N°. CXCVilL GELIJKHEID, V R IJ H E I D, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uityoe^ re nd bewind der bataaf, sche republiek, altereerende het 26. Art* van de Ordonnantie op het gemaal , den 15. Mei 1790. gedrre/leerd, betrekkelijk het verbod voor Broodbakkers, enz-, om» trend het maaien van Mesting of Ilondenbrood, enz. Gedrrefleerd den 25. Julij 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid* l Het uitvoerend bewind der bataat» sche republiek, doet te weecen: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam , op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, gedelibereerd hebbende over het daarftellen van eiïicacieufe rnaitregelen, tot weering van fraudes van 's Lands lrapolïtiën op de Gemeene Middelen van Confumrie, bijzonder van de Impofitiën op het Gemaal, in het voorma.ilig Gewest Holland, Beflooten en verordend heeft: het 16. Articul, der vigeerende Ordonnantie op hit Gemaal, den 15. Mei 1790., door de toenmaalige Staaten van Holland gea refteerd, voor zoo veel het eerfte gedeelte van dat Articul betreft, in deezer voege te altefeeren: fa Gee- 5  < a > Geene Broodbakkers, Hardbakkers , Bifchuitbakkers roch Koekbakkers, zullen eenig Graan voor M 'stirn» of Hondenbrcod, voor eigen Keekenin? , mogjn laaten maaien, onder wat praetext zulks ook wezen mag.— Doch dien onverminderd zal htt aan de Broodbakkers, Hardbakkeis. B'fchuitbakkers en Koekbakkers, vrijftaan, na alvoorens een Content-Billet van den Gaaider te hebben bekomen, de Mesting, om DAAR VAN VOiR DS INGEZETENKN BROOD te bakken, in hunne Huizen te mogen inflaan: alles op de Boete, bij het 26. Art. der gemelde Ordonnantie op het Gemaal geftatuëerd. Dionvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dar deeze in het voormaalig Gewest Holland zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 05 Julij i8os. Het Kesde Jaar der Bataaflche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. F. R. E. van HAERSOLTE, vt. (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,") C. G. HULTMAN.  N*, CXCIX. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uitvoerend bewind der bataapsche republiek, tOt VOOrkoming der sluikerijSm en fraudes, bij de Branders in het voormaalig Gewest Bataafsch Braband te pleegen. Gearre* fieerd den 13. September 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, H et uitvoerend bewind der bataaf" sche republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze , bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dat in het voormaalig Gewest Bataafsch Braband geene eenoegzaame voorzorgen genomen zijn tegen den Sluikhandel, welken de Branders aldaar zich zouden kunnen veroorloven, ten einde zoo veel mooglijk de fraudes, welke de Branders zouden kunnen pleegen, te beletten , bij Ampliatie en met inhaefie van de bepaalingen, vastgefteld voor alle Branderijen, binnen het gemeld voormaalig Gewest, bij het Oélrooij van den ii. September 1797. Beflooten en verordend heeft: 1°. Dat de Brandeis in het voormaalig Gewest Bataafsch Braband zullen gehouden zijn, om iedere reize, dat zij zullen ftooken, de Pachters, zoo van 's Lands, als van Stads Imposten op de Gedistilleerde Wateren,bij behoorlijke Billenen waaifchouwing te doen, met  *d a > met opgaave der quantiteit Graanen, welke zij ver* nieenen tefftooken. 2°. Dat zij zullen verpligt zijn, om na ieder Srookzel, op te geeven de quantiteit Genever, welke zij zullen hebben getrokken of geftookt. 3°. Dat zij geer.e Genever zullen vermogen afteleveren, ten zij met een behoorlijk Billet van de Pachters voorzien, en tot verkrijging van het welk zij de quan iteit en qualiteit der te verwerken Genever zullen moeten opgeven. 