker middelen, by ben voorgefteld , doortedringen O ) , er zig natuurlyker wyze een vraae moet op doen : waarom namentlyk de Wethouderfchap in tyds niet is bedagt geweest, om den gewapenden arm der Schuttery, in welken alleen een fteun voor de publicqtse rust en veiligheid geVonden wordt, behoorlvk te verfterken? En deeze bedenking geeft Ons aanleiding om, by een afzonderlyk Articul aan U Ed. Groot Mog. voor te draagen , hoe men omtrent het ftuk der Schuttery, zoo by den Mapiftraat, als by den Krvgsraad gedagt heeft in dit tydfewricht, cn in eene volgende gelegenheid. g: 6. In eene Vergadering van Collonellen en Capiteinen op den 4 January 1783- gehouden, wierd door den Sergeant Major va» Staveren gecommuniceerd , (aj aat hy op order van Burgemeesteren by de Wacht zyner Compagnie op Nieuwejaarsnagc hebbende geadfitteerd, als toen had nagegaan in hoe verre zyne Burgers ingevolge de 25 en 26 Articulen der Ordonnantie op de Burger* wacht van Snaphanen vanéén caliher, Patroontasfen, Zvdgewcer, en fcherp waren voorzien; doch dat hy naq bevonden, dat aan fomrnigen der Gcweeren vanide: ter wacht zynde manfehappen zelfs floten cn laadftokken ontbraken, en dat dezelven in zodanigen flegten toeHand waren , dat het hem niet mogelyk zoude geweest zyn, om ingeval van moedwilligheid met zyne Compag- (q)B. ï. ƒ«* #ite 13 Maart 1784. }r) nier voren, |t 4. ««« fafflt en 8, $$■  ( 5-1 ) hïe eenigen tegenftand te bicden; Waarom hy ihconfide rade gaf of'er geen mogetykheid zoude zyn, om de Bur* gery van eene betere wapening te voorzien ; en ƒ zulksniet gevocglyk zoude kunnen gefchieden, door 'tgeld, 'c weikaan de Adelborsten moest worden uitgedeeld, tot aan* koop van behourlyke Geweren en Patrooritasfen te emploteeren ? JN'a het wisfelen van veeleconflderatien over dit voordel, wierd daar op befloten, dat ieder zoude zien hoe verre zulks jn zyne Compagnie konde gebragt v/orden — En de Collonel Reepmaker en Capitein P.W. de Monchy zyn daar omtrent ten eerften zoodanig aftir geweest, dat de laatstgemelde bereids op den 28 January 1783. het genoegen had met het eerfte Quarder zyner Compagnie behoorlykgekleed en van egale Geweere?i mei Bajonnetten, voorzien,op te trekken. Dan deze loflelyke y ver, of fchoon door de Burgemeesteren Bogaert en van Berckel, en eenige Schepenen ten hoogden goedgekeurd, ■wierd door den Hoofd - Officier van der Hoeven en den Praelident Burgemeester van der Heim niet geapprobeerd, maar ter contrarie euvel opgenomen; terwyl dc laatstgemelde zelfs het als Oproer wekkend befchouwde, f6) en daar in fcheen overeentefiemmen met die Schryvers vare Blauwboekjes, welke zig beyverden, om alle goede inrichtingen , tot behoud der rusten veiligheid beraamda en dus ook deze daad aan het Gemeen als hatelyk en tegen 't belang van het Huis van Orange -Jlrydende , voor te dragen, (c) Maar andere Leden van de Weth befchouwden de zaak uit een geheel verfchillend oogpunt,(d)ea oordeelden, dat — gemerkt deze eene Compagnie, al3 in een ogenblik, eene andere gedaante had verkregen, en *er zig zoo onder veele Officieren als Schuttery semulatie openbaarde — het de gepaste gelegenheid was, om inde Weth het point der wapening van de Schuttery by de hand te nemen, teneinde daar van tegen den aan (taanden ,8 Maart, waar Van de onrustige viering als toen reeds voorzien wierd ,hetgewenschtenut te trekken. DeSchepen Virftolk van Zoelen deed daar van op den 3 February de I . eerde opening aan den Hoofdfchout van der Hoeven, doch hoewel deze de nuttigheid van den gedaanen voorflag erkende, oordeelde hy zig onbevoegd, om zonder voorkennisengoedkeuring van Burgemeesteren , daartoe eene Propofitie in de Weth tedoeu,en adresfeerde zig deswegens aan dezelyeQ ( b) L. 2. loco en B. 99. ƒ. (e) Vid. z Bylagen gevoegd agter L. 2-, loco» 00 B. 99. ƒ. d 2 ygr  ( 5* ) 3  ( 54 ) •fereeren, en vergenoegen Ons op te merken, dat het Plan door de Meerderheid van de Gecommitteerden aan den Grooten Kiygsraad'm December 1783. gefuppediteerd (7), hiettegenftaande deoppofitieen allefintsfinguliere handelwyze vangemelden Burgemeester en drie Capiteinen, echter door de Meerderheid van den Grooten Krygsraad goed» gekeurd zynde, uit deszelfs naam in Maart 1784. ter tafel van de Weth is gebragt ; doch aldaar die confideratie mee heeft ontmoet, welke het belang derStad,voor al in de toenmalige omftandigheden , vorderde ; en dat de ter dier tyd fungerende Wetb >uderfchap met deMeerderheid van den Krygsi'aad niet hebbendegeconcurreerd,om dengewapeni den armderSchuttery te verfterken,endepublicque veiligheid vaneen genoegzaam fchildte voorzien, er mitsdien een wettige reden heeft geëxteerd, om daar omtrentnader te inquireeren. Dit heeft vervolgens aanleiding gegeven,'om aan de Wethouderfchap aftevragen ( m ) : Of de hier voor„ gem. Schets van verbetering der Schuttery , van „ wegens den Grooten Krygsraad ter tafel van de Weth „ gebragt, immer by het zelve Collegie in deliberatie ,, was genomen? Zoo ja, wat daar omtrent gerefol„ veerd was? Zoo neen, om welke redenen een ft.uk „ van zoo veel aanbelang, als de verbetering der Schut„ tcry, waarvan de noodzakelykheid , na het voorge,, vallen by de Wacht op den 22 Maart en 3 April ,, 1784. aan niemand onbekend konde zyn, niet dadej, lyk is by de hand genomen, en de noodige delibera» ,, tien daartoe zyn aangelegd?" Uit het antwoord door de gemelde Wethouderfchap aan de Gecombineerde Vergadering gefuppediteerd, Cjt) is Ons gebleken : dat de gem. Schets, ter tafel van de Weth gebragt zynde, eenvoudig is gemaakt Commisforiaal, en zonder dat 'er eenige de minfte deliberatien over dezelve zyn aangelegd of gehouden, Commisforiaaï gebleven is,- en dat dus de-Vroedlchap Elfevier, by zyne Memorie op den 6 Augustus 17 84, aan UEd. Groot Mogende overgegeven, (0) der waarheid conform gepofeerd heef t,dat daar over 11a een verloop wwzviermaanden yolfirekt niets p. 11. Memorie van de Vroedfchap Elfevier van 29 April 178? p. 18 en vooral de Bylage agter die Memorie fub B. (i) Byl. agter de Mem. v.d. Vroedf. Elfev. van 6Aug.i784. (.»«) Ref. der Gecomb. Verg.p. 295 en 29G. (n) G. 150. (e) Pag. 11.  ( 55 ) niets befloten,ja dat 'er zelfs over dit esfentieele Jluk geene dFLibe kelyk konde worden bevorderd; en de Extenfie van het ftuk behoorde toch geen werkzame Regenten aftefchrikken, zoo min als het uitzicht, dat daar door eene onlang gemaakte Ordonnantie grootendeels buiten effect zoude worden geheld Was die Ordonnantie'm allen opzielre in ordeen voldoende, dan liep dezelvegeeagevaar van eenige alteratie, maar was ze in fommigen opzichte dgfectucus, zoo wierdt het een pligt, om die Ordonnantie te redresferen , teamplieren , j:: geheel te veranderen. — De bedenking of men de Schut ruy op eene voegzame wvze :van de Rotsgezellen zoude kuungri zuiveren, konde al ■mede geen reden 2ynoin het Plao.zelye^ ten deliberatie te houden, en verloor inbond i ;eid , :ewigt, nadatde Rotsgezellen van deCompagnte- yj9 , iceu 11.op den  ( 5* - *4 ) den 22 Maart, en3, 4en 14. April 1784. refp. getoond hadden hoe ongefchikt zy waren, om mede voor de veiligheid der Stad re waken ; en dus voor een gedeelte bevestigd , de noodzakeiykheid van een Plan, 't welk voor al na het gebeurde op den 22 Maart en 3 April 1784 , mctpostpofitie van zaken van minder aanbelang, had behoren te worden by de hand genomen, dewyl de veiligheid der Stad daar van afhing; en de vermenigvuldigende bezigheden, welke, buiten de dagelykfche zaken de Wethouderfchap occupeerden, veel al uit hec verzuim van dat esfentieele Point voortfproten ; terwyl men, zoo'er al geen mogelykbeid was geweest om het zelve tusfchen het begin van Maart en ultimo April finaal af te doen, zulks verder zoude hebben kunnen overlaten, en ten kragtigften aanbevelen aan de zorg en prudentie van die Leden, diedenMagiftraat na de verandering van het Collegie zouden Compofeeren. Dit doende had men hetwclzyn van deStad bevorderd,doch zuiks cpfrivoleprcetexten nalatende, Helde men zig aan wettige reptoches bloot, welke noch door het introduceren van eene generale jaarlykjche wapenfclwuiv, noch door het invoeren van %U ine wapenfchouwen over iederCompagnie,Tioch door het vastjtMen van vier groote Krygsraaden in het jaar, noch door het accorderen van publicque plaat/en tot oeffening in den Wapenhandel,\v\erder\ weggenomen; nademaalalle deze inrig' ingen , ("waar van by de Confideratien van de Wethouder* fchap van 30 September 1784 (p) met veel ophef gefproken wordt)fchoon op zig zeiven goed en pryslyk.van zeer weinig nut waren, zoo lang de Schuttery over het geheel niet was gebragt in dien (laat van orde, fterkce en bekwaamheid welkeagting en ontzag inboezemen, en by gewigiigegebeurtenisfen ter bereiking van de heilzaamfte oogmerken firekken konden: Trouwens om dit nut. te bereiken was de meergem Schets van verbetering aan de Wethouderfchap door de Groote Krygsraad overgegeven; maar daar men deze heeft laten liggen, en zig aileenlyk tot by werk bepaald, heeft men zig fchuidig gemaakt aai; een verzuim, ten uiterfte gefchikt, om weldenkende Leden van den Krygsraad te alicneren, — de gemoederen der Burgeren met wantrouwen te vervullen , —en hen in het denkbeeld te brengen, dat dit gewigtig Stuk door deRegeeringe opgeenerhande wyze-wierd ter harte genomen. Of dit misnoegen en wantrouwen door het geen by de ereStie en vernietiging van het Corps Vry willige Schutters heeft plaats gehad, meerder voedzel heeft gekregen, zullen wy nu onderzoeken. §. 7* (?) pag. »»•  C 05 ) S< 7- De rustverflorende bewegingen, weifee op eri omtrent den S Maart 1783 hadden plaats gehad de Excesfen welk als toen bedreven waren, en de zwakheid en het onvermogen van de Schuttery op dat tydïiip hebben dé gegoedfte en voornaamile Ingezetenen van Rotlerdam op middelen doen uitzien, óm de publicque veiligheid binnen hunne muuren te bewaren, en hunne perfoonen en bezittingen tegen foortgelyke gevveldenaryeu, als zy ondervonden hadden, te befchermen. Hier toe meenden zy, dat allefints gefchikt zoude zyn de oprigting,, ten hunnen koste, van een 'Corps vrywillige Schut* ters, met oogmerk om hetzelve voornaamelyk * zoo niet eeuiglyk, te doen dienen tot voorkoming van alle beweging en onrust, die'er onverhoopt in de Stad zoude mogen ontftaan, en om dus alle overlast, geweid, dadèlykheid, en ongehoorzaamheid te helpen afweeren. Dan by zig zeiven overtuigd, dat de eerfte Bürgerpligt in eene ondergeféhikthèid aan de wettige Regeering gefield moet worden , wagtten zy zig zorgvuldig , om daar omtrent eigener authoriteit iets te ondernemen, maar adresfeerden zig op den ij Maart 1783. by Reqtteste aan de Wethouderfchap, met ootmoedig verzoek dat aan hun mogt worden verleend de Permisfie tot oprigting van' ëëti Corps van omtrent vier honden vrywillige Schutters , met bygèvoégd declaratoir, dat zy, by aldien dit geaccordeerd wierd, de vryheid zoude nemen , om onder het oog der Wethouderfchap'ter examen cn approbatie te brengen zoodanige Schikkingen en Reglementen, als tot confervatie van de goede orde en difciplihe in dat Corps noodzakelyk vereischt zoude worden; gelyk zy dan ook reeds op den ao van die maand eenige nadere elucidatieri leedigend vermoeden aanmerkt (r), dat zy een Corps, famengelteld uit veele gegoede en bekende Burgeren zonder gegronde reedenen zoude gedimitteerd hebben , en zy tot wegneeming daar van zig beroept op haare Refolutie ten dien einde genomeii, hebben Wy de gem. Refolutie met alle attentie nagegaan; doch daar in geen anderen grond kunnen ontdekken, dan dat eenige der Vrywillige Schutters in den nacht van den 3 April 1784. wacht gehouden en pesten zouden bezet hebben; iets het welk alleenlyk aan de BurgerCompagnien was gedemandeerd, en waar toe niemand , immers buiten expresfe order van den MagiItraat bevoegd was, en 't geen ook aanliep tegen de voorwaarde, waer op hun de vryheid tot oprichting van een Corps verleend was. Dan Edele Groot Mogende Heeren! Wy vonden nergens eenig blyk van zoodanige gebeurtenis, buiten de bloote aanklagtevan de Burger Capiteinen van Hogendorp, van Staveren, en Oir een ; die tot bewys van dezelve niets anders bygebragt, dan flechts eenige briefjes, waar van fommige Schutters ten getale van zes zig bediend hadden, om verfchoond te blyven van de boete van abfentie, en welke inhielden een declaratoir van een der Hoofdlieden van het Vrycorps , dat zy te dier tyd wacht gehouden hadden op een Post in deze Stad; doch alvorens te beflisfen, dat daar in een wettige grond van klagte gelegen was, had men naar Ons inzien dienen te onderzoeken, wat hier omtrent in facto gebeurd ware, en welke beteekenis uit dien hoofde aan de onbepaalde uitdrukking van Wachthouden op een Post moest gegeven worden: van hoedanig onderzoek Wy echter .geene traces ontdekt hebben. - Ook (9) Refolutie van 8 Mey 1784. in P. 2 p. 31. ook te vinden in de bylage N. 7. agter C. 5. (r) Confideratien, van de Weth , op de Memorie van Elfevier van 30 Set> lemb. 1784. p. 15.  C 77 ) Ook kwam Ons het geheele adres van gemelde Capiteinen aan den Magiftraat, op zig zelve zeer ongepast voor:want zoozy meenden,dat de vrywillige Schutters iets gedaan hadden, 't welk tegen de Ordonnantie op de Burgerwacht of de voorrechten der Schuttery ftrydig was, hadden zy dit moeten brengen ter kennis en deliberatie van den Krygsraad, aan wien het ftond de Rechten der Schuttery te reclameeren , en voorziening te verzoeken , waar toe zy op zig zei ven en buiten kennis hunner medeleden niet bevoegd waren ;■—< ja ook deze anderzints wettige demarche zou naar Ons begrip in dit geval geheel overbodig geweeft zyn , vermits de zaak van zelve aan den Krygsraad komen moest; want, gelyk het een ieder die tot betalen van eene boete gecompelleerd wordt, vry ftaat, by zynen competenten Rechter , zoodanige redenen van ongehoudendheid te allegueren, als hy oordeelt te behoren , zoo mogten ook deze lieden zig ten dien einde van de gemelde attestatien by den Krygsraad bedienen , die hier door gepaste aanleiding zou gekregen hebben , om te onderzoeken , waar in dat Wachthouden op een Post beftaan had ; als mede, of de diensten door deze Schutters te dier tyd elders gepresteerd , hen al of niet van de gevorderde boete konden excufeeren; gelyk dit ook door den Krygsraad zelve alzoo fchynt begrepen te zyn, als welke nooit eenige klagten aan den Magiftraat over deze zaak gedaan heeft. Deze en andere bedenkingen heeft de gecombineerde Vergadering, op Onze Propofitie en Inftaniie aan de Leden van te dier tyd gefungeerd hebbende Wethouderfchap op den 28 September 1785. voorgefteld, (s) en van dezelve fchriftelyk Bericht verzogt op de navolgende vragen: 1. ,, Of het meergemelde Corps vrywillige Schutters, of wel eenig fmaldeel van 't zelve gewapend naar een zekeren post getrokken is, denzelven da,, delyk bezet gehouden heeft, en dus een daad ge,, pleegd, waar toe de Schuttery alleen gerechtigd ,, was? Zoo jaa — waar die Post is geweest? — ,, Zoo neen, hoe dan een daad, die nooit geëxteerd „ heefc, y) Eifol, der Gecomb. Vergad, p. 316 en 336,  ( /3 ) „ Iieeft, het fundament eener Reibluüe heeft kun,, nen zyn? 2. ,, Of aan den Magiftraat voldoende bewyzen ,, zyn voorgekomen, dat het geven van Briefjes door ,, een der Hoofdmannen van het gemelde Corps, en ,, het gebruik maken van dezelven, om de betaling ,, der boete van abfentie te deelineren, is gefehied ,, met voorkennis, overleg en goedkeuring van de ove„ rige Leden, of van de Vergadering, aan welke de „ directie over dat Corps was gedemandeerd ? Zoo ,, ja, opgave dier bewyzen; — zo neen — op wel- ken grond de Magiftraat, uit hoofde eener byzon* dere daad van eenige weinige Leden, zulk een ,, hooggaand misnoegen tegen het geheele Corps ,, heelt opgevat, dat welgem. Collegie geoordeeld „ heefc het zelve door eene lletrisfante Refolutie niets minder dan eene geheele vernietiging van het „ Corps vrywillige Schutters continerende, opent,, lyk te moeten manifesteren? 3. ,, Of 'er door den Magiftraat aan het Corps ,, vrywillige Schutters gelegenheid is ge^evm om „ zig nopens de klagten tegen 't zelve ingebra^t te „ yerdeedigen? - Zoo neen,- waarom zulks niet ss is gelehied-f Zoo ja, en indien als e door de Burgemeesteren van Alphen en van der Goes, benevens den Schepen Ram; (t) tot welker lecture Wy Ons eerbiedig refereren, terwyl Wy de vryheid nemen eenige reflectien, daar op door Ons gemaakt, onder het oog van U Ed. Groot Mog. te brengen: In het Bericht der Meerderheid zyn geen der drie gedane vragen beantwoord; en met betrekking tot de | eerfte hebben Wy alleeniyk deze ingewikkelde pasfa» ge gevonden: ,, Het kwam hun (Commisfarisfen van de Weth).in gemoede voor, dat de palliativen , i welke men als nu aan die declaratoiren wilde gee•1 ,, ven, gantsch ongenoegfaam waren om de afgifte I ,, van die declaratoiren te excufeeren, en dat (al i „ ware het, dat de woorden van wacht houden j „ op een Post binnen deze Stad de explicatie konde ; ,, lyden van een verblyf tot asfiftentie en gezelfchap in i ,, een particulier huis, waar van Ons het tegendeel \ ,, niet gebleeken is) daar door echter niet wordt ge* | ., ëffaceerd de transgresüe van de clauful , onder j ,, welke het appoinétement van den 14 January 1784. I ,, was verleend geworden. Dan de vraag beftondt eenvoudig hier in; Of het ■'- Corps vrywillige Schutters, of wel een fmaldeel van hetzelve gewapend naar een zekeren Post getrokken is, en dezelve daadlyk bezet gehouden heeft? Dit heeft de ii Meerderheid niet negative willen, en niet affirt mative kunnen beantwoorden, om dat niets dier- gelyks heeft plaats gehad; gelyk dan ook de Minderheid volmondig verklaart, dat dit haar niet gebleeken, 1 ja zelfs nooit voorgekomen is. Vermits nu de geheele zaak nergens anders in beftaan heeft, als dat fommige vrywillige Schutters, en wel zoodanigen, die niet i behoorden tot de Compagnie, welke de Wacht had, binnen de huizen van eenige Burgers, die met plundering gedreigd wierden , gewaakt hadden , is het eene finguliere twyff'eling, of de woorden in de attefratie gebruikt, deze beteekenis kunnen lyden; immers kunnen Zy niets meer te kennen geven, dan da- (f) Rifel. dei Gecomb. Verg, p. 355. jvnfto?. j> en&  C 80 ) dadelyk gebeurd is, en de onnaauwkeurige uitdrukking, waar van de Hoofdman Crèmir zig bediend heeft, kon de natuur der zake niet veranderen. Niet minder fingulier is het verdere geavanceerde van de Meerderheid: dat daar door echter niet wierd geeffaceerd de transgresfie van de claufule, onder welke het appoinclement van 14 ffanuarii 17H4. was verleend geworden ; want vermits deeze claufule behelsde, dat cc fchikkingen door het Vrycorps te beramen, niet mogten aanloopen tegen de Ordonnantie op de Burgerwacht , en de overtreeding van die claufule hier zou beltaan hebben in het houden van wachten en bezetten van posten, 't welk gebleeken is , niet gebeurd te zyn; moet het raifonnemcnt van de Wethouderfchap, zoo Wy ons bedriegen, hier op uitkomen, dat het bewys der non exiftentie van de daad, waar in de transgresfie eigenlyk belhat, de transgresfie zelve niet wegneemt. Het eenige point derhalven, 't geen hier in confideratie kon komen , was, dat de bovengem. briefjes of declaratoiren gegeven waren door een der Hoofdmannen van het Corps vrywillige Schutters, en wel in die qualiteit, waar toe Wy gaarne erkennen, dat hy niet bevoegd was; dan deeze daad, waar van het meer of min reprochable afhing van de intentie, met welke dezelve was verrigt $ en waar omtrent by onderzoek had kunnen blyken, ftondt ter verantwoording van gemeldeu Hoofdman alléén, en kon geenfints aan het geheele Corps geamputeerd worden, ten zy zulks met voorkennis, overleg en goedkeuring der overige Leden , of van dé Vergadering, aan welke de directie over dit Corps was toevertrouwd, gefehied ware. En om geïnfor¬ meerd te worden , of hier van aan den Magiftraat voldoende bewyzen waren voorgekomen , diende Onze tweede vraag, welke de Minderheid wel negative beantwoordt , maar daar echter byvoegt, dat zy het uitgeeven en gebruiken van die Briefjes niet 'heeft aangemerkt als eene byzondere daad van eenige wei-' nige Leden, maar als een daad van een Hoofdman in die qualiteit, van wien zy meende te moeten vermoeden, dat hy daar toé niet gekomen zoude zyn, bai-  C 81 5 ten kennis en goedvinden der verdere Hoofden vari dat Corps: De Meerderheid daar en tegen fchynt die geheele vraag over 't hoofd gezien te hebben, althans Wy hebben in dat zöo zeldzaam getourneerd ftuk geen antwoord daarop kunnen ontdekken; en echter vergenoegt dezelve zig niet met het geven dier declaratoiren als nog op reekening van het Corps te ftellen, maar voegt 'er by, dat derzelver inhoud vry cvidentelyk fcheen te tendeeren om uit het voorgeitclde Concept-Reglement een Articul in trein te brengen, waar in Commisfarisfen van de Weth altoos gediffieulteerd hadden. Dart Edele Groot Mogende Heeren! Wy begrypen niet qua fronte zoodanige asfumtien en pofitiven doof de Meerderheid by haar Bericht hebben kunnen ter nedergeftcld worden, na dat uit de té voorfchyii gebragte Nota gebleeken was, dat het Corps vrywillige Schutters of de Vergadering, aan.welke.de directie daar van gedemandeert was, aan. Commisfarisfen van de Weth op den 7 Mei 1784. had doen verzeekeren, flat zy het uitgèeven van die Briefjes nimmer had gerefolveerd, of geapprobeeïd, maar integendeel volftreki «fkeurde , en uit dien hoofde ook zoude effectueren , dat niemand zig met die of dergelyke Briefjes zou behelpen , of agterlyk blyven., de boete zyner abfentie in de Burgerwacht te betaalen. Omtrent het esifte Lid van de derde vrage: Of namentlyk aan het Corps vrywillige Schutters door deri Magiftraat gelegenheid gegeven is, om zig tegen de ingebragte klagten te verdedigen? bewaart de Meerderheid* wederom een diep ltilzwygen ; terwyl dé Minderheid zegt, door een der Heercn.van de Commisfie, aan welke alles, wat het Vry-Corps betrof.j was gedemandeerd, geinformeerd te zyn, dat daar toe aan 't gem. Corps op den 27 April 1784., gelegenheid gegeven, en ten dien einde twee der Directeurs voor Commisfarisfen uit de Weth ontboden en gehoord zyn; doch, volgens de Notulen van 't VryCorps hebben Commisfarisfen toen wel hun ongenoegen over de jneergem. Briefjes te kennen gegeid ven £  C 22 ) ven, maar te gelyk, en zonder hunne verantwoord ding in te wachten, een voorftel tot disfolutie van hun Corps gedaan. Ten opzichte van de meergem. Nota, wordt door de Meerderheid gezegd: dat dezelve in de Magiftiaats Vergadering wel niet is geëxhibeerd geworden , — dat dit trouwens ook nooit gebtuiklyk was omtrent papieren, aan Commisfarisfen uit de Wethouderfchap in hunne Befoignes ad informandum overgegeven , vooral wanneer dezelven ongeteekend en ongezegeld zyn; maar dat voorn. Commisfarisfen niet te min plegtig betuigen, daar over geenerhande affpraak gemaakt, noch ook by hun Rapport en Praadvis tenderende tot vernietiging van 't Vry Corps, iets verzwegen te hebben, 't welk hun in den loop der Befoignes en Conferentien was voorgekomen; —■ dat men wel niet fiellig durft verzeekeren , of er van de bovengem. Nota nomlnatim mentie zy gemaakt, maar wel dat bet geen die Notitie behelsde, en ook iic de Conferentien met opzichte tot de bovengemelde declaratoiren geavanceerd was, geenfints achterhouden is. Of deze verzekering tot alle de Onderteekenaars van dit Bericht, dan alleen tot de gewezen Commisfarisfen moet betrekkelyk gemaakt worden, kunnen Wy uit hoofde van de dubbelzinnige uitdrukking (me» durft &c.) niet bepalen; doch de Minderheid verklaart opentlyk, dat haar die Nota nimmer direElelyk of indirecieiyk is gecommuniceerd, en betuigt, dat zy niet ligtelyk tot de vernietiging van het Corps vrywillige Schutters zou geftemd hebben, indien het Declaratoir van deszelfs Bevelhebberen en Hoofdmannen , 't welk zy lang naderhand eerst vernomen hebben , dat op den 7 Mey 1784. aan Commisfarisfen van de Weth voorgeleezen en op derzelver requifitie aan den Secretaris van Zuylen van Nyevelt, overhandigt zoude zyn , aan haar bekend ware gevveesr. Het zou een moeilyke taak zyn, de antwoorden der Meerderheid en Minderheid ten opzigte van dit Point met elkander te conciliëren. En Wy vertrouwen , dat UEd. Groot Mog. — in aanmerking neemende het gepofeerde by het Bericht, namelyk dar Com-  C s3 ) CommisTarisfen van de Wetli alvorens Rapport tl (toen, den voorzittenden Burgemeester van Alpkefi jn hun Befoigne verzogt, en aan denzelven prcealla'ple opening gegeven hebben; dat zy vervolgens in 't Collegie van Burserileesteren een zeer uitvoerig vefflag van zaken gedaan, en eindelyk een ampel en gedetailleerd Rapport en Pra:advis hi dé Magiftraats Vergadering uitgebragt hebben even zoo min als Wy de m'ogelykhei'1 zullen begrypen , dat het geheele beloop dezer zaak, en dns onder anderen ook het geen 't Vrycorps ter zyner verdediging heeft ingeSragt, driemaal aan den Prafident Burgemeester van Alphen, tweemaal aan den Burgemeester van der Goes i> èn ééns aan den Schepen Ram zou zyn voorgedragen, Zonder dat iemand der drie gem. Heeren daar van iets gehoord zoude hebben. Dit is echter volkomen zeker, dat de Magiftraat iyn/zoogenaamd rechtmatig en billyk ongenoegen tegen het Corps vrywillige Schutters heeft doen blyken, en het zelve vernietigd' wegens daaden, die alle de Leden van de Weth konden en behoorden te. weeten en derzelver Commisfarisfen met voile zekerheid wisten , dat nooit geëxteerd hadden, of dat voof zoo verre die geëxteerd mogten hebben, — het gemelde Corps daar aan geen deel gehad had. Om aan deeze zoo zeer in 't oog loopende demarche ware het mogelyk eenisjen glimp te geven , wendt men in 't Bericht der Meerderheid voor, dat by de Wedhoudetfchap in het affchaffen van het Vrycorps, behalven het geen in de Refolutie vermeld is , nog andere gewigtige redenen in aanmerking gekomen zyn ; en wel in de eerfte plaats: Het ongenoegen, dat by veelen geboren wierd uit het denkbeeld, dat ,, de Leden van't Corps vrywillige Schutters, die ,, tevens tot de Burgerwacht behoorden, in de ge,, vallen , waar in men fcheeu hunne bedrevenheid „ en trouw meest noodig te zullen hebben, zig aan hunne Compagnien ftonden te onttrekken, en geen ,, diensr d'bën , flari wanneer by den Magiftraat de ,, opkoms van het Corps Vrywilligers tevens geor- donneerd ttiogr 7\m ; welk Point was vastgefteli „ by het Plan of Reglement op den 21 Juny 1783. F 2 „.aajn  C 84 ) „ aan de Wethouderfchap gefuppediteerd, en van „ wt\k Point, hoe meenigvuldige Conferentien door „ Gecommitteerdens uit de Weth met de Ontwer„ pers van gemeld Plan ook gehouden zyn, dezelve niet hebben kunnen worden afgebragt. — Dat dit eene der voornaamfte redenen is geweest, waar., om. het Plan en Reglement by Refolutie van 14 January 1784. niet is geapprobeerd, maar in advis gehouden. Dat de inhoud der Declara- „ toiren (door den Hoofdman Cremer afgegeeven) ,, tendeerden om in train te br«ngen dat geen, 't ,, welk het obflaeul had uitgemaakt,. waarom aan dat „ Corps die volkomene Confidentie, welke de Leden begeerden, niet was verleend geworden. —• „ Dat men van dat Point, 't welk altoos door de Leden van dat Corps onverzettelyk was vastge- „ houden , als nog geen hair breed toegaf. En, „ dat men in dat tydftip ten derkden aandrong om ,, meerdere confidentie voor het Corps te verkrygen , „ zonder te willen te gemoet komen aan de ombrage, 9, welke het bedoelde Articul van het Plan veroor,, zaakte." Tot opheldering van deze argumentatie dienen Wy UEd. Groot Mog. te infermeeren, dat de Oprichters van het Corps vrywillige Schutters by een der Articulen van het Plan of Concept Reglement voor 't gemelde Corps, aan de Wethouderfchap ingevolge derzelver Appoincïement van 22 April 1783.. ter onderzoek en approbatie overgegeven', hadden voorgeflagen, dat de Leden van hun Corps, welke in de Burgerwacht waren opgefchreeven, wel alle Schutterlyke dienden zouden moeten prrelfeeren; doch in cas van confupe of alarm niet verpligt zyn , met hunne refpeclive Compagnien in de wapenen te komen ; ten einde het gem. Corps in daat zoude zyn, om, wanneer de Magidraat het goedvondt, in da wapenen te vciTchynen (u~) Wy zullen Ons over het bedaanbare of onbedaanbare van zoodanig voordel, als hier niets ter zake doeij- («) P. r. P. 36.  C 85 ) doende, geheel niet inlaten, nncb on lerzoeVen, of daar uit eenig misnoegen ontftaan zy. Wy zullen niet ftilftaan by'de vreemde fultenue, dat dé meergem. declaratoiren van den Hoofdman Cremer zouden getendeerd hebben, om dat Articul in train te brengen; -— want behalven dat dit buiten fpeciale Refolutie der Regeering onmogelyk was, zoo moesten in dat geval niet fommige, maar alle de vrywillige Schutters van hunne Compagnien afgeblecven zyn, en de attestatieh alleenlyk hebben ingehouden, dat zy Leden van 't Vrycorps waren. Wy zullen ook geheel in 't midden laten , of de Ontwerpers van dat Plan, in de menigvuldige conferentien met Commisfarisfen uit de Weth, dit point altoos onverzettelyk hebben vastgehouden; vermits dit alles nimmer eenige gegronde reden kon opleveren om het Plan zoo langen tyd in advis te houden, veel min om het geheede Corps te vernietigen; want, waren in dat Plan eenige Pointen, die niet behoorden geaccordeerd te worden, de Wethouderfchap had dezelven kunnen roieeren, en het Reglement approbeeren, met uitzondering van zoodanige Pointen. —— Wy moeten echter noch met een woord aanmerken, dat Commisfarisfen van de Weth zig merkelyk geabufeerd hebben met te zeggen, dat men ten opzigte van 'tvoorgem. Articul van de zyde van het Vrycorps als nog (dat is, tot op den tyd van het uitbrengen van 't Rapport) geen hairbreed toegaf; want behalven, dat in de nadere Conferentien tusfehen Commisfarisfen van de Weth, en de Hoofden van 't Vrycorps in het laatst van April en begin van Mei 1784. gehouden, daar over in 't' geheel niet gehandeld is, zoo hadden de laatstgemelden reeds op den 27 April 1784. van zelve van dat Point afgezien (v). \ Als een tweede gewigtige reden wordt by het Bericht der Meerderheid opgegeven den weerzin , waar mede dit Etablisfement by verfcheiden Leden van de Regeering —.— by diverfche Hoofden van de Burgerwacht i by zeer veele Schutters, -rr- ja by eau {v) Bylage No. 6, agter C. 5. 1?3  ( 96 ) e«n groot aantal Burgers van allerlei ftaat befchouwd wierd; mitsgaders de tweedragt die daar uit onUtondt, en dagelykfcbe gefchiilen veroorzaakte; ol 't welk men vreesde aanleiding te zullen geveii tot een zorgiyke fcbeuring onder de Leden der Regeering en onder het Lichaam der Burgery, waar van een blyk was het Request door meer dan 400 geteekend; want of fchoon het grootfte getal van uie Ondertekenaars misfchien niet in aanmerking kwam, om ter hunner Contemplatie eenig befluit te neemen, kon men echter niet ontveinzen , dat het zelve getal , geëvenaard, zoo niet gtfu.rpasfeerd wierd door eeq. getal meer vermogende Burgers, die. fchoon geen tekenaars van dat Request zynde, nochtans over de exiftentie van het gem. Corps even zeer misnoegd waren. Uit'deze argumentatie blykt, dat de Requesten, tenterende tot vernietiging van 't Vrycorps ( en welker tekenaars de Magiftraat vermeende, dat doof andere en meer vermogende Ingezetenen, niet minder over de existentie van het Vrycorps misnoegd, zoo niet in getal gefurpasfeerd, ten minften geëvenaard wierden; doch voor welke asfumptie Wy geen een minsten grond gevonden hebben) geen geringen invloed op de deliberatien van de Wethouderfchap, of derzelver Commisfarisfen gehad hebben; zelfs fchynen de laatstgemelden daar over conferentien met de Hoofden dier Requestranten gehouden , en dezelven gequalificeerd te hebben, om met die van het Vrycorps in onderhandeling te treeden over dé conditieu, op welke zy zig zouden laaten bewegen, hm zelven de disfolutie van hun Corps te verzoeken. Men moet dit ten minften opmaken, zoo uit zeker gezegde van Dirk ffan Story (n>), één der gemelde Hoofden, die in 't vervolg nader zal bekend («'■) Dit gezegde beftond hierin: ,,Dat zoo hy dien Sa5,turdag morgen voor 12, uuren geen antwoord op zeeker pappier ontfangen had, hy van zyne Procuratie afzag, en t*£# s, den Dailluw van der Hoeven zonde commantceeren." ld. jyla^e No. 6. agter C. j. datt 4 Mey 1784.  ( 87 ) Jcend worden, als uit de juiste overeenkomst vaa derzelver Propofitien aan' liet Vrycorps, met die, welke Commisfarisfen van de Weth naderhand zeiven gedaan hebben (at); en dit drookt dus weinig met het gedeclareerde, zoo in de Publicatie by gelegenheid de? vernietiging van het Vrycorps gedaan, als in 't Bericht zelf voorkomende, namentlyk,, dat de Refolutie daar toe genomen is, zonder eenig reguard te flaan op eenige ten dien einde gedaane verzoeken. Voorts fchynt dit raifonnement te onderdellen, dat de lubdlteerende twisten en oneenigheeden voornamelyk hun begin genomen hadden, met, -en ontdaan waren uit de oprichting van het Corps Vrywillige Schutters, en dat, door het uit den weg ruimen van dat dat druikelblok, de rust en eendragt waarfchynlyk zoude herlleld worden; daar het onder■tusfchen zeker is, dat Rotterdam reeds lang, voor dat men op zoodanig Etabüsfement dagt, in twee partyen was verdeeld, die ieder hare voornanders en aanhang onder alle de Clasfen der Ingezetenen hadjden , en waar van de eene toelag cm verandering in de Conftitutie te weege te weege te brengen — den Prins Erfftadhouder meerder magt te geven , en alle hinderpalen, die zy daar in in zoude ontmoeten door jniddel van het gemeen om ver te werpen; de andere daar en tegen , om den al te grooten invloed van hooggem. Prins op de Regeering^ waar van men byzonder in den jongden Engelfchen Oorlog de bittere vrugteu gefmaakt had, tegen te gaan, en te effectueren , dat alle Regenten over de belangen van -Land en Stad in gemoede konde advifecren, zonder uit dien hoofde eenige nadeelige gevolgen te moeten vreezen. — Daar nu door het aanwezen van een gewapend Corps famengedeld uit de voornaamde en gegoedde Ingezetenen, die voor het groetde gedeelte tot de laatstgenoemde party behoorden, het Plan van de eerstgemelde geheel verydeld, en onuitvoerlyk gemaakt wierd, kon het niet anders zyn. of dezelve moest daar uit het grootde misnoegen op- vat- (x) Bylage No. 6 agter C.5. fub dato 4 Mey 1784. F 4  f 88 ) vatten, en geen middelen onbeproefd laten om de deftruclie van zoodanig Corps te effectueeren. Het eenige middel derhalven om de verdere floor ring der publicque rust binnen Rotterdam voor te komen, was, zig tegen die ondernemingen kragtdadig te verzetten, en het Corps vrywillige Schutters te maintineeren; daar de vernietiging van het zelve eigenaartig geichikt was, om de geoppofeerde party te doeii bovendryven. Of nu deze nadere redenen , waar van Wy de «wakheid meenen te hebben aangetoont, door Com•misfarisfen uit de Weth by hun zeer ampel en gedetailleerd Rapport zyn voorgedragen , er. tót den voornaamften grond van hun Prasadvis gelegd, gelyk ook, Of de Leden daar door tot het nemen van de bewuste Refolutie zyn gepermovcerd geworden, kunnen 'wy niet bepalen, alzoo dat Rapport in de Notulen, van de Weth niet gevonden wordt; doch dit is zeker , dat daar van geene de minde melding word gemaakt noch by de Prxmisfen van de Refolutie zelve, noch by het afzonderlyk Bericht der drie Leden , welke evenwel ook eene nadere reden van hun advis opgeven(v), namentlyk; dat door den Hoofd - Officier van der Hoeven wel niet in het Collegie, maar aan ieder van, hun hoofd voor hoofd communicatie of verhaal is ger daan van 't geen de Gecommitteerden uit het Vrycorps op den avond van den 27 April 1784. aan hein hadden gerepraMenteerd en verzogt; doch 't welk zeer veel verfchilde van 't geen zy naderhand in de Notulen van 't Corps vrywillige Schutters gevonden hebben; devvyl volgens het verhaal van gem. Hoofdofficier de voorn. Gecommitteerden gevergd hadden dat op woensdag den 28 April, nog voor dé executie der ci imineele'ftrafoetfening, Vergadering van de Weth gehouden, en by dezelve niet enkel eene Refolutie tot protectie der Leden van het Vrycorps genomen zouden worden, maar ook, dat daar van ifico op zulk een ongewoonen tyd, terwyl hetfchavotgegedresfeert itondt, eene "Publicatie zoude gefehie- den. P- 6.  ( 8o ) den; (z)— Dat dit verhaal hen wel voornamelyk heeft gepermoveerd om mede te Hémmen tot vernietiging van het- Corps Vrywillige Schutters waar toe zy niet ligtelyk zoude gekomen zyn, indien hun bekend ware geweest het Declatoir, van wegens gem. Corps aan Commisfarisfen van de Wet voorgelezen', en fchriftelyk overhandigd; alzoo de moderate en decente denkwyze daar in dborftaekende , hen zou hebben doen vermoeden, dat omtrent het te vooren aan hun verhaalde eenig misverfbmd moest plaats hebben gehad, en dat het Vrycorps zyne verpligte ondergefchiktheid aan den Magiftraait niet uit het oog had verboren. Doch fchoon de Leden in gronden verfchilden , kwamen zy nogthans daar in overeen, dat het Corps Vrywillige Schutters moest vernietigd worden , waar toe zy dan ook met eenparigheid van flemmen befloten. Wanneer Wy nu de handelwyze, zoo van de Wethouderfchap in *tgemeen, als van derzelver Commisfarisfen in 'tbyzondcr, ten dezen opzichte gehouden, vergelyken met de betuiging, waar mede de Meerderheid haar Berigt aanvangt, (>) namentlyk: dat zoo 'er ooit een zaak geweest is, welke aanleiding heeft gegeven tot ferieufe en langdurige delibcratien, byzonder by de Gecommitteerden^ cauftim, zoo 'er ooit befoignes en delibcratien gegehouden zyn-, waar in de rust en het welzyn van de Stad voor de hoogffe wet gehouden is, — zoo dit immer gefehied-is , met toeleg om de fcrupuleuste onzydigheid te bewaren , — zy met vrymoedigheid zulks van dit Point durft zeggen ;—dan'moeten Wy ombewimpeld verklaren , dat deze betuiging ten -fterldtcn door daden wederfproken wordt: Of kah men het eene ferieufe en langdurige deliberatie noemen, dat een Collegie, waar-van byna de helft flechts agt dagen in functie geweest was, en nimmer eei - (£) Men vergelyke dit verhaal met de Notulen van ha Vry-Corps in No. 6, agter C. 5. fub 'dato 27. jlprilïn fine, en 'tgeen hier vooren p. 86, 87 , 88. daaromtrent is geavanceerd. {«) P. 5. imtio. F 5  < 93 ) eenige befoignes over dat onderwerp bad bygewooiH, op de enkele voordragt van Commisfarisfen terftont derzelver Prreadvis amplecteert , en een blaam op een groot aantal der beste Burgers werpt, zonder eenigen tyd genomen te hebben, om de gronden, waarop het zelve fteunde, met bedaardheid te overweegen? — Had men de rust en het welzyn van de Stad in'toog, wanneer men'—door het vernietigen Van een Corps, dat zig tot trouw en gehoorzaamheid aan den Magiftraat, mitsgaders tot bewaring van de publicque rust en veiligheid met eede wilde verbinden,—aan hun, die het Gemeen beftierden, gelegenheid.gaf om de Stad te beroeren , zoo dikwils als zy zulks tot bereiking hunner oogmerken dienftigvon.den? —- Was'het een blyk van onzydigheid, dat CommisJhrbfen van de Weth, op de in hunne handen geftelde klagten van drie Capiteinen , waar onder één der jrootlte en bekendfte Antagonisten van het Vrycorps , decideerden, dat hetzelve behoorde vernietigd re worden, zonder alvorens eenig onderzoek omtrent de zaak zelve gedaan, of de aangeklaagde party in haare defenfie gehoord te hebben? — Was het een blyk van onzydigheid, dat 'zy het peremtoir bewys der onfchuld van het Corps Vrywillige Schutters voor hunne Committenten verborgen hielden ? Of konden zy aan dezelven beter en met meerder ge.trouvvlieid rapporteeren, wat het gem. Corps ter zy'ner verdediging had bygebragt, dan door het overgeven , of ten minften woordelyk voorleezen van de aan hun ter hanrt gefielde Nota? Was het ein- delyk een biyk van onzydigheid, dat één der Commisfarisfen de Leden van den Magiftraat onder da hand tegen de Vrywillige Schutters zogt in te nemen , en door het verzwygen van fommige, en het .hyvoegen van andere omftauligheden, hen in den waan t» brengen , dat de Directeurs vun 'tgem. Corps in eene conferentie een zeer ongepast voorftel gedaan, en daar tip geinfteerd hadden op eene wyze, die aantoonde, dat zy de verfchuldigde ondergefchiktheid aan den Magiftraat uit het oog yerlooreu hadden ? Wy oieenen derhal ven te 'mogen befluüen, dat van de  t 91. J ic zyde der Wethouderfchap geenerhande redenen zyn bygebragt, die de Vernietiging kunnen billyken y-an een Corps, 'tvyelk niet zonder grond als hec eenige bolwerk der publicque veiligheid wierd aangemerkt; voor al, na dat de flegte gefteldheid veeier Burger-Compagnien zig in den nacht van den 3 April te voren zoo duidelyk gemanifesteerd had;—van een Corps, 'twelk, zoo verre Ons bekend is, nimmer Hof tot klagten of misnoegen gegeven had, en ook door zyn volgend gedrag getoond heeft, eene betere behandeling verdiend te hebben. Gelyk toch, volgens het adveu van de Wethouderfchap zelve, de Leden dit hun Corps met de heilzaamfte oogmerken hadden opgerigt, zoo hebben zy ook na de disfolutie doorflaaude bly'xen gegeven, van niets dan het rdgemeene nut te bedoelen; want zoo ras zy vernomen hadden, dat de Gecombineerde Vergadering op eene totale reforme van de Schuttery bedagt was, hebben zy aan dezelve door hunne gewezen Iloofden adres gemaakt, en daar by te kennen gegeven; dat., ■by aldien de Schuttery op zodanige wyze wierd ingscjgf i dat men zig daar op met alle fiducie konde verlaten, zy niet alleenlyk wilden afzien van alle Reparatien wegens het grief aan hun door de bovengem. Magifiraats • Refolutie toegebragt, mitsgaders van alle inftantien tot het formeeren van een gefepareerd Corps ^ maar ook bereid waren , en zig aanboden, zonder uitfluiting zelfs van die geenen onder hen, welke tocht en wacht vry waren, om, onaartgezien de qualiteit, waar in zy te voren hadden gefungeerd, als ordinaire Schutters te worden ingefchreeven (b); gelyk zy dan ook in de Nieuwe Schuttery zyn geëmploieerd geworden, en door hunne kunde en geoeffendheid in den Wapenhandel niet weinig gecontribueerd hebben, om dezelve binnen zeer korten tyd in zoodanige orde te brengen, dat ze zig, zoo by Ons vertrek uit Rotterdam, als by de kort daar op gevolgde Generale Wapenfchouvv mït luister heeft kunnen vertonen. Dit (*; c. 5,  C 9* > s 3. Dit is liet lot geweest van een Corps, het welk, volgens 'tadveu van de Wethouderfchap zelve, de 'voorname oorzaak geweest is, dat er Eemulatie onder de Schuttery is opgekomen, en eenige wapenoeffening heeft plaats gehad. Onder de Leden der Schuttery, die zig daar op het eerfte hebben toegelegd, muntten byzonder uit de Adelborsten van de Compagnie N. 9, ftaande onder 't bevel van den Lt. Colonel Elfevier, en wekten door hun voorbeeld anderen op. Dan daar het Plan der geeuen, welken, door middel van 'tGemeen, hunne heimelyke oogmerken zogten te bereiken, daar door merkelyk gederangeerd ftondt te worden, tragtte men, ten einde die wapen-oeffening in hare geboorte te fmooren, deze lieden in den haat van het Gepeupel te brengen, 'tgeen gereedelyk gelukte: Getuigen hier van zyn de fmaad en fcheïdwoorden , waarmede ieder Schatter, die zig wel gekleed en gewapend vertoonde, bejegend wierd;—. de attroupementen en ongeregeldheden , welken , zoo by de exercitieplaats , als by het optrekken der Wacht, inzonderheid wanneer het de beurt dezer Compagnie was, gepleegd wierden. Doch de gemelde Adel- borften, aangemoedigd door hunne Officieren, lieten zig hier door niet affchrikken, maar gingen rustig in hunne oeffening voort, en toen zy in de behandeling van het geweer zoo ver gevorderd waren, dat 'er • geen zwarigheid meer was om eikanderen door onbedrevenheid te kwetfen, namen zy met voorkennis en toeftemming hunner Officieren het belluit, om voortaan met bajonetten op hunne geweeren ter Wacht te trekken, en daar mede een aanvang te maken by, hunne naastvolgende waakbeurt, die op den 22 January 1784 inviel.