VADERLANDSCHE Hl S T O RI K VIER- EN- TWINTIGSTE DEEL,  VADERLANDSCHE HISTORIE, VERVATTENDE DE GESCHIEDENISSEN DER VEREENIGDE NEDERLANDENf Uit de geloöfwaardigfte Schryvers en egte Gedenkftukken zaaicngcftcld. Met Plaatcn. VIER EN- TWINTIGSTE DEEL. ■EGINNTBNDB ME i' DEN JAATiE .766 EN EIND1GENDS MEIDEN JAARB 1774. BEVATTENDE HET TYDPERK. DER MEERDERT AARIGH EI D DES ERFSTADHOUDERS , WILLEM DEN V, TOT DE AMERICAANSCHE ONLUSTEN. TEN ONMIDDELYKEN VERVOLGE VAN WAGENAARS VADERLAND SCHE HISTORIE. Te AMSTERDAM, « 10 HANNES ALLART. JVIDCCLXXXI X»   VADERLANDSCHE HISTORIE. NEGEN- EN- TACHTIGSTE BOEK. INHOUD. Eenigen in Friesland willen Willem lxxxix. Den V eene Inflructie by zyne Meer derjaa- boek. righeid geeven. IVenseh van den Raad van . Staaten by het overleveren der Petitie voor dit Jaar. Voorafgaande Schikkingen by de Algemeene Staaten tot de Mcerderjaarig verklaaring van zyne Hoogheid. De Uitfchryving van den Dank- Vast- en Bededag maant de Ingezetenen aan om des te gedenken. Begroetingen by zyne Hoogheid. Hy bezweert de Commisjicn van zes Gewefien. Legt den Eed by de Algemeene Staaten af. In den Raad van Staaten ingeleid. Cominisfie van Staaten van Holland aan zyne Hoogheid opgedraagen. Willem deV legt op dezelve den Eed af. Wordt ten Hove van Holland, Zeeland, en Friesland ingeXXIV. deel. A leid.  a VADERLANDSCHE lxxxix. leid. Schikking by hun Hoog Mogenden op bolk. de Patenten. De Hertog van brunswyk, • - uit naam der Algemeene Staaten, bedankt, en verzogt in Dienst van den Staat te blyven. Staaten van Holland draagen aan zyne Hoogheid het begeeven der Krygsampten, als mede het Opperhoutvefier of Jaagermeefterfchap, op. Erkentenis van twee maal honderd duizend Guldens door hun aan den Hertog aan brunswyk gefchonken. Vreugdebedryven by de Meerderjaarigheid. De Jooden neemen 'er byzonder deel in. Verdere Geluhvenfchingen, en Bevorderingen in Krygsbedieningen. Het Opperbewindhebber - en Goitvemeurgeneraalfchap der Oost - Indifche Maatfchappye aan zyne Hoogheid opgedraagen. De Prins legt -een bezoek te Leyden af, als mede te Delft, Rotterdam en Dordrecht. Vreugde in Zeeland op den achtflen van Lentemaand. Neemt daar vervolgens zitting m de Staatsvergadering. Tot Markgraaf van Veere en Vlisfingen ingehuldigd, en Zittingneeming in de andere Zeeuwfche Vergaderingen. Verwelkomingen te Bergen op Zoom, Breda, en in 's Hertogenbosch. Zyne Hoogheid te Utrecht ingehaald. In Gelderland ingehuldigd. Pragtig onthaal op Rofendaal. In Overysfel ontvangen. Inhaaling te Kampen, te Zwolle, en te Deventer. Vreugdebetooningen in de Oost- en West-Indien over de Meerderjaarigheid van den Prins. Zyne Hoogheid tot Opperbefchermer en Opperdeken van Pictura in 's Gravenhaage aangefteld. De Tekenfchool te Amfterdam bloeit. De Maatfchappy der Neder-  HISTORIE. 15 l, Prefident en Raaden van den voorfz. 011- lxxxixü „ zen Hove, en alle andere Jufticieren en boek. „ Officieren van meergemelden onzen Lan „ den van Holland en Westfriesland, dat 1766. „ zy den hooggemelden Heere Prins „ wilhelm houden en refpecteeren als „ Erf - Stadhouder, Erf - Gouverneur, Erf„ Capitein Generaal en Admiraal voor„ noemd, denzelven te bewyzen alle Ee„ re en Reverentie in alle het gunt het be„ leid en gebruik van den voorfz. Staat „ aangaan mag, en het gunt daar aan „ kleeft, hem te obedieeren en te doen al„ le addres en adfiflentie (*)•" Zyne Hoogheid betuigde gereed te wee- Willem zen om, op die Commisfie, den Eed, in de V legt de Vergadering van Staaten van Holland, °P ^el" af te leggen. Derwaards begeleid door Eed af_ een Heer uit de Ridderfchap en drie Bur- Ten Hove gemeefteren uit de Steden Dordrecht, Am- Kolft er dam en Alkmaar, met den Raadpenfio- i^f"~ naris sieyn, begroette de laatstgemelde Friesland hem met eene Aanfpraak, en nam den Eed ingeleid, af. Een korten tyd woonde de Erfftadhouder de Vergadering by, om vervolgens in de Raadkamer van den Hove en ter Rolle te verfchynen, waar alles tot eene plegtige ontvangst in gereedheid was. Gelastigden uit Holland en Zeeland bragten hem daar binnen, de Raadpenfionaris steyn Voerde weder het woord van verwelkoming, en werd daar in vervangen door den Raad- (*) Refol. van Holt. 27 Feb. 1766.  HISTORIE. i$ amptért, op de lyst en terbetaalinge van bxxxix. Holland ftaande, van Vaandrig tot Collo- boek. nel toe, zou worden opgedragen, bene- ——vens het Opperhoutvefter- oïjaagermeefter- 17660 fchap. — In het verkenen deezer laatfte . Waardigheid bewilligden alle Steden van Zuid-Holland; doch de Afgevaardigden van Hoorn, Enkhuizen en Medemblik daar op niet gelast, verklaarden het wel te willen laaten doorgaan, op den zelfden voet als, in den Jaare mdclxxii en mdccxlvii, zonder daar mede de oude Vryheid van West-Friesland te benadeelen. Ook deedén de Afgevaardigden van Edam, Monniken* dam en P urinerende aantekenen, dat zy, ui de gemelde opdragt, toeftemden, bèhour dens en onverminderd de Privilegiën vari de Jagt, Vogelvangst en Visfchérye, by de Inwoonderen dier Steden oudtyds yerkreègen.^- Men beflcotby een Plakaatin 't Gooiland te Verbieden het Jaagen, het Weifpel te oefenen, of ook eenig Wild te vart- ■ gen, op dat zyne Hoogheid het vermaak Van. de Jagt aldaar ongeftoord en met meer genoegen mogt genieten. — En kree-1 gen de Steden last om de Benoemingen der Magiftraatsbeftellingen aan den meerderjaarig géworden Stadhoifder toe te zenden; ; Streelend was voor den Hertog van ErkenteBrunswyk het omtrent hem gebeurde en be- n»s d°or flootene by hunne Hoog Mogenden, dan jggJk Staaten van Hol/and, in overweeging gèno*> tog van inen hebbende of men, by eene dergelykö Brunswyk Dankbetuiging, niet iets daadlyks zou fö|||^chon' gen om daar van ten klinkenden blyk Ba' itrêfe-  zo VADERLANDSCHE lxxxix. ftrekken, werden te raade hem te verdoek. zoeken, van hunnen wege, eene erkente- nis van 200,000 Guldens te willen aanvaar- 1766. den (*). Vreugde- Naa het verrigten van zo veele zaaken, bedryven en jlet volvoeren van alle deeze ftaatlykhelegenheid" den, aanfchouwde 'sGravenhaage dengrootfchen optocht van den Erfftadhouder, van de Algemeene Staaten, en den Raad van Staaten,na httOuck-Hof om daar onthaald te worden op een pragtigen maaltyd., door zyne Hoogheid voor honderd en twintig Per- (_*") Refol. van Holt. 8 Maart 1766. Deeze erkentenis gelden, zo van de byzondere Geweften, als van zyne Hoogheid zelve , beliepen 611,009 Guldens. Gelderland gaf voor zyn aandeel ƒ 50000 - : - : Holland - - 200000 - : - : Zeeland - - 30000 - : - : ÏTtrecht - " 25000 - : - : Friesland - - 40000 - : - : Overysfel - - 36000 - : - * Groningen - - 25000 - : - C Land van Drente * 5°°° ~ '• " y f 411000 - : - : Zyne Hoogheid i ƒ 200000 - : - : ƒ 611000 - : - ; De Prins hadt , daarenboven, ten blyk zyner erkentenisfe aan dien Voogd, hem aangefteld tot Collonel en Ritmeefter Commandant van het Esquadron Gardes du Corps, in welke hoedanigheid hy, op den dag der Inhuldiginge, voor den Raad «ranStaaten, den Eed deedt.  II I S T O R I E. *7 aanvaarden dier Waardigheid, zou uitftel- lxxxix. Jen tot den tyd dat hy ter Staatsvergadc- boe k. ring in dat Gewest Zittinge zou nee men (*), hadt het den achtften van Len- ijó6. temaand te Middelburg, en in eenige andere Steden, aan geene Vreugdbetooningen ontbrooken. Vlisfingen en Veere ftaaken boven alle andere uit, en de eerstgemelde deezer twee Steden, die op zyne Hoogheid, als Heer en Markgraaf, eene nadere betrekking hebben, was, zo verre wy weeten , de eenige , die deezen Dag ter byzondere Godsdienstoefening beftemda , en den Voormiddag fleet in de Groote Kerk zo onder 't gehoor des Orgels en van verfcheide Speeltuigen, als van eene Redenvoering, des oudften Leeraars g-. vro lykhert, op den Middag ftaatlyke Maaltyden hieldt, en aan 't Volk Bier ten belle gaf om zich , onder het losfen van 't Kanon, het afvuuren der Bezetting, en het geftadig gelui der Klokken vrolyk te maaken. Dit alles was een voorfpel van der Neemt Zeeuwen verknogtheid aan Jt Stadhouder- d.aar ?it-" lyk Huis: want toen zyne Hoogheid naa sTaatsvereene voorfpoedige Reize den twee - en - gadcring. twintigften van Bloeimaand te Middelburg landde werd hy in die Hoofdftad op 't ftaatlykst ontvangen, en daags naa zyne aankomst door de regcerende Burgemcefters der Zes (temmende Steden, uit 's Lands Huis van den Eerften Edelen in deAbtdye, hem ten Ho- <*} Not. vanZeei. 3 Feb. 17Ö6.  28 VADER LANDSCHE lxxxix. Hotel vervaardigd, afgehaald en naar de boek. voorgemaakte fchikkingen ter Staatsver- gadering ingeleid (*). Alle de Huizen 1766. dier Stad waren 's avonds op 't fraayst en kostbaarst verlicht, en werd een kunilig vuurwerk, in 'tbyzyn van zyne Hoogheid, afgeftooken. — De Raadpenfionaris willem van citters, voorheen door den Prins benoemd om, by voorraad, de Plaats van Eerften Edelen te bekleeden, kreeg hier- toe thans de volledige aanftellinge, en werd, het Raadpenfionarisfchap aaa adriaan steengracht opgedraageTl (t)- Tot Mark- Hoogftaatlyk gingen de Inhuldigingen graaf van tot Markgraaf van Veere en Vlisftngen toe. Veere en Van Middelburg, de plaats waar zyne Sehuf " Ho°gheid beftendig overnagtte, begaf hy digd, en zich, den acht - en - twintigften van BloeiZitting- maand, na Veere. De poorten dier Stad naneeming berende verwelkomde hem de Magiftraat zluwll en Raad, en handigde de Sleutels over. Vergade- In vorstlyken trein reedt hy door eene meringen, nigte Eerepoorten en Zegeboogen na het Stadhuis: voor 't zelve waren de Burger Compagnien vergaderd, op de puie van dat Gebouw, met een heerlyk verhemelte bedekt en vercierd, verfcheen de Markgraaf, ontving onder 't zelve de hulde der Burgerye, en deedt den Eed ter handhaavinff haarcr Voorregten. b Twee (* ) Not. van Zeel. 2.2 en 23 Mey 1766, (15 Not. van Zeel. 14 Aprii 26 Mey 1766.  34 VADERLANDSCHE lxxxix. zwaar Gefchut, verzelde onophoudelyk het boek. Vuurwerk; alles wrogt mede om het luis- terryk en ontzaglyk te maaken. — Nauw- 1766. lyks waren de felflikkerende lichten van dat Kunstvuur uitgebluscht, of, ze werden van zagter vervangen, die op nieuw de duifternis verdreeven. Een onnocmelyk getal Lampions, in een oogenblik aangeffooken, verlichtten het groote Bloemperk, de fchoone Grotwerken, benevens derzelverkleine Kabinetten, de beide groote Watervallen, als ook de bovenfte Terras en het geheele Theater; het Cyfer van zyne Hoogheid maakte een einde aan dit luifterryk verfchiet. Tusfchen ieder Oranje-boom in 't groote Bloemperk was een Pyramide van licht; de Boord van de Gragt, als mede die van de Terras , de trappen voor de Grot, en de geheele boven randen van dezelve, waren alle met Lampions , die een vierdubbeld licht gaven, bezet. De onderfte Waterval was, tot aan de Gragt, op ieder trap verlicht, vallende telkens het water over 't licht heenen; by deeze vertooningen, volmaakt éc'nig inhaare foort, kwam het onophoudelyk fpringen der Fonteinen: flil en fchoon weder begunftigde dit Tooneel van verlichting, in welks befchouwen het oog zich nauwlyks kon verzaaden. Op nieuw werd dit ftil vermaak afgewisfeld door het woeliger van een Bal, door het verkwikkende van een Soepé aan, voor meer dan honderd Perfoonen, reeds vervaardigde tafels; naa  HISTORIE. &r naa 't welk men het Bal hervatte door zy- lxxXïX* ze Hoogheid tot drie uuren in den mor-boek. genftond bygewoond: die, onder het te rug ryden, den geheelen weg van Rofen- 1766, daal na Arnhem met Pekkransfen verlicht vondt, terwyl boven op den zogenaamden Kapellenberg, eene zeer hooge Pyramide van Pektonnen, in volle vlam, een verbaazend licht verfpreidde. De Steden Nymegen en Zutphen bleeven Nymegen niet onbezogt, en ontbrak het in deeze, e" -z*t* even min als te Arnhem, aan blyken van b*" hoogagting en liefde, op de kunftigfte en kostbaarfte wyze ten toone gefprcid; wat de Regeering, de Burgery, en de Krygsbezetting in dezelve daar toe kon bydraagen aanfchouwde de vergenoegde Vorst. ' Even als in Zetland, Utrecht en Gelder- in Övtryt* land,de ftaatlyke Eer- en Vreugdbetoonin- /^ontvangen , wegens de Meerderjaarigheid des £en- In~ Erfftadhouders waren uitgeiteld, tot dat Tamln^ hy in die Geweften ter Staatsvergaderinge Zitting zou nee-men , zo ftondt het ook met Overysfel gefchaapen. . Men wagtte zulks deezen Zomer en befteedde den tyd in toeruftingen om de Ontvangst niet min luifterryk te doen zyn dan in andere Geweften. Te Kampen , waar de Inleiding ter Overysfclfche Staatsvergadering zou gefchieden, werden eenigen bedagt, om, door het opregten van een Cadetten Corps, die Plegtigheid iets by te zetten, wat elders geen plaats gevonden hadt, en overeenkwam met eene vroegere Inhuldiging C a daar  +o VADERLAND S CH E lxxxix. Friesland, als mede Stad en Lande mogboek.ten den achtften van Lentemaand vrolyk gedenken; doch moeften de ftaatlyke be- 1766. tooning van het deel 't geen zy namen in Vreugde- deeze Gebeurtenisfe dit Jaar uitllellen: debetoonin- Wyi geen gezoek van zyne Hoogheid daar oTstU- en toe gelegenheid verfchafte. - In de VolkWest-In- plantingen van den Staat, waar zodanig dien over iets niet te wagten was , bey verde men dcrViari^- Zlc^ 111 net yieren van de Meerderjaarigheid van neid des Erfftadhouders, ten eigenften daden Prins. ge. Batavia, de Hoofdplaats van Nederlandsen Indie, kondigde denzelven aan, door 's morgens het Kanon van alle de Bolwerken , en het gefchut van alle de Schepen op de Reede leggende, te losfen, 't welk men 's avonds, naa dat den ganfchen Dag van de Schepen de Vlaggen en Wimpels gewaayd hadden, herhaalde. De geheele Stad was des nagts geïllumineerd; en de Lusttuinen der Vermogendften praalden met verlichtingen, die een zweem van Oofterfche grootheid hadden ; welke zich in Bloeimaand des volgenden Jaars, by de openlyke Voorftelling van zyne Hoogheid, als Opper Gouverneur van Nederlandsen Indie , in vollen glans ten toon fprcidde , met vorstlyke Staatfie ging zulks toe, en het Vreugdefeest hieldt, met alles wat fraay en kostbaar mogt heeten , eenige dagen aan. —■—- Zeer plegtig gefchiedde, ten dien zelfde dage, de Voorftelling van zyne,Hoogheid in die Waardigheid, te Sourqcarta , eene der Hofplaatzen van den Keizer van Mqtaram , gelegen op Javas Noord-  HISTORIE. Noord-Oost Kust, waar dc Oost-Indifche lxxxix,. Maatfchappy een Kantoor en haare Bedien- boek.. den heeft. De Keizer , deedt door den —■— Javaanfchen Secretaris, dc Vooritelling 1.766,. aan zyn Volk bekend maaken, 'twelk daar op, naar der Chineefen wyze, vreugde betoonde, terwyl de Vorst, de Vortttn, en hun Zoon, de Vrolykheden der Nederlanderen niet alleen bywoonden; maar 'er werklyk deel in namen. Op Ceilon deedt men, in Wynmaand diens Jaars, de Voorftelling met veel plegtigheids (*). — . Het handeldryvend Eiland St. Euftatius vierde den achtften van Lentemaand met alles wat de Geneigdheid voor den Meerderjaarig geworden Vorst aan den dag kon leggen; dc Gouverneur ontving de Gelukwenfehingen van de Burgery, van de Capiteins der Schepen , en de Kooplieden; het draagen van Oranje Cocarden en Strikken was zo algemeen dat de Negerfiaaven zelfs 'er zich mede vertoonden ( f ). In 's Gravenhaage, het middelpunt der De Prins Feelïvermaaken in onze Vereenigde Ge- tot Opperweften, mogt men nogmaals-dit Jaar, in j^^en" Wynmaand, een verluftigend deel neemen Opperdeaan eene Plegtigheid, die wel tot een be- ken van paald Kunstgenootfchap behoorde; maar fu™ra in door een pragtig Vuurwerk aller oogen in ™aan- de gefield. (*) N. Neder!. Jaarb. 176Ö. bl. 1249. Voor 't Jaar 1767. bl. 1460. Voor 't Jaar 1768. bl. 562. FS9- (t) N. Neder!. Jaarb. 1766. bl. 796. C 5  4& VADERLANDSCHE lxxxix. de Hofplaats trok. 't Behaagde zyne HoogBoek. heid het Kunstgenootfchap Pictura, 't welk, zints lang eenige Vertrekken boven i?66. het Koornhuis, ten gebruike heeft (*) voor de eerfte maal met zyne tegenwoordigheid te vereeren, om als Opperbefchermer en Opperdeken der Teken Academie ontvangen te worden. De toebereidzelen tot deezen Vierdag waren groot. De Regenten en de Secretaris van het Genootfchap, ontvingen in hunne kamer de Burgemeefters en Oudburgemeefters van 'sGravenhaage, als gewoone Befchermers en eerfte Raaden des Genootfchaps, vervolgens de gewoone Raaden en den Advocaat van 't zelve. Deeze Heeren, met den anderen de groote Regeering van die Broederfchap uitmaakende, hadden allen de beeldtenis van Pictura, aan een Oranje lind om den hals hangen. Eenige Heeren hielden zich in twee Vertrekken, gereed om zyne Hoogheid, en de gewoone Leden, te ontvangen, welke laatften allen verfcheenen met het teken van Pictura aan een Oranje ftrik voor de borst. Tot het bywoonen van deeze Plegtigheid waren als Gaften genoodigd de Prins vm.NasfauWeilburg, de Hertog van Brunswyk, de Griffiers fa gel, Vader en Zoon, die 'er kwamen kort vóór dat zyne Hoogheid in ftaatfie zich derwaard vervoegde, en onder veel eerbetoons binnen (*) Tegenwoordige Staal van Bolland VI Deel» bl. 70.  HISTORIE. 43 Ben tradt, Verwelkomd zynde hing de lxxxix. Jr. frederik hendrik Baron vail koek, Wasfenaar, den Prins het Gouden Orde teken, of de Beeldtenis van Pictura om 1766. den hals, waar op hy door dien Heer, en de overigen, als Opperbefchermer en Opperdeken van de Kunstkamer en Teken Academie begroet werd. De Prins van Nasfau Weilburg , en den Hertog van Brunswyk, werden desgelyks het Orde-teken aangeboden. Een pragtige en vorst}yke maaltyd verving deeze plegtige inhuldiging. By het Naageregt deedt de Heer ellinkhuizen, uit naam der Regenten , eene cierlyke aanfpraak, de Kunstmin van zyne Hoogheid in 't algemeen , en zyne zugt voor de Schilderkunst in 't byzonder, in top haaiende. Door zyne Hoogheid werden, naa het uitdrinken van den zilver vergulden Beker van Pictura, de Hertog van Brunswyk, de Prins van Nasfau Weilburg, de Griffier fagel, en Opperfchenker bigot, de Kamerheer Baron Voigt van Elfpe en de Edelman Baron van Heeckeren tot Kei, tot Leden van de Broederfchap ingehuldigd. Een heerlyk Vuurwerk, door zyne Hoogheid zelve aangeftooken, befloot dit Feest. Het Gebouw daar toe vervaardigd droeg alleszins de merktekens van het vindingryk vernuft en de bekwaame hand der Leden van de Breedcrfchappe, die 't zelve gefpitst, en het uiterlte huns Kunstvermogens aangewend hadden om het fraay en ep de tydsgelegenheid toepasfelyk te maa-» ken;  .44 VADERLANDS CHE k.xxxix. ken; 't was dien avond , en vervolgens boek. nog e'éns, hecrlyk verlicht ( * ). i Zette de toevoeging van zulke aanzien- 1766. lyke Leden der Teken - Academie van de ©e Te- Hofplaats luiftcr by; de Tekenfchool te Amkenfchool fterdam, die in den Jaare mdcclviii, tdamJlsr~ het hoofd, naa eene lange kwyning? weder Wloeit. begon op te beuren, was, op 't einde des verloopen Jaars , door de keuze van beJcwaame Beftuurders en Meefters, zo verre gevorderd, dat ze op de gemaakte Schikkingen de goedkeuring der Burgemeefteren verzogten, en bekwamen, mits de Tekenfchool bleef onder het opzigt van den Burgemeefter jonas wits en, die, door het Genootfchap als Hoofdbeftuurder verkooren, zich des niet onttrok, maar gunftig die post ter kunstbevordering aanvaardde (f). Van dit alles gaf de Heer cornelis ploos van amstel, één der Beftuurderen, den Leden kennis. De vlyt der Kunstbeoeffenaaren, uitgelokt door de drie geftelde Eerepryzen, welke 's Jaarlyks ftonden uitgedeeld te Tvorden, ontving in Grasmaand deezes Jaars, voor de eerfte keer, die Eerbelooning, met veel plegtigheids, by welke uitdeeling de Heer jacob otten husley eene gepafte en aanmoedigende Redenvoering hieldt. Behalven den eer- C*) Nadert. Jaarb. 1766. bl. 1172. Ct5 Wagénaar. Be/ch. van Amfterdam, VIII Stuk, bl. 770,  H I "S T O R I E.' 4£ eerften Eerprys droeg de uitmuntende Jon- lxxxix^ geling juiuaan andriessen een boek, Ópen Brief weg op pergament gefchree ven , met verlof om dien aan ieder, en 1766. overal waarhy het noodig zou oordeelen, en zyne Eer het vorderde, te vertoonen (*). De bloei en aanwasch deezer Kunstfchoole was zo groot dat Burgemcefters en Thefauriers van Amjierdam, als Befchermers van alle nutte Kunften en Weetenfchappen, eer dit Jaar ten einde liep, beflooten, aan de Leden van de Tekenfchool eene Kamer te verleenen in het benedenfte gedeelte van het Stadhuis, in plaatze van het vertrek hun voorheen boven de Leydfche Poort toegeftaan, en tot hier toe gebruikt (f). Kunften en Weetenfchappen gaan als De Maat* hand aan hand, en Tyden, die de eerfte fchappy bevorderen, kweeken ook doorgaans de laatfte. Althans dit Jaar leverde hier van f^Leteen voorbeeld op, daar in het Letterlie- terkunde vend Leyden eene Maatfchappy gebooren ^Leyden werd, die niet alleen den opbouw der Ne- °P2erl£t> derlandfcheTaalkunde, Dichtkunst en Welfpreekenheid ten doel hadt; maar ook de Oudheid en Hiftoriekunde beoogde bevorderlyk te zyn. De bedenking hoe veel invloeds de Taal op onze wyze van denken heeft, hoe veel derzelver befchaaving en uitbreiding toebrengt tot de juiste (*) N. Ncdert. Jaarb. 1766. bl 367, ■ O N. Nedtrl. Jaarb. 1767. bl. 29,  4§ VADERLANDSCHE lxxxix; letterkunde zou voeren, en welker boek. Zetel te Leyden zou geveftigd blyyen ( * ). ■ ' Te dier zelfde Stede nam, in Slacht- 1766. maand van 't zelfde Jaar, een ander KunstAanvang genootfchap eenen aanvang, 't welk deels van het een dei-gelyk oogmerk hadt; doch zich Kootfchap meer tot de Dichtkunst'en Toneel -poëzy Kunst bepaalde, en ter Zinfpreuk koos kuNst wordt door w o r'd t door arbeid verkreeyerkrezen. ^"■^■n C10" # t Honderd- Mogt Kunst - en Lettermin zich over zo jaarig veels genooten góeds, en met zulke gunftiFeest in 't ge vooruitzigten , verheugen, dankbaars Aalmoes- Vrolykheid ging ten reie in de Amftelftad, t^Amfhr- wanneer het kinderryk Aalmoesniers Huis, dam. plegtige Gedagtenis vierde van de honderfte Verjaaring der betrekking diens zo veel bezorgenden Geftigts. Regenten en Re- £*j Hoe zeer deeze Maatfchappy in luider aanwiesen, de befcherming niet alleen der Leydfche Regeeringe, maar ook van Neerlandsch Erfftadhouder willem denV, verkreeg, en eerlang met een Openbrief, door Staaten van Holland begunftigd werd, is te zien in de Voorredens der Werken van de Maatfchappy der Nedertandfche Letterkunde te Leyden, I en III Deel. Men flaa ook, boven al wat den eerften aanleg betreft, naa p. v. alp hen s Vervolg op mieris Befchryving van Leyden Byvoegzel, bl. i enz. (O In het boven aangehaalde Byvoegzel des Heeren van alphen bl. 10. word de Herkomst en Voortgang van dit bloeiend Genootfchap opgegeevcn; dit , en hoe het verder in aanzien is toegenomen vindt men breedvoerig, in de Voorreden van het I Deel der Taal - en DichtlievendeOcfeningen van het Genootfchap, Kunst wordt door Arbeid verkreegen.  M 1 S T O R t K. II Reg'entesfen, met de fegeereride Burgemee- lxxxix* flets, woonden deeze Feestviering by; en boêK* zaten, naa liet onthaal van tusfchen de dui * zend en elfhonderd Kinderen (*) byge- 1766*. woond te hebben, aan eenen deftigen Maaltyd in 't Régenten vertrek aangerigt, waar elk der Gafteri een Gedenkpenning ontving, op deeze omftandigheid betrekkelyk, door de Regenten en Regentesfen j' op hunne koften, Vervaardigd. Den volgenden Zondag maakten dè Stadspredikanten in alle Kerken dankbaar gewag van dit Eeuwgetyde, en werd deeze Weldaad, in de drie Kerken, waar de Kinderen uit dit Huis alle Zondagen hun Godsdienst verrigten, wel diep op 't harte gedrukt (f). Twee Branden van meldenswaardig aan- Zwaare belang wisfelden de Vreugdtooneelen deezes #ty"^ f* Jaars in tooneelen van Droefheid en kommer af. De eerfte dreigde, op den vyfen- twintigften van Zomermaand, het groot en welvaarend Dorp Hilverfum in 't Gooiland, uit zeven honderd en tien Hui* zen beftaande, en door elfhonderd Huisgezinnen bewoond, geheel in de asfche t*. leggen. Te midden van het Dorp ontfton.it dit verwoeftend vuuf ten huize eens Joodfchen Vleeschhouwers , omtrent deri middag. De vlammen floegen, door een fterken Ooften wind gedreeven > fchielyk tot (*)WacenaaR Éefch, van Amjitrdam VIII Stuk, bl. 382. Cf) Nederlt faarb. 17Ó6, bl, 10, XXIV. deel. D  $j, js^t' (*) Brief van een Ooggetuigen, den Schryver van den Philofooph toegezonden, Zie het I Deel van dit Ze.icfchrift bl. 2C9. N. Nederl. J.iarb. 1766. w. m- Ref°l- VM' IiM- 2- 4 Jul> en 7N0V. J7Öó:'3oJnly 1767.  HISTORIE. 55 zelve drie nevensftaande Huizen aan, die lxxxix het zelfde onheil ondergingen. Het holst boek. van den Nacht, de ongereedheid der Brandfpuiten, de Brandftoffen met welke 1766, deeze Huizen opgevuld waren, het digte verband waar in ze ftonden, liep alles zamen om deezen Brand zo breed te doen uitflaan, zich toorenshoogte in de lugt te verheffen, en een allervreeslykst gezigt te verwekken; 't geen egter min aandoenlyk was voor de Aanfchouwers dan het ysièlyk gefchreeuw en gekerm der Ongelukkigen, die in het Huis, waar uit de Brand Qntftondt, omkwamen. Hun aanhoudend roepen om Hulp kon niet baaten: geene middelen konden die toebrengen. Alles liep zamen om dit akelig te maaken. De Bewoonder was met zyne Vrouw , door een Kelderdeur, het brandend Huis ontvlugt; doch het gejammer van vier zyner Kinderen hoorende, door die zelfde deur weder na binnen gekeerd, om, indien mogelyk , zyn Kroost te redden; dan de Muur inftortende verfparde den weg langswelken hy met zyne twee Dogters meende te ontkomen , en verbrandde hy nevens haar op de Kelder trappen. Twee zyner Zoonen hadden de wyk na boven genomen, en, door doodlyken angst gedreeven, beflooten, fchoon onvoorzien van touw, of eenig ander gereedfchap, van de vorst langs de muur zich te laaten afzakken. De oudfte hielp daar toe den jongften Broeder; doch beiden op den Vorsttop komende, geraakte de oudfte overwigtig: D 4 de-  5$ VADERLANDS O HE x xxxix. dewyl hy zyn Broeder by de hand hadt, en Boek. vondt zich toen genoodzaakt hem los te — 1 -1 laaten , die in den vuurgloed nederftortende, in 't lot van Vader en Zufters deelde ; terwyl de Oudfte, met het uiterfte leevensgevaar, langs de muur afzakte, en behouden bleef. Ten nauwen noode onttoogen zich de overige Bewoanders en Huisgenooten aan den Brand, eene Dienstmaagd met een Kind, nog in flaap toen de vlam hunne Kamer aantastte, zouden geflikt geweest zyn, indien de deur niet gelukkig hadt opengeftaan. Het keeren van den Wind, terwyl de Brand woedde, wendde het dreigend gevaar af van de aangelegene agterhuizen, meest met brandvoedende ftoffen opgevuld, en daar onder eenige vaatjes Buskruid. Uit het eene Huis was niets, uit de twee andere eenig goederen geborgen, de Bewooneresfe van het vierde hadt het meefte behouden. De Weduw, die Goed en Bloed verloo* ren hadt, en twee haarer Gebuuren, die meest van alles beroofd waren, vervoegden zich by de Regeering, met ootmoedig verzoek, dat 'er in de Stad eene algemeene Inzameling,, ten hunnen behoeve, mogt gefchieden; die dit gereedlyk inwilligden, en de vierde lotgenoot deeden aanbieden of zy deel wilde hebben aan de ingezamelde Penningen; doch deeze Weduwe van gys3er.t waller, wier naam verdient gemeld te worden, bedankte beleefd en edelmoedig voor dit aanbod, en ^erzogt, in tegendeel, wel ernffig dat men.  HISTORIE. 5? »en Het Huis, waar in zy haar Winkel zou lxxxixJ doen, terwyl haar Huis weder werd op- boek. gebouwd, "by de Inzameling niet mogt » voorby gaan. De Inzameling gefchiedde 1766^ naa voorafgedaane Bekendmaaking ftaatlyk door die van den Geregte , Vroedfchappen, Veertigen, Kerkendienaaren, Ouderlingen en Diakenen, mitsgaders de Meefters van de Huis - Armen, en bedroegde fom van veertien duizend negen honderd zeven - en - vyftig Guldens (*). Over de Grensfcheidingen van Gelder- De Grensland en het Hoogftift Munjier waren , in icheidinde voorgaandeEeuwe, eenige fchikkingen j^^'^ by voorraad gemaakt, en de hervatte On- dertanden zyne Hoogheid, wegens het zenden van Grietslieden en Edelen. de tyd orde eenigermaate vooruit geloo* pen, Allen, die zich in hunne Regten herfteld rekenden, juichten; .de misnoegden zweegen, of lieten zich alleen in een bepaalden kring hooren. Wanneer de jongst overledene Stadhouder , in zyn Nieuw Reglement op het Stuk der Regeering in Friesland, in den Jaares mdccxlix vastgefteid, goedgevonden hadt tebepaalen, dat, naardemaal de Staat van Friesland, van alle oude tyden beftaan hadt, en vertoond geweest was, doof Edelen , Eigenerfden en Steden, zodanig dat uit de Grietenyen één Edelman en één Eigenerfden ten Landsdage werd afgezonden , zulks voortaan onverbreeklyk zou worden onderhouden; met affchaffing vart de gewoonte, op een Staatsbefluit gegrond, om een Grietman en een OudGrietman, fchoon geen Edelen, by de verfchyning ten Landsdage , voor Edelen te houden, vonden zich de Eigenerfde Grietlieden, door deeze bepaaling, ten uiterften bezwaard,vernederd,en van een voorregt, 't geen zy meenden hun wettig toetekomen, verftooken: weshalven zy dien Vorst met een Verzoekfchrift aangingen, om dit ftuk nogmaals in rype overweeginge te neemen; doch zyne Hoogheid bleet by 't eens bepaalde: teffens verklaarendc, by voorraad, wel tejwillen toelaaten, dat; de Eigenerfde Grietslieden voor Edellie-t den ten Landsdage verfcheenen mits nog één uit den Adel benevens hun tot Volmagt geftemd werd: en niet ongenegen te  HISTORIE. *i zyn om de zaak m nadere overweeginge lxxxix,' te neemen. Hier van was , geduurende boek, het ieeven diens Vorften , niets geko —— men. — De Eigenerfde Grietslieden oor- 1706, deelden eene bekwaam e gelegenheid om dit ftuk te vcrlcevendigen gebooren met de Meerderjaarigheid van willem den V, tot wien zy zich met een Verzoekfchrift keerden. Het Antwoord hieldt in , dat zyne Hoogheid wel wilde toelaaten, dat de Eigenerfde Grietslieden, by voorraad, en tot zyn kennelyk wederzeggen toe, als Edellieden ten Landsdage verfchcenen, zonder dat ten dien einde noodig was, van Jaar tot Jaar, zulks te verzoeken, onder beding, dat benevens dezelven, één uit den Adel daar toe mede gemagtigd werd. ■ Dit voldcedt dc Grietslieden niet: zy verlangden, dat de zaak te eenemaal beflist mogt worden , waar op zyne Hoogheid hun, in 't volgend Jaar, aanfchreef, dat hem ook gewigtige redenen waren voorgekomen om daartoe eerlang over te gaan, en verzogt, hun indien zy vermeenden nog eenige nadere bewyzen, tot ftaavinge van hunne klagten , te kunnen inbrengen, zulks hoe eer hoe Jiever werkftellig te maaken, 't geen zy deeden in.een zeer breeduitgewerkt Gefchrift (*). Ten deezen Jaare werd de groote Visfchery en Haringvaard door 's Lands Vaderen3 op nieuw, voor drie Jaaren vry verklaard' van r*) N. Nedtrl. Jaarb, 1710. el. 144-208, XXIV. deel. F  te VADERLANDSCHE lxxxix. van de Uitgaande Regten; en Honden zy doek. weder, voor twee Jaaren, den vryen en onbeladen Uitvoer toe van Suikeren en 1766. Syroopen in Suiker-Rafinaderyen van deeze Geweften gemaakt (*). Desgelyks keurden zy het noodig om, by een ftreng Piakaat, de Wervingen van Krygs- en Scheepsvolk, ten dienfte van vreemde Mogenh eden en Staaten, te verbieden, op dat het Land, van Perfoonen tot deezen dienst bekwaam, niet mogt ontbloot worden (t )• 1767, Te meermaalen gewaagden 's Lands JaarLaagte boeken, by 't Hot, of het begin, eens Jaars , der Rivie- van deerlyk Waterwee , door de hooggeten- zwolle Rivieren veroorzaakt, zeldzaam van gebrek aan water in dezelve, 't welk nogthans het geval was in 't laatst des Jaars mdcclxvi-, en in den aanvang van het volgende. Berigten uit Manheim hielden in , dat de Rhyrt niet alleen op ondiepe plaatzen doorwaadbaar was; maar zelfs dermaate uitgedroogd , dat het water naauwlyks, waar het omtrent die Stad op het diepfte was, den buik van een paard bereikte. Te Keulen werden de grondflagen van een Steenen Brug, tot nog onbekend daar ooit over de Rivier gelegen te hebben , zigtbaar. Overeenkomftig hier mede was de laagte van die Rivier, en van de Waal, in de Nederlanden. In 't laatst van Herfst- (*) Refol. General. 21 Feb. 1766. (t) ReJ«l. General. 17 Sept. 17Ó6.  historie; v3 Herfstmaand des Jaars mdcclxvi kon lxxxix» men te Deventer, door de laagte van den boek. Tsfel, met geene Schepen of Schuiten aan den wal komen; het daalde in Slagtmaand 1767. noglaager, de Scheepvaard ftondt ftil, de Kooplieden moeften hunne Waaren met Wagens, of kleine platboomde Schuitjes, laaten af haaien. De Lek was op zom- inige plaatzen boven Freeswyk, gezegd de Vaard, weinigbreeder dan een Weetering, en kon men met Rydtuigen daar door trekken. De Schepen en eenigzins belaaden Vaartuigen laagen op het drooge geklemd; zelfs was de vaard op deeze Rivier,- beneden het gemelde Dorp, niettegenftaande de Vloed der Zee tot niet verre van daar oploopt, ten uiterfte bezwaarlyk; en in't begin van Louwmaand vondt men aldaar niet meer dan vyf- en - twintig of dertig duimen Waters ; eene laagte, door geen Mensch , ten minften zedert de graaving van het Panderfche Kanaal, op deeze Rivier waargenomen. De zaak der Rivieren, die zo menigmaal Onder* Verwoeftende Overftroomingen dreigen , handelïnbleef niet buiten bewerking, en werd,' ^RmÏ van de Hollandfche zyde, meer dan door ren, andere belanghebbende aangebonden (*). In Bloeimaand des voorleeden Jaars vereenigden de Sticlitenaars zich met hun in het doen eener Aanbiedinge aan de Gelderfche® ons t *) Zie het XXXJII Deel der Vadert; UUttrU M. 37*. F z  0 VADERLANDSCHE lxxxix. om'het verfchilpunt wegens Herwen té veP boek. effenen ; maar 't Kwartier van Nymegen verwierp dezelve (*). Dit gaf aanleiding 3.767. tot den vocrflag, en het daar mede overeenkomftig Befluit der Staaten van Holland, om zyne Hoogheid te verzoeken , zyne veelvermogende poogingen aan te wenden tot vereeniging der ftrydige gevo'elens, ten einde Gelderland en Utrecht een tuegeevend Befluit op het Werk der Rivieren mogten neemen (f> De Landmeeters beyekinck en bolst ra werden gezonden om de gefteldheid der Rivieren naauwkeurig op te neemen: de Hoogleeraar lulofs gaf zyne bedenkingen op het Verflag deezer Heeren, en werd vervolgens in eigen Perfoonderwaards afgevaardigd om met eigen oog de gefehaapenheid der Rivieren, en de veranderingen daar voorgevallen , te bezigtigen. Zyn berigt, zowel als dat der Landmeeteren, was van een ontzéttenden aart. Men zag belemmering van Scheepvaard en Overftrooming beide te gemoet (§). Andere middelen moeften 'er aangewend om aan de Rivieren een beter loop te geeven. Deze werden aan Staaten van Holland voorgcflaagen, die goedvonden hier over een Brief aan de Staaten van Gelderland, Utrecht en Overysfel te fchryven, en den voorflag te doea r*) N. Nederl. Jaarb. 1766. bl. 898. ■ (t) Rifol.van Holl. 14 July 1766. (§) N. Nederl. Jaarb. 1766. bl. 917- 9354  HISTORIE. Stf doen om de Onderhandelingen in 's Graven- lxxxix; haage te houden, ten einde de Stadhouder, boer, door zyne tegenwoordigheid en veelvermo gende tusfchenfpraak, tot een gewenschte 1767. uitflag mogt medewerken' ( * ). Dit vondt een gunltigen ingang. Overysfel, zich dus lang deezer Onderhandelingen onttrokken hebbende, ftemde met de twee andere Landfchappen in de Byeenkomst te 'sGravenhaage. Eene aanzicnlyke Bezending van Gevolmagtigdcn kwam zamen, en ver- ' gaderde den twee- en-twintigften van Wynmaand in de Trevcs-kamer. Eer men tot het overweegen der Middelen, die ter bereiking van het algemeen:oogmerk zouden vereischt worden, overging, werd 'er een Brief ter tafel gebragt , wan de Kleeffche Regeering aan die van Gelderland, behelzende een voorftcl om een Schutdyk, tot befcherming, van den Millingfchen. Dyk, en van de Water-werken aldaar, aan te leggen ; 't zelve vondt zich onderfteund door Duffelfche Geërfden, en een uitgewerkter voorllag van den Dykgraaf erberfeld. De gevoelens der Leden waren, op nieuw, zo verfchillende, dat deeze Onderhandelingen, buiten het vastftellen van eenige punten , vrugtloos afliepen (f). Kundige Lieden vervoegden zich, op last der belanghebbende Gewesten, ter nadere bezigtiging van de Geftéld- heid C) Xefol. van HM. iöSept. 1765. Ct) N.Nederl. Jaarb. i766. bl. 1064 F 3  86 VADERLANDSCHE üxxxix. heid der Rivieren, welker Verflag den boek. Hqogleeraar lulofs ter hand gefteld, — en met zyne Bedenkingen daar op by Ge.1767. committeerde Raaden ingeleverd werd. Die van Utrecht keurden de door hem voorgeflaagene middelen af, floegen anderen voor, en de Hoogleeraar gaf zyn tegen bedenkingen (*}. In Lentemaand deezes Jaars hervatten de Gemagtigden der vier Geweften, by welker eerfte Zittinge ook de Stadhouder verffcheen, en dezelve met eene gepafte Aanspraak opende, hunne Onderhandelingen. Die van Overysfel toonden zich min dan anderen gelast, om tot iets te befluiten. Omflagtig waren de Voorftellen, en elk bleef zyne gevoelens aankleeven. De Vergadering Scheidende vastgefteld hebbende om op alles het Antwoord en de Bemiddeling van zyne Hoogheid af te wagten, die in Zomermaand aan de Staaten der vier Geweften kennis gaf, hoe hy, uit aanmerking dat de verfchillende Gevoelens van des kundige Lieden te wederzyden te werkgeSleld, grootlyks de vertraaging van dit Werk der Rivieren veroorzaakten, geen veiliger en gepafter weg meende te kunnen inflaan, dan door een gelyk getal kundige Lieden uit Gelderland, Hollanden Utrecht te benoemen , die hy vervolgens gelast hadt, alles te bezigtigen, en aan hun toegevoegd twee van 's Lands Ollkieren, op wel- C* ) N. Nederl. Jaarb. 1767. bl, 5. 634.  HISTORIE. 87 welker beproefde bekwaamheid , in het lxxxix. ftuk der Rivieren en Waterwerken, hyzich boek. volkomen verlaaten kon, naamlyk den Lui- . . tenant CollonelDirecteur der Fortificatiën, 1767. de r 0 y , en den Capitein Ingen leur van sucitTELEN. Deezen maakten met elkander een Plan om te ftrekken tot eene Vereeniging in de verfchillen over de zaak der Rivieren, door zyne Hoogheid aan de vier Geweften gezonden. Het voldeedt die van Holland dermaate, dat het een volkomene goedkeuring wegdroeg, en zy aan den Stadhouder in bedenking gaven of het niet dienftig zou weezen, om, zo ras de Befluiten der Staaten van de overige Geweften waren ingekomen , eene Vergadering in 's Gravenhaage te beleggen om over de uitvoering te raadpleegen. Doch Staaten van Holland waren de eenigen , die het Ingeleverde Plan goedkeurden. Gelderland en Utrecht vonden 'er verfcheiden zwaarig-' heden in. Ter wegruiming hier van gelastte de Prins de twee gemelde Lands Officieren om de zes kundige Lieden weder te doen by een komen, en, op nieuw, te beproeven of zy geen ander algemeen fmaakender Plan konden uitdenken. Dewy! op die zamenkomst de verfcheidenheid der gevoelens een weinig verminderd fcheen, werden de Gelaftigden, in Herfstmaand, weder in 's Gravenhaage befchreeven. Van weinig meer vrugts dan de voorgaande waren deeze Onderhandelingen, alleen werd 'er vastgefteld het fchryven van een Brief aan den Koning xznPruisfen om de behulpF 4 zaa-  68 VADERLANDSCHE jlxxxix. zaame hand te bicden tot de werken, die boek. op het Kleeffche Grondgebied zouden die- nen gemaakt te worden, en de Voorziening f757. van den Zomerdam, by Herwen, met .het hcrftellen van de twee Doorbraken in den Kruisdyk. De Befteeding dier Verbeteringen aan de Gelaftigden van Gelderland verzogt, liep zo hoog, dat die van Gelderland 'er niet in konden bewilligen, en daar over aan die van Holland en Utrecht fchreeven. Eerstgemelden oordeelden, dat het werk, kon het vóór den aanftaanden Winter worden uitgevoerd, om de hoogere fomme dan men gedagt hadt daar toe te zullen moeten befteeden, niet behoorde agter wege te blyven. Laatstgenoemden waren verre van in die hoogt loopende eifchen te willen toeftemmen. In deezer voege bleef alles dit Jaar fteeken (*). Befluit tot yan fpoedigcr voortgang ging verge* r^varT ze^ ^lct raadPleegen over eil" net te het-Haar* Werk ftellen van de middelen ter beteu'lemmer gelinge van het Haarlemmer Meer, die M^r. vervaarlyke' en fteeds toeneemendc War terpias in 't hart van Holland (f). Naa zo veele inzwclgingen van Dorpen en vrugtbare Landen lag het bloeiend en volk- (*) Rcfol. van Hott. 17 19 en 26 Juny en 26 Nov. 1767. N. Nederl. Jaarb. 1767. bl. 762. 819. 1213. 1397. Iétf. (f) J. l. f. v. berkhey, Naf. Hiftorie van Holland I Deel, bl. 221,  HISTORIE. 89 volkryk Dorp Aalsmeer aan. de beurt ona lxxxix. een zelfde deerlyk lot te ondergaan. In boek. Lentemaand des Jaars mdcclxiv was - de afneeniing der Landen reeds tot op 1767, vyf.- en- veertig Roeden aan de Kerkdeur genaderd. Thans bevonden zich de Waterfcheiding van Rhyuland en Amftelland, en de daar binnen gelegene Polders in het uiterfte gevaar; oir.iitoogelyk waren de rampen, indien, naa het verder wegQaan der Oevers, het Meer, dat reeds ruim twintig duizend Morgens bevatte (*), zich met de. daar aan gelegene uitgeveende Plasfen vereenigde. Staaten van Holland, op voorziening tegen die gevreesde onheilen bedagt, hadden in Bloeimaand des Jaars md c c l x vi Dykgraaf en Hooghecmraaden van Rhynland, Opzienders van dit Meer, gemagtigd om, zo veel mogelyk, de gevaarlyke plaatzen, zo wel onder Leimuidcn als onder Aklsr meer gelegen, tegen de woede, te beveiligen. Zonder tydsverzuim werden 'er Lieden des kundig dei-waards gezonden jom die Oevers te bezigtigen , en opgave •te doen van de geichiktfte red- en hulp- mid- (*} Volgens de opgave, van de Heer davtd j/eese, in zyn Antwoord op de Vraage Welke zyn de befte en minst kostbaar e middelen , om het afaeemen der oevers van het Haarlemmer Meer te beletten ? door de Haarlerhfchè Maatfchappy e in den jaare 1-04 eerst en in den Jaare r/öó ten tweede maals voorgcf'teld. Verhand, der Haatlemfche Maatfchappy e X Deel, bl. 1, F 5  99 VAD ERL ANB SCHE lxxxix. middelen (*): zy herhaalden dit geduuboek, rend» dien Zomer, en hunne ingeleverde Stukken, door den Hoogleeraar lu- 1767. lofs, als Infpecteur van 's Lands Rivieren, onderfteund, werden gunftig ontvangen. En kwamen de middelen ter voorzieninge, hoe hoog loopende in de koften, Gecommitteerde Raaden, mitsgaders Dykgraaf en Hoogheemraaden van Rhynland, als de bekwaamfte, zo niet de éénigfte, voor tot beteugeling van dat invreetende Meer, waarom zy geene zwaarigheid maakten dezelve ten kragtigften in Wintermaand aan te pryzen (f )• Dan het eindelyk en gewigtig Befluit van Staaten van Holland kwam eerst den twaalfden van de volgende Lentemaand, en hier op neder „ dat de Voorzieningen, begroot op ,, Zevenmaal honderd één- en- zeventig ,, duizend vier honderd Guldens, ten „ kofte van den Lande zouden worden „ gemaakt, mits dat dezelve, door 't „ Hoogheemraadfchap va.nRhynland,a\ioo$ in goeden ftaat zouden worden gehouden. En dewyl alle Voorzieningen „ vrugtloos zouden zyn, zonder de be- „ zor- (*) De Landmeeter m. bolstra, éénder benoemden, hadt van den Jaare 1764 tot het voorjaar 1766, in een en ander ftuk, een Ciering der koften opgegeeven. N. Nedcrl. Jaarb. 1766. bl. 625. _ '1l Cjj Refol. van Holl. 7 Mey 4j1hw 12 Dec. 1706. 2V Nederl. Jaarb. bl. 626. 632. 638. 64Ó. 649. lipt. I2C8. 121Ó.  HISTORIE. 91 w zorging van den Oever van Leimuiden lxxxix'. „ langs de Grielpolder, en de Bedykers b o e k. „ van dien Polder en de Vriefekoopfche Poe- _ „ len, daar toe onmagtig waren, zou de 1767. verzorging daar van mede ten kofte van „ den Lande gefchieden , welke begroot „ was op vyf- en- vyftig duizend acht „ honderd en zeven - en - dertig Guldens, „ mits die Bedykers aanDykgraaf entloog„ heemraaden van Rhynland eene opge,, bragte en belegde fomme van ruim vyf„ tien duizend Guldens in vollen eigen,, dom overdroegen. Gemelde Dykgraaf ,, en Hoogheemraaden werden gelast nog „ dit Voorjaar de hand aan 't werk te liaan; ,, en Gecommitteerde Raaden om aan dee„ zen de benoodigde Penningen, van tyd „ tot tyd, op te fchieten en daar van 's Jaar„ lyks aan hun Ed. Groot Mogenden ken„ nis te geven, met verflag hoe verre de „ Werken gevorderd waren. Ook moes„ ten de Werken 's Jaarlyks door kundige „ Lieden opgenomen en het gebrekkige „ terftond herfteld worden (*)." Zo zeer voelden Schout, Schepenen en Dankdag Ingelanden van het Aalsmeerder Ambagt deswegen zich getroffen, door dit gunftig Staatsbe- A^necr0, fluit, 't welk het kommerlyk vooruitzigt der A.mvan 't verlies des overfchots hunner Bezit- bagt. tingen, in een bly vooruitzigt om dezelve, onder den Godlyken zegen, te behouden, veranderde, dat zy vastftelden, op den C*) Reföl. van HM, ia Maart 1767»  92 VADERL ANDSCHE Lxxxix. den één- en- twintigften van Grasmaand, boek. dit Jaar, en vervolgens 's Jaarlyks op den Verjaardag des Erfftadhouders, in 't gc- 1767. heele Ambagt, een plegtigen Dankdag te vieren, en 's Hemels zegen over de aangewende Middelen af te fmeeken (*). Droog- Lieten Staaten van Holland zich zo veel niaakory- gelegen leggen om dit inknaagend landverZ^JntoeV"derf, met groote koften, te keer te gaan, gcftaan. zy leenden een gunftig oor aan verzoeken bctroycn tot eene en andere Droogmaakery ingediend; aan men- ondervonden de Reffeerinaen van Eivjetermo* len-> Vlymen en Heedikhtiizen, omtrent de lens, Bedyking van een Buitenpolder (f); .de Schouten en Ambagtsbewaarders van Zoe-. termeer , Stompvvyk eh Wilsvcen, ten aanziene van het droogmaaken hunner Bepoldering in h eerstgemelde Ambagt (§).; als mede de Regeering van Bcrkel en Rodenrys. ten opzigte ceiier Droogmaakerye Allen deezen vonden zich, door gunftige Schikkingen op de ingeleverde Plans ten meeften nutte hunner Plaatzen, in ftaat gefteld omheen arbeid aan te vangen, zonder . deeze tusfchenkomst des Souverains niet te .onderneemen. De reeds drooggemaakte Meeren en Plasfen moeten, door kostbaare Watermolens drooggehouden, en tot het uitmaalen dep wo : i . , :■' :.. . -«ieui Q*J N. Nederl. Jaarb. 1767. bl. 411. (f) Refot. van Hall. 24Jan. 1767. (§) Refol. van HM. 24 jan. 1767. Refol;van HM. 8 Dec. 17Ó7, '  HISTORIE. H niéuwe, ten aanwinst van Land, andere ge- lxxxïx; bouwd worden. Meermaalen fcherpte boek. zich, gelyk wy optekenden , het vernuft der Werktuigkundigen om die hoogstnoo- 1767. dige Uitvindingen $ ware het mogelyk, te verbeteren en tot grooter maate van volkomenheid te brengen, en nooit lieten Staaten van Holland dit vlytbetoon, wannéér de getoonde Proeven eenen gunftigen uitllag beloofden, van aanmoediging verftooken , door het verkenen van Octroy aan den Uitvinder: zodanige Octroyen verwierven , ten deezen Jaare, jacob jongeneel te Rotterdam en laurens smit te Amfterdam, voor de Watermolens door hun uitgedagt, en van welke men eene meerdere werking dan van de gewoone Scheprad-molens mogt verwagten (*). Valschheid en Bedrog, die dikwyls een Plakaaten kortftondig voordeel geeven, berokkenen, ^eei^de" in 't einde, den ondergang der Handwer- Katoen-1' ken, waar in ze haar verderflyke rol fpee- drukkelen. Dit voorzagen de Katoendrukkers rjwn in deezèr Landen: dewyl baatzugtige Perfoo- ^ften9* nen zich niet ontzagen, op eene hcimlyke wyze Katoenelywaaten , met valfche en onbeftcndige kleuren te drukken , door 't oog van minkundigen niet te onderfcheiden van de met vafte kleuren vervaardigden ; 't welk deeze Fabriek, die zo veel Handwerkslieden aan de kost hielp , zo veel diensts C*) Refol. v.m HM. 18 Dec. 1767,  24 VADERLANDSCHE lxxxix. diensts deedt aan 't vertier der KatoenelyjsoBK. waaten door de Oost- Indifche Maatfchap- < pye hier te lande ingevoerd, en aan de ver- 1767. koop der VerfftofFen, met een zwaaren flag dreigde. Zy vervoegden zich met verzoek om voorziening tegen dit onheil by Staaten van Holland; die een Plakaat daar tegen lieten afkondigen, beveelende, dat de Katoenen met valfche en onbeftendige kleuren gedrukt, van die met egte en beftcndige moeiten onderlcheiden worden, door eert zwart lystje aan de ongedrukte zyde langs de beide zelfkanten ( * ). Een foort gelyk Plakaat, ter voorkoming dier valschheid, lieten hun Hoog Mogenden uitgaan , op dat minkundigcn in den Lande niet bedroogen wierden, en de Handel buitenslands, door die flinksheid, geen onherftelbaaren krak krecge ( f ). Maaking Eene zaak, die, door 't lang verwyl, van p. ais jn 't vergeetboek geraakt fcheen, kwant tot* eene ^it Jaar weder ter baane, en aan een einHooge- de. De Heer pieter mogge, die fchool te te Zierikzee de aanzienlykfte StadswaarZurikzte. digheden, en wegens Zeeland in 's Lands hooge Vergaderingen de gewigtigfte posten met lof, bekleed hadt, fchoon hy, in den Jaare mdccxlvii, ten doel ftondt aan de hoogstgaande tekenen van hoon en kleinagting van het dom Gemeen, die by zyne groote Middelen allen een voorbeeld va» f *) Refol. van Hott. 3 Nov. 1767, C1Ó Refol. Gen. 25 Not. 1767.  HISTORIE. 95 van Zedigheid flrckte, der Geleerdheid lxxxix; en den Geleerden groote agtingtoedroeg, boek. hadt, in den Jaare mdcclvi, door- , zynen Dood een Uiterftenwil bekragtigd, 1767. waar in hy de Uitvoerders van denzelven beval, Staaten van Zeeland te verzoeken om in Zierikzee eene Hoogefchool op te rigten, met zodanige Voorregten als dezelve behoefde; in deeze zouden zes Hoogleeraaren, met bepaalde Jaarwedden van Achttien honderd tot Veertien honderd Guldens Werden aangefteld; in gevalle Staaten van Zeeland dit toeftonden befprak hy ten dien einde de aanzienlyke fom van Viermaal honderd en twintig duizend Guldens ( *). De aangeftelde Heeren tot het volvoe- Handelaren van deezen Uiterftenwil, doordrongen Sen ™ van het zelfde gevoelen als de Overledene ^ar^ve dat dusdanig eene Inrigting tot Zeekinds 3 ' °Ver'' welweezen, en tot heil 'van Zierikzee in 't byzonder, zou ftrekken, en begeerig om deeze Maaking, overeenkomftig met de begeerte huns Burgerlievenden Stadgenoots uit te kceren , vervoegden zich , met dit Verzoek by Staaten van Zeeland. Deezen fielden het, in Grasmaand des Jaars mdcclvii, in handen der Regeeringe van Zierikzee om te verneemen of zy van oordeel zouden zyn, dat de gefteldheid der Stad tot het oprigten van zulk eene Hoogefchool gefchikt zou weezen. Hier toe, en teffens om na te gaan, op welke gro* C*) Nederl. Jaarb. 1756. bl. jiqi.  o6" V AD ÉRtANDSCHE lxxxix. gronden ; men dc zwaarigheid zou kunne* boe fc. oplosfen, die daar tegen Zou kunnen woï- :— den ingebragt, uit het Octroy van Koning 1767. Philips j> e m H, als Graaf van Holland en Zeeland aan die van Leyden , in den Jaare mulxxv, verleend, werden eenige Regeeringsleden van Zierikzee gemagtigd, die in Zomermaand een Verllag uitbragten, behelzende eene bekwaamkeufing der Stad tot de Hoogefchool, als mede hoe, volgens hun inzien, het gemelde Octroy , tot geen beletzel kon ftrekken, indien het den Staaten van Zeeland, uit de volheid van hunne Magt, behaagde Zierikzee met eene Hoogefchool te begunftio-en; met nevensgaand verzoek, dat, tot het fpoedig bevorderen der zaake, eenige Heeren, met den Heer van borsselen, als Eerfte Edele, in onderhandeling zouden treeden , het gevoelen der Gouvernante in neemen, en de zwaarigheden , welke de Próvinciaale Rekenkamer zou mogen maaken, op losfen. De Raad van Zierikzee keurde deezen Voorflag goed. Dan de Heeren der Rekenkamer Van Zeeland bleeken , by eene gehoudene onderhandeling, in een ftrydig begrip te ftaan met het uitgebragte Verflag, en beweerden in een breedfpraaking Vertoog-, dat het voldoen aan het Verzoek rechtdraads zou ftryden met het Octroy aan Leyden ver- jeend. , Het leedt tot in Herfstmaand des Jaars mdcclvïii eer de Regeering van Zierikzee gereed was met een Vertoog ter wederlegging van dat des Re»  II I S T O R I E; 9? Rekenkamers ingerigt, aan Staaten van lxxxjx» Zeeland in te leveren. Dit Stuk by hun boek. onderzogt zynde , gaven zy te verftaan, dat, alvoorens men, in eene zaak van dat 1767: aanbelang,iets metvrugtzou kunnen doen j de gedagten van de Gouvernante daar over behoorden te worden ingenomen; weshalven zy die van Zierikzee verzogten hunne poogingen by deeze Vorftinne aan te wenden, op dat zy mogt goedvinden haare bedenkingen daar over te verkenen. De Burgers van Zierikzee, veel voordeels uit zulk eene Hoogefchool voor hunne Stad fpellende, vervoegden zich by Burgemeefteren met bede om een Verzockfchrift te mogen opftelkn en aan de Gouvernante over te leveren, ten einde haar te beweegen om gunftig de hand te willen kenen, en Staaten van Zeeland in het voldoen aan denUitcrften wil van hunnen Burgervriend te onderftcunen. Dit werd toegeftaan, het Verzockfchrift opgefteld , ingeleverd,; en in Louwmaand des Jaars wdcclix goedgekeurd. Maar eer de Bezending van de Magiftraat, reeds in den Jaare mdccuvih beflooten; doch, om redenen, agter gebleeven, en nu op nieuw beraamd, al» mede de overlevering van het Verzockfchrift, voortgang hadden, kwam de tyding des overlydens van haare Koninglyke Hoogheid, die al dit voorgenomene verydelde , en de Regeering van Zierifa zee noodzaakte zich wederom by de Staa^ XXIV. bui. G te»'  $8 VADERLANDSCHE ï/Xxxïx. ten te vervoegen: met zulk een gewenschy boek. ten uitflag, dat de Eerfte Edele , de Ste- den Middelburg, Goes en Tholen, eene 1767. volkomene toeftemming verleenden , en de andere Staatsleden zich niet ongenegen verklaarden. Zierikzee zag niets anders dan een gunftig Staatsbeiluit te gemoet ; wanneer dit heuehlyk vooruitzigt beneveld werd. Zeyden DeBezorgers der Leydfche Hoogefchoole kant'er hadden, reeds in den Jaare mdcclvii, gen 6" bv Staaten van Holland verzogt, het oprigten van eene Hoogefchool te Zierikzee te beletten; zich voornaamlyk grondende op het Octroy, luidende,[onder dat wy nogtans willen dat eenige andere gelyke Schooien, tot eeniger tyd, in Holland of Zeeland, gefundeerd en opgerecht worden , het welk wy yoor ons , of onfe Succesfeurs , cxpresfelyk verboden hebben : en vonden deezen goed in Herfstmaand des Jaars mdcclix, een Brief aan Staaten van Zeeland af te vaardigen, en hun op 't ernftigst aan te maanen om van het opregten eener Academie in hun Gewest af te zien. Onder- In Zierikzee was men, middelerwyl gen mét" voortgevaaren met het vervaardigen van Staaten een Plan, wegens den voet en wyze op van Rul- welke de nieuwe Hoogefchool zou worden land. ingerigt, dit droeg de goedkeuring van den Raad weg, en leverde men 't zelve ter Staatsvergadering in. — 'tLiep tot Oogstmaand md cc lx aan eer Staaten van Zeeland gereed waren met een Antwoord aan hun Ed,  HISTORIE. 99 Ed. Groot Mogenden, waar in zy ver- LXtKiZ. trouwden hun Regt ontwyfelbaar getoond 15 0 e m te hebben; doch verklaarden vóór het nee- ——— men van een volftrekt befluit , gaarne de na- 1767» dere bcdcnklykheden, van hun Ed. Groot Mogenden te willen afwagten, bereid om daarop zodanig agt te nemen, als zy oordeelden , behoudens 's Lands Hoogheid en Geregtigheden, te moeten doen. By het afzenden van dit Antwoord drongen die van Zierikzee aan, dat, indien de zaak by Staaten van Holland op de lange baan gehouden wierd , zulks aan de vrye Overleggingen der Staaten van Zeeland geen belet zou mogen toebrengen; waarom zy ook, tot in Grasmaand des Jaars m d c c lijyt gewagt hebbende , die Staaten aangingen met een voorftel om de raadpleegingen op het Plan te hervatten. Middelerwyl mét den die van Holland, de Bedenkingen in* genomen der Bezorger en van de Leydfche Hoogefchoole, en van Burgemeefceren die? Stad, die redenen bybragten om het Uit-? fluitend Regt aan Leyden verleend, te hand-v haaven tegen allen, welken 't zelve intwy« fel mogten trekken. Overeenkpmftig hiec mede was de Brief van hun Ed. Groot Mogenden , de Staaten van Zeeland nogmaals aanmaanende van die zaak af te zien* Van de Leden der Zeeuwfche Staatsvergaderinge verklaarden zes derzelveu den Raadfiag van Zierikzee te zullen afwag*ten ; doch deeze Stad, toen^ pngelast, drong vervolgens op het houden G a vasj  '2P0 VADERLANDSCHË xxxxix. van een Commisforiaal Befoigne ('t welk i o e ic. werd toegeftaan,) onder aanbod van de noodige wederleggingen des Briefs vart X7Ó7-. Staaten van Holland te zullen inleveren. Zy poogden ook de bygtbragte bewysredenen _ tegen hun aangevoerd te ontzenuwen, in een breed uitgewerkt Vertoog aan de Staaten van Zeeland ingeleverd; doch deezen maakten geen haast om de zaak voort te zetten, tot dat zy e'éns en andermaal ter afdoeningeaangedrongen, de overweeging en beantwoording van den Brief der Staaten van Holland, andermaal aan 't Commisforiaal Befoigne overlieten: waar in men weder een Vertoog, tot beveiliging van Zeelands Regt ontwierp, boof In deezer voege bleef de zaak fleepen- vanZee- de' tot dAt die Zierikzee, in dit Jaar ZWafge- mdcclxvii, wederom ter Staatsvergadeflaagen. ring, op het afdoen aandrongen, en een breed Vertoogfehrift by Staaten van Zeeland, inleverden. De Leden oordeelden eenpaarig die van Zierikzee te moeten verzoeken, om van, deezen hunnen zo dikwyls herhaalden aandrang af te zien, fchoon de Afgevaardigden van Middelburg, Goes en Tholen, dien onverminderd, verklaarden, volkomen overtuigd te weezen, dat Zeeland het Regt tot liet oprigten eener Hoogefchoole toekwam. Zy gehoorzaamden, hoewel met betuiging van leedweezen, en zagen het Staatsbefluit aan, dat in het Verzoek der Uitvoerderen des Laatftenwils van wylen Mr. jPiETER. mogge, tot het oprigten  HISTORIE. 101 ten eener Academie binnen Zierikzee} niet lxxxtx, kon getreeden worden (*). boek. De Menschlievenheid, die beminnclyke ■ Hoofdtrek der Nederlanderen , vondt dit 1767. Jaar gelegenheid, om zich, in 't oog van Oprigting geheel Europa, voorbeeldig te doen uit-der Maatlchitteren, door het opregten eener Maat- [^abp^ . fchappye, welker wedergade nergens werd ^mi/der' aangetroffen; De Maatfchappy tot Behou- Drenkédehis der Drenkelingen. Zeker is het, datlinSen' in een Land zo vol waters als het onze, en van zo veel fcheepvaards, 's Jaarlyks eene menigte Menfchen in 't water verdrinkt , en het gaat niet min vast, dat de meeften dier ongelukkigen, by gebrek eener goede behandelinge, naa dat zy uit het water gehaald zyn, omkomen. Dc Ondervinding, hadt reeds veele Lesfen tot eene betere behandeling opgegeeven , en 'er Verbaazende Voorbeelden van getoond. Dit bewoog eenige edelmoedige Menfchenvrienden, om, by de bekendmaaking der befte Red- en Hulpmiddelen, den prikkel eener Eerbelooning en Schadeloosstelling van de gemaakte koften te voegen. De cerfteAanleggers en Beftuurders°dier Maats fchap- (*) Not. van Zeel. 26 en 29 Oct. 1767. en Bvlagen bl. 1. Zie alle deeze Stukken in de N. N'ederl. Jaarb. 1768. bl. 918 — 1093. Men vindt ze fey een, en ten voordeele van Zeeland afgedrongen, in een Stuk getyteld Betoog van Zeelandi Regt tot het ftigten eener Hoogefchoole briefswyze voorgedraagtn, door piet er paulus, te Leyt denby r. v. a. eik en d. vyo« 1775. G 3  102 VADERLANDSCHB ixxxix. fchappye, wier Naamcn eene dankbaare ij o eK. vereeuwiging verdienen, waren claude n00rtwyck, jacob de CLERq, 3.767. jean scipioN vernede, Leeraar in deWalfchc&emeentctcAmflerdani, gys- bert antwerpen verbrugge van freyhoff, pieter mey ER, joan GOLL. van frankenstein, cornelis vollen'hoven, corneliu s van engelen, JOH. al o. schlosser, M.D. Lid der Kon. Maatfchappy te Londen en joannes l uB l 1 n k de Jonge. Het eerfte berigt van dit menschlievend Plan zag de Landzaat met verrukking, in een Weeklyks Zedefchrift, onder den Ty•fel van den Philofooph uitgegeeven, en door een der Béftuurderen, van engelen, naderhand voor zyn Werk erkend. In dit Vertoog werd voor allen , die met dugtige bewyzen, konden aantoonen, een Mensen of Kind, 't welk, zonder eenige Beweeging of tekenen van LeeVen, uit "het water was gehaald, weder tot zich zeiven gebragt te hebben , een Gouden Penning beloofd met den Naam des Redders op den kant, en zou zich deeze uitbieding over de Zeven vereenigde Gewcften uitftrekken; ook kon de Redder, -zulks liever verkiezende, zes Dukaaten ontvangen. ——! Een daarbv geroepen Genees- of Heelmecftcr kon, frtgevalte hy niet ryklyk voor tyd en aangewende zorgen mogt beloond zyn , de Rekening ■by de Mnatfchappye -inleveren. — En, by aklieh'er, in een Heiberg oïKuis,  HISTORIE: 10$ eenige Onkoften mogten gedaan zyn, zou- LXXxrxV den dezelve, mits niet meer dan vier Du- boek. kaaten beloopende, boven de Eerbeloo- ■ - •ning, door de Maatfchappy betaald wor- 1767, den, 't zy de Verdronkene gered ware, of niet, wanneer men behoorelyk bewees, dat die Onkoften alleen ten nutte van den Drenkeling gemaakt waren. Ter gerustftellinge van een ieder , dat de Belooning wel betaald en de verdere beloften wel nagekomen zouden worden verzekerde de Schryver van den Philofooph, een Papier in handen te hebben, waar op reeds eenige Duizenden, tot dit liefdcryk Oogmerk waren ingefchreeven, daar by voegende; „ Meer zou ik in de daad „ vreezen, dat men, in weerwil van onze „ welmeenende poogingen, nog al met „ geen genoegzaamen yver handen aan 't „ werk mogt liaan; meer zou ik vreezen, „ dat men ons niet genoeg, dan dat men „ ons te veel Premien kwame afvraagen : want wanneer het gevolg van ons Plan „ aan onzen hartlyken wensch beantwoordt, en men dus hoopen kan, (zodanig im„ mers is de aart eener blymoedigc Lief„ de,) dat 'er meer Gelds zal noodig „ zyn, zo vlei ik my met eene volmaakte „ gerustheid, dat 'er onder de Chriftenen ,-, en Nederlanders , eene menigte welge,, pkatfte Harten zullen gevonden wor„ den, waar in eene genoegzaame Edel„ moedigheid en Menschliefde gloeit om a, een gering, een zeer gering gedeelte ?, flegts van hunnen overvloed te willen G 4 „ be-  t04 VADERLANDSCHB fcxxxix. „ beflaeden om het Leeven hunner Medejjoek. menfchen, hunner Landgenooten, hun- „ ner Broederen, te behouden. En, in 5) dit geval, 't welk wy nogmaal wen,, fchen , dat gebeuren mag, zullen wy „ onze Maatfchappy verder uitftrekken, „ en in tyds nadere Schikkingen beraa„ men (*)." Pe-orTToog Op den eigen naamiddag van den vier derfteunT en~ twintigften van Oogstmaand, dat dit en elders' Vertoog voormiddags, het licht zag, gaf gevolgd, de Redding van een braaf Man te Amfler~ da;n den Beftuurderen reeds gelegenheid om de eerfte Eerbelooning met hartlyk genoegen uit te deelen (f). Men begreep, ondertusfehen, dat deeze Bekendmaaking in een Weekblad, 't welk alleen door lieden van Smaak geleezen werd, niet genoegzaam was om deeze zaak de noodige algemeene bekendheid by te zetten; en kende teffens het heerfchend begrip in ons Land, dat het, wanneer een Drenkeling uit het water gehaald, geene tekens van Leeven gaf, het niemand vry itondt, den zeiven in huis te neemen, en' zelfs niet aan te raaken, dan alleen om hem aan den wal, met 't hoofd boven :t water op te hangen , en dat de Drenkeling, in dier voege eenmaal vastgemaakt, van niemand dan door daar toe gemagtigde Perfoonen mogt los gemaakt wor- derj, C*) De Philofooph, II Deel, bl. 2<5g. CO Oe PkUofooph, ald. bl. agtf» <,  HISTORIE. 105 den (*). Naardemaal dit vooroordeel, als lxxxix. een der fterkfte hinderpaalen van den goe- b 0 ek. den uitflag der Ondcrneeminge, elk in 't oog liep, beflooten de Beftuurders , naa 1767. des geraadpleegd te hebben met den Hoofdfchout der Stad Amflerdam j. sweers, dat verkeerd begrip te keer te gaan, door pene Bekendmaaking te laaten drukken, waar in het Ontwerp , de Bedingen, en Schikkingen in het redden der Drenkelingen vervat waren, en tot kennis van 't algemeen gebracht werden. Deeze Bekendmaaking werd wel ras het geheele Land door verïpreid. De Regeeringen der Steden wrogten hier in mede; en 't leedt niet lang, of meer dan zes duizend Afdrukken, waren in handen. In alle Nederlandfche Gewesten, in alle Steden, bevlytigden zich de Overheden om dit Menschlievend Werk te onderfteunen, en toonde men in eenige zo veel genoegen te neemen in deeze Inrigting, dat van Stadswegen, boven de uitgeloofde Eerbelooning , eene aanzienlyke Gifte werd toegezegd, en ook ten opzigte van de koften zorge gedraagen (f). Voorts ftelden de Beftuurders der Maatfchappye, hoogst (*) Ds Baljuw van Amftetland hadt, in Louwmaand deezes'Jaars, een Berigt ter weeringe van dit vooroordeel laaten aanplakken, en daar by eene Onderrigting hoe met de Drenkelingen tot derzelver herftel te handelen. De Phih/ooph II Deel, bl. 284. (t) N. Nederi. Jaarb. 1769. bl. 237. 3ÓI— G5  m V ADEïlLAND SC HE 'Lxxxix. hoogst verheugd en dankbaar over de bèjjoek. gunltigende medewerking der Overheden, - middelen voor en te werk om die Stigting J.767. beiiendig en van duur te doen zyn (*). Het nut deezer Imïgtinge bleef niet bepaald by ons Land, 't welk op derzelver eerfte Uitvinding en Invoer roem mag draagen; maar, gelyk ze de toejuiching ontving van 't geheel befchaEïfd Europa, zo diende ze ten voorbeeide van verfcheide Maatfchappyen op dergelyk een voet aangevangen, die éénpaarig aan de Oorfpronglyke, dc welverdiende Eer toekennen van haar opgewekt te hebben, om ook, waar 't mogelyk, verborge Leevensvonkjes aan te blaazen (j). Lastont- De Ingezetenen van verfcheide Dorpen heffingen in de Meyerye van 's Ihrtogenbosch vonden aan eenige z-lcta jn gr00te verlegenheid en behoefte gel°°l*m dompeld, door een Onweer, 't welk, met Oaweer een alles overilroomenden Stortregen, getroffene fehrïklyken Hagelflag, en geweldigen Storm^MeVr1 wmd verê'eze-^5 °P den twintigften van gefchon-y Hooimaand nederviel. Behalven de ongeiQn. lukken daarby aan Menfchen en Beeften overgekomen, waren 'er eenige Huizen en Schuuren geheel, andere gedeeltlyk inge- ftort> (*) Hiftorle en <&t>denkfehriften van de Maat' Jchappy tot Redding der Drenkelingen. ( : ) Men vind: dit kortlyk by een getrokken iii «ie Schets van de Hiftarie der Maatfchappy tot Redding der Drenkelingen, door joannes lublin* He Jonge. In de Verh. der Holl. Maatfchappy tg Haarlem, XVII D. II St. bl. 35. der Berigten,  II I S T O II I E. v 107 ftort, of zwaar befchadigd; de hoon van lxxxix; den Landman, die een ryken oogst van b o e k. Rogge, byna ryp, vcrwagtte, verdween • eensklaps; andere Veldvrngtcn, als Boek- 1767. weit, Erten, en Boonen, waren geheel, Haver en Gerst meerendecl, weg; buiten de Vrugtboomen by één Dorp vyf honderd Eiken en andere Boomen, uit den grond gerukt; de beëedigde fehade deezer Dorpelingen beliep ruim 22206a Guldens. De Regenten vervoegden zich, in deezen deerniswaardigen toeftahd, by hunne Hoog Mogenden om eene Milde Gifte of Vrydom van 's Lands laften voor eenige Jaa-r ren. Hun klaagftem werd verhoord, zy verwierven deels Ontflag van Verpondingen, Beden en Gemeene Middelen, deels vrywillige Giften , naar de opgegeevene fchaden uitgereikt, tot herftel der Gebouwen, en gefchikt om onder de moest behoeftigen uitgedeeld te worden (*). O 1$ Nederl. Jaarb. 