V R Y E TEEKEN°AC ABEMIE, OPGERICHT IN JSGRAAVENHAAGE MDCCLXXX.  UITLEGGING der TYTELPLAAT. DE SCHILDERMAAGD SPREEKT. Myn Kunst herleeft met roem! de Oranjeboom verfpreidl Zyn milde fchaauw op my en myn gewyde kooren , De deftige Otevaar wekt elk tot dankbaarheid , En de Eerzatbt wyst op 't loon der noeste vfyt befchooren. IN VREDE HEIL.    PRESENT EXEMPLAAR VOOR DE LEDE N,- MDCCXCIL  OP DEN EERPENNING. De nyvre HOVENIER, door edelmoedigheid, (Van wolken onderfchraagd ) zorgvuldig voortgeleid, Bcfproeit, met de eene hand, de teedre plantgewasfehen, Die, in den vruchtbren hof, airede elks oog verrasfchen; Met de andere ftrooit hy goud en zilver puikmetaal, De gloriepalmen van Piétura's zegepraal; Terwyl twee Wichtjes, daarze elkanders yver wekken, Der Teekenaaren vlyt, ten loflylc voorbeeld ftrekken. IN VREDE HEIL.    NAAMLYST DER LEDEN HONORAIR VAN DE VRYE H A A GS G HE TEEIEM-ACADEMIE. 9 cnder de h o o ge protectie van ZTNE DOORL. HOOGH. den heere prinse ERFSTADHOUDER, EN DEN ED. ACHTB MAGISTRAAT VAN SHAAGE. enz. ene. enz. zyn DooRL. hoogh. de Heere WILLEM de V. Prins van Oranje en Nas/au, Erf - Stadhouder, enz. enz. enz. haar koningl. hoogh. mevrouw WILHELMINE. Prinfes van Oranje enz. enz enz. haar doorl. hoogh. mevrouw L O U I S E. Erf-Prinfes van Brunswyk, geb. Prinfes van Oranje, enz. enz. enz. zyn doorl. hoogh. de Heer Erf-Prins WILLEM FREDERIK, van Oranje en Nasfau, enz. enz. enz. zyn doorl. hoogh. de Heer WILLEM GEORGE FREDERIK, Prins van Oranje en Nasfau, enz. enz. enz. A 3 De  NAAMLYST. A. De Heer Baron F. C. AERSEN van SOMMELSDYK, Heer van Spyck , Sommelsdyk , Plaat , enz. be~ Jchreeven in de Order der Ridderfchap en Edelen yan Holland en Westfriesland, en wegens dezelve Gecommitteerd in 't Collegie der Edelmogende Heeren Raaden van Staate, Dros/aart der Stad Corinchem en van 't Land van Arckel en Altena , mitsgaders Hoog - Heemraad van Delfland, enz. enz. Mevrouw de Barones C. van AYLVA, Gebooren van BRAKEL enz. enz. B. De Heer G. N. BEELDEMAKER. enz. tnz. De  N A A M L y S T. De Heer F. H. van der B E E T S, Commisfaris van't klein Zegel van Holland, enz. enz* Mevrouw de Gravin Douariere BENTIN CK van VAREL. gebooren M. C. TUYL van SEROOSKERKEN, De Heer Graaf W. G. F. van BENTINCK, Heer van Rhoon en Pendrecht, enz. befchreeven in de Order der Ridderfchap en Edelen van Hoi' land en Westfriesland, 'en wegens dezelve Gedeputeerde in 't Collegie der Admiraliteit te Amfier dam, Ruwaard, Bailliuw en Opperdykgraaf van de Landen van Putten, Bailliuw en Schout van 'sGraavenhaage, mitsgaders Hoog Heemraad van Rhynland, enz. enz. De Heer P. BERKELBACH van den SPRENCKEL, Agent van't Hof van Venloo, mitsgaders Clsrc§ van Hun Hoog Mogende, enz. enz. A 4 De  JÏA.AMLYST. De Heer G. C. BLANKEN, Commis van't Kabinet en Casjier van Zyne Door). Hoogheid, enz, enz. De Heer SIMEON BOAS, Banguier in 's Graavenhaage, enz. De Heer Ma. N. J. B U T E U X, Raadsheer in den Raade en Leenhove van Brabanó en Landen van Overmaaze, enz. enz. C. De Heer ROBERTUS CARTER, Commis ter Stadhouderlyke Thefaurie, enz. enz. De Heer Mr. J. N. CHANFLEURY, Advocaat voor de Hoven van Jujïitie in Holland, enz. enz.  n a a m l y s t. De Heer Baron m. van c o e h o o r n, wegens de Provintie Friesland fesjle hebbende in het Coltegie van de Generaliteits Rekenkamer, enz. enz. De Heer Baron c j. c r e u t Z, enz. enz. d. het dichtlievend genoodschap, in 'sHaage, onder de Spreuk: Kunstliefde fpaart geen vlyt, enz De Heer h. van dies t, Vroedfchap van 's Graavenhaage, enz. enz. De Heer willem van diest,- Contrarolleur van de Venduïn, enz.  NAAMLYST. De Heer H. J. D O O R S C H O D T, Vendumeesters van 'sHaage. enz. De Heer Baron H. VAN DER D U Y N, Kamerheer van Zyne Doorl. Hoogheid, en Colionel by d'Armee van den Staat, enz. enz. De Heer J. van D Y C K, Prof. TheoU en Emeritus Predikant te Maastrigt, enz. enz. E. De Heer J. F. E U L E R, Raad tot Dillenbureh, mitsgaders Hof - Raad en Bibliothecaris van Zyne Doorluchtige Hoogheid, enz. enz. De  KA.AML.YST. F. De Heer. Mr. H. F A G E L, Griffier van Hun Hoogmoogende, de Heer en Staattn Generaal der Verëenigde Nederlanden ; Beschermheer van 't Haagsch Dichtlievend Genootfchap, onder de Spreuk: Kunstliefde fpaart geen vlyt, tra. enz. G. De Heer P. G O S S E, Junior, Agent van Zyne Majesteit den Koning van Sar* dinien, enz. enz. De Heer P. F. G O S S E, Agent van Zyne Majesteit den Koning van Deenemarken, enz. enz. De Heer Mr. A. D. GÜICHERIT, Advocaat, mitsgaders Solliciteur- Militair, enz. enz.  N A A M L Y S T. H. De Heer Mr. J. P. v a n d e r H A E R, Eerjïe Secretaris van 's Graavenhaage, enz. enz. De Heer Mr. GYSBERT HEENEMAN, Commis der Ridderfchap en Edelen van Holland en Westfriesland, Solliciteur - Militair, enz. tnz. De Heer Ma. JOHAN van HEES, Heer van Berkel en Rodenrys: Schepen t mitsgaders Secretaris van 't Edel Mogend Collegie der Sociëteit van 's Graavenhaage, enz. enz. De Heer RUDOLF HENTZY, Gouverneur der Hl Pages van Zyne Doorl. Hoogheid, mitsgaders Agent van Zyne Vorstelyke Hoogheid den Hertog van Saxen- Gotha, enz. enz,  N A A M L Y S T. De Heer A. L. van HETEREN, Qudt - Bewindhebber der West-Indische Compagnie , ter Kamer op de Maaze, enz. enz. De Heer Graaf van HEIDEN tot REYNESTEYN, Kamerheer, Commisfaris tot beflier der Hofhouding van Zyne Doorl. Hoogheid, enz. enz. De Heer J. D. H E Y N S, Commis ten Comptoire van des Gemeenelands Middelen in 's Graavenhaage, enz. enz. Jonkvrouw J. M. HOOF T, enz. enz. De Heer JOHAN van HOOGSTRATEN. Vroedfchap van 's Graavenhaage, mitsgaders Medeoprichter en Bejluurder van het Haagsch Dichtiievend Genootfchap, onder de Spreuk, Kunstliefde fpaart geen vlyt, enz. enz. De  NAAMLYST. K. De Heer Mr. L. van de KASTEEL E, Advocaat voor de Hoven van Jujlitie in Holland j, enz. enz. De Heer 11 WILLEM KONING, Medailieur van den Staat, Juwelier, enz. De Heer GEORGE KONING, enz. L. A. V. L. M. Jonkheer D. MACALESTER LOUP, Lieutenant Collonel by de Schotje Brigade, enz. enz. De Heer J. M A R D A, Architect, enz.  N A A M L Y S T. De Heer J. M A R I T Z, 'sLands Grofgefchut-Gieter, enz. enz. Mevrouw M A R I T Z, gebooren G O S S E, enz. enz. De Heer Baron J. MEERMAN, Vryheer van Dalem, Raad in de Vroedfchap te Leyden, mitsgaders Bewindhebber der Oost-Indifche Compagnie ter Kamer Amjlerdam, enz. enz. De Heer Mr. G. van MINNINGHEN, Commis Generaal ter. Admiraliteit van Amflerdam, enz. enz. N. De Heer Baron A. W. C. van NAGEL tot AMPSEN, Extraordinair Envoyé en Minifler Plenipotentidris van deezen Staat by Zyne Koninglyke Majefteit, van Groot-Brittanje, mitsgaders Kamerheer Honorair van Zyne Doorl. Hoogheid, enz. enz. Dc  NAAMLYST; De Heer JAN DANSER NYMAN, enz. enz. O. De Heer Mr. R. van O L D E N5 Ordinaris Raad, mitsgaders Thefaurier en Rentmeester - Generaal over de Hofhouding en der Domeinen van Zyne Doorl. Hoogheid, enz. enz. P. De Heer D. PAL AIR ET, Solliciteur - Militair alhier, enz. enz. De Heer J. A. P O T I E R, Procureur en Solliciteur-Militair alhier, enz. enz. De  N A A M L Y S T. R. De Heer Graaf G. van R A N D W Y K, Gedeputeerde wegens de Provintie Gelderland, uit de Ridderf«hap des Quartiers van Nymegen, ter Vergadering van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal , mitsgaders Kamerheer 'van Haare Koninglyke Hoogheid, enz, enz. De Heer Graaf O. van R A N D W Y K, Stalmeester en Edelman van Zyne Doorl. Hoogheid, enz. enz. De Heer Baron A. W. van R H E E D E, Extraordinaris Envoyé en Minister Plenipotentiaris van deezen Staat, by Zyne Koninglyke Majesteit van Pruisfen , mitsgaders Generaal - Adjudant van Zyne Doorl. Hoogheid, enz. enz. De Heer Mr. JOHAN van RIELLE, Mede-Dircfteur der Generaliteits Loteryen, enz. enz. De  NAAMLYST» De Heer C. R O E P E L, Commisfaris van de Monstering op'Texel, enz. enz. De Heer Mr. J. T. R O Y E R, Subjlitut- Griffier en Secretaris van den Hove van Holland, Medebejluurder van 't Haagsch DichtJievend Genootschap, onder de Spreuk : Kunstliefde fpaart geen vlyt, enz. enz. S. De Heer P. W. SCHONK, Architect van Zyne Doorl. Hoogheid, enz. enz, De Heer H. W. SC H W EIC K HARDT, Altans beroemt Kunstschilder in Engeland, en Regent Honorair der Haagfche Teken-Academie, enz. De  NAAMLYST. De Heer Mr. J. S L I C H E R, Regeerend Burgemeester van 's Graavenhaage, enz. enz. De Heer Ma. B. van SLIN GELiNDT, Vryheer' van Slingelandt en Goidfchalxöord, enz. in den Oud Raad en Oud Burgemeester der Stad Dordrecht, en wegens dezelve Gecommitteert in 't Collegie der Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raaien van de Ed. Gr. Mog. Heeren Staate van Hot~ land en Westfriesland, enz. enz. De Heer R. van S T A P E L E, Groot Zilverwerker en Gepriviligeert Wisjelaar, enz. De Heer H. STENFERT, Commis en Boekhouder van Burgemeesters- Kamer in 's Graavenhaage, enz. T. TEEKEN-ACADEMIE te Middelburg in Zeeland, enz. De  NAAMLYST. De Heer ABRAHAM TEIXEIRA, Junior, enz. De Heer W. THORNBURY, Oud-Hoofdman van 't Groene Vaandel der Haagfche Schutterde, enz. De Keer Mr. H. T O L L 1 U S, Prof Honorair aan het Athenaum Ilustre tot Amsterdam, mitsgaders Raad en Rekenmeester der Domeinen van Zyne Doorl. Hoogheid den Heere Prinfe Erffladhouder, enz. enz. De Heer Mr. D. T U L L E K E N S, Heer van Melis- en Marie-Kerken , Raad in de Vroedfchap en Oud-Burgemeester der Stad Middelburg in Zeeland, enz. enz. De  N A A M L Y S T. V. De Heer R. VINKELES, Btrcemt Teekenaar en Kunst-Graveerder te Amjlerdarn, enz. De Heer Ma. J. VISSER, 'Advocaat voor de Hove van Juflitie, mitsgaders Clercq ter Griffie van Hun Hoog Meog. enz. enz. De Heer Baron M. VOIGT van ELSPE, Opper-Hofmeester, Commisfar is tot bejlier der Hofhouding van Zyne Doorl. Hoogheid, den Heere Prince Erfjladhouder, enz. enz. De Heer A. V O S M A E R, Hof-Raad, mitsgaders Direcleur van 't Natuurkundig Kabinet van Zyne Doorl. Hoogheid, enz. enz. W.  N A A M L Y S T. w* De Heer WETTERS (M. van DAALEN,) Voornaam Boek-en Prent-verkooper in'sHaage, enz. F I N I S.    