N°. 27- V R IJ H E I D, G E L TJ K H E I D, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE, bij welke bepaald wordt, dat voortaan alle huwelijken, voor de Mnnicipaliceicen of Plaatfelijke Rcgecringen, zullen moe' ten voltrokken worden. Gearrefleerd den 7. Meij 1795. Het eerftc Jaar der Bataaffche Vrijheid- provisioneels representanten van eet volk van holland; allen den geenen die deeze zuilen zien of hooren lcezen, Heil en Broederfchap! doen te weeten: Alzoo wij bij de plegtige afkondiging van de Rechten van den Mensch en van den Burger, vervat in onze Publicatie van den 31. Januarij dcezcs Jaars, tot een grondbcginfel van ons toekomftig gedrag hebben daargeüeld en openlijk verklaard, dat alle Menfchen met gelijke rechten gebooren zijn, en wij dien conform niet kunnen gedoogen, dat het onderfcheid van Godsdienst of Goisdienftige gevoelens eenigcn invloed behoudc op zoodanige zaaken of betrekkingen, welke den  den Bürgerfcmt directelijk betreffen, en tot het weefftn van denzelven behooren. En de plegtigheden, die bij het aangaan van het Huwelijk plaats hebben, (welke kracht en vermogen ook anders, volgens fommiger begrippen, aan het zeive roe te fchrijven zij; in allen gevallen met betrekfcing tot de Maatfchnppij niet anders kunnen worden jangemerkt dan a!s Burgerlijke plegtïgheden, waar bij de Burgerflaat, en vooral ook de goede orde in denzelven, het allergrootst belang beeft, en het geen pok even daarom, zonder onderfcheid van Godsdienst, onder net opzicht van het Burgerlijk of Politicq Gezach verricht, en door het Burgerlijk beftuur behoort bekrachtigd te worden. ZOO IS T: dat wij, ter vermijding van alle wanorde, en ten einde ook in het vervolg ten deezen opzichte, een eenftemmig gebruik in deeze Provintie plaats gnjpe, hebben goedgevonden te refolveeren en te decreteeren, gelijk wij goedvinden te decreteeren pij deeze: Art. i. Dat voortaan alle de geenen, welke voorneemens mogten zijn zich in den Huwelijken ftaat te begeeven, in den Ondertrouw zullen moeten worden opgenomen en aangeteekend door de Municipalitcit plaatfehjke Regeering, of die geenen, welke van wegens dezelve daar toe zullen zijn gecommitteerd, op het Raadhuis, Secietarij, of zoodanige andere plaats als zij in bijzondere gevallen, of om bijzondere redenen zouden mogen, goedvinden; bij welke geleden, Jjejd gjedj behoorlijk zal worden aangeteekend de "ge. bpom  < 3 > boorte- en Woonplaats, zoo van den Bruidegom als van de Bruid; en zal dezelve Ondertrouw door de Burgerlijke Regeering moeten gefchiedcn, zonder onderfcheid van welken Godsdienst de Perfoonen die zich alzoo in Ondertrouw laaten opneemen, zouden mogen zijn, i. Dat de afkondiging der drie gewocne en van agt dagen tot agt dagen loopertde Huwelijksgeboden me-> de voortaart zal worden gedaan, in de Steden van of voor het Stadhuis, en ten platten Lande, van, of voor het Dorps- of Rechthuis, na dat alvoorens bij ieder derzelven de Klok of Klokken, even als bij alle andere publicque afkondigingen, behoorlijk zal of zullen zijn geklept, en zulks mede indiftinctelijk VarJ welken Godsdienst de Perfoonen, wier. Huwelijksgeboden alzoo worden afgekondigd, zouden mogen zhn. 3. Dat wijders, ten einde aan de afkondiging der Geboden alle mogelijke publiciteit te geeven, en daar' door een ieder in de gelegenheid te ftellert van zijri vermeend recht tot ftuiting der Geboden, des goed-* vindende, te kunnen doen gelden, van nu voortaan de invoege voorfchrceven gedaane. proclamatien der Ge« boden, fuccesfivelijk na het afkondigen van ieder derzelven, en wel met bijvoeging, of hét de eerfte, tweede of derde afkondiging is, zullen moeten worden gealEgeerd op een bijzonder daar toe gefield Bord, op zoodanige plaats of plaatffen, als zulks door iedere! Municipaliteit of Regeering zal worden geordonneerd,op dat alzoo aan een ieder kennelijk zij, Wélke Pér* foonen in den Ondertrouw opgenomen en welke Geboden loopende zijn. 4«  < 4 > 4- Dat, wanneer alle de drie Geboden, alzoo fuccesfivelijk van agt tot agt dagen ongehinderd hebben voortgang gehad, op de begeerte van de Perfoonen, wier Huwelijks-Proclamatien invoege voorfchreeven zullen zijn gefchied, het Huwelijk, mede zonder onderfcheid van welken Godsdienst 'dezelve Perfoonen mogten zijn, zal moeten worden gefojemnifeerd en voltrokken voor de Municipaliteit of plaatfelijke Regeering, hetzij dan ter plaats, waar beide, of een van beide der Perfoonen die de voltrekking van hun Huwelijk begeeren, woonachtig of gedomicilieerd zijn, het zij op zoodanige andere plaats ais zij zouden mogen goedvinden, mits in dit laatfte geval, voldoende aan het dubbeld recht, geftatueèrd bij het 9. Art. van de Ordonnantie op het middel van het Trouwen, van den 16. Oftober 1695. — en mits de Trouw-Acte binnen den tijd van zes weeken doende registreeren ter plaats alwaar de Ondertrouw is gefchied, op eene boete van honderd Guldens, door de nalaatigcn te verbeuren, een derde ten profijte van den Officier, een derde ten profijte van den Secretaris der Plaats alwaar de Ondertrouw zal zijn gefchied, en eindelijk een derde ten voordeele van de Armen der Gezindheid of Gezindheden, tot welke de Perfoonen, zich in Huwelijk begeevende, zullen verklaaren te behooren. 5. Dat, om niet te min een openlijk blijk te geeven, hoe verre wij verwijderd zijn van aan iemand onzer Mede-Burgeren, bij zij wie h;j zij, immer, veel min door deeze onze dispofitie hinderlijk te willen zijn in zijne Godsdienllige gevoelens, wanneer dezelve maar niet nanloopen tegens de gevestigde orde van zaaken, liet voortaan aan een ieder zal vrij blijven, om,  < 5 > om, behoudens het bij voorige Ardculcn geftatueerde, indien hij uk deeze of geene Godsdienstige begunVlen aan het Huwelijk eene meer dan BurgerUjke kracht of verpli^ting toekent, niet alleen zijne drie HuwelijksGeboden ook in de Kerk, tot welke hij behoort van agt tot agt dagen te laaten afkondigen, maar ook het Huwelijk zelve door een Kerkelijk Perfoon te doen inzegenen op zoodanige wijze, als hij, behoudens de rust en goede orde in de Maatfchappij, conform zijne Godsdienftige gevoelens zal mcenen te bchooren; terwijl evenwel in dit geval alle Geestelijke of Kerkelijke Perfoonen, van wat Godsdienst zij mogen zijn, ten alïerftcrkften zullen hebben toe te zien,en zorge te draagen, dat zij geen Huwelijken Inzegenen, of dezelven volgens hunne Geloofs-leer bevestigen, dan na dat hun op eene legaale wijze zal zijn gebleeken, dat aan Art. a. wegens de afkondiging der drie Huwelijk* Proclamatien is voldaan, en dat dezelve Huwelijken, alvoorens door de Burgerlijke Regeering, conform het hier vooren getlatueerde, voltrokken zijn geworden, op poene dat des contrarie bevonden wordende, dezelve Geestelijke of Kerkelijke Perfoonen zullen vervallen m eene Boete van honderd Guldens voor de cerftemaal, van vijfhonderd voor de tweedemaal, in berde gevallen ten profijte der Armen van de Gezindheid, tot welke zij behooren, en voor de derdemaal op poene van interdiétie van immermeer ecnige Geestelijke Bediening in deeze Provintie te zullen mogen waarneemen; 'terwijl ook de Huwelijken, aldus door een Geestelijk Perfoon Ingezegend en bekrachtigd, zonder te vooren volgens Art. 4. door den Burgerlijken Rechter bevestigd te zijn geweest, zullen gehouden z!jn voor geheel onwettig, tot zoo lang dezelve op nieuw voor  vormde K^feiijke Redering zullen wezen gefblemnf- Dat wijders om voor te komen, dat de Perfoonen welke hunne.Huwelijken, zoo als voorz. is, V00r de Burger ,jke Regeering zullen hebben voltrokken, niet door al te groote kosten worden bezwaard, voortaan aüe Mumcipaliteiten of Regeeringen, voor wien " Huwebjken zullen worden voltrokken en gefolerrmt fcrd zorgvuldig zullen moeten toedien en zorge21 gen , dat de kosten op het in Ondertrouw opneemen fkond:gen en alïigeeren der Huwelijks-Geboden e' afgifte van het bewijs, dat de drie Geboden ongeftoo d hunnen loop hebben gehad, als mede de kosten op h t Trouwen zelve, alle te famen zoodanig worden £ «geld dat de Zegels uitgezonderd, ied'er de Ondet rouwden daar voor niet meer zal verpligt zijn "e b e t alen dan een vierde van het recht, het welc u tien, aan uen Lande moet worden voldaan, ZOnder eenig onderfchcid, ook zelfs in die Reyul\J kZ7 -geus de voorlchreeven Q*mJZ£&££ aan den Lan,e raoct ^ £ » d,en opzichten geen verandering zal maaken. ^ wijl voor het overige alle die geenen, welke v n de betaaling van 'sLands Rechten worden vrij gek nd van alle kosten, ook ten deezen opzichten ƒ 2 zijn en blijven geëximeerd. 7- Dat, zoo 'er eenige Ingezetenen zijn die gemeend hebben r bt ^ ^ j! ^Jdd deezes, hunne Huwelijken te laaten inzegenen, of 2 vesngen op eene wijze, die met de voorige Pacaaten van  < 7 > «aten van den Lande -ftrijdig was, dez-lve verpfigt zullen zijn , deeze hunne Huwelijken op nieuws voor de plaatfeliike Regeering, in voegen voorz., te fatten afkondigen en bevestigen, op poene, dat deeze anders voor onwettig zullen gehouden worden. 8. Dit alles echter met deeze bepaaling, dat deeze Publicatie zijn effedt eerst zal forteeren op den eerften Junij aanftaande, zoo wel omtrent het inzegenen der Huwelijken, als het gaan der Geboden, blijvende alles tot dien tijd toe op den ouden voet. - En dat de Huwelijken, die op den eerften junij, volgens den inhoud van dit Placaat, zullen worden ingezegend, echter van volle kracht zullen zijn, al hadden de Huwelijks-Proclamatien nog op den ouden voet voortgang gehad. Eindelijk zoo lasten en beveelen wij alle Municipalitckcn , Regeeringen of Burgerlijke Ambtenaaren in deeze geconcerneerd, mitsgaders alle de geenen, die eenïge Kerkelijke Bediening bekleedcn, ieder voor zoo veel'hun aangaat, zich ftiptelijk naar den inhoude deezes te reguleèrcn, blijvende voor het overige alle het geene, omtrent het in Ondertrouw neemen, Aanteekenen en afkondigen der Huwelijks- Geboden , alsmede omtrent het folemnifeeren en voltrekken van hei; Huwelijk zelve, bij voorige Placaaten en Ordonnantiën «v is geftatueerd, of anderzins tot nog toe is in gebruik geweest, voor zoo verre het met deeze onze dispofitie niet is ftrijdende, in zijne volle kracht en obferyantie, En  < s > En op dat niemand hiervan èéoige ignorantie prjetendeere, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, ter pïaatfe waar men gewoon is publicatie en afrïxie re doen. Gedaan in den Hage, onder het klein Zegel van den Lande den 7. Meij t795. Het eerfte Jaar der BataaffcHe Vnjüeid. P. GEVERS, vt. Ter ordonnantie van de Provifioneele Repra?fehtanten van het Volk van Holland. C. SCHEFFER.