D E PROCESZIEKE BURGER, VRAAGENDE AAN EEN' P R A C T I S IJ N, hoedanig hij zig in allerhande rechtsgedingen, of burcerl1jke twistzaak en, voor de rechtbanken dienende,behoort te gedraagén: Om te /trekken tot een handboek voor den burger' ten tJndt iig uit alle ongelegenheden, zonder bthtilp van Praütfsjns, te redden;onnoodige proceskotten Ztrgruldigi fk te vermijden, en door middel ven ten ktrddeneerd mondgefprek , eene empleete wtinjchap van allerleie voorvallende kat)gttnh zaaken , op eene gemak' ii/ke en vti/Lianbaare wijze , te kunnen verkrijgen. door Mr. F. L. K E R S T E M A N, professor. honorair, en doctor der beide rechten. Te AMSTELDAM, bij J. B. EL W E, mdccxcji.   VOORBERICHT. Ik ben meermaalen, federt een aanmerkelijk verloop van tijd, door veifcbeidene mijner Landgenooten , die nog onkundig van de praélijk waren, aange* s  VOORBERICHT. zocht geweest, om, in eenen nieuwen fmaak, een platte, eenvoudige, en verftaanbare befchrijving van zulke burgerlijke twistzaaken te geeven,welke meest, of liever dagelijks, in de rechtspleeging voorvallen, ten einde-.hetzelve als een gefchikte handleiding , voor allerhande perfoonen van den burgerftaat, in voorkomende gelegenheden noodzaakelijk en van gebruik te maaken; op dat zij niet, uit gebrek Vangoede kennisfe van zaaien,hunne toevlugt zo aanftonds tot de raadgeeving van praclifijns behoeven te neemen : om aan dit algemeen verlangen te voldoen, had ik geduurende mijnè ge vangenfchap te Rotterdam, bereids een beknopte fchets daarvan ontworpen, die ik  VOORBERICHT. Vervolgends in laater tijd meer uitgebreid en verbeterd gehad heb: ondertusfchen dien ik hier aanvanglijk te verklaaren , wat men eigenlijk onder de benaaming van Burger en Practifijn, in zodanige betrekking als zij beiden in dit werk voor* komen, verftaan moet. Door een' Burger verfta ik algemeenlijk, en in eenen ruimen zin, een lid van de menschlijke maatfchappij; doch in een bepaalden zin is een Burger eigenlijk, een inwooner van een neflooten ftad , vlek , of dorp welke men gewoon is in tweederleie foorien te onderfcheiden, als vooreerst in Geboren , en ten tweede in Gekochte Burger ; terwijl men onder de benaaming van Praciijijn kan begrijpen, • 3  VOORBERICHT» niet alleen Advocaat en en Procureurs, maar zelfs Notaris/en, Solliciteurs , en, ora kort te gaan, allerleie Rechtsoefenaren die bekwaam zijn, en met een wettig gezach daartoe bekleed, om de zaaken van dingslieden voor de Rechtbank te bedienen.  INHOUD. EERSTE GESPREK. Over echtfcheiding en grondrecht. . Rladz. r. TWEEDE GESPREK. — i i het recht en de pligten der voogden. . .9 DERDE GESPREK. de oorzaaken van huwelijksfcheiding. . 24. VIERDE GESPREK. geldbeleening of pandgeeving, . . 44. VIJFDE GESPREK. .1 - focieteit of'compagnie\fchap, anders genoemd, maatfchippij oïgenootfchap. . . 51. ZESDE GESPREK. ■ ■ mandaten , of lastgeevingen in rechten, of daar luiten 65. ZEVENDE GESPREK. Raakende allerhande procesfen, welken ter zaake van trouwbeloften, of bezwangering van vrouwen voordfpruiten 79» AGTSTE GESPREK. Over testamenten , en ervenisfen, die in de rechts- pleeging betwist wsrden. • • . 94. NEGENDE GESPREK. ■ 11 ■ proces fen van injurïén, en w.iarin het onder- fcheid tusfehen een daadïijke , Jchiijtlijke en mondijke hoon bejlaat, . . . 115.  INHOUD. TIENDE GESPREK. Over wis/els, asfïgnaliè'n en promesfen. Bladz. 130. ELFDE GESPREK. ■ de wettige en gangbaare bedingen van koop en huur. • . . . 141. TWAALFDE GESPREK. »' i' >- het geeven van getuigenis der waarheid; wie getuigen mogen zijn, en welke perfoonen niet, 170. DERTIENDE GESPREK. »» 1 hof of flads- kinderen , of pndcr- curateele fiaande perfoonen. . . . 181, VEERTIENDE GESPREK. ■■ het recht van naafting,zo als dat hier teLan* de plaats heeft. ... ioq, t VIJFTIENDE GESPREK. de kracht en uitwerkingen van huwelijkfche voorwaarden. . • , 209. EER.  EERSTE GESPREK Over Erffiheiding, en Grondrecht. PRACT1SIJM» \^el hoe vriend! komt gij mij zo fchielijk bezoeken ? — er zijn federt voorleden maand drie van uwe zeven procesfen óp dé plijtrol gebragt, doch ik heb het tot nog toe zo volhandig gehad, dat ik dezelven onmogelijk heb kunnen beplijten. BURGER. Wat zwaarigheid Mijnheer? —■ dat is de oor« zaak van mijne komst niet ik heb van daag rufie met mijn' buurman, over het vertimmeren van de gemeene tuinheining gekregen ; hij wil de paa. lett op zijn' grond niet hebben , en ik ook niet 5 daarom heb ik befloten hem door middel van een proces daartoe te dwingen; wat ben ik blijde, mijn lieve Advocaat! dat ik weder een nieuwe zaak opgedaan heb gij zult waarachtig nog fchatrijk worden als het zo voordgaat. A  ( 9 ) ^ **** p m c ï i s ij n. Als alle mijne Cliënten of Meefters zo dachten, zou dit misfchien kunnen gebeuren ; maar terwijl ik, zonder mijn beroep te kort te doen , als een eerlijk man ten uwen opzichte wil handelen, moet ik u openhartig aanraaden geene nieuwe procesfen te beginnen, voor dat de ouden beflist of afgedaan zullen zijn; ja wat meer is , dat gij met fommige van uwe partijen liever een voordeelig accoord lluit, dan een onzeker proces te waagen, om reden dat een procesziek man die zig buiten noodzaakelijkheid geduurig in beuzelachtige gefchillen wikkelt, ten laatüen bij den Rechter in eene haatelijke reuk geraakt. burger. Kom, kom, is het anders niet! — zoekt Mijnheer het kooni van zijn molen te zenden ? —-- ik kan mij niet verbeelden dat een Practifijn zo eerlijk denken moet. practisijn. Waarom niet? burger. Om dat het de meeften van uwe confraters meer om de pitten te doen is, dan om de belangen van hunne meefters door afwijzing der procesfen te bevorderen —" ■ in alle gevallen, wat kan het u verfcheelen, als ik uit liefhebberij mijn geld met plijcen verkwisten wil!indien gij zwaan'gheid maakt om mijne zaaken voor de rechtbank verder te be-  C 3 ) dienen, zal ik wel een anderen fehraalen vogi! van uwe foorc vinden, die dat gaarne voor mijne duit,-n zal willen doen, PRACTISIJ H. Als gij het zo begrijpt, dan is het uitgepraat, en dan beken ik ongelijk te hebben ; ik zal u voortaan, al ware het in honderd procesfen te gelijk, bedienen — maar verhaal mij nu eens naar waarheid hoe het met de hiftorie van de heining, waarover gij uwen buurman in rechten betrekken wilt, gelegen is. BURGER. Ik kan daar niet anders van zeggen, dan dat de houten heining door bouwvalligheid aan zijn' kanC omgevallen is , waardoor wij verpligt zijn om op gemeene kosten een nieuwe in de plaats te laaten zetten, zo dat het hoofdverfchil wegens de timmering van dien , eigenlijk daar in beftaat, of de paaien, op mijn' grond , dan op die van mijn' buurman moeten ftaan. PRACTISIJPf. Ja mijn lieve vriend dat voldoet nier, nademaal zulks voornaamlijk uit het recht van erffcheiding moet blijken , het geen doorgaands zonder , veel omflag bewezen kan worden uit de koopcontracten , transporten, of brieven van eigendom van gekochte huizen en erven j want die met zodanige fervituten belast is, moet dezelven, volgends de weeA a  ( 4 ) ten en plaatslijke coftumen bij aanhoudendheid blijven draagen. BURGER. Ik breek mijn hoofd met die malligheden niet, want ik zeg u eens vooral, dat ik de paaien niet langer op mijn' grond wil hebben , aifchoon zij er een paar honderd jaaren geftaan hadden. PRACTISIJN. Gij wilt dan, naar ik hoor, tegen de bedongene voorwaaiden van een gefloten hoophandel, en dus begrijp ik als een dwingeland, den rechter de wetten naar uw' zin voorfchrijven. BURGER. Wat feldrement is dat voor praat! — gij fchijnt meer mijn partij, dan mijn Advocaat te zijn. PRACTISIJN. Verwonder u daar niet over, want ik gevoel mij volgends mijn' eed en pligt gedrongen u door zulke eene trouwhartige waarfchcuwing, een ongegrond proces te moeten afraaden, hetwelk gij waarfchijr.elijk met de kosten verliezen zult. BURGER. Wel,ftrenge biechtvader! wat moet ik dan doen? PRACTISIJN. Een Compromis met uw'buurman voor Notaris en Getuigen doeu maaken , waar bij gij beiden uwe  ( 5 ) twistzaak aan de vrindlijke uitfpraak van Ab. ters, of goede mannen, laat verblijven. BORG E Ri Wat is dat voor een ding, Compromis1? PRACTISIJN. Om u daarvan een klaare volzaaklijke , en verftaanbaare befchriiving te geeven.die volmaakt met de vatbaarheid van uw verftand ftrooken zal , zo weet dat een Compromis, onder de rechtsgeleerden, ge. houden wordt te zijn , zodanig een inftrument , waarbij partijen met gemeen overleg ter affmjdm. ce van kostbaare procesfen , goedvinden hunne tereezene verfchillen aan de beflisfing of aan de uitfpraak van verkozene Arbiters, anders genaamd goede mannen, welken zij van weêrskanten daartoe verkiezen, geheel overtelaaten, met dat gevolg dat zijl met zulk een burgerlijk gewijsde al zo veel genoegen neemen, dan of Hunne zaak bij vonnisfe van den rechter ware beflist en uitgewezen. BURGER. Welligt zou zulk een Compromik ; ( wacht, ik vergis mij! Ik wil zeggen Compromis,-) ten opzichte van het verfchil met mijn' buurman over die verbruide paaien, in mijn kraam te pas komen maar, heb de goedheid van mij nu eens te onderrichten, hoe ik het aanleggen moet om daartoe te geraaken, en of ik volftaan kan met perfoonen uit A3  ( 6 ) het burgerfchap tot .... (de drommel ik bert dat woord vergeet,en !)tot Arbiters te mogen verkiezen? PRACTISIJN. Wat uw eerde vraag betreft,zo ben ik van gevoelen dat om de pas aan uwen buurman aftefnijden , gij , zonder tijdverzuim beginnen moet met hem dooreen'Notaris eene Infinuatieie laaten doen,waar. bij van uwen kant voorgeflagen en aangeboden wordt,om,ter vermeidicge van alle onnoodige proceskosten , het verfthil, m zaake van de timmering der heining ontftaan, doormiddel van hec tnaaken van een Compromis in het vrindlijke uit de wereld te helpen; want indien het gebeurt dat uwe partij die aanbieding verwerpt, en naderhand daarover met u in proces geraakt, hebt gij fchier daardoor het halve fpel in de rechtspleging, dat is te zeggen den rechter in uw voordeel gewonnen; en belangende de tweede vraag. . . BURGER. Met uwe permisQe Heer Advocaat ! — Ik heb om recht uittefpreeken geen' zin in zulk eentlluwe- nat:e waarom zou ik om een paar douzijn houten paaien zo veel waters vuilmaaken? PRACTISIJN. Ik moet waarlijk bekennen, dat gij een wonderlijk (lag van een man zijt, die na geen goeden raad wilt luiflèren, en daarom ftap ik liever van deeze  C 7 ) zaak af, dan mijn hoofd langer met uwe zotheden te breeken. burger. Ik vraag verfchooning over mijnen misdag Heer Advocaat , mogelijk heb ik u niet wèl begrepen gehad; ga maar voord! ga maar voord! — ik zal zwijgen als een mof. p r a c T i s1jn, Belangende dan de tweede vraag, is het buiten alle bedenking dat men tot Arbiters, ter wederzijde, zodanige perfoonen uit het burgerfchap, naar eigen goeddunken verkiezen mag; zelfs is men veeltijds gewoon daartoe van weêrskanten practifijns te benoemen , welke bij het Compromis aan beide zijden de magt verleend wordt, om binnen zekeren bepaalden tijd uitfpraak over de zaak te doen. burger. Wel nu dat is goed, want dat zo zijnde, zult gij van mijn* kant op de koort moeten verfchijnen. practisijn. Ik heb er niet tegen, maar daar fchiet mij iet te binnen, waarop noodzaakelyk gelet behoort te worden, burger» Wat is dat Advocaat? A4 ï  C 8 ) PRACTISIJN. Ik begrijp dat terwijl de paaien van de heining fe« dert onheugelijke tijden op uw' grond geftaan hebben, uw buurman,uit krachte van het grondrecht, het voordeel aan zijnen kant heeft, dat is te zeggen dat gij daarmede , in gevolge de koopconditie van uw huis en erf, als een altijdduurend fervitut be. last blijft, en daarom ben ik van gedachte dat in gevalle deeze zaak in het vrindlijke bij Arbiters afgedaan wordt, men om u beiden genoegen te geeven de uitfpraak over dit verfchil daar heenen moet trachten te wenden, dat de paaien telkens, bij het maaken van eene nieuwe heining, bij beurte dan eens op uw' grond , en dan eens op dien van uwen buurman komen te Haan, op zulk eene wijze, dat hij ditmaal voor het eerst aan de beurt moet leggen ; want tegen dien tijd dat er weder door bouwvalligheid eene nieuwe heining zal moeten geiimmerd worden, zult gij, uw buurman, en ik, misfchien alle drie dood en begraven zijn, en iaaten als dan de nakomelingen daarover zo lang twisten als zij wilien, BURGER. Dat is janftranime wèl verzonnen, ga uwen gang maar , fchrijf twaalf fchellingen op uwe rekening! ik groet u en zal u toekomende week over alle Bijjne andere procesfen nader komen fpreeken.  TWEEDE GESPREK Over het Recht en de pligten der Voogden. BURGER. D aar ben ik weêr Advocaat! ■ »» Had gij mij wèl zo fchielijk verwacht? PRACTISIJN. Gantsch niet, want ik meen dat gij mij gisteren morgen gezegd hebt van mij toekomende week te zullen komen bezoeken , doch denkelijk zal de zaak raakende het Compromis gelukt zijn. BURGER. Net geraden l maar ik kom u van daag over andere zaaken fpreeken. PRACTISIJN. Wat zijn dat toch voor nieuwe zaaken,welken u zo vroegtijdig herwaards jaagen ? BURGER. Waarlijk geene kleinigheden ! —~— ik geloof dat de booze geest op zijne luimen gelegen heeft, om mij die kool te ftooven, want een mijner vrienden die gisteren voor de eerfte maal geftorven is, heeft mij, zonder dat ik er iet van wist, het voog. A5  ( io ) dijfchap over zijne twee onmondige kinderen opgedragen ik ben zo boos als een tijger. p r a c t 1 s ij n. Waarover zijt gij zo kwaad? burger. Hoe Advocaat! vraagt gij dat nog? ■ is bet niet lastig dat men tegen zijn wil en dank Voogd moet zijn? practi sijn. Neen, want als men in hoedanigheid van inboreling van een land of ftad de voordeden genieten wil, moet men tevens de lasten die aan het burgerfchap verknocht zijn tot welzijn van de maatfchappij helpen draagen — doch de groote vraag die u in dit geval verfchoonbaar maaken kan, beftaat daarin, of gij tegenwoordig drie voogdijfchappen bekleedt? BURGER. Daar zou ik den brui van geeven , maar mijn overleden vriend heeft mij bij zijn testament tot Aïfekutteur van zijn boêl , en te gelijk tot voogd, met zijn zusters man, over zijne beide kinderenaangefteld. p. r a c t i s ij n. Gij wilt zeggen Executeur '-, daar van kunt gij des goedvindende u zeiven ontflaan, maar het opgedra-  f li ) gen voogdijfchap zijt gij volftrekt verpligt, volgends de wetten deezer Landen, te moeten aauneemen. BURGER. Sc'noone wetten,niet waar,die iemand tegen zijn heug en meug dwingen om zijn' kop met een ander mans zaaken te breeken! het was nog niemendal als ik op kosten van de onmondige kinderen, procesfen kon aanvangen - gantsch bloed Advocaat, dan zoude ik u laaten plijten dat gij half gek wierd! maar mag ik u vraagen hoe ik mij in deeze twee onplaifierige posten gedragen moet ? P R A C T 1 S IJ N. Als Executeur is het uw pligt niet alleen om alle vaste goederen, zo huizen, landerijen,als obligatiën van den overledenen testateur, maar zelfs de meubelen en contante penningen die in het fterfhuis gevonden worden ,terftond behoorelijk te doen opfchrijven, en daarvan volgends gebruik eene ordentelijke Inventaris te doen maaken , ten einde daardoor buiten alle verantwoording te blijven, wanneer gij bij meerderjaarigwording van uwe pupillen rekening en bewijs van uw bewind als voogd zult gehouden zijn te doen; want zonder die noodzaakelijke voorzorg wordt een bewindvoereni voogd, in gevalle van gebleken pligtverzuim, ten dien opzichte bij den rechter in de veroorzaakte fcliadevergoeding, ten behoeven van de weeskin' deren, verweezen.  ( 12 ) BURGER* Hoe langer hoe fraajer, Heer Advocaat! —— maar zeg mij nu eens, door wie ik,als Akfekutteur, dat vermoerd ding dat gij belieft Intervtntaris te noemen, dien te Iaaten opftellen, en ten wiens kcs. te zulks gefchieden moet? « PRACTISIJN. Men laat doorgaands niet den Interventaris, maar den Inventaris , anders gezegd Doedelbtfchrijving , door een' .Notaris opmaaken, en het fpreekt vervolgends van zelf dat de kosten die daarop loopen, ten las. te van den gemeenen boedel gebragt moeten worden. BURGER. Nu, difjaatfte laat zig hooren, en dan kan ik op mijn beurt zeggen, dat het ook van zelf fpreekt, dat als Sinjeur de Notaris het wat te bont met zijn fchalinris maakt, ik hem als Akfekutteur , en als voogd, op den naam en voor rekening van de onmondige weeskinderen , een proces op zijn huid kan jaagen. PRACTISIJN. Loop; gij fchijnt ftapel zot te zijn —— ik geloof waarlijk dat gij alle nachten van nieuwe opgeraapte procesfen droomt,waarvan de uitvoering, volgends uwe verbeelding, meetterflukken van ver(tand zijn, doch bij het braave burgerfchap voor  ( 13 ) haatelijke onderneemingen van twistzoekende geesten worden verlieten. B U R GvE R. Zo haaftigniet Advocaat! fchoon ik geen Prakkeftjn van mijn beroep ben , mag ik daarom ook wel eens nadvijferen; trouwens men wordt al vragende wijs, en het is om die reden dat ik u tegenwoordig vraagen moet, waarin de voornaamfte pligten en het recht zo van een Akfekutteur als van een' voogd, volgends joului rommelzo van wetten, tog beftaan? PRACT1SIJ N. Zodam'g eene tweeledige vraag valt ongemaklijk om op éénmaal te beantwoorden , ter oorzaake dat er zig een aanmerkelijk onderfcheid opdoet, tusfchen de voorrechten, pligten , en het werk van Executeurs, en dat van Poogden , hetwelk in verfcheidene opzichten van elkander hemelsbreed ver. fchilt. BURGER. "Dat denk ik '• —— maar waarin bedaar dat onderfcheid ? PRACTISIJN. Om u een recht denkbeeld daarvan te geeven , behoor ik u vooreerst door eene voorafgaande verklaaring te doen begrijpen, wat de post van een' Executeur is , als ook waarin hoofdzaakljjk het werk  ( 14 ) van zijn departement beilaat, en dan vervolgends in de tweede plaats klaar en volzaaklijk aantetoonen , waartoe eigenlijk testamentaire Voogden , dat zijn zulken welken bij testament door den Testateut worden aangefteld, en Gerechtiijke Voogden, naamlijk die uit krachte van de wet door de Hoven van Ju'tide, of de Magiftraten in de lieden en dorpen benoemd worden , geduurende het bekleeden van het voogdijfchap ai of niet gehouden zijn. BURGER. Als daar zo veel van te praaten valt, had ik mijn flaapmuts wel mogen medebrengen: ondertusfchen zal ik luiftcren als een vink , want, mijn goede Advocaat! zulke eene noodzaakelijke les is mij ten minften een paar ponden vlaams waardig. PRACTISIJN. Weet dan dat iemand de post van Executeur of Boedelredder niet verkrijgt uit krachte van de wet , maar uit hoofde van eene vrijwillige verkiezing of aanfteiling van een' testateur, het geen bij uitterllen wille gefchiedt, en tot het bekleeden van welke post niemand tegen zijn wil en dank kan worden gedwongen, ten zij hem voor zijne boedelredding een legaat bij testament gemaakt ware, wanneer hij in het laatfte geval onwederfpreekelijk gehouden is, tot een deczer beide zaaken, of de aan hem opgedragen last van boedelredding; terftond na het overlijden vaa den testamentmaaker te aanvaarden, of  anders de aan hem gemaakte voordeden te moeten misfen. BURGER. Kostelijk ! kostelijk ! — maar is dit alles wat er van het Akfekutteurfchap te zeggen valt ? P R A C T 1 S IJ N. Wel neen vriend.' want het voornaamfte over dit onderwerp is gelegen in het onderzoeken van de piigten welke aan zijn post verknocht zijn , en die inzonderheid daarin beftaan: als 1.) dat een Boedelredder onmiddelijk na het overlijden van een' testateur door een' ftadsSecretaris en twee Schepenen, of door een' Notaris en twee getuigen , alle kamers kisten en kasten in het fterfhuis behoort te laaten verzegelen, om daardoor niet alleen te doen blijken dat hij ter goeder trouwe handelt, maar ook om alle ontvreemding en wegraking van goederen voortekomen ; 3.} om order te ftelien op al het geen de begravenis van den overledenen betreft; 3.) zodra de begravenis gefchied is, ten overftaan van een' Secretaris of Notaris, de ontzegeling van de kamers, kisten en kasten te bezorgen, en vervolgends alle de goederen daarin gevonden wordende, zonder de minde uitzondering te doen opfchrijven, aangezien tot geene vereffening van den boedel kan worden getreeden , ten zij alvoorens de Inventaris daarvan gemaakt is , a's zijnde indisputabel de ziel of liever de vaste grond van al» le wettige boedelbeheeringen ; en 4.) om nader»  ( x6 ) band den nog onvereffenden boedel te brengen tot eene behoorelijke zuivering of vereffendheid , gelijk bij voorbeeld door betaaling der fchulden , de invordering der infchulden , de ontvangst en aflosfing der kapitalen, het verkoopen en trans» porteeren der vaste goederen , om kort te gaan , door in het algemeen alles te verrichten of te volvoeren wat tot redding, zuivering , anders gezegd liquiditeit van de nalatenfchap noodzaakelijk vereischt wordt, EUR 6 E R» Ei ei, heeft die muis zo veele darten» — Appelrepo mag ik u vragen, of èen Akfekutteur ook borg moet dellen? p R A c T i s ij N. Het is een uitgemaakte zaak, in de Hollandfche rechtspleegingjdat een Executeur, volgends delandwetten , bevrijd is, van het dellen van borgtocht voor zijne boedelredding, geduurende den tijd dat hij deeze post bekleedt. BURGER. Daar zullen zekerlijk nog meer fprookjcns van de Voogden te vertellen vallen? PRACTISIJN. Ja al vrij veel , doch terwijl ik u al het geen aangaande deeze rijke dof te verklaaren valt, met geene moge ijkheid in onze korte mondgefprekken ver-  C |f ) vernaaien kan, zo moet ik u intusfcheü tot een VoU ledig onderzoek , raakende de voogdijfchappeh aanbeve'elen.'deualeezingvan zeker onlangs uitgekomen werkjen , voerende tot tijtel secretarij der hollandsche voogdijen ontsloten, alwaar gij alles zult vinden wat een Voogd doen ert iaaten moet. BURGER'. Ik ben, om de waarheid te zeggen, Advocaat, geen groot liefhebber van leezen , of het moest de hiftorie van Uilenfpiegel, of de gevallen van Ourfon en VakMijn . z\\n, waarom ik u vriendlijk verzoek mij over het ftuk der Voogdijen mondlmge ophel» deringen te willen geeven , op dat ik mijne handen, in het waarneemen van een post, die ruim zo las^ tig als plaifierig is, niet kome te branden. PRACTISIJN. In dat opzicht ben ik gaarne tot uw' dienst. burger. Dat wil ik wèl gelooven, want gij moet üiv geld meest met praaten verdienen — is dat niet ztf Heer en Meefter ? PRACTlSIJÜ. Ja, verre het meerder getal perfoonen Van het burgerrchap zijn van dat begrip , alhoewel wij Practifijns fomtijds ons falaris met veel hoofdn ebt de zaak te komen, en u eenen wegwijzer aan de hand te geeven, waarnaar gij ü ftiptlijk in het bekleeden van het Voogd ijfchap behoort te gedraagen, zo dient gij voornaamlijk op de navolgende onderfcheidingenen hoofdpligten, met belang tot de Voogdijen, te letten: in de eerfte plaats dat er onderfcheid moet gemaakt worden , tusfeben bewindvoerende en toeziende Voogden , om dat de laatlte in geenefchadevergoeding, hoedanig die ook wee^en moge, ten opzichte van delPupillen of Weeskinderen , gehouden zijn; terwijl volgends ons Landrecht de adimniftreerende of bewind voerende ^oogden , die, om zo te zeggen, de vaderlijke magt bekleeden, alleen aanfpraakelijk blijven vooralle ver. korting, welke zij door onkunde of door pligtverzuim aan minderjaarige perfoonen, geduurende hunne Voogdijfchap,toegebragt hebben, ia de tweede plaats, dat zodanig een bewindvoerende Voogd de uiterfte voorzichtigheid dient te gebruiken om geene capi;. alen ,behoorende aan onmondige Weeskinderen , ftaai.de de voogcüjfchap, zonder goede borgtocht aan particuliere perfoonen uittezetten, ja zelfs nog beter handelt van dezelve op vaste goederen , als bij voorbeeld huizen, landerijen , of molens te beleggen, of daar voor obligatiën ten laste van den Lande te koo. pen, aangemerkt een Voogd in het eerlte geval of als er een bankroet voorviel, de veroorzaakte fchade zoude moeten draagen; en in de derde plaats dat offchoon een Voogd wel met een minderjaarige jonge Dochter, zijn pupil zijnde, mag trouwen., gelijk  daarvan verfcheidene voorbeelden voorhanden zijhj hij echter verpligc is,in dat geval van zijn gehouden Voogdijfchap afceltaan, na alvoorens aan zijne me« devoogden rekening en bewijs van zijne adminiftra' «ie of bewindvoering te hebben gedaan. BURGER* Al die fraaiheden heb ik niet geweeten , en op die manier begrijp ik , naar mijn dom verftand, dat de bediening van een Voogdijfchap een gevaarlijke post is, waarbij meer verlies dan winst te behaaleri fchijnt te weezen. practisijn. Dat is zeker, maar een verfiandig en voorzichtig man loopt nimmer gevaar, wanneer hij als Voogd bekwaame voorzorgen neemt, en zig naar de wet« ten van den Lande gedraagt. burger. Vertellen die ftapel van wetten nog meer wonderen , waaraan ik mij in de bediening van' mijn opgedwongen ampt als voogd,of ik wil of niet wil, al verder zo fterk binden moet, als een Non aan de kloofterwetten? practisijbt. Denkt gij dan uw geld met niet-met-al te vérdi#* nsn? £ *  C 20 ) BURGER. Hoe'. —— is er bij de voogdenkraam geld te verdienen? • nu ik dat weet, zal ik rekenen dat 'er de hel van beeven zal. PRflCT 1 s ij Bi Zacht zacht vrind, dat gaat zo niet - de Hooge Overheid deezer Landen , en bijzonder de Hove Provinciaal van Holland, heeft van tijd tot tijd zeer goede en wijze befchikkingen gemaakt, nakende de bepaaling van het falaris der Voogden, geduurende hunne bewindvoering en opgedragen Voogdijfchap over de goederen en perfoonen van minderjaarige Weeskinderen , waarvan echter een Vader en Grootvader uitgezonderd zijn, als die ter zaake van eene bekleed hebbende Voogdijfchap, over hunne kinderen of kindskinderen , geen falaris mogen vorderen: zie daar tot bewijs van dien een Refolutie van het Hof van Holland, in het jaar 1741, aangaande deeze zaak genomen, die ik u, omniet onledig te blijven, woordlijk voorleezen zal: resolutie raakende het falaris der Voogden. Het Hof van Holland een geruimen tijd ondervonden hebbende , dat Voogden , Executeurs , Curateurs, en Adminifirateurs bij den Hove aange/ïeld, bij het doen van hunne tekeningen gewoon zijn, zo in ontfang als uitgaaf, te brengen tantièmes van penningen, dewelke  ( 21 ) zij inderdaad nooit ontvangen noch uitgegeven hellen , als onder anderen van gelden , die zij lieden met anderen hebben geliquideerd, of van a&.ien met anderen gerescontreerd, waarvan zij in het geheel niets reêelijk ontvangen nochte uitgegeven hebben; mitsgaders ook gewoon zijn bij de veramwoordinge van de interesfen van de Ohligatien op de refpective Comptoiren van het Gemeene Land, in ontvang te brengen de geheele interesfen waar voor dezelve Ohligatien zijn genegotieerd, en in het tegendeel wederom in uitgaaf te brengen, de honderd/Ie, tweehonderdJU en andere penningen, die van dezelve interesfen ten voorfchreevenComptoire gekoit en ingehouden worden, alfchoon de voorfchte\en geheele interesfen door hun lieden niet zijn ontvangen, noch de voorfchreeve honderdfie, tweehonderdfte en andere penningen, inderdaad niet uitgekeerd of uitgegeven zijn,en wat diergelijke meer is; en dewijl 'j aan de eene zijde wel redelijk en billijk is dat een Voogd, Executeur, Curatcur of Adminiflrateur, nn proportie van zijn moeite en arbeid werd ge falarieerden beloont, maar dat het daar en tegen wedtrom tegens alk redelijkheid en billijkheid aanloopt, dat dezelve Voogden , Executeurs, en Adminiflrateurs eenig falaris of belooning zouden genieten voor hst geene bi) hun Weden effectivelijk niet is gedaan of verricht, als waar door de goede Ingezetenen merkelijk zouden worden benadeelt. Zoo is 't, dat 't voorfc. Hof, om zadanig misbruik als voorfchreeven is, in het vervolg voor te komen en tegen te gaan, heeft goedgevonden en verfiaan te ordonneren, zo als het Hof ordonneert lij deezen3 (kt alk B3  ( ™ > fwgden, Executeurs , Curanurs , Aiminiftratiurs en diergelijken, bij 't Hof albereids aangefteld, of die in %i vervolg nog aangefteld zullen worden,zullende doen rekening van hunne adminiftratie, geene andere tantièmes van ontvang en uitgaaf in dezelve rekeningen mogen brengen , noch geleden worden, als zodanige posten, dewelke lij hun lieden waarlijk en met er daad zullen ontvangen en uitgegeven zijn. En op dut niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen pretenderen, hebben wij gelast, dat deeze refolu. tie ter rolle zal worden gepubliceert, ten einde een ieder %ig daar na zoude kunnen reguleer en. BURGER» Die brabeltaal V3n ftadhuiswoorden begrijp ik niet. PRACTISIJN. Als het noodig is zal ik u dezelve op zijnen tijd. we! verftaanbaar ^kleggen ; ondertusfchen is het tegenwoordig meer noodzaakelijk , u een denkbeeld,te geeven hoedanig of op welk eene wijze een hewindvoerende Voogd, na het afloopen zijner Voogdijfchap , dat is bij meerderjaarigwording van de pupillen, volgends onze plaatslijke wetten en coflumen,verpligt is, rekening en bewijs, en verantwoording van zijne gehoudene adminiftratie, en van zijn bewind als voogd te doen, gelijk ook ter plaatfe. alwaar zulks gefchieden moet. BURGER. Seldrement! vallen er nog meer zuure appelen is. deezen vermaarden fruitwinkel te knauwen ?  