No. ao$. V R IJ H E I D, GELIJKHEIP, ' BROEDERSCHAP. PUBLICATIE, wegens de Befmettelijke ziekte onder het rundvee. Gearrejleerd den 29. December 1796. Het tweede Jaar. der Bataaffche Vrijheid» I Ïet provintiaal bestuur, van [holland, aan &llen hunne Medeburgers, die deeze zullen zien, of hooren leezen, Heil en Broederfchap ! doec te weeten: Dar wij met de fmertelijkfte. aandoening hebben vernomen , dat in fommige Distriften van den Lande, gelegen tusfchen Maas en Waal, beg'mfelen zijn befpeurd van eene ziekte onder het Rundvee, welke geoordeeld wordt van eenen befmettenden aart te zijn. Dat, terwijl wij reeds de noodige ordres hebben •gefbeld, om door deskundigen, ten opzichte van de natuur en gevolgen van de gemelde ziekte, mitsgaders •de genees- en behoed - middelen, die daar tcgens zouden konnen gebruikt worden, de vereischte onderrichtingen te bekomen, en, naar bevind van zaaken, dsar van emplooi te maaken, wij ons inmiJdels ver» pligt vinden, om, zonder eenig tijdverzuim, alle xoodaatiige praecautien en maatregulen te neemen, en met alle die magt, welke het vertrouwen van onze Medeburgers in onze handen heeft gefteld, te doen ^bferveeien en nakomen, als door de menfchelijke voor- %0  •C ft -> voorzichtigheid tonnen in het werk gefield worden om, zoo veel mogelijk is, onder Gods genadigen Zegen, de verfpreiding eener befmettende ziekte oneer net kostelijk Rundvee in dit gewest voor te komen ten einde onze Medeburgers niet worden blootgefteld aan derzelver noodlottige gevolgen, die de Ingezetenen van deeze en andere Provintien, voormaals door middel van eene foortgelijke befmetting. tot hunne onbercekcnbaare fchade hebben ondervónden; terwijl ook_in het jegenswoordig tijdflip de promptfte en erlicacieuste voorzieningen voor het algemeen belano des te meer moodzaaklijk zijn, ten einde eene meerdere duurte^van onontbeerlijk voedzel en noodwendige leevensmiddelen, zoo veel in ons is, te praevenieeren. Het is om deeze allezins gewisjtige redenen 'en ter bereiking van het voorfz. heilzaam oogmerk' dat wij, na daar op te hebben ingenomen bet advis en de confideratien van het Committé Provintiaal van Holland, het welk daar over bevoorens deliberatien heeft aanjelegd met eene perfonecle Commisfie uit de Nanonaale Vergadering, reprefenreerende het Volk van Nederland (gelijk ook dezelve Vergadering de Hoogstgeccnftitueerde Magten van deeze en andere Gewesten, tot het neemen van de vereischte maat. regulen, ten einde het gevreesde kwaad zoo veel doenlijk te fluiten, bij circulaire Misfives had geëxhorteerdj met rijpe deliberatie hebben goedgevonden te decreteercn en 'e ftatueeren, gelijk wij "decreteeren en ftatueeren bij deeze de navolgende pointen en articulen. Art. i. Dat wel expresfelijk aan elk en een ieder, wie hij zoude mogen zijn, wordt verboden, om, tot den eerften April 1797. aanftaande , eenig Rundvee, jona of oud, vet of mager, groot of kléin, hoe ook genaamd, van buiten deeze Provintie, zonder uitdrukkelijke en f'chriftelijke permisfie of auftorifatie van de Hoogsrgeconftitueerde Magt in dit Gew-st, in hetzel» ve in te voeren of te brengen, te water of te lande of over het ijs, op poene van verbeurte van de Beesten, die tegens ons expres verbod zullen inkomen, als mede van de Schepen of Rjjdtuigen, waar mede  < s > de dezelve zouden mogen ingebragt worden; en dae de inbrengers, het zij dat die Eigenaars, Voerluiden, Schippers, Knechts .of anderen