N\ 173; VRIjHËTD, G'ELTjKtïËtD, BROEDERSCHAP. PUB L IC AT IE ter Ampliatië en Alteratfe ytm de Publicatie vak (ten 30, Junij l l. betrekkelijk di geldligting, VCUl de inkomsten der Ingezetenen van deezs. Provintie. G-ürrefteerd den 10. Atigmm 1796. Het tweede "jaar der Bataafjche Vrijheid, Het provintia At. Sestüür vAtf AollanU, Allen deszelfs Medeburgèrën'i, Heil en Broederfchap! doet te weeten; Dat wij nu onlangs door den hoogeii nood. waarin dit Gewest zic-h, ten aanzien van deszelfs Financieele beïangens, bevond, aan onze Medeburgeren, met die openhartigheid hebben opengelegd , welke het vertrouwen, aat zij in ons hebben geiteid* naar ons inzie*, vorderde, en te gelijk na eeue ernftio-fte ovciweeging van allé de middelen, d-e ons tos redres daarvan wierden aan de hand gegee/en, eene keuze gedaan hebben, die wij meenden en nog vastftellen, dat het tninac drukkend was, en tevens nee meest dienen konde, om elk aan zijne verpkgtingje laaten voldoen, en ook fpëciaal te zorgen , dat niet veelen, die evenwel enkel ter relatie van de Maatschappij, waarvan zij Leden zijn, importante voordeden genooten, zich daaraan geheel en al bleeven onttrekken. .;, Dat wij wel verwacht hadden, gelijk een ijder, dia een weinig kennis van het menserriijk hart heeic, gemaklijk voorzien konde, dat dueze en geene, het zij dan uit een beginzel , om gemelde heffing tegen M werken, of wel'uit eenigen anderen hoofde, alle pogingen zouden zoeken in het werk te fteltón, offl dezelve vruchteloos te doen worden; doch dar wij onS geenfints hadden kunnen voortellen, vooral dam' d?eze heffing aan een groot gedeelte oflieï Medebtüi|8«  ren welgevallig fcheen te zijn, dat de Vaderland«lief. de zulk een gcringen invloed zoude hebben, dat dezelve ook dan, wanneer het er op aankwam, aan het vooroordeel of eigenbelang verre'zoude moecen achrerftaan; dan, dat evenwel de uitkomst dit fchijnt re zullen bevestigen, dewijl, onder allerhande praetexten dan eens, dat het niet badde behooren re wezeu eer! don gratuit; dan wederom, dat de mefure niet voldoende zoude zijn, en dus dat er nog eene nadere heffing voor de deur ftond; en dan eindlijk, dat, daar door, quafi eene ai te groote publiciteit aan de bezittingen onzer M\ deburgeren zoude gegeeven worden , deeze onze gedreteerde heffing wordt'tegengewerkt. Dat wij met een leevendig gevoel hier 'over aangedaan, geen voorneemen hebben, om dit verborgen te houden, maar integendeel wel openlijk willen bekend maaken, dat, zoo als meer gebeurt, het verkeerde hier de overhand fchijnt te houden, en dat daarvan dan ook het gevolg is, dat, in deeze oogenblikken, waarin wij eik als om ftrijd hadden behooren te zien 1 ijveren, om den nood van het Land te gemoet re komen, wij integendeel gedwongen worden onbewimpeld te erkennen, dat men in zooverre in zijne oogmerken is gereüsfeerd, dat, daar er onverwijld Numerair benocdigd is, en de genomen mefure binnen dien korten rijd, uit hoofde van het hier voorengemeide, flietvwrkéa kan, zoo ais de n?od vordert,'wij ook in dit tijdftip in de omflandigheden gebragt zijn, om op zoodanige middelen bedacht te moeten worden, waardoor wij binnen een korten tijd daar aan kunnen geraaken. — Dat wij bevoorens reeds hebben aan den dag gelegd, dat wij vastlijk in het begrip zijn, datgene ronde openhartigheid van onze zijde, de beste grond van vertrouwen moet opleveren voor onze Medeburgers, en dat wij uit dien hoofde gemeend hebben, niet te moeten verbergen, maar integendeel veel eer aan onze Mede-ingezetenen te moeien bekend maaken, dat, hetgeen wij bij onze Publicatie van den 30. Junij laatstleeden, Hechts van verre als mooglijk hebben doen zien, thans mettsr daad is gebeurd; zoo, dat wij bereids, van wegen de Nationaile Vergadering, op den 27 Julij laatstleede n, daatilijk«ijagel ommeerd. o,n aan de reeds verloopen Termijn, toen binnen ene weeten, te voldoen; op poenej dut de gemelde Na iana 1.  < 3 > jiaale Vergadering anders zelf, op den voet van het Reglement, voor dezelve Vergadering gearrefteerd, over dit Gewest zóude uitfchrijven en effeétuceren zoodanige heffing, als bij de gemelde Nationaale Vergadering genoegzaam zoude geoordeeld worden, om zich van den prompten opbrengst, van de door dit Gewest verfchuldigde Quote in de éo Mülioenen, te verzekeren; en zulks alles op hetzelfde tijdftip, dat de huishoudelijke behoefte deezer Provintie eenen oogenbliklijken en krachtdaadigen onderftand vordert, of wel de grootfte verwarring' eenen doodlijken ftilftand van zaaken dreigt. — Dat dit, onder anderen dan ook aanleiding gegeeven heeft, dat wij, door het Committé Provintiaal, bij elkander zijn geroepen, en, na eene opening van alles, daarvan ons eerfte werk hebben gemaakt, om te onderzoeken of er eene nadere mefure re neemen. wezen zoude , waardoor dit Gewest in ftaat gefteld zoude worden, om aan deszelfs verpligting te voldoen, en alzoo die daadlijke executie, door de Nationaale Vergadering zoo ernftig. bedreigd , wierd voorgekomen. Dat wij al wederom niet ontveinzen willen, dat wij dit onderzoek niet dan met een wezenlijk ongenoegen en den fterkften tegenzin ondernomen hebben; dan, dat een leevendig bezef van onzen pligt, gevoegd, zoo wel bij het vertrouwen, dat onze Medeburgeren in ons hebben gefteld, als bij de bewustheid, dat 'toch anders het middel door de Nationaale Vergadering zelve eerlang zoude worden daargefteld, ons niettemin met den'meestert fpoed en den vuurigften ijver, de handen hebben doen aan het werk Haan, om te beproeven, of, en in hoe verre, dat onaangenaarae en allerfchadelijkfte voor ons en onze MedeIngezetenen zoude kunnen worden voorgekomen. Dat wij, in dat onderzoek , in achting genomen hebben, zoo wel de gevoelens van veelen, die^ men op onderfcheiden wijze heeft zoeken tot ons te brengen, als de remonftrantien van de zoodanige onder hun , wier Vaderlandsliefde bij ons in geen verdenking konde zijn, en wier kunde in het Finantiëele, en de relources daarvan in dit Gewest, boven alle gepaste tegenfpraak is; en dat uit eene