HET LANDVERRAAD ONTMASKERD DOOR PATRIOPHILIS. Gedrukt in Overyffel. Bonts nulles fenis efi Confulendi Patrix.  TER PLAATSVULLING. Wat Monfter dorst beveelen Zo veele onnoozele onmenfchelyk te keelen? Wie heeft het eerst den Do!k doen trekken buyten nood? Wat Schrikdier was zo zeer van deerenis ontbloot? De waatfera van het bloed gaat zisfende in den Hoogen, 't Gejammer, het gekerm vest G ods*regtvaardige Oogen, De Bonswigt roeme niet, die't ftookte. - Beef, - O Beef, O Nederland, indien men Hem zyn Loon niet geev'! Verzuim geen ogenblik in 1 firaffen zyner daaden En, wil de fcbuld daar van niet op uw fchoutfren laadenl Jr: Willem van Haren.  OPDRACHT aan de Vaderland en Vryheidlievende L E E D E N, der BURGER SOCIËTEIT en GENOOTSCHAP van WAAPENHANDEL ten finfpreuk voerende (tot Nut der Schutterry) te Amsteldam. Wel.Edele Heeren! C^y die de voor lang ontluifterde Vryheid in ons gej volterd Vaderland weder foekt te herftellen in die Glansryke ftaat, zoo als wy Haar ontfangen hebbe van onze Eerstvaders, de Stichters onzer welvaard, — de planters der Vryheid ! voor Godsdienst en Burgerftaat. Gy die den Nederlander doed zien dat uwe poginge daarop uitlopen — om de met goed en bloed gekochte Burger Voorregten en Privilegiën welke door Verraad,' List, en geweld ; den Burger ontvreemd zyn : thans uit de klaauw der Dwangzucht te rukken. —- Gy die de dwinglandy fnuykt, en de keetens voor vrye halzen gefmeed, vergruist. — Gy die den Aterling welke de Éigendomme cder Belgen in de Nederlandfche Thuyn omwroet om zich zelvs met het Burgervoedzel vet te mesten , uit uw midden zoekt te verbannen, eer hy de Vryheid des volks! als hem toebehoorende beichouwd, — of verraderlyk verpest. Gy die de alvernielende Tweedracht te keer gaat wanneer zy uw vreedeband zoekt van een te reeten. Gy,jdie den Valfaaris - den Huichelaar — den Dweeper kent?, voor invreetende kankers — die de fundamenten waar Vryheid op gegrondvest is tragten te doorknaagen — om waare het hen' moogelyk — het heyl van Neerlands volk te doen inftorten. Gy die den duizend koppige Aristocraat dat Monfter! als een ftraf voor het menfchdom befchouwd , en den Dispnot met zyne listige aanflaagen en verraaderlyke ondcrneminge, omme de vryheid te ondermync, gedaan, vloekt! en ia de diepte des afgronds doemd, Hem als een Wreeddaart en VolJistierran! en zyne Werktuigen als geeszels voor den vryman affchilderd. Gy die de Anarchie of Regeringloosheid, kenfehest als dc allcrgevaarlykfte inA 2 voering  voering in een vYye. Republiek. 'Gy die de Coalitie Factiën fchaamrood in hunne nachtfpelonken doet wederkeeren waaruit zy in deeze dagen te voorfchyn kwaamen, om in het midden der Jieerfchende gefchiüen tusfehen Regenten en Burgers hunne eygen grootheid -te zoeken. Gy die Neerlands Volk! van uwe cordaate Vaderlandslievde doed gewaagên, wyl Gy tot troost dér verdrukte, tot hulp der elendige zyt. — Wyl Gy voorftanders der Vryheiö en beminnaars van Uw Vaderland zyt- — Wyl Gy de befchermers dier Vryheid! — en de om der Vryheid! geftrafte , verbannen, en in armoe geraakte