1768, bl. 180, VA-  VADERLANDSCHE HISTORIE. NEGENTIGSTE BOEK. INHOUD. xc. Willem de V geeft kennis van zyn Boek. beoogd Huwelyk met frederica so- PHiA wtlhelmina. Goedkeuring van hun Hoog Mogenden en van de byzondere Gewefien. Lyfrenten door Staaten van Holland voor haare Koninglyke Hoogheid bejlemd. Ondertrouw. Voltrekking des Huwelyks. Vorstlyk Paar onder den weg begroet. Op het Huis de Oranjezaal ingehaald en geluk gewenscht. Intreede in 'f Gravenhaage. Openbaare Vreugdbetooningen deswegen in den Lande. Gedenkpenningen deezer Gebeurtenisje, 't Vorstlyk Paar te Haarlem begroet. Reis door Hollands Noordlyk Gedeelte. Water vermaak het Hooge Gezelfchap op de Texelfche Reede aangedaan. In Amflerdam ingehaald. Vreugdeblyken. De Prins  VADERLAND SC HE eriz. io> iVzVw zitting in dc Admiraliteit. Zeil- xc. party op het T. Als Oppcrbewindhebber der boe k* Oost- en West-Indifche Maatfchappy en ont- »— 111 ■ vangen. Vermaaken het Vorstlyk Paar aangedaan. Vertrek uit Amfterdam. F rede r ik de groote Op 't Loo. Gouda door het Vorstlyk Paar en Prins hendrie nan Pruisfen bezogt. Frederik willem den Prins van nassau weilburg gebooren. Gefchil tusfehen Dordrecht en Gomichen} over het Stapelregt. Twist te Monnikendam over de Magiftraatsbeflellingi Gefchil tusfehen de Vroedfchap , Burgemeefteren en Schepenen van 's Gravenhaage. Den' Raadpcnfionaris van Zeeland de Plaatsbeklecding van Eerften Edelen ter Admiraliteit door Middelburg betwist. De Aanflelling van den Heer van der parre dempt dit gefchil. Vordering van zyne Hoogheid deswegen. Uilvinding der Tekenprentkunst van C. p. van am stel j. c. Haare Koninglyke Hoogheid bevalt van een dooden Prins. De Heerlykheid Montfoort aan den Prins van oranje afgeflaan. Bezending des Basfas van Tripoli by de Staaten. Jan hop legt het Thefaurier - Generaalfchap der Unie neder, en wordt hier in opgevolgd door p au lus adriaangilles. De Raadpenfionaris pieter steyn vangt zyn yyfde vyfjaarigen dienst aan. 't Gefchil wegens de Wedde van ferdinand van collen, als Reprefentant van zyne Hoog' Jieid by de West- Indifche Maatfchappy beflist. De Stadhouder maakt een einde aan de tweedras.t tusfehen den Procureur Generaal van Gel-  lis VADERLANDSCHE' xc. voor Pestziekte, en voorzorgen daar tegen. Soek. De Verzameling van bernard sieg- — f ried albinus door de Bezorgers der Leydfche Ploogejchook gekogt. Herman- nus noordkerk^f. ANDRlES george eckhart krygt Octroy voor zyn uitgevonden Waterfcheprad. Bepaalingen den Zuikerhandel betreffende. Vrugtlooze aandrang van Holland op de verbetering van het Zeeweezen. 1767. M en hadc geenzins nagelaaten in de Willem .begroetingen van den Stadhouder, by zyde v geeft ne Meerderjaarigheid en het aanvaarden zyn"™der hoogaanzienlyke Staats- en Krygsoogd Hu-Ampten, de wenfchen uit te boezemen, welyk, dat eerlang eene Egtverbintenis zyn Geluk mogt voltooijen. De vervulling dier wenfchen aanfchouwde het tegenwoordig Jaar. Het voorwerp van 's Prinfen keuze was Mevrouwe de Prinfesfe f r e d erica sophia wilheemina van Pruisfen, éénige Zufter van zyne Hoogheid, den Prins van Pruisfen , Nigt van Koning frederik den groot en. 's Erfftadhouders Geheimraad en Requestmeefter de Baron de l,arrey, aan wien hy het vraagen des Huwelyks aanbevolen hadt, daar in gelukkig geflaagd zynde gaf zyne Hoogheid van deeze eenpaarige Töeftemming der Koninglyke Familie kennis aan hunne Hoog Mogenden, en de Staaten der byzondere Geweften; in den Bekend- maa»  %ik VADERLANDSCHE xc. den, in 's Gravenhaage hun vcrblyf houboek. dcnde, kreegen allen van Staatswegen ken- :— nis van dit beraamde Huwelyk ; en de 1767' Dienaars van den Staat buiten 's Lands by eenen Brieve des kundfchap, met last om 'er, daar 't behoorde, bekendmaaking van te doen. De Heer verelst, Af¬ gezant van deezen Staat aan 't Hof. van Pruisfen, ontving, by de overgave der Brieven , de hartlykfte betuigingen van deelneemend genoegen der Vorstiyke Familie, 'waar mede de Brieven in antwoord ge'fchreeven overeenftemden. De Brieven der onderfcheide Geweften aan zyne 'Hoogheid ademden niets dan gelukwenfching en goedkeuring, Lyfrente Tot meer dangenoegenbetoon met woordoor Hol- den, en hartlyk gelukwenfchen, kwamen eerland voor jang staaten van Holland. By hun was in Hoogheid overweeginge genomen, om, ten blyk van lieltemd. hun volkomen goedkeuring, voor ééns, zyne Hoogheid eene aanzienlyke fomme te vereeren; doch onderrigt hoe het den Stadhouder aangenaamer zou weczen, dat men een Jaar of Lyfrente , ten behoeve van haare Koninglyke Hoogheid bepaalde, bellooten zy, eene Jaarrente van twintig duizend Guldens, in een gouden Doos, ter waarde van achttien honderd Guldens, deezer Vorftinne aan te bieden; gelyk by haare aankomst in de Hofplaats, en de gelukwenfching, met veel ftaatlykheids gefchiedde (*> De C> ftefot. van Holt. a8 Oct. 3 Nov. 1767.  HISTORIE, De Ondertrouw van loet Doorlugtig Paar xc. Werd, den zeven- en- twintigtten van boer. Hooimaand, op 't Lustflot Charlottenburg voltrokken. Het behaagde den Koning die 1767. Plögtigheid zelve te verrigten. Het Hof Onderwas op 't feestftaatlykst uitgedoscht. De trouw. Prinsfen en Prinfesfen van 't Koninglyk Huis bevonden zich in een byzonder vertrek. Ineen ander, naast het zelve, war en de Baron de larrey,deHeer verelst en eene menigte zo van Staats- en Buitenlandfche-Minifters , als van verdere Perfoonen van den eerften Rang. Zyne Majefteit hadt den Heer verelst genoodigd om de Plegtigheid by te woonen, en deedt,' in 't vertrek der Koninglyke Familie gekomen , eene korte aanfpraak, ontving vervolgens van de Prinfes-Bruid haar Ring, rykïyk met Gefteenten omzet, voor den Prins haafen aanftaanden Egtgenoot, en van den Baron de larrey, dien van zyne Hoogheid. Hy verwisfelde die beide Ringen ftak dien van den Prins-Bruidegom aan den vinger van haare Koninglyke Hoogheid, en ftelde dien van de Prinfesfe den Heere de larreï in handen. De Koning wenschte, dat verrigt hebbende, onder eene tedere omhelzing, zyne Nigte geluk, en werd daar in gevolgd door dc •Koninglyke Familie, en alle de aanweezende Staatsdienaarcn. De Heer de i,arr^et boodt het Afbeeldzel van zyne Hoogheid , ryklyk met brillanten omzet, der Vorstlyke Bruid aan, die hem het Haare, desgélyks met brillanten; verrykt, voor den H 2 PtinlA  'ït6 V ADERLANDSCHE xc. Prins, haaren Bruidegom, overhandigboek.de yorsdyk >s Gravenhaage ontving, m?. onder veel Eer - en Vreugdbetoons, den voine- Erflhdhouder, tóen by, voor zyn vertrek Sd^S na Pnusfin, eene keef denyaards deedt. HuVe- j»jaa net tekenen der Huwelyks V oorwaar>'ks- Óen door de hier toe Gevolmagtigden, ving' zyn Hoogheid de Reis aan, en kwam aè,f eérftèn van Wynmaand te Potsdam, -waar dV Koning hem met alle blyken van genegenheid ontving;deeze genoot hy ook | ifr/yn, werwaards hy zich met het Hot beffif en zyne Majefteit, daags voor den l?ouwdag l de hand zyner Nigte m die van'haaren Prinslyken Bruidegom lag. —WW* * luifterryk was het geheele Hof 'bvde Huwelyks Inzegening, op den vierden van Wynmaand, verrigt door den Heer sack, Opper -Confiltonaal Raad S eerften HofpredLr van zyne Majefteit. Zyne taal drukte de hooge gevoelens uit, die hy koefterde van eene Prinfes , door hem ,, Pruisfens fchoonfte Kleinood geS^n, als mede van den VorstlykenBruiSm ,, Oranjes fchoonfte Bloed gefemd van zyne lippen vloeyden de hartlvkfe zegebeden over het Doorlugtig Kr - Onder het verwisfelen der Rmgh werden, ter aankundiging twaalf Stukken Kanon in de Tuin van 't komnglykfiot geplaatst, drie keeren afgebrand: waar op FeKoning, de Koninglyke Familie en alle Perfoonef van Rang by de Plegtigheid *  ia» VADERLANDSCHE xc. daar aan hadt meenen by te zetten. Men boek. befloot deeze grootendeels mislukte Illuminatiën, weinig dagen daar naa, te hervatten; 1767. wanneer een gunftiger weer en wind toeliet dat ze zich in voller luifter konden vertoonen. Openbaa- De openbaare Vreugdebedryven , waar re Vreug- mede de Regeeringen en Ingezetenen van ningen0" de Vereenigde Geweften hurne blydfchap deswegen over deeze hooge Egtverbinttnisfe, zo op gehouden, den dag der Voltrekkinge als op dien der pedenk- Intrede van hunne Hoogheden in 'sGragen.nm venhaage betoond hebben , op te haaien loopt buiten ons plan: wy maaken ons aan geene grootfpraak fchuldig met te vermelden, dat 'er geen Dorp geweest is, of men vierde den Dag op welken willem van Oranje zich aan wilhelmina van Pruis/en verbondt. Ook is dezelve Vereeuwigd door Gouden en Zilveren Gedenkpenningen, van onderfcheide Maakers, die in keurigheid van werk en gepastheid van zinnebeelden, 'met elkander om den voorrang dingen (*). 1768. Een gouden Gedenkpenning op dit Hu' welyk werd, in 't volgend Jaar, door den Erfftadhouder, aan den Baljuw en Burgemeefteren van 'sGravenhaage, onder 't onthaal op een pragtigen Maaltyd uitgedeeld: en vervolgens aan de andere Heeren der Regeeringe van de Hofplaats ter handgefteld; en werd een Zilveren, op den zelfden (*) N. Nederl. Jaarb. 1767. bl. 1273 -1300.  HISTORIE. i« den (tempel geflaagen, niet alleen aan de xc.' Officieren, der Scïiutterye, maar ook aan boek. alle Schutters en Brandmeefteren gefchon . ken (*). — Een en ander Speelreisje van 1768. hunne Hoogheden maakten dit Jaar gedenkwaardig. De Dagpapieren en byzondere Befchryvingen van het daar by voorgevallene in eenige Steden en Plaatzen, draagen getuigenis" van de Eer en Vreugdbetooningen, het hooge Reisgczelfchap aangedaan, wy mogen niet meer doen dan het voornaamfte aanftippen. Haarlem , werwaards de Bloeityd der 'tVorstlyk Hyacinthen 's Jaarlyks eene menigte van ^L^Um Menfchen lokt, om 't oog te onthaalen op begroct. een Bloemgezigt nergens in die uitgeftrektheid, juistheid en fraayheid aan te treffen, 't welk zich ruim ter helfte van Grasmaand doorgaans in volle heerlykheid vertoont, mogt het Doorlugtig Paar, op den zes en- twintigften dier Maand, eerst in de Bloemifteryen der voornaamfte Bloemiften, en vervolgens in haare muuren ontvangen. Buiten de Stad van wegen de Regeering door Burgemeefteren begroet, bezagen zy die pragtige vertooning der wederont» luikende Natuur: en recden met hun Gevolg, in vier koetzen met zes paarden befpannen, door Dragonders begeleid, ter Stad in, door de in de wapenen gefchaarde Burgery, ontvingen ten Huize van den Burgemeefter mattheus willem van val- (*) N. Ncderl. Jaarb. 1768. bl. 324. H5  ï24 VADERLANDSCHE xc. ren, weder werden ingehaald. Alles was boek. in gereedheid om de Schepen in den avond op 't heerlykst tel verlichten ; doch , ter 1768. oorzaak van den fterken wind, werd men te raade dit agterwege te laaten. De Vice Admiraal 's avonds bevel gekreegen hebbende van 's anderen daags 't Gezelfchap na Texel te brengen , vervoegde zich in den vroegen morgenftond na 't Jacht, waar in de Hertog van Brunswyk overnagt hadt, en werd, kort daar op het Jacht, 't geen ten Nagtverblyf van hunne Hoogheden diende, by het Admiraal Schip de Phenix gcbragt, zo dat zy ontwaakende zich reeds voor 't zelve bevonden. Aan boord getreeden waaide de Vlag des Admiraal Generaals van 't zelve, alle de Schepen deeden een welkomst groete uit het gefchut, en gingen met de Jachten onder Zeil. Onder het Üntbyt zag het hooge Gezclfchap de Schepen, verfcheide verrigtingen doen, zo in 't zeilen, als in 't ieinen, aan boord leggen,' en jagtmaaken op een invallend Oorloglchip. Aan boord van Capitein van reynst hadt voor eenige weeken een Matroos zyn Makker een fteek t jegebragt, en zat deswegen gevangen. Men voerde den fchuldigen na 't Admiraliteits-Schip, waar deKrygsraad, in welken zyne Hoogheid voorzat, hem ter Kielhaaling veroordeelde; doch bekwam hy, te deezer gelegenheid, uit monde van den Vorst, vergiffenis dcezes misdryfs. Een Koopvaardyfchip, verzuimd hebbende zyne behoorelyke Vlag te laaten waaijen, werd  HISTORIE. ia$ werd door een Kogel van het Admiraals- xc Schip daar toe genoodzaakt. Uit het zei- boek, ve begaven zich hunne Hooglieden, den Texelfchen wal genaderd zynde , in het 1768. Jacht, om op dat Eiland de Battery, en eenige andere zaaken te bezigtigcn. Van dezelve brandde, by 't aan land Happen, het Gefchut los , de Dorp Klokken luidden, de Schepen vlagden, de lust weergalmde van vreugde geroep. Vreemd was het dat de verwelkoming, uit naam van Baljuw, Burgemeefteren en Schepenen deezes Eilands, in zeer welgepalle en Ichoone verzen gefchiedde; doch die bevreemding verdwynt als men weet dat de Heer b a o thazar iitjidecoper Üudfchepen van Amflerdam , Baljuw van Texel, die verzen vervaardigd en zyne Eilanders die heufche Groetenisfen in den mond gelegd hadt (*).. Het Doorlugtig Gezelfchap , wel vol- Amfietdaan over dit alles , keerde na de Lust- maakt plaats Beekejlein te rugge, om naa een Dag regj ^ ruitens, en het bywoonenvan den openbaa- het Vorstreh Godsdienst, in de Kerk te Velzen, op lykPaar te 't woeligst tooneel, in 's Werelds Koop- °ntvanftad, te verfchynen. In deeze Stad repte * elk de handen om tegen den dertigften van Bloeimaand in gereedheid te hebben wat kon dienen om hunne Hoogheden, by de hoogftcEere, het meefte Vermaak, geduu- ren- (*) Medegedeelde Berigten. N.Nederl. Jaarh. 1768. bl. 395'. 6yl.  126 VADERLANDS C HE xc. rende het verblyf daar ter Stede aan te Boek. doen. Het Stadshuis nooit tot zulk een • einde gebezigd, was, om, dit hooge Paar 176'è. te huisveften, binnen weinig weeken, zodanig veranderd, dat het in een ruim en aanzienlyk Hof hervormd fcheen. — De aicefte Kamers, tot de aanzienlykfte Stadsvergadcrplaatzen gefchikt, werden tot eenig Hoflyk gebruik beftemd , en, haar eisch, met kostlyk Huisraad opgepronkt; De Hofftoet, die uit omtrent honderd Perfoonen beftaan zou, kon in 't Stadshuis niet wel geborgen worden, voor deezen befchikte men andere voeglyke verblyfplaatzen, naar den rang der Perfoonen. De Heeren van den Geregte droegenby tyds, zorge om, door heilzaame Waarfchuwingen, Schikkingen, en ongewoorie Bepaalingen over 't gebruik der Straaten, alle wanorde, verdringing en ongelukken, als mede om de gevaarlyke gevolgen van onverhoedfehen Brand te voorkomen. Desgelyks beraamden de Collonellen de Orde aan welke zich de Schuttëry, by de plegtige Intrede, moest houden. In Amfter- Op den beftemden dag verliet het Vorstdam inge- lyk Paar, in den morgenftond,• het aangehaald. naam Beekeflein, en vondt by het Tolhek op den Haarlemmerweg de Staatfie koetzen gereed. Daar in overgetreeden, bereikten zy Stadsffrondgebied niet of het losbranden des Gefchuts van de Wallen en het luiden der Klokken , gaf hier van kundfchap aan de Inwoonderen. Twee Secretrarisfen daniel hooft en pieter. ci-  HISTORIE. 127 Cipriaan testart verwelkomden xc. hunne Hoogheden. Dit werd binnen de boek*' Stad by de Slagboom, aan 't begin van den Haarkmmerdyk herhaald, door de twee 1768. jongfte Heeren Schepenen joan fr ederik d'orville, zacharias henrik alewyn, den Penfionaris engelbert francois van berckel, en den Secretaris cornelis graafland by monde van den Penfionaris van berckel. Om deeze Begroeting, als mede die der Collonellen te dier plaatze te ontvangen, was zyne Hoogheid uit de Koets getrecden. Hier opvolgde een tweede begroeting met het Gefchut. Door de Burgery , ten getale van zes duizend en ruim drie honderd man, op 't best uitgedoscht, langs de Haarlemmer- en Nieuwe/idyken, tot aan het Stadhuis gefehaard, kwam de ftaatlyke Trein, voor dat ten hunnen dienfte gefchikt verblyf. Ten derdemaale brandde men 't Gefchut los; 't Gelui deiKlokken werd door het Klokkenfpel vervangen, en dit weder door een Choor Muzikanten , die met keteltrommen, en trompetten van het bordes der Stadswage een keurlyk Veldmuzyk lieten hooren. By het in leiden en op treeden hief een ander Choor, op de groote Zaal, een treffelyk muzyk aan. In de Raadkamer verwelkomde de Hoofd - Officier izaak s weers, het Vorstlyk Paar uit naam des Magiftraats. De Heeren van den Geregte en de Oudburgemeefters, voor zo verre zy ■geen Vroedfchappen waren, vertrokken, die  13? VADERLANDSCHE xc. twee Jachten der Oost-Indifche MaatfchapB o £ li. pye lagen gereed om een Zeikogtje op 't T — te doen : op deezen verdeelden zich de l/óli. Heeren van de Admiraliteit, dien dag de Gastheeren van het, hooge Gezelfchap. De Standaard van de Admiraliteit werd opgeheefen op het groote Jacht, 't welk hunne Hoogheden voerde, en begroet door het Oorloglchip de Triton. De Koopvaardyfchepen, op Stroom en in de Laag liggende , vuurden en vlagden om ftryd. Het Koop-, Scheep- en Handelryk Zaandam was de bedoelde plaats van de Zeilparty; de Baljuw van blois, de Regenten en Kerkenraaden van West- en Oost-Zaandam , verwelkomden het Vorstlyk Paar, 't welk met den Stoet het merkwaardigfte van die aanzienlyke en na aan elkander verwante Dorpen bezigtigden. Een wakkerende wind voerde de Jachten, onder 't houden van den Middagmaaltyd, de Zaan uit, het y'door, de Stad voorby, na den mond van 't Pampus tot aan de Durgerdammer Vuurtooren. T en Zaan krielden van Jachten, Boeijers, Zeilfchuiten, die deel aan deeze verluftigende Waterparty namen. De Oost-Indifche-Werf begroette de Jachten onder 't voorby zeilen met Eerefchooten. 't Oorlogfchip de Triton, fraay verlicht, op Stroom liggende, verrukte de hooge Zeilgênooten, terwyl zy in 'tvóór ankerliggend Jacht den Avondmaaltyd hielden, en tot vvermiddernagt dien dag rekten.  HISTORIE. j£% Als Opperbewindhebber der Oost-Indi- xc. fche Maatfchappye nam 's anderen daags boek,' zyne Hoogheid Zitting in het Oost-Indi- ■ fche Huis , in die hoedanigheid' verwei- 1768. komd door den eerften Advocaat corne- Neemt Lis van der hoop: 't zelfde deedt Zitting by Vervolgens de Advocaat der West-Indifche Maatfchappye op het West -Indifche Huis; difihê T Wanneer zyne Hoogheid daar de plaats van MaatOpperbewindhebber dier Compagnie be- Opkleedde. Wen' Een luifterryk Cour op de Zaal van 't Vmnaa., Stadhuis, waar by alle Heeren van de Re- vorsdvk geeringen derzelver Vrouwen, andere voor- Paar aajitfaame Burgers, Ingezetenen en Vreemde- gedaan, lingen zelve, gelegenheid hadden van hunne Hoogheden te zien, en hun hof bydezelven te maaken, gevolgd van een groote Maaltyd^ bragt dien dag ten avond, welke gefchikt was om ten Schouwburg te gaan» Een prachtig gevaarte in dezelve bouwkunftig vervaardigd, beftaande in een groote Vorstlyke Tent, van boven koepelswyze gedekt, oierlyk verguld, en in de openingen van vooren behangen met roode Hu■weele gordynen, omzet met gouden kanten en franje, wagtte op de tegenwoordigheid dier aanzienlyke Perlöonadien , die met eene grootfehen ftoet derwaards reeden. By het openen van 't gordyn aanfchouwden zy het Tooneel hef Zonnehof,waar in de beroemde Toneclfpeeler ja n punt, eene Aanfpraak aan hunne Hoogheden en de vérdere Regeering in Dichtregelen uitftortte. Een Treur- en KI tI z fpè'l^  i32 VADËË.L ANDSCHË XC. fpcl, voorgegaan en gevolgd van een Balts oe k. let hielt het hooge Gezelfchap tot Midder-—■— nagt bezig. 1768. Een groot gedeelte van den volgenden dag werd hefteed in het bezigtigen van 't geen dcAmfh/ftadalsKoopvcrftinne doet uitmunten; het in 't water loopen vaneen voltimmerd Oost-Indijhh Schip , was bewaard om het Vorstlyk oog op dit bewonderenswaardig ftuk der Werktuigkunde te onthaaïèn. — Men hadt den Avond bepaald tot het Vreugdefeest en 't uitmuntend Bal in de Zaal van 't Stadshuis. Op 't zelve verfcheenen behalven de Vorstlyke Perfoonadien, ter welker Eere het Feest was aangelegd, de Prins van hessen, verfcheide Vreemdelingen van Rang, als de Prins van lambaise, Groot-Stalmecfter van Frankryk, de Marquis dec puente fuerte, Afgezant des Konings van Spanje by onzen Staat, benevens andere Grooten en Heeren van aanzien, uit onderfcheide Geweften deezer Landen herwaards gevloeid, de Leden dcfRegeeringe van Amper dam, derzelver Vrouwen en Kinderen, en een groot getal der voornaamfte Ingezetenen, met elkander een getal van ruim elfhonderd Perfoonen uitmaa-' kende, allen op het kostbaarfte uitgedoscht, fc.hitterende van Edelgefteenten, een verftommenden rykdom en luifter ten toon fpreidende, in eene Zaal door meer dan zevenduizend lampen, zo verrukkelyk verlicht, dat 'er aan de fchoonheid en orde yan 't Gebouw, door zo veel lichts niet te kort  HISTORIE. i3£ Officier van 't GuarmToen, die de Wagt fiondt xc. te hebben. Het werd, door deezen, bc- boek; kend gemaakt aan den VoorzittendenBurge meefter, op wiens last het, volgens ge- 176'è, woonte, door den Woordfchryver, aan de Capiteinen der vier Compagnien Burgers, die eiken nagt waaken moeiten, werd rondgebragt. De Hertog van Brunswyk woonde alle deeze Eer- en Vreugdbctooningen in A;n-> Jicrdam by; dan, gelyk hy, óm, zonder Staatfie ontvangen te worden, op den dag der komfte, 's morgens vroeg derwaards was gcreeden, en, onder 't naderen van hunne Hoogheden, uit het Huis des Heeren boreel, zich na het Stadhuis vervoegd hadt, waar Burgemeefters hem beleefdlyk ontvingen, zo vertrok hy, op den dag des Affcheids, in den vroegen morgen, in ftilte na 's Gravenhaage. Burgemeefters betuigden, by de wederkomst op 't Stadshuis, hun genoegen aan de Collonellen, wegens den 'betoonden yver en goedwilligheid der Schutterye, by 't inhaalen, vergezellen, bewaakenen uitleiden van hunne Hoogheden. Zy lieten vervolgens Zilveren Gedenkpenningen vervaardigen , die van drie onderfcheide Grootens aan de Hoogere en Laagere Officieren en aan alle wagtgehouden hebbende Schutters, tot een altoos duurend aandenken, werden uitgedeeld (*). Groot was on. <*) 2?. We4$rl. Jaarb. bl. 24a, M  Ï56V VADERL ANDSCHE xc ongetwyfeld de begeerte der Burgeren er» joek. Ingezetenen, welke den toegang niet hadt "• opengeftaan tot de Zaal van 't Stadshuis en 1768. de Vertrekken, die hunne Hoogheden ten verblyf en onthaal gediend hadden , om daar aan te voldoen werd toegeftaan, dat ieder dezelve zou mogen bezigtigen. Eenige Dames en Heeren, die hunne Hoogheden, geduurende derzelver verblyf, meest opgewagt en overal geleid hadden, ontvingen, ten betoon van genoegen, van den Prins fraaye en kostbaare gefchenken; dit viel ook eenige Amptenaars én Bedienden van 't Stadhuis ten deele. De milde Giften, in de bezigtigde Gidshuizen, in den Schouwburg aan de Tooneelfpeelers,' op Werven, en elders, uitgereikt, decden de Ontvangers 's Prinfen Edelmoedigheid roemen (*). Frrdertk *" Het vermaak en genoegen te Amflerdam pc groote genooten, fchakelde zich aan een ander, Ofi 't Loo. net yorstiyk Paar op 't Loo befchooren; werwaards zy gingen om het bezoek van FREDERIK BEN G R O O T E N af te Wag- ten. Deeze Vorst was reeds den negenden van Zomermaand, te Wezel aangekomen, vergezeld van den Prins van Pruisfen, en de Prinsfcn frederiic en Willem van Brunswyk Wolfenbuttel, en daar, door vier Afgevaardigden , uit naam van hunt (*) Wagenaar 't Verheugd Amjierdam, en Hiedegedeejde JJerigten.  HISTORIE, - 10 iten, dienfte van hunne Stad en Burgery xc? zouden te raade worden (*). Wyders boek^ kreegen de Leden der Regeeringe last zich * voortaan te onthouden van eenige verdere 1768$ Gefchriften betreffende de ontftaane Verfchillen te verfpreiden, veel min met den druk gemeen te maaken* Toen men, in gevolge van dit Staatsbefluit, de Verkiezing van Burgemeefteren hervattej ontftonden, op nieuw, hevige pneenigheden: dewyl een en dezelfde Perfoonen op twee onderfcheide Benoemingen gebragt wierden: beweerende de eene Party dat zulks beftaanbaar, de andere dat het onbeftaanbaar was, tot eindelyk, door de meerderheid beflooten werd voort te gaan ^ en tot Burgemeefters te ftemmen, die op de derde Benoeming waren gebragt geweest» De drie meergemelde Heeren verklaarden 'er zich niet alleen weder tegen $ doch leverden ook, op nieuw, een Verzoek-* fchrift aan Staaten van Holland over, zich beklaagende over de onwettigheid der Verkiezinge,met verzoek $ dat hun Ed. Groot Mogenden dezelve voor onwettig zouden, vcrklaaren; doch kreegen zy, in Sprokkelmaand deezes Jaars, ten antwoord, dat zy zich ten onregte tegen deeze Benoeming, eri C* ) Rejol. van Hall. 14 Mey 35 Jujiy 4 Aug. 9 en i9Sept. a8 Oct. 7 en ia Nov. 1767. De Afgevaardigden van Amf.erdam verklaarden, omtrent dit ftuk der Vrylaatinge, het Befluit wel aan te zien} xloch 'er zich niet mede te kunnen CQilfcrmeeren. 'ft.eSal. van Holl. 16 Dec. 1767. XXIV. deel. K  Ï46* VADER. LANDSCHË xc en daar uit gevolgde Verkiezing ? aangeSoek. kant hadden; en derhalven deeze beide irë kragt zouden blyven (*). 1760. Wie zich in zyn Regt verkort agt, laat Het ge- niet ligt eene gelegenheid, om 'er in herfehil tus- fleid te worden, voorbyglippen: dit 001Vr :'M d-10 deelden de Vroedfchap van V Gravenhaage, fchap én dat zy gedaan was, door Burgemeefteren Ivlagiftraat en Schepenen, waar om zy, kort naa de van 'sGra- Verheffing van den jongst overleden Stadttc*' MÖ»> by hem om herftel aanhielden, Naa *s Vorften dood herhaalden zy haare klagten by Mevrouwe de Gouvernante * doch hun bezwaar, door geen van beiden ■afgedaan zynde, verleevendigden zy, vol Iioope van een fpoediger en gunftiger uitflag,- in den voorleden Jaare, haare Verzoeken by den nieuwlings in zyne hooge waardigheden gekomen Erfftadhouder. De 3\Iagiftraat, verre van in 't begrip der Vroedfchap te Haan, of zich door de bygebragte redenen te laaten overtuigen, oordeelde dat de laatstgemelde, wel verre van In magt of gezag eenigzins verkort te zyn $ thans meer" genoot dan dezelve toekwam, gelyk zy 'zogt te betoogen in een wederleggend Gefchrift aan zyne Hoogheid overgeleverd. De Vroedfchap vatte de pen weder op, en zogt, in een nader Betoogfchrift, de Regten te ftaaven, welke zy 001- (*) Refol. van Hall. 2 Feb. 1768. N. Nedtrh Jaarb. 1767. bl. 1381.1352-13*2. Voor 'tja2£ ï?CS, bl. 10. 52. 106, 141. 152.  HISTORI E. U7 oordeelden) dat hun als Mede ver tegen- -Mi ivoordigers der Burgeren toekwamen, met b ö È Ka' een. volkomen vertrouwen de geheele ■ zaak overgeevende aan den Erfftadhou- 17684 der; Even dit zelfde deedt de Magiftraat 5 toen deeze het laatfte tegen hun ingeleverde ftuk ten toetze bragten; Het fcheen, door 't lang verwylj als of zyne Hoogheid, zo min als zyne Heer Vader én Vrouw Moeder; deezen twist tusfehen de Magiftraat en Vroedfchap derHofplaatze zou beflisfen. Maar de Magiftraat, in Grasmaand des volgenden Jaars mdcclxix, ónderrigtj dat zyn Hoogheid deeze zaak ter hand genomen hadt $ en gereed Itondt, die verfchillen eens geheel af te doen.j werd te raade eenige Regels vast te ftellen, die voortaan in het zamenroepen der Vroedfchap, in eene bepaalde foort van zaaken , zouden werden waargenomen. Van deeze leverden zy, door eene Bezending uit hun midden; een Affchrift over mét verzoek, dat zyne' Hoogheid, in het bepaalen der lang gehangen hebbende verfchillen, daar op zo veel agts zou flaan als hy oordeelde te behooren. Dit baande -den weg tot een Uitfpraak, te dicrzelfde maand/inhoudende, dat de Magiftraat varl 's Gravenhaage, met de flipte naakoming der thans opgegeevene Regelen, gegrond op het Octroy door Keizer karei, den V, in den Jaare mdxxv aan de Vroedfchap verleend, nu, en teft allen tydc, zou kunnen en mogen volftaan, en dat gev'olglyk, in de verdere en andere VerK a zoe*  ï5<5 VADERLANDSCHE xc. penfionaris met verzoek dat dezelve uit dö $o ek. Notulen mogt geligt worden. Mid- - delburg ftondt nu geheel alleen, alle de Ste- 1768. den waren gereed om, in 't byweezenvan den Raadpenfionaris, hun gevoelen uit te brengen: als deeze de plaats van Eerften Edelen bekleedde, en de Secretaris van het Land het befluur der Vergadering op zich nam. ' Te deezer gelegenheid verklaarde de Raadpenlionaiïs, door zyne Hoogheid in \ byzonder gelast te zyn om te verklaaren, dat deeze hoogstgevoelig was over dó handelingen der Heeren van Middelburg, en 'het afwyzen van dc voorgeflaagene fchikking, niet anders kon aanzien, dan als een ftap :daar heeil gaande om zyne Hoogheid, niet alleen in dit geval, maar ook by andere gelegenheden, in hoogstdeszelfs Re#, tot" de vervulling van het vertegen• woordigen des Eerften Edelen, hem alleen toekomende, te ftooren; doch dat hy met gezind was daar van'in 't:minfte af te haan. Voorts betuigde de Raadpenfionaris deezè raadplegingen nier langer te kunnen uifftellen, en, aangezien de Heeren van 'Middelburg niet te beweegen waren , verzogt hy, tut naam van de meerderheid der Leden van Staat, den Secretaris 'van het Land het beftuur derVergaderinge, geduurende de verdere raadpleegingen over dit fiuk, op zich te neemen, terwyl hy den Stoel van den 'Gecommitteerden van den Heer Eersten Edelen bckleeden. De Afgevaardigden van Middelburg, verheten daar op allen de Vergadering'; een Penfio:v'; £ « na-  HISTORIE. p# naris • hatende om alleen te hooren en te zien. boek. Een brief, vol klagten over deezen Hap - der Middelburgeren , werd -aan hun afge- 1768» vaardigd, en deeze door die van Middelburg met klagten over 't gedrag van den Raadpenfionaris, en den Secretaris van het Land, beantwoord. De Raadpenfionaris, voor de Eerften Edelen ftemmende, keurde het doen.van den Secretaris van den. Lande goed, en wilde eene Bezending aan die van Middelburg gedaan hebben ; doch die van Zierikzee, het beklag der Middelburgfche over dc kortheid van tyd aan hun vergund in opmerking ncemendc, wilden hun nog yeerticn dagen tyd geeven, om zich breeder te verklaaren. 't Welk zy deeden, aanhoudende op het buitenftaan van den Heer 'steengraoiis, terwyl men over de Begecving van een Ampt hem toegefchikt,handelde', daar hy, of den Stoel van Raadpenfionaris, of dien van Eerden Edelen vervullende, altoos in Rcrfoon tegenwoordig was : betuigende gereed te weezen, om, zo ras zy hier van genoegzaame kennis of verzekering hadden, Afgevaardigden, naar gewoonte, ter Staatsvergaderinge te zenden. . Wanneer de zaak tot die hoogte geklom- Dc aanmat was, fielde zyne Hoogheid, als Eerfte fteiHng Edele vm. Zeeland, den Heer jo 11 an ™.\?'r a~ adriaan van der perre aan, tot dpfffitdii bewaaring van die plaats in de Staatsverga- gcreml. dering, in het Collegia van Gecommitteerde Raaden, en in de Admiraliteit van Zeeli. 4 land.  HISTORIE. i5£ beide nauwlyks te befpcuren zynde, de xCi Prenten eigenlyke Tekeningen fcheenen. boek, 't Ontbrak aan geen gisfingen, ook niet aan kunst- en roerabenyders, die in be- 1768. denking gaven, dat dit Kunstvyerkniet enkel door Plaaten zou vervaardigd wor- den; maar dat de hand 'er boven dien beheiïdiglyk, met rood- of zwart-kryt, Inkt, 't'oé Sappen, de eigenaartige gedaante eener Tekeninge aan gaf. Hoewel dit verbloeden móest wyken op dé onbevooroordeelde befchouwing van de cenlleramigheid der Afdrukken eener Plaat met elkander vergeleeken, die onder zo veelenuict befpeurd zou worden, indiende Hand, buiten de Plaat, 'er aan gewerkt hadt, nam de Uitvinder een middel te baat om allen twyfcl, wegens het vervaardigen zyner Prenten , te verbannen. Ten deezen Jaare Lid geworden van de Hollandfche Maatfchappy der Weetenfchappen te Haarlem, verzogt hy vier Heeren Directeuren, met den Secretaris van der. aa om, onder geheimhouding, het werktuiglyke zyner behandelinge in deeze Kunst'te komen befchouwen. In hunne tegenwoordigheid vervaardigde hy eene Kunstplaat, die hy tot hun volkomen genoegen, met alle kleuren, gelyk aan 't Origineele op zyne pers met olieverf drukte., waar van zy hem een volledig Getuigfehrift gaven: terwyl' de Afdruk in tegenwoordigheid dier Heeren gemaakt, by de Maatfchappy e, ten aandenken hier van, bewaard wordt. Zo beveiligde onze Kuns-  <$8 VADERLANDSCHE ■Je. Kunstenaar zyn' Kunstroem tegen alk boek. verdonkeringen, en zette zyn Werk, waar. door men anders 'nauwlyks verkrygbaare .1768. Prenten, voor een maatigen Prys bekomt, met lof voort (*). '1760. De wenfchen van Vrugtbaarheid over Haare het Huwelyk des Erfftadhouders uitgeHoogheid boezemd, wagtte inen dat, in Lentemaand bevalt van Jaars mdcclxix, vervulling zouSpZ's den erlangen. Zyne Hoogheid hadt, in ' Wintermaand aan hun Hoog Mogenden en Ed. Groot Mogenden, kennis van de Zwangerheid zyner Gemalinne gegeeven, die het doen van Gebeden, te dier gelegenheid in.de Kerken bevallen; m booden Staaten van//o//ö/^zynellooghcid hetGevaderfchap aan over de verwante Spruite (f). Overal, en byzonder by Staaten van Nolland, waren de vereischte fchikkingen ge« maakt , om, op het hoóren dier blyde maare, de dcclneemende Vreugde der Landzaateh te betoonen. Eene verwagtiug te leurgefteld doordien haare Koninglyke Hoogheid , tusfehen den drie - en vier- en- twintigften, verlofte van een wel voldraagen, doch doode, Vrugt. De droef heid hier over, tenHove, en elders , nori!Ö3ÖO*> v.'.id ït. • vd -'b <' hoe (*) Verh. der Hot!, Maatfchappy X D. Voorb. R-VIII. Medcgcd. Bcrigten. N. Nederl. Jaarb. 1768. bl. 1118. Veertig deezer Plaaten zitn thans het licht. Naavoigers heeft hy verwekt, die hem nrby komen; doch gcenen die hem overtreffen. ■( l) Refil. van Moll. 2 en 3 Dcc. 1768. en 18 Maart 1769.  HIS TORI E. 157 hoe zwaar ook, kreeg verligting door de xc; gerustftellenée tydir.g, dat de Prinfes, bobkï ichoon door eenen langduurigen, zwaaren — en gevaarlyken arbeid, zeer verzwakt, 1765* naar gelange dier" omftandigheden, zich redeJyk bevondt* Zyne Hoogheid liet van dit fmertlyk geval aan de Staaten der onderfcheide Landfchappen kennis geeven, en werd overal bevolen, in de Kerken Dankzeggingen ten Hemel op te zenden voor dc Bewaaringe dier Vorftinne, en Gebeden uit te ftórten voor haare Herftelliuge. Den dooden Prins bragt een klein gevolg, naa dat dezelve twee dagen op een Paradebed gelegen hadt > 's nagts na Delft over, om in de Stadhouderlyke Graf keider te worden bygezet ( * ). Alle de Heerlykheden in Holland, by De Heerde verdeeling der Naalaatenfchap van wil- %heifd lem den III, aan den Koning van a^"^r' Pruisfen gekomen, waren, in den Jaare Prmsvan md c cl iv, door de Gouvernante anna, Oranje afvoor haaren Zoon gekogt (f). Op het 8c&wnj Grondgebied van den Staat in Offer-Gelderland werd deHeerlykheid Montfoort, by die Verdeeling den Koning van Pruisfen toegeweezen, door hem tot nog ter leen bezeten van de Algemeene Staaten, aan, welken de Oppermagt over dezelve, by het Bariïerre Tractaat, was afgeftaan: doch den C*) IT. Nederl. Jaarb, 1769. bl, 353. CO Zie het XXXUDeel der VaAirl Hifim$ hl 131.  i53 VADERLAND SCHË xc. den achtften van Zomermaand deezes Jaars Soek. is die Heerlykheid , op nieuw, aan het — Huis van Oranje overgegaan, by eene pleg- 1769. tige overgifte van den Koning van Pruisfen 4 met alles wat 'er toebehoorde aan zynen Neef den Erfftadhouder. Wederzydfché Gevolmagtigden volvoerden dit, in tegenwoordigheid van alle Officieren, Magiftraaten en Amptenaaren der Heerlykheid, ten dien einde door den Drosfaard by een geroepen. Het losfen van 't Gefchut, en het luiden der Klokkeri, kundigde deeze overgave in alle de Steedjes en Dorpen aan; en een pragtige Maaltyd befloot dit Werk, waar mede alles, wat uit de Naalaatenfchap van willem den III, op 't Grondgebied van deezen Staat gelegen was , ten iaatften weder aan den Huize van Oranjs kwam (*). jezei> Mahmöüd begï, Afgezant van den ding des Basfa en Regeering van Tripoli, hier te LanBasfasvaude gekomen, kreeg in Sprokkelmaand Tripoli, ftaatlyk Zyn eerfte Gehoor by de Algemeene Staaten, hun van de voortduurende Vriendfchap der Tripolitaanfche Regeering verzekerende; en onder andere gelukwenfchende met de komst van zyne Hoogheid tot de StadhouderlykeRegeering,en het Huwelyk van dien Prins, die zich by deeze Gehoorverleening tegenwoordig bevondt (f). Thans , C*) Tegcnw. Staat tl D. bl. 583- &• Ntdnt, Jaarb. 1769. bl. 829. Ct) N. Nederl. Jaarb. 17Ö9. bl. 197*  HISTORIE; l$f Thans hadt de Heer jan hop zeftig xc.' Jaaren bereikt, en van deeze tusfehen de boek; vier- en vyf- en- dertig Jaaren, gedeelt- — lyk-in dienst van. Holland tv. Zeeland, ge- 1769. deeltlyk in dien der Generaliteit, gefleeten, J. hop legt zints Hooimaand des Jaars jjdccliii het Thede gevvigtige post van Raad én Thefaurier „31^3»^' Generaal der Unie waarneemende. Een ge- neder ca ruimen tyd geleden hadt hyzich voorgefteld wordt het laatfte gedeelte zyns leevens , waare door p- *^ het mogelyk, buiten zorge voor 's Lands gevoigdf* zaaken door te brengen, en liet dit zyn voorn eemen der nederlegginge zyns Ampts by de Algemeene Staaten bekend maaken. Dit gefchied en hem ontflag, op de loflykfte wyze, verleend zynde, verfcheen hy met dit Staatsbefluit in Lentemaand ter Vergaderinge van den Raad van Staaten, leverde 't zelve ter leezinge over, ftelde aan hun Ed. Mogenden C) iV. Nederi Jaarb, 1770. bl. 629.  HISTORIE. 16$ gelfche Gemeente, eerfte Secretaris van het xC.' Genootfchap, vervoegden zich by den b o e k« eerften regeerenden Burgemeeiter cly- ■ ver, om, uit naam des Genootfchaps, aan 1769, de Regeering kennis te geevcn van deszelfs oprigting, als mede de goedkeuring en befchernjing te verzoeken. Zulks bekwam het terftond op de verpligtendlte wyze, met aanwyzing van eene Vergaderplaats, van Stadswege, tot zo lange het van eene bekwaamere zou voorzien weezen. Even gelukkig Haagden de bovengemelde Heeren in 't verwerven der verzogte befcherming by Staaten van Zeeland, die het Genootfchap , onder en met den Tytel van het Zeeuwsen Genootfchap der Weetenfchappen. te Vli§ fingen* goedkeurden, alsmede de Spreuk non sordent undis, door 't zelve aangenomen, beveiligende ook het daar op zinfpeelend Zegel, verbeeldende de Zeven Vrye Kunften op eene Rots in Zee, met het randfehrift Siglllum Socletaüs Scientiarum Batavo Vlesfingenfis. Het eerfte Stuk der Verhandelingen, door dit Genootfchap uitgegecven, pronkt met een sgtbaare Naamlyst van Beltuurders en Leden (*). Schoon de oudfte Maatfchappy der Wee-'t EaÉenfchappenhierte Lande, de Haarlemfche jaafschGe4e geboorte van die Zufter, in een nabuu-"00^? 7 tc Rotter- ^Sdam. (■*) Verhandelingen uitgegeeven van het Zeeuwjch Qenootfchap der Weetenfchappen te Vlisfmgen I Deel, W»f. van Zeeland 23 Maart 1769. L 5  %7o VADERLANDSCHR xc. rig Gewest, niet met het gunftigst oog aan-' B o ek. zag? kon de Goedkeuring aan de Hoilandm fche, door den Souverain verleend, op gee- 1769. nerlci wyze in aanmerking komen, tot weeringc van eene dergelyke Maatfchappy in Zeeland. Maar anders dagt deeze eerfte Maatfchappy, wanneer, in dit Jaar, door de zonderlinge edelmoedigheid eens Liefhebbers van 't wclweezen zyns Vaderlands, die verkoozen hadt om, geduurende zynen Leeftyd, openbaar als Stigter des Genootfchaps, niet bekend te ftaan ( * ) , een Fonds gefchikt was ter Oprigting eens Genootfchaps, tot het voortzetten van de Proefondervindelyke Wys* begeerte, te Rotterdam; en de Beftuurders van 't zelve, de Heeren salomon j) e monchy, leonard patyn, eambertus bikker, co rnelius nozem an dl ItARINüS' schouten, zich by Staaten van Holland vervoegden, om dit Genootfchap, 't welk de Vroedfchap van Rotterdam, als Mecenaaten begunftigd , en zyn Hoogheid m zyne veelvermogende befcherming genomen hadt, door de goedkeuring en 't gezag van 's Lands Souverain, te doen bekragtigcn, en r*S De Heer steven hoogendyk, die da mTkomst en bloei van dit Genootfchap een reeks van Eren rnogt aaafchouwen, daar hy den derde" van Hooimaand des Jaars 1788, in den ouderC vTnéén^ en. negentig Jaaren te fot'erd^ överleedt. Jtgtvucne Kunst- cn Litttrbode I Deel bl is-  HISTORIE. m Zag dit Jaar deeze twee Genootfchappen xcl oprigten, waar van men zich veel goeds ïsoÉKi mogt belooven, de Yver, welke thans on- ze Landsgenooten, tot bevordering van 1709. Kunften en Weetenfchappen bezielde, ver- 't Genoot* toonde zich ook te Am fier dam, waar ver- fcnap fl°~ fcheide Liefhebbers, fchoon in een kleiner JX'Jk« kring werkende, hunne poogingen Zamen- te Am/terfpanden, om als een Genootfchap, onder dam;gede Zinfpreuke, floreant mbera- veftfc* les artes, het hunne tot bevordering van den Bloei der Vrye Kunften toe te bréngen, \s Jaarlyks een Eerprys van dertig Gouden Dukaaten ophangende voor een ieder die eene voorgeftelde Vraage, naar hun oordeel , best beantwoordde (*). De Ziekte en Sterfte onder 't Rund- De fterfte vee was in dc Vereenigde Geweften wel onder hüt niet geheel opgehouden; maar in zo vérre on'tnfteeejft Verminderd geweest, dat dezelve niet meer met nieuw als eene Landplaage in 't oog liep; doch geweld, begon die Kwaaie, in den voorleden Jaare, V°°r^arr~ in de naby gelegene Geweften, als mede ^genaan* in de Gerteraliteits Landen, en hier en daar gewend, in Holland,met nieuwe kragt, te woeden: waar om Staaten van Holland een ftreng Plakaat tegen den Invoer van allerlei Rundvee, en wat kon dienen om de Befmetting te verfpreiden, in Sprokkelmaand deezes Jaars, deeden afkondigen, en alle Magi- ftraa- ~C*5 Verhandelingen van h't Genootfchap onder cle ^infpreuk, Floreant Liberales Artes, I Deel.  174 VADERLANDS CHË xc. ftraaten in dc Steden , en Baljuwen ten jic-EK. platten Lande, aanfchvy ven, de Leeraars te — gelalien, in hunne openbaare gebeden, den 176$. Hemel vuurig om de afwending en het ophouden dier Plaage te fmeekeu. Dit ilreng Plakaat gaf aanleiding tot verfcheide verzoeken om verzagting,cn nadere bepaalingen. De Stcrflyften,in gevolge van een Staatsbcfluit door de Schouten of Geregten ten platten Lande gezonden, leverden een droevig vertoon op van het woeden deezer Ziekte (*). Het Veeryk Friesland, hier door mede aangetast, poogde, door een en •ander Plakaat, den voortgang te weeren, en deeden Staaten van dat Gewest, in Slachtmaand een Vast- en Bededag uitfchryven , byzonder ingerigt om het afwenden dier Plaage af te bidden (f). • Gelderland zugtte mede onder dien geesfel. üm de verarming van veele goede Ingezetenen, zo in de Steden, als op 't platte Land, te gemoete te komen, bepaalden de Staaten des laatstgemelden Gewefts eene fomme van eenige duizenden Guldens, om aan de zulken, die door deeze Landplaage geleden hadden, en het begeerden, zo verre zulks gefchieden kon, naar evenredigheid , uitgereikt te worden: terwyl zy niet verzuimden, door heilzaame Plakaaten, mid- {*) N.Nederl. Jaarb. 1769. bl. 183. 337. 746. 778. 1054. 1087. Ct) N. Hedirl, Jaarb. 1769- M. i°7fi- i&S* 1384.  HISTORIE. middelen ter ftuitinge van den verderen xc: voortgang aan de hand te geeven (*)• — boek. In Utrecht en Overysfel-, als mede in Stad — en Landen, maakte men de best geoordeelde 1769., fchikkingen in deezen nood (f). • En fchoon in Zeeland die Sterfte 'zich laater openbaarde, of althans fpaader eene groote verwoefting aanrigtte , was men aldaar mede op de gewoone beletmiddelen der veffpreidinge bcdagt (§). By deeze Veefterfte kwamen, ten IJ7Q. ^ zwaardrukkenden last van een gedeelte on- Doorzer Landgcnooten, in den Winter deezes braafcm en des volgenden Jaars, herhaalde Over- dyL ftroomingen. Door de menigvuldige Regens in den Herfst des Jaars mdcclxix, was het water in onze Rivieren zo hoog gezwollen, dat, tegen het afloopen van Wintermaand, eene Doorbraak in den Lekdyk onvermydelyk fcheen, en was de Merwe •by Gornichem, tot zulk eene hoogte geklommen, dat een groot gedeelte dier Stad onder water ftondt. De gevreesde Inbraak viel'snagts, den acht- en- twintigften van Wintermaand voor op eene plaats waar men dezelve minst verwagtte, in den Rhyndyk op het Kleeffche Grondgebied tusfehen het Steedje Huufen en het Dorp Anderen, één uur boven Arnhem. Door die In- (*) N. Nederl. Jaarb. 1769. bl. 411. 835(t) N. Nederl.. Jaarb. 1769; bl. 62. 385. gl$ 811. 820. 1355. 1392. 1468. CO N. Nederl. Jaarb. 1769. bl. 1.333. Voor 't Jaar 1770. bl. 143.  if6 VADERLANDSCHE 'xc. Inbraak werden alle Landen, tusfehen den Eóek. Rhyh en de Waal, van Huufen en het Pan■ derfche Kanaal af, ter wederzyde van de 1770. Linge, tot aan den Diefdyk en Gornichem toe gelegen j overftroomd : eene uitgeftrektheid van 55544 morgens lands. De Diefdyk, als mede deLingedyk, zich in eenen goeden ftaat bevindende, keerden het water, 't welk de Vyf'Heeren Landen, nevens de Alblasferwaard, anders met eene Overftrooming dreigde, gelyk aan die deeze ftreekefi in dit Jaar mdccxli trof (*). Door, De Waterboden , die by hoog water, braak in onophoudelyk langs de Rivierdyken ryden , étn Linge- maakteil de Doorbraak des Rhyns by Huudy fen, binnen weinig uuren, in dien gehee- 'len oord bekend. Het gelui der Klokken, het gebalder der Seinfchooten van de wallen der Steden, kurtdigden den Landman het droevig onheil aan; hem waarfchuwende zich met Vee enHaave, bytyds, op Zolders, Hoogten of in de Steden, te bergen. Dewyl het Gat niet zeer diep, en de boezem, waar in het Vloedwater ftortte, zeer groot was, vondt men, op de meefte plaatzen, tyds genoeg ter berginge. Waar men kans zag om het mbreekend watergeweld te keeren, ftelde men alle po- gm- f*) Wagenaar. Vadert. Hij}. XIX Deel,' fal \clq Verzameling van eenige geloofwaardige bei rittenen. Brieven, de overftroomde Landen betref', ftnde. Te Amft. by J. ïiaiON 1741.   1  H I S T O R I E. 177-, gingen*, en op zommige plaatzen met veel xc. vrugts, te werk. Dan den laatften dag boe k.^ des Jaars hoorde men, in 't Graaffchap Kai * lenburg, het water met groot gedruis van i?7°*. verre aanrollen, en zag het Land voor eenige maanden als in een Zee veranderen. Da Lingedyk by Rumpt bezweek, waar doör dat Dorp, en Qelükum, in de Tielerwaard gelegen, ondervloeiden. Om verdere gevreesde Dykbrcuken voor te komen, en de met water overdekte Landen eene fpoedige verlosfing te bezorgen , maakte men Overlaaten, die eene gevvenschte uitwerking deeden. De Lek, zo wel als de Waal, met val- Je4 Ien aanhoudende; voedde men hoope, dat „faaldooi* het water ras geweeken en de geleede icha- gebroede gering zou zyn ; te meer daar noefte ken. vlyt de handen repte om de Doorbraak by Huafen te bekrammen, ten einde, by het wederwasfen van den Rhyn, eene nieuwe* Overftrooming te verhoeden. Dan deeze hoop werd deerlyk verydeld, wanneer, op den zeven- en- twintigften van Louwmaand des Jaars mdcclxx,. de nieuw gemaakteBellagkaden, op drie plaatzen, door het hooggereezen Rhynwatcr overweldigd werd. Onbefchryfbaar wasde neerllagtigheid eb druk onder de Bewoonders van meer dan dertig Dorpen, die, voor de tweede keer, in één maand tyds, hunne Landeryen geheel door den Vloed .bedekt zagen. Thans rekende de X ndman, by het verlies aap Vee, doof ,de .Sterfte in 't yerloopcn Jaar geleden, ■ XXiV dsei, M zyn  t7S VADERLANDSCHÈ xc zyn Wintergewasfen önhesrfteibaar bedor? Boek ven, de Arbeider was verftooken van liet : werk 't geen hein anders, in 't behoeftig 1770. Winterfaifoen,den mond open houdt ^beiden voelden zy het nypen der bittere Koude, gefcherpt door Honger en Gebrek, inde laagfte Landen verleenden de armoedige Hutten omgefiaagen, of dreigende voor 't geweld des waters te bezwyken, geen veilige fchuilplaats. In beide de Vloeden, fchoon de laatfte min hoogliep dan de eerfte, vertoonde zich het Land gelyk een wyde Waterplas, uit welke hier en daar Kerken en Huizen de kruin boven ftakeii, Dyken, Hoogten, Zolders van de befte Wooningen waren de Wykplaatzen voor Menfchem, de Bergplaatzen voor Vee en Have. Gevaar en Gebrek waarden rondsom hun heen. De zorg der Regecrmg van verfcheide Plaatzen voorzag in beide, door Schuiten na 't verdronken Land te zenden, om die zich onveilig vonden af te haaien-, en in veiliger ftcde te brengen , en allen de volftrekfte Leevensnoodwendigheden aan te voeren, iezorslng Door deeze Onderftcuning werd de eerder Nood- fte nypendeNood eenigzins vervuld, en de tydenden. ^hreiendfte Behoefte gellild. Doch dewvl, door de tweede Overftroommg, de Etende grooter en 't Gebrek van langer duurfcheen te zullen weezen, zag men uit na kragtdaadiger onderftand, en wendde het oog op 't wcldaadig Holland. Hoe daar welseplaatfte Harten de hand diep «ï dc beurfe deeden taften, lag zo wel by,  HISTORIE. 179 eenigen der Ongelukkigen , als by hunne xc. Bezorgers nog diep in gehcugènisfe. Brie- boek» ven, derwaards afgevaardigd, bekwamen — troöstryk antwoord, en daadlykehulpbetoo- 177GU tiing volgde. Drie Broeders r 1 isr k, te Thiel woonagtig, hadden reeds veel gedaan in de bezorging der Nöodlydenden, en belaften zich byzonder met dien verderen arbeid der Liefde. De Heer h. t. rink, Ampts ontvanger in de Neder Betuhve, droeg den nood der Betuwieren voor aan een zyner Vrienden te Rotterdam, zyn Brief kwam in handen van eenigen te dier Stede, die in de Rotter dam fche Uitdeelinge des Jaars mdccxli, werkzaam geweest waren, en zich weder opgewekt vonden om, ten nutte hunner ongelukkige Medevaderlanderen, eenige meer dan gemeene poogingen aan te wenden. Zy oordeelden, in dengcmelden Ampts'öhtvanger, den regten Man gevonden te hebben om eene uitgebreide Toereiking behoorlyk te beftuuren. Van hem verzekering bekomen hebbende, dat de Uitdeeling, zo önpartydig als mogelyk was; én zonder •aanzien van Gezindheid, alleen naar evenredigheid der B eb oeftens, zou gefchieden, én dat zyne Broeders hein in dit LiefdeWerk de behulpzaanie hand zouden bieden5 gingen zy te Rotterdam aan 't inzamelen, en bezorgden dat, in andere Hollandfche Steden, eenigen hunner Vrienden, iets onder hunne bekenden zouden zoeken te bekomen, om een Nood te vullen, die we), niet te noemen was by die van den Taa* U a re.  i8o VADERLANDSCHË xc. re mdccxli, doch eene meer dan ga* boek. meene milddaadigheid vceler handen eisch- te. Men kreeg uit Rotterdam, en elders-,- 1770. ruim negen- en- dertig honderd Guldens in geld by een, behalven 't geen door anderen in Geld, Eetvvaaren, of Wollenitoffen, reehtftreeks aan den Heer rink gezonden werd, die de op zich genomen Uitdeeligmet veel lofs-in He Neder. Betuwe verrigtte. Middelerwyl kreegen de Rotterdamjehe Inzamelaars aanfebryvens van den nood der door ft Waterleed diep getroffene Inwoonderen te Vuur en, Daalhem, en Spyk by eenen Brieve van den Eerw. ï£trus paludanus, toen Lceraar op de twee eerstgemelde Dorpen 'y zy werden te raade een gedeelte der Penningen te fchikken tot onderlland dier Behoeftbgen, byzonder tot het herftellen der Wooningen welke in deezen Oord, daar 't water hooger dan elders hadt geftaan, zwaar befc'hadigd waren* De Eerw. paludanus nam, met de Heeren jan hendrik bakker eil willem .kok, de bezorging op zich. Ruim negentien honderd Perfoonen werden door 'deeze Liefde gaven, geholpen, verkwikt-, en onderfteund (*). Men • f*") Verhaal, wegens de twee laatje Overjlroo~ mtngen- in de Betuwe enz. bl. 7 enz. Te Rotter» «illl by P.. ARRENBERG I773.  HISTORIE. 181 Men hadt ondertusfehen, indedikmaals xc. hervatte onderhandelingen over de Rivie- boek. r.cn, die zo veel jammers te wegebragten, ■- ■ ■ ■-> niet Stilgezeten, fehoon men weinig vor- 1770, derde. De Koning van Pruis/en, in den Traage Jaare mdcclxvii, over dit ftuk ge-r voortgang ièhreeven (*), antwoordde in 't volgende ^erkdtt Jaar, het hervatten eener Onderhandelinge Rivieren, voorflaande; doch 't bleek, uit een bygevoegd Vertoog, dat hy,zo wel in de bronnen van het kwaad, als in de voorgeflapcne middelen tot herftel, wyd en breed verichildc van de gedagten hier gekoefterd. Dit zag men nader uit de aanmerkingen op dat Antwoord, waar in men zich by Staaten van Holland beklaagde over de weinige eenstemmigheid der belanghebbende Landfchappen, die alle vrogt eener nadere Onderhandelinge zeer onzeker maakte. Gelderland, Utrecht en Overysfel kreegen, egter, Staatswyze aanfehryving van 't geen "Holland over 't herftel der Rivieren dagt. Gelderland en Utrecht beantwoordden dit met bygevoegde Bedenkingen op het Pruufich ontwerp. Te midden van deeze Briefswyze voortgezette Onderhandelingen overleedt de Vraagbaak der Hollandfche Heeren , de Hoogleeraar j011 an lülofs; waar op de Stukken hier toe betrekke!yk in handen gefteld werden, van den doorkundigen Heer christiaan bruist ings, Opziender van het Hoogheem- raad» £*) Zie hier boven bl. 87. M 5  m VADERLANDSGHE xc. raadfchap van Rhynland, door den overleden, pEK. Hoogleeraar daar toe aangepreezen. Diens — mede gedeelde en gocdgekeurdeBedenkingen 1770. bcwrogten eene ' nadere Byeenkomst in f 'sGravenhaage, in Sprokkelmaand des Jaars mdcclxix, dan de Afgevaardigden der vier Geweften bleeven even 'zeer verwyderd. Doch daar die van Holland beflooten den Erfftadhouder te 'verzoeken om die Gefchillen tusfehen de Geweften, en wel byzonder wegens de hetwistte Bylandfche Doorfnyding, door zyne uitfpraake, onder zekere voorwaarden , te beflisfcn, bewilligden die van Gelderland gcreedlyk (*). Qwdseen- Schoon de voorgeflaagene Onderhandekomst met ling met die van de Pruisfifche zyde nog. 'Pruis/en Qpgefchort bleef, kon in het ftoppen van herfteïdes de Doorbraak, en het heritellen van den Ihndyks. ingefcheurden Dyk by Huufen op htxPruis' fisch Grondgebied,niets gedaan worden zonder bewilliging en medewerking des Konings. Dit leedt geen uitftel. Weshalven hunne Hoog Mogenden aan zyne Majefteit fchreeven. Van wederzyden werden GevolT magtigden benoemd. In 't eerst was men bedugt voor. vertraaging in dit noodzaaklyk werk, wegens de nog hangende Gefchillen over de Waterwerken en Rivieren. Maar de Onderhandelingen tusfehen de Gelder* fche en Klceffche Gevolmagtigden, fchikten zich (*) N. Nedert. Jaarb. 1768. bl. 57.1. 615. Voor h jaar 1769. bl. 130. 262. 310. 394. 521. 568.  II I S T O R I £. tój zich ras naar wensch. Zy fiooten, met xc. voorkennisfe van den Erfftadhouder, in boek, yerwagte Goedkeuring van zyne Pruisfifche Majefteit op den negenden van Grasmaand, 1770» eene Overeenkomst zeer tot genoegen der Gelderfchen, Hoofdzaaklyk kwam dezelve hier op neder. Zyne Pruisfifche Majefteit liet het maaken en herftellen van den Rhyndyk by Huufen geheel aan de Gelderfchen over, om daar. mede naar welgevallen te handelen, als of het hun eigen Dyk ware. De Gemagtigden tot de Dykfchouwe, wegens het Ampt van Overbetuwe zouden met twee Gemagtigden van de Kleeffche zyde 's jaar? lyks de Schouwe over deezen Dyk voeren-, die door eene Scheidpaal, met het opfchrift an geren en betuwschodw, Vail den anderen Dyk zou oriderfchciden worden, 't Herftellen van de Wallen en de omgefpoelde Muuren van Huufen bleef voor Rekening van die Stad. Hoe hoog de koften van dit Dykherftel voor Gelderland ook liepen, waar in zy, door Staaten van Holland, wegens het aandeel dat de Landen van Jfperen, Hcukelum en Spyk hier in hadden, te gemoete gekomen wei> den, bewilligden zy daar in gcreedlyk: de» wyl 'er anderzins geen middel was om de Return voor nieuwe Overftroomingcn te dekken, dan beneden het Kleeffche Grondgebied, op den Gelderfchen Bodem, dwarS door de Overbetuwe, een zwaaren Dyk te leggen, die ter Borstweering voor de geheele Betuwe, en de verdere Landen tusfehen de Rhyn-, Lek- en Waalftroomen M4 . ge-  $84 VADERLANDSCHE xc gelegen, zou yerftrekt hebben. Een werk joek. dat, behalven de meerdere koften, met groo- te zwaarigheeden vergezeld ging. InSlacht- 1770. maand was dit Werk voltooid (*). Dankzeg- De herftelling van haare Koninglyke gingen Hoogheid de Prinfesfe van Oranje, in de herftelling laast ve1'100?211 Wintermaand door de Kinder Prin- derziekte aangevallen , voor welke voorfesfe van biddingen bevolen waren (f), deedt niet Oranjef uit ^eea in de Hofplaatze, op bevel des Hofs ziekte van Holland en de Magiftraat, maar ook in Voorbid- alle Kerken der Vereenigde Geweften , _ in dingen \ begin van Louwmaand, op aanfchryving vóórhaar der Overheden, Dankzeggingen uitftortgerHeid!1" .ten (ij. Voorbiddingen voor die Vorftinne vervingen, op hoog Bevel, dezelve, wanneer zyne Hoogheid, in Zomermaand, in de Hooge Vergaderingen, den gezegenden ftaat zyner Gemalinne bekend gemaakt hadt (**). Zy verlost Haare Koninglyke Hoogheid verlofte, op van eene den acht- en- twintigften van Slachtmaand , prinfesfe. van eene Prinfesfe. De Oranjevlag van de Si. Jacobs Tooren uitgeftooken, het luiden en fpeelen der Klokken , en het driemaal losbranden van eenige ftukken Kanon, maak-r te deeze Geboorte in''s Gravenhaage bekend. Afgevaardigde Booden van aanzien bragten die tyding na den Koning van Pruisfen, na (*) Verhaal, wegens de twee laatfte Overjiroo* ftinzen in de Betuwe enz. bl. 27. " (t) Refol.van Holl. 14Dec. 1760. ' (§5 Refol. van Holl. 17 Jan'. 1770. C**) Refol. van Holl. 27 Juny 1770.  HISTORIE. 185 m de byeondere Vaderlandfche Geweften, xcv en de Nasfaufche Hoven. Zyne Hoogheid boek» zelve, vervoegde zich, naa dc Gelukwen- » fchingen van alle aanzienlyke Staats- en 177.qStandsperfoonen in de Hofplaats ontvangen te hebben, na de Hooge Vergaderingen des Lands om dezelve van deeze Gebeurtenis kennisfe te geeven; en werd daar op, door Afgevaardigden uit dezelve, in 't Stadhouderlyk Kwartier ftaatlyk begroet; biedende den Afgezondene uit hunne Hoog Mogenden, by de begroeting, het Peterfchap over de thans geboorene Prinfesfe aan (*). Van hunnen wege kreeg de Groot r Brittannifche Afgezant, de Ridder yorke, plegtige kennis gecving; terwyl deeze aan de overige buitenlandfche Afgezanten gefchiedde, door hunnen Agent. By aanfchryving deeden zy deweete aan de onderfcheide Geweften. In verfcheide Steden van Holland dien- ^"®h,id den Vlaggen en Klokkenfpel om deeze Ge- oordeeide beurtenis aan te kondigen; welke zy,wyders de Illumiby Afkondiging bekend maakten, teffens de naden in Ingezetenen aanzeggende * dat zy, by aldien, ^^ei?" te deezer gelegenheid, eenige openbaare Holland, Vreugdebedryven zouden gefchieden, des bestagtci-nader berigt ftonden te ontvangen. Staa- gQlaateriten van Holland hadden den Doopdag, by het maaken van fchikkingen tot de Doopplegtigheid,beftemd, om in 's Gravenhaage , met iiluminatien, ten betoon van vreugde, ver- £*) Refil. v»n H»U. 28 Nov, 1770. M 5  i§ö VADERLANDSCIÏR xc. Het'Huis des Prinsfen van nassaü boek. weilburg, die.? met zyn Gezin, on- . langs 's Gravenhaage Verlaateri én zyn ver- iyjx blyf in zyne Duit fche Staaten genomen Den Prins hadt, om, gelyk zommigen willen, veelvan nas- erlei onaangenaamheden hem hier aangesau weil- daan, en die hy te gemoet zag, te ontwyDoffter011 ken (•*)> werd den veertienden van Sprokgeboren kelmaand vermeerderd met een Prinfesfe j cn een by den Doop carolika louisa Zoon ont- p R E D E R t c A geiieeten. De Plaats haarer ttorven. Qeboorte? Kirchheim Boland, ftrekte in Grasmaand ter Grafplaatze van willek l o d e w y k' CARELj Erfprins van Nasfan Weilburg, Proost van St. Jan te Utrecht , en Colloncl van een Regiment Voetvolk in dienst van deezen Staat, den ouderdom van ruim acht Jaaren bereikt hebbende (f). Een Ma- Verzekerde, U dén voorleden Jaare, roccaan- een (§) Afgezant van Tripoli den Staat fche Afge- vau de vreedzaame gevoelens der Regee* zekert^ rinS diens -Wr% tlians kwam HAGD* den Staat ma hom e th. r e s i n i, door den Keivan de zer VanMatocco hcrwaards gezonden, hunvreedzaa- ne jj00g 'Mogenden verzekeren van de len.Fzyns Vriendfchap des Maroccaanfchen Keizers. . Keizers. Te Amflerdam, door den Hofmeefter van den Staat begroet, en met het binnen Jacht van den Raad van Staaten na 's Gravenhaage ge- C*} Hifi. of the T>ut:h Repullk. Vol. L p. 54- ' Ct> N. Nederl. Jaarb. 1770. bl. 142. 627. Zie hier boven fel. 158.   HISTORIE. 193 te van overgevoerde Goederen regt te heb- xeï ben om, zo veel mogelyk , alle willekeurige b o e Ui heffing der Tollen, te helpen keeren, en -» te zorgen, dat de Koophandel, reeds door 1770* de verhooging der Tolregten boven vermogen bezwaard, niet geheel en al verbannen wierd, en voor alles daar op het oog te houden, dat geene Ingezetenen van den Staat boven anderen gedrukt mogten worden. Wanneer de Kooplieden van Dordrecht en Rotterdam, te hunner groote fchade, vernamen , dat de poogingen tot herftel niets uitwerkten, gingen zy andermaal 's Lands Vaderen aan met een Verzoekfchrift > ten betooge, dat de zaaken op dien voet blyVende, de Koophandel, uit hunne Steden , op Duitschland langs dtn Rhyn, in verfcheide aanmerkelyke takken gedreeven, gekeej zou verdorrem In een voorgefiaagene Onderhandeling eeniger Leden uit hunne Hoog Mogenden. met den Heer cornet, Buitengewoon, Gezant des Keurvorsts van den Paltz by onzen Staat, gaf deeze een Antwoord overvan zyn Hof, om 't zelve te ontheffen van de ingebragte bezwaaren, in tegendeel beweerende, dat hunne Hoog Mogenden, ont de Trasmolens en Zuiker - Raffinaderyeri van dit Land te begunftigen, en die Fabrieken in Duitschland, en wel inzonderheid de Zuiker-Raflinadery in fiusfeldorp; ta verderven en te vernielen, goedgevondeii hadden j om niet alleen eene gansch nieuwe Belafting te leggen op het inkomen van XXIV. Deel.- N ' dc  ;t94 VADERLANDSCHE xc. de gcmaalcn Tras uit Duitschland, maar Soek. zelfs toe te ftaau dat men eenige Vaten . — Zuiker op t alleronregtvaardiglte aanhaal- \77o. de. Dit hadt hem bewoogen de Kooplieden van Dordrecht en Rotterdam, meer dan anderen op die Fabrieken in Duitschland gebeet.cn, de Tolregten ftrenger, en volgens de oude Toliyftcn, af te vorderen, als mede het vertoon hunner Vragtbrieven, om de bedriegeryen, aan welke die Schippers gewoon waren, te beletten. De ernst met welken hun Hoog Mogenden zich de zaak der twee gedrukte Steden aantrokken, en 't vernecmen dat het by hun in overweeging kwam, de ganfch'e Vaard uit dit Gcmecnebest, langs den Rhyn, na Duitschland', te verbieden, om daar door het fteeds verwyld hcrftelvan de verongelykte Ingezetenen te bewerken,bewoog verfcheide Kooplieden ter Beurze vanJmfierdam, zich met een Smeekfchrift by die Hooge Vergadering te vervoegen; in 't zelfde voordraagende het deerlyk vooruitzigt op een volftrekt bederf des Duit* fchen Handels, indien zulk een Verbod mogt fland grypen^en hoe onbillyk het ware, aan 't belang der Steden Dordrecht en Rotterdam , dien ganfehen Handel op te offeren. Een hier tegen aangekant Ver- zoekfehrift, eerlang vergezeld van een verdeedigend Vertoog, leverden die twee Steden in (,*> Sta* -f*) R-efd. van Hilt. a en n Mey ïfjmi  HISTORIE. t$f ^, boden ; en voor gelyken tyd ook alle xcj s, Vaard langs den Rhyn na eenige Landen boek* „ of Plaatzen, boven Roeroort en Duts- — burg." 1 Naa het voordraagen, van 1770. de Beschikkingen daar toe noodig, en het verdeedigen van den gehouden Handel in 't Bezwaar van de Tras, en het Aanhaalen des Zuikers, en om deswegen het Hof te Bonn en dat van Pruis/en te onderrigten, wilden zy eindelyk vastgefteld hebben, „ dat, „ indien 'er, binnen kort, geen voldoend „ antwoord van het Paltzifche Hof mogt „ in komen, als dan aan de Keurvorften „ van Beyeren en Keulen zou kennis gegee„ ven worden, dat hun Hoog Mogenden den Heer cornet, Staatsdienaar van „ opgemelde Hoven, als mede Gezant des „ Keurvorsts van den Paltz, niet lan- ger in die hoedanigheid , uit hoofde ,, van zyn gehouden gedrag , konden er- kennen (*)." Overeenkomftig met deezen Voordragt Hun Hoog der Staaten van Holland, viel het Befluit Mogendei Hooge Vergaderinge; Zeeland zich in ten hior deeze zaak niet inlaatende. Welhaast hoor- töe, de men, by openbaare afkondiging, de Vaard en Handel op den Paltz, voor den tyd van zes weeken, verbieden (f). De Heer cornet leverde een Vertoog over, nog op een hoogen toon geftemd, waar in dc Keurvorst de bevelen op de Tollen ge- gee» (;*") Refol. van Holt. II Mey 177o. C*5 jRrfit. Gen. 29 Mey 1770. N 3  tylt VADERLANDSCHB xc. geeven betuigde te zullen 'herroepen op 't boek. zelfde oogenblik als hun Hoog Mogenden — hem ter hand deeden ftellen het Befluit ftrek-; ff70. kende tot vernietiging van de Tras-belasting en dc Wedergave des Zuikers. Het antwoord hunner' Hoog Mogenden, klonk geenzins zagt, zy noemden de wyze van handelen door den Keurvorst gehouden, „ ftrydig met het Regt der Volkeren, by „ geene befchaafde Natie gebruiklyk, dee„ ze hadt hun genoodzaakt, tot het voor een tyd opfchorten van de Vaard en „ Handel op en met zyne Landen. Zy „ waren niet gezind daar in eenige verandering te maaken, zo, lang Hy by de ge„ dagten bleef om het gegeevene bevel, te„ gen de Dordrechifche en Rotterdamjehi 3, Kooplieden, ftand te doen houden, wan„ necrHy goedvondt dit eerst in'te trek„ ken, dan zou Hy hunne Hoog Mogenden bereid vinden, om de bezwaaren „ die Hy tegen Hun of de Regtshandhaa» ving hier te Lande mogt hebben , tc „ hooren, en in.alle redelykheid daar aan " „ te gemoete te komen, doch kon de „ Keurvorst volkomen verzekerd weezen , ,, dat zy zich nimmer, door middelen van „ dwang, daar toe zouden laaten over„ haaien (*)•" ■»t Gefchil De Keurvorften van Mentz, Keulen en bygelegd. Xrier, waren met Brieven hun Hoog Mogenden aan, om deeze bittere onaangenaam- {;*) Rtfit, Gen. 3 Juny 177.  