combinatie van dat een en ander, het aan ons is voorgele men, dat het denkbeeld van een den gi at uit, bij den een uit dit en bij den  < 4 > den anderen wederom uit een ander beginfel, zeer onaangenaam is en nadeelig gereekend wordt; dat al verder, door onze gedecre eerde heffing wel dat voornaame doel hoofdzaaklijk bereikt is, dat nu allen in de verphgring rfj», om het hunne, ten nutte van de Maatlcnappij, roetebrengen ; doch dat daarentegen wederom de eigendommen en bezittingen zoo zeer zijn reipaard, dat men, niet zonder allen grond, vast houdt, dat daardoor e<-ne zekere ongelijkheid tusfchen bezittingen en verdienden gebooren is, en welk gevoelen zeker niet weinig daardoor fchijnt te worden gelaafd, dat niet enkele, maar pnderfcheiden der gegoedfte ingezetenen zich als het ware hebben beroemd, dat zij met m eene juiste evenredigheid in deeze heffii* droegen, en pok Hemeend, ja zich zeker voorgelleld hadden, daarin veel meer te zullen moeten toebrengen; en eindelijk, dat, om het Numerair fpoedi> te kunnen erlangen, er in het denkbeeld van die geenen, welken _in het vermogen zijn, om 's Lands Schatkist, bij Anticipatie, te onderftei;nen, eene meerdere reëele zekerneid moest wezen,, en dat die, naar hun begrip" in mets anders dan in den daadlijken Eigendom deiIngezetenen gevonden konde'worden; terwijl zij daardoor tevens in hunne oogen ook alleen zeker gefteld wierden, dat de te neemen mefure aan het oogmerk ■beantwoorden, en het provenu der belasting aln de behoefte voldoen zoude, en zij alzoo in hun te doem voorlchot zich niet zouden zien te leur gefield. Dat dit alles bij ons een onderwérp is geworden van de ernftigfle discusfiën , waarbij wij .'aande eene ziide uit een bezcf van de wezenlijke waarde onzer ^'decreteerde heffing, wêl gemeend hebben die te moeten in-hffireeren, en alzoo niet te moeten laaien vaaren dat heilzaam oogmerk, 1 welk bij dezelve bedoeld is en ipeeiaal daarin befiaat, dat elk daarin draagt, en nie•mand zich aan dezelve onttrekken kan; maar evenwel .ook aan den anderen kant begreepen hebben, niette moeten in den wind flaan de beJenkin-ren, die te >-en her ongenoegzaame van dezelve, althans'met betrekkin* tot aerzelver zekerheid, om daarop bij anticipatie eenft ttumetotr te kunnen krijgen, gelijk ook tégen het bezwaarende, dat in het don gratuit zoude mogen gelegen zijn; aoor een groot aantal onzer Medeburgeren worden aangevoerd. Dat die discusfiën eindlijk ten gevolge gehad hebben, dat  •C 5 > dat het ons is voorgekomen, dat er oo eene gefchikte wijze, door eene "nadere voorzieninge, aan alle die oogmerken konde en ook moest worden voldaan, en wel do ">r 'de bij ons gedecreteerde Këffirige, naar maate van de omflandigheden onzer Medeburgeren, zoo wel on de Eigendommen en Bezittingen, als op de Inkoröften te doen werken, en alzoo bij wijze van Ampliatie van dezelve te eftectuëeren, dat hij, die rijkelijk met bezittingen gezegend is, overeenkomstig daaraan in de lasten van de Maatichappij draagt, en dat daaferjtegen wederom die, welke daarvan niet voorzien is, maar evenwel mer zijne Medeburgeren in de voordeelen van dezelve Maatfchappijë deelt, daartoe, ook, naar zijn vermogen, wederom het zijne toebrengt, en alzoo de last eenpaarig, en op eene evenredige wijze, gedraagen wordt, en dat wij daarentegen dan ook wederom^de bezwaaren van die onzer Medeburgeren te gemoet moesten komen, welke vermeenen, dat het van hun niet te vergen is, dat zij een goed gedeelte van het hunne om niet zouden moeten wegfehenken: eene te gemoetkoming, waartoe wij, offchoon ten uiterflen bezwaarend," evenwel gemeend hebben, dat wij als nu te eerder mogten overgaan, naar maate er zich tegenwoordig veel meer, dan bij hef decreteeren onzer bovengemelde heffing, e enige hoop opdoet, dat eene zoo lang gewenschte Vrede eerlang den zoo- zeer verderflijken Oorlog zal vervangen, waardoor alsdan ook de bronnen van onzen welvaart meer zullen geopend, en er dus natuurlijkerwijze ook een gegronder uitzicht zal gebooren worden op de refburces, die nu ontbreeken, om promptelijk alle onze engagementen te voldoen. En het is dan om alle de bovengemelde redenen, dat wij, inhaereerehde onze Publicatie van 30. Junij laatstleeden, betreffiende de heffing op de Inkomsten van de Ingezetenen-deezer Provincie, voor zoo verre die bij deezen niet wordt gealtereerd, voorts bij Ampliarie en Alteratie van dezelve hebben goedgevonden te decreteeren, gelijk wij decreteeren bij deeze: Art. i. Dat de bij ons op den 30. Junij laatstleeden gedecreteerde heffing, naar maate van de omftandigden van onze Medeburgeren, zoo wel zal werken op derzelver Bezittingen en Eigendommen, als op derzel. ver Inkomjhn; en dat mitsdien fommige van derzelver Inkomflen , en wederom anderen van derzelver Bezit*. tin-  < 6 > tingen en Eigendommen in die heffing zullen moeten draagen. i. Dat, gelijk 't geen van de Inkomften betaald moer worden, bereids bepaald is bij onze bovengemelde Publicatie, waaraan wij ons, ten deezen opzichte, geheel en al recreëren, en niets willen hebben gederogeerd, wij ook de Fournisfementen van de Bezittingen en Eigendommen vermeend hebben te moeten flxeeren op zes per Cent van derzelver waarde. 3. Dat, ten einde zeker te zijn, wie van zijne Inkomften* en wie van zijne Bezittingen en Eigendommen zal moeten betaalen, elk verpligt zal zijn een overflag te maaken, zoo van zijne Inkomften. als van zijne Bezittingen en Eigendommen, en dat hij, die bij de uitkomst bevinden zoude mogen, dat hij van zijne Inkomften, op den voet van onze bovengemelde Publicatie van den 30. junij laatstleeden, aan^'s Lands Schatkist meerder zoude moeien foumeeren, dan zes per Cent, van zijne Bezittingen en Eigendommen zouden bedraagen, in dat geval gehouden zal wezen van zijne Inkom fien, op den zoo cvengemelden voet, zijn FourriisfL-ment aan den Linde te voldoen; en dat wederom daarentegen hij, die, na den gemaakten overflag als vooren, bevinden zal, dat 6. per Cent van de waarde van zijne Bezittingen en Eigendommen meer bedraagt, dan hij_ zoude moeten fourr.eeren, in het geval, wanneer hij dat Fournisfemcnt bereekent van zijne Inkomften, ingevolge het voorichrifc van onze boveivemelde Publicatie vau den 30. Junij laatstleeden, in dat geval, met van zijne Inkomften, maar enkel van zijne Bezittingen en Eigendommen 6. per Cent, in maniere hierna volgende, aan den Lande zal moeten opbrengen. 