Burgeren! tot opregte Vrienden verftrekt. — Zo als blykt tot Uwer Eeuwige- roem en Eere! aan de zich by Uw vervoegd hebbende benodigde ongelukkig geworden Gel'derfchc Burgeren en Inwoonders. — Gy met een woord gezegd ) wier namen in de gedenkrollen opgetckent ftaan - om der vergeetelhcid te ontrukken, dat Gy waarlyk echte zoonen der Batavieren zyt. Het is aan Uw Wel Edle Heeren! dat ik de vryheid neme het ontmaskerd Landverraadl eerbiedig op te draagen, — de Taal fouten verzoek ik gunftig over het hoofd te zien — het geen ik-fehryve is om den minkundige zo veel ik kan voor te ligten, aan te: moedige, en op te wakkeren tot zyne wezentlyke Burgerpligten: voor deu kundige is myn pen nog niet genoeg gefcherpt, het zal my genoeg zyn, en ik zal myne moerte, tyd, en vlyt dubbel beloond reekenen ; wanneer ik dit •werkje door myne Landgenooten en Mede-burgers! met graagte zie ontfangen , en dat het zelve nut doed aan s'Lands goede zaak. God die de Befchermer van ons lieve Vaderland, en Vryheid! altoos geweest is, en noch toond te zyn — zy in alle Uwe onderneminge tot heyl van Vaderland, Vryheid, en Burgerftaat! aan Uwe Regtehand! Hy geeve Uw moed, kloek beleyd, en doorzicht; om cordaate befluyten te nemen, tot in ftandorenging van eene grondwettige herfteliing in ons dierbaar Vaderland!. Hy neeme U Wel Edle in zyn Heyligc protectie, - en befcherme Uw tegens de aanvallen der Difpoüque geweldenaars. Dac wenscht Wel Edele Heeren! Vaderland en Vryheidbcfchermende Amftelaaren! Onnpen U Wel Edle dienstvaardige dienaar en voor> 20 october ftandcr van der Burgerren Welvaart: 1?B6, V: L: Mt. HET  ( 5 7 HET LANDVERRAAD ONTMASKERD. D e vlugge Faam daald naast myn zy, Zy fpreekt, — gevloekte dwing'landy! Wil Batoös kroost! in keetens kluyït'ren, - Der Dwangzucht om s'Volks weygerring (a) Wil met geweld, door ftrop of kling, Wie Vryheid mind naar Hem doen luyft'ren. Rampzaal'ge tyding, droeve maar! Is 't moog'lyk? zal een Lands verraar (b) In Neederland den fCepter zwaayen? .Neen! 'k zie eer den trotfche dwingeland! Geblixemd door de Almagte Hand!! Dan dat zyn Haan zal koning kraayen. Batavus trad in 't Heldenfpoor! Ging Vryheidminnaars dapper voor: Weerftond duc D,Alba,s beulenbende, Jaagd' koning Pblips den Dwingeland! Met heel zyn Heïr uit Nederland; 't Was Batoó die de Vryheid kende. A 3 Held (a) Om dat de braave Hattumfche Burgerren op tene Confiitutioneele wyze aan den verraderlik) Prins declareerde, dat zy geen garde du Corps zo als Dinkgreeve is , voor Burgervader wilde erkennen. —— En Elburgs braave Burgers om dat zn zich niet gelievde te onderwerpen, aan een voljirekt incoufiitutioneel Placaat, een Placaat door het kroost van Don Louis de Vargas in eene gevloekte inquifitie of bloedraad, door tent informeele conclufie gearrejleerd. — (b) Landverraar dus noemd men W, d.Vde m met rep, is Hy geen LandvtrrAar, dit  C 6 ) Held Batoó heeft in ons gewest; s'Lands Vryheid op den throön gevest; Batoö deed s'Lands haatt'ren fneeven: Ontzag nog kerker - ftrop - nog zwaard! Is nooit van Eéd nog Pligt ontaard, (Dat Batoös' deugd, in 