4°. Dat zij al mede, zullen gehouden wezen, om, des gevraagd, aan de vov riz. Pachters optegeeven de hoeveelheid Genever, welke onder hun is berustende; en 5°. Dat de Pachters, met behoorlijke adfiftentie, op fufpicie van fraudes, de Branderijen, Huizen, Krlders, Pakhuizen enz., van de zoodanigen, zullen mogen vifiteeren, waar door zij aan een behoorlijke peil zullen onderhevig zijn; en dit alles op zoodanige poenaliteiten, als bij de Ordonnantie op de Bieren, te^en de Contraventeurs of Fraudateurs ftaat bepaald. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze in het voormaalig Gewest Bataafsch Braband zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 13. September iSoo. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) J. H. van SWINDEN, vt. (Onder ftondj) Ter oidonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. H U LTMA N.  cc: GELIJKHEID, V R IJ H E I D. NOTIFICATIE van het depar- tementaal bestuur van texel, •wegens den opbrengst van den derden TERMIJN der GELDHE ffinq op de Bezittingen, van 15. Maart 1800. Geürrefteerd den 16. September 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid* HeT DEPARTEMENTAAL BESTOUR VAN TEXBL, aan alle de Ingezetenen van hetzelve Departement, Heil en Broederfchap! doet te weeten: Dat hetzelve, als daartoe fpeciaal door den Agent van Financien der Bataaffche Republiek geauthorileerd, alle de Ingezetenen binnen dit Departement op het nadrukkelijkst aanmaant, om, in conformiteic van den 3. Articul dej- Publicatie van het Uitvoerend Bewind, de dato 19 April 1800., zorg te draagen, dat het door hun verfchuldigde voor den derden termijn der Heffing, bij wijze van vocrfchot,' op de bezit-  < a > zittingen , gearresteerd door het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataaffchen Volks op den 15. Maart 1800., vóór, of uiterlijk op den 10. O&ober eerstkomende worde voldaan , ten einde alzoo te ontgaan de pcenaliteiten, bij het 27. Articul van gemelde Pu. blicatie voor de nalaatigen ten deeze vastgefteld. En, op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze alömme worden gepubliceerd en gealïïgeerd binnen dit Departement, waar zulks te gefchieden gebruiklijk is. Aldus ge'arrefteerd binnen Alkmaar, den 16. September i8co. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, CWas geparapheerd) W. SCHUT, vt. Ter ordonnantie van het Departe» mentaal Beftuur voorn., (Was geteekend,) L. C. VONK.  n*. ccr. GELIJKHEID, VRIJHEID,' BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uit- voerend bewind der bataaf. sche republiek, waarbij alle Uitvoer van boter, kaas, spek, enz. verboden wordt. Cedrrefleerd den 24. September 1800. Het zesde jfaar der Bataaffche Vrijheid. H„ uitvoerend bewind der bataaf" sche republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze , bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dat de hand over hand toeneemende duurte van het Zuv tl, tot die hoogte is gefteeggn, dat eene onmiddelijke en efficacieufe meiure ten deeze, door eene gezonde Staatkunde alleszins wordt gevorderd. Dat deeze duurte voornaamelijk, zoo niet alleen , toetefchrijven zijnde aan den menigvuldigen uitvoer . die  *€ 2 > die zedert eenigen tijd heeft: plaats gehad, en dagelijks, ten gevolge der onbepaalde Commisflën vermeerdert, er geen ander gefchikt middel overig blijft om in deezen te voorzien, en de Markt op eene maatige prijs, ter vervulling in de behoefte onzer Ingezetenen, terug te brengen, dan het daarflellen van een Verbod tegen allen uitvoer. Dat het Spek, Retifel, Vet en Smout, als zijnde," benevens het Zuivel, onder de eerfte behoefte van noodzaaklijkheid, in eene evenredige maate in duurte is toegenomen, en dus ook geene middelen behooren se worden onbeproefd gelaaten, om ook in deezen aan de Ingezetenen te gemoet te komen. Dat vooral ook de Aardappelen onder de objecten zijn te rangfchikken, welker duurte of gemis op alle wijzen behoort te worden voorgekomen: Befiooten en verordend heeft: Dat, onveiminderd het geftatuëerde bij 'sLandsPIacaaten tegen den vervoer van Leevensmiddelen naar den Vijand, alle uitvoer van Boter, Kaas, Spck> Reufcl, Vet, Smout en Aardappelen, wordt