m I S T O R I E. 203 . Hier op herleefde dit Gefchil.. Staa- xc, ten van Ho/land betuigden ten fterkften, boek. daar in geen genoegen te mogen, noch te kunnen, neemen. Zy verklaarden „ dat 1770. hoe zeer, in den uiterlyken fchyn, ten Staaten „ opzigte van de Vaard en Handel op de yan, Hot~ " ey? .b ,. , 7^ • i' land dry- ?, Rivieren Esjequebo en Demerary , zien ven ditJ „ verfchiilen hadden opgedaan tusfehen Be- ftuk hoog. ,, windhebbers van de Algemeene West„ Indifche Maatfchappy deezer Landen ter „ eenere,en de Hoofddeelgenooten der ge„ melde Maatfchappy ter Kamer Zeeland ,, ter andere zyde , nogthans in de daad 3, door deeze Hoofddeelgenooten, onder?, fteund door Staaten van Zeeland, by die gelegenheid, de Souverainiteit van hun Hoog Mogenden, als mede de weezenlyke belangens van 's Lands. Ingezetenen, met betrekking tot de Vaard en Handel, voornaamlyk waren aange- tast. Dat zy nooit zouden kun- ,, nen gedoogen, gelyk zy ook niet van de 3, Staaten der andere Geweften verwagt„ ten, dat, aan een Geregtshof, hoe on,, partydig het ook zou mogen weezen, 9, werd overgelaaten , of wel aan de be,, fiisfinge van eenige Leden uiteen of meer Hoven van Juftitie , uit deeze Vereenigde Geweften, of wel van zodanige ,, andere kundige en onpartydige Leden van Regeering of Regtsgeleerden, als „ de Erfftadhouder daar toe zou verkie,, zen, de Vraag wegens het Regt der In,, gezetenen van Zeeland omtrent de uitp fluitende Vaard en Handel op Èsfequebo „ en  èe>4 VADERLANDS C HE Xe. „ cn Demerary, met alle de gevolgen en Boek.,, aankleeven van dien, zou worden voor- „ gefteld : dewyl het eene ongehoorde 1770' » zaa^ zou weezen, dat een Souverain zy„ ne onbetwistbaare Regten van SouveKti3> niteit, in gefchil zou laaten trekken, en „ ftellen aan het oordeel van Gedelegeerde „ Regters. 'tBeflisfen van zodanig een „Vraagftuk werd nogthans, by het Ver„ flag ter Vergadering van hun Hoog Mot „ genden voorgedraagen." Naa de onvoeglykheid hier van aangetoond, en de onbeftaanbaarheid der bygebragte gronden voor het Regt der Ingezetenen van Zeeland in 't breede ontvouwd te hebben, merken hun Ed. Groot Mogenden , aan den eenen kant, op, „ dat, „ dewyl door Hoofddeelgenooten van de „ Kamer Zeeland niet hadt kunnen byge^ „ bragt worden eenige Refolutie , Brivile„ gie of Octroy van hun Hoog Mogenden, „ waar by aan de Zeeuwfche Ingezetenen het Regt vergund zou weezen om, met „ uitfluiting van alle andere Ingezetenen „ der Republiek, op die Volkplanting te , vaaren en te handelen: en ook niets van Z dien aart aan hun Ed. Groot Mogenden „ was voorgekomen, en't zelve, volgens den aart der zaake, ook niet beftaan 11 kon; maar dat, in tegendeel, by het Oc„ troy van hunne Hoog Mogenden, met „ zamenftemming der Staaten van Zee9, land, in den Jaare mdclxxiv aan de „ Algemeene West-Indifche Compagnie „ verleend, en in den Jaare mdcclxi ?/ 55 ver*  sof? V A O E R L A N D- S € H E xc. „ de Vaard en Handel voor aHe de Ingeboek. „ zetenen van deeze Republiek onbetwist- „ baar vorderden, en ten uiterften nood- 1770. „ zaaklyk maakten. Dat zy, overzulks, „ oordeelden, dat hun Hoog Mogenden, „ den bovengemelden Lastbrief buiten kragt „ behoorden te Hellen, de Vaard open te „ zetten, hier van aan Directeur en Raa„ den der Volkplantinge aanfchryving, en „ in de Vercenigde Geweften openbaars „ Afkondiging, te laaten doen. • ,A1- „ les nogthans met dien verftande, dat de „ Vaarden Verzending derVoortbrengzelert „ en andere Goederen van en uit die Volk„ planting na deeze Landen, op dien voet ,;, zou kunnen worden beraamd, dat dczef„ ve zou gefchieden met Zecmvfche Sche„ pen van Zeeland, naar evenredigheid „ van het aandeel der Kamer Zeeland in de „ West- Indifche Compagnie." Hun Éd. Groot Mogenden, betuigden, in 't flot, „ zich te verbeelden, dat de „ verdere Bondgenooten, in eene zaak van „ die billykheid, blykbaarheid, en belang, „ met hun in dezelfde begrippen zouden „ liaan, en niet te kunnen verwagten, „ dat, daar zy zo veel toegeevenheids ge„ bruikt, en een zo lang en taay geduld „ geoefend hadden, van wegen Zeeland, „ 't geen deeze zaak nu omtrent twintig „ Jaaren fleepend hadt weeten te houden , „ eenige zwaarigheden of vertraagingen in „ den nu gedaanen billyken voorflag zou„ den worden gemaakt. Dat zy, over„ zulks, het Befluit der Bondgenooten,- „ mi  HISTORIE, 207' l om met hun tot het algemeene welwee- xcT f, zen van de Ingezetenen en den Koop- b 0 e & „ handel van deezen Staat op de West - Ia- ,. ■ s, dien, en om verligting toe te brengen 1770. 5, 'aan de West-Indifche Compagnie deezer „ Lande, welke zulks hoognoodig hadt, „ mede te werken, hoe eer hoe liever te „ gemoet zagen: terwyl zy niet konden 5, verbergen, dat, indien de raadplcegin„ gen daar over wederom, onder deeze of „ geene voorwendzelen, op de lange baan „ gefchooveii wierden, en het Befluit van „ lnmnc Hoog Mogenden daar op niet ?, fpoedig mogt volgen, zy zich naar de „ wederregtlyke en blykbaar niets bctcke9, nende aanlcbryving door Bcwindhebbe„ ren ter Kamer Zeeland aan den Bevel- hebber van Èsfequebo gedaan, niet vcr- der meenden te gedraagen, maar zich „ genoodzaakt zouden vinden om daar te- gen zodanige maatregelen te neemen, „ als zy met het regt en de belangens van „ hunne Ingezetenen, en, met den aart „ en het gewigt der zaake overeenkom„ ftig zouden oordeelen." By dit fterk Befluit, den negen- en-Smten twintigften van Lentemaand des Jaaus ]^f€ee^ mdc'c lxx, ter Algemeene Staatvergade- te* 'er^ ring ingeleverd, voegden Staaten van Hol- zich teland een uitgewerkt Plan, fchikkingen be- Scahelzende, welke hun bekwaam toefcheenen om de Gefchillen uit den weg te ruimen, en Zeeland van een redelyk aandeel in de Vaard op en van Èsfequebo en Demerary, Biet tegenftaande de anders vrye Vaard op die  2ü8 VADERLANDSCHE xc. die Volkplantingen, te verzekeren; ? jjo£k. Noch het een, noch het ander, viel in den finaak der Staaten van Zeeland, die in l7jo. Grasmaand gereed waren met een tegenftreevend Befluit, waar in zy beweerden-j dat de Souverainiteit niet was aangetast * dat de zaak van dien aart, als het Huk in gefchil , door Gedelegeerde Regters , behoorde afgedaan te worden. Zy verklaarden „ zich te vleijen, dat de verdere' „ Bondgenooten, in eene zaak van dit be^ „ lang, met hun zouden ftaan in die begrip3, pen, dat van hunne zyde gehandeld was j, met die billykheid als ooit van eenig „ Bondgenoot zou kunnen gevergd of ver„ wagt worden, als inftemmende met eeil „ Verflag, door Gedeputeerden uit huri „ Hoog Mogenden met ryp overleg, ert „ op zeer goede gronden fleunende, uit„ gebragt; niet fchroomende hunne zaak, ter beflisfinge van een onzydig Geregts- 3, hof te laaten. Vondt men in Hol* 3, land nogthans goed zich zeiven te reg3;, ten, beflooten hun Hoog Mogenden, „ niet fpoedig tot den uitflag deezer zaa„ ke, zagen de Bondgenooten ftilzwygend „ aan, dat Zeeland deeze haar genoegzaam „ nog eenig overgeblevene tak van Handel, ,, via facti* wierd ontnomen, zy zouden „ het moeten aanmerken als een kennely5,' ken indragt , tegen de gronden van de „ Unie; en zich, met meerder regts dan j, Staaten van Holland, genoodzaakt vin„ den, in dat onverhoopt geval, daar te„ gen zodanige maatregelen te neemen, „ als  HISTORIE. £09 "„ als zy met het regt en de belangens van xc: „ de Ingezetenen huns Gewests, en over- boek. „ eenkomftig het gewigt der zaake, zouden „ oordeelen." Zy voegden by dit 1770, Befluit eenige nadere aanmerkingen op het Voorftel, om Zeeland een geëvenredigd aandeel in de meergemelde Vaard te geeven, 't zelve als onredelyk en onuitvoerlyk wraakende. Op aanmaaning zo der Staaten van Hol- Gevoeland als van Zeeland, die zo lyn recht te- lens der gen elkander ftonden, leverden de Bond- °"heye genooten, van tyd tot tyd, hunne Raad- Geweften flagen in. Friesland was eerst gereed, doch 0p ditftvik, gaf geen anderen last, dan om deeze zaak met de Gelaftigden van Holland en der overige Bondgenooten, te fchikken en af te doen. Overysfel oordeelde, dat men deeze zaak behoorde te laaten verblyven aan een Onzydig Geregtshof binnen de Vereenigde Ge^vsftcn, en dat men de zaak, tot die regterlyke beflisfing toe, in haar geheel zou laaten blyven, en wilde het bedreigende in 't flot van 't Befluit der Staaten van Holland gevoegd, meer aanzien als een •prikkel om de zaak ten einde te brengen, idan als een eigenlyk voorneemen , om 't zelve daadlyk uit te voeren.— Utrecht oordeelde , dat de Afgevaardigden van hunne Hoog Mogenden verzogt moeften worden, nog ééns deeze zaak te hervatten, om middelen van verzoening te beraarrten, voor te flaan, en langs dien weg dit verfchil, tot onderling genoegen, te vereffenen, of, indien zulks onverhoopt niet kon worden geXXIV. deel. O VOft-  HISTORIE. 211 Maatfchappye ter Kamer Amfterdam, als me- xc* de de Hoófddeelhebbers ter Kamer Zee- boek» land, werden, ingevolge deezer ingebrag te gevoelens, aangefchreeven om ten fpoe- 1770. digiten, ieder zodanige fchikkingen te be* raamen, als zy de bekwaamfte oordeelden om de gereezene Gefchillen te vereffenen. De Onderhandelingen der Afgevaardigden van hun Ed. Mogenden, zo met de Gelaftigden der Bewindhebberen als met die der Hoofddeelhebberen baarden weinig vrugts. De Afgevaardigden tot de zaaken der Men ftelk West - Indifche Maatfchappye de Befluiten voor om der Geweiten onderzogt hebbende , brag- denStadten in 't midden, dat deeze Verdeeldheid^^01 in de gevoelens der Bondgenooten, hun man te eenigzins in verlegenheid gebragt hadt, verzooWegens den bekwaamfteh weg, welken zy keru hun Hoog Mogenden zouden voorfiaan, om dit ftuk ten einde te brengen. Wel hadden zy, voorheen, als hun- raadflag verklaard, dat, m gevalle hun Hoog Mogenden, deeze gefchillen niet door hunne eigene uitfpraak zouden willen beflisfen, dezelve behoorden gefteld te worden ter beflisfinge van een onpartydig Geregtshof, of ter befchikkinge van eenige door zyne Hoogheid daar toe te verkiezene Scheidsmannen. Dat zy ook, deeze zaak op zich zeiven befchouwd zynde, geene reden zouden vinden om daar van af te gaan; maar dat dezelve, zedert den loop van één Jaar, 20 door de behandeling, als door de zich daar mede paarende omftandfeheden, O 3 ~ der-  fiis VA.DE RL AND SC HE xc. dermaate van gedaante veranderd was, dat boek. zy vreesden geene geringe zwaarigheden-, in het doen aanneemen dier voorgeflaav 1770. gene middelen, te zullen ontmoeten. Reeds hadden verfcheide Geweften getoond over te hellen, om die gefchillen niet op eene regterlyke wyze af te doen. Anderen hadden begreepen dat ze niet zeer gefchikt waren voor een Staatkundig onderzoek,en alzo ook weinig om by hun Hoog Mogenden te worden afgedaan. Dat daarenboven 'Holland en Zeeland zich over en weder als , belanghebbende Partyen aanziende , zulks de overige Geweften belchroomd zou maaken om haar oordeel te geeven in de raadpleegingen over zulk eene beflisfing: 't welk wederom gelegenheid zou kunnen verfchaffen tot onaangenaame twiftcn, en een mer- kelyk onvermydbaar ongenoegen. • ■ Hier om hadden zy bedagt moeten weezen op een middel van de voorige verfchillende, doch 't geen hun, in zodanige omftandigheden en onder zulk een form van Regeeringe als de tegenwoordige zeer gepast fcheen: om naamlyk den Erfftadhouder als Scheidsman in te roepen. Hunne Hoog Mogenden behoorden, huns oordeels, zyne Hoogheid te verzoeken, om op zich te willen neemen deeze zaak , met alle de gevolgen en aankleeven van dezelve, door zyne hooge Uitfpraak, te bepaalen, of wel daaromtrent zodanige Schikkingen te beraamert als hy deyoeglykfte oordeelde, om tot eene afkomst te geraaken. — Zy twyfeldenniet aan de bereidwilligheid van den Erf- ftad."  HISTORIE. ar3 •fladhouder, en vertrouwden, dat alle de xc.' Bondgenooten met hun wel zouden over- boek. eenftemmcn, dat deeze voorflag geheel on- - zydig en gevcftigd was op gronden van de 1770. Unie. Dat de Afgevaardigden, die niet genoegzaam op dit Huk gelast mogtcn weeztn , aangemaand behoorden te worden, om ten fpoedigften dien last te bekomen; als mede dat men Holland en Zeeland in 't byzonder behoorde te verzoeken om, mid delerwyl, de zaaken te laaten in dien ftaat in welken zy zich tegenwoordig bevonden , en zich, zonder eenige vooringenomenheid voor de byzondere helangens hunner Ingezetenen , vooroogen te ftellcn de gevolgen , die uit een tegenovergeftelde onderneeming zouden kunnen voortvloeijen, deverwydering, welke daar uit tusfehen twee zo naauw verbondene Geweften zou ontftaan, de minagting, welke daar door aan de Republiek , zo binnen- als buiten 'sLands, zou worden toegebragt, en de onaangenaame beraadflagingen tot welke de overige Geweften, die dit zeker met geene onverfchilligheid zouden kunnen aanzien, tot behoud van hun Gezag in zaaken de Souverainiteit van het gemeene Land raakende, zouden moeten komen. Gelderland, Overysfel, Stad en Lande Op welk waren met hunne toeftemming terftond ge- ^ voet reed, die van Utrecht en Friesland volgden hiert" bewelhaast. Staaten van Holland betuigden willigt. ,, niets liever te wenfchen dan om van 'hun- ■ ne zyde alles toe te brengen, wat tot „ bewaaring en vermeerdering van de-Een-„ dragt tusfehen de Bondgenooten IkonO 3 9, ftrek-  HISTORIE. 215 en een iegelyk gemeen en eigen wa- xc. „ ren." boek. Zo ruimfchootig ftemden Staaten van > Zeclandnitt in den gedaanen Voorflag. Wel 1770. konden zy, ten blyk van hunne volkome- Hoe ^acne bereidwilligheid , om van hunne zydc tancl' nogmaals alles toe te brengen wat tot behoud en vermeerdering der zo nóodige Eensgezindheid onder het Bondgenootfchap dienftig kon zyn, mede het voorgcftelde middel omhelzen, en met de overige Bondgenooten den Stadhouder verzoeken , „ om, door zyne hooge Uitfpraak, deeze ,, zaak, met alle-de gevolgen en aankleeven „ van dezelve,te bepaalen,zo als Hoogst„ dezelve, naar de gronden van Regt en' „ Billikheid, zou oordealen te behooren." Doch zy hoopten, dat de Staaten der andere Geweften , als mede zyne Hoogheid, het niet kwalyk zouden duidden, als zy zich niet wel konden fchikken naar het ander voorgedraagene, om naamlyk zyne Hoogheid ook te verzoeken, „ daarom„ trent zodanige Schikkingen te beraamen „ als Hoogstdezelve, om, tot een voegly„ ke afkomst van zaaken te geraaken, „ meest dienftig zou oordeelen." Zy zagen alle Schikkingen, voor al die zouden kunnen ftrekken om de Vaard met de Ingezetenen van eenige andere Geweften, 't zy in evenredigheid, of op eenige an1 dere wyze, te deelen, voor hun Gewest ; als ten uiterften gevaarlyk aan , ja fcha'delyker, dan eene nadeelige Beflisfing; cn beklaagden zich nogmaals bitter over O 4 het  2x6 VADERLANDSCHE xc. BOEK. I770. Hoogheid neemt ep zich Scheidsman te weczen. het beftaan van Holland om Zeeland een. zo lang bezeete byzondere Vaard te betwiften, met de gewoone beroeping op onvermogen. Genoegen namen zy in de bepaaling, dat inmiddels alles in den tegenwoordigen ftaat zou bly ven tot de Uitfpraak van den Vorst. Van wegen de Algemeene Staaten werd zyne Hoogheid, in Oogstmaand, op 't nadruklykst verzogt, overeenkomftig met den Voorflag, Scheidsman in deeze zaak te weezen. Hy nam die post volvaardig op zich, en voldeedt 'er aan zonder lang verwyl. Binnen zes weeken vorderde hy het inleveren der benoodigde Stukken. Dezelve ontvangen hebbende verklaarde hy, by eenen Biïeve in Wynmaand, gaarne gewenscht te hebben, dat hy, ingevolge van het eerfte Lid der aan hem gedaane opdragte, zyne goede dienften, tot vereffening der ontftaane gefchillen, door een of ander gepast middel, hadt kunnen aanwenden; doch 't geen hy wist van de gevoelens en gefchiktheden der beide hooge Partyen b gaf hem daar toe geen de minfte hoope: terwyl ook twee zo zeer tegen elkander overftaan-, de en rechtdraads ftrydende begrippen, als die van een byzondere en uitfluitende Viard der Ingezetenen van Zeeland op de Volkplanting, en die van de vrye en gemeene Vaard voor de gezaamlyke Ingezetenen der Republiek, aan de andere zyde, geen gevoeglyke overeenbrenging fcheenen toe te laaten: hier uit fproot voort, dat hy zich niet houden kon buiten de onaangenaame nood-  HISTORIE. aif «oodzaaklykheid om dat hoofdverfchil, xc.' door eene beflisfende uitfpraak, te eindi-BoEK~ gen. De Uitfpraak, gegrond op den onwrik* 1770. baaren grondflag, dat het Regt tot de by- Uitfpraak. zondere Vaard en Handel op eene Volkplanting , die over en weder erkend werd onder de Souverainiteit van het Bondgenootfchap gezamenlyk te behooren , door geen Lid van 't zelve afzonderlek, en met uitfluiting der verdere Leden, anders dan uit kragte van eene Wet, Privilegie of Concesiie, van hun Hoog Mogenden wettig verkreegen, en deugdlyk uitgeoefend kon worden,. kwam hier op neder. „Dat „ aan alle Ingezetenen deezer Republiek „ het Regt toebehoorde om op de Volk„ planting van Èsfequebo en Demerary vry „ en onverhinderd te mogen handelen; en „ dat dien volgens de bewufte Aanfchry,, ving, van wegen de Kamer Zeeland aan „ den Bevelhebber van die Volkplanting, „ behoorde vernietigd te worden." Door deeze Uitfpraak zou de geheele zaak voor afgedaan hebben kunnen gerekend worden, dan het behaagde zyne Hoogheid het oog te veftigen op de billykheid en redenen, dat aan de Ingezetenen van Zeeland een voegelyk en redelyk aandeel werd verzekerd in die vrye Vaard en Handel: waar om hy het dienftig oordeelde, dat de volkomene uitwerking der gedaane Uitfpraake opgefchort zou blyven tot den tyd, dat de middelen en maatregelen ter verzekering van dit aandeel be0 5 raamd  HISTORIE. *2j p van Friesland zou gerepartitiëerd wor- xc. , den." Voorts zouden Staaten van boek. Zeeland alles moeten aanwenden ten befte van den Staat der Geldmiddelen huns Ge- 1770. wèst&j en van deeze hunne verrigtingen, naa verloop dier Zeven Jaaren, aan Gedeputeerden van hun Hoog Mogenden, en den Raad van Staaten, opening geeven, en den Staat der Geldmiddelen bloot leggen. Gefchiedde dit, tot genoegen der overige Bondgenooten , ten beftemden tyde, dan zou, voor nog Zeven andere Jaaren, en dus tot den Jaare m d c c l x x x v , by Zeeland dit zelfde voordeel, op den zelfden voet, genooten worden. Zeeland berustte in deeze Schikking, fchoon onder veele tegenverklaaringen, wegens het gehouden gedrag der Zes^Geweften. Ook aanvaardde het met dankbaarheid het aanbod desStadhouders van honderd duizend Guldens, uit zyne eigene Gelden te verftrekken, zonder daar voor eenige Intrest te begeeren, en alleen onder voorwaarde van wedergave wanneer de kas des Gewests zulks zou toelaaten (*). Eer deeze beflisfing des Stadhouders inkwam , hadden de Zes Geweften, op dc zeer onvoldoende toeftemming van Zeeland in den gewoonen Staat van Oorlog , een redmiddel beraamd, om ten lafte van Zeeland, (*) Refol. van. Hall. 6 Julv 30 Aug. en 28 Nov. 1771. Not. van Ztel. 4. 7. ij. 18. 21. Nov. en 16 Dce. 1771.  ■2a4 VADERL ANDSCHË xc. land, zo veel als het te kort komende be^ boek. droeg, ten Comptoire Generaal van de Unie, tegen de gewoone intresfen, op te 1770. neemen, en daar uit de betaalingen te doen; welke Gelden Zeeland, vóór het einde des Jaars, weder moest bezorgen, onder bedreiging van het anders by Executie op dat Gewest te verhaalen ( *). Dit verwekte by de Staatsleden van Zeeland geene geringe aandoening, en zy beklaagden zich zo over de gemaakte Schikking als wegens de gedaane Bedreiging ten hoogften (f). rjeGriets- Meermaalen zagen wy den ErfftadhouHeden en der, in Friesland, de gerezene OneenigheMagüiraa- den tusfehen de Regeeringsleeden belhsten in fen f «), thans maakte hy een einde aan flmaSgd den twist wegens het Regt en de Bevoegdom hun heid der Grietslieden en Magiftraaten, om Procu- hunne Procureur - Fiscaals af te zetten, en reur-Fis- anderen 'm derzelver plaatze aan te ftellen. zenen Het Hof Provinciaal hadt de zaak eens Procureur-Fiscaals, tegen den Grietman en diens Medeleden, in dit geval, gehandhaafd. Deezen zich daar over bcklaagende en het Hof Provinciaal befchuldigende van het te buiten treeden der paaien van deszelfs wettig gezag, tradtzyne Hoogheid, des verzogt, tusfehen beiden, aan de Grietslieden en Magiftraaten het Regt en de C*) Refol. van Holt. 16 en 18 Oct. 1771. Ct) Not. van Ziet. 21 Oct. 7. n. 18 en 22 ^(f)1 Zie onder anderen hier boven bl. 58.63.66, 73 enz.  HISTORIÉ; 225 de Bevoegdheid toekennende, om de. Pro- *81 tureur-Fiscaals, die, alleen als Lasthebbers <, boek. uit naam van de Grietenyen en Steden in Regtzaaken handelden, by bloote opzeg- i77°i ging en intrekking van hunnen Last, af te zetten, en anderen in derzelver plaats te benoemen , zonder dat het den dus afgezetten eenigermaate vry zou ftaan, om, langs den weg van Regten, herftel in zyne Bediening te zoeken , en werd het Hol Provinciaal onbevoegd verklaard, om zich dusdanig eene zaak aan te trekken. Overeenkomïlig met deeze vcrkfearing was het Staatsbefluit der Staaten van Friesland, in Sprokkelmaand bekend gemaakt (*>. De verlichtendfte aller Kunften, op wel- ™igfnker Vinding ons Vaderland , en Haarlem, l™™™1 in 't byzonder, met zo veel regts, roem der Dru^ draagt, en de grootfte nuttigheden het persfe. Mensehdom aanbragt, kan niet ontkend worden , ook zomtyds naadeelige uitwerkingen te baaren. Niet zelden meende daarom de Regeering in de noodzaaklykheid te weezen, om deeze en geene Boeken te verbieden , welker verfpreiding zy den Godsdienst of den Staat nadeeUg keurden, of welke zy oordeelden den goeden Naam van byzondere Genootfchappen o£ Perfoonen, te krenken. Kon 'er een algemeen en altoos werkend middel ter weeringe des Misbruiks, zonder indragt op het Nut te maaken, uitgevonden worden,zulks zoil (*) N. Nederl. Jaarb. I771. bl. aof» XXIV. d e i U P  HISTORIE. &z$ „ weezen, gehouden zyn, ten tyde zulks xcl „ tot zyne kennisfe mogt komen, hier van b o e „ aan den Procureur Generaal, of denOlli- » „ cier zyne Woonplaatze, aangeevinge te 17704 „ doen , of by gebreke van dien verant- j „ woordelyk zyn, even als of hy het ,., Werk zelfs gedrukt en uitgegeeven hadt;. „ en zou dezelve ook gerekend worden „ kennis daar van gehad te hebben, indien „ hy zodanig een Boek of Gefchrift zou „ verkogt en verzonden hebben , fchoon p, hy mogt voorgeeven daar van onkundig „ geweest te zyn: die eens anders Naam „ valschlyk voor eenig Boek of Gefchrift „ hadt doen ftellen, zou Zes honderd „ Guldens verbeuren , als het niet onder „ de by dit Plakaat verbodene behoorde; „ doch Twaalf honderd, wanneer het blyk- „ baar daar onder moest gefield wor- „ den." Dusdanig een Plakaat oordeelden de Hee- Daar tSt ren Gecommitteerden tot het Befoigne dat Seu inge* van hun Ed. Groot Mogenden vastgefteld verzoeken afgekondigd behoorde te worden; doch fchriften de Heeren van de Ridderfchap en de veiv der Boek-, dere Leden der Vergaderinge verzogten hand^aaeen affchrift ter nadere overweeginge, en ^1 agte" het Befluit bleef gevolglyk, voor een tyd, biyv«*- ' agter. Van deezen tusfehen tyd wilden, onder anderen de Leydfche Boekhandelaars, c. van h oogeveen Junior, p. van der eyk ene. vygh, die met zo veel vrugts, nevens hunne Medeboekhandelaar 1 jen te dier Stede, zich verzet hadden te. P 3 ge^  Cga VADERLANDSCHE XC. gen liet Plan der Keurmeefteren van Boeken* Boek. gebruik maaken, om dien nieuwen flag des : Vryheid van de Drukpersfe gedreigd af te- 1770. weeren, maar vonden hunne Medehoofdlieden van het Boekverkoopers Gilde daau toe niet geneegen. Zy vernamen intusfchen, dat drie der voornaamfte Boekhandelaars te Amper-dam arkstee en me r* cus, p. meyer en z. chatelain èn Zoon, goedgevonden hadden, tegen dit Ontworpen Plakaat hunne Bedenkingen aan het Boekverkoopers en Boekdrukkers Gilde over te geeven, ten einde dezelve in handen der Vroedfchapp te ftellen; door dit voorbeeld bemoedigd vervoegden zy zich met een Verzoekfchrift by de Regeering van Leyden, om te bewerken, dat ook dit Plakaat by hun Ed. Groot Mogenden niet tot ftand kwame: 't zelve onderfteunende met een meefterlyk Vertoog, door da » Heeren elias ltjzac Adv. enizAAK elias luzac Proc. op de rug getekend. De Tegenbedenkingen der Amfterdamfche Boekhandelaaren waren zeer klemmende; en dit Opftel, door de Leydfche by hun Verzoekfchrift gevoegd, w.as een Mcefterltuk, ftrekkende ten betooge, dat aan het Ontworpen Plakaat, behalven verfcheide gebreken, welken 'er in voorkwamen, twee weezenlyke vereischtens ontbraken , die in eene ftrafdreigende Wet moeften gevonden worden. — Dat het, behalven meer andere onvoeglykheden, als Uitvoerelyk - veronderftelde zodanige din, & ^ gen,  HISTORIE. a3i gén, welke de Inleveraars des Verzoek- xc.' fchrifts onuitvoerelyk oordeelden. — Dat boek. het in 't werkftellen van het Plakaat, de ruïne van den Boekhandel naa zich zou 1770. fleepen, en de Boekdrukkers en Boekverkoopers aan oneindige plaageryen blootftel- len. Dat dus een Plakaat zou ftry- den met de Natuurlyke Vryheid der Ingezetenen zo wel als met de Burgerlyke, die, onder de zagte en billyke Regeering van hun Ed. Groot Mogenden, elk toekwam. — Dat het onbeftaanbaar zou weezen met de Gefteltenisfe van ons Land ten aanzien van den handel, en byzonder ten opzigte van het aankweeken der Weetenfchappen. — En, eindelyk, dat het, wel verre van 't heilzaam uitwerkzel, 't welk 'er van fcheen verwagt te worden, te wege te brengen, weinig of geene uitwerking zou baaren, ea eerder het tegendeel bewerken ( * ). —— Deeze Vertoogen, gepaard met den blykbaaren weerzin der verlichtften in den Lande, in verfcheide leezenswaardige Gefchrifrten ten toongefpreid, hadden zo veel invloeds by Staaten van Holland, dat van dit bedoelde Plakaat even weinig kwam i als van de aangepreezen Keurmeefters der Boeken. Het Steedje Bro?tkJiorst, een der vier >t steedf* Banneryen in het Graaffchap Zutphen, Bronk- 't welk niet meer dan 'zellig Huizenhorft telt, .branf,S*« deeltlvk, af. C*) Men vindt deeze Stukken iu de 2ï. Neiftrh , &aarb. 1770. bl. 789 — 896.  252, VADERLANDSC HB xc. telt (*), zag tusfehen den negen- ?n-ï b.qek. twintigften van Bloeimaand, door een - zwaaren Brand, één- en-;twintig van i?7Q. dezelve, nevens twee Schuuren en één Koornberg vernielen, en dertien fluks. Hoornvee, in de vlamme, omkomen. Dit bykans ontehovenkombaar onheil werd verzagt, doordien de toenmaalige Heer van Bronkhorst , zeno piderik. walraven , Baron van Tengnagel, wanneer de tyding van deezen Brand kwam, zich te Ny wegen op de Staatsvergadering bevondt, en zulks gelegenheid gaf, dat onder de Leden, die doorgaans, talryk zyn , eene aanzienlyke inzameling voor dc Ongelukkigen gedaan werd. De Staaten des Graaffchaps Zutphen {telden op hunne Kwartiers Vergadering den Gronde heer van Bronkhorst zeven honderd Guldens ter hand, om uit te'deelen aan de meest befchadigden. Deeze voorbeelden wekten anderen op, om, tot weder inllandbrenging dier ongelukkigen, milde uitreikingen te doen (|). Inbreuken Vingen wy de Gebeurtenisfen deezes in de Gel- Jaars aan met het vermelden van een deerr derfchc lyken Watervloed, wy moeten dezelve ffev-n eindigen, en aan die des volgenden Jaars pn. hegten, met het ophaalen van dergelyken Nood, deels dezelfde oorden, deels andere treffende. De aanhoudende Regens in den Zomer, en boven al in de Herfst, -• dee- (*) Tegemv. Staat III Deel, bl. 396. (t5 N. Nederl. Jaarb. 1770. bl. 755.- •  HISTORIE. 235 jeleeden reeds vroeg nieuwe zorg voor Win- xo.' tervloeden by veelen opkomen: eene vrees boek; welker gegrondheid eene droeve uitkomst • 1 maar al te gevoelig leeraarde. De eerfte i77ot aanftoot leedt het Kwartier van Zutphen, door twee Inbraken van dtGelderfche Rhynen Tsfeldyken. Den tweeden van Wintermaand viel 'er een Gat in den Lymerfchen Dyk boven de Schans by WeftervQort, en den volgenden dag een ander in den Tsfeldyk by Lathum. Door deeze Inbraken overftroomden alle de laage Landen des geIieelen Kwartiers van Zutphen, en het aangrenzende gedeelte van Overysfel: den vyfden der gemelde maand beefde men te De* venter van vreeze voor Inbraak van den hooggezwollen Ysfelftroom ; doch kwam met vreeze vry, De zwaarfte ramp trof de Betuwe- Dyken , In de Be, die voor den aandrang des Waters bezwee- tuwe-Dy* ken. Verfcheide Verzinkingen, gelukkig kep' gekeerd, deedèn hoop fcheppen van dezelve te behouden, wanneer, op den eerften van Wintermaand, tusfehen Lakemond en Opheusden, ter plaatze waar men geen gevaar vermoedde, en dus geen wagt hieldt, de Rhyndyk doorbrak. Op nieuws werden , door deeze Inbraake, de geheele Neder- Betuwe, de Graaffchappen van Buur en en Kuilenburg, de Baronny van Acquoy, en alle verdere laage landen tusfehen de Lek.en Lingedyken, tot aan den Diefdyk toe, die het water keerde , overftroomd; ook liep de Polder de Marsch onder. De Landen van Asperen, Heukclum cn Gellikum, P 5 fchoon  &34 VADERLAND SC HE xc. fchoon door den Vloed niet bedekt, ftori* Boek. den onder het kwelwater, 't geen ook de Tiet - lenvaard, dc Dorpen Everdingcn en Zyder- 1770. veld zeer deedt lyden. i Aller drukkendst viel deeze Watervloed den Inwoonderen van het Graaffchap Kuilenburg , nevens die van de Ampten Acquoy, Beest en Renoy, in den zak der Over* ftroominge gelegen. De grootfte helft, ja veelligt twee derden, der Landeryen in deeze Oorden, waren niet droog geweest zints den jongften Vloed in Wintermaand des Jaars mdcclxix; maar hadden een geheel Jaar onder water geftaan. Onbe de Provinciën, in fcaat mogten worden „ gefteld om Schepen van Linie aan te „ bouwen, met verderen aandrang van de M hooge noodzaak.iykheid, om met geen 9>- minder yvers dan voorheen te zorgen voor het behoud der Zeemagt, op c 't „ de Naam van Zecmogenhcïd, van ouds ,, aan dit Gemeenebest toebehoor ende, niét wierd een bloote tytel; maar de Vlag van „ den Staat over al ontzien mogt blyven \ „ Ondanks dit alles konden zy zich niet 3, genoeg beklaagen, dat hier op door de „ Bondgenooten zo weinig agts was ge- flaagen, dat niet alleen geen Befluit op „ de gemelde Petitie was gevallen; maar „ dat ook de loop der Raadpleegingen over het in ftandhouden van de buitenge5, woone Uitruftingen ter Zee, in 't vcr5, loopen Jaar voorgeflaagen, en waar om3, trent Gelderland aan de andere nalaatige ' Geweften een pryzenswaardig voorbeeld .o gegeeven hadt, doch door geen derzels, ven gevolgd, niet dan al te zigtbaar uitt, wees met hoe weinig yvers de zaaken 3, van de Zee by de meerderheid van s, het Bondgenootfchap ter harte genomen 9? wierden, en hoe gegrond de klagtenwaQ 5, » ren,  a$o VADERLANDSCHE xc.' 33 ren, welke zyn Hoogheid en de Raad soek. j3 van Staaten thans moeften hermen• „ wen." .%77}* Zy gaven wyders te kennen,- „ dat zy )3 niets verzuimd hebbende om de Gewesten, door hun voorbeeld, aan te moediiS>3 gen tot het in tyds beraamen, en daad" lyk in 't werk ftellen, van alle zodanige 'l maatregelen, als men tot beveiliging van 't Gemeenebest noodig en dienftig oor33, deelde, zich by hunne Bewilligingen in , dc Staaten van Oorlog , voor de drie * laatfte Jaaren, niet ongeneegen hadden S betoond om de Verbetering der Zeemagt 3, met eene modique Verfterking der Militie > gepaard te doen gaan: dat zy nog in die * zelfde gevoelens ftaande, en byzonder *\ ook in de tegenwoordige tyds omftan*\ digheden , niet nalieten op de Verfter3' king derLandmagt hunne aandagt te ver, " dubbelen; doch dat de veiligheid der Re- publiek te vergeefsch alleen daar in zou 3\ worden gezogt, en dat, in allen geval', le, door eene zamenge/oegde voorzor3' ge omtrent de Verdeediging zo te Water " als te Lande, de gemeene belangen van ** het Bondgenootfchap bevorderd en de !' zekerheid van den Staat gehandhaafd "\ kon worden; dat het verval van de Zee3> magt merkelyk grooter was dan dat van " de Landmagt, die daarenboven de ge** wigtige voordeden genoot van den on333 vermoeiden arbeid en zorge zyner Hoog, heid: en al wilde mende redenen, die 3.\ in 't algemeen en op zichzelven 'er voos » pkfc  HISTORIE. &gï J, pleiten dat aan de Voorzieninge op de xo: # Zeemagt den voorgang boven die op de boe k> „ Landmagt wordt gegeeven , ter zyde ■ ftellen ; dan nog zou men moeten toe- i77U {temmen dat de zaaken van Europa zich „ zodanig op deeden, dat de Republiek eerlang genoodzaakt zou kunnen worden, SJ om den Handel en Zeevaard haarer On}, derdaanen in meer dan ée'ne Zee te ge- lyk te moeten befchermen; terwyl ook „ de Ondervinding nog onlangs geleerd hadt, hoe ligt de aanzienlyke en vrugt„ baare Bezittingen van den Staat, in een „ ander Werelddeel, zich in het geval „ kondefi bevinden van eene buitengewoo)} ne hulp te vereifchen." Zy voegden 'er nevens, „ dat het in„ tusfehen met de Zeemagt zodanig gele- gen was, dat, zonder eene onverwylde „ en toereikende voorziening, het minder zou aankomen op de bewaaring van den „ Naam van Zeemogenheid, van ouds 3, met zo veel roems en luifters verkree„ gen, dan op 't behoud van 't Gcmeenes, best zelve, daar men te laat zou onder„ vinden, dat de middelen tot inftandhou„ ding en verzekeringe van de eenigfte bronnen, waar aan het Vaderland zyn op„ komst en beftaan verfchuldigd was, niet ,, verwaarloosd of verzuimd konden wor3, den, zonder het Vaderland, met al het „ dierbaare in 't zelve, aan een onvermyde- lyk bederf bloot te ftellen. — Zy verhoop- ten en vertrouwden, dat deBondgenooten , s, de nadeelige en fchroomlyke gevolgèn, „ uit  *5a VADERLANDSCHE. xe. ,. uit het verder verval der Zeemagt oogjjo E K. fchynlyk te dugten , weegende , niet , \ langer zouden vertraagen, om door de t»], \ voldoening aan deezen aandrang daad', lyke bewyzen te geeven van een ernftig \ voorneemen, om de verbetering der *, Zeemagt, ten minften pan pas/u (of op *, gelyken voet) met die van de Landmagt te behartigen. Zy waren in dat vertrou■j wen bereid om niet de verdere Bondgenootcn zamen te ftemmén , om zyne % Hoogheid en den Raad van Staaten te l, verzoeken om een Plan tot Verfterking 9, van de Troepen van den Staat, zo als by * 9 de Petitie voor den Jaare mdcclxx 9) was voorgefteld, aan hun Hoog Mogen5, den open te leggen, om, naa genomen .„ Befluit. door den Raad van Staaten, daar toe eene Petitie gedaan, en verder, over^ eenkomftig de orders van den Lande, ^ daar op beflooten te worden, onder uit- * druklyk beding nogthans, dat hun Ed. I, Groot Mogenden eene vrye Raadplee„ ging zouden hebben over't plan zelve, \, en om in de Petitie, naar de omftandigli heden, waar in de raadpleegingen ovef l, 's Lands Zeemagt zich zouden bevinden, „ al of niet toe te Hemmen. Tenftot, betuigden zyte moeten vcr„ klaaren, dat, byaldien de gedaane aan„ drang en aanbiedingen by de verdere Bondgenooten, tegens alle billyke verwag„ tuig, geen ingang mogten vinden, en dezelve 'weigerig mogten blyven, om, tot het * zo noodig herftel der Zeemagt, op eene 6 „ kragtr  B I S T O R l E. asi i3 kragtdaadige w^ze mede te werken, zo- xc^ 33 danig eene onverhoopte weigering een boekJ 3, noodwendigen invloed zou moeten baa- —■—» s3 ren op de Confenten, welke nvt vervolg 1771. 3, van hun zouden kunnen vcrwagt wor3, den." Overeenkomftig met deeze dringende taal kwam 'er een Plan ter tafel van hunne Hoog Mogenden, tot den aanbouw van Vier- entwintig Schepen van Linie \ te weeten Zes Schepen van zedig, en Achttien van vyftig Stukken; dc daar by gevoegde begrooting der koften beliep 4178508 Guldens. De Geweften naamen dit over. Gelderland, alleen ftemde eenige dagen naa de Inlevering in den aanbouw dièr vier- en- twintig Schepen toe, teffens aandringende op ■ eene voeglyke vermeerdering der Landrflagt. Voorts werd deeze zaak" van zo veel aanbelang , even als voorheen, flee- . pende gehouden (*). V.erzameling van Authentyh Stukken hetref** Jende de Augmentatie der Land- en Zeevnagt - van Je Republiek, réaz, Memorie ven zyn Hoogheid f' W; 10. VA-  YA DE RL AND SC HE enz. *$6 by de Verdeeling zyns Ryks by de Staaten met xcïl beklag en verzoek om hulpe. Het Hof be-Bon K* klaagt ziek over de Militaire Jurisdictie. ■ Antwoord vdn zyne Hoogheid. De Raadpenfionaris Pieter steyn fierft. De Heer bentinck benoemd om de Poften des overledenen, by voorraad, te bekleeden* De Inftructien van den Raadpenfionaris zyne Hoogheid ter naazieninge overgeleverd. Bentinck tot Grootzegelbewaarder, Stadhoudes en Regiftermeefter der Leenen van Hol*, land en West - Friesland, aangefield. Uit een overgeleverd Drietal pryst zyne Hoogheid den Heer pieter van bleiswyk tot Raadpenfionaris aan. Hier toe verkoozen* Op welke voorwaarden hy dat Ampt aanvaardde. Nieuwe Schikking op de Zeevonden langs de geheele Hollandfche kust. Schuiffluizen door den Heer c. redelykheid uitgevonden. Belooning hem door Staaten van Holland toegelegd. Octroy aan hem op eene Diep-machine verleend. Eene Academie der Tekenkunst te Haarlem tot ft and gebragt. Het Kunst genootfchap Kunstliefde fpaart geen vlyt in 's Gravenhaage opgerigt. Grafteken voor vondel vervaardigd. De Schouwburg te Amflerdam brand af. Het Steedje Heukelum voor geen gering gedeelte door den brand verwoest. Opjland op Suriname en hulp derwaards gezonden. Plantadien te Efiequebo en Demerary afgeloopen. Orkaan op St. Eufiatius. Zwaare Bankbreuken. Ongelegenheden daar door veroorzaakt. Redmiddelen voorgeflaagen en toegebrdgt. Beleeningsbank te Amflerdam van we-  VA-DER LAND SC HE XCi. vegen de Stad geopend. De Koophandel veBoek. der aan de:i gang geholpen. Zyne Hoogheid - • trekt door Noord-Holland. Steekt na Friesland over. . Aan de Lemmer begroet. Inhaali/ig te Leeuwaarden. ' Begroetingen. Vrcugdcbedryven. Zittingnceming p de Hooge Vergaderingen." BèZuckl Frcineker, als mede Harlingen. De Prins trekt na Groningen. 1 Inhaaling aldaar. : 'Neemt zitting in de Staatmrgadering van dat Gewest. Ver'rigtingeu in de IJn-gefclml. Vrcugdcbedryven opJ den Verjaardag van haare Koninglyke Hoogheid.. In 't Landfchap Drente begroet en onthaald. Keert weder na lt Loo. ^ Alkmaar viert "het Tweede Eeuwfeest van 't Ontzet. ■ ' Gedenkteken voor joannes van 3HOGRODË te 'Veere opgerigt. Eene andere PJ'almberyming in dc Kerk vourgefield. Poofin"-en in"Holland en Friesland daar toe onlangf aangewend. Overleggingen daar op by de Algemeene Staaten. Voorfiag van Holland omtrent dit werk. Befluit der Algemeene Staaten in de benoeming der daar toe Gclastigden. Het werk voortgezet en voltrokken: De Nieilwe Pfalmberyming ingevoerd. Gefchillen ter gelegenheid van marmontel's Belifarius ontliaan. Plakaat tegen Boekeu, die den Chris/ly ken Godsdienst, of de Kerkleer deezer Lauden, beledigden. Onlusten over den Hoaglecraar f rede rik adolph van der JIAS.ck7c Gtó- ningen ontdaan. Zyne zaak tot kennis des Stadhouders gebragt, diens Voorflag. Reg/svordering door van dei marck gedaan. Le-vert eene nadere Verklaring zyner* ge.  his'tori e. a6i gen, als van hunne Huizen, hunne blycl- xci.' ichap voor het opdagen van het Licht der boek. 'Vryheid te verftaan. Een treffelyk Vuur- — werk van de Major der Plaatfe zette aan dit 1772. Vreugdbetoon luifier by. Grootcr toeftel, om die Gedagtcnis te Te VUsi • vieren was 'tt'VTisfiègèn gemaakt, als wel- ƒ «gen ker Burgery, toen al va, op de ontvari- ^j^f, gene kundfehap van het gebeurde in den gC ag "' Briel, eenige Vaandelen Spanjaarden der- ■ waards zondt, om die Stad, voor denfleutcl der Nederlanden gehouden, te bezetten, de Banierc der Vryheid opgeftooken, het Vaandel Waaien, daar in Bezetting lig- j gende , ter poorte uitgedreeven, en het l befluit genomen hadt, om de aannaderendc Spanjaarden buiten tc houden. Een befluit 't geen dezelve, wat ook de Gouverneur .anthonis van b o u r. g o n d ie n , ! mogt vleijen, bclooven, of dreigen, met 1 een onverzettelyken moed, volvoerde cn 1 den toegang opende voor de Grondvefters 1 der Vryheid, met de fchcldnaamcn van . Zeeroovèrs , Lediggangen, Kwaadgebocfte, , Weerfpannigen, Voortvïügtigen en Geban^ : venen betytcld. De zesde van Grasmaand i was door de Regeering bepaald tot dit Tweehonderdjaarig Jubelfeest. Gaarne ; zou dezelve gezien hebben , dat zyne. ! Hoogheid dit Vryhcidsfeest met zyne te-r genwoordigheid vereerde, waarom zy l twee Heeren na *j Gravenhaage afzonden < om den Prins uit te noodigen ; dan deeze 'Vorst vondt zich genoodzaakt voor die iiiitnoodiging te bedanken. Beter Haagden R 3 zy  %6s. VADERL ANDSCHE x.ci. zy in hun verzoek by Staaten van Zeeland, Jioek..dat Afgevaardigden uit hun midden, met ; den Heer van de perre, als verte- 177%. genwoordigende den Eerften Edele, na Vllsfingen mogten overkomen, om dit Feest mede te vieren ( * ). Deeze Heer, met de eerfte Regeerende Burgemeefters der zes Stemmende Steden , den Raadpenfionaris, en Secretaris van Zeeland, vervoegden zich, ten gemelden Dage, na Vlisfingen. Dit aanzienlyk gezelIchap werd llaatlyk ontvangen en ingehaald in de Middelburgfche Poort, op welke men, onder 't aannaderen van 't zelve, den Standaard der Vryheid, behangen met een Vlag, befchilderd met een geharnaften Arm, met een Sabel in de vuist, naast het Beeld der Flhfingfche Maagd plantte, terwyl, bydicPlegtigheid,en onder het binnen ryden hunner Edel Mogenden, een heiderklinkend Veümuzyk zich liet hoören. Die Poort was voorts met toepasfelyk Schilderwerk cn Opfchriften voorzien: binnen dezelve rees een plegtige Eeretempel met Zinnebeelden enByfchriften, den hachlyken toeftand en het moedig bcdryf der Flisfingfche Burgeren .fehetzende : op dezelfde, wyze was de Puye van het Stadhuis, en de Ingang der groore Kerke vercierd. Behalven een Vry Compagnie van. wakkere Jongelingen ftondt de Burgery cn de Krygsbezetting der Stad in de wapenen. ' Van ,C*) Nm. van Zeel, 30 Maart 1772.  H I S T O R I E. ; %$& Van het Stadshuis begaven zich hun .Edel xci. Mogenden met de Magiftraat na de Groote b p z k. Kerk, om, ingevolge.der gemaakte Schik- kingen, het Godsdienftig deel deezer Pleg- 17 7^ tigc&Gedagtenisviering by te wooncn , t welk de Eerw. johan j a c o b bUh é aldaar met eene Leerreden verrigtte, terwyl diens Amptgenoot de Eerw. j o N.a willem te water, 40 de Kleine Kerk, eene liifcorifehe Redenvoering. hieldt (*).' De Magiftraat, onthaalde dc Afgevaarcugden van hun Ed. Mogenden, de Oud Raaden, eenige aanzienlyke Officieren, dc Leeraars der Neder duitfche, IFaifchecn Engelfche Kerken: 't losbranden van 't Gefchut gaf heinde en verre het drinken der hooge Gezondheden te kennen, en boodt de Penfionaris sonsbeek, uit naam der Magiftraat, alle de aanzittende Gallen eenGedenkpenning aan, op Stads koften, te deezer gelegenheid geflaagen, aan de Heeren Staaten in Goud, aan dc overigen in Zilver. . 't Ont- (*) Beide deeze zien het licht, en 'behelst dt> Redenvoering van de Eerw. te water, in d© Aantekeningen en Bylagen, veele wetenswaardige byzonderheden het gevierde Tydperk betreffende In welk opziet de Schriften van de Heeren van der sloot, 's G r a v e s an d e en v a M 1 peren, ter gelegenheid van dit tweede Eeuw-getyde uitgegeven, desgelyks verdienen gemeld te worden, en voege men daar by van de spi* «els ffijiorie der Satisfactie van de Stad Goes, R 4  £6*4 VADERLANDSCHB xci. ?t Ontbrak der Stad niet aan Eereboo?oek. gen op koften der Burgerye 'vervaardigd, r——— De Poort, waar men de Spaanfche Bezet177z. ting, meest; Waaien, voor Tweehonderd "' Jaaren, badt uitgezet, praalde bovenandeve met tóepasfelyke cieraaden. Het Stadshuis , véele Eerepoorten, en Huizen, waren 's avohds cierlyk verlicht; het branden van Pektonnen,' het affteèken van eenige Vuurwerken, befloot dit Jubelfeest. De Binnen-armen werden in Huis onthaald, de Buiten-armen genooten eene dubbele uitdeeling. De génoodigde Staatsleden nadeden , van. vyegen 'de ' Staaten, eene Liefdegave gedaan (*). De Rector der Latynfche Schoolë, d1dericus van cruis- selbèrgen, verleevendigde twee dagen laa'ter dit herdenken, door eene' cierlyke Rédenvoering, gelyk ook dé Conrector j oannesj a c o bus wagenaar, dit onderwerp ih fraayé Latynfche Verzen' bezong. A> mede Te Middelburg hadt dé Eerw. 's g r afurgtn1' VIiS ANDE5 by gelegenheid van het houVeers. den der Maandlykfehe Bede-uure, op den Derden van Grasmaand, de Gedagtenis van Neer lands Tweehonderd. Jaa,r geledcneVerlosfing van 't Spaanfche Juk, en de Grondlegging van dit Gemeenebest gevierd.—* De Magiftraat van' Veer» beftemde den derden van Bloeimaand om Godsdicnftig doezen Vryheidsilond te. gedenken ; de Eerw. C») Nok van Mei, 3 cn 9 April 177a.  HISTORIE. s7i den, tót hoofde ddr gedaane Afkondiging xcil tegen de Illuminaticn, en andere der Ge-boek. meente geldkoftende uitwendige Vreugd betooningen, alles tot het losbranden van 1772, % Gefchut, het Klokkengelui en Spel, en het laaten waayen van Vlaggen. Dit laatfte hadt inzonderheid plaats te Amflerdam, Waar , op de Admiralitcits Werf en het. Magazyn, op alle de Oorlogfchepen in 't Dok liggende, als mede op' de Magazynen der Oost- en /^-//tó^Maatichappyen,die Vreugdetekenen zich vertoonden, de Schepen in de Laag, op 't Y, en' op Stroom, volgden dit voorbeeld. Schoon men in 't Sticht, zo wel als in OngereHolland, de: aanduiding zyner Hoogheid, om de Gemeente 'van noodlooze gelduitgiften te' vcrfchoorten, het doen van Illuminaticn verbooden hadt, belette zulks niet dat het Gemeen in Utrecht, op den Dag der Doopplegtigheid, en vervolgens, onder voorwendzel van Vrcugdebedryyen , zich dermaate te:buiten ging,in 't fchieten met Snaphaanenj het affteeken en werpen van Vuurwerken, en het pleegen van daar mede maar al te dikwyls verknogte baldaadigheden, dat de Magiftraat dier Stad het noodig vondt daar tegen door eene ftrenge Waarfchuwinge 'te voorzien. Staaten van .Friesland maakten aan de SchikkinSteden bekend, dat men, wegens de om- fXihn4 Handigheden des tyds, en naar't voorbeeld op het by de Geboorte der Prinfesfe frederi- Vreugdbec-a louisa wiLHELMiNA, de Pen- ^peilingen, die ter gelegenheid van de Geboorte  a/a VADERLA,NDSCHE xci. te des Prinfen zouden hefteed Wofden tot Boek. het doen luiden der Klokken, en het geeven van Bier aan de Ingezetenen, zou ftel- 1772; len in de handen der Geregten, ten einde dezelve aan de Armen in de Dorpen en Steden, te hunner onderhouding', zouden gefchbnken worden: Zy hadden , op de ontvangëne tyding der Bevallinge van de Prinfesfe, een Bevel na de Steden afgevaardigd, om de Gebeden, voor haar uïtgeftort, in Dankzeggingen te verwislelen. 'jZeelands De vreugde 'm. Zeeland, wegens de Gegedrag in bootte van den Erfprins klom zeer hoog. deezen. De Staaten, onlangs van de Pillegifte aan de Prinfes ^ voor eenigen tyd, ontflaagen (*), vonden nu ruimte om eene aanzienlyke te geeven, en teffens goed den Doopdag des Jongen Vorsts te beftemmen tot een Dag van openlyke Dankzegging * en by die gelegenheid, een einde te maaken aan deBe-v deltonden, in den voorleden Jaare, ingefteld en dus lang maaridlyks gehouden (f)Schaars- De redenen, die Staaten van Zeeland ^cid enf bewoogen hadden töt het beveelen dier vïrmmdS Bcdeftonden , hielden grootendeels op. reu. " Schaarsheid van Leevensmiddelen en Veepest, troffen dit Gewest, en drukten ook de andere, fchoon de laatfte in zeer ©nge- ' lyke maate; alle waren zy gedreigd met het Zie hier hoven bl. 1S0. Ct5 Not. van Zeul. 31 Aug. i 6113 Sept. 1773.  HISTORIE. het gevaar eener befmetlyke Ziekte onder xcil de Menfchen. Een voordeehge Oogst en boek. ryke teelt van Veldvrugten , deedt thans —het kommerlyk uitzigtvan gebrek wyken, 17?'a, en de bepaalingen op 't verzenden van Uraanen en Aardappelen, op veele plaatfen, intrekken. De Sterfte onder de Runderen verminderde, en hielt hier endaar geheel op. Het verbod des uitvoers werd, onder andere in Friesland, uit hoofde van het groot aantal Runderbeeften in dit Gewest, voor een tyd, en onder zekere bepaalmgen, opengefteld. De gedugte Pcstplaage hadt, onder 's Hemels Voorzienigheid, door het aanwenden van gepafte voorzorgen, in onze Landen, geene vermenng onder de Menfchen aangerigt. Dit alles opende blyde vooruitzigten. Middelerwyl was het Huis des Pruilen DenHmzS van nassau weilburg , die zich ^Nas-_ nog te Kirchheim Boland onthieldt, ver- burg ecn meerderd met eene Manlyke Spruite, den Zoon gedrie -en-tvvintigfte van Hooimaand geboo- boren en ren; doch acht dagen daar naa overle- ontlorden (*). Reeds vroeg in den Voortyd was men De vrees niet vry vantedugten voor onaangenaame voor een ontmoetingen met de Maroccaanen; waar °g om het Admiraliteits Plof van Amflerdam Maroc. en Friesland, de Ingezetenen deezer Lan- eaonen den, die hunne Schepen zonden na Plaat- wykt. zen, (*) Refol. van Holl. 23 July 6 Aug. 17:2. XXIV. deel. S  '2/6 VADERLANDSCHE Xci. door het Hof van Warfchau, op de gedaa- f -boek. ne eifchen der Nabuur-Vorsten. Deezs t ongelukkige Vorst liet het hier by niet be- •1773. rusten; hy fmcekte, by een'naderen Brie- 1 ve, om de Tusfchenfpraak van hun Hoog Mogenden by de Hoven van Weetien, Pe~ tersburg en Berlyn, om dc wedergaave van het hem ontnomene te bewerken, in denzelven de dienften opnaaiende, welke dit Gemeenebest, in vroegeren dage, aan dat van Poolen beweezen hadt, en het wederzydsch Koopbelang ten dien einde aandringende (*). Men nam het een en ander in beraadllaaging: waar uit niets ten baate van Poolen fproot. En moest dit Ryk, fchoon de Hoven van Londen, Parys, ■Stokholm en Koppenhaagen, zich tegen deeze overweldigingen verklaarden , zonder eenigen byftand te verleenen; zich aan de gemaakte Verdeeling onderwerpen. Het Hof Het dikmaals gereezen , en nooit ten beklaagt vollen afgedaan gefchil over het RegtsgeMüitaire^ b*ec* des Militairen enBurgerlykenRegters, Jurisdic- kwam thans weder ter baane. De Voortie. zitter en Raaden des Hofs van Holland, Zeeland en Friesland, bragten hun Ed. Groot Mogenden onder 't ooge, hunne verlegenheid omtrent dit ftuk; dewyl de Regtsdwang, welke hun toekwam, uit den boezem van den Souverain zelve voortvloeijende , zich belemmerd vondt, als dee- r*) Rifwti van Httl. 19 Sept. 6 en 27 N*f. , 1772.  HISTORIE. 277 deezen moest geoelfend worden omtrent xci. Militairen, door het tterk onderfteund be- boek. grip, dat den BurgerlykcnRegter, ten dien • opzigte , geenerlunde Gezag zou toeko- 1772. men; maar de Militaire, daar en tegen, over dezelve een algemeene en byzondere Jurisdictie zou hebben; in zo verre, dat hooge of laagere Krygsraaden, zo in Burgerlyke als in Lyfftraflyke Misdaadcn , zonder onderfpheid van Gemeene of Militaire Misdryven, de eenige bevoegde Regters van de Militairen zouden weezen. — Een begrip, zints eenigen tyd, zo verre gedreeven ,. dat niet alleen de Militairen zelfs, maar ook hunne Vrouwen, Kinderen en Dienstboden, als maakten zy eene geheel andere orde van Menfchen uit, aan den BurgerlykenRegter werden onttrokken. Terwyl nimmer, door den Souverain, zodanio- een Regtsgebied aan den Militairen Regter was opgedraagen, en zy zich beriepen op het Staatsbefluit van den Jaare mdcliv. Dan zy vonden zich verlegen in het verdecdigen van dit hun begrip; naardcmaal zy in verdenking vielen als of zy daar door eenig nadeel zouden toebrengen aan de Regten en Preëminentien van den Capitein Generaal. Dit denk¬ beeld ten verften van zich verwyderd hebbende, als geheel ongegrond, verzogten zy; „dat, by aldien hun Ed. Groot „ Mogenden mogten verftaan, dat de Ju„ risdictie omtrent de Militairen , door „ den Politieken Regter, niet meer op „ denzelfden voet behgorde geoenend te S 3 „vrójr-  ri?t) VADERLAND SC HE xcY. „ worden, als vóór het heuchlyk Eveneboek. „ nent der verhefringe van willem '. „ den IV, het als dan Hoogstderzelver I77s. „ welbehaagen mogt zyn, by een Staats„ befluit te verklaaren, hoe verre dc Ju„ risdictic van den Politieken Regtef ten „ deezen opzigte bepaald zy; en hoe ver„ re hun. Ed. Groot Mogenden goedvon„ den, dat door den Militairen Regter „ Jurisdictie geoefend wierd." Zy voegden 'er by een Brief door willem d e n III. aan 't Hof gefchreeven, met het Antwoord des Hofs op den zeiven. Men vondt goed den Brief met de Bylagen aan den Capitein Generaal toe te fchikken, en 'er diens bedenkingen op in te nemen (*). Antwoord" Welhaast kwamen deeze ter tafel van van zyne Staaten van Holland. Zyne Hoogheid beM«ogheid.- tvtjgde in dezelfde begrippen te ftaan omtrent dit ftuk als zyn Heer Vader geuit hadt aan Oonmiisfarisfen van den Hove hem, kort nrfa zyne Verheffing, hierover onderhoudende : welken hy te gemoet voerde , dat het Staatsbefluit van den Jaare mhc liv, 't welk men weder inriep,door hem werd aangezien als zeer nadeelig voor het Gezag en' de Magt der Stadhoudcren en Capitems Generaals; dat deeze by.den Hove genaamde Landwet, in een Stadhouderloözen tyd gemaakt, met de oprigting van het Stadhouderfchap van willem den III vervallen, en dat hy zeer ver- £*} Refol. van Holl. 7 Maart 1772.  HISTORIE. 283 houder en Regiftermeefter der Leenen van x-c Holland en West-Friesland aanbelangde, b 0 e k. die de Heer stlyn, door zyn dood, desgelyks ontruimd hadt, betuigde zyne 1772. Hoogheid dat het hem aangenaam zou weezen, deeze te zien opdraagen aan den Heere bentinck, reeds by voorraad door hun Ed. Groot Mogenden tot het waarneemen dier Poften gemagtigd. Zulks gefchiedde (*). Tot het Raadpenlionarisfchap benoem- Tjit eeI1 den hun Ed. Groot Mogenden een Drie- overgeie-1 tal, de Heeren pieter van ble i s- JJ*}*^ wyk, Raad en Penlionaris van Delft,' zynV rn gelbrrï francois van bcrc- Hoogbeid kel, Penfionaris van Amflerdam, en da- den Hclt niel ras, Raad in de Vroedfchap en gewoon Afgezpndene der Stad Alkmaar, ter Vergadering van Holland. Vier Leden der° Staatsvergaderinge werden, met dit Drietal, na zyne Hoogheid gezonden, met 'verzoek, dat hy zou gelieven te verklaaren of hy , omtrent iemand der benoemde Heeren, eenige twyfcling hadt, of zwaarigheid maakte. Het behaagde hem te erkennenh dat, zyns oordeels, in ieder der voorgcftelde Heeren de hoedanigheden gevonden wierden, tot het bekleeden van een zo zwaarwigtig Ampt vereischt; doch dat het hem niet onaangenaam zou weezen, in- (*) Refol. van Holl. 'i§. 16 en 27 Nov. 1772. Naa den dood van bentinck, wcr.len, op aanpi-yzen van zyne Hoogheid, aan den Raadpe-MienaHs b leis wyk deeze Ampten opgedraagen. -Re /el. van Holl. 17 en 18 Nov. 1774.  288 VADERLANDSCHE xci. De ontheffing der Laften van de boek. Groote Visfchery of Haringvaard deezer Landen, in den Jaare mdcclxix ver- 1772. leend, en thans ten einde loopende, werd, zo verre die van hunne Hoog Mogenden afhing, op nieuws, tot het Jaar mdcclxxv, verlengd. — Dan Staaten van Holland en West-Friesland vonden het noodig, ter onderfchraaging van 's Lands Finantien, een honderdften en twee honderdftcn Penning te heffen (*). Scbuifï!ui- By zo veele poogingen van Werktuigzen door kundigen, als wy, tot in gedagtenishouc kede- ding hunner Naamen , en teffens tot lof uiteeran- ^cr aanmoediging van nutte Kunften door den en be- 's Lands Vaderen verleend , in ons Gelooning- fchicdblad hebben opgetekend, moeten wy eeiecd°e" tIians voegen ■> dat het den Heere c 0 R" * nelis redelykheid, die reeds Jaaren lang in Waterwerken den Lande ten dienlte gcftaan cn veele blyken van vindingrykheid en onvermoeiden yvergegeeven hadt, gelukt was eene foort van Sluizen, door hem Schuif [luizen geheeten, uit te denken. Deeze waren noch in, noch buiten 'sLands bekend, en konden in veele gevallen, waar in andere Sluizen en Waterwerken te kort fchooten , gebruikt worden, en den Vaderlande, in veele gewigtige opzigtcn, van de grootfte nuttigheid weezen. Zonder verbaazende koften kon hy in 't groot geen Model van deeze C*) Refol. van Solt. 22 en 23 Jan. 1772,  H I S T O R 'I E. 2e Sluizen maaken: weshalveri hy zich xci;' met deeze Vinding, door plans, tekenin- böeiÜ ^en; en befchryvirig'eri opgehelderd, by hun Ed. Groot Mogenden vervoegde; on- tffa der aanbod, dni op zekere bepaalde grootte, dusdanig eene Sluis te laaten vervaardigen, ■met verzoek- dat, in gevalle deeze Uitvinding aan de vcrw*agting ten vollen moge beantwoorden, hem eerte Belóoning; tot vergoeding der koftert, mogt. worden, ióegélegd : te meer daar eene Uitvinding van dien aart, het voordeel vari een. .uitfluitend Octroy niet wel kon verwer* vett Het plan deezer wonder vernuftig bëdagte Schuiflluizen kwam Staaten van Holland voor het rteemeri der voórgeftëlde Proeve waardig. En Haagde dezelve zo gelukkig , dat zy den Uitvinder één duizend Goudert Dukaatcn vereerden, zo tot vergoeding dei* koftcn, als tot een Gefchenk voor. zyn aangewenden vlyt in 't nafpeuren van 't geen den Lande kon dienen. , Hier door aangemoedigd bragt hy eer- Octroy lang 'het Ontwerp van een ander Werktuig aan hem •zyner Vindinge i gefchikt tot Uitdieping eene ^ van opgcflykte Wateren , tot verbetering gbine~ver$ der Rivieren, welker beddingen, door den leenü, tyd, boven maate verhoogd, waren; onder 't oog van hun Ed. Groot Mogenden, met verzoek orii Octroy op dit Werktuig van alle andere Diepmachines verfchillende eift dezelve, haar zyne voordrage overtreffen•de. De Gelaftigden tot de Nieuwe Uit* XXIV. deel, ï  ^po VADERLANDSCHE xci. vindingen vonden deeze het verzogte Oo t> o e k. troy waardig ( * ). In Haarlem, dat zo wel op eerfte Lich- 1772. ten in de Schilderkunst (f ) als op UitvinEen Aca- ding der Drukkunst roemen mag, was demie der deeze met de Tekenkunst in diep verval kimst^t •?eraa^t- Kunstmin van veele Leden der Haarlem Regecringc en andere Lieden van Aanzien , tor ftand ftrekte de hand ter opbeuringe van de Te£ebragt. kenkunst uit, cn zag men te dier Stede, op gezag, en onder goedkeuring der Magiltraat, thans eene Academie der Tekenkunst veftigen, gefchikt om den grondllag te leggen, op welken Haarlems Schilderroem weder kon opgebeurd worden ( § ). 'tlCunftge- Een klein Gezelfchap van Beoefenaaren nootfehap der Nederlandfche Dichtkunde in 's Gra* d^Tfpaart vennaaëè'? groeide tot een Kunst-Genootgeen vip, fchap aan. Door aanzienlyke Heeren bein 'x Gra- fchermd, met een reeks lofwaardige Leden venhaage vereerd, en onder zeer regelmaatige fuhikopgeregt. kjngen f ^e bevordering der Nederdaltfche Dichtkunst bedoelende, koos het ten Zinfpreuk kunstliefde spaart geen vlyt, en hieldt de eerfte Vergadering den vyftienden van Wynmaand, in een (*) Refol. van Holl. 8 Sept. 7 Oct. 1773. N. Nederl. Jaarb. 1772. bl. 974. Voor 'tjaar 1773. .bl. ii70. 1291. Zie ook de Nieuw uitgevondene 'Sluis- en Diep - Machine afgebeeld en hefchreeven 'door c. redelykheid. Te Amft. by ynte- ma en tieboel. (t) Zie a. loosjes p. z. Haarlems Schilder* hf. 1788. CS) N. Nederl. Jaarb. 1773. bl. 815.  HISTORIE. •een der Zaaien van 't Gebouw onder den xoé naam van het Huis van Prins Maurits van boer,' Nasfau bekend: de Opzienders van 't zei- -— ve hadden die plaats aan 't Genootfchap 1772. vergund (*). Schaars ontmoet men ih ons Vaderland Graftekes Eergraftekenen, voor Vernuft of Geleerd- voor vonheid opgerigt; en verwylt het niet zelden DE[,dvei" lange voor dat men ze vervaardigt, als vaar '2 * moetende de Tyd het Zegel zyner goedkeuring op behaalden Letterroem drukken. Dit althans is het geval geweest van vondel, niet ten onregte met den naam van den Vader der Nederduitfche Dichteren vereerd. Drie Jaaren lag hy, in de Nieuwe Kerk te Amflerdam, onder een onbekenden Steen: wanneer de Heer j o a n s i xj op 's Dichters Grafzerk liet houwen: hic jacet vondelus ?hoebo ac musis amicus, Een opfchrift niet zeer in't oog vallende, en nu door den tyd reeds meest verfleeten. Een Amfterdamsch Kunstgenootfchap, ten Zinfpreuk voerende diligentije omom ia, keurde zyner Dichterlyke VerdienIten eene openlyker ten toon geftelde Ge- dag- (*) Proevt van Poetifdw Men^eljloffcn, tfoor hit Pichtlievend Kunst-Genooifdiap, IvUnitHefÜe fpaai*t geen |v!yt. I Deel, 1773. " T 2,  29* VADERLAND SCHÉ .tcj. dagtenisfe waardig, en liet, met goedkeu* üoek. ring der Burgemeefteren van Amjlcrdam, -->—— tegen een Pylaar , weinig treden van 's ,1772. Mans Grafftede | een Marmeren Gedenkteken ten deezen Jaare, bykans eene Eeuw naar zyn overlyden , oprigten. 't Zelve beftaat in een Tombe, van wit en zwart Marmer, naar de Dorifthe Orde gehouwen, en voert enkel den naam van vondel, duidt het Jaar zyns overlydens aan , en tellens het Jaartal met de Spreuk des Kunst-Genootfchaps, 't geen dit Gedenkteken vereerde. Op de Tombe ftaat een deftige Lykbusch van wit Marmer .j.waar uit, als uit derzelver ingeflootene asfche, een reeks Lauweren fchynt te groeijen,en het dekZcl op te ligten* terwyl zy zyder lings tot op en over den Ged'enkfteen afhangen. — Dit bedryf des Runst-Genootfchaps werd, door veelen ongunftig beoordeeld; doch met hoe weinig gronds toonde een der Leden, in eene Redenvoering Voor het opregten van een Gedenkteken aan joost van den vondel (*). De . Dit zelfde Jaar ,> 't welk vondels Schouw- Naam openlyk vereeuwigde, zag door den ^rgflte, brand een Gevaarte vernielen., aan welks «JwbTandt opruiing hy zo veel deels hadt, en waar gf« -de ftukken van zyn verheeven Dichtgeest, van den .aanvang af, tot deezen tyd toe; zo ■ Letteroeffsningeri van het Kunst^ Genoot» fchap, onder dc Spreuk,, Diligeutke omnia, Amlfc by 1/1 ag e rus, 1774.  HISTORIE. 9$% <£o dikmaals met voldoening gehoord en xpiv toegejuichd werden , den /Imjlerdamfehen boek.( St'homvbiirg, naamlyk. Een ongeluk ^'t welk ons, van wegen den roep, dien 's 1772» ' verwekte, en de dcerlyke gevolgen, wat breeder Haat te boeken, De Vlaamjlhe O per ijlen op deezen Schouwburg, den elfden van Bloeimaand, een Stukje vertoonende, 't welk zeer veel aanfehpuwers. trok, hadden, naar eisck van 't zelve, hec tooneel moeten donker maaken, en dus. de lichten door fchuiven gedekt; dit veroorzaakte damp en flank; doch, Zmlksmeer gebeurende, dagt men geen kwaad , tot dat een zwarte rook, onmiddelyk van vlami gevolgd, verfehrikking baarde, en het akelig geroep, Brand'. Brand! den Schouw burg doorklonk.. De herhaalde verzekeringen , dat men maar bedaard zou weezen; dewyl alles fpoedig gered zou zyn,, betekenden luttel in de reeds ontftaane* verwarring , welke toenam ,. wanneer by de poogingen om. den brand te blusfeheu , de- vlam met meer hevigheids uitborst,, met gedruis na de zoldering fteeg, 'er door heen floeg, de bovenlle Schermen, en als in een oogenblik het geheele Too* neel. in Jigterlaye vlam zette. Vrugtloos poogde de y ver een brandende Scherm om ver te werpen en het ovcrflaan des vuurs tot de overige te beletten yzy hadden 't reeds» gevat, en het Tooneel vertoonde een vuurgloed. Onbefchryflyk was de- verbaasdheid,, fchrik,. angst en verwarring onder, ecna T 3 zo  HISTORIE. 299 Serde Schermen, door de hand der eerfte xct. Meefteren vervaardigd, preezen, en be- boek, tuigen moeften , dat het Amflerdamsch Tooneel, in dit opzigt, de voornaamfte 1772» Schouwtooneelen van Europa overtrof. Dit nauwlyks boetbaar gemis lag met alle de verdere pragt, pronk, en praalcicraaden, en kostlykheden, geene geringe waarde bedraagende, in puin en asfehe. De Dichters betreurden het verlies eener Plaatze, waar het Kunstvermogen ten hoogden top geklommen, zich in Treur- en BlySpel, vertoonde. Geenen, dan Tegenftanders van den Schouwburg, bleeven hier ongevoelig; ook lieten eenigen zelfs hun genoegen zo in Gefprekken als in Gefchriften blyken over het verbranden van die School der Ydelheid , Ligtvaardighcid en Tydfpillinge, gelyk zy den Schouwburg betytelden; terwyl de Voorftanders van dat Vermaak, 't welk wel ingerigt zo leerzaam is, by het beklag over 't verlies, de geoorlofdheid en 't nut verdeedigden (*). Het droevig Noodlot van Brand trof, in Heukelam Oogstmaand het StecdjeHeukelun;. Een brandt ontaart Mensch hadt de boosheid om, op voo.r geea klaaren dag, 's voormiddags, het Huis door deelt! afT iemand zyner Naastbeftaanden bewoond, in brand te zetten. Geen der Bewoonde- ren £*) Uit verfcheide Papieren deswegen uitgetge'cven en mede gedeelde Berigten. Èen aantal bekende Kunstplaaten vereeuwigt dit droevig Voorval.  goo VADERLAND S C IIE xci. ren t'huis en: 't zelve geflooten zynde ont* |ioE.K. dekten dc Buuren het ongeval zo kat, dat -—!— de beginzels niet konden gefluit worden, ??7'2- en de uitgeborfte vlam welhaast het eene" Huis voor het andere naa aandak: de wind! joeg dezelve in de ligt ontvlambaare rieten daken; zes- en7 dertig Huizen van ruim Honderd, 't geheel getal der Huizen in dit Steedje.(*), verteerden, nevens eenige Hooibergen, de Kcrktooren frak bovenin den appel aan, brandde vanbinnen geheel, uit, de Klokfprong en het Uurwerk werd bedorven; Een volkomen ondergang dreigde het geheele Steedje, zeer veeien der Inwoonderen waren , ter oorzaake der Goruishemj'che Jaarmarkt, van huis, hier door ging het bluslchen traaglyk toe ,. en was het bergen der Goederen niet noemenswaardig. De nahuurige Steden Leerclamy A/peren en Gornichem bragten alle mogely-fee hulpe aan: de Glasblaazers der eerstgemelde Stad, aan hevig vuur gewoon, gingen dc woedende vlammen in de rieten daken te keer, rukten 'er het vuur met de hand uit; aan haare wakkerheid hadt men 't overblyfzcl, grootendeels dank. te wceten (f). De Inwoondcrs, die onlangs, door de overllrooming der Landeryen, zo veel geleden hadden, vonden zich. op nieuw in de uiterfte armoede gedompeld , ! (*) Tegenw. Staat van Holland' VII Deel,, bl, 55a. Ct) N. Nederl. Jaarb. 1770. bl. 724.  HISTORIE. 303 Veelen verlooren in dien nood het leeven, xcr.' enden overblyvenden ontbraken de noodig- boekJ flebehoeftens; alle de Schepen deelden ryk- —— lyk in dit onheil. 