REDEN VOERING, OVER DE WEEZENLYKE SCHOONHEID VAN ?SMEHSCHEN LïGCHAAM, GEDAAN; TER GELEEGENHEID VAN HET UITDEELEÏÏ DER PRYZEN BY DE VRYE TEEKENAKADEMIE IN 'S GRAAVENHAAGE* Op Woensdag den 21 Maart 1792* DOOR J. H U M B E R T, Meede-Regent der Akademk,   DOORLUCHTIGE, EDELE ACHTBAARE, E N AANZIENLTKE LEDEN! w y hadden voorleeden jaar de eere u te onderhouden over de nuttigheid der Teekenkunst die in deeze fchoole plaats heeft, en zich tot het menfchelyke ligchaam bepaald; wy trachteden u eenige denkbeelden te geeven van de uitmuntende fchoonheid zyner vormen; doch zeer kort om geen misbruik te maaken van den tyd, dien Uwe Doori,. Hoogh. en UEd. Achtb. ons in deeze heugelyke omftandigheeden, met zoo veel goedheid verleend. Het zy my dan nu geöorlooft, tot verder nut van deeze faam' vergaderde meenigte, vooral van onze aankweekelingen, uw' aandagt flechts weinige oogenblikken te moogen bepaalen by de weezentyke fchoonheid van dat ligchaam, befchouwd in die heerlyke overëenftemming welke'er gevonden wordt tusfehen zyne kouleuren, en alle zyne gedeeltens: ik zegge, weezentyke fchoonheid, om dat veele menfehen deeze alleen betrekkelyk noemen, even of zy afhangelyk was van de byzondere ünaaken: flaaven van  vooröordeelen en hartstochten, hunne oogen oordeelen alleen naar de gevoelens hunner ziele; ja zy zouden byna ons willen overtuigen dat het geene weezenlyk wanftahig is , fchoonheid zy; en men komt voor den dag met het gemeene argument, dat een Neger zyne zwarte kouleur fchoonder vind dan die vaneenen Blanken, en dus een iegelyk fchoon noemt wat hem bekoord ; maar is't vooröordeelen zyne eigenliefde bevoegde Rechters in deezen ? en wanneer men aan die Neger klederen en fieraaden van fchooner en helderer kouleuren vertoont, verkiest hy die niet booven de donkere zwarte ? en word hy dus niet een fpreekend bewys, dat zyne oogen even gefchikt zyn als die van alle rechtfchapen menfchen, om deeze keus juist te doen ? Niemand zal immers betwisten, dat, volgens de gewesten en de evenredigheid der dingen, de Schepper, die de Oorfpronk van alle het waare fchoone is, den eersten mensch gefchapen heeft met die vormen en kouleuren die wy zoo bewonderen. Men kan dus ftellig verzeekeren, dat het mcnfchelyke ligchaam, zoo befchouwd, het weezentyke en volmaakte fchoone is, van alle de voorwerpen der natuur. Om hier nog meer van overtuigd te worden, (laa men flegts met eenige oplettendheid de oogen op dat voorwerp , en de heerlyke overëenftemming die 'er in gevonden word tusfchen zyne kouleuren, en alle zyne gedeeltens: het Hoofd, by voor-  beeld, dat de voornaamfte is, bevat in zich de fchoonfte kouleuren: het rood der lippen en der ■wangen, het heldere blaauw of gloeiend bruin der oogen; de paarsachtige tinten, die, door haare tederheid dezelve nog meer kragt toebrengen, en de verfcheidene oneindige verwen der haïren , die, wanneerze niet naar een verbastert gebruik mishandeld worden, door haaren glans en zwier zoo fierlyk liaan. De Borst is het grootfte en blankfte gedeelte van het ligchaam, haare heldere tint, die door weerkaatzing alle de kouleuren van het aangezicht nog vleiender maakt, vermindert allengskens na de laagere gedecltens, word geel, eindelyk roodachtig aan de uiteinden van de handen en voeten, en doet, door deeze wel bereekende vermindering-, het oog zagjes overgaan van het eene gedeelte tot het ander, om die