GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE der natio- naale vergadering tot het tegengaan der fraudes , gepleegd •wordende door zijdsche bom-men en pinken. Gearresteerd den 29. September 1797. Het derde Jaar der Bataaf[che Fr ij-. heid, D E NaTIONAALE VERGADERING, repre3enT BERENDE HET VOLK VAN NEDERLAND, allen den geenen , die deeze zullen zien en hooren leezen, Heil en Broederfcbap! doet te weeten: Dat wij in ervaaring gekomen zijnde, dat de Zijdfche Bommen en Pinken, welke des nachrs de Zee-ftranden aandoen, daadelijk hunne inhebbendeP-isfagiers aan Land zetten , en hunr,e Goederen losièn, en door Wagens landwaard in laaten vervoeren, ZQnder van hun arrivé-ment alvoorens aan de Commifen, van 'sLands wege daar toe gefield,! eenige kennis te geeven , alsmede, dat veeltijds des nachts, en bij den donker,diergelijke Pinken of Bommen van daar vertrekken, buiten weeten der opgezegde Commifen, en zonder door dezelven te kunnen worden naargezien en gerechercheerd, waar door niet alleen de weg tot allen frauduleufen handel is opcngefteld, maar waar door ook ten grootften deele -worden elufoir gemaakt alle zoodaanige voorzieningen, als in de Zeegaten van de Goêrée, Texel, den Brielle, en anderen zijn gefield, tot het behoorlijk uit- en inklaaren van Schepen, van hier naar andere landen vertrekkende of van daarbinnen komende: En wijders in aanmerking genomen zijnde, dat zulks direét ftrijdig is, tegen het 65. Articul van het Generaal Placaat van den 51. Julij 1725 , op den ophef der Convooijen en Licenten geëmaneerd, waar bij wel uitdruk» lijk is geftatueerd: „ Dat  *€ * > „ Dat niemand vermag eenige goederen te laaden of j, losfen op ftranden of andere uithoeken, daar geeno i, Officieren van de Convooijen en Licenten zijn:" ZOO IS HET, dat wij d-ar in willende voorzien, gedecreteerd en geftatueerd hebben, gelijk wij decretee» ren en ftatueeren bij deeze: Art. i. Dat geene Schippers of Stuurlieden van eenige Bomfchepen, Pinken of andere Vaartuigen, van de Zeeftranden der Republiek afvaarende, of daar aanlandende, met hunne voorfz. Bommen , Pinken of andere Vaartu'» gen van de ftranden zullen mogen afvaaren, voor dat zij alvoorens behoorlijk Pasport van hunne ingelaaden goederen zullen hebben geligt , en voor dat de Commis van de plaats van waar zij zullen afvaaren , de lading behoorlijk zal hebben geviüteerd en nagezien, en het Pas» port behoorlijk zal hebben afgefchreevcn, op de poene en boete bij het Generaal Placaat van den jaare 1725. geftatueerd ; en al is het dat zoodaanig Bom-, Pinkfchip of ander Vaartuig mogt wegvaaren, en alsdan niet kan worden achterhaald , zal des niet tegenftaande zoodaanig Schip of Vaartuig, wanneer het naderhand mogt woxden achterhaald , worden geconfisqueerd, en de Schip» per aan den lijve, naar exigentie van zaaken , geftrafr. Dat voortaan geene Schippers of Stuurlieden, van de ftranden afvaarende, zullen mogen mede neemen ofte overvoeren, naar wat plaatze het ook zoude mogen siijn, eenige Perfoonen, die niet meteen behoorlijk Pasport zijn voorzien, en dat voorlchreeven Schippers de voorfz. Schuiten of Schepen, daar toe niet zullen mogen verhuuren, of eenige Perfoonen naar Buitenslandsch mede neemen, ten zij vooraf aan den Gommis, van 'sLands wege gefteld , daarvan kennis hebben gegeeven , alles insgelijks op de poenen en boeten hier vooren geftatueerd: — zullende als dan de Cotntnis aan voorfz. Schippers of Stuurman daar voor behoorlijke expeditie verleenen, en in dorfo van het Pasport van de over te voeren Perfoon of Perfoonen noteeren het vifa, en hetzelve met zijn naam, den datum, en de plaats alwaar hij dat Pasport zal ge?.ien hebben, onderteekenen; en van alle de dus Jgevifeerde Pasporten behoorlijke notitie en register houden. 3.  < 3 > "Dat geen Schipper of Stuurman van eenige Pink- of Bomfchuit ofande-e Vaartuigen, zal mogen gedoogen, dat in zijn Schip iets gelaaden worde, voor dat hij aan den Gommis zal hebben opgegeeven zijn' naam, den naam van zijn Schip, en de Plaats waar heen de reize gedestineerd is, en voorts behoorlijke aangifte zal hebben gedaan van de Goederen, welke in zijn Schip zullen gelaaden worden, alles op de poene en boete als bij het Placaat van 31. Julij 1725. tegen de overtreeders is geftatueerd. 4- Dat voortaan geene Pinken-, Bommen of andere Vaartuigen , welke nieuw gemaakt, of om te repareeren ,' of om welke reden dan ook , aan de Stranden mogren zijn aangeland, van de voorfz. Zeeftranden zullen mogen afvaaren, voor dat zij Schippers of Stuurlieden 'den Commis, daar ter plaatfe geposteerd, tijdig van hun aaflftaand vertrek zullen hebben verwittigd, en genvlde Commis behoorlijke recherche zal hebben gedaan , en hem Sch'pper of Stuurman daar van een behoorlijk bewijs zal hebben ter hand gefteld, alles op de poene en boete hier vooren geftatueerd. 5. Dat de Schippers en Stuurlieden voortaan zullen gehouden en verpligt zijn om, zoo dra zij met voorlz. hunne Pink- of Bom-Schepen of andere Vaartuigen op eenig Strand zullen zijn aangekomen, terftond, zonder eenige Perfoonen te mogen uitzetten, of iets hoegenaamd van hunne lading te losfen, aan den Commis van de Plaats alwaar 'zij aangekomen zijn, kennis ta geeven , zoo wel van hunne inhebbende Lading, als 'van de Perfoonen welke zij aan boord mogen hebben, en uit andere Landen, ofte ook wel uit havens van deeze Republiek , mogten hebben overgevoerd; op poene van confiscatie van Schip of Vaartuig en Goederen, of -wel (zoo er meer bezwaarende omftandigheden bij hebben plaats gehad ) zoodaanige zwaarere ftraffe, als door de wet is voorgefchreeven tegen Schipper of Stuurman , welke dit ons verbod züilen hebben overueeden. 6  < 4 > Dat voorfz. Bor& - of Pinkfchuiten geland zijnde, met^ voorneemen om daar ter plaatfe te losfen , de Schippers zullen gehouden zijn, voor dat zij iets van hunne inhebbende lading zullen mogen losfen , of eenige medegebragte Perfoonen van Boord laaten gaan , aan den Commis kennis te geeven en behoorlijke' inklaaring te doen, zullende de Commis verpligt zijn, zoo fpoedig mogelijk zoodaanig Schip en Lading behoorlijk te mlpefteeren en behoorlijk Loscedul te geeven, even als bij het inkomen op de Rivieren en in de Havens, conform het meergemelde Placaat van 1725. gebruikelijk is, alles, in cas van contraventie, op de boeten en poenen bij het evengemelde Placaat geftatueerd. Dat voorts op de Zeeft'ranclen praecife zal in acht genomen worden het 5S. Art. van het voorfz. Placaat van 1725; en dat dienvolgende geene Schippers of Stuurlieden , Perfoonen noch Goederen, geduurende den nacht,na zonnen ondergangen voor zonnen opgang, zullen mogen losfen of laaden, of gedoogen dat in hunne Schepen^gelaaden of daaruit gelost worden, ten zij om zoodaanige presfante redenen, welke den Commis zullen kunnen moveeren,om eenige laading oflosfingvoor zonnen opgangen na zonnen ondergang te permittecren, alles op de boeten en poenen bij het voorgemelde Placaat van 1725. geftatueerd, 8. Dat tot beter bereiking van dit ons falutair oogmerk, aan alle en een iegelijk wie het zij, bij deeze wel expresfelijk wordt verbooden, des nachts eenige goederen, hóe dezelven mogten zijn genaamd of ingepakt, uit zoo-, daanige aan of op het ftrand liggende Pinken of Bom-' fchuiten, re helpen ontlaaden , overneemen, op eenige Wagens te laaden , of elder* heen te helpen draagen of vervoeren, noch ook eenige Perfoonen uit zoodaage Schepen elders heen te brengen, zonder fchrifcelijk confent van den Commis van de Plaats, op poene van confiscatie van zoodaanige Wagen en Paard of Paarden, waar mede diergelijke vervoering in den nacht zal zijn gefchied, en dat tegen zoodaanigen Voerman, of Eigenaar, mitsgaders tegen de zoodaanigen welke eenige Goe»  < 5 V Goederen of Perfoonen, zonder zoodaanige perrmsfie; zouden mogen vervoerd of weggedraagen hebben, ten rigoureusten zal worden geprocedeerd. 