1772. Troffen deeze onheilen, van verfcheide- Zwaare nerlei aart, in de West-Indifche Volkplan- Bankbrew* tingen, by wederflag voornaamlyk de zo- kendanigen in den Lande, die 'er Bezittingen hadden, of Handel dreeven, eer dit Jaar ten einde liep, werd ons geheel handeldryvend_ Gemeenebest gefchokt, door een. floot, niet ongelyk aan dien 't zelve, in den Jaare mdcclxiii. , deedt fchud- 1 den (*). Even als toen, verklaarde zich een voornaam Huis van Koophandel te Amflerdam, meer dan eene Eeuw, met een bykans onbepaald vertrouwen, zo binnen als buiten 's Lands, vereerd, en langen tyd voor een der geagtfle en grootfle in Europa aangezien, op een maal buiten ftaat om te betaalen. De Beurs beefde op dit ontzettend nieuws, de Handelkunde bevroedde, dat die flag zich wyd en zyd zou doen gevoelen, en, fchoon in de eerfte plaats het Vaderland treffen, zich tot het zelve niet bepaalen; maar uitflrekken tot meest alle handeldryvende Volken in Europa, en in andere Werelddeelen. Veelen waren over zich zeiven, nog meer wegens anderen, in eene vertwyfelende ongerustheid. Men herinnerde zich het voor den Handel fchiïk- (*) Zie het XXIV Deel der Vadert. HiütrU r.U. 231.  i;o4 VADERLANDSCHÈ keu fchrikbaarend jaar mdcclxiii. en durfBobr. de zich naauwlyks een zo fpoedig hefftel als toen beloövem Aan drie hoofd- 1772. Qprzaaken fchreef men den val van dit Huis toe, naamlyk de onbepaalde Wisfelhaudel, die, in 't gemelde Jaar, foortgely- ken kommer verwekte; de Verbinte- nisfen in Geldopneemingen , thans in Holland zo veelvuldig, en boven al de Actie-handel. — Umtrent deeze laatfte wordt niet ten on.regte aangemerkt, hoe het te verwonderen is,dat Gebeurtenisfen, in liet ver afgelegene Indie, de voor- en itegenfpoeden van een ander. Volk ifï het f/ojlen, van ziilk een invloed op de Koopr beurs konden zyn, dat derzelver welvaard daar door aan 't wankelen gebragt wordt. Ondertusichen hadden de voordeden der Engelfchén in dien Oord der Wereld, zints eenigen tyd, veelen dermaate getroffen, en door ihet lokaas van winst wcggefïeept, dat zy nicenden daar iu deel te moeten neemen. Dit wekte anderen op, om van deeze winzugt zich te bedienen, en een nieuw föort van Handel te onderftaan, waar door men zich verbeeldde, binnen kort,; fchatten tê zullen verzamelen. Hier aan is de Actieshandel de geboorte verfchuldigd; en,fchoon .dezelve op verfeheidene wyzen gedreeven wordt, gaat het vast* dat het minfte gedeelte, weezcnlyk i en het grdotfle ydele Windhandel is, en hoofdzaaklyk beftaat in eene Wedding, wegens den Prys der Actiën, tusfehen de Handelaars, in twee deelen verdeeld, waar van de eene op hetdaalen, eü  HISTORIE. 305 en dê ander op het klimmen van den Prys xcti der Actiën, door allerlei middelen werken- b o b k» de, een ieder doet hoopen en poogen om -■ op de puinhoopén van eens anders onder- 177a. gang zyn geluk te bouwen» De val van dit Huis, van cliffoUT Ongele- en zoonen, en van veele andere, daar genheden 1 n 1 • daar doos m medegefieept, door zommigen meer aan veroor» het heerschzugtig en kwaalyk geregeld ge- zaakt» drag der Beftuurderen van de Engelfche Batik , onderfteund door het Minifterie en het Parlement, dan aan den eigcnlyken Actiehandel toegefchreeven, hoewel het onvoorzigtig dryven van denzelven niet ontkend wordt (*) , deedt het vertrouwen ophouden , de Discontanten der Wisfelbrieven hunne beurzen fluitefl. Zy Weigerden op nieuws aan Papier geloof te geeven, en vorderden de uitilaande Gelden in : dewyl 'er nu veel meer Papiers dan gereed Gelds in den Handel rond liep , werd deszelfs loop niet alleen gefluit; maar 't gebrek aan gereede Penningen nam hand over hand toe : dewyl een ieder de fchulden, Welke hy te goed hadt, opeischte. Dit dompelde Handelhuizen, anders ryk en wel gevestigd, in de uiterfte verlegenheid. De verwarring vermeerderde met het ontdekken van meer en meer Bankbreuken. De betrekking , die veele Jooden tot het eerst- (_*~) Aanmerkingen over dé laatfte Bankroeten in Ëngelani en Holland, en het gedrag van het''En* gelsch Minifterie, 1774. XXIV. deel. V  3o6 VADERLANDSCHE xcr. eerstvallend Huis hadden, als mede de boek. ftèrke Wisfel- en Actiehandel, die dit Volk dryft, deedt het diep deelen in dit. ouge- 1772. luk. Het eerlyk gedrag van veelen hunner, te midden van dien ramp, heeft hun tot roem geitrekt. Dc gevolgen van deeze Bankbreuken verfchilden met die van het noodlottig Jaar hdcclxiii., daar in, dat toen zo veele min aanzienlyke Burgers in de ongelukken niet medegefieept wierden, en door 't verlies van met moeite gewonne, lang belpaarde, en met veel gerustheid vertrouwde, Gelden, in geen nypenden nood kwamen. Ook werden, in die dagen , de Buitenlandfche Geldopneemingen, onder 't beftuur van voornaame Huizen, niet zo zeer gekrenkt als tegenwoordig. Anderzins deeden zich foortgelyke verfchynzels op. Niet vreemd was het dat de Rentenier, onkundig hoe dit alles zich zou ontwarren, zich traag en ongenegen betoonde om Geld te fchieten. Dit kon der bedagtzaamheid niet euvel geduid worden : dan kwalyk nam men het en fprak met fchande van veelen, die, ruimte van ledigliggend Geld hebbende , zich zo weinig 't algemeen welzyn bekreunden , dat zy weigerden voldoende Panden , op welken geen hag liep, te beleenen, en door woekerzugt gedreeven, de Geldkisten geflooten hielden, om dus de verlegenen te dwingen, tot een verkoop verre beneden de waarde.  HISTORIE. $ï'r In deeze ftremming van den omloop des xct." Gelds ontbrak het niet aan Plans, tot wee- b o e ring van dit kwaad, en het herftel van den —i kwynenden Handel, door zommigen voor 1773. bekwaame Redmiddelen gekeurd; doch Rcdmiddoor anderen als onvoldoende en fchadelyk delen gewraakt. De vrees, dat de Plandel- ongelegenheden in 's Wereldskoopftad, en ötoege? een heillöozen invloed zouden hebben op bragt. buitenlandfche Handelhuizen , bleek binnen kort maar al te gegrond te zyn. Men vernam uit Engeland, dat verfcheide aanzienlyke Kantooren met betaalen moeften ophouden ; maar teffens dat men , in die Ryk yverig uit was op maatregelen om redding te verkenen.- De Bank van Engeland verklaarde, dat dezelve, hoe zeer tegen de vafte bepaalde inrigtingen ftrydig» öok op den dag aan den Godsdienst geheiligd , zou openftaan , om aan een ieder, die het begeerde, alle vreemde Geldfpecieu ter verzendinge uit te leveren. Hier doof kwam eene menigte van Gemuntgeld uit Londen herwaards over. Te Parys en elders zonden- de aanzienlykfte Kooplieden aan de Hollandfche Huizen * tot welke zy betrekking hadden, gereed. Geld om de• zelve in dh hachlyk tydsgewricht ftaandé te houden; Een daadlyk werkend redmiddel voor veelen. De nieuwspapieren fchreevcn uit geen Koopftad van Europa of ie gewaagden van de bekommering der Kooplieden, en teffens van de oplettenheid en zorge der Regeerderen om den Koophandel.en 't vertrouwen te handhaV 2 ven*  VADERLANDSCHE xci. deelen haalden niet by de gevreesde. Na* Boek. het wyken der eerfte verwarringe, toen men bykans allen uitftel van betaaling weigerde, 1773. vergunde men dit weder, en gaf zulks gelegenheid aan veele Kooplieden, die eer overrompeld dan daadlyk in 't geval waren van niet te kunnen betaalen, om hunne zaaken weder te regelen, en op den ouden voet te dryven. Burgemeefters van Amflerdam, handhaafden , te deezer gelegenheid, het Wisfelregt, op eene manlyke wyze, ten ileun des Handels (*). Zyne _ Friesland, Groningen en Ommelanden Hoogheid en j^,. Landfchap Drente hadden in trekt door TT . , , _ r 3 c jvw- Hooimaand het genoegen om den Erffiefland. liadhouder op eigen bodem te begroeten. Haare Koninglyke Hoogheid in den Zomer eene reis na Bcrlyn doende, ving de Prins, in Hooimaand, den tocht na opgemelde Geweften aan, den weg neemende over Noord-Holland. Het beroemde Hartekamp, dc Lustplaats van den AmfierdamfclienBurgemeelter p. cliffort ontving hem op 't Ontbyt, Beekenjlein, het Buiten van den Raad en Advocaat Fiscaal boreel, boodt hem het Middagmaal aan, Jachten beftemd om den Vorst het T over te voeren, namen hem te Spaarendam in, en zeilden na het Tolhuis, onder 't los? branden des Gefchuts van drie Batteryen lier Stad Amflerdam, door 't Jacht van den Prins C*) N. Nederl. Jaarb. 1773. bl. 79. 208. 24$, yeor 't Jaar 1774. bl. Ï5- é  HISTORIE. 3Tf Prins beantwoord. By het Tolhuis aan xrr. land geflapt kon de Schout, en de Secreta- b o e k. risfcn eeniger Waterlandfche Dorpen, het bezwaarlyk eens worden, wie dc eer zou 1773. hebben zyne Hoogheid met eene Aanfpraak te verwelkomen, 't Zindelyk Broek werd in 't voorbygaan bezogt; Monnikendam ontving hem ftaatlyk ; gelyk Ook Edam en Purmerende. Hadden de Boeren in de Pnrmer het hunne gedaan; om met vreugdebetoon den Vorst te ontmoeten, niet minder bevlytigden zich hier in die van Noord-Hollandsen Tempé, de BeemJler, waar naar zyne Ploogheid aftradt om door den Eerw. Kerkleeraar wolff begroet te worden. Uit handen van diens Huisvrouwe, de bekende Beemjler Dichïeresfe, elisabeth berker, aanvaard? de hy een Dichtftnk te dier gelegenheid vervaardigd. Hoorn, Medemblik en Enkhuizen , wecken niet voor de andere Steden van het Noor der-Kw ar tier, thans opgetoogen van vreugde, waar de Stadhouder, gelyk elders, het voornaamfte bezigtigde. Van de laatstgemeldc Stad ftak zyne Steekt na Hoogheid na Friesland over. De Eerbe- Frissl"nê tooningen Hem in dit Gewest aangedaan, ovcu moeten wy wat breeder vermelden: op dat ons Gefchiedblad , deeze zo wel bewaare als die in andere Gewesten, by zyne aankomst in dezelve plaats greepen ( * ). De Staaten , van 's Prinfen oogmerk verwittigd, C*) Zie hier boven bl. 25 enz, y 4  $i* VA DE RL AND SC HE xm, tigd, hadden, by eene openbaare AfkonBoek, diging, de Ingezeetenen tot openbaare — ■■ ■ Vreugde-betooningen over die langgewenschte tegenwoordigheid opgewekt, en bepaald dat de Illuminatien alleen in Fries* lands Hoofdftad zouden gefchieden. Aan de De Lemmer ontving de Stadhouder in lemmer haare Haven. De Grietman van Lemfterbegroet, REGNERUs livius andrin- ga de kempenaar, met het Geregt, als mede de Kerkleeraar g. van bleisWïk, met den Kerkenraad, hadden gehoor by zyne Hoogheid, hem met de behoudene aankomst in Friesland gelukwenfchende, Eereboogen, Vlaggen en Wimpels van Huizen en Schepen, duidden de Vreugd der Inwoonderen van de Lemmer aan, van waar de Vorst zyne reis na zyn Lusthuis het Oranje-woud voortzette, ïnhaafing Groot was de toeftel te Leeuwaarden, te Leen- thans het middelpunt der Eer- en Vreugd* waardin, bewyzen. De Burgery verfcheen, op den vier- en- twintigften van Hooimaand, met Oranjeftrikken op de hoeden, ten beftemden dage der aankomfte, in de wapenen, Voor eenige Vaandels gingen Kinderen, die eene byzondere vertooning maakten, door de verfcheidenheid hunner Kleedingen, zynde deeze als een oude Friesch, geene als een Huzaar, anderen op zyn Romeinsch, Spaansch en Turksph, gekleed. Grootfcher vertoon leverden een elftal, Perfoons verbeeldingen op, die in 't R&* memsch gewaad , de Zeven Vrye Kunsten verbeeldden , door de Eer geleid , door Naar*  HISTORIE. gijj Naarfligheid en Verftand vergezeld , en xci. door de Qnfterflykheid gevolgd. Welke boek,' zinnebeeldige Stoet de Burgery voorging, als dezelve zich na de Poort vervoegde, 1773, om den Prins op te wagten: by welke opwagting de Burgers uit de Voorftad, het Vliet, zich mede lieten vinden. — De Afgevaardigden van de Staatsleden der onderfcheidene Vergaderingen, en dc Regeering der Stad, ieder op hunne gewoone plaatzen Vergaderd , begaven zich, op de tyding der aannadering van zyne Hoogheid, in hunne Koetzen , en werden voorgegaan door eene Bende Ruitery. De Vorst tot 's Stads grondgebied genaderd zynde, traden de Afgevaardigden uit de Koetzen, verwelkomden Hoogstdenzelven, en reeden , met een gansch grootfehen trein, ter Stad in, onder het luiden der Klokken, het losbranden des Gefchuts; van een pragtige Eerepoort liet zich een verrukkend Muzyk hooren. Aan 't voorplein van 't Prinfenhof, waar mede eene ftaatlyke Ecrepoort was opgeregt, ontvingen de Afgevaardigden zyne Hoogheid, die daar binnen tradt, waar op zy affcheid namen en te voet na hunne Vergaderkamer gingen. Voorby het Prinfenhof zag de Vorst de zinnebeeldige Staatfie, de Burgery, en 't Krygsvolk, heenen trekken, en ontving de begroetingen. De Hooge Staatsvergaderingen en andc- Begroere van de aankomst zyner Hoogheid ver- tinken, wittigd, verzogten, en verwierven, naar rang, Gehoor, om hem te verwelkomen. v 5 Zy  §14 VADERLAND SC HE Xci. Zytoogen, ftaatlyk begeleid, omringd vatl Boek. alles wat luifter kon byzetten aan die be- groeting na 's Vorften verblyf. r773- Op 't Landfchaps - Huis hadt de Hooge Vreugde- Regeering een kostbaaren Maaltyd doen bedryven. vervaardigen , werwaards zyne Hoogheid zich te voet begaf; onder denzelven ftreelde een aangenaam Mtizyk, gemaakt in een Tent tot dat einde in 's Lands-Tuin vervaardigd , het oor. 's Avonds ten tien uuren ving de verlichting der Stad aan, en waren de Huizen als in een oogenblik verlicht. Onder alle ftaakcn uit het Stads-huis, de Oldenhoof, de Nieuwe Tooren, de Hoofdwagt, en de twee Eerepoorten. Met een klein gevolg van Heeren en Hovelingen bezigtigde de Erfftadhouder deeze Verlichtingen, de ganfche Stad doorwandelende , onder den toevloed van een zo groot aantal Buitenlieden, fat Leeuwaarden nooit zulk eene meenigte binnen de nuturen bevatte. Zitting- Naa dat zyne Hoogheid den Godsdienst neernin- op Zondag daar aan volgende hadt bvffegen m de ^ j & , , j & j rt- • Hooge woond, nam hy s anderen daags Zitting, Vergade- in de Vergadering der Staaten van Friesringen- land, voorts by de Gedeputeerde Staaten, en in het Hof van Friesland. Alles met de Plegtigheden by zulke gelegenheden gebruiklyk. Bezoekt Franeker en Harlingen verbeidden de trznektr. komst des Erfftadhouders. Het Dorp Belhim muntte onder het doortrekken na de Academie-ftad in Eerbetooningen uit. Franeker begf oette den aankomenden Vorst met  HISTORIE. 315 jnet het Gefchut van de Wallen. Eene xcr. bezending van wegen de Regeering reedt boe k. hem te gemoete, geleide hem binnen tot in —■— de Raadkamer, waar de Heer ouwens, 1773. zyne verwelkoming herhaalde. Hier leende de Prins , naa dat de Regeering de Raadkamer verhaten hadt, gehoor aan het Gerecht van Franekeradeel, aan den Breeden Raad der Hoogèfchoole en den Kerkenraad. . bb De Rector' Magnificus, de Curatoren, de Hoogleeraars en Secretarisfen der Hoogèfchoole haalden zyne Hoogheid af, en geleidden hem door de gefchaarde Burgers na de Academie. Ter oorzaake van de Groote Vacantie zou, zonder de genomene voorzorge der Beltuurderen van Frieslands Hoogefchool, Franeker, op dien tyd meest van Academie-Burgers ontbloot geweest zyn, dan hadden deezen de Letteroefenende jeugd verzogt by de plegtige Inhaaling van den Curator Magnificentisfimus tegenwoordig te . weezen. Zy was verfcheenen, en de Student van beyma begroette hem uit aller naam. De Hoogleeraar j. schrader huldigde met eene plegtige Redenvoering in de Academie-Kerk, den Vorst in tot Curator Magnificentisfimus, die alles wat tot de Academie behoord bezigtigd hebbende, de Reis na Harlingen voortzette. Op den weg na die Ha- venftad, moest zyne Hoogheid Groot-Lankum voorby ryden; hier hadt de Grietman en Raad Fiscaal van WYDENBURö een pragtige Eereboog met Wapens, Zin- ne-  HISTORIE. 319 Lande en bezag vervolgens het geen de xcii Stad merkwaardigs opleverde. De Krygs- boek. oefeningen derBczettingc, cn bet pleitgeding in de Hooge GcrigtsKamer,verfchafte hem. 1773., den volgenden dag bezigheid. Terwyl de woelige'drukte de ganfche Stad vervulde, daar elk zich om 't zeerst tocrulle in 't vervaardigen van toebereidzelen tot het vieren van den Verjaardag van 's Prinfen Gemalinnc , die den zevenden ftondt aan te brecken. De Magiftraat den buitenman, op de gemaklykfte wyze willende doen deelen in de Vreugd der Stad, enhetbefchouwen der Illuminaticn, liet aankondigen, dat,op dien nagt,ccn ieder,voor't gewoone Duitgeld, tot één uitten de Stad in en uit zou kunnen komen. 't Gefchut kondigde deezen Verjaardag Vcrrigtiaaan. Zyne Hoogheid verleende openbaar _de Gehoor om de Gelukwenfchingen te ont- schooi, vangen. Byzonder ftaatlyk en eene voorbereiding tot een andere Plegtigheid was dc begroeting der Curatoren en Hoogleeraaren, die benevens de Studenten, van de Academie na het Stadhouderlyk Hof trokken, waar dc breede Raad der HoogeSchool in een Zydvertrek en de Studenten in de Eetzaal geplaatst werden. De eerstgemelde ter gehoor binnen gelaaten, deedt de Rector Magnificus, G. kuipers, de Gelukwenfchings Aanfpraak, waar op zyne Hoogheid voor 't Vertrek verfcheen, in 't welk" zich de Academie Jeugd bevondt, die by monde van Jr. alberda van öloemersma, de Zegenwenfchen uitte.  HISTORIÉ. m öecden de achttien Burgervaandels in den xcr: avond wanneer de Vorst op de Markt in 't BOEki Heeren Wynhuis, dit aanfchóuwde, en dee- : ■* zen herhaalde keeren ■ afvuurden. 't Ge- }fZ$* fchut liet zich ten acht uuren weder hoorem Twee uuren laater vingen de Illuminatiën aan, waar onder de St. Martens Tooren, met meer dan vyf honderd Lantaarnen verlicht, uitftak. Het JVynhuis was met veele cieraaden en toepasfelyke Zinnebeelden voorzien; zo ook het Gebouw van't Gerechts-Hof; de Academie,en het Toorntje van het Provincie- en het OmmelanderHuis waren pragtig verlicht. Naa een kost*baar Avondmaal reedt zyne Hoogheid in een Koets het verlicht en juichend Gronin.gen door, 't welk ten deezen ftonde meer Menfchen bevatte, dan de Oudfte Lieden ©oit heugden er binnen gezien te hebben. Der Jooden Rabbi en Parnasfyns gedagten, naa zyne Hoogheid gelukge1wenscht te hebben, Wegens de Verjaaring zyner Gemalinne, in hunne pragtig opgeprönkte Synagoge, deeze Gebeurtenis op hunnen Sabbath invallende , en verlichtten hun Kerk dien avond cierlyk. Des Zondags hoorde zyne Hoogheid in de Groote- en in de Academie Kerk twee Leerredenen op de tydsomftandighedert ■gepaSti ■ _ | | •■ , Verfcheide volkryke plaatzen in de Om- Jn 'tLarBfe • melanden hadden het genoegen om zyne.£hap .. TT , . , & v\ i ïr Drente 00* ■ Hoogheid te ontvangen, en blyk van Le^- e5ï-betoon te geeven, toen hy , den laatftén omharid^ dag zyns verblyfs in Groningen befkedda £XIV. deel. X " 'bui  3'aa VADEPvLANDSCHB xci. om de Bonrtagm, Delfzyl en andere SchanS1B o e k. fen , te bezigtigen. — Affcheid van die Stad ', - genomen en dezelve, onder 't losfcn van 't j 773. Gefchut,door de gefchaarde Burgery trekkende, verlaat en hebbende, bereikte hy, op den elfden van Oogstmaand, de grenzen van het Landfchap Drente niet of eene Bezending vk de Ridderfchap en Eigenerfden, Staaten deezes Landfchaps, wagtte hem op, en verwelkomden hem by monde van den Graaf van heyden, Drösfaart van Drente, en booden onder eenige Tenten, bewaakt door eene bende Ruitery, van wegen het Landfchap, een Ontbyt aan. 'tMogt gemelden Landdrost gebeuren het hooge Gezelfchap op zyn Landgoed te toeven en te onthaalen, zo dat het den avond te Asfen medebragt, welke Hoofdplaats in 't midden des Landfchaps gelegen, ten zetel der Regeeringe ftrekt, en zich toegerust hadt tot het ontvangen van dit ongewoon bezoek, 't Onthaal was pragtig, het vreugdbetoon in den fmaak van Landlieden. Naa gehoorverleening op den volgenden Dag aan de tegenwoordig zynde Amptenaaren, Leden van Staat, of Krygsdienst, en de Afgevaardigden van de Drentfche Synode, geleidden benoemde Afgezohdenen den Vorst na de Hooge Vergaderinge des Landfchaps , om daar zyne plaats te bekleedden. jCeertwé» Onder veel vreugdbetoons verliet hy Asier na 't fm ? en wer(j te Koeverden plegtig ingeLn' haald. Hier een nagt verbleeven, de Wallen, 's Lands Tuighuis, Kruid Magazyn, en  HISTORIE. 323 fen de Krygsoefening der Bezettinge bezig- xci. tigd hebbende , zette hy zyne reis door boek; Zwolle na 't Loo voort. Geen Gewest nu — of het hadt de tegenwoordigheid des Erf- 1775. ftadhouders genooten. En dongen dezelve, by die gelegenheden, orh elkander te evenaaren, of te overtreffen, in alles wat kon dienen om de zugt voor Hein en zyn Huis , op het fpreekendst, aan den dag te leggen (*). . t. . Vierde,, in den voorleden Jaare , Briek, Vlisfingen, Middelburg, Veere en Enkhuizen , het tweede Eeuwfeest der Vryv heid (f), op den achtften van Wynmaand deezes Jaars, mogt Alkmaar^ 't welk vóór twee Eeuwen | naa een benauwd Beleg zevert, ivëekeh lang van de 'Spanjaarden te hebben doorgeftaanj dit Krygsgeweld zag wyken % dien roeinryken Dag dankend en juichend vereeren \ zich het roemrugtig fetuigbnis, 't welk zy in % Lands Gedcnkoeken Verworven heeft; „ dat Alkmaar, ■j, eene Stad in Noord- Holland, dc eerfte geweest is, die, door een ohverwüme„ lyke tegenweer; 't geweld en den aanval „ der Spanjaarden gebrooken heeft,herinnerende. , Dewyl de groote en drukke Week -Markt juist Op dien Dag inviel, verfchikte de Regeering denzelven op den voqr- gasm- (*) N. kuiert. Jam-b. 1773. bl. 1309— T406. En eene menigte van Berigten deeze Reis betreffende, (;'; Zie bier höven bl. 258. enz. X a  524 VADERLANDSCHE xci. gaanden, ten einde de Godsdienstoefening bÖek. gen, waar in die Gedenkdag grootendeels - . - zou befteed worden, gerust en ongeftoord 177-3. den gang mogten gaan. Van dé zo roemryk verdeedigde Wallen brandde men drie herhaalde keeren het Gefchut los, de ftilte van den met veel hartlykheids bygewoonden Godsdienst, wisfelde af met eene algemeene Vreugdbetooning, die de gewoone Jaarlykfche Herdenking verre overtrof, verfcheide Vuurwerken droegen getuigenis van der Ingezetenen blydfchap; doch werden alle overtroffen door 't geen op de Kaasmarkt vervaardigd was en uit 'een Tempel beftondt met gepafte Beelden, Cieraaden en Zinlpreuken (*). Wanneer , by het Tweede Eeuwgetyde 'van Neerlands Vryheid, dc Eerw. j. van iperen zyne Veerfche Gemeente voorging (f) gaf hy te kennen, dat, 'er, aan 't Noordcrhoofd der Stad, onder de ruwe keien en lompe zinkfteenen, onagtzaam weggefmeeten lag eene brok der Grafzerke, pronkende met het Wapen en den Naam van den Edelen en Eerwaardigen joannes van miggrode, wieilS Naagedagtenis, als Zeelands eerfte Hervormer, aan die verfchoovenheid verdiende ontrokken, en met meer luilters bewaard te worden. Een genoegzaan^e Wenk voor de Regeering van Veere, om, zon- (*) AT. Nederl. Jaarb. 1773. bl. IIO9. 1309, O) Zie hier boven w. 264.  HISTORIE. 329 -van de hoogfte noodzaaklykheid gekeurd, xci. wed.' ieevendig te maaken, en by Staaten boe k.v van Holland aan te dringen, om "derzelver goeddunken, nevens dat van de andere 1773* Geweften, in te brengen. De agterlykheid van Holland ontftondt geenzins uit onverfchilligheid omtrent de groote zaak , of traagheid in het bewerkftelligen ; maar hadt men dit verwyl toe te fchryven aan een ryp onderzoek en nauwkeurig agt geeven op alles, wat het g'ewigt dier omflagtige zaak vorderde, en om teffens de middelen te kunnen voorflaan , die een gcwenschten en fpoedigen uitflag aan het werk konden geeven , wanneer het werd ter hand genomen. Dit alles liep aan tot in Bloeimaand des Jaars mcclxxii, wanneer Staaten van Holland ter Algemeene Staatsvergadering in bragten. „ Dat „ alle Geweften deezer Landen hier in „ overeenftemmende, dat geene Verbete,, ring van datheens Pfalmen; maar „ eene geheel nieuwe Beryming van dezelve ?, in Nederlands Kerken behoorde te wor„ den ingevoerd, het thans alleenlyk hier „ op aan kwam, of uit de Berymingen, „ die voor handen waren, of aan ééne (by „ voorbeeld aan die van j. e. voet) de „ voorrang moest gegeeven, dan wel uit de „ verfcheide Berymingen eene keuze ge„ maakt worden. Dat hun Ed. Groot Mo„ genden gemeend hadden, in dit verfchil „ zich voor het laatfte te moeten bepaalen ; „ dewyl hier door natuuiiyker wyze de „ befte Beryming zou worden ingevoerd; X 5 „ de-  r,o VADERLANDSC HS xci. „ dewyl' onder verfcheide Pfalm - Dichters Koek. „ de een deeze, de ander geene Pfalm be-f „ ter zou berymd hebben; te meer ook *-773' » daar beide de Kerkvergaderingen in „ Zuid- en Noord-Holland tot zulk eene „ keuze hadden overgeheld. Hoe zy „ verder oordeelden, dat de keuze moest „ gedaan worden, uit de Berymingen van „ j. e. voet, h. ghyzen en van 'f „ Kunstgenootfchap laus deo salus, ,, populo; zodanig, egter, datuitdee,, ze drie Berymingen geheele Pfalmen van „ een en denzelfden Dichter zouden moe„ ten worden overgenomen, en niet ftuks,, wyze uit de eene Beryming een gedeel„ te, en uit dc andere Beryming weder „ een ander gedeelte. Dat, wyders, een „ zeker getal van Predikanten , de ver„ eischte bekwaamheid van Taal- en „ Dichtkunde hebbende, tot dit werk behoorden te worden benoemd. Dat, ten „ dien opzigte wel in overweginge was, „ genomen, om, volgens de gedagte der „ Kerkvergadcringe van Gelderland., daar „ toe de gewoone Coïtus Hagitnfis of „ Haagfche Vergadering tot het naazien „ van de Autographa of Oorfpronglyke „ Gefchriften, te magtigen; maar, dat be„ halven nog andere zwaarigheden, het ge„ tal der Leden van die Vergaderinge hun „ te groot was voorgekomen. Dat het, ver„ volgens , aanncemelyker hadt toege„ fcheenen , dat tot zodanig eene verrig„ tinge, door de Heeren Staaten der Pro„ vincien zelve, uit ieder Provincie één, 55 «  HISTORIE. 33i en wegens het Landfchap Drente, ook xci. „ één Kerkenleeraar,de gemelde bekwaam- B0EK3 ., heid bezittende, wierd benoemd, (met — ,, dien verftande nogthans, dat hun Ed. 1773. ,, Groot Mogenden aan zich het vermogen „ behielden om, wegens hunne Provincie, ,, naardien in dezelve twee onderfcheide „ Kerkvergaderingen werden gehouden , ,, twee Kerkenleeraars te benoemen,) wel„ ke ter bevordering deezer zaake, zo dra ,, hunne raadflagen eenen aanvang zouden ge„ nomen hebberi,met de aanweezende Leden „ zouden moeten'yoortgaan en beraaden, zonder' naa de afweezigen te. wagten. Dat zodanig een benoemd getal van Ker„ kenleeraaren vastgefteld zynde, dezelve „ hunne Vergadering in 's Gravenhaage zou„ den behooren te houden, cn aan ieder „ der Predikanten, tot deeze yerrigting be„ ftemd, voor tyd verzuim en verdere on?, koften,zou toegelegd worden zo veel daags 5, als ieder der Provinciën, en 't gemelde Landfchap Drente, zou oordeelen te be„ hooren, te betaalen, uit de afzonderly- ke Kas van ieder der voorz. Provinciën „ en 't Landfchap, die daar toe eenen Ker„ kenleeraar gemagtigd hadden. — Dat, „ door hun Hoog Mogenden twee Heeren „ behoorden te worden benoemd om, uit „ Hoogstderzelver naam, voorgemelde „ Vergadering by te woonen,en te weeg te „ brengen, dat aan het oogmerk, zo fpoe- dig mogelyk wierd voldaan, . die voor tydverzuim en moeite daags eene te bej, paalene fomme zouden trekken: doch „ waar  33+ VADERLANDSCHE xcr. meerden Godsdienst, die de klaarfte en boek. bevatbaarfte was voor de Gemeente ; die meest beantwoordde aan de keürigfte wet- 1773. ten der zuivere Vaderlandfche Taal ert Dichtkunde; die , in de verdeeling der Zangverzen niet die der oude Pfalmberyming meest overeenkwam ; die de minfte ftneltingen en affnydingen iri de woorden hadt, die het hart en de verbeeldingskragt het fterkst aandeedt; die de minfte aanvulligen cff uitweidingen gebruikte; of, daar ze nöödig waren f dezelve uit de Heilige Schryveren ontleëhde; die eindelyk in de woordfchikkingen minst gedwongen was en 't gladst vloeide. Pc nJeri- Naar deeze welbedagte regelen kreeg we Pfalm- de Kerk van ons Vaderland een Pfalmfiêl]^ boek, 't welk, fchoon niet onverbeterlyk voerd. te noemen, egter, de goedkeuring van de meesten wegdroeg. Dwaas vooroordeel, zotte verkleefdheid aan 't oude, mogt deeze hoogstnoodige verandering , in een zo weezenlyk. gedeelte van de openbaare Godsdienstoefening wraaken, en op eene wyze; dier verkeerdheden eigen, zich daar tegen verzetten ; het hoog Bevel der Invoeringe ftopte den mond. En werd met den druk en verfpreiding zulk een fpoed gemaakt, dat men, in eenige Gewesten, reeds iri het volgende Jaar dezelve aanhief jj en de laatst gereedé ; met den aanvang des Jaars mdcclxxv, hier mede begonnen. Terwyl veele Leeraars, by de (Invoering in hunne Gemeentcns, zich fee-  HISTORIE. 535 bevlytigden , om hrtrrae Toehoorders tot xci; een verftandig en God verheerlykendzin- boek* gen op te wekken (*). 1 Een kleine vonk kan eene groote hoop 1773. hbuts aanfteeken; dit zag men bewaarheid Gefchillen door de gevolgen der uitgave van een teer klein Werkje, in Frankryk gevloeid uit de meesterlyke pen van den fchranderen marmontel, wiens bekwaamheid in Belifariut 't opftellen van treffende verhaaïen, naauw- ntftaail« lyks wedergade kent. Een Boekje, BeliJdrius getyteld, verwierf hem grooten roem by veelen in zyn Vaderland , en 't werd voor een puikftaal van vernuft gehouden ; fchoon anderen het vernuftige wel preezen, doch eenige daar in ingcvlogte Hellingen wraakten, en de Sorbonne te Parys 't zelve daar om veroordeelde, 't Lecdt niet lang of eene Nederduitfche Vertaaling zag het licht. Kort daar op reezen 'er in Holland hoogloopende gefchillen, die eerst, het Lot der Vroome ■Heidenen naa dit leeven , en vervolgens de -Kerklyke Verdraagzamhcid in 't algemeen betroffen. Ten opzigte van het eerfte ;poogden eenigen den goeden naam der grootfte Mannen, die voor omtrent twee duizend jaaren leefden , te verdonkeren, en ' (*) Zie dit alles in 't breede in 't Kunstkeurig Pfalmboek 1776, en J. V. I PER EN Kerklyke Hijiorie van het Pfalmgezang der Chrijlenen 1778 als mede de Kerkreden van ]. VAN SPAAN tér inwydinge van de nieuwe en verbeterde Pfalmbe* ■fyming 1.774.  S3^ VADERLAND SC HE .buu. en hunne naagedagtenis met den vuilfte» boek. zwadder te bevlekken, ■ terwyl anderen j hunne verdeediging op zich namen en 1773. alles aanwendden, om hun vry te pleiten van de fchendigfte misdaaden, hun ten laste gelegd. Ten aanzien van het laatfte ontftak de Bellfarius, op eene bykans onbegrypelyke wyze, een yver in 't betwisten en vooritaan van de Verdraagzaamheid in 't Huk van den Godsdienst ,• die veelen, wegens de ontydigheid en ongepastheid, leed deedt. Schoon een cn ander gefchil, onder eene menigte gansch ver-werpelyke Hukken , Schriften- ter baaue bragt, die de merktekens van Geleerdheid, Oordeelkunde, Schranderheid en ■ Vernuft droegen, verboren veelen daar in gemengd de groote hoofdzaaken uit het oog, lieten zich in tot andere twistvraagen, gepaard met bittere verwyten en perfoonlyke verongelykingen. p.lakaatte-< 't Gevolg van dit. alles was een Plakaat gen Boe-. van Staaten van Holland, by 't welk men de denChdrtl ^chryvers ■> Drukkers en Verfpreiders van Godsd. of z°danige Boeken of Gefchriften, waar in den de Kerk- Christlyken Godsdienst in 't algemeen, leer dee- 0f de Leerftukken van denzelven , welke den bete- ® de Openbaare Kerken deezer Landen dijden- geleerd en beleden worden , in *t byzonder, op eene veragtlyke wyze tegengefprooken. of op eene befpottende wyze '.werden voorgefteld, aanmerkt als lieden, „die zich tegen de Hooge Overheid ver.greepen en aan ftoorenis der gemejme rust fchuldig gemaakt hebben, die naar be- ~ vin4  Historie. 33? Vind van zaaken, zelfs met Bannisfement xci. zouden geftraft worden ; terwyl zy een b o e kt Belooning van duizend Guldens beloofden —— aan den Ontdekker van een Overtreeder 1773. deezer Afkondiginge, met ftrafloosheid voor den Aanbrenger, indien hy medepligtig mogt weezen (*) Onder dit woelend twistfchryven, ter Oniufteri gelegenheid van marmontels Belifa- over deri rius, groeide een onweer over 't hoofd van Ho°gleer"" den Groningfchen Hoogleeraar, frede- d< mI-b.'c& rikadolph van der marck, ge- ontfta;**. Itadig aan, en borst met een feilen flag, ten deezen Jaare, op zyn hoofd uit. Zints twaalf Jaaren hadt hy aan dé Hoogefchool van Stad en Lande , door Mevrouwe de Gouvernante tot Hoogleeraar in het Regt der Natuur, der Volken en het algemeene Staatsregt aangefteld, die post met veel luifters bekleed, in gemelde Weêtenfchappen, met grooten toeloop, onderweezen, en een meer dan gewoon aantal Kweekelingen gevormd, wier uitfteekehde kundigheden , tot lof van hunnen Leermeester fpraaken. Zyne Leertrant, niet alzini op den ouden leest gefchoeid, berokkende hem het misnoegen van Regts- en Godgeleerden, daar in beiden overeenftemmende, dat hy van het Natuur Regt te grooten ophef maakte, voor 't zelve te fterk pleitte, en op alles invloed liet hebbeit De Regtsgeleerden meenden, dat hy të kort (*) Refol. van Holt. i Me'y 1773, XXIV be el. y  33,3 VADERLANDSCHE xcr. kort deedt aan het Romeinfche Regt, by huis boek. hoogst bewonderd, geëerbiedigd, en met • diep ontzag bejegend. De Godgeleerden 1773. vreesden, dat hy door te veel aan de Rede en de Natuurleere toetefchryven, het gewigt en de Noodzaaklykheid der Civristlyke Openbaaring verkleinde , en althans ten deezen aanziene uitdrukkingen bezigde , welke zyne aankleeving aan de Leer der Hervormde Kerk in verdenkinge bragt. 'tWas reeds in den Jaare mdcclxx, dat eenige Kerkenleeraars te Groningen, in hunne openbaare Leerredenen, fterk uitvoeren tegen den verbaazenden en buitenfpoorigen ophef der Natuurwet, zeer gefchikt om den bekenden Voorftander van dezelve , den haat op den halze te fchennen. De Hoogleeraar, wel verre van den ftorm te ontwyken, zeilde 'er op in, en liet openlyk Stellingen verdeedigen, die niet misfen konden het ontftooken misnoegen nog meer op te wekken. Die de Heer j. campstede onder zyne Voorzittinge beweerde, bewoog den Predikant de b l au om 'er in de kerklyke Acten eene aantekening over te doen. Hier by kwam , dat hy byzondere Lesfen gaf over 't Natuurlyk Regt op de Godgeleerdheid toe gepast, bepaald ten dienfte der Studenten in de Godgeleerdheid; en in uitgegeeven Stelüngen het Algemeen Kerklyk Regt der Hervormde Chriflenen, naar het oordeel der Godgeleerden, binnen te enge perken omfchreef, en zich alzins een volyverig voorfan-  $44 VAPERLANDSCHE xci. te meer tyds te hebben tot derzelver on? is o ek. derzoek, De vast bepaalde tyd, om des te raad-, 177%. pleegen, en te ftemmen, verfcheenen zynde, Door de werd zulks uitgefteld, om de afweezigheid miemd Van twee Curatoren» en fchoon die zelfde aan eeni- Heeren zich afweezig bevonden op een nage Stellin- der beftemden tyd , verklaarde de Breede gen fchul- Academieraad, by meerderheid van twee klaard*" ftemmen ? naamlyk negen tegen zeven; • ■ ' „ dat de Bedenkingen en Bezwaaren der „ Clasfis van Groningen en het GorechP. „ tegen de Lesfen des Hoogleeraars welge„ grond waren, zo veel de drie volgende Stellingen betrof. Dat de wyze op wel„ ke hy zich in zyne Schriften uitgelaaten ,, hadt, I. Omtrent het oorfpronglyk en algemeen bederf van den gevallen 5, Mensen , deszelfs aangeboorene Blindheid in Geestlyke en Godlyke zaaken, „ en doodlyk onvermogen, om door eige„ ne natuiiikragten, zyn waaragtig en eeu- 5, wig heil te bevorderen; II. Om- trent de Wedergeboorte en de volftrekte noodzaaklykheid der kragtigwerkende ?, verlichtende en vernieuwende Genade van den Heiligen Geest, om in de genieting van het hoogfte goed gefield te v worden; III. en omtrent de By- zondere Genade en tocpasfing der Vern dienften des Middelaars, en den aart der n Voldoeninge zelve , onbeftaanbaar was „ met en rechtftreeks aahloopende tegen *, de Leer der Hervormde Kerke yan Ne-  HISTORIE. 345 ~n dcrland." 's Hoogleeraars Berigt hieldt xctJ dezelve onvoldoende, en ontzeide hem al- b o e k,' le eifchen in 't zelve gedaan, voor zo verre —-—. die hem, in voorigeRegtshandelingcn, niet 1773. reeds geweigerd waren. Van der. marck nam geen genoe^ Biedt aan gen in deeze Uitfpraak, als g-ecnzins be- eene napaald opgecvendc in welke gevallen zich een Opftel, zo als het hem zou worden voorgelegd, toe te ftemmen, en te onderY 5 te-  346" VADERLANDSCHE xci. tekenen , of daar in verandering begeer^ Boek. de gemaakt te hebben, het dan daar voor zou gehouden worden, dat zyne Door- 1773. lugtige Hoogheid en de Heeren Curatoren, aan den Hoogleeraar van der. marck, alles hadden gedaan , wat de menschlievenheid vorderde , om hem tc behouden, dat hy derhalvcn aan zich zeiven zou te wyten hebben , het geen hem verder overkwam. ■ Te weeten dat, in zulken geval, hem zou worden aangezegd , dat zyne Stellingen, by Befluit van zynen Bevoegden Regter, onbeftaanbaar en ftrydig met de Leer der Hervormde Kerke, verklaard zynde , hy te houden was voor iemand, die niet voldaan hadt aan de Voorwaarde van zyne Beroepinge, en daaren boven geweigerd, dat Befluit goed te keuren, en zyn Dwaalingen te herroepen, en, ingevolge daar van, ontzet van zyn Hoogleeraarfchap. 't Zelve Het Opftel, den Heer van der niet kun- MAÏ.CK ter ondertekening voorgelegd, deneke-"" was van dien aart dat hv nict Aflaten, nen, van kon, 't zelve, zo als het daar lag, te onzyn Hoog- derfchryven ; echter deedt hy een nadeleeraars- ren ^.ap ^ en tooncjc z}cn daar toe bereid , vaUenver- indien men hem Hechts in twee Artykeklaard. len eene kleine verandering vergunde. Om deeze hieldt hy aan by een Verzoekfchrift, aan zyne Hoogheid en de Curatoren ingeleverd, gepaard met een Affchrift zyner Geloofsbelydenisfe, omtrent die drie Stukken, in welke de Breede Academieraad hem veroordeeld hadt, om dus  HISTORIE. 347 dus alle verdenking van Onregtzinnigheid xci. te voorkomen. Hoe veel hy zich hier boek., van ook mogt belooven, 't was vrugt- loos. Men liet hem aanzeggen , dat in 1773., dit verzoek , beftaanbaar met het reeds genomen Befluit, niet kon getreeden worden. Op den tyd ter Ondertekeninge bepaald, verfcheen de Heer van der marc k. Op de vraag of hy 'er toe gereed ware ? antwoordde hy zich te houden aan 't laatst ingediende Verzoekfchrift , en als dan bereid te weezen, doch dat hy anderzins, behoudens Eer en Geweeten, het nooit zou doen : aandringende dat Heeren Curatoren Zyne Hoogheid daar van gunstig zouden berigten, ten einde deeze daar in genoegen mogt neemen, en hy met den voorigen yver zyn post volvoeren; vermeenende dat hy door de Gouvernante tot zyn Ampt aangefteld zynde, daar van, zonder een byzondere toeftemming van zyne Hoogheid, niet behoorde ontflaagen te worden. - Naa beraadflaaging vonden zy goed op het gedaane Voorftel geen de minfte agt te flaan; dewyl de Hoogleeraar zich juist in het geval bevondt van het Bell tut met goedvinden van zyne Hoogheid onlangs genomen , men las het voor en voegde 'er deeze uitfpraak by. ,, En alzo wordt, uit naam van zyn Door„ lugtigfte Hoogheid , en Heeren Curato„ ren, aan U Edele Hooggeleerde Heer „ Profesfor f. a. van der marck, sa de Prefesfto Juris Publka- Natura &, „ Ge-  34» VADERLANDSCHE xci. w Gentium op de Academie van Stad en li o e k. 5, Lande opgezegd, en dezelve Vacant „ verklaard." De Heer van der 1^73. marck mogt antwoorden, dat hy op zyn Verzoek bleef aandringen , en verlangde, dat zyn Verzoekfchrift mogt verzonden worden, de oudfte Curator voerde hem te gemoet, „dat hy, een Befluit gevallen zynde, wel begreep , dat men „ geen Verzoek of tegen Verklaaring kon „ aanneemen , dat zyn Edele afgedaan „ hadt (*)." TeLingen De Hoogleeraar van der marck, tot Hoog- van zyn Ampt dus ontzet, verliet Gronin- roepenbC" Sen> en zette Zlc^ nec^er te Nymegen, om door het -beoefenen der Regtsgeleerdheid zyn beftaan, en 't onderhoud zyns talryken Gczins te zoeken. Veelen beklaagden zyn lot,en het gemis, 't geen de Hoogèfchoole by dit vertrek leedt. Doch 't liep niet lang aan of de Regeering der Stad Lingen beriep hem, onder goedkeuring des Konings van Pruisfen, tot Hoogleeraar in de Regtsgeleerdheid op het Atheneum daar ter Stede. Een roepftem die hy bereidvaardig volgde. Tot Ou- Maakte de Kerkenraad te Groningen derling zwaarigheid hem een Getuigfchrift te geeftelcT" Af- ven 1 0111 ten Avondmaal toegelaaten te fcheid van worden, die van Lingen liet hem , op den Gro- het overleveren van zyn voorheen gedrukt ningfehen Ver» Kerkenraad. (*} F. A. v. n.. MARCK Waaragtig Verhaat, 1755. N. Nederl. Jaarb. 1773. bl/965—10S».  353 VADER LAND SC HÉ xci. werden de onroerende en roerende Goede.Boek. ren dezelve toebehoorende in befiag geno^ men ( * ). 1773. Naauwlyks waren de Gefchillen, Wegens Nieuwe de Vrye Vaard en Handel op Èsfequebo, Gefchillen ^oor tusfchenkomst van zyne Hoogheid, Wier Zee- ... J: j >ix £• , J ■ ° 7 tand over geëindigd (fj, of er reezen nieuwe tusÈsfe^nebo. fchen Bewindhebberen der West-Indifche Maatfchappye te Amflerdam en in Zeeland^ zo over het verleenen van een Octroy tot het graaven van een Kanaal tusfehen de Rivieren Èsfequebo en Demerary, en het toeftaan van den eigendom van alle de Landeri daar aan gelegen, als wegens het vervullen of fplitzcn eeniger opengevallene Bedieningen in die Volkplanting, en 't verkoopert Van de Plantadien der Maatfchappye. De Kamer van Zeeland hadt zich, met uitfluiting der andere Kameren, het regt tot het doen van dit alles aangemaatigd. Hier in vondt dezelve Herken tegenftand,' en ontbrak het nu zo min als in het voorgaande geval, aan voor- en tegenfehriften, ter Algemeene Staatsvergadering ingeleverd , die de Kamer van Zeeland in 't ongelyk fielden. Waar op Staaten van Zeeland zich zeer beklaagden over eene zonderlinge en verhaastte handclwyze, en het meerdere gezag, 't geen de andere Geweften zich over Z Albani en Aubena. genaamd werden, 't 1774. welk zo veel zegt als Vreemdelingen, mog- Her Regt ten, volgens eene Wet van ca rel *«» -Aiden grooten, geene Goederen in ^endtc* Frankryk erven: de naalaatcnfchappen, die zen Staat" anderzins hun zouden hebben moeten aan- en Frank* komen , vervielen aan 's Lands Schatkist. r^k < als Dit Regt werd Jus Albinatus, Jus Albina- tweeden , gil, en Jus Aubanla geheeten,in t Fransch geheel aft Droit dAubaine, by ons het Regt van Au-, gefchaft, baine. Andere Volken, door dit Regt, in Frankryk flipt uitgeoefend, gedrukt, lieten 't zelve, volgens de Wet van Wedervergelding, tegen de Franfchen gelden, cn was dit vry algemeen onder de Volkeren. Befchaafder tyden en heufchcr Zeden deeden 't zelve hier en daar afichaffen. Ook werd het reeds, by den Kamerykfchcn Vrede, in de Jaare mdxxix, voor de Nederlanders in Frankryk, en voor de Franfchen in de Nederlanden, vernietigd; en deeze vernietiging bekragtigd door een byzonder Verdrag in den Jaare mdcxclvii (*).. — Doch men vondt in Frankryk niet goed, omtrent de Franfche Vlugtelingen, die den haatlyken Geloofsdwang ontwecken, deeze Godsdienst-vryheid ademende Geweften ter fchuil en verblyfplaatzegcnomenhadden,zich aan (*) Groot Plakaat Boek II Deel, bl. 2223, ook nader 1634. Md. II Deel, bl. 2560. En in een Travaat van Vriendfehap 1662. Aid. bl. 2911. ■ ■ Aa 2  5^3 VADERLANDFCHE xci. aan dat Verdrag van Vernietiging te hou» boek. den, zelfs niet wanneer die Vlugtelingen, r : in deeze Landen als Inboorelingen aange- 1774. nomen waren, geryk een Plakaat des Jaars mdccmX dit Regt van Inboorlingfchap aan die Vlugtelingen verleende (*). MeTnsnnaalen vielen hier over klagten, welker vrugtloosheid de Staaten in 't einde bewoog te verklaaren, dat men, ter wedervergelding , den Franfchen ook niet zou toe laaten tot de Erfenisfe der Goederen van Vlugtelingen hier ter Lande (f). In deezen voor de Menschlykheid onvoeglyken ftand bleef dit Huk tot dat, in Lentemaand deezes Jaars, de Kroon van Franryk en deeze Geweften, ten voordeele der wederzydfche Onderdaanen, een Verdrag flooten, by 't welk het Regt van Aubaint Volkomen afgefchaft en vernietigd werd. ** Een zelfde Verdrag werd ook tusfehen het Ryk van Zweeden en deezen Staat, om deezen tyd, aangegaan (§). Engeland Schreef men dc gemaklykheid, waar meverzoekt de het Hof van Frankryk zich daar toe liet t£ dJ beweegen , misfehien niet zonder grond, ZdZrüaa- toe aan Frankryks oogmerk, om, door dit men, uit betoon van hoogagting voor 't Gemeenedeeze ^est 't zelve aan zyne belangen te verbinLanden, ^ ^ >t wejk de welwikkende Staatkunde Kryjbe" van veel gewigts moest oordeelen by het jaodtcn toeneemen van den dagelyks aanwakkeren- den (*) Groot Plakaat Boek V Deel, bl. 73. £t5 Groot Plakaat Bork V Deel, bl. 74. ^et Twlstvuurj m de Nieuwe Wereld eerst ontftooken , dat des Oorlogs in de Oude Wereld zou doen ontvlammen. De betrekking , waar in onze Staat' ftondt tot de twee Mogenheden , die eerlang tegen elkander het harnas zouden aangorden, fpelde ten minften het vertoon derzelfde tooneelen, als in den laatstgevoerden Kryg tusfehen Frankryk en Engeland, zich opdeeden, en by de meesten nog in verfche geheugenisfe lagen. Twyfelingen of de Onzydighcid, toen met zo veel Staats beleids gehouden, door de Vereenigdc Gevesten zou kunnen bewaard worden, bekroopen veelen, die den tegen elkander werkenden invloed des Hofs van Verfailles en van Londen, in den Lande kenden, en berekenden hoe hoogst bezwaarlyk het zou vallen, buiten eenen Oorlog te bly ven, waar in men den Staat gaarne zag ingewikkeld; fchoon men van den kant dier ten Oorlog gereede Mogenheden, niet naliet op Onzydigheid van onzen kant aan te dringen. Staaten Niets kan beter tot opheldering van dé W drtn- inweridige Staatsgefteltenisfe , ten deezen ren aan op opzigte ? mer te Lande , dienen dan een na-  Historie; 375 fiader verflag van 't geen 'er, omtrent de xcïi vcrfterking der Land- en Zeemagt, ten boe k.! deezen tyde, voorviel: In den Jaare mdcclxxii hadden Staaten van Hol- 1774. land niet nagelaaten aan te dringen op de de verfterhoogstnoodige Verbetering Van 's Lands kjng der Zeemagt, en wel byzondcr, dat de overi- ^Taronf" ge Gewesten de Aandeelen in de Petitiën d/andere van de Jaaren m d c c l x x en m d c c l x x i Geweften tot buitengewoone Uitrustingen ter Zee nict Sezouden opbrengen, alsmede tot den verzog- Ringden ten aanbouw der vier-en-twintig Schepen van Linie (*); doch zy vonden de Bondgenooten min bereid dan zy verlangden om de Zeemagt tot die hoogte te brengen. „ Zy waren misleiden," dus drukt zyne Hoogheid zich over deeze agterlykheid uit, „niet gezind om ö/hun vermogen aan „ de Zeemagt te befteeden, en wilden, in „ de toeftemming tot dezelve, niet al te „ fchotlg zyn, uit vreeze dat, wanneer „ die Zeemagt', op de door Holland be„ doelde hoogte, zou gebragt zyn, min„ der gelegenheids voor hun zou overbly„ ven , om zich ook van de Landzyde, „ de zo lang gewenschte , en by hun zo „ noodig geoordeelde, zekerheid, te be„ zorgen (f). Hier door bleeven de zaaken in den zelf- Nadar den ftaat tot den Jaare mdcclxxiii. aandrang Holland, de langs hoe grooter wordende door Smnoodzaaklykheid bezelfendeom die Verftcr- Sw king gedaan* (*) Zie hier boven bl. 248. r (t) Memorie van zyn Hoogheid 6 Oct, 17$^ Aa 4  $?S VADERLAND S CUE xci. op de gedraagene toeftemming in de PetïSoek. tie van den Jaare mdccxli, op de ■ reeds daarvan opgebragte Penningen, ter- 1774. wyl andere Geweften of niets, of merkelyk minder, hadden betaald; op de katers betooningen van bereidwilligheid om het gemeene Vaderland, en deszelfs afgelegene Bezittingen, zo wel ter Zee als te Lande, te helpen befchermen. Verklaarden Staaten van Utrecht zich. omtrent eenige voorgeflaagene buitengewoone pooging tot vermeerdering van de Land- of Zeemagt der Republiek niet overeenkomltig den wensch van zommige Bondgenooten , dit moest aan geen gebrek van bereidwilligheid; maar aan de bekrompenheid van Geldmiddelen, worden toegefchreeven, welke, zonder het bezwaaren der Ingezetenen, die veel eer verligting behoefden, in geen beter ftaat konden geraaken. „ Zy ver„ trouwden dat de Bondgenooten, dentoe„ lland van hun Gewest behoorelyk èveï„ weegende, het verlangen van hun Ed. „ Mogenden niet vreemd zouden vinden, , dat eindelyk eens met ernst wierd ge„ dagt, om door eene gelyke en geregelde heffing van de Middelen te Water, en , door het betragten eener behoorelyke Oeconomie by de Admiraliteks Colle„ gien, het Fonds, tot de Zeemagt ge„ fchikt, zo veel mogelyk te bevoordee„ len , en dat de onderhandelingen daar „ over , voormaals begonnen , met ernst „ voortgezet en tot een fpoedig einde ge„ bra^t"wierden, bereid zynde om, op 17 heï  HISTORIE. 379 j, het bekomen der noodige onderrigtingen xct.' „ van het geen tot verbetering der Zee- boe ic. „ magt van den Staat, en de befeherming des Handels, zo uit de Inkomften der 1774. „ Admiraliteit,als anders, zou kunnen ge„ vonden worden, op de Petitie van den ,, Jaare mdcclxxi tot den aanbouw ,, van vier- en- twintig Schepen van Li„ nie, zodanig te beiluiten als de omftan? „ digheden der Geldmiddelen ccnigzins „ zouden toelaaten. Gelyk zy ook by „ herhaaling betuigden bereid te zyn , „ om op gelyke wyze te belluiten, op „ eene voeglyke Verfterking van de „ Landmagt, zo ras zyn Hoogheid en de „ Raad van Staaten eene nadere Petitie „ en Plan ter overweeginge der Bondge-. „ nooten, zouden ingeleverd hebben: „ voor de Verbetering van de Land- en „ Zeemagt, waren huns oordeels dezelf„ de redenen." Gelderland, terftond in de Pctite tot Geldermeergemelden aanbouw van Oorlogfchepen lands geftemd hebbende (*), herhaalde die toe- clenlc" ftemming, deeze gelegenheid aangrypende beeld' om by hunne Bondgenooten, die tot nog hier in niet bewilligd hadden , aan te dringen, dat zy 'er zich toe zouden laaten beweegen, ten einde men fpoedig met cenpaarigheid daaromtrent een Befluit mogt neemen ; dan teffens oordeelden zy het tegenwoordig aantal van 's Lands Krygsvolk (*) Zie hier boven bl. 253,  38© VADERLANDSCIIE xci. volk niet toereikende om tot beveiliging boek. van den Staat de uoodige gerustheid te geeven; waarom zy ook bleeven aandrin- 1774. gen op eene maatige vermeerdering, cn ' het Plan daar toe te gemoet zagen. ^elmds Geheel anders klonk de taal door Zeebcüuit, land geuit. Staaten van dat Gewest, „ zouden geene zwaarigheid maaken, om s „ ten aanzien van de Zee- en Landmagt, „ het gevoelen van Staaten van Holland „ te omhelzen; wairc het niet, dat zy daar , in verhinderd wierden, door de bekrompene gelleldheid hunner Provinciaals Finantien 5 die niet toereikten, om de „ gewopne uitgaven te kunnen draagen,. ' en veel min infiaat waren , om aan " eenige buitengewoone uitgaven te ge■ moet te komen , en wel inzonderheid " aan een zo merklyke fomme , als het aandeel van Zeeland in de Petitie tot ' den aanbouw van vier- en- twintig Oorlos-fchepen j als mede in het geene een voeglyke vermeerdering der Land" magt zou bcloopen , waar om zy , " hoewel met leedweezen , moesten be" tulgèn, geheel buiten Haat te zyn, om " tot zolanig eene Toeftenmüng te ko', men, welke zy met geen ditadlyke " Geldoobrengingcn zouden kunnen be* " kragtigen , ' ten ware de Bondgenooten " konden overgehaald worden, om Staa" ten van Zeeland, daar toe meer mftaat " te ftellen , dan tot heden was gefchicd."— Voorts bragten zy een ganfche lyst van bezwaaren, van.verkortingen, en van ver 011- ■»  HISTORIE. 3^3 En einde- iyk ,, dat zy, naa afloop van het beloop 1 van den tocgeltaancn onderftand , aan „ een der Bondgenooten , de volduuring j, daar van, of eenig ander middel in diens plaatze , mits deezen weigerden , en „ voor nu en als dan van de hand weezen; „ tot zo lange de Staaten van zodanig Ge?, west, niet gekomen waren tot dergelyke „ middelen van onderzoek en befchikking „ óver hunne Financien, als zy zelve, en het „ by uitfpraak bleeke, dat de Ingezetenen „ van dat Gewest , naar evenredigheid ,, zwaarder belast waren dan die van Stad „ en Lande, en de Geldmiddelen in 't „ zelve met gelyke naauwkeurigheid be„ ftuurd wierden; ten einde daaruit, als „ zynde de eenige redclyke oorzaak om p hulp van anderen te verzoeken , de  3S$ VADERLAND SC HE xci. „ dels, was het, ondertusfchen tot dat uiïoEKo) terfte gekomen, dat zy zich zeiven, en „ hunne Bondgenooten zouden misleiden, ï774- » wanneer zy het akelig vooruitzigt, in 't „ welke de waare gefchapenheid der zaas, ken zich vertoonde, langer wilden ver- bergen; daar immers de geringe over„ blyfzels van eenen voorheen bloeyenden „ Koophandel, welke zonder Befcherming, „ en zonder vertooning van's Lands Vlag, g, in die Oorden, waar toe dezelve zich „ voornaamlyk uitftrekte , niet behou- den, veel min opgewakkerd en bewaard konden worden, eerlang na elders zoua, den verhuizen, en geheel tot niet loos, pen, daar het Lichaam van den Staat, „ door inwendige kwaaien aangetast, by 5, verzuim en verwaarloozing der hulp3, middelen, welke daar tegen in tyds „ hadden kunnen aangewend worden, den s, oever zyns ondergangs , zelfs zonder den minften aanftoot van buiten,zou zien „ genaaken; en daar Holland, ontzet en be„ roofd van de medewerking der Bondge„ nooten, tot bewaaring en befcherming der „ eenige bronnen van den bloei en wel- vaard, haast zou ophouden, met die in„ vloeden van zyn fmantieel vermogen „ over het Bondgenootfchap te verfprei- den, welke, in bezwaarende tyden,door „ de Bondgenooten zo menigmaal, ten 'P> hunnen nutte en welzyn, waren onder- vonden. „ Nimmer zouden hun Ed. Groot r?l Mogenden, zo lang tegen die gedugte  HISTORIE. %, onheilen niet op eene kragtdaadige cn xcï. „ voldoende wyze , door de verbetering boekJ der Zeemagt, zo in den Aanbouw als. in ~ „ de jaarlykfche Uitrusting zou voorzien 1774,. U weezen, in de tegenwoordige gefteldi, heid der zaaken, van zich kunnen vcr99 krygen, om hunne Provinciaale Finan„ tien , door eenigen verderen of meer- deren last, voor en ter zaake van de „ verdeediging te Lande te bezwaaren; „ doch veel eer in de onaangenaame, „ maar teffens onvermydelyke, verpligting •9» gebragt worden, om de verklaaringen, by *t fiot der laatst gedraagenc Toellem)3 ming, daadlyk werkheiligste maaken." ,, De Gemeene Verdeediging van de „ Republiek, zo te Water ais te Lande, kon nimmer op vaste gronden geves„ tigd worden , zo lang de middelen, „ daar toe dienende, niet met eenpaarige fchouderen gedraagen werden; en zo „ lang men die zelfde, en vooral geen minder zekerheid voor de opbrenging der toegeftaane Lasten tot het werk „ van de Zee niet invoerde en vast ftel„ de , als omtrent het toegeftaane voor „ de Verdeediging te Lande. Van ouds waren Staaten van Oorlog, '39 te Water, bekend geweest, by welken „ het beloop der Penningen, die de Ad„ miraliteiten te kort kwamen, over de „ Gewesten geflaagen werden , dit hadt „ opgehouden, en waren de Buitengewoo„ ne Petitiën in ftede gekomen, die veel ss tyds geen beter of vóordeeliger lot had* Bb 3 „ den  HISTORIE. 393 Jjj in dat Jaar, waar in die Gebreken en xci. „ Wanbetaalingen zouden vallen, tot het boek. „ doen dier Gelykmaakinge, op den Staat van Oorlog, zouden worden gelast." 1774. Ten laatften hieldt dit Befluit der Staaten van Holland in , „ dat zy , wanneer „ op al 't voorfchreevene, in dier voege volftrekt beflooten zou weezen , als dan bereid zouden zyn , om toe te ftemmen , dat de overfchietende fom „ tot de Verdeediging te Lande en ten be„ hoeve van den Krygsdienst werd beftecd; als mede , dat men zyne Hoogheid, „ met den Raad van Staaten, verzogt „ een nader Plan, ten dien einde op te „ maaken, en 't zelve derwyze in te rig„ ten, dat de meerdere Jaarlykfche Uit9j gave, het laatstgemelde beloop der i, fomme niet te boven ging. Zy „ vleiden zich met de hoop, dat de GeS3 westen, die reeds, in het volle beloop 33 van 't Plan der vermeerderinge, toeftem3, mfng gedraagen hadden, te minder zwaa„ righeids zouden maaken in eenen voorflag, 33 welke voor die Gewesten, geen meerder „ bezwaar , maar alleen een nuttige en „ hoognoodige fchikking medebragt, om„ trent het gebruik van de geheele fom, 9) waar in zy bereids voor hun aandeel „ toegeftemd hadden." De Afgevaardigden der andere Gewes- 't Zelve ten namen dit Befluit van Holland, aan- in overgedrongen door de bedenking, dat de ban- weegin§ den, welke de Leden van het Bondge- Senomen« nootfchap onderling vercenigen, nooit Bb § min-  394 VA DE RL AND SC HE xor. minder gevaars loopen van gekrenkt of boek. verbrooken te worden , dan wanneer aan . 't meest opbrengend Lid, het genoegen 1774. niet werd onthouden van zyne poogingen, tot redding en herftel van vervallene zaaken , welken op het Lichaam des Bondgenootfehaps van eenen algemeenen en zo weezenlyken invloed moesten zyn, door de zamenftemming zyner Bondgenooten, onderfteund te zien, over, om 't zelve hunnen Magtigeren mede te deelen, en zich nader te verklaaren. Middelerwyl werden de Gedeputeerden van hun Hoog Mogenden tot de zaaken van den Oorlog verzogt dit Befluit te onderzoeken, het Advis van den Erfftadhouder in te neemen, en des de Vergadering te berigten. Berigt Dit Berigt kwam hier op neder, „dat daar op M Jn de verfchillenheid van begrippen, mgebragt. ^ tusfehen vyf Gewesten en Holland, „ hun niets wenschlyker was voorgeko„ men, dan dat men een Middel kon uitvinden, om dit verfchil uit den weg „ te ruimen ; dat zyne Hoogheid ook „ met dat oog de zaak ingezien hebben„ de , tot een nieuw blyk van Hoogstdeszelfs aanhoudende waakzaamheid en yver voor de belangen van den Staat, „ en tot bevording van de noodige eensgezindheid, tusfehen de Bondgenooten, „ omtrent eene zaak van zo veel aanbe„ langs, als een bekwaam redmiddel tot vereeniging van de verwyderde GeSi voelens, wel hadt willen opleveren, „ een  SLADWYZER. A »s AÏGefchil met haar wegens het plautzen van p, j. v. BORssti.t oiider deGeëligeerden in 't Sticht, 444. Haare ziekte en Dood XXIII. 4. Haar Peer foor] en Charaiiter, 5. Btkendmaakingen van haar Overlyden, Z. Rouwbeklagen ten Stadhouderiyken Hove , 15. Befchikkingen op haare Begraafeniafe, 17. De Begraafenisfe zelve, 20 Wapenkas te haarer Gedagteniff«, 13. Lylyedene» over haar gehouden, 25. Welke Voogden zy «ver de Vorstlyke Sprinten benoemd hadt, 26. Haar toeftemming in het Huivelyk. van cakolina met den Prins van ia'as»au weilisurg en verzoek om toe(temming van de Sfaatén, jQubaine (_ Het Regt van ) tusfehen deezen Staat en Frankryk, als mede T.weden geheel afgefchaft XXIV. 371. „ B. J-i:vi\-hreit\e'i (Zwaare,]) in m dcc i. xiii Waar door veroorzaakt XXiil. iM In den Jaare MDCCLXXir. XXIV. 30}. Ongelegenheden daar door veroorzaakt. 3o> Redmiddelen yoor^eflaaten en roegebragt, 307. Beleeningsbank te Amflerdam, van wegen de S'ad , ge pe i.d. 308- De Konphaniiel weaet aan den gang geholpen, 309. Batavia Schouwburg aldaar op- g;rigt XXII. 3s8. Bengale zie Oost Indien Bentinck by het overlyden van stkyn benoemd om diens Posten, bv voorrasd , te bék'feederi XXIV. 0.81. Tot Groot Zegelbewaarder , en Stadhouder der Leenen van Holland en Westfriesland aangefteld, 282. Berbice gevaarlylse opftand iri die Volkplanting XXin.307; Hoe gedempt, 3Ï3. Schriklyke (hafoefening aan de Muiters, 316. Beraadflaging tot herftel dier Vuil;plantin» ge, 117. liergen op 7.oom (De nieuwe Kerkte) ihgëwyd XXII. 62. Begroet willèm b s n V. naa diens Meerderjarigheid XXIV. 33. B e 11 k n e y Q J. L. F. ».) gedenkt opeuivk in Dicbimaac aan Leydens Tweehonderd iaar geleden Ontzet XXlV. 300. Berneringsmoerk in de berken door een Be fluit in de Clasfis van Scbieland tegengegaan ca gelluit XXII. 99. Be tt 1 no (A. L. ) Moedbetoon tegen de Engelfche» XXIII. fi8. B1 n k e s ( J.) redt twee Koopv ankr* uit'handen dm En~ geljcben XKil. 420., BL bis w'y k ( P. v ) door zyne Huogh. id uit een Drietal tot fiaadpenlionaris aa.:!gepreezen XaIV. 28 i. Daar toe verkooren 284. Op Wei-- C c  BLADV7YZER. welke voorwaarden hy het aanneemt. Aid. Blom (C.) Predikant te te Leeuwaarden, zyn zonderling gedrag in een gefchil met/ de Magiftraat XX1IL 252. De zaak loopt ten zynen nadeele af, 258- De Clasfis van Leeuwaarden wraakt zyne Stellingen, 150. Boeken qKeurmeesters van*) be oogde aanftelling van'dezelve gaat niet door XXill. 3S6- '»> ■ (Twee Franfche ) verbrand XXIIL 355. Boerhave Grafteken voor hem opgeregt XXIII. 218. Hmmeler wenfcbing, die egter gefchiedt, 107. Zwaarigheid by Holland gemaakt om, wegens dit Gewest, een Gelukwenfching te doen, joS. G?Iukwenfchingen, no.Tot Generaal der Infantery van den Staat verheeven, rui Huwelyks gaven van Friesland en Overys/el aan caj rolina, 112, Voltrekking des Huwelyks , Aid. Vreugdebedryven, 113. Gelukweiifching der Staaten van Holland, 114. Begroetingen der Nieuwgetrouwdin, Aid. TweeMaaltyden door dien Prins gegeeven, U5. Nas*  BLADWYZER: Franfche Kaaper, en een Scbotsch Scheepje XXUi. 270. Veere (willem de V tot Markgraaf van) ingehuldigd XXlV. 28 Viert het Tweehonclerdjaarig Feest der Vryheid, 264. Veilgeld (het buitengewoon) verdubbeld XXII. 100. De Deenen 'er zich tegen verzettende moeten het egter betaalen, 101. Voltaires Verhandeling over de Verdraagzaamheid in Friesland verboden XXIII. 356. Flisfingen (het Dok te) berlteld XXII. 96. Geval van een Franfche Kaaper met een EngelscbScheepje aldaar 269. . . . (willem den V tot'Markgraaf van) ingehuldigd XXlV. 27 en 28. Zeeuwscb Genootfchap der Weetenfchappen aldaar opgerigt, if>8. Het Tweebonderdjaarig Feest der Vryheid aldaar gevierd, 261. Vlugtelingen (Liefdaadige Onderfteuningaan de Franfc-be) XXII. 42. Inzamelingen ten hunnen behoeve gedaan ,45- Vondel ( J. v.)" Grafteken voor hem te Amfierdam opgerigt XXlV. 291. Vorst (Strenge) in het Jaar MDCCLVIl XXlI. 96. Vrede (Voorflag van ) van de Engelfche en Pruisfifche zyde beantwoord, 94. Van geen gevolg, 95. t (Nieuwe Voorflag van) aan de Hoven van LoiiAen enBertynXXIII. is6.Franfc ryk wil een byzondere Vrede fluiten, 157. Wederzyd-r fche Gezanten afgevaardigd , 158. De Onderhandelingen begonnen, en voortgezet, 159. Geltremd, 160. Afge-, brooken, 163. Tusfehen de Oorlogende Mogenhedei* geflooten, 198. W. Wa rtenslebe n( DeGraaf vin) teCasfel verongelykt» XXIII. 260. De Algemeene Staaten trekken zich zynsi aan en vorderen voldoening, 261. De Landgraaf van Hes^ fen Casfel zoekt het te ontduiken, 262. De Staaten blyven op voldoening aandringen, 263. De Landgraaf geeft dezelve, 265. Nadere bepaaling omtrent de Graaf Van Wartenslesen» 265. Water (Ongemeen hoog) in Meymaand mdcclxxi», XXIV. 36. Voor (tel der Meerderheid des Kwartiers yan Oostergo, deswegen, 71. Zyn oordeel hier over ter handhaving zynsGezags, y?. Handelingen tusfehen Friesland en hem wegens het zenden van Grietslieden en Edelen ten Landsdage , 80. De zaak der Rivieren aan zyne bemiddeling opgedraagen.S^ Geeft kennis van zyn beoogd Huwelyk met fre- derica sophia wil- helmina, 112. Goedkeuring van 't zelve, irj. 4 Sul»    HISTORIE. ë n&landfche Letterkunde te Leyden opgeregt. kXXXixV Aanvang van het Kunstgenootfchap, Kunst B ó e Ks ■wordt door Arbeid verkreegen, te Leydetu ' "~-—t Honderdfte Verjaardag van het Aalmoefcniershuis te Amfterdam gevierd. Zwaare Brand te Hilverfum. Redding der Ongelukkigen^ Deerlyke Brand te Leyden. De Grensfeheidingen van Gelderland, en het Hoogftift Munfter geregeld. Gefchil in Friesland tusjchen het Hof en de Staaten, door 'zyne Hoogheid, ten voordeele van de laat ft en, be+ flist. De Stadhouder handhaaft de Magiftraat van Harlingen tegen een Be/luit van Gedeputeerde Staaten van Friesland. Doet zulks ook de Magiftraat van Sneck. Voor* ft el van de Meerderheid des Kwartiers van Ooftergo. Oordeel van zyne Hoogheid over 't zelve. Het Gefchil in Friesland over het zenden van Grietmannen en Edelen ten Landsdage. Ongemeene laagte der Rivieren in i einde des Jaars mdcclX vi en '£ begin des Jaars mdcclxviï. Onderhandelingen over de Rivieren. Befluiten tot beteugeling van het Haarlemmer Meer. Dankzegging deswegen in het Aalsmeerder Ambagt; Droogmaakeryen en Bedykingen in Holland gunftig toegeftaan. Twee foorten van Watermolens, door j. jongeneel en L; smit uitgevonden, metOctroy door Staaten) van Holland begiftigd. P lak a at en ten voordeele van de Katoendrukkcryen in deeze Géweften. Maaking van heter möggé tot het opregten eener Hoogefchoole te Zierikzee. Handelingen in Zeeland daar pj/efi Leyden kant et zich tegen. Ondtrhahdelin- A 2, geii  4 VADERLANDSCHE exxxtx. gen met Holland. Door Staaten van Zeen o e k. land'dit verzoek afgefiaagen. Opregting van de Maatfchappy tot behoudenis der Drenkelingen. Door hoog Gezag onderfteund, en elders, gevolgd. Lastontheffingen aan eenige Dorpen der Meierye van 's Hertogenbosch gefchonken. 1766. |_)e Minderjaarigheid des ErfïladhouEenigen ders, die, op eenige plaatzen in den LanW wil- de' S'elyk onze Befetofyvmg van dat Tydlen wiL-Perk uitwyst, aanleiding gegeeven hadt lem den tot deeze en geene ftoorenisfen , fchoon v eene vail geenen geweldigen aart, en meest geby zyne6 weerd door de hand te houden aan de Meerder- Schikkingen op de Voogdyfchap in de onjaarigheid derfcheide Geweften beraamd en aangenogeeven. faén, liep met den vervulden Achttienden Jaardag, den achtften van Lentemaand deezes Jaars mdcclxvi invallende, ten einde. De ftond, dien het Kwartier der Zevenwouden in Friesland één jaar hadt willen vervroegen (*), verfcheen met de daad. By deszelfs aannadering betoonden de Meerderheid der Volmagten van Ooftergo , in geheel andere begrippen omtrent het Stadhouderfchap te ftaan dan die Voorbaarigen. Zy beftonden den Prins voor te houden het Ontwerp van een Staatsbefluit, in (*) Zie het XXXIII Deel der Vadert. Hiprk bi. 364.  HISTORIE. 5 in de gedaante van eene Inflructie, waar lxxxix." by de vermeerderde Magt„ aan willem boek. den IV, en deszelfs Afftammelingen, opgedraagen , hem zou worden onttrok- 1766". ken, en hy dus verftooken van een wettig verkreegen Regt : eene onderneeming, door een ernftig Vertoog, den dertienden van Sprokkelmaand ter Staatsvergadering, ingeleverd is tegen gegaan en verydeld (*). De Raad van Staaten de Petitie voor dit Wensen Jaar aan hun Hoog Mogenden overleve- 5?n den rende , verzuimde geenzins de kort aan- smten^by llaande Verheffing van zyne Hoogheid in het overaanmerking te neemen, en liet dezelve ver- leveren gezeld gaan van een buitengewoon Vertoog der Peti" over 't Staatsbelang en de gronden van het tlc" welzyn eens Lands, welker overweeging zy hun Hoog Mogenden, op 't ernftigst, aanprcezen. Ten üot vuurig wenfehende „ dat het Tydmerk, 't welk zyne Hoogheids „ Meerderjaarigheid in zyn Leeven maa„ ken zou , tevens een Tydmerk mogt „ worden in de Gefchicdenisfen, van waar „ men den aanvang van 's Lands herftelde „ Magt en Luifter telde. Daar toe was de „ medewerking van allen, die deel. in 's „ Lands C*) In deezer voege drukt zich zyne Hoogheid daar over zelve uit, in éénen Brieve den 6 van Juny 1767 aan Staaten van Friesland gefchreeven. Nedcrl. Jaarb. 