't kroost herleeven.) ó Vreugd! ik zie Bataaffche moed, Ontvonkt der Vryheid zoonen bloed: God Lof! s'Lands belgen gaan ten ftryden (c~) Den Fryman neemd het zwaard in hand'! Veld Burgerbeu/en ftraks in 't zand, , Wil 't Volk! voor flaaverny bevryden. Schoon 't woedend Geldersch Beulenrot! Den Burger dreigd op 't hoffchavot Voor Pligtverzuim te zullen ftrafFen (d) Wat noöd? het zwaard waar Barneveld Op Maurits last meê is geveld . . . Verfchrikt hem niet: — laat Tygers blaffen. Op Nederlanders grypt 't Musket Men ftrafP uw anders naar een wet .- . . Door Prins Willem! den Staat voorfcrrseeven De bloedraad op 't Oranje Loö! Zond V vonnis met een Staatenboó Waar na den Bloedvlag is geheeven. Koom die zyn Vaderland , waar in Hy gebooren en opgevoed is — 'met al wat erop en in is aan z,yn gevloekte Heerszucht en doemwaarde Eygengrootheid epofferd? immers jaa! Nêerlands verraadt inzvooners! zyn myne getuygen of niet den Prins in alle zyne handelingen doet zien — dat Hy over Neerlands Volk een' dispotieken fcepter zoekt te zwaaijen. Met verzaaking van Eeien pligt omtrend zyn Vaderland!— waar aan hy trouw gezzvoortn heelt voor een Alweètend God! O Tyden ! O Zeden ! (c) Op de roepfiemme der bedreigde Burgerren van Hat- tum  c 7 : Koom Burgers gord het Helden Haal Op zy, en zoekt uw zegepraal! Toond nu waar voor wy waapens draagen, Veld — veld den fnoode Aterling . . , . De lang getergde Burger kling Moet Neerlands Vryheid op doen daagen!!! Toevd niet, ftry voor het Vaderland! Wreekt! wreekt uw op den dwingeland! Weerd zyn Qk wil!) uit 't Staats Collegie Want 't gantfche Gelders Floekgefpan! Volbrengd 'de last van if Aarts Tierran! Spyt Burgers! - Rechten! - en Prievlegie! Den Staat heeft 't Volk gedeclareerd — Dat Hy van 't Volk niets meer begeerd Dan voor hun1 Hoogheid! flaavs te bukken! Den Prins! wie heeft het ooit gehoord? Geevd orders tot een Burgermoord! Wie eyscht niet van die gruwelftukken ? Op ! op! te waapen Burgery! Verbreekt uw boeiens en zyt vry! Ontziet geen Prins! nog Gelderfch Staaten (e_) Gy Achtbaar Volk zyt fouverrain! Geen fterveling mag uw Meeftcr zyn.' Toond uw gelach aan die uw haaten. Herturn tn Elburg, trok Batoos Heldenkroost ! met het zwaard nan de heupe gegord , en het fcherp gelaade geweer in handen den tieran van Neerlands Volk ! te gemoed. Om de Gelderfche Oranje Artftocraaten nevens hunnen eerlooze Stadhouder voor de wallen der fteedekens tot hunnen pligt te houden ; of wel (zo 't niet anders kende) om der goede zaaks willen. die booswigten te doen fneuvelen. Vit waar het ngte loon geweest voor een eerfte diennaar van den Staat — die zyne meefters zoekt te regeert» , naar eerst indien 't hem gelukt waar — eentje  C 8 } Herdenkt! - dat Gy zyt vrygeftreên! Oogd op 't belang voor 't algemeen! Nu 't Beulen heïr zich durvd. vermeeten . . . Uw Vryheid! — ja uw dierbaar blóed Te eysfchen met, een koel gemoed • . . Nu'Burg'ren! . . . moet g'uw Pligten weeten: * Heel Neerlands Volk! roept, knielt niet weer Voor wie of 't zy! als flaaven neer! Den Prins! de trotfche Ariftocraaten! Zien dat Gy wilt — of Dood!— of vry . . . Vaar voort, vloek eeuwig Dwing'landy! Gy moet dat Monfters Eeuwig haaten. * Ach waarde LandgenQpten waak! Des nachs, en daags, — 't was lang uw zaak! Zet Posten uit rondsom uw wallen, En fleept zo ras gy kunt, — 't gefchut De wal op, 't werd uw haast van nut; De Vyand'koomt, ftraks moet hy vallen. . . * Alarm! de trom werd ginds geroerd,.. 't Vyand'lyk Heïr wor/1 aangevoerd, Maar hoe! - ... 'k zie een Expresfe (£) rennen Hy koomt wis van den Prins? — o ja! Let wel, haast zal men d'ongena' Van Fyfde Willem leere kennen. 1 * Gy eenige Huizende Patriotten om hals gebragt te hebben \ — maar ........ (d, Voor pligtverzuim zo als de Staaten van Gelderland het noemen , NB. ik meen de meerderheid van hun. Coilegie , zy noemen het pligtverzuim ah vrye Burgers geen Jlaavendienfien willen doen , als zy met geloogt knien hunne yzre fcepter niet willen kus/en. : Rampzalig Land waar Rechters Tirannen , zyn. (e) De befaamde flegtdenktnde meerderheid van de Gtlierfche Staatsleden , zo min als Willem den heerszuchtige, zullen ooit den dach be- leeve»,  ( p ) Gy Hattums, en Gy Elburgs Volks! Het moordend.ftaal, der Beulen Dolk! Heeft Neerlands Dwingland zyne flaaven Geleend, — wat meer is! met bevel — - Den Prybeids minnaar als Rebel Te dooden, — om zyn dorst te laaven. (g). * Gy Hattum zyt in puin verkeerd Op dat uw Burgerry begeerd', Regenten,— door het Volk verkooren: De Prins had Dinkgreev1 aangefteld; Maar naauw'lyks was deez' maar vermeld; Of 't Volk riep dat 's niet naar behooren. * Gy wild' geen Card'' du Corps, — O Neen! Geen Princenflaav die Een, voor Een — De Burgers wil den huid afftroopen . . . Die door het Militair geweld, In 't Stads bewind werd aangefteld, Die 't Land den Vyand wil verkoopen. * Zo fpraakt Gy braave Burgerfchaar! En thans, helaas! is 't tydftip daar — Dat Dinkgreev' — die Gy Burg'ren, weerde, Uw Burgemeefter is gemaakt. Dus, heeft den Prins! zyn pligt verzaakt Die Hy! voor God! en 't Volk! bezweerde. * B Gy keven , dat hunne bloedbeveelen door braave burgers nullen aangenomen en geëerbiedigd werden, — want die zich de poelen der Ëerc hebben onwaardig gemaakt langer te mooge bezitten, werden als pesten des menfchdoms befchouwd. — Zy werden geezeU voor den burger of werktuigen des Satans geheeten. ■ ,Hen fchoon contrast volgd hier op , namelyk dene) Lof en Fere ! zy der vergetelheid onttrokken voor de braave Celderfche minderheid van het Staaten Coilegie die cordaat te Itns *IU inconftuuüontek >advyzen, Proj>o{itieiï en Conclusfien  ( w ) Gy Elburg om een bloedplacaat Werd Gy gedoemd van Prins en Staat', Gy weigerde het Publiceeren .... Gy weigerde, - d'Oranje ftrop! Te flingeren om uw vrye kop! Uw kloek befluyt moet yder eeren! Wat Vryman vloekt in. zyn gebied, De flaavfche yz're kluyfters niet? Wat Vryman wil Gebooden hooren? Die een Oranje Dwingeland! Gemaakt heeft om in Nederland! De Stem en 't Recht des Volks te fmooren? !! Den Prins wist naauw'lyks dit beftaan! Of wil in 't lpoor zyns Vaaders gaan, Hy zegd; — „ den Burger zal myn