N°. 230. GELIJKHEID, VRTJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE der nat ion a a* le vfrgad BR ing , Op het jllik yciii desertik uit 'sLands zeedienst. Gearrejieèr'4 den -9' April 1797 Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. D e nationaale vergadering, representeerende het volk van neqerland, allen den geenen die deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en Brocderfchapï Nademaal wij met d'. leevendigfte droefheid en verontwaardiging zijn ontwaar geworden , dat de Defertie van 's Lands Schepen van Ooilog dagelijks toeneemt; en dat veele ort'aarte Ingezetenen zich zoo verre verlaagen , dat zij, in deezen tijd van Oorlog tegen den vijand onzer Rephliek , Schepelingen , die met eenen heiligen eed, hunnen arm aan het Vaderland hebben toegewijd, aanzetten, om c'ien eed te breekcn, of hun in het pleegen van omrouw behulpzaam zijn: nademaal het dus fchijnt beweezen te zijn , dat de zachtere ftrafwetten , welke wij gehoopt hadden dat ter voorkoming of beteugeling van defertie zouden voldoen, dat heilzaam doel niet kunnen bereiken; en dat ook de pogingen, welke bijna van het eerfte 00gerjblik der Omwenteling af, door de Vertegenwoordigers der Natie aangewend zijn, om, zoo veel doenlijk, het lot van het Bootsvolk te verbeteren, niet hebbes gehad die uitwerking , welke men daar van met  < ft > met regt te gemoete zag , zoo is het , dat wij ons, onzes ondanks, genoodzaakt zien tot ftrengere maatregelen over te gaan. En echter ftrijut deeze geftrengheid zoo zeer tegen onze grondbeginfelen, tegen onze gezindheid, en tegen onze verlangens, dat wij op het zelfae oogenb'.ik, waar op wij aan den opzettelijken en hardnekkigen boosdoener de wraak der Wet in alle haare kracht moeten aankondigen, te gelijk nog ééne poging willen doen, om den verleiden door belofte van vergiffenis te rug te roepen, en door de vernietiging zoo veel mogelijk van alle ontëerende gevolgen van vorige misdrijven de gelijkheid te herfhellen, de flaapende eerzucht op te wekken, en den afgedwaalden en te rug keerenden zoo wel, als hem, die tot dus verre getrouw gebleeven was, door nieuwe weldaaden, naauwer aan het Vaderland en aan zijnen pligt te verbinden. Wij moeten en willen, in den naam der Natie, in denzelfden adem, dood en vergiffenis aankondigen : en wij zullen zorg draagen , dat onze belofte en bedieigingen beiden, met eene heilige naauwgazetheid en onwrikbaare itand vastigheid worden vervuld en ter uitvoer gebragt. Door die redenen dan gedrongen, en met deeze gevoelens bezield , hebben wij, na hier op vooraf te hebben ingenomen de confideratien en het advis van het Commïtté tot de zaaken van de Marine , goedgevonden te ordonneeren en te ftatueeren, gelijk wij ordonneeien en ftatueeren bij deeze: Art. i. Dat van nu af aan buiten werking zal worden gefield alle Sententie of dispofkie j' waar bij Matroozen of Sol- daa-  < s > daaten, op'sLands Schepen van Oorlog dienende, om welke misdaad zulks ook zoude mogen wezen , gecondemneerd waren, om den Lande voor niet te dienen; ten dien effedte, dat van dato deezes hunne Gagien we« derom ten hunnen behoeve zullen beginnen te loopen, en zij volkomen op denzelfden voet met andere Man» fchappen zullen worden behandeld, en door niemand, wie hij ook zoude mogen zijn, om hunne te voren begaane,cn nu ukgewischte mïsdaaden , met eenig verwijt bejegend, veel min van eenig genot, dat aan hunne Kameraaden gegund wordt,uitgeflooten zullen mogen worden, 2. Dat alle Soldaaten uit de Land - Armée, die te voren van hunne Compagniën gedeferteerd, achterhaald, en gecondemneerd waren, om den Lande eenigen tijd ter Zee te dienen ; mitsgaders allen, die uit hoofde van eenige Sententie of ten gevolge van andere dispofitten Op 'sLands Vloot geplaatst zijn, voor zoo verre zij zich nog aan boord van één van 'sLands Schepen bevinden, van na af aan in zoo verre van de gevolgen dier Sententie of dispofitie zullen worden ontheven, dat zij zullen worden geconfidereerd als vrijwillig in dienst te zijn gekomen, en hunne behandeling aan boord volkomen gelijk zal zijn met die van de overige Equipagie, en zij met dezelve volkomen dezelfde blijken van vertrouwen, en dezelfde voorrechten genieten zullen , zoo lang zij zich dezelven niet door ontrouw' ©f ander ftrafbaar gedrag op nieuw onwaardig maaken. 