1767. bl. 1020. ''t Was deeze bedoelde Inftructie , over welker weigering c. l. van beyma, in denjaare 1786, ten Landsdage zich zo fterkc taal liet ontvallen. Utrecht. Cour. 5 Fcbr. 1787. A 3  ïo VADERL ANDSCHE 'LXXXIX, boek, 1766. In den Raad van Staaten ïngpleid. Commisfie van Staaten van Holland aan zyne Hoogheid opgedraaid Erf-Stadhouder, Erf-Gouverneur, ErfCapitein - Generaal van Brabant, Vlaanderen, en het O verkwartier van Gelderland, als mede van de drie Landen van Overmaaze en van Wedde en Westwoldingerland, gelyk ook op het Formulier in Lentemaand des Jaars mdcxlvii vastgefteld, en op de Inftructie van den Raad van Staate. Twee Heeren geleidden den beëedigden Vorst na den Stadhouderlyken Stoel. De Raad van Staaten ter Vergadering befcheiden kreeg kennis dat zyne Hoogheid, volgens den gedaanen Eed, de op hem vervallene Waardigheden en Bedieningen aanvaard hadt. Drie Heeren uit het midden van hunne Hoog Mogenden geleidden zyne Hoogheid, in de Vergaderplaats van den Raad van Staaten , waar de Heer van wassenaar catwyk, hem met eene Aanfpraak aanbeval, door den Heer van boetzelaar, toen Voorzitter, beantwoord : naa het vertrek der Heeren, die zyne Hoogheid ingeleid hadden, woonde deeze eene korte poos de Raadpleegingen by, en vier Heeren vergezelden hem na 't Stadhouderlyk Vertrek. Was zyne Hoogheid, onmiddelyk naa de Gelukwenfchingen der Afgevaardigden van de zes Geweften, met hun in een afzonderlyk vertrek gegaan om de Commisfien te bezweeren (*\ Zulks gefchiedde in Hol- C* } Zie hier boven, bi, 9,  HISTORIE. ii Hollard, als het Gewest, waarhy zich te- lxxxix, genwoordig bevondt, met meer flaatlyk- boek. heids. Men hadt ter Staatsvergaderinge van Holland en Westvriesland de noodige 1766. fchikkingen gemaakt om zyne Hoogheid, ten deezen Dage, tot de Waardigheden en Bedieningen van het Erfftadhouderfchap in te huldigen. Eene Commisfie, door den Raadpensionaris vervaardigd, en by een Befluit van den zeven - en- twintigften van jongst verloopen Sprokkelmaand , welgevallig verklaard , hoofdzaaklyk van den Inhoud als die voor Prins willem den IV in den Jaare mdccxlvii vastgefteld was, luidde woordlyk. —— „ De Staa„ ten van Holland en Westfriesland, doen „ te weeten. Dat wy , uit confideratie „ van de kommerlyke conftitutie van ty„ den en zaaken, en om, onder gods „ zegen den Staat deezer Landen des tc „ beter te redden uit den zorghyken en ge„ vaarlyken toeftand, waar in dezelve „ zich bevindt, als mede uit aanmerking „ van de goede, getrouwe , notable en „ aangenaame dienften, die uit zonder„ linge affectie, by voorige Heeren Prin„ fen van Oranje, hoogloflyker memorie, „ als fuccesfivelyk Stadhouders, Gouver„ neurs, en Capiteinen Generaals en Ad„ miraals der voorfchreeve Landen, vee„ le Jaaren lang, in veele en menigvuldige „ zwaare tyden, gelegenheden en pericu„ len, tot gods Eer, bevrydinge en „ welvaaren van denzelven Lande waren „ beweezen , zyne Hoogheid den Door-  HISTORIE- 1/ heen (*) bepaald was, ten opzigte van de lxxxijc. Patenten, deBekendmaakingenaan de Am- boek. basfadeurs en Minifters der vreemde Mo • genheden , het gebruiken van den Naam 1766. Van zyne Hoogheid in de Sententien, Éeden, en andere Acten van deCollegien ter Admiraliteit, en andere tot Hoogstdenzelven betrekkelyke zaaken. Hadt zyne Hoogheid, in de Beantwoor- De Herding der Aanfpraake hem te deezer Verga- ™n deringe gedaan, verklaard; „ Ik erken Uit"naain" „ gods goede Voorzienigheid over my, der Alge* dat, daar ik, inmynetedereJaaren, een meene geliefden Vader en Moeder heb verloo- ^ankt j, ren, myne Opvoeding beftüurd is, door e„ v"r. een zo groot en waardig Prins als de zogtin ,, Hertog van Brunswyk , aan wien ik al dienst van „ myn leeven blyken van myne dankbaar- ^ bl^L „ heid zal geeven, als gevoelende wat ik 1, aan Hoogs tdenzelven ben verfchuldigd," hunne Hoog Mogenden benoemden eene' Bezending om den Hertog plegtig te bedanken ,j voor de uitmuntende Dienften door u denzelven den Lande gedaan, zo in derf „ nooit genoeg geprezen yver, önvermoei„ djn arbeid, en tedere zerg, met welke hy de Opvoeding van dcnErflladhoudeE ,, hadt beftuurd, als in de geduurige waak,,> zaamheidy en oplettenheid, met welke s, hv hst Erf -Capiteinfchap hadt waargej,- nomen , en hem te verzekeren van de ,,- duur- (*) Te weeten op' 27 van' Slachtmaand des jfaars 1765. XXIV. deel, B  *a VAÜERLANDSCHE hxxxix.. feu , en de Boeken van Mozes te vertoom boek. nen op eene wyze alleen by de grootfte —— Hoogtyden gebruiklyk (*). Deeze ger ij66. denkwaardige Dag en Nagt liep, zonder floorenis, en in volle vreugd, ten einde. Verdere Den volgenden Dag werd deels den Geluk- Godsdienst, deels aan Gelukwenfchingen gen^r?" der vreemde Gezanten, en andere aanzienbevorde- lyke Perfoonen, gewyd. Zyne Hoogheid ringen in woonde den openbaaren Godsdienst by, en Krygsbe- hoorde uit den mond van den Eerw. j. S"7 van spaan, eene Redenvoering naar tydsgelegenheid ingerigt, en met zegenbede beüooten (f). - In de Vergadering van Gecommitteerde Raaden deezes Gewests nam zyne Hoogheid des Maandags, zonder eenige plegtigheid, bezit van den Stadhouderlyken Stoel , en ontving, zo, verre de tyd wilde gehengen, de begroetingen der "Afgevaardigden van het Land-, fchap Drente, van de Ridderfchap en Steden van Holland, van de Gecommitteerde Raaden van het Zuider- en Noorderkwartier en van andere Hooge Colkgien,welke laatften dien Dag ter, Maaltyd onthaald Byzonderder vermelding vindt men in dc M. Ncderl. J.aarb. 1766. bl. 185. ' (f) Ten dien Dage werden veele.Leerredenen, over dit Onderwerp gehouden, van welken eenige, met die van den Eerw. j. van spaan, het licht zien. En niemand twyt'elt dat de Dichters hunne ihaaren fpanden om deeze.Gebeurtenis te bezingen. Zie cenebeoordceling, zo van de Lee<--. redenen, als Gedichten, inde Vader!. Lettcrsef» Vil Deel, bl. 37 en 170.  &4 VADERLAND SCHE lxxxtx. raalfchap over de geheele Oost - Indifche CompoBK. pagme overleverden. Uit kragte van deer r zen Lastbrief verkoos de Erfftadhouder i?§6. den Heer thomas hope om zyn Perfoon te verbeelden in alle Vergaderingen der Maatichappye, tot welke aanzienlyke Waardigheid hy den tienden dier Maand, met de gewoone Plegtigheden, werd ingehuldigd. Staaten van Holland hingen het zegel hunner goedkeuringe aan het verrigtte ter Algemeene Staatsvergaderinge, met bygevoegde verklaaring, dat de verkiezing van Bewindhebberen in de Kamers van dit Gewest, uit een Drietal van bevoegde Perfoonen, aan zyne Hoogheid zou worden overgelaaten ( * % — De West - Indifche Maatfchappy volgde he t voetfpoor der Oots - Indifche Maatfchappye , en bragten eenige Bewindhebbers en Hoofddeelger nooten, daar toe , door 's Lands Hooge Staatsvergaderingen gevolmagtigd, op den achtften van Grasmaand , in een Gouden Doos, den Opdragtsbrief van het Gouverneur- Generaal- en Opperbewindhebberfchap van de. West - Indifche Compagnie deczer Landen aan zyne Hoogheid (f). De Prins Mogten, op den Dag der Inhuldiginge, legt een alle Steden en Plaatzen deezes Gewests, bezoek te buiten het Vorstlyk 's Gravenhaage, haare Leyden af. yreugde betoonen, zonder het Voorwerp van (*) Refot. van Hott, 23 April 1766. Cf ) R'I'd. van Hott. 23 April 17^,.. 2?*. NecUth %aarb% 1766. bl 333-352.  HISTORIE. 25 van dezelve te aanfchouwen, welhaast had- lxxxix. den eenige het genoegen om die Vreugde- boek. bedryven, te hervatten, als de Erfltadhou der dezelve met een bezoek vereerde. Ley- 1766. den viel dit eerst ten deele, werwaards zich zyne Hoogheid, op den vyf- en- twintigften van Grasmaand, vervoegde vergezeld van den Hertog van Brunswyk, en verder aanzienlyk gevolg. De Magiftraat der Stad, en de Leden der Hoogefchoole, befchikten alles wat tot voorkoming van Ongelukken, en ter llaatlyke Inhaalinge, kon dienen, 't Losfen van 't Gefchut, het luiden der Klokken, het Klokkenfpel, en Trompetten gelchal, kundigden de naaelering van zyne Hoogheid aan. Plegtig waren de begroetingen op het Stadhuis, zo van de Regeering als van de Hoogleeraaren, en de Kerkenraaden derProteftantfche Gemeentens. Deels door de gefchaardeBurgerye, deels door de in orde gefchikte ryen van de Studeerende Jeugd heen, ge-« fchiedde de optocht na de Gehoorzaal van 's Lands Hoogefchool , eenigen uit de laatstgemelden betuigden onder den weg, by monde van den Heer boreel,_ het genoegen van alle de Leden der Hoogefchoole , over dit bezoek. DeJHoogleeraar andreas weiss, die zyne Hoogheid eenige Jaaren in verfcheide Weetenfchappen onderweezen hadt, hieldt eene Redenvoering, waar in 's Vorften bekwaamheden, op den trant der Redenaaren werden voorgefteld, waar naa de Hoogleeraar AD&ianus van roijen, beroemd B 5 we-  &6 VADERLANDSCHE Lxxxix. wegens zyne hanteering der Romeinfche boek. Lier, eene Heilgroete der Leydfche Zang- godinnen , in Latynfche Verzen liet vol- 1766. gen (*). Op den Doele verleende de Prins gehoor aan den Krygsraad der Burgerye, en begaf zich na de plaats waar de Studenten in deRegtsgeleerdheid een pragtig Vuurwerk vervaardigd hadden, welks affteeken hy by woonde, en, naa dankbetuiging over de eere hembeweezen, inden avond weder na 's Gravenhaage vertrok. Als mede De Steden Delft, Rotterdam en DordtR~Det{i' re^lt verwit|:igd» dat zy den Prins, op zyen iW™ ne reize na Zeeland, in 't laatst van Bloeireoht. maand, binnen haare muuren zouden zien, vervaardigden alles om hem met luifter te verwelkomen en te ontvangen. In Eeren Vreugd-betooningen poogden die Steden elkander voorby te fcreeven, en liep 'er alles, ondanks de woelingen der menigte, door de welgemaakte fchikkingen, gelukkig af (f). Vreugde Schoon in Zeeland, by openbaare afin Zeeland kondiging, bekend gemaakt was, dat men Maart' 8 de Vreugdebedryven over de Meerderjaa331 ' righeid van den Erfftadhouder, en het aan- Van deeze Heilgroete zien twee Nederduitfdie Naavolgingen het licht, de een van Dr. h. de bosch; de ander van den Eerw. a. van assendelft in de Werken van de Maatfdiappy der Nederland/die Letterkunde te Leyden II Deel, ii. 1. ' (O N. Nederl. Jaarb. 1766. bl. 356. 432. 43«473-  HISTORIE. v) Twee dagen laater verrigtte men te Vtis- lxxxix fingen dezelfde Inhuldiging, genoegzaam boek. met dezelfde plegtigheden. In beide de Steden waren de Huizen verlicht, en een 1766. Vuurwerk befloot den Vreugdedag, welker iieugenis door gegeevene Gouden en Zilveren Gedenkpenningen, bewaard bleef. Geduurende zyn verblyf op dit Eiland nam zyne Hoogheid Zitting in het Collegie der Admiraliteit van Zeeland, in de Vergadering van Bewindhebberen der Oost-Indifche Maatfchappye, als mede in 't Collegie der Staaten van Walcheren. De Steden Tooien, Goes en Zierikzee, fchoon niet vereerd met '"s Prinfen tegenwoordigheid, deelden in de Vreugdebetooningen der drie andere. Op de herwaards reize bezogt de Stad- VerweJhouder het welverilerkt Bergen op Zoom, komingeii 't welk hem, onder 't driemaal afbranden ^ BJj!££ des Gefchuts, met alle Krygseere, ont- %reciacn ving ; hy bezag de Veftingwerken , en in '1 HerSchansfen, deedt de Wapenfchouw over de *og«nbutk Bezetting; de vreugde der Burgeren vertoonde zich in de gewoone tekenen , die by uitftck groot waren te Breda , welke Stad hun lieer en Baron , eenige dagen daar naa, zag binnen ryden, geen'ftraatzo gering of dezelve pronkte met Eereboogen, de aanzienlyke met Eerepoortert, naar verfchiliende Bouworders vervaardigd , met toepasfelyke Opfchrrften en Cieraaden voorzien. De Vryheid Öofierhout onthaalde den Prins op het fchietert met den Handboog ; en de Nonnen eens  5o 'VADERLANDS C HÈ ï,x.vxtx. eens Klooftere in de nabuurfchap van deezé boek. Heeilykheid op het zingen van het Ts . Deum. -> Hertogenbosch, 't welk 1766. reeds den Jaardag volvfolyk gedagt, en op de ftaatlykfte wyze den veertienden van Lentemaand, het Staatsbefluit van hunne Hoog Mogenden, waar by zy dien Prins het Erfftadhouderfchap over Staats-Brabant opdroegen , van het Stadhuis afgekondigd hadt, deelde in 't genoegen van den Vorst te ontvangen. De Burgery en de Bezetting hadden zich in de Straaten gefchaard, door welke zyne Hoogheid na het Gouvernement des Hertogs van Brunswyk reedt, die, als Gouverneur dier Stad, de Bezetting opleidde om den Prins Krygseere te bewyzen. Het verlichten der Huizen, het affteeken van een pragtig Vuurwerk, befioot de Eer en Vreugdbetoonmo-en, die zyne Hoogheid op deeze Zeeuwfche Reize vergezeld hadden : en vondt hy by zyne wederkomst, in 'sGravenhaa«, de Schuttery om hem te verwelkomen Sp 't kostbaarst uitgedoscht in de wapenen gefchaard. £yne Hoewel te Utrecht, en mhetSttcht, de Hoogheid achtfte van Lentemaand niet ongevierd te Utrecht wagtte men met de volle Eer - en ingehaald. Vre ' dbetooningen tot den tyd der komfte van zyne Hoogheid om Zittinge te neemen in de Hooge Vergaderingen van dat Gewest. Deeze Dag brak den achtllen van Hooimaand aan, en waren de ftaatlykheden geëvenredigd aan den geruimen tyd befteed in de gereedmaakmg van al-  HISTORIE. 3! alles wat tot Eer enVreugdbewys kon die- lxxxix, nen, zo van de zyde der Staats- en Stads- bork. Regceringe en der Burgerye, als der Hoo- ——— ge Schoole. Wy kunnen, zonder langwylig 1766. te worden, alles wat geduurende dit verblyf voorviel niet ophaalen; alleen moeten wy aan Hippen, dat Utrechts Burgery, die in Uniform verfcheen, en zints een geruimen tyd in den Wapenhandel by uitftek geoefend was, de lof betuiging van den Prins weg droeg, „ dat hy in onderfcheide Ne,, derlandfche Steden, geen fraaiier en beter „ gefchikte Burgery gezien hadt." Deeze vergezelde zyne Hoogheid toen hy, in ftaatlyken trein, reedt na de Vergadering van Staaten, om in den Hove Provinciaal, als Stadhouder, Zitting te neemen, en gelyk ze hem by het inkomen opgewagt hadt, deedt zy hem ook uitgeleide. De Academie Jeugd van Utrecht wilde het die der Hollandfche Hooge Schoole niet gewonnen geeven; zy toogen in onderfcheide afdeelingen, met twee Vaandels, en ontbloot zydgeweer uit om zyne Hoogheid te ontvangen, by monde van den Heer de ridder te begroeten, en geleidde hem na de Domkerk om de Redenvoering van den Hoogleeraar johan frederuc r e 1 t z , gepaard met een overheerlyk Muzyk, te hooren, en vergezelden hem, by den uittocht. Het pragtig Vuurwerk, op hunne kollen vervaardigd, 't geen de Prins zelve aanllak , voldeedt even zeer als de achthoekige Tempel, die met de fchoonfte Zinnebeeldige Cieraaden pronkte. Heer-  3a VADERLANDSCHE lxxxix. Heerlyk werd geheel Utrecht verlicht onuo ek. der de openbaare Gebouwen ftak de Doms- tooren, de Staaten Kamer, het Hof, het 1766". Duitfche Huis, de Voorgevel van de St< JansKerk, en het Fundatie Huis der Vrouwe van Renswoude uit. Ia Gelder- Van Utrecht begaf zich zyne Hoogheid land inge- na de Lustplaats het Loo, om in Gelderhuidigd. imci den dertienden van Oogstmaand, te Arnhem tot de Hooge Waardigheden ingehuldigd te worden. De gedaane Afkondigingen in de Steden Nymegen, Zut$hen en Arnhem, om de openbaare Vreugde tekenen, tot dien tyd, uit te ftellen, hadden de Ingezetenen niet bewoogen om zich des geheel te onthouden ; in Zutphen betoonde eene zints drie Jaaren opgerigte Sociëteit, op dien Jaardag , haare blydfchap door het affteeken eens kunftigen Vuurwerks. Werkte de verkleefdheid der Landzaaten van dat Gewest aan het Huis van Oranje, by voorraad, zo fterk, men verbeelde zich'dan hoe zeer zy zich vertoonde, wanneer de gelegenheid, oin daar van volle blyk te geven, geboren werd, en de Magiftraat van Arnhem, van den bepaalden Dag der komfte zyner Hoogheid aan de Burgerye kennis gaf, niets Werd 'er gefpaard , wat ter eere van den jongen Vorst en ter Vreugdbetoortinge over die gewenschte Gebeurtenis, kon dienen. De Intrede was zeer pragtig, zo ook de Zittingneeming ter Vergadering der Staaten , waar de Graaf van lynden, Heer van Hemmen, Burggraaf des Ryks van  HISTORIE. 33 vanNymegen, als Voorzitter, hem verwei- lxxxix» komde. De Verlichtingen van Stadswege boek. gedaan, een Kolom en Tempel ten dien einde opgerigt, als mede die der Ingezé- 1766. tenen, weezen uit dat men moeite, noch koften gefpaard hadt. Meer byzonder, als van alle andere on- Pragdg derfcheiden , verdient vermeld te worden °nt]?a^ °f het Onthaal aan zyne Hoogheid gegeeven op RoJen aa' het bekende zo vermaaklyke Rofendaal^ eene Vrye Heerlykheid, een uur van Zutphen gelegen. De Heer en Vrouwe van Rofindaal, cn een groot getal van den Adel, ontvingen den Prins, die niet lang in huis vertoefde; maar verkoos eene wandeling te doen , om van naby , de ichoonheden, waar mede Natuur en Kunst,als om ftryd, deeze Lustplaats vercierd en verrykt heb" ben te bezigtigen. Het aanzienlyk Gezelfchap verfpreidde zich door de aangenaame Wandeldreeven, die het oog verrukten, terwyl het oor geftreeld werd door een keurig Muzyk , vermengd met het gedruis der Fonteinen en Watervallen. Naa deeze- betoverende wandeling werd in verfcheide vertrekken gefpeeld , tot dat de gevalle avond gelegenheid gaf tot nieuwe ■vermaaken. Een kostbaar Vuurwerk Verwekte, door zyne ongemeene heevigheid, en geftadige veranderingen, de bewonderende goedkeuring van alle Aanfchouwefen. Geduurende het affteeken hoorde men een geftaadig Veldmuzyk van Pauken en Trompetten, het gebalder van \ XXIV. deel. C zwaar  5 «ifits den Jaare mdcclx Sneek, verkort oordeelde in de aanftelling van den Ontvanger der Eigenerfde Staats Floreen te dier Stede. Men hadt naamlyk eene Zamenroeping der Eigenaaren van de Floreenpligtige Landen van de Magiftraat gevorderd , om eenen nieuwen Ontvanger te benoemen; deeze oordeelde dat de Begeeving van dit Ampt haar toekwam, en beklaagde zich over dien eisch by Gedeputeerde Staaten. Wel verre van 'tgewenschte gehoor te verwerven, werd zy gelast die Zamenroeping binnen acht dagen te doen. £*) K. Nettert. Jaari. 1767. bl. 959.  historie: m Soen. Zy beriepen zich op de Staaten van Exxxixi Friesland; doch werden afgeweezen met boek, het kort befcheid „ dat in deezen niet ge- treeden kon worden." Waar op zy zich 176&. genoodzaakt vonden tot die Zamenroeping, by welke, fchoon onder tegenbetuiginge als eene ongehoorde nieuwigheid, die Stemming ondernomen, en uitgebragt werd op eene wyze, in twee voornaame opzigten ftrydig met 's Lands Wetten: dewyl 'er zodanigen ftemden , die daar toe niet geregtigd waren, en de geftemde onbevoegd was, uit hoofde zyner Gezindheid, onder de Doopsgezinden behoorende, tot de waarneeming van dit Ampt. De Magiftraat van Sneek hadt deezen Ontvanger moeten aanneemen, en in zyn post laaten blyven; doch vervoegde zich, het voetfpoor der Harlingfche betreedende, met het afloopen deezesJaars,by den nuMeerderjaarigen Stadhouder, met verzoek dat het Gewysde der Gedeputeerde Staaten, met den aankleeve van dien, mogt vernietigd worden. Zyne Hoogheid verzogt aan Gedeputeerde Staaten een omftandig verfiag van den ganfchen toedragt der zaake , te kennen geevende niet te kunnen verwagtcn ,; dat zy zich aan 't geeven der vereischte.openinge zouden onttrekken door het bybren-, gen der veranderingen in de Zitting der Leden zints den Jaare mdcclx voorgevallen : hy ontftentenisfe van zulk eene volledige openinge zou hy het daar voor moeten houden, dat hun Ed. Mogende» E 2  tfS VADERLANDSCHE lxxxix. in 't bevvyzen van de dugtigheid en geboek. grondheid der genomene Beiluiten, te kort fchooten , en zich ten overvloede gewet- 1766. tigd oordeelen, om over de zaak vznSneek en Harlingen (*) zonder eenig verder verwyl, zodanige beftelling te maaken, als hy oordeelde met de oorfpronglyke en wettige Regeerings gelteltenisfe overeen te ko- Geen volledig verflag moeften de Gedeputeerde Staaten erkennen te kunnen opleveren ; doch gaven zyne Hoogheid, dit vermeldende, inbedenki ng, ot „ het hun wel geoorlofd was over eene sl questie, reeds in kragt van een gewysde ,, overgegaan, opnieuw, te delibereeren; £ dan of hun de magt gefchapen was „ om het verband, dat uit hoofde van eene RefbLutie van den twaalfden May mdexxxix, op het Collegie lag, te >, ontduiken (f)-" Zy voegden 'er by, dat het Hoofdverfchil hun zodanig voorkwam, dat zy, waren zy ten dien tyde 'er als Regters over geroepen geweest, ook eene andere uitfpraak zouden gedaan hebben ; dewyl zy meenden, dat de Regten van de Stad Saeek, door de verleende Vastftelling geen- r*) Deeze Brief was den 2 van Jan. 1767 gefchreeven toen de zaak van Harlingen nog niet was afgedaan. (t) By deeze Refolutie verbieden de Staaten bunne Gedeputeerden, in geenerlei wyze te re* tracteer-en, of te veranderen , 't geen by derzelver Voorzaaten in Officie , ééns gedisponeerd, giappointeerd of geordonneerd is.  HISTORIE, feenzins gehandhaafd, doch zigtbaar ver- lxxxix; kort waren, 't welk zy erkenden mede boek. plaats te vinden ten aanziene van het ge- val der Stad Harlingen. l?66r Het wederfchryven van zyne Hoogheid aan Staaten van Friesland hieldt in , dat hy de Stad Sneek in haar wettig Regt verkort oordeelde, het gehouden gedrag van Gedeputeerde Staaten, als eene nieuwigheid wraakte, en uit kragte van de aan hemErflyk opgedraagen Magt en Gezag, het noodig keurde hun te verzoeken, dat Collegie te gelaften, het bewuste Stuk in te trekken , in 't zelve met den aankleeve van dien, buiten werking te ftellen; met verderen last om zich voortaan zorgvuldig te onthouden van alles, waardoor aan dpRegten inde Steden en aan de Grondwetten vaa den Lande, eenig nadeel kon worden toege- bragt. Staaten van Friesland hoe zeer geneegen om gehoor te leenen aan de verzoeken van den Stadhouder, vreesden, gelyk zy, in hun antwoord te kennen gaven, dat het geval in gefchil tusfehen de Magiftraat der Stad Sneek en de Floreenpligtige Eigenaaren , niet in alle deszelfs omftandigheden was voorgefteld, en geene genoegzaame Opening gegeeven van de oude Bepaalingen in deezen, volgens welken, die Eigenaars beweezen, altoos en van onheugiyke tyden af, eene byzondere beftuuring over de Floreenen ten hunnen lafte komende gehad te hebben, zonder dat de Magiftraat zich daar mede bemoeide; eene openlyke erkenteiaisfe daar va#, in den E 3 Jaar.  fo VADERLANDSCHI lxxxix. Jaare mdccxiv gedaan, tot ftaavingbybo e k. brengende. Hier op waren Gedeputeerden '=-i in den Jaare mdcclx te werk gegaan: 1766. en hadt de'Magiftraat van Sneek, indien zy zich door die uitfpraak bezwaard geoordeeld hadt, binnen tien dagen zich daar van moeten beroepen, 't welk niet gefchied was : waarom Staaten van Friesland zich niet bevoegd oordeelden tot het veranderen of vernietigen van het geweezene door hunne Gedeputeerden : dewyl zulks zöu aanloopen tegen de heilzaame Grondwetten van hun Gewest: waarom zy den Prins verzogten, hun in deezen te verontfchuldigen, en het niet aan onwil, maar aan onbevoegdheid toe te fchryven, datzy aan deszelfs verzoek niet konden voldoen. De Magiftraat van Sneek ontving daar op een Brief van den Stadhouder, ingerigt om de Wettigheid haars beklags te erkennen; de ingeleverde zwaarigheden der Staaten te wederleggen, en de ongegrondheid aan te toonen van de jongst bygebragte Bekentenisfe, als een doorflaand Bewys tegen de Magiftraat aangevoerd, en tenens den aangeftelden Ontvanger, als onwettig benoemd , en in zich zeiven onbevoegd, terftond van zyn Ampt te ontzetten, en een ander in diens plaatze te {tellen: gelyk zy onmiddelyk deeden, en des den Stadhouder kundfchap lieten toekomen. Zyne Hoog¬ heid verwylde niet aan de Gedeputeerde Staaten te fchryven, dat de uitflag van verfcheide gewigtige Raadpleegingen op den ifaatst afgeloopen Landdag, en wel inzonden-  HISTORIE. ft derheid de twee Antwoorden op zyne Brie- lxxxu:. /ven, raakende de klagten der Magiftraaten hoek. .van Harlingen en Sneek , voor hem het tydftip werklykdaar gefteld hadden, waar 1766. in hy, hoe ongaarne ook, zo ter handhaavmg van de wettige Conftitutie der Regeeringe, als van de hooge Voorrcgtcn aan het Erfitadhouderlyk Gezag wettig verknogt, zich genoodzaakt hadt gevonden om, pp de klagten dier Steden, zodanige Voorzieningen te doen als de Brieven aan dezelve gefchreeven uitweezen ( * ). Ter Staatsvergaderinge raadpleegde men Voorftel over den ingekomen Brief, en bragt de ^"e^cr. Meerderheid des Kwartiers van Oofiergo, heiddes in 't midden, „ datzy, over de Sneeker Kwartiers „ Hiftorie, wegens het Ontvang der Flo- van Qojier„ reenpligtige Eigenaars buiten Sneek als g0' „ nog volhardden by hun Advis, op den „ voorgaanden grooten Landdag gegec„ ven:" 'er by voegende, ,, en vermits „ de Wettige Regten en de Souverainiteit 3, van het Land, den Volke toebehooren,, de, gelyk ook de Wettige Regten van „ zyne Doorlugtigfte Hoogheid, aan de „ Volmagten ten Landsdage , door Jaar„ lykfche Procuratien, worden aanbevolen „ te conferveeren en heilig te bewaar en, „ en aan de Naakomelingen naa te laaten, „ zo zyn wy van Advis, dat geen Vol„ magt ten Landsdage zulks kan of ver- » mag C*) Affchriften dier Brieven waren by deezem «iiedooteii. E 4  VADERL ANDSCHB gkxxix. „ mag te breeken, of te renverfeeren.^ roek. „ maar een ieder by zyn regt enposfesfm « „ te laaten ; zouden even daarom, tot 1766. „ weeringe van verdere confufie in den Staat, en tot confervatie van de liefde 3, en agting des Volks voor de Heeren „ Staaten, en voor zyne Doorlugtigfte „ Hoogheid, eene Misfive aan zyne „ Doorl. Hoogheid laaten afgaan, en, in 5, dezelve, op eene zeer decente manier, „ aan toonen zo als voorfchreeven is, dat „ wy Volmagten, door de Procuratien, „ niet bevoegd zyn, iemand, wie hy zy, „ uit zyne Wettige Regten te ontzet„ ten, en dus de fundamenteele Wetten „ des Lands te vertreeden; edoch, is het „ noodig, dat'er verandering in's Lands „ Regeering gemaakt worde, zou het nut „ en dienftig zyn, dat alle gequalifkeerde 9, Ingezetenen by een geroepen wierden, „ om de Volmagten, by fchriftlyke Pro„ curatien, te authorifeeren." De Minderheid dit Advis tegenfpreekende verklaarde, „ geen deel te willen hebbel 9, in een Advis dat haar toefcheen alleen „ te ftrekken om de rust en de geveftigt, de Regeering des Lands te turbeeren, „ deszelfs Wetten te vertreeden." De Meerderheid deedt eene fcherpe Tegenaantekening, boven al haare verwondering betuigende „ dat 'er onder de j, protefteerende Leden veelen gevonden werden, die, by het neemen des Be1 fluks, ten grooten Landsdage over dee„ ze zaak, toen de yverigften en fterkften ^ daar  HISTORIE. 73 „ daar voor waren (*)." ' Weflergo lxxxix. hieldt de zaaken voor afgedaan, en trok de b o e k. gewraakte Befluiten op den dertienden van Lentemaand genomen in. Zevemvou- 1766. den bragt geen Advis uit. De Ge- volmagtigden der Steden, lieten niet alleen het verrigtte van zyne Hoogheid zich welgevallen , met intrekking der gemelde Staatsbefiuiten; maar werd, uit naam van dat Kwartier, een Brief aan zyne Hoogheid afgevaardigd vol betuigingen van de grootfte erkentenisfe en hartlykfte dankbaarheid voor de verleende befcherming en handhaaving van de Regten en Voorregten der Steden. De Stadhouder, door Staaten van Fries- Oordeel land onderregt van het voorgevallene op j£11 zyne deezen buiten gewoonenLanddag,en verzogt 0 °c°s'v1 om zyne beflisfing in de gevallen van Har- zeiVe/ lip- (*) De Meerderheid beftondt uit de Heeren Jr. j. h. u. v. eurm ani a ; p. v. schelt inga; Jr. h. d. e. v. aylva; z. ger.ro ldsma; c. v. schelt inga ; m. v. scheltinga; d. b. v. haersma; c. v. coenen; h. w. v. altena; j. v. sminia; l. v. haersma; c. v. haersma; c. v. scheltinga (wegens TdaerderadeeP) ; Jr. l. v. burmania; p. e. frieswyk; Jr. t. je. j. h. v. eysinga en w. v. glinstra. • De Minderheid uit de Heeren Mr. jo. henr. voorda; e. j. de schepper; Jr. h. l. v. heemstra; w. bergsma; Jr. w. h. v. heemstra; h. h. v. haersma; Mr. «. schultens; a. c. visscher; Jr. m. p. d. v; sytzama; g. b. de wendt; Dr. ]o«. casp. bergsma eil J. v00rda. E 5  74 VADERLAND SC HE lxxxix. Hagen en Sneek, beantwoordde dit in 't Boek. breede, verklaarende, de zaak dier twee Steden voor afgedaan te houden. Terwyl 1766. hy zyn genoegen betuigde, wegens de uitgebragte Raadflagen van Weftergo en de Steden, en het ftilzwygen des Kwartiers van Zevenwouden ten beften duidde, Het hy zyn ongenoegen over het Voorftel van Ooftergo, op de fterkfte wyze blyken, noemende 't zelve „ een hoogvliegend, „ alleszins verbaazend, en teffens op de „ onderwerpen van zyne verrigtingen „ gansch ontoepasfelyk Voorftel;" het zegel zyner goedkeuring hangende aan de tegenverklaaring der Minderheid van dat kwartier. „Wy willen," luidde zyne taal, dien voorflag betrefFênde, „ niet ontvein„ zen, datWy, hartgrondig deel neemen„ de in de bewaaring en vermeerdering „ van den alouden roem enluifter, die eene „ Provincie, aan welke Wy met de teder„ fte banden zyn verbonden, door de wys„ beid haarcr Staatsbefluiten, en door het „ gewigt en de welgefchiktheid haarer Ka„ mer-Advifen, zich heeft verworven, niet dan met fmerte kunnen zien , dat „ dit Kamer - Advis van Ooftergo in de Re„ gifters van U Ed. Mogenden geinfereerd blyvende, even daar door aan dien alouM den roem en luifter geene geringe at„ teintc en eene zigtbaare vermindering „ zal werden toegebragt: want wat zien „ onze oogen? Het Kwartier van „ Ooftergo ftelt voor eene Byeenroeping van alle de Gequalifkeerde ef Stem- w draa-  HISTORIE. 75 draagende Ingezetenen des Lands; en lxxxix. waar toe? Om, is het nood, verande- boek. ring te maaken in de Regcering; om de ———-■ j, Volmagten, by nadere fchriftlyke autho- 1766, 9, rifatie te geeven eene bevoegdheid, welke zy tot hier toe niet hebben, en „ welk eene bevoegdheid? Eene bevoegd5, heid om iemand uit zyne wettige Regten te , ontzetten, en dus de fundamenteele PVelten „ des Lands te vermeden. Wat mon- „ fter is dit! Hoe vreemd, hoe wonder5, baar klinkt die Voorflag in de ooren ? 3, En welke toch vraagenWy zyn de PVet,, tige Regten, die in de onderwerpen van „ onze verrigtingen, nopens de beide zaa„ ken der Steden Harlingen en Sneek ge„ raakt zyn , en daar in belang zyn heb„ bende? Dit vraagenWy en doen deeze „ Vraag in 't volmaakfte vertrouwen op een met Ons eenftemmig Antwoord van „ het kundig en onzydig Publiek, en vau allen en een iegelyk, die door geene verkeerde driften gedreeven , niet ge5, woon zyn hun oog voor 't licht der „ waarheid geflooten te houden; het zyn „ de PVettige Regten van de Magiftraat der „ Stad Harlingen, die door onze Brieven 5, van authorifatie zyn verdeedigd; het is „ het Stede! yk Gezag aan de Magiftraaten 5, in alle de Steden der Vereenigde Neder„ landen ontwyfelbaar competeerende, dat 5, door ons is gemaintineerd en gehand„ haafd, met afdoening van alle turbatie „ en hindernisfe daar in by de Magiftraat, „ geduurende Onze Minderjaarigheid, ge~  ?6 Vaderlandsche lxxxix. „ leden. Het is eene Politicque Dispofiboek. „ tie door het Collegie der Heeren Ge- ,, committeerde Raaden voormaals ver- i.766. „ leend, waar aan Wy eene uitwerking „ hebben benomen, die, door andere „ voorbeelden gevolgd, de Burgers en In„ gezetenen der Steden van Friesland wel,, haast zoude hebben onttrokken aan de „ betragtinge van alle, zelfs tot de minfte „ der pligten, welke zy in allegepoliceerde Landen en Staaten aan de Burger -Over„ heid verfchuldigd zyn: het is eene Poli„ tique Dispofitie, omtrent welke de Ge,, deputeerde Staaten, wel verre van de„ zelve als eene wettige daad van hunne „ Predecesfeurs aan te zien, of ftaande te „ willen houden , niet duifter erkennen, ^, dat tot verkortig van de Stadsregten ,, firekte: het is eene Dispofitie door het „ opgemelde Collegie geheel buiten eeni„ ge bevoegdheid gegeeven, en waar uit ,„ die geenen, die dezelve hebben weeten „ te verkrygen, nimmer zonder de groot„ fte der ongerymdheden, een wettig Regt „ kunnen afmeeten: het is dusdanig eene „ Dispofitie, die Wy, uit kragte van de „ erflyke, onherroepelyke en onverander„ lyke delatie van de genoegzaame Autho„ riteit, tot bewaaring der wettige Confti.„ tutie van Regeering, aan wylen onzen „ Heer Vader by 's Lands Staaten plegtig „ opgedraagen , in haare verdere uitwer„ king hebben geftuit en buiten effect gefteld." Maat  HISTORIE-. 77 Naa ten opzigte van het gebruik te lxxxix» Sneek dergelyke aanmerkingen gemaakt en boe k* beweerd te hebben, dat hy daar niet alleen — de Stads Regten gehandhaafd; maar ook de 1766*. Schennis van het Reglement Reformatoir in de verkiezing van een onbevoegd Perfoon, gewrooken hadt, vervolgt de Stadhouder ; „ De Wet, geduurende onze Minderjaa9, righeid geinfringeerd, is door ons be„ Ichermd en verdeedigd, en tot dat einde „ alleen hebben Wy Ons bediend van het „ Gezag Ons wettiglyk opgedraagen, en „ het is op die wyze dat Wy, door de ver„ deediging ep handhaaving van 's Lands „ Wetten, Ons kwytende van de verplig- tingdie op ons is liggende, Ons op .den „ weg hebben gefteld, dien wy altoos on„ veranderlyk zullen bctreeden, vastftaan„ de in het vertrouwen , dat Wy dus „ voortgaande Steeds meer en meer by den „ Volke van Friesland zullen verfterken „ die gevoelens van agting en liefde voor y, Ons en Onze Regeering, waar van de „ Confervatie, langs dien weg, en dien „ weg alleen, Ons waardig en Ons dier„ baar zal zyn: en waarlyk het Volk van „ Friesland, de Gequalificeerde of Stem„ geregtigde Ingezetenen van die Provina, cie, zyn te zeer verlicht nopens den aart „ hunner weezenlyke belangen , te wel „ bewust hoe dat in ons Erfiladhouderlyk „ Gezag het iterkfte Bolwerk ter befcher„ minge van hunne Wettige en welver„ kreege Regten en Vryheden gelegen zy, U ja, wat zeggen Wy? de Gevoelens van „ lief-  '/", vaderLAndsche lxxxix. „ liefde en aankleeving voor Ons en Ons boek; „ Huis zyn in de Harten van alle edel- „ moedige en regtgeaarte Friezen te diep 1766. ,, geworteld, dan dat wy anders dan met vcragtinge zouden aanzien de flinkfche „ wegen , en Landverderflyke kunftenaa- ryen van zommigen, wien het aan geen „ verkeerde lust en geneigdheid zou ont* „ breeken , om den Volke van Friesland ,, tegenovergestelde gevoelens in te böeze„ men. — Trouwens de Meerderheid der Heeren Volmagten van Ooftergo 5, houden het Ons ten beften, dat wy de „ Middelen tot Confervatie van ie liefde en 5, agting des Volks voor de Fleer en Staaten „ en voor Ons, by die Heeren voorgeflaa„ gen , even zo weinig als hunne denk„ beelden omtrent den aart van wettige en „ wclverkreege Regten, ooit of ooit zouden „ overneemen, of de Onze maaken: im„ mers het geheugt diezelfde Heeren van Ooftergo, en het geheugt Ons, hoe dat, „ weinige dagen vóór het bepaalde Tyd* „Stip wanneer Wy, onder het gunftige „ Beftuur der Godlyke Voorzienigheid,„ door de Wet geroepen wierden, om de „ Erfftadhouderlyke Digniteiten ook over „ de Provincie van Friesland te aanvaar* „ den, en te treeden in de daadlyke Ex,, ercitie van alle de Regten en Prerogati3, ven, met welke het Stadhouderfchap in 3, den Jaare mdccxlviii, was vermeer* „ derd, hoe dat als toen werd onderno,, men om Ons voor te houden 't Ontwerp van een Staatsbefluit, by forme van In- „ ftruo»-.  ïio VADERLANDSCEE. Xc. Gelderland en de Magiftraat der Stad A7j*. Boek. megen , wegens, het Lyfftraftyk Regtsgebied. «——— Aanzoek van Zeeland om verbetering in.heS Muntweezen. Het Zeeuwfche. Genootfchap der Weetenfchappen te Vlisfingen opgerigt* Het Bataafsch Genootfchap der Proefondervindelyke Natuurkunde, te Rotterdam, ondanks, de tegenpoogingen der Haarlemfche Maatfchappy e , tot ft and gebragt. De Sterfte onder 'het Rundvee ontfteekt niet nieuw geweld. Voorzorgen daar tegen in onderfcheide Geiveflcn aangewend. Doorbraak in dtnRhyndyk, als mede in den Lingedyk. Bezorging der Noodlydenden. Traage voortgang van. het werk der Rivieren. Overeenkomst met den Koning van Pruisfcn tot. herftel des Rhyndyks. Dankzeggingen voor haare Koninglykc Hoogheid wegens de Herflelling van de. Kinderziekte. Voorbiddingen voor haar in Zwangerheid. Zy verlost van eene Prinfes.. Zyne Hoogheid oordeelt de Illuminatien in 's Gravenhaage en Holland best agtergelaaten, met aanpryzing van Milddaadigheid aan den Armen. Dit voorbeeld in de mcefte Geweften gevolgd, Doopplegtigheid van frederii ca louisa wilhelmina. Pillegiften en Gefchenken in de Kraamkamer. Den Prins van nassau weilr.urft eene Dogter, gebooren en een Zoon ontjlorveu. Een Maroccaanfche Afgezant verzekei-t den Staat van de vreedzaame Gevoelens zyns Keizers. Handelgefchil met den Keurvorst van de Paltz. Staaten van Holland ftaan voor,, den Handel met diens Staaten voor zes weeken op te fchorten. Hunne Hoog Mogenden  HISTORIE* ur &cjl>ïï;;en hiertoe. '$ Gefchil by gelegd. Dé xci Staat gerustgefleld', wegens de Rusfifche boek; Floot in de Middellandfcfjs Zee. Gefchil . tusfehen de Bewindhebber en det West-Indifche Maatfchappye te Amftetdaijt en de Hoofddeelgenooten in Zeeland, over de Vaard op Effequebo en Demerary* Staaten van Holland dryven dit fluk hoog. Staaten van Zeeland kanten 'er zich tegen. Gevoelens der onderfcheidene Geweften op dit ftuk* Men pelt voor den Stadhouder tot Scheidsman te verzoeken. Op welk een voet Holland Jiier in bewilligt. Hoe Zeeland dit toeftemt. Zyne Hoogheid neemt op zich Scheidsman ta weezen. Uitfpraak. Nadere fchikkingen hier op gemaakt. Bezending uit hun Hoog Mogenden en den Raad van Staaten na Zeeland. De Grietslieden en Magi/lraaten.itz Friesland gemagtigd om hunne Procureur. Fiscaals af te zetten. Poogingen tot het beteugelen der Drukpersfe. Ontworpen Plakaat tegen Godslaftcrlyke Boeken en Gefchriften. Daar tegen ingeleverde Verzoekfchriften der Boekhandelaaren doen het agter blyyen. Het Stee dj e Bronkhorst brandt gedeelt lyk af. Inbreuken in de Rhyn- Tsftlen Betuwedyken in het Naajaar van mdcclxx. Watervloeden in 't Foorjaar van m r> c c l x x i in Gelderland. Onderfland aan de Behoeftigen. Holland met Waterwee gedreigd. Verdre gevreesde en ondervondene Waterelenden. Ruime Inzamelingen in Holland ten behoeve der ver arm ds. Gelderfchen. Mindere Watcrcnheilen deezes ^aars. Schaarsheid en Duurte. Vrees, voor  HISTORIE. H3 maakings Brief betuigende „ dat gelyk xc. ■ de alleszins voordeelige gefteldheid van boek, eene Vorftinne , uit een der magtigfte ■ „ Huizen van Europa, met de uitneemend3, fte hoedanigheden begaafd, en met Hem j, van een en denzelfden Godsdienst b ely- ■ denis doende, de vafte waarborgen wan ren, die Zyn geluk in deeze Egtveree„ niging, zouden verzekeren; zo durfde i Hy zich ook vleijen , dat deeze Zyne 5, Verbintenis , uit hoofde van eene ge„ pafte overeenkomst met de belangen van „ den Staat , hun Hoog Mogenden niet „ onaangenaam zou weezen ; en hoogst- derzelver goedkeurende toeltemming „ wegdraagen." Van deeze gaven zy blyk in vyf Brie- Goedkeu? ven, ingerigt om niet alleen den Erfftad- jPfc Xa£ houder voor de Bekendmaaking te bedanken; maar ook den Koning, de Koniuginne, de Prinfcs Douariere en de Prinlësfe van Pruisfen , wegens deeze Huwelyks verbinteniafe, geluk te wenfchen. Zy betuigen onder anderen, in den Brief aan zyne Pruisfifche Majefteit, „ dit Huwelyk „ niet alleen aan te zien als eene. Zaak , „ die het hoogfte genoegen moest geeven-, j^aanjden Prins, Hun zo dierbaar,' en aan 5, wiens Huis Zy zo groote verpligtingen „ hadden; maar ook als een Band van die „ Vriendfchap , welken Zy zich vleiden dat daar door onverbreekelyk zou ge„ maakt vvorden; tusfehen zyne Kor'ng# lyke Majefteit en Hunnen Staat." —r—• De Afgezanten van vreemde Mogenhe- XXIV. D e el, H h&i.  HISTORIE. itr ftortten. Een pragtige Maaltyd, gevolgd xc. van den gebruiklyken Fakkeldans, befloot boek.. den Trouwdag van het Vorstlyk Paar, door — hunne Majefteiten, de Prinsfen en Prinfes- 1767. fen na 't Huwelyks bedde geleid. De weinige dagen, die de jonggetrouw- 't Vorstlyk den te Berlyn doorbragten werden in ver- Paar onder luftigingen en vreugdebedryven gelleeten.. ^enr(J^ Teder was het affcheid. De Prins van Cölu Pruisjen, en de geheele Vorstlyke Bruns■wykj'che Familie, deedt hun uitgeleide tot het Lustflot Vechelde. De Graaf van wassenaar obdam ontving het hooge. Paar op het Huis Twikkelo , waar de Hertog van brunswyk, uit 's Gravenliaage na 't Loo getrokken, om hunne Hoogheden te verwelkomen, hun op het aangenaamst verraste. Te Deventer was alles' in gereedheid gebragt om den Stadhouder, met zyne Egtgenoote, in te haaien, te begroeten, en op de reis na 't Loo ververfchingen aan te bieden. Dit Lusthuis, fraay verlicht ontving de nieuw Getrouwden, die 'er tot den negen- en- twintigften van Wynmaand vertoefden. De Steden Utrecht, Woerden en Leyden, op den weg na 's Gravenhaage doorgetrokken, zogten elkander in Eer - en Vreugdbetooningen de loef af te ileeken, en waren deeze niet minder dan in Lentemaand des voorgaanden Jaars. De Hertog van Brunswyk en de Prins van Op de ©Nas/au Weilburg, wagtten in 't Huis dc r£njacf-m Oranje-Zaal, de nieuwGetrouwden op,die gehaalden 'er den dertigften van Wynmaand aankwam geiukgemen. Van den volgenden dag af, tot den Wënscht, H 3 ze- •  ïi8 VAD ERLANDSCHE xc. zevenden van Slagtmaand, waren de hooioEK. ge Staatsvergaderingen, en delaagere, die in 's Gravenhaage vergaderen, als mede de 1767. Gezanten der vreemde Mogenheden, de Magiftraat der Hofplaatze, en de Kerklyken, bezig om het Vorstlyk Paar te begroeten en 's Hemels Zegen toe te bidden. Alles haakte intusfchen na den negenden dier Maand, beftemd ter ftaatlyke Intrede van hunne Hoogheden, om welke grootsch en luifterryk te maaken alles zich vereenigd cn men een toeftel vervaardigd hadt van Eerepoorten, die, in fraayheid van Vinding en fchoonheid van Schilderwerk, voor geene immer hier te Lande vertoond behoefden te wyken. fntrede Het losbranden van één- en- twintig in 's Gra- Stukken Gcfchuts kondigde den Dag der veaitaage. jntrede den Tngezetenen der Hofplaats aan. Het Krygsvolk en de Schuttery verzamelde vroegtyds op de bepaalde plaatzen , om den Vorstlyken Trein van de Oranje-Zaal, na het Stadhouderlyk Kwartier te vergezellen; of onder den weg, in dc voornaamfte Straaten, te begroeten. Op den voortocht, uit Krygsvolk en Hofbedienden te paard beftaande, volgden acht Koetzen, ieder met zes paarden befpannen, dc vyfde, waar in het Doorlugtig Paar zat, werd voorgegaan en gevolgd , door een önderfcheiden ftoet van meer en min aanzienlyke Hofbedienden, Lyfwagten, en de Trein door twee Esquadrons Guardes Dragonders befiooten. Deeze door de pfagtige Eerepoort van de Magiftraat vervaar-  HISTORIE. n_9 yaardigd rydende , verwelkomde dezelve xe.hunne Hoogheden, terwyl de in ryen ge- boek» fchaarde Schuttery, onder het roeren der i trommen, hun begroette. Geduurende 1767. dien optocht, onder den toevloed eener ongelooilyk groote menigte aanfchouwercn van heinde en ver gekomen, om dien by te woonen , werd het kanon losgebrand, en dit gebaldcr vervangen cloor 't gelui en het fpeelen der klokken. — Groot en kostbaarwaren de toebereidzelen om denNagt, op dien Dag volgende, door een gloed van Kunstlicht, als in een dag te herfeheppen, en elkander voorby te ftreeven in verlichte Schilderftukken en Opfchriften tot deeze heuchlyke Gebeurtenis bctrekkelyk. Een fterke wind, 's naaniiddags ontftaan, dreigde het genoegen, 't welk men zich met grond van zo veel tocltels beloofde,, te zullen ftooren; en kwam die ftoorenis met de daad. Die wind aanhoudende, bluschte de Verlichtingen van den Tooren der groote Kerke, van de beide Eere Poorten , van het ganlbhe Muurwerk langs den tangen en korten Vyverberg , van het Eilandje in den Vyver, 't welk een heerlykp achtkante zaal vertoonde, van de Hotels van den Hertog van Brunswyk, den Prinfe van NasJau Weilburg, en verfcheide buiten-; landfche Gezanten, en van de Huizen van veele andere Lieden van Rang, die een verrukkend gezigt zouden hebben opgele-> yerd, zodanig uit, dat zeer weinig gedeeltens van dezelve eenig zweemzel vertoonden van de cierlykheid, welke de.kunst H 4 " daar,1  ï22 VAD ER. LAND SC HE xc. valkenburg, waar een ontbyt hirft boek. wagtte, de Begroetingen der Regeeringe, der Officieren van de Burgery, enderPredi- 1768. kanten van de Nederduüjche en Walfche Gemeentens. De eerfte Drukken van laurens koster, op welke die Stad , met zo veel regts , roem draagt, vertoonde men aan hunne Hoogheden. Het heerlyk Orgel in de Groote Kerk liet zich, terwyl zy deeze bezagen, door een kunstryke hand geroerd, hooren. Gelyk het Kanon van de Wallen gelost en het Klokkenfpel de aankomst aangeduid hadt, herhaalde men dit beide , toen het Reisgezelfchap , met twee binnen trekjachten, na 's Gravenhaage te rug keerde. Reis door Een uitgeftrekter Speelreisje, in't laatst Hollands van Bloei- en 't begin van Zomermaand, Gedeelte dooT 'r Vorstlyk Paar gedaan , verfchafte eenige Steden en Plaatzen gelegenheid om 't zelve, elk op zyne wyze, te vereeren. IVasfenaar, Kavwyk en Noorcwyk mogten eerst dit Bezoek genieten; Overvcen, op de Lustplaats van den Amfterdamfchen Burgemeefter gualterus petrus boudaan, hunne Hoogheden ten Middagmaal onthaalen, en Bcekeftcin, in 't verruk» lyk fchoon Kwartier van Felzen, den Heer jacob boreel jansz., Raad en Advocaat Fiscaal in 't Gollegie ter Admiraliteit van Amficrdam toebehoorende, hunne Hoogheden ten nagtverblyve dienen. — Alkmaar had zich gereed gemaakt om, op de plegtigfte wyze, het hooge Gezelfchap te ontvangen. Onder 't losbranden des Ge-  HISTORIE, 123 Gcfchuts, door de gewapende Burgery bin- xc. nen gereeden, en op 't Stadhuis begeleid, boek. begroette de Hoofd Officier rutgekus -—_ paludanus hunne Hoogheden; en 176$. werd daar in gevolgd, door de Officieren van het daarliggend Krygsvolk, als mede door de Gereformeerde en Lutherfche Predikanten, ook hadden de Officiers der Burgerye gehoor. Te Alkmaar ftaatlyk uitgeleid zette het WnterverReisgezelfchap de reis voort na Hollands maak op Noordlykften Uithoek, de Helder, om op ^any„^ de Texelfche Reede, een Water vermaak te het hooge neemen, 't geen van wegens de zonder- Gezellinghcid eene eenigzins breeder befchry- j^f™11" ving vordert. De Batteryen, by Kykduin b 1-1 ' cn op 't Strand geplaatst, begroetten met. Eerefchooten het Vorstlyk Paar, vergezeld van den Hertog van Brunswyk , en een maatig gevolg van Hofftoet. Vyf Oorlogfchepen, waar over de Vice Admiraal roemer veacq het gezag voerde , lagen op de Reede, benevens zeven Admiraliteits Jachten. Zo ras hunne Hoogheden op een dier Jachten kwamen, woei de Vlag van den Admiraal Generaal van 't zelve; de Oorlogfchepen begroetten deeze metéén- en- twintig fchooten, met tweeen- twintig fchooten van de Battery by het Jacht bedankt. Als in een oogenblik waaiden van alle de Oorlogfchepen te gelyk de Vlaggen van alle bekende Volken ■ welk vreemd,doch aartig gezigt tot zonneondergang duurde, wanneer die flodderende Vlaggen, zo fpoedig als ze ontrold waren.  Ïa8 VAD E RL AND SC HÈ xc. die tot de Vroedfchap behoorden vergade*Boek. den $ en verzogten gehoor ; waar in de . Penfionaris van berckel, van w gen 176%. de Vroedfchap, het verwelkomend woord voerde. Eene en andere Aanfpraak beantwoordde zyne Hoogheid met betuigingen van zyne onwankelbaare gezindheid om de welvaardvan deezen Staat, en van Amft erdam in 't byzonder, naar zyn uiterfte vermogen, te bevorderen. Vervolgens verleenden hunne Hoogheden gehoor aan het Collegie der Admiraliteit, aan de Bewindhebberen der Oost- en West - Indifche Maatfchappyen;aan de Directeuren der Sociëteit van Surinamen; aan het ganfche Lichaam der Kooplieden, verbeeld door eenigen daar toe uitgekoozene Heeren van de aaitzienlykfte Koopkantooren , met den Heere Hendrik bikker aan 't hoofd; aan de Collonellen, aan het Collegie van den Levantfchen Handel, en eindelyk aan de Leden van den Gereformeerden NederduitfchenKerkenraad,als mede aan die der Wal-fche, Engelfehe en RemonfirantfcheKerken* De Afgezondenen der Lnterfche, Doopsgezinde en Roomfche Gemeenten, benevens die der Joodfche Synagogen, werden, daar de tyd te verre verloopen was, tot een anderen dag uitgefteld, op welke zy zich ook van hunne eerbiedenis kweeten. Een gezelfchap uit omtrent zeftig Perfoonen beftaande woonde den Middagmaaltyd by^ de groote,Zaal fchonk in den avond een allerfehoonst Concert, waar zich de bevallige Stemmen van een Italiaanfchen Zanger  HISTORIE. 129 ger en twee ïtaliaatifthe Zangeresfen tus- xc. fchen het geluid van veelerlei Speeltuigen boek.' iieten hooren. Onder dit alles was' het uur gekomen op 1768. 't welke alle Huizen van Amjlerdam , op Vreugde weinig minder dan dertig duizend geteld, blykeiï, volgens eene Waarfchuwing der Regeeringe, moeften verlicht worden. , De Openbaare Gebouwen, en boven al het Stadshuis , ftaakert in die algemeene Verlichting met onverdoofbaafen glans uit; dè Tooren van dit grootsch Gebouw en de Voorgevel leverden een allerverrükkendst gezigt op, een luifterryke Zon in 't midden van duizenden van lichten flikkerende, maakte eene vertooning die alle befchryving overtrof. Hunne Hoogheden bezagen, met een aanzienlyk Gevolg, vergezeld van Heeren en Dames uit de Regeering, deeze Verlichting, deels de Stad door rydende, deels in Jachten vaareiide, om, naar de plaatslyke gelegenheid, alles op de best rhogelyke wyze te zien, en te deelèn in de vreugd , die langs de krielende Gragten en Straaten groot en kléin vervulde. , ., Den volgenden dag nam zyne Hoogheid, De Pnns als Admiraal Generaal, Zitting in hetColle- xkling in gie ter Admiraliteit, op 't ftaatlykst def- de Admiwaards begeleid, ontvangen, en begroet raliteit. ., mét eene Aanfpraak vatf den Voorzitter ^\av£? MARI'US A'nthony CAREL VAN VOERST , TOT borgel. Het groot Jacht van de Admiraliteit met de XXIV. deel. I twee  HISTORIE. i33 kort gedaan werd, maar dat dit fterke licht xe. zelve, en de byzondere kleuren der lam- b 0 e k,' pen, door elkander gefchakeerd, de even- redigheid en kunst van alles te trefFelyker 176G. deeden uitkomen. De Dans begon ten tien, en eindigde omtrent één uurcn, wel? ken tyd, die niet danften, noch zich met het aanfehouwen van den Dans verkoozen te vermaaken, mee het Kaartfpel doorbrag^ ten. Hunne Hoogheden, derzelver Gevolg, de Gastheercn en de aanzienlyke Gcnoodigden, begaven zich ten Maaltyd in de Schepenskamer, het overige Gezcllchap in de Gaanderyen daar groote en kleine tafels gedekt ftonden. Naa den Maaltyd werd de Dans hervat. Wanneer omtrent* drie uuren hunne Hoogheden vertrokken, zweeg, op een gegeeven teken, de Muzyk, het dansfen hieldt op, en het Gezelfchap fcheidde in alle ftilte. De aatfte dag des verblyfs befteedden hunne Hoogheden in 't bezien van nog onbeziene Geftichten, van 't beroemd kabinet des Heeren g. braam kamp. De Jooden, zo Portugeefche als Hoogduit'fche, hadden hunne Synagogen van binnen fraay vercierd, de Rabbis boezemden hunnen Zegen over den Vorst en Vorftinne uit als zy in die Kerken getreeden waren. Naa het houden' van den Maaltyd, met keur van aanzienlyke Gaften, werd 's avonds de Schouwburg nogmaals bezogt, eenBly- en Klugtfpel, met een Ballet tusfehen beiden, voerde men thans ten tooneele. Hadt de beroemdeTooneelfpeeler jan punt de I 3 eer-  *«4 VADERLAND SC HE xc. eerfte keer met eene Aanfpraak het^ Toeboek. neelvermaak geopend, zyn niet min be- roemde Mededinger in het Treurfpel, de 1768. bejaarde izaak duim, floot thans 't zelve in 't Zinnebeeldig kleed van 't Schouwburg , met eene Dankzegging in Dichtmaat. Vertrek üp den vierden van Zomermaand, den uit^wt- dag tot het vertrek beftemd, kwamen de ftrdan. zeflig Burger Compagnien vroegtydig in 't geweer, en fchaarden zich langs den weg, dien 't Reisgezelfchap zou neemen van den Dam af tot de Utrechtfche Poort. Die van denGeregte, en anderen, benoemd om de Affcheidnecming by te woonen en 't Uitgeleide te doen, verfcheenen op 't Stadhuis. " De Hoofd - Officier fprak het Vaarwel uit. De Prins en Prinfes betuigden op 5t fterkst hun hoogfte genoegen over de wyze waar op zy van Stadswegen, ontvangen en onthaald waren. Het uitgeleide gefchiedde met een aanzienlyken trein van Koetzen tot buiten de Utrechtfche Poort, waar hunne Hoogheden, uit de koets getreeden, het laatfte affcheid van de Heeren der Regeeringe namen onder herhaalde dankbetuiging. In de Jachten gegaan, en na de Weesper zyde des Jmftels overgeftooken zynde, hoorde de Stad de affcheid groete van 't Gefchut der Eatterye omtrent da Utrechtfche Poort. BurgemeefterS hadden den Prins, kort naa zyne aankomst, verzogt, om, zo lang hy de Stad met zyne tegenwoordigheid vereerde, het Wagtw.oord te willen gecven aan den Hoofd-  HISTORIE. 137 hunne Hoog Mogenden, begroet («*> xc. Zyne Hoogheid reedt zyn Koninglyken boek, Oom op de grenzen, aan geene zyde vair Doesburg, te gemoet, en geleidde hem na 176B. 't gemelde Lusthuis, waar zyne Majefteit drie dagen vertoefde, tot onuitfpreeklyk genoegen zyner Nigte. Prins hendrik van Pruisfen, met Gouda regt voor een der grootfte Krygshelden door het deezer Eeuwe gehouden , gaf in Oogst- p ^"f/n maand een Bezoek aan zyne Nigte. Staa- prj„s „EN,. ten van Holland, van diens komst verwit- drik van tigd,benoemden eene Bezending om hem op Prut{f'n 't Huis in 't Bosch te verwelkomen; doch e °^ ' by 't vraagen na den tyd, wanneer het zyne Koninglyke Hoogheid gelegen zou komen, (*) Gelderland, Holland, Zeeland en Utrecht hadden ieder uit de haaren een Heer voorgedraagen om het begroetend Gezantfchap uit te maaken; doch de Voorzitter ter Algemeene Staatsvergaderinge hadt kunnen goedvinden , een Afgevaardigden uit Friesland, met agterflelling van den door Zeeland voorgedraagenen, te benoemen. De Afgevaardigden van Zeeland, dit voor eene kleinagting van hun Gewest , het derde in don rang der Bondgenootfchaplyke Geweften , houdende, hadden zich tegen dit befluit verzet; en zich aan geene fchikking of looting willen onderwerpen, en beklaagden zich over het ongelyk hun Gewest aangedaan, het regt vorderende der Staaten van Zeeland om des te raadpleegen, en nadere Aantekening te doen. Dan de overige Geweften betuigden, dat 'er geen oogmerk geweest was om Zeeland met eenige kleinagting te behandelen. Staaten van Zeeland keurden het gedrag hunner Afgevaardigden goed. Not. van Zeel. 29 Aug. 1768. I 5  133 VADERLAND SCHE xc. men, om die Bezending te ontvangen, bebo ek. dankte hy voor dit bedoelde eerbetoon, • Om dien Prins te vermaaken beraamde het 1768. Vorstlyk Paar een Speelreisje na Gouda. De Regeering dier Stad, des verwittigd, en tevens verzogt dat de Schuttery niet in de wapenen zou verlchynen, als by een ftaatlyk bezoek, wilde nogthans die Vorstlyke Perfoonadien op eene vocglyke wyze ontvangen, en vergaften. De noodige ontwerpen werden daar toe vervaardigd en zodanige. Bevelen aan de Burgery gegeeven als llrekken konden om alle goede Orde te bewaare'n, in eene Stad, die men voorzien kon dat, ten dien Dage, opgevuld zou weezen met Vreemdelingen uit de nabuurige Steden en Dorpen, door de maare dier Overkomfte , dcrwaards gelokt, en door nieuwsgierigheid gedreevcn. De groote Kerk was beftemd om de hooge Gallen te ontvangen. Zy naderden in vyf Koetzen , gedekt door een Ruiterwagt, op den middag, de Stad, het Klokkcnfpel gaf hier van kennis. De Trein, door de Stads Wagtmeefter geleid , reedt ftaatlyk na de Kerk, waar hunne Hoogheden, door de Magiflraat ontvangen en verwelkomd, de beroemde Kerkglazen In 't klein gefchilderd, en voorts in 't groot, bezigtigden onder het fpeelen van het deftig Orgel. De Voorzittende Burgemeefter verwittigde zyne Hoogheid, dat Burgemeefters de vryheid hadden genomen om, in de Stads Doelen, een Middagmaal te doen aanrigten, 't welk zy hoopten dat  HISTORIE. 139 dat hunne Hoogheden gunftig zouden aan- xc. neemen; en voorts toeftaan, dat by der- boek.. zeiver vertrek, de gewoone Eerbewy- > zing met het Stadsgefchut gegecven 176Q. mogt worden. Het een en ander nam zyne Hoogheid aan. Naa het bezigtigen eener Pypenmaakerye, de Hoofdfabryk der Stad, en eenige andere byzonderheden, namen zy deel aan den vervaardigden Maaltyd ; by het uitweeden van de Doelen, by het komen op de Markt, en by het uitryden van de Poort gefchiedden de vergunde begroetingen met het Gefchut van de Wallen der Stad, die zich met dit Bezoek zo zeer vereerd vondt, als hunne Hoogheden over 't onthaal voldaan waren (*). De Prins van Nasfau Weilburg, zag op Frederik den vyf- en- twintigften van Wynmaand wïllem zyn Huis vermeerderd met een Zoon, ge oorendie, by den Doop, met Vorstlyke ftaatlykheid verrigt, den naam van f rederik willem ontving. 't Ontbrak in den Lande, waar de Gefchil Vreugd en Vrolykheid zo by aanhouden- ^^j^hi heid ten rye gingen, aan geene rustftoo- en Gonirende Gefchillen, fchoon dezelve niet van (hem, over den belangrykften aart of het verfte voor- bet Sta_ uitzigt waren : eene korte vermelding zalpeie8t' volftaan kunnen. Een der uitftee- kendfte voorregten van Hollands oudfte Stad (*) Refol. van Holt. 3 en 9 Aug. 1768. N. Ne» iori. Jaarb. 17Ó8. bl. 654 en 93(5.  14© VADERLANDSCHE xc. Stad is het Stapelregt, onder de Graafly» boek. ke Regeering gefchonken, uitgebreid, be^ i veftigt, en tot den huidigen dag aan dezel- 1768. ve eigen gebleeven. Ingevolge.van 't zelve kan men verfcheide Koopmanfchappen, die, voorby dezelve de Rivieren op of af komen, doen ontlaaden, eenige dagen te koop veilen, en van de verkogte zekere Regten vorderen. De overige Hallandfcha Steden, alsmede eenige Dorpen, hebben niet zelden, over dit Stapelregt, als een handeldrukkend bezwaar, geklaagd; de-, wyl het haar niet flegts ongelegen kwam de voorby gevoerde Goederen te veilen; maar boven al om dat zy niet goedvonden, de Ongelden door de Dordrechtfchen op den Stapel gefield, en allengskens verhoogd, te betaalen. 't Noodwendig gevolg hier van is geweest het maaken van overeenkom* Oen met verfcheide Steden; die, egter, plaats lieten tot veele hoogst onaangenaame gefjhillen (*). In den jaare mdcclxvi, ontfiondt 'er dus een tusfehen Dordrecht en Gornichem, welke laatstgemclde Stad meermaalen hier over te kampen hadt, Drosfaart en Burgemeefters deeden , ter Vergaderinge van "hun Ed. Groot Mogenden, by monde van de Afgevaardigden der Stad, een Voorftel, wegens de drukkende wvze op welken die van Dordrecht, { het rn T^enw. Staat IV Deel, bl. 327. J- kok: radek Woordenboek, Art.. dordrecht. Mf* Jol. van Hall. S Nov. 176&  HISTORIE. 141 hét Stapelregt,- ten hunnen opzigte, uit- xci oefenden. Deezen verdeedigden her ge» boe k* houden gedrag ip een verzogt Berigt aan — Staaten van Holland, beweerende, dat de 1768* zaak door den gevvoonen Regter, en niet door hun Ed. Groot Mogenden, behoorde afgedaan te worden. Die van Gornichem hielden, in een breedfpraakig Tegenvertoog, ftaande, dat het beflisfen deezes gefchüs den Staaten toekwam, 't Welk de Dordrechtfchen, in den aanvang deezes Jaars, op hunne beurt, tot handhaaving van hun Stapelregt tegen gingen. De zaak werd aan het groot Befoigne overgegeeven (*). Byfter hoog was een Twist over de Twht te Magiftraatsbeltelling in Monnikendam ge- Monniken* ïoopen, die in dit Jaar, door tusfehen- ^"1°!!! komst van 't Hoog Gezag, eindigde. De ftraatsbe^ verkiezing tot de Ontvangers plaatze der Helling. Gemeene Middelen te dier Stede gaf aanleiding tot oneenigheden, en deeze wederom aan zommige Leden der Regeeringe gelegenheid om zich te ontflaan van eene voorheen onderling aangegaane verbintenislè , en te befluiten om alle Ampten, Commisfien, en de gantfche Magiftraatsbefteiünge der Stad aan den Erfftadhouder af te ftaan, en op te draagen, en, zonder eenige bepaaling, aan diens vrye £*) Rrfot. van Holl. 28 Jan. 16 Sept. 17Ó7. fen 30 Jan. 1768. N. Nedcrl. Jaarb. 1767. bl. 64. Voor 't Jaar 1768. bl. 127*.  14*: VA DER LAND SC HE xc. vrye befcliikking aan te bevelen (*). VeeftOEK. le Papieren hier toe betrekkelyk zagen het . licht, by welken men elkander over en we- 1768. der van kwaade trouw en vervalfching dn de verhaalen befchuldigde, doormengd met eene menigte van haatlykheden. In ftedevvan de Eensgezindheid, door Staaten van Holland, den Regenten deezer Stad aangepreezen, te betoonen, zag men op nieuw den geest van Onmin heerfchen by de Verkiezing van Burgemeefteren in Oogstmaand des Jaars mdcclxvii, Het toeti ontftaande Gefchil beftondt hoofdzaaklyk hier in, of de Boonlieden, die zwarte Boonen getrokken hadden, verpligt waren, de eerfte kiezing van drie Perfoonen tot nieuwe Burgemeefteren te doen uit de overige Leden van de Vroedfchap , dan of dezelve vryheid hadden om ook andere Perfoonen , buiten de Leden der Regeeringc , te benoemen. Burgemeefters en Vroedfchap hielden toen de eerfte Benoeming op drie Perfoonen, geen Leden van de Vroedfchap zynde, gevallen was, het eerfte; doch de Hoofdfchout der Stad, benevens nog drie Heeren uit de Regeering, het laatfte ftaande. Elk leverde by Staaten van Holland de bewyzen in , welke zy meenden te hebben voor de Party door hun omhelsd. Het voorgevallene by (*) Berigt aangaande de Oneenigheid ontftaati^ tusfehen de Regenten der Sta4 Monnikendam, ï«* Amft. by J, SCHRIUDERj  HISTORIE. 143 by het maaken der betwifte Benoeming, xc. werd door de Meerderheid in zodanig een boer* licht gefield, en by Staaten van Holland • voorgedraagen, als of de Minderheid, niets 17604 minder bedoeld hadt dan om,door Oplland en Geweld, haare zaak door te dry ven, een der Vroedfchapsleden belchuldigende van geroepen te hebben, Wapent UBurgers, wy hebben eene vrye Verkiezing, en ziet hoe dat uwe Privilegiën gekrenkt worden! Eene taal die van de andere Party ontkend en dat Lid der Vroedfchappen alleen in den mond gelegd wordt, dat hy, by 't uitgaan des Burgèmeefters van sanen, zeidej Ziet, Burgers, daar gaat hy, welke de Privilegiën wilde overgecven, en zo Wordt met de Privilegiën gehandeld; doch men hadde niet kunnen verwagten, dat de Kans (*) ons zo wel zou dienen! Voorts zyn de wederzyds ingeleverde Berigten van het voorgevallene, fchoon met Eede en aanbod van Eede geftaafd, zo wyd verfchillende, dat men ze naauwlyks voor befchryvingen van de toedragt eens zelfden gevals zou houden, Allerfterkst weerden dc drie Heeren claus, nahuis en houting, by Staaten van Holland, de betigting af als of zy hun best zouden gedaan hebben om de Burgery tot Oproer aan te zetten; daar omtrent verklaarende , dat die befchuldiging uit loutere kwaadaartigheid voortlproot, en (*) Dii woord ziet op den Kans der Boontrekkinge.  mVADERLANDSCHË xc. en de betigters niet gefchroomd hadden,1 èoek. door veele onbefchaamde leugeneii , den Souverain te misleiden ; dat zy niets ge- 176%. daan hadden dan het goed Regt hunner Stad en Burgerye te verdeedigen; dat dit alles alleen een gevolg was van het tegen hun opgevatte ongenoegen, dat zy eerst,tegen den zin van zommigen hunner Medeleden, zich zeiven gelyk wilden handelen, in het bewyzen van behoorelyke agting aan het Eminente Hoofd der Regeeringe, dan, by vervolg, zo zy meenden op goeden grond, zwaarigheid hadden gemaakt, zich, zo als veele andere Leden,te voegen by den Voorfiag van den Heer Burgemeefter van sAnen, om naamlyk de Stad , en alles wat tot de Magiftraatsbellellmgbehoorde,aan den Erfstadhouder op te draagen, en by eene byzondere Commisfie daar van overdragt te doen; welke handelwyzc men gaarne hadt willen bedekt houden. By Staaten van Holland werd de Benoeming op drie Perfoonen buiten de Vroedfchap, onbeftaanbaar met de Privilegiën-' der Stad Monnikendam gekeurd, en gehouden als niet gedaan; voorts Boonheeren gelast eene andere Benoeming te vervaardigen uit de overige Leden der Vroedfchap. Wordende aan Burgemeefteren en Vroedfchappen onverlet gelaaten, om voor het vervolg, omtrent de Verkiezing vari Burgemeefteren, overeenkomftig de Privilegiën , zodanig een Verzoek aan hun Ed. Groot Mogenden te doen, als zy ten mee- " ften-  i48 VADERLAND SCtïË .xc. zoeken der Vroedfchap, niet kon worden Boek. getreeden (*). . Wanneer zyne Hoogheid, den Heer 1768. willem van ciTTÈRs zyn ontflag ÜenRaad- als Vertegenwoordiger van Eerften Edelen penfiona- verleend hebbende , by eenen Brieve 'jZee^Umd Staaten van Zeeland aanfchreef, dat hy ' bY voorraad, ook van zynen middel- wege, in het Collegie der Gecommitteer&»A 3eb «. ubc: • .ge (*) Not. van Zeel. 2 Juny 1 Aug. 5- 8. 12. 19, a?. 23. 