N°. 126,
VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP.
P UB L IC AT IE, betreffende dt Surêté de Corps, Vrijgeleiden, of Protcftie, door Willem van Nasfait,- als jongstgeweezen Heer of Graaf van ysselsteijn, en leerdam verleend. Ge'drrejleerd den 1. Februari] 1796. Het tweede Jaar der Bataaffche Vrijheid.
ovisioneele representanten vam
het volk van holland, allen den geenen dia decze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap! Doen te weeten:
Dat wij, bij onze Publicatie van den 16. Maart 1795, goedgevonden hebbende te decreteeren en te verklaaren: Dat bij provijie en tot bij eene generaalt Volks Vergadering nader of anders bepaald zal zijnt voor eene duidelijke en onbetwistbaaare regel zal worden geobferveerd, dat de Steden en DiflriBen van Ttfeljiein met Benfchop en Leerdam met j/cquoy, altoos geweest zijn en alsnog uitmaaken een gedeelte van dt Provintie van Holland; daar van dan ook al aanftonds het gevolg heeft moeten zijn, dat gemelde Steden en Dülriften, welken (niettegenftaande van ouds begreepen zijn geworden tot Holland te behooren) den gewe*-



< 2 >
weezen Stadhouder, zoo wel als zijne Voorzaaten, in deseelfs thans opgehouden betrekking van Heer of Graaf, als Souverainiteiten confidereerden of deed confideree'ren', weder ziin gekomen onder de emediaaté opperman des Volks van Holland, gelijk dan ook daar door al verder dadelijk is gecffeftuêerd gewordm de cesfatie van het vërteenèn der in materie van c'vicle Rechtsvordering uit hoefde van wanbetaating bekende Gratie van Surêté de Co>ps, Vrijgeleide of Protectie; welk regaal van 's Volks Oppermngt gemelde fuccesiive Hceren of Graaven, onder dekiel en als ware het ten gevolge hunner gepretendeerde Souverainiteit zich niet ontzagen door eene mafcinaire uitoefening op het fchandelijkfte en tot ftremvning van den wettigen Landsgemeenen Recht handel met openbaare krenking van de rechten der Ingezetenen te misbruiken.
Dat wij alzoo befefFende, dat nopens de vöQpdW ring en het verder respecteren van die aUoo \ erkende \7rii geleiden of Proteétten; waar van eenigeu on een pmijioneelen voet, en anderen abfolui zijn liggende,, bij veelcn onzer Medeburgeren zoude kunnen vallen de bedenking, of en in hoe ver dezelve nrotcctien alsnog van waarde en beftaanbaar zouden kunn-m worden' geconfidcreerd met de thans vigerende principes van Gelijkheid van Rechten, waar van een iegelijk in dit Gemeer.ebest als Mensch en Bprger behoort tejouïsfeeren; wij in de tocpasfing dier rechten zelve op dat foort van Privilegiën, vermeend hebben begt te zullen flaagen, met inachtneeming der onver, arderliike principes van natuurlijke en befchreeven rechte', r ie tegen gaande de wisiclvalli.iheid van politici-e omftanaLueden en maximes, zoo dat, offchoon
'er



< 3 >
'ér niet alleen niets ftrijdigers tfiet de tegenswoordige geiteldheid van Regeering en de principes welke daar van ten grondflag (trekken , kan bedacht worden, dan zoodanige befcnikkingen van wegen de oppermagt, waar door derdens ten faveure van daar bij gebenificeerden zouden kunnen worden bedwongen of verhinderd in de uitoeffening hunner natuurlijke en maat-' fchappeliji-e' rechten; maar dat ook ter verleening van dusdanige concesfien als door de tijdelijke Heeren van voorfchreeven Steden en Diftricten pleegden te gefchiedcn, na dato van gemelde onze Publicatie en verklaaring reeds gcene termen meer hebben geëxfteerd, nog immermeer ( indien het, gelijk wij hoopen der Voorzienigheid behaagt) exiteeren zullen; met opzicht •evenwel van het voorkdene, door dezelve onze dispofitie en Publicatie geene verandering heeft kunnen worden uitgewerkt, ten aanzien .van het recht der geenen, welke zoodanige protectien onbepaaldelijk of voor a'toos verkreegen hebben, ten tijde, dat dezelve Coftufhier zijnde, door het aanzien en gedoogen van den territoria»}** Souverain, als het ware gewettigd, immers voor bevoegdelijk verleend , en deugdelijk verkreegen zijn gereputeerd geworden; en als eigendommen geconfidcreerd, naar g-onden van natuurlijke e ;emeene rechten, waar op ook onze Publicatie en Verklaaring van den 3;. Jannarij. 1795. gegrond is, den bezitteren niet kunnen worden ontnomen.
Dan nademaal het met de zaak gansch anders 'is gelegen voor zoo veel aangaat die protfftien of Vrijgeleiden, uier vergunning flechts proviïoneel was en tot no^ tie is gebleeven; die dus alleen tot weder* zeg^ens toe verleend zijn, en waar van het effect geen ander is of regelmaatig konde zijn, dan van eene



< 4 >
nc ordinaire provifioneele furcheance, een voorrecht derhaiven flechts temporair, en uit dien hoofde ook ten allen tijden zonder onrechtvaardigheid door wederöpheffing of intrekking revocabel.
ZOO IS 'T, dat wij goedgevonden hebben te verklaaren en te decreteeren, gelijk verklaard wordt en gedecreteerd bij deeze, dat ftandhoudende het effeft van de door of van vveegen Willem van Nasfau, als jongst gevveezen Heer of Graaf ven Ysfelftein en Leerdam ahfolutelijk of zonder eenige bepaaling, verleende Surêtés de Corps, Proteftien of Vrijgeleiden, alleenlijk dezulken die provifioneel verleend zijn, na verloop van drie maanden, te reekenen van de Publicatie deezer, zullen worden gehouden voor ingetrokken, en gefteld buiten effect, gelijk dezelve nu voor als dan daar voor gehouden en gefteld worden bij deeze.
Gedaan in den Hage, onder het klein Zegel van den Lande, den i. Februarij 1796. Het tweede Jaar der Bataaffche Vrijheid.
HUGO GEVERS, vt. *r/er ordonnantie van dezelve,
DIRK de WEILLE.