C 33 ) PRACTISIJNi Om tot verklaaring van zaaken te komen , be. hoort gij eerst te weeten, dat een voogd niet eerder na hét Hollandsch Recht gedwongen kan worden, rekenfchap van zijn gevoerde bewind te doen, dan na het eindigen of afloopen van de Voogdij. fchap,.dat is te zeggen als de pupillen meerderjaarig geworden zijn. om dat het in ongebruik geraakt is, dat een Voogd alle jaaren rekening moet doen, uitgezonderd daar zulks volgends uitdrukkelijke coftumen nog plaats heeft, gelijk bij voorbeeld uit articul 44 van de Keuren van Rhijnland kan blijken ; dan in het'onderfteJ.de geval is hij volftrek verpligt rekening te moeten doen, alfchoon hem hetzelve, bij testament kwijtgefcholden ware geweest; hoedanige rekening vervolgends behoort te gefchieden ten overftaan van de meerderjaarige of getrouwd zijnde pupillen, ter plaatze, en voor zodanigen Rechter alwaar het fterfhuis is gevallen, of daar de bewindvoering van het Voogd'jfchap is gefchied , of, het geen meest gebruikelijk is, onder dat Rechtsgebied alwaar de goederen gelegen, en zo wel de Voogden als de pupillen woonachtig zijn, zo dat, bij weigering van dien, een Voogd daartoe voor den Hove van Hoi/and kan gedagvaard worden, BURGER. Ik heb ditmaal genoeg gehoord; ik groet u, en, «lenk u eerlang nader te komen fpreeken. B4  DERDE GESPREK Over de oorzaaken van kuueïijksfcheidUig*. PRACTISIJN. J"ïoe, wat is dat vriend! zijt gij onzichtbaar is mijn ftudeerkamer geil open? BURGER. Ja , ik zag u voordeur openftaan , en dacht u hier te vinden , want ik ben met een boozen kop Uitgelopen , om eea douzijn fchellingen van deezen avond bij u te komen verpraaten. PRACTISIJN. Wat fcheelt er aan ? gij ziet er zo treu¬ rig uit. BURGER. Een verftandig Prakkefijn moet, zonder na de oorzaak te vraagen , zulks kunnen raaden ; maar terwijl gij zo het fchijnt nergens van weet, zal ik het u gaan vertellen ik heb van daag met mijn huisplaag gekeeven en gebakkelaid, dat er de buuren aan te pas kwamen; kortom,Advocaat, ik wil van dat boosaartig wijf gefcheiden zijn, ai zou ik tienduizend guldens moeten verpleiten , en mij. voortaan met een hoer dienen te behelpen.  ( 25 ) practisijn. Bedaar een weinig, vrind gustavus! mo??1!^ hebt gij ongelijk ; en ook de getrouwde vr mweri te Lande hebben doorgaands veele voorrechte.-; het ftuk van huiskrakeelen. burger» Ei lieve waarom dat? practisijn. Om dat zij,over het algemeen genomen, niet alleen in de burgerlijke maatfchappij,maar zelfs meest al bij den Rechter voor een zwakke, beminnelijke, en onweêrbaare fexe befchouwd worden , zo dat het niet geraadelijk is zonder gegronde of wettige oorzaaken, welke een huwelijksfcheiding ten gevolge kunnen hebben s haar in rechten te betrekken, burger. Al zou ik mij in vier quartieren laaten kappen, begeer ik niet langer met dat drommels wijf opgefcheept te zijn ; en indien de Rechters van onze ftadmij ten opzichte van defcheiding mogten tegenvallen, zal ik hun altemaal voor het Hof laaten dag. vaarden, practi SIjN. Ik begrijp klaar dat uwe driften , of liever opgevatte haat tegen uwe vrouw,u zo Merk vervoeren dat B 5  C ) gij niet weet wat gij zegr, en de yefjfchqldigde eer? bied voor uwe Rechters vergeet. BURGER. Hoor! ikliebmetal die komplementen niet van doen; de vraag is maar, Advocaat, of gij mij in het proces tegen mijn kwaadaartig wijf wilt bedienen? p R A C T I S IJ N« Dat zal zig wel fchikken, doch laat ons alvoorens eens onderzoeken of er geen verzoening tusfchen u beiden plaats kan hebben, en'de zaak die gewoonlijk van veel nafleep voor de kinderen is, niet m het vrindlijke, buiten de rechtbank , zoude kunnen worden gevonden ondertusfchen zult gij mij niet kwalijk neemen vrind , dat gij mij eerst dient te zeggen, op welke wettige oorzaaken gij de Aétie van de huwelijksfcheiding aanleggen of gronden wilt. BURGER. Zij is een flechte huishoudfter , en verflijt haar roeeften tijd met fommige drumpelmeiden, welken om de fmul haar honing om den mond fmeeren. p R i C T I 5 IJ M. Dat wil niets zeggen , ten minften kan het niet vol Haan om er een proces van feparatic van tafe^ bed, en bijwooning op te kunnen waagen.  ( 27 ) BURGER. Zij is een fnoepfter en bemint den Herken drank. PRACTISIJN. r Dat zijn nog maar bagatellen,die fomtijds weinig invloed in de rechtbank vinden. BURGER. Zij breekt mijn lesfenaar met geweld open, ontfteelt een groot gedeelte van mijn geld, en brengt het bij een' pol, daar zij, zo als de fpraak gaat, ge» meenzaame verkeering mede houdt. PRACTISIJN. Dat zoude beter klinken, als zulks ten genoegen •van den Rechter beweezen konde worden — maar ziet gij kans om daarvaa beëedigde verklaaringens van geloofwaardige getuigen, te kunnen inwinnen ? BURGER. Wel degelijk zie ik daar toekans; want behalven twee perfoonen welken zeggen van deezen handel met hunne eigene oogen iet ontdekt te hebben, zo kan ik,boven dien, nog drie andere getuigen door geld daartoe omkoopen , alfchoon zij niets gezien , of bijgewoond hebben. PRACTISIJN. De laatfte fcort heb ik niet noodig, want dat zouden valfche getuigen zijn, die een lijfftraf ver-  C 38 ) dienen, en ons bet proces naar alle waarfchijnelljkheid zouden doen verliezen. BURGER. Wat komt het daarop aan , want daar worden huiden daags in ons Land zo veel valfche eeden ftrafloos gedaan , dat men zig,om een proces tegen een kwaad wijf te winnen, immers wel van omgekochte getuigen mag bedienen? PRACTISIJN. Dat laat zig wel gemaklijk zeggen, doch veeltijds ongemaklijk bewijzen; want in het geval waarvan gij fpreekt, of dat gijfchijnt te bedoelen ,en 't welk misfchien in zekere opzichten waar kan zijn, blijven de misdaaden grootendeels bedekt, maar zo dra die open. baar worden, is het heel zeker dat meineedige perfoonen , welken zig tot het geeven van getuigenis der waarheid hïbben laaten omkoopen, en daarvan overtuigd zijn , of bekentenis gedaan hebbende, wel degefjk volgends de wetten deezer Landen aan den lijve ftrenglijk worden geftraft. BURGER. Wat zwaarigheid Mijnheer ! ik ken nog tegenwoordig zulke perfoonen die, om iemand vermaak te doen, of uit een oogfchijnelijk gevaar te redden, zig voor 25 guldens zouden laaten geesfe» lej dat de lappen van de huid vielen.  ( *9 ) p R A C T I S IJ N. Dat zijn, gelijk gij wel zult willen toeftcmmen^ booswichten "die de galg verdienen, en vroeg of laat loon naar werk krijgen, zoo als onder anderen in de beruchte zaak van den Advocaat van Cuijlenburg , te Utrecht > middagklaar gebleeken is; dan , wat uwe voorgetelde echtfcheiding betreft , zo moet dikwijls het overbekende fpreekwoord in het ftuk van huiskrakeelen tusfchen man en vrouw hier gelden — daar er twee kijven , ■ hebben zij doorgaands beiden fchuldi waarom mijn pligt is u te vraagen , of gij aan uwen kant fomtijds geen oorzaak tot de huwelijksverdeeldheid gegeven, en hier of daar u ergens door eenige kleine vergrijpingen te buiten gegaan net,t ? - want het is menschlijk te feilen, BURGER. Ja , maar dat wil juist niet veel zeggen .-»—• ik kom nu en dan wel eens wat befchonken t'huis. PRACTISIJN. Is er anders niet tot uwe lasten? BURGER. Niets anders dan dat ik veel gelds verfpil met de procesfen, en met de meisjens van plaizier, daar ik een krachtig liefhebber van ben , als zijnde met een lelijk wijf getrouwd , die een remedie tegen de lief. de is.  ( 5<5 ) PRACTISIJN. bat kan rijklijk tegen de gebreken van een fnoep- fter, en een Hechte huishoudlter opweegen > maar is dit alles wat men tot uw bezwaar inbrengen kan? BURGER. Daar is nog een beuzeling van een zaak, die ik u, heer Advocaat, openhartig opbiechten zal; te weeten ,dat ik ftaande huwelijk eens bij een ongetrouwd vrouwsperfoon een kindjen buitensbeens heb gemaakt , het geen mijn doortrapt wijf onlangs bij geval ontdekt heeft. PRJ C T 1 S JJ Ni Vrind gustavus, demp de pot zo fchielijk toe als gij kunt , want de fpreuk zegt die zijn' tieus fchendt, Jchendt zijn gantfche aangezicht l burger. Kostelijk! ik begrijp u al Advocaat; gij wilt zeggen dat het ééne mes het andere in de fchede moet houden ■ ondertüsfchen verlang ik eens naauwkeurig onderricht te mogen worden aangaande hec onderfcheid tusfchen eene echtfcheiding vaii tafel, bed en bijwooning, veroorzaakt door huiskrakeelen der gehuwde perfoonen, cn tusfchen eene volltrekte echtverbreeking, waardoor de onfchuldige partij des goedvindende weder met een ander hertrouwen kan, gelijk men zegt dat defchuldige par-  ï 31 ) dj desgelijks doen mag, zodra de overwinnaar vari het proces getrouwd is. , P R A C t 1 S IJ N. Kom aan, terwijl ik befpeur dat gij lust hebt om aangaande de behandeling van fommige burgerlijke rechtszaaken, welken dagelijks voorde pleitbaaken, zo in de Heden als ten platten lande, voorvallen, naar de vatbaarheid van uwe natuurlijke geestvermogens onderweezen te willen worden, en het geen u vervolgends van dat noodzaakelijk behulp of nuttig gebruik kan zijn, dat gij niet alleen een affchrik krijgt om roekelooze en ongegronde procesfen aantevangen , maar tevens door middel van dien u zeiven , zonder met pradtifijns teraadpleegen , uit alle ongelegenheden van twistzaaken, die buiten uwe fchuld naderhand gebeuren mogten, zult weeten te redden, zo zal ik van tijd tot tijd,wanneer de mindere volhandigheid van mijn beroep het gedogen zal, mij met een zonderling vermaak bevlijtigen, om een paar uuren te verfpillen, ten einde in dit opdcht aan uw verzoek te voldoen. BORGER. Dat zal mij,Heer Advocaat,ten hoogften aangenaam zijn,want ik begin al eenen weérzin tegen de procesfen optevatten , federt dat ik meen ontdekt te hebben, dat de Prakkefijns ,door fchoon praaren, van recht krom, en van krom rechtweeten te maaken, zo dat ik berijds befloten heb , voortaan  ( 3* ) geen goed geld meer na kwaad te zullen goojen-^ hoe proeft gij dat Heer en Meefter? practisijn. Zodanig een befluit, vrind gustavus! kan-mijne goedkeuring wegdraagen , aangezien het volmaakt ftrookt met mijne manier van denken, die wel eerlijke winden in de bedieoing van wettige rechtsoediPgen.tot behulp van den burgerdaat,bedoelt, doch ondanks hetzelve alle baatzuchtigheid, waardoor men zijne Meeders in wisfelvallige procesfen wikkelt, ten uiterden wraakt — dan, uwe vraag loopt eigenlijk voor het tegenwoordige h.er 0D uir om te weeten, het onderfcheid dat zig op. doet uWcHen een dhfolutie of echtb, eeking , en eene peme.ne fipvati. of echtfcheiding, en dit zal ft u van duk tot duk verdaanbaar gaan verklaa- ren. burger» Als het u belieft Mijnheer! want ik ben nieuwsgierig om te hooren waarin dat onderfcheid se. ftaat. practisijn. Hieromtrent valt dan optemerken , dat behalven de dood van een der echtgenooten , die natuurlijkerwijze alle huwelijken van zeiven ontbindt of vernietigt, nog drie andere hoofdoorzaak en, „aar de gronden van de Hollandfche Rechtspleging gevonden worden, volgends welken Dictie ,  ( 33 3 dat is eene geheele verbreekin^ van den huwelijkt band, tusfchen Man en Vrouw plaatst kan hebben, gelijk vooreerst rer zaaken van overjpel, ten tweede wegens mnedmWge verlaating , of weglooping vari een der Echtgenooten , geduurende een lang verloopvan tijd , en ten derde door onmagt tot de voordteeling , of gelijk fomtijds gebeurt , door onbekwaamheid van.te kunnen voldoen , aan die huwe. lijkspligten , waartoe de trouwftaat eigenlijk ingefteld is; dan,overeenkomftig het Roomfche Recht, het geen best met het voorfchrift van de Godlijke wetten ftrookt, is over/pel van man of vrouw, welke klaar en onwederfpreekelijk in rechten beweezen wordt, maar alleen de wettige oorzaak, waarom de band van een huwelijk verbroken, én ten eenenmaale vernietigd kan worden, met een zodanig gevolg dat de onfchuidige partij, uit krachte van het vonnis van den Rechter, naderhand, des goedvindende , weder met een ander hertrouwen kan. BURGER. Ik zoude het in dit ftuk, rhet de Roomfche Wetten houden, niet alleen om dat zij volmaakt op de Godlijke geboden gegrond zijn, maar ook om dat het naar mijne gedachten ongelukkig zoude weezen , dat iemand die bevonden werd,buiten zijn fchuld, onbekwaam tot de Voordeelïng te weezen, daarom vooral zijn leven ongetrouwd zoude moeten blijven, en van het gezelfchap van een wederhelft verftooken weezen. C  C 24 ) practisijn. Hoor vriend gustavus, hier moet een merkelijk onderfcheid gemaakt worden, tusfchen een osmagt tot de voordeeling , welke door een aangeboren gebrek van de Natuur is veroorzaakt, doch tot de voltrekking van het huwelijk bedekt gebleeven is, en tusfchen onbekwaamheid in het zelfde geval, waartoe een losbandig gedrag, en voorgaande flechte leevtnsmanier gelegenheid gegeeven heeft; hcewel,om de waarheid te zeggen,op dit onderfcheid tegenwoordig i.i onze nationale Rechtbanken weinig acht meer geflagen wordt; want onze Hollandfche vrouwen doorgaands geen genoegen neemende, met de onmagt van haare mannen om kinderen voordteteelen, verzoeken veelal aan den Rech* ter, ter zaake van dien, een vifentatie van eenGeneesheer, en dit onderzoek naar haare oogmerken uitgevallen zijnde, vervolgends,op die gronden de bedoelde echtverbreeking , welke zij ook, na een voorafgaand pleitgeding, ligtlijk verkrijgen. burger. Dat moeten janftrammen fchaamtelooze wijven zijn, die ik, als ik Rechter was, verbieden zou met een ander in een huwelijk te mogen treeden. PRACTl sijn. Dat is zo, want een eerbaare vrouw, zal van dat Recht iuist niet altijd gebruik maaken, wanneer zij de huwelijksliefde tot een' grondüag van den trouw-  C 35 } iraat houdt ; doch onaangezien deeze redén oppervlakk'g goad is, zo móet iu dit opzicht voornaam* iij'c gelet worden, op de hoofdoorzaak van de intteliïng des huwelijks, dat eigentlijk de voordteeling bedoelt* BURGER. Wat ik nog vraagen moet, Heer Advocaat! zijtï er buiten deeze drie haaken en oogen, waarover gij zegt, dat Distellatie vallen kan, nog meer andere oorziaken , waarom de fchakel van de huwelijksketting kan wrrden verbroken? PRACTISIJN. De Rechtgeleerden zijn het daaromtrent niet ééns ; want fommigen Hellen een vierde wettige oorzaak, waarop de ontbinding of losrnaaking van den 'ïuweïijkaband , zo voigends het befchreevene recht , als naar de gronden van de Hollandfch* Rechtspleeging, aanneemlijk kan worden gemaakt, hierin betraande, wanneer een jonge dochter voor deezen door een ander mansperfoon beflaapen zijnde, zodanig dat zij met denzelven vleeschlijke verkeering gehouden heeft gehad, of wel in haar' vrijlterlijken (laat, een kind bij een ander gebaard te hebben , zonder vóór de voltrekking van haar huwelijk daarvan aan haaren bruidegom kennis te hebben gegeven ; om dat iemand die denkt een maagd te zullen trouwen, sig daardoor in het geval bevindt van listig bedrogen te worden; terwijl C a  ( 36 > vcrfcheidene andere Pracïifijns van een tegengefteld gevoelen zijn, en ftaande houden,dat zulks in beide de voorverhaalde uitzonderende gevallen als geen gangbaare oorzaak tot Disjolutie, of verbreeking van een voltrokken huwelijk, moet worden aangemerkt; en tot reden van dien geeven ,dat een Rechter nimmer gedaan werk zoude vinden, om, indien dezelve , zonder confesfie of bekentenis van het meisjen zelf, of anders door overtuigende bewijzen,daarvan blijkende, in beide opzichten recht te kunnen doen , nademaal de maagdlijke ftaat van een jonge dochter, naar de eerfte bijflaaping van een voltrokken huwelijk, doorgaands zeer ongemaklijk te bewijzen valt : ondertusfchen hebben verfcheidene vonnisfen, geweezen door de Hoven van Ju« ftitie, en andere Rechtbanken, opmerkelijke voorbeelden uitgeleverd gehad, dat een huwelijk, kort na de voltrekking , gedisfolveerd of verbroken is geworden, ter oorzaake dat een pas jong getrouw, de vrouw vóór den trouwftaat een kind bij een ander mansperfoon verwekt hebbende ,' dit geval voor baar' man bedekt of liever verzweegen had ; doch in dit laatfte opzicht is het altijd gebruikelijk, dat de bedrogen man , alvoorens onder eede verklaaren moet, gelijk hem doorzijn competenten Rechter ook opgelegd wordt, dat hij niets van dit geval ge weeten heeft, en1 boven dien nooit eenige vleeschlijke gemeenfchap, vóór de voltrekking van het gefloten huwelijk, met het getrouwde vrouwsperfoon gehouden heeft gehad.  C 37 ) BURGER* Accoord ! dit laafte van alle die krullen die gij daar komt te vertellen, vinde ik,naar mijn dom verftand, zeer goed ; want zonder dat zoude anders een eerlijk man, in de verbeelding van een maagd ge» trouwd te hebben , ligtlijk bedrogen kunnen worden: trouwens dat gebeurt tegenwoordig maar al te veel Advocaat, want de maagdlijke ftaat is in onze dagen bij de jonge vrijfters hier te Lande ruim zo fchaars, als de gouden ducaten die men op den dijk vindt. i PRACTISIJN. Wel zacht J het zoude waarlijk jammer zijn, dat er zig geen eerbaare maagden onder het burgerfchap van onze Landgenooten bevonden! men behoort de fchuldigen van de onfchuldigen in deeze betrekking uittezonderen — Nu zal ik overgaan om uveryolgends te verklaaren, door welke oorzaaken meestal feparatie of echtfcheiding van tafel, bed en bijwooning, onder gehuwdea vallen kan. BURGER. Dat is juist de zaak, waarom ik ditmaal hier gekomen ben, en dat ik met al zo veel vermaaks zal aatihooren, als een boer die voor de eerfte maal van zijn leven het fpul van Jan Klaas/en ziet vertonnen; want als het mogelijk ware,zou ik graag,door een fteparatie, van mijn boosaartig wijf verlost zijn , fchoon gij mij hebt doen begrijpen, dat zij' en ik C3  ( 38 ) wegens onze kleine gebreken , te zameu kamp op fpeelen, zo dat de vaderlanfche fpreuk hier te pas komt: de pot verwijt de ketel dat hij zwart is! Maar met uw welneemenAdvocaat, zal ik, eer gij'voordgaat daarover te raifonneren , u op mijn beurt eens een grap van een fmidsknecht gaan verhaalen, die in de verbeelding dat zijn Bruid nog maagd was, zig haast deerlijk bedrogen zoude gevonden hebben, doch , bij geluk, van die convcrtifie nog wel afkwam. PRACTISIJN. Wel aan, laat ons eens hooren : misfchien komt xulk een merkwaardig voorbeeld als het echt is, en op zodanige geloofwaardige berichten berust, welken de proef van navraag kunnen doorftaan, in mijn beroep als Rechtsgeleerde te pas. BURGER. Hoor MHnheer 1 de fmidsknecht daar ik van fpree= ken wil, en aan wien deeze klucht gebeurd is, was een goede ful van een karei, die, zo ik geloof, drie honderd uuren boven het Christenrijk geboren was; hij verliefde op een miferabel fraaje dienstmeid, die bij toeval uit haar' dienst geraakt, en daar op krank geworden zijnde ,ten kosten van haar vrijer,tien weeken lang in een burgerhuis, voor een rijksdaalder ssweeks,werdbefteld : de meid van haare onpasfeliikheid, dat men naderhand ontdekte een miskraam geweest te zijn, herfteld weezende,bcfioot de goede, doch misleide fmidsknecht mat haar ten onder-  C 39 ) trouw te gaan : op het ftadhuis komende , beet zij hem aan den ingang van de kamer der huwelijkszaaken , deeze weinige woorden ftil in het oor —• Jan, ik heb bij' iemand een kind gehad - de fmidsknecht, daarover verltomd, meende in den eerden opflag , dat hij haar niet wèl begreepen had, en terwijl er toen geen gelegenheid was , om daar ter plaatze uitfluiting van zaaken te vraagen, moest hij geduld neemen,tot dat de aantekening van den ondertrouw met zijn Bruid gefchied was: zo dra zij zamen van het ftadhuis gekomen waren, vroeg hij haar verklaaring van de zaak :Heht gij' mij' niet verftaanlzeide zij, ik heb, u duidelijk gezegd , dat ik een kind hij' een ander mansperfoon gehad heb ; want ik ivas verpligt u daarvan vóór de voltrekking van ons huwe» lijk te waarfchouwen l Loop hoer 1 gaf hij daarop ten antwoord, ik zal u nooit trouwen, verliet haar op de ftraat, en ging alleen na huis : hij begaf zig naar een Stollejifteur die heüi goeden raad gaf, en de zaak zo ver bragt, dat hij van desze bedorven maagd, zonder haar te trouweD, nog gelukkig, maar echter onder betaaling van alle ppgelopene onkosten, en de tien weeken kostgeld van zijn lieve bruid, vrij geraakte. PRACTISIJN. Het verhaal van dit geval is niet ODaartig, en kan bij gelegenheid voor een Rechtsgeleerde van ge bruik zijn: om inmiddels tot de meestbekende oorzaaken raakende eene gemeene feparatie , of echtC4  r c 40 5 fch,eiJing tusfchen man en vrouw , welke door huis» Itrakeelenkan ontftaan, overtegaan, behoort men in de eerde plaats daarop te letten.dat het zo wïl de pligt des Pradtifijns, als die der Rechters is, om de twistende partijen, niet alleen de voorgenomene hu» welijksfcheiding afteraden , maar boven dien van alle indrukvindende vermaaningen gebruik te maaken , ten einde de echtgenooten, voor zo ver het mogelijk is, met malkanderen te verzoenen: onaangezien zulke eene noodzaakelijke plichtbetrachting , waarvan onze Hollandfche Rechtbanken gewoon zijn,in diergelijke gevallen, zig altijd iofwaar*. dig te kwijten, zo moet daarom de verzochte fcheiding van tafel, bed en bijwooning, haare voordgang verkrijgen , indien een der echtgenooten daarop blijft aandringen, te meer als de huiskrakeelen van dien aart zijn, dat men voor gevaarlijke gevolgen beducht is, om reden dat niemand, het zij een getrouwde man of vrouw,tegen hun wil en dank gedwongen kan worden, om langer in de Maatfchappij des huwelijks te blijven, ais er oogfchijnelijke of liever onvermijdelijke onheilen, welke het bederf en den ondergang van een huishouden na zijg kunnen fleepen , te vreezen ftaan: ondertusfchen verdient in dit opzicht eene bijzondere oplettendheid , dat door de bewerking van zodanige foort van feparatie den band van het huwelijk niet verbroken wordt, maar ongefchonden, en in zijn geheel blijft, dar is te zeggen, dat de gefepareerde of van malkander gefcheiden echtgenooten ongeacht hefr  C 41 ) zelve, ten allen tijde, des goedvindende, bevoegd zijn , om zonder voorafgaand verzoek aan den Competenten Rechter , waar onder zij gehooren 9 de bijwooning of het huwelijksleven te mogen hervatten: onder de wettige oorzaaken , welke voornaamlijk aanleiding totzulke eene echtfcheiding geeven kunnen , komt ten laste van een getrouwd man in aanmerking, als hij bij voorbeeld een nachtlooper, een fpeeler of dobbelaar, en een verkwister is; met dat gevolg dat hij daardoor zijn vrouw en kinderen op eene verregaande wijze benadeelt; ook indien een gehuwd man zig zodanig in dronkenfchap te buiten gaat, dat hij niet alleen daardoor zijn beroep verwaarloost , maar boven dien van den drank bevangen zijnde, zijn vrouw door daad. lijke aanranding Haat , kneust , of kwetst: tot bezwaar van eene gehuwde vrouw, wanneer er Pro. ces over een huwelijksfcheiding ontftaat, zijn onder meer ander.en oorzaaken de navolgende in rechten gegrond ; vooreerst als zij een ligtvaardig vrouwsperfoon van een fufpect gedrag is; wanneer zij haar mans winden of inkomden onnoodig tot haar eigen vermaak verfpilt, of door dronkenfehap haare huishoudelijke zaaken in de war helpt, en de opvoeding van haare kinderen verkort; gelijk ook in het geval als een getrouwde vrouw, uit bedekte oogmerken , op eene onwettige wijze haaren man in een verbeterhuis geconfineerd, of geplaatst heeft gehad; doch om in alle deeze onderdelde gevallen, hoe wettig de oorzaaken tot feparatie van weêrskanCS  ( 4? ) ten ook mogen weezen, buiten proces te blijvens is het geraaden, zo als doorgaands ook ter vermij» ding van onnoodige proceskosten gebruikelijk is , dat de twistende echtgenooten, om fpoedig en zonder veel omflags tot een fcheiding van het huwelijks» leven te geraaken , met gemeen overleg bij fchrift. lijk contract ouder de hand, of anders door eene notariaale acte zodanige fchikkingen beraamen, waar» na hunne voorgenomene fcheiding gefchieden zal, en daarop vervolgends bij Request de goedkeuring van den Rechter, onder wiens gebied hunne woonplaats gelegen is verzoeken, hoedanig verzoek als dan o~k terftond verleend wordt. BURGER. Hoe worden die gefchriften tusfchen man en vrouw die van malksêr fcheiden, en evenwel buiten proces blijven willen , opgefteld , Advocaat ? en wat behelst toch den inhoud daarvan? PRACTISIJ N. Kort en zaaklijk meest de volgende voorwaarden, welken aldus beknopt zamen worden gefteld: Wij ondergefchreeven A en B, echte lieden s , woonende binnen deeze ftad, verklaaren met „ gemeen genoegen, beraad en overleg , te za, men , overeengekomen en verdraagen te 9, zijn , om ter oorzaake van eenige huiskra„ keelen en onlusten in het huwelijk ont-  ( 43 ) „ ftaan , en ter vermijdinge van alle ver„ dere onaangenaame gevolgen , provifio„ neel van tafel,bed, en bijwooning van mal,, kander, onverkort den huwelijksband , te „ fcheiden, en dat wel onder de navolgende „ voorwaarden; vooreerst dat de fchulden uit ,, den gemeenen boedel zullen worden ,bs„ taald; dat wijders de alimentatie en opvoe,, ding der in dit huwelijk, verwekte kinderen „ ten koste van wederzijde zullen worden „ gedragen, onder dat uitdrukkelijk beding dat „ dezelve kinderen geduurende hunne minderr „ jaarigheid , onder de beftuuring van de bo« „ vengenoemdè, B, hunne moederjzullen moeten „ blijven, hoewel het aan A, hunnen vader, ten allen tijde vrij zal liaan, dezelve op eene „ plaats na zijne verkiezing te zien en te be„ zoeken : dat vervolgends de contante pen« „ ningen, meubelen en andere effecten tusfchen ,, hen lieden gelijklijk zullen worden verdeeld; ,, en eindelijk op, deeze voorgenomen fepata,, tie aan Schepenen deezer ftad bij requeste „ zal worden verzocht, derzei ver approbatie of goedkeuring voor zo veel de voorfchreeveneechtfeheidingmet den aankleve van dien „ betreft," BORGER* Èfu vat ik de kneep, Heer Advocaat! ik groet vaar wel!  VIERDE GESPREK Over geldbeleening, of pandgeevitig. burger* CjToede morgen Mijnheer! ik hoop dat ik u geen belet zal aandoen, om wat met a te komen praaten , over eene zaak die mij in verlegen» heid brengt. practisijn. Als het niet te lang duurt , ben ik tot uwen dienst, want ik verwacht tegen den middag het bezoek van een aanzienlijk perfoon , die mij over zijn proces verlangt te fpreeken. burger. Wel nu, mijn geld is immers zo goed als van zulk een hoogvliegenden knapfchinkel? maar ik zal u daarom niet langer ophouden dan het noodigis.. p r a c t i s ij N. Gij zijt al te fcherp in uwe uitdrukkingen, vrind cüstavus 1 ■ maar dat daar gelaa= ten: waarin beftaat het geval,waarover gij mij dit» Kaal komt raadpleegcn?  ( 45 ) BURGER. Hoor Advocaat , dat zal ik u zeggen, doch gi] moet luifteren als een vink, anders betaal ik u de twaalf fchellingen niet De vraag is , of ik geldbeleening onder pandgeeving, volgends de wetten, mag doen? PRACTISIJN. Zodanig eene ingewikkelde vraag, kan men niet onderfcheidelijk beantwoorden; want ik dien eerst te weeten , van wat aart de geldbeleening is, en onder hoedanige voorwaarden de pandgeeving is gefchied. BURGER. Ik heb voorleeden jaar, zonder dat mijn vrouw het wist, zes honderd guldens uit mijn fpaarpot aan een mijner medeburgeren , voor een jaar tijds , tegen vier ten honderd voorgefchooten of geleend, waarvoor hij mij in plaats van borgtocht, tot verzekering, een goud horlogie, een zilveren fchenkketel, en een douzijn zilveren lepels en vorken, als pand heeft ter hand gefield, om zo lang onder mij te blijven berusten, tot dat die fchuld voldaan was; nu zegt deezedoorfleepen knaap,die van zesfe klaar, en op allerleie bedriegelijke ftreeken afgericht is, dat ik geen goed beleenen mag, dat wil zeggen, geen geld op verpande goederen mag fchieten, om dat ik daardoor de lombart verkort, en hij bedreigt mij  ( 4*5 ) als ik hem voor de betaaling vaa de fchuld, al het zilvergoed dat hij mij in pand gegeven heeft niet terug geef, mij daar over bij den Hoofdofficier van de ftad te zullen aanklaagen - ■» wat ftaat mij nu in dit geval te doen ? PRACTISIJN. Om u in ftaat te ftellën van zulks op eene gemaklijke wijze te kunnen begrijpen , zal ik beginnen met een klaare en verftaanbaare uitlegging te gee« ven ,vau al het geen het recht van geldfchieting, verzeld van pandget ving, betreft, en wel op die wijze dat gij genoegzaam uw eigen Rechter, in zo verre kan zijn , van onpartijdig en overeenkomftig het voorfchrift der wetten te kunnen beoordeelen, hoedanig men zig in diergelijke omftandigheden behoort te gedraagen , zonder gevaar te loopen, van de handen te zullen branden, of wel door onvoorzichtigheid zig zeiven geene onnoodzaakelijke fchade en geldboeten op den hals te haaien. BURGER» Best! best Advocaat! dat is juist de plaats waar mij de fchoen wringt. PRACTISIJN. Men dient in dit opzicht eerst aantemerken , dat alfchóon het voor een vaste regel in de rechtspleeging gehouden worde , dat pandgeeving of pandfchap y ter zaake van geldfchieting gedaan wordende , niet  C 47 ) gefchieden moge in ab.ulke Heden of plaatferi, alwaar lombat den of ftadsbanken van leening gevonden worden, echter behoudens de rechten en privilegiën van zodanige lombarden de pandgeeving van kracht is, en in zijne volle waarde blijft in deeze tweederleie ondérflelde gevallen ; als in de evrfre plaats,ter oorzaake van bloedverwantfchap,of «vanneer zulks uit vriendfchrip gefchiedt, naamlijk als bijgeldfchieting dt pandgeeving van goederen gedaan wordt, zonder daarbij eenig voordeel te bedoelen, of zonder daarvoor eenige interesfen te bedingen, iri hoedanig geval het als dan een pand met er minne genoemd Wordt, dat Hechts als een foort van borgtocht, en bijgevolg alleen maar tot verzekering van den geldfchieter of liever pandaanneemer gedaan wordt: in de tweede plaats, dat hoepel bij ordonnantie der flad Amfleldam, van dato 34 April 1682, gelijk ook bij een Keur van 's Gravenhaagen van den 16 Jutiij 1681, uitdrukkelijk verboden is, dar geene perfoon van het burgerfchap, wie hij ook zij, eenige goederen buiten de bank van leening zal mogen beleeneu, uitgezonderd indien de fom der geldbeleening of pandfchap boVen de honderd guldens beliep, en geen hooger intrest dan vier ten honderd's jaars, ten behoeve van den geldfchie* ter, aan wien het pand ter handen was gefield , bedongen ware geworden.  C 48 ) burger. Dit eerfte Vrullevilegie kan mij niet behaagen! — maar die Qrdinafie van Amfterdam, en die Kuur van den Haag, fluiten dé deur toe, want mijn prittenfie bedraagt veel meer dan honderd guldens — janftramme Advocaat,nu ik dat weet, zal ik dien knevel die mij het verpande zilverwerk heeft willen afdwingen, zonder eerst zijn fchuld van zes honderd guldens, volgends zijn eigen handfchrift te betaalen , een kooltjen bakken , dat er zijn gantfche huisgezin van op ftelten zal rijden. | PRACTISIJN. Zo fchielijk niet, vrind custavus ! daar valt nog vrij meer over deeze ftof te zeggen, en waarvan ik u noodzaakelijk onderrichten moet. burger. Kappetaal! zie daar bij provifie een du- caat die gij rijklijk verdiend hebt praat nu maar voord, ik zal onderwijlen al toeluilterende een pijp tabak gaan rooken. practisijn. Merkt dan al verder op,dat naar hetHollandsch recht en volgends de gronden van de beoeffenende Rechtspleeging hier te Lande in gebruik , algemeen  ( 49 ) meen geleerd wordt , dat pandgeeving niet alleen" onverhinderd mag gefchieden, van alle wandelbaa* re goederen en zaaken, waar in koop en verkoop kan plaats hebben, maar inzonderheid ook van roerende , onroerende , ligchaamlijke of onligchaamlijkc zaaken, gelijk bij voorbeeld daar onder al mede benrcepen zijn infchulden, en het recht van pand* fchap zelf: ondenusfchen vallen , met betrekking tot pandgeeving , van onroerende of vaste goederen deeze navolgende onderfcheidingeii te maaken —— als i») dat de Pandaanneerner wel degelijk gehouden is, het pand behoorelijk gadeteflaan, als zijnde voor alle fchaden en ongelukken, welke door zijne eigene fchuld of toedoen veroorzaakt worden , ver* antwoordelijk, en tot vergoeding van dien verpligt, uitgezonderd brand, diefftal, en meer andere oorzaaken die bij ongeval gefchieden, dat is te vefftaan zodanige ongelukken , welke door geen raad of daad van menfchen kunnen voorzien, of verhinderd worden 2.) indien het blijkbaar is, en ten genoegen van den dagelijkfchen rechter be« weezcn kan worden , dat een pandaanneemer de veipande goederen, door achteloosheid of pligtverzuim begint te mishandelen en te bederven , kar) bij, zonder dat men aan hem de gefchootenè gelden vóór den bepaalden tijd behoeft te betaaien , rot het Hellen van borgtocht wettig genoodzaakt wor» den , gelijk ik fedèrt verfcheidene jaaren binnen deeze Had,als Advocaat, Procesfen van die Natuur be* diend heb gehad , waarvan het gewijsde van de D  C 50 ) Rechters niet ouduifter heeft aangetoond , dat zij van zodanig begrip waren : 3.) dat boven dien pand•geeving, recht van preferentie geeft ten behoeven van een' fchuldeilcher, die daarop geld gefchooteu heeft , volgends het placaat van den 5 Februarij 1665,en de nieuwe ordonnantie van den 9 Mai 1744, her geen,naar het gevoelen van fommigellechtsgeleerden ook plaats zoude hebben , wanneer de vaste goederen met een hypotheecq, vóór de pandgeeving bezwaard waren geweest : het is 4.) vervolgends een uitgemaakte zaak , dat in het geval dat pandgeeving en borgtocht, te gelijk voor een fchuld gefchiedt, eerst het pand,en daarna, voor zo veel daaraan tot betaaling van de fchuld ontbreekt, de borgen moeten aangefproken worden; en ten 5.)dat ingevolge onze wetten en plaatslijke cofiumen niet meer toegelaaien wordt, dat een pandaanneerner zijn pand op eigen gezach, en zonder voorgaande bewilliging van den Rechter veikoope, onaangezien zulks uitdrukkelijk bij contract bedongen ware geweest. BURGER. Oantseh bloed! ik kan alle deeze dingen in mijn breinkoker zo gemaklijk niet onthouden ■ maar halte daar! — • ik wist wel, Advocaat, dat ik u nog iet vraagen moest —— zeg mij eens, wat is het toch voor een dier, dat gij hijdenapoteek geliefs te noemen?  ( 51 ) practisijn» Een hypotheecq, en niet eenhijdenapoiesk, zo zh gjj dat woord belternpeit, is een recht van onderpand è het welk op tweederleie v/ijzen onderfcheiden en verdeeld wordt, naamiijk in eene algemeene of bijzondere hypotheecq, waarvan de eerstgemelde foort zig uitftrekt, over alle de vaste goederen van den debiteur zonder onderfcheid , en het laatüc verband maar alleen gaat over een huis, ftal, ïnolen, pakhuis , of een ft uk lands, het geen tot onderpand of verzekering van den crediteur of geldfchieter vastgefteld wordt, zo dat het zonder zijn verlof niet verkocht kan worden, burger, " Mijnheer daar wordt aan de kamerdeur geklopt i j PRACTlSIjNè Wacht een oogenblik vrind gustavus, daar zal mogelijk iemand zijn om mij te fpreeken » (We Ier binnen getreden zijnde.) Dat is gevallig! dé fnaak aan welke gij zeshonderd guldens , onder pandgeeving van het bewus.te zilverwerk a hebt voorgefchooten, niet weetende dat ik u als Advocaat be. dien , komt mij daar zo aanftonds over die zaak raadpleegen, vraagende of ik geen hulpmiddel wist om de verpande goederen wedertekrijgen, zonder' alvoorens de fchuld te betaalen, en of het niet ge* raden zoude weezen, deeze zaak aan den Hoofd* officier in handen te fte;ien , ten einde 1* in een* D «  ( 50 geldboete te doen vervallen , om dat gij, volgends zijne meening , tegen het recht dtxlomhart, of ftads bank van leening , in dit opzicht gehandeld hebt Pik zeide hem rond uit, dat hij een deugeniet was , en joeg hem vervolgends mijn huis uit. BURGER. Weêrgaêloo9 ! weêrgaêloos 1 —— ik zal de*, zen bedrieger , als hij lust heeft een proces met mij te waagen, nog beter van de taapt doen proeven onderwijlen wensch ik u een fmaaklijken maaltijd,en ik zal denkelijk binnen korte dagen nog senige fchellingen komen verpraaten — Vaar wel 1  VIJFDE GESPREK Over fociiteit- of compagnie ■ fihap, anders genoemd maatfchapij', of genootfchap. PRACTISIJN. S;dert wanneer hebt gij de gril in het hoofd ge. kreegen , om een compagniefchap van negotie met drie van uwe vrienden aantegaan ? BURGER. Dat is zo gevallig toegegaan Advocaat , dat er geen fchrifc van te vinden is; want ik moet u voor de vuist verklaaren, dat ik , raakende die zaak,nog niets beflooten had, toen ik u de laatflemaal fprak; maar federt twaalf duizend guldens, aan afgeloste Obligatiën die op het gemeene land flonden, t'huis gekreegen hebbende, wilde ik zulk een capitaal tot mijne fchade niet renteloos laaten liggen, en daar. om befloot ik de aanbieding, welke mij door mijne drie vrienden gedaan werd, om tien duizend guldens in de compenie , gelijk zij, ieder voor hun aandeel ook gedaan hadden, eens op goed fortuin te waagen —— nu verlang ik te weeten, wat er in deeze kraam al te koop is; want zo als het fpreek* D3  C 54 ) woord zegt, ten negofie zonder verfland is vetïies roofde handH PRACTISIJN. Ik hoop niet vriend gustavus, dat gij in iaater tijd de gegrondheid van deeze gulden ipreuk bij ondervinding zult leeren begrijpen; want zonder aan uwe goede oogmerken in dit opzicht te kort te doen, kan ik niet nalaateu van u, ter goeder trouwe, en als uit vrisndfehap te moeten waarfchouwen, dat er al vrij wat omzichtigheden, of liever voorzorgen in het ftuk van compagnlefchop, anders genoemd maat' fchapij plaats hebben, waarvan gij waaifchijnelijk pog onkundig zult zijn. BURGER. Wat dat aanbelangt, daar heb ik geen fpaansch Woord tegèn; ik beken zelfs, dat ik geen verfland genoeg bezie, om te weeten wat ik in een compenk van koophandel doen3 of laaten moet; zo dat het best zal zijn, dat gij mij daarvan eens eene breedvoerige fchets opgeefc , waardoor ik een denkbeeld van zulke zaaken verkrijgen kan, mits daar< voor een gouden rijder voor uw falaris in voorraad betaalende, dat ik zo aanftonds doen zai. ? R JS C T I 5 Ij n. Ik bea zo baatzuchtig niet, om daarvoor zq veel gelds te pretendeeren 5 gij kunt met de helft volliaan.  ( 55 ) burger. Ei lieve Mijnheer, welk een verkeerde befchroomd* heid! de practifijns vallen immers zo vies niet", om dubbelde falaris van hunne meefters te trekken? — ik begeer volftrekt dat gij den rijder aanneemt. practisijn. Welaan, om u niet boos te maaken,zal ik het dan maar doen —— fpan dan alle uwe' vermogens irr, om te begrijpen de duidelijke verklaaring, welke ik ir, als Rechtsgeleerde, aangaande het gewigtig onderwerp van alle foorten van compagniefchappen in het algemeen geeven zal, het zij dezelven tot zaaken van negotie , of wel tot andere handelingen daar buiten , betrekkelijk kunnen worden gemaakt ~—— Ouod notandum! burger. Zacht Advocaat! gij moet hier geen Latijn babbelen, want op die manier blijf ik even onkundig, en met dat kot van tanden zoudt gij mij leevendig kunnen verraaden en verkoopen,zonder dat ik het wist. p r a c t i s ij n. Gij hebt gelijk gustavus, "maar dat wil eigenlijk zeggen , dat gij letten moet op de volgende bij. «onderbeden: als in de eerfte plaats dat compagnie* fchap , maatfehapij, of genootfehap niet alleen in alD 4  ( 56 ) le zaaken, betreffende den koophandel en de zeevaart , maar ook buiten dezelve in allerteie burgerlijke handelingen, tusfchen twee of meer perfoonen, zo wel volgends het befchreeven Recht, als naar de wet» ten deezer Landen beftaanbaar is : in de tweede plaats dat zodanige compagniefchap, of focieteit op tweederleie wijze aangegaan, en gefloten kan worden; als jr,) mondlijk , dat is door een mondlijk accoord, of overeenkomst tusfchen de belanghebbende perfoonen alleen , en ook door boden: 2.) fchriftlijk, dat is door een notariaal of ocderhandsch contract , gelijk al mede door brieven eu volmag» ten, midsgaders op verfcheidene andere manieren, waaruit van de geflootene compagniefchap , tusfchen de deelneemers daarvan kan blijken : dan , hoe zeer over alle zaaken en handelingen die eerlijk, en met de wetten beftaanbaar zijn , zonder de minfte uitsondering compagniefchap of maatfehapij mag worden aangegaan,zo is het echter, naar rechren , uitdrukkelijk verboden, om een compagniefchap,f\mzkendt na de Leeuwen Sociëteit ,te fluiten , dat is te zeggen, zulk een maatfehapij, waarbij door een of meerder der deelneemende perfoonen, een part in den winst wordt bedong-en, zonder in de fchade of verliezen gehouden te weezen,als welke contracten van com« pagniefchap volftrekt onbegaanbaar , of liever geheel krachtloos zijn,.  ( 57 ) BURGER. De koekoek mag zo veele dingen te gelijk begrijpen Advocaat! — valt er nog meer aapekool daarvan te verhaalen ? PRACTISIJN. Ja zekerlijk, want onder de verbodene contracten van compagniefchap, zijn in de derde plaats bij uitzondering begreepen , alle de zodanigen welken ten doelwit hebben ,om door eene voorbedachte opkooping van eetwaaren , gelijk allerhande foorten van graanen,en diergelijke koopmanfchappen meer, een duurte of fchaarsheid van leevensmiddelen te veroorzaaken, en mitsdien door al zulke verbodene maatfehapij , zo veel als een Monopolie zoeken in tevoeren,als welk verbod ,raakende de ongepermitteerde compagtiiefchappen, wel degelijk is bekrachtigd , door verfcheideme Piacaaten van de Hooge Overheid deezer Landen, in de jaaren 1540 en 1561 : vervolgends behoort meD in de vierde plaats, voor geen mindere voorwaarden van noodzaakelijkheid, ten deeze opzichte ,aantemerken, dat de kracht van een opgerichte compagniefchap , tusfchen de deelnee^ mers derzelve voornaamlijk hier in beftaat, dat iedervan hun op zigzelven.en dus de een voorden anderen voor alle de fchulden, (taande de maatfehapij gemaakt, verbonden blijft, onaangezien het tegendeel dooreen fchriftlijk contract bij de oprichting van D 5  C 58 ) de fccietert ware bedungeo geworden , onverkort nogihans het recht van verhaal, van zulk een befchadigden deelneemerop de algemeene goederen en effecten, behoorende aan de maatfehapij, voor zo veel de wettige (chadevergoeding daaruic gevoud2ti zoude kunnen worden. burger, Dit laatfie fmaak mij niet te breed , Advocaat! en als er nog meer hinkende paarden achteraan komen, 7011 ik liever bijtijds van de compenie afzien, dan mijn' kop met zo een ftapel van lastige dingen breeken, PRACTISIJN. Ik wil dat wel gelooven vriend, maar of alle deeze voorverhaalde zaaken u bevallen of niet, doet niets ter zaake, want ik gevoel mij gedrongen, om u in eene onderneeming van zulke eene groote aangelegenheid te moeten waarfchouwen , wat volgends het vooifchrift der wetten, in het fluk van compagniefchap gedaan, of niet gedaan mag worden: achtcrvo'gends zodanige getrouwe raadgeeving blijf: mij nog overig, u in de vijfde plaats te verklaaren, de oorzaaken waardoor alle compagniefchappen , hoedanig en van wat natuur die ook zijn mogen , vervallen en vergaan: als 1.) door den dood van een der deelneemeren, voor zo veel de Erfgenaamen van den overledenen betreft, ten zij bij contract het tegendeel ware bedongen: or.demisfchen heeft in dit opzicht  ( 59 ) voorheen eene uitzondering plaats gehad , naamlijk in zaake van pachterijcn over 'sLands gemeene middelen, als' waaneer de Erfgenaamen van den overledenen deelneemer ftilzwijgende, tot volbrenging van het gemaakce contract van eompagnie-fchap verbonden bleeven : 2.) door volvoering van dat geene , waarover de maatfehapij geflooten is geweest ; 3,) door infolventie of boedelafftand van een der deelneemeren, ftaande den tijd der .compagnie-, fchap; 4.) door tijdige opzegging van een der contractanten of deélhebb'ehde perfoöD^n, hoe zeer het tegendeel bij contract bedongen moge zijn, en 5.) door onderlinge ontflaaging, of wederzijdfehen afftand van alle de deelneemeren van de maaifchapij , nogtans onder die voorzorg, dat van dergelijke onderlinge disfolutie of verbreeking der compagniefchap, openbaare waarfchouwing, en afkondiging zo wel bij Advertisfementen in de couranten, a's daar het anders, volgends plaatslijke coftumen, gebruikelijk is, behoort te worden gedaan. n u R G E R. Als dat zo is , Heer Advocaat! dan behoef ik mij niet langer te laaten ringelooren als ik wil, want zo dra ik bemerk , dat mijne drie confratertjens mij een halven ftuiver in de compenie te kort doen , dan zeg ik tegen haar: mannen ik fehei er uit met de nego/iel  ( 6o ) PRACTISIJN. Ja dat is alles wèl, maar het (laat u daarom niet vrij, in dit geval, buiten de bedingen van het gefloten contract van compagniefchap, te fpringen. BURGER. Waarom niet ! zou hier weêr kop van tanden te pas komen? practisijn. Gij fchertst vrieai g ust a vus ! ik wil daarmede te kennen geeven , dat bij een contract van compagniefchap altijd uitdrukkelijk bedongen wordt, dat hij die van de maatfehapij wegens bijzondere redenen afftand wil doen , gehouden is zijne overige deelgenooten op een zekeren bepaalden tijd van zes of drie maanden tevooren behoorelijke aanzegging , of waarfchouwing daarvan te moeten laaten doen,en het geen doorgaands bij eene Infinuatie door een' Notaris, ten overftaan van twee getuigen, gefchiedt, om reden dat een compagniefchap of maatfehapij in zaaken van negotie , of daar buiten , volgends de wetten deezer Landen , niet wettig gedisfolveerd en verbroken kan worden , ten zij alvoorens zodanige opzegging worde gedaan, op dien tijd als bij het contract van eompag* niefchap bepaald is geworden.  ( 6l ) BURGER. Dat vind ik niet meer dan billijk Mijnheer! want zonder zulke eene ordentelijke opzegging aan de maatfehapij, zoude de geheele boel in de war kun. nen geraaken. PRACTISIJN. Dat begrijpt g'j volmaakt wèl, vriend OUSTAvus! doch het geen ik noodzaakeüjk dien te weeten, beftaat daarin, of g'j bij de deelneeming in de maatfehapij het' contract in behoorelijke orde, en zo als het meest gebruikelijk is, door eeu' Prac» tifijn hebt laaten opftellen ? BURGER* Neen Advocaat, wij hebben dat voorbedachtlijk opgefchort tot dat gij got u vinden zoudt, ons daarvan een modelletjen op het papier te ichrijven —— zeg mij eens hoe veel dat kunst- en vlieg-werk kosten moet, en wat de voornaamfte inhoud van zulk een contract-fchrift behelst? P R A C T 1 S IJ N. Niet meer dan twaalf guldens voor mijn falaris, behalven de zegels,en de or.kosten van den Notaris die hat contract van compagniefchap pasfeeren moet; ondertusfehen zal ik u aangaande de hoofdzaaklijka  ( 62 ) conditiën of bedingen , van zodanig contract vm maüfchapij, een korte fchets . of Formulier, gaan opgeeven: CompareerdenA, B, F m G, alk Burgers woonende linnen deeze fiad, mij Notaris bekend, te kennen geevende, dat zij comparanten geprojecteerd en voorgenomen hebbende, een compagniefchap of maatfehapij van rederfchup en negotie aantegaan, gelijk z;j comparanten verklaar en te doen bij dtezen, onder voorwaarde en conditiën hier navolgende. Eerftelijk , dat de voorfz. compagniefchap, tusfchen hen comparanten zal duur en en blijven bejiaan ,geduurende den tijd van tien achtereenvolgende jaaren , te beginnen primo Mai aanftaar.de, of bij continuatie zo veel langer, als vervolgends door hen comparanten nader zal worden geaccordeerd en overeengekomen ; dat dienvolgens ter voordzetting van gemelde maatfehapije , door de comparanten provifïoneelijk binnen den tijd van zes eerstkomende weeken in handen van den daar toe bij han gecommitteerden Casfiet en Boekhouder van dezelve Sociëteit t in 't generaal zal worden gecontribueerd en overgegeeven, een fomma van veertig duizend guldens , waar toe zij comparanten beloven , en zig expresfelijk verbinden , om binnen den tijd hier vooren geftipuleerd, ieder in foHdum ,of voor zijn aandeel,te zullen betaalen. de gerechte vierdepart dèrz'elve, ter fomma van tienduizend guldens, naamlijk de eene helfte van dien in contante penningen, en de andere helfte in geaccepteerde wUfelbrieven , be-  C 63 ) malbaar twee Maanden na data: dfit verder de opgemelde ptovifioneele fomma van veertig duizend guldens, bij hen comparanten invoegen vooifz. in het generaal gecontribueerd, zal worden aangcl'gd en gebruikt, tot den aanbouw van een fchip ,van zudanige ten,-te, b'ecdte en diepte , als met gemeen overleg zin worden göedgevonam, met het zeiltuig en al de vei/Ure 'jp-tn de -pehdeniiln daartoe behoorende ; rniJsgatbrs tot het aankoop-n van alzulke waaren en koopman IchaDpr.n , waarmede d> runparanten mét onderling confw al verde befluiten zullen, het voormelde nieuw aangebouwde fchip ze bedachten, ommeen ten einde daarmede vvr hunner compa'anten rekening . handel te drijven op de Eogt van l rankrijk , de Levant en eenige Spaan fclie havens ,en van daar weder zodanige and re producten of voordbrengzelen aantekoopen, en bij retour herwaards over te doen brengen, als ten rrieeften profijte en voordeele der refpective comparanten , hier te lande zal kunnen worden gedebiteert. En dat in geval de viorfz. fomma van veertig duizend guldens , tot de geprojecteerde maatfehapije van rederfchap en negotie, niet toereikende bevonden wierde. de comparanten refpectivelijk gehouden zullen zijn , ieder voor zijn aandeel de daartoe te kort (Metende penningen , promilijk te zullen opbrengen. Verklarende de comparanten k ijders, hiermede te accordeeren en bedingen , dat de win Iten, ftaande deeze compagniefchap, zo op de hier te Lande uitgevoerde koopmanfchappen ,als op de aangekochte retour en gemaakt, in égaale por ti'èn onder hen zal worden geprofiteerd en genoten, gehjk ins >elijk 'de verliezer) dosr vijanden, wéér of wind, bederf aan goederen, ah  C 64 ) door andere toevallen geleeden, mi'hgaders de onkosten rallende op de vrachten , hergloonen, asfurantie en diergelijke nodige uitgaven, onder hen in 't gemeen gefupporteerd en gedragen zullen worden. En verklaaren de comparanten wijders expresfelijk bij deezen te bedingen, dat geduurende den tijd aat deeze opgerichte maatfehapij zal blijven beflaan, geen meerder geinter esfeer den of geasfocieerden, zonder derzeiver gezamentlijke approbatie en geedkeuringe, in de* zelve Sociëteit zullen worden geadmitteerd en toegelaten , het welk mede plaats zal hebben ten opzichte van de aauflelling van fchippers, ftuurlieden en bootsgezellen , over en aan de fchepen , welke zij uit krachte van deeze conventie aclueelijk flaan uitterusten, als welke aanftelling mede met eenparig confenl en goedvinden van alle de ge'interesfeerden deezer maatfehapij zal moeten gefchieden; blijvende nogtans aan ieder van hun comparanten gereferveerd het recht, omme ten allen tijde van deeze compagniefchap te mogen affland doen. mits daarvan aan de overige ge'interesfeerden of deelneemeren van deezegefootene compagniefchap, ten minflen zes maanden te vooren , behoorelijke notificatie en opzegging doende. Laatstlijk verklaaren zij comparanten , tot Casfter en Loekhouder deezer maatfehappij te committeeren en aanteftellen, den eerflen comparant h , en dezelve ter zaake van die bewindvoering toeteleggen , een en een half percent, van de zuivere inkomflen der winften , behoud:ns dat hij eerfle comparant aan zijne mede- e*-  ( 65 j geasfocieerden , beftiptelijk alle jaar en, van zijne ontvangst en uitgave, midsgaders van alles, betreffende den fiaat deezer maatfchappije , behoorlijke rekening en verantwoording zal doen. Verklaarende hij éerftt comparant, op conditiën voorfz. de aan hem geconfereerde adminiftratie en bewind te accepteeren, en aanteneemen bij deezen. Tot nakoming van ,t geen voorfz. ftaat , verbind den de comparanten enz., te vréden zijnde, zig in den inhoude deezes vrijwillig te doen en laaten con£ demneeren. Daar toe onwederroepelijk conftitueefén* de ...... alle Procureurs voor den Hévè én Hobge Kade in Holland , zo omme de comdémnatié ié verzoeken i als daar inne te cónfenteeren tefpeblivt Aldus > enzi  ZESDE GESPREK Over mandaten, of 'lastgevingen in Rechten of daar buiten. * U R G E a. CjTosden avond Heer Advocaat I - de zaak raakende de compenie, is geklonken , volgends dat ding, ik wil neggen dat contracten ,dat gij mij laatst opgefteld hebt ——— doch ik krijg tegenwoordig zo veel nieuwe canvestipus aan de hand, dat ik er fchier gek van meen te worden — een oud vrind die zedert een jaar tijds, als een rentenierman op een buitengoed in Gelderland is gaan woonen, heeft mij eergisteren met de post een prokketafie toegezonden , om nlle zijne zaaken en goederen, die hij in Holland bezit, voor hem te beftuuren en te bezorgen , me: zulke eene onbepaalde magt, als of hij niet zijn dikke pens hier zelf tegenwoordig ware — hoe moei ik daar in handelen ? PRACTISIJN. Hoe wel dit misfchien, maar burgerlijke hande» lingen van weinig omflag zullen betreffen, zo valt er nogtans in hetftuk \wlastgeeving over het algemaen  { 67 ) genomen, ai vrij wat aantemerken; want behalven1 dat mandaten oflastgevingen, volgends de verdeeling van het befchreeven Recht, in tweederleie foorten beftaan, naamlijk i.) ïn algemeene , of ten a ) in bijzondere lastgeeving, zo worden naar de gronden der Hollandfche Rechcspleeging de procuratien of vol* magten , wederom van eikanderen onderfcheiden in volmagten in Rechten, of daar buiten, waar van dé eerstgemelde foort in de practijk genoemd worde procuratie ad lites, en de iaalte procuratie ad negotia* burger. Wat henker! hebben die dingen nog zo' veel om het lijf! als ik dat van te vooren ge weeten had,zoude ik mijn gezonden broeder van een vrind , voor zijne onplezierige en fchurfte commelemisjie hartlijfc bedankt hebben; doch terwijl ik federt den tijd dat ik zo procesziek niet meer ben als Voor deezen , graag alles leeren wil, wat er in de brouwerij van dewaereld omgaat, zo moet gij voor dien halven rijder dien ik in mijn hand heb,eens gaan uitleggen al ftet geen er op het fhik van lastgeeving gezegd kan worden. practisijn. Hugö de groot, dat vermaard Orakel der Rechtsgeleerdheid , wiens overbekende kundigheden door alle de volken van Europa bewonderd wordt, befchrijft in het derde boek, en twaalfde deel vas £ i  C 68 ) zijne inleiding tot de hollandsche rechtsG£LEER.DHRii>jde lastgeeving onder anderen op deezen wijze. • • BURGER* Met je welneemen Advocaat: was dat die huio be groot , die door het bedrijf van zijn vernuftig wijf , in een groote boekekist uit de gevangenis van Loeveftem geraakte, daar men hem opgefloten hield , om dat hij een der opperhoofden van het Atminianendom was? P r a € t 1 S ij ïï. Ja dat was dezelfde, maar fchoon die beroemde man een Remonftxant is geweest, was dit alleen de oorzaak niet , waarom hij te Loeveftein werd opgeflooten dan aangezien het verhaal daarvan hier geheel te onpas komt, zal ik vervolgen met u te zeggen, hoedanig dit wonderverftand het onderwerp van lastgeeving kortlljk verklaart —— lastgeeving ofte last aanvaar ding is een over* ,, eenkoming waardoor de een den anderen vertrouwt iet> „ dat geoorlofd is voor hem of voor een ander te ver„ rigten. ende de» ander om niet zulks aanneemt" burger» Geef ik daar den brui niet van Mijnbeer I —— boe! zou ik verpligt weezen, om met verzuim van mijn beroep , een ander zijn zjiaken te moeten  ( 69 ) waarneemen zonder daarvoor beloond te worden? laat de Loevefteinfche huig, met die vermoerde praat na de klippen loopen. PRACTiSIJN. In dien zin, waarin gij de verklaaring van grooTics ten deezen opzichte opvat, begrijpt gij her» vlak verkeerd,terwijl hij op de aangehaalde plaats JJuro. 8. uitdrukkelijk zegt waar daar geit bedongen tzo waar dat dienstverhuuring: behalven dat het van zelf fpreek , en in allerhande burgerlijke zaaken paal vast gaat, dat een lastaanneemer die bij afwcezendheid van den lastgeever, uit krachte van een wettige volmagt, zijne belangen getrouwlijk waargenomen of uitgevoerd heeft, daarvoor, volgends de wetten dee*er Landen, naar evenredigheid van de aan hem opgedragen en volbragte lastgeeving behoort beloond en voldaan te worden. BURGER, Dat laat zig beter hooren, maar ik begreep zulks zo fchielijk niet ' V. nu is mijn verzoek Advoéaat, dat gij mij eens klaar en breedvoerig uitlegt, wat er over deeze wonderlijke ftof al verder te zeggen valt.  ( 79 3 PRACTISIJN. Ik heb u bereids voorloopig verklaard gahad, het onderfcheid tusfchen mandaten of lattgeevingen, die in Rechten of daar buiten zijn, gelijk ook daar brj gelijktijdig een kort denkbeeld gegeven, rakende de verdeeling van de algemeene, en bijzondere lastgeeving , welke in beide opzichten plaats hebben ; om zulks voor een' burgerman die geen Pracijfijn is, wat meer verftaanbaar te maaken ,zal ik vcrvolgends voordgaan met u in de eerfte plaats te doen opmerken , dat wat het onderfcheid in het eerfte geval betreft . het zelve eigeutlijk hier in be'^ar, dat de gerstgemelde foort van lastgeeving, in een vol (trekten zin daarvoor gehouden wordt, wanneer iemand pp een' Procureur een volmagt pasfeer ,om hem als aanlegger of verweerder voor de Rechtbank te bedienen,, het welk dan op tweederleie wijze gefchiedt, naamlijk algemeen of bijzonder: algemeen L.dien de lastgee'.ing zie»?tT ekc tui ulierliai.de zaaken ei, proeesfen , welken den lastpeever werke'ijk genoodzaakt is , of naderhand genootzaakt zal zijn ie moeten voeren; bijzonder, zo wanneer de volmagt op een* Procureur zig maar alleen bepaalt tot die zaak, of tpt zulk een proces, dat de lastgcever zig tegen* vvoordig in de noodzaakelijkheid bevindt, van te snoeten aanleggen of verweeren in de twee¬ de plaats, dat de andere foort van lastgeeving, die buiten rechten is, maar alleen betrekking heefc tot  ( n ) allerleie foorten van burgerlijke zaaken, en handelingen die u;en bedenken kan , of- dagelijks in de maailchappij kunnen voorvallen , gelijk bij voor-beelu zodanige lastgepving, waapbjj i-jn;and gevat* tnagtigr? wordt, <.-»•« voor jt ..mier vas;e gcederen te ki-open en verkoopen gelden ie omvangen en te betaalen, en wat ieu meer is, bpj geen dan al wederom algemeen of bij?onder heho.irt te worden aangemerkt, dat is te zeguen dlg-.meen, waaneer de lastgeeving ?.ig onbepaaldlijk Over alla zaaken, zonder onderlcfteid uitbrei lt,en bijzonder in het ge* val , dat het ■mandaat zig maar a; et' bepaajt tot liet verrichten vaai een zaak, ronder aat de lastaanueemer uit krachte van zijn volma°t , iet verder in andere zaaken, dea iastgeever betreffende , doen kan. burger. Volgends deeze recht fraaje uitlegging, begrijp ik dit ftuk zo klaar, als of ik bijua een halve Ptakke. fijn was Maar te Drommel Heer Advocaat! ik moet u nog vraagen, of men een lastgeeving, ik wil zeggen, eenprokkerafte, het zij dezelve de procesfen, of wel gemeener burgerlijke zaaken raakt, niet mag herroepen, als men bemerkt dat men ontrouw behandeld wordt ? PRACTTSJJN. Zekerlik vriend gustavus! lijdt geen de minlte bedenking; want alfë Iastgeev'iDg oi nag- E 4  C 7* ) ten , hoegenaamd ,het zij in Rechten of daarbuiten, kunnen en mogen, fchoon zij nog onvolvoerd gebleeven waren , ten allen tijde herroepen, of door den lastgeever ingetrokken worden, mits den last» aanneemer zijne verfchootene onkosten, en verdient falaris bet aaiende. BORGER» Op wat wijze moet dat gedaan worden, Heer en Meelt er ? P R A C T t S IJ N, Door een acte van revocatie, of opzegging aan den lastaanneemer , die van wege den lastgeever door fniddel van eene notariale inflnuatie aan den eerstge» melden behoorelijk dient gedaan te worden ? en waarvan ik u zo aanftqnds een opftel zal ter hand ftej» Jen, gelijk ook twee formulieren van volmngten be^ irekkelijk tot zaaken die in Rechten, of daar buiten zijn. !B ü * G E R» Dat i? alles kappetaal goed ',Ti!j waar is deeze ïjiftprie daar bij afgedaan V p k * c t n ij if. Neen 1 wij moeten nq tot de oorzaakeri komen B ^aardoor de algemeene en bijzondere lastgeeving*» , »n beide betrekkingen vergaan, of liever volgends het  C 73 ) yoarfchrift der wetten van zeiven vervallen, waarvan onder meer anderen de volgende redenen voor,' aaamlijk in aanmerking komen; als voor eerst, zodra aan het mandaat geheel voldaan is, dat is te verftaan, wanneer de lastgeeving volkomen , en in alle zijne deelen is volvoerd geworden , op zulk een wijze, dat volgends de verklaaring van de wetten, doorgaands begreepen wordt,dat een lastgeever al het geen door den lastaanneemer,ter zaake van dien naderhand verricht werd, niet zoude behoeven ge» ftand te doen: ten twee-Je. door den dood zo van den lastgeever, als van den mandataris of lastaanneemer, het welk ten opzichte van een van hun beiden terlïdnd de lastgeeving,na het voorfchrift van het befchreven recht, doet vervallen , alfchoon de zaak die het mandaat betreft, nog onvolvoerd gebleeven ware: ongeacht deeze onwederfpreekelijke flelregel, zoo moet echter in zodanig geval onderfcheid ge* maakt worden, dat als een mandataris of lastaanvaarder, het overlijden van zijn Principaal of meelier onbekend gebleeven , en achtervolgens die onbewustheid ter goeder trouwe voordgegaan is, de aan hem opgedrage last uittevoeren of te volbrengen , zulks noodzaakelijk ten gevolge zoude hebben, dat alle zijne verrichtene handelingen , zo vóór als na den dood van den lastgeever, haare volkomene kracht zouden blijven behouden, hoewei daar tegen niet minder in aanmerking komt, da: voor de bejangen vaneen', lastgeever nimmer nadeelig kan zijn, y/anneer de mandataris of lastaanvaarda: overledeu E5  ( 74 ) zijnde , zonder voor zijn' dood begonnen te hebben, de aan hem opgedraagene lastgeeving uittevoeren en te volbrengen, en zulks nogthans uit onkunde door zijne erfgenaamen gedaan ware, cangezien alle de handelingen, aan de zijde vnn de erfgenaamen van een' lastaanneemer buiten confent van den lastgeever ondernomen, naar rechten worden gehouden te zijn krachtloos, nul, en van geener waarde: ten derde, vergaat en vervalt ook van zelf een mandaat, door tijdige opzegging aan beide zijden, wel te verflaan vóór het aanvaarden van de lastgeeving : ten vief de, vervallen alle foorten van mandaaten, door onder, linge cntflaaging , tusfchen den lastgeever en den lastaanneemer, zelfs naden opgedragen last bereids is begonnen uittevoeren, mits van dit hun gemeen confent ter ontbinding van de lastgeeving, door een openbaar inftrument, of ander geloofwaardig bewijs kome te blijken; en ten v;jji*c, w >rdt een mandaat of lastgeeving vernietigd, en geheel uuiten effect ge. field in het geval dat een van beiden , het zij de lastgeever of de mandataris , wegens verloop van zaaken k ftaande de lastgeeving, boedelafftand heeft gedaan , of zo als men gewoon is te zeggen, infolvent geraakt is , of bankroet gefpeeld heeft gehad om reden dat zodanige perfoonen niet alleen uit krachte van de wetten, als burgelijk doo^ ««erden befchcuwd, maar boven dien onbevoegd, of liever onbekwaam zijn, om geduurende hunne infplvenrje en boedelafftand, met iemaüd te mogen  ( 75 } handelen , of contracten aantegaan , In hoedanig© foort van zaaken zulks ook weezen moge. BURGER, Die bondige verklaaring van zaaken behaagt mi) wonder wèl — maar Advocaat is dit nn alles ? PRACTISIJN. Ja, uitgezonderd dat fommige Rechtsgeleerden het wisfelrecht oneigentlijk onder lastgeeving begrijpen , doch wij zullen op zij'n' tijd deeze Heffen apart verhandelen ; ondertusfehen flel ik u de beloofde formulieren ter hande , waarmede wij het ditmaal zullen laaten berusten. I. ,, Op huiden den ....compareerde voor mij N. „ N., Notaris bij den Hove van Holland geadmit„ teerd , binnen L... refideerende; de Heer Mr. J. „ van A. * * *, burger en inwooner deezer ftad, „ mij Notaris bekend; dewelke verklaarde te conftitueeren en magtig temaaken bij deezen, arnoinus A. Procureur voor de refpeöive r^.ven van juftitie in Holland ,generalijk orome uit zijn com„ parants naam , en van 7.;; i-nnvegs waa^eneemen, alle zodanige zaaken en proco'fen, ais de j, comparant bereids genoodzaakt is , of in 't ver„ volg genoodzaakt mogte fM zen te fustineeren of te deferd»^ ren, en fp-rciaai zeker proces, 'c welk de comparant aitnans verpugt is voor den  C 7*5 ) s, Hove van Holland , als impetrant in cas reüef „ d'Appel, tegen B,enC. .gedaagdens in 't voorfz. cas te voeren; met magt omme alle (lukken en munimenten fpecteerende tot de voorfz, zaaken en „ procesfen overteleveren , eisch te doen , ant„ woorden, repliceeren en dupliceeren, de notulen ter rolle te doen (lellen, alle dagen en termijnen ,, van Rechten waartenremen, fententiën te befolli» citeeren , de voordeelige ter executie te doen leg» „ gen, en van de nadeelige vonnisfen te appeileeren „ of reformeeren , het appel te profequeeren, en )t vervolgens in deezen ajles te doen en verrichten , j» wat eenjgzins zal worden gerequireerd , en de ,, comparant zelf prefent zijnde zoude kunnen en „ mogen doen; alles met magt van fubftitutie (is ,, 't nood) mitsgaders onder belofte van approbatie en ratificatie , onder verband als naar Rech„ ten." Aldus enz. II. „Compareerde voor mij N., openbaar Notaris ,, voor den Hove van Holland geadmitteerd, te R. refideerende, en voor de nagenoemde getuigen, de Heer Chrisfliaan P. * * *, woonende hinnen „ deeze ftad, mij Notaris bekend, dewelke ver„ klaarde te conftitueeren en volmagtig te maaken. „ de Heer F. L. K. mede alhier woonachtig, omme ,j voor zijn comparants rekening , en ten zijnen „ meeften profijte, openbaarlijk of uit de hand te ver. „ koopen, een huis, erve en bleekerij daar annex, „ flaande cn gelegen onder de jurisdictie van Fry-  \ C 77 ) „ enian,, even buiten de Haag-Poort der ftad D.f „ hem comparant in eigendom behoorende, en dat met zodanige lijdende en domineerende fervitn- ten, vrijdommen en gerechtigheden van in- uit„ en over-paden, als de voorfz, bleekerij tegenwoor- dig is hebbeude, of fubject zoude mogen zyn ; „ alles met ampele magt, omme het verkochte te transporteeren, het zelve te vrijen en te waaren, ,, daarvoor (des noods) zijn comparants perfoofi ,, en goederen te verbinden, de kooppenningen te „ ontvangen , den kooper daarvoor te acquiteeren, ,, een gedeelte van de kooppenningen, tegen een mo,, dique intrest, op het voorfz. effect temogen hij• ,, pothiqueeren ; in cas van wanbetalinge der koop» „ penningen, of disputen over het transport, uit „ zijn comparants naam in Rechten te mogen agee,, ren, en wijders alles te doen en te verrichten, wat t, hij comparant , zelf prefect zijnde, zoude kun„ nen of mogen doen, onder belofte van approba„ tie en ratificatie , mitsgaders onder verband eu ,, bedwang als na Rechten." —-*-. Aldus, enz, III. „Compareerde voor mij A., openbaar Nota. „ ris bij den Ed. Hove van Holland geadmitteerd, „ binnen de ftad L. refideerende, in prefentie van „ den nagenoemden getuige , den Hedf antonfus „ S. * * *, woonende alhier, mij Notaris bekend j ,, de welke verklaarde bij deezen te revoceeren, en ,, te herroepen zodanige generale procuratie, als hij „ comparant op den a November , voor den  ( 78 ) j. Notaris M. . . en zekere getuigen alhier, op den „ Heer adri aan van£. * * *, Procureur voor den „ Ed. Acubaren Gerechte deezer Stede heeft ge„ pasfeerd, verklarende dezelve bij deezen kracht-s ,, loos, nul en van geener waarde, niet willende „ dat uit krachte van dien, door den geconlütueer„ de , voortaan in Rechten of daar buiten, voor ,, ende uit naam van den comparant iets zal worden „ gedaan of verricht, maar houdende alle het zelve „ als van onwaarde, en geheel buiten tffeftj con» „ fenteerende wijders , dat de minute van de voorfz. procuratie zal worden gerojeerd, en deeze acte „ van revocatie daarop in margine worde aange„ tekend ; authorifeerende hij comparant vervol„ gen.is mij Notaris, omme in prefentie van twee „ getuigen, deeze voorenftaande revocatie aan den „ geconltitueerde te infinueeren , en dienvolgeuds „ daarvan aan hem te geeven , behoorelijke notificatie en copie, het welk door mij ondergefchreeven Notaris aangenomen zijnde , verzocht de „ comparant hier van acte, welke is deeze." - * Aldus, enz.  ZEVENDE GESPREK Rankende allerhande procesfen , welke ter zaaki van trouwbeloften , of bezwangering van vrouwen voor dfpr uiten» ÏRACTISIJN. w at jaagt u zo vroegtijdig in den morgenftond' herwaards ? BURGER. Verwonder u daar niet over Advocaat! — ik ftond zelfs in beraad, midden in de nacht u te komen bezoeken, om zamen te raadpleegen over een voorval van het uiterfte gewigt, dat ik gisteren avond, wat laat na mijn huis keerende, eerst ontdekt heb j maar mijn wijf belette het mij, zeggende: Vader lief} gij moet de Advocaaten bij de vacht niet gaan bezoeken , want zij kunnen bij den dag uw geldbeurs genoeg ledig maaken. PRACTISIJN. Ik ben uwe huisvrouw zeer verpligt, voor de goede gedachten <;;e zij van het Advocaatfchap heeft —— maar dat da»r gelaaten: verhaal m$  ( 8o ) tui eens waarin die gewigtige zaak beftaat, welks thans de oorzaak van uwe komst is. BURGER. Let wel! mijn broeders jongde dochter, nog origetrouwd zijnde , is gisteren avond onverwachts, zonder dat er iemand gedachte op had, in de kraam bevallen van een. . . van een. . . van èen. . . F R j C T i S ij Ni Zekerlijk van een jongen of een meisjen j niet Waar vriend gustavus? BURGER. Neen, Van geen van beiden , maar wél van een welgefchapen kind; trouwens dat doet niets uit, doch dfar ik u tegenwoordig over kom fpreeken , is, dat de fchelm die mijn nicht onder trouwbelofte bedrogen heeft, door allerleie verzonnen uitvlugteri weigert haar te trouwen: ohdertüsfchcn heb ik be« flooten, dien knapfchinkel door een proces zo mak te maaken als een fchaap, als gij mij maar van goe* den raad bedienen Wilt — wa t behoef ik jan-flrammè zo veel complementen te maaken! zie daar bij provifie twaalf zilveren dücatons,met twee koppen op de hand, Heer eu Meefter. practisijn. Waarom zo veel beleefdheid gebruikt ? ik ben ïmmers geen hoerewaard van mijn beroep, die mij-*  ( Si ) ne kalanten van te vooren Iaat betaalén , oF ii moet met zekerheid • weeten, dat de boêl vrak zit;. b U r ge Kb Gij hebt geen ongelijk , zulke voorzorgen in uwe kraam te neemën maar tot de zaak Ad= vocaat! tot de zaak! want ik kom mijn geld hier voor niemendal niet verpraaten. practisijn* Wel nu, gij dient mij eerst te zeggen * of uwé bedrogene nicht , en haar bedriegeiijke minnaar meer dn jaar ig , dan minderjaarig is , alvoorens ik li over deeze zaak een goed en gangbaar advis kart geeven. b u r g È r. Op geen ftukkën na! —^—. zij zijn alle beidëri nog piep jong. p r a c t i s ij n. Dan moet ik u met korte woorden zeggen, dat dé trouwbeloften van uwe nicht , geen verrotte peef Waardig is, en dat al de toeftel die gij vervolgehdë 2oudr willen maaken, om dien jongen knaap ddor middel van reChtspleeging tot het voltrekken vari een wettig huwelijk net uwe nicht te noodzaakeh, niet anders zoude weezeh dan fpijkérs op laa,^ wè* ter gezocht, aangezien niét alleen volgends het bé; fthreeven récht , maar bijzonder ook oit kracht* F  C 83 ) van onze landswetten , minderjaarige perfoonen geeue contracten of verbintenisfen , buiten confent, of zonder goedkeuring van hunne ouders of voogden mogen aangaan. burger. Dat weet mijn papegaai wel Heer en Meefter ! doch ik kan u op mijn burgerlijk woord van eer (die fomtijds beter is, dan de eer der krijgslieden,) volkomen verzekeren, dat de treuubeloften door een' Notaris is opgefteld,en dat dezelve,behalven door de beide jonge luiden, ook door hunne ouders van weêrskanten is ondertekend geworden. practisijn. Waarom dat niet eerder gezegd? om u dan in ftaat te ftellen , van de kracht der trouwbe* lofte , gelijk ook de onderfcbeidingen , welke daaromtrent plaats hebben , grondig te doen verdaan , zal ik , aangaande dit belangrijk onderwerp, dat ik van de worteloorzaaken zal gaan uithaalen, u een breedvoerige verklaaring geeven —• ondertusfchen kan ik niet onaangeroerd voorbijgaan , het geen de vermaarde Hoogleeraar voet, tot een' grondfl3g in het behandelen deezer bedenkelijke ftoffe gelegd heeft, als zeggende onder anderen daarvan — Zo er ten ftuk in het recht natuurlijk is, of het geen dikwijls zo wel politieke , als rechtsgeleerde perfoonen bezig' heid verfchaft, zo is 't voorzeker het ftuk van de huwelijken , en dat deze/ven voorgaat, naamlijkde trouwbelof*  ( 83 ) ie» I waarop hij deeze aanmerking doet volgen — „Allen die gewettigd zijn om te huwelij„ ken kunnen ook trouwbeloften aangaan , en wie men niet toeftaat te mogen huwelijken , worden ,, ook belet deeze verbintenis te contracteeren; ech,, ter weduwen, alfchoon zij niet aan(tor.ds na de „ dood van haare mannen mogen trouwen, kunnen ,, daarom zig met oogmerk van huwelijk verbin,, den, en alfchoon kinaeren beueden de veertien „ jaaren , bj de Romeinen trouwbeloften konden „ aangaan , als maar een meisjeu ten minften tien jaaren oud was, zo zijn de zoflanigen echter bij ,, ons van geen waarde." burger. Seldrement Mijnheer ! hebben die muizen zulke lange ftaarien? ik wil onder het drinken van een paar borrels die kat wel eens uit denboom zien, en een uur of twee tijds hier verflijten, om op mijn gemak al die grappige vertellingen van de trouwbe~ loften aantehooren , en daar na met malkaêr te overleggen, hoe wij naar uw oordeel het moeten aanleggen, om den verleider van mijn nicht zonder veel foebatten tot zijn' pljgt te brengen. practisijn. Het komt er, vriend gustavus, in dit geval voornaamlijk op aan, om in de- eerfte plaats te onderzoeken , wat trouwbeloften zijn, hoe die verdeeld ©f onderfcheiden worden; en in de tweede plaats, Fa  ( H ) wie volgends de wetten al of niet trouwbeloften mo. gen aangaan : wat het eerfte betreft , zo verftaat men algeraeenlijk door de Vouwbelofle, zodanig een, vrifwillige en ongedwongen verdrag, of liever zulk een wederzijds verband aangegaan en geflooten, tusfchen twee vrfJH en ongehuwde perfoonen van de beide fexe, houdende de belofte, om met elkander in den huwelijken ftaat te zullen treeden: hoedanige trouwbeloften in de Rechtspleeging doorgaands onderfcheiden worden, op tweederleie wijze, naamlijk i.) in mondlirge, a.) in fchriftlijke trouwbeloften , welke laatstgemelde foort wederom verdeeld wordt, ten eerfte in gerechtelijke trouwbeloften , dat is , die voor een Stadsfecretaris en twee Schepenen van de woonplaais . rf we! onder willige comdemnatie van den H >ve en Hogen Raade in Holland worden aangegaan ; ten tweeden in kotdtièle trouwbeloften, te weeten, zulke die voor een' Notaris en twee getuigen gepasfeerd worden: en ten derde in onderhandfche trouwbelo ten . naamlijk die aan de zijde van de verbindende perfoonen , door een wederzijdsch ondertekend en gewüfeld gefchrift , op een behoorelijk zegel onder de hand gemaakt zijn: in de tweede plaats vermogen noch volgends het befchreven recht, noch na de plaatslijken wetten hier te Lande trouwbeloften aangaan , minderjaarige of onmondige perfoonen , buiten confent van hunne ouders en voosden , gelijk ook geen hofof rtads-kinderen , en onder curateele ftaande perfoonen, mitsgaders geena krankzinnige menfchen,  C «5 ) en vooral geen ge con fin eerden in verbeterhuizen, ftaande den tijd van hun confinement, als hebbende geduurende het zelve geen vrijheid van te kunnen contrafteeren , om dat zij als burgerlijk dood befchouwd worden : ondertusfchen is het zeer bedenkelijk, of ftom- doof- en blind-geborene perfoonen , d»or een ftilzwijgende*toelaating van de wetten bevoegd zouden zijn, om fponfalia of trouwbelofte te mogen aangaan : ik heb in vroeger tijd, ter zaake van dien , verfcheidene procesfen zo hier te Lande, als elders hooren bepleiten, en zelf bepleit, waaivan de vonnisfen zeer verfchillende zijn uitge. vallen, zo dat er geen vaste of onfeilbare regel in dat opzicht aan de hand te geeven is. b V r g e r. Ik moet bekennen Advocaat, dat gij mij daar in weinige woorden zo veele verrukkelijke zaaken hebt verhaald , dat ik bedroefd zoude zijn , als er over dk ftuk niets meer te zeggen viel. p r a c t 1 s ij n. Wees maar gerust vriend gustavus! de taak die ik te verhandelen heb, is op verre na nog niet afgeloopen; dan, terwijl gij een liefhebber van de jagt zijt, beding ik boven mij falaris twee haazen. burger. Dat zal ik graag doen, al begeerde gij een paar patrijzen daarbij te hebben , want ik weet dat de F3  C 86 5 prakkefijns- zo wel als de kerklijke pfrfooner: lek kerbekken zijn, die vermaak fcheppen om dagelijks braaf te fmullen, fcboon fommigen van de laatfte foort zulks in wereldlingen van den burgerftaajt fchijnen aftekeuren. P R A OT 1 S IJ N. Dat daar gelaaren , zal ik om u een bevatbaar denkbeeld, rankende de kracht en uitwerking der trouwbeloften te fchetzen, voor zo veel die invloed heeft , op de Hollandfche Rechtspleging , al verder vervolgen nog driederleie verfchillende zaaken , daartoe eene zonderlinge betrekking hebbende, en welke niet minder opmerkelijk dan de voorigcn zijn , kortlijk te verhandelen: als in de eerfte plaats, over de mogelijke en onmogelijke conditiën , waarop een trouwbelofte wordt aangegaan: in de tweede plaats, over de ongepermiteerde bedingen , dat zijn al zulke fchandelijke of oneerlijke conditiën, waarop eene fponfdia of huwelijksverbintenis geflooten is; en in de derde plaats, aangaande de bepaaling van tijd , dat is een zekere of onzekere dag , waarop volgends de bedongene voorwaarden van de treuwbelofte , de voltrekking van het voorgenomen huwelijk zoude behooren te gefchieden, mitsgaders van alle de bekende oorzaaken welken, naar rechten, allerhande foorten van zodanige trouwverbintenisfen doen vergaan, of vervallen.  ( ?7 ) burger. Als er nog zo veele dingen over die verbruide trouwbeloften op de baan moeten komen , dan ben ik bezorgd , dat mijne memorie te kort zal fchieten, om dit alles te kunnen onthouden , en daarom loop ik liever fchielijk weg. practisijn. Een weinig geduld vriend gustavus ! ga weder zitten, want als gij, (men kan het fomtijds niet weeten) eens bij geluk of door toeval, gelijk meermaals gebeurd ?s, tot het bekleeden van het Rechtersampt kwaamt te geraken, zo zullen u de verklaaringen, van alle de bovenftaande hoofdzaaken wonder wèl te pas komen — weat dan vooreerst, dat m PRACT 1 S IJ Hi Nu zal ik deeze mijne verhandeling vervolgen, met u te doen opmerken , dat in tegenftelling van een generaal, of algemeen fideicommis , waarvan ik zo a^nftonds breeder gefproken heb , inzonderheid tot een fpeciaal of bijzonder fideicommis, op de navolgende noodzaakelijke onderfcheidingen, die daaromtrent plaats hebben, zorgvuldig behoort te worden gelet; als vooreerst dat maar een zeker gedeelte van den boedel met fideicommis bezwaard worden , terwijl het andere gedeelte vrij en onbezwaard blijven kan , in hoedanig geval de kinderen bij plaatsvulling, of, door het recht van opvolging,de kindskinderen, met een fpeciaal fideicommis belast, en in de legiiime portie benoemd zijnde, de aftrekking van het trebeliia^ique aandeel, bij testament van hunne ouders , of grootouders mag worden verbooden : de waarfchijnelijke beweegoorzaak hiervan is , dat vermits door de benoeming van dezelve legitime portie, aan den eisch, en hét bevel der wet is voldaan geworden, en de ouders niet meer verfchuidigd zijnde aan hunne kinderen te maaken,daar uit als van zelf moet volgen, dat het verbod van de txebellianique portie daarom gefchieden kan. BURGER. Zeer wèll alfchoon ik die fladhuistaal nog maar ten halve begrijp, heb ik er geen jota tegen.  C i" ) Mi C T | S IJ K. Boven en behalven eene menigte zaaken van aangelegenheid , belangende het onderwerp der fideicommisfen, en die ik vervolgends kortlijk aantippen zal, zo is het na hec voorfchrift van het roomfche recht, een hoofdpunt van noodzaakelijkheid, dat een fideicommisfaire erfgenaam de nalatenfchap ordentelijk behoort te doen inventarifeeren, en boven dien genoegzaame borgtocht voor de uitkeering van de verbonde goedereD , ten genoege van den erfgenaam, op wien het fideicommis naderhand met den litnl van eigendom moet .overgaan , of anders met goedkeuring van den Rechter gehouden is te flellen , alfchoon er van zodanige bortogt geen de minfte gewach bij testament ware gemaakt, als zijnde in onze rechtspleeging buiten alle bedenking, dat een bezwaarde erfgenaam , onder beëedigde borgtocht de fideicommisfaire goederen niet aanvaarden kan, maar dat in geval hij voor de overgeeviog van de verbonden of bezwaarde goederen , geen voldoende borgtocht kan (tellen , zodanige erflating over de hand, met opzicht tot alle de goederen welke daar onder behooren, onder de befhiuring en het bewind van een ander perfoon, na goeddunkking van den Rechter ten zijnen profijte dienen te worden geadmir.iftreerd ; doch het volgt daarom niet dat iemand, verzuimd hebbende inventaris van de be. zwaarde goederen te maaken , en daarvoor cautie te ftellen, zijn aandeel in de trebellianique aftrek-  ( 112 ) king daardoor zoude verboren hebben, zoals vol» gends het recht algemeen in de rechtspleeging hier te Lande verftaan wordt: onctertusfchen ftrekt borgtogt ten opzichte van een fideicommis betrekkelijk tot huisraad ot andere foorten van goederen, vermindering befchadiging of verval onderworpen zijnde, zig niet verder uit dan om dezelven in het vervolg wedertegecveu , in zulk een' ftaat als die bevonden zullen worden te zijn , gelijk het eenparig , en overeenftemmend gevoelen der meefte Rechtsgeleerden is. BORGER. Bestrg Advocaat! is het dat nu alles? PRACTISIJN. Neen vriend, want ik moet u tot befluit van dit onderwerp nog iet zeggen , dat u misfchien niet onaangenaam zal zijn, naamlijk dat alle ervenisfen met den last van fideicommis bezwaard , huiden* daags op tweederleie wijzen van de bauden der fideicommis ontflagen kunnen worden; wèl te verftaan als er wettige of gegronde redenen toe dienen: in de eerfte plaats gefchiedt zulks , uit krachte van eene uitdrukkelijke vergunning van de Hooge Overheid, zijnde de Staaten van ieder Provincie; gelijk ten aanzien van deeze Provincie volzeker blijken kan, uit een Re/elutie van de Staaten van Bol/and en IVestvriesland, op den 13 Julij 1760, in deeze betrekking genomen of vastgefteld : in de tweede plaats  C "3 ) plaats, ingevolgen van een tranfaclie, of riotariaal contract-, tusfchen meerderjaarige fideicommisfaire erfgenaamen, het geen volkomen gepermitserd is, om dat er niemand van de bezwaarde erfgenaamen bij verkort wordt, terwijl iedër van hun zijn wettig aandeel van het kapitaal verkrijgt; doch in het eerfte geval moet men dit onderfcheid maaken, rWt de Staaten van Holland, het verzoek om ontflag te hebben van een fideicommis zelden verleënen, ten zij alvoorens middagklaar kome te blijken, dat kinderen of verdere bloedverwanten, daarmede bezwaard zijnde, buiten bun fchuld tot armoede, verminde, ring van ftaat, om kort te gaan, tbt verloop vat Zaaken geraakt zijn. BORGER, Ik ben blijde dat de kerk uit is, want ik dien u nog voor her laatst te vraagen , hoe ik het met mijne vah fche commisfie maaken moet? P R A C T I S IJ H. Ik zoude u niet raaden , fterk aan die fnaar te trekken, want behalven dat uit het testament, her welk gij mij vertoond hebt, de wil van den overle^ den testateur fchijnt geweest te zijn, om zijne erfgenaamen met een fiilzwijgend fpeciaal fideicommis te be2waaren , het welk eerst in het vierde gelid afgeloopen of vervallen is , zo hebben de au. deren onbezwaarde erfgenaamen zeer wel begreepen gehad, dat als uwe kinderen en kindskinderen , het geen mogelijk is , eens alteH  C «4 ) maal kwame te overlijden ; het in dit vooruitzicht tegen hunne belangen zoude flrijden, van met u een tranfactie tot een vrijwillig ontflag van he-zelve aantegaan; zo fpreekt het boven dit alles genoegzaam van zelf, dat gij geen armoede noch andere dringende oorzaaken ter verbreekinge van dien voorwenden kunt, met dat gevolg, om op hoop van een goeden uiiflagten zeiven einde bij requeste verzoek aan de Staaten van Holland te kunnen doen , weshalven het geraadlijk is bij de woordrijke inhoud van den uiterften wlHe, raakende het fideicommisfair verband, ie blijven berusten, te meer vermits gij tog geduurende uw leven, de inkomften van het eapitaal trekt. BURGER. Op die manier Advocaat, begrijp ik nu volmaakt, dat ik voorzichtig zal handelen, met uwen raad te volgen, ten einde buiten proces te blijven. Wees gegroet en vaarwel.  NEGENDE GESPREK Over procesfen van injuriën , en waarin het onder= fcheid tusfchen een daadlij'ke , fchriftlijks, en mondlinge hoon heftaat» PRACTISIJN» H e komt het dat gij 20 lang weg gebleeven zij*.? —-— ik heb u bijna in geen drie maanden gezien of gefproken ! wat fcheelt er toch aan? mij dunkt dat gij er zo mager uitziet, 2 U R G E R» Weet gij dan niet, dat ik geduurende al dien tijd bedlegerig, en zo ziek geweest ben als een hond? — doch, hoe is het met de zaak van de va/fche commisJie, die ik u na ons laatfte gefprek fchriftlijk ver~ zocht hadt maar op goed avantuur voor de pleit* bank te willen brengen, tegenwoordig gelegen? Ha  ( n6 ) practisijn. Na dat ik tot mijne verwondering , federt ons allerlaatfte mondgefprek , tegen uwe gedaane beloften , door een eigenhandigeri brief van u gelast werd om die onwettige zaak voordtezetten, heb ik dat proces vervolgends zeer fchielijk bepleit , en van deezen morgen bij vonnis van den Rechter, dat ik u zo daadlijk vertoonen zal , met compenfatie van kosten gewonnen ; maar op wat grond dat wij die zaak winnen is mij onbekend, want ik had u van re vooren bereids gewaarfchouwd, dat wij in dit geval de wet tegen ons hadden. burger. Jan ftramme, dat verwondert mij niet! — dat begiijp ik beter dan gij, Heer en Meefter! want ik had zonder dat gij het wist, die vermaledijde wet die tegen mij was, uit je corpus wetboek gefcheurd , toen gij mij de laatfte maal alleen in uwe ftudeerkamer liet zitten, terwijl gij intusfchen na u voorfalet ging, om een Dame te fpreeken. practisijn. Wel zo vriend gustavus, dan hebt gij op die manier mijn gantfche corpus juris bedorven —— maar hoe kunt gij zo onnozel zijn, van het winners van uw proces daaraan toetefchrijven .want daarzijn inuners meer zulke wetboeken?  ( «7 ) BURGER. Zo ver heb ik niet gedacht Advocaat, doch nadien het proces nu in mijn voordcel uicgevallo is, zal ik u het gefchonden wetboek dubbeld betaakn , gelijk ook de complefanfie van alle onkosten aan mijn' kant op deeze zaak geloopen; onderwijl kom ik u tansch fpreeken over een nieuw proces, dat ik opgefchommeld, en waarin mij dunkt dat ik groot gelijk heb. PRACTISIJN. Laat eens hooren, welke nieuwe twistzaak van uwe vinding weder op het tapijt van de Rechtbank moet gebragt worden. b u r g E r. Onder vier oogen gezegd, omdat ik bekend ftond van ,fchoon een getrouwd man zijnde, nog wel eens een mooi meisjen te mogen zien , verfpreidde zig ge. duurende mijne zwaare en gevaarlijke krankheid , het gerucht door de gantfche ftad, dat ik aan de venuskwaalen lag te worftelen; hierop gebeurde het dat ik mij voor de eerftemaal na mijne herftelling , gisteren avond in een gezelfchap bevond , alwaar een asfurante vent, die altijd op zijn geld fnorkt, en rijklijk van den drank bevangen was, mij in tegenwoordigheid van alle de aanweezende perfoonen openbaar, en zonder- dat ik hem de miafte oorzaak «2  daattö'e eaf,op een onbefchofte wijze uitfchold voor, een hoereerder, overfpeeider, en een echtbreeker, die alle nachten bij de hoeren liep: om mijn gramfutafie in dit opzicht te bewaaren , heb ik deeze onverdragelijke fcheldwoorden aanftonds in kennis gelegd, en beflooten om deezen geldbezittende eerrover van mijn goe.len naam, wel degelijk in een proces van Rans Juttien te betrekken. PRACTISIJN. Gij meent waarfchijnelijk, dat gij tegen hem, ter zaake van die fcheldwoorden, een proces in cas van in jut ie wilt aanvangen ; maar om de waarheid te zeggen vriend gustavus, de woordlijke injurie hebben , over her algemeen genomen, doorgaands wei« mg om het lijf; vooreerst, zodra de hoorder verklaart, dat hij zulks uit fpottemij, zonder oogmerk van de gehoonde perfoon te willen beledigen, gezegd heeft gehad, gelijk dikwijls in vrolijke gezelfchappen meer gebeurt , en derhalven dat hij de voorgewende hoon herroept , en zijn' aanklaager vooreen eerlijk man erkent: ten tweede als zodanige zaak buiten getuigen gefchied, of voorgevallen zijnde, de aan «klaagde perfoon het geval volftrektUjk blijft ontkennen: maar daar zijn in de Rechts* pleeging twee andere oorzaaken van meerder aangelegenheid bekend, oj> gronden van welke met een volmaakten uitflag, een proces in cas van injurie kan worden begonnen, hoedanige tweeërleie foorten  C "9 ) van hoon onderfcheiden worden, ten i,) 'mftkriftiijke, en ten a.) in daadlijke injurie. BURGER» Begreep ik dat er zo veel water door den moerdijk moest loopen, om te weeten, of ik in dit manonette fpul gelijk of ongeliik had! PRACTISIJN» Ja vriend, zoudt gij wel kunnen gelooven, dat de procesfen in cas van injurie, de haaielijkfte en om zo te fpreeken , de ongemaklijkfte rechtsgedingen zijn, welke in den burgerftaat voorvallen, en veeltijds de praélifijiis in verlegenheid brengen, omdat er fomwijle crimineele gevolgen uit geboren kunnen worden, waarvan verfcheideue opmerkeljke voorbeelden zo hier te Lande, als elders gebeurd, voorhanden zijn. BURGER. Hoor Advocaat, ik heb niet meer dan drie halve rijders in mijn goudbeurs, maar ik wil dezelve tot U voordeel graag doen fpringen, als gij mij, zonder aanhaling van die afgrijselijke ftadhuiswoorden , daar ik een fchnkkelijke hekel aan heb , mij de raji eitkraam van Hans Jurrien eens naar de letter verklaaren wilt. H 4  C ".O ) P R A C T 1 S IJ N. > Om u genoegen te geeven , zal ik uwe drie halve rijders , welke ftom en zonder te fpreeken op mijn fchrijftafel liggen, in mijn' broekzak fteeken, e:? ii vervolgends uitleggen , wat er ten opziehta van d> moHd/ihge, fchr/fn'ijke , erj daadlijke injurien te verhandelen valt. "' BURGER. Mij dunkt Advocaat, dat gij federt eenigen tijd wat meer handelbaar begint te worden; want zonder uwe geweeten te bezwaaren, flrijkt gij tegenwoordig het geld , dat men u aanbiedt, zo fchieJijk na u toe. PRACTISIJN. Och vriend gustavus ! dat moet u niet verwonderen , vermits een Advocaate-confcentie in dergelijke gevallen al ligt over zulke kleine beuzelingen hsen ftapt:dan, om nu tot verklaaring van zaaken te komen , zo dient gij vooraf te weeten, dat injurie, laster of hoon, is, eene foort van burgerlijke misdaad tegen de eer,én goeden naam van een onnpfpraakelijk' of ordentelijk medeburger, die vèrfchillende graaden heeft, eu Van onderfeneidene natuur is : hoédanige injurie gemeenliik op tweederleie wijzen gebeterd wordt, naamlijk honorabel ©f dcor eer vergoeding, en profitabel, of door het be=  C 131 ) betaalen van een geldboete , ter befcheidenheid van den Rechter: ik heb u bereids gezegd, dat een proces in cas van injurie, doorgaands uit drieërleie oorzaaken geboren wordt, naamlijk ï. ) uit daadlijke, 2.) uit wpordlijke, en 3.) uit fchriftlij.ke hoon', maar volgends de gemeene verdeeling, worden dezelven alleen onderfcheiden in mondlinge, en fchriftlijke iNjuRiëN, waardoor in beide gevallen ie. mand zijn eer en goeden naam gefchonden en gekrenkt wordt, waarom men het ih beide opaichten, in de rechtspleeging lastering noemt: vervolgends valt aldaar omtrent nog bijzonder optemerken, dat het recht van zaaken van dien verloren wordt, door een jaar ftilrwijgens, en moeten derhalven binnen het jaar , alle actiën fpruitende uit oorzaaken van mondlinge en fchriftlijke hoon, ia rechten aangelegd zijn, na verloop van welken tijd, diergelijke foort van procesfen,op geen vaste gronden vau verhoopte zegepraal, of met geen goed gevolg, ten opzichte van de gepretendeerde geldboete zoude kunnen worden ondernomen ; de ongegrondheid wegens het aanleggen van alle'culke haatelijkeRechts. gedingen , wordt al mede voor onbetwistbaar gehouden, wanneer er voor het aanlegden van de dftie van injurie, een vriendlijke verzoening, het zij in een herberg, onder bet afdrinken van den t-vist, of elders ten overftaan van twee getuigen hadde piaats gebad : ondertusfehen beneemt zódanige verzoening die tusfchen partijen gefchied is , en waard "r ia ds Rechtspleeging de civile of burgerlijke actie j ia  cas van injurie als vervallen, en ten eenemaale 00wettig gerekend wordt, het recht van den Procureur Generaal , van den Hove van Holland, noch van den Hoofd - Officier, en der crimineele juftitie in de Heden, en ten platte Lande niet, in het geval dat de gepleegde daadlijke hoon, van zulk eenen aart is, dat zii noodzaakelijk crimineele gevolgen na zig moeten neepen. b u & 6 e X. Ik zweer dat ik geen jaar lang ftil zal zitten, om, dien inaak welke mij zo lelijk uitgefcholden , en openbaar in een gezelfchap gehoond heeft, een proces van Hans Jurrien aantedoen, en dat ik vrij liver , hem den bek zoude willen openfnijden, of anders een paar duizend guldens aan het ftadhuisvolk van uwe foort waagen, dan mij met dien oiibefchoftert fchurk te verzoenen. p r a c t t s ij n, Zo driftig niet gustavus! wantdoor zulk een fcheldwoord, en zwaare bedrijging zoudt gij zelf, zonder bet te weeten, de misdaad van injurie wel dubbeld begaan. burger. Om dat de wetten het verbieden, ben ik genoodzaakt mijn tong te bedwingen —i— wat fpijt me dat!  ( i*3 ) PRACTI S IJ N. Het is ten uherften opmerkelijk, dat tegen foramige perfoonen , alfchoon de gepleegde hoon of lasterfpraak klaar beweezen wierde, geen actie van injurie kan worden aangelegd ; als voor eersc niet tegen krankzinnige menfchen ,• of tegen kinderen beneden de veertien jaaren oud , gelijk ook niet tegen iemand , wegens hoon in dronkenfchap begaan is, wèl te verftaan als hij nuchteren zijnde,de gepleegde hoon herroept, of niet wil geftand doen ; behalven dat het een bekende zaak is , dat zodanig een proces uit d\z oorzaak ontftaande , volftrekt geen plaats kan hebben tegen een' vader , man, en fchoolmeefter die zijn kind , vrouw , of leerling door haaftigheid uitfcheldt; maar tegen een'Predikant, die j op den predikftoel zijne driften volgende , niet zo zeer de zonden beftraft , als iemand zijner toehoorderen bij naame, of ten minden onder bedekte uitdrukkingen , zo fterk zoekt te hoonen, dat ieder gemaklijk begrijpen kan, wie hij daarmede bedoelt , zoude , volgends het algemeen gevoelen der Rechtsgeleerden , wel degelijk een proces in cas van injurie kunnen aangelegd, worden, gelijk dikwijls gebeurd is. SUR G E Ri Nu, het is niet kwaad, dat fömmige van deeze heetgebakerde kerklijke Heeren , welke (de goeden niet te na gefproken,) zo wel hunne misfla-  C "4 ) gen hebben ais wij, en, op den kanfel (taande, door menschlijke driften vervoerd worden , ook eens in dit geval van de taart proeven, al ware het maar om hun te doen zien, dat zij even als alle andere perfoonen van den burgerüaat , zig aan de wetten van 'sLanJs tlpoge Overheid onderwerpen moeten. PRACTISIJN. Laat ens voordgaan met het onderzoek, van de menigvuldige zo algemeene als bijzondere aanmerkingen , welke over deeze ftoffe eigenlijk te pas komen, en hoofdzaaklijk hierin bellaan ■ als, i.) dat een Rechter in het ftuk van zijn ampt gehoond wordende, over de hem aangedaane mondlinge of fehriftlijke injurie recht mag doen, het geen voornaamlijk plaats heeft, als een gantfche rechtbank gehoond is geworden; 2) alle zaaken vaninjurie, die nog buiten rechtspleeging zijn, en voor dien tijd herroepen worden, met dat gevolg, dat de gelasterde perfoon voor eerlijk wordt erkend, kan met geen fundament aangelegd worden; 3,^ het is zeer bedenkelijk, of het aanleggen der actie van injurie gegrond , dan ongegrond zoude zijn, wanneer de gepleegde hoon ten genoegen van den Rechter zonneklaar beweezen wierd, en wel op zulk een wijze dat da gehoonde perfoon, met de verdenking van verfcheidene crimineele handelingen ware bezwaard, maar in dit geval zelf, zoude na het voorfchrifs ya.n het befchrev.en, recht., en onze vadeilajidfcue  ( i*5 ) herten de hooner niet alleen in een zekere geld» boeten, maar boven dien in de koste van het proces ver^eezen dienen te worden, om de aanneemelijke reden , dat. niemand, hoe onfchuldig , en hoe wettig men ook in zijne zaak moge zijn , zijn eigen Rechter kan weezen, gelijk bij alle onpartige rechtbanken hier te Lande, doorgaands volmaakt wèl begreepen wordt : 4.) de zwaarwigtigheid van de gepleegde eerkwetzing , moet gewaardeerd en genomen worden , of uit de plaats, of uit den tijd, of uit de perfoon, en nuer andere omftandigheden, en moet de ftraffe naar evenredigheid van dien verzwaard of verligt worden; 5.) injurie aan een' Officier van de crimeele juflitie aangedaan , wordt verftaan aan den Prinfe, of Hooge Overheid van den Lande begaan te zijn geweest, en op wat manier zodanig hooner naar rechten behoort te worden geftraft, kan mén vinden in het derde Deel, vaft zeker Rechtsgeleerd werk, genaamd de hollandsche coNsüLTATiëN, vervat in hét Qöfte advijs s 6.) aanklagten van injurie, ter zaake van een pasquil is niet gegrond, als bij het zelve niemand genoemd wordt, of alleen maar zodanige algemeene uitdrukkingen behelst, dat het zig niemand met eenige zekerheid perfoneel kan aantrekken, om reden dat voor geen fchriftlijke hoon, of eerrooving te houden is, alwaar geen afzonderlijke noeming van de perfoon, die bedoeld wordt is gefchiedt; 7.} om de mondlinge injurie te ontgaan, en den aanklaager in dit opzicht fchaakemat te ftellen, is voor  C is6 ) den gedaagde of verweerder genoeg dat hij Ontkent , de voorgewende lasterfpraak te hebben gedaan, en dat hij die niet wil geftand doen, ja dat in het geval, dat de waarheid door geloofwaardige getuigen al most komen te blijken, hij echter verklaart dezelve woorden , niet animo ixjuriandi, of met oogmerk, om iemand met opzet te willen hoonen , te hebben gefproken : 8 ) een adlie in cas van injurie, kan volflrektlijk met geen goed gevolg worden aangelegd, tegen perfoonen, welke op bevel van den Rechter, het zij in een crimineel of burgerlijke rechtzaak, ge» tuigenis der waarheid hebben moeten geeven. BURGER. Hier mede denk ik, dat de webbe van Hans Juinen, daar zo veel ftadhuisgeheimen van te vertellen vallen, bijna afgefponnen zal zijn? PRACTISIJN. Gantsch niet, want daar blijft mij nog overig, verfcheidene daartoe betrekkelijke bijzonderheden aantehaalen, waarop iemand die zig in foortgelijke procesfen gewikkeld vindt, zorgvuldig behoort te letten; het is dan in de eerfte plaats zeer bedenkelijk, of tegen een perfoon die iemand ten onrechte gearrefteerd heeft,of in gijzeling heeft doen ftellen,en daarvan klaar gebleeken zijnde, en actie van injurie zoude kunnen worden aangelegd? de meefte van onze Rechtsgeleerden zijn van gevoelen, dat als zulk een  C 137 ) onfchuldiï peifoon uit de gijzeling, kost en fchadeloos omllagen wordt, en boven dien eene evenredige vergoeding voor zijn verzuimden tijd,naar maate van zijn bekleede quahteit, bij vonnis van den Rechter daarvoor verkreegen had , zulks niet gefchieden kan ; gelijk in dergelijke actie ook ongegtond zoule zijn, in het geval dat iemand eerst een ander gehoond hebbende, naderhand door die ztlve perfoon uit weêrwraak mondling, of fehriftlijk gehoond werd, om reden dat na rechten de eene misdaad roet de andere vergeleek en wordende, de actie tot het verkrijgen van eervergoeding beneemt en uitfluit : maar bet is in de tweede plaats minder bedenkelijk, of liever volftrekt zeker,dat op goede gronden acYie van injurie kan worden aangelegd, tegen een perfoon die tot befpotting van de gereformeerde religie gefproken,en het gantfche ligchaam van deezen hier te Lande bovendrijvenden godsdienst door fmaadredenen gehoond heeft gehad; zelfs zijnde Officieren van de fteden en dorpen, in de Vereenigde Nederlanden , bevoegd, en wel degelijk gelast om tegen zodanig een hooner crimineel te procedeeren, het zij tot bannisfement,of ten minlten tot een zwaare geldboete , na proportie van zijn' ftaat en middelen, en wordt zulk een foorf van verregaande injurie, tegen den godsdienst zo zwaar genomen , en zo ver getrokken , dat omtrent twintig jaaren gele»» den, een perfoon die men naderhand voorwendde, krankzinnig geweest te zijn ,doch waarvan 'iet contrarie bij nader oude rzoek gebleeken is, in een ze-  ( js8 ) Icere Had van Holland, alle de bijbels die in de gereformeerde berk waren, met drek bemorst hebben, de, ter zaake van dien , ffrenglijk aan den lijve werd geftraft , en voor al zijn kven tot de gevangenis veroordeeld , zijnde nogin dit opmerkelijk geval, aan den Officier van de plaats, daar het delict gefcbied was, den eisch van doodflraf, waarop, volgends het eenpaarig advis van veele kundige Rechtsgeleerden fterk aangedrongen werd , ontzegd geworden: in de derde plaats is het niet minder van belang te weeten , dat erfgenaamen van een perfo in , die in aijn leven een ander moedwillig gehoond heeft gehad, in geen de minfte honorable noch profitable vergoeding gehouden zijn , ten zij de overledene testateur, alvoorens zijn overlijden, bij vonnis van den Rechter daartoe gecomdemneerd ware geworden, en eindelijk, in de vierde plaats, dat de allerzwaarfte en ftrafwaardigfte, van alle de verfchillende foorten van injurie beftaat in vrouwekracht, of de verkrachting, en het ontmaagden van een eerlijk vrouwsperfoon met geweld , en tegen haar wil gedaan , het welk doorgaands met het zwaard geftraft wordt. BURGER. . Die vier raare dingen Advocaat, welken gij mij daar zo arnftonds van de zaaken van Hans Jurtien komt te vertellen .behaagen mij zo wel, dat ik fchier om de grap zo een proces zoude willen aanvangen. f r A 6-  C ) PRACTISIJN. Dan zemelt gij als een dwaas handelen, want daar zïjn in de rechtsplêeging geen haatelijker, noch gevaarlijker procesfen, voor het wélzijn van den butgeritaat bekend, dan zulke die ter oorzaake vari moadlinge of fchriftlijke hoon worden1 aangelegd. BURGER* Wèl wat moet ik dan in mijn zaak doen? PRACTISIJN. Ik zal u een infinuatie opftellen, om te zien of uwe partij de aangedaane hoon blijft geiland doen,' maar zo hij zulks herroept, éri u voor een eerlijk man erkent, zoude ik u als een goed vriend aanraaden, de zaak kost- en fchade-loos daarbij te laiteri berusten» 1  TIENDE GESPREK Om wis/eh . asfignattên , e» prmes/èn. b u r g i a. Ïk krijg daar in betaaling van een fchuld .... dat papier Advocaat 1 hoe heet dat ding ? V R A C T 1 S IJ N. Een wisfel die geaccepteerd is, en morgen , als zijnde de laatfte dag van de zes loopdagen , betaald moet worden ; bij gebreke van dien behoort gij, ter bewaaringe van uw recht, en om geen fehade te lijden, denzelven dour een' Notaris laaten proteltee» ien, want het wisfelrecht luifterr zeer naauw. burger* Dat is waarlijk een flechte zaak 1 —— hoe l al* ik geen betaaling krijg , moet ik dan nog onttostea doenV  C 131 } PRACTISIJN. ja zekerlijk, maar als de trekker en acceptant vari den wisfelbrief goed voor de betasling, en hunne boedels nog niet infolvent zijn, dan bekomt gij door middel van het protest, boveft de invordering van uwe wettige pretenfie, vergoeding van alle uwe uü> gefchootene onkosten , fchadïn, en interesfen ter zaake van de wanbetaaling van den geprotefteerden wisfelbrief geleden , zodat men doorgaands prote* fteert van alle zulke kosten, welke , in het algemeen genomen» wegens wisfel en herwisfel gevallen zijn. BURGER. Is dat zo gelegen Advocaat, dan houde ik zulk een zaak , als er kijvag'ie in de Rechtbank over valt, vrij beter dan een proces van de valfche commis* fiei ja zelfs als het beste proces van Rans Jurrien, PRA C T 1 S IJ Ni Gij beoordeelt volgends uwe gewoonte, de zaaken wederom al te oppervlakkig, en befchouwt deeze ftof in een verkeerd daglicht; want ik kan u als een eerlijk praftifijn volmondig verzekeren , dat wij dagelijks in de rechtspleeging, vooral in Hollandfche koopfteden, zeer veele zwaarigneden van fubtile liitvlugten , aangaande het wisfeitecht ontmoeren , waarvan het genoegzaam niet mogelijk is, aan een perlóon van den burgerflaat die geen koopman, ca*I a  C is» ) fier, of wisfeihandelaar is , een verftaanbaare om* fcbrijving te kunnen geeven, hoewel ik u van de meest noodzaakelijke bijzonderheden, welke daar. toe eene regelrechte betrekking hebben , zal onderrichten. BURGER. Nu Mijnheer, dat wil ik wel gelooven , te meer, omdat gij zulks als een eerlijk prakkefijn verzekert, doch zulk een eerlijk prakkefijn als gij zijt, en een witte raaf, zijn twee zeldzaame dingen op de we. reld. practisijn. Gij fchijnt vermaakte fcheppen in tefchertfen, vriend gust Avus;doch ik kan dat gemaklijk verdraagen , als het oude ipree^woord bekend zijnde ; die kaatst, moet den bai verwachten ■ onder- tm-fchen zal ik in cie verklaaring over het wisfe/recht beginnen met u kort en zaaklijk te doen begrijpen, dat een geaccepteerde wisfelbrief, grootlijks onderfchëiden is van een atfignatie en promesfe, en dat in de eerstgcmelde foort, naamlijk in een wis [ei, altijd ten minden driederleie perfoonen te pas komen; ais vooreerst de trekker van den wisfelbrief, ten tweede de acceptant van denzei ven, en ten derde de endosfart, die de overwijzing van betaaling ten behoeve van een ander doet.  ( 133 ) burger. Zo hoogdraavend niet Heer en Meefter! want door deeze barbaarfche ftadhuiswoorden die ik niet begrijp , zoudt gij misfchien gelegenheid kunnen geeven dat ik in flaap viel. p r a c t i s ij n. Ik zal dan op een minder hoogdravenden toon, voor zo veel de uitdrukkingen van den aart dertaaken het toelaaten, vervolgen , met u eene volledige befchrijving van het wisfelrecht te geeven, welke eigentlijk hier in beflaat: als ten i.) dat,hoewel verfcheidene Rechtsgeleerden het ftuk van wisfelrecht onder een mandaat, of lastgeeving, oneigenlijk fchijnen te willen begreepen hebben, ik echter op het voetfpoor van den allomvermaarden cuotiüs, van een tegengefteld gevoelen ben, voor zo veel de zaaken in de Rechtspleging behandeld moeten worden, en daarom maakt die kundige man, met betrekking tot dit onderwerp , de navolgende aanmerking — „ On„ der de lastgeeving behoort mede de tekening van „ een' wisfelbrief onder kooplieden zeer gebruikelijk; ,, dan alzo dezelve door het gebruik en de wetten „ heeft bekomen , eenige zonderlinge eigenfehap„ pen , moet daarvan ook afzonderlijk gefproken ,, worden" 2.) men zoude echter de zaaken, raa. kende her wisfelrecht, voor zo veel het tusfchen kooplieden plaats heeft, en die buiten de rechtbank 13  ( «34 ) blijven, niet oneigenaartig onder fchriftlijke lastgeeving kunnen en moeten begrijpen ,' om reden dat men een geaécepteerden wis/el, vóór den vervaldag niet mug betaalen, ten zij de acceptant of betaalder van dien, alle de gevaarlijke en fchadelijke gevolgen voor zijne rekening wilde noemen , in gevalle bet gebeurde, gelijk 't ook verfcheidene maaien gebeurd is, dar de perfoon aan wien op zijn verzoek de wisfel, vóór den vervaltijd betaald geworden was, ïufolvent geraakte, of wel voordvlugtiging. BURGER. Hoe! mag ik een fchuld die ik aangenomen heb te betaaien , niet vroeger voldoen dan ik beloofd heb? dat ftrijdt janftramme tegen het gezond verfland , en de burgerlijke beleefdheid! r R A C T I S IJ N, Neen, in het ftuk van wisfelrecht mag zulk» niet gefchieden , dan gelijk ik u zo aanftonds gezegd her>, alleen in het geval, als iemand door de vroeger betaaling van den wis/el, alle opkomende fchadever^oeding voor zijne particulieren last wil draagen; en zo gij de nadere oorzaak daarvan begeert te weeten, zo moet ik u met korte woorden Verklaaren, dat de trekker vau een' wisfelbrief. algijd het rtcht behudt, om dezelve wettige redenen daartoe dienende, vóór den vervaldag te mogen intrekken , of herroepen; zonder verpligt te zijn ,  ( -55 ) ét zes, volgends gebruik van wisfeljtijl, daarop loopende relpijtdagen, te moeten afwachten. BURGER. Nu vat ik de kneep Heer AdvocatibusX — dat is wèl heel fchrander uitgevonden , om voor alle listen van doorfleepene bedriegers nog bij tijds gedekt en bewaard te blijven 1 wie zou kunnen gelooven , dat er in joului fladhuiskraam nog zulke fmaaklijke kost opgefehept werd! ï II A C T 1 S IJ N. Al verder,vriend gustavus! tot de zaak, welke wij thans bezig zijn te verhandelen —— hier toe zal het noodig zijn, gelijk ik eerder had behooren te doen, om u ten 3 ) een recht denkbeeld te geeven, wat men eigenlijk door de benaaming van een' wisfelbrief verftaat: begrijp dan dat een wisfel behelst, zodanig een volftrek bevel, of recht van overwijzing tot gemak van den koophandel ingevoerd, waarbij de trekker aan den aceptant of aan de perfoon,voor wiens lasten de wisfel is getrokken, belast, om een zekere fomme gelds in den wisfel* hrief vermeld, op een bepaalden tijd voor zijn rekening te betaalen, aan den houder van denzelven, of wel aan de order van dien geenen, op welken de honder of zijne rechtverkrijgende, goedvindt, den wisfel te endosfeeren, dat wil zeggen in wettige eigen, dem overtegeeven j hoedanige wis/els doorgaands 14  ( -5« ) volgends den wisfelftijl verdeeld worden in tweedesleie foorten, ais in de eerfte plaats in geaccepteerde. fii in tweede plaats in ongeaccepteerde vvissblBRiEvtiN, die na den bepaalden vervaldag nog zes refpij'tdagen , of liever loopdagen hebben , welke Dvereenkomftig de wetten» en het gebruik van alle handeldrijvende fteden vóórzonne ondergang, van, den laatften refpijt-ofloop-dag,zonder de minfte uitftel abfolutelijk moet voldaan, of geprotefteerd worden, om reden dat nalaatigheid , of verzuim van bei. de zaaken de kracht van den wisfel beneemt, en het recht daarvan aoet vervallen 4,) dat iemand noodzaakelijk verpligt is', een' wisfelbrief op hem getrok. ken, of te verwerpen of te accepteeren ,en op den laatften van de zes refpijtdagen aan den houder van dien te betaalen, het geen zo verre gaat, dat in het laatstvermelde geval een geaccepteerde wisfelbrief, door wanbetaaling onvoldaan gebleeven zijnde, den houder van derzelven, bij provifie rot handvulling cf uhkeering van de waarde van dien, procedeeren kan, wel ie verftaan onder cautie of borgtogt, om alle tijden die genotene penningen te zullen Seeyén, indien naderhand bij vonnis van den ftèchtei, aldus verklaard werd te behooren. BURGER, Alle deeze vernuftige mafematten, gelijken wonder wel in niijV winkel , want nu weet ik waar ik snij na gedraagen moet —-—» maar leg mij nu eens uit, Advocaat 1 wat voor een vervaarlijk  C 13? ) zweetmiddel dat ding is, het geen gij, fzo ik het vyèl onthouwen heb} een poorteflesi noemt, en dat na het mij voorkomt, de lijfgarde van een' wisfelbrief fchijnt te weezen ? PRACTISIJN. Een protest , waaraan gij een misfelijken naarn geeft, heb ik u bereids gezegd , dat eene foort van aanzegging is, die door een' Notaris en twee getuigen gefchiedt, en ter bevvaaringe van het recht van den houder van den geproteflecrden wisfelbrief, noodzaakelijlc plaats moet hebben, in gevalle de perfoon op wien dezelve getrokken is , of den wisfel geaccepteerd heeft gehad , het zij door onvermogenheid , het zij door onwilligheid in gebreke biijft , dien op den vervaltijd te voldoen: de gewoone formulieren van zodanige notariale protesten zijn genoegzaam van een eensluidende inhoud, en zijn juist het beste of gemaklijklte kunstwerk, van een bearntfchrijver niet, waarom ik u tegenwoordig alleen een fchets zal voorfchrijven , van zulk een protest ter zaake van een' wisfelbrief , waarvan de trekker, en de acceptant, een van beiden, of beiden te gelijk abfent of onbekend zijn , het geen vrij zeldzamer in de wisfelhanding voorvalt _ zie hier op wat wijze zulk een' inftrument opge» ftcld wordt. 1$  C 138 ) Op huiden den 13 Maart 1760, compareerde \o«r mij H. D.lNotaris publicq, bij den Hove van Holland geadmitteerd, te Amfterdam refideerende, de Heer A. U. Casfier binnen deeze ftad, mij Notaris lekend, dewelke aan mijNotaris exhibeer de een* wisfelbrief, groot twee duizend guldens Hollands courant, door N. N. . ♦ t» compagnie alhier den 7 Januarij laatstleeden, op zig zeiven getrokken cf geaccepteerd , twee maanden na dato te bet aaien, en aan hem comparant of ordre geïndosfeertt van welke voorfchreeven wisfelbrief, en daartoe behoorende endosfementen copie hier vooren woordlijk gefchreeven is', en daarbij verklarende wel alle deligentie en enqueste, zo bij de commisfen, als vervolgends bij het getieraale postcomptoir deezer ftad, en bij de befteldert dei zelve, ook bij verfcheide kooplieden, cas fiers en andere ter leurfe , en elders aangewend te hebben, om de voorgemelde trekker en acceptant N. N. • . en compagnie , alhnr te ontdekken , en hen den gementioneerdetf wifcfdbrief, ter betaalinge aantebieden, doch alles vruchthos en te vergeefsch : weshalven hij comparant wel uitdrukkelijk protefteerde, en mij Notaris verzocht, is zijn raam te protefteeren, gel'-jk dan ik Notaris, na ge/ij»e, door mij nader aangewende, doch vrucht looze ent erzoek van zaake als boven, verklaare te proteftee-ren , bij deeze tegen den bovengenoemden N. N. . . en compagnie , onbekend of abfent , als of zij bekend en pf efi.nt waren, van genoegzaame gedaane navraag , en dienvolgende ook van non betaling , van den voor. fchreeven wisfelbrief , met alle de gevolgen en aan-  ( *39 ) frfeeve van dien ', wrds van wisfel en herwisfel, en alk verdere kosten, fchaden , en interesfen , omme die al» le na recht en ftijle van wisfel te vinden, en verhaa. len ter plaatfe daar het behooren zal. BURGER, Gij hebt in dien korten tijd al veel velds afgeloopen, Advocaat 1 doch ik zou gaarne nog eens willen weeten,wat onderfcheid er is tuffchen een' wisfelbrief, en dat andere ding, waarover ik u voordeezen heb hooren praaten , en dat gij toenmaal asfikkelenatie noemde. PRACTISIJN. Wat een asfignatie betreft, dezelve verfcbilt hemelsbreed van een wisfel, en heeft geen verbmdende kracht, zo lang die niet geaccepteerd is , maar zulks gefchied zijnde , verkrijgt door de acceptatie het recht van wislëlverband , want buiten dat is een ongeaccepteerde asfignatie , niet meer te houden , dan voor een bloote overwijzing van betaaling, waarover de perfoon, op wien dezelve getrokken is , en de voldoening daarvan geweigerd heeft , met geen fundament in rechten kan worden aangefproken , doch van een promesje of fchriftelijke fchuldbekentenis op een bepaalden tijd gedaan , en waai van de caufa debetie, of de  C 140 ) oorzaak van de fchuld bhjkt, kan ïn de Rechtspleegiug beftaan om een proces op aanteleggen, BURGER. Dat zal ik in mijn memorieboek aantekenen ; leef intusfchen vrolijk Advocaat! en waarwei.  ELFDE GESPREK Handelende over de wettige , en gangbare bedingen van koop, en huur. practisijn. W aarom vriend gustavus, heb gij inij in één tuin laaten ontbieden ? ———- gij" wist immers dat ik aan het podegra lag? • maar wat zie ik! mij dunkt dat gij zo nat bezweet zijt! hebt gij het huis weder door de glazen geworpen ? burger. Kon ik droomen,Advocaat! dat gij,gelijk alle die groote heeifchoppen , die liefhebbers van wijntjen en trijutjen zijn, krakeel met uwe beenen, en het pootjen gekreegen had? ... - ■- doch terwijl er een raare pot te vuur is, waaraan gij ten minften een half duizend guldens verdienen kunt, kom ik al mijn best aanloopen om u ie verhaaleu, dat ik met goedvinding van mijn wijf, de tuin, daar ik u ontboden heb, met nog een huis en een ltal tezamen, voor  ( Ma ) zeven duizend guldens gekocht hebbende, daarvaa tusfcheD mij en den verkooper, een koopcondifïe is gemaakt, dat binnen drie dagen tijds, het transport van de gekochte goederen moest gefchieden, en dat ik volgends gebruik den veertigflen penning, daarvan aan het fecretarium van de ftad bereids heb betaald : maar wat gebeurt er? gisteren morgen worde de verkooper van die goederen in een verbeterhuis geplakt, en zijn vrouw weigert de gefloten condtCe geftand te willen doen, en mij de gekochte goederen overtedraagen, zeggende dat de koop van dezelve in dronkenfehap is gefchied, en dat haarman een verkwister is wat raakt mij dat? PRACTISIJN. Men dient de wettige of onwettige oorzaaken , van zulk fen geval, met alle mogelijke bedaardheid te onderzoeken, alvoorens een actie in rechten aanteleggen , om reden dat de wetcigneid en gangbaarheid, der bedingen van koop en hum , doorgaands aan veel voor-en tegen-fpraak inde rechtbank onderworpen zijn; weshalveu ik van begrip ben, dat het geraadlijk zal zijn, u een klaar denkbeeld in beide opfcichten van dezelve tc geeven, ten einde u oo volzekere gronden te doen begrijpen, of gij recht dan onrecht in uwe zaak hebt.  ( 14* ) B U R C E n. Daar wil ik janflramme een gantfchen dag aam fpandeeren, want dat komt in de burgerlijke handelingen meest te pas; ondertusfchen beloof ik u, als een karei van zijn woord , dat ik u voor dien dienst betaalen zal , na maate ik begrijp dat gij daarvoor beloond moet worden. PRACTISIJN. Hoor, ©ustavds ! de Aflrologisten zijn gewoon hunne wiskunst in allerhande voorzeggingen op het zevental» dat is op zeven planeeten te bouwen —— wij zullen nu beginnen, om het ftuk van koop, eer wij van huur fpreeken op dien zelfden grond van zevental te onderzoeken, en dienvolgends ten deezen betrekking aanmerken , dat het zamenftel van koop en verkoop, van alle vaste goederen,hoofdzaaklijk hier in beftaat. Als: I, Wanneer een koop na rechten voor voltrok' ken, en voor gefloten gehouden wordt. II. Welke perfoonen bevoegd en onbevoegd zijn, om te koopen, ofte verhopen. HL Wat goederen gepermitteerd, en welken ver» boden zijn te koopen, en te verhopen. iV. Wat koopsgevolg is, dat is wat men door de algemeen' en bijzondere effecten van een koop verftaan moet.  C 144 ) V. Over de conditiën en afzonderlijke bedingen van een koop, en hoedanig dezehen behooren te worden ingefteld. VI. Waartoe de kooper en de verkooper van weêrskanten, volgends dè Wetten, géhoudeii zijn. Vil. Uit welke bekende en wettige oorzaaken een koop, na de befchreeven rechten, en plaatslijke Wetten of conftumeü , vernietigd kan en mag worden. I.) Aanbelangende het eerfte articul houdende de vraag, wanneer een koop na rechten voor voltrokken, en voer gefloten gehouden wordt ?is 't na rechten paal vast, en buiten alle bedenking, dat een koop die zo wel mondüng , als fGhriftlijk,, en onder anderen ook bij mihfive gefchieden kan , voor gearrefteerd, gefloten en voltrokken wordt gehouden , zo dra de prijs derzelve tusfchen den kooper, en verkooper is vastgci'uld of bepaald, alfchoon de daadlijke levering noch betaaling der verkochte goederen daarop niet gevolgd ware; ondertusfchen hebben ten deezen op. zichte fcmmige uitzonderingen plaats, dié in zaaken vanllechtspleejiing overeen betwist wordende koop, grootenueels in aanmerking komen, gelijk bijvoorbeeld , indien de koop maar alleen conditioneel ware geflooten , dat is te zeggen .. als de/elve gefchitd ■ware onder de uitdrukkelijke voorwaarde , dat de verkochte goederen eerst zouden moüten worden ge  ( 145 ) gezien, gewaardeerd , of confumtie'-waaren zijnde, alvoorens zoude moeten geproefd weezen, in hoedanig geval diergelijke conditioneels koop, niet eerder voor voltrokken wordt gerekend, dan wanneer geheel aan de conditie voldaan is. B U K. C E fi. Dat is bij den feldrement geen gek die dat uitgevonden heeft, want op die manier kan men best het onderfcheid weeten , of een koop voltrokken dan niet voltrokken is; en dus bijtijds alle voorzichtigheid in het werk ftellen, om zijne pooten niet doot lompheid of onkunde te branden. fcaAcTisijN, ïï.) Wat het tweede onderzoek betreft, naamlijk welke perfoonen bevoegd en onbevoegd zijn, om te koopen nf te verkoopen; hieromtrent vallen verfchillende bedenkingen voor,die van veel aanbelang zijn,en vrij wat werk in cas van proces aan de practifijns verfchaffen; doch ik zal het voornaamfte van dien gaan aan. Hippen, dat voor een burger volftaan kan —— dus is het noodzaaklijk, dat ik u eene volledige verklaaring geeve , dat alle perfooDen zonder de roinfie uitzondering bevoegd zijn, om een contract van koop aantegaan, en gevolglijk zo wel om te koopen als te verkoopen, behalven alleen dezulke,welke door de wetten verbooden zijn , eenige burgerlijke handelingen in rechten,of daar buiten te mogen aangaan, K  C 140- ) en dat op grond van den aangenomen en bekenden ftelregel, houdende dat een eigenaar magt heeft , 001 zijn goed te mogen vervreemden , wanneer hem zulks door de wetten niet verboden is — onder de perfoonen welken volgends het voorfchrift van de wetten verboden is, een contract van koop te maaken, en midsdien onbevoegd zijn om te koopen en te verkoopen , worden bij het meerdergetal der Rechtsgeleerden, onder andere begreepen alle dolle, krankzinnige, innocente, ftom- en doof-geboren menfchen, minderjaarige, hof- en ftads-kinderen, en onder curateele ftaande perfoonen, buiten confent en goedkeurig van derzelver ouders, voog. den, curators, of andere opzichthebbende perfoonen; mitsgaders geen getrouwde vrouwen, zonder van haare mannen geadfifleerd , en door dezelve voor zo veel de fteden en plaatfen van Holland, Zeeland, en Westvriesland aangaat, daartoe uitdrukkelijk gevolmagtigd te zijn , uitgezonderd in zaaken raakende haare particuliere koopmanfchap, en winkelneering die zij op haar eigen naam, en voor derzelver afzonderlijke rekening voeren , als waartoe zij geen volmagt, toeftemming, of goedkeu-ing van haare mannen behoeven; en ten laatften geen dronke lieden, of de zulke die door overmatige dronkenfchap onbekwaam zijn, zig zelve in zaaken vara koop te verbinden.  C i47 ) BURGER* Ik befpeur klaarlijk Advocaat , dat hier het hinkende paard weder achter na komt , en terwijl ik mij in het ftuk van koop van vaste goederen, het zij huizen of landerijen , aan de voorgewende dronkenfchap van een verkooper niet wil onderwerpen , al zou de onderfte fteen boven ftaan , zo verzoek ik vriendlijk, dat gij van het verhaal van dit tweede malle artijkel maar fchielijk afftapt. PR ACTIS1JN. III.) Wel aan, om u genoegen te geeven zal ik dat doen, alhoewel er nog verfcheiden zaaken over tezeggen vielen, en derhalven regelrecht het derde hoofdpunt gaan onderzoeken , wat goederen gepermiteerd , en welke verboden zijn te koopen en te verkoopen : indiervoegen mag iemand zonder de minfte bepaaling alles koopen, en verkoojten, het geen onder de benaming van vrij en eigen goed, eenigzina begrepen kan worden, gelijk bij voorbeeld roerende en onroerende goederen, leengoed en erfpacht , gelijk ook alle foorten van toekomende ervenisien . mitsgaders al het geen voorkomt, onder de hoedanigheid van ligchamelijke of onligchamelijke zaa. ken, en gevolglijk niet alleen in het bijzonder hui. zen , landen, tuinen, fchumen, ftallen, fchepen, molens, en allerleie foorten van viervoetige beesften, als paarden, osfen, koejen, en wat dies meer K 2  zij, maar ook obligatiën, lijfrente, fchepen kennisfen, kustingbrieven, aéfien in de Om/- cnWest-indifche Maatfchappij deezer Landen, en eindelijk boekfchulden, voor de deugdlijkheid , en niet voor de voldoening, van welke den verkooper in cas van overdragt verantwoordelijk blijft, ten zij bij contract van koop anders ware bedongen: ook is het niet verboden om procesfen of rechtsgedingen te mogen koopen en verkoopen , zo lang dezelve nog onbeüist hangen, en bij vonnis van den Rechter nog niet zijn afgedaan; dit heeft ook plaats, ten opzichte van allerleie pretenfiën van geldzaaken welke voetftoots, dat is zo goed en kwaad als die zijn, verkocht mogen worden, zonder voor de fchadelijke gevolgen, of wanbetaaling daarvan inteiiaan. I D S O I t> Mag men procesfen koopen en verkoopen , dat heb ik waarlijk niet geweeten — met permisfie Advocaat! ik zal eens fchielijk na de beurs loopen,ona te zien of ik een half douzijn van die procesfen, die nog aan den fpijker hangen, voor een maatigprijs» jen aldaar krijgen kan. practisijn. IV.) Zo fchielijk niet vriend gustavus! men koopt de procesfen op de beurs niet : maar dat daar gelaaten , wij hebben thans zaaken van meer gewigt te verhandelen, dan onze tijd met dis mal-  ( 149 ) ïïgheid te verfpillen om nu vervolgends over- tegaan, tot het onderzoek van het vierde hoofdpunt, waarvan wij fpreeken moeten, en dat eigenlijk ten grondflag heeft, wat koopsgevolg is , dat is wat men door de algemeene, en bijzondere affecten van een koop verfiaat: men heeft federt langen tijd onder de Praftifijns genoegzaam als éénftemmig begreepen gehad, dat koopsgevolg, waar door men de algemeene , en bijzondere uitwerkingen van een koop behoort te verftaan , met recht voor de ziel, of liever befhanbaarbeid van dergelijke burgerlijke handelingen te houden zijn ; ondertusfchen heeft koopsgevolg tweederleie verdeeling , welke van verfchillende natuur zijn, naamlijk, i.) met betrekking tot de perfoonen van den kooper en den verkooper, a._) tot de zaaken die gekocht en verkocht worden; waarop in beide gevallen eene zorgvuldige opmerking dient geflagen te worden, om dc menigvuldige procesfen , die ter oorzaake van dien ontftaan , met geen vruchtloos gevolg in rechten aanteleggen, of te verweeren; terwijl zij door raiddel van zodanige voorzorgen afgefneeden kunnen worden : onder de eerfte verdeeling behoort de vraag, wie van beiden, te weeten, de verkooper of kooper de fchaden en baaten op de verkochte goederen , na de koopsvoltrekking gevallen zijnde, moet draagen ? onaangezien deeze bedenkelijke vraag wordt het in de Rechtspleeging doorgaands voor een ftilzwijgende conditie gehouden , dat in zaaken van een gefloten koop alle fchade, gevaaren, en K 3  C 150 ) nadeelen aan verkochte of gekochte goederen, na het fluiten van de koop ontftaande, het zij dezelve bij ongeluk, door brand, watervloed, of andere onvoorziene rampen , boedanig die ook zouden mogen zijn veroorzaakt , alleen komen tot laste van den kooper, offchoon de levering en overdragt van dien nog niet gefchied ware, en bij gevolg omgekeerd, moet verftaan worden , dat al mede ten zijnen behoeve en profijte vallen, alle de vruchten, baaten, en voordeelen, hem ter zaake van zodanige aangekochte goederen aangekomen; de baarblijielijke reden hiervan is, dat de koop gefloten en voltrokken zijnde, de kooper rechtheeft om zodra hij maar wil, den eigendom van de gekochte zaak te verkrijgen , zo dat het daaruit ais van zelf fpreekt, dat hij federt het oogenblik van de koopsvoltrekking , voor wettige eigenaar daarvan gehouden wordt. BORGER. Hoe! als ik een huis kocht dat afbrandde , eer het mij overgedragen was, zoude ik als kooper de fchade daarvan , die buiten mijn fchuld gefchied is, moeten lijden? PRACTISIJN. Dat is zo klaar als de zon, niet alleen wegens de oorzaaken, welken ik zo aanflonds kom aantehaalen, en die als op de wetten (leunende, wel dege-  C 151 ) lijk gegrond zijn, maar verlangt gij daarvan, door een nader bewijs volkomen overtuigd te worden, zo let met aandacht op het geen hugo grotius, in zijne Inleiding tot de Hollandfche Rechtsgeleerdheid, het 3 hoek, 14 Deel, Nam. 81. ten dien opzichte aanmerkt, zeggende aldaar tot (laving van dit bovendrijvend gevoelen — 1 „ De koop van „ eenige zaaken voltrokken zijnde, hoewel de koo„ per noch geen eigenaar, en noch geen levering „ gefchied zij, zo ftaat de zaak tot baat, enfeha„ de van den koper, over zulks zullen den koper van dien tijd af volgen, alle vruchten ook aanwas „ van hec Land; wederom indien het verkogte goed „ vergaat, of verargert, zulks komt tot des koo„ pers fchade , wèl verfhanrie dat de verkooper „ tot de levering toe fchuldig is , voor de bewaring te zorgen, zulks als een bruikiener zoude doen, „ of is anders gehouden tot vergoedn;ge, ten ware de koper na dien beftemden tijd, of na redelijken tijd,en vermanige,in gebreke ware geweest, ,, van het goed te ontvangen." b u r g e r. Die huig r>E groot, rnoet tog een verflandige vent geweest zijn , want hij zegt alleen in zeven woorden meer , dan tien opgeblazen gekken in honderd woorden,met malkanderen, in een gefchrift te kennen kunnen geeven. K4  PRACTISIJN. Wat de tweede verdeeling rakende koopsgevolg be. langt, voor zo veel de gekochte, en verkochte goederen aangaan , is wederom onderfcheiden, in tweedtrleie afzonderlijke en verfchillende gebruiklijkheden, waarvan de eene zig bepaalt, hoedanig het recht van een vrije en volle levering, ofopdragt van vaste en onroerende goederen die verkocht zijn, na de gronden van het befchreeven Recht , en de plaatslijke coftume bij ons in gebruik zijn; en waarvan de andere begrijpt de noodzaakelijkheid, om zonder vergisfingen uitteleggen, ofte verklaaren wat kracht en gevolg de woorden van aard. nagel- en wortel-vast in een koopcontract hebben: tot de eerst, vermelde deezer beide aanmerkingen kan hoofdzaaklijk gebragt worden, dat de levering of de wettige overdragt van de verkochte goederen, en al het geen daartoe zonder de minfte uitzondering behoort, in zijn geheel en volkomen, dat is met alle rechten aankleeven van dien , als mede op den bedongen tijd moet gefchieden ; maar vervolgends ook, dat de verkooper de overgedragen en geleverde goederen moet vrijen , en waaren, met dat gevolg van aan den kooper den vollen en vrijen eigendom van dien te doen hebben en behouden, of bij gebreke van hetzelve, den kooper boven de bedongen kooppenningen vergoeding te moeten doen van de voordeelen, en winften die hij, ter zaake als gemeld is, kwam' te misfen, of ten minfte zodanig als bij arbiters- of  ( T53 ) goede mannen , in deeze ten wederzijde te benoe. men , na recht en billijkheid zoude worden uitgefproken: ondertusfchen wil vrijen, en waren na zijne rechte betekenis, in opzicht van goederen die verkocht worden , eigenlijk te kennen geeven, iemand verzekering te geeven, en fchadeloos te houden , wegens alle aanfpraaken , namaaningen, en pretenfiën welken een derde,in tijden en wijlen,op de verkochte en getransporteerde goederen , zoude willen of komen te maaken .nademaal voor de kracht van vrijwaringe in de Rechtspleeging, bijzonderlijk genomen wordt een boraftelling of goedfpreking , voor de levering, en het behoud van den eigendom van de verkochte zaak plaats hebbende, in een koop van vaste en onroerende goederen , het geen men gewoon is waarborg te noemen. BURGER. Alle die fraaje dingen Advocaat, zijn niet kwaad te weeten, fchoon de meefte daarvan al weder wat te hoogdravend om te verftaan voor mijn breiukoker zijn , en daarom zou ik u vriendelijk verzoeken, mij nu eens te willen zeggen, wat men door de woorden van aard-nagel- en wortel-rast, eigenlijk verftaan moet; want dat komt in een koop* conditie het meest te pas. K5  C 154 D PRACTISIJN. De volzakelijke verklaaring, welke de meermaalen aangehaalde grotius geeft, is de béste die men over dat onderwerp geeven kan. en die het bereik van uw verftand niet te boven zal fpringen; want hij fchrijft zulks heel kort en verftaanbaar, zeggende onder anderen in een zijner Rechtskundige werken „ Land zijnde verkogt , werden ook verftaan de vrugten verkogt te zijn, die op het Land fiaan, ende een huis verkogt zijnde, al het „ gunt aard of nagelvast is." Ondertusfchen valt daarover, voor zo veel de tweede verdeeling of 011derfcheiding betreft al verder optemerken , wat in een ftilzwijgende koop, waarin geene bepaalinge of uitzonderende conditiën, ten dien opzichte zijn gemaakt, onder aard- en nagel-vast begrepen, dan niet begrepen is ; in een eigenlijke zin , wordt algemeenlijk onder de eerfte foort verftaan begreepen te zijn , al wat in gebouwen of in tuinen geinetzeld, gcfpijkerd, en aardvast gemaakt is, en in het bijzonder vastgemetzelde ijferene ftaande en liggende plaaten, kasten en bedfteden, die in den muur gewerkt zijn, houtene heiningen en fteenen muuren, tot affcheidingen van erven dienende , met al het lat- en fpijker-werk daaraan gehecht, vervolgends fteenen bakovens, alle vruchtdragende, en andere boomen in de tuinen geworteld zijnde, mitsgaders alle aardgewasfen wortelen gefchooten, hebbende , en meer andere dingen des verkochten zaaks  ( 155 ) figen zijnde , gelijk oneigenlijk ook onder de bewoording van aard. en nagel-vast, voor zo veel de zaak eigen is, begrepen wordt, neutels, put- en regenbak-dekzels, losfe trappen,en ladders van zolders, en vlieringen daar men anders niet opklimmen kan , desgelijks ook vasgefpijkerde of gemetzelue banken, in de tuinen of op andere plaarfen ftaande: maar onder de hoedanigheid van aard- en nagelvast , worden noch eigenlijk noch oneigenlijk gerekend, ijferene ftaande plaaten, die los en niet in de fchoorfteenen gemeizeld zijn , en inzonderheid geen koperen of ijferen ovendekzels, ook geen uithangborden, en zonneblinden die buiten hec huis Hoepwaards vallen, als ook geen houtè onderlagen van bedfteden niet vastgefpijkerd weezende, en voornaamlijk niets van het geene, dat in de Landen of tuinen afgehouwen en uitgegraven is, alfchoon het ten tijde van den koop, op den verkochten grond was liggende; aldus wordt onder de Rechtsgeleerden, (alfchoon zulks door fommigen van hun betwist wordt) meest eenpaarig verftaan, dat een glazen voordeur, die iemand voor deeze tot gemak, of tot zijn bijzonder vermaak,aan een verkocht huis heefc laaten maaken, onder de hoedanigheid van fpijkerof nagel-vast niet kan of moet begreepen worden, invoege als voor eenige jaaren bij ukfpraak van arèi-, fers, ten voordeele van den verkooper, in diergelijk geval ook is beilist geworden.  C 156 ) BURGER. F Nu Advocaat, hebt gij mij ditmaal lekkere kost opgedischt gehad; doch waarin beftaan de drie volgende hoofdpunten , welken nog tot een contract van koop behooren ? P R A C T I S IJ N. V.) In de vijfde plaats dienen beknoptlijk ondersocht te worden, de conditiën en afzonderlijke bedingen van een koop, en hoedanig dezelve behooren te wor. den ingefield : waar omtrent voor eerst in aanmerking komt, dat een koop onder alle zodanige conditiën die eerlijk, met de wetten beftaanbaar, en dus volkomen gepermitteerd zijn, en gevolglijk niet te. gen de befchreevene wetten , en plaatslijke cofturuen ftrijden, mag gefchieden zonder de minfte onderfcheid, van wat natuur die conditiën ook mogen zijn ongeacht het zelve worden er ftil- zwijgende bedingen in de Kechtspleeging ten aanzien van koop voor gangbaar gehouden, en van gelijke kracht te zijn,ten minften dezelfde uitwerking hebben, als of zij bij een openbaar contract van koop, uitdrukkelijk bedongen ware geweest, gelijk onder meer anderen oorzaaken , bij aldien het koopcontract geene bepaaling van tijd , of termijnen van betaling der kooppenningen gefteld ware , ao wordt na rechten verftaan, om gereed en contant geld verkocht te zijn: hier bij komt nog als iet zon-  C J57 ) derlings in aanmerking, dat als in een contraA van koop vergeten ware te melden, voor hoe lang een verkocht huis , of perceel land verhuurd ware,zoude daarom voor zo veel de Provinciën van Holland, Utrecht, en eenige andere plaatfen, en fteden van Nederland betreft, de bedongene huurjaaren door den kooper moeten worden achtervolgd en nagekomen, op grond van de bekende zetregel : huur gaat voor koop> E U R C E R. £i, dat wist ik niet ! want ik heb mij altijd veri beeld dat koop voor huur moest gaan. PR A C T I S IJ Ni Zulk een proceszieke burger als gij, behoorde beter te weeten: dan om tegenwoordig tot het tweede lid van dit vijfde hoofdpunt overtegaan, zo heeft men wijders aangaande het opftellen , en befchrijven van een koopconditie, wanneer die door een' Notaris , of ander publicq perfoon wordt gepasfeerd, zorgvuldig en noodzaakelijk waarteneemen', dat onder meer andere zaaken van minder belang de navolgende daarin vervat worden : als i.) de naamen van den verkooper, en kooper, c.) de qualiteiten der comparanten , dat is te zeggen , of zij" voor hunne eigene rekening, dan als lasthebbende voor hunne principaalen koopen en verkoopen ; 3.) de naamen en hoedanigheid der verkochte goederen,  ( 158 ) 4.) als het vaste goederen waren , de plaats alwaar dezelve gelegen zijn, 5.) de bedongen» prijs waar. voor die zijn verkocht, 6.) de wijze hoedanig, en de tijd wanneer de betaling der vastgeflelde kooppenningen gefchieden zal, 7.) de bepaaling der tijd op welke de levering der verkochte goederen zal moeten gedaan worden, 8-) de noodzakelijke en uitdrukkelijke befchrijving, van alle gewoone en bui. tegewoone verpondingen, renten, hijpothecatien, erfpachten , lijdende, en dominerende fervituten of dienstbaarheden, waarmede de verkochte goederen belast, of bezwaard zijn, mitsgaders de vrijdommen , lasten en gerechtigheden daaraan verknocht weezende ,9) ingeval de koop in vaste goederen be« fta, een nette en juifte omfchrijving van de belending of aangrenzing derzeive, (bij voorbeeld) helende ten Ooften A,ten Westen B, ten Noorden C, en ten Zuiden D; 10.) de afzonderlijke belofte van den verkooper, om het verkochte goed te zullen vrijen, en waren; 11.) de thans gebruikelijke conditie, ten wiens perijkel of gevaar de fchade, en nadeelen van de verkochte zaak tusfchen de koops. voltrekking, en de levering, of het transport loopen zal; ia<) de uitdrukkelijke voorwaarden, en bedingen tusfchen kooper en verkooper, wie van hun de 4ofte en 8olle penningen aan het gemeene Land, fakende een koop van goederen, derzelve onderhevig zijnde, als mede de verdere onkosten op het transport vallende, zullen behooren te draagen, en 13.) da wederzijdfche overgifte zo van den verkoo-  C 159 ) per als van den kooper, tot het verzoeken der willige condemnatie , aan den Hove of Hosgen Raadt van Holland, om reden dat iemand die zig vrijwil, lig laat condemneeren, in het geval van een koop, gelijk in alle andere burgerlijke handelingen , niet gezegd kan worden bedrogen, of daarmede bezwaard te zijn. BURGER. Dat laatfte nommer 13, is jan ftrammen een fijne ftreek, om een half bedrogen kooper of verkooper in het net te lokken, zo dat hij op die manier zijn eigen vonnis gebreken hebbende, met een vrolijke tronie zijn verlies, tegen wil en dank,moet opkroppen, PRACTISIJN» VI.) Ja, maar tegen zulke doodlijke kwaaien van de burgermaatschappij , als daarvan onwederfpreekelijk komt te blijken, zijn wederom fcherper geneesmiddelen in de Rechtspleeging te vinden; dan zulks hier buiten den haak zijnde, om daarvan melding te maaken, zal het beter weezen, dat ik mij begeef tot onderzoeking van het zesde hoofdpunt, raakende een gefloten hop , het geen voornaamlijk influit, waartoe de kooper en de verkooper van weêrs» kanten volgends de wetten gehouden zijn: tot meer begrip van dit artieul dient, dat aan de zijde van den verkooper moet worden in aanmerking genomen', dat hij volftrekt verpügt, en genoodzaakt is te vol-  brengen,of afteleveren het geen hij verkocht heeft , en zulks gefchied om den goeden trouw in de koophandeling ftaande te houden, het welk zo be. ftiptlijk in de Rechtspleeging waargenomen , en achtervolgd wordt, dat iemand weigerachtig zijnde tot vervulling, en naarkoming van iet dat bij maniere van koop bedongen was, daartoe bij gijzeling kan worden gedwongen , zonder dat zulks een in gebreke blijvende verkooper kan volflaan , met de prefentatie om in plaatfe van dien , aan den kooper te betaalen de fchade door de wanleveriDg geleden : dat vervolgends ook een verkooper aau zijne zijde gehouden is , het contract: van koop eerst aan zijn' kant te voldoen , blijkt al tastelijk daaruit dat hij in rechten niet gehoord worden , en veel minder tot handvulling procedeeren mag ; want behalven dat het de ongerijmdheid zelve zoude zijn , dat iemand , en wel bijzonder een verkooper , uit krachte van het gefloten koopcontract voldoening kwaifie te vorderen, en zelf aan zijne zijde het eerst de gefloten koopconditie onvolbragt gelaten had, zo behoudt een kooper ingeval van onbereidwilligheid , en nagelaten volbrenging van het koopcontraét, aan de zijde van den verkooper gefchied , het recht om de kooppenningen te kunnen inhouden , tot zo lang bij den verko. per aan het koopcontract volkomen is voldaan; te meer als de verkochte zaak van erger conditie wordt bevonden, dan bij het fluiten van de koop geaccordeerd geworden is: aan «ie zijde van den kooper  per refideren mede eenige verpligtinsen in riet ftüfe van koop, waartoe hij onvermijdelijk gehouden isi onder de verbindende zaaken, welken ten zijnen opzichte een bijzondere oplettendheid verdienen , be-* Vinden zig bij uitzondering deeze, dat hij dfj detl tijd bij het koopcontract bepaald, of anders bij hei doen van het transport, dë betaling van de gekochte goederen vervullen moet , en bij gebreke Van. dien gehouden is, tot oplegging van dé interesfea der kooppenningen, mits trekkende de vruchten ert baten federt dien tijd;dat hij boven dien verpligt is, te vergoeden alle zodanige koster), bij den Verkooper , na den tijd van de koopsvoltrekkitig aan dé verkochte zaak , uit noodzakelijkheid gedaan , ert dat hij onaangezien de koop airede gefloten, ea voltrokken ware, zig nogfhans het bezit van hét gekochte goed, op eigen gczach niet aanmatigen rrjag,zon« der voorgaande betaaüng der bedongene kooppenningen, of zonder een wettig transport , of indet bewijs van eigendom daartoe bevoegd te Zijn. B t) R C* E 8. . Ik möet bekennen Advocaat, dat gij mij uit eert doolhof Van verwarring; hebt getrokken , doch üc ben nieuwsgierig, ora het zevende of laatfte hoofd* punt, van een koop te mogen weeten. t  ( i6a ) PRACTISIJN. VII.) De inhoud van dit laatfte articul behelst, uit welke bekende en wettige oorzaaken, een koop na de bcfchreeven rechten, en plaatslijke wetten of coftumen vernietigd kunnen en mogen worden : drieè'rleie oorzaaken kunnen volgends de gronden van onze rechtspleeging, een contract van koop ontbinden en doen vervallen; als I.) bij manïere van verdrag tusfchen den kooper en verkooper, waarbij zij elkander wederzijds van de koop ontdaan, en , bij een openbaar inftrument gepasfeerd voor Notaris en getuigen , ieder van hun wederzijds recht, ter zaake van de geflooten koop afftand doen, diergelijk ontflag van een voltrokken koop is in onze rechtspleeging aangenomen, en heeft veelvuldige maaien plaats,mits dat hetzelve niet gefchiede, ter verkortinge van het gemeene Land, voor zo veel de vaste goederen aangaan, het geen voornaamlijk gefchiedt, omdat behalven den 4often penning raakende de verkoopingen, nog eens den Soften penning, wegens de wederovërnemtng van dezelve goederen , aan den Lande betaald behoort te worden , hoewel in geval van onvermogenheid , aan de zijde van den kooper om de kooppenningen te kunnen beraalen, bij ordonnantie van den 9 Mei 1744. Art. 8. daarin is voorzien , zodanig dat indien het goed wel verkocht , maar nog niet getransporteerd is , en de verkooper door de ablblute onmagt van den kooper genoodzaakt wordt, het goed aan zig te behouden,  ( l6j ) ifl zulk een geval alleen ééns den Soften penning zal worden becaald , hoedanig voorgewend onvermogen van den kooper, echter door een volftaand be* wijs in rechten beweezen moet worden : a ) alle contradten van koop vervallen en vergaan uit haar zelve, zonder dergelijke wederzijdfche toegeftemde ontflaging, en herroeping van dien, als de koopshandeling in dronkenfchap , of in dronke gelagen gearrefteerd en gefloten is, mits betalende het geen tot wijnkoop verteerd of beloufd zij : 3.) door bedrog, of indier er een moedwillig opzet of oogmerk om te bedriegen, aan de zijde van den kooper of verkooper heeft plaats gehad , voor hoedanig bedrog in het ftuk van koop en verkoop, volgends de gronden en het voorfchrift van onze wetten, gehouden wordt als iemand in den prijs boven de helfte der oprechte waarde is bedroogen , doch waarvan bij het ontftaan van een proces aan den Rechter klaar blijken moet. BURGER. Wel mijn goede man! gij hebt u daar wèl afgefloofd in het vertellen van zo veele zaaken. die mij tot nog toe onbekend zijn geweest, daar blijft mij nog overig u te vraagen, wat er orer de zaak vas huur ia de ftadhuütaal te keuvelen valt?  < ï64 ) practi s1jk» Meer dan gij denkt vriend güstavds, want daar vallen verfcheidene opmerkenswaardige bijzonderheden, in het ftuk van huur waarteneemen, die hier op uitlooperi : als i.) huur van huizen , lan. den en andere vaste goederen, wordt voor gefloten gehouden, als men in den prijs geaccordeerd heeft; maar als er tusfchen den verhuurder en huurder, nog eenig disput of misverftand over de huurpenningen,hoe gering ook, overblijft, dan is de huur nietig en van onwaarde; 2.) niemand mag in den Lande van Holland, Zeeland, en Westvriesland, en desgelijks ook in fommige nabuurige provinciën, huizen of landen verhuuren, zonder fchrifth'jkehuurcedullen,gefteld op een behoorelijk zegel, gerekend na de waarde der zamengevoegde huurjaaren , volgends de ordonnantie daarvan zijnde; 3.) in fommige plaatfen van Holland, gelijk te Gouda , en elders , wordt den verhuurder boven den huurder in alles, raakende de Conditiën van huur, geloof gegeven , als het tegendeel niet fchriftlijk blijkt ; 4.) een vruchtgebruiker of leitochter van onroerende goederen, mag dezelve wel verhuuren tot zijn dood, maar niet verder, omd3t als dan de eigendom onder conditie ophoudt ; 5.) de tweede huurder die iet met confent van den verhuurder , in huur overgenomen heeft, blijft even als de eerfte huurder verbonden voor de huurpenningen en voor alles wat verder bedongen is ; 6 ) huur  C 1Ó5 ) moet yoor een zekeren bepaalden tijd vistgefield , cn bijzonder zodanige vastgedelde tijd, nevens het beloop der huurpenningen in een huurcedul uitgedrukt worden , om redenen van hetzegel, ten einde voorzichtigheidshalven, geen fchande te begaan; daar is voor deezen bij gewijsde van den Hove Provinciaal verdaan, dat onroerende goederen niet langer dan voor tien jaaren verhuurd kunnen worden, ten zij de huurcedul verleden ware voor den Gerechte van de plaats onder welks rechtsgebied de verhuurde goederen gelegen zijn; 8.) bij fententie vaD hetzelve hof is verdaan, dat een huur van 20 jaaren, en na voleindiging van dien , IQ , 20 a 50 jaaren optie van geene waar* de is, onaangezien de huurcedulle notariaal ware; 9.) een huurder mag zonder confent van den verhuurder een huis aan een ander overdoen , als er in de huurcedulle niets aangaande hetzelve bedongen is, uitgezonderd in zulke deden en plaatfen, alwaar dat bij plaatslijke codumen, en keuren expreslijk is verboden; 10.) de huurder heeft een onbetwistbaar recht tot het gebruik van de zaak, of tot een wezenlijke vergoeding, van bet geen hem daaraan gelegen ware; u.) een huurder kan bij den uitgang van de huur geen vergoeding eisfehen, van eenige timmering , nieuw aangelegde plantagiën , of andere diergelijke verbeteringen , die hij aan de gehuurde goederen heeft gedaan, ten zij zulks met confent , voor rekening, en op last van den verhuurder gefchied ware; 12.) na den uitgang an L3  C 166 ) de huur, blijft de gedaane verbetering ten profijte van den eigenaar of verhuurder, zonder de mmfte onkosten of vergoeding, en als zulKs op last, en met confent van hem gefchied is, moet hetzelve gewaardeerd worden; 13.) de verhuurder moet het verhuurde ten zijnen koste behoorelijk onderhouden, en repareeren op zulk een wijze, dat hetzelve bruikbaar of bewoonbaar is , en in gebreke blijvende de noodige reparatiën te doen , mag de huurder dat voor zijn ;rekening laaten doen,en de onkosten van de huurpenningen afkorten ; behal. ven in die fteden , alwaar volgends coflume en keuren , de huurder tot' de noodige reparatie voor rekening van den verhuurder niet bevoegd is, dan op uitdrukkelijke auóïorifatie van Burgemeefteren of Schepenen; 14,) een verhuurder vermag in een verhuurhuis, of ander gebouw, niets tegen wil en dank van den huurder doen of veranderen , dan alleen noodzakelijke reparatiën, ftrekkende tot con/ervatie , en behoud van de zaak , hetwelke de huurder zonder eenige tegenfpraak moet gedoogen dat gedaan worde ; 15.) onvoorziene ongelukken, •Is onder anderen oorlog , brand , watervloed, of doorbraak van dijken en dammen, zonderlinge onvruchtbaarheid , of iet dergelijks, het welk den huurder het daadiijk gebruik beneemt, ontheffen hem van de voldoening der volle huurpenningen , en wordt in zodanige gevallen de huur na rato des vervallen deels , en des tijds van het ongebruik , verligt of verminderd ter discretie van de rec.h-  c 167 ; ter} 16.) iemand die een dienstbode biimens tijds laat gaan, en uit zijn' dienst verftoot, zonder wettige redenen te geeven, is verpligt de volle huur te betaalen, hoewel in dat geval de bijzondere plaatslijke wetten,en coftumen,die grootlijks verfchillen, dienen te worden gevolgd; 17.) de erfgenaamen van iemand die een dienstbode gehuurd heeft, en on« dertusfchen komt te overlijden, zijn gehouden ia een vierendeel jaars van de bedongen huur , uitgezonderd wanneer zulk een dienstbode, zonder kennis van de erfgenaamen, zig aanflonds weder bij een ander verhuurd hadde; 18.) een dienstbode of arbeidsman aangenomen hebbende , eenig dienst of werk te doen, mag hetzelve zonder wettige oorzaaken niet verlaaten, of verliest de bedongeii voor. deelen van huur en loon , en wordt het oordeel over de wettigheid of onwettigheid van de oorzaaken, overgelaten aan de discretie van den Rechter; deeze de oorzaak onwettig bevindende , mag iemand zodanig een dienstbode, of arbeidsman niet in zijn' dienst gebruiken , op poene van vergoeding der fchade die de eerfte huurder daardoor ondergaan heeft; 49.) het recht van huur en verhuuring van alle zaaken zonder onderfcheid, vervallen op de erfgenaamen, except als de goederen niet met den titul van eigendom, maar in pagt door den verhuurder bezeten zijn geweest; ao.) te Amjieldam huizen bij executie verkocht wordende, duurt de huur niet langer dan tot primo Mai daaraan volgende , behoudens den huurder zijn recht van fchadeloos- L4  C 168 ) den verhuurder; een huurder een huis met ordentelijk bewoont, en tot fchadelij. ?e e" onbehoorelijbe dingen gebruikt, vervalt de Wmet de expiratie van de driemaanden, waarin de huurder getreeden is; huur voor eenige involgende jaaren gecontracteerd, onder condHe dat de huurpenningen op zekere vastgeftelde termiï. «en, zonder eenig uitftel, zullen moeten worden be. taald , en de huurder in gebreke blijvende om zulks te pratfeeren , is de huur met alle de gevolgen en aankleeve van dien , terftond geèróngueerd ea vernietigd. burger, Als er zo veel afgrijfelijke omftandigheden in den buurwinkel plaats hebben,dan zal ik wel zorg draagen , van in al mijn leevensdagen , geen huis of tuin meer te huuren en te verhuuren; onderwijl met al die langgeduurd hebbende predikafie over koop en #*ttw, ben ik nog even wijs gebleeven, hoe ik het Wet miJU gekochte huis, ftal en tuin , waarvan mij de overdragt betwist wordt, moet aanleggen. ' M c t 1 j ij m> H?b ik u niet klaar en duidelijk te kennen gege. ven dat een koop jö dronkenfchap gefchied, na rechten niet kan beftaan ? en daarom, vriend gust a v y s l is het geraadelijk, dat gij hoe eer hoe bever aangaande deeze zaak, een vriendlijke fchifcfcng met de hmsvrouw van den verkooper maakt;  ( 169 ) want haar man is geduurende zijne opfluiting in hec verbeterhuis geen perfoon,noch om in burgerlijke, noch om in rechtszaaken te mogen handelen, doch als u zulks mislukt, zie dan liever kost- en fchade-loos van die onwettige koop af, dan een onzeker proces daarover te waagen. BURGER, Dat is, mag men wè! zeggen, recht eerlijkgehan. deld , van een' Advocaat, die zijn brood met pro. cesfen moet winnen , en daarom fchenk ik u uit dankbaarheid deeze twee zilveren kandelaars, die ik in mijne rokzakken gedoken heb.  