Wetten, eeren . . . „ Dat Plettenberg myn last voldoe, „ Het Volks gezach ben ik thans moê, „ Straks moet het Volk my hulde zvveeren. „ Ik wil het zal, en moet gefehien: „ Dat Neerland my Souvrain zal zien! „ Van 't Volk! en Zeélien en Soldaaten: ,, Zie daar.... Held Plettenberg.... uw Last.... „ Zoo gy my met Triumph! verrast.... „ Eyscht dan (zo veel gy wilQ ducaaten: » » Wel geprotegeerd hebben, als mannen van goede trouwe — die voor het behoud van hun vaderland goed en bloed op zetten (f) Expresfe, welke de tyding bragt dat de militairen op patent van den Capt: Gen: aanrukte op de fteeden Hattum en Elburg : by zich hebbende zwaar gefchut en Bomkeetels es'c. om eine finaale beleegering te ondernemen, — dteze vyandlyke verraderlyke ftap van den Stadhouder ! maakt het volk van Nederland gerechtigd — dat zy het doodvonnis, of voor het minst eene eeuwige gevankcnis voor den eerloozt P. W, de V. rys-  „ „ Wel aan, zegd Plettenberg ik zal, „ „ Wel dra der Patriotten val; „ „ Door 't Heldenlïaal voor uw bewerken: „ „ Vertrouw myn Volk! vertrouw op myn! 55 v> Gy zult dra Graav van Neerland zyn! („ „ Geen BI moet den Prins beperken.) 5» » » Stryd voor den Prins roept Plettenberg! (0 „ „ „ Eed, Pligt gebied uw' 't geen ik verg'. y> n 55 Men moet Oranje wraak yerfchaffen .... 55 55 55 Vermoord den Burger >. hangd zyn Buur', 55 55 55 Plunderd vier en twintig uur': 55 » 55 Wy moeten Princen haaters ftraffen! „ „ „ Ontziet geen Goud of Zilverwerk, „ „ „ Verfcheurd de Bybels in de Kerk! „ „ „ Bevuyl de Booter in de tonnen, ,, ,, „ Dat niets hoe Heylig 't is uw ftuyt, ,, „ ,, Meng 't Koorn ook met Rottenkruyt ,5 „ Toevd niet, in 't geen Gy hebt begonnen. ,, „ „ Wreekt! wreekt uw vry aan huis, en goed... „ „ „ Ach! plengde wy het Burger bloed! „ „ Dan kende w'onze handen wasfen, „ „ „ CDe Patriotten reeds beducht „ „ „ Zyn onze woede ras Ontvlucht) „ „ „ O ipyt wy baade ons in geen plasfen. (k) B a Al. tysfehe. — ter den knecht zyne meesters aan een omgekocht Oranje graauw ten prooije geevd — Eer het bloedbevel zyne intaarte lippen ontglipt, eer Hy zegd aan zyne kruypendt flaaven / — „ ftrafï alle die my tegenftaan. Gy weet „ het myne Vrienden ! hoe eertyds uit achting voor myn j, Stam ! de gebroeders de Witten zyn omgebragt — ,, waarom de Graave Egmond en Hoorn» —• waarom! B a r n e v e l d ? op 't ftraffchavot door Beuls handen >, moeiten flerven: " — O gruwel roept den Nederlander/  Alleenspraak van Piep- tenberg. Gewenschte da.h! o Blyde ftond! Oranje rold uit aller mond! Thans ziet myn oog dat s'Lands Soldaaten Begrypen dat zy Diennr.ars zyn - - - Van Willem onze Souverrain! Dat zy voor Willem 't leven laaten!! „ „ „ Toe lustig Jongens gaa zoo voort, „ „ ,, Geen fterv'ling die uw hier in Hoort, „ „ „ Gy moogd den vryen Teugel vierren ! „ „ „ In Gelderland flraft Staat, nog Prins! „ ,, „ liet Prinsjes volk 1 ■£ neen ! geenzins! „ ,, D'Oranje kleur mag boyen zwierren! „ „ „ Bed en bulfter, Zilver, Goud, „ „ „ Horlogies het zy nieuw, of oud, „ ,, Linnens, Chitfen, en fraaye Kanten „ „ „ Met een woord, — alles opgeteld „ „ „ Wat Burgers was, - moet nu gefield „ „ „ ln handen van d'Oranje klanten ! ! " " " f • ' r. . Zie derf . ". ". . t'was om dat zy het belang des Volks betrdgtede* (g\ 7yne dorst te laaven met Burgerbloed, tot dankbetuiging voor dit den Burger Hem en zyne voorzaaten vetgemest , en met annzienlyke ampten everlaaden hebben — uit dankbaarheid htrzegze ik! wilde Hy thans! — gelyk Duc D'Alba en kon'ng Philips in hunne tyden deeden, eenige duizende Patriotten door Beult handen doen vermoorden! om zyne iwïng- landfche 1 e t e t op Burgerlyken , te vestigen (lij Staaten die zhh inbedden alleenheirfchtrs te zyn, Staaten wtU i  C 13 ) Zie daar O Neerlands Volk gefehesr. De Vloek van '/\ Land! — des Burgers Pest! Die 't Krygsvolk maakte tot Barbaarren! Die om zyn trotfche dwing'landy! In Neêrlands Burgermaatfchappy! Genaamd werd, - vloek der AdkllaarenÜ Eeuw in, Eeuw uit! by 't Nageflagt! Werd Nasfauws Prins! gedoemd, — veracht! Niets is bekwaam fyn fchand' te wisfen, En Plettenberg en Speng'ler zyn, Vergiftigd door het hoofsch fenyn; Ach! mogt het Land die Monjlers mis/en! Gevloekte Militair! — O fchand! (0 Gy zyt dan, — aan een dwingeland . . . Verhuurd? — die Neerlands Vryheid ! — om wil keeren? Die uw RampzaaPge fteeds waagd; Door uw zyn wank'le troon nog fchraagd; Door uw — zyn Meefters wil vemeeren. Wy weeten wat het oogmerk zy. Beevd Snoode! wy zyn eenmaal vry Geftreeden uit de Spaanfche banden ! Geen Burger knielt, nu immermeer! Voor Graav, of Prins — noch ander HeerJ Wy hebben thans 't geweer in handen. B 3 Een Welkers geheel flaatendom op geen ander regt gegrond is, alt dat geen, hetwelk de Familie Cabaaltn door overheersing van tuds htr' zich hebbe weeten te verfchaffen, — Staaten die zich die fchandnaame van Burgermoorders ! en Regtenfchenner9 waardig maaken, — Staaten met een woord gezegd ! die de Majefteit by hun zelvs — en niet by het Volk zoeken —• waarom zy de Regten van den vrye Burger verscheuren, verminken, aan zich trekken, — of met voeten treeden: (i) Plettenberg fprttkt tegtnt zyn endtrhtbbendt manfchappen. let-  C H ) Een Kogel op het blank Musket Bewaard de Hooge Volks wet! Oranje zal ons nooit tegeeren! Het Volk van Neerland is souvrain! Den Prins! wü Hy! hun Meefter zyn Zal zich door Burg'ren zien verneeren! Gy die het Volk reprefenteerd, Om s'Volks belang alleen regeerd, Tot Uw regtaarte Burger vaad'ren! Roept yder waare Vryheidsvrind! Hervorm het Geldersch Staatsbewind! En weerd' van 't kus/en Landverraadren! O Holland! lïraft den fnoode Prins! Verfchoon Hem om de Pruts' geenzins Om Willem is 't verraad beftooken Al zints de oorlog met de Brit, Was Hy op Burger bloed verhit, Noch roept Hy! — 'k heb my niet gewrookenü Hy leevd in s'Hemels ongena! Waar hy zich keerd, — of wend, — of gaa. De wroeging zal Hem — Eeuwig knaagen 't Geplengde bloed! voor Hattems Stad, Zie 'k nog dat Hem in 't aanzicht fpad, Voor 't Landverraad— en Burgers plaagen! Be Letwel Lezers! om den Prins wraak te verfchaffen, •— yslyk beftaan! zegt den Commandant tegens hen (die Hy voor ongeregeldheden rigoureus