—Dan de Wethouderfchap vondt goed, op den 11 van gemelde maand en dus den dag te voren,—eene Refolutie te nemen, waar by zy ,, den Hoofd-Officier committeerde, om aan den Luitenant Colonel Elfevier als Capitc'm van bovengemelde Compagnie te notificeeren, met order tevens om zulks ten eerden ter, kennis zy- „ ner  C 93 ) „ ner onderhorige manfehap te brengen, dat nadien de intentie van den Magiftraat was geweest, en ,, als nog was, dat door de Burgers geen bajonetten ,, op hunne fnaphanen zouden worden gebruikt, dezelve dan ook verwagtte cn vertrouwde , dat ,, ingevolge het conftante gebruik, en conform de ,, letter der Ordonnantie, de optrekking van des,, zelfs Compagnie tet het waarnemen der ordinaire Wacht op den volgende avond met het gewoon „ geweer zou gefchieden. " De voornoemde Adelborflen door den Luitenant van Zwyndrecht van deze Refolutie kennis gekreegen hebbende, trokken niet te min met hunne bajonetten op de geweeren ter Wacht; —doch op den 30 January gaven zy by een eerbiedig Request aan de Wethouderfchap te kennen, dat zy uit een verkeerd begrip van de Ordonnantie op de Burgerwacht het befluit genomen hadden, om met bajonetten op hunne, geweeren ter Wacht te trekken; —dat zy niet uit een beginzel van haiftarrigheid of ongehoorzaamheid geweigerd hadden aan de hun gecommuniceerde Refolutie te obedieren , maar alleenlyk uit vreezevan zig, daar hun voornemen bekend was , aan de verguizing van't Gemeen te exponeeren, indien zy dat voornemen niet volvoerden ; erkennende voorts hier in kwalyk gehandeld te hebben, en tevens ootmoedig verzoekende, dat de Wethouderfchap een daad, die niet met opzet, maar uit een verkeerd raifonnement en by overyling was begaan, geliefde te verfchonen, het misnoegen tegen hen met zoo veel grond opgevat , ter zyde te ftellen , en hun te vergunnen, om voortaan zig van geweeren met bajonetten voorzien , te bedienen. —1 Aan welke verzoeken den volgenden dag door den Magiftraat voldaan wierd, die intusfehen reeds op nen 26 January, op voorftel van Burgemeesteren, befloten had, het aanneemen der bajonetten over te laten aan de Compagnien , welke daar van gebruik wilden maken, mits daar toe beJioorlyk verzoek doende, (a) Wy {a) Memorie van den Vroedfchap Elfev'w van 6 Au- gu».  ( 94 ) Wy kunnen niet ontveinzen, dot zoo baast Wy yan de ware toedragt dezer zake naauwkeurig geïnformeerd waren , de handelwyze van de Wethouderfchap Uns zeer Zonderling is voorgekomen; en daE Wy niet b'e^fe'epen, wat dezelve kon bewogen hebben , ora, zbnder zelfs den Luitenant Collonel Elfevier daar over alvorens te hooren, eene Refolutie ten opzigte zyner Compagnie te nemen, die even «eer gefchikt fcheen om den moed en y ver der Schutters te verdoven, als om het muitziek granuw te ftyven, en tot verdere ongeregeldheden aan te fpoo- rcn. — Echter meenden Wy Ons oordeel te móeten opfchorten; tot dat aan den Magiftraat vaa dien tyd gelegenheid gegeven was, om deze zaak nader op té helderen, ten welken einde aan Dezelve cp Ons voorftel is gevraagd (£); ,, Opgave der re- denen, waarom Dezelve in de toenmalige omftan,, heden van tyd, aan de Compagnie N. o. op den 21 January 1784; heeft verboden met bajonetten „ op te trekken, en waarom weinige dagen daar na, ,, en wel op den 16 January daar aan volgende , is gere,, fiilveerd, aan alle de Compagnien, die daar toe ,, verzoek zoude doen en Jpeciaal mede op den 31 derzelver maand aan de Compagnie N. 9. ,, het gebruik der bajonetten tocteftaan ?" Doch vermits het Antwoord door de Wethouderfchap daar op den 19 October 1785 aan de Gecombineerde Vergaderidg gefuppediteerd, niet anders behelsde, dan eene vry wydlopige deductie van het begrip van den Magiftraat, dat heet aanneemen der bajonetten, niet gefundeert zynde op den ietter van het 25. Art. der Ordonnantie op de Burgerwacht, niet behoorde ingevoerd te zyn, zonder voorkennis en permisfie van de Wethouderfchap (c); en dus geen het min He licht verfpreide over deze handelwyze van den Magiftraat, vinden Wy ons verpligt Onze bedenkingen desgust. 1784. p. 15, 16. junct de Notulen van de Weth, en Extract uit het Register der Requesten fub. L. 3 , 4. (b) Re/ol. der Gecomb. VergacL. p. 294, 310 en 317, (e) G. J40.  £ 95 ) deswegens kortelyk aan UEck Groot Mogende voof- tedragen. Wy willen de ongehoorzaamheid van de Adelborsten der Compagnie No. 9. tegen de Refolutie van dé Weth in dato ai January 1784. geenfints goedkeuren , veel min verdedigen; want fchoon het aan Ingezetenen vry Haat, wanneer zy zig door eenige Wet of Ordonnantie bezwaard rekenen , hunne grieven op eene betamelyke wyze onder het oog van den Wetgever te brengen , mogen zy echter geenfints tegen zoodanige Wet of Ordonnantie handelen , zoo lang dezelve' fubfilteert: trouwens dit hebben opge- melde Adelborften zelve naderhand begrepen, hun misdag erkend, en op eene eerbiedige wyze vergiffenis verzogt en geobtineerd. Maar aan de andere zyde behooren de bevelen , welken uit den boezem der Wetgevende Magt voortkomen, het kenmerk te dragen , dat zy het algemeene nut bedoelen , en een geheel anderen grond hebben, dan het ftc volo Jic jubeo, fiet pro rationè voluntas: gelyk dan ook reciitgeaarte Wetgevers gewoon zyn , niet Hechts eenvoudig iets te bevelen , of te verbieden; - maar tevens de redenen op te geven, die hen tot het maken van zoodanige Wet bewogen hebben, op dat de Ingezetenen, van de heilzame oogmerken hunner Overheid overtuigd, met te meerdere bereidwilligheid zouden gehoorzamen. Doch dit kenmerk zal men in gem. Refolutie niet gemakkelyk ontdekken. De tegenwoordige wyze van exerceeren vordert geweeren met bajonetten; ook zvn dezelve by alle Schutteryen, die zig maar eenigfiuts in den wapenhandel oeifenen, in gebruik. Zy zyn het best gej fchikt wapen om geattroupeerd volk uit elkander te dry ven, en te beletten, dat hetzelve op eene Wacht aandringe, die geheel" influite, en weerloos make. De Adelborften hadden reeds voor eenigen tyd hun verlangen te kennen gegeven om dezelve op hunne geweeren te hebben, en de Compagnie van den Capitein de Monchy had er reeds eenmaal mede opgetrokken. De Regeering had dit toen wel afgekeurd, doch alleenlyk op fundament, dat ia 't kort eene niev*.  C 9« ) kieuwe Ordonnantie op de Schuttery ftöndt geëmaneerd te worden, en men zoo lang moest fuperiedeeren met eenige nieuwigheden in te voeren. De gefteldheid der zaken fcheen het gebruik der bajonetten thans vooral aan te raden, daar het Gemeen, 't geen anders alle nieuwigheden gaarn ziet* «yn wrevelig misnoegen tegen de oeffening der Schutters in den wapenhandel ten fterkften betoonde, met Verfcheide baldadigheden, zoo by de exercitie-plaatfen, als des avonds by het optrekken der Wacht, aanterichten, waar aan de geenen, welke de meeste Vorderingen in den wapenhandel maakten, en dus inzonderheid de Comp. No. 9. het meeste ten doel Honden. ■— Men zag ieder avond meerder en meer-1 der gepeupel by de Wacht; — de Commandós wierden niet Hechts nagebaauwd, en de Schutters befpot, maar zelfs op eene verregaande wyze gefcholden en bedreigd; zoo dat er veel grond was om te vreezen , dat de moedwil eerlang tot dadelykheden zoude uitbarften. Er waren derhalven geene redenen om de bajonetten te weeren , gelyk de Magiftraat zelve y door die weinige dagen daar 11a, aan" alle de Compagnien te accordeeren , bus et facits geavoueerd heeft. Ook brengt de Wethouderfchap geene andere reden voor deze Refolutie by, als dat volgens de Ordonnantie op de Schuttery de bajonetten niet mogten geïntroduceerd worden zonder hare voorkennis en goedvinden. Dat dit by het maken van gem. Ordonnantie hare intentie kan geweest zyn , willen Wy niet betwisten; maar om uit dien hooide zoodanige Refolutie te billyken, moest deeze intentie zoo klaar en duidelyk in gem, Ordonnantie gemanifesteerd zyn , dat niemand zig hier in ter goeder trouwe konde vergisfen j of daar tegen handelen, zonder tevens aan den dag te leggen een ftrafwaardig opzet, om de bevelen zyner Overheid te vilipendeeren; want hier van behoort de Regeering hare Burgers zonder gewigtige redenen nimmer te verdenken; en dit vermoeden moest te minder vallen op lieden, die zig by eede tot trouw en gehoorzaamheid verbonden hadden; ja allerminst op de zoodanigen, die geen tyd of moeite ontzagea,  ( 97 ) om zig bekwaam te maken tot het fluiten van oproep en geweld, en 't maintineeren van het wettig geza« der Overheid. Ook kan niet ligtelyk onderdeld worden , dat het Hoofd dezer Compagnie, de Lt. Colonel Elfevier, met wiens voorkennis en toeflemming tot het gebruik der bajonetten beüooten was, en die zelf een Lid was der Vroedfchap, een voorbeeld van ongehoorzaamheid aan zyne medeburgers zou willen geven. Nu exteerde hier geene prohibitive Wet, en de bajonetten zyn thans onaffcheidelyk van eene behoorlyke wapenrusting; de reden , waarom ze tevoren waren afgekeurd, hield nu op; zy waren by de nieuwe Ordonnantie wel niet geordonneerd, maar ook geenfints verboden; dus konden Officieren en Schutters ligtelyk in het denkbeeld komen, dat men aan de refpective Capiteinen had willen overlaten , daar van gebruik te maken, wanneer zy hunne Adelborften genoeg geoeflend vonden, om dit te kunnen doen , zonder gevaar van zig zeiven of anderen daar mede te kwetfen; en dat dit waarlyk het geval der Officieren en Adelborften dezer Compagnie was , kan mep daar uit opmaken, dat zy hun voorneemen niet gecacheerd, maar, verfcheiden dagen te voren , te kennen gegeven hebben , dat zy de volgende Wacht met bajonetten zouden optrekken. Daar er dan geene de minfte reden was, om eene opzettelyke ongehoorzaamheid te onderftellen; daar het geenfints op de zaak zelve, maar alleenlyk op de form aankwam, had de Wethouderfchap, die immers altyd meerder behoort dedacht te zyn, om de misdagen van hare Burgers voortekomen, als tp ftrall'en, een zeer eenvoudig en gepast middel by dehand om te effectueren, dat aan haare intentie voldaan wierd, namentlyk den Lt. Colonel Elfevier van ter zyde te doen infinueren, dat hy zyne Compagnie met bajonetten willende doen optrekken, daar toe alvorens den Magiftraat moest verlof vragen. Deze geringe condefcendance zou alles gepra;venieerd, Èn een doorflaand blyk gegeven hebben, dat men meerder toelag om een vaderlyk beftier , dan om een meesterlyk gezag omtrent de Burgery te oeffenen. f-* G Docïï  ( 9* ) Roch door deze, voorgem. Compagnie zoo momfiante, Refolutie wierden de Adelborften in de harde noodzakelykheid gebragt: of, om ongehoorzaam te -zyn aan het bevel hnnnar Overheid, of blootgefteld aan de grievendlle fpot, fmaad, verguizing, en misfchien dadelyke belediging van een baldadig en opgeruid gepeupel, wiens overmoed hier door te hooger ryzen moest; — waarlyk een averechts loon voor, hunnen onvermoeiden vlyt en yver ter bewaring van de publique rust en veiligheid, — en weinig gefchikt om liefde en hoogachting voor hunne Regenten in hun hart aan te kweken! In tegendeel moest deze handelwyze aanleiding geven om te vermoeden, dat het der Wethouderfchap niet recht ernst ware, de oproerige bewegingen van het Gemeen te fluiten , en ten dien einde de Schuttery op eenen refpeélablen voet te brengen ; maar dat zy in tegendeel de wapen» oefl'aniug ongaarne zag, en het gebruik der bajonetten alleeulyk toeftondt, om dat er geen pretext tot weigering over was. — Immers de zwarte couleuren, waar mede het aannemen der bajonetten, 't welk bereids in January 1784. was vergeeven, by de Confideratien door de Magiftraat in September 1784. nog wordt afgefchilderd ( di) j de Informatien welke op den. 25 Auguftus 17G4. nog zyn ingewonnen wegens dit fait, (e) 't welk op den 31 January bevorens was geaboieerd; en de perfoneele befchul- digingen, welke by de evengem. Confideratien, zoo tegen den Luitenant Colonel Elfevier, als tegen den Luitenant van Zwyndrecht by (J Ed. Groot Mog. zyn aangevoerd (ƒ), billyken dit vermoeden ten alIerfterkfte. Dan daar de gem. befchuïdigingen op eene overtuigende wyze by de Nadere Memorie van den P'roedfchap Elfevier (g), en de Memorie van den Luitenant van Zwyndr'echt (h), ( welke zoo veel dit point betreft, met (d) Confideratien van 30 Sept. 1784. p. 15. (e) Extradf uit de Crimineele Befoignes, L. 5, (ƒ) Gem. Ccnlider. p. 15. (g) Memorie van de Vroedfchap Elfevier van 29 ApriS ^7^5' P- 35- (/') v>i- Dezelve, en de Bylage D. agter de g«U,s gJ«moiie? p. 9i,fq.  ( 99 ) met dè Refolutien der Weth overeenkomt, en dezelven illuftreert) zyn wederlegd geworden, zullen Wy deswegens niet breed uitweiden , maar alleeulyk omtrent de Informatien op den 25 Auguftus 1784. by Scheepenen ingewonnen, opmerken, dat dezelven alle kenmerken van partydigheid - om geen harder woord te gebruiken —" dragen. Men behoeft om daar van overtuigd te worden, Hechts de laatfte Periode van dezelven in te zien, waar by één Getuige niet fchroomt te verklaaren, „dat de Vroedfchap ,i Elfevier eenige dagen na dat het Request, ( om excus te vragen en het gebruik der bajonetten te verzoeken ) reeds was gepra;fenteerd, zoude zyn ;, gekomen in het Boterhuis , en zyne verwondering ,, betoond dat het gepnefeiateerde Request nog niet ,, was afgekomen," en dat hy als toen zoude gezegd hebben: „ dat hy was Gedeputeerde met deti ,, Burgemeester Groenlnx; dat hy Saturdags naar den,, Haag moest, doch dat ingeval het Request voor ,, dien tyd niet afkwam , hy gem. Burgemeester Groeninx alleen zoude laten gaan; want dat hy j, zyne Compagnie niet wilde laten loopen, ert deri ,, Officier eens leeren zou , wat een Burger toe,, kwam. " Doch wat moet men van zoodanige Depofitie denken, als er uit de Refolutien van de Wethouderfchap conftecrt, niet alleen, dat de geheele hiftorie der Bajonetten in korte dagen is afgeloopen, maar ook fpeciaal, dat het bovengem. Request van No. 9. op den 30 January is gepra;fen•teerd, en daar op dadelyk den volgenden dag eerië Refolutie genomen (/); en er dus geen mogelykheid geweest is, om eenige dagen na het praktiseren van 't zelve misnoegd te zyn, dat er geene dispofuie tip kwam, veel min, om zig zoodanig uit te laten j alë in de voorfz. Informatien is vermeld; S- 9- , Het misnoegen en wantrouwen, uit hoofde vari fle vorige gebeurtenisfen opgevat, is niet weinig vermoet* (ï) kefil. van de WèA ; U 3, p\ 18, igl. G *  C ">o ) fiieèrderd door het feponeeren van drie Requesten, door veele notabele Ingezetenen op den 28 February 1784. aan de Wethouderfchap geprasfenteerd ; van welken zoo by de Memorie van den Vroedfchap Elfevier als by de Confideratien van den Magiftraat de dato 30 September 17^4. eene vry breedvoerige melding wordt gemaakt. Overtuigd zynde , dat aan Burgers en Ingezetenen, inzonderheid , die door hunne bezittingen een wezendlyk belang hebben in het algemeen welvaren , het Recht toekomt, om, vooral in zaken, die hen onmiddelyk betreffen , hunnen wensch en meening, met behoorlyke ondergefchiktheid, zoo aan hunnen Magiftraat, als aan den Souverain zeiven voortedragen , en met grond mogen verwachten, dat daar op een gepast reguard zal genomen worden; hebben Wy niet kunnen nalaten te inquireren , op welke gronden de Wethouderfchap van Rotterdam zig daar van had gedispenfeerd; en daarom In de Gecombineerde Vergadering voorgefteld, om van het Collegie van de Weth te requireeren (a ) , „ fchriftelyke opgaave der Redenen , waar,, om buiten deliberatie zyn gehouden de drie Re„ questen, dooreen groot aantal Burgers en Inwooners van Rotterdam aan Hun Ed. Groot Achtb. ,, gepraafenteerd, ten einde efficafieufelyk werde voorzien tegen dat geen, het welk tot foortgelyke ongeregeldheden, als het vorige jaar hadden plaats ,, gehad, aanleiding zoude kunnen geven , en zulks, daar de vrees van dezelve Ingezetenen a priori ,, gantsch niet ongegrond moest voorkomen; maar daar in tegendeel de verregaande losbandigheden en excesfen, welken zy een Jaar te voren hadden ,, zien gebeuren, hen bevoegd fcheenen te maken, ,, om zoodanig verzoek aan hunnen Magiftraat te ,, doen, en te mogen verwachten, dat daar op by ,, Denzelven gepaste reflectie zoude worden geflagen, ,, en zy door de verzekering daar van gerust'geftèld." De redenen, welke door de Wethouderfchap, zoo by haar Bericht, op de gem. vrage gegeven, als by derzelver Confideratien op den 30 September aan LI Ed. («) nefol. der Gecomb. Vergad. p. 135.  { ioi •) Gr@ot Mog. gefuppediteerd, zyn bvgebragt, om de fepofitie der gem. Requesten te juftificteren , verpiigten Ons een oogenblik daar by (lil te ftaan, en UEd. Groot Mog, te doen opmerken , dat de Magiftraat zig grootelyks abufeert, wanneer zy pofeert (Z>) ,, dat de veelvuldige prtecautien, welke de Burgery ,, bekend waren aan dezelve een genoegzaam vertrouwen hadden moeten inboezemen , om de zorg ,, voor de publicque rust aan den Magiftraat over ,, te laten, zonder Denzelven door Requesten tot eenige meerdere activiteit aan te fpooren: "want by aldien men het werk nader inziet, waarin toch hebben dan die gevanteerde praecaatien beftaan ? In de apprehenfie van drie Vrouvvsperfoonen op den 23 February 1784, die met dreigementen hadden gebedeld , en van welken er llegts één op den 10 Maan 1784. met eene correctie op water en brood voor agt dagen, isgeftraft (c). — in eenePermisfieop den 2 Maart 1784. aan de Schuttery verleend, om met fcherpe patroonen te mogen optrekken; in het ophalen van een oproerig Request door den Boekverkoper Kraeft gedebiteerd, en het reprimendeeren van denzelven op den 2 en 3 Maart; en in hetrefolvee- ren, om op den 6, 7 en 8 Maart eene geheele Compagnie Burgers te doen waken (d). Maar al die voorzorg, welke, meest al, omtrent mindere onderwerpen werkzaam was, en het wezen der zaake onaangeroerd liet, konde niet te rug werken, of de Burgery op den 28 February (wanneer deze Requesten zyn geprrefenteerd) gerust ftellen , dat er op den 81 Blaart geene vrolykheid bedreven ..- . geen parthy leufen gedragen, — geen excesfen gepleegd zouden worden; —- en hun wederhouden , om daar tegen eene gepaste voorziening te verzoeken. Daar toe bleef wel degelyk ftof. Het gebeurde op den 8 Maart van ,t vorige jaar was aan dg Ondertekenaars der Requesten (die grootendeels in hunne perfoonen, goederen 9 goederen of bezittingen, de baldadigheden (ê) Confideratien van den Magiftraat van «,o. SeptemK jp, 9. en Berigt D. u. (c) D. 5. (<*) D. 6. G 3  ( ICS ) den van 't Gemeen ondervonden hadden) nog niet vergeten; een dadelyk begin der bedelaryen, gepaard met dreigementen; —• het niet ongefundeerd gerucht, dat de Zakkedragërs op nieuw waren aangczogt, om weder te illumineren, biliykte hunne vrees, en liet geen grond over tot een blind vertrouwen" op een Magiftraat (gedeeltelyk gëeón* ftitueerd uit dezelfde Leden, onder welker beftier in't vorige Jaar zoo veele excesfen ongeftraft gepleegd waren) welke toen, offchoou die die fchrikyervvék> kende dag vast naderde, nog geene blyken had gegeven, dat zy de luidrugtjge viering van denzelven afkeurde, en de gevolgen, welken daar uit moesten fefulteeren , tragtte voortekomen. üaar er dus op den a8 February f784. een genoegfcimen grond tot het doen der meergem. verzoeken exteerde; — daar dezelven wel op eene nadrukkelyke, doch geenfints onbefcheide wyze waren voorgedragen (?); — had de Magiftraat zeil' zig' riet moeten laten weerhouden door eene confideratié, ,, dat ,, het eene verkeerde Impresfie zoude geven, in en de Wethouderfchap gelegenheid gaf, om het beramen van de noodige maatregulen niet aan haare eigene waakzaamheid, maar aan het dringend verzoek van eenige byzondere perfoonen te doen attribueren (ƒ).'' Wy zullen hier op geen verdere refleétien maken, maar ons eenvoudig refereeren tot dé lefture van de meergemelde Qonfderatien van den Magiftraat, en deszelfs Bericht, als mede tot de Nadert Memorie van den Vroedfchap Elfevier (g) en alléén er by voegen, dat de Magiftraat in plaats van zig te kunnen beroemen op de tranquiliteit en ondergefchiktheid, waar mede den 8 Maart 17S4. gevierd is, en zulks aan de genomene praacaütiert toetefchryven, Onzes bedunkens, fesponfabel is wegens 't geen niet alleen op den 8 en 9 Maart j 7H4. terBeurfe is voorgevallen , maar ook wegens allé verdere ongeregeldheden , welken onder fchyn van tien f leer Stadhouder te vereeren , federd zyn gepleegd ; doch , naar alle. (0 D. 1, 2, 3. (ƒ) Berigt D.n. (g) P.13.  ( 103 ) alle waarfchyulykheïd , zouden zvn gepraivemeerd geweest,-by aldien de Wethouderfchap, voldoende aan de biliyke begeerte van liaare ■Burgery, het be- dryven van openbaare vreugde, het dragen van leufeii en teekenen van partyfehap had verboden, en op eene cordate wyze haare indignatie betoond aan alle de zoodanigen, die onder dat pratext de rust verfborden, of daar toe eenige poogingen deeden. S io Dan dit ftrookte niet met die principes, welke men federt meer en meer heeft gcdevelopeerd, en waar van het gering onderzoek, 't welk er gedaan is naar een project, om op den 8 Maart 17^4. de vrolykheden van 't vorige jaar te hervatten, een convincant bewys is. — Het geval, het welk Wy bedoelen, en in het voorige Articul is aangetrapt, komt hier op neder: dat twee Liverybcdienden van den Burgemeester Fan der PJeim en deszelfs Qudften Zoo-a, twee Zakkedragërs aangefprooken hebbende wegens het wederom illumineeren der Eerepoorten, en zuiks aan den Hoofd - Officier van der Hoeven aangegeven zynde (a), dezelve de twee Zakkedragërs ten zynen huize ontboden , en van hun vernomen heeft, dat op den 6 February- 1784 de Koetzier van den Burgermester van der. Heim en de Knegt van den Secretaris P. van dek. Heim op de Nieuwemarkt aan het Zakkedragërs huis gekomen waren; dat de Koetzier aan eenen Jan Martin ( welke door voorn. Burgemeester tot Zakkedrager bevorderd was) had gevraagd, zulje luy op den 8 MaaJt niet illumineren? dat deze daar op gezegd hebbende zulks niet te weten, en er zoo lang niet by geweest te zyn , de Koetzier had gerepliceerd, dan beu je maar kakkebroeken, dat Jan Martin daar op aan een zyner Confraters Pieter Emons deze converfatie hebbende verhaald , de Knegt had gezegd , jongens als jy lui illumineeren wilt, dan moet je het maar verzoeken; waiii (a) p, 8. a G 4  ( i°4 ) want onze oude Heer is President, en die zal ft niet tegen hebben; dat Pieter Emons daar op hebbende geantwoord, dat zy daar van niets konde zeggen, maarzy, zulks aan hunne Hoofdluidenzouden moeten vragen, de knegt daar op gerepliceerd had; gaf er wel een gulden voor om mee in dat plaifiertje te deelen, al zou ik er een kieltje voor aantrekken, om naar een Zakker te gelyken. (b) Wat hier op vervolgens door den Hoofd - Officier verrigt zy, zullen UEd. Groot Mog. vernemen uit de Informatien door hem deswege aan de Gecombineerde Vergadering gegeven, waar by hy zegt: ,, Dat hy daar van op zyn tyd kennis had gegeven aan den Prai,, fident Schepen Hoog, en dat dezelve, nevens hem, van begrip was geweest, dat voorfz. Infor„ marien niet waren van dat aanbelang, dat daar van met ter zydeftellfng van de Eguards en het menagement, welke Regenten onderling aan ,, eikanderen verfchuldigd zyn, verdere Ouvertures ,, behoorden te w©rden gegeven aan het Collegie van Schepenen, te meer, dat hy Hoofd-Officier, kort te voren, uit den mond van den Pnefident Bur„ gemeester van der Heim de fterklte verzekeringen gekregen hebbende, dat, wat verzoek er ook aan ,, de zyde van het Zakkedragërs Gilde in Burgemees,, ters Kamer mogt worden gedaan, tot het wederom ,, oprichten der Eerepoorten, hy nimmer zyne toe„ ftemming daar aan zoude geven; mitsdien vermeende gegronde redenen te hebben, van te denken, dat het discours tusfehen de twee bovengem. Livreibedienden en Zakkedragërs geheel was gefehied buiten kennis en weten van den Bur„ gemeester van der Heim; dan dat hy Hoofd-Of„ ficier zig egter verpligt had gerekend, om den ,, gem. Burgemeester van het zoo onvoorzigtig ge,, drag van gemelde Livereibediendens kennisfe te moeten geven, ten einde, dezelven daar overzoodanig zouden kunnen worden gecorrigeerd ais hy zoude oordeelen te behooren." (c) ' Wy (i) D. 8. b. (c) Refol. der Gecomb. Veigad. p, 136 & 137,  C 105 ) Wy hebben vermeend deeze znak uit een geheel tmder oogpunt te moeten befchouwen, en Ons aoor geene Eguards of menagementen te moeten laten wederhouden, om het kwaad in deszelfs geheimfte fchuilhoeken na te fpooren; en hebben daarom voor het Gecombineerde Collegie doen requireren twee Hoofdlieden van het Sakkedragers-gilde in February 1784. gefungeerd hebbende; en wy kunnen UEd. Gr. Mog. uiivxiuEicw, uiu, uiyicens tierzeiver oeeeaigae verklaringen, volgens het verhaal daar van aan gemelde Hoofdlieden gedaan, het voorzeide aanzoek dadelyk is gefehied, en dat één der Livery-bedienden gezegt heeft, dat hy wel een Ducaat wilde geven als dit ,» gebeurde, en dat zy dan meé zouden doen, en ,5 een mutsje opzetten, en een kieltje aandoen, om ook een Zakkedrager te lykeneri, dat zy dan dat 5j d .... rs of b .... ms Vry-Corps wel zoude ,, krygen of vinden , of na den d ;• jagen" (d) doch dat de gem. Zakkedragërs, al mede deswegens in de Gecombineerde Vergadering onderhouden, hebben genegeerd dat 'er van het Vry- Corps is gefproken, en verklaard van geen Ducaat, maar wel van een Gulden te hebben horen melding maken ; (e') En dat al verder de voorn. Livery-bedienden mede in de Gecombineerde Vergadering zynde ontboden, aldaar het hoofdzakelyke dier Converfatie, zoo als de zelve door de Zakkedragërs was opgegeven, hebben geadvoueerd, met byvoeging nogthans: ,, dat zy dezelve, uit eige beweging, hebben gehouden , eu alléén by toeval over die zaak met de Zakkedra,, gers in gefprek zyn geraakt, zonder daar toe door „ iemand hoegenaamd te zyn aangezet, direct of itt„ direct, {f) Wy zullen, daar het oogmerk van deze daad der voorn, bedienden zig genoegzaam manifesteert, niet nodig hebben eenige refleftien op derzelver antwoorden , noch op die van de twee Zakkedragërs — hoe verfchillend ook van hun vorig verhaal te maken; doch Wy kunnen niet voorby, om UEd. Groot Mo- (d) D. 8. c, d. (e) D. 8. e, ƒ (ƒ) D. s. - )•' 'Terwyl Wy eindelyk, om niets onbeprotft te laten tot de naauwkeurigfte recherches, in handen van den Hoofd-. (a) D. 7» 0. & 10. (l>) Viefol. der Gecomb. Vergad. fe, 164. /  C ïo8 ) Hoofd-Officier van der Hoeven hebben gefield alle de ingewonnen Informatien, om het Recht der Hoge Overheid waar te nemen (c), die echter daar in geen genoegzaam fundament f'chynt gevonden te hebben , daar deze zaak (trouwens er confleerde ook niet wie tegen van der Ven eenige feitelykheden zoude hebben gepleegd ) door den voorfz. Hoofd-Officier geheel onvervolgd is gelaten, (<ƒ) Deze is de uitflag geweest, Edele Groot Mog. Heeren! van het onderzoek nopens dat voorgevallene , het welk volgens het Bericht der Wethouderfchap van 30 Septemb. 1784. fommigen der Requestranten weinig eer zoude aandoen; doch uit welk onderzoek Ons gebleken is, dat niet meer dan drie derzelven, als daar by eenigzints geconcerneerd genoemd zyn ; ■waar van er noch twee voorkomen, als flechts een onderling gefprek gehouden te hebben (e); terwvl den derden niet anders wordt te laste gelegd, dan zig onder de menigte bevonden te hebben, die op van der Ven heeft aangedrongen (ƒ'). Hoe ingratieus dus deze allegatie is voor het geheele Ligchaam der Requestranten, behoeven Wy niet te doen remarqueren; Wy voegen hier nog alleenlyk by, dat, offchoon Wy ver af zyn, om het geen omtrent van. der Ven en Bettinghuizen gepleegd is, goed te keuren , het zelve echter geen plaats zoude gehad hebben , indien de Magiftraat had kunnen goedvinden de aanleidende oorzaak voor te komen, §• 12. Uit het zelve oogpunt befchouwen Wy al mede het voorgevallene ter Beurfe op den 9 Maart 1784, waar van by de Confideratien van de Wethouderfchap een diep ftilzwygen wordt gehouden; dan 't welk echter te aanmerkelyk is, om voor UED. Groot Mog. verborgen te blyven. Sommige Schippers, namentlyk, fmeedden een voorneemen om 'tgepas» feerde (c) nefol. der Gecomb. Vergnd. p. 170.' (d) Kefol. der Gecomb. Vergad. p. 561. (e) D. g, b. (ƒ) D. g, b, k  C ic9 J feerde op den voorïgen dag, te wreeken, en weï met zo weinig omzigtigheid, dat reeds 's morgens op de Vismarkt verteld wierd, dat er dien dag vyf a zes Borften op de Beurs zouden komen; dat men eens probeeren moest, of men er die kon afflaan, ,, en even zoo behandelen als van der Ven; dat het ,, er dan d zoude uitzien," (g) gem. Schippers-gasten kwamen ten dien einde in feet Bredafche Veerhuis by elkander, alle Orange ftrikken op hunne hoeden of mutfen hebbende,en aldaar hun Plan nader concerterende, zeggen zy onder een party vloeken, wyzende op hunne Orange ftrikken , dat is nu het ware, met byvoeging: laten zei er nu dat ook eens afhalen, dan zullen wyze tegen Gods aardbodem fmyten, dat zy er aan blyven hangen, wy zullen C aar. ten en van Loon eens tegen 't lyf lopen, en zien efzy ons dan zullen handelen, zoo als zy gisteren onzen Overman gedaan hebben ( h*). Van de Converfatie op de Vismarkt gehouden, wierd aan den Hoofd -Officier op het Stadhuis kennis gegeven j doch deze kennisgeving, hoe zeer dezelve ten uiterfte interesfant was, en eene immediatie voorziening vorderde, echappeerde Denzelven (/); en zy, die van der Ven wilden wreeken, kwamen dus onverhinderd met Orange cocardes of linten ter Beurfe ; gaan dezelve op en neder; zien de Omftanders op eene brutale en iufolente wyze onder de oogen; loopen den een en ander tegen het lyf,zeggende, ,, la- ten ze nu eens komen, om ons dat lint er af te ,, halen, want een oud man kan men ligt overbluf- fen," en, (terwyl zy naar A. van Loon zogten) .,, waar is hy nu, wy wilden G . . d . . wel eens ,, zien, dat ons iemand aanraakte of kwaad deed." Al verder gingen zy een geruimen tyd onder het met de hoeden zwaaijen , en Hoezee roepen over de Beurs, als of zy rufie zogten, tot dat zy eindelyk, hy de terugkomst van drie Kooplieden, die zig—— om andermaal hier tegen voorziening te vragen, naar het (g) D. io. 3e Leuvehaven voor het huis van den Burgemeester van der H im ltudieuslyx feheen nedergelegd te zyn 4 uit den weg ruimde , om vry te kunnen pasleexen (/'); gelyk men zig ook weinig bekreunde de gev.ielens van die weinige Schutters, welke het pa» trouilleren met geladene geweeren afkeurden (k) * noch de onvriendelyke bejegingen , waar mede de beleefde dankzeggingen yan wegens gem. van Loon en Caarten aan de Compagnie, voor het beveiligen hum er huizen gedaan, donr eenige Schutters (waaï ónder zekere Li van der Wiel) wierden beantwoord (/). $• 14. Op den 22 Maart 1784. heeft zig hef gepeupel nog veel grooter excesfen veroorloofd omtrent de Com~ p ignie No. 9, welker waakbeurt op dien dag weder inviel. Een beknopt voorftel van 't geeu Wy daaromtrent uit de ingewonnen Informatien vernomen hebben', zal U Ed.Groot Mog. hier van overtuigen: Op den iï Maart 1784. wierd bereids in 't achter Kloo-^èr öpgeheft een oproerkreet van Orangè boven', Elfii'ier, en de Offi. ier naar den d . ... r i 't weik tér kennis van Schepenen gebragt zynde,; een permisfie effectueerde, om de perfoonen , dié dusdanig gerucht maakten, te ap'prehendeeren («)S en ten gevolge had, dat het huis van den Vroedfchap Elfevier twee nachten door Dienaars der Juftitie bewaakt wierdt (n). Dan niet te min groeide de euvelmoed van 't Gemeen van dag tot dag aan, in zoo' Verre dat de Luitenant van Zwyndrecht vernemende de dreigementen , dat de Compagnie zoude aangevallen en de twee Adelborften dè Waal en Wishof , met geweld daar uitgehaald Worden, op' zyn verzoek tegen den 11 Maart 1784. de adfiftentie van eenige Gerechtsdienaars verkreeg^ ten einde de geweld-plégers cafu quo te kunnen apprehendeeren (0). En deze voorzorg was niet ongepast; want by 't verga- d'e- ■ (»"),Memorie van iwyndrecht, p. 99; G. 33. b. G. 71', («*) G. 71 (i) G. 3-3: b. G. 71 , 82. (m) Extraét uit de Crimin. Bef.D.7- (») R 79» 8z.  C "5 ) ik heb ze ook ieder een fles wyn beloofd (s). Inmid* dels wierden de in parade ftaande manfchappen op eene fchandelyke wyze befpot, en gehoond (t); terwyl er nu en dan zelfs met fteenen gegooid wierd.' («) By de aankomst van den Luitenant van Zwyndrecht wierd het gefchreeuw , en de toeloop zoo fterk, dat geen commando konde gehoord worden, noch plaats overbleeve om de Compagnie behoorlyk te richten, welke men door een geweldigen aandrang, waar toe het volk met woorden en gebaarden wierd aangezet, zogt overhoop te werpen, terwyl men zig van de Adelborsten de Waal en Wishof, die by het Gemeen zeer gehaat waren, trachte meester te maken O). Echter geraakte de Compagnie, zoo goed mogelyk, in orde, en aan 't marcheëren; doch dezelve was Hechts weinig, geavanceerd, toen een gelyke aanflag op den Luitenant van Zwyndrecht gemaakt wierd, waar toe eenige kaerels het volk aan- fpoorden , door te zeggen, toe, daar is den d r, hy moet uit de voeten, val aan ; hy is het roer van 't fchip; het geen een geroep van dring aan , dring aan , mitsgaders eene poging om gem. Luitenant van de Compagnie aftedringen en te grypen, ten gevolge had; en toen deze poging door twee Adelborften ± welke hem. dekten, verydeld was-, hoorde men zeggen , wel hl . . ms had je maar aangedrongen, dan was hy weg geweest. Intusfcheh werd de 'Tambour mishandeld; één der Adelborften kreeg een (lag in 't aangezigt door een Vrouwsperfoon onder het- zeggen : wy zullen u wel vinden jou bl . . . m; en het gefchreeuw eri de aandrang vermeerderde zoo fterk, dat men zelfs de trom niet kon hooren, en de Compagnie buiten, ftaat geraakte om voort te marcheëren; 't geen den Commandeerenden Officier deed bedui ten om halte te houden, en de Adelborften te doen laden; re meer, daar het gerucht ljep, dat liet Volk reeds (,) G. 2 , G. 63. en A. 5. A. 47» 48: en E. 7. (O G, _4Ö, 65. ..(») G. 17. en 119. a. {v)G.i, 3, 4 ; h Hi %h. l$' lU 44' 4<Ü, 47 . 49» 5*. 53, 5^>, 59 i £o,; 61 , 61, 64 , 68 , 69, 7,.; 7374, 75 , 8!.,- fit, H i  C H<* ) reeds bez'g was,met de fte i etl op de Nieü've-marki Uit den grond te halen (jf). Dit la ten had eene vu-fehillende uitwerking op de vergaderde menigte; fommigen vonden raadzaam om aftetrekken,en ruimte te maken , ( waar van eenige Adelborlten zig bedienden om met hunne geladene geweeren fchandelyk te vluchten ( x ); terwyl anderen de Compagnie befpotteden , zeggende : daar ftaan nü die bl . . ■ rot van No. 9, zoo moeten wy die d . . . . rs hebben (y); terwyl fommigen, waar onder ook Rots1 geze I len , riepen: laatze maar fc^ieten die d.. . . rs, het is maar los kruid (z). Echter was hier door het gedrang in zoo verre verminderd, dat de Compagnie haaren weg konde verfrolgen , hoewel niet zon er by aanhoudendheid gefcholden, gedreigd, ja zelfs dadelyk beledigd te worden. Op de Nieuwe-markt trachtte een zeker mansperfoon het Volk op nieuw aan te hitzen , door te roepen: je lui blyft G — d— te veel van voren , je moet meer van achteren in hopen, (a) — Op de Kaasmarkt hefte een kaerel weder het hoezée aan, 't welk fpbedig door de menigte, die de Compagnie verzelde. gevolgd wierd (Z>). —— In d" Lamfteeg riep een Vrouwsperfoon : Elfevier moet toch naar den d . . . . r; terwyl 5 a 6 Vronw.'-peribonen den Onder Officier, die de Wacht opftoot, telkens regen het Ivf liepen , onder het zegsren : fleenig den hond &c. (c) —- By 't Stadhuis, alwaar zig veel Volk verzameld had, was her gefchreeuw, geraas en aandrang zoo groot (d), dat men wederom het Commando naauwlyks konde hooren, en de Compagnie vemligt was, met het Cordon een verkeerd front te maken, zoo om zig te beveiligen, als om voor te komen, dar depatmonen uit de tasfen wierden weggeroofd. Alle waarfchouwingen , hoe vriendeKk ook, waren te vergeefs; de aandrang bleef voort- düu- (»)G r , 5, 7, 33. b. 44, 4^. 47» 49. 59. 61 , 64., 74.-75. 76. 79. 81, 82. Memöne van Zwjn&eUt p. 101 {«e) G 5r , 55 , 5*, 58 , 60, 61 , 62 , 65 , ,07. 7f (y) G. 53. {z) G. 46. (*) G 56. G: 3; b) G. 46. (e) G. 33. {dj G. i, 2, 17, 60, 7;, 79i  ( P7 ) dunren, en de zydgeweeren yan eenige Adelborften geiaakten zelfs daar door aan (lukken 'ie); terwyl de prut'aijteit zoo ver ging, dat één uit de menigte zig niet ontzag, op een der Schutters ziende, te zeggen : zy hebben wel geladen , maar ze moesten voor den d . . . . r eens gefchoten hebben, of ze dan ook jleetien naar den kop zouden gekregen hebben i^f) ,• en; dat, wanneer de Compagnie dg Hoofdwacht had betrokken, er tegens de venglrers of luiken van 't vertrek der Adelborften gebonsd en geroepen wierd, komt er maar uit honden van No. y. (g). Hier mede was echter de euvelmoed van 't Gemeen nog niet gekoeld ; immers één der geweldenaars, die met de bajonet was afgeweerd, beklaagde zig aan een ^yner makkers in het naar huis gaan', dat ze hem de bajonet op de borst hadden gezet, maar dat , zoo zy hadden toegeltoten , hy hun met een mes, 't welk hy te gelyker tyd uittrok, in hunne ziel zou le geftot&n hebben. ( h) Ook toonden veelen der Rotsgezellen hun misnoegen over de handelwyze hunner Adelborften, en fchaamden zig niet, zoo onder het laden , als naderhand onder de Wacht te zeggen , dat als die d . . . . rs fchooten. of gefchooten hadden, zy hun tusfchen hals en nek, ofwel met de kolven huntier fnaphanen de herfenen zoude ingeflagen' hebben (/), Daar Wy te voren geremarqueerd hebben, dat er op dien avond Dienaars der Juftitie tot adfiftentie der Wacht gegeven waren, moét men zig verwonderen , dat niemand der geenen die zig aan de boovengem. excesfen hadden fchuldig gemaakt, is geapprehen leerd; en de Dienaars zeiven over dit plichtverzuim niet zyn gecorrigeerd geworden; — en voornamentlyk, dat er door de lultitie geene recherches zyn gedaan naar deze verftoorders der publique rust, waar van de aanftokers met meerder faciliteit toen; ter tyd, dan wel naderhand zouden hebben kunnen worden ontdekt; als mede dat de Magiftraat zig (O G. 49, 51, 54, 5J, 56, 58, 60, 61, 62, 64, è9, 71. (ƒ; G. 4. (S) O. 44. 74, Ji> (*; G. 17, {>) G. 53 » 56, 58» 62, 67. 71, 7%. H 3  Cu8 > zig vergenoegt heeft om by de Publicatie op derf 24 Maart 1784. geëmaneerd (k), een iegelylt ferieufelyk te waarfchouwen om zig zorgvuldig te wachten van op eenigerlei wyze aanleiding te geven tot eenige onrust, veel min om de Burgerwacht met woorden of daaden te beledigen , of met een kwaad opzet in eenige hunner verrigtingen hinderlyk te zyn, op, poene dat de zoodanigen , welke zulks in het vervolg zoude mogen doen, ingevolge de Wetten en Placaten dezer Landen, als verftoorders van dealgemeenerust tot voorbeeld en affchrik van anderen, aan den lyve zouden worden geftraft &c. zonder te gelyker tyd haar resfentiment te tonen over het gebeurde twee dagen te voren, 't welk aanleiding tot deze Waarfchouwing gegeven had. Dan by het aflezen derzelver Waarfchouvving heeft zig, ten aanhooren van eene faamgevloeide menigte , al wederom de oproerige geest van veelen gemanifesteerd zy, is niet alleen oneerbiedig aangehoord, maar zelf met de oproerkreet van hoezée Orange boven beantwoord (/); terwyl fommigen zig niet ontzagen, na het afleezen, te zeggen , ja wy zullen di d . . . . rs toch wel krygen; en zeker bekend YTouwsperfoon, die zig naderhand tegen Kaat Mosfel beroemde het eerst geroepen te hebben: evenwel Orange boven, onder het kloppen op haare rokken, uitfchreeuvvde, ja, we moeten onze Overheid gehoorzamen (m). Daar nu zulke dui- dfilyke blyken van vilipendie voor alle ondergefchiktheid, en goede orde, onder het oog van den Magiftraat gegeven, ongemerkt — immers ftraffeloos-— zyn gepapfeerd, is het niette verwonderen, dat hier door geen indruk op het wuft Gemeen gemaakt is maar hetzelve in tegendeel in 't begrip gefterkt, dat -men den voortgang van zyn euvelmoed niet wilde of konde beteugelen ; immers de ondervinding heeft deze aanmerking ten vollen gejustificeerd , naardien de infultes tegen de Compagnie No. 9. zyn blyven voortij Te vinden achter 't Bericht van den Magiftraat van n^rfM Ai A G. ,46, 48., 53, 54, yjj 6l, 7X. (m) G. 49., j4, 55, 71, 81.  ( H9 ) voortduuren, en de Adelborften na de Publicatie op hunne Exercitie-plaats door allerhande gefcïueeuw, gefluit het nabootfen der Commando's, en het werpen van fteenen ( waardoor zelfs eenige manfcnappen getroffen wierden), gemolefteerd zyn (n) ; terwyl ook de Adelborften in het particulier, zoo by dag als by avond, opentlyk zyn helpot; en het geroep van hoezée, Orange boven (o) door de geheele Wyk dier Compagnie 't gefchreeuw van Orange boven, Elfevier na#r den d . . . . r, voor de huizen van fommigen — heeft blyven aanhouden (/>); en de verbittering tegen de Compagnie merkelyk is toegenomen, tot dat eindelyk dit alles op den 3 April 1784 , door een feitelyken aanval op de Compagnie zelve is agtervolgd. §• 15. Dit leidt Ons tot een der gewigfte gebeurtenis» fen binnen Rotterdam voorgevallen, tot welker onderzoek veel tyd en moeite is te koste gelegd; niet zoo zeer om dat de zaak op zig zelve duister was , als om dat men van den beginne af, het Gemeen heeft getracht te excufeeren, en de Officiers en Adelborften der Compagnie No. 9. van drift, onvoorzigtigheid en praacipitance te doen verdenken. Wy zyn dus in de noodzakelykheid geweest, EdeleGr^ot Mogende Heeren 1 om dit Point, waar omtrent reeds by het Bericht van den Magistraat in dato 13 April 1784, veele be'èedigde getuigenisfen zyn te berde gebragt; en betrekkelyk het welk, veele depofitien onder prcefentatie van Eede door den Vroedfchap Elfevier achter deszelfs Memorie zyn overgelegd, quod ad faclum met alle mogelyke naauwkeurigheid, als't ware op nieuw te onderzoeken. Ten dien einde hebben Wy de onbeedigde getuigen, in de Gecombineerde Vergadering, over hunne depofitien onderhouden, en onder eede gebragt; terwyl Wy tot acceleratie der Befoignes ter Vergadering hebben gecommuniceerd, dat aan Ons door diverfe Adelboriten vau de Com- pag- ' (») G. 33. b. 44, 46. 47, 48, 49. 5-0. 57» 54. 58. f0,61,63,70,72,82. 