met een nieuw genoegen te vestigen op dat Aangezicht, zoo bekoorlyk, en 't welk door de uitdrukking van alle zyne trekken en de verfcheidene kouleuren, die de hartstochten 'er op veröorzaaken, zulk een vermoogen op onze gevoelige harten, heeft. Geen wonder des dat de beroemde Dichter Milton, in zyn Heldendicht het Paradys verhoren, op zulk ecne verheevene wyze van den eersten Mensen fpreekt; zeggende: (na alvoorens hem zoo volmaakt aan onze denkbeeldingskracht te hebben gefchildert,) dat fchoonheid , deftigheid, ja iets Godlyk in geheel zyn gelaat doorftraalde; en van Eva,  dat de aartsbevalligheden haar verzelden, en de Hemel in haar aanzien te ontdekken was. Zou het nu nog noodig zyn, onze Kunstaankweekelingen aan te zetten om dit voorwerp met meer en meer yver te beöeffenen, ten einde in derzelve Tëekeningen en Tafereelen waarheid met fchoonheid faam' te paaren, en door geftaadige voorderingen niet alleen haare dankbaarheid aan den dag te leggen, maar ook den Directeuren vrymoedigheid te geeven, de belangens van dit nuttig Kweekfchool altyd te beveelen, zoo aan de hooge befcherminge van Uwe Doorl. Hoogh. en Ed. Achtb., als aan de goedgunftigheid der aanzienlyke Leden, die zoo edelmoedig tot den luister en fteun deezer Inflitutie meedewerken. Uwe geëerbiedigde tegenwoordigheid vervult onze harten met blydfchap, en de leevendigfte gevoelens van Eerbied, en erkentenisfe! dat Uwe Hoogheid inzonderheid, volgens, onze vuurige wenfchen, byaanhoudenheiden in alle derzelver betrekkingen het voorwerp moogt zyn van den besten Hemelzegen, toegezegd aan die, welk geen'dag van hun leeven laaten voorby gaan zonder het Welzyn van ons zoo zeer gelieft Vaderland, en het Geluk en de Glorie der Maatfchappy te bevoorderen !  ^ * # |3e Jaarlykfche Uitdceling der Pryzen by de Vrye Taken-Academie in 's Graavenhaage, onder de Direöie van den Regent DireSeur L. Temminck, na een voor af gedaane Redenvoering door den meede - Regent j. Hum bert, weder op de Kunstzaal van Piitura plaats gehad hebbende op Woensdag den 21 Maart 1792. is ook wederom vereerd geworden met de tegenswoordigheid der Hooge Protectoren: hebbende Zyne Doorl. Hoogh. Den Heere Prince van Oranje en Nassau, Erfftadhouder, enz. enz. enz. nevens Hoogstdeszelfs Heer Zoon, Den Heere Erf-Prins, enz. enz. enz. deez' plechtigheid in PerJoon bygewoont; wordende de Ed. Achtb. Magistraat Geprcfenteert door den Wel Ed. Gejlr. Heere Regeerenden Burgemeester Mr. J. S l 1 c h e r, terwylverder een aanzienelyk getal van Honoraire Leden zich mede aldaar bevonden; vervolgens zyn de Prys-Medailles, volgens de Verzegelde Briefjes, waarin de Naanien der Teekenaar en Honden, overhandigt; als de Goud e n die door Hoogstgem. Zyn Doorl. Hoogh. overgegeeven wierd aan N. L. Penning, de Eerste Zilveren, door Hoogstgem. Heere Erf-Prins aan H. van der Burgh, en de Tweede Zilveren Medaille, door Welgem. Heer Regeerende Burgemeester, aan G. H. Rode, en het Briefje, waaraan het Accesfit toegeweezen was, door de Wel Ed. Geb. Heer Gecommitteerde Raad Van Slingeland, Vryheer van Slingeland en Goidfchalkoord, enz. enz. geopend zynde , wierd daarin bevonden , de Naam van L. Mouritz; — waarna deeze luisterryke Vergadering, na alle de Teekeningen der Academisten nog bezigtigd, en hun genoegen over derzelver Vordering betuigd te hebben, gefcheiden is.