firaffen moest,) koom jongens dat w» ons nu ter regter tyd van onze fligten kwyten, NB. pligten om den Burger zyne goederen te plunderen en te rooven , en om dat de Burgers hunne bloedzoekende handen ontvlucht zyn: wreeken zy zich aan Heilige Gaave des Heemels tot voedzel voor den menfeh gefchikt — welke zy — o gruwel nooit gehoord! — met rattenkruit gaan vergiftigen , dat zyn Godbe- terd  C 15 } Ik zwyg - de Pen'. . . beevd in myn hand! Zie ik wel? O Goon! den Dwingeland! Wil 't Vaaderland! als fchelm verhaten! Zo doen zy, — die het Land verraSn Men ziet ze d'een', naar d'ander' gaan, Hy vreest voor ftraf — van Hollands Staaten! * Wat baat nu 't grof kanon, en fchroot Met handgranaaten, — kruyt, — en lood —En roofters om 't metaal te gloeyen! Doemwaarde Burgermoorder! — Gy.' De vloek der vrye Maadchappy! Zult zachtkens, naar uw eyndpaal ipoeyen. Wat baat uw Prins 't gevloekte plan . . . . Waar door g'uw als een volks Tierran! Der gantfche Waereld rond ziet draagen? - - - Thans wild' g'uw redden met de vlucht Voor 't Loeveftynfche Slot beducht — Uw ftraf moet 't Heyl des Volks doen daagen!!! De Stem' van 't Hollands Staatsgezach! Klinkt als een fchelle donderdag! De Staats Leeuw met gekrulde maanen Heft reeds het Blixemmende zwaard! Beevd Prins! — blyfd Gy van Pligt ontaard —De Leeuw zal 't fpoor voor Vryheid baanen. Van ter cl pligten der Militairen geworden, O God doe die menfche ttw regtvaardige wraak gevoelen , blixemd zulke Monfters in 't diep/le des afgronds ! zy doen het Vaderland op haare grondgewelve zidderen! ftraftze O God eer Neerlands Thuyn in eene woefteny met temmelooze Dieren veranderd, —• eer den Volkstierran P. W. d. V. ! zyne bloedbeveelen — door fchepzelen die God en 'i Vaderland verzaaken — ziet effeclueeren, (k) .het fpyt den Militair zyne handen niet te kunnen wasfchen in het bloed der beste Burgers! in 't bloed der onfchuld, (dus zyn  ( 16 ) Van Berkel, Hoofd! en Gyzelaar! En Zeêberg' en de Kgmpennaar! Staan pal voor't algemeen belangen, Capellen!— vloekt het Hofcomplot! En Pallant vreest geen Moordjcbavot! {Straks ziet, men" Vryheid fcbenners hangen!) Capellen Neerlands wonderzoon! Pleyt voor Gods Diamante troon! Om 't Kroost van Batoö moed te fchenken, Op Aarde brak hy kluifters ftuk, En toonde 't waare Volks geluk! Den Vryman zal aan Hem gedenken Juich Neerlands Volk! driewerf hoezeê De God van Nederland ftryd meê Het platte Land vereend met Steeden Schaaren al hun magt by een Tot heyl van 't lang ordrukt gemeên' Het ftaal verlaat voor 't Regt! dé fcheede. Juich Nederlanders! andermaal! Triumph! God bloovd' uw Zeegepraal! g'Hebt Catoós in uw Staats vertrekken, En Caesars in het oorlogsperk ,- Capellen! . . . zweevd aan s'Hemels z'werk! Die 't Volk uit flaapziekt' op deed wekken. ■ Beevd zyn de woorde in fubjlantie) van een dier burger beulen op het Loo gezegd, Ach dat ik my eens bade mogt, in het rookend bloed der blixemfche Patriotten , dan vjaar den Prins in zyne eer herfleld — en ik voldaan: —— (1) Misleid krygsvolk ƒ beklaagenswaardig zyt Gy ! —•» Namentlyk Gy