4. Dat z;j , die Ampten of Bedieningen hebben, dat is dezulke, die van wegens derzelver Ampt of Bediening, het zij dan onder den tijtel van Tracljementen en Emolumenten, Daggelden, Vacatiën, of onder welken anderen tijtel hetzelve ook zoude mogen weezen, regulier jaarlijks een Inkomen, al is het dan ook onzeker, genieten, en bovendien nog eenige Bezittingen en Eigendommen hebben, gehouden zullen zijn, ingevolge het voorfchrift van beiden de heffingen, te betaalen, te wecten, van de Inkomften van derzelver Ampt en Bediening, afzonderlijk, ingevolge en overeenkomftig onze bovengemelde Publicatie van den 30. Junij laatstleeden, en van derzelver Bezittingen en Eigen-  < 7 > gendommen, overeenkomuVg het voorfchrift bij deeze onze Publicatie vastteileld. 5. Dat 'en opzichte van db geene onzer Medeburgeren,, welke, ingevolge de evengemelde bepaaunz niet van hunne Bezittingen en Eigendommen, maar van hunne Inkomften moeten betaalen, wij in volkomen waarde houden de Publicatie, door ons dienaangaande, op den 30. Junij laatstleeden, geëmaneerd, als niet willende, dan daaraan iets verder of anders zal worden gederogeerd, dan alleen ten opzichte van dat geen, 't welk bij deeze onze A'npliatie en Alteratie uitdruklijk is bepaald. . 6. Dat dienvolgende ook alzoo, met alleen bovengemelde Publicatie in volkomen werking blijft, ten opzichte van de perfooncn, het zij Politieke, Militaire of Geestlijke , die in deeze heffing moeten contribuëeren, en bij Ar. r. van dezelve Publicatie zijn opgeteld; maar dat ook met opzicht tot het Fou nislement van de Bezittingen en Eigendommen, niemand zal wezen geëxcipieerd, zoo ras de waarde van zijne Bezittingen en Eigendommen flechts twaalf honderd Gulden en daar boven bedra^t; zullende alle, die beneden de twaalf honderd Guldens gegoed zijn, van hunne Inkomften gehouden zijn te betaalen, conform de Publicatie van den 30. Junij laatstleeden ; niettemin zullen de Fondfen en Ceftichten, ad pios et Publicos ufus gedestineerd, van derzelver Bezittingen en Eigendommen in deeze heffing niet behoeven te fournecren, als wordende dezelve daar van geëxtmeerd bij deeze. 7. Dat het voorfz. Fournisfement zal moeten gefchieden van het zuiver beloop der waarde van ieders Bezittingenen Eigendommen, volgens de wijze van tauxatie hierna te bepaalen; en zullen onder deeze tauxatie moeten gebragt worden alle Bezittingen en Eigendommen, zoo roerende als onroerende, mitsgaders Lijfrenten, Tontinen, Contracten van Overleeving, Revenuen van Fidei-Commisfaire en Ufufructuaire Goederen; alsmede Penfioenen, Piaebenden, en gcneraaiijk alles, wat Bezittingen of Eigendommen, het zij Rente-geevendeot m'et, kan genoemd worden, zonder eemge uitzondering hoegenaamd; zullende het echter elk en een ^iegelijk vrïjftaan, van het beloop der waarde van zijne Bezittingen en Eigendommen te mogen aftrekken allerleie fchuld, welke hij ten zijnen laste, zoo binnen als buiten 's Lands, zoude mogen hebben ; zijnde onze m- ' ten>  < 3 > tent!»; dat deeze heffing za! gaan over he* ratwe en effe.-hve beloop,van de Bezittingen en Eigtndommen dtr Ingezetenen, zoo na möoglijk te bepaalen a's ieder m confcientie zal bevinden te behooren. 8 Dat wijders, om onze Medeburger n re «ernoet re komen in het maaken van dén oveiOag hunner f)e. zittingen en Eigendommen, en alle fcrupulcusheid dienaangaande wegteneetnen, zal worden verklaard zoo als verklaard worde mirsdeezen, dat het aan iegelijk zal vrijttaan, ten aanzien van de Effecten, die hij bezit, zoo binnen als buiten 's Lands, waarop een Cours of Prijscourant is, d;e bij zich zei ven te taxeeren, naar ae waarde en de Cours of Prijscourant, die daarvan op onzen last, door beëedigde Makelaars, ten fpoe! digfte, onder het toeverzicht van het Committé Provitmaal geformeerd en daarna beleend gemaakt zal worden ; dttV ten opzichte van-de Goederen, zoo-binnen als buiten s Lands, waarop geen Cours of Prijscourant is, een iegelijk die bij zichzelven zal mogen tauxeeren naar rato van de Rijzen der laatfte 'tCoopen of Verkoopen, d:e van dergelijke Goederen door anderen gedaan zijn, of wd tot zoodaanige waarde, als waar voor hy.dezelven, ten tijde, wanneer bij zijn over. flag maakt, en welke tijd in alle de gevallen moet gereekend worden op den dag van bet anefeeren van deeze Publicatie, zouden willen afftaan; dat, ten reIpecte van de Goederen, die eenig re vaar of rfco ioopen, pelijk Schepen cn Koopnianfehappen, miesgaden Cargafoen-goederen, die actueel ijk in Zee zijrT ten Ujde wanneer hij zijn overflag maakt, een iegelijk die bi) achzeiven zal mogen tauxeeren, ten monWte van de Aslurantie, die bij daarop heeft laaten doen; ofzoo lm] die m her geheel, of ten deele niet heeft haten asfureerén, voor zoo verre en naarmaate dat hij die in gemoede, door de loopende rifieo, minder waardig lehat dan de oprechte en reëele waarde van «en; dar, Infehulden:, uitftaande Gelden, /étien en Cïedietcn, ten lasten van particulieren, zoo binren als bieten s Lands, dje dubieus mo;en wezen, zullen mogen gereekend worden naar de'waarde, waarop raen cezeiven m gemoede tauxeert; dat Goederen, waar* voor de bezitter eene bijzondere affectie heeft, gaand© boven do» ordinaire*) prijs of waarde, nochthans in *11 ,fe rótato V overtlag niet hooger dan t.-gen den or«te&rea fr$& of wawde, genomen en gerèekend zul, • len  < 9 > len behoeven te worden; dat wijders h^r zuiver mkom n van Kïdei - Commi-faire en Ufufruftuaire Go ederen; van Lijfrenten, Tontinen. Contraéten van Overkeving. Pennoenen en Prsbenden, zal moeien gerèekend w'.r.ien op den voet, zoo als de Lijfneren, in den oohef op dé Cnlateia-de fuëcéfefw, in K*pi ad getaukeerb worden, volgen-, de Lijst in het 9. Arnkel der Ordonnantie od dac Middel, uitgedrukt volgens welke Lnsi de Lijfrenten, Tontinen-en Contacten van Oveileeving: en in deeze de waarde der R.evenutin van P.