26 Sept, 13 en 31 Oct. K 5  J54 VADERLAND SC H E xc ge Franfche: Prenten , als Tekeningen van Boek. rood- en zwart-kryt in 't licht gekomen, . Zyn werkzaame en vindingryke geest baar- }76&. de eene kunst geheel verlchiüende van die der Franfchen % en fchoon zy in eenige opzigten gemeenfchap mogt hebben, met die der in den finaak van Tekeningen gedrukte Kunstplaaten in Engelcaicj, . - door k napton en pont uitgegeeven, egtcr, door hem uitgedagt en voltooid was, eer ooit het werk dier Èngelfche Kunftenaarcn hem onder 't gezigt kwam, ennaar 't algemeen oordeel der Kunstkeunercn, door onzen VaderlandfchenKunftenaar, verre overtroffen werd. Zo groot was de gelykheid tusfehen deeze Afdrukken en -de Ongir.ee/en, dat de Uitvinder,; ona alleen bedrog, z« omtrent Liefhebberen als Onkundigen, voor te komen, ze van agteren met zyn -ni- ' l wapen tekende, i Geen wnnder.dat hy, de moeite en kollen aan dit werk vast -mofaT in aanmerkiug genomen zynde , het geheim dier Kunst aan niemand openbaarde; fchoon hy openlyk verklaarde in geene-j deele ten oogmerk te hebben de Naakoine* liHgfohap t'e'berooven van.eene zoibevjfifjtgé'als nutte kunsthewerkiag ( f ). Doch daar deeze Prenten niets gemeens hadden, met alle andere foovten, dan dat ze even. als deeze.Plaatdrukkeu.waren , zo kwamenzy de oorfpronglykc Tekeningen zo veel nader, dat het onderfcheid tusfehen bei- CO Faderl. Letterorf. V D. I Sfi bl. 467, r A  55» VaDERLANDSCHË xc. „ tyd, betoond; dat zy nooit zouden naS0EK. ?, laaten te erkennen de uitfteekende diente - „ ften, welken hy aan den Staat en by- ■ifSg. „ zonder aan het Finantie wezen van de .. ?, Generaliteit hadt gedaan: dewyl de Raad zich wel herinnerde de géfteldheid van die Finantie , zo by den aanvang van „ zyn Thefaurier Generaalfchap, welker „ voorfpoediger en meer bloeiende ftaat £ zy aan zyne verlichte poogingen toe- fchreeven; en terwyl zy zich moeften „ beklaagen over het gemis van een zo „ kundig en vaardig Staatsdienaar; beji, dankten zy hem op 't hartlykst Voor alle „ Dienften den Vaderlande, in 't alge„ meen, en den Raad van Staaten in 't „ byzonder, beweezen." De Voorzitter gaf j uit naam zyner Hoogheid, in bedenking of men niet zou; kunnen goedvinden, deezen Heere, tot erkentenis zyner Dienften, en ten betoon van de agting des Raads voor zyn Perfoon, eene Gedagtenis aan te bieden; dit voorftel behaagde en men befloot tot het geeven eener Gedagtenisfe. De overgereikte Sleutels werden overgegeeven aan den Heer paulus adriaan gilles, Secretaris van den Raad van Staaten, die in Grasmaand, op voorftellinge des Erfftadhouders, de Opvolger wa« van den Heer hop (*). De C*) &tf«t. Grttrdl. Ven. 31 Maart 1769, ïfeeitrt. Jaarb. 1769. kl. 5°7- 517.  fcfï sTÓRl E; i6i De vierde vyfjaarige dienst van den xc? Heer piet er steyn, als Raadpenlio- boek.1 naris van Holland, liep met Hooimaand — teneinde; fchoon deeze, omtrent dezelfde 1769. Jaaren als de Heer hop telde, toonde hy p. steyk zich genegen en gereed, toen hy voor de °p ™cu™ dus verre gedaane dienften bedankt en met ^,^„3" eenpaarige {temmen verzogt werd, dat rjs aangek hoogwigtig Staatsampt, op den zelfden fteld. Voet, weder, voor vyf Jaaren, te aanvaarden , om 't zelve op de fchouderen te neemen , en zich met Eede, op nieuw, daar toe te verbinden. In Slachtmaand des voorleden Jaars had- * Gefchil den de Bewindhebbers der West-Indifche ^e^",ye Maatfchappye ter Vergadering van Tienen vau F_ v. een Befluit genomen om den Heer fer- collen, dinand van collen, Olld-Sche- als Repre- pen en Raad van Amflerdam, in de hoeda- vanzVne nigheid van Reprefentant van zyne Hoog- Hoogheid heid, als Gouverneur Generaal en Opper- by de bewindhebber der West-Indifche Compag- ^g""**" nie, eene Jaarwedde van zes - en - dertig fcfaathonderd Guldens toe te leggen, in deeze ichappyf fomme begrypende alle de koften, welken bttüsu die Heer, in deeze hoedanigheid, ten dienfte der Maatfchappye, zou maaken, en daar op de goedkeuring by hunne Hoog Mogenden verzogt. De Hoofddeelgenooten dier Maatfchappye ter Kamer van Amflerdam ftonden verfteld over dit Befluit, genomen zonder agt te Haan op hét d.aat van verfchillend begrip, door hunnen Be* windhebber, in hunnen naam, verklaard i XXIV. ii e e l. h  ifa VADERLAND S C HE Xc. 't welk Bewindhebbers , hoe zeer ftrydig Boek. met de gewoonte, in hunne Aantckcnin■—«■— gen niet geboekt hadden; zy ftonden niet 1709. minder verbaasd, dat men de goedkeuring van hunne Hoog Mogenden verzogt hadt, zonder dit Befluit, zo als men gewoon was, hun onder 't oog te brengen; om dus 't zelve als éénpaarig genomen te doen voorkomen. Zy vaardigden, door hunne Hoog Mogenden omBerigt verzogt, een Brief aan die Hooge Vergadering af, den ganfehen ■ toedragt der zaake blootleggende : waar op zy aanweezen, dat dit Befluit 'op eene gansch onwettige wyze was genomen, en daar en boven zodanig tegen de Gefteltenisfe der Maatfchappye aanliep, als mede zo ' weinig met het belang der Deelhebberen over een te brengen was, dat het, huns oordeels, de goedkeuring van hunne Hoog Mogenden niet zou kunnen weg draagen. De Hoofddeeigenaotcn hadden begreepen, dat men aan den Reprefentant niet alleen eene fomme van zeven honderd en vyftig Guldens, tot betaaling van eenen Secretaris, moest toeleggen; maar ook zes honderd Guldens voor Reiskoften; en dat men dien Heer geen beter erkentenis kon geeven voor de dienften en zorgen, door denzelven reeds aan de Maatfchappye hefteed y en die men verder van hem verwagtte, dan zulk eene die gefchikt was haar de gefteltenisfe van de Compagnie, en gelykfoortig met het geen zyne Hoogheid zei?  III S T O R I E; 'Muntmateriaalen, de ernftigfte aandagt xc. van den Souverain vorderde, ten einde de boek, eerstgemeiden eens met de laatstgcnoem- den in eene juitte evenredigheid mogten 1769. gebragt worden; en hoe de voorbeelden van veele Mogenheden en Stapten in Europa, die, om boven gemelde omftandigheden, deeze zaak ten onderwerp hmmer Raadpleegingen genomen en veranderingen gemaakt hadden, de Souverainen der- Kreenigde Geweflen tot naavólging aanlpoofden. De oorfprong van de verlegenheid in Zeeland, door het meer en meer toenccmend gebrek aan Zilver Kasgeld, zou ook, huns oordeels, de andere Geweiten, den eenen of anderen tyd, kunnen bcnaauwen. — De Afgevaardigden der zes Geweften namen dit Stuk ter nadere beraading over, en zonden hun Hoog Mogenden 'een- Affchrift des Voorftels van'Zeeland aan de Raaden en Generaal Meefters van de Munten deezer Landen, om derzelver bedenkingen daar op te ontvangen. Deezen lieten ze niet lang agter "blyven. Doch, fchoon zy, in dc groote hoofdzaak, het voorgellaigene van Staaten van Zeeland moeften toeftemmen, en hun Hoog Mogenden op 't ernftigst aanraaden, de onderhandelingen, over de befte middelen tot herftel in 't gebrek aan Standpenningen, te doen hervatten, konden zy aan den aangepreezen Zilveren Standpenning van veertig Stuivers, en derzelver gedecltens, zo als dezelve van Gehalte was voorgeftcld, hunno goedkeuring niet. geevenj maar raadden L 4 veej  *ï68 vaderlandsche xc.- veel eer tot het flaan van nieuwe Gouden boek. Ryders, en van deeze ook vierde gedeel- :— tens te rainften , 't welk het gebrek aan J/'öq. Zilveren Standpenningen zeer te gemoete zou komen; en oordeelden zy dit het beste en vaardigste middel om Staaten van Zee/and uit hunne verlegenheid te helpen (*). 't Zeeuws Mislukte het in Zeeland de Stad Zierik* Genoot- zee eene bedoelde Hoogefchool op te rigr ft-hap te ten ten deezen Taare mogt Plispngen f- hsfinzen i ^ K ' S • J . ° J ° PPgèregt. onbetwist voorregt genieten van eene Geleerde Maatfchappy, uit kleine beginzels aangegroeid, binnen haare muuren,te zien tot Hand komen, die den Tytel voerde van het Zeeuwsen Genootfchap der Weetenfchappen te Vllsfingen. Eenige Liefhebbers van Kunften en Weetenfchappen te dier Stede hadden een Genootfchap, onder Befcherminge van den Prins Erfstadhouder, opgerigt, en in Lentemaand deswegen eene openbaare Bekendmaaking gedaan, by het uitfehryven eener Prysvraage, op welker befte Beantwoording zy een Gouden Eerprys uitloofden. Twee der Beftuurderen IZAAK WlNCICELMAN en ROBBERT Hendrik du pon, Regeerings Leden van Vllsfingen, vergezeld van den Eerw. justus tjeenk, Leeraar in de En- (*) Not. vtn Zeel. 27 April 1 Mev 1769. Refel. Gener. 17 July 1769. N. flederl.'Jaarb. 1771, f>l. 20 en 74. (t) Zie hier boven, bl. 94,  HISTORIE. ifi en met de Haarkmfche Maatfchappye in ee- xc. jien rang te ftellen. Immers liciïuurders boeic. der laatstgemclde Maatfchappye bekwamen — . geen naarigt van deeze poogingen der Rot- 1769. terdammeren , of zy leverden een Smeekfchrift by Staaten van Holland in, opnaaiende de aanmerkelyke bezwaaren, en de nadeeiige gevolgen, welke zy vermeenden, dit uit de Vergunning en Beveiliging van dat Genootfchap, in e'én en het zelfde Gewest, zouden gebooren worden: gepaard met een verzoek, dat, noch aan dit Rotferdamsch Genootfchap, noch aan eenige andere Inrigting van dien aart, eenig Octroy mögt verleend worden, 't welk de verkreegcne Voorregten der Hollandfche Maatfchappye te Haarlem, eenigzius zou kunnen verkorten. De Rotterdamfche Beftuurders kreegen geen kennis van dit bctwilten huns verzogten Voorregts, of zy betuigden by de Staaten hunne hooggaande verwondering over deeze handelwyzc der Haarkmfche Maatfchappye , en leverden tenens breedvoerige Aanmerkingen over,ftrekkende om te toonen, dat men, ten onregte, hun van het Octroy zogt te verfteeken, en dat de redenen van bezwaar, als zo gewigtig aangevoerd, op verre na dat gewigt niet hadden. In deezer voege oordeelden Staaten van Holland mede, waarom zy, in Hooimaand des Jaars Mdcclxx, met hun gezag bekragtigden Het Bataaf ch Genootfchap der Proefondervindelyke Wyéegeerte te Rotterdam, onder de Zinfpreuk, certos feret expert, en-  */a VADERLANDSCHE xc rientia fructus, een ZegelvoeDoek. rende met dit opfchrift Sigillum Societatii — Philofophice ExperimentaHs Batavo Rottero- 1709. damenfis. 't Hoofdoogmerk deezes Genootfchaps was, het verbeteren van Kunst en Werktuigen, die ftrekken konden ten voordeele van den Landbouw, Zeevaard, en allewerktniglyke Kunften en Fabrieken, ter inftandhouding en verbeteringe van Rivieren , Dyken, Wegen enLanderyen, of ten nutte van eenige voornaame takken der Nationaale Huishoudinge. Wyders zou 't zelve zyn werk maaken van het ontdekken, en door ontwyfelbaare Proeven beveiligen, van nieuwe waarheden of kundigheden in de Natuurkunde, Scheikunde, Natuurlyke Hiftorie, practicaale Genees- en Heelkunde , het uitvinden van nieuwe Genees - en Heelmiddelen, en wat meer van dien aart mogt weezen. Aan deezen aan¬ leg beantwoordde het Genootfchap volkomen; dc uitgefchreeven Prysvraagen ftrekken hier van ten blyke; en de Verhandelingen, die vervolgens het licht zagen, beveiligden het nog kragtiger. Terwyl de Naamlyst der Leden uitwees, dat dit Genootfchap met het Zeeuw fche en de Hollandfche Maatfchappy te Haarlem, om den voorrang dong (*). Zag C*5 Refol. van Holt. 5 July 1770. Verhandetiü* gen van het Bataafsch Genootfchap der Proefonder* vindetyke Wysbegetrte te Rotterdam, 1 Deel,  lB5 VADERLANDS C HE 5ft». vereerd te worden ; en zou zeker dit voordo bic beeld ten baak aan .'t geheele Land geftrekt m hebben; dochby eene openbaare Afkondi-. J77°' gmS gaven ZY te verftaan, dat zyne Hoogheid, wel verzekerd van de bereidwilligheid en genegenheid met welke §ulks zou gefchieden, uit aanmerking van tegenwoordige bezwaarende omftandigheden, en in 't byzonder de groote duurte der meestbenoodigde Leevcnsmiddelen, van oordeel was, dat dellluminatien zo in 's Gravenhaage, ak die verder in dit Gewest zoude kunnen gefchieden , behoorden agter gelaaten,en daardoor aan een ieder, zo hy het mogt goedvinden, aanleiding gegeeyen worden, om de Koften daar toe noodig, tot Liefdegaven aan Armen en Behoeftigen te befteeden ( * ). Een oordcel van alle verftandigen toegejuicht. Dit voor- Te Utrecht deedt men eene bekendmaabeeld in king, dat'er, op den Doopdag, geene Hludre'ï mhiatien zouden gefchieden, en 'er veel Sïï min eenige Vuurwerken afgeftooken worden. Staaten van Friesland ftelden een' Dank- Vast- en Bededag vast, te vieren zo ras men volkomen zeker berigt ontving van de Herftcllinge haarer Koninglyke Hoogheid, om daar door de meesto-egoede ingezetenen eene byzondere gele o-enheid te verfchalfen tot het mededeelen van Liefdegaven aan hunne behoeftn ce Medemenfchen, en dus hunne erken-, h te- <*) Refol. van Hot!. 5- ? en i& Deo. 1770.  HISTORIE. iQ? tenis met daaden te betoonen. Zullende x%. de helft der Penningen, in zo verre die by boek, de Diakens en voor de Weeshuizen werden ? ingezameld, alleen voor deezen Dag, aan .1770dc Buiten Armvoogden worden uitgekeerd. . In Groningen vondt de Magiftraat der Stad goed, in plaats van Illuminatien, en andere openbaare Vrcugdebedryven, by gelegenheid van den Doop der Jonge Prinfesfe, daags te vooren eene buiten gewoone Inzameling, ten behoeve van deDiakoniederStad,te laaten doen (*). — Gecommitteerde Raaden, der Staaten' van Zeeland, dc tyding der gelukkige Verlosfing verftaan hebbende, gaven bevel tot openbaare Dankzeggingen in de Kerken. Te VUsftngen bepaalde de Regeering een Dag tot openbaaren Vreugdebetoon, dien men in gulle vrolykheid vierde. Op den negentienden van Wintermaand Doopaanfehouwde 'het Vorstlyk 's Gravenhaage plegti»;den grootfehen Trein derDoopplegtigheid,in ^'ED™?CA welken Staaten van. Holland den voorrang LOuisa uit beleefdheid gegeeven hadden aan de Af- wilhelgevaardigden uit hun Hoog Mogenden (f). M1KAZyne Hoogheid zelve hieldt de Prinfesfe ten Doop, die dc Eerw. iiunneke molen verrigtte, haar den naam geevende van frede,rica louis a wil hel? mi- (*) De Verzamelde fom was 8205 Guld. ioStuiv. uit 's Stads Kasfe voegde men 'er 2500 Guld. by, en uit die der Provincie 1500 Guldens. Zo dat dit Liefdewerk dc fom van 12205 Guld. 19 Stuiv. beliep. Ct) Refol. van Holl. 4 Dec, 1770.  i88 VADERLAND SC HE %c. mina. De Liefde ga\*:n, toen ingezameld , Sjoek. bedroegen 4352 Guldens. Op 't Oude Hof onthaalde de Ërfftadhouder alle de Heeren, 2770. die de Doopplegtigheid hadden bygewoond, en was 't zelve dien avond fraay verlicht. Het driemaal losbranden van één- en- twintig ftukken Gefchut, het Klokkengefpel en Gelui, behelsde ai het uitwendig betoon van Blydfchap. Dan be~ flooten de Diakens der Nederduitfche Gereformeerde Gemeente, ten betoon der Milddaadigheid zo van den Ërfftadhouder als van 's Lands algemeene en byzondere Vaderen aan de Armen, hy de Doopplegtigheid beweezen, aan alle arme bedeelde Le^ demaaten, één Gulden huiten gewoon, uit te reiken ; de Oude Vrouwen en Kinderen in het Diakonie Huis op eene Maaltyd te onthaalen, en de kleine Kinderen, ten blyke dat men het oude Landsgebruik, by Kraamtyden nog niet vergeeten hadt, Wittebrood met Zuikeï te doen geeven. P;."cniften Op dien eigen dag dat de Armen deecu Ge- ze Liefde - en Vreugdeblyken genooten, fcheuken kreegen de Heeren, die het Peterfchap by Kraamka- den DooP der Prillfesfe bekleed hadden, in nier. de Kraamkamer, een plegtig Gehoor by de Vorstlyke Kraamvrouwe. Zy overhandigden te dier gelegenheid, de Pillegiften voor de Jonggeboorene en de Gefchenkcn voor de Kraamkamer (*). Om deeze (*) De aanzienlvke Pillegiften, zo van de Algemeene Staateivils van de byzondere Geweften,  HISTORIE. 18$ 2e Geboorte te veraeuwigen {panden drie re. Medailleurs hun vindingryk kunstvermo- boek» gen in, en vervaardigden Gedenkpennin- . gen met toepasfelyke Zinnebeelden en Op- 1770, fchriften (f). Het kis mede van eenige Hoitand/che Steden bedroegen 3Ó300 Guldens, en de Giften in de Kraamkamer, die van zyne Hoogheid daarby gevoegd, 2025 Dukaaten. Ryke gefchenken en kostbaare gedagtenisferi werden door hunne Hoogheden toegelegd, aan den Lyfarts gaubius, den Vfoedmeefler titsing, den Lceraar van stvaveren die de Redenvoering gedaan en munnekemoolen die den Doop verrigt hadt. Ook vereerden hunne Hoog Mogenden aan de Freule dankelmjn, die in perfoon aan den Griffier fagel, wegens den toeftand van haare Koninglyke Hoogheid bfcrigt gegeeven hadt, een kostbaare Diamantring. N. Nederl. Jaarb. 1771. bl. 6. In de daar opgegeevene byzondere lyst, de bovengemelde fomme der Pillegiften en Gefchenken in'da Kraamkamer uitmaakende, is zeker een misflag: \dewyl Zeeland, in beide de gevallen op niets gefteld wordt, en de Notulen van Zeeland het tegendeel uitwyzen. Zie dezelve, wat de Gifte in de Kraamkamer betreft 13 en 24 Dec. 1770. Schoon het veel overweegens in Zeeland kofle de Pillegifte te bepaalen, fchikte men daar toe 300 Ponden Vlaams 's Jaarlyks; doch zyne Hoogheid, Zeelands genegenheid gezien hebbende, en het onvermogen van dat Gewestoverweegende, flelde foor . dat die Pillegift, welke, volgens Staatsbefluit, op den Dag des Doops, een aanvang ftondt te neemen, niet eer, dan wanneer de Prinfes achttien Jaaren zou bereikt hebben, zou aanvangen. De Staats Leden namen hier in een dankbaar genoeg gen. Not. van Zeel. 14. 21 en 13 Jan. 18 en 28 , i'eb. 1771. (*) N. Nederl. Jaarb. 1770. bl. 90. 748.-ia5ia IJls. 1450-MSÖ".   HISTORIE; gevoerd, gaf hy kennis van zyn aankomst xfc aan eenige Leden van Staat, en leverde boek} zyne Geloofsbrieven over. In een open- —— ïyk Gehoor by den Erfftadhouder, boodt 1770. hy deezen, ten gefchenke aan een jongen Leeuw en een Africaansch Rheebokje. Op den zesden van Herfstmaand, tot de ftaatlyke Gehoorverleening by hunne Hoog Mogenden beftemd,. verfcheen hy, door daar toe Gelaftigden afgehaald, ter Staatsverga-' deringe, waar zich zyne Hoogheid bevondt. In zyn Aanfpraake nietonopge! merkt laatende, dat hy thans voor de der» \ de maal de eergenootvan, doorzynenHeer en Meefter, naa Holland gezonden te zyn, om 't Gemeene best te vergewisfen van de goede Verftandhouding tusfehen 't zelve en 't Keizerryk zyns Vorften. Welhaast verliet hy de Hofplaats weder, en werd op dezelfde wyze als hy van Amflerdam gekomen was, derwaards gebragt, waar hy, de inkoop van verfcheide zaaken voor den Keizer, het hoofddoel zyner Reizc na. Eu& ropa, verrigtte (*). In een alleronaangenaamst Handelgefchil HandelWerd de Staat ingewikkeld met den Keur- j™» vorst van den Paltz. De aanhaaling van Keurvorst "eenige Vaat en Zuiker, die gelegenheid gaf van dea tot een lang Pleitgeding hier te Lande (f), Pait*- aan N. Nederl. Jaarb. 1770. bl. f087. , (t) Alles wat tot dat Pleitgeding behoort, Is ömftandig geboekt, in de N. Nederl. Jaarb. 177T•Je vinden.  19» VADERLAND SC H E XC. aan een zyner Onderdaanen te Düsfeldorf .Boek. afgezonden, deedt hem de eenige Schepen, — te Dordrecht en Rotterdam t' huis hoorem- 1770. dc, en den Rhyn met Koopgoederen bevaarende $ aanhouden, en van dezelve zwaarder Tollen vorderen! dan die van Am* fier dam kwamen, of daarheen moeften. De Kooplieden der twee eerstgemeide Steden leverden by hunne Hoog Mogenden een Klaag en Verzoekfchrift in over deeze partydige behandeling. De Graaf van war* tensleben, Gevolmagtigde Staatsdienaar van den Staat j by de drie Geestlyke Kcurvorftcn, mitsgaders by de Opper-Rhynfche, Neder-Rhynfche en Westphaalfcht Kreitzen , kreeg last zich ten Hove des Keurvorsts van den Paltz te vervoegen, met beklag over dit onderfcheidend bezwaar de Kooplieden deezer Steden opgelegd, en de noodige ophelderingen te vraagen of zyne Keurvorstlyke Doorlugtigheid, dergelyke bevelen gegeeven hadt, en, in dat geval, ten ernftigften op de herroeping aan te dringen ; met voordragt, dat hunne Hoog Mogenden, wanneer dit antwoord verwylde, niet zouden kunnen nalaat?n deeze zaak met allen yver te vervorderen, om aan alle Ingezetenen van den Staat eene gelyke Vryheid in Vaard en Handel te doen bezorgen. 'tWas, moeften zy bekennen, 't oogmerk van hunne Hoog Mogenden geenzins zich te mengen in de heffing der Regten en Tollen van Goederen, m de 'Staaten des Keurvorsts gelost, of van daar uitgelcheept; maar zy meenden ten opzig* te  HISTORIE. 195 Staaten van Holland, het ftuk in over- xc: weeginge genomen hebbende, verftonden, boek.1 dat, van wegen dit Gewest,ter Algemeene . 1 Staatsvergadering zou verklaard worden, 1770. „ hoe hun Ed. Groot Mogenden, met de staaten „ uiterfte verbaasdheid vernomen hadden, van H4„ de ftoute en gansch onbehoorelyke han- land flaati „ delingen van het Hof van denPaltz^ \ n^tel™ „ welk niet alleen hadt kunnen goedvin- voor ze*s 5, den, zonder voorgaand beklag, feitlyk weeken, 5, zich te wreeken op de Vaard en Handel °P ts „ der Ingezetenen van de Steden Dord- uwne:' „ recht en Rotterdam, ter oorzaake dat fiuH „ Hoog Mogenden, in den voorleden Jaar£, „ een meerdere Belafting op de ingekomen „ ne gemaale Tras gelegd, en in den Jaa„ re MDccLXViii, Zuiker aangehaald ,, hadden, welk laatfte gefchil nog hing; „ maar daar en boven, op de Vertüögen „ door den Staatsdienaar van huil Hoog „ Mogenden by het Paltzlfchell of gedaan £ „ door den Gezant cornet, alhier op een zeer hoogert toon die Wraakrieeming }, was goedgekeurd, met betuigingdatinde „ gefielde bevelen tot het heffen der riieer„ dcre Tollen van de Schepen uit de ge* „ melde Steden, dan van die uit tfdjffer* „ dam, geen verandering zou worden ge-* 5, maakt, tot dat by hun Hoog Mogenden , ,, de Belafting op de Tras zou ingetfok- 1 ken, en wegens de aangehaalde Zuiker* ,, vaten voldoening zou gegeeven zyn.—Dats, zy d&ezc behandeling, het volftrekt be£ derf dier Steden medeflcepende onlyde* * lyk oordeelden, uit hoofde van het öiw  •ÏQ&- VAD E RL AND SC HE xc. ,, regt, daar door deeze onfchuldige ïnge-;»oek.„ zetenen aangedaan, die geen oorzaak, „ waren of van de Belafting of van Aan- }77o.» houding, en buiten ftaat om het bezwaar, ,, door het Paltzifche Hof hier over opgevat, af te weeren. Dat hier uit nood„ wendig zou moeten volgen verwarring „ binnen 's Lands, en eene fchandelyke „ onteering van 't Gemeenebest in 't oog' „ van gansch Europa, in gevalle niet alle 3, middelen, die van eenigen klem ennav druk zouden kunnen worden geoordeeld , jj onverwyld by de hand genomen wierden T om deeze beledigde Ingezetenen „ voor htm bederf te bewaaren, en de On„ af hanglykheid van het Gemeenebest te* „ handhaaven. Dat zy, ten dien „ einde, beflooten hadden alle Vaard langs „ den Rhyn en Maaze na eenige Landen of „ Plaatzen, gelegen onder het Gebied van ,, den Keurvorst van den Paltz, als mede „ op alle Plaatzen, gelegen bovenRoeroort „ en Buisburg » uit dit Gewest te belet- n ten- Én hun Afgevaardigden ge- last, van dit alles hun Hoog Mogenden ^ opening te geeven, en met de gezamenly• ke Bondgenooten de zaaken daar heen U te helpen ftuuren, dat alle Vaard en Handel uit deezen Staat op alle de Lans, den en Plaatzen, als" mede met alle Onderdaanen van zyne Keurvorstlyke 3, Doorlugtigheid van de Paltz , en ver3, volgens ook met die van het Hertogdom w Gulik en Berg, voor den tyd van zes 3, weeken, mogt worden gefchorst en ver- „ boa  II I S T O R I E. heden, door ccne minnelyke overeen- xc% komst, uit den weg te ruimen, hunne tus- boek. fchenkomst en hulpe aanbiedende. Onze Afgezant verelst hr.dt.'er ten Hove i7~ö. van Bcrlyn over gefprookcn (*). — Ten einde van de bepaalde zes wecken geen antwoord van het Paltzifche Hof gekomen zynde, werd het Verbod verlengd. Dodt . k leedt niet lang of de Heer cornet verfcheen met een Vertoog, waar uit bleek, dat de Keurvorst niet meer ftondt op de opheffing der Belafting op dc Tras, dat hy de zaak van de aangehaaldeZuiker vaten overliet aan de Beflisfing des Regts hier te Lande, en bereid was om. de Kooplieden, van Dordrecht en Roiterdam op den zelfden voet te behandelen als anderen uit deeze Gewesten, die den Rhyn bevoeren. Dus verviel alle oorzaak van de onmin tusfehen den Staat en den Keurvorst gercezen, het ge-' geeven en verlengde-Verbod werd ingetrokken (f). De Koning wan Pruisfen, .als mede de Keurvorften van Staatswegen onderrigt aangaande dit Gefchil, en die hunne goede dienften ter vereffening aangewend hadden, kreegen by monde der Aftgezanten , kennis van i het herftel der eensgezindheid, met dankbetuiging voor de ge-? nomen moeite. Van 't begin van Grasmaand, tot het einde van Hooimaand, hadt deeze oneenigheid , en van Bloeimaand (*) Refot. van Holl. 28 Juny 1770. £t) Rfjol. van Holl. 6 eu 7 July 1773» 04  êoo VADER LA ND S C HE Sfc. maand de opfchorting des Handels ge* boek. duurd (*). Eene Rusfifche Vloot ftondt dit Jaar de 1770. Middellandfche Zet in te ftevcnen, om van Be Staa- dien kant de Porte te beftooken. De Beten ge- Huurders van den Levantfchen Handel zarustgefteld gen jaar ujt niogelyke onheilen te gemoet, TeWus/i- 20 voor de Onderdaanen van den Staat in fche Vloot de Levant woonende, als voor den Koopin de Mid- handel en Zeevaard. Om deeze te voorkodeUandfche men vervoegden zy zich met een verzoek by 's Lands Vaderen, 't geen gunftig gehoord en gevolgd werd van een Onderhoud onzes Gezants ten Rusfifchen Hove, die, by monde van den Geheimraad pan in, alle verlangde gerustllelling ontving, en deeze aan hun Hoog Mogenden overzondt ( f ). Gefchil Het is eene uitgemaakte zaak, dat de tusfehen Volkplantingen van den Staat in andere WeKame/te relddeelen, een hoogstgewigtigen tak van \mfter-, Koophandel en Zeevaard opleveren; en daardam en . om geen wonder, dat dezelve, by aanhoudenZeeland j^j^ het 0Qg des Souverains tot zich trekS ken- Meermaalen, gelyk 's Lands Gefchie* denisfen te over uitwyzen, reezen tus¬ fehen de Bondgenootichaplyke Geweften deswegen Gefchillen. Een der langduurigfte, en tot nog toe door ons onopgetekend gelaaten, was, het Gefchil tusfehen Be- (*) N: Nederl. Jaarl. 1771. bl. 358. 4^3-44*> 461. Ct) RefiJ. van Holl. 18. 27 Ja 1. en 7 Apri', J770; '•'*' ' V"" ' " >  HISTORIE. 3.01 ïïewindhebberen der West- Indifche Maat- xc. ^ jfehappyetervoorzitrendeKamerAmflerdam, boek, en Hoofddeelgenooten ter Kamer Zeeland, » ten opzigte van de Volkplanting aan de i77°<. Rivier Èsfequebo, en het daar aan onderhoorige, reeds voor twintig Jaaren aangevangen. Geen enkel Blad, maar een geheel Boekdeel, zou het uaauwkeurig verilag van deezen twist beflaan. 't Hoofdzaaklyke alleen ftaat ons op te tekenen. Het Hoofdverfchil was „ of de Ingczete„ nen van Zeeland, een afzonderlyk en „ uitfluitend Regt tot de Vaard op Esfc„ quebo zouden hebben?" en verder wegens de Aanbieding van Hoofddeclhcbbers der West - Indifche Maatfchappye „ orn Esfe„ quebo met haare onderhoorige Rivieren, „ op zekere voorwaarden, over te neemen: „ of" de Rivier Demerary, onder Èsfequebo, „ in die overgave zou begreepen worden, „ dan niet ? " en eindelyk „ of gemelde „ Hoofddeelhebbers, by de overgave, zou„ den verpligt zyn tot vergoedingen van „ fchade , of voldoeninge van zodanige „ fommen Gelds, als vóór of naa den Jaare „ mdcce, uit de algemeene kasfe van de„ Maatfchappye , tot verbetering van de „ Volkplanting zouden befteed , of ten „ dienfte van dezelve, tot de eindelyke af„ doening der Gefchillen, zedert den elf„ den van Herfstmaand des Jaars mdccl, „ meer uitgegeeven dan ontvangen mogten „ weezen?"DeHoofddeelgenooten der WestIndifche Maatfchappye ter Kamer Zeeland beweerden het ftellige der twee eerfte VraagN 5 ftuk-  ao2 VADERLAND S C H E xc. ftukke-n, en 't ontkennende van het laatfte: 0 oek. De Bewindhebberen der Maatfchappye wa« ren van het tegengefteld gevoelen. ■ 1770. Vervolgens hadden zich ook vcelc Kooplieden der Stede Amftcrdam by Verzoekfehriftcn aan de Algemeene Staaten vervoegd , om in hun Regt tot de Vrye Vaard op Èsfequebo en Demerary gehandhaafd te worden, ten welken einde de Hoofddeelhebbers ter Kamer Amferdam een Verzoekschrift hadden ingeleverd, waar tegen de Zeeuwfche Kooplieden , de behoudenis en verdeediging van hun uitfluitend Regt op die Vaard- verzogten , daar in gerugfteund door eenen byzonderen Brief der Staaten van Zeeland aan hunne Hoog Mogenden. Hier op volgde eene menigte van ingediende voor - en tegenfehriften. Naa veele vrugtlpoze poogingen tot het treffen eener overeenkomst, bragten de Afgevaardigden uit hun Hoog Mogenden tot .de zaaken over Èsfequebo en Demerary ter Algemeene Staatsvergadering, in Zomermaand des Jaars mdcclxix een breedvoerig Berigt en Verflag in, behelzende den uitflag hunner raadpleegmgen over de Voorwaarden, op/ welken Èsfequebo aan de Zeeuwfche Hoofddeelgenooten zou worden over gegceven (*). Hier f*)'Wagenaar Vadert. Hifi. XX Deel-, bL 3?5-405. ' Alle deeze Stukken verfchaffen ons de N. Nederl. Jaarb. 1770. bl. 252. 3°7- 43ó. 45.». 460. 501. 636. 642. 653. Zie ook wegens het begm des Gefchiis. Kok Vadert. fVocrdenbAtt Ars. ESSEQUEBoV  HISTORIE; 205 verlengd, geheel anders was voorzien, xc.' „ zy, by noodzaaklyken gevolge, moeften boek] „ befluiten, dat de aanfchry ving, op last „ der Staaten van Zeeland, aan den Land- 1770* „ voogd van Èsfequebo gedaan * cm geen ,, Schepen, komende uit de Havenen deezer ,, Landen, die niet voorzien varen met een „ Hout- ofZoutbrief, afgegcevcn by dc Kamer ,, Zeeland, te Èsfequebo of aangclegene Ri„ vieren, toe te laaten om te laaden of te los„ fen, blykbaar van geene waarde Was. — ,, Dat hun Ed. Groot Mogenden, aan den „ anderen kant, in overweeging neemen- de, de belangen van de Republiek, het „ zy men 't oog veftigde op de algemeene ,, nadeelen voor den Handel; 't zy men „ agtfloeg op den elendigen Staat der „ Volkplantinge en der Inwoonderen aan de Rivieren Èsfequebo en Demerary, die „ ongelyk meer in Hollanderen dan in Zeeu„ wen beftonden, uit het fluiten van gemel- de Vaard ontftaande; 't zy men in aan„ merking nam den flegten Staat der West„ Indifche Maatfchappye, die door ver„ meerdering van Recognitiën moest opge„ beurt worden, 'tzy men eindelyk bedagt „ de verzekering welke aan Zeeland zou „ kunnen gegeeven werden, om een ge„ deelte van de rechtftreekfche Vaard ert „ Handel te behouden, en de meer dan „ waarfchynlyke ja genoegzaame zekere „ vermeerdering van de Vaard uit Zeeland „ over Africa op gemelde Volkplanting, „ niet anders konden befluiten, dan dat v alle deeze belangen de openftellinge van „ de  aio VADERLANDSCHE xc. vonden, als dan hun Hoog Mogenden over jj,o ek. deeze geheele zaak hunne Bedenkingen en Gevoelens op te geeven , volgens welke i/7°' dit Verfchil, door hunne Hoog Mogenden, zou dienen beilist te worden. Stad en Lande verklaarde eenvoudiglyk zich te voegen by het uitgebragte Gewysde. * Gelderland was, naa eenige voorloopige aanmerkingen over de gevolgen deezer Verfchillen, van oordeel, dat de Staaten der twee twillende Geweften , den Stadhouder behoorden te verzoeken, gelykzy by deezen deeden, ten einde het Hoogstdenzelven mogt behaagen, tot vereffening van zodanige oneenigheden, zyne goede en veel vermogende dienften te willen aanwenden. Dit te verneemen zou Staaten van dat Gewest hoogst aangenaam weezen. Of Haagde dit niet, dan dienden, huns agtens, Staaten van Hollanden Zeeland zyne Hoogheid te verzoeken, om als Scheidsman de beflisfing dier Verfchillen op zich te nemen, in hoop en vertrouwen , dat deeze weg, als overeenkomftig met de Unie, en ten opzigte van de tegenwoordige gefteltenis van de Republiek, de natuurlykfte en eenvoudigfte, by gemelde Geweften zou worden inge- flaagen. Ingevalle dit mede, vrugt- loos mogt weezen , wilden zy onfchuldig gehouden worden aan de heilïooze gevolgen, welke, tot last van den een of anderen, vermoedelyk daar uit zouden ontftaan. Bewindhebbers van de West - Indifche. Maat-  üX4 VADERLAND SCHE xc. „ ftrekken, en bereid te weezen om alle boek.,, vooroordeelen, die men tegen hun zou • „ kunnen of willen opvatten als of zy 1770. „ Regters in hunne eigene zaak begeerden te zyn, of aan hunne Bondgenooten wilden voorfchryven hoedanige Befluiten in „ dit geval moeften genomen worden; zy „ meenden geene. gelegengeid te moeten „ laaten voorbygaan om de zekerfte bewy„ zen van het tegendeel te geeven; waar „ om zy geene de minfte zwaarigheid i9 maakten, deeze Gefchillen, met de volko„ menfte gerustheid, aan het onzydig oorK deel van zyne Hoogheid te onderwer„ pen. —■»». Zy waren voorts bereid om „ alles in den tegenwoordigen ftaat te laa„ ten, tot zo lang het zyne Hoogheidbe„ hagen zou deeze zaak tot een gewenscht „ einde te brengen: in die.verwagting,eg„ ter, dat de Bondgenooten daadlyk, en ten „ fpoedigften, den Erfftadhouder in ftaat „ zouden ftellen, om de gefchillen, door „ zyne Uitfpraak te bepaalen, en met dien „ verftande, dat, by aldien onverhoopt ., daar in door eenige Bondgenooten zwaa„ righeid zou worden gemaakt; en dat daar „ door die Beflisfing of niet fpoedig plaats „ zou kunnen hebben, of wel de uitvoe„ ring daar van worden gedwarsboomd, de „ verdere Bondgenooten niet langer zou„ den marren om de Ingezetenen van de „ gezamenlyke Geweften de voordeden te „ doen genieten van een Vaard en Handel, „ die, uit kragte van deOctroyen door het „ Bondgenootfchap verleend, aan allen sa en  ai8 VADERLANDSCHE xc. raamd zouden weezen. En, ten einde in» boek. middels de Ingezetenen der overige Ge- wellen niet langer verftooken zouden bly- >y/o. ven van hun onbetwistbaar' Regt | ftondt ... zyne Hoogheid toe, dat,'tot nader order, drie Schepen, uit andere Ha-Venen der Republiek, buiten die van Zeeland, en niet voorzien van een Hout - of Zout-brief, -afgegeeven by de Kamer 'van .Zeeland, na Èsfequebo zouden mogen worden afgezonden. Nadere Zyne Hoogheid voor den betoonden fchikkin- yver cn gedaane moeite bedankt en het gemaakt^ "00(%e tot bekendmaaking aan de hier in betrokkene Vergaderingen en Perfoonen, bewel-kftelligd zynde,. ' hadt hy , in-'t begin van Wintermaand, een Reglement op die Vaard en Handel in gereedheid, behelzende de Bepaalingen onder welken dezelve, met den eerden van Louwmaand des Jaars édcc-lxxi, zou werden opengefteld voor allé Handeldiiyvende Ingezetenen van den Staat. — Hoe zeer ook de Uitfpraak den Hollanderen-voldecdt waren deeze nadére^Bepaalingen van dien aart,dat dc Handel zich daar door te zeèr belemmerd oordeelde: althans'zo dagten 'er verfcheide aanzienlyke Kooplieden tér Beur» fe vznJmflerdani over, die zich deswegen, met een breedfpraakig Verzoekfchrift, by-' den Erfftadhouder vervoegden: en in Zomermaand des volgenden jaars eenigen een Verzoekfchrift by de Bewindhebberen der West-Indifche Maatfchappy ter Kamer Jmfterdam inleverden, om Paspoorten voor hunne gereed liggende Schepen, welke zy verkreeg  HISTORIE. aicj kreegen, in gevolge waar van eenige Sche- xc. pen, in Oogstmaand van 't gemelde Jaar, boek, rechtftreeks uit Texel na Èsfequebo en Deme- —— rary vertrokken, 't Liep aan tot het begin des 177 °* Jaars mdcclxxii eetde noodigc veranderingen in het Reglement, van wegen zyne Hoogheid, in gereedheid waren, met welke n deeze zo lang üeepende zaak, . vol onaangenaamheden , geheel was afgedaan (*). Zifits lang hadt Zeeland, by veelvuldige Bezengelegenheden, geklaagd over het te-hoog ging^ aandeel, 't welk dat Gewest droegen de Mogen. Laften des Algemeenen Bondgenootfcbaps, dei en den en, niet te vrede met de verligtingen dooc Raad va^n de andere Geweften, in veele gevallen, toegebragt, aangedrongen op eene daadlyke Vermindering van het gezegde Aandeel. Thans over dit onderwerp met nieuwen ernst handelende, hadden hun Hoog Mogenden Staaten van Zeeland getragt over te haaien, om met de andere Bondgenooten , zyne Hoogheid te verzoeken, van door zyne befüsfmg te willen bepaalen, hoe„ danig, en op welk eene wyze, Zeeland, „ in den tegenwoordigen toeftand, by „ voorraad, door de Bondgenooten, be„ hoorde te gemoet gekomen te worden en „ in ftaat gefield om nevens dezelven aan „ de verpligting, in het draagen der laften ,j van de Unie, te kunnen voldoen." Gereed (*) Men zie alle de wydloopige Stukken, hier toe behoorende, in de N. Nederl. Jaarb. 1774. M. 628-738.  aio V A D E R. L A N D S C I I B xc: reed was Zeeland om zyne Hoogheid tor Poek. Scheidsman te neemen, doch veifchilden, ! de Beftuurders van dat Gewest in 't be- 177°- paald voorwerp 't geen den Stadhouder ter beflisfinge zou worden aangeboden , zy, wilden hem verzogt hebbeiiy te bepaalen, 3, welke vermindering van Quota, of an„ der temporeel Soulaas provilioneelyk aan „ de Provincie van Zeeland, in haare te„ genwoordige fituatie, zou behooren te „ worden geaccordeerd." ha Veel ver- fchilde wel ingezien het een en ander. Alle de Geweften ftemden zaraen, en hadden, by breedberedeneerde Befluiten, zulks ter Vergaderinge van hun Hoog Mogenden te verftaan gegeeven, dat Zeelands begrip onaanneemelyk was. Gedeputeerden tot de zaaken van de Financien werden te raade om een voorheen meer en met goed gevolg betreeden weg in te Haan om een Gewest, van de andere yerfchillende, te overtuigen , uaamlyk het doen eener Bezendinge. Hun Hoog Mogenden oordeelden dit middel niet onbeproefd te moeten laaten, en door eene Bezending by Staaten van Zeeland pp 't ernftigst aan te houden, dat zy zich, zonder verder uitftel , vervoegden by het eenparig gevoelen der zes andere Geweften. En in gevalle zy onverhoopt, daar toe niet waren te beweegen, hun aan te kundigen, dat hun Hoog Mogenden zichniet langer konden onthouden om de zaaken des Gemeenen Bondgenootfcbaps, naaide Orde der Regeeringe, te behandelen, cn genoodzaakt zonden zyn den gedaanen voor-  HISTORIE; tm, voorflag, volgens de neiging der zes Ge- xc: wellen ten uitvoer te [brengen, en de uit-boëkJ lpraak van zyne Hoogheid, op zyn tyd, «■ door alle bekwaameen kragtdaadige midde- 1770. len, te onderfteuncn en uitwerking te doen erlangen. Tot het waarneemen deezer Bezendinge benoemde men uit hun Hoog Mogenden, de Heeren brantzen, wegens Gelder* land, quarles wegens Holland en d'ablain& van giessenburg wegens Utrecht, uit den Raad van Staaten den Heer pesters, en den Thefauriej: Generaal gilles, die in Louwmaand des volgenden Jaars, met twee Jachten, te Middelburg kwamen, en, naar de gemaakte fchikkingen, op 't ilaatlykst en vriendlykst ontvangen, gehoor kreegen in de Zeeuwfche Staatsvergadering. Naa veele traag voortgaande en in 't einde vrugtloos afloopende onderhandelingen, die omtrent dertien weeken aanhielden, eindigde deeze den Lande kostbaare Bezending (*). Wanjieer de nog gebleevene drie Heeren der Bezendinge ftaatlyk uitgeleid werden, onder aanbod van twee Oxhoofden Eerewyu voor ieder der Afgevaardigden (f). Veel bezwaars vondt zyne Hoogheid, Uitfpraai? om de hem opgedraagen Beflisfing der zes van zy»e ' Ge- Iioo§hei^ (*) Refol. van Holl. 31 Maart 23 Aug. 28 Sept. 7 Nov. i en 21 Dec. 1770. en 6 July 1771, Net, v.an Zeel. 7 en 12 Jan. 1771. CO Not. van Ztel. 9 April 1771.  VADERHAND $ C H E %c: -Geweften op zich te neemen. Dan by na«b.oek. deren aandrang, op den voorflag van Gel- — derland aanvaardde hy dezelve, en ver- J7/0. klaarde, by wege van Uitfpraak. „ Dat de ,, Provincie van Zeeland, provifioneelyk, voor den tyd van Zeven eerstkomende „ Jaaren, een aanvang neemende met het Jaar mdcclxxii en eindigende met „ het einde des Jaars mdcclxxviii, ■„ by de verdere Bondgenooten 2ou- wor„ den gefoulageerd en te gemoet gekomen, „ door middel van het Jaarlyks profyt van „ de volle post voor de Fortificatiën buiten „ de Provinciën, ter fomme van driemaal ,, honderd duizend Guldens, op den ordi„ naris Staat van Oorlog voorkomende, „ met dien verftande, dat de Provincie van „ Friesland, ter zaake van den minvoor„ deeligen toeftand haarer Financien, van „ de reëele contributie in het opgemelde j, foulaas zou blyven geëximeerd, en by „ continuatie haar aandeel in de voor„ fchreeve post ter fomme van 34638 Gl. „ zou profiteeren. En dat diens volgens , „ by het formeeren der Staaten van Oorlog voor de gemelde Jaaren, waar in dit fou„ laas by Zeeland zou worden genooten, 5, de post voor de Fortificatiën buiten de 5, Provinciën tot de fom van 334638 Gul„ dens zou worden verhoogd, en dat van deeze alzo verhoogde Post eene fomme „ van driemaal honderd duizend Guldens op „ de Provincie van Zeeland, en het overi„ ge tot vier- en - dertig duizend zes honderd „ aeht- en- dertig Guldens op de Provincie 5, van  -126 VADERLANDSCHE %c. aller braaven lof verdienen en wegdraagen» Ho ek. Reeds van den aanvang onzes Gemeene- 1 bests af, was men hier op bedagt, ten be- if/o. wyze hier van ftrekken het Plakaat, in den Jaare mdlxxxi uit gegeeven, als mede dat van Prins willem den I (*). Dan de moeilykheid om het eene kwaad te ftniten, zonder een grooter te veroorzaaïcen, toonde de Magiftraat van Leyden, in éen Vertoogfchrift, twee maanden naa de bekendmaaking des Plakaats van den Jaare Mdlxxxi, aan Staaten van Holland overgeleverd, onder amdere voordraagende, dat dit Plakaat in veele Steden wel was afgeieezen; doch door geene Vroedfchappen, uitgevoerd : dewyl dit laatfte onmogelyk was (f). In het Dertigfte Jaar deezer Eeuwe werden Staaten van Holland te raade Gelastigden te benoemen om, wat 'er in den Lande tegen de ongebondenheid der Drukpersfe bepaald was, na te zien, en te overweegen of zulks niet behoorde vernieuwd en tvelke veranderingen , of byvoegzels, ■ 'er dienden gemaakt te worden. Zy ontwierpen een Plakaat; maar des verflag gedaan zynde, hadt deeze zaak geen ander gevolg dan dat de Staatsleden 'er Affchriften van verzogten, en het Befluit tot eene nadere raad* (*) Groot Plakaat Soek IDeel, bl. 2h, als «ede bl. 213. 451 enz. Ct) Bor Nederl. Oorloge». Bylagetï van het tl Deel, bl. 115.  H I S T O R I E, Ü$ fcaadpleeging werd uitgefield. — Op niéuw .xc. werd het denkbeeld, om de vryheid der boeÉ Drukpersfe te beteugelen, in den Jaare mij cc txv weder leevendig (*) en gaan- 177Q* de gehouden, tot het Jaar mbcclxix, toen 'er een Plan ter baane kwam, om Üoor middel van aangeftelde Cenfores Libroi-um, of Keurmeejiers van Boeken, het verkooperv van fchadelyke Boeken te beletten. Dit Plan maakte veeier Pennen gaande, om het voor te ftaan, dan nog meer om het te beftryden; doch de menigvuldige bezwaaren door de Boekverkoopers en Boekdrukkers Gilden, in verfcheide Steden aan de Magiftraaten by gefchrifte overgele* verd , deeden het als onaanneemelyk ter zyde leggen. Het Hof ontwierp, dit Plan afgekeurd Onrwois zynde, een nieuw Plakaat tegen < Godslas- gjjej^ terlyke Boeken en Gefchriften, in 't zelve Godslasverbiedende „ het maaken, drukken, en terlyke t uitgeeven van alle zodanige Boeken en G°J^" „ Geichriften , waarby de Gronden van te0j „ den Christlyken Godsdienst aangetast of i? de Heilige Schrift, als mede de waara „ Gercformeerdé Religie, op eene fpotagt, tige wyze behandeld wierden, gelyk ook „ alle zodanige Boeken , Gefchriften ea „ Prenten, van wat natuur dezelve zou£ den mogen zyn, die door hunne obfece„ nen inhoud gefchikt waren om inbreuk te , „ doen (*) Zie het XXIII Deel der 7^r/. Btflork m. m _ > P a  |sf VADERLANDS-CHË xc.' doen op de goede zeden, en ftrekkeri soek. „ tot bederf der jeugd." Onder bedrei- . ging van Geldboete, Ban, of Gevangenis- $.770. lè, naar maate de Boeken meerder of minder fchadelyk zouden geoordeeld worden en het boosaartig opzet der Overtreederen zou verdienen. — Wyders zouden j, geen „ Boekverkoopers , of Drukkers, eenige „ Boeken drukken of doen drukken, zonder in handen te hebben een blyk wie de '„ Maaker of Uitgeever was, en zy gehouden zyn diens Naam, des gelast zynde, aan den Procureur Generaal, of Officier „ hunner woonplaatze, te openbaaren, op ., verbeurte van Zes honderd Guldens voor „ de eerfte en van Twaalfhonderd Gul* „ dens voor de tvveede reize: zo nogthans „ dat hier van zouden uitgezonderd zyn, 5, de Boekdrukkers en Boekverkoopers, 5, welke eenig Boek of Gefchrift, buiten 3, 'sLands gedrukt, en hier openlyk ver- ?, kogtzouden herdrukken. Op 5, gelyke verbeurte zou ook niemand eenig 3, Boek, of Gefchrift, mogen drukken, of 'j, hier te Lande gedrukt uitgeeven, dan op 5, welks Tytelblad de Naam en Woonplaats van den Boekdrukker of Verkoo„ per voor wiens Rekening, en het Jaar„ tal, waar in het zelve gedrukt was, gen fteld ware; doch, ingevalle de Naam van een Boekdrukker of Verkooper door „ een ander voor eenig Gefchrift valschlyk s>, mogt zyn geplaatst, zou die geen, wiens ?i ^Naam valschlyk daar voor mogt geplaatst „ wee^  ' HISTORIE. *35 in de Vrugtboomgaarden. Ook'^vondt men xC naderhand by deezen Watervloed, gelyk ook boe kj by de voorigen, in de laage Landen, het — meefte Winter - Graan en Zaad, of wegge- -1770* fpoeld of verdronken en verflikt; het weinige 't geen opkwam leverde niet veel uit. Terwyl het Water, of liever het Ys, 1771." op de Landen ftondt, voegde, in Louwmaand Water- _ des Jaars mdccl.xxi, een harde Storm- ^°^nm wind fchade aan deeze fchade toe, niet laencl*r~ alleen aan de Huizen of Hutten, die in 't veld ftonden; maar boven al aan Schuuren en Hooibergen , als mede aan de Appelen Kersfe - Boomen, die door de weekheid van den grond , tegen het geweld des Winds niet betland, door de golving des Waters ontworteld, of door het driftig Ys afgefneeden en weggefleept werden. Het geheele Graaffchap Buuren, de Stad alleen uitgenomen, lag onder 't water bedolven. Veele Inwoonders namen uit de Huizen de vlugt in de Kerken. De vroege Vloed hadt in deeze ftreeken de meefte te veld ftaande Wintergraanen bedorven; en het voornaamfte voortbrengzel van deezen oord, de Aardappelen, waren bevroozen, en rotten by den Dooi. In deezen nood moest de Weldaadig- Onderheid, opnieuw, de hand toefteeken. De jgg1^3^ Heeren des Ampts van de Neder-Betuwe'tigen10e ' kweeten zich, ter vervullinge der onmiddelyk dringende behoeften; en deelden in twee keeren, de een in Wintermaand des Jaars mdcclxx, en de ander in Sprokkel-  ktf VADERLAND SCHE #.c. kelraaand des volgenden Jaars, ruim zes» 'poek. en- dertig honderd Guldens aan behoef- i ten uit, In de Stad Thiel ge- |77j, fchiedde, van huis tot huis, eene Inzameling ; doch de Penningen ftrekten niet meer dan acht dagenlang, wegens dc toevloeiende menigte van Behoeftigen, die alleen onder het Regtsgebied van Thiel en het Dorp Zandwyk woonden. De Graaf van wel deren. Afgezant van onzen Staat te Londen, Amptman, Regter en Dykgraaf des Ampts Neder-Betuwe, vergat zyne lydende Landgenooten niet en maakte ten hunnen behoeve eenige honderd Guldens over, by welke zyn Vrouw Moeder eene goede gifte voegde, Deeze redmiddelen dienden wel om de Ongelukkigen eenigzins te helpen ; doch konden, op den duur, den door en door verarmden, geen genoegzaamen onderband bieden. Op de meeste plaatzen waren de Diakonie-kasfen in flegten ftaat, en veelen, die tot nog zonder onderfteuning hadden kunnen leeven, vonden zich thans gedrongen die te verzoeken. Verfcheiden onder de Gelderfchen fchrecven aan hunne vermogende en liefdaadige Vrienden in Holland. Onder anderen, bevlytigde zich de Menfchenvriend h, j, rink, die gelukkig flaagde, om by dezelfde Vrienden die, in den voorleden Jaare mdcclxx, zo yeel ten nutte hunner Gelderfche Medevaderlanderen gedaan hadden, aan te houden,tot het vernieuwen hunner milddaadigheid. Schoon  HISTORIÉ; t%l Schoon het deezen aan geene welwil- xc.; Ienheid mangelde, zagen zy op tegen het h ov.nl hervatten van een werk, welks last zy zo even ondervonden hadden, en'tgeen, zou 1771het geregeld gefchieden, thans van veel Holland grootcr uitgeftrektheid zou worden. Dit daarmede alleen nogthans zou hun niet hebben doen SedrciSd» marren; de voornaame rede, die hun, in den beginne, te rug hieldt om de hand aan dit Liefde werk te flaan, was de hachlyke ftaat der Rivier-Dykeu in Holland zelve, door verfcheide zwaare Ysdammen, die, in 't laatst van Louwmaand, in de Lek en de IVaal, een dreigend vooruitzigt baarden (*). Het grootfte gevaar was naby Schoonhoven. Beneden die Stad, van Lekkerkerk tot Krimpen, hadt zich een Ysdam ge* (*) Dit dreigend en hoogklimmend gevaar der Vsdammcnzette olaus nicolaidegerman, Onderluitenant in de Artillerie deezer Landen, aan , om een middel tot verbreeking derzelven uit te denken, beftaande in dezelve, op verfcheidene plaatzen en op verrehillende dieptens, te ondermynen, met Kruidbusfen te vullen, en te laaten fpringen, of zulks door met Buskruid gevulde Waterkogels te verrigten. Hy ftelde 't zelve aan Staaten van HManA voor, met verzoek. om 'er, by voorkomende gelegenheid, de proeve van te mogen neemen, en tot goedmaaking dér koften zes honderd Guldens uit 's Lands kasfe te ontvangen. Schoon de Algemeene Opzigter van 's Lands Rivieren bruinings, hier over geraadpleegd, geen gunftig denkbeeld van dit middel vormde, befloot men egter, om niets, in een zaak van dat aanbelang, onbeproefd te laaten, en wegens de geringheid der gevorderde fomme, dit Verzoek toe te ftaan. Refol. van Holl. 17 Oct. 1771,  'z/lö VADERLAND SCHË xc. Achttien duizend zes honderd éeh- én - ne-Boek. gentig Guldens verzameld te hebben. Vart tyd tot tyd waren Geldfommen na de ■17/i. onderfcheideUitdeelersafgezonden, en door: hun op de befte wyze befteedt. Niet alleen werden zy gevoed en gekleed; maar de ruimte der penningen deedt befluiten tot de aankoop van Aardappelen , aan de behoeftigften uitgedeeld,ten einde zy,hunne landen droogwordende, dezelve terftond zouden kunnen beteelen met een Gewas 't wdk daar 't gewoone Winter voedzel i9 der gemeene Lieden, en thans tot een buitenfpoorig hoogen prys gefteegen , zonder; nieuw gewas, op eigen grond geteeld, den fchamelen Landman een derden Winter; dreigde nog armoediger dan de twee voorgaande. Zo zoekt welgeregelde Mildaadigheid het meefte nüt met het aanvertrouwde Geld te doen. En de uitgegeevene Verantwoording ftrekt tot lof van allen j die deel in dit"Liefdewerk hadden. Buiten de Inzameling door de Rotterdammers gefchiedt, kwamen van elders aanzienlyke Giften, in de regte handen; die Uitdeelers gingen met de anderen te raade, om alle dubbele Bcdeeling voor te komen, en det Liefdegaven, overeenkomftig met het oogmerk der Schenkeren, te befteeden (*). Van. (*) Verhaal, wegens de twee laatft Overftroamlngen in de Betuwe enz. bl. 3i eilZ. Te Rotter* dam by r. akrbnberc 17/3.  H ISTORIE; ty% Van veel minder aanbelangs, doch niet xc; geheel onmeldenswaardig, was het hoog-boek.' wasfen des Lekwaters in Zomermaand, de — heerlyk met Gras en Graan bewasfe Ui- 1771. terwaarden ovcrftroöincnde, toi groot on- Mindere geluk der Ingezetenen .des'Lands van Via- Water on-. nen, die voor hun Vee,.niet dan fchaars, neilci1voedzel konden bekomen; als mede de Doorbraak, 'die in Oogstmaand viel in de westzyde des Namvernaafchen Dyks, en het Noordlykst gedeelte van het Veeryk 'Asfendelfi onder water zette, de 'Boeren met hun Vee in groote ongelegenheid' bragt, het Hoói, nog te velde leggende ,: in deezen 'duuren tyd bedierf (*). Een hevige brand, in 't holst van den HetAdrhi* nagt, in . Louwmaand té .Harlingen ómV raliteitsliaan , vernielde het Admiraliteits - Huis f *uis te van Friesland zo verre dat de muuren bM»fC\ énkel Ham blcevcn, en de geheele Secrc- ' * tkry benevens alle de Papieren :een prooy der vlammen wierden, zonder dat men iets kon redden; de'Pakhuizen, te 'wcderzyden van 't zelve ftaande,. met Zeilen, Touwwerk en andere Scheepsbc- . ' hoefién'vervuld, brandden tot den grond . top:a'F. Groot was deeze fchade, en de vrees voor veel grboter greep den, ontzetten Burger aaiK dewyl de brand in' de Huizen., als mede in: de Schepen, "thans in de wintcrlaagc liggende, dreigde' over itefla'an, in welk geval de halve Stad ge- '"C' :';< 'f\ v " vaar : C*) Nederl. J4arb;. 1.7.71, bl. 1145, XXIV. i) e e i. Q  VADÉRCANDSCflfi Sc. vaar liep. Veelbragtaandeafwending-V3.il' fcó e k. dit onheil toe, dat de Schepen met Sneeuw ■ bedekt lagen, fchoon anders de ftrenge 'fffl. Vorst het brandblusfen en fluiten zeer moeiiyk maakte: om de Brandfpuiten aan den gang te houden, kookte men groote Ketels met water, 't geen men van tyd tot tyd bezigde om de anders onbruikbaar wordende Spuiten te ontdooijen. Het Huis Leeuwenburg, aan Friesland: Admiraliteit toebehoorende, werd vervolgens tot eene Vergaderplaats en Secretary aangelegd en vertimmerd; men bouwde op de plaats der afgebrande Huizingen ruime Magazynen, die thans, benevens de vlak daar tegen overftaande Admiraliteits Scheepstimmerwerf, eene deftige vertooning maaken ( * ). Schaars- De fchaarsheid en duurte van Veld- en beid en Aardgewasfen in alle de Geweften des Pttwrtc Bondgenootfchaps bragt te wege, dat, in meest allen, bepaalingen , op den Uitvoer gefield of volftrekte Verboden deswegen afgekondigd wierden; gelyk ook de aanhoudende Veefterfte nadere Voorzieningen omtrent het Vee deedt maaken. vVées By zo veel drukkenden ramp van voor Pest- Dinnen dreigde, reeds in 't verloopen woox?J- Jaar, van buiten een nog veel erger. In gen daar Podolien, Folhynien, en daar omftreeks getegen, legcne Plaatzen, was, zints eenigen tyd, een befmettende Pestziekte ontftooken. , Om, (*) N. Nederl. Jaarb. §ffl. bl. S<5. Tegenvfi 'Staat van Friesland III D. bl. 15.  HISTORIE» 243 Om, 20 vee* rrrensclilyke Voorzigtighëid xc. kan toebrengen, tot het afweeren dier Plaag, boek; te werk te Hellen, diende een Plakaat door » hunne Hoog Mogenden in Oogstmaand iffU diens Jaars verzonden; in Bloeimaand deezes Jaars vernieuwd, met eenige bepaalingen , wegens de goederen uit de Oostzee komende, en in Wynmaand by het weder ontfteeken in Poolen , en het verfpreiden tot Moscow, nader aangebonden (*). Staaten van Zeeland, deeze drukkende en dreigende Lands onheilen in ernftige opmerking neemende, hadden reeds in't voorgaande Jaar een voorftel gedaan om een Algemeenen Dank- Vast- en Bededag te houden, en van Bedeftonden in Zeeland gefprooken. Het houden van Maandlykfche Bedeftonden werd in Wintermaand deezes Jaars aldaar geboden (f). Heeft niet zelden den Vaderlanderen hèt De Vë?za« verwyt naagegaan, dat zy Kunstverzame- meling lingen, die den Lande tot een cieraad, en van B- Snut , itrekten , met oneindige moeite en door de groote koften, op hun grond, by een ge- \Leydfthe bragt, in de banden van Vreemdelingen by 'koop lieten overgaan; te veel Geld - en gmte weinig Kunst-mins betoonende; de Be- i zorgers der Leydfche Hoogefchoole hebben zich voor dat verwyt gedekt, door, by~ open-, . (*) Refol. van Holl. 17 Sept. 2 en % Oct. 177O; 27. Nederl. Jaarb. 1770. bl. 999. Voor 't jaar 1.771. bl. .520. 1221. . (jO JVof. van J'eeli 15 Oct. 20 Dec> 177a ftr vfmr), Jaarb. i; t. bl.. iacs. , Q a  244 VADERLAND SC HE xc. openbaare opveiling, voor een hoogenprys-J b.o ek. aan .te koopen de Verzameling der Ont- leulkuudige Bereidzcls van den wydver- 1771. maarden Hooglceraar bernard sieg' frie.d alu r» u j (*), die mee zo veel lofs de voetftappjeu vau t. rui s-c h drukte en verder tradt; eene Verzameling, welke bet oog der Vreemdelingen trok , en de grootlte nutheid opleverde aan allen, die het geluk Hadden, cm de.lcsfcn diens grooten Maus by te woonen. Thans kan dezelve, daar zy de Gcdagtenis diens Ontleedkundigen op de belle vvyze leevendig houdt", een beflendig. nut doen aan de Beoefenaaren deezer zo verre gebragte Weetemchap. Noord- 't Verwyt van hoogstverdienstlyke Mankerk ge- iien tc vcr:,.cetLn Zou ons Gefchiedblad aan3 ' kleevén, indien wy den Naam onvermeldlieten van den Heere uermannus No o Rb kerk, den zesden van Slachtmaand deezes Jaars in Amflerdam, zyne Geboorte Stad, overleden, en te Haarlem begraaven. Hoewel met geene dubbelverdiende Eertytels pronkende, noch tot hooge Eeretrappen opgevoerd, (waar toe zyiie Belydenis der Luier fche Leere hem vexmoedelyk den weg floot,) bezat hy zulk een voorraad van Verdienften, en deelde, zo diep in de Agting zyner Tydgenooten, dar. (*) B. s. ALBiNusoverleedt den 9van Herfstmaand 1770. N. Nederl. Jaarb. I77°- bl- laS« Voor 't Jaar 1771. bl. 1129.  HISTORIE. *j# tic berekening en proeven in 't klein, in vee- xc7. Ie opzigten zou overtreffen; hy verzogt vozk\ deswegen, gelyk zyne Voorgangers in die • Uitvindingen, by Staaten van HollandOc- 1771. troy, 't welk hem, de Proeve in 't groot met een voordeeligen uitflag onder 't oog van daar toe benoemde Heeren genomen zynde, in deezen Jaare verleend werd,terwyl hem eene fom van Duizend zilveren Dukatons tot gocdmaaking van door hem gedaane kollen van 'sLandswege werd toegeteld (*). De aanhaaling eeniger Vaaten Zuiker, Bepaalin-i die deels ten oorzaake ilrekte van het Han- genden delgefchil met den Keurvorst van den fi^cil» Paltz, (f) gaf gelegenheid tot eene me- treffende* nigte Vertoogen den Zuiker handel betreffende , zo van Zuiker - Rafinadeurs, als van Kooplieden in deeze Waare handelende ; die op dit ftuk hunne wydverfchillende gedagten aan de Staaten der byzondere Geweften als mede aan hunne Hoog Mogenden voordroegen. Laatstgemeldcn gaven, naa alle die Hukken ryplyk overwogen te hebben, in Herfstmaand eene Publicatie, ftrekkende om het onderfcheiden verftaan en uitvoeren van 't geen in den Jaare mdccxxv opde Lyst dergemee- ne (■*) 27. Ncdert. Jaarb. 1771. bl. 1143. De Voordeden aan dit Hellend Waterfcheprad verbontien zyn door veelen betwist: doch, door den Heer Jen e^e , op Wiskundige gronden beweerd, £t) Zie..hlex boven bl. 191. Q 4  h3 vaderlandsche xc. ne Middelen te Water ten aanzien van den Boek. Zuikerhandcl vastgefteld was, wat onder——— fcheide foorten betrof, te vernietigen, en 1771. voor den tyd van zes Jaaren de inkomende en uitgaande Regten te bepaalen ( * ). Vrugtloo- Wanneer, in Lentemaand deezes Jaars, ze aan- Staaten van Holland, ter Vergadering der Holwop Algemeene Staaten, in de Gewoone en Buide verbe- tengevvoone Staaten van Oorlog bewilligtering van den , betuigden zy „ hun leedweezen, het Zee- ^ ov.er ^ n^ds aanhoudende flaauwheid en' ,, en agterlykheid der meefte Geweften om„ trent alles wat tot verbetering van 's Lands Zeemagt voor lang benoodigd „ was geweest, en nu vooral vereischt, „ werd, om het Zeewcezen van den Staat s, voor een geheelen Ondergang te bchoeden: en hoe zy niet zonder aandoening gewaar werden den traagen voortgang 3, der Raadpleegingen over de middelen, „ waar van de verbetering der Zeemagt geheel moest afhangen. Op eene gedaane Petitie tot den aanbouw, van een a, voegelyk getal Liniefchepen , was by s, verre de meefte Geweften, niett-egen„ ftaande den herhaalden aandrang, zo van zyne Hoogheid en van den Raad van „ Staaten, als van. zyne Hoogheid afzon„ derlyk, tot dus verre geene toeftem„ ming ingekomen. Zy wilden dat de s, Bondgenooten zich herinnerden den ernst v en nadruk, waar medé door zyne Hoog- (*} 2ï. Nederl. Jaarb-. 177!. bl. 83;  VADERLANDSCHS HIS T O RIE. EEN- EN- NEGENTIGSTE BOEK. INHOUD* XC!! Twee honderdjaarig Feest der Vryheid ifi BOEK. den Briel, te Vlisfingen, Middelburg Veert eA Enkhuizen gevierd. Aardenburg herdenkt aan de vóór honderd Jaaren betoonde Dapperheid Groningen doet het op geene byzondere -vyz'e. Willem frederik Erfprins y in Oranje gebooren* llluminatien in Holland verboden. Doopplegtigheid. Pillegiften en Kraamgefchenken. Vreugdbetooningen in Holland. Ongeregelde in Utrecht* Schikkingen in Friesland op het Vreugdebetoon gemaakt. Op welk eene wyze Zeeland zich hier gedroeg. De fchaarsheid en Vee* fterfte verminderen. Den Prins van n a ij's a u weilburg een Zoon gebooren. De vrees voor tenen Oorlog met de Maroccaanen wykt. De Koning van Poolen vervoegt zicM  ïi i s t o r i e; ■gevoelens in. Door den Academie-raad fchül- xci. dig verklaard omtrent, eenige Stellingen, boek» Biedt aan eene nadere Verkladring te geeven. ■■. Bejluitom hem een Op ft el ter tekeninge voor je leggen, 't Zelve niet kunnende „ondertekenen van zyn Hoogleer aar ampt 'vei vallen verklaard. Te Lingen 'tot Hoogleeraar .beroepen en tot Ouderling aangefttld. Affcheid van den Groningfchen Kerkenraad. Redenen welke hy van zyne Afzetting geeft.., Den Jefuiten Ma aft riekt ontzegd.>, en hunne Goede* | ren in beflag genomen. -Nieuwe gefchillen met Zeeland, over Èsfequebo.. Groote Indy-r 'king in Zuidbeyeland. De Zeeweenngen 'aan de Helder her field. Willem georg fredErik gebooren. De Inenting der Kinderziekte,krygt, twee Kinderen , yan zyne Hoogheid gelukig ingeënt zynde, hier meer opgangs. Leyden viert het Tweehonderd Jaurig Feest van 't Ontzet. j. le franco; van berkhey gedenkt W 'C openbaar in Dichtmaat aan Leydens Ontzet. Nieuwe Schouwburg te Amflerdam ingewyd. Liet Genootfchap Servandis Civibus aldaar ■ ■ opgerigt. Vrees voor den ondergang der Aarde uit den ftand der Planeeten gebooren.. In Friesland te keer gegaan door een Berigt* fehrift van hooger hand. Ongemeen hoog Water in Mey maand. Middelen tot verbetering van Frieslands ïnkomflen beraamd. Hef Regt van Aubaine tusfehen deezen Staat. ên Frankryk,als mede Z)veeden,geheel afgefchafi'. Engelands verzoek dat de Noord-AmerU kaanfche Volkplantingen met geene Krygsbehoeben van hier mogten voorzien worden. Dt XXIV. üeel.' K Oor*  VADËRL ANDSCHE XCI. Oorlog tusfehen Engeland 'en Frankryk dreigt 11 o ek. te zullen uit var f en. ■ Staaten van Holland — ■ dringen in den Jaare mdc clxxii, op de Ver/lêrking der Zeemagt aak. " Redenen waarom de andere- Geweften niet vaardig bewilligen. Nadere aandrang door Staaten van Holland, in den Jaare mdcclxxiii. Raad/lagen der andere Geweften: Plan tbt vermeerdering der Landmagt in dat Jaar. Staatsbefluit .van- Holland deswegen, *i zelve ■in oyerweegiitg genomen. 'Berigt daar op ingebragt. Alles loopt vrugtloos af. Kommeriyke gefteldheid van deezen Staat. '1772. ^/^/as Iiet Jaar m d c c l x x i 'meest in Het Twee Druk gefleeten; het daarop volgende gaf honderd ft0ffc tot Vreugde, zo van w"cgen dc beril3" guT^ denkiug der vóór Tweehonderd Jaaren ltld/ctr~ eerst opdaagende Vryheid der ■ VeréénigVryheid in de Nederlanden, als uithoofde van het den Brid wyken der geheerscht hebbende Schaarsgevierd. ^ gje nu jn mMen Overvloed veranderd was : dan het deelde nogthans , volgens 't lot der ondermaanfche zaaken, ook in rampfpoed van verfcheidenerlei aart. 'tEen en ander maakt dit Jaar. aanmerkelyk, en levert ruime fchryfftoffe PP- Ongevoeliger en ondankbaarder, dan hy 5n de daad is, moest de Nederlander weeZen , wanneer hy de Grondvefting zyner Vryheid \ dat onfehatbaar Volksheil , in Vergetelnisfe ftelde, en zich, by het vcr- jaa*  B { S T O -R I E. jaaren der groote Gebeurtenïsferi, daartoe xcr; aanleidelyk, en met de daad medewerken- boek» de, niet opgewekt voelde tot eene dank-• baare Gedagtenisvicrihg. Naardemaal dit Jaar den Tweebonderften Jaardag van het heuchlyk aanbreeken des dageraads vaniW derlands Vryheid voor den geest herriep, betoonde men zich bykans allerwegen met hartlyke Dankbaarheid vervuld. Eigenaartig moest deeze kragtdaadigst werken, en 't zigtbaarst zich veftoonen, op die Plaatzen, waar 'het lang gedraagen Juk def Spaanfche 'Slavernye , eerst werd afgefchud, en de Vryvegters van dit Gemeenebest, met dien zegen opdaagden. Niemand derGcfehiedcnisfe kundig zal dit voorregt aan den Briel bctwiften. Hoe klein i"en oogfchynlyk' gering de eerftè gtondfla;gen der Vryheid, daar gelegd, ook mogen 'Wcezen, op dezelve is dat grootsch GeI bouw, tot verbaazing van de geheele Wet reld , op getrokken. 't Was ook deeze !Stad, die andere voortradt in het gedenIken aan deeze groote Staats - omwenteling. ïDe Regeering beftemde den eerften Van (Grasmaand, den Dag op welken vóóntwee !honderd Jaaren, de Briel, onder het beleid i van willem Gr na -e van der March,Heer wan Lumey , en andere Hoofd-Officieren tder zogenaamde Watergeuzen, ingenprnen, tden Spanjaarden ontweldigd en aan dè zy» ide van willem dén I, Prins vanO/w;* m, oVérgebragt wefd \ tot eene Gedenkdag' \ van. de grondlegging der Vryheid van' dit iGémeénebcst. Wayendc Vlaggen van--der R 2, Kerk-  •260 VADERL ANDSCHË xci. Kerktoorens en andere Gebouwen,- van dé 15 0 ek. Schepen op Stroom of in die MaaslandfcheHaven liggende, het losbranden van 't Ge- 1772. fchut der Wallen, gevolgd van 't Klokkcnfpel, afgewisfeld door 't Gelui, kundigde deezen blyden Dag aan: cn werd dit wydklinkend vreugdebetoon verfcheide keercn, op voeglyke tydperken, herhaald. De groote Kerk ontlloot de deuren om de dankbaare Schaare te ontvangen, de Heer willem looewyk,Baron van Wasfcnaar, Baljuw der Stad, vergezeld door alle Regeeringsleden, vervoegden zich in ftaatlyken optocht derwaards, de Oudfte Leeraar cornelis cleyn tradt op, cn hieldt eene Kerkreden over dit groot Onderwerp, een Zilver Schenkbord met Stadswapen en een gepast Byfchrift werd hem uit erkentenis, 'door de Magiftraat gefchonken. By «en deftigen Middagmaaltyd voor de Leden dcrRegcering, de Staf-Officieren der Bezetting , de Predikanten zo der Neder duitfcfa als IValfche Kerken, in de Stads Doelen aangerigt, verfcheen op 't Naageregt een fraaye Tempel met het Beeld der Vryheid, welker verkryging men gedagt met, op de Oud Hollandfclie wyze, uit een daar toe vervaardigd en vereerd Glas te drinken. In Laiynfche en Neder da itfeha Verzen werd deeze hcuchlykc Gebeurtenis middelerwyl opgehaald. De Inwoonders, met de Vreemdelingen derwaards toegevloeid , herdagten aan hunne Tafels dit Geluk; en gaven door Verlichtingen in den avond zo van de vervaardigde Eereboo- gerf,  HISTORIE. *6$ Eerw. j. van ip er en ging zyne Ge- xcr. meente voor. boek. Enkhuizen ,'t geen nu Twee Eeuwen ge ■ leden zich zclven, zonder magt of byftand 17.72. van buiten, der SpaartfcheDwingregeeïtiïg onttrokken. en aan 't Bewind des Prinfen ^ van Oranje, willem den I. vry willig ' " overgegeeven hadt, ontving van de Magt? ftraat last, om den dén - en - twintigften van Bloeimaand, den dag dier groote Gebeurtenisfe, Godsdicnftig te vieren,gelyk voor en naa den middag gefchieddc. 't Ontbrak hier zo min als in dën Bricl en in de gemelde Zeetmjche Steden, aan vreugdbetoon by dit ftaatlyk bedryf, het Klokkengelui cn Spel, het losbranden van 't Stadsgcfchut, het in de wapenen verfchynen der Burgerye, waar van een gedeelte optrok, onder een nieuw Oranje Vaandel, waar op de Stedemaagd was afgebeeld, leunende met den flinker arm op den Bybel, met de regte hand een Speer vasthoudende, waar op de Hoed der Vryheid ftondt, met het gewoone Byfchrift der Vryheids Maagd, hac nitimur, hanc toemur; Op deezen fteunen wy, deezen hefchermen wy. Voorts was het Raadhuis, waar de Heeren der Regeeringe eene deftige Maaltyd gaven, op welke de Kerkenleeraars der Hervormde Gemeente genoodigd waren, fraay verlicht. Het Twee honderfteverjaaren eener zo gewigtige Gebeur.tenisfe, bleef elders niet ongedagt, fchoon het voegelykst gefchiedR S de  266 VADERLANDSCHE xci. de op de gemelde Plaatfeu, toen tentyde Boek* op eene byzondere wyze daar in betrok- ken, en, om zo te fpreeken , Drempels 1772. waar over de Vryheid binnen tradt. De Dichters lieten dien Hcildag . niet onbezongen. Aarden- In Staats - Vlaanderen kon het geringe burg her- Aardenburg niet nalaaten prat te weczen denkt aan den moed, in Zomermaand, nu Honhonderd derd Jaaren geleeden, betoond; wanneer Jaaren bc- dit Steedje, door den Koning van Frankloonde j, belegerd en beftormd,' eene groote beid"" overmagt, met een handvol Volks , wederftand boodt, afüoeg, en noodzaakte te wyken; een getal van Gevangenen binnen brengende, 't geen bykans het dubbel haalde van 't getal der wcerbaare Manfchap binnen de Veste. De Eerw. p. moens hieldt hier over eene deftige Leerreden;, en. werdt voorts de Dag m. Fecsthouden, Krygsbedryf,en Vreugdbetoon gefleeten; de Avond getuigde van deeze .Herdenking; door Verlichtingen en Vuurwerken, Groningen Vreemd deedt het veelen, dat Gronindoethetop en >t welk nu Honderd Jaaren geleeden y !3rey" den Bisfchop. van Munjier,^t, als; Bondwvze genoot van m.dewyk den XIV. en cak.ee den II, naa het te onderbrengen van Overysfel, en het veroveren van Kocverden, met eene gedugte Krygsmagt, deeze Stadbenaauwde cn aantastte, dien Overwinnaar in zyn loop gefluit en afgekeerd hadt, niet goedvondt het eerfte Eeuw-  HISTORIE. 267 Eeuwgetyde dier heuglyke Gebeurtenis- xci. fe, op eene byzonderder en plegtiger wyze boek. te vieren. De Staaten van dit Gewest, _ welke redenen zy daar voor mogen gehad 177%, hebben, lieten het beruften by de Uitfchryving van een Dank- en Bededag, op den agt-en-twintigften van Oogstmaand in de Stad, en op den volgenden Zondag door 't geheele Landfchap , om dus het Eeuwfeest te houden der Verlosfmge, cn de Inwoonders, door 't herdenken aan de dagen van ouds, op te wekken tot Dankerkenteiiisfe (*). De Erfftadhouder, gaf in Lente-Wi ülem maand , aan de Hooge Vergaderingen F r e d ekennis , van den gezegenden ftaat zy- boorent" ner Gemalinnc , voor wier gelukkige Verlosfing, op bevel der Algemeene Staaten, en die der byzondere Geweften, in alle de Kerken gebeden werden uitgefiort (f). Zy verloste, den v;er-en-t\vintigften van Oogstmaand, zeer voorfpoedig, van een Prins. Een drievoudige vuuring der Krygsbende, in de Maliebaan ter wapenoeffening verzameld , gaf reeds in den vroegen morgen te kennen , dat dezelve van 't Huis in 't Bosch, deeze tyding ontvangen hadt. 't Losfen van het Gefchut breidde deeze maare wyder uit; het (*} N. Neierl. Jaarb. 1772. bl. 317-33°. ö1?» Ct) Rtfil. van HM. 10 Maart 177a,  'stfU VADERLANDSCHE xci. het luiden en fpeelen der Klokken, cn het po ek. uitfteeken der Oranje Vlaggen in 's Gra* venhage, verzelde deeze openlyke bekend- 5772. raaaking. De Erfftadhouder deedt dezelve in de Hooge Vergaderingen, en ontving daar op uit dezelve de plegtige Gelukwenfehingen. Hun Hoog Mogenden en Gecommitteerde Raaden, by afweezigheid der Staaten'van Holland,boodm, agtervolrens een genomen befluit, zyne Hoogheid liet Peterfchap over den jongen Prins aan, die dit aanbod vriendlyk omhelsde (*), .Men maakte terftond de noodige Schikkingen, om, zo van wegens de Staaten, als van zyne Hoogheid, deeze Gebeurtenis by de Hoven aan ?t Stadhoudcrlyk Huis vermaagfehapt, en aan de byzondere Geweften , hoogstftaatlyk tc doen bekend maaken. Eerlang kwamen de Afgevaardigden uit dezelve om den Erfftadhouder , wegens de Geboorte van den Erfprins, te' begroeten. IHumina- Groot was de begeerte van het meerennen in deel der Ingezetenen om hun inwendig geHoüand noegen over deeze Gebeurtenis, door uityer o en. terjyke bedryven, aan den dag te leggen, en hadden Staaten van" Holland den Dag des Doops daar toe beftemd ; doch , dezelfde redenen, die zyne Hoogheid bewoogen om, by de Geboorte der Prinfesfe, de Illuminatien af te raaden (f), nog ftand hou- *" (*) Refol. van Hott. 13 Aug. 9 Scpt. 1772. C Ó Zic hier boven bl. 185.  HISTORIE: sé$ houdende verzogt hy, dat dezelve ook nu XC*." niet mogten gefchieden, waarom gemelde boer» Staaten, by openbaare Afkondiging, zulks — den Ingezetenen lieten weeten (*). . 1772. Allervorstlykst was de Trein , die de' Doop-, Doopplegtigheid, op den zeventienden van P^gtigHerfstmaand,vergezelde, en de toeftel in de jerifonei Kerk zeer pragtig. Dc Eerw. j. mun- Kraamg'enekemolen deedt de Redenvoering, fchcnkciw zyn Amptgenoot pet ru s nieuwland verrigtte den Doop, by welken de jonge Prins, door deszelfs Heer Vader zelve onder dén Doop gehouden, de Naamen van willem' frederik bekwam. De ingezamelde Liefdegaven beliepen 4927 Guldens. Zo' ras de Doop» volvoerd was brandden een- en- twintig Hukken Kanon drie maaien los; gelyk het fchictcn uit dezelve deezen Dag hadt aangevangen zo befloot het zelve dien 's avonds; wanneer het Oude Hof,- waar zyne Hoogheid de aanzienlyke Afgevaardigden op eea pragtig Middagmaal onthaald hadt, fraay verlicht was. —* In dezelfde -órde en rang als de Afgevaardigden by "den Doop van den jóngen Vorst in agtgenomen hadden, begaven zy zich om de Pillegiften voor den Erfprins, en de Gefchenken voorde Kraamkamer, te overhandigen (f)." * - Ofc '- Refol. van Holl. g Sept. 1772. Ct)De Pillegiften bedroegen dezelfde.fóinmS P voorheen 'aan de Prinfesfe e-eiehoiiken; Ziehier  2?o VADERLANDSCIIE xcr. Op den Dag der Doopplegtigheid be.« :ï3o ek. paalde zich., in de meesteHollandfcheSte~— den s Vreugd- ; •' . ■ ' bctoonin- boven bl. 189. de Verdeeling wordt in deezer Voe» gen in ge opgegeeven. Holland. f t -DtfB 1 Sept. .177a.  a-4 VADERLANDSCHE xot. zen, waar dezelve in 't geval zouden kun»o | k. nen komen van eenige Kruisfers des Kei- . . vers van Mao-ff&m te ontmoeten, waar- 1772. fchuwden , die Schepen te voorzien van Turkfc'he Paspoorten, ten einde alle onaangenaame gevolgen, die uit. gebrek .aan dezelve zouden kunnen ontftaan, te vermyden. 'De. reden van bekommernis voor deeze Zeeroovers groeiden dernr>.ate aan, dat hun HöOg Mogenden, in Bloeimaand., eene Wasrfchuwing na alle de Geweften rond zonden, bekend maakende, dat de Keizer van Marocco genoegzaam den Oorlog tegen deezen Staat verklaard hadc, waarom een ieder op zyn hoede moest weezen tegen de Maroccncmfche Kaapers, en alle omzigtigheid gebruiken , op dat, aan den eenen kant, de Koopvaardyfchippers geene vyandlykheden mogten beginnen, cn , aan den anderen kant, zorge draagen, tegen onverhoedfche. overrompeling. Dan, in 't einde van Zomermaand, kwam de gerustftellende tydirg, datdeverfchillen tusfehen de Staaten der Verean&cïe Geweften en den Maroccaanfchen Keizer gereezen,vry veel verminderd waren,en 'er zich een middel opdeedt om ze uit den weg te ruimen, 't Geen ook verandering maakte in de bedoelde uitrusting van eenige Fregatten na de Middclanclfche Zee (*). Dan op (*) N. Nederl. Jaarb. 1772. bl. T03. 430. 623. Refol. van Holl. 29 April 2 cn 15 Mejj 9 en 23 Sept. 1772. 30 Juny 7 July 1 Sept. 3 iSov. 1773.  HISTORIE,- cn nieuw o vergezondene ontrustende ty- xcr.' dingen, in het volgende Jaar, noodzaak-B o ten den Staat om op fterker maatregelen bedagt te zyn, die egter mede niet be-1773. hoefden uitgevoerd te worden. Het plan der Ryksverdeeling van Poolen, De Kodoor den Koning van Pruis/en ontworpen , ^J^a* met overleg des Keizers vervorderd, en vervoegt door de toetreeding van de Alfeenheerfche- zich by resfe der Rusfen voltooid.,.eene geruime Staat wyle in het duistere der Kabinetten voortgezet, kwam thans aan den dag (*). De Afgezant der Rusfifche Keizèrinne , des Konings MzwPmisjen, als mede;die van het Weener-Hof, 'deelden de'Vertogen dier Mogcnheden, raakende de regten en eisfchen op Poolen, aan onzen Staat mede. Koning stan.slaüs.augustus beklaagde zich over den ongelukkigen toeftand van zyn Ryk, welks beste en grootfte Landfchappen, door de Krygsmagt der drie Nabuur-Vorsten overllroomd , voor het drukkend Regt des Magtigften hadden moeten bukken ; hy verzogt hun Hoog Mogenden, om het verlegen Poolen te hulp te komen, en het werkftuk van Onregt en Verdrukking, gelyk hy het tytelde,teverhreeken. Tellens een Antwoord zendende door f*5 Zie over deeze Ryksverdeeling wiLHAf* eo x e Travels in tO Poland, Rusfie, Swvden and-Oanmark Vol. 1. p. 4i. In 't Nederd. de Befchouwtng der Maatfchappy en Zeden in Poelen, Rusli.nd, tweeden en Dememark;,: dogr ,W. CijJCS 1 Deel. W. 130. 4 ' S 2  HISTORIE. <*& verre was om te treeden in een Plan van xoi. iéhikkingen door willem den iII ont- boek. worpen; doch toen door het Hof niet aan- — ■ genomen. Op het voorne men van 1772. liet Hof om by Staaten van J/olland, nu vier- en- twintig Jaaren geleeden, zich met dergelyk een Vertoog te vervoegen, als men thans gedaan hadt, was' door zyn Vader verklaard, „ dat, WM aanging het „ te doene Addrcs over deeze zaak, door „ het Hof, by hun Ed. Groot Mogenden , „ hy 't zelve aan het Plof niet konde of „ wilde beletten; maar evenwel het zelve ook niet zou aanmerken als een blyk van „ Vriendlykheid cn Attentie van het Hof „ voor Hem." Dan de tegenwoordige Stadhouder liet het niet berusten by het eenvoudig verhaal van de gevoelens en begrippen zyns Vaders, en de betuiging dat hy diens voetftappen drukte; maar voegde 'er een Vertoog nevens, waar in hy, zyns oordeels, aantoonde , dat de Militaire Jurisdictie, gegrond was, op het Roomfchc Regt, 't welk reeds van den tyd van carel den V af, door den Souverain van den Lande, by deszelfs Plakaaten uitdruk] yk was ingeroepen , en tot een Landregt gemaakt; op de Crimineele Ordonnantie van den Jaars mdlxx, welke, van dien tyd af, tot heden, als een Landwet aangemerkt en beftendig in agtgenomen was; op de Primitiye Conftitutie van de Republiek, agtervolgens de Unie van Utrecht; en op de verdere Wet' tm en Plakaaten van den Lande. InzonderS 4 heicl  "a8ö VADERLANDSCHE xct. heid zouden hun Ed. Groot Mogenden Boek. daar in aangevveezen vinden, hoe het - Staatsbefluit van den Jaare mdc liv, als 1772. in het eerfte Tydperk der Stadhouderlooze Regeering genomen, en met de Regten van den Capitein Generaal weinig beftaanbaar, ook telkens, by de herftelling der Stadhouderlyke Regeeringsvorm, geflaapen hadt, en buiten kragt was gebleeven. — Eindelyk zouden zy zien, wat 'er te denken ware van de bybrenging, die zyne Hoogheid , niet zonder verwondering in de pen van Voorzitter en Raaden van den Hove ontmoet hadt, als of de waarneeming van den inhoud des gemelden Staatsbefluite, ook in een tyd, dat de Republiek een Capitein Generaal aan 't hoofd der Militie hadt, van hun Ed. Groot Mogenden zou bevolen zyn. Hy betuigde in ft verzekerd vertrouwen te ftaan, dat hy, die de Waardigheden van Stadhouder en Capitein Generaal op geen anderen voet ■dan zyne Voorzaaten aanvaard hadt, ook door hun Ed. Groot Mogenden, zou gehandhaafd worden, en geveftigd blyven in alle de Voorregten en Eeren, waar mede zyne Voorzaaten „ die Waardigheden bekleed en uitgeoefend hadden, waar onder hy, als het Hoofd van de Militie van den Staat, het doen oefenen van eene Univerfeele Militaire Jurisdictie over de Officieren en . het Volk van Oorlog geenzins voor het romfte kon houden (*). De O Rtfol, van Holt. 15 Mey $7»  HISTORIE. 281 De Raadpenfionaris pi eter steyn, xci. met den Jaare mdcclxix, in zyn vyf- boek. den vyfjaarigen dienst van Holland ge- : getreeden (*), mogt dit laatfte gedeelte 177a. van een vierde eener Eeuwe op die ge- De Raadwigtige post niet ten vollen liaan, de dood Jjs s.,. E ^ s rukte hem den vyfden van Slachtmaand fterft( weg. De Heer bentinck, Heer van Rhoon, Voorzittend Lid by Gecommitteerde Raaden, kennis van dit overlyden gekreegen hebbende, deelde die der Vergadering mede , welke hem , benevens twee andere Heeren , benoemde om het Rouwbeklag by de Weduwe en Naastbeftaandenaf te leggen, de afzondering van 's Lands papieren van die des Overledenen, en het zenden der inkomende Brieven aan deezen als Raadpenfionaris gerigt, te verzoeken, en om het Groot Zegel van den Lande te rug te vraagen. Dit werd alles ftaatlyk volvoerd. In de Vergadering van Holland ftclde °e Heer de Heer bentinck, by het bekend-*™^ maaken des overlydens van den Raadpen- om de. fionaris, voor, of hun Ed. Groot Mogen- poften des den, niet by voorraad iemand zouden be- ^rlebde" noemen en magtigen, om diens post ter voor'raadf hooge Vergaderinge waar te neemen. te beklec- Zints de Ziekte van den Raadpenfionaris den. hadt de Heer bentinck, daar toe verzogt door de Staatsleden, diens plaats bekleed, en benoemden zy hem, om, gc- duu- f*) ZJehier bpven bl. 161, ■S 5  2$2 VADERLANDSCHE xci; duurende het openftaan van dit Ampt, hier boef. in te vol'nrden: ook zouden 'sLands Ze- gels hem worden toevertrouwd, tot men . 1772. in het Ampt van Groot Zegelbewaarder zou hebben voorzien, en hy ook het Ampt van Stadhouder en Regiftermeefter der Leenen waarneemen (*). De In- Eer men tot het begeeven dier hoogwigtivan"en ?e dipten overging, befloot de Vergadering Raadpen- van Holland, de Inftfuctie voor den Raadfionaris penfionaris, van den Jaare mdccxlix, aan zyne benevens de vroegere Inftruetien van de Jaa- ter naazie- ren M D C L X X11 en MnCLXXXIX> aan ninge o- zvne Hoogheid ter"hand te ftellen, met de vergele- vraage of hy eenige aanmerkingen op de verd. eerstgemelde hadt, en welke die mogten weezen ? Op 't voorftel van den Heer bentinck, zouden de Gelaftigden' om zyne Hoogheid dit voor te draagen, hem tellens van het openvallen der Ampten van Groot - Zegelbewaarder , mitsgaders van Stadhouder en Registermeester der Leenen van Holland en West - Friesland, kennis geeven om diens raad daar op in te neemen. Bentinck jn $e inftructie voor den RaadpenfioZc^cibc-" naris' zó als dezelve in den Jaare vaarder mdccxlix opgefteld,en door denoveren Stad- ledencn opgevolgd was, oordeelde de Erfhouderder ftadhöuder dat geene verandering behoefde van Hot- gemaakt re worden. Maar wat de Ampten tand en van Gfoot-Zegelbewaarder, als mede Sta&- JFestfries- h0U= land aangefteld. ledencn opgevolgd was, oordeelde de Erfftadhouder dat geene verandering behoefde gemaakt fc worden. Maar wat de Ampten van Gfoot-Zegelbewaarder, als mede Stad- hou= (*) Refol. van 'Holt. 4 ën 6 N"óv. 1772.  a$4 VADERLAND SC HE xoi. indien de keus op den eerstbenoemdeti Hoek. mogt vallen. Op dit ingebragte antwoord begaf zich 1772. de Penfionaris van bleiswvk uit de Daar toe Vergadering, en met éénpaarige ftemmen verkoo- verkoos dezelve dien Heer tot Raadpenfiozen. naf|s. yer van lyjrmig ontvangen hebbende verzogt hy, eenige weinige dagen om zich, op een ftuk van dat aanbelang, te beraaden, en tc fprecken met de Regeering van Delft, in wier Eed en Dienst hy ftondt. Dit tydsuitftel werd hem vergund , met verzoek om, 't zelve zo kort mogelyk te neemen, en was men telfcns de Afgevaardigden van Delft aan, om ter bevorderinge van het oogmerk hunner Ed. Groot Mogenden, het ontflag van den Penfionaris te willen uitwerken. Op welke De Heer van bleiswyk oordeelde voorwaar- zich verpligt het opgedraagen Raadpeniiozelveann- nai"isfchap te aanvaarden, indien de Staavaart. ten in drie voorwaarden bewilligden. Te weeten, dat het hem geoorlofd zou weezen, om zich, van dat Ampt te ontdaan, wanneer hy, geduurende het bekleedcn van 't Zelve, zulks mogt goedvinden. — Ten anderen, dat hy den Eed op de Inftructie hem overgeleverd zou mogen doen op dezelfde wyze als de voorige Raadpenftonarisfen gedaan hadden; naamlyk dat hy ^zyne Inftrïictie zo nauwkeurig na zou komen , als een eerlyk en trouw Minifter die kon nakomen, en als dc voorige Raadpenfionarisfen, en die welken de nauwkeurigften daar in zouden mogen geweest zyn, de- zel«,    HISTORIE. 285 zelve nagekomen hadden. Eindelyk, xct: dat hem' zou vergund worden het Curator- boek. lchap van 'sLands Hoogefchool te Leyden, waar toe hy in den Jaare mdcclxix 1772. was aangefteld, te mogen behouden. Geene zwaarigheid maakte de hooge Vergadering om deeze voorwaarden in te willigen; waar op de Heer van bleiswyk het Raadpenfionarisfchap aanvaardde, en naa het doen eener zeer nadruklyke Aanfpraak aan hun Ed. Groot Mogenden, en aan zyne Hoogheid, den Eed aflei in handen van den Heer van bentinck, die de dankzegging der Leden ontving, voor de moeite, yver en waakzaamheid, in hetwaarneemen van het nu wederom bekleedde Ampt, geduurende het openftaan, betoond. Ook werd, door dien Heer, uit naam der Ridderfchap, de Raadpenfionaris, volgens oude gewoonte, voor Penfionaris der Ridderfchap verklaard ( * ). Zeevaard en. Koophandel, verdienen Nieuwe het altoos oplettend oog van 's Landsvade- Schikking , 1 • • j„ op ae Sfe¬ ren, en kan aan de inagtneeming van de- /onci£n -in zelve niet getwyfeld worden, als men na- Holland. gaat de gemaakte Schikkingen om de gevaaren, waar aan ze op onze Kuften zyn blootgefteld, zo veel mogelyk te verminderen, en in allen nood onverwylde hulp en byftand te bieden. Hier toe dient, de aanftelling van bekwaame Lootslieden op de Zeeplaatzen, hier toe ftrekken de Regie- (*) Refol. van Holl. 27 Nov. en 1 Dec. 1772.  z?,6 VADERLANDSCHE sct. glementen omtrent het bergen van GoedeBokk. reH uit verongelukte Schepen, de Ordo- uantien.op het ftuk der Pilotage, benevens ^1772. eene menigte van rPlakaaten, van tyd tot tyd, daar omtrent, naar vercisch van omftandigheeden, afgegeeven. Dan hoe veelvuldig ook de bepaalingen ter onderfcheiding der gevallen mogen weezen, zyn deeze, met dc bykomende byzonderheden, meerder dan de Wetgeever voorzien kan , of bepaald uitdrukken : dit veroorzaakt menigmaal duitterheden in de toepasfing en geeft aanleiding tot gefchil over den zin der Wet. Hier van hadden Staaten van Holland eene moeilyke ondervinding. Zintsden Jaare mdcclxx gaf het verongelukken van zeker Schip, aanleiding tot een hoogloopend gefchil over het XII. Artykel van de Ordonantie op het Stuk der Pilotage benoorden de Maaze dc Zeevonden betreffende, en 't geen by Plakaaten deswegen was vastgefteld (*). Tusfehen beiden ko- (*) De Plakaaten op de Zeevonden bragten mede „ dat de Goederen, welke uit Zee opgevischt „ werden, binnen zekeren bepaalden tyd, aan de „ Rentmeefters der Epargnes of hunne Subftïtuten gebragt moeften worden. Het Xll Artykel van „ de Ordonantie op de Pilotage benoorden de Maaze 'jehelsde, dat de opgevischte Goederen „ met de daad gebragt en gezonden moeften wór„ den ter Plaatze daar die t'huis behoorden, of „ M aar zy den wil hadden die tclosfcn, en zulks „ in dc handen der Eigenaaren overgeleverd," zonder dat by eenige Wet.ofStaatsbefluit.bepaald was , In welke gevallen , de Bergers , en  HISTORIE. 287 komende gevallen van foortgelyken j aart xci. verleevendigden 't zelve. Naa het afdoen boek. dier Gefchillen, werd men thans te raadp eene algemeene bepaaling te maaken, wc- 1772. gens de wyze op welke de geborgene Goederen uit gezonkene Schepen voortaan zouden worden behandeld. Gelaftigden tot deeze zaake benoemd leverden ccn Ontwerp in, 't welk grootendeels gevolgd werd in een Plakaat, den twee- en - twintigften van Hooimaand vastgefteld, {trekkende tot voorkoming van dergelyke moeilykheden, en om de Goederen, of Schepen, die zodanig een noodlot hadden moeten ondergaan; doch egter geborgen of gered hadden kunnen worden, zo fpoedig en zo min kostbaar , als mogelyk, den Eigenaaren over te geeven; en telfens om de Ordonantien op de Pilotage benoorden de Maaze, op de Berging en Overgifte dier Goederen cn Schepen ook bezuiden de Maaze, en dus over geheel Holland, te doen ftand gry■ pen (*). Dé Steden van het Noorderkwartier leverden een breede Tegenverklaring in , door de Ridderfchap en de Steden van het Zuiderkwartier beantwoord (f). De Meipers zich naar liet voorfchrift der Plakaaten , of wel naar dat der Ordonantie moeften gedraagen. (*) FM. van Holt. 22. 23 en 29 Jan. 5 Feb. Ï4 Mey 18 cn 22 Julv 1772. (t)'ie -fit. van Holl. 30 July cn 24 Sept. t 772.  ^94 VADERL ANDSCHB XCf. zo groote menigte Menfchen van allerlei' Üoek. Staat, Ouderdom en Kunne; elk poogde i .dit vreeslykfchouwfpel, vol leevensgevaar, 1772. te ontvlugten. Eenigen beneden digt by den uitgang, ontkwamen het vroegtydig, en met zo veel gemaks, dat zy, naderhand betuigden, zich nauwlyks te kunnen verbeelden, hoe dit geval anderen op zo veel angst, gevaars, en 't leeven zelf, te ftaan kwam. De verbyfterdheid geen gereed open vindende liep herwaards en derwaards. Op het vallen van het brandend Gordyn vloodt men fterker na de deuren. Het heftig voortflaan van den Brand, de Hinkende damp welke de togt van het Tooneel, met vlammende flukken doeks, over de fchouwplaats joeg , de kommer van Ouders voor hun Kinderen, van Kinderen voor hun Ouders , van Egtgenooten, Vrienden en Naastbeftaanden voor elkanderen, vervulde het geheele ruim mee een erbarmlyk gekerm en naar gefchreeuw. Ongelukkig bragt de Schikking by het Speelen eener Opera mede, dat verfcheide uitgangen, anders een gereed open verleenende, o;eflooten waren, 't welk veel verlegenheids , verwarrings , gedrangs , en onheils baarde. De deuren van het Voorportaal na dc Plaats, waar de doodbeangfie menigte een uitkomst meende te vinden geraakten toe, en zogt men die door een gangje, waar in de op elkander dringenden elkander perften, kneusden, en verpletten. In dit angstvallig oogenblik van waniioope, namen zommigen het befluit,  HISTORIE. 295 fluit, om hier en daar een venfter te zoe- xci. ken, het glas in ftukken te Haan en 'er zich boek. uit te werpen. De gellootc deuren wet den eindelyk geopend, tot vccler behoud; 1772. maar anderer verderf: dewyl de zugt tot Lyfsberging de agterften zo zeer drong, dat zy de voorllen onder den voet liepen, en vertrapten: dewyl anderen, in onmagt gevallen, buiten ftaat waren zich zeiven te redden, of van anderen gered te worden. De Kroonen , een voor een nedergeftort, bragten het vuur daadlyk beneden in de Bak, terwyl dc vlam van boven het Tooneel zo ylings na vooren, over de Schouwplaats heen en ten dak uitfloeg, dat, in minder dan twee minuuten tyds, het ganfche Gebouw van vooren tot agtcren in vollen brand ftondt. Ondanks dit gevaar der overweldigende vlamme hadden eenigen, nog weinig tyds vóór het uitbarften, hunne poogingen aangewend om, ware hetmogelyk, denbrand te keeren, en met alles na beneden te doen ftooten, het voortflaan te beletten. Onder deezen waren de eerfte Stadsbouwraecfter rauws, de Tooneelmeefter brinkman, de Opzigter der Werktuigen t eef e r s, en twee vafte Timmerlieden: dan buiten de tweelaatstgeraelden, die nog even by tyds een veilig heen komen zogten en vonden, hebben de anderen hunnen yver ten algemeenen befte , met hun leeven moeten bekoopen. Van een der twee ontkomene Timmerlieden wordt verhaald, dat hy het doodsgevaar ontworlteld, dc T 4 trouw-  %6 VADERLANDFCHE xci. trouwhartigheid betoonde om terflond voor Boe ie.- in1 den Schouwburg te gaan, verfcheide ——» Menfchen te redden, cn zich, eene kaars 1772. pntftooken hebbende, na de Bak te begeeven, om daar ook hulp te bcwyzen; doch de fterke rook verflikte zyn kaarslicht;, \yaar om hy een Lantaarn te baat nam, en weder na binnen fpoedde; doch ook dit licht werd door den damp uitgedoofd, zo dat hy, niets kunnende zien, riep of 'er nog iemand was om' geholpen te worden ? Maar de ftem der' overgeblecvencn was reeds1 door damp, rook en hette gefmoqrd ; hy hoorde alleen het donderend geluid der Evenwigten van de Schermen, die afgebrand met geweld in den vuurgloed ploften/ Het ganfche Gebouw ylings in volle ylam gezet, braakte een geweldig vuur, cn baarde' een ontzachlyke vertooning. Niet' alleen verlichtte het de toppen der Gevels en de Toorens der Stad in zuiker voege dat men op dc Uurwyzcrs efemaklyk kon zien, dat-zy het uur van Negen aanweezen; maar in verfcheide Noard- Hollandfche Dorpen, vreesde men, dat in een naby gelegen Dorp, een vreeslyke Brand woedde, en zondt derwaards hulp : ja men verzekert dat op Texel en de Helder de Brand zeer duidelyk is waargenomen. Gansch 'Amflerdam was in rep cn roer.. Het verlegen oog opwaards geflaagen aanichouwde niet verbaasdheid de hoogftygende flikkering, men wrong de handen, zugtt&? kermde; het gerugt breidde het qver-t  HISTORIE. soT $aan van den brand uiten vergrootte het xci.-. §etal der Verdikten , vertrapten of ver- b o E kts brandden. Onverbceldlyk was de verle- genheid en kommer der geenen, die wisr 1772,ten, dat hunne Ouders,- Kinderen, Egtgenooten, of andere dierbaare Panden, dienavond ten Schouwburg gegaan, en wegens derzelver lot onzeker waren,zich het ergftevoorllcilende.- De nieuwsgierigheid om het te weeten ,. werd bykans door de lchrik voor de ontdekking geituit. Geen geringe vrees, dat de" Brand in hunne Huizen zou overflaan, vervulde allen dc omltreeks woonende. Veelen horigen hunne Goederen ; doch waren 'er trouwlooze helpers, die zich met het gcborgene verrykten: ja ging de verzaakingyan Menschlykhcid by eenigen zo verre,, dat zy, onder voorwendzel van hulpe tewillen toebrengen,, in het Voorportaal van den Schouwburg ingedrongen, de verlegene Vrouwen ,. naauw den dood ontkomen , Hals: en Oorcieraaden afrukten, en de des klaagenden fboutlyk in die verwarring tegemoet voerden; „ Zy behoorden wel te „ vrede te- zyn het leeven maar te be„ houden, en weinig om Ringen en andere „. Kostlykheden te geeven!" Een - en - veertig aangevoerde- Brandfpuiten, wel geplaatst, en meesterlyk beheerd, dienden, de onbluschbaarheid van den Schouwburg zelve in aanmerking genomen zynde, om de Huizen, die in oogenbliklyk gevaar Honden, en telkens werden aangeftooken, te blusfehen: waar door van -T 5 wei  &p8 VADERLANDSCHE xci. wel dertig befchaadigde Wooningen, flcgté Boek. twee Huisjes en een Stal geheel afbrandden , en ten twee uuren naa middernagt de Brand 1772. beteugeld was, fchoon de puinhoopen nog ettelyke dagen fmeulden, waar om 'er eenige Brandfpuiten by bleeven. Schoon het gerugt het getftl der Omgekomenen byfter vergrootte en deswegen de fchrikbaarendfte vertellingen, door de Stad en verder liepen, vondt men by het opruimen, flegts zeftien Lyken, door de verfchroeiendè hitte ingekrompen en onkenbaar, dan alleen uit het een en ander,' 't welk menby dezelve vondt. Deeze werden, op de ftaande gebleeven Regenten -kamer gebragt, en aan de Naastbeftaanden, zo veel zy kenbaar waren , ter begraavinge uitgeleverd. —w De ontfteltenis, de ver flaagenheid, de deelneeming in den ramp der ongelukkige Gezinnen, onder welken eenigen van 't eerfte Vermogen gevonden werden, was den volgenden Dag te Amflerdam zo algemeen, dat eene lustloosheid' allen fcheen bevangen te hebben; de woelige Beurs bleef ledig en onbezogt, en men fcheen zo zeer door dit onheil getroffen dat men vergat Koophandel te dryven. Duizenden van Aanfchouwers vloeyden toe om het jammerlyk overfchot te zien van een Schouwburg, die vyf- en- dertig Jaaren meer dan eene Eeuw, de Vermaakplaats der Inwooneren en Vreemdelingen, de Oefenfchool van Vernuft en Kunst,.en de verwondering van Uitheemfchen geweest was: die boven al de kunftig gefchil- der;  H I S TORI E. 3»t pt$d, en waren rechte voorwerpen van 't xvf.hulpryk mededogen, 't geen hun de hand boek.1 boodt, toen die ongelukkige Stad by Staa- ten van Holland verlof tot het doen eener 1772. Inzamelinge, bekomen hadt (*). Ontfustendc tydingen uit Suriname, we- Opftand gens een opftand der Negeren, liepen dee- °P Sarina* zen Zomer in, ert verwekten grooten kom- ^'^33"^ nier by allen, die' belang hadden in deeze gezonden. Volkplanting van den Staat; De Souverain vondt zich opgewekt tot het beraame'n van middelen om het dreigend gevaar af te weerem Twee Fregatten, ieder van vicren-twintig Stukken,"werden, door de Admiraliteit van Amflerdam, met goedvinden van den Admiraal Generaal,, terftond in dienst gefteld, en derwaards beftemd, als mede door deii Staat eene Bende Krygsvolk geworven, om dc Muitelingen te beteugelen. Schoon men in Wynmaand vernam , dat de Regeering van Suriname , door het afzenden van Krygsvolk, onderfteund van vrye Negers, gelukkig gellaagd was in het bemagtigen van een Biirgt, opgeworpen door de Muitelingen , van welkeu eenigen gedood, en veel meer gevangen genomen waren, met weder verove^ ring van 't Krygstuig, en den Voorraad, door hun van de geplunderde Plantadie.n' weggevoerd, en men de veiligheid weder herfteld rekende: dewyl in den Regentyd «le Leevensmiddelcn, 'den ontvlugtte en lleed? £*) Re/gL van Hall, ,7 Nov„ 1-72.  302 VADERLANDSCHE xci. fteeds naagezette Oproerigen, afgefneedeu Boek. waren, vertrokken nogthans de gemelde « Schepen van Oorlog, en het tot dien Tocht 1772. geworven Krygsvolk; voor 't welk zyn Hoogheid, by de wederkomst in't Vaderland, 't zelfde verwierf, 't geen, in vroegere tyde, den Demperen der Onlusten op Berbice was toegeftaan ( *). Zeeland, door het niet bewilligen van Middelburg, kwam fpaade, en met veel moeite, tot toeftemming (f). Onluften Brieven uit Berbice, Èsfequebo en Deme^ tcEsfeque- rary, vermeldden van afgeloopene Plantaho en Dc dien; doch teffens dat ons Volk, door de gedempt. Caraibifche Indiaanen geholpen , de Mui* * 'J' telingen bedwongen hadt. Een daar liggend Oorlogfchip van den Staat, gaf hoope dat de rust fpoedig geheel herfteld zo* weezen (§). Orkaan op °P St. Euftatius hadt een vrceslyke Or» St. Eujia- kaan, in Oogstmaand woedende, eene altiui. lerfchriklykfte verwoesting aangerigt; het grootfte gedeelte der Gebouwen op 't Gebergte ter neder geworpen; op de Plantadien waren alle Huizen, op vier na, geliegt; het Zuikerriet lag ter aarde geflaagen en bedorven; de Vesting, de Kerk en de Joodfchc Synagoge, hadden groote fchaade, het Gebouw der Griffie was ingeftort. Vee- (*) Zie het XXIII Deel der Vadert. Hiprh LCt?2»o#. van Zeel. 14 F eb. 17.24 en 31 Maart 18 April 2 en s Mey 1774- B ^ C J) Refol. van Holt. 14 J«ny en 18 Dec. 1772}  3o8 VAD ER LA ND SC HE xci. ven. Veelen, buiten de daadlyk ongelukkiBoek. gen, bedienden zich van dit Tydsgewricffc om de fchelmagtigfte Bankbreuken te maa- ^* 1773. ken- Het Hof van Holland ontwierp een ftreng Plakaat daar tegen , 't welk hun Ed. Groot Mogenden in overweeging namen (*). Belee- Geen wonder dat dit ftuk het hepaald en niugsbank beftendig onderwerp wierd der gewigtige te Amjier- raadpwW van Jmflels Raad, op middelen dam, va'i , ,r ° ö, , * •• 1 wegén de bedagt om het algemeen aangroeijend wan- Stad, ge- trouwen te weeren, de vrees der Renteopend. nieren weg te neemen, en hun te noopen, om, door het opfchieten van gereede Penningen , den noodigen omloop des Gelds te herftellen, en den Koophandel voor een geheel verval te behoeden. Geen gebrek aan Goederen van weezenlyke waarde, maar mangel aan gereed Geld, deedt den Handel ftil ftaan. klier om werd de Regeering van Amflerdam te raade , uit 's Stads "Schatkist, twee Millioenen te neemen, om 'èr goede Panden voor te beleenen; en werd die Beleeningsbank, den vyftienden van Louwmaand des Jaars MDCCtxxm, ter Regenten - kamer van hét Burgerweeshuis geopend, onder het beftuur van acht Heeren , twee uit den P^aad, en zes uit het Lichaam der Kooplieden. De eerfte waren volk er t van je ver en p. hartsink, de laatfte adriaan eloris raap, abraham C*) K*fot. van Holl. i^Juty 1773.  HISTORIE. 30$ HAM DEDEL, JAN CAREL VAN XCT.' NOTTEN, JAN NICO LAAS VAN BOEK.1 EYS, FRANCOIS LIL AAR etl COR Jf ELI S JACOB GILLES. ^77%- • Hoewel Twee Millioenen op zichzel- De Koopven befchouwd, geenzins'genoegzaam wa- handel ren om het verftramde rad van den omloop ^en o'ang1 des Gelds weder in bcweeging te brengen, geholpen, op eene Beurs , die zo veele Millioenen fcfrats omzet; hoewel de volkomene zekerheid , welke de Stad voor de uitgefchootene Penningen behoorde te hebben, de Belecniug bezwaarlyk maakte; hoewel het disconteeren der Wisfelbrieven, waar aan het 'er zeer haaperde, hier door niet kon herfteld worden, hadt dit middel eene gewenschte uitwerking. Niet alleen konden veele Kooplieden, anders verlegen zittende, op hunne Goederen, de benoodigde Gelden by die Bcleeningsbank bekomen; maar veele fchatryken, vonden zich uitgelokt om dat voorbeeld te volgen, als mede om de voor eene wyl geflootene Kiften te openen, en de ingehoudene Penningen, op eene redelyke Rente, uit te zetten. Dit bragt veele Millioenen by die twee te Amfier dam in beweeging, en dit Geld, met het van buiten ingevoerde, door de aderen des Koophandels ftroomende, gaf denzelven een nieuw leeven. Gelukkig hadt de fchrik cn verflaagenheid dc tydingen, wegens de waggelende Huizen buiten 's Lands, hoe veelen 'er ook, boven al in Engeland, vielen, zeer vergroot, en dedaadlyke na- V 3 dee-? » ■  516 VADERLANDSCHE xci. nebeelden en Opfchriften vercierd, vervaar* boek. digd, en praalde dit Buiten 's avonds met ; eene Illuminatie, die den volgenden avond, 1772. hoe veel aanfchouwers zy de eerfte keer ook gelokt hadt, op verzoek van veelen, herhaald werd. Als mede Te Harlingen was de Burgery, niet min Harlingen. dan te Leeuwaarden, toegerust tot die opwagting. Twee Compagnien Burgers te paard waren 'er opgerigt, die de Burgemeefters, afgezonden om zyne Hoogheid aan de Poort op te wagten, onder het gefchal van twee voor uit rydende Trompetters, begeleidden. Het grof Gefchut van de Wallen maakte de aannadering bekend, de Burgemeefters van plette n b e r g en van der meulen lpoeden zich hem te gemoete, en reeden, naa eene korte Aanlpraak, weder ter Koetze ingellapt, hem voor en ter Stad in, van welker Wallen, zich een aangenaam Muzyk liet hooren. Op 't Stadshuis hadden, behalven de Regcering, de Bevelhebbers der Burgerye , de Kerkenraaden der Hervormden , Luterfchen en Doopsgezinden gehoor. Van daar begaf zich zyne Hoogheid na de Admiraliteit, waar hy Zitting genomen hebbende, dezelve, met alles wat 'er toebehoorde, en ook het voornaamfte der Stad bezigtigde , waar in het aan geen Eerepoorten ontbrak. Het Admiraliteits-Huis Leeuwenburg onthaalde hem op 't Middagmaal, voor 't welk de Burger -Ruitery op 't Plein de wagt hieldt. 's Avonds verliet de Prins met  HISTORIE. 317 met een Jacht het verheugd Harlingen, xcïl waar de vlaggende AdmiraliteitsJachten,en boekï de Uitleggers op Stroom, het fchieten van > 's Stads Wallen beantwoordden. — Kort 1773. hieldt zich zyne Hoogheid, met het Jacht weder u\ Frieslands~H.ooMR.zjcl gekomen, aldaar op, en vertrok, onder herhaald Eerbetoon, affcheid van de Hooge Vergaderingen genomen hebbende, na Groningen. Niets, 't géén eenigermaate kon ftrek- Zyne ken, om de Vreugd - en Eerbewyzen der Hoogheid Ingezetenen van dat Gewest aan den dag GroL'ate leggen, was verwaarloosd. De Acade"- gen. mifche Raad hadt, by tyds, zorge gedraagen om de Academie Burgers, wegens den Jaarlykfchen grooten Viertyd afweezig, by brieven te verzoeken ten fpoedigllen 'derwaards te komen: om het hunne toe te brengen aan het innaaien van den Rector Magnificentisfimus en Curator Primarius der Hooge School van Stad en Lande, De Burgemeefters en Raad van Groningen hadden , by openbaare afkondiging', doen weeten, dat ten tyde wanneer zy zich eerstdaags vereerd zouden vinden , met de tegenwoordigheid des Erfftadhouders, de Verjaardag van haare Koninglyke Hoogheid, 's Vorften Gemalinne, inviel, waarom zy het gevoegelykst oordeelden dien Dag te befternmen tot het betoon der byzondere Vreugdetekenen en het verlichten der Voorgevels van der Burgeren en Ingezetenen Huizen. De  3i8 VADERL ANDSCHE xci. Dc Burgery, en het daar gelegerd Krygs33oek. volk, was, op den derden van Oogst—— maand, den dag der Inkomfte, vroeg in de 1773. wapenen, en elk op zyn hoefilag. GedepuInhaaling teerde Staaten verwelkomden , in vier al.daar. Koetzen uitgereeden, den naderenden Vorst, die onder hun geleide, en omftuwd met een grootfehen trein, in een pragtige Staatfie Koets gezeten, binnen reedt, en zyn bewelkomden Intrek nam iri 't Stadhouderlyk Hof. Groningen daverde' door het losbranden van e'én- e'ri- V'yftig Hukken Gefchuts op de Wallen, en werd dit vervangen , door het fpeelen en 't luiden der Klokken, afgewisfeld door het Stads - Muzyk. De Gedeputeerde Staaten, de Burgemeefters en Raad der Stad Groningen * dé Gecommitteerde Raaden der' Ommelanden^ de Leden van het Hof Provinciaal, van de Provineiaale Rekenkamer, vanhetjagtgeregtj de Curatoren en Hoogleeraars der Hoogèfchoole, de Taalmannen en Gezwoöre Gemeente $ de Deputaten efi Gecommitteerden der zeven Clasfen * de Overfte en andere Officieren der Burgerye , dc hooge en laage Officieren van het Land- en ZceKrygsvolk,de Kerkenraaden der Hervormde Neder duit fche en Franfshe, als mede der' Luterfche en Doopsgezinde Gemeentens, laNeemt ^uilne Celukwenfchingen af; zitting in 's ^aags naa zYne aankomst riarii zyne' de Verga- Hoogheid , door Afgezondenen der Heederingvan ren Staaten van het Hof afgehaald, Zitting, wesf0" 'm ^ Vergadering der Staaten van Stad en Len-  $20- VADËRLANDSCHB xcr. te. Een hoogstftaatlyk Geleide bragt, onBoek. der een ongélooflyken toevloed van aan- fchouweren , den Prins in 't Gebouw der 1773. Hoogèfchoole, waar hy , in de Raadkamer als Voorzitter zich zette in een pragtigen Stoel. De Hoogleeraar 's grauwen, als Secretaris, de Vergadering,met het gewoon gebed , geopend hebbende, verwelkomde de Rector Magnificus den Vorst. Van dc Raadkamer begaf hy zich , Wederom deftig begeleid na de AcademieKerk, onder een uitvoerig Muzyk nam hy plaats in zyn Geftoelte, en hoorde depleg-' tige Gelukwenfchings Redenvoering van den Rector Magnificus kuipers. De Heer martinus van Marum vcfdeedigde, in tegenwoordigheid dier luisterryke Vergadering een Wysgeerig Verfchillchrift 5 in de Raadkamer wedergekeerd, deedt de Rector Magnificentisfimus de gewoone omvraage, liet daar op den Heer van marum binnen komen, hem betuigende dat de Breede Academie Raad hem toeliet de waardigheid, van Leeraar in de Wysbegeerte en Meefter in de Vrye Kunften te aanvaarden, met welke de Hoogleeraar brug mans hem voorts vereerde, en de Vergadering bellooten werd. Vreugde- Een tweede losbranden van 't Gefchut, bedryven 0p den Middag, diende om de voortzetvJZ tinS van het Vreugdebetoon aan te duidag der den. De Studenten trokken, met VaanPrinfesfe. del en uitgetoogen Zydgeweer, het Stadhouderlyk Hof voorby, en begroetten zyue Hoogheid in de Voorpoort ftaande, zo dee-  HISTORIE. 3*5 zonder uitftel, dit ter hand te neemen: xci." 's anderen daags reeds werd dit overfchot boek. van die onvoegelyke plaats weggenomen en « in de Scadsfclmur gebragt. Dan deeze ver- 1773, geete btok fteens was grooter eer befehooren. Men belloot eene deftige en gepafte Gedenknaalde te ftigten, dat gedeelte der Grafzerke in derzelver voet kunftig in te wei ken, en deeze Praalnaalde, ter gedagtenisfe van dien beroemden Man, in de gfoote Kerk te plaatzen ter Stede waar hy reeds, in den Jaare mdlxxii, den dienst van gewoon Lceraar waarnam; uit Engeland], werwaards hy gevlugt was, terftond overkomende naa het veroveren van deu Briel en het opfteeken van de Vryheids baniere te Vlisjingen en Kampveere. Gemelde Kerklceraar, die zich des vergeetenen zo. zeer aantrok, hieldt, tien eerften van Wintermaand deezes Jaars , wanneer dit pragtig Gedenkftuk voltrokken en voor aller, oogen ontdekt was, cp verzoek der Rcgeerderen van 'Veere, eene Redenvoering de Afkomft en Verrigtiugen van dien Man vermeldende (*). Langen tyd waren 'er allcrgegrondfte Eene ani klagten uitgeitort over de Pfalmberyming p^beby de Hervormde Kerk deezer Landen in rvming in gebruik : en in dc daad was dezelve , deKerkm. fchoon de eerst gereede en daarom met een gevoerd. - . ' eer- (*) J. v. IPEREN Hiji. Redenv. bf het ontdekken der Gedenknaald opgerigt ter tere van JOA{iÜJ£S VAN M I GGR.0 DE. x3  $26 VADERLANDSCHE xci. eerprys van 's Lands wege bekroonde Beboek. ryming, de llegtfte, en ftrekte tot fchande ■ van den Openbaaren Eerdienst. Veele 1773. Dichters hadden, kort naa dat datiiekus zyn Rymelwerk overgeleverd hadt, en 't zelve ten gebruike aangenomen was , en vervolgens, de hand aan het berymen van d a v 1 d s Pfalmen geflaagen, en allen hem verre overtroffen;' inzonderheid wisten de laatere Djchters, onze Taal zo veel befchaafd en onze Dichtkunst tot zo hoog een trap verbeterd zynde, die verheevene en Godvrugt ademende Zangftukken, in een Nederduitsch Dichterlyk Gewaad te kleeden, 't welk aan dezelve voegde, en de goedkeuring van alle verftandigen wegdroeg. Eenige Gemeentens in ons Vaderland , niet verbonden aan de van Staatswege, ingevoerde Pfalmberyming, hadden die voor betere verwisfeld. Geenzins hadt het ontbrooken aan poogingen om ook die verandeling, in de Hoofdkerk te wege te brengen; eene verandering die noodzaaklyk gekeurd moest worden : dewyl Zangftukken in den Godsdienst te gebruiken, die vol onzin waren , alle kenmerken van verhaafte zamenflansfm^ droegen, alles wat Dichtkunst *nag heeten volftrekt ontbraken, en daar, om der openlyke befpotting ten doele Honden, de grootfte onyoeglykheid was, om het geen erger naam te geeven; deeze aanftoot en ergernis groeide met den tyd aan, en was thans ten hoogften top geklommen.  II I $ T O R I E. 52? De dus lang mislukte poogingen, om de xci. oude paaien te verzetten, waar aan men, boek. reeds van den aanvang deezer Eeuwe, ge- arbeid; doch telkens onoverkomelyke hin- 1773. dernisfen aangetroffen hadt, werden om- Pooginge» trent het midden van dezelve hervat, en in Hoiianti gaven aanleiding'tot de gewenschte veran- dra' dering, welke dit Jaar mogt zien tot ftand toè onbrengen, In den Jaare mocclviii le- langs aanverden de Synodens van Zuid- en Noord- gewend, Holland aan de Staaten van dat Gewest een Verzoekfchrift over, om verandering of verbetering in de Rym Pfalmen. Kort te vooren hadt de Synode van Friesland, by de Staaten diens Gewests door Afgevaardigden, de verwisfeling van dathenus, Beryming voor die van halma, of van> ghyzen doen voordraagen. 't Lcedt tot het Jaar mdcclxi eer de Gecommitteerden van hun Edf Groot Mogenden tot de Kerklyke zaaken, een Befluit uitbragten, by 't welk zy verklaarden wel te mogen lydcn, dat de Pfalmen van d athenus of geheel voor andere verwisfeld, of anderzins verbeterd wierden; onder voorwaarden dat die verandering, of verbetering, onder hun oog gebragt en ter beoordeeling overgeleverd zou worden. Voorts gaven zy te verftaan, beflooten te hebben dc zaak ter Algemeene Staatsvergadcringe daar heen te wenden, dat een dergelyke Volmagt, onder dezelfde bcpaaling, mogt verleend worden aaa alle Kerklyke Vergaderingen by de Bondgenooten. X 4 Ge-  §48 VADERLAND S CUE x&t. Gereedén ingang vondt die voorflag by Boek. de Algemeene Staaten. Eenpaarig was,in ■ ■ den Jaare mdcclxii de bewilliging, en 1773. het verzoek dat elk zich zou toeleggen op Overleg- het uitdenken van de bekwaamftc middelen pingen om dit heilzaam oogmerk te volvoeren, ^alA°£eby Friesland merkte te recht op, dat men'er meene " eene gemeene zaak van behoorde te maaStauten, ken: dewyl elk Gewest eene nieuwe Beryming inleverende, de overeenbrenging zeer moeilyk zou vallen, langen tyd duuren , of misfchien wel geheel onafgedaan blyven. Het benoemen der befte middelen' hadt veel werks in. Dan liep, op voorgang van Gelderland, het gevoelen van zes Gewesten daar heen, dat de Pfalmberyming door den Dichter j. e. voet ontworpen, ten grondflag van de verandering der RymPfalmen behoorde gelegd, of daar aan de voorkeure gegeeven te worden, dat die van voet, g h y s e n , halma en het Runstgenootfchap laus deo salus populo, eene Keurpoëzy , ten dienfte der Nederlandjèhe Kerke zou kunnen opleveren. Zo verre hadt men het in 't Jaar mdcclxv gebragt, en fcheen dit werk, met zo veel yvers begonnen, door eene en andere hindernisfen, geheel te {luimeren. Veovflan • Staaten van Holland hadden den uitflag van Hot- hunner beraadflaagingen alleen nog niet inrrent°dit" gelevei'd- De -Afgevaardigden van Utrecht werk.' gaven in Wynmaand des Jaars mdcclxix ter Vergaderinge van hun Hoog Mog. te kennen, last te hebben, om de zaak der Pfalmberyminge, niet algemeene Hemmen van  332 V ADE RL AND S C HE xci. „ waartoe, in gevalle de Beraadflaaging ia Boek. in 's Gravenhaage mogt gehouden wor- , | „ den, zy meest gefchikt oordeelden de 1773- ■>•> Heeren Commisfarisfen Politiek , die de „ twee Kerkvergaderingen in Holland 's Jaarlyks gehouden wordende van wegen „ hun Ed. Groot Mogenden bywoonden.— „ Dat, eindelyk de Keuze der Rym-Rfal„ men voltrokken zynde, daar van aan ,, hun Hoog Mogenden kennis behoorde „ gegeeven te worden, met inleevering „ van die gekoozene Pfalmen, om, naa on „ derzoek van dit Werk, een Befluit te „ neemen." Befluit der Overeenkomftig met dit gevoelen door Algcm. Holland geuit, viel het Befluit ter Alge-, Staaten, meene Staatsvergadering ; alleen moesten, mlngder" &i Hede der twee Commisfarisfen Politiek, Gëlaftig- door dit Gewest voorgellaagen, tweeHeeden. ren uit de Vergadering hunner Ilooe Mogenden gevolmagtift-d worden. Gelyk ook daar toe, in Wintermaand des Jaars mdcclxxii, benoemd werden willem, Baron van Lynden tot Hemmen, Afgezonden wegens Gelderland ter Algemeene Staatsvergadering , en thomas hoogh, Raadsheer in den Hooge Raade over Holland, Zeeland en Friesland, die ieder voor zich eenen Affchryver mogende kiezen, op de Advocaaten j. visser en p. l. van de kas te el e, de keuze lieten vallen. De Kerken Leeraars tot die Pfalmverbetering aangefteid, waren ahasuerus van den berg, wepms Gelderland;] o Aüs-bs van spaan * " en'  HISTORIE. 333 en rutgerus schutte, wegens xci»1 Bolland; josua van iperen wegens boek; Zeeland; jacobus h inlo pen wegens Utrecht; georgius lemke wegens 177%. Friesland; dirk semeins van binneves t', wegens Overysfel; theodo' rus lubbers, wegens Stad en Lande, en henricus jo hannes f o l mer wegens het Landfchap Z)ra2^. De wyze van !t beftuur deezer Vergaderinge was Heeren Commisfarisfen aanbevoolcm Het zogenaamde Huls van Prins Maurits in 's Gravenhaage zou ter Vergaderplaats dienen, cn men hier mede een aanvang maaken op den twaalfden van Louwmand des Jaars mdcclxxiii. Ten geftelden tyde lieten zich de be- Het werï noemde Heeren in 's Gravenhaage vinden, voortge- ZCt Gil VOi* De Vergadering werd , op eene ftaatlyke trok^, ' wyze geopend, en door Afgezondenen uit de Zuidhollandfche Kerkvergadering begroet. Zy bragten, in honderd en eenen- twintig zittingen, dit lang gewenschte werk, binnen den tyd van zes maanden, op den negentienden van Hooimaand, ten einde. Minzaame eendragt heerschte, ilaande dien arbeid, onder de Ampt- en Kunstgenooten. De Hoofdregels , welke zy zich voorftelden, waren om uit die drie bepaalde Pfalmberymingen, de zodanige te kiezen , welke den zin des Heiligen Dichters best trof; die der Staaten Overzetting het naast bykwam; die meest voldeedt a^n de begrippen van den Gerefor- meer-  HISTORIE. 33.9 ftander betoonde van Godsdiênftige Vry- xc'i; heid en Verdraagzaamheid. boe)k; Van der marck tradt, in het Jaar mdcclxxi, openlykcr te voorfchyn, 1773. door de uitgave zyner Academiefche Lesjën, Tot kenin welken eenige uitgeleezene hoofdzaaken njs des van de oefenende Wysbegeerte, het Na- f*rf™tuurlyk Regt en voornaanllyk de Pligten tragt. omtrent god behandeld werden. Vier Diéns Kerkenleeraars, leverden, uit naam van de v°°riïass Clasfis van Groningen en het Gorccht, een Gefchrift by Curatoren en Hoogleeraaren der Hoogefchool van Stad en Lande in, behelzende eenige bezwaaren en bedenkingen over dit Werk, met dc aanhaaling van Leeringen uit het zelve, die, huns oordeels , van de aangenomene Leere der Hervormde Kerke, en de Formulieren van Eenigheid, fcheenen af te wyken. — Curatoren oordeelden, dat deeze zaak ter kennisfe van den Prins Erfftadhouder, als Eerften Curator, moest gebragt en diens antwoord afgevraagd worden : waar van zy de Hoogleeraars kennis gaven. In Slachtmaand kwam het antwoord, behelzende, aan den eenen kant, „ dat het ingeleverd ;, Gefchrift der Clasfis een gansch vryen „ én oriverhihderden loop behoorde te ge„ winnen;" en, aan den anderen kant, „ dat aan den Hoogleeraar van der „ marck niets behoorde te worden ont„ houden, 't geen tot zyne verdeediging, „ enplënarië defenfie, zou kunnen verftrek„ keh." Verder „ dat, indien by dé w êindelyke béoordeelinge eenig verfchil Y 2, „ van.  340 VADERLAND SCfïÊ xci. „ van gevoelens onder de Leden van den Boek. „ Senatus Amplisfimus mogt op ryzen, „ het als dan volilrekt dienftig en noodig J773- » zou weezen , vóór de eindelyke beflis„ fing, de Schriftlyke Ad vifen van de Theo„ logifche Faculteiten der vier overige „ Academiën van deeze Republiek, over ,, die zaak te verzoeken en in te nee„ men." Jtegtsvor- -De daar °P vergaderde Senatus Amplisftdering mus, befloot een behoorelyk Affchrift der <*oor v. d, Bezwaarenisfen en Bedenkingen, en van het gedaan!' Antwoord des Erfstadhouders, aan den Hoogleeraar van der marck overteleveren, en hem drie Maanden tyds te gunnen , om 'er by Gefchrift het zyne tegen in te brengen. Hy merkte op, dat de woorden een Vrye en Onverhinderde Loop, aan de Clasfis door den Vorst toegeftaan, geen Buitenfpoorigen Loop, maar een Loop met het Regt beftaanbaar betekende; en dat de Plenarie Defenfie hem verleend, alle Exceptive Middelen, ( gelyk men in Regten fpreekt,) die tot zyne Verdeediging konden ftrekken, bevatte: waar om hy geene zwaarigheid maakte, by den Senatus Amplisfimus, in Lentemaand mdcclxxii, een Schriftlyk Antwoord Exceptioneel in te leveren, en tellens eene Verklaaring op en tegen de Bezwaaren in 't licht te geeven. In 't eerstgemelde antwoord merkt hy aan, dat de Bezwaaren der vier Kerkenïccraaren , zo min wat de vorm of wyze van dezelve in te dienen, als wat de fioffe en inhoud aanbelangde, gefchikt waren om,  HISTORIE. 54i om, daar over, in den Senatus Amplisfi- xcil mus, tusfehen Partyen, by een volkomen boek. beflisfend Vonnis, regt te doen. Weshal- — ven hy eerbiedig verzogt, in de eerfte 1773. plaats, van die Bedenkingen en Bezwaaren, by volkomen vonnis , ontheeven te worden, en in de tweede plaats, dat de Academifche Raad, desgelyks by vonnis geliefde te verftaan, dat de Vier Predikanten fchuldig en gehouden waren, binnen zekeren bepaalden tyd, de Bedenkingen, uit naam der Clasfis van Groningen en het Gorecht ovefgegeeven, in eenige vafte Stellingen te vervatten, hunne bevoegdheid daar by aan te toonen, en dezelve naargenoegen regtens te bewyzen : vermids het geenzins verantwoord elyk was met Bloote Bedenkingen tegen iemands beledene Regtszinnigheid in regten te verfchynen, en wel byzonder tegen iemand door den Souverain aangefteld om openbaar te leeren, enkel om daar door zyn goeden naam cn faam te bezwalken. Verzoekende, eindelyk, ingevolge der gunftige voorfchryvinge van zyne Doorlugtige Hoogheid, hem toe te ftaan een gewoon Pleitgeding ter Plenarie Defenfie; of dat anderzins die Heeren, by gebrek van de in te leveren Bezwaaren in forma , naa verloop van het te bepaalen Tydsbeftek, als Diffamanten zouden worden veroordeeld,en vervolgens, wegens de ingebragte Bedenkingen tegen zyne uitge-i gcevene Lesfen, een eeuwig Sulzwygen opgelegd, met de koften. Y 3 De  Mz VADERLANDSCHE xei. Dc lireede Academieraad oordeelde, dat boek. de twee uitzonderingen des Hooglecraars moesten van de hand geweczcn en in de 1773. gedaane verzoeken niet getreeden worden; Van der maar gcvraagd, of hy zyne gedrukte marck le- Verklaarkig begeerde gehouden te hebben, vert eene voor het gevorderde Berigt, en zyne vol-. Verkïaa- komene Verdeediging, in welk geval hy rins? zyner 't zelve, binnen den tyd van acht dagen, Gevoe- hadt in te leveren; of dagt hy deeze te. lens in. moeten vermeerderen, of iets anders, te zyner verdeediging te mogen en te moeten inbrengen , en daar toe nog eenigen tyd noodig te hebben, van hem te vervorderen, dit binnen den geflelden tyd by den Senatus Amplisfimus te moeten verzoeken. — Hy gaf te kennen, de Gedrukte Verklaaring ter uitrooying van nadeelige opgevatte vooroordeelen aan 't gemeen medegedeeld en 'er verfcheide Hukken in gemengd te hebben , die niet ter beoordeeling van den Senatus Amplisfimus Honden; dat hy, zo tot bevordering van den luister der Academie, als tot zyne volkomene Verdeediging, meende verpligt te zyn tot het inleveren eener nadere Verklaaringe, waar toe hy tyd verzogt. Drie maanden werden hem vergund; dan deeze ten einde loopende moest hy, wegens onpasfelykheid, nog vier, drie, of ten minflen twee wecken uitHels verzoeken; men willigde den tyd van vier weeken in;, ten einde van welke hy met zyn nader Berigt gereed was, 't geen hy ichriftlyk indiende, en teffens met den druk gemeen maak-  HISTORIE. 343 maakte ; waar in hy de tegen hem inge- XCI> bragte Bedenkingen en Bezwaaren ftap voor boek. ftap naging, en wederfprak, het gefielde in zyne Lesfen verdeedigde, en verzogt 1773. van alle verdenking wegens Onregtzinnigheid, vrygefprooken te worden. Dit Berigt, met veel naauwkeurigheids gefield, en vol vuurs , beflooten met een eisch om de Verklaarder zyner eigene woorden te weezen , mét de betuiging van nooit den minften toeleg gehad te hebben om iets te leeraaren eenigzins ftrydig met de aangenomene Hervormde Kerkleere, en aandringende op het voorregt van de Hoogleeraaren der Academie van Stad en Lande om, in gevalle van afwyking, wettig vermaand, en buiten zulks niet, als hardnekkig cn onverbeterpyk veroordeeld te worden; terwyl hy nog opregt kon verzekeren tot heden niet te weeten, in welke Hukken zyne. Lesfen eigenlyk zouden afwyken van de Kerkleere, doorhem, by 't aanvaarden van zyn Ampt, ondertekend. Dit Berigt, veroorzaakte den Leden der Vergaderinge geene geringe zwaarighcid. Zy namen den noodigen tyd om deeze zaak, van zo veel gewigts , van welker beflisfing de welvaard afhing van een geleerd en eerlyk Man, aan wien de Hoogefchool groote verpligting hadt, en wiens talryk Huisgezin in zynen ramp ftondt ingewikkeld te worden, te overweegen; ja wil men dat zommige Hoogleeraars eenige dagen hunne Lesfen hebben opgefchort om Y 4 te  HISTORIE. 349 Verzoekfchrift en Brief aan den Groninger xcr. Kerkenraad met de Bylage, in ftede van boek. een Kerklyk Getuigfchrift, niet alleen ten Avondmaal toe; maar verkoos hem, uit 1773. eigen beweeging, met eenpaarige ftemmen tot Ouderling der Gereformeerde Gemeente. In den ftyl van een beledigd en zegepraaiend Man, nam hy daar op openlyk afïcheid van den Groninger Kerkenraad, dezelve ontflaande van de onaangenaame moeite om over zyne Recht - of Onrechtzinnigheid verder te handelen, verklaareride, „ Geene Groningfche Kerklyke Atte„ ftatie, ten be wyze zyner Regtzinnigheid, „ ooit te zullen begeeren; dewyl hy dié „ te Lingen niet noodig hadt, daar hy „ geen het minfte Odium Theoiogicum te„ gen hem befpeurde; maar in de Kerk „ en met de Kerklyken in gewenschte rust „ en vrede leefde, zonder dat zyne To„ lerante Grondbeginzelen in het Kerklyk „ Regt aan de braave en uitmuntende „ Godgeleerden daar ter Stede eenig on„ genoegen gaven, en zonder dat zy „ hem vergden, om de Politia Ecclefias„ tica van den anders voortreffelykeii „ gysberïus voet te moeten"hel„ pen handhaven (*)." In Wintermaand deezes Jaars deedt hy Redenen te Lingen zyne Openbaare Intree •• reden- M'eIke nY voering, in welke hy de redenen opgaf, Afóenin* waar geeft. (*) Affcheids Brief van F. A. V. D. MARCK &m den Kerkenraad te Grtningen, 1774.  35o VADERLANDSCHE xcr. waar aan hy zyne Afzetting te Groningen ij o e k. toelchreef. Met dankbaarheid gedenken- de aan de weldaaden, hem door het Huis i ~7j%. ran Oravjt gefchonke» , en zyn Eerbied voor Neerlands Erfftadhouder Willem den V. betuigende, geeft hy te kennen niet te vermoeden, dat eenige Staatkundige inzigten zynen Val bewerkt haddeil. „ 't Is," zegt hy, „ geheel iets anders, „ dat my den Nyd ten doel gefield heeft. „ Te weetcn , een ligtgeraakt flag van „ Geestlyken, heeft myne Grondbegih„ zeis van 't Kerklyk Regt ten kwaade ,, opgenomen: voornaamlyk, om, dat ik „ het fchoonfchynende blanketzel van de ,, zonderling opgeftelde Politia Ecclefias* „ tica van den anders hooggeagtcn God„ geleerden gysbertus voet^ afge„ wischt, en 'er de franje afgetrokken „ heb. Hier uit is dit ongeval ontftaan! Voor myne Leerftellingen hadden zy „ niet te vreezen, als die, fchoon nieuw „ naar 't hun toefcheen, myns oordeels, „ egter ftrekten, ter bevordering van al „ wat eerlyk is, ter afwending van Over„ heerfching in 't Godsdienstige, en ter „ aanfpooringe van gewillige Onderwerpinge aan de Burgerlyke Overheid; „ Dan de nydige Onderzoekers myner „ Schriften, zogten, terwyl zy de opge„ melde oorzaak verborgen hielden, een „ voorwendzel van Onregtzinnigheid, op „ dat zy my mogten doen vallen. Het „ kwaad my hier door, op de Hooge„ fchoole van Groningen en Ommelanden + » toe-  HISTORIE. »5f * tocgebragt, fchryf ik in geenen deele xer; „ toe aan zyne Doorlugtige Hoogheid, boek. „ die den grootften lof waardig is , maar „ geheel en al aan anderen, van welken, 1773, ?, ik zulks geenzins verwagtte (*)•" De lang voorbereidde val der Jefuiten De Jcfui* was eindelyk in Oogstmaand deezes Jaars ten Maagekomen, als wanneer de Paus die Orde Jirieh,t ongeheel vernietigde. In geen der Vereenig- 2* ^ eis Geweften waren de Leerlingen van Goederen loyola geduld (f), alleen was te in befiag Maaft richt, inde Gencraliteits Landen, die f5100' Orde tocgelaaten. De Afichaffing deezer ea* Geestlyken allerwegen daar zynde , verklaarden de Algemeene Staaten zich onvermydelyk verpligt 0111 , uit kragte hunner SotiveraineMagt, zonder eenig agt te Haan op Pauslyke Bullen of Bevelen, de noodige voorzieninge te doen omtrent allen van die Orde, welken zich in Maaftricht mogten bevinden , ten einde zy , door het voortzetten van hunne Geestlyke Amptsverrigtingen , en het onderwyzen der Jeugd, van geen fchadelyken invloed zouden weezen. De Leden dier door al'e Roomfche Mogendheden verdreevene, en door den Paus vernietigde, Maatfchapoye, moesten die Stad, waar hun dus lang de Inwooninge vergund was, verhaten , en wer- (*) F. a. y. b. marck Oratio Inauguratie. de Gloria Dei fuprema Natura Lege 17 Decemb 1773. C t } Mosheim Kerklyke Gefchied. X Deel, bl. 21. Vcrgeleeken met bl. 6ó,  HISTORIE. 357 gaande Bevallingen vermeld hebben , be- xci. kend gemaakt; gelyk ook de Gewesten, boek. de Steden, en de Afgezanten der Vreem- ■ de Mogenheden des kundfehap kreegen. 1774. Den zeventienden verfcheen dc Stadhouder in de Hooge Vergaderingen, om daar van mondeling berigt te doen; en ontving de Gelukwenfchingcn. De Afgezondenen van Gelderland begaven zich na het StadhoudcrlykHof, om, van wegen dat Gewest, .het Peterfchap over deeze tweede Manlyke Spruite aan te bieden; een aanbod door zyne Hoogheid aanvaard. Met den gewoonen grootichen trein gefchiedde de Doopplegtigheid, door den Eerw. p. wieuwland verrigt, en ontving de Prins de naam en van willem g e o r g frederik. De Afgezondenen van Gelderland, als Gevaders over den Doopling gedaan hebbende, Jiadden eerlang gehoor by haare Koninglyke Hoogheid, wanneer zy de Pillegift voor den jongen Vorst en de Gefchenken voor de Kraamkamer overhandigden. De thans woedende Kinderziekte deedt Twee der de Vorstlyke Ouders beeven voor het drie- Vorstlyke tal Kinderen, en befluiten om de toevlugt SEderte neemen tot de Inenting der twee Oud- ziekte in' ften; dewyl men den jonglfen tot het on- geënt. Dit dergaan daar van nog niet gefchikt oor- ^re^ hje deelde. De Hoogleeraar van d o eve- m1fr 0^ ren, een yverig vobrftander en gelukkig gangs. toediender van dit Kunstmiddel, verrigtte zulks met eenen gevvenschten uitflag, voor welken,in alle Kerken van 's Gravenhaage, Z 3 plêg"  358 VADERLANDS CHE XCi. plegtige dankzeggingen werden uitgeftort. Boek. Dit voorbeeld, gevolgd door verfcheide Per^ foonen van den eerften rang, en anderen, 1774. deedt de Inenting, die langen tyd met veel wederfpraaks en hindernisfen, hier te Lande, hadt moeten kampen, algemeenet dan ooit worden ; waar aan niet weinig toebragt dat veele Kerkleeraars, die Voorbehoedende Kunstbewerking aanpreezen, en de zwaarighcden, uit Godsdienftige beginzelen , daar tegen ingebragt, uit de gemoederen zogten te dryven. De Inenting, als een vry algemeen middel, mag van dit Jaar in deeze Geweften 3 haar tydftip rekenen (*). %éydm Hadt Leyden, op den derden van Wynviert het maand, zints twee Eeuwen, beftendig geTvr?e~ dagf aan de gedenkwaardige Verlosfing van Jaarig1 Aet benauwend Beleg, met eene bykans gadeFeest van looze ftandvaftigheid verduurd, en der geft Ontzet, trouwe Burgery tot onfterflyken roem ftrekkende, toen deeze dag dit Jaar ftondt aan te lichten, kon die Stad niet in gebrecke blyven, om het Tweehoudcrlle Verjaaren van denzelven, met meer dan gewoone plcgtigheid te gedenken , en de voetftappen van andere Steden onzes Vaderlands, die, in de twee laatst verftreeke Jaaren, elk op haare beurt, Vryheid en Verlosfing met Tweehonderd Jaarige Feeften vereerden (f), te drukken. 't Los? (*) N.Nedert. Jaarb. 1774. bl. 83. 189. 401^ Cf 5 Zie hier boven bl. 83—-86. 109.  HISTORIE; < 359 't Losgebrand Gefchut van Stads Wal- xci. len, het Klokkenfpel en Trompetgefchal boek^ van de Stadshuis Tooren, onderfcheidde dec- « zen Gedenkdag. De Heeren van den Ge- 1774. regte, gevolgd door den Krygsraad der Schutterye, begaven zich, in ftaatlyke orde , van het Stadshuis na de St. Pieters Kerk , waar, gelyk in alle Kerken, 1 ten tien uuren , de openbaare Godsdienstoefening eenen aanvang nam, de hartlykfte Dankzeggingen met de vuurigftc Gebeden paarde, en Lcydcns Verlosfing vrolyk vermeldde. Het losfen van 't Kanon, het Klokkenfpel en Trompetgefchal werd ten twee uuren voor de tweede en ten vyf uuren voor dc laatfte keer herhaald. Ongelooiiyk groot was de toevloed niet alleen van de veelvuldigna by liggende Dorpen en vSteden ; maar ook uit wyder afgelegene Plaatzen onzes Vaderlands. Deeze propte Kerken en Straaten met Menfchen op, boven al in den Avond om 't gezigt te neemen van de Verlichtingen der hier in uitfteekende Logementen. Het eene, het Zwymhoofd geheeten, hadt den in 't Beleg zo beroemden Burgemeefter p. a. vak der werf ten woonhuis gediend, en vondt de tegenwoordige Bewoonder hetzeer gepast dit Gebouw, by deeze gelegenheid, te doen uitblinken, met gepafte Zinnebeelden en Opfchriften te verderen y het ander de Burg, welke van boven tot beneden met een groot aantal Lampions verlicht was, en op een doorfchynemi 2 4 Scheroi  %Sè VADÊRLANDSCHE XCï. Scherm de Leydfche Maagd met Byfchriften boek. vertoonde. Met deezen Dag was de Herdenking 1774-: niet afgeloopen, maar de volgende beftemd J. le om zulks te hervatten, en door de betofrancq verende kragt der Dichtkunst, der harten v. berk- Vereeuwiging in te drukken. J. le denkt gin" FRANC Q VAN berkhey, M. D. en Dichtmaat Lector in de Natuurlyke Hiftorie aan de «penlyk Leydfche Hoogèfchoole, bekend door zyne Zeydens weeideri£>e dichtader, hadt zich toege?et" rust om" in Nederduitfche Dichtmaat eene Redenvoering te houden. Na de St. Catharina Gasthuis Kerk, de daar toe benoemde plaats, geleidden de Beftuurders van het Leydfche Dichtlievend Genootfchap Kunst wordt door Arbeid verkreegen, als mede die van het ?s Gravenhaag fche, Kunstliefde ff aart geen vlyt, den Dichterlyken Redenaar. . Regeerings - Krygs- en Kerkenraads-Leden , te gemelder Kerke fekomen zynde , onthaalde een keurlyk liizyk , onder 't gcfchal van Pauken cn Trompetten , beftuurd door den beroemden Muzykmeefter c. Vermeulen, de zamenvloeijende menigte, die het Gebouw tot verdringens toe vervulde. Hoe «•roof de verwagtfng ware voldeedt de Redenaar aan dezelve volkomen, en Haagde m de uitvoering zo gelukkig, dat hy zich jiiet alleen van aller aandagt; maar ook van alter' harten , volkomen meeftcr maakte. Ieder was, naar' 't eenfte-mmig getuigenis der oorgetuigen , onder de taal, die van •. . zyne  HISTORIE. 365 verfcheide Geneesheeren van den eerften xci." rang, gaf gelegenheid, om nu en dan deszelfs boek. Lichaam met nieuwe en voortreffelyke ■ Leden te vergrooten. Aan de volkomen- 1774. heid ontbrak, dat het zich, ten meerderen nutte, als een Genootfchap, wereldkundig maakte , hoe wel de byzondere Leden, voor eerst niet konden goedvinden hunne Naamen te doen kennen, gelyk zulks by andere Genootfchappen gebruiklyk is. Zy wilden zich eensdeels aan geen afgunst blootftellen , en dagten anderdeels, dat het geenzins de Naamen, maar wel deegelyk de Zaaken waren, die het Gemeen beoordeelen moest. Die geheimhouding der Naamen beloofden zy, dat een einde zou neemen, zo ras de meerderheid der Leden , om gewigtige redenen, zulks dienstig keurde. Jaarlyks loofde dit Genootfchap een Gouden en Zilveren Penning uit, aan het beste en daar aan naastkomende Antwoord, op eene Vraag de Genees- of Heelkunst betreffende (*). Ramp en onheil uit de Letteren der Vrees Lugt te fpellen, of uit ongewoone ver- voor den fchynzelen, in den loop en ftand der He- de?H! melüchten, de akeligfte gebeurtenisfen te uit de" 8 voorzeggen, was, van onheuglyke tyden Stand der af, het bedryf des fchroomvalligen Byge- Planeeten loofs , dat van eenen befmettenden aart, 8eboorcnf altoos veele zwakke gemoederen ontrustte, en (*) Verhandelingen van het Genootfchap Servandis Civibus I Deel.  36*6* VAD E RL AND SC HE xci. cn om welks aangevangen werk te voljjoek. tooijen eene onkundige, of niet zelden bedrieglyke, Priesterfchap de hand leende. 