3- I?at alle Onder-Officieren en Gemeenen, Matroo-  < 4 > zen en Soldaaten, die, het zij voor of na de jongde Omwenteling van één van 's Lands Schepen van Oorlog gedeferteerd zijn, en zich voor den eerften Junij aanftaande, weder vrijwillig begeeven aan boord van hunne Schepen, of zich, om weder derwaarts gebragc te worden, aan één der Comptoiren van hoofdelijke betaaling aanbieden, om aldaar hunnen tijd uit te dienen, vrij zullen blijven van alle ftraf, welke zij anderzins door hunne defèrtie zouden hebben verdiend , en eene zoo volkomene kwijrfchelding van deeze misdaad zullen genieten, als of dezelve nimmer ware begaan geweest. 4- Dat in het vervolg geduurende deezen Oorlog een iegelijk, die zich in 'sLands Zeedienst geëngageerd hebbende, en geplaatst zijnde op een Schip of Vaartuig, dat tot den effeétiven dienst ter Zee gefchikt is, van daar deferteert, of voor een' bepaalden tijd verlof bekomen hebbende , na verloop van dien tijd achter blijft; en binnen drie weeken , na dat hij zicb aan boord begeeven heeft, of na dat zijn verlof geëindigd is, zich niet weder aan boord begeeft;- wanneer hij achterhaald wordt, en geene wettige redenen van verfchooning zal kunnen opgeeven , zal worden g»bragt aan boord van zijn Schip , of van zoodanig Schip, als de Commandant der Rheede zal goedvinden: dat daar na terftond over hem door dei,/.,Ifden Commandant zal worden benoemd een Krijgsraad, welke zoo fpoedig mogelijk zijn proces zal opmaaken , zonder aan den gewoonen form van proo.deeren ftiptelijk ge> houden te zijn; en zoo dra de defertie overtuigend b..weezen is, hem zal veroovdeelen om met de kooide geftraft te . worden, dat 'er de dood na volgt -y dat deeze  < 5 > deeze Sententie niet zal ter approbatie gezonden worden aan het Commircé tot de zaaken van de Marine, maar alleen naderhand ter kennisfe van hetzelve gebragta en dat dezelve, terftond na dat zij ge weezen is, gepronuncieerd , en binnen 24 uuren daar na ter Executie gelegd zal worden ,. aan boord van hef; Schip, waar de gefententiëerde gedetineerd zal zijn. 5- Dat een iegelijk, die, zich in 'sLands Zeedienst geëngageerd hebbende, aan dat engagement ontrouw wordt, voor dat hij zich aan boord van zijn Sehip bevindt; mitsgaders een iegelijk, die van een Wacht - of Kost-Schip deferteert of achter blijft, wanneer hij achterhaald wordt, met eene geftrenge Seheeps - ftraf zal worden afgeftraft. 6. Dat een iegelijk, die overtuigd wordt, één of meer manl'chappen die zich in 'sLands Zeedienst hebben geëngageerd , tot defertie verleid te hebben, of daar in behulpzaam te zijn geweest, of opzettelijk verborgen te hebben, het zij dan dat zoodanige Deferteurs achterhaald worden of niet, gehouden zal zijn tot eene drievoudige vergoeding van alie fchade, welke het Land door die defertie geleeden heeft, en wel fpiciaal tot eene drievoudige- vergoeding van de praemie en handgelden ; en daarenboven onderworpen aan zoodanige ftraffen, als de omftandigheden, die het feit vergezellen, zullen • komen te vorderen. Voorts gt lasten wij het Committé tot de zaaken van ée Marine , dm Advocaat Fiscaal Generaal, fubftitut Fis-  < 6 > fiscaals, mitsgaders alle Officieren in dienst van denStaat ter Zee, den inhoud van deeze onze Publicatie te achtervolgen , procedeerende en doende procedeeren tegen de Contraventeurs van dezelve , zonder eenige oogluiking, disfimulatie of verdrag; want wij zulks ten dienste van den Lande bevonden hebben alzoö te behooren. En op dat niemand zoude kunnen voorwenden van deeze onze Publicatie onkundig te zijn, ontbieden en verzoeken wij de Hoogstgeconftitueerde Magten der onderfcheiden Gewesten, en alle andere Officieren en Jufticieren van dezelve Landen, deeze onze Publicatie van {tonden aan alomme te doen Publiceeren en Affigeeren, daar zulks nodig zijn zal, en men gewoon is zoodanige Publicatie en Affixie te doen. Aldus gedaan ter bovengemelde Vergadering, in den Haage, den 29. April 1797. Het derde jaar der Bataaffche Vrijheid. C Was geparapheerd) J. A. de MIST, vt. -(Onder ftond) Ter ordonnantie van dezelve. (Was geteekend) D. van LA ER. Secretariu  Na. 231. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE der nationaale vergadering, tot Alteratie en Araph'atie der Publicatie van 5. Januarij 1796. wegens het transit van contrabande goederen. Geiirrefleerd den 12. Meij 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. n JLJr E NATIONAALE VERGADERING, REPRESENTEERENDE HET VOLK VAN NEDERLAND, allen den geenen die deeze zullen zien, of hooien leezen heil en Broederfchap! Naardien tot onze kennisfe is gekomen, dat door een kwalijk verdaan onzer Publicatie van 5. Januarij deezes Jaars, den invoer van Goederen, welke te Lande, of langs de Rivieren, binnen deeze Republiek gebragt worden, om tranfito te verzenden, alnog, tegen onze intentie , aan verfcheiden belemmeringen onderhevig is; en het belang van den Lande vordert, dat daar tegen ten lpoediglte voorzien inge worde gedaan. ZOO IS HET, dat wij, om alle mogelijke twijffelingen en dubiëteiten weg te neetnen, en het tranfito nog meerder te favorifeeren, hebben goedgevonden te decreteeren: Art. 1.  Art. i. Dat de vier ecrfte Arr. van voorfz. Publicatie niet behoeven nageleefd te worden bïj het invoeren van Contrabande Goeaeren die van de Landzijde, het zij te Lande. her zij langs de Rivieren, binnen deeze Republiek gebragt worden , en dat mitdien die Articulen in zoo verre , zoo veel noodig , zijn ingetrokken. Dan dat dsar en tegen de Voerlieden en Schippers, •welke Contrabande Goederen van de Landzijde invoeren, om tianfito verzonden te worden, zullen gehouden wezen, bij zich te hebben eene, door hun eigenhandig onderteekende, Verklaaring, inhoudende de quantireit, qualireit, waarde en merken van de Contrabande Goederen die zij op hunne Wagens of Karren, of in hunne Schepen hebben gelaaden. — Dat zij, op het Terr toir van deeze Republiek gekomen zijnde, die Verklaa ing zullen moeten vertoonen aan alle Officieren en Bedienden van de Convooijen en Licenten, welke requireeren dezelve te zien. — En voorts aan het eerfte Gömptoir, da.u- zij aankomen , die Verklaaring overgeeven. 2. Dat de drie-dubbelde waarde., waar voor , volgens Art. 9. van vooriz. Publicatie , Cautie moet gefield worden, beftaat, in driemaal de waaide van de Goederen. 3- Dat voortaan van alle Ijzer- en Staalwerk, als mede van Koffij Tioltns, van de Landzijde ingevoerd wordende, voor tranfito iech-tn zal worden betaald drie pro Cento van de veile waarde. 4. Dat van vrije tranfito Goederen, welke van de Land' zijde ingevoerd worden, bij het inkomen, voor en in plaats van Cautie zal worden betaald de inkomende en uit- /  < 3 > uitgaande rechten ; — met dien verftande nogthans, dat zoo haast, in Conformité van Art. li* der voorfz. Publicatie, zal zijn beweezen, dat die G>edjren wezenlijk en in de daad zijn uitgevoerd, gereltitueerd zal worden het geene te veel betaald is. 5- Dat de gerequireerde Cautie moet gefield worden door den Koopman of Commisfionair, welke de Goederen het eerfte ontvangt; è. Dat deeze Cautie niét zal behoeven te beftaan in eene tor.fignatie van Penningen of Goederen ; zullende echter de Officierenvan de Convooijen en Licenten gerechtigd zijn , om des noods te vorderen eene verklaaring van foliditeit van de Cautionaris , door het plaatfelijk Beftuur van zijne woonplaats af te geeven. 7- Dat onze Publicatie van 5. Januarij 1-97. voor zoo verre hier mede komt te fbrij'ieri, wordt gealtereerd, urar voor het overige blijft in volle kracht en waarde. 8. Eindelijk: dat voortaan van alle Contrabande Goederen die van de Landzijde, het zij te Lande, het zij langs de Rivieren, binnen deeze Republiek gebragt Worden' om naar elders te vervoeren , voor trantïro 1 echten zal worden betaald twee per cento van de volle waarde. Wordende her Placaat en Liisre van 31 Julij 1725. ih zoo verre gealtereerd en veranderd. Wijders lasten en beveelen wij het Committé tot dezaaken van de Marine ; mitsgaders den Advocaat Fiscaal Generaal, fubnitut Fiscaals, Commiftn Generaal, en alle andere Officieren van de Convooijen en Licenten, zich ftiptelijk hier naar te remiseren. En  < 4 > En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunpen pretendeeren, zoo ontbieden en verzoeken wij de Hoogst Geconffituëerde Magten in de relpeftive Gewesten , deeze onze Publicatie van üonden'aan te doen Publiceeren en affigeeren ter plaatje daar ■men gewoon is zoodanige Publicatien en Affixien te doen. Aldus gedaan en gearresteerd ter bovengemelde Vergadering in den Haag den 12. Mei 1797. Het derde Jaar der Bataafiche Vrijheid. (Was geparapheerd} J. B. BICKER, vt. Ter Ordonnantie van dezelve. (Was Geteekend) D. van LA ER. Secretaris.  N°. a32. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE der natio- naale vergadering, Wegens eene verhoogde belasting op den Invoer van Uiclandfche koussen. Gearresteerd den 16. Mei 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vrijheid. 1) e nationaals vergadering, rbpresenteerende het volk van nederland, allen den geenen die deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederlchap! Aizoo wij bij onze voorige Publicatien allen invoer van Engelfche, Schotfche en Ierfche Kouslen verboden hebben , en bij die gelegenheid alle de geenen, welke genegen mogten zijn binnen deeze Landen eenigerhande Kousfen - Fabrieken op nieuws aanteleggen, of de reeds aangelegde uittebreiden en te vermeet deren, aangemoedigd hebben, om in deeze loffelijke en voor den welvaart der Ingezetenen zoo voordeelige onderntemingen, met allen ijver te volharden, in de volkomene verzekering, dat het onze ernftige wil en begeerte is, om dezelve" Publicatien te maintineeren en alle effect te geeven; En alzoo wij met genoegen vernomen hebben, dat de Kousfen - Fabrieken hier te Lande reeds aanmerkelijke vorderingen gemaakt hebben, en het te hoopen en te verwachten is,dat dezelven tot eene grootere uitgebreidheid zullen geraaken. ZOO IS HET, dat wij het van onzen onvermijdelijken pligt geoordeeld hebbende, om alle middelen te beraamen en daar te {tellen, welke zouden kunnen dienen om die Fabrieken met nadruk aan te kweeken, en  < t > en aizoo den bloei en voorfpoed der Ingezetenen te bevorderen , en om tevens een nader blijk te geeven van ons onveranderlijk voorneemen, «ra gemelde Fabrieken te blijven maintineeren, goedgevonden hebben te Terrereeren, gelijk wij decreteeren.bij deeze, dat van den invoer van alle uitlandfche Kousfen (behalven van de EngeKche, Schorfche en Ierfche Kousfen waar van den invoer geheel vei boden blijft J in plaats van twee per cent, gelijk bij het Placaat en de Lijst van »i. Jülij 1725. op den ophef der C jnvooijen en Licenten is bepaald , voortaan aan inkomende rechten zal moeten worden betaald zes per cent van de waarde, onder zoodanige pccnalittiten als bij het gemelde Placaat van den 31. Julij 17,5. zijn vaugefbld. Voorts lasten en bevelen wij rj?t Commitré tot de zaaken van de Marine, mitsgaders den Advocaat-Fiscaal Gene-aal, S ihftitut Fiscaals, Commifen - Generaal , en aHe andere Officieren van de Convooijen en Licenten, op de nakoming van deeze onze Publicatie iliptehjk het oog te houden, en tegen de Overtreeders van He twee en een half ten honderd in het jaar , ingegaan zijnde in het gemelde jaar 1796. , naar maate van den tijd, waarop de fournisiemenun gedaan zijn, volgens de bepaalingen bij de voorfz. Decreeten gemaakt, alsmede de gedrukte Recepisfen, wel ccn, na dat de voorfz» Negociatien bij Publicatie van den 30. December 1796. voor den tijd van twee maanden waren geprolongeerd, ten Comptoire van den voornoemden Ontvanger, in deezen jaare 1797. zijn tütgegeevén, om daar voor gepasfeerd en afgegeeven te worden Obligatien als voren, tegens gelijken interest, ingegaan zijn ie den eerften Februarij laatstleeden, respcctivelijk zijn nagedrukt, en dat wijders in verfcheidena van die aizoo nagedrukte Exemplaaren de Cijffers van de Nummers bovenaan, mitsgaders de vermeldingen of expresfien van de fommen of fournisfementen in den tekst, benevens de Cijffers van die fommen onder aan, (welke Sommen en CijlTers, in beide die foorten, van de nagedrukte, even als in de echte Recepisfen, respeélivelijk in blanco of oningevuld waren gelaten) gelijk ook nog de in het ecrfle gemelde foort der voorf/. nagedrukte, mede op die zelfde wijze als in de echte open gelatene bepaalingen van de maand en dag van het ingaan der interesfen , ingefchreevcn of ingevuld zijn, door eenPerfoon, of Perfooncn, buiten het Comptoir van den voorn. Ontvanger, en daar toe aizoo niet gequalificeerd zijnde, en dat eindelijk daar onder is gefield eene Signature of Naamteekening van den jegenswoordigen Ontvanger Wm. Hk. D rsux, welkers echtheid voor als nog twijfelachtig is. En dat vervolgens eenige van deeze valfche Rccepislen in roulauce of circulatie gebragt zijn. Dat nadien zoodtoige fnoode ea aliezins ftrafwaardi. ge  < 3 > ge pradtijken vcrftrekken toe merkelijk nadeel van de goede Ingezetenen, wij ons Yerpligt hebben gevonden , om ten fpoedigflen bij deeze alle en een iegelijk, die zulks zoude mogen aangaan, daar van te waarfchouwen, en tevens ter kennisfe van de belanghebbenden te brengen, dat het eerfte foort van de hier vooren gemelde nagedrukte Recepisfen, welken ter onze kennisfe zijn gekomen, zich van de echte in den jaare 1796. ten Comptoire van den voorn. Ontvanger afgegeeven, doet onderfcheiden door de navolgende kenteekenen. i°. Dat in 't generaal alle de Letters van de vootfz. nagedrukte Recepisfen, veel grooter en langer zijn dan van de echte, fpeciaal de Curfive en Latijnfche Letteren, zoo als niet alleen bij nameeting met een Pasfer, maar zelfs bij eene confrontatie met het bloote oog kan worden nagegaan, en onderfcheiden. 2°. Dat fommige Regels van de voorfz. nagedrukte Recepisfen ook in de lengte of breedte merkelijk van de regels der echte verfchillen, het welk inzonderheid in het oog loopt bij confrontatie van de tweede regel, in de met Curfive Letteren boven aan gedrukte periode beginnende Jaar, genegotleerd öV., terwijl zulks een zoo groot different op die regel uitlevert,dat, wanneer een echte Recepis, en eene der voorfz. nagedrukten zodanig op elkander worden gelegd, dat de Letters Be, achter aan dezelve regel {taande, preciefelijk gelijk {taan, en quadreeren, als dan bevonden wordt dat de letter J van 't woord Jaar, voor aan in de nagedrukte Recepisfen geheel vooruit fpringt, wijl dit zelfde verfchil niet alleenlijk omtrent de breedte d*r Regels ook plaats heeft in de volgende met Curfive Letteren gedrukte Regel, beginnende ftuur van Holland &c, maar zelfs bij eene confrontatie als vooren een oriderfcheid oplevert van  < 4 > van de twee Letters ft van het woord ftuur j — en in de Iaatfte regel der met Curfive Letteren gedrukte periode, beginnende en alteratie van dato &c. een different van het geheele woord en voor aan in die regel ftaande , terwijl die respective verfchillen voor aan in die regels aangeweezen even fterk plaats hebben in de Iaatfte letters derzelve Regels, als maakende in de voorfz. regel beginnende jaar aan het einde derzelve een dif. fereht meer dan van de geheele letter e in het achterfte woord Be —, en in de regel beginner.de ftuur van de twee achterfte Letters ie van het woord Ampliatie; en eindelijk, in de Iaatfte Regel, beginnende en Jlteratie, van de twee geheele Letters de in het woord aanvalgende. — Dat het voorfz. zoo notabel onderfcheid van variëteit in de breedte der Regels, wat laager, in den tekst der Recepisfen zelve, bij eene gelijke confrontatie ailczins evident en blijkbaar is in de Regels , beginnende met de woorden de Stad en het Quartier van Rotterdam &c., item in de volgenden , beginnende voorfz. Decreeten van, alsmede in de Regel, beginnende Ponden , en in de Iaatfte Regel, beginnende cepisfe weder overleverende. ■ 30. Dat de distaniien c f ruimtens tusfehen de respective woorden in de echte , en in de voorfz. nagedrukte Recepisfen voorkomende, mede merkelijk van elkaudcren verfchillen, het geen insgelijks bij confrontatie van dezelvcn bijzonder in het oog loopt, in de spatien tusfehen de woorden ftuur van Holland, in de met Curfive Letteren gedrukte periode , boven in de beide foorten van Recepisfen gevonden wordende, terwijl daar uit confteert, dat de tusfehen-ruimtens in ds echte Recepisfen grooter, en ook de gemelde woorden  < 5 > dén meer Van een gezet zijn, dan in de voorfz, nagê* drukte. x 4 . 40 Dat ook de Streepjes, waar mede fommige woorden in de echte en nagedrukte Recepisfen res* peótive zijn afgebroken , niet overeenkomen, als zijnde (zoo als bij eene confrontatie van de beide foorteft insgelijks in het oog loopt) deeze Streepjes in dé eerst* gemelde merkelijk langer dan in de laatstgenoemde. Dat Wijders het tweede foOrt van de hier-vereng»» itielde nagedrukte Recepisfen, welke ter onzer kennis gekomen zijn, van de echte in deezön jaare 1797> ten Cömptoire van den gemelden Ontvanger afgegeeven» mede kan worden onderfcheiden door de navolgend» ten tëc]c£ncti» 1°. Dat in het generaal de Letters waar rriede dé fcagedrukte Recepisfen zijn gedrukt, zoo wel de Capi* taaie Curfive als Latijnfche, meer zijn afgeüeetert, dan die welke tot de echte Recepisfen zijn gebruikt ge* worden, het geen al aanftonds in het oog loopt 111 d den Jaar genegotieerd &c. en ïrt de volgende Regels beginnende ftuur van Holland &c. zijnde de woorden der nagedrukte Recepisfen in de gemelde Regels kort op een, en bijna tegen eikanderen geplaatst, terwijl integendeel de woorden, in de echte gedrukte Recepisfen aldaar met grootere tusfehen ruimtens zijn gezet cn gewerkt geworden. — 50. Dat ook wat laagef, of in den tekst de hier voorengcmelde afgefleetenheid der Letters inzonderheid kan worden onderfcheiden in de eerfte Ren-el, — ontfangen bij mij Ondergefchreeven &c. zijnde notabel, dat de Letters van de nagedrukte Recepisfen in die Regel, vetter en rulder afgedrukt zijn, dan in de echteterwijl het merkelijk onderfcheid in d-'e twee zoorten' van Recepisfen bij Confrontatie van de Letters, als Letters in de woorden — bij mij, en in het woord Ondergefchreeven , onder anderen in de daar in voorkomende Letters yonsr ten duidelijkfte befpeord wordt, fpeciaal ook omtrent de n, van het woord ontfaNgen. 4°. Dat voorts de ged ukte echte Recepisfen over het geheel genomen, omtrent een Letter breeder gezet en uitgewerkt zijn, dan de nagedrukte Recepisfen, in voegen dat wanneer men een nagedrukte, en een echte Recepis zoodanig op eikanderen legt, dat de woorden Schellingen praeciefelijk quadreeren en gelijk zijn; men aanftonds bevindt, dat de letter P. van 't woord Ponden in die Regel voor aan ftaande, in de echte geheel voor uit fpringt, gelijk ook van dit verfchil confteert, bijconfrontatie als boven van de eerste Regel — Ontfangen bij mij Ondergefchreeven - en verder bij iedere volgende Regel, en a lernotabelst bij vergelijking der Regels van de bovenftaande periode beginnende van Ob#>  < 7 > Obligatten tegen twee en een half ten honderd fcc. als het welk op sommige van die Regels bijna eene differentie van twee Letters uitmaakt. 4°. Dat het woord Interest voorkomende in de met Curfive Letteren gedrukte periode boven aan, in de nagedrukte Recepisfen gelpeld ftaat met twee fijllabens Intrest, zonder e tusfehen de Iaatfte fijllabe tresty terwijl onderrusfehen dit zelfde woord Intrest in de echte Recepisfen gefpeld ftaat Interest, met drie fijllabens, en dus met de Letter e in de middelfte fijllabe. En ten einde zoo veel als in ons vermogen is te voorzien, dat de voorfz valfche en nagemaakte Recepisfen niet verder in roulance worden gebragr. ZOO IS HET, dat wij, vermits het Provintiaal Eeftuur thans niet bij den anderen vergaderd is, bij deezen allen en een iegelijk binnen deeze Provintie wel ernftigüjk verbieden, om eenige van dezelve Recepisfen aan, of van iemand onder welk voorwendfel zulks ook zoude mogen zijn, uittegeeven of te debiteeren, mitsgaders oveneneemen, of te ontvangen, m3ar integendeel wel expresfelijk gelasten, om alle zoodanige valfche Recepisfen die onder hun zouden mogen berusten , of voorhanden zijn, binnen veertien dagen na de Publicatie deezes te bezorgen, of te doen bezorgen ,aan het Comptoir van den Ontvanger des gemeenen Lands Middelen binnen Rotterdam, ten einde terftond weerloos te worden gemaakt. Zullende de geenen, welken zullen bevonden worden zoodanige valfche Recepisfen voorbedachtelijk, en ter kwaader trouwe uirgegeeven, aangenomen, of onder zich te hebben gehouden, des wegens op het rigoureuste worden geftraft, in voegen als naar de Wetten deezer Landen, in goede Justitie zai worden bevonden te behooren, Ge-  Gelastende \vijiers den Procureur Generaal, als mede den Baiüiuw der Stad Rotterdam, en alle andere Officieren en Justicieren van deeze Provintie, op die geenen, welken handdaadig of medeplichtig zouden mogen zijn aan het nadrukken, of doen nadrukken, invullen en teekenen van de voorfz. valfche Recepisfen , mitsgaders die dezelven willens en weetens in rouJance hebben .gebragt, op het ernftiglten te inquireeren; ten einde alle dezelven anderen ter exempel de doorhuil verdiende ftraffen te doen ondervinden, en voorts acht te neemen, dat onze jegenswoordige Publicatie ftdptelijk worde geobferveerd en nagekomen. En wordende wijders tot des te betere ontdekking der voorfz. misdaaden, bij deezen eene premie beloofd van 3000 Guldens, voor de geenen, welken den Perfo,on of Perfoonen, die aan het nadrukken , invullen en teekenen der meergemelde valfche Recepisfen zich heeft of hebben fchuldig gemaakt zal konnen aanwijzen , zoodanig dat dezelve Perfoon of Perfoonen in h.a;.den der Justitie zal of zullen geraaken, en van het fait worden overtuigd; zullende des aanbrengers naam des begeerende worden gefeercteerd. En op dat niemand hier van ignorantie zoude konnen $f mogen pretendeeren, zal deeze alornme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus gedaan in den Haage onder het klein Zegel vaa den Lande , den 30. Meij 1797, het derde Jaar dei: 3|araaflche Vrijheid, K. H OVENS, vr. Ter ordonnantie van het Provïntiaal C_qmmiué van Holland, $, F, LEEMANS*  Ne. 034. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PROCLAMATIE der nationaals vergadering ten gele'tds van het ontwerp van constitutie voor het bataafsche volk. Gedrrefïeerd den 2. Junij 1797. Het derde Jaar der Bataafjchs Vrijheid. BATAAVEN! Z oude gij nog kunnen twijfelen, dat de zon der Vrijheid in uw midden is opgegaan? zoudt gij nog kunnen twijfelen , dat gij u in den kring der vrije Volken hebt gerangfchikt? ziet hier een ontwerp van Conftitutie, op uwen last door ons ontworpen — dat aan uwe overweegulg _ aan uwe beflisfing, wordt voorgefleld! beurt dan met fierheid het hoofd om hoog, en zegt tegen zo yeele Volken, die u omringen :• „ Gij ongelukkigen! die moet gehoorzaamen aan den wil uwer Beftuurders; wij zullen vaordaan naar onze eigen Wetten leeven; wij zijn vrij i" Hoe allerbelangrijkst is derhalven het tijdvak, dat wij bekeven? konden onze Voorvaderen uit de ftille grafkuilen der ruste opzien; — konden onze Voorvaderen, die om de Vrijheid reeds v,or meer dan twee Eeuwen met het rcagtig Spanje geworsteld hebben , — die fints onaf jebroken, in zo veele af.visfelende omfiandigheden ym voor- en tegenfpoed, op haar bleevenftaaroogen,— kon-  < a > konden de dulzer.de Vaderlandfche Helden, die voor de Vrijheid geftorven zijn , wier Asfche in onzen grond bewaard worde , ons bezig zien aan het groote werk, om ons, aan ons zeiven eene Conitnitie te geeven' ó' hoe zouden de vreu-detoonen der Voorvaderen, die dit tijdvak gehoopt, maar niet bel.efd hebben, zich veréénigen,mct het gejuich der gelukkiger Nakomelingen, die eindelijk de gewenschte vruchten ftaan te plukken van al hun poogen; die eindelijk de Grondwetten zullen vastflellen, waarop zij zich zeiven, door hunne Vertegenwoordigers , zullen befluuren! Hier zwijge de onverftandigc aankleever van het voorig Staats-beftuur. — Welke hevige Volks-twisten tot heden ons gefthokt hebben; 'c is nu geen ftrijd meer over een Ariftocratifche Staarsregeering met, of zonder Stadhouder; 't is nu geen ftrijd meer tusfehen heerschzugtige Grooten , die malkander den roof betwisten, dien zij op de rechten der Burgeren gemaakt hebben; maar het geldt hier het algemeen Volks belang; de zaak van allen het geldt hier de daadelijke uitoefening dier Rechten, d:e de Mensch zijn aangeboren. Eeuwige Rechten ! die Tijrannen miskennen ; maar die onder de» invloed der Gouden Vrijheid genoten worden. Het is hier te doen, om dat groote Volks - verdrag met den anderen aantegaan, en voor het Altaar der Vrijheid te hezweewm, dat de ééne Burger met dea anderen gerechtigd is te fluiten; een Volks-verdragi da: den eenigen wettigen grondflag geeft aan al wat regeering is, in welks grootheid zich alle nietige Partijfchappen verliezen, daar de Vrijheid zonder onderfcheid allen omarmt, die haar liefhebben , die haar hulde en troos  •C 3 > t trouwe zweeren; die geen flaaven en afhangelingen i moedwillig blijven willen, maar die zich zullen betoo* men een vrij Vaderland waardig te zijn, en de Rechten, idie zij als Menfchcn van den oneindigen God ontvaagett ' hebben, wenfchen te genieten en uitteöefencn. Of zoude het integendeel kunnen geacht worden voor de Bataaffche Natie wenschlijker te zijn, geen zodanig ,, Volks-verdragaan te gaan — geene Conftitutie te bezitten? Dat zij, die in verwarring en onrust hun hêHj zouden smogen zoeken, zich Bataaven noemen; zij zijn het niet. Dat zij, die het wankelend tusfehen - Beftuur zouden jimogen wenfchen te doen voortduuren , zich vrienden noemen van hun Vaderland; ook deeze zijn het niet. 1'HoeJ zullen het vrienden zijn van hun Vaderland, die inwendig allen Beduur flegts op losfe fchroeven zien irusten — die gemor en ontevredenheid bij den dag zien aangroeien — die bij gebrek aan éénpaarige Grondregels, tegenftrijdigheid op regenftrijdigheid zien ïlapelen, idie hier de Vrijheid zien eerbiedigen, en ginds het geweld en de oude misbruiken zien voordduuren; zullen het vrienden zijn van het Vaderland, die deezen rampzaligen ftaat wenfchen te verlengen; die niet vuurig hoopen lom denzelven, hoe eer zoo beter, met een vast en gejregeld Bettuur verwisfeld te zien;waar in de kracht der ittegeering alle deeze onaffcheidbaare onheilen van een jiltijdin zich zei ven los en wankelend tusfehen - Beftuur Iqal doen verdwijnen en ophouden, — waar bij ieder jmet rust en kalmte de vruchten van zijne Nijverheid Hal mogen genieten , en hem dat genot beflendi» zal verzekerd worden ? Zullen het vrienden zijn van het VaMand, die het Bataaffche Volk, weleer onder de aan- voe-  < 4 > voering van een de Ruyter, de glorierijke handha* ver der vrije Zee; de vuist, die Engelands Oorlogsvlooren vernielde, en Chatham heeft in vuur gezet! —•» weleer, onder het Staats beftuur van een de WiT» dat Volk, dat de magtigfte der Lodewyken dwong ftil te ftaan op zijne gloriebaan — dat den Sleutel in zijn hand droeg, die de Zond ontfloot dat Europa verbaasde, en door haar ontzien wierdt! Zuilen het vrienden zijn van het Vaderland, die kunnen dulden, dat, dat zelfde Bataaffche Volk langer blijve in de diepte van vernedering, waar in het thands gezonken ligt ? Neen- 'j zeker! de vrienden van 't Vaderland reikhalzen naar eene Conflitutie, tie op goede Republikeinfche gronden met wijsheid is gevestigd ; op dat deBataaven, hunnen ouden rang onder de Volken herneemende, hunne Broeders, de vrij geworien Franfchen, den Broederkus met dankbaarheid aanbieden voor de Vrijheid, die zij van hunne hand ontvingen; op dat de Bataaven, ook hun hoofd met krijgsloof vercierd hebbende, hunne belangen zien gelden, bij het bepaalen vau den voet, op welken Eu* ropa de Vrede zal gefchonken worden. Dit alles moeten de heilrijke gevolgen zijn, Medebur- I gers ! van eene goede Conlütutie. Dit was het, dat gij | buiten twijfel beoogd hebt, toen gij ons last gaaft, U een 1 Ontwerp daar van voor te draagen. Verre van ons, dat / wij in den lof van het Ontwerp , dat wij U thands aanbieden , zouden uitweiden. Verre van ons, dat wij voor uw kiesch oor ons eigen werk zouden roemen en . I verheffen. Neen zeker; wij laaten het in zijn waardeen j onwaarde , en gceven het U ter beflisfing, zoo als het is. Ons was de taak opgelegd tot ontwerpen; het is nu uwe I zaak geworden te over weegen, te beflisfen over onzen j arbeid. I  < 5 > arbeid, Wii geeven U de uitkomst van onze lange, van onze moeilijke en "verdrietige Raadpleegingen ;'t is nu uwe zaak geworden, ons werk te tretzen aan üw waarachtig belang , aan de beginfelen , waar op eene goede Conftitutie moet gebouwd zijn, en aan het algemeen Volksheil, 't Is nu uwe zaak geworderi, na een ongeftoord onderzoek, in uwe Oppermagt te beflisfen, of gij ons Ontwerp aanneemt of verwerpt. De natuur der zaak gedoogt niet, bedenkingen op bijzondere poincten te ontvangen. Het Reglement , waar naar wij hebben moeten werken, laat ons niet toe te denken, dat gij iets anders U hebt voorbehouden , dan eene bloote goedkeuring of verwerping. G:ene veranderingen kunnen dus in dit Ontwerp gemaakt worden; maar een duidelijk Ja of Neen eene ronde verklaaring van goedkeuring of verwerping zal het Lot van die Ontwerp, in zijn geheel genomen, moeten beflisfen. Inmiddels kunt gij met de volkomenfte vrijheid uwe raadpieegingen en beöoi deelingen van ons werk voordzetten ; deelt malkander daar over uwe gedagten mede, zoo rund, zoo openlijk, als Gij zult goedvinden. De dag van den 8 Augustus is bij ons bepaald, om deeze zaak af te doen. En het is op dien dag, op Dingsclag den 8 Augustus aan ftaande, dat wij alle Stemgerechte Burgers oproepen, om elk, in zijne Grondvergadering , zijne beflisfende ftem uit te brengen. — 't Is op dien dag, dat het getal der ftemmen, zoo voor als tegen het Ontwerp, in de Grondvergaderingen uitgebragt , door de'Hoogst Geconftituëerde Magt in elk Gewest zullen ingezameld, en binnen 14 dagen daar na ons worden tot-gezonden. 1 Me-  < 6 > Medeburgers! dat wijs beraad, dat kloekzinnigheid, Uwe Raadpleegingen beftuuren — dat onftuimige driften aan onbreekbaare Ketenen geboeid blijven, en eene bedaarde befchouwing van het geen U, na alles in de weegfchaal van het onzijdig oordeel gewogen te hebben, te kiezen ftaat, uwe keuze bepaale! gij beleeft een tijdvak, dat in de Hiftorie der Volken zai aangeteekend worden. Het raadpleegen over eene Conftitutie is het gewigtigst werk, dat ooit door een Volk kan ondernomen worden. Gij zult dat gewigt voelen; en waarom zouden wij U onze hoop verbergen V Gij zult U in deeze overweeging Zoodanig gedragen, dat Tijdgenooten en Nakomelingen Van de Bataaven zullen getuigen: „ zij waren waardig, „ na zoo lange en zoo duure worstelingen, naar hunne s, eigen wetten te leeven; zij waren waardig vrij te „ zijn". Aldus gedaan en gearrefteerd ter bovengemelde Vergadering, in den Haa?e, den 2 Junij 1797, het derde Jaar der BataafTche Vrijheid. C Was geparapheerd) G. W. van MARLE, vr. ( Onderftond) Ter Ordonnant'e van dezelve. (Was Geteekend,) C. BYLEVELD.