No iè. ' VRIJHEID, GELIJKHEIÖ, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE , hehelzends eene nadere bepaal ing om* trend den omloop der rec e p i s s en . Gearrefteerd detï 5. Meij 1795- Het eerAé Jaar der Bataaffche Vrijheid. De provisioneels representanten vam1 Het volk van holland, allen den geenen dié deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en BroedeiTchap ! doen te weeten : Dat door verfcheiden Municipaliteiten ter onzer kennisfe gebragt zijn een menigte van bezwaaren, door veele en verfchillende foorten van Ingezetenen, téged den omloop der Recepisfen, gefprooten uit de inwisfeling der Franfche AsGgnaaten, ingevolge onze Publicatie van 1. Februarij laatstleeden, voorgedraagen, in* gevolge de Vrijheid, daar toe door ons verleend in het VIII. Art. onzer Publicatie van den 30. Maar*: daaraan volgende: Dat deeze bezwaaren, door ons ih eruftige overwee* ging genomen zijnde, gebleeken zijn van dien aart té  4 a > wezen, dat daar tegen de noodige voorzieningen door ons behooren te worden genomen: want, nadien "er, bebalven de algerneehe erkende nadeden van alle Papieren Munt, dewelke niet oogenblikkelijk in fpecic kan worden gerealifeerd, nog aan den eenen kant onoverkomelijke hinderpaalen plaatshebben, om de voorz. Recepisfen in alle takken van Handel, en voornaamlijk in die der eerfte noodwendigheden des levens, ■welke ons van buiten de Provintie moeten worden toegevoerd, zelfs maar voor een gedeelte te admitteeren; en 'er, aan de andere zijde, niet min gegronde zwaarighe !en zich opdoen, om dezelven maar voor een vierde gedeelte, in de gewoone betaalingen te kunnen uit-» geeveiï door Lieden, welke het grootfte gedeelte hunner Goederen of Winkel waaren, geheel tegen ontvangst van dezelven hebben verwisfeld. ZOO IS HET, dat wij, willende zoo veel in ons vermogen is, voorkomen, de nadeelige gevolgen, welke uit den omloop der Recepisfen, in weerwil onzer gedaane voorzorgen en bepaalingen, voor de goede Ingezetenen onzer Provintie, zekerlijk zouden produceren, daaromtrent goedgevonden hebben te decréteeren, gelijk wij decréteeren bij deeze: i. Dat wij zoo dra mogelijk en op de meest eiïïcacieusté wijze, zullen trachten weg te neemen , de oorzaak , uit hoofde van welke de invoering van deeze Recepisfen is noodzaaklijk geworden. a. Fat wij alle de Recepisfen, die alreeds jn omloop gebragt zijn, en nog gebragt zullen moeten worden , Lij de aanftaande groote geldheffing tot de volle waar-  < 3 > waarde 'ia betaaling derzelve, zullen ontvangen, in maniere, zoo als bij de Publicatie daarvan nader zal worden bepaald, en aanftonds na de inwisfeling doen vernietigen. 3. Dat wij intusfchen zullen blijven voortgaan, om op alle 'sLands- en Stads - Comptoiren , dezelve Recepisfen , in voldoening der gewoone Lasten, ordinaire en extraordinaire Verpondingen en Impofitien, gcduurende dit loopende Jaar 1795, en vervolgens te heffen, voor een vierde gedeelte te doen aanneemen en ontvangen. 4. Dat aldus door ons emcacieufelijk gezorgd wordende, tot handhaving van het Crediet der Recepisfen, zoo lang dezelven nog in omloop zullen blijven, daaromtrent bij goede en welgezinde Ingezetenen geene bezwaaren meer kunnen overblijven, noch zij dieswegens iets meerder ter hunner gerustftelling van ons kunnende begeeren, ook van hunne zijde verpligt zijn, om met ons mede te werken, ten einde de poogingen van Kwaadwilligen, om het publiek Crediet te ondermijnen , en daar mede zich zeiven op eene laage wijze te bevoordeelen, op de ernftigfte en krachtdaadigfte wijze tegen te gaan, waartoe wij inzonderheid alie de vermogende Ingezetenen van deezen Lande, bij deeze vermaanen, het hunne toe te brengen; om alzoo de fchade en het bederf van minvermogenden te voorkomen. 5. Dat wij, in dit gegrond vertrouwen, alle voorgaande gemaakte bepaalingen, omtrent den omloop der Recepislèn, bij deeze intrekken en vernietigen, en  < 4 > en omtrent dezelven , de handelingen van 's Lands In* gezetenen met elkander na dato deezer Publicatie aan te gaan, volkomen vrij en ongehinderd laaten. 6. Dat eindelijk, zoo lang dat daaromtrent door ons op eene andere wijze zal kunnen worden voorzien , in volle kracht blijven, en ftiptelijk zullen moeten worden nagekomen en geobferveerd het IIF. en ÏV. Articul van onze Publicatie van 30. Maart laatstleeden. En op dat niemand hier van onkundig zij, beveelen wij dat deeze alomme worde gepubliceerd en geaffigeerd, daar het behoort en te gefchieden gebruikelijk is. Gedaan in den Hage, onder het klein Zegel van den Lande den 5. Meij 1795. Het eerfte Jaar der Bataaffche Vrijheid. P. GEVERS, vt. Ter ordonnantie van de provifioneele Reprafentanten van het Volk van Holland. C. SCHEFFER.