verboden van nu voordüan, en beginnende met den dag der Publicatie deezes, en zulks tot zoo lange door het Vertegenwoordigend Lighaam nader of anders zal zijn  < 3 > gedisponeerd; op poene, dat allen die bevonden zullen worden eenige der.bovengemelde Speciën, na Publicatie deezes, te hebben uitgevoerd , of zulks voorreemens geweest zijnde, niet daadehjk zullen hebben gecontramandeerd of doen contramandeeren, zullen worden geftraft met eene boete van driemaal de waarde der Speciën, die zij zullen hebben uitgevoerd, of willen uitvoeren; en zulks boven en behalven de Confiscatie der Speciën, die zij zullen hebben uitgevoerd, of willen uitvoeren, midsgaders der Schepen , Schuiten, Karren, Wagens, Paarden als anderzins daartoe gebezigd: — zullende een derde der hier bovengemelde geftatueerde boeten ftrekken ten behoeve van den Aanbrenger, eenderde ten behoeve van den Officier die de Calange doen zal, en een derde voor de algemeene Armen, ter pbatfe daar een dusdanige Calange gefchieden zal; zullende gemelde boeten van de drie dubbelde waarde niet alleen betaald worden, door hem, die den uitvoer heeft gedaan; maar ook door den geenen, die zal be weezen worden daar toe order te hebben gegeeven , of daarin behulpzaam te zijn geweest; alles behalven zoodanige Lijfftraffen, Connnement en Bannisfement, tegen de moedwillige Overtreeders deezer Wet, als naar exigentie van zaaken zal bevonden worden te behooren. Dien»  < 4 > Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme waar zulks behoort; en met verderen last aan 's Lands Bedienden der Convooijen en Licenten, om te zorgen, dat deeze wet, op het oogenblik der Publicatie, daadelijk effect forteere, mitsgaders aan alle Officieren en Justicieren, dien het aangaat, op derzelver verand woordelijkheid, om deeze te executeeren en te doen executeeren, op poene van Casfatie, bij aldien bevonden mogt worden, dat eenigen hunner in deezen met oogluiking of verdrag,, tot te leurftelling van de heil* zaame oogmerken des Vertegenwoordigenden Lighaams, JSOgten hebben gehandeld. Gedaan 'm den Haag, den 24. September 1S00. Het $esde Jaar der Bataaffche "Vrijheid. (Was geparapheerd} A. W. H O E T H, vt. (Onder ftond). Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) S, DASSEVAEL, loco Secr^  N°. CClt. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PROCLAMATIE van het uit- voeren» bewind der ba» taafsche republiek, houdende daar pelling van een Jaarlijksch nationaal feest, op den iS. Oèlo~ her. Ge'drrejleerd den 3. Otiober 1800. Het zesde Jaar der Bataaf fche Vrijheid, BATAAVENJ D e dag nadert, die in de Gefchiedboekeh tlwés lands altijd merkwaardig zal wezen, die van den Heldenmoed uwer Verdedigers, van de ftandvastigheid en trouw uwer Vertegenwoordigers, en van de gunstrijke zorg eener alles beftuurende Voorzienigheid voor uwe behoudenis, tot een duurzaam Gedenkteken verfeekken zal. Zoo ooit de rechtfchapen Vaderlander, bij dft heugchelijke uitkomst uit eenen dreigenden nood met gevoelens van blijdfchap en dankbaarheid doordrongen wierd, het was, toen, in den voorleeden Jaare, de Engelsch- Rusfifche Armée, na met een voorbeeldeloozen vooripoed op onze Kusten te zijn geland na door haare geduchte overmagt een aanzienlijk gedeelte onzer Landen en Wateren te hebben overweldigd, zich eensklaps gedwongen zag van haare heillooze ontwerpen aftezien, en bij eene Capitulatie, op den  38. Oftober van dat Jaar tusfchen de wederzijdfche Legerhoofden geflooren, voor aanmerkelijke opöfFeringen, een vrijen aftogt naar haare eigen Gewesten te bedingen. Die dag zal aan het hart van alle waardige Bataaven fteeds dierbaar en heilig wezen ; en wie hunner zou op denzelven geene hulde doen aan de dapperheid der Overwinnaars van Bergen en Castricum, geen dankbaare traan aan de nagedachtenis zijner gefneuvelde Broeders wijden, en leeren, aan het volkomen herftel van het lieve Vaderland , onder den zegen des