foldaaten, de vloekwaardigfle beveelen gehoorzaamd Gy ; denkende dat het uwe piigt is, ay hoord eens na de ftemrne des volkt ! die uw Vreroept — den Capt: Gener: uwe Officierren zyn zoo wel loontrekkende diennaarren voor den S taat dan Gy.' de Burger-  C 17 } Beevd Prins! beevd Gelders Staatendotn Met uw vervloekte flaavendrom Des Volks gewette Pielden klingen Befchermen Gelders Bürceury! Spyt Pr ween wraak! en Dwing'landy! Geen belg laat zich door Heerzucbt dwingen: Gy hebt, Vis waar alreê verband, De Bloem van 't volk uit Gelderland! t Zyn Rouwenhoff! en Sels en Daandels! Met d'onwaardeerb're Vitringa Die door des Princen ongena Verjaagd zyn van hun Frybe'tds Vaandels. t Regentfebap is uw wraak ontgaan, (m) Geen Godgeleerde dorst beftaan Op 't Gelders Territoir te blyven: Om dat zy, - 't Volk van Nederland! Vermelde dat een Dwingeland Op vryheids Zetel,! zocht te ftygen! Het Volk! ging 't Princen Heïr ontvlien: Capellen fchrecv— het moest gefchiên; Want volgens wreede bloedbeveelen! Wil 't Gelderfche Oranje rot! Door Bculshand op het moord fchavot! Een aantal Braaven viercndeelen. C O gerren zyn hunne en uwe Beiasisheekkn —. dus is den BuRGhn! immers Hunnen, en uwe Souverrain; ay laat uw dan, nog door den Prins! nog door'uw Officie'rren meerder employeren om gefchilien. — tusfehen Regenten en Regenten , of tusfehen Regenten en Burgers , of wel tusfche Burgers en Burgers , op een incon/iitutioneele wyze te vereffenen, of gy maakt uw aan gekwetfte Majefteit fehuldig, waar voor Gy zoo ais in London gebruyktlyk is.— met de dood zoud moeten geftraft worden: {va) Reger: jchap, en Godgeleerde,  C 18 ) O Prins de wraak is uw mislukt ! Gy ziet dat Neerlands Volk niet bukt Voor uw noch 't Gelders Staats vermoogen - - - Gy hebt vyand'lyk met geweld, Doen zien dat 't Burgers vryheid geld, Reeds ziet g'uw', maar te laat - - - bedroogen. Den Burger- vloekt uw dwing'land! Verlaat zyn eyge Vaderland! En kiest als balling om te zwerven, Zyn rykdom-alles wat hy heeft, 't Welk hy de wraak! ten prooyc gccfd. Verlaat Hy! — om maar vry te fterven: Heel Neerlands Volk! én Lodewyck! Zyn haast gereed het ongelyk Der Vryheid aangedaan, — te wreeken; Voor 't Burgerheir en Ryngraav Salm! Plukt Neerlands Vryflerfchap reeds palm: Om op den Helden helm' te fteeken. S L O T V A A R S. Der Batavierren Eer door Princen deels gewrooken De Thuyn der Zetelmaagd.' door Princen haat ontakt De Wet des Folks verguist! door Princen neergefmakt,... God Lof't Natuur Regtdaagd! derVryheid weerontzooken, Vind haar Publicolaas! die dapper, - fier en trouw, Der Princen geezcls zyn: - totHeyl van'tStaatsgebouw!! Uit myn Boekvertrek V: L: Me. 20 Óótober 1786. de , hier bedoel ik — de weldenkende Burgermr: Rouwenhoff en Seis, Secr: Vitringa, en het Lighaam van deGezw. Gemt benevens de twee Vaderland/: en Burgerlievende Predicanten van Dierme en Hein , welke te gelyk met de gewapende genootfchappen uit Elburg naar de Stad Campen de wyck namen, mm Om niet op bevel van den tierrannyeke Prins!'op eene verradcrlyke wyx.e door Militairs gemafaercerd te werden.