-nfnenen en P arenden; mbsgaders van Fidei- eómtnisfaire en Ufufructuaire Goederen, rmeten gerèekend worden alnus. te weeren: op Lij"e ; .-m X tot 10 Jaaren, 10 maal de Jaarli)kfche Lijirenten, Revenuen en Penfi.«enen, enz. Van 20 tot 30 Jaaren, 9 maal. 30 — 40 8 —— 40 — 5° - 7 5° — 55 ' 6 55 — 60 5 > 60 t- 65 4 65 — 7° " 3 70 — 75 a Boven 75 I Zullende de zuivere Jaarlijkfche Revenuen van de Ton. tinen, Comra&en van Oveileeving, Pennoenen en Prebenden gerèekend worden, naar rato van het geen dezei ven het laatst voorgaande Jaar opgebragt of geïmporteerd hebben. 9. Dat van de Goederen, in Fidei-Gommis of Lijftocht bezeten wordende, waar van het expectatif, of de eigendom aan Ingezetenen van deeze P ovuuie behoort, in de voorichreeven heffing gefourneerd zal moeten worden, op gelijke wijze en voet, als van alle andere Goederen, doch afzonderliik op zich zei ven; behoudens dienaangaande am den Contribuant zijn regres, tot vergoeding van hetgeen gefourneerd is, ten lasten van den Fidei- Commislairen Erfgenaam of van den geenen, aan wien de Eigendom gemaakt is, bij de overlevering of uitkeering derzelve Goederen, onder aftrek nogthans van hetgeen de Contribuant, uit hoofde van bet genot van den bez vaarden, Eigendom of Lijftociit, op d^n voet van Lijfrenten, als in Art. in dit Fournisfement behoor, te draagen: welk regres tot vergoeding van het furplus zal plaats hebben, ■ niet-  < 19 > nietfegenflaande zulke of-dergelijke kortingen bij Testament verboden waren, varaan mitsdeezen wordt'gederogeerd; en dat van alk andere Goederen 4 in Fidei-Commis of Lijftocht bezeren . .vordende, waarvan Bui.tengezetenen het exnectatif of het eigendom-hebben, de tegenwoordige Bezitter! of Lijftochter zal kunnen volftaan , op den voet Van Lijfrenten. van de Jaar-lijkfche Inkomften, de vijf Jaatfte Jaarcn .door elkander geflagen ,'.in-de heffing te fourmeren, onder de generaale masla van zijné andere G lederen', - zón tier deswegens eenig .regres of vergoeding te kunnen pretendee, ten,- . :. i é! •• ; • : ;10- Dat, ingevalle een eedeelte der gefourneerde Pen* pingen .van Goederen , in Fidei - Commis of Lijftocht bezeten, moet komen ten lasten van degeenen, die daar-r van het expectatif of den Eigendom hebben, hetzelve gedeelte uit die Goederen zelve voldaan zal mogen worden, en dat ten dien einde zoo veel van die Goederen door den-tegenwoordigen Bezitter of Lijfrochter, zoo verre het-mooglijk is', met voorkennis van den' geenen, die het expectatif heeft-, zal mogen worden, verkocht, of op dezelve-in de Beleenbank.' bij Decreet van de Provifioneele Reprefentanten yan het Volk van Holland, van den 14. Meij 1795 bpgerkht, gencgoticerd ,-(onder Ipc-ciaal verband van dezelve Goederen,), als het mönrant van dat gedeelte-der Penningen p uit dien hoofde in de. heffing gefourneerd, mj komen te bedraagen, mits de Recepisfen, of Obli.Tatien voor de gefourneerde Penningen vsrkreegvn wordende, wederom fiibïn treeren , in plaats van ^het verkochte of genegotiëerde , en onder hetzelve verband ge. bragt worden; ten welken einde wij in dit fceeiajfl geval geauthonfeerd hebben , de Municipaliteitc-n van de Steden^of Piaatfen, alwaar de tegenwoordige |-"ezitters of Lijfmchters woonen , om,'bij Appoinctement op derzelver-fcliriftlijkverzoek, gemunieeid met bewijzen van derzelver po.ütbren,, en, des noods, onder de verdere noodige pi secautien., confènr te' geeyen sot het .vckoopen of Beleenen van zooda?.nige::Goederen. .,uli.- Dat van Goederen ,.: toekomen ie ,'aan Minderjaarigen, .waarvan de Ouders, of de..Langstlevende van dezelven, de Vruchten of Interesten: genieten tot Alimentatie der Kinieren, en des ook nier lansen dan tot derzelver. Meerderjaarigheid ot Trouwdag toe, in d<-o, ^ heffing moet g£*. an-r.e^d w- rd-n me-het Ka;' aai «jtr.iKincerco, en nkt uit de V-thten, j"  < J* > a* rnederen'. nagelaaten bij ïngezetota. Dat van de poederen, g ift eurert blA- „en ^^J^^w^K» bij Testamen. Hen deeze SSZXW", die. naver" als Erfkenaamen i eioepen zij ex(leeren van ze- loop: van zekere ^^f^ ^dl worden kere Conditiën , m leven «vb . • wie da S in welker ^Sreeven tijd, Eifenaamen , na exP';at;eh Increzetenen van deezeweezen zullen, en of df*f;yn aoor de AdminiftraProvrintic weezen zullendan m t, do . teuren het ^lf^ö^SSel van Goederen , voldaan gelijk ook g^«^*gïïe Provintie berustenonder Admimftrateure^bjonen ^ de de , waarvan de ^ena£irs- ? :aaven vermist zijn Provintie geweest ^«A^iJ tot dezelve, ingeweest, fehoon ™ett>met^t w ^ gdien de fgff^g H* onze meergemelde- IS- Dat , even geijk jst,eedeil is bepaald, Publicatie van den £ J™1JSuppoosten en Voogden, W«-*^>:^^^Sfepni anders GoedeCurateurs or rAdminil",;rh. moeten houden aan de ook niet mogen Jdareeren^ hebberi; worden- flens d1» Z1V Weetkamëï! Voogden en-Curateurs de voorts de Weestóanw^ 7^ om te verkoopen, bü deeze f "^h,k f qu ƒ ^ ^en gefourneerd, zoo veel als ih Conwn - £ bank te beleenen zoo ^dor^e op^a adm;niftmie, als, af vet.l van de liftten ont^ Fournisfementen in derV*?SS*n, zonder meer ZrS;:Cingevf ie— zich mogt in de.oc* m een dei bovenhui - ^ dnde m deeze komen van gereede Penm ngen, te be. ïeffing i£^i536JP^dr .lasten, waarvan ae "j^ , belasting, n dit geval, veertigften Penning , dezf^XÏÏ'*tn hetzelve effect van dien ImpJ^^SgJïUta Penning daarzi n, als of de betaa'in* v* ,£ Fede of raet waare  *{ 12 > «tullen^eSmpIoijeerd worden. - Onk 7nilp„ w,er Goederen, ingevolge het blirL l^Zh feneele Reprefenta„ten ™ het\i T t Provi" zich moeten gedraagen conform on, n' ? * llgc' fteerd den j»^fJ™ ^^^^rre- meerder gemak van de «ee-en hi« ■' 7 ' k" toc moeten deel i-eemen %n n«™ ' f deeje b ^'^ dimeerd of te vooren nier ft" *«J te fourneeren ? SEffi S^££i£ f"* de waarde, bi, de Publicatie der PVoJinS/o^0 fenranten van het Vo.k van Hollan i ? Repre- eenen eeaale» voet, goedeevondeV £ k hanJe en °P opzichte van de ^i^^^ ten te verdeelen in de vol^ ,J!?n Ch fen^Meteneo lö. Hat tot, of in de eerlVPh r i . wier^,,^ en daal- boven. "-oraage.i / 2,000000. 17. Dat tot, of in de tweede Clasfr »»tfM u*.u wier -JijWp^ ^^i^b^S^^f^ en daar boven. ucoxaage . ƒ 1 500,000. I8ï Dat tot, of in de derde Tla.r *«n l ■ *}W*p» en £Hk*£tS^^ » en aaar boven. dagen ƒ i,oo,vooo. ro. Dat tor, 0f in de vierde Clasfp fc,»;.* u u wier AtfftMtf» en Eêgenêtmlen bcdraa'en ^°0r'rt. en daar boven. "euiaagen ƒ 900,000. 20. Dat rot, of in de viifde Chsf» m,n— l l wier fajto^ e„ ^ JJ^&J «en / SoT"' en daar boven. ui-«|i.t,en j 800,000* *3- Dat tot, of in dtf agtfte Clasfe mii»* u 1 ^to^»- ClasfeZuIlen behooren, '«n daar boven! tT^T- bedraa^n ƒ400,000! «5^  < -3 > _ cretc-eren bij dëexe, dat, voor hetgeen bereids in, of nog zal worden gefourneerd, zonder onderfcheid, of het is een fourtiisfement wegens Inkomften, dan wel van Bezittingen en Eigendommen, aan de Ingezetenen zullen worden afgegeven Obligaticn, ten lasten van Holland, loopende regen twee en een half per Cent aan Intrest in. het Jaar, gerèekend van den dig van het Fournisfement af, en mitsdien ook tegen het te doene Fournisfement , bebalven de benoodigde Quitantiën,. nog zullen worden afgegeeven Rceptsfen, zoo als in den voorleeden Jaare , bij de ook als toen ge* decreteerde heffing van zes per Cento van elks Bezittingen, is gedaan'; dat dien volgcnde, ook nu aan die geenen, door welken bereids," uit kracbte van onze Publicatie van den 30 |unij laatstleeden, het zij in het geheels, het zij gedeeltelijk, is gefourneerd, tegen inwisieling van der/elver Quitantie, voor den inhoud ' dan-van zullen worden ter hand gefteld, eene nieuwe Quitantie en Duplicaat, benevens de benoodigde Recepis of Recepisfcn, waarvan de Intresfcn zullen aanvang neemen met den 15 Julij laatstleeden; en dat eindelijk aan de zoodanigen onder hun, die nu, ingevolge deeze onze gemaakte hepaalingen, niet volftaan kunnen met van hunne Inkomften te betaalen, maar integendeel zes per Cent van hunne Bezittingen en Eigendommen, en alzoo meerder aan den Lande zullen moeten voldoen, de door hun, invoegen voorlchreeven, ingewisfelde Quitantiën en Duplicaten, in mindering''van dat hun verfchuidigde zal verftrekken. <*6. Dat, om al verder aan de eene zijde, zoo veel doenlijk is, een groot aantal onzer Medeburgeren te semoet te 'komen in derzelver bezwaaren, berrekkelijk het openleggen van hunnen (baat, en niettemin aan de andere zijde gepastheid te hebben, dat ieder in het fourneeren van zijn verichuldigd aandeel zich zal kwijten naar behooren, de jViunieinaliteit of Plaatfelijke Regeering van elke Stad of Plaats, binnen agt dagen na de afkondiging deezes, aan elk Ingezeten ongeopend zal doen terug zenden de BHh'etren„ die zij ingevolge onze Publicatie, van den 30 Junij laatstleeden, hebben doen af haaien, en voorts teffens daar bi] zullen doen overgeeven, een gedrukt Bilüet, overeenkomstig het Concept hier achter geplaatst, wa.inn dezelve verpligt zal zijn intcvullen,' of bij behoort onder die geene, welke van hunne Inkomften, dan wel van  ▼Wi tWHttl Bezit Ir gen, of wol, volgens het hier voor Are. 4. bepaalde j 'van *«Wo veel aangaat, zoodanige onzer Medeburgeren. d;e hunne jNaamteekehirig niet kunnen fchrijven, dat dezelve verpligt zullen ziin, hun'gê'woon Merk-daar onder te ftellèn,'in praefentie van één- getuigen, die zulks mede jsal moeten onderteekenen. , «• 9-7. Dat het gemélde Billiet, door de Ingezetenen gëcacneteérd,-''eri van buiten op hetzelve gefteld . zal moeten worden de Voor- en Toenaam, mitsgaders de woonplaats van wien het komt, en dat hetzelve alzoo binnen eenen zekeren rijd daarna, door de Municipaliteit, raar de plaatzelijke omftandigheden te bepaalen, 'wederom zal wbrdën afgehaald, en alsdan alzoo ingevuld en önderteekend terug -gegeevcn zal moeten woiSen óp pöene, dat die géebe*,'1 welke bevonden zoude' mogen' worden daar aan niet re hebben voldaafr; zal 'worden geconfidereerd zich aan deeze heffing te hebben:willen"'onttrekken, en mbsdien na eene gedaane Sétifrhatfb , van ' wegens de Municipaliteit of plaatzelijke ftege'ering1,' om uaaraan als hdg binnen de eerstkomende vför-en-twintig uuren te voldoen, daartoe', bij Gijzeling, SB worden ge'conffringeerd, en dat tefFens zijn Boedel daadlijk zal worden g-bragr onder Sequestraf'e, ten 'ware hij zoude'kunnen aantooncn , door wettige redenen en omftandigheden davrin verhinderd te zijn vrweesr. herwe'V vy ot 'r '. 'Tfvergbfaateii aan het ÖoVdéePvfiï de 'p-h-rzebike Mtmie-ipaliteit. of de' G.-".rr.v:-f»e, ui-: hiai' midden - daartoe i»:;benoem.en, $\  < 16 > -3S. usx al verder een ie er onzer Medeburgeren gehou len zal zi n , uiterlijk binnen veertien darnjq na bet aftappen van den laa-lLn Termijn deeaer^Geidheffing, de Duplicaat Quitantie, of Quitantiën, die hij voor zijn ^edaane f mrnisfement of foarnisferaenten, ontfangt, voor zoo verre de ronde fomme betreft, uitgedrukt in de Clasfificatie, waaronder hij zich heeft aangegeven, in een met zijn eigen Cachet ver. segelde omflag te b zorgen ter Secretarij z;jn.r woon* plaatfe, en op weiken omflag door hem moet worden gefteld, en als voeren onderteekend, het navolgei,de I eclaratoir: „ Declareere ik Ond»rgereekende, (of fourneeneerend" in een betrekking van Voogd, Ad mini'trate ur ot diei gelijke, met uitdrukking van den Perfoon of Goederen, waarvoor hij fourneert) ., na „ eenen gemaaktcn overflag van mijne Bezittingen „ en Inkomften, mij gebragt en .-ec'asfificeerd \e „ hebben, onder die geene, waartoe ik, ïngevol„ ge het voorfebrifc van de Publicatie van het „ Provintiaal Beduur van Holland, van den 30 Ju,, nij laatsrleeden, op de Inkomften, mitsgaders van „ de Ampüatie en Alteratie van dien, van den 10 „ Augustus daaraanvolgende, behoore, en voorts in „ deezen__om{lag te hebben gtflooten , z^o veela „ van mijne Duplicaat-Quitantiën, als bij mij, in „ het voldoen van de ronde fomme, uitgedrukt in . „ de Clasfificatie, waar onder ik mij, ingevolge en . M uit k-achte van die der Publicatiën, welke op mij. „ ne omft iiidigheden app.icabel i-, heboe aange^ee„ ven, ontrangen zijn; en in welk een en ander ik „ ook, overeenkomftig dezelve Puolicatie, rer goe« „ der trouwe btn te werk gegaan, en daarom ook „ geene zwaarigheid maake, op de eerde requifitie „ hetzelve met iolemneelen Kede, of wel met waa„ re woorden, in p aatze van Eede. re bevestigen „ zoo als ik ook nog op dezelve plejtige wijze „ verklaare, dat ik geene Goederen voor andere „ Perfoonen, Ingezetenen deezer Provintie, admi„ niitreere, het zij in quaüteit van Voogd, Cura„ teur, Adminiftrateur, of onder welken titul het „ ook zoude mogen zijn, waarvan ik almede het „ verfchulJigHe Fournisfement, ingevolge de boven„ gemelde Publicatie, aan den Lande niet hebhe „ gedaan, ot nebbe heines deen, en de gemaakte » Qaa-  „ CTasfincatlê en Duplicaat - Quitantiën nier heg overgeleverd, of doen overleveren, mitsgaders dat er niemand anders bij mij inwoont, dan . .. . op poene, dat een ieder, die daarvan na ver oop van voorfchreeven veertien dagen, mogt zijn gebleeven ia gebreke, daartoe bij Gijzeling zal worden geconfumfeerd, en dat tevens zijn Boedel daadlijk zal worden gebrast onder fequeftratie. . «o Dat gelijk wij, uit eene zekere overtuiging van de fl^te handelwijze van fommige Ingezetenen, in het doen hunner vcrfchuldi.de Foumisicmenten een oepaste voorzorg nodig gekeurd hebben om daar door zoo veel te zekerer te ontdekken, of alle onze Medeburgeren wel aan hunne vcrpligting voldoen zuilen, wij, aan de eene zijde, ter gerustftelhng van de Braaven onder hun, dezelve nu voor altoos wil en veizekerd hebben, dat zij geenzins bevreesd behoeven te weezen, dat eene ongepermitteerde nieuwsgierigheid naar den ftaat der Imkomften en Bezittingen van doezen of creenen, fle drijfveer'weezen zal, dat er eentge van de hier vooren gemelde Billietten en Omlhgen geopend zullen worden; edoch tevens aan den anderen kant, allen en een iegelijk willen gewaarfchouwd hebben dat zij in hunne handelwijze zich naauwkeung, en vooral oprecht en naar behooren gedraagen; alzoo w;j ter bereiking van ons bovengemeld oogmerk, her*. ben vastgelteld, gelijk wij vastftellen bij dcczen, dat niet alleen alle de zulken, zonder aanzien van perioon of denkwijze, die op de eene of andere wijze verdacht zb'n, niet aan hunne verphgting voldaan te heoben- maar ook behalven dezelve nog regulier tien van elke' honderd, die bij blinde loting zullen worden uitgetrokken; (ten einde niemand zeker zoude kunnen zijn of hij onder het getal van die geene zal behooren, welke zich, wegens derzelver gehouden gedrag;, in deezen zullen moeten verantwoorden) door eene Commisfie, bij ons, of van onzentwegen daar toe te benoemen, (en waaruit het een iegelijk zal vnjftaan twee Leden, hem, indien het mdoglijk zij, m bloedverwantlchap of affiniteit tot in den derden graad niet beftaande, en aan welke hij de géneimen zijnes boedels het lieffte wil geopenbaard hebben , tot bet openen en examineeren" van zijn Billiet en Omflag, in stijne tegenwoordigheid, te verkiezen) in hunne handelwiize"zullen wórden nagegaan, en voorts derzelver ge-  < »8 > gedragingen, dienaan ;aa'.dc, op zoodanige wb'ze als aan die ComrnisCie, naarmate van de omftandighedèn a's dan het gefchiktst zal voorkomen, zullen worden onderzocht; zullende die geeiien> welke bevonden zou» den mogen worden, niet dat geen gefourneerd te hebben, het geen /.ij verpligt geweest waren te doen gehouden weezen he: dubbeld van het te kort, tekens afgifte van een Recepis en Quitantie van gelijke -.vaarde, als nog aan den Lande te fourneeren: alles, ten zij er Waarlijk bleek, dat zuiks mof een boos opzet en om zich aan zijne verpligting te onttrekken was gefenied; in welk geval de zoodaanige gehouden zal weezen het vier dubbeld van het te kort ten profijte van den'Lande, optebrengen en ie voldoen, zonder dat aan denzeiven als dan daar voor eenige Reeepisfen, maar enkel eene Qui.nntie zd worden gegeeveni en dat voorts nog de 'zoodaanige, met zijnen Naam en Toenaam aan de Natie zal worden bekend gemaakt, ais meineedig en inhablel, om immer tot eenige posten, in deeze Provintie, geëmploijeerd re worden. 40. Dat alzoo bij die onze Cdmmisfie op de bestgefchikte wijze, en ingevolge eene, overeenkomftig aan deeze onze genomen mefure, gealtereerde inftroéfcie onderzocht zijnde, of en in hoe verrede waarfchijnlijkheid daar is, dat 'een ieder onzer MedeburTeren aan zijne vèrpligting aan den Lande, ten opzichte van deeze Geldheffing, voldaan heeft, de Municipaliteiten der Steden en Plaatfen, op onzen naderen last, nog zuilen aanftellen, ieder in denhaaren, eene Commisfie, beftaande, naar gelang van de volkrijkheid der Steden en P'aatfen, uit een aanzienlijk getal perfoonen , het vertrouwen' hunner Medeburgeren waardig, voor dewelke een ieder, die zich niet verdacht gemaakt heeft, dat hij zich ^aan zijne verpligting onttrokken zoude hebben, verpligt zal zijn den door hem geöfFereerden Eed en Belofte daadlijk te praaftceren, en mitsdien onder folemneelen Ecde, of met waare woorden, in plaats van Eede, te verklaaren: .. Dat hij, na eenen gemaakten overflag van zijne Bezittingen en Inkomften, zich gebrast en gecl'asfificoerd heeft onder efe geene, waar onder bij, ingevolge het voorfchrift van de Publicatie van het «, Provintiaal Beftuur van Holland, van 50 Junij „ laatstleeden, op de Inkomften. mitsgaders van de „ Amplia.ie en Alteratie van dien, van den 10. „ Au-  < 19 > Augustus daaraanvolgende, (of fourncercnde in H eene andere betrekking van Voogd, Adminiftra, teur of dergelijke, met uitdrukking van de Perfoo" nen of goederen, waar voor hij fourneert) be" hoort; en voorts ook, ingevolge die der Publi" catien' welke op zijne omftandigheden (ofwel zoo hij in eenige qualiteit heeft gefourneerd, op de omftandigheden van den geenen, die hij re„ prefenteert) applicabel is, ter goeder trouwe in deeze heffing heeft deel genomen, op den voet " en naar hct'voorfchrift in dezelve Publicatie ver„ vat." Welkeplegtigebevestiging alzoo gedaan zijnde, daarna aan denzelvèn ook zijn Billiet en bdvcngemelde omflag ongeopend, of wel, zoo hij onder de uïtgelootenen behoort, geopend, terug gegeeven zal worden. 41. Dat wij, als nog, wel expreslijk inbeereerende, en daarom, voor zoo veel des noods, ook hier voor gerepeteerd houdende den inhoude van Art. 45, 46, 47. en 48. van onze Publicatie, van 30. Junij laatstleeden; voorts om te gemoet te komen aan de ongelegenheid of moeilijkheid, waar in veele onzer Medeburgeren zich zouden kunnen bevinden, wanneer zij hun aandeel in deeze gearrefteerde heffing geheel moesten fourneeren in contante Penningen; gelijk ook om, zoo veel mooglijk is, voortekomen de fchaden van de zoodanigen', wier "Bezittingen grootendeels beftaan in zoodaanige Effecten of Goederen, welke niet dan met «root verlies te gelde gemaakt kunnen worden, het aan elk en een iegelijk zal vrijftaan, om, bij deeze gelegenheid, wederom gebruik te maaken van de Generaale Bank van Beleenïng voor de geheele Provintie van Holland, even en op dezelve wijze, als zulks bij de voorige heffing van zes per Cent van elks Bezittingen heeft plaats gehad, onder gehoudenisfe echter, van zich ftiptelijk te' moeten gedra'agen naar het geen daaromtrent , in de Dccreeten van de Provifioneele Reprefentanten van het Volk van Holland, van den 14. Mey en 16. Oëtober 1795, ter oprichting en tegen het misbruik van gemelde Beleenbank is gearrefteerd, en welker werking voor deeze nieuwe heffing wederom van heden af, almede voor drie jaaren wordt vastgelleld. 4.1. Dat de Fournisfementen, in de heffing op de Bezittingen en Eigendommen, zullen moeten gefchicden geduurende den loop van deezen jaare, in de vier volgen-  ♦C > pmde Termijnen , als: de eerde Termijn, ten beïoope van anderhalf oer Cent van elks Bezittingen, voor of op den i. September amftaande; zullende de Intreslen, van het gefourneerde in deezen Termijn, tegen twee en een half ten honderd ;n 't jaar, aanvang neeWen met 15, Autmstus bévoorens: de tweede Termijn mede ten bedraage van anderhalf' per Cent van elks Bezittingen, voor, of op den eerden Oclober aangaande; ziftende de Intrcsfen , van het gerourneerde in deezen Termijn, tegen twee en een half ten honderd in _tiaar, ingaan met 15. September: De derde Termijn, insgelijks ten beloope van anderhalf per Cent van elks Bezittingen, voor of op den 15. November; zullende de fmresfen van bet gefourneerde in deezen Termijn tegen twee en een half per Cent in 't jacr, beginnen te loopen met den r. November daar bévoorens. Kn eindüjk, de vierde of laatfte Termijn, almede tegen anderhalf per Cent van elks Bezittingen, voor, of'op ultimo December van deezen jaare 1796; zullende de Intrcsfen, van bet gefourneerde in deezen Termijn, tegen twee en een half per Cent van het honderd in 't jaar, ingaan met 15. December aanftaande. 43. Dat de voorfchreéven Fournisferaenten zullen moeten worden gedaan in goede gangbaare Gouden en Zilveren Munt, die gewoon is op 's Lands Comptoiren ontfangen te worden, de Zeeuwfche Rijksdaalders tegen twee - en vijftig duivers daar onder begreepen; dat voorts in deeze heffing ook als Contant Geld zullen worden aangenomen de Quitantiën, gefprooten uit Loten van de vrijwillige Negotiatie^ bij forme van Loten'-', gearredeerd den ie Februarij laatstleeden, geaugmenteerd met de daarop verloopcn Intresfen; geliik ook de Rccepisfen, nu onlangs, ingevolge onze Publicatie van oen 16. Meij laatstleeden' gecreëerd insgelijks geaugmenteerd met de' daarop verloopen Intresfen :, voorts bet ongemunt Goud en Zilver, tot de waarcle_hier voren Art. 14. vermeld; en eindelijk voor een gedeelte in nieuwe en voor deeze heffing uitgeoeeven Billietten van de Beleenbank; alles in marriere als volgt: 44. Dat de Fcurresferr.cmen in den eerden Termijn, voor of op den r; September .aanftaande;^ zullen moe-. ten en ook alleen zullen kunnen gefchieden met Contant Geld, ongemunt Goud en Zilver; Quitantiën, gefprooten uit de Loten in de voorlchreeven vrijwillige Ne-  < 21 > Negotiatie, bij forme van Loterij, geaugmenteerd met den Intrest van twee en een half per Cent in het Jaar;'tot den I. September aanftaande; mitsgaders met Recepisfen, ingevolge onze bovengemelde Publicatie van 26. Meij laatstleeden gecreëerd, almede met de daarop 'verloopen Intresfen , gerèekend tegen vijf per Cent in het Jaar, tot den 1. September voornoemd; alles op den voet, bij het voorige Arucul vermeld. 45. Dat de Fournisfementen in den tweeden Termijn, voor, of op den 1. Üctober aanftaande , insgelijks als' bij de voorige, zullen moeten, en ook alleen zullen kunnen gefchieden met contant Geld, ongemunt Goud en Zilver; mitsgaders met Quitantiën, gelprooten uit Loten in de bovengemelde J^oterije, en Recepisfen, relpeftivelijk geaugmenteerd met de IrrtresTéh van twee en een half en vijf per Cent in het Jaar, tot t. Oclober aanftaande, alles wedrrom op denzelfden' voet, als zulks bij het 43. Artikel is bepaald, gelijk ook bij deezen Termijn , tot aanmoediging van vroegere F' urnisfementen, die geene die zulks doen vóór den j. September één per Cent zullen mogen korten, doch alleen van 't geen zij in contanten Gelde fourneeren, en geenzms van het ongemunt Goud en Zilver, noch ook van het möntant der bovengemelde Quitantiën of liecepisfen. 46. Dat de Fournisfetnenten in den derden Termijn, voor, of op den 15 November aanftaande zullen kunnen gefchieden met contant Geld, ongemunt Goud en Zilver; Quitantiën, gefprooten uit dc Loten in de 'voorfchreeven Loterij; Recepisfen, gecreëerd ingevolge de bovengemelde Publicatie van dm 16 Meij laatstleeden, wederom refpcótiv elijk geaugmenteerd met de dntrei-fen van rwee en een half en vijf per Cent in het Jaar, tot den 15 November aanftaande'; gelijk het ook bij deezen Termijn aan elk der Ingezetenen zal vrijftaan, om de helft van dit hun Fournisfement te doen met de h:ervooren omfchreeven nieuwe en voor deeze heffing uitgegeeven Billietten van de Beleenbank, en wederom voor Voorbetaaüng door een ieder zal mogen worden gekort, voor den 1. September twee en een half per Cent; en voor den 1. Oclober één en een half per Cent; doch alleen van hetgeene zij in contanten Gelde of Bankbillietten fourneeren, en geenzins van het ongemunt Goud of Zilver, noch ook van het montant der bovengemelde Quitantiën of Recepisfen, 47.  < 11 > 47- En eindelijk, dat de betaaling van den vierden Termijn, voor of op ultimo December aanftaande, zal kunnen gefchieden met contant Geld; ongemunt Goud en Zilver; Quitantiën, gefprooten uit de Loten in de voorlchreeven Loterij; Recepisfen,gecreëerd ingevolge de bovengemelde Publicatie van den 16. Meij laatstleeden, wederom refpecfavelijk geaugmenteerd met de Interesfen van twee en een half en vijf per Cent in het Jaar, tot ultimo December aanftaande, des dat het ook wederom bijdeez.cn Termijn aan elk der Ingezetenen zal vrij ftaan, om de helfte van dit hun Fournisfement te doen met de hier bovengemelde Billietten van de Beleenbank, en wederom door een ieder zal mogen worden gekort voor Voorbetaaling; voor den i. September vier per Cent; voor den 1. Oclober drie per Cent; voor den 15. November één en een half per Cent, en voor den 1. December één per Cent; edoch alleen van het geen zij in contanten Gelde of Bankbillietten fourneeren, en gcenzins van het ongemunt Goud of Zilver, noch ook van het montant der Loten, Recepisfen of evengcmelde Obligatiën. 48. Dat het een ieder zal vrijftaan, om zijne Fournisfementen te doen, of door anderen te laaten doen, zonder gehouden te zijn te deciareeren, dat de Fournisfementen voor zijne reekening gedaan worden, edoch niet anders, dan bij de Ontfangers binnen deeze Provintie , en van het Diftricl, waar onder hij, in cas van Gemeene Middelen, resforteert, en met bijvoeging van de Plaats, van waar hetzelve Fournisfement wordt gedaan; en zullen de Recepisfen, ter keuze van den Fourneerder, worden uitgegeeven, he: zij op Naam, Letters of in Blanco, en tot zoodaanige fommen , als men zal goedvinden, mits zoo veel doenlijk, tot effen en ronde fommen, welke Recepisfen echter, in dat reguard, en in zoo verre, alleen als provifioneel kunnen worden aangemerkt, dewijl wij ons Committé Provin.-' tiaal hebben geauthorilèerd en gelast, omtrent derzelver Converfie, combinatie en fplitfmg, en het depecheeren der Obligatiën, daaruit fpruitende, alle noodigeen, naar deszelfs oordeel, meest facilitcerende ordres te Hellen; wordende echter bij deezen tellens de refpective Ontfangers gequalificeerd, om op zoodaanige plaatfen, alwaar'het fourneeren, ten Comptoire van den Ontfanger zelve, voor de refpective Ingezetenen te moeijelijk zoude vallen, een of nuer perföoaep aan  •C 23 > aanteftellen; welke perfoonen, na dat hunne aanfteïling, door de Commisfie van Oppertoezicht, ge'approbeerd zal weezen, de refpective Fournisfementen, van zoodaanige Ingezetenen, ontfangen,en ook verpligtzullen zijn de ontvangen Fournisfementen ten Gemeenelands Comptoire te" bezorgen; zullende dit niet ah een plaats hebben ten opzichte van de Fournisfementen van de Bezittingen, maar ook van de Inkomften. 49. Dat, buiten ce Recepisfen, in het even voorgaande Art. gemeld, alzoo die alleen kunnen dienen, het zij voor den Geldgeever zelve, het zij, in Commercie voor den Houder, om, tegen intrekking der Recepisfen, te obtineeren de Obligatiën , die, uit krachte van het gedaane Foirnisfement, daarvoor moeten uügegeeven worden; 's Lands Ontfangers, bij iedere Recepis , nog zullen uitgeeven een Quitantie, met deszeifs Duplicaat, inhoudende het Nommer der R.ecepis, de Som van het gefourneerde en den Datum van het fournisfement; en nog, indien de Recepis in Blanco is, zoodaanige Naam of Letters, als de Fourneerder begeert ; mitsgaders de wijze van betaaling, zoo in Gel 1, Nieuwe en voor deeze heffing uitgegeeven Bank - Billietten, Quitantiën, gefprooten uit Loten, of Provintiaale Recepisfen, welke Quitantiën aan de Eigenaars zuilen dienen, zoo als bij Art. 38. is vermeld. En opdat niemand hiervan onkundig zij, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks te doen gebruiklijk is. Gedaan in dtn Hage, onder het Klein Zegel van den Lande, den 10. Augustus 1796'. Het tweede Jaar tier Bataafjche Vrijheid. J. A. VAN DER S P Y K, Vt. Ter ordonnantie van het Provintiaal Beduur, C. SCHEFFER. FORMULIER van PROCURATIE. Op een Zegel van 12. Stuivers. Ik Öndergefc'ncevcn, verklaare bij deezen te qualificee-cn. den Perfoon van om in mijn naam te componeren voor de Commisfie, bij het Art. 40., van de  < 24 > de Publicatie van het Provintiaal Be ff uur van Holland, in dato den jo. Augustus I7g6., gefteld, tot het-afneemen van den Eed , o/> het fourneeren in de bij gemelde Publicatie gedecreteerde Negotiatie* en aldaar, in mijnt Ziele, den voorfchreeven Eed afteleggen; verklaar ende Onderl'chreeven, demelven Eed, uit krachte van deeze Oualificatie afgelegd- van die verbindende kracht en waadde voor mij te houden, als of dezelve door mij, in eigener Perfoon, voor welgemelde Commisfie was afgelegd. Gedaan en geteekend in den van den faare zeventien¬ honderd en negentig. BILLIET. Ingevolge en ter voldoeninge aan de Publicatie van het Provintiaal Beft uur van Holland, van dato 30. fuut] laatstleeden; mitsgaders van de Ampliatie en Alteratie van dien, in dato 10. Augustus daaraanvolgende, verklaare ik Ondergeteekende te behooren onder die geene , welke van deszelfs Bézittingen en Eigendommen, Inkomften of Ambt, moeten fourneerên , en voorts mij aantegeeven m de daaromtrent gemaakte _ _ Clasfe, mitsgaders nog in qualiteit ah dat dezelve behoort onder die geene , welke van deszelft Bezittingen Inkomften . moet fourneeren, en voorts mi] in mijne opgemelde qualiteit aantegeeven in de daaromtrent gemaakte Clasfe, enVmdlijk, dat ik, behalven domeftiquen, bij mij heb bijwoenen. JBum den Augustus 1796. Declareere ik Ondergeteekende Jaarlijksch geen driehondt rd Guldens Inkomt 1, mitsgaders geenzins dt waarde van twaalfhonderd Guldens aan Bezittingen te hebben. 4cium den Augustus 1796.