VOLLEDIGE A VERZAMELING ~ , DER PUBLICATIE VOOR D E INGEZETENEN DER BATAAFSCHE REPUBLIEK: ZEVENDE DEEL. Strekkende ten vervolge der Volledige Verzameling van Publicaüèn, zoo fal de Provifioneele Reprefentantm %an het Folk van Holland en der Staat en Generaal, ah van die van het Provinitaal Befluur en Pro- _ vinttadl Committé van Holland, en der Nationaale Vergadering, reprefenteerende het Folk van Nederland, federt het begin der Revolutie in i'9v tot den . NOTIFICATIE van het nFi»A&- TEMENTilAL BEST ÜÜil VAN TEXEL, Mgens den opbrengst van deti tweede N Termijn der geldheïrfNO op de Bezittingen, van 15* Maart 1800. GeBrrejleerd den 12. Junij 1800. Het zesde Jaar det Bataaffche Vrijheid. H RT DEPARTEMENTAAL BESTUUR VAN TEXÏIi , aan alle dé Ingezetenen van hetzelve Departement, Heil en Broederfchap, doet te weetent Dat hetzelve, als daar toe fpeciad door dén Agent van Financiën der Bataaffche Republiek geauthorifeerd, alle de Ingezetenen binnen dit Departement op het nadrukkelijks! aanmaant, om, in conformiteit van het 3. Artikel der Publicatie van het Uitvoerend Bewind de dato 19. April 1800. zorg te draagen, dat het door hun verfchuldigde voor den tweeden ter*  < 2 > mijn der heffing, bij wijze van voorfchot, op de bezittingen , gearrefteerd door het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataaffchen Volks op den 15. Maart 1800, vóór of uiterlijk op den 10. Julij eerstkomende worde voldaan, ten einde alzoo te ontgaan de poenaliteiten, bij het 27. Artikel der gemelde Publicatie voor de nalaatenden ten deeze vastgefteld. ' En op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze alömme worden gepubliceerd en geaffigeerd binnen dit Departement, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus gearrefteerd binnen Alkmaar, den 12. Juni] 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) R. A. L E L I E V E L D, vt. Ter ordonnantie van het Departementaal Beftuur voorn, (Was geteekend,) L. C. VONK.  N°. CXCII. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uit vos- kend bewind der bataaf- sche republiek, vernieuwende de Publicatie van 25. Julij I799-» betreffende de conversie der Oude , daarin gemelde, Obligatiën , enz. in Nationaale schuldbrieven. Gearrefteerd den 24. Junij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. ITeT uitvoerend bewind der BATAAF- sche republiek, doet te weete-n: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze , bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dat het Decreet, waar uit de Publicatie van den 25. Julij 1799., betreffende de Converfie der oude, daar in gemelde , Obligatiën, Rentebrieven, Recepisfea en andere foorcgelijke Aften, in Nationaale Schuldbrieven , is geprofiuëerd, in der tijd, na voorafgaande verklaaring van onverwijfde noodzaaküjkheid, is genomen geworden; Dat mitsdien , het voorfz. Decreet, ingevolge het 70. Art. der Afte van Staatsregeling, niet langer dan één Jaar kracht van Wet heeft kunnen behouden , en, om in werking te blijven, op nieuw in de gewoone order door het Vertegenwoordigend Ligï»am moest worden overwoogen en bekrachtigd; En  *€ » > En dat het, tot den volkomen afloop deezer ge* wigtige operatie, noodzaaklijk is, dat de bepaalingen, bij het gemelde Decreet vastgefteld, als nog blijven ftand houden en effect forreeren; Na voorafgaande drie onderfcheiden leezingen, be* flooter, en verordend heeft, het meergemelde Decreet te vernieuwen , en aan hetzelve permanente kracht van Wet te geeven. Wordende, overzulks, de voorzegde, daar uit geprofluëerde Publicatie van den 25. Julij 1799., mede gehouden voor vernieuwd, even als ware dezelve alhier van woord tot woord herhaald en geïnfereerd. Dienvolgends gelast