9- Dat voorts ten aanzien van alle Visfchuiten, directelijk ter visvangst van de ftranden afvaarende, welke dus geen Koopmans - goederen vervoeren , bij voortgangnzalmoeten worden in acht genomen, en op dezelven geappliceerd, het 60. Art. van het Generaal Placaat vjin 31. Julij 1715, waar bij is geftatueerd en bevolen: Dat de Visch-fchuiten , dewelke verfche Visch uit „ Hoekers en verltné Vischvangers overneemen, ten allen tijde, en ook des nachts, geëxpedieerd zullen „ worden , en ook laaden of losfen mogen, mits dat de „ Schippers van dezelve Visch-fchuiten aan deCollegien „ ter Admiraliteit, of aan die geenen die van haarent „ wege daar toe geauthorifeerd zullen worden , onder „ folemneelen Eede moeten verklaaren, dat zij, noch „ ze!ven , noch door hunne Knechts, noodhulpen, of ,, anderen , geen Goederen buiten de voorfz. verfche Visch in hunne Schuiten zullen laaden of vervoeren, „ en Tr»'ts dat ook moeten inftaan voor hunne Knechts „ en alle anderen,die zich van de Visch-fchuiten zouden „ willen bedienen, op zoodaanige poene als tegens de ,, Marktfchhppers, de Vrijbrief misbruikende, bij Art. „ 16^. (van 'c Generaal Placaat van den Jaare 1725.) u h geftatueerd; namentlijk op verbeurte van hunne Schepen , Schuiten enz. en wijders van als meineedigen te zullen worden geltraft, ter arbitrage van het Committé tot de zaaken van de Marine. En eindelijk dat voorfz. 60. Art. aldus zal worden geamplieerd, gelijk gefchiedt bij deeze: Dat de Schippers van gemelde Visch-fchuiten, geene Brieven of andere Papieren zullen mogen medeneemen of overbrengen, of door hunne Knechts, noodhulpen of anderen , doen medeneemen of overbrengen, op poenen en ftraffen als vooren. En op dat niemand hier van eenige onkunde zoude kunnen voorwenden , ontbieden en verzoeken wij de Hoogsrgeconftitueerde Magten in de refpeftive Gewesten, en alle andere Jufticieren en Officieren deezer Landen , dat zij deeze Publicatie van ftonden aan doen afkon-  < 6 > kondigen en aanplakken, ter plaatzen daar men zulks gewoon is: lasrende en beveelende ons Commicté tot de zaaken van de Marine , de Fiscaals, Commifen" Generaal en alle andere Officieren deezer Landen, deeze onze Publicatie en bevelen te achtervolgen en te doen achtervolgen , procedeerende en doende procedeeren te* gen de overtreeders van dien, zonder eenige gunst, infchikkelijkheid of verdrag. Aldus gedaan ter bovengemelde Vergadering, iri den Haage, den 29. Sept. 1797. Het derde Jaar der'Bsêtaaffche Vrijheid. (Was geparapheerd 5) AD. PLOOS van AMSTEL, vt. (Onder Hond,) Ter ordonnantie van dezelve. (Was geteekend,) C L. van BEYMA,  Ke. 257. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE, wegens de ALLOÜIALISATIE van LEENGOEDEREN. Gedrrefïeerd den 4. Oclober 1797. Het derde Jaar der Bataaffhe Vrijheid. VIN TI AAL BESTUUR VAN HOLLAND! allen den geenen hunner Medeburgeren , welke deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap 1 doet te weeten: f Dat wij bij ons Decreet van den Julij 1797, het ProvintiaalCommitté onder anderen hebbende geauthorifeerd,qm deLeenkamer van Holland te quaüficeeren tot het doen der Allodialiiatie van de Leénen , welken geene Heerlijke Goederen zijn, en direételijk van den volke van Holland releveeren $ zonder dat het noodig zon zijn, deswegens eenig Adres te doen aan de Vergade. ring van ons Provintiaal Beftuur: en om voorts met overleg van de voorfchreeven Leenkamer, omtrent het gebruik der Zegels en kosten der Allodialifatie zoodaanige fchikkingen te beraamen en bepaalingen daar te Hellen, als overeenkomftig de belangens van dit Gewest noedig zouden worden geoordeeld; hetzelve, ingevolge de voorfchreeven verleende authorifatie, met de gemelde Leenkamer omtrend de fchikkingen en bepaalingen in aeezen te maaken,een en andermaal heeft geconfereerd, doch  4 2 > doch zich niet in ftaat heeft bevonden om de finaals fchikkingen daar te ftelhn voor de bijeenkomst deezer Vergadering, en het daarom voegzaarncr hèeft ?eoordeeld , om ten opzichte van de fchikkingen en bepaajingen in deezen te maaken, ons te dienen van deszelfs, confideratien, dan om dezelve geduÖréhde het bijeenzijn onzer Vergadering fïnaalijk daar te (lellen. Dat wij vervolgens, na het inkomen van de voorfz. confideratien, bij ons Decreet van heden des wegens de noodige fchikkingen hebben beraamd en bepaalingen hebben vastgefteld , en dat wij, ten einde een ieder, welke zulks zoude mogen aangaan,zich hier naar zoude' kunnen gedraagen, goedgevonden hebben den Volte van dit een en ander bij deeze kennisfe te geeven, gelijk wij kenbaar maaken bij aeeze: Dat alle zoodaanige Vafallen, welke, bij behoorlijk verlei, eenige Goederen (geene Heerlijke Goederen zijnde) inmediaateiijk van den Volke van Holland ter Leen bezitten en dezelve begeeren te hebben Gcallodialifeerd, zich daar toe bij Requeste, met een daar aan geannexeerde Afts. van Tauxatïe ,' van iiet Óerecht' onder welker Jurisdictie zoodaanige Goederen gelegen zjjn zullen, moeten adresfeeren aan de Leenkamer van Holland, in den Haage , bij welke .daadciijk, zonder verdere omfiag , tegens betaalinge van eeu twiatigfl* gedeelte (in plaats van 'een tiende gedeelte welke daar van tot nu toe heeft moeten worden betaald) van de oprechte waarde van zoodaani-e Goederen, aan den Rentmeester der Domeinen van het resfort, onder welke de voorfz. Goederen gelegen zjjn', tea behoeve van den Lande, en tegens betaaling van merkelijk ver-  •C 3 > verminderde onkosten, op dezelve verzoeken zal worden gedisponeerd. Du wij al verder hebben geftatueerd, en ftatuëeren bij dieze : dat zoodaanige Bezi.ters van Leengoederen (geene Heerlijke Goederen zijnde ) welken zouden mogen hebben verzuimd, om daarvan b'innen den gerequireerden tijd ter Leenkamer van Hofland verlei te neemen, en van de voorfz, onze dispofitie zouden willen gebruik manken , niet gehouden zullen zijn , zich aan ons, of aan het Provintiaal Committé te adresfeeren, tot het verkrijgen van reliëf van hetzelve verzuim: maar zullen kunnen volftaan met als nog van dezelve Goederen behoorlijk en naar ftijle verlei en investiture te neemen, mits daar van betaalende, voor ieder ver« zuim , zoodaanige dubbelde Heergewaden, Hof- en andere Rechten, als tot nu toe heeft plaats gehad, en dezelve daadelijk, in voegen hier vooren omfchreeven, ter Leenkamer doende allodialifeeren. — Exhorteerende wij bij deeze alle zoodaanige Bezitters van Leengoederen, welken geene Heerlijke Goederen zijn, en van deeze onze gunüige dispofitie, waar door zij als nu tegens betaaling van eene geringe fomme gelds tot afkoop, en zeer maatige onkosten, ter Leen. kamer van Holland, de allodiaiifatie van dezelve Goederen kunnen verkrijgen ,. zich daar toe bij Requeste ter Leenkamer van Holland te adresfeeren, voor den I. Januarij 1798. — En op dat niemand hier van onkundig zij, gelasten wij dat deeze alomme zal worden gepubliceerd en geafR. geerd , daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Ge-  < 4 > Gedaan m den Haage, ond.r het klein Ze.el van den Lande, den 4. Oftober 1797. Hec derdV r! der Bataaflcfae Vrijheid • de Jaaf A. J. VERBEEK, vt. Ter ordonnantie van het Provintiaal Beduur van Heiland, C. SCHEFFER,  N°. 258. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE der nationaa-le vergadering, wegens de in- en uitgaande rechten van STIJFSEL en HAlRPOEDER» Gtf» arresteerd den 5. OBoher 1297' Het derde Jaar der Bataaffchc Vrijheid* JlJk nationaale vergadering , kepri" SINTEEREHDï het volk van nederland , al" len den gecnen , die deeze zullen zien of hooren leezen, Heil en Broederfchap! Nademaal wij, van het begin onzer werkzaamheden af, gaarne en zorgvuldig hebben opgezocht en aange. greepen alle gelegenheden , om den bloei der Vaderlandfche Fabrieken en Trafieken zoo veel mogelijk te bevorderen en te begunstigen; hebben wij ook gewillig onze aandacht verleend aan de klagten over het verval der Trafieken van St.'jf.èl en Hairpoeder hier te Lande , en met vlijt nagefpoord de oorzaaken van dat verval, en de middelen, door Welke deeze Trafieken Vit dien vervallen ftaat zouden kunnen worden opgebeurd ;  < P > beurd: en dat zoo ved te meer, om dat diar door niet alleen het belang van die geenen, welken zich ysla deeze Trafieken geneeren, en dus ook het be'ang van het Land, ( dat door den bloei van deszelfs I gezetenen bloeit) bevorderd zou worden, maar ook om dat dezelve Trafieken nog in verband ftaan met een' anderen, voor ons Land gewigtigen, tak van Staats-oeconomie , het mesten van Zwijnen, waar van een te grooter aantal door het draf der graanen, die tot de StijrTel gebruikt zijn, gevoed kan worden, naar maate die Trafieken fterker kunnen worden gedreeven. Overweegende dierhalven , dat het gezegde verval voornaamelijk veroorzaakt wordt door eene te groote faciliteit, die aan den invoer dier articulen van buiten 'sLands gelaaren fs, en aan de belerrmeringen, die de uitvoer derzelven naar buiten ondervindt; — overwee» gende, dat onze eigen Tr-fivken in ftaat zouden zijn, om zoo veel van deeze articulen te maaken, als hier te lande verbruikt wordt, en zelfs om daar en boven no* eene aanzienlijke quantiteit uir te voeren: —overweegende, dat dus de uitvoer meer moet worden gemakkelijk gemaakt, en dat de invoer ( fchoon dezelve, uit hoofde van den bovenmaatigen prijs, waar toe deeze ar» {jeu-  < 3 > ticulen in tijden van fchaarschheid zouden kunnen worden opgevoerd, niet geheel dient verboden te worden) echter zoo moet worden belemmerd, dat dezelve, in jrewoone tijden, met geen hoop op voordeel kan wor. den ondernomen : — overweegende eindelijk, dat, zedert het emaneeren van het tarif van 1725, de belasting op den uitvoer buiten evenredigheid geraakt is met de gewoone prijzen van meergemelde articulen, en dat deeze evenredigheid moet worden heriteld: Hebben wij goedgevonden te ordonneeren en te fta« tuëeren, gelijk wij ordonneeren en ftatuëeren bij deeze: Voor eerst: Dat van ftonden aan, dat deeze zal zijn gepubliceerd en geaffigeerd, van elke honderd ponden Süjffel of Hairpoeder, die van buiten 'sLands binnen deeze Republiek zullen worden ingevoerd, in plaats van vier guldeni, zullen worden betaald zes guldens voor inkomende rechten: En ten anderen, dat mede van dit zelfde tijddip af, de uitgaande rechten op die zelfde articulen één vierde zullen worden verminderd, en dus voordaan , voor elke honderd ponden Stijffel of Hairpoeder, die buiten deeze Republiek zullen worden uitgevoerd, in plaats van vier Huivers, zullen worden betaald drie ïluivers. En  < 4 J» En, op ebt niemand hier van cnweetendheid zoude kunnen voorwenden, ontbieden en verdoeken wij de Hoogstgeconftitueerde Migten in de relpeftivé Gewesten, en alle Justicieren en OlHcieren, du zij deeze onze Publicatie, van Honden aan, doen afkondigen en aanplakken , ter plaatze , daar men zulks gewoon is : Lastende en bevelende wij ons Committé tot de zaaken van de Marine, den Advocaat-Fiscaal, de CommifenGeneraal, en alie andere Officieren deezer Landeni deeze onze Publicatie en bevelen te achtervolgen en te doen achtervolgen; procedeerende en doende procedee* ren tegens de overtreeders derzilven, zonder eenre gunst, infchikkelijkheid, of verdrag. Aldus gedaan ter bovengemelde Vergadering, in des Haage , den 5. Oetober 1797, het derde Jaar der Ealaaflche Vrijheid. ( Was geparapheerd,) J. NUHOUT van der VEEN, vtj (Ouuer Hond,) Ter Ordonnantie van dezelve. (Was geteekend,) J. KANTELAAR,  N\ S59. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE wegens eene Belasting Op advertentien UI de, publieke Nieuwspapieren, van geboorte- h y w k l ij k s- en ster fgevallen. Gearresteerd den 5. Ötlober 179.7- <&rie Jaar der Bataaffche Vrijheid. Ï"ÏeT pr.ovintiaal bestuur va n holland, aan allen de geenen hunner Medeburgeren , die dee/.e zuilen zien of hopren kezen, HcU en Broederfchap! doet te weeten: Dat het voor heen gebruiklijk is geweest, dat door de Ingezetenen van deeze en de overige Provtntien van dit Gemeenebest. door middel van gefchreeven of gedrukte Brieven, op de gewoone Post Comptoiren inpeftoken of befteld wordende, aan derzelver Bloedverwanten of goede Bekenden, van de Geboorte - Hw ^ehjks- en Sterfgevallen, kennis te geeven; doch dat zedert eenigen tijd de gemelde gewoonte veel al in onbTuik is geraakt, als hebbende men , zoo in deeze als andere Gewesten, gepraftifeerd, om de gemelde Notificatien te doen bij Advertentien of Berichten in de publieke Nieuws-papieren, waar door niet alleenlijk de kosten, vallende op het drukken van zoodaanige Misfives (het welk veeltijds plag te gefchieden ) maar ook 4e Porten, die anderzirs, zoo van de CommunicatieBrieven, als van de refcriptie op dezelven, betaaid ■wierden, grootendeels befpaaid worden. Dat hoe zeer wij, aan de eene zijde, aan onze Medeburgeren geenzins willen betwisten de bevoegdheid cn het vermogen, om de refpective Geboorte- Huvve-  Hjks - en Sterfgevallen, waartoe zii eenige betrekking hebben, in diervoegen, als zij zouden mog^n te raade worden, en dus ook door middel der Nieuws-paDieren Dag-bladen of Tijdfchrifcen, alomme bekend te maaken; wij echter, aan den anderen kant, ons verplat vindenom, inzonderheid in de te:;en.,woordige tijdsomftandigheden , daar wij zelfs door buiten?evvoone Geldheffi igen in 'sLands Financietle benoer'cen hebben moeten voorzien, zoo veel doenlijk is te zorgen, dat op eene billijke wijze worde te gemoet gekomen aan de fchade, die daar door wordt toegebragt aan de Inkomsten van dit Gewest, vin welken het cro= Venuder Posterijen geen onaanzienlijk gedeelte uitmaakt. Dat wij, ten einde wegens het voorgemelde gemis eene redelijke fchadeloosftvlling voor en ten behoeve van de gemeene zaak te effeftueeren, hebben goedgevonden te decreteeren en bepaalen eene belasting op alle de Advertentien of Berichten van Gehorte- ƒ&uelijks- en Sterfgevallen, die door, of op last van de Ingezetenen deezer Provtntie , na primo November deezes Jaars 1797 in eenige Nieuws-papieren, hoe ook genaamd, zullen worden geplaaist, in voegen en maniere hierna volgende; Art 1. Vcor elke Adrertentie zal, zoo dikwijls als dezelve in een Nieuws-papier geplaatst wordt, in deeze belasting betaald worden: wanneer zij behelst, a) Het bericht der Geboorte van Kind of Kinde? ren. ƒ 1 : . : - 0 ) Een Huwelijks Notificatie, ƒ3::- c ) De Bekendmaaking van een Sterfgeval, ƒ2:-:-: . Zullende dien vol gen de , wanneer men in meer dan een Nieuws-papier zoodaanige Notificatien zal willen doen Hellen , voor ieder van de gemelde Papieren afzonderlijk moeten betaald worden. 2.  < 3 > a. Een ieder Ingezeten , die de voorfz. Advertentien of Berichten in de Nieuws papieren zal willen doen plaatfèn, zal gehouden zijn, bij een Billet, nier. zijnen naam, of, zoo hij niet'fchrijven kan,met zijn gewoon handmerk of teeken, in prefentie van eenen getuigen, geteekend en met expreslie van den datum der onderteekening op te geeven, het Geboorte- Huwelijks- of Sterfgeval, het welk hij begeert te Notificeeren , mitsgaders het Nieuws-papier of Nieuws-papieren, waar in hij voorneemens is, de Bekendmaaking te doen of te laaten doen: en eindelijk, hoe dikwijls hij in een of meerdere van die Papieren, dezelve wil doen (tellen, volgens het Formuliei'hier na gèinfereerd; zullende hij wijders verplig<- ,zijn, dat billet te bezorgen ter Secretarie van zijne Woonplaats, voor- en al-eer hij de te doene Advertentien aan den Drukker of Uitgeever der Nieuws - papieren ter plaatzing zal mogen toezenden of afgeeven, of door iemand anders doen toezenden. 3- Dat de voldoening van de voorfz. Belasting uiterlijk binnen tweemaal vier-en twintig uuren,na de exhibitie van het Billet, zal moeten geichieden in handen van een der Secretar'sfen, die in de refpective Steden of Plaatfen tot den ontvang van het middel op het Trouwen en Begraaven zijn gequaüfïceerd , als welken bij deezen tot het invorderen van dit middel al mede wel expresfelijk geauthorifeerd en gelast worden. —— En zullen dezelven niet alleenlijk verpligt zijn, om' het provenue daar van op den Eed , bij den aanvang hunner Bediening gepraesteerd, aan den Lande te verantwoorden , maar ook van de betaalingen, uit dien hoofde gedaan wordende, een pertinent Register te houden, op gelijke wijze, als ten reguarde van het middel op het Trouwen en Begraaven, bij het ai. Articul van de Ordonnantie van den 26. October 1695. is g»Éatueerd. 4,  < 4 > 4. Dat de gemelde Secretarisfen in de refpecV.ve Steden en Dorpen zullen gehouien zijn aan de geenen, die de voorfz. B«Jatins» voldoen, diar van te geeven eene behoorlijke Qiitantie, hebbende opgedrukt het klein Zegel van den Lande, waar va-i de begrooting za! gefciiiedea i-. diei voeden , dat ten reguarje van elke Advertentie een Z-gei van twee ftuivers zal moeten gebruikt of gebeezigd worden. 5- Dat de geenen, welke zouden mo^cn bevonden worden eenige Notificatien of Advertenties in de Nieuwspapieren te hebben doen plaatlen, alvo )rens daar van de hier voorengem. opgaive ter Secretarie van hu^ue W001 plaatfe te hebben gedaan, zullen vervallen in eene boete van honderd guldens voor elke Advertentie; welke bofte meje zal worden verbeurd door de zoodaani^en die het door hun ingeleeverd B liet der te doene Adver* tentien niet behoorlijk opgegeeven , maar een of meerder van dezelven nullen hebben verzwee/i.en: en zulks alles boven de poene, in het Generaal Pacaat op de invordering van 's Luids Gemeene Middelen betreepen, t"'; regi'arde van de geene, die zich in het een of ane'er otvicht aan opzettelijke fraude van deeze Baastin" /ou e mo^en fchulditr maaken: zullende de voorfz. reftr ftive jioe: en? worden geappiireerd een d rde ten behoe.e van len Officier, die de ciiange doen zal, een dei"e voor oen Aanklaager, en het refteereude een derde voor de gez manlijke publièqaé Armen der Woon* plaatfe van de Contravenieurs. Ge'astende den Advocaat van de Gemeene Lands Midielen en andere Giiici eren en Ju'ticieren van deezen Lande, die bevoegd zijn tot het doen van c.iian (te wegens cvertreeding öf fraude van 's Lands Mid ieien, om op de executie van deeze Paèlicatie en de daarbij gein. troduceérdfe Belasting goede toezicht te neemen, mitsgaders tegens de Contravemeurs zonder eenige conni. ventie te proct decren, zoo het behoort; en zullen aan dezelven tot dat einde, zoo in de Steden, a's ten plat-  < 5 > pïaften Lande, ten allen tijde worden verleend acces» tot, en viiie van de Registers. die door de refpective Secretarisfen wegens de voorfz. Belasting, ingevolge het hier voorengemelde, zullen gehouden worden. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zoude kunnen praetendeeren, zA deeze alomrae worden gepubliceerd Cïï gea'fBgeerd, daar zulks te doen" gébruike-JijK is. Gedaan in den Haage, onder het kleit* Zegel van den Lande, den 5. October 1797. Het derde jaar der Bataaffche Vrijheid. A. J. VERBEEK, vt. Ter ordonnantie van het Provintia&j Beituur van Holland, C. SCHEFFER. Formulier van het BHlet van aangeeving voor deeze belasting. Ik Ondergeteekende verklaare bij deeze, voorneemens te zijn, om in de volgende Nieuws-papieren . j k 1 reizen te doen Adverteeren He Geboorte van het Huwelijk van hst Overlijden va» ' En  < 6 > En daar van bi} deeze aangeeving te doen , om diea conform de Belasting op de Advertentien te voldoen. Gedaan Formulier van de Quitantie. Ontvangen bij mij Secretaris ...... tsit handen van . ..... de fomma van . . . .ter voldoening van de Belasting op de Advertentien voor de Nieuws - papieren, en zulks wegens ....... Advertentie van in de Cedaan den  N<\ 360, VRIJHEID, GELIJKHEID, ; BROEDERSCHAP. PUBLICATIE wegens de verpligcing der Provintiaale ambtena ar en, tot het dienst doen bij de gewapende burger mag t» Gearresteerd den 6. OSieber 1797» Het derde Jaar der Bataaffchc Vrijheid. vintiaal bestuur vanholland, aan alle hunne Medeburgeren , Heil en Brocderfchap ! doet te weeten: Dat wij, volkomen overtuigd van de waarheid , dat de Vrijheid van een Land zonder eene Gewapende Burgermagt niet kan bellaan , even daarom ook vermeenen, dat het de pligt is van elk Burger van een Vrij Gemeenebest, welke daar toe gefchikt en bekwaam worde geoordeeld, om zich ter handhaving van recht en goede orde, mitsgaders ter befcherming van de wettiglijk Geconftitueerde Magten, in de gewapende Burgermagt te begeeven: Dat wij des niet tegenftaande tot ons leedwezen zijn ontwaar geworden, dat niet alleen vericheiden Perfoonen, welke daar toe door de Commisfie van Directie en Organifatie van de BataafTche Gewapende Burgermagt voor dit Gewest,bevoegd en gefchiks wierden geoordeeld, mirsgaders zijn gerequireerd, op allerhande frivole pretexten zich daar aan hadden onttrokken , maar dat zelis onder de zoodaanigen gevonden worden Provintiaale en Plaatzelijke Ambtenaaren en Gebeneficeerden. Dat het echter ten eenenmaale ongerijmd zoude zijn, dat de bijzondere bevoorrechtten der Maatfchappije, zich zouden onttrekken aan iets, het welke door de Hoogsrgeconftitueerde Magt als een pligt van elk Burger wordt geconfidereerd , en wij OYer zulks hebben goed-  < * > goedgevonden te flatuëeren, gelijk wij ftatugeren bij ^?lt;/,,e/°0daam>e P'-ovinriaale Ambtenaar^ of Gebenlficeerden , welke door de Commisfie ter Algemecne directie van de Ba'aafiche Gewaande B tr.-erman- ofwel aoor zoodaanige andere Perfoonen aan welken zulks zal aijn gedemandeerd, ingevolge het Reglement hev-f gd en geféfiikt worden geoordeeld om als Gewapend Burger te worden aangenomen, en zich daar aan, het zij door het weigeren der belofte, of op eenice andere rraetexten komen te onttrekken, daa-ieIïji zullen vervallen zijn van zoodaanig Ambt of Bedienirig als zij in dienst deezer Piovmtie tot dien tijd toe bekleed nebben. Dat al verder de zoodamigen onzer Medeburgeren, «welken zich onder dezelve frivoole redenen van den dienst Tonder de Waperen mogt-n onttrekken, van nu voortaan on^fehikt verklaard worden tot de befcfcediog van eenigen Post, Ambt of beneficie hoegenaamd. Lattende nier te mm aan alle zoodaanige Arrhtenaaren ónveilet, om wanneer z;j vermeenen dat zij uithoofd* hunner onhandigheden van den Wapenhandel bchooren te worden vrHgeftéfld, zich deswe «ens bij onze VtriN* denng,otbij onze abfi ntie bij fretProvmtiaalCoraffli«é te adresfeeren . ten einde op dezelve adresfen zoodaani? kan worden gedisponeerd als naar billijkheid zal worden bevonden te bebetoren. Exhorteerende wm bij deeZe alle Municipaliteiten en w'"fti " '^f Ma"ten' o;T1' tot bevordering van den Wapenhandel, in dcfl haaren ook z.oodaaoi | Rcfolurte te neemen als door ons is gefchied In opnac nirrra-d hftr van cnrnmdig zij. zal deeze A- u- c-edaan i« den FW, onder het klein 2egel rari A. J. VER BK EK, vt. Ter Ordonnantie van het Provinciaal Beftuur van Hodand. C, SC HEFFER.