E 41 3021   EMMA CORBET,, TREURSPEL. Ie Amitoldam, Vi] ' IDE TVID: JAlï BOXL 793-   BERICHT, Zie hier emma CoRBET met eenige verandering, die niet ondernomen is om den Opfieller te verkorten, maar om de algemeene vraag van het publiek te voldoen. Deszelfs aandacht viel voornatnelyk op het nadeelige dat de misvorming van het gelaat van emma aan de werking der hartstogten deed; en op het einde van hetftuk,dat men gaarne meer bevallig dan verfchrik/yk zag. Om 'dan het ver-  verlangen van het puhliek , dat men altyd behoort te eerbiedigen, te voldoen, hebben wy deze t.vee zwarigheden doen wegneemen, dat des te gemaklyker viel, omdat het ft uk , in deszelfs aanleg, aanleiding geef t tot deeze verandering. In het kort, wy hebben getracht het publiek te voldoen . zonder den' Dichter te verkorten , en laten het aan den tyd om onze verandering goed- of af te keuren. rooR.  VOORBERICHT. J)è -grootfte geesfel voor het menfchelyk ge/lacht is. gewis de Burgeroorlog ; zyne woede breekt, medeioogenloos, op de geheiligde betrekkingen der Natuur in: hy is het die, met een onmenfchelyke vreugde, den dolk in het broederlyk hart floot, en den vadermoord tot een triumph maakt. — Onze Eeuw kvërt 'er, meer dan eenige andere, de fehrikbaa* 2 rend-  iv VOORBERICHT. rendfle voorbeelden van op; wy kooren overal, in de vier waerelddeelen, het monfter Burgeroorlog en Maatfchappelyke Tweedracht woeden: zyne vlamme irandt aan den noorder zoo fel ah aan den zuiders ■pool, en dompelt geheele volken en gejlachten in diepen rouwe; en het is de hemel bekend, wanneer het aardryk van deeze pest geheel zal gezuiverd zyn , en door die zuivering de traanen van weduwen wier mannen, van weezen wier vaders, in den Burgeroorlog omkwaamen , zullen opdroagen ! —■ Ceduurende de burgertwisten van Engeland met zyne Amerikaanfche Volkplantingen, heeft de tweedracht onder de beiden Natiën ontzettende verwoestingen aangericht, waarvan gewis die derfamielje van Karei Corbet een der aandoenelykfte is geweest; een Engelsch Schryver heeft dezelve, in twee-boekdeelen, waarvan vyf'uitgaven zyn uitverkocht, opgetekend, welken in den jaare 1784, door eene zeer kundige hand, uit het Engelsch in het Neder duit sch r wederom in twee deelen, vertaald, en in de Boekwinkel van de weduwe j. d ó l l te Amfterdam uitgegeeven zyn. — Ik las deeze aandoenelyke — op de waar-  VOORBERICHT. V waarheid rustende gefchiedenis met een treffende deelneeming, en zoodra ik begreep dat een onderwerp , zoo gewichtig voor het geheele menschdom , waardig was algemeener bekend te worden, bejloot ik ''er, met behoud van alle hoofddaaden der gefchiedenis , party voor het Nederduitsch Tooneel uit te trekken; opdat de waereld, wanneer myn ftuk ten tooneele mogt worden gevoerd, door eene duidelyke voortelling der rampzalige gevolgen van denBurgertorlog, de waarde der eendracht en onderlinge broederliefde meer en meer mogt leeren hoogfchatteni _ Menfchengeluk alleen was, by het vervaardigen dezes Treurfpels, myne bedoeling; of ik in m%tien arbeidge/t'aagt ben, mooge de kunstkenner, die myn /luk met de genoemdeNederduitfche uitgave van 1784 vergeiykt, beoordeelen! den schryvj5r, V E R-  VERTOONER& karelcorbet, een Engelsch Edelman; voor* ftander der Amerikaanen. eduard corbet, zyn zoon, Amerikaansch bevelhebber, in het Leger van den Generaal Was, hington. — Echtgenoot van Louife Hammond. Emma corbet, dochter van Karei Corbet: echt, genoote van Hendrik Hammond. hendrik hammond, Engelsch bevelhebber, tegen de Amerikaanen, gehuwt aan Emma Corbett robert raymund ,t *#u»*-*J ^.vrienden van Karei Lot bet. fredr1k berkley,j ed u a r d, 7 kinderen van Eduard Corbet en Hendrik •emma, J Hammond. Jufvrouw Arnold, vriendin van Emma Corbet. steward, -\Amcrikaanfche Officieren , vrienden b u r c h , J van Eduard Corbet. amerikaan3che colonisten. Vluchtende Amerikaanfche inwoners. Engelfche Krygsgevangenen. _ Ecne bende Engelfche en Amerikaanfche Soldaateiu E M-  EMMA CORBET, TREURSPEL. EERSTE BEDRYF. HetTooneel verbeeld eene legerplaats der Amerikaaven, in een aan de zee grenzend bosch. — Men ' ziet eenige tenten in het verfchiet, en hier en ginds eenige wapenen tegen de boomen geplaatst. — By de opening des gordyns , heerscht 'er eene meer dan, gewoone beweegingin de legerplaats, veroorzaakt door het opbrengen van eenige Engelschgezinden gevangenen ,genoomen door een der Amerikaanfche Scheepen. EERSTE T ü O N E E L. BURCH, STEWARD. steward, tegen eenige Amerikaanen die eene bende gevangen voortfeepen. Behandel deeze lieden met menschlievendheid; zy zyn uweLandgenooten, uwe broeders; het recht des oorlogs, of liever der menfchelykheid, vordert dat. BURCH. Onze tenten zyn reeds opgepropt met gevangen A En-  5 EMMA CORBET, Engelfchen ; wy zullen 'er eenige naar Boston of Ij New-York moeten opzenden. — (tegen een Onder- 1 officier) 'Er zullen oogenblikkelyk nog meer gevangenen hier zyn; ftel 'er een wacht by, en laat ze, tot 'er eenigen zyii opgezonden, alhier in de open lucht vertoeven; doch, voorzie hen van het uoo- \ tüge; maak hen hun ongeluk draaglyk, steward. Het waare wenfchelyk dat 'er eene uitwisfeling «laat, hadt; dit zoude de wederzydfche legers van : veele moeiten bevryden! Qer word weder een hoop gevangenen op het Tooneel gebragt; de Onderofficier doet hen halte houden. Steward-vervolgt tegen de gevangenen.') Gy kunt hier uitrusten ; men zal u daadelyk van tenten en leeftocht voorzien. — ■ E L. 2/ )• néér de eer myoten ftryde roept! (tegen twee der I Jjyzynde Amerikaanen.') geleid myne zuster en haar_ I vriend naar ons leger terug! (tegen vier andere ■ Amerikaanen.) en Gy, volgt my! (hy omhelst Emm.a I fchielyk.) God, God bewaare u\ (tegen Raymund.)? brave man! zorg voor deeze! (haar nog eens om~ helzende.) nog deeze broederlyke kusch! emma, luid weenende. Eduard! Ach! myn broeder! eduard, haastig met vier Amerikaanen vertrekkende. Het moet zóó zyn.... vaarwel! (het gerucht des flryds verheft zich meer en meer, alsmede het gekerm der vluchteling gen uit het dorp.) DERDE T 0 O N E E L. emma, raymund, twee gewaapende AmerU kaanen. emma, Eduard naöogende. fTy vertrekt, en fluit het oor voor myne klachten!.... ó Raymund ! die verwoede oorlogsdrift verfcheurt alle banden der natuur! ....Hoor!— Hoor het gejuil der rampfpoedige flachtoffers! hemel! moeten dan menfchen zodanig op menfchen woeden! (na een oogenblik.) het gerucht.komt nader— ik fid-  28 EMMA CORBET, fidder.... moogelyk is ook Hr.mmondj.... HelaasI zoo dan ftryden broeders tegen broeders! raymund. Ach! laat ons van hier gaan ; wy zyn hier niet veilig tegen den moord. e m m a. Neen! Neen ; ik wil hier toeven tot ik mynen broeder weder zie.... (Eenige vluchtende vrouwen, ■moeders met haare zuigelingen en afgeleefde grysaarts ylen kermende op het tooneel; Emma gaat fchielyk tot hen, en houdt ze fidderende flaande.) Arme ellendelingen! waar heenen vlucht gy? vreest niet voor my; ik ben uwe lotgenoote! — wie heeft uw dorp verwoest? waar heenen gaat gy? een der vluchtende vrouwen. ó Wee! Wee! de vyanden hebben ons uitgemoord! laat my.... laat my gaan. (Zy vlucht haastig weg.) e m m a , tegen een vluchtende grysaart. Wie voert het bevel over deeze barbaaren? een vluchtende grysaart. Myne zoopen zyn vermoord... myne dochter... myne gryze vrouw.. ó, wéé... wéé onzer! (hy ■ vlucht mede haastig weg; doch, Emma houdt hem tegen, en vraagt in verwarring^) e m m a. Noem my, als gy hem kent, den naam de.s Engelfchen bevelhebbers; ik zoude moogelyk in flaat zyn, om de rampen van uwe dorpelingen te verligten? de  TREURSPEL. *9 de grysaart. Wy kennen hem zeer goed; hy is de fchoönfte officier uit de Britfche Armée; toen wy de party van Engeland waaren toegedaan, heeft hy in ons dorp met zyn regiment guarnifoen gehouden. emma, fidderend. Zyn naam? de grysaart. Men noemt hem, K-pitein Hammond! emma, eenen luidden gil geevende,- valt beweegingloos op den grond neder. Kapitein Hammond! .. Groote-GodJ -(de vjuch' telingen verwy déren zic'h ; beneyens ■ eenige nog volgende , fchielyk. —'Raymund poogt; ih haast , Emma te hulp te hoornen.' -—' Het.krygsgerucht vei ' fiaauwt allengskens^) raymund, haar. hoofd met zyne hand opligtende. Herleef!... ongelukkige achtingwaardige! —' .herleef!— ó hoe grieft haare toefrand myne ziel!~rzoo dan moest-het begin onzer' ntifpeuringeiï zoo droevig zyn... welk' een toeftand!... Ach! gryze Cörbét! té midden in uwe rampen zyt gy gelukkig deeze tooneelen vol deernis niet te aanfchouwen,! (Emma zich eenigzins oprichtende.~) & Mis .Corbet! poog — poog u te herftellen; wy zyn omringd door duizend gevaaren! £m-  .30 EMMA .CORBET, emma, met eene flaauwe femme. Hammond!... Hammond! gy, edel gevoelig meiv» fchenvriend! — gy, aan het hoofd van eene bende t rooverenl raymund. Het recht des oorlogs verichoont dit ia den bevelhebber; leder doet, zoo veel hy kan, afbreuk aan zynen vyand. emma, zich opheffende. Ach! — zulk een onmenfchelyk woeden. raymund. Het geen in het oog der menfchelykheid onmenfchelyk fchynt, is plicht voor den foldaat... (met nadruk.) Gy weet nu dat Hammond leeft! emma, nd een oogenblik, vol droefheid. Dit is onzeker; hy kan gefneuveld.... hy kan gewond zyn ?.... (wederom nd een oogenblik , met ftandvastigheid.) Ik wil my uit die wreede onzekerheid redden; laat ons gaan! raymund. Waar heenen? emma. Naar-Hammond — naar het dorp daar hy heeft geftreden — dat hy heeft laaten uitmoorden — naaf het rampzalig oord waar broeder tegen broeder op bloed aazen! (Zy wil gaan.) raymund, haar weerhoudende. In 's hemels naam blyf! gy vliegt in uwen dood j on.  ~T ~R E U R SPEL. 31 ander het gewoel des krygs hoort men naar geene zuchten! emma, met moed. , Ik zal, door duizend zwaarden heenen , mynen lechtgenoot opzoeken ; myn gezicht zal zyne oorlogswoede doen bedaaren 5 myne hand zal zyn zwaard grypen; ik zal hem luid toegillen: Hammond! weêr,houdt den moord, ter liefde van uwe Emma;... Ik moet... Ik moet weg! — (Zy- vertrekt fchielyk; .doch, aan het einde des tooneels koomende, ylt zy, •beevende in de armen van Raymund terug; gillende:') ó, Gruwel!... Gruwel! wat zien myne 00gen!.... Ellendige !... Rampfpoedig vermoorden; (Zy valt, als iemand die vreest om achter zich te zien, met haar hoofd, op 'de borst van Raymund.) VIERDE T 0 O N E E L. 'km ma, raymund, eduard corbet, doödelyk gewond, onderfleund wordende door eenige Amerikaanfche Soldaaten. eduard, met eene flaauwe ftemme, tegen de Amerikaanen. i'Zet *ny hier, tegen deeze boomen, neder!.... (Zy iplaatzen hem voorzichtig tegen een ouden boom; hy ^vervolgt tegen Emma.) Zuster! zyt gy nog hier? * uwe Hammond leeft! ■ SM-  32 EMMA CORBET emma, zich fchielyk tot hem wendende, in by hem nederknielende. ó, Eduard ! is «reik een gaat zie ik u weder! ad den rand des grafs denkt gy nog om myn heil; edele! (Zy weent bitter.') eduard, altyd met eene meer en meer af neemende ftemme. Het is my genoeg, na myn bloed voor een verdrukt volk vergooten te hebben, in de armen eener ■geliefde zuster te moogen fterven 5 zoo veel heil hadt ik my op aarde niet durven belooven. — De'Amerikaanen hebben overwonnen. emma, als in verweifeling. \ En moogelyk dat Hammond oirzank yan uwen.' dood is:?... ysfelyk! — ysfelyk! — broeder tïges' broeder! (Zy wringt haare handen boven het hoo*d te zaamen.y eduard. Verbitter myne jongfte oogenblfkken niet! - Hammond heeft zyn plicht gedaan; ik heb hem zien firyden; hy hadt reeds zedert het aanbreken van den dag gevochten; zelf heb ik hem, zoo veel hy konde," dén moord en de verwoesting zien fluiten; ik I zag hem weereloóze vrouwen en kinderen in zyne j byzondere hoede neérnen; doch, ik kost herri niet na genoeg by koomen om my aan hem bekend te | maaken; wy warren te veel in het gevecht verward. ' -Ik fterf voldaan over zynen heldenmoed ; en..... I (hy zwygt door vermoeienis.') Rav-1  TREURSPEL. 33 raymund. Ach! put door te veel woorden uwe afneemende krachten niet uit! emma, met bitterheid. Dierbaare Eduard! Helaas! moest ik dan onfchuldig de oirzaak van uwen ontydigen dood zyn ;waare ik niet hier gekoomen, gy zoudt nog in het leger,en niet by dit noodlottig voorval tegenwoordig zyn geweest. eduard, met zyne hand wenkende; bykans onverjlaanbaar. Neém myne ongelukkige Louife en myn kind in uwe liefde op, beloon iu haar myne tederheid.... zeg aan onzen gryzen vader dat zyn zoon getrouW is gebleeven!.... Zegen, — zegen over u allen!... Emma, lieve Emma! ach! — de hemel bewaare tl.... {haare hand aan zyn hart drukkende.) eens a-ls alle twisten zullen ophouden na het graf! zuster!.... uw geluk is.... (hy zygt met zyn hoofd (,p de borst van Emma; ziét haar nog eens aan,en flerft.). emma, met den kreet der grievendfte fmart. Te hulp!... te hulp!... hy fterft!... Eduard» toef!... toef! geliefde broeder!... ó God!... dit is meer dan menfchelyk lyden!... (Raymund verwydert Emma, met eene foort van geweld van het lyk, en de Amerikaanen, onder/leunen, met teekeven van aandoening, den dooden.). C '£'-  34 EMMA CORBET, 'Er heerscht, eenige oogenblikken, eene diepe treurige ftilte. — Raymund houdt Emma , weenende, in zyne armen; zy ziet, van oogenblik tot oogenblik, naar het lyk, ' en zucht; cindelyk ontwikkelt zy zich zachtkens uit de armen van Raymund. Raymund, bewoogen. In 's hemels naam, Mis Corbet! laat ons deeze zielgrievende aandoeningen maatigen! emma, nd een oogenblik; met waardigheid. Nog ééne trede, en dan heb ik den zusterlyken plicht volbracht!... (in eenen weenenden ootmoed by het lyk van Eduard knielende.') Dat ik myne traanen, als-een jongst bewys myner liefde, op uw dierbaar overfchot doe nederdruppelen!... Hemel! bewaar — bewaak zyn gebeente :— dat uwe zegen over zyn Hof fchaduwe, opdat het by den oogst der opftandinge, in de ftemme des Eeuwigen, de ftemme eens vaders hoore ; opdat de ontfluiting van myns broeders graf de zaligheid tot zynen onfterfelyken geest overbrenge!... (Zy omhelst het lyk; blyvende een oogenblik voorover geboogen op het koude aangezicht rusten —- daamA heft zy zich met moed op, zeggende met eene verzekerende femme:) Hy is reeds gelukkig!.... (tegen de Amerikaanen) brave Soldaaten ! tracht dit lyk eene kist te bezorgen ; myn broeder was uwe liefde waardig, (hen eene beurs met geld overgeevende.~) Zie daar ,  TREURSPEL. 35 daar eene belooning voor den dienst dien ik van u eisch. een Amerikaan, het geld weigerende aanteneemen. Wy beminden hem genoeg om zonder loon zyn lyk te verzorgen; de gouddorst is niet ónze misdaad; emma. God en uw hart beloone u dan!... (Z.y gaat nog eens hy het lyk, omhelst hetzelve; ftaart het, een ogenblik, veelbeduidend aan , en zegt:) De wil des hemels gefchiede!... (tegen de Amerikaanen?) Brengt hem nu in zyne Tent; beveelt zyn overfchot, in mynen naam, in den naam eener zuster, aan uwe bevelhebbers ; ten geenen dage zal ik 'er u rekenfchap van vraagen! de .amerikaanen, tcrwyl zy het lyk opneemen, allen te gelyk. Wy zullen ■— wy zullen zorgen! — raymund, getroffen , zyne handen ten hemel heffende. Zulke tooneelen, ó God! zyn , voor het menschdo.m, miriaden van gewoone leeftyden waardig! De Amerikaanen draagen het overfchot van Eduard langzaam weg , nd hetzelve met hunne uniformen bedekt te hebben: Emma oogt het, zoo lang zj[ kan, met eene ftille zielgrievende fmart ndm Ca FT F-  3 •verzenden, laaten bezorgen; ik zal ze u doen ter hand (lellen; zy zullen u in alle onzekerheden, zoo rik vertrouw, kunnen toelichten. corbet. Ach! dat gy ze my daadelyk konde bezorgen ; myn hart fnakt 'er naar; duizend grievende denkbeelden verfcheuren myne ziel! — Weet gy waar Emma met haaren vriend zyn heenen gereisd? steward. Volgens bericht der Amerikaanen die hen hebben vergezelt, zyn zy naar het verbrande dorp, alwaar luwe zoon fneuvelde, geweeken. corbet. 1 Is dit verre vandiier? steward. I Slechts één uur. cor-  48. EMMA CORBET, corbet. Dat ik dan derWaards yle!... (diep bewoogen.) misfchien heb ik ook reeds geene dochter meer ó , my ongelukkige!... Ach } kondc gy my dl brieven bezorgen? — heb deernis met de angftenl eens verlaaten grysaarts , die ahyd de vriend der. Amerikaanen was! ' steward. Als gy my een oogenblik alhier wilt opwachten : zal ik ze daadelyk van het hoofdquartier laaten tJi rug haaien, en ze u doen overgeeven. corbet. Zeer gaarne. \ FTFD E TOONEEL. karel corbet, berkley, >/)t. arnold.' ' corbet, diep zuchtende zich weder naar het graf wendende. Oet is dan waarlyk zyn graf — de bewaarplaats van zyn overfchot! berkley, hem daarvanpoogende te verwyderen. Laat de dooden in vreede (luimeren1... Ach , Corbet ! dóórdenk' uw noodlot met mannenmoed , zonder morrend tegen den Albefchikker van het i menfchelyk geluk en ongeluk te twisten! — Verhef) uwe.,  TREURSPEL. 49 mve ziel boven de rampen die uw huis treffen"; zulle eene pooging is uwer waardig! — Jufvr. arnold, op de kinderen wyzendc. |i Zie deeze dartelende, van hunne tegenfpoeden nog \ onbewuste, wichtjens , zy wachten alles van uwe liefde; door den dood van Eduard en Louife is het ééne reeds ouderloos — door het onzeker lot van 1; Emma en Hammond is het andere ook een verlaaten I weesjen, en, wat zal 'er van hen worden, wanneer | eene onftuimige droefheid ook uw leeven, het lee- tfven van hunnen eenigen behoeder, affnydt? (voor hem knielende.') By den geest uwer kinderen fmeek ik u, uw zelf te bevvaaren!... Voor het oog der Alweetenheid druk ik de zorg voor den welvaart I deezer twee dierbaare telgjes op uw grootvaderlyk hart; plicht,vriendfchap en menfchenliefde dwingen I my tot deeze bede. corbet, haar Opheffende. I ■ 6! Verzwaar ook gy mynen kommer niet! ik zal Ibedaard zyn — ik zal leeven — ik zal voor myne weesjens zorgen.... (nd een oogenblik ah in zich, zelve weggezonken , met veel bitter zelfsverwyt.y Zaaide ik dan zelf niet het eerde zaad tot alle deeze rampen!... Myne hoofdigheid, om het huwelyk' van Eduard met Louife Hammond toe te ftaan, verbitterde het hart myns gefneuvelden zoons:ik raasde 3, tegen eiken Engelander die de zyde der Amerikaa• ; nen afviel; hieruit fproot myn haat tegen HenD drik  • 5o EMMA CORBET, (hik Hammond, den echtgenoot van myne dochter Emma. — Eduard vloog de Amerikaanen — Hammond vloog de Engelfchen ter hulp, en beiden lieten zy eene bedrukte vrouw en een geliefd kind achter; ik evenwel bleef in mynen haat tegen Engeland volhouden ; ik ontfing bericht dat Eduard gefneuveld was ; dit ftortte zyne nu geftorven echtgenoote ïn krankzinnigheid en vermeerderde myne woede tegen Hammond , en myne onrechtvaardigheden tegen Emma; tot zoo lange dat de huwelykstrouw haar dwong, tri ftilte zich van een vader te verwyderen, die onmenfchelyk genoeg was om haaren echtgenoot, vermits hy met hem van gevoelens verfchilde, daagelyks in zyn afzyn te hoonen!... ó God! welk een vader was ïkl... naauwelyks was Emma uit myne armen geylt, om haaren man optefpeuren, of de ongelukkige Louife gaf^den geest; toen was ik beroofd van alle myne kinderen; en doorzag , op eenmaal , met een yskoude (iddering , alle myne dwaasheden ; nergens — nergens vondt ik rust ; een knagend geweeten zweepte my naar deeze kusten voort, om my, voor mynen dood, met Emma en Hammond te verzoenen , en deeze kinderen aan hunne liefdé te beveelen.... helaas!... by de eerfie trede, die ik hier doe, ontmoet my de Seraph van mynen zoon; ach! eene trede verder zal my,ducht ik, de geest van Emma by haar graf geleiden!.... (inct diepen weedom.~) Burgeroorlog!... Burgeroor-  . 7 R E^U:' R' S P Ê L. ' 5t oorlog, zoo veele verwoestingen bragten uwe gees-* fels.over myn gedacht! Zegen en overvloed — rust en zielenvrede huisvestten in myne wooning, eer uwe grouwel 'er zyne zwarte vleugelen over uitfpreidde! -é nry ongelukkige!.... (jiy weent luid?) t- berkley, wet aandrang. Eindig — toch, i^Ê alle w.-fM zyiM vadei^B — H van Eduard liH naar Emma- ; I , Z(H nen uwe rampen geëindigd H corbetB  ja EMMA CORBET, ten in zyne Legertent eenige ververfingen aantebreden; ik ben gelast u allen tot hem te geleiden. CORBET. Die edele man!...wy zullen ons de eer geeven hem te zien.... (nd een oogenblik.') Zou hy die zoo glorieryk de rechten van het menschdom kent, ook geen deernis met de treurige bede eens vaders hebben? steward. Gelief u duidelyker te verklaaren? CORBET. Zoude hy, wanneer ik naar Engeland mogt terug keeren , my niet vergunnen, het lyk van Eduard met my te voeren, om het in het vaderlyk graf te leggen? steward, ontroert. Grysaart! uwe graauwe hairen zoude woeste barbaaren eerbiedigen; waant gy dan dat uwe droefheid niet vermoogend zoude zyn, om een menschlievend oorlogsman eene zoo billyke bede te doen toeftemmen?... met waardigheid — onze legerfpreuk is: menschenheil— onze glorie is: vryheid en DEUGDl — CORBET. Zoo fpreekt de Amerikaan!... Man,gy giet,voor het eerst in veele maanden , wellust in myn hart; daarvoor beloone u de hemel!... (hy wil de brieven openen en leezen.) Lieve letteren , van eene zoo dierbaare band! STK-  TREURSPEL. 53- steward. 6 Laaten wy in de tent des Generaals gaan; lees daar op uw gemak; ik bid u, ftaak zoo lange uwe anders zoo billyke nieuwsgierigheid I berkley. Verval toch in geene nieuwe aandoeningen, myn waarde Corbet! corbet, de brieven in zyn zak fteekende. Het zy dan zoo! steward. Laat ons gaan! corbet, gaat fchielyk tot het graf; kusfchen • de de aarde. Dierbaar overfchot! u zal ik met my voeren; gy zult myn beste reisgenoot — gy zult myn grootfte fchat zyn I.... fluimer zachtkens — ftraks zult gy by uwe vaders fluimeren!.... (weenende tot Steward.~) gaan wy! — (Steward geleid den grysaart, Berkley en Jufvr. Arnold de kinderen?) Einde van het Berde Bedryf. » 3 VIER,  ^rj. E M MA CO R B E TT, VIERDE B E D R Y F, Bet Tooneel verbeeld een bosch. — Aan de hier en ginds langs den grond verfpreide waapenen ziet uien dat 'er eenige fchermutzeling net denvyand, op deeze plaats . moet zyn voorgeval' len geveest. — Aan het achtereinde des Tooneels ligt een zwaar gewond Engelschofficier, zynde met eenen vergiftigen pyl in de borst gekwetst. EERSTE T O.Q N E E L. - » . ;.■ r* ■ émma, gekleed in manskleederen, het aan* gezicht met het fap van heesterbesfen verkleurt , door de hoornen , zonder den gekwetften te zien, hecnendringende. Vruchteloos! vruchteloos! heb ik hem gezocht!... Ik vind hem noch onder de leevenden — noch onder de dooden (rondziende?) Ook hier fchynt bloed geftorr... Hammond!... Hammond! waer. zyt gy? — Standvastigheid. Koe Hsilig is uwe kracht, als zy bezield wordt door de liefde!... nu toch ben ik fchier uitgeput.... (nd een oogenblik?) Ach' vaderl hoe groot zoude uw lyden zyn,indien gy uwe Emma, zonder befcherming, zaagt zwerven r ifli  TREURSPEL. 5Ï In de bosfchen van Amerika, blootgefteld aan alle de gevaaren van een woest en onbekend land, plukkende haar voedzel van de heggen en ftruiken © befchouw haar, vermomd en wanhoopend ommcdoolen, zonder te weeten waar zy, in deeze on- meetbaare wouden en woestenyen belanden zal (zy zucht bitter.') Ach God'... ontferm u over myne droefheid! De brave Raymund is van my afgedwaald; hoe zal zyn edel hart over my bekommerd zyn!... (eenige bladeren van de hoornen plukkende, welke zy in den mond brengt.) My dorst vreezelyk!.... zal ik hem dan nooit — nooit weder aan myn hart drukken!... welk een aandenken! — De overmacht der Amerikaanen heeft hem gedwongen het dorp, alwaarEduardfneuvelde te verlaaten,en nu— nu vind ik hem nergens! (in eene biddende houding nederknielende.) 6 Hemel! hemel! hoor het gekerm eener rampfpoedige; voer — voer my tot myneil echtgenoot, of,zoo hy dood is,laat mydandetraanen eener weduwe op zyn lyk doen nederdruppelen! ... (opftaande) laat ik myne nafpeuringen vervolgen , God zal my fterken!... (zy doet eenige treden naar het achtereinde des Tooneels, dlwaar de gewonde legt.) Een lyk?... Helaas! 'een ilacht-. offer der burgertwist (hetzelve nader befchou* wende.) Zoo ik my niet vergisfe, is het de uniform van het Regiment van Hammond? (hetzelve nog ■nader befchouwende }ylt zy fchielyk terug.')'Hemel!... D 4. He-  56 EMMA CORBET, Hemel!... het is... het is... myn echtgenoot!...* (haare handen wringende en 'er weder naar toe vliegende.') gewond?—dood!... een pyl in de borst.'... ach!... ach'... (zy rukt de pyl uit de horst, en werpt zich op de wonde?) hy is nog niet verkleumt— mogelyk ook niet dood!... ö , zegen — zegen ! God ! dat ik hem redde )... onderfteun myne huwelyksliefdeik moet my niet kenbaar maaken; die verrasfmg konde doodelyk zyn!... (zy beziet de wonde met opmerking.) een vergiftige pyl!... ach! dat ik dan nevens hem vergaa !... (zy zuigt het ver~. gift, geruim een tyd , uit de wonde; de gekwetftc fchynt, van oogenblik tot oogenblik, te bekoomen ; Emma gaat , zonder fpreeken , voort om hem te helpen. TWEEDE TOONEEL. emma, hammond. hammond , een weinig bekoomende , met een zwakke femme. . A ch! edelmoedige onbekende! wie gy ook zyn moogt, ontfangt de ftervende erkentenis van een man, dien gy van eenen ontydigen dood hadt zoeken te bevryden. Hadden uwe vriendelyke poogingen wel geflaagt, hoe veel dank zoudt gy niet behaald hebben, van eene der beste '- der dierbaarfte!maai; dit  TREURSPEL- 57 tlit mag nu zoo niet.... Myne krachten begeevén my. emma, ter zyde. Hoe moeilyk valt het zwygen, in zulk een oogenblik I ik kan — ik moet my niet kenbaar maaken. hammond, nd een oogenblik, altyd zeer zwak en afgebrooken fpreekende. Mogelyk eer het nog één uur verder is.... ach!... laat my, laat my dan des hemels zegeningen afïbieeken over die lieve treurige, welkers traanen mogelyk op dit oogenblik over den dervenden Hammond vloeien! e m m a , geweld doende, om door eene afwending van haar hoofd, eenige traanen weg te zuch' ten, en zich verborgen te houden. Te veel! — te veel! voor myn hart!... welk eene "Zwaare beproeving, ó God*. hammond. Ach! jongeling! ik zie dat gy bewoogen zyt; ach! kost gy haar de gevoelens die my dervende voor haar bezielen, overbrengen — kost gy myne Emma verzekeren dat mynelaatde zucht.... Helaas!... doch, dat is onmogelyk.... zy is duizend mylen van deeze doodelyke dranden verwyderd. emma, zwaar zuchtende. Ach! — Ach! hammond. ó God! hoor my! geef gy haar dit oogenblik in, D 5 wat  jS' E I' I A C O R E E "T, wat myne laatfte zuchten waren! — Ach, Emma f myne echtgenoote! myn leeven! myne liefde! (by het eindigen van deeze 'Moorden, valt hy in diepen onmagt op de boezem van Emma neder. — Zy drukt fpraakeloos, overluid [nikkende, zyne hand; terwyl haar fmeekend oog op den goedertieren hemel geflagen is.) DERDE TOONEEL. Terwyl Emma aldus in de groot ft e angften, van het geheelal ver laaten,weenende by den zieltoogendenHamtnond is nedergezeeten, koomen 'er eenige met mondbehoeftens belaaden Engelfche foldaaten door het bosch gaan; zoo draa zy hen ziet, roept zy te hulp; de foldaaten naderen. Eli MA. ]Vfannen! helpt my, om den ftervenden Kapitein Hammond van hier, naar eenig nabuurig huis of hut se brengen. DE SOLDAATEN. Gaarne!.. gaarne! EMMA. Hebt gy geene ververfchingen by u, hebt gy water? EEN  TREURSPEL'. 5> EEN SOLDAAT. Wy hebben water — maar ook eene kruik wyn voor onzen bevelhebber; wilt gy wyn? die is beter, EMMA. Ia; ach, ja; wyn! (De foldaaten fchenken inee% kouten nap uit eene aarden kruik een gedeelte wyns, voegen 'er een ftuk wit brood by, en geeven het aan Emma over.') Die menschlievendheid,braavefoIdaa» ten, wórde aan uwe ziel vergolden! (met eene beevende hand poogt zy Hammond een weinig te doen 'nuttigen; hy echter blyft in onmacht; de fidderende Emma wend zich, bitter weenende, tot de krygslje? den.) Laaten wy hem van hier helpen, Li EEN SOLDAAT. Wy zullen hem, zoo zacht moogelyk, naar de tent van onzen bevelhebber overbrengen. r • EMMA. H Is dat verre van hier? EEN SOLDAAT. ■Slechts een kwartier uurs, links af. EMMA* Komt; in 's Hemels naam; doch dat men voorzichtig met den Kapitein handele! (De foldaaten dragen het ligchaam langzaam weg; Emma fchryft met potloot op xen ftuk wit papier, dat zy uit haar zak 'neemt, en maakt hetzelve voorzichtig aan de tak van eenen boom vast.) Als nu Raymund langs deeze plaats, om my te zoeken, heenenkomt, zal hy weeten,  fib EMMA CORBET, ten, dat ik hier was. (Zy leest het gefchreev ene.") „ raymund! ik heb hammond, doodelyk „ gewond, alhier gevonden, als gy „ een kwartier uurs, links af,. door jf, dit bosch gaat, zult gy ons aantref- „ fen." — Nu hemel!., hemel! onderfteun myne pooging... geleid mynen vriend Raymund! (met eene weemoedige fandvastigheid) Indien Hendrik fterft, blyft het de plicht van Emma, om dezelfde lykplichten over hem te volbrengen, die zy voor Eduard heeft afgebeeden. (haare oogen ten hemel heffende) Bewaar, bewaar hem, eeuwige, Goeder-, tierene! (Zy volgt fchielyk de foldaaten?) VIERDE TOONEEL. raymund, een oogenblik na het weggaan van Emma , vergezelt van een Atnerikaansch Colonist, die hem den weg aantoondt, langs de rechter zyde des tooneels, uit het bosch opi koomende. raymund, fterk vermoeid, zyn zweet met een zakdoek afwisfchende. Zoo toch zoude zich de natuur uitputten!... Het' is reeds avond, en ik heb nog niets van haar opgefpeurt!.. Ach,Hemel!... hoe klopt my hethartvan angst  TREURSPEL. 61 angst en vermoeienis!... Dat ik ook zoo ongelukkig van Emma moest afdwaalen!.. ach! in deeze meetelooze wouden — in deeze wildernisfen zonder einde verliest men zich fchielyk — als ik haar voor het aanbreeken van den nacht niet vind , komt my de hemel te hulp. {Zwaar zuchtende.) 6, Vriendfchap! reine, zuivere, kuifche vriendfchap! hoe zwaar weegen uwe verplichtingen op myn hart! —. (tegen de Colonist) Vriend! denkt gy dat wy nog verre van eenige menfchelyke wooningen verwyderd zyn? de colonist. Na myne gisfing nog een uur, Mynheer! raymund, rondziende. 'Er fchynt eenig gevecht op deeze plaats te zyn voorgevallen ; ik zie overal weggeworpen wapenen langs den grond verfpreid; hoe veele der menschheid onteerende jammeren levert de bloedige burgeroorlog in deeze, anders zoo vruchtbaare oorden op! — ach! een gevoelig hart weent ons, by dit aandenken, in: den boezem; en wanneer, wanneer zal het een einde, hebben?... Geheele volken, geheele gedachten,geheele bloeiende huisgezinnen worden in deeze rampen ten gronde gefleept!.. Alle oorlogen zyn bloedig, doch de burgeroorlog doet, met dubbele woede, de natuur fidderen;wyl hy den dolk voorhetbroederlyk hart flypt, en daar hy, by het wettigen van den vadermoord, zich met bloed en traanen van we-: du-  4fe EMMA CORBET, duwen en weezen mest, klimt zyn grouwel, met eenen naar en gil, om wraake te* de» Almacluigen op!... Amerika! rampfpoedig Amerika! hoe vaak drenkten uwe terpen het bloed uwer landskinderen op! hoe vaak weêrgalmden in uwe wouden de bange zuchr ten eener gehoonde Natuur? hoe vaak ongelukkig Noorden, deedt de echo uwer woestenyen, de jammerklachten uwer zieltoogende burgers, door de lucht weergalmen— Waar, waar genoot gy immer eene beftendige rust, zints eene zogenaamde Chrisr tenheid, na uwe goudmynen ontdekt te hebben, ondernam uwe zeden te verbeteren, en uwe reden te befchaaven! (hy gaat eenige oogenblikkcn, in gepeins het tooneel op en neder; zyn gids is intusfchen, tegen een boom gaan zitten.) Angften by angften knaagen aan myn gebeente; luid tot den hemel weenende) 6 , gy. Barmnartige! leid, leid myne treden tot Emma!... Ik ben raadeloos ! Wie weet , of zy niet reeds vennoord— gevangen — door het wild gedierte veifcheurd, of door gebrek omgekomen is!... {Zyn oog valt op het papier dat aan den boom door Emma vastgemaakt is; hy treed" er fchielyk naar toe, en' rukt hetzelve met drift af.) Moogelyk de laatfte woorden van eenig geftorven flachtoffer?.. {hyleest); Hemel' hemel!... het is door Emma aan my gefehreeven! (hy drukt het papier aan zyne lippen.) Zóó,zóó dan,getrouwe,moedige,ftaiidvastige! zóó dan hebt' gy uwen verloorenen ■gevonden-! — $m erkentenis} Myn  TREURSPEL. c$ Myn gebed wierd verhoord; dank, dankbaar, ó Goedertieren Eeuwigen! (tegen de Colonist) Op, op myn vriend! wy zyn op den rechten weg; wy moe_ten nog een halfuur links af gaan, daar zal ik mynen vriend vinden!... Op, op, reizen wy! — Als de hemel ons helpt, moeten wy vr.n geene vermoeing weeten I — [terwyl hy beweeging maakt om te vertrekken , hoort men duidelyk eenige nabyzynde ftemmen met eikanderen [preeken.) Wat is dat?... ik hoor ons door menfchen naderen. de colonist,door de hoornen heen loerende. Het zyn, zoo ik zien kan, ook vreemdelingen; want zy hebben, even als gy, tweeColonisten,die hen den weg aantoonen, by zich. raymund, ontzet. Ook vreemdelingen ?.... (niet aandacht achter de boomen op de aannaderende flaarende.) Hemel! wat zie ik?... Karei Corbet! Berkley!.... de kinderen van 'Eduard en Emma!... (Hy ylt hen met opgeheven armen te gemoet; doch zy treeden op het eigen oogenblik allen op het tooneel.) rrF-  t>4 EMMA C O R B É T, VTF D E TOONEEL. raymund, karel corbet, berkley,Jilfvr. arnold, de twee Kinderen, en drie Colonist en. raymund, in de armen van Karet Corbet. Cjy, gy hier, myn waarde Corbet? — (hy omhelst hen allen) Lieve dierbaare vrienden, gy allen, hier? — Hemel! welk eene verrasfching!... corbet, met aandoening. Angst - angst van eenen misdadigen vader, Raymund! zweepte uwen gryzen vriend naar dit ongelukkig oord!.., (met drift) waar, waar is myn Emma?... waar is Hammond?.. Ik fldder om verder te vraagen. raymund. Zy zyn flechts een half uur van hier — zy zyu wel? (ter zyde) Ik moet niets zeggen; zyne rampen verdienen ons mededoogen. corbet. Haastig, haastig dan; dat ik hen in deeze vaderlyke armen, aan dit beangst harte druk; na die zegen genooten te hebben , zal de dood my een zeer welkomen vriend zyn. berkley, met ernst. Corbet! Corbet! verzoek door uwen wanhoop den hemel niet! c or-  TREURSPEL. 6$ corbet, met eene gefmoorde fiemme. Kende gy den weedom die op myn hart brand! —> Jufvr. arnold. Het is laaghartigheid wanneer men immer met zya noodlot twist! corbet. Een noodlot, gelyk aan het myne! Ach Hemel! raymund. Waar is de ongelukkige Louife? corbet. Zoo ik hoop, boven alle aardfche rampen verheven; zy ftierf, even na het afreizen van Emma, krankzinnig. raymund, ge trof en. Zegen zegen, ruste op haar graf! Ik wensch haar geluk met haare ontbinding; ik geloof, dat die wensch, in haaren jammer, menschlïevcnd is. corbet, weenende. Gelukkiger dan wy allen , juicht zy by haafen Eduard ! helaas ! haar toeftand was zóó — zóó zielgrievend. Jufvr. ARNOLDi Zy hadt alle menfchelyk gevoel, behalven haare moederlyke tederheid, voor den zoon haarer liefde. verlooren In mynen arm gaf zy den geest; ik heb dertien weeken lang aan haar bedde traanen geftorti  £5 EMMA CORBET, raymund. Maar wat toch, daar gy wist dat ik Emma was nagevolgd, konde n beweegen om u allen aan de 'gevaaren van eenen -zoo moeïelyken zeetocht bloot te Hellen? (fcherp) Waarlyk — waarlyk, gy- moet wel weinig vertrouwen in de ftandvastigheid myner vriendfchap gefield hebben; en die grieft my door de ziel. corbet, hem met aandoening de hand drukkende. Wy hebben u, de hemel weet het, niet miskent... (op zyn hart wyzende.") maar daar knaagde de worm; hy liet zich door niets anders dan door myn vertrek naar Amerika bevredigen. berkley. Ik konde den grysaart niet alléén laaten reizen; zyne rampen en zyne jaaren trokken, billyk, myn medelyden tot zich... Ach! hy hadt immers nu niet meer éénen zoon noch éénen vriend die hem konden vergezellen ; de burgeroorlog heeft hem van tiles beroofd. Jufvr. arnold. Deeze lieve kinderen moest ik Emma overleveren, ik moest aan mynen gedaanen eed, by het fterf bedde van Louife gedaan, voldoen. raymund, met gevoel. Doorluchtige ongelukkigen!... Edele flervelingeii! allen — allen zyt gy een beter noodlot waardig! — c or-  TREURSPEL. % corbet, met eene. mcrkbaare ongeduldigheid. Laat ons toch naar myne Emma fpoeden1... ó! als gy myn verlangen kendeI — als gy myne ang'Ifen konde doordenken I... Lieve vrienden ; hebt deernis met eenen verlaaten vader!... Laat ons gaan; ik fin eek 'er u om! raymund. Wy zullen, waarde Corbet! wy zullen?... (tegen de Colonisten.') Neemt de kinderen op uw arm; op dat zy rusten; wy moeten langs- de linkerzyde het bosch ingaan. — (De Colonisten draagen de hindertn, Raymund onderfteunt Corbet, Berkley geleidt Jufvr. Arnohl.) Einde van het Vierde Bedryf, E 2 V Y F-  68 EMMA CORBET. VYFDE BEDRYF. Het Tooneel verbeeld het binnenfte eener legertent, in de Engelfche Armêe. — Hammond, zwaar gekwetst, ligt op eene open rustbedde, waar vóór Raymund op een ftoel is nedergezeeten. EERSTE TOONEEL. HAMMOND, RAYMUND. HAMMOND, hy fpreekt, hetgantfche bedryf dóór, ' met eene zwakke en meer en meer afneemende femme. Zoo dan, zyt gy bekend met de famielje van den heere Corbet?... Dit is toevallig, en in myne jegenswoordige omftandigheid verftrekt het my tot eene waare vreugde, een vriend van dat huis aan te> treffen. RAYMUND. Karei Corbet is 'myn beste vriend : zoo gy bedaard genoeg zyt, om my, zonder nadeel voor uwe zwakheid , aantehooreh, zoude ik u daaromtrent meer kunnen zeggen?... doch, ik vrees. HAMMOND. Zytmenschlievend, Mynheer! en zeg my alles... ach! gy weet niet hoe veel deel ik in het loc van dat gellacht neem. RAY-  TREURSPEL. 65 raymund. ftfu , dan kan ik u verzekeren dat Mis Emma Corbet.... * hammond, met drift zich in het bedde op' richtende. Emma — Emma Corbet!... Ik fmeek u gaa voort. raymund, zeer bedaard. Vermoei u toch niet, Mynheer Hammond , de minfte ontzetting zoude doodelyke gevolgen kunnen hebben ; en gy zoudt my verplichten te moeten zwygen. hammond, fmeekende. Ach! laat my toch in geene onzekerheid! raymund. Tk kan u verzekeren dat Mis Emma, den dag van myn vertrek uit Engeland, zeer welvaarende was^zy is ftandvastig verkleeft aan haare liefde tot u. hammond, zwaar zuchtende. ó, Ik ken haar hart — ik ken haare deugd!... wist die lieve dierbaare dat Hammond haar met zynen jongden fnik zal zegenen! raymund. Haare huwelykstreuw vqor u is zoo fterk , dat het my niet zoude verwonderen, den eenen of anderen dag te" hooren dat zy in Amerika aangeland was. £ 3  Jf) B M M A CORBET, hammond, OntZCt. In Amerika aangeland? (Eene binnedeur der kamer gaat, by deeze Jaatfte ■woorden van Hammond, fchielyk open.) TWEEDE TOONEEL. raymund,'hammond, emma, haare natuurelyke koleur weder aangenoomen hebbende, doca in mannelyk gewaad. emma, Hammond omhelzende. jt"a, ja, en in Amerika is zy aangeland — zy is hier — zy is nu in het byzyn van haaren geliefden — zy rust nu op uw hart— zy bied u nu haara hulpe voor — eeuwig! hammond, met eene fchelle doch in het eigen- Oogenblik wederom daalende flemme. Emma! — Emma!... de myne voor eeuwig!... ö God! (de 'beide echtelingen zwygen eenige oogeiir blikken in elkanders armen.) raymund, tot in dé-ziel bewoogen opftaande. Welk eene wedervinding!... welk een voorbeeld van huwelykstrouwe!.-.. welk een tafereel voor het menfchelyk hart!... helaas! maarook welk een gevaarelyke toeftand is die van Hammond. EM-  TREURSPEL. 71 emma, zich zachtkensaan de armen van haar echtgenoot ontwikkelende. 'Ach ! dat-onze aandoeningen toch uw dierbaar leven niet hinderen! hammond, met fchrik. Neen!"—"-neen, geliefde! verwyder u — verwj[der u van mynen adem; want ik ducht.... e m m a. Wat ducht gy?... vreest gy dat het vergif waarmede de pyl die u wondde, beünet was, my zoude wederhouden u te naderen? hammond, verwonderd. Hoe?... gy weet dan? emma, met blydfchap. Ja; ik weet alles, maar — ik vrees niets! — ik heb u weder,mynen geliefde! en nu braveer ik den dood!... (hem vmir.ig aan haaren boezem drukkende.') Als "het zoo de wil des hemels is, zuilen wy elkander ook in het graf niet verliezen! raymund, tusfchen beiden treedende. Laat de wanhoop uwe omhelzingen niet uit elkander fchrikken, ö myne vrienden! verzoekt den Almachtigen niet; hoop en — fidderJ ' hammond. Hoe fpreekt gy zoo ernftig?... wy zyn niet wantioopend; dit uur is een oogenblik van dankbaare zr.ligb.eid voor onze huwelyksliefde. £ 4 SM  p EMMA CORBET, emma. Als gy herfteld — als gy beter zyt, myn Hammond! dan zult gy alles weeten — dan, moogelyk, zult gy overtuigd worden, dat Emma uwer waardig gehandeld heeft. hamm ond, vol tederheid. Twyffelde ik immer daar aan?.,, (ria een oogenblik.') Ons kind, Emma? emma. By myn vertrek liet ik het, gezond en fris, on. der de hoede der vriendfchap; doch ik ben zoo wel verrast als gy; want het is nu ook hier. hammond, verwonderd. Ook hier, de kleene Emma? en vader Corbet? emma, Ook hier» hammond, En Louife? emma. By Eduard!' hammond. By Eduard; in Engeland? emma. Neen; maar gelukkiger dan wy; zy zyn beiden, in den hemel.... zy zyn wdl.... zy rusten.... Qe*r zyde.) ook wy zullen haast wélzyn en rusten! hammond, getroffen. Edele zielen! ik kan geene broederlyke traanen op  TREURSPEL. 73 op uw graf doen rollen; ik heb 'er geene meer overig Waar is hun oagelaaten weesjen? . emma. Het is, met vader Corbet, alhier aangekoomen j en wy zullen 'er voor zorgen! hammond, nd één oogenblik, met veel nadruk. Zou de gevoelige ziel myner Emma groot- verhe* ven genoeg zyn, om met waardigheid over eenig voor haar treffend toeval te denken ? emma. Ik vermag alles, lieve Hammond ! gevaaren — honger — ellenden noch gebrek doen my, aan uwe zyde , niet fidderen — ja; ik gevoel myne grootheid, zoo lang ik u mag behouden, niet wankelen; doch, zoo ik u verloor.... Qnet diepe aandoening.) zoo ik u verloor; dan zoude ik zwak zyn en ■— fterven! hammond. En , evenwel zoude het kunnen zyn dat myn dood niet meer verre af was. emma, bedaarder. En myn graf ?... is reeds opgedolven!... te zaamen te fterven—te zaamen te verreizen en tot onze hoogere beftemming opteklimmen; is zaligheid 1 hammond. En ons kind? emma. Myn wichtje is my onuitfprekclyk dierbaar.... E 5 achl  ~ E M M A CORBET, ach! Hammond! ik ben moeder - ik ben echtgenoote.... wat?... wat zal — wat mag ik u antwoorden ? ha ar mono. Gy moet vertrouwen en — leeven! e m m a , geheel treurig. Ik moet u volgen; dit kan nu niet anders zyn; als gy fterft kan geene menfchelyke macht my uit de armen van den dood rukken; het eigen vuur dat aan uw hart knaagt, brand op myn leeven? hammond, verfchrikt. Hoe?... wat?... ik verfiaa u niet! fpreek duideryk.... Emma! ik fmeek 'er u om; fpreek duidelyk. emma, nd een oogenblik. Weet dan alles, en oordeel over myn hart. Ifc was het die u gewond, met eenen vergiftigen pyj doorfchoten , onder de ftervenden op het flagve^d Vond leggen — die u den pyl uit den boezem rukte , en het vergif, ter liefdé öm u, mynen dierbaaren, te behouden, met myne lippen uit uwe wonde zoog.... derhalven.... ' "-Ti-A m m o nd , een luiden - r aanwen gil'geevende. God "Almachtig!... dan-zyt gy ,gelyk ik, vergeeven!... (hy valt geheel in onnmehfop zyn leger neder: Emma roept: ter hulpe, Raymund poogt Hammond te doen bykoomen; op het geroep van Emma, treeden Karei Corbet, Berkley, Jufvr, Amold en de kinderen op het Tooneel. DER-  TREURSPEL. 73 DERDE TOONEEL. de voorigen, corbet, berkley, Jufvr. arnold en de kinderen. corbet, fchielyk naar de legplaats van Hammond ylende. IVÏyn zoon! myn zoon!.... myne dochter! myne Emma! (na een oogenblik zwygens,) He» mei! wat is hier voorgevallen? raymond, diep bewoogen. Ongelukkige grysaart! wees ftandvastig; vermeer, der door uwe wanhoop de fmarten deezer edele rampfpoedige echtgenoten „iet! corbet, luid weenende. d, Raymund!.... Raymund !.... ik ben vader, ik voel alle de opééngeftapelde fmarten van een bloedend vaderhart! (tot Emma.) Ach.1 myn kind! herleef! herleef, ontferm u over de angften van eenen ongelukkig vader! emma , haar hor.fd opbeurende. Ach! myn vader!... .zie in welk een toeftand Hammond is! berkley. Lieve vrienden! poog een weinig kalmer te worden ! (tegen Jufvrouw Arnold, ter zyde.) Gy moest met de kinderen in de andere kamer der tent gaan-, hunne tegenwoordigheid kan niets doen dan de fmarten vergrooten. Jufvi  *;.6 EMMA CORBET, Jufv. arnold. Hoe gaarne wenschte ik, ter liefde mijner Emma , hier te blyven; doch ik geloof dat het beter Is de kinderen te vervvyderen. (Zy vertrekt zachtkens met de kinderen.) FIER DE TOONEEL. corbet, hammond, emma, raymund, berkley, een Soldaat. de soldaat, tegen Raymund. jVïynheer! verfchoon my, ik heb last u dezen brief in eigen handen te Hellen, uit last van myn' Overften, waar ik u vinden mogt, en in alle haast, raymund. Moet gy wachten op antwoord? de soldaat. Op geen ander, dan op dat van de vraag van myn' bevelhebber , en inzonderheid van den Chirurgyn Majoor, hoe de brave Kaptein Hammond zich bevind? hammond, met verlevendiging. Krygsbroeder! bedank de twee brave mannen hun - zorg voor een' vyand; zeg hen dat die de beste verzagting is voor eene wonde die de dood voorfpe't. (op Entma wyzende) Zwaarder, pynlyker verfcheurender wonde.... ik lyde alles in die gy daar zier. (ffy valt met het hoofd achterwaarts neder.) de  TREURSPEL. 77 de soldaat. Heer Kaptein ! Mat my u eenige hoop 'geven, wees niet hopeloos. By het verband van heden, is onze vrees en droefheid merklyk verminder:: geen der wonden Onzer krygsbroeders is, God dank! venynig bevonden. De Chirurgyn Majoor heeft zo even dit heugchelyk raport aan onzen generaal gedaan. emma, met verrukking. Niet doodlyk!... Hammond! zouden wy het zalig lot verwerven van faraen te leven! ö Hemel! raymund, tegen den Soldaat. Bedank den 'zender des briefs, alles is hier gelyk gy ziet. (De Soldaat vertrekt en Raymund vervolgt?) Vergun my een gefchrift te lezen, dat ilc' bevende ontving, doch nu een middel is om myne hoop te verlevendigen. emma, ongeduldig. Lees! lees! raymund, leest. „ Waarde Raymund! ,, Het belang dut gy in den braven Kaptein Ham„ mond ftelt, doet my dezen in haast fchryven. „ Het verband, waar mede myn volk nog bezig ,, is, verdryft onze vreeze. Geen der wonden van ,, hen die onder myne handen zich hier bevinden, „ dragen tekenen van venyn, gelyk wy met reden „ gevreesd hadden. Ik heb de proeyen nauwkeurig » se-  ?3 EMMA CORBET, „ genomen. Dus dan, vreeze ik voor uwen Hammond „ niet; ik zoude hem en u geluk durven wenfchcn ,, met zyn behoud, om dat de wonde op zichzelve „ wel verre is van ongeneeslyk te zyn. Ik hoop , zelf, na het afloopen van het verband, by u te „ komen. Groet uwe vrienden van uw toegenegen Twoufand, Chirurgjn Majoor" EMMA. Hemel.' Hemel! wat licht ryst in myn ziel op! Hemel! gy beproeft de Stervelingen, maar gy bedriegt hen nooit.... ó Hammond! HAMMOND. Gy zoud geen venyn ingezogen hebben ? .. God! zou dan alleen de pyl die my trof vergiftigd zyn geweest! Neen! de trouw voor myn Vaderland word dubbel beloond: Emma,de dierbaare onfchatbaare Emma, zal leeven! ó Ongeluk! ik zegen u, dat gy my hare waarde hebt leeren kennen; en ik kusch de doornen waar langs gy my tot deze grondige kennis geleid hebt. ó Vader! Raymund! Berkley verfchoont myne vreugdetraanen. CORBET. Zy verééren een held, wanneer zy ontftaan uit eene gevoeligheid die de natuur veradelt. Ik meng de myne onder de uwen! enkel op het befef der gegronde hoop van het verlies van één zoon vergoed te zien, door het behoud van Hammond en Emma, RAY'  TREURSPEL. 79 raymund. Laat de tranen der vriendfchap zich mengen onder die der natuur. berkley. Nooit is 'er eedier verééniging, en nooit voelde ik zagter vreugd. raymund, met nadruk. Hammond! antwoord my als een man die de dood niet vreest, dat is, als een man die fints lang kennis met haar heeft gemaakt in de velden van eer. Voelt gy eene trekkende prikling? hammond, Ik voel niet , geliefde vriend! dan de waarde van Emma en de ftreeüng der hoop. raymund, ongeduldig. Ik verwacht niets anders van een' Hammond; maar beantwoord myne yrage rond en kort? Ik heb eenige kennis der geneeskunst, en der Americaan• fche venynen. Uwe Emma weet het, en ik heb u alles uit den brief niet voorgelezen. I)us antwoord, hammond. Edelmoedige vriend! ik weetniet, of myn leven of dood aan dit antwoord gehecht is Emma! kost gy u een oogenblik verwyderen.... E m m a. Uit vrees van uw vonnis te hooren? uit die vrees J Is het niet tevens het myne? En heb ik 11 niet getoond dat uw lot my meer dan het myne ter harte gaat?  go EMMA CORBET, gaat ? Wat onvermydelyk is most gefchieden ; maar.. my te verwyderen .... dit is niet te vergen van eene Emma, die de dood in haare ingewanden andermaal zou zuigen, om één Hammond te behouden. Gy dwingt my tot een' toon die u mooglyk mishaagt, (op eene fiere wyze.) Mynheer Raymund! Ik word voor de eerftemaal trots op myne rechten, verkregen door trouw, onverfaagdheid, het ongeluk, in het kort, door het voldoen van myn' pligt. Ikeisch van u, en met nadruk, ons vonnis, af.... (Zy valt, met vervoering, aan zyne voeten.) Verzekering van Ilam nond's leven. a a y m o N d , haar met drift opheffende. Verheven fchepfel! ik behoorde aan uwe voeten te zyn. ó God! zo veel gevoel, zo veel moed in het harte van eene vrouw! — (met den briefin de hand.) Lees , en oordeel zelf; mits Hammond waarheid fpreeke, en hy kan niet anders; veinzen zou van zyn' kant een moord zyn aan u; want niets is yslyker dan bedroogen hoop. emma, (den brief, met de uiterfte drift hem uit de handen rukkende.) Verfchoon eene onheuschheid , het gevolg der liefde, die alles verfchoont. (Zy leest.) PS. „ Tracht Hammond zorgvuldig te ondervra„ gen, of hy een trekkende prikkeling in zich voelt; , zo neen, omhels hem voor my, Hy is zeker be„ houden," ,, Gy  TREURSPEL. Si „ Gy kent de Indiaanfche vergiften." (Zich tot Hammond koerende, na eenig fiilzwygen, en daar. ma met nadruk.') Hammond!... verftaat gy my? hebt gy het gelezene gehoord? Kent gy Emma!... By den Hemel en alles wat heilig is, gy zoud, uit dwaaze liefde, kunnen veinzen, maar zo gy het deed, en gy ftierft al had ik geen moordtuig in. gezoogen.,.. (Hem een dolk toonende.) Op deeze punt, die ik kusfche, is myne verlosfing gezeteld. Geniet by voorfmaak uw itraf, door de befeffing van het lot van Emma, hammond. Myne krankte moet gelyk zyn aan myne gezondheid; oprechtheid is van my onaffcheidelyk. De wondheler is te kundig, te eerlyk, om ons te bedriegen , en te vermaard om flellig voor myn behoud in te ftaan, op een losfen grond, Zie hier dan myn antwoord: „ lk voel niets, niets het minfte van het „ geen de Wondheler, en Raymund, als doodlyk „ onderllellen. Ik zweer het by God, en..... by „ Emma!' emma, ah huiten zichzelve. Ik zal dan weer echtgenoote van een'held, dochter van myn' vader,en moeder van myne kindren zyn!.,. Hemel ! al de ongelukken van Emma zyn dubbel vergoed! h a m m o n d. Laat my u blyken geven, dat geene doodlyke kriiiit  82 EMMA CORBET, krimping myne krachten vermindert. Raymund en Berkley, edele vrienden! helpt my op, en zetmy in dien ftoel. (Zy helpen hem van het veldbedde, en plaatfen hem in een' arm ft oei, waarna hy tegen Emma vervolgt.) Wel nu! zyt gy nu voldaan? Emma! emma, hem omhelzende. In deze omhelzing drukt zich myne geheele ziel uit. hammond. Verzekerde genezing, het leven met eene Emma, de vrcugdetraanen der vriendfchap;... ach! alles is niets, zonder het zoet der natuur, wanneer men het fmaaken kan. (tegen Corbet.) Vader van Emma! i Helaas! mogt onze gefchiedenis tot het menfchelyk genacht komen! mogten de volken daar uit leeren vermyden nimmer in hunne eigene ingewanden te •vroeten, en dus al de onzaligheid te ontwyken die daar uit oötüaat in byzondere gedachten. Ik was getrouw aan myn Vaderland; gy waart het aan uwe Weldoenders in America; ik bemin en acht u des. wegens hoog; Washington verdient brave mannen; maar kunt gy my langer met oogen van afkeer aanZien, en verachten, omdat ik voor myn party zo getrouw was, als gy voor de uwe waart? CORBET. Befchaam my niet, of doe my geen ongelyfc. Nooit haatte ik u hartlyk. Laat het uftgtftaane leed ons  TREURSPEL. 83 ons wyzer maken , om nooit elkander overdwars aan te zien, en ons ongelukkig temaken, om het verfchil van trotfche Grooten. Aanvaard een Vader in Corbet, en laat hy een Zoon ontfangen in Ham. mond, daar hy 'er één ongelukkig verlooren heeft in Eduard. (Hy omhelst hem.) EMMA. Gelukzalig tydftip! Ik zal u eeinvig zegenen, ó Vader! ó Gemaal!... maar wat 'er gebeure, Hammond! oordeelt gy, als krygsman, en als een eerlyk man, dat uw Vorst 11 roept in eene rechtvaardige zaak blyf Hammond, en hoor niets dan uw pligt. Zo iets in ftaat ware u de achting van eene Emma te ontnemen, het zou zyn zo zy hem zyne tederheden zag opofferen aan zyn pligt....maar dat kunt gy nie*., neen!,... welaan, myn Vader! myne edele vrienden! laten wy by de kin. deren, in de armen der natuur, de genezing afwachten van Hammond,' daarna de erkentenis voldoen die wy den menschlievcnden verdediger van America verfchuldigd zyn, en eindelyk, door het verbreiden onzer ongelukken, de volken waarfchouwen tegen de rampen van den burgeroorlog. Zoword ons uitgeflaane leed , een zegen voor de waereld, en.... Emma zal, door hier aan flechts iets te hebben toegedragen, gerust deze waereld verlaaten.... Kan het zyn, Hemel!... (hem om' hehevde.) vóór haren Hammond. Einde van het laalfte Bedryf.     . 71 R E ■". U" R S P Ê L ' $t eorlog, zoo veele verwoestingen bragren uwe gees-* fels.over myn geflaeht! Zegen en overvloed — rust en zielenvrede huisvestten in myne wooning, eer uwe grouwel 'er zyne zwarte vleugelen over uitfpreidde! •é my ongelukkige!.... (Jiy weent iuidï) berkley, w.ct aandrang. Eindig — eindig toch, in 's hemels naam, met alle die fchrikbeelden, waarvan de helft moogelyk zwaarmoedige' droomen zyn , voor uwen geest te haaien; vertrouw den vader aller weezens, en verzoek uw noo'dlot niet! — Zoodra wy de achtergelaaten brieven van Eduard hebben ontfangen, zullen Wy- naar Emma- vertrekken; houd moed, gryze vader ! houd moed, eer de zon weder aanlicht, kun* nen uwe rampen geëindigd zyn.' corbet, zwaarmoedig. Voleindigd! — ja; in den dood: ZESDE TOONEEL, de voorigen, en steward. steward, eenige brieven aan Corbet overgeevende, 2jie daar de brieven van uwen Zoon. — Ik heb^ in het voorbygaan, kennis van uwe aankomst aan den Generaal Washington gegeeven-; uw lot grieft zyn vaderlyk hart; hy wenscht u en uwe reisgenooD 2 ten