Alleihoogden, niet te wanhoopen. Die da? zou in uwe harten en in uwe Huisgezinnen altijd een Feestdag zijn, Bataaven! al was dezelve nimmer beftemd, om sis zoodanig, in alle oorden uwes lands, openlijk en plegtig gevierd te worden. Dan, het Vertegenwoordigend Lighaam, Bewaarder en Tolk van uwe gevoelens, heeft reeds op den 22. Oéïober des voorigen Jaars, met verklaaring van onverwijlde noodzaakeliikheid, beflooten, dat de .Aftogt der Engelfchen en Rusfen van onzen Vaderlandfchen grend, door een Jaarlijksch Nationaal Feest zou gevierd worden, ten gevolge waar van, en van het nader gedecreteerde op den 16. November daaraanvolgende, een plegtig Volksfeest, ter eere van deeze heugchelijke uitkomst, op den 19. December 1. 1 , voor de eerfte maal is gevierd geworden; terwijl eindelijk hetzelve Vertegenwoordigend Lighaam des Bataaflchen Volks, op den co. September deezes jaars, op de wijze, bij de Staatsregeling vastgefteld, overwoogen hebbende: Dat. het Decreet van den 22. O&ober 1799., bij hetwelk het Vertegenwoordigend Lichaam , ter gelegenheid van den ontvangst der geratificeerde Articulen van Capitulatie, wegens den aftogt der EngelsenKusfiiche Armee, gedtcreteeid heeft, dat er tot vie]ing van dezelve heugchelijke en glorierijke Capitulatie een jaarlijksch rxatioraal Feest zal worden daarjsi'fteld, gi nemen is ria veiklaaring van enverwijlde tiudzaak eiijkheid; Over-  < 3 > Overweegende, dat hetzelve Decreet aldus, ingevolge den 70. Art. der Acte van Staatsregeling, binnen het jaar behoort te worden vernieuwd, om kracht van Wet te behouden; Bellooten heeft, dat er een Jaarlijksch Feest zal worden daargefteld, ter viering van de heugchelijke en glorierijke Capitulatie, betrekkelijk den aftogt der Engelfche en Rusfifche Troepen van het Bataafsch. Grondgebied, op dat door de vereeuwiging van dat allergedenkwaardigst evenement, de laate Nakomelingen met dankbaare klanken dèn lof hunner Vaderen mogen verkondigen; Dat dit Feest jaarlijks zal worden gehouden op den 18. October, als zijnde dit de dag, waar op de bovengezegde Capitulatie is geüooten; Dat alömme in de Republiek, door het losbranden van het Gefchut, en het befpeelen der Klokken, op onderfcheiden tijden des daags, (naamelijk, daar zulks gefchieden kan,) en voordsin alle Steden en Plaatfen, door het waaiën der Nationaale Vlaggen van de Torens en Publieke Gebouwen, de ftoffe van algemeene vreugde en dankbaarheid zal worden aangekondigd; Dat in alle Plaatfen, daar zich Militaire Garnizoenen en gedeelten der Gewapende Burgermagt bevinden , dezelven op dien dag te famen op eene plaats zich zullen begeeven, om door de Geconftitueerde Magten, aldaar refideerende, geinfpecteerd, en door den hoogften Officier in rang op eene hartelijke en Vaderlandfche wijze aangefproken te worden, alles onder het verrichten van zoodanige Militaire Evolutiën, als met het oogmerk van den dag zullen overeenkomen , zullende echter deeze Militaire Optogt en Evolutiën bij onverhoopt invallend vochtig Herfstweer mogen worden agterwege gelaaten. Dit Decreet aan ons zijnde gezonden, om daaraan op de meest convenabele wijs de noodige publiciteit te geeven, en voords hetzelve ter Executie te leggen en te doen leggen, voldoen wij bij deeze aan den ge-  < 4 > gemanifesteerden wil van bet Vertegenwoordigend Lig. haam; terwijl wij, en ter bevordering der orde en eenpaarigheid in de vastgeftelde plegtigheden, beflooten en verordend hebben: Dat het losbranden van het Gefchut, daar, waar zulks gefchieden kan, driemaal des daags zal gefchieden, te weeten, des morgens ten agt, des middags ten twaalf, en des namiddags ten vier uuren, telken reize met een- en twintig fchoten; Dat het befpeelen der Klokken insgelijks drie herhaalde reizen zal plaats hebben, op dezelfde uuren, als ftraks gemeld zijn, en telkens geduurende een uurachter een volgende; Dat het uitfteeken der Nationaale Vlaggen van de Torens en publieke Gebouwen, zal gefchieden met net aanbreeken van den dag; Dat de Militaire Garnifoenen van Baraaffche en Franfche Krijgslieden, en gewapende Burger-Corpfen, indien het weder in dit jaargetijde zulks toelaat, des voordemiddags ten elf uuren, zullen in de wapenen komen, en de infpeclie derzeive door de Geconflitueerde Magten ten twaalf uuren des middags zal gefchieden; ö Dat deeze infpeclie der Geconftitueerde Magten door eene Commisfie uit derzelver midden zal verricht worden, en dat in Steden, welke Refidentiën zijn der Departementaale Beftuuren, eene Commisfie uit de Municipaliteit zich ten half twaalf uuren begeeven zal naar het Departementaal Beftuur, 't welk insgelijks eenige Leden uit deszelfs midden zal afvaardigen, aan het hoofd van welke gecombineerde Commisfie zich als dan zal plaatfen de Commisfaris van het Uitvoerend Bewind bij het Departementaal Beftuur; Dat de Commisfiën der Geconftittiëerde Magten, ria het eindigen der Aanfpraak, en een drievoudig falvo uit het klein Geweer, zich weder van daar zul-  < 5 > zullen begeeven , op gelijke wijze als dezelve waren gekomen; En dat, eindelijk, aan de refpeélive GemeenteBeftuuren of Municipaliteiten wordt overgelaaten en aanbevelen, om de algemeene deelneeming der Burgeren, door het verordenen of veroorloven van gepaste vreugdebedrijven, te bevorderen en aantemoedi» gen. | Zoo nodigen wij U dan uit, Bataaven! tot plegtige viering van een dag, welks herinnering alleen uwe Vaderlands • liefde op nieuw bezielt en ontvonkt. Vergeet op denzei ven het leed, dat gij zijt doorgeworfteld, bij het verrukkend vooruitzicht, dat alles eenmaal zal eindigen in de herfchepping van ons Volks, geluk en het herftel van onzen ouden welvaart en roem; een vooruitzicht, welks waarfchijnlijkheid door den loop der verbazendfte gebeurtenisfen in Europa wordt bevestigd, en 't welk Hij, die deeze gebeurtenisfen naar zijne wijsheid beftuurt en regelt, welhaast in zekerheid doe veranderen! Maar vergeet vooral de partijfchappen en verdeeldheden, vergeet de onedele bedoelingen, de kleine en nietswaardige belangen, die tot dus verre U verhinderd hebben, om allen in den roem en in den nood uwes Lands gelijkelijk te deelen, en veelligt ook nu verhinderen zullen, dat dit Feest der overwinning en der dankbaarheid, tevens het Feest zij der oprechte verzoening en broederfchap. Bemim aars van het Vaderland, die, hoezeer oorfpronkelijk aan onderfcheiden Staatkundige Beginfelen verkleefd, nochthands nooit U zeiven, altijd alleen het heil des Vaderlands, bedoeldet, herkent elkander en vereenigt U, om de kern, den zegen en fteun der Bataaffche Maatfchappij uit te maaken; en terwijl uwe Bondgenooten , door wonderen van moed en beleid, de gedaante der zaaken in dit weerelddeel hebben doen omkeeren, terwijl uwe Landgenooten gereed ftaan, om, wanneer de nood het vordert, aan hunne zijde den Vrede te bevechten, beijvert U, door onderfteuning der poogingen van het Volks-Beftuur, door het aankweeken van eenen Geest van eendracht, werkzaamheid en trouw, om dien  < « > dien Vrede, wanneer dezelve eenmaal zal opdaagen, ■voor ons heilrijk, en het einde van alle onze rampen te doen worden; zoo zal, wanneer dit Feest, 'c geen God geeve, door het nog veel heugchelijker Feest van den algemeenen Vrede zal vervangen worden, het Vaderland gered zijn, en Gij met uwe Kinderen de vruchten van uwe tallooze opofferingen in kalmte en blijdfchap genieten. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam des Vertegenwoordigenden Lighaams, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme waar zulks behoort; met verderen last aan de Departementaaie en Gemeente - Beftuuren, om te zorgen, dat aan den inhoud deezes behoorlijk worde voldaan. Gedaan in den Haag, den s.October 1800. Het zesde Jaar der Bataafiche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. W. H O E T H, vt. ( Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULTMAN.