N°. CCIII. GELIJKHEID, V R IJ H E I D, BROE DE R S C H A P. PUBLICATIE van het uitvoerend bewind der bata aïsche republiek, bij welke eene Praemie van een duizend Guldens wordt uitgeloofd, aan den Ontdekker van den Daader of Daaders van faitelijkheden, in het voormaalig Quar~ Vier van Twenthe gepleegd. Ge» ürrefteerd den 6. Otlober 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid, Hit uitvoerend bewtnd der bataaf- sche republiek, allen die deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap ! Naardien tot kennis van hetzelve Bewind gekomen is, dat op den 09. September jongstleeden, tusfchen Delden en Haexbergcn, in het Departement van den Quden\ Ijsfel, voorraaaüg Quartier van Twenthe, de Burger Mr. E. Buil, Advocaat te Almelo , door zes a zeven eenigzins zwart en onkenbaar gemaakte Lieden , op eene moorddaadige wijze in deszelfs Rijdtuig is aangevallen, geflagen en mishandeld; alsmede, dat den volgenden nacht, in de Woonhuizen van den Predikant en den Koster van Haexbergcn voornoemd, «gnige fchooten met kogels zijn geda,an, en van des  «<[ a > Fiscaals Huis aldaar eenige Glazen zijn aan ftukken geflagen, hoedanige daaden van geweld, zoo uit haaien aart, al? uit hoofde haarer mepr dan waarfchijnlijk aanleidende oorzaak, hoogstftrafwaardig en van de meest verre uitziende gevolgen zijn; zulks er voor de Juftitie en de handhaaving der fubfifteerende Wetten bijzonder aan gelegen ligt, dat de daar aan fchuldigen bekend, overtuigd, en wegens hunne gepleegde faitelijkheden geftraft worden. ZOO IS 'T, Dat het voorfz. Bewind bij deeze uitlooft eene Praemie van een duizend Guldens, aan den geenen die den Daader of Daaders van dezelve faiten zal komen aan te wijzen, zóó, dat hij of zij in handen dèr Juftitie geraaken, en van het gepleegde worden geconvinceerd; zullende des Aanbrengers naam, dezelve zulks begeerende, worden gefecreteerd. .Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt in 't voormaalig Quartier van Twetithe, en verder daar zulks in het Departement van den Ouden Ijs/el zal worden nodig bevonden. Gedaan in den Haag, den 6. Oélober 18.00. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. ( Was geparapheerd ) A. W. HOETH, vt. (Onder ftond) Ter Ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULTMAN;,  N°. CC1V, GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uirvoai rend bewind DER bataaf* sche republiek, vernieuwende de Publicatie van 5. O&ober 1799., tover den Ih- Uit- en Doorvoer van Impost fubjefte goederen. Ge» ürrefteerd den 11. O&ober 1800. Het zesde Jaar der Bataaffcht Vrijheid. H ET UITVOEREND BEWiND db r baïaaïscüE republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze, bij de Staatsregeling vöorgefchreeven, overwoogea hebbende: Dat , volgends Art. 70. der A8e van Staatsregeling * eene Wet, ten gevolge van een onverwijld Befluit vastgefteld, in geen geval haare kracht langer dan één Jaar behoudt, en alsdan, om in werking te blijven, Op nieuw en in de gewoone orde door hetzelve Vertegenwoordigend Lighaam moet óverwoogën en bekrachtigd worden. Dat het Decreet, ingevolge van het welk de Publicatie van den 5. Oótober 1799»» betrekkelijk den 5a. Art. der Algemeene Grondregelen, voor de Ads van Staatsregeling, ter continuatie der Publicatie van den 1. Oftober 1798., is geëmaneerd, na verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid was genomen; En dat intusfchen dezelfde redenen, welke als toen de bij die Publicatie vastgeftelde bepaalingen hebbert noodzaaklijk gemaakt, ook nu nog de voordduuring; derzelven vorderen; Beflooten m verordend heeft t  r Dat de gemelde Publicatie van den g, Oftober 1799 betrekkelijk het bovengemeld onderwerp, in alle haarè pointen, zal worden hernieuwd en gecontinueerd, gelijk dezelve wordt hernieuwd en gecontinueerd bij deeze, in voegen als hier navolgende ftaat uitgedrukt; Voor eerst, dat alle verbod van In- en Doorvoer, hetwelk in fommige van de gewezen voormaalige Gewesten mogt hebben plaats gehad ten aanzien van zulke Goederen uit eenig ander gewezen voormaalig Gewest komende, welke daar, waar de In- en Doorvoer verboden was, aan geenerlei 's Lands Impofiriën onderhevig zijn, bij continuatie wordt befchouwd als geheel vernietigd en opgeheven. Ten tweeden, dat insgelijks wordt befchouwd als Vernietigd _ en opgeheven alle verbod vnn uitvoer, het geen in 1'ommige der voormaalige Gewesten mogt Hand gegreepen hebben. Ten derden, dat alle belemmering en bezwaar op den doorvoer van Impost fubjeéte Goederen, bij continuatie geheel en al zal opgeheven blijven, nogthands onder die voorzorgen en bepaalingen, als tot het voorkomen van Sluikerijën, reeds zijn of nader zullen worden gemaakt; blijvende mede opgeheven de Tollen op den Birnenlandfchen doorvoer gelegd. En ten vierden, dat de plaats hebbende Wetten en bepaalingen, omtrend den Uit- In- en Doorvoer in de gewezen voormaalige Gewesten, midsgaders omtrend den vervoer in ieder derzelven, voor zoo ver daar in ten deeze geene verandering gekomen is, provifioneel zullen blijven op den tegenwoordigen voet, tot dat deswegens nadere algemeene en bijzon, dere fchikkingen gemaakt zullen zijn. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, ia naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt , alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 11. Oftober 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. W. H O E T H, vt. (Onder ftond) Ter Ordonrantie van hetzelve, (Was geteekend,j C. G. HULT MAN,  N°. CCV. GELIJKHEID, V R IJ HEID, BROEDERSCHAP. PU B L IC AT IE van het uit- voerend bewind der bataaf» sche republiek, bepaalende d& Boeten, op het te kort betaalde in de geldheffing van 30. November 1798. Gearrefteerd den 18. OBober 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. H«t „„ oerend bewind der bataaf" schs republiek, doet te weetan: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze , bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dat bij de refpeétlve Commisfien tot onderzoek naar den richtigen opbrengst der onderfcheiden Geldheffingen, bedenkingen zouden kunnen ontdaan, hoe zich te gedraagen in de bekeuring van zoodanige Ingezetenen, welke, opzichtelijk de Heffing, eerst van vierr en daar na van nog één ten honderd, bij Pubücatiën van den 30. November 1798., en 29. Oétober 1799. uitgefchreeven, bij de betaaling van het vijfde Termijn, derzelver achterftallige op voorige Termijnen geheel of gedeeltelijk hebben aangezuivtrd. Beflooten en verordend heeft: Bij explicatie, voor zoo veel desnoods, der evengemelde Publicatiën, alsmede der Publicatie van den 24, Februarij deezes Jaars, te verklaar-en, dat de geenen, welke hunne achterftallen in de vier eerfte Termijnen der voorfz. Heffing, bij gelegenheid van het vijfde Ter-  < a > Termijn derzei Ver, geheel of gedeeltelijk hebben aangezuiverd, zullen kunnen volftaan, met, boven het geene door hen tegen het genot van Recepisfert en Quitantien effeélivelijk is betaald, nog eens als boete te betaalen even veel, als door hen in het vijfde Termijn over de voorige Termijnen is opgebragt, en dus in efFecte te betaalen tweemaal zoo veel als zij, de Termijnen hebbende geöbferveerd, zouden zijn verfchuldigd geweest. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal •worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 18. O&ober 1800. Hen zesde Jaar der Bataafïche Vrijheid. (Was geparapheerd) B.E S 1 E R, tt, (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve 4 (Was geteekend,) C. G. HUL TM AR  NV CCVI. GELIJKHEID, VR Ij HEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van ^uitvoerend bewind der. bataaf- sche republiek, behelzende het reglement op de Verkiezing der Gemeente-Beftuuren en Gevolrnag» tigden uit de Stembevoegde Burgeren. Gejèrrejleerd den ao. O&ober 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. H et uitvoerend bewind der bataaftCHE republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, na voorafgaande deliberatie, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgefchreeven, beflooten en verordend heeft, vast te ftellen het Reglement hier na volgende geïnfereerd; zijnde dat geene, hetwelk bij de Publicatie van den 9. Junij deezes Jaars fub Litttra A aangeduid en vermeld is geworden, als zijnde toen nog bij de Tweed» Kamer ongefanftioneerd. REGLEMENT op de verkiezing vak Leden der Gemeente - Beftuuren , en van de Gevolmagtigden uit de Stembit voegde Burgeren. Art. 1. Jaarlijks zullen de Grondvergaderingen door het Uitvoerend Bewind der Bataaffche Republiek, tegen den tweeden Dingsdag in de maand O&ober, worden opgeroepen»  pen, tot het doen der benoemingen voor het aftreedend derde der Leden van de Gemeente - Beftuuren, en van de Gevolmagtigden uit dé Stembevoegde Burgeren; zullende tot dat einde, naar maate van de piaatslijke omftandigheden, het uur en plaats der famenkomst, door de Gemeente - Beftuuren worden bepaald, en tot de oproeping de noodige Billetten aan de Huizen der Stembevoegde Burgeren rond gezonden worden, volgends het model hier achter gevoegd. Ten aanzien van zoodanige Grondvergaderingen, welke bij de verdeeling der Gemeenten gefplitst, of eenigzins anders dan bij die der Departementen zijn ingericht, zal moeten worden in acht genomen, dat die, ingevolge Art. 3. der Inftruttie voor de Gemeente-Beftuuren, worden opgeroepen en verdeeld over die Grondvergadering of Grondvergaderingen van de Plaats, tot welke zij faamgevoegd zijn, of wel alleen, voor zoo ver die op zich zelve een Grondvergadering uitmaaken. De tijd der eerste benoeming en famenkoinst van de Gemeente - Beftuuren,' zal nader worden vastgefteld, en ook daarbij, ingevolge dit Reglement, worden gehandeld. s. In ieder deezer Grondvergaderingen zullen de twee oudfte en de drie jongfte Stembevoegde Burgeren, Stemöpneemers zijn, en de Vergadering dirigeeren, mids echter, dat dezelven kunnen Leezen en Schrijven. Indien één of meer d^elven dit vereisehre niet mogten hebben, of oni andere redenen, door de Grondvergadering voldoende geoordeeld, mogten verzoeken verichoond te worden , zal of zullen de naastvolgende in Jaaren hem of hen opvolgent 3- De Stemöpneemers verkiezen onderling uit hun mid* den een Voorzitter en een Secretaris. 4. De Secretaris leest de naamen der Stembevoegde Burgeren, tot de Grondvergadering behoorende, volgends de door het Gemeente - Beftuur ingezonden Lijst; teekent de Naamen der achtergebleevenen aan, «n maakt het getal der aanwezenden op. S  < 3 > 5- Niemand wordt tot het in - of uitbrengen Van zijn Stem in de Grondvergadering geadmitteerd, dan alleen in die, tot welke hij behoort. Ook zal niemand gewapend, noch met eeni?e Uniform, of teeken van Ambtsbediening of Waard gheil worden toegelaaten, en zal verder geöbferveerd worden, dat geene Krijgslieden zullen ftemmen, indien zij derzelver vaste wooning niet binnen de Gemeente hebben. 6. De Stemöpneemers zien toe, dat niemand , of rechtllreeks, of van ter zijde , bij de benoemingen worde aanbevolen, en de ftiptfte geheimhouding omtrent de Stemming in acht genomen; voords zorgen zij ook dat de Grondvergaderingen geene daaden verrichcen, dm waar toe zij volgends dit Reglement zij» fiiamgeroepen. Bijaldien iemand der aan wezenden eenlge bedenking mogt hebben, nopens de bevoegdheid van eenig prefènt Burger, om zijne Stem uittebrengen, zal hij verpligt zijn, zoo dra de Voorzitter de Vergadering geopend en de verklaaring afgeU'gd heeft, zulks voortedraagen;in welk geval de Grondvergadering bij meerderheid van mondelinge Stemming uitfpraak zal doen. 8. De Voorzitter opent de Vergadering, in deezsr voegen: „ Wij zijn hier. Medeburgers! tot de vereischc ,, wordende benoemingen van de Beftuurders onzer Gemeente te faam gekomen; wij allen hebben een onrnidJeiijk belang in het doen eener verftandige en welberaaden keuze, daar „ onze huisfeüjke welvaart, bezittingen en vei,, Haheid hier mede in een zoo naauw verband „ ftaan. Dat wij dan tóezien, om, in alle d3 „ benoemingen, welke wij heden verrichten, ,, ons oog te vestigen op zoodanige Minnen, ,, welke de heilige beginfelen en voorioiiriften ,, onzer Staatsregeling zijn toegedaan, en die „ elk onzer in gemoede, als de braafften en „ kundigften tot vervulling deezer belangrijke Pos-  Posten befchouwt, ten einde elk onzer een „ gerust geweeten hebbe voor God en het Va,, derland " „ Ik maak dus geene zwaarigheid, om op „ nieuw de volgende Verklaaring afteleggen: „ ., Ik verklaar, eenen Onveranderlijken af„ „ keer te hebben van het Sradhouderfchap, „ „ Faederal-'sme, de Aristocratie, en de Re„ „ geeringloosheid. Ik beioof, dat ik in „ „ alle de benoemingen, die ik heden doen ,, „ zal, niemand Stemmen zal, dien ik in „ waarheid geloove, een Aanhanger van „ „ hec Stadhouderlijk en Fcederatif Beftuur „ „ of Voorftander van de Aristocratie en „ „ Regeringloosheid te zijn."" „ Dit verklaar ik op mijn Burgertrouw." 9. Deeze Verklaaring ligt gefehreeven of gedrukt op de Tafel aan welke de Voorzitter geplaatst is, en ieder der Stembevoegden legt bij den aanvang der Werkzaamheden, zijn hmd op deeze Verklaarin.', en zégt, terwijl dezelve daat oprust, overluid: ö „ Dit verklaar ik." 10. Tot Leden van een Gemeente-Beftuur of tot Gevolmagtigden, ziin benoembaar, alle Burgers binnen de Gemeente woonende, het zij dezelve al dan niet tot de Grondvergadering waarïn geftemd wordt, belmoren , mits dezelven, ingevolge het 5. Art. der Inftructie voor de Gemeente - Beftuuren, bezitten de navolgende vereischten: „ Dat zij zijn Stembevoegd, ten vollen vijf- en twintig jaaren oud, en dac zij ten minften fedeid de laatfte vijf jaaren gewoond hebben in die Gemeente, waaiïn zij verkooren worden." „ Dat zij aan geenen Kerkelhken eerdienst zijn vei bonden, of aan eenig openbaar onderwijs toegewijd, ten zij dezelven alvoorens vrijwillig jfftand doen, van deeze hunne Bedieningen." De voorgemelde bepaaling van inwooning wordt niet gevorderd voor Burgers, die, uit hoofde van het bekleeden van andere Posten, eenigen tijd uit  < 5 > uit hunne Woonplaatfen abfent geweest zijn; — en fluit ook niet uit die Burgers, welke in en ««den jaare 1787., om Politieke vervolgingen, hunne Woonplaatfen ontweeken zijnde, vóór den jaare 1706. daarïn zijn wedergekeerd; met dien verftande , dat dit laatfte alleen zal betrekkelijk zijn, tot de Keuze, welke nóg in den loopende jaare 1800. zoude mogen gefchieden. In Gecombineerde Gemeenten zal men echter in het oog moeten houden, dat de benoemd wordende Perfoon of Perfoonen, in de Plaats woonachtig is of zijn, alwaar de benoeming gefchiedt. 11. Door elk der Stembevoegden wordt een Nummer getrokken, en elk derzelven, volgends dat Nummer, tot de Stemming opgeroepen. Ieder der Stembevoegden formeert, vóór dat hij in de Grondvergadering, verfchijnt, zijn Stembillet, waar op hij zoo veele Perfoonen tot Leden voor het Gemeente - Beftuur plaatst, als daartoe reipedlivelijk benoodigd zullen wezen, en dee/.en moeten door den Voornaam, Woonplaats, qualiteit , of anderuns duidelijk worden aangeweezen. Deeze Billetten worden, door den Stemmer, opgerold of toegevouwen , en aan een der Stemöpnèemers overhandigd; deeze fchrijft het Nummer van den Stemmer daaiöp, en werpt hetzelve onder het oog van den Stemmer in eene beflooten Busfe, waar aan' door de Stemöpnèemers het een of ander teeken zal worden gegeeven, dat dezelve Busfe dient, om te ontvangen de Srembilletten voor de Leden van het Gemeente Beduur. In Gecombineerde Gemeenten worden in iedere Grondvergadering maar zoo veele Perfoonen geftèmd , als voor oe Plaats, waartoe de Grondvergadering of Grondvergaderingen behoort of behooren,' Leden in het Gemeente - Beltuur moeten zitting neemen. Met de Stemming voor de Gevolmagtigden uit de Stembevoegde Burgeren, wordt in alies op dezelfde wijze gehandeld, en de Billetten in eene andere, mede kenbaare Busfe, geworpen. 13.  < 6 > 12. Dit verricht zijnde, gaat men over tot het benoe> ïren van de Kiezers en Plaatsvervangers, op de wijze bij de .Staatsregeling en de Publicatie van 8. Mei 1800. Voorgefchreeven. I?. In Gemeenten: Van r. Grondvergadering worden 3. Kiezers en 3. Plnsusvervangers benoemd. Van 2-, 3. en 4. Grondvergaderingen, in iedere Grondvergadering 1. Kiezers en 2. Plaatsvervangers. iEn in die van 5. Grondvergaderingen en daar boven, in iedere Grondvergadering 1. Kiezer en 1. Plaats, vervanger. De K;e»ers en Plaatsvervangers bedanken nimmer voor dien last, dan om redenen, welke bij de Grondvergadering, waar door zij benoemd zijn, worden aangenomen, en leggen onverwijld en openlijk af de navolgende belofte: Ik beloof, dat ik nimmer mijne item zal geeven dan aan bekwaame en deugdzaame ,, Mannen, die de vereischten, bij de Inftruétie „ voor de Gemeente Beftuuren bepaald, bezit„ ten, en dat ik niemand zal benoemen, wien ik houde te zijn een Aanhanger van het Stad' hinderlijk of Foèderatif Beftuur; of voorllan„ der van Ariflocratic of Regeeringloosheid. " „ Dit verklaar ik. " Waarna de Kiezers en P^atsvervan^ers zich bij de SuiLÖpnetmeis, of zoo een of meer derzelven tot Kiezer of Plaatsvervanger mogt verkooren zijn, bij de overige Stemöpnèemers plaatfen. 15- Vervolgends fcheidt de Voorzitter de Grondvergadering; zeilende het echter aan een iedei der Srembevcegdtn viijftaan, cm bij het openen der Busfe» te blijven; zonder zich echter in eenige deliberatiên der Kii zeis, Plaatsvervangers en Stemöpnèemers te mogen mengen, 16. Re Kieztr, Plantsveivanger en Stemörneemcr, of Kie-  < 7. > Kiezers, Plaatsvervangers en Stemöpnéemers, benoemen onderling een Voorzitter en Secretaris, en gaan daadelijk over tot het openen der Busfe , waarin de Stembriefjes voor de Leden van het Gemeente Beftuur geworpen zijn, en formesren van alle de geftemden eene Lijst, op welke achter den Naam van ieder geftemden wordt uitgedrukt het getal van ftemmen, welke hij in de Grondvergadering heeft biko- mefn'dien iemand der Stembevoegden meerder Perfoonen opgeeft, dan 'er verëischt worden, zullen de laatften en te veel genoemden moeten wegvallen. Op gelijke wijze'wordt geprocedeerd tot het opmaaken der Hemmen voor de Gevolmagtigden. 17. Deeze Lijsten geformeerd zijnde , worden dezelven door de Stemöpnéemers geteekend, en ver volgends de Credentiaalen opgemaakt, mede op gelijke wijze geteekend, en dit een en ander aan den Kiezer of Kiezeis ter hand gefteld; en voorts van het verhandelde in de Grondvergadering aan de Municipaliteit of het Gemeente - Beftuur kennis gegeeven. 18. De Lastbrief voor de benoemde Kiezeis is van den volgenden inhoud: „ De Grondvergadering van de Gemeente jN*. . . . ontbiedt de Burgers om als Kiezers, en de Burgers om des noods als Plaatsvervangers (of) den Burger om als Kiezer, en den Bur. ger om, des noods, als Plaatsvervanger, van haarentwege, op de Kiezers-Vergadering te verichij. ren, tot. het heipen üaarfteilen eener keuze van het benoodigd getal Ltden voor het Gemeente- Beftuur; derzelver Plaatsvervangers, en voor de Gevolmagtigden uit de Stembevoegde Burgeren. Deeze Lastbrief wordt door de Stemöpnéemers geteekend. 19. De Municipaliteiten , en in het vervolg de Gemeente - Beftuuren, zullen door eene Commislie uit derzei-  zeiver midden, de Lastbrieven van de Kiezers doen vifeeren. In gecombineerde Plaatfen gefchiedt zulks voor de eerfte maal door de Municipaliteit van de Hoofdplaats, alwaar ook de Kiezers Vergadering zal moeten gehouden worden. ao. In Gemeenten van i. tot 50. Grondvergaderingen komen de Kiezers, of zoo één'of meer derzelven verhinderd mogten worden, derzelver Plaatsveivangers, mits daar van te vooren behoorlijk gewaarfchouwd zijnde, den volgenden dag, op de door de Municipaliteiten of de Gemeente Beftuuren aangeweezen Locaalen en bepaalden tijd, bij den anderen. 31. De oudfte en jongfte in jaaren openen als provifioneele Voorzitter en Secretaris, de Vergadering ontvangen de gevifeerde Lastbrieven van de Kiezers; en vervolgends doet de provifioneele Voorzitter bij mondelinge Stemming een Voorzitter en een Secretaris verkiezen, waar na de Kiezers zich, volgends de Nummers hunner Grondvergadering, plaatfen. 22. De Voorzitter opent de Vergadering, met de in Art. 8. vermelde Aanfpraak , en legt de daarin vervatte Verklaaring af, zoo als ook vervolgends alle de Kiezers doen. 23. De Voorzitter doer, uit de Lijsten van alle de Kiezers, eene generaale Lijst voor de Leden van het Gemeente-Beftuur formeeren, en wanneer dan blijkt dat een of meer der benoemden de volftrekre meer' derheid van de opgekomen Stembevoegde Burgeren in alle Grondvergaderingen bekomen heeft, is, of zijn dezelven benoemd; en zal in de Kiezers-Vergaderingen van gecombineerde Gemeenten, ten aanzien van de keuzen, moeten gelet worden op het geen ten dien opzichte bij Art. 11. is bepaald. 24. Een of meer der benoemden, de volftrekte meerderheid, volgends het voorig Articul, riet bekomen hebbende, gaat de Kiezers- Vergadering over, om uk alle  < 9 > alle de Genomineerden, het geheel of ontbreekend getal te Hemmen; met in achtneeming, ten aanzien van gecombineerde Gemeenten, van het geen almede bij het voorgaande Articul is vastgefteld. Vooraf wordt echter door den Voorzitter, de verëifchten van de Leden voor het Gemeeente-Beftuur, zoo als die bij de Inftructie voor de Gemeente-Beftuuren zijn vastgefteld, en hier voor onder Art. 10, herhaald, als mede het 6. Art der gemelde Inftruclie, aan de vergaderde Kiezers voorgehouden. Bij aldien in de Grondvergaderingen meer dan één Perloon, welke elkander te na in M'.agfchap, volgends het gemelde 6. Articul der Inftructie beftaan, de meerderheid van (temmen moj;t bekomen hebben, zal die geen, welke de meeste (temmen heeft, alleen voor den verkozenen worden gehouden, en de overige afvallen; zullende hetzelve ook in de Kiesvergaderingen moeten worden geöbferveerd. 2S- Een of meer der benoemden, de volftrekte meerderheid, dnr is, ééne ftem meer dan de helft van de praefente Kiezers verkrijgende, is voor dezelven de keuze verricht. a6. Wanneer 'er geene of maar een gedeelte der te benoemen Perfoonen, de volftrekte meerderheid bij de eerfte ftemming bekomen heeft, wordt uit alle de Genomineerden op nieuw geftemd. _ Indien bij deeze tweede ftemming, alle de te verkiezen Perfoonen de volftrekte meerderheid nog niet mogten bekomen hebben, worden voor de nog ontbreekenden, uit die geen, die de meeste (temmen gehad hebben, een dubbeltal geformeerd, en daaruit de keuze volbragt. Wanneer de Hemmen fteeken, beflist in alle gevallen het lor. a8. Voor eene Gemeente van ééne Grondvergadering, wordt vervolgends bij elke verkiezing, uit de overige Genomineerden één Plaatsvervanger, op gelijke wijze verkooren; voor Gemeenten van 2. tor 5. en van 6. toe  < IO > tot 9. Grondvergideringen, even zoo veele Plaatsvervangers als 'er Lecen gekoozen zijn ; voor Gemeenten van 10. tot 25., twee, en van 0.6. tot 50., dtic Plaatsvervangers. De verkiezing van Gevolmagtigden, gefchi< dt op dezelve wijze, en wordt ook vooraf, door den Voorzitter, aan de vergaderde Kiezers, de verëïschten van deezen, ip Art. 10. vermeld, voorgehouden. 30. In Gemeenten van gecombineerde Piaatfen, en wel fpeciaal in cie van a. tot 4 Grondvergaderingen, zal voor de eerfte keuze, door de Municipaliteit van de Hoofdplaats worden geloot, en zulks in bijzijn van daartoe opgeroepen Ccmmisfiën uit de Municipaliteiten der Plaatfen.. welke gecombineerd ftaan te worden, voor welke Giond vergaderingen 1., e. of 3. Ledc-n zullen gekozen worden, en even zoo veeie Gevolmagtigden. Voor het vervolg zal door het verkoozen GemeenteBeftuur, na dat over het aftreeden der Leden geloot zal zijn, een Rooster worden vervaar.ri^d, waarbij alle de gecombineerde Plaatfen b!j de jaariijkfche verkiezingen van Leden voor' het Gemeente-Beduur en Gevolmagtigden, een gelijk aandeel in de verkiezingen verkrijgen en behouden. In gecombineerde Gemeenten , zal de G^volmagtig. den van dezelve Plaats waar van het Lid uitvalt, ook werden geteekend zijn tijd vciftreeken te zijn. ?. t- Alle andere gecombineerde Gemeenten , waar in votr iedere Grondvergadering van elke Plaats, uit welke dezelve is laamgefteld,' één-Lid voor het GemeenteBeftuur, of één Gevolmaffltigde wordt gekoozen, zal bij de eerfte verkiezing moeten in het oog gehouden •worden, dat de verkoozenen woonachtig zijn in de plaats, Waar toe de Grondvergadering; of Grondvergaderingen behooren , ten einde een ieder dier Plaatfen, naar'maate van derzelver bevolking, altijd een gelijk aandeel in het Beftuur hebben, en dat bij de jaarlijkfche verkiezingen, bij het aftreeden van een der Leden en Gevolmagtigden, de keuze door de Grond- ver-  < II > vergaderingen en Kiezers mede gefchieden uit dis Plaatfen, waar de aftreedende Leden of Gevolmagtigden woonachtig, of bij derzeSver keuze geweest zijn. 3*. De benoeming afgeloopen zijnde, worden de Credentiaalen opgemaakt, door den Voorzitter en Secretaris onderteekend, en aan de Verkoozenen gezonden; vervolgends wordt door de Kiezers - Vergadering, van de gedaane keuzen, bij Misfive, op pelijke wijze onderteekend, aan het Departementaal Beftuur, waar onder de Gemeente behoort, en aan de Municipaliteit: of het Gemeente-Beftuur kennis gegeeven; waarna de Vergadering, door den Voorzitter, oogenblikke» lijk gefcheiden wordt. En zullen de Departementaale Beftuuren, nadat alle de opgaven van dezelven zijn ingekomen, daar van eene exacte Lijst doen formeeren, en die aan het Uitvoerend Bewind inzenden. In gecombineerde Gemeenten gefchiedt de kennisgeeving voor de eerftemaal, behalven aan het Departementaal Beftuur; waar onder de Gemeente behoort, aan de Municipaliteit van de Hoofdplaats dsi gecombineerde Gemeenten. De aftegeeven Credentiaalen zijn van den volgenden inhoud: „ De Vergadering van Kiezers der Grondvergadering (of Grondvergaderingen ) van de Gemeente van ontbiedt den Burger .... woo- nende in deeze Gemeente, ten einde als, Lid van bet Beftuur derzelve te fungfeeren. (of) Om des noods als Plaatsvervanger in eene voorkomende vacatuure in het Beftuur deezer Gemeenw op te treeden. (of) Om als Gevolmagtigde uit de Stembevoegde Burgeren te fungeeren .... den .... het Jaar der Bataaffche Vrijheid. 34' In Gemeenten boven de 50. Grondvergaderingen bevattende, wordt door de Municipaliteit of her Ge. roeen.'  < is j» rneente-Beduur, in tegenwoordigheid van de Kiezers welke tot de eerfte Grondvergadering van iedere Af» declirg, waar van in het volgende Art. gefproken wordt, behooren, uit alle de ingekomen Verbaalen, twee generaale lijsten geformeerd, waarop de Naamen der geftemden door de Grondvergaderingen, zoo voor het Gemeente - Beftuur als de Gevolmagtigden zulten worden geplaatst, met het getal der ftemmen, welke zij in iedere Grondvergadering hebben bekomen, als mede het getal der opgekomen Stembevoegden, welke lijsten ten fpoedigften worden gedrukt, en aan de Kiezers bezorgd. 35. De thands fungeerende Municipaliteiten van Get meenten, boven de 50. Grondvergaderingen, verdeelen de algemeene Vergadering van alle de Kiezers, in twee of meerder Afdeeliïigen, zoo na mogelijk in volgende reekfën van 25. Grondvergaderingen, zoodaanig echter, dat eene Afdeeling nooit minder dan 25., en nooit meerder dan 37. Grondvergade. ! ringen bevatte; ten welken einde, bij voorbeeld, in eene Gemeente van 61. Grondvergaderingen , de Grondvergaderingen van No 1—31. uitmaaken de eerfte, en van 31—61 de tweede Afdeeling, en zoo vervolgends; welke alle in bijzondere Vertrekken vergaderen, op zoodaanigen dag en uur, als het drukken van de Lijsten, in het voorig Arr. vermeld, zal toelaaten; en hun door de Municipaliteit of in het vervolg door het Gemeente-Beftuur, zullen worden aangeweezen." 86 Ieder Afdeeling organifeert zich afzonderlijk als eene Kiesvergadering, en de Stemming gefchiedt op dezelfde wijze, als hier voor is bepaald. 37. ■ , Voor Gemeenten van 51. tot ijoo. Grondvergaderingen, worden bij elke Verkiezing vier, van ioi. 150. vijf, en van 15 r. Grondvergaderingen en daar boven zes Plaatsvervangers, nadat de keuze voor het Gemeente-Beftuur zal zijn volbragt, uit de overige Genomineerden gekoozen. 38. Ee eerfie Stemming in ieder der Afdeelingen volbragt  < 13 > bragt zijnde, begeeft de Voorzitter' en Secretaris van iedere Afdeeling, als Gecommitteerden, zich naar het daar toe door dé Municipaliteit, of het Gemeente Beftuur, aangeweezen Locaal, ten einde alle de Afdeelingen der Algemeene Kiesvergaderingen, gemeen» fchappeiijk te doen werken. 39. In deeze Vergadering van Gecommitteerden, fungeert de Voorzitter van de eerfte Afdeeling als Voorzifter, en de Secretaris van de laatfte Afdeeling, als Secretaris. 40. Deeze Gecommitteerden brengen vervolgends de Stemmen van alle de Kiezers der onderfcheiden Afdeelingen, bij elkander, keeren ver volgends naar hunne Afdeeling terug, en deelen aan ieder derzelven het refultaat der geheele Stemming mede , waar na, voor zoo ver geen of geen genoegzaam aantal der genoemde Perfoonen, eene volftrekte meeiderheid heeft bekomen, ten tweede maale in alle de Afdeelingen wordt geftemd; en worden deeze Stemmen der Afdeelingen wederom door Gecommitteerden bij elkander gebragt, en de uitflag daar van aan de onderfcheiden Afdeelingen medegedeeld , en zoo vervolgends tot dat de geheele Stemming is afgeloopen. 41. De geheele Stemming volbragt zijnde, worden door de Gecommitteerden, voor de verkoozen Leden van het Gemeente-Beftuur, derzei ver Plaatsvervangers, en voor de Gevolmagtigden, de Credentiaalen opgemaakt, op naam van de Algemeene Kiesvergidsring t en voords gehandeld als bij Art. 32. is bepaald. 42. De tegenwoordige Municipaliteiten , en vervolgen is de Gemeente - Beftuuren, geeven ten fpoedig'ten bij Notificatie aan de Gemeente kennis van de gekoozere Perfoonen; en zorgen, dat alle de voorgemelde Vergaderingen van de noodige Schrijfbehoeften, en van dit Reglement en Inftructie, alsmede van de Publicatie van 8. Mei deezes Jaars, en de be loodigde Busfen en Sleutels zijn voorzien, als ook van gelchreeven of gedrukte Formulieren der in deezen vermelde Lastbrieven en Credentiaaleu. 43.  < 14 > Niemand, tot Lid van het Gemeente - Beftuur, tot Plaatsvervanger van hetzelve, of tot Gevolmagtigde, tot de Huishoudelijke belangen zijner Gemiente geroepen^ zal zich voor het in hem betoond vertrouwen zijner Medeburgers van die Posten mogen onttrekken, dan om alzulke wettige redenen, als alleszins voldoende zullen geoordeeld worden door het Gemeente-Beftuur. Voor de eerstemaal zal die beöorceeling ftaan aan de Municipaliteit, en in de faamgevoegd wordende Plaatfen aan de Municipaliteit van de Hoofdplaats. Doch bijaldien de gekcozene veimeenen mogt door_ bovengemelde uitlpraak bezwaa-d te zijn. zal hij zich deswegens aan het Departementaal Beftuur, waar onder de Gemeente behoort, kunnen adresfeeren , hetwelk daar omtrent finaal zal beflisfen, 44' Alle de gekoozenen, zoo Leden voor het GemeenteBefluur, Plaatsvervangers, als Gevolmagtigden, zullen aan de Municipaliteiten, en vervolgends jaarlijks aan de Gemeente - Beftuuren, derzelver Credentiaalen, binnen vier dagen na de gedaane Keuze, toezen. den; deeze zullen dezelven door eene Gommisfie uit liun midden, zoo omtrent de form als omtrent de Keuze, doer, beöordeelen, en, in orde bevonden wordende, viièeren en registreeren. Doch zoo wanneer in de Keuze of in een of meer der Gekoozenen, eenig gebrek inogt worden bevonden Zal de Keuze, na gedaane voordragt van die Ccmmis' fie, dcor de Municipaliteit of bet Gemeente-Beftuur worden vernietigd; en in gecombineerde Gemeenten, de Plaatsvervanger van het uittevallen Lid, en andere Gemeenten de Plaatsvervanger die de meeste Sremmen gehad heeft, wordtn opgeroepen om de plaats te vervullen. 45» Indien cok de Keuze van den Plaatsvervanger niet goed mogt bevonden worden, zal in gecombineerde Ge. meenten ten ander Perfoon moeten gekoozen worden, en in niet gecombineerde de daaraanvolgende Plaatsvervanger snoeten opgeroepen worden, 46»  < -5 > 46. Bij voorvallende Vacatures in het Gemeente-Beituur, wordt met de Oproeping der Plaatsvervangers op gelijke wijze gehandeld; deezen vervullen, in dat geval, den tijd, welken het Lid, waar voor hij op. treedt, in he-Gemeente-Beftuur zoude moeten zitten. Geen der Plaatsvervangers worden opgeroepen, indien de te vervullen tijd van het Lid, waar voor de Vacature valt, niet langer is dan drie Maanden; blijvende , in dat geval de Vacature onvervuld tot de eerstvolgende Verkiezing. Voor de Gevolmagtigden worden in geenerlei gevallen Plaatsvervangers benoemd, en bij Vacatures, geduurende het Jaar waar over de Verkiezing loopt, geene anderen gekoozen. t *,i - 47' in geval dat eenig verfchil over het een of ander Articul van dit Reglement zoude mogen ontftaan, zal het Departementaal Beftuur, waar onder de Gemeente behoort, daar over uitfpraak doen. OPROEPINGS - BILLET, waar van in Art. r. wordt gefproken. De Burger wordt als Stembevoegd Burger opgeroepen tegen . . . den des ♦ • • • ten . . . uuren, in de Grondver. gadenng N9 welke zal gehouden wor- de" en herinnerd, om een behoorlijk gefchreeven, doch niet onderteekend Sternbillet, ter benoeming van . . . Leden van het GemeenteBeftuur, en een dito voor even zoo veel Gevolmagtigden uit de Stembevoegde Burgeren , met zich te brengen; als. mede,,om in gemelde Grondvergadering, op de gewoone wijze te helpen procedeeren tot het verkiezen van de noodige Kiezers en Plaatsvervangers; alles ingevolgen het Reglement op gemelde Verkiezingen, bij het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataaffchen Volks gearrefteerd. • ... den Dien-  < 16 > Dien volgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt , alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 20. October 1.800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. ("Was geparapheerd) B E S I E R, vt. (Onder flond) Ter Ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULTMAN.  