BEREDENEE R T CONSTITUTIONEEL WOORDENBOEK, WAARIN, NAAR ORDE VAN *T ALPHABET, GEVONDEN WORD ALLES WAT EEN BURGER, EVEN VEEL VAN WELKEN RANG OF STAND , NODIG HEEFT TE WETEN TOT VERSTAND VAN ZIJNE RECHTEN EN PLICHTEN, EN WAAR NAAR HIJ ZICH IN ZIJNEN POST, OF HANDEL, OF IN 'T GEMENE LEVEfr, TE GEDRAGEN HEBBEJ MET AANWIJZING DER PLAATSEN, IN DE ACTE van STAATSREGELING, Bij hst Bamaffche Volk op den 23 April 179% aangenomen ; BENEVENS IM ZODANIGE DECREETEN EN BESLUITEN, MITSGADERS PUELICATIÜN, NOTIFICATIËN EN REGLEMENTEN, ALS ZEDERT DIEN TIJD ZIJN GENOMEN, GEËMANEERD EN AFGEKONDIGD, EN WELKE KRAGT VAN WET HEBBEN. DOOR. JAN GREEVEN. Te DORDRECHT bij A. Blusfé g> Zoon, D. de ringt- AMSTELDAM, M. de Bruyn, G. Roos, Erve C. Stichter; ROTTERDAM, Wed. van Heel, J. van Santen, N. Cornel; LEIDEN, M. Cijf- *> veer, D. du Saar; DEN HAAG, Thierry $> Menfm*; BOMMEL de Meyere; MIDDELBURG Wed. IV. Abrahams, P. Gillisjcn, en P. A. da Winter.  De wetten, door de regeeuingïn v As t geste t. r.-, BKPWXtrCBN de mensciien alleen als INDIVIDÜCS ; maar de natie r.kdwingt, door deszelfs constitutie, «et ge11eele RB g E E RIMG5-WEZXK* /' ^ I It 3.  AAN DE BURGERS J. KONTNENBURG é n W. A. O C K E R S E, MEDE-LEDEN M'de commissie, uit de voo'rmaalige constitueerende vergadering, benoemd tot het ontwerpen der ACTE van STAATSREGELING  VOOR HET BATAAFSCHE VOLK, WORDT DIT BEREDENEERT CONSTITUTIONEEL WOORDENBOEK OPGEDRAGEN, DOOR BUNNEN MEDEBURGER JAN GREEFEN.  VOORRfDL. , die de gefchiedrolle der Bataaffche Republiek heeft ontvouwd, en de gebeurenisfen, daar in aangetekend, met een onpartijdig oog heeft gelezen, zal overtuigd zijn, dat het Bataaffche volk, door eeuwen van geweld, uit het genot der dierbre vrijheid is gedrongen geweest; — hij heeft daar uit gezien, dat hetzelve, zuchtende onder het haatlijk juk der overheerfching, altoos eene Regeeringsform miste, die het konde gelukkig maaken; nimmer beftond er eene grondwet, waarbij de heilvolle invloed des Volks op deszelfs Beftuur was omfchreven; altoos gebogen voor de voeten van meesters, moest het, tegen wil en dank, de ketenen torfchen, die de Aristocraaten in derzelver raadzaalen fmeedden. — Onder een afwisfelend Befluur, waarin dan eens den Stadhouder, dan weder eene Famielje-regeering, onder het masker van volksliefde, zich zeiven groot maakten- fpande men de goede ingezetenen in het gareel, waarin zij * 4 dqor  vi VOORREDE. door willekeurige handen werden rondgeleid, en tot uiterften voordgezweept. — Hij die moed genoeg bezat om de heerschzucht in haare woede te keer te gaan' wierdt ten prooi aan de wraaklust overgeleverd, of het flagtoffer zijner deugden. — Het ging den braaven man, gelijk als socrates; wanneer men van verbeteringen fprak, wierdt men in den kerker geworpen, tot een atlciirik, zoo als men het noemde, op dat het blijken zouae, wat hen te wagten ftond, die de handhaving der waare rechtvaardigheid zouden ondernemen. Wie kon m zoodanig een Land, waar de'vernederende heerschzucht, meestal, de teugels van bewind in handen hadt, en alle fchrikverwekkende tooneelen oprichtte, een solon zijn, om eene dusdanige Reseerihff te temperen? - Hier moest een erutus weezen, die een ander Romen van onder de dwingelandij der Cafars ontweldigde. — J Na verloop van tijd, de ontwikkelaar aller dingen, Jiep het Despotismus ten einde. De dappere Franfchen, die zoo veelen voor derzelver heldenmoed hadden dpcn bukken, drongen met de ontrolde banieren tot in het midoen dezer Republiek; Alles wat zijne grootheid err hoogheid aan de voorheen gewettigde wandaaden verfchuidigd was, fidderde op de komst onzer Broederen;—, de Stadhouder met zijne geheele hofhouding vlugtte met angst, en, omziende na de gevreesde rechtvaardigheid, fnelde hij naar het verwoestend Albion — en zie daar de ketenen verbroken. — Het'Bataaffche Volk m de uitoefening zijner onvervreemdbaare en ondeelbaare rechten terug gebragt, konde nu niet anders,, dan zich zeiven eene grondwet daarftellen, om de Republiek door eenen Staatsform te vestigen, die onder den onmiddelijken heiivollen invloed des.Volks fhat, en vr^heid, rust, en welvaaren naar binnen, onafhanglykheid, magt, aanzien en luister naar buiten, bezorgt. • De noodzaaklijkheid dezer Grondwet vondt geene tegenkanting; dan de wijze,hoe dezelve moest ingericht worden, was aan veele zwaarigheden onderhevig. Eene  VOORREDE. vu Eene korte fchets der gefchiedcnis van den aanleg, opbouw en verderen voortgang, zoo van het eerfte verworpen, als van het tweede en aangenomen Ontwerp der Staatsregeling, zal hier niet ongepast zijn; te meer, om daaruit te kunnen oordeelen, hoe moeije1ijk het is, om voor een geheel Volk eene Staatsform te ontwerpen, waarnaar het zijne daaden moet richten, zo wel als zij, die in deszelfs naam het oppergezag uitoefenen. De partij fchap, dat alvernielend wangedrogt, het welk, door alle tijden heen, aan haaren moedwil inhet aanftoken van fcheuringen en het voortplanten van haat kenbaar is, mengde zich onder de verdeeldheden, welke bij de Befhiurers en het Volk over de Staatsregeling ontftonden; niet alleen wierden de verfchillende denkwijzen over derzelver daarftelling, in het openbaar, verfpreid; maar de kunstgrepen, welke men be* zigde, om het Volk tot zijn voorig wanftaltig Beftuur terug te brengen, waaren meestal vergezeld met grove lasteringen tegen hun, die eene grondwet, gebafeerd op de beginfelen van vrijheid, gelijkheid en ondeelbaarheid, wilden ingevoerd hebben. Ingevolge het io2e Artikel van het Reglement, waarop de Nationaale Vergadering was bijeen gekomen; bepaalende, dat op den vijftienden dag van haare zitting, de Leden tot de Commisfie., welke een plan van Conftitutie moesten ontwerpen, zouden worden benoemd, wierd aan den eisch van dit Artikel op den 15 Maart 1796 voldaan, en de volgende perfoonen, Leden der Vergadering, daartoe aangefteld. Voor Bataafsch Braband, a. j. krieger en p. ter- hoyzen. V"oor Utrecht, j. van maanen adz. en a. j. strik van linschoten. Voor Gelderland, o. w. de rhoer en H. H. VlTRlNGAt Voor Stad en Lande, d. w. hofman en s. trip. Voor Drenthe, c. de vos van steenwijk. Voor Overijsrel, g. w. van marle en w. queyssen. * ^ Vooï  vin VOORREDE. Voor Holland, j. g. luiken, j. couperus, m. h. wit- bols , j. p. farret, p. l. van de kasteele en d. van horbach. Voor Friesland, s. stijl en m. siderius. Wlf r ' j* e' austen en h. rabinel. „21 u Com™lslie op den 29 van April daaraan volgende naare ecrfte fesfie opende, beftaande uit mannen, u zekfr Schnjver zegt, van welken de meesten reeas minne bijzondere denkwijze, bij vroegere gelegenheden, hadden aan den dag gelegd. Wat men van hun Kon verwagten, was toen reeds niet zeer duister, en gat dit vooruitzigt geene gunftige hoop aan de vooritanders van de Eenheid. Niettegenftaande de aandrang van het Fransch Gouvernement, tot eene fpoedige daarftelling der Grondwet, en het verlangen van het Volk, om een eindpaal aan de tusfchen-beftuuren, veelal aan botzingen en verwarringen onderhevig, te zien, bleef de Com°ï nefla?n haaren ^Oeijelijken taak bezig tot op den 20 Uctober, wanneer zij ter Vergadering verllag haarer werkzaamheden deed, en berigtte, dat zij het Ontwerp der Staatsregeling, op den 10 November eerstkomende, aan de Nationaale Vergadering ter deliberatie zoude overleggen. Elk ijverig Vaderlander reikhalsde na dat oogenblik, en aft* ewel aan veelen den inhoud van het ontwerp bekend was, zo was echter het algemeen nieuwsgierig, om te weten op welke beginfelen het Maatfchappijlijk Verdrag gebouwd ware, over het welk zij hunne Hemmen met een beflisfchend ja of neen zonden uitbrengen, ■en ako hun lot en . dat hunner kinderen ftonden te belhsichen. Eindelijk kwam die dag; en voornoemdq Commisfie verfcheen op denzelven, voorafgegaan door haaren Secretaris en Klerk, in de Vergadering; terwijl den Burger- stijl, onder het doen eener fchoone aanfpraak, het ontworpen Plan, liggende in een prachtigen ornflag, met driekleurige linten toegefhïkt, aan den Voorzitter der Vergadering overhandigde. — Hadden de geruchten ' , ver-  Y O O R R E D E. i* yerfpreid, dat het Ontwerp niet gebafeerd was op die beginfelen, welke het Volk wilde, en dat hetzelve van de"reeds gedecreteerde Eenheid was afwijkende, hierin wierd het Volk niet weinig gefterkt, wanneer hetzelve, bij en na de overlevering, uit den mond van verfcheide Volksvertegenwoordigers hoorde, dat het overgegeven Plan, in deszelfs geheel befchouwd, niet gefchikt was, om zulk eene Eenheid daar te {tellen, waardoor vastheid aan het geheel gegeven, de oorzaak der verdeeldheden weggenomen, en de algemeene welvaart bevorderd kon worden. Andere Leden zeiden, dat zij het voor hunne verantwoording niet begeerden te nemen, om zulk een Monfterin hun oog aan het Volk. aan te bieden en fmaaldijk te maaken. Men noemde, het Ontwerp een Monftrueus,, ftuk ; een vergulden keten van flavernij, en de Reprefentant van sonsbeek zeide, dat het een Plan was, zoo zeldzaam, dat bij geene der Regeeringen, van de fchepping der wereld af tot heden tqe, zulk een gedrochtüjk dier zoude zijn te zien geweest. Naauwlijks was dit Ontwerp ter tafel gebragt, ot de geestdriften wierden in de Vergadering warmer gemaakt, naarmaate dat hetzelve zijne tegenftanders of verdedigers vondt. Dezen wilden hetzelve geheel en al verwerpen, genen beijverden zich, om hun geliefd kind verder in de wereld voord te helpen, en niet in de geboorte te laaten fmooren; de raadplegingen over de al of niet aanneming waren onftuimig — onder ander ren riep de Reprefentant van hoqff zijn Mede-lid 3HÖEGER toe: „ Defendeer uw kindje op eene gene„ reufe wijze, de. Natie en de posteriteit zal het be„ oordeelen." — De kalmte zich evenwel weder allengskens in de Vergadering heiftellende, wierd het appel nominal geïnftitueerd, en bij het opmaaken van het fcrutin bleek, dat 66 (temmen voor en 52 tegen het aannemen, als een point van deliberatie^ waren—, en wel als volgt. * a Voor  9 VOORREDE. Voor het aannemen. f'-Mte* Cohvfchate, Tedink van Berkhout, Nieu^ ll/'vi'rf/j Van SteemiJk- ™n Hugmpothm Aart, van ipckevoort Crommelin, van Staphorst, Bran- ff?mi >& ¥%1 van Marle, Verheyen, de f^, tenBergen Schonegevel, Schimmelpenning, de F^n.aatil'fH°fiT-> m*er, ten Cate, Var ga Verhoyfen, Trip, van Horbach, Stotfenberg , C. de Vos van Steenmjk, de Crane, Hartog, dl Leeuw , Jordens, Verfler- van lieerde, Bacotfhbli, S oflL^&^t mi de' B^ch, van Eek, Ufiwp np Qtteysfrn, Strick van Linfchoten, Sijpkens, 1bTt> Y!lk^j0dlaar^ &** "* Hadelsveld, Auftn Verhees,.ÜEspinasfe, Farret, de la Court, van tenZ gC Krk$Sr> Bo^ penaar, Couperussen Havermans. ' ' ' Voor het verwerpen. Hubert van Betoia, Vonck , Aufmorth, Haln, Ponm wrMeerdervoort^nel, Schermer, Pertat deWü Fkh van de Kafieek Vrede, Blok, R^lfEvers', Myer, Breekpot Jan/en, Gorter, Bosch, Aanink, Guljé, van Leeuwen KoMe van Hoof, Wildrik, Nnhout van trm TfÓfrteh m Ha«rMe, Gevers, van Kj f' 7'T' f^ols^an der Zoo, van Langen, *T*f!' *? Bennekom, Reins, Borgrink, Midderich mkngraaf, Halèes Ockhuize», Ploos van Zflt al Maanen, van dtr Voort, Lockhorst, Nolet, van Gulik, en-(/rsjer. ~s.ii■ • ■ ■ ' Vóhdt dit Ontwerp, of men hetzelve ter deliberatie wn!£ifineemen' Ve/le teSenkantingen, niet minder woiftelde men met de voordragt over de wijze van fiemmmg over hetzelve. - De vraag was/of het befliut omtrent de aanneming of verwerping van het Plan door het Volk, bij de meerderheid der Grondvergaderingen of van de burgers in dczelven, moest opgemaakt worden; of dat de ftemming gewestlijk zou gefchieden zoo dat ieder gewest één Item uitbrak dan wel bereekend worden naar de meerderheid der ge,  VOORREDE. xt gehe'ele Bataaffche Natie? Zij, die voord anders van het Fcederalisme waren, waren geneigd tot het Gewestlijke, en wilden dat elke Provintie ééne ftem zoude uitbrengen; dan de partij, wier grondbeginfelen op de Eenheid gevestigd waren, was hier volftrekt tegen, en beweerde, dat, daar de Eenheid in het Volk' beftond, geene verdeeldheid in de wijze van ftemmen konde plaats hebben. — Hier over eikanderen in warmte gebragt hebbende., befliste het appel nominal dit gefchil, en wilde dat de ftemraing gewestlijk zoude gèfchieden. — Zij, die hunne ftemmen mtgebragt hebben voor het Gewestlijke, waren: Verhees, de Lange, Stofenberg, Siderius, de Mist,C. L. van Beima, Zubli, van Lawweerde, Helmich, Man Staphorst, Qtieysfen, van Ek, Jordens-, Trip, Greve, Koek', ten Cate, Reyns, van der Wijk, SchonegevelSacot, Havermans; Ver fier, ten Bergen, Hubert, Aufmorth, Auften, Bikker, Teding van Berkhout, Tonkens, van HeiIcnberg, van Lilaar, van Marle, van Gulik, van-Hamelsveld, Colmfhats, C. de Vos van Steemvijk, FM, Hulshof, Wildrik, van Hoorn, Guljó, Krieger, Gorter, Sijpkens, de la Court, van Cajïrop,-. Verheyen, Bosveld, E, M. van Beima,.en de Rhoer. Doch de anders ftemmende Leden, waren: Kuiken, van der Voort, Koene, Qckhuizen, Couperus, van Lange, Ploos van Am ft el, Halm, Visjèr, van Haarfolte, de Kempenaar, Rabincl, Gevers, Vrede, Pompe \;an Meer dervoort, .Halbes, Proot, .Branger, Aan in k , Boellaard, Evers, van Bennekom, van Leeuwen, Pertat, ÏVitbols, de Leeuw, Schermer, Borgrink, Blok, Strik, van Linfchoten, Lr and, Vonk, Meyer, en van. Hoof. ■ Weidende dien dag nog gedecreteerd, dat er geen overftemming zoude plaats hebben, en dat de opneming van ftemmen over de individueele Leden moest worden gedaan. Na dat men vijftien maanden, zoo met het ontwerpen als met de raadplegingen over het genoemde Plan yan Conftitutie, hadt werkzaam geweest, naderde het tijd-  xh VOORREDE. tijdftip, waarin het befluit viel, om hetzelve alzoo door mlTr „Zs 7'a«erd en verbeterd 0ntwerP aa" den.een om het Ontwerp J2ÏÏT • T' en den andercn om hetzelve af te ™Wn mi"der Wai'e" de woeMngen onder de menigte der Burgers, ioen men aan hun het Plan ter beflis- 3g on- £" dfdt Zich ee» zwem, van Schri veis op, hier en elders ftrooide men gefchriften uit, en men verzuimde geen tijd, noeh men befpaarSe geene moeite om het Ontwerp goed- en ook af te doen keu^°Tme/u Ce5ien fo«l™zoekers, die de minkun. eigen, omti end het Plan van Conftitutie misleidden. jg*Uu van den 8 Augustus naderde intusfehen, terwijl, de wederzijdfche pogingen tot in de grondvergaderingen, waarin het Volk ter (lemming opkwam, voortgezet.wierden, tot dat eindelijk het Plan met ene grote Qverijsfcl . | "547- * 73- 374- Groningen 8 «™ 35l " I0381, 3157, woningen . . «. 339. 3 ga< 6 friesland . . n. QI/t o'- ^ C*5 StT. ; g m 2& '2°f: 2F . . 6. 109. 4210. 346o. 7 zeker boekjèn, getiteld, de Staatsregeling in eëne Alphabetifche orde gebrast door c. van foreest; waarom ik tot wegneming van alle verdenkingen, als of ik den Burger van foreest gevolgd hadde, mij verpligt vinde te berichten, dat zulks geheel en al onmooglijk ware, alzoo ik reeds even na mijn ontflag uit het arrest, waarin men mij tusfchen bajonetten op den 12 Junij 1798 had gebragt, aan dit Werk begonnen ben, en hetzelve even in het begin van het jaar 1799 voltooid heb. Eenige verhinderingen hebben de vroegere uitgave belet; doch hierdoor is het nu toegekomen, dat ik nog eenige Articulen van Wetten, Beiluiten enz., na dien tijd genomen, m dit Werk heb kunnen tusfchenvoegen. — Dit zij genoeg ter overtuiging, wenfchende ik voords een ieder mijner Landgenooten rust en heil, en dat hij nimmer uit zijne welvaart mag gedreven worden, maar beftendig daar m zijn ongeftoord genoegen vinden. BE-  BEREDENEERT CONSTITUTIONEEL WOORD EN B O E „ Het Bataafsche Volk geeft dit heiligst Pand zijner aangenomcne Grond/lellin„ gen van het Maatfchnppijliik verdrag ter bewaaring over aait de getrouiv„ htid der vertegenwoordigende hoogjle Magt, van het uitvoerend Bewind^ » van de Rechters, en van alle Bewindslieden; voords aan de- waakzaamheid „ der Huisvaders en Moeders, aan de verlichting der jonge Burgers, aan de ,, deugd der Burgeressen en aan den moed van alle Bataaffche Ingezeten „ nen : willende den zeiven bejtendiglijit Jmlbtn herinnerd, ddt van de rechte ,, waardeering hunner Vrijheid, en van de verftandige en eerlijke uitoeffe„ ning hunner afzonderliike en algemeene Rechten en Plichten, voornadm„ lijk , afhangt de duurzaamheid, het behoud en geluk van het Vaderland, ■ n meene belangen des Volks betreft. Zie verder Requesten. ADJUNCT REVISEURS, zie Reviseurs. ADMINISTRATIE OVER. DE MIDDELEN TE WATER, 2ie Inkomende en uitbande Rechten. ADMINISTRATIVE LICHAAMEN (de) zullen jaarlijks Voor» flaagen doen van dc huishoudelijke zaken welke onder hun bereik yallen.. Burg. enS'aatk. Grondr. Art. 65. ADMIRAAL. Een groot Beampte, die het geheele gebied over '5 Lands Zeemagt beeft, 2ie- word het niet verleend, AFDANKING, zieree. AFGEKEURD VOORSTEL, zie Voorliet. AFKONDIGING DER WETTFN, zie Wetten. AFKOOP. Daar het, aan de eene zijde, ftrijdig is met de'Buf*' gerhjke Gelijkheid en Vrijheid, dat de eene Burger aan den ander' eenigen dienst bewijst, op het oude Leenftelsel of Leenrecht gegrond, en het ook tegen alle billijkheid aanloopt, dat men van zijn aardgewas , veldvrugten of andere voordbrengfelen van den grond, een tiende gedeelte aan den Thiendheffer opbrengej zoo is het ook, aan den anderen kant, niet meer dan rechtmatigs dat van alle zodanige Rechten of Renten, welke als vrugten van wezenlijken eigendom konnen befchouwd worden , eenen Afkoop gefchiede. Dus wil dc Staatsregeling, dat het Vertegenwoordigend Lichaam, binnen agttien maanden na deszelfs eerste Zitting, den voet en de wijze van Afkoop daar van bepaalen zal. Zij alleen* die, binnen zes maanden na de aanneeming der Staatsregeling, gene opgave deswegens' hebben gedaan, kunnen geene aanfpraak or> vergoeding in geld maaken. De belanghebbenden bij en houders van ASien in de voormaalige Oost Indifche Compagnie zullen insgelijks» door de Natie, bij wijze van Afkoop, fchaadeloos gefield worden* zoo ook die genen, die, door de vereeniging der afzonderlijk» Colonien onder één beftuur, bewijzen hunner wezenlijke benadee» ling kunnen inleverefi. Burg. en Staatk. Grondr. Art. 25. en ASe Man Staatsreg. Art 248 en 25J. AFLOSSING, van Nationale fchuld, zal door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald worden, het geen daartoe een afzonderlijk fonds zal daarftellen. — Bij deze kas zullen gevoegd wordcit de penningen , voordkomende uit de vermindering der Renten 4 20 door vernietiging van de effecten , Sis door verfterving van lijfrenten en afkoop van dertig jaarige en andere tijdelijke Renten. Dit fonds zal gebragt worden onder een afzonderlijk beftuur,, afgefcheiden van alle andere betaalingen. De Commisfarisfen de? Nationale Thcfaurie ontvangen de inkomsten, die tot de aflosfing der Nationale fchuld bijzonderlijk beftemd zijn , en moeten daar van een afzonderlijk boek houden. Alle afgeloste fchuldbrievefi worden verbrand* ASe van Staatsreg. Art-, 306, 207 , en 223 * Litt. G. . J * AFSTERVINGS-RECHT, zie Naasting. AFTREDING. De Gefchiedenis van andere Volken heeft hec r.adeelige "doen zien, wanneer het Beftuur jaaren agter elkanderea in handen van dezelfde perfoonen blijft. Het fchadalijke voor 's Volks oppermagt, dat daar in gelegen zij , is genoegzaam betoogd door de fchokken , bij elke ftaats-omwenteling geleden* Veeltijds is door een langduurig vertrouwen op een en den zelfden fcttfoon, of op één beftuur, eene Voltoegssiing, 20 nies ia de vol* A & (trekt-  9 AFZ, AGE,- ftrektfte willekeur, ten minften in eene zogenoemde Regeering vin Edelen, of aanzienlijke Familien , ontaard. Hieromtrent bepaaling te maaken, is eene wijze voorzorg. Daarom heeft hüK Bataaffche Volk gewild , dat jaarlijks een derde gedeelte (of het geen daar bij het naaste komt) varr het volle getal der Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam zal aftreden en door een gelijk getal .nieuwe Leden vervangen worden. In de eerjle algemeene Vergadering,; heeft het lot bellist, wie het eerjle, tweede en derde jaas zullen-aftreden (*). De orde der tourbeurten is voor de volgende jaaren bepaald. Alle jaaren treed één Lid van- het Uitvoerend Bewind af, de eerfte vier jaaren bij het lot en de overigen naar ou: derdom van dienst. Van het Departementaal Beftuur treden, tel. kens, vari de zeven Leden, de eerfte twee jaaren twee, en het derde jaar de drie overigen af. — Voor de eerfte maal beflist het let en in de andere jaaren geldt de ouderdom van Zitting. De Gemeente-Èeftuuren looten voor de eerfte maal, en vervoigends treed, naar rang van dienst, 's jaai'Hjks een derde gedeelta af. De wijze lioe benevens het getal der Leden van de aftreding, bij deDepartementaale Gerechts* Jioven, is door eene afzonderlijke Wet nader bepaald geworden. — Van de vijf Commisfarisfen der Nationaale Thefaurie zal' jaarlijks isn; en van de zeven der Nationaale Rekening r de eerfte drie jaaren twee, en in het vieide jaar een aftreden. De orde, waarin de aftreding dezer Commisfarisfen zal plaats hebben, is, ten aanzien der eeriten, door het Uitvoerend Bewind, en ten opzigte der tweeden *loor de eerfte Kamer, bij der zeiver aanftelling, bepaald 'geworden. Zie wijders Verkiesbaaren. AUevan Staatsregel. Art. 37, 38, 86, 159, 392, 286. Regiem. Litt. C. Art. 1. Litt. D. Art. 8AFZETTING, zie Opfchortmg. AGENTEN. In eenen bepaalden zin betekend het die geenen , welke middelijke uitvoerders van het Bewind zijn. Zij beftaan, om naar zekere, aan hun gegeven voorfchriften die zaken te beheeren, welke aan hun bijzonderlijk zijn opgedragen. Zo heeft het Uitvoerend Bewind, ter volbrenging zijner werkzaamheden, agt Agenten, ieder tot eene bijzondere,Nationale beheering en uitvoering verordend, als Een der Buitenlandfche Zaken. Een van Marine; Een van Oorlog, Een van Finantie'. Een Van Juftitie. Een van Inwendige Policie en toezigt over den ftaat van" Dijken, Wegen en Waterwerken. Een van Nationaale Opvoeding , waar onder begrepen is de geneeskundige Staatsregeling ; de vorming der Nationaale Zeden; de bevordering van het openbaar Onderwijs en van Konsten en Wetenfchappen. . Een (') Zie de vtfdeiling cJer Sitatffcht Kffuiliik.- bi) Dfukkers dezes te- bekomen , *.»-r»r st« Lij«4er Tourbwrwa n«»»v «sjif i» •-•pg«e«veo,  ALG, ALK, ALL, ALM, AMB. I ^en van Nationaale CEconomie-; zich uitftrekkende tot Koophandel, Zeevaart, Visfcherijen, Fabrieken, Trafieken, Landbouw, en alle andere middelen van -beftaan. Deze Agenten worden op eene InftruÜie, bij het Vertegenwoordigend Lichaam daargefield (*), door het Uitvoerend Bewind, ieder tot zijn bijzonder bedrijf gelastigd. leder der zeiven is verantwoordelijk aan bef. Uitvoerend Bewind, over al het verzuim of nadeel aan den Lande, door zijn wanbeftuur, en wel in zijn bijzonder vak toegébragt. Zj' mogen nimmer onder eikanderen eenen afzonderlijken Raad vormen, maar zijn, bepaaldelijk, ieder aan zijne perfoonlijke werkzaamheden verbonden, ieder Agent benoemt voor zich eenen vasten Secretaris, en j/erdere Bedienden, tot zijne onderfcheidene Bureaux vereischt wordende. Aiïe van Staatsr. Art. 92—00". ALGEMEENE GEWAAPENDE BURGERMAGT, zie Burgerm. ALGEMEENE VERGADERING- van Vertegenwoordigers des Bataaffchen Volks, heeft aile jaaren, en wel op den laatjien Dingsdag der Maand julij van ieder jaar , plaats. Dezelve dient, alleenlijk, tot de verdeeling van het geheele Lichaam in twee Kamers, alswanneer uit het volle' getal van alle de gekozene Leden, dertig tot de tweede, en de overigen tot de eerjle Kamer gekozen worden. Zodra dit gefchied is, vormen zig de beide Kamers gelijktijdig, en geven onderwijl daar van aan elkahderen, en aan het Uitvoerend Bewind kennis. Deze beide Kamers komen anders niet bijéén, dan wanneer het de hooge nood des Vaderlands mogt vorderen. Ook vergaderen zij niet in eene en de zelfde Zaal. Aüe van Staatsr* Art 53 en 54. ALKMAAR is de hoofdplaats van het 58fte District, van 't 5de Departement de 3de Ring in het zelve en de Refidentie van het Departementaal Beftuur yan Texel. ALLIANTIE, of Tractaat van verbintenis tusfchen verfchillende Republieken of Mogendheden aangegaan , is onderfcheiden in eene cffenfive of -aanvallende, en defenjive of verdedigende. Door deze onderlinge verdragen verbinden de contra&anten zig tot zulke overeenkomsten , als zij beiden nodig oordeelen , zie wijders Verbintenis, ALMELO, is de hoofdplaats van het 2ofte District. AMBASSADEUR is een gevolmagtigd perfoon , of eerften Minister van Staat bij andere Volken. Bij de Athenienfers beklommen zij de Stoelen der Redenaaren, en openbaarden hunnen last aan het geheele Volk. Tegenwoordig leggen zij hunnen last aan het Uitvoerend Bewind bloot. Ambasfadeurs van vreemde Mogendheden , hier in deze Republiek verblijvende, zijn in hunne perfoonen of goederen niet arrestabel, zie ook Minister. AMBTEN, of bedieningen, zijn een zoort van verdrag, dat do Maatfchappij met iemand aangaat, waaruit volgt, dat, zo dra dc Ambtenaar zijne pligten volbrengt, en het ambt naar de aan hem gegeven voorfchriften waarneemt, hij daar en tegen de bepaald» be- (*) Deze Inflructitn zijn , in «en b«tmopt ïakforraaat, afzonderlijk te zamen gedïult, en ie uekoinen bij H'. de Hm te Dordrecht, en bij de Uitgevers van dit Wtrlt. A 3  * AMB, AME, AMS. Mopnlng moet genieten, welke geenzints boven-de Verdienffwitel^Trffj™ de ««^eden', moet z"jn Dus moeSi" tn f Bedie™gen niet ftrekken, om iemand boven anS "'.ff hem m te Maatfchappij gelijk ftaande, te verheffen bL venS 3e„^nde,l T ^P^^^Iminder mo ten dié del£TbuZ bov^n rdlge,n °f onwaai-di^n i maar de keus van een andeT i„hun,?J ,nS nee~en- Ged™dedien tijd , lord de bpgev ngdeAmbïnIfTl^' door die Senen' »»■ welken m nfoete,? Öffjff'W.^ A,le onnodiSe Arrend Bewind nodi" Dan alleen> wanneer het Uitroe, men zend het aan v;ItfeeniSen Po« Ambt te vorVoorfiel het geeafsdan hVfl^W°0rd^-d ,Li^ daa>" toe een bepaaling der traLmt. r fluit M/u' bevmd ^an zaken> met da G(i*A i ^ vcoordeeIen- burgerlijke en ftaatkuni, fthBiiLT^^èn^^&IItot het beftu- d« Buitenland. der het beftuurSder We t fndifrn nr •Waaren* eeitijds' on* AMERIKAANSCHE RAAD dj COLONIEN en BEZITTIN flMFR Qi.'nrinT ■' a < Staatsreg. Art. 232—234. AMStK Pn(amN)-is^heu vieLde DePa«ement. hef S'Dep^emèn? t^Sf^"" h?42 t0t $M Dl'fa'ct™ midsjaders cfe Sentïevan het SL*? de 6° Wlfi het ze,v^: Beftuur van den X^/ h" DePa"enientaal Gerechtshof eh AMSTELVEEN, fi de hoofdplaats van het 4Ifte Diftrict APr  APP , ARM. T APPEL, of hooger beroep, gefcbiedt als men zig bij een vonnis bezwaard vindt, en dus tot ene hoogere -Rechtbank vervoegd, om aldaar nader zijne belangen voor tedraagen; het geen trapswijze moet gefchieden , zonder 'tusfchen beiden een Rechter, aan wien het appel moet komen, voorbij te gaan. Bij de Staatsregeling is vastgefield, dat, ij de Departementaal Gerechtshoven, de cwüe zaüea zullen dienen, alleen ingeval van hooger beroep of Appel- ARMEE, of Leger te velde, heeft in tijd van oorlog eenOeneialisfimus, doch in tijd van vrede, niet hooger dan Lieutenant Generaais. De Vertegenwoordigende Magr. der Bataaffche Republie* heett as bepaaling over de fterkte, aanwerving, of atdanking der Armee, Zij kan daar toe vreemde Troepen in dienst nemen , ot ontuaan. Aan het Uitvoerend Bewind is de befchikking overgelaaten; zij bepaalt de bijzondere befteinming en doet jaarlijks aan het vertegenwoordigend Lichaam de voordragt van vermeerdering or aidanking. Het gemelde Bewind heeft ter uitoeffenmg van dat gewigtig vak eenen bijzonderen Agent, zie Agent, ASe van acaafiregel. Art. 50 Litt. D. 109. en 110. ARMEN, behoeftige perfoonen, het zij huiszittende, ot in Armhuizen , uit de bijzondere of algemeene Armenkasfen, tot nog toe bedeeling van brood, klederen, geld en andere nooddruftigheden genietende, worden, geduurende dien tijd, aangemerkt als onbevoegd tot het ftemrecht; en zijn de zodanigen, die, het laatite aj> geloopen half jaar, tot den dag van oproeping der te houdene Grondvergadering, door de geheele Republijk te rekenen, uit as armkasfen bedeeling ontvangen, uit het ftem-regifter genoten, tiec is aan de zorge van den Staat bevolen, om voor deze behoettiger. onderhoud te verfchaffen, zonder aanzien tot welke Sefte of Godsdienstig genootfchap zij behooren. Aüe van Staatsreg Art. 13 F. Burgert, en flaatk. Grondr. Art. 47. en 48. Vergel. met Art. 3. ARMEN BESTUUR, of toevoorzigt over oude, gebreklijke eil onvermogende perfoonen, als mede over ouderlooze kinderen enz» wierd voormaals aangefteld, door deplaatfelijkeRegeering, aan welke dezelve Beftuurers verantwoording fchuldig waaien: wel te verliaan , voor zo verre zij Beftuurers waaien van de zogenoemde H» Geest-Armen, of van die der heerfchende Kerk. Die Kerkgenootfchappen, welken hunne Armen uit derzelver eigen kasfen of privé beurfen onderhielden, waren daar van afgezondert. Dan , zedert de Republiek één en onverdeeld is verklaard, de fchulden en lasten algemeen zijn geworden, en er geene heerfchendo Kerk meer aanweezigis, zijn dien volgends alle Armen — Armen der Natie, en het beftuur over de zelve ondergefchikt aan de Wetgevende Magt; zullende,bij eene Wet, het Armen-beftuur over dB geheele Republiek geregeld worden, door algemeene voorfchriftem cn eenige plaatfelijke befchikkingen, hier bij vereischt wordende. Burg. en flaatk. Grondr Art. 47 e» 48. ARMHUISEN, zijn Gebouwen , waarin de nooddruftigen nua levens-onderhoud, uit de algemeene kasfe, genieten. De inwoonerS of geherbergden daarin, zijn uit het ftem.-re£ister gefloten, zie verder WwWt. A« Aft»'  * ARR, ARS, ART, ASr. j„ jRKHEM ' - de hoofdP]aats van het 3ofte Diftrict, van hee AKKL.S 1LN, dezen zijn tweeërlei, op Goederen en on den Per- eXt fSL?'fte gefchied' ;°m ^rwezen daar uitTvTnden, en het tweede, om zig van den perfoon te verzekeren. Arresten öq SffivtfZ' g6ne rfeientie ten >-\en fan6 Boedel Stifl 5 iaTHinrnnH,7Wg.ereedfc,hap,p,en' kriig^apenen, alimentatie ot jaaihjks onderhoud, jaarlijkfche tractementen óblieatien ten lasten van de Republiek, gelden in de wisfelbank en erfeSn biogen niet gearresteerd worden; - zo ook geene raeTën Sc' SïSÏÏ! of/enfioene« van Zeeofficieren, hooglr dande^elft voor' g a s e0ee;ddziindemaar T ^ l-"^n frekkendïn ISnZ] T^^^c^'^S^''^ de" Rechter niet competent bewezen is S, T7 ProP°neeren, en moet, wanneer die dfe^ de L4'te?H ?PgMTrdena Geen 0Penbaare Aanklaager, of bewSSJi, i ? Ult-°f maS ''emand arresteeren , dan ep bewijzen san gepleegde misdaaden, die lijfftraffeliik ziin • moeten- Ke^^aTwïrrf^'^f^- iFfc di?' ingeVal van «oodzaakmoet biAnPn ^ T, ' bulten..de« Rechter, waaronder hij behoort, wofcen 1 it,eUUIHn' aan ZIjner bev°egden Rechter overgeleverd moe en' bTnn£n ï ^ verzekei;ing gebragt of genomel zijn , moeten, binnen eén dag daar na, kennis ontfangen van de redenen hunner gevangeneeming. Epn Lid of meer Leden de?Va tt genwoordigende Magt,-kunnen, geduurende hnne Z t ï n « ge^efteerd worden , dan overeenkomftig de Wet Doch zo zl begaan,. en in fitgranti deliBo ofop heeter daad, agterhaald worden, alsdan • gefchied op hun nerfoon arrest waar van onverwijld aan het Vertegenwoo.dLTd iffim? word kennis gegeven. Iemand gewaar wordende g dat on ziin perfoon decreet van Apprehenfie verzogt, en bij den Rechte^ va leend is, kan daar van appelleren, zo lang echter nog ™ nogfn" gen gedaan zijn, om hem te vatten, in z^Jg^Fb^^i *UU'iïr&èr2 PTdeen t0t -tflag, ongdaahSat-,S Art■ n e{ 7f' ^ 29' 31 • 32i 34- Mtjm Staastreg. of^S^tïïNm>e„rfhïU{S,?.ufzen zfJn gebou^" h eene Stad zï^gaknen " ^^eer en ammunitie bewaard, JS'^a^ DER. STAATSREGELING Cde), zo dra de a= srar* » SEMENrESHEDe^AAD d6r BEZJTTINGEN en ETABLISQost h ikhlVwïQ lTrVan/C de v°°™aalige geoétroijeerde Vost MUffo Compagme H.er door zijn «Ije de olrooijen, aan' " de  ASS, AUD, BAL, BAN. 9 cis zelve verleend , vernietigd De Raad zal beftaan uit negen Leden door het Uitvoerend Bewind aan te ftellen, aan wien de zelve ondergefchikt en verantwoordelijk is. Zij heeft het recht, om perfoonen tot Secretaris, Ontfanger, en Fiskaal aïn het voornoemde Bewind voor te dragen. Deze Raad zal, ten opzichte van het vervoeren van allerlei goederen naar de Oost-Indien , die niet aan handeldrijvende Ingezetenen zijn afgedaan, als mede ten aanzien van deft aanbreng en voordbrengiëlen van den grond aldaar, herwaards, het aanvoeren van Thee uit het Rijk van China daar onder begreepen, bij voorraad, handelen volgens den inhoud van het Iaatfte Oftrooij, aan het Commité tot de zaken van den Oost-Indifchen Handel en Bezittingen verleend, tot tijd en wijlen dat door het Uitvoerend Bewind, op voorftel van den gemelden Raad, aan het Vertegenwoordigend Lichaam een nieuw Charter aangeboden en door het Iaatfte bekragtigd zal zjjn. AUe van Staatsreg. 'Art. 232.—:~234. 237. en 244. ASSEN, is de hoofdplaats van het 15de Diftrict en van de 2de Ring in het 2de Departement. AUDITEUR, is een publiek perfoon, die in guarnifoens- hooger of lagere krijgsraaden, het Ambt van Fiscus reprefenteert: en alzo tegen Militaire misdadigers Eisch doet. Het gemaakte Reglement van Krijgstugt en de Wet, dato i6junij 1799, heeft deszelfs werkzaamheden bepaald. Aüe van Staatsreg. Art. 299. BaLK, is de hoofdplaats van het 6de Diftrict. BAN of BANNEN, is aan iemand, dooreen rechterlijk VonnU," het geheele Land of een bijzonder gedeelte van dien te ontzeggen, om daar in, voor eenen tijd, of wel ten eeuwigen dage, niet te moge» terug komen. Niemand vermag eenen gebannenen kwetzen of dooden; ook wordt hij, door den Ban, niet geacht, vervallen te aijn van alle burgerlijke handelingen. Iemand' gebannen zijnde, kan aan het Vertegenwoordigend Lichaam brieven van Rappel van Ban (bij Requeste op een Zegel van zestien guldens gefchreven ) verzoeken, om weder in den Lande, of de plaatfe zijner woning te rug te mogen keeren, zie Gratie. BANKBREUKIGE of BANKROETIER , is een Perfoon , die vóorwëtens meer geld verteert, dan 'zijne inkomfteri b,édraagen , of door brand , fchipbreuk of andere ramfpoeden in het onvermogen geraakt om aan zijne Crediteuren het wettig agterwezert te voldoen. Hoe ongelukkig echter iemand, daar ook toe kon\t, ^ordt hij Tiit hoofde van infolventie niet gerekend bevoegd te zijn, öm in ]het ftem - register opggfchreven te'worden. Geduurende dien tijd, dat zijn Boedel doör anderen beftuurd wordt, is hij daar van verftoken; doch wordt weder als ftemgerechtigd Burger aangenomen, A s 1 so- •  W BAR, BAT, BED, BEG, BEK, BEL," zodra hij blijken van Rehabilitatie of Perfoons her/telling eeeft - en aamoonen kan zijne Crediteuren derzelven vo lê abelen het zij geheel of m gedeelten , bij onderling verdrag voldfan ofwel £r^^^* ^ven.gHij dfe^nen 4dlu BEDANKT"^p^UBLIEK, zie Republiek. moeijentis her ecK «w J f ^ ReSeen'"g ^et moet beBurger die de vrSwi overeenkomftlg d* billijkheid , dat ieder genfet 'delasten en Sf',en Senoegens ï* » fa de Maatfchappij draaaen ™, t ^ "fdeejen, daar aan verbonden, moet helpen kén?Tlso^^heThpiS ambtelorofe'het heil des Volks te bewS bur™ Tar tdeLbeftuuf des Lands, met anderen zijner MedewilfSlM h^n^°epenïyarn T- teziJ'n- Tot voorkoming van post, het z i door hër'v«if ^ wanneer iemand in eenen «Wd ^K a ' °f d1001' deszelfs Vertegenwoordigers he Ver lj^fr'h ^wettige redenen , waarover TOiS dia £ »n L!chMm.ultfP'^k doet, bedanken mogtof vfffaÏÏen n?r L 5™^' Z'jn naim'als dan voor den tijd van onbevoegd'zTl verk 1 Üri'^A gS&h™pt Cn hiJ 3,200 die" ti*d S?a^te bewida^n^0rd^n• °m eenigen Post van beftuur °f vijf 1^ Sffife SM^ER»© STfi te BEDIENDEN, zie Bienftbaaren. (A?99™0 PER ^AAT* UITGAVEN, zie L%^. dieBKt1?en4WEPN,en D^d T de eeniSfte voorrangen Van ?n -Am*ffn fBp%ëe,r. b?ven den anderen heeft, ter bekoming Tan iedw ' r ™ K°pabïiék> naar de gefleldheid ^an ledei dei voorraaahge geweften ingericht: De Impost bij voor, beeld  8 E L. tt beeld, die in het voormaalig Holland wierd betaald, was in de an^ dere Gewesten vrij De ongelijkheid van fchattiugen en heffingen was veelal het twistgeding tullchen de oude Provintien. De eeno bragt bijna niets en de andere weder meer dan de helft op. Deze , Üoor deineenfmelting der ftaatsfchulden en belastingen, geene plaatï kunnende hebben, moet zulks door een nieuw geëvenredigd ftelfel vervangen worden, waarbij de belastingen in diervoegen moeter» worden bepaald , dat dezelven overal gelijkvormig zijn aan het betreklijk vermogen der Ingezetenen, op te maaken uit de vergelijking van derzelver bezittingen, inkomften en bekende verteeringen. De nieuwe fchatting moet ftrekken, zoo ter goedmaakin;» des Staastbehoeften in het algemeen, als'in het bijzonder tot het betaalen der jaarlijkfche interesfen en aflosfingen, over de geheela Republiek. Binnen één jaar na de eerfte Zitting van het Vertegenwoordigend Lichaam , moet het Uitvoerend Bewind , op voorgemelde gronden, aan het zelve Lichaam het nieuwe ftelzel voordragen, en zal zulks uiterlijk binnen twee jaaren na de aanneeming der Staatsregeling, in werking móeten zijn; wanneer, als dan, allo voorige belastingen zullen ophouden , voor zoo verre dezelven '„ doorgemaakte bepaalingen, geene voorduuring vorderen. Bij alla nieuwe belastingen, moet het volgende in acht genomen worden. O ) Op de onroerende Goederen op eenen geëvenredigden voet» naar derzelver betreklijke waarde. i) Op Bezittingen, Inkomften, bekende Verteeringen; waarbij zoo veel 'insgelijks gezorgd wordt, aan den eenen kanr» dat ieder zig van zijnen pligtkwijte, en aan de andere zijde» dat nodelooze openbaaringen van iemands bezittingen ea inkomften werden voorgekomen. c) Op confumptive Middelen, die zullen worden geheven vaa dat gedeelte van elks verteering, het geen hij, na genot van het volftrekte nodige, uit zijne inkomften verkiest ta bekostigen. d) Op Levensmiddelen vermag geene belasting gplegd worden. e) Op geene Hoofden, ook zal nimmer zoogenoemd Hoofd* geld plaats hebben. ƒ) Op het Collateraal en klein Zegel zal eene gelijkmaatigo belasting gelegd worden. Deze grondregels hebben, zoo in buitengewoone, als gewoono belastingen plaats, en geene buitengewoone belasting kan gehevea worden, dan wanneer de omftandigheden zulks noodzaak lijk maaken, en alsdan nog niet anders, als bij wijze van Don Gratuitm of bij wijze van Ouotifatie over de betrekkelijke inkomften en verteeringen van alle Burgers. Wanneer het VertegenwoordigepiJ Lichaam oordeelt tc moeten overgaan, tot het zoeken van penningen, bijwijze van eene vrijwillige Negotiatie, bepaalt het den kortst mogelijken termijn van aflosfing, èn eene behoorlijk geëvenredigde belasting, voldoende tot het bekomen der nodige fondfen, zoo tot de betaaling dei inüesfen , als jaarliikfche aflosfing. Deze belas-  J* SEL. ksting zal niet verder mogen geheven tvorden, dan toereikende tot «e jaarlijkfche aflosfing en betaaling der interesfen De belastingen PP deBuitenlandfehe Bezittingen, welke tot heden plaats hehbln, zuüen door een nieuw Conftitutioneel Charter vernietigd worden tiet vastftellen der gewoone en buitengewoone belastingen is aan het Vertegenwoordigend Lichaam bij uitfluiting opgedraagen . imds zulks doende naar het voorfchrift der Staatsregeling. Het Ukvoerend Bewind moet nauwkeurig acht geven, dat dezelven overal behoorlijk ingevorderd en in de Nationaale Kas geftort worden, fr, pXVV01'SC' du ^ DePa»ementaale Beftuuren toezien, dat, , DePaitenient > de invordering der belastingen richtig en Z"pf.nnfrdanJren, 8efchiede- Wanneer die Beftuure^n het misbruik ren ^ Jlngheil 7°t het vei'zuim omtrent delven bemerken, moeten zij aan het Uitvoerend Bewind daar van kennis geven. Daar nu de Departementaal verdeeling is daargefteld, deBeftmilfLlj delven gekozen zijn, en de oude belastingen tot d Uocn in geval het Vertegenwoordigend Lichaam verklaard, dat'er re- ^eS?Bd^wotd!•!;ofte, mV Ccpic 4991 fa« Ui m bcM*Kw«t  $ES, BEV.' \i redenen van befchuldiging zijn, word de befchuldigde v<5<5r het hosg Nationaal Gerechts - Hof .te recht gefteld. Alle de Raadspleging ia ie beide Kamers,- over de befchuldiging tegens één of meer Leden , gefchied in een generaal Commité, en wordt het befluit bij geheimo fiemming opgemaakt. Iemand, door den Openbaaren Aanklaager befchuldigd wordende^ verliest daar door het Ambt niet, dat hij bekleed; maar hier toe wordt een bijzonder vonnis vereischt. Burgert, en flaatk. Groni, Art. 29. Act. van Staatsreg. Art. 71, 81, 82. BESLUITEN, het ontwerpen en voorftellen van dezelve behoort alleenlijk tot de eerfte Kamer, en het al of niet bekragtigen aan de tweede. Indien boven dezelven door de eerfte Kamer de verklaaring van onverwijlde noodzaaklijk geplaatst is, raadpleegt de tweede Kamer terftond over de verklaaring, doch boven dezelven niet uitgedrukt ftaande, zijn dezelven aan drie lezingen onderworpen. De Befluiten hebben geen kragt van Wet, dan waar toa in acht genomen is, het geen de Staatsregeling voorfchrijft. In de Vertegenwoordigende Vergadering , als Wetgevers mogen geea Befluiten, die een Wet zullen vormen, genomen worden dan volgends het Reglement Litt. B. omfchreven, de eerfte Kamer voorgefteld, en bij de tweede bekragtigd. Zie Raadpleging (form van). Zo dra nu de tweede Kamer het Befluit der eerfte bekragtigd, word het relve als eene Wet, na gedaane Regiftratie, onverwijld aan het Uitvoerend Bewind toegezonden, en te gelijker tijdeen affcbrift aan de eerfte Kamer bezorgd. Geene Befluiten worden als behoorlijk opgemaakt aangemerkt, wanneer geene volftrekte meerderheid der Leden in de Vergadering tegenwoordig zij. Alle de Befluiten overeenkomftig met de burgerlijke en ftaatkundige Grondregelen en de daarop gebouwde Staatsregeling hebben kragt van Wet. Bij het Uitvoerend Bewind worden geene Befluiten genomen, alt ïn gewoone of buitengewoone Vergaderingen, waar toe het blijkt, dat de Leden geroepen zijn, en moeten ten minften drie in getal prefent wezen. Alle Befluiten, bij een Gemeente Beftuur genomen en ftrijdig met de Staatsregeling of Wetten, worden door het Departementaal Beftuur waaronder de Gemeente behoort vernietigd, met kennis geving aan het Uitvoerend Bewind. Burg. et% flaatk. grond Art. Act van Staatsr. Art. 60, 62, 68, 69, 90, i8r, J85, Reglement. Litt. B. Art. 22, 24, en Regiem. Litt. C. Art. 8. BESTUUREN , of Adminiftrative Lichaamen , welke alleen flechts uitvoeren, het geen aan hun ten dien einde gelast wordt> Zie verder Departementaale en Gemeente Beftuuren. BEVELHEBBER, of GENERALISSIMUS, is het hoofd over het geheele Leger, die niemand boven zich heeft, dan het Staatsbewind, het Vertegenwoordigend Lichaam en het Volk. Nimmer moet men het Opperbevelhebberfchap over de Vloot en de Armee in één Perfoon vereenigen, noch ook niet anders begeven, dan in tijden van oorlog. De ondervinding heeft niet alleen in deze verlichte dagen, maar reeds in voorige eeuwen, doen zien , dat een al «e volkomen vertrouwen op iemand nadeclig voor hem is, aan wieu  IS BEV, BEZ. men hèt gegeven wordt, maar ook tegelijk fchadeiijk voor hem; die het overdraagt, alzoo hij, die het ontfangt veel maaien, offchoon zelfs met een goed oogmerk, hetzelve, door zijne z'ucht naar grootheid boven anderen, overtreed, en de gever, door deze zijne goedwilligheid, niet alleen zig zeiven aan den wil onderwerpt van den bezitter, maar daardoor veelal zijn Vaderland zelfs ten prooije Iaat, of aan vernielende fchokken bloot ftelt. Zoo dra flechts de Opperbevelhebber gouddorstig is, kan hij, als Gebieder over de Soldaaten, zeer gemaklijk en .ftrafloos alle daaden van geweld verrichten. Verftandig Waren de voorzorgen van fommige oude Volken, die nimmer dan in tijd van oorlog, eenen Opperbevelhebber aanftelden, en nimmer het bevel over de heirbenden, of legermagt, met dat der zeemagt in één en denzelfden perfoon vereenig. den; maar ieder vak door een bijzonder perfoon deden waarnemen. Het is in deze Republiek eene zeer billijke verordening der Staatsregeling i dat voortaan , het Bevelhebberfchap over de Vloot en Armee, in de eerfte plaats, niet word opgedraagen aan één en den zelfden perfoon , noch nimmer één van "beiden, aan een of meer of aan alle de Leden van het Uitvoerend Bewind, maar dat het zelve, in de tweede plaats, afzonderlijk wordt opgedragen, aan bijzondere Perfoonen en wel aan Officieren in dienst 'der Republiek', en dan nog niet anders, dan in tijd van oorlog, en' dus flechts voor eenen korten tijd, kunnende die last daar toe, zelfs binnen dien tijd worden ingetrokken. De aanftelling gefchied door het Uitvoerend Bewind, op inftructien van het Vertegenwoordigend Lichaam. Atte van Staatsreg. Art. ïn, BEVOORDERING. Zie Landbouw en Koophandel. BEZITTING, is eene daadlijke behouding der zaak, welke wij verkregen hebben door aankoop of erfenisfe, zij mag ons geenzin ts afhandig gemaakt worden, dan met overeenkomst en toeftemming. Bezitting is onderfcheiden in eigendom, vermids men zeer wel bezitter kan zijn van een zaak, zonder dat zij ons nogthands in eigendom toebehoort, of wij de volle magt hebben, om daarover te befchikken. Dus is men wel bezitter van eene erfenis offchoon de eigendom aan anderen toebehoore, en wij flechts vruchtgebruikers zijn. Omtrend alle belastingen, zoo gewoone als buitengewoone, die gelegd worden op Bezittingen, word zo veel mogelijk gezorgd, dat ieder zich van zijnen pligtkwijte, en derzelver nodeJooze openbaarmaakingen vóórgekomen worden. Ingevolge eene Waarschouwing (j) worden onder Bezittingen begrepen. Allerlei huisraaden, in één woord alles wat tot de huishouding, kleeding en dekfel behoort, voords rariteiten en kostb'aarhedens, rijdtuigen; jachten, boeijers, werktuigen en gereedfehappen , paarden, koeijen, fchaapen enz. Aüe van Staatsreg. Art. 220 Litt. B. BEZITTINGEN , (buitenlandsche) zijn de handeldrijvende Etablisfementen, of landbouwende Colonien in de Oost-en IVest Indien, Kust van Guiana enz. welker bloeij en welvaart op het ' nauwst CS) V»u dta Ajeai ma Jiuantic van 12 Jamurii 1799.  BEZ, BLIi BOL,. || 'ffaauwst aan de belangen van het Moederland verbonden zijn. Derzelver form van Beftuur zal op den thans nog plaats hebbenden voet blij veri vo'ortdiiuren , totdat daaromtrent, op voorftel vao. het Uitvoerend bewind , door het Vertegenwoordigend Lichaani zoodanige fchikkingen zullen zijn gemaakt, als zulks, ter bevoordering van het algemeen belang, én tot aanmoediging van derzelves handel en Landbouw, zal oordeelen te beffboren. Deze Bezittingen, voor welkers verdediging, rust en dè verbe» tering van den Koophandel en Landbouw door het Uitvoerend Bewind ^ op voorftel van de Nationaale Raaden, zal worden gezorgd, zullen, aan twee Raaden van Administratie ter beftuuring worden opgedraagen; doch de beheering over alle de Goederen en Bezittingen? der Buitenlandfche Etablislementen en Colonien, midsgadérs der* zei ver inwendig Beftuur, blijft aan het Uitvoerend Bewind, hétwelk echter, in geën géyal, eenigen derzelve bezwaaren, vervreemden of,aan andere Mogendheden kan afftaan. De Wet, daG is, eene nadere verordening van het Vertegenwoordigend Lichaam, zal de wijze, waarop de Republikeinfche Beginzelen in de Bezittingen en Colonien zullen worden ingevoerd, bepaalen , eii de inwendige Staatsinrigting, als mede de wijze van bediening der Policie en Juftitie in dezelven, regelen. Acte van Staastreg. Art. 98. 129, 231, 240, 246 en 250. BEZUINIGING. Het is eene zonneklaare waarheid , dat een. goed Huisvader gehouden is, zijne huishouding door eene welgeplaatfte bezuiniging te beftuuren, en te zorgen , dat zijne inkomften en wiuften behoorlijk hefteed worden, zonder dat daardoor eenig nadeel aan haaren welftand worde toegebragt of, door geene grooter uitgaven , dan zijn Vermogen toèlaat , aanleiding worde gegeven toe verval of armoede. Even zoo is 'sLands Beftuur verpügt tót-, eene verftandige bezuiniging. Daarom moet hetzelve alle onnodige Ambten, die volftrekt nutteloos zijn, affchaffen, en de uitgaaven, die niet noodzaakelijk verèifcht worden, vernietigen, waardoor als'-» dan de Burger, van tijd tot tijd, van drukkende lasten ontheveri wordt. ■—■ De Commisfarisfen der Nationaale Rekening zijn gehouden tot het doen van voordragten wegens nuttige finantieele verbeteringen en bezuinigingen. Dan zoo zeer het Beftuur onnodige Ambten moet affchaffen, is het echter, aan den anderen kant, verpligt». eene belooning aan dé nodige bedieningen te geven, geëvenredigij naar derzelver werkzaamheden. Burgerl. en flaatk. grondr. Art. oj. Acte van Staatsreg. 227. Litt. F. BLIK, KOPER, en TIN WERK. Tot opheldering van Art. 10. der Publicatie van 30 October 1798 dient, dat, onder het verbori, dier goederen, moeten begrepen worden, zoodanige Articulen, welke elders gefabriceerd zijn, daaronder echter niet gerekend koperen, bladen, koperen ketels en bekkens in nessen, midsgadérs blik in bladen, vaatjens of kistjens. Refolut. van den Agent van Finantiè'n van 18 Maart 1799. BOLSWAARD, is de hoofdplaats van den 3den Ring in het ifte Departement. B BOM-  18 *ÖMj BOO, LOR. BOMME-L, rs de hoofdplaats van het 32de Diftrict BOODSCHAPPER VAN STAAT, is een Beampte, die van de eene Kamer naar de andere, van het Uitvoerend Bewind naar hel Vertegenwoordigend Lichaam, en weêrkeerig van het Iaatfte naar het eerfte, berichtenbrieven enz., overbrengt. Iedere Kamer, gelijk mede het Uitvoerend Bewind , heeft dusdanigen Boodfchapper. Om een duidelijker denkbeeld van zijnen post te verkrijgen zal hier niet ongepast volgen , de INSTRUCTIE voorden Boodfchapper van Staat, in bijzonderen dienst der Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks. „ Ast. i. Hij zal moeten zijn ftemgerechtigd Burger, volle 25 jaaren oud." ö „ » 2- Hiï zaI de meefte vlijt en naauwkeurigheid gebruiken, in net overbrengen, aan de Tweede Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam, als ook aan het Uitvoerend Bewind, van zoodanige Depêches als aan hem door, ofte van wegen de Eerfte Kamer zullen behandigd Worden." ,, 3. Hij zal, terftond daarna, van zijne verrichtingen aan den Prefident rapport doen." „ 4. Bij alle gewoone Vergaderingen dezer Kamer, zal dezelve tegenwoordig moeten zijn, en zich laaten vinden op de hem aan te wijzen plaats." „ 5 Hij zal zich bij den Voorzitter zoo menigmaal laaten vinden, en op order van denzelven zoodanige fchriftelïjke of mondelinge boodfehappen, den dienst van den Lande betreffende, met alle naarftigheid en den vereifchten fpoed verrichten', als en zoolang hij zal worden gerequireerd." „ G. Nimmer zal hij in de Vergadering, en bij den Voorzitter, mogen komen, of ecnigzins iet mogen verrichten, tot dezen zijnen post behoorende, dan gekleed in zoodanig gewaad, of voorzien met zoodanig onderfcheids - teeken, als nader zal bepaald worden." „ 7. Tot dezen post zal door deze Kamer worden aangefteld zoodaanig een perfoon, welke reeds is in den dienst van het Vertegenwoordigend Lichaam, op een jaarlijks tractemetit van " ,, 8. Hij zal gehouden zijn, voor de Vergadering dezer Kamer, in handen van haaren Voorzitter, af te leggen de belofte. — (Zie gelofte E.)" BOE.GTOGT, of, eene verzekering ten behoeven van eenen anderen, wiens goederen men beftuurt of aan wien men eenige gelden féhuldig is. Dezelve is tweeërlei, reëeie en perfooneele. De eerfte'heeft plaats, wanneer men voor den Borgtogt zijne effecten of andere eigendommen in handen geeft; de tweede gefchied door een derde perfoon. die den Borgtogt teekend, onder belofte', van de fehifld te zullen voldoen, wanneer de fehuldige in gebreke mogt blijven om te be'taalen. Deze Iaatfte gefchied eenvoudiglijk, om den- afffand van die voorrechten, welken daaraan anderzins vcrbofldeïi zijn. De fiorgtogten BHttreh , zoolang de 'principaale Ssmuóenaar, of de Administrateur, de goederen beheert, of aan het  BOS, BRE, BRT, BÜL fï .het onderling' gemaakt verdrag niet heeft voldaan; ten ware 'er enen tijd bepaald zij. — De Commisfarisfen der Nationaale Treforie, de Nationaale Ontfangers, en verdere tinancieele Beambten, moeten» bij het aanvaarden hunner bediening, eenen Borgtogt, geèvenredjgd aan derzelver gewigt, ten behoeve van den Lande ftellen, welkö óm de drie jaaren moet vernieuwd worden. — Leden van het Uitvoerend Bewind mogen geene' bergers ten hunnen behoeve zijn. —■ Zie verder Renunciatiën > £ƒ Acte tan Staatsr. Art. 222. Reglemt. Litt. D. Art. 13, BOSCH (den), is de hoofdplaats vari het 7de Departement# van den iften Ring in hetzelve, en van het Softe Diftrict. BREDA, is de hoofdplaats van den sdenRing, in het 8fte Departement, en van het 8sfte Diftrict. BR1ELLE, is de hoofdplaats van den 7den Ring, in het 8fteDepartement, en van het 76fte Diftrict. BRITSCHE GOEDEREN. Het Vertegenwoordigend LichaaffiV heeft verordent, dat, nu Voortaan, geenen doorvoer zal plaats hebben van alle Britfche Goederen, in alle derzelver uitgeftrekheid, zo al? die bij Publicatie van het Uitvoerend Bewind van 23 Ofto-' ber 1798 breeder worden omfchreven ( zie Invoer) , en wel bijzonderlijk de zoodanigen, dié, fchoon in andere Landen gemaakt of vervaardigd , voor Britfche gehouden worden, en met naamen vervat zijn in de Lijst, bij voornoemde Publicatie gevoegd: de laatftert echter alleen in zoo verre die uit Zee zouden mogen worden aan-i gebragt. Langs de Rivieren te Lande ter doorvoer inkomende, zullen dezelven moeten zijn voorzien van een behoorlijk Certificaat der Regering van die plaats, alwaar dezelven zijn in- of afgelasden, houdende, dat zoodanige Goederen niet zijn van Britfchen 001fprong of afkomst, en dat de Af- of Inlaader daar van aan gemelde Regering bij folemneelen Eede, of ander legaal bewijs-, heeft doen blijken , zie Tranfito. Publicatie van het Uitvoerend Bevind van I Maart 1799. BUITENLANDSCHE BEZITTINGEN, zie Bezittingen. BUITENLANDSCHE CORPORATIEN, of Bu..eniandcrs ; Leden van Buitenlandfche Corporatien, tot welkers Lidmaatfcbap het zij onderfcheiding van geboorte, het zij de aflegging van eenige godsdienftige gelofte, vereischt wordt, gelijk mode, perfoonen, die in den eed of in bediening zijn van eenige vreemde Mogendheid , of daarvan penfioenen genieten, zoo als mede de Ambastadeurs, Minifters Plenipotentiarisfen , Confuls enz. worden geenzints tot het ftemrecht in deze Republiek toegelaaten, noch ook de zodanigen, die zich, zonder uitdruk!ijken last of toeftemming van het Bewind', buiten 's Lands iret de woon hebbende begeven, na hunne terugkomst, nog geene twee volle jaaren in deze Republiek hunne vafte woonplaats weder perfoonlijk gehad hebben, nog ook zij, die van buiten 's Lands inkomen, zie Vreemdeling. AFle van Staatsr. Art. ij*. Litt. A. B. C. BUITENLANDSCHE ZAKEN. Tot, de zaken buiten 's Lands en; de betrekkingen tot vreemde Mogendheden, 'reeft het UitvoeB 2 rend  BUR. rend Bewind, ten dienst der Republiek, en ter volbrenging zijne/ gewigtige daartoe belioorende werkzaamheden, eenen Agent, die in ondei handeling is met alle vreemde Ministers en Buitenlandfche hoven , onder oppertoevoorzigt van het zelve Uitvoerend Bewind, zie Agenten. Acte van Staatsr. Art. 02. BURGER, is de verhevenfte tijtel, die men aan een Lid der maatfchappij kan toekomen. Wat den zin betreft van het woord Burger der Maatfchappij,, dezelve is gantfchelijk onderfcheiden van het ftaatkundig zamenftelzel. Niemand wordt thans Burger door geboorte, bezitting, rang of ftahd, maar is het, zonder onderjil I00 dra h'j C^Ss de vereischten hebbende, zie jlembevoegdhetd) zich in het ftemregister laat infehrijven, waardoor hij eene, met zijne andere Medeburgers gelijke aanfpraak op alle do rechten en voordeden der Maatfchappij erlangt. Wanneer iemand nu, in deze betrekking, als Burger, tot de Maatfchappij ftaat, dat is, wanneer hij, volkomen vrij, over zijne goederen, inkomften en de vruchten van zijn vernuft en arbeid,- kan befchikken, en alles doet, wat de rechten van eenen ander niet fchend, dan volbrengt hij ook de plichten , welke deze heilige Wet ten grondilag hebben: >< ïï°e cenen ander niet, het geen gij niet wenfcht dat aan u gefchiede. — Doe aan anderen, ten allen tijde, zoo veel goeds als gij, in gelijke omftandigheden, van hun zoudt wenfehen te ontfangen. " -Ook dan is hij als goed Burger gehouden de plichten te betrachten, die tot elke andere naauwere betrekking behooren, als, tot huisvrouw, tot kinderen , tot naastbeftaanden, tot vrienden enz., en voords in alle opzigten , aan zijne Maatfchappijlijke betrekkingen te voldoen : v/ordende alle deze banden der Maatfchappij verfterkt door de eerbiedige erkentenis van een Albeftuurend Opperwezen, welke de Bataaffche Staatsregeling ten duurften aanbeveeld. Op gelijke wijze is elk Burger verpligt, de wapenen op te va.tten en zich op de Rol der wapenvoerende Burgers te laten opfchrijven, (zie Burgermagt [gewapende]) om , wanneer de nood het vordert, en het Vaderland door vijand-lijkheden bedreigd word, hetzelve bij te ftaan en te helpen verdedigen. Zoo moet hij ook, in geval de Maatfchappij onuerftand noodig heeft, een gedeelte zijner winften of eigendommen aan hetzelve afuaan,en is gehouden, eenen ander die in zijn perfoon, bezittingen, eer, rechten enz. aangevallen wordt, hulp te verkenen : hebbende hij voor zich zelfs de- vrijheid, om al datgene te doen, wat een ander niet benadeelt en alzoo het recht, om veiligheid en befcherming voor zijne perfoon en goederen te vorderen, gelijk mede het vermogen, om zijne en zijner Medeburgeren belangen ten allen tijde voor te draagen, waar hij het geraaden vindt, in de Grondvergaderingen zijne item met anderen uit te brengen, en met dezelven te vergaderen tot onderlinge voorligtinge, ter opwekking van vaderlandsliefde, en ter naamver verbintenis aan dc Staatsregeling. Daar mijn bsftek niet toelaat, om breedvoerig over de pligten van den Burger re handelen, vertrouwende, dat ieder Lid der A-aatmWRÜ Dii 8*1*90 beaeft, welke plichten hij te fcetrachten heef:*  s* e % heeft, om wederkeeri's* de uitvloeijen'e voordeelen te kunnen genieten , zal ik ten Hotte bier alleen bijvoegen, dat ieder Burger de vrij. - beid heeft, om God te dienen naar de overtuiging van zijn hart. • Dat hij zijne gevoelens mag uitten en verfpreiden, op zoodanige wijze, als hij goedvindt , des niet ftrijdig met het oogmerk der "Maatfchappij, en is zelfs, volgens zijnen Eed, aan de Staatsregeling gezworen, verplicht, om, wanneer hij eenige afwijkingen de «elve befpeurt, en 's Lands belangen verwaarloost ziet, dit openlijk te zeggen en aan te wijzen, zelfs al vermoedde hij , dat zijne aanwijzingen vruchteloos zouden zijn ,of dat hij, door zulks te zegr jgen , zich in gevaar van vervolgingen rnogt brengen. Nimmer echter is het hem geoorlofd, tegen zijn Vaderland geweldadig toen te fpannen, of zijne Vertegenwoordigers, zoo min als eenigen zijner Medeburgeren, te 1 afteren. Alle Burgers kunnen , volgens de tvijze, bij de Staatsregeling bepaald, zoodanige fchriftelijke be» zwaaien als zij tegen da wettigheid der verkiezing, of de bevoeg* fieid der gekozenen oordeelen te hebben , binnen drie weken aaHde Commisfie ter beoordeeling der geloofs-brieven inzenden. Ook kunnen zij alle aanklagten, mids fchriftelijk en eigenhandig onderte* kend, tegen hunne Medeburgers, het zij Ambteloozen of Ambte? tiaaren, Geconftitueerde Machten of bezondere Leden van die» doen, zie verder Conftitutioneel Gezelfchap , Drukpers , Godsdienst, Aanklagten, Stem , Stemrecht, Maatfchappij , enz. Staatsregel. a$ fta&tk. Grondr. Art. 4, 7, '8, §, i<5, 18, 19 5 44- e» Regiem. Lj.tt., £. Art. 3. BURGERMAGT (gewapende). Dezelve is in eene Republiek van de eerfte noodzaaklijkheid. Zij is-het bolwerk voor 's Volks op» permagt, de moedige verdedigfter der Vrijheid, en de fehutsvrouwe, onzer onafhanglijkheid. Zij bewaart het Vaderland voor alle vijand, lijke aanvallen van buiten, en befchermt, door haare geregelde wet. king, de veiligheid van ieder Burger naar binnen. Eene wel georganifeerde Burgerwaapening moet niet enkel beftaan , om een ieders huis, have en goed, maar de gewaapende Burger moet ook' in tijd van nood, op het voetfpoor der oude Batten, zyne eigen haardfteden en bedfponds verlaten, om het Vaderland tegen buiten* landfeh geweld te verdedigen. Daar het voeren'der waapenen heeedelfte voorrecht des Burgers, en de gewaapende Burgermagt d© beste waarborg is, voor Vrijheid en onafhanglijkheid, is ieder deelhebbend Lid der Maatfchappij verpligt, de waapenen te draagen,. en zich dus op de Rol zijner Spitsbroederen te doen infehriiven/ en hij, die eigendunkelijk aan dè citatie of oproeping der infehrijving aan de Wet niet voldoet, zich tot den dienst, ter verdedigingder Vrijheid', onttrekt, zonder deswegens wettige redenen te hebben , zal na gedaane waarfchouwing dadelijk en onverwijld in requifitie gefield, en onder de nationaale gefoideerdg Armee geftoken worden (*). Zoo' dat de Staatsregeling hierin voorzien, en dus wijs ijk gezorgd heeft, dat de gewaapende Burgermagt een pndergefchikt L.chaam zij, dat geen gedeelte van dezelve immer inde waapenen moge komen, dan opfchriftelijken last eenerwettige Magt, op zodanige wijze, als door de Wet zal worden uitgedrukt, aILri iZ1J, z_°Todan'g» nimmer mag'raadplegen over (taalkundige zaken! Het Bataaffche Volk wetende, dat het ongeoorlofd is, zijn Vaderland met geweld te dwingen, of door kracht van waapenen te noodzakken, deszelfs Regeeringsform te veranderen, ofichoon daaruit de best mogelijke toeftand volgen zoude, vat nimmer, de waapenen op, dan tot handhaving zijner Vrijheid, ter bewaanng van zijn Grondgebied, en ter verdeediging zijner Bondge- ïfthh eV?e,t* tpï dat^eindc' eene zorgvuldige inrichting Sfeft krijgsmagt boven al ter Zee, als het bolwxrk van den Natio- £„ l°en,Het de m^e onzijdigheid van het Beftuur, ten aanzien der Mogendheden. Het bewaart zoo veel mogelijk den Vrede met alle Volken en komt zijne verbintenisfen met dezelven heiiiglijk na. Het eerbiedigt derzeive Rechten, en wil, dat, in tijd van oorlog de rampen der Menfchheid, bij wederzijdsch verdrag, zoo veel doenlijk verzagt worden. ' „K1 ™erend Bfwind moet, binnen zes Maanden na de aanne>Staatsregeling, aan het Vertegenwoordigend Lichaam de Reglementen voor de gewaapende Burgermagt ter goed of afkeuring r^S^, Cn ™c^. hetzelve die Reglementen goedkeurt , a°a a fUltvoerend Bwi"d dc gewaapende Burgermaft, daarondei de Nationaale f roepen begrepen, organifeeren: gelijk aan het eerfte voldaan is en het Iaatfte thans bewerk! teil igd wordt (*). Bw f $mt\; Grondr- Art. 43-46. Aüe van Staatsreg. Art. 50. Litt. I. en 108. : , BURGERS, zie Burger- BURGERLIJKE RECHTBANKEN , zie Rechtbanken (Mam gerlijiie). , , v BIJZITTERS, zijn de zoodanigen , die met den Vrederechter Ziting houden, om uitfpraak te doen over die gefchiilen, welken aan i\m, door twee of meer oneenige partijen, zijn voorgedragen. De Bijzitters worden door het Volk in deszelfs Grondvergaderingen, voor den tijd van twee jaaren, gekozen. Zodra een Burger met een ander O Reglement voor de gapende Surgermagt van den 7 »;ty 1-99  CAM, CES, CHA, CHIJ, CIC. ander- eenig verfchil heeft over zaken, welke, Volgends de Wet, tot de Vrederechters behooren , kunnen partijen, uit de lij-t der Bijzitters, ieder één, naar hun welgevallen verkiezen, en wordt alzoo door hun, met den Vredeiechter, uitfprsak gedaan. Derzelver verrichtingen zijn in het ontworpen Reglement of Manier van Precedeeren in crimineele en civik zaken, nader omfchrevcn. Geen Vrederechter kan eenige twistende partijen vereenigen , of zaken ia verfchil beflisfen, dan met twee Bijzitters. Me van Staatsr. Art. 26$. tot 270. c CaMPEN, is de hoofdplaats van het 17de Diftrict, fin de tendentie- of vergader-plaats, van het Departementaal Gerechtshof, Departement ouden Tsfel. CESSIE (brieven van) , of boedel afftand was bij de Romeinen niet eerder bekend, voor dat de Wet van Julius Qex Julite) wierdt ingevoerd. De Boedel afftand gefchied ter voorkoming van arrest ten of apprehenfien corporeel, zie Bankbreuken. CHARACTER (nationaal). De Vertegenwoordigende Magf maakt zoodaanige inrichtingen, waardoor hetzelve ten goede gewijzigd en de goede zeden bevorderd worden. Burgerl. en Jtatftk. Grondr. Art. 61. . CHARTER. Aan ieder der Colonien in de Wcst-Indifche Bezit tingen in America,en op de Kust van Guinea, zal een nieuw Charter gegeven worden, Waardoor de tegenwoordige Belastingen zullen komen op te houden: hetzelve moet van dat nut en dienst zijn, dat hetzelve het geluk, de, arbeidzaamheid, en den ijver der Colonisten op alle mogelijke wijzen bevordere en aanmoedige. — Dit Charter, ontworpen door het Uitvoerend Bewind, op voorftel des Amerikaanfphen Raads, zal geen effect hebben, dan na dat hetzelve door het Vertegenwoordigend Lichaam is Bekragtigd. Acle van Staatsr. Art. 251 en 252. CHIJNSEN, onlosbaare 's jaarlijkfche Renten , die iemand behoudt van ontilbaar goed, waarvan hij den eigendom aan een ander overgedaan heeft. Niemand kan gezegd worden Chijnsrecht te bezitten, dan die daarvan door de opdragt kan doen blijken , zie Thiend. CICHOR1E , of Suikerij, is een zeer gezond middel voorde ziekten van de Lever. De Blaaden en Bloemen zijn openende , en temperende, en dus goed, om de verftopping weg te nemen. De Wortel, gebrand en gemaalen zijnde, word hedendaags veel toe de Coffij gebruikt. Zij levert tegenwoordig een merklijk nut aan den Lande; haare teelt en bereiding binnen 's Lands geeft een groot vertier. — Bij een befluit van het Vertegenwoordigend Lich-  Si CIV, COL, COM. aam, volgens Publicatie van het Uitvoerend Bewind van 15 Öc-, tober 1798, is verordend, dat voortaan geene Cichorie van buiten in deze Republiek zal worden ingevoerd, zonder alvoorens te hebben betaald 50 ftuivers van de 100 pond gewigt, of een halve ftuiver van het pond. CIVTLE ZAKEN, zijn Procesfen en Pleitgedingen, welke uit contracten , handelingen en overeënkomften voortkomen. Men kan 'er onder tellen, alle Matrimonieeie questien of'die uit trouwbelofte fpruiten, de fioratie of maagden ontè'ering , disfolutie en feparatie van huwelijk, injuriën, asfurantie, avarijen, provifiën. en gcneralijk alle zaken en verfchillen, welken geen lijf- of dood* ftraffen vorderen. In Civile zakéfi is het recht van partijen om hunne twistgedingen door bemiddeling van door hen zeiven gekozen fcheidsmannen af te doen, onfehendbaar, en derzelver uitfpraak zonder hooger beroep , ten zij partijen zich zulks uitdrukkelijk voorbehouden. Alle civile zaken komen ter eerfte of tweede inftantie ter behandeling aan het Departementaal Gerechtshof, waaronder de twistvoerende partijen woonen, ofwel waar de gedaagden huisvesten, die altoos in rechten door den Eifcher moeten gevolgd worden. Acte van Staatsr. Art. 261 en 269. COLLAIERAAL, is een der voornaamfte takken van het Finantie wezen, waarvan 's jaarlijks enorme fommen in 's Lands Schatkift geftort worden. Op dit Artikel zal door de geheele Republiek als een gevolg der éénheid in lasten, eene algemeene en billijke inrichting en belasting gefchieden. Acte van Staatsr. Art. 210. Litt, F: • COLLECTE, of inzameling van penningen, welke tot den impost betaald -orden. Geene Leden,' zoo van Departementaal of 'Gemeente Beftuuren, als van andere Magten, mogen eenig deel irt Collecten van Nationaale of's Lands Belastingen hebben. Acte van Staatsreg. Art. 154. ' COLONIEN, ter bevordering van Negotie, zijn afgefcheiden van die, waarin overwonnen Volken huisvesten, om in den teugel gehouden te worden. De eerfte foort, of Coloniéh van Koophandel, welken wij in verfcheiden deeleh van AJia, Afrika en Amerika bszitten, houden op één afzonderlijk Beftuur te hebben , en zullen onder ééne beheering wordenge,bragt. Zij, die daardoor benadeelt zijn, worden bij wijze van Afkoop fchaadeloos gefteld. De wijze, waarop aldaar Republiekeinfche beginfelen geregeld zullen worden ingevoerd zal de wet nader bepaalen; de kosten voor het huishoudelijke beftuur zullen door de inwooners zelve daargeffeld en betaald worden. , Zie verder Bezittingen. A&e van Staatsreg. Art. 246 'S53 en 256". GOMMIS NOTULARIS, een beambt Perfoon, volgende op den rang van Secretaris; zoo hebben iedere Kamer en het Uitvoerend Bewind, gel ijk'ook andere Beftuuren, derzelver' Commïs No ularis; dczelvfe moet de,Notulen extenderen, en zorg draagenj dat de daaryit getrokkene én'te verzenden befluiten en •dispofiuen door den "f»Mtew hxpeèheur behoorlijk verzonden worden. ' ' COM,,  CGM. 2§ COMMISSARISSEN. Afzendelingen, of wel waarnemers der zaken. Dezelve zijn verjchilknd en veel in bijzondere gevallen. Zoo heeft het Uitvoerend Bewind buiten zich (behalven de Agenten) nog Commisfarisfen, te weten: Voor elk Departementaal Beftuur eera: voor de gezamentlijke gemeente Beftuuren in één Deparment ten hoogften drie, voor elk der Departementaal Gerechtshoven één. In tijd van'Oorlog worden dezelven benoemd bij de krijgsr jnagt ter zee of te land: het getal en de magt van en aan Commisiarislén naar de buitenlandfche bezittingen en colonien, moet de wet bepaalen. Deze Commisfarisfen ontfangen hunne Inftruftien en last [voor eenen bepaalden tijd) van het Uitvoerend Bewind, aan wien, zij verantwoording fchuldig zijn. Dezelven zijn voornaamlijk beftemd, om de fpoedige en flipte naarkoming der wetten en befluiten te verzekeren, en dat die behoorlijk worden uitgevoerd. Zqa wanneer een Commisfaris bij het Departementaal Gerechtshof ziet,, dat er verzuim of misdrijf door een Rechter of Rechtbank in de uitvoering der wetten of derzelver form begaan wordt, geeft hij daarvan aan het Uitvoerend Bewind kennis. Afte van Staatsreg. Arti i<;<, 254., 281 en 288. COMMISSARISSEN DER NATIONAALE REKENING, zie, Rekening (Nationaale). COMMISSARISSEN DER NATIONAALE TRESOR1E, zi* Treforie (Nationaale). COMMISSIE, anders gezegd eenen last, dien men aan anderen, ter uitvoering opdraagt, of wel om eene zaak te onderzoekeu, en daarvan berigt te doen, midsgadérs daarbij middelen aan de hand te geveh, om de zaak ten goeden te doen richten. Nimmer worden er bij het Vertegenwoordigend Lichaam Commisfien benoemd, om het jezag aan het geheel toevertrouwd, uit te oeffenen — noch ook om" hetzelve in of buiten de Republiek of refidentieplaats te, vertegenwoordigen. Hetzelve woont immer, het zij geheel of door eene Commisfie uit deszelfs midden, eenige openbaare feesten of plegtigheden bij. Geen der beide 'Kamers mogen uit hun midden eenige aanblijvende Commisfie benoemen, maar wel_ eene perfoo■neele tot een voorlopig onderzoek van zaken; deze is ontbonden, Zöödraa op haar rapport een befluit of decreet' is genomen. De wijze van benoeming der Commisfien, en de aart van derzelver werkzaamheden , zijn volgens het reglement van orde der beide Ka-. #iers als volgt. EERSTE KAMER. 1 TWEEDE KAMER. 1. j. „ De Leden der Commisfien, '[ „ De Leden &c. Conform neA die dagelijks over voorvallende vwjlaande." zaaken 1 worden gedecerneerd, zullen door den voorzitter worden voorgeflagen, en wanneer de vergadering in dien voorflag ■ B 5 be«  23 COiV. berust, daartoe worden aangcfteld." 2. „ De Leden der Commisfie Van toeverzigt over de vergaderzaal en de policie derzelve, zullen door de vergadering op dezelfde wijze als den voorzitter worden benoemd." 3. „ Deze Commisfie zal betfaan uit drie Leden dsr vergadering, welke drie maanden zullen blijven , zullende ieder maand, een derzelven afgaan, doch [het der vergadering vrijmaan , den aftredenden weder te benoemen." 4« „Op dezelfde wijze zal worden benoemd eene Commisfie tot de Drukkerij, voor den tijd van drie maanden ; zullende het echter, aan den tijdelijken voorzitter vrijftaan, om na expiratie yan dien tijd, de Leden, welke die Commisfie hebben uitgemaakt , op nieuw voor te ftelJen, en zullen die Leden, wanneer de vergadering in dien voorflag berust, daartoe op nieuw voor den tijd van drie maanden worden aangefteld." „ Voorts zullen de voorzit- I ters zo veel mogelijk zorg dra- I gen, dat de Commisfien zo'gelijkelijk onder de Leden der vergadering worden verdeeld, als den aart der zaaken zai tcelaaten." €. „ De Leden tot een of andere Commisfie benoemd, zullen zich daaraan niet mogen onttrekken; dan om redenen die door de vergadering mogten worden bevonden gegrond te zijn." I^fcraijj * .e. „ De Commisfien zullen altoos uit een ongelijk getal Leden beftaan," ■tv.. : : :,. 3- . 3) De Leden tot eene Commisfie benoemd, zullen zich daaraan niet mogen onttrekken; dan om redenen, die'door de vergadering gegrond bevonden mogten worden." 4- ,, De. Commisfien tot de Drukkerij, en tot het opzigt van de vergaderzaal, zullen beftaan elk uit drie Leden, van welke alle drie maanden tfén zal aftreden, in wiens plaatfe een ander Lid, door den voorzitter, met goedvinden der'vergadering, zal benoemd worden; onder de eerfte Leden zal het lot de rang van aftreding beflisfehen, cn vervolgens de langer tijd van waarneminge dier Commisfien/' „ Wanneer de Leden eener Commisfie onderling verïchillen Over het uit te brengen rapport, zal egter door dezelven altijd maar een rapport mogen worden uitgebragt, pvereenkomftig het gevoelen der meerderheid, en het zal aan de minderheid of eenig lid der Commisfie, als zodanig, niet vrijftaan, om in de vergadering eenige verklaaring tegen het gevoelen der meerderheid, of eenige protestatie, dat |ij of hij tot het arresteren van  COM. »* 3, Wanneer de Leden cener Commisfie onderling verfchillen over het uit te brengen rapport, zal echter door dezelven altijd maar een rapport mogen worden . uitgebragt, overeenkomftig het gevoelen der meerderheid, en 'het zal aan de minderheid, of. eenig Lid der Commisfie, als zodanig, niet vrijftaan, om in de vergadering eene verklaaring tegen het gevoelen der meerderheid, of eenige proteftatie te doen, dat zij of hij tot her arresteren van zodanig rapport niet hebben gecon-urreerd, blijvende echter aan disfentieerende Leden onverlet, om, wanneer het rapport ter deliberatie word gebragt, daarop als Leden der vergadering zodanig te adviferen,als hij , of zij, zal, of zullen vermeenen verpügt te zijn; ingeval de ftemmen mogen ftaaken, en geene conclufiie kon worden opgemaakt, zal de Commisfie, op derzelver verzoek, nog met een Lid worden vermeerderd." Het uit te brengen rapport zal door alle de tegenwoordig zijnde'Leden der Commisfie worden ondertekend, ten blijke dat het-' jselve wettig is gecondudeert. O. Wanneer eenige Commisfie rapport doet, zal zij, te gelijk met het rapport, aan het bureau overgeven de origineele ftukken, die in haare handen zijn gefield gewect; en zal ten dien einde de Secretaris zorge draeen, dat bij het overgeven der papieren , tevens bii'dezelven gevoegd wordt eenen inventaris van alle de overgeleverde ftukken, welke inventaris de Commisfie, bij het uitbrengen van het rapport, te gelijk met de origineele ftukken, wederom aan; den Secretaris zal terug geeven." 10. „ Er zal conform Art. 56 der Staatsregeling &c." ASte van Staatsreg. Art. 63, 97 > 2S4» 230 en 23S. COMMISSIE VAN GELOOFSBRIEVEN , zie Geloofsbrieven. COMMISSIE VAN HERZIENING, zie Herziemng. zodanig rapport niet hebben geconcurreerd , te doen, blijvende het echter aan disfentieerende Leden vrij, om,, wan neer het rapport ter deliberatie wordt gebragt , daarop, als Leden 'der vergadering, zodanig te adviferen, als zij vermeenen zullen vcrpligt te zijn." 6. „ Het uit te brengen rapport, zal door alle de tegenwoordig zijnde Leden der Commisfie worden ondertekend, ten bewijze dat dezelven de deliberatien hebben bijgewoond." 7- „ Wanneer eene Commisfie rapport doet, zal zij, tegelijk met het rapport, aan het bureau overgeven, de origineele ftukken , welke in haare handen gefield zijn geweest, en wel in eenen omflag, waarop die Hukken duidelijk ftaan aangeteekend. op dat de Secretaris terftorid zal kunnen nazien, of allee terug gegeven is."  sa com, conv-cor, cos. c8SSGNfF?nNE^AAL' t Gensraal Committe. CONSTITUTIONELE St^Sfl^:, ««men der Staatsregeling bekend onder verfcheide naarnen j l i ' blJ de Romeinen de hoofden der re^erin-- dnrh rf.> woord betekent hedendaags een Ambtenaar van RemfKènSKo mngen bij andere volkeren, in de kooplieden, Be koophandel" befchermpn moeten, en kennis nemen van alle voorkomèndf<4vil len in dat gewigtig vak. Zie Minister. ooi komende geval- 3en, Hoenderen, JJaazen Banketteiïien ftr n. w 1! ^ ConfumptiveMMd^^ moeten ingericht en geheven worden, van dat gedeeltevarelk< 1' CORPORATIEN, zie Gilden. COSTUM. Het Vertegenwoordigend Lichaam en het llhvo. rend Bewind, bepaalen voor hunne Leden beiCosZnS dragt wanneer dezelven in Funcïie zijn. S.SSSTverS woordigend Lichaam is bit-de Frarifche.en BatSL ,,m2ï?*t merkHjk verfcliilfend, daarnet bij de^HuïS |en pïh'fen oij de aatfre deftisr en ppnvnnHio- ;c i,„a j ^ ■ "»» BI1 rol .dito kaïnifooirb^ ko^lUr^Sickainen ged** Dat van het Uitvoerend Bewind is eenen ?w>,-fpn ,v,i ™J> T eike kransfen langs de boorden ASqK^h^fiï ' feu, eenen driekanten hoed, met witte liggende ee,e^ en eenen fel om he eiiifnUiJei' ondf aan *«^SS*£SC jes, om het jafj wanneer p2n of meer leden van dien, in het ppea '  COU, CRE, CRI. «penbaar in dit Costum verfchijnen, genieten zij van alle de riöslen der gewapende magt, de hoogfte militaire honneurs. De Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, het zij .alleen ot es torps, verfchijnen nimmer met het Costum in het openbaar. • Acte van Staatsr. Art. 45 en ico. [■• ■• . , ._" COUPONS. Dezelven zullen bij de Obhgatien, zoo uit de méénfmelting der fchulden als uit de nieuwe heffingen gefproten, afgegeven, in alle betaalingen aan den.Lande aangenomen, ot, ter keufe der houders, bij de Nationaale Treforie voldaan .worden. Da Collecteurs, Gaarders, -Schatbeurders en in het generaal alle zoodanige perfoonen,' welke met den ontfangst van s Lands lasten aijn gechargeerd, zullen geen .Coupons mogen aanneemen of ontfangen, 't zij fn voldoening van 'sLands lasten of ter verwisfehng, ten zij dezelven door den uitgever in dorfo zijn getekend (*)._ De ingetrokken en geroijeerde Coupons worden door de Trefone m handen van de Rekenkamer gefield, om te verbranden. ABe van Staatsr. Art. 204 en 223. ' _ CREATIE VAN NOTARISSEN, Zie Notansfen. CREDENTIAAL, zie Geloofsbrieven. CRIMINEELE ZAKEN zijn begaane Misdaden, waarop de Wet dood of lijfftraffe bepaalt, zoo als bij voorbeeld , Moord, Brandftichting, Huisbraak, Ledatiën, Dieverij, Oproer, Muiterije, enz. Gevangenen in cas Crimineel moeten alle middelen ter hunner verontfchuldiging gelaaten worden, en de Rechter moet met fubitelijk Iemand van Crimineele misdrijven befchuldigen, noch op bloote -getuigenis van anderen ter dood of ten lijfftraffe veroordeelen ; wijl het gemaklijk is, iemand te befchuldigen en te doen geesfelen, maar onmogelijk om hem in zijne eer te herftellen. Mert verdeelt de crimineele zaken in practijk in ordinaire en extra-ordinaire de eer/len hebben plaats wanneer een gevangene niet overtuigd kan worden, en de Rechter nochthans vermeend bezwaar te hebben, dan wordt hij in een ordinair proces ontvangen, met toevoeging van Praftizijns, zomwijlen wel buiten de gevangenis, doch merendeels uit de hechtenis defenfie doende; het tweede geval js wanneer de gevangene verdoken van alle acces en reces, in da fcefloten boeijens zich moet verdedigen (+). In Crimineele gevallen moeten bij de vonnisfen, ten nadeele der gevangenen geweren , de misdaaden naauwkeurig worden uitgedrukt, op poene van nulliteit- ieder der Departementaal Gerechtshoven vonnist bij uitiluiting óver alle misdaaden in derzelver Departement begaan over wie de wet, het zij infamie of lijfftraffe bepaald Over Crimineele zaken is in ieder Departement een Gerechtshof van vijt letien. Aüe van Staatsr. Art. 262, 279, 280 en 283- r»"l Publicatie van het Uitvoerend Bewind van 05 Juli]' yw- ..,,.,„ Tj> „ ït) K kan hie" ovev in het brede nazien Matthkh. f Cumw^ L f J«g, lal.2. N. 1. Carpzuv. W Cnmm part.3. V*«ïmil Lk'Z mtetm. Lib. 1. top. sf N 10 «». n„w Bokt , TroS. \Vt ClWW»,  30 CUR, CUIJ, DAG, DEC, DEF, DEL, DEP. foon^oSf bef «J&Sff SatSfof 25 ? g£hUWd & v rTveT onnuïf "don InamUr,!'jke °pV°edl'"S' foort, 2ijn Su?ende ^ e" Z,°° ook het A floten. ^?Sr§S-^fe^ het ^mregister geCulJLENBüRG, is 3e hoofdplaats 'van het 34ue Diftrift. D I^AGGELD, zie Tratlemsnien. nKrwT^Ï D,E)^js,het6de Departement. opdieArticuIën Ü ïL7 1 T ge™ WS^SDEPARTEMENTALE iKrmm&r *5£ ra 27ö-2?8. de verttenlgcfe Nederhnden EK Vomm™h beftonden waar i^r^I^SK JftCr*** r§e?™^> »u vernietigd en !S aSS i ^lven was; dezen z'j'n ga, ea. vei vangen door Jgt -Departemen taaie Beftuu- re»  DEP. SI ren of Adminiftrative Lichaamen aan ééne gelijkformige Inftruétie Verbonden; dezelven mogen met eikanderen in geene onderhandeling over de algemeene belangen der Republiek treden; maar Wel over de zaken aan hun toevertrouwd; zij zijn ondergefchikt aan het Uitvoerend Bewind, en gehouden, ieder in zijne betrekking, alle de Wetten en Bevelen, van het gemelde Bewind ontfangcn, te doen afkondigen, aanplakken en ftiptelijk na te komen fcn te doen nakomen. Zij vermogen in geen geval hoegenaamd de uitvoering der Wetten en Befluiten, zoo min als de bevelen der Gerechtshoven, in haar Departement vertragen, fchorsfen of daar tegen ftrijdig handelen. Zij hebben het recht, om voordragten Van nuttige inrichtingen te doen, mids aan het Uitvoerend Bewind. Iedere zes maanden, doen elk derzelven de gehouden Registers van deszelfs handelingen, veertien dagen lang, op eene vertrouwde plaats, opentlijk ter lezing voorleggen. Geen der Leden woond immer eene raadpleging over zijne naastbeftaanden bij , nog mag geen belang hebben in 's Lands Collecten, Pachten, Leverantien en Aannemingen, ten behoeve van de Republiek of een gedeelte derzelve , nog mag eenige ordonnantiën, aftien of crediten ten haren lastekoopen. Ieder Departementaal Beftuur heeft7 Leden, boven de 25 jaaren oud, en zedert de Iaatfte 6 jaaren in dat Departement gewoond hebbende waar zij verkoozen worden. Een gekozen Burger voor een zodanig Beftuur zend deszelfs geloofs-brief aan dat Departement waarin hij verkoozen is, welk Beftuur den geloofsbrief kan.af keuren en den gekozenen zijn ontflag ver leen en , doch geeft daarvan ten fpoedigften kennis aan het Uitvoerend Bewind. Ieder Departementaal Beftuur ontfangt van zijne Ingezetenen, als mede van cle verfchillende Gemeente Beftuuren, zoodanige individueele addresfen, als aan hetzelve ter verzorging werden toegezonden , en verzendt die ten fpoedigften aan het Vertegenwoordigend Lichaam of Uitvoerend Bewind, omme daarop te disponeeren; het ontfangt die met het daarop gevallen befluit terug, en zendt dezelven zonder verwijl 'aan hem, die het afgezonden heeft , kosteloos terug. Zij hebben het toeverzicht over de goede orde en policie ieder in deszelfs Departement. De huishoudelijke departementaale kosten worden voor ieder Departement jaarlijks door het Uitvoerend Bewind vastgefteld, ten dien einde zenden zij alle jaaren in het begin van September eene fpecifïque bègrooting voor het volgende jaar, bij welke begrooting gevoegd word, eene vcrandwoording der lommen in het afgeloopen jaar aan hetzelve toegeftran. Zo de huishoudelijke kosten voor elk Departement niec toereikend zijn, doen zij daarvan eene begrooting, met voordragt aan het Uitvoerend Bewind. Zij zien toe, dat de invordering der nationaale belastingen rigtig en zonder knevelarij gefchiede, en geven van het misbruik aan het gezegde Bewind kennis. Zij ontvangen van de gemeente befttiüren, in hun Departement, memorien van ontfang en uitgave, voor rekening der Republiek, en verzenden die aan het genoemde Bewind; zij vernietigen de beflüifén der gemeente beftuuren of andere ondergefchikte collegien', dis  DEP, DER, DEU, DEV, DIA, DIE. die ftrijdig met de Staatsregeling of de algemeene beginfelen ziia Zo wanneer de leden van een gemeente beftuur, in de waarneming van hunnen post, de openbaare veiligheid in gevaar zouden brengen, worden dezelven met kennisgeving aan het Uitvoerend: Bewind, door deDepartementaale Beftuuren opgefchorst. — Zij nemen ook kennis van alle gefchil'en die tusfchen onderfcheide gemeente beftuuien of andereondergefchikte col legién mogten ontftaan, en vereffenen dezelven, na verhoor van klaaten, onverminderd ieders recht, om zijne grieven en bezwaaren bij het Vertegenwoordigend Lichaam, bij het Uitvoerend Bewind of voor het Gerechtshof daaromtrent bevoegd, naar gelang van zaken, te brengen. Gene' leden van het Departementaal Beftuur, kunnen door het Uitvoerend Bewind ter verandwoording opgeroepen worden. — Zo kunnen de leden van een Gemeente Beftuur voor het Departementaal Beftuur .niet opgeroepen worden ter verandwoording. Het getal der Schouten Crimineel en Dienaars, in ieder Departement benodigd, worden door de beftuuren benoemd. Acte van Staatsreg. Art. 12" 247—156, 166, iö7, 170—184, 189, 198 en 278. DEPARTEMENTAAL GERECHTSHOF, zie Gerechtshof {De partementaal). J DERDE LEZING, zie Lezing. DEUGD, zie Bekwaamheden. DEUTICHEM, is de hoofdplaats van 26fte Diftrict. DL VEN I ER, is de hoofdplaats van den 7den Ring in het 2de Departement en van het23fte Diftricl, DIACONIE-HUIS, of verblijf voor Arme, oude en zieke mentenen, welke aldaar uit aalmoesfen , liefde giften of onderftand gelden , worden onderhouden , zie Weeshuis DIENAARS DER JUSTITIE, zijn, in onderfcheiding van andere dienst-doenden, alleen bepaald, om de Juftitie varï dienst en «ut te zijn, en worden gebruikt, om perfoonen te helpen arresteren, dieven te vangen en te geleiden. Alhoewel het vooroordeel deze perfoonen verachtelijk befchouwt, zijn dezelven echter nuttige wezens, en de verlichting leert, dat ieder in zijne betrekking, mensch. zijnde, nimmer kan gezegt worden verfoeijelijk te wezen zoo lan<* hij openbaare en geoorloofde bedieningen bekleedt. Dezelven zullen voortaan, voor iedere Gemeente op ene inftructle van het Uitvoerend Bewind, door de Departementaale Beftuuren benoemd worden. Acte van Staatsreg. Art. 278, DIENSTBAAREN wierden bij de Romeinen Slaven genoemd, om dat zij in lijfeigenfehap aan den Heer behoorden; doch daar wij den mensch Vrij en niet als flaaf kennen, zijn het bij ons Knechts, Koetziers, Meiden &c, welke, voor derzelver dienst, die zij doen, kost en loon ontfangen. Alle lijf- en huisbedienden, die tot den perfoonhjken dienst behooren, en inwoonen bij hun, welken zij dienen , zijn bij de Staatsregeling wel uit het Stemregister gefloten , doch met uit de gewapende Burgerwagt. Door deze uitbuiting moet niet verftaan worden, dat zij te gelijker tijd ophouden in de tiiaatfehappij te zijn. Zj' blijven daarpm onderworpen aan" de ftraffen bij  TjIP, dis, doe, dok, dom, don, doo. 3$ tij de wet bepaald, en genieten met anderen gelijke rechten. Want" de dienstbaarheid geeft aan hem, die gediend wordt, geen recht toe overheerfching der dienften. Onder de bovengemelde uitfluiting worden niét begrepen, zoodanige dienstdoenden, welke bij Bierbrouwers, in Branderijen, bij Bicekers, Landbouwers of in anders Fabrieken en Trafieken, gelijk ook bij Handwerk en Neringdoende lieden van dienst zijn. Atle van Staatsreg. Art. 13 Litt. D. DIPLOMATIEKE VERRIGTINGEN, zijn bij uitfluiting aar* het Uitvoerend Bewind opgedragen. Atle van Staatsreg. Art. I37i DISTRICT, of een gedeeltelijke omtrek van het geheel. De Bataaffche Republiek heeft 94 Diftricten, ieder uit bijna 20,000 zielen beftaande; 'een DiftricT; geeft één Lid tot het Vertegenwoordigend Lichaam, wordende door Kiezers in de Diftrifts-vergadering gekozen ; ieder jaar komt een derde deel derzelven bijéén, om eene nieuwe veikiefing voor de afgetredene Leden te doen; Vier naast den anderen gelegen Diftricten kiezen één Lid, en éénen Plaatsvervanger tot de commisfie van Herziening der Staatsregeling. Aclt van Staatsr. Art. 6, 18 en 17 Regiem. Litt. E. Art. 2. DISTRICTS-VERGADERING. In dezelve komen de kiezers bijéén, om den last aan hun door de ftemgérechtigden in hunne grondvergaderingen gegeven, aldaar uittevoeren. Zoo, als bij voorbeeld , tot het verkiezen van Leden voor het Vertegenwoordigend Lichaam, komen uit 40 grondvergaderingen, een gelijk getal kiezers bij den anderen , en kiezen uit de door den prefent ln den grondvergadering verkoofen perfoonen, éénen Plaatsvervanger tot dat zelfde Lichaam (Zie Verkiezing). Zodra de werkzaamheden in de? Diftricts-vergadering zijn afgelopen, gaan de kiezers onverwijld uic een. Atle van Staatsr. Art. 18 en 29. DOESBURG, is de hoofdplaats van den fjden Ring in het 3dö Departement , en van het 2711e Diftrift. DOKKUM, is de hoofdplaats van den iften Ring in het ifte Departement, en van het ifte DiftricT;. . DOMMEL (de hivier de) , gelegen in het voormalig Bataafsch Braband, moet bevaarbaar gemaakt worden van den Bosch tot Eind* hoven, zie Landbbuw. Addit. Artik. Art. 8. DOMMEL (van de) , is het 7de Departement. DONGRATUIT, of vrijwillige Gifte, gefchiedt, wanneer neê Land eene geldheffihg doets zonder daarvoor intresfen te betaalen of het capitaal terug te geven; dezelve kan noch mag niet gevorderd worden; dan in de uiterfte noodzaaklijkheid, en wel, indien de omftandigheden der Republiek eene meer dan buitenwone uitgave vereisfchen, en dus in die oogenbtikken, waarin alle andere middelen tot bekoming van penningen, geenen genoegzaamen voorraad kunnen opleveren; en wanneer eene heffing als Dongratuit gefchiedt, moet dezelve gevorderd worden bij wijze van Quotifatie, over alle de inkomften en verteeringen van de Ingezeténen dei; Bataaffche Republiek. AUe van Staatsr. Art. 209. DOORTOCHT, of pasfagie van gewaapende manfchappen over het grondgebied van den Staat, kan niet gefchiedgn, dan met toèC & Ham-  3* DOO, DOR, DRI, DRU. ftemming van de hoogfte magt. Het Uitvoerend Bewind verdunt geen verblijf noch permitteert doortocht aan vreemde troupes op of over dit grondgebied, noch laat eenige vreemde zeemagt of ee* Wapende' fchepen in de havens toe, dan met bewilliging van het Vertegenwoordigend Lichaam 't welk daartoe uitfluitender wijze het recht heeft. Atle van Staatsr. Art. 5 Litt. E. en 110 DOORVOER, zie Voortbrengselen. DORDRECHT, is de hoofdplaats van den 6den Ring in het 8fte Departement), en van het 77fte Diftrict. DRIE LEZINGEN, zie Lezingen. DRIETAL-. Zo er geen drie perfoonen door meer dan eene grondvergadering benoemd zijn, worden uit de andere benoemde perfoonen, bij bnefjens, een of twee tot het Drietal, bij eene betrekkelijke meerderheid van ftemming benoemd. Zo iemand der voorgedragenen door meer dan ééne grondvergadering ware benoemd wordt uit alle de benoemde perfoonen een Drietal op dezelfde wijze daargefteld. Uit het gemaakte Drietal wordt het Lid der Wetgevende vergadering gekozen. Deze wijze van benoeming moet in de Ringsvergaderingen ook in acht genomen worden. (*) Regiem. Litt. A. Art. 30, 31 e» 32. DRUKPERS (de;, is een van de onmisbaare noodzaaklijkheden waarom men dezelve voor zoo heilig houdt, dat zij, onfchendbaar Zijnd», nimmer aan banden kan gelegd, noch door ketenen gekluistert worden.— Zij is het bolwerk des maatfchappijlijken geluks, de waarborg voor 's Volks oppermagt, en de oogenligfter, om de ondernemingen der Demagoogen te kennen, en de beraadflaagingen der Ariftocraaten te ontwikkelen, zij leert het Volk zijne waarde tonnen — doet het gevoelen Vrij gebooren te zijn — ontwaard te hoogerc beftemming van den mensch. — Ja! zij geeft de regelen aan, om als een eerlijk Burger in de maatfchappij te leven, en is de leidraad, om eikanderen de nodige onderrigting en voorlichting te geven. Het is eene ontegenzeggelijke waarheid, dat, in deze Republiek, het aan ieder ingezeten vrijftaat, niet alleen over ftaats-zaken te fchrijven, en zijne gedagten daaromtrent door de Drukpers mede tedeete», maar zelfs, om de verkeerde handelingen of gebreken van hooge en mindere Beftuuren, of leden van dien, welke tot inbreuk op 's Volks rechten ftrekken, ter goeder trouwe te mogen openbairen, en voor het oog der Natie, aan den dag te brengen. Dit is,, ten allen tijde, door verfcheidene fchrijvers opentlijk betoogd; niet alleen, dat de Staatsregeling zulks aanduidt, maar de Ingezetenen zijn daartoe zelfs bij Placaat van den iaare i nagedagtenisfe van groots mannen en gewigtige gebeurtenisfen, betrekking op het Vaderland hebbende : men gaf openbaare fchouwen renfpelen, waarin om de eere- of burger-kroon geftreden werdt. De Feesten zijn in eene Republiek zeer nuttig en noodzaaklijk j dezelven doen het vuur der Vrijheid meer en meer ontvlammen. Zij boezemen eene neiging in tot het fbrijden. _— Zij kweeken eenen ijver, om zijn vaderland tegen overheerfchingte beveiligen, en moedigen een ieder tot eendragt en verbroedering aan. Het Bataaffche Volk, de nuttigheid daarvan gevoelende, wilde aan ook dat er Nationaale Feesten zouden worden vastgefteld, om de Bataaffche omwending en andere merkwaardige gebeurenisfen, 'sjaarlijks te gedenken, voords de Broederfchap onder de burgers aan te kweeken, en hen aan de Staatsregeling, aan de wetten, aan het vaderland en de vrijheid te verbinden. Burgerl. en Staatk, Grondr. Art. 63. FEITEN, die in militairen dienst, en door den krijgsman al leen m kunnen worden bedreven, worden aan guarnifoens krijgsraden: verwezen, die op confesfie vonnis wijzen, zonder appel pi frooger beroep. Aüe van Staatsr. Art. 299. FERWERD , is de hoofdplaats van het 2de Diftricl, FINANTIEN, of Geldmiddelen, zijn, zoo in het ontfangen als uitgeven, een der voorriaamfte bronnen), waardoor een land behouden wordt, en geven de grootfte veerkragt, om zich gedugt te rnaaken; men moet zorgvuldig al dat geene vermijden, waardoor do geldmiddelen komen te ontbreken; onnodige onkosten, nuttelooze vérfpillingen en grooterer uitgaven dan de tokonjftsn t zijn de eer* Cs iW  t 38 FIN, FIS, FC2. fte trappen van het verval van den ftaat, en geven de geboorte am V terflen, d.e veelal het geheele vaderland ten verLfvf lenen heH 1, t,™, all6en de Z01'Se is aanbevolen, voor de veilighet groot bpl nf n^r' Z t° ^#nen a,s "aa^ ^ten, maar voor k!L^h ianS.'dat sL*nds Finantie-wezen in eenè goede orde Lich iTde' 113 h6t °°S te h0"den- Derhalven moef hetze ve renJ'C,^nn'S nemen Va" den ftaat der FinantJ, die het UUvoei oTdonZ?iLVTeS t0t maanden moet "Wn, de wetten en toevS£v»r? fS6nS d°qi' het eerfte Semaakt worden aan het zelve aanbev L t ^"handhaving en naarkoming aan hetSffiSêttfLw 6? e" eind,e ftdt het Uitvoerend Bewind, op Finairiêelp Z ? ,VerteSei"voordigend Lichaam, alle Ontfanger en in d t Vak ln C" fn- ¥ verIichting zijner werkzaalheden RemiWk**!S ™AïM™> Alle de geldmiddelen van de glem Vu D mi>taatsr- An- G. 92) 127 «« 128. &- ES™ BEAMBTEN, zie Ontfanger, gevoerd t^ak ne,, ie"'n^s ten dJae van keizer trianus in. £bV^kari ±nP^Jereen!!d met die van P^ureur Generaal; treden, zonder |vefv& ^d^^^**^ Smlneele aftie™ 15T een F.iskaal te§en iemand ee»° ciimineeie actie begint en denzei ven n bel 0ten he.noch rechtsftreeks noch van ter vanokKaoSrnnï™ ËT§en koophandel, noch eigenaars StsreS^benir^ in.colo"ien fogen zijn: ook heeft de •SdeMstfn ( \ 5 237, 238 «i 239. ninkX wiv^EN',üf voorftanders van gewestelijke fcuvl CftSm^flb &JW zich oppermagtig is, en dus ^^één^tdi^r:^ rzaken' wrin de zodariT w™h, ;n7 j \erklaard; deze zijn, openbaar a s *odanib bekend zijnde, voor den tijd van tien agtereenvolgcnde jaa- ren tm. "** "»" * Militie, va* i-n 26 ?,,mj  FGN, FOR. & mb na de aanneming der Staatsregeling, van het fteinrecht uitgefloten. ABe aan Staatsr. Art. 15. FONDSEN, of afgezonderde Geldmiddelen, die tot zekere eu> dens gebruikt worden. Het beftuur dezer Republiek moet dfi Fondfcn bepaalen, waaruit de fchulden en lasten van het Vaderland betaald worden. Deze Fondfen moeten zodanig ingericht zijn, dat de bekoming van dezelven geene lasten aan het Volk veroorzaaken, en aan de andere zijde, moeten dezelven zoo daargefteld woroen, dat het geene belemmering of ftremmmg in de particuliere uitgaven veroorzaakt. Er zal een Fonds zijn, waaruit de aflosfingen der fchuldbrieven en interesfen betaald worden. Os Fondfen deswegens zullen gebragt worden onder één beftuur, argefcheiden van alle andere betaalingen. Zekere afzonderlijke londlen worden door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald, welke alleen tot dit einde blijven geaffecteerd, en bij welken telken jaare gevoegd worden de penningen uit de vermindering der interesfen. Alle feestelijke Fondfen worden nationaal verklaart. Zie Lreestdyke goederen. Acle van Staatsr. Art. 206, 207 en Addit. Aftik. Art. 4, FORM, zie Formulieren. FORMULIEREN, of voorbeelden, waarvan de Tweede Kamer zich, in onderfcheiden gevallen, moet.bedienen, zijn de volgende; o Indien, uit het hoofd van eenig toegezonden befluit door de Eer'lie aan de Tweede Kamer, niet blijkt, dat de form bij Reglement B in acht genomen, of de onverwijlde noodzaakelijkheid door de Eerfte Kamer verklaard is, weigerd dezelve haare bgkragtiging te nemen, en zend het aan de Eerfte Kamer terug „ met deze bijvoeging: „ De Staatsregeling verbied, dit befluit in overweging ts , nemen." b. Zo de Tweede Kamer de verklaring bekragtigt. De Tweede Kamer , overwegende , dat ........... bekragtigt de verklaring van onverwijlde noodzaaklijkheid, door * de Eerjle Kamer geplaatst aan het hoofd van het volgends „ befluit." .. , , c Zo zij de verklaring verwerpt, neemt zij het daar bij gezonden befluit niet in aanmerking, maar zend het met dit op? fchrift teruSj j>wefc jfamer erkent de noodzaaklijkheid van een ear j verwijld befluit niet." d. Zo de Tweede Kamer, wel de noodzaaklijkheid, maar het befluit zelve niet bekrachtigt. , ,, De Tweede Kamer, overwegende, dat , bekragtigt „ het nevensgaande befluit niet." * \. \ n ■ e. In geval van bekragtiging van een voorgefteld befluit. „ De Tweede Kamer bekragtigt het voorgefteld befluit en ver" „ andert hetzelve in een decreet." Het Formulier voor de afkondiging van wetten en befluiten, bij het Uitvoerend Bewind ontfangen wordende, is als volgt. Q 4 s>  4* FOR, FRA, GAA. 'LSCL Uitvoerend ?e^ind der Bataaffcne- R«pubfi«fci " I L het Vertegenwoordigend Lichaam! rÖnr'd^en'l StaatSreg£,inS ^wogel „ beffin iffSSStffi^ * ^Sft , Vene^nwS5 geJaSt Thet, voorn- Eewind- in naam de* „ vei tegewoordigenden Lichaams, dat deze zal word™ In gèVaaiSi0tall4.aahTP!akta,,0rar ' wUluTksïho^8 fluit fn VeSr.woordiiT'r-^2^^ eene wet of be" Form.bii de StaatweSlf" uLlC^aam ^"S1' en aan da die aan de Eerfte K nl § e?aa,d' n,et vold°edt, zend hetzelve gends dit FormuHer '' b,JV°eging Van ledenen> tol'S> vol- „ de-SZxonLil?' hlj tefmsrtgtling voorgefchreven, aan fdoen aflonlffeh * * "* flaaT, of dooiïeXsl^W*?"?' W6'ke door de natuar be" FRAUDES fnirf ^ aangelegt, zie Magazijnen. dooffmSo^ vechten kende de Gemeene T anrk m t Lij/ 5 , en en fchattingen , rageldboeten?™ ^S^fi' ff IT^SSf?, geftraft m« tegen; ^Departementa^GeS^rf Sei^eS^e'^ beambten zijn, ^R^JtSSSXan^ff^ alle de hun bekend wordende Fraudes MtT f i. Pi ê ' van der Finantien, aan het Ukvolrend^i^S^fSS^ teoi» Voonbrengfele, Ae SS& G tegenwoordigend Lichaam %^V ffl?e"' Welke door het Ver- de G«i«CT, ai hltwelk téfen, ™ °?°e- Zij" Cflfl,w en Z'J' ereet van het Vert lïch vln/n ^™ m te VOera.' GA AZEN, £èa%fn 4 W GUAK.  GAB., GEA, GEE, GEIL 4» GUARNISOEN, is een gedeelte der Landmagt, hetwelk in eene Stad, Dorp of Sterkte ligt, ter bewaaring der orde, of ter dek, king van alle aanvallen van buiten : hetzelve beftaat zomwjjlen uit Voetknegten, Paarden volk, of wel uit beiden te faamen; fom7 wijlen uit één, twee of meerdere Compagnien of gedeeltens derzeiven. De Departementaale Beftuuren befchikken, des nodig, op hunne verantwoordelijkheid, en met daadeljke kennisgeving aan het Uitvoerend Bewind,over de naast bij gelegen Guarmfoenen of troepen van den Staat, tot bewaaring of berftelling van de open, baare veiligheid. Acle van Staatsreg. Art. 174. GUARNISOENS KRIJGSRAADEN, zie Krijgsraaden. GUARNISOENS PLAATS, is eene Stad of Sterkte, bezet met troepen van den Staat, waarin het geheele jaar Militairen liggen, tot dekking der Republiek, of bijzondere gedeelten derzelve, te* gen allen inval. Het Uitvoerend Bewind beftemt, in tijden vaa Vreede, vaste Garnifoensplaatfen, en ftelt in dezelven de tijdelijke Militaire Commandanten en Militaire Beambten aan. Aste van Staatsreg. Art. 114- W GEALIMENTEERDEN, zie Armen. GEERTRU1DENBERG, is het 86fte Diftricr. GEESTELIJKE GOEDEREN en FONDSEN, zijn zoodanige E'gendommen en Bezittingen, welke voormaals den Gewesten of Steden toekwamen, en waaruit te voren de Tractementen of Penfioenen van Leeraaren of Hoogleeraaren der gewezene heerfchende Kerk werden betaald; daar nu geene Plaatfelijke noch Gewestelijke Eigendommen, door de algemeene amalgame of in één fmelting der Schulden meer beftaan, en geene Kerk .boven anderen predomineert of bevoorrecht is, zo zijn dezelven allen Nationaal verklaard', om daaruit, eerftelijk, de nog 3 jaaren blijvende Tractementen en Penfioenen te voldoen, en dezelven daarna, tot een vast Fonds aan te leggen, voor de Nationaale opvoeding, en ter bezorging der behoeftigen; blijvende nogthans onverlet de? eanfpraak, v/elke eenig Lichaam of Gemeente daar óp maaker» Oiogt, mids met noodige bewijzen voorzien zijnde; al het geen ter beflisfing aan het Vertegenwoordigend Lichaam is overgelaaten. Addit. Art. der Staatsreg. Art. 4. ' GEPIEIME UITGAVEN. Ieder Land, het zij gevestigd op Republikeinfcbe gronden, het zij aldaar Troonen geftigt zijn,, heeft altoos eene bijzondere kas tot geheime uitgaven, zoo ter betaaling van Perfoonen, die in het geheim alle Staatsgebeurejiisfen naauwkeurig gadeilaan, als om bij den Vijand zijne pogin- fen te obferveren. Bij het voorige Gouvernement wierdt op de etitie van Oorlog voor fecreete Correspondentie-gelden gebragt eene fomma van ƒ 40,000. Bij de Staatsregeling is bepaald, dat öp de algemeene begrooting der Staats-uitgaven, niet gebragt word, zoodanige fom als het Vertegenwoordigend Lichaam, jaarlijks, tot geheime uitgaven aan het Uitvoerend Bewind zal toeftaan. Alle de Leden van het Uitvoerend Bewind verklaaren bij ieder jaariijkXche veiandwoording plegtig, dat zij van de. Penningen, tot C 5 Se-  42 GEH, GEI, GEL. geheime uitgaven hun toegeftaan, geen ander gebruik gemaakt hebben, dan ten dienfte der Republiek. Acle van Staatsreg. Art 217 en 219. ö * GEHEIMHOUDING, zie Grondvergadering. GEÏNTERESSEERDEN, of belanghebbend perfoonen in eene zaak, kunnen nimmer daar uit gefield of daar van beroofd wordendan op billijke (chaavergoeding: zoo zullen de geïnteresfeerden in de Oost-Indifche Compagnie afkoop genieten, zie Afkoop. Acte van Staatsr. Art. 248. > J n ' GELDEN (Nationaale), zyn die penningen, welken het geheele lichaam der Natie toekomen , zonder dat den een of ander daar op recht van yorderinge heeft. De Commisfarisfen der Nationaale Thefone hebben den algemecnen ontvang van die Gelden, en doen deze.ven 111 de kas overftorteii. AÜe van Staatsreg. Art. GELDMIDDELEN. Alle die der Republiek, het zij dezelven beltaan in belastingen, het zi) in bezittingen, hoe ook genaamd, waarvan de Inkomften, voor de invoering der Staatsregeling, gekomen zijn ten voordeelc van de kas der Generaliteit, midsgadérs van de kasfen der onderfcheiden Provintien, van de drie kwartieren van Gelderland, van het Landfchap Drenthe en van Bataafsch Braband, zijn Nationaal verklaard, en worden alzoo gehouden voor algemeene inkomften en bezittingen van de geheele Republiek, aet Uitvoerend Bewind draagt voor de goede inrichting der Geldmiddelen toevoorz'gt, en zorgt, dat dezelven inde Nationaale kas worden ovei gebragt. Acle van Staatsreg. Art. 126 en 200. GELDSWAARDE. Hier onder kan men alles rekenen- want niets is er, of het heeft zoodanige meerdere of mindere waarde dat men er geld voor geeft — het zij Rariteiten, Benodigdheden' Levensmiddelen, Brandftoffen of wat tot vermaak, vereering en onderhoud ftrekt, zie Omkoopinn-, GELOOFSBRIEVEN, Lastbrieven of Credentiaalen ,zijn bevelen of volmagten, die gegeven worden aan de Kiezers en aan de Leden van het Beftuur; zoo dra de Kiezer in de Grondvergadering benoemd is, wordt aan hem eenen lastbrief gegeven getekend door den Voorzitter en drie Leden der Grondvergadering van pen volgenden inhoud. . ! „De Grondvergadering van ftemt tot Vertegenwoordiger des Bataaffchen Volks .... en .... ten einde deze ftemming volgens de Staatsregeling van kragt zij, ontbied zij den Burger 0111 als Kiezer, en den Burger om des noods als Plaatsvervanger, van hunnent wege, te verfchijnen." Zoo wanneer nu de benoeming van één Lid als boven in de Kiezersvergadering is afgeloopen, doet de Voorzitter door den ^noemden Secretaris het volgende Credentiaal opr„aaken: " „ De Vergadering van Kiezers uit veertig Grondvergaderingen van het Diftrict van ... . der Bataaffche Republiek, ontbied, ingevolge de Acte van Staatsregeling, den Burger .., woo-  GEL. 43 ..... woonende te ten einde zich te vervoegen als Lid bij het Vertegenwoordigend Lichaam der Bataaflche Republiek." - , , . Dit Credentiaal wordt onverwijld aan het gekoozenLid, en een foortgeliik aan deszelfs Plaatsvervanger toegezonden; geen dusdanig Credentiaal is van waarde, dan getekend door den Voorzitter en door den Secretaris met twee Leden gecontrafigneerd. Insger lijks wordt een gelijkvormige Geloofsbrief door de Kiezers opgemaakt voor de Leden van het Departementaal Beftuur; het zelfde heeft mede plaats voor de Leden, gekozen tot de Commisfie van Herziening der Staatsregeling. Me van Staatsreg. Art. 27. 165. Regiem. Litt A. Art. 36, 37 en 38. Regiem. Le>-s door der Gemeenebesten S' dat ^Li Zedert de eerfte naar hunaegrondwetS^gdtSf'' Z°? ,Zjj niet behoor,iJk en e.genbelang ten grondTgfaS.^^f,^veeh¥°^, ^duucht der eene wijze Democratfché feeèeHnf r°°r' m P!aatfe van oneene Aristocratifcne die vervlne gPn^S^orir, gerustelijk te leven, waardoor het GemeeneUf l&m?rhtT°0± fpee,de gezag verviel, of door fchokkel „ , 0nder. een Monarchaal ieder Biuger bijna onzeker ™ ?i,W "gi geteisterd wierdt, dat hoe wenfchelijk is het dat Hl- JL ei8?ndommen en leven wasdier oude Gemeeneb stennet eeno^L'^A /^*iedea!& het kwaade, dat dezelven "In verdek ??g ]e*s' e» wege en gadefla, om alle botfin^n én <&S ' nadrJukke,iik overpy voor te komen! Dan zoude: i W f£heur'°ge" d^ MaatfcbapBeftuur in handen nemen cm d,i • ü'ger on^hroomd het handelingen, daar aXfints nfenaSd was voor zijne genegen zijn. aJE zii, 5ie"n ^1^* daartoe zoude GEMEENE MIDDELEN 2 f "me grootheid zoeken. Ohj, Zout, Zeep Wta kffr^JP11' d;e van Boter, yieesch, visch,PFru^ Hout Schaapen, Koffij, Thee, ChowS'eï^f' £°eijen' Ka,ven gaders noodwendigheden beS worden d ^ Eetwaaren, midi* wezene Holland alrijk waar JE? ' deze,!ve 21 n in bet gejordt, of men meet J'Jg Sn be^Ten8^ °f -gebrufkt opz.gten meestal op den minvermo-endpn r' £t geen m veels Vertegenwoordigend Lichaam l,\ tI c j-B^'gei' aankomt. Het voordragt van het Ukvoeiend Bewfo^5^ da™ent, op waardoor aan den eenen kant de X n T R,eg,ement maaien, meene Middelen, hoe ook Loe.i I f,' Van alJe Ge- Z'jde gezorgd wordt, dat oP d;tui- S"*'- T aan de «de* velarij, kort en onvertogenrechr tc.een,ieder. zonder kne- * » eenen wct ^.i  «GEM. 4? zoo is de Republiek, hehalven in DiftricTen, Departementen erï Rin^n nog verdeeld in verfcheidene Gemeenten , zonder dat daardoor3 de' eenheid of de gantfche oppermagt in, deelen wordt gebragt. Élke Gemeente heeft een Gemeente Beftuur. In Gemeentens van 1 Grondvergadering zullen daartoe gekoozen worden 3 Leden, van 2 tot 5 ingefloten, 5 Leden, van 6 tot 12 Grondvergaderingen 7 Leden, van 13 tpt 25 Grondvergaderingen 9 Leden, van 26 tot 50 Grondvergaderingen n Leden, v.an 5.1 tot 100 Grondvergaderingen 13 Leden, van 100 tot 150 Grondvergaderingen 15 Leden, van 1 ,-0 Grondvergaderingen „ en daarenboven,, voor ieder 50 Gronvergaderingen 2 Leden, meer, en boven de 400 Grondvergaderingen 30 Leden. Iedere Gemeente heeft in z;jn deel het recht, om te ftemmen over Plaatfelijke Beloften, waartoe ..het Gevolmagtigden verk'est, ook zullen, tot gemak van ieder Burger, in zijne Gemeente Vreederechters en Bijzitters zijn, zie op die woorden. Attf) van Staatsreg. Art. 5 en 194. , *' '-o GEMEENTE BESTUUREN, of Plaatfelijke Regeeringen,-, voormaals Burgemees teren of Wethouders, daarna Municipalen of Raaden der Gemeente genoemd; dezelven waren bij de Romeinen, onder den naam van Tnbuni Plebis of Gemeens-mannen bekend; dezen wierden door het Volk gekofen,(zoo als nu) en dienden om het Volk tegen onderdrukking te beveiligen. De thans plaats .hebbende? Gemeente Beftuuren zijn blootelijk Adminiftrative Lichaamen, ftaan ondertoezigt van,en zijn verantwoordelijk en ondergefchikt aan het Uitvoerend Bewind,'t welk dezelven, bij misdrijt,van hunne posten kan ontzetten (Zie Departementaale Beftuuren). Hunne Jaarwedden worden'uit de kas der Gemeente betaald, en uiterlijk binnen 4 maanden na de organifatie door het Gemeente Beftuur,.met gevolmagtigden uit de llembevoegde Burgeren, geregeld en aan het Departementaal Beftuur voorgedragen. De wijze van verkiezing is bij een Reglement bepaald, en gefchied op dezelfde manier als de verkiezing van Leden voor het Vertegenwoordigend Lichaam. Ieder Lid moet n< faaren oud zijn en 5 agtereenvolgende jaaren m die Gemeente sèwoond hebben, waartoe hij behoord. Geen Gemeente Beftuur mag Plaatfelijke Belastingen vastftellcn, dan met overleg en overeenkomst der Gemagtigden uit de-Gemeente. Zij maaken deszelfs Jaarlijkfche Rekening van den ontfang -en ujtgave openbaar, als mede hunne gehouden Registers van derzelver handelingen, die iedere zes maanden veertien dagen lang op eene vertrouwde plaats, opentlijk, ter lezing der Ingezetenen voorleggen; zij zenden a)le jaaren na het Departementaal' Beftuur, waaronder zij behooren, derzelver fpecifique Memorien van ontfang en uitgave voorNationaale Rekening. Het ontfangt alle zoodanige Adresfen, als de^zelts Gemeente of Ingezetenen aan het Departementaal Beftuur of hocgere Magten willen inzenden,het verzend dezelven ten fpoedigften naar het Departementaal Beftuur, ter verdei e verzending, of om daar op te befluiten; ontfangt die terug met het daarop gevallen befluit, waarna 'het dezelven, op aanvraag der Tekenaars, kosteloos doet uitleveren. De Gemeente Beftiiuren kunnen aan bet Uitvoerend Be-  45 GEN, GER. Bewind, en door hetzelve aan w «Ma ,. , ■ vertoogen inzenden , het zij to vootdrlLichaa« ftel van nuttige inrichtingen; zTK S etS °f t0t voor' handehng zijn over zaken, d e aaK opztfSn^?-in ondeVi maar nimmer over de algemeene hehn~n S Sd jn, toevemouwd, mogen in geen geval df^rn^W^P^ Zij' **! mm als der Decreten van deGei-ech,hnJ™ en 5evc,en' zo° te vertragen of te fchorfc ,noch ook t h«S* DePa»^ent, met dezelven ftrijdig, te gebiedè> emn^ 6 L?S™ieniets, 6et Uitvoerend - Bewindhm-, ' en.moeter> alle dezelve, van SgSKÖSSj*iSwSSS Ffte mlletaurie hst tonrecht XSSSSLt 7?°' dat ?ie™'™""™tie of bij SE»aus. ~Fn^ ^«w; Open- O) iW,W,> van het Uitrend Bewind, van den 20 Me)] r?S9.  CER. 4f Öpenbaaren Aanklager, en eenen Commisfaris, tot toëvoorzigt, om' te waaken, dat de Wetten behoorlijk uitgevoerd worden. Bij deze Gerechtshoven zullen de Civile gevallen alleen maar dienen in cas vati hoger beroep. Elk derzelven vonnist bij uitfluiting over alle misdaaden, in derzelver Departement begaan, over welke de Wet, het zij infamie of lijfftraffe, bepaalt, waaronder bijzonderlijk behooren, alle Fraudes en Contraventien, door Ingezetenen van het Departement, ten nadeele van *s Lands Middelen, gepleegt. Zij zullen ook uitfpraak doen, over alle zaken en misdrijven, door alle Leden van eenig Adminiftratief Beftuur, of door de ondergefchikte finantieele Ambtenaaren in de Departementen en Gemeenten, in derzelver posten begaan. Van de vonnisfen, door hun gewezen, kan, als bij de Manier van Procederen bepaald is, Revifie gevorderd worden; alle deze Gerechtshoven liaan onder het Uitvoerend Bewind. De Wet zal de werkzaamheden, de Jaarwedden, fplitzing enz. daarftellen. Aüe van Staatsreg. Art. 107 en 279 tot 285. GERECHTSHOF (Hoog" Nationaal). Dit Hof zal alleen beftaan in gevallen, bij de Wet bepaald, bijzonderlijk om uitfpraak te doen over misdrijven, door de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, of van het Uitvoerend Bewind, deszelfs Agenten, Commisfarisfen der Nationaale Rekening, door de Ministers dezer Republiek en derzelver Secretarisfen bij Buitenlandfehe Mogendheden, of door Secretarisfen van Ambasfadeurs, in de waarneming hunner posten begaan. De famenroeping van dit Gerechtshof gefchied door het Uitvoerend Bewind, op last van het Vertegenwoordigend Lichaam; het wordt faamgefleld uit Leden van de Departementaale Gerechtshoven, in dezer voege: Uit ieder dezer Hoven worden, bij loting, drie Leden gekozen, om als Rechters te handelen. Uit deze aldus gekozen 'vier en twintig Rechters kan, zoo wel de befchuldigde als de bèfchuldigcr, agt perfonen weigeren, zonder redengeving. De reden van weigering, tegen de overige Rechters aan te voeren, worden beoordeeld , door zoodanige Gerechtshoven als den befchuldigden of befchuldiger zal benoemen. Aan deze uitfpraak zullen zij zich, onderwerpen: de redenen gegrond geoordeeld wordende, werdende plaatfen dier geweigerde Leden, bij loting, vervuld, zonder de weigering te herhaalen. Onder de zestien Rechters, die alzoo zijn toegelaaten, gefchied eene uitloting van vier Ledert. De overige twaalf Leden of Rechters VQrmen alzoo het Hoog Nationaal Gerechtshof^ uit dit getal wordt, bij loting, één derzelven tot Öpenbaaren Aanklager benoemd, De overige' elf Rechters kiezen uit hun midden eenen tot Voorzitter. Dit Hoog Nationaal Gerechtshof vergadert niet, dan na dat het Vertegenwoordigend Lichaam een decreet van befchuldiging genomen heeft. De Refïdentie van dit Hof moet ten minften 10 uuren van het verblijf des Vertegenwoordigend Lichaams verwijdert zijn, die hetzelve de plaats haarer zitting zal aanwijzen. Afte van Staatsreg. Art. 204, 295, 295 en 297. GE-  49 l GEV, GEW, GEZ, CIL. om iemand te n ini^en ■ wasvd™,- f,« t r "'cakuj^ neoben, van eene misdX h •• , J tot eene bekentenis komt ;n „ln misdajd> d'e hij nimmer begaan heeft; niemand mae S SfeÏÏ 'Sfe ? gCS1'0nde ^rmoedens van hl ge' Slfffrtr'M^j doeh fn a»e gevallen, waarin de Wet ^ '™f vorde». zal ^ Gevangene, onder voldoende Bore , SIw^K^SSf^T, 2ie «^e^jTvS^ffil VT de «* Gezonden wordeif: ifetóSMft S^ÈTun^ bevelen volmagten, zie Minister. ,* , ' "Linna GILDEN, Corporatien of Broederfchappen van Neerin-en Am bachten, Fabrieken en Trafieken ^iin Cr, •dil-iNeelingen, Am- kleine Dwingelanden te ontgaan, tot èene beOn^n ni^Tc b • te boven, door de behoeftigheden des levens aanikke d'wie e NeS4 nf L^ ^f'^00" de ?«ee«igipg der Ambachten \ Z ödoende Lleden oudtijds eene vei binding aan de n üverwas'tt l?,*r ftremden die zoodanig,dat de ingezetenen van een Dorp, Zoo als, bij voorbeeld de Zaandammers, belet wierden, hunne gezaagde Houtwaaren binnen Amfleldam te voeren, of de voortbrengfelen en handen-arbeid der Dorpelingen, naar de Steden te brengen. Zulk eene inrichting droeg het kenmerk van de hoogfte onrechtvaardigheid; zij diende alleen tot oogmerk, om aan fommige Burgers een uitfluitend recht, ter beoeffening van eenig handwerk, kunst of wetenfchap, te verleenen, met uitzondering van ieder ander Burger, die niet van zijne jeugd af aan, of geduurende eenige jaaren, eenen meester als leergast gediend hadt, en bij heC plechtg doen zijner proef, het inkoop-offer in de zogenaamde fchatkist ftortte. Dit ftreedt tegen alle gronden van het menfche-»' lijk recht, hetwelk niemand verbied, met eere de kost te winnen t op zulk eene wijze, als waartoe hij zich bekwaam acht, en waaruit hij voor zich zeiven en zijne huisgenooten een beftaan vindt}, niet ten onrechte fchrijft men het verval der Kunsten en Weten-* fchappen aan het beftaan en het willekeurig gedrag der Gildens toe, om dat het, door derzelver inftel.lingen en wetten, iemand, hoe kundig ook, doch onvermogend, de handen bondt, om zijn genie en vernuft met meerderen arbeid te verrijken; het drukte den mingegoedden Ambachtsman, en fchepte alleen voor die genen, welken de Gilde-fommen konden betaalen, eene goudmijn; het zelve was een gewrocht, zonder wezentlijke oorzaak, dienvolgende onbillijk, om langer ten nadeele van de! goede IJveraars ta beftaan, waaromme dan ook de Staatsregeling alle de Gilden den bodem heeft ingeflagen, en bij de aanneming derzelve verklaard, ,, alle Gilden, Corporatien of Broederfchappen van Neeringen, ,, Ambachten of Fabrieken te zijn vervallen." Waardoor nu ieder Burger, zonder onderfcheid, in welke Plaats woonagtig, het recht heeft, om zoodanige Fabriek of Trafiek op te richten of zoodanig; eerlijk bedrijf aan te vangen als hij verkiezen zal. Daar het Vertegenwoordigend Lichaam, ingevolge de gemelde Staatsregeling, tot voorkoming van wanorde en verkeerde coepasfingen dier grondwet , verpligt is te zorgen, dat de goede orde, het gemak en ge* rief der Ingezetenen ten dezen opzigte worde verzekerd, heeft beo gedecreteerd: dat, na de ontbinding van de bewindvoerende Perfoonen van zoodanige beftaan hebbende Gildens en Corporatien, (behoudens echter derzelver verandwoordelijkheid voor hunne gefcoudene directie gn administratie) in deze hunne qualiteit niet D meer  3» Ö1L. meer zullen erkend, maar vervangen worden door perfoneeleCommisfarisfen, bij de refpeftive Municipaliteiten te benoemen wel ke na alle Effecten, Gelden, Boeken, Chartres en Panielen de Gilden concernerende, te hebben overgenomen, onder toevöorzicht der Municipaliteiten zullen waaken en zorgen, dat inmiddels, en hangende de deliberatien van het Vertegenwoordigend Lichaam Over deze belangrijke zaak, de Placaten,' Ordonnantiën en Keuren, voor zo verre zij haare betrekking hebben tot de goede n cl T vJe!'miJdl"S van aI'e wanorde, en tot voorkoming van alle fchaden die anderzints aan 'sLands Finantien zouden kunnen Worden toegebragt, ftiptelijk worden nagekomen, tot zoo lans ■teswegens bij het Vertegenwoordigend Lichaam in het algemeen zal zijn voorzien (*). En is bij een nader befluit gedecreteerd: LJat het alle Ingezetenen van deze Republiek, zonder onderfcheid', ol dezelve al ot niet geweest zijn Leden van eenig vernietigd Gil' cfeiiy mj jlaat, en dien volgende moet worden toegelaaten, om alle Neeringen, Ambachten, of Kostwinningen, welke zij voor hunne eigen rekening en proOjt, of als Knegts of Werkgasten zou. den willen bij de hand nemen, daadclijk te exerceeren, gelijk mede, om op vragt te vaaren of te riiden, uitgezondert op Veeren, «>or welken vaste Schippers en Voerlieden zouden mogen aangefteld zijn, onder deze mits en bepaaling, dat, voor zo verre omtrend deze Neeringen, Ambachten of Kostwinningen, ceniee Piacaaten, ordonnantiën of Keuren, tot de goede Poiicie betrekking hebbende, voor handen zijn, alle de gemelde Perfoonen alvorens dezelven te beginnen, gehouden zullen zijn, zich aan tè melden bij het Gemeente Beftuur en bij de Provifioneele Gommis^ larislen mtkragte der Publicatie van 5 Oftober 1798, aangefteld, en zich fchnftehjk te verbinden, om de voorfz. wetten ftiptelijk r.a fc komen en te obferveren, tot zo lange bij het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks deswegens nader°zal zijn- voorzien; midsgadérs bij gebreken van dien, zullen vervallen :n de prenaliteiten, daarbij tegen de Overtreders geftatueert zullende wijders de provifioneele Commisfarisfen, door de respèftivc Gemeente beftuuren in maniere voorn, aangefteld, een behoorlijk legister moeten houden, van alle de geenen, die zich tot het exerceren van zulke Ambachten bij hun hebben aangegeven, en .ie hier voren gerequireerde verklaring door dezelven doen pasfeKih en tekenen; dat voords aan alle Ingezetenen , die eenige Neringen Ambachten of kostwinningen van nu voortaan zullen Wiltón bij de hand nemen, welke bevoorens wei bij uïühtiting zijn geëxerceerd geworden, door de geenen die geweest zijn, Leden Vah een der vernietigde Gilden, doch waaromtrent gene Piacaaten Ordonnantiën of Keuren, tot de goede Policie betrekking hebben' *>y beftaan ; zulks behoort te worden toegelaaten, zonder dat '..aar van eenige voorkennisgeving aan het Gemeente Beftuur of . £") van bes TCtyoweBd Bewind, v» den 5 Oftobej iTf#.  GOD. jt bf wél aan voornoemde Commisfarisfen zal behoeven te gefchieden: zullende nödsdien de voornoemde provifioneele Commisfarisfen, uit kragte der meergemelde Publicatie van 5 Oüober 1798 aangefteld, voor zoo verre derzelver directie zich tot iets Verder of anders zoude hebben mogen uitgeftrekt, als tot beheering der Fondfen van zoodanige vernietigde Gildens worden gehouden, voor té hebben gedefungeerd (*). Verfcheiden Commisfarisfen hebben in het begrip geverfeerd, dat het doen der Proeven of Proef-Werken, alhoewel de Gilden vernietigd zijn, moesten blijven voordduuren, en daarvoor als van oudsher de daar op looperide kosten betaald worden: doch het Vertegenwoordigend Lichaam heeft dat begrip door een duidelijk decreet opgeheldert, en dé bedenkingen weggenomen — dat in het vervolg geen Proeven df Proef-Werken hoegenaamd van een der Ingezetenen, die eenige Neering, Ambacht, Trafiek of bedrijf, waartoe zoortgelijke Proeven bevoorens vereischt wierden, en veel minder eenige kosten hoegenaamd tot het beginnen van eenige Neering, Ambacht, Fabriek of bedrijf zullen mogen gevordert worden: Doch met dezen verftandc, dat Chirurgijns, Apotheears, Vroedmeesters of Vroedvrouwen , alvorens dezelven tot die funèien te admitteren, gehouden zullen zijn, een Examen te ondergaan. Bij dit decreet is teffens befloten : dat niemand van Schippers of Voerlieden, in deze Republiek hunne woonplaats hebbende, eenige vragten innemende, die niet behooren tot zulke Veeren, voor welke vaste Schippers of Voerlieden aangefteld zijn, eenige Contributien, welke voor of ah Gilden-geld plegen geheven te worden, zal mogen afvorderen (f). Burgerl. en Staatk. Grondreg. Art. 53. GODSDIENST, ontfpruit uit het duidelijk befef van Gods aanwezen, en zijne verhevene grootheid, die wij in het boek der fchepping of in het rijk der Natuur ontwaaren; de rede, die wij boven het dierlijk vermogen bezitten, leert ons, dat zij eene bron van 'smenfchen heil zij, en geen Ivlaatfchappijlijk geluk zonder waren Godsdienst beftaan kan. De Godsdienst vereenigd den Mensch met het oneindig Opperwezen, en de kennisfe onzer Waarde ontwikkelen wij uit de Goddelijke Eigenfchappen, die wij niet kunnen gevoelen, dan door de beóeffening van eenen redelijken Godsdienst. Er is geen volk op den aardbol, 't welk zijnen Godsdienst niet heeft; geene Natie, welke daarmede geen Opperwezen, 't zij den enigen drieënigen God, enigen zijner fchepfelen of wel afgodsbeelden , zoekt te vereren en te dienen; iedere fedte heeft zijn leerftelfel, en elk heeft zijne Wet of Kerkboek, waarna hij zijnen Godsdienst uitoeffend. Zoo hebben deKmsTENEN hunnen Bijbel, de Indostanners hunnen Brama,de Chineesen hunnen-Co fufius, de Tartaren hunnen Lama, en zoo vondt men bij de Guebren den Orasmedes, bij den Musulman den Koran, en bij deri Jood zij- O Publicatie van liet Uitvoerend Bewind, van dsn 24 Deeeraber 1798, ZO 'Uto. 0110. van den r.u JSlMtt jro;, D %  S* GOE, GOO, GOR, GOU, GRA. zijnen Talmud. Alle welken door elk even heilig en dierbaar ge^ houden worden; en ieder in de zijnen gelooft aan die Wet en aan gene anderen Alle Godsdienften, aan leeritelfeis of begnppen yan bijzondere perfoonen verbonden, en ontbloot van reden,'zijn de bronnen van vervolgingen. Tot den Godsdienst hebben wij allen een aa.ngebooren en gelijk recht, het geen uit onze natuurlijke verpligting voortvloeit, Waardoor wij gehouden zijn het Opperwezen te dienen, en die kan niet gefchieden, ten zij ieder de vrijheid hebbe, om God te dienen naar de overtuiging van zijn hart. De Maatfchappij verleent, ten dezen opzigte, aan allen gelijke zekerheid en befcherming, mids de openbaare orde, door de Wet gevest gd, door Hiterlijken eerdienst nimmer geftoord worde. Daar nu de uitoeflening van den Godsdienst een heilig en onvervreemdbaar recht is, dat ieder vrij mag uitoeffenen, ftrijd' het tegen de natuur zelve, aan de belijdenis van eenig kerklijk leeritelfcl Burgerlijke ■voordeelen of nadeelen te hegten, deze zijn in onze Maatfchappij afgefchaft, met de affcheiding der Kerk van den Staat (Z e Kerk en Staat); djénvolgehde moet elk Kerkgenootfchap voor het onderhoud van zijnen eerdienst, deszelfs Bcdienaaren en Gebouwen zorgen. De gcmeenfchaplijke Godsdienst-oefFening wordt yèrrigt binnen de daar toe beftemde geftichtcn, en wel met open deuren. Burgerl. en Staatk. Grondreg. Art. 19, 20, 21 en 22. GOES, is de Hoofdplaats van. den 2den Ring in het 8fte' Departement, en het 82lle DiftricT:. GOOR, is de Hoofdplaats van het 22fte DiftricT:. GORINCHEM, is de Hoofdplaats van den iften Ring in het 3de Departement en van het 74fte Diftrict. GOUDA, is de Hoofdplaats van den 6den Ring in het 6de Departement en van het yifte DiftricT:. GRATIE, of vergiffenis van begaane misdaaden. Het verleenen daar Van was eertijds in de Republiek zoo ruimfchoots én' groot, dat zulks tot ftoornis van de publieke rust ftrekte,' hetwelk meestal veroorzaakt wierdt, door dat veele Dorpen dit recht uitoeffenuen, zoo als onder anderen de Abtdis van Rhljnsburg, het geen naderhand verminderde, toen het aan den Graaf of den Stadhouder-Generaal vergunt werdt; zijnde zedert dien tijd aan de Staatcn der voormalige Gewesten, als de oppennagt aangetrokken nebbëhde, het verleenen van Gratie toegekend. Onder Beneficiën of Gratiën wordt eigentlijk Verftaan het verleenen van Amnestie, Pardon, Abolitie3 Remisfie, Rappel van Ban, enz. D:t voorrecht van kwijtfebejding, van Crimineele Misdaaden of gepreftrmeerde Delicten, gefchied thans door het Vertegenwoordigend Lichaam. Iemand die zulks begeert, moet zich bij, Rcqueste, behoorlijk op Zegel geschréven1, en naar waarheid ter neder gefield het misdrijf of' prefumptif delict, daar in gevoegd, aan- de' Eerfte Kamer van hetzelve Lichaam addresferert, die net verzoek naar den Rechter, aan wien de zaak behoort, om bericht, seafxieratien en advies zendt, zoo nu hetzelve voordec- Eg  CRA, GRO. •55 Jig is, wordt het arm drie !ez:ngen onderworpen, geaccordeerd verdende, aan de Tweede Kamer ter fanétie nf ter bekrachtiging gezonden. Acle van Staatsreg. Art. 50. Litt. O. GRAVE, is de Hoofdplaats van het oofte Önlriét. GRONDVERGADERINGEN. In de vroegfte tijden hadt het Romeinfche Volk Volksvergaderingen, waarin "het zijne ftern uitferagt, dezelven waren drieërlei, en werden de hoofd-verdeeling der ftad, Curiata, Centuriata en Tributa genoemd. De Stichter der Wijke of Tribus was Romulus, en de eerfte Wijk vergaderde omtrent het jaar der Stad 263. De oproeping dier Vergaderingen ftond eerst aan de Koningen, en daar na aan de Overheden: ten einde men zijne ftem konde uitbrengen, moest men Romeinsch Burger, in de Stad woonende^ en aan de gewoontens en plegtigheden der Buurten onderworpen zijn. Om nu deze Vergaderingen op eene wettige wijze te doen bijeen komen, en alles dat daar gefchiedde eene verbindende kragt te doen erlangen, werden? er drie dingen vereischt, te weten, voor eerst: dat het Lichaam», of de Overheidsperfoon, waardoor zij werden bijeen geroepen,, met het hoog gezag bekleed waren, ten tweeden: dat dezelven ge?? houden werden op eenen dag, die hiertoe door de Wet was yrijgefteld, en ten derden: dat de voortekens, ten dien opzichte geraadpleegt, die begunftigden; om noodzakelijke redenen kwamen-» dezelven bijeen, en het Comitum werdt gehouden op een gedeeltevan het Marktveld, of het zoogenaamde Veld van Mars Devoorftellen werden er openlijk gedaan, zoo dra niemand van deOverheden zich daar tegen verklaarde, ging het volk daar uit naar zijne Curim of eigen Wijken, om over de zaak te raadplör gen en te ftemmen, alwaar men dan fchrijftafeltjes uitdee'de, waar op ieder fchriftelijk zijn ftem uitbragt, zonder dat men weT ten kon, van welk een gevoelen hij geweest ware. De Romeiy tien verkozen, in hunne Centurice, Burgemeesteren, Tuchtmeester ren, Schouten, Zedenmeesters enz.; alsmede bragten zij haare Hemmen uit, over die geenen, welke om Landverraad of Crimen perduellionis gevonnist ftonden te worden. Wij hebben dit voorden weetgierigen Lezer wat breder omfchreven, om een juist denkbeeld van Grondvergaderingen te vormen, hoe men in oude tijden aldaar zijne oppermagt in uitoeffende. Nu overgaande tot de onzen, zoo weet men, dat, behalven dat da Bataaffche Republiek verdeeld is in DiftricTen, Departementen, Ringen en Gemeenten, dezelve nog onderfcheiden is in 3700 Grondvergaderingen. Deze Verdeel ing is Topographischgewijse, of uit de naast bij eikanderen gelegen Huizen, Buurten of Wijken,, te famen gefteld, waarin de ftembevoegde Burgers / tot het geregeld uitbrengen hunner ftem, en ter verrigting dier daaden , waajv toe zij, het zij bij de Staatsregeling, het zij bij de Wet bepaald, worden opgeroepen, bijeen komen, mogende zij aldaar geene andere werkzaamheden verrigten of beraad plegen en befluiten. Irf dezelven kunnen door de Burgers alleen Staatkundige Rechten wor,jlen uitgcoeffend, Iedere Grondvergadering -beftajit, 390 ua moog»  54 GRO. lijk, uit een getal Burgers van 500 zielen. De daaden, die; men daar bepaaldelijk uitvoert, zijn: het verkiezen van Kiezers, Leden tot het Vertegenwoordigend Lichaam, en deszelfs Plaatsvervangers, Leden tot de Departementaale en Gemeente Beftuuren, Leden tot de Burgerlijke Rechtbanken, Vrederechters en Bijzitters, Leden tot de Commisfie van Herziening der Staatsregeling en ter regeling van Plaatfelijke Belastingen. Om voor te jkomen, dat ter plaatlë, waar Grondvergadering wordt gehouden, geene andere Perfoonen yerfchijnen, dan ftembevoegde Burgers, welke daartoe gerechtigd zijn, moet ieder Lid zijne Acte of bewijs van ftembevoegdheid vertooneu, (Art. 20): zoo is ook wijfelijk, ter voorkoming van alle misbruiken en Cabaleringen buiten af, gezorgt, dat ieder Lid in eigen perfoon zijne ftem moet uitbrengen; en, tot afwering van alle intrigues en kuiperijen, is de weg gewijzigt, waardoor men dezelven kan tegengaan, en bepaald , dat in eene Grondvergadering, rechtftreeks noch van ter zijde, niemand mag worden aanbevolen, maar de ftipfte geheimhouding moet in acht genomen worden. Daar gezag of aanzien in eên' Grondvergadering niette pas komt, maar alle daartoe bevoegde Burgers met den anderen gelijk ftaan, in betrekking der Maatfchappij, en geene wapenen ter bedreiging mogen gelden, noch diftinftive tekenen iemand eenig gezag bijzetten, is het bepaald, dat iemand aldaar in geen uniform of teken van Ambt, bediening of waardigheid, veel min gewapend, verfchijnen mag. Over alle gelchjllen, in eene Grondvergadering pntftaande, nopens de bevoegdheid van eenig Burger, om zijne ftem uit te brengen, doed die Grondvergadering zelve uitfpraak, waaraan de beklaagde zich voor dien tijd moet onderwerpen, doch hij kan zich, daar na, ter dier zake tot het Vertegenwoordigend 'Lichaam wenden. Zoo dra de werkzaamheden verrigt zijn, gaan de Grondvergaderingen daadlijk uit een. Bij een Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam is bepaald, dat in de Grondvergaderingen, bij elke oproeping, naauwkeurig de tegenwoordige Leden zullen moeten aangetekend, en een affchrift van de Lijst telkens aan het Gemeente Beftuur ingezonden worden (*), zie verder Herziening 'der Staatsregeling, Stem enz. Acle van Staatsreg. Art. 6, 14, 17, 18 , 20, 22, 23. 28, 29, 162, 163, 265, 269, 277 en 306. Regiem. Litt. A. Art. 4.. Regiem. Litt. B. Art. r.Regiem. Litt.E. Art. 13/21 tot 31. GRONINGEN, is de Hoofdplaats van den sden Ring, in het rfte Departement, van het n en 12de Diftrict, en de Refidentie yan het Departementaal Gerechtshof van het Departement de Esms. GROOT NATIONAAL ZEGEL, waarmede alle de Alliantien, Vredens conti-aften en Volks-verbintenisfen of overeenkomften worden bezegeld, berustende voormaals onder den Penfionaris of Griffier; doch tegenwoordig onder den tijdelijken Voorzitter van het Uitvoerend Bewind. Acle van Staatsreg. Art. 89. CROG- 0 Publicatie van liet Uitvoerend Bewind, van den 20 Meij 1799.  GRO, GLT? HAA, HAR, HEE, 55 GROOTE VLSSC1IERIJ, of Haringvangst, is een der voornaamfis en der grootfte takken van beftaan in deze Republiek; zij .overtreft daarin alle andere Landen. — Om dezen belangrijken handel op eenen geregelden voet te doen yoortduuren, en het onderhouden der daar op gemaakte Wetten in ftand te doen blijven , heeft het Vertegenwoordigend Lichaam gedecreteerd, dat het Committé tot de zaken der Groote Visfcherij, zal zijn het provifioneel Committé van de Groote Visfcherij der Bataaffche Republiek, en is mitsdien hetzelve Committé geauthorifeerd, met deszelfs gewoone werkzaamheden voort te gaan, volgens het Reglement door de Provifioneele Reprefentanten des Volk van het voormalig Gewest Holland geftatueerd, tot dat een. ander Reglement door hetzelve Lichaam zal zijn daargefleld, en dat elk en een iegelijk, die het werk van de Haringvaart dezer Republiek exerceert, ofte daartoe eenige relatie mogte hebben, hetzelye Committé zal hebben te erkennen, en zich ftiptelijk zal moeten gedragen naar alle de Piacaaten, Keuren en Ordonnantiën op het ftuk der Haringvaart en Negotie reeds geëmaneerd of 'nog te emaneren. Puhli? catie van het Uitvoerend Bewind, van den 20 November 1798. GUINEA (de Kust van), ligt in Afrika, waarop wij verfcheir de Bezittingen en Eigendommen hebben; de Slaaven-handel, die de menschheid ontëert, wordt daar fterk gedreven; dezelve is met de Americaanfche Colonien onder één Beftuur gebragt, AUt van Staatsreg. Art. 232. H T~TaAG (den), 1S de Hoofdplaats van den iftenRing in tiet 6d$ Departement, en van de 63 en ö4fte Diftriclen, alsmede de Refidentie van het Departementaal Gerechtshof van het Departement de Delf; ook van het Vertegenwoordigend Lichaam, het Uitvosrend Bewind, de Agenten, de Nationaale Rekenkamer en Trptl rie, midsgadérs van verfcheide Collegien, en ondergefchikte Bureaux. HAARLEM, is de Hoofdplaats van den sden Ring in het 5de Departement, en van de 59 en 6ofte Diftrióten, midsgadérs de Refidentie van het Departementaal Gerechtshof van het Depai temen t de Texel HARDENBERG, is de Hoofdplaats van den 3den Ring in het sde Departement. HARDERWIJK, is de Hoofdplaats van den sden Ring in het, 2de Departement en van het 28fte DiftricT:. HARINGVAART, zie Groote Visfcherij. HARLINGEN, is de Hoofdplaats van het 4de Diftrict. HEEREVÉEN, is de Hoofdplaats van den iften Ring in het 2de Departement, ■ r D 4 HE.ETV  ff HEE, HEL, HER. HEERLIJKE RECHTEN, en Titels, affcomftig vaijjAmbachtfi pf Dorps-heerlijkheden, waardoor de Eigenaar van zulk eene Heerlijkheid het recht had, om Predikanten, Schoolmeesters, Bailluwen, Schouten, Burgemeesteren, Schepenen enz., zonder confent of toeftemming van anderen, aan cu af te ftellen. Deze Ambachts-heerlijkbeden hadden eene Hooge, Middelbare of'Laage Jurisdictie, over Crimineele en Civile Juititie; vorderden de boetens ten hunnen behoeve en voordeele in; oeflenden een gezag pmtrent het beftuur van zaken in derzelver Heerlijkheden, en waren bijna kleine Prinfen op zich zeiven , die met de Grooten ïiunbest deeden, om het volk tot flaaven te gebruiken, en hunne inwooners als wezens om hun gefchapen te befchouwen erkennende niet dat zij om het Volk waren. Deze zijn allen, yoor zoo verre die niet reeds met de daad zijn afgefchaft, bij de aanneming der Staatsregeling, zonder eenige fchaêvergoeding, Voor altijd vernietigd. Burgerl. en Staatk. Grondreg.Art.it,. HELDER (de), is de Hoofdplaats van het 5711e DiftricL Tino D' is de HoofaP!aats van het 02fte Diftrift. HERZIENING. Het Volk moet altoos eenen invloed op zijn TVIaaÜchappijlijk Verdrag hebben, en deszelfs Staatsregeling kun"Tien veranderen, verbeteren, en overzien; doch dit moet regelmatig en bepaaldelijk gefchiederi: dat is ieder oogenblik 'moet zulks geen plaats hebben, en niet dan in gewigtige omftandigheden en wanneer zulks noodzaaklijk vcreischt wordt: want anders ftond de yereemgde Maatfchappij bijna dagelijks b'oot 'voor knokken , diè liaare veiligheid zoude ftooren, en waardoor het Volk, in onrust gebragt, weldra Regeringloos zoude worden, om alle deze ver■warnngen voor te komen, kan, ingevolge de aangenomen Staatsregeling, geene verandering gemaakt worden, als tegen het einde van het jaar 1803 , en geen verandering mag eerder plaats hebben dat met den aanvang van het- daaraanvolgende jaar, en zal telkens Van vijf tot vijf jaaren een nieuwe herziening gefchieden. Dan bebalven pp deze tijdftippen, kan, zonder den uitdrukkelijken WH des Volks, dezelve nimmer wettiglijk worden verandert. De Herz.enmg, welke na het jaar 1804., dus als gezegt van vijf tot vijf jaareji, kan gefchieden, heeft alleenlijk plaats, in deze volgende twee gevallen. a. „ Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, opeen beredeneerd „ voorftel van de Eerfte Kamer, door de Tweede Kamer goedge„ keurd, yerklaare, de noodzaaklijkheid der Herziening van één .n of meer Artikelen der Staatsregeling'" *' D£ d.ïje Lezingen van zoodanig een voorftel gefchieden -in elk v der beide Kamers,-van tien tot tien dagen', telkens. ' Tot het * opmaaken van een. befluit, dien aangaande, wordt in iedere v J tuner vereischt de volftiekte, meerderheid van ftemmen van „ alle derzeiver Leden, daartoe vooraf uitdrukkelijk opgeroepen * ,, Een zoodanig voorftel der Eerfte Kamer kan' dpor de tweede „ Kan er niet verwoipen worden., dan met eene meerderheid van t> :wce aeraên van het volle getal' haarer tgdga,*'  HER. • $1 b. „ Of wel, dat vijftien duizend ftembevoegde Burgers, binnen. „ de zes Iaatfte maanden van bet tiende, vijftiende of twintigfis „ jaar, zich, met individueele en getekende voordragten, tot ver„ andering van het zelfde Artikel of Artikelen der Staatsregeling, " hebben'vervoegd bij het Vertegenwoordigend Lichaam. Deze „ voordragten moeten duidelijk aanwijzen het Artikel of de Ar„ tikelen, waarin men verandering begeert, en de voorgeflagea , verandering, zelve. Voords moeten dezelven bekragtigd zijn met „ een getuigenis der Gemeente Beftuuren, aangaande de ftembe„ voegdheid'van derzelver tekenaaren." Doch zoo het gebeurde, dat deze gevallen geen plaats hadden, of al gefchiedende, en de meerderheid der Grondvergaderingen, verklaarde, dat er geene Herziening zal plaats hebben, blijft de Staatsregeling voor de vijf volgende jaaren vastgefteld; dan, zoo die meerderheid eene Herziening begeert, worden de Grondvergaderingen opgeroepen, om op den dag, 's jaarlijks tot het verbiezen van nieuwe Leden voor het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald, tevens Revifcurs te benoemen , dié tot het doen der Herziening zullen worden benoemd , zie hier onder. Acle van Staats~ regeling Art. 3.05, 30(5, 307, 308. en Reglement Litt. E. Art. 27* 3°HERZIENING (n« Commissie vak) der Staatsregeling zat beftaan 'uit zoo veel Leden als er tagtig duizend tallen zielen ia de Bataaffche' Republiek gevonden worden, en gekozen worden door de Grond- en Diftriéts-vergaderingen, welke eerften daartoe tegen den gewoonen dag der benoeming van Leden tot het Vertegenwoordigend Lichaam in den jaare 1803 worden opgeroepen; zij kiezen éénen Revifeur, zie Revifeur. De Commisfie van Reviieurs moet te Utrecht vergaderen, en binnen zes weken na degedaane verkiezing, haare werkzaamheden aanvangen. Dezelvepntfangt, geduurende den tijd haarer zitting, geene orders of bevelen van eenige Magt, hoegenaamd, betrekkelijk het onderwerp óf de wijze van derzelver raadplegingen. Haare Leden zijn nimmer aanfpraaklijk wegens hunne uitgebragte advifen of befluiten, nog kunnen, geduuiende den tijd hunner zitting, niet in Rechten betrokken worden, dan op de wijze, als de Leden Van het Vertegenwoordigend Lichaam. Zij zullen ook geene» openbaare plegtigheden bijwoonen. De Commisfie moet behoorlijk achtiïaan, op alle bedenkingen aan hun door Burgers fchriftel ijk ondertekend toegezonden, zoo welals op die, welken haar door de Leden van eenige openbaare Magt of Bewindvoerend Lichaam worden ter b.and gefteld. Haar onderzoek ftrekt zich «iet verder uit, dat tot zoodanig gedeelte, Artikel of Artikelen der Staatsregeling, waaromtrent haar > eenige bedenkingen zijn geworden. Zoo dra de Commisfie haare bedenkingen, binnen yier maanden na de eerfte zitting, aan het Uitvoerend Bewind ^eeft afgezonden, gaat dezelve terftond uit een, welke bedenkingen mouten verzeld zijn van eqn kort verflag van derzelver raadplegingen, en .bevatten eene duidelijke, ïeaélje van.het door haar. P 5 ve£  Wt HER, Hüö. Geld? ,p£Eh0?fden 2K£'°£ «tae femme mar 3?I&iSi^'ïiSSKr^^flW ^taald worde op dfKoopmanTch^ °£ d? Perfoon eD het ^eedê c4 om d£ z P ; " a^fte Volk "** gena™d C ook in de: jaarer Tf,5 ™l,Jd,ond^jk' hoe v°°^eelig dezelve werdt aanyp élen 7ne ^V49',^ £et aff<*afi^ der Pachten, Geld, 2^ onderfS.M regeh"5 bePaaJt' dat * 9«> Hoofd- HOOGER BEROEP zie >*W/ Pn »„ -r Sd?R«iiStW«^J^a,iS Vakken H°°g-leeraaren, als cijnen XrlfSk^ Medi, diemum) Krnidkm-,,^ »^ - -v s, eiclriejd (r«J Romanum et ho~ fica) enz enz nP Cw T}' boven Natuurkunde (M*tó P/„y. ierk' blSvm L *ï .Ho°S-,eeraai-en der voormaals heerfchende 5f »sLands k« ^ na^e aanneming der Staatsregeling, fióen ^nieten ' ^;;gC^0ne ,Traaementen? bij wijze van Pen! 1798' genSneerd lu, Weduwen, die voor i Januari/ woonen doen hMl 1 Bewind, ter plaats alwaar zij Setebb^b£ npp016 ifö1*guIdens J'aarl«ks ink0" waarfrie £"f m '1%' en Sevo™d «»* die gro den HOOG.  IIOO, HUI, JAA, JON, JUS. ^ HOOG NATIONAAL GERECHTSHOF, zie Gerechuhof (Hoog Nationaal). , , ._. . , . . < ,-.„ " HOORN, is de Hoofdplaats van den 2den Ring in het 5de Departement en het'55fte Diftrict.. HUISBEDIENDEN, zie■ Dienstbaaren. J JAARWEDDEN, zie Traktementen. TAAGEN Niets heeft meer overeenkomst met de regelen eener geordende vrije Maatfchappij, dan dat ieder Burger op zijn eigen of gebruikten Grond meester is; Het Jagen . Vogelen, Visfchen enz. daarop is een natuurlijk recht, dat zelfs by de Romeinen aan ieder werdt toegekend. Hebben voormaals willekeurige en desootike Wetten er? Piacaaten dit belet; hebben gepretendeerde Souveraintjes het recht van Jaagen aan anderen hunner JMedeBurgeren op eenen heerschzuchtigen toon, by 'sVolks-recht beledigde Keuren, ónder bedreiging van ban en boeten, betwist, en het op eigendunkelijk gezag aan zich zeiven toegeëigend waardoor den bruiker verboden werdt, het roof- en wild gedierte van zijnen akkergrond te jaagen of daar op te vangen en dood te fchieten; dit zoogenaamd recht, alleen toegekend geweest aan gewaande Edelen en Jonkers, beftaat niet meer, en ieder Burger heeft, bij de aanneming der Staatsregeling, voor altoos het recht gekresen, om, bij uitfluiting van anderen, op zijn eigen ot gebruikten grond te jaagen. Nu zal geen ingebeelde Ridder, door eene onbezuisde Jagtrit, met eenen zwerm van Zeelwinden en ene talrijke menigte Jachthonden,' de veld- en aard-vruchten van den nijvren Landbouwer, vertreden. Nu zullen geen gewaande Jonkers die den Zaad-teeler beneden zich achtej:, en als hunnen flaaf'behandelen, geheele koörnvelden vernielen, om een Haas, of ander wild gedierte, op hunne wellustige tafel, ten kosten van een' anders behoeften, te doen pronken , zie Visjclien. JONGSTE LID. In iedere Grondvergadering, eer dezelve georgaiiifeerd is, neemt het jongfte Lid in jaaren den post van Secretaris waar, zie Grondvergadering. . JUSTITIE. „ Recht, anders genaamd Gerechtigheid, is een .gemiste evenheid der deugd, in iedere eigenfchap en toebehooren waarvan de kennisfe, Rechtsgeleerdheid, en de oeftenmg ', Rechtvaardigheid genoemt wordt (*)." Keizer Justinianus geeft in- zijne Liftituten de navolgende definitie van Jujtitia. ;, Rechtvaardigheid is eenen ftandvastigen en geduurigen wilI, om een iegelijk te geven dat hein toekomt (f)." I" eene Maatfchappij, waar de menfchelijke famenleving, voor derzelver aanvallers V*) van T.ehuwün. R H R, I D. I B K. I. <.t).£. io.f. de Jujt. * -jur.  £° IND, INK. imiÊÊmm ied ?! ten affihrik v-n *Itten' om dat ziJ ™ een vér™ReS of Recb banV f ^ geme,den A^ *W* zeiver Xt te om rede?* i0or.nadrukkeliJke ''.natiën , tot derl Voornoemden LPn? li' meev/1 van Wi. fchort den i INKOMENDE en UITGAANDE RECHTEN. Eene belas «irfP3 ? ' vo|gens eene generaa e Ordonnantie en Likt zoo alfdlf1'6 I?vS; Cenige Goederm Z1> daar van onAeven * M t Mn t01'ien en Piaatfen> met guarnifoen bezet aan dt ^TZN"en Va? deze!ven> of aan de Armeen &c.; al 'mede die gezonden worden aan boord van 's Lands Schepen van Oor & N^Lnd Bulte,llandfche Colonien, ten behoeve van den l£w pNiemand mag eenige inkomende of uitgaande Goederen Iaden of tosfeni dan na gedane aangeving (*). ^oedaen P Zk het VU"at * dcn °Mw h Ccvve* m lUcVen, vansijnlijijf?  1NK, INR, INS. dl INKOMSTEN en REVENUEN, zijn winsten, welke men door zijne vlijt en nijverheid, met Handwerk, Ambacht, Neering &c. , door beoeffening van Konsten en Wetenfchappen, öf door het uitzetten van zijne Gelden en Capitaalen, het verhuuren, verpachten &c. van Huizen, Landerijen &c. bijeenvergadert, ontfangt en profiteert. Alle belastingen moeten geevenredigt zijn naar ieders inkomsten (of bezittingen), mids in het oog houdende de Grondbeginfelen, zie Belastingen. INKOMSTEN (Nationaale), zijn die, welke uit alle Belastingen, Impofitien, Colleftens &c. genoten en ontfangen worden- het beftuur over den ontfang derzelven, en de beheering der 'betaalingen, wordt toevertrouwd aan vijf Commisfarisfen der Nationaale Treforie; het houden der algemeene Boeken &c. is de zaak der Commisfarisfen van de Nationaale Rekening. AUe van Staatsreg. Art. 220 en 223 , Litt. A. 228. INRICHTINGEN, zie Koophandel en Landbouw. INSOLVENTIE, of het in gebreke blijven van zijne Crediteuren te behalen; zij, die in dit geval zijn, worden Bankroetiers genaamd. Zoo dra dezelven ophouden te betaalen, verliezen zij daadelijk derzelver perfoon, en hebben geene magt tot uitoeffening van eenigerhande zaaken; Bankroetiers, en voornamelijk de moedwilligen, (vermids de rede veeltijds voor ongelukkigen pleit) moesten naar de Wetten van den voormaligen Keizer Karei geftraft worden, zie Bankbreukigen. INSTITUTEN, of openbaare inftellingen ter bevordering van Konsten en Wetenfchappen, kunnen in een Land waar genie en Vlijt woont, niet genoeg aangemoedigd worden, om dezelven tot eenen zoo na mogelijken trap van volmaaktheid te brengen; zij zijn de baarmoeders der beginfelen tot de deugd en de vormers der zeden; zij geven de veerkragt aan de beftaandeelen der verlichting, om, in een geheel famengevoegd, de Maatfchappij ten toppunt van het menschlijk geluk te brengen; zoodanige Inftij tuten hebben reeds bij het eerfte aanwezen van ons Vaderland beftaan, doch in eenen minderen graad, en zijn, van tijd tot tijd, na dat de mensch door befchaving meer gevoel van zijn zelfsbe-ftaan verkreeg, zijne waarde leerde kennen, en de hooeere bedoeling zijner beftemming, als waartoe hij hier verordend is, ontwaar werdt, namen dezelven allengskens in verbetering toe. Domheid en dweepzucht, predikte weleer openlijk tegen fommige wijsgeerige denkbeelden en lesfen , die uit dezelven voordgebragt wierden , en de wapenen van Bijgeloof omringden de muuren der Inftituten, welke de wetenfchappen in zich bavatteden, om, ware het mogelijk, den weetgierigen, leergraagen Jongeling daar uit te houden; dan de verlichting:, die doordringende geest, werdt langzamerhand overwinnaar, en men bragt van tijd tot tijd alle de Inftituten in eenen bioeijeriden ftaat, zie Konsten en Wetenfchappen. Alle openbaare Inftituten, ter bevordering der Wetenfchappen, in deze Republiek, bij de aanneming der Staatsregeling aanwezig, blijven op dpn  62 INS, INT, INV. iol-!SfeLV°et, voortduure"' tot dat daaromtrent, door het Uit INSIRUCTOIRE SCHRIFTUUREN vd Pv,a- ■■ . kpn ,»r,ó,. fa -^actizijns zeiven, om voor anderen zaï IN TERES S EN CU' " ^ 274fthleÏÏvangelden ^0°"^ r^'lf ffien dë» * van E i Uvoïr/'i°meffllli!^ld! dezelven zijn land geeft ÖHnSn i , ^JÏÏ?? ten honderd 'sJ'aars' o A Ê„ r„ , j ,TOr opgefchoten capitaalen , tegen ai ker4 en 5m?" hvSrd' ,Interest van Interest te rekenen is woe-' nhVt, Lm S' ?lSe,1S hct gevoelen van ÜW0 de Groot "een SchuM d „Cn- ,-?e Renten en Interesfen Van de Nationaale zoodanig aIJaar!ljkS m2et£n betaald *0r worden gevo„deS genL cLam§zTülene bepaalinge" l'5,^001 het VerffiSSS' rf1f In, h vr f Ve'-tegcnwoordigend Lichaam heeft vastgefteld ■ dat geene Britfche Manufacturen, Koopmanfchappen en vnn h' fctengfelen, hoe ook genoemd, in de ^tSeP£ubHek ht zn te water of te lande, hetzij rechtsftreeks ukoSSSi4 as tar?£ -aas- gen, voor Vijanden des Vaderlands zullen gehouden en alzo behoeve der Bataaffche Republiek; zullende ten opz^gte van Neu utle Schepen met Goederen beladen, welker hfvóer verboden Lerweïk?^JSSS^ ^ ^ ^ ^ ° Gneren, welke yeiboden zijn, zijn de volgende- i Alle fonrt^i T^S^fXTrl^ J- Alle^aïenen ai 6s[X ; etiai ceeid van Wol of Catoen, Wo le Catoen of Linne Gaaien te Z'JStï10^' "ï t ? ™e» Roemde0 A?S fchi dS ca ini' t s0heel of SedeeltcliJk Bedrukte of geN, tfn:ff Utoene»; L'jwaten, Neteldoeken, Piqués, Dimitten en Bröeï-en ^ 'p s;,a 'c B*5Bfde Wü,ie> °* Sajetté Vesten Bioeken en Panthalons, of wel deze Stoffen aan ftukken. o Alle' En- C) miicatit van ha Vitv^uni Semikf, ia dato =3. Oftobor  IMP. 63 Ingelfche, Schotfche en lerfche Kousfen. 7. Alle Mutfemakers Waren, het zij van Catoen, Wolle en Leder, effen, gemengd, of gecouleurd. 8. Alle foorten van Knoopen. 9. Allerlei geplatineerde Waaren, bekend onder den naam van Plated. 10. Alierlei fijn Ijzer- en Staahverk, Blik-, Koper- en Tinwerk, het zij blank, verlakt of gefchilderd. 11. Alle fijne Mesfenmakerswerk. 12 Fijn Schrijn-werk, 13. Horologien, Gouden en Zilveren Gespen, Horologie-Kettingen, Ringen, Waaijers, en al het geen wat onder den naam van Engelsch Ouincaülerie bekend is. 14. Allerlei Leder, getaand, getouwd, of op eenige wijze bereid, zogenaamde Laarzenfchaften, Mans en Vrouwe Schoenen-bladeren, of ander Leder, geheel of gedeeltelijk afgewerkt, nieuwe of reeds gebruikte Zadels, en allerlei Zadelmakers-werk. 16. Allerlei Zijden Gilets, alsmede Linten, geheel of gedeeltelijk van Zijde, Catoene of Linne Garens gemaakt. 17. Allerlei Mans en Vrouwe Hoeden van Vilt, Stroo of eenige andere ftoffe gemaakt, Garen en Zijde Gaazen, midsgadérs Chals, onder den naam van Engelfche bekend. r8. Allerlei gefponnen Wol en Hair, midsgadérs alle Paruikmaakers- en Kappers-werk, Vloertapijten, Carpetten, Gonjes, het zij geheel afgewerkt, of in ftukken of rollen , waar uit dezelven ffaamgefteld worden. 19. Alle foorten van bereide Lederen of Zeemlederen Vellen, dienende tot het maaken van Handfchoenen, Broeken, Vesten, of zogenaamde Gilets, het zij gefchilderd, gedrukt, of effen, midsgadérs ook alle deze artikelen, ten voorfz. einde gefneden of gemaakt. 20. Alle foorten van Engelsch Glas en Kristal-werk, buiten het geen tot de famenftelling van Optifche en Uurwerks-Inltrumenten gebruikt wordt. 21. Allerlei Engelfche Taffen , Behangfel-papier en Ameubelementen. 22. Allerlei geraffineerde Suikers, het zij in Brooden, het zij in Poeder of losfe Suiker, in Europa geraffineerd zijnde ; en 23. Alle foorten van Porcelain-, Aard- en Potten-werk. IMPOSTEN, of Belastingen, welke op allerhande Levensmiddelen , Koopwaaren , Brandftoffen , Wijnen , Brandewijnen , Rijden Vaartuigen, den veertigften Penning der verkogte onroerende Goederen en Schepen, den 10, 15 en 2often Penning van de Collaterale Succesfiën, het Klein Zegel en Zegel-papieren; op Trouwen en Begraven, op gedrukte Nieuwspapieren en Weekbladen; Heeren en Redemptie-geld, Koffij, Thee, Chocolaad &c., gelegd zijn: Deze Imposten worden, na de affchaffing der Pachters in den jare 1748, bij Collecteurs, Colleclensgewijze, ingevorderd , die dezelven in 's Lands Schatkist ftorten, en voor hunne moeite eenige percenten genieten. Deze foort van Impofitien of Belastingen zijn in de bijzondere voormalige Gewesten of Provintien meerder of minder, naar gelang van voormalige bijzondere inzigteij en omftandigbeden; doch zullen nu, bij de aanneming der Staatsregeling, door de geheele Republiek op eenen gelijken voet gebragt worden, zie Belastingen. Op de Goederen, den Impost fubjeft, en welken langs en door eenige der voorige Gewesten zullen worden door- of ingevc-ird, is bij Publicatie   v»n dea 12 Jauumij IJ9V>  KER, sm 0> gesne betrekking hebben, onverkort echter eens. ieders recht vaa Eigendom op bijzondere Begraafplaatien, en van zoodanig gtbniilj of wel reeddrift en gang, als aan dezelve tot behoorlijk gerief» tot hiertoe gecompeteerd heeft (*). KERKLIjKE EERDIENST. Zij, die den dienst der Kerk, of Godsdienst, waarnemen, het zij als Leeraaren, Predikanten, Hoogleeraaren, Proponenten, Priesters, Pastoors, Capel.laanen, enz. zijn niet verkiesbaar tot Leden van de Vertegenwoordigende Magt of mindere Beftuuren, ten zij dezelven alvorens vrijwillig afftand doen ven deze hunne bedieningen; dit zelfde geld omtrent die geenen, welke zich aan het openbaar onderwijs verbonden hebben ; zoo als, Profesforen, Curatoren, Rectoren, Conrectoren en Scholarcben der Hooge Scholen. Zie Verkiesbaar, Acle van Staatsr. Art. 33. KERKLIJKE GOEDEREN, waaronder men verftaat Huizen, Landerijen, ErTeclen, van wat aart en natuur dezelven ook zouden mogen wezen, blijven bij dat Kerkgenootschap in eigendom„ het geen dezelven, het zij door vrijwillige gift, erfmaking, in» zameling, of aankoop verkregen heeft, en worden als zoodanig den bezitteren toegekend, en aan hun verzekerd. Add, Art, der Staatsr. Art. 5. KIEZERS, moeten zijn Stemgerechtigde Burgers, en worden door het Volk in deszelfs Grondvergaderingen gekozen, om, het zij ter Diftricts- of Rings-vergadering, den last van hetzelve, waarmede zij gevolmagtigd zijn, uit te brengen; zij kunnen nimr mer voor den hun opgelegden last bedanken, dan om redenen, welke bij de Grondvergaderingen , waardoor zij benoemd zijn, worden aangenomen. Benoemd zijnde, begeven zij zich, op den derden dag daar na, op de plaats hunner beftemming, en genieten , tot goedmaking der reiskosten, voor ieder uur afftands, ééngulden ; zij geven hunnen lastbrief aan eene daartoe benoemd»Commisfie van het Plaatfelijk Beftuur, alwaar de Kiezers bijeen, komen, ter naziening over, en daar na aan den Voorzitter hunnerVergadering. Zoo het gebeurt, dat een Kiezer, door ziekte oif* andere omftandigheden, belet wordt, om in de Vergadering te verfchijnen, draagt hij dien post op aan zijnen Plaatsvervanger. Indien een Kiezer op het drietal door zijne mede.Kiezeren ge* bragt wordt, begeeft hij zich bij de ftemming uit hun midden. Acle van Staatsr. Art. 25. Regiem. Litt. A. A\t, 21, 22, 23, s$, en 35. Regiem. Litt. E. Art. 3. KIEZERS VERGADERING, is de zamenkomst des Kiezer» tot het uitbrengen van hunnen last, waartoe zij gekozen zijn l zij conftitueeren zich op den zelfden voet, als de Grondvergaderingen. Zoo dra de werkzaamheden afgeloopen zijn gaan dezelven uit een. De Kiezers-vergadering van iederen Ring benoemt jaarlijks, op eenen dag door de Wet bepaald, genen Opnemer dsr {*} Detreet, vaa dea 12 Januari) 1799. E 3  T« KIN, KLE, KLO, KON, KOO, KOS. der Rekeningen van het Departementaal Beftuur. De zeven afzoo benoemde opnemers vergaderen, mede op eenen tijd bij da Wet vast gefield, in de Departementaale ftad, om tc hooien en te fluiten de Rekeningen van het afgeloopen jaar, of hunne bedenkingen daarop voor te dragen; zij doen het verflag van dit hun verrigtte drukken, en zenden hetzelve, nevens de Rekeningen, aan het Uitvoerend Bewind, hetgeen beflisfende uitfpraak doet. Zij blijven jaarlijks, niet langer dan veertien dagen , tot het opnemen der Rekeningen vergaderd. Acle van Staatsr. Art. 29, 188, Regiem. Litt. A. Art. 26 en 39. KINDERGELD. Aan ieder der Predikanten was eertijds in fommige gewesten *s jaarlijks toegelegd, eene zekere fomme gelds, onder den titel van Kindergeld, waarvoor zij dezelven groot moesten brengen; dit geld weidt alleen genooten bij de Predikanten der voormaals heerfchende Kerk, en is dezelven", even als derzelver tractementen, gedurende drie jaaren na de Staatsregeling aangenomen_ is, bij wijze van penfioen toegewezen. Zie verder tractementen. Doch ten aanzien der Kindergelden voor de Eminti. Voogden over Minderjarigen en Weduwen van Predikanten oer hervormde Gemeente; deze zijn, ingevolge het Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam, na de aanneming der Staatsregeling gecesfeerd en opgehouden. Addit. Art. der Staatsr. Art. 2. Publicatie van hst Uitvoerend Bewind, in dato 21 Meij 1799. KINDERS (Verworpen), dat zijn, de zulken , welke ten vondeling gelegt of in de Armhuizen bezorgt worden. De Natie zal voor derzelver opvoeding zorgen. 'Algemeene Beginf. der Staatsr. Art. 49. KLEIN ZEGEL, zie Zegel. KLOKKEN. Voor zo veel dezelven aan de Kerkgebouwen met derzelver huizingen behooren, zijn zij bij de\Staatsregeling verklaard, te zijn een eigendom der Burgerlijke gemeenten, ftaande ten allen tijde onder derzelver beheering en ten hunnen laste. Addtt. Art. der Staatsr. Art 6. §. 6. KONSTEN, zie Wetenfchappen. KOOPHANDEL, zie Landbouw. t KOSTEN. De huishoudelijke Departementaale Kosten, voor ieder Departement, worden 'sjaarlijks door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald; ten dien einde zendt elk Departementaal Beftuur, met den aanvang der Maand September van ieder jaar, aan het Uitvoerend Bewind eene fpecifike begrooting der Kosten voor het volgende jaar; bij deze begrooting wordt èene fpecifike verantwoording der fomme, in het afgeloopen jaar toegeftaan en befteed, gevoegd; en zal altijd het batig flot in mindering der nieuwe petitie ftrekken. In onvoorziene gevallen kan eene buitengewoone begrooting door het Departementaal Beftuur ingezonden worden. Het Uitvoerend Bewind doet dezelve, als dan , zonder uitftel, aan het Vertegenwoordigend Lichaam ter beoordeeling toekomen. De Kosten voor het huishoudelijk Beftuur der Buitenlandfche Colonien, zuilen door de Inweoners zeiven geregeld ea  KRIJ. 7» en betaald worden. Geen Rechter of Rechtbank berekent, onder eenig voorwendfel of benaming, eenige Kosten, ten benoeve van zich zeiven, aan de gefchil voererde partijen. Acle va» . Staatsr. Art. 175—178, 253 en,263. KRIJGSLIEDEN, welke door den lande bezoldigt woiden, kunnen hunne ftemmen in de Grondvergaderingen met uitbrengen, dan ter plaatfe hunner vaste woonmg, afgeicneiden van derzelver Guarnifoenen. Acle van Staatsr. Art. 21. - KRHGSMAGT, te Water en te Lande. Hier over heett het Uitvoerend Bewind de befchikking; het bepaald derzelver bijzondere beftemming. Ten opzigte der voortduunng, vermeerdering of afdanking, word's jaarlijks, door het Uitvoerend Bewind , aan het Vertegenwoordigend Lichaam, eenen voordragt gedaan aan wien de bepaaling der fterkte, aanwerving, afdanking en bezo ding alsmede den aanbouw en de equipeenng der benepen, is opgedragen. Acle van Staatsr. Art. 50 Litt. D. 109 en 110. KRITGSRAADEN (Guarnisoens). Militaire misdaaden, in den dienst, en door den Krijgsman bedreven wordende, worden aan deze Krijgsraaden verweezen, die op confesfie vonnis wijzen, zonder dat daar van mag geappelleerd of aan ene hoogere Bank beroepen worden. — Militaire misdaaden zijn, onder anderen, Indiscipline, Infubordinatie, Defertie, Verraad m dea Oorlog, verders Plundering, Verwoesting en Erandftichting in den dienst begaan. — Alle Guarnifoens Krijgsraaden zullen, uigevolpe de Wet, beftaan uit zeven Leden, gecompofeerd 111 rangen als volgt: De Prefident zal een Opper-officier of de commande, rende Officier van het Guarnifoen of Corps zijn ; de Leden moeten beftaan uit eenen Capitein, twee eerfte of tweede Lieutenants, eenen Wagtmeester of Sergeant, eenen Corporaal en een gemeen Militair. die ten minften zes jaaren zal hebben gedieiw en zal kunnen lezen en fchrijven. In tijd van Vrede kan, ia Crimineele gevallen, eene herziening van genoemde Krijgsraaden. gevorderd worden, om te beoordeelen, of de ftraf, bij de wet bepaald, naar behooren is toegepast, ook zal m Militaire \onnisfen, door gemelde Krijgsraaden zonder confesfie gefiagen, een hooger beroep plaats hebben, het geen gefchieden moet, aan eene Hooge Vierfchaar, zie Vierfchaar. In het eerfte geval, dat is in tüd van Vreede, dienen, in cas van hooger beroep, d§ vfif oudfte Opper-officieren van de Brigade en de naast bij zijnde Auditeurs Militair, mids niet in dezelfde zaak bij den Krijgsraad gediend hebbende. Acle van Staatsr. Art. 2.99, 300 en 301. Regiem, van Krijgstuck van den 26 Juni} 1799-.. K.RITGSTUCHT. Zoo eene Maatfchappij, 200 naar buiten als binnen, veilig en geducht zal zijn, moet zij Burgerlijke Wet, ten hebben, om naar te handelen, en zorgen voor eene goede Krijestugt der Militairen, waarbij alle wanorders en buitenlpoorige ongeregeldheden beteugeld worden. Het Uitvoerend Bewrnd aal daarom zorgen, dat de Krijgstucht bij de Militairen van Smt volgens de Wetten, door het Vertegenwoordigend Lichaam \astE 4. w**  ft LAA, LAN. gefteld, nauwkeurig worde gehandhaafd. Het Reglement va* Krijgstucht heeft de famenftelling der Guarnifoens Krifesraaden' ^wral ten aanzien der Auditeuren Militair en fiscaals bepaald'. • 7,1 ,m,Sr- Art' 217 en 239- Zie verders het Reglement of Crimineel Wetboek voor de Militie van Staat, van den 26 Junij 1799. L LAAKENS en STOFFEN. Tot voorkoming van alle ver. Keerde begrippen, omtrent het 2de Articul der prohibitive Wet op den invoer van Engelfche Goederen, is hetzelve dus opgehelderd: dat de benaming van Laakens en Stoffen, in het gezegde Artikel, en die van Lijweten in het 4de Artikel voorkomende, m de onderfcheiding tusfehen Laakens en Stoffen en Linnen en Lijwaaten dezelfde is, als die in het Placaat van Ao. 1725, op de Artikelen Lijwaaten en Manufacluuren is gefpecificeerd; bij welk laatite de Lijwaaten, Zeildoek en Canefas, met name zijn uitgeKondert , en midsdien door de verbodene Laakens en Stoffen, niet anders kunnen noch moeten verftaan worden, -dan eigenlijk «sKSie W»en Stoffen, dat is Manufaifuuren van Woile of Katoen oïWolla Katoen, of Linnen Garens gefabriceerd, de Bombazijnen volgens de Lijst van Anno 1725 daar onder begrepen en dus geenfins Linnen of Lijwaaten, het zij gecoideurd of ongecauleurd mids met gedrukt of gefchildert zijnde; wordende derhal ven in het 4de Artikel van opgemelde verbod niet anders bedoeld dan de zoodanigen, welke met eene plaat gedrukt of met het penfeel gefchildert zijn. Zie de Aanfchrijving van den Agent van Finantien van den 26 December 1798. LANDBOUW en KOOPHANDEL. Veeltijds ziet men het ™n J l°P T, uV00l d*i™] Lmdb°™ geplaatst; dan offchoon men zegt, dat het Laatite door den eerllen beftaan moet, zo n°Sthans zeker> dat de Koophandel van den Landbouw zijnen oorfpmng ontleend heeft,. vermids al het geen de Koop^ man verhandelt,-koopt en verkoopt, door den Landbouw is vooitgebragt, zijn onderhoud daarin vind, of daar uit door de aa"weT bf rekking tot eikanderen zijn voordeeien trekt. Deze lïZJ "'J11* de Zeevaart biJ'na onaffcheidelijk van den w' ^'JI1rue ze.nuwe» van 'sLands inkomften en de zuilen JpriiÜ gT£he .v"Je ftaatsgebouw. Zij verleenen aan het VaShmI0 lUda' Gn geeven aan zii"e bewooneren de noodige pi ddelen van beftaan, tot het voordduurend Leven. Wanneer ' oL vt„ £ °Pr°mSt d,er RePubliek raadpleegen, en de gefchiedfru Ge"ieencbest nalezen, ontwaaren wij hij de eerfte ™!w wtL'ldra',dat71j haare grootheid aan deze heilvolle geSS^' b6eft-' M eene ^rpHgting neeft dan de Mcutlc^ppij düafjp met, die, door deze nuttige en noodzaakt  LAN. n Jijke bronnen van Welvaard, moet beftaan! Vloeit uit de genietingen van dit dierbaar geluk, door haar aangebragt, niet eene aanmoediging van alle Handwerks- en Ambachtslieden? ontfpringt uit dezelve niet eene fpoedige en kragtdadige inrichting, waardoor de bloei van alle Inlandfche Fabrieken en Trafieken, Koophandel , Zeevaart, Landbouw en Visfcherijen, en daardoor van Ambachten, Neeringen en Handteringen, bijzonderlijk de Handel met de buitenlandfche Bezittingen en colonien van den Staat, bevorderd worde? is het niet een der voornaamfte wederkeringa pligten van de Maatfchappij, om den Landbouw, en deszelfs bloei, 20 veel mogelijk te bevorderen, en dus ook de bebouwing der nog ledige en woeste gronden, door de gantfche Republiek aan te moedigen en te bevelen , waardoor deze meer en meer in vermogen rijst, en toeneemt in haaien opgang, — waardoor zij geducht en aanzienlijk wordt bij vreemde Volkeren, die nog, door deszelfs woeste onwetendheid, en door het gemis eener behoorlijke befchaving en verligting, verre bij ons ten achteren zijn. Welke waardige voorwerpen zijn dan deze beftaan middelen van ons Vaderland niet!... Trok zulks het oog van veele beminnaars en yoorftanders dezer vakken niet naar zich, en zag men niet in den jaare 1778, te Jmfteldam, eene Maatfchappij ter bevordering van den Landbouw ftichten, welker Leden, in één Lichaam verèerïigt,' de' handhaving van denzelven, als een der wezenlijkfta takken van 's Lands welvaard befchouwden, en de handen in ééri fioegen, om op goede gronden, eene heilrijke uitwerking te erlangen (*) ? Zag men niet in dat zelfde jaar te Hoorn eene Maatfchappij van Rheederij en Koophandel, ter liefde van het Gemeeanebest, oprichten, met oogmerk om, ware het mogelijk, de armoede te verminderen en voortekomen, de oude Vaderlandfche naarftigheid te doen herleeven. Het Schoolwezen te verbeteren, en de kinderen der Armen tot goede zeden op te leiden (f). Mogten dan deze Takken, van Koophandel en Landbouw, zoodanige indrukken op de gemoederen der Bataaffche Natie maaken, dat zij om ftrijd zich beijverden, om deze bronnen van haar geluk te bevorderen, en ten hoogften top van derzelver bloei te bren-. gen! —mogt de aanmoediging daartoe het beginzel, en de belooning de fpoorflag zijn! dan zou het Vaderland gew.'sfelijk voordeel genieten; dan zouden wij, zo men eenparig daaraan tot verbetering werkte, onderfteund, door de kragtdadige behulpzaamheid van het Gouvernement, weldra onzen vervallen Landbouw en Koophandel in dien luister, welken zij eertijds hadden, vrolijker ten vQorfchijn zien komen, en haaren bloei zou grootfcher praaien, dan onze Voorouders dien zagen fchitteren, toen nijverheid dezelven beftierden, en de bezuiniging hunne leidfter was.—! Dat men dan alle middelen aanwende, die gefchikt zijn, om de- zel- O Verhandelingen, uitgegeven deer de Maatfchappij ter bevordering » d«i ■L*ndlm ll!c Deel, Vo-Tri.de. U„ üi.-.txi Keieil.tndftke Jaarbetken , Ao, 1777, Uada, 1113» E 5  74 LAN, LAS, LED, LEE. zeiven te doen bevoorderen en te doen bloeijen, waardoor me« Znt t,Z'jde h6C khsp^nd veim,ft' door aannToe! tfX'^iCh,v\ëmTe 2aaken zal zien "chten, die meer en meer de Republiek zullen veredelen, en aaij den anderen kant W tSd ,llcnBkbï Van ,beftaan' ^elv^SeïS iuistei herfteld worden. Ingevolge de Staatsregeling, moet ter bevordering van den Landbouw en Koophandel f door het vèrteC°e!'S ^?am gezorSd 'gorden, dat zoodanige Rivieren, . ^ f i^0^6",' 'f1 voordeele van de Républiek, te beR Sin i n' blJ?°n^ijk plaats hebben, ten opzigte van de wórden ff ^T'f * zuI!^de die bevaarbaar gemaakl Iaatfte 'van ^ E df van ^ tot £i#»» en de trf nL \ en BoSC\ tot ^««d. alsmede ae Rmoi de Lijkt iS*^ volvoering van dit ontwerp, zal uit 's Lands mL\ hwd ^j -ïd w?rden> eene-fomme ten minften van vier bevJZtriuUZmd guIdens> tot ™ la"ge de gemelde Rivieren ÏSnemfn- Jif" w^en- " Het Uitvoerend Bewind heeft, tot KocXndef 7 werkzaamheden , betrekkelijk den Landbouw, StaatkCrnh JVaalt enZ-' eenen ASent' zie «i ^LANDS MIDDELEN, zie Fraudes en Departementale GerechtsLASTBRIEF, zie Geloofsbrieven. «nlSnl£9Ji*GA^S CA.LLE.K0ED wiLtiGK) hebben geen aanfpraak op den onderftand der Maatfchappij. Algem. Beginfelen der Staatsr. ftrt. 47. l^ÏÏ^L ^" haatHjk en voor a,Ie menfchen ondraaglijk gediogt dat de ingezetenen tot flaaven der Edelen en Hofjonkers maakte, was eene erflijke en onfplitsbaare togt, op eens aÏÏ de°,nPnlbaar/0ed' metJonderlinge verbindtenisfl vai/fchut en H™ ^ljde'1en aan den anderen kant pligt van Manfchap waa»n/Srf 6nr; h^\^ erkentenis en plintbetooning was, In veeln henne.Le?nheer bij verfterf of anderfins gehouden werdt ren een ™ld,A'rueen V0¥' hazewindhond,6 een paar fpoo! nftiir Paai" handfchoenen of iets dergelijks f*> Deze flaaffche Mensch8 'hS^ tegende onvervreemdbare Rechten van den ^dV f V" dl26n Lande reeds in den J'aare "0° heftaan; en zoude, volgens het gevoelen van Simon van Leeuwen (f), zij- D,?itrebeP,r°ng °-dTd hebben van de OverSaxm en aêloude Duitfche volken in Italien, en het eerfte ingefteld zijn door Keizei Lotharius Koenraad en Frederik den Roodbaard; en vervolgens tot ons en tot anderen overgebragt. Huber ($) zegt, dat, welke pogingen men ook hebbe aangewend, het Leenrecht inVnS nin> (?) V^ï"""' IttL H- *' Lïh- " P"". XLI. No. 1. >A cf\Le"!weJn',R H- Lib. II* pan. XIV No 2 zingen ,s ten minften van drie dagen; na d. %Jh of 15 Lt u inlTd J°°rft,el of de raadplegingen daarover mtgefteld worden doch het befluit kan niet eeiler plaats hebben, dan na de derde Lezing. De tweede Lezing heeft geen nlaats dan wanneer, in de eerjle Lezing, vijf Leden deze ve vordeienJ SrtÈ' rat,SeVal' d£ daS tot die ^ Lezing bS Dit zelfde heeft bij eene tweede Lezing, omtrend de derde ook' plaats. De bijvoegfelen of bepaalingen van eenig voorftel kunnen wel bij de eerjle of tweede Lezing voorgedragen dS'nict het hoofd van de befluiten moet uitgedrukt ftaan, de dagtekenin- &T0SE.eSRAUZEr7s)' ^Zns & Generaliteit* nu Bataaf, urn> t,otepje genaamd. Offchoon de naam dus eemVfints veraln derd is, is zij u hare wezenlijke waarde fyJfd\™?!?e%£1^ zien-  LIJ, LIJF. f ïlenlijke bron, waaruit het Land jaarlijks goede winften -fchept; zij brengt een groot vertier onder de ingezetenen, door het verJkoopen of vevhuuren der Loten, die in halven, quarten, agtften en zestiende gedeeltens gefplitst, en voor eene of meer clasfen, ook bij weeken en lijsten, verhuurd worden; zij geeft eenen uitreftrekten handel, door het verzenden der Loten naar de Oosten West-Indiën, en bij veele vreemde Natiën, die m de Generaliters Loterije enorme fommen inleggen, op hoope van meerdere teruggave. Er is over deze Loterij eenen Ontfanger-Generaal, die Loten uitdeelt of verkoopt, en ook tekent, midsgadérs de prijzen betaald. Deze heeft weder in vsrfcheide Steden en Plaatfen, eequalificeerde Collefteurs, ■ die -de Loten debiteren. XJeze Loterije geeft, gelijk alle andere Kans-fpeelen, eene fchitterende hoop voor-ongelukkigen, .die daarin voor een deel fpeelen, en zij is tot eene gulle vreugde der prijstrekkers, die door het Lot begunftigd worden. LIJ (de) of Run, moet vaarbaar gemaakt worden tot Uostefwiïk ASe van Staatsr. Addit. Artikelen, Art. 8. LIJFSTRAFFE. Het is eenen bekenden, en ontegenfprekelijken regel in Rechten, dat een Hoofd-Officier, Bailluw of Acaifator Publicus, niemand met crimineele procedures vermag té querelleren, of aan den Rechter een decreet van incarferatie te verzoeken, om iemand in de boeijen te ketenen; veel minder vermag een Rechter hetzelve zonder voorafgaande kennisneming van het gefupponeerd Crimen, aan den Eisfcher te verleenen, in alle zoodanige gevallen, waarin de misdaad geene Lijfftraffe vordert, want indien deze Vrijheid aan eenen Rechter verleend was, hoe veele onfchuldige flagtoffers zouden dan door de gevangenisfen niet befloten zijn! waardoor veelal eenen geaccufeerden zwaarder ftraffe zoude worden opgelegd, dan waartoe hij bij vonnisfe konde worden gecondemneerd, het geen m eene Maatfchappij welker grondflagen de Natuurlijke en Burgerlijke Rechten zijn, eene fchreeuwende hardigheid zoude wezen. — Deze re<*el is geene uitvinding van den een of ander, wiens denk' beelden op zich zeiven ftaan , maar dezelve wordt door de voor'naamfte Rechtsgeleerden toegeftemd, bij wien, onder anderen, deze opmerkelijke woorden voorkomen. ,„ Reëele Citatie is, ' zo wanneer de misdadige in den aanvang corporeellijk wordt " «eapprehendeerd en in befloten hechtenis' ofte andere goedé '" verzekering gefteld, waartoe men niet en behoort te komen, ten '\ zij het deliü is een maar delicl, daar Lijfftraffe toejlaat, en dat er fterk bewijs, of ten minfte zeer vehemente fuspicien zijn, '[ tot laste van den geenen, die men wil apprehenderen (*)." Veele Schrijvers over de crimineele Praftijk, en vooral die geenen, welke voorftanders van extra-ordinaire Procedures zijn,'komen mede hierin ove.een, en bewijzen, op folide gronden, dat extra- or« (*) P. Bert. TrtSittt van Crimineel* Zinken, Tit, U, Qeel 2, K». >•  n ujf. ordinaire Procedures niet te pas komen . in zulke deïifl™ Af misdrijven tot welken geene LiifflrafFe ftaat, noch dieuftd™ aart en natuur der zaaken, orSinark modo moeten behïndH? worden, waarvan het uiterfte niet verder kan zmif dan een col demnatie m geld-boete. Bon, de grootfte voórftaiXi vanT" den# PZoot IT ^ min «en. „Zoo ftaat dan verder in te zien, of het voorfz fait en _„ delift is zoodanig gequalificeerd en gecircumftantieerd 'dlfda!r „ toe naar rechten ofte piacaaten van %n Lande eenige LifftaWe „ feu ptena Cörporis affiittiva zoude kunnen worden geïn&eerd dan " tJaart1 alleenfiaat hannisfement en geld-boete? Ahfhebegaane » Ml °*Lexces bij de wetten en^placaaten van den Lande " 35\ fd ëecorngeerd met eene zekere fomme, daartoe bii „ placaat of keuze vastgefteld, indien de Contraventèur word be„ vonden op de daad, kan dezelve voor zodanige boe en Va^ " daadeenlren ^ W°T"den' de Tranfgresfeu - op de „ daad met wezende bevonden, moet de Officierf die vermeent „Jimpete Citatie, Cmliter fif ordinario modo As-eren, en zien daar„ toe Sententie of Vonnisfe te bekomen (*)/• Vermids Verfo van nr?vT,en', Corporeel, éi%aderV SudicWet van piovifioneele incarcerat.e, het begin en de aanleg van extra Procedures zijn, welke, zoo als gezegt is, geene plaats Linnen hebben, dan in misdaaden, die niet den 'dóód ofaS tltT S6rf- Wmd%n Ét*. DMr nu V0]S^ns bet hfef bike. b.agte Luce Clarius confteert, dat geen Accufator Publicus of die hetjSrgae waarneemt iemand, met reëele Citatie vermatr'te be fpringen, dat s te dagvaarden om in perfoon te compareeren ot eenig verzoek tot incarceratie mag obtineren xwJxdaZ aI geaccufeerde in befloten hegtenisfe, i^^èZT^ot daaruit, onbetwistbaar zeker, het geen de Staatsregel nf op «fe giondbegmfelen eener vrije Maatfchappij wijzigt, dat ft? zooda mge gevallen, waarin de xvet geene LifftrafFe bepaal?of"vordert de gevangene onder behoorlijke borgtogt zal ontflagen worden' N et alleen hebben wij dezen grondregel in ons ContraüslrM als een waarborg voor de perfoneellijke veiligheid deze 'ebt' deiide wil is reeds in de XIV. eeuw' bekend geweóstf offchoón ÏSw^ ^"werpen, dat alle Voorrechten en Pr,V Sen vernietigd, en tegenwoordig als onnodige inftrumenten te bé clC SeT', andw?orde k h'erop, dat wij echter daaruit kunnen afleiden hoedanig reeds de Graven in vorige eeuwen de vrijheid denPr2Tn,der [nSezete"en naauw ter harte namen, en zoS .S^SS^dïr^ hieven, van de handen van'willekeu«Shlfonlg ' de.fomJs meer Ult wraakzucht, dan uit rechtsverphgting, iemand in den kerker dompelden, zoo vindt men, her- rti v'.,rS,'r:,Tr?Saaï *a" Crimineele Zantrn, Tit V « 8 & C") èÊg, «T 5' r- i. 3. ƒ A Of.* * «*  LIJF, LIJS, LIJW. 7S herzeg ik, dat deze bepaling reeds een voorouderlijk recht is, hergeen reeds door Hertog Aalbrecht van Beyeren in den jare 1387, aan die van Amfteldam is gegeven; Wagenaar (*) zet dat privilegie op, onder de voorrechten der Burgeren, en geeft daarbij dit getuigenis: Schepenen dezer Stad hebben den Poorteren het voor-* recht, om door Borgtogt te bevrijden van de hegtenis, meer dan eens laaten genieten, gelijk bij de Stads Registers blijkt, allegerende daartoe het Cmfesjie-boek No. 7. fol. 138, 193, 195 verfo. En eert weinig verder voegt hij er bij: In andere gevallen (namelijk buiten de gemeene middelen, waarvan hij even te voren gefproker> hadt,} heeft de Regeering ook-nog voor weinige jaaren gevorderd, dat èeri gevangen Poorter, die borg flellen kon, behoorde te worden omflageri, bijbrengende daartoe Stads Misjiven No. 31. pag. 178, 184 en 189Nu is het de vraag: Wat moet men door Lijfftraffe verftaan? Ik zal dit Bort laaten beantwoorden. — „ Voor Lijfftraffe worden „ gehouden, punitie van Lijve, Leden, openbaare fchavottering, , geesfeüng, qucelibet alia fanguinis emiffio of bloedftortenda ',' ftraf; ook eeuwige gevangenisfe, bannisfement op de gaieijen of ", in het tuchthuis (f)." — Leden van de Vertegenwoordigende Magt, wegens Lijfftraflijke misdaaden agterhaald, kunnen in verzekering genomen worden; zie Vertegenwoordiger. De bepaling Van burgerlijke en van Lijfftraffelijke wetten, zal het Wetboek onderfcheiden. A£le van Staatsr. Art. 73. en Grondr. Art. 28 en 33. LIJFWACHT. Het Vertegenwoordigend Lichaam heeft, in de plaats zijner Refidentie, eene vaste, en alleen ten zijnen dienfte ftaande Lijfwacht, van ten minften zeven honderd man. zoo voet- als paardevolk, welke bij Reglementen, door hetzelve Lichaam gemaakt, onmiddelijk en bij uitfluiting, onder de beurtelingfche orders der tijdelijke Voorzitters van de beide Kamers ftaat. Dezelve beftaat tegenwoordig uit één Bataillon Infanterie, één Bataillon Cavalerie, één Lieutenant, twee Bombardiers en vieren-twintig man Artillerie. Deze Lijfwacht wordt om de twee jaaren, bij loting, uit de andere halve Brigades en Regimenten Van den Staat verwisfeld. A£ie van Staatsr. Art. 45. LIJST. In iedere Grondvergadering, worden, door den Secretaris, de namen der ftemhebbende Burgeren, daartoe behoorende, en der aldaar prefenten, op eenen Lijst getekend, die aan het Gemeente Beftuur wordt toegezonden. Aüe van Staatsr. Regiem. Litt. A. Art. 2. LIJST (Contra-). Tot voorkoming van alle abuizen aan de ééne zijde, en tot wegneming van bedenkingen aan den anderen kant, moet één der drie Stemöpnemers, in de Grondvergadering, eene Contra-Lijst der ftemming houden. ASte van Staatsr. Reqlement Litt. A. Art. 3. LIJWAATEN, zie Laakens. MAA- O Befcbrijvmg van ^mjteld.tm, ■>. Stek, 6. D. X. Blek, paï. 8(5, CO TrM. van CnmmtiU Zaaken, Tit. ¥111. Kvw* „ De Hectomèter (een woord van het Grieksch Hecaton of honderd afgeleid) bevat honderd Meters en tien Decameters- het is de zijde van een vierkant, tfefiW genoemd, dat in plaats van de Morgen (Arpens,) waarmede men het land afmeet' aansenomen is; de lengte van de Hetlometer is 51,324 toifes van 6 voeten Konings maat, of 26,5502 roeden Rhijnlands/' „ De Kilometer (een woord van het Griekfche Chilioi, duizend afgeleid,) bevat duizend Meters, honderd Decameters en tien Hec tometers, en dient, om grootere afftanden uit te drukken, zij is seJij* aan 513,24 toifes, of 265,502 Rhijnlandfche roeden, of aan 0,225 of negen veertigfte deelen van eene gewoorie geosrraphifche mijl van 15 in één graad." 0 0 r .■».'' Eindelijk heeft men nog de Mijriameter, (afgeleid van MiertSi of tien duizend,) bevattende tien Kilometers honderd Heüotneters, duizend Decameters, en tien duizend Meters; deze maat is de eigenaartige, 0111 de groote afftanden der plaatfen van elfciErieren af te meeten,- zij bevat 2,25 of twee en een vierde Duitjche mijten, van 15 in een graad; men heeft in Frankrijk op de groole landwegen Colommen geplaatst, op eenen Mijriameter afftand:; van elkander,- echter vinden de Franfchen beter de af Handen der plaatfen door Kilometers, als een maat tien'maaien kleiner zijnde, uit te drukken." „ Elke graad van onze Aarde bevat 100,000 Meters, of -co* Kilometers, en daar de oude graad 15 Duitfche mijlen bedraagt moet elke nieuwe graad 13 en een halve Duitfche mijl bevatten " , De omtrek onzer aarde bevat dus 40,000 Kilometers en haar middellijn 12733,1235 Kilometers, (naar. de proportie van L. van &ulen, de middellijn tot den omtrek des Cirkels ftellende als r tot 3,14159265.) III ,. VAN DE MAAT DER VLAKTEN. De vierkante Metre, zijnde een recht hoekig vierkant, dat eene Metre lang en eéne Metre breed is, en meestal eenvoudig Metre genoemd wordt, bevat 9,4831 vierkante Konings voeten of 0,2534 of bijna een vierde van eene vierkante Toife, of 10,150749 Vierkante vs'ten K'p.jnlands. „ De vierkante Metre wordt in tien Decimeters, de Decimetre in tien Centimeters, en de Centimeter in tien Milimeters enz. Verdeeld.' ,,- De Decimetre is- een langwerpig vierkant, de lengte van eene Metre en de breedte van eene Decimetre hebbende, bevat-lende 136,5566 vierkante Parijsfche duimen, of 1 vierkante voeü Van 2,171* Vierkante Rhijnlandfche duimen." „ Ds CentimeTre is een vierkant, welks lengte"en breedte bef«wï «ear Beehmm bevatten, en geiijk ftaat-aa» 136,58 vierkante- JV  MAA. ft] Parijsfche duimen, of 14,617 vierkante duimen Rhijnlands." „ Dc Millimetre is een langwerpig .vierkant, dat de lengte van eene Decimetre en de breedte van een Centimetre heeft, bevattende 1,3655 vierkante Parijsfche duimen, öf 1,4617 vierkante Rhijnlandfche duimen." „:De Deci-Millimetre, een vierkant, welks zijden élk de lengte van ééne Centimetre hebben, bevattende 19,664081 vierkante liniën, of 21,048 vierkante liniën Rhijnlands." „ De Centi-Millimetre een langwerpig vierkant, hebbende eene Centimetre lengte en eene Millimetre breedte, bevat 1,9664. vierkante liniën Konings maat, of 2,1048 Rhijnlandfche vierkante Liniën." „ De Milliometre is een vierkant, bevattende èlké zijdé een Millimetre of 28,316,276 vierkante punten Konings maat of 30,30998 vierkante punten Rhijnlands." ,, Behalven de vierkante Metre heeft men nog de volgendë groofere Maaten aangenomen." „ De Are; deze bevat 100 Vierkante Metres, en, is gevolglijk een vierkant, dat eene Decametre (tien Meters) lengte en breedte heeft; zij bevat 1,959 goede Franfche Perches, elk van 22 vierkante voeten of 1015,0749 vierkante Rhijnlandfche voeten^ of 7,0491 vierkante roeden Rhijnlands.'" „ De Hectare bevat 100 Ares; dat is 1,959 Arpens, van 100 Perches van 22 vierkante voeten of 704,91 vierkante roeden Rhijnlands, waarvan'600 hier te lande een morgen lands genoemd worden; zijnde een Heclare gevolglijk eene morgen, en f04,91 vierkante voeten Rhijnlands." „■De Mijriare is eene uitgeftrektheid van een Kilometre in het vierkant, .bevattende 100 'Heftares of 196 Arpens, of 117 en eenë halve morgen Rhijnlands, nagenoeg." ,, De yierkante Mijriameter is een uitgeftrektheid van 5 eri eén twintigfte, vierkante, geographifche mijlen." ,, De vierkante (nieuwe) Graad is een vierkant, waarvan dé zijde, een.Decimaale graad zijnde, loo Kilometers bevat.; een Millioen Heüares bevat, bij de 2' Millioenen Arpents, of'1,174,580 morgen Rhijnlands.'• IV. „ VAN DE LICHAAMLIJKE MAATEN. De Stère of Kiloliter, welke door de wet van den 18 Germinal Ao. 3, tot de maat van het brand-hout is aangenomen, is gefchikt, om alle Lichaamen te meten; het is een Cubus, welks zijde de lengte van eene Metre heeft; zij bevat 29,202,690 Cubieke voeten, Franfche Konings maat, of 32,3405298 Cubieke Rhijnlandfche'voeten." „ De Stère wordt verdeelt in 10 Decisteres; de Deelstere in tien Centisteres; de Centistere in tien Millisteres; de Millistere in tien Deci-Millisteres.'' „ De DecisTeré bevat een Metre in het vierkant, op de dikte Van een Decimetre." „ De Centistere heeft een Metre lengte, op een Decimetre dikte in het vierkant," F 2> ,, Eeu  ** MAA; DècimSe heeLft''TIRE " fl! ^' W6lkS 2ij'de de Ie"gtó van «É* en'cSL "Cldeding Van eeU Culus is dus een vierkant> prtoW Cv{ph!Z VlrJ^J0 Mii.listere den naam van Litre (van het e t T' ift afgeleid,) dienende om de vogten, wijnen hLll'ndranken, te .-meten; de Litre is dus een cubus, heble"gte, breedte én hoogte, en bevat, 50,462269 cubieke dunnen Konings maat, 5588443S cubieke duimen Rhijnr,'°P297 Jarijfche pinten, en daar, volgens Lulofs, de Myfmdfthe tot.de Anfleldamfche Van 11 duimen ftaat, r^, tot É^lxr'-i'ïï ^ 58,7677 Ct!bieke Amfteldamfche «u rnen en de naauwkeurige' proeven, van dien zelfden MeetkunKenaar hebbende aangeduid dat''de Amfteldamjche floop 140,7345 cubieke Amfleldamjhe duimen heeft' (J), zal men bevinden, dat f „m °'48923 Amfteldamjche floepen, en omgekeerd, dat eene ^mjteldamfche Jhop 2,30476 Lftm- bevat. Deze evenredig, neia zat genoeg zijn, om de Amfleldamjche wijn-maaten met eene Litre te vergelijken." De Litre Wordt tot het verkcó'pen in het klein, gebruikt,' als daartoe zeer gefchikt zijnde, en wordt even als andere Maaien 01, tienen en tien Decilhres, de Decilitre wordt wederom in tien tentihtres enz. verdeeld. De'tienvouden van'de Litre draagen de volgende benaamingen al?." ,, De Deculitre , bevat tien Litres, zijnde eene Maat van rrn'd"> Kilolitre 860,272 I 1720,544] V. „ VAN DE GEWIGTEN. Wij hebben reeds gezegd, dat net Gewigt van eene Cubus gedistilleerd water, die ééne CentimctrQ lang, breed en hoog is, Gramme genoemd wordt, en bij de wet van den 18 Germinal A°. 3, als de éénheid van het Gewigt i? aangenomen geworden; doch men zoude verkeerd doen, te den•ken, dat dit Gewigt, in plaats van onze ponden zou kunnen ge-, fcruikt worden; de Gramme ftaat gelijk met 18,841 greinen of 0,261681 gros, poids de. commerce; houdende nu onder het oog, dat, volgens opgenoemde Richard, één pond Koopmans Gewigt gelijk ftaat aan 10193 en een half Aazen Hollandsch Koopman* Gewigt, waarvan er 10240 in één pond gaan, zal men bevfh. den, dat ééne Gramme gelijk ftaat aan 20,4,3998, of zeer na aan 2044 Aazen; 0,638749 Engels, 0,319374 oneen of eindelijk 0,0019948 ponden Amjleldamsch trois Gewigt." „ De Gramme, als een zeer klein Gewigt zijnde, wordt in de Fharmacie en Goudfmederijen gebruikt, en verdeelt in tien Dengrammes; de Decigramme wederom in tien Centigranmes, enz. „ De Kilogramme wordt gebruikt, om alle Koopwaaren tq. wegen, welke met het pond verkogt worden; zij word verdeelr. in 10 Hetlogrammes, de Hetlogramme in tien Decigrammes, en da Decigramme in tien Grammes: zo dat de Kilogramme duizend Gr mpes bevat, en gevolglijk het Gewigt is van eene Cubifche De- Fl Ci:  8Ü MAA.. cimetre, of een Litre gedïstelleerd water; zij ftaat gelijk met 2.044379 ponden Fransch mark Gewigt, of 1,9948 Amfieldamsch Gewigt. Men heeft deze Kilogramma als de voornaamfte éénheid der Gewigten aangenomen." . »» De Zeeton {Tonneau du mer) bevat duizend Kilogrammes, en " net Gewigt van een Cubus gedistilleerd water, welks zijde ééne Metre bevat, weegt 2044,379 ponden mark Gewigt, en bevat 1,022189 gewoone tonnen, welke op 2000 ponden plegen gerekend te worden; de Zeeton wordt iü 10 Quintaalen, de Qiantaal in 10 Mijriagrammes; de Mijriagramme in 10 Kilogrammes verdeeld." Wij hebben, om de nuttigheid van dit nieuw fijsthema, daarover wat breedvoeriger dan over andere Artikelen gehandeld; de reden daarvan is gemakkelijk te bevroeden, daar het voor ieder een, van den minstvermogenden burger, tot aan den grootften handqldrijvenden Koopman, van het groofte belang is, zulks 16 iu Aeaenó ABe van Staatr- Surgerl. en Staatk. Grotidr. Art. 59. MAATSCHAPPIJ. Wij hebben hier eene groote vlakte voor ons open, om den mensch in zijnen oorfprohk op te zoeken, en hem leerzaam tot in de kringen der zamenleving na te volP; daar de Geneeffche Wijsgeer Rousfeau, dien Frankrijk in het Phmthecm der voorname geleerde mannen plaatfte, en wiens graf, op het Populier-Eilandje Ermenonville, befchouwd wordt, in zijn ContraSt focial breedvoerig over deze ftoffe gefchreven heeft, kunnen wij niet beter doen , dan elk tot dat werk te verwijzen. Om dit vak in ons Woordenboek echter niet geheel ledig te laaten , zullen wij deswegens hier het volgende invoegen. De Griekfche Wijsgeer Aristoteles, hoe zèer een groot volger der gezonde reden, wil, dat de menfchen niet door de natuur zelve gelijk gefteld zijn, maar dat de één voor de flavernij gebooren wordt, en de ander, alleen om te gebieden, het leven ontfangt. Rousfeau zegt daarop, dat Aristoteles volkomen gelijk' heeft, 'behalven hierin alleen, dat hij de uitwerking voor de oorzaak neemt. Wat mij betreft, fchijnt mij het gezegde van den eerften geheel tegen de orde in de fchepping aan te loopcn. pod fchiep immers alle menfchen gelijk, en gaf, bij de fchepping, aan den éénen geen meerder voorrecht, dan aan den anderen, dan alleen om te gebieden, over dat geen, het welk op zich zeiven met beftaan kon, gelijk, bij voorbeeld, over de dieren, die in hunnen ftaat, wanneer zij geenen gezaghebber hadden , geheel zouden verwilderen, zo niet door hunne eigene verwaarlozing ter vernietiging overgaan, gelijk men dit ziet uit die wilde boschbewooners, welke, ongetoomd, hunne eigene natuurgenooten, ja zelfs de menfchen, verflinden, en door deze losbandigheid, het woud ongenaakbaar maaken. Nogthans ftelle ik voor vast, dat deze gebiedende magt, welke de mensch over bet reoeloos gedierte heeft, niet verder ftjfgt, noch zich üit-i breiden kan,, dan om deze hulpeloze fchepfei'en te helpen en te legden, en geenszins, om daarover als een willekeurige te heer-' fvhenj  maa fchenj maar h;j mag wel dat gedeelte van het vee, het welk 'hem tot zijn voedfel en onderhoud dient, Aagten, en daartoe bereiden, en het overig gedeelte, het geen hem tpt zijnen arbeid nuttig en behulpzaam is, daartoe gebruiken, doch al wederom met die bepaaling, van niet verder te gaan, dan het vermogen van dat redelooze zich uitftrekt. Hoe zoude dan de Schepper, daar hij den mensch naar zijn evenbeeld fchiep, en bij die fchep? ping hem deze beveelen nadrukkelijk door de rede openbaarde, gewild hebben, dat de eene mensch den anderen tot flaaf konde gebruiken, en hem meerder recht gegeven, om over zijns gelijken te heerfchen, dan aan het verltandelooze vee, hetwelk, offchoon in het wild omdoolende, nogthands zichtbaarlijk over elkander geene magt voert! — Zo wanneer wij van het Rijk der infetten af, tot aan dat van ons fterflingen, de fchepping doorwandelen, zullen wij dan wel eene verwijdering van het eene tot het andere vinden? — daalt van het hooglte tot het laagfte — van het grootfte tot het kleenfte, niet alles in eene gelijkvormige vermindering, zonder eenige gaping of afwijking, neder? Wie kan — wie zal dit loogenftraffen ?— Is het dan ook niet zeker, dat de mensch met den mensch gelijk, en allen, tot eikanderen even gerechtigd, gefchapen zijn ?..._. Zo WÜ het voor eenen onfeilbaaren grondflag houden, dat de uit he*; niet tot iets formeerder volmaakt is, — dat, al wat hij gewrocht heeft, voldoet,aan het oogmerk waartoe hij hetzelve bepaalde. — Zo wij zeker zijn, dat die zelfde formeerder geen onderfcheid in zijne werken van dezelfde foort heeft daargefteld, dat hij alles in eene geordende richting, en overeenkomftig de regelen der Natuur, heeft gewerkt, dan zijn wij daardoor ook overtuigd, dat hij de menfchen in den Natuurftaat, allen gelijk, zonder onderfcheid van magt of aanzien, gefchapen heeft; indies wij nu voor bewezen houden, waaraan niemand zal twijffelen, die eenig gevoel van zijne eigene waarde heeft, dat alle menfchen in betrekking tot eikanderen gelijk zijn; zo volgt daar uit, dat zij allen vrije wezens, en dus aan niemand onderworpen, zijn, dan aan die geenen, welke zij onderling over zig gefield en uit eikanderen gekozen hebben. Maar dat de mensch zoo vernederd geworden is, dat hij den gebieder of den willekeurigen alleenheerfcher gehoorzaamt; dtó hij zijne waarde miskent door het verzaken zijner onvervreemdbaare vrijheid, en den overgang uit dezen ftaat in dien van 11 vernij, waarin hij gekromd de ketenen moet tortchen, is aan geene andere oorzaak toe te kennen, dan aan het geweld, gebooren uit de lafheid van veelen onzer mede-fterrlingen. Rousfeau zegt wel: ,, Elk mensch, die in de ketenen der-flavernj het „ eerfte daglicht ziet, wordt ook in de daad voor de ftavernij „ gebooren." — Maar die zelfde Wijsgeer ftelt daarom niet, dat dat zelfde wezen natuurlijk, dat is bij de fchepping, tot den flaaf geboren is, en dat hij, bij meerder omwinding van zijn denkvermoogen, en door het genot der beschaving, waardoor f 4 m  W MAA. hij een geregeld en natuurlijk denkbeeld van zijn beftaan erianttl geen recht of vermogen zoude hebben, om zich zelve, het "zij door rede, het zij door geweld, uit dien ftaat te ontheffen en Over te gaan tot dien van zijne oorfpronglijke beftemming; het zoude eene tastbare onwaarheid zijn, zo wij aan dien Wijsgeer wilden toekhrijven, dat hij om die reden, den mensch, als onoerwerpbaar aan zijnen evengelijken, voorftelde; verre is het van daar, hij is het zelfs niet eens met die geenen, welke voortdrijven: gehoorzaam de magten, over u gejleldl of die de ftelliiT" omhelzen : alle aagten daalen van het Opperwezen af! — Want hil zegt elders, dat dan ook, alle ziektens eveneens van hem afdaaJenue, het verbooden zoude zijin eenen geneesheer tegen dezelven ter hulpe te roepen; het blijkt al verder duidelijk, uit het fiier vooren aangehaalde werk (*) van dien Geneeffchen Wijsgeer, dat hij den mensch erkent voor een vrij gebooren wezen. Het menfche'ijk geflagt, zoo als te voren gezegd is, vrij gebooien zijnde, heeft in den ftaat der Natuur geenS andere rechten, noch betrekkingen, dan tot zich zeiven, en zoude, indien Hetzelve hierin hadt moeten blijven voordduuren, zich, door een fSi^ZLe'. geheel yerwaarloozen, het geen tegen de wijze nfte lmg des Scheppers inloopen zoude; om welke redenen, tof voorkoming van zijn verval, alsmede tot beveiling der perfoonen, tot belcherming van eigendommen, eh om de genietingen van hetbezit-iechtte verkrijgen, het menschdom zich in Maatfchappjen vormde; «He Maatfchappij beftaat derhalven uit eene meemgte van bij den anderen gevoegde menfchen, waarbij elk Van' zijne natuurlijke rechten dat gedeelte afftaat, wat nodig is om een gelijkmatig en gelukkig geheel daar te ftellen. De oud! fte Maatfchappij van allen, en. welke alleen op de Natuur petoud werdt, zegt Rousfeau, is die der huisgezinnen, en men kan dezelve als het eerile voorbeeld der ftaatkundige Maatfchappjen aanmerken; „ De opperfte gebieder vertoont ons het bee'd „ van eenen vader; - het volk daar tegen, dat, van zijne kinr deren; zoo dat, daar zij allen gelijk, en vrij gebooren wer{, den zij hunne vrijheid geenfins verpanden, dan tot hun eigen „ voordeel. Het volk zich dan, tot voorkoming van onderdrukking en verwijdering van alle ongeregelde daaden, bij onderlinge overeenkomst, tot eene Maatfchappij, 0f één groot Lichaam, gqv?.™d'Ebbende, moet, wil het werken tot het gemeenfehappijhjk heil, nuttig en voor eikanderen nocdzaakljjk zijn, noodwendig grondregelen daarftellen, waarop het zijn verdrag of «aatsregeling_ bouwen -zal, en deze beginfelen moeten overeen, ftemmend zijn met het waare oogmerk, waartoe het zich onderling verbindt wijl alle afwijkingen daarvan, ftrijdig met het geboorte-recht, de bron zouden zijn, waaruit de verderfzuebt, het Ki val en den ondergang met eene ruime maat konde fcheppeiv pet f*ü ifl* Boek, iSe Hoofdflak,  MAA. 89 Het Bataaffche volk, zich zijnen oorfpronk herinnerende, en wel wetende, dat het van zijne geboorte af vrij is, verdedigde zich, reeds in afgerolde eeuwen, tegen de overheerfching der dw ngelanden'; zuchtende onder geweldenarijen, die hetzelve uit zijne vrijheid verdrongen haddden, befeffende zijne eigene oppermagt — werdt het deze flaaffche kluisters te moede, worftelende zoo lang inet de Tijrannen, tot het zich van het juk der opgeworpen^ magten onthefte — en dat op éénmaal van zijnen hals wierp. — Verlost uit de flavernij — en overgegaan in den Natuurlijken ftaat der gelijkheid, wilde het geene vrijheid, gepaard met losbandigheid , maar eene vrijheid, die de fpringveder tot het Aristocratisme verbrijzeld, en waarbij hetzelve zich een duurzaam, beftaan verzekert. Het vormde zich tot eene Burgerlijke MaatSchappij, ftelde tot de zekerfte waarborg daarover, eenige maatregelen, gebouwd op de algemeene beginfelen; — en gevoelende, dat dc miskenning der Natuurlijke rechten van den mensch in dien ftaat, het bederf van alle Regeeringen is, vestigde het zijne Staatsregeling op de navolgende gronden: §. I. Het oogmerk dier vereeniging moet dan in zich bevatten , de beveiliging van ieder individueel perfoon, zijn leven, eer en goe.len naam; hiertoe is een ieder verpligt, en geniet uit dien hoofde wederkeerig dat zelfde voorrecht. De befchaving van veritand en zeden, is mede een der hoofd-punten, om dat men door (iet eerfte meerder kennis verkrijgt va« ?Ün wezenlijk beftaan en waarde, en daardpor' ontwaar wordt, tot welk eene beftemming, de ongefchapene het' gefchapene verordent hebbe;_ hot laatite moet yooral plaats hebben, wil hetzelve gelukkig zijn. J. II. Het boek 'dét ' fchepping toont ons, op onwrikbaare gronden, en wij hebben hier voren verftaanlijk genoeg betoogd, dat het mens'chlijk geflagt met gelijke rechten gefchapen is; en dat de mensch met dat zelfde recht overgaat in de Maatfchappij. Het is dus natuurlijk en zeker, dat alle de leden daar van, zouder onderfcheid van geboorte, bezitting, ftand of rang, pene gs* lijke aanfpraak op de daaruit yoordkomende voordeden hebben. J. III. De Maatfchappij, n'iet anders kunnende bedoelen, dar> de welvaart van alle haare leden, waardoor zij een beftaan totonderhoud verkrijgt, verfchaft dienvolgende aan den nijveren arbeid, en aan den onvermogenden. onderftand; moedwillige lediglopers, werkelooze wezens, hebben daar op geene aanfpraak, waarom dan ook alle bedelarijen moeten geweerd worden. 5. IV. Eene Maatfchappij in eene ruime betekenis, niet alleen voor zich zeiven beft'aande, 'is gehouden, zoodanige mede-menfchen, die 'nog' in het flaaffche gareel der vorsten, en onder het juk van despoten zuchten,' door voorbeelden en verlichting naar zich te trekken; zj moet daarom alle vreemdelingen, die de weldaaden der Vrijheid vreedzaam wenfehen te genieten, in haar midden ontfangen, en aan dezelven, ter aanmoediging, alle zekerheid en befcherming verleenen; hierdoor wordt zij aan dq 'èene zijde geducht, en aan den andpren kant bevoDrdert zij de "T.° - 'V '5" wer-  MAA. derd en iederePn ,.n„ r MaatfchaPPe!ijke bloei worde bevor- te voldoen; hierdoor verheeWiif.n • h 00SmIe^ der fchepping eantsch cebn„„ " ! verneei lijken wij den onderhouder van het %Ï &£^V' Gn WIJ V£rwerven ons een deugdelijk en zede' ^^Wde^l^^S ,der tot Landbouw Sroot, naauwst met de vriuVM,W " V°eren Van het oor!oS> °P h" meinen, toen zii ffil te ™een'g.en> weten wij, dat de verwisfelden! overg™ iT!?' !" ?VeLdaad, en gisting van een iedèr om If l ,fl:Tern)J; ,s het dan n'et de pligt den? - Ifhet Zr™ . hei geen wij kennen- te ve™^'- te beveelen da ? niet de eerfte zorS van eene Maatfchappij, bevlijtige, om dezen. aiw^, 3 i ^e'aan! dat dan een ieder zich afs? t^js9b1s tts^ ™n Is? r«H^rt - - kruin geplaatst zien" T verdlenften °P zijnen nijveren «li door ^^^T^^^^S aanblazingen van domhei?n w f " V ag'J doSr de helfch8 toét het /uur en ^d vervott fiff ^ ^ J^"*^ Iichtlnrr' uit de^ ri.w» V7TOISC werQt — is, dank zij der ver- P*, op wêlkeenc^wL de'l—ontr"kt ~ °>> wdk zuch-  MAA. 91 zuchtende volken, van onder het juk der valfche veinsaardij — der listige dweepzucht te verlosten; en om dit groote doelwit te treffen — kan niets meer dienstbaar zijn, dan dat de verlichting; en befchaving onder de leden der Maatfchappij aangeprikkeld en bevorderd worden. ' 54» ^MAATSCHAPPELIJK VERDRAG. Zo de mensch uit den ftaat der Natuur geenen overgang hadde gehad zoude hij, hier en daar rondzwervend^, onder het juk en de heerschzugt van eenige weinige opgeworpene hoofden gebukt-gaan; maar, daar God den mensch, met eene denkingskragt, gelijk, dus in eene volle vrijheid, gefchapen, en geene gaaping in de orde der fchepping gewild heeft, moest deze overgang noodwendig plaats hebben; het menschlijk geflacht, dus vereenigd tot zekere ondeelbaare gcheelen, en zamengevoegd tot groote Lichaamen, waarin de oppermagt berust, was noodwendig verpligt, wilde het in die vereeniging beftaan blijven, om eene verbintenis uit te denken, Én een Maatfchappij lijk verdrag daar te Hellen, waarbij de perfoon en goederen van elk der zaamverbondenen voor de heerschzucht, die in het hart van den mensch geworteld ligt, bewaard en befchermd werden, bij welk verdrag hoe zeer ook op heC naauwst aan eik-anderen verbonden, een ieder, met behoutf zijner burgerlijke vrijheid, een gedeelte van zijne natuurlijke rechten, voor zo verre zulks ter bereiking van het heilzaam», oo-nneik nodig is, afftand doet', doch bij deze afftanddoemng ftaat hij niet te gelijk af van zijne zedelijke vrijheid, want dan zoude hij te gelijk' afftand gedaan hebben van zijne natuurlijke; rechten en geaartheid als mensch, en zelfs van zijne phgten,. waartoe hij geen recht heeft, en 't geen dus geheel met zijn wezen onbeftaanbaar is. Bij zoodanig eene verbindteniste, tot eene geordende Maatfchappij, verliest hij dan niets ahders dan zijne natuurlijke vrijheid, en een geheel onbepaald recht op alles wat zijne wenfehen kan gaande maaken, of door hem verkregen kan worden; hij behoudt door den overgang tot den Burgerftaat, » gelijk de zedelijke Vrijheid, welke alleen den mensch eene volmaakte heerfchappij over zich zeiven en niet over anderen geelt i hij verzekert daarbij het volledig eigendom van alles wat hij bezit. Jpe voorwerpen van het beding beftaan hier in: dat een ieder  # MAA. aanzetten om ten aanzit ^JBj&fife hem ka« Ten anderen is de verbitxte is zffvni? °nd/e handelen. ven niets behoudt, waaiiu l^i fTj ,-ïdT' voor z,'~h zei' zoude kunnen «j*tójp%t^> ?eJ&^W< eene aanrPraa* of meer peifonen cen y z£ 'ernand by dit aan één fthryven, of hun een meerdci ™ w de ,andeien wilde toewagt — het,zijde volftre'-v! ^2IJ dan de volle opperde ftaat der ^ïtJX^&^S?' toekennen, zotida ■beid uit de 'vriiheid hfdn' u S bInvende,' waardoor de ceüik worden Sflgfè fcfcï^2±^^ heid verbied. . ' faecn de Godheid wraakt en de mensch* »'d ïondeit! K3 SeSf^» overeenkomst dat geegen behoort/zal me S Sf V°>ekt tot desze,fs we* rfe volgende be^^J^*' ontdekken, dat dezelve Op ?. gemeene bezittingen zi ne Shnn " m' tot de f, welke beiden hij "onderhet ÏÏ f«" aI ziJn vermogen bif, Wil fielt- en VróS^wfefe-^ de" AlgeWn' „ den lid, ais een ondeelbaar gedeeke , fik onderfchei- " HJf tZ° vfbindtcnis daadehjk aan'' 1 het geheele ^aain.. «S^^ - dien van te zaam verbonden en aan wetten door tr.T" gC2egd is' zichhetgeen de waaré Vrijheid uitn aakt SlVC voorS^hi-even, geen gedeeltè van het oine déelblar ^, n?''pen hebbende, kan Jen, maar elk verpligt zich door dl fheel eencn wil uitóeffewijze Staatsregeling « L ° • ^omging, om, in eene gróndregeling,0 w aVo^ dLelve ïbo^d ^ ye™eerdenng der ïchappijHjk perd 2C ve ZteeIViegebn0,"wd Mj, "och in het Maal ' feafd door den wil van'het Xeïl-S,hebben> dan alleen gefthrlften, daarbij bepaald. En naardLp", uPaar * tehappij tot eikanderen gelijf n i,3"6 menfchen in Maataan de zelfde wetten tpt „Li ' us a"?n' zo"der onderfcheid ielfsbehoud én vèrïekér^ Z \ 0,orzaamheid en naarkoming tc t ^•ndtenis in »£^PW\ïi*%X T> en b* ï%8f «and gedaan hebben, Waardooreen 1,S dei'e,- voo"«hten af^eel op en aan het' geheel verk™ V% Sf'jk recht en aai> «een genootfehap of Verzamelt ™" f fti k,a" noch vermag yan welken aart en nat,mr or,vS Ia • afzo,'dsrli!^ perfoonen! faaaken, ftrijdig tegen de. grondréS f5'^6" °f wetten » BÖAfÖ* Sfig ^-^SreT'v-oS! gron-  MA.Ö. 9§ gronden, waarop hetzelve gebafeerd is, geene overeehftemffling fiadden, alleen maakt zij die wetten, welke daar mede gelijkheid hebben en deze hebben dan ook kragt van wet, want indien het eerfte plaats hebben' konde, zoude de maatfchappijlijke verbindtenis geheel en al onvolkomen zijn. Daar nu, gelijk bewezen is, het volk, uit hoofde van den oorfpronkelijken ftaat des menfchen, het recht heeft, om zich tot eene Maatfchappij te vormen, en het vermogen bezit, om eene verbindtenis aan te gaan, waarna het zijne burgerlijke en ftaatkundige betrekkingen gewijzigd' wil'hebben, zo is het te ge* lijk eene waarheid, dat dat zelfde volk een wederkeerig recht 'heeft om bij zijn verdrag, behoudens de grondregelen, tot noodwendige verbetering van gebreken, door de ervaring ontdekt; den tijd en de' wijze- wanneer .en hoe hetzelve zulks wil veranderen, te< bepaalen. Echter moet men zeer zorgvuldig veele veranderingen vermijden; want de Romeinen, die in hunne Regeerin^sform, zo veele veranderingen maakten, dachten daarin wel te handelen, maar bedrogen zich te jammerlijk, vermits zij daardoor eindelijk hunne Vrijheid verlooren, en de gelegenheid aan de grooten gaven, om een volk zonder conftitutie,: naar derzelver eigen wil, te regeeren. — Wij fel ijk heeft dan het Bataaffche volk, dezen tijd en de wijze van verandering, bij zijne Maatfchappijlijke overeenkomst voorgefchreven, te weten: „ Tot op het einde van het jaar 1803, der gemeene tijdrekening, kan a, er geenerlei verandering in de Staatsregeling gemaakt worden; vervolgens kan er, van vijf tot vijf jaaren, eene nieuwe herv; ziening plaats hebben, op de wijze bij het Reglement vastge„ fteld," zie Herziening. Burg. en Staatk. Grondr. Art. 2, 70, 71., 72 en Acle van Staatsr. Art. 304 en 307. ■ MAGAZIJNEN, zijn voorraadfchuuren van levensbehoeften, en bergplaatfen voor ammunitie en allerlei krijgstuig, zoowel .voor de zee- als landmagt; men heeft ook kruid-magazijnen, alwaar deze ftoffe zorgvuldig bewaard wordt; zijnde dezen rondsomme met gragten en kanaalen voorzien, en verre- van de Heden afgelegen. De magazijnen, tuich-huizen, arfenalen, mitsgaders fortificatiën en vestingwerken kosten den Lande - jaarlijks eene importante fomme aan onderhoud en verzorging. Deze magazijnen ftaan onmiddelijk ter befchikking van het Vertegenwoordigend Lichaam; het Uitvoerend Bewind is met het opzigt daar over belast; het doet 's jaarlijks aan het-eerfte van den ftaat derzelven een volledig verflag, en heeft het recht, om alle Ambtenaaren, daartoe betrekkelijk, aan te Hellen. Acle van Staatsr. Art. 50 en 112. MAGT (alle), door het volk aan zijne Vertegenwoordigers verleend, is flegts bij volmagt, en duurd niet langer, dan de wet die bepaald; de uitoeffening van dat gezag word mede dooide Staatsregeling gewijzigd. Buiten de door het volk aangeftelde Magted, kan geen burger, noch een gedeelte van het volk, eenig openbaar gezag uitoefenen — dit zoude ftrijdig zijn met > de  U MAR. de gronden, waaropeen volk eene Democratifche Regeerinesfor» by WS&mif. heeft vastgefteld, Burgerl. en »S*wJ?5S ^A,RI^' Na^,e- of ZeemaSf- Deze is h« bolwerk der Nationaale belangen naar buiten, de fcbutsvrouw des Koophandel en de waarborg onzer zeehavens. Zij befcbermt de Zevaart éénder Iterkfte.zenuwen van den Staa , met haai zeekarteen voor al e roverijen, en geeft eenen gedachten fchrik aan andere Mogendheden. - Zoo was zij wef eer, toen KffibtoS en gevreesd werdt. - Welke nederlaagen heeft zi oud tl nfet aan onze vijanden toegebragt,. en welke ruime wSnV%$S fchonk zij niet aan de oude Batavieren! - herdenken w i fan den moed der voorgaande Zeehelden, herinneren w om deVa£ voor het oog, dan zien wij den trouwloozen Brit, voor onze watervlooien, in zijne rivieren fidderen; ~ dan hooien wil nog het gejuich, langs onze ftranden, in de lugt weergalmenwj herleven m vreugde over de zegenvierendeNvinpePs _ ën Wij hooren het hoezee aan de boorden van ons Vaderland ui* duizend dankbaare monden rollen; terwijl de helden met g or^ palmen gelauerd worden. b Welaan dan Bacaaven! daar wij den roem onzer zeehèUa nog met eenen onverwelkbren glans zien fchitteren — daar wii m de gefchiedrolie voor hun gedenkzuilen zien gefticht- _ welaan^ dan ^ zegge ik, ~ dat. wij de handen, als één «mC man , in één ilaan j - Rellen wij alle bijzondere begrippen ter zijde, - offeren wij ons eigenbelang aan dat van het algemeen E5 ~ fft hT^dfr t-^ £0£'het Vadeiland ^"geprikkeld, — tot behoud der Vrijheid aangemoedigd, eendragtig alle onze vermogens bij een brengen, om dat grootfche gebouw tot de kleenheid en vernedering, waarin het door lafhartige fla ven, gebukt voor den wil des Stadhouders - door Aristocraaten TST T 1Un 2elftbeIa"g' Sebragt is - in vollen luis™e' deiom ophaalen _ en hetzelve tot eene grootere hoogte en aanzien dan weleer opheffen! - Laat ons hart geene geldzucht K£?fn' £n 200 den al§era™ welvaart geheel d^eT verdwijnen! _ neen - dat wij, onze zeemagt, weleer zoo g . Sen. n,n 6u b,°e'J h^n, .en ontzaglijker .dan ooit maaken! — Dan zullen wij eenen de Ruiter onder onze tndgeS« kl'n"?n wedeiwinden, - die met zijne kafteelen flag op flag het Albionkhe Mastenbosch vernielde, dan zullen wii eenen Piet Hein in de zee-vlooten vinden, en wii verkrijgen weder êenen Irmnp — eenen van Gaaien, en andere helden - die Engeland zullen doen beven - en den Brit, met het vloekwoord delendaBatavia! in den mond, zullen doen fneven - dat de liefde voorliet Vaderland ons allen beziele! - Deedt zij de moedige S< de,beginfelen hunner verpligting niet gevoelen, hanl Matden zy daardoor met hunne wetten, befchermden zij er niet hunne vrijheid door, en vormde dit dan niet tot helden die ,  MAR, MED, MID. 95 hoewel met eene kleene magt, en in een ongekunfteld leger, hunne vijanden trotfeerden ? — Befchouwen wij altoos met ver» agting het beeld van Drufus, die zich van zijn vaderland aftrok, en overgaf aan wellust en dronkenfchap! Laat ons de beeldtejiis van Lijfander van onder ons oog verbannen; — dat wij on* niet herinneren, hoe hij te Athene 30 dwingelanden op den zetel plaatfte! Laat ons geene Laddiërs noch geene Geeten zijn, die de fJavernij boven de vrijheid verkozen — maar als een volk, dat één oogmerk heeft, om het algemeen geluk te bevoorderen, aU len ééne liefde, één gevoel hebben voor ons Vaderland, en, in die betrekking, tot onze zeemagt! — Toonen wij allen daar voor zoo veel liefde te hebben, als een Civilis, een Cttrtius, een Agis, en een Regulus voor zijn vaderland hadt; dat iedere lonk der Vrijheid, dat elke lach van het volksgeluk, ons meer en meer in liefde tot dezelve doe ontgloeijen! — dat wij dan voor het heil en geluk des volks leven en fterven! Het Vertegenwoordigend Lichaam bepaalt de fterkte, den aanbouw en equipering der fchepen, en het afdanken der equipagiën. Het Uitvoerend Bewind heeft befchikking over de krijgsmagt ook te water. — Tot de vermeerdering of afdanking daarvan, doet het jaarlijks aan het Vertegenwoordigend Lichaam eenen voordragt. Alle de Officieren, bepaaldelijk boven den rang van Kapitein ter zee, worden door het gemelde Bewind aangefteld. Het zelve Bewind, heeft, ter bekorting van zijne werkzaamheden, eenen Agent in dat gewigtig vak, zie Agent. Acle var» Staatsr. Art. 50, 109, 110 en 112. MARINIERS, of Zeevolk, dienende op Slands fcheepen van oorlog, of wel te lande, om in tijd van nood, de fchepen meda te equiperen. Een Inftitut of Kweekfchool voor de zeevaart, zoo als bij voorbeeld te Amflerdam plaats heeft, is zeer nuttig en aariprijzens waardig; hier wordt de jongeling, trapsgewijze, tot al Is de kundigheden der zeevaart opgeleid. Zo wij in de Republiek meer diergelijke fchoolen hadden en de jeugd door belooningen naar verdienften wierd aangemoedigd, zouden gewisfelijk onze fchepen niet zoo lang op de Rheede behoeven te dobberen, en in zee zijnde, niet zoo veel gevaar lopen, om door onkundige5 beftuurders fchade te lijden. — De Mariniers zullen, wanneer zij zich aan boord van'sLands fchepen bevinden, eenen foortgelijken krijgsraad verkrijgen, als de Landmagt. Acle van Staatsreg. Ait. 3C2. MEDENBLIK, is de hoofdplaats van den iften Ring van het' 5de Departement. MEPPEL, is de hoofdplaats van het 16de DiftricT:. MIDDELBURG, is de refidentie van het Departementaal Beftuur van de Schelde en Maas, de hoofdplaats van den aften Ring in het 8fte Departement en van het 8ofte DiftricT. MIDDELEN, zxeGemeentLands- Levens- en Confumtive-Middelen. MIDDELSTUM, is da hoofdplaats van den öden Ring in het jftö Departement. MI-  MIL,MïN. nnStTAlREN'-b,eZ0'digde kr,ïgsk»egten ten dienfte van de Republiek om m tijd van oorlog den ftaat van buiten te verdedigen en ,n vredestijden, de inwendige rust te helpen be™ -1" Doch zij zijn afgefcheiden van het ftaatkundige, en vermogen S^SïT, T'ja zPlfskmi"de'- d»vdf gapende B^! nf l^nf'r? tufchenkomst.der bajonet, zich met het politieke ™gH f£ C bfmoenen? zij tornen nimmer en corps in de wapenen dan op order van den Bevelhebber, en trekken uit -eene guarnifoenen of andere plaatfen, dan op patent van die geefe KWhTE Se,rechtjgdcZijn; Z,'J' Zijn leden der Maatfchappij volgens de bepaaling der Staatsregeling, doch verfchijnen nimmer m derzelver grondvergaderingen met de wapenen of in uniform? MltTf 'Tl Z01Fn' dat het falus ^uli' en nimmer het falus' MMum de hoogfte wet zij, want, indien het laatite plaats hadt< zoude daaruit eene Militaire Regeering geboren worden die s vo.ks oppermacht, door de' bajonetten overmeesterd, aan haren wil zoude onderwerpen. . -mÏËSÏÏ?* 0f Gera'f>is de eerfte dienaar van de Republiek, £ ■*^V?n#^I^V*»^ Volken. waarmede de Staat r."n ê-i hU \vl'f ^P *»' om aldaar haare belangen waar te H hiJ -1S' ten dien einde, voorzien mee eene volmagt, en O-raald aan infiruftien, waaraan hij gehouden, iscn buiten wel! J ",eï "¥« gaan, ten zij de belangen van den Staat het vclftieia vorderden, en hij in de onmoogliikheid ware, terwijl dé onderhmiuelinge.1 plaats grijpen, eenigen naderen last daaromtrent in te wag en. Alle geflotene traétaaton , alliantien of overeenkomen , bij de gezanten van Volkeren of Magten onderling aangegaan, hebben'geene verbindende kragt, voor en al eer dezelven -wederzijds, door de hooge contractanten, goedgekeurd en geratittceerd zijn. JJtj de Romeinen ratificeerde de Raad en het Volk de ■verbonden. die de Burgermeesters met uitheemfche Machten hadden aangegaan, naamlijk zulke, die aangegaan waren van die g°nen , die geen bevel hadden om te handelen of verbonden te flui- ES-SS !l ? »T- hst gegeven was' SeIiJ'k toen de Raad bellnten hadt, dat P. Scipio vreede zoude maaken met de Carthagtnenfers, op we ke voorwaarden hij goedvondt, was er geene ratificatie nodig {*); maar zedert dat dit eene gewoonte is geworden , heeft zulks ook de kragt eener wet gekregen. Of de Minis* ters geichenken mogen ontvangen? daarvan is bij de oudfte volkeren geen verbod gevonden, maar wel voorbeelden, dat zij dezelven geweigerd hebben. De Romeinfche gezanten bij den koning Ptolomaus bragten de gefchenken, die zij van hem voor bun particulier ontfangen hadden, in de fchatkist, en nog voor dat zs aan den Raad rapport van hun gezantfehap deden, oordelende, dat hun van eene publieke bediening niets meer behoorde toe rs ' komen, dan de lof, van hun ambt wel waargenomen te hebben (fi. De iu raleruu Maximtts, L:b. IV. C 3, txempt, av>*  MIS. n De Corinthiërs evenwel hadden eene wet, waarbij het den Gezanten verboden was, van den Vorst giften of gaven aan te nemen. De Staaten Generaal maakten op den 10 Augustus 1657 (*) een verbod, dat geen Gezant eenig gefchenk, van welken aart het ook zijn moge, op eenigerhande wijze zoude mogen ontfangen, op pcene van infamie, en eene willekeurige ftraf tegen den overtreder; doch dit verbod is naderhand bij eene Refolutie, in dato 29 April 1675, veranderd, en daarbij bepaald, dat het den Gezanten zoude vrijftaan, die gefchenken aan te nemen, welke aan andere doorpasferende en vertrekkende Gezanten, volgens het gebruik, aangeboden worden van Vorsten, wier gebied zij doortrekken, of van welken zij, hungezantfchap geëindigd hebbende, affcheid nemen, mits zij, weder t'huis gekeerd zijnde, die gefchenken aan den Staat aanbieden. — De Staaten hebben altijd gefchenken van anderen mogen ontvangen, zoo als nog hedendaags onder de Mogendheden plaats heeft; dan die giften of gefchenken zijn geen eigendom van hen, die het volk reprefenteeren, om ze onder elkanderen te verdeelen, of daar over het lot te werpen, wie daar van bezitter zal zijn, zo als wijlen H. H. Mogenden gedaan hebben, toen zij in den jaare 1735, van den Dey van Tripoli, 7 Arabifche paarden tot een gefchenk kreegen, en die bij Refolutie van 18 Maart deszelven jaars, door het lot onder de gedeputeerden van de zeven Provintien verdeelden. Dit ftrijdt tegen de gezonde rede, vermits zij, gefchenken aan andere Staaten doende, die uit de gemeene fchatkist, en niet uit hunne eige privé-beurzen, betaalden. Ook ontfangen de Volksreprefentanten de giften niét qua particulieren, om die als een eigendom onder zich te némen, maar zij ontfangen dezelve, als Vertegenwoordigers en in naam van het Volk, waaraan dezelve toebehooreil. Welk eene onbillijkheid zoude het in zich bevatten, een gefchenk te ontfangen tot zijn privé nut, en dat met gefchenken uit 's Volks beurfe te erkennen en honoreeren? TJe aanftelling van alle buitenlandfche Gezanten, GezantfcbapsSecretarisfen, Confuls en andere Ministers, hoe ook genoemd, van wege deze Republiek bij andere Mogendheden refideerende, worden door het Uitvoerend Bewind, op de tractementen en defroyementen, door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald, aangefteld. Hetzelve Bewind ian hen terug roepen, en geeft van de aan- en afftelling derzelven aan de eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam kennis. Aüe van Staatsr. Art. 136. MISDAADEN, zijn onderfcheiden en talrijk; de ftraffen op dezelven te bepaalen, is moeielijk, onderhevig aan dubbelzinnigheden, en werden dezelve veeltijds uitgelegd naar de begrippen van den Rechter, die over de begaane misdaaden moet oordeelen. De ééne Rechtbank zal iemand met den dood ftraffen, terwijl eene andere over die zelfde misdaad eene geesfeling uit- O Groot Placaatbocl;, W D, I. 12. 6, G  5>8 MIS. uitfprsekf. — Het is èfcbter eene waarheid, dat misdaaden overal misdaaden blijven, en, wil eene Maatfchappij veilig voor de per foonen en gerust voor de eigendommen zijn, altoos moeten geftraft worden. Het maaken van crimineele wetten is eene moei.lelijke taak, en moet door ervaren perfonen, zoowel in de wijsbegeerte als in de beoefenende rechtsgeleerdheid, te famen geiteld worden; want zoo de laatften met de eerden niet raadplegen,-en zich alleen bezig houden met het onbefchreven recht zonder het gezond verftand en de rede te gebruiken, zal altoos het wetboek, hoe wijs in het oog van den ftaatkundieen aan vitternijen eigenzinnigheden en verkeerde uitleggingen 'bloot T 7~,^et ls,de'-halven voor de ontwerpers van wetten allernoodzakelijkst dat zij den midden-weg tusfchen de ftrengheid en de ftrafloosheid zoo naauw bepaalen, dat in een Land, waar verfcneide Rechters zijn, aan dezelfde misdaad alom één en dezelve ftraffe wordt opgelegd, en dat de wijsheid de handen van willekeuriger! hieromtrent binde. Wanneer een Rechter naar den letter van de wet moest vonnisfen , en hem geene vrijheid ware gelaten, noch geen vermogen toegekend, om de oorzaak of aanleiding waaruit het kwaad ontftond , fomtijds uit moetwilligheid veeltijds uit armoede of nattiurgefteldheid gefprooten, in overweging t-e nemen, zoude meenig één zwaarder geftraft worden, dan Wel de waarde der misdaad groot vorderde. Ik heb iemand gekend, die waar hij ook kwam, altijd iets met zich nam, en eemgen tijd daarna hetzelve liet terug brengen, zijnde zijne natiuirgeïteldheid zoodanig bezield met de drift tot deze naasting dat het hem onmooglijk fcheen, iets te laaten leggen. — Zo wij nu de wet te baat namen, moest zeker zodanig een aan den lijve geftraft worden; maar daar de oorzaak, en dus de daad zelve hier niet misddadig is, maar alleen een gevolg van de gefteldbeid zjiier natuur, moet de reden hier gelden, die hem van de ftraffe vrij kent, en hem, ten waarborge voor zijn ongeluk zoodanige maatregelen voorfchrijft, welke hem in het vermijden daarvan de Behulpzame hand kunnen bieden. De wijsbegeerte moet de fakkel in alle rechtszaalen zijn, en het gezond menfchen verftand moet meer de ftraffen bepaalen, dan die, welke de wet uitfpreekt doen uitvoeren. — Zeker aanmerkingswaardig is het voorval' fn den jaare 1796 te Amfteldam gebeurd, wegens eenen moord' door eenen vader aan zijne twee jeugdige kinderen gepleegd, er rietwelk ons het voorbeeld levert, dat de wijsbegeerte geheel over de wet zegevierde. Tegen Alfkens, den misdaadiger, was uil hootde van die kindermoord, eisch gedaan, om met den dood geftraft te worden; dan het wijsgeerig en tevens kundig betoog (*) '.-au den toenmaligen Procureur der Gemeente, de burger M C fan Hallen van W. T. van Hamelsveld, Lid van het Committé der jufktie aldaar, hadt, door deszelfs bondige redeneerkunde, die (*) Dh (luk kmtnen wij alle Rechten niet senc.cg t« IcSare aanbevelen.  MIS. 9) die meer op den perfoon en zijn natuurlijk geftel aandacht had gevestigd, dan op het crimen zelve, zo veel invloeds op het hart des Rechters, dat de gemelde Alfkens van den dood werdt vrijtrefproken, en verwezen tot eene gevangenisfe. — Een begaane diefftal van een meisje, nog geen twintig jaaren oud, in het huis, alwaar zij diende, voor de waarde van 24 fervietten, wer voordgekomen, dan hij bij het vonnisfen wist of meende, hof zoude men dan den ter dood gebragten herftellen? Zie daar, de misdaad is geene doodftraf onderhevig — maar, ongelukkig, hij hangt! — de wet geboodt het! — De Wijsgeer fchenkt herrt nu het leven — maar de Rechter is in het onvermogen, om dit gefchenk hem aan te bicden.... Dit zijn de gevolgen van wetten , welke in de raadzaalen van Tijrannen gemaakt zijn! „ Voor het overige," zegt Rousfeau, „ ftrekt de menigvuldig„ heid der ftraf-oeffeningen altoos ten teken van zwakheid, of „ van eene trage' vadzigheid in het Staatsbeftuur. Er is geen „ booswigt, dien men niet, tot het een of ander nuttig einde „ zoude kunnen gebruiken; dan men heeft geen het rninfte recht, „ om iemand te doen fterven, al ware het ook, ten einde hier„ door aan anderen een voorbeeld te geven, dan alleen in geval„ Ie men zulk eenen misdaadigen, niet zonder het uiterfte gevaar „ te loopen, konde in het leven bewaaren (*)." De wettenmaakers moeten meer bedagt zijn , om de misdaaden voor te komen, dan \ve\ om die te ftraffen; zij zullen meer velds winnen met hec menfchelijk hart goede zeden in te boezemen, dan wel, doof nieuwe ftraffen uit te denken, zie verder Wetten. MISDRIJF of MISDAAD, is dë overtreding der wetten; de misdaaden zijn Crimineel en Civil, naar het gewigt der daad, of naar de bepaalingen bij de wet daaromtrent gemaakt. — Dezelve zijn zonder oogluiking ftrafbaar. — Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam , die van het Uitvoerend Bewind, Agenten, Commisfarisfen der Nationaale Rekening, de Raden der O. en W. indifche Bezittingen, zoo ook de Leden der Departementaale Beftuuren, worden voor het Hoog Nationaal Gerechtshof, over begaane misdrijf, te regt gefteld; de leden der Gemeente-Beftuuren voor het Departementaal Gerechtshof. Misdrijven, begaan (») CsvtT.ttt Stcial, Liv. I. Part, V. G 3  102 MON, MUN. b;j Rechters, worden voor eene bijzondere Vfcrfch*** tibmm «isd. Acle van Staatsreg. Art. 8r 82 rxT ,„! ' geVon' jooden al bekend jJ^Stoife^ ^deHooSn HE^TflÖ 03 Batavieren, zegt van Alhvnde (*-\ 1. w , bcmunt, dij of zeer l3at békend geweest He? rèclW n'6t gei)ruikt' biare o-elden t-p d,^ n ■ ht om te munten, of gang- 10 ƒƒƒ. was er nof1" Sn ~ Te,'], tljde van Graaf Floris saretha van TJ^S ë geld, zegt gemelde Schrijver. — Mar- Bewind he?b toeï^ n Vt Tegenwoordig heeft het Uitvoerend her muntwezen en d. 0' de "ltTOfri"g der wetten, betrekkelijk ^ffl&Sd*fl^2OT door he^ Vértegenwooordigend ^dnSSfef^^ a^ op eene grootzaakeliik dat ^dkV rPng j "en worden' is het ook nood- De FranlikA Sen ZTT 1? Mun/P«-ïen mede gefchiede. welke voor deÏÏ„ in , T 6 hTe'/,fvre of behouden, wordetxle? „u fn tien SSg %M™ in f»*** verdeeld centime. In' tien verdeeld % Too dar T ^ is eene fcï*jr, de decime 2 ^ r - T' 7 " ^ franc waardig «. een quart' denier ^ ?J&*h2g^ fife den alsdan eene koneren mnm f J k n de w"//w! in een kist, vat of zak worden geftort, en door hen worden TSfe Seld. 'J Ineen zullen mogen woiden uit gevoerd v«^e foecien mitsgaders Ducaaten en Rijksdaalders , doch geene S.'aK8 gemunte fpecien. * Dat de gefieldeout» met zal worden opgeheven, dan na dat de verzenders zullen hebben aangetoond, dat voor die fpecie tarw, rogge of ga st aan hunne confignatic is gelaaden, en dat de afzenders zullen gehouden worden, om, "des gevergd wordende, met eedei«i moeten verklaaren, dat voor het beloop dier fomme, welke z>iutgevoerd hebben voor die graanen, mets reeds per wisfel getrokken of Geremitteerd is. 6. Dat daartoe de afzender der fpecie zal moetenvertoonen het cognosfement, zoo ras hij hetzelve zal ontfansen hebben. 7. Dat daarbij moet gevoegd worden een certificaat' van den Minister, Conful, Agent of Commisfaris van deze Republiek, of bijaldien ex al zoodanige perfonen met aanwezig zijn, alsdan van de Regeering der plaats inhoudende den naam der verzenders van he^koorn, gelijk mede de naamen vai de Schi^ppcr en het Schip, waarin het bedoelde graan geladen is. 8- Dat by de aankomst dier fchepen daarvan opening zal moeten gegeven worden, om te onderzoeken, of de waarde der fom nu werkelijk in graanen is terug gebragt. 9. ^ dat, bij aldien het fch.p mogt verongelukt of door den vijand genomen zijn, de afzender der fpecienf daar van behoorlijk bewijs zal produceren. 10. Dat van 'de in maniere voorzegt verleende concesfie , door de veizoekers, uiterlijk binnen den tijd van drie maanden, gebruik zal moeten worden gemaakt. 11. Dat, na expiratie van dien tijd, G 5 ^  100 MUM, H&A, SlM^l^tro^ verven; en ten r, de W af, de Oost^eL^r L S»aa,nde Elanden, va. documenten worden eeëihibeerd «m ? -a de bending, de ders binnen Zes maanfeu^Z^^t * W Ctofzee door, mitsgaders M 2Ji g \ ' de Zo"d en gantfehe daar voor ^0^*1^ ? dien 8* het ^^«M^^felverzockws £ •* N De^emS.^' " d£ h00fdPl3ats van den 7den Ring in het'sdc '^^^^S^k^liis een gewaand rcüit> cp Huizen, Landerijen en7 ™"i Bloed"™nt, of Gebuurten «oor zij de voorkeufnebbën' ™ & ve*°°P™ toekomt, waaien op die voorwaarden 2?ch ^ het verkoSte> voor dien prijs aan anderen verkogtwas Dit Z„ 6 5'ge"f5' a,s waarvoor het vaste wet ingevoerd Zweest t.f 13 nimmer a!s eene Onder de hoedanighefd van êoLde n^" 3 8 gewoonte ^Jgd. behooren Leen en Onleen wa™ V ** recht °nderbevfg, rijmde recht niet afkomt l l \^df; £n fchoon d* MgV Jijk niet behoort ondcÏÏeaffch.ffil^ ^een,fteIfel> en d«s egenechter ftrijdig met T^^£r^J*^>zo* betJlve makende op het vrije befchikvan Pi! a m zaken' ais iabnb* boven, door het brengen van een ZSf d°m ? f" gevende ^eenzelfde plaats geleden in J» u , f"looc aantal bezittingen, op dete veeraanleiSf'tot de iSiSw IlS éél\Pe"°™ of famfeife, vernietiging van^eze wi ze vS wSt' ^ riJkd°mmengevolgen, welken daaruit ^udPn if, g' of van de nadeelige gedeelte van het teTniS 7 ^™"''^"". moeteen T NAASTINGS- op SSrSops SS"" Leenrecht afkomftig, opLcSS™ V ^ Lee,lftelfel of den enz. is hatelijk, als ftWidSf "' frfPagC' Chijnfen , Tienhandelingen, en EiSiS&ffl^1^" al,e Vo»«*e redenen hetzelve dan ooi! kfchreven recht; om wei- waande recht bezat, onder andïfr^t ve™etiëd- Bit gevan HoUand, alsmede dé Leenhc u!en ' ^ne Graaflijkheid *ogt werden, te naasten, ee! Scz'lvè tEffiJS***.** ver' f menden. ' u<--^ive verleid wierden, zie verder Vergader,^, m dm j, ^„g1tsUi. ^  NAS, NAT. ïoj NASSAU (de Goederen van den gewezenen Stadhouder Vorst van), door de Franfche Republiek geabandonneerd, waar ook gelegen, zijn, bij decreet der voormaalige Nationaale Vergadering (*), gebragt onder eene bijzondere administratie, onder het hoofd-opzigt van eenige Leden dierzelfde Vergadering, en naderhand door de Conftitueerende Vergadering nationaal verklaard, ten einde gemelde goederen allengskens, en bij bekwaame gelegenheden, ten meesten profijte der Natie en der Crediteuren, te distraheeren en te verkoopcn. — De -gemelde goederen beftaan, in zeven en dertig perceelen, van welken eenigen gelegen zijn ui het gewezene Oostenrijksch Braband, Luxemburg, en Staats-J'laanderen, anderen in het voormaalig Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland en Bataafsch Braband; behalyen nog de zoogenaamde Bentheimfchc Goederen , in het Neder-Graaffchap van dien naam gelegen, welke zederd den jaare 1748 door de Prinfen van Oranje zijn bezeten, doch bevorens aan de Provincie Overijsfel hebben toebehoord: waaronder men tellen kan, het: groote Loo „ het Huis in 't Bosch, en kleene Loo, het Huis te Hondsholredijk, het Huis. te Zoesdijk, de Heerlijkheid Borkeloo, zijnde deze aangekogt voor ƒ 600,000, enz. _ Alle deze goederen, met de interesfen van een partijtje Obligatien, bedragende jaarlijks eene fomma van ƒ 12996:15:-, eft nog eenige andere artikelen daarbij genomen, tien jaaren door een gereekend, en na aftrek der nodige kosten, bij de bijzondere Rentmeesters, op hunne refpecten en administratie gevallen, volgens opgave, hebben jaarlijks gerendeerd . . ƒ527921:10:6" Hiervan afgetrokken de lasten, waarmede de Boedel jaarlijks belast was. '%i Interesfen der Kapitaalen, van dezen Boedel loopende ■ . . ƒ 322173 = r : - 2. De Depenfes voor de Kasteden, Huizen en Tuinen . - 123917:9:8 3. Aan Legaaten, ten lasten van dezen Boedel gevestigd, jaarlijks ' uitgekeerd moetende worden - 247000: -: « 4. Aan Administratie kosten van den zoogenaamden DomeinRaad , Griffie, Trefaurier, en den Premier Noble . • - 54382 : -: - De uitgave bedraagt . . - 617512: 9: 2, Dus een jaarlijks deficit was. van . . ƒ 89590:18: 2 De goederen zijn thans onder de beheering van den Agent van Finantie, aan wien men zich daarover moet adresferen. NATIONAALE INKOMSTEN, zie Inkomften. (•) Publicatie vm het Ditvtertni Bemni, van den fi April I7pff.  108 NAT, NIE, NOT. NATJÓNAALE KAS, zie Kas. EJ™n44le OPVOeE 'rttKSr- NAT ONaale TROUPES, zie S NqÏÏriI15^5' ,1'5 I6 HooW-^Sfi het 79fte Dlftri* Jen, en aHc Mr 2 ' f^e,.Af n?, Contraften, uiterfte witvelden, wSSra^^JÏ.-^1^ vo,orva!,e" > morden anderen de Mnllt L PJ'T W- £'ftfen de ^» en op Helt. He^zelVe ambt ?<= 1 Jtm'hl] h/hns hebbenden ter hand weest, en bij Lizer VI/ f ^ T *» mla 1449 beke"d geten ingevoerd wl. 1 ' ^ 4°/ I524' het eerst biJ placaa- fewefst;da tnonhans Ph S r ^ ^ gemCene condkie ziJn delfte eeuwen £evor-l " g S °n rePuratie> zede" d* midverfcheiden VÓrfte,f ph I ,Waren aa"Sewasfen, principaal toen Gezantfchappen e tot l°r Tt* hen in het bekle ^ L maar dat ied£* heel van allen koonhannVl ^{'J' onzer nabuuren, niet ge- ontzet worden, SonS'nlto.K , ^ wete"happen gen., de ontwerpen tof w P S,• J' °mJ' met lenigde poginfehd krachS f fP n,^ rtWdZljn t'1 den bloei va« ons Vadértoekomftl"SS? vaai'door d1!"?"' 5eCgeen °ns hooP ëeeft °P van veelvufdtc n „ lL"aai'd S!weerd' de «mnezorgers in alle opzigten tl en het heil van den Lande geleverd, oMri^MS^'-1"6*iofliJk voorbeeld ophoeftigên burge? wer?g*n ^^"T6 fab/iek' ^ardoor den beöok d% btngffe^zL nSel^' worden5 waai'on> tegenwoordigend LiK, lnnedef[dnders • blJ Decreet van het VerIangloos gedragzijn verklaard Tu" "T^F, ij'ver en hun bemaakt aan de Stad en g™ verdiemtelik te hebben ge- beeld, als lofwaardf, £?hïï^ BaTaaffcff e" hun vo°r" aangepiezen, celiik %\\ ,tn ™i ^.taaffche volk ter naarvolging ^^rx^T^l^l^ T S^hficeerd, omme, tef doen (*) algemeen fonds, eene algemeen collefte te woSSS yfeS&8fe » ? te lande, komftig de regelen bH dé we ,C°'ond ute Iande> overeen- wind aangefteld. De wLè in^ ' d°°r het Uit™erend Bezclven moet he Vme^ 1 benoeming en bevordering derden n^Lm Zae^Z^^ LlChfm binnen *' ™an«ën, door het gemelde LidbepfIe"Officieren, doorb£ UitvoSn? uit de laf aan allen gS ck / t "'^ "ES?1* was eerlijk; zij |t de andere Snd^SdaTo^ ' 1™ aI het g™d Romeinen waren 1,1^ '/ ) "? b'Jeengebragt: de meeste rijk, en dit gaf denzelven een haatlijden trots, > ■ om C) Dcc'eet van het Vtrttrn,*..tj;r,*j t ■ i ytrtegnmntititnd Uthdtm, van d«n i Fcbrnsrij t79S»  ÖMM, OND. 311 öffl op de armen met eeri verachtend oog neder te zien. Het goud was meer bemind, dan deugd; het was boven verdienften in de raadzaalen geplaatst. Het volk, de drukking zijner armoeda gevoelende, door de verftooting uit dat geen, waarin het voorheen door deugd geplaatst was, werd mismoedig; en, gelijk als Horatius elders zegt, dat de armoede flaaven maakt, zo ging het met het Romeinfche volk; men lettede, in het begeven der ambten , meer op de rijken, dan óp bekwaame voorwerpen; men kogt de ftemmen door het fchitterend goud, men koos beftuurers, die men nooit gekend had; men deedt het volk de zoodanigen verkiezen, wier namen men niet wist te noemen, en men vernederde alzoo zijne eige waarde, om anderen om te koopen; geene verdienften werden beloond; het was alleen de geldzucht, gezeten op haare door roof gevulde fchatkisten, welke de gebiedende wet gaf; de Legerhoofden werden wreede roovers, de Burgermeesters onbillijke Rechters, en de Raad voorftanders der ondeugden. — Hoe billijk is het dan niet, dat dit haatlijk middel geftraft, en gezorgd worde, dat het goud, door zijnen invloed, den armoedigen man tot geen flaaf vormt. Hoe rechtvaardig, omt dit verderf Voor te komen, en te beletten, dat gene Vertegenwoordigers, of Leden der mindere Magten, door omkooping van goud of beloften ingedrongen, ons door hunne rijkdommen onderdrukken, en onze Vrijheid door hunne fchatten aan hunne eerzucht of andere driften kluisteren! Wie ook, die een eerlijk hart met zich omdraagt, zou als Beftuurer zijne plaats kunnen innemen, wanneer hij zijn oog op het volk floeg en zich tévens herinnerde, alleen door goud deszelfs ftem te hebben verkregen £ Omkoopingen zijn daarom ook altijd ftrafbaar geweest, gelijk blijkt uit verfcheide Refolutien en Plakaateu , ook in voormaalige tijden in deze Landen afgekondigt. Het is dus zeer prijzenswaardig in de ontwerpers der Staatsregeling, dat zij bij dezelve omtrend dit punt eene ftrenge bepaaling hebben daargefteld, tegen hem, die overtuigd word, voor geld of geldswaarde eene of meer ftemmen bekomen of verkogt te hebben, met aan de zulken de ftraf op te leggen, om uit het ftemrecht gefloten te worden. Hierdoor zal, zoo men hoopt, worden voorgekomen, dat geene rijken, welke naauwlijks bekend, of fomwijlen anders niet genoemd worden dan om hunne fchatten, door het goud een vertrouwen verkrijgen, dat hun niet toekomt, en de behoeftige alleen bewaard blijft voor bedrog en ondeugd, zie verder Zetlen. ASte van Staatsreg. Art. 13, Litt. K. OMMEN, is de Hoofdplaats van het 19de Diftrict. ONDERDAM, is de hoofdplaats van het rode Diftrict. ONDERHOUD, is noodzaakelijk, zoo wel voor onze Buiten* fandfche Bezittingen , als onze Binnenlandfche Eigendommen. Weshaiven het Uitvoerend Bewind gelast is, ieder jaar, na gedaane fpecifiëkê opgave van de Raaden der Adminiftratien van onze Coloivën, aan het Vertegenwoordigend Lichaam de noodige gelden te vragen, zoowel voor het onderhoud der Bezittingen en  112 OND. en Colonien in beide de Indien, als om in de foldijen, Ren* ten, Pennoenen, en andere noodwendigheden te voorzien Acie van Staatsr. Art. 241. ONDERSTAND. Zoo wel als het een der eerfte zorgen van ieder denkend wezen is, om zijne natuurgenooten, in nood en armoede, met een gedeelte van zijn tijdelijk vermogen te onderlteunen, en den onvermogenden alle redding en onderftand te verleenen, is het ook eene geheiligde fchuld8, dat Sr inJezS ten bijdrage tot de noodwendige behoeften van den Staat, zoo de°der T^nfry ™ Dijken' ^' Waterwerken, alsmede dei Land en Zeemagt, enz. Deze toelaage word door alle ingezetenen naar evenredigheid hunner vermoogens, gedragen! fysfö^^;^:of verkort'is eerloos Grondr- ONDERWYS (openbaar), moet invloed hebben op den ijver, de vrijheid en vaderlandsmin van het aankomend genacht, en dit eerfteU£S ^ffche Nati e' D" gewichtig hulpmiddel, hnnn gomibeginfel voor de vorming der jeugd, welke de ™£ ,11,Vadf Iands Ultmaakt5 moet in deze eeuw, welke zoo ihfjfrp, \ d°°r ,de OMlofeen wijsbegeerte verlicht, en aan de kluisteis der onkunde en des bijgeloofs ontrukt heeft, het eerfte voorwerp van betrachting, de fchrik der flaaven, zoo wel als der dwingelanden, wezen. Door nijverheid in het vak der konRen en wetenfchappen, door naijver in het verwerven der nodige kundigheden, moetende kinderen der duisternisfe beteugeld worden, die alle hunne krachten tot wederftand beftecden en kuarfetandend van fpijt, alle bsfchaaving, van welken aard trachten te vernietigen. Men moet vooral bedagt zijn, dat de'eerbiedigende erkentenis van een alles beftuurend Opperwezen de banden der Maatfchappij verfterke. Elk rechtfchapen Vaderlander die eenige kunde bezit moet alle zijne pogingen aanwenden! 0111 het onderwijs op de harten van het Bato's kroost te drukken en vooral de. heilige wet aanbevelen, waarin alle de plichten van den mensch m Maatfchappij hunnen grondflag hebben: Doe aan een ander, zoo als gij wilt, dat aan u gefchiede. Zonder een verlicht onderwijs, volgens de gronden van het Republiekeinfche Staatsgebouw het geen de waarde der menfchelijke natuur en der Vrijheid beftendig herinnert, en de getrouwheid aan de algemeene rechten en plichten verzekert, gaat de best ingerichte Staatsregeling verlooren Er onftaat een tegengefteld trouwloos fameniteJ, om het juk der domheid op de fchouders te leggen H»f verlamt de veerkracht der naden. De gevloekte kunstgreepon' der valfcbe ge eerdbeid geven de geboorte aan eene dood! dwaaJing, uitgedacht op de throoncn van vervolgzucht, die wel ligt onder den {landaard des bijgeloofs zich poogen te vei heffen Alle die genen, die zich aan het openbaar onderwijs hebben toegewjd, zijn niet verkiesbaar tot Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, ten zij dezelven alvoorcns vrijwillig afftand van bunne posten doen. Het Uitvoerend Bewind heeft ter verlichting  ÖNR,ÖNT. nj, lirig zijner werkzaamheden in dit vak eenen Agent, zie Agenten en Opvoeding. Algem. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art. 60 en 61, Acle van Staatsr. Ait. 33, Litt. B. . ONROERENDE GOEDEREN, zijn Huizen, Tuinen, BuN tenplaatfen, Boomgaarden, Molens, en al wat ontilbaar is. De belastingen op dezelven zullen in dö Republiek, op eenen generaalen voet naar derzelver betrekkelijke waarde gebragt, met vernieuwing en aanvulling der oude Ouohieren, blijven beftaan. Acts van Staatsr. Art. 210, Litt. A. ONTVANGERS (nationaalé) , zijn zoodanige beambten in de Republiek, welke belast zijn met den ontvang of invordering van alle Lasten, Imposten, Betaalingen enz., voor zoo veel derzelver Departement betreft. Zij Horten hunnen ontvang, door Commisfarisfen det Nationaale Treforie, in de Algemeene kas, en zijn gehouden, aan gemelde Commisfarisfen opening van hunnen ftaat te geven, en dezelven te adfifteren in de correspondentie. Zij zenden hunne maand-ftaaten aan de Commisfarisfen der Treforie j door dezelven behoorlijk geteekend, en bij die der Nationaale Rekenkamer geregistreerd. Zij en andere flnantiëele beambten worden door het Uitvoerend Bewind, op eene bijzon^ dere inftruftie, door het Vertegenwoordigend Lichaam goedgekeurd, aangefteld, ert kunnen doör het gemelde Bewind over pligtverzuim in hunne posten worden ontzet. De ontvangers moeten vijf jaaren in het Departement gewoond hebben, waarvoor zij beftemd zijn. Derzelver getal word door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald. Zij Hellen eene cautie, die om de drie jaaren moet vernieuwd worden. Zij ftellen hunne eigen fuppoosten en bedienden aan, zijn voor dezelven in perfoon verandwoordelijk, en -zijn verpligt, van alle hun bekend wordende benadeelingen der finantien, en van alle bedrog en overtredingen, daaromtrend gepleegd, ten fpoedigften aan het Uitvoerend Bewind kennis te geven. Ieder der Raaden van de Oosten West-Indi'in ftelt eenera Ontvanger aan, onder eene bepaalde inltruétie, vóór derzelver benoeming aan het Uitvoerend Bewind ter goedkeuring voor te dragen. Deze mogen, noch rechtftreeksf noch van ter zijde, op eenigerhande wijze, in eenigen koophandel betrokken; geene eigenaars van Plantagien of Gronden in de Colonien zijn., noch ook eenige andere ambten of bedieningen r hoe ook genaamd, waarnemen. Acle van Staatsr. Art. 128, 228, 237, 238 en 239. Regiem. Litt. D. Alt. 13—17. ■ ONTSLAG. Daar erfomwijleu redenen kunnen beftaan, dia een Lid van het Vertegenwoordigend Lichaam noodzaaken, zijne» waardigheid neder te leggen, en de Staatsregeling daar van zwijgende, beeft het gemelde Lichaam, bij deszelfs decreet, in data 31 Januari) 1800, vastgefteld, „ dat er ook gevallen kunnen ex„ teren, om een Lid van het Vertegenwoordigend Lichaam, die, „ reeds fesfie heeft genomen, om wettige redenen, van deze zijne „ waardigheid te ontilaan, en dat alsdan zoodanige redenen van verfchooning of ontflag zullen beoordeelt worden door de eerfte H „ Ka-  ïi4 önt, Onv, ooi, ool, oor. „ Kamer, en aldaar voldoende bevonden zijnde, het befluit hie» „ op te nemen, aan de tweede Kamer ter fanótié ingezonden " ONTWERP van WET. Het voorftellen van dezelven als ffiede van befluiten, behoort bij uitfluiting aan de eerfte Kamer en het al of niet bekragtigen aan de tweede Kamer; zij zijn aar! drie lezingen onderworpen, zie Lezing en Wet. Aüeyan Staatsr An. 60, Regiem. Litt. B. Art. j8. ONVERWIJLDE NOODZAKELIJKHEID. Alle voorftellen rapporten, of ontwerpen van wetten, waarbij gevaar van verzuim is, zijn aan geen drie lezingen onderworpen, maar worden, door een befluit van verklaarde onverwijlde noodzaaklijkheid, aan de tweede Kamer ter fanótie gezonden. Deze verklaaring van noodzaaklijkheid moet, door de volftrekte meerderheid der Leden erkend, voorafgaan. Zoo. bij de tweede Kamer blijkt, dat de onverwijlde noodzaaklijkheid niet in orde verklaard is, weigert zij de bekragtiging, en zend die aan de eerfte Kamer terug, zie Reckspleeging. Alle wetten, uit kragte van een onverwijld befluit genomen, behouden niet langer kragt, dan één jaar, en moeten alsdan, om in werking te blijven, op nieuws gedecreteerd Worden.. Aiïe van Staatsr. Art. 70, Regiem. Litt. B. Art. 19—22. OOIRSCHOT, is de hoofdplaats van het QAite diftricT; OOLTGENSPLAAT, is de hoofdplaats van het 78fte diitrich OORLOG (het) gefchied tusfchen volken of nabuuren, dia Jfiet zwaard en kanon hunne rechten verdedigen. Hij, die door ftaal en lood de' meesten zijner beftrijders ontzielt, of door braakende vuurmonden fteden verwoest, dorpen verbrand, en Vestingen doet zwigten,- word, als held en overwinnaar,'met muur* kroonen verfierd. Welk een onderfcheid! De Wijsgeer pleit voor deugd en leven, de Vorst beroemt zich in het menfchen moorden!... De een beijvert zich, landen te bewaaren en de ander denkt het Moedigst moordtuig uit, 0111 dezelven te'vernielen' — om een klein hoekje land, bijna niet waardig om er iet om te verliezen, treed men het oorlogs-perk in. Gevloekte ftaatkunde, door heerschzucht bezield, blaast de oorlogs-trompet m de kabinetten der dwinglanden, om den valfcben roem op zijne nabuuren te doen zegepraalen, alleen ter bewaaring haarer wankelende zetels, en ter bevestiging van haaren waggelenden throon. Geheel anders, echter, is die verdediging, wanneer zij de volken of hunne vrijheid geld, wanneer de burger zich genoodzaakt ziet, het zwaard aan te gorden, om zijn Vaderland van de flavernij te verlosfen, en de dwingelanden van hunne zetels ter neder te werpen, dan is de oorlog rechtvaardig. Een ieder rechtfehapen burger word als dan een held, te midden der kogels,_die om hem henen fnorren, en de lucht doorklieven. Dan- offert de grijsaard zijne rieten ftulp, en de landman geeft gaarn zijnen Vrugtbaaren akker ten beste. Geen dorpeling word angstvallig, wanneer hij de waapenttiigen hoort rinkelen welke zijne verlosfers met zich voeren, geen ingezeten eener bemuurds •ad* ziddert op het geloei van het buldrend kanon, dat den dwing-  OOR. ft$ dwingland weg blikfemt, geen hart des Vestingbewe-onérs verfchrikt op het geratel der kraakende donders uit de kartouwen. Ieder juicht, ieder vervrolijkt zich bij den aanblik van den uchtendftónd, die hem zijne vrijheid aankondigt. — Hoe wenfchelijk v/are het, dat dit jammervolle recht, om zich te verdedigen, niet meer gelden moest, geene velden meer rookten van hei' cmfchuldig bloed, dat geene moeder langer weende, om het gemis van haaren Vermoordden zuigeling, geene echtgenoote om haaren gade, noch een vader om zijnen zoon! Hoe blijmoedig zou de akkerman zijnen zaaigrond beploegen) de veldeling zijneri Oogst inzamelen eri dé herder zijn trippelend vee weiden, da konftenaar zijnen arbeid vermeerderen, de vriend der verlichting de wetenfchappen doen bloeijen, de koopman zijne fchatten vergaderen j om het Vaderland te onderfteunen, en de zeeman gerust den golvenden Oceaan bereizen! Maar, wanneer zal de ftem des Wijsgeers, die dit verderflijk kwaad wraakt, gehoord worden? Wanneer zal de dwingeland eens gehoor geven aan de ftemma der Natuur, en zijne moordzucht beteugelen? Daar dit nu, 200 het fchijnt, niet ligt gebeuren zal, heeft dit verwoestend kwaad zijne paaien, om deszelfs dolle woede te beteugelen; van daar de volgende beperkingen, die door de meeste volken zijn aangenomen. Zoo kan een oorlog niet gezegd worden wettig te zijn, die gevoerd word zonder voorafgaande verklaaring, waarbij blijken moet, dat alle middelen van vereffening des gefchils te voren beproefd zijn. Ook ftaat een overwinnaar onder wetten, welke hem.de plundering verbieden, wanneer zich zijna overwonnen parthij, bij verdrag of capitulatie, overgeeft. Geen veldheer doet de muitzucht rooken, in plaatfen, waar hij zonder tegenftand intrekt. Wil hij de pligten der menschheid niet fchenden, dan moet hij overal, waar hij met zijne wapperende vaanen verfchijnt, eene goede krijgstugt houden, en den volken de vrijheid geven. Geen Bewind, dat verpligt is, het heil des Volks in alle opzichten te bevorderen , kan noch vermag eenen moedwilligen oorlog te voeren. Het Bataaffche volk vat nimmer de wapenen op, dan ter handhaving zijner Vrijheid, ter bewaaring van zijn grondgebied, en ter Verdediging zijner bondgenooten. Het beveelt , tot dat einde, eene Zorgvuldige inrichting zijner kriigsmagt, bovenal ter zee, als het bolwerk van den Nationaalen voorfpoed. Het gelast de ftipfte onzijdigheid van het Beftuur ten aanzien der Mogendheden. Het bewaart, zoo Veel mooglijk, den vrede met alle volken, en koomt zijne verbintehisfen met dezelven heiliglijk na. Het eerbiedigt derzelver regten, en wil, dat, in tijd van oorlog, de rampen der menschheid, bij^wederzijdsch verdrag, zoo veel doenlijk, verzagt worden. Het Uitvoerend Bewind dezer Republiek mag, ten aanzien van het aangaan van oorlog, eerst in onderhandelingen treden, doch geen befluit daarop nemen, zijnde in dat geval verpligt, tot het doen van een met reden bekleed voorftel aan het Vertegenwoordigend Lichaam, dat alleen tot den oorlog'kan beflniö a ten.  OOS, OPÈ. ten. In geval van gedreigde of daadlijke vijandlijkheden", geeft het gemelde Bewind daarvan ,> aan het Vertegenwoordigend Lichaam, kennis. Echter kan het intusfchen voorloopige bedingen tot onzijdigheid van eenige plaatfen of wel van de geheele Republiek, gelijk ook overeenkomften tot ftilftand van waapenen aangaan, teekenen, of doen teekenen,, alles onder de goedkeuring der Vertegenwoordigende Magt. Ten aanzien der werkzaamheden in het vak yan oorlog, heeft het Uitvoerend Bewind eenen Agent, zie' Agenten, Burgerl. en Staatk. Grond. Art. 67. AÜe van Staatsr. Art. 50 Litt. B. 142 en 143- OOST-INDISCHE COMPAGNIE, geftaan hebbende onder de protectie der voormalige Hun Hoog- Mogenden,, en allereerst bi) Octrooi in het jaar 1602 ingefteld^ is door kooplieden ondernomen , en maakte weleer voor de Bataaffche Republiek een der voornaamfte takken van beftaan uit. Zij was zoo zeer in aanzien, dat de Oosterjche Vorsten zich naar haare wetten moesten fchikken: doen zederd den Engelfchen oorlog in 1780 en 1781 as dezelve merkelijk vervallen, naardien de roofzuchtige Brit alles, wat zijne klaauweh bereikten, naar zich lleepte, of onder zijne willekeurige regeering bragt. De Compagnie is verdeeld geweest- m zes Kamers, te weten: Amjleldam, voor de helft, Zeeland, voor een vierde, Helft en Rotterdam, ieder voor een agtfte, Hoorn en Enkhuizen, ieder voor een zestiende gedeelte; zij werd door 65 Bewindslieden beftuurd, te weten: Uit Amfteldam 18» Uit Rotterdam 7. — 'Zeeland 12. — Hoorn 7. — Delft 7. — Enkhuizen 7. én dan nog uit Haarlem., Leiden, Dordrecht, Gouda, wegens Gelderland, wegen3 Ijiesland en Utrecht, bij die van Amfteldam. Behalven deze Bewindhehberen had men 2 Gedeputeerden uit Groningen, alsmede nog 8- voornaamfte Geïnteresfeerden, 4 te Amfteldam, 2 in Zeeland, 1 in- Zuid- en .1 in Noord-Holland. Deze hadden eene jaarwedde van ƒ 200:- Ieder der Bewindhebberen moest ten minften ƒ 6000:- oud capitaal in de Compagnie hebbenden die wegen's de fteden ƒ 3000:- Uit het midden der Compagnie was eene Vergadering van 17 benoemd, naar het getal der GeJeputeerden, wijders nog eene Algemeene Vergadering, uit ïo Bewindhebberen beftaande, welken in den Haag zitting hadden.^ Deze Obst-Indifche Compagnie, vrij omflagtig in beftuur en kostbaar in gedaante, is, na dé omwending van 1795, vervangen geworden door'een Committé tot de zaaken van den Oost-Indij'chen Handel en Bezittingen, beftaande uit 24 Leden. Dan, bij de Staatsregeling is bepaald; de Bataaffche Republiek neemt tot zich alle' de Bezittingen en Eigendommen derzelve, benevens alle de fchuldeh, en zal dien-volgende gebragt worden onder een nieuw Beftuur van eenen Raad, beftaande uit 9 Leden, en genaamd, de Raad der Afiatifche Bezittingen en Eigendommen. Atte van Staatsr. Art. 211 enz. OPENBAAR ONDERWIJS, zie Onderwijs, OPEN-  OPE, OPP, J17 jOPENBAARE VERGADERING, zie Vergadering. OPPERGEZAG. Wij hebben hier voor, onder het woord Maatfchappij, reeds aangemerkt, dat de mensch, vrij geboren en tot de Maatfchappij overgegaan zijnde, zich bij een verdrag, .gevestigd op bepaalde grondbeginselen, verbind, om aan allen een even gelijk recht en aanfpraak, op de voorwerpen, waarin zijne handelingen betrokken zijn, te doen wedervaren, zonder dat daarbij aan een of ander lid,' noch meerder, noch minder voorrecht zal worden toegekend. Dus vloeit daar uit voord, dat het oppergezag of de wetgevende magt, bij alle de leden berust over het grondgebied, dat zij beflaan. Dit oppergezag is uit dien hoofde één, ondeelbaar en onvervreembaar, en kan.noch vermag door eenig bijzonder lid, maar wel door het geheele lichaam uitgeoefend worden.. Hoe zal nu deze uitoefening liet best gefchieden, zonder dat, door meenigvuldige denkbeelden, eene verwarring ontftaat? Ware de mensch zoo geheel zedelijk, dat hij zijne pligten zonder wet of dwang volvoerde, dan was zekerlijk de volksregering in den algemeenen zin, waarin alle leden een gelijk deel hebben aan de regeering, de beste, en het meest overeenkomftig met hec denkbeeld dat men van het woord Democratie vormt. Dan, daar de mensch geen volmaakt weezen is, of zijn kan, moet hij vol» ftrekt aan wetten gebonden zijn, welke hem zijne pligten herin» neren, yolgens den onfehendbaaren band van onderlinge overeenkomst. Indien alle leden, door het gelijke recht, dat zij bezitten, ook allen te gelijk moesten regeeren, zou de Democratie op verwarring, losbandigheid en onderdrukking moeten uitloopen; zoo als het vrij Gemeenebest Atheenen, na den dood van Pericïes, ondervonden heeft. Hoe veele volksverleiders of demagogen zouden in dien ftaat van beftuur niet geteeld worden! wanneer allen te gelijk het roer der ftaatshulk in handen hadden, zouden er onder dezelven gewis gevonden worden, die, als eenen Alcibiades of Critias, zich tot opperhoofden der dertig dwingelanden opwierpen, en allen, die hen in den weg Honden, uit hun midden verbanden, door hen, even als Socrates, den yergifbeker te doen drinken. Slaan wij het oog op het vernuftig rijk der honingbijen, pok dan vinden wij een geordend beftuur, gelijk aan dat van eenen vader, die zijn huishouden behoorlijk regelt. Even zoo noodzakelijk is het, dat het volk, als zijne belangen in perfoon niet kunnende waarnemen, daartoe, bij onderlinge overeenkomst, Vertegenwoordigers verkiest, die het oppergezag uitoefenen, en zorgen , dat tegen alle indragt van op te werpen magten, die waarborgen worden gefteld, welke hetzelve anderfins in eene Qlychargïe of Aristocratie, zoo niet in eene Regeeringloosheid zoude doen vervallen. Dit verleend oppergezag, in handen eener uit pn door het volk daargeftelde magt, is geene wegfehenking, noch pene overgave, waarbij het vermogen word afgeftaan, om hetzelve wettiglijk te kunnen terug roepen; maar zij is flechts eene volmagt, welke door de Staatsregeling bepaald en beperkt wordt. p,it opperbewind, in de uitoefening der oppermagt, houd op, op H 3 dat  tï*. OPP. dat zelfde oogenblik, wanneer het gantfche volk op eene wettige wijze vergaderd is. De uitoefening is alsdan daadelijk opgcfchort en de perfoon van den geringften burger even heilig en onfehendbaar, als die van den aanzienlijkften, zie Fertegcmyoordigenda Magt. Grondr. der Staatsr. Art. 0—14. OPPERMAGT. In den eerften ftaat der menschheid is ieder voor zich zelfs vermogende, om dat gene te doen, wat zijne veiligheid en belang vereifchen, dan zulks kan geenfins voordduurend blijven beftaan, wanneer eenige, en wel veele perfoonen, tot hun zelfsbehoud overgegaan zijn in eene Maatfchappij, immers zich alsdan bij overeenkomst aan gelijke rechten verbonden hebbende, volgt daar uit, dat een ieder van zijn bijzonder vermogen afftand doet en tot het geheele lichaam overdraagt. JJe oppermagt, zoo wel als het oppergezag, (zie hier voren) moet een, ondeelbaar en onvervreembaar zijn. Geen lid van dat lichaam kan of mag dezelve aan een ander ■ wegfehenken, of daarvan iets afnemen. De oppermagt kan aan het geheele volk niet ontwrongen worden, dan door de heerschzucht, onder den ftandaard van muiterij, of door de kragt der bajonetten, waardoor alsdan de onderlinge verbindtenis, welke de oppermagt bewaarde, vernietigd word; terwijl de fchijn bij het volk, en de daad bij den overwinnaar is. Een Democraat beipint en heiligt de oppermagt, hij onderwerpt zich aan dezelve, met dien verfchuldigden pligt, welken heni zijne waarde, zijne Vrijheid gebied. Wanneer hij dezelve ziet aanranden, gespt hij het zwaard aan zijne heupe, grijpt het musket, en fnelt met alle de faamverbondenen ter hulpe; bij verdedigt haar, tot dat hij overwint of met het zwaard in de geknelde vuist fietft. Een Aristocraat erkent geene oppermagt in het volk, dan voor zoo verre hij die nodig heeft, om daardoor den gebiedenden zetel te beklimmen, en gebruikt het verdrag, om zijnen wil te doen eerbiedigen, terwijl hij het met voeten treed, om daaraan niet te gehoorzaamen. Een Oiygarchist ontrukt de oppermagt uit de handen van allen, en brengt die over tot weinigen. Hij fchat geen hooger wil, dan die, welke, op den throon, van zijne lippen rolt; hij geeft geene veerkragt aan de verbindtenis der leden, offchoon deze haare waarborg zij; maar drukt den burger door zijne willekeuïige wetten; hij laat het volk in de fchaduw der Vrijheid ftaan terwijl hij het in de raadzaal geketend houd; hij laat het volk zich verlustigen, terwijl hij de openbaare feesten en de vrolijkheden zich ten nutte maakt, om hetzelve verkeerde denkbeelden jn te boezemen. Door het in den ilaap der onverfchilligheid te wiegen, fmeed hij de kluisters. Welk een denkend wezen, dat zijne waarde kent, en gevoelt, ynj gefchapen te zijn, zal, als flaaf, den fcepter kusfehen van den zopdanigen, die hem zijne Vrijheid ontvreemt? Zal hij niet lievsr zijn belang opofferen aan dat van het algemeen, en zich  jQPR, OPS. ii$ *Jzoo aan het juk der onderdrukking ontweldigen, om met anderen een nieuw lichaam te vormen? Hoe zou er ééne onverdeelbaar? oppermagt in de Maatfchappij beftaan, indien dezelve aan den wil yan afzonderlijke hoofden moest gehoorzaamen ? Hoe aal een geheel lichaam, aldus deelbaar faamgefteid, aan zijne leden 'eene- geregelde werking kunnen geven, wanneer aan dat lichaam die veerkracht' ontnomen is, welke alle de werkende deelen moet in beweging houden ? Kan men een geheel noemen, zoo lang er één bf meer deelen 'aan ontbreken? Zal een rad zijne natuurlijke krachten in de opwinding hebben, wanneer hetzelve die kleene raderen ontbeert, welken hetzelve verbinden? Wanneer vier perfoonen zich onderling vereenigen, om een last te dragen, waaraan ieder zijn deel heeft, en één derzelven draagt zijn aandeel over aan twee andere perfoonen, is dan de zwaarte der drie evenredig aan de twee, of is niet door deze verbreking van een gedeelte, het geheele verdrag gebroken, daar zulks niet kondes noch mogte gefchieden, zonder aller eenparige tpeftemming, dewijl niéts natuurlijker is, dan te ontbinden, op die wijze, als het gebonden is? Volgt dan uit dit alles, en uit de vereeniging» der leden in een Maatfchappij, niet duidelijk, dat de oppermagt berust in het geheele lichaam, en dat dus geen lid derzelve zich dezelve kan toeëigenen of aan een ander overdragen, zonder toeftemming en overeenkomst van allen, die het verdrag hebben aangegaan; Rousfeau zegt elders: dat, daar de oppermagt'niet anders zij, dan de uitvoering yan den algemeenen wil, dezelve himmer kan vervreemd worden. Ja! daar deze oppermagt, als perfoon befchouwd, niets anders is, dan een wezen, dat uit verfcheide leden word famengefteld, kan zij ook alleen door zich zelve verbeeld worden. Het is wel mogelijk, dat men de magt in handen van eenen anderen overdraagt, dan zulks kan, ten aanzien van den wil, volftrekt geene plaats vinden. Dezelfde reden waarom de oppermagt onvervreembaar is, zegt die Wijsgeer, veroorzaakt tevens ook, dat dezelve onverdeelbaar zij! • De oppermagt, hoe volftrekt, hoe heilig, hoe onfchendbaar eok, kan nimmer de bepaalingen der algemeene verbindtenis overfchreiden. Zij heeft nimmer het recht, om den eenen burger jneer lasten bf bezwaaren op te leggen, dan den ander, naardien zij anderfins eene ongelijkheid met zich voert, welke nimmer iri haaren aart beftaan kan, zie Vertegenwoordigende Magt. Acle van Staatsr. Art. I en i. " OPROEPING, geen volk verfchijnt immer in zijne Grondver-' gadering, dan daartoe wettig opgeroepen; ten opzigte der verkiezingen gefchied zulks door het Uitvoerend Bewind, tegen den laatften Dingsdag der maand Mey, telken jaare. Regiem. Litt. B. Art. i. ' OPSCHORTING, belet nimmer, redenen te vragen, of zich door eenen voordragt van dien blaam te zuiveren, die tot de opfchorting aanleiding gaf. Opfchorting kan niet willekeurig, maar alleen volgens de wet gefchieden. E,r moeten alüjd vol' tl 4 doen-  sif 0PV. doende bewijzeh zijn, wanneer men hiertoe overgaat. Iemand ia zijne bediening opgefchort, en naderhand bewezen wordende dat onr,cchte)en onfchuldig gefchied zij, word hij weder Wm h 1' wndf *?, de- °Pfcho»''"g zelye eenige fchande voor hem behelst als welke, indien zij al belfond, door de hertelling serieel word uitgewischt, en hij weder in zijn geheel verfchijnt. h in gren,Jvan.h^ v-«egenwoordigend Lichaam afdaalende, S ? fkanderen ln derzelver verrigtingen niet opfcliorten, maar aan deH uIfvoerder van den algemeenen wil. Dus dtnWn ril nerend Bewind' dat het toez,'St heeft «ver de hanové-Tr. f?ïtementaaIe en Geineente Beftuuren, gelijk mede Zn dt Gee^htshoven en Rechtbanken, derzelver handelingen, haareIS- °-Weu ftrijdl'S ziJn> in haare werking, gelijk ook paaie Leden, m hunne bedieningen fchorsfen. Ook kan een departementaal Beftuur de Leden van een Gemeente Beftuur in ;n Iaaineming hunner post opfchorten, doch niet anders, dan \tn1%*S WaT"oZ'j' door de volharding in het nemen der : e"j f"eSen de Staatsregeling of de wetten aan, de openbaare vnn nn™ 1!LSevaar souden brengen; mits zijnde gehouden, daar Ted.n af t fn,-h,et Uitv°erend Bewind kennis te geven. De Rechterlijke Magt kunnen in hunne bediening niet .ifcrlnl S«W° 6 o' dan na een voorafgaand decreet van befchulfi ën&7riï^,Z?2 Staatsr- ArU io7> ™2 en 259,' ,„i:°tDiNGJ V,oor de opvoeding der Bataaffche jeugd te zoigen, is een der phgten, zoo van de Maatfchappij in het algemeen, als van eiken huisvader, moeder of voogd in het ^Ia°^ a e ?0"der- d" de Staat in een verval, en het' S fi ]" geW-1$J Pe ?01-S'oosheid omtrend de opvoeding is fj't m misdaad, welke het leven van eenen ander ontS^..™ 13 leeven, zonder zeden, anders, dan in de ZZtli •?ljn' ^a niet te Ieeven? Daarom m°eten beiden, en ï ch P\e" oudeïs> zich hieraan veel gelegen laten leggen, mknmeHnl' tTmJ°°r ,haar is °egonnen&te bouwen, bij den SX™gi° deZdfde v°Imaaktheid opgewerkt, en door het nog mef Zl kroost'An Jljde van ziJn * verkrijgen aanwezent odvckK g6??gend hebben' ~ Geene- °f wei eene verkeerde opvo^eding teelt mets anders dan ondeugden, die doorgaans weel-. fLZill 5^ met 21ch fleepen, en waaruit het kwaad oorSfX' ZICh aan alle ongeregeldheden overgeeft. Beftaan deze £,3rl'/J- ' ee" knJd tot het "iet/op welke fchijnbaare ?- anderfins gevestlgd. Hierom gaf Lijcurgus aan de L3ce: Ö!' Wetten voor de opvoeding Hij wist zeer wel, dat naTr' V,an de geboorte af aan, door verkeerde drif* "ixTr^' Welkze opvoeding, zoo veel invloed pp zijn hart.hebben, dat hij die uit de ondeugden leert. Philotmnen, .t fS waar toen hij Spma overweldigd had, „ fchaftte P e werten Van L'jcurgus voor de opvoeding der kinderen af, ' -. ' ,, uit  OPV. 121 uit vrees, dat de fierheid van gevoelens, als een noodzaaklijk; ?', gevolg der ftrenge tucht, hen ongeneigd zou maaken, om zicb, [, onder het juk der flayernij te brengen;" en Sparta verviel, ten tijde van Nabis dwinglandij, in eene laffe en fehandehjke fla- VBDe' Grieken, Romeinen en Achenienfers, die zoo veele zedenweiten hadden, hebben het voorbeeld.gegeven, dat door de opvoeding het Gemeenebest blijft beftaan, terwijl, bij haar gemis, weelde en pragt zich indringen, en de flavernij voorbereiden. Een zedenloos wezen kan geene achting hebben voor den germgen en armoedigen tfand.' Zijn hart, dat het onderfcheid lustenen deugd en ondeugd,' door gemis van opvoeding, vergeet, neigt naar rijkdommen.' Hij zoekt verkeerde wegen, om dezelven te bekomen, Hoe zou pen Sijlia van het vertrouwen des volks misbruik hebben 'kunnen maaken ? hoe zou een Cromwel zich op den zetel hebben kunnen zetten, van welken hij zijnen meester verjaagd had, indien zij beiden naar de wijze regelen der wijsbegeerte waren opgevoed! 'Hoe zal de deugd de eigenfehap der volken worden, indien zij aan de jongelingfchap, door de opvoeding, vervat in zedenlesfen, niet word ingeboezemd? — Kent de voortreflijke deugd, welke alleen om haare waarde aangebeden wordt, wel onderfcheid tusfehen' den armen met riet bedekten ftulpbewooner, en hem, die, In de zaale van het trotfche paleis, zich jnet wellusten vermaakt? Teelt de rijkdom niet veelal een overdaadiger en wellustiger leven, dan de armoede? veracht de eerfte niet den iaatften, doorgaans, met eene trotfche fmaadheid? „Toen Aristippus tot Cleanthes zeide: dat, zo hij naar het hof gaan, „ en de dwinglandij vleien wilde, hij 'zijnen maaltijd niet onder „ eene heg zou behoeven te zoeken," andwodrdde hem de Wijsgeer, „ dat hij, die met zulke maaltijden te vreden was, niet ,, naar het hof behoefde té gaan, om den dwingeland te vleien.'* !, Epaminondas, Aristides en Phocion vonden geen ongemak m hunne armoede, dewijl de deugd geëerd werd, en de rijkfte " Vorsten voor hunne dapperheid en hun vermogen vreesden. — Hoe veel te meer', daar wij dit weeten, moeten wij dan de eerHe zorge aan de opvoeding toewijden! Welaan! gij, die met de zorg der opvoeding en het onderwijs belast zijt, levert, door uwe inrichtingen, voor de volgende tijden zulke geflachten, dat de naneef uwen roem met zijne deugden bekróone. Dat de opvoeding u nadruklijk op het hart ligge» Dat het onderwijs de wegwijzer tot de deugd voor uw kroost zij: want beiden ftaan zij tot eikanderen in eene naauwe betrekking; de eerfte zonder het iaatfte, en deze weder zonderde eerfte, bevoorderen niets. — Verbeeld u niet, dat de zoogenaamde welleevendheid, de fchijnbaarè opkweeking, welke men bij den trotsaard ziet, alle die pligtpleegingen, om elkanderén op ftraat de hoo'gerhand te betwisten, alle die rang en onderfcheiding, wie het eerfte den drempel zal betreden, wie het geluk, de eer zal genieten, om in een armftoel te zitten enz,, eene • n 5 1 °»  123 ORD. opvoeding is, welke het hart tot de deuml wIm nr . « . . gezegd hebben, wanneer Plaatien, om het bezoek van HanniM 2in^Sr^aJoï?!dS Wijsgeer met met zijne opvoedin- ^enadnlpp^ k?i , dl -3t de werken der daartoe nX 7 t,p h-dat eei] of ander tekIl"jk leerftelfel moeKwordt ? godsdienst de grondflag van ons geluk, neia, en gelchikt, om derzelver tedere harten voor de deu^l tP vormen. Zoo zal men het verftand befchaven dooi de loede mK^I&ht^ ZVn h3ar de vaderlandsliefde oS! a V K,ePUDllke nfche deugden voortplanten. De waai-e vP " S cÜ ^ boekdee!en van eenen Pz#e^r/, van „ eenen Gtotius te vinden, en nog veel minder in die baihaa " Sneu"TwlVa," ffifiKPS "nen a j&mpw, var, eenen heiligen Jmffimu of wal in hefLif êröWrX/' Men veikieze danbzood1nige boeken, Sngéwezen dVw* tege™'dig en bomend geflacbt word dtt^SrnPrf kinS rEge IDg bepaalt' dat er voor de opvoeding w?nd heef P ?n w f Za' geZorgd worden- Heruitvoerend Be? KC^a^'eeaen zie « deSRSLnGeene Vei-Saderins, het zij groot of kleen, kan geordend blijven, wanneer zij geen richtfnoer heeft, waarna de leden zjch moeten regelen. Er behoort altijd eeFzeke?yeVtamdtaS So,vpe k,ande-en 5'aats te hebben' waarbij de een geengrooter oemd, dat het n vergaderingen zo oniMmig weid, dat de Voor^W^éJ^^M m h6t élement i,ï te ro aioe'st ; , h'J/'Ch dckken' en de Vergadering fluiten roest! Hoe zou het dan gaan, wanneer er geene verbindtenis plaats  ORD. 123 plaats greep! Hierom heeft de Staatsregeling bepaald, dat elke der beide Kamers voor zich een Reglement van Orde zal ontwerpen , hetgeen, door dezelve goedgekeurd, en door de andere Kamer bekrachtigd, het gezag van wet heeft, en niet dan op dezelfde wijze kan veranderd worden. Zie hier dezelven voor beide de Kamers. REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE EERSTE KAMER. Art. i. „ De Vergadering zal dagelijks gewoonlijk ten elf uuren voor den middag beginnen , tloch op Saturdag en Zondag zal er geene Vergadering worden gehouden, blijvende het nogthans aan den Voorzitter Vrij, de omftandigheden het vereifchende, ook op die dagen Vergadering te houden." 2. „ Wanneer de Vergadering, naar aanleiding van het 4Qfte Artikel der Staatsregeling, voor langer dan drie dagen wordt verfchoven , zal de Voorzitter, Tia onderlinge overeenkomst met den Voorzitter der Tweede Kamer, daarvan alvoorens ter Vergadering een voorftel moeten doen, en zulks bij meerderheid der prefent zijnde Leden worden beflist." „ De Vergadering zal door den Voorzitter, ftaande, met het volgende Gebed geopend worden: „ Algenoegzaam Opper,? we- REGLEMENT VAN ORDE. VOOR DB TWEEDE KAMER. Art. r. ; „ Overeenkomftig met nevensftaande, uitgezonderd dat zij des middagsom 12 uuren, behalven des Zondags en Maandags, vergadert." „ Conform Art. 3. dfcr Ébr- fte Kamer." j* „ Conform Art. 4. hier neven ftaande."  DRD. >, wezen! Uwe wijsheid „ en liefde beftuure ons „ in de getrouwe volvoe» ring van onzen pligt, „ ter bevordering van het >, heil onzes Vaderlands, w en onzer Natuurgenoois ten. Amen!" En zullen de Leden, geduurende het Gebed, opftaan." ,, Bij het openen der Ver- roPn^ ni-b'JJhunne name" oproepen , die dan dooreen duidelijk andwoord, een blijk zul- Sen^f^- FVfn van h™™ tegen woordigheid." .'' °e V°orzftter zal nimmer w f." dan een * van het volle getal der Leden vrijheid tot afwezigheid mogen verleenen, en fat wel niet langer dan voor den tijd van drie weeken; en indien de vrijheid voor langer tijd wordt verzogt; zal, 0p voordragt van den Voorzitter, de Vergadering daaromtrent beflisfen *' 6. ,? Er. zal aan niemand verlot tot afwezigheid m'oogen gegeven worden, dan bij een fchnftelijk billet, door den Voorzitter eigenhandig onderteekend, hetwelk aan den Secretaris, die daarvan aantekening zal houden, vertoond zal moeten worden." „Bij de aantekening der ab[ente_ Leden aan het hoofd der befluiten van elke zitting zal ponder! ijk worden aangetekend , wie met, wie zonder permisfie en wie wegens ziekte abfent zal zijn geweest." s. Daarna zal de Voorzitter aan de Vergadering kennis geven, aan welke Leden en voor hoe lange, door hem zeden de Iaatfte zitting, om wettige redenen, verlof van afwezigheid gegeven mogt zijn.'' S en 6. „ Zijn bijna eensluidende, als die van de eerfte Kamer, met dit onderfcheid, dat de Voorzitter geen verlof zal treven tot afwezigheid dan aan agt Leden van het volle getal' te gelijk." * » 'k C°nfbrm aan dat van de ?erfte Kamer.'; 8.  ORD* Ï25 8. „■ Na de Lezing der naamen, en de opgave der Leden, die zedert de laatite zitting verlof'tot afwezigheid verzogt en bekomen hebben, zullen in elke Vergadering (de gecontinueerde Avond-zittingen échter hier onder niet zijnde begrepen) door den Secretaris, ten fine van refumtie, gelezen worden de Notulen der voorgaande zitting, na welke voorlezing de Voorzitter, de gemaakte extenfie in overweging zal brengen." 0. „ Vervolgens zal de Voorzitter in overweging brengen A. De ingekomen e ftukken, van de tweede Kamer. B. Die zaaken, welker, herleezing, overweging, of eindelijke afdoening op dien dag is vastgefteld. C. De ingekomen Misfives. D. Alle Requesten op een behoorlijk Nationaal Zegel volgens de ordonnantie; en in gevalle dezelve eenige aanklagte tegen bijzondere perfoonen of Geconftitueerde Magten behelzen , door de Requestranten zeiven eigenhandig ondertekend, of wel in alle andere gevallen geteekend, het zij door de Requestranten, het zij door een Procureur, of ander publiek Perfoon, bij deze Vergadering bekend; gelijk mede, bij aldien eenige Requesten, overeenkomftig het 171 en 197 Art. der Staatsregeling, door de Departementaale of GemeenteBeftuuien, aan deze 8- „ Conform ncvenftaande." 9- „ Vervolgens zal de Voof' zitter in overweging brengen A. De ingekomen Stukken.' B. Die zaaken, welker herlezing , overweging of eindelijke afdoening op dien dag is vastgefteld. C. De Rapporten der perfoneele Commisfien. D. En laatftelijk de Vergadering aanzeggen, welke zaaken de volgende fesfie aan de orde van den dag zijn. Met goedvinden der Vergadering, kan nogthans de Voorzitter daaromtreud zoodanige veranderingen maaken of toelaten, als de omftandigheden zullen vereifchen." 10.  ORD. deze Vergadering worden ingezonden, dezelven zullen moeten zijn ondertekend, of door de Requestrantdi zeiven, 0f door een bij dezelve Beftuuren bekend publiek Perfoon daartoe behoorlijk gequa. hficeerd. E. Daarna zullen worden ge'. Wr ,de RWorten der onderfcheiden Commisfien, dle uit den boezem der Vergadering met het een of ander zijn belast geweest. F. En ten laatften zal de Voorster, vóór het fluiten der Vergadering, vragen , of iemand iets heeft voor te Hellen, en zal tevens herinneren, welke zaaken in eene volgende zitting aan de orde van den dag zijn; ten welken einde de Secretaris, zal zorg dragen, dat eene naauwkeurige lijst der onderwerpen, die aan de orde van den dag zijn, vóór het einde der Vergadering aan den Voorzitter worde overhan^ digd. Het zal echter den Voorzitter vrij ftaan, naar vereisch van zaaken, eenige verandering in deze orde te maaken ot toe te laten, mids daarop vooraf het goedvinden der Vergadering innemende." 10. „ De Voorzitter zal op zijn praadvis mogen concludeeren indien de Vergadering (nadat nij tweemaal zal hebben gevraagd, 0f iemand daarop iits heeft aantemerken) door haar Itilzwijgen daarin toeftemd • dan,' I io en ii Zijn bijna woordelijk als neven itoandp ?ZJr,.ls > ""ö^uuueru m het eerfte geval drie en in he' tweede vijf Leden." re.  ORD. 127 dan, hij zal gehouden zijn, zoo iasch agt of meer Leden het begeeren, eene hoofdelijk omvrage te doen, in welk geval hij met de meerderheid zal coricludeeren. Op verzoek van twaalf Leden , zal het voorgeftelde point van deliberatie tot de volgende zitting worden gehouden in advis." 11. „ Die hoofdei ijkeomvrage zal door den Voorzitter zoodanig moeten worden geinftitueerd , dat de alternativen, ieder zo mogelijk met één, immers met zeer weinige woorden , en zoo duidelijk mooglijk worden uitgedrukt; en de Leden zullen verpligt zijn, bij het uitbrengen hunner ftemmen, zich ftiptelijk aan die bewoordigen te houden, zonder daar iets in te veranderen of daaraan toe te voegen, of af te laaten." 12. „ Niemand zal in eenig geval 2ich aan de beandwoording der hoofdelijke omvragen mogen onttrekken, dan alleen om redenen , door de Vergadering voldoenend geoordeld wordende." 13- „Zo de ftemmen mogten flaaken, zal de zaak blijven in advies tot de volgende zitting, en bij aldien dan wederom de ftemmen ftaaken, zal de Voorzitter beilisfen." 14. 12. „Conform Art. 11, der esrjle Kamer." „ Zo de ftemmen mogten ftaaken, 't zij ten opzigte van verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid, het zij over de zaak zelve, zal de Voorzitter de verdere overweging opfchorten tot de volgende zitting, en, indien één of'meer Leden afwezig mogten zijn, dezelven, zoo veel de afftand toelaat, oproepen tegen die zitting; doch, indien de Remmen ook dan blijven ftaaken, het befluit opmaaken, overeenkomftig dat der eerfte Kamer." 14.  52$ öri>. 14. „ De Voorzitter zal het befluit op iedere zaak met luider ftemme uitfpreken; en aan den Secretaris opgeven." 15- _„ Er zullen geene aantekeningen of contra-aantekeningen worden aangenomen." 16. „ De Vergadering zal door den Voorzitter in een algemeen committé mogen worden geformeerd, wanneer hij zulks nodig oordeelt; en hij zal gehouden zijn, zulks te doen, wanneer een vierde der tegenwoordig zijnde Leden, of eene Commisfie tot het uitbrengen van een Rapport zulks begeert, in welk geval geene Toehoorers, op de Tribunes mogen komen of, zo zij er reeds op zijn, zullen dezelven moeten vertrekken, gelijk mede de Bladfchrijver, waarna de deuren zullen gefloten en zonder last van den Voorzitter niet weder geopend worden." ,, De Voorzitter, of wel de meerderheid der Vergadering, zal aan de Leden, in een algemeen Committé vergaderd, de geheimhouding kunnen oplegden op de voorkomende zaaken, tot dat hij, of zijn opvolger, ofte wel de gezegde meerderheid, hen daarvan weder ontflaan." 18. „ Alle voorftellen, alsmede alle Rapporten, zullen in gefchrifte moeten worden overgeleverd; de Vergadering zal desgelijks niet in overweging nemen eenige verzoeken, van buiten inkomende, ten zij dezelven in gefchrifte worden ingeleverd." tg. H" „ Conform nevenftaande.* „ Conform hevenftaande * 16 i, De Leden zijn verpligt/ hunne ftemmen uit te brengen op de in overweging zijnde zaaken, en mogen zich daaraan niet ontrekken, met een non liquet of door het verlaaten der Zaal." 17. (, De hoofdelijke omvrage zal moeten gedaan worden naar de orde der nommers van de zitplaasfen, welke telken veertien dagen, door de Leden uit een Busfe zulien getrokken worden." 18. „ Ieder Lid, welke iets heeft voor te dragen, zal den Voorzitter vragen om het woord, en niet eerder beginnen te fpreken, dan nadat het hem is toegedaan. Alle voorfteflên vair Leden der Vergadering, zullen m gefchrifte moeten worden overgeleverd." rft  ORD. iip 19. . „Ieder Lid, dat iets heeft voor te dragen, zal den Voorzitter vragen om het woord, en niet teerder beginnen te fpreken, dan nadat het hem is toegeftaan; zullende aan niemand over het zelfde onderwerp in dezelfde zitting meer dan twee. maal het woord toegeftaan mogen worden, die niet, of op zijn 'eigen zitplaats, of in het fpreekgeftoelte, of in een der banken zich geplaatst heeft." 20. „Wanneer meer dan één Lid het woord vraagen, zal de Voorzitter het geven aan die, welke het eerfte gevraagd heeft. Bij aldien er gefchil is, wie het eerfte het woord gevraagd heeft, zal de Voorzitter zulks beflisfen." 21. „ Die het woord heeft, zal daarin niet gehinderd of geftoord mogen worden, maar zal de Voorzitter hem daar bij handhaven, en alle infpraak en afzonderlijke gefprekken deiLeden verhinderen." 22. De fpreker zal nooit de advifen zijner Medeleden taxeeren , maar altijd befcheiden uitdrukkingen bezigen, en, indien de fpreker eenige onvriendlijke woorden gebruikt, zal de Voorzitter hem tot de orde roepen, en, daaraan niet voldoende, ftilzwijgen opleggen/' 23' . ,, Wanneer één der Leden bezig is te adviferen, zal de Voorzitter niet vermogen tusfcben beiden in te vallen, dan alleen, om hem terug te brengen tot het onderwerp der overweging." 24- 19. „ Conform Art. 20. van de eerfte Kamer." 20. Als Art. 21. hier nevens ftaande." 21. „ Conform Art; 22. van da eerfte Kamer." 22. „ Conform Art. 23. hier nevens ftaande." „ Conform Art. 17. der eerfte Kamer.'* 24.  X30 ORD. 24. „ Conform Art. 25. der eerfte Kamer." 2». ,, De fpreker, die een uitgebreid voorftel, advies of een rapport voor te lezen heeft, zal in het fpreekgeftoelte gaan, en de LeJen zullen op hunne plaatfen blijven zitten of in eene der banken." 25- „ Wanneer de Toehoorers de Vergadering op eenigerhande maniere ftooren, zal de Voorzitter hen tot ftilte vermaanen, en nimmer toelaten, dat zij door eenige tekenen, hoegenaamd, hunne' goed- of afkeuring te kennen geven; zij, die zich daaraan niet willen onderwerpen, zullen door een Bode, en, des noods, dooide fterke hand , buiten de Tribunes worden ;jpleirl " Zie verder de woorden Voorzitter en Commisfie. ASÉe van Staatsr Art. 50. ORDERS. Nimmer vermag fiet Uitvoerend Bewind eeni-o orders afvaardigen of doen afvaardigen, dan dezulkenwelken Tn eene gewoone of buitengewoone Vergadering zijn gemaakt,' mits dat de Leden opgeroepen zijn, en het blijke zulke orders nodi? te zijn. Regiem. Litt. C. Art. 8. " ORDE'S KLEED. Daar, in elke hernieuwde' Maatfchappij, aile volks-vooroordeelen bij derzelver geboorte niet daad lijk ophouden , noch de dweepzucht bij eene inrichting haar masker niet afwerpt, is het billijk, dat die Maatfchappij zelve, bij haa>-e Staatsregeling, zorge, dat ieder zijnen godsdienst ongeftoord, naar zijn begrip of leerftelfel uitoeffene; zoo ook, dat geen de minfte teekenen van eenige godsdienftige fefte, uit hoofde der affcheidmg van Kerk en Staat, eenigen aanftoot geven. Hiervan wilde de Staatsregeling, ter verwijdering der zoo hoogst noodzaaklijke vereeniging, en dus tot het algemeene geluk, dat niemand m-t een orde's kleed of teeken van een kerklijk genoodfehap, buiten zijn kerk-gebouw zal verfchijnen. Grondr. der Staatsr. Art. 2" ORDONNANTIËN, of betaalde Brieven, afgegeven door den Lande, voor verdiend daggeld, ambt-inkomften, leverantien of uit iioofde van andere fchuldeifching ten behoeven van den Staat moeten inhouden, eene fpecifieke opgave aan wien, benevens dé post, tot welken, de uitgave behoort, of het einde, waartoe zij !>dlemd is, benevens de dagteckening der wet, die deze uitgave wettigt; alsmede cie teekening van het Uitvoerend Bewind, van deli Agent, of van het Departementaal Beftuur, dat de te doene be-  OSC, OUD, OVE, PAR. Setaaling Vordert; zoo ook de contra fignature van Commisfarisfen der Nationaale Rekening, ten blijke, dat de betaaling gefchied volgens de wet, en bij dezelven accoord is bevonden. Geene ordonnantiën worden betaald, als door eenig Departementaal Beffiuir, op Commisfarisfen der Treforie mogten worden afgegeven, te boven gaande zoodanige lommen, als door het Vertegenwoordigend Lichaam op de begrooting der Staats-uitgaven, of bij eene bijzondere wet daarvoor liitdruklijk zijn ingewilligd. Geene der Ontvangers vermogen eenige ordonnantiën te betaalen, zonder teekening der Commisfarisfen; zoo der Treforie als der Rekening. Acle van Staatsr. Art. 224—228. Regiem. Litt. ï). Art. 17. OSCH, is de hoofdplaats van den 6dén Ring, in het 7de De* partement. OUDEN IJSSEL, is het tweede Departement. OUDEWATER, is de hoofdplaats van den 7den Ring, ia het 6de Departement. OUDSTE. In alle grondvergaderingen is de oudfie in jaarett provilioncel. Voorzitter. Zo er echter voldoende redenen voor het bedanken zijn, word de daaraanvolgende in jaaren gekozen. Zoodra hij de- Vergadering georganifeerd heeft, legt hij Zijnen post neder. Bijlage tot de ABe van Staatsr: Regiem. Litt. A. Art. I. OVEREENKOMSTEN, of Trachtaten, met andere Mogendheden aangegaan, en door het Vertegenwoordigend Lichaam geratificeerd , moeten door of van wegen het Uitvoerend Bewind, in naam der Bataaffche Republiek, getekend worden, zie Verïïmdtenis. Acle van Staatsr. Art. 144. ' p rHTü " PaRDON. ,, Wat het recht aanbelangt van genadé te bewijzen," zegt Rousfeau, „ of eenen misdaadigen van de ftraf, bij de wet bepaald, te ontheffen, dit behoort alleen tot den „ geenen, die bóven den Rechter en de wetten verheven zij, te weten de Oppermagt." — Toen de Romeinfche Republiek in haar eerfte aanzien was, verleende zij bijna geene gratie aan misdaadigers. De Staatsregeling heeft aan het Vertegenwoordigend Lichaam het geven van Bardon niet toegeftaan, maar wel het bewijzen van Gratie, en dan zelfs nog onder zekere voorwaarden, zie Gratie. — Onder dit Articul kan men ook tellen het verleenen van Amnestie, hetwelk veeltijds plaats heeft bij Revolutien of omwentelingen van Staatsbëftuuren, wanneer zij, die het bewind, het zij door geweld, of door het volk, in handen krijgen, zulks aan de overwonnen partij verleenen, dat is, onder zekere bepaalingen, alle voorgaande begaane politieke misdaaden vergeven. Het vergeten behoorde daarbij ook noodwendig plaats te hebben, doch dit Iaatfte is zelden uit dé harten I 2 ge-  *3» PAS, PEN, PLA. gebannen, wijl er altijd enen wortel van baat overblijft, uit hoofde van vervolgingen, welke men ondergaan heeft. In do Jaaren 1485, 1488 en 1787. Verleenden de voormaalige Ed. Gr. Mog. Amnestie, en, in den jaare 1798, het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen volks, en zulks op verzoek van het Franfche Gouvernement, omme eenmaal alle oneenigheden te doen ophouden. Men zie hier over het gedrukte advies van den reprefentant P. van Linthorst, op den" 5 December 1798, bij de tweede Kamer in een generaal committé uitgebragt. Alle van Staatsr. Art. 50. Litt. O. PASPOORTEN, ofVrijgelelbrieven naar buiten 's Lands, moeten inhouden den naam van den verzoeker, de beroepsbezigheden, geboorteplaats, ouderdom, geftalte, kouleur, de plaats wer. waards, en de tijd voor hoe lang men zulks vraagt. Men verzoekt zulks aan de Departementaale Beftuuren, die daar toe fpeciaal zijn geauthorifeerd, mids bij het verzoeken overgelegd \vorden, den declaratoire van het Gemeente Beftuur, waaronder men v oond. Atla van Staatsr. Art. 223. PASTORIJ-HUIZEN der voormaals heerfcherrde Kerk, wor« den, even als de Kerkgebouwen, getauxeerd en aan de Plaatfelijke Beftuuren ter befchikkinge overgelaten, zie Kerkgebouwen. PENSIOENEN. De Maatfchappij verleent nimmer eenig pen» fioen, dan voor zoo verre, na het geftrengst onderzoek, 'gebleken zij, zoo van de getrouwe dienften, aan de Republiek«bewezen, door hun, die daar op aanfpraak maaken, als van derzelver volftrekt onvermogen, oni, het zij door ouderdom, of door eenig. lichaamlijk gebrek, den lande langer van dienst te zijn, en van hunne eigen middelen te beftaan. Alle Leeraars, Hoogleer?ars en derzelver Weduwen, op 1 Januarij 1798 gepenfioneerd zijnde, blijven de hun toegelegde penlioenen geduurende hun leven genieten, mids dat zij 1. blijken geven geen 600 guldens jaarlijks inkomen te hebben, 2. bewijzen deze orde van zaaken te zijn toegedaan, namentlijk die orde , gebouwd op de geheiligde grondbeginfelen in de Staatsregeling vervat, en 3. dat zij van dit alles, met een Certificaat, gepasfeerd door het Plaatfelijk Beftuur, zullen moeten voorzien zijn (*). Voormaals was het verleenen van Penfioenen ruimfchoots, en bedroegen dezelven jaarlijks importante fommen, oorfprongüjk uit de weinige regelen die er voorhanden waren, om zulks voor te komen. Doch tegenwoordig kunnen dezelven niet verleend worden, dan op v'oordragt van het Uitvoerend Bewind, en volgens Art. 57 «7258 der Grondr. en Art. 50. Litt. S. der Acle van Staatsr. PLAATSVERVANGER, zoo wel der Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, als der Kiezers, word door het volk op dezelfde wijze, als de eerfte in zijne Grondvergadering verkozen , zijnde alleen beftemd om de plaats van die genen te vervul- (*'• failfcattt VM btt Vitvtttmi Bcxiad, van den ai Meij t7J)9.  PLA, PLS, PLI. 133 yullen, die door fterfte, ziekte, of bedanking aan het oogmerk hunner aanftelling niet kunnen voldoen: zoo als bij voorbeeld, wanneer een Kiezer, tusichen de dag der verkiezing en die waarin hij zijnen last zal uitbrengen, daartoe, om bovengemelde redenen , buiten ftaat ware, dan treed hij in deszelfs post, en worden in hem dezelfde vereischtens gevorderd als van den genen, wiens post hij waarneemt. Eene plaats in het Vertegenwoordigend Lichaam open vallende, wordt de Plaatsvervanger opgeroepen; doch zulks wordt niet in acht genomen, wanneer de te vervullen tijd niet langer is, dan van zes Maanden; blijvende in dit geval de vacature onvervuld tot de eerstvolgende verkiezing. De zwarigheid, welke tegen deze wijziging zou kupnen gemaakt worden, dat de Vergadering door het affterven van eenige waardige Leden, juist in deze zes maanden zeer onvolledig zou kunnen worden, is zoo geheel en al afwijkend van de gewoon? ondervinding, dat de enkele mooglijkheid in dit geval voor de waarfchijnlijkheid zwigten moet. Acle van Staatsr. Art. 25 en 40, Regiem. A. Art. 24 en 25, Regiem. R. Art. 9 en 10, Litt. E. "^PLAMTAGIEN (Eigenaars van), zoo ook de bezitters van eenigen grond in de Colonien, mogen geene Leden, Secretarisfen, Ontvangers, noch Fiscaals zijn in de beide Raaden over da Buitenlandfche Bezittingen, ter voorkominge dat het eigenbelang boven dat van het algemeen zoude gelden. Acle van Staatsreg, Art. 239. PLEGTIGHEDEN, zie Feesten. PLIGTEN. Door de vereeniging van den eenen burger met den ander tot ééne Maatfchappij, verkrijgen alle de Leden gelijke Vrijheid, Befcherming, Rechten en Vermogen, waaruit, wederkeerig, de pligt voordvloeit, om daaraan ten opzigte van anderen te voldoen. De pligten des burgers in de Maaatfchappij hebben geene andere ftrekking, dan de welvaart van het algemeen, en de bevordering van ieders geluk in het bijzonder, zonder echter daarin het algemeene welzijn te mogen benadeelen. De voornaamfte pligten zijn: te werken tot behoud des Vaderlands, ook dan, wanneer de gewoone inkomften niet toereikende zijn, dat als dan een ieder van het zijne zo veel bijdrage, als hij, boven het noodzaaklijk vereischte, naar gelang zijner bezittingen en winften, misfen kan. Elk burger is gehouden, om zich op de waapenrol te laten infchrijven, ten einde het Vaderland, wanneer zulks met eenen vijandelijken aanval bedreigt wordt, of der onderdrukking zijner vijanden moede is, hetzelve heldhaftig te verdeedigen, en deszelfs gefchonden eer op eene edelmoedige wijze te wreken; — zoo ook, wanneer het Maatfchappijlijk Verdrag door list of geweld aangegrepen wordt, moet elk burger zich herfcheppen in eenen Brutus, tot weering van het onrecht: — al verder, wanneer één of meer Leden der Maatfchappij in hunne perfoonen, eigendommen, of eer, door geweld gekrenkt worden, moet hij. met zijne medeburgers, deze fckennis van ieders, en dus I 3 ook  *3* PLI. ook van zijne eigen rechten krachtdadig te keer gaan. - In het kort, het is de phgt van ieder burger, om altijd waakzaam te zjn voor de belangen van Volk en Vaderland, te waaien te-en al è hsten der intnguanten, te dooven de ontdoken toors van domheid en dweepzucht, alle de Achitophels raadflagen te helpen vededè Jen, en te zorgen dat nimmer cfe algemeene welvaart, de vrijheid De EK 6S, V°^S dr°?r driest gewe,d verkracht worden, baar ' door dAn °?gefchapenen vrij gebooren, moet onwrik- ffli®'^ als HoïatlUS zegt' aIs een k°P«en muur pal ftaan, riS nd!"7Cl,tf,' T Zijne >>,igten' al ware h" met opzou ^ TrP? e"b.Ioed' teoefFenen. Dit verzuimende, p^BL^-S^i*?,het zwijsen ve?-gaan; en ^ v\' die Zijne waarde kent' die ziJ'ne beftemming gevoelt, Mffi / h'J a,sdan zich ze,f' ziJ'ne §ade en zijn kroost ï f °WSfïen? Hl'J ,aat zich h'ever door eenen gehuurliever a1'' als ecnen Patklil> dood martelen; hij laat zich mnL ~i,"rfn on?Sek°gten hoop, zoo als de gebroeders de ^rijfden, dan dat hij zijne pligten niet zoude volbren- dood 7mm f 1 gaat '!ever' met het zwaard in de vuist, den fchm-lhcK gem°?t:, h,J ,Zoekt ,iever het kwaad in deszelfs W? P' £" ls.bere,d> ™ a'Ies op te offeren, dan dat rll\ ï? P ,g e" ve.r.2uimende, de keetenen zou helpen fmeeden, grommen J"C medeburgers onder het dwangjuk te doen Hij, die alzoo handelt, is de braave man in de Maatfchappii aanva en, als zoodanige, eene ftrafbaare misdaad heetcn, wanf?J ZiJ"e medeburgers door kracht van wapenen noodzaakt, ïrniwLn volk aa"Senomen Regeeringform te veranderen ofte S, S , daard°°r zich zelf en ziJ'ne gnriftelingen in de raadzaal te dringen. - „De zedenpligt, door "de Natuurwet " ™°r^chreven> ,zegt Socrates, „ verbied, dat men moeder of „ vader door geweld dwinge, en nog veel minder ftaat zulks V ÏJ-J ten °Pz,Ste van het Vaderland." de, re LneJUiCbing v,erdiÊnt-de eerlijke Vaderlander, die, zonMrJt zl?n°P ,e,Sen belang. zich voor het algemeen onoffere! b hlud vAMk °P.acbt!'"S had wan% hij, om he behoud van Rome ZIjne zoonen deed fneeven I Dan, hoe groot P Mn ,-'C "ïogen zi-in> de braave man kent geene"ede- le. belooning, dan in de goedkeuring van zijn eigen haft, dat is ÏooZ^ m' 'iT Z,'j"en P'1'^ voldaan te hebben. ^ De waarè giootmoedigheid der vrije ziel is die, dat hü naar nYm en weten hebbende gehandeld, daarvoor geene 'beloonE J verlang deXGp°f \°f njk buedeeide ambten- HiJ geene vet VI d',e heP °P bet Parkement worden toegezwaaid. Hij u .,e.gt.zich, zijn Vaderland dienst te hebben gedaan.; hij gaat geuJK-j ia het eindigen der overwinning, aan zijne bezigheden, en  pol, iTS gn verricht zijne huislijke zaken naauwkeurig, terwijl orde en rust hem beveiligen. Zeer onderfcheiden, echter, is vaak het oordeel over verdienite. Waande de Hertog van Alba niet, eenen wezenlijken dienst aan Philips de II. gedaan, en overeenkomftig zijnen pligt gehandeld te hebben, toen hij in de Nederlanden de bloedtooneelen luchtte? — Roemde het voorig Gouvernement niet op de betrachting zijner pligten, wanneer het ten behoeve van Willem de V. zoo veele braaven kerkerde en buiten dit Gemeenebest verjoeg ? — Hebben wij niet voor eenen Leonidas en zijne Ephoren, toen zij A"is door beuls handen aan de Spamanen ontrukten, het dank-ofier zien ontfteken? - Hebben wij niet voor eenen Cromwel, die eerst zijnen Koning ombragt, en toen het Parlement uit een joeg, den eik zien ftrengelen? Hebben wij niet voor de vier en twintig gedelegeerde Rechters, die, ten beheve van Maurits, den grijzen Oldenbameveld naar het moordfchavot doemden, de laauwren zien ftrooijen? - Heeft niet voor eenen Tichdaat•, de verraader van de Win, de verdienftelijke galm terug gekaatst ? En nochtans verbeeldde ieder hunner, zijnen pligt aan het Vaderland bewezen te hebben. — Schreven niet de huurlingen met de bezwadderde zwaanenfchagt hunnen lof? Bazuinde men niet onder de verleidde en onkundige gemeente derzelver roem en verdienften dat zij, als mannen van eer, naar pligt gehandeld hadden4 Raadpleegen wij dan met ons zei ven, met de Natuur-wet, met de redent en met de betrekking, waarin wij tot eikanderen ftaan, en dan zal de regel van ons gedrag die heilige grond-wet zijn welke ons leert: Doe eenen anderen niet, hetgeen,gij met wenscht dat aan u gefchiede. — Doe aan anderen, ten allen tijde, zoo veel goeds, als gij, in gelijke omftandigheden, van hun zoit,dt wenfclien te ontvangen. ' Grondbeg. der Staatsr. Art. 6. PQLICIE (inwendige). Te waaken voor de rust van binnen is zeer noodzaaklijk, zoo wel om de Leden der Maatfchappij voor aanvallen te bevrijden, als het geheele lichaam tegen verraderlijke oogmerken te befchermen. — Men moet hen, wier denkbeelden verfcbillen van de aangenomen grondflagen der algemeene welvaart, gadeftaan, en zorgen, dat zij geenen den mmften invloed op minkundigen hebben. Het is een noodzaaklijke pligt, door eene naauwkeurige, doch geoorloofde correspondentie, alle Wezens, die fchadelijk voor de Maatfchappij zijn, en vooral, die uit heerschzucht het ftelfel der Vrijheid belaagen, zorgvuldig in het oog te houden. Dan, hiertoe is het nodig, dat men voorwerpen heeft, die zich bereid toonen, om als verfpieders te dienen; In tijden van onrust, waarin de woelingen door baatzuchtigen worden aangevuurd, is het noodzaaklijk, om de pohcie in de hand te werken; maar nimmer moet de magt zich zoo verre uitftrekken, dat haat en vervolgzucht de handen vult, om onfchuldigen te kerkeren, en hen, alleen op bloot voorgeven, maanden lanp in gevangenisfen opgefloten te houden, hetgeen itrija met alle°gezonde beginfelen, Zulk doen is het kenmerk van een f • t i d Scnnk-  ï3ö POS. if&SSSi van ptC ffSMifl *** ***** Het Uitvoerend B&^^^J^',^^ treed, eene bijzondere inftruSe £ aanSeld He ' n* dat Vak op ftuur ziet toe datdp ™J» T et Departementaa Be- *Iöni bewaard bi jve ^Ue wï ƒ l f1™? in Zijn DeP^tement Politie, in de Bezktln^n .n f ^rrde W1JZ£ van bediening der msr;2. !^fff%n2^ Etablisfementen, regelen. ^ v| gen,°po5 vanNSurUbedant?ie V°?' lenigen aan hem °PSedrate hebben, zal vóör SS^fï toe wet£iSe redenen Ml™ Sr.,M hst Register worden gero- tieS^SKkSlra ;'°°r d£n koophandel en de paroze, zijne: gevoelenHn'i ? ^ gemakliJke en **» kostbare «ueten onfchlndbaïeiJÉ^^fi ^ t£ lnaaken' DezeIvel1 Pediet, pn SbÏÏS^oJ??OI,ï],*,*iw' wiI het wederzijdsch Niema, d'°s bevoéS h? i ^ MaatfchaPPiJ bewaard blijven. moedens van v Sdiï™" te openen, dan oP gegronde verren, vóór i B S zamenfPann,ng. - De iW//êH waOewest, en z n bii nt'.-. beheering van ieder voormalig chaam, verklaard' NatiFjn! m™" he-Vertegenwoordigend Li* reftie derzelven VVat\omal^ (*)> met dié bepaaling, dat de di- ond^SlaV ^S^T^^^°P ^ voegt moeten flijfen geobÜT^Jï fegenwoordigen verandering zal worden, gemaaktin « briefporten geene worden behandeld op dezelfde xvii^P , i! , TT;' at alles zal en dienvolgende dat S„ (' als tctfhe eVs gefchied, voor zich zelven" of ten h,h V™1 °f zij de Posterijen Steden of bijSe PerZnJ TvonilaaIige Gewesten, poods op huïï-y&nXfe^ e" d- tien, op denzelfden voet ?eli $W Li? ?elast' om bunne funccontiniieeren -t0: tïd en w t i ^ 13 gefchled> te blijven tiend het póstwezS za^ 1 1 ï n #Igenleene voorzienig omten behoeve van "n de nt ^'a^ moeten dezelven geadminïflioerd ^ aan de Nationaale fchatkist iilen, die' zouden ^eÏÏS^S' Z0?dan\S ^ > dat aan ding te kunnen maak™™* i g. aa"fPraak °P fchaêvergoedien einde^^hrTv^t^ *ïei geIaaten wordt' °m zich ten betwefklaaiop zodanfee^r^ te add^sferen? eenkomftig S^^lC^K^- a!suhetzelve, over! toeziVtnn W uln b §' zaI bevinden te behooren. — Het ^8$d*i^0^£^ df brijen - - S linantie overgedrager^rS'^^y^ ^ ^ r,„ POT-  POT, PRA, PRE, PRO. 13? POTTEN (Roode en Geele Aarde) , geheel of gedeeltelijk gelooit zijnde, en gemeenlijk genoemd, Frankforter potten, hier te Land of langs de Rivieren inkomende, zullen bij continuatie, zoo als zulks zedert den 25 December 1771 is gefchied, tot ultimo December 1800, (onverminderd het verbod tegen den invoer van alle foorten van Porceleinen, Aarde- en Pottebakkerswerk, bij Publicatie van 23 Qftober 1798) onder dprzelver eigen benaaming moeten worden aangegeven, en dat daarvan Voor het inkomende recht zal moeten worden betaald zes ftmvers 'van het >"'QPR.A^CTIZIJNS. Ten behoeve van onkundigen, die anderzins door vitterijen, en zoogenaamde rechtsgeleerde uitleggingen, zomwiilen bij langduurige en kostbaare procedures, worden om den tuin geleid, zullen voordaan, geene Praffizijns, noch derzelver inftruétoire Schriftuuren, voor zoo verre zij gene bewijsftukken behelzen, door de Vrederechters, met of zonder Bijzitters gezeten zijnde, toegelaaten worden. Acle van Staatse Art. 274. PREDIKANTEN. Tot drie jaaren na de aanneming der Staatsregeling zullen de huishuuren voor fommige Predikanten, even gelijk als de tractementen der Leeraaren, aan de gemeenten betaald worden (f). Douceurs aan Predikanten, bij Refolutie van de voormalige Staaten van Holland van den 15 Jumj 1792 geaccordeert, houden met de aanneming der Staatsregeling geheel op. PRESIDENT , zie Voorzitter. . PROCEDEEREN (op de algemeene maniere van; , m civiele en Crimineele Zaaken, is bij het Vertegenwoordigend Lichaam, in dato 22 Augustus 1799* eene ordinantie gemaakt, eQ wel . 1 Voor de Vrederechters en Bijzitters. 2 — Burgerlijke Rechtbanken. 3 Departementaale Gerechtshoven. , . _ Vierfchaar over de misdrijven der Rechters, en <; het Hoog Nationaal Gerechtshof. Zijnde daarbij gevoegd de Inftruftien voor de Leden derzelven, alsmede voor de Bailluwen en Procureurs-Generaal (§). ' PROCUREURS. Dit weleer verachtelijk ambt, is naderhand, ten tijde van Keizer Deoclitiaan en Maximüiaan, aanzienlijker geworden. Hetzelve beftaat hoofdzaaklijk, om voor anderen de zaaken in rechten waartenemen, en te defendeeren. Wenschlijk ware het dat dezelven niet gebruikt behoefden te worden, en gelukkig'is het, dat zij, als Procureurs, geene voorfpraaken bij de Vrederechters mogen zijn. Wijlen de Raadperfionaris Mauritius te Furmerend, heeft daaromtrend dit vier-regehg vaarsje gemaakt. (♦■) rUiitsth van het Vitvoercai Bemind, in dato 31 December 179P. Cf) Publicatie van het Vitvccrend Baimi, in dato 21 Mc« i759 . , Zie mijne korte fhet, van de algemeene manier van Procederen tn OvtcH tl, Crimineel» zaaken. Gedrukt te Amfteidam bij G. Rooi, 1800. ; ..." 1 %  138 pR0> pijN * £ niet Bataaffche Jeugd, jJcuflenter van .Fraktijk te keren ■ Urn bange boeren voor de Fleitbank te veneeren- Leer andere kunften ook, maar leer vooral de Deugd. fchaaving, heeft te S3^°^val^en be" van dit folterend werktui- hTnt 7 6rfaI onnodlg zlJn' om «i«r &fperZw, miaenTn' 1 Romejniche tijrannen, Tarquila, Nero enDomLZ t^r T* lngevoel'd' en la*er door Caligu. Wij verheugen on d fd1rn',Wet geworde"> alhi^ te fprekem eene bekentenis te b\enlJ uf ^T Zddel> om iemand f°t geene onfchuldU flaS,' '2 deZC ReP"bl ee» heeft, waaronder een ™^ mt / al,es af' wat hÜ bij zich vervaardigd B 'at fooM^V" V^l1' Van ee» bajonnet moort een hem te?e komend ^ Z'J"%chenderijen, en verhet bebloedde nmïln den zak vlTerf°°nTV,keeit ,^»S. en iïeekt wachts, z;ende bi V een \il v 5 ^IaPPeriieden of Nachten vinden eenf mes mehtt ^l' doolzoeke» ««Jm zakken, brengen A alzoo h hamim t i X- bem' nemen hem mede, en het lijk, beS let mei hl? P° Rechto befchouwd zegt dat he^Jn'mesT ^K^fA 2* moedsneigingen van A £' T het natJuur,iJk geftel en de gehjk gepifn.Vd bekenf'hi? dPf he'VP de Pijnbank- Geft'e»g- ter dood gebragt: Maar fnl,. ; ' A word gevonnisd en in handen vari dienzeifde,rp'hg ge''aakt' eenigen tijd daar na' «r aienzedden Recbe , over een.ge gepleegde misdaad ^  PIJN\ 539 daad, de genoemde B, die alles, zonder, pijn'of banden, beleid, en tevens''bekent, dat hij de daadcr van dien moord- is, waarom A onfchuldigd geftraft was. Hoe is het mooglp, dat befchaafde Volken, dat geleerde Mannen, dat, zoo als zij zich noemen, wijsgeerige Rechters, voor dit gruwzaam bedrijf kunnen pleiten, ja uit de goddelijke wetten de noodzaaklijkheid niet alleen, maar zelfs het recht en vermogen, om te pijningen, hebben trachten te bewijzen. Overtreft het gebruik der Pijnbank niet in wreedheden de Autodafeez, en de artra- pophagie? Geeft het geene minder ommenschtheidte kennen, als men iemand met ftaatie ten vuure brengt, uit het grondbeginfel van Gode dienst te doen? — Is het menlchen-eeten zoo veel barbaarfchcr, dan wanneer men eenen befchuldigóen door pijningen, wreedcr dan de dood, duizende dooden doet uititaan? — Welke zekerheid levert de Pijnbank op? Zal een on* fchuldigeerlijk man niet liever zich dood laaten pijnigen, dan op het fchavot, als een booswigt fterven. — Een deugniet, hoe «root ook, zal immers niet bekennen, al werden hem de wreed#e pijnen aangedaan, zoo als het voorbeeld bewijst in zeker Vrouwspèrfoon te Athene, als zij over Aristogiton en Harmodius, die Hipparchias, den tiran van Athene, hadden vermoord, ondervraagd werd, wanneer zij, door eén ftom ftilzwijgen , de waarheid zodanig verborgen hield, dat zij. eindelijk, door het geweld der pijn overwonnen, op dat zij niets zoude kunnen verklikken, haare tong met de tanden afgebeten, en dezelve den dwingeland É het aangezigt gefpogen heeft. Maar hoe zal, nu, een Rechter de bekendtenis krijgen< — Wanneer esn Rechter naar pligt handelt, vind hij den weg voor hem open. 1 Zo hij de goede wetten bewaart, heeft hij den besten waarborg voor het bedrijven der misdaaden. — Of kunde en ftrikvraagen, of vraagen buiten de misdaad, door een Rechter mogen gedaan worden? meenen wij veilig temogen lochenen; want de Rechter moet heilig handelen, en alles, wat met ftrikken en laagen verzeld gaat, is misdaadig. Een Rechter moet midden door, zonder -van den weg af te wijken tot den gevangenen komen, en door geene dubbelzinnigheden,dóór.geene ftrikvraagen, door geene bedreigingen van geesfelen of kerkers in donkere holen iemand eene bekendn'isfe afdwingen. — Hij moet eerder, zo hij nog iet doen wil waarover hij geen voorfchrift heeft, den gevangenen te gemoet komen, en alzoo door zagtheid tot het hart doordringen. Even zeer kan men het in eenen Rechter verwerpen, wanneer hij twee'of meer gevangenen heeft, waaronder zijn, die op hunne onfchuld door ontkenning zegepraalen, maar de derde' zwak en vreesagtig is, dezen laatfien door bedrog misleid, en hem voorhoud, dat de anderen reeds bekend hebben, öf dat hij, kwanswijze, overtuigende bewijzen heeft, die hem overtuigen, en dat hij zelfs, in één zijner voorige verhooren, den fchiin van misdaad heeft beleden. Zoodra een gevangen bemerkt, lal hij alzoo overrompeld zal worden, is het zijne zaak, in de ... ■ eer-  W PUR, QJÜQ, RAA. fê&s^tsffiR lifter '5 s» S-aSen én a'a4n faÜfï d°6t' 231 de Rechtei" weldra ïjne beA:haamde ^ PÜRMEREND, is de hpofdplaatl van het S4fte Diftric). Q Q XïL,,5LWaS'lfS5n op de °™ende goederen, in R SdtdPP^EfaG^" Wanneer het Uitvoerend Bewind noodfs fenï'befluitn *&nmd^ïhdd- Van de? Se-«"ris "tnS Register ffsS^J6^ ^'tók^rS^f geheim »n£ntS ee" Departementaal, of Ge- 5S& tTd" v'erSn^05 --Ir?aï RAADPr VvriZr*™ ê" üe vm St™tsr. Art. 155. Li™afs vo&^Z^' b° het VertegenwSriigend fluiten, «f wetten^ behoort hr^Pfr? voo^llen van alle been derzelver bek achtSng al d?f?9 ^ de eerJie Kamer» maaken derzelvenrnoet ten mmfcn*7de Tot het °P" der aanwezigen loSemmi toljS."^ geregistreerd, en naar het ükvc^eïd B^ïi^ ^ WOrd naar eisch der zaken daarn^J l 5e,WInd Sezonden, om, kracht van we hebben da'waa.-h? HhandeIen/ Geen befluit kan bij hetRegtmJuacrBLT^R^i^ acht Stomen, voorftel of rapport moei'hfr Lï T3? V0OTSercbreven. Bij ieder RAP'  RAP, REC. 141 RAPPORT, zie Reglement van orde, Commisfien en Fom van Raadpleging. ■ . ShtbInKEN he^ezlg derzelven zal door de wet be^^z^ Reeht rlijke Magt. JBe van Staatsr. Art. 260. Ki^TBAN^iB^ir^iJ^, zullen in elk Departement beS Haare Leden worden/ volgens de bepaalde wet door llr vnlk in ziin» grondvergaderingen gekozen. Het getal van dfen aan al e Cved zaamhelén, zal insgelijks door de wet gedien, aantal en wen Afte van Staatsr. Art. 2tf. IlECHTEN Cto- èn üÏÏW). "üe afzonderl.jke beheering RLLriiruN iiM <=u . ' d het a|gemeen zamenftel S^S^l^P^ de» Agent van ^mantie. ^ECHTOUKE MAGT 'in eene geregelde Republiek waar de bSe. Maatfchappijlijk Verdrag gebouwd heeft op 1 „ khaaren -rondflag eener Volks-regeering bij Venegen- den o^^'^^Xennagt, bij wijze van volmagt, aan de CteSvoorfg r is opgêdraVn, zijnde Wetgevend^, Uitvoea bl» %Prh erliike Maften van eikanderen afgezonderd, wijl het met £ Srm Sn Sur' onbeftaanbaar is, dat zij die wetfen maaken te gelijk de uitvoerers en handhavers zouden zijn, ten maak™, ■ & j volftrekte wille- Sr DÏ word^Ieve hSedZ,° wanneer iet tusfehen beiden komt waardoor de gemaakte wetten aan de gronden der billijkheiden l/n het Maatfchappiilijk Verdrag getoetst worden. De RechterX^ UzS^^T^ evenwig? tusfehen de Wetgevende en de liftende gefchikt, om de beide anderen in toom te houden volge^s beplafde wetten, en de algemeene veiligheid te bewaaS zonder dat zij zelvé wederom invloed heeft op wetgeving of bewTnd! Zij oefent alleen ftraffen uit op begaane overtredingen zoodanig als dezelven bij de wetten zijn bepaald geworden, fiinde zii vefpligt, zich naar dezelven zorgvuldige regelen, ^oSd« zich zelve het vermogen van willekeurige uitlegging toe te eigenen, zonder zich aan geweld fchuldig te maaken, en ook 7 j „„„ Ap ftraffen der wet bloot te ftellen. ^^l^ftS/i. de Rechterlijke Magt niet? - Zal zii a°n haare verordening voldoen , dan moeten in den Rechter at fcheidsman tusfehen den man en zijnen naasten, alle deugden £u teren - Te recht verbeeld men- de gerecht gheid met het S de eene en de fchaal in de andere hand om hem te Ken die misdaadig is, en den onfchuldigen te beveiligen. ! twaart%"etevemvigt tusfehen de Wf^ffg'^ ppeft aan den eenen geen meerder voorrecht, dan aan den ander maar houd den evenaar van het recht in zijn gelijk even%. Ximer moet haar de fchuldigedoor goud of vlenenden lof de vriilaadng van welverdiende ftraffe afbedelen; maar zij blijft heilig in hafre uitfpraak; zonder eenige de minfte perfoons. onderfSing te gedoogd. ~ Geene wraak moet haar beziekn.  ém ten believe van »ïïn«# r,f famenftel, onfchuldigen onrecntv™^ r. Van ?2ni5 ^atkundig volgzucbt der ^«^^S^^^ Ge™e vert «Sgötf ten dood zeulden - S laffi-ff 3 " t5'bRrnoet haar richtfnoer zfjrji J#JöRlï^ ™r Wetgevers wede een Akibiades en1dV ^LS R'pI f 2 ffiMP** waarwanneer zij S«e/,^iïS« ™,h be*edddtot vaardigheid wilde handïïvfcn, Sb*Q?n M^ïS e"de recht' Zo een Rechter dat eene glrbeker deede» «-erven.— begaan, jnoè^.^IóWJS £ doof K^$^' dieh« biedigd, door misdaad?^? 1 a} 001, vredehevenden geëer-* JSrSÏÏSStef^ K3* SP die genen rechten, mS-U^ bfz né of-aanzien, van geboorte of ran" - Che,d van Perfoon, | C»://e: de «nëM^?|^ tweeërlei, tWWfe^ over -burgerlijke gefchHIen en hli f ^ f " dc «fcfi» hooft vooraf «KSSJ', Jn de* Rechter bt* «&fe, »»a?^®^»-^ ™cf, dezelve mis- bi-heemfi" De gÓdsdientfinv^r ' i, en-c5rb,eJ voor het recht" *'jne .hande%b„TS Kcct,^0^ dü Srondflag van'alle WA wezen. WfecMh^Ös d«^l vah. der onfchuld, en #^^«^^1*^^. *&terWêf vqlkomene kènnis .vatt S^O^Jg^fet.Wet eene Wj aHcen de WÖ^JS t0t, J ™ pcst behoort, kan m hem overreelerrjSïï ^'^ met akelige gevangenM te ft nff^n JCC de Seesfelroede of misdaade.r met gefd bo ?e Wê^L™ bii dezeïfde fejenken moeten hem "orerr^akn om* dl wSTd*™ fc^ Geene giften ofbeloftéh' van hoogc- ar'ien of IfJ™ ?W1J2enten 'het vermogen op hem ftffigm « f f .hcdieningen moeen het brave b0„ee°hjl te noeirén' ln!sdaaadige deugd, en zonder partij- t,f faftiè zucht zHn" r J $?ra-' °!?èiM di.4 gevoelen mag iMmiPral^ F °en b,izonder ftaatknJ» Hij'moet Ifenfia^Waïto^S^ Waf ^>J niet beftaaf. eene bovendrijvende p rtf Is vódr of te vonni'sfén, te handelen naar t J Ï^M4. van het «eval en te volgen de wdtrp^ rr $i??a& van het heilig recht' richtfnoer^ijne7r,nS S£fi^ nfoef^ ze.en is,, kent hij niemand? a „ ;^Z°0dl3 Ha!s »^htèr ge. befchuldiger en' DéTcfflSéf St ^ MN»* a,,<*" en omftandigheden. Bn v V ^5, VP bijzonder charakter HUrmag dén" aanklaagSVe^ nee S 1?'"^ df den aangeklaagden nn",ti ™S j V001 recht, toekennen, dan'  B-EG. 143 leven, of ten minften voor eenen zeer langen tijd, moet benoemd worden; gevende voor reden, ,, dat, indien zij flechts voor een korten tijd verkozen zijn, de vrees van niet wsder gekozen 3 te worden, hen afhanglijk maakt van menfchen, die door hunne 2 kurtstgreepen of bekwaamheden eenigen invloed hebbei. bij hen, ' die hen verkiezen moeten." ■ - Offchoon dit, oppervlakkig 'befchouwd, zeer aannecmlijk voorkomt, is het echter aan Veele bedenkingen onderworpen; want, indien iemand, tot Rechter verkozen-, bevreesd is, van niet weder benoemd te worden, is hij reeds bezield met eene hoedanigheid, welke ftrijdig is met de pligten van een Rechter, en hem, uit hoofde zijner baatzucht, tot dat ambt onbevoegd maakt. Moet hem de langduurige zitting onafhanglijk maaken, dan heeft hij geene ziel, die naar de wet zal vonnisfen. - Naar-goud dingende, zal- 'hij den onfchuldigen veeleer ftraffen, terwijl de fchuldige hém de handen vult. Juist het tegendeel der ftelling van Segur, om de mogelijke willekeur weg te nemen in de handhaving van 's volks belangen, moet gezogt worden in de kortheid van tijd der ambts-bediening, waardoor de invloed van het' volk op het beftuur bewaard wprdt.' Heeft er eene afwisfeling plaats, dan bevlijtigt'zich de Rechter, om, binnen den bepaalden tijJ, de lopende zaken af te doen, het leven der ongelukkigen zoo veel mogelijk te behouden, onfchuldigen te beveiligen, en fchuldigen te ftraffen, dan verkrijgt hij,-door uitoeffening van het recht, de algemeene achting, en verdient door zijne vlijt het vertrouwen, om weder gekozen te worden. — Een Rechter, daarentegen, voor zijn gantfche leven gekozen, zou weldra onverfchillig' worden, den gevangenen laten zitten, procesfen, zoo als men zegt, aanJden fpijker laten hangen, fchuldigen ligtlijk verontschuldigen , eri; de onfchuldigen welligt misdaadfg noemen. — Geene Rechters vermogen, volgens de■ Staatsregeling, onder eenig voorwendfel, kosten ten hunnen behoeve aan de gefchilvoerende par> tijen in rekening brengen. Zij moeten eikanderen niet beftaan,in de opklimmende of nederdaalende linie, als broeders, of als" oom en neef, het zij door bloedverwandfchap of huwelijk, Acla van Staatsr. Art..'257 en 203. REGEERINGFORM, of Staatsbestuur. Geen volk, dat zich tot eene maatfchappij te zamen verbonden, - noch ook - eenig' iandfehap, dat onderdaanen heeft, kan zonder beftuur beftaan:' doch de wijze, waarop of waarnaar hetzelve word-beftuurd, is verfchillend, en onderfcheiden naar' de geaardheid der burgers of ingezetenen. — Veelen verkiezen liever onder eenen vorstdroog brood te eeten,'dan-onder eene volks-regeering lekkerruië'nte fina'aken. Anderen zijn gefchikt, om onder eene. adclïjke' regeering '{Aristocratie)' te leeven, terwijl er volker gevondenworden, die zich onder eene volftrekt willekeurige heerfehappi} vergenoegen, hetwelk veelal afhangt van de verleiding der zoogenoemde volks-vrienden, vorften believers, laage hovelingen , iiinbthongerige jonkers, en vermetele edellieden. Maar een volk, dat  MC; éat door ondervinding beproefd, heeft, wat het zij flaaffche keetenen te dragen; hoe ondraaglijk het zij, gekromd onder het juk der vor/ien te gaan, daar hetzelve, integendeel, zoo door onderwijs sis befchaaving, zijne waarde kent als vrijgefchapen menfchen, ontrukt zich liever de kluisters, en worftelt zoo lang met zi/ne onderdrukkersj tot dat het vrij is, en zich eene Regeeringform naar zijne eigen keus gegeven heeft. Lujac, (<=) die zich in allerhande bogten wringt, om de nuttigheid der Aristocratie te betoogen, en het woord zelf daarom poogt te verzagten, zegt, dat Aristotéles drieërlei goede en kwaade Regeeringformen Relt, te weeten de eerften Monarchie, Aristocratie en Democratie, en de drie verderflijke Tijrannie, Olichargie en Ochlocratie of Anarchie. Dan, omtrend de eerften, hebben ons de hedendaagfche gebeurenisfen, of wel die der Iaatfte afgelopen halve eeuw,,,-doen befluiten > om de twee der drie eerften onder de Iaatfte verderflijken te rangfchikken, en wel in de eerfte plaats de Monarchie, welke, zoo lang zij niet door naauwkeurige, wetten bepaald is, welker uitvoering geenzins alleen in de handen des...Monarchs berust, door haare willekeurige vorming, welke in geen het minfte verband met de Maatfchappij ftaat, tegen den aard van den mensch zelf ftrijdig is. Hoe _ zouden wij haar eene goede regeering noemen, waar allen aan éénen onderworpen zijn, daar de Iaatfte van de eerften geenen titul ontleent, om zich boven hen te verheffen? Hoe kan men dezelve als eene goede regeering doen voorkomen, wanneer wij éénmaal als eenen grondregel hebben aangenomen, dat alle menfchen aan eikanderen gelijk zijn, zonder geboorte, rang of aanzien; waaruit volgt, dat de een den ander niet kan onderwerpen, maar de magt in het geheele lichaam berust, en dat deze ,magt, om dat zij den wil van allen uitdrukt, uit zich zelve één, ondeelbaar cn onvervreemdbaar is? Hoe kunnen wij eene alleenheerfching goed noemen, daar alle menfchen vrije wezens zijn, en geen derzelven zich het vermogen mag aanmaatigen, om anderen van zijns gelijken, als onderdaanen of flaaven, naar wil te regeeren, zonder dat hij aan eenige uitgedrukte regelen, overeenkomst of wetten gebonden zoude zijn? Even min kunnen wij geen aristocratisch beftuur onder de goede regeeringsformen tellen: alhoewel gemelde Lufac alle zijne welfprekendheid te werk fielt, om hetzelve aan te prijzen. Immers, de gefchiedenisfen, der Grieken, Romeinen en laatere volken, toonen zeer duidlijk, dat zij, verre van nut en heil te hebben gefticht, in tegendeel keizers en tirannen heeft doen ontftaan, die de volken in de diepfte flaavernij dompelden. Men geve al eens toe, dat er eenmaal een tijd beftaan heeft, waarin de bekwaamften en vermogenften waarlijk de besten waren, gefchikt, om een volk tot deszelfs wezenlijk heil te regeeren: maar kan dit zoo zeldzaam geval im- f) In zijne yerlraoelijjg; Socr.itcs als Burger lef.htutrd.  KEG) i#S immer.in vergelijking komen met den tegenwoordigen tijd; waarin de ondervinding leert, dat juist de aanzienlijkften, in vergelijking genomen, de minst kundigen, de ondcugeudften , de ftaatzuchtigften, de ijverzuchtigften zijn onder eikanderen, en daardoor elk aristocratisch beftuur de gereedfte aanleiding geeft tot knevelarijen» onderdrukkingen, en eindelijk tot eene willekeurige éénhoofdige heerfchappij?° Zulk eene regeering is onrechtmatig, om dat zij aanloopt tegen alle gezonde reden, afgeleid uit het geheiligd beginfel, dat de oppermagt in den boezem van het geheele volk berust. Zij is in zich zelve haatelijk, om dat het bewind alleen in handen komt van aanzienlijken, ja, zoo Aristoteles wil, van rijken; terwijl anderen, uit den zoogenoemden burgerlijken rang, van alle ambtsbedieningen zijn uitgefloten, offchoon zij ook da kundigften en braafften waren. — Daarin verheft zich juist de democratifche regeeringsform, om dat zij zich vestigt op den verklaarden wil van het volk, en de verdienften van kunde en braaf» heid ver boven toevallige geboorte fchatten of rijkdom rangfchikt. De aristocratifche regeering voldoet geenfins om die rede aan het wijze oogmerk van den Schepper, die geen kenmerk gefield heeft, waardoor eenige weinigen zouden bevoorrecht zijn boven aj!e anderen, om over eene maatfchappij te gebieden. Zeker fchrijver zegt van de aristocratie het volgende: ,, In haaren aanvang werkt ,, zij door een verfijnd machiavellismus in het duister. Zij is .„ zoo omzigtig, dat zij naauwlijks te bemerken is: trap voor „ trap nadert zij tot het oogpunt van haare begeerte, en eenmaal „ daartoe gekomen zijnde, wee dan de halzen, welken onder het „ juk gekrombukt moeten gaan 1 In het begin zijn de aristocra„ ten kruipende vleijers, trachtende door.uiterlijke bewijzen van „ beleefdheid, door nedrig groeten enz. den gemeenen man te „ behaagen, en zich zeiven als volks vrienden te doen voorko„ men, maar ziet naar hst einde'. " — Er zjjn verfcheiden foortert van regeeringsformen, als de democratie, waarin het volk zijn eigen vertegenwoordigers verkiest; de aristocratie, waarin de aanzienlijken en rijken regeeren; de oligarchie, waar de overheden weinig in getal zijn, en uit hoofde hunner rijkdommen regenten worden; de ochlocratie, waar de Staat door eenen woesten hoop beftuurd word; monarchie of alleenheerfching* waar de vorst zijnen gebiedenden wil doet gehoorzaamen; tijrannie, waar het geweld, zonder opzigt op rede of wetten, de onderdanen dwingt; het despotismus, waar de vorst geen paaien kent van gezag, en zonder ministers willekeurig handelt; en eindelijk hiërarchie, waar de geestelijken het beftuur in handen hebben, en de inquifitie haar geweld oefent. Het Bataaffche volk verkiest eene iolksregeering bij Vertegenwoordiging. Burg. en Staask. Grondregels, Art. 10, zie Volksregeering. . REGISTER, of aanteekening van air het verhandelde in éefle) vergadering, is geloofbaar, mids door den fecretaris geteekend, en door den voorzitter geparapheerd. Elk der departementaal» en gemeente-beftmiren doet de gehouden registers van derzelver K ban-  S4S ÈÈf, REE. handelingen, iedere zes maanden, veertien dagen lang on ee-iri vertrouwde plaats , openlijk ter lezing der ingezetenen vooileggen Het houden der nationaale registers van alle inkomften en uitgaven gefchied door de commisfarisfen der nationaale treforie Jtïe van Staatsr. Art. 152 en 223, Litt. Ê. REISKOSTEN. Daar de billijkheid vordert, dat iemand, voor een ander eenen last uitvoerende, fchaadeloos gefteld worde omtrent de kosten der uitvoeringe, heeft het Bataaffche volk gew 'j-a-nc k'ezers- ter goedmaaking hunner reiskosten, naar eene diftrifts- of nngs-vergadering, zullen genieten, voor ieder uur ahtanus hunner destinatie, een gulden; leden tot het Verte genwoordigend Lichaam en de commisfarisfen der herziening, zoo voor reiskosten als transport, bij derzelver aankomst en aftreding voor ieder uur afftands van de plaats der vergadering, drie sul', dens. Acle van Staatsr. Art. 42, Regiem. Litt. A. Art. 22 en Reiriem. JLéitt. &. Art. r8. REEKENING. Tot het opnemen der departementaale reekerungen worden Commisfarisfen gekozen, die dezelven nagaan, en in orde bevonden zijnde, goedkeuren, of hunne bedenkingen daarop voordragen. — Ieder gemeente-beftuur maakt züne rekening van ontvang en uitgaaf door den druk openbaar. De reekenins en verandwoording van het Uitvoerend Bewind word even zoo gedniKt en publiek gemaakt; doch, in tijd van oorlog met eenige Europeefche mogendheid, zes maanden na den vrede. De algemeene reekening der nationale kas word elke drie maanden', door commisfarisfen der treforie aan commisfarisfen der nationaale reekening gezonden. Alle jaaren wordt insgelijks door den druk bekend gemaakt de reekening en verandwoording van de beide raa den over de buitenlandfche bezittingen en colonien; zoo ook alle de gefloten reekenmgen van commisfarisfen der reekening beneyens de aanmerkingen, aanklagten en voorftellen, als, zonder naleel der nationaale belangen, kunnen worden bekend gemaakt Acle van Staatsr. Art. 188, 195, 219, 223, Litt. F., 230 en 242. _ REEKENING (Commissarissen der Nationaale) , zijn zeven in getal, benevens één fecretaris. Zij worden door het Vertegenwoordigend Lichaam aangefteld en afgezet, zonder aan eenige uitvoerende magt verbonden of verandwoordlijk te zijn. De inft'-uctie wijzigt hunne werkzaamheden, volgens de Staatsregeling, welke dezelven bepaalt, als het houden van algemeene boeken ; het nagaan en fluiten van alle publieke reekeningen; het onderzoeken en liquideeren van alle declaratien; de zorg, dat geene meerder betaaling gefchiede, dan de fommen, bij de wet bepaald; het kennis geven van misflagen enz. aan het Vertegenwoordigend Li. chaam, en het voordraagen van finantiëele verbeteringen. Deze commisfarisfen moeten oud zijn dertig jaaren, en, geduurende de Iaatfte tien jaaren, binnen de Republiek gewoond hebben. Zij mogen aaa eikanderen onderling, ook aan de leden van het Uitvoerend bewind, en derzelver agenten, niet beftaan tot in den der- den  REM, REN, REP. 14J dén graad van bloedverwantfchap of zwagerfchap. Acle van Staatsr. Art. 226—230 en Regiem. Litt. D. Art. 6 en 7. REMISSIE. Het toeftaan derzelve en gratie aan fchuldenaaren Van dén Staat,'het zij van pagt, penningen, verpondingen, omflagen enz. is aan het Vertegenwoordigend Lichaam bij uitfluitirg toegekend, als verbeeldende des volks hoogfte magt. Zij, die zulks verzoeken, moeten het doen op een behoorl ijk gezegeld re* quest, en daar bij bewijzen overleggen, waarom zij buiten ftaat zijn, hun aangegaan accoord te voldoen. Acle van Staatsr. Art. 50. Litt. Q, en R. REfÏTEN, zie Interesfen. RENTE-BRIEVEN, zie OUigatien. RENUNCIATIE. De voorrechten, welken één of meer borgen te ftade komen, oordeelden wij hier te moeten melden, naardien reeds te voorcn daarvan, onder het woord Borgtogt, gefproken is. De beneficiën of voorrechten zijn de volgenden. Het beneficie Ordinis Excufjionis, door den keizer Justinianus ingevoerd, brengt mede, dat de eerfte en principaale fchuldenaar moet worden uitgewonnen, voor en al eer de borg kan Worden aangefproken. Het beneficie Divifionis, door den keizer Hadrianus ingevoerd, is, wanneer twee of meer borg blijven, dat ieder voor zijn aandeel mag beftaan, en de fchuld der borgen fplitfen. Plet beneficie novce Conftitutionis, de duobus vel plüribus reis de* bendi door Justinianus ingevoerd, is, wanneer twee of meer fchuldenaars zien tot één verbinden, dat een ieder met zijn aandeel Volftaan kan. Het beneficie Senatus Confidti Vellejani, onder de regeering det Romeinfche burgemeesters, Marcus Syllanus en Vellejus Tutor, ten voordeele der vrouwen ingevoerd, brengt mede, dat de borg van een vrouwsperfoon, geene de minfte kracht heeft, en uit dien hoofde wederroepen kan worden. Het beneficie de Authenticce, ft qua muiier &c- brengt meïe* dat eene vrouw zich zelve voor haaren man niet kan verbinden, en word met het voorgaande faamgevoÉgd. REPRESENTANT, zie Volksvertegenwoordiger. REPUBLIEK, of Gemeenebest, is het land, welks inWoonerS 4 het zij van den eerften aanleg, of naderhand, door kracht van waapenen, aan het gewe'd onttogen zijnde, zich onderling tot eene maatfchappij verbonden hebben, eene regeering uit hun midden verkiezen, en geene andere wetten erkennen, dan welke door de faamverbondenen zijn goedgekeurd. Eene Republiek is dus: niets anders, dan een Staat, waarin alle burgers gelijke rechten bezitten, even gelijke befcherming genieten, waar dus niet één der vereenigden, eenige meerdere heerfchappij boven den anderen voert, maar het beftuur in handen toevertrouwt Van hun, welken zij, na het voorfchrift der wet, daartoe verkiezen, om dat de oppermagt in alle zijne leden zich faamenvoegt, en dezelve niet kan noch mag overgedragen worden, dan bij wijze van lastgeving K 2 aan  *4« REP. aan het Vertegenwoordigend Lichaam. Offchoon in verfcheide landfchappen en gewesten verdeeld, heeft echter geen derzelven eênige bijzondere fouverainiteit, noch regeeringform, maar ééne Staatsregeling , naar welke het geheele Lichaam zijne handelingen moet wijzigen. Het gevoel en de geneigheid, om vrij te zijn, den mensch Van natiuire eigen, doet hem alle flaavernij verachten. Hij wil aan geen gebod van eenen vorst, noch aan den wil van een hoop kleene dwingelanden gehoorzaamen. Hij neemt, daaronder zugtende, met zijne landgenooten het kloekmoedig befluit, om, bij mangel van voldoening aan de eifchen der billijkheid, door kraclït van Waapenen,- de heerschzucht te verbrijzelen. Zoodanig was de vrijmaaking der Nederlanden uit Spanje's dwinglandij, en op zoodanige wijze zijn veele Koningen onttroond geworden. Zo wij terug keeien tot de eerfte volken, en de gefchiedrollen tot op den huidigen dag ontvouwen, blijkt het, dat het menschdom reeds vroeg onder den fcepter der dwinglanden bukte, en zeer veele rampen heeft moeten verduuren, eer het zich van het juk der tijrannen verlost zag. Hoe meenigmaal is de alarmkreet der verdrukten niet opgegaan! Hoe veele bloedige vaanen zijn er niet ontrold, om' vorftendommen te doen voortduwen eer het oogenblik, daar was-,- dat het volk zich vrij kende! Hoe veel onfchuldig bloed is niet om de grootheid van al'eenheeiTchers langs beemden en velden geliroomd! Hoe veelen zijn ér niet door het oorlogszwaard omgekomen, en dus van hunne gaden en kroost gefcheurd, om de heerschzucht te handhaven! Met welken ontmenschten ijver hebben de voorftanders der troonen niet fteden en dorpen verwoest, en door hunne huurlingen in vuur en vlam doen zetten!-—Welk recht zou dan niet aan het volk toekomen, om zoodanige beulen van het menschdom te verdelgen! — „ Alle ,, prinfen, die onder het volk ftaan," zegt Grotius, „ het zij ,, hunne magt bij den aanvang bepaald, of naderhand bij verdrag „ zoodanig geregeld is, gelijk weleer in Lacedemon, mogen niet ,,-alleen, des noods, met geweld weêrftaan-, maar zelfs ook, als ,, Pau fantas t koning van Lacedemon, gedood worden." Hebben niet de Romeinen, om den hoogmoed en de balddadigheid van eenen Tarquinius Superbus, zich van het koninglijk gezag ontdaan? Liet Alexander zich niet, door oproer, tot keizer van Charthago verheffen, en was dit niet de reden, waarom die volken zich ^raapenden?"