zijn, aan den iijve zullen worden geftraft, ten miniten met o, enbaare gcesfeling, en een bannisfement uit den Lande van Holland Voor den tijd van tien jaaren; en dat bij aldién 'er eenige fufpicie van befmetring mogte voorkomen, de vooigenoemde Beesten voor zoo verre die met Schepen ingevoerd worden, aanftonds zullen worden doodgeflagen of doodgefchooten, en op de naastbij gelegene wal of land vier voeten diep onder de aarde, of zoo diep als de aart van den grond eenigzins toelaat, begraaven zullen worden, zullende door die perfoonen, welke het Provntiaal Committé zal goedvinden daar toe te_ empioijeeren, dezelve Schepen behoorlijk worden berookt en gezuiverd, tot dat men zal verzekerd zijn dat de befm-.tten lucht daar uit zal zijn weggenomen; terwijl, voor zoo verre zoodanige van beunetting fufpeéte of zieke Beesten, te lande of over het ijs mogten inkomen, insgelijks aanftonds zullen worden doodgeflagen of doodgefchooten , en daar mede in voegen voorfz. gehandeld, galijk mede de Wagens of Rijdtu'gen, de Klederen yan de Invoerders, en al het verdere verbrandbaare, het we;k bij zoodanige Beesten zal worden gevonden, aanftonds zal moeten verbrand, en het overige, als yooren onder den grond begraaven worden. 2. Dat op gelijke wijze zullen worden geftraft, alle die geenen, welken, na de afkondiging van deeze Publicatie, willens en weetens, eenig Rundvee van buiten deeze Provintie inkomende, voor den eerften April aanftaanden, in hunne ftallen , fchuuren of woonnoen zullen hebben ingenomen, ontvangen of geborgen, onder welk voorwendfel zulks ook zoude mogen zijn. 3- Dat voords wel uitdrukkelijk aan allen en een iegelijk wordt geinterdiceerd, om eenig vet of fmeer, koe- of kalfshuiden, koehair, mesr, hoorns, klaauwen, hooi, ftroo, koekleeden. dekens of eenigerïande wollen, boeren- of boerinnen- kleeding, tot den gc-  < 4 > CfiS& Tflen April asnlannden, uit eene befnetten plaats in dit Gewest in te voeren ofte brZ gen, op ppene van verbeurte van hetzelve, en dat zoo wel de inbrenger* al, die gcenen, welken, wit le s en weet.ns, zoodanige goederen zullen hebben ontvangen of aangenomen No^nder daar van aï d " Officier of Gerechte der plaarfé, zoo dra zulks ter hu ncr kenmsfe z,l zijn ,eXomen , advertentie te hebben gegeeven, en in deeze op eeniaerbande «rif * tor het doen invoeren of fthrengen daar van mede! gewerkt heoben , aan den li,ve ,ullen worden "eft, aft ten minsten met openbaare g vsfeling,'en voord met en hanmsfement m den Lande van Holland voorden e met d ^k' verbrandbïie met de verachte omzichtigheid, ter plaatfe afc waar hetz,Le zal wo, d n aangehouden, worden'v £ brand en het vuxlere vier vo'eten diep'onder de de 0f zoo diep, als de aau van den grond eeniL Bms toelaat moeten begraaven worden. ^ tr^a'u /'C0 ?TX d° be^Jmng in eene p,aats f p. tna befpeurd worde, d?ar van door de Mumcïoal tei{ pf (^recht van zoodanig DittHft , bij Mhtto aan aan den \ olke zal worden kennis gegeeven. Jv'JhS* Gnde'- ™lke eeni- ge \e.houde,-s woonachtig zijn, en alwaar zich eenige de minste vrees van befmemng zoude mogen opdoen door ae refpeftwe Civiele Scheten, be-fevens twee Leden u,t de Müöipip Vtxït der Plaats, d^or deldvl m haar rmdden daar roe re kw<*W, tot het hS na re melden eincie, ten .osten van de gemeene In,c landen zuhen wonen a-.mgelreH, een roerenend ,e"al keurmee-e s opzood-ip- falaris, als door dezelve icho; ten en Munxi: aliteits Leden refp^tflNk in redelijkheid za worden *pa,'d, met d en verfde ech:er, dat het gem fa-arts -oor de alzoo-«Jefte.en Keurmeesters, m> zal ge,eekend worden in te 'aai TuhIh-V a dC " k"G °nder de onde de' fcs tK'iKVaar COe -crn' Keurmeesters bchooren, Zien zal hebben geopenbaard, ten ware.dezelve Keur- mees-  4. s §» meesters vooraf mogten worden geëfflploijeerd ^ wan* neer zij daar voor in redelijkheid zuJlen m ">eten worden beloond, terwijl het voorfz. falaris daadeüjk, wanneer dé Ziekte in die Jur'sdiclie komt te cesfeeren, zal moeten ophouden; 'zullende van die gedaan- aanftellingen, bij Publicatie aan den Volke worden kennis gegeeveh. 6. Dat, wanneer dooreenen Veehouder befpeurd wordr, dat een Koe, of Runderbeest ziek is, hij zal gehou» den en verpligt zijn, om daar van aan de Keurmeesters, in zijn District gefteld, terftond, immers Wrat* lijk binnen 24. uuren kennis te geeven, en voor de toegang van zijne Stal of Weide, aan den gemeenen of publieken weg, tot waarfchuwing van een ied r, te ftellen, of te 'doen ftel'en , een opgerigt teeken van een Kruisplank; welk teeken niet zal mogen weggenomen worden , dan na verloop van vier Weeken, na dat in die Stal de Ziekte ten eenemaal zal gecesfeerd zijn; zullende de gemelde Keurmeesters moe-en zorgen, dat^ wanneer onder hun Districi de Ziekte zich mogte openbaaren, de van die ziekte befmetteji Beesten terftond, en alzoo in hunne tegenwoordigheid worden doodgefla^en, of doodgefchooten, zoo veel mogelijk, zonder bloed te ftoiten, en op eene zoo veel doenliik van de Stallen en Weiden afgelegene plaatfe, vier voeten diep in den grond, of zoo diep, als de aart van den grond toeiaat, begraaven worden, zonder dat iets daar van zal mogen overgehouden worden. Dat twee derden der waarde van zoodanig doodgéflagen of doodgefchooten Beest of Beesten, zoo als die voor dato van de voorfz biTmetrehjke Ziekte geweest is, volgens tauxatie van het Gerecht der Plaatze, alwair die Beesten alzoo gedooJ z'jn, daadtlijk aan den Eigenaar door het Gerecht of de Municipa'i-= teir der Plaatfe zal worden goedgedaan, en het deswegens' betaalde uit 'sLands Kas zal worden gerembourfec d; zullende het Gerecht zich in het doen vaft die tauxatie moeten gedraagen naar de beëedtgde op- gaa-  •C 6 > •gaave van Keurmeesters, of zoodanig snder bewijs als hetzelve in gemoede voldoende zal oordeeleh ' Dat echter die geenen, welken in gebreke zouden mogen gebleeven zijn, bij het befpeuren der Ziekte in mamere voorfz., daar van, uiterlijk binnen 2/ uuren, daar na, aan de Keurmeesters kennis te geel ten, of een zoodanig teeken, als hier vooren is bepaald , vóór de toegang van zijne Stal of Weide te plaatlen, niet alleenlijk geene de minste vergoeding van de waarde van het gedoode Beest of Beesten zal genieten 5 maar b ven dien voor den tijd van een laar m een Tuut- of Werkhuis, binnen deeze Provintie zal worden geconfineerd, ten ziinen koste, of wel in cas van onvermogen, om met zijner handen arbeid den kost te winnen — zullende op gelijke wijze worden geftraft c'e geene , die het bovengemelde teeken eerder zal hebben weggenomen, dan na verloop van den hier boven bepaalden tijd. 8. Dat door de Municipaliteiten of Gerechten der Disrriften, in welken de voorfz. ziekte mogte worden belpeurd, tot het doodfchieten of doodflaan, geYvk mede, tot het begraaven der Beesten, gefchikte Perfoonen of Arbeiders op een redelijk falaris zullen moeten worden aangefteld, ten koste der gemeeue Ingelanden. 9. Dat alle de geenen, die zich zouden mogen verftouten, om de aan de voorfz. Ziekte geftorvene, of deswegens gedoode Beesten, uittedelven, of uit den grond te haaien, gelijk mede de zoodanigen,Jdie het Vleesch van al zuIkc beesten, willens en weetens, ui'venten, verkoopen of confumeeren, hoe het ook' zoude mogen z jn, aan den Lijve zullen worden geftraft. ten minsten met orenbaare Geesfeling, en Bannisfement uit den Lande van Holland voor dtn tijd van tien Jaaren. to. Dat de voorn. Keurmeesters, wanneer zich onder hun District, de befmettende Ziekte m >gte openbaaren, weekelijks eene naauwkeurige Lijst van de geltor-  < 7 > ktorvene en gedoode Beesten , op den Eed, bij des jaar vang hunner functie gedaan , aan de Municipaliteic of het Gerecht der Plaatfe zullen moeten overgeeven; >en zullende dat Gerecht ve volgens gehouden zijn, Idie bij hun ontvangene Lijst in originali over te zen!den aan het Committé Provintiaal, ten einde door ihetzelve, indien in zoodanig District, niettegenfhande het dooden der zieke Beesten, de ziekte meer en meer de overhand mogte «eemeri, zoodanige nadere \voorzieningen worden gedaan , als, naar vereisch van omstandigheden, voor het Algemeen belang zal worgden bevonden te behooren. ii. Dat dezelve Keurmeesters alle mogelijke ornzigttgV ilheid zullen moeten gebruiken, ten einde zij, door middel van hunne klederen, de bef netting niet overIbrengen; maar dezelve, zoo door berooking, als an«. -idere prsecautien, zuiver houden. 12. Dat insgelijks aan alle Veehouders op het ernftigfi» wordt aanbevoolen, om hunne Scallen zuiver en zindelijk te houden, die met Gene ver - beziën , of Buskruid te berooken, Teer in de Srallingen te plaatfen, en tweemaalen weekelijks het gezonde Vee de bek met Zout te wrijven: En zullende dezelven abfolutelijk verpligt en gehouden zijn, om die behoednv'ddelen terftond, na dit 'er ziek Vee op een Stal zal zijn ontdekt, te werk te leggen, op rreae, dat die geenen, welke bevonden zullen worden de gemelde prsecau'ien niet te hebben gebruik:, geene de minste verwoeding zullen genieten voor de waarde van hunne i zieke Beesten, die in voege vo rfz. zullen worden gei dood, en daar en boven ter arbitrage van den Gerechi te, naar bevind van zaaken, zullen worden gecorri! geerd. 13- Dat wijders alle Officieren worden gelast een waa« kend oog te houden, en zorge te draagen , dat de Orders van den Lande, tegens het (laan van Beesten ten platten Lande, om in tonnen gelegd, gezouten of gej rookt te worden, ftiptelijk worden geoblérveerd, en nagekomen.  < 8 > *4- Dat alle Municipaiiteittn en Gerechten in deeze Frovintie wanneer in derzelver nabuurfchap de Ziekte wordt befpeurd , zul en gehouden zijn de vereUchte prsecautien te neemen, om de invoer van Rundvee en van alle aneere goederen, hier vooren Arr 8 vermeld,_u,t de helmetten Plaatfen in hun District óp de eftcacieusre wijze te keer te gaan, en tot dat einde ook des rach:s on een redelijk iVaris ten kosten vande Ingelanden, Waakers aan te fteilen, en voorts al- SS^/Tr^f doen' als Z1'i "aar de Plaatfelijke gelegenheid van het District zuilen geraaden vinden, tot al het welk wij dezeiven audtorileeten bij deeze. 15. Dat ook aïte die geenen , welken eenig Rundvee hoegenaamd, of eenige Goederen hier vooren Art vermeld, uil eene Plaats van deeze Provintie ' alwaar de voorfz. Ziekte mogte befpeurd zijn, naar of in een ander Distritf, alwaar de Ziekte zich noch niet heeft geopenbaard, zullen vervoeren, of inbrengen gelijk- mede de zoodanigen, die hetzelve Vee" of andere verhoder.e Articulen, komende uit befme'tten Plaatfen, willens en weetens inneemen, ontvangen of bergen, of tot de voo.fz. vervoering, inbreng ' of berging, op. eenigerhandé wijze medewerken, op' gelijke wijze zullen worden geitraft, als hier vooren bij Art. i. en 3 is geftatucerd. 16. Dat alle Gerechten , wanneer in hun District., de feelmetteluke. Ziekte mogte worden befpeurd, zoo veel mogelijk is, zu len zorgen , en de ftren^fte toezicht liouaen, ten einde. alle de gem-enfehap met de S alJen, of Plaatfen, aiwaar zich het zieke of befmetten Vee bevird', worde afgefneeden, op dat de Bpwooners derzdven, zich vooral niet vervoegen in de Stallen , of PL atfen, alwaar eenig ander Vee gevonden wordt, veel min op publieke Markten, of daar eenig Vee bij elkander gebragt of vergaderd wordt, tot zoo lange er eenige zekerheid exteert, dat de Ziekte op hunne Stallen ophoudt, en niet meer befpeurd wor It als mecie, dat de wollen klederen, waar mede zij de be-  tëefmetten Beesten behandeld , of opgepast hebben, wofiden verbrand. 17. Dat, alzoo bevonden is, dat door het loopen van de honden de infectie ook kan worden overgebragt; naan alle Ingezetenen van zoodanige plaatfen alwaar de bef'mettende ziekte zoude mogen befpeurd worden, wel expresfeliik wordt gelasten bevoolen, dat zij hunJfe honden zullen hebben te houden oP hunne Wer1 ven, op eene boete van 05. Guldens, t'elken reize te Iverbeuren bij den Eigenaar van den Hond, die buiten ïde Werven zal bevonden worden, en dat daar en bo- 3 yen aan een ieder zal zijn gepermitteerd, -om alle non- 4 den buiten de Werven loopende, te mogen dooden. Zullende de voorfz. boetens worden geappliceerd ■^voor een derde part ten behoeve van den Officier, 1 die de Calange zal doen , voor een gelijk derde ten 3i behoeve van den Aanbrenger, en het over resteeren. de derde ren behoeve van de gczamenflijke publicque ■ Armen der plaatfe, alwaar de Calange zal gefchiedea. iS. Dat die geenen, welke zich zouden mogen ver£ Houten, om zich tegens onze hier vooren bepaalde praecautien en maatregulen feitelijk te verzetten, zonder eenige Conniventie, aan den lijve, ten minsteri : met openbaare geesfeling, conflnement voor vijf jaaren, en bannisfement uit den Lande van Holland voor den tijd van tien jaaren zullen worden geftraft. Ordonnerende wijders den Procureur Generaal en • alle andere Officieren en Jufticieren op poene van pri- 5 vatie van hunlieder Officie, om deeze onze Publicatie I behoorlijk te executeert, en te doen executeeren en ; nakomen, en tegens de geenen, welken zich aan : de overt eedinsr daar van fchuldig maaken, zonder eenige oogluiking of verfchooning te procedeeren, zoo als in goede Juftitie zal bevonden worden te behooren, terwijl wij eindelijk vertrouwen, dat alle de open] baare Leeraars van den Godsdienst, in hunne gebeI den, met oerzelver Gemeentens, Hem, die het Loc der Volkeren beftuurt, ootmoedig zullen fmeekcn, om deeze befmettende ziekte ten eenemaale ce doen op- hou»  *C 10 > honden, en de middelen die daar toe worden aaneewend met Zijn Ze?en te bekroonen g ^iflïn ff""" ^ de° H,^ge' onder bet k,eïn Zegel van den Lande, den a9 December 1796. Het twee* <3e Jaar der Bataaifcne Vrijheid. e (Was geparapheerd,) SAMUEL tan HOOGSTRATEN, vt. (Onder ftond,) Ter ordonnantie van hetzelve. (Was geteekend,) C. SCHEFFER.