hec Uitvoerend Bewind , in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt , alömme daar zulks behoort. Gedaan iH den Haag, den 24. Junij 1800. Het sesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (Was geparapheerd) F. ERMERINS, vt. (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HÜLTMAN,  N°. CXCIII. GELIfKHEID, VR IJ HEID, BROEDERSCHAP. P UB LICJTJE van het uitvoerend bewind der bataafsche republiek, bij welke den uitvoer Van haver, erwten, b o o • nen en garst, onder zekere bepaalingen , wordt vrijgefteld. Ge'drrefleerd den 2. Julij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. uitvoerend bewind der bataaf- sche republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dat het de pligt is van den Wetgeever, om alle prohibitive Wetten en belemmeringen van den vrijën Handel terftond in te trekken en te doen ophouden, wanneer, door veranderde omftandighed^n, of andere oorzaaken, dezelven niet langer van die volftrekte noodzaaklijkheid zijn ; Dat de redenen en motiven, die het Vertegenwoordigend Lichaam bewoogen hebben, om den Uitvoer van Gant, Haver, Erwten tx\ Boonen, te verbieden, geheel of voor het grootfte gedeelte zijn komen te cesfeeren ; Befiooten en verordend heeft: dat, onder de praecautiën, bepaald bij onderfcheiden Lands Placaaten, omtrend den uitvoer van Leevensmiddelen naar den Vijand, het verbod van uitvoer van Haver, Erwten en fiootien, mitsgaders van Garst, gemaalen of on- ge-  femaalen, gepeld of ongepeld, zal worden ingetrokken , en dien ten gevolge de Publicatie van het Uitvoerend Bewind, van den 24. Februari]' laatstleeden, voor zoo verre de bovengemelde Artikelen van Haver, Erwten, Boonen eu Garst betreft, zal worden buiten effect gefteld; blijvende gemelde Publicatie, voor het overige , in haare volle kracht. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoorcigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulk» behoort. Gedaan in den Haag, den 2. Julij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd") F. ERMERINS, ve, (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULTMAN.  N». CXCIV. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. INSTRUCTIE voor Keurmeesters en Commisfarisfen in de Bataaffche Republiek, betrekkelijk de paar- DENï OKKERIJ. Art. i. e Keurmeesters worden aangefteld door het Uitvoerend Bewind, en wel voor ieder Departement één Keurmeester, door den Agent van Nationaale Oeconomie voor te Hellen, uit eene nominatie van drie perfoonen, door ieder Departementaal Beduur aan gem. Agent te fuppediteeren, en zulks telkens voor den tijd van vijf Jaaren, aanvangende den i. April 1800., zullende echter na verloop van die Jaaren, en vervolgends , wanneer dezelve door hun Departementaal Beftuur wederom op de nominatie worden gebragt, ook wederom verkiesbaar zijn. Ieder Keurmeester zal voor zijne werkzaamheden genieten, voor iedere Merrij, welke in zijn Departe. ment wordt gedekt, drie Huivers; door de Hengstlieden in de maand Augustus voor ieder faar aan de Keurmeesters te betaalen; ten dien einde zullen de Hengstlieden zijn verpligt, naauwkeurig boek te houden , aanteekenende de naamen der perfoonen en derzei ver woonplaatfen, welke hunne merrijën bij hen hebben laaten dekken, en hoeveel in getal, waarvan zij bij de betaaling aan den Keurmeester een lijst zullen overgeeven: en, wanneer worde bevonden, dat zij een of meer merrijën hebben verzweegen, zullen zij tot boete aan den Keurmeester betaalen drie guldens voor ieder verzweegen merrij; voords zal ieder, die een of meer merrijën laat dekken, zulks den Secretaris van de Municipalitèit, waaronder hij behoort, laaten aanteekenen, Jaarlijks vóór den 1. Augustus, bij  < ft > bij de boete van drie guldens voor ieder verzweegeri merrij; te betaalen ten voordeele der armen van de plaats, waar onder de Defaillant behoort; zullende de opgaave, door den Secretaris van de Municipale teit, gratis, jaarlijks, in de maand September, aan de Keurmeesters worden gefuppediteerd. Q. De Commisfarisfen worden door de Departementaale Befluuren aangefteld voor den tijd van vijf Jaaren, aanvangende den i. April 1800., en zijn na dien tijd wederom verkiesbaar; dezelven genieten voor twee dagen, voor den dag van Loting, en voor den dag, op welken de Keurmeester hun verflag doet van zijne verrich. ting, ieder dag 7. guldens, voor verteering en reiskosten : en, ingeval van verfchil tusfchen Keurmeester cn Ingezetenen, wordende geroepen, zal die partij, welke in het ongelijk wordt gefteld, hun voor moeite en kosten behoorlijk fchadeloos ftellen; en, ingevalle van vergelijk, zullen beide partijen Commisfarisfen moeten voldoen; de kosten, naar inzien van de partijen , te hoog wordende opgegeeven, zullen door het Departementaal Beftuur worden gemodereerd, 3' De Keurmeesters en Commisfarisfen zullen in het algemeen de Publicatie van 31. December 1799., betreffende de Paardenfokkerij, naauwkeurig in acht neemen. De Keurmeesters zullen voord na hunne aanftelling in de couranten doen bekend maaken, dat alle Ingezetenen, welke een of meer fpringhengften houden, meer dan voor eigen gebruik, hunne naamen en woonplaatfen aan den Secretaris van hun Gemeente • Beduur moeten opgeeven vóór den 15. April eerstkomende, ten einde de Keurmeesters, zoo haast doenlijk, de eerfte Ichouwing kunnen doen; echter zal de eerde branding der hengden niet voor de maand Augustus gefchieden, en dan op tijd en plaatfe, door de Keurmeesters te bepaalen; na welken tijd de ongebran* de hengften zullen worden gehouden voor afgekeurd. 5.  < 3 > Keurmeesters en Commisfarisfen zullen Jaarlijks, voor den 5. Mei, in de Couranten, welke in han Departement meest worden geleezen, doen bekend maaken, dat een iegelijk, welke een merrij - veulen voor den aanfok, volgends de daarömtrend bij de wet bepaalde voorwaarden, begeert, daarvan uiterlijk voor den 20. Mei eestkomende zal moeten kennis geeven aan Keurmeesters of Commisfarisfen van hun Departement, of ook wel aan andere perfoonen, welke mee hunne toeflemming, tot meerder gemak der Ingezetenen , door de Keurmeesters daartoe zijn benoemd, en bij dit advertisfement worden bekend gemaakt, 6. Commisfarisfen, en andere daartoe benoemde perfoonen, zullen vóór den 1. Junij aan Keurmeesteren fchriftelijk doen toekomen een lijst van zoodaanige perfoonen, en derzelver woonplaatfen , welken 'zich bij hen hebben aangegeeven, veulens, ingevolge de wet, te begeeren. 7* Alle perfoonen, met bijvoeging van derzelver woonplaatfen , welke zich bij Keurmeesters, Commisfarisjen, of andere daartoe genomineerde perfoonen , hebben aangegeeven, zullen bij den Keurmeester worden te boek gebragt. 8. Van déeze aanreekening zullen Keurmeesters vóóp den 10. Junij, 'sjaarlijks, aan eikanderen de lijsten toezenden. Indien in eemg Departement meer, en in andere minder dan twintig veulens wierden gevraagd, zullen Keurmeesters vóór den laatften Junij, omtrend den inkoop en verdeeling voor ieder Departement, zoo-* daanige fchikking maaken, dat zij Jaarlijks over de geheele Republiek 160 veulens komen te verdeelen 3 en, wanneer, buiten verwachting, het een of andere jaar eens minder dan 160. veulens over de geheele Republiek, wierden gevraagd, zullen Keurmeesters nie$ sneer veulens inkoopen, dan zij volgends hunne lijs-a ten voor dat jaar kunnen afgeevenj en ia alle ge-  < 4 > vallen altoos inkoopen de beste merrij - veulens, welke -voor hun Departement in de Republiek zijn te bekomen; echter hierbij altoos in het 00; houdenda, dat zij dezelven voor het meerendeel inkoopen voor minvermogende Ingezetenen. Keurmeesters zullen, ieder voor hun Departement, een brandijzer doen vervaardigen, ter grootte van twee duimen diürneeter, in een ronde forme, waarin 1., s., 3., 4., enz., beteekenende hen eerde, tweede, ^erde, vierde, enz., Departement; waarmede zij alle brandingen, volgends de wet huu aanbevoolen, zullen verrichten. 