194 N 50   a A n D E warme aandoeningen VAN het veront wa ardtgd harte van den Burger jan de kruyf, ALS ScHRYVER van een gedicht, GETYTELD AAN DEN LASTERAAR VAN Mé. joiian lüzac, TANS RECTOR MAGNIFICUS, Van Hollands Hooge Schools te LETDEN% DOOR H. F. O, Schryver van een Vaersjen, tot motto hebbende, OUO, QUO, SCELESTI RUITm  B E R I G T. zou gaarne, ingevolge- de Advertentie in de nieuwspapieren gedaan, de volgende DichtrtgeJcn ter goedkeuring hebben ter hand gefield #an de Heeren Gecommitteerden uit de Studenten aan de Leidfche Hooge Schoole, als e enigermate betrekking hebbende tot de zaak van den Hr. S. van Schaack. Ban zederd een geruimen tyd niemand van die Heeren hebbende kunnen aantreffen, 'als aan het huis van den Heer Jöhan Luzac, (meer bekend als Courantier dan als Profesfor') heb ik van dat voorneemen moeten afzien, om dat ik in V zekere onderrigt ben, dat zyn Hoog-geleerde, (die gemakshalve, en om de gevorderde jutisfaclie voor de Studenten 'Met gemeen overleg te bewerken, de Heeren Gecommitteerden by zich in de ksst heeft genomen} alle gefchriften over de zaak van den Hr. yAN Schaack, voor-de persgefchikt, alvorens daar over zyn oordeel te vellen, aan V Stadhouder lyk Hof verzendt: het welk m,y te lang zou kufinen ophouden. De Guarde du Corps, die het laatftepaket voor .den Hr. Luzac te rug bragt, liet zich ook aan tafel in tegenwoordigheid van de Heeren Gecommitteerden niet zeer gun/lig uit over zommige uitdrukkingen in het Vaert van den Burger de Kruyf, en ik zou my aan zoortgelyke criiiques niet gaarne blootfeilen. h. f. o.  JOk-0m, D i k a i o p h i l v s! Geef my den Broederkus Ei geef my de Accolade ! —- Uw pen heeft my verlicht 'K herroep myn Lasterdicht, En bid om uw' genade! 'K voel d' invloed van uw kunst; Ik fmeek om Luzac's gunst, Als Lid der Academie; Gebruik nog eens uw pen, Dan zeg ik, wie ik ben, Dan weet ge 't zonder premie. Zoo ziet men, beste Jan! Dat men ligt dwalen kan. Uw Zwager is dan ecrlyk!!! En gy voor zyne zaak, In 't moorden van van Schaack, Een pleiter onontbeerlyk. Afl ' IW  'CO Natuurlyk, — Jan! want Gy Denkt even eens, als Hy; (i) Uw's Zwagers Sentimenten Zoekt ge immers ieder dag, Waar m' U ontmoeten mag Een ander inteprenten. Gy zyt dan de Advocaat, En Luzac's toeverlaat; Hy' kon U niet ontbeeren: ó Krüifjen! - 'k ben zoo bfy, Nu is uw Zwager vry Van 't wreed Guilotineren. Dat doet me recht plai^.icr-, Maarzagt! — Zyn nieuwspapier!.,; Daar hoor 'k U niets van fpreken: Zong ik de waarheid, Jan! Zoo niet?' — verdedig dan! Of hebt ge dit ontweken ? Ea (l) De reden, yjelke door den Burger de Krnyf wordt gegee. aen, waarom ik het gedrag van den Hr. Luzac met opzicht tot rlen Mudeiit van Schaack niet had behooren aftekeuren , it dat die oroote Man niet Jeukt als ik. Veroorlcf my Vriend Janu je l hier op te merken, dat ik niet weet, hoe . eicentlyk uw Zwager Luzac eCgy denken. Vóór den iddèn September 1787 slacht Gylieden juist als ik, op den lyden van die zelide maand raakten hy en gy aan.'t waggelen , en ;op -den \tden to«n gy zeker wist, dat de Pruisfchen in aanrocht waaren , dacht gy beiden als Dumouriez, toen hy het eerfte handgeld der Geu>ni< fcinoerde Mogendheden in de zakiUk.  C ? ) En \ poinft van zyn Courant Is nog al intresfant In deze veege tyden; Blyfc hy de Ariflocraat, Zoo zult g' hem, hoe ge ook praat, Van 'c fcheermes nooit bevryden. Maar, Jan! — wat grove fout Die U gewis berouwt, 1\ heb PoiviPE meê beledigd; En uw' weliprekenheid En -warme aandoenlykhe'rd (i) Heeft dien Man niet verdedigd! Is ?t mogelykt —- maar HX Is van de Prins -Parthy, —r Gy die der JACOBYNEN; En Lusac ook, en dus Vriend Dikaiophilus, Elk fpreekt maar voor de zynen. Mi a? CO Dit is een bloemtjen gepinkt tut den Tuin van myiv Vriend de Kruyf. In zyn belicht zcpt hy recht fierlyk : dat zyin Dichtregelen zyn voortgevloeid uit de warme aandoeningen van een verontwaardigd harte, liet is meer gebeurd, dat de verontwaardiging in weerwil der Natuur, iemand in een Puëet beeft hervormd. Zoo zong Jvyeirdis reeds ' Sat i. 79.) i Si natura neg at, facit indignatio verfilm, Qtialemamque peteft. — — Doch die nederigheid had ik in den Grootcn Jan de Kruyf niet kunnen vermo den , toen ü; hem voor September in dé Burger.Veranderingen den toon zag geeven, en bizonder niet, na dat hy onlangs over een punt van belang onderfcheidend Conferenticn met'den Raad-Penfionaris van der Spiegel heeft ! ingewoond , waarvan men wei geene nuttigheid wagt voor hétLeidiche Fabriek weczen , doch welken echter lièbbpn te weet; georagt, dat de Kruyf zoo dikwyls hy in 'sliaae tornt , de vrys J^fel heeft met de iakeyeu vau - hec Hof.  ( 6 ) Maar zingt een tweeden Zangj De zaak is van belang, • 'T geldt U en hen het leven I — Vervolg uw' grooten taak, Hun zaak is uwe zaak, Of gy kunt met hun fneeven! —— Zing voor uw' bloedverwant, Verdedig zyn Courant; Nog één vers voor den Rector! —» Zing met een warm gemoed Voor uw Familie - Bloed, Voor van der. Graafs Protectoi■! ■—- (i) Maar, wat 'k U bidden mag* Wil dan tog het gedrag Van Pompe niet vergeten; — Die goede brave Man Zoekt hulp, waar hy maar kan, Doch vindt maar geen' Poëetea. Of hy het oog al fiaat Op Schim - Prins - Pietkrmaat,— Die Schepensbank beftuuren; Of op Papa van Poot; Vergeefs'! — hy blyft in ïiood, Al wagt hy duizend uuren. ;.-« v. Of fiï Over dezen Tytel fan zich de Heer Luzac niet gebelgd fcchten, want in zyn Courant, (die op naam van den Ue«r hunne Luzac uit komt, hoe zeer de Hr. 1'rolesfor