0) G.58, 61, GvG.54, 55. H 4  ( «O ) mgtiien No. 9. waren gefuppediteerd onderhand[che Verklaringen van 't geen dez-lve by 't optrekken van vpmn. C >mpagnien hadden bygewoond, behelzende een breedvoeriger detail der omllandigheden, bereids in vorige verklaringen opgegeven, en dienende tot arnphatie van dezelven; voorts geproponeerd, om met de evengemelde verklaringen (welke Ons voorgekomen waren, genoegzaam gefchikt, om, voor zoo verre de depofanten daar by perfifteerden , in de Gecombineerde Vergadering te worden heëedigd ) tot menagement van tyd en kosten te handelen op dezelfde wyze, als omtrent de gedrukte verklaringen achter de Memorie van den Vroedfchap Elfevier gevoegd, was gefehied f>); en ten dien einde aan den Magistraat zes dezer Verklaringen ten fine van examen ter hand gefield {Ij. Dan deze Onze Propofitie al wederom door den Magiftraat, op fundament van veele ongegronde, en door ons wederlegde redenen gedeclineerd zynde (c,, hebben Wy Ons moeten °-c. troosten , om ieder der gem. Adelborften eene mondelinge opgave te hooren doen van hetgeen zy zeiven hadden opgetekend, of door anderen hadden doen concheeren; het welk buiten Ons toedoen de Befoignes merkelyk heeft geprotraheerd; doch ?ooWy vertrouwen , den Magiftraat van de veraciteit der getuigen volledig overtuigd ; nademaal de gem. mondelinge voordragren zoo overeenkomftig bevonden zyn aan de gefuppediteerde Verklaringen , dat dezelven in de Vergadering zyn beëedigd, en in orwinali aks Bylagen van dit Rapport aan UEd. Groot Mog worden ge'nppediteerd. Uit deze en andere bewyzen zullen Wyderhalven Zoo kort doenlyk, het gebeurde conftateeren , endoen zien , dat er een lekend voornemen geweest is, om de Compagnie No. 9. te attacqueren; en' dat hetzelve dadelyk door het Gemeen op den 3 April 1784. is ter uitvoer gebragt; om vervolgens te onderzoeken den in- (*■) Wol. der Gecomb. Vergad. p. 185. «) ibidem p. 187. (f) Ibidem p. 191. r «  ( ) inhoud en validiteit der befchuldigingen tegen het Ge»' dras der Compagnie ingebragt, Dat er een geprcemediteerd voornemen geweest zy, óm de Compagnie No 9. op den 3 April 1784. reattacqneren, kan niet alleen worden aigeleid uit het zeggen van zekeren Evert Wohekamer op den 9 • f 10 Maart, dat ef over drie weken wel wat anders a!öude gebeuren (d ; ! Uit een gefprek vmD'uk Jan Story', welke op den 23 Maart, het daags te voren gepasfeerde goedkeurende, gezegd heefr, zo» vioet het gaan. cn ah Wy ze zoo niet klaar kunnen kragen, dan zullen wy met de Byltjes kómen, en dan zullen wy ze wel dwingen; (e) —:—• Uit eene conve faiie van Clafyn Ferr.yn daags, ha de Publicatie van 24 Maart gehouden, wanneer zy fpr< ekende over dezlve, gezegd heeft: zy hebben ér wat by uitgehaald, wy veegen (fit venia verbo.) onze kont aan dat Placant, over elf dagen zei je wel wat anders hoor en ^ ivant Kaat Mosfel heeft ons allemaal verfcheiden, en wy zullen alle maken daar (wyzeude met h.iar irmd nnar de Prinfekefk, de vergaderplaats der Compagnie Nó. 9.) leswezen, wy. zullen den d... .r ir uithalen {ff). — Uit een antwoord door dezelfde Clazyn Verryn op den 2 April aan iemand, die haar zeufe: gy moest ér een borrel Orange brandewyn op drinl h , gegeven, daar in belhmnde : d ■.. . rskinders morgen zullen wy Orange Érandewyn genoeg hebben: (g) —' Uit de generale dreigementen, dat de Compagnie op di"n dag zoude aangeva'len worden en dat de Byltjes er een vnornamën rol in zouden fpeelen (ƒ7); —j En uit een geroep wy zullen ze aWt weer Wacht is. op Saturdag wel beter k'rygen 'i . Maar dit voornemen blykt ook voornameKk uit de Billeten icsw g ns Op diverfe dagen voor den 3 April aan de U'ynSrug aangeplakt, behelf-nde een foort van advertentie, ,, dat het op her £/ sFrvcoips, en vooral jo de Waal en den Jongen van den dronken Wishof get, munt was; dat zy Saturdag weer moesten optrek- v* ken, f/ G.,i. (,) G. 116*. ƒ. (f G 10. (g) G. it , (A) 6,44'i Sfï» 54» 56» 58, 68. {ij G.73.  ( li» ) j, ken, en die d....rs weer op haar ziel hébben „ zouden; dat een leder zig voor fchade zoude wach„ ten, en de een het aan den anderen zoude voort,, zeggen (*):" en de bedreigingen in 't generaal aan de in het Boterhuis exerceerende manfchappen dier Compagnie gedaan, ja exerceert maar, we zullen je toch wel vinden (7) en fpeciaal tegen een Adelborst, ja d.... r, gaat maar exerceeren, wy zullen je aanftaande Saturdag wel vinden (m). Trouwens op dien dag zeiven maakte men van dat voornemen geen geheim. Een Adelborst wierdt des morgens reeds door een bekeuden Weesjongen bedreigd, dat, zoo hy dien avond met de Compagnie optrok' men hem, benevens de anderen , hals en beenen moest breeken (»); des avonds circa 8 uuren, riep men uit een troup volks , 't welk langs de Kipflraat pasfeerde tegen iemand, die op haar floep*ftondt, van avond trekt dat bl Vee op, maar de koppen moeten er af , je hebt ook van dat bl . . . . Vee van V Vrycorps in huis (V). Een zekeren Boers (te vo¬ ren reeds niet gunstig bekend) hoorde men by'tvergaderen van de Wacht zeggen, dat het van avond wel weer laat konde worden voor ze optrokken (/>); gelyk men ook een Vrouwsperfoon, by het aankomen van eenige manfehap, hoorde roepen: daar heb je weer een van die d ... . rs maar ze moeten er G . . d «, . . van den avond aan; (qj , terwyl aan dé Adelborften by derzelver aankomst allerlei fmadelyke redenen en bedreigingen wierden toegevoerd; als hV Voorbeeld tegen den éénen ben je wel'voor den Prins en op deszelfs antwoord: ja in myn hart, dat zullen wyftrakseenszisnbl . . . .- kind (r) tegen anderen : wy zullen je bl . . . . ftraks wel krygen(s) dan weer eens daar gaan nu die d . . . . rs, het zyn alle Vrycorpers &c. (/). Dat nu dit geprsemediteerde booze voornemen dadelyk is in 't werk gefield, eonfteert volledig uit ee- ' '(*) G.rié.a, b, c. G. 71. Art. 20. G) G.^i.b. Qri) G. 56. (») G. 71. Art. 20. (p) G. 116. d. (p) G. 21,24. (d) G. vii ir) G. 71. « O&i W G. 7i. KV 0 '  ( i23 ) ne ontelbare meenigte van bewyzen. De Adelborften wierden by 't aannaderen van de Paradeplaats niets Hechts met woorden geinfulteerd, maar met daden beledigd. Hier wilde men den eenen in 't water fmyten, — daar greep men den anderen naar de zwarte cocarde. een derde wierd gefchopt, geftooten en gellagen , terwyl men een anderen wederom noodzaakte Orange boven te roepen («). —— Onder deze en foortgeiyke aufpices geraakten de Adelborften by eikanderen op de Parade - plaats, alwaar zig een allerakeligst fchouwfpel van gefchreeuw, vervloekingen, gedrang, en openbaar geweld opdeed, zoodanig, dat er geene mogelykheid was, noch om zig behoorlyk te rangeeren, noch om de Commando's te verftüan (V). En geen wonder! op een kamer, op den hoek van de Prince- en halftraaten, vlak by de Parade wierd voor de opene ramen door eenen Rêelof van Os en de Zoonen van den Zakkendrager van Buren, op een hobpe' en fluit het bekende air Wilhelmus, geblazen, en nu en dan hoezée en Orange boven geroepen (V) ; het geen telkens door het faamgerotte volk met de gewoone oproerkreet beantwoord wierdt; terwyl op verfcheide andere plaatzen, zoo door het zingen van_ allerleije fchimpende en oproerige liedjes, waar in de voorengem. Clafyn Verryn geen gering deel had (x), als door het fluiten van jongens , die in de boomen geklommen waren, het Gemeen, 't welk zig by duizenden aldaar bevond, wierd aangevuurd, met dat gevolg, dat de lucht rondom weergalmde van 't verward gefchreeuw van hoezée — Orange boven Elfevier 't Vrycorps naar den d.. .r. De tambour nieuw aangeffeld, moeten wy hebben. Bier moeten de Waal en Wishof aanhangen, —< en veele andere woorden, die alle de woede en muitzuchtige oogmerken op 'tfterkfte uitdrukten (y); doch '(«) G. 46,47 ,51,52,61, 81, 33, 44, 5s,58, 81, jmSU C.6.achter'tBericht van 13 April, G.48, 70, 81. (") G. 35, vii- D. 2. en 3 achter het Bericht van 13 ■April, (w) G. 35, 85, 85. [*] G. 11, 12, 13. (y) G. 7, 11, 12, 13, 19, 20, 11, 22, 24, ié, *7>  doch onder welken opmerking verdient het geen door zekeren Sleper gezegd vvierd, namelyk: de d .... r tnoet er van avond onder \ want hy heeft my op den 8 Maart het werk geweigert, pm dat ik met Orange verlmd was , en zoude men dat verdragen , en zo een Vorst met mogen vereeren, daar hy ons van het Spaanje he yuk ontrukt en tot een vry land gemaakt heeft \ — ze zullen het van avond wel heugen, die gezegd hebben dat ze geen Slepers wilden hebben, die Orange droegen. ( z) ■ [Jan het bleef niet by dit uitzinnig en oprueng gefchreeuw -(leeds van den be^inre at, had men fferk op de vergaderde manfehap der Compagnie gedrongen, doch dit gedrang wierd bv de aankomst van den Luitenant van Zwyndrecht en verdere Officieren, (die door het geroep van daar komt dien bl . wy zullen die d . . . , rs van avona welkrygen, verwelkomt wierden (a)) verdubbeld en geene vermaningen , hoe drkwils ook door den Luitenant en Officieren herhaald, konden iets uitdoen , om her Gemeen tot bedaardheid, en het verminderen van den aandrang te brengen; de herinnering van de Publicatie van 24 Maart teloren, was zelfs geheel vruchteloos (b), en leverde'flechts ■Oièuwe trof op tor befpottitig èn verguizing. ( c) II et roepen van toe voorden bl . . . . zei'je nou eens tnooi exerceer en; je kunt G —d. niet met al; je durft nm fchieten; daar/la je nou .bl. . . m, Waarom laad je nou niet, je was laatst zo knap om te laden ,« de halAaaT; je moet fchieten, dan vtllen er zulke flukjes of brokjes niet van te regt komen; — wy hebben het over .2 naekten niet kunnen bakken, maar nu zyn wy Jl erker, en hebben de Jfyltjes by ons, hoesten- zullen wy je door malkan•r{. assianLiiii ai:::i.ii j' . > r.aii95H"i»w Ts?i-~r* H' *9, 33» 35, 4*5, 47 , 48, 49» 50, 51, 5f, <6, 58 59» 61 , 62 , 64 , 65 , 69 , 70, 7i * 72. ' „ ,8 79, 81 , eri D. 4. achter 'r Bericht van r3 April 1784 ' (*) G- =7. 35- (1) G. 7 , 11, 13 ,%3, b ÏÏÏkP- 33' 53» 54, 6o, 6I, 64, 05-  C 1*5 ) 47. Jjoi V > «ij 8i. CO C. 60; 61, 62. 64, 65, 68, 10; ftl  ( I2Ö ) gers, welken tot adtiftentie van de Juftitie met gevelde geweeren waren toeegfchooten. («) Dan deze geapprchendeerde was de eenige niet, die zig onder de oproerige bende 'ignaleerde. Onder meer anderen, welker brutaliteit tot den hoogften top klom, bevondt zig ook eenen Bezemer, die naderhand het loon van zyn muitzuchtig gedrag in zyne bekomen wonden en opgevolgden dood heeft gevonden. Deze gewaarfchouwd, om te rug te gaan , gaf tot antwoord: de plaats is voor my zoo goed als voor jou, hen je gelaaden, ik ook; te gelyker tyd zyn wambuis opcnhaalende , waar door men zag dat hy twee mesfen op zyn broeksband had; en wanneer hy nogmaals vermaand wierdt tot itilftand, riep hy, onder het trekken van een mes: konde jongens nog eens; terwyl hy al wederom toedrong onder het geroep van fchiet maar ld ... . kinderen , wy zyn niet bang voor je febiettn, wy kunnen ook fchieten(o); en dat dit geen ydel dreigement was, heeft men ondervonden , dewyl er reeds op de Parade een fchoot gehoord is. (_/>) Tegen deze en foortgelyke geweldenaryen, waar van er een groot aantal gedepofeerd is, heeft echter de Compagnie nog geen het minfte geweld gebruikt. Eerst traehte men met de vlakke geweeren ruimte te maken , en wel met alle mogelyke voorzigtigheid; doch dit niet helpende, heeft men de geweeren voorwaarts moeten vellen, en niet dan by vermeerdering van geweld en aandrang geladen (q); waar door eindelyk zoo veel ruimte bekomenis, dat de Compagnie (die nu alleen beftondt uit de Officieren en Adelborsten, vermits de Luitenant de Rotsgczellen reeds naar hunne Posten gedetacheerd had) onder een fteeds voortduurend gedruis en toeloop de marsch heeft aangenomen; 'tgeen echter niet dan met geveh'e geweeren heeft kunnen gefchieden (r), vermits de aandrang continueerde, het gefchreeuw bleef duuren , de dreige- men- (O G. 34, 40, 41. (O G. 44 , 40. 6$, 71. C/O C 1 , C. 5. achter 't Bericht ƒ, G. 44, 55. ( ;) D. 2. achter 'tBeridit en G. 13. (O G. 13,  ( Hf ) inenten hervat wierden, en de geapprehendeerde, op" welks verlosfiog men loerde (s)i moest bewaard worden. De Compagnie dus eindelyk aan het marcheëren zynde, hield haare gevvoone route tot aan de Halfleeg; dan daar men reeds hoorde fchreeuwen, wy ztilkn ze wel klaar krygen als ze op (Je Nieuwe Markt komen (t), en de Luitenant beducht was, dat aldaar eene gro'ote menigte volks zig wederom zoude bevinden , om de Compagnie aftewachten gelyk ook by de uitkomst gebleeken is , dat dadelyk plaats had (») ,-—vervolgde de Compagnie haaren marsch door de Prinfeftraat in plaats van de Halfleeg in té zwenken. Dit fcheen ook in 't begin van't gewenscht effect te zyn; want, daar zeer veel volk by'tafmarcheeren der Compagnie zig achter de Kerk om j naar de Nieuwemarkt begeven had, vondt men nü. eene genoegzame ruimte ( jO; doch men was naauwlyks aan dé Pennlngsbrug gekomen , of de menigte, die in haare verwachting, om de Wacht op de Nieuwemarkt te ontvangen, te leur gefield was, kwahi met een verdubbeld geweld aanfluiven, en de aandrang wierdt als toen zo hevig, voor al by het inzwenken van de Baanflraat, wanneer men een algemeen geroep hoorde van dring aan, dring aan maar, wy zullen ze om ver dringen, uithalen, uithalen, haal er den hl . . . m uit (w); dat dezelve génoodzaakt was , aldaar halte te houden, en wilde zy zig niet uit een gedrongen verflrooid ——• en door de woede van 't muitend Graauw vernield zien, het geweld met geweld aftekeeren. (x.) Was er ooit een tydftip , Edele Groot Mogende Heeren i dat het aan een byzonder perfoon kan vryftaan , door eene wettige zelfsverdediging voor zyn leven te zorgen , het zoude zeker in die omflandigheden geweest zyn, fO g. i, i, 20 , 33. (J) g, 36. Qu~) G. 11, 37; < y) g. 44 , 46 , 55 , 56 , 59 , 60 , 6l , 62 , 64. feq. {w) g. 6, 13 , 36, izo , 127. g. 18 , 22 ; 28? 36,.44, feq. 47 , 77 ; 78 , 79, 115 , I17 , 127 , f, C, 4j en D, J, achter '%Mim van 13 April.  C i*f ) zyn , waar ih de Compagnie zig nu bevondt. De honcndfre beledigingen had men tot hier toe met een Vöorbeekieloos geduld en langmoedigheid verdragen ;* doch nu rees het geweld der woedende Menigte tot die hoogte, dat het dringendst gevaar zig op het zigtbaaiite vertoonde. Een aandrang, zoo geweldig, dat de maiifchappen reeds dadelyk uit een gedrongen wierden, het'grypen naar hunüe ge- geweercn (y) het gooien met vuilnis, kalken ïteerten, waar door eenigen van hun gekwetst wierden (2), het fchieten zelfs op de Compagnie O); .— in een woord, alles wat openbaar geweld kenmerkt, en krachtdadige refiftentie noodzakelyk maakt, ondervondt dezelve op dat tydftip, wanneer de Luitenant commandeerde, te vuuren ; en dit vuuren zelfs (men ziet hieruit de drift en woede der aanvallers) was in den beginne nog niet in fiaat om het Gemeen te beteugelen. Een Adc.'borsr, door het voorby fnorren van een kogel, op de Compagnie gefcboten, ontfteld, en op den grond gevallen, wordt terftcnd omfingeld en van zyn geweer beroofd (Z>); en onder de menigtd hoort men nog een gefchreeuw van Orange boren, ze fchie- ten maar met los JtrMd het is maar los kruid , ze durven met geen fcherp fchleten laten we er ifiaar op inkopen , ze fchleten met los kruid ( c ) ; dan , na dat ef andermaal gefchoteri, en eenigen, waar ortder die Bezemer ( van wien Wy hier voren reeds, als een der eerfte oproermakers op de Paradeplaats, gefproken hebben ) en zeker Paruikmaker van Leeuwen, die al mede by de Prinfekerk de Compagnie Zeer brutaal bejegend had ( d), gekwetst waren , en Zeker perfoon, genaamd [luisman door een der On* der- O) G. 23, 28, 47. CO G. 13, 19, 33. 44, 46, 47 • 49 » 53 • 54. 57 • 7J- J- C. 1 , 5 en 7. achter 't Bericht van 13 April Cc) G. *., 6, 13, 36, 38, 44, 46, 48, 50, 52, 44, 119. c,, j. C. 4, 5 en 7' achter 't B— richt. O) G. 36 , 37, eti £. 4. achter 'tBericht van 13 April, ^c) Memorie van Zwyndrecht, p. 1 ro. G. 6, 18', Só, 37, 48, öj, 71. C'0 G. iS, 65 , 131.  C »9 ) derfchouten geapprebendeerd en rustenen de geledes ren in bewaring gebragt was, kwam er genoegzame ruimte, om voort te marcheëren; doch dit duurde niet lang, en de Luitenant, die inmiddels een Gerechtsdienaar naar het Stadhuis zondt, om de alarm klok te doen luiden , vondt zig door het alwederom attroupeerend volk genoodzaakt, reeds in de Baanfiraat zelfs, en vervolgcnds , geduurende de marsch door de Breefiraat cn Goudfche Wr.genftraat, de geweerend geveld te doen houden ([e); terwyl men uit het hoezée en Orange boven fchreeuwen en bet zeggen van fommigen : daar hebt je dat Vee — wy moesten maar in een huis lopen, en gooien de bl . . . ms met pannen op haar kop (f) , ten klaarften konden konde opmaken, dat hunne pogingen wel verydeld; doch hunne wrevele moet niet gekoeld was. Eindelyk bereikte de Compagnie, — die boven de veelvuldige fmnadbeden, welken zy reeds had ondervonden , nog moest zien, dat twee van haare Adelborsten ( met name van der Wiel en den BraasJém) uit een vengfter in 'thuis van den eerstgecuelden, de omftandigheden, waar in zy zig bevondt, met een lagchend gelaat befchouwden tg) —— het Stadhuis alwaar seeds een menigte Volk vergaderd was, 't geen, faamgevoegd met het groot aantal, 't welk de Wacht gevolgd,was, zoodanig attrouppement veroorzaakte, dat de Luitenant om het Stadhuis te kunnen beveiligen, en de geapprehendeerdem in verzekering te doen brengen, zig verpligt zag in plaats van de Hoofdwacht te betrekken, een Cordon voor het zelve te laten formeren, i-—■ Hier moest de wachthebbende Manfehap wederom alle hoon en fmaad uitftaatj, die met een taai geduld wierd verdragen (/z); en wanneer het geweld zodanig toenam, ( ) G, 43. en C. 7. achrer 't Bericht van 13 Aprlt. ( ) D. I. achter 't Bericht van 13 April. G. 30, 4Ö, 4& , 09. C. 7. achter 'tgem. Bericht, j. G. 32, 37 , 43, 46, 47 , 5°» 54» 57 » 58 » 61 • 71» 72. 77. is) G, 5?, 60, 72. (h) G. 6, 11, 33J, 48 , 53, 59, 64, 107, io^ a. b,;'. C. 3. en D. 3. achter \ Bericht van 13 April, I 3  C J30 ) aam., dat zelfs de prctfetttt 3Iagiflraat sleden beflotén de groote Alarmklok te doen luiden; en de brutaliteit zo hoog klom, dat men op nieuw met Slyk, Kalk en Steenen begon te werpen (/), wierden nog eerft alle mogelyke vermaningen gebruikt, om het tomeloos Gemeen te doen bcdaaren ; en niet eerder, dan na dat alle dezelven gebleken waren vruchteloos te zyn, door den Luitenant, die te voren nogmaals ondernomen had , de geweldplegers met zagtmoedigheid tot reden te brengen , en zyne klagende Manfchappen, door te zeggen dat men in Gods naam zoo lang mo'gelyk moest inzien (£), in hunne langmoedigheid had verfterkt — order gegeven om te vuuren (/), waar door eenigen gekwest zynj terwyl te gelyker tyd iu de Steeg naast"het Stadhuis, van waar de meefte fteenen geworpen wierden , door é.6n der Stadshellebardiers een perfoon genaamd Jan. Lucas wierd geapprehendcerd, en onder het Stadhuis gebragt (m).. Na dit kort en generaal voorftel van het geen in den avond van den 3 April is voorgevallen, zullen UEd. Groot Mogende zig (zo wy vertrouwen) een genoegzaam denkbeeld kunnen vormen van de excesfen en geweldenaryen, welken een verblind en aangehitst Gemeen zig niet ontzien heeft tegen de Compagnie No. 9. te plegen , en waar van de byzonderheden in de Bylagen hier by overgelegd, breedvoerig \e vinden zyn , waarom Wy zouden kunnen overgaan om al verder voor U Ed. Groot Mog. open te leggen het geen Ons gebleken is g in den daar op volgenden Nacht te hebben plaats gehad, ware het niet, dat Wy Ons verplicht vandén , alhier melding te maken van de Befchuldigingen , welken tegen het gedrag dier Compagnie zyn ingebragt, en die (Wy fchro- (;:) G. 6< r8, 23, 31, Sy, 36, 44, 4$, 49, 60 , 61, 62, 63, 64, 65, 69, 70, 72, 73, 76, 79, io?, 108. ƒ Art. 4. ). C. 3. D. 3, 5, achter 't Bericht »-rt %5 April (k) G. 33. h. (I) Memorie van Zvyn..'rtcht "f? M> ; G. 49. C. 3. en D. 3. achter 't Bericht van 1.3. Apru. (m) G. 441, 54, 55, 107,  ( i5' ) fchromen niet zulks opentlyk te zeggen) in de con-' duite door de Regeering ten dezen gehouden, geen gering voezel gevonden hebben. Wy zullen hier niet inreken van eene Verklaring op den 16 Auguftus 1784. by Schepenen ingewonnen (n), waar by ten opzichte van den Luitenant van Zwyndrecht gedepofeerd wordt, dat hy op gemelden avond van 3 April in het Vaandrigs Logement, alvorens met de Officiers naar de Parade te gaan , zig zoude uitgelaten hebben : dat er ruimte moest wezen of dat het er zou doorgaan; en dat een der andere Officieren zoude gezegd hebben: dat als 't Gemeen niet wilden wyken, zy er onder zouden fckieten, dat het donderde ; als mede , dat hy Luitenant, die van twee pi dolen en een fpliuter nieuwe fabel voorzien was , benevens de verdere Officieren aldaar hunne geweeren geladen hadden, en de aanwezende gevvaarfchouwd , van niet uit te komen, dewyl er iets gebeuren zoude; vermits den inhoud dier Verklaring geadvoueerd zynde, daar uit niets ten nadeele van den gem. Luitenant en andere Officieren kan afgeleid worden ; vooral , wanneer men confidereert, dat deeze gefprekken gehouden — en die preparatien gemaakt wierden in praefentie van een Corporaal der llotsgezellen, wier gedrag op den 22 Blaart te voren, de noodzakelykheid getoond had om hen dadelyk te overtuigen, dat men geweld met geweld zoude afkeeren. Maar Wy zullen ter- ftoiit overgaan, om die ftukken te toucheren, welken directelyk zyn ingericht, om de gepleegde oproerigheden te verduisteren de Compagnie No. 9. als had dezelve zonder een noodzakelykheid geweld gebruikt, te befchuldigen en den Lui¬ tenant van Zwyndrecht, als des tyds zeer geanimeerd geweest zynde, voor te ftellen; onder welken Wy in de de eerfte plaats rangeeren het Request en de twee Verklaringen door den Magiftraat als Bylagen achter deszelfs Bericht aan U Ed. Groot Mog. dato 13 April 1784. fub Litt. E. 1, 2, en 3 /• geannexeerd } . (») G. III. 0. ' M  C 13» ) ïlexeerd ; die Wy verzoeken re vergelyken met chj Interrpgatorieh, waar op Wy vermeend hebben de tekenaars van 't Request, en de depofanten te moeten hooren (0); en welken Wy, benevens een Kaart figuratief (p) van de pofitie der Compagnie, ten ty.de, dat dezelve gevuurd heeft, hier byvoegen ; wanneer aan U Ed. Groot Mog. za! conitecren: 1) Dat niemand der geenen, die het Request getekend, of de Verklaring E. 2. I. gegeven hebben, Heilig p0feert, dat er oekne noodzakelykheid geweest is om te vuuren, behalven Dammes Kok, die met eenen Sommiever en zekeren van der Poort het verzoek heeft opgefteld, en daar mede rond gegaan is, om tekenaars te werven, (q) waar toe de' een en ander zyn overgehaald, door hun voor te ftellen, dat het zelve alleen diende, om hunne huizen voor't vervolg te bevryden. Dat er onder de vyftkn tekenaars van het Request twee zyn, die de geheele act-je niet gezien hebben. ■—■ Dat er vier zyn, die van' de plaats, waar zy zig bevonden, niet hebben runnen zien, of er van agteren op de Compagnie al of wt\. aandrang was (r). En dat één van de ' Tekenaars verklaard heeft, gemeend te hebben het zelve Request mede maar te moeten tekenen, om dat hy zig verbeelde, dat het nimmer zoude worden geprasfenteerd ; en om daar door voor te komen, dat hy in zyn beroep niet benadeeld zoude worden, of fomtyds in de Buurt een pak /lagen krygen (s). 2.) Dat uit de Depofitien van fommigen dier Tekenaars en Getuigen zeiven blykt van den meerderen aandrag by of omtrent dê Compagnie, wanneer die de. Penningbrug overgetrokken was, en de Baanftraat, iuzwenkte; als by voorbeeld : J. B. Beuning erkent dat er voor zyne huyfiage gevonden wierd een menigte jnenfehen, als op, een gepakte haring; (t) — „Zyn vrouw («) G. 8 -- I.c2,. en G. 1.09. per totum. (p) G. 144. Of) G- 93> Ait. 16. G. 101. Art. ro. G. I04. Art. 9. {r j G. 91, b. Art 2. G. 97. Art. 3. G. 98. Art. j. ' £ io2. Art. 2. 3. (s) G. 93. Art. 16. (t) E. 2. achter ,t Bericht van iyApril, " ■  C 133 ) vrouw en dochter:" dat toen de Compagnie zwenkte, er zo veel volk van de Penningsbrug kwam, dat zy door de menigte, die tusfchen haar en de Compagnie was, niet konden zien, of er al of niet aandrang op de Compagnie geweest is (»); J. van Bommel: dat zoo dra de Compagnie den hoek naar de Saanftraat was omgetrokken, als toen een groote aandrang van volk van achteren op de Compagnie is aangekomen; dat er achter dezelve verfchrikkclyk veel volk was dat er een graten aandrang van achteren op de fVacht plaats had —— dat ten tyde dat de Compagnie zwenkte, de aandrang op dezelve groot was , zoo dat er geen tusfchen ruimte was , ma, r dat zy van achteren op de fVacht waren met hét gedrang (v); Jan Willeb-and: dat hy in het omzwenken van de Compagnie vit de Prinfeflraat in de Baanflraat een aandrang gezien heeft van de zyde van de Fes t ; doch dat hy daar door is belet geweest te zien , of er uit de Prinfeflraat ook een aandrang op de Compagnie plaats had (w); en eindelyk zegt Hendrik van Oudheusden (die reeds by de Verklaring had gedepofeerd, een grooten aandrang gezien te hebben) by zyne antwoorden op de Interrogatórien hem in de Gecombineerde Vergadering voorgehouden : dat hy m het zwenken van de Compagnie een grooten aandrang op en omrent dezelve gezien heeft, door den toeloop uit de Prinfeflraat, en van de zyde van de Fest; *waar door dezelve zoodanig belemmerd wierd, dat ze niet marcheëren konde; zynde het geweld zoodanig , dat hy niets heeft kunnen verft aan, en de aandrang zoo groot dat indien de Compagnie geen geweld met geweld gekeerd had, zy gevaar zoude hebben gelopen, van \m ver gedrongen te worden, zoo dat er in 't winst GPEN REDEN WAS OM OVER DE CüMPAGME TE KLAGEN (x). 3.) Dat de Verklaring fub E. 3. /. aldaar vorkouiende, niets ter zake doet, dewyl in de- zel- («) G. m. b, (. (f) E. 2. achter 't Bericht ƒ. G. no .Art. 2 4, 6. (w) E. 2. achter 't Bericht j. G. 96. Art' 2,3. (x) E. z. achter 't Bericht j, G. 93. Art. 9, 10,' 1.5  ( *34 ) zelve gefproken wordt van de paslage der Compagnie door de Prinfeflraat van de Halfleeg af, tot aan de Penningsbrug, wanneer zy ( zoo als hier voren reeds is opgemerkt) eene meerdere ruimte had, en door geen aandrang in haren marsch verhinderd ~wierd: doch dat van 't geen, waar op 't eigentlyk aankomt, namelyk, of de Compagnie by 't inzwenken in de Baanftraat aan gedrang en molesten is geëxponeerd geweest, in deze Verklaring geen melding gemaakt wordt; hebbende de depofanten, wanneer zy in de Gecombineerde Vergadering nader gehoord zyn , hunne Verklaring daartoe ook niet durven betrekkelyk maken (31). Terwyl Wy nog eindelyk om¬ trent de Verklaring van Dammes Kok ([E. 2. /.) aanmerken , dat deszelfs negatief getuigenis niet kan opweegen tegen dat aantal van Getuigen, die adfirmative hebben gedepofeerd den aandrang , gejuil, infultes en geweld, niet alleen bygewoond, gehoord en gezien, maar zelfs ondervonden te hebben; welke reflectie mede van applicatie is omtrent de Depofitien van drie Getuigen, vervat in onze By lagen fub G. 105, 106, én lip. In de tweede plaats befchouwen Wy als zoodanig het Extract uit het Register der Criminele Befoignes van Schepenen, waar in Wy hebben aangetekend gevonden, dat zeker perfoon op den 16 Augustus 1784. zonde hebben verklaard: „dat hy dien avond uit zyn raam liggende, ooggetuige is geweest van het voorgevallene op den voorn. 3 April, en dat hy' laat voor rekening van den Commanderenden Officier, in hoe verre de geweldige verdediging is noodzakelyk geweest; dan dat hy naar zyn begrip in gemoede oordeelde, dat het fchleten niet noodzakelyk is geweest (jé);" naardien dezelve perfoon, in de Gecombineerde Vergadering gerequireerd zynde, onder eede heeft gedepofeerd : dat hy op dien avond een gerucht voor zyn deur hoerende, naar voren is gegaan, en aldaar een party jongens in de hoornen, en een party menfehen opdraai gezien heeft , en gehoord een gefchreeuw van hoe- ij) G.. 109. a , b, c, d, e, f. (%) G. «i. a. 'm medkt  ( 135 ) hoezée en andere woorden; dat hy door d[e' voor zyfi huis ftaande menfchen belet wordende te zien, zig naar hoven op een voorkamer heeft begeven , en daar voor zyn vertgfler, gezien een menigte volks, dat een groot gejttil maakte; dat kort daar aan de Wacht is voorby gemarcheerd, zonder dat hy als toen gezien heeft, dat dezelve genifllefteerd wiet d; dat hier op de Wacht, in plaats van de Halftraat als naar gewoonte in te zwenken , regt uit naar de Penningsbrug, en die over naar de Baanftraat is gemarcheerd en hy die ( NB. ) zig reeds toen naar beneden begeven had, daar van niets gezien heeft , als hebbende zyn raam niet opengehad, en daar van niets verders te weten, (a) In de derde plaats rangfehikken Wy onder zulke ftukken twee Verklaringen voor Schepenen op den z-6 en 27 Augustus 1784. ingewonnen, en door Dezelven ter Gecombineerde Vergadering geëxhibeerd, waar by de Getuigen verklaren: „geen aandrang, ,, fchieten, noch gooien met fteencn uit het volk ge„ zien te hebben • maar wel , dat de Compagnie even in de Baanftraat gekomen zynde, halte is ,, gehouden, dat de Luitenant van achteren kotnende heeft gecommandeerd te fchieten, en dat hy , , Luitenant zelf op het volk gefchoten heeft (h) ;" vermits Wy UEd. Groot Mog. kunnen iuformeeren, dat, hoewel de eerfte depofant, by zyn nader verhoor In de Gecombineerde Vergadering, ten opzicht van het fchieten door den Luitenant, ( waar van echter het contrarie door het beè'edigd getuigenis van drie perfonen, die by den Luitenant gellaan , en verklaard hebben , dat dezelve binnen in het quarre geflaan, enniet gefchoten heeft; aan Ons is. gebleeken (c) bv zyne Verklaring heeft gepcrfilfeert, hynogtlians heeft moeten erkennen , dat hy de Compagnie in de Baanftraat niet heeft zien inzwenken, en dus niet heeft kunnen zien, of er toen al of niet ruimte tusfchen het volk, en de Compagnie geweest is (d); en dat de ander depofant , al mede in de Gecombineerde Ver- (*) G. in. c. (b) G. 112. a. G. 113. <&c. (5) G. 113 f, d, G. 115. (ƒ/) G, 112. b. Art. 6, 7.  Vergadering nader gehoord, heeft erkend: dat hy in de Princcfiraat niet konde zien, en dus niet kan bepalen of er zig in dezelve ftraat al of niet eenig volk bevondt; en dat voor zoo verre hy by zyne Verklaring gezegd had, den Luitenant te hebben zien van voren de Compagnie naar achteren gaan, en daar zyn geweer op 't volk aanleggen; hy of niet wel begrepen is, of zig kwalyk uitgedrukt heeft, alzoo hy niet weet of bepalen kan, wie die persoon, die van van voren van de compagnie naar achter gegaan is, geweest zy , veelmin zeggen, dat Dm persoon de Luitenant van Zwyndrecht zoude geweest zyn ( sè't S7 > 81 >Io8- */• G 5- achter 't Bcrichtwm 13 Jprih («) G. 107 , 119. ci  ( i38 ) naar den d'. . . . r (oj; en de Adelborften van No. 9, die nu de Wacht onder het Stadhuis betrokken hadden, konden al fpoedig weeten, welke by- ftand hun te wachten ftondt. Dan moesten zy eens van deze hunne mede Schutters hooren : wat wouwen die d . . . , rs doen, komt er maar uit, jé kunt niet meer als een aan je bajonet fteken (p), —■ komt er maar uit bl . . . . ms een voor een ± fchieten kan een kwde jonge wel, maar man voor man, evel Orange en ons Prinsje boven —1— de Frycorpers naar den d . ... (q) dan wederom andere gezegdens f>), die alle de gezindheid dezer Lieden volmaaktelyk uitdrukten ; en wanneer dé Compagnie No. 9, na den gantfehen nacht allerlijé brutaliteiten te hebben uitgeflaan, des morgens door de Compagnie No. 11, waar van de meelle Rotsgezellen met Orange leuzen voorzien waren (s) , wierd afgelost, moest zy al wederom ondervinden , dat ook veelen van deze Compagnie in het aandoen van de grievenfte beledigingen voor de Rotsgezellen van No. 10, en het verder muitzugtig Graauvv niet wilden wyken; gelyk blvkbaar is uit het zeggen van fommigen : — kyk die moordenaars met hare bleeke fmoelen daar zyn die d . . . . fche moordenaars, pas op, we zullen ze ook waarneemen (jj, om geen meerdere voorbeelden by te brengen. §• 16. Uit het geen Wy van het gedrag der Compagnien No. 10 en 11. hebben opgegeven, zullen UEd. Groot f» G. 44, 46, 47 - 49 . 50,, 51. 52, 53. 54. 5<5» 57 . 58 , 59, 60 , 62 , 64 , 66 , 67 , 68 , 70 . 72 , 73, 8r O) G. 61, 77. (?) G. 48. (r) G. 33. *. G. 47, 49, 55- U c- 50, 51 , 54, 58, tl. Art. 28. G. 74. 137- (/) G. 33 b. G. 44, 46, 47, 48, 49, 51, 5Ü 54, <;6, 57, 58, 59, 60, 61 , 62, 63, 64, 66 i 67 , 68 , 70, 71 , 73 , 74 ,j. é. il9.4t|» h. ( O G.46 .. 47 , 48 , 49 , 50 > 13, 54 > 55 > 6° , 62 , ój; 66, 67 ,70, ?i, 74, ?6, 77 , 79, 81. ri9- a  C 139 ) Groot Mog. reeds gezien hebben, hoe weinig dezelven gefchikt waren, om de rust en veiligheid der Ingezetenen te handhaven; doch daar Wy Ons tot hier toe alleenelyk bepaald hebben tot het geen betrekkelyk ,was de behandeling aan de Compagnie No. 9. gedaan, zullen Wy als nu vervolgen, om voor te Hellen het geen in dien noodlottigen nacht, en den daar op volgenden dag verder zoo in als omtrent deze en andere Compagnien is voorgevallen. Wy beginnen met de Compagnie No. 10. — Deze was gelast, om op het eerfte alarm voor haar Vaandrigs quartier te vergaderen, waar aan ook voldaan is, hebbende de Capitein Ram op het luiden vart de alarm klok de meeste manfehap bereids vergaderd gevonden. Deze commandeerde terftont den Adelborften met fcherp re laden; dan de onbedrevenheid van fommigen en de kwaadwilligheid van anderen effectueerde, dat zulks zeer traag voordging; (a) gaande de onwilligheid zoo verre, dat zeker Adelborst de kogel vau zyn patroon afbeet, dezelve vertoonde, en vervolgens wegfmeet; (£) — en dat de anderen, op deze order antwoorden: dat zy het verdoemden, (c) Eindelyk een weinig na elf naren trok de Compagnie af, doch was naauwlyks in de Goudfche Wagcftraat gekomen of men hoorde roepen Bl —■ kinderen Jchiet maar, (d) — en by de Luizemarkt begon men reeds onder het gebruiken van verfcheide Scheldwoorden op dezelve aante dringen, 't welk op de Hoogftraat toenemende, de Compagnie in de noodzakelykheid bragt, om meer dan eens van front te veranderen, (e) en met een gezwinde raarsch en gevelde geweeren op het Stadhuis aan te trekken , ten einde het geattrouppeerde Volk, te verdryven (f); 't geen echter ilechts gedeeltelyk gelukte, vermits veelen daartoe vermaand, weigerden te retireeren; als onder anderen zeker Schippersgast, die fterk fchreeuwende» en met zyn hoed draaiende, op een brutale toon den ' (4) G. 119. m. (b)G.ïig.c. (c)G.ng.d. (i)G. H9. ^. (e) G. 119.£>.ƒ.£. *. (ƒ) G. 107 , 119. c, mK  C 140 ) den Capitein ten antwoord gaf: wat bl ... ml dè plaats is hier zoo goed voor my als voor jou, ik ga voor niemand hier van daan; en wanneer hy hier op door eenige Adelborften gegrepen wierd, waren het de Rotsgezellen der Compagnie ztlf, die hem ontzetteden (g); trouwens dezen hadden meerendeels de fubordinatie geheel verloren. 5 Al fpoedig vraagden zy, of ze daar nog langer zonder eeten of drinken moesten blyven ftaau; en wanneer men hun een vat bier gegeven had, vielen zy, door den drank reeds verhit, daar op aan, onder het gefchreeuw van hoezée vivat de Prins van Orange —ons lieve Prinsje boven, en e:sch- ten verders onder veele vloeken brood en kaas(&).—■ Onder het Stadhuis, alwaar de Rotsgezeiien van No. 10. by die van No. 9. gekomen waren, maakte men al mede een groot getier (/); en op ftraat by het Stadhuis, waar men heen en weder liep, danste en fchreeuwde, wierd geen mindere ongebondenheid gepleegd, By het feheiden der Vergadering van de Wethouderfchap, wanneer de Koets van den Burgemeester van der Heim weg reed, hoorde.men een luid gefchreeuw van hoezée van der Heim ! • Hoezée daar is onze Vader van der Heim &c. (k); terwyl men in het algemeen , de Officieren en Adelborften van No. 9. en het Vrycorps, door allerleije brutale gezegdens en bedreigingen, beledigde; al 't welk eindelyk tot zulk een hoogte rees j dat de Capitein Ram en Luitenant van Zwyndrecht genoodzaakt wierden, om met voorkennis van den Hoofd-Officier deze muitende Rotsgezellen der beide Compagnien des morgens ten zes uuren naar huis te zenden; • docii ook deze aftocht gefchieride al wederom met alle ongebondenheid, zoo dat de Rotsgezellen onder anderen hunne geweeren voor de Wisfelbank, op eikanderen fmeten, en daar rondom gingen danfen en fpringen (/). De Officieren (g) G. 119. a , d, e, ƒ, g, h, m. (A) G. 119. i, ki m. 0') G. 71. Art. 26 , 28, G. 119.c , ƒ, i, k, m. {lt) 6; J19- i> j g » h, i , k, m. [I] G. i 19. <,», m.  C Hl ) ren en Adelborften van deze Compagnie bleven ver* volgens nog tot 's middags ten half twaalf uuren de Wacht houden, wanneer zy wierden afgelost door de Compagnie No. 12, van welke al mede veele Rots* gezellen van Orange voorzien waren. (rn). S 17. De Compagnie No. 11, ftaande onder het bevel van den Sergeant Major van Mierop vergaderde op het eerfte alarm mede voor derzelver Vaandrigs Quar- tier; edoch niet zonder een geroep van hoezée Orange hoven onder de Rotsgezelïen , en een dergelyk gefchreeuw, gepaard met gezang en gefluit van de menigte daar by tegenwoordig, waar van fommigen ook riepen: Het zyn bl . . . mfteenan, die fchieten. (a~) Alvorens van daar te trekken, verzogten de Adelborften van fcherpe patroonen voorzien te worden; doch zoodra gefchiedde dit niet (waar mede eenigen tyd door het gemis der fieutels by den Sergeant Major gedraald was) of eenige Rntsgezcl* len deeden een gelyk verzoek, zeggende mede te wil* len fchieten op den vyand, en wanneer hun zulks geweigerd wierd, vraagde één van hun, genaamd Boers: of het Rotsvolk dan maar als honde jongens achter aan moest lopen; terwyl men al verder onder dezelven een gefchreeuw van hoezée en Orange boven hoorde opgaan, (b) Na dat men door twee Rotsgezelïen, die vermits het aanhoudend gejuil by de Compagnie uitgezonden waren, om te hooren of de alarmklok reeds luidde, daar van berichfontvangen had, begaven zig de twee Quartieren naar hunne refpective loöpplaatfen ( c ); alwaar het twee Qüartier onder Commando van den Luitenant de Wit zig behoorlyk gedragen heeft, niettegenftaande het flecht voorbeeld van het ander Quartier (, d, k (&) Ï21. a, b% di 1 * *, l (c) G. m. «> i. U) Gj s,  C '4* > ke , na dat hy gevraagd had, mannen hebt gy de Memorie van den Koning van Pruis/en (die door eenige exemplaren der Haagfche Courant van dien 5 April daar aan volgenden, NB. reeds tevoren, te Rotterdam gedivulgeerd was (O) wel gelezen ï en daar op nèeti geantwoord was, gezegd had: welnu die moet je lezen, mannen, daar recommandeert de Koning zyne Hoogheid en ons zyne goede vrienden, aan Haar Hoog Mogende; — dat daar op de Nieuwe markt voorvalt, /* niets , zy durven met geen fchorp fchieten. (ƒ) Maar by het eerfte Quar- tier, onder Commando van den Sergeant Major had het tegendeel plaats. Wanneer het zelve op de Loopplaats gekomen was, fehikten zig de Rotsgezelïen, waar van veelen met Orange linten en cocardes ver- fiert waren, op de pothuizen en in de Hoepen; 1 fommigen rookten tabak; en men hoorde aldaar een Herk gefchreeuw van hoezée en Orange boven, (g) De Officieren konden hen niet in orde houden, maar wierden brutaal bejegend. Een derzelven, die tégens een Rotsgezej zeide, wat voorttegaan, kreeg ten antwoord: Ik fta hier goed, loop. naar den bl . . . gaat er zelfs Jlaan. (h) Aan den Vaandrig Heinfius, die hen tot Hilte vermaande, vraagde er één: waar kom je van daan wie geeft jou die order? en op de-szelfs antwoord: de Capitein, was het zeggen : Waarom doe je dan je bootj'chap niet beter jongen ? —— maakt zoo veel praats niet tegen hem — d . . . . rt hem maar weg. {if Den Sergeant Major zelvcn, vragende wat er te doen was , wierdt een ronde hoed of muts met een Orange lint vertoond, met byVoeging door den Rotsgezel, ja ik heb Wel Orange, morgen komen wy allegaar zoo; en op deszelfs vraag naar de namen van die geweldmakers, wierd gantwoord Pieter Paulus. (kj Doch de desorder nam vooral toe, na dat eenige Vrouwsperfoonen de manfehappen' drank en ook heim» () G- g, m. Ka ' '  C *44 ) pagnie komt alzoo uitgedoscbt, en onder het herhaald fchreeuwen van hoezée aan 'tStadhuis, alwaar zy de Compagnie No. 9. op eene, door het doen van geheel verkeerde manoeuvres, finguliere wyze, en onder het plegen van veele infultes aflosten, (q) Doch de ongebondenheid der Rotsgezellen bepaalde zig niet tot die Compahnie; hunne eigen Adelborsten wierden al mede in 't voorbytrekken door hen befchimpt, befpot, en met het uitfteeken der tongen 1 verguisd (r) en de ondergefchiktheid aan de Officieren geheel en al verloren. Dit alles gefchiedde voor en by\ex Stadhuis; terwyl het zelve van binnen door de Compagnie No. ia. bezet was; doch tegen den middag changeerden de beide Compagnien van wacht, en de Officieren en Adelborsten van No. 11. wierden in een kamer, en de Rotsgezellen op de zaal van 't Stadhuis geplaatst. Schoon de Magiftraat, waar van zy fommige Leden, inzonderheid al wederom den Burgermeester van der Heim by het pas- feeren, met het geroep van hoezée Orange hoven begroet hadden O) , nog vergaderde, continueerden de ongeregeldheden; en de Rotsgezellen , die by aanhoudendheid op de Officiers en Adelborsten van No. 9. en het Vrycorps fcholden en vloekten , ontzagen zig niet een luidrugtig gefchreeuw en woest getier te maken, in de kamer van de Officiers te dringen, en in een woord alle infolentien — als 't ware onder her oog en oor der Regeering — te plegen. Intusfchen had den drank de meesten zoodanig 'bevangen, dat fommigen de trappen van 't Stadhuis reeds kwamen afrollen (t) , waarom men befl00t — daar de Rotsgezellen van No. 12 , door dit voorbeeld, ook, aan den gang raakten, en men hen (volgens het zegen van den Hoofd-Officier van der Hoeven) niet langer betrouwen konde («), — deze Compagnie, die tot zes uuren des avonds de Wacht moest houden, s,namiddags ten half drie uuren, met een (q) G. 111. d, f, g, k , k, tl O) g. d, ƒ, hl ■ (s) g. 121. t, d;s, g, t, k, 1. (O g. 121. f, h,l,m. O) G, <».pag. 9. ia) P. 113. K 3  C H<5 ) Sén; hebben Wy nodig geoordeeld nopens den toe» jïand, waar in gem. Compagnien, gecommandeerd door den Sergeant Major van Staveren en Lt. Colonel van Hogendorp , op dien avond zig bevonden hebben, informatien te nemen, en ten dien einde van gemelden Sergeant Major van Staveren en den Luitenant J. H. Frescarode gerequireerd een fuccint Rdaas van de gefteldhcid der Compagnie No. 6. op den '3' April 1784, en van den L*- Colonel van Hogendo'ip fchriftelyke informatie of deszelfs Compagnie op den 3 April 1784. ter behoorlyke tyd m de wapenen , en van al het nodige, fpeciaal yan fchcrpe patroonsn is voorzien geweest, als mede van wien dezelve bekomen zyn (b). Uit de Relaafen aan de Gecombineerde Vergadering door den Sergeant Major van Staveren en den Luitenant Frescarsde gefuppediteerd' (c) is gebleeken , dat gem. Sergant Major van Staveren op dien dag uit de Stad geweeft is, als ook, dat er eenige Geweeren haar Cuylenburg gezonden waren , om tot hét gebruik van Bajonetten te worden geapproprieerd, d.ui dat het defect derzelven, welke flechis in 21 beitonden , door andere bekwame Geweeren , by den Lu:f.:nanr en de Adelborsten zeiven verzorgd, gefuppleerd, zynde, die Compagnie ter behoorlyken tyd op hare loopplaatfen is geweeft; en dat daar by niets is'voorgevallen van genoegzaam aanbelang, om er de attentie van U Ed. Groot Mogende mede bezig te h uiden, Maar het Bericht van den Lt, Colonel vm fjógendorh heeft Ons minder voldaan, en Wy zyri genoodzaakt geweeft om hier omtrent, geT lyk bevorens (d), de Informatien van de verdere Officieren dier Compagnie te requireren , uit welken , vergeleken met het Bericht van den vocirn.' Luitenant Colonel, Wy U Ed. Groot Mog. kunnen voordraa-? gen. dat de Lt. Colonel van Hogendorp op gemelden q. April uit de Stad geweeft zynde, de Compagnie No. (i) Refol. de" Gecomb. Verg. p. 27-, 279,-284. (f) N- ?-•>, #. (d) §. J.  . ( n? ) No. i. voor deszelfs retour aan het Vaandrigs Quartier vergaderd is; dat er tot twee malen vruchteloos aan deszelfs huis gezonden zynde oin fcherpe patroonen , de Capitein Luitenant van de loeide, door tuG'chenkomst van den Vroedfchap Elfevier, een doos met circa 500 3 600 ' patroonen van het Vrycorps heeft ontfangen, en aan zyne Adelborften uitgedeeld; en dat toen eerst de Provoost een klem blik busje, waar in circa 70 a 75 patroonen waren, van het huis van den Lt. Colonel heeft aan- gebragt; dat dezelve mede rond gedeeld, en de Compagnie in twee divifien gefplist zynde, om de Leuvebrug en groote VVynbrug te bezetten, de Luitenant Colonel verfchenen is, en het commando overgenomen hebbende, met het eerfte Quartier naar de Leuvebrug is gemarcheerd; terwyl de Capitein Luitenant met het tweede Quartier zonder eenige ordres , zonder Tambours of Pypers , en flechts met één ■Toortslicht is afgezonden naar de Wynbrug; alwaar dezelve vervolgens op zyne requifitie één Tambour en nog twee Toortfen bekomen heeft; dat de gem._ Capitein Luitenant de Wynbrug heeft bezet, en niemand heeft laten pasferen terwyl hy op het hozen van een geweldig gedruis van een troup volks, ryn Adelborften heeft doen laaden; hebbende hy aldaar poft gehouden tot dat hy ordre ontfing om aftetrekken, wanneer er onder de Rotsgezellen eene onbehoorlyke beweging en geraas ontftondt, 't welk by het afdanken der Compagnie op een geroep van hoezée , vivat Orange, of Orange hoven uitliep (e); Dat in tegendeel aan de Leuvebrug, waar de Luitenant Colonel het commando voerde, 't volk is doorgelaten (ƒ); als mede dat dezelve het doen laaden met fcherp ten fterkften afgekeurd en uitgevaren heeft, over het leenen van de patroonen, toebehorende aan een Corps Vrywillige Schutters , welk hy Luitenant Colonel zeide, nooit te zullen refpecteeren of erkennen, en tegen welks oprigting hy alle pogingen had in het werk gefield, en, zoo veel als in (O N. 1. a, b, i, l, m. (ƒ) N. 1. &• K4 ■  ( 143 ) In zyn vermogen was^ zoude aanwenden, dm het zelve in 't geheel te vernietigen (g). Wy zullen alhier op de abfentie van deze twee Bevelhebberen, en op het gedrag van den laatstgemelden in dit hagchelyk tydftip, geene refleftien maken, maar liever het narré van het gebeurde vervolgen om ten befluite aan U Ed. Groot Mog. nog voortedragen; Dat er ook een bepaald voornemen fchyut geweest te zyn, om den Vroedfchap Elfevier in het lot zyner Compagnie te doen deelen; 'immers, dat zyn huis met plundering is bedreigt geworden, en hy daar door in de noodzakelykheid gebragt, om zig Van de nodige middelen van tegenweer te voorzien, en de adfiftentie van eenige vertrouwde medeburgers te verzoeken. En de ondervinding heeft geleerd, dat deze pracautien niet nutteloos waren, daar men niet alleen bereids by het optrekken van de Wacht hooroe roepen : dat Elfevier in dien nacht onder moest (h); maar er na het optrekken van dezelve onder een troup volks, in een Steeg, digt by deszelfs huis vergaderd , gezegd wierd : dat men nu naar liet huis van den Vroedfchap Elfevier zou gaan om 't zelve te plunderen; Welk voornemen nog nader geconfirmeerd wordt, zoo door het zeggen van eenige Vrouwlieden voor by zyn huis gaande: wy zullen f echte tydwg achter 't Klooster brengen, dat ze aan t huis van den moordenaar nog niet begonnen hebben; ais door het gebeurde met een hoop mansperfoonen, die onder een luidruchtig gefchreeuw van de zyde der Draaifteeg aankwamen, en waar van er drie zig achter en bezyden de hoonien , digt by desKêlf's huis, posteerende, riepen: kom hier jongens de d . . . . rs. zullen fchieten; waar op de troup waar uit gefloten wierd, naar de zyde van 't Bolwerk voorttrok, van waar men toen een groot gefchreeuw van Orange boven hoorde; zynde er ongeveer een quartier uurs daar na, wederom drie Manspersonen van gem. zyde van 't Bolwerk voor by Jiet huis van voorn. Vroedfchap Elfevier gekomen,, doof (z) N. i, l, m. (£) Ym. hier voren. §. T5.  ( 149 ) door dén van welken, even na dat zy 't zelve ge. pasfeerd waren, gezegd wierd: wil je wel geloven, dat de d .... r tot op de derde verdieping moord en fchietgeweer heeft; 't geen door een ander wierd beantwoord met te zeggen: ja jongetje ah wy onze troup hier maar hy malkander hadden, dan zoude ik G . . d . . . de eerfte nog wel durven wezen, die aan het huis begon (i). Dat Hy dus het gevaar gelukkig te boven gekomen , en zyn huis van de gedreigde plundering bevryd gebleven is, moet voornamelyk daar aan worden toegefchreeven , dat de gewapende Maniehappen , die daar binnen waren, zig telkens, wanneer zy merkten, dat eenig volk omtrent het huis famenrottede, met hunne wapenen in de vertrekken voor de vengfters vertoonden ; — dat de attaque op de Burgerwacht niet gereusfeert was; en dat het bezetten der Loopplaatfen door de Schuttery den meerderen toevloed van volk derwaarts belemmerde. %. 19. Daar het voornemen, om de Compagnie No. 9; by hare waakbeurt op den 3 April aan te vallen, openbaar, en aan het Hoofd der Wethoudarfchap, (blykens de orders ten gevolge van eene converfatie met den Luitenant van Zwyndrecht door denzelven gefield, om de Compagnie met Gerechtsdienaars te adhfteeren O),) bekend was, zoude men hebben moeten verwachten, dat de nodige pracautien by het zelve Collegie genomen waren geworden , om deze attaque voor te komen; doch van zoodanige pra> cautien hebben Wy, behalven de Publicatie van 24 Maart, geene traces gevonden; en Wy komen dus terftont — als zynde het in de wapenen doen komen der geheele Schuttery, en het doen wachthouden van één of twee Compagnien op den 4 April reeds hier voren gemeld tot het geen by den Magi- firaat O) G. 116. (a) Memorie van Zwyndrecht p. ioy. N. c, «*. K 5  ( 153 ) firaat wegens het op dien avond voorgevallene, is verngt geworden , en waar omtrent Ons is gebleeken : Dat op de kennisgeving van een Chirurgyn, die vyf perfoonen , ter deze gelegenheid gekwest, had verbonden, aan denzelven is gelast, om die perfoonen met alle attentie gade te liaan (b), en van hunnen toeltand van tyd tot tyd rapport te doen; —• dat door Burgemeesteren aan fommigen derzelven of hunne naastbeftaapden zoo voor Chirurgynsjoon, begraafenis kisten, als andeifints, uit Stads kasfe eenige riedommagementen zyn gegeven; als mede, dat by het Collegie van Juftitie, tegen de perfoonen die als toen waren geapprehendeerd criminaliter is geprocedeerd, en dat den uitflag van deze procedures, (waar in men heeft goedgevonden , geen, of niet dan een zeer gering emploi te maken, van het gewoone middel, om de fchutdigen door confrontatie tegen de getuigen van de hun ten laste gelegde misdaad te convinceren) geweest is , dat Nicolaas Rykers, die in de Prinfeltraat op order van den Cotnmandee< enden Officier, wegens eene feitelyke aggresiie van zyn perfoon was gevat, voor den tyd van twee jaaren in het Tuchthuis is geconfineerd , en voor twaalf jaaren uit de Stad en Jurisdictie, mitsgaders den Lande van Schieland gebannen (O; —■ dat Jan Huisman, die door den Onderfchout Plaat, ter zake van zyn oproerig gedrag by de Compagnie in de Baanftraat, was geapprehendeerd, voor veertien dagen te water en te brood is gezet (d); en dat.^ry Lucas, die door een der Stadshelbardiers by 't Stadhuis, ten tyde van 't gooijen met fieenen op de Compagnie was gevat, is gecondemneerd om drie weeken te water en brood te peniteeren (e). — Terwyl Ons niet is voorgekomen, dat naar verdere fchuldigen eenige recherches gedaan, veel min tegen dezelven procedures geëntameerd zyn, behalven tegen zekeren IVynand van den Broek, die, wegens zya (b) Extract: uit de Refolttien van de Weth, G. a. p. 6. (O G. h , i, k (d) G. i. (e) G. m, j. A. 38. Art. 8. G. 41. G. 44, 5$, ior,  i m ) zyn oproerig gedrag openbaar gehouden , hyeontuma* cie is gebannen uit de Stad en Jurisdictie van Rotter-; dato met den Lande van Schieland, als hebbende.' na in perfoon gedagvaard te zyn, de vlucht genomen {f). Wat nu de Compagnie zelve betreft, Edele Groot Mogende Heeren! hebben Wy bevonden , dat die niet geparticipeerd heeft in de dankzegging voor geidaanc dienden, die Wy hier voren gezien hebben? dat aan de Compagnien No. io , 11, 12 , 1, 2 en 3. gedaan zyn (g); en het is Ons bovendien gebleken, dat. nimmer by den Magiftraat eenige deiiberatien zyn. aangelegd, om het door haar gehouden gedrag te onderzoeken. Welke hiervan de gevolgen, betrekkelyk de Onder-Officieren en Adelborften geweesr zyn: zullen Wy in 't vervolg openleggen (h), en alleenlyk te dezer plaatfe melden , dat ( wat er ook zy van eenige pogingen , die door den Hoofd Officier van der hoeven en Secretaris van Nyevelt op verzoek van eenige Leden der Wethouderfchap zouden gedaan zyn, om den Luitenant van Zwyndrecht van zyn vertrek te djsfuadeeren; doch welke door denzelven met allegatie van verfcheicie redenen zyn ontkend geworden; en waar omtrent Wy dus niets kunnen befiisfen (i) ) de gem. Luitenant, die zig door de opent'lyke en ongeftoorde uitgave van zeker" Boekje als een moordenaar zyner mede Burgers zag aangekondigd (#), en aan de verregaandfte hoon en fmaad, ja gevaar van zyn leven was blootgefteld , eenigen tyd na den voorfz. 3 April zyne demisfie in gem. qualiteit heeft genomen , en de Stad met er woon verlaten; zonder dat Ons gebleken is, dat van wegens het Collegie der Wethouderfchap eenige pogingen ge- (ƒ) G. n. j. C. 3, en f. achter het Bericht vag 13 April. (%) G. a. p. 9. (/i) Hier na §. 25. (i) Confid. van de Weth van 30 Sebtemb. p. 19. Byla»e B. achter 't Request van den Vroedfchap Elfevier in dato 29 Otlob. 1784. Refol. der Gecomb. Vergad. p. 329, 339, 355- 421 , 4-4' P- 5> 6. G. 142. I k) Echt Verhaal dei bloedige masfacre &c.  C is* ) gedaan zyn, om hem tegen de mishandelingen van 't Gemeen gerustheid in te boezemen, en van zyn vertrek te disiïiadeeren. §• 20. Deze handelwyze van de Collegien van Politie en Juftitie heeft aan Ons ftofté tot veelvuldige bedenkingen opgeleverd, die Wy vermeend hebben in de Gecombineerde Vergadering te moeten communiceeren, doch tevens aan gemelde Odlegien gelegenheid procureren , om zig omtrent de daden en omisfien, welke een disfavorabel denkbeeld van hunne directie konden geven, te verantwoorden; en ten dien einde op den 11 Auguftus 1785. geproponeerd, om van Dezelven te vragen nadere informatien en elucidatien niet alleen omtrent de fatten, welke meerendeels Ons reeds bekend waren , maar ook omtrent de redenen en tnotiven, welke aanleiding gegeven hadden om fommige zaken te doen, en andere na te laten («). Dan deze Onze Propofitie is al wederom by de Wethouderfchap gedebatteerd, welke aanklevende haar geliefd doch by U Ed. Groot Mog. afgekeurd ■ Syftema, dat naar geen redenen en motiven mogt geinquireerd worden, op den 24 Auguftus wel met Ons heeft ingeftemd, dat er nadere Informatien en Elucidatien moeften gevraagd worden doch gemeend, dat dezelve zig tot de fatten alleen moeften bepaalen (b) ; dan Wy hebben het genoegen gehad Dezelve van de ongefundeerdheid van dit haar gevoelen te overtuigen, met dat gevolg, dat er op den 30 Auguftus 1785. is gerefolveerd om aan het Collegie van de Wethouderfchap in April 1784. gefungeerd hebbende, te vragen (c): , Opgave der redenen , waarom by het Collegie van " de Weth, na gezien te hebben de verregaande " ongeregeldheden, die op den 22 Maart 1784- by " het optrekken van de Compagnie No. 9. hebben ,, plaats (4) Refol. der Gecomb. Vergad. p. 296. (£) Refel. dex Gecomb. Vergad. p. 310. (c) ibidem p. 317 , 3l8-  .( 153 ) plaats gehad, en de indecente wyze, waar op de daar tegens gedane Publicatie was aangehoord;. ,, en na geinformeerd te zyn van de ftoute bedrei- gingen welke tegen eene volgende Waakbeurt aan "„ gem. Compagnie gedaan waaren, waar van de pu- blique geruchten, en openlyk aangeplakte Bitjet,, ten ten bewyze konden ftrekken, geene behoorlyke maatregulen zyn genomen, om alle oproerige be,, wegingen te dier gelegenheid voor te komen, of in haar begin te fluiten? En waarom, toen men ,, al vroeg in den avond van den 3 April 1784. ee,, ne verbazende famenrotting by en omtrent de Pa- radeplaats van dezelve Compagnie ontwaar wierd, ,, niet terftond een of meerdere Compagnien Schut- teren, en wel zoodanige, waar op men zig het ,, veiligfte konde verlaten, zyn in de wapenen ge,, bragt, om door middel van dezelven het geat,, trouppeerde volk te verftrooien, en de geenen, ,, die zig daartegen verzetteden, of, op eene of an,, dere wyze onbehoorlyk gedroegen, door de Be,, dienden van de Juftitie te doen apprehendeeren? ,, Immers, waarom er geene prsecautien zyn ge,, bruikt, om zoo dra er het een of ander mogt voor,, vallen, het Collegie van de Weth dadelyk enzon,, der eenig tydverzuim , te doen vergaderen , ten einde ,, de noodige, prompte en eflicacieufe ordres tekun,, nen ftellen ? voorts fpecifique opgave der perfoonen , ,, die by gemelde gelegenheid zyn gekwetst geworden , „ en welke derzelven aan hunne wonden zyn over,, leden, met extraditie der Rapporten, door de Chirurgyns, dezelve behandeld hebbende, des ,, tyds overgegeven; mitsgaders, of, en welk on- derzoek, door of van wegens het gemelde Colle- gie is gefehied naar de gelegenheid, by welke ,, voorfz. perfoonen zyn gekwetst geworden, en «, naar het gedrag door dezelven by het voorfz. „ tumult gehouden ? En indien gem. onderzoek niet ,, mogt hebben plaats gehad, opgave der redenen, j, waarom 't zelve is nagelaten?" —. Al verder; Of er aan het Collegie van de Weth gegronde s, redenen zyn voorgekomen, om te vermoeden, dat 't. de Luitenant vm Zwyndrecht, benevens zyne on-- „ der-  •( '54 ) „ derhebbende manfehap zig op den avond vair den. s» 3 April ^ 1784«. •onböhooriyk gedragen. hebben ? ii Zo j'a, in weiken opzichte en .waarom dan deze s, zaak niet naauwkeurig is ■ onderzogt geworden?' ,j Zob neen ^ en .dat er geeii andere gronden zyn' it dan om vast te, ftellen, dat tfc.iei.veu zig aikfints" ü. behoorlyk hebben gedragen-, waarom -dezelven dan geen openbare blykeu van goedkeuring van deRc,,.geermg ontvangen hebben, ei-ivoor hunnen be-' S5 toonden .yver en trouwe op eene gedistingueerde „r-wyze bedankt :zyii ? daar dezelve goedkeuring niet weinig zoude gecontribueerd hebben,, om de rust „.van de Stad in 't algemeen tê bevorderen , eu de H manfehappen van dezelve Compagnie voor allé" particuliere beledigingen te bevryden, en aan tien Luitenant van Zwyndrecht en deszelfs ter Wacht" „- gekomen zynde Ouder-Officieren en Adel-bor-' (tan met geen fchyn van reden kon worden .ont- houden; daar de Wéth.op den 5 April 1784/ ,,- gcrefolveerd heeft; de Capiteinen van-de Compag„ nien 'No.! 10, 11, 12, 1 , 2, en 3. dank te zeg-' 4$ B-n voor derzelver -vigilantie en yver in het be„ veiligen tier Stad. door hen aangewend, fchoon' i* veele onJler de-genk Compagnien zig; zeer ftrafii waardig ;eil oproerig, ge dragen hadden? "En ein-' ddyk:.,, Waarom de vrye loop gelateji is aan zeke-* si re bïochure geintituleertl:, Eerst echt, verhaal we„ gem- de bloedige masfacre , niet door de-.goede Burii~-geryi maar door de. Adelborften van-de Ccfr.pagii nie.-mn den Heer1 -Elfevier: onder, de weerloze Ge,?Meente-te:. Rattirdamzdangerlgt ? 'daav.-het:niet ftuiit 1 ten/der uitgave- van zutk \&ninO»kmnA.gefclirift ,' ,,-.zeer gefchikt ivas,. onj. 't-Volk w^den-waan té ,y Aren gen .. dat '-de-Re peering- de -.verregaande: be',,t-fclujidigingen:'daar. iu'vervat, met geheel en ajkaf-'' „•ó.Tt«urde4-"'; ^d-.-< -/jj^t» 700b SKtbaï i9fj ..,..„ tf -•Dac al mede. aan .BurgerrieeAteren , ge-fungflercf hebbende in April-x^^, zoude worden gevraagd:' ,;-tpecifique ongave van zood-mige-■'■ajjïftsntie-§&,de,v domwagement ^- hlsuvm -Stads.-' wege'igegeveiï ,zyn' ,ï .aan- eenige perfoonen:. by het- .timudfi van c\w. 3, April 17^4. gekwetst; als. tnedu.'informatie, of er ' ■•■> m a aU  C 155 ) i, 'ilvorénsi op het gedrag door diegebenificeerdèper-.. foonen by het voorfz. tumult gehouden, naauw-., „. keurig onderzoek is, gedaan; uit het .-welk alleenhad kunnen blyken, . of gemelde perfoonen op ee-. ,, nigen byftand of dedommagement aanfpraak, had-! den, dan wel In tegendeel of dezelven niet, be-. ii halven't lot hun overkomen, hadden verdiend om. ,, aan de riguer der Juftitie overgelaten, en andera ,, ten exempel geftraft• te worden■? En b.y aldien er. „-geen zoodanig praalabel onderzoek gefehied is, ,i op welk fundament voorfz. adfiftentie t\\dedomma±. gementen als dan zyn gegeven ? Dat eindelyk aan het Collegie,van Officieren Sche». penen in Maart en April 1784, gefungeerd heb-, bende, zoude worden gevraagd: ,, Opgave óev redc-- neH, om welke noch de Luitenant Van Zwyndrecht Ai die zekeren NicolaaS Rykers. heeft doen apprefrén.-. „ deeren, noch de Dienaars der Juftitie , die de voorfz. i} apprehenfie hebben gedaan, 'noch de getuigen Cori, demans, Schonken, Schermer- ende Waal, (voor-.! „ komend.e in de Verklaring fub;- D. 2 loco agter het, „ Bericht van de Magiftraat, in dato 12 April 17SA.) i, tegen dezen Gevangen zyn gehoord, en desnoods. ,, geconfronteerd geworden? En waarom, noch de iy Onderfchout -Plaat, die zekeren Jan Iduvsman in I verzekering heeft genomen , noch de Hellebaruier ,-, die zekeren Ary Lucas heeft gevat, af mede niet „ tegen de door hun geapprehendeerde Perfoon ere it zyn gehoord en.geconfronteerd geworden? " En wyders: >A .Of er.by de Juftitie geene verdere inf.rmatien genomen zyn, omtrent de infolentien en I „ dadelykheden, op den v -orfz: 3 April 1784, de I ,, Compagnie N:o. 9. aangedaan; of omtrent de gee1 „ nen , welke behaJven gem. drie perfoonen , en ;ze-f | keren■ Wynand van den Broek, (mede iu de ExI ,_, traSten der Criminele Befoignes vermeld) zig daaF 1 ,', aan, 't zy als aanftokers , 't zy als daders mogten hebben fchuldig gemaakt,, en fpeciaal, of de by „ die gelegenheid gekwetfte perfoonen, waar onder 1 # waarfcbynlyk een of meer fchuldigen geweest zyn , I „ niet geregrelyk zyn ondervraagd, en voor zoo J a verre dezelve. aan hunne wondéu Overleden zyil , » ge-  ( 156 ) r f, gefchouwen geworden ? Zoo neen; opgave der n,, denen, waarom dit een en ander is nagelaten; mits„ gaders , waarom er geen onderzoek heeft plaats ,, gehad, omtrent zekeren David Rodaan, welke ,, uitwyzens de Examina van Nicolaas Rykers, deszelfs Complice fchynt geweest te zyn, en omtrent ,, zeker jong Vrouwsperfoon, van welke, als 't volk door 't zingen van Liedjes, en het roepen van hoezée hebbende aangezet, in de examina van gemelden Nicolaas Rykers en Jan Huisman wordt melding gemaakt? Mitsgaders nog; Of, en hoedanig onderzoek er by de Juftitie gedaan is naar de ,, auteurs en plegers der verregaande ongeregeldheden , welke onder het oog van Dezelve in de ,, Nacht van den 3, en op den 4 April 1784 op en omtrent het Stadhuis zyn bedreven? Zoo neen, 5, opgave der redenen , waarom deswegens by de Ju„ ftitie geene recherches zyn gedaan, en de fchuldi„ gen gecorrigeerd?" En laaftelyk nog informatie; ,, of, en hoedanig onderzoek er gedaan is na de Auteurs, drukker en disfeminateurs van de Brochure geintituleerd: Eerst echt verhaal wegens de bloedige masfacre , niet door de goede Burgery maar „ door de Adelborften van de Compagnie van d'heer „ Elfevier onder de weerloze Gemeente te Rotterdam „ aangerigt? Zoo neen, opgave der redenen, waarom zulks is nagelaten? " Op deze vragen zyn vervolgens ter Gecombineerde Vergadering ingekomen de Berichten zoo van Burgemeefteren (d) en de Wethouderfchap (e) , als van het Collegie van Officier en Schepenen (f) hier bygevoegd , lot welk lectuur Wy de vryheid nemen ons te refereren ; doch Wy kunnen niet nalaten op dezelven de volgende aanmerkingen te maken: De Wethouderfchap fuftineert, zoo ten opzichte van het voorgevallene op den 22 Maart, als de gedane bedreigingen tegen 3 April 1784. bekwame maatregulen genomen te hebben, en beroept zig in de eerfte plaats op hare Waurfchouwing van den 24- {i) G. 139- «• (O G. 14e, (ƒ) G. i4Zj  ( *57 ) ty Maart, by welker afkondiging, zy voorgeeft, dat wel meerder gefchreeuw als naar gewoonte; doch geen volftrekt bewys van vilipendie zou hebben plaats gehad. Wy behoeven Ons over dat voorgeven hier niet uittelateh, daar het zelve uit de boven gedane voordragt ligtelyk kan beoordeeld worden; maar Wy kunnen die Waarfchouwing zeive niet pasfeeren, zonder aan te merken, dat daar by het bckendfte eenvoudigfle en bekwaamfte middel om het oogmerk te bereiken, waar toe dezelve fcheen te gefchieden, juist geomitteerd is, namentlyk het verbod van famenrotting omtrent de Burgerwachten , zonder 't welk het zenden van Onderichouten en Dienaars der Juftitie van weinig nut kon zyn, daar het in een groot gedrang van volk, even moeilyk is te ondekken wie de eigenlyke aanvoerders of bedryvers van het kwaad zyn, als dezelve daadlyk te apprehendeeren. Kan men geloven , dat niemand der Leden van de Weth dit bedacht heeft? Voorts zegt de Magiftraat: „ dat het onzeker was, of men de gedaane bedreigingen moest toe„ fchryven aan een beraamd complot, of aan de kwalykgezindheid van eenige weinigen zonder plan en zonder hoofden; en of men zig niet „ vleijen mogt, dat die opentlyke bedreigingen, „ gelyk meermaals zonder gevolg zouden blyven, en dat men in die onzekerheid de pneferen;, tie gaf aan min in 't ooglopende precautien." Dan Edele Groot Mogende Heeren! fchoon de Wethouderfchap met reden kon in twyffel trekken, 6f er een fpeelaal plan geformeerd ware, om op dén 3 April onder aanvoering van zekere hoofdeneene directe en eenigfmts geregelde attacque öp de Burgerwacht te doen ; kon zy echter aan de exiftentie van een zeker generaal plan, even zoo wtinigi als aan deszelfs hut en oogmerk , één oogenblik twyffelen. Zy had dit immers by verfcheidene gelegenheden, eri inzonderheid op den 22 Maart , door duizend monden hooren uitgillen: het was Orange boven, Orange bovenal. Doch dit hut kon zonder ten totaal renverfement van de conftitutie der Reis pu-  ( is3 ) ,publicq niet bereikt worden, waar toe geweld en 'oproer nodig was; gelyk dan ook alle bewegingen onder het Gemeen, zoo te Rotterdam als elders ontdaan, dit toonden te bedoelen. Echter moesten aile ondernemingen van dien aart vruchtloos uitvallen , zoo lang de gewapende Schuttery gezind bleve, zich daar tegen .met kracht te verzetten; en , vermits dezelve daar van, door geene dreigementen , .had kunnen worden afgefchrikt, fcheen men be.floten te hebben, eenigen der voornaamfte tegen» ftanders, die de wapenoeffcning der Burgers met den meeften yver bevorderden — hoedanigen voornamentlyk in de Compagnie No. 9. gevonden wierden — tot flacht - offers van het woedend Graauw te maken, ten einde anderen af te fchrikken; en dus fchynen die dreigementen zoo by gerucht als aangeplakte briefjes gedaan een tweeledig oogmerk gehad te hebben* 1. Om zoo veel mogelyk de Adel- . borden van de Compagnie te intimideeren, en te effeécueren, dat veelen abfent bleven, waar door de Wacht merkelyk moest verzwakt worden, en te ! minder in daat zyn om tegendand te bieden. 2. Om het gepeupel aan te zetten om zig aldaar op den gedefigneerden tyd in grooten getale te laten vinden , ten einde meerder gedrang te kunnen verwekken — de Compagnie aan alle zyden ten naauw- 'ften in te fluiten — en daar door gelegenheid te ' krygen, om dezelve uit elkander te dringen, en al & tyd.  ( i6b ) Si tydverlies gepaard gaan, van achter vo^r onnodig ,, of overtollig aanzien." Dan Wy kunn n niet begrypen, dat het in de wapenen brengen van een of meerdere Compagnien Schutters, ingeval het gepeupel te famen rot, en oproer maakt, eerder kwaad dan goed zou doen ; en fchoon Wy gaarne toeftaan , dat zonder noodzakelykheid, geene buitengewoonc dienften van de Schuttery moeten gevergd worden , meenen Wy echter, dat zy de beoordeling over die noodzakelykheid aan den Magiftraat behoort over te laten , en dat deze in dit geval zoo tastbaar was, dat het vermoeden van onwilligheid om ter onderfteuning van hunne Medeburgers de wapenen op te vatten, geen anderen grond kon hebben, dan de overtuiging van de Hechte gefteldheid der Scfeuttery; maar zoo deze by de Wethouderfchap plaats had, hoe heeft dan dezelve zig zoo achterlyk kunnen toonen in het beramen van middelen tot redres ? De Magiftraat zegt verder dat de voorgem. pre4, catien met d gen zoude hebben, of aan de andere zyde, dat ■„ het zelve gedrag iri allen opzichte ver iende ge- prezen , en zy deswegens p eer'e gedifbngueerde wyze bedankt te worden; dat zy echter confide,-, reerende de critique amftandigheden, in welke de ,, voorn. Luitenant met zyn manfehap zig bevonden $, had, en dar er geene voHtrekte onmogelykheid 'f. was, om by een fcherp onderzoek iets onbehoor3i lyks in hun gedrag te ontdekken, *t welk in dat ?, tydgewricht nadeelige gevolgen had kunnen heb* j;, ben, verkozen had een middel-weg te houden , en ,? de eerfte gelegenheid waargenomen om de Officie- ren en Adelborften in hare fpeciaïe protectie te ne- „ raerf.1  C ï63 ) •„ men." Waarop Wy niet kunnen nalaten te remarqueeren; ï. Dat de Luitenant van Zwyndrecht nimmer ge-» ; klaagd heeft, dat eenigen van zyne onderhebben dé manfchappen tegen den aanval van het gepeupel geweldige middelen gebruikt hebben, zonder daartoe zyn orders aftewachten; dat het integendeel aan de. weinige Leden van den Magiftraat, die zig toen op het Raadhuis bevonden, kennelyk is, dat de Adelborften, welke voor de Gasthui sfteeg geplaatst wa-, ren, wanneer zy zoo geweldig met lteenen gefmeten j wierden, dat zy het daar niet langer konden houden , van deze hunne critique fituatie aan hunnen Commanderenden Oflicier, toen bezig' om aan 'gem, Magiftraats Leden van zyne ontmoetingen verflag te doen, wel hebben doen kennis geven; maar geenfints gefchoten, voordat gem. Officier zig by henvervoegd , en daar toe order gegeven had; dat derhalven alle de Onder-Officieren en Adelborften buiten alle reproche waren, en den grootften lof verdienden over het prompt en naauwkeurig obferveeren en exe'CUteeren van alle de aan hun gegevene orders; en dat gevolgelyk, indien er door gem. Wacht, iets onbehoorlyks was bedreven , zulks op rekening van den Commandeerenden Officier, en van dien alleen moest gefteld worden. Dat de Magiftraat, die te vo¬ ren wist, dat de Luitenant van Zwyndrecht op den, 3 April de Wacht ftondt op te leiden , daar in berust, en dus gem. Officier bekwaam en gefchikt gekeurd' heeft tot dien critiquen post. — Dat ieder Officier, die een Corps commandeert, 't welk zig op publique autoriteit onder de wapenen bevindt, uit den aart deizake niet alleen bevoegd, maar zelfs verpllgt is, om. alle moedwil en aanval, die tegen het zelve gepleegd, worden, des noods ook met geweld, aftekeeren; terwyl de Ordonnantie op de Burgerwacht te Rotterdam en de Publicatie van 24 Maart, gem. Wacht daar toe nog nader qualificeerden. — Dat de beoordeeling of, en wanneer de nood zoo dringend is, dat er geweldige middelen moeten gebruikt worden., aan de voorzigtigheid en confcientie van den commandeerenden Officier moet worden overgelaten, zonL 4 der  ( 164 } der dat liet geoorloofd zy, hem van eenige omoorzigtighetd en precipitance te verdenken , voor en al" eer zig daar toe zeer gewigtige redenen opdoen. - Dat vooral de bejaarde en voorzigtige conduite van nem en zyn manichap by vorige gelegen heden, inzonderheid op den 22 Maart, en ook dien zelfden avond op. de Paradeplaats gehouden; het taai geduld, waar mede zy de grieveiifte hoon en fmaad , ja, de dadelyke mfultes van een opgeruid gepeupel Verdragen hadden; het geweid op dien nood- iottigen avond voor en omtrent het Raadhuis ten aanhooren van eenige Regeerings Leden gepleegd, den Luitenant van Zwyndrecht tegen zulk een beledigend vermoeden van de zyde der Wethouderfchap moesten beveiligd hebben; en dat echter hier in de eenige gioiid gelleld wordt, waarom de Magiftraat op den 5. April, — toen er nog geene informatien genomen waren, toen de Verklaringen, waar op men zig verder beroept, niet exteerden, - toen noch niemand van de Officiers of Adelborften gehoord was, goedvondt de Hoofden van andere Compagnien voor hunne vigilantie en yver te bedanken; doch omtrent JNo. o. een diep ftilzwygen te houden: een itilzwygen dat in deze omftandigheden niet anders, dan als' eene indirecle afkeuring van hun gedrag konde worden aangemerkt. a. Dat de Wethouderfchap door hare verdere handelwyze teii opzichte van den Luitenant van ZwVidrecht en deszelfs Manfehap te gronden op diverfe getuigenisfen van Gebuuren in de Prinfe en Baanitraaten , en dezelven in oppofitie te ftellen met de Verklaringen der Adelborften in de actie gemelleerd zynde geweeft, en welke, gelyk Wy in ''t voorbygaan moeten remarqueeren , nimmer door den Maeiftraat gehoord zyn , duidelyk toont in 't geheel geen , veel min een naauwkeurig onderzoek naar dit eclatant geval gedaan te hebben; want indien dit had plaats gegrepen, zou ras gebleken zyn, dat de depofitien der geenen, welke verklaren geen aandrang by de Wacht gezien te hebben, niet betrekkelyk zyn tot de plaats waar, of tot het tydftip , waar op het geval gebeurd is;^ en dan zou men geene Verklaringen, met  ( 165 ) met zoo weinig accuratesfe opgefield, dat bet eene gedeelte der Depofanten, juist het regengewelde van het andere gedeelte i'chynt te getuigen, en die dus eerder gelchikt zyn om de /aak te verwarren als optehelderen, als Bylagen tot het Bericht vau i3 April onder het oog van den Souverain gebragt hebben. 3. Dat het geavoueerde door den Magiftraat van tot dat onderzoek zoo veel naamvkeurigheid gebruikt te hebben, ah de omflandigheden toelieten Ons zeer beden kelyk is voorgekomen, meenende, dat geene omltandigheden Denzelven konden weerhouden , of zelfs difpenfeeren van het allerfcrupuleufte onderzoek naar eene gebeurtenis, die door de geheele Republicq, met reden zoo veel gerucht gemaakt heeft, en waar door de publique rust en veiligheid op eene hooggaande wyze is geturbeerd geworden; da' ten dien opzichte, vooral met in confidentie kon kernen de mogelykheid van by een fcherp onderzoek iets berispelyks in het gedrag van den Luitenant van Zwyndrecht te ontdekken, en dus het belang van gem Luitenant zelve; vermits deze zoodanig onderzoek geeniints ichroomde, maar zig in tegendeel over het achter blyven van het zelve ten fterkften beklaagd en de voorzetting daar van by Requeste aan den Souverain verzogt heeft; en zekerlyk met de grootfte reden, vermits de Migiftraat door aan de eene zyde te cuiliculteren in de Approbatie van de conduites door den Luitenant van Zwxndrecht gehouden voor en aleer de te neemen Informatien meerder ophelderingen zouden geven; Cn door aan de andere zyde, quafi ten zynen gevalle, het onderzoek niet voorttezetten, hem buiten ftaat ftelde, om zig van den aangetygden blaam te zuiveren, en vry wat aanleiding gaf tot het formeeren en divulgeeren van verlcheide lafterïyke discoursfen ten zynen opzichte ■ in zoo verre dat men niet fchroomde, eene Brochure te doen drukken en verkoopen, waar by de Adelborften der Compagnie N, 9. als Moordenaars hunner vreedzame Medeburgers wierden voorgedragen; 't welk dc Wethouderfchap onverhinderd toeliet, zonder daavan eenige andere reden te kunnen geven, dan dat het gem. Gefchrift te laat tot haare kennis was ee~ k 5 ko-  C 166 ) komen , onj met eenige vrucht te kunnen worden geftuit; daar het echter van minder belang wa.s het zelve dadelyk te huiten, als door openbare bh ken van verontwaardiging over zoodanig Laiterfchrirt te geven, de nadelige impresfien daar van te verhinderen. 4. Kunnen Wy niet nalaten de attentie vim U Ed. Groot Mog. een oogenblik te vetlagen op het notabel euderfcheid tusfchen de handelwyze van den Magiftraat omtrent den Luitenant van Zwyndrecht en zyne onderhebbende Manfehap, en die van Burge- meelteren omtrent de gekwetfte Perfoonen gehouden. De eerfte was een bekend, onbefproken en welgezeten Buiger; een beëdigd Officier van de Schuttery, die reeds by vorige gelegenheden doorflaande blyken van belgid en moderatie gegeven had; die men zelve avoueerde zig in critique omftandigbeden bevonden te hebben, en dus aLe prrefumtien voor zig had, van wel en behoorlyk gehandeld te hebben, en echter weigert men zyne conduite te approbeeren, en hem-deswegens te bedanken, onder prate.xt, dat de te nemen informatien eerst eenige nadere ophelderingen moeften geven; terwyl het als eeue voldoende reden, om andere Officieren voor hun yver en vigilantie te bedanken, wierd aangemerkt, dat er geen blyken waren, dat de ong-regeldheden door èenige hunner onderhebbende Manfchappen gepleegd , op hunne rekening konden gefteid Worden. De laatstgemelden daarentegen hadden zig onder den op- roerigen tioop bevonden; zy waren gekwetst rer plaatfe daar de aanval op de Compagnie gefehied was; twee derzelven hadden reeds te voren in *t oog gelopen (g), zoo dat verfcheiden pmfumtien tegyu deze perfoonen militeerden: En echter meenen Burgemeesteren zonder eenig voorafgegaan onderzoek hen te moeten aanmerken als onnozele flacht-offers, die in hun ongeluk op alle mogelyke wy- (g) Namentlyk Bezem er Vid. G. 22, 18, 4;, 61, fi5» 71» '34. 135» 336. C. van Leuwen Vid. G. 18, 29 > 05, 1^0, 131. ,  wyze behoorden gefoulageerd te worden; en maken derhalven geen zwarigheid om- een fomme v-an circa ƒ1600 : - uit Stads Kasfe te impendeeren, zoo tot het geven van gratificatiën aan hun, of aan hunne nagebleven vrienden, als tot betaling van de Chirurgyns (h); terwyl zy van. deze finguliere demarche geene andere reden weten te geven , dan dat niemand der gekwetften wegens tumult of iets door hen , op den 3 April gepleegd, was bezaakt geworden ( / j'; even of het verzuim van onderzoek naar een gepleegde misdaad , een voldoende bewys voor de onfchuld dep pnefumtive daders opleverde. Het gevolg van dit alles was, dat het Gemeen aan zyn haat tegen de Officieren en Adelborften van de Compagnie No. 9. onbefebroomd den teugel vierde, en hen aanmerkte als 'geprofcribeerde perfoonen , aan welke niets te verbeuren was ( waar van de aanvallen op verfcheide van hun des avonds op de publique ftraaten gedaan, ten bevvyze (trekken ) jY dat zelfs zekere Cornelis van Leeuwen , welke onder de aggresfeurs van de Wacht geweest, en by die gelegenheid was gekwetst geworden , tot die hooggaande ftoutheid gekomen is, om van het Hof van Juftitie Acte pro Deo te verzoeken , ten einde tegen den Luitenant van Zwyndrecht en de Adelborften van No, 9, ter zake van de aan hem toegebragte wonde, procedures te entameeren. Het is derhalven geenfints te verwonderen, noch » aftekeuren , dat de Onder-Officiers van deze Compagnie, na zoodanige behandeling van de Wethouderfchap ondervonden te hebben, op de verkryging van hun ontllag geinlteerd, en de Adelborften gepraefereerd hebben de volgende Wacht abfent te blyven, en de boete te betalen, zonder zig door de onvoldoende aanbiedingen der Regeering daar van te laten detourneeren» Wat (k) Vid- G. 139, b. waar uit, onder anderen, blykt, dat van Stads wege is betaald: „Aan de Vrouw van C. v. Leuvven ƒ 63 : - ; - „ Voor de Begraafenis van 'Bezü; IjiR ƒ 300 : - : - (i) G. 139. 4.  ( i<58 ) Wat nu verder het Collegie van Juftitie betreft j het fchynt dat de Hoofd-Officiers van der Hoeven ' die lang te voren geweten had, dat de Compagnie No. 9. tegen den 3 April met een aanval gedreigd was, en ook daarom zyne fubftituit Schouten en Dienaars tot adfillentie gezonden had, nu die aanval daadlyk had plaats gehad; nU men op de Wacht met fteenen geworpen , ja gefchoten had, zoo, dat dezelve rot twee reizen toe genoodzaakt geworden was, op dien woedenden hoop te vuuren en wel de laatfte reize by het Raadhuis, alwaar hy zelve tegenwoordig was; — nu verfcheiden perioonen daar by gekwetst waren, en daar onder de zoodanigen, tegen welken, uit hoofde van hun vorig gedrag, de ff erkfte prafumtien militeerden ; , nu het Graauw zig verfhout had een gevangen met geweld uit de handen der Juftitie te ontrukken, en daar in niet zonder veel.moeite, door de gewapende Schutters was verhinderd geworden, van dit alles een koel en ledig aanfchouwer gebleven is, zonderiemand voor Schepenen tot het geven van getuigenis der waarheid te roepen, of eene enkele Verklaring ter zyn er requifitie te doen beleggen, even als of het Recht der Hooge Overheid daar by in geenen deele geconcerneerd ware. Het Collegie van Schepenen, in plaats van alle de Officieren en Adelborften van de Compagnie No. 0 mitsgaders zoodanige andere perfoonen, die zy vonden , dat van het voorgevallene iets gezien of ondervonden hadden, voor zig te requireeren — alle omftandigheden naauwkeurig aftevragen —- en daar van ex officio Verklaringen te beleggen, heeft zig insgelyks met deze zaak in 't geheel' niet bemoeid ; die dus buiten alle onderzoek gebleven is, tot dat UEd. Groot Mog. op den 8 April de Wethouderfchap vati Rotterdam aanfchreven om aan Hongstdezelven te fuppediteeren eene gedetailleerde informatie van het tumult aldaar; waar op eenige Verklaringen dien aangaande voor Schepenen .gepasfeerd zyn, zonder dat hetblyke, of de dcpofanten tot het geven van dia Verklaringen geroepen zyn, of zig zelve aangeboden hebben; doch, volgens het gepofeer.de van den Ma,-,  ( i6 (k.) Zie Confidentie van de Weth op de Memorie van den Vroedfchap Elfevier van 30 September 1784. p. 17. Ibidem p. 17. in fine. (m) E. i. loco achter de i Memorie van Eifevkr, van 6 Augustus 1784 in de Gecombineerden Verg. beëdigd. G. 33:,  ( j worden, niet by apprehenfie corporeel, maar by perfonele dagvaarding is geprocedeerd, en hem daar doof gelegenheid gegeven, om zig weg te maken, waar van hy ook niet gemanqueert heeft te profiteeren. Het verdiént voorts eene byzondere opmerking dat •het Collegie van Schepenen ('t welk zig naderhand onbevoegd geoordeeld heelt, om van eenige, hoe ook genaamde, Verklaringen gebruik te maken, die niet voor Schepenen ingewonnen en beëdigd waren, uit hoofde van het 51 Art. der Criminele Ordonnantie, 't welk zy affirmeerden binnen Rotterdam naauwkeurig geobfervcerd te Worden ) in het geval van Nicolaas Rykers, en dus in het beoordelen eener misdaad van dat gewigt ■ als is het infulteeren van het feitelyk aandringen met eene oproerige menigte op de publicque Wachr, en het bedreigen van den commandeerenden Officier berust heeft in eene No- tarieele Verklaariug door de Depofanten, na eene eenvoudige pnele&ure, alleeulyk voor Schepenen beëdigd ; eene Verklaring, die met veel praecipitance febynt ingewonnen , en de depofitien inhoudt van 36 perfoonen, die verfehillende omftandigheden attefteeren , en waar omtrent dus ligtelyk iets geomitteerd, en de eene of andere misdag; in de extenfie kon begaan zyn; 't welk een fcrupuleus onderzoek van den Rechter vorderde, en de noodzakelykheid aanduidde dm de Getuigen,. inzonderheid de geenen, welke tegen den Gevangen , gedepofeerd hadden, nader te hooren, en hun vooral af te vragen, of zy , na alles rypeiyk overdacht te hebben, nog. eenige meerdere .omftandigheden van deze zaak met zekerheid konden opgeven. • Ten opzichte der procedures tegen gem. Nicolaas ■Rykers moeten wy al'verder aanmerken, dat de Luitenant van Zwyndrecht, op wiens last hy 'gfi.apprehen.deerd is, en die dus als de principaals Getuige in deze zaak moest worden aangemerkr, niet gehoord, /veel milt tot het geven van eenige Verklaring geroepen is; welk verzuim re minder kan geëxcufcerd wor-den , vermits de ontkentenis van de Gevangen van die omftandigheden, Welke het voornaamfle deel van zyne misdaad uitmaakten, eene Confrontatie vorderde, waar  waar by de gem. van Zwyndrecht van den meeften dienst konde zyn. Dat men dan ook, als 't ware tot eene Confrontatie gekomen is, doch flechts met één der Getuigen, fchoon.noch vier anderen het zelfde ten zynen laste gedepofeerd hadden, van welke men geen gebruik gemaakt heeft, enkel op preetext, dat flechts eén van die vyf Getuigen den Gevangen herkend had voor den Perfoon, by zyne Atteftatie vermeld; daar het echter ten vollen èonfteerde, dat het getuigenisvan allen betrekkelyk was tot den perfoon op den avona van den 3 April, by de H'achtgeapprehendeerd; en men even zeker wist, dat deze niemand anders was, of zyn konde, dan deze Nicolaas Rykers; zoo dat de identiteit van den perfoon buiten alle bedenking was , of fchoon de Getuigen op het gezicht van den Gevangen met konde verklaren, datzyhenperfoneelhev- kenden.— Dan het fchynt dat men dit misdryf niet al te naauwkeurig zogt uit te pluizen, en liever verkoos met eene onvolledige confesfle genoegen te nemen, vermits anders de zaak met geen tweejarige confinement en twaalfjarig hannisfement had kunnen afgedaan worden. Wy achten het onnodig, Edele Groot Mogende Heeren, by de Procedures tegen de verdere, te dier tyd, gevangen Perfoonen ftil te ftaan, vermits uit de enkele lecture der Verhoren genoeg te zien is , met hoe veel. ernst dezelve' zyn aangevangen, voortgezet en gctermineera geworden. Alleenlyk moeten Wy omtrent Ary Lucas melden, dat de Heibardier, die denzelven heelt geapprehendeerd, en op het Raadhuis gebragt, tevens heeft overgegeven mz^?«, volgens ?yn verhaal aan verfcheiden perfoonen, by den Gevangen ■gevonden (»), doch volgens zyn Relaas aan Officier en Schepenen (waar van echter niets is opgetekend geworden) door hem van 't Bordes opgeraapt; — dat gemelde Heibardier, zoo ver ons bekendis, nimmer over deze zoo zeer verfhillende opgaven is onderhouden, en dat de gelegenheid, om hieromtrent nader geelucideerd te worden, Ons door zyn overly- den (») G. 44^54, 57. j. G. 107.  C *7* 3 den benomen is. — Even weinig zullen Wy Ons ophoiiden by de reden , de die Hoofd - Officier van der Hoeven geeft, waarom hy geen onderzoek gedaan heeft naar de oproerige daden door verfcheidea Schutters op den 3 en 4 April 1784!, op en omtrent het Raadhuis gepleegd , namentlyk , dat dit , als gedurende hun Wacht voorgevalien , niet van zyn departement, maar Van dat van den Major der Burgery zou geweest zyn; vermits die reden alleenlyk kaïi gegrond zyn in het denkbeeld, dat aan gemelden Major en den BurgerKrygsraad niet flechts de correctie over kleine ongeregeldheden op de Wachten voorvallende, maarookdecognitie over dadelyke Delicten aldaar gepleegd , en dus eene Crimineele Jurisdictie by de SfédfeFyJte Ordonnantie op de Burgerwacht zou gegeeven zyn, of hebben kunnen gegeven worden; een denkbeeld, waar van het bloote voorftel de refutatie medebrengt. Maar Wy kunnen niet met ftilzwygen voorbygaan het Antwoord door den Hoofd - Officier van der Hoeven, gegeeven op de gedaane vrage, waar om de ge•kwetfte Perfoonen niet gehoord zyn? en't welk in fubftantie bier op nederkomt. ,, dat hy geene infor- matie had van daden door hen gepleegd, en dus u, geene materie om hen in die zorglyke omftandig,, heden te onderhouden ; dat hy hen aanzag als ilachtoffers van daaden niet op hen in 't byzonder ge- munt; en dat de humaniteft hem belette buitenden i5 dringenden nood eene gerechtelyke ondervraging te verzoeken, die de, voor hun funefte, gevol,, gen kon verhaaften." Een antwoord, Ede¬ le Groot Mogende Heeren.' waar uit blykt, dat gem. Hoofd-Officier zig bevoegd geacht heeft, om gratis gemaakte onderftellingen, en loutere asfumtien voor het richtfnoer zyner handelingen in het bekleden van zyn gewigtigen Post te houden: onderftellingen en asfumtien, die ten boogden onwaarfcbynlyk, ja zelfs ongerymd waren. Wy Hemmen gaarn toe, dat order de faamgevloeide menigte zig ook fommigen uit enkelde nieuwsgierigheid vervoegd hebben; ■—■ Wy begrypen zelfs, dat dit getal door de hier boven geremarqueerde omisfie in de Waarfchouwing van 24 Maart, te grooter moet geweest zyn: —S< Wy ontken-  kennen ook geenfints de m'ogelykherd , dat de een óf ander van dezelven hy die. gelegenheid is gekwetst geworden, zelfs hebben Wy hier van een bewys ih dén der Getuigen (oj; maar Wy achten hetniet waarfchynfyk, dat veelen van die nieuwsgierigen , welken geen deel aan ,'t Oproer wilden hebben, cn dus door geen dolle drift vervoerd waren; die hoorden en zagen , wat het graaaw in den zin had; die wisten, dat de Schutters hunne Geweeren met fcherp geladen hadden ; en genoodzaakt zouden zyn te fchieten, wanneer zy geattacqueerd wierden, zig zullen hebben begeven op die plaatzen, .daar zy iu zui'k een geval aan het gevaar meest bloodgelteld waren, en Wy rekenen het ongerymd te willen onderflellen, dat dé kogels uit de Geweeren der Schutters, die zekerlvfc gericht waren naar de zyde, daar de aanval gefc hielde , alle fchuldigen zouden voorby gevlogen, en atleenlyk ongelukkigen getroffen hebben,- -—- en Wy hebben te voren aangemerkt, dat de plaats waar, en de gelegenheid, by welke deze Perfoonen gekwestwaren , de fterkfte prefumtien tegen hen opleverden, 't welk dan ook den Hoofd- Officier niet alleenlyk bevoegd maakte, maar zelfs indispenfabel verpligtte , om hen de proprie faeto te ondervragen , en daar toe aan Schepenen verzoek te doen: zelfs had hy hier mede. het onderzoek behoren te beginnen, zonder zig doof het nemen van verdere informatien tc laten ophouden , vermits de gevaarlyke toeftand der gekwetften geeu het minfte uitftel kon toelaten; en het is ten" hoogden waarfchynlyk, dat, indien zy zig in die decifive oogenblikken 5 wanneer de naderende dood alle' illnfien doet verdwynen, in de tegenwoordigheid van den Rechter bevonden hadden, en door hem op eene gepaste wyze vermaand waren, om der waarheid hulde te doen, zy niet alleen hun misdryf zouden beleden, maar ook de Perfoonen genoemd hebben, door wier helfcnen raad en inblazingen, zy in dit verderf geftort waren. Het is toch uit de genomene informatien aan Ons gebleken en zoude ook aan Officier > cü .(*) E>. 3. achter 't Etric/tt van 13 April, 17 8i». u  ( 174 ) en Schepenen wel ras gebleken zyn, indien zy de zaak behoorlyk onderzocht hadden , dat onder de gem. gekwetfte Perfoonen, fchuldigen gevonden wierden, en dat inzonderheid Bastiaan Bezemer zig reeds op de Parade - plaats een der belhamels betoond'had Wy meenen Edele Groot Mog. Heeren dat de vorenftaande reilectien Ons zullen kunnen dispenfeeren van eenigfints ftil te ftaan by het voorwendzel van humaniteit , waar mede de Hoofd - Officier van der Hoeven zyn verzuim heeft getracht te coloreeren; gelyk Wy Ons ook niet lang zullen ophouden by het Antwoord op de Vrage aangaande de meergem. Brochure geintiuileerd : Eerst echt Verhaal van de bloedt' ge masfacre &c, en het welk hier op nederkomt: dat Schepenen daar van nooit legale kennis hebben „ gekregen, en de Officier niet op zoodanige wyze , j, als hem het minfte fpoor kon geven van den auteur „ drukken of uitgever." Wy hebben te voren reeds met een woord geremarqueerd, dat de maatregulen in dezen-te nemen voornamentlyk moesten ftrekken , om de nadelige impresfien, welke zulk een voordragt van 't gebeurde op den 3 April, by het Volk maken moest , te prteveniereu , en zullen er hier alleeulyk by voegen , 1. dat Schepenen, om daar toe werkzaam te zyn, geene andere kennis nodig hadden, dan dat er een Gefchrift exreerde, enopentlykverkogtwierd, waar in het gedrag van de oproerige Menigte Opzette* lyk verdedigd, en de Burgerwacht, die volgens eed en pligt dien moetwil gefluit, en de Ingezetenen, met gevaar van hun eigen leven , tegen geweld en overlast beveiligd had , als een bende Moordenaars wierd afgefchilderd , die op hunne onnozele en weerloze mede Burgers wreedaartig waren aangevallen , en onder dezelven een bloedige flachting hadden aangericht. 2. Dat de onmogelykheid om den fchryver op te fpeuren (zoo er die waai lyk mogt geweest hebben , 't geen wy liefst in het midden willen laten ) het Collegie van Juftitie geenfints kon verhinderen, t>m zulk een allerfchadelykst Libel door handen van de» (f) Vid. de docmientm hier vooren ad {£} aangehaald;  c m ) dén Scherprechter te doen verbranden, en een prat* mie op de ontdekking van den auteur te fteüen. Dit zou ichrik by de heimelyke aanftokers van'tGemeen, en vertrouwen by de hrave Ingezetenen verwekt 'nebben ; daar het thans gehouden' gedrag eigénaartig gefchikt was, om brave Burgers altefehrikken , van zig in 't vervolg tegen de ondernemingen van 't Graauw te verzetten, en aanleiding gaf tot vermoeden, dat de Stedelyke Overheid het verfpreiden van 't meergemelde Gefchrift niet ongaarne zag; een vermoeden , dat te meerder grond kreeg, door dien zelfs fommige Regeenngs-Leden geen zwarigheid maakten om den inhoud van deze Brochure te avoueren, cn als eene bewezene waarheid aan te nemen.— Wy hebben hier in 't oog den den 'toemnaligen Schepen Havart —medelid van het Collegie, benevens Ons tot onderzoek van het voorgevallene te Rotterdam benoemd — die, volgens eene beëdigde Verklaring' niet gemenageerd heeft, iterative reizen in fubdantie te zeggen: dat aan allen, die op den 3 April 1784. hadden gefchoten, ,, niets kwaads gedaan was; maar dat zy be;, raadllaagd hadden om m'enfchen dood te fchieten; ,, dat er nog fommigen derzelven van tyd tot tyd op het fchavot zouden fterven, en zig zelvien om het ,, leven brengen — dat van Zwyndrecht nooit een „ geruste confcientie kon hebben — dat het doosje ,, met patroonen, dat zy van Esfer op de Nieuwe „ markt gekregen hadden , tegen hem van Zwyndrecht i, getuigen zou, en dat hy altoos in zyn gemoed ,, zou hebben, als Kaïn, al wie my vindt, zal my ,, dood/laan (q)." Ook bedoelen Wy den Vroedfchap van Teylingen, die in een Groot Befoigne, ten aanhoren' van UEd. Groot Mogende, en in tegenwoordigheid van twéé Leden Onzer Commisfie heeft durvenbeweeren, dat het zeer problematicq was , ef de Compagnie No. 9. op' den 3 April 1784. aangevallen was, dan wel zelve aangevallen had; dat ten minften alle de gekwetften wfchuldige lieden waren, die, terwyl zy zjg vreed- zaari •Ïp êi 118. ii  ( 17^ ) saam naar hurmé huizen begaVen langs ftraatêtf , dia tuiten de marsch-route der Burgerwacht gelegen waren , en daar zy dezelve niet konden verwachten * door de geweeren der Schutters getroffen waren.— Als men nu de handelwyze van de Regcering ten opzichte dezer gebeurtenis vergelykt met de kort hier op gevolgde vernietiging van het Corps Vrywillige Schutters . — en met het voorgevallene by de invoering der Bajotten , zal ras blyken , met hoe veel recht de Wethouderfchap heeft kunnen beweren , niets onbeproeft gelaten te hebben om den gewapenden arm der Burgery te verfterkeni» §- 21. Uit al het geen Wy hier voren gezegd hebben', zal, zoo Wy vertrouwen, aan UEd. Groot Mogende volledig gebleken zyn, aan welke fource het gebeurde op den meergem. 3 April moet worden toegeschreven ; en het zoude dus overtollig zyn , alhier een bepaald examen te laten volgen van de redenen , die de Magiftraat by deszelfs Bericht van 13 April 1784. als apparente motiven van den haat der fmalle Gemeente tegen de Compagnie No. 9. heeft opgegeven 1 voor al, daar dezelve by de Memorie van den Vroedfchap Elfevier op eene'convincante wyze zyn wederlege! geworden 5 en aangetoond, dat, hoe men dezelve ook moge befchouwen, zy nimmer het oproerig gedrag tegen die Compagnie gehouden, kunnen wettigen..— Wy zullen dus dierectelyk overgaan, om voor UEd. Groot Mog. open te leggen, wat door Ons is in 't werk gefield geworden, om het kwaad in deszelfs geheime fchuilhoeken naar te fpeuren. Overtuigd, dat het Gemeen niet uit zig zelve werkt, maar alleen tot werktuigen verftrekt van hun, die zig eenen invloed op het zelve verworven hebben, is door Ons alle mogelyke moeite aangewend, om den fchakel te ontdekken, die tot de eerfte beweegraderen konde opleiden; — dan Onze poginge» zyn a-R*» vsigeefs geweest, en hoe zeer Wy overtuigd zyn in het vinden van den eigentlyken waren fchakel niet te hebben misgetast, is 'het Ons echteir niet gduht die ze-  C '77 > zekere bewyzen te bekomen , die noodzakelyk zyn tot eene juridicque probatie. ■— In de Gecombineerde Vergadering hebben Wy tot dat einde zekeren Solliciteur Oskamp, wiens accurate correspondentie omtrent het voorgevallene op den 3 April aan Ons, op eene convincante wyze, was gebleken, ondervraagd; doch de antwoorden door denzelve gegeven, hoe onvoldoende ook om de informatien ten zynen opzichte te destruecren , hebben den weg tot verder onderzoek deswegen afgefne- den (a). ■ Wy hebben vervolgens getracht door 't ministerie van Officier en Schepenen, by welker Befoignes Wy federt January 1785. adfiffeerden, de denr Ons gebuteerde ontdekkingen te elfectueeren; dan hieromtrent hebben Wy ook alle Onze pogingen zien mislukken, en op het klaarde ondervonden, hoe onvoldoende de meerdere macht geweest is, die UEd. Groot Mog. Ons by Hoogstderzelver llefolutie van 22 Dec. 1784. verleend hebben. — Wel is waar, dat de Hoofd-Officier Gevers, cie met de Maand Mey daaraan volgende heeft beginnen te fuugeeren, en in wiens handen alle de ingewonnen bewyzen door de Gecombineerde Vergadering gefield waren (£), met alle zéle met Ons heeft geconcurreerd om de no-> dige ontdekkingen te doen ; doch zyne verrichtingen zyn altoos door 't Collegie van Schepenen ( Wy zonderen hier uit de Schepenen de Mirell en Hubert, die Wy den verfchlldigden lof gaarn geven) verydeld* geworden. Bewyzen zyn hier van , de Procedures tegens Clazyn Ferryn, ter zake van haare rustverflorende en feditieufe conduites zoo op den 3 April 1784. als op andere tyden gehouden (c); ■ . % • het geweigerd Decreet van apprehenfie tegen Daniël Horsman (d), - het geweigerd Decreet van dagvaarding in perfoon tegen Teunis van Os en Ary en TT (a) G. 116. g, k, i,k,l, m. (b) ittfol. der Gecomb, Vergad. p. 323. (c) F. 3. G. Io, 11 , 12. G. 48 a, b, c, G. 114. (d) G 50 , 51, 54, 58 , 71 , 74, 137, h dato Oélober 1785.  ( 178 ) Tynis van Buren (e), allen wegens oproerige bedry- ven in den avond en nacht van 3 April 1784; . het geweigerd Decreet van dagvaarding in perfoon tegen Dirk Jan Story, die door zyne gefprekken en bedreigingen getoond had in een naauw verband met de oproerigén van den 3 April te flaan (f); — het weigeren van een Decreet van Appherenjie, cn hetaccordeeren Hechts van eene dagvaarding in Perfoon tegen den Paruikmaker van Leeuwen, die als een der voorname belhamels onder de oproermakers op gem» avond is befchuldigd geworden (g); —- en of dit alles niet genoeg ware, om UEd. Groot Mog. te doen zien, op welke wyze .Schepenen omtrent de ontdekking van de daders en aanltokers van de oproerigheden als toen voorgevallen, gehandeld hebben , zoo kunnen Wy UEd Groot Mog. al verder informeeren , dat wanneer Wy den 4 January laatstleden op vermoeden , dat Nicolaas Rykers , die by Sententie van Schepenen in dato 14 Juny 17S4, was gecondemneerd tot een confinement van twee Jaaren, eenig licht in de procedures tegen den bovengem. van Leeuwen zoude kunnen geven, hadden geproponeerd, c < , - dven over het gedrag van van Leeuwen te ondervragen . door Schepenen den volgenden dag is gec6mmun1ceerd, dat zulks niet doenlyk was, alzoo hy reeds was gehouden aan zyn confinement ('tgeen dus flechts zestien maanden geduurd heeft) vol-" daan te hebben ( A) , en uit het zelve ontflagen was. § 22. Na dézen uitflap, dien Wy nodig geoordeeld hebben , om te doen zien. dat wy geenzints reprochahel kunnen gehouden worden voor de non reusftte der (e) G. 84 , 8 nevens de lnterrogatorien en refponfiven van gemelae Maria den Otter, te ftellen in handen van den Hoofd-Officier van der Hoeven, ten einde, voorzoo verre in dezelve eenige pasfagicn voorkwamen, die hem perfuneel concenieerden , de Gecombineerde Vergadering te dienen van Bericht (c); welk Bericht ook op den 26 April 1785. ter Vergadering is ingekomen , doch de zaak weinig licht bygezet heeft, alzoo oe Hoofd-Officier zich niet anders zeide te kunnen herinneren ,, dan dat op zekeren avond in de Maand *< Mey van 'cJaar 1784. ten zynen huife waren ge- komen rf/vff Vrouwsperfponen, waar onder zig bc- vond Maria den Otter, welke hem kennis kwa., men geven, dat er op dien dag zeer veele men- fchen, en ouder anderen ook Catharina Mulder cn »». Camelia Swenk in het Gasthuis waren geweest om „ het Lyk van Catharina de Bel te bezigtigen; dat ,, ei by die gelegenheid zeer veele raifonnementen waren gevoerd, zoo over het ongeluk aan gem. Catharina de ^/overgekomen, als om dat zy in „ lier Gasthuis zoude worden begraven, daar alle v ai de e gekvvetfteii eene fatzoenlyke begraafnis had-, J5 den (?) Rfd, der 'Gecomb. Verg. p. 215 217. (f) E. jf  c 181 i U den gékfegen, zonder dat hy gig het precife vat* vooriz. raifonnementen konde herinneren; dat hy ., echter begrypende dat zoortgelyke ciiscoursfen ,, vooral in de toenmalige tyds - omftandigheden nier „ nuttig waren, voorziening had gedaan, dat het „ Voorfz. Lyk niet meêr te zien zoude zyn, en daar toe zyn Knegt naar het Gasthuis gezonden met eene mondelinge boodfchap, dat er geen menfchen meer by het Lyk van voorn. Catharina de Bel moes,, ten worden geadmitteerd, en dat hy van deze ordres des anderendaags kennis had gegeven in de ,, Kamer van Burgemeesteren.'? Nademaal Ons echter uit eenige verdere befcheiden mede in de Gecombineerde Vergadering ingewonnen gebleken was, dat Catharina Mulder, kort na het ovcrlyden van de voorn. Catharina de Bel, derzelver behuwd Vader Samuel de Bel had aangefproken en gevraagd, of hy niet wel zoude willen hebben ■ dat- hetLyk van gem. zyne Schoondogter buiten het Gasthuis begraven wierd, en daar op een weigerend antwoord bekomende, al verder had gevraagd, of hy haar dan nog niet wel eens wilde zien (g~); — dat gemelde Catharina Mulder en Cornelia Swenk de voorgem. Catharina de Bel gedurende haar verblyf in het Gasthuis op alle de bezoekdagen waren komen zien en haar van ververfchingen hadden verzorgt; ! dat Catharina Mulder al verder de Moeye van gemelde Catharina de Bel had aangezet, om haare zieke Nicht niet in het Gasthuis te laten, maar by zi°- in huis te nemen, en dat gem. Moeye daar zwarigheid in maakende, Kaat Mulder gezegd had, indien gy tegen de moeite en om (lag aanziet, zoo geef my het Jawoord maar, dan zal ik haar hy my in huis neemen en bezorgen; —- en dat eindelyk Kaat Mulder en Keet Swenk by haar affterven waren tegenwoordig geweest , en de eerstgemelde als toen in zeker gefprek tegen de Moeye van de overledene in zin en fubftantie op een kyvende toon gezegd had , gy zoud z? er wel kunnen uithalen, want ze zou wel genoeg hebben, om M 5  C 18a ) êtn ze te laten begraven; doch dat de Moeye gezegd had, dat zy zig hier op zoude bedenken, wanneer Catharina Mulder ook nog aan meergemelde Moeye gezegd had, dat zy met haar voor Burgemeesteren wilde gaan , om te verzoeken , dat haar Nicht, dan zulk eene begraafnis zoude krygen als de andere gefchotenen zoo is in de Gecombineerde Vergadering , op Ons voorftel, gerefolveerd, om de befcheiden rakende de Begraalfenis van gem. Catharina de Bet te ftellen in handen van den Hoofd-Officier, teneinde van dezelven het nodig en gepast gebruik te kunnen maken ('/); 't welk ten gevolge gehad heeft, dat de voorn. Maria den Otter in de judtcieele Vergadering van Schepenen, ter Onze praefentie nader is gehoord en geconfronteerd met de Getuigen, welke de bovengem. drie gefprekken hadden geattefteerd; doch alies zondereenig effetd;; dewyl zy by haare negativo omtrent de twee eerfte gefprekken, en haar minder bepaald verhaal omtrent het derde gefprek is blyven perfifteeren , en insgelyks onkennen , immer of ooit door Kaat Mulder of Keet] Swenk, over die begraaffenis aangefproken te zyn, of zulks verhaald te hebben ( *>; en dat de voornoem¬ de Catharina Mulder en Comelia Swenk mede deswegen geinterrogeerd zynde, genegeerd hebben, zig met de begraaffenis van de voorn. Catharina de Bel immer bemoeid te hebben (/); waar door dit ftuk tot geene meerdere klaarheid heeft kunnen worden gebragt. Wat nu betreft het ander Project, 't g*en omtrent de begraaffenis vau zekeren Jan Flaman zoude gemaakt zyn, en waar toe, volgens de informatie door Ons bekomen , aan een der kinderen duizend guldens zouden aangeboden zyn ; daaromtrent hebben Wy al mede gehoord alle de perfoonen die des wegens kennis konden dragen; doch daar de getuigenisfen dien aangaande ingewonnen, zoodanig onbepaald zyn, dat de t'&) E. 9, 15, 16. (/) Refel. dei Gecomb. Vergad. p. »ij - 217. O) E. 14. b, e, d. (I) 18. Exam. vanGaA. Muider, en 10 Exam. van Cm, Swenk. R. 41. S. 14.  ( i83 ) de perfoon aan wie het aanbod zoude gedaan zyn zelfs nier kon cerrificeeren, of zulks door een Man of' Vrouwsperfoon was gefehied O»), vermeenen Wy de attentie van UEd. Groot Mogende te misbruiken, indien Wy Ons eenige details van het gedaan onder* zoek ten dien opzichte permitteerden, Het vuur van oproer op den avond van den 3 April zoo hevig uitgeborften, bleef den volgenden dag fmeujen ; doch begon op den 5 April wederom te ontvlammen, waar van men in den namiddag van den vorigen dag reeds de voortekenen befp^urde. — De meergem. Clafyn Verryn, al zingende en danfende in het huis van B. van Gurp, een der Adelborften van No. 9. gekomen, en naar de reden van haare luidruchtige vrolvkheid gevraagd zynde , gaf ten antwoord: Ja, die d rs willen ons Prinsje vergeven ; maar neem, van avond of morgen avond moet Wishof naar de d ...r , en dan nog een, en dan nog al een hier kort by. Doch dit bad als toen geen gevolg, gelyk ook niet op den 5 April zelve, wanneer zig in den namiddag voor het "zelve huis eene groote menigte volks vergaderde, danfende, zingende en fchreeuwende : Vivat Orange boven , de moordenaars naar den d r, en tusfchen beide roepende : komt er maar uit d rfchc moordenaar; — maar voor het huis van den Adelborst Wishof wierd het attroupemest zoo groot , dat men met zonder reden voor een feitelyken aanval beducht was; voor al na dat men uit een troup volk, uiteen daar by gelegen ftraat komende, hoorde roepen: hoezée, Orange boven, het Vrycorps onder, en onder elkander zeggen: nou eerst naar Wishof; tenvyl iemand vragende wat er te doen was, ten antwoord kreeg, het is om Wishof te doen, daar moetin er van avond nonvier aan; en op eene nadere vraag: wie die waren? dat is Wishof, van Gurp, Morel, en de jonge Schonk'; en {m) E. 20. a, b, c, d, e, f,g, h, i.  t 184 ) en men tegen de Zuster van den laatstgemelden, welke daar pasfeerde, zeide , jou broer , die d....r beeft ook het eerfte gefchoten 'fjfc. (a) en zeker Vrouwsperfoon met eene byzondere groote Orange ftrik op de borst, heen en weder door 't Volk loopende, het zelve door een geroep van: toe maar jongens, toe maar, onze Groote Frederik zal ons wel helpen, tot baldadigheden aanzettede ( b ). Deze vrees voor moJesten had dan ook ten gevolge, dat de Magiftraat, des tyds vergaderd, befloot de Compagnie No. 5. in de wapenen te doen komen ? en een detachement van dezelve naar 't voorgem. huis te zenden , geadfifteerd door een Gerechtsbode met eene fchrifielyke IVaarfchouwing ,■ waar by een iegelyk C onder herhaling van de Publicatie van den 34 Maart te voren ) aldaar tegenwoordig, gelast wierd, tot vermyding van allen fchyn van famenrotting, uit den anderen te fchei. den, en zig naar zyne wooning te begeven (c). Daar Ons niet gebleken was, dat door den Vaan* drig ven der Looy Houthof, die het evengem. detachement gecommandeerd had, noch door de Onderichouten , die mede tot verftrooijing van het attroupement naar de/Prinfeflraat waren afgezonden, van hunne bevinding en verrichtingen eenig Rapport aan de Wethouderfchap gedaan was, is, op Onzen voorflag, gerefolveerd , van dezelven te requireeren: fchriftelyke Relaafen van 't geen zy by het huis van den Adelborst Wishof op den 5 April 1784, hadden gehoord en gezien (dj; uit welken Wy UEd. Gr. Mogende kunnen informeeren: Dat de Onderichouten met hunne Dienaars op de eerfte tyding van famenrotting aldaar gekomen, het vergaderde Volk tot ftilte vermaand hebben, en dat de Onderfchout Plaat, die de noodzakelykheid van het in de wapenen ko* men eener Compagnie Burgeren aan den Hoofd-Officier had doen weten, aldaar wel drie Vrouwlieden die hy gevleesde duivels noernt, en welk iemand op eer (aï 48. b, c, 114. a. (b) K. io. d,f. c,y hm. vr.n de Weth. g. a. p. 10, 11. (..) uef0l, der Gecbmb. Vergad. p. 261, ïó?,.  «ene brutale wyze befpotteden, tot ftilftand gebragt heeft; doch dat hy bezwaarlyk kans ziende, om doof de menigte heen te komen, en de deur van Wishof niet durvende verlaten , de baldadigheden door eenige jongens, en een dronke kaerel begaan, niet heefE kunnen beletten; als mede dat de Compagnie om half vyf uuren onder de wapenen aan 't Stadhuis gekomen, en de Vaandrig met eenige Onder- Officieren ten half zeven uuren in de Vergadering van de Weth gerequireerd zynde , aan denzelven is geordonneerd , om met 40 Adelborften naar de Prinfeflraat te trekken , en het huis van Wishof ze bezetten, recommandeerende de Hoofd-Officier van der Hoeven, om alle voorzigtigheid te gebruiken, en de Juftitie, welke by hem zoude zyn , eerst te laten vigileeren; doch indien deze te kort mogte fchieten , ot overweldigd wierd, en het Gemeen met fteenen gooide of andere baldadigheden pleegde, en niet wilde retireeren, zy zig als dan van de kolven der geweeren wel mogten bedienen; — dat gem. Vaandrig en zyne Onder-Officieren zwarigheid makende, om, zonder andere Ordres met het bepaalde getal Adelborften te vertrekken, door gem. Hoofd-Officier nog gezegd is, dat als het vcrweeren met de kolven niet hielp , men dan nog eerst iemand aan de Weth moest zenden, alvorens geweld te gebruiken ; dan dat gem. Vaandrig daar op aangemerkt hebbende, dat ingeval het er zoo gefteld was, hy en zyne manfchappen alle konden gemasfacreert wezen, eer hy de n'fldere Orders van hun Ed. Groot Achtb. had ontfangen , en mitsdien uitgebreider Ordres verzoekende, de Burgemeester van der Helm het woord had opgevat, en gezegd: ,, Ik recommandeere de HeeH rén toch voor al voorzigtig te zyn, en niet driftig ,, te werk te gaan; Ik zet op Üwe Ccnfctentie het ,, hurgcr bloed , dat gy do»r den drift zoude doe» 1, firoomen;" doch dat de voorn. Hoofd Officier hier op het woord had opgevat, zeggende: ,, Heeren gy moet U niet laten masfacreeren, dat is Onze ,} intentie niet; Wy laten het aan Uwe difcretie en „ voorzigtigheid over ; Wy twyffelen niet of de ,» Heeren zullen hun best doen, opi het met zagt- „ hei*.  ( i86 ) 5ï heid meester te worden; doch als het er teveel „ op aankomt moet gy geweld met geweld kee„ ren." Dat voorn. Vaandrig, Onder-Officieren en 40 Adelborften met de voorfz. Orders van her Stadhuis naar de Prinfeflraat afgetrokken , op de Melkmarkt , door den grooten aandrang , zyn genoodzaakt geworden de geweeren ter wederzyden te vellen, en alzoo onder het vloeken en fchelden van t Gemeen in de Prinfifiaart gekomen zynde, het huis van Wishof hebben bezet, en de hier voorgem. Waarfchouwing daar op door een Bode is Voorgelezen , met dat gevolg , dat de meenigte merkelyk, doch met geheel en al, verdween, waar van rapport gedaan zynde, den voorn. Vaandrig omtrent half negen uuren door een Bode is aangezegd, dat de Heeren van de Weth naar huis gingen, en dat, ingevalIe hy Vaandrig begreep, dat alles in rust was, hy dan met zyn detachement naar het Stadhuis zoude komen; dan dat hy beducht, dat by aldien hy aftrok , zonder door andere manfchappen geremplaceerd te zyn, de meenigte welligt retourncereu , en, door den nacht begunftigd, haare kwade voornemens ter uitvoer zoude brengen , raadzaam geoordeeld had zyn Post te behouden; gelyk hy ook gedaan heeft tot twaalf uuren des nachts, wanneer hy door een ander detachement is afgelost; en dat cr verder geene baldadigheden bedreven zyn, als alleen het gefchreeuw van mans - en vrouwspérfoonen, wélken achter afftonden; doch welk gefchreeuw door de vigilantie van den Onderfchout Plaat , is beteugeld («). S. 24. Onder de gevolgen, welken uit de flapheid van den Magiftraat in het nagaan der fources van 't voorgevallene op den 3 April 1784, en het flrraffen der ichuldigen, mitsgaders uit het niet julfificeeren der Compagnie No. 9. Zyn gerefulteerd, oordeelen AVv te moeten plaatfen de veelvuldigen hoon, laster en f*h IO H. ïv i, $ ..  C 187 ) . feitelykheden, welke de Officiers en Adelborften van gem. Compagnie, by vervolg ftrafeloos hebben moeten ondergaan. De Verklaringen des aangaande in de Gecombineerde; Vergadering ingewonnen en beëdigd leveren daar omtrent verfcheide Haaltjes op fa) waar van Wy er flechts eenigen alhier zullen opgeven als by voorbeeld: Dat zekere Jacobus Fikt, onder meer andere blyken van zyn haat tegen die Compagnie gezegd heeft : dat het bloed van de Baanftraat omwraak nep , en dat hy zelve daar wel wraak over zoude willen nemen (b). — Dat de toenmalige Stadsdnlmeester Rulach tegen iemand, die van gem. Compagnie zeide : „ dat zy zig braaf gekweten had •» geantwoord heeft: wat — braaf gekweeten - L_ wa* moed: die Gasconademakers.' ik zeg dat zv zig flechts hebben gekweeten; zy hebben jlecht genoeg gehandeld, want zy zyn al zoo min gemoeid, als dat wy nu gemoeid zyn; dat zal ik getuigen; doch dit komt ervan, van die Gasconademakers, van dat Vrvcorps, en het bloed dat daar geftort is, zal nog wraak roepen ( e). ■ Dat Jacob Halfman voor een hl...m/che moordenaar is uitgemaakt door zekeren Jan Post, en door denzelven uitgedaagd - en allen die van de Comp._ No. 9. gefchoten hadden, voor moordenaars uitgeicholden (d~). ■ Dat zeker Schoolmeester van Beest zig niet alleen op dezelfde tefiye wyze met opzicht tot de Compagnie No « heeft uitgelaten (e); maar ook aan zyne discipelen zeer kwade mdrukfds ingeboezemd tegen diverfe perfoonen van die Compagnie, door dezelven alle! fints ergerlyke en twee-dragt-verwekkendê voorfchrif. ten ,n het onderwys te geven; welk ftrafwaardig % drag ook ten gevolge gehad heeft, dat hy eerst op' onze voordragt proviiioneel in zyne functie is g^nf lpendeerd, en hem naderhand zyne acr;e van Schoolmeester is ontnomen (ƒ). ocnool- Dan (O G. 118. ƒ. * if) m der Gecomb. Verê.P.59, 60,61,6z,U> I4i,  ( 188 ) Daiï de tnlïrkes hebben zig niet tot woorden be» paald, maar zyn tot dadelyjiheden oyergeflageri, eri het zyn niet alleen de Officieren en Adelborften der Compagnie No. 9. geweest, die daar van de voorwerpen waren ; maar ook veele Leden van 't Vry* corps, die geen relatie tot die Compagnie hadden, hebben daar in moeten deelen. De Vroedfchap Elfevier heeft daar van by zyne Memorie verfcheide voorbeelden bygebragt, die Wy by Ons onderzoek Volkomen der waarheid conform hebben bevonden (g), en daar om hier niet zullen herhalen; Wy .zullen cr alleenlyk nog één byvoegen « 't welk, fchoon hét onzeker is , op wieti men het geladen had , daarom rcmarquabcl is , dat het zelve eenig licht verfprei.it over de middelen, die er gebruikt zyn , óm den haat van 't oproerig Gemeen voedzel te geven : Cornells Keeman, op een avond, eenigen tyd na den 3 April door twee mansperfoonen met Schanslopers op ftraat gevolgd zynde, hoorde door ^én zeggen: hy is het, terwyl de andere zeide: hy is het niet. Hier op zig omkeerende, vraagde hy : yvüt zy wilden hebben, en wien zy zogten, wanneer door één derzelver gezegd wierd, zie je wel, hy is *i niet , en door den ander aan hem geantwoord: Wy hebben . niets tegen u , en willen u wel tractee o y e> 5 sj  ( m ) Vervolgens egale geweeren heeft aangenomen, doch zonder bajonetten, die de gem. Lt. Collonel gevaar' lyk oordeelde; en dat eindelyk het gebruik der bajonetten ook by voorfz. Compagnie ( offchoon het laatst ZT K/?, 'TVOei'd Dac al ^rder, wanneer de Adelborften voor de eerfte reize met volle wapenen en montecring zouden optrekken, door den Lt. Collonel verzogt is, geen Cocardes of Dragons te diagen waar door gelyk ook door het voorftel van nen la Colonel, om de monteering met Orange kraag en op/Jagen te laten maken, ongenoegen in de Compagnie ontftaan is (a), 6 Omtrent de Compagnie No. s. Dat deze, naar mate zy zig meer in den Wapenhandel oeffende, meerder inden haat Van 't gemeen geraakt ,sj — Dat in den Nacht van van den% >ly 17&4 drie mansperfonen, waar ouder een meteen byl jn zyn borst, mitsgaders vier vrouwsperfonen en eenige kinderen, die by het Stadhuis een woest gefchreeuw en gezang van Orange &c. maakten, tot ftüte vermaand ten antwoord gaven: dat zy hetzwygen en de IVacht verdoemden, door de Schutters dezer Compagnie geapprehendeerd zynde, daar van aan den Hoofd-Officier van der Boelen is kennis £3 ven , die dit verrichte heeft geapprobeerd, en" verklaard , dat zy volgens eed en plicht gehandeld hadden en voorts twee Dienaars der Juftitie gezonden om gem. mansperfoonen in hechtenis te ftellen, en de vrouwen en kinderen te ohtflaan, (è) d 1 od den volgenden dag het Stadhuis by na altoos doo'r het Gemeen is omringt geweest, onder het welk men vee vZ edoo°r 7 e" f^"; C C) terwy' °P eene aiidere plaats door de reeds meergem. Cla/yn Ferryn geze^ wierd we zullen of ze zullen f avond Lt eene heek hoop paar het Stadhuis toegaan, en die Arme zielen er uit ha% N 5  C 198 ) halen (d); 'tgeen nogthans ex post facto gebleken is onnodig te zyn, vermits de gedetineerden des avonds zyn ontflagen (e). Dat al verder één van deze perfoonen, kort na zyn ontflag, een der Adelborften , die hem geapprehendeerd hadden , op deszelfs ftoep ziende ftaan , by de hand gevat , en gezegd heeft: Ik bedank je baas voor den dienst die je my gister avond bewezen hebt, ik beloof jou en je heele Compagnie als ik in ftaat ben ook een dienst te zullen doen ; dat zweer ik je by myn ziel (f ): waar van , mitsgaders van andere bedreigingen , die 'er gefcbiedden, aan den Hoofd - Officier, doch zonder eenig gevolg, is kennis gegeven ; het geen de Adelborften heeft doen befluiten, om niet meer ter Wacht te komen, maar de boeten te verbeuren; welk voornemen zy aan den Capitein Obreen hebben gecommuniceerd , en vervolgens ter kennisfe van de Weth gebragt, wanneer hun by monde van den Hoofd-Officier is gezegd Wy raden u nu de Wacht maar waar te nemen, of gyl. zult de fchuld ver grooten — en tot een appoinctement op hun Adres gegeven: dat zy volgends eed en plicht hunne Wachten zouden waarné- Om meerdere elucidatien te bekomen omtrent een voorval, 't welk ten gevolg had gehad, dat veele Adelborften, tot na onze aankomst binnen Rotterdam zig onthouden hebben ter Wacht te trekken , hebben Wy aan Schepenen gevraagd de Aanteekenlngen, die deswegens in hunne Registers mogten voorhanden zyn; (h) en uit de daar op aan Ons gefuppediteerde ftukken , (/') kunnen Wy UEd. Groot Mog. informeeren: dat de gem. mansperfoonen op den 14 July 1784 zyn gehoord; doch zonder eenige voor afgaande legale informatien of confrontatie van de Adelborften, die de apprehenfie gedaan hadden, en — niet tegenftaande 'er door den Hoofd- Officier tegen ffacob van der Min was eisch gedaan tot het pree- (d) F. 1. (O N. 3. b. (f) Bylage A. achter N. 3. b. (lt) N. 3. k met de daar achter flaande By\,fub. C. en D. li) BtjeL der Gecomb. Verg.p. 331. (i) N. 3. e, ƒ  ( 199 ) Pinkeren geduurende agt dagen te water en brood—-= ten zelfden dage NB. vermits ''er geene genoegzame confesfte was, zyn ontflagen (k).. Dat vuoris"gem. van der Min, die het voorfz. dreigement gedaaiHiad, op den 2i July wederom voor Schepenen is gerequireerd , en eene geforceerde interprajtatie van zyne dreigementen gegeven hebbende, ernitig vermaan 1 is niemand te molesteeren, waar van aan één OnderOfficier en twee Adelborilen der Compagnie daar toe gerequireerd , communicatie is gegeven en voorgeiteld, dat na deze gegevene inlichting alle pjreetexten btan ongehoorzaamheid weggenomen zynde, zy als nu hunnen fchuld niet zouden, ver grooten ( /). Omtrent de Compagnie No. 3, Dat vermits 'er een gerucht liep, dat dezelve op den 28 Maart 1784 zoude worden aangevallen , de Capitein -Luitenant, met voorkennis van den HoofdOfficier van der Hoeven, zyne Adelborften van losfe en Jchrerpe patroonen heeft voorzien; en agt Dienaars tot adfiftentie aan de Paradeplaats gezonden zynwelke voorzorg niet onnut geweest is, door dien 'er op het, naar 't Vaandrigs-quartier trekkend, pelotton Adelborften groote aandrang was, en zeker perfoon, genaamd de Vries, fommige Adelbor:ten tegen 't lyf liep, zeggende als 't fan hagel nou maa? "opkomt dan ga je allemaal naar den d .... r, inmiddels trachtende tusfchen de gelederen in te dringen ; 't welk echter door Tiet vellen der geweeren wierd belet.— Dat voorts by het afmarcheren van de Compagnie de aandrang zoo hevig en de gevvoone Oproerkreet zoo fterk was, dat de Capitein-Luitenant raadzaam oordeelde het voorfte gelid der Adelborften met losfe, en de twee andere gelederen mexfeherpepatroonen te doen laden, en het indringen in de geleren door het doen vellen der geweeren te beletten (m). Dat den 8 Juny 17S4 de aandrang wederom zoohevig Ov.) N, 3. 0. (O N, 3. ƒ r» N,,4, i.  C *00 ) vig is geweest, dat de Pelottons tot een circel gedrongen zyn, en men veel werk en tyd nodig gehad heeft , om de geweeren te kunnen vellen (»). Dat al verder de Compagnie, die tegen den 20 Juny 1784 wederom bedreigd was, als toen door een geweldig gefchreeuw en gedrang zodanig is belemmerd geworden, dat, niet tegenftaande men met gevelde geweeren marcheerde, echter 't Volk tusfchen dezelve tragte intedringen, en den Capitein Luitenant afte fnyden; dat er een mansperfooö met een pistool by de trekkende manfchappen af en aanliep, die nog» tans by de aankomst der Dienders zig wegmaakte (0): Dat men by eene volgende Waakbeurt één der Adelborsten heeft getracht onder den voet te werpen. En dat de Wacht, op den 27 July 1784, by het aftrekken , op eene verregaande wyze door een Vrouwsperfoon is gebrutalifeerd, dewelke men nogthans, in confideratie van het voorgevallene , eenigen tyd te voren by de Compagnie No. 2., toen de beledigers van dezelve zonder ftrafoeffening waren ontflagen, niet geapprehendeerd heeft (p). Dat op den 7 Augustus 1784. (de Verjaardag van Mevrouw de Prinfes van Orange j in prsefentïe van de Ronde aan de Oostpoort een\ hevig gefchreeuw van hoezée, Orange boven, 't Vrycorps onder, is gemaakt', 't welk met het fpeelen van Wilhelmus van Nas/ouwen op een trompet of ander inftrument vervangen wierd; dat dit geroep langs eenige ftraaten heeft aangehouden, zynde de Ronde diverfe keeren uitgefcholden, nagefehreenwd en bedreigd; terwyl in de Baanftraat veele ruien volks nitgeïllumineerde huizen kwamen, en, ais razenden, rondomroe de Ronde fchreeuwden en vloekten, zonder echter dezelve met daaden te mo- leftecren (g). Dat eindelyk zeker Adelborst op den 19 Augustus 1784. ter Wacht getrokken zynde, verfcheiden fneden over zyn uniform gekregen heeft (r). Qm. (») N. 4. b. (0) N. 4. b, c, cl. {p) N. 4. b, d. iq) N. 4. b. CO N. 4. bi e.  C ooi ) Omtrent de Compagnie No. 5. Dat op den 21 Augustus 1784. de Schildwacht, die san de Oostpoort uitftond, door een rui Mans en Vrouwsperlbonen met klompen voor de fcheerten is gefchopt, waar door hy de vlucht heeft moeten nemen m de Wacht, en om hulp roepen; dat die rui volks heen gegaan zynde tot naby de Korenmolen, ftaande op de Vest, zy de Wacht met roepenen ichreeuwen hebben uitgccischt, en dat de Corporaalvan der Wal, die ook naderhand door den Capitein Beelaarts om zyn gedrag is gedimitteerd, en op maandgeld gefteld, in plaats van den Schildwacht te maintineeren, en het volk aan te houden, denzelven m het ongelyk gefteld heeft (s ). Omtrent de Compagnie No. 6. Da^ de Vaandrig Frescarode op den 12 April iySi. met P. J. Conful, die als Onder-Officier moest worden voorgeteld, voor het front der Compagnie gekomen zynde, welke omringd was van een menige aanfchouwers, op het Commando van praTenteer het geweer door een der Adelborften een Orange Cocarde uit de zak gehaald, en aan'gem. Vaandrig, die de Compagnie commandeerde, toegeroepen is: Myn Heer wacht een weinig tot dat ik klaar ben; hebbende' hy voorts de Cocarde op zyn hoed geplaatst en dezelve alzoo opgezet, waar in hy door anderen is nn«re- VA* ;'S mede dat °P den 4 Ak&stW n7 i' tJ f™2- de gene«ale Wapenfchonwing, de Onder-Officier A.^v door een Mansperfoon is /einitilreerd , die daar op aangehouden , en door een detachement naar. het Stadhuis gebragt is; terwyl'het Gemeen , 't welk hem trachtte te ontzetten , Met dan door het vellen der geweeren en' het uittrekken de™ £r V^i g erd; Ti hebbende de Delinquant op ket Stadhuis tot ftraf eenige dagen op water enbrood gepcenitecrt («).. om- Itj N. 6, ié'WXéUï («) N.-i.«, b.  ( aoa ) Omtrent de Compagnie No. S; Dat op den 14 April 17^4, zynde Bededag, dé meeste Rotsgezelïen met Orange Cecardes, ter Wacht verlctieenen zyn,. en niet dan na veel tegenkantingen , op vermaan van den Capitein, ten Stadhuize de Cecardes afgezet hebben ; terwyl nogthans één derzelven zeide: Myn Heer de Capitein ik zal het voor ti doen; doch evemvei Orange boven. Dat de Luite¬ nant in dien Nacht, in het doen der Ronde, by de oude Hoofdpoort komende door het Rot van den Corporaal Appelman (aldaar post houdende ) een woest gefchreeuw van hoezée beeft hooren maken; dat hy op de zagtfte wyze verzogt hebbende, dit natelaten , zulks in het honderd is beantwoord; en dat hy afgemarcheerd, en Hechts eenige treden, verder zynde , het getier op nieuw heeft hooren herhaalen, wanneer hy weder is te rug gekeerd, en de Rotsgezelïen heeft geordonneerd ftil te zyn, met dat gevolg, dat hy geen verder getier gehoord heeft. ——• Dat vervolgends kort voor dat de Wacht van 't Stadhuis aftrok, het Rot van gem. Corporaal Appeltrian aldaar gekomen is, en dat, wanneer deze bende wegging , zoo voor als bezyden het Stadhuis gehoord is de gewoone oproerkreet: Hoezee, Orange boven (v). Dat op den 7. jfuly 1784, zynde de inftallatie van den Capitein A. Havart op ftraat voor het Stadhuis is gehoord een wild gefchreeuw van Hoezée &c.; dat de Luitenant en Vaandrig de menigte heeft verzogt zig te verwyderen, het welk van effect was byde gefchikfte omitanders; doch dat een Vröuwsperfoonechter zulks weigerde zeggende onder anderen , ikwilhier niet van daan, ik hotr hier zoo wel als jy , waar op. aan de Helbardiers order is gegeven , om dezelve tfé apprehendeeren , 't welk nogthans niet geëiléAueerd js (w). Dat eindelyk op de 'Wapenfchouw den 4 Augustus 1784, eenig volk tusfchen degelederen Van deze Compagnie is ingedrongen, om Cocardes {V) N. 5. t>) N. 5- ;'■ F. 4. *> k  uit te deelen, en dat er ook aan één Rotsgezel dadelyk eene Cocarde op den hoed geltoken is (x).' Terwyl Ons omtrent de Compagnie No, u, welker eerfte quartier uit oorzaak van het overwegend getal Rotsgezellen het achteilykfte geweest is , om zig te oifeneri (y); zoo uit de Relaafen , als verdere ingewonnen befcheiden is gebleken : Dat de Luitenant de Wit op den 24. Maart 17S4. bedreigt zynde , zig begeven heeft by den Sergeant Major vatt Mierop, Capitein van gem. Compagnie, om te vernemen , hoe hy zig in geval van ongelegenheid gedragen moest; en dat deze hem gezegd heeft, dat de Weth goedgevonden had , dat men bm Burgerbloed , zoo lang het mogelyk was, te fparen, eerst met los kruid, en niet dan in de uiterfte nood met fcherp fchieten moest f». Dat gem. Luitenant zoo van den Hoofd - Officier van der Hoeven, als van anderen de confirmatie van 't voorfz. gerucht vernomen hebbende, alvorens dien avond af te marcheëren gecommandeerd heeft met fcherp te laden, waar door in het eerst wel eenig gemonpel is ontdaan; doch vervolgens genoegzame ruimte gekomen, om onverhinderd de Wacht te betrekken , waar toe de op dien morgen afgekondigde Publicatie, en het aanweezen van de Dienaars der Juftitie veel hebben toege- bragt(a). Dat die Compagnie den 29 April 1784.. moetende optrekken , en daags te voren verfpreid zynde, dat zulks met Orange ftrikken zoude gefchieden, er op de Parade een ontzagchelyke menigte volks was; dat de meeste Rotsgezellen met Orange ftrikken op den hoed kwamen, of dezelven daar op ftaken, en dat men verwardelyk naar het Raadhuis onder het geduurig aanheffen van hoezée marcheerde (h). Dat op deu 16 funy 1784. de toegevloeide menigte weder aanmerkelyk was, en eenige Rotsgezellen Orange Panaches op de hoeden hadden (c). Dat er voorts op den 10 July 1784. door O) N. *. (y) G. til, k. (4) G. ƒ. het Sri/?» geannexeerd aan N. 4. b, (a) G. m.d,?,l, (b) G .ui. *,k. (t) g. 121. k \ ';^j  ( 204 ) door de Rotsgezellen in gem. Compagnie op de weinige Adelborften eenen lormeelen aanvul gedaan is; te weten: Een der Adelborften met monteering en een "zwarte cocarde op den hoed op de Vergadering voor het Vaandrigs Quartier gekomen zynde, hebben veele Rotsgezellen die met bajonetten op de geweeren ter Wacht gekomen waren, hier over hunne misnoegdheid getoond; eenigen riepen: die met de Jirik moet weg, moet over de leuning, G . . d . . . als wy geen q rak ge mogen dragen. mogen zy ook geen Zwart dragen. — Anderen , die by eikanderen ftonden, weigerden naar hunne plaats te gaan, ouder het zeggen: G . . d . . . ik verd . ra het met zulk volk of met zwarte Cocardes ter Wacht te trekken, wy zullen dat bl . , . mskind wel klaar krygen, de zwarte ftrlk zal er af, kom aan jongens op ons plaats, nou zullen wy zien of Orange boven zal dry ven, al hebben wy verd . . . „ d onze Orange Cocardes moeten aflaten ; kom laten wy er den bl . . . m uithalen — kom laten wy er G . dd . . . . d my maar op afgaan. Daar op wilden de Rotsgezellen vooraan marcheëren, en zyn dadelyk op den voorn. Adelborst toegelopen om hem de zwarte cocarde van den hoed te trekken, onder het met zwaare vloeken uitroepen van flaat hem dood, gooit hem over leen, want als hy de Cocarde niet afdoet, moet hy verzoopen worden , den Franfchen hond; het geen gevolgdis door met de kolven van de Snaphanen naar denzelven te liaan, en wel met zoodanig geweld, dat, zoo hy de (lagen met zyn geweer niet had afgekeerd, en door andere was geholpen, hem waarfchynlyk de harsfenen zouden zyn ingeflagen;— en van een zoo fterken aandrang op de Adelborsten, dat, door de leuningen aan de Brug alleen, is voorgekomen, dat zy niet in het water gedrongen zyn; zynde door dit gepleegd geweld, 't welk gefchiedde onder een hevig gefchreeuw van: wy voor aan — dring waarin, hier, hier wy voor aan, de zwarte Cocarden moeten er af en Oranje loven voor den bl . . . m, de Adelborlten Glele en Meyer zeer mishandeld. •—— Voorts heeft men getracht het Vaandel te ontweldigen; en de Compagnie is niet dan in groote wanorde en zonder Vaandel, 't wclli  ( 205 ) welk men w een daar by gelegen huis had geborgens naar het Stadhuis getrokken, al waar 't zelve nader» hand gebragt is. Dit is Edele Groot Mogende Heeren het geval ge* weest, 't welk daar de Ingezetenen als nu ondervonden, dat die gewapende Schuttery zelve, welke zy als het bolwerk der veiligheid moesten befchouwen, in zig de werktuigen bevattede, die de openbare rust verfborden , en het vuur van oproer opftaken <— aanleiding heeft gegeven tot het Adres om Voorziening op den 15 July 1784 aan HoogstdezelVen gepraefenteerd , en waarvan de toedragt in het breede omfchreven en geverifieerd is by de Verklaringen aau dat Request, mitsgaders aan het Bericht Van den Magiftraat geannexeerd; en welke nog nader is bevestigd door eenige Informatien in de Gecombineerde Vergadering ingewonnen (d) die voornamentlyk getendeerd hebben , om de fchuldigen te ontdekken, en langs dien weg tot de fource van het gantfclie Werk op te klimmen. In hoe verre Wy hier in gêreusfeerd zyn, zal uit het volgende blyken : De Hoofd-Officier van der Hoeven had op den ia October 17R4 (wanneer juist het different tusfchen Ons en de Weth over de kracht der Bewyzen in de Gecombineerde Vergadering ingewonnen voor UEdele Groot Mog* aanbangig was) Ter Vergadering gecommuniceerd, dat twee Koekbakkersknegts kennis droegen , van twee perfoonen, welken zig op gem. 10 July hadden gefignaleerd; en in bedenking gegeven, of dit point niet ante omnia behoorde te worden onderzogt, om voor te komen, dat zulks publicq wordende, de bedoelde perfoonen zig mogten abfenteeren, en hy van in activiteit befchuldigd worden (e). Wy hebben daar op den volgenden dag gedeclareerd , dat , ten einde het voorlz. exfterend different geene verhindering mogte veroorzaken aan het oogmerk van den Hoofd-Officier, Wy wel mogten lyden, dat de Informatien* wel- (d)ï.tti. {e) Rcfol, der Gecomb. Vergad. p, èfy  C 106* > welke te dier zake in het Gecombineerde Collegie zoude worden ingewonnen, (en waar toe Wy bereid waren terftont over te gaan ) zonder eenige verandering voor het Collegie van Schepenen wierden beëdigd Cf) dan dit Ons Conciliatoir wierd gedeclineerd; (g) en daar Wy Ons met de Wethouderfchap deswegens niet konden verftaan, is het onderzoek dezer zaak, hoewel de Officier, die te voren veel empresfement Vertoonde, door de Refolutie van U Ed. Groot Mog. van 22 Dec. 1784 was in ftaat gefteld om zyne recherches te entameren, uitgefteld gebleven, tot dat Wy volgens het Plan door Ons ter behandeling der" zaken voorgefteld, aan deze Epoque gekomen waren ; waar door nogthans, zoo als Wy voorzagen, *n de uitkomst bevestigd heeft, de recherches naar de fchuldigen niets verlooren hebben, want na dat het Politicq onderzoek in de Gecombineerde Vagadering omtrent dit voorgevallene was afgelopen, zyn de Bewyzen gefteld in handen van den Hoofd-Officier bevers om 't Recht der Hooge Overheid waar te nemen, (h~) die ook weinige dagen daar aan reeds een Decreet van appre'aenfie gevraagd heeft tegen den perfoon van Abraham de Zoete, als daar omtrent een voornamen rol gefpeeld hebbende"; dan de Meerderheid van Schepenen moet de zaak als toen van minder presfance en gewigt geoordeeld hebben; dewyl zy niet dan drie weken daar na, tegen Ons Advis, en dat van twee hnnner Mede-Schepenen een Decreet van dagvaarding in perfoon verleend hebben ; 't welk ten gevolge gehad heeft, dat de gem. Abraham de Zoete zig heeft geabfenteerd, en niet dan uit krachte van 'ƒ profyt van 't eerfte default te Amfteldam is geapprehendeerd geworden; van waar hy vervolgens overgebragt zynde zoodanige confesfïe heeft gedaaH , dat Wy , en met Ons de Schepenen de Mirel en Hubert geen zwarigheid hebben gemaakt, niettegenitaande zelfs de meest aggraveerende omftandigheden W37 (ƒ) Ibidem p. 68. (g) Ibidem p. 70, 71 , 75. {lil Refil. der Gecomb. Vergad, p. 273}  warén ontkend, tot de geëischte ftraf van geesfelhg* confinement en bannisfement te advifeeren; dan hel heeft de Meerderheid van Schepenen goedgedacht contrarie dit Ons Advis, en niet tegenilaande de Publicatie van de Wethouderfchap zelve in dato 22 July 1784, waar by ten bewyze van de enormiteit, die men aan 't plegen Van voorfz. oproerige daad attnbueerde , behalven eené premie van ƒ 1000 i mpuniteit aan de aanbrengers was beloofd den gem* de Zoete, alleenlyk te condemneeren tot een bannisfement van agt Jaaren uit ds Stad en derzelver ja* risdiclie, mitsgaders den Landt van Schieland f#). Eindelyk kunnen Wy U Ed. Groot Mog. uit dé tuer verengem. Relaafen betrekkelyk de Compagnie No. 12. informeeren: Dat in 't begin van 't Jaar 1784, Wannéér gerru Compagnie nog was onder het Commando van deri Colonel Mosfel, de Officieren zig hebben gekleed in de generaale Uniform van blauwe rokken, witte vesten en broeken, flopkousfen, zwarte Cocardes en dragons van zilver met blauw; en dat de meeste Adelborften , inzonderheid van het eerfis Qüartier 01* aanmoediging hunner Officieren, eene foortge'lyké tóonteenng hebben aangenomen. — Dat toen men vernam, dat de Colonel Mosfel zoude afgaan, en door den Vroedfchap Senn van Bazel geremplaceerd Worden, welke zig aan den een en ander had geuit * dat alle opfchik in de Compagnie hem mishaagde, eri dat zy alle Burgers zynde, ook als Burgers moéstenoptrekken , veelen de Slopkousfen en Cocardes hebben afgelegd, en fchoon tegen den zin van hunne toenmalige Officieren , in plaatfe van de witte en llauwe epaulettes en dragons, zig verfierd met epaulettes en dragons van groen, wit en orange, waar door terffond oneenigheid in de Compagnie is Veroorzaakt (k ), en het welk al verder ten gevolg ge* had heeft , dat de Adelborften, die de monteering feleven dragen, zyn befpot en geinfulteerd geworden * ia* (O Q.fub dato 24 tebruarii l?8éi N. 8. a, b} (,J, e,f. O A  ( ao8 ) inzonderheid door zeker perfoon, genaamd Giefefiein; waar van wel aan den Capittein der Compagnie en den Hoofd-Officier kennis is gegeven; doch waaromtrent hun nimmer eenige fatisfactie is verzorgd geworden (/). En dat eindelyk de meerte kundige Officieren gedimitteerd, en door anderen, waar onder veele Tekenaars van 't Request tot vernietiging van 't Vrycorps, die hunne denkwyze naderhand door het tekenen van het antidotaal Request tegen de hervorming der Schuttery nog duidelyker hebben gemanifesteerd , zyn opgevolgd. S & Hier mede de opgaven van het geen Ons omtrent het voorgevallene in en met de Burger-Compagnien Is gefuppediteerd, hebbende afgehandeld, gaan Wy als nu over om voor U Ed. Groot Mog. open te leggen onze bevinding nopens die fource, waar aan de Weth by haar Bericht van 20 July en Confideratien van 30 Sept. 17,^4. de onlus'ten binnen haare Stad voor een groot gedeelte toefcbryft, en over welkers- vrycn loop de Vroedfchap Elfevier zig by zyne Memorie ten fterkften beklaagd heeft, de Licentie, namelyk, van periodicque papieren. Wanneer men een Magiftraat over zaken hoort klagen , die onder het onmiddelyk bereik van haar Politicq gezag ftaaa, moet men natuurlvk verwachten , dat Dezelve alle mogelyke middelen heeft aangewend om daar van de fchadelyke gevolgen voor te komen. Hoe verre zulks binnen Rotterdam gefehied is, zullen U Ed. Groot Mog. kunnen beoordeelen ; wanneer Wy Hoogstdezelven informeeren, dat aan Ons niet gebleken is, dat er iets omtrent den loop van poriodique of andere Gefchriften, federt meer dan de tyd van één Jaar voor onze aankomst binnen Rotterdam gedaan is, als een verbod van de Zuid HoU Isni» (0 N. a, g.  landfche Courant, or fchoon er verfcheide L'he!'i»t zyn gedisfiniineerd, welker fchandelyken inhoud tot, kennis van den Hoofi Officier gebragt was: (a) a onder anderen een Na-Courant by den Boekverkope Hofhout uitgegeven; Een Rouklacht en Graf' fchrift op den dooiYvan den Bauon van der Capel" len tot den Poll , door den Boekverkoper Kraeft verkogt; Het echt verhaal der bloedige masfa- cre &c. hier voren reeds gementioneerd; en eindelyk, om geen verdere voorbeelden meer by te brengen, de Praatmoer, een gefchrift, het welk U EdGr. Mog. uit de Memorie van den Vroedfchap Elfevier (b) hebben leeren kennen. — En Wy laten na dit alles aan het verlicht oordeel van U Ed. GrootMog. over, wat men te denken hebbe van de conduite door den Magiftraat ook ten dezen gehouden; terwyl Wy ten bewyze hoe nauwkeurig de Autheurs van fommige dier Gefchriften omtrent de oogmerken van "t Gemeen onderricht waren , hier nog zullen byvoegen, dat Wy zoo door de Memorie van den Vroedfchap Elfevier (cj als anderfints onderricht zynde, dat er voor eenige lieden van de fmalle Gemeente fcherpe patroonen waren vervaardigd , by Onze aankomst deswegen de nodige recherches hebben gedaan, (dj en bevonden niet alleen, dat zulks der waarheid conform was , maar dat de motiven door eenigen der perfoonen, die zig van dezelven haddau voorzien gealjegueerd , geen geringe overeenkomst hadden met die fentimenten, welke in de voorgem. Praatmoer aan de zoogenaamde goede Burgery war-eu toeaefchreven; ( e ) waarom Wy ook terftont hebben voorgeteld , dat die fcherpe Patroonen aan dezelve Perfoonen zouden worden ontnomen; gelyk ook dadelyk gefehied is. (f) $. 25. (a) O. i , 2, 3. (b) Memoiie van 6 Aug. p. 25, 26. (c) Pag. 25 , 26. (d) Refol. der Gecomb. Vergad. p. 3 — 8. (e) A. 1, 6 — 14. if) Refd. der Gecgmb. Vergad. p> 1». O 3  C 2^0 ) §' 20. Ten befluite van Onze bevinding en wedervaren in het onderzoek nopens het gebeurde in den tyd» kring,die Onze aankomst binnen Rotterdam is voorafgegaan , moeten Wy nog U Edele Groot Mog, voordragen eenige recherches door de Gecombineerde Vergadering gedaan, ten einde tot de eerfte aan? ftokers van de oproerige bedryven, dje 'er hadden plaats gehad, op te klimmen; als mede de gevolgen die dezelve recherches gehad hebben. Geïnformeerd zynde, dat zekere Cornelis Dalmeyer verhaald had, dat omtrent den 3 Maart 1783, ten huize van Kaat Mosfel gekomen was, de knegt van een Burgemeester, met een zak met agthonderd guldens, en dat ■zyne moeder over de deeling van dat geld rufïe gehad had; hebben Wy den voorn. Cornelis Dalmeyer deswegen onderhouden , die op de hem voorgeftelde Vragen heeft geantwoord: „ Dat hy verteld had van zyn moeder gehoord te hebben , dat zy daags of „, kort voor den gem. 3 Maart uit haar huis , 't welk ,, fchuins over dat van Kaat Mosfel ffaat, gezien ,, had, dat 'er tegen den avond aan 't huis van Kaat Mosfel was gekomen een knegt, die aldaar bragt s, een zak met geld, en dat zyn Moeder had opge,, maakt dat dezelve was de knegt van een Burgemeester, om reden, dat zy dicnzelfden knegt des: middags, wanneer zy zig met Kaat Mosfel ten huize van den Hoofd-Officier bevond, aan het huis van dien Heer had zien komen, en een boodfehap „ hooren brengen , of hy Hoofd Officier eens by den ,_, Burgemeester wilde komen; , dat by al verder van zyne Moeder had gehoord, dat zy uit de grootte van die zak gegist had, dat daar omtrent agt kondert guldens in waren." (a) Daar op hebben Wy de Moeder van voorn. Cornelis Dalmeyer 4l mede gerequireerd, dan deze by haare Pvesponfk ' .ven," ($) A... ai. Art. 4,.  ( 3H ) ven op de Interrogatorien, aan haar voorgehouden, hebbende geantwoord: „Dat zy van de komst van „ een knegt van een Burgemeester aan 't huis van „ 'Kaat Mosfel niet anders wist, dan dat zy korten tyd voer den 8 Maart 1783 met dezelve geweest zynde ten huize van den Hooid-Officier, om per„ misfie tot illumineren te vragen, en te huis geko- men zynde, kort daar op, ten haare huize was „ gekomen Kaat Mosfel, welke haar hammen bragt om te rooken, en dat dezelve toen tegen haar „ zeide, dat^ zy geen tyd had om zig op te houden „ „ want dat 'er een knegt van een Burgemeester aan „ haar huis was, welke zy te fpraak moest (taan; — ,, dat zy ook des anderen daags van fommigen haa„ rer Buuren , onder anderen van Camelia den Dana> fer ■> gehoord had , dat den vorigen avond een knegt hy Kaat Mosfel geweest was; en dat zy „ mede had hooren zeggen, dat die knegt, aan had ,, een witachtige rok met blauw uitgemanflerd; dat ,, zy zoodanigen knegt daags te voren gezien laeb,, bende ten huize van den Hoofd-Officier, daar uit „ had gegist, of het fomtyds dezelfde en wel een „ Burgemeesters knegt mogt geweest zyn ; voorts „ dat zy niet gezien heeft, dat die knegt aan het meergem. huis een zak met geld gebragt heeft, ,, maar gehoord van zekere Pieternel de Beste, dat „ Kaat Mosfel ontfangen had voor de man agt du- caten; en ook van derzelver Dochter, genaamd „ Tryntje, dat haar Moeder beticht wierd van den ,, Burgemeesters knegt, die 'er 'savonds te voren ,, geweest was, agt ducaten voor de man gekregen te hebben; en dat zy daar op naar Kaat Mosfel „ was gegaan, en haar om haare portie in dat geld; ,, gevraagd had, overmits zy, zoo wel als gem. *, Vrouwspeifoon, het verzoek om. te mogen illumif „ neren had wezen doen; doch dat dezelve ais toen „ ontkende geld gekregen te hebben. " (Z>) Om deze verfchillende Depofitien te conciliëren, heb». O 4  ( «12 > hebben Wy voorn. Moeder en Zoon andermaal, zoa gezamentlyk , als afzon derlyk onderhouden , wanneer de voorfz. Cornelis Dalmeyer heeft gezegd: „ Dat hy, 't geen hy bevorens had verhaald, had öpge,, maakt un de gefprekken, welkf ten huize van zy,, ne Moeder gevoerd waren, doch dat hy van het Stadhuis thuis gekomen , en door zyn Moeder deswegen onderhouden en beftraft zynde, van haar „ vernomen had, dat 't geen hy had gedepofeerd: niet was conlorm de waarheid, doch dat hy door ,•, het door eikanderen vertellen verward, als waar^ heid had opgegeven, dat geen waarheid was."(c> Er resteerde dus niets anders, dan om de by de Moeder genoemde perfoonen Camelia den Danfer en Pieternel de Beste, mede te ondervragen ; gelyk ook is gefehied, zoo afzonderlyk, als in prafentie van gem..Vrouw Dalmeyer; dan dezen, niet tegenftaande affirmatie van Vrouw Dalmeyer, blyvende negeert n de gefprekken door dezelve Vrouw Dalmeyer gedepofeerd, (dj heeft dit onderzoek, by defect van bewys, niet verder kunnen worden voortgezet. - Terwyl Kaat Mosfel zelve hier over onderhouden gezegd heeft, daar van niets te weten of zig te kunnen herinneren , maar in tegendeel, dat zy de illuminatie van den 8 Maart 1783 van haar eigen geld bekostigd ■ en nooit een enkelen duit daar voor van iemand genoten heeft; (e) hoewel zv echter erkende, dat aan haar tusfchen Dingsdag en Saturdag (den 8 Maart 1783) door Clafyn Verduin en de keukenmeid van den Brander Klink zyn gebragt tivèe Zeeuwfche Ryksdalers,welke door gem. Kink in 't generaal aan de Zwamfieeg tot drinkgeld waren gegeven, dan w»lk geld door haar gebruikt is tot rank-op van hoepels papieren, &c. om de voorfz. Steeg te veneren; (ƒ> ên verder, dat zekere Sara Camyn cnA. lOfymans; me- (c) 't-êftt der Oecómb. Vergad. 59. ' 1 d Ibidtm , p. 53 , 54, (O R 3>. Art. '7 , n i7 (ƒ) R. 35. Art. ,8. \"  ( 213 ) mede wonende in de Zwanefleeg , kort voor den g Maart ten haren huize hebben gébragr' /we*? Heeren ' waar van de één e?» isfeg'tf» op zyde had, aan wie zy op de gedaane vraag, of by haar ook mooi gemaakt wierd, en zy zulks" eens mogten zien ? had geantwoord, dat wanneer alles ophong en uitftont, zy het konden zien; waarop dezelven eene fchelling eri een zcsthalf tot drinkgeld in haar fchoot gegooid hadden, welke zy niet willende naar zig neenjen, gebruikt had, om daar voor brood, coffy en brandewyn te kopen voor eenige Vrouwlieden, die haar in her groenmaken geholpen hadden, (g) En eindelyk dat bovengem. Clafyn Verduin baar eens verteld had , by gelegenheid van zekeren ver jaardas:, gezien te hebben, cat een Koets op de Vest {lil hield, en eenige baar onbekende Heeren uit dezelve kwamen, die inrenrie fcheenen te hebben om geld voor de Zwanefleeg te geven, naardien een hunner zyn goudbeurs in de hand had; doch dat zulks door dezelve Clafyn Verduin was verhinderd, zeggende' dat zy in geen Steeg waren, daar gebedeld óf geld aangenomen wierd. (h) —- Wyders hebben Wy op de informatie, dat de Pondgaarder de Groot van zekeren Pieter de Sutter zoude vernomen hebben, dat zyn huis omtrent den 8 Maart 1783 met plundering bedreigd wierd, en dat de Zuster van gem. de Sutter — de Vrouw van Dirk de Lange, die aan UEd. Groot Mog. bereids uit de re cherches gedaan ter gelegenheid van de apparitie van Kaat Mos/el en Ke:t Swenk in \ Hage in d» maand Juny 1784 is bekend geworden — voor rekening van hern de Groot aan Kaat Mosfel en Keet Swenk vier Ryksdaalders gegeven had, zonder daar toe eenige order te hebben, den voorfz. Pondgaarder de Gioöt in de Gecombineerde Vergadering ontboden , eu van denzelven niet alleen vernomen, dat zulks der waarBeid conform was, maar ook dat hetzelve geld door hem, (f) R- 35. Art. 6. ij') R. 36. Art, 49, 0$  hem, zonder eenige naavraag aan toorn. Vrouw de Lange was gerestitueerd, en dat Kaat Mosfel en Keet Swenk omtrent gem. 8 Maart ten zynen huize waren gekomen , om hem daar voor te bedanken ; (/) waar op wy vervolgens de meergem. P. de Sutter hebben gerequireerd, dan deze gezegd hebbende, van zooodanig discours met den Pondgaarder de Groot door hem gehouden, niet te weten, en zig alleenlyk te herrinneren, dat hy het voorfchreeve gebeurde wel gehoord had, doch niet te weten o/hy zulks van den Pondgaarder de Groot, of van zyne voorn. Zuster vernomen had; (k) is gem. Vrouw de Lange zelve deswegen onderhouden , die op de aan haar gedaane Vragen heeft geantwoord: dat zy op het verzoek van den Pondgaarder de Groot het geld, 't geen zy door of van wegen denzelven ontfangen had, aan Kaat Mosfel en Keet Swenk gegeven had, en dat dit verzoek gedaan was by gelegenheid, dat 'er verhaald wierd, dat een zyner Comptoir bedienden een onvoorzigtig discours gevoerd had, ten e'móe Kaat Mosfel zulks zoude tegenfpreken, wanneer iemand dit ophaalde; doch dat zy het geld niet eerder gegeven had aan Kaat Mosfel (wetende zy niet of KeetSwenk 'er by geweest was, ) dan na. dat hetzelve aan haajr was ter hand gefteld, 't zy door den Pondgaarder de Groot, 't zy door zyn Comptoirbedienden , ofwel door haar Broeder P. de Sutter, 't welk zy zig niet konde herinneren; terwyl zy op de Vraag, of zy 't bovengem. Prefent niet hadde gegeven , om door middel van die Vrouwssgerfoonen het buis van gem. de Groot voor molest te bevrvden? geantwoord heeft, geene intentie gehad te hebben, wanneer zy dit geld heeft gegeven ; maar zulks alleen te hebben gedaan op verdoek vzw den meergem. Pondgaarder. (7) Eindelyk is, ter Onzer requifitie door 't Collegie van Officier en Schepenen Catharina Mutder deswegen geinterrogeerd, die geantwoord heeft; ,, dat Ks&ti ( i) B. ioo. a. ( k) B. ioo. l>. Art. 2 , 4. (O B. ioo. c. Art. 2 , 3,4,5,8.  C 215 ) Keet Swenk haar op dien tyd gebragt had, .twee Zeeuwfche Ryksdaalders, zeggende dat zy er ook twee geJtregen had; doch dat Keet Zwenk haar niet had willen zeggen , van wien dezelve kwamen ; dat zy beide kort daar naar daar voor waren gaan bedanken by zekeren Makelaar of Korenkoper, wonende in het af-, ïoopen van de Westwageflraat, wiens naam haar onbekend was , by welke gelegenheid zy nog een Zeeuwfche Ryksdaler drinkgeld van dqnzelven gekregen, en 'met eikanderen gedeeld hadden; — als mede, datzy heide naderhand aan Vrouw defhmgeverteld hadden, dat zy dien man aan zyn huis hadden gaan bedanken, waar op Vrouw de L.ange gezegd had, dat is een goeden hals, die veel aan de arme lui geeft (;;z). Camelia Swenk mede hier over ondervraagd zynde (na dat zy reeds onder handtasting ontflagen was) heeft erkend, dit geld van Vrouw de Lange omhingen te hebben, uit naam van den Pondgaarder de Groot; en dat zy, by't ontvangen vau hetzelve, gevraagd hebbende naar de redenen van dit gefchenk, ten antwoord gekregen had, die Lieer is goed arms l en daarom geeft hy dat; dat ook by die gelegenheid gefproken was over een onvoorzigüg discours door een zyner Comptoirbedienden gevoerd, en door Vrouw de Lange gezegd :■ die praatjes moeten nie,t na verteld Worden, want het is een jongen Heer, daar wordt zot veel gepraat: Dat zy niet beter wist, of zy was daar aan huis met Kaat Mulder geweest, en 't geld voor beide gegeven, zonder nogthans praecife te kunwen bepalen, aan wie yan haar het zelve was ter hand gefteld; hebbeiade zy voorts genegeerd, dat 't geld zoude gegeven zyn, om zorg te dragen dat het huis of de perfoon van gem. de Groot van moedwil en geweld bevryd bleven (»). Hoe zeer nu de conrrarieteit van de hier voren gedane opgaven en de achterhoudendheid der perfoonen , wefke in dit merkwaardig voorval min of meer ge- («0 R. 44. Art. &- 13, \%\ S,. *4.. Art, 3, 4, 4, 3, 6., 18, i£.  ( it« ) geconcerneerd waren, belet hebben den preecifen toev dragt van hetzelve te ontdekken, vermeenen VVy echter daar uit te kunnen befluiten, dat de Huisvrouw van D. de Lange binnen Rotterdam door het miniflerie van gem. Vrouwspersonen op het Gemeen gewerkt heeft; —— en dat zy ais een voornaam beweegrad in de directie deroproerige bewegingen moest worden befchouwd, vertrouwen wy te confteeren uit de Informatien, dat zekere Vrouw, woonende te Dordrecht, door gem. Vrouw de Lange was aangezogt, tot net verfpreiden van Orange papieren en liedehoekjes, ter gelegenheid van den Verjaardag van den Heer Stadhouder in 1783. vervaardigd; waar omtrent, op Ons voorftel, ter Gecombineerde Vergadering gerefolveerd is aan 't Gerecht van Dordrecht by Misfive te verzoeken, om voorgem. Vrouw, benevens Heu Ondcrfchout derzelver Stad, aan wien de papieren .&c. waren overgegeven , onder eede te interrogeeren. Welgem. Gerecht aan deze Requifitie op de volledigfte wyze hebbende voldaan , (0) heeft de Gecombineerde Vergadering alle de toegegezonden ftukken , waar onder de Orange Papieren, linten en liedeboekjes in handen van den' Hoofd - Officier Gevers gefteld (ƒ>), dewelke op den 20 January 1786. tegen voorn. Vrouw de Lange zoo ter dier zake, als uit hoofde van haar fufpect gelrag heeft verzogt een Decreet van Dag\aai ding in perfoondoch met geen ander gevolg," dan dat het zelve wederom door Schepenen tegen Ons Advis, en dat van den Schepen Hubert, op den 8 February 17,-6. is is geweigerd geworden (q), en daar door de mogelykheid benomen , om langs dit Canaal tot de fource der oproerige bewegingen op te klimmen, en ontdekkingen te doen, die zeer veel licht aan het gebeurde zoude hebben kunnen byzetteu. TWEE- (*) E. 19 4 -- b. (p) Refoï.dcr Gecomb. Vergad p. 266. iq) fub dai'u 20 Jm. en 8 fekr* ijBG.  ( 417 ) TWEEDE HOOFDDEEL. Uit het geen Wy de eer gehad hebben UEd. Groot Mog. by het eerfte Gedeelte van dit Ons Rapport voor te dragen, vermeenen Wy, dat Hoogstdezelven zig in itaat zullen bevinden, om te oordeelen over de fiiituatie, waar in de Stad Rotterdam gedurende den loop van byna twee jaren voor onze aankomst aldaar , zig bevonden heeft, en de merites der klagtea van die Ingezetenen, die eene Voorziening van den bouverain geimplorwrd hebben. — En hier mede hadden Wy wel gewenscht een tafereel van losbandigheid, , geweld en muitery te kunnen, eindigen, waar in Wy, om aan den eerbied UEd. Groot Mog. verfchuldigd , dooreen ampele voordraat van lcnandelyk gezegdens, en brutale bedryven niette manqueren , flechts eenige voorbeelden , voor zoo veel noodig was, om Hoogst dezelven van den aart der gepleegde excesfen te informeeren , geplaatst heb- ?c\ Dan Wy mooSen "iet nalaten , daar d.e zelfde geest van oproer, waaruit alle de bewegingen binnen Rotterdam zyn ontftaan, gedurende Ons verblyf binnen, gem. Stad wel is ouder gehouden, doch meer dan eens getracht heeft deszelfs oogmerken uit te voeren, al verder open te leggen, wat er in die» tydkrtng is voorgevallen. In de eerfte maanden na Onze aankomst, begon het Gemeen t welk men niet nagelaten had omtrent door UEd Groot Mog. gedecerneerde Commisfie, zoo met het di vulgeren van een zeker Concept - Request als anderzints voor inrenemen , dan eenf meer' dan eens minder zig,den teugel in 't plegen van ongeregeldheden te vieren ; — dan hoordelen wederom eens langs de publique Straaten een woe«t netter en pfchreeuw, 't welk den geest van partyfehap duidelykdeed blyken;-dan ondervonden dezulke die hunnen yver in het fluiten der oproerige bnvee! gingen getooat hadden, vwregaande bedreigingen, P  ( ar8 ) ja zelfs feitelyfce aggresfien; (a) en de BüfgSf*' wacht wierd al wederom van tyd tot tvd door attrouppementen Volks , en het voor of na fchreeuwen der Commancloos gehinderd; tot dat eindelyk, de euvelmoed zoo verre klom, dat men op nieuw waagde, de Compagnie No. 6 in haren marsch naar het Stadhuis met vuilnis fteenen &c. te goijen. (b) Deze beginzelen , welke Wy Voorzagen dat welligt, zonder eene eflïcacieufe Voorziening, door meerdere excesfen zouden gevolgd worden, deeden Ons befluiten , om op den 23 November 1784 ter Gecombineerde Vergadering voor te liaan het doen eenef ernftige Publicatie, waar by alle de vorengem. ongeregeldheden, en tevens't geenin vor/^Publicatien, zóo als Wy reeds hebben aangemerkt, was geomit-1 teerd alle attrouppementen op poene van rb- goureufe ftraffen wierden verboden; (c) dan het behaagde den Magiftraat deze Onze Propofitie te decli* heeren-; (d) en Wy hebben Ons moeten vergenoegen , om, door het infereeren van eene Aantekening in de Notulen der Vergadering, Ons buiten verantwoording voor de gevolgen te (tellen, (ej Hier op is als toert gevolgd de Publicatie van UEd. Groot Mog. van den 23 February 1785. <— eii federt is de publique rust en veiligheid, zelfs op deri 8 Maart, die, federt eenige jaaren hervvaards , binnen Rotterdam een toneel van allerlei woeste en rustverftorende bedryven had opgelverd, een geruimen tyd gelukkig bewaard gebleven, hoewel men zig niet had ontzien door het vervaardigen van Medailles met de beeltenis van den Heer Stadhouder, en andere verfierfels, die in plaats van Orange tekens moesten fub- \a) Refil. der Gecomb. Vergad. p. 58, 60, óg.;'. A.53. RefiU der Gecomb. Vergad. p. 111. item p. Ö5 , 88, 98. j.. £- 53 > f4 > $5' llef°l- der Gecomb. Vergad. p. 46 , 47 , 52. ittrn p. 98. 102 ,: 107 , 116 , 117. j. B. 58. (b) Refol. der Gecomb. Vergad. p. 96, 97, ui , 113. j. B. 49 , 50 , 51 , 63, 64. (c) Refol. der Gecomb. Vergad. p. 99. (ƒ) Ibidem pag. ioj, (e) Ibidem pag. 107.117.  C *I9 ) fubintfereh, het Gemeen tegen dien dag aan te vuuren; doch dit Voornemen is verydeld geworden; even gelyk het Plan, om de Tambours van de Compagnie No. 12 onder beftier van den Sergeant Major Senn van Bazel, op den gem. 8 Blaart voor het eerst met eene montering, waar van de koorden orange, groen, en wit waren, te doen optrekken; (ƒ). een plan, dat daar het niet konde uitgevoerd worden zonder toeflemming en goedkeuring van den Capitein; die als Regent een voorbeeld van óndergefchiktheid aan 'sLands Wetten behoorde te geven, veelligt, indien het niet, op Onze voordragt, door Burgemeesteren verhinderd ware, het oproerig graauw voedfel tot nieuwe buitenfporigheden zoude verfchaft hebben. Dan op den 22 July,en 6 Augustus 1785 ofttbranhet vuur van oproer wederom , ter gelegenheid van de pasfage voor by deze Stad van deu Heer Stadhouder en Hoogdeszelfs Gemalinne; maar alhoewel men opentlyk getracht heeft het zelve, buiten de Stad ontdoken, maar binnen te doen overflaan, is zulks nogtans niet gereusfeerd. Omtrent den ee-rstgem. dezer twee bekende dagen „ kunnen Wy Ed. Groot Mog. uit dc ingewonne Depofitien informeeren : Dat een Jacht, gehuurd door den Tabaksverkoper Rudolff, (g) en waar in zig 'een groot aantal perfoonen bevonden (waar onder Vrouw van D. de Lange en van der Wiel, (h) die by UEd. Groot Mog. uit het in 't vorig Hoofdeel gemelde, reeds niet zeer gunstig moeten bekend zyn) des voormiddags is uitgevaren en voor het huis van den Vroedfchap Elfevier onder het roepen van Hoezée en 't blazen van Wilhelmus gefchoten hebbende aan 't Molhuis is ten anker gekomen; dat aldaar met ihet lchieten, Wilhelmus blazen, en Hoezée roepen is (ƒ) N. 8. a, g, /5, zynde de ftalen der opziauee koorden aan N. 8. h. geannexeert. U) K. 15. Art. 3. (A) K. 1. 2.  ( Ho ) gecontinueerd, 'twclk door de menigte, aan het Ponteveer Itaande, met een gelyk geroep wierd beantwoord.; doch dat het gefchreeuw op het fterkfte en met een verbazend geweld, zoo op het Jacht als by en omtrent het Veer, is geweest geduurende den tyd, dat VI e vrouw de de Prinfes van Orange, welke op dien dag van Breda na 's Hige pasfeerde, zig op het water bevond; dat wanneer HoogdezJve de Maze gepasfeerd en met het Rytuig van het Ponteveer was afgereden, van het Jacht is geroepen vivat Orange boven , en dat het Jacht kort daar na , terwyl een groote menigte menfchen op het zelve hoezée riepen, van daar naar de Stad is opgezeild: (k) Dat men in den namiddag al wederom het anker heeft laten vallen of een bylegger gemaakt op de hoogte van 'thuis van den Vroedfchap Elfevier, en aldaar twee a drie malen het gefchut gelost, Wilhelmut geblazen, en een drie dubbeld hoezée, geroepen heeft, voegende fommigen er by Orange boven; (/) dat het zeilend gezelfchap by het roepen van hoezée naar de wal met de hoeden zwaaide, en er uit de Bo .mpies geroepen wierd, jongens je moest Orange boven roepen ,(m) 't geeen ten gevolge had, dat uit een der aldaar ftaande Pakhuizen, terwyl het Jacht op die hoogte lag, mede hoezée Orange boven gefchreeuwd , met de hoeden gezwaaid, en.'t gezwaai van het Jacht met eenige vloeken, en 'tgeroep van Evenwel Orange boven beantwoord. ( » ) Dat al verder van het gemelde Jacht, langs het Haringvliet dryvende, wederom diverfe malen onder het blazen van Wilhelmus &c., het fchreeuwen van Hoezée, en het t (i) k. 4. k. 7. Art. 7. feq. en k. ij. (k) k. 7. Art. 13. fil- K- IÓ- Art. feq. k. i9. a, b, lt 22. (i) k. 4. k. 7. Art. 22, 29, k. ij. Art. 22, 29. k» |2, 13, 22. («O k. 4, 11, 12. k. 4,11, 12,14.  C 241 ) het xwaaijen der Hoedén gefchoten is, (0J 'twelfc door 't Volk, aan zeker huis aan de hey werken de,0>) een en andermaal met een gelyk gefchreeuw eh gezwaai is beantwoord; (a) - dat van hï gem. Jacht tot twee malen toe achter het huis van den Hoofd-Officier Gevers gefchoten, Wilhelmus Z blazen , hoezee en Orange boven gefchreeuwd is. frijn eindelyk dat in den namiddag van den voorfz. dag twee Vrouwspersonen door de Schiedamfche. poort m de Stad zyn gekomen, by zig hebbenSÏ oT v er Soldaten waar Van er één met zyne blote daar aan^w ^^2^' C" ^ Metfdïï daar aan twerk, onder een oproerig gefchreeuw molesteerden; terwyl één der gemeldNVuwsperI foonen, onder een uid gefchreeuw van hoezée êral ge boven, de Stad al verder in ging. (/) Daar nu dit voorgevallene qnod ad fJctum door de ingewonne informatien wel genoegzaam was gecon! ftateerd, doch niet Volledig confteerde Z d perI foonen die m de voorfz. ongeregeldheden bel dreven hadden, zyn ter Gecombineerd!Vergad«i„; gerequireerd de perfoonen van % G. tfeuaVr+J/Ji h Koning, die zig zoo by Ons^ abt by d« Officier CW waren komen Verontfchuldigen over hunne tegenwoordigheid en gedrag op het voren mm Jacht doch dezen, hoewel de dterlgato^^t op zy ftonden gehoord te worden, zoodanig warerï ingericht, dat zy ontrent zig zeiven niets behorflen te deuofeeren declineerden als toen te antwoorden confidereerende de Gecombineerde Vergadering VOor hun niet competent te zyn. (,) Hier op, daar de weg om door een politiek onderzoek eenige verdere ontdekkingen te doen aldus wierd aigeJden An alle de Informatien gefteld in handen van den Hoofd Officier: d,e vervolgens zig aan UEd. Groot Mo» heeft geadresfeerd en autorifatie verzogt, om onder Moftevan tnpuniteit , wegens het geen tegetTil (OK. 3, 5,8,9, io. (p)k.26. (O Refil. der Gecomb. Verg. p. ioo P  ( 222 ) Publicatie van 23 February 1785 zoude mogen zyfiL begaan , drie a vier perfoonen , die op 't zelve Jacht zig bevonden hadden, en hy de gefchikfte zoude oordelen, voor Schepenen, ter Onze praefentie, als getuigen te horen. Dan dit verzoek door den HoofdOfficier aan UEd. Gr. Mog. gedaan, is by de bekende Meerderheid van Schepenen zoo euvel opgenomen; dat zy by eene Mifive aan de Vroedfchap haar resfentiment deswegen heeft te kennen gegeven , welke, gelyk ook het Advis van de Vroedfchap van Tellingen, de Groot, Groeninx, d'Escury en Senii van Èazel naderhand in de Rotterdamfche Courant is ptiblicq' gemaakt; en aan welke conduite wilden Wy Ons eenige gistingen permitteeren Wy vermeenen zoude te moeten toefchryven de oppofith door verfchctde perfoonen tegen de eisfchen van den Hoofd-Officier tot 't geven van getuigenis gedaan, eft waar door de autorifatie by UEd. Groot Mog. met het falutairfte oogmerk verleend, tot hier toe ger lied infructneus is gebleven. («) Maar was de dag, wanneer Mevrouw dé Princes v'M Orange de Stad Rottordam pasfeerde , vruchtbaar geweest iu overtredingen van's Lands Placaten; da overkomst van den fleer Stadhouder by deze Stad, overtrof dezelve verre; en het fcheen, of het Gemeen als nu begreep, zig in deszelfs tegenwoordigheid alle losbandigheid en ongeregeldheden te mogen véroorloven. — Veelen hadden zig reeds voor d%n middag naar de overzyde der Maze begeven, ea eene talloze menigte van 'tGemeen, voor een groot gedeelte met de gewone leuzen van oproer voorzien , bevond zig' buiten de Stad aan 'tVeer; (v) alwaar de Heer Stadhouder moest pasfeeren , en wanneer het Vaartuig, waar in Hoogdezelve wierd overgevoerd, en waar van een Orange Vlag of iets diergélyks waaide, de Wal naderde, verhief zig een zinneloos gefchreeuw en gejuich, het geen telkens herhaald wierd, wanneer 'tvoorfz. Vaartuig, alvorens aan de kant te komen , door de wind ftak. Eindelyk kwam de Heer Stadhouder aan den Wal, 't geen (u) Refol. der Gecomb. Vergad. pag. 563, 564. O) M. i. b, ( , d, f, g, i, t, m.  Jt geen al mede onder een woest gefchreeuw der menigte gefchiede; en trad in zyne koets, die terftonC door eene menigte Volk welke niet ziende, dat hunne baldadige en ftrafwaardige ongeregeldheden door Hoogdenzelven met ongenoegen en afkeer bejegend wierden, zig meer en meer verftoutte, (w) — zoodanig wierd beklommen , dat ze naauwlyks zichtbaar was, terwyl zelfs door een perfoon, met een Orange doek over 't hoofd van den Stadhouder, wanneer Hoogdezelve in de koets trad, gezwaaid wierd, By het afryden was het gefchreeuw van Om Prinsje, hoven &c. allergeweldigst, (x) en daar de koets ft apvoets voortreed, wierd dezelve onder een gelyk geroep door het Canaille, waar van fommigen fteed^ op de koets bleven, en anderen zig aan denaarden, waar van zy de lianen met Orange doeken dekten, vast hielden, Qy) langs de Cingef, en een gedeelte der Schie geëscorteerd, O) wanneer de menigte meest al te rug keerde. ——- Dan hier mede waren de ongeregeldheden van dien dag niet afgelopen. Des avonds, omtrent 9 uuren had men by de Boompjes een niet min oproerig bedryf: Er was namelyk ouder veel andere Vaartuigen op de ïHaze een Bootje met vier a ryf perfoonen, uit het welk van het Ponteveer derwaards varende, op de hoogte van da Draaifteeg luidkeels geroepen wierd - hoezée, Orange haven, en by het huis van den Vroedfchap Elfe^ev. herhaald, met by voeging, het hclfvhe vier aiuhr, Elfevier, het helfche dier onder jzyncte van een Jacht, het Bootje volgende, ais toen, onder een gefchreeuw van Hoezée, gefchoten. (a) . De iugewonne Informatien nopens dit voorgevallene al mede door de Gecombineerde Vergadering aau den Hoofd-Officier in handen gelief i zvide, ( b ) heeft dezelve gevraagd en geobtineerd D?ert;t vin Hpprehenjie tegen zeker -Vrouwsperfoon fcheele Ori-'t genaamd, zoo wegens het geen zy op den 5 JpfU, • 1 cnb ! nUi ■ (u>) M. 2. a, b, c, d,f, l 1 ( x) M. 2, b, c, d, g, h i l. Art. 33 , 34. (y) M. 2. e (*) M. 2>.«, ». M. 2.' e. " ( a) M. r. *. b, c, d', e, f, L h. <*) RefiL der Gecomb. Vergad. p. 323  ( *24 ) J7S4, als op den zi July en 6 Augustus T7S5*, had gecommitteerd, met dat gevolg, dat zy na diverfe verhooren , waar by zy flechts een gedeelte haarer misdryven heeft geconfesfeerd, voor den tyd van twee Jaren in het werkhuis is geconfineerd geworden, (c)—■ Vervolgers heeft de Hoofd-Officier voor 'tCollegie Van Schepenen ter Onzer prafentie omtrent het voorgevallen met het bootje nader perquifitie willen doen; dan offchoon, zulks refulteerde uit Informatien ter Gecombineerde Vergadering ingewonnen omtrent de lust verftorende bedryven op den 6 Augustus gepleegd, heeft het Schepenen goedgedacht te fuftineeren, dat aan hun de privative cognitie daar van competeerde, 'twelk Wy om geen gelegenheid te geven , dat door het brengen van dit point ter kennis van UEd. Groot Mog. het onderzoek daar omtrent wierd gedillaijeerd , hebben aangezien (d); doch Wy kunnen niet te min UEd. Groot Mog. informeeren, dat, daar de fchuldige perfoonen niet zyn ontdekt, dit onderzoek geen gevolg gehad heeft. Inmiddels hadden Wy op den 10 Augustus 1785, in confideratie van het geen op de vorengem. twee dagen was voorgevallen, en het verder gedrag van kwalyk gezinde perfoonen, die op allerleie wyze, door het dragen van Orange halsdoeken, bloemen &c. de bevelen van Ulïd. Groot Mog. trachten te eludeeren, in de Gecombineerde Vergadering geproponeerd het doen van eene Waarfchouwing, ten einde alle de vorengem. ongeregeldheden in 't vervolg voor te komen; als mede dat de noodige en elficacieufe Orders zouden worden gefield om te beletten , dat de Gealimenteerden in de Wees- en Armhuizen niet langer in het dragen van Orange tekenen tot groote ergenis continueerden, met dat gevolg, dat ten zelfden dage door den Magiftraat eene Waarfchouwing tot dat einde is gearrefteerd, en door Burgemeesteren de nodige voorziening omtrent de Gealimenteerden gedaan; ( dato 5 January 178*5. (d ' O, üth dato 2 V.bmary Ï7%6. (e) Rffit.der Gecomb. Vergad. p. 29r, 292, 304;  C «5 .) de den verderen tyd van Ons verblyf aldaar, ongeftoord is gebleven. Dit voorverhaalde Edele Groot Mogende Heeren l bevat het voornaamfte der onrustige bedryven , die geduurende den loop\Qnzer Commisfie hebben plaats gehad; en Wy zouden hier mede het verhaaLOnzec bevindigen kunnen eindigen , ware het niet, dat Wy alvorens tot Onze generale Confideratien ■ waar toe Wy het volgend Hoofddeel gedestineerd hebben — over te gaan, nog kortelyk moesten fpreeken van de recherches omtrent eenige Libellen gedaan, en dé gevolgen, die dezelve gehad hebben. In het begin van September 1784. ter onzer kennis gekomen zynde zeker Weekblad, genaamd de Hardloper van Staat No. 9, waar by niet alleen drie fatfoenlyke Burgers op eene verregaande wyze waren gelardeerd; maar waar by ook de Adelborften der Compagnie No. 9. voor Moordenaars uitgemaakt, en befchuldigd wierden van op hunne eigen Medeburgers met gejlampt glas en porcelein gefchoten te hebben ; is door Ons in Confideratie dat gem. ftuk notoirlyk tenteerde om de Gemeente tegen een gedeelte der Burgery aan te hitzen in de Gecombineerde Vergadering voorgefteld, dat by de Regeering efficacieufe middelen behoorden beraamd te worden om de verdere Uitgave van 't gem. Gefchrift te beletten, en tevens, daar de Uitgever als Schryver van dit Libel had opgegeven den perfoon van Philippus verbruggen, deze zaak in handen van den HoofdOfficier te ftellen (f). En dit heeft ten gevolg gehad, dat Burgemeesteren de noodige voorziening hebben gedaan om de verdere Uitgave van 't voorn. Gefchrift voor te komen, als mede dat geen andere Periodicque Gefchriften van denzelfden Auteur by vervolg binnen deze Stad zouden worden uitgegeven ; (gy terwyl Wy wyders onderricht zyn geworden, dat de drie voorengem. gelardeerde perfoonen de hun aangedaane injurie tegen den Uitgever voor het Collegie van Schepenen hebbende geprofequeerd, eene honorable en profitable amende van biue huizend (ƒ) Refol. der Gecomb. Vergad. p. 19 , lo.jmcl. A. 20.. £j) Refol. der Gecomb. Vergad. p.xj, 16, 4$. £ 3  ( ai6* ) «■ïï-VERE oücatoks tw behoeve van de Diaconie Armen der Nederduitfche Gemeente gecischt hebben; en dat de voorn. Uitgever y. llemhihfcn zoo zeer van zyn fchuld is geconvinceerd geweekt, dat by by Verbaal accoord heeft overgegeven de honorable betering der injurie, conrorfn den eisch, te zullen doen, en daar van in eenige Couranten advertentie te doen ftellen; ierwyl hy de profitable amende aan het arbitrium van Schepenen heeft overgelaten; die vervolgens denzelven gecondemneerd hcbDen Hl eene profitable Amende van tien golden en tien stuivers, ten profyte van de pub'ique armen, (h) Voorts zyn recherches gedaan omtrent zeker Ge*fchrift, geïntituleerd : De waare geaartheid van een deel Requestranten te Rotterdam . en de veroere uitgaaf daar van gefluit O'); gelyk ook hèeftplaats gehad , omtrent eenige andere Libellen; terwyl nè HoofdO fficier Gevers ómtienr fommigen by Schepenen verZO l klagten door den Vroedfchap Elfevier by zyne fuccesfive Memorien en Requesten in den fchoot van UEd. Groot Mog. terneder gelegd , geenzints van onwaarheid of exaggeratie te b fchuldiger. zyn; dat in tegendeel 't geen aan de zyde vau de Wethouderfchap by derzelver Berichten cn ((/,) f>C:'e Procedures, Verbaal en Uitfpraak ivr\t»h'vo. {i) .ytl, dei Gecomb, Vergad. p. 55, 5^, tf .pttitt. A. 44»  ( ^7 ) en Misjlve word aangevoerd, om het voorfz. bekteg als ongegrond en ongepast af te malen; en om die oproerige bewegingen, welken de algemeene rust veritoord hebben , teverzagten, of liever, te verduisteren , meestendeels rebus ipfis & faBis wordt we- derfproken; en dat laatttelyk de sfdrestèn door een groot aantal der voornaamfte Ingezetenen aan UEd. Groot Mog. gemaakt, en waar uit onze Gom* mishe is voortgevoeid, op zeer goede redenen en motiven berust hebben. De dadelyk gepleegde excesfen en violentien * de inactiviteit der Politie en juftitie dc fleste flaat der Schuttery de gemnnifefteerde denk- beelden van de Meerderheid der Regeering — kort om , alles bdlvkte hunne vrees voor nog ergere «* volgen, en heeft de voorziening van UEd ° Groot Mog. onvermydelyk gemaakt: Maar aan dit een en ander zal nog meerder licht worden bygezet door door de confideratien op den gantfclien loop vaa t werk , welken Wy thans volgens Ons gemaakt bellek, de yryheid zullen uemenaan ÜEd. Groot. Mo*, te luppediteren. ° §. i. De eerfte vraag, die zig alhier natuurlyter wvze opdoet, is deze: welke toch mag dt fiurce zyn van die tumtiltueule bewegingen en excesfen — wat is het oogmerk geweest daar mede bedoeld? Zoude hetgeen ongenoegen wezen, hier uit opgevat , dat eenfee Schutters boven anderen in kleding en wapens nL munteden ?_ Neen: - het wuft gepeupel, zoo lanrhetzelve niet van oproer zwanger gaat ziet zuil* met onverschilligheid aan, of fchept veel eer behagen in derge yke vertoningen! „ Zou de oprichtin» ï!h Tf'?l ~T Z0U het der Leden daar toe behoord hebbende de onheils-bron zyn, waar aan zoo veeleen verregaandebuitenfooorighedenbaaro geboorte verfchuldigd zyn V - De Magiftraat £ Rotterdam fchynt met vreemd te zyn van die vooronderftelhng maar ze doet te kort aan de eerfte begimels van het gezond verftand; het gewiogte kan fitet werken voor de ooraak, dus kan ook de ook de oprichting van een Vyeorps *~ dus kunnen de daden van oeszelfs Leden geen aanleiding geven tot ongeregeldheden, excesfen en geweld, bereids langen  ( »*8 ) gen tyd voor die oprichting gepleegd. Om zulks in ernst ftaaude te houden, moet men Heken blind Zyn. ; Wy gelooven gaarn trouwens is het geen twyffeling onderhevig dat de pogingen van den Lt. Colonel Elfevier om zyne Compagnie in beteren ftaat van defenlie te brengen — dat het dragen van bajonetten — dat de exiftentie van een Vrycorps tot maintien van de geftoorde rust, en beter beteugeling van oproer ingericht, geenzints van den fmaak geweest zyn van eene Kaat Mosfel, Keet Swenk en die van haaren aanhang; Wy zyn volkismen overtuigd, dat de geheime aanblazers van een dollen hoop volks uiet dan met weerzin, en gevoelige fpyt hebben zien beramen , en ter executie brengen maatregelen , waar door zy in hunne verfoeilyke oogmerken gefluit wierden; dat zy nacht en dag gewoeld hebben, om het opgeruid Gemeen de bitterfte gevoelens van haat en wraakzugt tegen den Vroedfchap Elfevier en het Vrycorps in te boezemen; maar dit alles verandert niet de natuurlyke orde van zaken; het levert ter contrarie een doorllaand bewys uit van een re vorens geconcerteerdplan van oproer, waar in men geene hinderpalen dulden kon; 't welk men, het koste wat het wilde, zonder iets te ontzien, met verkrachting van de heiligfte banden der maatfehappy, zelfs door allerlaagfte middelen , wilde ter uitvoer brengen. De primitive fource derhalven , en het eigentlyke doelwit van 't naar toneel van baldadige ongeregeldheden en publicq geweld , 't welk men in de Stad Rotterdam heeft zien vertoouen, moet elders gezogt worden; en is met een woord nergens anders in te vinden, dan in een onverzettelyk voornemen, door fommige valfche vrienden van het Huis van Orange maar tellens gedeclareerde Vyanden van 't Vad e r l a nd, federt een geruimen tyd gefmeed, om 's Lands Conftitutie om te keeeren, den Stadhouder bovenal les te verheffen en aan de Burgerlykc Vry béid den doodfteek toe te brengen. Om hier van overtuigd te worden, is niet veel omflag nodig, Men herrinnere zig de jaaren 1747 en i7a8 en vergclyke de troubles van dien tyd met de omftandigheden , welken in het tegenwoordige geval hebben plaats gehad: Toen wierd de f malle Ge- 1 0 meen  C mo ) meent e, welke doorgaans voor bedrieglyke verleiding vatbaar, niets weegt en onbefuisd party kiest, door lietige Gefchriften, onrust-wekkende Gefprekken, uitdeclingen van een drinkpenning, en meer andere practycquen tot oproer voorbereid, om het Stadhouderfchap in te voeren; attrouppementen eerst van Jongens en Vrouwlieden, wier voorbeeld ras door Mansperfoonen van het flegtlle foort gevolgd wierdt , waaren de eerfte verfchyniéls, waar door de publique rust geftoord wierdt: een woest gefchreeuw verh'et zig langs wegen en ftraten +, het dragen van Orange leuzen was het fignaal afperfin- gen van geld, het mishandelen van ftiile Ingezetenen, die anders dachten, of neutraal bleven, waren de uitwerking der ongebondenheid. Alle deze ipoorloosheden , onder herhaalde betuiging van Liefde voor den Prins bedreven , wierden door de dadelyke aanftelling van Zyne Hoogheid tot Stadhouder agtervolgd. Thans zyn dezelfde prteparatien —— het zelfde foort van Volk dezelfde wyze van uitvoering gebruikt om alles in rep en roer te brengen. Het voorgevallene in 'sHaceop St Nicolaas avond 178a was niets minder dan een teken en voorfpel van het ge,en naderhand gebeurd is • de on roer kreet in de Refidentie-plaats van den Souver a i n aangeheven, doch aldaar voorzigtig gefmoord' moest elders hervat worden. Rotterdam binnen weiher muvren (volgens de aanffotelyke en' profane aanfpraak van den Kerkenraad, aldaar in i766 aan den Heer Stadhouder gedaan) (a) de w*gtot de Stadhouder0e -waardigheid dezer machtige Provintte door deszelfs Groten Vader onfietfelyke gedaehtenisfe aller eerst gebaand werd, en daar men reed* let f eest-offer-met Orange- koorden bom, tot aan de hoornen van den altaar, wanneer men zig nog elders moest vergenoegen met inflilte te betu.gen: ,ffVy zyn uwer „ 0 David, Wy zyn uwer gy Zoon van Zzaï." R T ter dam alwaar de Schuttery, 'tZy opzettelvk'tzydoor verzuim in een aller" ellendigst Verval Vraakt was, en derhalven geen genoegzame., tegenfiand te wachten was, fcheen het bestgefcmktfot («) Dezelve is te vinden in de Bvlagen achter de AtWlope van Pr. Hofjlede, gedrukt in ,78>°. by % Hofuout te Rotterdam, p. 71. J ' en  {- 110 ) eeii brandpunt, om de fakkel van mtlitzilgt aftn te (leken ,en liet vuur aan andere Steden mede te delen* Op heelnde van 178a tracbte men aldaar een hoojrend Dank-Adres te doen tekenen; de Geesten def f/ufilficatoire Memorie van den Admiraal'-Generaal, naar de geest en bevattelykheid van het Gemeen in* .genet, worden aldaar voor twee Stuivers verkogt, en zelfs voor niet uitgedeeld, om ze aan den man te lielpen; het zelf ie Gemeen wordt door oproa» rige Liederen, by Bennet en Hake uitgegeven, aangemoedigd om den Verjaardag van den Stadhouder met vreugde te vieren. Het volgt dien verraderly- ken raad, -ai de Zakkedragërs richten Eerepoor- ten op. Dit- openbaar vreugde bedryf door het Ikirgerineesterlyk gezag van den Praefident van der Heim gewettigd *of doorgedrongen , geeft een nieuw voedzel aan de excesfen, welken bevorens al een begin genomen hadden: Muitery, geweld, knevelary, rüperfing van gel'd, en fohennis van de publieke veiligheid zoo binnen als bniten de Stad, zyn daar van het gevolg; % Burgèr en Vreemdeling lyden, in hunne huizen goederen en perfoonen, bedreigingen' en overlaste. Maar w-at is het einde ——* wat het t/wtif en doeïwit van alles? Het blykt uit den gantfchen loop der gebeurtenisfen , zoo op dien dag als vervolgens: Osakób boven alles. In dit Centrum loopt allés Tarnen; men zuipt men fchelt — men zingt liederen men draagt Orange leuzen en béfpottelvke gewaden t e 11 ë e r e va n IM Prins. De zullen die zig tranquil houden, of voor vyanden van oproer bekend (laan, worden beIpot, vervloekt, mishandeld t e(r ee're van d e PI Prins. Al wie zig tot bewaring van de rust, - en het refpeck aan de 'Moge Overheid vèrfchuldigd in de bresfe (lelt, moet rir onder; ter e e r'e o f t en gevalle va n den P r i n s. Waatlyk' deze woorden en daden zyn niet dubbelzinnig, —* ze expliceeren zig zei ven : tiet gezag van den Sou- verain moet onderdoen de Stadhoudet moet 'niet meer aan dat gezag- gefubordineerd blyven zyn gedrag moet niet langer door denSouverain uitgeplo-" zen of beoordeeld worden; — hy njoet.in de out* ftaane discrepaneès op zyn Souverain ze -eupralén, eii door de helfte des volks boven de Wet en aile contradictie gefteld worden-  Vraagt men wyJers, wie zyn de geheime aanvoerders geweest ,t door welker onzichtbare hand het gepeupel ■als een gedienftig werktuig tot deze ongeregeldheden rs aangezet en be'huurd geworden ? Die vraag kan ligter voorgcfteld als beantwoord worden Dit onderzoek was, fidele- Groot Mogende Heeren! zekerlyk een Voornaame taak van Onze Commisfie; ' meer dan eens lubben Wy ook dien fnaar geroerd; maar 't zy dat de Egards, weiken Regenten zig onderling vermeenen fchuldig te zyn, en die in Rotterdam zeer verre geëmendeerd worden; — het zy dat het eigenbelang bier van *t motief geweest zy , telkens ( Wy moeten dit nogmaals hei-harden) zyn Onze pogingen, om tot de eetjle oorzaak op te klimmen, gecontrnmmeerd, verhinderd , of te leur gefteld; — telkens zyn 'er directiea •gebruikt, om ons van den helderen dag afteleiden, en ïm een fiaauw fcbemerlicht te doen omdwalen. — Dit, Edele Groot Mogende Heeren! en dit alleen; belet Ons by een Rapport, 't welk geen gehazardeerde gbfingen toelaar, op den man af te fpreeken , en ftellig op te geven, wie, naar Ons begrip, de verborgen dryfveeren van de eerfte oproerige bewegingen binnen de voorfz. Stad geweest zyn; maar het geen Wy met zekerheid zyn te weten gekomen , en daarom geen zwarigheid maken aan UEd: Gioot Mog. mede 'te delen komt hierop neder: Dat voor zoo verre al de Meerderheid der Leden van" de refpeciive Collcgien, zoo van Politie als Juftitie aldaar , de eene min de andere meer, dan eens door onberade handelingen, dan eens door onvergeeflyke verzuimen, 't zv opzetteiyk, of Uit wanbegrip, de onrustige en tun.ultueufe bewegingen niet direct mogte hébben gefavorifeerd; ten minften de vooroduuring en aanwas derzelven aan het gedrag dier Meerderheid te danken ftaat, ' § 3- Onder deze Leden komt aan den Burgemeester v kft der Heim, huiten twyffe], de eerfte rang t<«e. WanDeer men deszelfs conduhes van ftap tot ftap naugaat» alomme ontdekt men zvne principes en denhvyze; altoos aan zig zeiven gelyk, vindt men hem aanftonds gel1 • reed  ( «sa ) reed om op deneerften aanzoek van eenige weinige Zakkedragërs pubüque vreugde bedryven (die natuurlvker wyze tot voorlopers van andere ongeregeldheden 'gefchikt waren) toe te ftaan; het Gemeen liet welk hem daarom ook als aan zyn afgod den wierook van oproerige lofzangen toezwaait, is het geliefde voorwerp van zvnö zorg, protectie, cn menagementen; de mcfures, welken tot beteugeling van die razende factie worden voorgeflagen , mishagen hem ; zyne vooringenomenheid tegen het beste gedeelte der Ingezetenen ftraalt ten kiaarften door; de overlast, ordentelyke Burgers aangedaan, behandeld hy en bagatelle; zyne inzigten om een hoop Volks, 'c welk recht noch reden kuit, inde gefchillen van deze ongelukkige tyden te doen deel nemen, declareerd hy onbewimpeld. Alle deze zaken zyn by het hier voren gedaan Narré bereids getoucheerd, en verdienen wel eene nadere uitbreiding: Wat bewoog hem, tot het inwilligen van die eerepoorten. — Vv ar bewoog hem, om in Burgemeesters Kamer by ab/entie van twee Mede-Leden, zyn Collega Bogaert, die dujdelyk zyn wederzin daar tegen te kennen gaf, jö? w;',x' t'- verkloeken , en deszelfs remonftrantien te bejegenen met de ongepaste vrage: of hy zig vel van Orange lint -vtoizien had, dat zu$s vicgelyk wel noetig zynkor.de? De Vroedfchap Elfevier heeft by zyn* Mewne, en ee Schepen Ferftolk by zyne voordragt in ae Weth op 6 Maart Ï783 zeer wel opgemerkt, dat de tyd hier toe niet gefchikt was: De ysfeïyke fchok, welke deze RepubJjcq door den Engelfchen 'Oorlog had ondergaan; de immer.fe fchadens, welke de eenige'bron en lieunpilaar van 's Land? welvaart, narnelyk de Koophandel , voor en gedurende dien ongelnkkigen Oorlog geleiien had, waren ztkerlyk geen gefebfkte motiven om juist tl:ans vreugde-bedryven te vernieuwen, die men in actiën vorige jaaren van rust-en ftiire niet had zien verroonen! Men moet verbaast ftaan over het antwoord door den Burgemeester van der Heim op die vrage, voorkomende in zyn Bericht, waar van hier varen melding is gemaakt, gegeven: het afjlaan van 't \trzic,.; c:r Zakkedragërs zoude nadeelige impresfien kunnen yiaketi, dan het toeftaan van 't zelve integendeel veel kunnen contrihueeren om de gisting in de gemoederen mn veele Ingezetenen te doen bedaren. •— Dan om niet te herhalen dac het voorfz. verzoek niet door het geheele  ( *23 ) ft gilde of door Hoofdlieden uit deszelfs naam, maar alleen u'oor eenige Zakkedragërs was gedaan waar blyft hier zyne erkende Staatkunde ? Ten einde eene gisting te doen bedaren, waar van oproerige Gefchriften — het openbaar bedelen langs ftraat, 'en aan de huizen» om geld tot viering van den aanflaanden ' verjaardag van den Stadhouder — de geruchten van plundering hes oogmerk zoo zigtbaar te kennen gaven, wierd een publicq desaveuvén de Regeering gevorderd ; — de Burgery moest fpoedig gewapend en aangemoedigd — de Juftitie in volle activiteit gebragt worden. Dus roeit men het onkruid uit, eer het re diepe wortels fchiet; — dus ff uit men in den beginne mee weinig moeite alle oplopen, die als de fnecuwbal rollende aangroeien, en alleen door "verzuim van tvdige voorziening gevaarlyk worden ; maat neen! de Politie van den Burgemeester van der Heim redeneert geheel .anders: — Wilde men verhitte zinnen tot kalmte brengen, men moest de blinde zucht, die hen vervoerde kittelen, en aanzetten ; de oprichting der Ecrepoorten moest worden ingewilligd : het gemeene Volk eene ongewoone en eclatante festiviteit, natmirlyker wyze gelonkt, om tot meerder faménrotting voet te geven» door het Burgemeesterlyk gezag gewettigd ziende, zou nu te rug komen van de licentie en excesfen, die het zelve zig eigenwillig had veroorloofd: — Dus giet meri olie in hst vuur, orn de vlam verder uit te fpreiden; — dus favorifeert men de losbandigheid, en beneemt haaf alle vrees. ■ Ken iegelyk mensch van gezonde harsferteti voelt de befpottelykheid van dergelyk raifonnement ; de Burgemeester van der Heim zelf is te zeer verlicht om "te geloven, dat een prtetext van die natuur voorgoede munt zou kunnen doorgaaa ; neen, de waare ooVzaak Van zyne byzondere infehikkeiykheid en complaifance heeft hy elders vry klaarder en met meerdere oprechtheid geopenbaard. Zyne Hoogheid (UEd. Groot Mog. zullen 't zig herinneren kunnen ( « ) was nu federt een geruimen tyd, zoo door blaauwboekjes als pasquillen ge* maltraiteert, het was meer dan tyd dat hy eens verheven wierl; (dus fprak hy in Burgemeesters kamer, toen 'er nog aan geene verantwoording gedacht wierd). —» (e) VU. $.3. van 't terfte Hoofddeel. f a  C £24 ) jEn C het geen nog harder draaft) het was eene louable vreugdebedryving; dexyl Zyne Hoogheid federt een. geruimen tyd verongelykt en zeer veel te laste gelegd was , moest men het volk gelegenheid geven om zig ND. te dev eloperen en opentlyk hunne denkwyze, ten opzichte van den Stadhouder, te doen blyken ; (dus- fprak hy in de volle Weth). Deze taal is verfhanbaar, en drukt met ronde woorden de gevoelens uit vaneen Regent, die aan de vermeende belangens van den Stadhouder blindelyk verflaafd, en geen kans ziende , om zyn geliefd fyftema langs wettige wegen in de Staatsvergaderingen te doen boven dry ven, de fex populi , wier geaarrheid hem bekend is, als het ware, uitnoodigt, om party te Mezen, om zulks NJ3. openlyk te doen; dat is in effeclc, om (gelyk dat foort van volk gewoon is, en reeds dadelyk begonnen hadt zig in 't openbaar te verklaren) publique bedelaryen aan te richten — voor het afgeperste geld lustig te drinken — vervolgens met verhitte zinnen, en een wraakgierig hart de oproerleuzen te vertoonen — als dolle menfehen langs wegen en ftraten Orange boven &c uit te ichreeuwen — ter eere van Zyne Hoogheid te zingen — fatzoenlyke Burgers, die van zoodanige onbezmsde denk-cn handelwyze een afkeer hebben, te. jniultceren, te bedreigen , en te mishandelen; met éeh woord, om met geveld het werk meester te worden; — ten voordeele der zoogenaamde Prins gezinden zaken te decideeren, waar van de cognitie den Souverain alleen toekomt; —en.alle banden van fuboruinatie, ten koste der algemeene rust en veiligheid, eensklaps aftefhyden. Te vergeefs echter zou het bulderend onweer verwekt worden, indien hetzelve gefluit wierd, eer het nog had uitgewerkt. In January 1783. had de Burgemeester van der Heim zig bereids vry hevig tegen het gebruik der Bajonetten onder de Schutters verzet; en ia February van het zelve Jaar de betere wapening der Schuttery opgehouden; dus had hy zyn gezag en talenten doen gelden, om aan de muitzucht een onverhinderden loop te geven; thans om het werk niet ten halven te laten Heken , moesten wederom alle middelen toe voorkoming van verdere desorders in den wal gefcho, ven worden. ! En hier in gedraagt zig de Burgemeester wederom mcesterlyk: Brengt raerj hem die zoo-  ( 225 ) zoogegronde vrees voor plunderingen onder het oog, hy befchouwt die als een terreur panique; die gefebiede op uen 3. Maart. — Doen eenige Leden van de Weth een voorlid om daar tegen Voorziening te doen, het komt hem gedeplaceerd voor; — geeft de Hoofdfehout van der Hoeven, op den 6 Maart daar aanvolgende zyne beduchtheid te kennen voor de ftoring der gemeene rust, — bevestigt de Schepen de Monchy zulks met een ftaaltje by hem zelfs ondervonden; proponeert men daarom in de Vergadering van de Weth het in de wapenen brengen van eene Compagnie Burgers tegen den 8 dito — hy contradiceert het voorftel' ten allerfterkften, en prefereert zig des noods te bedienen van Zakkedragërs , A'S. juist die geenen van wie' het eerfte verzoek tot oprichting der Kerépoorten was hervoortkohen; — worden daartegen folide tegenwerpingen gemaakt,— 't is alies vrugteloos; hy perfifteërt by zyn gevoelen, lost alle zwarigheden op met de aanftootelyklfe betuiging van zyn genoegen over 's Volks louable vreugde , en dwarsboomt tot den einde toe de prajc'autjen, waartoe nogthans op dien dag en den volgenden, zyns ondanks , befloten wordt. In dien zelfden kring bly vende voortwerken, is het niet te verwonderen', dat' een man, zoo genegen , om de muitzieke CabJal' tc complaceeren , als weimg gediend met bet dempen van den onrust, op den 5 April , wanneer de excesfen bereids tot den hoogden graad geklommen waren , wanneer het Gemeen zig in den ruimden zin gedevelopeerd had,' op eene wyze, waar door dé gantfche Stad beroerd wierdt; wanneer het water tot "aan de lippen ftondt; wanneer tusfchen de bedreiging van plundering , en de dadelyke plundering zelve naauwlyks een ftroo breedte overbleef, en wanneer dus, zoo ooit, allernoodzakelykst was, geweld met geweld te koeren, nog van zig heeft kunnen verkrygen om aan den Burger-Vaandrig, die by bet Collegie van de Weth) orders kwam vragen, deze pathetique vermaning toe te voegen : Ik recommandeer de Heeren toch vior "al voörzigtig te zyn en niet driftig te werk te gaan; Ik zet op uwe conjbientie het Burgerbloed dat gy door den drift zoude doen llromen; eene vermaning, die zekerlyk door een ander Regent in eengantsch ander faifoen gedaan zynde, lof verdient, en de gevoelens van een waardig Burgervader zou hebben uitgedrukt; maar in dit tydftip uit- den mond JP 3 van  ( 21.6 ) van den Burgemeester van der Heim vloeiende, niet dan zeer verdacht kan voorkomen. Had de vrees, om Burgerbloed te zien ftroomcn, zyne directien voorgelicht en beftuurd, nooit moest hy door het toeflaan van publicque vreugde • bedry ven daar toe de eerfte aanleiding gegeven hebben; nooit moest by zig verzet hebben tegen het beramen van maatregelen om tjdig eer de zaken tot het uiterfte kwamen , de ongeregeldheden tegen re gaan; hy moest zvnen invloed by de fmallei Gemeente hebben doen gelden, om haar tot rust te vermanen ; hy moest zig met woorden en daden als een vriend van üiite, cn een patroon van 't beste gedeelte des volks in de bres gefield hebben; maar, neen! nu, daar ahes door eene envoorbeeldige wandirecfie bedorven was; nu, daar het gepeupel alle overblyffels van onderwerping had afgefchud, en aan zyne ongebondenheid den vollen teugel vierde; nu, zelfs een gedeelte der Burgerwacht aar) een zichtbaar gevaar geëxponeerd was, en den nood aan den man kwam, de moderatie aan te pr.yzen , menagemeuten te recoramanqeeren , de confcientien der geenen, die gereed ftonaen om tot befchermïng van mishandelde ingezetenen hun eigen leven m de waagfchaal te {lelie», ontydig te Jntimideeren, en van eenen efficacieufen tegenftand, al« het ware, te weerhouden; — dit alles in zyn famennang beichouwd , verraadt principes, waar van de hatelykheid beter gevoeld , dan uitgedrukt kan worden. Het ge vul van type Livery • bedienden van den Burgemeester van der Heim en deszelfs Zoon verdient m». de eene zonderlinge opmerking, (i) Het akelig toneel van 1733, de gevolgen der als toen verleende PertnisGe om ccrepoorten op te richten, waren non te Rotterdam ny alle brave Inwoners een voorwerp van fcarfk cn vertoenng; memand dan de rusrverflorende Cabaal, altoos van dezelfde inzichten zwanger begeerde de vernieuwing daar van tegen Maart 1781 te zien; de Zakkedra- CU ÓP* toe Secn aar'Zück gedaan; des moest hunnen yver door nieuwe middelen worden gaanue gemaakt, Deze twee gebroede Dienaars nemen dernajyen op zig den rol van opftokers en aanvoerders- ze befchuldigen te Zakkedragërs van de groote beoaauVd- 'r \ t- i_ hcid; («; Zie hier voren J. 9. van 't eerfte Hosfddeel.  ( 227 ) fieid; verzekeren hen van de goede intentie van hunnen Heer, en (zoo verre gaat de fpoorloze drift!) één derzelven wilde wel celb fpendeeren, om onder een ver* momd gewaad in dit plaifiertje deel te nemen ( quid dominifacient aiulent curn talia fures?) De Hoofd - Officier van der Hoevtn, die verzuimd heeft deze zaak aanftonds te onderzoeken, vermeent gegronde redenen te hebben, van te denken, dat zulks geheel buiten kennis van den Burgemeester zou gefehied zyn; ■ Wat Ons aanbelangt, Wy zyn befchroomd om daar omtrent iets zeker te bepalea, of fchoon 'er waarlyk tusfchen dit gebeurde en tusfchen de hier voren gedetailleerde handelwyze van den Burgemeester, een zeer naauw verband «citeert; in allen gevalle verineenen Wy op Onze beurt gegronds redenen te hebben van te denken, dat gelyk veeityds domeftique geesten op den leest van die der Meesters gefchoeid zyn, zoo ook gem: Livery-bedienden zeer na in den finaak van hunne Heeren, althans van den Prtefident van der Heim gevallen zyn; en dat zy, fchoon eenigfints lomper, en met minder overleg, de fraaie maxime van hunnen Meester: Int Volk ( namelyk moet zig developeeren, en hunne denkbeelden ten aanzien van den Stadhouder opentlyk doen blyken, getrouwelyk hebben opgevolgd. Of voor het overige de Burgemeester cn zyn Zoon hec gedrag van deze twee ondergefchikte en werkzame domestiquen dadelyk hebben' goedgekeurd, laten Wy in het midden; nooit is ons'gebleken, dat hun over dit ftrafwaaadig tentamen van dien kant eenig ongenoegen zou bejegend zyn, maar met iïidignaue 'hebben Wy vernomen, dac ze by Continuatie in hunne refp, dienften by Vader en Zoon gebleven zyn, 't welk op dit refpect. al vry wat ftof tot ohguriftige gistingen Oplevert. §• 4- Het Collegie van de Weth ( waar van Wv met opzicht tot 'c jaar 1783 de Burgemeesteren Bogaert en van Berckel, beuevens' de Schepenen P. de Monchy en Verjlolk van Zoelen, en met opzicht toe de Jaaren 17S4 en 17S5 de hier voren opgenoemde Leden blyven uitzonderen ) heeft fchoon juist in alles niet zoo fterk, echter ook in meer dan in één opzicht, het zelfde voetjpoor van den JPrcefideoc Burgemeester gevolgd. —P 4 Hec  ( ) Het verhandelde bv de twee iurfó* H i , daar van de onwedwir/re/^tr^ * [W^cclcn kvm eerfte be-in van ïk H?cfe "^«V* Van bee om de rust bmncn haare Stad tebewIren-H^ n bewegingen tep-m n» ' ■? °^W3!L»> de ontftaane der «o "de BuSv S if?"; de afecmee^ veiligheid zoodanig gehandeld, da't ^aSSS&^&& flisfing der gerezen S J£mh^'S ™'Je beStadhouder w'ilde irfe2 S S de° tegen het eezair t™ ! u ^n Z1êtbaar attentaat de Politie Ah, iprecït vrS'n^fr dc Wf^fiqSSy££hS^tIn*!a te verbieden, te maken S^li^^^Wl **** van ongeregeldheden zJd ?Uikcn» dlc wai^s fc&lveo te heb en bëtlut ;;- h'' "CgCn t0onden' °* W^w^^SSfö»*^ yver'door °" W bqnneVfoneé*Sw2S2 e*e«<*l* op te wekde afkeer teeen 3fc--5SSKS^ " eai M,t ugW)u«l v^q dit dies keft by de  ( 229 ) Regeering van Rotterdam plaats ge&ad; f> tydiVc Wapening der Schuttery alle'tyJlgü prjccautien tegen famenrottingenzyn fcb;;n ielvk'verzuimd; — hec Gemeen is gevierd, gemyd .{'oogluikende in hare eerfteonftuimighcid gcfterke; terwyl anderen, die 'er zig tegen verzoeten wilden, ftroef en met kenmerken van ongenoegen bejegend, en vervolgd zyn geworden. ■ . Het een en ander is genoegzaam evident uit het Narré in de twee vorige Hoofddeelen vervat; het zal echter niet ond'ienftig zyn de zaken nogmaals in een kort beftek finnen te trekken. Wat is 'er (wagen Wy,) wat is *er toch tusfchen het laatst van 't Jaar 1782, (toen de ftorm zig al in 't verlchiet vertoond had) en den 8 Maart 1783 tot het onuer de wapenen en in orde brengen der Schuttery verïcht? Van wegens de Redering wljlrekt niets!'Wel lerre van die te helpen bevorderen,- ten minften eenige provifionee.e ichikkingen te maken, wordt zelfs de yver en acfivjceit van fonmige Burger-Officieren euvel opgenomen; — de Propofuien tor. de voorfz. verbeteringen in de Weth gedaan, worden op pretexten, die zoo geaffecteerd als befpottclyk zyn , flepcnde gehouden; en die gevreesde dag komt te- vqorfchyi zonder dat er iets is uitgevoerd! Eenige dagen te voren had het Volk zig bereids geattroupeerd, rondgelopen, cn e.en dadelyk begin gemaakt, met het plegen van losbandigheden, cn overlast aan de goede Burgers. — Wat heefede Politie gedaan, om die attroupementen en onrustige bewegingen, exclamatien , woest getier, cn bedelaryen te beJwingen? Wederom niets! 'Waarom nier. terftondeenePublicaticof waarfchouwinggedaan? waarom niet de handen met de Juftitie in een gefla^en , en zon» gedragen om door Dienders, Hellebardierscnandere noodhulpen het volk te verftrooien , tot ftilte te noodzaken, ot liet zelve door het gevangen nemen van eerii^e Belhamels fchrik aan te jagen, en ontzag in te boezemen? Maar niets van dit alles! Indien de Weth opzettelvk voornemens ware geweest de Muitzugc en het Geweld te favonferen, wat konde ze erger gedaan hebben dan de eemge middelen tot hare ftuiting te verwaarlozen? Wie iets beletten kan, en het niet belet, fchynt zelfs medeplichtig aan de daad! - Ondertusfchen blvfc in yeerwil van de Excesfen op den 8 Maart ondervonden, «lie doodelykeüaapziektevoortduren: zoo ooit, was toen ten tyd geboren,orade Schuttery op eenen. respeftablen P J voet  C £30 ) froet te brengen; en dit begrypt men zelfs door in'tiaatie van April van 'c zelfde Jaar, na veele tekenkauting en entraves, eene Nieuwe Ordonnantie op de Schuttery te arrefleren, die nogthans in veele opzichten gebrekkelyk; was, en gelegenheid heeft gegeven tot den voordrage ■van een nader Plan ter generale verbetering. Welke bezigheden ook de Weth mogen geoccupeerd hebben, het onderzoek van dit Plan was ongetwyffeid boven alles een onderwerp van de uiterfte aangelegenheid, maar hetblyfe pnvcrvolgd liggen; ja, toen het gebeurde op den 22 Maart en 3 April 1784 eindelyk de oogen van een ieder omtrent de gebrekkige conftitutie der Schuttery had geopend; toen by eene al te fchadelyke ondervinding haar onvermogen, om zig naar behoren te doen gelden, was openbaar geworden; toen kon nog de Wethouderfchap niet goedvinden het voorfz. Plan in Deliberatie te brengen, veel min daar op eene finale Refolutie te nemen! De dreigementen inmiddels van nieuwe infultes, dagen lang voor den 3 April gedaan: de toeftel tot derzelver dadelyke volvoering, bereids in den vroegen avond gemaakt, zyn , naar het begrip van de Weth, geen genoegzame redenen om vigoureuler maatregelen te nemen, en zoo niet de geheele Schuttery, ten minften het grootlte gedeelte van dien, onder de wapenen te brengen. Men verkiest pracuatien quafi van minder eclat: —- Daar de hoogftc nood ccne fpoedige famenkomst van het Collegie vorderde, verzuimt men die tydig te beleggen; — en daar diecómbustie zoo duidelyk was te voorzien geweest, zyn diverfe Leden toevallig buiten de Stad. — Wat moet men van zulk eene onvoorbeeldige werkeloosheid, — wat van de abfentie der Regenten in zulk een hachlyk tydftip denken? De zaak loop: al te klaar in 't oog, om voor verfchoning vatbaar te zyn ; — ook raken de palliativen, op deze respecten by de Weth aangevoerd, kant noch wal; en Wy vertrouwen dezelven hier voren genoegzaam wederlegd te hebben, (a) Wac heeft sl'wydcrs de Regëering C die zelf klaagt over het uitftroo'ien van Lasterfchriften) toch uitgevoerd, om mee cdne gepaste promptitude het uitgeven van Libellen te beletten, waar van het hut en gevolg niet anders zyn kon, dan onrust en confpiratie te verwekken, en "het Gemeen toe («) Zie f. I. en 20. vaa 't ttrfti Uoefddssl,  C 4n. ) tot middelen van geweld, ja, tot het Horten van Burgerbloed op te zetten? Niets hoegenaamd! Trouwens, Edele Groot Mogende Heeren! het zyn alleen geen verzuimen welke men aan de Wethouderfchap te reproCheeren heeft ; niet te vreden met op eene voorbeeldelooze wyze maSlief te zyn, heeft dezelve door meer üan eene daad haar eenzydigheid aan den dag gelegd, en doorflaande blyken gegeven van eene meerdere deference voor het mmtziek Gemeen, dan voor deftige Burgers, die, met betere oogmerken bezield, bereid waren de rust en goede orde te helpen handhaven- De reflectie van den Vroedfchap Elfevier by zyne Memorie van 6 rfu"-ir?' voorkomende, nopens het merkelvk onf.SSpn 4 C WCik men in de behandeling van "zaken Rï A,dtrfene.en andere Pa«y gemaakt heeft, worde by de Confideratien van de Weth van 30 Sepf. daaraan volgende zeer euvel opgenomen; maar" onderzoekt men , waarom? ventos odium parit. Deez' cordate Regent altoos zyrien plicht in 't oog houdende, en niet kun- teJntïf °°Sme^n g^ruikt wierd, had geen moeite gefpaard, om de Compagnie No. 0. onder zyn bevel (taande, zooveel mqgelyk; in goeden ftaat van tegen weer te brengen; Dit alleen was genoeg om den haat van de opgeruide hoop, en haare a!nblazers gaande te maken , waar van hy al fchielyk de violentüe uitwerking ondervindt: Wat volgt hier op? Wordt hv geprotegeerd, wordt zyn'yver onderfteund, en niet kenmerken van goedkeuring vereerd? — Dit zou ten mmfteneen fpréekend blyk hebben gegeven, dat de SeFS? l dfD h3aC en wraakzucht vau het Gemeen tient de verregaande excesfen van dat woest Gemeen , de pngehoordfte infchikkelykheid plaats heeft, houdt ür^VS%nn ï CümP- No' »■ een gemarqueïrd n2ft|Hct^Uik der bajonetten,0 waar mede 7 verfchenen was, verwekte omvragebv tie ve7hoHPn" W0rdtAaanft0"ds by eene formeele Refoll hlrlL i ,der Ordonnantie op de Burgerwacht kwalyk ïg . Pn h3d' en ln-dit °Pzicht ^n klavier had over* oDzeSvIf■ ÏÏ" verdlende n°g tegendeel bevindt, moet men dan niet toeftaan, dat juist zoodanige geforceerde voordragt de zichtbaarfte kenmerken oplevert van eene gedeclareerde eenzydigheid, van misnoegen en wrok tegen het beste gedeelte des volks ; — en van - blinde deference voor een Gemeen^, 't welk niets minder dan eene dadelyke decifie vafi StaatsgefchiHen in den zin had; eene deference die veelligt de oorzaak geweest is, waarom de Regeering met duifter heeft doen voelen, hoe zy liever gezien had, dat de gewapende arm der Militie tegen de eerjle, dan tegen de laatstgemelde was gebruikt seworden. ° . Kan 'er ondertusfcheh ( om by het thans voorhanden zynde Point te blyven ffilftaan) ooit flaauwer pretext worden uitgedacht, om die dankzegging aan de andere Compagnien gedaan, en het voorbygaan van de Compagnie No. 9. te justificeeren, dan de reden , welke daar voor by het Bericht van de Weth wordt op, gegeven : het was ( namelyk ) te dier tyd nog onzeker of (leze Compagnie geattacqueerd w a s of geattacquecrd had! -Het zy zoo voor een ogenblik; maar dan nog had to^ra die onzekerheid by provific, om de Compagnie No. 9. geen fheedc in 't aangezicht te geven, alle dankzegging moeten achterlaten, tot dat de zaak nader onderzogt was, en geenfints eene distinctie maken, waardoor de losbandige Gemeente (die in allen gevaile ongepermitteerd geweld gebruikt, en dus de na. tuurlyke prefumtie tegen zig had) in hare woede en wraakzucht geRyfd wierdt. Dit onderzoek immers had te dier tyd, toen de historie nog verseh was, veel prompter en met beter effecT:, dan maanden daar na door Ons kunnen gefchieden; had men dit gedaan, dan zou alle pratenfe twyfreling op dit refpedt verdwenen zyn, en men zou met weinig moeite hebben kunnen overtuigd worden van de infulces, baldadigheden en violcntien van 't Gemeen, -— van de tegengeflekie moderatie en 't geduld door gem. Compagnie geoeffend, en van de hoogè noodzakelykheid waar in dezelve zig bevonden had , om eindelyk geweld met geweld aftekeeren. Had men de gekwetften, die naderhand ann hunne wonden overleden zyn, in plaats van dezelven of hunne huisgezinnen, zonder eenige voorafgaande recherches, de vrucht van een ongepast mededogen uit Stads penningen te doen genieten, in dat  ( n$ ) dat ontzagchelyk oögenblik, wanneer de aannadering van den dood het gordyn opfchuift, waar achter zig de leugen en ondeugd verbergen, met ernst — mee nadruk ondervraagd , en hunne confeientien wakker gemaakt, alles zou zig veel ligt gedevelopeerd hebben; maar neen! de Weth heeft wel kans gezien , onj eenige Verklaringen ten nadeele van de voorfz. Compagnie meester te worden, en onder 'c oog van den Souverain te brengen, (Verklaringen, waar van da frivoliteit en onwaarheid hier voren ad oculum is aangetoond j maar tot het inwinnen van bewyzen wegens den moedwil en aanval van 't zaamgerotte Graauw —< van hunne aanhoudende brutaliteiten — heeft men niet kunnen vaceren *' dit heeft men achtergelaten, en dus abloluit niet willen overtuigd of te rug gebragt worden. Wy flaan kortheidshalven diverfe andere reflexien, over, waar toe anderfints het gedaan Narré van zaken overvloedige ftof zou aan de hand geven ; en zullen de attentie van UEd. Groot Mogende nog een oögenblik bepalen tot de affchaffing van het Corps Vrywillige Schutters, in Mey 17S4 voorgevallen. Uit het geen des aangaande by het eerjïe Hoofdpoint van dit Rapport (b) in het brede is voorgedragen, zyn UEd. Gr. Mog. bereids ontwaar geworden de contramine, welke tegen de oprichting van 't Gem. Corps door de Burgemeesteren ven der Heim en van der Staal, de Vroedfchappen van Hogendorp en Senn van Bafel. ende Schepenen van Cattenburg en de Montê is gemaakt geworden, en door hoedanige diredtien de finale dispofitie op het daar toe gedaan verzoek ruim negen maanden is flepende gehouden; — hoe al verder de gem. Vroedfchap van Hogendorp, de, Vroedfchap en Sergeant- Major van Staveren en de Capitein Obreen, van een eenvoudige misflag door den Bevelhebber Cremer, in 't uitgeven en extendeeren van zeker zoogenaamd Vry Billet, by overhaasting, zonder eenig kwaad opzet begaan , hebben gebruik gemaakt, onrhunne klagten tegen het gantfche Corps by de Regeering in te brengen; — hoe door het achterhouden van zekere Nota, ('t welk waarlyk niet tot eer van Commisfa-risfen van de Weth verftrekt) fomrnige Leden yati gCJÜ. O) Vid. §. 7. Van het eerfte-Hoofddeel.  C *tf ) ) gem. Weth-, die mmns nooit tot deze affchaöln* hunne ftem zouden gegeven hebben, zvn verkloekt en m.s.eiü geworden, zonder dat op dcWenfle, aan the zyde geeaan , eenig behoorlyk regard feg, fl3.,e, -2 Dit een en ander geeft buiten twyffej m \ a&meen een zeer oneunitig denkbeeld nopens de motivcn, welke de Wethoueerlchap fet een (lap van die natuur hebben doel, overgaan. De in het oog lopende oKaa£ baarheid der redenen, dan eens geaffecteerd en beuzelachtig, dan eens contradictoir aan zig zeiven door gem. Wethouderfchap bygebragt, hebben Wy "af mede bevorens aangedrongen, en Onze gegronde tWS opgegeven nopens de wezendlykheid der iterative Pro teftanen tegen den invloed, welke de Requesten vzn eenige Ingezetenen , fchoon van de mindere Clasfe ( onder welken ook de zpodanjge/) die geen Burgers ' W,Tn2nP.h ^V'Vhffi.g zouden gehad hebben. Wil men echter die VcrzecKjcl.riJten niet als diredtccn onmiddelyke beweegredenen aanmerken, het zal niet te min ten k aarden doorftralcn, dat die Leden van de Weth . welken, »( zy dan uit eene byzondere piqu-, t zy tïïfc zucht om het Gemeen te believen, hunnen weerzm tegen de «priclmrg van het gem. Corps met zooveel drift gemanifesteerd hadden .doch in hunne oppofitie niet öucchk hadeen kunnen reusferen, bv't vervolg met genoegen een orgeriajmedtetrd abuis,op zig zei ven van weinig aanbelang zynde, en in aifen &l vallen door t ggntfché Corps eëibiedTgTy* gerépareefa als eene aangename g, legenheid geeaptcfcVd hebben , om hunne Mede RegCBterj tegen dat Corps te ine snoneren, cn door een gefingeerd nadeel, 't welk bet be- ' itaan van t zelve aan de waar«emtog dér 'S&fiut-terlvke dienst quafi zoude toebrengen , met achterhouoW van de gegronde oplosfingen daar tegen ingebraat\ 'or het aragen en ronddeèlen van Orange leuzen, door onbezonnen gefprekken, en ongemefureerde daden voor het oproerig Graauw, als 't ware. den toon opgeheven ; hier van was de gantfche Stad overtuigd. Op deze moest derhalven natuurlyker wyze de eerfte attentie van den Hoofd - Officier vallen, tegen beide moeften van den beginne af informatien ingewonnen, en haare perfoonen in verzekering genomen zyn; die leedt geeo dag, geen ogenblik uitftel, wilde men ha-r  ( *43 ) de gelegenheid affnyden, om zig te herftellen, en door haare verborgen aanblazers onderricht te worden in de verfoelijke kunstgrepen om de Juftitie te leur te ftellen Het ontbrak immers aan Officier en Schepenen in Rotterdam geenfints aan genoegzame kunde om te begrypen, dac hec waarnemen van den regten tyd altoos, vooral in een fuifoen van combustie en oploop, eene onmiddelyken invloed heeft op de efficacie der Crimineele Rechtspleeging; maar hec ontbrak hun, zoo 't fchynt, aan yver en lust om deze maxime van applicatie te maken op het tegenwoordige geval. Tot na de aankomst der Commisfie in de Stad, zyn deze twee roervinken ongemoeid gebleven; het Officie heeft zig van geen bewyzen, hoegenaamd, ten haren laste voorzien; die bewyzen zyn door Ons in de Gecombineerde Vergadering gefuppediteerd, en door gem. Vergadering in handenVan den Officier gefteld, die ver volgens teen eerst; en niet eerder, decreet van aprehenfie heeft verzogt en geobtineerd. Indien men, Edele Groot Mogende Heeren ! zig over eeiie nalatigheid zoo grof en tastbaar in het opzoeken en faifeeren der Dclinquantcn, met reden mag verwonderen; de handelwys omtrent.die weinigen, welke dadelyk geapprehendeerd zyn , hseft Ons niet minder doeu verbaasd ftaan. 't Zy "Ons gepermitteerd do voorbesldea hier van nog eens op te nemen: Om over de pracife hoedanigheid van 'cmisdryf do^r Nicolaas Rykers begaan, die als een belhamel in flagrant ti deliclo was geapprehendeerd, een juist oordeel te kunnen vellen, en omtrent de d'esfeinen by hem en ande-' ren gefmeed , eenig licht te ontvangen, Ind een gezet en dringend Verhoor van den Gevangen moeten plaats hebben ; men- had denzelven tegen de Getuigen, en inzonderheid tegen den Luitenant van Zwyndrecht, moeten confronteeren; maar men heeft die werk met een oppervlakkig Verhoor zondergenocgzetame Confrontatie laten afloopen, en den gem. Rykers, even als of zyn delict niet van zoo veel importantie was, voorre J razgeconuneerd; eene ftraffe, die, fchoon naar proportievan de misdaad geenfints evenredig, maar te ligt zynde, echter naderhand nog is verzagt, door (gelyk hier voren gezegd' is ) hem agt maanden voor de expiratie vaÉ int Confinement te relaxeeren. Q 4 Om  C -44 ) omftandighe.d was buiten twyfeftaïïa*ig? en^oï Sier Ett?** '^Uifltie' «* hafde "Hel fn"mccren- maar óol-^vaD.Sen denzelven consebleven " ^ ^er 10 zvn Schepenen achterlyk Ërfb^^SJ*^108 noch c«"f> ontatie met gem Jdelbaidier hebben immer piiaats gehad. - In den nacht van 13. July tyS4. waren bv de Pnr vonu die met een byl, — dus met een werktm<* van geweld - was voorzien geweest); menfchen, die tot itilte vermaand, geantwoord hadden: zulks t^eldtelT- ber egenSlL^r dad^k «SÏÏE. xt.naer egen de Schutters , welke hunne inlblentien hadden gezten en ondervonden, geconfronteerdI te zyn Het gedrag .omtrent Kaat Mosfel en JTert ÓW na dato van derze ver detentie gehouden, gaat almedValte If^rfl^Se, D,° W Zoutheid van £ 3ie7«~ omftandigheden kennis drogen', ïelfi ïïdïïS^ het wezendlykst nut könde zvn nrariS - S'M voerders op^e fpooren, waarvan £ geh^we*." hoogftenoodzakelykheid- m arfriiVH rP*'Cif, Van de blyf van vjplyke bezoeken geworderr H?rL r wel gemftrueerd, en op akf^?.U*(i2?¥e/,0,D te verfchynen is haar LmfchSoe^dieï• S"A^ïdeXfï SS^yS'JS-deze  ( 245 > frovifcneel qntjlag van wege Kaat Mosfel gedaan, te adjuüicecrcn ; doen welk onbegrypelyk vonnis naderhand in appel by 't Hof van Holland is te niet. gedaan. ~ Zyn er nogthans deze of geene geapprehendeerden door de al te groote evidentie, van eenis; mLsdryf overtuigd geworden, en tot confesfie gebragt, de ftraf of correctie hun genoegzaam altoos door het overwigt der voorf/ vyf (temmen opgelegd , draagt wederom de uitdrukkelykfte kenmerken van flaplieid en deference. — Wy refereeren Ons tot de meenigvul- vuldige voorbeelden hier voren opgegeven, en zwygen thans van het priacipaale Vonnis, door die zelfde overftemming , in het Ordinair Proces van Kaat Mosfel uitgebragt, waar by aan den Hoofd - Officier zynen eisch geheel en al is ontzegd geworden; want hoe zeer het opmerking verdient, dat terwyl men fommige zaken , onder anderen die van de Zoete ( waar van zoo aanftonds nader) op het fleeptouw hield, men juin in die van het voorfz: Vrouwsperfoon alle overhaasting maakte, om dezelve toch alvorens gedecideerd te zien eer de gem: vyf Schepenen by de verandering der Regeering het Collegie verheten; zou 't echter" voor Onj onvoegzaam wezen over de merites van een Gewvsde te • oordcelen, 't welk actueel voor den ikchter in appel aanhangig is, en op wiens oordeel niet mag worden geanticipeerd; maar het geen Wy de eer gehad hebben nopens het geval van gem: de 'Zoete , en van den Boekverkoper Hendriks aan UEd: Groot Mog voor ce dragen, mag op dit refpect nog wel eens nt der gereleveerd worden: De violente aanval op fommige Adelborften in de Compagnie No. u den io July 1784. gedaan, by het optrekken van de Wacht gepleegd, had occafie gegeven tot eene Publicatie van de Wethouderfchap, waar by eene prjemie van ƒ 1000— wierd uitgeloofd voor degeenen, die den dader of aanvoerder aanbragt Men mag niet denken, dat deze Publicatie flechts het effect, is geweest van *c Adres 't welk toen bereids door een aanzienlyk getal Burgers aan den Souverain gemaakt was, en dat de llegeering dezelve alleen zoude in de waereld gebragt hebben om deze klagende Burgers pro forma te vrede te ftellen m het vooruitzicht, dat des onaangezien, de fchuidigj met ontdekt of achterhaald zouden kunnen worden; °. 5 in-  ïb tegendeel men moet vooronderftellen, dat het te dier tyd ernst geweest is, en dat de Rotterdamfche Régeering het voorfz- fait, als ten uiterften ftrafwaardig peconfidereerd , en met er daat verlangd heeft, dat daar op by de Juftitie een exaéf. onderzoek gedaan wierd. Maar wat gebeurd er ? — Men krygt bewyzen tegeu dt Zoete in handen, en de Officier Gevers vraagt op fundament van dezelven apprehenfie. Wy, en met Ons twee Schepenen, vinden de zaak daar toe alfints gedisponeerd , Ons gevoelen berustende op den aart — op de enormiteit van het geval, en op de fenfatie, welke het zelve by den Magiftraat verwekt had; maar de meergem: vyf Schepenen , waar van echter drie qua Leden van de Weth, tot het arrefteeren der voorfz: Publicatie hadden geconcurreerd, en dus, zonder aan zig zeiven ongelyk te zyn , de vindióte van liet misdryf in quajstie niet met conniventie mogten behandelen , kunnen des niet tegcnftaande, ook in dit Schreeuwend geval, goedvinden de voorfz: apprehenfie te declineeren, en alleeulyk eene dagvaarding in perfoon te verleenen. De Zoete, gelyk natuurlyk was , neemt de vlucht ;doch na 't verleenen van twee defauU ten ( waar van 't profyt niet anders kon zyn dan apprehenfie ) door de waakzaamheid van den Officier Gere rs te Amllerdam gevat, en naar Rotterdam overgebragt zynde, wordt hy gehoord, en confesfeert een deelgenoot van den voorfz: tumultueufen aanval geweest te zyn. Zoo ooit, was thans den *tyd geboren om een exempel van gepaste feveriteit daar te'ftellen; maar neen ! Die zelfde Schepenen , altoos even flap , en even refraftair , verwerpen Ons Prajadvis en het lèntiment van hunne twee Mede-Leden; zy meenen aan den Eisch der Juftitie genoegzaam te kunnen voldoen met den Delinquant door middel van bannisfe•ment voor den tyd van agt Jaaren uit de Jurisdictie van de Stad en Schieland te verwyderen ; — en daar mede is een werk, op welker ontdekking een premie van ƒ idco — gefteld was, afgelopen. Dus hebben de zaken zig in 't Criminele toegedragen ; — èti op dat niemand twyffelen zoude aan de gedeclareerde denkwyze van Schepenen , om aan 't Gemeen te behagen . en de zulken, die zig door woorden of daden aan oproerige bewegingea en feitelykheden fchuldig gemaakc, of hunne Mede-Burgers, 't zy  ( a+r ) ey in derzelver perfoon of reputatie beledigd hadden, alzints te fpaaren; — heeft men in de adminiftratie der Civile Juftitie het zelfde voetfpoor gevolgd. Wy bedoelen het geval van den Boekverkoper Hendrik/en, die wegens zekere Brochure door hem uitgegeven, waar by drie fatzoenlyke luiden gróvelyk gefcGdeerd waren , op hunne rechterlyke inftantie met betrekking1 tot de profitable amende zig aan de moderatie van Schepenen had gefubmitteerd , en by derzelver uitfpraak in de boete van twee Duca ie n is gecondemneerd. Deze correctie waar in gene evenredigheid hoegenaamd met den aart eener atroce injurie in ge/'clirifte toege» bragt en alom gedivulgeerd, — eene Injurie die op de publicque tranquiliteit eenen onmiddelyken invloed had j —r dus in het oog gehouden, wyst wederom , als met den vinger , aan, op wat prys de eer en goede naam van brave Ingezetenen, die liet ongeluk hadden van in den haat der feditieufe Factie te vallen , by de Meerderheid van 't Juftitieel Collegie gefteld wierd; en hoe verre men daar en tegen de menagementen voor de overtreders der Wetten of derzelver aanhang, en voor die der rustverftoorders, beftaan heeft te pousfeeren; — aan welk principe dan ook het gemanifesteerd ongenoegen van Schepenen over de Propofitie van den Hoofd - Officier Gevers, om eenige perfoonen,' die in het fpeelrcisie op de Maze, waar van hier voren is gewag gemaakt, geconcerneerd waren, onder belofte van impimiteit te hooren, moet worden toegcfchreven. Voor die fyftema , hoe verkeerd en gevaariyk zyri echter ook verfeheide V r o e d s e h a p p e n van Rotterdam opentlyk' uitgekomen. — De hardnekkige oppofitie van die Leden, wier namen in het tweede Hoofddeel van dit Raportzyn opgegeven , omtrent het evengem everzoek van den Officier; waarby men ook kan voeden de tegenkantingen van deze en andere Leden der Vroedfchap" omtrent deszelfs Adres om tegen de Auteurs en uitvoerders van moed-vil en feditie ten kosten van den Lande te mogen procedeeren; — het divulgeeren van hunne Adviien by de Vroedfchap dien aangaande inge* bragt, na dat beide die verzoeken door den Souverain be* reids waren goedgekeurd, zyri fprekende bewyzen, dat zy de party van 't oproerig Volk (want die verzoeken tendeerden tegen geen anderen) genomen, en zeer ongaarne gezien hebben, dat het kwaad met nadruk onder'-  derzogt, en totdat einde de dadelyke uitoeffening der Juftitie gefaciliteerd wierd Wy vreezen w'yders de attentie van UEd. Groot Mog te misbruiken door een vei haal van de wonderJyke direche door de Vroedfchappen van Hogendorp en Senn van Bazel, met betrekking tot de Schuttery gehouden; maar wanneer Hoogstdezelven zig onder anderen geheven te binnen te brengen de fuccesfive obftacelsdoor beide deze Regenten en Burger-Officieren, tegen de betere Wapening der Schuttery gemoveerd' en dat zoo wel de een als ander , op een tyd, waar in de Urange leuzen alomme de fteen des aanltobts waren, getracht hebben, die kleur in de montering van hunne relpective Compagnien in te voeren, cn alzoo den Imaak van 't Gemeen te kittelen en goed te keuren ; zal het weinig moeite kosten over hunne inwendige gevoelens en oogmerken te oordeelen ; terwyl eindelyk de tegenkanting, welke Wy zoo van deze twee als van nog twaalf andere Vroedschappen en de meergem. vyf S c h t. f e n e n in de finale veran ■ dering en herilellmg van de Sehutterv ontmoet hebben, en waar van by 't volgende Hoofddeel gefprokeq woidt, UEd. Groot Mog. ten cenemaal ?al kunnen overtuigen, dat het principe by de Meerderheid derreipeftive Collegien van Politie en Juftitie te Rotterdam voor en gedurende de onlusten aldaar aangenomen , en zoo veel mogclyk doorgezet, om namelyk dezelve Schuttery in eenen ftaat van confufie en weerloosheid te laten, tot den einde toe gctrouwelyk is vastgehouden; zonder dat hec nodig zy te onderzoeken vanwaar het toekomt, dat juist allé de Vroedfchappen, welken des tyds eenige relatie tot ét Admiraliteit hadden, tot de voorfz. tegenkanting hebben geconcurreerd; welk raadfel nogthans uit het verband van zaaken gemakkelyk zou kunnen worden opgelost. VIERDE HOOFDDEEL. Hebben Wy in de uitvoering van het Eerste Gedeelte oer Commisfie , waar mede Wy door UEd. Groot Mog, zyn vereerd, en waarty het onderzoek naar de Jources, mt dewelke liet voorgevallene in de Stad Rotter-  C 249 3 terdam, en het •aldaar fubfijlerend-ongenoegen en wan* trouwen was veroorzaakt, aan Ons gezamentlyk met den Magijlra&t is gedemandeerd, met allerlye hindernisfen, die dan eens uit den aart der zaake, dan wederom uit. bykomende omftandigheden, haaren oorfprong ontleenden, moesten worstelen —in het tweede Gedeelte derzei ve, waarby Wy gecommitteerd zyn geworden, om de rust en het. vertrouwen binnen ■ de voorn'. Stad te hertellen , en daar toe met den voorn. Magijlraaide bckwaamjle ■ middelen te helpen beramen en ter uitvoer te brengen, hebben Wy nkt minder moeten ondervinden, dat alle onze maatregelen zyn gecontracarreerd , en zelfs in c^n opzicht grootendeels verydeld. Welke middelen Wy gebezigd hebben, om de rust geduurende Ons verblyf binnen Rotterdam te bewaren, zullen UEd. Groot Mog. uit het geen in de vorige Hoofddeelen van dit-Ons Rapport is opgegeven, gezien hebben; dau daar dezen alleen ftrekken konden, om in de praefente gevallen alle rustv'erftorende bewegingen voor te komen, en derzelver grootfte kracht ontleenden uit het etnploi, 't welk Wy met Burgemeesteren vare de Militie konden maken, öm des noods, indien de Juftitie onvermogend was , met deze gewapende macht de Wetten te doen rsfpécleren, zyn Wy van den beginne Onzer Commisfie af bedacht geweest, om door eene nodige Reforme van de Stads Schuttery, eeri waarborg voor de Confervatie der rust in het toekomende daar te ftellen. Wy zeggen , Edele Grooc Mogende Heercn ! van den beginne onzer Commisfie af ,-— om dat Wy uit de Adresjen, die., zoo door den Vroedfchap Elfevier, als dooreen notabel gedeelte der Ingezetenen aan U Ed. Gr. Mog. zyn gedaan, en welke aanleiding tot het decerneeren der Commisfie gegeven hebben, waren ontwaar geworden, dat de vervallen ftaat der Schut tcry een voornaam objecl was van hunne klagren, en derzelver defecfucufe gefteldheid geen gering voedzcl verfchafte aan het misnoegen en wantrouwen der- aanzienelykfte Ingezetenen omtrent de Regeering; — en dat die gebrekkige Conftitutie, ten minften omtreiit'.een gedeelte der Schuttery , door den JMagiftraat zeiven, by zyn Bericht op die Adresjen, erkend wierd.  ( 250 ) Öp weikef wyze de Magiftraat in der tyd, niet fcegenftaande de flechte gefteldheid der Schuttery aan denzelven volledig bekend was, gezorgd heeft, om die uit haar verval op te beuren, en in dien ftaat te brengen, waar in zy de vereischte dienden , overeenkomftig het oogmerk haarer inftelling, konde priefteren , ïs uit het geen Wy te voren gemeld hebben, febleken; als waar by is aangetoond ï dat het Plan van icdres door eenige Leden van den Grooten Krygsraad ontworpen , en!wegens dat Collegie, na veelvuldige tergiverfatien ontmoet te hebben, aan den Magiftraat overgeleverd, nimmer in eenige deliberatie hoegenaamd is genomen» — En de Schuttery was dus, ten tyde van Onze aankomst binnen Rotterdam, nog in dien ftaat .waar in zy zig bevonden had den 8 Maart 1783, wanpeer men zig niet op dezelve durfde verlaten, om de excesfen van dien dag te beteugelen; op den 3 en 4 April I784, wanneer men niets minder van een gedeelte van haar, als van 't woeste graauw zelfs te duchten had; — en op 10 Jnly daaraanvolgende , wanneer in eene der Compagnien eene volkomene muitery plaats had —* Dan, alvorens Wy volgens het plan , het welk Wy Ons in 't behandelen der zaaken hadden voorgefteld , tot hec entameren van eenige deliberatien betrekkelyk 'dit onderwerp, gekomen waren, wierd op den 17 De* cember 1784. ter Gecombineerde Vergadering ingeleverd een Request van een aantal Schutters der refp. Burger - Compagnien; waar byzy, te kennen gevende in ervaring gekomen te zyn, dat 'er geprojecteerd was een neder ^Concept- Plan ter verbetering der Schuttery, verzogten., dac alvorens het gem. Point ter Conclufie wierd gebragt, aan hun vergund mogte worden, de dadelvkc gebréken, welke daar in naar hunne gedachten, plaats hadden; en de middelen, welke tot derzelver Redres konden dienen, te mogen voordragen (a% Dit gaf aanleiding, dat door Ons van den Magiftraat ten zelfden dage behoorlyke Ouvertures verzog'c wierden , indien zoodanig Concept Plan moge exftceren ; ( b ) en na dac dit Concept-Plan, mitsgaders eene Concept- Am* f.i) Reftl. der Gecomb. Vergad. p. Ï2J>. \b Ibidtm p. iïo.  ( 25*1 ) 'Ampliatie der Ordonnantie op de Burgerwacht den 30 der* zeiver maand in de Gecombineerde Vergadering waren geextradeerd (c), wierd op den 5 January daar aan volgende gerefolveerd, het voorgem. verzoek der Gecomm. Schutters te accordeeren, rd) die daar van ook terftond gebruik maakten, door met hunne Committenten over de bezwaren en de middelen van herftel, in daar toe aangelegde Convocatien, te raadple. gen; doch deze Convocatien, of liever de zaaken ,'die daar verhandelt wierden , mishaagden de Wethouderlchap, welke op den 4 February in de Gecombineerde Vergadering proponeerde, om , vermits de klagten aan Haar gedaan, dat alleenlyk fommige Adelborften, met voorbygang van anderen tot die Convocatien geroepen , en dezelven buiten kennis en medeweten ;van de Opperhoofden der Compagnie gehouden wierden; en dat daar door ongenoegen moest veroorzaakt worden -— de gem. Gecommitteerden het aanleggen van zoodanige convocatien te verbieden, en dezelven te gelasten, om alvorens hunne Plans over te geven, die aan hunne refp. Capiteinen te communiceeren. (e). — Doch tea zelfden dage, dat Wy in antwoord op deze Propofitie declareerden, dat de klagten, door den Magiftraat ingebragt, Ons voorkwamen van alle fundament entbltot te zyn, naardien hec ongerymd zoude wezen, dat op byeenkomften , die over zaken gehouden wierden , tot welker verrichting eene fpeciale qualificatie gegeven was, ook perfoonen zouden geconvoceerd worden, die niet mede onder de Committenten behoorden; als mede dat hec geheel onbegaanbaar was met de verleende Permisfie, indien men de Gecommitteerde Schutters als nu gelaste om de Plans door dezelven, naar hunne gedachten, en die van hunne Committenten ingericht, aan de refp. Capiteins te communiceeren, — wierd deze eerfle entrave, die in den verderen loop der Dellberatien over dit onderwerp , van menigvuldige anderen is gevolgd, weggenomen door het inleveren van een Plan, by de gem. Gecommitteerde Schutters ont- wor- (c-) Refol. der Geeomb. Vergad. p. 145, C. 2, 3. ( d ) Ibidem p. 146 , 150. (*; Ibidem p. 175.  (( .252 ) worpen; 't welk op den 15 February 178J. plaats bad Eenige dagen daar na wierd door Ons geproponeerd» om liet Point der Schutrery Conmkfmaal te maker;doch de Magiftraat van begrip zynde, dat alvorens' zuiks te doen, de Memorie der Gecomm. Schutters behoorde gefteld te worden in handen van. Colonellen en Capiteinen, om van derzelver Confideratien daar op te dienen, hebben Wv daar a.mtoegegeven , cn uV gein Memorie is by Refolutie van g Maar.t aan dezelven ten fine voorfz: toegezonden; — ca' tevens gerefbiveerd, Om , na het inkomen derzei ve Confideratien, alie de «ukken, de verbetering der Schuttery concerncerende, Cnnmis/oriaal te maken (gf. Op oen 13 April zyn vervolgens de Confideratien van Colonellen en Capiteinen ingekomen; (h) doch vermits de op handen zynde verandering van 't Collegie vaa den Magiftraat, is eerst op den 4 Mcy, door de Gècomb: Vergadering eene Commisfie, beftaande uit de' vier laatstOndergettkenden, benevens den Hoofd-Officier Gevers, den Burgemeester Vingerhoed, de Schepenen «fe Loches en .Tfendoorn, en den Secretaris van Nyeveld benoemd, om alle de ïlukken voorfz: Cwaar by nog gekomen warcu twee requesten , als een van de Gecommitteerden uit de Requejlranten tot appui van het Plan door Gecomm. Schutters gefuppediteerd; en hec ander van de Leden van 't gewezen' Vrycorps, offercerende om , indien de Schuttery conform het gem. Plan wierd geformépuf, als dan, ook voor zoo verre zy Tocht en Wacht vry waren „• zig als ordinaire Schutters te la;en iniehryven (i)) te evamineeren, en de Vergadering van Derzelver Confideratien en Advis te dienen (k). Hier op door de Commisfie de Confideratien en Advis. van den Grooten Krygsraad gevraagd zynde is dien ten gevolge va« wegens denzelven Krygsraad op de gronden by de Memarie van Colonellen en Capiteinen ver- (ƒ) der Gecomb. Vergad. p. 178, I7« 1 q x (g) Ibidem p. 187, iv6, 198, 2=o. ' (h) Ibidem p. 2i6. j. C. 7. (i , Ibidem p. iS9. 204./. C. 5, 5. (i) Ibidem p. 227.  (* -5-3 >• Vervat, ^dvafeerd-, dat de Schuttery by haare form cn.conftitu'tie behoorde te worden gcconfervcerd , .mee zóódanige .verbeteringen in de beheering en verdeeiin(gen der Compagnien ,' en priacipaaïe Pointen van 'dienst, als riader zoude kunnen worden gefuppediteerd, na dac alvorens het Point, betrekkelyk de conservatie der Schuttery, buiten alle discusfie zoude zyn fefleki; t l) — terwyl van wègens een meerder getal .eden van den' Krygsraad, als die, welke tot het; Voorfz. Advis hadden geconcurreerd-, doch waar van eenigen als 'toen abfent of ongereed waren , is gefuppediteerd eene ampele Memorie van Confideratien f« Advis, waar by de Confideratien van Collonellen ên Capiteinen wierden gerefüteerd, ch hoofdzakelyk tot zoo'datiige reformes geadvifeerd, als in bet f'ian .der Ge'comm. Schutters waren opgegeven (>«). Jntusfcheh dat op deze Confideratien van de zoogenaamde Minderheid, doch eigënifyk de Meerderheid van den Krygsraad, (welke 'eerst in hec laatfte van Au. gustus 1785. waren afgedrukt) by eene nadere' Memorie van Collonellen en Capiteinen, wierd geantwoord, 'en deze wederom door eene Memorie van voorfz. Leden yaa den Krygsraad gerefüteerd, (n) waren op den 7 September 1785. de Befognes over de refó'rme der 'Schuttery by de gedccerncerde Commisfie geëntameerd ; doch al kórt na derzelver aanvang manifesteerde zig onder de Leden een notabel verfchil van gevoelen; want fchoon één der Ontwerpen, waarvan het onderzoek aan dc gem. Commisfie was gedemahdeerd, eene totale disfolutie der tegenwoordige Scbutterye ten grondflag had, füfhnecrden de Schepenen de Loches en Tfendoorn, benevens den Secretaris v'anNyeyeld — die, ftrydig met de duidelyke,letter en intentie der Refolutie van dc Gecombineerde 'Vergadering, zig aanmerkten éls Gecommitteerden van en dóór de Wechouderfchap — onbevoegd te zyn , om zig in eenigerriande Delibcratien. over' de Disfolutie van de tégen» woordige, cn de Oprichting eener Nieuwe Schuttery intelaten j en declareerden, zig in de Befognes niet ce zul- ('OC5. (m) C 10. (n) ;C. 'I3 fiï; R  ( *5*4 ) zirllcn expliceeren, of hunne Advifen oVer eenige vöofgefteld wordende, endaar toe tendeerende Poinrente zu'len uitten , alvorens zy het goedvinden van de gém. Wethouderfchap hadden verftaan; gelyk zy dan ook op den 20 September in het Befogne exhibeerden eene Refolutie by den Magiftraac op da voordragt van den Schepen de Loches den 20 der gein, maand genomen, waar by de Conduites der drie voorn. Leden wierden gclaudeerd, en geapprobeerd , en zy gelast aan Ons te declareeren, dat de Weth zig niet konde bevoegd houden , om tot het disjolveere:i der Schuttery en de erectie eener Nieuwe te concurreeren. Van deze Refolutie en Declaratoir — waar by de zaak, die het voornaame Fomct van onderzoek der gedecerneerde Commisfie moest uitmaken , reeds en avance by den Magiftraat gedecideerd was — door de Meerderheid der Leden van het Befogne ter Gecombineerde Vergadering op den 3c September kennis gegeven zynde, waren Wy van Advis, dat aan de Heeren , welke by Refolutie dezer Vergadering zonder eenige bcpaaling waren verzogt en gecommitteerd, om de ftukken , hét redres der Schutterye coticerneerende, te cxamineeren, en daarop te dienen van derzelver Confideratien en Advis, de volkomene vryheid behoorde te worden gelaten, om daar over te delibereeren, en zoodanig Rapport ter overweeging van de Gecombineerde" Vergadering uittebrengen, als zy zouden vermeenen te behooren, zonder zig daar in 'door de imformeele Refolutie van de Weth (welke de Commisfie aan gem. Heeren by de Gecombineerde Vergadering gegeven , niet kon iimitecren) te laten ophouden, of op dezelve eenig re^ard te neemen,- (0) welk Advis door de Wethouderfcïiap overgenomen zynde, declareerde Dezelve op den m October ter Gecombineerde Vergadering, dat zy het gecommuniceerde ten opzichte dezer zaake in overweging genomen hebbende, de Refolutie van 20 Septemwfjiaütstkedén had gerefumeerd, cn by meerderheid geresolveerd , dezelve overeenkomflig ons hier voortrein. Advis te redresfeeren (p J; waar door de Commisfie gelegenheid kreeg, om haare Befognes met mecruer vrucht (») Refol. der Gecomb. Vergad. 0,34 x.taj.9. j C 11 '■J) mem p. 349. C. is. F 343 ;' -  ( *55 ) vrucht voort te zetten; gelyk dan ook door Dezelve, Ha dat inmiddels op Haar verzoek eene opfchryvirlg van alle weerbare manfchappen binnen Rotterdam gedaan was , op den 13 December daar aan volgende twee verfchillende Rapporten wierden uitgebragt; het ééne van de bovengem. M eerdekheid, en het ander van de Schepenen de Loches en Tjèndoorn, met den Secretaris Zuilen van Nyevelt, de Minderheid van het Befogne uitmakende (qj, van welke Rapporten— daar zy, behalven dereforme Daderhand in de Schuttery gemaakt, de gronden der wederzydfche Advifen bevatten ; — Wy vermeenen eene korteouvenurete moeten geven: By het s e r s t e der gem twee (tukken, wierd door de Meerderheid derHeeren Gecommitteerden voorgedragen, dat aan hun onder veelvuldige mindere, als voorname gebreken in de Schuttery waren voorgekomen: 1.) Dat in dezelve zeer veele perfoonen gevonden wierden , die wegens huunen lagen (tand van anderen afhangelyk — en door eenen blinden yver vervoerd , zeer ongefchikt, jagevaarlyk waren voor eene Inltirutie, van welke grootendcels dehandhaving van de rust der Stad afhangt; — en dat integendeel onder'de fatzoenelykfte Lieden zeer veele waren, die hoewel bekwaam , om Schutterlyken dienften te praefteeren, als Wachten Tocht vry geconfidereerd wierden:—2.) Dat de Compagnien, zoo als die waren geconftitueerd , in 'c generaal te fterk van Manfchappen zynde , om behoorlyk geëxerceerd en beheerd te worden , er bovendien door de plaatshebbende verdeeling der Wyken, wierd veroorzaakt,dac ieder nacht eene geheele Wyk derStad van weerbare Manfehap wierd ontbloot; waar van de gevolgen incas van brand iri zoodanig Wyk zeer nadeelig konden zyn. •— Dat al verder door deze verdeeling, uit hoofde van de verlchillende grootte en Volkrykheid der Wyken, de Compagnien zeer ongelyk waren , — en een zodanig onderfcheid in dezelve was, dac fommigen als goed gehouden wierden, doch anderen integendeel, door de meerderheid van kwalyk gezinden en onrustige perfoonen, alle vertrouwen verloren hadden. En eindelyk3.) dat volgensde Conftitutie der Schuttery» zoo als dié zig bevond > aan het hoofd der refpect ive Com- pag- (f)i*w*« p. 357. Sm» R 2  C 250 ) pdmca zoodanige Capiteinen geplaatst waren 'die — Ixlvtlvcn , dat zy, aJ vceltyds ten eenemaal bleSen? %^^B^P^^ï nietzld^Sdeï? ■a,idcrè S ën TzdvCn °ntb.eerden.,^ meest al door J? t f KCn Verp!'"t w;»'"-eti, om bv gelegenheid van Btanaox Alarm ópaMerenlaarfrn ,i™L • ■ p •nSde'n llur'ne «Ptsfle obti- P en feff nrZI3daar nccn «Veelte Vunner Op„ a ' L' -,0|hcicren , en fomcyas zelfs eeni?e x4r'd _ 7-, na een korten dienst beroofd r0freVbreSn fHCerCn Gecommitteerden pm deze naSchuttaï ÖdV in ^J^Conftimie der «Si ■ f^V^^^gteneemen , yan.oordeel waw^f n^znSrl SC^a,r ft^fH* belleoren te ^^St&fMjy^ Volks,'die. zig daar ïr:^' ' aiC, U3t ^'V'e Van hunnen Stand cn MS n ^eJvMrd c" mst van de Sr ad geintefesTOm ^'„X C- ::CrT;en Mwaardig waren; S °'?nt sS?^lS%: ^waam om dienst te* ï ^ ^ V' 'y b^0OTdcn getK.kken, en geen lètiS ui ?^-%!e genomen uit allé de Wy. Mn^m l;, ,i !Ssif«S baarer weerb-iare S StEi* o.,tb!(,ot;engrootendecls Weg', fc Ewo !r,i'iWn' dat omtrent fomm^gé Co'm£mS- V £ • id ' bynaalgemeenegetinuheid t^X^^M?» rerwyl eindelyk aan de SchuttóSKztSelw ^.ÜJfidereo., onder  C 15? J ven te worden. — En dat mitsdien Zy Heeren Gecom"« \ muteerden van Advis waren, dat om die Reforme te effeftuerengeen convenabcler middel te vinden was , .. dan o.ndeex-iïeerende Schuttery te verlatenof te disfol-r, veer en, en eene-Nieuwe tecreëeren , overeenkomftig de redresfen door Hen opgegeven , en waar van Zy een gedetailleerd Plan tevens exhibeerden; als welk middel Hun niet alleen gefchikt voorkwam, om de plaatshebbende gebreeken fimul et femel weg te nemen, en funditus te extirpeeren; maar ook minder odieus, dan eenige; Hoofden, en veele Leden der Schuttery, welker, af- Helling noodzakelvk was , te removeeren., . Dan by 'tander.Rapport declareerde de Minderheid vjbGecommitteerden van begrip te zyn, dat tenminfted'veor| eerst tot eene proeve in de Schuttery zoude behooren te* worden ingevoerd zoodanige veranderingen en ve'rbete-^ ringen ,cis metbeiioud van hare Conjlitutie, de tegenw* or-, dige gefteldheid zoude mogen, vereisfehen;' naardien 'uc Hun was voorgekomen, dac de totale vernietiging derzelve, en deerecfie van 24 Compagnien de rust en fce.fi onderling vertrouwen, n.iec zoude bevorderen; en advi-.' feerde dezelve mitsdien , dac binnen zekeren bepaaldentyd van den Grooton-Krygsraad of -wel van Collonellen cn, Capiteinen zoude behoren te worden gerequircerd opga-? ve van alle zoodanige redresfen, als met ïnftandhonding, der ïimalf Compagnien, en de Qjtaiiteiten der resp,:,Qaplleinen , in de bcheering cn verdecling der Gompagriicn, en in de principale pointen van den dienst gevoegLyk zoude kunnen, worden geintroduceerd. ' gy het inkomen dezer Rapporten dag gefield zynde, opeten 30 December .daar aan volgende, om hier omtrentnader te delibereeren , is het Plan door de Meerder,hei» van Heeren Gecommitteerden by Hun Rapport gefuppediteerd, ten gem. dage in de Gecombineerde Vergadering, benevens eene Publicatie tot disfolutie der oude eti introductie der ïzieiorevSWnittery ter conclufie gebragt, onder eenige alteratien en nmpliacien; waar van de voornaamfte,hier in belfond, dat de feclufie van Schutters van den Roomfchen Godsdienst tot de refpeófive Officiers - postenin het Plan voorkomende, wierd weggenomen, cn zy dus., benevens alle andere Schutters , daar toe admisfibct gefteld. — By welke gelegenheid door den ; Schepen de Loches ter .Vergadering is. gececnmuniceer !, dac hybeBevens zyne Mede-Schepenen37è«^oorB, Uavart, Sutnnmd R3 öoog  ( 253 y Móbg ètiie MitiÜ'tegen het Advis van wegen denMaffiftraat «fde^wakéuitgeb^ houden. Waar op door den Hoofd - Officier wierd voor£ & J het Point. betrekkctyk de Schutte. Si "S r ®ellbeT",ie was gebragt, door de M eerSLJD Vani?Cc2wlve Coil^ie vvas gesolveerd, dat de ftemmen van de Schepenen Bavartende Mirell, uit hoofde £3 J CA?}?wen cer schdttery , niet JKnJi ^ ehoordTewordengecomputeerd; endatdienYolgende derzelver ftemmen over 't gem. ftuk niet gevraagd zynde, met zes—tegen vier ftetamen weniglyk was geconJgSSSfeS dü°rV00rC- -'Schenen wasgl Wy hebben vervolgens geproponeerd om terftont tot de fxecut.e van het voorfz. Gerefolveerdeoverte gaan : — m. daar Burgemeesteren hierop communiceerden , dat T» op den ftcrken aandrang van een groot getal Leden der J hadden geëngageerd , .mme deZe «een- hetot de aanftaande Byeenkemst van UEd. Groot Moe: Vergadering te fuperfedeeren;ten einde aan de Vroedfchap gelegenheid te geven, van zig te dezer zaakeaan Hoo-st- adresfSerken' *ff ^y 'en met °ns de Hoofd, Officier G* w, en Schepen #«fert buiten ftaat gefteld, om daartocteprocedecrenCQ. ■ . ^Xïrfitt TA" dat Wy nogmaals , niet vernemende, datbyde Vroedfchap eenig Adres aan UEd. Groot Mog' gemaakt wierd, nadere inftantien gedaan hadden, om met de executie der genomeae Refolutie voort te gaan • enBurremeesteren gedeclareerd hadden , in gevalle het Adres in de vo gendewcek met gemaakt wierd fdaar toe bereid e »]n(0*-den li, Jamiary nSflvan wegen de Vroed febap, ter ycrgadermg van l Ed Groot Mog. gedaan de bekende Prppofitie, om Ons alle Delibcratien over het Redres der Schuttery te imcrdicecren, en de feclufie van de SchepcneJ Havart en de Mirell m de Delibcratien deswegen geftS tecasiceren; met dat natuurlyk en rechtmatiTgef0Jft, gd conform het Rapport, door de Heeren UEd Groot Mo» Gccon.m,ttcerden ingevolge Om Frmdvis uitgebra« het eerjlegzdeelu der gem. Propofitic by HoogstderSer Re« (r) Refol. der Gecomb. Vergad. p. *0a /"e*. & Ibidem p. 4J6. w gmdil *>J  C *S9 ) ftefoludevan 20 April daar aan volgende is gedeclineerd geworden, en verklaard: dat Wy gecombineerd met den Ma* giftraat, ingevolge de Refolutie van 10 Augustus 1784., bei voegden gerechtigd -waren, om omtrent het Redres der Schuttery, als een gepast middel totherflel van de rust en het vertrouwen binnen deze Stad Rotterdam te delibereren en zoodanige voorzieningen te doen, als nodig zouden oardeelen; met aan^ ichry ving aan de Vroedfchap om Ons, gezamentlyk met den Magiftraat; degearrefteerdc Refolutien ter executie te laten leggen, en behoor lyk effeët te doen forteren ; mitsgaders om zig daarmede niet te bemoeien, veelminder daar tegen eenig empe* chement te veroorzaken, direfl ofindireEb: zynde by gem. Refolutie alverder goedgevonden en verdaan, het iwede gedeelte derzelve Propofitie (tot Casfatie der recnfatie cn feciufie van de Schepenen Havart en de Mirell) als ongi> fündeerd te declineeren (u). Na een verloop van byna vier maanden eindelyk •wederom in ftaat gefteld zynde, om met de' executie der gearresteerde Reforme der Schuttery voort te gaan, zyn de Deliberatien des wegen in de Gecomb: Vergadering den 25 derzelven Maand aangevangen, en met de benoeming en verdeeling der Officieren en Schutters ( waar toe echter de zes meergenoemde Schepenen, op grond, dat zy de Disfolutie der Schuttery hadden gecontradiceerd, niet hebben gelieven te concurreren ) ?oo verre geprocedeerd, dat de dissolutie der Oa* de, en de Érectïe der Nieuwe Schuttery op den 29 daaraan volgende by Publicatie is gefehied; wanneer ook dien avond reeds eene nieuwe Compagnie ter Wacht is getrokken. ( v ) De Magiftraat met 1 Mey veranderd zynde , is in de eerfte fesfie met Denzelve , ter Gecombineerde Vergadering op Ons voorftel eene Commisfie gedecerneerd beftaande uit dezelfde Heeren , die het ftuk van de Schut' tery behandeld hadden, — behalven dac in de plaats van de afgegaane Schepenen de Loches en Tfendoorn, de Schepenen Verftolk van Soelen cn de Monchy benoemd wierden, ~ ten einde een ontwerp van eene Ordonnantie voor de nieuw opgerichte Schuttery te concipieeren; (w) en Dezè op den 6 Juny een Concept daar tce 00 liidim p. 424. (y) Ibidem p, 429 fe§, {•Wj Ibidem p.tfij,  .( ) . toe hebbende gefuppediteerd, (.? )■ fs het zelve' vervol", gèns op den 17 der gemelde maand gearresteerd fy) ei» • vier dagen daar na gepubliceerd geworden , waardoor' {iet Kedres der Schuttery zyn volkomen accomplisfement lieefc verkregen. ' Wy hebben, Edele Groot Mogende Heeren! in de voorfteilmg der DeÜberatien over dit gewignV onder-, werp jn de Gecombineerde Vergadering gehouden, ee-' menageerd om eenige reflectien te maken", dewyl Wy. vermeenen , dat niets beter , dan eene eenvoudige voordrage derzelven, in ftaat kan zyn, om UEd. iGroofi Mog. te overtuigen, van dc menigvuldige tegenkantingen , waar mede Wy hebben moeten worftcL-n. ~ Doeb vermits het niet ongepast zal zyn , over.de■ motsen deser tegenkantingen eenig licht" te verfpreiden j -oordeelcn Wy als nu te moeten aanmerken ■ ■ Dat het fingulier voorkomt-, dat de Wethouderfchap, die met Ons in January 1785. aan de Gecommitteerden van eenige Schutters toeftont, om'hunne gedachten over de gebreken in, — cn het herftel .der Schuttery voor te draagen , reeds vier Weeken daar na voorftelde om, tegen de gegevene Permis fie , deze!ven te udasten niet flechts hunne Conmittenten , maar ook andere Schutters deswegens te raadplegen , en hu toemaakt Plan, al, voorens hec zelve over te geven , aan 'de respcflive Co-» piteins te communiceeren; -.- dasr die Gecerr.mi:teérden uit eene fpeciale qaalificatie vw/oww-qen. en niet van allen de Schutters ageerden, cn het, zoonis dc uit"» komst geleerd heeft, te'verwaciitcn was, dac vteie be-. zwaaren tot de Capiteinen zeiven betïckkelyk zouden,' zyn. -~r Dat al verder die vVethouderfcinp' heeft aangedrongen, dat niet door dmn.zrooien Kr-tssrcid, rriinm door Culor.ellev en Cap-rsimi, .v.-aar van .hot'grootfte eoJ deelte haare denk wyze omtrent de Reformédcr Schuttery bY vorige gelegenheden bad gemanifesteerd, aan de Gecombineerde Vergadering van 0,njiieratien zoude gediend worden. — En dat. wanneer bet zelve Collegie van den Magiftraat veranderd was, de eerfte gelegen» beid door twee Leden , die daar in gebleven , en met den Secretaris in het Befogne gecommitteerd waren , is waargenomea, om te verklaren, dac zy zig nergens op wil- een Cv) Ibidem, p. 450. (y) Ibidem p. 5*3, 5  j. n inlaten, nh-orcrs w;.$ vastgefteld' , dat dc ou'dc Schut'ter.y by haare/wj/i enxonjlitutie zoude.bcwaard worden; eg zelfs eene Refolutie .by 'de Weth — die nogthans naderhand 'is_ ingetrokken — geëffectueerd hebben, waar by hun, offchoon derzelver Commisfie by de Gecombineerde Vergadering zonder eenige bepalingen was verleend, eene afzon lerlyke en bepaalde last gegeven wierd , die nrtuurlyk" ten gevolg, moest hebben, dat alle verdere Dcliberatien geftremd' ■wierden. Dat het wyders remai> »] ''.'b-.-l is . dat wanneer de Commisfie tot het werk der S'cfiyttërj bjii'k-md. door het vragen der Confideratien i n Advis dos Groeten Krygsraads de hand 'aan 't werk ge* Hagen had, aan de Vroedfchap zyn ingeleverd de Re-f quesccn van circa 4 a joo lieden , meestal van het ge? rjhgfte foort van Ingezetenen , waar onder verleheiden die zoo uit. hun Request tot vernietigiifg van 't CorpsFry. willige Schutters, als"derzelver open'ijaare denk en handelwyze , gevoelensgemanifestecrd todden, die denoedzakelyk eener wei ingerichte Schuttery meer en meer deden zien , en aan welker hoofd zig Air. Jan Cornets de Groot, die met de maand Mei te voren als Scu jé. pf.n was afgetreden geplaatst had; by welke de fap.T püanten verzogten , dac, daar zy ontwaarden, dat ment de/erro der Schuttery'geheel zogt te veranderen, en onder verfchcide voorwendzels allerlei nieuwigheden trachtte in te voereu, 'dezelve hunne Requesten. als 'aal p'dotaal zonden gehouden worden; -7- en dat, hoewel op deze Requesten geene Refolutie volgde, echter aan derzelver oogmerk in zooverre is beantwoord, dat de voorgeleefde R'eformes door de drie' voorn : Gecommitteerden Reeds itisgemarlyk zyn gccontradiccerd;hoewel noch'in het Befogne ," nbch in de verdere Delibcratien door Hen cenigq.mjdddelen zyn aan de hand gegeven,o:n het herftel der Schuttery zonder eene Maak disfolutie te effectueren. — Dat het eindelyk (om geen meerdere re-, fleerden hier by te voegen ) eene byzondere opmerking verdient, dat toen eerst, wanneer Wy befloten hadden, liet Plan, door de Meerderheid der Gecommitteerden tbc hetBefo.gnegefuppediteerdjhoofdzakelykteamplecteeren op de gronden., hier voren uit het Rapporc van gem : Gecommitteerden bygebrag't; en in Confideratie, dat hec mee de oude Chartres der Schuttery, en met den aart der zaakc Bvereenko.mftig ware(z), om de Schutters eenen gepasten (ai) Bylage B. agter C. 7. fc.  < tx6z ) invloed in de benoeming hunner Bevelhebberen te geven en den Krygsraad indie vryhcid en gezag te herftellcn! welke Colonellen en Capiteinen—die als Leden der Regeering in hunne Medeleden doorgaans appui vonden -~ daar aan ontnomen en zig toegeëigend hadden; — en wanneer de Meerderheid der competente Leden van denMagiftraat des wegen met Ons had ingettemd, en daar mede alle hoop verdween en was,om door oppofitie van het zelve Collegie, waar mede men zig waarfchynlyk gevleid had, het nodige nerftel der Schuttery te ver'ydelen; — Wy zeggen dat toen eerst van wegen de Meerderheid der Vroedfchap door de Propofitie van i \ January laatstl. middelen in het werk gefteld zyn, om Ons opentlyk de executie van eea Voornaam gedeelte Onzer Commislic te betwisten; en zulks, nicttegenftaande verder Leden van gem: Meerderheid , namelyk de Vroedfchappen van Hogendorp, Mier op % van Staveren en Senn van Bazel als Capiteinen de bevoegdheid derGecombineerde Vergadering tot deReformesdien aangaande by derzelver ingeleverde Confideratien op de Memsrie der Gecsmm: Schutters met ronde woorden • en de Vroedfchap vanTeylingen in ecnBefogne van d'efieeren UEd : Groot Mog: Gecommitteerden op Onze Misfive van 30 September 1784. of fchoon meer ingewikkeld hadden e r k e n d ; en drie andere Leden, der gem: Meerderheid , de Vroedfchappen van der Hoeven, van Beeftingh en GroenCTar,als fesfie in dcWethouderfchap van Mei 1783 tot 1785., en dus inde Gecombineerde Vergadering, gehad hebbende, by meer dan eene Deliberatiedcsvvegen Waren tegenwoordig geweest, toen zelfs daar toe geconcürkeerdhadden. Door welke conduite Onze Commisfie, die wegens allerleie entraves, reeds een zeer geruimen tyd tot merkelyk bezwaar van den Lande,en in prejudicie van Onze andere betrekkingen was opgehouden, wederom byna vier maanden is geprotraheerd geworden Hier mede, Edele Groot Mogende Heeren.'ftappen Wy af van het Redres omtrent dc Schuttery door de Gecombineerde Vergadering van eene vol (trek te noodzakelykheid geoordeeld; en 't welk Wy als het eenig middel — in Onze macht t- befchouwd hebben, om de rust binnen Rotterdam cc herftellen , om nog met een woord te fpreeken vau het mistrouwen, het welk federt eenigen tydbyde voornaamfte Ingezetenen, omtrent de handelingen der Regeerings- Cojlegien in gem. Stad , had plaats gehad. in hoe verre het zelve veor het deccrneerenOnzerCom-  c a«i ) «rustte gegrond geweest zy, zullen ÜEd.Groot Mog. hebben kunnen beoordcelen, uit het geen Wy van de gebettrtenisfen voordientydgemeld hebben. —EnWy wenschten hartelyk.dat Wy hier UEd. Groot Mog. konden verzekeren dat dit mistrouwen als nu geheel en al ware weggenomen» — Dan het tegendeel heeft plaats, en Wy kunnen of mogen niet ontveinzen , dat het gedrag door veele Leden van gem. Collegien,gcdurende den loop OnzerCommisfie, gehouden, tot het voortduuren van dien, allemogelyke aanleiding heeft gegeven. — Wat konde 'er tochgefchikter zyn, om aan hec mistrouwen der voornaamfte Ingezetenen voedfel te geven, dan de violente oppojitie, diedö Meerderheid der Vroedfchap telkens gedaan heeft, wanneer Wy Ons aan U Ed. Groot Mog. beklaagden over hindernisfen, die de Magiftraat Ons in den weg leide , langs ■Welken Wy totdefources van het voorgevallene, 'twelk aanleiding tot hunne Adresfen gegeven had, moesten opklimmen ; — en de tegenkantingen, die Dezelve gemaakt heeft tegen de Verzoeken door den Hoofd-Officier Gever s% aan UEd- Groot Mog. gedaan, om ten ko3te van den Lande tegen de Schuldigen aan de oproerige bewegingen te mogen procedeeren ; — en eenige perfoonen, dieby het bekende Speelreisje op den 22 July 1785 hadden geadfifteerd, onder impuniteit te hooren, wegens de feditieuf* bedryven te dier gelegenheid gepleegd?—En om van geene andere daden dier Meerderheid, dewelke regelregt tegen de gemanifesteerde gevoelens dier Ingezetenen geoppofecrd waren , te gewagen — als welke geen objecten vanOnzc cognitie geweest zyn—wat was er meer in ftaat, om hét wam rouwen der welJenkendeingezetenen te perpdtueeren, dan de pogingen derzelve Meerderheid , om voor te komen, dat de Schuttery niet in die behoorlyke gefteldheid gebragt wierd , waar in zy tot een waarborg voor de publicque rust en veiligheid in het toekomende konde ftrekken ? Al verder , welk ander gevolg, dan de voordduuring van 'c mistrouwen, konde hec gedrag der Wethouderfchap,die tot Mei 1785 ,gefungeerd heeft-, hebben, daar dit Collegie eerst in deszelfs Berichten aan UEd : Groot Mog :de voorwerpen der klagten, wegens de verregaande excesfen en beweegingen zoo niet ideffeJSte verdedigde , ten minften metdezagtfte kleuren affchilderde; en zig naderhand in den loop van het onderzoek op alle mogelyke wyze verzettcde tegen alle die middelen, welke Wy voorftelden om dc fources van hec voor  ( 2^4 > joorgcvalleue te. ondckkcn j — En daar in het v Bijraad i ivil" f en gedeelte van dat Collegie — de Meerderheid van '.Schepenen namelyk het zelFde voetfpoor heeft betreden? -Dan vermitsdie Leden by de laat fte Verandering dér Magiftrature zyn afgetreden , cn UEd. Groot -Mog. door de Differentcn onderdo Leden der Vroedfchap wegens m'pfffefyantie van. Stads Privilegiën on'-'ftaan —— in de, voor de Stad Rotterdam gelukkige, noodzakelykheid geweest zy'ri,om' omtrent de ïlegeerings . befteilihgeene Voorziening re doen, waar door in he'sCöffegievan den Magiftraat , door ye Burgery geachte en vertrouwde Leden geplaatst zyn, zoo mogen Wy het cenocgen bebbeh UEd. Groot Mog. te verzekeren,dat alle dissidentie, omtrent het Befiuur der Politic en Juftitie aap Dezelven toevertrouwd, geheel is weggenomen , eh dab het niet te voorzien is indien dieCollegien in 't ver • volg zoodanig gecompofeerd blyven , als zy zig nu bevinden , —— dat 'de rust op nieuw zal worden Verftoordj en het zoo verdfc'rfelyk mistrouwen herleven. In deze geftcldhéid der zaken hebben Wy dan ook geen zwarigheid gemaakt de Stad Rotterdam te verlaten; —■ en, wanneer Wy ingevolge UEd. Gr. Mog. Itefolutie van i J'my jongstleden Ons hier toe vonden in ftaat gefteld , hebben Wy de nodige fchikkingeii deswegen gemaakt. — Waren de honneurs by Onze aankomst bewezen,-overcenkomftig met het Cara&er , 't welk Wy de eer hadden van wegen UEd. Gr. Mog. te bekleden; by Ons vertrek hebben Wy — behalven het genoegen van voor Onze Perfoonen de eclatantfle bewyzen van vertrouwen en genegenheid van voorname Regeeringsleden , cn der beste en norabelfte Ingezetenen te ontvangen — mede ondervonden dab de Commisfie vanUEd. Gr. Mog. met allèdiüincfieen luister is behandeld. — Na dat Wy korte dagen voor Ons vertrek denMagiftraat ter maaltyfl ontvangen hadden,zyn Wy twee dagen daar na door Oenzelvc zeer trcffelyk in dé Stads Doelen onthaalt, en hebben den dag voor Ons vertrek dè vifites van affcheidontfangen; wanneer Wy behalven door de Officieren van 't Guaimifoen, en veele Ingezetenen, zo Leden der Regeering als anderen , zyn opgewacht door de Geconjlilueerdenuit de Requestranten en Corps, en door ftatelyke Deputaticn van de Walfchè, jLutèr/che, Roomfche, Remonjlrantfclie en Mennonite Kerkenraden — de Geconimitteerdens uit de vorige Stads Schuttery — en die van Koel als mede van't Kweekfchool de Dageraad, die by derzelver,  C *65 ) Ver, ter materie gepaste aanfpraaken Ons verzogt hebbei ter kennis \&rï ÜEd. Gr. Mog. te brengen, de gevoelens hunner dankbaarheid voor de beitengewoone en efficaciettle voorziening op hunne Adresfen gedaan,— en de verzekering van hunne verkhogrheid aan hèt Vaderland, en gehoorzaamheid aan Hoogstdeszelver wettige Bevelen , mitsgaders van de heilbeden overde fïóoge Regeering van ÜEd» Gr. Mog. uitgeftort. Den 24 pm% tot O ns vertrek vastgeftcld, zyn Wv dés morgens door eene Deputatie uit den Magiftraat, beftaande in den Hoofdfehout, . twee Burgemeesteren en twe.e Schepenen, gezeten in vy/Koetfen van Ons Logement, alwaar een behoorlyke Wacht geporteerd ftond, afgehaald, (ei* de Koetzen door de Staten- en Stads Boden met ongedek.ten hoofde, en üe Sergeanten van Ordonnantie, zynde voorafgegaan , en door dé Stads Heliebardicrs en Liverybedienden vergezeld), naar het Stadhuis begeleid; alwaar Wy uit de Koetzen getreden, onder het verrichten van de honneurs , door eene Compagnie Burgers dié aldaar de Wacht had, door de voorfz. Deputatie zyn opgeleid; en in de Vergaderkamer door de overige Leden van de Magiftraat gerecipieerd, waarnadeEerstondergetekende de Gecombineerde Vergadering met eene ter gelegenheid gepaste aanfpraak heeft bcfloten, die door den Hoofdfehout , uit naam van den Magiftraat, op eene zeer gratieufe wyzë is beantwoord; hierop zyn Wy door den Magistraat en Corps, naarUEd. Gr. Mog. Buiten-Jagt, tot Ons transport gedeftineerd , begeleid , pasfeerende door de Schuttery, die in dubbelde selederen, van het Stadhuis tot aan het Jacht geporteerd , met de groote Militaire honneurs falueerde; wanneer de Magiftraat , in 't Jacht gekomen zynde, Ons heeft gevalediceerd, en vervolgens te rug gekeerd is;, waar na nog .eene Deputatie beftaande uit eenige Leden van den'Krygsraad , den Collonel aan hun hoofd hebbende, van wegende Schuttery Ons is komen complimenteercn; aan welke de Eerstondergetekende het genoegen der Commisfie wegens derzelver goede vorderingen enditplechtig uitgeleide,betuigd heeft— Ln na dat Deze ook was te rug gekeerd, zyn Wy vertrokken, onder het falut van 2^1 fchoten van Stads Bolwerken , die door 7 fchoten van 't Jacht wierden beantwoord , en des avonds alhier gereverteerd. Op deze wyze, Edele Groot Mogende Heeren! hebben Wy Onze langdurige Commisfie volbragt. Heeft het Ons  ( flotf ) önsmogëri gebeuren eenige Ontdekkingen te doen omtrent die gebeurtenisfen , die Rotterdam een geruimen tyd hebben beroerd , en eenig licht te verfpreiden ovef de oorzaken, waaruit dezelven zyn voortgevloeid. i Hebben Wy hec genoegen mogen hebben, om niet tegenltaande de veelvuldige machinatien, waaf mede men Ons heeft tegengewerkt, de rust voor het tegenwoordige td heritellen, eneen waarborg voor derzelver cdnfervatiein *t toekomende, (" indien zy wel gehandhaafc word,) daar te ftellen; — dit alles zal ons voorzeker altoos toe eene aangename herinnering van Onze veelvuldige en penible pogingen zyn !— Doch de grootfte belooning, die Wy verlangen, zullen Wyniet dan in de Goedkeuring Onzer verndhtingen door Onze Hooge Committenten kunnen Vinden. En in het vleiend vooruitzicht van deze te zullen wegdragen , befluiten Wy dit Ons Rapport, den Op* perftenBeftierderder Waereld biddende, dat Hy de Regeering van UEd. Groot Mog. tot bloei en welvaard vai den Lande, luisterryk en voorfpoedigmake! » Met verfchuldigde eerbied hebben Wy de Eer te zyn Edele Groot Mogende Hoeren ! ( Onder ftont) ^Gravenhagg Uwer Edele Groot Mogende den i Nov. Dienstwilügen 1?8<5, ( Was getekend ) W. H. Tcding van Bérkltoutt H, B. van Halter etu C. W. Visfcher. , L F. Pottey TiLrca*. Radolg Baelde*