11. De veulens zullen bij den ontvangst worden gebrand aan den hals ondtr de maanen, en genummerd van een tot zoo veele, als voor het Departement zullei} worden afgegeeven, 12. De Commisfarisfen zul,en bij den óntvan» en loting dfr veulens prefent zijn; dezelve zal gefchieden in een daar toe gefchikte Stad of Dorp, zoo na mogelijk in het midden van het Departement gelegen, door Commisfarisfen en Keurmeester te bepaalen, op een en denzelfden dag. naamelijk op den 2. September, of, indien Zondag op dien dag invalt, daags daaraanvolgende, in alle gevallen door de Couranten bekend %q maaken. IjDe loting zal op de volgende wijze gefchieden: voor eerst, wanneer meer dan twintig perfoonen zich mogten hebben aangegeeven, zullen de naamen van alle perfoonen. met derzelver woonpiaatfen, welke onder goedkeuring van Commisfarisfen en Keurmeester worden gereekend, volgends het oogmerk der wet, bevoegd te zijn om mede te kunnen trekken , op gelijke briefjes worden gefchreeven, welke briefjes te famen in een busfe zullen worden gedaan; waarna een kind, niet boven de twaalf jaaren oud, twintig van deeze briefjes, een voor een, uit de busfe zal nee. jnen, en aan een der Commisfarisfen Qvergeeven, wel-  < 5 > welke het briefjen zil openen, overluid voorleezeri j en dan hetzelve aan zijn mede Commisfaris, en die aan den Keurmeester overgeeven, welke deeze naamen benevens de woonplaatfen der perfoonen, zul* len te boek dellen; en zulks de overige briefjes, als dan bij provifie niet trekkende, worden aangemerkt. TA. HierSp zullen de Keurmeesters van ieder Trekker* of iemand hunnent we?e, ontvangen de fomma vaa twintig guldens om na gedaane loting met dezelven aanffconds te liquideeren. Indien iemand in gebreken blijft, de voorgemelde twintig guldens aart' den Keurmeester te voldoen, zullen de overgebleeven briefjes, bevöorens in de busfe gebleeven zijnde, wederom in de busfe worden geaan, en voords wederom worden getrokken, als bij Art. 13. is vastgefteld, en diens naam of naamen, welke dan worden' getrokken * nevens de andere Trekkers worden te boek gebragt. 16. Voords zal de loting of trekking der vealens op de volgende wijze in ' het publiek gefchieden. Het nummer van ieder veulen, de naam van den perfoon waarvan^ en de prijs, waarvoor het veulen is ingekocht, zal op een bijzonder briefje, door den Keurmeester onderteekend, worden gefchreeven; alle deeze briefjes, zoo na mogelijk van gelijke grootte, en op gelijke wijze gevouwen, zullen in een busfe worden gedaan, waartegen in een andere busfe de briefjes, waarop' de naamen en woonplaatfen der Trekkers ftaan gefchreeven, op gelijke wijze als boven zullen worden gedaan; hierna zullen twee kinderen, niet: boven de twaalf jaaren oud, het een uit de busfe, waarin de nummers van de veulens, en het ander uic de busfeh waarin de naamen der trekkers zijn, gelijktijdig trekken, en ieder zijn getrokken briefje aan eenera bijzonderen Commisfaris afgeeven, welke deeze briefjes zullen openen en overluid opleezen, en na dezelven zijn te boek gebragt, het briefje, inhoudende het nummer van het veulen, deszelfs prijs, en van wien  •C 6* > wien gekocht, aan den Trekker tot zijn naricht af-* geeven; de