OUDE en HEDENDAAGSCHE ALGEMEENE WERELDLIKE GESCHIEDENIS. ELFDE DEEL.   oude en hedend aagsche ALGEMEENE WER.ELDLTKE GESCHIEDENIS. van den heer Abt MILLOT, Lid van de Academie der Wetenfchappen van Lions en Nanciy VERVOLGD door W. E. CHRISTIANI, Hoogleeraar in de Wysbegeerte, Welfpreekendheid en Gefchiedkunde te Kiel. ELFDEDEEL. HEDENDAAGSCHE GESCHIEDENIS. Te HAARLEM, 4. L O O S _J E S, Pz M D C C X C7I I. De nparte Titel beginnende Nieuwe algemeene Waereld Gefehittienis weg te liiyden, by 't gebruik van deexea titel.   VOORBERICHT, T)eminnaars der Gefchiedkunde, die het doorwrochte Werk van den Heere Abt Millot , door een zeer kundige hand voortreffelyk vertaald, en met zoo veel genoegen by den Nederlandfchen Leezer ontvangen, met oordeel geleezen hebben, zullen voorzeker, 20 wy vertrouwen , een vervolg van dit uitmuntende Werk ivenfchen. Wy zien ons in Jiaat gefield , aan deezen wensch te voldoen, door den arbeid van een man, dis zich by uitftek op de Gefchiedkunde. toegelegd, enMiuLot's boek over de oude en hedendaagfche Gefchiedenis met veel roem in de Hoogduitfche taal overgebragt heeft. De kundige Christiani nam op zich , om hetzelve te vervolgen , ten einde eene volledige algemeene Gefchiedenis tot onze tyden toe te leveren. En dit ver~ volg is 't, dat wy onzen geachten Landgenooten thans, in een Nederduitsch gewaad gedoscht , aanbieden, in de hoop, dat hetzelve ook met genoegen zal ontvangen worden. Wy hebben geoordeeld den Nederlandfchen Leezer geen ondienst te zullen doen , met hetzelve , waar het gevoeglyk kon gefchieden, zonder den draad van 't verhaal af te breeken, hier en daar te verkorten , fchoon dit op weinige plaatfen heeft kunnen gedaan worden. De Schryver heeft het plan van Millot , zo veel mogelyk , getrouw gevolgd; doch is ook in eenige opzichten daarvan afgeweeken. Millot bedoelde eigenlyk het onderwys van de Jeugd, vooral uit hooger rangen , daarenboven wilde hy ook den geenen, die tyd noch gelegenheid hebben , de Gefchiedenisfen uit de bronnen zeiven te fcheppen , in de hand werken , om zich-zelven te kunnen helpen; ChristiaNi integendeel oordeelde , dat het voor zyne tydgencoten en het nagejlacht van meerder nut zoude weezen, wanneer  VOORBERICHT. neer hy de Gefchiedenis van dit en de volgende tydperken, ook voor de geene gebruikbaar maakte , die dieper in de Gefchiedkunde verkiezen in te dringen. Uit dien hoofde heeft hy zyn Werk wat verder uitgebreid , welk voor den éénen Leezer nuttig, en voor den anderen niet nadeelig zyn kon. Wat de uiterlyke gedaante betreft; hy heeft die van Millot in zo verre gevolgd, dat hy de gebeurtenisfen, in denzelfden tyd, in onderfcheiden plaatfen en landen voorgevallen, by elkander heeft gevoegd: maar de af deeling der tydperken in verfcheiden Hoofdjlukken fcheen hem overtollig te weezen , alzo hy, de tydorde fliptelyk volgende, de jaaren zeiven, als byzondere Af deelingen , gefchikt oordeelde y het geheugen des Leezers te hulp te komen. De Uitgeever en Vertaaler. 1792. IN.  NIEUWE ALGEMEENE W A E R E L D GESCHIEDENIS. GEVOLGD NA 'T HOOGDUITSCH van W. E. CHRISTIANI, Hoogleeraar in de Wysbegeerte, Welfpreekendheii en Geneeskunde te Kiel. van den AKENSCHEN VREDE tot op den tegenwoordigen tyd. EERSTE DEEL. Te HAARLEM, By A. L O O S J E S, Pz. M D C C X C I I. Dc titels en 't voorbericht voor het vervolg van Millot vallen by bet gebruik van deezen titel weg.  ■  HEDENDAAGSCHE ALGEMEENE WER.ELDLTKE GESCHIEDENIS. EERSTE TYDPERK. Van den vrede te Aken tot den zevenjaarigen oorlog. 1748 tot 1756. D e rust was in Europa door den Aken- I. fche vrede wél herfteld, doch niet volko- tydpürk, men gevestigd. Niet alleen waren in het Algemeevredes-verdrag veele aangelegen zaaken óf ne geitel*, in 't geheel óf ten deele onafgedaan ge- iuroJT bleeven; maar verfcheiden magtige Staa- na den ten kweekten ook het zaad van onderling Akenfche wantrouwen aan. Frankryk en Engeland vredcgaven daarvan welhaast duidelijke blyken. Het Oostenryl'fche Huis kon het verlies van Silefiën 'niet verkroppen. En fchoon bet zich vleide met de hoop , om bij gunstiA ger  2 ALGEMEENE I. ger tydsömftandigheden dit verlies vertvdperk. g0ecj te krygen , was het echter zeer wel te voorzien, 't geen het gevolg heeft bewaarheid, dat de waakzaamheid des' Konings van Pruis/en alle poogingen van dien aart en alle onderneemingen, bedoelende de vermeerdering der Oostenrykfche magt, tegen zoude werken. Rusland begluurde alle de flappen van het nabuurige Zweden, en had weinig zin in alle de verbintenisfen en maatregelen deezer Kroon, die fchee' nen te beöogen, de magtelooze regeeringsvorm in een veel 'werkzaamer te herfcheppen. De Deenfche Regeering volgde onder den goeden Koning fredrik V. haar vredelievend ftelfel, zonder evenwel by de maatregelen der twee andere Noordfche Moven onverfchillig te weezen. Tusfchen Pruis/en en Rusland , dat meer naar de Oostenrijkfche zijde overhelde, rees een misverftand , -t welk van tyd tot tyd toenam. De Vereenigde Gewesten meenden in de ftandvastige verkleefdheid aan vredelievende grondbeginfelen en volkomen onzydigheid het beste geneesmiddel te vinden voor alle de wonden , die dezelven door hunne deelneeming aan den oorlog wegens de O ostenrijkfche Opvolging waren toegebragt. In Spanje werden onder Koning ferdïnand II. de eerzucht en eigenbaatige Staatkunde van de Koningin Weduwe , allengskens gekortwiekt , en dit groote Ryk zag eindelyk eens wyzer' fchikkrngen maaken tot deszelfs inwendige yolmaaking. Hetzelfde geluk viel Portugal te beurt,  GESCHIEDENIS. 3 beurt, dat onder den ziek'yken Koning . li johannes V. door den armhartigen Fran- tywerk. ciskaaner gaspard geregeerd , of veelmeer gedompeld werd in eenen afgrond van verderf, waarüit het niet, dan onder de volgende Regeering, en meest in het volgend Tijdperk verlost werd. De Italiaanfche \ Staaten werden , naar gewoonte , bepaald bij de betrekkingen , waarïn zy tot de Kroonen van Spanje, Franbyk en het Oostenrijkfche Huis Honden. Polen droeg nog by aanhoudendheid, het juk van een losbandige Ariftokratie, en muntte door niets anders uit, dan door vruchteloos afloopende Rijksdagen. Het Turkfche Hof bleef mede geduurende dit geheele Tydperk werkloos, terwyl het, tegen deszelfs ou» de grondbeginfelen aan, ftaande den oorlog wegens de Oostenrykfche Opvolging , geen gebruik wist te maaken van den neteligen toeftand, waarin 'de Keizerin Koningin zich toen bevond. Over 't algemeen zyn deszelfs jaarboeken meer opgevuld met onderhandelingen der Mogendheden , misverftand en voorbereidfelen tot grooter onlusten,- dan met belangrijke gebeurtenisfen, uitgezonderd de laatfte jaaren, toen in Amerika een oorlogsvuur uitbarstte, welks vlammen zich ook weldra over Europa verfpreidden. De eerfte zwaarigheid , welke zich na Protfs£, den Akenfche vrede opdeed, betrof de Rid- Groot* ^ derördè van het Gulden Vlies. Philips meesterbygenaamd de goede , Hertog van Bor- fchap der sondië , door welken, deeze Orde in het *?sè% va,n A 2. iaar hetGulden i\ % jaar Vlies_  4 ALGEMEENE I., jaar 1430 geftigt was, had bepaald , dat tyoeerk. ait003 je Hertog van Borgondïè' in den tyd, het opperhoofd daarvan zyn zoude. Hierom rekende zich het" O ostenrijkfche Huis, na de Borgondisch-nederlandiche Provinciën in bezit gekreegeh te hebben , uit kracht van den Utrechtfchen vrede , tot deeze waardigheid bevoegd. Intusfchen meende Spanje , als voorige bezitter der Borgondifche landen nog al verder recht ' daarop ce hebben. In het verdrag, 1725 te Weenen geflooten , waren de Keizer en de Koning van Spanje overeengekomen , dat beiden de aangenomen tytels zo lang zij leefden, doch hunne nakomelingen alleen van de landen, die zy wezenlyk zouden bezitten , den tytel voeren zouden. Na den dood van kakel VI. maakte deszelfs Dochter, de Keizerin Koningin, Maria theresia , als bezitfter van de Borgondifche landen , deeze bepaaling mede betrekkelyk tot het Grootmeesterfchap van deeze Orde, waartegen echter Spanje opkwam. In de Akenfche vredehandelingen was men overeengekomen, poogingen'te zullen aanwenden , om de gefchillen , tusfchen de Hoven van Weenen en Madrid wegens de Ridderorde van het Gulden Vlies door vriendelijke bemiddeling by .te leggen. Doch zulks was van geen uitwerking. Integendeel bragt de Spaanfche Ge1748. volmachtigde te Aken , de Marquis van Den 2oile sotomajor een protest in, waardoor het van siagt- Grootmeesterfchap der Orde in het bezit maand. van den Koning zynen Meester blyven zou,  GESCHIEDENIS. 5 zou, waartegen de Keizerlyke Gevolmach- I. tigde, de Graaf van kaunitz-ritkerg een tydperk. tegenprotest inleverde. Beiden ondergin- Den aófte gen het lot, 't welk gemeenlyk aile pro- ^janj!afit" testen te beurt valt, die niet door een nadrukkelyker middel onderfteund worden, dat is: de zaak bleef aan den fpyker hangen- Doch de voltrekking van den Akenfche !749. vrede ontmoette nog andere zwaarigheden, Zwaarig die drukkender waren. De ontruiming der jgde"Mr^r Nèderlandfche en Italiaan/che Provinciën van mejne van" vreemde krijgsbenden , die dezelven tot' jtaliin en hiertoe hadden bezet gehouden , zoude, de Nedtringevolge afzonderlyke befluiten , te Bras- landen, fel en Nizza genomen , fpoedig ter uitvoer gebragt worden. Men had niet alleen in Italiën de. gevangenen reeds uitgewisfeld, maar de Spaanfcke , Franfche en Piëmonteefche krygsbenden waren ook reeds op den aftogt , toen dit werk eensklaps geftaakt werd. De Spanjaarden keerden weder in hunne voorige verblyfplaatfen, en de Sardiniërs en Qostenrykers kreegen bevél om halte te houden. Dit onverwacht geval belette ook de ontruiming der Nederlanden. In plaats, dat men den i\de van Louwmaand daarmede zou beginnen , ruk.ten van nieuws vyfcien bataillons Franfchen in Braband. Zulks zou veiüorzaakt zyn door nieuwe eifchen van den Hertog van Modena en de Genuëezen, die op de beloofde fchaavergoeding ten fterkfte aandrongen , en door het Franfche Hof nadrukkelyk onderfteund werden. Men zegt, A s dat  6* ALGEMEENE ï- dat de eifchen zo buitenfpoorig waren , TYDPÜUK. dat de Graaf BR0ÜNE zich uit]jet . ^ he(. „ zou zelfs voofdeeliger voor de Keizerin „ Koningin weezen, 'den oorlog nog tien „ jaaren voorttezetten, dan zich op zulke „ ontëerende en onbillyke voorwaarden „ intelaaten." Vooral fpeelden de Genaeezen- hier de rol van waare Kooplieden , terwyl hunne Gemagiigden een zeer fraai gefchreeven en met veele uiterlyke cieraadjen opgefmukte rekening overgaven , volgens welke het Hof te lVeenen de Republiek aan fonds , kapitaal , intresten en opkomften- nog negen millioenen en 302,814 Duitfche Guldens zou fchuldigzyn. Hoe zeer zy ook op den ontvangst van gereede penningen aandrongen, vonden echter de overige Gemagtigden deezen eisch zo onrianneemelyk , dat zy denzei ven hunne oplettendheid niet waardig keurden , fchoon zy het ftuk zei ven wel aanneemen en uit nieuwsgierigheid eens leezen wilden. Door nieuwe verdragen , in de Nederlanden en Italiën tot ftand gebragt , werden eindelyk alle zwaarigheden weggenomen, en de landen , van vreemde krygsbenden ontruimd, aan de bezitting van derzei ver wettige Heeren alleen overgelaaten. Gefchil Terwyl rnen in Europa aan het vredes- 2£*Lr TAU? UJChtte }r VOld0e" ' h3d iU en Frank de Westindien welligt een oorlog kun- ryi we oen. ontdaan. Het eiland Tabago , een gens Ta- van de Karibifche of Anlülifche eilanden, h"£°- was in het midden der zestiende eeuw door de  GESCHIEDENIS. 7 de Hollanders bebouwd. Deszelfs bloeyën- £ de toeftand had de wangunst van andere TYDl'£RK' Natiën meer , dan eens gewekt. Het was * door Engelfchen , Spanjaarden en Franfchen geplunderd en verwoest, en de dikwyls beproefde herftelling der plantagiën was door deeze ten deele afgrysfelyke verwoestingen zodanig verydeld , dat de nyverheid der Hollanders in het herhaalde aankweeken van dezelven eindelyk geheel verflaauwde, en het eiland meer aan zichzelven overgelaaten en voor het gebruik van ieder, dien het maar lustte, openteftaan, dan aan één Europifche magt onderworpen fcheen. Omtrent den tyd van den Akenfche vrede had de Heer greenville, Stadhouder op het eiland Barbados, een verordening bekend gemaakt, waarïn hy , misfchien uit hoofde van de betrekking, waarïn het eiland Tabago ten tyde van karel I. tot Engeland had gedaan, hetzelve voor een eigendom van den Koning van Engeland verklaarde , en alle de geenen van andere Natiën, die zich buiten de Engelfchen op Tabago ophielden, gelastte, het eiland binnen den ty<5 van dertig dagen te verlaaten. De Franfche Stadhouder op het eiland Martinique, die zich mede voor Stadhouder van Tabago verklaarde , kwam daartegen op, beloofde de Franfchen op dit eiland befcherming en hulp, terwyl hy daadlyk 500 man , rykelyk van oorlogs-behoeften voorzien, derwaards zond. By de onderhandelingen tusfchen deeze Hoven over' dit onderA 4 werp,  ;8 ALGEMEENE tv,J'kk Werp ' beSeerde Groot-Brittanje eigenlyk Ty«PtRE. mets meer? dan da(. aJ]e Natignj £ie ^ eiland zouden aandoen , in 'c vervolg , geJyk altoos had plaats .gehad , de vryheid hebben zouden, zich aldaar van water en hout te voorzien.- Hoewel nu het Fran. fiks Hof in den beginne dit eiland voor zyn eigendom verklaarde, draaide het evenwel eindelyk by. De vrees voor eenen nieuwen oorlog verdween, en de rust van Europa bleef ongeftoord. vveShet ?°ch e,en onwecrswolk, die van eenen Asfiento- aRderen *ant optrok, dreigde dezelve te traktaat zullen af breeken, te vveeten een gelchil tusfcben tusfchen Engeland en Spanje wegens het Engeland Asfiento-tyaktaat. Asfiento beteekent in 't en ^/r.Spaanscb een. verpachting, wordt echter gemeenlyk gebeezigd voor een foort van uitfluitende vryheid, aan eene Natie toegedaan , óm de Spanjaarden in Amerika Negers te bezorgen. De Spanjaarden befpeurden kort na de verovering van hunne Amerikaanfche Provinciën gebrek aan werklieden, die zy voor hunne goudmynen en zuikerplantagiën , voor de paerel-visfcheryen _ als anderszins noodig hadden, s Lands inboorlingen waren van een zwak ligchaamsgeftel en konden het zwaare werk niet, dan met verlies van gezondheid en leven verrichten. Men vond in het jaar 1507 reeds, dat het getal der inboorlingen op Hifpaniola, het welk vyftien jaaren ' geleden , toen Kolumbus dit eiland ontdekte , op eeij milliöen gerekend werd , tot op 60,000 gefmólten was. En nog- thans  GESCHIEDENIS. 9 thans verdeelde men nog al by aanhou- I. dendheid de vrygebooren Indiaamn onder Tsatwo. de Spaanfche eigenaars van plantagiën , om daarin als flaaven te werken. De yverige Dominikaanen en vooral bartholomeus de las casas kantten zich wel aan tegen dit gedrag , zo onftaatkundig , omdat het land daardoor ontvolkt werd, als onrechtvaardig , omdat de rechten der menschheid daardoor geknakt werden , doch te vergeefsch. Eindelyk meende evenwel de las casas een yverig voorftander der zo zeer gemishandelde Indiaanen, een middel gevonden te hebben ■, om hunne rampen te verzachten, waardoor hy echter de bewerker werd van nieuwe ellenden, die andere ongelukkigen moesten treffen. Hy floegvoor, om Negers van.de Portugeefche volkplantingen op de kust van Afrika. te koopen, en als flaaven naar Amerika overtebrengen. Men had zulks reeds in het jaar 1503 met weinige Neger-flaaven begonnen ; maar Koning ferdinand de katholyke ftond 1511 toe, dat dit getal mogt vermeerderd worden. Dat deeze menfchen fterker en duurzaamer waren , de ongemakken beter konden doorftaan en het juk der flaverny met meerder gedulds droegen, dan de Amerikaanen , kon den voorflag van las casas vceien fmaakelyk maaken, doch niet den grooten Spaanfchen Minister ximenes , die begreep , dat het ortbillyk was, wanneer men, om één gedeelte des menseidoms in vryheid te ftelr len, het ander tot flaaven wilde maaken. A 5 ' N'og-  io ALGEMEENE TYDP£«« NoSthans verleende karel , Koning van bPani2 ' toeri nog jong zynde, aan één zyner Nederlandfche gunftelingen een uitfluitend recht, om 4000 der bovengenoemde Neger-flaaven naar Amerika overtevoeren , die vervolgens dit recht voor 25,000 Dukaaten verkogt aan eenige Gemeefche Kooplieden; en deeze waren de eerlten , die den menfchenhandel tusfehen Afrika en Amerika recht in trein bragten. In den bloei van het Spaanfche Ryk fchynen de Spanjaarden deezen affchuwelyken handel zeiven gedreeven te hebben; maaibeten in de zeventiende eeuw, hunne zeemagt en fcheepvaart in verval geraakt zynde, deezen voordeeligen tak van Negotie door verfcheiden verdragen onder de Koningen philips IV. en kauel II. aan de Hollanders en Engelfchen over. De Engelfchen verlooren deezen handel , toen Philips V. den Spaanfchen troon beklom , en , hun als zynen vyanden het recht op denzelven ontnomen hebbende, aan de Franfchen, als zyne vermaagfehapte vrienden , voor den tyd van tien jaaren toeftond. Doch deeze fchade werd den Engelfchen by het eindigen van den oorlog wegens de Spaanfche opvolging wederom vergoed door een vredes-verdrag in het jaar 1713 te Madrid geflooten en door deszelfs bekrachtiging in den Utrechtfchen vrede. Zy mogten naamelyk in de 30. jaaren , dat dit verding zou ftand grypen, 144,000 Negers naar het Spaanfche Amerika brengen, onder de voorwaarde van den Ko-  GESCHIEDENIS. n Koning van Spanje voor eiken flaaf 33 { rftuk van achten uittetellen. In de Spaan- ******* fche zeehavens mogten zy hoe genaamd geen handel dryven; nogthans werd hun in een byzonder artykel toegedaan , óm jaarlyksch één Schip van 500 tonnen naar de havens van het Spaanfche Amrïka te zenden en daarmede vr.y zonder alle belasting te handelen, hoewel niet dan onder zekere bepaalingen en vooral, dat de Koning van Spanje een gedeelte van de winsten genieten zoude. Dit verdrag , fchoon meer, dan eens vernieuwd en bekrachtigd , begon in 't vervolg van tyd den Koning van Spanje te mishaagen. Hy bragt de bezwaaren in , dat men gebruik had gemaakt van de verlegenheid, waarïn hy ten tyde van den Utrechtfchen vrede was geweest , door hem harde voorwaarden optedringen ; dat de Engelfchen by gelegenheid van den flaavenhandel en het bovengenoemde fchip, dat zy jaarlyks naar het Spaanfche Amerika zonden, eenen verboden handel dreeven. Om deeze redenen weigerde hy eindelyk in het jaap 1737 , het gewoone paspoort aan de Evg'eljchen te laaten volgen. Daarop ontftond tusfchen beiden Hoven in den beginne een briefwisfeling en vervolgens 1739 de oorlog, die nog meer door den oorlog wegens de Spaanfche opvolging aan- . geftookt en voortgezet, en niet dan dooiden vrede te Aken geëindigd werd. By deezen vrede werd het Asfiento-traktaat van 17x3 j als mede het avtykel van het jaar-  12 A L G EMEENE -vJ' iaarjyfchs fchip bekrachtigd voor de .vier jaaren, waarom de Engelfchen zich geduurende den oorlog van dit voorrecht niet hadden kunnen bedienen. Doch de Engelfchen werden te leur gefteld in 't geen zygewenschten gehoopt hadden, en waarmede de Spaanfche Minister , Brigadier du wall hen mogelyk gevleid had, te weeten , om het Asfiento-traktaat vernieuwd en verlengd te zien. De Heer keene, die na den vrede als Engelfche Gevolmagtigde naar Spanje ging, maakte met zyne voorhagen tot een nieuw verdrag ten voordeele van den Engelfchen Koophandel weinig opgang. Eindelyk werden 'er van de zyde van Spanje voorflagen gedaan tot afdoening van zaaken, die daarop uitliepen, dat de Engelfchen van hunne aanfpraak op de nog te genieten voordeelen tegens eene ichaavergoeding affiand zouden doen. Terwyl het EngelscR Minifterie bezig was, 'om zyne tegenbedenkingen intebrengen, weigerde^ hec Spaanfche Hof aan het jaarlykfche fchip 'c gewoone paspoort, en verbood zyne Amerikaanfche onderdaanen allen handel met de Engelfchen. De fterke toerustingen ter zee van de Spanjaarden fcheenen te groot voor het bedwingen der Afrikaayfche Zeeroovers, 't welk zy zeiden daarmede te beöogen. De Spanjaarden namen onder het voorwendfel van fluikhandel, alle fchepen der Engelfchen, die zich in de Zuidzee lieten zien ; en zulks verwekte achterdocht en verbittering. Groot-Brütanje hield zyne talryke ge- duch.-  GESCHIEDENIS. 13 duchte vlooten zeilvaardig , en de oorlog I. fcheen onvermydelyk , toen na veele vruch- vtostn*. telooze onderhandelingen eindelyk het gefchil door een te Madrid geflooten verdrag werd bygelegd. De Koning van Engeland deed daarin afftand van het hem nog toekomend recht op den flaavenhandel en het jaarlykfche fchip. De Koning van Spanje beloofde binnen drie maanden 100,000 Ponden Sterlings aan de Maatfchappy van den Asfiento te betaalen. En beide Koningen maakten nog andere fchikkingen , betrekkelyk tot den handel van hunne onderdaanen. Zo doende werd het gefchil vereffend over eenen handel, waarop geen van beide partyën eigenlyk een recht had. Want niemand zal wel in gemoede beweeren , dat de menfehen-handel ooit wettig is geweest , dat men een recht zoude hebben, om wezens , tot de vryheid gefchaapen , als Aagt-vee te behandelen , en dat de Koningen en Natiën van Europa de ongelukkige Negers mogen mishandelen. Nadat de Mogendheden het geluk des I749. vredes tot de verdrukte Volken hadden Zamen. doen wederkeeren, was de kleine Staat , zweering die altoos in oorlog is, te weeten Maltha op Afgaan een ysfelyk gevaar blootgefteld. Pa- thacha mustapha , Stadhouder van Rhodus en omliggende eilanden, een opgeblaazen en wreed man, kwam den ide van Sprokkelmaand 1748 met zyne eigen galei in de Haven van de Hoofditad aan. Het fcheepsvolk was aan het muiten gellaag'en , had de  14 ALGEMEENE rvJ,'B„ de Galei vermeesterd en hem naar Maltha TYDPliJJK. gevoerd> Men behande]de hem > lchoon een gevangen zynde met de uiterfte heuscliheid en toegeevendheid. Men wees hem een bekwaame woning aan op het Kasteel St. Elmo. Hy ontving dagelyks bezoek van de voornaamfte Hovelingen en de meeste Ridders. De Turken-, die anders altoos van deeze vesting geweerd worden mogten by hem uit- en ingaan. Hy zelf werd toegplaaten by den Grootmeester, die hem naar zynen rang ontving en alles beloofde intewiliigen , wat ter verzach' ting van zynen toeftand dienen kon. In de eerfte maanden zyner gevangenis vreesde hy, dat het Hof te Konftan tinopel over het gebeurde te onvrede zyn, en hem ter verantwoording oproepen zoude wegens den oproer zyner fchepelingen. Hy deed by het Franfche Hof aanzoek om hulp en voorfpraak ; en de Koning verwaardigde hem met, was het mogelyk , by den Grootmeester zyne vryheid te bewerken. Doch de vrees, dat zelfs zyne vryheid hem tegen de ongunst van den Sultan misfehien niet zou kunnen beveiligen , boezemde hem het wanhoopig voorneemen in , om het eiland Maltha te vermeesteren. Daar* door meende hy de gedachtenis van zyne wandaaden uittewisichen , de gunst van zyn Hof te herwinnen, en zich-zelven eenen onfterffelyken naam te maaken. De ilerkte van het eiland, gepaard met de waakzaamheid der Malthefers, het klein getal van Tuiken-flaaven op Maltha, waarop hy alleen  GESCHIEDENIS. 15 leen by deeze ondernceming' ftaat kon imaaken, als mede de mogelykheid , ja työperk. . zelfs de waarfchynelykheid van verraaden of ontdekt te worden, in aanmerking genomen , fcheen zulks eer het beftaan van een dolleman , dan. van een bezaadigd mensch. Doch niets kon hem daarin wederhoudend omdat hy in deeze ftoute daad het middertot zyn behoud dacht te vinden. , , . Ten einde zyn oogmerk in t geheim te bereiken, veinsde hy noch Italiaansch noch Fransch te verftaan , en trachtte de lastige ' Malthefer-ridders door een onbeleefd onthaal van zich te verwyderen. Zulks gelukte en was van dat gevolg , dat hy ntl alleen verkeerde met Mufelmannen , denwelken hy zyn medelyden over hunne flaaverny betuigde en alles, wat in zyn vermogen wajs, aanbood, om dezelve verdraaglyker te maaken. Hy bewees zich zeer müddaadig voor de blyken van hunne verkleefdheid aan hem; zondt aanzienlyke fo«men naar de gevangenisfen en liet door Turkfche Priesters mondbehoeften onder het gemeen uitdeelen. Hy polste de bekwaamheid en neigingen der Priesters van verfcheiden gevangenisfen. Onder anderen won hy het vertrouwen van twee flaaven, zynde de één een |?fficier van eenen zeer goeden inborst, en de ander zekere mishud , een mensch van het allerflegtst karakter , maar daarby tot alles bekwaam. Deeze twee vertrouwlingen ontdekten hem den toeltand van de St^d ' en  iö ALGEMEENE tydperk dn ^eSèering- Daarenboven had hy den flaaf imsiletti, Kamerdienaar by den Grootmeester , en Boezemvriend van mishüd, in zyne belangen weeten overtehaalen. Na veele voorbereidfelen ontdekte hy zyn voorneemen eenen hoop van MuJelmanmn, die genegen waren tot oproer, en deed zich door eenen plegtigen eed van hunnen byftand en geheimhouding verzekeren. De uitvoering van het plan was bepaald op den 2c,Jie van Zomermaand, zynde heffeest van Pieter en Paulus , 't welk altoos een groote menigte volks by- • woonde; en de toeloop moest in dit jaar nog fterker worden, omdat de Domheeren zich met toeftemming van den Paus het eerfte maal bedienden van Myter en Kruis. De groote verwachting , die de bewerkers des moorddaadigen aanflags van deeze tydsbepaaling hadden opgevat , had hen een gewigtige zwaarigheid over het hoofd doen zien , welke zy noodzaakelyk in deezen tyd moesten ontmoeten. Een in het j^r 1531 door de flaaven op dit volkryk ffcest gefmeede zamenzweering had de gewoonte ingevoerd, by deeze feestviering de flaaven in ketenen te boeijen, de posten van La Valetta en de wacht' van het Paleis te verdubbelen , en patrouillen door de geheeJe flad te ^aten gaan. Des middags te twee uuren zou het treurfpel beginnen met het vermoorden van den Grootmeester. Dit gruwelftuk zou door imsiletti, door eenen Neger, die tot het Christendom was overgegaan, en ook den oproer op  GESCHIEDENIS. 17 öp de galei van den Pacha beftookt had , I. en door nog vyf andere flaaven , uit- m«* gevoerd worden. De vertooning van 's Grootmeesters hoofd , of een in het groote voorplein neergeworpen aarden vat zou het fein weezen, waarop andere flaaven, in de nabyheid gereed ftaande, moesten toefchieten. Na den Grootmeester wilde men de Ridders en Bedienden in het paleis vermoorden , het Arfenaal openbreeken , de Soldaaten afmaaken, de Gevangenisfen openen , de Slaaven ontboeijen'en waapenen, de Kasteelen St. Elmo en St, Angelo bemagtigen, en zich zo doende van alles meester maaken. Men vond echter by nader overleg goed, om eenige verandering in het plan te maaken. Veertienhonderd flaaven , want grooter was hun getal niet , fcheenen ter uitvoering van zulk een verre-uitziend ontwerp niec toereikend. Men zocht derhalven hulp by de Dey's van Algiers , Tunis , Tripoli en Sufa, Zelfs gaf de Pacha het Turkfche Hof kennis van zynen aanflag en verzocht om onderfteuning. Men heeft ook in ft vervolg van tyd ontdekt, dat de genoemde Roofnesten, alsmede het Turkfche Hof voorneemens geweest zyn , door uitgezondene hulp-fchepen deezen gruwelyken toeleg indedaad te onderfteunen. Zo verre was dit ontwerp tot de fchrikkelykfte onderneeming in orde, toen in 't laatfte van Grasmaand 1749 de Koning van Frankrijk by den Grootrneester aanzoek deed, om den Pacha van Rhodus in B vry-  ib' ALGEMEENE I. vryheid te Hellen. De Grootmeester ftond tydpïrk. djt- verZoek toe, en de Franfche Gevolmagtigde maakte den gevangenen zyne vryheid bekend , tevens met aanbieding van een vaartuig , om hem te brengen waar hy begeerde te weezen. Doch de Pacha, die van zyn voorneemen niet wilde afzien , en mogelyk ook nog voerde hy hetzelve niet uit , voor de ongunst van zyn Hof beducht was , wees de laatfte aanbieding van de hand, onder het voorwendfel, dat hy eerst de bevelen van zynen Meester moest afwachten. In vryheid zynde dacht hy zyn plan des te beter te kunnen uitvoeren. Hy gaf den Turken , die hem by hunne gelukwenfchingen wegens zyn ontfiag, hun leedweezen over zyn naderend vertrek betuigden , onder eede de heiligde verzekering van het eiland niet te zullen verlaaten vóór zynen aanflag uitgevoerd te hebben , terwyl hy alle de zamenzweerders aanmoedigde, en van nieuws door eenen eed tot geheimhouding en trouw verpligtte. Ondertusfchen werd de fchrikkelyke gruwel ontdekt door een geval, het welk op zich-zelven van weinig belang was. Eén Malteesch Soldaat mede tot het komplot behoorende , werd om gewigtige redenen weggejaagd , en de zamenzweerders vervulden deszelfs plaats door een Armenisch Soldaat. Deeze vertrouwde het geheele voorneemen aan eenen Koopman , die onlangs van het Joodendom tot het Christendom was overgegaan. De Koopman drukte  GESCHIEDENIS. .19 te den Soldaat zynen pligt, om den aan- t. ilag te ontdekken , zodanig op het ge- TYDPE moed, dat de man geen oogenblik befiuiteloos bleef. Langs verfchillende wegen gingen beiden naar het paleis en getuigden , dat 'er een zamenzweering had Hand gegreepen , dat zekere Neger , die den oproer op 's Pacha's Galei had beflookt, door hulp van een Perfiaansch Soldaat, den Grootmeester en de Ridders vermoorden , en vervolgens het geheele eiland vermeesteren wilden. Neger en Soldaat werden , in begtenis genomen, die door middel van de pynbank de naamen, hoofden, leden en omflandigheden der zamenzweering ontdekten, gelyk men dan ook vernam , dat de Pacha van Rhodus aan dezelve medepligtig was. Den laatstgenoemden wilde men juist niet met de uiterfle flrengheid behandelen , eensdeels omdat de betrekking, waarïn hy tot aanzienelyke Turken flond, de paailooze wraak der Porte deed duchten, anderdeels ook, omdat de Koning van Frankryk zich met hem bemoeid had. Hy was daar te boven roekeloos genoeg, om den Franfchen Gevolmagtigde door eenen eed op den Koran zyne onfchuld te betuigen. Het verbitterd gemeen wilde ondertusfchen volflrekt wraak neemen op den Pacha, die derhalven met toeflemming van den Franfche Gevolmagtigde op het Kasteel St. ELmo in veiligheid gebragt werd. Zulks gefchiedde niet , dan met veel moeite. Want men had veel werks , om het volk, dat B 2 hem  '2 O ALGEMEENE ï. hem onder de puinhoopen van zyn reeds lYDPüRK. omcingeld huis wilde begraaven, te overreden, dat men niet voor had , om den Pacha aan de verdiende ftraffe te onttrekken , maar hem nog naamver op te fluiten. De overige zamenzweerders lei men aan ketenen. Doch de Grootmeester , altoos nog vreezende , dat 'er toch nog wel Turkfche fchepen konden komen op-^ dagen, deed de Seinen geeven , die de oproerlingen zouden gegeeven hebben, met een rood vaandel van eenen tooren van het Kasteel St. Elmo te laaten waayen, en op het bepaalde uur een vuur te doen branden. Maar 'er kwam geen vyand op. Waarfchynelyk waren de Turken en de bewooners der Roofnesten wel van de ontdekking des aanflags verwittigd door eenige fchepen , die terftond na de gevangenneeming des Negers van Maltha vertrokken waren. Het proces geëindigd zynde werd het uitgefprooken vonnis aan de zamenzweerders voltrokken. De flaaven , die den Grootmeester zouden vermoord hebben, ontvingen eerst hun loon. Twee van hen, Soldaaten van de Lyfwacht , en een Neger gingen den dood met ftandvastigheid en blyken van berouw te gemoet. Van agt anderen, allen Turken , bleeven vier hunnen Godsdienst getrouwelyk aankleeven , maar vier gingen over tot het Christendom en ondergingen den dood geduldig. Mishud en imsiletti begeerden en ontvingen den Doop geduurende de terechtfteiling, nadat de eerHe  GESCHIEDENIS. 21 fte reeds eenen flag met het rad gekree- I. gen, en de laatfte het nypen met gloeyen- tydperk. de tangen gevoeld had. Men vierde daarop een openlyk en plegtig dankfeest wegens de afweering van 't gevaar, dat zelfs na deeze terechtiiellingen nog niet volkomen fcheen uit den weg geruimd , doch door waakzaamheid en voortgezette ftrengheid eindelyk geheel krachteloos werd gemaakt. l.lyna in denzelfden tyd , toen de be- 1749. roering op Maltha ftond uit te barsten , zamenwerd Bern, een der Zwitzerfche Cantons zweering met hetzelfde noodlot gedreigd , te wee- te Bern. ten met een zamenzweering , beftookt niet door buitenlanders , maar door inlandfche , gedeeltelyk aanzienelyke misnoegde Burgers. Gebeurtenisfen van dien aart worden in vryë Staaten, vooral daar de Ariftokratie op den troon zit, en men op de vryheid der Drukpers niet zeer roemen kan, meestal door den ftaatkundigen invloed der Regeering, veeleer aan de openlyke kennis onttrokken , dan ten voordeele van een vryë bcöordeeling opgehelderd. De berichten van de vrienden der Regeering zyn zowel eenzydig , als die van de begunstigers der misnoegden. Op beiden is derhalven weinig ftaat te maaken. De Gefchiedfchryver voldoet aan zynen pligt, wanneer hy de gronden en opgegeeven daadzaaken , door beide partyën aan het Publiek medegedeeld , ter bedaarde beoordeeling van onpartydigen ten toon fpreidt. B 3 Men  22 ALGEMEENE I. Men weet, dat de hoogfte magt of het tydperk. bewind over het geheele Canton by den Staatsge- grooten Raad berust , die nooit uit minder fteidreidin dan tweehonderd ," en nooit meer, dan Bcm. tweehonderd negen en negentig beftaan mag. Dat flegts zekere familiën tot de Regeering toegelaaten worden, is reeds de bron van die fchadelyke jaloezy, welke gemeenlyk in erfFelyke Ariftokratiën plaats heeft. . In Bern hadden ondertusfchen aanzienlyke Burgers , die van de Regeering uitgeflooten waren , tevooren reeds de vraag geopperd : of het geheele ligchaam van den hoogen Raad het hoogfte bewind voerde voor zich-zelven of uit naam van de ftad Bern, en als derzelver Vertegenwoordigers of Gevolmagtigden ? Uit het laatfte zoude volgen , dat de ftad bevoegd was , om rekenfehap van den grooten Raad te vraagen. Én dit was juist het geval. Bezwaren De ftad Bern, zeiden de misnoegden , poegdn K°m de Soevereiniteit van het geheele b' ' Canton toe. Aan haar doet men den eed van getrouwheid , en niet aan de Tweehonderdmannen. Het groote zegel , 'c welk de befluiten van den Raad wettigt, is het ftadzegel. De verandering van deszelfs opfchrift gaf in het jaar i7ro reeds aanleiding tot kïagten. Dat de Souvereiniteit by deeze ftad berust, is een grondwet in Bern en in het geheele Canton. De Tweehonderdmannen oefenen dezelve flegts als haare Gevolmagtigden. IngevalIe zy de wetten overtreeden, heeft de ftad  GESCPIIEDENIS. 23 ftad Bern het recht, om de noodige maat- Iregelen te neemen. Men heeft, voegden TyBPEWt' de misnoegden daarby , middelen weeten te vinden , de grondwettige Regeering, die weleer op tweehonderd en vyftig Familiënberustte, tot veertig of vyf en veertig Familiën te bepaalen. Men heeft aanzienlyke fchatten vergaderd uit de goederen, die een eigendom der ftad zyn. En men neemt de vryheid , van tyd tot tyd uit deeze goederen groote fommen te befteeden ter verbetering der Bailluwfchappen , en der bezolding van ampten , welke de Magiftraat als zyn erfdeel aanmerkt, en waarop hy alle overige Burgeren recht en aanfpraak weigert. Het beftier over de fommen , die de ftad Bern in Engeland heeft, was eertyds een voordeel van den handeldryvenden Burger; maar zints twintig jaaren hebben de Tweehonderdmannen ook dit ampt aan zich getrokken. Men heeft de rekening gemaakt, dat de Regeering jaarlyks een milliöen livres , Bernfche munt, voor zich trekt, daar integendeel de voordeden der overige bedieningen , welke men overgelaaten heeft aan die Familiën , die men van de Regeering heeft weeten uittefluiten , op het hoogst gereekend niet boven 30,000 livres bedraagen. De Koophandel, waardoor Baf el, Zurich en Geneve bloeyen, is uit Bern gebannen; en alle de rechten en vrydommen der Gildens en .Ambachten zyn lieverlede afgefchaft. Vyf of zes jaaren geleden hebben de Tweehonderdmannen een wet geB 4 maakt,  24 ALGEMEENE tyJL waardoor e]ken Burger op ftraffe ' van banmsfement verbooden wordt, dienst te neemen onder andere Regimenten, dan die , welke door de Regeering bewilligd worden; en wie by dezelven Officier wil worden, die moet een lid van den Raad der Tweehonderdmannen weezen, of nabeftaanden, of ook veelvermogende begunstigers onder dezelven hebben. De weetenfchappen, vooral de Rechtsgeleerdheid, worden ten eenemaal verwaarloosd. Dit alles heeft de Burgers, die geen leden der Regeering zyn , federt vyfcig jaaren doen wenfchen , dat de ftad Bern, die ontegenzeggelyk het recht der Souvereiniteit van het Canton toekomt, eens vergaderen 'en onderzoeken mogt , of haare Vertegenwoordigers,de Heeren Tweehonderdmannen , de Burgery zowel als het Jand regeeren naar de wetten , hun door de ftad Bern daartoe voorgefchreeven, waartoe zy zich jaarlyks door eenen eed verpligten , zweerende, niet hunne orden, maar de ftad Bern houw en getrouw te weezen , alzo zy van deeze ftad de Souvereiniteit by volmagt, doch niet , dan onder de voorwaarde hebben , "dat zy de wetten der vastgeftelde Regeeringsvorm zullen handhaaven. Dit was de reden , waarom verfcheiden perfoonen gebannen, werden, die in het jaar 1710 de oproeping der Burgery-begeerden, ten einde de grondwetten wederom in trein te brengen. Zulks was mede de oorzaak van het bannisfement der geénen, die zich in het jaar  GESCHIEDENIS. 