TWAALFDE GESPREK Over het geeven van getuigenis der waarheid, wie ge* tuigen mogen zijn, en welke perfoonen niet. practisijn. w ie klopt daar zo fterk aan mijn ftudeerkamer? burger. Doe open ! —— doe fchielijk open Advocaat! ik ben 'c. PRACTl sijn. Hoe ziet gij er zo ontfteld uit, vriend gustavus? hebt gij bij ongeluk een' manflag begaan, of is u eene andere foort van treurige ontmoeting gebeurd ? burger. Neen, aan die misdaad heb ik mij nimmer fchuldig gemaakt,en hoop er mij geduurende mijne overi-  C m > ge levensdagen niet fchuldig aan te maaken; maar ik heb mij gisteren avond , in gezelfchap van goede vrienden , in een zekere herberg bevonden , alwaar een ongelukkige doodflag voorgevallen is: nu zijn de perfoonen, welke dat droevige geval bijgewoond hebben, altemaal door den Officier gedagvaard, om getuigenis der waarheid te geeven ben ik daar¬ toe verpligt? Ut 4 C T ! S IJ K. Wel degelijk zijt gij daartoe, volgends de wetten deezer Landen, verpligt, niet alleen in crimineele, maar zeifs in burgerlijke rechtszaaken, het geen , naar fcherpheid van rechten, en ter bevorderinge van de juflitie , zo ver gaat, dat indien gij op de derde dagvaarding niet compareert, of weigertg*« tuigtnis der waarheid te geeven, men u in beide gevallen , door het middel van gijzeling , ten uwen koste, daartoe kan dwingen. BURGER. Het is, jan ftramme wat te zeggen, dat ik tegen wil en dank gedwongen kan worden mijn evenmensch te mfeeten bezwaaren ! want ik wil geen valfchen eed doen als ik wist Advocaat dat het helpen zoude, om den daader van den voorgevallen ongelukkiger manflag te kunnen bevrijdea, fcheurde ik alweder dia flechte wet uit je prakkefijns register.  C 172 ) burger. Zotheid gustavus .' want zulke kuuren iouden u weinig baaten; maar kooi aan, laat ik u eens gaan uitleggen, in hoedanige gevallen iemand gehouden, of ongehouden is, om getuigenis der waarheid, het zij op verzoek van een der partijen, het zij op be. vel van-den Rechter, in een rechtshangende zaak te moeten geeven; gelijk ook inzonderheid wie getuigen mop;en zijn , en welke perfoonen daarvan uitgefloten blijven , of ten minffen naar de gronden van onze rechtspleeging, als zodanig kunnen gewraakt worden. p r a c t 1 s ij n. Kostelijic Heer en Meefter! ik wil óm zul¬ ke noodzaakelijke dingen te weeten, graag de helft van de fpaarpot, die ik bij mij draag, daaraan ver- fnoepen zie hier twintig nieuwe gerande du- cnaten , die ik eerst gisteren morgen bij een' jood heb laaten opwisfeleu. practisijn. Gij zijt al te genereus vriend! maar wat zal men doen! om u geen ongenoegen te geeven, en mijnehuishoudiog niet te benaadeelen,ben ik,tegen de onbaatzuchtigheid die doorgaands in een Advocasten conciemie plaats heeft, nolens rokns ge.  ( 173 O noegzaam als gedwongen, deeze blinkende ducaaten na mij te moeten fhijken. B Tj R G E J*. Jou latijnfche vrienden noltns, en volens, zijn naar ik het begrijp, nog al beleefde beurzelnijders, jen willen,gelijk de jonge vrouwen ,akskaks voor de leus met geweld genoodzaakt worden , om vereeringen of gefchenken, die men haar aanbiedt, te ontvangen ■ doch tot de zaak. PRACTISIJN. Na dat ik u bereids verhaald heb, dat allerhande perfoonen zonder onderfcheid van ftaat, religie, of fexe , op last van den Rechter, tot het geeven van getuigenis der waarheid, niet alleen genoodzaakt, maar wat meer is bij onwilligheid , om de waarheid geftand te doen , door gijzeling op hunne eigene kosten daartoe gedwongen kunnen worden , uitgezonderd zinnelooze menfchen , of kinderen welken nog beneden den ouderdom zijn van in rechtszaaken , uit krachte van het verbod der wetten, te mogen getuigen; zal ik vervolgends mij gaan verledigen, ten grondflage van deeze ftoffe te leggen, dat de verklaaringen van getuigen, als zij naar waarheid gedaan worden, en met eede gelterkt zijn, behalven in de rechtspleeging, en in verre de meefte, zo crimineele als civile procesfen, om een zaak te bewijzen, ook in zaaken buiten de judicieele pra&ijcq , ter bekrachtiginge van publicque inftrunienten en gefchiiiten noodig zijn,  ( 174 3 inzonderheid in testamenten, procuratiën, contraè. ten , en meer andere foorten van openbaare aöen , die gerechtlijk, ofnotariaiijk gepasfeerd werden. burger. Ik kan zeer wel begrijpen Advocaat, dat deStadhuis-heeren zig fonmijlen in de rechtbank wel eens bij gebrek van bewijs in verlegenheid bevinden , hoe zij eene twijfelachtige twistzaak rechtvaardig zullen uitwijzen , en dat er bijgevolg zulke perfoonen noodzaakehjk zijn, om getuigenis der waaiheid, ten diende van de juftitie te moeten geeven ; ja ik geloof dat de meefte Hoofdfchou» ten, Drosten, en Baljuwen in de ftede, en op het platte Land, vcelmaals in crimineele zaaken werk vinden om getuigen te krijgen, die iemand in doodflagen , of andere ongelukkige gevallen , die zij in perfoon bijgewoond hebben, willen bezwaaren,en om de waarheid voor de vuist te zeggen , heb ik ook een groote hekel daaraan. practisijn. Ik moet bekennen gustavus, dat gij na uwe natuurlijke geestvermogens, zonder kundigheid van de Rechtsgeleerde weetenfchappen te bezitten , deeze beide aangehaalde zaaken , als een verfcan* dig man ditmaal beoordeeld hebt,en ik voeg er tot meerder ftaving nog bij , dat de laatst geopperde zwaarigheid, met betrekking tot de crimineele ju-  ( *75 ) ftitie, of liever het departement van de Hoofd-Of. ficieren , in de meefte ftede en plaatfen hier te Lande maar al te waar is: ondertusfchen zullen wij nu onderzoeken, wat er al verder met opzicht tot het onderwerp, raakende het geeven van getuigenis der waarheid te verhandelen valt, gelijk ook hoedanige bijzonderheden , aangaande de perfoon van een getuige, in aanmerking komen ■ in de eerfte plaats, dat alfchoon niemand na de algemeene, en bij ons aangenomene befchrevene en plaatslijke wetten kan gedwongen worden getuige te zijn, tegen zijn' fchoonvader , fchoonzoon , ftiefvader, ftiefzoon, en veel minder tegen andere nadere vrienden , elkander in de graaden van bloedverwantfchap , en aanhuwelijking beftaande, zo geldt zulks echter niet, als partijen elkander even na in den bloede, of bij aanhuwelijking beftaan ; intusfchen kan tot beter verftand van zaaken daarvan gezegd worden , zo als bij voornaame Rechtsgeleerde fchrijveren be« langende dit ftuk ook aangetekend is geworden, dat om de naauwe verbintenisfen, en fterke betrekkingen die er tusfchen perfoonen , eikanderen in opgaande en neergaande linie beftaande, derzelver getuigenis in rechten verdacht gehouden wordt: insgelijks worden van het geeven van getuigenis der waarheid verfchoond, broeders, zusters, en andere maagen, elkander zo in bloede als in zwagerfchap beftaande, doch zulks verhindert daarom niet, dat een vrouw kan getuigen tegen haar' eigen' man, en zulks omgekeerd een man tegen zijn eigene vrouvr,  ( i?6 } dewijl hetzelve door geen wet wordt verboden, en niet vrijwillig zulks willende doen, kunnen zij daartoe worden gedwongen,te weeten in eivile zaaken, en zo wanneer anders van de waarheid niet kan blijken dat bovendien domefticquen , of huisbe. dienden, anders loontrekkende dienaars genaamd, geene. onwraakbaare getuigen zij-i , tegen hunnen Heer, of Mee (Ier, tenzij in zodanige gevallen, dewelke niet anders dan door huisbedienden kunnen beweezen worden. B O R O E R. Men moet een kop van ijzer en fhal hebben, orn al die mafematten te omhouwen; doch ik ben benieuwd , om al het verdere kunst- en vlieg-werk aantehooren, dat tot het geeven van getuigenis det waarheid in de rechtbank behoort. PRACTISIJN. Tot nader verklaaring vaD zaaken, dienen de na. volgende belangrijke hoofdpunten, nog in aanmerking te komen; als, i.) dat niemand een getuige in zijn eigen zaak mag zijn; 2.) dat een getuige, geen redenen van weetenfchap kunnende geeven , zijne getuigenis uit dien hoofde , nu! en van onwaarde is, als zijnde de redenen van weetenfchap zulk een voornaam en noodzaakelijkdeel van eene getuigenis , dat er de gantfche waarde of wettigheid van eene ge.  i -77 ) gerechtüike verklaaring van afhanft, orhdat pp de verklaring van een getuigen ,d\e geen redenen van weetenfchap behelst ,bij den H echter in het minst niet wordt gelet; 3.; dar finguliere getuigen geen geloof in rechten verdienen, ten zij hunne getuigenis overgelegd worde tot bewijs van iemands onfchuld ; 4.) dat (iugüliere getuigen, niet mogen zamen gevoegd worden , inzonderheid niet in crimineele zaaken; 5.) dat in crimineele ordinaris procesfen twee getuigen, die een misdaad tegenfpreeken, of ontkennen, naar rechten meer moeten worden geloofd, dan honderd anderen , welken de misdaad (taande houden . en door den Officier ten laste van een crimineelen ge. vnngene ingewonnen zijn; 6. Jdat een Rechter welke getuige in een zaak is, over die zelve zaak niet mag vonnisfen, of rechtfpreeken, maar ten aanzien van zijne eenzijdigheid afgedankt , of ten minften buiten werkzaamheid in de rechtbank gehouden moet worden: j.) dat een medepligtige van een crimi» neele mi&daad, geen getuige tegen zijnen medepligtigen,in bet zelfde geval, kan zijn ; 8.) dat in een cri« mineele zaak ten allerminften twee getuigen, (taande ter goeder naam en faam, en die inzonderheid verklaaren alle de omftandigheden van de misdaad, behooren te worden overgelegd; 9.) dat na de be. fchrevene rechten, een vrouw getuige kan zijn, in zaakeu van rechtspleeging, en die in de rechtbank dienen, maar geenzins als getuige over een testa. ment mag (taan ; 10.) dat getuigen die overgelegd M  ( 178 ) worden, tot bewijs van trouw, of van trouwbeloften, buiten alle verdenking moeten weezen ; n.) dat finguliere getuigen, alfchoon verfcheiden in getal, niets bewijzen, zelfs niet in zaaken ren voor» deele van den armen; 12.) dat getuigen al te zamen onderhevig zijnde aan een en dezelfde reden van verdenking, of oorzaak van onwettigheid, het gebrek van den eenen niet herfteld, of weggenomen kan worden, door de wettigheid van den anderen; 13.) dat iemand eens zig van een getuige, ten voor» deele van zijne zaak bediend hebbende, dezelve naderhand niet kan herroepen ; maar dat zodanige getuigenis in dat geval, ter bezwaarenis verftrekt tegen dien geenen, die de herroepene verklaaring van zulk een getuige, in rechten heeft overgelegd; 14.) dat een getuige, verdacht van omkooping , of gepleegde falfiteit , in zijne afgegevene verklaaring , geen geloof verdient; 15.) dat in cas crimineel altijd meer geloof moet gegeven worden, aan de ge. tuigen van den befchuldigden, dan aan de getuigen van den aanklager, offchoon die van beter geloofwaardigheid, en meerder in getal waren; 16.) dat getuigen door partijen over eD weder, ftaancle den procesfe, eu op uitdrukkelijk verzoek, ontboden geworden zijnde , om getuigenis der waarheid te geeven, ter zaake van dien behooren te worden be» loond, zo in opzicht van hunne verzuimde daggel. den, als met belang tot hunne gemaakte reis- en verteer-kosten , alles na de ftaat en omllandigheid van de perfoonen en getuigen , en de gelegenheid  C 179 ) der zaake , ter befchei lenheid en naar goedvinden van den Ree'.ter , voor wien de getuigen gehooid cn üeëedigd zijn. BURGER. ,■ Mogen de pukkefijns ten voordeele of nadeele van hunne, oieefKis , in, p"-oce*len die zij bediend hebben gehau, ook getuigenis der waarheid geeven? PR A C T I S IJ N. Meermaaleri is er bedenkelijkheid onder de Rechtsgeleerden gevallen, of een Advocaat of Procureur ooit getuigen kan zijn, in een zaak van een' Meefter, dien nij voor deezen heeft gediend; doch is algemeen Verftaan van neen, ten zij de verklaarde of getuigde zaaken, voorgevallen waren vóór den tijd, dac hij hem als Advocaat jf Procuieur bediend hadde, in hoedanig geval een Advocaat en Procureur niet voor, maar wel teg^n zijn' meefter kan getuigen , omdat hij niet wordt verdacht gehouden , eenige bijzondere genegenheid te heboen, voor een zaak die hij nooit behandeld of bediend heeft. BURGER. Wat ben ik verheugd, dat ik u zo fijntjes in dit opzicht de tong gefchrapt heb, want ik bemerk iiu klaar, dat ik voortaan oppasfen muet , om u mijne geheimen te ontdekken,die in mijn nadeel zijn, om reden dat gij, zo ik hoor, do >r den Hechter ge« dwongen kunt worden, mij te moeten beklappen. M a  C 1*0 3 PRACTISIJN. Dit heeft alleen plaats, in zulke gevallen welke vóór den tijd, dat wij een' meefter in een proces bedienen , gebeurd zijn; doch gij fchijnt al wederom behaagen in uwen gewoonen fpotlust te fcheppen, trouwens wat zwaarigheid! men mag voor twintig gerande ducaaten al veel fpotternijen zeggen. BURGER. Ik ben ten hoogden voldaan, en hoop nu in het tegenwoordig geval gebruik van uwe lesfen te maaken.  DERTIENDE GESPREK Over hof- en ftads-kinderen , of onder curateele flaan* de perfoonen. burger» ^v\^at een klucht Advocaat! *>< - ik moet mij half te barflen lagchen , als ik overdenk wat mij gebeurd is: men heeft mij vroeg in den morgenftond , toen ik nog op mijn bed lag te fnurken als een varken, komen waarfchouwen dat mijn tweede wijf, rnet wie ik korteling getrouwd ben, mij ftadskind zoekt te maaken, omdat ik te veel geld verpleit. T- r a c t 1 s ij n. 2ulke dingen zijn waarlijk niet om te lagchen vriend gustavus ! en ook niet onmogelijk, om onder zodanig voorwendzelbewerkftelligd te kunnen worden; waarom ik u zorgvuldig moet aanraaden, van in dit geval op uwe hoede, en in de voorbaat te w.eezen ; want als gij éénmaal onder cura(eel% M 3  ( 183 ) ftaat, dat doorgaands voor twee jaaren verleend wordt, en fomtijis nog langer tijd duurd, hebt gij in alle fonnen van burge-lijke handelingen , niet meer magts dan een kind van twaalf jaaren, behalven dat het curateelfchap, u het gebruik van u eigen geld beneemt, en geduurende hetzelve de vrijheid onizegt, om bij uiterite wille zonder verkreegen confent van de Hooge Overheid , of wel van den Rechter uwer woonplaacfe, over uwe goederen te mogen disponeeren, en befchikking maaken. BURGER. Wel ik floeg liever mijn huisplaag bont en blauw, eer ik befluiten zou mij op zulk eene laage wijze te laaLen rinkelooren: maar mijn lieve Advocaat! doe mij voor deeze drie halve rijders het plaifier, van mij eens uitteleggen, wat ik na joului ftad huistaal door een kof- of ftads-kind verftaan moet, en waarin voornaamijk de plaag van dat vermaarde of onredelijke kratukeelfchap beftaat. PRACTISIJN. Strijk de drie halve rijders weder na us 'want ik Wil ditmaal geen geld vanu hebben, om geen oorzaak tot uw ongeval te geeven: ondertusfehen zal ik met de uiterfte' volvaardigheid^ aan het gedaan verzoek voldoen, ten einde u in ftaat te ftellen , van met «ene bedaarde overweeging, over de oorzaaken, ea  ( i83 ) gelijktijdig over den beklaagelijken toelTand van het curateelfckap te kunnen oordeelen —— begrijp dan vooreerst , dat daardoor verftaan wordt, als een meerderjaarig perfoon, uit krachte van een verzochte , en verleende authorifatie , of vergunning van den Hove van Holland, van de Magifiraaten in de Heden , of van de Gerechten ten platten Lande, onder het opzicht van een' curateur gefield, en dus de vrije behering, en bewind over zijne goederen benomen is, waarbij nog verder aantemerken is,dat de curateele plaats heeft ten opzichte van tweederleie verfchillende foorten van perfoonen, in de rechtspleeging bekend met de naamen van natuurlijke, en burgerlijke verkwisters, hoedanige onder curateele gefielde perfoonen , van beide foorten uit hoofde van dien, betijteld worden,met debenaamingen vaahoffiads- of dorp-kinderen. b v r c e r. Zeg mij eens Advocaat, onder wat clasfe van verkwisters gij denkt dat men mij, op jou (ladhuistoneel, leevendig kan vertoonen ? practisijn. Dat gevolg zult gij best kunnen trekken, zodra ik u de volgende verklaaring van zaaken gedaan zal hebben: om tot die beredeneerde verhandeling zonder uitftel toetetreeden , zal het genoeg zijn u te peggen, dat onder de eerfte foort die men natuurM 4  f 184 ) \ijke verkwisters noemt, inzonderheid behooren alle innocente , limpele , krankzinnige , en raazende menfehen, als mede ftom- en doof-geborene perfoo. nen, engeneraalijk alle de geenendie dooreenig na. tuurlijk gebrek of zwakheid van verfland , onbebekwaam zijn hunne eigene goederen te beheeren of ga.ie te flaan: aldus is een dergelijk curateelfchap, bvër eenige jaaren alhier te Amfteldam voorgevallen, van een zeker perfoon, oud boven de 40jaaren,die een kapitaal van omtrent zeventig duizend guldens bezat, en in gevolge van een verkeerd begrip, van een pasfigie in de H. Schrift opgevat , een goed werk meende tcdoen, met zijne goederen te verhaten , en aan anderen wegtefchenken, gelijk hij bereids aanmerkelijlfë fommen gelds aandeezen en geenen op de publicque ftraaten weggefchonken hebbende, vervolgends , ter zaake van dien, op verzoek van zijne bloedvrienden, door den Magiftraat van AmfitU dam, onder euratetli werd gefield, doch zig liierme. de bezwaard vindende, heeft hij, (zo als men van zulke verledene Rechterlijke bevelen doen kan, mit$ blijvende inmiddels de zaake in ftaace , ) a>n den Hove van Holland, bij hooger berorp, gekomen zijnde , van deiizelven tegen het verleende cyrateelfchap verzocht en verkregen, mandamentpoe. «*a/jmaat de vriendon en de Magiftraat als gevoeg, den, in oppofitie komende, heeft de Hove ProviQ. tiaal, na onderzoek van alles,en bijzonder na voorafgaande verhooring van zijn perfoon, en het volharden van zijn voorneemen, om zijne goederen  ( i85 ) wegtefchenken ,het verleende mandament weder ingetrokken, en verftaan dat hij bij provifie onder curaf teele blijven zoude: onder de tweede foort die men burgerlijke verkwisters noemt, zijn begreepen alle zodanige perfoonen die, fchoon van een gezond ver. ftand , hunne goederen moedwillig , en door een flecht gedrag doorbrengen, of verkwisten; en heeft het curateelfchap ten hunnen opzichte, met al zulke wettige en gegronde redenen plaats, ten einde te voorkomen, of liever krachtdaadig te beletten, dat zij niet tot een beklaagelijke armoede, en verval van zaaken zouden geraaken; maar het curateelfchap tegen de waarheid , onder een bedriegelijk voorgeeyen, en op een valsch te kennen geeven , verkregen zijnde, en de Rechter daarvan blijkende, wordt zodanig een verkort perfoon van de curateele ontheft, als mede de partij verweezen in de kosten, welke daarop geloopen zijn , zo als verfcheidene maaien, bij vonnisfe van de hooge collegiën van juftftie, en andere rechtbanken hier te Lande , is verftaan. BURGER. Deeze laatfte woorden raakende het kratulteelfchap doen de deur toe, en ik prijs ten hoogften de lchikking van de Wetmaakers van ons Land, of liever van die eerfte oudvaders van het Land van Romen , waardoor zij nog verftandige hulpmiddelen uitgevonden hebben, om een braaf burger man, die op valfche befchuldiging ftadskind gemaakt is , uit de M5  ( i86 ) kraieeku te ontdaan, zodra de Stadhuisheeren daarvan zo klaar komt te blijken , dat zij het tasten en voelen kunnen ; want zulke fchrandere bollen, die,, veel letters gegeten hebben, begrijpen zo wel als ik , dat het fomwijlen meer met oogmerk van eigenbelang gefchiedt, dan om het feadskind dienst te- doen: geloof vrij Advocaat, dat als mij zulk een geval op eene onrechtvaardige manier gebeurde i ik mijn wijf voor al haar leven in een verbeterhuis zou laaten opfluiten . doch waarover behoef ik ongerust te zijn , daar de wetten tot mijn voordeel het vonnis uitfpreeken ! daarom ga maar voord met uw verhaal , als er nog meer tieremaletten over dit ftuk te zeggen vallen. PRACTl sijn. Om u vervolgends, vriend gustavus! nog een beter denkbeeld, aangaande de gevolgen en uitwerkingen van het curateelfchap te geeven, zo behoort gij met oplettendheid de volgende zaaken, welke daartoe betrekkelijk zijn, te overweegen, en in uwe gedachten te houden —. . als i.) dat een perfoon, ftaande onder curateele, niet trouwen kan zonder uitdrukkelijk confent van zijn' curator; 3 ) is na rechten al mede, buiten alle bedenking, dat iemand onder curateele gefield weezende , zijn pêïfbön verliest , en daarom geen testament maaken mag, nademaal de wetten aan een' Pro&igus of burgerlijke verkwister, verbieden oyer zijne gos-  ( 187 ) deren te disponeeren , gednurende den tijd dat hij onder het curateelfchap blijft; evenwel is een testament , vóór dato van de verleende curateele, of het gedaan verbod,van volle kracht en waarde, om reden dat de perfoon tegen welke de authorifatie, of het Rechterlijk bevel van het curateelfchap verzocht , en verleend is geweest, op dier tijd nog de vrije en volfirekte bewindvoering over, en het onbelemmerde gebruik van zijne goederen gehad heeft ondertusfchen verdient het een zon¬ derlinge opmerking, dat in Frankrijk een Prodigus óf verkwister, ftaande de curateele, vrijlijk bij uiter» ften wille over zijne goederen befchikking mag doen, zonder daartoe alvoorens vergunning van den Souverain benodigd te hebben; 3,) hier te Lande, en. bijzonder in de Provincie van Bolland , en West' friesland, alwaar zulks niet gebruiklijK is, kan het ook bij gevolgtrekking, zonder uitdrukkelijk verzocht cn verkregen confent van de Hoge Overheid, niet gefchieden, dan ten overftaan van twee commislarisfen uit den Hove, of van den Gerechte van de plaats, door welke het curateelfchap is verleend geworden, ten einde aan dezelve zoude blijken, of zodanig testament met rechtzinnigheid overeenftunt; 4. _) het voorzichtigfte en veiligfte middel, zegt zeker kundig man, die lange jaaren het voorzittend Kechtersampt bekleed heeft gehad, zal dan altoos weezen , voor iemand die onder curateele is g. fteld, en begeerig is eei e onrechtzinnige uitvoelii,g van uitciüen wihe te maaken, die hij beveelt ,  C 188 ) dat na zijn overlijden Hand zal grijpen, of ten voordeele van bloedverwanten, of met een Godvrucht tig oogmerk, ten behoeve van openbaare godshuizen , diaconie-armen , of wel tot onderfteuning van onvermogende perfoonen , zig te addresfeeren aan de Hooge Overheid, of Souverain van den LanT de, en ten zeifden einde bij requeste verzoeken, otlroi, omdat aan iemand die onder curateele ig geHéld, benomen zijnde de magt en het recht, van bij testament, over zijne nalaatenfchap te mogen disponeeren , gevolglijk niemand anders , dan de Souverain alleen, in wiens boezem de wetgcevende magt is, voor bevoegd gehouden kan worden, om iemand in zodanig geval van het ftreng gebod, en nakoming der wetten te kunnen ontflaan of ontheffen $.) Het is eindelijk buiten alle tegen- fpraak , en voor een algemeene zetregel in de Rechtspleeging aangenomen , dat een getrouwde vrouw, hier te Lande, geen curatrice over haar eigen' man kan weezen, maar wel dat een zoon curator mag zijn over zijnen vader, geduurende den tijd dat de laatstgenoemde onder het curateelfchap werd gefield , wanneer met kennisfe , en na bevinding van zaaken , aldus bij den Rechter mogt worden verftaan. b u r g 1 r. Ik kan u, Heer Advocaat! niet genoeg mijne dankbaarheid betuigen, voor de onderwijzing die gij.  ( 189 ) mij over deeze gevaarlijke plaag, doch echter nuttige ftof, zo verftaanbaar en beknopt komt te gee* ven,terwijl ik nu weet,waarna ik mij zeiven in dit opzicht te gedraagen heb, en dus mij van die wa. penen bedienen kan : zegt gegroet, wij zullen elkander binnen kort nader fpreeken.;  VEERTIENDE GESPREK Over het recht van naafting. zo ah dat hier te Lande plaats heeft. burger. JVÏijn kop loopt tegenwoordig op den hol, en draait als een tol Advocaat, federt dat ik befpeurd heb, en bij ondervinding op nieuw gevovlen moet, dat joului ftadhuisverzinfelen, een onbegrijpelijke miferabele verwarring in den burgerftaat veroorzaken; ik wenschte wel, om een lief ding, dat al de wetboeken met wortel en tak uitgeroeid, of verbrand wierden. FRACTl SIJN. Waarom dat vriend gustavus ? - . het zoude inderdaad een bedroefd land zijn, daar men eigen goeddunkelijk, dat is wetloos leefde . of weet gij niet dat de wetten de voorname fteunpijlaaren der menschlijke maatfchappij zijn; ja wat meer is, als de beste bolwerken behooren te worden be-  ( I9i 3 fchouwd, om den burgerfhac tegen de on 'erdrulcking,het geweld, en alier eie ondraa elijkc overlast te dekken ? burger. Die praatjens heb ik meer gehoord, en zulke deuntjens door ftadhuisvogels meer hooren fluiten ; maar ik blijf in dit opzicht bij mijn woord, dat er te veel Hechte wetten zijn , die den burger bederven , en de Pra;kefijns rijk manken; want ik vraag u Heer en Meefter, of het recht van naafting geen affchuweiijk en lelijk recht is,dat den eerlijken burgerman drukt? p r a c t 1 s ij n. Wat dit laafte betreft, daar hebt gij juist in alles geen groot ongelijk in ,want de kundige en alom beroemde Brefident bij nke rs h oe k , maakt over deeze gewigtige ftoffe de navolgende welberedeneerde aanmerkingen, die ik u vervolgends zal gaan voorleezen < ,, Van den oorfpron/ en de re- den van naafting handelt jacobus curtius „ niet onbevallig, en bakent openhartig dat de naa. „fting, iet onbillijks in zig heeft; ik fchaam het ,, mij waarlijk niet, alle naafting die hedendaags bij „ ons in gebruik is, uit wat oorzaak dezelve moge „ afftammen, voor de uiterfte onbillijkheid uitte„ krijten, dewijl zij den kooper van zijn welver,, kregen Recht berooft, om een oorzaak die veel ,, minder van belang is dan die van de kooping : in-  „ dien men mij niet gelooven wil, zal men mogelijk dë „ Keizers of hunne wetten die dit bevestigen beter gelooven: hieruit heeft men evenwel opgemaakt, dat ,, óe naafting ook in het Roomfche recht plaats heeft „ gehad; maar zo als die hedendaags in zwang gaat, ,, is ze waarlijk bij de Ouden niet bekend geweest: „ hedendaags fpruit ze uit de bloedverwantfchap, „ of uit de gemeenfchap offocieteit, of uit de na. „ buurigheid der landerijen , en te recht is 'er door „ anderen aangemerkt, dat de conftitutie van fre„ der ik die in het Vde Boek van die Leenen, het „ XIJ1, Hoofdftuk, te vinden is, aanleiding tot het „ invoeren, en de voortzetting van het Recht van j, naafting gegeven heeft." burger. Ik ben het met dien üimmcn Prefident bijnkerhoek volmaakt ééns ; maar terwijl mij doordat verbruide recht van naafting, een koop van tien morgen lands betwist; wordt, ben ik noodzaakelijk verpligt, om daarover een proces te moeten be. ginnen, en derhalven uwen raad inteneemen, hoe ik mij al weder in deeze zaak behoor te gedraagen. p r a c t 1 s 1j n. Ik kan voor u niet beter doen, gustavus! dan het Recht van naafting eens grondig uitteleggen , en u daarvan een volledige verklaaring te gce»  e m 5 geeven:ofti hier medé te beginnen, tö diörit In dé eerfte phats aangemerkt te wórden, dat het recht xa.v naafting, algeirïeeftlijk na het begrip' va'n de mee» fté Rechtsgeleerden , ditioelijfc verklaardwordt te zijrt zodanig een recht iemand toebeboorènde over eenigontilbaar goed, als ook op dén kooper en verkoos per, wanneer het zelvë goed verkocht Wordt 4 om* te treden in des koopers p'laatfe , het geen eigentlijk te kennen gééft, dat een naafter, of die geene' aan wien het Recht van naafting , op eens anders' goederen Wettiglijk toekomt , de vèrkochte goéde-ren voor den prijs, waarvóór dezelve verkocht zijn1 'rhag naaften , dat is onder betaling' van de uitgefchooten kooppenningen , én wëdergeévrng van dé onkosten daarop gevallen ,• in eigendom kan aanvaarden, zulks dat deko'oper én verkooper, tusfchen welke de koop onder dé hand gefloten Was Verpligt zij ten opzichte fan goederen, naafting' onderhevig zijnde', tegen wil ert dank daarin toetèftemmen ; dan aangezien dit rechli van Hdafiing,' bij algemeene conftümen , in den Lande van 'Hólland en Westvtiesland niet is ingevóerd , zo zijft' de zulke , welke dat recht vermeenen te mogen oefenen, en in geval van proces, zig daarop zouden willen beroepen, n'oodzaakelijft gehouden',- de conftuwen van naafting, uit krachte van welke zij int" rechten zouden willen ageren , door geloofwaardig ge getuigens welke de zaak bekrachtigen, fe moe. teft bewijzen j en vak ten dien opzichte nog op!