VRIJHEID, GELIJKHEID* BROEDERSCHAR Publicatie , behelzende eenè Alteratie en Aropl'.atie op de Publicatie van den i 8. Aug. 1795., en tyntgè nadere Bepaalingen op het visscheN in de Rivieren, Meeren en Binnenwateren, Gearreftee'rd den 10. Februari] 1796. Het tweede Jaar der Bataaf/thé Vrijheid. provisioneels representanten1 vat* tiet volk van holland, allen den geenen dié deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap! Doen te weeten: Naardien wij in ervaaring gekomen zijn, dat 'er éeilige bedenkingen, om trend het verftand van onze Publicatie op het Visfcben in de Rivieren, Meereri eii Binnewatëren, gearreftöerd den 18. Augustus i795* bij fommige Ingezeténen zijn ontftaan: ert wij het dus niet ondienftig geoordeeld hebben onze waare irtteiïtie, omtrent deéze en geene Artic'uleri van dezelve j nader aan den dag te leggen5 mitsgaders, bij ampM- til  fie vin renige andere, alle dubieteiten hieromtrent geheel en al weg te neemen, en verdere kwaade prat-' tijken voor te komen; gelijk wij ook gaarne onze goede Medeburgers, zoo eenhjzins beftaanbaar is met ons gemanifesteerd oogmerk, naamlijk de confervatie en verbetering der Visfchcrij, tot voorkoming van alle fchadc, willen te gemoet komen. ZOO IS 'T, dat wij bij elucidatie (voor zoo veel des noods) en alteratie, mits»aders bij ampliatie van gemelde onze Publicatie, hebben goedgevonden dienaangaande nader te ftatuëeren, gelijk wij ftatuëeren bij deeze: En wel voor eerst ten opzichte van den inhoud van hec ^de Artkul van gemelde Publicatie. Dat het aan een ieder vrij ftaat, om te Visfchen in zijn eigen Vischwater, dat is, in zoodanig Water, het welk aan hem, uit hoofde van eigendom, priva* telijk toebehoort, of waar van hij, uit krachte van een Huur-Contraéï, alleen de posfesüe heeft. Dat mede in zoodanige Wateren , welke tusfehen deLanden van twee of meer onderfcheiden Perfoonen gelegen en tusfehen dezelve gemeen zijn, zal mogen Gevischt worden door alle die geene, welke dezelve Wateren helpen onderhouden, en daar van de Medeëige-, naars zijn; en eindelijk, dat in de Polders, Vlieten ^ of Wateringen , welke door de gezamenlijke Ingelanden worden onderhouden, en gereekeud moeten worden aan hun allen toctebehporen, zal mogen gevischt worden door elk van die Ingelanden s, mits zich re-, guleerenda naar den verdere:* inhoud van gemelde! Put  < 3 > ! Publicatie, ten ware de gezamenlijke Ingelandens met elkar deren mogten overeenkomen , om die Polders, S Vlieten of Wateringen te verhuuren, als wanneer de Huurder of Huurders alleen het recht tot de Visfcherijë in dezelve bekomen, "Voorts ten tweeden ten opzichte van den inhoude van het 6^ Articul van gemelde Publicatie. Dat het. wel gedunrende de maanden Maart, April en Meij, niet zal zijn gepermitteerd, gelijk wij zulks alsnog wel expresfelijk verbieden bij deeze, om eenige Rivier - Visch, behalven die in Articul 4, van die Publicatie uitgezonderd is, ter Markt te brengen, te verkoopen, te koopen,- te venten of te vereeren, of met Schuitjes aan te brengen, als mede in Huizen, Herbergen of elders te confumeeren , of in Kaarcn, Korven, Schuiten, Bonnen of eenig diergelijk inlrrument te bewaaren of te houden, of ook van hier naar elders, gedunrende dien tijd, te vervoeren, maar dac echter daar onder niet begreepen moet worden zoodanige Rivier-Visch, welke de Vischverkoopers, Logegementhouders eu Casteleins, mitsgaders de particuliere Ingezetenen van deeze Provincie, bereids op den laatften Februarij van elk jaar in eigendom mogten bezitten en in hunne Kaïren of Bonnen mogten bewaard hebben, als wordende het aan de voornoemde Vischverkoopers gepermitteerd, om zoodanige Rivier- Visdai, ook geduurende de drie verbooden Maanden, ter Markt te brengen en te verkoopen ; gelijk het mede aan de Logementhouders en Casteleins wordt vrijgelaaten, om, aan de des begeerenden, zoodanige Rivier-Visch ter confumtie op te disfehen, mitsgaders aan de verdere Ingezetenen, om over zoodanige Visch, naar wel-  < 4 > welgevallen, te disponeeren; mits echter de voornoem* de ViscVtverkoopcrs, Logementhouders en Casteleins, verpligt zullen zijn, om, op het einde van de maand Febrqarij van elk jaar, aan den Bailliuw of Schout op te geeven de quantiteit Rivier» Visch, welke zij als dan in eigendom bezitten , mitsgaders van tijd tot tijd de quantiteit, waar van zij zich respeclivelijk ontdaan hebben, ten einde in deeze alle bedriegerijen, zoo veel mogelijk, worden voorgekomen of verhinderd. 'Ten derden, dat onder de Vogels , waar van in het 8rte Artkul van gemelde Publicatie gewag gemaakt wordt, niet zijn begrecpen zoodanige Vogels, welke iemand t<~>t zijn vermaak in zijn Menagerie houdt, als welke zuilen mogen gevoerd worden met zoodanige Visch, als de eigenaar.zal goedvinden, met uitzondering echter van de Baars, als welke daar toe niet zal Vermogen te worden gebruikt. Ten vierdeny dat, om alle ftraopcrijé'n zoo veel doenlijk voor re komen, en te verhinderen, het aan r.iemand zal zijn gepermitteerd om, bij nacht, te vis.fchen in de Polders, Vlieten of Binnc-Wateren, het zetten of fteekeu van Palingfuiken, Aalskorven en fobrtgelijken daar van uitgezonderd, ais welke, behalven in de drie verbooden maanden, ook des nachts zuilen mogen worden gefcet of geftooken, wordende in zoo verre Artkul 10. yan voorz. Publicatie bij yeeze ge aropli ëerd. Ten vijfden dat het voortaan verbooden zal zijn, gelijk zulks door ons verbooden wordt bij deeze, om te yisfofaen rac: eenig ander Vischwant, dan waai- van de Maffen zijn. ajs volgt. i' Be  '< 5 > De Baars - Netten en Schakels zullen moeten zijn ii gangen op de voet. De Zegens op de Vlerken of Vleugels van 16 gangen op de voet, en de Kuil, van 16 tot 21 gangen op de voet. De Wouwen van 8 gangen op de voet. De Snoek- en Zeelt-Fuiken en Puiten van 19 gangen op de- voet. De Paling-Fuiken, van 12 gangen óp de voet, derzelver Kubhens van q3 gangen op de voet, alles Rhijnlandfche maal, en dat het Schut wand zal moeten zijn zoo wijd als het Iiaringwand. Dat echter, om alle fchadens voor te komen, welke door het daadelijk ter executie leggen van dit ons Verbod zoude kunnen worden toegebragt aan die geenen, welke zich met Visfchen geneeren en de kost winnen, en welkers Bezittingen niet zelden, voor het grootfte gedeelte, in hun Vischwand beflaan, zoo dat zij niet in ftaat zouden zijn om zich aanftonds nieuw Vischwand, volgens de hier vooren gemelde maat, zonder hunne merkelijke fchade, te bezorgen, dit ons Verbod eerst zal ftand grijpen en effeór. forteeren na verloop van Fijfjaaren, ten opzichte van de Zeegens, die gewonden worden, van drie Jaaren, ten opzichte van de Zcegens, die getrokken worden, en van twee jfaaren, ten opzichte van de Baarsvleeten; te reekenen Van den dag van de Publicatie deezer af, zullende het mitsdien, geduurende deeze drie respedtive tijdvakken, gepermitteerd zijn met die Zeegens en Baars- vl.ee- .... X  < 5 > shêten te visfchen \ waar medé zulks thans f»éTchiédt; 'doch dat nie-t te min verbooden zijn, gelijk wij zulks verbieden bij deeze, om van nu voortaan eenig nieuw Vischwand, anders dan volgens de voorz. maar te gefcruiken of te doen gebruiken. En ten einde aan onze heilzaame intentie ten deezen zoo exact .mogelijk zal kunnen worden voldaan, gelasten wij aan de rcspeétive Municipaliteiten binnen deeze Provintie, om ren minften eenmaal des Jaars te examineeren en te doen examinecren al het Visch^ wand, het welk in huniieder diftrict gevonden wordt. En verbieden wij bij deeze wel expre>felijk, het Visfchen met Schrobnetten en alle Zijden Vischivand, als mede met Cehbens, uitgezonderd echter in de Veenplasfen en Buiten- Vislcherijën, waar in met Gebbens, doch alleen in eigen of huurwater, gelijk voorheen zal mogen worden gevischt, en wordende hier mede in xoo verre het n. Articul van gemelde Publicatie gei alterecrd en geampliëerd. Dan naardien, na dato van het emaneeren van gemelde onze Publicatie, ter onzer kennisfe gekomen is, dat vcrfcheiden Molenaars zich niet ontzien, om de ƒ hchkuit voor het Scheprad, of de Hekkens van hunfte Molens op te vangen en te verzamelen om daar Biede hunne Paling- en Aal-korven te fpijzigen, en deeze kwaade pracTijk voor de Visfcherij zeer nadeelig is. ZOO IS 'T, dat wij, bij deeze aan alle Molenaars en derzelver Knechts, mitsgaders allen den geepen, dien zulks verder zoude mogen aangaan, wel expres-  < 7 > jjresfelijk verbieden., de Kuit van de Visch cp ccfiU gerhande wijze op te vangen, en te verzamelen o< tot foortgelijke eindens te gebruiken, op eene boeten van 25. guldens, telken reize te verbeu;en en te ap-> pliceeren, even als andere boetens van gemelde onze Publicatie, gelastende en beveclcnde aan alle de Bailliuwen, Schouten, en andere Officieren, om door derzeiver Suppoosten, fpeciaal tegens de voora. kwande practijken met alle naauwkeurigheid te doen vigileeren. Inhsereérende voorts den verderen inhoud van gemolde ons» Publicatie, en fpeciaal het gefiatuëerde bij Art. 21 en 22, ren opzichte van de Schollevaars, UC-Uiin-nde de m?.:iodcn Maart, April en Meij, (als wanneer dezelve gewoon zijn hunne eiiëren te leggen) bij deeze, en blijvende dezelve Publicatie, voor zoo verre die bij deen niet is gealtererd, volkomen in haar geheel. En gelasten wij bij deeze op nieuws en bij herhaalinge aan alle Bailliuwen, Schouten en andere Officieren, aan welke de executie der Wetten is aanbevoolen, wel ferieuslijk, om, zonder eenige oogluiking, zorge te draagen, dat in de drie verbooden maanden, Maart, April en Meij, door niemand, wie hij ook zoude mogen zijn, werde gevischr, 't zij met Netten, Hengelroede of eenig ander Visdvereedfcbap, er* tegens de Overtreeders van dit ons Verbod op het ftrengfle te procedeeren, mitsgaders door hunne Sup. poosten te doen vigileeren, op poene, dat 'er bij naJaatigheid in deeze tegens hun zelfs ?al worden geprocedeerd, zoo als in goede Juftitie zal geoordeeld "Worden te behooren. En  4 s > En ten einde niemand hier van eenige ignorantie pratendeere, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd daar zulks behoort en te gefchieden gebruikelijk is. Gedaan in den Hage, onder het klein Zegel van den Lande, den io.i Februarij 1796. Het tweede Jaar der Bataaffche Vrijheid. P. P A U L U S , vt. Ter ordonnantie van dezelve, C. SC HEFFER.