N°. 41. . G E L IJ KHEID, V R IJ H E I D, BROEDERSCHAP, PUBLICATIE der Scaaten Generaal, behelzende pardon en straffen op de Defertie in tijd van Vree de. Ge ar re" fleerd den c.6. Meij 1795. Het eerfle Jaar der Bataaf' fche Vrijheid. JL/e staaten generaal der vereen1gde Nederlanden. Allen den geenen die deezc zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap. .. Naardien het'Committé tot dc algemeene zaaken van Jiet Bondgenoodfchap te Lande, aan ons in een uitgewerkt betoog heeft voorgelleld, dat de Provoosten opjgeyuld zijn' met Befchuldigden over Defertie, en dat 'de tftraf des doods bij; de Wet tot nog toe op de voorz. anisdaad bepaald, hoewel federt verfcheiden jaaren niet -ïlitgeoefFend, niet alieen ongefchikt was voor onze zagiere zeden, voornaamentlijk in tijd van Vreede, maar .ook dat do weder invoering van dezelve onrechtvaardig zou-  4 * >: goude fchijnen, na da,t men aan den geweezen Kapi* fein-Ge-seraal door eene ftrafwaardige toegecvendheid had toegekend zeker recht van Pardon, waar door dit zoogenaamd Opperhoofd gelegenheid had verkreegen, om, onder de vertooning van me'nschlievendhcid, willé» keurig met de Wetten te fpeelen, en dat hier door aan veele Kwalijkgezinden of Kortztchtigen gelegenheid zou^ de gegeeven worden, om het tegenwoordig Beftuur te lasteren, en van onmedogendheid, zoo niet van on^ draaglijke wreedheid, te befchuldigen; dat boven dien de doodftraffen, vooral wanneer op eene zagtere wijze het oogmerk van de Wet kan bereikt worden, een ©nmiddelijk nadeel aan den Bur^erffoat toebrengen, door denzeïven te berooven van Leden, die anderzins yan veel nut zouden kunnen zijn; dat evenwel die zagtheid zijne paaien behoort te hebben, vooral nopens het Krijgsweezen, befchouwd in ontelbaare diffé>. rente betrekkingen. ZOO IS 'T, dat Wij, om de beide uiterften van geftrengheid of te groote zagtheid te vermijden, en pm een blijk te geeven van de -fentimenten die ons, bezielen, en van onzen eerbied voor de heilige Rechten v;an den Mensch, en voor de niet min heilige 'p\igcen, die ons, zijn opgelegd, hebben goedgevonden', zoo.  < 3 > EOo ten opzichte van het Pardon als de nieuwe Strafwetten op het voornoemde wanbedrijf van Defertie in deszclfs onderfcheiden omftandigheden te ftatueeren , gelijk wij ftatueeren bij deeze de naarvolgende Articulen, willende en beveelende, dat hieromtrent geene de minfte oogluiking of toegeevendheid zal plaats hebben. PARDON. Jrt. ï. Aan alle Onder-Officieren; Corporaals ert gemeene Militairen, onder welken naam ook begreepen, tot de Troupes van den Staat behöorende, of behoord hebbende, wordt ten opzicht van de misdaad van Defertie tot aan den dag der afkondiging en bekendmaaking deezes, aangebooden een algemeen Wftreti Pardon; van het welke niemand, om verzwaarendé omftandigheden, ten opzicht van dit misdrijf wordt üitgeflooten; ü. Dit Pardon wordt daadelijk verleend aan a'leri j die om Defertie in hechtenis zitten, het zij dan, dat het Proces nog niet is geëindigd, het zij dat zij reeds zijn gevonnisd, net zij'eindelijk, dat zij in de Gevangenis in Boeijen, uit hoofde hunner Sententie, zijri opgeflooten; en gelasten Wij allen, die zulks aangaat, m  < 4 > een ieder hunner dit Ons Pardon voor te leezen, en hen op de gebruikelijke wijze te ontflaan en in vrijheid te ftelleri'. 3- Doch allen, die zich op vrije voeten bevinden, zullen verpligtzijn , zich voor den iften Juli] aanban! de aan te geeven en bekend te maaken aan den Kapi. tein of Commandeerende Officieren van de Compagnien, waar onder zij tegenwoordig dienen, 0f van welke zij voorheen zijn gedeferteerd, ten einde aldaar hun dienst te vervolgen of hun Paspoort te ontfangen, naar goedvinden van den commandeerenden Officier van de Compagnie, en zullen zij, die het verzuimen mogten om dit te doen, als halftarrige Deferteurs worden aangemerkt, en volgens de Wetten hier na volgende vastgefteld voor de defertie, van en na den dag der afkondiging en bekendmaaking deezes begaan , worden geftrafc. Straffen op de Defertie In tijd van Freede. Art. i. Eenvoudige Defertie, zonder ecnige verzwaareade onhandigheden, zal geftraft worden met eene zesjaarige overzending naar de Oost-Indifche Coloriien van den Staat, om aldaar als Soldaat te dienen, en zal de Deferteur naar de ontfangen Senten¬ tie  < 5 > tie, tot het eerst vertrekkende Schip, in de Provoost in bewaaring worden gehouden, welk in bewaaring zitten op de langduurigheid zijner ftraf zal worden gekort. a. Defertie met Geweer en Wapenen, of andere Compagnies Goederen, zal met agtjaarige verzending derwaards geftraft worden. 3. Een Ruiter, Dragonder, Husfaar, Artillerist te Paard, of welke andere gemeene Militair ook, die met zijn of een anders Paard Deferteert, zal voor twaalf jaaren daar heen worden verzonden. 4. Alle die van hun Wacht Deferteeren, zal de tienjaarige ftraf van verzending worden aangedaan. 5. Die als Schildwacht van zijn aanvertrouwde Post deferteert, zal met eene twaalfjaarige verzending derwaards geftraft worden. 6. Een Onder-Officier of Corporaal zal'in elk der bovengemelde gevallen altoos voor twee jaaren langer worden veroordeeld. 7. Een Verleider of Complotmaakcr tot defertie zal altoos vier jaaren verlenging van ftraf, in elk der bovengemelde gevallen bepaald, ondergaan, al had zelfs de voorz. misdaad vin verleiding geen gevolg. 2. Die zich bij hunne defertie aan eenige ont- Trceni-  < 6 > vreemding of geweld aan hunne Cameraaden, of in de Chambrées hebben fchuldig gemaakt, zullen voor den tijd van den jaaren naar de Kust van Guinea vervoerd worden, om naar goedvinden van het Gouvernement aldaar te worden gcëmploiëerd. 9. Die zich aan de misdaad van Defertie, zonder eenige verzwaarende omflandigheden, heeft fchuldig gemaakt, doch binnen de zes weeken vrijwillig terug komt, zal voor vier weeken bij den Piovoost worden gezet, alwaar hij om den anderen dag niets dan Water en Brood zal genieten, en op de vier laatfte dagen zal dezelve aan handen en voeten geflooten worden, geheel te Water en te Brood. 10. Doch zoo hij langer dan zes weeken verzuimt om terug te keeren, en daarnaa terug keert, zal hem dit blijk van berouw voor de helft afkorting in zijne ftraf verftrekken, en hij dus voor drie jaaren flechts naar de Ooft-Indien worden verzonden. 11. Deeze vermindering van de helft der langduurigheid van den tijd der ftraf zal ook plaats hebben bij vrijwillige terugkomst, in alle Defertien, met bezwaarende omftandigheden vergezeld, bij Am 1 tot 7. ingeflooten, bepaald, doch geenzins in die van Delèrtie met ontvreemding of met geweld in de Chambrées gepleegd, zie Art. 8. 12,  < 7 > li Over alle de gevallen , in de bovengemelde Articulen gefpecifkeerd, zal de commandeerende Officier aanftonds Kiijgsraad doen beleggen, welke Krijgsraad zal gecompofeerd worden op dezelfde wijze, als bij de Publicatie van het Commitié tot de algemeene zaaken van het Bondgenoodfchap te Lande over de Krijgstucht, den 8. deezer maand Meij, op Onze fpeciaale authorifatie gepubliceerd, is geftatueerd, doch zal het gevelde Vonnis met alle de Stukken daar toe behoorende, ten fpoedigften moeten worden gezonden aan het gemelde Committé tot herziening van hetzelve, behalven in het geval, bepaald bij Art. 9. van deeze Publicatie, waar van het Vonnis direftelijk moet worden ter executie gelegd. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude mogen pretendeeren, ontbieden en verzoeken Wij de Repraefentanten des Volks in de bijzondere Provintien, en alle andere Jullicieren en Officieren van dezelve Landen, deeze Onze Publicatie van ftonden aan alomme te doen verkondigen, publiceeren en affigeeren in alle Plaatfen daar zulks noodig wezen zal, en men gewoon is zoodanige Publicatie en affixie te doen. Lasten en beveelen voorts allen en een iegelijk, dien het zoude mogen aangaan, zich naar den inhoude van  < 8 > van dien te reguleercn, want" Wij zulks ten dienfte van den Lande Levenden hebben alzoo: te beboeten • ■ Aldus gedam en gearr,flecM ter Vergadering van hoogheide S