25 jaar 1744. alleenlyk bepaald hadden , om ïin een ootmoedig verzoekfchrift verzach- t$öh»*« ting te begeeren van de ellende, waardoor de Burgery gedrukt werd. Dit waren, ten minften volgens de opgaave der geenen, die zelfs na het mislukte oproer de zaak der veroordeelden verdeedigden , de drangredenen , waar- . door in het jaar 1749 verfcheiden en zelfs zeer aanzienelyke perfoonen aangezet werden , de oproeping der Burgers te begeeren , vast beilooten hebbende , ingeval van tegenkanting, geweld met geweld te De Hoofden der misnoegden waren de Hoofden Luitenant fuettre , de Koopman wek- JJ^JX'ïe- nier, michiel duchet en samuel hemu. den tler Michiel ducret afftammeling van een zamenAdelyk Huis in Italicn, was tot het jaar zweering, 1737 Kapitein onder een Regiment Zwitfers in Franfchen dienst, doch te Gerieve DUCREÏ/ wegens de aldaar twaalf of dertien jaaren henri. vóór de Bernfche zamenzweering ontftaane onlusten , in beeldtenis opgehangen. Na verloop van eenigen tyd werd hy echter uit hoofde van een algemeen verdrag wederom in zyne eer herfteld; maar alzo hy in dit verdrag niet wilde toeftemmen, en by aanhoudendheid in gedrukte fchriften daartegen opkwam, moest hy in het jaar 1742 Parys en 1744 de ftad Baf el ruimen, werd 1746 te Neufchatel aangehouden en aan de Regeering te Bern uitgeleever d. Nadat hy nu eenige maanden op het Kasteel Aarburg had vast gezeeten, B '5- vverd  z6 ALGEMEENE f. word hy naar Bern overgebragt , welke TYDPERK. fla(J hem t()(; zyn arres|. wer(J aangewee_ zen, onder beding, dat een Soldaat van het Canton hem altoos moest /erzellen. In Frankrijk was hy wegens zyne Krygskunde , en in Zwitferland wegens zyne bedrevenheid in de Gefchiedenis en de wetten des vaderlands zeer geacht. hbnRr.ii Merkwaardiger nog , dan hy, was samuel henri , weleer Schryver by het , Zoutwezen , en Compagnon van de Heeren zasuN , befaamde Banquiers te Bafel, naderhand Kapitein in dienst van den Hertog van Modena. Hy was de zoon van een Geestelyke, zonder vermogen, en opgegroeid in de verveelende bezigheden van het Zoutwezen, waarby zyn Oom hem in zyn veertiende jaar als Klerk had weeten te plaatfen. De last van zynen moeyelyken arbeid kon hem niet wederhoudenj, van eenen fchat van nuttige weetenfchappen op te doen. Door onvermoeiden yver en zyne voortreffelyke talenten verfchafte hy zich kundigheden in den Koophandel, Letterkunde en Wysbegeerte , die niet ligt by iemand gevonden worden. Doordien hy den tyd van zynen fiaap affnipperde , aan tafel noch in gezelfchap geen oogenblik verzuimde , en gebruik maakte van alle minuuten , die hy fomtyds van zyne gewoone bezigheden kon afbreeken, vorderde hy zodanig in de Letterkunde , als men van den grootften Geleerde verwachten kan. Alle oude taaien verftond hy volmaakt , hy fchreef en fprak het Grieksch  GESCHIEDENIS. %7 Grieksch ongemeen goed , en bediende I, zich daarvan dikwerf in handbriefjes aan rw*®* zyne vrienden , die deeze taal ook verftonden, om zich tegen de nieuwsgierigheid te beveiligen. De fchriften van demosthenes , cicero en van alle vermaarde Schryvers der vroeger en laater' eeuwen had hy op zyn duimtje, en kon uit homerus, virgilius, pindarus , hora- tius, milton en pope, als mede uit alle goede Franfche Schryvers geheele plaatfen zonder aan te ftooten opzeggen. Om zyn gelukkig geheugen nog meer te onderlteunen, had hy in zyne Bibliotheek meer dan honderd deelen in Octavo, eigenhandig door hem gefchreeven , waarïn hy alles wat hy geleezen had onder zekere opfchriften, met zyne aanmerkingen daarby , had opgetekend. Want hy las, om ftof tot denken te vinden. Hy had een ongemeen vlugge verbeeldingskracht. In alles wat hy fchreef, blonken zeldzaame trekken uit , alleenlyk eigen aan groote verftanden. Als een naauwkeurige opmerker van alles wat hem voorkwam , had hy altoos zyn fchryfboekje by de hand , tekende kortelyk op , wat hem merkwaardig toefcheen, werkte hetzelve t'huis komende terftond met een verwonderenswaardige vaardigheid verder uit, en bragt de bladen oogenblikkelyk onder de behoorlyke opfchriften van zyne uittrek fels. Zo doende verzamelde hy eenen grooten voorraad van nuttige zaaken, die by hem niet, gelyk by menig geleerd man, een ver-  28 ALGEMEENE i. verwarde baayert, maar goud in de hantydpebk. disn van een groot konftenaar jvaren. Hy fprak uitfteekend goed Duitschen Fransch, fchreef in beide taaien gedichten met eene vlugheid en een vuur , dat hy een der grootfte en vermaardfte Schryvers zoude geweest zyn , zo hy tyd en lust had gehad, om zyne werken te doorkneeden en te befchaaven. Met deeze zeldzaame begaafdheden van verftand en vernuft paarde hy het beste hart. Zyne groote ziel was verre boven alle byzondere ongeneugten en verdriet verheeven. By alle de beledigingen, welke men hem aandeed, en by alle huisfelyke onaangenaamheden toonde hy altoos een blyde gelaat en een bedaardheid van geest, die hem in •Haat Helde, anderen te troosten, die troost noodig hadden. Hy hield altyd de groote voorbeelden in het oog, wier gefchiedenis hy had geleezen of overdacht , en was van de zedekunde, of door hem geleezen of, het zy in rym of onrym door hem zeiven opgefteld, zodanig doortrokken , dat zy invloed had op zyn geheel gedrag , ja zelfs de mirtfte zyner daaden beftierde. Hy nam in het jaar 1744 deel aan het bovengenoemd Smeekfchrifc, was echter van alle geweldige handelwyzen zo af keerig, dat hy zich fterk verzette tegen de geenen , die tot hevige maatregelen overhelden, en verklaarde liever alles te willen opofferen, dan iemand aan hetminfte gevaar bloot te ftellen. Evenwel werd , hy in dien tyd mede gebannen, hoewel  GESCHIEDENIS. 29 liy na verloop van eenige jaaren , die hy I. te Neufchatel aan de Letterkunde had toe- tydperk. gewyd , nog vóór dat de jaaren zyner ballingschap, verloopen waren , in den fchoot van zyne vaderftad wederom werd aangenomen. Het waare oogmerk blykt zo weinig als Waarfchyde middelen, waarvan de zamenzweerders neiyke bezich wilden bedienen, uit de openlyke ak- gJ^S. ten en oirkonden. De Regeering van zweerders. Bern noemt in een openbaar gefchrift het voorneemen der zamenzweerders, die toen reeds gevonnisd en ten deele gebannen , ten deele ook ter dood gebragt waren , eenen verfoeyelyken , moorddaadigen aanflag ; doch wacht zich wel degelyk van te zeggen, waarïn dezelve eigenlyk beftaan hebbe. Men heeft haar voor de oogen van het Publiek befchuldigd , dat zy de 'belydenis der veroordeelden en den inhoud hunner fchriften, waarvan zy zich meester had gemaakt , als een ondoorgrondelyk geheim verborgen hield , ja dat zy daarvan zelfs in de Memoriën, aan de Heeren burnaei en de la calmette , Ministers van Groot-Brütanje en de Staaten Generaal overgegeeven , geen oplossing heeft gelieven te geeven. De vrienden der Regeering fpreeken in hunne berichten van vuur en zwaard. en van de fchroomelyklte onheilen, welke de Staat van de zamenzweerders had te duchten. Zy die het voor de veroordeelden opnamen , beroepen zich bovenal op de braafheid van henri en deszelfs afkeer van alle  3° ALGEMEENE tyoLk S g,eweld»ge maatregelen en bloedftorting. zy bekennen echter , dat de zamenzweerders beflooten hadden, de Burgery wegens het affchaffen hunner bezwaarên tegen de Regeering opteroepen, en tegenitand vindende, geweld met geweld te keeren. By dit voorneemen konden zy niet vooraf weeten, hoe verre hen zulks - vervoeren kón , en of niet misfchien de tegenftand welken zy ontmoeten konden , hen noodzaaken of verleiden mogt, van hun eerfte befluit, om niets tegen het leven en de welvaart hunner tegenparty te onderneemen , afteftappen. Doch of zy tot deeze en foortgelyke geweldöefeningen al of niet bevoegd waren , zulks hangt alleenlyk af van de vraag: of de ftad Bern oorfpronglyk het recht op de Souvereiniteit had, en. gevolglyk de Tweehonderdmannen niets meer, dan haare Gevolmagtigden en Vertegenwoordigers waren; dan of de Raad voor zich-zelven en uit hoofde van eigendomlyk recht de hoogfte magt uitoefende? Eene vraag, die zo weinig by gelegenheid van het verfchil over deeze zamenzweering, als in de fchriften van het Zwitferfche en byzonder het Bemfche Staatsrecht volkomen fchynt voldongen te zyn, en misfchien ook wei niet eens volkomen kan bepaald worden; al het welk een te breedvoerig onderzoek verëischt, om hier beflist re kunnen worden. EaX Van de manier ora den aanna§ uittevoeïutevöe. ren' 3 welk ' zo men ^gt, in het midden ren. van- Hooimaand zoude plaats hebben, is het  GESCHIEDENIS. 31 het volgende opgegeeven. De zamenzweerders hadden aan een afgeleegen oord een oud bouwvallig huis gekocht, het welk zy ter bepaalden tyd zouden in brand fteeken. Terwyl nu, zo als te Bern in zodanige gevallen het gebruik was , de Raad en de Tweehonderdmannen op het Stadhuis vergaderd waren, zouden de voornaamfte zamenzweerders zich derwaards begeeven en hunne bezwaaren inbrengen. Middelerwyl zoude de Luitenant fuettre de toefchietende Landlieden binnen laaten, en wernier aan de toevloeyende Burgers het geheim ontdekken. Maar de Raad en de Tweehonderdmannen zouden zo lang opgeflooten blyven , tot zy de begeerte der Burgery zouden ingewilligd hebben. De bezwaaren der zamenzweerders liepen ongetwyfeld uit op de bovengemelde klagten der misnoegden. Sommige willen, dat zy het voorneemen hebben gehad , de geheele Regeringsvorm te veranderen , de Magiftraats-leden van hunnen post te ontzetten , van verfcheiden hunner rekenfchap te eisfchen , en eenigen zelfs ter dood te doemen, hunne goederen verbeurd te verklaaren , by de voltrekking van dit voorneemen eenen Op-' pergezaghebber (Dictator) te benoemen , en byaldien de aanflag mislukken zou, de ftad in brand te fteeken. Dit alles zyn onderftellingen, die tot hiertoe nog niet beweezen zyn. Meerder geloof verdienen de berichten, uitSlag. welke men van den uitilag der zaak heeft. Haat  32 ALGEMEENE TvmI'r,, Haar trof het gew°one lot van aanflagen. ' waarvan veele menfchen kennis draagen! Ontdek- De geheele toeleg werd verraaden. Een kirig der van de Raadsleden kreeg 'er bericht van zweerL e" dat een Luitenant medepligtig aan -e- was De zaak nog zeer duister zynde , deed hy vooreerst niets , dan zelf met eemgen zyner vrienden patrouilleeren. Dit haarde achterdocht. Althans men vernam, dat de zaak fpoedig ftond uit te barsten. De Raad der Tweehonderdmannen vergaderde. Onzeker op wien men onder het volk al of niet vertrouwen kon, werden dertig Leden. van den grooten Raad verkooren, die , met pistoolen gewaapend, de yoornaamfte zamenzweerders in verzekering namen. Henri , naar Berton gereeden zynde , werd by zyne terugkomst gevangen genomen. Men maakte zonder uitTerecht- ftel het proces op. Ingevolge het voneeSr" ,nis' den l6de van Hooimaand uitgefproo- der zamen- , en, werd den Luitenant fuettre eerst zweerder.c. de hand, vervolgens hem, wernier en henri het hoofd afgehouwen. De onthoofding liep ongelukkig af , omdat de Beul meer dan eens mis hieuw. Geen van allen onderging den dood met meerder kloekmoedigheid, dan henri. De Predikant, die hem bezocht, zyne bedaardheid verliezende , begon hy zelf van zynen dood te fpreeken. By de terechtftelling was hem opgelegd , den dood van fuettre aan te zien. De Predikant, om hem van dit akelig gezicht te bevryden , ging voor hem Haan; doch henri trad onver- fchrok-  GESCHIEDENIS. 33 fchrokken ter zyde en riep , toen hy zag, ï. dat de Scherprechter mis hieuw , over- tyd^rk. . Juid: 'dat was een onbefuisde flag ! Geduurénde de terechtftelling werden 'er % briefjes onder het volk uitgeftrooid van den volgenden inhoud : „ Vergiet maar „ ftroomen burgerbloeds ! Ieder droppel „ van dit dierbaar bloed zal in onze har„ ten vloeyen , en aldaar bewaard bly ven , tot dat een gunstiger gelegenheid ons ,, verlosfen zal van de dwingelandy, die „ men zints veele jaaren over ons uit„ oefent. Bant den bloem der Burgery „ uit het Vaderland en de Hoofdftad. Deeze openbaare flagtöffers zullen de dwingelandy en wreedheden overal be- kend maaken , die de ftad in eenen al„ gemeenen rouw dompelen, zonder dat het de Gade geoorloofd is, haaren Man „ te beweenen, of het Kind voor zynen ,, Vader te fterven , of den Vriend, zy„ neh Vriend te beklaagen. Burgers! die het roer van ftaat bemag„ tigd hebt, wilt gy de harten winnen, doet dan afftand van trots en opgeblaa,, zenheid. Houd by uwe raadflagen al- leen rechtvaardigheid , billijkheid en „ onbaatzuchtigheid in het oog. Drukt „ op alle uwe befluiten den ftempel der zachtmoedigheid en vriendfchap jegens ' I „ uwe Burgeren. ' Dan zult gy geëerbie„ digd worden en wy zullen u getrouw blyven aankleeven. Plet bloed der ou„ de Bemers tintelt nog in onze aderen. „ Even zo weinig, dan zy, kunnen wy C „ Fors-  34 ALGEMEENE t. „ Forsten dulden , en even zowel, als zy* tydferk. M zvn wy gei-eed , om voor VaderS alles te doen. Wanneer deZwitfer, de vryfte onder alle Natiën , onder den last ,, zyner ketenen gevoelloos wordt: dan „ zal het graf der Vryheid ook dat van „ den glans des Vaderlands weezen." Zachtheid Na deeze bloedige bedryven begon men inhetitraf. zachter maatregelen te volgen. Van de fen der vluchtelingen werden wel eenigen veröorverigen. fceXd , om in hun afbeeldfel ten deele gevierendeeld , ten deele onthoofd te worden. Van de overigen werden fommigen voor hun geheel leven , anderen voor twintig , tien en minder jaaren gebannen. michael duret werd tot een eeuwige gevangenis verweezen. Voor het overige droeg men zorg voor de veiligheid, en de rust bleef ongeftoord. Met dat alles ontbrak het, hoe ontevreden ook veele misnoegden waren, niet aan zodanige Burgers of Ingezetenen van het Canton, die de Regeering hun genoegen over de genomen maatregelen te kennen gaven. Hadden nu beide zamenzweeringen , die, vooral wat de laatfte betreft , wel verdienden breedvoerig verhaald te worden , juist geen merkelyken invloed in het lot der overige Staaten van Europa : moet zulks evenwel gezegd worden van den val van een vermaard man kort ha den vrede te .Aken. Val van Deeze was de Graaf l'estocq , dezeiffchen Ge- de' die he£ voornaamfte werktuig was heimraad geweest, om de Keizerin elisabeïh op l'setocq. den  GESCHIEDENIS. 35 den Rusjïfcken Troon te helpen. Schoon h hy eigenlyk geen Staatsdienaar was , be- tydperk. itierde hy echter de gewigtigfte Staats-zaaken. Zulks kon Graaf bestuchef , die de waardigheid van Rüsffche Ryksvicekancelier eigenlyk alleen door toedoen van l'estocq verkreegen had, met geen goede oogen aanzien. Vooral ftond het hem tegen , dat l'estocq altoos de Pnmfifche en Franfche party onderfteunde, en de Keizerin ontraaden had, om krygsvolk tegen Frankryk naar Duitschland te zenden. Hierom verëenigde bestuchef zich met Graaf apraxin , om deezen gehaatten tegenftander by de Keizerin verdacht te maaken en te doen tuimelen. Zy Haagden eindelyk in hun oogmerk. Graaf l'estocq en zyne Egtgenoote werden den \\ van Slagtmaand gevangen genomen en op de 'Vesting ieder in een afzonderlyk vertrek geplaatst. In de Commisfie, tot onderzoek der zaak aangefteld, en beftierd door bestuchef , was de aanklaager van den befchuldigden , te weeten Graaf afraxin , Voorzitter. Onder de papieren van den Graaf vond men niet 't geen men zocht. Wegens drie brieven aan den Koning van Pruisfen en 12,000 Roebels, die hy' van den Franfchen Minister, Marquis de la chetardie had ontvangen , rechtvaardigde hy zich daarmede, dat zulks met goedkeuring der Keizerin gefchied was. Men befchuldigde hem, hoewel zonder het te kunnen bewyzen , dat hy in plaats van de Keizerin, haar zusters zoon, den Grootvorst, op C 2 den  3^ ALGEMEENE ï. den Troon had willen plaatfen. De Graaf tydperk. werd evenwel veroordeeld. Ondertusfchen fchynt de Keizerin daartoe niet , dan fchoorvoetende , overgegaan te zyn. Want zy hield hem en zyne Egtgenoote langer , dan vier jaaren en vyf maanden te St. Petersburg. En niet vóór het jaar 1753 kon men haar.overhaalen , om hem naar Ustjug Weliki in het Gouvernement van Archangel te laaten overbrengen , werv/aards zyne Egtgenooce hem volgde , die vryheid had te gaan , waar zy wilde. Zy genooten daar ook nog al eenige vryheid , tot dat eindelyk Pieter III. hen de volkomen vryheid weder fchonk , en l'estocq in de waardigheid van Geheimraad herftelde , waarvan het vervolg deezer Gefchiedenis nader verflag doen zal. Evenwel werden , volgens het toen in Rusland plaatshebbend gebruik, zyne goederen verbeSrd verklaard. Zyn fraai huis met al den huisraad viel apraxin toe , en anderen deelden de overige kostelykheden onder zich. Misver- Dit geval vermeerderde het wantrouwen fchen de tusfchen de Hoven van St. Petersburg en Hoven van Stokholm , alzo het laatfte met Frankryk Peters- en Pruis/en naauw verbonden was. De burg en Keizerin wapende zich te water en te land, Stokhoim. en jjggj jn Finland pagazynen aanleggen. De Kroon Zweeden 'volgde dit voorbeeld en ftelde zich, zo veerdoenlyk, in Finland in eenen ftaat van tegenweer. De Rusfifche Minister te Stokhoim bezwaarde zich, dat 'er in Zweeden menfehen waren ,  GESCHIEDENIS. 37 ren , die eenen toeleg gefmeed hadden , I.< om na 's Konings dood den Troons-opvol- ra»*"ger de Souvereiniteit te bezorgen, en verklaarde , dat de Keizerin uit hoofde van den Nyftadter vrede , 1721 > van den vrede te Jboe 1743, en van het verbond 1745 geflooten , de meest gepaste maatregelen beraamen zoude , om de tegenwoordige Regeeringsvorm en met dezelve tevens de rustin'ftand te houden. Het Zweedfche Hof verzekerde even zowel den Rusjifchen Minister van de ongegrondheid der gevreesde Staatsomwenteling , als het aan de overige Europeefche Hoven zyne vreedzaame gevoelens te kennen gaf. De Koning van Pruisfen , op alles, aangaande de openlyke aangelegenheden een waakend oog houdende , en zints eenigen tyd naauvv aan Zweeden verbonden, vermeerderde zyne krygsbenden en verklaarde openlyk , dat een in het Noorden opkomende donkere wolk deeze voorzichtigheid noodzaakelyk maakte. Daarenboven verzocht hy den Koning van Groot-Brütanje, om alle poogingen aantewenden ter inftandhouding der rust in het Noorden. ' Een herhaalde verklaaring, welke de Rusfifche Minister , de Heer van panin , in Stokhoim,, deed, behelsde wederom een voorftel der bovengenoemde zorglyke vooruitzichten en het voorneemen der Keizerin, om zich tegen" deeze maatregelen te verzetten. Het Deenfche Hof was het omtrend deeze zaak met Rusland eens. Doch op deszelfs voorftel, dat de Koning van C 3  38 ALGEMEENE TYhLi, gewmarken de verandering der Zweedfche Regeeringsvorm niet met onverfchilüge oogen zou aanzien , verklaarde het Hof te Stokhoim alle daarop doelende geruchten , van allen grond ontbloot te weezen. Dewyl de grootfte verdenking by dit gerucht op den Graaf van tessin viel, rechtvaardigde deeze niet alleen zich-zelven door een fchryven aan de Zweedfche Ministers aan de buitenlandfche Hoven , maar werd ook door zynen Koning met veel nadruk vry gepleit. Des niet tegenMaande duurden de oorlogs-toebereidfelen in Rusland en Zweeden nog al voort. Ook verklaarde het Zweedfche Hof een lóopend gerucht voor valsch, alsof hetzelve met de Porte een verbond had geflooten ten behoeve van de herMeliing der Souvereiniteit. Eindelyk gaf ook de Troonopvolger dén Zweedfchen Raad de verzekering van niets te zullen onderneemen , 't welk tegen de Staatsgefteldheid en zynen '7S°' gedaanen eed zoude aanloopen. Nogthans kwam de Keizerin van Rusland in het volgende jaar met nieuwe eifchen op , begcerende dat alle deeze verzekeringen niet alleen van de Zweedfche Rijks-Manden, maar ook van de voornaamfte Europeefche met Zweeden en Rusland verbonden Mogendheden zouden geguarandeerd worden. Ook eischte de Keizerin , by haare aanhoudende oorlogs-toebereidfelen, van het Weemr Hof volgens traktaaten 30,000 man hulpbenden. Het Hof van Londen vond deeze eifchen zo onredelyk , dat het zynen  GESCHIEDENIS. 39 nen Minister te St. Petersburg gelastte , • de Keizerin te verzoeken , daarvan af te zien, met by voeging , dat, ingevalle daarover een oorlog zou ontftaan , de Bondgenooten zich niet verpiigt zouden rekenen , de hulpbenden te bezorgen, die zy aan de aangevallen party verfchuldigd waren. Het meest nog trokken zich de Koningen van Frankryk en Pruisjen de zaaK van Zweeden aan. De eerfte verzekerde, dat hv geen Minister aan het Hol van öt. Petersburg zenden zoude , vóór deeze zaak ten genoegen van Zweeden afgedaan ware. De laatfte deed niet alleen aanzoek by het Hof van Groot-Brittanje, om het Kusfifche tot toegeevendheid. te beweegen, maar verklaarde ook, dat hy, by aldien het Rusfifche Hof, door de weigering van Zweeden , om aan deszelfs begeerte te voldoen , aangezet zou worden, zyne dreigementen te werk te ftellen, zyne verphgting aan Zweeden zou geftand doen. Dezelfde verklaaringen deed het Pruisfifche Hof te Weenen. Dan alles was vruchteloos , en de goede verftandhouding tuslchen de Hoven van St. Petersburg en Berlyn fcheen niet flegts hoe langs hoe meer te verflaauwen , maar zelfs eene wederzydfche verbittering te veröorzaaken , die in 't vervolg tot het uitbarsten van eenen vreesfelyken oorlog medewerkte. De üonin« van Pruisfen had den Heer van wahrendoüf , zynen Gezandfchaps-Secretaris in St. Petersburg tot uezandfchapsRaad en na de terugroeping van den Heer  4=> ALGEMEE NE rrbkiz. JnanRGrLZE tot zynen ge^oonen Minister Misver- rraff aangefteld- Toen deeze den ftand tus- £raat van bestuchef zyne begeerte te fenrrh,et ï!TLg?' °m Zyne ge]o°fs-brieven aan f„-fe ü9"™ over te geeven : voerde de S/ nf S h^m te §emoet' dat volgens het vkaan Ambasfadeurs, Envoyes en Geyolmagtigde Ministers gehoor by de Keizerin kon verleend worden. Enkele Ministers en nog veelmeer Refidenten moesten hunne geloofs-brieven by het Minifterie inleveren. Het Rusfifche Hof fcheen deeze nieuwigheid in de Staats-gebruiken (ten minsten men befchouwde dezelven zo aan het Pruisfifche Hof) flegts inge■ voerd te hebben , om bevryd te§ weezin van een verklaaring, die hetzelve van de ftandvastigheid des Konings van Pruisfen en deszelfs verkleefdheid aan Zweeden, ten voordeele deezer Kroon verwachtte Ondertusfchen werd den Heer van gros, Rusfisch Minister te Berlyn , in een ge£n r 7 f Gn PruisMchen Staatsdienaar , den Graaf van podewils, een verklaaring des Konings van Pruisfen voorgeleezen waarïn dezelve zyn misnoegen over de on! usten in het Noorden ontftaan, en zyn voorneemen te kennen gaf, byaldien Zwei den werd aangevallen , zyne ■ verpligting S"S dnZ? Mogendheid te «uitenter? vullen. Ook nam.de Koning de zwaarig. heid van het Staats-gebruik weg , doo^ W,i? ^ Ya" ™e^orf eenen geloofs-bnef als Gevolmagtigde Minister toe te  GESCHIEDENIS. 41 te zenden. Doch hoewel hem nu een I. plegtig gehoor verleend werd , verkreeg tybbbrk. hy nogthans, hoe zeer hy 'er ook op aandrong , niet dan met veel moeite , op de aan den Heer van cros voorgeleézen verklaaring , een antwoord , dat niets minder , dan voldoende was. Kort daarna verliet de Heer van gros , op bevél der Keizerin het Hof zonder affcheid te neemen. De Koning riep nu ook op zyn beurt den Heer van wahrendorf terug, den welken , na op 's Konings bevél den Graaf van bestuchef de oorzaak van zyn vertrek bekend gemaakt te hebben , een gefchrift ter hand werd gefield , inhoü» dende de beweegredenen, waarom,de Keizerin den Heer van gros had terug ontbooden. Men had , werd daarin gezegd , te Berlyn den Heer van gros met onverfchiliigheid en verachting behandeld. Het Pruisfifche Hof had hem niet willen vergunnen , om de zogenaamde Avocatorien, terugroeping van Rusfifche onderdaanen , in de Berlynfche nieuwspapieren , ja niet eens den geenen, die , Rusfifche onderdaanen zynde, den Koning als Officiers dienden , bekend te maaken. Dewyl de Keizerin den Baron stackelberg, zynde een Pruisfisch Officier , maar een Rusfisch Onderdaan, wegens verfcheidenmisdryven in hegtenis had laaten neemen , had de Koning van Pruisfen twee Rusfifche Officiers , die federt eenigen tyd in zynen dienst hadden geftaan , maar denzelven nu verlaaten wilden, op dezelfde wyze C 5 be- .  42 ALGEMEENE i. behandeld. De Graaf van podewils had j\operk. den Heer van gros , die voorneemens was, in gezelfchap met andere Gezanten een reis naar Potsdam en Sansfouci te doen, iehrifcelyk te kennen gegeeven , dat hy in beide plaatfen niet zeer vriendelyk zoude ontvangen worden. Eindelyk waren tot een groot Festin op Charlottenburg alle in Berlyn refideerende Ministers , met uitfluiting van den Rusfifchen, genoodigd geweest. Deeze voorvallen gaven redenen genoeg , om eenen vredebreuk tusfchen beide Mogendheden in 't kort te doen verwachten. En fchoon de tydsömftandiglèeden het zwaard nog eenige jaaren in de fchede hiel4en , waren echter de gemoederen bezield met zodanige gevoelens, die vooral geen duurzaame rust beloofden. Onder deeze omftandigheden behoort ongetwyfeld de Troons-verandering in Zweeden, waarby geene Staats-hervorming plaats had. Frederik I , Koning van Zweeden en Landgraaf van Hes/en , had reeds den 13de van Sprokkelmaand 1748 eenen aanval van beroerte gehad, waardoor zyne gezondheid zeer verzwakt was. 1751- Na veel fukkelens verwisfelde hy den Dood van i^fte van Lentemaand 1751 het tydelyke frederik met het eeuwige , bemind en betreurd niet van Zwel alIeen in zvn vaderlyk Erfland, maar ook den , en in het Koningryk, waarïn hy als een VaTroons be- der geregeerd had. Koning adolf freklimming derik , reeds in den jaare 1743 tot zyn Idolffre^ 2Pv.olger verkooren, verzekerde by zyne DRIE. Troons-beklimming andermaal, de Regee- rings-  GESCHIEDENIS. 43 ringsvorm van 1720 te zullen handhaa- I. ven , en eenen afkeer te hebben van de tyupère, herftelling der eigendunkelyke Koninglyke magt. En de Keizerin van Rusland verklaarde openlyk , hieromtrent genist gefield te zyn. Dit alles was evenwel niet voldoende, om de Hoven van St. Petersburg en Berlyn op nieuws te veré'enigen , en zelfs de herftelling der goede verftandhouding tusfchen het V/eener en Berlynfche Hof ontmoette nog, door dit aanhoudend misverftand , zwaarigheden v waaraan in het verr volg deezer gefchiedenis nadere oplosfing zal gegëeven worden. Byna vroeger nog, dan Zweeden , zag siegte toe» Portugal zynen Troon ledig en ook van g^*™» nieuws weder bezet. Koning joannes V. „lngryk zints agt jaaren, door een beroerte over- .p0!-tugal vallen , had geduurende deezen tyd het indeiaatfte roer der Regeering aan andere en wel zeer der onbekwaame handen toevertrouwd. De TO*fJ*™g Franciskaaner gaspard , naauwlyks in ftaat, NE3 v. om een Klooster te regeeren, was de Ryksbeftierder. Van daar, dat het Ryk verviel , dat de krygsmagt , eno vooral de Vloot, in eenen flegten ftaat was, dat de Handel en de Financiën kwynden, fchoon Portugal federt den Utrecht/en vrede , behalven eenige onlusten in Oostïndië, een . duurzaame rust had genooten. De blygeestigheid en lust, om zynen Staat te verbeteren, in jonger' jaaren den Koning eigen , de fierheid , waarmede hy weleer by zyne gefchillen met de Pausfen, de In-  4i ALGEMEENE tydLk ?nq"i^Cie had gekortwiekt, alles verdween • by bet verval van zyne krachten en by de zucht tot zwaarmoedigheid en dweepery, als gevolgen van zyne ziekte. In 't begin van Hooimaand 1750 werd de Koning op nieuws allerhevigst door zyne on1750. gemakken aangetast. En met het einde Dood des deezer maand eindigde hy Ook zyn leven Jn° \*Z 3^ kwam te overly- gal, joan- n" ^e tvteI van allergetrouwste nes v. koning , hem in 't jaar 1748 door Paus benedictus XIV. verleend , is in naarvolging van andere Roomsch-katholyke Hoven, die liefhebbers van zodanige Koningjo- tyt7eIs Zyn ' °P zyne opvolgers sephüs overgeërfd. Zyn zoon josephus , Prins aanvaart de yan Brafilië', had naauwlyks den Troon Regeering. beklommen , of hy begon ook reeds de ongeregeldheden en misbruiken af te fchaffen, die in de laatfte jaaren der voorige Regeering in het Ryk ingefloopen waren. Pater gaspard keerde weder naar zyn Klooster. Van de twee Staats-fecretarisfen , die de Koning benoemde, don diego mendoza de cortereal en don se- bastiaan josephus de carvalho, hield zich de laatfte ftaande. Want beidén met dezelfde eerzucht bezield zynde moest één Saar'5" 7hunner noodzaakelyk onderdoen. Het carvalho. kan zvn' dat oarvalho , in het vervolg ook voorkomende onder den naam van Graaf oeyras en Marquis van pombal , fomwylen welëens, gelyk men hem fchuld gaf, misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen , dat de Koning in hem ftelde; het  GESCHIEDENIS. 4S het is evenwel ook waar, dat hy alle zy-. L le poogingen aanwendde , om het Ryk «*f» wederom te doen bloeyen en de Rcgeering kracht en aanzien by te zetten, tiet Vervolg deezer Gefchiedenis zal hem in een fchittercnde , hoewel voor hem ten laatfte treurig eindigende rol ten toon itei- leiIn het volgende jaar den 22/re O&ober overleed ook willem. karei, hendrik Dood jm eriso, Prins van Oranje ervNasfau, Erf- gJW ftadhouder der Verëemgde Gewesten , in willeM den ouderdom van veertig jaaren , nadat 1Vt hv den Hertog lodewyk.ernst van brunswyk onder zeer voordeelige voorwaarden als Veldmaarfchalk in den dienst der Re- • publiek had weeten te brengen , om tevens ingevalle zyne kinderen by zyne atlyvigheid minderjaarig zouden wezen, zyne Gemaalinne tot Raadgeever en Byftand te verftrekken. ■ Zulks was wel voornaamelyk bewerKt door de Keizerin Koningin , alzo hy in haaren dienst Veldmaarfchalk , en in den dienst des Roomfchen Ryks Proteftantfche Generaal-veldtuigmeester was. Zo gemakkelyk zy in deeze haare poogingen flaagde uit hoofde van het aanzien, waarin zy by de Republiek ftond : ontmoette zy echter meerder, niet geringe zwaangheden by de bevordering van een andere voor haar zeer belangryke aangeiegenneia, te weeten de verkiezing van een Roomsen- 1750. Koning, welke zy ten voordeele van haa- Vruchteren Zoon , den Aartshertog josephus , loozepoor zocht *>mfatn>  46 ALGEMEENE «JÜ. ^och5 door te «"en. De Koning van ;RI" Groot-Bnttanje had benevens de Staaren om da ver- Generail tt.ö , ocaaten kiezing " j j,74l>rde voorafgaande punten van dln Van den -^«/^ vrede met IWry* ge. Aartsher- tekend, fchoon het Weener Hof daar zeer* tog jose- veel tegen had , en zich eindelyk genood - 2?WndRt0? ?creeden- oi S'oS: Koning "»ry*/^e Hof daarvoor en voor alles , door te wat hét moest opofferen, fchadeloos te zetten. Hellen , gaf de Koning van Engeland hetzelve in t geheim een verzekering, de verkiezing van een Roomsch-Koning ten voordeele van Aartshertog /osephus te zullen bewerken De Koning kwam in • Bloeimaand te Hannover, en hoopte geduurende zyn zomer-verblyf aldaar het werk tot ftand te brengen. Doch de zaak ontmoette vry wat hinderpaalen. Behal ven dat het tegen de belangen van het Frwsjifche Hof was, het Huis van Oostenryk m magt te zien toeneemen , vond hetzelve ook reden van klaagen over de vertraaging der beloofde guarantie van den Dresdenfche vrede van 1745 door het ?y 9nAlSr^edf 0Ver de begunstiging van het Rusfifche Hof , welke het Hof van (reenen, by gelegenheid der onlusten in het Noorden , maar al te duidelyk had laaten blyken. Van de overige Keurvorltelyke Hoven waren Keulen , Paltz , en Reyeren in den oorlog wegens de Oosten, rykjcae opvolging door de Hoven van Londen en Weenen zo kwaalyk behandeld, dat men op derzelver ftem geen ftaat kon maaken. De poogingen, om ze door onder-  GE SCHIEDENIS. 47 derhandelingen over te haaien , werden l. wel met opzicht tot Keulen van Frankryk tydfebk. door een Subtïdie-traktaat verydeld; maar Beyeren , door de Zee-mogendheden gewonnen , beloofde de poogingen der Hoven van Weenen en honden te onderfteunen. Om de ftem van het Pruisfifche Hof wilde men niet aanzoeken, vóór men van de toeftemming der overige Keurvortelyke Huizen verzekerd was. Doch ten einde hetzelve , in geval van weigering , het evenwigt te houden , verminderde de Keizerin Koningin het getal van haar troepen niet alleen niet; maar deeze moesten zich ook altoos gereed houden , en het Rusfisch heir moest daarenboven op de grenzen blyven ftaan. Deeze fchikkingen gemaakt zijnde drong DeKomng eindelyk de Engelfcbe Minister te Berlyn ™?™op de verkiezing van een. Roomsch-Ko- yzjch tegen ning aan. Doch de-zaak zeiven en de deverkiemaatregelen , welke men genomen had , zing aan. vielen gantsch niet in den fmaak van den Koning van Pruisfen. Deeze Monarch , ftandvastig in zyne befluiten, onverfchrokken en zelfs by elke bedryging nog onverzettelyker , bezwaarde zich in zyn antwoord , dat twee Mogendheden den naauwlyks geflooten vrede reeds wederom trachtten te verbreeken, door de verkiezing van eenen Roomfchen Koning zonder noodzaakelykheid en zeer te ontyd , alleenlyk door meerderheid van ftemmen, door te dryven. Zelfs fcheen het, voeg- de de Koning daarby , alsof zy zich ter be-  48 ALGEMEENE I- bereiking van hun oogmerk van vreemde TYDi-Ei'K. en vooral Rusfifche troupen wilden bedienen , 't welk evenwel in de Ryks-wetten ukdmkkelyk verboden was. Men zocht de Keizerlyke waardigheid by het Huis van Oostenryk erffelyk te maaken , en daardoor de Duitfche vryheid den doodfteek te geeven. Maar de Koning van Franhyk zoude, als Guarant van den Wistphaalfchen vrede,'zich verzetten tegen alles , wat men op deeze wyze tegen de Ryks-wetten en tegen de vryheid der Keurvorsten zou onderneemen. In het antwoord op het voorftel van den Keizerlyken Gezant wegens de verkiezing van een Roomsch-Koning, merkte de Koning aan-; dat men deeze verkiezing niet al te zeer moest verhaasten. Hy kon volftrekt geen noodzaaklykheid , noch een van de beweeggronden ;zien , die immers volgens 's Keizers vefkiezings-kapitulatie daartoe verëischt werden, welke noodzaakelykheid daar te boven ook ingevolge het 8fte Artykel van den W'estphaalfchen vrede, eerst nog door het geheele Ryk moest onderzocht worden. Indien de Keizer ongelukkig zou komen te overlydcn , dan zou de toeftand van het Ryk onder eenen minderjaarigen, onder voogdyfchap ftaanden Keizer niet zeer voordeelig kunnen weezen. De Koning moest uit dien hoofde het Keizerlyke Hof aanraaden , om deeze zaak tot den tyd der meerderjaarigheid van den Aartshertog uit te Hellen. Hetzelfde antwoord liet de Koning aan alle Keurvorflc- ly-  GESCHIEDENIS. 49 lyke Hoven bekend maaken. Deeze ver- t. klaaringen hadden anderen van verfphei- TÏD1)EilE» den Keurvorftelyke Hoven ten gevolge, waarop het Berlynfche Hof wederom nieuwe verklaaringen afgaf. Onder de gron- Hoofdden , waarover men het niet eens was, l™"^" waren deeze twee de voornaamften, waar- n"gs °'vlA öp by het gefchil alles fchecn te berus- Pruisfen ten. Vooreerst de noodzaakelykheid der ver- tegen de kiezing van een Roomsch-Koning , welke verkiezing, de Keizerlyke en Groot-Brittannifche Hoven beweerden 5 en het Pruisfifche niet wilde toeftemmen. En vervolgens het o7?e Artykel van den Westphaalfchen vrede, waaruit het Pruisfifche Hof de bevoegdheid der gezamentlyke Ryks-ftanden tot een voorloopig onderzoek, ten minften over de vraag: of 'er juist in dien tyd al of geen Roomsch-Koning moest verkooren worden ? meende te kunnen afleiden. Eene bevoegdheid , die naar het oordeel van den Koning van Groot-Br ittanje , als Keurvorst , volftrekt niet plaats hebben kon , alzo het hem toefcheen , dat alle deelneeming der Vorsten aan het verkiezings-werk regelregt ftrydig was met de Keurvorftelyke voorrechten; gelyk hy ook zelf het Zfie Artikel van den Westphaalfchen vrede door nieuwe verdragen van beide hooger Ryks-collegien, bovenal door eene zamenftemming van 1671, zo duidelyk en voldingend oordeelde , dat den Keurvorften het uitfluitend recht der bepaaling van de verkiezing eens RoomfchenKonings volkomen verzekerd was. Met D dit  50 ALGEMEENE I. dit alles was echter de noodzaakelykheid iTDPaKK. deezer verkiezing by 's Keizers bloeyende gezondheid en de jongheid van den Aartshertog nog zeer in twyfel te trekken. En door het verdrag van 1671 had men meer het gefchil wegens de medewerking der Ryks-vorften zoeken te ontduiken , dan de zaak beflisfen. Het Hof van Ber. lyn kantte zich tegen de verkiezing met zo veel yver, dat hy zelfs de aanzienelykfte Ryks-vorften , vooral Denemarken cn Zweeden uit hoofde van hunne Duitfche landen, als mede Anfpach, Bayreath, Hesfen-Kasfel en Wurtenberg aanzette, om hun recht te handhaaven , en niet alleen beloofde, zeiven het Kollegie der Vorften met zyne geheele magt by te fpringen, maar ook hoop gaf, dat de Koning van Frankryk in hoedanigheid als Guarant van den Westphaalfchen vrede ter hulp zoude toefchieten. By zo veel tegenftand oordeelden de Hoven van Weenen en honden niet raadzaam , de verkiezing te onderneemen , al ware 't ook, dat zy op de meerderheid der Keurvorftelyke ftemmen volkomen ftaat konden maaken. Veelmeer deed het Keizerlyke Hof kort daarna eenen ftap, die in plaats van den Koning van Pruisfen tot zyne toeftemming te noodzaaken, bedoelde , om denzelven in het vriendelyke Den 14.de daartoe over te haaien. Koning fredevan Bloei- rik II. had zeer ernftig, hoewël tot nu maand toe ajt00s nog vruchteloos aangedronRvksgua- §en °P de Rijks-guarantie van dien vrede,  GESCHIEDENIS. 