< 4 > En op dat zulks ter kennisfe van alle de geenen, die dat zouden mogen aangaan, worde gebragt, zal deeze alomme gepubliceerd en geaffigeerd worden, alwaar dit te gefchieden gebruikelijk is. Gedaan in den Haage, onder het klein Zegel van den Lande, op den 34. Meij 1796. Het tweedejaar der Bataaffche Vrijheid. J, A. van dek. SPYK, vt. Ter ordonnantie van het Prorintiaal Beftuur, C. SCHEFFER,  de nadeelige gevolgen, die hier uit zouden kunnen proflueeren, zoo veel mogelijk, voor te komen, bij eene Publicatie van den 19. November des voo'rleedenjaars 1795. hebben geflatueërd , dat, tot zoolange de toenmaaiige Staaten Generaal, en de refpeétive Bondgenooten, deswegens eene algemeene voorzieninge zouden hebben gedaan, het voortaan aan niemand zoude vrijftaan, eenige Boter, behalven zoodaanige kleine quantiteiten , als daar bij fpecialijk zijn uitgezonderd , onder welke benaamingen dat ook zoude mogen zijn, uit deeze Provintie te vervoeren ofte doen vervoeren, zonder zich alvorens aan de gemelde Vergaderinge, bij Requeste, ge'addresfeerd, en daartoe fpeciaale permisfip verkre,egen te hebben, op alzulke pcenalitciten, als tegens de Overtreeders van dat verbod bij dezelve Publicatie mede zijn bepaald geworden. Dat, hoe zeer de gemelde Provifioneele Reprefentanteuzich hadden voorgelTeJd, dar, dqor dit middel, de hooge prijzen van de Boter, binnen deeze Provincie, zouden worden verminderd, echter bij de uitkomste is gebleeken, dat zoodanig heilzaam oogmerk, piet dan zeer kortftondig is bereikt geworden , noch het pewenschte ggvolg heeft gehad,, vermits, noch door de voormaalige Staaten Generaal,, noch ook door de respeclive Bondgenooten, daar omtrent eenige voorzieningen zijn gedaan, maar in tegendeel, in andere Gewesten van decze Republiek, de uitvoer van Boter, bij aanhoudendheid, vrij en onverhinderd is gebleewen. Dat wij hier op relet, mitsgaders ovcnyoogen hebbende, dat, wanneer het verbod, om eenige Boter uit  < 3 > uit te roeren, alleenlijk met opzichte tot deeze Provintie bleef ftandhouden, en effect forteeren, zulks welligt zoude kunnen ftrekken tot aanmerkelijke fchade, van onze daar in handeldrijvende, of daar aan. arbeidende Mede - Ingezetenen, en ten hoogften genegen zijnde, om alles, wat in ons vermogen is, toe te brengen, tot het aanmoedigen van den Koop-, handel onzer Medeburgers, in deszelfs onderfcheidea takken, als welken wij fteeds befchouwen, als den voornaamen bron van onze Nationaale welvaart, en desvvegens ook alle belemmeringen, die fomwijlen, uithoofde van bijzondere omstandigheden, of dringende redenen, door eene gebiedende noodzaakelijkheid worden voorgefchreeven , zoo dra zulks eenigzins doenlijk is, uit den weg te ruimen. ZOO IS HST, dat wij, na daarop alvoorens ingenomen te hebben de confideratien en het advis yjgl het Proyinttaal Committé van Holland, hebben goedgevonden te decreteeren, dat de hier voorengemelde Publicatie der Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, van dato den 19. November J795., waar bij het vervoeren, of doen vervoeren, van eenige Boter uit deeze Provintie, onder welke benaaming zulks dok zoude mogen zijn, zonder daartoe alvoorenï fpeciaale permisfie verkreegen te hebben, is verbooden, zal worden ingetrokken en buiten effect gefteld, gelijk, dezelve ingetrokken en buiten effect gefteld wordt bij deezen, en dat dienvolgende den uitvoer van Boter buiten deeze Provintie, van nu voortaan wederom zal vrijftaan, in dier voegen, als dezelve voor dato van het eyengedachte verbod heeft mogen gefchieden.  < 4 > En op dat zulks ter kennisfe van alle de geenen, die dat zouden mogen aangaan, worde gebragt. zal deeze alomme gepubliceerd en geaffigeerd worden, alwaar dit te gefchieden gebruikelijk is. Gedaan in den Haage, onder het klein Zegel van den Lande, op den 34. Meij 1796. Het tweedejaar der Bataaffche Vrijheid. J, A. van der SPYK, vt. Ter ordonnantie van het Prorintiaal Beftuur, C. SCHEFFER,