( i ) Num. Extrad uit de Re- folutien van de Heeren Staaren van Holland ende WeftVrieslandc, in hun Ed. Groot Mog. Vergadennge genomen op Vrydag den 15 February 1788. BY refumtie gedelibereerd zynde op hei Rapport door den Raadpenfionaris ter Vergadering gedaan den 25 January laatttleeden , uit naam van de Heeren van de Ridderfchap en verdere hun Edele Groot Mogende Gecommitteerden tot het groot Befogne, hebbende, ingevolge en tot voldoening aan hun Edele Groot Mo gende Refulutie Commisforiaal van den n December laatftleden, geëxamineerd de Propofitie door de Heeren Gedeputeerden der Stad Enkhuyfen den 1$ Ottober te vooren op expreile laft van de Heeren hunne Principaalen ter Vergadering gedaan , betrekkelyk tot den Eed voor alle de Schutteryen tn de Steeden en ten platten Lande, mitsgaders alle Amptenaaren op de Conftitutie der Hooge Regeering en het Erritadhouderfchap met het geen daar toe relatief is. Hebben de Heeren van de Ridderfchap en Edelen, mitsgaders de Gedeputeerden van de refpeétive Steeden , uit naam en van wegen Burgemeeüeren en Vroedfchappen van dezelve Steeden, eenparig goedgevonden en verdaan, tot ampliatie van hun Edele Groot Mog. I L , van Orange, zodanig als het zelve in hun Edele Groot Mogende Refolutien van den jaare 1747 is opgedragen, en by den tegenwoordigen Heer Erfftadhouder in het jaar 1766 aanvaard. Dat nogthans, voor zo verre eenige Leden of Minifters der relpeétive Regeeringen den Eed reeds hebben afgelegd op den voet der Refolutie van 13 November laailleden, als zaakelyk niet verfchillende met het tegenwoordig Formulier, dezelve zullen gehouden worden daar meede te kunnen volttaan. Dat wyders in aanmerking zynde genooroen, dar, fchoon by herhaalde reyfen door hun Edele Groot Mogende is verklaard, dat de Republicq onmoogelyk kan beftaan en behouden blyven, zonder voorzien te zyn van een Eminent Hoofd, egter de ondervinding in de laafte beroerten wederom geleerd heeft, dat fommige woelzieke en verandering zoekende Perfoonen zig niet ontzien hebben, deeze grondwaarheid in twyftel te trekken, en (zoo God het niet verhoed had) direeïelyk tegengeftelde maximes in te voeren. Dat deeze verderflyke toeleg, in de eene of andere Provincie van het Bontgenoodfchap beginnende, het gevolg daar van is, dat, vermits niemand der andere Bondgenooten regt heeft, zig met het inwendig betlier van eer* meede Bondgenoot te bemoeien, het kwaad meer en meer wortelen fchiet, voortkruipt, en eindelyk ook de andere Provinciën aanlteekt; hun Edele Groot Mogende hebben geoordeeld, met 'sLands dienft overeenkomftig te zyn, dat in de teegenwuordige omflandigheden, zoo veel naar den Menfch gefchieden kan, maatregelen worden beraamd, waar door diergelyke ongelukkige gefteldheid, als onlangs heeft plaats gehad, kan worden voorgekomen; en mitsdien eenpaarig hebben goedgevonden ten overvloede, en by herhaaling van voorige A ^ ver-  ( 4 ) verklaringen, op nieuw te declareeren: dat hun Edele Groot Mogende het Erfltadhouder-, Gouverneur-, Capitein- en Admiraalfchap Generaal , Frflyk in het Doorïugtig Huis van Orange, zodanig als het zelve m hun Edele Groot Mogende Refolutien van den jaare 1747 is opgedraagen, en door den tegenwoordigen Heer Erfltadhouder in het jaar 1766 aanvaard, houden voor een eiler.üeel deel der Conftitutie en Regtenngsform deezer Provincie, en vattelyk gezind zyn, het zelve niet minder dan de overige Grondwetten, waar op de Staat en Regeering deezes Lands geveftigd is, te conferveeren en te maintineeren : dat van deeze verklaaring ter Generaliteit opening zal gedaan worden, en de Bondgenooten daar byte kennen gegeeven, dat hoe zeer hun Edele Groot Mogende zig n et begeeren te mengen in de inwendige beichikking der zaaken in de refpeflive Provinciën, hoogüdezelve egier geperfuadeert zyn, dat by geen van de Provinciën deeze gedeclareerde grondwaarheid, dat het Eifftadhouderfchap met deszelfs Rechten en Praerogativen is een effentieel deel der Conftitutie en Regeeringsform, zal'of kan worden in twyftel getrokken : dat derhalven de noodzaakelykheid van deszelfs handhaaving, als het middelpunt van vereeniging der Unie, evtn zeer boven alle bedenking zynde, gelyk zulks door genoegzaam alle de Provinciën by de herftelling deezer hooge waardigheeden in 1747 is erkend; hun Edele Groot Mogende'aar* de refpeftive Bondgenooten van hurne opnieuw gemanifefteerde gevoelens kennis geeven, met verzoek, dat alle de Provinciën tot onderlinge geruftheid omtrent een point van zoo veel aanbelang, dat de Republicq daar meede ftaat of vak, een foortgelyke verkiaaring gelieven te doem Dat zy het Erföadhouder-, Gouverneur-, Capitein- ea Admiraalfchap Generaal , zodanig ak het  C 5 ) in den haaren refpe&ivelyk is opgedraagen, en door den tegen wooidigen Heer Erfftadhouder aanvaard, hou Jen voor een effentieel deel van haare ConÜitutie en Regeeringsform; mitsgaders dat de Bondgenooien hetzelve, als een Grondwet van Staat, onderling aan malkander guarandeeren, en aanneemen niet te zullen gedoogen, dat in een der Provinciën van het Bondgenootfchap van deeze heilzaame , voor de ruit en veiligheid van den Staat onontbeerlyke Grondwet, ooit of ooit worde afgeweeken. Dat wyders ter Generaliteit ook opening zal worden gegeeven van den Eed, door hun Edele Groot Mog. tot vallttelling der ConÜitutie en Regeeringsform in hunne Provincie gearreüeert, en dat de zaak daar heenen zal worden gedirigeert , dat een diergelyk Formulier r onder de noodige veranderingen, worde vatfgelteld voor alle hooge en laage Amprenaaren van de Generaliteit en in de Generaliteits Landen, mitsgaders voor de Beft erders en Leden der Schutteryen, Gilden en Broederfchappen , nu zynde, of die namaals zullen worden aangelteld, en voor de Perfoonen, die tot Burgers in eenige Stad of Plaats van de Generaliteit zullen worden geadmitteerd. Accordeert met de voorfz Rcfolutietk