C 30 ) „ van onder het neêrvalleud dak myn zuur „ verdienden rykdom haaien". Op dit ©ogenbl.k treft hem het jammerlyk geichrei van H£n,bik en zyne Vrouw, wiereenig .Kindje, nog pas twee jaxren oud, een prooy der vlamme moest worden De wai.hoo pende moeder viel in zwym, terwyl hen brik zyu leven waagde .om zyn k nd te jcdden. Valentym zag d c .naauwlyks,', et v.oog roe: „ laat af, riep hy; fpu. uw „ leven voor uwe byna flervende vo iw en w l°°v uw hulploos kind, dat ik , ma Gods s, hulp, in uwe armen wil leveren"- dit' zeggende was hy reeds midden in het vuur.— Hy dagt aan zyn geld niet meer; hy trapte «out door den gloed, weerde de vo'ken die nem .'erzengden, van zich af, en vloog, daar den * TO0k hen? f^esn ^ verdikken, blindelings, maar gelukkig, naar de reeds «randende' Wieg. Met het half verfmoord en alom gezengd kindje, ylde hy naar de jammerende Ouders; de herleefde moeder drukte den Jtleineti lieveling aan haaren hygenden boezem; de dankbaare hendrik vond geene woorden om zyne blydfchap uit te drukken, en vAtENTïH (maakte eene zaligheid die ïiiet te belchryven is. Geheel den volgenden wnrer werkte hy met verdubbelden vlyt. ■ fyn Vader behoefde niet te bedelen.de eer- , iyKe Grysaard bezat een' braven Zoon, en wis vergenoegd tot aan zynen" dood. Valentyn nam, na eenige jaaren, ook ' pierjstals Soldaat. Zoo lang hy zich in den ■omtrek van Hendriks wooning bevond, ' hield hy -kennis met dit waarlyk deugzaam ' Cezrn:; dan daar valentyn zich moest ' verwyderen, fcheen ook die kennishouding \ te verderven. Twintig jaaren verliepent 1 zonuer dat valentyn anders aan hen \ drik dan als aan een'ouden vriend dacht; c doch mgefcheept zynde met eenig Krygsvolk! É dat naar .West-Indien moes?, leed hy Schipbreuk; een ysiyke norm joeg het vaar i tuig op verborgen klippen daar het verbrys- e ■lelde; valentyn, met eenige van zyne d |ot enooten, die niet konden zwemmen, t Weiden zich op een (luk van het wrak, dat f wi vastgeraakt was, maar dateik oogenblik in f den afgrond fcheen te zullen wegzinken. 'Geen d een der lc upb^ukelingen, die zich, te water * r oegeepi had, was gered; de verfchriklyke t branding dergoiven had hun zwemmen vruch. ii teloos gemaakt. In deeze toelïand zag val len ty n nog een fchip in den Oceaan zwerï ven, en daar de iform nu bedaarde, verduboeldo hy zyn gekerm; eindelyk naderde een ■; .Joep, doch met veel gevaar; de'ongelukki2£ ^eR -klemmen hunne bevende handen aan de . hun toege worpen e touwen, en wanen zich in '. het kleine vaartuig behouden te zien. Een 1 Jongeling, op wiens bevel de floep uitgezet ! was, zag valentyn flerk aan en vraagde hem:,, is uw naam niet v al e nt yn ?" Het 1 antwoord was ja; — de Jongeling ftrekte zyne armen uit; maar - in dit tydftip wordt de floep door de woedende golven bet onderst boven geworpen, en al de naauwlyk gered; den, zoo wel als hunne redders zeive, verdrinken. Alleen de edele Jongeling blyft onaffcheidbaar aan valentyn gehecht, en daar hy een goed zwemmer was, worstelde hy ftoudmoedig tegen den dood. De Schepelingen fpaaren geene moeite om hern. en zynen vriend te helpen, en zien hunne pogingen in het eind bekroond. Va lentyn en zynen onbekenden befchennerzyn in veiligheid: rri zoekt vaun- tyn zyne dankbaare liefde te toonen, doch. de Jongeling verzoekt hem deeze moeite te ftaaken. ,, Gy kend my niet, zegt hy, gy „ zyt valentyn die my, toen ik als een „ onnozel kind m myn wieg had moeten ver„ branden, aan myne Ouders te rug fenonk; „ ik heb dus niets gedaan dan eene oude „ fchuld te betalen, terwyl ikeen waren vriend ,, in u hoop te vinden " — De verwondering van valenty-v is niec te befcn.yven. Het befebermen van een weerloos kindje, was doorvAUivTYNals een plicht bofchouwt, die zoo natuurlyk was, dat zy geen roem, geene beloning immer verdiend had. Hy beminde nu den weidenkenden Jongeling als de Zoon van zyn1 ouden -vriend hendiuk, en als den redder van. zyn leven. Wilhelm, dit was de naam des"Jongelings, was, vyftien jaaren oud zynde, in dienst van een ryk Heer naar de West-Indien geréisd, deeze Heer was nu geftorven, en daar hy geen vrienden bezat, had hy den braaven wilhelm tot zyn erfgenaam verklaard; deeze keerde nu  B Y L A G E N N°. 8. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. dat verflindend ongedierte beveiligen wil* ; de. — Men kan deèze proef gemakke'yk I neemen, om te zien of zy over 'i algemeen voldoende bevonden word. Remedie veor de witte loop der Kalven. Dit krygen de Kalvers dikwils door vlrzuitn , cf een verkeerde behandeling, de gewoone tekens zyn- een witte, dunne, kleverige en zeer Hinkenden afgang, eea vervat der kragten, — In 't begin dier ziekte zal men' voor eerst het beest in geven een goed glas brandewyn met ee« halve geraspte nootnmscaat . en yoedrer. het 's midd.igs en 's avonds matig met warme melk ; zoo dit niet helpt gn den afgang vermindert niet, geeft het dan tweemaal 's daags in, het volgende middel: —■ neemt i oree fyn geftooten ktyt, 2 once lynoly, een half once geftoote kreeftsoogen , tnet een pint gort wa'er zatnen gemengd; 's namiddags een once fpaanfchs zeep in een half pint warme melk gefmo!ten ,— moetende boven al zeer fpaarzaagj, gevoederd worden; — de zyure fcherpe ïtoffen ontlast en verbeterd zynde, eu de 'afgang evenwel continiieerends, zoo bereid het volgende middel: — neemt drie fliapbollen in een en een halve kan water gekookt, dan door een doek gegoten, en't vogt met wat zoete melk vermengd, hier van kan daaglyks een pint werden in. cegeven. — Vooits om de ingewanden tsadeihand te vcftsrken , zal men het daaglyks ingeven ten pint water, waarin een halver handvol aifem, eamübloemen en wiJligeftbast gekookt isi wyders zal mn etm;groot Hak rti fcry* Om Aard-Appelen in plaats van Koffy te gebruiken, ^sfeemt versch uitgegraaven Aard-appelen, waschtze, fchraapt z; fchoon, en fnyd als dan de buitenfte korst, welke het beste van de Aard-appelen is, een mes dikte daar af. Deeze korst word vervolgens klein gefneeden, gedroogd, en op een drooge plaats bewaard. Om daar van koffy ie maaken, moet men deeze droogery branden als koffyboonen, zorge dragende dat ze net op zyn pas gebrand wordt, tindeiyk moet men ze maaien en kooken. — Deeze drank is niet onaangenaam gelyk de ondervinding bevestigen zal. — Wanneer jnen eenige koffy daar onder mengd , kan dezelve tegens de beste koffy ophaalen. - Handelwyze om te beletten dat ie Muizen de Graanen in de Koornboopen s de Kaaj zen , tn andere eetbaare waaren t bederven, ïJeemd -drie of vier Hengels, met de h'aden daar aan, van wilde munt, andets -kruis en munt genaamd, in een veld.naby eene beek verzimeid, en legt die op den grond, 4n het midden en op den top van ■iederen koornhoop, dit middel heeft een ■vootnaara man zeer beproefd gevonden. Naderhand nam deeze zélve man ook -proeven met kaas en andere voorraad van eetbaare waaren, en vond overal hetzelve -goed gevolg , door eenvouwig eenige b1a- ■.denj 't zy groene of drcoge , op die Ice«snsmiddelen te léggen, -welke by t£ge.n  ( 30 ) kryt of* pyp aarde in 't kalverhok leggen, ten einde het Kalf daar aan lekke. Van bet fcbeeren der Scbaapen, Drie dagen voor het wol fcbeeren, moeten Je fchaapen, of in een rein ftrootnend water gefpoeld en gewasfchen worden, of 't geene nog beter is, zal men de wol na het fcbeeren wasfchen : het fchaap heeft geen eenerley wol en van gelyke waardye op zyn lyf: de beste wol zit op de rugge, na deze komt die van de zyden, en de ib^tfre groeit op zyn fchinkelen,- ieder van deèze ioorten moet byzonder gehouden worden : na het fcbeeren moet men de fchaapen met een loog van tabak wasfchen, om het ongedierte te.overwinnen, en wond#h te heelen ; ook moeten zy in deezen tyj byzonder goed gevoed, dog niet te warm gebonden worden. Hoe de nadeelen omtrent bet voeden der Scbaapen be 7 7* dito Witte 19,1b. a 21,ih. ^-^K. Oosterfche dito "j ^vls. dito Grauwe , prxast Kromb. Witte Boonen *\ Walrherfche dito [ £ je Goefche en Sch: dito 10 12 a 17 1 Z.Züfi Bruine dito J P,:arde ciito 26 a 28 "J ^fVls. Duive dito 31 3 32 j pr.Last Koolzaaf. Zeeuws en VI: *) ; Brabants Cc^Wf- Engels j pr.Last Moutwyn a 8 ^yls. de 30 v?. BREDA den 22 April 1794, Tarwe ƒ 8*ï o : — tot ƒ 3 : 6 : — Rogge ƒ 5 : 6 : — tot ƒ 5 : g : « Boekweyt / s : o : NB. Door bet Paascbfeest is geene verandering in de Pryslyst der.Graanen te Rotterdam ev Schiedam. LYST van het afvsaren der BeurflMNpen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en vanflèt hoog water aldaar. t «j j \, ^ ~ vaaren af. 's morg. h. wat. Zondag den 4 May Ter Goes ten Ö uur. 8 uur. 18 min. Maandag den 5 dito Zirkzee en Ter Goes ... 7 g lt„ Dingsdag den 6 dito Rotterdam en Middelburg . . 8 0 . 50 . Woensdag den 7 dito Zirkzee en Ter Veer ... 9 10—r 4* - Donderdag den 8 dito Middelburg 10 en Antwerpen . . 8 11 26 — Vry/dag den 9 dito "s Haage als 'er een aan is 10 >s morg°ns •Samrdag den 10 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes . n 0 sa--. De Beurtlieden op Dordrecht en Amfierdam vaaren onbepaald — of als 'er vragt is.  < 35 ) '„ 'nen, u te TieBben kunnen behaagen. en „ iets te kunnen toebrengen tot uw geluk. „ Nogrbans verkiaare ik, in het oogenblik „ als gy my aanraakt, myne tong met myne ,, tanden te zulen uitbyten, om alzomyi.cn „ dood te verhaasten- Indien gy, even,, wel, myne bede wilt vcrhooren, bcloove ,, ik, uwe dienaaies te zullen worden. Gun ,, my dertig dagen om mynen man te bc „ weenen , en zynen uitvaart te houden; ,, en veroor'of my vervolgens, op den toren „ van uw paleis een fee*t temogen vieren, met alle myne bloedverwanten, om in vnendlcnap van hun ailoheid te neemen, „ en hun van myne aat.ng te verzekeren." Dit verzoek, hoewel eentgzins harrgrievend voor den Koning, kon hy, nogtbans, niët van oe hand wyzen. AHéenlyk iag hem eeu'gzins zvvaar op net'hart, het feestvieren op den ro-en van zyn paleis; hier van kon hy le reden niet bc-rypen. He' feest wierdt gebonden; de Koning was daar l-y tegenwoordig; hy dronk fterk: ree goedfte boer, daar gebruik van kan maakeu, en zeer wel de kost winnen, terwyl op meer uitgeftrekte hoeven, vrouwen en kinderen daar de beheering van kunnen oeffentn: nogthans vind men veele landlieden, die dat voordeel verzuimen; ondertusfehea beloopt het voordeel, der byen, gemeenlyk meer dan honderd ten honderd! want genoomen dat een korf met byen 7 a 8 gulden komt te kosten, zoo kan men jaarlyks van ieder korf 8 a 10 gulden voor. deel trekken aan honing en wasch, indien men daar wel mede om weet te gaan ; en derhalven die een byerplaats van twintig Kot ven aanlegd, kan het volgende jaar, zonder iets meer uit te geeven, honderd korven ryk zyn, die een jaarlykfche inkomst, van vyf honderd guldens zullen aanbrengen. Men vind in een korf drie zoorten van byen. Voor eerst, de koningin, wiens lyf' langer rs, als dat van de gemeene honing-., byen; déze gaat altoos zeer langzaam en deftig; ten tweede, de hommels, deezen hebben vier vleugels, maar geen angel ; dit zyn de faletjonkertjes- van de korf, Zy maaken veel gerugt en doen weinig arbeid; ten derde, de gemeene honing- byen, deezen doen al het werk, en zyn fomtyds io.coo in eene korf fterk. De honing-byen bewaaren haar honing K zeer  ( 38 ) teeét zuinig', en zullen daar niet aanraaken, zoo langs zy voedzel fn 't veld vinden: men ziet dat zy gebrek Iyden , wanneer zy haar wasch beginnen te vermaalen, en men brokjes wasch op de planken vind leggen j in zoo een geval zet men op die planken in een platte pan, een weinig nieuwe haver met een brok fuiker: men moet den ingang der korven, terwyl het vriesd, wel fluiten, want de koude is voor haar zeer gevaarlyk : en men moet geduurende den winter voor haar voedzel zorgen. Het vervolg bier na. Tuin-bouw. Van de 'Ziektens der Boomen. jÖe ziekte der boomen, gezond geplant «.ynde, komt altyd hervoord uit derzelver wortel, en werd dezelve veroorzaakt door deeze of geene kwaads eigenfchap van den grond ; weshalven de boom of moet ver. plant werden, of hst gebrek van den grond na eisch verbeterd. Haar ziekte geeven zy te kennen door het geel worden haarer bladeren , of door haar zwakke en kwy. nt nde scheuten , voornamentlyk wanneer derzelver toppen verdorren. Indien een boom als al te veel voedfel hebbende, niet en draagd, kan hy met dikwyrs te verplanten, draagbaar gemaakt worden ; of indien men deszelfs kragt door semg ander raiddel komt te breeken: by voorbeeld met in denzelven een gat te boo. ien , en daar in te dryven een pen van eikenbout , volgens de oude wys; doch best met in den zomer twee of driemaal te inoeijen, waar door het hout veel komt te verwaasfemen, en by gevolg meerder takken voord te brengen, die met 'er tyd meerder vrugt kunnen geeven. Verder zyn de boomen ook den kanker, todrnaamentlyk de Franfe vrugten, hier te hnde geënt, of gepcculeett, en het vuur onderiü'orpen,- die den tak opvreeten en doen fterven. 1 Het beste hulpmiddel hier teen is, het verdorve en ontfteeke hout, zoo haast men zulks begint te bemerken, uit te fnyden tot op het leeyend, bet zy fchors of hout, hetzelve dan befmeerende met entwas of fmeerfel, als wanneer het kwaad zal (tuiten; en de tak wederom bekoomen. Hoé men vsn de Hyacintben veel afzetfelt kan bekomen. Neemd eeti groote bol van een hyacinth en fnyd dit1 met een pennemes, tot in de derde fchilfer, dog niet tot in het hart V3n den plant, en zulks in vier deelen, tot aan het gat, of tot 'op den ftoel daar de peezen en wortelen uitkoomen, en dus doende zal men het volgends jaar vier bollen in plaats van een vinden. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. In de nieuwspapieren vind men beden de volgende trek van edelmoedigheid , van de inwooneis van Qjtesnoy (een plaatsjen voorleede jaar door de gealieerde veroverd) zynde een ExtraÜ »il een Brief van den Commandant van 't Militaire Hospitaal aldaar, in dato den 21 April. — „ Met traa„ nen van gevoel en erkentenis, haast ik ,, my aan de braave inwooners van Ques„ noy, voor my zelf en voor alle myne „ wapenbroeders den oprechtften dank te „ betuigen, welke de edelheid hunner da- „ den ons inboezemd. Het groot getal „ gekwetlten, uit het gevegt van den zoften „ deezer alhier aangejuagt, liet niet toe „ dezelve alle tè plaatzen in 't gewoone „ Militaire Hospitaal , welks omtrek daar „ toe te bekrompen was. — Men moest „ dus op 't üadhuis en in andere byzon- dere wooningen daar toe inrichtingen „ uiaaken; en 'in een ogenblik was het hospitaal en deeze gasthoven vervuld met ' een ongelooflyk aantal weldaadige men".. fchen, die om dryd linnen, foep, wyn en andere benoodigdheeden aanbragten. "Edelmoedige menfehen! zyt verzekerd, * dat een eeuwige dank met onuitwisehbaare letters in ons hart zal gefchreeven * blyven. Uwen loon zult gy vinden 111 * het edele uwer daaden. — enz." FRYS-  PRYS-LYST der GRAANEN &c. Tarwi Oude Zeeuw: en VI: *] Nieuwe dito ao 22 a 24 I (i de Blauwe dito 19 a 20,jh. ! Z.Zak. Zomer dito J Witte Brabandfcbe Roode dito Dito Engelfche I Ggl. Witte dito j't Last. Bovelandfche Poolfche J Rogge. Zeeuwf. enlnland: i6,ih. a 18 f]deZ.Zak Vh'.amfche en Brab: 136 a. 142 Bovelandfche 134 a 138 Engelfche Oostetfche 140 a 145 dito Gedroogde 144 a 152 Zeeuw: en VI: W: Gerst 98 a 107 dito Zomer 94 a 104 Ggl. Vriefche Winter f.'t Last. Engelfche Oosterfche dito Gedroogde Engels Mout Inlands dito 19 a 21 Spelt ROTTERDAM den 5 May 1794. Haver. Zeeuw: en Inl: Brouw 21 a 22 *) dito Voer 17,ih. a 19.hr. JWIvIs. Vries:en Gron: Brouw 22 a 24 f"pr.Last dito Voer 17,1b. a 19 Boekwyr. Vb en Brab: op 154 ffi 33 T ofvfs. Kley duo zonder wigt 1 pr.Last Z: en VI: Grauw Enen -5 , , dito Groene ( ^P°s dito Witte ( ^"^ak« Oosterfche dito ^ c^vls. dito Grauwe j prdLak Kromb. Witte BponeB t Walrherfche dito V {$ ? de 30 Virt zonder Fust. Genever 40 en 41 Gl. per Aam Amft.Proef. Gedr.Roggei59a i6©gh59a ióoGgl.'tLast. Iilbing dito 158 @ 148 Ggl. 'tLast. BREDA den 6 May 1704. Tarwe ƒ'8 : o : — tot ƒ 8 : 8 • ■■ Rogge ƒ 5 : 6 : — tot ƒ 5 : o '. ,„ Boekweyt / 5 o • — ' LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheels Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. Zondag den l8 May Ter Veere ..... ^ uur'ïïurS^ Maandag den 19 dito Zirkzee en Ter Goes . . . /.ü ^9,U. a 69,30.. I'C'. dito gerd. pCt. 4 pCt. Geconf. 85.3 pCt. 5 pCt. dito pCt. Wisfcl op Amft. op aufo. 39—10. dito opzi^i 39—7- Diverse Buiteklandschë. Amerika 5pCt. 98 a 93 3q. pCt. duo 4 pCr. 39=3q- aoo.n]. pGt. dito 4 pCt. met Loteiy. 116 a 118 pCt. dito Geconf. Fondf. 4>ih. pCt. - by Staphorst 84 a 85 pCt. Akkers ijle Negot. tot a 102 pCt. dito nh Negot. 89 a 90 pCt. Kwik en H'enerh. 5 pCc 94.ih a 95,iq pCt. dito 4,ih. pCt. 89 a 95,lij. pCt.. m> 4 pCt. 85 a 94 pCt. Spanje ,1,1 h. pCt. 8y,i.h. a 90,iq pCt. dito 3,ih.pCt. 84 ih. a85,ih. pCt. Rusland 5 pCt. 94.iq« a 95 pCt. di'o 4.1b. pCt. 89 a 93 pCt. dito 4. pCt. £6 a 87 pCu Zweden 5 pCt. 98 a 99 pC. d co 4 ih.pCt. 94,ih- % 95 tb. pCt. dito 4 ( Ct. yo.ih. a 92,ih. pCt. Denemar. ken To'd. 4 pCt. 97 a 98 pCt. dito Holjlein 4 pCc. 97 a 98 pCt. dito Leen- en Wisféfb. 4 pCt. 98,1b. a 09p.Cc. dico Kroon 4 1 Cr. 94,1b. a 95.1h.pCt. dito Afiat. Cprop. 5 pCt.. 99 a 100 pCt. Polen- 5 pCt. pCr. Sixen OnvC;w;?f. Steur 3 pC;. 35,ih. a 36. ftv. dito Ordin. 3 pCt. 36,iq. a 3/5,31ftv. dito Kamer *. 3 pCt. 35,ih. a 36 ftv. dito 2 pCt. 30 a 31 ftv. ¥ * Nieuwe Werken gedrukt en te bekomen by van RIEMSDYK en van BRONX* HORST te Bergen op Zoom, en verder alom: „.„ r^Ln*r I. Van de nieuwe Uitgaave v.an ALLE DE WERKEN van fOOSr VAN VONDEL, ' zien reeds vier Stukken het licht, waar van nog maar een k.em getal te beko- zyn. De overige zullen Iptedig volgen. Deeze vier eerfte ftunken, op Postpapier zindelyk en naauwkeurig gedrukt , kosten . . » ƒ ö ; 10 , o. II. DE LIEFDE, toegeweid aan alle tedere harten, die voor gevoel van waarheid en onfchuld vatbaar zyn, een nuttig Huisboek, m 2 Deelen compleet. . • • - • • Hl. Menlchelyke Lotgevallen of Merkwaardige Levensfchetfen, getro ;ken uit de Gefchiedenisfen van vroegere en laatere Tyden, 2 Deelen, met in 't koper gegraveerde Titelvignetten. . . • • • ƒ 3 • " • <* NB Dit fraai Werk zal nog met één Stukjen vervolgd worden. JV. Nutdg en Vermaaklyk School, tot onderwys van Kinderen in Ste* t! 11 en ten platte Landen, in 4 Stukjens compleet. Dit Werkjen wordt reeds in veele Schooien met vrucht gebruikt, ieder Stu.:jen . 6 . é kost . . . • * •"", '• • • " • . ' 5 ' V. Aanwyzino der Tekenen , die gewoonlyk by hef Corngeeren van Drukproeven gebruikt worden , op Poscpap. in 4to. n,etjes gedrukt ƒ — .: 6■ .,0 KR Thans is alömme en by de .Drukker» dee.es te b^^^^^betfeWwh*. Jg de D,tenfie van RUDOLPH SMlTS, Burger en M>. Kleermaker te Breda, by den Geweldigen Provoost airiaar. &• 5 en een halve Stuiver.. Te BudaM W. van BERGEN-,^ te Bergen «p Zoom by RIEMSDYK «1 v.am BRQ.NKÜ UKi 1..  C 35> ) van Bamboes, die de Cnnges en de bekoor- lyke eilanden aan den mond dier rivier be Zoomen Deze Pagode, alhoewel in eene vl ikte ge'ea;en, h zo hoog opgetrokken, dat fchoon hy haar ree os des uchtends in het ge zigt kreeg, hy 'er zich n.et voor des avonds ko>i bt vinden. Hy werd indedaad door de fterkfte bewondering aangedaan, 'toen hy hare pragt en groothe'd van naoy heiehoutwde; hare gebronsde deuren fc'hitterderi .do r cU ftralen der ondergaande -zou, en de ade ■laren zwermden :ondom haar' top, die zich in de wolken verloor. Rondom dit feeft'crt. zag men groote v.y verkommen van wit mar-; mer, in wier helder water die koepels , gaanderyen en 'denten zich fjvegelden. De. geheele omtrek belfond uit ruime pleinen en hoven, voorzen van groote geb iu wen , welken ten verb yf verft ekien aan oe Bramin-. nen, die in deze .Pagode den dienst verdichtten. De lopers van den Wysgeer liepen vooruit, om zyne aankomst bekend te maken.; terftund daarop kwam eene menigte jonge Bayaderes uit een van de tuinen ten voor fchyn, zingende en danfende op het geluid der rinkelbommen. H< >ren hoed; daarna werd hy door den ouden Bram.'n driemtal gewasfchen in een zandelhoutkleurig k totnen kleed gewonden en tot aan den inging van het verblyf des Opperbramin* ge pid. De Wysgeer ftond gereed om binnen te ireden, het boek met vragen van de konmglyke maatfchappy onder den arm houdende, toen zyn geleider heni vroeg, met welke ftof, dit boek overtrokken was. „ Het is in kalfsleder gebonden antwoordde de Engelschman. „ Hoe! zeide de Bramin, buiten zich zeiven, heb ik u niet gcwaarfchouwd, dar de koei .door de Braminnen wordt aangebeoen? En gy durft voor hun oppcrho «fd verfcnynen met een boek in kalfsleder gebonden!" De Fiiolbof zou verpligt geweest zyn, zich in den "-doges te gaan zuiveien.-zo hy alle zwarigheden niet in eens had weggenomen cour zy.ieu geleider eenige Pagoden of (tukken gouds aantebieden. Hy liet dan het boek in zyn draagzetel; maar hy troostte zich deswegens, zeggende: „ Wd ingezien, heb ik aan dezen indiaanfchcn geleerden maar drie vragen te & i doen.  ( 40 ) doen. Ik zal wel te weden wezen, indien ny my onderricht, hoe men de waarheid moet zoeken, waar zy te vinden is, en of men haar aan het mensehdom moet mededeelen." (Vervolg in No. n.J BESCHRYVING van MANHEIM. Manheim is na Heidelberg de tweede Hooiüftad en de Keur-orstlyke Zetel van den Rnyn-Paltz. Zy is gefortificeerd naar de wyze van onzen beroemden Ingenieur Coehooni', en na gevolgde herbouwing en verbeteringen thans eene der regelmatipfte Steden en eene fterte Vesting van Duit:onland; doch tot welker behoou'yke veraed! ging ook wei ro.ooo man gevorderd worden. — Dc ffraaten doorfuyden elkaar rechthoekig en zyn zeer breed. -— Er zyn min of meer 1548 Huizen, en by de 30,000 In wooners. — Er is een fchoon Keurvorstlyk ■Slot; alwaar een ryk Kabinet van Schddeiy ■en, eene kostbaare Bibliotheek van meer ■dan 40.000Boeken, een meitw^ardig MuntKabinet, eene fchoone verzameling van Oudheden, een voortreflyk Obfervatorium, met eenen grooten voorraad van Astronomische Inftrumenten. Men maakt er Kaarten, Zeep , Kaarsfen, ook word er Tabak bereid, cr zyn twee Wol - verweryen, en taraeJyke Koophandel. —■ De Stad ligt tusfehen Spyer en Worms aan de oostzyde des Rhyns cp den oever der Necker, waar die in oen Rhyn loopt — In den hoek tusfehen den Nectar en Rhyn is in 1738 eene Bleekerv aangelegd die zeer vermaard is. — Over den Rhyn en Neckar liggen Schipbruggen. OOTMOED. Agathokles was de zoon van eenen armen pottebakker; uit den laagiïefl Raat werdt !ry eindelyk verheven tot de hoogde waardigheid. Echter liet hy altyd geene andere dan a;.rde gereedfehappen op zyne tafel brengen. Iemand na de reden hier van vragende, ant' woordde hy: Ik tracht daor de herinnering aan rryne laage geboorte, den hoogmoed ie onderdruk,ken, waartoe my de ydele glans der koninglyke waardigheid ligtelyk kon verleiden. DE GELEGENHEID. Eens kwam de gelegenheid, om geluk, eer en ijkdom re verkngen, tot een Landman. — Jan riep zy, kom, gaa mede! — Wanneer? nep Jan van zyn bed. Zoo aanftörads, was het antwoord. — Waarheen dan zoo haastig? gy zult het wel z:en» kom maar! — wel nu, riep Jan, wacht toch, tot dat ik myne laarfeu heb aangetrokken. Jan dacht niet dat de gelegen» heid zoo ras weder zou voorby gaan. Hy kleedde zich dus zeer langzaam aan, en zeide tot zyne vrouw: hoor wyf, maak intusCehen alle kisten en kasfen ledig, op dat ik, tegen den middag wederkeerende, al her geld, dat ik mede breng, daarin kan opfluiten En nu opende hy met verlangen de deur, maar de gelegenheid was voorby. Hy ging rondom het huis, doorzocht alle vertrekken, riep — Schreeuwde, trok zich by de hairen, maar ■ de gelegenheid was voorby. OPLOSSING DER RAADSELS IN HET VORIG NOMMER OPGEGEEVEN. B De Bloesfem der Vruchtboomen. 2. De Droom. Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by van BERGEN, en verder alöm, wordt dit Blad, met de Bylagen, Wekelyksch voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor 1 ftuiver op beter papier, uitgegeeven. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier ƒ I-XQ-; en op beter papier ƒ 3-;-:  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEK BLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. ■ Nsi li., Zaturdag den 17 Mey 1794." EERSTE VERVOLG VAN HET VERHAAL DER REIS OM DE WAARHEID TE ZOEKEN. De oude Bramin leidde dan den engèlfchen geleerden, gewonden in het katoenen kleed, met ongedekten hoofde,' en blootvoets, by den Opperpriester van Jagrenat binnen, in eene ruime zaal, rustende op zuilen van zandelhout. De- muu'ren waren groen, zynde bereid uit pleiner, .gemengd met koedrek, zoo glad en blinkende , dat men 'er zich in kon fpiegelen. De vloer was bedekt met zeer fyne matten, zes voeten lang en even zoo veel breed. Aan het einde der zaal was een verheven plaats, omgeven door een hek van ebbenhout; op 'deze verhevenheid zag men, door een traliewerk van rood verlakt' india'a'nsch riet, het eerwaardig opperhoofd: der Pandekten, met zyn' witten baard, en drie katoenen draden, als een band over den fchouder hangende, volgens het gebruik der Braminneu. Hy was gezeten op èen 'geel tapyt, met de beenen gekruist, in zulk eene volmaakt roerlooze houding, dat 'er zelfs in zyne oogen geene: de minfte beweging te ontdekken was. Eenigen zyner leerlingen verjoegen de vliegen rondom hem, mfet waayers van paauwejcSb^rtw; fonjmi- gen brandden in zilveren wierookvaten, ;reukwerk van aioehout; en anderen befpeei» 'den het' hakkebord op eenen zachten en aangenamen toon: de overigen, in groote» getale, en waaronder zich Faquirs, Joqui* en Santons bevonden, Ronden, ter weder-, zyde van de zaal in verfcheiden ryen gefchaard, iq' de diepfte ftilte, met de oogen ter aarde gcflagen en de armen kruislings op de borst. De engelfche geleerde wilde terftond het oppeihoofd der Priesters naderen, om zyn eerbewys by hem afteleggen; maar zyn geleider wederhield hem, op een' afltand va* negen matten, hem tc kennen gevende, dat de Omrahs, of indiaanfche groote Heere». niet verder kwamen, dat de R'ajahs, of Overh'edèn yan Indien alleen tot op zes matten naderden; de Prinfen, zoons van de* Mogöl, tot op drie, en dat alleen den Mogol de eer vergund werd, den eerwaardigen Opper priester te genaken, om hem do voeten te kusfehefl. Ohdertusfcben „bragten verfcheiden Braminnen tot aan aeb voet des zetels de telescoop, de chitfen, de ftukken zyden ftof en het tapyt, welk alles door het gevolg van den Wysgeer aan den ingang der zaal was nedergelegd; de oude Bramin 'er de oogen op geflagen hebbende, j^nder eenig Lreukwerk van aloè'fiout; en anderen befpeei-  tewvs van goedkeuring te.geven, ,wrden e Jïïe gefchenken binnen in de vertrekken d 8eDe8tèngelfche Wysgeer W aanvang d maken met eene zeer fraaye aanfpraak, m v tetdndiaansch, toen zyn geleider hem waarïchóïSe, dat hy moest wachten tot den v Opperpriester hem zöu -ondervragen. . Hy, ^rf hem dus op zyne hielen Zitten,; met t tiSn kruislmgs", gelyk de klederma- v kers, volgens het gebruik van dit land. K «leerde morde heimlyk om alle die ( Seryen; maar-wat doet men met.r^ide , waarheid te vinden, na dat men die in de : InSisTde^r^^«eder^ I zet zweeg de muzyk, en na dat alles eenige Senbtikken een diep ftilzwygen gebouden £S; deed het Opperhoofd der Pandekten hem vragen: „Waartoe by te Jagrenat ge- ^Xewei:'de Opperpriester van Jagrenat in het indiaansch ,cn verftaanbaar genoeg fprak, om door een gedeelte van de vergadering verftaan te worden, werd zyn gelegde door een faquir aan een' anderen overgebragt, die het aan een' derden, en S weder aan den Wysgeer berichtte. De laatfte antwoordde in de eigen taal: Dat hy te Jagrenat was gekomen om het opperhoofd der Braminnen, uit hoofde; van den uitgebreiden lof, die van hem uitging, te raadpleegen, met oogmerk om van hem te vernemen, door welk een middel men de waarheid kon 4eeren kennen. Het antwoord van den engelfchen Celeerden werd door dezelfde tusfehenfprekers, dfe met de vraag belast waren geweest, overgebragt. Op gelyke wyze ging het toe iet het overige gedeelte van het.-geleerde *?Saedat de oude Opperpriester zich een oogenblik bedacht'had, gaf hy dit antwoord: De waarheid kan -niet, gekend worden, &n door middel van dë Bramirmen." Toen .boog zich de geheele vergadering, het andwoord van haar Opperhoofd toejuichende. Waar moet men de waarheid zoeken? Tró'eg de engelfche Wysseer, met vry wat dnft ' Alle waarheid, antwoordde de oude indiaanfche Wysgjer, is begoten jn de vier beths, vyf en twintig duifend jaren geleden, gefchreven in de gewyde ta%l, die alleen door de Braminnen verftaan wordt. ... , -Op deze woorden-wedergalmde de zaal van handgeklap. De engelfche.Geleerde, zyne bedaardheid ■hernemende, zeide tegen den Opperpriester van Jagrenat: „'Dewyl God de waarheid befloten heeft in boeken, die door niemand dan door de Braminnen verftaan kunnen worden, volgt.hieruit, dat het Opperwezen 'zyne kennis aan het grootfte deel des menschdpms, men het zelfs onbekend is, dat de 'B'namihhen in wezen zyn, heeft willen ontzeggen, en dit zoo zynde, ware God i niet regtvaardig." - . , „ Brama heeft het dus gewild! hernam . de Opperpriester. Tegen den wil van Brama is niets in te brengen." De toejuiching t der vergadering verdubbelde. Zoodra" zy r ophield, ftelde de engelschman zyne derde ' vraag voor: „ "Moet men de waarheid aan . het menschdom bekend maken?" , i „ Dikwils zeide de oude Pandekt, is het i voorzigtig haar voor de wereld verborgen . te houden; maar het is pligtig -haar aan de : Braminnen medetedeelen." n Hoe, riep de engelfche geleerde, toore nig, uit, men moet de waarheid bekend - maken aan de Braminnen, dieze aan niemand n mededeelen! de Braminnen handelen in de :1 daad zeer onregtvaardig. Op dit gezegde ontftond 'er een verfchnkr- -lyk gemor onder de menigte; zy had zon. i der ongenoegen God van onregtvaardigheid ■" hooren befchuldigen; maar deze onverfchiliè ligheid bleef haar niet by, toen zy dit verIe wyt op zichzelven hoorden toepasfen. De " Pandekts, de Faquifs, de Santons, de Joch guis,-de Braminnen en hunne Leerlingen, 1- wilden, allen te gelyk, den engelfchenn | Wysgeer wederleggen; maar de Opperpriesen ter van Jagrenat ftilde dit geweld, door in d 2yne handen te klappen, en, met eene zeer verftaanbare ftem, te zeggen: „ De Bramm5» nen twisten niet, gelyk de europeefchc ge'at leerdeni" Dit gezegt hebbende, ftond hy. de op,.-en vertrok, onder het gejuich der ge"T . bee-  B Y L • & G E N N°. rr. n BEVATTENDE Dl Huishoudkunde^ Akkerbouw. Tuin- v bouw, VEETEELDj &c. &c. Een Vermis voor uitgebrande Pypen, N eemJ een half vierendeel fpaatfche zeep , en een half vierendeel raaagdenwascfi, klopt dit in een en een half pint kokend regenwater, en roerd het zoo lang tot dat het koud geworden is; ftrykt dit dan niet een wolle lapje over de pypen, .vaaneer dezelve niet zullen kleven, en zoo goed zyn als de nieuwe. . Om. Kanten te wasfchen even als of zy nieuw zyn. Bekleedt een . glaaze ruit met flenel, wjndt de kant daar op, doet vervolgens een doek over de kant, zoo dat de geheele ruit daar in gewonden is —— Legt dit te famen agt en veertig uuren lang in ketnemelk , met een drachma alcoholvini. Dezen tyd verftreeken zynde, wordt 'er de doek afgedaan, en de kant met hui van kernemelk, daar een weinig blaauwfel in gedaan is, befprengt, en vérvolgens tus» ichen papieren gedroogd, IMsboudelyk gebruik van de Aland-wortil. De aland-wortel, welke alleen tot het hu'shoudelyk medicynale gebruik in de hoven word geplant: is zeer gezond en zeer dienflig voor de maag, verftetkt dezelve, bevordert de kokiug, breekt de winden, flik de Buikkrimpingen, opent en zuivert de buik, nieren en blaas, ook zeer nuttig voor engboistigheid , hoest , trilling der 'leden, en voer de fchurft; meu kan deze wortel tot dien einde in water koken, cf eenige dagen in wyn of goed lugtig bier Inttr. trekken, en dan daar van over dag eejiige glazen drinken; zynde dezelve wortel , met andere kruiden vermengd , op wyn gezet, een goede Maydrank om het bloed te zuiveren. Vervolg van de Honing Byen. Het is zeer noodig om naauwkeurig agt te geeven, als een korf zal beginnen te zwermen , en het oogenblik van het vertrek waarneemen, om dezelve niet uit het gezigt te verliezen; voornaamelyk van het begin van May tot het begin van July, van 3 of 9 uuren 's morgens, tot 4. of 5 uuren 's avonds: men ziet dat de byen willen afzwermen, als zy met een groote fnelbeid en baast in en uit de koif koomen ; vooral wanneer na een betrokken lugt een heldere zonnefchyn volgd: zoo draa men ontdekt dat de zwerm de korf heeft verhaten, het geen men uit een verduistering der lugt, veroorzaakt door haar vlugt, géwaar word; loopt men daar na toe, en klopt met een fleutel op een kopere pan of ketel, zullende de zwerm zig door dat geluid op eenig laag geboomte neêrzetten; dan plaatst men een omgekeerde korf daar onder, en als men de takken van de boom wat fchudj, werpen zig de byen in die korf, dan moet men terftond die korf in een koornwan zetten op twee houten die kruislings over een leggen, en men-bedekt de korf met een witte doek: als de tak waar op de byen gezwermd zyn hoog is , klimt men daar met een ladder na toe en kapt L de  de tak af; indien de zwerm vast zit tegen j t ftam af tegen een muur, ftrykt men ze , zoetelyk met een flappe beesiem daa: at, en werpt met eenige garden wat watet n de lugt of het begon te regenen; dan zuilen zv zig ^ de korf begeeven : d«g men Set die korf niet digt by haar moederkorf ZStten* Het vervolg bier^ na. Werk in de maand May voor den Tuinbouw. Sommige bedden fplt men om; andere, die gefpit liggen, worden nu maar omge- haMen zaait als nog erten, bonen en ker. vel buiten de zon , fpenagie , bóerenkruid . na • favooitjes , porcelein, falade,&c. karooten. geele wortels, die dan de fmakelykfte worden. , Ook plant men alle foorten van kool , falade, feldrie, &c. - De vruchtbomen moeten van 't ongedierte gezuivert worden, vooral van de uitgekomene rupfen, die men des avonds met den teerkwast moet tragten te verdelgen. ., .. In den bloemtuin kan men verfcheide foorten van zaaden, van jaar-planten zaaiien , om *er den geheelen zomer door bloemen te hebben; als mede madelieven, aurikulaars en witte dubbelde narcisfen, fchoon ze heel in den bloem ftaan, verplanten; want dit belet haar niet om weder voort te groeijen. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. Uit Hamburg fchryft men thans bet voleend nuttig nieuws. — In navolging der ffzonderlyke inrigtingen, reeds hier en daar plaats hebbende, om voor te komen dat de menfehen niet levendig begraaven worden, zo heeft het kerk■ collegie der Sc. Pieters Kerk aldaar, opentlyk doen bekend maken, dat 'er by deze kerk_ een Lykkamer is afgezonderd en bekwaam gemS, waar in de lyken derwaards ter besravinge gevoerd, vooraf nog eenige da«n en tot zo lang als 'er ontwyfWbaare Kentekenen des doods zig opdoen, kunnen geplaatst en gade geflagen worden: met opcave tevens van de manier waar op in deze zal worden gehandeld, en van de kosten die 'er op lopen. 1. Eene familie welke hier van „ voor hare doden, vèrkiest gébruik te maken, moet zich, een of twee dagen voor de begiaving, by de gezwoorenen der kerk , in der tyd aanmelden, ten einde de nodige fchikking te maken, tot het innemen van het lyk, in de lykkamer.. 2. titer op word het lyk, op den dag der begravinge. in een kist, met een los dekzel toegemaakt, op de gewoone wyze naar de kerk gebragt, en als, dan, in plaats van in het graf nedergelaten te worden , in de lykkamer bygezet, en het dekzel van de kist genomen. . 3. Vervolgens worden 'er, xo dra net donker word. twee wakers by het lyk gezet, om daar op te pasfen, en te letten of 'er ook eenige verandering of teken van leven aan te befpeuren is : en, zo dra zy het laatfte bemerken , gaat een der wakers tetftond naar bet huis of de naasibeftaan den der bygezette perfoon , om bier van kennis te geven , ten einde de Woedver wanten onverwylde hulp verfchaffen, en het nodige daar voor aanwenden kunnen i. By dag heeft de kerkknegt en doodgraver order, om elk, uur om uur,, w1 de fykkamer te gaan en naar den doden te zien: moetende ook deze, op gelyke wyze, van alle veranderingen of tekens van- leven , onmiddelyk kennis aan de familw eeven Ook heeft de familie vryheid, om l.y dag, zo dikwyls zy zulks verkiezen, dc beziet.gmg van het lyk zelve te gaan doen. S Des winters zal de kamer, door midd-1 eener kachel, altyd op eene matige rotting zich opdoen', ul d-Me van kennis gegeven worden, om of in1 per foon, of door anderen, 't zy geneesheeren ! of wondheelers, zich van den ^twjfeibia, ren dood haater naastbeftaande te over. I tuieen. — Na welke overtuiging de kist ; ! öefefchroeft zal worJen, en in ftilte in i het graf of den grafkelder nedergelaten.^  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM den 12 May 1794. Tarw; Oude Zeeuw: en VI: 1 Nieuwe dito 20 22 a 24 Vv 7% Blauwe dito 19 a ao.ih. f Z.Zak. Zomer dito J Witte Brabandfcbe Roode dito Dito Engelfche l Ggl. Witte dito | 1 Last- Bovelandfche Poolfche ^ Rogge. Zeeuwf. enlnland: i6,ih. a 18 fldeZ.Zak Vlaamfche en Brah: 138 a 142 1 Bovelandfche 136 a 140 Engelfche Oofterfche 140 a 148 dito Gedroogde 150 a 160 Zeeuw: en VI: W: Gerst 96 a 102 dito Zomer 94 a 100 1 Vriefche Wintel <"t Last. Engelfche • Oosterfche dito Gedroogde Engels Mout Inlands dito 19 a 21 Spelt J Haver. Zeeuw: en Inl: Brouw 21 a 23 dito Voer 18 a 19,111. ijogvH* Vries:en Gron: Brouw S2 a 14 f pr.l.ast diio Voer 18 a I9,rh. J Boekwy'. VI: en Brab: op 154 f§ 3J "\ ©Cvle. Kley dito zonder v.igt j pr.Last Z:en VI: Grauw Erten y n je dito Groene S £ Zak dito Witte Oosterfche dito oCvls. dito Grauwe j pr.Last Kromb. Witte Boorteh Walrherlche dito i $ de Goefche en Sch: dito [Z.Zak. Bruine dito J Paarde dito 27 a 28,lh. T e>fvls. Duive dito 31 a 32 J pr.Last Koolzaat, Zeeuws en VI: 1 c„ir Brabants >°°r'. Engels iPfLast Moutwyn a 8 ©Cvls. de 30 vs. SCHIEDAM den 12 May 1704. Moutwyn 8 of de 3oVirtels zonder Fust. Genever 8} of de 30 Virt zonder Fust. Genever 40 en 41 Gl per Aam Amft.Proef. Gedr.Rogge 155a i59©i55a iSöGgl.'tLast. BR EDA.den 13 May 1794. Tarwe ƒ 8 : o : — tot ƒ 8 : 8 : — Rogge ƒ5:4:--tot ƒ5:6: — Boekweyt ƒ5:0: — LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. vaaren af. 's morg. h.wat. ^ondag den 25 May Ter Veer ; 's middags ten ir uur. o uur. 39 min. Maandag den 26 dito Gouda Ter Goes en Zirkzee . .12 — 1 31 —— Dingsdag den 27 dito Rotterdam en Middelburg . . 1 — 2 23 — Woensdag den 28 dito Zirkzee en Ter Veere ... 2 — 3 17 Donderdag den 29 dito Middelburg en Antwerpen . 'smorg. 3 4 12—— Vrydag den 30 dito 's Haage als 'er een aan is . half 4 5 9 — Saturdag den 31 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes . 4 6 5 De Beurtlieden op Lardrecbt en Amflerdam vaaien onbepaald —»of als 'er vragt is.  V By WILLEM.van BERGEN te Breda, is te bekomen en heeft alöm verzonden: I. DE GRAAF KONIN GS M ARK, Treurfpel,'in sBedryven, naa het Hoogduitsch, met een fraaije gegraveerde Titelplaat, a ƒ i: 12: —.een TooneeKtuk dat met alle regt onder de fchöonfte gewrochten qit het vernuftig brein der grootfte geniën gebooren, mag gerangfchikt worden. Dn Schryver drukt de voetfpooren van den groo. ten Schiiler in zynen Don Carlos; hangt een'tafereel op van huweiykeu, die uit dwang, eerzug.-, belang of andere beweeggronden aangegaan worden, en toont bier uit aan, de ysfeiyke gevolgen, die zoortgelyke verëenigingen met zich voeren, daar hy daarentegen by gevolgtrekking overtuigend be-vyst, dat de neiging van een edel en onbedorven hart, de beste Jeidftar is tot een volmaakt en gelukkig huwelyk. II. DE HARPEN AAR, of de Gelukkige Avond, Blyfpel voor bet hart, in één Bedtyf a 4 Stuiv. *..* A. en J. HONKOOl' te Leyden, geven uit en hebben alom verzonden: De Vyfde veel verbeeterde Druk van het HOVENIERS of TUYNMANS ZAKBOEKJE, behelzer: e een beknopt en volledig onderrigt van het geen 'er vereischt word in he w'aarneemea en bearbeiden van eenen Boomgaard, Blotin; en Moestuin. Zynde dez ■ Druk vermeerderd met een Naamlyst van de fynfte meest gezogtfte Vruchtboomen. -» Van eene groote meenigte In- én Uitlandfche Bloem ■■ boomen en Heesters, welken voor Slingerbosj.'s en Bloemperken thans gebruikt werden , en tevens door haare Bloemen en verfchillende Blaaden een aangenaam gezicht opleveren ; met derzelver Latytu'che Limaaanfcbe benaamingen , ook voor minkundigen in 't Nederduitsch daar by gefteld. Van zeer veele fraaije I loempianten welke in de open lucht kunnen overblyven , , en door fcheuringen vermeerderd worden, en eindelyk van een aantal Africaanjcbe Hees* ters, welken in den Winter, in Orangerïe, of in eene Kamer, moe:en geplaatst wor> den; alles zamengefteld door een kundig Botanist. —• Dit belangryk Werkje.verfchafc de beste handleiding voor hun die zyn Boomgaard, Moes- en Bloemtuin, in de voordeed ligfte en bevalligfte fituatie gaarne zoude geplaatst zien. De Prys is 9 Stuivers. -* ,4 By van RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen.op Zoom, zyn nog menige £ Exemplsaren te bekomen en alom verzonden, van: I, Orze verpligting om tot Nut van 'f. Algemeen te werken; dejr BERNARDUS BOSCH, ru.tend Predikant te DiemeiH met een gegraveerde lytelplaat, op.h;st Mediaan Schryfpapier, a £-8 Stuiv. Deze Verhandeling, en daar op volgend ■ Dichtfïuk , heefc de Heer Boscb uitgefprooken , oy ge'egenheid der inweijing vanhet Bergen opZoomfche Departement van bet C'npotlchap Tot Nut van 't- Algemeen. II. V. arwel aan het Bergen op Zoomfche Departement lot NvttrVan 't Alleman; dooj B. BOSCH. Een Dichtftuk, by gelegenheid, dat^de HettAioscb zich van £er- • ,£,en op. Zoom naar Zaandam begaf, in gemelde Departement,- nirgefproken. III.- Gefprekken. over de fieftemmjgg" van den Mensch, tón ruitte van hit Algemeen, doch byzonder voor de Jeugd, a 4 Stuiv docr B BOSCH. *— Dit ^takjen bevat vyf gefprekken tusfehen Vader en Zoon; gevolgd wordende van drie Liederen, V By van RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen op^Zoom . ziet .thands het licht en is alom te bekomen: Aanleidend onuerrigt in de voornaamfte Waarhedei en Piigten van den Godsdienst, meest tot eigen gebruik' opg'efleld; door PETRUS J ANSSEN,' Predikant le Bergen op Zoom; kl. 8vo. a 3 Stuiv. . V By vak RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen op Zoom","zyn gedrukt -en alom te bekomen': 1.-Eenige Pjalmen en Gezangen, ten gebruike der Schooien. Met onderfcheidene foortên var» Nieuwe Letteren gedrukt, a 2 Stuivers. I 11. METHODE nouvelle facille-, pour upprendre la Conjugaifon Frar.paife, h l'lnjruct'.on de la jeanesfe Hollandoife. & 6 Stuivers. Te ËTtdtt by W» Y*.» BERGEN, en te Bergen op Zoom by vah RIEMSDYK en van. BRONKHORST.  ( 43 ) fieele -vergadering, d:e luid morde tegen den Wysgeer, en hem misfehien een flegt onthaal zou hebben aangedaan, waren zy niet wederhouden door de vrees voor dc engelfchen, wier aanzien aan de boorden van den Ganges alles vermag. De Geleerde uit de zaal komende, ,zeide zyn leidsman tegen hem: ,, Onze eerwaarde vader had u. volgens gebruik, forbet, betil en reukwerk doen aanbieden; maar gy hebt hem vergramd." ,, Ik heb meer reden tot ..gramlchap, antwoordde de engelschman, daar ik my vruchtloos zoo veel moeite gegeeven heb. Maar waarover kan toch uw Opperhoofd zich beklagen?" „ Hoe, hernam de leidsman, gy wilt tegen hem twisten! weet gy dan niet, dat hy het orakel der Indien, en ieder woord, welk'van zyne lippen vloeit, eene ilraal van hemelfche wyshe'd is?" ,, Nooit zou ik het vermoed hebben," zeide dc Wysgeer, zyn o verrok, . fchoenen cn hoed terugnemende. Het weder was onfluimig en de nacht naby; hy verzocht om denzei ven in een der woningen van de Pagode te mogen doorbrengen; maar men weigerde hem 'er te overnachten; dewyl hy een ongewyde was. Vermits de plegtigheden hem zeer vermoeid 1 hadden, vroeg hy te drinken. Men bragt hem water in een bekken, maarzoo rasch hy 'er uit gedronken had, werd het verbroken, omdat hy, als een ongewyde, het ontheiligd had, door 'er. zyne lippen aan te zetten. Toen. riep de engelschman, zeer verbitterd, zyn gevolg, dat, onder het aanbidden van. Jagrenat, op de trappen van de Pagode, ter aarde gebogen lag, en zich we der in zyiv draagzetel geplaatst hebbende, 'begaf hy zich, by het vallen van den nacht, en onder een dicht bewolkten hemel, door de laan van bamboes, langs de zee, weder op reis. Onder weg. zeide hy in zich zeiven, het indiaanfche Tpreekwoord is wel waar: alle europeanen, die in de Indien komen, winnen geduld, als zy het niet bezitten, raken, zy, het kwyt. Ik ten minde heb het myne verloren. Ik. mogt dan niet- weten, door wat middel de waarheid te vinden zy, waar men haar moet zoeken, en of men haar den menleken moet leeren. kennen! De I mensch fchynt dus over den geheelen aardbodem gedoemd tot dwalingen en twisten: het was wel der moeite waardig om in de Indien aan dc Braminnen te bomen raad vragen!. (IKt vervolg hy eene nadere gelegenheid, wanneer onze Lezers zullen zien, dat de Engelfche Geleerde eindelyk do waarheid vond, op een plaat» daar hy dit niet vermoed hadt). AAN DE SCHRYVERS VAN 'T WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. Door myn beroep ben ik geplaatst op een 'Dorp in een afgelege hoek van ons vaderland, alwaar de inwooners zeker niet onder de befchaaflie kunnen gerekend worden. Met de uiterfte tegenzin vertrok ik derwaards, dewyl ik my verbeelde, aldaar een foortvan halve wilden te zullen aantreffen, die min door de reden dan door hunne geftalte en fpraak van de dieren onderfcheiden waren. Dan de ondervinding heeft my doen zien„ dat de groote -zielen niet alleen aan de Hoven en in de Hoofdleden worden gevonden r maar dat men die dikwerf op de ongezienfte plaatfen, in de verafgelegenfte hoeken,- en onder de laqgfte hutten zoeken moet. Onder myne naaste buuren, die ik in 't begin niet dan met een oog van medelyden aanzag, vind ik thans één der voornaamfte Regenten van een land die mooglyk ooit geleefd heeft; met verwondering befchouw ik dikwerf' de billykheid en. zagtzinnigheid met welke hy zyn talryk huishouden beftierd. Niet zyn eigen maar't algemeen is zyn doeleinde. Hoe veel liefde hy ook voor zyne kinderen heeft, worden hunne misdryven, fchoon zeldfaam, ten ftrengften geltraft, en geen van die worden over 't hoofd gezien. - Dog warneer zyn pligt hem hiertoe dringt, Jyd hy meer, dan den misdadige: ik heb hem naar 't veld zien fpoeijen, om zyne teerhartige aandoening voor zyne kinderen te verbergen, wanneer hy een misdryf had moeten ftraffen. Hoe gelukkig zoude een volk niet zyn onder-dc'be^ ftiering Van zodanigen beminnelyken Regent'4 Dan het wordt tyd, om u mynen buurman den wysgeer te doen kennen, dien ik, op zékeren middag, in het veld wandelende, aan zyn middagmaal vond zitten. Zyne eetkamer L 3 SKSS  C 44 > was ean ftufc lands,. kat geen ny omFpitte, ay'ne tafel de aarde, zyn fbel een oude liruik, v; gyne fpys een (luk zwart brooi, met een e: ftük garstig (pek, en zyn drank fchoon w.tter. 6 Ik fprak hein aan. op de volgende wy/.e: v ' Ze. Wel bjurmui gy eet zoo lhuaklyk, g dat het iemand honger zou doen krygen, al 5 had liy geen lust.tot eeten. h Arbeider. Ja myn heer, het fmaakt my a regt gosd, en ik dank er God voor, dat Hy v my dit wïinige. zoo wel doet fmaiken, dewyl ik geen vette fbupen kan kooken. c Ik. Gy zyt dan met dit weinige te vredeïi, fc eu dankt den goeden God nog ? a Arb. Zoude ik geen flegt kaerel zyn, in- \ dioh ik anders dagte; het is waar ik heb een e vrouw en agt kinderen, die ik lief hebbe, ert c ik heb niet anders dan myne handen om-voor 1 hun den kost te winnen, maar wy behoeven ] geen honger te lyden, zoo lang ik gezond ben i en werken kan, daarom bidden wy altyd dat i God my maar gezond mag laaten, om te kunnen werken, en God heeft ons gebed verhoord, want ik ben nooit ziek. Ik. Dit is zeer wel van u gedagt buurman; terwyl gy met uw geringen (iaat te vreede »yt, zyt gy ook gelukkig, ja gelukkiger dan veelen, die tot de ooren toe in 't geld zitten. Arb. Myn goede heer, gy kund wel begrypen.dat ik geen droog brood zoude eeten, indien ik er boter by konde hebben, en dat,ik i dit gefcheurde wammes niet zou dragen, indien ik een goede rok op 't lyf kon krygen ; 1 en ik wensch ook wel eens, dat ik het zoo ver konde brengen, dat ik er dit van konde hebben ; maar dan denk ik ook van den anderen kant, wie weet of het my nog wel beter zou fmaaken, en of ik dan wel zoo veel lust in het werken zoude hebben. Wanneer hetrrry nu en dan eens te veel in't hoofd maarte, dan begin ik maarte denken op onzenrykenbuurman, die alle middagen vleesch kan eeten en een glas bier en wyn- toe drinken, dog daar entegen ook alle dagen ten mlnfle eens met zyn vrouw kyft, en de ondeugendlte kinderen ,uit de buurt heeft, en dan dank ik onzen lieven Heer op myne bloote kniën, dat ik zoo veel gelukkiger ben dan hy. Ik. Uwe vrouw heeft u, dan lief en uwe kinderen zyn gehoorzaam? Arb. Denkt gy, dat ik.anders zoowel te vreden zou kunnen zyn ? ik wenschte dat gy eens kondet zien, hoe welkom ik ben, wanneer ik 's avonds t' huis kom, en hoe myn. wyt' en kinderen hun best doen om my al het gemak, het geen zy kunnen, toetebrengen. — Maar neem het my niet kwalyk Heer, ik hoor daar de klok één flaan, en ik moet weer aan het. werk, anders zoude ik de lieden, m wiens arbeid ik ben, te kort doen. ik ging dan heenen, inwendig aangedaao over de edelmoedige denkwyze van mynen buurman, dien ik naderhand meer en meer als wysgeer heb leeren kennen. Ik floeg hem voor om eene hoe ve voor hem te huuren, hem een paard en een paar koeyen aan te fchaffen, om hem dus een ruimer beftaan te doen erlangen, onder voorwaarde, dat hy my dt penningen, die ik daartoe moest uitfehieten» niet eer zoude wedergeven, voor dat hy daar toe in ftaat was en zonder hindernis doen konde. In 't begin wees hy dezen^voorflag van. de hand, maar op myne erndige overreeding nam hy dien aan; en fchoon thands zyn ftaat, verbeterd is, blyft hy dezelve gelukkige wysgeer, uitgenomen, -Jat hy zich nu meer kan toonen een menfehen vriend te zyn. Dus ben ik tegenwoordig zoo gelukkig op deeze plaats als ik te vooren my ongelukkig rekende, en dewyl niets aangenaamer is, dan zyn ; geluk aan anderen, te kunnen melden, heb . ik deezen aan U gefchreven, in hoope, dat ; Igy er vroeg of laat in een uwer weekbladen > van zult willen gebruik maaken. » UE: DW: Dienaar 1 H in de Myery G. Vergenoegd. r den 4 May 1794. Wy bedanken den fchryver van den brief getekend J. P. C. voor zynen yver om onze pogingen tot nut en vermaak onzer Stad- en LandgenooteB bevoorderlyk tè willen zyn. Gaarne willen Wy van zyn vriende'yk aanbod gebruik maaken en van tyd tot tyd eenige dooi- hem optegevene reken- en wiskundige vragen in ons weekblad plaatfen. Wy vertrouwen daar mede veelen onzer Lezers geen ondienst te zullen doen, te meer wanneer zy de antwoorden op deze voordellen altyd 1 in een volgend noromer vinden zullen. Te Bergtfl 0$ Zoom van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by van BERGEN,  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. N... i a. Zaturdag den 24 Mey 1794. TWEEDE VERVOLG VAN' HET VER. HAAL DER REIS OM DE WAARHEID TE ZOEKEN. rjierwyl de Wysgeer zich op de,_ In ons X vorig nommer, faefchrevene wys, in zyh draagzetel onderhield, overviel hem een dier ontzaglyke onwcders, die in de Indien' een typhon genoemd worden. De wind kwam uit zee en deed de golven van den Ganges .afvloeyen, terwyl zy, op de, aan deszelfs mond liggende eilanden, braken. Hy hefte van hunne oevers geheele zandwolken, en uit hunne bosfchen, ganiche ftroomen bla-s ders in de hoogte, die hy, door elkander gemengd, over velden en rivieren, tot in de bovenlucht opvoerde. Nu en dan ftortte hy in de Bamboeslaan, en fchoon dit indiaansch riet zo hoog was opgefcboten als de grootfte boomen, bewoog hy het, als het gras des velds. Door den nevel van ftof en 'bladers zag men de lange ryen heen en weder flingcren, een gedeelte boog zich links en regts tegen den grond, terwyl een ander gedeelte zich huilende omhoog hief. Het gevolg van den engelfchen geleerden, bevreesd van verpletterd, of door het water van den Ganges, dat reeds uit zyne boorden week, verzwolgen te zullen worden, week landwaards in, door de velden, hun koers, by de gis, naar de naastbygelègen hoogten richtende. Ondertusfehen werd het nacht, en reeds hadden zy drie uuren ih de diepftc duisternis, hunnen weg vervolgd , zonder te weten waar zy z;ch bevonden, toen een blikfemftraat, die uit de wolken fchoot, en den geheelen hemel verlichtte, Jiun, verre vsn zich af, aan hunne regte zyde, de Pagode van Jagrenat, de eilanden van den Gapges én de onftüïm'i'ge zee deed aanfebouwen, terwyl zy tevens vlak voor zich, een klein dal en een 'bosch, tusfehen twee heuvels, ontdekten. Zy fpoedden zich derwaards, om aldaar eene febuilplaats te vinden, cn reeds deed de donder zyn angstbarend gerommel hooren,. toen zy aan den ingang van het dal kwanien. Het was gedekt" door rotfen cn vol v^n oude en verbazende zware boomen* fchoon de orkaan hunne toppen met een yslyk geloei fchudde en boog, waren hunne, gedrogtelyke ftammen onbeweegbaar gelyk de rotfen, waardoor zy omgeven 'werden. Dit gedeelte van het oude bosch fcheen de wyk der ftilte en rust; maar het was moeilyk hetzelve binnen te dringen. Het kleine riet, welk rondom dit bosch kronkelende groeide, en de lanen, dié van tien eenen ftam tot den anderen zich ineenftrikten, vertoonden'alöm enkel eene borstweering van bladeren, of frheiien eenige groene holen, M waar-  ( 45 D waarvan de ^^^^eeSnlk ■^Reispouten echter, met hunne iaoei:s, '-doortocht gebaand hebbende, begaf de gan ffifleep zich met den draagzetel m het i Inich Zv verbeelden «ich-h.er voor het c ï vCederbyeveillgd 5 jegens hen als omringden met onte.baie ■ftonvloeden. Jn dezejauelooshe d.-ontdek ten zv, onder het geboomte, m het engite IZ hlr dal,' éen licht, en -ervo gens m b«. De mafalchi liep der waards, om e Sn toorts aanteftcken; maar hykwam heel 1 -Ihielyk buiten adem, terug, fchre^wen -de „komt niet hier; 'er is een paria! Slaks riepen zy allen, met de sterfte ontfteltenis: „ een paria! -der/paria! ' De Wy* ïee , denkende, dat dit een w. d dier was, .frlep-naar-zvnepiftoolen. „ Wat-is-een paria'" vroeg hy aan zyn' toortsdrager. „ i^n ShcpfS? Ltwoordie deze. ■ dienst noch wetten geeft." ; „ Het is, voeg de'er het opperhoofd der'Reispouten'by, ÏntndLn 5n ^'^Zlf t^ dat het vryftaat hem te dooden, indien ny Ss enke yaanraakt. Wanneer wy:>n 4*ne wonme geweestzyn, mogen wy in negen maaidengeen voet in een Pagode zetten, S lm is ^ ^ivereri moeten' wy ons negenZ°]-in.den Ganges' baden, eri ons even dik• ^ doo, de hand van eer, BramJ. van het ' hoofd tot de voeten, met koeip,s laten was .S" "Alle de indianen ^eeuWdg . , Wy kómen by geen paria m< Hoe zy iv ie weten gekomen, vroeg de Wysgeerëy, o,.n toortsdrager, dat: uw landgenoot 3 ^"a dat i een fchepfel zonder gods'd "nn » wet is?" „ Toen ik zyn hut open Vec"i an woordde deze, Zag ik, dat hy 1 , Ul>' hond op dezelfde mat, als zyne 'mcl } n TTan'wie hv in éen koeihoon: TTen bóod" "en, die tot het gevolg vïï^ Vigeer beierden,'fchreeuwden. rP nfefw : l % komen Wf^g« R vft dan h er, als gy wilt, ze de oe cn 4 " , wl- voor my zyn alle klasfen van m- voor den regen té beveiligen." yn^r zegende, fprong 'hy uit zyn draag^etei en '^t boek met vragen benevens zyn . iüoed onder den arm en zyne piftooi^ en pyp in zyne handen genomen hebbende, k wam hy alleen aan de deur der hut.' Naauwlyks«had hy aangeklopt, of'een man,'die 'er zeer vriendlyk uitzag, 'deed hem de deur open, en verwyderde zich terflond, zeggende: „ ik ben niet dan een arme paria, myn Heer! die niet waardig is u te herbergen; maar indien gy goeüvindtby my-te fchuilen, zult gy my ten hoogften vereeren." „ 'Myn Broeder! andwoordde de engelschman bartlyk, gaarn wil ik van uwe gastvryheid gebruik maken." Ondertusfchen begaf zich de paria- naar buiten, met een' fakkel inde hand, êen vracht droog hout op zyne fchouder en een korf vol kokosnooten en bananen onder den arm, 'dus toegerust naderde hy het gevolg van den Wysgeer, zeggende: „ Dewyl ey my de-eer niet wilt aaudcen-van by my intekomen, breng ik u vruchten, die nog in de bast ■ zyn,- en die gy derhalve kunt eten zonder u te bezoedelen; cn ziet daar vuur, om u'fe droogen en voor de ty^ers te beve[jgen Gód zy met ui" Terflond hierop keerde by in de Jiut terug,-en zeide t£gen dèn wysgefer: ., ïk'zeg het u andermaal, myn Heer! ik ben maar een ongelukkige paria; maar dewyl ik aan uwe blanke kleur èrt aan uwe klederen zie, dat gy geen indiaan 1 zvt, hoop ik in u geen tegenzin te zullen beib-uren voor het voedRl, dat uw behoeftige dienaar de vryheid gebruikt u aantebieden. Dit zeggende, zette hy op den grond, op eene mat,' mango vruchten, roomappelen, eiinamen, aardappelen onder den asch gebraden ,'geroosterde"'bananen en een pot rysnme'fzutker en kokosnotenmélk bereid, . waarna hy zich op zyn mat afzonderde, by ■ Zyne vrouw en zyn kind, welk ty haar m - eene wieg liep. „ Deugdzaam ftervelmg! • zeide de engelschman, gy zyt veel Verdienst. lyker dan ik, daar gy zelfs hun, die u veri achten, weldoet. Indien gy my niet met ' uw byzyn op deze" zelfde mat vereert, zal ïlc - moeten geloven, dat gy my mede vooreen - boos-mensch'hondt, en ik verlaat uwe hut, ] fchoon my de regen deed verdrinken, oi de ' tyers my verlcheurden " - De p.tfia zette zich dan ook, naast zyn n gast, op dezelfde mat neder, en beiden beo gonnen -zy te eteu. Ondertusfchen . genoot  B Y L A G E N N°. 12. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Manier om Befcbuit drie jaar lang te levsuaren.. D, befchuit kan drie jaaren Tang be waard worden in vaten, dewelke zeer vol en „en 't groene of drooge kruid, klein ge fneëden zynde, in een fles doet en 'er beste brandewyn over heen giet, ter hoogte van twee 4 drie vinger breed boven b?uid i vervolgens zet men de fles by t vuur of OP ten ander warme plaats, en kat 't eenige tyd wel trekken, daar na giet nen 't aftrekzei door een fyn linnen doek, of beter door een vloeipapier, zoo heeft £er. de tinctuur, die men m een fles be waard ■ de dofis hier van is 40 tot 50 druppels in wat water of witte wyn. Om Alfem-Wyn ts maken. Daar toe heeft men maar van dit kruid op goede witte wyn te zetten, dan op een warme plaats 24 uuren te laten trekken | en vervolgens, de wyn doot een fyn doekje te gieten- Vervolg van de Honing - Byen. Men moet de korven beroof £mor- ffi ee'S^ttt^ . SwS^iSS. en een maske met «Urnen ocgen voor het aangezig , en hand boven op een drieftal of ander werktuig: , om ze vast te doen ftaan; men begint met het oppeSe der honinggraat van boven in l^n^K^33 men de honingraat, die het d.gtfte aan de sas «WHRms vuldig weg doen , en bovenal de hojeiis \ die dieper en grooter als de ai.deren zyn. na dat men zoo veel honing, daar m t ge. noomen heeft ^^^^ boven de-helft, of ten mee5ten, Tfet „ee. zyn moet. dan fchraapt men glad het gee X men bevind befchad.gd tertabben, doet het bedorvene weg, en maakt dejtorr fchoon, hem dan wed« op " W plaats (tellende, en ^n befmead ze rond om met koelrck en on^>"Jf£fft °£ ze te verwarmen:r*, 't^™ met mag nun maar de be rooven, om de twen » h over te laaten: men moet oofc eenige 1 . a-,c mpn reet over einds zet, ningraaten , die men regc Om een aangenaame reuk aan Bloemen te geeven. Taat wat fchapen-mest in azyn fmelten Laat wat u-u i muscus , en ontbinden , doet daar in w ^o^ ^eïen.0fOoteknan ^^ £^ retk aang\na"m°e8reuk rondom zich vet. fpreiden. » Middel om de FramMJen voor de Weeg. 1 luiZen te bewaaren. . 1 Mt te beletten moet men, als men :e 1 een goede uitwerking. FR.YS- dit te beletten moet men, als men Om dit te peiep?»- , . ,er ;mt_  PRYS-LYST per GR AAN EN &c. BOTTERDAM den 19 May 1794. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: 1 . Nieuwe dito 21 22 a 24 }, « ae Blauwe dito 19 a 20,ih. • L.LVi.. Zomer dito J Witte Brabandfche Roode dito Dito Engelfche l^§'Witte dito f 1 Lisu Bovelandfche Poolfche J Rogge. Zeeuwf. enlnland: i7,ih. ai8,ih de Z.Zak Vlaamfche en Brab: 148 a 146 "} Bovelandfche 138 a 144 Engelfche Oostejfcbe 144 a 154 dito Gedroogde 156 a 164 Zeeuw; en VI: W: Gerst 96 a 10a dito Z mer 94 a 109 Ggl. Vriefche Wintel f 't Last. Engelfche Oosterfche dito Gedroogde Engels Mout Inlands dito i9,ih. a 21- Spelt j ' Haver. Zeeuw: en Inl: Brouw 22 a 24 *] dito Voer 19 a 20 | ©:Vs. Vries:en Gron:Brouw 23 a 25 fp-.l.ast di'o Voer 19 a 20 j Boekwyf. VI: en Brab: op 154 © 3» , 1 ofvfa» Kley dito zonder v/igt J pr.Last Z: en VI: Grauw Enen ) fi de - dito Groene S ^ gak. dito Witte \ Oosterfche dito ") «< vis. dito Grauwe J pr.Last Kromb. Wirte Boonen "| Walcherfche dito I £ de Gocfche en Sch: dito j Z.Zak. Bruine dito J Paarde dito 28 a 20 "j c^vls. Duive dito 32 a 33 J pr.Last Koolzaat. Zeeuws en VI: 1 /-v[s> Brabants ■ > 'f Engels J'pr.Lut Moutwyn a 8 c>a iöoGgi.'t Last. Btab.Roggei58ai6offii48ai50Ugi. tr.ast. lys1t van het afvaaren der Beuftfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. vaaren af. 's morg. h. wat. Zondag den 1 Jüny Ter Veer . . . 's morgens ten 5 uur. 6 uur. 59 min. Maandag den 2 dito Goud-, Zirkzee en Ter Goes . . 6 — 7 — 49—p Dingsdag den 3 dito Rotterdam en Middelburg . . 6 — 8 36 Woensdag den 4 dito Zirkzee en Ter Veere ... 7 — 9— 21—r Donderdag den 5 dito Middelburg en Antwerpen . , 6 10 2 — Vrydag den 6 dito 's Haa«iikfi-m opeen banitó vygeh-j boom gevallen," „ Dat is zeer byzonder, hernam de Wy geer: waarfchynlyk zal bedaar van komen, cm dat die boom', even ais de laurierboom,, eeu reg.nive e'edbiciteit, of'ieriigdryvende kragt, bezit." ,, Ik verfta u niet, zeide de paria; myhè vrouw gelooit, dat het is, omdat de God Brama eens onder deszelfs loof een fchuilplaats vond; maar ik denk, dat God, in deze aan onweder onderhevige gewesten . aan den banian vygenboom zeer" dichte blaaders en boogen gefchónken hebbende, om den menfehen eene beveiliging tegen het on weder te verleenen, niet gedoogt, dat zy 'er door den donder getroffen worden." Uw andwoord is zeer god» vruchtig, hernam de Wysgeer. Uw vertrouwen op God lielt u derhalve gerust. Het geweten is zeker beter waarborg dan de geleerdheid. Heb de goedheid my te zeggen, van welk eene gezindheid gy zyt; waarfchynlyk behoort gy 'er tot niet een hier in de Indien: want geen indiaan wil gemeenfehap met u houden. Op de lyst der geleerde ftammen, die ik op myne reis moest raadplegen, heb ik die der pari aas niet gevonden, fa welk gedeelte van de Indien is uwe pagode?" „ Overal, andwoordde de paria: myne pagode is de natuur; ik verheerlyk haren Schepper, by het opgaan der z de 3Q vs BREDA den 3 Juny 1794. Tarwe ƒ 8 : o : — tot ƒ 8 : 10 : — Rogge /5:6:-tot>5: i0:„ Boekweyt ƒ 5 : o : — LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. Zondag den xjjnny Ter Veer . . . % morg. ten SS**. E Maandag den 16 dito Gouda, Zirkzee en Ter Goes . half 4 6-~ ad Dmgsdag den 17 dito Rotterdam en Middelburg . . half? 7 ,„ Woensdag den 18 dito Zirkzee en Ter Veere . , half ö 8 12"*" Donderdag den 19 dito Middelburg ten 7 en Antwerpen 6 ^_ o Vrydag den 20 dito 's Haage . ". . . \ ' o v \ Saturdag den 21 dito Rotterdam. Middelburg en Ter Goes ' . 9 ,0 /0 «De Beurtlieden op bitrdrecbt en Amfttrdam vaaren onbepaald — of als 'er vragt isT*  U T DE HA.ND TE KOOP een Zwart Vries MERRIE PAARD, zynde een Langftaar't, oud circa g Jaaren. Iemand nader onderricht tegeerende , adresleere zich ten Huize van Dl PACHé, Castelyn in 't Hof van Gelder te Tholen. • * van RIEMSDYK en van BRONKHORST, Boekhandelaars te Bergen op Zoom, geven uit en hebben alöm verzonden: Onderwys in den Chrisceiyken Godsdienst, naaf de Behoeften van onzen tyd. Door j. C. DOEDERLE1N, Hoogleeraar der Godgeleerdleid tejena. Naar de tweede Uitgave uit het Hoogduitscb. vertaald. U Deel. I. Stuk, in groot 8 vo. . „ . TV1U By W. van BERGEN te Breda, is uit het Latyn vertaald van de Pers geko. men, en alöm verzonden: I. F. vas dek Mye, twee Verhandelingen over de heerfchende Voikziektens te Breda, ten tyde der belegering, als mede over.de middelen ?^S^*Sleer^«i£JiS in deeze twee Verhandelingen ?oodaan;ge doorgaande Voikziektens, als meestal in Legers, belegerde Steden en Hospitaalen hëerfchen (inzonderheid pest en-jcorbut, met derzelver toevallen en modificatiën ), benev ns derzelver oorzaaken, en de gemakkelykite middelen daartegen, allernaauwseurigst befchryrt; vertrouwtde Uiteeever, dat eeue Vertaaling van dit allernuttigst Werk, zynen "Landgenooten en vooral hun, die op de Geneeskunde eenigaftus betrekkioe hebben, niet dan ten uiterften. aangenaam zyn kan, weshalven hy ook ceene breedvoerigere, aanbeveeling van dit, by de Geneerden alleszints bekend en geacht Werk, alhier ndodif keurtj A1U Thans is alömme en by de Drukkers deezes te bekomen: Stukken betrekaelyk tot de Detenfie van RUDOLPH SMITS, Burger en. Mr. Kleemiker te Breda/ by den Geweldigen Provoost aldaar, a 5 en een halve Stuiver. Dn~Tlr * * Nieuwe Werken gedrukt en te bekomen by van RllsMSDYK en van BRONK- * HORST te Bergen óp Zoom, en verder alom: „rmATnvr I Van de nieuwe Uitgaave van ALLE DE VVER' EN van JOOïl l AN VONDEL,, zien reeds vier Stukken het licht, waar van ndg maar een klein getal te bekozyn. De overige zullen fpoedig volgen. Dieze vier eerfte' Rukken, op Postpapier zindelyk en naauwkeurig gedrakp , kosterj . . • ƒ ö ; 16 . o II. DE LIEFDE, toegeweid aan alle tede e hitten, die voor gevoel van waa-heid en onfchuld vatbaar zyn, eeji nuttig HaisboelJj In 2 Deelen compleet . • . . • • • \ il„„ ' : ° JU Menfchelyke Lotgevallen of Merkwaardig? Lcvensfchetlen, gejrökken uit de Gefchiedenisfen van vroegere en laatere Tyaen, 2 Dee.cn, met in 't koper 'gebraveerde Tytelwgnetten. . . • • • / 3 : 12 : 0 NB. Dit fraai Werk zal nog mee één Stukjen vervolgd worden. IV. Nuttig en Vermaaklyk School, tot onderwys van Kinderen, in Steden en ten platte . Landen, in 4 Scukjens compleet. Dit Werkjen wordt reeds in-veele Schooien met vrucht gebruikt, ieder Stuken kost ' • • '■ • ' ' ~~ : : V. Aanwyzing der Tekenen, die gewoonlyk by het Cqrrigeeren van DrnkWyen;.gebtuikr.worde.n , op Postpap. in 4tp. netjes gearu.t. ƒ — : 6 : o V van Riemsdyk W. van Bnnkbtrst, te Bergen op Zoom-, geven uit en hebben alom verzonden: Liederen voor 't Vaderland. Door P. Moens en B. Boscb, op best Postpapier, in een blaauw- cartonne b^ud, a. 36 Sfuiv. met een gegraveerde* ytel. Dezen Bundel beyat 52 Liederen, op verfcbiüende oodettvetpen,, die. ge.fteU zyn op de meest ,b?kende Zangwyzen. ; Te Bttd* by W* van B£RGEN, en te-Bergen on Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST.  C 55 } de groote fteden uitgaat, en in de naast hy«gelegen velden zweemt naar let bru'sic'ien der golven, die op het Zëeftrafua breken, ik .zeide tot my zeiven: eene zaaien woning van •menfehen .eenes zoo vorichiilenden ftands, : die hunne nyverhe:d, rykdommen en vermaken, onder elkander vermengen, moet eene ftad tot eene gènoegïyke verblyfplaats doen •verftrekken. M .ar is het my ontzegd, by dag . • dezelie-te naderen, iwjejzal ny beletten 'er des nachts intekoineii? Eene vveeuooze muis, die zoo vele vyanden beeft, .gaat en . komt, door de duisternis beguolbgd, waar < het haar gelieft, uit de hut d'es armen in het t paleis der koningen zelfs. Om genot van het leven te hebbes ffi haar het lïan onlicht genoegzaam; waarom zou ik tot hetzelfde einde'dat der zon-behoeven? liet was niet •verre aan Delhi, waar ik deze overdenkingen maakte; zy wekten in -my .zoo veel ftoutmoedighèid, dar ik my, door dén nac-u begunftigd, in die ftid begaf; ik-kwam uezelve d'.'Or de poort van Lauor binnen. Eerst g rjg k door eene lange afgelegen ftraat, be it iande ter wederzyde uit huizen .-vqorzjiefi -van terrasién, rustende op gewelven, ijj --welken de kooplieden hunne winkels houden ' D er en daar zag ik ruime en dichtgefloter, k.iravaaiiv.ïrblyven, en groote bazars», 01 m i k'en-, waar. het doodsch. ftil was Naai . het midden der ftad komende, doorw ndel de ik de trorl'che wyk der orrirahs, jryk in. pa b zen en tuinen, l.mgs de Gctnna gelegen H er klonk alles van het-goiuid .der fpéeltuigen en het gezang der by ideraa's., die aan dén' oever des ftrooms, oy het fakkellicht dansten. 'Ik vertoonde my aan de poort van een'tuin, om zulk een hef tooneer- te aan1' fchouweti; maar ik werd 'ëfva'n daan gedrfven door flavcn, die 'de arme lieden met ftokflagen, wegjoegen "De wyk der groo ten verlatende, ging ik voorby verfcheiden pagoden my er gezinte alwaar een grooi •aantal ellendigen, ter aarde gebogen, zich in bunne tranen baadden; Ik koos ylings dé viugt, op de befchouwing dier kenmerkei, van bygeloof en godsdienftige viees. Wlai verder deed my de Ichellé Item der mol lal,, die hieven in de lucht het uur van den naou aai;koi,u gden, bimierken', ddt ik ingaan den voet-eenes torens van eene IWclkee bevoFtC. Niet verre van daar waren de flfcioryen der curdpeanen, met derzelver vlaggeflV.erj vvake,s.,. dieonophoudlyk riepen : Kaber dar'. pas op! vervolgens ging ik-langs een-groet > gebouw, welk my uit hoofde v n hei gc. rammel der ketenen en het, gegil-dat ik in lietzelve hooide, voorkwam eene .gevange. nis te wezen, ivort daarop hóórde ,lk het gekerm van pyn .en.fmr.rt sn een ruim hospitaal, uit het .welk .ganfene ..wagens vol I lyken kwamen. .Voordgaande, ontmoette - ik dieven, die, ftraat uit.ftraatj'n, voor de 'wacht, die hun achterna was, vlugtren; ! hopen bedelaars., die, in ^.weerwil -van de j rottingflagen, .die.zy kregen, aan de deu| ren der paleizen, om de klieken ..der.gastmalen fchooideii; en overal vrouwsperlbonen, die zich aan openbare hoerery overgaven, om de kost te verdienen. Eindelyk, na langen tyd door dezelfde ftraat gegaan ..te hebben, kwam ik aan een verbazend groot plein, waarop de fterkte, in dewelken de Mogól zyn verbiyf houdt, ftaat. Het.plein was vol van de,tenten der rajahs cn nababs van zyne waGht .en..hunner ruirerbenden , van elkander onderfcheiden, door derzelver fakkels, ftandaares en lange dokken» met koeiftaarten van Thibet. Een wyde gragt, vol waier, en .door .gefchut gedekt, omringde even als het plein, ce fterkte. By het licht der wachivuuren bateejt iS de torens van het kasteel, die hunne fpltfen in. de.wolken ftaken, in de lengte der wallen, die hei gezigt niet. bereiken. Kon. ik bid my gaarn binnen dezelven willen begeven; maar groote ^korabs, of j;eesfeirie;nen, die aan.de fteilen der deur-.;} niugen, benamen my de lust, .som zelfs eén voet in het flot te zetten. Ik beef derhalve aan.een van deszelfs einden, by eenige negerflaven, die my verlof ..gaven v*n by een vuur, om het welk zy zaïen, te • 'usten. Van hier béfchouwdë ik met be= ■ vvoiideiing het keizerlyk pales, en zéide in hy -zelyen: .,, ,, Hier woont dan derge!jak' k) fte van alle ftervéfingen! rjet is om hem ,choo:z«ambeid te doen toonen, dat zoo vele gewestert zich uitmergeleli; om zyne i /veelcfe voedfel te ver.cüaflc.,, dat zoo ve0-2 ' le  C W ) 'e karavanen reizen, en om voor zyne veiligheid té zorgen, dat zoo vele gewapende menfehen, in lei i ce, de wacht houden!" " (Het Vervolg hierna.) HET ME DEL Y.DEN. h Dè zorg-uwer zie!, zeide de vrome ryk- ' aard, tegens een ongelukkigen, welke hem, met tranen in'de "oogen, den fmêrtëlykjftè toeftand , in dewe'ke hy met zyn ongeJukddt I huisgezin was gedompelt te kennen gal', en : hem een kle'ne lom ter leen vraagde; — de zorg uwer zie; welke my zeer ter harte "gaat,-verplicht my ü te vermanen, den hemel-door uwe murmureer ngen tn klagten niet te vergrammen, op dat hy in zynen toorn, u nog n et zwaarder bezoeke en kastyde; —maar myn heer! in myn hu'shoudiig heerst gebrek', en myn gezin vergaat va: honger,, is 'er noch erier ftraffe voor dei men-eb bier op aarde dan honger?— Stijl myn vriend, laster den hemel niet, is het niet beter hier dekallydingen des hemel.> geduldig te verdragen, en wie weet hoe dikmaals gv deze bezo-ekinge niet door begeerlyknedcn verdient hebt,- ja .myn vriend, den hemel weet, dat ik voor uwe ziel met innig medelyden ben aangedaan. — Helaas! "myn heer,, zeide de ongelukkige, gaf de hemel dat gy thans wat minder medelyden voor myn ziel, en wat meerder voor myn verhongerde, maag had! —Hier fprong dc vrome ïykaard wel drie voet achteruit, roepende: gy ftapcls ongerechtigheid op ongerechtigheid; gy zyt ' een heiligfehenner! — het is voor een rech vaardige niet by u te houden! — Intusfchen bad hy de deur van zyn zy. kamer bereikt, die- by aangedaan van medelyden over de siel'vairden ongelukkigen, driftig aehter hem toelloot,. latende den klager de keur van te vertrekken of te blyven ftaan; die met traa nen in de oogen het eerfte verkoos, z-egg.nde, voor zyn vertrek: „ O God! gemé weet deze mensch n et het geen hy my .thans doet lydëii !'• hy weet niet hoe (merrervjk liet is, eene vrouw van gebrek te zien ('chreien fen haar traancn In plaats van biaod te moeten geven ;■ gewisfej'yk indien hy dit voor een mi nut gevoelde, zoude hy zo onmedagêhd nijet kunnen zyn!" — Hy die zo veel roemt op rechtvaardigheid, en van den barmhertigen God voor zyn ziel zoo veel, (zoo ais ■hy zegt) heeft ontfangen, zonde immers, zoo-hem-dit wel genreent ware, zyn medeméns ch van denzelfden God gefchapen, niet kunnen zien door gebrek van tydelyk voedzel vergaan, of hem door onbarmhartigheid tot wanhoop brengen? — De waare grond van her Chr s.cnuom rust op de uitoefening van zti ke deugden als in het euangelium zyn voorgeschreven : onder deze behoord ook de Menschiitvendhe:d De Zaligmaker der 'waereld" gmg ons daarin voor — En hy die hem daarin niet navolgt, hy moge zich dan bhdèr den ichoonen dekmantel van Godvrucht en Vroomheid verbergen, is. de naam van Ckristen onwaai eng, en maeuaau wnjiiueiu. TWEE. RAADSELS. I. Ik fijy en fcheur myn goede moeder-, Wier milden fchoot riiy beeft gebaart; Hy die my vormt, is ook myn broeder, Doch roemt op-een veel eedier aard; — Zyn hand kan, naar'them lust, my wenden — Zyn wil doet my, tot troost in nood, Onze algemeene moeder lebenden . En uit haar wouden groeit zyn brood. 2 Den ftérkfïen held den dwingeland, Weet ik, 'gelyk een veer, te flingren; — lk fmyt gebergtens over 't land , Maar 'k zwicht voortedre maagdenvingren. ?k Voer welvaard en verwoesting aan, Ik dreig de ftoiufte Konmgryken, Doch'k moet, febcon niets my kanweêrftaan, Voor 't handje van een zuigiing wykeri. Ik lesch myn onverzaadbren dorst Met 't nat van boeken en rivieren ,. ik zoog bet zonlicht aan myn borst, Tot heil van vruchten., mensch, en deren. Wanneer men wd r,l?t ov.r het geluk dat,ons de nrgeppegdheid, onder alle omilandigheeden en toevallen 'van het leven, kan aanbrengen- dan zal zich ha taadTel, in ons vorig nommer oagegeven, ;gemaklyl; laaten oplosfen. Te Bergen oo Zoom by vak' RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by van BERGEN,.  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. Zaturdag den 14 Juny 1794.1 VYFDE VERVOLG VAN HET VERHAAL DER REIS OM DE WAARHEID TE ZOEKEN. Terwyl ik dit bepeinsde, werd het geheele plein door een' luiden vreugdekreet vervuld, en ik zag a'cht kameelen, met vanen verfierd, voorbytrekken. Ik vernam, dat zy beladen waren met de hoofden- van muiters, die door de veldoverften van den Mogol hem toegezonden werden uit Decan, waar een zyner zoonen,. dien hy 'er tot landvoogd had aangefteld, hem federt drie jaren beoorloogde. Een weinig daarna, kwam een bode, op een dromedaris gezeten, met losfen teugel, aanrennen, tyding brengende van het verlies eener indiaanfche grcnsftad, door het verraad van een harei bevelhebberen, die dezelve aan den koning van Perfien had overgeleverd. Naauwlyks was deze boode voorby, of een andere, door de regeering van Bengale afgezonden, bragt het nieuws, dat door europeanen, aan welken de keizer, ter begunftiging van den koophandel, een kantoor aan den mond van den Ganges, vergund had, 'er eene flerkte gebouwd was, en zy zich dus van de vaart op die rivier hadden meester gemaakt. Eenigen tyd na de aankomst van deze twee booden, zag men een officier, aan het hoofd van eenige krygsknechten, uïd het kasteel komen. De Mogol had hem gelast zich naar de wyk der omrahs te begeven , en 'er drie der voomaamften, befehuldigd van verftandhouding met de vyanden van den Staat, optelichten en, geboeid» wegteleiden. Den vorigen nacht had hy een Mollah doen gevangen nemen, die in zyne leerredenen den koning van Perfiëix geprezen, en openlyk gezegd had, dat da keizer der Indien een ongelovige was; dewyl hy, in weerwil der wet'van Mahomet» wyn dronk. Eindelyk verhaalde men, als eene echte zaak, dat hy een van zyne vrouwen en twee hoofdlieden zyner lyfwacht had doen worgen en in de Gemna werpen» als zynde overtuigd van medcpligtigen to wezen aan de wederfpannigheid van zynen zoon. - Terwyl ik over deze treurige gebeurtenisfen dacht, barstte, onverhoeds» eene zware vlam uit de keukens van het feraÜ; de dikke rook vermengde zich met de wolken, en een roode gloed verlichtte de torens en gragten der fterkte, het plein» de torens der ftad, en verbreidde zich wyd en zyd. Straks hoorde men de zware koperen keteltrommen en de groote hoboos der wachten, met een fchrikbarend geluid» alarm Haan en blazen,- ruiterbenden verfpreidden zich door de flad, de naby het P kas-  ( 58 ) tasted ftaande huizen open lopende en der. zeker inwooners met zware zweepffagen dwingende ter blusfing van den brand toe te fchieten. Tk zei' e ondervond hoe gevaar* lyk de nabuurfchap der grooten den geringen is De grooten zyn gelyk aan het vuui. dar zeifs hun. die 'er wierook in werpen, , brandt, als zy 'er «te dicht by komen. Ik wilde my hergen; maar aile de tqegangei van het plein wircn bezet 'Het was my riet mogelyk geweest te ontkomen, indien 'ik, door Go is voorzienigheid, my niet aan de zyde van het lerail geplaatst had. D_ v de gelbedenen de vrouwe i op olifanten weg voerden, begünftigden zy myne vlugt; wart ï terwyl ae wachten a.om de nu menen door Z.veepflagen dwongen, het kasteel te hulp te komen, dwongen hen de olifanten door fnuitflagen zich wegtemaken. Dus, nu door den eenen voordgeituuwd, dan door den anderen teruggedreven, geraakte ik uit deze verfcnriklyke verwarring, en by het licht van den brand., bereikte ik de andere zyde der ftad, waar het volk in nederige hutten, verre van de grooten, vreedzaam van des-zeifs arbeid uitrustte. Hier eerst begon ik lucht te fcheppen. Ik zeide tot my zei ven; „ Ik heb dan een ftad ik heb -de Woonplaats van de Opperheeren der natiën — gezien! 0! van hoe veel Hoeren zyn zy zelve niet de fla-ven! zy gehoorzamen, zelfs in den tyd, voor ac geheele nabuur tot rust verordend, aan de weelde, de' ltaatzucht, de bygelovigheid en de vrekheid: zelfs in den llaap, hebben zy te vre Zen voor een meenigte ellenoigen en booswchten-, 'waardoor zy omgeven worden, voor dieven-, bedelaars, hovelingen, brand ft chters; ja, zelfs voor hunne eigen .folda ten, g>ooten en priesters. Hoe akelig -moet het 'er i'y -dag in eene Had uitzien, als ?} des nachts zoo ontrust worden? De kwel lingen der menfehen nemen toe met de genieRngeö.: H.ie zeer is de keizer-, die alle., geniet, te beklagen ? Hy word bedreigd. met burgerkrygen cn buitenlandfche oorlo gen, v.elf's moet by zich wachten voor de voorwerpen, by wien hy troost en verde digiiig moest vinden, zyne veldoveriten, Jyfwa priesters, vrouwen en lijnde ■ ren. De gragfen van zyn kasteel zyn niet wyd genoeg om de fpooken der bygelovigI heid van zich aftehouden; of zyne ofiamen, hoewel afgericht, fterk genoeg, om de zwarte zorgen verre van hem te veruyven. ik, voor n.y, vrees niets van dit alles': geen wingeiano kan zoo min over myne ziel, als over myn 1'gchaam gezag voeren. Ik kan God, volgens myn geweten, dienen, en ik neb van nicm-nd iets te duchten, indien ik my zelvcn niet plaag: indedaad een pari is zoo ongelukkig niet, als een keizer..* " Dit zeggende kwamen de tranen my in de oogen, en op myne kr.iën vallende, dankte ik uen hemel, die, om my myne rampen te leeren verdragen, my 'er veel onlydbarer -dan de mynen had doen aanlchouwen. Sedert dien tyd heb ik in Delhi alleen de voorlieden bezocht} daar zag ik de Harren oe'woningen der menfehen verlichten en zich met hunne vuuren vermengen, even of de hemel en de ftad maar een enkel eigendom hadden uitgemaakt. .Wanneer de maan deze 'andltrcek verliehtte, befpeurde ik 'er andere kleuren dan by dag. Ik bewonderde de torens, de huizen en de boomen, tevens als •.verzilverd en met floers beoekt, zich van 'verre fpiegelende in de golven der Gemna. In volle vryreid wandelde ik door groote afgelegen en ftille wyken, en het was roen of de gehee'e ftad my toebehoorde; en e\e:wel zou my de liefdadigheid hier een hand vol rys't geweigerd hebt en ; zoo haatlyk had 'er my ce godsdienst gcm -ak;! dev.y ik derhalve geen voediel by ce lévenden kon opioen, zocht ik net by de döoden; ik begaf my naar de begraar'plaatlen, om 'er my te eftorven; her is de herheig waar-dé voerman voor altoos heeft uitgelpaiinen, en de paiia rust."" Ünder de/e overdenkingen, vond ik den dood wensehlyk, en verachtte oyna de we.eld, k vestigde myn gezigt op het  B Y L A GEN N°. 15. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuigbouw, Veetëeld, &c. &c. Om Jbrikojen te Conf-jten. j w anneer dezelve maar even beginnen ie rypen, dan laat men het vel daar aan blyven, maar als ze door ryp zyn , doet men 'er het vel af, men fnyd ze door, en doet 'er de fteen uit; zet ze met water te vuur, neemt ze daar uit als ze opkomen; doet ze ver'eken, zet ze dan op 't vuur in geclannceerde flappe fuiker, en doet ze drie ot vier walletjes opkoken; fchuimt ze wel. Indien de fyroop dan nog niet dik genoeg is, zo laat ze in 't byzonder nog wat koken en giet ze op de abricofen; als alles koud geworden is, doet ze in een conGtuurpot om 'er u in tyd en wylen van te bedienen. Middel voor lopende oogen. Het zap van de jonge fpruitjes der braambeziën , met roozewater en wit van een ey gemengt, is een heilzaam middel voor loopende oogen. Geneesmiddel tegen let Sloedfpuwen. Neem het fap van de groote brandnetels I twee oneen te gelyk in; wil het daar mede i niet ophouden, zo neem daar van drie on1 een in : doet het nog geen voldoende uit• werking, zo neem vier oneen maar met 1 meer. Over 't voeden en kuieeken der Duyven. Dezelve worden onderfcheiden in tamme of huisduiven, .ringelhout-duiven en tortclduiven. De ringtlhcut - duiven zyn moeilyk te vangen of te fchieten, en de tortelduiven dienen alleen tot vermaak; maar wy bedoelen in 't byzonder die duiven, welke men vind' in de duivenhokken op het land, en tot nut en voordeel van den landheer verfirekkenj zynde talnme duiven, al zyn het oorfpronkelyk geen huisduiven, maar wilde duiven, die men gemeenlyk daar toe neemt, om dat ze groot zyn en best hun kost zotken, en de beste van die zyn aschgrys en zwait, met roode oogen en pooten. De duiven broeijen agttien da» gen ; doffer en duif broeijen beurt om bturt zy hebben des zomers alle maanden jongen , die binnen drie weeken alleen eeten. Men moet het duivenhok in de maand May mer een genoegzaam getal van [ duiven voorzien. Men zet gemeenlyk 40 a <;» paar duiven in zodanig een land-duivenhok, die maar veertien dagen of drie weeken oud zyn, en men voed ze zo lang tot dat ze alleen eeten , wanneer ze aart het hok gewend zullen zyn, dan mag men het hok gerust open zetten o/n hun eigen aas te leeren zoeken , en niet genoeg vindende, zullen ze na het hok wederkeeren^ daarom moet men in den beginne, tot dat ze eens gebroeid hebban , altyd wat eeten in 't hok laten ftaan om ze vaster te gewennen; maar eens gewend zynde is dit in *t vervolg niet nodig : egter moet men de duiven geduurende de maanden November, December, January en February, in het hok voeden, om dat zy als dan geen voedzel op het veld konnen vinden Men moet een- regenachtige dag uitkiezen, war.ï> nees  ( 58 ) r.eer men ze de eerllemaal laat uitvliegen, om ze fpoedig te doen wederkeeren. Het hennip-zaad, dat men ze van tyd tot tyd voorgeworpen heeft, en waar op zeer verzot zyn, ztl de duiven om het hok doen denken, en daar na toe doen keeren; ook moet men het eerfte jaar geen een eenige duif, die in het hok uitgebroeid is, doden, miar alleen eenige van die, welke men daar i:i gezet heeft en het doorvoedde zyn geworden. Het vervolg bier na. Om te maken dat de Hoenders groote Eyeren leggen. Zoo gy wilt dat uwe hoenderen groote eyeren leggen , moet gv rood kryt afweeken , en onder het voedzel mengen, en de eyeren xulltn buitengewoon groot zyn. Tuin-bouw. Bewerking van den Boomgaard .in deze Maand. Met half Juny begint men de fcheuten van nootdr.igende boomen te oeuleeren , voo ii! de kersfen van groote boomen op ".veeprig hout, dat men tot op drie of vier duimen affnydc van de plaats daar met) wil oeuleeren. De bekwaame tyd is altoos voor de zonnekeer. Middel om de Mus/en van de Karsfeboomen en ander gezaaide te verdryven. Neemd gefloten kr3anö >gen , met een \ paar hinden vol h ivcr, ia water gekookt , 1 él* een tyd lang omgeroerd , tot dat de , ktannöogen ganschlyk ontbonden, en in de 1 haver ingetrokken zyn. Alsdan deze haver in de lugt gedroogd, en by droog weeder ; hier en daar eenige pottië i op een plankje. \ neergezet, zuilen de musfen 'er met veel gretigheid op aaz;tr, doch, kort daar na • ook dood ncê.va'ien. Deze -doode mus fee nier en d iar op het gezaaide bed geïegdj, of iq de kersfebooraen opgehangen,.' doen de anderen van die plaats vlieden. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. Nadere Brief uit Aardenburg , in StaatsVlaanderen, in dato 6 Juny 1794., betrekkelyk bet wonderbaar geluid aldaar plaats hebbende. „ Hoe gaarne ik uw volgens deszelfs „ verzoek iets naders omtrent het in myn „ vorige gemelde byzonder geval in de „ kelderkeuken van de heer B zoude „ willen melden, zoo kan ik voor als nog „ daar van niet wel anders zeggen, als dat . „ de flagen en het geluid nog by continua„ tie werd gehoord, den eenen tyd zwaar- „ der en felder dan den andere; alles „ wat maar mogelyk is werd aangewend „ 0111 *er de oorzaak (die na veeier begrip „ niet dan natuiulyk kan zyn) van optelt fpeuren. Ik wil wel gelooven dat dit „ geval veele luiden, zelfs kundige Natuur„ onderzoekers hun nieuwsgierigheid heeft „ gaande gemaakt, om meer en meer daar „ van.te weeten; ik zal niet verzui- „ men om al 't geen ik deswegens te we„ ten kome, uw van tyd tot tyd mede te „ deelen." Te Paramaribo vertoonde zig des avonds van den 15 July, voor eenige bewooners aan de rivier Cot'.ici, een luehtverfchynzel, beflaande in drie vuurballen, waar van de middenfte of grootfte zig in het oog ter grootte van 12 duim middeliyns vertoonde ; de tweede die eene Z. Z. O. rigtinj* van de eerfte behield, fcheen ten naaste by 9 duimen, en de derde ten N. O. van 7 duim middelyns. Met eene Cenpaarige fnelheid overliepen deeze verhevelingen het zichtbaar luchtgewelf van den eenen gezigt-einder tot den anderen, uit het N. W. naar. het Z. O. fchyneude op eene aanmerkelyke hoogte in den dampkring te zwèeven. Elke bal was van een heldere roode vuurkolsur, en fchoot een lange lichtftraa! van zig uit, zynde van eene heldere zwavel - koleur, die in ligt azuur eindigde. De. verligting hier door op ds aarde was zo fterk, dat men het kietnfte voorwerp-kon zien. s>t3 PRYS-  PRYS-LYST der GRAAN EN &c. TarWi Oude Zeeuw: en VI: *) Nieuwe dito ao 22 a 24 [ de Blauwe dito 19 a 20,ih. f Z.Zak. Zomer dito J Witte Brabandfcbe *j Roode dito j Dito Engelfche [ . Ggl.- Witte dito f't Last. Bovelandfche I Poolfche J Rogge. Zeeuwf. enlnland: 38 a 19 /5 de Z.Zak Vlaamfche en Brab: 144 a Ï54 *] Boi-elandfche 140 a 148 i Engelfche Oostetfche 150 a 156 dito Gedroogde 165 a 172 j Zeeuw: en VI: W: Gerst 2<5 i 102 dito Zomer ! Ggl. Vrietche Wintel t 't Last Engelfche Oosterfche | dito Gedrcogde I Engels Mout 1 Inlands dito 20.ih. a ai.ib. Spelt ROTTERDAM den 2 Juny 1794. SCHIEDAM den 9 Juny 1704, Moutwyn 8{oC de 3oVirte!s zender Fust. Genever 9 o£ de 30 Virt Zvrder Fust. Genever 42 en 41 Gl. per Aam Amft.Proef. Gedr.R0ggej.54a 155 fgi73 a i74Gg'.'tLasto Haver, Zeeuw: en Inl: Brouw ditp Voer 19 a 20)ih. Vnes:en Grom «rouw 20 9 *c r-^Vr . dito Voer 19 a20)lh. 3 ' 25 J pr,La8t Boekwyr. v : en Brab: op rS4 ffi 34 *l <*vls. Kley dtto zonder wigt * Z: en VI: Grauw Enen { dito Groene ( (1 de dito Witte (Z.Zak. Oosterfche dito' . «} r , dito Grauwe j oC\\ Kromb. Witte Bonnen 4 Pt Walrherfche dito l n Aa Goefche en Sch: dito- >9%X Bruine dito j *"«aK' Paarde dito 26 a 57 n . , üutve dito 34 ».)33 Koolziiaf. Zeeuw? en VL- •> Brabants ' c-£vfo. ' dg f/pr.Last Mc^a-y^jj 8i ^v]^ de ^ £ BREDA den 10 Juny 1794. 'JSS ;j;---'c./s;f,o;~ Boekweyt ƒ 5 • j,.'^' NB' Sm1!6' Pinxterfeest is geene verandering ia de Pryslyst der Graauen te Rot. LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. Zondag den 22 Juny Ter Veer . . . .smorR Jtó^jf* Maandag den 23 dito-Gouda, Zirkzee en Ter Goes S' TmoreerT* Dmgsdag den 24 dito Rotterdam en Middelburg . . „ 1 f Woensdag den 25 dito Zirkzee en Ter Veere . . I2 2 * ~"~* Donderdag den 26 dito Antwerpen ten 12 en Middelburg " 1 , £ Vrydag den 27 dito 's Haage T 's mor2 o \ a Saiurdag der 28 dito Rotterdam-, Middelburg en Te.»Goes . 3 \ ttZZ De Bemtlieden op Dordrecht en Amftetdam vaaieu onbepaald — of als 'er vragt is.  De Vendumeester F. DE LEEUW, zal op Donderdag den 3 July aanftaande, des voormiddags ten 11 uuren, op de Koornmarlu by de Roomfche Kerk, te Bergen op Zoom, publicq verkoopen: Een zeer goede, gemakkelyke en fterke KOETS, voor vier Perfoonen, bekleed mee groene Tryp. Een fraaije, zeef gemakkelyke, nieuwmodifche fterke REISKOETS, voor twee Pet- foonen , bekleed met wit Laaken, en hangende op Veeren : Eene zeer fraaije, zeer gemakkelyke, en net gefchitcerde BEROETS, voor vier Per- foonen, bekleed met geele Tryp, zynde weinig gebruikt, en zo goed als nieuw. En een KAP-CHAISE of F.ARGON, voor tv.ee Perlboncn. Alie v.eike Rytaigen daags voor de Verkooping van 's morgens negen uuren af ter voormelde plaatfe voor ieder een zullen te zien zvn. UiT DE HAND TE KOOP- een Zwart Vries MÉRRlE PAARD, zynde een Langftaart, oud circa 9 Jaaren. Iemand nader onderricht hegeerende , adresfeere zich ten Huize van Dl PACHé, Castelyn in 't Hof van Gelder te Tholen. * * By van RIEMjSDyK en van BRONKHORST te Bergen op Zoom, zyn nog eenige ft Exemplaaren te bekomen en alom verzonden, van: I. Onze verpligting om tot Nut van 't Algemeen te werken ; door BEB.NAZDUS BOSCH, ruitend Predikant te Diemen; met een gegraveerde Tytelplaat, op best Mediaan Schryfpapier, a 18 Stuiv. Deze Verhandeling, cn daar op volgend Dichtftuk , heeft de Heer Boscb uitgefprooken , by gelegenheid der inweijing van het Bergen opZoomfche Departement van het Genootfchap Tot Nut van 't Algemeen. II. Vaarwel aan het Bergen op Zooinfche Departement 'lot Nut van 't Algemeen; door B. BOSCH. Een Dichtftuk, by gelegenheid dat de Keer Bo.'cb zich van Bergen op Zoom naar Zaandam begaf, in gemelde Departement uitgefproken. III. Gefprekken over de Beftemming van d Huis re gaan zoeken.! — als men .zyn buis beichot wt *èiyk een naare gevangenis, waar uit alle ïenoegen verbannen is, en als een woonplaats van vei veeling en oneen.gheid , dan zet men deuren en vensters voor cie ondeugd open, en men geeft ue verborgene neiging ot bu[tenfporighe d, voedzel en tucht. o; myne vrieriden! b nnen de muoreh van ons huis moet de vreugd woonen; daar moeten wy ze zoeken en niet in bet gedruis oer werelu! — Rust der z.ele is het hoogfte geluk op aarde. Eenvouwdigheid van harte verfchaft deeze rust, als men zich afzonderd van het gewoel der wereld, als men zyne wenlchen maatïgt, zich aan de befchikkingen der Voorzien'gheid onderwerpt., en maar niets tracht dan naar liefde en vrienctfebap, vreedè, onfchuld, vryhe'd en rust. Voor zuik een geluk is het hart vatbaar,, wanneer het vermaak icbepr in huislyke ;gclukzaligheid, en in alle zulke gewaarwordingen , waar door de ziel verwyd en opgei uimd wordt. ' Men vergeete daarom het vooriudene, houde zich niet angstvallig niet hei toekomende bezig, kwellezich niet re zeer over of deeze of geene zyner tegenwoordige-omftandigheden die beter konden zyn, -dan vy.zyn. Alles is altyd beter, dan wy ons - ei beelden. Tevreedenheid wordt «iet aangebiagt, door dat geen. waar naar gy met uit-..eitiukt verlangen wenscht. want wanneer gy het verkrygt, dan blyft gy evenwel ;nog teonvreetien. — Het waare vergenoegen ©neftaat by ons uit éen wU om her goede te leeren kennen en te genieten, hot gering het dan o< k we- en muoge. Rust moet uit.hi t hart v ordkomen, en vieeue met zich .zelve ,is met de gantfclie wereld '. — Zeker is het —. myne vrienden'! — dat men in eene dille wooning—• ir. dei. fehoct van een verger oeb,; buisgezin, meer zuivere vreugd en wsiar vermaak geniet, dan in de ' P a glans»  ( 65 ) dolyk uit, dat ik aüe verdenk ng liet vaaren. Hy nam my vriendelyk by de hand, en zeide: in welk gareel zult gy dan gaan? Nu tëhudda, ik myn b/frt geheel voor hem uit, cfi verhaalde hem wydloopig, hoe het met my gefield ware. Hy zag my, (taande dit verhaal, zeer fterk in de oogen, hier na vroeg hy, bfibt gy nu gedaan. Ja, zeide ik, nu heb ik gedaan; zo het my voorkomt, is het geen, dat ik u verhaald heb, reeds genoeg. Het is zeker hart genoeg, zeide het mannetjen, maar — gy moogt daarom den moed niet laaten zakken, in de aarde liggen nog fc'iatten genoeg — wie het verfraai, hoe men ze vinder: kan — wat ftoort zich deze aan de Regeerirg? — wat acht deze het op brengen van zwaare lasten? Zyn geldbron is onuitputtelyk. Duizend, wat zette ik groote oo;en ! ver flaat gy het dan, vroeg ik tegeerig, hoe men fchat ten vinden kan? Hy fkeg zyne oogen neder en zeide: ik verfta het wel, wanneer andere menfehen het ook maar ver-Ronden! Lieve man, vervolgde ik, en vatte hem by de hand, betoon my loch de barmhartigheid en leer het my hoe men fchatten vinderr kan !Gy icrdient den Hemel aan my! ga toch met my naar huis! Hy weigerde zulks, maar daar ik hem bleef hoodigen, en vast met geweld voort trok, liet hy zich verbidden en ging mede. Myne vrouw keek in 't eerst geweld'g don ker, dat ik haar een vreemden gast t'nu's bragt; maar toen ik haar gezegd had, wat hy by ons doen zoude, was zy als opgenoomen van vreugde, en droeg gezooden en gebraden op. Na den maaltyd ging hy-met my,cn myne Vrouw, aan eene zyde, nam een zeer geheim volle houding aan, en zeide: lieve vrien den! de lieve God heeft zich uwer erbarmd, en my hier gezonden, otn u te redden. G\ zult een fchat vinden, dat beloof ik u, en ault daar mede niet alleen van alle uwe zorgen verlost worden, maar ook een goed inkomen hebben — maar —- belooft gy my nu ook, dat gy mynen raad in alles volgen zult ? Zeer gaarne! zeide wy beiden, en drukten hem da hand. Het is zeer goed vervolgde hy, dat gy my zulks belton:, maar — zoud gy uwe belofte wel kunnen naar komen? Het is zwaar, zeer zw..ar! tot de gelukzaligheid te komen, om fchatten ie kutmen viuden. -Hiertoe behoort eene lange voorbereiding —. hebt gy couragie genoeg? ü e heb ik, zeide ik, ik ook, zeide myne vrouw. Wel nu , zeide hy, dan willen wy in gods naam dat gewichtig werk aanvangen. Waar is uw flaapvertrek ? Terwyl wy 'er hem heen hragten, vroeg hy een ftuk houtskool , prevelde iets binnends monds, en fchrecf met groote letteren over de de deur: ORA ET LABORA. Dit is het beginï zeide hy. Nu, lieve menfehen, weet gy wat ge nu doen moei? Allen morgen moet gy voor zonne opgang oplïaan, niet alleen gy, maar elk die hier in huis, en boven de zes jaaren oud is. Dan moet gy m Godes naan/aan de bron gaan, en handen, aanzicht en bars zuiver wasfchen; vervolgens moet ae man zyn huisgezin hier brengen, het deze woorden voorlezen en verduitfehen, zy zeggen: Bid en arbeid, dan zingt gy een goed vaars, en ieder neemt vervolgens eene nuttige bezigheid by de hand, op dat, wanneer de zon opgaat en de daauw valt, alles reeds aan het werk is. De eerfte zonneftraalen en den morgendaauw moeten wy inzamelen , anders is alles verlooren. Meer zeg ik" niet. ' Den volgenden zondag kom ik weder, en wanneer ik zie, dat gy alles gedaan hebt, wat ik u heden heb voor» gefchreven, zult gy meer weeten. #_ Met deze woorden verliet hy ons. Op den eeistkomenden zondag was hy met den opgang der zonne reeds by ons, en vroeg, welke bezigheden wy in de voorige week, by het opgaan der zon, verricht hadlen? Nu toonden wy hem zulks. Myne .touw, en myr.eoudfte dogter, hadden een groot deel gaaren gefponnen.en ik, en myne beide oudfte zoonen, hadden het onkruid uit den Kool Akker gearbeid. Zulks geviel hem. Hier na wierd de koffy gezet; maar hy fchudde het hoofd en zeide: om  B Y L A G E N N°. 17. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw. Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. On» Paapjes te bakken.. eemt een pond geftampte fuikef, en doet daar by een vierendeel drooge gefnede omn e fnippers , met een weinisje uitgedrukte citroen-zap en wat water, dog men moet bet niet natter maken dan dat het maar eventjes geroerd kan worden, want hoe droger zo veebte beter: als het kookt en we! gefchuimt is, zo giet het op een vel papier, ftryk het van elkander, fnyd het met een mes tot dobbelfteentjes en doe ze in papier; men gebruikt het om een friste mönd en liefFelyke adem te hebben en is veifrisfend. Remcdicn der Scbapen;. Foor 't Sehurfti Deeze kwaal die zeer befmetlyk is-, iskpr.baai aan de volgende tekenen: 1. Een geweldige jeukte waar door 't fchaap zig keftaadig* krabt, of zig wryft tegens alles wat 't bereiken kan. 2. 't Vel is harder op de fchurfde dan op de andere plaatfen. 3. Men voelt op 't aanraaken met den 1 vinger verhevene korrels; en 4 .Men ziet 1 witte fchubben , kotsten of kleine puisten, die eerst rood, daarna een witte of groene I koleur aannemen. Zo dra men eenig teken ivan feburft ontdekt, zal men het beest in ; een apart hokje plaatfen, en niet toelaaten cdat het eenige gemeenfthao met'de gezonde hteft. Voorts zal men van de feburfde plekken de wol affnyden, daarna met een but wei 'er de rooyen afkrabben,, en be- fmeeren het met de volgende zalf: Laat een pond vet fmelien, neunt het van 'c vuur, en mengd 'er een half pond terpentyn oly door; deze zalf dje weinig kost verzagt het vel en geneest welhaast de feburft, zonder de woi le befchadigen; het aderlaaten in dit geval is mede goed.—Er is nog een ander fmeerfel: Neemt twee kop keukenzout, twee en een half pond flroop, twee en een half pond potasch,, vyf pond flegte tabak en twee pond aluin, dit alles moet zagtjes gekookt worden in de helft van een vierde ton oud agt guldens bier, dit ftrekt tot fmeerfel om de. kudde, zoo wel zieken als gezonden, over 't geheele lyf, uitgezonderd de kop en pooten, te beflryKen , met een dodje wol of een zagt borsteltje, moetende de wol van 't fchaap van elkander geff heiden worden, wanneer dezelve niets van haare waarde komt te verliezen , moetende egter de zieken van de gezonden eenigen tyd afgefcheiden worden, tot zoo lange dat ze volkoomen berfteld zyn; het fmeeren aan de gezonde diend tot een prasfervatief, en in dat geval kan flegts eene fmeering voldaan. Veor de Fip en Snotterigbeid der Hoenderen< De tekens zyn dat zy zeer, dtomerig zien, dik in de veeren zitten, en niet willen eeten. Hier voor zal men ze voor eerst *t harde vel, van vooren op de tong zittende, met de punt van een pennemes voorzigtig afligten;.ten tweeden een veder dwars door de neusgaten fteeken , en die eenige dagen laten zitten, en daaglyks.b7 haar ander graan een brok in de kee! ftee«1 ken„  ( 66 ) ken, gemiakt van fyn gehakte wynruit, boter en wat peper, men laat ze drinken water waarin vvynruit geweekt 'heeft, en men fluit ze eenige dagen in een apart warm hokje , op dat ze te meerder rust zo'iden hebben. Bezorging en Aankweking der Vrugtboomen. Da vrugtboomen behooren jaarlyks een goed inkomen aan de landbe toonders te geven , gelyk ze zejserlyk doen zullen, wanneer ze met verftand gekweekt, en volgens de regelen der bevinding behandeld worden^ welke wy volledig moeien opgeeven. Ten opzigte van de foort van aarde, welke ieder foort vëreischt, dient: i. De peeren en appelbomen komen in allerhande aude, zo droöge als vogtige, redelyk wel voort, mits ze eene dit pre van drie voeten hebben; maar de peetebomen, die op tamme Ttmvnen aeëin zyn, wiUan:'een zceie leen ige grond , en veel diepte hebben. 2'. De Quee horden beminnen een zoete, lügtigé-, verfche eh vogtige grond. 3. De, pfuiïnefconun groeijen best in drooge en fte.cn/ ach'ige aarde. 4. De p. rzikk sn en abricozen"- bomen in iigié aarde. 5. [)e amandelbomen, in ligre wat Ikerachrige aarde. 6. De kersfeborneh, en alle die roode vruchtin voortbrengen, vereifchen eens zoete t.n zandachtige grond die wel doorroest 's. Meb heeft in 't algemeen aangemerkt; dat de Truiten , in dro.j^e' gronden gegroeid-, beter van Imaak zyn; maar de fruit bomen die in zwaare aarde liaan, zyn Krachtiger en Brengen meerder quant ileit van vruchten" vo rt. Men gebruikt in 't'algemeen, drie verfcheide wyze om de vrug-c'^omtn te plan. ten» 1. De hoogftammen. dezelve voegen best in groote boomgaarden; ook vind m:n j eenige foorten, die a-ndtrs zo wetlig niet zoud-.'-n groeijen : zodanige zyn die foort va-, -vpe.bomen, die zeer fappige sppden vu. it'irergen;'_alle de pit lieen en rr.ode \ Viucbit ge'ukken o'-k wel op boog ftitn- ' m. 1; en eet is algVm«en waar, dat d.' ] vi j.-httn op hooj'fbimnen, die .ry en libci . of in le boomvar len liaan, van be- j ter imaak zyn dan die aan ef$fliers gfÓÊi- ' jen. 2. Aan la'ten of efpaliers: Men neemt daar toe haifftammen cf Arbre-Nains, welke men van jongs af aan daar toe gefnocid en voorrjereid htefr, moetende van de plaats af, alwaar zy geèït zyn, met takken zyn vootzien; men fpreid ze uit by wyze van eene geopende waaifer , tegen een muur of fchutting, die ten rainflen zeven voeten hoog moet wezen; en tegen die muuren en fcnutiingen plaa-s men beurt om beurt een halfflam en een Arme-NaiD. Ue vrugtbornen welke aan de efpaliers voegen, zyn deptrzikken, de abrxozen, de p. uim-.