51 de, welken hy met de Keizerin-Koningin I. 1746 te Dresden geflooten had. Thans Ts#fwa£ toonde het Keizerlyke Hof zich daartoe rantie van genegen , en door een Ryksbefluit en on-lk" v*,ede. der de Keizerlyke goedkeuring kwam ein- ^D''eiden' delyk deeze guararitie tot ftand. Doch ook dit middel deed niets af. De vrede bleef .wel ongeftoord ; maar het misverftand tusfchen de voornaamfte Duitfche Hoven nam eerder toe , dan af. Elk verfchillend belang deezer Hoven , hoe gering ook , gaf hetzelve nieuw voedfel. Vooral bleek zulks by gelegenheid van zekere bezwaaren wegens den Godsdienst in het Graaffchap Hohenlohe , welke de Euangelifche Ryks-ftanden tegen de Roomsch-Katholyken opzetteden, en zo fommigen willen , mede behooren tot de omftandigheden , welke tot den zevenjaarigen oorlog medegewerkt hebben (*) , die echter bovenal merkwaardig zyn, wegens de zelfverdeediging , waarvan de Euangelifche Standen , door den West- phaaU (*) Volgens een fchryven van Graaf flemming aan Graaf bruhl van den yde Juny 175Ó. bedoelde men te IVeenen niets minder, dan eene geheele omkiering van Godsdienst in het Ryk, en de herovering van Silefi'é. Hierby kwamen nog verfcheiden andere bezwaaren wegens den Godsdienst, die te gelyk met die van Hohenlohe en de zorglyke vooruitzichten , veroorzaakt door de verandering van Godsdienst, waartoe de Erfprins van Hesfen-Kasfel overging , he: gedrag des Konings van Pruisfen by het begin van den zevenjaarigen oorlog mede fchynen te rechtvaardigen. D 2  52 ALGEMEENE I. phaalfchen vrede daartoe bevoegd , thao3 tydpeiuc voor je eerfte maal gebruik maakten. Gefchülen Het ^u's en Graaffchap Hohenlohe hadwegens den kort na de begonnen en gelukkig geden Gods- vorderde Kerkhervorming den Euangelidienst in fcnen Godsdienst omhelsd. Toen in het fcLpfTo- )aar l667 de Stamvaders der Voritelyke henhhe. linie van hohenlohe -bartenstein en schillingsfürst tot den Roomsch-KathoJyken Godsdienst overgingen , bleef de gefteldheid van Godsdienst, ingevolge de Ryks-wetten en de verdragen van het Huis en Graaffchap, onveranderd. Doch, wanneer na den dood van den Euangelifchen Graaf te pfedelbach , wiens landen aan de Roomfche Graven te bartenstein en schillingsfürst vervielen, deeze laatften nieuwigheden invoerden en daadelykheden pleegden , bragten de Euangelifche Graven in 't jaar 1740 hunne bezwaaren daarover in , die echter toen niet afgedaan, en 1744 nog vermeerderd werden. Dit zelfde jaar was merkwaardig wegens het Paaschfeest, het welk de Gregoriaanfche en verbeterde Almanak op verfchillende tyden bepaalden. De Protestanten hielden zich aan de waare fterrekundige berekening , maar de Roomsch-Katholyken aan de niet zo naauwkeurige Epaéta. Van daar , dat beiden wel in de meeste gevallen , doch niet altoos en juist ook nu niet in de berekening van het Paaschfeest overëenftemden. De Roomsch-Katholyke Graven van Hohenlohe, die hunne Euangelifche Predikanten en Onder- daa-  GESCHIEDENIS. 53 daanen wilden noodzaaken, om het Paasch- Ifeest met hen te gelyk te vieren , ontzet- tydperk. teden eenigen van hun ampt, fchorsten anderen in hunnen dienst en mishandelden hunne Euangelifche onderdaanen. Vruchteloos waren de befluiten van den Ryks-Hofraad in den jaaren 1744? 1746, 1748 en 1749 , die den middelerwyl in den Ryks-vorften-ftand verhevene Roomfche Graven niet alleen alle verdere geweldenaryën verboden, en de ontzetting en fchorsiing der Predikanten en alle ingevoerde nieuwigheden voor nul en geener waarde verklaarden ; maar eindelyk ook de Vorften van den Frankifchen Kreits, die de Standen aanfchryven, ter voltrekking deezer befluiten inriepen. De Markgraaf van Bayreuth , het ampt van aanfchryvende Vorst beurtelings met het Huis van Anfpach waarneemende, trachtte den Bisfchop van Bamberg , mede een aanfchryvend Vorst, te beweegen , om de zaak te helpen uitvoeren. Doch de Bisfchop zocht, gelyk van een Roomsch-Ka- . tholyk Vorst wel te verwachten was , uitvluchten, onder het voorwendfel, dat den befchuldigden Vorften een revifie van het proces, en bygevolg uitftel moest verleend worden. By deeze gefteldheid van zaaken bragt het ligchaam der Euangelifche Ryks-ftanden den Keizer fchriftelyk onder het oog , hoe noodzaakelyk- het was , de reeds benoemde Commisfie ter uitvoering der bovengemelde befluiten werkzaam te doen zyn , en dat, in geD 3 val  $4- ALGEMEENE I- val van een langer uitftel, de EuangeliTYjpiiRL, fchen voigens de uitdriikkelyke bepaaling van den Westphaalfchen vrede , bevoegd zyn zouden , „zich-zelven recht en hulp De Euan- te verfchaffen. De Roomfche Rijks-ftangeüfche den een tegenfchrift aan den Keizer gedefver3'1' ZOnden hebbende' beflooten, het Vorftefchaffen Jyk Huis van Hohenlohe met nadruk te zich ze!- onderfteunen , en bewilligden hetzèlvo ven hulp, eene halve Romermaand tot goedmaaking en wei te der proces-kosten; even alsöf by dit rechtsreent. geding de geheele Roomsch - Katholyke Godsdienst in Duitschland gevaar liep. Doch de Euangelifche Standen Hoorden zich daar weinig aan. Zy droegen aan de Markgraaven van Anjpach en Bayreuth, den eerften als waereidlyken Beftierder in den tyd, den laatften als Overfte van den Frankifchen. Kreits, op, om de befluiten van den Ryks-Hofraad te voltrekken , met de verzekering van hen , zodra zulks noodig zou geoordeeld worden., met een j„0 genoegzaam aantal van Pruisfifche en Han75 ' noverfche troupen- by te fpringen. De van" Blo? Mark"g'"aaf van Anfpach zond daadlyk Gemaand. " volmagtigden , om de bezwaaren te onin Zomer- derzoeken en te vernietigen. Te vermaand.' geesch trachtten de Vorsten van Hohenlohe Hemel en Aarde te beweegen. Te vergeefsch zochten verfcheiden RoomschKatholyke Ryks-ftanden den Markgraaf van Anfpach door brieven aan , om van zyn voorneemen af te zien. De Commisfie begon het onderzoek, herftelde de ontzette Predikanten in hunne ampten, cn maak-  GESCHIEDENIS. 55 maakten ernstige fchikkingen om alle be- i. zwaaren weg te neemen. De Keizer keur- i^rk, de wel niet goed , dat de Euangelifche Standen deezen weg waren ingeflaagen; ook weigerden de Vorsten van Hohenlohe, de verordeningen der Gevolmagtigden nacekomen: maar het werk, met heuscbheid begonnen , werd gewapenderhand voltooid. De Markgraaf van Anfpach deed Den 15* krygsvolk in het Hohenlofche gebied ruk- «nwijn ken. De Vorften van Hohenlohe draaiden by , bragten alles wederom in den voorigen ftaat, vergoedden hunnen onderdaanen alle geleden nadeelen en namen de onkosten voor zich , die op meer dan 7000 Duitfche Guldens beliepen. Tegen een Keizerlyke verklaaring, die, zonder de Vorften van Hohenlohe gelyk te geeven, evenwel de maatregelen der Euangelifche Swnden als onwettig verwierp, bragten deeze laatften een fchriftlyk vertoog in, het welk de rechtvaardigheid hunner maatregelen zoude aantoonen , waarby zy den Markgraaf van Anfpach op nieuw aanzochten , cm dezelven ook in 't vervolg ftandvastig te handhaaven. Indedaad was het gedrag der Euangelifche Standen zo rechtmaatig als verftandig en kloekmoedig. Zy hadden de ontegenzeggelyke bepaaling van den Westphaalfchen vrede in hun voordeel. En wanneer zy tot nu toe in foortgelyke gevallen op het hoogst genomen flegts reprefalje gebruikt hadden, en nog nimmer met zulk eenen nadruk te werk waren gegaan , getuigde D 4 zulks  S6 ALGEMEENE wdper* Zu1ks Van Ilunne Semaatigde denkwy. " ze , by gevolg was het in dit geval noodzaakelyk geworden , eenen flap verder te gaan, opdat de Roomsen-Katholyke Standen zich niet mogten verbeelden , alsöf men hooit zoude overgaan , om zich-zelven recht en hulp te verlchaffen. m&ien r Zo eendrachtig handelden de ProteftantBranden- fche Hoven in deeze zaak, fchoon zy onb„rg en derling over andere aangelegenheden veel Hanmver twist hadden. Dit was het geval met den wegens Koning van Pruisfen als Keurvorst van land.'" Brandenburg, en den Koning van Engeland als Keurvorst van Hannover, wegens het Vorftendom Oostfriesland. De groote Keurvorst fredrik Willem had reeds in het jaar 1680 ter vergoeding van de zwaare kosten en nadeelen door hem in den Pommerfchen oorlog gemaakt en geleden , aanfpraak op Oostfriesland gezocht, welke zynen Zoon , Keurvorst freorik III, daarna eerfte Koning van Pruisfen, in het jaar 1694 door den Keizer bewilligd werd. Na den dood van den laatften Vorst van Oostfriesland, die in't jaar 1744 voorviel, nam Koning fredrik ÏI. het Vorftendom in bezit. Maar de Koning van Engeland beweerde, uit hoofde van een wederzydsch verdrag in het jaar 1691 en bygevolg nog vóór de aan Keurbrahdenburg bewilligde aanfpraak, opgericht, een nader recht op dit Vorftendom te hebben, het welk hy niet flegts als een mannelyk, maar als een wezenlyk erffelyk leen wilde aangemerkt heb-  GESCHIEDENIS. 57 hebben. Na te vooren reeds over deeze i. zaak veele brieven over en weêr gewisfeld twerk. te hebben, werd in de jaaren 1751 , 1752 en 1753 daarover en wel afzonder]yk over de vraag getwist : of de beflisfing deezer zaak in gefchil door den RyksHofraad, of door de geheele Ryks-vergadering gedaan moest worden ? Doch de zaak bleef onafgedaan. De Koning van Pruis- De Koning fen bleef in het bezit, en vriendfchappely- J51 p'uhke verbintenisfen met den Koning van J^"üólQ0St. Groot-Brittanje bevestigden hem in de volgende tyden daarïn. Eenen evengelijken uitflag had een an- Gefchil der gefchil, gereezen tusfchen de Hoven tusichen van Berlyn en Londen , wegens fchepen ^7'jV^_ van Pruisfifche onderdaanen, in den laat- ^nei"v/t ften oorlog door de Engeljchen genomen. sens ge. Na verfcheidene vruchtelooze onderhande- nomen lingen deed de Koning van Pruisfen einde- fchepen. ]yk hetEngelfche Hof aanzeggen, dathy, 1753dngevalle van een langer aanhoudende weigering van de billyke fchacvergoeding aan zyne onderdaanen , de overgenomene Engelfche eifchen op Silefië inhouden, en deeze fommen ter fchadeloosftelling van zyne onderdaanen befteeden zoude. De on- ï?52. derhandelingen duurden tot in het volgende jaar. Eindelyk bood de Koning van Pruisfen aan, van zyne eifchen te zullen afzien onder beding , dat het Engelfche Hof aan de Pruisfifche onderdaanen zekere voordeden van koophandel in Europa pn Indië zoude toeftaan. Ook dit gefchil is naderhand by eene geheele omkeering D 5 van  53 ALGEMEENE I- van bet Europifche Staats-ftelfel uit den weg P'dperk. geruimd. ö Wel verre van onmiddelyk deel te neemen aan de gefchillen der overige Europeefche Hoven , maakte frederik V. Koning van Denemarken van het genot des vredes gebruik ter bevordering van de welvaart zyner onderdaanen , en had zich byna zeiven door deeze onfchuldige en pryswaardige poogingen in eenen oorlog Verijdeld ingewikkeld gezien. Na eenige gelukkige verdrag proefneemingen van Deenfche Kooplieden, hande' °P" die den handeI met Markko voordeelig tdsfchen vonden, trachtte de Koning met Marokko, Denemar- even als met Tunis en Tripoli, een traktenenMa- taat van Koophandel te fluiten. Dit werk rokh. werfj opgedraagen aan den Luitenant-Kolonel van longueville, die als Deenfche i7S'i« Gezant naar Marokko ging. De Keizer van Marokko, door aanzienelyke gefchenken overgehaald, ftond aan de Deenen gewigtige voordeelen in den Koophandel toe. De Deenfche Gezant wist de gunst te winnen van den Marokkaanfchen Prins sidy mohamed , die uit naam van zynen Neef over dat gedeelte van den Staat het Ryksbewind had, waarïn de havens Saffia en St. Croix liggen. Met deezen Prins floot de Deenfche Gezant, zonder van zyn Hof daartoe gemagtigd te zyn, een verbond, het welk voor een bepaalde fom gelds den uuflukenden Koophandel in beide deeze plaatfen aan de Deenen toeftond. Doch de jaloezy der Kooplieden van andere handeldryvende Natiën boezemde den Prins kwaa-  GESCHIEDENIS. 59 kwaade gevoelens von de Deenen in, met t. dezelven te befchuldigen, dat zy het land TfMfERjf. wilden vermeesteren; zy overreedden hem, dat een vryë handel meerder voordeelen kon aanbrengen, dan de fommen, hoe aanzienelyk ook, welke de Deenen voor den uitfluitenden handel zouden betaalen. Zulks was van dit gevolg, dat het verdrag verbrooken , de vryheid van den Deenfchen Koophandel vernietigd, de Heer van longueville , de Officiers van de Deenfche oorlogfchepen, een gedeelte hunner Matroozen , mitsgaders de Koopmans-bedienden te St. Croix, gevangen genomen, en de Deenfche waaren naar Marokko overgebragt werden. Uit de daarby gevoegde lastbrieven ontdekte de Keizer van Marokko de onfchuldige bedoelingen van den Deenfchen Gezant, en trachtte, niet zonder vrees voor de rechtmaatige wraak des Konings van Deenemarken, de zaak by te leggen door tusfchenkomst van zekeren Jood, zumbel genaamd, dien hy als Gezant naar Kopenhagen afvaardigde. Doch de Gezant werd niet aangenomen. En '753* oorlogfchepen , door den Koning naar Sajfia gezonden , deeden den Keizer van Marokko fchrikken , en bcweegden hem, de gevangenen zonder losgeld op vryë voeten te Hellen, de Deenen te vergunnen, hunne Confuls te St. Croix en Sajfia' te houden , en zekere voordeelen van Koophandel toe te flaan , welke hy naderhand nog vermeerderde. De Heer van Longueville werd, zodra hy te Kopenhagen  6o ALGEMEENE «dLi !e" kwam » §evangen genomen; doch kort daarna wederom uit de gevangenis ontflaagen , alzo het onbillyk fcheen, eenen man hard te behandelen, die wel zonder overleg, maar nogthans uit welmeenendheid te verre gegaan was, fchoon zyne onderhandelingen het Deenfche Hof aanzienelyke fommen gelds kostten, en daar te boven onmin met eenen Staat veroorzaakte, die tot hier toe in vriendfchap met dit Hof geleefd had. Onmin van Deeze Staat was Spanje. Het Hof te h£j°lw Madrid had dit verdrag met Marokko zoteaeTL nieC ve™omen, of het zelve liet te te Kopen- K?p™h ven aan het Hof te verminderen , en daardoor de intrekking van den twintigften pen-  GESCHIEDENIS. 65 penning en de afdoening der Natiönaale I, fchuld gemakkeiyker te maaken. Doch ™>perk. alle deeze vertoogen , fchoon meermaalen herhaald wordende, waren vruchteloos. De Den Koning begeerde, dat zyn Edi£t zou ge- ™"ar'!'üel* regiftreerd worden, en het Parlement gehoorzaamde. Dit gefchil was nog niet uit den weg, Nieuwe toen de Aartsbisfchop van Parys aanlei- «'wist over ding gaf tot nieuwen twist. De Juffrouw het ^e(lier 'moissamt, zyne boezemvriendin, gaarne I™en£|é voogdes willende maaken van het gene- Hospitaal, raale Hospitaal , werd hy door den Koning voor zich en zyne opvolgers met het uitfluitend bewind over het Hospitaal begunstigd , zelfs met uitfluiting van de Commisfarisfen des Parlements. Wanneer de Koning begeerde , dat het Parlement een daarover afgegeeven edict zoude regiftreeren, toonde hetzelve zich -daartoe wel genegen , doch niet clan onder de voorwaarde van verfcheiden bepaalingen, die daarby moesten gevoegd worden. By 's Konings bevél, om het Edict zonder alle voorwaarden te regiftreeren , bewees het Parlement veel ftandvastigheid. En fchoon het befluit der leden, om alle Parlements-zittingen en bezigheden te ftaaken, door 's Konings bevél-fchriften verydeld werden; behaalde evenwel het Parlement ten minften een klein voordeel over den Aartsbisfchop , alzo de Koning het bewind over het generaale Hospitaal aan Den ±den zynen Grooten Raad opdroeg , hoewel van Winonder het getal der bewindsmannen , die teri»iaand. E uit  66 ALGEMEENE i. uit perfoonen van den eerften rang voor tydperk. net groote Hospitaal aangefteld werden , de Aartsbisfchop mede was. 1752. Hooger liep de ftryd welken de AartsStrijd over bisfchop berokkende door het eifchen van de Sacra- biechtbriefjes en door de Sacraments-weimentswei- gering. De zo veel geruchts gemaakt hebgeringen. ^encje gujie Unigenitus, weleer door eenen Aartsbisfchop van Parys beltreeden, had na veele onlusten veroorzaakt te hebben, eindelyk opgehouden Kerk en Staat te beroeren. Beiden genooten zints eenen geruimen tyd een aangenaame kalmte, toen een andere Aartsbisfchop van Parys christoffél van beaumont in de harsfens kreeg , om de Bulle in zyne befcherming te neemen , haar op nieuws gezag en wettigheid te verfchaffen, en daardoor den vrede der Kerk te ftooren. Deeze felle verdeediger der onbedrieglykheid .van den Paus, deeze ftrenge vervolger van Vader quesnel , van alle janfenisten en aanhangers der leerftukken , welke clemens XI. in zyne Bulle tegen den klaaren letter der Rede en der Heilige Schrift veroordeeld had, gelastte alle Priesters van zyne Parochie, om de Sacramenten te wei-. t geren aan allen , die geen biechtbriefjes van hunne Biechtvaderen konden toohen. Zyn oogmerk was, daardoor alle Janfenisten en over 't algemeen alle tegenftanders van de Bulle Unigenitus te ontdekken. Wie zich door de vertooning van een wettig biechtbriefje van deeze verdenking niet zuiveren kon, dien werden, zelfs in de  GESCHIEDENIS. 67 de uur des doods, de Sacramenten gewei- r. gerd. Het eerfte geval van dien aart, modems. althans het eerfte , dat vee! geruchts maakte, gebeurde met eenen doodzieken Priester , le maire genaamd. De Pastoor ponnetin te St. Steven op den Berg, welken hy ontbood , om hem de Sacramenten toe , te dienen , begeerde een biechtbriefje. .Toen de zieke hem hetzelve niet konde of wilde toonen, vrieg hy hem naar zyn geloof. Uit het antwoord van den zieken Priester , dat hy den ouden en niet den nieuwen Godsdienst toegedaan was , begreep de Pastoor , dat hy mede tot de Janfenisten behoorde, en weigerde hem de Sacramenten. De zieke Priester klaagde den Pastoor aan by het Parlement. Dit hooge Gerechtshof vernam van den gedaagden Pastoor , dat de Sacraments-weigering op last van den Aartsbisfchop ondernomen was, en deed door twee Afgevaardigden den Aartsbisfchop dagvaarden. Deeze ontkende wel niet het bevél gegeeven te hebben ; doch verklaarde door zyne ampts-bezigheden verhinderd te zyn van te kunnen verfchynen. Het Parlement Ernftïge gelastte den Pastoor, om zich,; by verlies befluiten van zyne inkomsten, in 't vervolg aan geen j^" h" Sacraments-weigering fchuldig te maaken , iepTrys, vermaande hem om zich liefdenryk en ver- zelfs tegen ftandig jegens de leden zyner Gemeente te dfn 'Xartsgednagen , en ontfloeg hem voor deeze bisfchoP* keer met een kleine geldboete van drie Livres ten behoeve der gevangenen in de Conciergie. • Maar den Aartsbisfchop werd E 2 aan-  68 ALGEMEENE i. aangezegd, om, by verlies van zyne tytïdperk. delyke opkomsten, zodanige ergerlyke gedragingen in zyne Parochie te vermyden » tevens met een vermaaning , om den Priester le maire binnen den tyd van vier en twintig uuren de Sacramenten te laaten toedienen. 's Aartsbisfchops antwoord was, dat hy zich niet verpligt rekende , aan iemand buiten God rekenfchap van zyne amptsbediening te geeven. Hoewel de Koning de befluiten des Parlements door zynen Staatsraad had vernietigd ; deed hetzelve echter een harde uitfpraak tegen den Pastoor ponnetin, die vier en twintig uuren had laaten verloopen , zonder den zieken le maire met de Sacramenten te bedienen. Dit Gerechtshof verzocht tevens , door deszelfs eerften Prefident meaupean , den Koning, om de verdeeldheid , die te duchten flond , de gevaarlykfte wond , welke aan de Kerk kon toegebragt worden , voor te komen. Nadat de Priester le maire , een bekend tegenftander van de Bulle Unigenitus , zonder de Sacramenten overleden was, befchikte het Parlement denzelven een plegtige begraavenis in de Kerk te St. Steven. Twee van deszelfs Commisfarisfen, de geheele Geestelykheid, en wel 10,000 aanfchouwers waren daarby tegenwoordig. De wederfpannige Pastoor ponnetin , des te ftrenger door het Parlement vervolgd, omdat 'er van tyd tot tyd nieuwe berichten van Sacraments-weigeringen inliepen , had de vlucht genomen. Doch de Gees-  GESCHIEDENIS. 69 Geestelykheid wist den Koning té bewee- I. gen, om al het onderzoek wegens de zaak TYDpeRKvan den Pastoor te doen ftaaken,' en over r>e Koning 't algemeen alle maatregelen tegen de Sa- ^[^g. craments-weigering te verbieden. ment> net Deeze fchikking maakte geen einde van minftè weden tweefpalt. Het Parlement, van alle gens de Sakanten nieuwe klagten over Sacraments- ^me"ts" weigeringen verneemende , toonde zeer, veel ftrengheid in de wederfpannige Pries- neemen. ters te ftraffen. Doch het vond zich in zyne rechtsplegingen belemmerd. En hoewel' nadrukkelyke vertoogen wegens de onwettigheid der Bulle Unigenitus, wegens de gevaarlyke verdeeldheden in de Kerk, wegens de daardoor veroorzaakte beroeringen, die den Staat dreigden enz. fomwylen eenigzins gunstiger uitlpraaken van den Koning bewerkten , hadden ech- « ter de Geestelyken magts en invloeds genoeg, om alle deeze uitlpraaken wederom buiten kracht te Hellen en anderen te verkrygen , die voor hunne zaak voordeeliger waren. De leden des Parlements Honden evenwel pal. Beflooten hebbende, Het Parleora zich liever aan 's Konings ongunst ment verbloot te ftellen, dan door toegevendheid zet u ,* , . • 1 b, - . i en worde het vuige Despotismus der Geestelyk- ujt par«s heid te voeden , kantte het Parlement gebannen, zich zo lang tegen den Koning, tot dat het door Koninglyke bevelbrieven (lettres • de cachet) uit Parys werd gebannen. '753Doch ook in zyne ballingfchap bleef het zyne grondbeginfelen getrouwelyk aankleeven. En het voorbeeld van het ParE 3 le-  70 ALGEMEENE l' lement te Parys moedigde andere Parletvopeek. menten des Koningryks , bovenal dat te ■ Rouen , aan, om hun gezag met dezelfde Het I'arle ftandvastigheid te handhaaveri. Eindelyk meutwordt werj jlet Parlement weder naar Parys te- terus; se , . Tr . 'roepen? ruS geroePen 5 terwyl tevens de Koning ' van zodanige godsdienstige gefchillen, die Den 2de gemeeniyk eenen zeer nadeeligen invloed van Herfst .°P den ^taac hebben , niets meer te rep- maand pen, en het Parlement gelastte, het oog De Koning daarop te houden, ündertusfchen was de beveelt, ftryd daardoor niet gefmoord, maar dezel- van de ve fmeulde onder de asch, omvervolgens godsdiens- jn vo[je vlammen uit te barsten in eenen fchillluk- tvd » waarïn onlusten van dien aart het ken mets Koningryk veel meerder gevaar en nadeel meer te toebragten, dan in andere tyden zou plaats reppen. gehad hebben. Dit geval fmaakte de Geestelykheid niet zo , als integendeel het volk daarïn genoegen -fcheen te hebben. Want het wederkeerend Parlement werd met een blyde geroep en veel toejuiching ontvangen. Val van Niet op dezelfde wyze , maar veelmeer AmSpaan- met: een fij]ie verbaasdheid, vernam het Staatsdier vo'^ 'n Span3e den onverwachten val van naar Mar- den Staatsdienaar, Marquis van ensenada. quis van Den ïgde van Hooimaand had hy's avonds, ensenada. naar gewoonte , met den Koning in het Ka1754- binet gewerkt. Den volgenden nacht werd hem de ongunst des Konings reeds aangekondigd. Den i\fte van dezelfde maand werd zyn paleis door een Wacht bezet , en hy zelf gevangen naar Granada overbragt, alwaar hy den zyfle aankwam, en in  GESCHIEDENIS. 71 in -een zeer betamelyke en draaglyke ge- L vangenis blyven moest. In het manifest, tydperk. uit 's Konings naam by zynen val afge-« kondigd, worden de zwaare belastingen en het gebrek aan levensmiddelen aan hem geweeten, die by de Natie misnoegen verwekten. Anderen zeggen, dat hy, door de Koningin Weduwe aangezet , zal getracht hebben , om den Infant , don Louis, Gallicie als een eigen van de Kroon afgefcheurd land te verfchaffen, ten einde dezelve des te fpoediger met een Portugeefche Princes in het huwelyk kon treeden. Dit is zeker, dat de Engelfchen in dien tyd zeer begunstigd werden, terwyl zy den Generaal wall aan het hoofd hadden; dat de Koning, wel verre van de bedoelingen der Koningin Weduwe, die alle haare Prinfen • aanzienelyke bezittingen van landen wilde bezorgen , te onderfteunen , den bloei der manufaktuuren , fabrieken en konsten in zyne Staaten trachtte te ber vorderen; dat de Marquis van enSenada meer de hand leende ter bereiking van de oogmerken der Koningin, dan tot d» maatregelen des Konings , en dat derhalven 's Ministers invloed op de openbaare fchikkingen en inrichtingen •, de ontwerpen , v/elke de vermaarde Brit in Spanje meen•de uit te voeren , misfchien belemmerd heeft. Aldus {tonden de zaaken -in Spanje en Frankrijk , toen tusfchen Frankryk en Groot-Brittanje het zwaar gefchil ontftond, dat Europa met eenen byna algemeenen E 4 on"  I. TYDPERK. Onlusten opKorfika. Derzelver oorfprong, De Franfchen helpen de Ge tweezen tegen de Korfen. '] J I I748. < I ti ALGEMEENE ondergang dreigde. Doch vóór dat daarvan gewag wordt gemaakt , is 't nood►zaakelyk, iets van de aanhoudende onlusten op het eiland Korfika aan te haaien. Dit eiland, weleer een klein Koningryk , werd in 't jaar 806 door de Genuëezen veroverd en den Saraceenen ontnoomen. In de volgende eeuwen had hetzelve zich menigmaal aan de heerfchappy der Genuëezen onttrokken , zonder evenwel zyne onafhanglykheid lang te kunnen handhaaven. Behalven dat hun gewaande Koning , Baron theodor van neuhoff , welken de misnoegden 173Ó tot hun Opperhoofd verkooren hadden , niet vóór 1738 door hulp van de Franfchen verjaagd, na in 't jaar 1743 andermaal ondernomene, hoewel vruchtelooze poogingen wederom tot de vlucht genoodzaakt, en eindelyk te Londen als fchuldenaar in de gevangenis overleden was , werden zy onder eikanderen zelvén oneens, en waren derhalven des te minder beftand, tegens de Genuëezen , die geduurig door nieuwe hulp-benden uit Frankryk onderfteund werden. Ondertusfchen was de Senuëefche Regeering wegens haare harde 3ehandeling by de Korfen zo gehaat, dat :y zich liever aan den Koning van Frank■yk onderwerpen, dan wederom onder hec* ;ezag der Republiek Genua begeeven willen. Deeze aanbieding werd kort na den 'rede te Aken gedaan aan den Marquis ^an cursay, Bevelhebber der Franfche ".rygsbende, die zints den laat/ten oorlog op  GESCHIEDENIS. 73 op het eiland was terug gebleeven. Ook t. werd in het volgende jaar daarover ge- tydpeuk. handeld. Doch de Marquis, hoe goed hy i/4S>ook de harten wist in te neemen , kon hen niet overhaalen, om zich aan hunne oude Opperheeren, de Genuëezen, wederom te onderwerpen , en zich met de befcherming van den Koning van Frankryk te vergenoegen. Eindelyk geraakten de »75K Korfen overhoop met de Franfchen , die nu het eiland verhaten en deszelfs bewooners aan de Republiek Genua prys geeven wilden. Op verzoek der Genuëezen en de tusfchenkomst van den Ridder chauveltn , beflooten de Franfchen , nog te blyven. Men beproefde, of men de zaak bemiddelen kon. De Korfen lieten zich beweegen , eene akte van onderwerping aan te neemen, waarvan het eerfte Artykel de opperheerfchappy der Genuëzen over Korfika vast ftelde, fchoon de volgenden de voorrechten en vrydommen der bewooneren begunstigden. Doch het. wantrouwen was zo groot , dat het Franfche krygsvolk volgens de begeerte der Korfen en met goedkeuring der Genuëezen nog niet vertrekken zou. En kort daarna toonden Onëenigde Korfen zich misnoegd over de akte van heid tusonderwerping; ook ontftond 'er onëenig- |^e" de heid tusfehen de Franjchen en Genuëezen. Qenuëe'zen Een ongelukkige verwarring was daarvan en fanhet gevolg. De akte werd niet meer na- fchen;, en gekomen. De onrustige inwooners wer- ongelukladen zelfs onder eikanderen oneens. »De f^eimT' Opperhoofden pleegden moord cn dood- * • E 5 flag, ' J'  74 ALGEMEENE '■ flsg, en de eene party vervolgde de ander tydperk. te vuur en te zvvaarfj, De Korfen overleiden , of het niet gevoeglykst zou weezen , zich aan een vreemde Natie, het zy aan de Engelfchen , of aan de Hollanders, of aan de Spanjaarden te onderwerpen. Zy werden nog meer verbitterd tegen de Franfchen, toen de Marquis van cursay , denwelken zy veel achting en liefde toedroegen , op bevél van zyn Hof gevangen genomen en naar Frankryk overgebragt werd. Zy behandelden de Franfchen ais vyanden, en werden geweldig in toorn ontftooken, toen de Franfchen, die het eiland geheellyk Honden te ontruimen , de Zeeftad St. Fibrenzo aan de Genuëezen overlieten, niet tegenftaande zy beloofd hadden, deeze plaats by hun vertrek aan de Korfen over te geeven. In het einde van Lentemaand kwamen 'er Franfche transportschepen aan, die het krygsvolk naar Frankryk overbragten. De Hqof. Zulks zou voor de zaak der misnoeg. den der den misfchien zeer voordeelig geweest zyn; worden W3re 'C "iet ' daC hunne H0Öfden zelfs onder eik- onder elkiinder oneens waren geworden, anderen Een van de voornaamfte oorzaaken deezer oneens. verdeeldheid was de yverzucht', verwekt door het groot gezag van don gafforio. De Marquis grimaldi , Bevelhebber en Gevolmagtigde der Genuëezen op Korjika , meende met deeze verdeeldheid voordeel te doen voor de Republiek ; doch don gapfcrio wist alles te verydelen , vèreenigde de Korfen zo goed als hy kon,' nam  GESCHIEDENIS. 75 nam veele , die verdacht waren met de i. Genuëezen zamen te fpannen , gevangen , ivoperk. en liet zelfs eenigen opknoopen. Te vergeefsch plunderde en verbrandde grimaldi de wooningen der wederfpannelingen. Te vergeefsch deed hy een bevél afkondigen , dat allen in tyd van veertien dagen onder de gehoorzaamheid der Republiek zouden wederkeeren, op ftraffe van als oproerigen te vuur en te zwaard vervolgd te zullen worden. Zy verachtten de alge- . meene vergiffenis, en wilden liever ' huis en hof verliezen en zich aan het uiterst gevaar blootflellen , dan zich-zelven , op voorwaarde van algemeene vergiffenis aan de Republiek weder onderwerpen. Het allernadeeligfte voor de misnoegden by dit befluit was de onëenigheid hunner twee Hoofden gafforio en giulani , die in Hooimaand ontftond. De eerfte ont- giulani dekte, dat de ander het volk tot een ver-bevangen drag met de Genuëezen wilde . verleiden, fn"°™evner. overviel hem gewapenderhand in zyne ei- zekering gene wooning, en nam hem na een dappe- gebragt.J re tegenweer,en nadat 'er agt man gefneuveld en eenigen gekwetst waren , gevangen. By den grooten aanhang , welken giulani had , verwekte dit veel misnoegen. Zyne vrienden wilden hem verlosfen in een gevecht, het welk veelen van beide partyën het leven kostte. Zy kreegen hem niet, alzo hy terftond in den beginne van het gevecht naar een andere verzekerde plaats gebragt was. Doch gafforio cawario moest daarvoor op een gruwe'lyke manier ^olf.^ boe-  76 ALGEMEENE I- boeten. Want hy werd den 4de van t\dp£rk. Wynmaand door zynen eigenen broeder op een moorddaadige wyze dood gefchooten. Voor de Genuëezen was het gelukkig , dat deeze ftoute man uit den weg was. Zyne vrienden weeten deezen gruwelyken *754- moord aan de Genuëezen , voerden zyn beeld in hunne vaandels, richtten eerzuilen op tot zyn gedachtenis, en offerden eiken Genuëes, die in hunne handen viel, aan zyn fchim op. Met dit alles misten zy eenen aanvoerder , die gelyk hy, verHand en ftoutheid in zynen perfoon vereenigde. Manifesten , die zy deeden afkondigen , en zelfs een beleg- van Bastid, dat zy hadden ondernomen , doch fchielyk wederom opbreeken moesten, konden hen weinig baaten. De Marchefe josephus dorjma , die als Genuëeefche Opperbevelhebber den Marchefe giumaldi afloste , deed alle moeite , om de Korfen tot een verdrag te beweegen. Vreemde Bevelhebbers by de Korfifche krygsbenden , verlieten dezelven , omdat zy flegt betaald werden. -Dit alles , gepaard met winter en koude, veroorzaakte , dat alles op het eiland eenen tyd lang in rust bleef. Het bleek echter welhaast, dat de Genuëezen op geen gewillige onderwerping der misnoegden ftaat konden maaken. De laatften vergaderden , om de belastingen te 1754- bspaalen en een Hoofd te benoemen. Het De mis- eerfte ontmoette zwaarigheden, doch het iwegden laatfte liep gelukkig af, alzo men den vermaar-  GESCHIEDENIS. 77 maarden pascal de paolt van Roftino tot I. Leger- en Opperhoofd verkoor met toe- tydmiik. voeging van twee Byzitters Matra en Ve- verkiezen TinuNr. Deeze groote man zou welhaast voor de Genuëezen geducht geworden zyn, hoofcL zo hy niet terflond in den beginne tegen inwendige onlusten by zyn eigen party had moeten ftryden. Matra , dien een groot gedeelte der misnoegden liever tot Opperhoofd zouden hebben zien aanftellen, vond eenen grooten aanhang en was ftout genoeg , om paoli het hoofd te bieden. Maar paoli veroverde in 't begin van Herfstmaand met 7000 man, het Kasteel te Corte, dreef matra op de vlucht, vervolgde overal de aanhangers van matra met roof, brand en verwoesting , en noodzaakte zynen mededinger van de waardigheid van Opperhoofd af te zien , en het eiland te verlaaten. Het gevolg van deeze onlusten valt in de gefchiedenis des volgenden tydperks. Vóór nog , dat deeze Korfikaanfche on- Begin der lusten zulk eenen keer namen was het °n»«st^ groot gefchil reeds uitgeborsten , waarvan Tratlkrijk wy boven gewag maakten. De Akenfche .en Hngevrede had de jaloezy tusfchen Frankryk en land. Engeland zo weinig weg genomen, dat dezelve daardoor veelmeer werd aangekweekt. Frankryk had wel reeds in den Utrecht/en Gefchil vrede Akadiën of Nieuw-Schotland aan wegens de Groot-Brittanje afgeftaan ; maar de gren- «g*^™ zen waren met vast gefield. Beide deeze Mogendheden , die een land bemagtigd hadden, waarïn zy de rechten der oude be-  7« ALGEMEENE taJérk hjrt° 5 V00,r niets achtten ' vonden RK' grouote zwarigheden , om hunne eigene rechten, te bepaalen. De onkunde in de AardryKs-beichryving van Amerika maakte deeze zaak ook zeer moeyelyk , en mogelyk oordeelde men dezelve niet gcwigtig genoeg , om zich daarover in te laaten. Men trad wel daarover in onderhandeling; doch deeze ging zeer langzaam voort, en fcheende verwarring nog te vermeerderen. De Akenfche vrede had daarover niets beflist. Eene volkplanting , welke de Engelfchen van afgedankte Officieren^ Soldaaten, Matroozen en anderen, die hun geluk zochten te maaken, naar Nieuw-Schotland zonden, leide plantagien aan, die welhaast in eenen bloeyenden ftaat kwamen. En juist dit maakte aa Britjche bezitting nog al gewigtiger. Daarenboven hadden de Engelfche volkplantingen in Noord-Amerika zich reeds lang., federt de troons-beklimming van het tegenwoordige Groot - Brittannifche Huis naar aalle zyden uitgebreid. Men fchynt, by den aanleg der eerfte volkplantingen in Noord-Amerika tot eenen ftelregel aangenomen te hebben , dat aan die Natie , welke zich op een Kust vestigt, ook alles', wat 'er aan grenst en verder het vaste land in loopt , mede toekomt. Uit dien-hoofde had de Westïndifche handel yerfcheiden Engelfche Kooplieden dieper m het land, en zelfs over het groote gebergte gelokt. Hier vonden zy een aangenaam klimaat, eenen vruchtbaaren bodem,  GESCHIEDENIS. 79 dem , door een menigte van vaarbaare ri- h vieren bevogtigd. Deeze voordeelen, ge- tydperk. voegd by de winsten van den Westindi- Andere gebefte» handel, fcheenen zeer wel te kunnen ~n der op weegen tegen het nadeel van de af gele- en gênheid der Zee. De Engelfchen , als de Franfchen eerften , die zich op deeze Kust gevestigd wegens hadden , meenden een volflagen recht te *u™« £ hebben op het binnen gedeelte des lands, fckebe. en bygevolg ook op het bevaaren 'van de zittingeu. Misfifippi, die hun een anderen uitfgang naar den Oceaan opende. Eenige Kooplieden en Planters kreegen vervolgens een Koninglyken vrybrief op een aanzienelyke landftreek aan de Ohio, evenwel binnen de Provincie van Virginiën, en deeze gelukzoekers vestigden zich aldaar op de voorwaarden , in hunnen vrybrief bepaald. Nu begon het zaad van een ander gefchil uit te fpruiten, dat, fchoon lang verborgen gelegen, nogthans welhaast even zo verward opfchoot , als by den ftryd wegens Akadiën had, plaats gehad. De Franfchen , onderftellende , dat zy den mond van de Misfifippi eerst hadden ontdekt, maakten aanfpraak op het geheele omliggende land tot Nieuw-Mexiko ten oosten, en tot aan de Apalachifche en Allegeneyïfche gebergten ten westen. Zy verjaagden de nieuwe Kolonisten en bouwden du quesne, eene Sterkte aan den mond van de Monongahela, en wel zo , dat zy den ingang in het geheele land aan de Ohio en Misfifippi daardoor beletten konden.  «o ALGEMEENE I. By dit gefchil fcheen het niet zo zeer TYDPERK. aan te komen (j^ recJ1(. . wej op Belangrijk- het voordeel. Gelukte het de Franfchen, Shils óm Kanada te vcrëenigen met hunne Kobi ' loniën aan den mond van de Misfifippi gelegen , door de geheele groote tusfchen beiden liggende landftreek in bezit te neemen , dan waren de Engelfche volkplantingen in vredestyden ten eenemaal verftooken van den koophandel, en in den oorlog waren zy óf aan een geduurig gevaar blootgefteld , óf genoodzaakt, een grens meer dan 1500 Engelfche mylen lang met verbaazende kosten te verdedigen. Byaldien zy echter niet zouden ilaagen , om hunne aanfpraak op de gewesten aan de Ohi'ó en op Nieuw-Schotland door te zetten, dan waren hunne beide zo verre van elkiinder afgelegen Koloniën , waarvan de een in den winter door ys geflooten was, en de ander wegens de zandbanken aan den mond van de Misfifippi altoos eenen moeiëlykeh inloop had , voor Frankryk byna van geen nut , en derzelver verval moest noodzaakelyk den qndergang van hunne overige groote bezittingen in Westïndiën ten gevolge hebben. i753- Het bleek weldra, hoe zeer beide deeze Begin der Natiën daarvan overtuigd waren. De h^enVin" Franfchen bouwden eene Sterkte aan de Amerika. Ohio- . De Onder-ftadhouder van Virginie, die de rivier mede tot zyn gebied rekende , zond den Heer Washington aan den Commandant van het Fort, met een fchryven, waarïn hy zyne bezwaaren voor- ftel-  GESCHIEDENIS. Si ftelde, en ontving geen voldoenend ant- i. woord. Terwyl men in Virginie bezig tydp&hk. was,, om zich in ftaat»van tegenweer te Hellen , fchreef men tevens naar Engeland, wat men te duchten had, en wat men voor had daartegen te onderneemen. De maatregelen werden goedgekeurd. De WasihngHeer Washington drong met 300 man ^gNne^rryfit tusfehen het gebergte door tot aan de llt!,g"ea"" Monongahela. Doch hy werd van de Franfchen en Indiaanen aangetast en genoodzaakt , zich op geen voordeelige voorwaarden over te geeven. Volgens, Engelfche berichten zouden de anderszins Engelschgezinde Indiaanen, geduurende het gevecht tot den vyand overgeloopen zyn. Ook bekent een Engelfche Schryver , dat de inhaaligheid der Kooplieden aan de Ohio, de IndiHanen, buitendien in vredes tyden weinig by hen geacht , door den verkoop van flegte waaren, en door een trouwlooze en trotfche behandeling, tegen zich hadden gaande gemaakt. De Franfchen bleeven dus-meester van de Ohio, en behielden het Fort Da Qjuesne tot 1758. Vast beflootén hebbende , om de zaak Oorlogsdoor de wapenen te befiisfen, rustte men toebereid■ te Brest oorlogs-fchepen uit , en zond in ~len.va'? 