é«" fficrkysn, dat het recht van naafting, op zulk eens'  ( 194 ) wijze als het hier te Lande plaats heeft, is van tweederlei natuur,en foort,waarvan het eene hcrkomftig is van Jandgemeene of plaatslijke gewoonten, en de andere uit bijzondere cofhunen en keuren , dewelke zig alleen bepaalen tot die fteden en plaatfen, alwaar het Recht van naafting oudtijds ingevoerd, en tegen het voorfchrift van de befchreeven wetten, aldaar in gebruik gebleeven is: aangaande de eerstvermelde foort , naamlijk die land* gemeetie naafting , de invoering daarvan, geeft aan de Graaflijkheid van Holland , het onbetwistlijk recht om alle Lenen die verkocht, en niet verleid zijn , te mogen naaften : de tweede foort, dat is . de bijzondere naafting, is niet algemeen aangenomen, maar heeft bij uitzondering kracht van wet in Rhijitland. Delfland, en het Land van Voorn , fchijnende de invoering en fteedsduurende gebruikiijkheid van het Recht van naafting aldaar, ten grondflag te hebben, ten einde de fainillegoederen in het zelfde geflacht zouden blijven , zonder daaruit te kunnen worden vervreemd , buiten wil en afftand van den naalien. BURGER. Alle die franje vertelfelen komen in mijn kraam niet te pas , want ik heb beilooten , om mijn gekochte landerijen , voor die zelve prijs aan den naafter, die mij dat goed uit de band zoekt te wringen , niet overtedoen, zo dat gij mij in deeze zaak beter raad moet geeven.  ( 195 3 PRACTISlJNi Ik kan noch wil mij aan uwe willekeurige rriahiëf van denkeu niet onderwerpen , en mitsdien zal ik vervolgen met u te zeggen, dat er met belang tot het zogenaamde recht van naafting, drie aanmerke. lijke zaaken dienen te worden onderzocht ; a!s i ) hoedanige perfoonen bevoegd zijn, van dat recht gebruik te mogen maaken; 2.) welke zaaken naafting on. derworpen, en welke daarvan bevrijd zijn; en 3.JI de wijze hoe de naajting gefchiedt, dat is wat door den naafter in diergelijk geval behoort geobferveerd te worden 2 Voor zo veel het eerfte deezer drie On. "derwerpen van onderzoek betreft, en hierin beflis» fende is, dat algeuieenlijk ieder zonder uitzondering van perfoonen, volgends de plaatslijke coftu> me, en gewoonte, een ftilzwijgend recht heeft, om te mogen naaften, mits dat de perfoon die van dat recht gebruik wil maaken, rader dan de kooper zij| het zij dat deeze betrekking van naderheid fpruit uit bloedverwantfchap of uit nabuurfchap, in welk eerfte geval het is, dat het recht van naafting indiffe» remelijk zo aan mannen, als vrouwen, die van het geflacht zijn , volgends de graaden van maagfehap toekomt, ten dien effeéle, dat de naafte man, of vrouw in den bloede, voor andere die verder zijn # tën deezen opzichte verkiesbaar is, en dezelve uit* fluit, maar geene bloedvrienden de naafting willende doen, zo kemt de nabuurfehap in aanmerking, ea heeft de naastsangrenzende buur van het verkocht** N %  C 190 ) terf, of goed daartoe een gelijk recht van bevoegdheid: ordertusfchen is weleer bij fëntenuën van den Hove van ffuftitie in Holland verftaan, dat de geene die in den ambachte van Overfihie, met een ander eenig Land in gemeenfchap heeft, en hetzelve ge. meenliggend Land mee onderling content, en goedkeuring der eigenaars verkocht wordende, recht van naafting toekomt; en is, toen daarover proces aangelegd werd , den gedaagden bij hooger beroep gecondetnneerd het Land aan den eisfeher te iaatcn volgen, met wedergeving van alle de vruchten, baaten, en profijten bij den gedaagde daarvan gehad, en genoten, federt de begonne Rechtspleeging ter eerder inftantie, en die hij als nog zoude genieten, tot de daadlijke voldoening toe , mitsgaders in de helfte der kosten van die iuftantie, en de wederhelft daarvan gecocpeufeerd» BURGER. Wat meer Mijnheer Advocaat? PRACTISIJN. Betreffende het tweede onderwerp van onderzoek, is in de praftijk een vaste regel, dat onder de na-, tuur en hoedanigheid van de goederen, het Recht van naafting onderworpen zijnde,gerekend worden , niet alleen allerhande vaste, leen- en onroerende goederen, erfpachten, cijnzen, en tienden, en het geen volgends de plaatslijke coftume daar. onder verder ba-  ( 197 ) greepen wordt; maar in fpecie ook uit hoofde van de keuren van Delft, en coftume van Rhijnland, in« fchulden aan een derden verkocht,en inzonderheid mede obligatiën, zonder onderfcheid of in dezelve eenige hazard gelegen ware dan niet; behalven nog dat er binnen de ftad Leiden, in het bailluwfchap van Rhijnland door een fpeciale keuris vastgefteld, dat alle brieven, en obligatiën die gekocht of geruild worden, alvorens de finale overdragt aan den debiteur, ten wiens lasten dezelvcn zijn lopende, moeten aangeboden worden, ten einde en met gevolg van naafting: aan den anderen kant is , overeenkomitig het gevoelen van de meefte Rechtsgeleerden , van het recht van naalling bevrijd, vooreerst in het algemeen alle zaaken, goederen en effecten , omtrent welke bij publicque, of openbaarc verkoopingen de naafting ophoudt; waarvan de oorzaak is, dat niemand bij een publicque veiling , en openbaare verkooping van vaste goederen, in het ftuk van naafting, geoor* deeld kan worden bedrogen te zijn , het geen niet te min zoude kunnen gebeuren, als de verkooping onder de hand gefchied ware: en in de tweede plaats kan in de volgende nagenoemde gevallen geen naafiing gepretendeerd worden: als, i.) in actiën en obligatiën die-niet ter volle fomme getransporteerd zijn; 2.) in cas van ruiling, aangezien ruiling geen koop influit: onjertusfehen wordt nopende dit articul, de volgende uitzondering gemaakt; dat indien het goed ten deele verruild , en ten deele verkocht ware, de naafting als eau plaats zoude hebben voor W 3  ( 198 ) so veel het verkochte gedeeelte betrof , en vervolgenus het verrmJde, van her verkochte gedeelte ge* fpiitst zijnde, behooren verdeeld te worden, zulks dat de kooper de keuze beeft , om het verruilde Volgends de fcnattin/* te behouden , en alleen het Verkochte overtegeven , of wel beide aan den naafier voigends tauxatie over laaten; 3.} in verkochte ervenisfen, alzo die ouder de onroerende goederen niet beareepen zijn; 4.) in goederen die bij executie, of decreet van den Rechter verkocht worden, als nimmer geen naafting onderworpen zijnde , pp fundament van rec'ntsgronde i ,en onwederle^gelijke co/2«ttien, welke ik om te bekorten alhier niet aannaaien, maar geheel overflaan zal; 5.) in leengoederen, erVen, of andere fpecie van eigendommen, welke aan iemand gegeven , of gemaakt zijn bij gifte onder den levende , ter zaake des doods , of uit hoofde van huwelijk, en zulks zonder daarvoor eenige be. looning, vergelding, betaling of vergoeding te krijgen, te wachten, en beloofd of toegezegd te zijn; (5.) indien een getransporteerde fchuld, aan den debiteur door gerechtelijke infinuatie, of wel door No. tart*en twee getuigen is aangeboden, en door hem afgeflagen , en gewijgerd is geworden; en 7.) wanpeer iemant ageert als houder des briefs, en niet als a£|ie, en transport hebbende, B U R O E R, Valt daarover nog iet meer aantemerken Adv-q. «Ml  C J99 ) PU C T 1 S IJ N. Aangaande het laatfte onderwerp van onderzoekje, ■treffende de wijze hoedanig de naafting gefchiedt, en wel bijzonderde gebruikelijke plegtighedeo, die bij diergelijke gelegenheden zorgvuldig dienen in acht genomen te worden, komt eerftelijk in aanmerking, dat iemand,welke van dit recht van naafting gebruik wil maaken , zulks ter goeder trouwe behoort te doen, en op aanzoek van den kooper en verkooper ook verpligt is, met folemncele eede te verklaaren, dat hij de naafting van het verkochte goed tot zijn eigen profijt, en gebruik, en dus geenzins tot voordeel, of ten behoeven van een andar, veel minder tot bedrog, en ter verkorting van den kooper komt te doen, hoedanige eed van zuivering aan de zijde van den naafter abfolutelijk dient achtervolgd te worden, inzonderheid als beiden, de kooper en verkooper, prefenteren onder eede te verklaaren , het de oprechte prijs te zijn waarvoor de koop geflooten is , met de voorwaarden of bedingen , waarop men in de voornoemde koop , zonder misleiding en bedrog , onderling is overéén, gekomenn; maar dat de eed van zuivering in dat geval van geen de minfte noodzakelijkheid kan zijn , als iemand tot het recht van naafting heeft een dubbeld verband , dat is als de naafter met een ander een ftuk land in gemcenfehap hebbende, de portie, of dat gedeelte hetwelk zijn makker in eigendom toebehoort, van hem koopt , N 4  ( 203 ) als in welk gevaj het buiten alle tcgenfpraak is, da* zodanig een uaaftcr, niet alle» boven alle anderen tot de naafting moet worden aanneemelijlc verklaard , maar vervolgends geen verdenking, van bedrog ren zijnen opzichte plaats kan hebben: eene tweede nood. zaakelijke uitzondering, waaróp ter zaake vcorfz. dient te worden gelet, beflaar hierin : dat iemand het recht van naafting willende genieten, gehouden is zig binnen het verloop van een jaar , nadat de verkooping gefchiedt , 0f ter zijner kennisfe gekopen is, behoorlijk tc verklaaren, en in geval van weigering , of onwilligheid aan de zijde van den koo. per zijne actie deswegen in Rechten aanteleggen ', ten opzichte van welken rijd,de nsafter , des noods bij eede zoude moeten verklaaren, dat hij niet eerder kennisfe van de koop beeft gehad : weshalven daaruit bij gevolgtrekking te befiuiten vait, dat bij verzuim van dien bepaalden tijd, in het ftuk vao»*»fi»g, het recht van verjaring in aanmerking komt, met dat gevolg, dat een naafter meer dan een jaar,nadat rfe verkeoping ter zijner kennisfe gekomen was , hebbende Jaaten pasferen, zonder dat te vorderen, niet alleen van het recht van naafting , naderhand' niet meer gebruik maaken kan, maar dat een zodanige tijd verlopen zijnde, een ftilzwijgende kwinfchelding van her gemelde reclit daardoor zoude worden int gevoerd: vervolgends dient voor de derde wettige oorzaak , aan de zijde «on die geane , die in da posfesfie of het bezit van het recht van naafting » geobferveerd te worden, dat de aanzegging  C aoi ) van dien bij fchriftlijke infinuatie door Notaris en getuigen gefchiede, op zulk een wijze dat van wc* gen den naafier aan den kooper daarbij wordt gewaar* fchouwd,*en uitdrukkelijk verklaard, van de bij hem gekochte goederen te naaften , onder aanbieding van den prijs, waarvoor het verkocht is , de wedergeving van noodzakelijke onkosten , federt den tijde van het contract: op de koop gevallen, en een dubbelde wijnkoop , indien cr een enkele op de verkooping is bedongen en gegeven. burger, Als dit fpul over het recht van naafting, nog meerder zaaken behelst, daar men gehouden is op te let. ten , dan heeft de gemeene burger die geen verfland van zulke dingen heeft , wel Salomons wijsheid benoodigd, om te begrijpen wac hij doen of laatea moet, eer daarover een proces aangelegd,en begonnen wordt» pu ctis1jn. Dat fpreekt van zelf vriend gustavus! want men behoort in alle burgerlijke twisten zonder onderfeheid die voor de rechtbank moeten dienen , eerst te onderzoeken, of het recht dat men voorwendt te hebben, en waaropmen zig beroept, gegrond dan ongegrond Is, aangezien zonder zodanig voorafgaand onderzoek, en noodzaakelijke voorzorgen , veele perfoonen vaa den burgerflaat, welkeN5  C £02 ) üig in het geval bevinden, van een proces te moeten aanleggen, of te verweeren, niet alleen onherftelbaar ongelukkig gemaakt zouden kunnen worden, maar boven dien loopt door zulk eene roekelooze onvoorzichtige ftap, een braaf Pracb'fijn gevaar, van zijn goeden naam in de waagfchaal te ftellen,en behalven dat zig de verfmaading, gelijk ook de welverdiende berisping van den Rechter, op den hals te zullen jaagen. BURGER. Nu praat gij na mijn' zin Advocaat, want dit kan ik zo klaar begrijpen, als of ik de Hiftorie van Vilenfpiegel, of het leeven van Cartouche las; waarom ik met ongeduld verlang , dat gij mij tot befluit van het recht van naafting, de verdere fra njs die nog overblijven te verhandelen, zo kort als mogelijk is, eens voorpreeken wil; mits dat zulks verftaanbaargefchiede,en joului latijnfche ftadhuiswoorden mijn zwakke herfenen niet op den hol helpen, P R A C T I S IJ N. Inde eerfte plaats behoor ik u te waarfchouwen, dat aan den eenen kant een naafter ongehouden is, eenige buitegewoone of onnoodzaakelijke onkostm , die hem in rekening worden gebragt, weder te geeven;terwijl aan den anderen kant iemand die van het recht ran naafting , dat hem volgends de  ( m ; wetten toekomt, gebruik zoekt te maaken , on» wederfpreekeüjk verpligt is , aan den eerden kooper vergoeding te moeten doen , van alle de fcha. den en verloopen interesten der kooppenningen, federtden tijd dat dezelve betaald zijn , tot de voldoening toe , gelijk ook van alle noodzaakelijke reparatiën of verbeteringen aan het gekochte goed, vóór den tijd van de naafting ter goeder trouwe gedaan: ongeacht deeze volftrekte pligten , kan iemand die tot zulk een recht bevoegd is, aan den kooper terftond na het fluiten van de koop , bij infinuatie doen aanzeggen, van geen kosten hoegenaamd aan het gekochte goed voortaan meer te moeten doen, als van voorneemen zijnde hetzelve te naaftén, in hoedanig geval het buiten alle bedenking is, dat alle fchaden en nadeelen, federd de gedaan e aanzegging aan de gekochte goederen vallende , voor rekening, en ten perijkel of gevaar van den r.aafter alleen verftaan worden tq blijven , zo als in de Hollandfche rechtspleeging doorgaands onderhouden wordt, en gebruikelijk is. BURGER, £eer goed, dat vind ik redelijk; maar vallen over dit ftuk misfchien door verdere uitleggingen, geen kno len voor citroenen te verkoopen?  ( =«4 > PRACTISIJN. Onder de nog belangrijke aanmerkingen, welken daanoe wel de-gelijk betrekking hebben, zijn deeze van een zonderling gevvigc — als ; j.) dat een kooper van eenige vaste goederen, de koop aan een ander bij overdragende, en daarvan den Aoften penning betaald hebbende, den naafter niet verpligt » , andermaal hetzelve, of andere gerechtigheden aan den Lande te betaalen; maar kuftings brieven verkocht, en genaast wordende, zijn den 4often penning onderworpen, volgends de ordonnantie van den jaare 1744; 2.) naafting heeft de Graaflijkheid van Holland, omme alle Landen die verkocht worden te naaftcn, te wecten eer den kooper het leen. goed is verleid: of fmalbeeren gelijk recbt hebben wordt getwijfeld ; 3.) de naafting is bekend in Delf. hnd maar niet alomme ; Kennemerland , het Land van lroorn over Landen en bmzen , flaande op eigen grr.nd, het zij leen, of onleen; ook over erfpachrgoedcren, cijnfen en tienden , hooge en laage heerlijkheden die verkocht worden , te weeten, als de verkooping zonder kerk of marktdaagfche geboden gefchied is; 4.; naafting heeft geen plaats te Leiden, Delft, noch in denHaage: in het Land van Voorn, heeft mr.fling ook plaats, over Landen die bij kerkgebodea, of voor den Gerechte , daar men de bank houdt, verkocht worden , mits dat de naafier, woonende binnen 'sLands, hem bekendmaake binnen de twee eerfte zondagen, of zo hij over het wa-  ( =°5 ) er woont, of over zee ware, binnen een jaar, nav dat hij weder gekomen is: 5.) in Zuidholland moet het gefchieden drie dagen na het laatfte kerkgebod: dit recht komt op verfcheide plaatfen , de bloedverwanten van den verkooper toe, zo van zwaard als fpiezijde, zonder aanzien van wiens zijde het gekomen is, noch of het erf-, op koop-goedis,mitsdat de naafter den kooper nader zij van bloed, dan de verkooper : een vrouws vader kan zijn fchoonzoons goed naaften bij verkoop; 6.) in Zuidholland wordt in het ftuk van naafting, het naafte bloed altijd voorgetrokken, doch even na in den bloede zijnde, die van het voorrecht het eerfte gebruik maakt; 7.) in Rhijnland hebbep in verkoopingen van landerijen, de naafte landsgelegenen gelijk recht als maagen,te weeten als de maagen geen naafting doen ; 8,) de naafting moet ingefteld worden, binnen het jaar na dat de verkooping is gefchied, of immers na dat het transport daarvan tot des naafters kennisfe is gekomen , waarop de naafter ten eede gedreven mag worden , want fchoon de partij uit de hand verkocht ware, en eenige jaaren bleef ftaan zonder dezelve in eigendom overtedragen, zo zouden binnen het verloop van een jaar na den opdragt, mogen genaast worden, onaangezien de kooper kon bewijzen, dat de naafter van den beginnen af daarvan kennisfe had gedragen.  C 206 ) burger. Est is iet dat zig laat hooren, en dat ik nooit geWeeien heb, trouwens, ik ben 'blij van geen rechtsgeleerde te zijn, want anders zou ik misfchien al voor lange tijd in het dolhuis gezeten hebben. practisijn. Zuik een kortswijl komt hier weinig te pas vriend custavus! hoor wat ik u vervolgends nog ten befluit rakende de ongemaklijke ftof van naasting te zeggen heb: wij zijn gebleeven bij nommer 9.;, waarin voorkomt hoe tot Amfierdam in gebruik is, dat als eenige huizen of erven, bij executie verkoene worden, waarop meer renten of andere belastingen ;ftian dan dezelve bij de verkooping hebben moge.gelden, zo mag die geene wiens renten, of ichulden, daaruit niet betaald kunnen worden ,' de koop binnen zes weeken naaften,mits betalende aan den kooper den honderdflen penning van de beloofde koopfchap ; 10.) de oudfte gaa: voor jonger , en zo wie de naafting doet,zijn fchuld wordt daardoor gantsch gedood, en de voor hem daarop gevestigde fchulden moet hij voldaan ; 11.) een gelijk recht heeft mede plaats in 'sGraavenhaage.tchoon de goederen bij executie als anderzins verkocht wierden , en wordt alsdan de tijd em te naaften,in de voorwaarden van koop bepaald, en aan den kooper betaald dubbeld rantfoen; desgelijks van fchcpeu en fchuiten,diebij executie verkocht worden; 12,) een naafter moet des noods onder eede verklaaren, dat  C ao? ) hij de naafting doet met zijn eigen goed, en geld, en tot zijnen eigen behoeven j en over zulks voor niemand anders , alles zonder arg of list; vervolgends is hij gehouden de wijnkoop, zo die bedongen, en door den kooper gegeven is, dubbeldte be. taaien; 13.) die leengoed begeert te naaften, moet alvorens verlij verzoeken en verkrijgen ; 14.) in Rhijnland heeft de Bailluw naafting na de bloedverwanten, en naafte landgelegenen, binnen zes ,wee* ken; het zelfde recht wordt ook gepleegd bij verfcheide Ambachtsheeren , ook in plaatfen daar de bloetverwanten geen naafting gebruiken, en 15.) als een gevestigde rente of fchuld verkocht wordt, heeft daarvan de naafting plaats binnen het jaar, na hetzelve ter kennisfe . vap dep naafter gekomen is , en raag de kooper hem tot een eed dwiDgen, nogthans heeft in hetzelve geval dat recht geen plaats, als den fchuldenaar de koop is aangeboden geweest. burger. Heb ik in voorgaande gelegenheden , waarover ik u kwam raadpleegen, reden gehad om voldaan te zijn, zo kan ik op mijn gustavus woord verklaaren, d3t gij heer Advocaat, mij in het tegenwoordig geval zo veel lichts heb gegeven , dat ik mij wel voorzichtig wachten zal, om over gekochten vaste goederen immer een proces aantevangen , en terwijl gij de goedheid hebt gehad , van zulks zonder belooning te willen doen, zo laat de  ( 208 ) dankbaare vergelding aan mij over «•*«- wij fpreeken malkanderen nader. PRACXISIJN. AI het geen ik nu kom te doen, heb ik uit Ion. tere vriendfchap gedaan; wees derhalven niet be. zorgd , dat ik eenig falaris daarvoor in rekening brengen zak VIJF*  VIJFTIENDE GESPREK Over [de kracht en uitwerkingen van huwelijkfcht voorwaarden. b u r g e k. j^Ldvocaat! ik l:om u een bedroefde tijding brengen! practisijn. Vriend gustavus ! geloof dat ik veel deel in uw verdriet neem; maar waarin beftaat toch de treu. rige tijding, waarvan gij fpreekt? burger. Bij geluk is mijn waarde, en tederbeminde huisvrouw, eergisteren avond, onverwachts, aan een beroerte fchielijk geftorven, en, den Hemel zij gedankt, na de andere wereld verhuist: maar ik heb voor de voltrekking van ons huwelijk op haar verzoek, en, om zo te fpreeken, als voor de klucht, een Jan potafie gefchrift met haar aangegaan , dat voor een half blinden Notaris, en twee üïkziende getuigen gepasfeerd is , en welk gefchrift men in de ftadhuistaal gewoon is, een huwelijkfche voorwaarde te noemen: nu mijn wijf mors dood is, ben ik verlegen hoe ik mij daarin gedragen moet. practisijn. Hoe kunt gij daarover verlegen zijn, terwijl gij In een wettig huwelijk een kind verwekt hebt , waardoor de kracht en uitwerking van een huwelijk' O  ( 2!0 ) fche voorwaarde grotendeels , ja fchier geheel, komt te vervallen? BURGER. Op die manier, Heer en Meefter! is het dan nog gelukkig, dac ik bij toeval nog een kind gemaakt heb, om in het volkomen bezit van mijn boedel te blijven , zonder verpligt te zijn aan de bloedverwanten , van mijn lieve overledene huisvrouw,eern'. ge uitkeering te moeten doen; ondeitusfchen zoude het mij aangenaam vveezen, voor die twee gerande ducaaten, welke ik zoaarrftouds van een'Jood opgewisfeld heb, te mogen hooren waarin eigenlijk dc kracht en uitwerking van een huwelij fche doorwaaide beftaat. PRACTISJJN. Huwelijkfche voorwaarden, of liever huwelijks contract , heeft plaats tusfchen echtgenooten , zo in eerfte, tweede , als verdere huwelijken , vóór de voltrekking van den trouw, en niet na denzelven gefchied, het geen op de bekende reden fteunt,dac vermits echre lieden , ftaande huwelijk , elkander niet mogen fchenken , als door oen echt geraakt zijnde in gemeenfehap van goederen ; dien volgends het van zelf fpreekt, dat een huwelijks contract: , na de voltrekking van het huwelijk door getrouwde perfoonen gemaakt, uit de natuur en volgends ce wet nul en van onwaarde is, immers alomme in deNederlandlcheReciitsp'eegirg daaraan geen de minfte waarde, uitwerking, of kracht wordt toegefchreyen ,ten zulken gevolge, omme daarop recht te worden gedaan; iutusfehen is het voor een' bur-  ( au ) german noodig vooraf te weeten , dat huwelijkfchs voorwaar den, hier te Lande op driederleie verfchillende wijze gepasfeerd of gemaakt kunnen worden j als i.) gerechtlijk , dat is voor een' Secretaris en twee Schepenen ; a.) notariaat , dat is voor een Notaris en twee getuigen; en 3.)» onder de hand , bij ondertekening van de aauflaande echtgenooten, en derzelver naafte bloedvrienden , ter wederzij» den , die daarbij als getuigen adfifteeren mogen , hoe zeer de reden van bloedverwantfchap, een ge. tuigenis in alle andere gevallen krachtloos , en de getuigen wraakbaar maake,enis boven dien opmer* kelijk, dat de laatfte foort, naamlijk de onderhandfche huwelijks-contracten , in de Provincie van Gelderland meest in gebruik zijn. BURGER. Door die klaare uitlegging Advocaat, welke gij mij van een huwelijkfche voorwaarden komt te doen, zou ik haast zo fchrander worden , als de beste Practifijn. PRACTISIJN. Uit dit voorloopig verhaal, kunt gij geaoegzaam nog niets met zekerheid befluiten, zo dat, indien ik het daarbij liet berusten , gij aangaande dit on. derwerp nog even onkundig zoudt blijven als voorheen: het is vervolgends uit aanmerking van dien , dat ik beflooten heb, om voor uwe twee gerandert ducaaten , een volledige verklaaring te doen, vart alle zulke zaaken betreffende de kracht , de uit- erkingen , en het zamenftel van eeae buwehjkfittt O 2  ( ; voorwaarde —als i.) huwelijkfche voorwaarde is een handeling tusfchen toekomende echtgenooten, aangaan ie hunne ingebragte goederen, en kan gefchieden zo we! mondling , als fchriftlijk , ziiiks dat het gefchrift niet voltrokken zijnde , de handeling door getuigen kan beweezen worden; 2.) huwelijkfche voorwaarde gemaakt zijnde , verkrijgt zijn vollen beflag; is met geraeene toefremming van de aanftaande echtgenoten herroepelijk , doch is daarom niet krachtwerkende ter invoeringe van gemeenfchap van goederen, als die eerst uitgeflooten is geweest ; 3.) een onderling testament tusfchen een getrouwd man en vrouw, waarbij zij de huwelijkfche voorwaarde herroepen en vernieticd hebben , kan door een van beiden , zelfs na overlijden van een van hun, door de langstfeevende weder gebroken worden, en alsdan heeft de huwelijkfche voorwaarde weder plaats ; i.jzo dra het huwelijk is voltrokken , heefc het landrecht plaats , en kan na de voltrekking derzei ve geen huwelijk, fche voorwaarde, tusfchen gehuwde -perfoonen gemaakt worden, en gemaakt zijnde is van een volftrekte onwaarde ; 5.) man en vrouw, vdó■•kinderen hebbende , kunnen wel fimpeüjk een tweede huwelijk in gemeenfchap van goederen aangaan, zonder huwelijkfche voorwaarde te maaken, maar zo! danig huwelijks-contract gemaakt hebbende , mogen daarbij niet meer bedingen , dan een kindsgedeelte, en iet meer bedongen zijnde, komt zulks ten voprdeele van de vóórkiuderen.  ( =13 ) burger. Dat vind ik redelijk, en die Sinjeurs wetgeevers hebben dat weérgaêloos wèl begreepen gehad; want men moet zijne vóórkinderen niet verkorten, al badde men zijn tweede of derde wijf zo lief, als de tortelduiven malkaêr hebben. p r a c t i s ij n. Laat mij uitfpreeken gustavus; 6.) juweelen, en morgengaven of andere vereeringen, die aan een vrouw bij huwelijkfche voorwaarde, in een tweede huwelijk , alwaar de man vóórkinderen heeft, g'rnaakt zijn, trekt de vrouw in mindering van haar kindsgedeelte; 7.) bij huwelijkfche voorwaarde vermag de een of de ander der toekomende echtgenoten wel eenig voerdeel bedingen, maar niet om cïeel te hebben in den winst, zonder in de fchade en verliezen gehouden te zijn; ondertusfehen mag een vrouw, bij huwelijkfche voos waar de, wel bedingen ,de keuz3, om, na het fcheiden van het huwelijk , te komen in de helft vau winst en verlies, fiaande huwelijk gevallen, of haare ten huwelijk ingebragte goederen weder uit den boedel na haar te neemen; 8») als er bij huwelijkfche voorwaarde een bepaalde tijd is gefield , binnen welken een vrouw de bedongen keuze, om in de helft van winst en verlies ftaande huwelijk gevallen, deel te neemen, of, in plaatfe van dien ,zig met haare aangebragte goederen te vergenoegen , moet die keuze binnen den bepaalden tijd gedaan worden, of is het recht daartoe vervallen, en wordt v^n het verloop van zodanigen bepaalden tijd geen O 3  ( £14 ) reliëf o? hcrftelling verkend ; ook gaat die keuzs niet over rot haare erfgenaamen van ter zijde, mamwel tot haare kindeien; 9.) huwelijkfche voorwaarde, waar bij gemeenfchap van goederen , en van winften en verliezen uitgefloten is , moeten aan den Gerechte van de plaats daar de verbondene perlöonen woonen, of naderhand wooi achtig zijn, aangébragt, dat is geregistreerd worden , voornaamlijfc Wanneer zulk een huwelijks-contract onder de hand is gepasfeerd; 10.) als winst en verlies bij huwelijkfche voorwaarde, in gemeenfchap gehouden is , kan de vrouw ftaande huwelijk daarvan affkrddoen; iï.j wat niet uitdrukkelijk bij huwelijkfche voorwaarde is bedongen, blijft in gemeenfchap; over zulks gemeenfchap vr.n goederen uitgefloten zijnde , blijft echter de gemeenfchap van winst en verlies, doch de eivenisfc aan een der toekomende echte lieden, ftaande huwelijk, te beurt vallende, zijn daaron. der niet begrepen , maar blijven alleen ten voordee. Ie van die echtgenoot, welke de ervenis bekomt; 12.) de vruchten, baaten, en inkomften der ten hu« welijk aangebragte goederen blijven in gemeen1'chap , ten zij dezelven bij huwehjkfche voorwaarde uitdrukkelijk daar buiten gehouden waren ; 13.) het is een bekende regel in rechten, dat als een vrouw, bij huwelijkfche voorwaarde, haare aangebragte goederen vrij bedongen heeft , en na fcheiding van den huwelijksband onverpligt zijnde , de helfte der i'chulden, ftaande huwelijk gemaakt, te betaalen, mag de verkooping der goederen beier.  C 2*5 ) ten; en heeft dit inzonderheid plaats, als de vrouws goederen niet zijn bezwaard, of met een fchepenkennis belast; 14.) als een vrouw bij huwelijkfche voorwaarde, haare tagebragte goederen vrij bedon. gen heeft, en winst en verlies daarbij uitgefloten is, of in haar keuze genomen heeft, en na haars mans dood afftand doende van winst en verlies , is de vrouw in de voorfchrevene gevallen gerechtigd, tot vergoeding van het gunt zij door de handelingen van haar' man is verkort , en gaat ten dien Opzichte , voor alle andere fchuldeisfchers ; 15.) een man bij huwelijkfche voorwaarde verboden zijnde, de goederen van zijn vrouw te belasten , of te ver» vreemden, anders dan met. goedkeuring van dezelve , is, voor zo veel de Provincie vau Holland aangaat, het algemeen gevoelen der Rechtsgeleerden, dat onaangezien dit verbod ,de man de goederen van zijn vrouw kan vervreemden en bezw?aren; en dat zodanige vervreemding , in opzjcht van een derde , volgends de wetten dee/.er Landen, kan beftaan, uitgezonderd als van dit verbod opcnbasre afkondiging is gefchied ; doch om in dit geval zeker te gaan, is het geraadlijk dat de vrouw in dergelijke omftandigheid van zaaken ten zelfden tijde zig mede verbindt; en 16.) het doet niets tot de beftaanbaarheid van eene huwelijkfche voorwaarde, of dezel. ve fchriftlijk of mondlijic is, voor.zo veel bij gelegenheid van een proces,ter oorzaake van diea voorvallende, den rechten genoeg zijnde, daarvan kaa blijken.  ( 216 ) BURGER. Het einde kroont hier het werk , Heer Advocaat! en gij hebt mij door uwe lesfen zo verftandig gemaakt , dat ik in burgerlijke handelingen geen roe» kelooze of kostbaars procesfen voortaan meer zal beginnen, hoewel het zoude kunnen gebeuren, dat wij naderhand zamen nog mondgefprekken over onbekende zaaken, die nog niet voorgevallen zijn , zullen moeten houden. PRACTISIJN, Ik ben verblijd, vriend gustA vos! dat ik een werktuig ben geweest, om uwe denkwijze te verbeteren , ten opzichte van de Proceszieke drift, waarmede gij bezield wa3rt, en waardoor gij zo veel onnoodig geld tot bederf van uwe huishouding verfpild hebt gehad : zo u in vervolg van tijd ongelijk mogt gefchieden , zal ik altijd volvaardig zijn, om nadere mondgefprekken met u te houden, en vervolgends, zonder oogmerk van gewin, u'als Advocaat getrouwlijk bedienen.