kinderen zullen voor hunn;; werkzaamrrden genieten ieder eene gulden, uic 'sLands casfe te betaalen,- if* De Keurmeesteren en Commisfarisfen zullen niemand met zijn veulen laaten vertrekken, vóór met den Trekker wegens de betaalde twintig guldens, te hebben geliquideerd, en door denzelven is geteekend een Recepisfe van den volgenden inhoud: „ Wij ondergeteékeriden, alle Trekkers van zoo„ danige merrij - veulens, als op heden te N. „ in het Departement van N, ingevolge Pu9, blicatie van het Uitvoerend Bewind der Bataaf„ fche Republiek, in dato 31. December 1799., bij loting veulens hebben ontvangen, verbinden „ ons door deeze, een ieder voor de zijnen, om „ de overige vier vijfde deelen van de waarde 011„ zer veulens, ieder naar derzelver inkoop gereeA kend 5 in vier gelijke termijnen, de vier eersc„ volgende ^ jaaren, telkens vóór of uiterlijk op „ den 00, September, indien dezelven leeven, aan „ den Keurmeester te voldoen , onder fpeciaal ver„ band van de merrij: Wij belooven verder, dee„ ze merrijën, op de beste wijze, naar ons ver„ mogen, optevoeden, dezelven niet te misbrui. „ ken, haar niet eerder te laaten dekken, voor „ dat zij den vollen ouderdom van drie jaaren „ hebben bereikt, wanneer wij haar op dag van „ keuring der nieuw aankomende hengften, aan den „ Keurmeester zullen vertoonen, 'en dezelven „ voords Jaarlijks tot den aanfok zullen gebruiken, „ en van geen andere heugden laaten dekken, „ dan die door Keurmeesters fchriftelijk aan ons „ worden opgegeeven; dat wij geen verkoop of „ eenigen overdragt van deeze merrijën zullendoen, dan bij fchriftelijk confent van Keurmees„ ters en Commisfarisfen; alles bij verbeurte van „ de merrij, ten profrjte van den Lande, ons on« „ derwerpende de verdere ftrsffen, ingevalle van bedrog, naar exigentië van zaaken. „ Eindelijk verbinden wij ons, ten einde aan » net heilzaam oogmerk der wet te voldoen, dat, ^ fi waa-  < 7 V ^wanneer de Keurmeester merrij-veulens van , deeze merrijën voor reekening van den Lande, ' of hengst-veulens voor den een of ander hengsti houder begeert, en binnen vier maanden na dé ' geboorte van het veulen ons daarvan fchriftelijk " kennis geeft, wij van deze veulens aan niemand, , dan aan den Keurmeester of diens geraagtig\i den, vóór den eerften September eerstkomende „ zullen verkoopen; mids.onsde waarde, overëen* „ komftig de Wet, daarvoor worde betaald, toe „ vestenis is deeze door ons geteekend," Te N. (als boven) op den 20. September 1800. enz* Deeze Recepisfe zal in een protocol, welke door Keurmeesters zal moeten worden gehouden, worden gefehreeven, en in de volgende Jaaren door de nieuwe Trekkers worden onderteelcend, na dat onder de naamen der teekenaars van het voorgaande Jaar is ingevoegd f „ Wij ondergeteekende Trekkers der veulens ,-, voor den jaare 18 verbinden ons door dee„ ze, op dezelve wijze als de voorenftaande on„ derteekenaars, ter naarkoming van alle de voor- waarden, in de voorenftaande recepisfe nader „ omlchreeven." N. den September 18 18. De Keurmeesters zullen zijn verpligt, toetezien, dat de houders der merrijën aan de Wet komen te voldoen; en de Gemeente-Beftuuren worden bij deezen gelast, de Keurmeesters en Commisfarisfen, in de uitoefening hunner werkzaamheden, alle noodige ad« liftende te verleenen. 10. De Keurmeesters zullen het geld ter betaaling der veulens en praemiën, agt dagen bevoorens zij het moeten uitgeeven , mogen af haaien'van den ontvanger van hun Departement, en worden bij deezen verpligt de ontvangen gelden voor de veulens, vóór jsrimo October, aan genoemden Ontvanger te bezorgen.  < 8 > 20. , De Keurmeesters zullen in de bepaalingen der piattfen, alwaar de keuring der jonge aankomende hengften in de maand April zal gefchieden, en de jonge merrijën aan hun zullen worden vertoond, ieder iti hun Departement, zoo veel mogelijk, in acht neemen, de minfte kosten en het meeste gemak der Ingezetenen van hun Departement, en dus wel óp verfcheiden plaatfen deeze keuring mogen doen. 21. De Keurmeesters zullen echter geene praemiën aan eenige merrijën of hengften mogén toewijzen i dan op den dag en op de plaatfen, alwaar in hun Departement de Jaarlijkfche loting der veulens is vastge» field; zullende ook daar de keuring der jonge aankomende hengften, in dien omtrek ftaande, op dien dag gefchieden, en de mededingers naar de praemiën zullen zich aldaar op dien dag met hunne merrijën en hengften moeten vervoegen^ 23. De houders van de jonge merrijën, voor reekening van de Republiek afgegeèven, zullen dezelven in den jaaren 1804. en 1805. mede ter keura mogen prelënteeren, en met de andere mededingers gelijke voor-» rechten genieten. 23. Van de bovenflaande drie laatfte Artikelen zullen de Keurmeesters Jaarlijks in tijds de nodige advertentie n doen. 24. De branding der twintig best gekeurde merrijën zal gefchieden met het merk van ieders Departement, aan de linkerzijde van den hals; en die, aan welke ■de praemiën worden toegeweezen , daarenboven op de rechter bil; de atteftatiën zullen direér. door Keurmeesters aan de houders der merrijën worden afgegeeven, en derzelver naamen en woonplaatfen door de couranten worden bekend gemaakt; waartegen door de eigenaars dier merrijën de nodige recepisfe, ingevolge de Wet, aan den Keurmeester zal worden af, jegeeven. 3J,  < 9 > a5« De Keurmeesters zullen met betrekking der maate op de hengften, bij de Wet bepaald, naar de verfchillende belangen hunner Departementen , eenige toegeevendheid mogen gebruiken, doch volftrekt geeno andere dan beste hengften mogen goedkeuren. Bij het advertisfement, waarbij door de couranten wordt bekend gemaakt, aan wien door Keurmeesters en Commisfarisfen de praemie van honderd guldens voor den besren fpring-hengst is toegeweezen, zal ook worden bekend gemaakt, welke hengften voor dit Jaar zijn afgekeurd. 97. De Keurmeesters zullen, ieder m zijn Departement, naauwkeurig boek houden van alle fpringhengften, welke zijn goedgekeurd, met befchrijving van derzelver ouderdom, kleuren, en de plaats waar, en bij wien dezelven ftaan; mitsgaders van de hengften, welken zijn afgekeurd, en van het getal der gedekte merrijën , en Jaarlijks daarvan een nette lijst aan den Agent, en hunne Commisfarisfen overgeeven, a8. De Keurmeesters zullen geen aandeel aan fpringhengften mogen hebben; ook geen koopmanfchap in fpringhengften mogen doen; noch van eenigen hengstman, het zij eigenaar of houder, mogen aanneemen of doen aanneemen eenige giften, gaven of gefchenken, het zij in geld of Geldswaarde, bij poene van casfatie. 29. De Keurmeesters zullen hunne verrichtingen Jaarlijks voor Commisfarisfen verandwoorden, op den dag en plaats, welke hun door Commisfarisfen worden bepaald. 3°« Wanneer de Keurmeesters te famen door den Agent van Nationaale Oeconomie in den Haag worden ontboden, om aan denzelven mondeling verflag te doen van hunne verrichtingen, eu om fchriftelijk aan denzei-.  *€ i o 3ien verder in den aanfok van onze paarden zoud-n éénen dag bevoorens in den Haag moeten te ftmeS komen, 0m met elkander te befoigneeren over de voordragten, aan den Agent te doen f en zal hun in dit fpeciaal geval, wegens verteering en reiskosten e ramen tweehonderdvijftig Guldens, uit 'sjJScasfe worden goedgedaan; waar over zij onderling zu en kunnen befchikken; voords zullen zij geene'VenS Si5ziinSrP°StenV Wdken & in hunne ^kfaR Sn b Jngen m den ^ in reekenin3