't geheim krygsvolk derwaard. De Engel- ^nanEn?r^ 1 fche Generaal braddok zeilde met 1500 janjé a man geoefend volk naar Virginie. En I;753> vier en twintig oorlogfchepen werden onder de Admiraals eoscawen en mostyn naar Amerika gezonden , om de Franfche oorlogfchepen te onderfcheppen. F De  S2 ALGEMEENE i. De Koloniën kreegen bevél, om zich uit te tydperk. rusten, en men waagde drie onderneeminDrie on- gen , één tegen de Sterkte Du Quesjne , rotogen'der onder generaal braddok , de tweede teEngel- §en de Franfche Sterkten in Nieuw-Schotfchen in land, en de derde tegen het Fort CrownAmerika. Point op de grens van Nieuw-Tork. Begin van Tot nog hadden de Hoven van Londen den oorlog en Parys elkander wederkeerige verzeketer Zee. rjngen van vriendfchap en goede verftandhouding gegeeven. Maar de Admiraal boscawen nam, by zyne komst te NieuwFoundland, twee Franfche fchepen, de Den ïode Alkide en de Lelie van het Esquader des vanZomer- Admiraals bois de la mothe , die met de maan * overige fchepen ontkwam, en zyn volk te Louisburg en Quebek aan land zette. Daarop verlieten de Franfche Gezanten Londen en Hannover, alwaar de Koning van Engeland zich toen ophield, zonder affcheid te neemen. De klagten der Franfchen over den vredebreuk en aanval liepen geheel Europa door; en in Amerika begon het oorlogs-vuur , hoe langs hoe fterker te ontbranden. Den 16de De Engelfche^, bemagtigdèn het Franfche vanZomer- Fort Beaiifejour. Kort daarna werden de maand. Sterktens aan de St. Jans rivier verlaaVoordzet- ten», waardoor de Engelfchen meester werden land- den van geheel Nieuw-Schotland. De geoorlog in wigtigfte onderneeming was die tegen het Amerika. Fort Du Quesne onder Generaal bradOndemee- dok. Deeze ftoute Bevelhebber , welken mingvan de Hertog van cumberland voorgeflaaGeneraai gen j^d, trok een Md door, dat nog in zy-  GESCHIEDENIS. 83 zyne oorfpronglyke woestheid lag wegge- h zonken, eenzaam en afgrysfelyk, niet be- tydperk. woond ,fe dan van dieren of van nog ge- braddok duchter Jaagerbenden. Doch zyn moed q^J^ fchynt grooter geweest, te zyn dan zyne ^e "" voorzichtigheid. Hy verzuimde, de oog. Zynezorgmerken der vyanden te verfpieden , de loosheid, digte bosfchen te doorzoeken, even alsöf hy des te zorgloozer mogt worden, hoe meer hy den vyiind naderde. Eindelyk Den loopen jaargetyde, of wegens den flegten ftaat des legers, of om andere redenen , van geen verder' gevolgen. De.Engelfchen fcheenen , onaangezien deeze overwinning , en fchoon de Franfchen uit geheel Nieuw.Schotland verdreeven waren , in dee-  GESCHIEDENIS. 85 deezen veldtogt de minfte eer behaald te I. hebben , wanneer men in aanmerking tydperk. neemt, hoe groot hunne verwachtingen waren geweest, en hoe zeer zy de Franfchen aan raagt in dit waereld-deel overlegen waren, waarvan zy ten minften hadden kunnen gebruik maaken. Het algemeen misnoegen der Engelfchen De Enget* over de neêrlaagen in Amerika deed hen fchtn brenovergaan tot een handelwyze, waardoor J^, zy de voornaamfte hulpmiddelen der Fran- f^benop fchen aangaande hunnen Koophandel en vóór de hunne Matroozen vernielen konden. Men ooriogsgaf bevél om de Franfche fchepen op te verkiaabrengen , waar men dezelven ook maar nas' magtig kon worden. De Bevelhebbers ter zee gehoorzaamden deeze aanwyzing gaarne. De Franfche fchepen werden overal genomen en opgebragt, zo dat de Engelfche havens vol lagen van deeze fchepen, welke dienen zouden tot fchaévergoeding voor de , zo men in Engeland jneende , op 1 eene onrechtmaatige wyze , genomene vestingen. Deeze handelwyze was nuttiger, dan billyk. Zy was van dat gevolg, dat de Franfche Zeemagt in den oorlog , die kort daarna van wederzyden verklaard werd, niet wederom in ftaat kon gebragt worden. De Franfchen klaagden geweldig over een , huns oordeels, zo onrechtvaardige onderneeming, over zulk een fchreeuwende en voorbeeldelooze fchending van het recht der volkeren. Men kan niet zeggen, of zy niet in ftaat waren, om iets te onderneemen , of dat F 3 zy  '66 ALGEMEENE i; zy door eenen fchyn van infchikkeJykheid tydperk. a,ltiere Hoven in hunne belangens wilden trekken, althans 'er verliepen nog eenige maanden , vóór zy Engeland den oorlog verklaarden , en reprefalje gebruikten. 1756. Eindelyk begonnen zy ook zich te beweeOndernee- gen. Verfcheidene benden trokken langs mirjg der de kusten van Picardie, Normandie en tessaM ^retaëne- Deeze fcheenen eenen inval te «orka. ' willen doen in het één of ander gedeelte van Groot-Brittanje. Onder de bedekking van deeze vertooning bragten zy fpoedig in de haven van Toulon een vloot van twaalf fchepen van linie byëen, die njet Den i8(& 11,000 man onder bevél des Hertogs van van Gras- richelieu naar het eiland Minorka fteemaand. vende en daar eene landing deed. K,eniDen i$f!c ge dagen daarna werden de loopgraaven irlnd iS' voor d<: Srerkte St- PhiliP geopend. Het maana.^ Engelfche Hof ontbood Hannoversch en De Engel Hesjïsch krygsvolk , om zich tegen een fche lasten landing in Engeland te beveiligen. En ten Hanncver- e[nc\e de onderneeming der Franfchen op ifaffike Mimrka teSen te gaan , ging Admiraal troepen in byno met een Eskader van tien fchepen Engeland van linie naar de Middellandfche zee onder komen, zeil. 1756. Ondertusfchen maakten de Franfchen, Den 5de behalven nog andere ontwerpen tegen de van Grai. Engelfchen, 'er geen geheim van , dat zy maand. voorneemens waren, in de Duitfche Staa/?L/drei' ten van den Koning van Engeland te valgen^in'de k"' Peze landen hadden met de zaak, Duitfche waaruit de oorlog ontftaan was, wezenStaacenvan lyk niets te doen. Doch omdat zy eenen  GESCHIEDENIS. 87 Heer hadden, die zyn Vaderland een on- 1. gemeen .groote liefde toedroeg, meende tydperk. men in Frankryk , wel te' mogen onder- den Koftellen , dat hy, om Hannover aan het gJjJl dreigend gevaar te onttrekken , omtrent te ^allen> zyne rechten in Amerika wat handelbaarer zoude worden. Doch voor deeze maal werden de Franfche Staatsdienaaren door hunne Staatkunde te leur gefteld. De De Koning Koning van Engeland nam, ter handha- ^dmikt ving van den vrede in Duitschland, geheel t'oe(M tot andere maatregelen. Zyne Britfche onder- tegenweer, daanen boden hem door hunne Vertegenwoordigers aan, om Hannover , byaldien het wegens hunne zaak zou aangevallen worden, te verdeedigen. Het Minifterie '755floot een verdrag met Rusland , waarïn Den 30/?* deeze Kroon zich verpligtte, om 55>°°° va"^derfst" man, zodra Groot-Brittanje zulks begeer- verdrag de, te leveren , ten einde in den dienst tusfcben der Engelfchen, waar het verëischt werd, Engeland gebruikt te worden. ^n ^"s' Dit verdrag fcheen veel zwaarigheid^te Ulna' ontmoeten in zekere verklaaring des Konings van Pruisfen, waarïn deeze Monarch verzekerde, alle vreemde troepen, die den Duitfchen bodem zouden betreeden , als vyandelyke troepen te zullen aanmerken. Daarënboven waren de oude gefchillen tuskhen'Engeland en Pruisfen nog niet vereffend (*). En zyn verbond met het Hof lé'Verfailles kan wel de gegrondde verdenking baaren , alsof hy genegen wa- (*) Zie bladz. 57. F 4  88 ALGEMEENE I- ware, op het groote,oorlogs-tooneel, 't wtdherk. wellc Frankryk en Engeland geopend hadden , een voor Engeland gcvaarlyke rol te fpeelen. Hoewel nu Rusland voor de Britten een toereikende Bondgenoot fcheen, alzo hetzelve niet alleen een ftaatkundige., maar zelfs perfoneele vyandfehap tegen den Pruisfifchen Monarch koesterde , en men . derhalven verzekerd zyn kon, dat dit Hof zyne'groote magt, met veel nadruk in zodanige zaak zou te werk (tellen ; was het evenwel beter, den Koning zeiven , die een even zo groote Krygsman als Staatkundige was, in hunne belangen te hebben. By geluk was hy juist in eenen toeftand, dat hy weinig zin kon hebben, met Engeland overhoop "te liggen. De verbintenisfen tusfehen Oostenryk en Rusland , die hy wel voorzag , dat vroeg of laat zeer nadeelig voor hem worden zouden , konden zyn fcherpziend oog niet ontgaan. Dus viel het onder deeze omftandigheden gemakkelyk, om de oude gefchillen by te 1750- leggen. De Hoven van Londen en Berlyn Den \6de flooten derhalven een verdrag , dat zy den van Louw- in- en doortogt van alle vreemde troepen Verda" in Duitschland met nadruk wilden te keer tusfehen Saan' dat zy daar te boven zich over 't Pruisfen algemeen tot onderhoorige vriendfehap en Enge- verpligtten , en ook alle hunne voorige land. verdragen, verbonden en guarantiën hernieuwden. Ingevolge de verklaaring van beide Hoven was het oude gefchil in deezer voegen afgedaan, dat de Koning van Pruisfen het beflag op de fchuld, die En-  GESCHIEDENIS. 89 geland nog wegens Silefiën te eifchen had, f. intrekken, en daarentegen de Koning van t^dpere, Groot-Brittanje tot , fchaêvergoeding der Pruisfifche onderdaanen wegens de vaji de Engelfchen geleeden nadeelen op 'zee , 20,000 ponden fterlings betaalen zou. Hoe onverwacht dit verhond ook fcheen, het werd welhaast gevolgd door een ander, 't welk voorzeker nog meer vreemd moest voorkomen. Het Oostenrykfche Huis , dat reeds federt eeuwen herwaards getracht had, om geheel Europa in zyn belang te trekken, om tegen de magt van Frankryk beftand te zyn, verëenigde zich thans met Frankryk. De Keizerin Koningin begreep wel , dat Engeland , haar oude, beproefde , magtige Bondgenoot, de hand niet leenen zou ter bereiking van haare oogmerken. En het Hof te Verfailles zag met verontwaardiging, die het niet lang ontveinzen kon, Groot-Brittanje verëenigd met eene Mogendheid , die het zo wel gehoopt had in zyne belangen over te haaien. Niets kon nu Oostenryk en Frankryk van elkander aftrekken. Beide 17-5. deeze Hoven flooten te Verfailles een verr Den ^qt bond van vriendfehap en verdeediging , van Bloeiwaardoor zy zich verpügtten , om hunne maand, wederzydfche bezittingen te befchermen; Verbond vervolgens eikanderen , ingeval van een o^ent-vt vyandige aanranding , uitgezonderd den en Franktoenmaaligen oorlog tusfehen Frankryk en ryk. Engeland wegens Amerika , met 24,000 man by te fpringen , en andere Mogendheden uit te noodigen in dit verbond meFj de  go ALGEMEENE I. de deel te nemen. Zo doende zag Eurotydperk. pa een omkeering, welke aan deszelfs Geheele Staatsftelfel een geheel andere gedaante óflAeenng gaf ^ en waarvan Wy gevolgen in de Staatsftel- gefchiedenis des eerstvolgenden tydperks fel in Eu- zuilen aangeteekend vinden. ropa. ïe midden van deeze buitenlandfche onlusten moest het Franfche Hof worftelen met binnenlandfche beroerten, beftookt door trotfche Prelaaten , die het gezag der 1754- Parlementen niet wilden erkennen. De Nieuwe Koning had, gelyk boven is aangeftipt, onlusten gelast , van de gefchillen over de Bulle teTnT'd Unigenitus niets meer te reppen. Alle de in31 Frank- Parlementen toonden zich gewillig , om ryk dit bevél te. regiftreeren en te handhaven. Doch de Geestelykheid was gantsch niet genegen, dit bevél na te komen. Vóór nog het Parlement van Parys uit de ballingfchap terug was geroepen , hadden de Domheeren te Orledns eenen hunner Mede-broederen , coignon genaamd , de - Sakramenten geweigerd, om dat hy zich niet duidelyk over de Bulle Unigenitus uitliet. Alle ftrcnge bevelen van het Vacatie-kollegie , en- zelfs het panden der Domheeren en de verkooping van hunne roerende goederen , hadden niet kunnen beletten, ^dat de man overleden was zonder Sakramenten ontvangen te hebben. Alle de befluiten van het bovengemelde Kollegie werden door het herflelde Parlement goedgekeurd en bekrachtigd. Doch de Bisfchopvan Orledns ftookte zyne Domheeren op, om hunne wederfpannigheid vol  GESCHIEDENIS. 91 vol te houden , zonder 's Konings on- t. gunst te vreezen , 't welk ten gevolge tydpeuk. had, dat hy door eenen verzegelden brief naar zyn Landhuis Meun gebannen werd. Het zelfde lot trof den Bisfchop van Boulogne, die eenen Geestelykc uit zyn Stigt, ook omdat dezelve een tegenftander van de Bulle Unigenitus was ,• niet alleen vóór zynen dood de Sakramenten weigerde , maar ook het lyk op eene zeldzaame cn ontëerende wyze liet begraaven. Want men had de doodkist zo geplaatst, dat alleenlyk de voeten op het Kerkhof, maar het overig gedeelte des ligchaams buiten hetzelve lagen , zullende deeze handelwyze te kennen geeven, dat de kettery niet in de beenen , maar in het hoofd en hart was gehuisvest geweest. De Bisfchop van Troyes werd mede wegens Sacramentsweigeringen gebannen, die zelfs nog ftout genoeg was, uit de plaats zyner ballingschap oproerige bevelen te laaten afkondigen. Doch geen van alle Prelaaten was hard- Stout henekkiger en flouter in zyn beftaan , dan lhan des de Aartsbisfchop van Parys. Schoon hy ^*rK^' door het Koninglyk verbod belet werd , pa°fL a om in 't openbaar nieuwe bevelen wegens de Sakraments-weigering te laaten afkortdigen, gelastte hy evenwel zyne Geestelyken, met opzicht tot de bediening der Sakramenten zyne grondbeginfelen te volgen. Uit dien hoofde ^weigerden de Geestelyken der.Parochie te Sr. Etienne du Mout te Parys, eene zieke Vrouw de Sa- kra-  0 2 ALGE AI EENE I. kramenten toe te dienen. Het Parlement TyppESK. te paryS , waarby men den %6fte van Slagtmaand, terftond op den eerften dag, dat het zyne bezigheden weder had hervat , daarover geklaagd had, hoorde niet alleen de Geestelyken, denwelken het hunne pligteil wilde onder 't oog brengen , zich op de bevelen des Aartsbisfchops beroepen, maar vernam ook van hem zelven , dat hy zints 1752 nog niet van gevoelen veranderd was, en dat de Priester van St. Etienne du Mont overeenkomstig zyn bevél had gehandeld. Het Parlement reeds op het punt ftaande, van de inkomsten des Aartsbisfchops in te houden , gebruikte evenwel de infchikkelykheid, den Koning de zaak voor te Hellen, die den Aartsbisfchop naar-Conflans, een Aartsbisfchoppelyk buiten-verblyf , aan de Seine gelegen, bande. Het Parlement, de Priesters te St. Etienne du Mont tot gehoorzaamheid willende brengen, vernam van deszelfs bedienden, dat alle Priesters gevlucht waren , en bragt het eindelyk zo verre, dat, tot fpyt der Parysfche Geesteï/55- Jykheid, een zints zeventien jaaren in zynen dienst gefchorste Priester de zieke Vrouw de Sakramenten toediende. Men wendde alle poogingen aan, om den Aartsbisfchop van Parys handelbaarer te maaken , doch alles was vruchteloos. Deeze zyne hardnekkigheid had ten gevolge , dat het Parlement tot zyn grootfte verdriet , eenigen van de Geestelyken , die by de Sakraments-weigering aangaande de  GESCPIIEDENIS. 93 de zieke en nu ook reeds overleden ma- iria allemand , het meest misdaan had- tydperk. den, uit het Koningryk bande, het vonnis door den Scherprechter deed aanplakken , en hunne goederen verbeurd verklaarde. Kort daarna verzwaarde de Koning zyn bannisfement tot zes mylen van Parys , wanneer hy te Lagni , een klein fteedje aan de Marne zyn verblyf neemen moest. Deeze ftrengheid kon evenwel de Geestelykheid zo weinig affchrikken, dat zelfs de Aartsbisfchop van Aach, wiens voortreffelyke welfpreekendheid een beter onderwerp verdiende, met zyne ondergefchikte Bisfchoppen , in een ïchryven aan den Koning den Aartsbisfchop van Parys verdeedigde. Ook toonden zich de Kardinaalen rochefoucault en soubise genegen , om de zaak by te leggen , waartoe hy echter volftrekt de hand niet wilde leenen. Met dit alles wist hy tegen alle verwachting , de Koninglyke vergunning te verkrygcn, om naar Cotiflans te mogen wederkeeren. Over 't al- Het Hof gemeen fcheen het, alsöf 't zynen vrien- fchiint in den gelukt was , het Hof in deszelfs gunst g*}gu{* jegens het Parlement te doen verflaauwen. Parlement Althans eenige befluiten wegens de Sacra- teverments-weigering, door het Parlement ge- flaauwen. nomen , konden 's Konings volkomen goedkeuring niet meer wegdraagen, terwyl hy 'erop aandrong, dat zyn bevél van den 2de van Herfstmaand, 1754 om de zaak te ünooren , lliptelyk moest opgevolgd worden; waarby nog dit kwam , dat hy de  94 ALGEMEENE !• de minde ontëering van de Bulle Unigenitydperk. m jn ^6 befluiten des Parlements niet wilde gedoogen, en tevens deszelfs handelwyze in deezen opzichte welëens afDe Gces- keurde. Mogelyk won de Vergadering der bewiS Geesce'ykheid, in dien tyd" te Parys geden ko- houden , de gunst van het Hof eenigerning een maate door de bereidvaardigheid, waarmeaanziene- de zy den Koning een vrywillige gift van ww1Vli' zestien müliöenen toeftond, die ten be^j-t.'se hoeve der oorlogs-toebereidfelen tegen£72geland van haar geëischt werden. En evenwel kon de Aartsbisfchop niet bewerken , dat het vonnis van zyn bannisfement werd ingetrokken. 1755. By de poogingen des Parlements ter Den 6de voltrekking van 's Konings bevél van den van Bloei- 2de van Herfstmaand 1754 geraakte hetuuand. zelve ook met de Sarbonne overhoop.' De Ad vokaat-Generaal d'Ormesson had vier en twintig ftellingen opgegeeven , welke federt de Herfstmaand van 't voorige jaar Gefchil in de Sorbonne verdeedigd waren. Het van hec Parlement, oordeelende, dat deeze ftellinmefdT1 g als een perfoon , die medelyden verdiende, alzo het bleek, dat zyn gedrag meer een gevolg van dwaaling, dan van laf harhartigheid ware geweest. De Koning deed onderzoek wegens de rechtvaardigheid van dit vonnis by de twaalf Rechters van Engeland, die van oordeel waren , dat het zeer wel kon vertrokken worden, zonder dat iemand zich zwaarigheid daarover behoefde te maaken. Had nu het gemelde lïde Artykei een zwaare ftraffe op een enkele achteloosheid gefield; de Admiraal moest zich-zelven deeze ftrengheid wyten, vermits by een der voornaamfte Leden van het Onderhuis geweest was , die dit Artykei hadden ontworpen. Vruchteloos poogde de vermaarde williéim pitt hem te redden , voor hem fpreekende in het Onderhuis, en waar het maar te pas kwam. Het verdient echter aangemerkt te worden , dat , fchoon hy door het gerucht en by het Volk van lafhartigheid werd befchuldigd, zyne Rechters, als mede de flandvastigheid , waarmede hy den dood onderging, hem echter daarvan vry pleitten. r Zyn, Dood. Ten dage van zyne terechtftelling, wel1757. ke aan boord van een oorlogfchip in de Den 14^ naveri van Portsmouth zou voltrokken worvan Leute- den, ging hy uit de Scheeps kamer, waarmaand. in hy hadgezeeten, op het Dek, tot de Gerechtsplaats bepaald. Na een'gefchrift, behelzende de duurfte betuigingen van zyne  GESCHIEDENIS. 105 ne onfchuld , overgegeeven te hebben , II? knielde hy op zynen hoed, dien hy voor tydperk, zich neêr had geworpen. Hy was 'er zeer op gefield , om zich de oogen niet te laaten verblinden ; doch wanneer zyne vrienden hem onder 't oog bragten , dat de Soldaaten , die fchieten moesten , ligtelyk daardoor in verlegenheid konden geraaken , liet hy het toe. Vervolgens gaf hy zelf het fein , om te vuuren, en werd oogenblikkelyk gedood (*). Schoon zyne flraffe zeer ftreng was, en by op het verlangen der Natie een flagtöffer moest weezen : is evenwel deeze ftrengheid , deeze opoffering voor de Britfche krygstucht ter Zee , is het bloed des mans uit een aanzienelyk Huis ontfprooten, en van groote verdiensten , kort daarna van zeer heilzaame gevolgen geweest. Haar oude Helden-geest fcheen, na. een korte fluimering , tot nieuwe werkzaamheid ontwaakt te zyn. Nog vóór de treurige vertooning van dit Treurfpel in Groot-Brittanje,. had men in (*) De Maarfchatk van richelieu had den Admiraal verdeedigd in een fchryven aan voLtAire, die •hetzelve aan den Staats-Sekretaris pitt zond. Sommigen zyn van gevoelen, dat zulks den ongelukkigen Admiraal meer nadeel , dan voordeel gedaan heeft; want zyne vyanden fcliynen zowel hierin, als ook in de byzonderheid, dat by het Zee-gevecht , niet hy, maar alleen de Schout by Nacht west en deszelfs on- . derhebbende fchepen werkzaam zyn geweest , blyken van een geheime verltandbouding met de Franfchen gevonden te hebben, G 5  ioo* ALGEMEENE Ö. in Duitschland reeds Mappen gedaan , die TYDPERK. eenen oor]Qg jQ di(; Gewest voorfpelden> v'n PrS ReeÓSnin. hrSt ^ I?'™ had de Koning fin onc van Fruisfen toevallig en door verraad van dekt het een Saxifchen Geheimfchry ver ontdekt, verbond dat de Hoven van We enen, St. Peters- tegen hem \,UYg en Dresden in het jaar 1746 terftofld door o«- na' den vrede te Dnsim een verbond te- tenryk, gen hem gemaakt, en daarin zich by voorRusiand, raad verëenigd hadden, om ingevalle van en Saxen, oorlog zyne Staaten onder zich te verdeelen. _ Uit deeze ontdekking en uit de Keur. Saxifche Depefchen, waarvan hy'zints 1753 tot 1756 alle postdagen affchriften wist te krygen , meende hy te moeten befluiten , dat de Ministers der bovengenoemde drie Hoven deezen oorlog trachtten te beftooken. Geheime en waarfchynelyke berichten deeden hem in Zomermaand gelooven, dat nu de tyd gebooren was, waarin de drie Hoven voor hadden , om het tegen hem ontworpen plan uit te voeren, en dat de aanval in 't begin van het jaar 1757 gefchieden zou. Oorlogs-toebereidfelen in de Keizerlyke-Koninglyke Janden en in RusDe Koning land ftyfden hem in dit geloof. Om-echvan Pruis ter vóór hyde wapens opvatte, geen zacht vangt 00 middel onbeProefd te laaten, deed hy door de vraag: zynen Gezant, den Heer van klinkgraf, waartoe de Keizerin-Koningin driemaal om oplosdeeze oor- fing van zaaken verzoeken. Maar geen Se°iene' dan flaauwe» korte en onvoldoende antdienen woorden bekomende, oordeelde hy den zouden? aanval van zyne vyanden niet te moeten van het afwachten, maar door eenen inval in Saxen en  GESCHIEDENIS. 107 en Bohemen in de voorbaat te weezen. Hy II. ontbood in ftilte den tegenwoordigen tydperk. Graaf van hertseerg te Sans-Souci, ftelde Vletter hem de Dcpefchen van het Saxifche Hof ^}do0enn'de ter hand, om'er een uittrekfel van te maa- atltW00rken, waarïn de bedoelingen van het Wee- den. ner en Dresdenfche Hof, als mede de nood- Den no/le zaakelykheid, waarïn de Koning zich ge- vanOogstfteld vond, om dezelven voor te komen , maand, ten toon gefpreid en vervolgens aan alle Hoven bekend gemaakt werden. Hierop Den ^e rukte een Pruisfisch leger van omtrent ze- vanOogstventig Bataillons en tagchentig Esquadrons maand, in drie afzonderlyke kolommen, door den inval der Koning zei ven geleid wordende, in Saxen, Pruisfen nadat hy eerst door zynen Gezant, den 111 Saxl"' Heer van malzahn , het' Dresdenfche Hof de beweegredenen had aangetoond , welke hem , by het gedrag van het Weener Hof, noodzaakten zyn krygsvolk naar Saxen, en van daar verder naar Bohemen te laaten trekken. De Koning van Poolen be- Den ide trok met zyne Keur-Saxifche troepen , die va^derfsl> door fommigen op 15000, en door an-"°aan " _ deren op 16, tot 17,000 man begroot;?Jj3S. worden, het leger by Pimaaan de Elve. benden beMen had den Koning van Poolen aan 't trekken, verftand gebragt, dat hy hier onöverwin- het leger nelyk zou wezen. En misfchien had 'er bv wezenlyk geen veiliger wykplaats kunnen gevonden worden, dan dit Gewest. De rechte vleugel van het Saxisch leger grensde aan de vesting Sonneftein , de linker aan den Köningsflein, en het middenpunt was ontoeganglyk. Dit zonderling Ge-  io8 ALGEMEENE V' ' Gewest is door de Natuur zeiven tot ,een W** foort van Vesting gevormd. De fteile en hooge rotfen, waardoor hetzelve omringd js, zyn op fommige plaatfen met hooge Pynboomen begroeid, die de Saxen hadden omver gehakt, om' den vyand den doortogt af te fnyden. Achter Pirna en Sonnenftein loopt de Elve tusfehen ontoeganglyke rotfen. Met dit alles was men niet bedacht, dat 'er een vyand was, veel magtiger nog, dan het Pruisfisch leger de honger. Men had het leger wel levensmiddelen bezorgd , doch de groote haast had niet toegelaaten , om hetzelve voor eenen langen tyd daarvan te voor■ zien. En fredrtk II, die , Bohemen inrukkende, de Saxen onmogelyk in den rug kon laaten , had het plan gemaakt, om ze door honger te dwingen. Den vete öndertu'sfchen- kwam de Koning van van Herfst- Pruisfen te Dresden, het welk van krygsmuuid. vojk ontbloot, de poort voor hem openDe Koning de , en door zyn volk bezet werd Hy fakXi maa^Ct Zich raefcer van hec oorlogs-ge'Dreiden. [^eaichap, van de kasfen, en het archief. • Het laatfte leverde hem alle de oorfprongJyfee papieren der Oostcnrykfche en Saxifche Ministers in handen, waarvan hy reeds lang een. affchrifc had gehad. Deeze oorfpronglyke fchriften zond hy aan zyne Ministers ; en de tegenwoordige Graaf HERTzbërg fteide daarüit op de befaamde Memoire refbnné (*}, waarïn de voor- loa- (*) De geheele titel luidt aldus : Memoire ttfonvè jur  GESCHIEDENIS. ioj lóopige plans van oorlog en verdeeling on- Htegenzeggelyk werden beweezen. „, Het tydperk. ,, kan niet tegengefprooken worden , zegt Het „ die Minister, dat deeze plans in de daad ggjjj ,, in wezen waren , doch flegts proviflo- wordt ge. ,, neel zynde en het geval onderftellende: 0pend en „ dat de Koning van Pruisfen gelegen- de oor„ heid tot den oorlog geeven zoude, zal „ het altoos onbeflist blyven, of deeze van het te. „ plans wezenlyk zouden ter uitvoer ge- gen Pruis,, bragt zyn , en of het gevaarlyker ge- fen ge„ weest ware, om zulks te verwachten, ™aadcd^; „ dan wel voor te komen. Hoe 't ook zy, u°tngeljg? * „ 's Konings nieuwsgierigheid, en het klein ,, verraad vaneenen SaxifchenSchryver zyn „ de waare oorzaak van deezen vreesfelyken „ zevenjaarigen oorlog , die fredrik II. „ en de Pruisfifche Natie onfterffelyk heeft ,, gemaakt, die echter ook den geheelen Staat byna vernielde en aan den oever ,, des verderfs bragt." Dit oordeel van deezen Staatsdienaar fchynt niet zeer juist te wezen , alzo dit ftaatkundig gefchrift de duidelykfle blyken opleevert, dat men in een Rusfifche Staats-vergadering in Wynmaand gehouden, vast beflooten had, den Koning van Pruisfen binnen kort aan te vallen , indien deeze Koning een der Bondgenooten van het Rusfifche Hof aantasten , of van denzelven aangetast wor. den fur la conduite des cours de Vienne fi? de Saxe Gf des leurs drjjeins dangei eux cor.tre S. M. le Rei de Prufle , avee les Pieces originales & juftificatives qui en fournijfent les Preuves , a Beriin 1756.  iio ALGEMEENE den zoude. Dit geval ftond nu te gebeuren : want zodra de Franfche Krygsbenden in de Duitfche Staaten des Konings van Groot-Brittanje vielen , moest de Koning van Pruisfen, ingevolge het verbond met Groot-Brittanje gemaakt, zich tegen de onderneemingen van Frankryk verzetten. ' En dan zou Oostenryk , als Bondgenoot van Rusland en Frankryk, hem immers voorzeker aanvallen. Wilde hy nu den oorlog, zo lang als mogelyk , uit zyne landen weeren, dan fchoot 'er niets anders voor hem over, dan zyne vyanden vóór te komen. Vrucbte- Ondertusfchen beproefde by andermaal, derhande" den m!nzaamen weg ^ te Aaan , en met Jing met Saxen in onderhandeling te treeden , verKeur- klaarende genegen te zyn , om de onzy» Saxen we- digheid, door den Koning van Polen aange"?de?"' geboden, te ombelzen, zo dezelve zyne zyaigneid. Saxifche Krygsbenden uit elkander zou laaten gaan ; doch zulks werd van de hand geweezen. Nu befloot de Koning van Pruisfen de Saxen zo lang ingeflooten te houden , tot zy , door honger genoodzaakt , zich zouden moeten overgeeven. Hierin flaagde hy ook volkomen. „Nog vóór het einde van* Herfstmaand zagen zy zich in den deerniswaardigften toeftand , en hadden gebrek aan alles. De Pruis- De Koning van Pruisfen , in Bohemen (en vanen willende indringen, had een aanzienelyk men! le£er' in den beginne onder het bevél van Hertog ferdinand van Brunswyk, doch naderhand onder den Veld-Maarfchalk ke1th  GESCHIEDENIS, in Keith afgezonden , om zich by Johannes- 11. dorp in Bohemen te posteeren. De Veld- tydperk,. Maarfchalk schwerin werd gelast , by Aujest tegenover Koningsgratz zyne (randplaats te neemen. Daardoor moesten de Oostenrykers genoodzaakt worden , hunne magt te verdeelen , indien zy Saxen wilden bevryden. En in dit geval konden hunne onderneemingen zo geducht niet worden. De Keizerin Koningin had, mogelyk Hiertrekom haare bedoelingen te ontveinzen , in ken twee den beginne geen groote Armee byëen 9^"^] getrokken. Zodra zy van de bewegingen byëen!86" der Pruisfen verwittigd werd, gaf zy bevél , haare troepen, in deeze Provincie ftaande, in twee legers te verdeelen. Het kleinfte werd gecommandeerd door den Vorst piccolomim by Koningsgratz tegen schwerin ; en het grootfte by Kollin door den Veld Maarfchalk brown. Deeze laatfte had bevél, zodra mogelyk, tot ontzet van Saxen op weg te gaan. Hy verliet zyn legerplaats by Kollin , le- Den zzfte gerde zich by Budin aan den Eger-Jlroom , van Herfsten verwachtte hier tot den zofte zyne Ar- ™*nd' tillery en Pontons, die te Weenen in orde gabragt werden. Hiervan ontving de Koning bericht , als mede van den toeleg van den Veld-Maarfchalk brown om den Eger over te gaan, waardoor hy zyne oogmerken , om de Saxen te ontzetten , duidelyk te kennen gaf. Deezen aanflag meende de Koning niet De Koning beter te kunnen verydelen , dan door ver- van Pruis- der fi» "ukc  112 ALGEMEENE ii. TYDPERK. verder in Bohemen en poogt den vyand tot eénen veldflag te beweegen. Den zufie van Herfstmaand.Den 30//; van flerfsmaand. Den ifte van Wynmaand. Veldflag by Lowofitz. der in Bohemen te rukken, en in allen gevalle , den Veld-Maarfchalk brown door eenen veldflag, wanneer de omftandigheden zulks mogcen toelaaten, toe den terugtogt te noodzaaken. Hy deed derhalven zyne voorhoede voorüit gaan, en , verwittigd, dat de :vyand nog denzelfden dag zyn leger by Lowofits zou ter nederflaan, zyne geheele Armee volgen , die ook 's anderen dags des avonds te agt uuren by Welmina aankwam. Beducht, dat de vyand den nacht door voorttrekken en zich op een voor hem nadeelige plaats posteeren mogt , floeg hy terltond wederom op weg, rukte ai verder voort,, en de Armee bleef den geheelen nacht liaan in dezelfde orde , die op den marsch had plaats gehad. Den volgenden morgen, trok de Pruisfifche Armée, beftaande uit 16 Bataillons en 56 Esquadrons , uit 102 Hukken gefchut, op, en nam haare ftandplaats tegen de Oostenrykfche, die uit 52 Battaillons en 72 Esquadrons beftond, en 98 Hukken zwaar gelchut by zich voerde. De Veld-Maarfchalk brown had het Dorp Lowofitz bevestigen, door zyn best voetvolk bezetten laaten, en ook van Schanfen en Wallen voorzien. 's Morgens te zeven uur begon de veldflag. Een zwaare , byna rot den middag duurende nevel, veroorzaakte , dat men in den beginne van-wederszyde flegts onregelmaatig vuuren, en zich in geen geregeld gevecht inlaaten kon. De lucht geheellyk van den nevel gezuiverd zynde,  GESCHIEDENIS. 113 de kreegen de beide legers eikanderen in 11' *c gezicht. De Koning oordeelde na on- tyopsk^ derzoek van zaaken , dat 's vyrinds rechte vleugel de zwakfte was , en gaf bevél om denzelven aan te tasten. Na verfchcidene andere poogingen vielen de Pruisfen op het Dorp Lowojïtz aan. De Veld-Maarfchalk brown, oordeelende, dat de overwinning van het behoud van het Dorp zou afhangen , vergaderde zynen geheelen rechten vleugel in het Dorp en deszelfs omtrek. Het gevecht duurde hier vry lang en was van beide partyën zeer hardnekkig. Het eindigde echter ten voordeele der Pruisfen, voornaamelyk veroorzaakt door hun zwaar gefchut , waarmede zy het Dorp in brand fchooten. Dit geval en gebrek aan de noodige ruimte bragt de Oostenrykers in wanorde. Want deeze was zo klein en de gemeenfchap met het overig gedeelte des legers zo fmal , dat 'er geen drie of vier Battaillons naast elkander konden optrekken, om hen te onderfteunen. Hierom vonden zy zich genoodzaakt , het Dorp te verhaten en in alleryl op hunne Ruitery terug te trekken. De Veld-Maarfchalk brown, trachtende tyd te winnen , om zynen geflaagen rechten vleugel wederom in orde te fchaaren , ten einde zynen aftogt te dekken , voerde zulks meesterlyk uit. Hy gaf bevél , dat het midden gedeelte des legers benevens den linken vleugel naar den rechten vleugel zoude optrekken, waarH door  H4 ALGEMEENE II, door het veld achter Lowofitz in het oogentydperk. blik wederom bezet werd, toen de rechte vleugel hetzelve verliet. Het Voetvolk , door de Ruitery van den rechten vleugel onderfteund, dekte den aftogt zo volmaakt, dat de vyand niet eens een beweeging maakte , om denzelven te ontrusten. De Maarfchalk veranderde van ftand , en ging meer achterwaards , waardoor hy den vyand belette het Dorp door te trekken, en zich onder het vuur van een talryke Arillery in de vlakte , de Elve onmiddelyk in den rug hebbende, in orde' te fchaaren. Dit waren deoorzaaken, die den Koning noodzaakten, zich met de behaalde voordeelen te vergenoegen , en achter Lowofitz te blyven ftaan. Zo lang echter de Veld-Maarfchalk in zynen nieuwen ftand bleef, had de Koning zyn oogmerk in 't geheel nog niet bereikt. Het gevecht was op zich-zelven niet beflisfend, en brown had altoos nog kans, om de Saxen te ontzetten. De Koning overwon deeze zwaarigheden door zyne uitmuntende begaafd-, heden. Hy zond den Hertog van bevern meteen fterke bende Voetvolk en Ruitery naar Tfchiskowitz, alsof hy voorneemens was , om 's vyands linken vleugel heen te trekken , en denzelven tusfehen de Elve en den Eger-firoom in te fluiten. Deeze beweeging was van een gewenschte uitwerking. De Veld-Maarfchalk brown, beducht voor de gevolgen, trok in aller- yl,  GESCHIEDENIS. 115 yl, den Eger-Jiroom over , wederom in fl. zyne voorige legerplaats by Budin , even- tydperk. wel zonder het minfte verlies. Aldus eindigde de flag by Lowofitz , die 's morgens te zeven uuren begon en tot drie uuren 's nademiddags duurde. Heide partyën beroemden zich van de overwinning. Doch , zal men naar de gevolgen oordeelen, dan fchynen de Pruisfen een recht daarop gehad te hebben. Want de Koning verydelde het voorneemen der Oostenrykers , om de Saxen te ontzetten. Hadden echter de Pruisfen een volmaak- ' te overwinning bevochten, zy zouden in Haat geweest zyn , hunne winterkwartieren in Bohemen te neemen. De Veld-Maarfchalk brown zyn voor- Vruchteneemen, de Saxen aan de linker zyde der looze pooElve te verlosfen , verydeld ziende , be-~ Sins der floot een kans aan de rechter zyde deezer s?*e**om • ■ pf / . zich door rivier te waagen. De affpraak was, dat den overde Saxen in den nacht van den lide van gang over Wynmaand by Koningsftein de Elve zou- de Elvet^ den over trekken. De Veld-Maarfchalk redden' brown wilde den 12de van Wynmaand den vyand by Ratmansdorf en Borgsdorf aantasten, en de Saxen zouden van hunnen kant hetzelfde doen. Volgens deeze affpraak trok hy aan het hoofd van 8000 man by Raudnitz de Elve over, en rukte voort tot by Lichtenhayn. Hier dacht hy zyn leger zo lang ter neêr te flaan, tot hy hoorde, dat de Saxen met de Pruisfen handgemeen waren, het welk noodzaakeJyk moest gefchieden, zodra de Saxen de- H 2 EL ■  n6 ALGEMEENE II. Elve zouden overgetrokken zyn. Dan dachS tydperk. jjy mede op te breeken, en het hem toegedeeld Huk van het plan uit te voeren. Doch wat gebeurde ? De zwaare regen en ftorm had de Saxen belet, eerder, dan den 13de des morgens te vier uuren de Elve over te gaan, en zulks gefchiedde niet dan met veel moeiten en verlies van tyd. Daardoor kreegen de Pruisfen gelegenheid, om alle posten aan den rechter kant van de Elve te verllerken , zo dat de Saxen een veel grooter magt vonden , dan zy wel verwacht hadden. Ook waren de omliggende bergen door de Pruisfen bezet en met de uiterfte zorgvuldigheid door fchanfen , verbouwingen enz. bevestigd. Een van deeze bezette bergen was de Liliën-ftein , zo hoog en zo kort aan de Elve, dat tusfehen deszelfs voet en den oever geen leger optrekken kan.. De langs de rivier loopende weg Den '13de is daarenboven ook zeer fmal. Recht van Wijn- over deezen berg was het , dat de Saxen maan ' de Elve overtrokken en poogden zich in orde te fchaaren. Doch zulks was wegens gebrek aan plaats ondoenelyk. Zy lagen derhalven op en by een kleine hoogte , niet verre by het Dorp Ebenheü , verward door elkander. Vermits zy nu daar te boven nog moesten worstelen met alle de zwaarigheden, die natuur en konst hen in den weg leggen konden, begreepen zy zeer wel, hoe onmogelyk het zyn zoude', om zich uit deezen neteligen toeHand te redden. On-  GESCHIEDENIS. 117 Ondertusfchen waren de Pruisfen reeds IL den 13de 's morgens vroeg in het verlaa- tydperk. ten leger by Pirna gerukt. Zy bemagtigden daarby nog de achterhoede en het grootfte gedeelte van de bagaadjen der Saxen. Van alle middelen ter behoudenis beroofd , uitgemergeld door honger en koude, van den 12de in den nacht tot den 13de des morgens toe onder de wapenen, • buiten alle hoop van door den Veld-Maarfchalk brown ontzet te worden , beflooten eindelyk de Saxen te kapituleeren. De Veld-Maarfchalk vond , na twee dagen gewacht te hebben , zonder het minfte 1 van de Saxen te verneemen, tot zyne ei- '' gene veiligheid noodzaakelyk, terug te trekken , waarby hy niet meer, dan 200 man verloor. Middelerwyl kwam de Koning van Pruisfen den 14.de des morgens weder by het leger in Saxen. Na veele onderhandelingen werd eindelyk met den GeneraalVeld-Maarfchalk des Konings van Poolen, Graaf van RUTowsKr, de kapitulatie ge- Den t waarzy niet in Pruisftfchen dienst overgaan , Pa°J/h" zouden de vryheid hebben , in het Keur- iege"zic,l» vorftendom te blyven woonen, waar 't hun krygsgegeliefde , onder de voorwaarde nogthans , vangen van niet tegen den Koning van Pruisfen geülc' te dienen. Ingevolge een naderhand daarby gevoegd afzonderlyk artykei, zou de VesH 3 ting  ji8 ALGEMEENE n. ting Koningsftein onzydig blyven. De Kotyoperk. njng van p00ien cje vryheid verkreegen De Koning hebbende, naar Poolen te gaan, bediende vertrekt''* z daarvan zeer fpoedig , vertrok den na» War- ï9^e Van Wynmaand van den Koningsftein fchau. en kwam den 2771e deezer maand te Warfchau aan. Tien Saxifche Infantery-Regimenten bleeven in hun geheel en kreegen Pruisfifche monteering en Bevelhebbers. De overigen werden , benevens de geheele Ruitery, ondergeftooken. Verfcheiden van deeze Regimenten daarna aan het muiten flaande , werden ook , na den veldflag by Kollin , verdeeld onder de Regimenten , die het meest .geleeden hadden. De Pruis- De Koning van Pruisfen , zyn oogmerk fen veriaa- jn deezen veldtogt bereikt hebbende , ,gaf ten Boae- Vcl, dat zyn leger Bohemen moest verlaaten. Zulks gefchiedde nog vóór het einde deezer maand. Het leger onder den Veld-Maarfchalk schwerin trok terug naar Silefi'ên, en kantoneerde aan de Boheemfche grens. De Armee onder de bevelen van den Koning zeiven betrok de kantoneerings-kwartieren in Saxen en trok een kordon van den Eger tot Pirna, en vervolgens van hier door de Laufitz tot aan den Qiieis-ftroom. Dit was het einde van den veldtogt des jaars 1756, die flegts twee maanden geduurd had , maar echter wegens deszelfs gevolgen ongemeen gewigtig was. Maatrege- Ondertusfcben hadden de Mogendheden , v "anden t**e teSen den Koning van Pruisfen zamen- • fpan-  GESCHIEDENIS. 119 fpanden , maatregelen genomen , waarüit «• duidelyk bleek, wat zy tegen hem in fchild tydperk. voerden. Het Hof te Verfailles had door w" detl rondloopende brieven aan de buitenland- J}*uh. fche Ministers, en het Rusfifche Hof door /hh verfcheidene verklaaringen hun befluit,om Den 12de de Keizerin-Koningin en het Keurvorften- van Herfstdom Saxen te onderfteunen , openbaar te maand, kennen gegeeven. De Keizer poogde den Den 15de Koning , als Keurvorst befchouwd , door en 2877e uitfpraaken van den Rijks-Hofraad tekeer ™d_rtst" te gaan, en voornaamelyk alle de geenen , die den Koning van Pruisfen, als Keur- yan hjfs,. vorst van Brandenburg , dienden , door maaad. openlyke brieven van ontraading , als Den 2o/7(, mede door Keizerlyke bevélbrieven , van en 22/le hem af te trekken, gepaard met verfchei- van Herfstden Hofdecreeten aan de Ryks-vergade- ™;a*n ring; by gevolg door zodanige middelen, Wyn. die , al waren ze nog fomtyds van die uit- maand. werking als in de voorige eeuwen , immers niet voldoende konden gerekend worden tegen eenen Monarch, gelyk fredrik II. was. 't Geen nog van de meeste uit- DeRykswerking fcheen , was een befluit der Ryks- jj|£* ff vergadering, waardoor het gefchil des gefnburg Konings van Pruisfen met het Huis van beurt Oostenryk en Saxen vooreen gefchil, raa- eenen kende het geheele Duitfche Ryk , verklaard, en volgens den voorflag van den ,og goed Keizer eenen Ryks-executie-oorlog tegen tegen detl den Koning van Pruisfen goedgekeurd Koning werd. Maar daar te boven nog begon- van ^uhnen ook Frankryk en Rusland de talryke Jenhulpbenden op dé beenen te brengen, die "757* H 4 de den 17de  lao ALGEMEENE rvrJL Keizerin-Koningin en het Keur-Saxifche l' Hof van hen te verwachten hadden, maand™' Te midden van deeze groote tooneelen", welke de aandacht van geheel Europa 75 ; wekten, had de Koning van Denemarken , eens Coad- FREDRIK V- het genoegen , een vreedzaajutorsvan me onderhandeling wel niet zonder tegenLuhek. kanting, maar nogthans gelukkig tot ftand Bericht gebragt te zien. Het Bisdom Lubek was wegens de uit hoofde van een verdrag, tusfehen het Sekt S°m KaÖ"eI Gn h6C Hertog'yk H"is van d« Hoog- Holftein-G(>ttorp 1647 geflooten , eenen ftigts Lu- re.e]ls van jaaren in handen van de Prinfen /^nopens üit dit Huis geweest. Want tot dankbaarde verkie- heid voor de poogingen, door den HerBilfchoD t0g Van HolP™-Gottorp , fredrik III. by en'Coad- gelegenheid der ÏVestphaalfche vredehandejutor. lmg aangewend ter voorkoming van het nadeel en de fecularifatie des Stigts, had het D om-Kapittel zich verpligt , om na den toen regeerenden Bisfchop jqannes en deszelfs reeds benoemden Coadjutor , joannes george , nog zes Prinfen uit het Huis van Holftein-Gotiorp afftammende van Hertog fredrik 111, of van deszelfs Broeder, Bisfchop joannes, achtereen volgende tot Bisfchoppen te verkiezen , zonder dat echter daardoor op het recht van verkiezing de minfte inbreuk zoude gefchieden. Met de verkiezing van Bisfchop fredrik august had het Kapittel volkomen Den 11de aan zyne verpligting voldaan , en was maand derhalven bevoegd, hetStigt openftaande, naar goedvinden eenen Bisfchop, of ook, gelyk hier het geval was, eenen Coadjutor te  GESCHIEDENIS. 121 te verkiezen. Nu floeg Koning fredrik 11. V. zynen tweeden Prins, den Koningly- tydperk. ken Erfprins fredrik daartoe voor door zynen Minister, den Heer van revenslow, die tevens Domheer te Lubek was. Het Kapittel, ongetwyfeld aan het Huis van Holftein-Gottorp wegens bet behoud van het Hoogftigt ten hoogfte verpligt, kon evenwel gerust onderftellen , door naarkoming van het verdrag van 1647 alles gedaan te hebben, wat pligt en dankbaarheid vorderden. Het kon misfchien ook wel wenfchen , nu eens wederom eene vryë verkiezing te mogen doen , om niet door een onafgebrooken gewoonte den fchyn te geeven tot de grondlegging van zekere rechten en verpligtingen , zo nadeelig voor de vryë verkiezing. Daarenboven had hetzelve ook zeer veel verpligting aan het Koninglyk Huis. Want by de Westplaalfche vredehandeling zoude het Hoogftigt Lubek aan eenen KoninglykDeenfchen Prins tot een erffelyk bezit toegekend zyn , indien hy het had willen aanneemen. Koning christiaan IV. had zynen Prins fredrik , namaals derden Koning van deezen naam, het bezit van het Aartsbisdom Bremen en van het Bisdom Verden weeten te verfchaffen. In den dertig-jaarigen oorlog, of veelmeer in den oorlog tusfehen Zweeden en Denemarken , 1643 ontftaan , had de Kroon Zweeden deeze landen bemagtigd , begeerende by de\'Westphaalfche vredehandelingen, het één als een Hertogdom, eh het ander als H 5 een  i22 ALGEMEENE U. een Vorstendom erffelyk te bezitten. Tot tvdpe8k. fchaêvergoeding bood men den Deenfchen Prins een fom van 100,000 Ryksdaalders aan. Toen hy deeze aanbieding van de hand wees, deeden eenige Gezanten den voorflag, om hejn boven deeze fom nog het Bisdom Lubek tot een erffelyk bezie voor zich en zyne nakomelingen te geeven. Doch het Deenfche Hof, zich niet willende verryken ten koste van zynen Bloedverwant joannes , in dien tyd Bisfchop van Lubek, wees zulks edelmoedig van de hand. Men kan derhalven wel zeggen , dat het Dom-Kapittel aan het Koninglyk Deenfche Huis niet minder verpligting had, dan aan'dat van Holftein-Gottorp. Nu zou men , naar den wensch van het Deenfche Hof overgaan tot de verkiezing van een Coadjutor, en bepaalde daartoe den 4de van Wynmaand. Doch de Bisfchop trachtte deeze verkiezing te beletten , daartegen inbrengende, dat volgens het geestelyk recht geenen Bisfchop tegen zynen wil eenen Coadjutor moest opgedrongen worden; hy verzocht ook niet alleen de Hoven van Rusland en Zweeden , om hunne poogingen-aan te wenden ten voordeele van zyn Huis , het welk hy niet gaarne van het Bisdom ontroofd zag, maar wist ook by den Ryks-Hofraad een bevél aan het Dom-Kapittel uit te werken , om de verkiezing op te fchorten, Den ide en z^ binnen twee maanden daarover by van Wyn- c'en Ryks-Hofraad te verklaaren. HetKamaand. pittel gaf wel deeze verklaaring terftond af,  GESCHIEDENIS. 123 af, maar liet zich evenwel niet door de U. vertoeven van den Rusfifchen Gezant by tydperk. den Nederfaxifchen Kreits en van den Grootvorftelyken Holfteinfchen Minister , noch ook zelfs door een Keizerlyk bevél , 't welk den dag vóór de bepaalde verkiezing by het zeïve ontvangen werd, doch tot na de verkiezing ongeopend bleef, wederhouden met de verkiezing voort te gaan. De keus viel, gelyk men ligtelyk ™ ij* kon verwachten , op den Koninglyk Deen- maa,ld. fchen Erfprins fredrik. Met dit alles De DetH_ bleef daar by uit hoofde van de gefield- fc/la £rf. heid der Neordfcheaangelegenheden de rust prins frebewaard , en naderhand is ook het mis- DRiKwordc noegen , door dit geval aan den eenen |°[or0vaan" kant veroorzaakt, tot genoegen van bei- Lubek ver. de Huizen gelukkig weg genoomen (*). kooren. De rust-verftooring was in het Noor- I757. den in dit tydftip alleenlyk van den kant Den 5je van Rusland op de Pruisfifche grenfen te van Louwduchten. Doch vóór dat zulks nog ge- maand, beurde, en men in Frankryk bezig was, met De Koning zich tot eenen inval in Duitschland toe te rusten , geraakte de Koning van Frank- v^ar fm ryk in groot levensgevaar. Op het punt dam!ens liaan de , in het rytuig te flappen , om vermoord het Drie-koningen-feest te Triatlon te vie- w worden, ren, liep een onbekend mensen op hem los, en bragt hem|met een mes een wond toe boven de vierde ribbe onder den rechten (*) Door verruiling van het Grootvorstelyk aandeel 'van Hoiftein tegen Qldenburg en Delincii'uni , in het jaar 1773 tot ftand gebragt.  124 ALGEMEENE H. ten arm. De Heek was door overrok , dperk, kleed , kamizool en hembd heen gegaan, en de wond was eenen halven vinger lang De moordenaar ftak zyn mes op en trad ter zyden. Niemand, dan één Page had een mes in de hand van den booswicht ontdekt. De Koning , eerst nog in verbeelding ftaande, flegts met de vuist geftooten te zyn, zeide : „ Wie is deeze „ mensch? Ik geloof, hy heeft my eenen „ floot met de vuist gegeeven." Een Soldaat van de wacht berispte den daader, dat hy lomp genoeg was , in 's Konings tegenwoordigheid den hoed op het hoofd te houden. Op het antwoord , dat hy zulks zo gewoon was, rukte de Soldaat hem den hoed af en floeg hem daarmede om de ooren. Vervolgens zeide de Koning: „ Ik geloof, dat ik gekwetst ben. ,, Houdt den mensch vast, maar doet hem „ geen leed." Het bleek ook welhaast , dat de Koning gewond was, toen hy weder in zyne kamer kwam en zich ontkleedde. Proces van Men bragt den daader naar de gevanninV- genis' ontdekte, dat zyn naam damiens moorderen was > dat hv weleer voor knecht gediend gruwelijke had, wegens dievery het Koningryk eenen terechttfei- tyd lang had moeten ruimen, en korten ln,£- tyd geledep wederom te Parys gekomen was. Zyn Vrouw , die voor Keuken, meid diende , zyne Dochter en naaste Bloedverwanten werden mede in hechtenis genomen, 's Konings wond was zo min gevaarlyk, dat hy het Ryks-beftier , 't  GESCHIEDENIS. 125 't welk hy in den beginne aan den Dau- II. phin had opgedraagen , den 9de van Louw- tydperk. maand reeds weder aanvaardde. De moor- Den ïBde denaar, eerst te Verfailks verhoord wor- ™n^d°uw" dende, werd vervolgens naar Parys inde gevangenis overgebragt. Zyn proces afgeloopen zynde , werd bet vonnis opgemaakt , inhoudende : dat hy ter ontdekking van zyne medepligtigen de gewoone en buitengewoone pynbank ondergaan , en op een kar in het bloote hembd, met een brandende waschkaars twee pond zwaar, in de hand, voor de kerkdeur gebragt worden zoude, om openlyke boete te doen. Vervolgens zou men hem op de kar naar de plaats la Greve en op een aldaar opgericht fchavot brengen, zyne borst, armen, beenen en kuiten met gloeijende tangen nypen , de rechter hand , waarïn hy het moordmes hield, met zwavel branden, gefmoken lood , kookende olie, brandend harst, en wasch en zwavel zamengefmolten in de door de tangen gemaakte wonden gieten , het ligch'aam door vier paarden verfcheuren, de Hukken daarvan verbranden en de asch in de lucht ftrooyen. Dit gruwelyk vonnis werd ^"j2^* in deszelfs geheele , de menschheid ont- ™andfte' eerende , ftrengheid voltrokken. Men meende uit eenige omftandigheden te kunnen opmaaken , dat de Jefuïten deel had- / den aan deeze gruweldaad. Doch dit bleef onvoldongen. Voor het overige fchynt de moordenaar een volflaagen dweeper. geweest te zyn. Aan het gevaar van zynen Koning te zul-  H6 ALGEMEENE ni iuIlef 7rlie2en > omrukt , ging men in frankryk voort zich tot den Duitfchen veldtogt toe te rusten. Vóór echter nog de oorlog, in Amerika uitgeborsten , nar Vafallen van den GroW en£«^/ M?S°'» hadden by het verval van desfchenisa ze^s Ryk in In doftan, hun kans waargede gefchil- noomen, zich onafhanglyk te maaken en fi&fcT'i£^""W" te vermeerderen. De Vorsten en Garatten, een oorlogzuchtig volk in ƒ«Katiën. zochten zich van tyd tot tyd verder uit te breiden. De Franfchen en EngelJchen , voorlang reeds bezittingen in Indoftan gehad hebbende, namen deel aan deeze gefchillen niet zonder hunne eigene voordeelen daarmede te beöogen. Reeds in den beginne van deeze eeuw hadden de Engeljchen , Hollanders en Portugeezen vruchtelooze poogingen aangewend , om AïfORrA, het Opperhoofd van de Marattifche Zeeroovers, uit zyne fchuilhoeken te verjaagen, terwyl hy de zee zo onveilig maakte, dat de Engelfchen zich genoodzaakt vonden , om zynent wil in Bombay een eigen vloot te houden, die hen jaarrMTJ' yksch 3°°>ooo Daalders kostte. Eindelyk tem ver- verëenigden de Engelfchen zich met de Ma- rat. (*)De Nabobs zyn eigenlyk Onderkoningen of Va■a.len van den Grooten-Mogol, die zich echter dikvvyls, en yoornnamelyk thans by zyne verachtelyke zwakheid, onafhanglyk gemaakt hebben.  GESCHIEDENIS. 127 ratten tegen hem. Terwyl de laatften de n. vestingen van amgria te land aantastten , tydperk. bombardeerden de eerften dezelven van ***&mt hunne vlooten, verbrandden de vloot der roovers in de haven van Geriah, en deel- weldigen den zyne bezittingen met de Maratten. den ZeeDeeze overwinningen der Engelfchen, en rover anderzelver werkzaame deelneeming aan an- GRIAdere gewigtige voorvallen in Indien, wek- *7S6' ten de oplettendheid der Nabobs van ont- Den 15de legener gewesten, vooral van den opvol- van, Sprokger des eerften Nabobs in Bengalen, die zich KCIIU * 1742 van den Grooten Mogol onafhanglyk had gemaakt. De Engelfchen hadden des tydsin Bengalen geen andere bezittingen , dan eenige weinige ten deele bevestigde , ten deele onbevestigde handelplaatfen , waarvan Calcutta aan den Wester ana van de rivier Ganges , de voornaamfte was. De Nabob surajah dowla , door zynen Oorlog der Voorzaat zeer ernftig gelast, om de op- jgg^ komende magt der Engelfchen in Bengalen yden Nabob te kortwieken , verzuimde niets om aan van Bendeeze begeerte te voldoen. Vermits hy galen. daarenboven nog meende door de Engelfchen beleedigd te zyn , bragt hy een talryk leger byëen , en belegerde Calcutta, 't welk tegen zulk een magt niet beftand was. Onthutst door de menigte der vyanden , verliet de eerfte Bevelhebber en verfcheiden van de voornaamfte Inwooneren de Sterkte, en vluchtten met hunne beste goederen op de fchepen. De Heer ne Nabob hollwell , tweede Bevelhebber, alleen verovert verdedigde met de weinige overgebleeven Calcutta. man-  128 ALGEMEENE tJL. Sfn/Chapld! Sterkte mec een u^muntenDen Zile ^daPPerhe,d, welke echter ten laatfte maand. ?e Sceikte werd veroverd, en het getal der overgebleevenen beftond in 14c mannen en een vrouwsperfoon. Ysfeiyk Alle deeze menfchen, waarvan veclen TertUZ?/' ,en/°fmiSen doodlyk gekwetst fibenm waIen ' deed de overwinnaar denzelfden het Zwar- avond nog opfluiten in een gevangenis van te Hol. ii voeten lang en 18 voeten breed Elk perfoon kon geen grooter ruimte beflaan, dan door eikanderen gerekend 18 duimen lang en 18 duimen breed. Deeze gevangenis was van eenen dikken muur omringd, aan de Westzyde van twee fterke gerralyde venfters voorzien, en is thans in Engeland bekend onder den naam van het Zwarte Hol. Het was ongemeen warm en de minfte doortogt of ververfching van lucht onmo* gelyk. Dit denkbeeld maakte terftond in den beginne de meesten wanhoopig; vruchteloos poogden zy de deur te openen. Hun aanvoerder de Heer hollwell , had zyn plaats kort aan een venfter genomen; hy was derhalven ook vry bedaard , en , zolang hy van deeze plaats meester blyven kon, buiten gevaar van te fmooren. Hy belastte , dat ieder, zo veel mooglyk, mogt ftil ftaan , om door het woelen de krachten niet nog meer te verfpillen. Dit bevel werd van een kortduurende, maar echter door het gekerm der gekwetften en het gezucht der ftervende afgebrooken ftil- te  GESCHIEDENIS. 129 te gevolgd. Met ieder minuut vermeer-' n. derde ook de hitte. De Heer hollwell tydperk* gaf den raad, dat de gevangenen om plaats te winnen, zich naakt zouden uitkleeden. Zy deeden het, doch vonden 'er weinig baat by. Men trachtte zich door het waayen met de hoeden nog meer te verkwikken ; doch.hunne byna uitgeputte krachten lieten niet toe, om zulks lang te kunnen vol houden. Een hunner meende, dat men meerder lucht zoude hebben, wanneer men knielde. Ook .deeze raad werd opgevolgd , en men befloot , dat allen om de verwarring , zo veel moogJyk, voor te komen, te gelyk zouden gaan zitten en opftaan. Op het afgefprooken 'fein gefchiedde zulks ook een en andermaal. Zy bleeven , zo lang doenlyk , in deeze houding; maar altoos, wanneer zy opreezen, werden eenigen, die niet fchielyk genoeg konden opftaan, vertrapt. Dit alles gebeurde vóór nog het eerfte uur hunner gevangenis verloopen was. Des avonds te 9 uur maakte een onlydelyke dorst de meesten verwoed. Zy beproefden andermaal, doch vruchteloos,de deur open te breeken, en de wacht te beweegen op hen te vuuren. Het duurde niet lang, of veelen van hen , die achter in het hol waren, ontging de adem , en vervielen , 't geen nog fchrikkelyker was, tot krankzinnigheid. Het raazen der zinneloozen , bange klagten , gefchreeuw van 'angst en wanhoop, maar bovenal het geroep om water , vervulde deeze akelyke I plaats^  Ho ALGEMEENE II. plaats. Eindelyk kwam de wacht met wat tydperk. water. De Heer hollwell en twee van zyne gekwetfte vrienden, vingen het aan het venfter op in hunne hoeden en reikten het over aan anderen : doch het verlangen daarna was zo groot, dat veelen , zelfs de twee vrienden van hollwell , daarby dood gedrukt werden, terwyl ook nog al het water verlooren ging. De Heer hollwell was met dit overreiken van water bezig van negen tot elf uuren. Hy zag ziek van alle kanten omringd met de ontzielde ligchaamen van zyne verdrukte en gefmoorde vrienden. Tot nog had men altoos achting voor hem als Opperhoofd en Weldoener betoond , doch nu kende men geen onder-' fcheid van perfoonen meer. De geheele menigte drong niet alleen op hem aan , maar greepen ook de venfter-tralyën boven zyn hoofd , klommen op zyne fchouder's en drukten hem door deezen last zodanig , dat hy zich niet meer verroeren , en evenwel op deeze plaats niet langer blyven kon. Hy fmeekte de geenen, die op zyn hoofd en fchouders Honden , om de barmhartigheid, hem los te laaten, op. dat hy zich van het venfter verwyderen en gerust fterven mogt. Zyne verder afftaande lotgenooten wilden hem wel behulpzaam'wezen een plaats te verlaaten , welke ieder trachtte te veroveren. De naaste ryën openden zich zo verre , dat de Heer hollwell eindelyk met zeer veel moeite tot midden in de gevangenis doordrong.  GESCHIEDENIS. 131 drong. Het derde gedeelte van "t gezel- h. fchap was dood , en die nog leefden , rw^M* drongen zodanig naar de venfters toe,, dat hollwell wat grooter plaats had. Doch de lucht was zo vuil en Hinkend , dat de ademhaaling hem moeyelyk en fmartelyk viel. Hy drong derhalven over de hoopen der doode ligchaamen heenen en leunde tegenöver het tweede venfter , aan een deezer hoopen, met het befluit, om hier zynen dood te verwachten. Maar omtrent tien minuuten daarna werd hy door zodanige pyn op de borst en hartklopping overvallen, dat hy zich nog eens genoodzaakt vond , tot aan de vryë lucht door te worftelen; Vyf ryën ftonden tusfehen hem en de venfters , door vier holp de wanhoop hem heen. Binnen weinige' minuuten werd hy wel ontheven van de fpanning op de borst, maar hy voelde nu eenen onbefchryflyken dorst s en fchreeuwde om water. Dit water vermeerderde zynen dorst, hy wilde derhalven niet meer drinken , en begon het zweet uit zyn hembd te zuigen , waardoor hy zich eeni?zins verkwikt vond. Een jong, naast hem ftaande , naakte Engelsman , greep .de mouw van hollwell's hembd , en beroofde hem voor eenige oogenblikken in deezen noodlottigen toeftand van deeze gewigtige hulp. Het was nog geen twaalf uur. De weinigen, nog leevenden waren' thans, behalven die aan de venfters ftonden, raazend 1 % ge-  132 ALGEMEENE li. geworden, Allen fchreeuwden, om lucht tydperk. te fcheppen , alzo het water , 't welk de Wacht, om een ontmenscht vermaak te genieten*, hen reikte , van dien aart was , dat het dön dorst niet kon verflaan. De Wacht werd met allen bedenkelyken hoon getergd, opdat zy op hen yuuren zoude, doch alles was te vergeefsch. Kort daarna werd alles eensklaps flik De meeste nog leevende, van alle krachten beroofd, vielen op de doode ligchaamen neder en gaven den.geest op. Ondertusfchen trachtten anderen wederom den Heer hollwell van zyne plaats te verdringen. Een lompe Hollandfche Wachtmeester klom op zyn 'ééne, een Neger-foldaat op zyne andere fchouder, en in deeze houding moest hy 't van half twaalf tot twee uuren des nademiddags uithouden. Eindelyk bezweek zyne bewustheid tevens met zyne krachten. Hy kon in deeze houding niet langer blyven , en dorst, het ook niet waagen, midden in de gevangenis te gaan. Hy haalde een mes uit , om zich-zelven te ontlyven ; doch deed het niet , en befloot, liever het venfter te verlaaten. Hy bood zyn plaats, alwaar hy niet langer blyven kon, een Zee-Officier aan, die met zyne Egtgenoote, een jonge Dame, (die om met hem te fterven zich vrywillig mede in het Zwarte Hol begeeven had) in de naaste ry ftond. Met den hartelykften dank nam de Officier deeze aanbieding aan; doch oogenblikkelyk door den Holland, fchen Wachtmeester verdrongen, ging hy mes  GESCHIEDENIS. 133 met den Heer hollwell terug, legde II. zich neder en ftierf. Kort daarna verloor tydperk. hollwell alle bewustheid. Wat 'er van deezen tyd af tot bet aanbreekcn van den dag gebeurd is, weet men niet. Te vyf uur des morgens kwam een der overgebleevenen in de gedachte, om den Heer hollwell op te zoeken, in de hoope , indien hy nog in 't leven mogt weezen, van door hem uit deezen akeligen toeftand verlost te worden. Men • herkende hem aan zyn hembd, en haalde hem van onder eenigen uit, die dood op hem neergevallen waren. Hy gaf nog eenige tekens van leven. De Nabob , van alle deeze fchrikkelyke bedryven bericht ontvangen hebbende, liet met veel koelhartigheid vraagen , of hollwell nog leefde? Men antwoordde, dat hy nog wel weder zoude bykomen , wanneer de deur geopend zou worden. De Bode kwam terug met het bevél, dat men de deur zoude openen, die naar binnen open floeg , het welk veroorzaakte , dat 'er nog wel twintig minuuten verliepen , voor deeze krachtelooze menfchen de doode ligchaamen konden wegfleepen , om de deur te openen. Een kwartier over zes kwamen eindelyk van 146 zielen, niet meer, dan drie en twintig , en onder deeze de Heer hollwell , die ■ dit fchrikkelyk geval zeiven heeft befchreeven , uit dit treurhol aan het daglicht. Maar de Engelfche Oostïndifche Maatfchappy verloor haare beste I 3 Volk-  134 .ALGEMEENE ir. Volkplanting in Oostïndiën, en een Sterkte, tydperk. dje ter beveiliging van haaren handel zo noodzaakelyk was. Admiraal Deeze fmaadheid en dit nadeel , den yn Engelfchen toegevoegd, werd welhaast gecLivE wrooken door Admiraal watsox en den wreeken Kolonel clive. Niet lang na den .^ende fbaad- fche vrede had de Heer dupleix , Fran£ejf;/de" Me Bevelhebber in Pondichery, begonnen, fchen het zaad van tweedracht onder de Naaangedaan • bobs uit te ftrooyen , met den geenen, die de Franfchen toegedaan waren, Euro. peefche hulpbenden te zenden , waardoor zy eenige voordeelen behaalden op de Nabobs , die zich voor vrienden van de Engelfchen verklaard "hadden. De Heer dupleix beoogde met deeze handelwyze niets minder , dan zyne Natie in geheel Carnate en Decan de overhand te verfchaffen. De Engelfche Regeering verzette zich tegen zyne poogingen en Hond de Nabobs by, die in haare belangen«waren. Haare wapenen zegepraalden dikwerf, en de Heer clive had reeds veel roem verworven. 'Nogthans eischten de Beftierders der Engelfche Oostïndifche Maatfchappy hulp van de Britfche Regeering, en Admiraal watson ftevende den ide van Sprokkelmaand 1754 met vyf fchepen van linie en twee kleiner vaartuigen naar Oost. indïèn. Hy en de Kolonel clive hadden reeds in andere gewesten van' Oostïndiën , vooral ook by de bovengemelde overweldiging fvan den Zeeroover angria, den roem van Britfche dapperheid bejaagd. De  GESCHIEDENIS. 13S De Admiraal liep met drie fchepen van H. linie de haven Balafore in Bengalen, en, na ' ' een verfterking van manfchap verkreegen i75&te hebben , den Ganges in. De Sterkte. D« 5* Calcutca , dit tooneel der ysfelykfte ram- ™mnnd. pen van zo veele ongelukkige flagtoffers, werd door de Engelfchen aangetast, en gn gaf zich terftond den eerften dag over. overwinWeinbe dagen dagen daarna werd Hugly, ningen der verder op aan den Ganges, zonder moeite Engelveröverd.. De Nabob beproefde zyr. geluk vruchteloos in eenen veldflag. Hy kreeg de neerlaag , welke , fchoon geen volilaa- van Sprok. gen vlucht ten gevolge hebbende, hem keimaand. evenwel beweegen kon , eenen vrede te Voordeeiimaaken , die de Engelfche Oostïndifche ge vrede Maatfchapny in alle haare rechten herftel- met den de, en ontheffing van alle belastingen be- ^aMDzorgde, gepaard met de belofte van alle _ mogely.ke vergoeding voor alles wat zy by de verovering van Calcutta verlooren haDe onlusten met 's lands- inboorlingen De peftild zynde, befloot de Admiraal zynewa- ^n penen tegen de Franfchen te keeren, en , chanderter beteugeling van hunne magt in Benga- „agor, de len , hunne gewigtige en welbevestigde IioofdzeSterkte Chandernahor, hunnen Hoofdzetel «d in dit gedeelte van Indien , wat hooger Op jn Benga. aan den Ganges aan te tasten. De man- hn. fchen Heten verfcheiden groote vaartuigen zinken , om de Engelfchen te keeren. Doch de Admiraal wist eenen toegang midden door deeze gezonken fchepen . heen te vinden, maakte een fchrikkelyk vuur op " I 4 . het .  i3<* ALGEMEENE tvdSr het Fr?^' en werd van de land-batteryën Den Jse Ya°Ko'oneJ. clive zo wel onderfteund, vaqLeS* dat def*?fche» zich genoodzaakt vonden maand. )" mmder dan drie uuren tyds te kapituleeren. De bezetting gaf zich krygsgevangen, en men maakte eenen aanzieneiyken buit aan kanon, waaren en geld De Nabob Alle deeze overwinningen der Enlel=f fc]ien die„deB alleenlyk , om de yverzucht vindt zy- van surajah dowla nog fterker aan te neu dood vuuren , die, in weerwil van den vrede inden oor- trouwloos genoeg was, eenen tweeden aan' K ^ ^neemen. Doch zy bedienden fchln. z}ch van hcc misnoegen, waardoor, naar de gewoonte der Indidanjche Staaten , de Grooten des lands'tot een zamenzweering overfloegen. Het Hoofd daarvan mir jaffier Khan wérd onderfteund door de . ■Engelfchen, denwelken hy groote voordeeJen beloofde , byaldien hy het roer der Den 23/?e regeering in handen zou krvgen 7v vanZomer- verlloegen het ]eger van Jf^J^ 20,000 man fterk, en noodzaakten hem de vlucht te neemen; doch hy werd welhaast door de aanhangers van mir tafFIE/ achterhaald , gevangen genomen en S wokt ged00d' De Engelfchen benoemden mir door de jaffier tot Nabob van Bengalen, waarEngel- zy nu den Franfchen geheel verjaagd, fchcnm hun gebied uitgebreid, en meer dan twee ÏÏSeid f "10enen Ponde" Sterlings voor de Maat- a ngedeld. fch efl ^ de ^ ^ ^ van i-fooi- Verovenn§ va" Calcutta zeer benadeeld maand*. waren, bemagtigd hadden. Daardoor werd dan het verlies der Engelfchen in Ame- \ ri-  GESCHIEDENIS. Ï37 nka eenigszins vergoed. Want daar hadden de Franfchen de Sterkte Oswego ver- tyd^eru. overd. Deeze fterkte, aan den mond 'van de rivier Orandega gelegen, diende Den 14^ om de bekwaame Zeehaven Ontariö , te ™dogst" dekken , den Indidanfchen handel te beveih- De ^ gen, de onderlinge gemeenfchap der Fran- fchm vcr. /c/m> bezittingen in'het Noorden en Zuiden overen het af te fnyden, en den voortgang der Engel- Fort Os/c/»c wapenen te begunstigen. Doch zy weg°> viel, na een korte tegenweer , met 100 ftuks grof gefchut en eenen aanzienelyken voorraad, in de handen van den vyand, waarbv 16,000 man. krygsgevangen werden gemaakt. De Franfchen flegtten het Andere Fort. Een aanflag der Engelfchen op Louis- r°Jmeri. lerg werd verydeld, en de Franfchen be- ^ magtigden daarenboven nog de Sterkte I757> Wüliam Henry aan den Zuider uithoek der Zee Georga. ■ Terwyl de Engelfchen in Oostïndiën de Marschder bovengemelde voordeelen op de Franfchen Franfche bevochten , waren de Franfche krygsben- ™ePea den reeds op marsch geüaagen , om op de D]limk. Duitfche Staaten der Koningen van Groot- tand. Brittanje en Pruisfen aan te vallen. Vol- 1757. gens een verklaaring van den Franfchen Gezant te Regensburg , oordeelde de Ko- j^^d." ning van Frankryk , als Guarant van den Den Westphaalfchen vrede , verphgt en bevoegd van Lentete weezen, om Duitschlands geftoorde rust maand. gewapenderhand wederom te herftellen. verklaaWant de Koning van Pruisfen werd in de ring van Haatkundige fchriften der Oostenrykers en J^/™"" Franfchen altoos de aanvaller genoemd, JzmteRe- I 5 fchoon gemi„rg.  *38 ALGEMEENE «dfÏL fch00!1 K;klaar bewees , dat de geena mec altyd de aanvaljer js ^ die eerst k • penderhand daadlykheden pleegt, maar hy, die belediger word, of beledigingen doet vreezen, en dat het recht van zelfverdeedigmg bevoegdheid verleent , den belediger vóór te komen, en hem buiten itaat te fteiien, om zyn kwaad opzet uit JÏÜ!£ % VOe'en- In naarvolging van den FranmaanT Gezant-verklaarde mede de Zweed- Verkiaa- G^olmaghgde te ii^^^rg, dat zyn ring van «of beflooten had, uit hoofde van de op fcnZveed zic[l genomene guarantie van den WesL fchen Ge- phaalfchen vrede , • alle reeds gedaane en ,no§ V0!Sen,de rustverftooring a ZHiftfA ** te zullen keeren. Mogelyk zou de . verklaaring van het Zweedfche Hof wel anders uitgevallen zyn , indien zeker gevaarlyk voornemen uitgevoerd was , het welk in het voonge jaar ontdekt en door ftrengheid gefluit werd Na een onaangenaame woner bnefwisfehng tusfehen den Koning en de maand °P d™ %ksdag vergaderde Standen over ontdekte de k°ninglyke magt, welke de Standen engeïTrafte Yan tot tvd meer- trachtten te bezamen- lnoeyen, ontdekte de Korporaal van de zweering Lyfwacht daniel shedvin , eene zamenmZH-ec zweering, die den Koning meerder .magt bezorgen , en m den eerstvolgenden nacht uitbarften'zoude. De voornaamfte Zamenzweerders waren Graaf hord , die door de vlucht ontkwam, Graaf erich brahe, Kolonel by het Koninglyk Lyfregiment te paard , de.Hofmaarfchalk, Baron gustavus horn , de Kapiteins stahlswSrd en pu-  QESCHIEDENIS. 139 püke , en daarenboven nog een Looier , II. ernst genaamd, en de Sergeanten en On- tydperk. der-Officiers morelius, estcolin en christiernin , die oogenblikkelyk in hechtenis werden genoomen. De zaak fcheen zeer onvoorzichtig aangelegd , en de deelneeming van gemeene lieden aan deezen aanflag te groot, dan dat men daarvan een gelukkige uitkomst had kunnen verwachten. .Na een kort proces werden Graaf 1750. brahe, Baron horn, en de twee Kapiteins Den 22/i? op den Ridderholm onthoofd, en drie da- van Hooigen daarna ondergingen djc overige boven- maandgenoemde Zamenzweerders hetzelfde lot. Op het gerucht, alsof de Zamenzweerders den perfoon des Konings, die gevaar zou geloopen hebben , hadden willen beveiligen , verfcheen, zelfs geduurende het onderzoek, een Koninglyk Manifest, waarin zulks ontkend werd. Zo doende bleef de verbintenis van het Zweedfche Ryk met Frankryk onveranderd, en de Kroon Zweeden by het voorneemen,. om daadlyk deel te neemen-aan den oorlog tegen den Koning van Pruisfen. I7S7- De Franfche troepen al nader op Duitsch- In Lentetod aanrukkende, zag men een Obfervati- >"aandons-armée van 50 tot 60,000 man byëen- Vergade- 1 trekken. De Hannoverfche eVHesfifche benden kwamen uit Engeland terug. Dee. Eervar ze Armée beftond uit Hannoverfche, Bruns- tions-arwykers, Pruisfen, Hesfen, en eenige Ba- mee tegen taillons Gothafche en Bukkeburger troepen. Jjjjv Zy waren beftemd, om het land te bevei- land aan- ligen, en den inval der Franfchen te belet- nakende ten. Franfchen.  H9 ALGEMEENE h' J,e Westphaalfche landen doen ontruimen , behalven alleen de .vesting Geldem. De eerfte namen de Franfchen in bezit voor de Keizerin-Koningin ; de laatfte zette de Commandant onder water met het vaste befluit, om zich tot op den laatften man Den lofle te verdeedigen.. De Franfchen belegerden rand"8" 2e1^ksilad Keukn' en begonnen de vyanmaand. delykheden tegen Keur-Brunswyk met het SnnGraf ' innemen van het Graaffchap Benthem, aan maand verpand. De Obfervatiöns-ar- Eerfte w- ?f,' 10 het ,aatst van Grasmaand tot Biandeiykhe- voortgerukt, werd aangevoerd door den der den Hertog van cumberland, Zoon van Franfchen Koning george II. Hoewel hy Paderhom KeTr fn Ri"berS in bezit had genoomen , werd Bnmwyk. echter door de nadering van de FranDen sde -ff .f*rmee» onder de bevelen des Maarvan Bloei- lcnalks van etrees en Prins van soubise , maand. genoodzaakt, om zich achter Bilefeld teDegealii- rug te trekken. eerde Ar- Ondertusfchen . was de tyd gebooren, «ekt dat de Koning van Pruisfen tegen eene Den iAd, magt V,a,n 700,000 man vechten moest; van Hclot ^anc aldus begroot men dezelve, zints maand. ^ verbond tegen hem door de Kroon 'Sterkte der Zw^eden en het Duitfche Ryk verfterkt Armeé'n was. Tegen deeze magt kon hy, met \mOosten- alle zyne Bondgenooten, niet meer, dan Pruisfen °P het hoosst gnomen , 260,000 man nevens der- aanyoeren. De Pruisfen en Oostenrykers zeiver hadden in hunne winter-kwartieren niet Bondge- veel rust genooten ; maar dezelve was nooten. door hevige fchermutzelingen afgebroo- ken  GESCHIEDENIS. 141 ken geweest. Ook was het Oostenryhfche n. leger, thans door Prins karel van Lotha- ™OTERK' Tineen gecommandeerd , met een aanzienelvke magt verfterkc. Het is onzeker , of de Oostenrykers beflooten hadden, zolang verweerenderwyze te werk te gaan , tot dat alle Bondgenooten der Keizerin-Koningin in het veld zouden verfchynen ; althans zy konden van de Rus/en en Franfchen in den eerften veldtogt geen groote vorderingen verwachten. Zy fchynen derhalven eenen aanval te hebben willen vyaagen , maar door de fnelle werkzaamheid des Konings van Pruisfen daaraan verhinderd te zyn. De Koning had ongetwyfeld veele redenen, om den veldtogt zo vroeg, als mogelyk, te openen, en met vereenigde krachten den naasten en magtigften zyner vyanden , de Keizerin-Koningin aan te vallen. Was hy zo gelukkig, om terftond in den beginne eene beflisfende, daad •uit te voeren, dan konden de onderneemingen der overige Magten daardoor afgebrooken, ten minften vertraagd worden. Beflooten hebbende, Bohemen in te ruk- De Koning ken, trok hy zyne Armee in vier benden JJ^Jf. byëen; een onder den Vorst mauritz by £be(luit, Chemnitzhet tweede onder hem-zeiven inBo/iemen bv Lobkowitz, het derde onder den Hertog te rukken, van bevern by Zittau, en het vierde on- Stand g der den Veld-Maarfchalk schwerin in Si- ™^ Icfiën. De Oostenrykfche magt was mede rykfcke in vier benden verdeeld, die onder de be- Armeeën, velen van den Hertog van ahrenberg , den Veld-Maarfchalk brown , den Graaf van  ALGEMEENE ÏY™- lttÉ?*k*f 6n Graaf ™ Belloni, by Eger, Budyn * ReichenberaDenen in JIAwWm ftonden. De Hertoe vanG bevern by den intogt der /n"//^ I" n7S' t0C ^«^g voor - ukkende ontmoette den Graaf van coNiNGsecG die zich met omtreïï zeer°0h°ooT eM Valei ^«^eTtwed va„ gJ. 5^?, ? 660 hevig gevechc> waarïn maand. de Oostenrykers, na eenen dapperen tegenGevecht "and' terug moesten deinzen. ' Zv ver by Rei- looren eenen Generaal en hadden omtrent iooo man aan dooden, gekwetften en gevangenen. ; Het verlies der Pruisjen wis met veel minder. De O^^r/weeken aW ffP't °rde terug tot Li"»»iï al waai zy hun leger opOoegen en verfter king ontvingen. * 1 Dit gevecht was echter flegts een voorbode van een veel gewigtiger bedryfi t i c,L Tan Lotharimen , ais opperfte Legerhoofd het bevél over de Oostenryl Joke Armee voerende, fchikte zyn leger zo, dat de linker vleugel aan den Liskl. berg, het middelpunt op de hoogten*, en SS?, vJeugeI achtei' de landhoeve *A«Jtóo& kwam te ftaan. In deezen ftand werd hy befchermd door de Natuur, door Dergen, fteile rotzen en moerasfen. En evenwel zocht hy zich door verfchanfin" gen noch meer ee dekken, en fcheen nu bet Fruisfisch leger, ingevalle hy daarvan mogt aangevallen worden , ja zelfs de Ko nmg zich met den Veld-Maarfchalk schwe, RIN  GESCHIEDENIS. 143 rin verëenigen zoude, het hoofd te kunnen II. bieden. Deeze verëeniging werd welhaast tydperk. te werk gefteld. De Armee van den Veld- Den ,\de_ Maarfchalk schwerin trok de Elve en JJ^J'0* 1 de Koning met zyne bende van twintig ' Battaillons en agt en deftig Esquadrons ^ ^ de Moldau over. Des anderendags waren maand. beide deeze krygsbenden reeds by elkan- Den 6de der. De Pruisfifche en Oostenrykfche Ar- Van Dloeï- meën waren byna even fterk. De eerfte maand, beftond uit omtrent 64,000 man. De Koning ontdekte welhaast, dat de vyand niet op. het middelpunt, ook niet op den linken vleugel aan den Ziskaberg , maar -wel op den rechten vleugel, aan den aanval van de Infantery bloot ftaande, kon aangetast worden. De Oostenrykers fchynen ten minftèn dien dag geenen aanval verwacht te hebben , alzo zy hunhe Ruitery op voerageeren hadden uitgezonden, en de Infantery ' nog gerust in het leger ftond , toen de Pruisfen reeds tot e.enen veWdag aanrukten. Doch zodra de Oos- Overwiatenrykers deeze bewegingen merkten, rie- "ing der pen zy de voerageerende Ruitery terug, JJgJJL en fchaarden Ruiters en Voetknechten in behaald.0 een behoorlyke flagörde. Het gelukte de onverfchrokken Pruisfifche Infantery, om veele groote hinderpaalen te overwinnen, welke haar door enge wegen, dammen, • en moerasfige weiden, in den weg werden gelegd. Het was byna één uur toen zy zich eerst kon formeeren. Zonder halte te houden ging zy .verwoed op den vyand los, volgens 's Konings bevél zich niet in-  144 ALGEMEENE èflp" k inlaatende °P het vuuren uit klein geweer, maar met opgeplante bajonetten en geveld geweer tegen den vyand aanrukkende. In weerwil van een ysfeJyk kanon-vuur bleef zy langer in de beste order, dan wel by zodanige gevallen te verwachten ftond. Doch eindelyk werd 's vyiinds kartetfchen-vuur zo woedend en moorddaadig, dat het byna niet meer mogelyk was, om de openingen, welke het in de ■Battaillons, veroorzaakte , weder op te vullen. De tot hier toe zo manmoedig aanrukkende Grenadiers werden eindelyk genoodzaakt, om af te deinzen. Zy werden gevolgd door de naastftaande Regimenten , waarvan eenigen zelfs veldftukken en vaandels verlooren. Ondertusfchen geraakte de Pruisfifche Ruitery mede aan het vechten, die eindelyk, na eene dappere tegenweer der Oostenrykers; 's vyands geheele Ruitery verftrooide. De wanorde floeg over tot den rechten vleugel der Oostenrykfche Infantery , en werd vermeerderd, toen eenige Pruisfifche Esquadrons kans zagen op den vyand in te houwen. Geduurende het gevecht der Ruitery was de Veld-Maarfchalk schwerin bezig , om de geflaagene Infantery wederom in orde te brengen. Hy gaf bevél, dat eenige Bataillons van het tweede zich by het eerfte treffen voegen en den vyand terug dryven zouden. Zulks gefchiedde oogenblikkelyk. Met dit alles griefde het deezen by de .wapenen en overwinningen grys geworden Held, dat zyn Regiment zich •door  GESCHIEDENIS. 145 door het nevensftaande mede tot wyken N» had laaten wegüeepen. Hy klom van het t«>«**« paard , plaatfte zich aan het hoofd van zyn Regiment, nameen vaandel in de hand, en ftierfdenroemvvaardigendood vaneenen held, den dood voor het vaderland, in het drie en zeventigfte jaar van zynen ouderdom. Zyn edele dood baande den weg ter overwinning. Al ftervende zag hy , dat ook de overige linie , die weder in orde gefchaard was, zyn Regiment volgde, en van nieuw op den vyand aanviel. Verfcheidene Generaals volgden tevens heü voorbeeld van hunnen Veld-Maarfchalk, klommen van de paarden af, en voerden hunne Brigaden te voet aan. Dit en hunne hartelyke aanmoediging zette het volk nieuwe krachten by. Nu kon de vyand het niet langer teg'èn hen uithouden. Hy geraakte in wanorde en moest op de vlucht bedacht weezen. Deeze was> volgens de verzekering vaneen Rusfisch Officier, die als Vrywillige by de Keizerlyke Armée ftond , en wiens fchriftelyk opflel mede onder de by Leuthen veroverde bagaadjen gevonden is, zo ongeregeld, dat alles op het veld , gelyk een kudde fchaapen, rond liep, en 200 Pruisfifche Hoezaaren, vyf Regimenten jaagen konden. De vyand kon het nog des te minder uithouden, omdat niet lang daarna zyne geheele Ruitery geflaagen was. ' Door eene beweeging ,van de Oostenrykfche Armée naar den rechten vleugel, om zich al verder uit te breiden, ontftond K eene  i4ö ALGEMEENE eene opening, die de Koning terftond t\dfükk, ontdekte. Hy deed een post veroveren, waardoor deeze opening kon gedekt wonden. De Infantery viel de Oostenrylfche Armée in de linker en rechter..flank, terwyl de Koning zelf met zynen rechten vleugel de opening indrong. Dit"alles gefchiedde niet, dan na veele zwaarigheden overwonnen te hebben , als ook, terwyl de Pruisfifche Regimenten wonderen van dapperheid deeden, niet, dan met een groot verlies. ; Het Regiment van winterfeld tastte een battery aan, waarby het over duizend man liet zitten. Maar het rukte ook onder een ysfelyk kartetfchen-vuur zo bedaard voort, even alsof het ter monstering ging. De Grenadiers van mauritz en manteufel , die ter onderfteuning aanrukten , en hen toeriepen : ,, Spitsbroe„ ders ! laat ons door, gy hebt nu eer „ genoegjjehaald, " ondergingen hetzelfde lot. Eindelyk werd de vyiind evenwel overwonnen en genoodzaakt, om zynen ftand te verlaaten. Nadat de Pruisfifche Armée, zo goed als zulks na zodanige hevige gevechten doenelyk is, weder in orde was gebragt, rukte zy geduurig voort, en dreef den vyand voor zich heen. Deeze hield nog een en andermaal ftand, zo dat hy, van den eenen berg verjaagd zynde, op den anderen terftond eene linie formeerde, om de vluchtende troepen te dekken. Onder het voortrukken trok het Pruisfifche leger al ■meer naar den kant van de Moldau, waardoor,  GESCHIEDENIS. 14? door , na een geheele neerlaag van den tt. rechten vleugel der Oostenrykers, hun mid- ty^cr*. delpunt en linken vleugel de terugtogt af4 gefneeden , en beiden genoodzaakt werden , de wyk in Praag te nemen. De Pruisfen veroverden nu hun leger, kanon, vaandelen, en alle de eertekenen eener volmaakte overwinning. Men had aan beide zyden veel volks verlooren, doch het grootfte verlies was dat van twee der vermaardfee Legerhoofden. By de Pruisfin fheuvelde de Held schwerin , en by de Oostenrykers, overleed de Veld-Maarfchalk brown aan een zwaare wond den 2ofte van Zomermaand. Op deezen veldflag, waarïn beide partyën met ongelooffelyke dapperheid vochten , heeft zeker doorkundige 'Pruisfisch Schryver , zelf Officier zynde , en het geen hy befchryft, meestal zeiven bygewoondhebbende, de volgende aanmerking gemaakt: ,, Men vindt menfchen , die by hunne Tempel,, achting voor de oudheid, de oude Grie- noFs aan„ ken en Romeinen in deezen opzichte als mer^ „ Reuzen , maar de krygsbenden van laa- ^g ^ 4, ter tyden als Dwergen befchouwen. praag. „ Waren zy ooggetuigen geweest: van de „ veldflagen , in deezen 'oorlog voorge„ vallen , of zouden zy de moeite willen 5, neemen , om alle daarby plaats heb„ bende omftandigheden , met bedaard„ heid , met een onbevooroordeeld, en ,, niet meteen door alle de konst van ciers, lyke welfpreekendheid verhit gemoed te K 2 55 on-  148 ALGEMEENE n. „ onderzoeken en in overweeging te neet»p£rk. }5 raen. zy zouden vincjen} dac wy voor „ de Ouden in moed , dapperheid en zelfs „ in patriötismus niet behoeven te wyken , „ maar hen in veele gevallen zelfs over„ treffen. De Pndsfen deeden voorzeker „ alles , wat van geoefende , braave en „ patriötsch-gezinde Soldaaten verwacht „ kon worden. Ik zal ter loops flegts één ,, voorbeeld aanhaalen. Nadat het Regi„ ment van Itzenplits reeds door de vy3, andelyke linie was heen gedrongen kwam het voor een vry breede en moe„ rasfige gragt. Hier en daar lagen ecni„ ge breede ftokken ten dienfte der voet„ gangers. Het volk begon ook reeds j, één voor één daarover te gaan. Prins „ hendrik 's Konings Broeder, die het „ Regiment aanvoerde , zulks ziende , „ klom van het paard, liet het loopen , }, fprong eerst de gragt in en riep : Ka„ meraaden ! volgt my. Oogenbliklyk 5, fprong het Regiment tot aan de heup in de gragt, viel van nieuws op den „ vyand aan, en bragt hem ook aan het ,, wyken." Beleg van Nadat Prins karei, genoodzaakt was gePraag. weest, om zich met omtrent 50,000 man in Praag te werpen , maakte de Koning het zeldzaam ontwerp, om deeze ftad in te fluiten. Kon de fterke bezetting aan den éénen kant den aanval ontraaden, het fcheen aan den anderen kant, door de vermeerdering der inwooneren, van 60,000 menfchen, gemakkelyker gemaakt, de ftad door  GESCHIEDENIS. 149 door honger te kunnen dwingen. Doch H. de Koning befloot dezelve met bommen te nvnab befchieten , om de overgave te verhaasten. Uit vier ketels zouden dagelyksch 288 bommen, en aan de andere zyde gloeyende kogels in de ftad geworpen worden. De bezetting deed eenen dapperen tegen- in-demagt ftand en eenen zeer goed beraamden uit- *»» den. val, die echter terug geflaagen werd en eenaanzienelyk verlies veroorzaakte. Eeni- van Bloei. ge dagen daarna kwam 'er een zwaar on- maand, weêr op. Donder, ftorm,, ftortregen en de fchroomelykfte natuur-verfchynfelen fcheenen zich tot den ondergang van het menschdom verëenigd te hebben. Een brug van de Pruisfen werd vernield ; de Moldau trad buiten de oevers en overftroomde Praag, waardoor veele mondbehoeften en andere zaaken, in kelders en kafematten geborgen, verlooren gingen ; de gemeenfchap tusfehen 's Konings leger en dat van den Veld-Maarfchalk keith werd afgefneeden. Misfchien zou de bezetting van dit toeval wel gebruik gemaakt, en eenen tweeden uitval gewaagd hebben , zo 'er niet het vreesfelykfte vuur op de ftad gemaakt was. Op het fein van Vreesfelyeen ftygende vuurpyl vloogen terftond na £e bom" middernacht bommen en gioeyende kogels rianr ee" overal rond. Het vuur,den geheelen nacht en de volgende dagen en nachten onöphoudelyk voortgezet, richtte ysfelyke verwoestingen in de ftad aan. De belegerden konden door al het vuur, dat zy op de belegeraars maakten , de verwoesK 3 tirig  IS» ALGEMEENE n. TYDPERK. Den 6de vanZomer- maand. De Veld Maarfchalkdaün verIchynt op het oorlogs-toopeel. ting niet fluiten. Men befpeurde ook mangel aan leeftogt. Om hierin te voorzien , werden 12,000 menfchen, die toch van geen nut konden weezen, de ftad uit naar het Pruisfisch legér gejaagd, doch door' de Pruisfen terftond weder binnen gedreeven. Magiftraat, Geestelykheid en Burgery , die hunne door de vlammen reeds zeer verwoeste ftad in gevaar zagen van in een puinhoop veranderd te worden , fmeekten den Bevelhebber, om naar voorwaarden te luisteren en in de overgave toe te ftemmen; doch hy weigerde zulks volftrekt. Hy kon 'er ook indedaad niet wel toe befluiten , zo het waar is , dat de Koning in dit geval eischte, dat de geheele bezetting, of de geenen van dezelve, die niet vrywillig in Pruisfifchen dienst wilden overgaan , zich moesten verpligten, in den tyd van zes jaaren niet tegen den Koning te dienen. Daardoor geraakte de Keizerin-Koningin in de hagchelykfte omftandigheden. Eene geheele Armée liep gevaar krygsgevangen gemaakt, de Hoofdftad van Bohemen en met haar het geheele Koningryk veroverd te worden, 's Konings vrienden begonnen reeds den weg naar Weenen op te zien , wanneer, te midden van deezen wanhoopigen toeftand der Oostenrykers, Graaf daun op het tooneel verfcheen , en de krygskans een geheel anderen keer nam. Dit Legerhoofd, door veeljaarige ondervinding, onder de grootfte Bevelhebbers en in de zwaarfte veldflagen gevormd , in het  GESCHIEDENIS. 151 het gevecht buitengemeen dapper-en bedaard, die een der groptfte mannen van ™»rk. zynen tyd zou geworden zyn , had hy wat meer fierheids van geest bezeten , voerde nu het bevél over de Oostenrykfche Armee in Moraviën, en was gelast, om zich by de Hoofd-armée by Praag te voegen. 1 en dage van den veldflag by Praag ftond hy nog by Boheemsch-Brood met 25 tot $0,000 man. Door de vluchtelingen uit de Armée van Prins karel aan zich te "ekke"> was hy ten minften 40,000- man fterk. Ln evenwel dorst hy den Hertog van bevern niet aantasten , dien de Koning tegen hem had opgezonden, en op het hoogst 20,000 man fterk was; trok terug en het door de Pruisfen magazynen wegneemen, wier verlies Prins karel nog meer bloot ftelde aan gevaar van gebrek aan leeftogt te lyden. Hy bleef van den 7de van Bloeimaand tot den 12de van Zomermaand werkloos , en rukte eerst voort, toen hy bevél ontving, om Praag te ontzetten, het mogt kosten , wat het wilde. Zyne Armée was door verfterkingen tot 60,000 man vermeerderd. De Koning van Pruisfen, die zo weinig zyne komst afwachten, of ook den Hertog van bevern zonder verfterking aan zulk een groote magt bloot ftellen, als het beleg van Praag opbreeken, en Prins karel met zyne 50,000 man daaruit laaten kon , voegde zich met een ge- deelte van zyn leger by den Hertog van bevern, en had nu 3^,000 man tot den aantogt tegen Graaf daun byëen. Men 00 K 4 heefc  152 ALGEMEENE tvdperk, iZl^f^rf^ Monarch van ver, metelheid befchuldigd , dat hy zulk een groote overmagt, door natuur en kons " daar te boven nog befchermd , meteen zo klem getal van troepen aantastte. Doch des kundige Schryvers hebben zyne onderneeming uit regelen en door voorbeelden dei oude en nieuwe gefchiedenis van over- K?geB1' °P ,e'en groote ove™agt van vyanden bevochten , verdeedigd. Ook was de Koning in 't geval, eenen veldflag te moeten waagen. Graaf daun ftond zeer voordeehg en veranderde met zeer veel n . a i V?? ftand' Daar maate de beweeginS gdl?ieSl)TngS Zulks ^réischten. Ei . va.zo.er- de yk viel e vermaarde veldflag by Chm. Nedenaa- ! f^f* v°or > die van 's middags * ge der "Ul s, av.onds 9 uur duurde. HetontPruisTen Di'eekr(: wel met aan breedvoerige befchrv byK^n. vmgen van deezen veldflag; doch alle omftandigheden , die daarmede gepaard gingen, zyn zodanig ingewikkeld , dat ze zonder hulp van plans, vooral niet van Leezeren , die de krygskonst niet verftaan , onmogelyk kunnen begreepen worden Sr rflp rgr?°eg hiei* aan te merken, dat de Pruisfifche wapenen, die na zo vee! le en zelfs nog onlangs bevogten overwin nmgen , onöverwinnelyk fcheenen , nu eenen vyand, nog eens zo fterk, dan zy, in eenen allervoordeeligften ftand , aangreepen en dat de Pruisfen by deeze gelegenheid alles deeden, wat eene fiere en welgeregelde dapperheid, een onverbeter, iyke krygstucht, bezield met de herden. king  GESCHIEDENIS. 153 king aan de luisterrykfte overwinningen , g. vermogt, en evenwel niet konden zege- tydperk. praaien. Zevenmaal hervatteden zy den aanval. In geene van hunne zegevierende i'eldflagen had hunne kloekmoediheid meer uitgeblonken, 's Konings beide Broeders waren te veld en deeden alles , wat men van fredriks Broederen kon verwachten. De Koning zelf, aan het hoofd van zyne Ruitery, deed ten laatfte nog eenen verwoedden aanval. Alles werd beproefd, maar liep ongelukkig af , en de Pruisfen moesten met den ondergang der zon het flagveld ruimen en aan den vyand overlaaten. Men kan zeggen, dat de overmagt der Oostenrykers, hunne dapperheid , hun voordeelige ftand, hunne Legerhoofden , den Koning van Pruisfen overwonnen hebben.' Doch men heeft ook gezegd , dat zyne wyze fchikkingen niet wel begreepen, en dus flegt agtervolgd zyn, dat het bevél van een groot Generaal aan een Battaillon, om de Kroaten uit een veld, bedekt met hoog opgefchooten graan , te jaagen, de volgende Battaillons verleidde, om mede daarop los te gaan, en de waare bedoeling uit het oog te verliezen, dat deeze byzonderheid veele aanvallen veroorzaakt heeft, die wel dapper uitgevoerd, maar niet wel overdacht werden , dat de Pruisfifche Battaillons flegts afzonderlyk aanvielen, waardoor groote openingen ontftonden , tusfehen welke de vyandelyke Ruitery heen brak , en de Pruisfen van vooren en van achteren tevens op het lyf K S viel>  154 ALGEMEENE mü'» vi.el'.en dat"dit laatfte eigenlyk de over. ttèperk. wlnning beflis(. heeft> s * °ver- MaarVeld' , .Rechttnaatiger fchynt de befchuldigine fchaik ^gen den zegepraalenden Veld-Maarfchalk daum geweest te zyn , dat men tot hem kon maaktjut- zeggen, 't geen eertyds maharbal naden van n!ie & by Canncs hannibal te gemoed voerde: overwin- " V°den begunstigen toch een afzonsing. *» aerlyk man niet met alle hunne begaafd„ heden tevens. Gy weet wel te over» Wl"nen , doch gy weet niet , gebruik 3j van uwe overwinning te maaken." Ten dage van den veldflag , byna de langfte in t jaar, het hy- toe, dat de Pruisfifche Ruitery , die fchoon de flag verlooren werd, onder het bevél van den Generaal zietpien , de Ruiter-bende van nadasti zodanig geflaagen had , dat zy geduurende den geheelen veldflag niet weder te voorlchyn kwam, tot 's avonds 10 uur op het fiagveld bleef ftaan, en vervolgens met gemak aftrok. Hy zond ook geen éénen Hufaar, om de geflaagen Infantery te vervolgen. Hy het zyne Armée den geheelennacht onder het geweer, alsof hy vreesJf », de Koning zou nog eens terug komen. l\ackn>hy zyn voorig leger by Kriechenau weder had betrokken, zag hy des morgens te 10 uur nog de geheele Pruisfifche bagaadje achter Kaurzim en Planidn , en liet dezelve in vrede vertrekken , zonder zulks te beletten» Het verlies der Pruisfen was niet wel te bepaalen. Zy verlooren veel volk in den veldflag, doch nog meer door defertie en  GESCHIEDENIS. ISS en de onberekenbaars kwaade gevolgen eener neerlaag. , npn ïoj„ De Koning keerde van het flagye d ter- De^jgfe ftond naar Praag terug, om het beleg op maand. te breeken. Dit was een noodzaakeiylc , Het op_ hoewel noodlottig, maar echter op verre breeken ^ na niet het eenigst droevig gevolg van van 'tbeden veldflag by Kollin. ■ De Koning bevond zich thans in eenen zeer ongunsti- ge_ gentoeftand. Daarëntegen hadden zyne volgenvan vyanden de heerlykfte vooruitzichten. De deniiagby Franfchen , geleid door den Maarfchalk Kolhn. D'etreés, maakten van tyd tot tyd meer vorderingen. De Prins van soubise verfcheen met een andere Armee , om zich met de Ryks-Armée te verëenigen. Ue liusfen drongen in Pruisfen m i te Zweden ftonden gereed, om de vyiindelykheden te beginnen. Vóór zich had de Koning een Armée van 110,000 man, die dagelyksch uit Hongaryën en Oostenryk verfterkt werd. Midden onder alle deeze vyanden ftond hy met een Heir van omtrent 70,000 man , waarmede hy alle de verre uitziende bedoelingen zyner vyanden zoude verydelen. Zyn ondergang fcheen onvermydelyk, en niemand vond het mogelyk , tegen een ftroomvan zo veele wederwaardigheden op te zeilen, of denzelven eenen anderen loop Den ^e te doen neemen. Zelfs de Ryks Hofraad, van0ogsttot hiertoe altoos nog tegengehouden , maa>id begon ftouter te worden, en fchoot den De RyksStaats-banblikfem op den koning van ^ don Pruisfen uit, door den Ryks-Fncaal daar- Kuning in toe opgeroepen: Deeze ban was opgefteid dün Ryks-  *56" ALGEMEENE tvd"'kk. ï"itd.r«tfeingen,welke eerder voegden voor de tyden van fkrdinand II, dan voor onze dagen, te meer nog, omdat dezelve eenen Monarch betrof, by wien de waardigheid eens Souverainen Konings van de waardigheid van eenen Keur- en Rvksvorst wel in gedachten, toch njmmer indedaad kon afgezonderd worden. De Koning alleen," (zegt een kundige Schryver,) „ verloor daarby zyne tegen„ woordigheid van geest niet. Hy vond „ m zich-zelven zeker iets, 't welk alles „ vergoedde , wat zyne Armeeën aan „ Werkte ontbrak, en nimmer verfcheen n zyne waare grootheid in een voordee„ liger hcht, dan in dit tydftip. Zyne „ groote uitmuntende eigenfchappen ont„ wikkelden zich met een buitengewoone „ vlugheid , en zyn geest , de geheele » ^rygskonst volkomen magtig, deed hem „ ontwerpen vinden, welke door het ei„ genSartige, onverwachte en verhevene, „ zo onwederftaanbaar op zyne vyanden „ werkten , dat alle hunne geest-vermo„ gens in een foort van ftilftand geraak" ^n> HZ wist hunne Armeeën in zoda„ nigen af ftand van elkander te houden „ dat het hem mogelyk werd, de geenen aan te vallen, wier vorderingen van de „ nadeeligfte gevolgen voor hem konden „ worden, terwyl aan den anderen kant, „ het overig gedeelte van zyne magt, „ door een gefchikte verdediging , den „ vyand verhinderde, iets beflisfends uit » te voeren. Wanneer hy gelukkig was, dan  GESCHIEDENIS. 157 „ dan kwam de beurt vervolgens ook aan II. deeze, en na verloop van eenen kor- p»*8** ten tyd zag hy zich beroofd van het be' zit van alle zyne veroveringen. Hy wist den vyand door eene vertooning van , ftreelende hoop te blinddoeken, aan des' zelfs oogen het hoofd-voorwerp te ont„ rukken, en te beletten, zyne waare voor- deelen te kunnen doorgronden." Genoodzaakt , Bohemen te verlaaten , was de Koning bedacht, zowel Saxen te dekken, als ook de verëeniging der Oostenrykers met de Ryks- en Franfche Armee te verhinderen, die nergens, dan in Saxen kon ftand grypen. Zyn aftogt gefchiedde in de uiterfte orde. Hy zelf ging met een leger in Saxen, en deed den Prins van Pruisfen met het ander naar de Laufitz terug trekken. De laatfte verloor den gewigtigen post by Gabel en kon den vyand niet beletten, Zittau te belegeren, waarïn een zwaare Pruisfifche bezetting lag, en een magazyn, van alle noodwendigheden voorzien , aangelegd was. De Oostenrykers kwamen den Prins vóór en begonnen de ftad in te fluiten. Doch vermits de vy- ïn den ■ anden by geluk verzuimd hadden zulks nacht yan van alle kanten te doen, vond hy midde- **£• len, om het grootfte gedeelte van de . 23/7 ^ hielden niet op £z)Z h™m™ en P.'kkranfen daarïn te werin den Pen' ]ot dat zy m eenen aschhoop verasch. anderd was. Een gedrag , dat volftrekt n et kan goed gekeurd worden. Deeze plaats was geen Vesting, en derhalven maakten geene redenen van oorlog dit gedrag noodzaakelyk. Zy was flegts met eenen muur omringd, en moest alleen door de dapperheid der bezetting verdedigd worden. Behalven het magazyn was 'er niets, waarvan de Oostenrykers voordeel trekken konden; en wilden zy dit bemagtigen, dan moesten zy t immers niet verbranden. De ichade , die den Pruisfen daardoor kon toegevoegd worden, was van geen belang, in vergelyking met de ellende, waarïn de arme inwooneren gedompeld werden Het verhes der Pruisfen was niet groot en bedroeg flegts 200 man, die by den algemeenen brand, zelfs nog toen men van hitte op de ftraaten niet meer duuren kon, het Den *sae A™*} W*den °PvolSen> om zich tot op ™ Hoct man te verdedigen. Onder1- mund. tusfehen vereenigde zich de Koning, van Leutmeritz naar Pirna , en aldaar over de Elve getrokken zynde, met de Armée van den Prins van Pruisfen. Door andere veranderingen van plaats en ftand, eensdeels Den 15* zelf, anderdeels door zyne Veldheeren on- Ü£T tlTZ\h,G7on hy fpoedisde semeen- lenap met Süefien. Een der ergfte gevolgen van de neerlaag by Kollin was voor den Koning van Pruis-  GESCHIEDENIS. 159 Pruisfen een daardoor bewerkte aanmoedi- U. ging der Oostenrykfche hulpbenden , om tydperk. verder door te dringen. De Maarfchalk DjjJJd'etrees brak met het Franfche leger op, j)ree]a op< en nam van den kant van Munfter komen- Den ifte de, Oostfriesland in bezit. Terwyl de Her- van Hooitog van cumberland zich in zyn leger maand, tusfehen Rinteln en Hameln verfchanste , Den Sfte deed de Maarfchalk eerst een brug over de ^™eWezer liaan , vervolgens Minden wegnee- * men, en Hesfen-Kasfel, voornaamelyk de Jg™^** ftad iTas/eZ, door den Landgraaf vrywilhg mMBcL overgegeeven, bezetten, en Göttingen ging Den by verdrag aan hem over. Denzelfden deezer dag was de Hoofd-Armée de Wezer reeds maand, over. De Armée des Hertogs van cum- Den 16de berland , die tot nu toe al meer en meer deezer was terug getrokken, befloot eindelyk by ™and. Hastenbeek , één uur van Hameln gelegen, - ftand te houden , omdat de overmagt des vyands hier het minst nadeeligfcheen. Hier Gevecht Kwam het tot een gevecht, waaiïn , on- e" aangezien de voordeelen , aan de land- Den'^ ftreek eigen, en de dapperheid der Bond- Van Hooigenooten , hunne Armée nogthans het flag- maand, veld aan de Franfchen overlaaten moest en genoodzaakt werd, tot onder het gefchut van Hameln terug te trekken. Hun aftogt gefchiedde , zonder door den vyand ontrust te worden. Van Hameln ging de Hertog van cumberland al verder terug, en nam het grootfte gedeelte der bezetting mede. Niet meer , dan 700 man werden Den 28^ achter gelaaten, om den aftogt der Armée ^j^001" eenigzins te dekken. De zwakke bezet- gaat Hating ml» by  i6b ALGEMEENE tïdperk 5n,g kaP,ituleerde> zodra de Franfchen toe• ftel maakten tot een formeele belegering, verdrag De Maarfchalk d'etrees verplaatfte nu zyn Hootd-kwartier naar Hameln. De Hertog Doch deeze groote Veldheer de lieve ïï™E'?Dg **? Krvgsll(;de"> die r^ds zo groo-" hè™ te vorderingen had gemaakt , en °voor mando wien nu her- geheele land van Kalenberg , óver, den Grubenhagen , Wolfenbuttel en Celle open 4^ van ftond, moest het kommando overgeeven ma°and. ^ «eer Hertog van richel'ieu , die als Hoveling befchouwd, boven hem en alle menfchen in bekwaamheid uitmuntede. Deezen kostte het weinig moeite, om Hannover , Brunswyk, Wolfenbuttel en Hildesheim te bezetten, en-met de Armée al verder voort te rukken , terwyl integendeel de Armée van den Hertog van cumberland al meer en meer terug trok. In Bloei- Ondertusfchen was ook de Rusfifche Armaand. m£Q onder aanvoering van den Graaf ' De Rus/en apraxin, opgebrooken en reeds op den fruiten Pruisfifi^n bodem. Tegen een leger van 81,000 man geoefende troepen, verzeld van 16,000 Tartaaren,Kalmukken en Kofakken (*)> kon de Koning van Pruisfen maar (*) Het menschheid-ontè'erend gedrag deezer ligte troepen fchetst de Heer archenholtz met levendige kleuren. „ Zy plunderden, zegt hy , het platte land j, te vuur en te zwaard, en wel op eene wyze, die fe„ dert den tyd der Hunnen in Europa niet beleefd „ was. Deeze onraenfchen vermoordden, of misbau„ delden ongewapende lieden uit helsch vermaak. Men „ hong hen aan boomen op, of fneed hen neus en „ ooren af; anderen werden de beenen afgehouwen, » de  GESCHIEDENIS. iöi. maar 30,000 man ftellen , waarover hy tl. het bevél aan den Veld-Maarfchalk leh- ™ukwald opdroeg. Van vier kolommen , waarmede de Rus/en in Pruisfen rukten , viel die onder den Generaal fermor , Memel te land aan, terwyl, om deeze onderneeming te begunstigen, de Rusfifche Admiraal lewis , een vermaard Engelschman , met een fterke vloot van Reval zeilde , om Memel tevens te water aan te tasten, en wel met dit gevolg, dat Memel moest kapituleeren. Deeze verovering bragt den Rusfen ongemeen veele voordeelen toe. De ftad kon hun voor een wapenplaats dienen, en door middel van hunne vloot konden zy dezelve van zo veel levensmiddelen en krygs-behoeften voorzien , dat { de gantfche Armée geduurende den geheelen veldtogt daarmede kon onderhouden worden. In Oogstmaand trok de geheele Armée over de Pregel, en legerde zich by Groot-Jagersdorf, en de Veld-Maarfchalk zelve' volgde. Hier kwam het tot Gevecht een gevecht, waarïn de Rusfen zegepraal- by Grolden. Men heeft den Pruisfifchen Veld- JffJs- Maar- „ de buik open gefneeden en het hart uitgerukt. De „ graven werden verftoord en de beenderen verftrooid. • „ Edellieden en Predikanten met zweepen gegeesfeld, „ naakt op gloeyé'nde kooien gelegd en op allerhande „ wyzen gemarteld. Men ontnam den Ouderen de „ Kindets , of vermoordde die voor hunne oogen. „ Maagden en Vrouwen werden gefchonden, Veele „ Vrouwsperfoonen bragten zich-zelven om het leven, „ om de beestachtigheid deezer Barbaaren te onti, gaan." Zie archenholtz Gtfchiédcnii van den zeven] aarigen Oorlog. I. D, bladz. 58.  JÓ2 ALGEMEENE n. Maarfchalk befchuldigd van misflagen, die tydpeuk. net ver]ies van fcn nag Zll]]en ten gevol. den s&fle ge gehad hebben, behalven nog, dat hy , maan?"' b^ de moeyelykheid der ontdekking van den ftand der Rusfen, misleid werd door de Bevelhebbers der benden, tot dat einde uitgezonden. Met dit alles is 't niet te verwonderen, dat een dappere Armée van 20,000 voor een niet minder dappere Armée van 6o,coo man, want zo veel verfchilden beide heirlegers in manfchap, over* wonnen werd. Doch ook hier behaalden de Pruisfen den roem van kloekmoedigheid , die voor niets behoeft te zwichten ; en zy trokken af zonder vervolgd te worden. Onver- Maar wat de waereld vreemd moest voorwachte te- komen , was dat de Rusfen te midden van tet Rusfen den '00P hunner overwinningen met zo in Herfst- veel haast terug trokken , dat zy met den maand. uitgang van de maand geheel Pruisfen reeds ontruimd hadden , uitgezonderd Memel , waarïn zy eene bezetting van 10 tot 12,000 man achter lieten. Men kon in dien tyd de waare oorzaak van dit voorval niet befeffen , die thans" echter geen geheim meer Waare oor- js. De Groot-Kanfelier bestuchef wist, zaak daar- ,jat £e Grootvorst en Troons-opvolger , namaals Keizer peter III. hem eenen bitteren haat toedroeg, omdat hy, onder de regeering van Keizerin anna, als Gezant by den Nederfaxifchen Kreits , middelen had weeten te vinden, uit het Hertoglyk Holftein-Gottorpisch Archief, gedeeltelyk te Kiel, gedeeltelyk ook in Hamburg bewaard wordende, verfcheiden gewigtige oirkon- den,  GESCHIEDENIS. 163 den , onder anderen ook het Testament II. van Keizerin catharina' I, zo gunstig tydpurk. voor de Troons-opvolging van het Huis van Holftein-Gottorp in Rusland, magtig te worden, en vervolgens naar Rusland over te brengen. Overtuigd van geen zeer gunstig lot te kunnen verwachten , zodra de Grootvorst de regeering zoude aanvaarden, zocht hy de Troons-beklimming van eenen Vorst te beletten, waarvan hy veeltyds met verachting fprak. En by de geboorte van .den jongen Grootvorst paul petrowits 1754 fmeedde de Groot-Kanfelier een ontwerp , om den Vader van de Troons-opvolging uit te fluiten, en dezelve over te brengen op den jongen Prins, die onder voogdyfehap van zyne Moeder, de tegenwoordige Keizerin catharina II. ftaan zou. Ten tyde der overwinning by Groot-Jagersdorf werd de Keizerin elisabeth.op haar Lust-verblyf Sarskoe-Selo ziek, zo dat de Groot-Kanfelier voor haar leven vreesde. Ter uitvoering van zyn voorneemen, een verandering in de Troonsopvolging te maaken, wilde hy zich bedienen van zynen Vriend, apraxin , dien hy tot dat einde verzocht, met het Rusfisch leger Pruisfen te verlaaten, 't welk ook gefchiedde. Doch de Keizerin elisabeth herftelde van haar ongemak. Zy wilde weeten , welke vorderingen haare wapenen hadden gemaakt, en vernam met verontwaardiging den hertred van haare Armée uit Pruisfen. Vruchteloos zocht de Groot - Kanfelier uitvluchten ; want zyn L 2 brief  iÖ4 ALGEMEENE II. brief aan den Veld-Maarfchalk apraxin tydperk. bewees, dat hy fchuldig was, en bewerkte in het volgende jaar zynen val. De onverwachte hertred der Rusfen gaf den Koning van Pruisfen eenigzins lucht. Ondertusfchen zag hy zich kort daarna overvallen door een andere magt, wel niet zo geducht, dan de Rusfifche, maar echter in zyne tegenwoordige geffeldheid genoeg in ftaat, om hem lastig te vallen. De Zweedfche Ryksraad (want men drukt zich wezenlyk niet wel uit, .wanneer men in dit geval den Koning van Zweeden noemt, fchoon hy zynen naam tot alle deeze bedryven openlyk moest leenen ,) befloot, ingevolge de bovengemelde verklaaring by de Ryksvergadering te Regensburg in Lentemaand ingebragt, onder het voorwendfel der Zweedfche guarantie van den Wistphaaljchen vrede, de Pruisfifche Staaten, en voornaamelyk het aan ZweedschPommeren grenfende Pruisfisch-P'ommeren , In Herfst- aan te vallen. De Zweedfche troepen in maand. fchepen naarP'ommeren overgevoerd, maakGeiukkig ten onder de aanvoering des Generaals np u i n V311 « r ómZweed- van ungarn-sternuerg een Armee uit van fcken veld- 17,000 rnan. Deeze Armée trok over de togt in Peene, nam Demmin, Anklam, en de eilanPommeven fcn Ufedom en Wollin weg, drong al vermarkUksJe» de van derzelver klein getal, onaangezien lehwald. het gevaar, waaraan de fcheepvaart in dit jaargetyde bloot gefteld was , aan boord te laaten gaan, en naar Zweeden terug te zenden; doch vruchteloos. Dus moesten de Zweeden by de komst van lehwald's troepen, nog voor het einde van het jaar, alle hunne veroveringen , behalven Anklam en de Peenamunder-fchans, verlaaten , en onder het kanon van Siralfund terug trekken. Middelerwyl was ook de vergaderde Ryks a.r. Ryks-Executiöns Armée opgebro'oken. Zy mée. beftond uit 32 Esquadrons, even zo veele Bataillons, 23 Grenadier-kompagnien , 2 Regimenten Hufaaren , had 52 ftukken zwaar gefchut, en werdgefchat op 15,000 man. Het opper-bevél was opgedraagen in Herfstaan Prins joseph van Saxen Hildburghau- maand. fen. Met deeze Armée zouden zich 30,000 Verè'eniFranfchen onder aanvoering van Prins sou- &në der bise verëenigen , die reeds zints eenigen |^|gm^trje tyd aan den Main-Jlroom had geftaan. Dee- Franfchen ze verëeniging greep wezenlyk ftand by onderPrins Erfurt, en de Armée voerde nu den naam soubise. L 3 van  166 ALGEMEENE n. tydperk. De Generaal seidlitz verjaagt niet 1500 Pruisfen 8000 man van de verëenigde Franfche en RyksArmée, van Verëenigde Armée. Zy zoude de Pruisfen uit Saxen verjaagen , waarïn men weinig zwaarigbeid meende te vinden. Want het land fcheen overal maar zwakke bezettingen te hebben , die, al zouden zy zich by elkander voegen, evenwel de verëenigde Armée , wegens haare overmagt, het hoofd niet zouden kunnen bieden. De Koning, dacht men, had te veel werks met de Oostenrykers, dan dat hy tyd en middelen zou kunnen vinden, om deeze nieuwe vyanden op het lyf te vallen , en zich tegen derzelver onderneemingen te verzetten. Maar van alle vyanden des Konings waren deeze indedaad het minst geducht. Zy rukten voorwaards, wanneer de Koning terug week, en weeken terug, wanneer de Koning voorwaards trok. Men zag in alle hunne onderneemingen zo weinig ernst en beleid, zo weinig voorzichtigheid, om elk mogelyk geval in aanmerking te neemeri, dat hun gedrag dikwerf, te midden • der ernftigfte oorlogs-bedryven , kluchtige "tooneelen opleverde. Dit laatr fte zag men in het volgend geval: De Koning, die den 15de van Herfstmaand zelf te Gotha geweest, doch terftond naar de Armée wedergekeerd was , had den Generaal'setdlïtz met eenige Esquadrons Dragonders en Hufaaren daar gelaaten , welke in de ftad en haaren omtrek geplaatst werden. Tusfehen Gotha en Erfu'rt ftonden mede nog eenige Esquadrons Dragonders. De Generaals der verëenigde Armée, vernoomen hebbende, dat de Koning  GESCHIEDENIS. 167 ning beide deeze benden afzonderlyk ge- K. piaats had, en zelf met weinige Bataillons tydperk. achter Erfurt ftond , meenden nu iets te kunnen onderneemen , en wilden een begin maaken met den Generaal seidlitz op te ligten. Een bende van 8000 man zou dee- Den 19de ze onderneeming uitvoeren. De Prinfen van Herfstvan hildburghausen en soubise, als me- maan • de veelen der overige Generaals wilden daarby tegenwoordig weezen, om hunne troepen een hart tin 't lyf te fpreeken, en door hun voorbeeld tot groote daaden aanvuuren. Doch seidlitz was op zyne hoede en liet zich niet overvallen. Niet beftand tegen zulk eene overmagt , verliet hy de ftad, bleef in eenigen afftand van dezelve ftaan, en gaf een in de nabyheid ftaande Regiment Dragonders bevél, om zich zo fpoedig als mogelyk by hem te voegen. De hooge Generaliteit trok nu onverhinderd de ftad in , en bezette dezelve, als mede het Kasteel met haare troepen. Hunne wellevendheid bleef niet in gebreke, zonder zich over iets anders te bekommeren, het Hertoglyk Huis hun hof te maaken. De Generaal seidlitz , verfterkt door het Regiment Dragonders , oordeelde nu in ftaat te weezen, den vyand het hoofd te kunnen bieden. Hy liet door Hufaaren de voorposten verjaagen, en rukte met de overige Ruitery op de ftad aan. De geheele Generaliteit wilde juist aan tafel gaan, toen 'er bericht kwam, dat de vyand zich vertoonde, en zulks weldra door het fchieten bekrachtigd werd. HunL 4 ne  168 ALGEMEENE Tvnp;r' , ne vluSSe verbeeldingskracht zag in den ' geest de geheele Pruisfifche Armée met den Koning aan het hoofd. Het fcheen hun alte vermetel, en tegen alle krygskunde , dat de Pruisfifche Hufaaren zelfs de Infantery aantasten en op de ftad los gaan zouden, zo zy niet verzekerd waren, van fpoedig door Infantery onderfteund te zullen worden. Soubise nam in alleryl affcheid van het Hof. Het geval van overrompeld te kunnen worden, was hem niet in de gedachten gekomen. Hy gaf dan het fein: Sauve quipeut! en reed met zyn gevolg de ftad uit. De overige Generaliteit volgde zyn voorbeeld, en alles liep in de uiterfte wanorde de ftad uit, en lloeg den weg in naar Eifemch. De Pruisfifche Hufaaren tastten het Kasteel aan, en dreeven 'er vier Grenadier-kompagniën uit. Zo doende had de Generaal seidlitz het geluk, met 1500 Ruiters een bende van 8000 man de ftad uit te jaagen , en 6 Officieren en 51 Gemeenen gevangen te neemen. Daarenboven viel nog eene menigce van Geheimfchryvers, Kamerdienaaren, Proviand-Officieren , Veld-paters , Toonelisten, Lyfknechten, Kappers, Koks, Galanterie-handelaars, behalven nog de Maitresfen, in de handen der Hufaaren. Doch de Generaal seidlitz had de beleefdheid, deezen geheelen ftoet terug te zenden. De Hufaaren maakten eenen aanzienlyken buit aan Generaals- en andere equipagien, zy vonden geheele kisten met Eau de Lavande, de fans pareille, de mille fieurs enz. als me-  GESCHIEDENIS. 169 mede een groote menigte van poeder- II. mantels, hairzakken, zonnefchermen, man- tydverk. chetten , tentftoelen , japons en andere vodderyën. By deeze hoedanigheid der Legerhoofden en handelwyzen der troepen , was het grootfte nadeel, 't welk de Koning van Pruisfen van dezelven te vreezen had, dat zy overal brandfchatting ophaalden. Deeze reeds gepleegde en nog volgende knevelaryën , noodzaakten den Koning , een gedeelte van zyne magt, die hy in de Opper-Laufits tegen de Oostenrykers, zyne meest geduchte vyanden , wederom vereenigd had, tot fchrik, en, 't geen in dit geval hetzelfde was, verjaaging der Ryksen Franfche troepen aan te voeren. Hy Den nSfte verliet met een gedeelte zyner troepen de ™£[0gst" Armée in de Opper-Laufitz, en trok over '. Dresden naar Thuringen. Hy bereikte wel }J^g|g zyn oogmerk deeze vyanden te verdryven jhl trekt fpoedig; maar nu was het leger, dat hy 0p tegen onder het bevel van den Hertog van re- de yervern in de Opper-Laufitz gelaaten had, gjjj1^ minder beftand tegen de groote magt der FJmfcheOostenrykers. Prins karel van Lotharin- Arröëe. gen wenschte het oorlogs-tooneel in Silefiën over te brengen. Terwyl hy Bauzen, waarïn eene fterke Pruisfifche bezetting lag , trachtte te veroveren , en den Pruisfen de gemeenfchap met Silefiën af te fnyden , zond hy een fterke bende op Bauzen af, en befloot tegelyk, den Generaal winterfèld aan te tasten , dien de Hertog van bevern by Moys had gelaaten, toen hy L 5 zelf  i?o ALGEMEE N E zelf naar Landskroon trok. De Generaal • winterfeld had op den zogenaamden Houtberg, niet verre van het front zyns fanVel legers'twej Battai"ons geposteerd. Dee- van Herfst- ze vverden door de ove ^ rykers-aangevallen , vóór zy nog onderfteund worden of terug trekken konden. Zy verweerden zich met een buitengewoone dapperheid, waardoor de Generaal winterfei.d tyd won, om hun met eenige Lataillons te hulp te fpoeden , en den hertred gemakkelyker te maaken. Doch naauwlyks kreegen zy daardoor eenige hoop om zich op hunnen post te handhaaven , of het gevecht werd nog heviger. Zy hadden echter reeds veel volks verlooren , en waren zo ongelukkig, dat hun Generaal doodeJyk gekwetst werd. Zy zagen zich derhalven genoodzaakt naar het leger terug te trekken. De Oostenrykers namen den Houtberg in bezit, doch verlieten denzelven den volgenden dag weder. Zy hadden in dit bloedig gevecht 2000 dooden en gekwetsten. Dood van Het grootfte verlies voor de Pruisfen ™f WaS de dood van den uitmuntenden Gefelp. " neraal vvinterfeld , die denzelfdên naéht aan zyne wonden overleed. Niet alleen zyne heldendeugden , maar ook zyne menschlievendheid maakten hem eerbiedenswaardig. Hy genoot de hoogachting van het krygsvolk, van ieder , die hem kende, en zelfs van zynen Koning. De Monarch kreeg bericht van zynen dood, toen hy den xode van Herfstmaand tegen de  GESCHIEDENIS. 171 de verëenigde Ryks- en Franfche Armée naar Erfurt optrok, als mede van den inval der Zweeden in F ommeren. Het laatfte deed hem minder aan-, dan het eerfte. „ Want, zeide hy, tegen de menigte van „ myne vyanden zal ik» wel middelen wee, ten te vinden ; maar wie zal my het verlies van winterfeld weder vergoeden i -Voor den Hertog van bevern was dit geval een beweeggrond temeer, om uit de Opper-Laufitz naar Silefiën te trekken. By deeze verergerde omftandigheden des Konings van Pruisfen kwam nog het ongunstig gevolg van de onderneemingen der verëenigde Armée onder de bevelen van den Hertog van cumberland. Deeze Prins DJ3* was eindelyk tot Bremerf orde terug gewee- nmn£J ken. De Hertog van richelieu, hem op de hielen volgende , nam zyn Hoofdkwartier in Klooster-zeven. Het verëenigd leger Graaf lyfcheen nu indedaad onherftelbaar verloo- ™ be-^ ren , toen de Graaf van lynar , Stadhou- Bcenfche der des Konings van Denemarken in de Minister* Graaffchappen Oldenburg en Delmenhorst, onder guadoor zyn Hof gelast werd, een verdrag te «mie™ bewerken. Dit verdrag , bekend onder h>tverdr;g den naam van het verdrag van Klooster- Vim Kkos, zeven, kwam indedaad tot ftand, en be- ter-zevm helsde de volgende voorwaarden : ij De vyandelykheden zullen binnen 24 uuren , en, zo mogelyk, nog vroeger , van wederzyden geftaak't worden. 2) De hulpbenden van de Armée des Hertogs van cumberland , de Hesfen , Brunswykers , Gothaërs en Lippe-Buckeburgers zullen te- rug  i?2 ALGEMEENE tydJIpk lR £ezor>den morden. 3) De rest van de dpeuk, troepen des Hertogs van cumberland zulJen ten deele te Stade in bezetting blyven, alwaar zy, binnen deeze perken bepaald, zo weinig vyandelykheden pleegen , als dezelven van de Faanfchen te vreezen hebben zullen, ten deele ook aan de overzyde der Elve hun verblyf houden. Daartegen blyven de Franfchen troepen in het bezit van de Hertogdommen Bremen en ver den, tot dat de zaaken hunner Souvereinen van wederzyde zullen vereffend zyn. 4) De Graaf van lynar neemt aan, om de guarantie van zynen Meester, den Koning van Denemarken, ter naarkoming van dit verdrag, te bewerken. De verëenigde Armée was nu wel behouden ; maar de Pruisfifche landen moesten geweldig veel Jyden door den Hertog van richelieu, die de Vesting Regenfiein en het ganfche land van Halberftad overheerde, en de verëenigde Ryks- en FranJche Armée met een groot getal troepen onder het bevél van den Hertog van broglio verfterkte. Hoewel hy anderszins op een ongehoorde wyze werkeloos bleef, drukte hy evenwel de Pruisfifche en Hannoverfche landen door zwaare leveringen van koorn, door groote brandfchattingen en verbaazende fommen, die hy zich voor gelei-brieven liet betaalen, zonder immer het land tegen de verfoeyelykfte roveryën te befchermen. Eindelyk werd hy door koude en gebrek aan levensmiddelen genoodzaakt , om de winter-kwartieren te zoe-  GESCHIEDENIS. 173 zoeken, die hy in de Hannoverfche, Bruns- II. wykfche , Hildesheimfche en Westphaalfche tydperk. landen nam. Prins ferdinand zuiverde wel de Hal- inhetmidberftadfche landen van vreemde troepen; Jen w» doch terwyl de Koning zelve naar Tor- jjjjjj gau terug keerde, drong de Ryks- en Franfche Armée door tot Leipzig. Middeler- in Wynwyl waren de Oostenrykers met hunne maand. Hoofd-Armée in Silefiën gevallen , hadden den Hertog van bevern tot Breslau Den gedreeven , en by Lisfa hunne legerplaats ™f£* genoomen. Zy voerden hier niets van eenig belang uit, dan alleen, dat zy zich Den 16^ van eenige ligte troepen tot een ondernee- ^/Br ming tegen Berlyn bedienden. De Generaai haddik joeg de inwooners deezer Re- ]aat zich fidentie-ftad eenen fchrik aan, deed hen in seriya een zwaare brandfchatting betaalen en eenzwaavertrok weder den volgenden dag. On- «jj*^' der de begunstiging van eenen fnellen marsch ontkwam hy Prins mauritz , die In>tlMtK reeds tegen hem in aantogt was. De Ge- van Wyll. neraal nadasti ging op Schweidnitz los en maand. begon deeze vesting te belegeren. Beleg van By alle deeze onaahgenaame voorvallen Sckweidverioor de Koning niets van zynen moed ™tz. en ftandvastigheid. Hy befloot de ver- De zaaken eenigde Ryks- en Franfche Armée , die «o^ hy op de grenfen van Saxen en Maag- Prlisfen denburg niet dorst laaten ftaan , wanneer nemen een hy de winter-kwartieren wilde betrek- gunstiger ken , flag te leveren, of, indien de vy- ^er. and den flag zou willen ontwyken , denzelven zo verre terug te dry ven, dat hy > ten  i?4 ALGEMEENE tvJL f mmften in deezen veldtogt, niets onderneemen kon. Nadat hy de benden onder de bevelen van den Veld-Maarfchalk keith en van Hertog ferdinand met zyn leger had verëenigd , was zyne Armée Den, We wat over 22,000 man fterk. Met deeze v.n Magt- ondernam hy eenen vyand van meer dan 50,000 man aan te tasten. Hy trok hem tegemoet, en floeg zyn leger neder by Rosbach. De vyand zag af van het voor. neemei?, om de Jandftreek langs de Saaie te verdedigen, verliet Merfeburg, en trok Den |& zyn geheele magt by Mucheln byëen. De Znli Ko"ing onderzocht den ftand des vyands, en beiloot hem den volgenden morren aan te tasten. Doch daarna ontdekt hebbende , dat de vyand den voorigen nacht van ftand veranderd was en daardoor te fterk fcheen, om iets met vrucht tegen denzelven te kunnen onderneemen, liet hy zyne Armée wederom, aftrekken , en zyne legerplaats met den linken vleugel aan Rosbach, met den rechten aan Bedra neemen. Het gedrag van de Generaals der verëenigde Ryks- en Franfche Armée verfchilde ten ecnemaal van dat, 't welk zy in den geheelen veldtogt hadden gehouden. De ondervinding had hen geleerd , dat de Koning, in plaats van hen te ontwyken , niets yveriger wenschte, dan eens handgemeen met hen te worden ; en altoos hadden zy het gevecht gemyd. Thans kwam het hen eenflags in het hoofd, om hem aan te tasten in een landftreek, alwaar hy alle de konstgreepen der legcrkunde kon  GESCHIEDENIS. 175 kon uitoefenen, en niet behoefde te vree- H. zen, de goede gevolgen van zyne fchik- tydperk. kingen door misverftand te zullen verliezen ; in eene landftreek,- alwaar hy van alle foorten van krygsvolk gebruik- maaken, en het één door het ander onderfteunen kon; alwaar de troepen alle beweegingen met vlugheid en in de orde konden te werk ftellen ; in 't kort, in eene landftreek , alwaar de konst alles, en de menigte niets afdeed. De verfterking, door rtchelteu aan de verëenigde Armée gezonden , en het denkbeeld van hunne groote overmagt fcheen hun de overweldiging van het klein Koninglyk leger als zeer gemakkelyk voor te ftellen." De vlugge verbeeldingskracht der Franfchen meende van de overwinning zo vast verzekerd te weezen, dat zy in beraad ftonden ,• of het hunne wapenen en hunne aanzjenelyke magt wel tot eer verftrekken zoude , de kleine bende van den Marquis van Brandenburg aan te tasten. „ Men bewyst, zeide zeker Fransch Officier, kort voor den flag by Rosbach , „ den Heer Marquis (dus noemde hy den Koning) zeer veeleer, wan„ neer men zich met hem in een foort van ,, oorlog inlaat." Zy meenden in den bovengemelden terugtred van 's Konings Armée een blyk van vertzaagdheid te vinden; en deeze gedachte maakte nun hart zo opgeblaazen, dat zy beflooten , den Koning des morgens daaraan aan te vallen, en daarmede den veldtogt te eindigen , die voor hunne troepen wegens de ongemakken , daar-  i76 ffiL G E M EENE n. TYDPERK. Den $de .van Slagt maand. Slag by Rosbach. daaraan verknocht, reeds ondraaglyk begon te worden. Te elf uuren ging dan de Armée op marsch en trok tegen de Pruisfen op. De Koning zat juist met zyne Generaals aan tafel, toen by te één uur bericht ontving van 's vyiinds beweegingen. Hy gaf bevél, dat de Armée zich marsch vaardig zou houden , en vernoomen hebbende , dat de kolommen der vyanden reeds over zyne linker flank ftonden, belastte hy den Generaal seidlitz , om oogenblikkelyk met de geheele Ruitery achter de hoogtens te trekken. In een moment was de Ruitery gezadeld en in beweeging. De Infantery kreeg mede bevél om te marfcheeren , en de Ruitery achter de hoogtens te volgen. De Legerhoofden der verëenigde Ryksen Franfche Armée, ziende, dat de Pruisfen hun leger, zo het fcheen , in alleryl verlieten , ftonden in de verbeelding, alsof de Koning de vlucht wilde neemen , te meer daar zy van zynen marsch achter de hoogtens niets ontdekken konden. Want het fcheer/ hun niet in de gedachten te komen , 't welk zy evenwel uit de gefchie» denis van zyne oorlogen hadden kunnen leeren , dat het in 't geheel, zyne manier niet was, den aanval af te wachten, maar dat hy altoos poogde den vyand aan te grypen en voor te komen. Zy vreesden derhalven, dat de Koning hen ontkomen en alle hunne fraaje ontwerpen verydelen zou. Hunne Ruitery kreeg bevél, zo fnel als  GESCHIEDENIS. 177 &ls mogelyk , voorwaarts te rukken , zo tt dat de Infantery dezelve niet dan in Twwuob eenen verren afftand volgen kon. Daardoor meenden zy nog 's Konings achterhoede te achterhaalen, en óf dezelve overhoop te werpen, óf den vyand tot een algemeen gevecht te beweegen. 'Nader komende ontdekten zy eenige Ruitery op de hoogtens, die zy dachten, dat den aftogt zou dekken , en dus rukten zy al voorn Doch deeze aangenaame vergisfing was van geen langen duur. Het was de Generaal ' seidlitz met de geheele Pruisfifche Ruitery , die welhaast bemerkte, dat hy den vyiind verraschte. Hy aarzelde niet lang, verdeelde zyn volk in twee benden, en ging regelrecht op den vyand los , zonder te wachten naar de Pruisfifche Infantery, die by alle aangewende poogingen den fnellen marsch der Ruiters zo fpoedig niet volgen "kon, en dus nog niet aangekomen was* De vyand wilde zich in flagörde fchaaren; Groote nëmaar kon 'er niet toekomen, alzo de Ge- deriaagder neraal seidlitz hem reeds van vooren en verëenigde van achteren aanviel , en onder beeunsti- y.yks'r >en « .... ° tran lette ging van een zwaare Artiilery , op een Armée* hoogte geplaatst, en van de beste uitwerking, in 's vyands kolommen een groote neerlaag aanrechtte. De aanval werd met zo veel moed en levendigheid gedaan , dat de vyandelyke Ruitery overhoop geworpen, en naar de Infantery terug gejaagd werd. Ondertusfchen waren de Legerhoofden der verëenigde Armée met alle magt bezig, om hunne Infantery te formeeren ; M doeh  ï78 algemeene II. doch nu was de Pruisfifche Infantery ook tyuperk. aangekomen, hoewel nog niet meer, dan 6 Bataillons , met Prins hendrik aan het hoofd, die terftond toefchoot ter onder fteuning van den Generaal seidlitz, die nu gereed was, om den aanval te hervatten. De Pruisfifche Infantery ging regelrecht op de vyandlyke kolommen los, en zocht dezelve in de flank en .van achteren tevens by te komen. Zo doende werd de vyandlyke Infantery fchielyk overhoop geworpen en genoodzaakt, om af te deinzen. Zy poogden zich weder te herftellen, doch werden daarin belet door de Pruisfifche Ruitery , die van nieuws op haar aanviel. Door# de Infantery in de flank , door de Ruitery van achteren aangetast , kon de verëenigde Armée baare verflrooying niet meer ontgaan. De Prins van soubise liet wel het Corps de referve, beftaande uit vyf Regimenten Ruitery, voorwaards rukken , om de Infantery te onderfteunen: doch ook deeze werdoogenblikkelyk aangetast, gebrooken en uit het veld geflaagen. Kortom 1 alle poogingen waren vruchteloos, en de Infantery der verëenigde Armée vond zich genoodzaakt, in alleryl het veld te verlaaten. De Graaf st. germain dekte den aftogt. Aldus eindigde de veldflag by Rosbach, waarïn 22,000 man, met/noed en beleid bezield en aangevoerd , een Armée, meer dan 50,000man fterk, met een gering verlies van omtrent 300 dooden en gekwetften , uit het veld floegen. Het verlies van  GESCHIEDENIS. n$ van de verëenigde Armée beftond in 800 H. dooden ën 6000 gevangenen , waaronder tyoperk» elf Generaals en 300 Officiers waren. Daarenboven fchoot zy 'er 72 Hukken kanon en verfcheiden andere eertekens"by in. De flag duurde van middags 3 tot 's avonds 7 uuren, maar eigenlyk waren beide legers niet langer , dan één en een half uuren handgemeen. Niets kon ongeregelder weezen, dan de Oogeregd vlucht der geflaagen Armée. Doortrok- ^ vl"^t ken van een verbaazende fchrik wierpen genArméö veele yiuchtelingen hun geweer in de Saaie. De wegen waren hier en daar met Franfche kurasfen, groote Ruiters-laarfen en met verlooren hoeden als bedekt. De nacht alleen bewaarde het verftrooide overfchot vat een Armée, die 's morgens nog zo talryk en geducht was geweest, voor den geheelen ondergang. Het overblyffel van de Ryks-Armée, voor een gedeelte uit nieuwgeworven volk beftaande , en veelal noch de zaak, waarvoor zy vechten zouden , noch de Franfche Bondgenooten toegedaan, vluchtten naar Frankenland, De Prins van soubise nam met de rest van zyn vernield legerde winter-kwartieren in het Graaffchap Hanaa. De geheele gefchiedenis levert misfchien geen voorbeeld op van zulk cen«n zeldzaamen indruk, als deeze flag op de gemoederen maakte. De Generaals der verëenigde Armée waren een voorwerp van befpotting by vrienden en vyanden; doch het meest van allen verloor de Prins van soo- M 2 bi'  i8ö ALGEMEENE iié bise , die openlyk belagchelyk werd ge-» tydperk. maakt. Hy had , zegt men, den Koning van Frankryk gefchreeven , dat hy hem binnen kort den Koning van Pruisfen gevangen zou leveren. Vermits hy nu zyn woord niet hield, en het één ongunstig bericht na het ander inliep, vierden defraaije vernuften in Parys aan hunne toomelooze geestigheid in het maaken van zinryke x>pfchriften en ftraatliedjes den ruimen teugel (•). Deeze overwinning was volkomen. De vyand was volftrekt buiten ftaat, om iets te onderneemen, en de Koning had nu van deezen kant niets te vreezen ; en evenwel kon hy geen oogenblik rust genieten, omdat hy tot eenen nieuwen arbeid aan den Nieuwe anderen kant geroepen werd. De verbaarampen zende magt der Oostenrykers maakte van denKomng t ^ tot tvcj meer vorderingen in Silefiën. van Pruts- ,J Tr . J , ° /~r fii over- s Konings vertrouwen op zyne Genegekomen. raals . aan welke hy aldaar het kommando Beleg van had toevertrouwd , fcheen door hun geSchweid drag, min of meer te wankelen. Schweidnitz door nitz, een fterke Vesting, werd door den den Gene- Oostenrykfchen Generaal nadasti belegerd, raai na- j j In (*) Zie hier een Haaltje: F éderic combattant cTéfloc & de taille Quelqu'un au fort de la bataille Pient lui dire: nous avons pris ' Qui donc ? le Cénéral Soubife —— Ah! morbleu, dit le Roi, tant pis J Qu'oit le rtlaehe fans remife!  GESCHIEDENIS. iSr In deeze ftad was een der grootfte maga- II. zynen van geheel Silejiën, en alles, wat tydperk. tot eene hardnekkige verdeediging eener Vesting verëischt wordt. De Hertog van bevern , Opper-bevelhebber der Pruisfifche Armée in Silejiën, had.de bezetting verfterkt,en de plaats zeiven in eenen beteren ftaat van tegenweer gebragt. Elf Bataillons en tien Esquadrons Hufaaren, hoewel de laatften niet meer, dan 450 paarden bedroegen, waren'er binnen. By gevolg kon de Hertog te recht ftaat maaken, dat de Kommandant zich tot het uiterfte verweeren , en het ten minsten zes weeken vol houden zou. Doch dit kwam verkeerd uit. De Generaal nadasti deed twee waare , en eenen geveinsden aanval. In den nacht van %7jle van Wynmaand werden de loopgraven geopend. Drie van de fterktens , rondom Schveidnitz aangelegd , werden, nadat 'er een bres in gefchooten was, in den nacht van den 11 de van Slagtmaand ftormenderhand ingenoomen. Dit Den ude geval deed den Generaal-Majoor van ser#s, vanSbgtals Kommandant, befluiten, om den vól- maaH-dgenden dag te kapituleeren. De bezet- Scfiwet^ ting beftaande uit vier Generaals en omtrent vardraj' 6000 man , moest zich krygsgevangen gee- aande Osven. Eene groote menigte van allerhan- tenryken de behoeften , gefchat en krygstuig, als overmede 300,000 gulden gereed geld viel den Oostenrykers in handen. ' Prins karel van Lotharingen, door dit gelukkig gevolg der Oostenrylfche wapenen bemoedigd , befloot den Hertog van be- M 3 VERÜÏ  iSa ALGEMEENE n. vern in zyn welbevestigd leger by Brestydpuik. lau aan te tasten. Nadat by den Generaal nadasti met de troepen , by de belegering ;van Schweidnitz gebruikt , tot zich had getrokken, maakten hy en den Veld-Maarichalk üaun toeftel tot eenen Den 22./?,? veldflag, en trokken op tegen den vyand, van Siagc- die met het krieken van den dag reeds onmaand. der net geweer ftond. De Hertog van beSlag hy vern , fchoon by zynen intogt in Sikfiën ,IfJal* . 36,000 man fterk, kon in den flag niet ten nadeeie J ' . 3 , °. , der Pruis- meer, dan 25,000 man onder zyn bevel fin. hebben, nadat by door het afzenden van verfcheiden Bataillons, kleine fchermutfelingen, defertie , ziektens enz. merkelyk verzwakt was. Daar tegen was de Oostenrykfche Armée, verëenigd met het korps van den Generaal naasti , ten minften 80,000 man fterk. Deeze aanmerkelyke ongelykheid van Arméeën, alzo de Oostenrykers meer dan drie maal zo fterk. waren , dan de Pruisfen , fchynt de overwinning zeer begrypelyk te maaken, welke de eerften by Breslau over de laatften behaalden. En evenwel'fcheen de zege, ten minften het fiagveld, zeer lang in de handen der Pruis/en, zo dat het deezen en anderen vreemd voorkwam, toen het aan de Oostenrykers werd overgelaaten. De Oostenrykers vielen den Hertog van bevern aan met moed en dapperheid, die door de bewustheid van hunne overmagt gevoed werd; en hun aanval werd met eenen onbezweeken heldenmoed uitgehouden. De Oostenrykers, moetende, om de Pruisfen aan  GESCHIEDENIS. 183 aan te tasten, de Lohe, een rivier wel niet lï, breed, maar moerasfig aan haare oevers , tydpürk. overtrekken, hadden om deezen overgang te dekken, batteryën aangelegd, die met zeer zwaar gefchut bezet waren. De bende van nadasti de rivier eerst overgetrokken zynde, ontmoette de Pruisfen onder bevél van Generaal ziethen, en werden, ondanks alle dapperheid , met verlies van eenige Hukken kanon afgeflaagen. De Generaal nadasti , afgefchrikt, van den aanval te hervatten , bleef den geheelen nacht door ftil, en de Generaal ziethen behield het flagveld. Ondertusfchen ondernam Prins karel van Lotharingen den overgang over de Lohe. Een gedeelte van zyn volk kwam 'er daadlyk over en fioeg de Pruisfen terug, die tegen de Oostenrykers waren opgetrokken , om ze terug te dryven. Terwyl echter eenige Pruisfifche Regimenten aanrukten , verwachtten de Oostenrykers, die niet achter uit konden , of zy moesten in de Lohe verdrinken ,'den aanval met veel bedaardheid, en bragten door het vuur der Infantery, onderfteund door Kartetfehen , de Pruisfen in wanorde. Prins ferdinand van Pruisfen nam een vaandel in de hand , en voerde het volk op nieuws tegen den vyand aan; doch werd wederom afgeflaagen. Ongelukkig werd op een kwaalyk begreepen bevél van den Kolonel lindstadt een Pruisfifche Schans te vroeg verlaaten. Dit maakte op de jonge manfchap, waarmede het Regiment, door decM 4 zen  184 ALGEMEENE zen Kolonel gekommandeerd , voltallig was gemaakt, zulk eenen verkeerden indruk, dut zy niet voorwaards wilde, maar terug liep, en niet, dan met zeer veel moeite, door den dapperen lindstadt aan het ftaan korj gebragt worden. Van deezen misflag bediende de vyand zich oogenblikkelyk , bezette de Schans en liet 'er kanon en houwitfers op brengen , waarmede hy vervolgens de geheele linie kon befchieten. Middeterwy] gingen de Oostenrykers nog op een andere plaats de rivier over. Ook bier vochten de Pruisfen met eene verwonderenswaardige dapperheid ; zy moesten echter afdeinzen , het een gedeelte, uit gebrek aan munitie, het andere, dewyl de vyand hetzelve op de linker flank en van achteren tevens aanviel. En nogthans was de Hertog van bevern niet genegen om het flagveld te verlaaten. Verfcheiden Pruisfifche Regimenten werden 's nademiddags re vyf uuren wederom herfteld , rukten op den vyand aan, en dreeven hem tot aan de Lohe terug. Doch kort daarna werd het vuuren van wederzyden geftaakt. Met het vallen van den nacht trok de Pruisfifche Infanteryen Ruitery voor het grootffe gedeelte tot 'onder Ereslau terug , zonder dat men de waare oorzaak van decz^ i verhaasten hertred kan opgeeven. Want de vyand was niet ééaeri flap voorwaards gerukt , om hen aan te tasten. De Hertog van bevern , terug komende van den Generaal ziethen , met wien hy had geraadpleegd over een ontwerp, om den vyand na  GESCHIEDENIS. 185 na middernacht onverwachts te overval- li. len, ftond verbaasd, dat hy ze hier vond. txupêrk. Op den rechten vleugel der Pruisfen, by Pilnitz ftaande , kwam de vyiind den geheelen dag niet éénen ftap nader ; veelmeer werden hier verfcheiden aanvallen van Croaten en andere Infaniery afgeflaagen. Toen het begon duister te worden werd Pilnitz verlaaten, en een gedeelte der vyiindeiyke Infantery trok niet verre van het Dorp op , alwaar het tot een gevecht kwam, dat een half uur duurde. In het begin van den nacht trok de rechte vleugel mede terug, en de Artillery benevens de Bezetting verliet de Schanfen. De Oostenrykers vervolgden hunnen vyand niet. Een vermaarde Schryver , die mede in het gevecht by Pilnitz was, betuigt niet te weeten, of 'er al of geen bevél 'tot den aftogt gegeeven, en hoe het eigenlykdaarmede gelegen geweest is; hy cwyfelt 'er aan , of de Oostenrykers wegens de duister- ' nis wel eens ontwaarden, dat de Pruisfen hunne posten verlieten; hy verzekert, dat op den rechten vleugel alles vol moed was, en weet zeer wel, dat de Grenadiers veel blydfchap betoonden by verfcheiden berichten , dat de Generaal ziethen den vyiind geheel verflaagen had. Voor het' overige is, behalvén de reeds aangehaalde oorzaaken , die tot het verlies van 't gevecht mede werkten , dit een van de voornaamften , dat de Oostenrykers een veel zwaarer Artillery hadden , dan de Pruisfen. Het verlies van de laatften aan dooden., M 5 ge* '  m ALGEMEENE »• gekwetften en gevangenen wordt op 4000 PEl was, of anders den Monarch toebehoor- *WWS" de, alle de Koninglyke kasfen, waarïn , zo fommigen willen , wel 300,000 guldens aan gereede penningen waren, viel den Oostenrykers in handen. By alle deeze rampen , den Pruisfen in Silejiën overgekomen, zag de Koning, die na zyne overwinning by Rosbach deeze verandering wel niet verwacht, ten minften niet vernoomen had , eenige lieffelyke zonneftraalen , die hem' in de donkere uuren, welke in menigte op hem wacht- 25*^5*. ten , (want de bovengemelde rampen kwa- Maarfcimik; men hem eerst lang daarna ter ooren) kon- keith in den opbeuren. De Veld-Maarfchalk keith, Botimen. de Oostenrykers uit het Ertsgebergte verdreeven hebbende , trok naar Bohemen , Den 25^ nam zynen ftand . by Postelberg in den JJJW Saatzer Kreits, haalde tot naby Praag toe brandfchattingen op , vernielde een aanzienelyk magazyn van de Oostenrykers te Leutmeritz, verbrandde aldaar de brug over de Elve, trok terug en kwam wederom te Chemnitz , zonder byna één man by de ge- Den V« heele onderneeming verlooren te hebben. J™^^] Gewigtiger nog, dan dit, was voor den Koning van Pruisfen een verandering , die met de reeds gelcheiden verëenigde Armée gebeurde, Het verdrag van Kloosterzeven kon wel den Maarfchalk van richelieu niet beletten, om zyne Armée van levensmiddelen en voerage uit de KturBrunsivykfche landen te voorzien; maar na een verdrag, 't welk den weg tot verzoe' , ning  3 SS ALGEMEENE ït. ning baanen zoude, was het niet te vertydperk» wachten, dat deeze landen zo zeer gemishandeld en geplunderd zonden worden. En evenwel bediende de Maarfchalk zich van deeze gelegenheid ter verbetering van zyne vervallen geldmiddelen. Onder de bedreiging van alles te vuur en te zwaard te zullen verwoesten, werden verbaazende fchattingen op de inwooneren gelegd, en met een onverzettelyke ftrengheid ingevorderd. De roofzucht der Proviandbedienden ging verbaazend verre. De Franfche Soldaaten waren daarvan zo weinig verbeterd , dat zy gebrek leeden, aan het rooven gingen , en de ongehoordfte baldaadigheden pleegden. Vruchteloos poogden eenige waardige Franfche Bevelhebbers, te weeten, de Hertog van randan, en armentieres , de krygstucht te herftellen. De Soldaat verliet veelmeer zyne vaandels, om de ftraffe te ontgaan, en de vruchten van zyne roveryën in rust te genieten. Daarenboven verklaarde het Franfche Hof, het verdrag van Kloosterzeven niet te zullen erkennen , dan onder de voorwaarde, dat de KearBrunswykfche troepen zich moesten verpligten , geduurende den oorlog met Frankryk niet tegen deeze Kroon en haare Bondgenooten te dienen, en dat de hulpbenden t'huis komende, oogenblikkelyk moesten ontwaarde? pend worden- Dic gedrag> en andere teverdrags ge.n de Conventie aanloopende onderneevan mingen , waarover de Koning van Grootter-wen, Brittanje, als Keurvorst, zyne bezwaaren in-  GESCHIEDENIS. 189 inbragt, bewoogen denzelven , het ver- II. drag van Klooster-zeven voor vernietigd te tydperk, verklaaren. De Keur-Brunswykfche troe- jen 26/rV pen met de verëenigde hulpbenden , die van siagtreeds op den aftogt naar hunne aangewee- roezen kwartieren waren, kreegen bevél, om De verhalte' te houden. De Armée werd weder- *Jge om byëen getrokken ,en Hertog ferdinand tr™te we_ van Brunswyk nam het kommando over , der byëen door den Hertog van cumberland reeds en vat de den 5de van Wynmaand neergelegd. Fer- wapenen dinand hoorde , op zyne vraag aan de °p ° vee£a Soldaatcn : of zy hem wilden volgen, waar van den hy hen heen zoude leiden ? met veel luid- Hertog van ruchtigheid antwoorden: zy zouden hem BruÉtvji, overal volgen. Hy fchreef aan den Maar- »f' fchalk van richelieu, dat het kommando m,gnd> b aan hem was opgedraagen, en dat hy de Armée terftond weder in beweeging brengen zou, terwyl hy voor het overige zo veel in hem was , de achting van den Maarfchalk zou trachten te verdienen. Richelieu fpoog by dit bericht vuur en vlam. Hy dreigde , ingeval men de Conventie breeken zou , alle Paleizen, Koninglyke Huizen en Hoven in de asch te leggen , Steden en Dorpen, zonder de kleinfte Hut te fpaaren, te verwoesten , en over 't algemeen het land alle de fchrikkelyke rampen des oorlogs te doen ondervinden. Ferdinand , het antwoord met den degen gepaster, dan met de pen , oordeelende , verdubbelde zyne poogingen , om by de verftrooijing der Franfche Armée in de uitgeftrekte Provinciën, op de best moge- Jy-  ioo ALGEMEENE «JL ]ykeJwy,ze gebruik te maaken van bet ™ ' voordeel om ze te overvallen. Hy trok 8? sb«! ?,et de Armée naar H™rburg , waarïn de maand. Marquis van pereuse het bevél voerde, Den iMe e,schtf de ft,ad, °P» kreeg weigerend antvan siagt- woord, en belegerde de ftad, terwyl de maand. Kommandant zich met de bezetting in het Haarkurg Kasteel vervoegde, de bruggen deed opwordt op- baaien, de dyken aan de Elve liet doorseéischt-. fteeken, en aan zynen kant allen toeftel tot een dappere tegenweer maakte, gelvk het verëenigde Heir deed tot een ernftige belegering. Deeze gelukkige omftandigheden zouden echter den Koning van Pruisfen niet veel hebben kunnen baaten by den zwaaren last, die hem , zonder dat by zulks nog eens wist, thans geweldig begon te drukken , zo niet de zaaken in Silejiën eensflags een voor hem gunstige keer hadden genoomen. „ Het geluk," aldus zegt een doorkundige Schry ver, „ fcheen de aangelegenhe„ den des Konings van Pruisfen overal in „ wanorde gebragt te hebben, tep einde „ zynen roem, door dezelven te herftel„ len, des te luisterryker ten toon te fprei,, den en als 't ware te volmaaken, ja zo „ naaryverig op zyne eer te weezen, dat ,, het zynen uitmuntenden Generaals niet dan in zyne tegenwoordigheid de over„ winning deed behaalen." Terftond na den flag by Rosbach aanvaardde de Koning met een bende, niet boven 13,600 man fterk , eenen marsch van meer dan 50 mylen, en leidde 'dezelve  GESCHIEDENIS. 191 ve uit den éénen veldflag tegen een groo- H. te overmagt in den anderen tegen een Ar- tydpirs. mée, veel talryker nog, dan de eerstgenoemde ; uit gevaaren in bezwaarlykheden , en uit bezwaarlykheden in nieuwe gevaaren. Hy brak vanLeipzig op, trok Den**'j*p met eene verbaazende fnelheid door Meis- ™nand7g£" fen en de Laufitz naar Silejiën , kwam by "» Parchwitz aan, bleef hier tot den 3de van Jij Wintermaand, en verëenigde zich met de maand> van Breslau wederkeerende rest der A/mée van den Hertog van bevern, thans ftaande onder de bevelen van Generaal ziethen. De bovengemelde onderneeming van den Veld-Maarfchalk keith had ten doel, de tegenkantingen te weeren, die hy op deezen togt van de kleine bende Oostenrykers onder de bevelen van haddik en marschall in de Opperlaufitz ftaande,' te vreezen had. Op den marsch werd hem de ééne on- c-naangeaangenaame boodfchap na de andere ge- naame bebragt. Naauwlyks had de Koning vernoo- richtetl °p men , dat Schweidnitz zonder een merkelyke tegenweer was overgegaan , of men boodfchapte hem ook reeds, dat de Armée onder den Hertog van bevern by Breslau geflaagen , dat zelfs Breslau veroverd, en de Hertog van bevern gevangen was; dat de Regimenten, de bezetting der ftad uitgemaakt hebbende, verftrooid, en de Silefifche Kavallery-Regimenten door een fterke defertie zeer verminderd waren. Evenwel genoot de Koning by alle deeze treurige berichten op denzelfden marsch een  /Q2 ALGEMEENE n. een hoewel gering , nogthans edel ge* * - noegen. De bezetting van Schweidnitz ?eVaS was zcer misnoegd over een kapituiatie , bézettfng die haar buiten ftaat ftelde, haaren Koning van ö en het Vaderland te dienen. Deeze dapSchweïd- pere Pruisfen , door de Oostenrykers ter «/Vb fielt gevangenis geleid wordende, hoorden onvryhei" en derweS °y geval iets van de overwinning, komt by door hunnen Koning by Rosbach bevoch's Konings ten. Ontvlamd door deeze tyding vielen Armée aan. zy^'eejnpaarig de bedekking, die hen ver. zeide, en juist niet talryk was, aan, en verftrooiden dezelve ten eenemaal. Zy maricheerden , zich in vryheid ziende, al verder, lchoon in 't onzeker, nogthans in de hoop, om hier of daar wel een Pruisfifche bende te zullen vinden, en waren zo gelukkig , de Armée, door den Koning zeiven geleid wordende, te ontmoeten , die wezenlyk naar Silefiën opgebrooken was , om 'hen te ontzetten. Groot was de blydfchap aan wederszyden over deeze onverwachte byëenkomst , te meer nog , • daar de Gevangenen niets van 's Konings marsch wisten , noch de Koning hunne verlosüng verwachten kon. Dit voorval, van hoe weinig belang ook op zichzelven, bezorgde aan 's Konings Armée niet alleen een aanzienelyke verfterking, maar bezielde ook het volk met nieuwen moed, en fcheen een gelukkig vóórteken van aanftaande overwinningen te zullen weezen. Gering ge- Met dit alles waren de vooruitzichten ™\'4o De Generaal ziethen had aan gevangenen 2,000 By Nieuwmark verlooren de Oostenrykers een dag re vooren . • 800 Deferteurs, die by de Pruisfifche Armée aankwamen . . • 0,000 In het voorjaar moest de bezetting van Schweidnitz zich overgeeven , bedraa- gende .... 5>o°° Alzo zy 6,000 man fterk was, toen Prins karel naar Bohemen trok, kan men rekenen , dat 'er gedeferteerd en geftorvan zyn • • 1,000 56,446 man Dewyl nu, na de verovering van Licgnitz , de Oostenrykfche Officiers zei ven bekenden, dat hunne Armée , toen zy in Bohemen inrukte, niet fterker, dan 37.000 man is geweest: moest zy immers in den veldflag by 90,000 man fterlc geweest zijn. En dan moet het geheel verlies in en na den veldflag op 60,000 man gerekend worden.  204 ALGEMEENE ir. TYDPSKK. Den yde van Wintermaand.IJeleg van Breslau. Den 16 de van Wintermaandtegens den avond. „ was zulks zo klaarblykelyk, dan by dee,, zen. In de oude gefchiedenis," voegt hy 'er by, „ is 'er naauwlyks één, en in de „ nieuwe in 't geheel geen, die by den,, zei ven kan vergeleeken worden , het „ zy dat men den aanleg, de uitvoering „ of de gevolgen in aanmerking neemt. ,,'Hy is in zekeren opzichte, de aanvang „ vaneen tydrekening in de Krygskunde, „ en ftelt niet alleen de Theorie , maar „ ook het bewys daar, van een ftelfel , „ waarvan de Koning alleen uitvinder is." Onaangezien het ftrengejaargetyde werd evenwel na den flag by Leuthen de belegering van Breslau ondernoomen. Hoewel deeze plaats geenszins mede tot de fterke Vestingen mag gerekend worden , kon zy zich toch uit hoofde van de talryke bezetting en den overvloed aan leeftogt en krygs-behoeften , al vry lang houden, te meer nog, omdat de belegeraars het behoud van de ftad moesten in het oog houden, daar integendeel de belegerden by haare verwoesting onverfchilliger konden weezen. De Bezetting verweerde zich dapper; doch de Pruisfen, die, bemoedigd door de onlangs behaalde overwinning , onder de oogen huns Konings vochten , gingen 'er met geweld op los. Het vuur van gefchut en bommen was verbaazend. Eene bom, in een kruidmagazyn neervallende , deed het aangetaste bolwerk en een groot gedeelte van een nabyliggend gordyn (Courtine) met omtrent 800 man van de bezetting , in de lucht  GESCHIEDENIS. 205 lucht vliegen. Dit geval zal de verdere If. verdediging zeer moeyelyk gemaakt hebben, typperk. In den nacht tusfehen den 17de en iide van Wintermaand ondernam de bezetting een en andermaal eenen uitval , die echter altoos mislukte. Eindelyk vond de Breslau Commandant zich genoodzaakt te kapitu- gwt over leeren. De bezetting trok uit met alle $g[ eertekenen , leide vervolgens het geweer termaand. neer, en gaf zich krygs-gevangen over. Denzelfden dag kwam de Koning in de ftad, ging naar zyn paleis, endeed den an- JJJJ deren morgen in alle de Kerken een plegtig dankfeest vieren, het welk hy zeiven in de Euangelifche St. Elifabeths-kerk bywoonde. Hy nam 17,000 man gevangen , waar- Den nZ/le onder 13 Generaals, 17 Kolonels, 23 van Win. Lieutenant-Kolonels , 22 Majoors en ver fcheiden andere Officieren -waren. Daar- gaafby enboven werden 81 ftukken kanon, meer verdrag dan 1000 paarden, 220 voorraad wagens, over. veele duizend fchepels koorn , en de krygskas met 144,000 guldens buit gemaakt. Kort daarna ging Liegnitz , door den Generaal driesen ingeflooten, over. De Commandant verkreeg met zyne geheele bezetting , over 300 man fterk , eenen vryën aftogt naar Bohemen. Schweidnitz bleef den geheelen winter Schweiddoor ingeflooten. Deeze plaats en haare nilz word£ reeds verlooren geachte bezetting was der- ^ 00' halven maar alleen in handen der Keizerin Koningin , in een land, hst welk zy, nog weinige dagen geleden, als een eigendom meen-  2o6 ALGEMEENE n. meende te bezitten. En de veldtogt eintydferk. djgde zeer roemryk voor den Koning van Pruisfen. Voortgang Ondertusfchen waren ook de ondernee£?.segUk" mingen van Hertog ferdinand met een voh/der gelukkig gevolg bekroond geworden. Den ondemee- Generaal-Lieutenant hardenberg met 2500 mingen man ter belegering van Harburg achterlaavan Hertog tende, zond hy den Generaal diepenbrok wand.' met een andere kleine bende naar Bremen en Verden, en ging zelf den Maarfchalk van richelteu, die zyn hoofd-kwartier te Wieden aan de Luhe had genoomen, met omtrent 25,000 man te gemoet. De onthutfte Maarfchalk befpeurde wel, dat het nu zyn beurt was van te vluchten. Hy ontruimde de Provinciën tusfehen de Elve en de Aller, waardoor zyn vyand overal aanzienelyke magazynen buit maakte. Van den eerften fchrik eenigszins bekomen , trok hy zyne troepen by Celle byëen , en maakte een ernftigen toeftel, om zyne party het hoofd te bieden. Het grootfte gedeelte van zyne Armée plaatfte hy in de Stad en omliggende Dorpen. Omtrend 15,000 man betrokken een leger by Westerzell. De Armée der Bondgenooten volgde hem op de hielen , bezit neemende van Luneburg en andere plaatfen , door de Franfchen ontruimd , en kwam den 13de van Wintermaand, in het gezicht der Franfchen by Altenhagen aan, een Dorp, alwaar Hertog ferdinand zyn Hoofdkwartier nam. De Armée legerde zich met den rechten vleugel voor Garften en  GESCHIEDENIS. 207 en met den linken aan Borftel. Zyne voor- II. hoede tastte terftond de voorftad van Cel- tydperk. le aan. Richelieu, oordeelende dezelve richelieo niet te kunnen handhaaven , brandde ze h™^S af met alle daarin aangelegde magazynen, van cdk trok terug in de ftad, en liet ook nog de af. brug over de Aller en alle de fchepen, op deeze rivier liggende , in brand fteeken. By de belegering van een Vesting , kunnen, wel is waar', omftandigheden voorkomen-, die volgens de grondbeginfelen van het recht des oorlogs , zodanigen ftap wettigen; doch wanneer een Veldheer aan het hoofd van eén Armée, die nog eens zo fterk is, dan die van zynen vyand, in eenen ftand, alwaar zyn front door een ftad en eene rivier gedekt is, zodanige blyken geeft van zyne magt , om wreedheden te kunnen pleegen, dan heeft zyn verftand en zyn hart daarvan zeer weinig eer. Beide Arméeën ftonden tegen elkander over tot den 24jle van Wintermaand, en ondervonden alle de ongemakken van een rauw jaargetyde. De Hertog , volkomen overtuigd, dat hy by de ftrenge koude zyne veroveringen onmogelyk verder vervolgen kon, befloot, zynetroepen na zo veel ongemak, ftandvastig door dezelven geleeden , eenige rust en verkwikking te ^ verfchaffen. Hy brak met de Armée op njcht $m en trok naar Weyhaufen, en van daar naar 24y?e van Ueltzen. Kort daarna gaf zich het Kas- Winterteel te Harburg en deszelfs bezetting on- ™aan/d\fr der het bevél van den Marquis van pereu- g^ff zk:h £E > over.  2o8 ALGEMEENE II; se , naa een dappere tegenweer over $ tydperk. onder de voorwaarde van een vryën aftogt, en de verpligting van in den geheelen oorlog niet meer tegen de Kroon van Engeland en haare Bondgenooten te dienen. De Hertog deed zyne troepen in en by Luneburg de winter-kwartieren betrekken. De Maarfchalk van richelieu volgde dit voorbeeld, en zyn Armée, fpoedde met fnelle fchreden naar het haar aangeEinde van weezen winter-verblyf. Daardoor werd den veld- dan ook in dit gewest de veldtogt geëintaB> digd. 5 Zo mogt dan (dit is de aanmerking van een vermaard Schryver) de Koning van Pruisfen de beste vruchten van zyne wyze maatregelen en moeyelyken ar5, beid inöogsten. Zyne Landen waren „ vry, zyne Bondgenooten in ftaat, hem te onderfteunen, zyne vyanden geflaagen, verftrooid en aan alle kanten voor „ hem op de vlucht. In wat licht het „ nagedacht deeze gebeurtenisfen zal befchouwen, is onzeker; wy, die 'eroogj, getuigen van waren , konden naauw„ lyks gelooven 't geen wy gezien hadden. „ En trouwens! in alle de jaarboeken der „ waereld ftelde misfchien nimmer de tydkring van een enkel jaar , zo veele ,, treffende gebeurtenisfen , fchitterende ,, daaden, en buitengewoone wisfelvallig„ heden des geluks ten toon ; wisfelval„ ligheden des geluks , die niet alleen al3, le verwachting, maar zelfs alles te bo„ ven gingen, wat het fcherpfte voorüit- „ zicht  GESCHIEDENIS. 209 zicht in de toekomst, wat alle gevolg- it, trekkingen, gebouwd op ondervinding tydperk. ,^ en de natuur der dingen , konden doen „ vermoeden. De Koning van Pruisfen, in den beginne zegenpraalende; de ge- « „ heele magt der Oostenrykers ten eenemaal „ overwonnen; alle hunne hoop den bo,, dem ingeflaagen : dan eensflags wede.jöai „ in den besten ftaat, hunne armée met „ overwinningen begunscigd, en daarën,, tegen de Koning van Pruisfen in het on- derfpit; geflaagen; van zyne Bondge,,'nooten verlaaten ; van zyne vyanden ,> omringd ; aan den uiterften rand van wanhoop: doch op eenmaal neemt hy ,, een vlucht boven alle hoop en verwach„ ting, en ziet de verëenigde Oostenrykfche; ,, Ryks- en Franfche magt aan zyne voe- ten. Veertigduizend Hannoverfchen, „ een geheele armée waarlyk ! onderwer„ pen zich aan 80,000 Franfchen, en hun „ eenigfte voorrecht is, dat zy geen krygs,, gevangenen zyn; de Franfchen zien zich 5, in het ongeftoord bezit van het geheele „ land tusfehen de Wezer .en de Elve: ,, doch eensklaps vatten deeze overwon5, nen Hannoverfchen de wapenen op; ont- rukken den vyand hun land; en het duurt niet lang , of de Franfchen oordeelen „ zich aan de oostzyde van den Rhyn niet „ meer veilig. Viermaal honderd dui- zend man onder de wapenen en werk- j, zaam. Zes gewigtige veldflagen ge- „ leverd. Drie groote arméeën ver- è, nield. —— De Franfche armée in den O „ naar-  aio ALGEMEENE II. „ naarfr.en toeftand en overwonnen, zon- tydpeiik. 5)-der te vechten. De Rusfen zegevie- rende, en evenwel op de vlucht, als overwonnelingen. Een verbond , „ niet tusfehen kleine Mogendheden, om een groote magt te kortwieken ; maar „ tusfehen vyf der grootfte Magten op de „ aarde, om eenen (in vergelyking met „ hen allen) kleinen Vorst te bedwingen: ,, alle krachten deezer Mogendheden ingefpannen, en evenwel overwonnen! —— j, Dit alles gebeurde , gelyk het hier ge,, fchreeven ftaat; en is de gefchiedenis „ niet van een eeuw,. maar van één enke,, len veldtogt." Onlusten De glans deezer gebeurtenisfen verdonin Frank- jjer!; het licht van alle de overige voorhefparie-"" vallen' welke in denzelfden tyd gebeurmentènde den. En nogthans mogen wy dezelven Geesteiyk- niet met ftilzwygen voorby gaan. Terheid ver- Wyi de wapenen des Konings van Frankryk wekt. tegen de Britten ter zee en tegen derzelver Bondgenoten in Duitschland vochten, moest hy in zyn eigen Koningryk worftelen met onlusten, die.de wederfpannigheid van zyne Parlementen tegen zyne bevelen, en de aanhoudende twist met de Geestelykheid In Win- tegen hem verwekten. Het gefchil over termaand. de Sakraments-weigering had nog geen ein^56, de. En nu deed de Koning een uitfpraak, welke de Bulle Unigenitus en het gedrag der Geestelykheid meer, dan te vooren, begunstigde, het gezag des Parlements, in kerkelyke zaaken, befnoeide, en verfcheiden Parlements-leden bewoog, hunne post ne-  GESCHIEDENIS. tri neder te leggen. De Koning deed ook in II. een Litde Juftice bevelen wegens verfchei tydpkuk. dene belastingen notuleeren, die het Par- Den2iy?« lement geweigerd had te notuleeren. De van 0ctëstonlusten hielden aan tot het volgende jaar. ma£nd£ En niet vóór de Oogstmaand kon de ver- n '75 '„ zoening des Parlements met den Koning ymOoïL ftand grypen. De Aartsbisfchop van Pa- maand. rys alleen kon niet tot gehoorzaamheid ge- J757bragt worden. Uit zyne ballingfchap terug geroepen, was hy naauwlyks eenige maanden in Parys geweest, toen hy door Den eenen nieuwen Koninglyken bevel - brief van Louwnog verder, dan tevooren, van Parys werd maand, vèrwyderd. 1758. In Korfika had de zaak der Misnoegden D? Frandoor den Generaal paoli zulk een gunsti 0en zengen keer genoomen , dat de Genuëzen den tro&Frankryk verder om hulp aanzochten. By den oorlog met Groot ■ Brittanje oordeelde °'JM' men zich in den beginne in Frankryk daartoe buiten ftaat. Doch na de verovering van Minorka, en genoopt door de vrees, dat de Engelfchen de misnoegde Korfikaanen wc] eens 'konden onderfteunen , zond Den \flt de Koning van Frankryk eenige Regimen- van Slasten naar Korfika onder de bevelen van den m*ad' Marquis van castiues. De Generaal pao- 1 li deed wat hy kon, om hen hun verblyf en elke onderneeming moeyelyk te maa- ' ken. Geduchter nog dan deeze onlusten voor de Genuëzen , waren voor de Spanjaarden en Portugeezen de" geenen , die voorlang reeds in Paraguay in Amerika waren uitO 3 ge-  212 ALGEMEENE N. geborften , waarvan men echter nu eersC tydperk. nader onderrecht werd, en die thans meer Het^ryk dan tevooren openlyk werkzaam waren, der Jefut jn net begin der voorige eeuw wisten de Tannf' 3efuïten toegang te vinden tot de vruchtö ' baare Provincie Paraguay, welke zich in het zuider gedeelte des vasten lands van Amerika , van den voet der gebergtens van Potofï af tot aan de grens der Spaanfche en Portugeefche volkplantingen aan de oevers der rivier de la Plata uitftrekt. Zy vonden de inwooners in eenen toeftand, die weinig verfchilt van dien, waarïn de menfchen ftaan , wanneer zy eerst beginnen, zich met elkander te verëenigen. Zy wisten niets van 't geen men kunften noemt» leefden zeer bekrompen van jaagen en visfchen , en kenden naauwlyks de eerfte grondbeginfelen van ondergefchiktheid en regeering. De Jefuïten begonnen deeze Wilden te onderwyzen en te befchaaven. Zy leerden hun den landbouw, de veeteelte en huizen oprichten. Zy wisten hen zo verre te brengen , dat zy in Dorpen byëen leefden. Zy gaven hun aanleiding, zich toe te leggen op kunften en manufaktuuren. Zy lieten hen het aangenaame des menfchelyken levens fmaaken , en gewenden hen aan het geluk , 't welk voortfpruit uit veiligheid en orde. Wanneer zy daardoor weldoeners werden van deeze hunne bekeerde en befchaafde Wilden: bedoelden zy echter daarmede alleen de welvaart van hunnen Orden.Schoon zy hunne oogmerken langen tyd wisten te ont-  GESCHIEDENIS. 213 ontveinzen, draalde echter de geest van II. hunne maatfchappy in alle deeze fchikkin- tydperk. gen zodanig door, dat dezelven niet voor altoos konden verborgen blyven. Hunne poogingen hadden openbaar ten doel, in Paraguay een onafhanglyke heerfchappy in te voeren, die aan niemand , dan aan hun Gezelfchap zou onderworpen zyn, en wegens de voortrelfelyke inrichtingen, byna onvermydelyk haare magt na verloop van tyd over het geheele vaste land van Zuid-Amerika had moeten uitbreiden. Onder het voorwendfel, dat de aanflooteiyke en onchristelyke levenswyze der meeste Europeërs een groote hinderpaal by het werk der bekeering onder de Indiaanen was, werd hun binnen eenen bepaalden omtrek de onaf hanglykheid van de Spaanfche Stadhouders toegedaan, met een verbod, dat geen Spanjaard zich buiten toeftemming der jfefuïten in deeze gewesten mogt laaten zien. Daartegen beloofden zy, den Koning eene fchatting, geëvenredigd aan den ftaat der zendelingen , te betaalen. Nu beletteden de Jefuïten alle verkeering tusfehen hunne onderdaanen en de Spaanfche of Portugeefche volkplantingen. Geen Koopman van beide Natiën mogt hun gebied betreeden. Waren zy al eens genoodzaakt, iemand, met een openbaar karakter bekleed , toe te laaten, dan mogt dezelve volftrekt niet met hunne onderdaanen fpreeken, en geen Indiaan in het huis komen , alwaar de vreemdeling zich onthield, of het moest gefchieden in Q 3 de  2i4 ALGEMEENE n. de tegenwoordigheid van een Jefuït. Ook tvdperk. wisten zy den Indiaanen eenen haat tegen de Spanjaarden en de nabuurige Portugeezen in te boezemen. En om deeze gemeenlchap nog moeyelyker te maaken , lieten zy geenen Indiaan toe, de Spaanfche of een andere Europeefche- taal te leeren ; maar zochten zekeren tongval der Indidanfche taal by alle de volken van hun gebied algemeen in te voeren. Hun godsdienst en hunne tempelen waren prachtig. Men vond een meer, dan gewoone zwier in de huizen en aan de tafelen der Vaders, die van de Indiaanen met de diepfte onderwerping geëerbiedigd en byna aangebeden werden. D roegen deeze Jefuïcfche vaders en de beftierders der gemaakte fchikkingen aan den éénen kant wel zorg voor de verlichting van hunne gemeentens, van derzelverafzonderlyke leden en kweekelingen : deeze verlichting moest echter aan den anderen kant flegts tot een bepaalde hoogte komen ; alzo zy beducht waren, dat een vermeerdering van doorzicht welëehs een hinderpaal der gehoorzaamheid kon worden. Dit was ook de reden, waarom de Indiaanen geen rykdommen noch eenig vermogen mogten vergaderen. De geheele voorraad moest in de Magazynen geleverd worden. Niemand werkte voor zich-zeiven, maar allen voor het algemeen belang , of veelmeer ten voordeele der Vaders en van de Orden. Elk huisgezin werd een fober gedeelte van beftaan uit de hand der Vaderen toegemeeten, en vergenoegde zich daar-  GESCHIEDENIS. 215 daarmede, gelyk met het gebrek aan de ver- II. maakelykheden en verkwikkingen deezes tydperk. levens;' want de Vaders droegen wel deegelyk zorg, dat deeze onnoozele menfchen alle deeze geneugten niet eens leerden kennen. Zekere misdryven werden fomtyds wel zwaar geftraft; doch over 't algemeen ademde de wetgeeving der Vaders geen ftrengheid. Een waarfchuuwing van een jpefuït, een gering merkteken van fchande, en, zo het hoog liep , eenige zweepflagen, waren voldoende , om by dit op zich-zelven goedaartig volk , zo gewoon aan eenen knechtelyken eerbied jegens de Vaders, orde en rust te bewaaren. Men vindt ook, dat de Hoofden van deeze Orden eene ftrengheid, die fomwylen tot een gruwelyke wreedheid overfloeg, ernftig verboden hebben, wanneer eenige Vaders zich daaraan jegens hunne onderdaanen hadden fchuldig gemaakt. Men kan derhalven wel zeggen , dat in de volkplantingen der Jefuïten in Paraguay de barbaarfche wreedheid niet plaats had, waarmede de veroveraars der nieuwe waereld 's lands inboorlingen plunderden, tot flaaven maakten en vernielden. Men kan echter dit fchuldlooze volk ook niet gelukkig noemen , omdat hetzelve van alle vryë ontwikkeling der zielsvermogens en van het genot der geneugten deezes levens verftooken,en gedoemd was, een werktuig te weezen ter verryking en uitbreiding van de heerfchappy der jefuüen. By alle deeze geheime fchikkingen , hoe O 4 kun-  2l6 ALGEMEENE H- kunftig ook aangelegd , konden de Vaders tydpuik. zic|l evenw.el in hunne bezittingen en gezag niet veilig achten , zo lang zy nog geen voldoende en welgeoefende krygsmagt hadden. Doch ook deeze wisten zy te verkrygen. Oplettend op alle voorkomende gelegenheden, moest in het jaar 1640 de affcheuring van Portugal van de Spaanfche heerfchappy, hun tot een voorwendfel verfbekken, om fchietgeweer van het Hof te Madrid te verzoeken , opdat zy zich tegen de nabuurige Portugeezen konden verdeedigen. Zy onderweezen de Indiaanen in den Europeefchen wapenhandel, en richtten langzaamerhand Regimenten , Paarde- en Voetvolk op, die wel uitgerust en volkomen in den wapenhandel geoefend waren. Zy ftelden eene zwaare Artillery toe, eri hadden Magazynen, die rykelyk voorzien waren van alle oórlogs- behoeften. Zo doende kreegen zy een talryke Armée, die aan niets, hoe genaamd, gebrek had, en die in een land, alwaar eenige weinige ongezonde en flegt-geöefende Bataillons de geheele krygsmagt der Spanjaarden en Portugeezen uitmaakten , zeer geducht moest worden. D?szeirs Deeze groote en verre-uitziende fchik- ?d omkee- kl"Dgen ble£Ven hüZ een êeheim voor de ring. ' Spanjaarden en Portugeezen. Eenige reizigers hadden 'er wel iets van ontdekt; doch niemand floeg geloof aan hun verhaal, Eindelyk gaf de volkplanting van St. Sakram°nt, aan den mond van den grooten Platafiroom in Amerika , tegenover de Spaan-  GESCHIEDENIS. ai? Spaanfche koopftad Buenos - Ayres door de II. Portugeezen aangelegd, aanleiding ter ont- tydpeuk. dekking van den geheelen byna voltooiden ftaat. Deeze nieuwe volkplanting der Portugeezen was den Spanjaarden altoos een doorn in het oog geweest, en tusfehen beide Natiën ontftonden daarover veele gefchillen. In het jaar 1739 belegerden de Spanjaarden deeze plaats. Tweeduizend Indiaanen, die zy by zich hadden, en zo als het den naam had, aan de Kroon van Spanje onderworpen waren , weigerden buiten bevél van den Jefuït, onder wiens opzicht zy ftonden, te vechten. Zulks baarde verdenking, doch zonder vrucht. Onder de regeering van den zwakken Koning van Portugal, joannes V. had de Koning van Spanje ferdinand VI. in het jaar 1750 het Portugeefche Hof overgehaald tot een verdrag, naar het welk de volkplanting van St. Sakrament met het Eiland St. Gabriè'l aan de Kroon van Spanje tegen een fchaêvergoeding moest afgeftaan worden. Na den dood des Konings van Portugal joannes V. in 't begin der regeering van Koning joseph Emanuel, werden Gevol- 1752, magtigden van beide Hoven naar Amerika gezonden, om het verdrag ter uitvoer te brengen, en de nieuwe grenfen te bepaalen. Door deeze Gevolmagtigden werd vast gefteld, dat een groot gedeelte van Paraguay of van het land der zendelingen aan de Kroon van Portugal zou vervallen. Maar de Indiaanen, die nu onder het gebied der Portugeezen zouden komen, verO 5 zet  2i8 ALGEMEENE Ui zetteden zich daartegen , vatteden de watvdperk, pens opj en floegen de .krygsbenden der J753- Portugeezen meer, dan eens, met vee! verlies terug. Thans ontdekte men den ftaat, door de Jefuïten opgericht, en hunne wapening, als mede, dat zy even zowel van grof gefchut als klein geweer, van Ingenieurs en van alles, wat tot het krygswezen verëischt wordt, zeer goed voorzien waren. Vruchteloos zochten de Jefuïten alle deeze fchikkingen te ontfchuldigen met de noodzaakelykheid, om zich daardoor tegen wilde Indiaanen te verweeren. Vruchteloos ftrooiden zy het verdichtfel uit van zekeren Nikolaas, die zich in Paraguay tot Koning zoude opgeworpen hebben. Vruchteloos befchuldigden zy den eerften Minister in Portugal. Men floeg geloof aan de berichten der Portugeefche en Spaanfche Stadhouders. De Ministers in Spanje en Portugal zowel, als die in Frankryk en Napels, werkten tegen de Jefuïten aan. Paus benedictus XIV. door het Portugeefche Hof aangezocht om een algemeene hervorming van de Orden der Jefuïten te bewerken , was in zeer groote verlegenheid. Hy was wel geen vriend van de Jefuïten; maar vreesde voor hunnen haat. En fchoon hy ter bevrediging van het Portugeefche Hof eenige fchikkingen maakte, waren dezelven toch niet zo nadrukkelyk, dan zy, uit hoofde van het gewigt der zaak, billyk hadden moeten weezen. Van meerder nadruk waren de maatregelen der Hoven van Lisfabon en Madrid, die zich verë'enig- den,  GESCHIEDENIS. 219 den, om de Indiaanen met geweld tot hun- h. nen pligt te noodzaaken. 'Er werden vee- tydperk. le zwaare veldflagen geleverd., waarby de Spanjaarden veel volks verlooren. D&Por- » tugeefche Stadhouder te Rio de Janeiro , die van zyn Hof bevél had , de Jefuïten aan te tasten, werd geflaagen , tot dat Mendoza hem met de Spaanfche legerbenden te hulp kwam. Deeze troepen der verëenig- 1757de Hoven behaalden, na een bloedig gevecht, de overwinning. Men vond, dat de Vaders van alles de fchuld droegen, men werd hun krygs-reglement magtig, en ontdekte onder de krygsgevangenen Jefuïten r gekleed in Officiers gewaad. Zulks was van dit gevolg, dat de Jefuïten in Portugal de waardigheid van Biechtvaders by het Koninglyke huis verlooren. De Procurator van Paraguay in Lisfabon werd in hegtenis gezet, de pakhuizen der Jefuïten te Rio de Janeiro (want zy hadden eenen zwaaren handel gedreeven) werden gefloo-ten, en over 't algemeen, vooral in Portugal , zodanige middelen te werk gefield, die fcheenen verëischt te worden, om deeze wanorde vroegtydig te keer te gaan, die, had zy langer geduurd, vry moeyelyker zou uit te roeyen geweest zyn. Het vervolg deezer gebeurtenis zal in het verder beloop deezer Gefchiedenis ten toon gefpreid worden. Thans roepen ons alle de krygsbenden in Duitschland weder, die in hunne winterkwartieren wel geen volkomen en langduurige rust konden genier  aao ALGEMEENE tydpIuk. nieten. Het Oostenrykfche Hof, altoos nog nufPie- ln heC denkbeeld zynde, dat de Koning ver Hof en van Pruisfen by alle onvertzaagdheid, doordeszeifs zichten werkzaamheid, ontbloot van alle Bondge- hulpmiddelen , eindelyk voor de uitgebrei°;„XS' de magt zyner vyanden bukken, en het gen den aanzienelykst gedeelte zyner landen aan de Koning willekeur zyner vyanden overgeeven moest, van Pruis- bleef onverzettelyk by het befluit, om elfen. ken voorflag ter bemiddeling, die niet de onbepaalde onderwerping des Konings aan de hem gedaane eifchen behelsde, te verwerpen, en in 't vervolg flegts met meerder voorzichtigheid , werkzaamheid en nadruk te werk te gaan. Deeze verwachtingen en befluiten werden zeer onderfteund door de verzekeringen , welke het Huis van Oostenryk van deszelfs Bondgenooten, en voornaamelyk van de Keizerin van Rusland ontving. Deeze Vorstin was zo ras niet wederom herfteld van de zwaare ziekten, waaraan zy in Oogst-en Herfstmaand 1757 had ter neder gelegen , of zy vernam met de uiterfte verwondering den hertred van haare troepen, te werk gefteld na.alle de voordeelen, die dezelven door hunne overmagt reeds hadden bejaagd en nog moesten hejaagen. By een naauwkeung onderzoek van dit geval vond zy de oorzaak daarvan in den reeds bovengemelVai van den brief, welken de Groot-Kanfelier BesómRusfi- tuchef aan den Veld-Marfchalk , Graaf Groot- van ApRAXIN gefchreeven had. Vruchte- Kanfelier loos trachtte de Groot-Kanfelier zich te Bestu- verfchoonen. Zyne fchuld was baarblyke-  GESCHIEDENIS. 221 3yk en zyn val niet te vermyden. Hy werd iiin hegtenis genoomen, van zyne hooge ampten ontzet , 100 wersten van Moskoviën, naar een vlek, aan hem zeiven toebehoorende, als de plaats zyner gevangenis gebannen. Tevooren reeds had de De Rusfin Generaal Fermor het kommando over de Armée en bevél gekreegen, om in hetKo- {* ^£ °* ningryk Pruisfen te vallen , het welk zon- rruis[tnt der moeite gefchieden kon. Want de Koning had alle zyne troepen daaruit getrokken , om ze tegen de Zweeden aan te voeren, fermor trok den iifie van Louwmaand in Koningsbergen, en nog vóór den afloop der maand was geheel Pruisfen in de handen der Rusfen. Het Weener Hof liet het niet by de herftelling van deszelfs byna geheel vernielde Armée ; maar befloot ook , uit zyne uitgeftrekte landen drie talryke krygsbenden in het veld te brengen tegen den Koning, De Koning die mede aan zynen kant niets verzuimde, van Pruis* om zich op de beste wyze toe te rusten. fenrust Het was indedaad verwonderenswaardig ,. Z1C toe' met welke fnelheid hy zyne Armée wederom voltallig maakte, die door zes zwaare veldflagen, en door de afmatting , gepaard met de verëischte fnelle beweegingen, om den vyand overal het hoofd te kunnen bieden, tot op een derde gedeelte gefmolten, en evenwel in Grasmaand weder voltallig en van alle behoeften voorzien was. Veele krygsgevangenen , aangevuurd door den grooten roem, welken de Pruisfifche wapenen in den jongften veld-  222 ALGEMEENE ir. veldtogt behaald hadden , namen vrywilHe tyopekk. dienst. Ook werd.de herftelling der Armee gemakkelyk gemaakt door de inrichting der Pruisfifche Staaten , naar welke aan ieder Regiment zeker distrikt, om zich wederöm voltallig te maaken, aangeweezen is, en eik kind al vroegtydig weet, dat het Soldaat gebooren is , en de moeders, m naarvolging van de Spartaanfche vrouwen, 'er grootsch op zyn , dappere Soldaaten voor den ftaat gebaard te hebben. \-er der Het patriöttismus der Engelfchen fchoot tïf£« ge,wilJi? de kosten ter uitrusting van talDvitfchen üyt? ylooCen en'ter onderhouding der veroorlog, eenigdeArmée in Duitschland.Deeze laatstgenoemde werd niet alleen door de onvermoeide werkzaamheid des Hertogs ferdinand voltallig, maar ook vermeerderd met ligte troepen, en van gefchut, opgevulde Magazynen en alle behoeften , zo rykelyk voorzien , dat zy in ftaat was , op den eerften wenk haare onderneemingen te beginnen, Netelige Dit alles opende den Koning van Pruisweftaod fen de beste uitzichten; en evenwel was rdngs van zJn toeftand altoos nog veel hagchelyker, Pruisfen. dan b¥ de opening van den voorigen veldtogt. Hy had het nu niet meer, gelyk in dien(tyd, alleen met de Oostenrykers te doen. Zyne magtige vyanden waren nader op hem aangerukt, in het bezit van verfcheiden zyner Provinciën, en in ftaat, om hem in het middelpunt van zyne landen aan te vallen. Het was ook wel te vermoeden, dat zy met meerder beleid, werkzaamheid en eenpaarigheidte werk gaan,en de •  GESCHIEDENIS. 223 de rust, die de winter hen verleende, be- II. Heden zouden, om zich zodanig toe te rus- tydperk. ten, dat zy eensflags , gelyk een buiten haare oevers getreeden rivier, zyne landen overftroomen konden. Richelieu had zyne troepen gelegd in Richealle de veroverde Westphaalfche landen des ,L1E"'S S r* t> • r ■ u * ir laaide on- Konings van Fruisjen , in het Keurvor- derneemin. ftendom Hannover , in Hes/en en andere lan- g£n. den van het Duitfche Ryk. Aan den eenen kant maakten hem de weinige Pruisfifche troepen , die in Halberftad ftonden , ongerust. Hy droeg derhalven aan den Marquis de Voyer , die onder alle de Franfche Generaals het meest in ontmenschtheid uitmuntte, op, om ze te verdry ven. Dit viel zeer gemakkelyk. De Generaal jun- *?58. ken trok met zyne zwakke Bezetting nader Den ] 7 i7 j j • , van Louw- naar Maagdenburg. Voyer deed zich maan(j, 200,000 Daalders betaalen, en verliet na een verblyf van zes dagen de ftad, waarïn hy gedenktekenen van ontmenschtheid en wreedheid naliet , die zyn karakter tot fchande verftrekkcn. Aan den anderen kant vreesde riche- De Fmnlieu, dat zyn linke vleugel niet buiten ^* gevaar was , en befloot om die redenen , H^Brede vryë Ryksftad Breinen te bezetten. Dit men den! werd opgedraagen aan den Hertog vanBRo- 16de van glio , die zulks ten deele met list , ten Louwdeele ook met geweld te werk ftelde. Mogelyk oordeelde nu de Marfchalk van Richelieu richelieu ryk genoeg te wéezen. Hy ver- leêl hec zocht het kommando te mogen nederleggen ^^„""f"/ en zyn verzoek werd toegeftaan ; of hy hetwelk ' was aan den  224 ALGEMEENE ii. was misfchien flegts in de voorbaat, vert-idperk. mits het Hof by de menigvuldige klagten Graaf van over zyne knevelaryën, reeds had voorgeSSfop^ nomen 'hem door den Graaf van clermont geJraageo. te laaten aflosfen. Hy verliet Hannover en Den %fie kwam te Parys, belaaden met eenen fchanvan Sprok- delyken buit. Want deeze was geenszins keimaand. de vrucht zyner overwinningen, maar zyner paallooze fchraapzucht. Men dacht, hy zou de on gunst van zyn Kof ten volle ondervinden, doch hy kwam 'er met een zuur gezicht af, en werd kort daarna tot Gouverneur van Guienne aangefteld. Zyn dappere en edelmoedige voorganger, de Marfchalk d'estrees, had hem den weg tot veroveringen gebaand, en hy integendeel de krygstucht en zorg voorde zieken verwaarloosd , de Armée door haar de grootfte buitenfpoorigheden toe te laaten, uitgemergeld, en daardoor alles voorbereid, dat zyn opvolger moest geflagen worden. 1758. Vóór nog, dat richelieu Hannover vervan" Louw ^et' haddan de Pruisfen Halberftad reeds maand."-" weder bezet , de Franfchen by Homburg overrompeld en opgeligt,en 300 gevangeDen ifde nen naar Maagdenburg gezonden. De Graaf van Sprok- van Clermont kwam te Hannover en nam keimaand. het kommando over, juist toen de verëenigde Armée begon zich in beweeging te zetten. Zodra had niet de Plertog ferdinand een verfterking van Pruisfifche Ruitery ontvangen, die de Hertog george lodeDen xydi wyk van Holftein-Gottorp van de Pruisfifche van Sprok- Armée in Pommeren hem toebrast, of hy keimaand, a ^  GESCHIEDENIS. 225 brak met zyne geheele Armée van Lunebourg op en nam zyn hoofd - kwartier in Amelinghaufen. Ten zelfden tyde trokken de troepen byëen, die in het Breemfche ftonden onder de Generaals diepenbuok en wangenheim. Prins hendrik van Pruisfen verzamelde by Halberftad een aanzieneJyke bende voetvolk en ruitery, om de onderneeming van ferdinand te onderfteunen. De Franfchen weeken overal terug. De Generaal wangenheim veroverde de fchans by Rottenburgen maakte de Bezettingkrygsgevangen. Een kommando , het welk een post by Ottersberg zoude befpringen, vond denzelven reeds verlaaten. Hertog ferdinand had de overrompeling van Verden opgedraagen aan den Erfprins van Brunsivyk; doch deeze ftad was reeds ontruimd. Ferdinand's oogmerk by de onderneeming op Verden was, om de Aller over te trekken, vóór dat de vyand zich nog met nadruk daartegen kon verzetten , ten einde meester te worden van beide de oevers des Weferftrooms. By ongeluk was de Aller door het menigvuldige fneeuwwater fterk opgeloopen en buiten de oevers getreeden. Hoe onmogelyk nu de overtogt der geheele Armée mee al het gefchut, pakkaadje en mondbehoefte ook fcheen, vond de Hertog evenwel een plaats , alwaar de overtogt gefchieden kon, en zyne voorhoede ondernam zulks met een gelukkig gevolg. De Erfprins, die het Kasteel te Hoya aan de Wefer, waarïn de Graaf Chabot met een fterke Bezetting lag, bemagtigen zoude, P trok H. TYDPERK. Hertog FERDINAND breekt mee de verëenigdeArmée op. De F> anjchen trekken terug den ïofle van Sprokkelmaand. De voorhoede van Hertog FERDINAND trekt de Aller over den zifie van Sprokkelmaand,  22Ö ALGEMEENE ir. TYDPERK. Den 23/?« van Sprokkelmaand. Overtogt van den Erfprins over de Wefer en ftouteonderneeming op Hoya. trok met eenige Regimenten op Schepen en Schouwen by Verden, niet zonder veele bezwaarlykheden, de Aller over, en vervolgde zynen marsch tot Bannen. Graaf ciiabot was de man niet, die by gebrek aan waakzaamheid kon overrompeld worden. Ondertusfchen verwachtte hy ook niet , dat de overtogt over de Aller , door het hooge water zo moeyelyk gemaakt, gemakkelyk te werkgefteld worden, maar allerminst dacht hy , dat, het geval dus zynde, de Erfprins denzelfden dag nog den breeden Weferftroom overgaan zoude. In alle omftandigheden in de waereld, en wel nergens meer, dan in den oorlog, vindt men gevallen, die uitmuntende begaafdheden verëifchen. Voor den waaren grooten oorlogs-geest. is de fchynbaare onmogelykheid van eene zaak dikwyls een ryke bron van hulpmiddelen by groote onderneemingen. Zulks toonde de Erfprins hier met zyn voorbeeld. De Prins vond by Barmen flegts eene fchouw en weinige flegte visfchers-fchuiten. De overtogt over deeze breede en diepe rivier kon derhalven niet, dan langzaam gefchieden. Doch wat nog erger was, 'er ontflond, nadat hy naauwlyks de helft zyner troepen over de rivier had gebragt, een hevige ftorm , die den overtogt volftrekt onmogelyk maakte. In deezen neteligen toeftand nam de Prins een ftout befluit. Hy bedacht zich geen oogenblik, en vervolgde met de troepen , die hy by zich hadj,|zynen marsch, om zyne ondernee-  GESCHIEDE NIS. 227 neeming uit te voeren. Hy kwam 's avonds N. te zes uuren by Hoya aan. Hy had belast tydperk. geenen fchoot te doen, maar den vyand met de bajonet aan te tasten. Zyn volk vuurde echter op een Patrouille van den vyand , waardoor zyne komst verraaden werd. Om deezen misflag nu weder te vergoeden , ftormden zy met geweld de plaats in. Hier zag men een vcrbaazend en moorddadig Infantery - gevecht. Een gedeelte der Bezetting vuurde uit de venfters, terwyl het overige op de ftraaten byëenkwam en een hevig peloton-vuur maakte. Alles fnelde naar de brug van het Kasteel, om dezelve hardnekkig te verdeedigen. De Prins, zeer veel belang hebbende by de brug te behouden, vond eindelyk eenen omweg, en ftond op het punt, den vyand van de brug aftefnyden, toen deeze in alleryl de vlucht in het Kasteel nam. De Grenadiers gingen met de bajonet op de brug los, en zouden misfchien tegelyk met den vyiind het Kasteel ingedrongen zyn, zo dezelve niet de huizen in de ftraat, die derwaards leidde , in brand had geftooken. Middelerwyl was ook het overig gedeelte der troepen aan den anderen kant de ftad ingedrongen, en de Graaf chabot zag zich van alle zyden ingeflooten. Hy werd op- ^ Kas' geëischt , begeerde eenen vryën aftogt, ^.^aac die hem toegeftaan werd, omdat de Prins 0Vgrgeen zwaar gefchut by zich had. Men nam eenige honderd man gevangen en veroverde het grootfte gedeelte der pakkaadje. De P 2 ver-  228 ALGEMEENE li. TYOPEKK. De Franfchen trekken al ver der terug. Den ozffe van Sprokkelmaand. Den aS/le van Sprokkelmaand. verovering van deezen post opende den Hertog den .weg. over de Wtfer. Deeze onderneeming verdiende hier zo breedvoerig ter neder gefteld te worden. Het zyn juist niet altoos zwaare veldOagen, waarby een Generaal gelegenheid heeft, blyken te geeven van beleid en bekwaamheid. Kleiner onderneemingen verëifchen veeltyds meerder fchranderheid by den aanleg, meerder moed, tegenwoordigheid van geest en fhndvastigheid by de uitvoering, dan die bloedige tooneelen, waarby een Legerhoofd het minfte overzien kan , en derhalven veel aan het geluk moet overlaaten. Prins hendrik liet zyne troepen nader naar de Ocker voortrukken. Deeze beweeging, als mede het bezit van Hoya, verfchafte den verëenigden troepen grooter voordeelen , dan de glansrykfte overwinning hen had kunnen toebrengen. De ontfteltenis by de Franfche Armée was algemeen. Graaf st. germain , die in Rremen het bevel voerde, verliet deeze ftad en trok naar Osnabrug. De Graaf van clermont deed zyne Armée Celle, Brunswyk, Wolfenbuttel en het geheele Keurvorftendorn Hannover ontruimen, en zich onder het kanon van Minden en Hameln begeeven. Het verlies van alle Magazynen , van een groot gedeelte der pakkaadjen, van een menigte geweeren, van eenige duizend zieken, en een algemeene defertie waren de gevolgen van deezen onberaaden hertred. Hertog ferdinand rukte telkens meer voor-  GESCHIEDENIS. 229 voorwaards ; en Prins hendrik trok de II. Ocker over. Nieuburg werd ingenoomen. tydperk. De Steden , doof de Franfchen verlaaten , werden wederom bezet met troepen van vrienden. De Franfchen leeden veel door fchermutzelingen. / Minden was 'er alleen maar over, 't welk den Hertog het onbepaalde bezit van beide de oeveren des Weferftrooms kon betwisten. JDeeze belangryke vesting was onder den Generaal morangies voorzien van een Bezetting van 4,000 man. De Franfche Armée was voor het grootfte gedeelte aldaar reeds vergaderd, en het was nietonwaarfcbynelyk, dat clermont trachten zoude, deeze plaats met zyne geheele magt te onderfteunen. Doch by de moedeloosheid zyner troepen , by het gemor over de flegte mondkost, by hun verlangen naar de vleeschpotten van Egypten, en by hunne aanhoudende klagten over de lastigheden , waaraan zy door het ftreng faizoen bloot ftonden , oordeelde hy zich hier ook al niet veilig en fterk genoeg, om zynen vyand het hoofd te bieden. Hy Dea 3<& trok derhalven over de Wefer terug naar ™nai^nte* Hameln, en liet de ftad Minden aan haar noodlot over. Hy mogt zich misfchien verbeelden, dat een beleg deezer ftad in zulk een ruuw jaargetyde en onder het oog van 's vyands Armée, wel niet zou ondernoomen worden. Doch de Hertog, oordeelende niets uit- D211 Sftc gevoerd te hebben , zo lang 'er nog wat ™nal^eme' te verrichten viel, rukte met de Armée maan * langs  230 ALGEMEENE ir. TYDPERK» Beleg van Minden. Minden gaat den I4«fc van Lentem. over. Algemee ne vlucht der Franfchen. langs beide de oevers van de Wtftr voort, en Minden werd van alle kanten ingeflooi ten. Den volgenden nacht werden de loopgraven geopend; en den i3de van Lentemaand werd 'er reeds van verfcheiden Batteryën gevuurd. De Kommandant verklaarde, zich tot den laatften man te zullen verweeren , dreigde de ftad in een aschhoop te veranderen en zich met zyne bezetting onder haare puinhoopen te begraaven, en —. gaf zich den i\de van Lentemaand met zyne geheele Bezetting> > 4>5oo man fterk , krygsgevangen over. ö De verovering van Minden was het fein tot de algemeene vlucht. De Graaf van clermont meende niets, dan fchrikbeelden te zien. Hameln, alle de plaatfen aan de Wefer , Osnabrug, Munfter, Oostfriesland, alles werd ontruimd. Onbegrypelyk is het, dat de Franfche Veldheer aan het hoofd eener Armée, die immers nog niet alle denkbeelden van eer en moed had verlooren, in verëeniging met Onderveldheeren, eenen Hertog van randan , armentieres, st. germain, die, zo door hunne zedelyke hoedanigheden als krygskunde, de hoogachting en liefde van Soldaat en Burger hadden verwonnen, en, verheven boven alle Hof-kabaaien , edelmoedig genoeg waren, hem te onderfteunen, al het gevoel van kloekmoedigheid zodanig vaarwel zeggen kon, dat 't hem niet eens in de gedachten kwam, op ééne plaats ftand te houden. Door een geheele neerlaag had  GESCHIEDENIS. 231 had hy niet meer kunnen verliezen, dan hy hier vrywillig opofferde. Wel verre van zulk een ftout beftaan rekende hy zich niet veilig, voor hy de oevers van den Rhyn bereikt had en zyne kwartieren door deeze rivier dekken kon. In 't begin van Graaf Grasmaand trok de Franfche Armée by £™£T Dusfeldorp over de rivier , en nam haare d£Q R, . kwartieren van de grens der Verëenigde Gewesten af, tusfehen de Roer, de Maas en den Rhyn. De Armée der Bondgenooten vervolgde den vluchtenden vyand. Het was alleen de voorhoede onder het bevél van Hertog george lodewyk van Holftein , die de Franfchen geduurig op de hielen zat, en in alle fchermutfelingen aanzienelyke voordeelen over dezelven behaalde. Nimmer nog ging een hertred gepaard met meerder verlies van Magazynen , geld , pakkaadje, gefchut en gevangenen, dan deeze. En indien de Rhynftroom de verëenigde Armée geen perken had gefteld , deeze Veldtogt der Franfchen zoude mogelyk hun' laatfte in Duïtschland geweest zyn. Maar alzo de Hertog ferdinand op den Hertog overtogt geen ftaat had gemaakt, befloot ^°'"ver. hv, voldaan met de behaalde voordeelen, fchaftzyne zyne troepen eenige rust en verkwikking troepen te bezorgen, nam zyn Hoofd - kwartier in eenige rost Munjter, en leide de Armée in de omliggen- ™ ™ek_!Ul" de plaatfen in de Kantoneerings- kwartie- rings. ren. De Hertog van Holftein werd met kwartieeen kleine bende gezonden naar Duimen, ren. om de Franfche Bezettingen aan den Rhyn in het oog en bedwang te houden. Zo  232 ALG. GESCHIEDENIS. tydperk Z° d^nde zuiverde de Hertog ferdir " nand , binnen den tyd van zes weeken , door een enkele beweeging, en byna zonder flag of floot, niet alleen alle de lan* den der Bondgenooten van Franfche krygsbenden, maar maakte zich tevens meester yan alle.de Westphaalfche Bisdommen, en kon derhalven zyne Armée ten koste des vyands onderhouden. Zo zag dan Duitschland het Franfche heir in een geduchte en verbaazende menigte den Rhynftroom overgekomen, thans, zonder tegenloopende krygskans, over denzelven terugtrekken, in den rampzaligften toeftand, en, op de hielen vervolgd door eenen vyand, welken hy kort te vooren genoodzaakt had , de wapenen nêer te leggen.