N». CC VII. GELIJKHEID, V R IJ H E I D, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uitvoerend bewind der bataaf» sche republiek, betreffende eene geldheffino Vün 2., 4. en f. Per Cent op de Inkomsten. Cearrefleerd den 30. O&ober 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. H et uitvoerend bewind der bataaf" sche republiek, doet te weeten: Dar het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze , bij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dat bij Publicatiën van den 15. Maart en 19. April 1800. eene Heffing van 2., 4. en 7. ten honderd, is gearrefteerd, bij wijze van Quotifatie, waar van de wijze nader zou worden bepaald. Dat daarbij niet is bepaald geworden, dat die Quotifatie zou gefchieden van wege het Gouvernement; Dat eene dergelijke Quotifatie, hoe wenfchelijk anders ook, door derzelver meerderen omllag vol{trekt niet kan gefchieden, zóó, dat het eerfte termijn van betaaling op den 15. December plaats hebbe; t.n dat de behoefte van 's Lands Kasfe geene verfchuiving van dit termijn gedoogt; Befloo:en en verördend heeft, als in de navolgende Aniculen is uitgedrukt; Art. u  < a > Alle Ingezetenen van tt Gemeenebest, 400. guldens of daar boven doch beneden de 6o9. guldens Jaarlijks inkomen hebbende, zullen gehouden zijn re bei taaien twee ten honderd; alle Ingezetenen 600 en daar boven, doch beneden de 800. inkomen hebbende, zullen moeten opbrengen vier ten honderd: alle Ingezetenen 8co en daar boven inkomen hebbende, zeven ten honderd van het inkomen hetwelk zij duwende den Jaare i799l hebben gehad, en zulks als JJon Lriatuit, In deeze Heffing zal worden betaald door of van wegens elk Ingezeten der Republiek, vallende in de termen hier vooren gemeld, het zij hij tot een Huissean behoort, bij anderen , of op zich"zeiven woont; het zij hij zijne Goederen en Bezittingen zelve beheert , of onder de Voogdij of Curateele van anderen ltaat, of de admm.ftratie zijner Goederen aan anderen as opgedraagen; gelijk hetzelve dan ook zal gefchieden door de Weeskamers, van de inkomften van Goederen van Weezen, Ingezetenen van deeze Republiek zijnde, of alhier te huis beboorende, en bij Weesmees. teren gtadminiftreerd- wordende, in opzicht van ieder Wees afzonderlijk, hetzij bij Weesmeesteren of twee gecommitteerden derzelven, of ook wel bij een of meerder van derzelver Suppoosten, of de door hun aangeftelde Admimfbateurs; ook van inkomften, aankomende Ingezetenen van deeze Republiek, welke zinds etnige Jaaren vermist zijn, en welkers leeven of dood dus onbekend zijn, en zulks door die geenen welke onder wat benaaming ook , deeze Inkomften voor de voorfchreeven Perfoonen ontvangen, «eliik mede door de Adminiftrateurs van Goederen, toebehoorende aan gewezen Gildens, Confrérie, of ande. re Gorporatiën, ook van oe Inkomlten van zoodaanige Goederen , welke aan Armen of Weeskinderen, in Godshuizen gealimenteerd wordende, opgekomen zijn- d-s echter , dat van deeze Heffing vrij'en geëximeerd zulJen zijn alle Revenuen van Fondfen en Geftichten ad pios ufus: zoo als mede alle dienstdoende Militairen beneden den rang van Capuein, zoo veel hunne fractementen betrefc. 3-  4 3 3. Deeze Heffing zal gefchieden van het beloop van felle inkomften , welke door een ieder der Ingezetenen van dit Gemeènebesr jaarlijks genooten worden, en micsdien van alle Renten, Revenuen, Tractementen, Daggelden, Emolumenten, Vacatiën, Dagen Huurpenningen , Penfïoenen, Lijfrenrèn, Tontihen, Praebenden, Winften, Baaten en Voordeden, zoo van de vaste Goederen of Panden, dooi* hem zeiven gebruikt wordende of aan een ander in huure afgeftaan, als mede van de lnteresfen van alle Capitaalen of Effecten, welke hij refpeétivelijk in eigendom bezit , of waar van hem het vruchtgebruik toekomt, hét zij binnen of buiten de Republiek gelegen, (daar onder ook begreepen de Dövidenten der Engeliche Fondfen) als van dé Ambten, Bedieningen, Commisficn, hem, hetzij ónmiddelijk van wegens het Bataaffcfie Volk, het zij van eenige Ge^ conftitueerde Magt, of iemand anders opgedraagen, bf van Beneficiën, waar mede hij begunftigd is, midsgaders van de onderfcheiden Profesfiëh, Koophandel, Neeringen, Handteeringen, Fabrieken of Trafieken, door hem geëxerceerd of gedreeven wordende; van alle Salaris,, Makelaardij- én Dagloonén, Maand- of Weekgelden; het zij op zich zeiven , of iri dienst van anderen , binnen 's huis woonende, en generaalijk uit welken anderen hoofde, én onder welken anderen titul, zijne kostwinning of beroep ook zoude mogen zijn, niets hoegenaamd uitgezonderd j zullende dezulken, welke eenig vast Goed of Land in eigendom bezitten, en hetzelve in Perfoon bewoonen of gebruiken, verpllgt zijn in evenredigheid van andere löortgelijke Goederen, te begrooten het montant der Huur of Pacht, welke zij van dit hun eigendom zouden kunnen genieten, indien hetzelve aan anderen wierd verhuurd of verpacht, en hec montant van deeze bereekening als het inkomen van zoodanig een door hem zelfs bewoond of gebruikt eigendom in de begrooting zijner inkomsten mede moeten reekenen. Van de voorfchreeven Inkomften zullen niet mogen Worden afgetrokken eenige Huishuuren, Verteeringen, vrijwillige giften, of ook eeae belasting of verminde--  < 4 > derïng der waarde van Goederen of Effecten, of Iers diergelijks; doch zullen mogen worden afgttrokken, voor eerst: de laarlijkfche Lasten, welke op d' Goederen zelve geaffecteerd zijn, en bepaaldelijk ook alle zoodaanige Renten en Uitkeeringen waar mede eenige Goederen door een generaal of fpeciaal verband bezwaard moeten zijn , midsgaders de Interesfen van genegotieerde Capitaalen. Ten tweeden: de huur der Landerijen, welke alléén tot bekoming van inkomsten in huur worden gebruikt, doch geenzins van eenige Tuinen of Buitenplaatfen, voor vermaak of eigen gebruik gefchikr. Ten derden: de huur van Gebouwen, enkelen alléén voor Fabrieken of Trafieken gefchikt, de Boerenfchuuren, tot het bedrijf van den Landman, daar mede onder begreepen; doch alleen met relatie tot hem, welke die Fabrieken, Trafieken of Landen, zelfs gebruikt, en niet van zoodaanige Eigenaars welke dezelven als rentegeevende goederen verhuuren; des echter, dat zoo eenig gedeelte tot wooning wordt gebruikt, de huur van dat gedeelte door den Gebruiker in gemotde zal worden getauxeerd, en deeze huur tot zijne gewoone inkomften worden gereekend. Ten vierden : hec Loon, en, ingevalle van inwooning, billijk Kostgeld van Comptoir - Bedienden, Boerè ■ Knechts , Werklieden in Fabrieken en Trafieken, Voerlieden, Sleepers, Schippers-Knechts, en verdere Bedienden en Daglooners voor hunnen arbeid toegelegd, het onderhoud van Paarden, Wagens, Bouw- en Fabriek-Gereedlchappen, alles en zoo ver als alléén dienen tot verkrijging van inkomsten; het Zaad om te zaaien; de Mest op de Landen, en diergelijken. Ten vijfden: de fchade door Kooplieden, op mercantile op^ratiën geleeden; des dat deeze hunne contributie zullen moeten opmaaken naar de belance der drie laatfte Jaaren, of van dien tijd, dat zij minder dan drie Jaaren mogten zijn gezeten geweest, zonder aftrek hunner verteeringen te moaen doen. 5. Om hetzelve inkomen ie vinden ren aanzien van zoodanige Ingezetenen, bij welken die onzeker zijn, zullen dezelven verpligt wezen die inkomlten over de ' ürie laatfte Jaaren omteflaan, en een derde gedeelte van  < 5 > van dat montant te houden voor hun jaarlijks inkomen; zoo echter, dat zij in de begrooting van dien, danr van al mede niet zullen mogen aftrekken eenige verteeringen, vrijwillige giften, belasting, vermindering der waarde van Goederen of Effecten, of iets diergelijks; en dat, ten aanzien van die geenen , die nog geen drie Jaaren achter den anderen een inkom/m gehad hebben ,t hetzelve over den tijd zullen omflaan, dat zij een inkomen hebben genooten, en in evenredigheid daar van hun jaarlijks* inkomen be?rooten. 6. Echte-Lieden, het zij in, het zij buiten gemeenfchap van Goederen getrouwd zijnde, zullen alle hunne inkomften in ééne fom opmaaken, en zal alzoo door hun gecombineerd, in deeze Heffing gedraagen worden ; zullende ook eene gelijke combinatie moeten plaats hebben ten aanzien der inkomften van ieder Pupil, of andere onder toezicht gefielde Perfoonen wiens Goederen onder verfchillende Adminiltratie berusten. Van de inkomften van Goederen, toekomende aan minderjaarigen, gelijk mede aan Perfoonen, welke onder toezicht of beheering van Curateuren gefteld zijn, zullen derzelver aandeelen in deeze Heffingen gefurr.eerd worden uit de Vruchten of Interesfen; gelijk insgelijks zal gefchieden door Ouders, of door de Langstleevende van hun, die de Vruchten of Interesfen tot alimentatie der Kinderen genieten, ten ware er bij de voldoening van dat furnisfement, uit de Vruchten of Interesfen niet genoeg zoude overblijven tot alimentatie of onderhoud van zoodanige minderjaarige of onder toezicht gefielde Perfoonen; in welk geval de gemelde aandeelen, uit betCapitaal, naar vereis ch der omftandigheden , het zij geheel of ten deele , zullen mogen voldaan worden, zonder dat derzelver Voogden of Curateuren daartoe nadere authorifatie behoeven. 8. Weesmeesteren of derzelver Suppoosten, Voogden , Curateurs, of Adminiftrateurs van eenige Goederen, zullen zich, in het furneeren moeten houden aan de flipte bepaalingen van dit Decreet; en zullen dezelven ook niet mogen declareeren voor de moeite, di®  die zij, ter deezer zaake, gehad hebben; worden dé voords de Weeskamers, Voogden en Curateurs, bij deeze generaalijk gequalificeerd, om, voor zoo ver zulks, ingevolge het hiervooren bepaalde noodig zoude zijn, te verkoopen of beleenen, voor zoo veel als in deezen moet worden gefurneeri. IngevaTle zich Iemand in de noodzaaklijkhetd mogt bevinden, het zij in zijn particulier, of in een der bovengemelde, qualiteiten, om to,t het bekomen van gemelde Penningen, ten einde in deeze Heffing te furneeren, eenige vaste Goederen te belasten, en dezelve woonachtig is in zoodanig gedeelte van dit Cemeenebest, alwaar de Ilijpothecatie van zulke Goe-r deren fubjecl; is den 40. Penning of andere foortgegelijke lmpofitiën, zal dezelve in dit geval van dien Impost vrij, en nogthands de Hijpothecatie van hetzelve effect: zijn, als of de hetaaling van gemelden Penning, of andere foortgclijke Impofitie daarvan gedaan wa's , mids dat onder Eede, of , ten aanzien van de zoodanigen, wier Godsdienstige gevoelens zulks niet gedoogen, met waare woorden, ir* plaatfe van Eede, verklaard wordt, dat de alzoo opgenomen Penningen tot furnisfement in deeze Heffing alléén, en tot geen andere einden hoegenaamd, gebruikt zullen worden. 10. Deeze Heffing van 2., 4. en 7. per Cent op de Inkomften zal worden opgebragt op de twee volgende termijnen. Drie ten honderd van die geenen welke ƒ 800. en daar boven inkomen hebben, en twee per Cent voor rie geenen, welker inkomften f 600. en daar boven, dccfi beneden de ƒ 8oo. beloopen, vóór of uiterlijk op 15. December deezes Jaars. Vrer per Cent voor die geenen welker inkomen meer dan ƒ 8co- beloopen; twee per Cent, voor hun welker inkomen f 000. en daar boven, doch beneden de ƒ 8co. bedraagt, en twee per Cent voor hun die ƒ 400. en daar boven, doch beneden de/óco, aan Revenuen hebben gehad , vóór of uiterlijk op den 31. Januarij 1801. zullende echter ieder die zulks goedvindt, alles vóór of pp den 15. December kunnen betaalen. 11^  < 7 > II. Dat bii overlijden van Ingezetenen deezer Republiek, die tot furnisfemenc in deeze Heffing gehouden zijn, bij aldien hun overlijden na den 15. Maart is voorgevallen, of nog voorvale eer dat zij het bovengemeld furnisfement geheel of ten deele gedaan hebben, op de wijze Art. 10. hier voren gemeld, derzelver Erfgenaamen, Executeurs of Boedelredders, gehouden zullen zijn, alles, het geen de overleedene had moeten opleggen , te voldoen, en vervolgends de geheele betaaling te verandwoorden, 12, Dat alle Perfoonen, Ingezetenen van dit Gemeenebest geweest zijnde, en zich nu buiten hetzelve bevindende, het zij met der woon, of door eene abfentie voor zekeren tijd, zullen gehouden zijn in deeze Heffing, op den voet van dit Decreet te contribueren, en hunne Contributie te verandwoorden; ten ware dezelven reeds een Jaar en zes weeken vóór het emaneeren der Publicatie "in dato 15. Maart 1800. waren abfent geweest. En zullen de geenen, die, voor dat zij ten vollen aan hunne verpligting omtrend deeze Heffing hebben voldaan, zouden begeeren met er woon buiten de Republiek te vertrekken, bij arrest tot het voldoen aan hunne verpligting worden gehouden, tot dat zij ten vollen voldaan of cautie gefteld zullen hebben. 13- Dat de geenen, die uit andere Landen, na den 15. Maart i8so. zich binnen deeze Republiek nedergezet hebben, niet gehouden zullen zijn te furneeren in deeze Heffing. 14. Dat Perfoonen, Ingezetenen van dit Gemeenebest zi'iide, doch geen vast domicilie in hetzelve houdende, maar nu in deeze dan in geene Plaats voor een tijd hun verblijf houdende, het zij zich geneeren met ter Zee te vaaren, of in andere omzwervende leevenswijs, gehouden zullen zijn aan den inhoud van dit Decreet te voldoen, ter plaatfe daar zij zich bevinden; ten ware zij deeden blijken elders in dit Gemeenebest aan hunne verpligting voldaan te hebben, en dat zij bij nalaatigheid of onwilligheid, voor hun ■vertrek daar toe bij arrest zullen worden gehouden.  < 8 > I5« fdDe^furnisfementen in "deeze Heffing zullen ge- E rsisltik: in contante Gouden en Zilveren Spe. cien; zullende de ZeeuwfcheRijksdaalers aiömme, waar dezelven anderszins niet worden afgenomen, tot *» icuivers kunnen worden gefurneerd; met uitzondering van Ing.zetenen van het voormaalig Gewest Zeeland , ten aanzien van furnislementen in dat voormaalig Gewest gedaan, als van welken de Zeeuwlcne Muntipeciën zullen worden aangenomen tegen den Cours tot nu toe in het voormaalig Gewest Zeeland gebruikelijk. Ten tweeden: in Furneer-Billetten, gefprooten uit de Publicatie van 15. Maart 1800. Ten derden: in Nationaal Beleenbankgeld; voor de helft. 16. Dat voorfchreeven Furnisfement zal gefch'eden bij alle zoodanige Perfoonen, en op zoodanige Plaatfen als door het Uitvoerend Bewind nader, en overeen' komfhg het grootfte gerief der Ingezetenen, zal worden bepaald. Dat het aan een ieder zal vrïjftaan, om zijn Furnislementen te doen, of door anderen te laaten doen, zonder gehouden te zijn re declareeren, dar de Fur' nisiementen voor zijn reeken ing gedaan worden; zullende de Quitantiën ten keuze van den Furneerder ook kunnen worden genomen op Naam, op Letter, or in Blanco; echter met dien verftande, dat een ieder zal moeien furneeren, of doen furneeren, onder dat Districl onder het welk hij, in cas van Gemeene Middelen, resoneert, en met bijvoeging van de Plaais, van waar het fwnislèment worde gedaan zoo als de Quitantiën aimeie zullen worden afgegeel ven tot zoodanig een grootte als een ieder verkiest 18. Dat het aan elk Ingezeten zal vrijftaan, om zich zeiven te quotifeeren , mids daaromtrent ter goedertrouwe als mede met de meeste accuratesfe te werk gaande en in daartoe rond te zenden Billetten invullende' de juiste fom ■ welke door hem moet worden gefurneerd. 19. Dat, ten einde te zojgen, dat zich een ieder in dee-  < 9 > deezen naar behooren van deszelfs pligt kwijte, het Gemeente-Beftuur van elke Stad of Plaats, binnen veertien dagen na de afkondiging deezes, aan elk: Ingezeten zal doen rondzenden een gedrukt Billet, waarïn dezelve verpligt zal zijn intevullen, wat door hem moet worden betaald, op den voet in het even voorgaande Articul gemeld, gelijk ook , of hij eenige Goederen voor anderen adraïniftreert, onder welken titul ook, voor welken hij verpligt zoude zijn, ingevolge de boVenftaande Articulen, te betaalen, en wat voor dezelven moet worden voldaan, als mede, of hij eenige Perfoonen bij zich Inwoonen heeft; en welk Billet hij gehouden zal zijn, met zijn voor- en toenaam te onderteekenen. En zal een ieder, die door omisfie, bij de Gemeente - Beftuuren veroorzaakt, door verhuizing of andere redenen, geen billet heeft ontvangen, gehouden zijn, een Quotifatie - Billet van het Gemeente-Beftuur te laaten haaien, en hetzelve intevullen; terwijl die geenen, welke beneden de ƒ 400. aan inkomften hebben gehad, en welke uit dien hoofde niet verpligt zijn in deeze Herring iets te betaalen , zulks op het evengemelde Declaratoir zullen moeten te kennen geeven, en dat mede met derzei ver voor-en toenaam zullen moeten onderteekenen, ofwel, zoo veel aangaat zoodanige Ingezetenen, die hunne naamteekening niet kunnen fchrijven, dat dezelven verpligt zullen zijn hun gewoon merk daar onder te ftellen, in praeferitie van een getuigen die zulks mede zal moeten onderteekenen , alles echter in het vaste vertrouwen, dat ook dezulken, welke uit voorfchreeven hoofde met verpligt mogten zijn in deeze Heffing te furneeren, meerder hunne Vaderlandsliefde dan hunne ftricte verpligring gehoor zullen geeven, en zich beijveren, om het hunne, een ieder naar zijn vermogen, tot redding van het Vaderland, bijtedraagen. 20. Dat al verder op den omflag van evengemelde Quotifatje-Billetten, dooreen ieder zal moeten -.vorJen gtftela en onderteekend, en ten aanzien van die geenen welke niet kunnen fchrijven, met hun gewoon merk bevestigd, in praelëntie van een Geiu'gen, die zulks n ede zal moeien onderteekeaen, het volgend Declaratoir: „Ik  « „ Ik ondergeteekende C of, furneerende in een bé„ trekking van Voogd, Administrateur of dergelijke ^ „ met uitdrukking van den Perfoon of Goéderen, „ waar voor hij furneert) verklaare bij deeze pleg„ tig, dat ik, na een gemaakten overflag, ingevolge „ het voorfchrift van de Publicatie van het Ditvoe„ rend Bewind der Bataatfche Republiek, van den „ 30. Ocbober 1800., mijne Inkomften over het voor„ leeden Jaar 1799-5 zoodaanig heb ingevuld, als die „ waarachtig geweest zijn; en wanneer bij onderzoek „ mogt geblijken, dat ik mij in deezen niet naar be„ hooren fan mijn pligt mogte hebben gekweeten, „ bereid re zijn, ingevolge opgemelde Publicatie, de „ daar op geftelde boete te voldoen; terwijl ik ein„ delijk, wanneer mogt blijken mij in zoo verre „ vergeeten te hebben, dat ik deeze opgaave ter „ kwaader trouw of tegen beter weeten aan te laag „ had opgegeeven, mij willig te onderwerpen aan alle zulke ftraffen, als zoodanig fchandelijk gedrag verdient, en bij voornoemdePublicatieis vastgefteld." *I. Dat de gemelde Billetten, binnen den tijd van vier weeken daar na, wederom zullen worden afgehaald in beflooten Busfen, en alsdan alzoo ingevuld en onderteekend, verzegeld terug gegeeven zullen moeten worden; op poene, dat die geenen, welke bevonden zouden mogen worden daar aan niet te hebben voldaan , zullen worden geconfidereerd zich aan deeze Heffing te hebben willen onttrekken, en midsdien, na eene gedaane fommatie van wegens het Gemeen^ te-Beftuur, om daar aan alsnog binnen de eerstkomende vier en twintig uuren te voldoen, daar toe bij gijzeling zullen worden geconftringeerd, en dat teffens hun Boedel daadeliik zal worden gebragt onder fequesiratie , ten ware zij aouden kunnen aantoo* nen, door wettige redenen en omltandigheden daar in verhinderd te zijn geweest, het welk zal worden overgelaaten asn het oordeel van de Plaatfelijke Municipaliteit, of van de Commisfie, uit haar midden daar toe te benoemen. ea. Daar eene ongelukkige ondervinding heeft geleerd, dat, hoe zeer de meeste Ingezetenen van hgt, Bataafsch G»  *i II > Gemeenebest de hun opgelegde Lasten gewillig en mee alle getrouwigheid hebben opgebragt, fommige anderen echter ten dien opzichte zich deels aan eene onverfchoonlijke achteloosheid, deels aan ftrafwaardig pligtverzuim, hebben fchuldig gemaakt, en daar door der» last op de fchouderen hunner Medeburgeren niet weinig gedrukt, en dus noodzaaklijk gemaakt de voorzorg, tegen Hechte pradtijken te verdubbelen, en de braaven de verzekering van eenen gelijkmaatigen opbrengst te geeven, zal het Vertegenwoordigend Lighaam, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, nadere bepaalingen maaken otntrend de meest gefchikte en minst kostbaare wijze van onderzoek, of zich een ieder in deezen van zijnen pligt heeft gekweeten; zullende daar bij fpeciaal worden in het oog gehouden, dat de Bezittingen van de afzonderlijke Ingezetenen niet noodeloos worden bekend gemaakt, en dat met alle befcheidenheid worde gehandeld ten aanzien van de ingevulde Quotifatie-Billetten, welke provifioneel verzegeld onder de refpective Gemeente-Beftuuren zullen blijven berusten, om, na het afloopen van het onderzoek, dat met al dien ernst en ngeur zal worden uitgeoeffend, welke het belang des Lands vordert, te 'worden terug gegeeven of vernietigd. De zoodanigen, welke zich ten aanzien deezer Heffing niet naar benooren van hunne verpligting hebben gekweeten, en zulks, het zij voor zich zeiven, het zij in eenige qualiteit, moetende furneeren, zullen ondergaan de volgende poenaliteiten: Foor eerst, die geenen, welke na voorgaand onderzoek, zullen worden bevonden zich niet naar behooren te hebben gequotifeerd, zullen naar billijkheid worden verhoogd, en verpligt zijn driemaal zoo veel, als waar toe zij anderzins gehouden zouden zijn, geweest, voor het geen hunne quotifatie te laag bevonden wordt, te betaalen, alles onverminderd de * poenaliteiten in welken zij mogten zijn vervallen door dat geene, het welke zij achtervolgends hunne eigen quotiiatie moesten betaalen, of iri het geheel niet, of niet op de gefielde termijnen te hebben opgebragt; zoo dat iemand, welke zich op negentig guldens gequotileerd hebbende, na onderzoek bevonden wordt ho*«  < 12 > honderd fchuldig te zijn, driemaal tien guldens zal moeren betaalen, als tien guldens tot fuDpletie van het geene te weinig was gefurneerd, en twintig als boete van de te laage quotifatie. Ten tueeden, die geene, welke bij het afioopen van den tweeden Termijn niet hebben opsebract de fom welke zij ingevolge Quotifatie verfchuldigd zijn, zullen verpligt zijn het dubbeld te betaalen van het aeen door hun had behooren te zijn gefurneerd, zoo'dat iemand die negentig moet opbrengen en maar zestig heeft opgebragt, zal moeten betaalen zestig guldens als dertig voor het te weinige, en dertig boven dien als boete. Ten derden, die geenen, welke in den eerflen termijn te weinig betaalen, maar zulks bij den tweeden Termijn aanzuiveren, zullen verpligt zijn de belft van het te weinig gefurneerde te betaalen als boete; zoo dat iemand, die, honderd in 't geheel moetende geeven daar van in den eerfien Termijn veertig, en in den laatflen zestig betaalt, die zal vijf guldens boete geeven. 24: Het Uitvoerend Bewind wordt gelast te maaken alle zoodanige fchikkingen, als tot het behoorlijk executeeren van dit Decreet noodzaaklijk zijn, en in het bijzonder het bepaalen van de Plaatfen van ont. vrng, het benoemen van Ontfangers of Commisfarislén tot ontvangst, het formeeren en arrefleeren der nodige IniTruélien voor dezelven, het arrefleeren van Formulieren van Quitantiën en Billetten van aangif. te, met het geen verder tot de executie deezts behoort. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 50. Odlober 1800. Het zesde Jaar der Bataaflche Vrijheid. (Was geparapheerd) B E S I E R, vt. (Onder ftond) Ter oidonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C G. H ÜLTM AN.  N°. CCVIII. G E L IJ K H E I D, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUB LICATIE van het ui tvoe- reno bewind der bataaf- sche republiek, houdende maatregelen tot weering van alk bedrog, hij het dehiteeren van loten in de Generaliteits, nu Bataaffche loterij. Ge'drrefleerd den 3r. O&oher 1800. Het zesde Jaar der Ba* taajfche Vrijheid. H JLAeT uitvoerend bewind der bataaf» sche republiek, doec te weeten: Dat bet Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze , oij de Staatsregeling voorgefchreeven, overwoogen hebbende: Dar omtrend het debiteeren der Loten van de Generaliteits, nu Bataaffche Loterij', en bijzonder met gedeelten derzei ven, verfcheiden bedriegerij ën plaats hebben, waar door onkundige Menfchen op de fchandelijkfte wijze worden misleid, en dat tot verhindering daar van gepaste maatregelen behooren te worden in het werk gefield; Beflooten en verordend heeft: Dat, ten einde alle bedrog met de Loten uit de B.uaaffche Loterij, of gedeelten van dien, voorte. ko-  komen , en krachtdaadig te weeren, niemand, behalTen de door den Ontfanger in der tijd aangeftelde gequalificeerde Collecteurs, zal vermogen eenige geheele of gedeelten van Loten, uit dezelfde Loterij fpruitende, in koop of huur, onder zijne handteekening te fplitzen en uittegeeven, ten zij hij zij een gezeten Burger; zijne vaste woonplaats hebbende in eenige Gemeente binnen deeze Republiek, noch eenige zoodanige Billetten te debiteeren, verkoopen of uitteventen, tenzij geteekend door dusdanige aan hem Verkooper of Venter bekende Splitzers, op eene boete van honderd guldens, voor elk Lot of gedeelte van dien, voor de eerfte maal, of bij gebreke van dien, confinement voor een Jaar, en dezelfde boete, benevens een diiejaarig confinement voor de volgende leizen , telkens te verbeuren en te ondergaan. Dat geene l.oten of gedeelten van dien, door eenig Teekenaar of Splitzer zullen mogen worden uitgegeeven, waar op niet duidelijk zijn Naam en Woonplaats ftaan uitgedrukt, op eene boete van honderd guldens, benevens verbod van immer eenige Loten onder zijne handteekening uittegeeven. Dat geen Collecteur, Splitzer of Teekenaar, zal vermogen eenig Lot tot gedeelten gefplitst, te beleenen, en dus geene Loten of gedeelten daar van, hetzij in huur of koop, te teekenen of uittegeeven, waar van het ooriprongiijke Lot, of een gedeelte van dien , door een ander bekend Collecteur of Splitzer behoorlijk onderteekend, hem niet in wettigen eigendom is toebehoorende; noch meermaalen zoodanig geheel of gedeelte hem toebehoorende, in koop of huur uittegeeven, of meerder gedeelten daar vr-n te maaken en uittegeeven , dan zoodanig geheel of gedeelte hem in wettigen eigendom toebehoorende  < 3 > de, bedraagt; en dat die geene, welke zich, met opzet, aan het teekenen, fplitzen, uitgeeven, verkoopen of verhuuren van Loten, of gedeelten van dien, welke hij niet in wettigen eigendom bezit, fchuldig maakt, of meerder gedeelten uitgeeft, verkoopt of" verhuurt, dan alten te famen dat geheel of gedeelte, 't welk hij bezit, uitmaaken, in eene boete van een duizend guldens zal vervallen, en daar en boven, bij de minfte blijk dat zulks voorbedachtelijk isgefchied, aan den lijve met geesfeling en tienjaarig confinement, zal woiden geftraft. Dat geen Slijter, Venter, of Verkooper zal vermogen eenige heele of gedeelten van Loten, zonder daadelijke levering, of voor meerder Clasfen, weeken of dagen te verkoopen of verhuuren, dan op dezelven duidelijk ftaan uitgedrukt, noch op gezegde Loten of gedeelten op den rug of ergens elders, met zijne hand eenige invullingen van meerder Clasfen, weeken, dagen, of hoegenaamd te maaken of . doen maaken , op eene boete van vijf honderd guldens voor de eerfte keer; en van een duizend guldens voor de tweede keer , en dat hij daarenboven aan den lijve met geesfeling zal worden geftraft. Dat, op de ftraflën en poenaliteiten op falfiteiten reeds vastgefteld, of die in het vervolg zullen worden vastgefteld, wel expresfelijk wordt verboden, alle vervalfing van Loten of Billetten, van het getal der Loterij, der Clasle, der week- of dagteekening, der Nummers, Onderteekeningen, Lijsten, Plans en wat meer vervalst, en ter kwaader trouw verkeerdelijk of kwalijk kan worden gefield, gefchreeven of gedrukt, gelijk mede het verkoopen van geheele of gedeelten van Loten in huur of in koop, die in eene trekkende of voorgaande Loterij met Niet zijn uk-  < 4 > uitgekomen: — waar onder echter niet begreepen zijn de heele origineele Nieten, die, als van ouds, volgends Prijs-Courant, ter verwisfeling met andsre Loten in eene daarop volgende Loterij, als zoodanigen mogen verkocht of veihandeld worden. — Het verkoopen van Loten of gedeelten ia koop, die in een der voorige Clasfen verzuimd zijn te furneeren — het verkoopen van vervallen Huur-Billetten, en alle anderen die van geene waarde zijn — het emploijeeren van Lijsten uit voorige Loterijen, en wat meerdere Practijken door kwaadwilligen tot bedrog of misleiding kunnen worden gevonden. Dat op alle Loten of gedeelten van dezelven, die van Clasle tot Clasfe, van week tot week, of tot een zeker getal van Lijsten in Huur of Koop worden uitgegeeven , duidelijk zal moeten ftaan vermeld het getal der Loterij, en wanneer die is gearrefteerd, de Clasfe, de week of de Nummers der Lijsten, voor welken dezelven gangbaar en uitgegeeven zijn, en eindehjk dat op de Koop-Billetten, die voor ééne Clasfe zijn uitgegeeven, moet uitgedrukt zijn, dat de verwisfeling voor eene volgende Clasfe uitterlijk op Vrij. dag vóór de trekking moet gefchieden, alles op eene boete van vijftig guldens voor elk Billet te verbenren, boven en behalven de ftraffen hier voor bepaald, indien mogt blijken dat daar mede eenig bedrog of falfiteit ware gepleegd. Dat voords de Splitzers of Teekenaars, in zoo verre zulks op hunnen Handel betreklijk is, en bijzonder ten opzichte der verwisfeling van geheele Loten en gedeelten in Koop, volftrekteüjk gehouden zijn zich te gedraagen naar de bepaalingen, deswegens, bij het arrefteeren der Lotenj, door den Lande gemaakt. b Dat,  < 5 > Dat, om voortekomen alle twisten tusfchen de Loterij - Handelaars en de bijzondere Deelneemers, wordt vastgefteld, dat de Handelaars, zoo veel mogelijk, zullen hebben zorg te draagen, dat aan de Houders van Koop - Billetten , onder hunne Handtee-> kening uitgegeeven, bij de verwisfeling van Clasfe tot Clasfe, dezelfde Nommer weder worde ter hand gefteld; doch, dat bij gebreke van dien, zij verpligt zullen zijn, om aan den Houder van zoodanig Nom» mer, waar van zij de verwisfeling niet kunnen effectuëëren , twee Billetten, voor de eerstvolgende Clasfe verwisfeld, ieder van gelijke waarde als hec vermiste, doch van andere Nommers, tegen betaaling van het verwisfel-geld voor één Billet in plaats te geeven; zullende de Houders insgelijks daar mede genoegen moeten neemen, zonder eenige verdere actie of aanlpraak, uit hoofde van zoodanig erreur, te hebben of te houden. Zoo echter het geval exteerde dat een gequalificeerd Collecteur of Splitzer de verwisfeling niet kort effectuëeren van een Billet in koop, van het welk een ander gequalificeerd Collecteur of Splitzer houder is , en waar van door den laatften aandeelen, onder deszelfs handteekening zijn uitgegeeven, blijft de eerfte aan den tweeden aanfpraaklijk voor den Prijs welke op het Nummer van dit Billet mogt vallen, naar maate van het aandeel hetwelk hetzelve Billet bedraagt. Envoords, dat de Boeten, hierboven vastgefteld, zullen zijn een derde ten profijte van den Aanbrenger, met impuniteit daarenboven, indien hij medepligtig zijn mogt; een derde voor de algemeene Armen der Plaats waar de Calange gefchiedt; en einde, lijk een derde voor den Officier die de Calange doet; zullende die geenen, welke de gezegde boeten in. cur-  < 6 > curreeren, en niet in iïaat mogten bevonden worden om dezelve te voldoen, zoodanig met Bannisfement, Confinement, of andere corporeele flraf worden geftraft, als naar bevind van zaaken zal worden geoordeeld te behooren. Dat eindelijk onder de boven gemaakte bepaaüngen wel expresfelijk wordt begreepen, en aan dezelfde gelijkheid onderworpen, de Loterij van het voormaalig Gewest Utrecht, zoo lang dezelve nog in wezen zal zijn. Dienvolgends gelast het Uitvoerend Bewind, in naam van het Vertegenwoordigend Lighaam, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, alömme daar zulks behoort. Gedaan in den Haag, den 31. O&ober 1800. Het zesde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) B E S I E R, vt. (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULTMAN.