N°i CLVIII. G É L IJ K II É I D„ V R IJ H E I D, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uitvo»; rend bewind der bataaf"! sche republiek , behslzsndc Maatregelen, ter beteugeling van de, tot den dienst des Vaderlands opgeroepen en Onwillige Leden der Gewapende burgermagt; ViedrreJIeerd den 8. Januarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffchc Vrijheid. H et oitvokïünd bewind be* bataaf' sche republiek, doet re weeten: Dat hec Vertegenwoordigend Lighaatn , op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogea hebbende: Dat dezulken j welke .zich in tijd van gevaar, aan den dienst, welken het Vaderland van hun vordert, op eene willekeurige wijze onttrekken, boven de verachting van alle weidenkenden, de ftrenge beteuge* ling der Wet verdienen. Dat overijling en de misftap van een oogenblik,' echter van opzettelijk pligtverzuim behooren te wor» den onderfcheiden, en aan de eerden , vooral in aanmerking van de omftandigheden, in welken zich ibmmigen kunnen hebben bevonden, de gelegenheid behoort te worden gelaaten, om niet nutteloos voor hun Vaderland te worden gemaakt, en om, voor zoo ver zij nog niet mogten zijn achterhaald en gecorrigeerd of geftraft, hnnne fchande na eene voorafgaande maatige Correftie, door een volgend loffelijk gedrag gekeel uirtewisfehen. Dat de adüve Militaire dienst, tot welken een ge-  *i 1 > deelte van de gewapende Burgermagt is gejpepen ge* weest, de noodzaakelijkheid heefc doen zien, om eenige vaste fchikkïngen dienaangaande, en tegen het ontduiken def Wet, te maaken; Pellooter. en verordend heeft: Foor cast: alle Leden van de Gewapende Purger. magt, welke tot den Militairen dienst, buiten hunne wconpisats gecommandeerd, zich aan denzslven heb. ben onttrokken, het zij door hun geheel achterblijven , het zij door het Corps of Detachement, toe het welk zij behoorden, eigendunkelijk en zonder verlof te verlasten; het zij dexelven openlijk in hunne woonplaats mogten zijn geblceven, zich aldaar hebben fchuil gehouden , of die hebben verlaaten, en 'zoó ver zij deswegens niet reeds zijn gecorrigeerd en 'geftraft, werden ten fterkften aangemaand, om zich , binnen den tijd van agt dagen, na dat deeze ter pisara waar zij zich onthouden , zal wezen gepubliceerd, aan te geeven aan den Raad van Discipline van het Corps tot het welk zij behooren. Ten tn teden: dezulken , welke zich binnen voorfchreeven tijd vrijwillig aangeeven, of die reeds achterhaald mogten zijn, zonder nogthans daadelijk te zijn gecorrigeerd of" geftraft, wordt geremitteerd de -Militaire ftraf, welke zij door hun misdiijf mogten hebben verdiend; echter zullen zij door den Raad van Discipline worden gecorrigeerd met Huis- of Provoost Arrest, voor den tijd van veertien dagen, of minder, naar bevind van zaaken. Ten dertien: tegen alle de Burgers, in de termen van den eerften Artikel vallende, welke zich binnen voorfchrceven tijd niet aangeeven, zonder önderfcheid, Of'zij behooren tot of bij eenige Bataillons, welke op den voet der Publicatie van den 7.Mei des voorleeden Jaars zijn geörgapilèérd , of tot Corpfèn, welke tot nu toe op een anderen voet van organifatie hebben be■ftaan, zal worden geprocedeerd op den voet in de volgende Artikelen bepaald. Ten viiriiifï: de zulken vindelijk zijnde, zullen op last van den Raad van discipline van het Corps tot ot bij het welk zij behooren, in verzekerde bewaaring worden geiiomen, en tegen hun, het zij bij Confësüe of Convictie worden geprocedeerd en gevon- nisd  < 3 > nisd bij den Raad van Discipline, ter aanraaaning van den Auditeur, op den voet en volgends de wet , bepaald bij het Crimineel Wetboek en Reglement van Krijgstucht voor de Militie van den Staat, den &6. Junij gepubliceerd. lïn vijfden: niet vindelijk zijnde, zullende Schuldigen wórden ingedaagd, en op de laatfte dagvaarding niet compareerende , als Emigranten worden be* fchouwd, en tegen hun, als zoodanig, door den Auditeur worden geconcludeerd tot een Bannisfêment buiten de Bataaffche Republiek, hun Jeeyen lang géduurende; zullende de Raad van Discipline , in beide gevallen ? deszelfs Vonnis zenden ter appiobatie van het Gerechtshof of Collegie, bepaald bij den 18. Ar* tikel van het VI. Hoofdftuk van het Reglement van Discipline voor de Bataaffche Burgermagt, den 10. Augustus gepubliceerd; met dien verltande, dat de Vonnisfen. zoo veel de Ingezetenen der yoormaaliga Gewesten Overijsfel en Drenthe betreft, tot dat alle ae Departemcntaale Gerechtshoven zullen zijn in wer* king gebragt, ter approbatie zullen worden verzonden aan het reeds geörganifeerd Departementaal Gerechtshof van den Ouden IJsfel. En zullen alle Vonriisfen,*gef]agen tegen zoodanige Burgers, welke ingevolge deezen Artikel, als Émigranten worden be* fchouwd, Copieiijk worden gezonden aan het Uitvoerend Bewind, ten einde de Gecondemneerden op de Lijs: der Emigranten te doen plaatfen, en tegen hun, voor zoo verre zij in handen der Juftitie mogten geraaken , overëenkomftig de Proclamatie van den 23. Augustus des voorleeden Jaars te doen procedeeren. Ten zesden: in alle gevallen, in welken, volgends het Reglement op de Gewapende Burgermagt van den 7. Mei deezes jaars, dezelven onder de Militaire Krijgstucht mogten vallen, zullen zich de Raaden van Discipline, zoo in het fèntentiëeren als in de wijze van procedeeren , fliprelijk gedraagen volgends hst Crimineel Wetboek en Reglement van Krijgstucht, den aó. Junij gepubliceerd. Ten zevenden: het Uitvoerend Bewind wordt fpeciual gequalificeerd om de Gewapende Burgermagt, op zoodanige Plaatfen, in welken een aétive Militahe cienst worde verëischt, voor zoo ver deeze Gewa- pen-  < 4 > pende Burgermagt wordt gefoldeerd, des noHl™ oordeelende, te onderwerpen aan evengeiceld Wetboek en Reglement. Ten agtften: zoodanige Burgers, welke, na geënregistreerd of gtörganifeerd te aijn, hun Domiciiie heb? ben verlegd op Plaatfen, op welken geen Gewapende Burgermagt is geörganifeerd, of waar zij niet tot deaelve zijn getrokken, worden ten aanzien van allen activen Militairen dienst buiten de Woonplaats, geree3cend te blijven behooren onder de Burgermagt dier Plaats, waar zij zijn geënregiftreerd ofgeörganifèerö; en verpligt, zich op de eerfte waarfchouwing te voegen bij voorfz. Corps, of zoodanig gedeelte' van hetzelve , als bij looting of anderzins mogt worden gedetacheerd, en onder het welke zij mogten vallen; zich daar aan onttrekkende, zullen zij als Deferteurs worden befchouwd, en als zoodanig worden gevonnisd en geftraft. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in raam des Vertegenwoordigenden Lighaams, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 8» Januarij i8co« Het tesde Jaar der BataaiXche Vrijheid. (Was geparapheerd) B E S I E R, vt. (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULTMAN.  N«. CL IX. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uitvoe- re nd bewind der bataaf* sche republiek, betreffende ds Middelen tot Voorkoming der verdere Verspreiding van de veepest op het Eiland Walcheren. Gedr* fefieerd jden 10. Januarij. 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid,, Het uitvoerend bewind der bataaf" sche republiek, aan alle degeenen, die deeze zullen zien en hooren leezen, Heil en Broederfchap» doet te weeten: Ua; het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende, dat de Veepest op het Eiland Walcheren, ten tijde van het neemen van generaale maatregelen ter weering van dezelve, zich reeds zoodanig had verfpreid, dar het Wetgeevend Lsghaam noodig oordeelde, genoemde Eiland provifioneel van de generaale mefure te moeten uitzonderen: dat niettegenftaande dit genomen Decreet, het Wetgeevend Lig» haam in de verpligting is, de verdere verfpreiding der Veepest op het Eiland Walcheren, zoo veel mo« gelijk voor te komen. Beflooten en verordend heeft: ï. Dat op het Eiland Walcheren geene Osfen- of Koehuiden, noch Kalfsvellen, van de eene Stad of Plaats naar de andere, noch van de eene Jurisdictie naar de  < * > de andere mogen vervoerd worden, dan met een Certificaat, zonder Zegel, van den Slagter, dat die Huiden en Vellen zijn gevild van gezonde Beesten, bij hem geflagt, op de verbeurte van honderd Guldens, telken reize , wanneer zoodanig vervoer, zonder bijdaaif"2 gemelde Certificaat, mogte worden ge- a. Dat desgelijks op het Eiland Walcheren, tot nadere order, geen ongefmolten Vet, Smeer of Roet, van de eene Stad, Plaats of Jurisdictie naar de andere , zal mogen worden vervoerd, dan met een behoorlijk Certificaat, mede zonder Zegel, van den Slagter, dat zoodanig Vet, Smeer of Roet is uit of van gezonde Beesten, bij hem geflagt, op eene boete van vijftig Guldens voor elke honderd pond Smeer of Roet, te verbeuren bij den Slagter. 3. Dat zij, die bevonden worden een valsch Certificaat, willens en weetens, te hebben afgegeven, zullen worden geftraft als Falfarisfen, zonder eenige conmventie. ö 4. Dat al mede, tot nadere order, op het Eiland Walcheren zal verboden worden, het houden van Veemarkten en van publieke Verkoopingen van Rundvee, van meer dan één Stal of Weide te famen gebragt, op verbeurte van ƒ25 Guldens voor ieder Beest, het welk ter Markt, ot op eene publieke Verlooping te famen zal worden gebragt, met uitzondering nogthans van het Cagtbatr Vee, het walk naaide Steden wordt geleid (cm aldaar daadelijk gcfla^ te worden) doch dat dit flagtbaar Vee echter niet naar de Steden zal mogen gevoerd werden, dan on. der beneficie van een Declaratoir van het GemeenteBeftuur, het Gerecht, den Schout of Secretaris van de Parochie, of de Plaats van waar de vervoering gefchiedt, waar uit zai moeten blijken, dat het te vervoeren Beest, of de te vervoeren Beesten, gezond zijn, en vaneen S al komen, alwaar de Ziekte, binnen den tijd van vier weeken, voor den datum van het gemelde Certificaat, niet heeft plaats gehad; mee aanduiding tevens, van den naam des geenen, die zoodanig Vee wil vervoeren, of doen vervoeren; en van de couleur van Hair, den Ouderdom, het Soort, als anderzins der Beesten, op verbeurte van het Vee, deezes contrarie vervoerd. 5,  < J > 5. Dat ook óp het Eiland Walcheren geene Beesten van de eene Stad, Plaats of Jurisdictie, naar da andere zullen mogen worden vervoerd, zonder zoodanig Declaratoir, mede op verbeurte van het Vee, deezes contrarie van de eene Stad, Plaats of Jurisdictie naar de andere gebragt; en op poene van lijfftrafFe, Indien hetzelve bevonden wordt, door de Ziekte aangetast, willens en weetens, vervoerd te zijn. 6. Dat zoodanig Certificaat of Declaratoir zal moeren worden vertoond en gevifeerd bij het Gemeenre-Beftuur, het Gerecht, den Schout of Secretaris van de'Plaats, werwaards zoodanig Vee is gedestilleerd ; en het zefve Declaratoir insgelijks zal moeten vertoond worden aan de Gemeente « Beftuuren, Gerechten, Schouten of Secretarisfen van de jurisdictiën, door welken het Vee moet paslèeren naar de Plaats zijner beftemming. 7. Dat ook de Stieren pp het voorfz. Eiland, door de diverfe Jurisdictiën, en van de eene Plaats naar de andere, niet zullen mogen omgeleid worden, dan met het bovengemelde Certificaat; zullende deeze omleiding ook niet van of naar Plaatfen mogen gefchieden, alwaar de Ziekte heerscht, 8. Dat de bovengemelde Certificaaten niet langer dan vier- en twintig uuren van kracht zullen zijn. 9. Dat geene Certificaaten in blanco, met onderteekening van naam zullen uitgegeeven worden; op pcene voor den Schout, Secretaris, Bailliuw, of den geenen, die, een deezer Certificaaten in blanco af. geeft, van in perfoon refponfabel te zijn voor het misbruik, hetwelk daar van zou mogen gemaakt worden; zullende alle Certificaaten door hun ingevuld, en met den datum der afgifte en narm des geenen, die zoodanig Certificaat verleent, onderteekend worden: terwijl zij voords worden gelast, om de HuisHeden, en anderen, die eenig Vee willen vervoeren, in alle ordenlijkheid, en zonder eenige vexatosre dilaijen^, de behulpzaame hand te bieden. 10. Dat die geenen, of derzelver medepligtigen, die mogten bevonden worden eenige falfiteit met gemelde Certificaaten begaan te hebben, of zich van etn valsch te bedienen, aan den Lijve, met ftren-  < 4 > ge GeesfeHngënBannisfementen zullen wórden gëftrafr. 11. Dat een ieder, in wiess Stal of Weide deziekté ondèr het Rundvee zich openbaart, zoo dra zulks hem kennelijk is, of kan zijn, verpligt zal zijn, zich zorgvuldig te wachten, van de overige gezonde Beesten, onder Welken het zieke geweest is, bij andere gezonde Bee sten overredrijven; en voords, en dat wél uiterlijk binnen den tijd van 24 uuren, na dat hij de ziekte in zijn Stal of Weide ontdekt heeft, daar van tennis te geeven aan hst Gemeente^Beftuür of het Gerecht der Plaats, waar onder de Stal of Weida gelegen is, op eene boete van f 1 co: 0:0. te betaalen door den geenen, die hier ia nalaatig zal bevonden worden. 12. Dat mede dezelfde Boeten zullen" incnrreereti de zoódanigen, welke verzuimen om binnen de voorfchreeven 24 uuren, tot een teeken, dat de befmetting zich in hunne Stallen of Weiden heeft geopenbaard, te Hellen voor de Deuren van hun Huis of Stal, of van beiden, en aan het einde van hun uitpad, daar het tegen den gemeenen weg komt, een opgericht Teeken, v-n een Plank, ten minden van een voet in ket vierkant, vast gehecht aan een Paal of Stok, ten minften vier voeten hoog uit den grond (taande, zoo dat die niet ligt kan omwaaijen, of om geftooten worden ; en welk Teeken niet zal mogen weggenomen worden, dan vier weeken, na dat geen Beesr in zoodanige Weide of Stal geftorvcn zal zijn, of de ziekte zich niet meer zal hebben geopenbaard. 13. Dat wijders de'Gemeente-Beltuuren of de Ge« rechten, onder welker Resfort de ziekte zich zal hebben geopenbaard, op hunne perfoneele verantwoordelijkheid verpligt zullen wezen, ten fpoediaften daar van kennis te 'geeven aan het Departementaal Beftuif, waar onder zij behooren, en vervolgens aan hstzelva over te zenden eene L'jst van de zieken, of gekorven of gebeterde Beesten in hunne Gemeente. 14. Dat een ieder, die eenig ziek Beest of Beesten op Stal heeft, zal gehouden zijn derzelver Mest ea het Stroo, waar op het zieke Beest of Beesten gelegen hebben , zorgvuldig afgezonderd te houden * en op eene, zoo veel mooglijk, van de weg afgelegen plaats te leggen, op de boete van 25 Guldens. IS.  <. 5 > 15. Dat van' alle, wegers ziekte geflorven Bees-' ten, de Huiden zullen mogen afgevild worden, doch dat zoodanige Huiden, koud geworden zijnde, zoo fpoedig mooglijk zullen gekalkt of gezouten wor-, den, en zonder dat zulks gefchied is, niet mogenverkocht of vervoerd worden , op verbeurte van ƒ600:0:0. zullende vervolgends zulke Beesten daadelijk moeten worden begraaven, vier voeten onder de aarde, of zoo diep als het de grond toelaat, op de boete van ƒ100:0:0. voor de eerfbe reis, bij de nalaatigen en Contraventeurs te verbeu-en voor ieder Beest; en v'oor de tweede maal dubbel, en daarenboven op poene van naar exigentie van zaaken te worden geftraft; wordende aan alle en een iegelijk, die zieke of doode Beesten zullen behandelen, gelast en bevoolen, om alle de Inftrumenten, daar toe gebruikt, ten errlten re zuiveren, en hunne Klecderen te \erluchten; en in alles zoodanig; voorzichtigheid te gebruiken, en middelen van praecautié aantewenden, als Itrekken kunnen ora voortekomen. dat de befmetting tot andere Beesten worde overgebragt; dat mede aan alle Huislieden of anderen, Rundvee houdende, welker Vee gezond is, op het llerkfte gerecommandeerd wordt, niemand, behoorende tot een Huisgezin, in welker Stal de Runderlt jrfte woedt, in hun Stal toetelaaten; mitsgaders zi:h wel te wachten van zelfs te gaan in een S.al, daar de Rundeiziekre is; en in 't generaal wel tóe te zien, dat niemand van een befmette Seal in hunne gezon ie Stallen overga; en wijders om alle mogelijke voorzorgen te gebruiken, geene Koop rs, 'c zij Slagterg of anderen, te laaten komen in Stallen, alwaar nun Vee geftald is, maar de Beesten, die zij zullen willen verkoopen, te brengen buiten de Stallen in de open lucht, en aldaar aan de Kooplieden te vercoonen, 16- Dat ter verwijdering van 't gevaar, waarmede de vervoer van Hooi en Stroo, van de eene Stad, Plaats of Junctie naar de andere zou kunnen gepaard gaan, vooral als hetzelve mogte aangebragt worden van Stallen, daar de gemelde Zi ekte geweest is, is èn blijft geïnterdiceerd de vervoer v.m Hooi en Siroo, van de eene Stad, Pia..ts ot Jurisdictie naar de an-  < 6 > «lere, op da boete van ƒ óoato.-o. voor ieder Vo^r, bij provifie en rot nadere orderzoo wel voor den Inbrenger als Ontbieder, ten zij zoodanig Hooi of Stroo is gemuniëerd met een Certificaat, dat hetzelve van een Zolder of Stal komt, waar geene befmetting binnen vier weeken geweest is, aftegeeven door het Gemeente - Beftuur of het Gerecht der Plaats, van waar het vervoerd wordt; gelijk ook wel fcherpelijk verbooden wordt, eënig Hooi of Stroo, van'Stallen, Zolders of Wooningen, daar de befmetting zich moge geopenbaard hebben, naar andere Stallen, Zolders of Wooningen , te vervoeren, op de boete van ƒ300:0:0., telken reize, dat zulks zoude mogen gefchieden. 17. Dat op het Eiland Walcheren, alle Honden, 't zij aan Ingezetenen der Steden, of aan Landzaaten toebehoorende, ten platten Lande zijnde, 'mitsgaders die der Slagters. zullen moeten worden vastgefteld, op eene boete van f 3:0:0., en bij de wégen losloopende dezelven zullen moeien worden gedbud, en daaiënboven betaald voor iedere Hond, die gedood zal zijn, een boete van ƒ 6:0:0., ten voordeéle van den geenen die zulks zal gedaan hebben; en dat de •Eigenaars der Honden voor hunne Knechts en Be. dienden zuilen moeren infeaan en de boete betaalenen alieenluk hier van uitgezonderd worden de Honden , die de Herders noodig hebben om hunne Schaapen te weiden, wanneer dezelven met hunne Meesters of bij de Schaap'eft gevonden worden. 18. Dat de Gerechten, en inzonderheid de Bailüuwen en Schouten, zoo in de Steden als ten platten Lande, op het Eiland Walcheren, of wel die derzei ver plaatlen beklecden, mitsgaders de Bediendens van de extraordinaire Compagnie, ofroode Roede, naauwkeung zullen toezien, dat de inhoud deezer met alle rigeur worde geëxecuteerd, en tegen den vervoer van Rundvee en alle Speciën, hier vooren gemeld, van de eene Stad, P.aats of Jurisdictie naar de andere, C anders dan in voegen vooifz.) vïgüeeren, en door derzelver Onderhoorigen te doen vigilecren, op peene, dat die geenen, welke overtuigd zullen worden zulks met te hebben gedaan, zullen worden geftraft met furpenfie vat) derzelver Officie, voor den tijd Ten zes maanden, of zoodanige zwaarder ftraffen, als  < 7 > als de omftandigheden yan zaaken zullen komen te ver» eisfchen. .19. Dat, ten einde vocrfchreeven Officieren tot de» executie deezer orders te beter mogen worden in flaac gefield,,en het algemeen de gewenschte vruchten van deeze heüzaame orders mogen genieten, de opgemelde Bailliuwen, Schouten en andere Officieren, zoo in de Steden als ten platten Lande, of derzelver plaats bekleedende, geauohorifeerd zijn , om , ingeval dezelven zuilen. gewaar worden dat iemand van de In - of Opgezetenen , eenige Runderbeesten, hoegenaamd, op Stal of in de Weiden heeft genomen , welke voor dit verbod van vervoer, bij hun niet zijn gevonden; als dan te mogen inquireeren, van wien, en op wat tijd en Plaatfe 'dezelve die Beesten heeft gekocht of bekomen, en ingeval bier zal kunnen worden beweezen, dat dezelve Beesten niet tegen deeze order mogten zijn vervoerd, alle zoodanige Beesten zullen gehouden worden clandeftin re wezen ingebraet, en dienvolgende worden geconfisceerd, ten profijte van der» 1 Aanhaalder, zonder dat eenig pretext van onkunde hier tegen zal worden geadmitteerd. 00. Dat eenig Rundvee, of als vreemd aangehaald 3ijnue, bij den Aanhaaider of den Officier, die de calange zal doen$ wel zal mogen worden verkocht, zonder eenige van de bewijzen boven gemeld, maar dat hetzelve daarentegen zal moeten houden eene qwarantaine van veertien dagen, dewelke, zoo veel doenlijk, öp de meest afgelegen plaats van de Stad, Dorp of Jurisdictie zal moeten gehouden worden; er» na het eindigen dier quarantaine verkocht wordende, zal moeten voorzien worden met een ongezegeld Certificaat van den Secretaris der Plaatle, daar de verkooping zal gedaan zijn , dat het aangehaald, en , na voorfz. quarantaine gezond gëbleeven zijnde, bij executie is verkocht; welk bewijs als dan de plaats zal neemen van de bewijzen te vooren geordonneerd; en dat die Beesten, flagtbaar zijnde, onmiddelijk daarop, wel naar de Steden dm aldaar ter flagting verkocht te worden, zullen mogen worden gebragt; maar daar niet daadlijk geflagt zijnde, en wederom vervoerd wordende, even als al het ander Vee, yan Ceitificaa. ten .4  ♦£ 8 > . ten zullen moeren voorzien ziin, op verbeurte van de Boete bij voorige Aniculen bepaald. li. Dat ook geïnterdiceerd en verbooden wordt, dat de'Varkens, die langs de Wegen worden gedreeven om te koop te veilen op eenige Mestputten of Werven , in welker S-alling eenige befmetting worJt be. fpeurd, bij dag of bij nacht zullen vermogen te loopen , of te woiden opsjeflooten, op de boete van ƒ55:0:0., voor ieder Varken, groot of klein, op zoodanige Mestputten bevonden wor.iende. 22. Dat wijders geflaneerd en geo:donneerd wordt, dat eenig Rundvee, uit hoofde van de Orders, in deeze Publicatie vervat, aangehaald wezende, waar over questie of Proces zoude mogen vallen, hetzelve door die van den Gerechte, op requifitie van den geenen, die de calange zoude mogen doen, op dat de waarde van het Beest niet aan de kosten van het Voeder belteed worde, publiek, Jus ad opus habenj/'um, zal moeten verkocht worden, en de Penningen gefield in confignatie, om in de plaatfe van het Rundvee zelve te fubintieeren; zullende het Rundvee,, alzoo verkocht, mede moeten houden eene quarantaine van veertien dagen , alvoorens vervoerd te mogen woiden; en, na het eindigen van dien, voorzien worden met een Certificaat, gelijk omtrend het verbeurd vei klaarde Vee is geordonneerd. En of het gebeurde, dat geduurende de quarantaine van aangehaald Vee, eenig Beest ziek mogte worden, zal de geheele aangehaalde Partij aanflonds gedood moeten worden. 33. Dat niemand, wie het ook zij, eenige SmetHeffen ter inenting, van buiten het Eiland Walcheren zal mogen invoeren of uit hetzelve uitvoeren, op ftraffe van ftrenge Geesfeling. 24. Dat niemand, wie hij ook zij, zal vermogen zijn Beesten Inteënten, of te doen Inënren, of ander Vee ter Inenting te koopen of te ontvangen, dan met permisfie van het Gemeente-Befluur waar onder hij behoort, op de boete van /600 Guldens. *5« ^at deeze permisfie, volftrekt niet zal mogen gegeeven worden, wanneer de befmetting daar, waar men begeert Inteënten, in den omtreK van een half uur  < 9 > uur dier Plaats, nog geheel niet, of niet federt den tijd van een week, heeft plaats gehad, maar ook niet zal mogen geweigerd worden wanneer de befmetting geen half uur van de plaats, daar men de Inenting begeert te doen, verwijderd is, en wanneer ingevolge het geen bij" deeze Wet, ten opzichte van de natuurlijke befmetting geftatuëerd is, zoo veel moeelijk, worde zorge gedraaaen, dat door de Inenting de Befmetting niet verder wordt verfpreid; waarom dan ook bij deeze wel expresfelijk wordt geftatuëerd, dat al het geen bij voorige Artikelen, zoo ten opzichte van het vervoeren en begraaven van Beesten, als anders, en bijzonder ook van het ftellen van Teekens van Befmetting voor de Huizen „ Landen en aan de Wegen, mede moet gereekend worden betrekking te hebben op door Inenting befmette Beesten. 26. Dat voords alle Boetens hier vooren gefpeciii« ceerd, en niet fpeciaal toegeweezen, benevens de verbeurde Beesten, Schepen, Schuiten, Wagens, Karren en Paarden, of Penningen daar van bij verkoop geproveniëerd, geappliceerd zullen worden één derde voor den Bailliuw, of Officier die de calange zal doen, één derde voor den Aanbrenger, en één derde vcor den Armen van de Plaats, daar de calange zal gefchieden. Lastende en beveelende alle Officieren en Gerechten van het Eiland Walcheren, die voorzieninge te doen, dat de boeten en breuken, in deezen begreepen, regulierlijk worden gevorderd en betaald; en tevens, om, benevens de Gemeente - Beftuuren, alle mogelijke toezicht te houden op het Rundvee hunner Plaatfen of Diftricten; en ontdekkende, dat op deeze of geene Plaats de befmettelijke Ziekte zich begint te openbaaren, direct zoodanige maatregelen te neemen en te doen neemen, als welke tot voorkoming van veidere verlpreidirg zuilen dienftig zijn en noodig geóórdeeld worden; mids echter daadelijk. na dat de Ziekte zich ter hunner Plaatfe zal hebben ontdekt, daar van, als mede van de miduelen, bij hun te werk gefield, kennis geevende aan het Departementaal Befluur. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam  < 10 )» saam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, aiömme daar izulks behoort. Gedaan in den Haag, den 10. Januarij iSoo. H^" èesde Jaar der Bataaffche Vrijheidt (Was geparapheerd_) B E S I E Rs (Onder ftondj Ter ordonnantie van hetzelve, C Was geteekend,) C. G. HULTMAI7,  N?. CLX. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUB LICATIE van het uitvoerend bewind der bataafsche republiek, verbiedende tot ï. Mei i8co. allen Invoer van rundvee, hooi, stroo, enz.; en behelzende Bepaalingers wegens het vervoeren en doorvoeren van hetzelve. Gedrrefleerd den 13. Januarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, JtJet uitvoerend bewind der bataajv sche republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lichaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dat door den Invoer van Rundvee en al het geene daartoe batreklijk is, binnen deeze Republiek, van zoodanige Plaatfen alwaar de Veepest zich heeft geopenbaard of grasfeert, de Ingezetenen aan de grootfte. gevaaren worden blootgefteld. Dat dezelfde gevaaren te duchten zijn door den Uit- of Doorvoer van Runderen en het geene daartoe behoort, uit of door Gemeentens alwaar de befmetting heerscht of nog niet geheel is gecesfeerd. Dat om dezelfde redenen, het vervoeren van Rundvee en hierna te noemen Speciën van de eene Plaats naar de andere, gelegen binnen zoodanig Departement alwaar of in welks omtrek de Veepest zich heeft geopenbaard, niet dan onder de noodige precautien behoort te gefchieden. i En dat het allernoodzaaklijkst is daar tegen te voorzien, door het itatuëeren van zoodanige Wetten, en het bepaa'.en van poenaliteiten tegen de overtreeders, als het gewigt en belang der zaak vorderen. Beflooten en verordend heeft: I. Dat van den dag der afkondiging deezer af, tot  < * > op den i. Mei aanftaande, wel expresfelijk verbooderi wordt alle Invoer binnen de Bataaffche Republiek, van Runder-Beesten , het zij Vet of Mager, Jong of Oud, gelijk ook van verfche Koehuiden, Kilfsvellen, Hoornen, Klaauwen, ongefmolten Vet, Smeer, Roet of Mest van Rundvee, groot of klein, Hooi en Stroo, hoe ook genaamd , als mede Koekleeden uit alle Landen, gelegen buiten de Grenzen deezer Republiek, midfgaders uit de Heerlijkheid TefFelen, het Graaffchap Megen, het Land van Raveftein, de Heerlijkheden Gemert en Boxmeer, en daaraan onderhoorige Jurisdictiën, het zij dezelve Invoer gefchiede ta Water of te Lande of over het Ijs, op poene van verbeurte van de Beesten, en alle hier boven gefpecificeerde Artikelen, welke tegen dit expres verbod zullen inkomen, alsmede van de Schepen, Schuiten, Wagens of andere Voertuigen, waar mede dezelven zouden mogen ingebragt of ingevoerd worden; en dat de Inbrengers, het zij die Eigenaars, Voerluiden, Schippers, Knechts of anderen zijn, aan den Lijve zullen worden geftraft, ten minften met openbaare Geesfeling en Bannisfement, of confinemenr, naar exigentie van zaaken; en dat het alrus Ingevoerde Vee, daadelijk zal Gefhgt en Verkocht worden, sullende liet provenu van al het geconfisqueerde, op gelijke wijze verdeeld worden, als hier onder lub Art. 4. is'uitgedrukt. a. Dat op gelijke wijze zullen worden geftraft alle die geenen, welke, na den dag der afkondiging deezer, tot op den eerften Mei aanftaande, in hunne Stallen, Schuuren of Wooningen, eenig Rundvee, Hooi of Stroo, en andere der hier voorgemelde Speciën, van buiten deeze Republiek inkomende, zullen hebben ingenomen , ontvangen of geborgen , onder welk voorwendfel zulks ook zou mogen zijn. 3. Dat al mede expresfelijk, en op gelijke poenaIfteitcn, verboorden wordt alle uit- of doorvoer van Rundvee, en alle in Art 1. gementioneerde Speciën, waar door de befmetting kan woiden overgebragt, uir of door ai!e zoodanige Gemeentens, binnen weLce» de befmettehjke ziekte onder het Rundvee zich daadelijk heeft geopenbaard, of wel, na zich aldaar te hebban gemanifesteerd, federt vier weeken nier geheel heelt opgehouden; wordende, tot betere nakoming deezer,  < 3 > rcr, alle Gemeente.Beftuuren gelast, om, zoo ras de befmettelijke ziekte zich binnen hun Diftricl geö-. penbaard, of, na aldaar gegrasfeerd te hebben, geheel heeft opgehouden, daar van onverwijld kennis te geeVen aan het Departementaal Beftuur; hetwslk midsdien mede geauthorifeerd en gelast wordt, om daar van daadelijk de Ingezetenen van hun Departement behoorlijk en bij Notificatie te onderrichten. 4. Dat wijders verbooden wordt alle vervoer van Rundvee, verfche Huiden en Vellen, Hooi, Stroo, en het geen verder in het meergemelde U Artikel is gefpecificeerd, uit Plaatfen, gelegen binnen het Departement van de Dommel, naar buiten hetzelve Departement, en op gelijke wijs alle vervoer derzelfde Artikelen, van de eene Plaats of Gemeente naar de andere, binnen hetzelve Departement gelegen; ten zij, al het geen dus wordt vervoerd, voorzien zij van een Certificaat, dat hetzelve komt uit eene Plaats of Gemeente, waar zich nog geene befmettelijke ziekte heeft geopenbaard, of wel federt vier weeken, te reekenen voor den datum waarop het Certificaat geteekend is, geheel heeft opgehouden, op poene van confiscatie van al het geen deezer contrarie zal worden vervoeid, midsgaders van de Schuiten, Wagens en andere Voer - of Vaartuigen, waar mede hetzelve zoude mogen vervoerd zijn, en daar benevens op eene boete'van honderd guldens, telken reize te verbeuren; zullende deeze boete, midsgaders het provenu van het geconfisqueerde, aldus worden verdeeld, dat een derde daar van zijn zal voor den Aanbrenger, een derde voor den Officier die de calange doen zal, en een derde voor den Armen. c Dat deeze Certificaaten zullen moeten zijn zonder Zegel, en afgegeeven worden door de refpj6tive Gemeente-Beftuuren, ofwel door Perfoonen , daartoe van het Gemeente - Beifuur behoorlijk geq nlificeerd, met aanduiding van den naam des geenen die eenige der voormelde Artikelen wil vervoeren; en voor z50 veel het Vee betreft, van het foort, den ouderdom, de couleur van hair, en andere kenbaare teekenen; en zullen deeze Certificaaten niet langer van waarde zijn, dan voor den tijd van vier-en twintig uuren; waarom niet alken de dag, maar ook het uur der af- gif-  <€ 4 > S?fte -van deeze Certificaaten, op dezelven zal moeten gorden aangeteekend. é. Dat van zoodanige Certificaaten ook zullen moe«n voorzien zijn de Stieren, weike van de eene plaats naar de andere, binnen hetzelve Departement worden omgeleid, en dat deeze omleiding niet zal mogen gefchieden van of naar Plaatfen of Gemeenten alwaar de ziekte heerscht. 7. Dat geene Certificaaten in blanco, met ondertekening van naam, zuilen mogen uitgeeseven worden, op poene, voor den geenen die een deezer Certificaaten in blanco afgeeft, van in perföon refponlabel te zijn voor 't misbruik 'c welk daarvan zou mogen worden gemaakt; wordende de geene, die tot *et afgeeven deezer Ceitificaaten zijn gequalificeerd, bi) deeze gelast, om voor elk derzelver Certificaaten met meer afieneemen, dan twee ftuivers; en voords, pm de Huisheuen die eenigen vervoer, conform den inhoud deezer, begeeren te doen, in alle ordenlijkfieid, en zonder eenige vexatoire delaijen, de behulpgaarne hand te bieden. F' 8,. Dat eindelijk alle de geenen , of derzelver medepligtigen, welke mogten bevonden worden eenige fal%™ ™et.Jeme]ds Certificaaten begaan te hebben, pip zich willens en weetens van een valSch te bedienen, SenwoS g^aS:e"ge * ™M t?,Bl'^^de T''^ 31 het Seftatuëerde in de Publicatie van den *6. December laatstleeden in voile vigeur. *?U obferyanue, ais zijnde door den inhoud deezer in geenen deele geabrogeerd of gealtereerd ' ™nV9\endSUgChft het Uicv°erend Bewind, in Kl?" ï" ^»eo,nwoordigend Lighaam, dat deeaffiek°n^d e" ^-mme daar «sS^Sh^ ^ %"-13 Janu"iji8oo. Het ^ae Jaar der Bataatiche Vrijheid. ^VV'as geparspheerj_) ?■ E , S I E R vt. ^(Jnder ftond) ïer ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend, ) C. Q. ÜÜLTMA ^  N°. CLXI; Ö È L IJ K H E I D, V R IJ H Ë t Ö| BROEDERSCHAP. PUB LÏCATIE van het tiï$» voerenb bewind der bataaf- sche républiek, 'tot Intrekking en buiten effect Helling der Pró* clamatie van 23. Augustus 1799^ 'behelzende buitengewoone Verordeningen, tot afweering van eènen bë* dreigden aanval des Vijands, en tot voorkoming van alle fl'ooring der binnelandfche rust en veiligheid; Ge'drrefteerd den 24. Januarij 18oó; Het zesde Jaar der Bataaffche Vrifc keid. voerend bewind der bataafs fcCHK,republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, Op de wijs ze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwoogen hebbende: Dat de Proclamatie van den 33. Augustus des ai> gfeloopen jaars 1799., is geweest een gevolg van dè buitengewoone en gevaarlijke omftmdigheden waar irl zich destijds deeze Republiek bevond ; en dat dé maatregelen, bij dezelve Proclamatie vastgefteld, voor de voorfz. tijden en omftandigheden alleen gefchikx geweest zijnde, thands niet meer noodzaaklijk zijn; Beflooten en verordend heeft: De Proclamatie van den 23. Augustus 1799.; iti të trekken en te ftellen buiten effect; zoodanig echterj dat dezelve intrekking alleenlijk concerneert het vervolg; en de gemelde Proclsmar.e in alle' haare oointerl tcèpasfelijk blijft op slle Peifoorieh ejj Diièèui WeU  < a > ke bevonden mogen worden, vóór den tij3 van het ten deezen genomen Decreet, zijnde geweest den 22. deezer maand, in de termen derzelve te zijn gevallen ; — blijvende voords alle bevoorens gemaakte en nog vigeerende wetten, concerneerende de misdrijven bij de meergemelde Proclamatie genoemd, in volle vigeur eii kiachc. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lichaam . dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 24 Januarij 1800. Het zrsde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) F. . E R M E R I N S, vt, (Onder Hond) Ter ordonnantie van hetzelve, ( Was geteekend, ) C, G. HULTMAN.  N°. CLXII. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uitvoe- EEND BEWIND DER BATAAf- sche republiek, betreffende de levering van Manfchappen door de grondvergaderingen, ter Completeering der Armée, enz. Gedr» refleerd den 29. Januarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. H ET UITVOEREND BEWIND DER BATAAFsche republiek, doet te weetan: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwooeen hebbende: Dat de Bataaffche Armée genoegzaam van het compleet getal van Manfchappen zal kunnen worden voorzien , indien het, bij Decreet van den 12. Oftober ï?99' bepaald getal van drie Man per Grondvergadering^ op twee Man voor iedere Grondvergadering, waar uit elke Gemeente beftaat, wordt gefield; Dat de billijkheid eischt, dat alle Gemeenten, welke al dan met, of maar gedeeltelijk, aan het bovengemeld Decreet hebben voldaan, in deezen zoo veel mogelijk op een gelijken voet gebragt, en evenredig coor dezelven, het zij in het leveren der Manfchappen , het zij in het betaalen der Gelden voor de niet gele verden, gehandeld worde; 1 at, in allen gevalle, met den 1. April aanftaande, de Bataaffche Legermagt op den compleeten voet van de gedecreteerde Augmentatie behoort te beftaan;  Beflooten en verordend heeft: Het Hecreer van den ja, October 1799. voorengëmeld, bij deeze in zoo verre te al tereeren, dat "dé refpeeftive Gemeenten binnen de Bataaffche Republiek, welke in deezen door de Departementaale Beftuuren voor diligent zijn verklaard of gehcuden, zullen kun^ ren volftaan, met in plaats van drie Man voor iedere Grondvergadering, waar uit elke Gemeente beftaat, twee Man per Grondvergadering, ter completeering van de Armée, en wel fpeciaal van de Bataillons Infanterie, ook ("des noods) voor de Jager-Corpfen, te leveren , uiterlijk binnen véértien dagen né dat dit Befiuit Uf kennis van dezelve Gemeente zal zijn gekomen; en voords vast te ftellenï ,Dat die Gemeenten . welke reeds een gedeelte van het Contigent, waar op een ieder derzelve bij het op. gemeld Decreet is geftêld, geleverd hebben, de alzoo geleverde Manfchappen in mindering zullen verftrekken van de twee Man per Grondvergadering, die zij ingevolge deezer verpligt zijn te leveren; Dat de alzoo nog te leveren Manfchappen zullen moeten zijn van 18. tot 35. jaaren oud, lang ten minften 5. voeten en a. duimen, gezond eh fterk^ zonder Lighaamsgebreken, in geen anderen Landsdienst, het zij van de Marine, het zij in andere Corpfen der gefoldeerde Militie van den Staat, zich bevindende, en zoo veel mooglijk moeten beftaan uit binnen 'sLands of bij de Wervers bekende en ongehuwde Perfoonen ; Dat, ten opzichte van deeze verdere aanwerving, tot den hier boven vastgeftelden tijd zal blijven be■ftaan, het geen bij het meergemeld Decreet, omtrend het extraordinair en ordinair Handgeld voor de Manfchappen [ het extraordinair en ordinair Werfgeld, de Testitutie van het extraordinair Handgeld en Wtrfgeld dcor het Uitvoerend Bewind aan de refpective Municipaiiteiten, het mogen aanwerven uit de Geörganifeerde en Geënregiftreerde Burgermagt, en de bevordering van deeze Werving de Municipaliteiten aanbevolen, is vastgefteld; Dat de invoegen voorlchreeven aangeworven Manschappen tweemaal per week ter goed of afkeuiing. zulkn motten woidm opgezonden paar die Plaats of Plaatfen, welke door of van wegen het Uitvoerend  < s > Bewind zal of zullen worden aangeweezen; zullende hetzelve Bewind de noodige ordres ftellen, dat de Manfchappen ten fpoedi*ften en zonder verrraaging, na derzelver aankomst, op die Plaats of Plaatfen worden geëxamineerd en goed- of afgekeurd Dat van deeze verpligdng, tot het leveren van Manfchappen , echter zullen worden uirgezonderd die Gemeenten, welke door invafie van den Vijand, in her. [ afgeloopen jaar, aanmerkelijke ichaden zouden mogen hebben geleeden, van welken door de refpective Departementaale Beftuuren , alwaar die invafie heeft plaats gehad, aan het Uitvoerend Bewind ten fposdigften opgaave zal worden gedaan, ten einde door hetzelve Bewind over het al of niet vrijftellen van zoodanige Gemeenten kan worden beflist. Dat alle de Municipaliteiten, welke alsnog, het zij geheel of gedeeltelijk, aan deeze aanwerving van Manfchappen voor den bij deeze bepaalden tijd moeten voldoen, voor ieder Man, welken zij alsdan nog volgends voorengemelde bereekc-ning van twee Man per Grondvergadering zullen mankeeren, uit de Gemeenten-Kasfen aan den Lande zullen moeten voldoen eene fomme van tien üucaaten, of twee-envijftig Guldens en tien Stuivers; tot de invordering van welke penningen, op de meest gefchikte wijze, het Uitvoerend Bewind nu voor alsdan wordt geauthorifeerd. Dat de refpective Departementaale Beftuuren, binnen agt dagen na het ontvangen van deezen last, aan het Uitvoerend Bewind zullen opgeeven die Gemeenten , welke, volgends derzelver bevinding, geoordeeld moeten worden, aan haare vérpïigting, bij Decreet van 12. Oclober voorgefchreeven, niet te hebben voldaan, ten einde het Uitvoerend Bewind de noodiie ordres ftelle, om van zoodanige Gemeenten daadelijk, en invoegen als vooran, voor ieder ontbreekend Man tien Ducaaten , of twee ■ en - vijftig Guldens en tien Stuivers, uit de Plaa;feiijke of Gemeente - Kasfe, ten behoeve van het Land, intevorderen. Dat wijders aan die Gemeenten , welke, ingevolge het meergcneld Deereer van 11, Oóbober, het yolle getal van drie Man per Grondvergadering reeds heb».  < 4 > hebben geleverd , door de Deparrementaale Beftuaren, waar onder dezelven behooren, bij Misfive, in de meest gepaste termen, het genoegen van het Vertegenwoordigend Lighaam, over de blijken van derzelver ijver en medewerking in deezen, zal worden te kennen gegeeven; terwijl voords aan zoodanige Gemeenten, en aan die, welke reeds meer dan twee Man per Grondvergadering geleverd hebben, de extra-kosten * door dezelven boven het extraordinair Hand- en Werfgeld van wegen den Lande genooten of nog te genieten, door of van wegen het Uitvoerend Bewind zullen worden terug gegeeven, na dat alvoorens de Declaratiën dier Gemeente- Beftuuren, door de Deparrementaale Beftuuren zullen zijn geëxamineerd; als wordende de gemelde Departementaale Beftuuren geau horireerd, om voorfz. Reekeningen na te zien en te liquideeren, op zoodanig eene wijze, dat de redelijke onkosten worden gevalideerd, en teffens voorgekomen , dat het Land niet worde bezwaard met het betaalen van bovenmaarige uitfchotten» Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 29. Januarij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) F. ERMERINS, vt, (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,") C. G. HULT MAN.