— Zagen wij de Amerikaanen, onder het beleid van Washington, de ijzeren kluisters des Britfchen Gouvernement? niet van hunne halzen werpen? — Heeft het grootmoedige Franjche volk zich niet ontrukt aan een trouwloos Bewind? en hoe veele redenen had het Bataaffche volk niet, om zich van 'het juk der flaavernij, door de ftadhouders geklonken, vrij te maaken? — Moet niet het eerlijk hart des Bataviers de onbegrensde dwinglandij der voorige ftadhouders verfoeijen? Wie kan het gedrag goedkeuren van Willen den I. wien den onverdiende.! ïiaain van Grondlegger der Vrijheid wordt toegezwaaid, daar hij, fc?n koste van Neêrland's bloed, PJiilïppus wegjoeg, cn zich zei-  REP. 149 yen dien zetel wilde bereiden V Waren immers de fteden Amfteldam en Gouda geene tegenftanders geweest, hij zou de graaflijke bonnet van zijnen yoorigen meester op zijn eigen hoofd hebben geplaatst; wie hecht zijn zegel aan het gedrag van Willem de II., die door krijgsmagt Amfteldam berende, met oogmerk, om, door den gewaapenden foldaat, zich van de regeering meester te maaken? Wie zal eenen Maurits roemen, wanneer hij, om zijner heerschzucht den vollen teugel te vieren, den grijzen Oldenbarneveld, door vier en twinrig rechters, op het hof-fchavot he^ hoofd deed afflaan? Wie noemt Willem den III. verdienftelijk, daar hij zich, door list, de kroon van Engeland op het hoofd liet zetten, terwijl Nefrlands ingezetenen als flaaven aan zijnen wil moesten gehoorzaamen, en de gebroeders de Witten, door een opgeruid gemeen, onder zijn oog, zijn vermoord. zonder dat dg daaders werden beteugeld of geftraft? Hoe zal men het gedrag yan Willem den IV. verdeedigen, daar hij zich, door muiterijen, Elonderingqn en gewelddaadige oproeren, tot ftadhouder liet vet> effen? — Wie, eindelijk, weet niet, dat de Iaatfte gevluchtte ftadhouder, Willem de V., grootgebragt door eene trotfche Brit-; fche prinfes, opgevoed door eenen Duitjehen mentor., gehuwd met eene Pruisjifche prinfes, gewillig de bevelen dier raadlieden volgde; — dat hij, ten gevalle van eenen Brunswijk, dit land in eenen oorlog met het trouwlooze Albien wikkelde; dat hij, Cen genoege zijner gemalinne, de Patriotten aan de Pruisfijche roovqrsbenden overgaf — dat hij, den raad van eenen van dit Spiegel volgende, en den haat der aristocratifche ftaaten duch-; tpnde, de muitelingen tegen keizer Jo/ephus waapende, en eindelijk, op aanhitfing van Bentink en anderen, de bezoldigde krijgsmagt dezer Republiek gebruikte, om den edelmoedigen Frank te helpen verpletteren? Zijn deze weinige trekken geene genoegzaame bewijzen, das het Bataaffche volk het volkomen recht had, om zich van da? dwangjuk te verlosfen? Wij zouden een geheel boekdeel kunnen fchrijven, indien wij de opkomst en het verval, en dan- weder den bloei en ondergang van verfcheide Republieken wilden voordragen. Waren de Romeinen niet laf genoeg, om in hun midden eenen Sijlla, die balddadig duizenden vermoordde, de heerfchappij van Rome ver? meesterde, deszelfs ftraaten met lijken bezaaide, en gantsch Italiën met gekerm vervulde, met vrede te laaten leven, en gerust lieten fterven ?. Lieten zich de Athenienfers door eenen Pifistratus, niet ten tweeden maale in flaavernij keetenen, daar zij hem in zijne ballingfchap gemaklijk hadden kunnen onthalzen? En hoe veele duizende gelijkfoortige voorbeelden van lafhartigheid aan den eenen kant, en van heldhaftigheid aan de andere zijde, zou men niet kunnen opgeven? Dan, daar dit Woordenboek zich alleenlijk bepaalt tot het Bataaffche volk en deszelfs Staatsregeling, kunnen wij van alle die bijzondere bedrijven geen gewag maaken. AUeen zullen wij van de oude en laater Republieken mei eert enkel woord fpreken, eer wij, tot de onze overga^  r.5 § J Genua, i o j Ligurijche % j» 1 «( Kerklijke Staat, \ 1 { Romeinfche }■ g | Iwitjerland, £ ! Helvetijche » | £ Egijpte, I Griekjehe jf 2 Lucca, Luccajche r1 > L Napels en Sic Uien t J l Patthenopijche J :' _. . Thands C) D« ichrcef ;it in de mamd Januari) 1729.  REP. Thands zullen wij hier nog, met een enkel woerd, (preken van de voormaalige regeringform der Bataaffche Republiek, wejr eer bekend onder den naam der Vereenigde Nederlanden; het is bekend, dat de inwooneren van dit land afkomftig zijn, van een oud volk, genoemd Batten, welken hunnen naam ontleend hebben, van eenen Bato of Batten, die in het jaar 4613 der Juli'aanfche of 100 jaar vóór onze gewone tijdreekening, zich aan den' Rhijn met de woon hebben ter nedergezet. Deze Republiek ligt op 22§ tot 251 graad lengte, en sii tot 53} graad Noorder breedte. — Haare grensfeheiding is ten Oosten aan Duitschland, ten Zuiden aan haare zuster de Franfche Republiek, ten Westen en ten Noorden aan de Noordzee. Haare voornaamfte rivieren zijn. I, De Rhjn. II, de Maas en III, de Schelde. De regeringform der Batavieren was zeer eenvoudig.' Zij ko? zen, even als de Duitfchers, hunne koningen en veldoverften; maar namen , in het doen der keuze, naauwkeurig acht op de dapperften uit hun midden. De veldoverften hadden het bewind des oorlogs; doch niet langer, dan tot den vrede; zulks hield op, zoodra dezelve geteekend was. De Batavieren waren een volk, dat de Vrijheid beminde , waarom zij hunne koninT gen voor eenen korten en onbepaalden tijd kozen, doch nimmer erflijk verklaarden. — Hun gezag ging niet verder, dzn als raadslieden, en geenszins als gebieders. Zij hadden zoo ge3 noemde Kreitfen, in navolging der Duitfchers, die het recht bedienden en beflisten. Het ftond aan de koningen en veldoverften, om de hoofden der gemelde Kreitfen te doen vergaderen , zoo als Claudius Civilis de wakkerften uit de gemeenten liet bijéén komen. Deze manier van regering bleef bij afwisfelende omwentelingen voordduuren, naar gelang de Batavieren nu eens vrij waren, dan weder onder de Roméinfche of andere heerfchappen ftonden, tot dat de Deenen en Noormannen, door verwoestingen, als door andere rampen, hun geweldigen overlast deeden , wanneer de Frankifche en Duitfche koningen befloten, om graaven aan te ftellen, die deze landen tegen allen aanval zouden befchermen. Deze titel greep ftand ten tijde van Philips de II., koning van Spanjen, aan wiens dwinglandij dit land ontrukt werd, echter niet dan na veele opofferingen en bloedftortingen. Alle de gewesten verbonden zich toen te zamen, door het bekend verbond der Unie. Deze Republiek was voormaals verdeeld in zeven gewesten of provinciën; als: I) Gelderland was een Hertogdom. II) Holland — — Graaffchap. III) Zeeland. — — . IV) Utrecht — — Heerlijkheid. V) Friesland — — . VI) Overijsfel — — . VII) Groningen — ■— • 1 K 4 Deze  »S» ïtEps ; Deze zeven gewesten, offchoon ieder op zich zelf oppermagtig, werden door het gemeld Unie-verbond vereenigd, en beheerden, als zoodanigen, het geheele land, met de zogenoemde yoormaahge Generaliteits Landen, Staats-Braband, Staats-Vlaanderen, den Lande van Overmaafe, en eenige Plaatfen in het Opper-Gelderland, het Landfchap Drenthe, benevens de bezittingen in Ma Afrika, en Amerika. De Staaten der voormalige bijzondere gewesten beftonden uit afgevaardigden van de Overheden, en ftemhebbende fteden. De Algemeene Vergadering wenif zaamgefteld door afgevaardigden der Frovinciaale Beftuuren. Deze Algemeene Vergadering, waarin liet volk geen den minften invloed had, droeg den naam, van ■Hunne Hoog Mogenden, de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden. In dezelve vereenigde zich de gezamentlijke oppermagt van alle gewesten tot de befcherming van het algemeen. Zü maakten vrede en oorlog, deeden ,-ilgemeene geldbeffingen, mids pnder eenparige toeftèmming der 'gewesten,. zonder welke geen befluit konde genomen worden. Zij hadt het beftuur over de zee- en landmagt, en over alles, wat betrekking had tot' de algemeene belangen. Iedere provincie, offchoon verfcheiden afgevaardigden in deze Vergadering hebbende, bragt flechts ééne Hem uit. Zij had een griffier, fecretaris, commiefen, klerken, bodens enz. In den jare 1583, werd eene Vergadering opgericht, onder den titul van Raad van Staate, beftaande uit 7 Hollandfche 3 Zeemvfchi, en 2 Utrechtfche Leden. De Prinfen' hadden het oppergezag in dezen Raad. Dezelve was ondergefchikt aan de Staaten Generaal, lp dezer afwezen,' trok de Raad het beftuur des lands aan zich. In tijd van oorlog, benoemde dezelve uit Zijn midden gecommitteeiden te velde; voords' had men, in deze Republiek, eenen treforier generaal, een ontvanger generaal, ?n fecretaris; wijders, eene generaliteits-reekenkamer, hebbende Uit iedere provincie 2 Leden, benevens 2 fecretarisfen; nog, eene finantie-kamer, beftaande uit vier Leden en een klerk; al' verder eene generaliteits-muntkamer, za,amgefteid uit drie Raaden, eenen generaalen muntmeester, eenen esfaijeur en fecretaris; yjfff"l> viif ^Imiraliteits-collegien, als te Rotterdam, Amfleldam, Middelburg, Hoorn of Enkhuizen en te H.riiraren, beftaande uit yerfcheiden afgevaardigden, zoo der Vergaderingen, als der lieden, hebbende eenen fiscaal, fecretaris, ontvanger generaal, commiefen, conmiis generaal, vendu- en equipagi'emeester, en, cinaelijk, aan het hoofd der Republiek, eenjn ftadhouder, kapi. tam-admiraal en generaal, wiens erflijke waardigheid tot op 19 Januarij 1795, bij den huife yan Nasfau berustte. Wat het beftaan en bewind der Oost-, en West-Iiidifclie compagniën, den Levantfchen handel, de groote en kleine visfeherijen, betreft zulks beftond meerendeels ujt-eigen geïnteresfeerde.o, die, volgens dq verleende oclrooijen handelden, zie -Oost- en WestJnd'fih? Compagnie. De regeeringform der voormaalige gewesten, was, ieder op zich zelf,  REP. rS3 zelf, bijzonder ingerigt, naar gelang derzelver geaardheid, gewoonten en charakter' der inwooneren. I) De regeering van Gelde)land, beruste -bij de ridderfchap en fteden, verdeeld in drie kwartieren. Ieder kwartier gaf zes ridders, en in het algepeen afgevaardigden uit 13 ftemhebbende lieden ten landdage, onder den titel van Edel Mogende Heeren; men had aldaar een Provintiaal Gerechtshof, Jachtrecht, Leenkamer enz. .,, r II) De regeering van Holland beftond uit .ridders en afgevaardigden uit de 18 itemhebbende fteden, met eenen Raadpenfionaris. Zij voerden den titel van Hun Edels Groot Mogenden, da Heeren Staaten van Holland en Wesifriesland, en hadden een ondergefchikt collegie, onder den naam van gecommitteerde Raaden," die, in derzelyer-afwezen, het beftuur waarnamen. Voords beftond er eene kamer van Raaden en muntmeesters; de kamer" der auditie van 's Lands reekeningen; de .leen- en registerkamer ; het collegie dqr houtvesters en meester-knaapen; het jaclrt-gericht; de hoven yan Juftitie en Hoogen Raad, en eindelijk het collegie yan de fociëföit. III) Do regeering yan Zeeland beftond uit edelen, breedege-' erfden en afgevaardigden uit 6 ftemhebbende fteden; met eenen I'enfionaris. Ook had men aldaar een collegie van gecommitteerde Raaden; de Reekenkamer; Regalien- en Domein-Raad en de Muntmeesters; 'het Gerechtshof was vereenigd met dat van' Holland. In Middelburg had de Raad yan Staats-vlaanderen zit- IV) De regeeringform van Utrecht beftond uit geëÜgeerden of zoogenoemde geestelijke kapittelen, uit de ridderfchap en 5 ftemhebbende fteden; voords was aldaar een collegie van gecommitteerde Staaten des landfehaps Utrecht; gecommitteerden ter finantie- en ter zegel-kamer, alsmede een Provintiaal Gerichtshof, Rentmeester de.r Domeinen, het Leenhof, Jacht-gericht en Heem» jaadfehappeh. • -V) De regeering van Friesland beftond uit ridders, grietmannen en uit 11 ftemhebbende fteden onder den naam van Edelmogende Heeren Staaten; men had een Provintiaal Gerichtshof en andere mindere collegien. : yi) De regeering van Overijsfel beftond. uit edellieden en afgevaardigden uit 3 ftemhebbende fteden, benevens eenige drostambten,' die den titel voerden van Edelmogende Heeren Staaten; •men had insgelijks ondergefchikte collegien. . Vil) De regeering van Groningen en Ommelanden beftond uit edelen en afgevaardigden uit de 5 kwartieren, onder den naam van Stad en Lande van Groningen. Zij had verfcheiden collegien. Behalven deze Provintiaale Beftuuren , had ieder ftad en dorp eene eigen regeering, welke door den Stadhouder, de Staaten of wel door eikanderen aangefteld werden, zonder invloed des volks. Men had bovendien nog Landdrosten, Grietmannen, Bailluwen, Hbofd-fdiomen' of Officiereu, Hoogheemraaden enWaterfchappen, K 5 Dijks.  »54 REP. Duks-collegien en Stoel-gerichten, Burgermeesters, Raaden, Vroed. ISTsii #T RMannen. Crimineel> Welge'booren Mannen, Arooit, blik, Water-Heemraaden enz. w^in5eeringf01;,n heek*[zo° geduurd tot aan de groote OmZt J,?l u ak6n' m Ófn jaare '»» ™eer alle deze wilden f r/ThtlT" Td6n vernietigd- I" den beginne, werden alle dezelve Vergaderingen vervangen door burgers, door de Committé s Revolutionair- aangefteld; doch, kort daarna, verkoos het ™ deSZdfS, mldden Leden tot' de Provintiaalê Beftuuren, welken den naam droegen van Reprefentanten van het Volk van . . . . rVons' T bP?aaminl Wei;d,' ?a de gebèurtenis van 22 Januari] ll?l'u hf gro"dbeg^fel der één en ondeelbaarheid, waarbij ff£pn b'J*ondere geesten de oppermagt konden uitoefenen, maar aüeen uitvoerers zijn, zoo ook het beftaan der gewesten vernievoormalil £ dien Van : 4i™niftratief Beftuur van het r^nV7gader£s vaI5 ^unne H- H- Zogenden bleef voordduuren PPnf at ^ 1 i7,96> wanneer dezelve vervangen werd door " «Tf Vergadering, beftaande uit zoo veile Leden, als o en ZIelen in de Republiek gevonden worden. De tici:;tft:ni^dpn naam van het cmmm vm *m Deze form duurde tot aan den 8 Augustus 1798, wordende ïü? lnvoe/s ng der Staatsregeling, welke de Bataaffche Republiek een en ondeelbaar verklaarde, door het Vertegenwoordigend Lichaam vervangen; waardoor, dus, alle foederaüve inrichtingen, regeenngwijzen enz. ophielden te beftaan. Thands is de Republiek verdeeld, in p4 Diftrióten , 8 Departe?Rfl?QQS , ,ngen'o6°2 gemeenten (*),376b Grondvergaderingen, i,88i,88r zielen; 87 fteden en 2034 Dorpen en Gehuchten. ' Met deze verdeeling, echter, word door de Staatsregeling aan £ ™Zl?\F nrgu>ik-recht toegekend- De oppermagt berust in de geheele Maatfchappij, en het oppergezag wordt door het Vertegenwoordigend Lichaam uitgeoefend. _ Het volk kiest zijne lepreientanten, die aan hetzelve verandwoordlijk zijn. — Geene minder magt vermag immer eene wetgevende daad uitteoefenen, f,il Jr gaf ™'?daad van fchennis der volks-oppermagt. De verdeeling der Republiek kan niet veranderd worden, dan na ver loop van vijf jaaren, na de aanneming der Staatsregeling, en dan nog alleenlijk tot vereffening, van aanmerklijke ongelijkheid der bevolking, of uit hoofde van eenig bijkomend grondgebied. - i De wijze van Beftuur, gegrond op de één en ondeelbaarheid, ^L,gd-W'JZ-^ dS?r h£t Maatfchappijlijk Verdrag, beftaat tegenwooidig uit de Vertegenwoordigende Uitvoerende en de Rechterlijke Magt; waaruit afdaalen de volgende: Agenten, Departementaale C^eenri' VL^H"0'*', ia C^vei-gadci-in^n is, dan een ha've Ring, Leeft cèr.t geënte. Voords maaken 5 Grondvergaderingen etne Gemeente, t! ' *  REQ, RES. ï5S taaie en Gemeente Beftuuren, Departementaale Gerechtshoven, IBurgerlijke Rechtbanken en Vrederechters, met Bijzitters; voords mog Commisfarisfen der Nationaale Treforie, en Commisfarisfen tder Nationaale Rekening; midsgadérs Raaden over de buitenlandIfche Bezittingen, enz. waarvan omtrend ieders opzigt in ditIVoor1 denhoek gefproken word (*). t . REQUESTEN (Addresfen of Verzoekfchriften), moeten op beihoorlijk zegel gefchreven, en door-de verzoekers eigenhandig of i door derzelver "gevolmagtigden geteekend worden. Zij moeten i houden aan wie» dezelven gericht zijn, wie verzoekt, de redenen ■waarom, en wat men verzoekt. Het recht, om Requesten, Adi dresfcn enz. in te leveren aan zoodanige Magten, waar men te i raade zal worden, komt elk burger toe, zoowel in tijd van oorlog, als vrede. Alle verzoeken om ambten enz. gefchieden insgelijks bij Requesten. Aan geene der Magten ftaat het vrij, den burger dit hooge recht op eenigerhande wijze te beletten, ten ■ ware zijne voordragten tegen de conftitutioneele orde van- zaaken inliepen, naardien het volk zijn oppergezag, flech.s voor een tij'd, ter uitoefening aan zijne Vertegenwoordigers opdraagt, zonder i daardoor zijn eigen recht te verliezen; terwijl anderfins de gemag■tigden, zich boven hunne lastgevers verheffende, een onbepaald gezag zouden verkrijgen. Tot gemak voor de ingezetenen van afgelegen Departementen, kan een Addres of Request, houdende aan" 'de Vertegenwoordigende Magt, ingeleverd worden bij de Departementaale of Gemeente Beftuuren, die dezelven verzenden, en, na terug ontvang, aan de Teekenaaren, met het apostil om t niet moeten afgeven. Wanneer men voormaals bij de Nationaale of Conftitueerende Vergaderingen Request inleverde-, en zulks in handen werd gefteld van een of ander Beftuur, moest hetzelve geligt worden. Dit echter houd thans' op; moetende zulks door de expedieerende Commifen onmiddelijk gezonden worden aan dat Collegie, welks bericht gevraagd word. Op de Nationaale Can«jelarij mogen geen Leges worden betaald, voor zoodanige ftukken, welken aan het Uitvoerend Bewind of aan eenig Collegie ; om 'berigt, of om confideratien en advies worden gezonden. Acle ! van Staatsr. Art. 71" en 197 en Grondr. Art. ij. RESERVE (Kas van). Hierin word in gewoone tijden ge• Hort, het jaarlijks overfchot van den ontvang der inkomften, of 1 word daartoe door het Vertegenwoordigend Lichaam jaarlijks zekere fom bepaald, ten einde in de behoeften van den Staat, bij* 1 opkomende oorlogen of andere nationaale rampfpoeden, te kunnen voorzien; doch zoodanige fom word niet op de jaarlijkfche begrooting gebragt. Acle van Staatsr. Art. 212 en 217. RESIDENTIE, is de plaats, waar de hooge en laage Magten haare vergaderingen of zittingen houden. Dus vergaderen het Ver» (*) Zie verder liet nuttig en gemaltliik Zailioikfe, bij de Drukkers de2es, onder 1 ^en titel ian de Batanffche Republiek, verdeeld, euz., te bekomen.  Vertegenwoordigend Lichaam, de Uitvoerende Magt, de Agcn< ten, de Commisfarisfen der Nationaale Treforie en de Raad der Ameri'caanfchc Bezittingen in den Haag. De Departementaale Beftuuren, hebben hunne refidentie, als Volgt: I. Departement van de Eems, te Leeuwarden. II. :—' — den Ouden Tsfel, — Zwolle. Hl. —i den Rhijn, ' — Arnhem. IV. — den Amflel, — Amfteldam. V —i Texel, ' ' — Alkmaar. VI. — de Delf, — Delft. VIL ■ . — de Dommel, in den Bosch. VIII. — Schelde en Maas, te Middelburg. De Departementaale Gerechtshoven, vergaderen in de volgende jioofdplaatfen. I. Departement te Groningen. II. — Campen. lil. .— Utrecht. : IV. ■— — Amfteldam. V. — Haarlem. ' VI. in den Haag. VIL Bflscls. VIII. te Dordrecht. De Commisfie tot Herziening der Staatsregeling vergadert te Utrecht: de Gemeente Beftuuren in de hoofdplaats der Gemeente. Omtrend de Vrederechters enz. is nog geene bepaaling gemaakt. Geene leden der Vertegenwoordigende Vergadering verlaaten de refidentie dan met voorkennis van den Voorzitter. Bij mangel hier van, word hun voor ieder dag afwezen fio:-:- gekort. Zoo ook vermag geen lid, van het Uitvoerend Bewind buiten dezelve gaan, dan "met uitdrukl-ijke toeftemming van het Bewind zelfs. Zulks word flechts aan één lid te gelijk vergund. De Agenten de refidentie voor een tijd willende verlaaten moeten dit alvorens aan de Uitvoerende Magt verzoeken. Het Uitvoerend Bewind eene wet van het Vertegenwoordigend Lichaam ontvangende, moet dezelve binnen drie dagen, en, ingeval van onverwijlde noodzakelijkheid binnen 24 uuren, na derzelver ontvang, in de Refidentie afkondigen. Het Vertegenwoordigend Lichaam verplaatst zich des noods (en' in zoodanig geval is het Uitvoerend Bewind-verpligt, hetzelve Lichaam te volgen) naar elders, op een beredeneerd befluit der eerfte kamer, mids bekrachtigd door de tweede Kamer. Dusdanig genomen befluit is onherroeplijk. Zoodra bet Uitvoerend Bewind hiervan berigt ontvangt, gaan de'beide Kamers uit één. doch niet anders, dan onder zekere bepaalingen. Het gemelde Bewind geeft van dat Decreet, bij proclamatie, aan den yplke kennis, qn zorgt, dat alles ter beftemde plaats in orde zij. Alle tegenftand en" verfraaging, ■ aan dit Decreet toegebragt, is aan-  REV. r?7 aanflag tegen de veiligheid van den Staat. Het gemelde Bewind fchrijft den afwezigen Leden aan , om in de andere Refidentie, te komen. Indien een Lid, binnen de, agt dagen na deze aanschrijving, niet verfchijnt, en zijne redenen van voordduurend afwezen onvoldoende worden bevonden, vervalt hij van zijn Lidmaatfchap, en word zijn plaatsvervanger opgeroepen. Zoodanig agterblijvend Lid wordj daarenboven, als fchuldig aan aanflag op de veiligheid van den Staat, voor' dat Departementaal Gerechtshof, waartoe hij als ingezeten behoort, te recht gefield. Geen zoodanige nood plaatsgrijpende, gaan dezelve magten nimmer uit een. Aüe van Staatsr. Art. 4, 41, 46, 47, 85 en 103. Regiem. Litt. B. zde Afd. en Regiem. Litt. C. Art. 12. REVISIE, is het Iaatfte hulpmiddel in rechten — het is eene naziening van het ganfche pleitgeding, en dient, om de ingebragfe ftukken onderling op nieuw te vergelijken; doch mogen daar bij geene nieuwe bewijzen of Hukken worden ingeleverd; hetzelve word wel Pro Deo verleend, doch er hebben daaromtrent uitzonderingen plaats (*). Dat de Revifie niet altijd gaaf verleend word, blijkt uit het geval van den Schout bij Nacht Blois van Treslong, die, bij fententie van den Hoogen Zee-krijgsraad, in den jaare 1798 , vervallen verklaard van alle zijne waardigheden enz., na alvorens de boeten van het zoogenaamde fol Appel of icevi/ïe-gelden te hebben betaald, zich bij de Vertegenwoordigende Vergadering om Revifie van gemelde fententie vervoegde; doch welk verzoek, na ingenomen confideratien en advies, zoo van het Uitvoerend Bewind, den Agent van Juftitie , als berigt van den gemelden Krijgsraad, werd gewezen van de hand; offchoon deze weigering aan veele aanmerkingen onderhevig is geweest, voor eerst, om dat een Hooge Zee-krijgsraad, alleenlijk geacht wordt te beftaan uit gedelegeerde Rechters, en geen aanwezen hebbende, dan in dat geval, waarover het zit, en dus zijne magt, om bij arrest te wijzen, word in twijfel getrokken, en ten twee* den, om dat het vonnis van dien Krijgsraad zelf flechts bij meerderheid van ééne ftem was uitgebragt: hebbende zich vier Leden vóór, en drie Leden tegen hetzelve verklaard (f). Een veroordeelde, zich bezwaard vindende over het vonnis van een Departementaal Gerechtshof, kan Revifie aantekenen, en verzoekt, na de zaak voldongen is, aan het Vertegenwoordigend Lichaam Adjunct. Revifeurs (J). Acle van Staatsr. Art. 285. PJEVISEURS (Adjunct). Deze worden, op verzoek van hem, , die in Revifie procedeert, door het Vertegenwoordigend Lichaam, uit de' naastbijgclegen Departementaale Geiechtshoven, alwaar van een (*) Zie mijn Handhoek., of Korte Schets van Procederen, 5 62 en 82; a'smed-' de Manier van Procenten voor de Rechtbanken en Houcn , (t; Men leeze het Voorhopig Berigt, door den gemelden Burger Blois van Treshng uitgegeven; waarin hij zich bij de JJatiaft'ehe JNacie, tej;cn u« tentenue, manm.jidig verdedigt. „.\) i\t meergemeld Handboek;  ï$S REV, RH1J, R1D, RIN, R1V. een vonnis, bij eenig Gerechtsliof gewezen, Revifie is verleend benoemd. Derzelver getal zal evenredig zijn aan dat van hun' die het vonnis hebben uitgebragt, dat is, niet het getal der Leden van het Gerechtshof maar van hun, die in het Hof voor het Vonnis geftemd hebben. Acle van Staatsr. Art. 28? REVISEURS der STAATSREGELING. Elke Grondvergadering benoemd er één, en de. Kiezers uit een viertal van nabijgelegen Diftridten, kiezen uit het gros één De alzoo te zamen gekoozen Revifeurs maaken de Commisfie uit van Herziening; der Staatsregeling. De Revifeur moet dertig jaaren oud zijn, tien jaaren in de Republiek, en, geeri inboorling zijnde, vijftien jaaren rn dezelve gewoond hebben; hij moet geen ambt, noch post van beftaan bekleeden. Zoo dra dezelven benoemd zijn, geeft het Uitvoerend Bewind daar van bij publicatie aan den volke kennis en bepaalt den dag der zitting. Zij houden hunne vergadering in V^eCp " , Commisfle ™» Herziening. Acte van Staatsr. Regiem. Litt. K. Art. 4 en volgende. R^|N (den), is het derde Departement. ^rxr^ K' is de h°ofdplaats van het 7yfte Drftrict RING, is een omtrek van een aantal Steden en Plaatfen. teven zulke Ringen maaken één Departement uit; zoo dat er 56 in de Republiek zijn. In elk dezer word op den laatfien Öiitèt* dag van de maand Junij, in ieder jaar, één Lid tot het Departementaal Beltuur gekozen. Atle van Staatsreg. Art. 5, 158, I6t RINGS-VERGADERING. Twee dagen, na dat de ftembevoegde burgers, in hunne Grondvergaderingen, Leden tot het Departementaal Beftuur gekozen hebben, komen de Kiezers uit alle de Grondvergaderingen van eenen Ring, bij één, en kiezen uit het gros een Lid voor hetzelve Beftuur. De Verkiezing in deze Rings-vergadering, gefchied op dezelfde wijze als in dé Diltricts-vergadenng, en worden geene benoemingen voor wettig belchouwd, dan de zoodanigen, welke bij de eerfte of tweede .remming, door eene volfirekte meerderheid der aanwezig zijnde Kiezers, zullen zijn gefchied, of bij de derde ftemming door eene ook des noods betrekkelijke meerderheid, of, ingeval als dan de itemmen ftaaken, door het lot zullen worden beflischt (*). Acle van Staatsreg. Art. 153 en 154 en Reglement Litt. A. RIVIEREN. Deze ftrekken, zo wel ter bevordering van den Landbouw, een der wezentlijkfte takken van beftaan voor da Bataaffche ingezetenen, als ter bevordering van den Koophandel met welken de eerfte in een naauw verband ftaat, wordende in gewone tijden vele binnenlandfche producten, als: boter, kaas, graanen enz., naar andere Rijken en Staaten in menigte uitgevoerd. — De Agent van Nationale (Economie, die tegelijk het toezigt over dit vak heeft, is de zorg aanbevolen, om den Landbouw (*> tublicatk van l.n Vitvaereni Bewind, yan den 14 töeij 1799.  ROT, RÜM, RUN, SCH. 159 bouw in haaren vollen luister op te trekken; en, ter bevordering van denzelven, zullen verfcheide rivieren bevaarbaar gemaakt worden , zoo als de Aa, de Dommel enz., zie Wegen. Atle van Staatsr. Addit. Artikelen Art. 8. ROTTERDAM, is de hoofdplaats van de 69, 70 en 7ifte Diftricten, alsmede van de 4 en 5de Ringen in het zesde Departement. r RUM. De inkomende rechten op dezelve zullen alom worden betaald, zoodanig als bij het tarif of de lijst, te vinden agter het Placaat van H. H. Mog. van den 31 Julij 1725, op de ophef van convoijen en licenten geëmaneerd, omtrent alle gedisteleerde wateren is bepaald, en midsdien tegen 25 guldens het oxhoofd van 30 virtels. RUN (de Rivier de), zie Lij. s SCHEIDSMANNEN, worden ook wel goede mannen of Arbiters genoemd, die, naamlijk, de verfchillende partijen op derzelver verzoek vereenigen, de zaaken, zonder eenige form van rechtsgeding, naar hunne beste wetenfchappen vereffenen, en bij uitfpraak recht doen. Zij hebben nimmer eene Jurisdictie gehad, en kunnen de vonnisfen, in geval van onwilligheid, niet doen uitvoeren. Om hunne uitfpraak te doen gelden, moet bij den competenten Rechter, of het hof, willige condemnatie verzogt worden, welke nimmer geweigerd word. Ook konde men van eene uitfpraak, bij goede mannen gedaan, zich op eene hooge Rechtbank beroepen, en alzoo in revifie komen enz. Bij de Staatsregeling, echter, houd zulks op, daar zij bepaalt: dat het recht van partijen, om haare gefchillen, in Civiele zaaken, door bemiddeling van door haar zeiven gekozen Scheidsmannen, af te doen, onfchendbaar, en deze uitfpraak zonder hooger beroep is, ten zij partijen zich zulks uitdrukkelijk voorbehouden. Acle van Staatsreg Art. 261. ö SCHEEPEN. Het aanbouwen en equiperen van oorlog-fcheepen, is bij uitfluiting aan het Vertegenwoordigend Lichaam opgedragen. Atle van Staatsreg. Art. 50, Litt. D. SCHELDE en MAAS, is het achtfte Departement. SCHIEDAM, is de hoofdplaats van het 68fte DiftricT:, en van den 3den Ring in het zesde Departement. SCHIP. Geen fchip, toebehoorende aan een Bataafsch burger, kan, noch vermag, aan een ander, binnen deze Republiek woonende, getransporteerd worden, dan na gedaan verzoek daartoe aan het Vertegenwoordigend Lichaam, het geen zulks, onder zekere bepaalingen, vergunt. SCHOOLMEESTERS. Eene verbetering derze! ve is ene zaak van  ,ï6b SCH. yari de eerfte noodzaaklijkheid. Goede Schoolmeesters, aan geens Sijzondere begrippen eigenzinnig gebonden, en welken de kinderen , zonder onderfcheid van wat godsdienftig 1 eerfte}fél, de eerfte pligten ter befchaaving en verlichting leeren, zijn de nuttigfte perfoonen, die men hebben kan; gelijk daarentegen pedante, laatdunkende en .trotfche meesters, meestal aan dweeperij en domheid verknogt, door hunne wanftaltige leeringen, in eene Maatfchappij zeer nadeelig zijn. — Het is derhalven noodzaaklijk, dat zij, die zich er op toeleggen, om kinderen te leeren, en tot bekwaame voorwerpen te vormen, vooraf proeven van hunne bekwaamheid geven. — Het Vertegenwoordigend Lichaam heeft bepaald , dat voortaan niemand tot Schoolmeester zal worden aangefteld, ten zij hij voorzien is van een behoorlijk bewijs, dat hij door den Agent van Opvoeding, door een Departementaal Schoolbeftuur, of door andere daartoe bevoegde perfoonen geëxamineerd, én tot het openbaar onderwijs gefchikt geoordeeld is. Bovendien zijn geene leerwijzen voldoende, dan die, welke door een behoorlijk getuigfehrift van een civisme en goed zedelijk gedrag, van den Raad der Gemeente, alwaar hij de zes laatite jaaren gewoond heeft, verzeld gaan. De aanftelling van de Schoolmeesters gefchied door het Plaatfelijk Beftuur, onder approbatie van het Departementaal Beftuur (*). Daar men eigent lijk gezegt, de Schoolmeesters niet onder de Kerkelijke maar onder de Burgerlijke Beambten moet rekenen; zo heeft het Vertegenwoordigend Lichaam echter befloten, dat zij tot nadere dispofitie, uit zoodanige kasfen, als waaruit dezelven tot hie'r toe hunne Tractementen hebben genooten, zullen worden betaald (f), met dien verftande nogthans, dat zij, die bevorens als Kosters dei- Gereformeerde Kerken hebben gefungeerd, en van 's Lands wege zijn betaald, door het gemis van hun traftement als Kosters, niet zullen gehouden worden van derzelver funétie als Schoolmeester te zijn ontflagen, maar deze bediening moeten blijven waarnemen (§). SCHOONHOVEN, is de hoofdplaats van het 73fte Diftrict. SCHOUTEN, zijn Crimineel en Civiel. De eerften werden oudtijds Baüknren, Hoofd-qfficieren of Hoog-fchouten genoemd; de tweeden hadden alleenlijk den titul van Schout of Scheltus. Tegenwoordig hebben de eerften, op veele plaatfen, den naam van Procureur defr Gemeente en de anderen dien van Maire. De Schouten omtrend burgerlijke zaaken, als bewaarers der openbaare rust, ontvangen, even als de Wethouders of Gerechten, zederd eenigen tijd, hunne aanftelling van het Wetgevend Lichaam. De Schouten omtrend lijfftraflijke zaaken, met derzelver Dienaars, moeten, door ieder Departementaal Beftuur, op inftruclrie van het Uitvoerend Bewind, in de verfchillcnde Gemeenten van deszelfs De- (*) InfiruSie ven dm .^gent van Kationaale Opvoeding, Art. to, II en 12, O) Publicatie van het "Uitvoerend Bemind, in cuco ;i Meij («) Publicatie van hit Vit neren d Bevind, in dato tl Nuveinb^r I"99-  SCH. 151 Departement, worden aangefteld. Atie van Staatsr. Art. s*?3. SCHRIJVEN en LEZEN, zijn twee voornaame Vereiscfiteii voor alle Leden der Maatfchappij: Hét is eene der eerfte zorgen van de ouders, of van hun, die met de opvoeding dér jëugd belast zijn, om hunne kinderen en pupillen in het lezen en fchrijven te doen onderwijzen. Dit kennende, bevinden zij zich te beter in ftaat, om voor hun eigen huishoudelijk beftaan te zorgen, en de pligten te befeffeh, welke zij ih de Maatfchappij moeten vervullen. Hoe noodwendig zijn dan niet de fcboolen, alwaar deze beginfelen op eene gepaste wijze worden onderwezen, in het bijzonder voor hun, die, tot eenen behoorlijken leeftijd gekomen , de waardë Van het Burgerrecht der Bataaffche Republiek zullen wenfcben uit te oefenen! Wijslijk bepaald daarom de Staatsregeling den tijd van één jaar, na derzelver invoering als na denwelken zij, die de taal des Lands niet kunnen lezen oÊ fchripen, onbevoegd zullen zijn, om in het ftemregister te worden ingefchreven, terwijl zij allen, die deze wetenfchap misfen, tot geene openbaare daad, post, of ambt, zullen mogen geroepen worden. Atle van Staatsr. Art. n, Litt. A. SCHULDBRIEVEN (Nationaale). Alle Obligatlen, Rentebrieven, Recepisfen of andere Aften van Verbindtenis, ten laste der gewezen Generaliteit, voormaalige Gewesten, bijzondere Steden, Collegien enz., moeten, binnen het derde jaar na 23 April 1798, geconverteerd of verwisfeld worden in Nationaale Schuld, brieven; zullende, bij deze verwisfeling, geene vermindering van de hoofd fom of Jaarlijkfche Renten, plaats hebben. Ook worden dezulken nimmer met eenige nieuwe belastingen bezwaard. Alle afgeloste Nationaale Schuldbrieven zullen verbrand worden. Zie hier het Formulier ener Nationaale Schuldbrief: GËLYKHEID. VETHEID. BataafscHe Republiek. NATIONAALE SCHULD. Ik Agent van Finantien der Bataaffche Republiek, als daartoe door het Uitvoerend Bewind, bij deszelfs befluit van den . . . ; genomen ingevolge decreet van het Vertegenwoordigend Ligchaam des Bataaffchen Volks, van den . . . daar te vooren, fpeciaal geauthorifeerd , bekenne 'te hebben ontvangen van NOTA. de Somma van fpruitende uit u?AlïlT7er*Kan de Schulden van den Staat, ingevolge en overeenHnuudi Trefiurie, komftig de Staatsregeling verwisfeld en op eenen m morden op d„, eenpaaiigen voet gebragt; zullende vah de voorVeuiingtnvTnLa ' fchlevene Soinme jaarlijks op Coupons worden béten en impöjhieH taald Renten tegen ten honderd; ingegaan TSr'""o Ti met den eeiften dezer Maand. fi, Jf/dei°4[. der En verklaar ik Agent voornoemd, in naam des St^tsregeiing.-) Bataaffchen Volks, deeze Schuldbrief te zijn een ■L Wet-  S6z SCH, SEC. wettig gedeelte der Nationaale Schuld, verbindende, zoo voor de Hoofdfom, ais Jaarlijkfche Renten, alle de Inkomften der Bataaffche Re;ubliek, en fpeciaal de getrouwe naarkoming van het verordende bij Art. 205 , 206 en 207 der Eerfte Af. deeling van den oden Titul der Acte van Staatsregeling. Gedaan in den Haag, onder mijne handtekening, den Het Jaar der Bataaffche Vrijheid. Na examinatie is rieeze geregistreerd bij het Bureau van Converfie der Staatsfchulden, Folio zijnde hierbij afgegeven Coupons i ƒ van Primo tot Primo ingefloten. Getekend door In den Haag den Het Jaar der Bataaffche Vrijheid. In kennisfe van mij De Commisfarisfen der Nationaale Rekening, inx' gevolge fpeciaalen last van het Vertegenwoordigend Jtipi fa. Ligchaam des Bataaffchen Volks, gezien hebbende den voorenflaanden Nationaalen Schuldbrief, verklaren bij deeze, dat dezelve voor eene Capitaale Somma van rentende tegen ten Hon¬ derd in het Jaar, is geregistreerd in het Register der Nationaale Schulden. En hebben wij deezen onder de handtekening van drie onzer Medeleden doen uitgeeven. In den Haag den Het Jaar der Bataaffche Vrijheid. Acte van Staatsr. Art. 202, 203 en 223, Litt. G. SCHULDEN (Nationaale), vóór de invoering der Staatsregeling gemaakt, en aangegaan niet alleen door of van wegen de Generaliteit, maar ook van wegen de onderfcheide Provintien, de drie kwartieren vail Gelderland, het Landfchap Drenthe en Bataafsch Braband, worden verklaard en gehouden voor Nationaale fchulden en verbindtenisfen van het geheele Bataaffche Volk. Acle van Staatsr. Art. 221. SECRETARIS, of Geheimfchrijver is in zijne hoedanigheid een geloofwaardig perfoon, zonder eenig nader bewijs, dan zijne handteekening, te bezitten. Alle geconftitueerde Magten, zoo van de Wetgevende, Uitvoerende, Rechterlijke, als andere Beftuuren, hebben ieder eenen Secretaris, (uitgezonderd de Vrederechters, die een Klerk hebben) die, ingevolge eene inftru&ie, zijnen post moet waarnemen. Tot Secretaris van het Uitvoerend Bewind, of van andere Collegien en van Gezanten, is niet benoembaar eenig Lid van hetzelve Bewind, dan na verloop van tv-ee jaaren, zedert zijne aftreding, noch ook iemand, die aan één van deszelfs Leden, tot in den derden graad ingefloten, ver-  SEC. 2 Vermaagschapt is door bloedverwandfchap of huwelijken. De Secretarisfen der Gemeente Beftuuren moeten boven de 25 jaaren oud zijn, en eene examinatie, gelijk aan die van de Notarisfen, afleggen. In elke Grond-, Rings- of Diftrifts-vergadering, waar de ftembevoegde Burgers of Kiezers te zamen komen, verkiezen zij uit hun midden eenen tot Secretaris, die van al het verhandelde behoorlijke aanteekening houd. Hij brengt met den Voorzitter en de drie Stemopnemers, het eerst zijne ftem uit, zonder ' nogthans met eikanderen deswegen te raadplegen. Hij zal, na alvorens door ieder der ftembevoegden een nummer te hebben doen trekken, onder het oog van hem, die het getrokken heeft, hetzelve aanteekenenen op den hoek van een briefje, dien hoek vouwen en denzelven naar behooren verzegelen. Hij fchrijft ook den naam en toenaam, midsgadérs de geene waarover geftemd %vord, voor hun, die niet lezen en fchrijven kunnen. Hij doet zulks in derzelver tegenwoordigheid, vertoont dat alzoo gefchrevene briefje aan hem, die de Contra-lijst houd, en laat het door den ftemmer zelfs in de busfe fteken. Hij teekent mede de geloofsbrieven en credentiaalen. Tot meerder verftand van den post van Secretaris bij het Vertegenwoordigend Ligchaam, zal ik hier laaten volgen, de INSTRUCTIE voor den SECRETARIS der Eerfte. < Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen Volks. Art. 1. „ De Secretaris dezer Kamer zal moeten zijn ftemgerechtigd burger, ten minften den ouderdom van 30 jaaren bereikt hebbende, en der Latijnfche en Franfche taaien magtig," 2. „ Hij zal gehouden zijn, alle de zittingen dezer Kamer naarftiglijk bij te woonen, en nimmer eenige derzelven mogen verzuimen, zonder daartoe verlof van den Voorzitter te hebben bekomen." 3- Dezelve zal ook nimmer, buiten bekomen fchriftlijk verlof van den Voorzitter, buiten de refidentieplaats van het Vertegenwoordigend Lichaam mogen vernachten; terwijl een langer verlof, dan van twee dagen en twee nachten aan de Vergadering zelve zal moeten verzogt worden." 4- „ Dezelve zal in de Vergadering alle ftukken, welke hem door den Voorzitter, tot dat einde, gegeven worden, zoo veel mooglijk overluid en duidelijk voorlezen." „ Hij zal de conclufien, invoege die door den Voorzitter genomen zijn, naauwkeurig opteekenen." <5. „ Hij zal zich nimmer in de raadpleging der Vergadering mengen, of op eenige wijs het woord voeren; maar verpligt zi;;i? L 2. cp  f64 SEC. op aanvrage der Vergadering, of van den Voorzitter, de nodige opheldering te geven." 7- „ Hij Z3l niet alleen naauwkeurig moeten notuleeren de genomen conclufien, met de motiven derzeive, maar ook in de notulen moeten brengen alle ftukken en poinften, weike in overweging zijn genomen, en daarvan behoorlijke melding moeten maaken, het zij door daarvan te doen eene behoorlijk en min of meer uitgebreide opgave, naar dat de zaak vereischt, of de Vergadering of derzelver Voorzitter zulks begeert." 8. i» Bii het ftellen der Notulen, zal hij naauwkeurig melding moeten maaken van den tijd, op welken de ftukken zijn ontvangen, zoo wel als van de dagteekening, redenen, motiven, en conclufien derzelven, en in het generaal van zoodanige andere omftandigheden, als tot opheldering der zaak en tot gemak van het naargaan der Notulen kunnen ftrekken." pr. „ Hij zal de geëxtendeerde Notulen in de eerstvolgende ge^ vroone Vergadering overluid en duidlijk voorlezen, ten einde dezelve gerefumeerd worden, en voords, na de refumtie, dezelven terftond, behoorlijk gefolieerd, met de ftukken, daartoe beboerende, aan de caneelarij doen bezorgen, ten fine van expeditie." io. „ Hij zal de extenfie der decreeten, die zonder refumtie genomen zijn, vóór de afzending, aan den Voorzitter ter beoordeeling overgeven." „ Hij zal omtrent alle wetten en befluiten, \velke aan de tweede Kamer wórden gezonden, zorgvuldig in acht nemen de bepaalingen, bij de Afte van Staatsregeling vastgefteld." iz. „ Hij zal, bij het fcheiden van elke zitting, een lijst van de decreeten, welken zonder refumtie moeten geëxpedieerd worden, aan de Commifen ter expeditie doen ter hand ftellen." 13. „ Hij zal zorg dragen, dat alle de depêches, uit de genomen decreten voordvloeijende, ten fpoedigften worden gereed gemaakt, gecollationeerd, en, nadat dezelve door hem getekend zijn, en, voor zoo verre nodig, door den Voorzitter geparapheer.1, worden uitgegeven en verzonden, daar en zoo het behoort; latende daarvan houden behoorlijke aanteekening in een daartoe gefchikt boek." 14. „ Hij zal zorgen, dat er eene lijst worde geformeerd van alle de decreeten, welke, na eene voorafgaande verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid, zijn genomen, ten einde dezelven, van drie tot drie maanden, te doen drukken, en aan de Leden te Jfetribiiecren." 15.  SEN, SIR. s.65 " uAlle ftl-lkken aan de Vergadering geaddresfeerd, welke hem i ter hand komen, zal hij terftond aan dén Voorzitter bezorgen." 16. „ Hij zal de zaaken, welken den dienst van den Lande vordert dat geheim moeten gehouden worden, aan niemand, op welke wijze ook, openbaaren." 17. „ Voords zal hij naauwkeurig zorg dragen, dat alle de geëmployeerden bij de cancelarij hunne bedieningen wel en ftiptelijk 'waarnemen, en, eenige ontrouw of grove abuizen ontdekkende, l daarvan aan den Voorzitter kennis geven." 18. „ Hij zal aan de Leden dezer Kamer, onder handfchrift, wel mogen laten volgen, voor den tijd van agt dagen, eenige boe; ken of papieren, raakende de opentlijke genomen befluiten, doch geene fecreete boeken, ftukken of papieren, dan op bijzonderen . last van de Vergadering zelve." ip. „ Hij zal aan ieder aankomenden Voorzitter eene lijst geven . der Commisfien en in Commisfie gefielde Leden, en die dagelijks, 1 met de nieuwe benoemden aanvullen." 20. „ Hij zal zorg dragen, dat door den expedieerenden Commies pp de decreten commisforiaal de dag gefteld word, wanneer de! zeiven aan het eerst benoemd Lid der Commisfie zijn uitgegeven." ar. „ Bij abfentie van het eerst benoemd Lid, zal hij zorgen, dat die decreeten aan het eerst volgend tegenwoordig zijnde Lid worden uitgegeven." p 22. „ Hij zal om dies te beter dit ambt te kunnen waarnemen, geen ander ambt of bediening daarnevens, op welke manier of onder wat voorwendzel ook, mogen bekleeden; ook niet in dienst of betaaling van iemand anders mogen zijn, of zich daarin verbinden; ook zal hij niet geinteresfeerd zijn direct of indirect in de uitgave van eenig dagblad." enz. ABe van Staatsr. Art. 56 9i, 94, 237 239, Regl. Litt. A Art. r, 2, 7, 8, ir Regl Litt. B Art. 14, Regl. Litt. D Art. 11 en Regl. Litt. E Art. 11 SENTENTIEN en VONNISSEN. Alle dezelven moeten bij :den Rechter met ongeflooten deuren in het openbaar uitgefpro,ken worden (*). Algem. Grondb. Staatsr. Art. 37. SIROOP. De vrijdom van Rechten op den uitvoer van InIandfche Siroop en Suikeren, bij Refolutie der Staaten Generaal van den 21 Februarij 1766 toegeftaan, is zederd bij voordduu- r'fhg : te?JZu2s%%ZTJr V"Ctd"tn % ««* ~ Crimh"h Z'^"' ï 3  166 SLU, SNE, SPE. ring verlengd tot den laatften van December 1800, en daarna op denzelfden voet, en onder alle dezelfde voornemingen en verklaaringen verder verlengd (*). SLUIKERIJEN, zie Fraudes. Bij een befluit van het Vertegenwoordigend Lichaam is verordend, dat alle ingezetenen, inde voormaalige gewesten Holland en Utrecht woonende, ofte daar guarnifoen houdende, eenigen wijn, of gebrande wijnen, gedistilleerde wateren of fterke dranken, onder welke benaaming ook, uit de Stad en Lande van Tsfelftein, (te vooren de zoogenaamde Baronnie van Tsfelftein) willende haaien, gehouden zullen zijn, om, ten opzigte van het voormaalig gewest Holland van den Gaarder dier middelen hunner woonplaats, of, zoo het Militairen zijn, van de Plaats, waar zij in guarnifoen liggen, en, met betrekking tot het voormaalig gewest Utrecht, van het Comptoir der admodiatie van den impost op de gebrande wijnen, gedistilleerde Wateren en Meede, binnen de ftad Utrecht, of van de refpcftive Comptoiren hunner woonplaats, of daar zij in guarnifoen liggen, te haaien twee eensluidende bil letten, met invulling van den datum, de opgave van de quantiteit en qualiteit der dranken, die zij zullen willen inflaan, met betaaling van den impost, en dat alle Grosfiers, Slijters'of Verkoopers van zoodanige dranken binnen de Stad en Lande van Tsfelftein, die de dranken leveren, op een van deze biljetten, ieder, met onderteekening van zijnen naam, zal verklaren, de dranken, in het billet vermeld, te hebben afgeleverd, en dat dit billet weder aan den Gaarder, van wien hetzelve is afgehaald, zal moeten worden terug gebragt door ofte van wege den genen, die hetzelve gehaald heeft, en, op hetzelve, door den Gaarder zal moeten worden gefield: Vertoond, en aan den eigenaar (aoorgefcheurd) terug gegeven, en dat het andere billet, bij den Grosfier, Slijter of «erken Drank-verkooper in de Stad en Lande van Tsfelftein, zal moeten bewaard worden, die ook verpligt zal zijn, hetzelve, op requifitie van het Gerecht of den Bailluw aldaar, te vertoonen, op posne van twee honderd guldens ieder, die één, meer, of alle de bovengemelde articulen niet zal hebben volvoerd; — dat wijders alle die genen, welken bevonden zullen worden, zonder zoo. danig een billet, door den Grosfier, Slijter of Verkooper der voorfchrevene dranken geteekend, dezelven te vervoeren, als een fraudateur zal worden geftraft, of, zo het een Frausch Militair is, zeer ferieufelijk zal worden gecorrigeerd (f). SNEEK, is de hoofdplaats van het 5de Diftriét. SPECERIJEN. Daar de gcwigtige handel in dezelven, uit hoofde van de finantieele betrekkingen dezer Republiek tot de gewezen Oost-Indifche Maatfchappij, in allen deele behoort te zijn en te blijven een eigendom der Bataaffche Natie, en dus al- £*) Publicatie van het Uitvoerend Bevoind, van den 31 December T799. (ij Publicaiic van her Vitvêcnnd Bewind» van den 8 December 1793,  SPIJ, STA. J67 alles wat dezen handel eenigzins zou kunnen benadeelen, als bij voorbeeld, de doorvoer van vreemde fpecerijen, behoort te worden geweerd, zoo is, bij befluit van het Vertegenwoordigend Lichaam, verboden, de doorvoer van vreemde fpecerijen, beftaande in kaneel, foulie, nootenmuskaat en kruidnagelen, zie Tranjïto (*). SPIJKERS, zie Nagels. STAAL. Niemand der ingezetenen in deze Republiek vermag eenig Staal van hier naar andere landen te zenden, zonder dit alvoorens bij addres aan het Vertegenwoordigend Lichaam verzogt te hebben, welk zulks, onder zekere voorwaarden en verklaaringen, vergunt. STAATSREGELING (de) is voor een vrij en onafhanglijk volk, dat zich, op de gronden der natuurlijke en geheiligde rechten van den mensch in de Maatfchappij, tot eenen ondeelbaaren ftaat gevormd heeft, het Wetboek of voorfchrift zijner Republikeinfche Regeeringsform bij Vertegenwoordiging. Dit heilig pand, aan het Vertegenwoordigend Lichaam, aan het Uitvoerend Bewind, aan de Rechterlijke Magt en aan de verdere Adminiftrative Lichaamen ter bewaaring en handhaving aanbevolen, is onfchendbaar. Beiden, en volk en gekozen magten, zijn aan hetzelve onderworpen als aan het richtfnoer van wederzijdfche handeling. Alle inbreuk op deze Staatsregeling is een aanflag op de veiligheid van den Staat. De minfte afwijking is misdaadig en ftrafbaar. Dit grootsch ontwerp, waarvoor de heerschzucht tot in haaren diepflen fchuilhoek ziddert, is het ftout gewrogt van vrije zielen, wier halfen zich niet langer krommen onder den ijzeren voet der tijrannen. Dit heilig Wetboek fchetst het waar geluk van het denkend wezen; en ontwringt de magt uit de handen der alvernielende troonen. Heeft de hoogmoed van Orange ons weleer de willekeurïgfre verordeningen opgedrongen; heeft de trots zijner laffe vlejers ons voor zijnen wil doen buigen; heeft de fchijndeugd der Aristocraaten, in het mom der geveinsde godvrucht, en omhangen met den zwarten fluijer van het bijgeloof, ons voor afgoden doen knielen; thands juicht het hart van Civilis kroost, en heeft de teugels in handen, om den dwang te breidelen. Het herleeft in zijn roemrijk lot, en geen menfchen-bloed rookt meer op de altaaren der dweepzucht. Geene domheid kluistert ons aan het gevoelen der ontmenschtheid. Werd weleer 's volks oppermagt door ontrolde bloedvaanen ontweldigd; moest een plegtige eed aan God eene Regeeringsform heiligen, welke door goud en roofzucht afgebedeld was; thands zegeviert het Wetboek, dat het Volk aan zich zelf heeft voorgefchreven; zonder dat eenige dwang de vrije ziel tot ontrouw dringt. Zagen wij, voorheen, den Adel met zijne niets beduidende titels den zetel bij uitfluiting beklimmen, en alles aan zijne willekeur opofferen; was de fchitterende Rijke, de zoogenaamde geboorte en rang C*3 Publicatie vin het Vifvterend Bemni, v«o deo t M««rt 17981 L 4  *°"8 STA. yang boven alle andere ingezetenen, offchoon kundiger en deugdzaamer verheyen; moest de armoede in het Hof kruipen om eemg het minne recht te bekomen, of de wet ten Sen voor" deele dqen gelden: thands zien wij , met eeTvrohjk Sat d &*ffgi ■?* bU1'g0r hee/tdezelfde rechten, al^ mect of"hfi in ~J 6 e,ven,zeer de voorrechten der Maatfchappij, ot hij in een grootsch paleis opgewiegd is, of wel eene rieten ftulp bewoont Niemand fmeekt al béde ende eenfg dee van Jet geheel. Het Wetboek erkent allen gelijk, en wljzigf voor allen eenen zelfden regel, om haar te handelen. Hm hfud het S3ap;S.de handSn* fpre£kt recht tusfchen alle df Leden g -elïchLndal3-fr/eUW?n h?eftde *atavier> W afwisfelende genachten, geieikhalsd, om onder het juk der dwingelanden zich ioLÉt ZP^,fen- het !lJeilvolle °Senblik verfcheen, bij de fch?Vofk^!rT^DrS Varden 22 JanuariJ' ^93' dat het Bataafen n™,/ S aatsregehng zag ontwerpen, welke de eenheid en de vlflirfSS1- f de waarborS voor 's ™]ks vrijheid, én welke door Z Pfrfoo"en en eigendommen verzekerd zijn dooi r«nrf n y°,k zelf> °P den ?3 April deszelvpn jaars werd aa5n3Somenmmen ^ *° l6S,SI° «Voegde WK De alzoo goedgekeurde Staatsregeling, welke in dit Woorden boek ontvouwd word, beitaat eerstlifk' in Algemeene B%infelen en Burgerlijke en Staatkundige Grondregels, als vormende de éi' genhjke Conitittitie des volks, of de onveranderlijke gronden 5* « Suurf wert Maat^aPP^ik VerdraSgr°S: • Op deze Grondbeginfelen berust dan ook de Atle van Staatsre. gelmg, welke beitaat uit IX Titels en 308 Axtikèl J bffin de Reglementen, en is van den volgenden ^lcn> °«iaiven / N H q U D, I. T I T U L. van de verdeeling der refueliek. , , II. T ÏT'ü L. V*n de üïtoetfening van het stemvermogen der burgeren in Grond- en Districts-Vergaderingen. ' 1. AFDeeling. ra» «fe Stembevoegdheid der Burgeren. II. «, . de Grató- en Diftri£is-Vergaderin— Van de verplaatfing van het Fei tegewwper* digend Lichaam. III. —■— Van de Fom van Raadpleging, tn de Formulieren, daar bij in ac}it te nemen. L 5 RE- III. Afdeeling. Van de raadpleging des Vertegenwoordigenden Lichaams. IV. Van de vrijwaring der Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam. IV. T I T U L. Van het Uitvoerend Bewind. " V. TITUL. Van de Departementaals en Gemeente Bestuuren. I. Afdeeling. Algemeene Bepaalingen. II. Van de Departementaale Beftuuren. Hl. — Van de Gemeente Beftuuren. VI. TITUL, Van de Financien. J. Afdeeling. Algemeene bepaalingen omtrend het FinancjewS" zen der Republiek. II. 1 Van de begrootingen der Staats-uitgaven. III. Van de Commisfarisfen der Nationale Treforie. IV. Van de Commisfarisfen der Nationale Rekening, VU. T 1 T U L. Van de Buitenlandsche Bezittingen en Colonien der Republiek, en van derzelver bestuur hier te Lande. VIII. TITUL. Van de Rechterlijke Magt. I. Afdeeling. Algemeene bepdaling. II. Van de Vrederechters en derzelver Byzitters; van de Burgerlyke Rechtbanken; van de Departementaale Gerechtshoven; van de Vierfchaar over de qnisrtriïven der Rp.rht.ers • vmi hpt Tinna- Aïnt.in.  2?° STA. REGLEMÈNT C, behorende tot Titul IV. Van de wijze van aftreding en verkiezing van Leden van het Uitvoerend Bewind, het VoorZitterjchap, de wijze van Raadpleging, den post van Secretaris, en het Formulier wegens p. f afkondiging of het terug zenden van Wetten. ^ L», behorende tot Titul VI l. Afdeeling. Van de begrooting der Staats-uitgaven, Van de Commisfaritsfen der Nationale L . u ,f "Jorte en Nationale Rekening. ——— ü, behorende tot Titul IX. Van de wijze van Herziening der Staatsren jjj Reling. hetend?flechrf flvf* t0t d-e AUe vm Staatsregeling, als beSteatsSe!in' L V0[>lzleningen, bij de invoering der SS«S^ !;» ^ **toflato> d" Tratlamenten, van de Pre!Ö« ^ZT*" hrr^Tlende Kerk< de Penfioenen'van derzelver rel 1 lrf fUWn' t Nationaal-verklaaring der geestelijk; goederinï dl J6tmg ™n .^gebouwen en Pastorij huizen, devoorlUuL ^JGrSZ'J^f^ T Ondemifs," de verbetering van Vord rinrZn"n fmm'fe thm* onbruikbaare Rivieren, ter beZS^BejSSS0. "l W*. °» de voordduuring 'der Ad- T,i^fc6ne ■VeranJJering' "°S vermeerdering, der Staatsregeling zal lo hJ'TZ' dan d°°r d™ wil des volks en mÓef tot 2Lhhi e-nde Van be,C Jaal' l8°3 alzoo blijven, zu lende als dan Z , ,'!")•! nrfr?et voo^h^ Plaats hebben, zie^«W Maatfchappijlyk Verdrag, enz. Het Vertegenwoo digend L chaam kan bepaalen en regelen dat geen, waarin door deSMi! Z denv°orhanden z inde wetten niet mogt voorzien S§ Ecf- of^ vennSerTnle?',? St T**" > £m -«ige^anderingen Zeeien dJ dèff V t£.brenSen' ten believe van hun, die be, Tn Tou w^!f b^f "T,geene o^S'iikheid vordert, want vrMheid bèho^ln 'dh a voIk ",ets meer va" zijne iWundige kieVen , ,3 c' S," van Vertegenwoordigers te veï- e zich mede IS' 'ege,lnf 2°U d,e fpee,P°P z«n vo°r b«". dip van iedeTdl^ v™ke,n' of een Üteren fcepter in handen leuw ge ve knn,h^Wj'de misbmike«- Laat ons dan aan dezelve ons v|reend ' onvfranderlijke tl0uwe heeren! Laat het Wetboek ft"'6,"' aan die boelen, waarop anaerliik ÏmJ b°ÜWi ?•? hulde doen. aan het heilig en onverhelm Gef heid> Vrijheid en Ondeelbaarheid ge. een van hun'2 «"wrikbaar pal ftaan, te midden der woel in. tutJoneelP ™L , Uu eiSeHbaat °f heerschzucht, de goede confti- loo ^ vÓLn va" b Gn^°m VOTe te We'Pen! Laat °nS hOt VoS and te S 7 hun'..die1 toonen dienden van Volk en Vader! den desSf^f" rfi dat Aristocraat den weg opene tot indring? ovl1 -a" ëJl ^oederalist tot 's volks heiligdom mannge, om de eenheid te fchenden; geen Orangist den ouden Si-  STA. 171 Sireenen-zang 2inge , noch de Regeringloosheid de banden der Maatfchappij verbreke; dat list noch hebzucht, door goud of kunstgrepen, deraadflagen der waare volksvrienden veriedele, noch de beste poogingen doen mislukken! Welaan dan, braave Republikeinen, volgen wij eikanderen getrouwlijk op den weg. Dan zullen, door de eenheid, door het volbrengen onzer pligten, onze vijanden verftommen, en hij, die ons keetenen wil aan Oranje, die ons terug wil brengen aan de Aristocratie, die ons op nieuw aan het oude Foederalismus wil kluisteren, zal, door onze cordaatheid, door onzen moed, zich bedrogen vinden, en, met fchaainte overlaaden, in het niet verzinken. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art. 30, Atle van Staatsreg. Art. 70, 305—307- STADHOUDERSGEZINDEN, of vrienden van het huis van Oranje, zijn die genen, welken door domheid, vooroordeel, of laffe vleizucht, door eigenbaat en heerschzucht, geene andere Staatsregeering voor wettig erkennen, dan waarin een Stadhouder, uit het huis van Oranje, aan het hoofd is, en miskennen onherroepbaar, eene Volksregeering, waarin het volk zelf zijne bewindslieden verkiest. — Daar nu dit beginfel alzins ftrijdig is met de groote beginzelen der Omwending van 1795, en de ondervinding geleerd heeft, dat zelfs de zoo ruimfchoots aangeboden broederfchap bij dezelfde Omkeering door hen met verachting is afgewezen, zoodanig zelfs, dat veelen hunner hier te land, bij aanhoudendheid, in onderhandeling zijn gebleven met fommige uitgewekenen, die met de daad eene nieuwe omkeering der tegenwoordige Staats-orde bedoelden, was het zeer eigenaardig, dat ook het Bataaffche volk eenige regelen daar ftelde, om. door deszelfs Vertegenwoordigers heilig te worden in acht genomen. Van daar is het, dat de Staatsregeling beveelt, dat alle aanhangers van het huis van Oranje en vrienden van den Stadhouder, aan wien zij zich bij voordduuring, als hunnen verlosfer bleven verbinden, uit het ftemregister zullen geweerd worden, tot 10 jaaren na derzelver aanneeming. Zoo ook zijn, ter voorkominge van veeier uitlandigheid, die anderszins welligt zouden zamenfpannen tot uitwendig en inwendig verraad, voor altijd van het grondgebied der Republiek gebannen verklaard de zoodanigen, die daaruit zedert 1 Januarij 1795 geweken of gevlucht zijn, met verbeurdverklaring van alle derzelver goederen en bezittingen, welke blijken zullen op den 1 Januarij 1798 hun perfoonlijk eigendom te zijn geweest, als zijnde vervallen aan de Natie, ten welker behoeve alle dezelven, van haaren wege, onder behoorlijke fequestratie gebragt, en ten behoeven van dit Gemeenebest zullen verkogt worden, terwijl echter het, Vertegenwoordigend Lichaam gelast is, te zorgen, dat de uitvoering dezer Iaatfte wet, roet betrekking tot der emigranten agtergelaten ongelukkige kinderen en huisgezinnen, de onfchuld niet met en om den fchuldigen treffe. Voor het overige zijn de mishandelingen en plunderingen der Orangisten, in den jaaie 01787, aan de braaffte patriotten aan- ge.  *72 STE. gedaan, al te .bekend, dan dat het nodv r. aa j derorn op te krabben. Genoeg dat de And, l W°"Je ™' bij de landing der En-elfcheni'n %L™,r, emndülS' bovenal Jeerd heeft het gevaï f welk de Sk der 'ffi W™3** & te duchten van lene onbepaaldetoeSendLJ1'^ a?erhfeft en tevens van het vertrouwen de.- f™broederfchap, openlnk bekend I^TS^^q^ aan b™ § zij, die de zoodanigen mogten wiüen tom.nfH u e daad' dapperen Bataaf, die met de waanenen ,3 ft'gen boven del1 glorie-ftandaard der moedige Franken HP ^- VTStJ onder den heeft, en hier te lande lf*J- a ' ■ dwlnS^di bevogten en kjnderen moest ztigten maaken t daa^! ?0g met vrouw gedrag waartegen dlXfcJSw.jJ S*£ h«a W heeft. fc,. P ^^^^^ï^ achtS^S' * * ™ ^ *d- Ring in het ^^^^^^^^ Alle de leden der Maat- drag7misdaad of eenVge ande e6"6/ beJoegd' te» ware wangebeden npodzaqkSSX^i00' den d^ang der omftandigrekenden, zie S^^, tó^IingenAh.eJn daartoe onbevoegd die zich n het Rem li'ste?bevoegdheid geeft dien burger, aanfpraak te maaken óp^alte de IS™' het ve™ogen, om digheden der MaaShapp,.^d^^^l^- en no?dwenen bekwaamheden bez t, envwfchafm Z °d'ge vereischten ken Invloed op het beftuur Ferzelve heïïp teflven* ^«i daadlijeenigen, aan hen opgedragen nost ^n ftembevo?gden, die redenen, door het vit^oS^ L&'^ rfW ASÜ z^ige^JS e3" K?^ alsdan de Wet hem zelve SuiT A^f m ,moedwiI' wanneer daarvan is een aanval erf eën rèLnT. W1llekeur|ge ontrooving waartegen de Staatsregelszelvei met I™ dK 7olks Zien heeft, en daar hlTde pligtva,?*ïrZ?er,veel wijsheid, voordat aan de intentie van de St!LrlLv wetS^er is, te zorgen, mand moedwillig onverhoord in hef, >g rWorde vo)daan> en worde belemmert, heeft het Ve^en '& TTziJ" ftemr«ht dend, dat alle Gemeen e SlKr^P11 Lichaam verorheid worden gelast, te zorgen L i■d^zel/ej Verandwoordlijk, fchorst, en dat hij die dS*in WOrde ^ Ieder' ftembevoegd burger e't bh def, *' b'1J^ geweeit &■ heden in de gJ^5 en. o ^ w„ h ao Mei. ^ Art>: ea -  STE. I?3 en zégt, terwijl dezelve daar op rust: Dit verklaare ik. Atle van Staatsr. Art. 10, 14, 15, 16 en 17, Regiem. Litt. A. Art. 12. STEMMING (uitsluiting der). Alhoewel alle leden eenèr Maatfchappij- even gelijke rechten genieten, zoo dat niemand eenige meerdere of mindere beveiliging van perfoon, goederen, eigendommen enz. erlangt; en zij allen onder eene en dezelfde Wet, ter naarkoming hunner pligten, ftaan, oefenen dezelven echter, daarom geenfins allen eenen gelijken invloed op het beftuur der Maatfchappij. Zulks komt alleen hier uit voord, dat fommigen of niet verkiezen ftemgerechtigden te zijn, waartoe zij niet gedwongen kunnen worden, het zij om verfchil van gevoelen, of om dat zij, de waarde der Vrijheid miskennende, onverfchillig zijn omtrend dit gewigtig punt. Allen echter zijn zij onderworpen aan alle wetten, pligten, belastingen, fchattingen enz. De zoodanigen echter zijn bepaaldlijk onbevoegd gereekend, dia bij de Staatsregeling zelve zijn uitgefloten, zoo als: a. Die zich, zonder last of toeftemming van het Gouvernement buiten 's Lands met er woon begeven hebben, en, terug gekomen zijnde, geen twee volle jaaren hier te Lande hunne woonplaats weder gehad hebben. b. Die in eed of bediening zijn of eenig penfioen genieten van vreemde Mogendheden. c. Alle leden van buitenlandfche corporatien, tot welker lidmaatfchap, het Zij onderfcheiding van geboorte, het zij de aflegging van eenige godsdienftige gelofte vereischt worden. d. Alle lijf- en huisbedienden, zie Dienstbaaren. e. Alle die in Wees- Diaconie- en Armhuizen of andere geftigten worden onderhouden, zie Weeshuizen. ƒ. Alle die uit de Arm-kasfe bedeelt worden, zie Armen. g. Die onder Curateelen ftaan, zie Curateelen. h. Alle Bankbreukigen, zie Rankbreukigen. i. Die door een Rechterlijk decreet in ftaat van befchuldiging gefteld zijn, midsgadérs welken in rechten eerloos worden gehouden, en h Alle die overtuigd worden, voor geld of geldswaarde, één of meer ftemmen bekomen of verkogt te hebben, zie 0»ikooping.Atle van Staatsr. Art. 13. STEMOPNEMERS zijn die ftemgerechtigde burgers, die in Grond- Diftri£ts- of Ringsvergaderingen, uit het midden der tegenwoordig zijnde leden gekozen worden. Zij zijn vijf in getal. Eén derzelven is Voorzitter, en één Secretaris. Onder derzelver toezigt worden door de tegenwoordige leden, de naamen of zaaken, waarover men Hemt, op een billet of briefje gefchreven. Na de gedaane ftemming nemen zij de ftemmen op, en tekenen het befluit aan. Onderfchrijven mede het Credentiaal of den geloofsbrief. Hunne functJe eindigt met den afloop der bepaalde werkzaamheden in derzelver vergaderingen. De vraag js, wanneer een Stemopnemer in zijne Grondverga-, de-  JÉ74 STE. dering tot Kiezer benoemd word, of hij dan het Credentiaal kan onderfchrijven? Daar de Staatsregeling (Art. 17) zegt dat her Credentiaal voor den Kiezer, door den Voorzitter, Secretaris en drie Leden moet ondergetekend worden, kan hij zulks in dat se val nalaaten ? doch wanneer hij Voorzitter dier Stemopnemers is en tot Kiezer wordt gekozen, of hij dan het Credentiaal kan te' kenen, hiervan zwijgt de Staatsregeling; echter zoude ik gelooyen van;a,- om dat hij niet tekend qua lid der Vergaderine irmr in zijne qualiteit als Voorzitter der geheele Grondvergadering en dus hetzelve in naam van alle de Leden doet, we* Credentiaal even van dezelfde waarde is, als door één and™St^SÏÏ ondertekend. Acle van Staatsr. Art. 17, Regiem. A. Art 3 enz STEMREGISTER, is het boek, waarin ieder burger zich'als Itembevoegd doet infchrijven, wanneer hem alsdan de volgende Acte om met word afgegeven. 6 VRIJHEID, GELYKHEID, BROEDERSCHAP ACTE vaïï BURGERSCHAP. ^ iJ-ll!geJr-j lik' monends U • • • • alle de vereischten bezittende by de AÜe van Staatsregeling, door hst Bataaffche volk aangenomen, aangaande de Stembevoegdheid bepaald, en op heden in net jtemregister van deze Gemeente ingefchreven, wordt bij dezen verklaard te zijn Stembevoegd burger der Bataaffche Republiek ■ Den . . . . Het . . Jaar der Bataaffche Vrijheid. Het Gemeente Beftuur te ... . En uit deszelfs naam. Wanneer hij van de eene Gemeente naar eene andere verhuist laat hij zich overtekenen ter plaatfe, waar hij gaat woonen, en affchrijven op de plaats van waar hij vertrekt. Dit gefchied, om, bij eene daadlijke oproeping, alle verwarring te verhinderen, en geene aanleiding te geven, tot het misbruik van ftembevoegdheid op twee verfchil lende plaatfen. Zij, die daar in gefchreven zijn, en geduurende den tijd van drie agter een volgende jaaren, de Grondvergadering, waartoe zij behooren, niet hebben bijgewoond, worden, voor den tijd van drie volgende jaaren, ontzet, van hunne ftembevoegdheid, en van alle publieke ambten, bedieningen en pennoenen, ten ware zij wettige redenen van hun afwezen bijbrengen. Over de fluiting van het Ifemregister, zie hier boven Stemming. Zoo iemand vermeent, dat hem de infchrijving ten onrechte geweigerd is, kan hij zich daar over bij het Vertegenwoordigend Lichaam vervoegen, en indien een Gemeente Beftuur vermeend eene onbevoegdheid te vinden, geeft zij daar van aan het Uitvoerend Bewind kennis, dat daaromtrent eenen voordtagt aan het Vertegenwoordigend Lichaam doet. Ieder Gemeente Beftuur bepaald de dag en het uur tot het vaceeren op het infchrijven, en maakt daarvan behoorlijke lijsten. Zij die zich doen infchrijven, moeten de navolgende vereis'chtcn hebben: «. Dat  STÖ, SUB. i7s t>. Dat zij den vollen ouderdom van 20 jaaren hebben bereikt. b. In de lasten der Maatfchappij hun aandeel dragen. c. Inboorlingen zijnde de Iaatfte twee jaaren in de Republiek gewoond hebben. d. Vreemdelingen moeten geduurende de Iaatfte tien jaaren hier hunne vaste woonplaats gehad hebben. e. Zij moeten in ftaat zijn, de Nederlandfche taal te lezen en te fchrijven. ƒ. Vreemdelingen, die de Republiek zeven jaaren te water of te lande gediend hebben,, en g. Welke in eene der Coloniën dezer Republiek zijn geboren, of tien jaaren aldaar, en geduurende de twee Iaatfte jaaren in deze Republiek gewoond hebben. Deze infchrijving wordt bepaaldlijk gevorderd, 1. Om zijne ftem in de Grondvergadering te kunnen uitbrengen. 2. Om eenigen post van beftuur, eenig ambt of bediening in de Maatfchappij te kunnen waarnemen. 3. Om eenig ambt, bediening, of penfioen te blijven genieten. Atle van Staatsr. Art. 10. 11, 14, 15, 16 en 17, Publicatie van het Uitvoerend Bewind, de dato 20 Meij 1799, § 2, 9, 10 en 11. STOFFEN, zie Laaken. SUBMISSIE, onderwerping, of de clementie der Hoogfte Magt f te verzoeken, om in eene uitgefchreven Amnestie begrepen ta \ worden (*), gefchied bij request aan het Vertegenwoordigend Lichaam, het geen daarop, na ingenomen berigt, confideratien en advies van een Rechter, waaronder de verzoeker behoort, of waar de zaak gevonnisd is, gunftig of afwijzend befluit. In zoo, danig request moet eene openbaare bekentenis gevonden worden . van het geen, waarom men zich fubmitteerd. Nadat" in den jaare 1787 de Stadhouder en het wanftaltig beftuur, door de Pruisfifche bajonnetten in Holland terug gebragt, ien in de geheele Republiek op plunderingen ten zetel was herülteld, werd de toenmaalige onwettige Vergadering van Holland :en andere gewesten, als *t ware overftroomd door fubmisfiere■iquesten van wezens, Patriotten ge.iaund, die voor dien tijd, imet allen ijver, zoo het fcheen, tegen het ftadhouderlijk beftuur :;gewerkt en meer dan ééns door woorden en daaden getoond ihadden vijanden van hetzelve te wezen; die, toen zij fubmisfie lobtineerden, laag genoeg waaren, om den ftadhouder te believen, ien nu na 1795 weder even hart fchreeuwen, en waaronder er Izijn, die de hoogfte toon geven — ongelukkig Vaderland, dat zulke onverfchilligen in zijn midden heeft. Het zoude een !geheel boekdeel op zich zeiven uitmaaken, indien ik de requesten O Om in fubmisfie, wegens andere raisdaadsn. ontvangen te worden , zie mijn meergemeld Hmdbaeh^  SUI, SUR. ten van deze lafaards wilde plaatfen. — Meest all™ d Z.J, dat de requestranten zicli wegens hunne natrinSh. gingen trachten te verontfchuldigen, met minarl Hnl tf-ged'afprekende, en voorgevende, daarto! gênóodzaTk? ïl S h'er van waarom zij met betuiging' ^uFS^^^S^ der de Amnestie verzogten te worden begrenen Ti• , ' ??" met gene politieke zaaken meer tezuïïf, ™"±n z'cb, rat! Jen? - Wie kan goedkeuren &*^V3S£? ders dacht hieromtrent Brutus, die GVer/verachtte: om da't hH &pS^SBSïi& Ve'"l0f V1'^' °m ^ Rom ö'te tornen, (waaruit hij gebannen was,) het geen hij, als een was «° ^ kU™ende ^ £ eene S,^. de^ooidLnnt^lal^ ,a?¥ Gember 1800, heeft ving e be3.rPS ■weSens ,de morderde wijze van. aangeving en oetaaling der inkomende en uitgaande ruw» Pn k.iiSm frPoPgfSnibeSiUikeren'>U^ ropa gefabriceerd, zie Siroop. 11,11 m *u' SURCHEANCE, of opfchorting van een vonnis dat volvoerd zal worden, of van betaaling, gevraagd bii h™ asT • v?lvoeu' vermogen zijn, hunne crediteuren té voldoen e, I? h6t ^ maanden uitftcl verzoeken. Deze beide verzoeken w°d een,ge het Vertegenwoordigend Lichaam bij T%SZtten ftT hetzelve in handen van het Gerechtshof alwaar de veïoeïe is gevonmsd, om bericht, confideratien èn advies hertweel moet voorzien zyn, met brieven ■ van voorfchr jving"00rï neer h,j tegen feitelijke en perfoon 1 Sn aaÏÏC^wÜSïi befchermd te worden. Dezelven worden nie- verleend dan me nkfenmTg dS1' cvik™™- ZÜ komen niet te J s tegen vön nisfen, gegaan int kracht van gewijsde. Men verzoektdie h" request aan het Vertegenwoordigend Lichaam, waa7bf de pe foo genoemd moet worden, tegen welken dezelve dienén en worde deze verzoeken verleend of afgeflagen. naar gelang van hï vies, het z,j van den plaatfelijken Rechter of het Kür ' TA. :  TAB, TEX, THE, Ï7Ï f . x «tpf TTaBAK. Volgens befluit van het Vertegenwoordigend Lichaam is verordend, dat, bij voorraad, het uitgaand recht der Tabaks* bladeren van aile zooi ten (Inlandfche daaronder begrepen; , welke, bij de lijst van 31 Juli]' 1725, zijn belast met vijf guldens der waarde van honderd guldens, zal worden gemaatigd, in diervoeg?, dat de Buüenlandfche, zoo wel met opzigt tot den uitvoer over Zee, lartgs de Wadde en Zeeuwfche Stroomen, ais tot den uitvoer te Lande en langs de Rivieren, in het generaal op twee guldeni der waarde van honderd guldens, zal blijven bepaald, buiten en behalve de prannie of het extra-ordinaris veilgeld, waarvan da Inlandfche Tabaks-bladeren alleen, volgens Refolutie der Staaten Generaal, van 21 Julij 1601, «uilen blijven ontheven, en dat wijders, alle Inlandfche gefabriceerde Rook- en Knaau\V-Tabak, Andoeljes, alsmede gekapte, gemaalen, gefponnen, geperste en gekorven Tabak, over zee, langs de Wadde en Zeeuwfche Stroomen uitgaande, insgelijks bij voorraad, en tot nadere dispofitie, zal ontheven zijn van het extra-ordinaris veilgeld (*). TEXEL, is het 5de Departement. THEE. Het aanvoeren van thee uit het rijk van China be. houd de Bataaffche Republiek aan zich; behoorende het beftuur deswege aan den Raad der Afiatifche Bezittingen. Volgens befluit van het Vertegenwoordigend Lichaam, is de doorvoer over het Bataafsch grondgebied naar buiten, zoo te water als te lande, yan alle foorten van vreemde Thee verboden, en daarbij verftaan, dat ook alle uitvoer binnen 'sLands" van of naar eenig Departement, Stad, Plaats, Huis of Schuur, met wagen, kar, fchip, fchuit pi? dergelijken, hoegenaamd, en ten welken einde ook die vervoering zou mogen gefchieden, zal zijn verboden: — Dat alle die genen, welken voor het tegenwoordige nog in het bezit mogten zijn var» eenige vreemde Thee, zullen gehouden wezen, binnen drie maanden, na den datum dezer Publicatie, daarvan, met bijvoeging dar quantiteit, opgave te doen aan zoodanig Comptoir der Convoyeti en Licenten, gjs tot het meeste gerief en gemak der kooplieden en bezitters van vreemde Thee, in de onderfcheidene Steden en Plaatfen der Republiek, bij nadere te doenc advertentie, door ofte van wegen het Uitvoerend Bewind zal worden aangewezen, ten einde de kisten of kasfen, hetzij groote of kieene, geëmbaleerd of niet geëmbaleerd, waarin de gezegde vreemde Thee zich bevind, buiten kosten van den eigenaar, worden gebrand of gemerkt, met zoodanig teken of tekens, als daartoe zal of zullen worden gebezigd; zullende echter, opzigtelijk de quantiteit over het O Publicatie v.m hit Vitvureni Be-rind, vaa dea 31 Detember 1799, M  :*7S Tin. het geheel, de nodige orders worden gefield, dat alle discrene én de ftipfte geheimhouding, door de genen, welken tot het bran* den of merken worden geëmployeerd, deswege worden in acht genomen: - des zal het hiervoorgemelde nier eerder in werking tomen, of worden gebragt; dan na verloop van drie maanden Jueivooren omfchreven, en van dien tijd af, en vervolgens dé in voegen voorfz. niet gemerkte, en aldus agterhaalde kisten of kasten Thee voornoemd, voor vreemde gehouden, en tot confiscatie van dezelve geprocedeerd worden, en zal zoodanige Thee midsgadérs het fchip, de fchuit, wagen, kar, paard, lleede of waarmede de vervoer ook zij gefchied, ten behoeve van den feÉ'^-'CT dlS vei'dei" gerechtigd zijn, wezen verbeurdgehjk mede Sij dezen word verboden alle in-, uit-, door- en Immi-hndkhe vervoer van ledige of 'anders van met Thee aevuld© kisten of kasfen voornoemd , welke niet in Voege voorfz aul.cn zijn gemerkt of gebiand, midsgadérs van gedee'tcn derzelven op nrene van één honderd guldens voor elke kist, of kas groot of kjeen, geheel of gedeelte, tc verbeuren bj den genen' de dezelven aldus zal hebben, in, uit, door ,. of binnen '; Lands venoerd, ot daartoe last of order zal hebben gege-en: behalve Mg de verbeurten van de kisten of kasfen, en het geen in de zeiven anders, dan Thee, mogt worden gevonden. Zie Tranfito. rrri u" 'S hoofdplaats van het 33fte DiftricT:. 1 UIEN DE. Een gewaand recht, dat van de Jooden en Hei, denen oorfpronglijk, daarna onder de eerfte christen-kerken en Vervolgens, aan de Staaten. des Lands, die hetzelve aan de ^raa yen in den tijd overdroegen, algemeen geworden en aangenomen is. — Dit haatlijk recht bezaten dus de zoogenoemde graaven die het aan de leenheeren en heerlijkheden overgaven. Dezen vorderden van den Pachter of Bruiker der Land-goederen een t,endS gedeelte van koren of veldvruchten. - Het thiendreclm was onderfcheiden in drieerlei foorten, en weiden genoemd te weten: ° ' ^Croftienden, hieronder begrepen, Rogge,Tarwe, Haver, Garst, Lrwten, Boonen enz. . ' Smaltienden, waaronder bchooren Moes, Hout, Gras Hooii Ji-en ' RaapCn' AardaPPele"> Appelen, Peeren, Nootëu Krijtende tienden, als van Varkens, Koeijen , Kalveren, Lammeren, Ganfen, Hoenderen, Vogelen, Beijen enz. Dit recht dan, hetzij uit het leenftelfel al of niet herkomftig was ondraaglijk voor den Landbouwer en Akkerman, die uit zint veldgewas, voor een huishouden van vrouw, met fomwijlen zeven ot agt kinderen, zijn beftaan moest zoeken, nog boven en behalve zwaare lasten en grove landhuuren, door hef tiendrecht gedrujrt werd. Offchoon zommigen willen, dat dit recht van Ho oude Duitfchers bij ons in den jaare 1288 is overgenomen, fa het echter waar, dat Mofes, de wetgever der Isralliten, de «cr«e ïniteller van hetzelve is geweest. Immers, nadat hij aan dc  Tfflj, TIL, TIT, TOO. #Jj de Israëlieten eene meenigte van wetten had voorgefchreven, hoe zij hunne have en hun vee, naar de fchatting der priesters, met een vijfde deel.boven de waarde van dien moesten losfiên, gebood hij hun, dat zij een tiende gedeelte van het zaad des Lands, van de vrucht der geboomten, van runderen en kleen vee, zouden opbrengen. Dit noemde hij: zijn des Heeren; zij zijn den_ Heere heilig. Wanneer de kinderen ïsraêls van hunna tienden iet losfen wilden, waren zij gehouden, een vijfde gedeelte' daar te boven te geven. — Het blijkt, dat de verlichting in die dagen' onder de volken nog niet bekend was, maar dat hetzelve in zijne domheid gewillig gehoorzaamde. De Priesters fpeelden toen al geene mindere rol, met zich van de eigendom.men der inwooners onder het masker van godsdienflige offers en pligten, meester te maaken. In hoe verre Mozes als ftaatkun» dige, de gewoonten van zijnen tijd gevolgd zij, ftaat ons hier niet te onderzoeken. Zeker is het, dat zijne inftelling, zoo veele eeuwen door meest alle Staaten gevolgd, geenfins 'de uitfpraak is der ware. wijsgeerte, als welke allen menfchen gelijke rechten toekent, en bepaalt, dat niemand zelfs het minftft deel zijner eigendommen behoeft af té ftaan, dan na voorgaande» fchaêyergoeding of overeenkomst. Gelukkig, zijn ons thans beter tijden befcboren, waarin men geene tienden vordert, en dn$ geene zogenaamde edelen hunne tafel meer verfieren met het zweet en bloed des nij veren landmans, welken zij, door willekeurigs 'zoogenaamde oude herkomften of rechten, onderdrukten. -Neen! •dank zij der wijsbegeerte, welke den mensch tot zijne wezenlijke waarde terug • voert en alle dergelijke ondraaglijke en haatlijke leen-thiend-rechten enz. heeft afgefchaff en vernietigd. (Wegéns de afkoop der thienden, zie Afkoop.) Burgerl. en Staatk. GrondK Art. 25. THIJNS, zie hier vooren Tienden. TILBURG, is de hoofdplaats van het 38fte DiftricT:, alsrfie.Ü Van den derden Ring in het zevêndê Departement. 'TITULATUREN. Niemand hoegenaamd vermag in eenige aankondigingen in de couranten of andere nieuwspapieren, noch aan de ftijlen eh posten der deuren plaatfen, de ten tijde dér overheerfching in gebruik zijnde Titulaturen van heer vrouw, vrouw, weledele, weledel geboren, graaf, baron, enz. zijnde de beftuuren der plaatslijke gemeenten gelast, ten rigoureuften de hand te houden aan de uitvoering der Publicatie van 8 Jtir.13 1795, ten dien opzigte door de Provifioneele Reprefèntanten van het Volk van Holland geëmaneerd, en vooral te letten op Art. 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12 eh 13 der gezegde Publicatie (*). TOORENS, op de kerken, met derzelver huifingen, 2ijrt ver» Waard als eigendommen van de burgerlijke gemeenten, en ftaan ten O ^?"ffi>my''"g van clc Conr.msf.c van Binnenlandfche CorrapirJcntié uit he« Intermediair ^tdmtmstratif teffuur van het voormalis rnwt ffollnnd aan de .B'.u» n iCffwtlMlMn , ijl dat (jewtst, van den 10 Maart I7yy.  **> TOU, TRA. ten allen tijde onder derzelver beheèring en onderhoud WaarM het onderhoud moet gezogt worden van die toorens, welke als baaken voor de zeelieden dienen, heeft de Staatsregeling met befast, en te recht, daar het, mijns oordeels, van zelfs ïpreekt dat zij, die van dezelve baakens eenig voordeel genieten, ook dezelven moeten onderhouden, wijl dezelve geacht wor- w'7g J^? 5e.,zijn van de Plaats' waal' Z'J' zith daadlijk bevinden. Addit. Artikelen, Art. 6. TOUWWERK tot de fcheepvaart onbruikbaar zijnde, daar onder begrepen, alle Lompen, van allerlei Viswant, zoo oud als nieuw, gebroken en aan ftukken gekapt touwwerk, is voor den tijd van vijftien jaaren verbooden uit te voeren, zoo te water ais te lande, ©p veibeurte van hetzelve, mitsgaders de karren, wagens, lcheepen enz., waarmede hetzelve vervoerd zal worden, tlen. dubbelde wasrde van het verbeurde (*). IRACI AATEN, zijn verbindtenisfen tusfehen Volk en Volk, ot tuslchen deze en gene Mogendheden aangegaan. — Dezelven zijn onderfcheiden, als van koophandel, zeevaart, onzijdigheid, ▼iede enz.; 21; hebben even gelijke kracht, als de overeenkomiten en buigerujke handelingen, en zijn onderworpen aan de lüptfte naarkommg en goede trouw. — Dezelven worden, ingevolge van den last of der volmagt, door de Ministers enz. ge noten en geteekend, en bij de contraftanten wederzijds geratificeerd^ ioen Claudius Civilis, de veldoverfte der Batavieren, met de tnejen en Kannefaaten tegen de Romeinen oorloogde floo»hij met de Cenales, ieder ftaande aan het einde van een gebroken brug, over de rivier den Rhijn gelegen, een vredes-verbond. Deze eenvoudige wijze is merklijk ontluisterd, naar gelang der deelhebbenden in den oorlog. Dus waren, in den jare 1Ö79 op de vredes onderhandelingen te Nijmegen, meer dan veertig Ambasfadeurs en Enyoyés, en men wil, dat bij de vredes-onderbandelingen te Hojtadt, in den jaare 1799, zoo Ministers als gevolg, meer aan vier honderd perfoonen, tot het congres behoorende, zich in die ftad bevonden. — De vraag is: of traftaaten blijven ftand grijpen, zo éen van beiden der contracterende partijen hunne regeeringsform veranderen? Hugo de Groot (f) and woord hierop, dat, ofschoon het ftaats-beftuur in de wijze van regeering of van perioonen verandeie, het volk daardoor niet veiftaau word te zijn veranderd, of zijn beftaan te hebben verlooren. In tegendeel de traftaaten blijven in haare volle waarde en kracht, doordien dezelven niet zijn aangegaan en gefloten , als beftuur of re^ee.nng,_maar dezen handelen in naam van het volk, en flm"ten°a[. voo in die betrekking de tractaaten en verbonden , zie Verbindtenis. — De Traftaaten, door deze Republiek met andere Mo«endheden gefloten, welke altijd onder de chartres van wiüen Hun ayD?7uïl'iïr' htt Btmnd, ia dato 24 0«Ob«r l.-p».  TRA. 181 Hun Koog Mog. berustende zijn geveest, zijn.nu onder de bewaring van het Uitvoerend Bewind (*), ÏRACTAMENTEN, jaarwedden of inkomen van ambten en bedieningen, epz. — De Leeraaren en Hoog-leeraaren der voormaals heerfcheri.de kerk, blijven, tot in den jaare 1801, dg gewoone tractementen uit 's lands kas genieten, moetende, in dien tusfehen tijd, door dezelven de nodige fchikkingen tot verdere betaaling gemaakt worden. Inmiddels heeft het Vertegenwoordigend Lichaam befloten, dat allen, die met de administratie over zulke goederen en fondfen gelast zijn, uip welker inkomften de traftamenten, penfioenen en kiuder-gelden, van de Hoogkeraaren enz. der voormaals heerfchende kerk, het zij geheel of gedeeltelijk, betaald werden, met de betaaling zullen continueeren, tot deswege, na gedaare overdragt van de goederen en fondfen , in het 4de Art. der Additioneele Artikelen breeder pmfchieven, eene nadere fchikking zal zijn gemaakt, met dien verftande, dat de betaaling van gemelde traftamenten enz. voordaan zal moeten gefchieden, telkens om de drie maanden, en zullen de aldus gedaane betaalingen, voor zoo verre dezelve niet voordkomen uit de geestelijke goederen en fondfen, in gemelden 4den Artikel omfchrevcn, aangemerkt worden, als aan den lande voorgefchotene penningen, welke zullen gerestitueerd wprden, uit evengemelde Nationaal verklaaide goederen en fondfen, zoo dra behoorlijke overdragt van dezelven zal gefchied, en daarover Nationaale Administrateurs zullen aangefteld zijn (f). Geen traétamenten aan Leeraaren of Hoogleeraaren te betaajen, dan die met een certificaat van den Kerkenraad voorzien zijn. Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 21 Meij 1799. ASe van Staatsr. Art. 50, Litt. L. 191, 275 en 286, Regiem. Litt. D, Art, 11, Regiem. Litt. E. Art. 18 en Addit. Artikelen Art. 1. Daar het de Bataaffche Natie niet onverfchillig moet zijn, tQ weten hoe veel de traftamenten van de Leden der Hooge en Laage Geconftittieerde Magten, benevens derzelver Ministers, Geëmployeerdens en Suppoosten, alsmede van de Land- Zee- en gewapende Burgermagt, jaarlijks beloopen, zal ik, om de weet7 lust van de zulken te voldoen, eene opgave van dien, voor zop verre die bij de Staatsregeling en bij de Decreeten van het Vertegemvoordigend Lichaam gedecreteerd en bepaald zijn, hier laaten volgen, en dus eerftelijk, van A Het Vertegenwoordigend Lishaam. Atle van Staatsr. Art. 41. In de eerfte en tweede Kamer te zamen 94 Leden, d ƒ4000 ieder, is . . . ƒ 376000 B. Het Uitvoerend Bewind. Atje van Staatsr. Art. 102. Vijf Leden, ieder / 12000, is . ƒ doooa C, De (•) Decreet van hst Vertegenreee'diger.i Lichaam, vs» den =8 Maart iGop. O) FHbticttic van het Vitveereni heaind, van den it Oftobe» 1798. M 3  l'8a TRA. C. De Agenten. Acle van Staatsr. Art. 93. Deze zijn acht in het getal, ieder/9000, is . ƒ 72000 D. De Departementaale Beftuuren. Acle van Staatsr. Art, 186. Zes en vijftig Leden, te weten 8 Departementen in elk 7 Leden, a ƒ 7 voor ieder Lid daags, is 7143080 E. De Departementaale Gerechtshoven. Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam van den .... 80 Leden, te weeten 8 Gerechtshoven, in elk 10 Leden, a ƒ 2500 voor ieder Lid, is . . . ƒ 200000 F. De Burgerlijke Rechtbanken. Leden over de geheele Bataaffche Republiek, ieder Lid/ is . . ƒ G. De Vrede-Rechters. In het getal, ieder derzelven geniet ƒ is ƒ H. De Commisfarisfen der Nationaale Treforie. Acle van Staatsr. Art. 221. 5 Commisfarisfen, ieder ƒ 4000, is . . ƒ 20000 /. De Nationaale Rekening. Art. 35 van derzelver InJlru&ie. 7 Commisfarisfen, ieder ƒ 3 500, is . . ƒ 24500 K. De Buitenlandfche Bezittingen. Atle van Staatsr. Art. 235- 9 Raaden der Alïatifche Bezittingen, ieder f 4000, is ƒ 36ooo 5 Raaden der Americaanfche Colonien, ieder ƒ 4C00, is . . . 20000 ƒ 56000 L. De Hooge Zee-Krijgsraad. Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam, in data 5 Oclober 1799. 7 Leden, ieder Lid ƒ 6 daags, is ƒ 15330 M. Het Bureau van Gezondheid. Decreet van het Vertegenwoordigend Lichaam, in dato 7 Januarij 1800. Twee Leden, ieder/ 2000, is . . ƒ4000 Een Lid l6oo ƒ 500a n. Ministers en verdere Geëmployeerden bij de voorgegemelde hooge en laage Geconftitueerde Magten,'en onderfcheidene Bureaux. Bij het Vertegenwoordigand Lichaam. Eerfte Kamer. Fen Secretaris .... ƒ 4000 Eert Gommis Notulan's . . . - 2400 Een Gommis Expediteur . . - 4000 Een dito . , t t - . ooco Ken Chartermeester .... 1600 Een Indexmaaker . . ... 2200 Een Klerk van • ',' . . i^qq Twee  TRA. jF3: Twee dito van ƒ 1500', is . . ƒ 3000 Een dito van . . . - 800 Tien dito met Schrijfloonen . . - 15000 Een Conchierge tevens Boutefeu . . - 1000 Een Kamerbewaarder ... - 1200 Een Boodfchapper van Staat tevens Contrarol- Jeur van de Bodens ... - 1200 Negen Bodens . . . - 9000 ■ >—f 48800 Bij de Tweede Kamer. Een Secretaris .... ƒ 3000 Een Commis Notularis, tevens Expediteur - 2200 Een eerfte Klerk . . 120a Vier Klerken met Schrijfloonen . . - 5600 Een Conchierge, tevens Boutefeu en Kamerbewaarder ... . . . - 1200 Een Boodfchapper van Staat . , - 1200 Vijf Bodens .... - 5000 i9+?« O. Bij het Uitvoerend Bewind, Een Secretaris .... ƒ 6000 Een Griffier . .... - 4000 Vijf Commifen Notularis . . - 12500 Drie Commifen Expediteurs . . - 6000 Een Klerk ter Expeditie' . . 1500 Een Indexmaaker . . 2200 Zestien Klerken . . . - 16000 Zeven Bodens .... - 6300 Een Bode of Conducteur . . - 1200 - 5579» P. Bij de Agenten. Hiertoe zal een globaale fomma aan het Uitvoerend Bewind ter d>spofitie worden gegeven, om onder de Agentfchappen te verdeelen, uitgezonderd aan de Se-e cretarisfen, welkers traftamenten voorgedragen zijn, te weten : Bij het Agentfchap van Buitenl. Betrekkingen ƒ 4000 r_ ■— Marine , - 4000 , Oorlog. . - 4000 . Finantie, . - 4000 — Juftitie . - 3500 .— Opvoeding . - 3500 ; (Economie . - 3500 , Politie . . ■ -. 4000 ƒ 30500 Qj Bij de Departementaale Beftuuren. Een Commisfaris . ƒ 3500 Een Secretaris ... , 2509 M 4 Eei>  TRA. Een Commi* ; ; f ,CArt Een eerfte Klerk . . '. ' 1 Een tweede Klerk . . . * . g°° Een Kamerbewaarder . . Twee Bodens .... . ™ ieder Departement ƒ 11300 Is voor de 8 Departementen ... ƒ 50400 tf. Bij de Departementaale Gerechtshoven. Een Cotnmisfaris .. . f Een Procureur Generaal ' ' Een Griflier . . , - a?oo Een Secretaris . k . ' . . ^00 Eeil Gommis ... Klerken , . Een Kamerbewaarder, tevens Conchierge' . 1000 Exploifteur, geen Traftament, maar Emolumenten . . . Memorie. Bodens . Dienaars . 4. . „ ieder Hof ƒ Is voor de 8 Gerechtshoven ... ƒ S. Bij de Burgerlijke Rechtbanken, Een Bailluw .... ƒ Een Secretaris . . . . , T> Bij de Vrede-Rechters. Een Klérk . . . . t Een Bode ..... e t/. Bij de Commisfarisfen der Nationaale Rekening. Een Secretaris . . . t .,c0 Een Griffier .... . 3000 Ëen Eerfts Commis . . . .2500 Tvvêë Commifen tot het werk der Converfie - 280a KcVen Cottntïiien ; . j2öoo Vier Klerken töt het werk der Converfie . - 400a "Negen Klerken . ... 9000 Ëen Kamerbewaarder ... . 800 Twee Bodê'ns .... ï6oo Een Kamerbewaarder tot de Converfie , - 800 —■ — ƒ 4:óqo v. By  TRA, ISJ V. Bij de Hooge Zeekrijgsraad. Een Fiscaal . . . f rekend als Advocaat. Een Secretaris . , . . - 2190 Een Commis . . . 1095 Een Klerk . . . . • 1095 ƒ 438(* tV. Bij het Bureau van Gezondheid. Een Secretaris . ƒ 1200 Een Apothecar of Magazijnmeester . - 1400 — ƒ 3o"«a X. Bij 's Lands Drukkerij. Een Direéteur . . . ƒ 2000 Een Boekhouder . . 800 Een Eerfte Corre&or . . 1609 Een Tweede Corre&or . . óoo Een Meesterknecht ... - ■ ƒ 500» f. Bij het Bureau van Convcrfie der Staatsfchuldeïi. Chef de Bureau ... ƒ 3000 Drie Eerfte Commifen, ieder ƒ 2000 . - 6000 Drie Tweede Commifen . . - 4.200 Zes Klerken .... - 4800 Een Bode .... - 600 ƒ 1860» Z. Bij het Bureau ter Converfie van Recepisfen uit-de Geldheftlng. Twee Commifen . ƒ 40OO Tien Klerken . » 8000 Een Bode . . . - 480 / 12480 AA. Bij de Lieufenants Generaals, bij de Generaal Majors, en bij de Armee. Drie Commisfarisfen . ƒ 7500:15: o Twee Colonels . . - 9001:16: 4 Drie Lieutenants Colonel . .10204: 0:10 Zes Capitains.Adjoint . - 14406: I:t4 Twee Lieutenants-Adjoint . - 2801: 7: 8 Zeven Adjudanten-Major . - 11202: 1: 9 ƒ 55415; 2:13 BB. De Traftamenten van de Nationaale reguliere troepen , de Bataaffche troupen, bij het Vertegenwoordigend Lichaam tot na den vreede georganifeerd, on« verminderd het geen by de Staatsregeling, ten opzigte der vermeardering, afdanking enz. is bepaalt, beftaan aldus: a Lieutenants-Generaal, ieder . . ƒ 9000:13: 7 4 Generaal-Majors, ieder » 6001:19: 6 De Staf van een Lieutsnant-Ganeraal beftaat nit M j x Liea-  186 TRA. i Lieutenant-Coloncl, AdjudantGeneraal ... ƒ 3401 • 6:14 I Capitain-Adjoint . . - 2401: o: 5 I Capitain-Aide-de-Camp . - 2401: o; 5 1 Secretaris . . . - 1204:10: o 4 2 Stafs. 8 Total *s Jaarlijks . . . : ƒ 18815:15: <ï De Staf van een Generaal-Major. I Aide de Camp . . ƒ 2401 .-0:5 1 Secretaris . . - 1204:10: o a 4 Stafs. 8 Total 's Jaarlijks " . ƒ m22. r . + De Infanterie is verdeeld in halve brigades; een halve brigade beftaat uit 3 bartaillqns. De Staf der halve brigade beftaat in 3 Colonel ... ƒ 4000 .-3:7 12 Mufikanten, ieder . . - 273:15: o 13 Total 's Jaarlijks .... ƒ 7285- 3- 7 De Staf van een Battaillon. l Lieutenant Colonel . ƒ3000:19:11 I Major . . . 2205: 5: o I Lieutenant Quartiermeester - 1001: 9: 6 j Adjudant . . - 602: 5: o I Chirurgijn Major . . - 1502: 4: 1 I Tweede Chirurgijn . - 711:15; o a Chirurgijns Eléves, ieder . - 250:18:12 I Tambour Major . . - 273:15: o 1 Meester Geweermaaker . - 109:10: o 1 Zadelmaaker . . . - 109:10: o II Total Jaarlijks ... . ƒ10913:10:11 Een Battaillon beftaat uit een compagnie Grenadiers en 8 compagnien Fufeliers. Een compagnie Grenadiers. 1 Capitain . . ƒ ^05: 5:15 I Lieutenant . , - 711:15: o I Onder-Lieutenant . . - 500:14:11 I Sergeant-Major . - 310: 5: o 4 Sergeanten, ieder . - 255:10: o 1 Fourier . . . . 255:10: o 8 Corporaals, ieder . - 146: o: o 2 Tambours, ieder . . - 127:15: o ptt Gre-  TRA. ïg/ | 96 Grenadiers, ieder . - 100: 7: 8 «5 Total . . ƒ 15460: o:*io Een compagnie Fufeliers 1 Capitain . ƒ 1600: 5:15 1 Lieutenant . - 711:15: o 1 Onder-Lieutenant : 500:14:11 1 Sergeant-Major . - 292: o: o 4 Sergeanten, ieder - 237: 5: o 1 Fourier . . - 237: 5: O 8 Corporaals, ieder - 127:15: o 2 Tambours, ieder - 109:10: O 90 Fufeliers . . - 91: 5: o 109 Total ... ƒ 13744:10:10 8 Compagnien. 872 Total der 8 Compagnien ƒ 109956: 5: o 115 Man, uitmakende de comp. Grenadiers - 15460: 0:10 987 Man, te famen . ƒ125416: 5:10 11 Man,uitmakendedeStaf van 't Battaillon . .- 10013:10:11 998 Total van een Battaillon/ 135429:16: $ 3 Battaillons ii 2994 Total van 3 Battaillons/ 406219: 8: IS 13 DeStafderhalveBrigade- 7285: 3: 7 : 3007 Total ener halve Brigade/ 413574:12: 6 7 Halve Brigades. «1049 Koppen, is Jaarlijks . . . ƒ &89J022; 6:19. ' Een Battaillon Jagers, beftaat uit zes Compagnien. De Staf van een Battaillon. 11 Lieutenant-Colonel . ƒ3000:10:11 11 Major . . 2200: 5: s 11 Quartiermeester . . - 1001: 9: 6 B Adjudant . . 602.: 5: o li Chirurgijn-Major . - 1502: 4: 1 li Tweede Chirurgijn , - 711:15: o | e Chirurgijns Eléves, ieder . - 255:10: O j i Staf Halve Maanblazer . - 273:15: o li Meester Buxemaaker . - 127:15: o 1 Zadelmaaker ... - 127:15; o h Total ƒ 10053: 3: 7, Een compagnie, beftaat uit I Capitain , . . ƒ1600: 5:15 ft Lieutenant . . - 711:15; 6 la- Qnder-Lieutcïiants» tedêt - 500; t4J 1  rSS TRA. ï Sergeant-Major . . . ƒ 310: j: o 6 Sergeanten, ieder . - 255:10: o 1 Fourier , * . . - 25.5:10:' o 12 Corporaals, ieder . . 146: o: o 3 Halve Maanblazers, ieder - 127:15: o 2 Waldhoornisten, ieder . - 127:15: o 136 Jagers, ieder . . -109:10: o 165 Total . . ƒ 22695: ~oï~o 6 Compagnien 990 Total der zes Compagnien ƒ "136170: 1: r4 " De Staf van 't Battaillon - 10059: 3: 7 1001 Total van een Battaillon ? 1462297 5 • 5 4 Battaillons * ■ ' 4004 Koppen is Jaarlijks . \ '~ ƒ584917: 1: 4 De Staf der Artillerie beftaat uit 1 Colonel en Chef . ƒ 7000 .-5:0 l Aide Adjudant, met rang van Capitain • . - 1204:10: o I Regiment-Schrijver, met rang yan tweede Lieutenant - 750:10:10 3 Total . . ƒ• 8955: 0:15 Een Battaillon Artillerie is famengefteld uit zes Compagnien. De Staf van een Battaillon. 1 Lieutenant-Colonel . ƒ 3500:11: 9 I Adjudant . . . IOoi: 9: 6 1 Lieutenant-Quartiermeester - 1001: 9: 6 1 Tambour-Major . . - 310: 5: o 4 Total . . . /~5873:i5: 5 Een Compagnie beftaat uit 1 Capitain . . ƒ 2500: 5:0 1 Tweede Capitain . - 1204: 4: 6 2 Eerfte Lieutenants, ieder - 750:10:10 2 Onder-Lieutenants, ieder - 601: 2: 3 ï Eerfte Bombardier . . 383 : 5 • o 8 Bombardiers, ieder . - 3ro: 5: o 1 Fourier . . . 310: 5- o 2 Cadets Eléves, ieder - 127:15: o 8 Corporaals, ieder . - 164: 5: o 4 Tambours, ieder . . 127:15: o 2 Timmerlieden, ieder . - 127:15: o 2 Wielenmaakers, ieder - 127:15: o a Smits, ieder . . - 127:55: o I Compagnies-Chirurgijn - 500:14:11 ' 128 Canonniers, ieder . - 127 .-15: o «S5 Total . . ƒ "29280:19:11 , 6 Com-  TRA. 6 Compagnien. _^ . *99o Total der 6 Compagnien ƒ 175685:18: 2 4 Staf van het Battaillon - 581-3:15: 5 994 Total van een Battaillon ƒ 181499:13: 7 4 Battaillons. ^ 3976 Total van 4 Battaillons ƒ 725998:13:12 3 Staf van de Artillerie 8955: 6:15 3979 Koppen is Jaarlijs , . . .. . ƒ 734953 •' 14: n De Rijdende Artillerie. De kleine Staf der beide Compagnien beftaat uit 1 Quartiermeester . . -ƒ 1001: 9: 6 1 Adjudant ... - 803 .-5:0 1 Piqueur . . . - «803: o: o 2 Tweede Chirurgijns, ieder - 602: 5: o 1 Zadelmaaker . . . - 310: 5: o ^ 1 Vaanfmit . . . _j 365: o o 7 Total . ƒ 4467: 4-: 6 Een Compagnie beftaat uit 1 Capitain . . ƒ 2500: 5:0 1 Tweede Capitain . - 1701:16: 4 1 Eerfte Lieutenant . . - 1400:13:12 2 Onder-Lieutenants, ieder - 1204:10: o 1 Eerfte Wachtmeester' . - 383 •* 5: o 7 Wachtmeesters, ieder . - 310: 5: o 1 Corporaal Fourier . - 237: 5: o 7 Corporaals, ieder . . . - 164: 5: o 2 Cadets Eléves, ieder . - . 127:15: o 2o Canonniers, ieder . - 127:15: o 2 Trompetters, ieder . - 237: 5: o 1 Timmerman ■, . 127:15: o 1 Wielenmaker ... - 127:15: o __i_Sinit . . • - 127:15: o 108 Total . ƒ 23287: o: o 2 Compagnien, . ■ 216 Total der 2 Compagnien ƒ46574: o: o 7 De kleine Staf . - 4487: 4: 6 a23 Koppen is Jaarlijks . . ƒ 51061: 4: 6 De Staf van een regiment Cavallerïe, Dragonders of Husfaaren, beftaat uit 1 Colonel . . ƒ 4500 :18: 2 2 Lieutenants-Colonels, ieder - 3401: 6:14 1 Regiments-Quartiermeester - 1001: 9: 6 1 Chirurgijn-Major . - 1202: 4: 6 1 Tweede Chirurgijn . - 501:17: 8 2 Eléves, ieder . . - 455:10: o 1 Eerfte Adiudint . - 1202: 4: 6 1 Twee-  •ï9o TRA, i Tweede Adjudant . ƒ 803:0:0 1 Eerfte Piqueur . . - 803: o: o 1 Tweede Piqueur . - 602: 5:0 1 Staf-Trompetter . . - 310-: 5: o 1 Zadeimaaker '. . - 310: 5: o 1 Vaanfmit . . - 365: 0: o 15 Total . . . ƒ 18916: 2: 8 Een Regiment is famengefteld uit agt Compagnien, en ieder Compagnie uit I Ritmeester . ƒ 2401:0: 5. 1 Lieutenant . , . 1400:13:12. .1 Onder-Lieutenant - 1.202:. 4: 6 3 Opper-Wachtmecster - 383: 5: o 2 Wachtmeesters, icdetf» - 310: 5: o 1 Corporaal-Fouricr ob. • . 237; 5: o 5 Corporaals, ieder . •- 164: 5: o 64 Ruiters, Dragonders of Husfaren, ieder . - 127:15: o 1 Trompetter ,. - 237: 5:0 77 Total . . ƒ 15479:'8: -7 8 Compagnien. 616 Total der 8 Compagnien f 123835 : 7 : 8 IS De Staf . ' r • ^ 18916: 2: 8 631 Total van een Regiment ƒ 142751 ^ja; o ' 4 Regimenten. 2524 Koppen is Jaarlijks 11 .- ~ . . . w ƒ 571006: o: o Het Corps Minetirst en^Sappeurs beftaat uit twee Compagnien. • De. Staf beftaat uit 1 Lieutenant Colonel ;si . ƒ 3401. 6:14 1 Quartiermeester . - . 602.: 5: q. 1 Adjudant . • . • - 602: 5: o. r Chirurgijn , . . __- 500:14:11 4 Total ... ƒ 5106:11: 9 Een Compagnie heeft 1 Eerfte Capitain . ƒ 2500: 5: o 1 Tweede Capitain . - 1204: 4: 6 2 Lieutenants, ieder . - 750:16:10 1 Onder-Lieutenant ; - 60215:0 1 Eerfte Sergeant . . - 1 365: o: o 4 Sergeanten, ieder . . 310: 5: o 1 Corporaal-Fourier . - 237: 5: o 6 Corporaals, ieder ; . . 164: 5: o 40 Mineurs en Sappeurs, ieder - 127:15: o 1 Tambour . . . - 127:15: o 10 Metfelaars, ieder . , - 127:15: o 6 Timmerlieden, ieder . - 127:15: o  TRA. IOï 4 Steenhouwers , ieder . ƒ 127:15: 6 i_Smit . . . 127:15 :. o 79 Total . . . ƒ 16555: 0:10 2 Compagnien. 158 Total der 2 Compagnien ƒ33110: t; 4 4_De Staf 5106:11: 9 1Ó2 Koppen is Jaarlijks - ~~ . ƒ 38216:11:13 De compagnie Pontonniers beftaat uit 1 Capitain . . ƒ 2500: 5. 0 1 Lieutenant . • . 750:10:10 1 Onder-Lieutenant ' . - 602: 5: b 1 Sergeant-Major ..' .. . '365: o":- o .. 2 Sergeanten, ieder . . 310: 5: o 1 Corporaai-Fourier' . - 237: 5: o 4 Corporaals, ieder . - 164: 5 : o 1 Blikflager . . - 146: o: 'o ' I Smit . . . 146: o: o 1 Wielenmaaker . ' • . - 146: o: o 3 Timmerlieden, ieder . - 146: o: o 2 Tambours, ieder . - . 127:15: o 40 Pontonniers, ieder . - 127:15: o i_ Chirurgijn . . - -401:10: o 60 Koppen is Jaarlijks . . ;.', ] ƒ 12375:15:10 Het Corps de 'Génie beftaat uit 1 Dire&eur-Generaal . ƒ '7'coo: o: s 3 Colonels-Direfteurs, ieder - 4300:" 3: 2 3 Lieutènants-Colonels-Directeurs, ieder . . . 3200:11:14 6 Lieutenants - Colonels - Ingenieurs, ieder . . ƒ2500: o: 5 22 Capiteins, ieder . - 2000:13: 2 24 Lieutenants, ieder - . - 1000: 6: 9 20 Extra ordinaire 'Lieutenants, ieder . - ... , . - 601: 2': '3 . ..t - .. 79 Koppen is Jaarlijks .. \ . ƒ124548: 5:5 Zoo dat onze Armee beftaat uit 7 halve brigades, of 21 battaillons 21049 Man ƒ 2895022: 6-10 4 Battaillons Jagers . . . . , 4004 584917:' 1: '4 4 Battaillons Artilleristen . . ■ . 3979 s-i- - 734953 :14: ix 2 Compagnien Rijdende Artillerie 223' ■-. . 51061: 4: 6 4 Cavallerie-Regimenten . . . 25.24—- ■- 571006 : o': o Mineurs en Sappeurs .... 162 m 38210:12:13 Pontonniers 60 . - 12375 :15:10 Het Corps de Genie 79 124548: 5: 5 Te famen . . - . . 32080 Man Kostende aan den Lande'Jaarlijks . . ƒ 5012101: o ir Hier-  3J>2 TRA. Hierbij gevoegd De Lieutenants-Generaal met derzelver Staf De Generaal-Majors met hunne 3 ^ 7' * Stafs - • 58429:18:12 Het Bureau van CcsorxIJicid - gicc: o: o ' "li.. 83447: 0:10 De Equipeaen^lden. al, i / 5095548: 1! 5 De Infanterie . . f •:. . . 12: o De Jagers . . . 161740:10-: o De Artillerie . . - 1 18174: 8: o De Rijdende Artiik-r'c - jngg- o- o DeCavallenc . ;• - o: o Het CorpsMifleürs enSappcuri - 5387: 4: 0 De Compagnie Poi.tui.n.ers - 1319:12:0 - ƒ I557<509 12' 0 In het geheel Jaarlijks beloopende ƒ 6Ó53157.13 ~ 5 Het Vertegenwoordigend Lichaam heeft ter gelijker tijd een Reglement voor de troepen gearresteerd, .beftaande uit 46 Artikelen; behelzende de algemeene inrichting, de werving, de dienstdoening, de wijze van betaaling en eene inrichting'hoedanig de verkiezingen van Opper- en Onder-officieren, bij'Voorvallende vacatures, zullen plaats hebben. Decreet van liet Vertegenv/oordin-cni Lichaam van den 7 januarij 1800. ö CC. De Soldij, Zee Traaamenten, Tafelgelden enz. van het Corps Zee-Officieren, ten dienfte van de Bataaffche Republiek, bij de Nationaale Vergadering op den 28 Maart 1797 gearresteerd, zijn de volgende; Soldijen. I Lieutenant-Admiraal, met rang Van Veldmarfchalk bij de Armee te Lande (deze Charge word alleen in buitengewoone gevallen gegeven.) . ƒ 7000 4 Vice-Admiraals, met rang van Lietitenant- Generaal, ieder ƒ 4000 is . 16000 6 Schouts-bij-Nagt, met rang van Generaal- Major, ieder ƒ 2500 is . . -15000 36 Capitainen, met rang van Colonel, teweten: 12 van den 1 rang, ieder ƒ 1200 is . . 14400 12 van den 2 rang, ieder - 1100 is . - 13200 12 van den 3 rang, ieder - 1000 is . - 12C00 36 Capitein-Lieutenants, met rang van Licu- tenant-Colonel, ieder ƒ 700 is . . - 25200 36 Eerfte Lieutenants, met rang van Major, ieder ƒ 550 is . . . . JoSoo 200 Ordinaire Lieutenants, met rang van Capitein, als; * 100 Kan  TRA. jyj ioo Van den i rang, ieder ƒ 400 is . ƒ 40000 100 van den 2 rang, ieder - 350 is . ,- 35000 2oo Cadetten, met rang van Sous-Lieutenants, als: ',' 40 van den i rang, ieder ƒ 200 is . . 8000 60 van den 2 rang, ieder - 150 is . _ 9000 joo van den 3 rang, (deze trekken geen vast tractamgnt als de gewoone ioldijen, voor den tijd dat zij werklijk iri dienst gefteld zijn.) 30 Lieutenants der Marine, om de Scbeeps-Sol- daaten te commanderen, ieder ƒ 300 is - 9000 30 Chirurgijn-Majors', te .weten: 10 van de 1 Clasfe, ieder ƒ 650 is . - 6500 20 van de 2 Clasfe, ieder - 500 is . - 10000 30 Eerfte Schrijvers, als: 10 van de 1 Clasfe, ieder ƒ 600 is . - oboo 20 van dé 2 Clasfe, ieder - 500-is . - 10000 30 Conftapels-Major, ieder ƒ 250 is . - «7500 30 Opper-Stuurlieden, ieder ƒ 250 is . . 7500 30 Opper-Schippers, ieder ƒ 200 is , - 6000 30 Opper-Timmerlieden, ieder f 100 is - 3000 729 Koppen, kostende Jaarlijks aan foldij . ~ , ƒ 280101 Tafel-Gelden. 3 Lieutenant-Admiraal, 's maands ƒ 1200 is iri *t jaar - . . . ƒ ^400 1 Vice-Admiraal ƒ 1000. 's .ds is . - 12000 1 Schout-bij-Nagt ƒ600's maands is . - 7200 1 Capitain ƒ 400 's maands . . - 4800 ~~ * 384:0» .■Zee-Traftamenfen . door de in dienst gefteld zijnde of wordende Officieren , behalven de foldijen of dóorloopende traftamenten, genooten wordende. 1 Lieutenant-Admiraal, 's maands ƒ 1 • is . ƒ (nader te bepaalen.) 1 Vice-Admiraal,'s maands ƒ 200 is , - 2400 1 Schout-bij-Nagt, 's maands ƒ 150 is . - 1800 1 Capiteih , geen voordeelen der fchafting genietende, ƒ 300 's maands is . ' . . 3600 1 Capitain-Lieutenant, 's maands ƒ 60 is ... * 720 1 Eerfte Lieutenant, 's maands ƒ 50 is . 600 1 Ordinaire Lieutenant,'s maands ƒ.40 is : ' - 480 3 Kadet,'s maands ƒ 12 is 4 i 144 3 Lieutenant der Marine f 30 fs . . - 360 3 Conftapel-Major, ƒ 30 is , . - 360 3 Opper-Stuurman, ƒ 48 is . , . - 576 3 Opper-Schipper, ƒ 34 is . . - 408 1 Opper-Timmerroan ƒ 40 is . . - 55? N 1 Eer-  te* TRA. i Eerfte Schrijver, te weten:- • f Op een Schip van 74 ftukken ƒ 100 is ƒ 1200 Op een Schip van 64 — - 90 is - 1080 Op een Schip van 50 - 80 is - 960 Op een Schip van 40 —; - 70 is - 840 Op een Schip van 36 - 65 is - 780 Op een Schip van 26 —i ■ - -60 is - 720 Op een Uitlegger van' 80 Man - 40 is - 480 Op een Uitlegger van 60 - 40 is - 480 Op een Uitlegger van minder Volk - 30 is-- 360 1 Tweedar Schrijver, 's maands ƒ 24 is - 288 1 Commandeur van de Soldaaten ƒ20 's maands, is - 240 3 Chirurgijn-Major.-- Op een Schip van 250 koppen . - 1300 Van 250 tot 450 koppen . . . - 1625 Boven 450 koppen . , „ . 1950 Een Tweede Chirurgijn-Major: Op een Schip van 250'koppen „ - 1000 Van 250 tot 450 koppen . . - 1250 Boven 450 koppen 1 . ■ . - . - 1500 : Capitain van den 2den Rang . - 3300 r Capitain van den 3den-Rang . . - 300» Bij 't genot der Schaffing. I Capitain, de fchaffiug.-genietende, . trekt 's maands ƒ 30 Zee-tra&ainent . . . gg0 } Capitain-Lieutenant . . . . - ■ 350 Behalven de bovenftaande Tractamenten, worden nog PenI iïoenen uitgedeeld, te weten: Eén rang Van Vice-Admiraal, penfioen t . . ƒ 2800 Tvee rangen van Schouts-bij-nagt, ieder/1600 is - 3200 Zts rangen van Capitaiiis, ieder / 8co is . - 4800 Vjf rangen van Capitain-Lieut., ieder ƒ 600 is - 3000 En dan nog voor Penfioenen of Subfidien voor Onge- lukkigen, enz.' , . ' • . - 6000 ƒ 19800 DD. De Tiaótamenten bij de Chefs, 'Opper- en Onderofficieren der gewapende Burgermagt, jaarlijks genooten wordende, beftaan uit de Volgende, als{° .Infanterie, Fufeliers en Grenadiers. 8 Chefs der halve Brigade, -Jeder ƒ 1800 is ƒ 14400 8 Adjudant-Majors, ieder ƒ 400 is . - 3200 24 Lieutenant-Colonel^, ieder ƒ 8co is- . - 19200 24 Majors, ieder ƒ 70Q is . 16800 24 Lieutenants-Quartiermeesters ƒ 450 is ' - 10800 24 Adjudanten, ieder ƒ 700 is 16800 216 Capitejnen , ieder ƒ ,150 is , . . - 32400 v -.- jgeriïe en Tweede Lieutenants ƒ 100 is - 43200' 24 TSm-  TRA. ' 24 Tambour-Majors, ieder ƒ 100 is' ƒ 2400 ■ 24 Doftors, ieder ƒ 200 is .. . 4g0O 24 Chirurgijn-Majors, ieder ƒ 100 is - 2400 216 Tambours, ieder ƒ 50 is . - 10800 24 Corps Mufikanten, ieder ƒ 000 is - 21600 Jagers. 4 Lieutenant-Colonels, ieder/800 is - 3200 4 Majors, ieder ƒ 700 is . . 2800 4 Lieutenant-Quartiermeesters , ieder ƒ 350 is . . . . I40Q 4 Adjudanten, ieder ƒ 700 is . - 2800 24 Capïteinen, ieder ƒ ,150 is . . 3600 28 Lieutenants, ieder ƒ 100 is . - 4800 24 Halve Maanblaazers; ieder ƒ 100 is - 2400 Artillerij. 4 Lieutenant-Colonels, ieder ƒ 800 is - 3200 4 Adjudanten, ieder ƒ 700 is . - 2800 4 Lieutenant - Quartiermeesters, ieder / 450 is . . . . xsoo 4 Tambour-Majors, ieder ƒ 100 . « 400 24 Capitains, ieder ƒ 150 . . 3600 72 Lieutenants en Qnder-Lieutenants., ieder ƒ 100 is - 7200 „■ ... , , ƒ 238800: o: 0 Hier bij gevoegd voor Montering van 20000 gewapende Burgers, tweemaal in de zeven Jaaren, telken reis ƒ 40 per Man, is het eene Jaar door het andere , . -228542:17:2? Jaarlijks ƒ 467342 -17-2? Reglement voor de gewapende £urgemagt> in dato 7 Meij 1799. ' V Tot hiertoe genaderd zijnde, omringen wij nog ene opgaaf van Tractamenten, welke wij-, offchoon reeds vroeger in da orde behorende, hier laten volgen. 1. Traftamenten der Administratie te Lande. Een Ontfanger generaal . ƒ 7000; 0:0 iraiocO t De eerfte Commis . . - 2200: 0:0 Den tweede Commis ! . . .1800: 0:0 Twee Commifen, ieder ƒ 2200 is - "4400.: o': o Zes Klerken . . . 300o : o : o De reifende Commifen . - 3400: o: o Knegt van het Comptoir . - 400: o • o rr. r, ~ ƒ 23IOÖ: O.' O 3. Iraêlamenten en Daggelden der Geëmployeerden bij het Bureau van Liquidatie der oude Schulden van het gewezen Commisfariaat der Troepen ƒ 39025; 0: o Na 3. Trac-  IStf TRA. 3. Traffcamenten van de Commisfarisfen en Bediende^ der Finantiein de voormalige Gewesten. Voor Holland . . ƒ86864:15: o Zeeland . . - 36363; o: o ■» Friesland ... - 22000: o: o Utrecht . . - 31188? o: o Gelderland . . - 17472:11: o Stad en Lande t< - 8632 : o: o Overijsfel ... - 8626 : o: o ——■ Bataafsch Braband. . . 12226: o: o — Drenthe . . - 11284:12: 8 ~ "ƒ *34<556: i'8 ; 8' 4. Tractamenten der- Ambasfadeurs, enz. 1 Ambasfadeur bij de Ottoraannifche Porte . . ƒ 14500: o: o bij de Franfche Republiek t t .. . 4500O: o; o . te Madrid , . 20000: o: o Minister Plenipot. te Weenen - 21900: o: o ' te Berlijn Memorie. >- te Lon.lon Memorie. ■ 1 te Petersburg Memorie. ■ >— bij de Cisalpijn- fche Republ iek . . - 15000: o : o ■ te Stokholm - roooo: o: o • teCoppenhagen- 10000: o: o . ■ bij de Noord-Amerikanen . , - icooo: o: o* te Lisfabon Memorie. , te Stuttgard . 8000: o: o —— te Casfei - 8000: o: o te Hamburg - 5000: o: o r Refident te Petersburg . . 6000: 0:0. X Chargé d'Affaires te Ma in tz . - 4380: o:_o-' te Berlin - 4380: o: o — ;ci—~—te Madrid ■ - 4380: o: o I Commisfaris te Dantzig . - 1500: o: o te Elfeneur - 200: o: o te Rouen . - 2400: o: o 3 Conful en Agent te Marokko - 10500: o: o te Algiers - 11500: o: o ' te Tunis - 5500: o: o te Tripoli . - 6000: o: o op de Canarifche Eilanden ... - 3000: o: o —— te Mallaga - 1000: o: o ƒ 126740: o: o 5. Trac-  TRA. X97 5. Tractamenten der Commisfie tot het ontwerpen van een Civiel en Crimineel Wetboek ƒ 52560: o: o 6. Traótamenten bij den Esfayeur-Generaal. Pe Esfayeur-Generaal , ƒ 900: o: o gen Kamprbewaarder . - 400: o: o ƒ 1300: o: o 7. Traflamenten der Leden en Geëmployeerden bij het Bureau van betaaling der Nationaale Troepen. Een Superintendent . . ƒ 3000: 0:0 Drie Solliciteurs . . - 7500: o: o Een eerfte Klerk , , 1000: o: o Een tweede Klerk . . - 800: o: o Een derde Klerk . . - 600: o: o Een Bode . ... 400: o: o ƒ 13300: o: o 8. Traftarnenten bij den Levantfchen Handel. Den Directeur-Generaal . ƒ 500: o: o Een Commisfaris te Texel . - 450: o: o Een Commisfaris te Vlieland - 250: 0: o De Commifen te Amfteldam Den Ontfanger der Lastgelden - 500: o: o Secretaris . .-■»",- 1250: o: o Klerk en Kamerbewaarder . - 1200: o: o ƒ 4150: o: o 9. De Penfioenen beloopen, als volgt: Aan de Nationaale Officieren ƒ 340920: o: o — de Zwitferfche Officieren - 74041:12: o — de terug gekeerde Bataaven - 49900: o: o — Politieke en andere Penfioenen uit de zogenaamde Generaliteits Kaste . ... 26708: o: o Voor de Ambtenaaren en Bedienden der voormalige Admiraliteiten . . - 33000: o: o Voor de Leden van den gewezen Hoogen Militairen Krijgsraad - 9068: o: o Voor de Bediendens van het gewezen Buitenjacht . - 1811: o: o Aan Penfioenen bij *t voormalig gewest Holland . . - 22425: o: o Aan dito dito bij Zeeland . . 5372: 6: 8 Aan dito dito bij Friesland . - 80000: o: o Aan dito dito bij Utrecht . - 1400: o: o Aan dito dito bij Gelderland - 2250: o: o ~f 636895:18: 8 IQ. De Tractamenten, Soldijen, Serviesgelden enz., deivijf Battaillons Waldekfa Tjoepen, indragen jaar. N 3 lijfci  ïi>8 TRA. „' f 30534-5: o: o die van Saxen Gotha - 109561: o: o ƒ 414906: o: o 11. De Traftamenten der Plaats-Majors, binnen deze Republiek . . . ƒ 21665: o: o 12. Tractamenten der Artillerie School. 1 Direaeur . . ƒ 3000: o: o ie Adilftent 300: o: o l\ dlt0 250: o: o Mr. v uurwerker . . . . 150 : o: o Schrijf-en Rekenmeester . - 150: o: o Hand-tekenmeester . . 250: o: o Oppasfer in het School .* - 100': o ': o ƒ 4200: o: o 13. Traftamenten der Artillerie-Officieren, bij de Conftruftie Magazijnen, Kanongieterij en Geweer-Fabriek. De Infpecteur-Generaal . ƒ 5000: 0:0 De i= Infpeóteur der Conitruflie te _ Delft . . . _ - 4500: o: o De 2= Infpeaeur te Delft .. . 3500: o: o De Commandeur der Inftructie te Dordrecht ... - 30-o: o: o 2 Klerken bij den Infpect. Generaal -1460: o: o ƒ 17460: o: Q _ TRANSITOIRE, of doorvoer van goederen van het grondgebied der Bataaffche Republiek. Denzelven te bevorderen, is van het grootfte belang v>or den koophandel; doch, daarentegen, brengt zulks een merk lijk nadeel aan, indien het ftrekt ten voordeele van den algemeenen vijand; waarom het Vertegenwoordi, gend Lichaam verordend heeft, dat het aan een ieder vrij ftaat, van en naar alle- landen en plaatfen, mids geene vijandelijke, allerlei goederen, waaren en koopmanfchappen, over dit grondge< bied, te water en te lande door te voeren; uitgezonderd Britfche goederen, zie bladz. 19; Specerijen bladz. 166; en vreemde Thee, bladz. 177. (6) Geene goederen zullen als tranfitoir worden toegelaten, dan die bij het inkomen zijn aangegeven. (7) Van de aangitten zal, op de generaale verklaaring, alsmede op de paspoonen, los-cedullen en renverfaalen, aantcekening worden gedaan , van waar, en waar naar toe; geene tauxatie zal plaats hebben, maar de aangeving van de waarde bij billet moeten gefchie7 den. (8) In acht te nemen het generaal plakaat van 1725, zoo als omtrend de inklaring, losfing enz. i§ vastgefteld. (6) Er zal eene vifatie gedaan worden, en zullen de goederen, zoo vrije als contrabanden, worden geplumbeerd. (10)Geene waaren, dan tranlitoire, zullen dit voorrecht genieten, dan voor den' tijd van "zes v.'güken, ten ware de Commisfarisfen der convoyen, om redenen, froSongafe verleenden. (n) De geconfigneerde, binnen den fijq dör vaorfc. zes weekeri of der prolongatie, genegen zijnde, over  TRA. 199, over de aangegeven goederen, niet vrij zijnde, anders te disponeren, zal zulks vermogen te doen, en bijaldien hij op het aangeven meer mogte hebben betaald, dan het inkomend recht met de verfchuldigde pramie bedraagt, zal het meerdere terug worden gegeven. (12) De tranfitoire goederen zullen, geduurende de zes' weeken, ,of prolongatie, niet mogen worden verkogt, of vervreemd, op pcene van confiscatie en nulliteit. (13) Van den doorvoer der goederen zal, bij de aangifte, alleen worden betaald eens het inkomend of uitgaand recht, zonder pramie, op den voet, als bij het tarif van 1725 is bepaald. Van paarden en veulens, ten doorvoer inkomende, zullen twee guldens per ftuk worden betaald. (14) De geaccordeerde vrijdom aan fommige articulen, naar Spanje ', blijft op den ouden voet. (15) Voor zoo verre, uit hoofde yan verbod van in- of uitvoer, flechts één der beide rechten, in het tarif voornoemd, bekend is, zal men, voor den bij dezen gepermitteerden doorvoer van zoodanige goederen, volftaan met de betaaling van dat recht alleen, hetwelk in gemelde tarif, hetzij- voor den in-, het zij voor den uitvoer is genoteerd: doch van die goederen, waarvan, uit hoofde van verbod yan invoer, geen inkomend recht beftaat, en die daarentegen bij dgn uitvoer zijn vrij gefteld, zal drie ten honderd van de waarde worden betaald. (16) Boven de betaaling, in het tarif gemeld, van vrije goederen, zal de pramie moeten worden geconfigneerd. (17) Deze pramie zal worden gerestitueerd, zo gemelde goederen bij produ&ie van afgetcekend paspoort, binnen zes weeken of prolongatie, zullen zijn uitgevoerd. (18) De vrije tranfito aangegeven goederen zullen onder den koopman of confignant kunnen blijven'. (19) Opzigtlijk de contrabande goederen, zullen lands bedienden naauwkeurig acht geven. (20) De alzo gepl-umbeerde goederen, niet daadlijk uitgevoerd wordende, worden naar een magazijn of pakhuis, den lande toebehorende, gebragt en tegen èeu renverfaal van den opzigter en onder zich gefiagen. (21) Waar geene magazijnen zijn, op of in gelegen bergplaatfen, als voeren. (22) Bij het aangeven van zoodanige goederen, zal door de geconfigneerden cautie worden gefteld, ten beloope van de drie dubbele waarde, ten waarborge dat dezelven weder uitgevoerd zullen v/orden. (23) Deze'cautie moet gepasfeerd worden, ten comptoire, waar de rechten worden betaald. (24) De cautie niet gefteld,'noch het bewijs, in Art. 23 gemeld, geproduceerd zijnde , zullen de door te voeren goederen niet mogen worden geëxpedieerd. (25) Zoodra het door de afteekening van het paspoort gebleken is, dat de goederen uitgevoerd zijn, zal de cautie geroyeerd worden. (26) In geval van benadering van zoodanige doortevoeren goederen, als op het tarif van 1725 niet bekend ftaan, zullen 's lands bedienden, die de nadering gedaan hebben, een gelijk bewijs van uitvoer moeten produceeren. (27) Deze cautie zal beftaan kunnen, met eene perfooneele, zonder penningen ofte goederen te borg te geven. (28) Alle doortcvoeren goederen moeten behoorlijk gepakt of geëmba-leerd zijn, om dezelven te kunN 4 nei\  *oö TRA, TRE. rien plornbeeren, (29) Het touwwerk en lood daartoe betaalt net fcTJr (37 <)°°r bewaaren in 's laids magazijnen en pakhuizen zal één per mille, of één gulden van ieder duizend guldens betaald worden (31; Voor het plumbeeren en toeziet in transport naar gemelde magazijnen, zal moeten werden betaald V.in eene enkele baal pakkist, kas, ton, vat, korf of mandje, groot of kleen, zes fhiivers, en voords drie Huivers voor ieder & g^„ h?'m het get41 van é^n- (32) De commie- ffiHÏ$JS8R$ hebbe.nde over contrabande goederen, wanneer die gft het magazijn worden afgelaaden, zuilen daar voor genieten de fij fs m Art 3i gemeld is. (33) Het zij meer of één der Commiefen vaceeren als, boven gemeld, zal flechts maar éénmaal Yptoaan worcien (34) Het Reglement der Nationaale Vergadeffife ,°P?f'.gtIljk h,et tra;!fif° van 5 Januarij i797, midsgadérs de Jnteipretatie en alteratie der Publicatie van ia Maij daaraanvolSIP buItf* effeft gebeld. (35) Desgelijks zijn ingetrokke, alle or.ers en bepalingen op den doorvoer, zoo verre de?n4rft tegenwoordige zouden mogen ftrijden (*). 1 KAS. De orders, bij Refolutie der Staaten Generaal van 30 frn %tn >fA/7n °,mtrend de inkomende en uitgaande Tras ot ö^«n geft-'ld, en laatflelijk gecontinueerd tot ultimo DemperI790, blijven geprolongeerd tot den laatftcn December fPC0 u)- MkSp,0RiE CNa-ttonaale) Tot den ontvang der Nationaale inkomften, en betaaling der fchelden, zijn vijf Commisfarisfen en één Secretaris. Deze worden door het Uitvoerend Bewind op lnftructie van het Vertegenwoordigend Lichaam,'aangefteld ' Z11 moeten ieder eene borgtogt ftellen, welke jaarlijks vernieuwd wordt Derzelver werkzaamheden bepaalen zich hoofdzaaklijk tot de volgende punten: «] Den algemeenen ontvang, bi Het over. ,der Penningen uit de bijzondere in de Nationaale kas, H Het betaalen der ordonnantiën, d] Het houden van correspondentie met de Ontvangers e] Het houden der registers van alle inkomften en uitgaven, f] Het doen toekomen, van drie tot drie maanden, eener algemeene reekening aan Commisfarisfen der Nationaale reekening g] Zij ontvangen en beheeren de interesfen tJl tfl' # ^Vbetaalen geene ordonnantiën, te -boven gaande de fom bij de Wet bepaald, i] Zij moeten, in het betaaien der ordonnantiën, in acht nemen: 1) Aan wien de post moet betaald worden, en tot welke uitgave zij behoort. 2) Dat de reekening door het Uitvoerend Bewind of van den Agent is gefchied. 3) Alsmede de contrafignatie van Commisfarisfen der reekening. k\ Zn geven aan het Vertegenwoordigend Lichaam opening van den ftaat der kas. Me van Staatsr. Art. 220 tot 22? tn Regiem. Litt. D. Art. 6 en 8. ' - 3 TRI, ï£l $tn™7 ,n brBeJe * VMk">? ™ ** Vittend Bmad, » W hmüte wkn Vhvrrni Smmi, m den 31 December tfn,  TRI, TRO. TRIBUNES, zijn de plaatfen in de vergaderzaalen der beide Kamers van het Vertegenwoordigend Lichaam, waar alle burgers worden toegelaten, om de handelingen, discusfien, en het nemen der befluiten aan te haoren, zonder zich in de raadpleegingen te mogen mengen, of eenige teekenen van goed- of afkeuring te doen blijken. Zoo mogen ook de Leden der Vergadering, zelve, in geene gevallen, zich op hen beroepen. Zeer waarschijnlijk hebben deze Tribunes haaren naam en gedaante ontleend van den Tribunus of plebejaanfchen Magiftraat te Rome, die gekozen werden, om het recht des volks, en zijne vrijheid, tegen den adeldom of Patriciërs te befchermen. — Eerst waren ér twee, naderhand vijf: maar L. Tribunus vermeerderde hun getal op tien. Zij bezaten eene groote magt, zoo wel om Burgermeesters te arresteren, als om de Dictators in de boeten te beflaan. Zj' hadden, in den beginne, de magt tot eene mijl buiten Rome; maar C. Cotta maakte eene wet,'waarbij zij hun gezagt tot in andere provintien konden uitoefenen. De Ttibuni des volks konden den Raad doen vergaderen, doch mogten daar niet inkomen: zij bleven alleenlijk zitten op banken, tegenover de 'deur, waar de Raad vergaderd was, alwaar zij alles hoorden, wat er gezegd werd. Zij konden de befluiten doen werken, en ooit opfchorten. Het enkele formulier: veto, intercedo (ik verbiede) was genoeg, om ér tegen te zijn. De letter T., onder aan de befluiten gefteld, gaf te kennen, dat de Tribuni er niet tegen waren geweest. In deze Republiek hebben wij geene Tribuni; doch het woord zelfs, blijkens deszelfs overeenkomst, heeft waarfchijnlijk van hun zijnen oorfprong, ten \vare men zulks wilde afleiden van het Latijnfche woord Tribus (wijk), of zijnde de plaatstlijke verdeeling der ftad Rome, eerst in vier, en van tijd tot tijd in vijf-en-dertig wijken daargefteld. — Wanneer eenige Joehoorers, op de Tribunes, de Vergadering, door handgeklap, toejuiching, of op eenige andere wijze, ftooren, moet de Voorïftter der Kamer dezelven tot ftilte vermaanen, en, zich daaraan niet willende onderwerpen, hetzij door een bode, en des noods door de fterke hand, laaten afbrengen, en, wanneer de Voorzitter de Vergadering in een committé generaal formeert, moeten alle de toehoorers, die op de Tribunes zijn, daar af gaan. Acle vai\ Staatsr. Art. 65. TROEPEN; een gedeelte der krijgsmagt, ofte ook wel het geheele leger. Zij ftaan onder de befchikking van het Uitvoerend Bewind. Het zenden der benoodigde troepen naar de buitenlandfche bezittingen, alsmede derzelver onderhoud, gefchied, op voorftel der Raaden, door het gemelde Bewind: en de gemelde Raaden zorgen, dat dezelven in de Colonien wel behandeld, betaald en gekleed worden, en voltallig blijven. Geene (roepen of gewaapende manfchappen mogen, binnen drie uuren afftands van het Vertegenwoordigend Lichaam, bij een komen, noch doortrekken, dan met tceftemming of op vordering van ge. aield Lichaam. Acle van Staatsr. Art. 10%, 174, 240 en 244. N 5 TROÜ-  ?°2. TRO, TWE, TWI. t ^SEKS InSevoIf? dW Politieke Ordonnantie van x & f.ubhcm' l™ 21 1664., Refolutie van 21 Julii iöS Puffie van 20 ftfttyf^ i736 en Publicatie van 14 off, xSo' w/'Ct r ecoorloofd' ^ trouwen met eene dogtevaneen bloeder of zuster met des overledenen broedei- of zuster hetzS van heden of hal ven b>ddè, of met de iliefmoecL zi her over edene hutsvrouw, of eene vrouw met den zoon van S broei der of zUSter hetzij van beelen of hal ven bedde of met den anderine cernaik 1 „'l?5' 15 ook hieJnn eene merklïjke vgr; verzoeken SLJuT ka" teS™°'diS ^arvan dispenfatic èhaammoét J Mn het Vertegenwoordigend Lï- ciiaam moet getchieden, gefchreven op een zeeel van an-t Snl^n» welk daarop na ingenomen ccnfideritien en tdvievan^ het Hof' waaronder de requestrant woonendc is, wntte^^--™** Suis ' «"e eJtaraa3,en P'aatS dat iÏÏ"^- nouwen Hef mCt hTe vrouws zuster te befluT: verorfend £f ^'d,gen,d L''Chaam heeft> b,J deszeIfs over delantfchP ur? 200. IanSe het algemeene wetboek Echt-ordeS «fW5'"* %W^S is, met alteratie der tober1660fn' °ff0ldonM,)?t'e op de Huwelijken yan den 9 Ocobfervan^' ^ h^/00™alig gewest Gfi/i«,W, tot nog toe in deren zöndf^r1 a'!e hu3 U UlTGAVE (geheime), zie gcfcrae Uitgave. UITGAVE (Staats-). Het Vertegenwoordigend Lichaam be. flist, jaarlijks, na ontvang der vereischte openingen van het Uitvoerend Bewind, en van dc Commisfarisfen der Nationaale Reekening, bij het vastftellen der algemeene begrooting van de Staatsuitgave, of dezelve op den ouden voet zal blijven voortduuren al of niet? In tijd van vrecde, moet de uitgave zoo veel moogJijk verminderd worden , opdat zij de vastgeftelde inkomften niet te boven gaa. — In de maand van Otlober van ieder jaar, zend het Uitvoerend Bewind aan bet Vertegenwoordigend Lichaam eene begrooting der uitgave voor het volgende jaar, op welke moet gebragt worden eenen bijzonderen post voor onvoorziene uitgaven: doch de geheime uitgave, noch de fom, welke jaarlijks in de re/èrve-kas geftort zal worden, worden hierop gebragt. De raadplceging en befluiten , over de jaarlijkfche algemeene begrootfiig der uitgave, behooren aan het Vertegenwoordigend Lichaam. Het gefchied op de volgende wijze. Het Uitvoerend Bewind zend de begrooting aan de Eerfte Kamer. Deze daarin eenig gebrek bevindende, gaat dezelve begrooting naar het Uitvoerend Bewind terug, dat ten eerften opheldering geeft. In de behoorlijke form gebragt zijnde, zend de Eerfte Kamer dezelve naar de Commisfarisfen der Nationaale Reekening ter onderzoeking, welke daarop, binnen ééne maand, moeten dienen van confideratïen en advies. Alsdan befluit het Vertegenwoordigend Lichaam vóór het einde van dat jaar. Dit heeft mede plaats in buitengewoone gOr Vallen. De Nationaale Treforie is uitgeeffter van Staatswege, volgens inftruétie, en de Nationaale Reekening' houd van ali' hetzelve fpecifique aantekening. AQe van Staatsr. Art. 50, 124, 208, 209,' 212, 214, 215, 217, 218, 223, 224, 228 en Regiem. Litt. D. Art. 1 UITGEWEKENEN. Ten opzigte der verkiezing van leden tot het Vertegenwoordigend Lichaam is bepaald, dat niemand verkieslijk is, ten zij hij tien jaaren binnen de Republiek gewoond hebbe; doch hiervan zijn uitgezonderd die burgers, welken, ia en na den jaare 1787, om politieke vervolgingen uit hun Vaderland geweken zijnde, vóór den jaare 1796 daarin zijn wedergekeerd: Deze verklaring fchijnt zich alleenlijk te bepaalen tot leden van het Vertegenwoordigend Lichaam; maar, ter voorkoming van alle misverftand, heeft het Vertegenwoordigend Lichaam befloten, dat deze bepaling mede toepaslijk is op alle andere posten , of graaden vaii eenig beftuur (*). ' un> (*) Stjluit van bet Vertcsenmtrriilend Lichaam, <;ao den II December 179S.  *°+ .uit. ^^SP1pAAK' va». ïechterlïjke vonnhfen, gefchiedde voorn,,» (. door den Rechter, uit naam van Hunne Hnn* ,u 7 velmaal* ' ren Staaten der vereenigde Nederlan^of ^i^"^' de Hef Hooge Overigheid of % dien van dèn Hove Provin ha! T ^ federd den val van het Foederalismus en het v„ ■ u ' 0ch' Maatfchappij gevormd ' heeft h i i ii. I k Zlch tot eene primo A^R vW^tó^. is ^t Snmv on"nCrdenn r? ™ ™ar%e" tie van eede" da dSp'hl ?T Cm ^eclai^, onder prcfentaForde" verzonden Tn Peul met &*a ander oogmerk Ltsr^orasfioSSn.?» ^asr* JftJtt v«i den 24 ftfeiur? m 7 April i&oo! invoerend Bemnd, De uitvoer van alle foorten van Mistfbecien j Haardasfche, Straatvuilnis en Secreetmist &wT?011,iBt In alle democratifche Regeeringen vaaHn Z d,e, "Itv?eren: ~ neid,  UlT. a°S frirf onder de heerfchappij van derzelver uitvoerend gezag gebukt Sn Hef is ten iEL gevaarlijk, wanneer een Uitvoerend Bewhd over de krijgsmagt eene al te groote magt bezit. Dit tfewina ovei uc Jb 6 , j s w of eerien SS'hoedanigheden* den foldaat in ve beelding bragten, dat hij geen foldaat meer was van Rome, r^t ^X^^hJ' oïFlmpejus. - Dan a leen,.wanneer in eene ie-eering-form goede wetten en voorfchriften zijn, die beiTen ^W^Z,^ en Uitvoerers op bet. naauwfte aan het Volk verbinden, en beletten, dat beiden, of één hturner andere) daaden verrichte, dan die den algemeenen w uitdiu^ lijk aan he ^^WW verand woord- zondere &Sfceletf^t^^?, if^?mV ^ie ^Jdere de bijArt. 83-P8, Toz^Top 'xrT^Tf r?; AÜS !» Regiem. Litt. D. Art. n U Pn 'r™- fCv x 23, 28. ' J' ö en £. ito. UNIE van UTRECHT. Dit Foe lerstf-F-*L *. !i . *9 Januarij r579 binnen Utreen" gïS'llfS 15 °<\den den Haag bevestigd. Dit Huk, of de ör einee'e A'fl-, 6T5Tr-ln bevorens onder den A-ent vu nl ° ï'neeie Ade van Unie, de Nationaale Bibliotheek J^ffiïSdhfffS S** & van Policie, uit het Verte'enmnnfcl i f , V;m de Colmnisfiè Decreet *S»?jfc Lichaam, ter bewaaring. UNIFORM. ^TS&H?»ll!l ^" 28 Mam ^oa doen gelden, waar het voft Lï vooral daar te niemand, in de Grondve-aderLln StaatsreSe.!l"S te recht, dat fcet Departementaal J$g^ J^f^i aIsmede f VAAR-  vAA, VAC, VEC, VEE, VEL feo* Éi ■ mPCmM v- VaaRTEN, rivieren, ftroomen enz. moeten tot bevordering van den landbouw bevaarbaar gemaakt worden, zie Landbouw. ■ VACATURES of openvallende plaatfen. (Derzelver vervulling in gewone gevallen, zie op het woord Verkiezing.) De tusfchentijdfche vervulling gefchied aldus; eene plaats in het Vertegenwoordigend Lichaam tusfehen tijds openvallende, ■ word de Plaatsvervanger onverwijld door het Uitvoerend Bewind opgeroepen, om den Hog overigen tijd van den gekozenen} in de Kamer, waarin dezelve zitting had, te vervullen; doch'zoo er geen Plaatsvervanger is, hetzij hij reeds als Lid zitting heeft, of dat hij is komen te overlijden, worden, gelijk in andere verkiezingen, de Grondvergaderingen opgeroepen. Deze oproeping heeft geen plaats, indien de te vervullen tijd niet langer is, dan van zes maanden; blijvende in dit geval de vacature onvervuld tot de eerstvolgende verkiezing. Indien ééne of twee plaatfen bij het Uitvoerend Bewind open vallen, tusfehen i Maart en i Junij, worden dezelve' niet eerder vervuld, dan op den gewoöhen tijd der verkiefing. In dat geval nemen de overblijvende Leden, tot zich één of meer hunner Agenten, als 'provifioneele adjuncten, tot op den tijd der vervulling. Indien de vacature invalt, in eenige andere maand van het jaar, heeft er eene buitengewoone en onverwijlde vervulling plaats. Atte van Staatsreg. Art. 40, Regiem» Litt. C. Art. 3. VECHEL, is de hoofdplaats van het Qifte DiftricT:. ■ VEENDAM, is de hoofdplaats van het 13de DiftricT:. ' ■ ' VEILIGHEID. Ten allen tijde heeft men de perfooneele veiligheid , als het eerfte voorrecht der Nederlanderen befchouwd, en wel in zoo verre, dat, zelfs onder het vernietigd Aristocratisch én'Stadhouderlijk beftuur, niemand durfde ondernemen, om, zonder een uitdruklijk befluit van den competenten rechter, zich in het ftille verblijf van den burger ter zijner gevangenneming in te dringen, en ieder burger, tegen wien zulk geweld mogt gepleegd worden, de vrijheid behield, om die vermeetlen-, even als gaauwdieven ' of ftruikroovers te behandelen (*). Het Bataaffche volk heeft ook hierin bij zijne Staatsregeling voorzien. Niemand kan in verzekering genomen worden, dan uit kracht van de wet, en in de gevallen en op de wijze, door dezelve voorgefchreven (f) want, indien eenige perfoon of magt, naar willekeurig believen, het particulier huis des burgers met foldaafen bezetten, het gantfche huis doorzoeken, alles wat men goedvond in beflag nemen, den (*) Dagverhaal der handelingen van het Ver:egerram'digend LUhaara , Nt. 260*, Deel III, ^4o. 1798. . Q) Zie mijn meei a.-ingaiaald Bur&erHjndbtfk^  •*>t VEN. den vreedzaamen bewooner daaruit haaien, en hein tusfehen balonnetteii gevanghjk mogt kunnen wegvoeren, zonder daartoe een wettig befluit of volmagt te hebben, zoude weldra de burgerijke vrijheid meer in de verbeelding, dan in de daad beftaan en het vooriiaame oogmerk veriedelen , waartoe de mensch zich in de Maatfchappij vereenigde, beveiliging naamlijk en befcherming van perfoon, leven en eer. Zoo is dan ieder bureei onfehendbaar in zijne wooning. Zijns ondanks, of zonder zijnen wil mag men nimmer in dezelve treden, ten zij uit kracht van een order, bevel of decreet van gijzeling eener daartoe bevoegde Magt. Het Uitvoerend Bewind kan, ingeval van aanflag tegen de in- en uitwendige veiligheid van den Staat, de verdachte perloonen.in verzekering nemen, mids overeenkomftig de wetten en hen onverwijld, binnen vier-entwintig uuren daar na, aan den «.echter overleverende. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art 20 en io en Acte van Staatsr. Art. ipp. . VENTJAAGERIT. Daar er, van tijd tot tijd', en voornaamJijk zederd de aanneming, der Staatsregeling,-veele buitenlandfche ventjaagers en Vreemdelingen, door de. fteden en dorpen van dit Gemeenebest, met allerlei winkelwaaren en goederen, vrij en onverhinderd rond liepen, dikwerf voorgevende,-dat zij , volgens de Staatsregeling, zulks mogten doen, het geen"veel fchaade veroorzaakte aan de ingezetenen, die hunne lasten aan. den Staat opbrengen, heeft het Vertegenwoordigend Lichaam daarin bii befluit voorzien, en verordend; Dat, onverminderd'alle zoodanige Piacaaten, Wetten en Ordonnantiën,-als in de voormal,ve Ge .westen van deze Republiek,.tegen het te koop dragen of uitven" ten van de aan impost fubjeéte fpecien zijn geëmaneerd, Cwelke in volle kracht blijven tot dat het nieuwe finantiè'ele ftelfei zal zijn ingevoerd) het aan niemand zal vrijftaan, binnen deze Republiek, (uitgezonderd op gewoone jaarmarkten) winkelwaaren of goederen, offchoon aan geenen impost fubject, uit te venten of te koop te dragen, uitgezonderd, de zoodanigen, die alhier in de Republiek woonachtig - zijn, en van hunne inwooning een declaratoir van de Municipaliteit ter plaatfe., waar zij woonen aan de Municipaliteit, alwaar zij hunne goederen willen verkóopen, kunnen toonen: op verbeurte van alle de te koop gedragen goederen. Daarteboven, zullen de perfoonen terftond de p.aats moeten verlaaten, en, in geval van onwilligheid, daadlijk m hechtenis worden genomen. — Voords, dat geene ingezetenen ten behoeve van Vreemdelingen, eenige winkelwaren of goederen ter koop zullen mogen dragen of uitventen; zullende niet alleen bij ontdekking, de goederen worden verbeurd verklaard maar de verkoopers naar bevind van zaken worden gecorrigeerd. -~ Eindelijk, opdat aan niemand der ingezetenen van deze Republiek , die eenige goederen naar elders zouden willen te koop dragen, door middel van deze voorziening, de gelegenheid mogt benomen-of moeijel ijk gemaakt worden, de Municipaliteiten waaronder zij behcoreu, zuilen verpligt zijn, om aan dezelven, op  VER. op hun Verzoek, een declaratoir of getuigfchrift, dat zij hun domicilie daar ter plaatfe en nergens elders, voor zoo verre de Municipaliteit bekend is, zijn houdende; zullende hetzelve behoorlijk door den Secretaris geteekend en afgegeven worden t waarvoor geene andere of meerdere Leges of Jura zullen mogen gevorderd worden, dan eene fom van twaalf fiuivers {*) De gemelde declatoiren mogen niet afgegeven worden, dan aan perfoonen, die eene vaste woonplaats in deze Republiek hebben, en moeten op een Nationaal zegel gefchreven worden, voor zoo Verre in die Gewesten geen middel op het klein zegel wordt geheven (f). VERBEURD VERKLAARING van goederen, is eene ftraf, meer gefchikt, om onfchuldige naastbeftaanden, dan wel den misdaadiger zelf te ftraffen. Deze haatlijke inrigting, ftrijdende met de onvervreemdbaare rechten van den mensch, heeft haaren oorfprong ontleend van de gewelddaadige Regeringen, en was in de eerfte dagen van Rome's vrijheid niet bekend. De Dictator S'jlla voerde haar het eerst iri; maar zij werd vernietigd na zijnen dood; tot dat Julius Caefar, aan de Roomfche vrijheid den doodfteek gevende, die wederom heeft ingevoerd, zoo dat zij bij de Romeinen eene wet is geworden (J). Keizer Trajanus heeft deze verbeurdverklaring vernietigd , wanneer de doodftraf niet werd bepaald (**). De Hertog van Aïba, wiens wreedheid genoeg bekend is, heeft dezelve bekrachtigd (ff), en zij is alzoo blijven voordduuren, tot dat de voormalige Gewesten Holland, Zeeland, Gelderland (gg) deze fchreeuwende rechtsvordering, in alle Volkplantingen van den Staat en in alle Generaliteits Landen (***) affchaffen. Eindelijk heeft ook het geheele Bataaffche. Volk deze onbillijkheid bij zijne Staatsregeling geheel vernietigd.' als verklaarende, dat er geene verbeurdverklaaring der goederen van eenig ingezeten der Bataaffche Republiek zal plaats hebben, dan alleen in het navolgend geval. ,, Het Bataaffche volk verklaard, voor altijd van het grondgebied der Republiek gebannen te zijn, alle de openbaare voorBanders van het gewezen Stadhouderlijk Beftuur, binnen deze Republiek gewoond hebbende, en daar uit geweeken zederd den I Januarij 1795." ,, Het verklaart, tevens, alle derzelver goederen en bezittingen, welken zullen blijken op den 1 Januarij 1798 hun perfoonlijk eigendom te zijn geweest, vervallen aan de Natie, zullende dezelven van haaren wege onder behoorlijke fequestratie gebragt, en ten behoeve der Republiek verkogt worden." „ Moe (•) Vuldicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 31 Januarij xjgy. (-f; Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 19 Augustus 1799. (s) Sttetonita in het leven der lyeizcren* C") L 1. ff de interdiltei, releg'atit & defortatis, Cttl Ordonnantie van 5 lulij 157 CW) Refolutie der Staaten van Holland, van 1 Mei) 17*^1, Refolutie van Ze, land -At e, Mccnmhür X.-ftlu-te van Gelderland 1778. V.* '.) Sien-rc Httürlmiifiht Jaartuken 177U, bhi-U. Cos. 'O  2ic VER. „ Moerende, mtuefeben, het Vertegenwoordigend Lichaam no* zorgen, dat de uitvoering dezer Wet, met betrekking tot agtergelatèn ongelukkige kinders en huisgezinnen, de onfchuld niet met cn om dén fchuldigen trefte." Burgerl. en Staatk. Grondr. Art % V} Ttsvliratie van het Uitvoerend tmind, van den 7 Fébrrurrlj 1-99,  S2o VOL. zelve beftaat m r ? Artikelen, waarin onder anderen bepaald wordt: Dat van dien tijd af zullen ophouden te beftaan alle Jachtgenchten, zoogenaamde Vrijheden van de lagt, en alle voor rechten om on eens apders eigen of gehuurden grond te mogen jagen; maar dat een ieder op zijn eigen of in huure gebruik wordenden grond, zat mogen jagen, vogelen en visfehen ,- mits dezelve met de gemeene rivieren, meiren, vaarten of wateren daarmede corresponderende, geen communicatie heeft- dat nie' mand een beding zal mogen maaken, het geen een' gebruiker ™r^.r°P Z'Jn- eigCn Sl°^ te enz- ^t niemand zonder confent van eigenaar ot huurder op deszelfs grond zal mogen jagen enz. dan met toeftemming van denzelven, en wel met hem of eene zijner huisgenoten of bedienden, en zoo niet dan d,>0nnennte - i,n Tle-n ejSe"handig getekende toéftemming; die op Domein- of Nationaale gronden wil jagen of vogelen of in gelijke wateren wil visfehen, zal zich daartoe ter SecreiTtriy Semcente, waar die goederen liggen, doen aantekenen, en zonder zulk een bewijs niet mogen jagen enz.; alles breder, met de daarop gefielde boeten en pcenaliteiten, in 't gemelde Reglement omfchreven (*). VOLKSREGEERING, bij vertegenwoordiging, is die, welker Bewindsmannen uit en door de iïembevoegde Burgers worden gekozen, en van den wil des volks, volgens de voorfchriften der wetten, afhangen. Jn zulk eene Regeering kan nimmer gezegr worden:: Hodie mihi, cras tibi (heden is 't mijn beurt, morgen de uwe). De wetten verbinden even zeer het Volk als de Beftuu rers Allen moeten zij naar deze bepaalde regelen handelen en daardoor worden de gevaaren vermijd, waardoor het volk anderfins willekeurig zou moeten bukken, dan voor dezen dan weder voor genen, zonder dat het volk zelfs daadlijk invloed op de keufe of verandering had. Hier vooren zijn (onder de xvoorden Oppermagt en Regeermgform) de verfchciden foorten van Regeeringen medegedeeld, waaruit genoeg kan worden afgeleid dat eene Volksregeenng bij vertegenwoordiging boven alle anderen ™ ,d| voorkeur heeft Haare nuttigheid is dpor zeker onge, noemd Schrijver (f) reeds voor den jaare 1660 klaarblijklijk aangetoond. Hij zegt; de Volksregeering is op geen geweld gevestigd, maar natuurlijk, redelijk, en in zich zeiven, billijk. Dit kan met beter bewezen worden, dan met de volgende vraagen: Wat kan natuurlijker zijn, dan te leeven, naar zijn eigen oordeel, orde en wetten? Wat kan redelijker zijn, dan te geboorzaamen aan hun, welken men zelfs gekozen heeft? En wat kan billijker zijn, d3n misflagen in menfchen te dulden, welken men zelfs verbeteren en ilraffen kan ? Het heil des volks is in alle andere formen vap Regeering, alleenlijk em dekmantel,' maar in eene In dC D"'""e" "** het r^««-^«%«*< LiiHUm, van den =8 Oftober  VOL. een" Vólksregeerïng is zij de hoogfte wet. Hierbij komt nog, dat ih alle andere Regeeringen, alleenlijk word gezien op den rijkdom, en, door gewaande tituls verheven wezens het geen in de Volksregèering niet te pas komt, waarin, een ieder even zeei 4recb igd zijnde, alleen deugd en bekwaamheid den voorrang nebbeS Ook in deze Iaatfte wijze van beftuur worden geene andere lasten en impofitien ingefteld, dan met den wil van het voik; terwijl, in het tegendeel, bij andere formen van Beftuu elk ingezeten ter betaaling van lasten word genoodzaak zonder voordeelen te genieten. Het is er dus zoo ver af, dat eene zoodanige Regeeringform ftrijdig zou zijn met de grondbeg nfelen van een Maatfchappijlijk verdrag, dat zij juist op dezelven onmiddelijk gegrond is. Zie verder Oppermagt cn Regeeringform. VOIKS VERTEGENWOORDIGERS, zijn die genen, welken door de ftembevoegde Burgers gekozen worden, om, in naam des volks, deszelfs belangen waar te nemen. Zij maaken met eikanderen het Vertegenwoordigend Lichaam uit, zoo dat, wanneer het volk in de Grondvergadering over zijne be.angens ra..dpleegt, en ftemt, alsdan, geduurende dien tijd, het gemelde Lichaam ophoud, hetzelve'volk omtrent dat punt te vertegenwoordigen. Rousfeau zegt: „ Een volk houd op vrij te zijn, zoo „ dra het zich Vertegenwoordigers kiest." In . hoe verre deze beroemde Schrijver hier gelijk hebbe of dwale, is hier de plaat, niet om te onderzoeken. Maar waarom verliest het volk zijne Vrijheid? Blijft de oppermagt, door de verkiezing, niet in den boezem des geheclen volks, en zijn de Vertegenwoordigers niet gebonden aan de Staatsregeling en de wetten, die daarop gebafeerd zijn? Zekerlijk verliest het volk zijne Vrijheid, wanneer het zijne Oppermagt volledig overdraagt, zonder zulks bij wijZe van voimagt te doen. „ Ik geef mij niet uit," fchrijft Socrates aan Archelaus, Koning van Macedonien, ,, voor iemand, die de konst van regeeren geleerd heeft, en deze niet geleerd hebr bende, wil ik ook het Rijks-beftuur niet op mij nemen, even min als ik het ftuuren van een fchip zou op mij nemen, daar " ik in de Stuurmans-konst onervaren ben. Ik weet ook, dat, '! indien de overige menfchen alzoo dachten en gezind waren, er minder rampen, minder onheilen in de menschlijke famen" leeving zijn zouden. Doch nu, daar de ligtvaerdige ftoutheid " van hun, die der zaaken geheel onkundig zijn, hen nogthans " de handen aan het roer. van regeering doet flaan, zijn wij , daardoor in alle die wanorden en verwarringen gevallen, welke , wij hebben beleefd. Even daardoor is de magt der fortuin vermeerderd, dewijl het onverftand van dat foort van Regeer" ders de heerfchappij van 't blinde noodlot al meer en meer vergroot." — Aldus fchreef Socrates, ten tijde toen Atheeiien door de Aristocraaten werd beftuurd, en het volk geenen invloed had; maar, in eene Republiek, welker fondamenten de befchreven wetten zijn, kan dit voorgekomen worden. De Vertegenwoordigers behoeven flechts de Staatsregeling te handhaven,  222 VOL, VON, VOO. en geenè andere befluiten te nemen, dan die op dezelve gerond zijn, zie VnjwariH*. "mcitc gegrond Ken kunnen worden bedreven, worden aan eïffSJ" X z98?rWeZen' fc**"" Krijgsraadén. 21 van zakeï^K' * S«^ï/jq ^terlijke uitfpraaken over zaken, welke aldaar hangende, of bepleit, of uitgewezen ziiri ™» bekentenis: Zn zijn ft^tófc, of4««M^^SSff en houden m zich bepaaling van flraf, kwijtfchelding, vSaak of veroordeeling tot betaaling enz. Om voor te komen /dat derden door h^HIede*n .f" MaatlchaPP;J Secno fehaade hebben oflï Rechter S e" *?? üen vo"ni s' moetel1 fc*»™ dool den h un die £rtÖaér-' ™rden "Oproken, ten aanboor.- vorutung in lijfltraAjke gevallen, maar dit wijzigt zelfs de Staatsregeling Het recht van zelfsverdediging in Rechten voor zijnen bevoegden Rechter is het grootfte ^oSr,ecllt des vr Burgers; zoo dat, wanneer de een den ander wetti- da-vaait de gulden fpreuk: Audi & altemm parten» (hoor en wedwSrt moet. in het oog worden gehouden. Gevolglijk, kan een eedaa/ de niet gevonn.sd worden, dan na dat hem alWorens de S hcid verfchaft zij, om alle middelen van verdediging te^ bezien zie üüjpraak. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art 7o en ?£ § ' VOORDBRENGSELEN. Van de aanneming der Staatsregeling af zal eraan den doorvoer, koop en verkoop, va alle Voordbrengfelen van den Vaderlandfchen grond, gelijk mede van alle Goederen binnen deze Republiek bewerkt of vervaardiT door en in a le Departementen en Plaatfen, geenerlei belêinme' ring, hoe ook genoemd, worden toegebragt OffchoÓn nu me deze bepaling, het oude flelfel der Gewestelijke Oppermagt ver f weln'ismüteredUCl;' 200 la"§ h£C °ude fi!lanciee'e ftelf! nog n wezen is, tot aan de invoering van het nieuwe, de voormaa hge belemmering blijven voordduuren op den ouden voet vol beflotet helft T1^" Lichaam', dat ™ Wn r " ^ i a lE Verbod van in" en doorvoer , het welk ih fommigeri der voormaalige Gewesten mogt hebben plaats S ianZ,e:n, Va" 2L,,ke f*deren. «iteenigöander voormaalig Gewest komende, welken daar, waar de in- en doorvoer vernoden was, aan geenerlei 's Lands impofitien onderhevig zijn, van nu voordaan, word befchouvvd, als geheel vernietigd en op . geheven te zijn. 2) Dat insgelijks word befchouwd als vernie- tigd C) t, 5. c. ,ic fit tritHi '& imcUut.  VOO. ti% tïgd en opgeheven te zijn alle verbod van uitvoer, het geen in fommige der voormaalige Gewesten, nog ftand mogt grijpen. 3. Dat alle belemmering en bezwaar op den doorvoer van den impost fubjefte goederen, na verloop van drie maanden na afkondiging dezer Publicatie, geheel en al zal opgeheven zijn; nogthans onder zodanige voorzorg en bepaalingen, als nader, ter voorkominge van alle iluikerijen, zullen worden gemaakt; zulks, dat al mede, met voorfchreven tijd van drie maanden, zullen worden opgeheven de tollen, op den binnenlandfchen doorvoer gelegd. 4) Dat de plaatshebbende wetten en bepaalingen omtrend den uit- in- en doorvoer, in de voormaalige Gewesten, midsgadérs omtrend den vervoer in ieder derzelven, voor zoo verrè daarin ten dezen geene verandering gekomen is, provifioneel zullen blijven op den tegenwoordigen voet, tot dat deswege nadere algemeene of bijzondere fchikkingen gemaakt zullen zijn (*), zie ImWtt enz. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art. 52. VOORDRAGT. Elk ingezeten der Bataaffche Republiek kan aan die Magt, waar hij zulks geraaden vind, eenen voordragt doen, zie Requesten. — Zoo heeft ook ieder ftembevoegd burger het recht, om eene fchriftelijke, beredeneerde en door hem eigenhandig onderteekende, voordragt en bedenkingen, tot verbetering der Staatsregeling, in te leveren bij de commisfie ter herziening der Staatsregeling, mids geduurende de eerfte maand haarer zitting. — Ieder Lid van het Uitvoerend Bewind is bevoegd, zijnen beredeneerden voordragt in de Notulen te doen infchrijven. Acle van Staatsr. Regiem. Litt. C. Art. 9 en Regiem. Litt. E. Art. 13. VOORRECHTEN, Privilegiën, Oude Herkomften, Oftrooijen enz., waren alleen voor bijzondere perfoonen, die dezelven van den Graaf, Prins, of Heer van den Lande verkregen. Veelen derzelven waren aan eene Stad, aan een Dorp, Gehucht, of Buurt, gegeven, ook wel, bij uitfluiting, aan bijzondere Collegien of Burgers verleend, het zij geduurende het leven, het zij voor een korten tijd. De Privilegiën enz. werden doorgaans door de Graaven enz. gegeven, wanneer eene plaats zijne bede had vervuld, of hem ten dienfte was geweest. Dus hebben, onder anderen, die van Amfteldam, van Aalbrecht van Beyeren het voorrecht verkregen, waarbij verklaard werd, dat geen Poorter derzelve Stad benoorden de Maze mogt gearresteerd worden. Reeds van ouds, begreep men de willekeur dezer bevoorrechtingen, zoodanig zelfs, dat Philips II., met zyne Vargasfen, zoodanige ondermijners der gewaande voorrechten beftempelde met den naam van verkrachters van de rechten der burgers en hen ten zwaaide doemde. Ook de voormaalige Stadhouders der onderfcheiden Gewesten waren derzelver ijverigfte voorfhnders, e.u vervolgden allen, die de oude graaflijke willekeur van haare kracht (*) Publicatie van bet Vitvoetend Bewind, v-sa den I O^o'jer irpfl.  224 VOO. kracht beroofden. De ftaatkundige verlichting van den teen voordigen tijd heeft ook hipramtrend het volks-begrip gezuiverd Thans erkent men als een algemeen beginfel, dat het bezit van voorrechten, in eene Maatfchappij van vrije burgers, volftrekt ftrijdig is met de gelijkheid, als derzelver voornaamen grondftag. — Daarom verbied het Bataaffche volk, in alle bevallen, dat eenig uitfluitend voorrecht verleend worde; maar wfl dat hij die, door daaden of dienften, zich boven anderen verdienftelijk maakt aan het Vaderland, door bewijzen van eer of door pramien beloond worde, terwijl alle denkende wezens daar in overeenkomen, dat het Vaderland omtrend weldoeners nimmer ondankbaar mag wezen. Zelfs om het misbruik te verhoeden dat van zoodanige erkendtenis mogt gemaakt worden, bepaalt de Staatsregeling, dat alle vergeldingen, in geval van voordduurin" jaarlijks vernieuwd, en, op geenerlei wijze, erflijk gemaakt wei ' den tot kinderen of nakomelingen. Burgerl. en Staatk. Grondr, Art. 57. VOORSTEL. Wanneer een Lid van het Vertegenwoordigend Lichaam een voorftel doet, en daarbij het befluit of de wet voordraagt, zonder dat zulks verklaard word te zijn een punt van onverwijlde noodzaaklijkheid, is hetzelve aan drie lezingen onderworpen. In een befluit veranderd zijnde, word het verzonden naa de Tweede Kamer ter fanftie. Ken afgekeurd voorftel kan met weder in overweging worden genomen, dan na verloop van een jaar, zie Lesing en Onverwijlde Noodzaaklijkheid. Atle van ■ Staatsr. Regiem. Litt. B. Art. 18, 20 en 30. VOORZITTER. Eene Vergadering, welke geordend in haare handelingen en raadpleegingen zal werkzaam zijn, behoeft noodwendig één haarer Leden, die dezelve, volgens voorgefchieven regels van orde beftuurt. — Hij advifeert nimmer vóór de Leden, maar het Iaatfte, en maakt uit de adviefen het befluit op dat hij ter goedkeuring aan de Vergadering voordraagt, en bi? meerderheid van ftemmen, of bij een algemeen ftilzwijgen 'met den hamerflag, bevestigt. Wanneer eene Vergadering onftuimig word, roept hij de Leden tot de orde. Weigert dezelve, zich op het oogenbhk hieraan te onderwerpen, zo dekt hij zich en fluit de Vergadering. ' Iedere Grondvergadering, ter benoeming van Vertegenwoordigers, benoemt een Lid tot Voorzitter, cn opent de Vergadering met de volgende aanfpraak : „ Het werk, Medeburgers, waartoe wij thans geroepen zijn. „ vordert de plegtige herinnering van het belang, dat er voor ons en voor alle onze Medeburgers, wier zaak wij alhier wair„ nemen, ligt in de gelukkige keufe -van eenen man, op wiens „ fchouders, benevens anderen, met hem, in het beftuur te „ plaatfen, deszelfs gewigtige last zal rusten. Dat dan het befef „ van dit belang, en van onze duure verpligting, ons alles doe. „ ter zijde zetten, wat ons beletten zou , zoodanig eenen te be„ noemen, toegedaan aan de heilige beginfelen en vöorfchtiften 5, 01)  VOO. 22j » onzer Staatsregeling, dien elk onzer in gemoede, als den braaf» „ ften en kundigften tot zulk eenen aanmerk lijken post be-> j, fchouwtj ten einde elk onzer een gerust geweten hebbe voor God en het Vaderland." Waarna hij de verklaaring aflegt, zie Verklaaring, Hij brengt, met de ftemopnemers, het eerst zijne ftem in gefchrifte uit, opent de briefjens in tegenwoordigheid der ftemmersy en ontzegelt, bij misflag, het nummer, en roept den ftemmer op, om zich nader te veiklaaren. Hij teekent de eerfte alle geloofsbrieven. Hij verricht hetzelfde werk in eene Diftrifts- of Rings-Vergadering, waar hij alle de benoemde Leden op eene lijst brengt. Hij fcheid, na den afloop der werkzaamheden, de Vergadering. De Voorzitter van het Vertegenwoordigend Lichaam (der beide Kamers) zijn altijd in de Refidentie tegenwoordig. Zij kunnen de open Vergadering in een Committé Géneraal veranderen, zie Generaal Committé. — Bij het Uitvoerend Bewind is ieder Lid, geduurende den tijd van ééne maand, bij afwisfeling, Voorzitter. Dezelve is tevens bewaarer van het groot Nationaal zegel, en heeft de paraphure van af te vaardigen befluiten en orders. De tijdlijke Voorzitter der Departementaale Beftuuren organifeert dezelven. Het oudfte Lid der ■ Commisfie van Herziening der Staatsregeling is Voorzitter. — Tot beter ontvouwing van het werk der Voorzitters, zal ik hier laten volgen dat gedeelte van het Reglement van Orde, bepaald voor de twee Kamers van het Vertegenwoordigend Lichaam, Voor zoo verre derzelver Voorzitters betreft. Eerste Kamer. f; De Voorzitter zal worden benoemd voor den tijd van 14 dagen. De benoeming zal des Vrijdags gefchieden;- doch zal het Voorzitterfchap van den benoemden eerst ingaan, des nachts om 12 uuren, tusfehen Zaturdag en Zondag, daaraanvolgende. 2. De Voorzitter zal worden benoemd bij brief jens, door ieder ftemmer onderteekend, waarvan het Formulier hier agter, en zullen deze briefjens, door één der Kamerbewaarders in een bus Worden opgehaald. Indien iemand aanftonds de volftrekte meerderheid van ten minften één boven de helft der aanweÈende Leden heeft, alsdan is Tweede Kamer. : i. Conform het hier nevenlhande. s. de  n6 VOO. de keus volbragt. Indien neen, dan zullen de naamen van allen , op welken geftemd is, worden voorgelezen, en vervolgens voor de tweede maal worden geftemd, maar alleen uit die genen, op welken geftemd is, en als er dan geene volftrekte meerderheid is, zal weder geftemd worden over die twee, welken de meeste ftemmen hebben gehad, en zal die geen, welke dan de meeste ftemmen heeft, Voorzitter zijn. Indien in het Iaatfte geval de ftemmen mogten ftaaken, zal het fot beflisfen. 3- De Voorzitter zal, op den morgen der Vergaderdagen, aan de des begeerenden gehoor geven, in Het daartoe beftemd vertrek van het Nationaale Gebouw, of ander vader ts bepaalen plaats, doch irewoonlijk niet langer dan van 9 tot half ii uuren. De Voorzitter zal, zoo veel mogelijk, zorgdragen dat geene Vergadering langer dan vier uuren duure. De Voorzitter zal geene ftukken parapheeren, dan, na dat dezelve door den Secretaris zullen zijn geteekend, ter Nationaale Cancelarij gecollationeerd, en de collatien door één der Klerken geteekend. 6. Wanneer de Voorzitter noodig oordeelt, de Vergadering eerder bij één te roepen, dan het tijdftip, tot het welk hij dezelve had geadjourneerd; zal hem zulks vrijftaan, mids zo vroegtijdig orde gevende , dat Tic Voorzitter zal, zoo veet mogelijk, het daar henen dirigeren , dat geene ochtend-zitting langer, dan ten 3 uuren naden 1 middag gefloten worde, zelfs dan niet, wanneer de Vergadering zich, ten einde haare openbaare zitting, nog in een Committé Generaal moet formeeren. En zal mitsdien, na drie uuren, niet dan in gevallen van noodzaaklijkheid , een nieuw onderwerp in overweging brengen of aan een nieuwen fpreker het woord geven. I ?• De Voorzitter zal geene ftukken parapheeren, dan nadat dezelven door den Secretaris geteekend zullen zijn. f ■ . b »fl 6. het  VOO, VRE. 227 het aan allé de Leden door de Bodens kan aangezegd worden, bij billietten; welke billietten zullen moeten getekend zijn door den Voorzitter, of door den Secretaris. En zullen, in' zoodanige buitengewoone Vergadering, geene andere ftukken ijl overweging worden gebragt, dan de zaak, om' welke de bijeenroeping of befchrijving is' gefchied. ,'" " In' geval van ohpaslijkheid, of noodzaakclijke afwezigheid van den Voorzitter, zal de laatst afgetreden- Voorzitter, zoo lang deszelfs plaats bekleden. 1 ' 8. De afgetreden Voorzitter zal niet wederom verkiesbaar zijn, dan na verloop van twee maan; den of vier verkiezingen. Concept Stembriefje. ' Lfö '*•"•* 1 ' 1 5i De Ondergetekende behoerrit tot Voorzitter' van de Eerite Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam, voor de eerstvolgende veertien dagen , den 1 Burger . . . . Ha£?e .... I Aftum den .... Atle van Staatsr. Art. 57, 66, 89, 189, Regiem. Litt. A. Art. I, 4, s, 7, 11, 13, 27, 37, 39, Regiem. Litt. C. Art. 7. VREDERECHTERS. Derzelver inftelling is eene voortreflijke zaak. Zij is de Schutsgodin der Burgerlijke Vrijheid, de befchermfter der veiligheid van perfoon en goederen. Zij bewaart de ingezetenen voor vernielende pleitgedingen. Zij knot de hoop van roofziekige pleitbezorgers, die al rondom den buidel van Mercuur zwieren, om denzelven ledig te plukken, en de geheiligfto rechten en billijkfte wetten als eenen wasfen neus draaijen, zich behelpende met vitterijen, en grondende op enkele woorden. Door deze inrichting, zal geen armoedige behoeven te bukken onder het onrecht, om dat de vrees voor kostbaare pleitgedingen bern beknelt. Geen geldwolf zal langer, op zijne fchatten zittende, de armoede knevelen, noch, onder bedreiging van procesfen, of onder bedwang van zijn geld", rechten aipersfen, welken hem P 2 geen- Conform het hier neverdlaande. - ■ rtoxas eb 8i'ls* rrerri . \ . Model der Stembriefjes. Tot Voorzitter der Tweed: Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen volks, word, voor den tijd van de volgende veertien dagen, geftemd de Burger Reprefentant  aa8 VRE, VRIJ. geenfins toebehooren. Neen: hier fpreekt de Man tusfehen den Man en zijnen Naasten recht, en de oude fpreuk: Als men pleit om een koe, geeft men er één toe, zal me* gelden. — Dit wensente voor lang ieder eerlijk hart, en,- om aan deze wenfehen eenig gehoor te verleenen, heeft het Bataaffche volk bij zijne Staatsregeling gewild, dat er Vrederechters zullen zijn, die partijen vereenigen , waarbij geene Prattizijns, noch derzelver fchriftuuren zullen worden aangenomen. De manier van procederen in civile zaken, waarbij derzelver ambtsverrichtingen, en de wijze bepaald zijn, hoe zij de zaaken, voor hen gebragt, zullen hebben te inftrueeren, is reeds door het Vertegenwoordigend Lichaam daargelleld. AÜe van Staatsr. Art. 264, 268, 270 en 273. VREEMDELINGEN. Voor zoodanigen worden in de Bataaffche B.-epubIiek gehouden, die, welken van buiten in dezelve komen, en geene lasten of nadeelen der Maatfchappij helpen dragen. —■ Zij worden voor een tijd toegelaten, maar genieten geene voordcelen. — Dan, daar hét niet,alleen tegen de regelen der menschheid, en het beftaan eener goede Republiek zoude aanloopen, maar zelfs de gezonde ftaatkunde aanprijst, om onze natuurgenooten, die in andere landen onder den fcepter der dwinglandij moeten bukken, een gelijk aandeel van rechten te vergunnen, moet derhal ven de Maatfchappij' alle vreemdelingen in haatmidden ontvangen, die de weldaaden der Vrijheid vreedzaam wenfehen te genieten, en hun alle befcherming en zekerheid verleenen. — Dezelven zijn echter niet bevoegd, om alle burgerlijke rechten en voordeelen terftond te genieten. Dus, bij voorbeeld, om invloed op het Beftuur te hebben, moeten zij 10 agtereenvolgende jaaren in de Republiek gewoond hebben, en die vereischten bezitten, welken een Bataafsch burger daartoe, behoeft. Burgerl. en'Staatk. Grondreg. Art. 1, AÜe van Staatr. Art. 11, Litt. A. VRIJWAARING. ' De Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam kunnen nimmer agterhaald, befchüldigp, of geoordeeld worden , over het geen zij in de uitoeffening van hunnen post gezegd of gefchreven hebben. Zij kunnen, geduurende hunne /■.kring in de Vertegenwoordigende Vergadering, niet in verzekc ring genomen,, befchuldigd of te recht gefteld worden, dan overeenkonlftig de form, bij de Staatsregeling bepaald. Wegens lijfitraflijke misdaaden op de daad agterhaald, kunnen zij in verzekering worden genomen, doch daarvan word onverwijld kennis aan het Vertegenwoordigend Lichaam gegeven. Zo de Eerfte Kamer niet, bij meerderheid van twee, derden der tegenwoordig zijnde Leden, befchuldigingen vind, word hij ontflagen; doch, reden van befchuldigingen zijnde, word het befluit ter fanftie aan de Tweede Kamer gezonden, en, zo deze het bekrachtigd , word hij voor het Hoog Nationaal Gerechtshof te recht gefteld. Buiten het geval, van op de daad agteihaald te zijn, kan de terechtfte!Jing van een Lid niet gevorderd worden, dan op een aanklagt der Eerfte Kamer,en ten minflen door drie burgers onderteekend. Alle laadpleegingen hieromtrend gefchieden in een Generaal Committé. Daar  VRIJ. 12S> Daar nu de Staatsregeling wel, ten opzigte van lijfftraflijke ■tnisdaaden, maar geenfins wegens civile zaken heeft gezorgd, zo heeft het Vertegenwoordigend Lichaam verordend en befloten : Dat geene Leden, geduurende derzerver zitting, in gemelde Vergadering, in hunne perfoonen zullen kunnen worden gearresteerd, of in gijzeling geplaatst, wegens of ter zake van eenige vorderingen of pretenfiën, ten hunnen lasten gefustineerd wordende, dan alleen in geval zij latiteerend of voord vluchtig z jn, door derzelver crediteuren mpgten agterhaald worden, en voords nog ter executie van rechterlijke condemnatiën, ten hunnen laste gedecemeerd: — Dat, in het eerfte geval, zoodra het arrest zal zijn gedaan , daarvan onverwijld zal worden kennis gegeven aan c)e Eerfte Kamer, om daaromtrend zoodanig te kunnen befluiten, als naar omftandigheden van zaaken zal worden bevonden nodig te zijn. — Dat, in het andere geval, het arrest, of de gijzeling, niet eerder zal mogen gefchieden, dan nadat daarvan vooraf door den genen, die op zoodanige wijze de executie zoude willen dirigeeren, of wel door den Rechter, wiens gewijsde ter executie word gelegd, zal kennis zijn gegeven aan de Eerfte Kamer, welke alsdan de ftukken en informatiën, tot zoodanige oxecutie betrekking hebbende, zal requireeren, of door het Uitvoerend Bewind doen requireeren van de geenen, onder welken dezelve berusten : — Dat de Eerfte Kamer, na die ftukken te hebben bekomen, eerst den beklaagden in zijne belangen zal hooien, en vervoigends, met verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid, zal onderzoeken , en bij de meerderheid van twee derden der tegenwoor-i dig zijnde Leden, beflisfen, of er gepaste termen zijn, om, door middel van perfooneel arrest, of gijzeling, de executie te dirigeeren : — Dat de Eerfte Kamer, daartoe geen grond vindende, de zaak zal houden voor afgedaan; doch, bevindende, dat er gronden zijn voor een perfooneel arrest of gijzeling, haar befluit, binnen den tijd van 14 dagen, ter bekrachtiging zal zenden aan de Tweede Kamer. Deze, het befluit der Eerfte Kamer weigerende te bekrachtigen, waarover dezelve zich, binnen 14 dagen na de receptie van het befluit der Eerfte Kamer, zal hebben te expliceren, de zaak zal worden gereekend voor afgedaan; — Dat, de Tweede Kamer het befluit bekrachtigd hebbende, daarvan extraft zal worden gegeven aan het Uitvoerend Bewind, ten einde hetzelve te brengen ter kennisfe der belanghebbenden (*). De wijze van vrijwaring en rechtspleging, omtrend de Leden van het Uitvoerend ^ewind, is dezelfde als hier voor omtrend de Vertegenwoordigers is opgegeven. Atle van Staatsreg. Art* 71—82 en 145, O Publicatie van het Uitvoerend Bevind, van den 5 Maart 1799. 1P r, ' 0  »3a WAT, WED, WEE, WEG, WES, WER, WET. w Wateren , zie Agent. WEDUWEN, van Hoog-leeraaren en Leeraars der voormaals heerfchende Kerk, op den i Januarij 1798 gepepfioneerd zijnde, blijven het genieten geduurende haar leven, zie Penfioenen. WEESHU1SEN. Alle, die in dezelven, of in Diaconie-, Armof andere Gods-huizen, worden opgebragt, of onderhouden en geiilimenteerd, als geene lasten aan de Maatfchappij opbrengende, kunnen dan ook geene aanfpraak maaken op het genot van gelijke rechten met anderen. Zij zijn, daarom, geduurende den tijd dat zij daarin woonen of onderhouden worden, uit het ftemregister gefloten, en dus onbevoegd tot eenig ambt of bediening; dan, daar uit komende, en niet langer bedeeld wordende uit de fondfen, aan dezelve huifen toehehoorende, of uit Armen kasfen, kunnen zij, mids de overige vereischten bezittende, zich in het item-register laaten aanteekenen. AÜe van Staatsreg. Art. 12 Litt. E. WEESP,- is de hoofdplaats van den ?dcn Ring in het vierdeDepartement, en van het 4ofte Diftrift. WEGEN, zie Agent. WEST-INDISCHE COMPAGNIE. Deze is haaren oorfprong verfchuldigd aan een Antwerpsch Koopman, genoemd Willem Usfelin, die, in den jaare 1607, uit Antwerpen vluchtende, te Amfteldam kwam. Deze Compagnie wierd in den jaare 1621 tot ftand gebragt, wanneer zij haar eerfte octrooi verkreeg. Daarbij werd aan dezelve alleen vergund , te mogen handelen op de kust van Afrika, van de hoogte des Tropici Cancri, tot aan de Kaap de goede Hoop, en gantsch Amerika, Van de Straat Mageiianus tot Terra Nova, midsgadérs de Kust van Guinea. Zij beftond uit vier Kamers, te weten: Amfteldam, Zeeland, Rotterdam, en het Noorderquartier, en werdt beftuurd door 16 Bewindslieden, als uit Amfteldam 10, en uit Gelderland, Utrecht, överijsfcl, Haarlem, Leiden en Gouda ieder één. Pe andere Kamers weiden op dezelfde wijze beheerd. ■—■ De Vergadering, welke alle zaaken afhandelde, werd genoemd de Vergadering van Tienen, als 4 uit Amfteldam, a uit 'Zeeland, 1 van de Maas, 1 uit het Noorderquartier, 1 uit Friesland of Groningen, en 1 uit de Staaten Generaal. Thans wordt zij beftuurd onder den naam van Committé tot de zaken van de West, en zal vervangen worden door den Anierikaanjchen Raad, zie op dat Woord.' WERVEN, zié Magazijnen. WETBOEK, of verzameling van Wetten, naar welken iede? burger moet leeyen, en waaraan allen gelijklijk zijn onderworpen, zoo om befcherming cn belooning te genieten, als ftraffen te onderdaan. Dé Romeinen waren drie. honderd jaaren zonder ei-  WET. 231 ei°en Wetten of Wetboek. Zij moesten dezelven bij de Acheniënfers haaien, of, als andere Natiën, van den wil en het welbehagen des Konings afhangen, yan tijd tot tijd kregen zij wel wetten, doch dezen waren niet bij eikanderen verzameld, tot dat Keizer justiniaan alle de Wetten der voorige Keizers, en de gevoelens van fommige Rechtsgeleerden, deed bijeenbrengen, en, onder den naam van Digesten en Pandecten, den Romeinen tot Wetboek gaf. Naderhand zijn hierbij gevoegd een aantal andere die Wetten, die gedeeltelijk op gezag van Gregorius en Hermogianus, en gedeeltelijk op bevel van Theodoftus junior, onder den naam van Codex, zijn uitgegeven. — Deze allen met de Novelle bijeen, zijn hedendaags bekend onder den naam van Romeinfche Rechten, en getituleerd Corpus Juris, die, wanneer onze Lands-wetten zwijgen, tot beroep worden aangevoerd. Tot heden had deze Republiek nimmer een algemeen Wetboek.. Het oude Fcederative ftelfel gaf aan ieder Gewest bijzondere inrichtingen en voorfchriften, naar welken de ingezetenen zich mecrten regelen. Ieder der voormaalige Provinciën had Plakaatboe. ken, waarin alle de Plakaaten, Publicatien, oude Herkomen cn Coftumen geplaatst waren. De verfchillende, dikwerf rechtitreeks tegen eikanderen aanlopende, zoogenoemde Land-wettcn hadden veel overeenkomst met de wetten der Alheniënfers, hacedemoni'ir; en Romeinen. Dan, daar het volk thans zich zeiven door zijne Vertegenwoordigers wetten geeft, is het billijk, dat dezelven overeenftemmen met de gezonde reden, en dat geene Wet dcu eenen beloont, en eenen anderen ftraft. Dit zou het Wetboek der dwinglandij zijn, en geenfins overeenkomen met de grondbeginfele.i van Gelijkheid en Vrijheid. Nergens heeft het Bataarfehe volk meer belang in, dan in een naauwkeurig famengefteld Burgerlijk en Lijfftraflijk Wetboek, waarin elk burger, zonderrechtsgeleerde kunde, op eene eenvoudige wijze, die algemeene en eenparige Wetten vind, waarnaar hij veilig, en zonder vrees voor onrust of gevaar, in alle zijne burgerlijke betrekkingen, door het gantfche Gemeenebest kan handelen. — „ Wat toch „ is," zegt één der kundigfte en braaffte voormaalige Vertegenwoordigers, Hofman (*), „ de politieke Vrijheid voor de indi„ vidueele burgers, zoo lang hunne burgerlijke Vrijheid niet „ beter gewaarborgd word? — Zoo lang men in een Land „ woond, waarin elk burger wel een Rechtsgeleerde mogt zijn, ",, om niet hier en elders, in zijne onfchuldige onkunde, een ,, overtreder van zoo veele onderfcheiden Wetten te worden ? — ,, Zoo lang boven het bereik van eiken burger is, op eene „ eenvoudige wijze te weten, wat zijne rechten en pligten zijn, „ wat hij dus in de Maatfchappij kan doen en moet laaten ? — „ Zoo lang de eenvoudige burger in dozen mpet afhangen vap ,, den mond en raad der zich onderling telkens we.êrfpreken;e « Ad (*■) Zie DutgiUd N>. 281, 2V Derl, van den Jaar: %797> P *  «32 WET. „ Advokaaten?" Elk Bataafsch burger reikhalst dus mar het oogenbhk, waarop zoodanig Wetboek voor de geheele Republiek zal zijn ingevoerd. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art. 28 WETENSCHAPPEN jzn KONSTEN. Hier voor, onder het woord Konsten, is gewezen op dit woord: Wetenfchappen, 01a dat deze de bronnen zijn, waaruit de eerften moeten putten. De wetenfchappen zijn de befchouwlijke uitwerkfelen der vlugheid van het menfchelijk verftand, om van die dingen, welken wij door onze zintuigen gewaar worden, en met onze denkingsKracnt omvangen, eene juiste kennis te erlangen. Derzelver töepasfing vestigd zich in de beoefenende konften, waardoor men zich deze verkregen kennis, zoo veel mogelijk, ten nutte roaakt — De konften' zijn dus wederom de uitwerkingen van het fcheppend vernuft, dat zijne voorftellingen en bevindingen overbrengt tot alle voorwerpen, waaruit de Maatfchappij de voldoening haarer behoeften ontleent. Hoe hooger zich de vlucht van het vernuft verheft, en eene uitgebreider kennis de werktuiglijke proeven, onder nieuwe gedaanten, herhaalt, des te meer Kunnen Fabrieken, Trafieken en Koophandel, in één woord, alle middelen van beftaan, en daardoor de welvaart van het geheel bevorderd worden. Zonder dit behulp zou de nijverheid Zich weldra in eene doodlijke kwijning bevinden, en alles weldra tot den ftaat van eerfte kindsheid der Maatfchappij wederkeeren j dat is, zij zelve zou tot een volftrekt verval geraaken. Zonder wetenfchappen, en de konst van derzelver toepasfing, zou alle verlichting kwijnen, en dus ook nimmer die eleétrieke fchok gekomen zijn, die de dwinglandij heeft ter neder geveld. Het fiere Rome bragt Griekenland wel door de konst van oorlogen, met het geweld van wapenen, ten onder; maar behaalde elleen door nuttige konsten en wetenfchappen, de overwinning op het boerfche Itaiien. En hoe veele Romeinfche jongelingen waren er niet, die te vooren de Griekfche Schooien bezogten om dat alles te leeren, waardoor de gantfche toen bekende waoreld aan haar onderworpen werd? Hij, die het Gaas heeft uitgevonden, bad gewis nimmer gedacht, dat daardoor de konst van Luchtbollen te maaken, in de waereld zoude komen, om vijandhjke legers te befpieden. — Wie had van de wetenfchap van Mster kunnen denken, dat zij de Boekdrukkunst zou hebben ten voorfchijn gebragt, waardoor eindelijk de lluier der natuur opgeheven, de blinddoek der vooroordeelen "verfcheurd, en de keten" der flavernij verbroken is. Geen wonder, dat alle dwingelanden de wetenfchappen verduisterd, kundige en vrije mannen ten allen tijde hebben onderdrukt, ten einde geene ftaatkundigc gebleken te openbaaren, of de Vrijheid te prediken. De groote Veipuften door bloedplakaaten tot zwijgen brengende, 'en alzoo het gezpnd' verftand onderdrukkende, meenden 'zij de geweldenarijen ongeftraft te doen zegevieren. Van daar nog het verbod aan den Mujehnan, om over den Koran vrij te fpreken, ondut r.et uit de eene verlichting eene andero geboren worde: en'wat toch  WET. feyg -eoch is dit anders, dan een oogenfchijnlijk volks-beJrog? Dat dan'ook de Bataaf alle middelen aanwende, om zijne eigen ken: ris uit te breiden, en dat hec Bewind ijvere, om de gemeenfchaplijke kundigheden te vermeerderen? Dat de Republikeinfche burgers alle mogelijke gelegenheden bezigen , om eikanderen té overtuigen, dat, zo de wetenfchappen verwaarloosd worden, af? dan de'Vrijheid tevens, met dezelven, in het zelve graf zal zinken. Belooningen toe te kennen aan hun, die zich door hunne ontdekkingen, en algemeen nuttige gefchriften en daaden, verdienftelijk maaken, zijn geene voorrechten van den een boven den ander. Neen: zij worden aan dezelven alleenlijk toegewezen , om dat zij, in de daad, verftrekken tot eene weldaad der geheele Maatfchappij, overeenkomftig het waare oogmerk van het oorfpronglijk verdrag. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art. 51 en A4ditioneele Artikelen Art. 7. WETGEVING. Men moet, in het geven van wetten, bovenal op de twee hoofddeelen letten, waarop zij allen behooren gegrond te zijn, en zonder welken zij, in de daad, op zeer losfe fchroeven zouden berusten; naamlijk Vrijheid en Gelijkheid: de eerfte, om datgeene te kunnen doen, wat een ander niet benadeelt, en de tweede, dat alle ingezetenen gelijklijk aan ééne wet onderworpen zijn. Buiten deze grondilagen, behoort men voords bedacht te zijn op de geaardheid, gewoonten en zeden, het natuurlijk vermogen, de opvoeding, de nijverheid, den koophandel, den landbouw, de zeevaart en visfcherijen, de konsten en handwerken, wetenfchappen en fraaije letteren; in één woord, op alle middelen, waardoor de ingezetenen des lands hunne natuurlijke en konst-behoeften voldoen. Alle deze takken moeten befcherming en bevordering in de wetgeving vinden, en deze moet voornaamlijk de overhellende neiging in het oog houden , welke, zoo door luchtftreek als plaatslijke ligging des Lands, bij het volk word waargenomen, en als dan deze hbofd-neiging ten goedg richten en aanmoedigen. — Zo werden de Helreeuweh gevormd door den godsdienst, de Atheniënfers door de wetenfchappen , de Carthatrinenfers door den koophandel, de Rhodiè'rs door het zeewezen, de Spartaanen en Romeinen door dapperheid. — Wat de wetgeving zelve betreft, daar in den boezem van het geheele volk de oppermagt berust, en hetzelve, door zijne'eigén gekozen Vertegenwoordigers, zich zelf wetten geeft, volgt hier uit, dat hét Vertegenwoordigend Lichaam, bij uitfluiting, de magt van wetgeving bezit, benevens het verklaaren, verbeteren, opfchorten en affchaffen der wetten, alles naar eh behoudens het Voorfchrift der Staatsregeling. AUe van Staatsr. Art. 50, Litt. A. WET (de) is de wil van het algemeen, dat is, van alle dé faamveibondenen iri de Maatfchappij, uitgedrukt door de meerderheid der burgeren of -van derzelver Vertegenwoordigers. — Dus beftaat er geen algemeene wil, zoo lang de mensch in zijnen natuurftaat blijft. Dan beftuurt hij, door zijne geneigdheden., zijnca eigen wil, zonder'dat hij zich aan regelen'van snif ? ' ^-  *34 WET. deren verbind, of die behoeft op te volgen. Dan, zoo dra de mensch overgaat in Maatfchappij, en du? burger word, dan word de Wet uit het algemeen Verdrag geboren, ais den waaren grondflag, waarop de onderlinge verëeniging gebouwd is. Hier uit volgt dan ook, dat de algemeene wil geen bijzonder voorrecht kan verleenen, noch iemand boven de wet ftellen. Dit zou weldra de zoo noodzaaklijke gelijkheid vernietigen. De wetten, derhalven, het zij befchermende, offtraffende, moeten gelijk zijn voor allen. De Maatfchappij, iiitüsfchen , kent aan ieder haarer Deden de zedenlijke vrijheid toe, en dus kan ieder doen, wat hij goedvind, mids hij eenen ander niet benadeelt. Ook in zoc, verre, daar de mensch zijn eigen denkvermogen niet bepaalen kan, heeft ook dq algemeene wil geene befchikking. Omtrent iemands bijzondere gevoelens, welken zijn onvervreemdbaar eigendom zijn, waarover de mensch geenen anderen rechter kent, dan God, die hem de verftandlijke vermogens gefchonken heeft. Dan alleen, wanneer uit die gevoelens daaden voordfpruiten, welke fchaadelijke gevolgen na zich fleepen, kan de algemeene wil dezelven misdaadig keuren en ftraffen. — Alles, wat overeenkomt met de onvervreemdbaare rechten van den mensch in Maatfchappij, kan door geene wet verboden worden. Zij beveelt noch laat toe, het geen daar mede ftrijdig is. Uit dit alles vloeit voord, dat de wet eenen grondflag moet hebben, waarop zij gebouwd is, naamlijk de erkendtems van wederzijdfche pligten, welken de een aan den ander, en allen aan het gemeene Vaderland, verfchuldigd zijn. De grondflag nu van alle deze pligten is eenvoudig in dit- beginfel vervat: Alles,, wat gij wilt dat aan u gefchiede, doe aok alzoo aan een ander. — De wet moet, voor het overige, zoo na mooglijk, volkomen zijn, dat haare meening aan geene verkeerde uitlegging onderhevig zij; althans niet met een gezond begrip ftrijde. — Zij moet ook zoo veele waarheden in zich bevatten, dat het welgefteld of menschlievend hart nimmer reden hebbe, om zich over haare uitvoering te bedroeven. Ook daarom moet de wet geene andere ftraf opleggen, dan welke volftrekt noodzaaklijk zij voor de algemeene zekerheid. — Het volk zelf nu eenmaal zijnen bepaalden wil, bij de Staatsregeling, hebbende uitgedrukt, naar welken het vordert, dat zijne Vertegenwoordigers hunne befluiten' zullen regelen, kan dezelve nimmer veranderd worden, maar moet bepaaldlijk' blijven voordduuren, tot zoo lang dat het zelfde volk', plegtig opgekomen, de noodzaaklijkheid, ter verandering of verbetering, zal verklaard hebben. De heiligheid van dezen regel beteugelt; zoo wel de mooglijke willekeur der Bewindslieden, als de grilligheden van een opgeruid gemeen. Het ontwerpen van wetten gefchied door de Eerjle Kamer. De Tweede bekrachtigt dezelven, en de Uitvoerende Magt brengt ze in werking. Eene wet, ten gevolge van een onverwijld befluit, houd geene langer kracht, dan tm jaar. Dit zelfde heeft plaats bij pene wet, waarbij, eene nieuwe belasting word ingevoerd. — A'-  WIN, WIS, WOL. Alles, wat bij de Staatsregeling zelve niet bepaald is, zal de wet regelen, zoo als b. v. de wijze, waarop de Républikeinfche beginfelen in de Colonien zullen worden ingevoerd,— de verandering of vernietiging, wegens het vervoeren van goederen paar de Oost-Indien, — het getal cn de magt der Commisfarisfen naar de Buitenlandfche Bezittingen, — de voorwerpen', waaromtrend de Vrederechters, het zij met of zonder Bijzitters, ook met of zonder hooger beroep, uitfpraak zullen doen, de jaarwedden en ambtsverrichtingen derzelven, zoo ook die der Leden van de Burgerlijke Rechtbanken, en van de Departementale Gerechtshoven, — de wijze van ftemming bij het verkiezen van onderscheiden Ambtenaaren enz. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art. 5, 6 en 41. ASte van Staatsr. Att. 50, 60, 70, 103, 104, 105, 208, 246, 249, 250, 254, 260, 272, 275, 277, 286, 287, 294, 299, 301 en 702. Regiem. Litt. A. Art. 20 en Regiem. Litt. E. Art. 25. WINSCHOTEN, is de hoofdplaats van den 7den Ring en van; het 14de Diftrift in het eerfte Departement. WISSELBANK. In de meeste kooplieden van Europa, zijn dezelven tot gemak en gerief van den handeldrijvenden burger opgericht, zoo' als te Amfteldam, Rotterdam, Middelburg, Parijs, Londen, Venetiën, Hamburg enz. Die van Venetiën is de oudfte. "L\\ is de fteun van het Nationaal crediet, en bevat de kapitaalea niet alleen van inlandfche en buitenlandfche kooplieden, maar ook van vreemde vorften. — Men brengt in dezelven allerlei geldfpecié'n, tegen betaaling van de Agio of opgeld, — De oudervinding heeft geleerd, dat de Agio was 5 ten honderd boven het kapitaal, en tevens dat dezelve 15 ten honderd gedaald is. — Alle openbaare inrichtingen ter bevordering of ftaaving van het openbaar crediet, inzonderheid alle Wisfelbanken, worden, bij de Staatsregeling, aangemerkt als afzonderlijke bemoeijingen der daarbij onmiddellijk belanghebbende burgers. De openbaare magt oefent daaromtrend geene andere, dan toeziende befchikking. J>e gantfehe. natie waarborgt allen binnen- en buitenlandfchen eigendom, in dc Wisfelbanken geplaatst. Burgerl. en Staatk. Grondr. Art. 55. WÖLLEN. Het Vertegenwoordigend Lichaam heeft befloten, dat, bij voordduuring der vergunningen, volgens Refolutie der Staaten Generaal, van 23 Februarij 1769, 20 April. 1770,. en anderen verleend, tot 31 December 1800 alle foorten van wollen (de katoenen uitgefloten) zullen worden vrijgefteld van de premie of het verhoogde veilgeld, en van het convoi en licent, in zoo verrei dat van de wollen, geduurende dien tijd, alleen zal moeten worden betaald vijftien fiuivers per baal Inkomende, én écne Gulden uitgaande, zonder onderfcheid van gewigt of waarde, behoudens de keus van den aangever, om, in geval hij zulks alzoo geraaden of voordeeliger zoude mogen oordeelen, zijne wollen met opgave van wigt te waardeerön, en daarvan te betaalen drie vierde percent of injfiiep ftuivers van de waarde van de hon-  fl3<3 WOL, WOO, WIJN, JJSS, IJZE. honderd guldens inkomende, en één en een half percent van de waarde van honderd guldens uitgaande, alles op den voet, conform aan de orders van het land, en onder de pcenaüteiten, bij het generaal Placaat van 31 Julij 1725 tegen het fraudeeren in wigt en waarde, gefiatueerd (*). WOLVINGA, is de hoofdplaats van het 7de DiftricT;. WOONING, zie Veiligheid. WIJN. Bij befluit van het Vertegenwoordigend Lichaam, is verordend, dat, tot 31 December 1800, de in- en uitkomende rechten op den Rhijnfchen wijn in diervoegen zullen worden gemodereerd, dat, op het inkomen, voor ieder voeder van zes samen overlandfche ritzing, de aam gereekend tot vier ankers, zal worden geheven drie guldens, in plaats van agt guldens, ea op het uitgaan twee in plaatfe van vijf Guldens (f), IJ I.TsSEL (den Ouden), is het 2de Departement. IJZER. Tot den uitvoer van ijzer, moet men zich bij requeste aan het Vertegenwoordigend Lichaam vervoegen, dat zulks onder de gewoone voorzorge verleent. IJZER en STAALWERK (fijn). Ter opheldering van het 10de Artikel der prohibitive Wet, van 10 Oclober 1798 , is verftaan, dat onder het verbod van fijn ijzer en jlaalwerk begreepen zijn handfehroeven, keerbijtels, trommel-veeren, zoetvijlen, banken fpeerhaakjens, fpanijzers, drilbooren, fnijvijlen, bankfehroeven zonder ftaarten, gaarfchijven, ophaalders, tuimelaars, drijfijzers , fchoorfteenen, haardtangen, agtertangen, fchoppen, mesfeu, fchaaren, ftaale horlogie-kettingen, knoppen, gespen, fnuiters, fpooren, en al het geen op het gezigt kenmerken met zich draagt, dat geheel gefleepen, gebruineerd en gepolijst is. Doch zijn niet verboden in te voeren fpeerhaaken, bankfehroeven, nagel-ijzers, voorhamers, mookers, koevoeten, vijlen en raspen voor de fmids en trek-ijzers, allerhanden timmermans- en bouwgereedfehappen, beftaande onder anderen in zaagen, fchaafbijtels, hamers, disfelbooren, ijzeren' pasfers, bankfehroeven, domme-, krachten, aanbeelden, breeuw-ijzers en fcheep-krabbers, allerlei foort van flotwerk voor deuren, kas-deuren, Iesfenaars, kisten, Jaaden, grendels voor deuren, kasfen en blinden, fchuiven en knippen, bogt-knieren, om deuren en blinden in te hangen, grendelflooten enz., haalmesfen, helmesfen , fpoutbooren, kurkboo;en voor fmids, kuipers, en andere ambagtslieden, broosten en eis-, C*) Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 31 December 1790. O) Putlieattf vtmhet TJitwmd Beair.rf, van Csn 31 Dewuiuur  ZËD. »37 jasten voor zadel- en fchoenmaakers, duimhengfels, krurshengJels geuthengfels, fchaatfen, duimhaaken, krammen, kardoesnaal'den, pak-naalden, koets-garnier-hsngfels, ftooven , fpijkers , nagels en rabat-haaken voor kamerbehangers; voords allerlei keuken-gereedfchappen, als ijzeren potten, konfoorten, ftrijk-ijzcrs, tangen, kettingen, koeke-pannen, vuurhaardjes. kachels, ijzerenketels , het zij dezelven vertind zijn of niet, koffijmoolens, roosters, treeften, ijzeren fchoppen, fikkels, felsten, kargazoen-mesfen, ploegen, en het geen verder tot den akkerbouw behoort, ïrtten en mondftukken voor "de paarden, ijsfpooren, gewigten, fchaalen ,. balancen , fpijkers, ijzerdraad , kogels, ankers, kanon inz. mids alles niet uit Engeland, maar uit Neutrale Landen, Inrvoordkomende (*). y^EDEN. Geen geweld, geen oorlog, nog magt vari wapenen, zegt zekeren fchrijver, is verwoestender en gevaarlijker voor het welzijn van een volk, als het algemeene bederf der zeden: de mensch, verbasterd van zeden, kent geene deugden; hij vervalt in uiterften, die hem tot eenen flaaf vormen; hij misbruikt tegelijk zjne vrijheid, en de ongebondenheid veroorzaakt, dat, zoo deze b'efmetting op anderen overgaat, zij het verval van het geheele land na zich fleept. De luije weelde en pracht, veelal de gezellinnen der zede-verbastering, geeven de geboorte aan de onverfchilligheid; zij, die zich kluisteren aan uitfpanningen, waarin geen voordeel dan vuil bejag te vinden is, letten zelden of het.heil des volks de geheihgfte wet blijve — vermaakén, omvangen van wulpfche dartelheden, zijn hun dierbaarer, dan die weinige oogenblikken, waarin zij over het algemeen belang moeten handelen. — Wat zijn de gevolgen van de zeden-verbastering? — „ Wendt uwe oogen," zegt een Vaderlander ,„'na het oud Romen. De onwaardigften en eerloosten- verkreegen 'er dikwils de eerfte bedieningen, terwijl de vroomfte en verdienftigfte mannen geheel in het veigeet| boek gefteld wierden." — De -Agent van Opvoeding is met de vorming der Nationaale zeden beiast; hij moet zorg dragen dat de fchouwfpelen , overal daar dezelven in de Republiek gevonden worden, leerfchoolen zijn van het volk; kweekfchoo'en, en behoedmiddelen tegen de ondeugd; dat zij tot dien trap van verbetering gebragt worden, waarvoor zij vatbaar zijn, en dat van dezelven worden geweerd die ftukken, welke de zeden bederven of den Nationaalen geest verzwakken; dat zij ftrekken tet opwekking v..n Republikeinfche deugden, enz, —- Hier zou- (•J RiftlMit van den eigent van Finmtien, van iB Maart I799>  §38 ZEG, ZlR, ZiT, ZUI, ZÜT. ZWO. dc dc vraag te pas komen, of alle de hedendaagfche vertoonde foneelfpelcn daaraan voldoen — en of de tegenwoordige pantomines, welke wij daaglijks zien aankondigen, en waaronder, die uit de duizend en één nagt Arabifche Vertellingen getrokken zijn, aan dat heilreik oogmerk van zeden-bevordering 'detiirdopwekkmg enz. voldoen? Het is waar, men moet op bet too^ neel formvijlen dc lachlust der aanfehouweren opwekken; maar zijn oude vaderlandfche klugtfpcelen, als van Langendijk en anderen dan zoo veel minder, als ene pantomine waar aan de aan; Ichouwer mets heeft dan het gezicht op kostbaare decoratien , kleedingen enz.? — Zal hij, die zijn geest eene uitfpanning wil geven, niet veel meer nut en vermaak vinden, in die ftukken , waarin hij fprekende perfoonen hoord. Dan waarin hij, zoo men zegt, ftommertje ftom ziet fpeelen. — En waar zijn die oude Republikeinfche toneelfpeelen, van Brutus, Bato, JarobSimoiis de Rijk enz.? Zal men daarin geen meer vaderlandschlietde heldenmoed en dapperheid vinden, dan in de toverijen van Arnmdes. Oberen, en andere ftukken, waarin veele onmoogt! j en worden vertoond, die geene andere ftrekking hebben, dan om onnutte uitgaven te doen..— Wij wenfehen, dat men zulke tijden zal mogen beleven, waarin de autheurs, die zien op het fchrijven van zede-bevorderende ftukken toeleggen . door vertoon mg hunner herfchen-vrugten mogen aangemoeuiVd worden, en dat wij in ftaat geraken, om alle de vreemde vJr taalde tooneelfpeelen in het vergeetboek te ftellen. (Zie verder Omkooping, Opvoeding en Onderwijs.) ZEGEL (Klein). 'De ordonnantiën op het recht van 't zeive, m de bijzondere voormaalige Gewesten, blijven in volle kracht, tot dat daaromtrent, bij het Vertegenwoordigend Lichaam zal zijn voorzien. ZEGEL (Groot Nationaal) , is onder de bewaring van den V°°Tr^"er van.het Uitvoerend Bewind. Acle van Staatsr; Art. 89. ZdRIKZEE, is de hoofdplaats van den 3den Ring in het 8fte Departement, en van het 7ofte Diftrift. ZfiTING. De Eerjle en Tweede Kamer mogen voor een tijd haare zittingen verfchuiven, doch niet langer, dan voor drie dagen Dezelven langer uitfttllende-moet zulks met overeenkomst V^bmnVoofZltters gefchieden. Acle van Staatsr. Art. 48 en 49. .ZUIDHORN, is de hoofdplaats van het pde Diftrict. _ ZUTPHEN, is de hoofdplaats van den 7den Ring in het 3de Departement, en van het 24fte Diftrict. ZWOLLE, is de hoofdplaats van het tweede Departement, van den Aden.Ring in hetzelven Departement, en van het iSde Uiilnft. Het Departementaal Beftuur van den Ouden Tsfel houdt deszelfs zitting aldaar. „ Bi-  . -23g Bataavcn.it blijft altijd verpand „ Aan God) de Wet en 't Vaderland! Dat dolle muitzucht nooit 's Volks achtbren wil wetrJlreeVSt „ Elk Vloek' geweld en Dwinglandij! De Wet maakt ons gelijk en vrij: De Wet regeer! — de Vrijheid leeve! s '.EINDE. Ê RE-  UEGISTER deii WOORDEN, IN HET WOORDÉNBÖEK VOORKOMENDE. A. .Aa (de Rivier dc) ; po£. i Aènbevoolen . . i Aanbouw, zie Marine . i Aanklager (openbaare) . I Aanklagten . . 2 Aanflag, zie Veiligheid . 2 AÜe (alle) van Verbindtenis, zie Schuldbrieven . 2 Actiën in de O. I. Comp., zie Afkoop. . . .2 Addresfen . . 2 Aljunü Revifeurs, zie Revi- feurs . . 2. Administratie over de Middelen te Water, zie Inkomende en Uitgaande Rechten. 2 Administrative Lichaamen. 2 Admiraal . . 2 Advokaaten . . 2 JEtatis (Venia) . . 2 Afdanking, zie Armee . 3 Afgekeurd Voorftel, zie Voorftel 3 Afkondiging der Wetten, zie Wetten 3 Afkoop . . .3 Aflosfing . . *' 3 Affterving-recht, zie Naasting 3 Aftreding . . 3 Afzetting, zie Opfchorting. 4 Agenten . . 4 Algemeene gewapende Burger- magt, zie Burgermagt. 5 Algemeene Vergadering. . 5 Alkmaar. . . 5 Alliantie. . . 5 Almelo. . . 5 Ambasfadm: . . 5 Ambten. ... 5 Ambtemaren . ■ 6 Americaanfche Bezittingen, pag. 6 Americaanfche Raad. . 6 Amersfoort. . . 6 Amftel (den) . . 6 Amfteldam. . . 6 Amftel veen. 1 . 6 Appel. . 7 Armee. . 7 Armen. . . ; Armen-Beftuur. . . 7 Arm-huifen. . . 7 Arnhem. i . 8 Arresten. . . 8 Arfenaalen. . ■ § Artikelen der Staatsregeling (de). 8 Afiütifche Bezittingen. . 8 Afiatifche Raad. . . 8 Asfen. . 9 Auditeur. . . 9 B. Balk. . r. Ban. . . . 9 Bankbreukige. . . 9 Barneveld. , . . 10 Bataafsch Burger, zie Burger. :o Bataaffche Republiek, zie Republiek. . .10 Bedanken. . . 10 Bedelarij. . . . 10 Bedienden, zie Dienstbaaren. 10 Bediendens. . . 10 Bediening, zie Ambt. . 10 Begrooting van Staats-uitgaave, 'zie Uitgave (Staats). 10 Bekwaamheden. . . 10 Belastingen. . . 10 Beleenbank. . . Jö Beloften. . . 14 Bilooninzen, zie Fenfioen. T4 Be>  REGISTER DER WOORDEN. 24: Bepaaling, zie Lezing, pag. 14 Bergen op den Zoom. . 14 Beroep, zie Civile Zaken en Vonnisfen. . . 14 Befcherming, zie Veiligheid. 14 Beschuldiging. . . 14 Befluiten. . . 15 Beftuuren. . . 15 Bevelhebber. . . 15 Mevoordering, zie Landbouw en Koophandel. . 16 Bezitting. . .16 Mezittingen. , , ig Bezuiniging. l ; 17 Blik. . . 17 Bolsward. . . . 17 Bommel. . . 18 Boodfchapper van Staat. 18 Borgtogt. . . . 18 Bosch (den) . . 19 Breda. . . .19 Brielle. . . 19 Britfche Goederen. . 19 Buitenlandfche Bezittingen. 19 Buitenlandfche Corporatiè'n of Buitenlanders. . 19 Buitenlandfche Zaken, . 19 Burger. . . 20 Burgermagt (gewapende). 21 Burgers, zie Burger. . 22 Burgerlijke Rechtbanken, zie Rechtbanken. . 22 Bijzitters. . 22 C. Campen. . 23 Cesfte (Brieven van). . 23 CharaSter (Nationaal). . 23 Charter. . 23 Chijnfen. . . 23 Cichorie . . 23 Civile Zaken. . . 24 Collateraal. ... 24 ColleEte. ... 24 Colonien. . . . 24 Commis Notularis. . 24 Commisfarisfen. . . 25 Commisfarisfen der Nationaale Rekening zie Rekening (Nationaale). . . 2-5 Commisfarisfen der Nationaals Treforie, zie Treforie (Nationaale). . . pag. 25 Commisfie. . . 25 Commisfie van Geloofsbrieven, zie Geloofsbrieven. . 27 Commisfie van Herziening, zie Herziening. . . 27 Committé Generaal, zie Generaal Committé. . 28 Compagnie (Oost-Indifche), zie O. I. Comp. . . 28 Compagnie (West-Indifche), zie W/l. Comp. . _ 28 Confiscatie van Goederen, zie Verbeurd verklaaring. 28 Conftitutioneele Vergadering. 28 Confuls. . . 28 Confumtive Middelen. . 28 Contra-Lijst der Stemming, zie Lijst (Contra-). . 23 Contrcventie, zie Fraudes. 28 Corporatien, zie Gilden. 28 Costum. . . 28 Coupons. . ■ 29 Creatie van Notarisfen, zie No- tarisfen. ... 29 Credentiaal, zie Geloofsbrieven. . . 29 Crimineele Zaken. . 29 Curateele. 30 Cuylemborg. . . 30 D. Daggeld, zie Traclament. 30 Declaratien. . . 39 Defroyementen, zie Traftament. 30 Delf (van de) . . 30 Delft . . .30 Departement. . . 30 Departementaale Beftuuren. 2A Departementaal Gerechshof, zL. Gerechtshof (Departem.) 32 Derde Lezing, zie Lezing. 32 Deugd, zie Bekwaamheden. 3# Deutichem. . H- ., 34 Deventer. . . <£? Diaconie- Huis. . ^  242 REGISTER DER WOORDEN. Dienaars der Jujlitie. 32 Dienstbaaren. . . 32 Diplomatike. . . .33 Difiritl,: . . 33 DiftriBs-Vergadering. 33 Dotsburg. '. . 33 Dokkum. . . 33 Dommel (de Rivier de) 33 Dommel (van de) . 33 Don Gratuit. . . .33 Doortocht. . . '33 Doorvoer. . . 34 Dordrecht. . . 34 Drie Lezingen, zie Lezingen 34 Drietal. . . -34 Drukpers. . . 34 •. E. Eems (van de) . . 35 Een en Ondeelbaarheid. 35 Eerewagten. . -35 Eerjle Kamer, zie Vertegenwoordigend Lichaam. 35 Eerjle Lezing, zie Lezing. 35 Jierjle Stemming, zie Stemming. . . . 35 Ejf:etlen. . . .35 Eigendom. ■ ■ 35 Ellen, zie Maaten. . 36 Emigranten. . . 2,6 Enkhuizen. . 56 Etablisjementen, zie Bezittingen (Buitenlandfche). 36 Etten 36 Exuë. . . $6 Eyndhoven. . . 36 F. Fabrieken en Trafieken. . 37 Feesten. . • 37 Feiten. . .' • 37 Ferwerd. . . 37 Finantien. . • 37 Finantieele Beambten, zie Ont- fangers. • . . .38 Fiskaal. ... 38 Federalisten. ... 38 Fondfen. . . 39 Ferm, zie Formulieren. 39 Formulieren. . . 39 Fortificatiën. . . 40 Fraudes. . . .40 G. Gaaren. . , 40 Gaazen, zie Gaaren. . 40 Guarnifoen. . . . 41 Guarmfoens-Krijgsraaden, zie Krijgsraaden. • . .41 Guarnifoens-plaats. . 41 Gealimenteerden, zie Armen 41 Geertruidenberg. . 41 Geestelijke Goederen. . 41 Geheime Uitgaven. . 41 Geheimhouding, zie Grondvergadering. . . 42 Geinteresfeerden. . - 42 Gelden (Nationaale). . 42 Geldmiddelen. - .42 Geldswaarde. . . 42 Geloofsbrieven. . . 42 Geloofsbrieven (de Commisfie ter Examinatie der) . 43 Gemeenebest. . . 44 Gemeene Middelen. . 44 Gemeenten. . . 44 Gemeente Beftuuren. . 45 Generaal. . 46 Generaal Committé. . 46 Gerechtshof (Departementaal) 46 Gerechtshof (Hoog Nationaal) 47 Gevangenen- . . 48 Gewaapende Burgemagt, zie Burgermagt. . . 48 Gewigten, zie Maaten. 48 Gezanten. . . .48 Gilden. . . . 48 Godsdienst. . . .51 Goes. . . . 52 Goor. . . 52 Gorinchem. . . 52 Gouda. ... 52 Gratie. . . 52 Grave. . - -53 Grondvergaderingen. . 53 Gro-  REGISTER DER WOORDEN. 24S Groningen. . . 54 Groot Nationaal Zegel. . 54 Groote Visfcherij. . 55 Guinea. . . 55 H. Haag (den) . . 55 Haarlem. , . 55 Hardenberg. , . 55 Harderwijk. . . 55 Haringvaart. . -55 Harlingen. .. • • 55 Heereveen. . «55 Heerlijke Rechen. . 56 Helder (de) . . 56 Helmond. . . 56 Herziening. . . .56 Herziening (de Commisfie van) 57 Herziening van Vonnisfen, zie Revifie. . . 1 58 Hoof geld. . . .58 Hooger beroep, zie Appel en Revifie. . .58 Hooger Vierfchaar, zie Vierfchaar . . 58 Hoogleer aaren. . . . 58 Hoog Nationaal Gerechtshof, zie Gerechtshof (hoog Nationaal). . . 59 Hoorn. . 59 Huisbedienden, zie Dienstbaar jen. . . .59 J. Jaarwedde, zie Trattementen 59 Jaagen. . . 59 Lm?fie- ' ' ' 50 Jujlitie. . . 59 Induftrie. . 60 Inkomende en uitgaande Rechten. ... 60 Inkomften en Revenuen . 61 Inkomften (Nationaale). . 61 Inrichtingen, zie Koophandel 9 en Landbouw. . .61 Infolventie. . . Cl Inftitutien. . . 61 InJlruEtoire Schriftuuren. 62 Interesfen. . . 62 Invoer. . . .62 Imposten. . . 63 K. Kaapvaart. . : • 66 Kamers. . "66 Kas (Nationaale). . . 67 Kas de Referve, zie Referve. 67 Kerk. . . 67 Kerk en Staat. • 67 Kerkgebouwen. . . 67 Kerkgenoodfchap. . . 68 Kerkhoven. . . 68 Kerklijke Eerdienst. . 69 Kerklijke Goederen. . 'I 69 Kiezers. ... 69 Kiezers Vergadering. . 69 Kindergeld . . 70 jtinders (Verworpen). ~, 7a Klein Zegel, zie Zegel. 70 Klokken. . . 70 Konften, zie Wetenfchappen 70 Koophandel, zie Landbouw. 70 Kosten. . . 70 Krijgslieden. . . 71 Krijgsmagt. . 71 Krijgsraaden (Guamifoens). 71 Krijgstugt. . . 71 L. Laakens en Stoffen. 72 Landbouw en Koophandel. 72 Lands middelen, zie Fraudes, Departementaale Gerechtshoven. ... 74 Lastbrief, zie Geloofsbrieven, 74 Lediggangers, . . 74 Leenrech, . . .74 Leeraaren. . , 75 Leeuwarden. . , 7$ Leiden. . ... «75 Leidfchendam. . 9 75 2 Le-  24* REGISTER DER WOORDEN. Levensmiddelen. . pag. 75 Leverantien. . . . .76 Lezen, zie Schrijven. . 76 Lezing. . . .76 Lid. 76 Lochem. . . . 76 Lombard. . . 75 Loterij 76 Lij (de) . . .77 Jijfpaffe. . . 77 Lijfwacht, i . .79 Lijst. . -79 Li/jt (Confra-) . .79 Lijwaaten, zie Laakenén. 79 - M. Maaten en Gewigten. . 80 Maatfchappij ' . . gg Maatfchappijlijk Verdrag. 91 Magazijnen. . . 93 Magt. , «93 Marine. ... 94 Mariniers. . «95 Meden blik. . . 95 Meppel. . . 95 Middelburg. . . 95. Middelen, zie Gemeene, Lands, Levens en Confumtive Middelen. . 95 Middelfïum. . . 95 Militairen. . . . .96 M'nister. , . 96 Misdaaden. . -97 Misdrijf. , . 101 Montfoort. . . 102 Munten. . . 102 M'tntflig. . . . 103 M'.inifpecien. . . 105 Muntwezen, zie Munten. 106 N, Naarden. . . 106 Naaftiug. . . . 106 jSFaaJling of Nakoops-recht. 106 Nasjaujjthe Goederen. . 107 JSfativiaale Inkomften, zie Inkomfi