1.74. Hoe gedugtwas altoos in 't oog des Bygeloofs, dc verfchyning van Staartltarren: dan, waar de fakkel der Weetenfchappen onri'cooken is, doet dezelve de duisternisfen van Waan- en Bygeloof* niet de daar door verwekte vreeze, verdwynen. Kunde van den loop der Hemellichten, de berekening van de verfchyning der zelzaam zich vertoonendedoor de uitkomst geftaafd , heeft dien ydclen fchroom verbannen by elk oplcttenden ,v en zou men naauvvlyks in een Land, waar de kundigheden zo algemeen verfpreid zyn als in het onze, verwagten , eene ongerustheid uit den ftand der Hemellichten te zien gebooren worden, welke beter voegde aan de diepe onweetenheid dier Ecuwen, waar in Onkunde met Bygeloof ten zetel zaten. Dit was nogthans het geval. De Starrekundigen hadden waargenomen,dat de Planeeten Mcrcurius en Mars, in dit jaar, zeer na Voorby onzen Aardbol zouden loopen: zommigen hadden zich uitgelaaten over de mogelykheid, dat de nabyheid van een, deezer Dwaalftcrren aan onze Aarde op dc* zelve eenigen invloed zou kunnen hebben. Dit ontrultend getuigt waaide uit Frankryk welhaast in andere Ryken, en ook in onsVaderland , over; 'er ontftond veel bekommerings onder 't Gemeen , 't welk den achtften van Bloeimaand met fchrik zag naderen, als 's Aardbols jongften dag. Dan ner-  HISTORIE. 3^7 itergens in onze Gewefiert liep die benard- xci.' heid tot zulk een uiterlle als in Friesland, boek. waar een dweepend Schoolmeefter den Pro pheet fpeelde , en de akeligfte Gebeurtc- 1774.. nisfen voorfpelde. Zo veel geloofs vondt hy by zommigcn , dat zy hunne Broodwinningen lieten Itilltaan, in het denkbeeld dat zy, naa den aehtften van Bloeimaand, des niet zouden behoeven. De hooge Regeering oordeelde het al- In Pftes* daar noodig, ter bedaaringe van de zo j*_ zeef ontrustte Gemoederen, en tot voorko- gaan door ming van meerder verwarringe , een Be- eenBefigt* rigt te doen opftellen en wereldkundig te jchnfr vu maaken , 't welk, om der zeldzaamheids Janf.0* wille, verdient afgefchreeven te worden. — ,, Men is van eene kundige hand on- derrigt, dat de beweegingen van Mercu3, rius en Mars geenen invloed op de Aar„ de hebben; dat de Conjunctie van Venus „ met de Zon reeds den 22 van Maart is. „ gefchied (zonder dat men haar, wegens „ derzelver groote Noorder Breedte, voor de Zon, gelyk in de Jaaren mdcclxi „ en mdcglxix heeft gezien), eadaf „ dc Conjunctie van Mercurim met de Zon „ den it April voorgevallen is. Byge„ volg dat beide deeze Planeeten, op de „ gemelde tyden , het allernaaft aan de ,, Aarde zyn geweest, cn zich nu weder„ om dagelyks van dezelve verwyderen. „ Voorts dat het zeer klein vermogen van „ Jupuer op de Aarde, den 8 May byria ,, op het allerkleinfte is, en op dien Dtfg „ niets byzonders ftaat te gebeuren aan* „ gaan-  %6t VAD ËRLANDSCHË xci. „ gaande de Planeeten, dan dat men '9 B o e k. „ morgens vóór den Opgang der Zonree, „ by helder weer , Jupiter, Mars, Venus, 1774. „ Mercurius en de Maan, in het Zodiaks „ Teken vanAries zal zien;daar naa, met „ het begin van Juny, in Taurus, en ver„ der in zeer verfehillende Tekens van den i, Zodiak, volgens den beftendigen loop „ der Planeeten, zal waarneemen; en dat 9j daarom zulken, die vermoeden dat, op „ den achtften Mey, waarfchynlyk eenige „ veranderinge in de beweeginge der Aar* „ de en Planecten zou ontftaan , in de ,j daad hunne onkunde belyden in de wet„ ten der beweeginge van dezelven: naar„ dien deeze Lichaamen , ieder in 't by„ zonder, hunnen loop, in hunne eigene, „ en zeer van elkander verfehillende, Krin„ gen, zonder daar uit te wyken, vol,, brengen. Zo dat de vStarrekundigen, „ vóór honderden van Jaaren, wat het „ zaaklyke betreft, indien zy ooit hadden „ gedagt, dat eêne vertooning aan den „ Piemel, als die van den gemelden Dag, „ nadeeelige gevolgen in het Zamenftel „ der Planeeten zou maaken, dezelve „ hadden kunnen voorzeggen ( * ). Dusdanig eene verklaaring veroorzaakte wel eenige gerustheid in de gemoederen; doch de vrees verliet de beklemdfte harten niet te eenemaal, dan naa dat de angftig te gemoet geziene achtfte van Bloeimaand, (.*) N.Ncdtrl. Jasri. 1774. W. 414.  HISTORIE.' s^9 maand, zonder dat 'er op denzelven iet xcil Zonderlings, door de werking der Dwaal- boeïc« ftarren veroorzaakt, ten einde geloopen was; wanneer het Bygeloof, naar gewoon- 1774. te , zweeg, en het gegrond belachen van kloeker Verftanden, niet geduld, moest verdraagen. Een ongcwoone Voorjaars - ramp, geheel Onge* geene geffiecnlchap hebbende met dien meen ydel gèvreesden ftand der Hemellichten,te°r°fii^2" trof, in 't einde van Bloeimaand, eenige Meyplaatzén in onze Geweften. Naa dat de mjumfc Lugtsgefteltenis 'in 't midden dier Maand, ten aanziene van Hette en Koude, zeer ongelyk geweest was, zo dat, op één dag de Thermometer een onderfcheid van twintig tot acht - en- twintig Graaden tekende (*) fuik den zeven- en - twmtigften een harde Storm uit het Noord-Wellen op, die het T- water voor Spaarendam tot zulk eene hoogte deedt ryzen als de oudfte Lieden, in een zo ver gevorderd Voorjaar, nooit beleefd hadden. De Slaaperdyk ftroomde over, op eene wyze In den Winter niet ongewoon, en deedt de hoop op een gunftigen Hooibouw, welken het weelig flaande Gras in die llrceken beloofde , in dfn vloed verdwynén. De Zuidtr-Zee zwol, door deezen Storm, op onze kuiten derjrnaate dat geen menfchen geheugen daar Van (*) Weerkund.-Waarn. van a. w. gcuakf m de Hedend. Vadert. Letteroefeningen lil Dt4l II Stuk. bl. 320. XXIV deel. Aa  WO VADERLANDSCHE xci. van kennis droeg. Op het Koegras by boek. Kalantsoog verdronk, door 't opzetten der i Noord-Zee, veel Vees. De Visfchers die 1774. Zee bevaarende leeden niet alleen groote fchade; maar ook één Kativyksch Visfchuitje floeg, op de hoogte van Ter Heyde om, geen der Manfchap bragt 'er het leeven af ( * ). Middelen Reeds zints den Jaare mdcclxviii tot verbe- waren 'er in Friesland , op voorftel des Frhflands Erfftadhouders, door dc Staaten van dat Inkoirfften Gewest,eenige bekwaame Leden benoemd, fceraamd. tot het onderzoek van den toeftand der Lands Inkomften. Zy leverden, in den voorleeden Jaare, berigt in van hunne Bevindinge , als mede van de Middelen, van ^aarzaamheid en andere , welke zy tot herftelderGeldmiddelen bekwaam en noodig oordeelden. Staaten van Friesland zonden't zelve aan den Stadhouder, die, in Sprokkelmaand deezes Jaars, zyn gevoelen daar over bekend maakte, 't welk het beraamen en vastftellen van verfcheide Plakaaten en Publicatien , des betreffende, ten gevolge hadt (f). Of dezelve alle van dien aart waren, dat zy het kwaad in de beginzels aantaften , en'er dus geneezingvan te verhoopen was, werd verfcheidenlyk beoordeeld. AI; •(*;) 77. Nederl. Jaarb. I774. bl. Hl 587. Ct5 Ze zyn te vinden in de N. Nederl. jac.riï ■ X774. fel. 542. 579' 5SP 616- *53-  If6 VADERLANDSCHE xei. kingterZee ot ftandtebrengen,herhaalde boek. toen den tot nog vrugtloozen aandrang by- ■ r- hunne Hoog Mogenden, die befloatenby aile 1774. de overige Geweften, het hunne te zullen aanwenden om in de billyke eifchen van Holland te ftemmen; en verder goedvonden zyne Hoogheid, en den Raad van Staaten , te verzoeken om een Plan tot verfterking der Troepen van den Staat ter Algemeene Staatsvergadering te willen openleggen, om daar op, ov^ereenkomftig de Orde van den Lande, te beiluiten. Ovevysfrls De raadfiagen der onderfeheidene Geraadüag. wetten konden nu niet wel agterwege blyven; zy kwamen in. Overysfel zou met genoegen een Plan tot eene maatige Vermeer-, dering der Landmagt te gemoet zien. Wat de vervallen Staat vau 's Lands Zeemagt betrof, was het aangemerkte, zo van hun Hoog !y$ogejade-n, ais van Staaten van Holland, niet ongegrond; doch dat daar omtrent geen meerder voorziening hadt plaats, gegreepen, moest aan Ridderfehap 68 Steden niet geweeten worden, en mogten. zy zich op voorgaande taeftemmi'flgen in die Lallen, boven al van den Jaare m i> c c e x x i , beroepen. Zy wilden niet ontveinzen 5i dat ze nu nog agterlyk waren in zich te verklaaren over de Petitie tot den aanbouw van Vier- m- twintig Oorlogfchepen; doch, behalven dat dit hun geval niet in 't byzonder was: dewyl de meefte Geweften 'er nog niet in to.egeftemd hadden, waren zy hier in voornaamlyk wederhouden, door H Onregelmatigheid en Onbillykheid, waar  HISTORIE. mede dit gedeelte van het ftuk der Confen- xc.j.. ten werd behandeld, Qp welker verbete-Boek, ring zy aandringende by deezen hctuigden „ dat, indien de gezaamlyke Bondgcnoo- 1774. ten, in de Petitie tot den aanbouw van „ vier- en- twintig Oorlogfchepen een „ gaaf Confent geliefden te draagen, dat „ Confent op zyn tyd met reëele prefatie te agtervolgen, en daar van ter Vergade„ ringe van hun Hoog Mogenden vcrklaa„ ring te doen, zy mogten lyden, dat „ nimmermeer eenige aandrangen herhaald p wierden by de Geweften, die in de Pe„ titie tot den aanbouw van Schepen van „ den Jaare jhdcclxxi, of in 't geheel „ niet, of maar ten dcelc toegeltemd had„ den, maar zy des geheel ongemoeid gc„ laaten: zy hoopten dat deeze Verklaa„ ring, door de overige Geweiten, mogt „ worden gevolgd, en de gebrekkige Ge,, weften aanmoedigen om te belluiten op „ en toe te ftemmen in de Petitie tot de „ Vier- en- twintig Oorlogfchepen." Dan konden zy niet voorby aan de Bondgenooten voor te houden, dat, zouden de vervalle zaaken van de Zee zodanig behartigd en verbeterd worden als noodig fcheen, zulks voor een groot gedeelte behoorde gezogt te worden in den ftaat deimiddelen ten lafte van de Collegien ter Admiraliteit. Utrecht was voor de verbetering V9R ■fftrteiu. Zee- en Landmagt, beriep zich, om zy-gevoelen, ne bereidwilligheid tot het toebrengen van zyn aandeel aan het Zeeweezen te toonen, Aa 5 op  HISTORIE. 5S1 gelykingen, in 't midden, zich- over de xci. behandelingen der overige Zes Gewes- boek. ten beklaagende. — Staaten van Friesland, fchoon zy mede 1774. 't bezwaar dei' Geldmiddelen v:m hun Friesland* Gewest ,in 't breede ophaalden, „ twyfel- raadflag., den niet, gelyk zy zich uitdrukten , „ of hun Hoog Mogenden zouden daar uit ligtlyk opmaaken, in welk eene ver5, legcnheid zy zich thans bevonden; aan „ den eenen kant gedrongen wordende door de nuttigheid, en meerdere of min- dere noodzaaklykheid, der voorgeflaage^ 3, ne maatregelen ,' en aan den anderen kant fchroomende , in dezelve ïe tree„ den, uit hoofde van onmigt en het voor„ uitzigt, dat op zulk eene wyze hun „ Gewest nimmer tot verhaal zou komen, 5, of inftaat gefield worden, om het ge-1„ meenc Bondgenootfchap , ingevalle van „ nood, met eenige nadruk, ter hulpe te ;, verftrekken , dat zy dus tüsfchcn beidert „ ftaande,him Hoog Mogenden, konden ver* „ zekeren van hunne geneigdheid, om mef. de overige Bondgenooten zamen te ftera„, men, in het beraamen van maatregelen, „ die men ter beveiliging van den Staat, ,, herftelling van de Zeemagt, en befcher» „ ming van den Koophandel, noodig zou oordeelen 5 hier om zouden zy het Plan „ en de Petitie, wegens de vermeerdering _„ der Landmagt afwagten, en daar over, „ zo wel als over den aanbouw der Sche,, pen van Oorlog, raadpleegen en vrugtw baare Uöfluiten uitbrengen; zo veel de toe-  382 ^ADERLANDSCHE xci. „ tocftand der Geldmiddelen van het GeBüek. „ west eenigzins zou toelaaten. Terwyl „ zy tevens , met de andere Gewesten, i/74. „ wel wenschten , dat de Onderhandelingen, wegens het onderzoeken van de „ middelen der onderfcheide Admiraütei„ ten aangevangen, van zulk een goed ge„ volg mogten weezen , dat ten minften „ een gedeelte van de Buitengewoone „ Uitrustingen, daar uit konden worden „ goedgemaakt." Stad en Lande keurde de redenen voor van°Stad den Aanbouw der Oorlogfchepen bygecn Lande bragt onwederleggelyk ; doch kwam het Staaten van dit Gewest niet min ontegenfpreekelyk voor, dat men even zeer bedagt moest zyn, op de middelen, om dien aanbouw te volvoeren. Zy gaven hun misnoegen, over hét agterblyven van hcrftel by 's Lands Admiraliteiten , op eene fterke wyze te kennen. Bleeven de zaaken in dien ftand , dan hadt men grond om te dugtcn , dat de kosten tot dien Aanbouw op de fchouders der Gewesten gefchooven, eene voorgewende onmagt zommige zou te rug houden van toe te ftemmen, of aanleiding geeven , om de hulp van andere Bondgenooten te verzoeken, of dat zy, gaaf toegeltcmd hebbende, de Betaaling zeer traaglyk zouden laaten volgen. Het aandeel 't geen Stad en Lande tot dien aanbouw zou moeten opbrengen, de kosten van de bedoelde vermeerdering der Landmagt, en het in dienst houden der Zes Fregatten, zoude  HISTORIE. 585 onmogelykheid om zich zeiven te kun- xci. „ nen redden, openbaar werd. boek; „ Dat zy , belangende de Vermeerde — „ ring der Landmagt zich daar omtrent 1774» „ nooit ongenegen betoond hadden, en „ nog, niet ongenegen waren. Het Plan ,, daar toe verwagtende om'er nader op te ,, befluiten." Het leedt niet lang of dit Plan was gevormd, Phn tot en in Hooimaand des Jaars mdcclxxiii vermeeraan de Geweften rond gezonden; ten ein- ^l^ul^ de, zo in 't zelve, als in den Aanbouw van magt; vier- en- twintig Linie Schepen, toe te ftemmen. Volgens 't zelve zou 's Lands Krygsmagt met 1368 Paarden, en 8927 Hoofden, vermeerderd worden. De kofteu van het Jaarlyks onderhoud hadt men begroot op 1560654 Guldens, en de Recruut en Aanritsgelden daar en boven op 653987 Guldens. Hoewel, eer Wynmaand ten einde liep, Staatsbe» Stad en Lande, Friesland, Overysfel, Gel- var* der land en Utrecht, in de beide Plans zui- f""™^ verlyk bewilligden , duurde het, tot be- gen. vreemding veeier Bondgenooten, tot Grasmaand m d c c l x xi v. eer Holland deswegen zyn gevoelen te kennen gaf. Dit Staatsbefluit, van alle de voorige verfehillende , en de bron van veele andere Raadpleegingen , verdient een breeder verflag. Staaten van Holland verklaarden, i3 dat, naa lang en kragtig aanhouden by de „ Bondgenooten op het geeven van daad- lyke bewyzen, om de verbetering der „ Zeemagt , ten minlten met gelyken XXIV. deel. Bb „ tred,  SSS VADERLANDSCHE xci. „. tred, met die van de Landmagt te beï b o b k. „ hartigen, hun niets aangenaamer zou ge-» „ weest hebben, dan de blyken van zoda- *> nig een ernftig voorneemen by de Bond- genooten te ontmoeten, als wanneer voor hun het tydftip zou gebooren zyn, s, waar in zy niet langer zouden vertraagen met de verklaaring om hunne bereidwil„ ligheid, tot eene voeglyke vermeerdering s, der Landmagt, daadlyk geftand te doen,; s, doch 't was verre van daar dat dit ge5, wenschte tydftip zou genaderd weezen: „ want zy moeften, tot hun leedweezen, betuigen, in de uitgebragtc Befluiten der s, Geweften , vergeefsch gezogt te hebS3 ben, 't geen vereischt zou worden om ei hun de noodige gerustheid te geeven, „ dat de Bondgenooten de verbetering der Zeemagt zodanig ter harte namen, als 3, eenigzins overeenkwam met den aart en 3-, het gewigt der zaake: van welke niets s, minder dan de welvaard of het verderf s, van Holland, en hy onvermydelyken gevolge, het behoud of de ondergang Si van 't Gemeenebest, moest afhangen. • „Wel was waar de meefte Geweften had- den tot den Aanbouw van vier- en9) twintig Oorlogfchepen geftemd; doch 3, hoe zeer zulks door hun gaarne werd t, aangenomen, als eene waarborge voor i3 de daadlyke voldoening der aandeelen in '£ gelde, het nogthans zeker ging, dat de t, verbetering der Zeemagt door den Aan„ bouw alleen niet kon uitgewerkt wor3> den j maar dat het Jaarlyks in Zee „ bren-  HISTORIE. 387 brengen van een bekwaam getal Oorlog- xcr; s, fchepen het middel was om de zwakke boek; 33 en kwynendeZeemagt te herftellen, het ■■ 93 handeldryvend gedeelte der Ingezetenen 1774. S3 van den Staat, naar behooren, te bea, fchermen, en de fteeds afneemende „ Vaard en Handel voor een geheel verval „ te behoeden. Welke begrippen men ook, over de „ Gefteldheid en 't Beftuur van de Admi3, raliteits Collegien, veeltyds mogt vor>3 men, het was eene bewysbaare waars3 heid, dat die Collegien, buiten behulp ■„ der Bondgenooten, aan den Zeehandel de noodige befcherming niet konden ver3, leenen; en even onbetwistbaar, dat de 3, gebrekkige opbrengingen der Geweften tot de buitengewoone Uitruftingen, „ yoor eene der beklaaglyke oorzaaken 'p, gehouden moeften worden , waar aan 33 men het onvermogen dier Collegien hadt i3 toe te fchryven. Te deezer oorzaake hadden zy, by )3 voorgaande gelegenheden, aan de Bond„ genooten vertoond, de hooge noodzaak- lykheid tot het vastftellen van een S3 Fonds , waar uit de koften van eene „ Jaarlykfche Uitrufting , door de rigti•„ ge Onderftandgelden der gezamenlyke „ Bondgenooten, konden komen; doch die vertoogen, hoe billyk ook en regt„ maatig, waren, tot hier toe, van geen de „ minfte uitwerking geweest. „ Met het verval 'der Zeemagt van den Staat, en het daar uit afneemen des Han* Bb 2. )3 delsj.  39o VADERLANDSCHE xcr. „ den ondergaan, dan dat het zeer groot boek. 3, en befchreienswaardig verfchil tusfehen « de toegeftaane en de daadlyk opgebrag- 1774. „ te Lasten te zigtbaar was daargefteld, „ en de zaaken der Zee in een verval „ geraakt waren, over 't welk men zich „ thans niet genoeg kon beklaagen. „ Dat, tot herftel van dit verval, geen an}, der middel voor handen was , dan de 93 byzondere Beftemming van een genoeg„ zaam Fonds voor de kosten van eene „ Jaarlykfche Uitrusting, gepaard met dus„ danige Schikkingen, waar door de over- betaalingen en in gebrekeblyvingen , die in de toelagen der Gewesten op „ het Fonds mogten vallen , met andere posten, op den Staat van Oorlog, de „ verdeediging te Land betreffende, on33 derling vereffend wordende, aan de Collegien ter Admiraliteit, zo veel ge- rustheids verfchaften, als dezelve noo- dig hadden, om Schepen uit te rusten, „ zonder aan de nadeelige en verdcrflyke „ gevolgen van gebrekkige Opbrengingen blootgefteld te blyven." „ Zy konden niet nalaaten dit middel s, den Bondgenooten ten fterkflen aan te pryzen; op dat het eens vast gefteld zyn9, de, even daar door de weg mogt gebaand „ worden , om de Raadpleegingen, over het herftel van de Zeemagt, te gelyk „ met eene voeglyke Verfterking van de „ Landmagt, tot eene gewenschte afkomst „ te brengen. *« Niets liever wensch* I, ten hun Ed. Groot Mogenden, dan dat 33 zy  HISTORIE. «5,L m zy Imnne eigene Provinciaale Finanti- XCI; en, en die hunner Bondgenooten, in boek. „ dien ftand konden befchouwen, dat * 33 eene meerdere Jaarlykfche uitgave van 1774, „ ver over de Vyfticnmaal honderd dui33 zend Guldens , gevoegd by het geen uit bet boven gemeld Fonds voor de >5 Zeemagt vereischt zou worden, een niet al te bezwaarcnd aanzien kreeg; waar door dan ook dc raadpleegingen, omtrent het voorgeftelde Plan zich zou.,, den bepaalen tot een onderzoek over de meerdere of mindere noodzaake, 3, om, in dc tegenwoordige tj'-dsomftan3, digheden, tot eene zo aanzienlyke ver„ meerdering van Troepen te komen; doch dat, het Finantieweezen zich gecn„ zins in eene zo voordeelige gedaante „ opdoende, zy het uit dien hoofde gc- heel ongeraaden zouden vinden, om, „ tot de beide voorwerpen , zo van de „ begrooting van het voornoemde 's Jaar„ lyks Fonds ten behoeve van de Zee3, magt, als tot de verfterking der Land„ magt, de gemelde fomme te boven tc * gaan." „ Niet te hoog zou men het ftellen als s, men de begrooting, van 't geen de Collegicn ter Admiraliteit in'Vredes tyd noodig zouden hebben, om 's Jaarlyks een bekwaam getal Schepen, tot dek„ king van den Koophandel en Zeevaard, 33 in Zee te houden, op Zevenhonderd en f, tachtigduizendGuldens bepaalde; terwyl v, het overige gedeelte der bovengemelde Bb 4 fP meer*;  tg» VADERLANDS CHE xct. „ meerde Uitgaave toereikende zou weeli o ek. >, zen , om tot eene maatige Verfterking , „ der Landmagt aangewend te worden." 1774. Zy vorderden dat hunne Afgevaardigs, den, voor eerst en voor alles, en als „ een voorwaarden, zonder welke niet, 93 zouden aandringen op de Beftcmming „ van een Jaarlyks Fonds van Zevenhon3, derd tachtig duizend Guldens tot den Zee- „ dienst. En voorts, om de zo noo- S) dige gerustheid wegens de daadlyke op3, brengingen daar te ftellen, wilden zy tef- fens bepaald hebben, dat de Geweften op zich zouden neemen hunne aandeelen vroegtydig te bezorgen aan 't Comptoir 3, Genet-aal der Unie om vervolgens aan de s, Collegien der Admiraliteit te worden uitgedeeld. — Dat door den Raad van 3, Staaten, uiterlyk voor den eerften van 3, Wynmaand van ieder Jaar aan hun Hoog „ Mogenden zou over gezonden worden 3, een netten ftaat zo der gedaane Opbren3, gingen, als van de gebreken en niet be33 taalingen daar opgevallen: en dat tot 3, zuivering der laatftgemelden, Staaten van ?, Holland zich zouden verbinden öm die 3, gebreken te verhelpen; zodanig nogthans dat, by het opmaaken van den Staat van „ Oorlog voor 't volgend Jaar, zo veel „ meer Krygsvolks op den Staat der inge- breke gebleevene Geweften zou moeten 5, gebragt en met het beloop van de ver- ftrekte Penningen Hollands Staat ont„ last worden ; als mede dat zyn Hoog„ heid en de Raad van, Staaten, telkens 33 in  HISTORIE, 395 een Plan cn Confiliatoir, waar by hy xci. „ gemeend hadt te moeten voorfiaan, of boek.' 9, de Heeren Staaten der Vyf Gewesten „ niet zouden kunnen befluiten, om der- 1774* „ zeiver Toeftemmingeri in de Vermeer„ dering der Landmagt en Aanbouw van s, Schepen te vernieuwen ; doch teffens derzelver Toeftemming in de Land„ magt zo vérre te veranderen, dat zy „ verklaarden wel te mogert lyden, dat de fom daar toe voorgeflaagen, vermin3, derd werd, op omtrent Negen Tonnen „ Gouds, en een post gebragt op den Staat „ van Oorlog van Zes Tonnen Gouds, om te dienen tot Uitrusting van Schepen, „ door zyne Hoogheid cn den Raad var» „ Staaten te verdeden , zodanig als zy oorbaar zouden agten, om alle vreeze van niet betaaling, of immers voor klag„ ten van niet betaaling, te voorkomen; „ doch in verwagting, dat de eene post zonder de andere niet zou verminderd worden, en wel naar evenredigheid in dier „ voege, dat, wanneer de beflootene Vers, meerdering met eenhonderd en vyftig dui„ zend Guldens verminderd wierd, als dan „ de post voor de Zeemagt met honderd duizend Guldens zou moeten worden vers, minderd, en zo ook omgekeerd; mitsga„ ders, dat men alle poogingen zóu aan„ wenden, om door eene behoorelyke „ bezuiniging en affchaffing van alle onM noodige Uitgaven by de Admiraliteiten, s, en door een rigtiger invordering van p, Middelen te Water, die Collegien in- „ ftaat  39<5 VADERLANDSCHE xci. ftaat te ftellen, om, boven den gegeeB o e ie. „ ven onderftand, uit derzelver middelen i „ Jaarlyks eenige Fregatten uit te rusten, 1774.3. tot Befcherming van den Handel dee„ zer Landen. Alles loopt Gelderland, Friesland, Overysfel, Stad vrugtloos en Lanfa ? üeten zich door zyne Hoogheid o vernaaien, om uit infchikkelykheid, dat Plan te omhelzen. Zeeland en Utrecht namen het over, Holland kon men 'er geen fmaak in doen vinden. Ingevolge waar van dit alles bleef haperen; en de geringe meerderheid van nog geen Twee Tonnen Gouds , waar in Holland alleen vyf negende deelen moest draagen, deedt dit Ontwerp in duigen vallen (*). Kommer- De tyd ging zwanger van de grootfte, lvke Sf~ en voor onzen Staat hachlykfte, Gebeurvan dec- tenisfen, wier geboorte alle Liefhebbers zen Staat, des Vaderlands met fchroom te gemoete zagen. Een fchroom gegrond op de bewustheid van de zwakheid onzes Lands, om op eenigerlei wyze deel te neemen in een Kryg, die binnen kort, alles rondsom (*) Verzameling van Authentyke Stukken, betreffende de Augmentatie der Land- en Zeemagt van de Republiek 1782. Memorie vm zyne Hoogheid bl. 11. 12. N. Nederl. Jaarb. 1775. bl. S45 —877. 1229—1252. Zeven Jaaren verliepen 'er eer op de Petitie tot den Aanbouw der vieren- twintig Oorlogfchepen, in den Jaare 1771. gedaan , een Befluit viel.  HISTORIE. 39? ®m ons in rep en roere zou ftellen. 'tGe- xci.' brek aan Zee- en Landmagt was zigt- boes^ baar; aan de zo dikmaals geblèëke Party- ï * fchap, om het verfterken van een en ander i?74«, te vertraagen, of geheel te beletten, ftondt het niet te ontbreeken , de oude zaaden van Tweedragt, die zo vaak een oogst van rampen teelden, waren gereed uit te botten, en de wrangfte vrugten op te leveren. De Koophandel en Zeevaard zagen dagen van doodlyke kwyning en volilagen onheil te gemoet. Met één woord alles liet zich aanzien , dat wy vast naderden tot een Tydftip , 't geen in 's Lands gefchiedenisfen een altoos gedenkwaardig Tydperk zou opleveren. > De ondervindig heeft hier aan haar zegel gehangen, en zullen wy, in een Nieuw Werk, ten Vervolge van het Tegenwoordige gefchikt, 's Lands Lotgevallen, in dat Tydperk, boeken. Einde yan Tiet Vier- cn- twintigfte Beet', BLAD*  BLADWYZER DER VOORNAAMSTE ZAAKEN. Aalsmeer in hoe groot gevaar XXIV. 6 , 9- Dankdag in het Aalsmeerder Ambagt ingefteld, 91. Aardbecving teHslmond gevoeld XXII. 236. Met eene Wa. terberoering in de Nederlanden, op den 1 Novemb. mdcclv. 237. Op Bededag den 18 van February mdcclvi. 278. hier in 't Jaar mdcclx. gevoeld XXIII. qi. Twee Aardbeevingen in 't Jaar mdcclxi, 192. Aardenburg gedenkt aan de vóór Honderd jaaren betoonde Dapperheid XXIV. '. 2fi6. Admiraliteit. De Hollandfcbe enZeeuwfcbs hebben gefchil over de Verlofgelden XXII. 68. Door de Gouvernante beflist, 69. ArmvfD') fielt de Staaten gerust wegens een Leger op de grenzen XXII. 311 Verklaart zich by den Staar, wegenshet leggen;van Franfche Bezetting ÜJ Oostende en JViewwpQO.rt,, 3<9- ■ Levert een Vertoog in om den Staat tot Onzydigheid aan te maanen XXIIIé 71. Klaagt over de beletzelen in dén uitvoer van Kiygsbehoeften, 76. Neemt affcheid van den Staat, 206 Africa ( De vrye Vaard op ) verlengd XXII. 167. Albikus (B.S.) diens Verzameling door de Leydfcba Hoogefchool gekogt XXII. 243- Algerynen ( Voorzorgen van den Staat 0111 den Vrede met de) te bewaren XXII. j8o. Vermoorden van den Dei, 181. Gerugten en Ty dingen eener Vredebreuke met hun , 182. De Dei  SLADWTZER; Verklaart den Oorlog, 183. Hoop dat de Porte hun tot den Vrede zou beweegen, 187- OorlogstoerufHngen, tegen hun, 189. Verpligtende Convoyverleening der Spanjaarden in de Middelland fche Zee aan onze Schepen, ipr. Ontmoeting Vai) AD BI aan VAN der kam met de Algerynen, 192. Vrede met hun geflooten, 332. Algerynen ('t Vredesverdrag met de) nader opgehelderd XXlll. 102. Zeven Fregatten tot beteugeling der Al- • gerynen beUemd 380. Alkmaar begroet de Gouvernante X'XII. 142. - : America ( Vyandlykfoeden in") tusfehen Frankryk en Enge* land XXlI. 249. Am stel (C. P. v.) Uitvinding zvner Teken prent' kunst XXlI. 153. Amftenlam Oproerige Schriften aldaar verbeden en verbrand XXI1. 165. De Franfche Schouwburg buiten de Stad verbrandt, 175. DeKoornkoopers leveren hunne be. denkingen in op het ontworpen Plakaat om den Uitvoer der Graanen te verbieden, 36r. Aantekening deezer Stad in 't geval der Regeeringsbeftellinge te Haarlem , 352. 't Honderdiaarig Feest van het Diaconiehuis gevierd ,-359. Raadllag dier Stad op het voordel der vermeerdering van de Landmaat , 376. Tegen aantekening der Ridder- fchappe , 382:. De vermeerdering der Landmagt gaat niet door, 386- Hunne Klagten over Engelfchen Zeeroveryen , 387. De Kooplieden leveren een Lyst der febade door deEngelfchen geleeden in, 390. ■dmfterdam (Brand in het Stadhuis van) XXHI. 220. —. De Tekenfchool aldaar bloeit, Kerepryzem daar eerst uitgedeeld, en verplaatzing van die School in 't Stadhuis XXIV. 44. Viert het honderdjaarig betrokken slalmoesniers Huis, 48. Maakt toeftel om willem dek V. met zyne Gemalinne te ontvangen , 125. Irthaaiing aldaar ï2ó"_ Wat 'er ten tyde v(an diens verblyf voorvalt 129—134. Vertrek uit de Stad, -134. Gedenkpenningen den Burgeren gefchonken, r'3jJ*'(Ge-i nootfchapF/or9a7i« Liberales Artes aldaar gevestigd , 173. Grafteken voor vondel aldaar opgerigt, 291. De Nederdukfcbe Schouwburg brandt af, 292. Beleenings kas van Stads wegen opgerigt, 30S. Nieuwe Schouwburg a!, 283. Harlingen ( De Magiftraat van) door zyne Hoogheid gehandhaafd regen een Befluit van Gedeputeerde Staaten XXIV. 63. 't Admiraliteitshuis brandt if, é4r. Doon zyne Hoogheid bezogt, 3 f6. Heldet ( Zeeweeringen aan de ) herfteld XXIV. 355. 's Hertogenbosch omvange willem den V. naa diens Meerderia3righeid XXIV. 3a. Lastontheffingen eeniger Dorpen in de Meyery*. toö. Jiesfen-Casfel Gefchillen met den Staat, wegens den Af. gs'zajit d(£ Graaf van w a r-  B L A D W y Z E R. TINSLEBEK. ZieWARTENSLEDEN. Heukelum brandt voor geen gering gedeelte af XXIV. 299. ffilverfum zwaare brand aldaar XXIV. 49. HooGENDï"K(S.)de grond' vestér van het Betaafscb Ge- nootjcbapte Rotterdam XXIV. 170. Hoorn Ontvangt de Gouvernante, XXII. 144. Zy neemt 'er ;Zitting by Gecommitteerde Raaden van het Noorderkwartier, 148. By de Admiraliteit, 153. Holland ( Voorziening by Staaten van) gemaakt, indien de Gouvernante , ftaande de Minderjaarigheid eens Opvolgers, overleedtXXII. 5. Voordel van de Gouvernante tot vermindering van 't Krygsvolk by de Staaten van Holland, 18. Plalaat tegen Oproerige Schriften, 1C5. De zaak der Verkiezing van Burgemeefteren te Haarlem voor dezelve gebragt, 337. De toedragt hier van: zie Haarlem- De Gouvernante dringt by Staaten van Holland op de vermeerdering der Landmagt, 372. Herhaalt dien aandrang, 375. Raadflag va-n Amfierdamop dit Stuk, 3 76. . Tegen aantekening der Ridderfchappe, 382. De Vermeerdering gaat niet door, 386. De Kooplieden van Amflerdam en Rotterdam vervoegen, zich by hun, 412. De Gouvernante beklaagt zich byhun over 't Gedrag der Haarlemfcbe Vroedfchap, 431. Die zich by de Staaten verantwoordt, 437' Doen deeze zaak af. 443- —— Neemen, by het Overlyden der Gouvernante, de voorheen gemaakte Schikkingen aan XXMI. 9. Doen den Hertog van Brunswyk , ten aanzien van het Krygsvolk, den Eed afleggen, 10. Aanfchryving aan de Stede» &c wegens de Magiftraatsbeftellingen by het over'yden der Gouvernante, 12. Aanvaarden met de Bondg< nooten de gemaakte Voorzieningen, 12. (Gefchil van) met die van Stad en Lande over de Lyfrenten XXIII. 138. Neemen de Goederen en Schepen der Groningeren in beilag, J41. Verdeedigen hun gehouden Gedrag, 144. De zaak ter bemiddeling aan hun Hoog Mogenden gefield, 145. De hardigheden verzagten, het Gefchil bygelegd , 147. Vraagen Groot Brittanje Voldoening wegens de Schennis van het Grondgebied by 's Gravefande, 167. Geeven een Plakaat wegens het uitgeeven der Godgeleerde Schriften, 180. Bewilligen in eene vermeerdering van Landmagt; doch willen een vafte post op den Staat van Oorlog voor den Zeedier-*  BLADWYZER. diende gebragt hebben, 3^5- Holland ( Commiffie door de Staaten van}aan willem d e n V. opgedraagen XXIV. 10. befluiten tot het beteugekrrvan het Haarlemmer Meer, 88 Begunftigeir verfcheide Droogmaakeryen, 92 (Staaten van ) dringen aan op de verflerking der Zeemagt, waar in andere Staaten niet gereed bewilligen XXIV. 374. Nader aandrang, 375. Staatsbefluit van Holland wegens de Plans tot vermeerdering der Zee- en Landmagt, 385. Op welke voorwaarden zy in beide bewilligen , 390, '!92. 't Zelve door de Andere flondgenooten in overweeginge genomen, 393. Berigt daar op ingtbragt en Confiliatoir Plan, 394. 't Zelve fmaakt Holland niet, 396. Hoi tius over zyne Schriften door den Raadpenfionaris onderhouden, XXili. 179- Hor ( J. ) legt het Thefaurier Generaaifchap , met veel lofs, neder, enwerdtdoor p. a. gilles opgevolgd XXIV. 159. Hope (Thomas) tot ReprefeBtant van zyne Hoogheid , by de O. 1. JVIaatsch. XXIV. 24. Houtbandelaaren hun Verzoek vindt ingang by de Staaten XXIII. 206." Heutzaagery (De uitvoer van 't geen tot de) behoort vetbooden XXII. 25. JL aagermeeflerfcbap. Zie Opperbomveflerfcbap.Janjeniflen. Hoe zy de Waardigheid hunner Kerke hier te Lande poopen ftaande te houden XXI11. 243. By welk eene Gelegenheid zy in den Jaare mbcclxiii eene Kerkvergadering telTrreebt hielden, 246 Hoe het op dezelve toeging, 247. Befluiten daar genomen, 248. Jefuiten ( Den) wordt Maaftriebt ontzegd , en hunne Goederen in befiag genomen XXIV. 351. Inenting (Proeve van ) op het Rundvee genoomen XXII. 237- 1 der Kinderziekte krygt hier te Lande meer opgangs XXIV. 357- Joi« se ne el (J.) krygt een Octroy op een Watermolen van van zyne uitvinding XXIV. 93. Joris ( Ridder Orde van St.) willem de V en veele andere tot dezelve ingehuldigd XXH. 136. Jurisdictie Militaire (Het Hof van Holland beklaagt zich over de) XXlV.276. Antwoord van zyne Hoogheid j 278. Kamerling (Joh. C.) Schelniftukktn, cn Straf D d 2 dee-  B L A D W Y Z E R, deezes Bedriegers XXUI. 3*8, . Kampen. De Meente aldaar verzet zich tegen het Reglement der Voogdyfchappe XXU. 210. Het invoeren ontmoet aldaar heftigeh wederftand XXUI, 27". Gefchil aldaar over de Regeelings beftelling, ^2^. De Magiftraat zegepraait op de Meente, 132. . 1 (Inhaaling van willem den V te) Cadetten- en Vry-Corps aldaar op nieuw in train gebragt, 35- Katoendrukkeryen Plakaaten ten voordeele van dezelve XXIV. 93Kazilotten (Groot aantal van) op onze Stranden XX1IK «41. Tfceurmeefters van Boeken beoogd aan te ftellen , gaat niet, door XXILl. 356. Kniphausen behaalt in de Oost-Indien veel Eers en' Voordeels XXU- n». J[oophmidel kwynt in 't Jaar jwncqLXiii Qorzaaken hier van, 229. Het Handel verloop neemt toe. 235. Middelen van herftel vergeefsch voorgeflaagen, 237. Herleeft, 238. Staatsbefluit op een voorftel des Konings van Pruisjen den Handel'betreffende, 239. hooplieden ( D) van Dordrecht , Rotterdam en Amflerdam leveren Klagten in by de Staaten en de GouUetu&nte , wegens de En¬ gelfche Zeerooveryen XXfL 387. . Die van Amflerdam leveren by den Staat Lyften' van de fchade in, 390. Schade der Rotterdamfcbe, 39f- De Kooplieden der drie Steden vervoegen zich ten derde maale by de Gouvernante, 392. Inhoud van hun Vertoog , 393. Antwoord der Gouvernante, 3.95. Weder in 's Graven* baage ontbooden, 397. Verftaan een ongunftig verflag uit Engeland, 398. Ueraamen een talryke Bezending uit Veertig Perfoonen beftaande, 4.00. Inhoud huns Vertoogs by dedouvernante, Aid. Hoe beantwoord, 407. Verder na de larbev verzonden,408 Ontmoeting by deezen Gehein.Raad, 409. Misnoegen der Gouvernante over die Bezending, 410. Vervoegen zich by Staaten van Holland, 412. 1'e Zeeuvifcbn ftorten hunne Klagten uit, 42a. Kooplieden Leveren bydeAlgem. Staaten klagten in wegens de in Engeland opgebra°te St. Euftatius en Curacaos Vaarders XXUI. 47. 't Vonnis uitgefteld, 48. Verbeurtverklaaring der Laadingen, 49. Zy klaagen deswegen by den Staat én krygen beloften van Voorziening, 50. Ge;antfchap na 't Hof van Londen over deeze zaak benoemd . Aid. Gtdagten der Awfierdammerfcbe Koopliedes  BL.ADWYZER. #tn " oVer een ingeleverd Ontwerp van 't Engelfche Hof, 58. Val fche Betichtingen in Engeland, 98. Kooplieden te Dordrecht en te Rotterdam beklaagen zich over den Keurvorst van den Paltz XXIV. 192. Kousfeband 'Ridder Orde van de) welke XXlI. 28. Plegtieheden byde Inhuldiging, AU. Krygsvolk (Voorde! van de Gouvernantente tot vermindering van 't) XXU. 18. Befluit daar op genomen Voordeelen gehegt aan dit Plan, 19 Schikking op de Kleeding, 23. Zie verder Landmagt. Erygsvoorraad hoe flerk allerwegen heen uit deeze Landen gevoerd, XXII!. 77. Kuilenburg Oude Munten aldaar ontdekt XXU. 230. T L- J-Jandhopers Plakaaten in verfcheide Geweften tegen dezHven XXUI. 346. Landmagt voordel der Gouvernante om dezelve te vermeerderen by Holland XXII. 372. Breedvoerige Raadflaag van Amflerdam op dit ftuk, 376. Tegenaantekening der Ridderfchappe, 382. De vermeerdering gaat niet door, 386. ? (Staaten van Holland bewilligen in de vermeerdering der) doch willen een vade post op den Scaat van Oorlog voor den Zeedienst gebragt hebbes XXIII. 325. Landmagt (Plan tot vermeerdering der) XXIV. 385. Door Stad en Lande, Friesland, Overysfel, Gelderland en Utrecht aangenomen Aid. Staatsbefluit van Holland deswegen, 385. 't Zelve in overweeging genomen, 393- Berigt daar op ingebragt, meteen Plan Confiliatoir, 394. Alles loopt vrugtloos af, 396. Leenregt (Het Hooge) te Zutpben onder een Eikenboom gehouden XXIII. 337. Leeuwaarden Onthaal aldaar de Gouvernante aangedaan XXII. 145. 't Landfchaps Tugr- en Werkhuis verbrandt, 176. Herbouwd, 179. (Vreugdebeton- tooningen ) by de komst van zyne Hoogheid en diens verrigtingen aldaar XXIV. 312. Lek (Nas?au la) Staatlyke Doopplegtigheid zyner Dogter cas olina wilhelm i h a traiectina, XXII. 357. Leyden door willem de V naa zyne Meerderjaarigheid bezogt XXIV. 25. De Maatfchappy der Nederlandfcbe Letterkunde aldaar opgerigt, 45 *t GenootfchapJ.Kwrr£ wordt door Arbeid verkreegen neemt te Leyden een aanvang, 48. Zwaare Brand aldaar, 54. Viert het Tweehonderdjaarig Feest van het D d 3 Ont-  BLADWYZER. Ontzet, 35.8- j. l. p- van berkhey gedenkt Jer in Dichtmaat openlyk aan, 360. Ligniehe (F. X. d'Ao. ) met Octroy voor zyne uitvindingen begiftigd XXUI. 188. luik (De PrinsBisfchop van) krygt by den Staat den Tytel van Doorlugtige Hoogheid XXII. 96. IMaatfchappy (Hollandfche) der Weetenfchappen te Haarlem opgerigt XXII. 53. Eerde kleine beginzels van dezel ve, 56. Hoofdbedoelingen, » _ Met opene Brieven der Staaten van Holland vereerd XXUI. 188. — i tot behouienis der Drenkelingen opfperigtX XIV. lor. Door Hoog Gezag onderdeund, en elders gevolgd, 104. Marck (F. A. v. n.) Onluden teec-n dien Hoogleeraar ontdaan XXIV. 337. Tot kennis desS'adh'Miders gebragt en diens Voorflag , 339. Regtsvordering door hem gedaan, 340. Hy lettert eene nadere Verklaaring zyner gevoelens in, 342. Door den Academielaad aan eenige Stellingen fchuldig verklaard , 3*4Biedt aan eene nadere Verklaaring tegeeven,345Uuit om hein een OpUel ter ondertekening voor te legi gen, 345 *t Zelve niet kunnende ondertekenen van zyn Hoogleeraarsampt vervallen verklaard, 346. Te Lingen tot Hoogleeraar beroepen , Tot OuderliDg, aldaar aangedeld, 348. Affcheid van de Groninger Kerkenraad. Aid. Redenen , welke hy van zyne Afzetting geeft. 349. Maria louisa komt in *s Gravenhage XXUI. 25. Wat haar in ^n'M/tfw^geduureBde willem den V. Minderjaarigheid , was opgedraagen, 26. Levert eene Tegenverklaaring in roen eenigen in Friesland , derjaarigheid van willem d en V. één jaar wilden Vervroegen 365. Sterft, haar Charakter, 369. Martoccaanen ( Vrede met de ) gellooten XXII. 51- Dezelve bevestigd , 277. De vrees voor een Vredbreuk met de Marraccaanen verdwynt XXIÜ. 320. (Vrees voor een Oorlog met de) wykt XXIV. 273- Mastenbroek onderwater gezet, hoe liefddaadig geholpen, XXII. 129 Mauricius (j j.) wat hem in zyne Landvoogdye op Surinaame wedervoer XXII. jij. Keert na 't Vaderland, verdeedigt zich, 116. Legt geregtvaardigd zyn Ampt neder, r r 7. Meerman (G.) tot een Geaant-  ÉLADWYZErt Nassab weilburg (De Prinfes van) bevalt van willem george bel- gicus, 121. Pillegift van hun Hoog Mogenden, m. Diens dood, 223. W 1 l- IEM CARE L LOnEWÏII gebooren, 222. Aanvaart de Magiftraats beftelling in de Friefcbc Steden, naa den dood van maria loui. sa, 372' , Verlost van fredrik willem XXIV. 130. , , Naa zyne Duitfcbe Staaten getrokken, 190. c arol IN a lou1z» wilhelmina gebooren , en w 1 l l e m lodewyk c au el geftorven. Aid. Een Zoon dit Huis gebooren en ontftorven, 273. N o o r d k e r ic ( H. ) gedagt XXIV. 24*. Noord-plasfe by Hazaardsvooude drooggemaakt XXUI. 83. Nyenburg (Het O. 1. C. Schip) afgeloopen XXUI. 302. Straf de Muitelingen , zo in Surinaams, als aan de Hel' der, 304. Nymwegen (Gefchil tusfehen de Stad) enden Procureur Generaal van Gelderland beflist, XXIV. 165. r\ °- Uost-Friesland (De zwaarigheid wegens de Inkomften van) uit den weg geruimd XXII. 3<54 • Oottenie en Meuwpoort met Franscb Krygsvolk bezet XXII. 3is- Klagten varl ! york des wegen Aldaar* Verklaaringen van het Weèner en Franfche Hof op dit ftuk, 319. Verdeediging , hier van 369. Oost - Indiefcbe Maatfchappy deezer Landen in Gefchil met de Engelfcben XXIII. 285- Klagten van torke over de Handelwyze der Nederlanderen in Bengale, 286. Verdeediging der Bewindhebberen, 287. Verdere klagten van de zyde der Nederlanderen, 290. De Bewindhebbers door de Staaten verzogt de bezwaar, punten op te ftellen, 292. Antwoord der Engelfcbeit, Aid. Gelastigden trekken ter Onderhandelii.ge na Engeland, 293. Nieuwe verongelykingen der Eng elfeben, 294. De wederkomst der Nederlandfcbe Gelastigderï vergund, 294. Verflag, 295. Verfchil over den zin der uitftaande Verdragen, 265. Nieuwe klagten over de mishandelingen der Engelfcben , 296. Wegens ftoornisfen in den Handel, 297. Last aan van welde r e n gegeeven om op afdoen van zaaken aan te dringen, 298. (het Opper- bewindhebber-, Gouverneur • en Generaalfchap der) Maatfchappy aan willem ben V opgedraagenXXIV. 23. Qtai  8 L A Ö W y 2 E. Kï t)èmelanden' Ongeregeldheden by het Inwyen van een Roomsch Kerkhuis aldaar gepleegd XXU. 105. K)pperboutvesterJ'chap en Jaager meefterfcbap aan willüm d sn V. opgedraagen XXIV. 38. Onder welke feepaalingen in het Noorderkwartier, 19. Oranjewoud (Het Schip 1 zinkt. XXII. 417. Ouryks (J. Dol van) Moedbetoon tegen de Engelfcben XXIII. 68. Qverysfel ( Dykbraaken in ) in 't Jaar mdccliv XXU. 117. Aangezogt om op de Voorziening der Voogdyichappe bedagt te weezeir, ^04. Dit werk haapert te ïwolle, waarde JMeente'er geen genoegen in nam, 285. 'Ie Hasfelt en Steenwyk is de Meente niet te vrede. De ilidderfchap heeft ook eeüige bedenkelykheden, 112. T>e Gouvernante geeft eene yerzagting op de BedenkeJykheden der Ridderen. De ïVoorziening vastgefteld , 214. Een der Ridderen ■doet eenTegenaantekening ji\d. Volkomen Befluit daar op genomen, zio~. \—w Watervloed ia het Jaar mdcclxiv, XXUI. 271. MTaltz (Handel verfchil met den Keurvorst van defi) XXIV. 190. Staaten van Mollajii flaftn voor den Haü- del op de I.ifnden Van dien Keurvorst voor zes weeken op te fchorten, 196. Hun Hoog Mogenden befluiten hier toe, 197. Ked . gefchil bygelegd, 198. Patenten Schikking daar op door hun H. Mogenden ge-> maakt by de Meerderjaarigheid van willem denV XXIV. J6. PeRRe (J.A. vam der) tot Plaatsbekleeder van Eerften Edelen benoemd XXIV» vst. Pestziekte (Vrees voer) èa voorzorg daar tegen XXlV» 242. Peter III beklemt de Rusp feben TbroonXXUI. 195. Zyne vooringenomenheid met fjederik den grooten, i wordt diens Bondgenoot, 196. Planeeten (Vrees vöor den Óndergang der Aarde uit den ftandder) gebooren XXIV. 365- In Friesland te keer gegaan door een Berigtfchrift van hooger hand» - 3C7- Poolen (De Koning van) vervoegt zich, byde Ryksverdeeling , by de Staat cn* hulp XXIV. 275. Pol (J. v. d.) tot een Ge=. zantfchap na Londen benoemd XXIII. 50. Portugal, door Frankryk m Spanje', in de Engte gebragt 4 vraagt Onderftand by t|eezen SWf. XXill. 194.  Redelvkhetd (C.) Schuiflltfizen door hem uitgevonden, en belooning hem daar voor toegelegd XXIV. 288. Octroy aan hem op eene Diepmachine verleend, 289. Renswoude (Stigting der Vrouwe van) KXII. 173. Rivieren (Handelingen over de) tusfehen Gelderland, Holland en Utrecht XXIII. 272. Klagten des Konings van Pruisjen over het plan hier tot verbetering der Rivieren gemaakt XXIV. 377. Door Holland beantwoord, 378. jp» (Buitengewoonelaagte der) in mdcclxvi en mdcclxvii XXlV. #2. Onderhandelingen over de Rivieren in ft laatstgemelde Jaar 83- Traage voortgang van het werk der Rivieren, 381. Overeenkomst met der Koning van Pruisjen tot herftel des Rhyndyks, 182. Roldakus Burgemeefter te Kampen hoe behandeld, 133. Üttterdam (De Gouvernante beziet te) de Kabinetten van de Heeren bisschop XXlI. 155. Sterke Aantekening dier Stad ten opzigte Van de Regeeringsbeftelling van Haarlem, 353. Kooplieden van daar leveren klagten in, wegens de Zeerooveryen der Engelfchen. Zie Kooplieden. Lyst der Rotterdamfebe fchade 391. km ( willem de V. komt aaa zyne Meerdejjaae righeid te ) tfXlV. att. Het Bataafscb Genootfchap der Proef ondervindelyke IVysbegeerte aldaar, ondanks het tegenftreeven der Haarlemfcbe Maatfchappye, opgerigt, 170. Rousseau het drukken en uitgeeven zyner Emile ver» booden XXUI. 217. Rundvee (De Sterfte onder het) begint op nieuw te woeden* Voorzorgen daar tegen aan» gewend XXlV. 173. Rusland fielt de Staaten gerust wegens de Vloot na d$ Middellandfcbe Zee gezonden XXlV. 200. c S. Ucbieland (De Clasfis van) gaat door een Befluit het Beroeringswerk in de Kerken te keer, en fluit dezelve XXII. 99. Scbermerhorn het voorgevallen aldaar wegens een Eereboog in de Beemfler XXII. 142. Schryver (J. F.) Oost-ln~ difebe Schipper zyn moedig gedrag XXlI. 263. Schouwburg (De Franfche) buiten Amflerdam brandt af. XXII. 174. Herbouwd, 176. ————- ( De Nederdvitfibe te) Amflerdam brandt af.XXIV. 292.Herbouwd,36i. Sels (J ) moedbetoon tegen de EngelfcbenXXlU. 67. Senïerf ' WiLTin) zyne Jnftelling te Rotterdam ten voordeele van den Godsdienst, XXII. 61. Sieilien (Handelverdagmetden  1 L A » W t Z ï' ft. Koning der beide) XXII. ffijeeé ( De Magiftraat van ) door zyne Hoogheid gehandhaafd tegen Gedeputeerde Staaten XXIV. 66. Smit (L) krygt Octroy op een Watermolen van zyne . vïndïg XXlV. 93. Solk -btirg (De Kruidmaakery) aan den Overtoomjcben weg fp/ingt XXII. 453. Spanje (Vryheden aan de Handelaars op) verleend XXII. 26. Schenkt op eene verpligtende wyze Convoy aan opze Schepen in de Middelandfcbe Zee, i9r. — Verklaart Engeland den den Oorlog XXIII. 193Sluit metFrankryk eennaauwe Verbintenis en verklaart den Oorlog aan Portugal, I94. Schent ten onzen opzigte het Tractaat van Marine, 202. Speelkaarten en Dobbelfteenen Oogmerk om dezelve te belasten niet volvoerd XXU. 98. S p 1 e 0 e l ( L.P.v.d.) tot Raad van Goes aangefteld, wat des te doen viel XXIII. 135. Staaten (Algem.) beantwpor* den de vraag van Frankryk, wat dezelve in den bntftaane Oorlog tusfehen Frankryk en Engeland zouden doen, XXII. 253. Door Engeland OmHulpbenden verzogt Aid. De Franjeben zoeken zulks te fluiten, en vorderen een nader antwoord, 254. Verklaaren Onzydig te zullen blyven, 256. Franhyk «eeml 'er genoegen in , ^ftj. Geeven een Reglement wegens de vreemde Kaapers en Cpui* misfievaarders, 271. »'i Ontrust we¬ gens den Oorlog in Duitschi> imd ontflooken XXII. 31c. Gerustgefteld door Frankryk wegens het Leger op de grenzen verzameld, 3Ï1-. Verleenen doortogt aan Krygstuig door Namen en Maajlricbt, 312. Krygen gehoor op hunne klagten t wegens het fchenden des Grondgebieds door Fransci Krygsvolk, 314. Laaten klagten ten Engelfcben Hove doen, wegens de Zeeroveryen en het prysverklaaren der Schepen, 324. De Gouvernante dringt by dezelve aan op 't vermeerderen der Land- en Zeemagt , 410». Dit Voorilel by de Gewesten rondgezonden, 4«*. . verbiedelf de Wervingen van Krygsen Zee - volk voor vreemde Mogendheden XXlV. 82. Stad en Lanie Helt de Voorziening |> op de Voogdyfebapr vast XXlI. 217. — (Gefchil tüsfcben> en Staaten van Holland over' de Lyfrenten XXIII. 138. Hoüden de Hollandjcb*. Schepen en Goederen aan$, 142. Vervoegen zich by dc Bondgenooten, 143. Ver-* antwoordden zich. De zaak aan hun Hoog Mogender» ter bemiddeling voorgefteld$  BLADWYZER; Ui. 't Gefchil bygelegd, Steekgracht (A.) word Raadpenfionaris vanZ«e/a)i(i XXIV. 28. i i Raadpenfionaris van Zeeland, gefchil , wegens hem , tusfehen zyn Hoogheid en de Stad Middelburg zie Zeeland. Sieenen aan de Zeedyken van Wormen doorgeknaagd XXUI, 78. De Vrees des wegen bedaard, 79.. Stenis(H, C ) Verzeilt zyn Fregat op de Moorfcbe Kust XXIL 46. Ellendige Staat der Schipbreukelingen, 4 7Verlost nevens andere Gevangenen, Losprys , 48. Wederkomst in't Vaderland 5°- Stevn (P.) voor de vyfde keer tot Raadpenfionaris aangefteld XXlV. iór. Sterft 28r. Stolp (J.) Inftelling van dien Heer,' tn opgaave van zyn Character XXII. 107. Stryen ( Het Dorp ) brandt meerendeels af XXLI. 5 ingehaald XXIV. 30. V. ials (Oproerige beweegingen en Codsdienstftoore- • nisfen der Proteftanten) van Staatswegen tegengegaan en gefluit XXUI. 328. Veere. Geval aldaar met een Fim*  8 H P W ï H ï. Staaten van Halland beftemmtn eene Lyfrente voor jiaareKoninglyke Hoogheid, 114. Ondertrouw, 1 [5. Vo!» trekking des Huwelyks,! 1 f3. Jt Vorstlyk Paar onder den weg begroet, 117. Op de 'Oranje Zaal ingehaald, en geluk gearenscht, 117- Intrede in 'sGravenhaage, 118. Openbaare Vreugdebetooningen deswegen gehouden. Gedenkpenningen, 120. 't Vorstlyk Paar te Haarlem begroet, Reis door HoZ/sn&f&Noordlyk gedeelte, 122. Water-vermaak op de iieede van Texel, 123. In Amjlerdam ingehaald, 1 t6. Neemt Zitting in de Admiraliteit , 129. In de Oost- en West■ Indifche Maatfchappy 130. Vermaaken het Vorstlyk Paar aangedaan , 131. Vertrek uit Amflerdam , 134. Bezogt door f re de rib den groote, 137- Mee Prins hebskik van Pruisfen na Gouda ,136. Beflist een gefchil tusfehen de Vroedfchap, Burgemeefteren en Schepenen van 's Gravenhaage, 146. Gefchil tusfehen hem en de Stad Middelburg, wegens de Plaatsbekleeding van den Raadpenfionaris steengr acht, 153. Een doode Prins hem gebooren ,156. Ffrederica louis» wiliielmina gebooren, 184 Hy oordeelde de Illuminatie in 's Gravenhaage en ïlolland best.agtergelaaten, 284. Welk voorbeeld dc meeftë Geweften volgen, ^ 185,186. Ooopplegtigheid; 187. Willem freberik gebooren, 267. Zie yerder willem freder 1 k. Doortrekt Noord-Holland, 310. Steekt over na Friesland, 3,14» Begroet aan de Lemmer Aid. Begroetingen , Vreugdebedryven, eri Zittingneemingen indeHooge Vergaderingen, 313,314Bezoekt Franeker, 314. Als mede Harlingen, 316 Trekt na Groningen, 317. Inhaaling aldaar en Zittingneeming in de Vergadering van dat "Gewest, 318. Verrigtingen in de Hoogefchool, 319. Vreugdebedryven op den Verjaardag der Prinfesfe, 310. Willem frederikgebooren XXlV. 267- Doopplegtigheid, Pillegiften enKraamgefchenken, 2(i9.Vreugdbetooningen in Holland, 270, Ongeregelde in Utrecht ,271. Schikking in Friesland daar op gemaakt, Aid. Zeelands gedfag in deeze, 272. Willem georg frederik gebooren XXIV. 357. Winter (Strenge) des Jaars mdcclxiii, 266. Wyveuplaagers zonderlinge Volksftiafoefening in de Meyery van 's Hertogenboscb denzelve aangedaan XXUI» 345- Y. Yorke verzoekt om Hulpbenden XXU. 253. Dringt njet  BLADWYZER. ïïiet meer op Hulpbenden aan 257. Zyn verzoek om Oorlogfchepen afgeflaagen, 273. Stelt de Klaagers, wegens de mishandelingen in de West-Indien, in'tongeJyk , 388. Vangt een Onderhandeling aan, 412. Eifchen des Konings door hem voorgemeld, 414Yorkb (Voorflag door) by bun Hoog Mogenden , wegens de Gefchillen over de Vaard XXIII. 52. Ontwerp vanO vereenkomst door hem ingeleverd, 57. Leverteen Vertoog in,wegens deKrygsbehoefcens aan Frankryk verfchaft, 73. Tot Buitengevjoon Gezant by deezen Staat benoemd, 169. rj Z. /Zaandam door het Vorstlyk Paar beaogt XXlV. 130. Zeedienst (de vyfde Man der Koopvaarders en de Tiende voor de Groenlandsch Vaarders tot den) genomen XXUI. 67. Dit Plakaat weder in getrokken, 102. Zeeland fielt het Reglement van Voorziening vast XXII. 219. Beftemt eene vreemde Pillegifte voor den Zoon van van rorselk, 355. De Kooplieden aldaar klaagen by de Staaten over de Rooveryen der Engelfcben, 420. ■ ( Kerktwist in ) tusfehen j. 3. BRAHé en v. i). sloot XXUI. 174. De Staaten treden met hun gezag tusfehen beiden, T7& Zeeland ( Vreugde in ) op dert 8 Maart m'd cclxvi;wil-< l e m d r V neemt Zitting in de Hooge Vergaderingen van dat Gewest XXIV. 26, 27, 28. Handelingen in Zee* land over de Hoogefchool te Zierikzee, 95. Staaten flaan dit verzoek af, 100. : (Staaten van) oor-« deelen zich met kleinagting bejegend in de Vergadering van hun Hoog Mogenden XXlV. 337. • ( De Raadpenfionaris van) de plaatsbekleeding van Eerften Edelen in de Admiraliteit door Middelburg betwist, 148. Deaanftelling van v. d. perrb dempt dit gefchil, 151. Vordering van zyne Hoogheid hier opgevolgd, 152. Aanzoek van Zeeland om verbetering in het Muntweezen, 166. Zeeland (Gefchil tusfehen Ho/land en) over Èsfequebo, Zie Èsfequebo. 1 (Bezending na) uit hun Hoog Mogenden enden Raad van Staat over de OüotaXXIV.219. Uitfpraak: van zyne Hoogheid, 221. Zeemagt waarom deeze min dan de Landmagt, door de Gouvernante bezorgt XXU. 23. De Gouvernante dringt op't vermeerderen derZeeeii Landmagt aan en wil dit ftuk ten einde gebragt hebben, 411. Traage toerusting, 117, te s Zee-  BLADWYZER. Zeemagt (*s Lands) verfterkt XXIIl. 66. Poogingen va Holland in m d c c l x 11 om dé Zeemagt te verfterken, 200. Hoe andere Geweften daar op dagten, 201. 'm ' <— (Vrugtlooze aandrang van Holland op de Verbetering der) XXIV. 248. te— 1 ( Staaten van Holland dringen aan op verfterking der) XXIV. 374. NadeTe aandrang van Halland Overjsfelsraadflag, 376 Utrechts gevoelen, 377. Gelderlands denkbeeld, 379- Zeelands feelluit, 3S0. Frieslands raadflag, 381.. Gevoelen van Stad en Lande , 382. Op «reik eene wyze Holland de Zee- en Landmagt beide wil verbeterd hebben 39r. Dit ftuk in overweeging genomen door de Bondgenooten, 393. Berigt daar op ingeleverd, en een Plan Gonfiliatoir voorgefreld , 394. Alles loopt vrugtloos af, 396. Zecvaaard veelen willen dezelve kragdaadiger befchermd hebben XXII. 272. Zeevonden Nieuwe fchikking op de) in Holland XXIV. 28j- Zierikzee (r. moooe maakt een fommé om te) eene Hoogefchool op te regten XXlV. 94. Handelingen daarover, 95. Leyden kant 'er zich tegen , 9*. Onderhandelingen met Staaten van. Holland Aid Door Staaten van Zeeland afgedaagen , roo. Zuidbeveland groote Indyking aldar XXlV. 354. Zuikerbandel (Bepaalingen den) betreffende XXIV. 247. Zwolle. De Meente neemt 'er geen genoegen in het Reglement van Voorziening? XXlI. 205. Ernftige betuiging van dezelve, 206. Neemt geen genoegen in het Antwoord der Gouvernante, 211, DRUKFEILEN. D. XXII. Bl. 68. in de kanttekening ftaat Verlofgangers ]sti Verlof gelden. D.XXIV. Bl.190. reg. 18. ftaat van dei f.«»( !e«s vaüJ Per perre.    01 2425 8419 UB AMSTERDAM  6 VADERLANDSCHE •f,xxxjx. „ Lands Regeering hadden noodig. HarpoBS. „ ten en Handen moeften veréénigd wor*—i— „ den. De Naamcn van Prinsgezind en 1766. „ Staatsgezind moeften dezelfde betekenis „ krygen, of liever geheel verbannen wor„ den." En hoopten zy dat de thans gedaane Petitie daar toe zou ftrekken ( * ). gehikkin- Te gewigtig was dit Tydftip om niet by gen by de tyds bedagt te weezen op het maaken van ^Staaten Schikkingen toen de jonge Vorst de hooge tot de Waardigheden en Ampten hem wagtende, .Meerder- zou aanvaarden. Ter Algemeene Staatswarigver- vergaderinge regelde men, in Slachtmaand vanzvne des verloopen Jaars, alles wat, op dien poogh.eid. flaatlyken Dag daar, en in den Raad van Staaten, zou gefchieden, als mede de noodige Bekendmaakingen van deeze gewigtige Gebeurtenis, met de Aanfchryvingen aan allen , die belang hadden deswegen Staatswyze onderrigt te worden. Men bepaalde, dat de Afbeelding van zyne Hoogheid, door een der bekwaamfte Schilderen vervaardigd en geplaatst zou worden in de fewoone Vergaderkamer van hunne Hoog /[ogenden; en beitelde het maaken van vier Gouden Doozen, gefneeden met het Wapen der Generaliteit, twee ter waarde van omtrent drie duizend Gulden, de een zeld, voorgegaan door zyne Levery be» dienden, Edellieden en Generaals Adjudanten , en gevolgd door zyne Kamerheeren en Pages. De voorzittende Heer van bronkhorst verwelkomde hem met eene gepafte Aanfpraak, op eene verpligtende wyze door denPrins beantwoord, en nam hem vervolgens den Eed af op de Commisfien van Èrf-Capitein en Admiraal Generaal der Vereenigde Nederlanden; van A 5 Erf-  V2 VADERLANDSCHE lxxxix. „ lugtigen Furst en Heere wilhelm boek. „ carel hendrik fr1s0, PrillS ; „ van Oranje en Nas/au &c. &c. &c, tot 1/66. „ Stadhouder Capitein Generaal en Admi„ raai over de Militie te Water en te Lan- de van onze Provincie, met alle zodani„ ge Digniteiten en Waardigheden , als „ dezelve hooge Charges voor deezen by • „ voorige Prinfen van Oranje hoogioflyker „ Gedagtenisfe zyn bekleed geweest, heb„ bende onthouden, gecommitteerd, ge„ field en geordonneerd, en voorts by on„ ze Refolutie van den zeflienden Noyem„ ber mdccxlvii, dezelve hooge Dig„ niteiten en Charges , aan hooggemelde „ zyne Hoogheid alzo Erflyk hebbende ge„ defereert, op hoogst deszelfs zo Manly„ ke als VrouwlykeDefcendenten, in wet- tigHuwelyk gcprocreëerd,inmaniere als „ breder daar by is geflatueerd, — zo is „ 't dat wy, vastlyk betrouwende, dat by zyne Hoogheid den doorlugtigflen Furst „ en Heere wilhelm Prins van Oranje „ en Nas/au , Grave van Catzenelleboge, ?, Vianden, Diet-z &c. &c. &c., in navol„ ging van de exempelen en voetflappen ?, van hoogstdeszelfs Heer Vader, en van „ voorige Heeren Prinfen van Oranje, zy„ ne Hoogheids Voorzaaten, den voorfz. ?, Onzen Lande uit gelyke affectie en me- dé tot voorftand van de waareChristlyke „ Religie, zo die tegenswoordig by publi- que authoriteit in den voorfz. Lande ge„ exerceerd wordt, insgelyks goede diens-„ ten zullen mogen beweezen worden, „ mee  HISTOR IE. „ met goede kennisfe van zaaken, en met lxxxix.' „ deliberatie van Raade, den hooggcmel- boek. „ den Heere wilhelm, Prince van „ Oranje hebben onthouden , gecommit- 1766". „ teerd, gefield engeordonneert, onthou„ den, committeeren, flellen en ordon„ neeren mits deezen jegenwoordige, als. „ Erf - -Stadhouder , Erf- Gouverneur en „ Erf - Capitein Generaal en Admiraal van „ den voorfz. onzen Lande van Holland „ en Westfriesland, met den Brielle en „ V)ome , weezende geleegen en behoo„ rende aan den voorlz. onzen Lande van „ Holland, geevende den hooggemelden „ Heere Prinfe wilhelm volkomcne „ magt, authoriteit en bevel, der voorfz. „ Staat van Erf-Stadhouder, Erf-Gou„ verneur, Erf - Capitein Generaal en Ad„ miraal, voortaan te houden, exercee„ ren , en bedienen , daar inne voor te „ flaan, te vorderen en bewaaren de Hoog„ heid, Geregtigheid, Privilegiën en wel„ vaaren der voorfz. onzen Lande, Lee„ den en Ingezetenen van dien , mitsga„ ders het gebruik van de voorfchreeve „ Christlyke Religie dezelfde te confer„ veeren en te befchermen van alle over„ last en foulen, disorder, oneenigheid, „ afbreuk en fchade: voorts in den voor,-, fch reeven Lande te doen gebruiken en „ adminiflrecrcn Regt enjuflitic, de pro„ vifien van de Juflitie behoorlyk te doen „ verleencn allen den geenen , die zulks „ verzoeken zullen , en dezelve te doen „ executeeren, alles aangaande de zaaken „ van  H VADERLANDSCHE X-xxxix. „ van Juftitie met advis van den Prefident.» boek.,, en Raaden over onzen Lande van Hoï- : „ land en Westfriesland. Verders, naa 1766'. „ genomen advis van gemelden onzen Ho„ ve te verleenen Brieven van Gratie, re„ misfien, pardon en abolitie, des dat de „ voorfz. refpective Brieven zullen moeten „ worden geinterineerd als na behooren: „ welverftaande nogthans dat van gequali,, ficeerde Doodflagen, en andere enorme „ Delicten, gecommitteerd met gelegder ,, laage en opzetter wille, geen remisfie of ,, pardon zal worden verleend, of gegee,, ven. En aangaande de zaaken van Oor„ log en Policie van den voorfz. onzen „ Lande by goeddunken van Ons, en met „ advis van onze Gecommitteerde Raaden „ in conformiteit van derzelver Inftructie. „ De Burgemeefteren, Schepenen en Wet„ ten te veranderen naar behooren, en ag3, tervolgende de Privilegiën van de re„ fpective Steden en Plaatzen; te doert houden goede opzigt, ordre en wagte „ in de Steden, en Sterkten aldaar, zo te „ Water als te Lande, daar 't zelve van „ nooden weezen zal, en voorts in 't ge„ neraal en 't particulier alles te doen, dat „ een goed en getrouw Erf - Stadhouder, „ Erf-Gouverneur, Erf - Capitein en Ad„ miraal van den voorfz. onzen Lande ver„ mag en behoort te doen, waar op den „ hooggemelden Heer wilhelm, Prins „ van Oranje en Nasfau gehouden wordt te doen den behoorlyken Eed aan Onzen „ handen; Laften en bevelen daarom den „ Pre.  i6 VADERLAND SCHE txxxix. Raadpenfionaris van Zeeland van c i tboek. ters, die eene Aanfpraak naar tydsge1 legenheid deedt aan den Voorzitter en 1766. Raaden van den Hove , de eerfte beantwoordde dezelve uit aller naam, en verklaarde zyne Hoogheid zyne bereidvaardigheid, om, aan 't hoofd van dit aloud en aanzienlyk Geregtshof geplaatst, alles aan te wenden tot het handhaaven en befchermen van het Regt deezer Landen. — Ter Gehoorzaale van de Rolle ingeleid namen de vier Advocaaten, by het Pleit, de gelegenheid waar om zyne Hoogheid te begroeten. Naa het bepleiten en uitfpreeken der hangende Regtzaake weder in de Raadzaal gekomen, geleidde men den Vorst na 't Stadhouderlyke Kwartier, en de Voorzitter van den Hove voerde daar andermaal het woord tot zyne Hoogheid, die ook andermaal zyne gereedheid betuigde om met den Hove de Regtoefeningen te helpen onderfteunen. (*). Sohikkin- Zo ter Vergaderinge van hunne Hoog hun fioog Mogenden, als in die der Staaten van HolMogen- tand, vielen , ten deezen Dage , eenige den op de zaaken voor, die eene byzondere melding Patenten, verdienen. Ter eerstgemelde Vergaderinge {telde men op nieuw vast, wat voorheen (*) "Extract uit de Refolutien van de Hove van Holland, Zeeland en Friesland, agter de Notulen van Zeeland 1766. bl. 17. Alle deeze Aanfpraaken, met derzelver Beantwoordingen vindt men in de N. Nederl. Jaarb. 176Ó. bl. 127. enz.  it VADERLANDSCHE Lxyxix. „ duurzaame hoogagting en toegenegcnI!»f,k.„ hcid van hun Hoog Mogenden." 1— Zyne Hoogheid, van deeze benoemde 1766. Bezending verwittigd, gaf deswegen zyn genoegen te kennen, en teffens te verftaan ; dat, „ gelyk hem niets aangenaamer zou weezen dan deezen Staat nog lang te zien genot trekken van de uitmuntende Ta„ lenten van den Hertog, en tevens om ,, voor zich zeiven gelegenheid te hebben , „ om zich van deszelfs wyzen raad en by„ ftand te bedienen, hy het. ten dien einde 3, dienftig keurde het Hof van Weenen, „ tot het welk de Hertog eene zo naau„ we betrekking hadt, daar van te ver- ,, wittigen." De Heer van bur- mania, buitengewoon Gezant ten dien Hove, werd aangefchreeven, 't zelve te verzoeken, Om de bewilliging dat de Hertog verder in dienst van den Staat mogt blyven (*). Haare Keizerlyke Majefteit bewilligde hier in ten vollen. Staaten Staaten van Holland vonden, ten dien van Hot- Dage niet alleen goed, dat aan alle Gou^ad™" verneurs,Commandeurs, en Militaire Offilyne eieren, in dit Gewest kennis zou gegeeven Hoogheid Worden van de Inhuldiging en Beëediging op de Be- van Zyne Hoogheid, met last om denzelder Krygs- ven in zyne Waardigheden te erkennen, ampten, de Orders en Patenten door hem gegeeven, als mede getrouwlyk te gehoorzaamen ; maar dat JerhJut- aan hem ook de Begeeving van alle Krygsvester- ampfchap, C*) Rsfol. Gen. Sabbathi 8 Maart 176Ö.  HISTORIE. si Perfoonen aangerigt. Het gefchut lxxxix. in de Hofplaatze, 't welk de aankomst van boek. deezen Dag aangekondigd hadt, liet zich weder op den Middag, en ten derden maale 1766. 's avonds omtrent acht uuren, hooren. De tyd , tot het verlichten der Huizen beitemd, was niet verfcheenen of men zag, als in één oogenblik, de duifternis wyken , en den nagt in een helderen dag herfchapen. Niets pragtiger niets verrukkender, kan men zich verbeelden, dan 't geen Kunst en Vernuft in de verlichting van openbaare en byzondere Gebouwen ten toon ipreidde, en vol genoegen door zyne Hoogheid, vergezeld van den Hertog van Brunswyk, befchouwd werden. Tot byzonderheden kunnen wy niet afdaalen, wy mogen van deezen Dag zeggen , dat op denzelven, in alle Steden, Dorpen en Gehugten van Holland, de Blydfchap, en Vrolykheid ten reie ging, dat de Illuminatien, bykans overal, in vinding en kunst, die men in de Jaaren mdccxevu en mdccxlviii aanfchouwd hadt, overtroffen. Dewyl deeze Dag op Saturdag inviel De Jonden betoonden de Joodfche Gemeenten in dit neemen Land , byzonder te Amflerdam en in 's ^ y^f' Gravenhaage, welk een deel zy namen in in. deeze Gebeurtenisfe , door, behalvenbyde Gewoone Godsdienstoefening een plegtig Gebed uit te ftorten voor de Staaten van Holland en West - Friesland, den Erfstadhouder, en de Magiftraat, afzonderlyke daar toe opgeftelde Lofzangen aan te hefB 3 fen9  h istorie; * ïiaald werden. Die zelfde eer genooten, lxxxïx. twee dagen laater, de Afgevaardigden van boek. de zes overige Geweften, die van het , Landfchap Drente, die van de Collegien itf6. ter Admiraliteit, met de in 'sGravenhaage tegenwoordig zynde Generaals en Admiraals. - By deeze gelegenheid gefchiedde, op voorftellinge van zyne Hoogheid, door de Algemeene Staaten, eene talryke bevordering van Generaals Perfoonen, gevolgd door de opdragten van de mindere Krygswaardigheden, in meest alle de Regimenten onder bezolding van deezen Staat ftaande, door zyne Hoogheid zelve, ingevolge van de Magt hem opgedraagen. Geen minder Eers en Voordeels dan Het Opde jongst overleden Stadhouder bekleed p^bdch"eb. en genooten hadt, dagt men zynen nu berfchap, Meerderjaarigen Zoon toe. De Maat- in de Oostfchappyen van 's Lands Vaftigheden en ^E^Volkplantingen in de Oost - en West-Indien Maat. toonden zulks. Die van de Oost-Indi- fchappyen /cAeMaatfchappyc, daar toe naar eisch ge- aan zyne "magtigd door de Algemeene Staaten (*), vaardigden eene aanzienlyke Bezending, gen> beftaande uit Bewindhebberen en Hoofddeelgenooten , en de Advocaaten der onderfcheide Kameren, tot zyne Hoogheid af, die den tweeden van Grasmaand gehoor kreegen, en de Aanftellingsbrief tot ■ het Opperbewindhebbcr- Gouverneur- Generaal' (*) Refit. Gm. Lunse 24 Maart. Jovis 27 Maart Ï766. B 4