-n ,' de peeren en' de vygen, want \'an de- wyngaard, die by ons altyd tegen een muur of fchutting gelegt wotd ('preekt n wy tn 't byzonder. 3, Met lange ronde tn van binnen opene kroonen. Deze geplant wordende,, zet men maar negen duimen uit de aarde , en na mate dat ze opwasfehen, muet uien ze fnoeij-n op zodar.ige wyze, dat de takken z>2, meer ih de breedte als in de h,bo'g. te' uiffpieidêh ; ten dien einde (leekt ni 11 eenige'niet zeer hooge maar Iterke ftok'u n vast in de aarde , rondom zodanig etn een b> om , . waar aan msn' eenige hoep is het ft vast gemaakt, waar aan de takk- n gébonden' werden, tot dat de kroon gefor. (i!jt-rd en tterk genoeg geworden is, om geene beteugeling meer nodig te hebben: iaën neemi best daar toe de beurré, dè virgouleuie, de bon chretien.en de cohnar. Het vervolg bier na. Om een gekookte Kilfskop dien men op Tafel zet, te doen bwken, eveh of dezelve leefde. Men neemt een levende Kikvorsch en plaatst deztlve agter in tien Kalfskop, okder den tong, dje men 'er op laat vallen; men njoet bejagc zyn, dat men de Kikvoiscb niet eerder daar in doet, dan op het oogenblik dat ifi'eh de ^op op tafel £aat bi't-ngen. — l je wa m e van de tong ' zil niét mis.'en de kikvorsch te doen krasfc,nen. en dit in den kop verdooft gefcrasch va-j de kikvorsen, za het gebulk van een nait 2 > -oMnaakt - naa juiZtn als jf hetzeive iev^nd ware. ïRYS-  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM Tarw. Oude Zeeuw: en VI: *] Nieuwe dito 30 22,ih. a 23,ih. ! de Blauwe dito 19 a 20,1b. f Z.Zak. Zomer dito J Witte Brabandfcbe Roode dito Dito Engelfche , Ggl. Witte dito r 't Last. Bovelandfche Poolfche Rogge. Zet uw f. eninland: 17,1b. a 19 (3 de Z.Zak Vlaamlche en Brab: 140 a 150 T Boi elartifche 138 a 144 Engelfche Oosteifcbe 145 a 155 dito Gedrooede 154 a 164 Zeuiw: en VI: W:Gtrst cö a 102 ditoZttmr Ggl. Vrklche Wintel r \ Last. Ergell'che Oot'erlcbe dito Gedroogde Engels Mout Inlands dito 22 a 24 Spelt | SCHIEDAM den 32 Junv 1794. ' Moutwyn 8iot de 3oVirtels zender Fust. Genever 9 de 30 Virt zonder Fust. Genever 42 en 4.;, Gl, per Aain Amft.Proef. Gedr.Roggei52a 155g§i57 a ióoGgl.'tLast. ! den 16 Juny 1794. Haver. Zeeuw: en ml: Brouw ■) 1 dito Voer 19.1b.. a 2o,ih. [ ^v|s Vnts:enGron:3rouw *3 a 25 fpr.La'st dito Voer 19 a 20 j Boekwyt. VI: en Brab: op 154 W 35' "M c^vls. Kley duo zonder w.gt j prXast Z: tn VI: Grauw Lrten t\ dito Groene ( » de dito Wiite ? Z.Zak. Oosterfche dito ->•„,, dito Gmiwe ^ pr.Last Kromb. Witte Boonen i Walcherfcne dito \ n 0ie Goefche en Sch: dito 'f*Z Vak Bruine dito j * Paarde dito 27 a 29 "1 .„u Koolzaaf. Zeeuws en VI: -\ Brabants (c»£vls. Engels (pr.Last Moutwyn a Si ^vls- de 30 vg< BREDA den 24 Juny, 1794. Tarwe ƒ 8 : o : - rot ƒ 8 : 4 . j R(-'gge ƒ 5 : 10: — tot f s ; „ : __ Boekweyt ƒ 5 . 2 . 4. y 5 12 ' ~ LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. Zondaf den 6 July Ter Veer . . ; >s morg. £S$$™ Mwiffl« den 7 dito G uda, Zirkzee en Ter Goes . half 10 11 —1 ,« Dingsdag den 8 dito R< '-eidam n Middelburg . . . IO 1_ WfilöftM. Woetsdag den 9 dito Antweryvert, Zirkzee en Ter Veere . ir —- o — Donderdag den to dito Aliddtlburg . I2 1 " Vrydag den'11 dito 's.Haage , . . ' ' r *7—' gatutdag dei 12 dito Rotterdam', Middelburg en Ter Goes ' . 2' 3 YgZZ De Bturtucden op . ordtecbt en Amjteniam vaaien onbepaald — of ais er vragt is.  b y l a g e n .. . ,; % p .n;;.. ■ ;; ... r , ,\ B-Ë VATTENDE DE HlIISHOUBliUKDE, AKKLIIBOÜW, t L 1 N- bouw, Veilteeld, &c. &c. j/se me?! Jefuüjes lakt~ N eemt een half pond fuiker,- een pond best tarwe meel, een half pond grof gebote amandelen, twee loot carderrum, gedopt en gedampt, een looi gemb;r, een half loot gedampte kruidnagelen: dit maakt reen te zamen tot een deeg , met zo veel eijeren daar by dat het niet te byf is. Dit deeg drukt men in een vorm die een dubbeld knus verbeeld, en worden dan op een plaat gelegd, en in een oven, die re* dtlyk heet is, gebakken. PaMtkweeki-.g der Geiten. De geit is een bfkeml viervoetig gehoornd dier, dat veel melk geeft, zynde bet wyfje van de bok. Op zommige phatzen, voornamelyk in bergachtige landen, alwaar r.iet veele weiden zyn, voeden de landlieden geheele kudden daar van op, in plaats van fchapen. ' Een regt goede geit moet groot van geftalte zyn, breed van agteren glad en aagt van hait, groot var, mammen en fen boog op de poten; de wk&e worden i gehouden het matste melk te geven; maar ; die , welke geen hoo.ns hebben ,. wordtn ! bet meeste ge-agt; een geit word zelden bo* ven de agt jaren ouJ, en blyven werpen ; tot het zevende jaar, maar de ftallingen i moeten rein en zuiver gehouden worden. Men behandelt ze gelyk de fchapen : men i doet z? door een herder uit en te huis ge! leiden ; dog ieder hereer moet maar 50 1 geiten onder zyn bewind b b ->en , om dat 'het moeijelvk, vak de. geiten in bedwang te houden , zyr.de veel wilder dan de fchapen : in tegendeel weten de geiten beier haar voeJzil te vinden, zelfs in de alleronvrnerkbaarfie plaatzen , e enJe tot de bladen van de' bomen , dog zy lopen liefst op de heide. Des winters voed men ze met boom-bladen , allerhande drooge groen- tens, kool, rapen, &c. Het vyf- vinger of vlooi - kruid , dat zy graag lusten , ftrekt voor dezelve tot een algemeen geneesmiddel en om ze veel melk te doen geven, laat men ze grazen wanneer den dauw nog op het veld legt; dog men moet ze 'smorgens en 's avoi.ds dryven ter plaatze daar ze konnen drinken; en des winters most men ze watm houden, om dat de koude voor deieKe nadeelig is. Zy Reven, geduurende vier of vyf maanden in 't aar, veel melk, daarom melkt men ze 's avonds en *s morgens. Wanneer een geit twee jaren oud is, en dan tochtig word , laat men ze in de maand November van de bok befpringen, op dat ze jonge groente zoude vinden als zi werpen, ten einde dan veel melk te geven. Een goede geit werpt ge. meenlyk twee jongen; men moet zorg vcor de zwangere geiten dragen, en ze dan wat goeds-geven en wann houden, want een geit werpt' met moeite en moet veel uitftaan; en eenige dagen zo voor als na het--; werpen, geeft men ze hooi te aeten. De jonge geiten worden even gelyk de lammeren opgevoed; en sneu kan-de jonge bokjes-, zo 'er te veel zyn, verkopen om ze te fbgten , maar het is best de jonge geiten te behouden om de ku-ide te vermeerderen. De geiten konnen,veel' voordeel geven„ & air  ( 70 ) uit hoofde van de melk, die veel gezonder en voedzamer is dan die der koeij?n , en ter phatfe alwaar men gebrek aan weiden heeft, word dezelve in plaats van koeijenlnelK gebruikt; zy word zelfs voor teeringachtige zlektens geordonneerd, voornamelyk voor zwakke kinderen , zynde zo zwaar niet dan de izelinnemelk, , welke veele mei.fchen niet verdragen konnen; wanneer een geit wel gevoed word, geeft zj vier pinten melk alle dagen. Op veele plaatzen i:i Duitschland enVrahkryk, mankt men van de geitenmelk niet alleen boter , maar in Langueddc en Provence ook kaas die zeer gerenommeert is. Het vet van bokken en geiten geeft fmeer om kaarsfen van te maken; en het geitenhair is van veel gebruik tot her maken vin boufac~.-.e:i Pp convelotten. Het vleesch van een jonge geit, die niet boven de zes,maanden oud is, is zo teder en delicaat als da: van een hra; (trekkende cp he: land tot een grootevervulling, te meer om dat ze weinig van onderhoud kosten. Vervolg van de Fiezorging en Aankweking der Frugtboomen. Wat amgaat de plaats in dan hof, alwaar ieder foort van vrugthomeii geplant behoorden te worden; daar toe moet men acht geven op de boedanigheid van den grond. Al Jus moeten de tedere en fappige vrucoten, gelyk alle de fteerwuchten zy.i, in de droogde en zoetfte grond geplant worden, gelyk de bon chrstien en de beurré. Wit'aangaat de zoJanigen, die droger van natuur zyn , gelyk de drooge, mar:in ., dé m.sür.; jvan, die moet men in wat vogtiger grond pianten. Aangaande de pba's welke dezelve ten aanzien van de zon verei'chen; daaröiment werd aangemerkt: i. Op het oosten is de beste txpo(i;ie voor de perzikken aorico7 oen grond. Dan toen ik op eenigen afftand menfehen zag,, riep ik alle myne kragten te faamen,.deed een fproiig en rukte my gelukkig los. Toen zag ik vreesachtig agrer my om , en bemerkte den geest, welke my dus had vastgehouden. Het was nietsandersalseen doornbosch, aan welke, myn rok was blyven hangen. Nu ondervond ik eerst reent wat de vrees by een mensch kan u'twerken. Zo dia hy.voor fpooken vreest, ziet hy ze. Jk dacht de zaak nu.verder na, en was van oordeel dat het geen, het welk over myn hoofd gefchreeuwd badook weitasnatuurlyks, mogelyk een nacht-uil,, of een anueie nachtvogel kon weczen. Nu fchaamde ik my. vpor.my zeiven en floop zeer ftil naar myn huis. Reeds ettelyke fchreden van de deur ftond myne vrouw, en riep zeer zagtelyk, hebt gy een fchat? Maar ik fchudde het hoofd en lag myne hand op myn, mond. Nu dacht myne vrouw dat hier een byzonaer geheim moest plaats hebben, tn waagde het niet om my verder te vraagen. Den  1 C 75 > Den volgenden dag greep ik nieuwen moed, ging^ getroost n.:ar de plaats toe, groef met I moed in de èarde, cn kwam welhaast aan | eenen bieden (teen. Jk beefde viai begeerte. I als een willige blad,hief den fteeitin de hoog te, en, wie was blyder als ik! — de fch'atS j vertoonde zich — het was een oude verj roeste trommel. ï'fc ram hem 'ér uit en bevond dat hy zeer zwaar was. Öm eeen op— I z;ciit a3ii deze en geene te geeven, knoopte ik hem in myn heupdoek en droeg bern haar huis. Myne vróuw kwam weder naai my n toe geloo(-eo en rep: hèb'r gy den feh.at nu?j Ja! riep k, hier is de fchat Nu fpróng zy i met my, vol vreu.de, in de kamer, floot i de deur toe, en (lak de fleutel' by zich. En nu be,ron men den trommel alfidderenI de en beven.-.e te openen. Welhaast hadden , wy 'cr bet dekfel af en hy was geheel vol — 1 I zand. Wy ke,fckérr elkander eens- aan, ik J fcliiidde eindeiyk den trommel ledig, en J vond op tien bodem een brief aan my, alwaar, ■j voor zo vei re ikmy nog. herinneren kan, ;: het volgende in flond:, LIEVE V R TE N D! Gy hebt van my een fchat verlangd. Zég I toch waar toe? om uwe fchuldén re betaalen en een goed inkomen te hebben.? Goed! ■ Beiden heb. ik u reeds bezorgd. Uwe fchuj I den zyn betaald , en Waflneer gy vervolgens, met uwe vrouwen kinderen vroeg op ftaat, I vlyiig werkt, uwen akker goed onderhoud, I alle orrfioodige tn'tgaaven nalaat, en u zeiven voor proeesfen bewaart, dun zult gy eer. ; ryke;yk inkomen hebben. Dit zal u meerder I helpen als een br .ndpan vol goud en zilver. I Een overvloed' van geld zoude uwe kin de) ren lui en. liederlyk gemaakt hebben, maar met den lc'ïiar, welke u door myisaangewee I zen, zullen uwe kinderen vlytig, ordeutei , lyk, en bekwaam worden — gedenk. aan I my. ik ftond even-of ik verfteend was, maar i eindeiyk herftelde ikmy, en zeide: de man i heeft gélyk. Geld en goed is vergangelyk, i en maakt den mensch zeer dikwyls hoogmoe i. dig en lui. Maar vlyt, orde en fpaarzaamheid blyven beftendig, eri men kan zich daarmee* altyd zo veel geld verfchaffen als men nödie heeft. - b VERVOLG DER LEERZAAME AANMERKINGEN OVER DE WINDEN EN HET: WEDER IN ONS LaJND. ZUIDWESTEN WIND. Deeze en de Westen Ifmd zyn de bce-fehende Wio.en va» ons Lino. — Uit ce' llrecken Zuidwest uoor 't Westen toi on — trent Noordwest waait het j lariyks alleen zo ■ veel en zelfs nuer, dan uit alle de andere: ■ ftreekën te (amen - geno>mcn (dooigaands • drie vyide deele-n van 't joar ) ■ Zuidwcsteitw nd is ongemeen voordeeligvmr Rhynlandi ff^ateftaat, wy/ anders al die menigte van Zuidhullandfehe watt r, die zich door Rhynland in de HaarlemmerMeer loost en vergadert, niet kan ui/geloosd worden: want met Zmdwest.en yiimË alleen gaan de groote Sluize'n by Hallw&f gen Haarlem open ter wfioozing 'in 't QC Hy waa;t gemeenlyk in elke Maand,-doch ongelyk in fterkie. dikwyls zeer fterk-, fom-tyds ftorm, en zwaare ftorm, als hy wat Wastelyker uitfehiet, het geen fommigen de Najtorm noemen; inzonderheid heeft dit plaats in Herfst, Winteren Lente, wanneer' \% dikwyls met woeste rukken eu vlaagen waait. In Herfst en Voorjaar hebben onzeDyken van Zeeland, en van de Zuldho'landfche Eüandcn dan-veel van hem te-lydenj' ook onze Duinltranden 'angs geheel Holiand, wyl hy fcherphoekig Jchuins de golven langs het ftrand jagende het zand wegfpoelt. Maar NB. deeze fchaade is evenwel langs de Duinen zoo groot niet: want hy maakt dan tevens niet alleen lang water- in de Noordzee; maar bovendien brengt hy al datzand, het geen de Noordwesie wind weg* ■ ge f poeh heeft, wederom te rug. Hy verhindert wel den afloop der groote Rivieren, doet duf het Zuidhollands water zwellen, maar het geen, gelyk gezegd, dan met magt door de Haarlemmer Meéfaui het Y geloosd wordt- * i By alle deeze voordeelen komt nbg, dat de regenachtige Zuidwestèlyke winden in T 2. " Voor.  ■Voorjaar en "Zomer zeer goed zyn voor Wei iien en" Tuinen. Hy komt óVer Spanje, Portugal, de Tra'■fche Zee- Departementen en üostenrykfciie fjederlandèn op ons Land aanwaaijeii. 'WESTEN WIMD waait met zyne naaste Zy-ftreekën jaarlyks ruim zo vet. als de .Zuidwestenwind ; gerneenlyk des Zomers, 't meeste, klimt als dan minder-tot ftorm, dan in Herfst, Winter en ook een z Ho bo, dacht ik-.wedefV dat is i toch raar! Hoe moet men het dan maken, t *>ra wys te neeten? Niet ten eenentpaa- $ % zoo als Mynheer Fyt, en mei ook zoo ten . eenenmaale als Mynheer Flink. Z e gy dc ; ntBBfcheh'eerst mooi recht in 1 gezicht, zoo i a's, de om, en zie dan weder mooi voor u, . Vs de ander. En fpreek eerst hard op met 'de luiden, zoo als Mynheer Flink, en dan , zacht by.u zei ven, zooialsJMTynheer hjA — Ziërgy. Mynheer Till, zoo hebtk„caaan; _ en d;.i is' bet Se» 1? (.eheim 1; Ob'eëtt^nderen tyd bezocht Nnn-een |«« koobman,eeneMynheei Flauw ..die^droefd kSe.óver 1 ÉOjfc-ej - Ei wat? zeïde de -Tiide Wit, en (bhudde hem de hand ; gy moet het geluk maarzoeken, Heer Flauw;. Dat heb "ik reeds lang gedaan; maar watt telpt het? Altyd komt de eene ramp op de, andere. In 't vervolg leg ik liever de armen ♦eheel over malkanderen en blyf t'huis. . Och, vooral toch niet! Vooral toch niet, Heer Flauw! gy moet er maar op uit zyn, en alleen maar •wei-oppasfen.-^.hoe.gy.'t ïoofd houdt. 'Wat, Hoe ik-'t hoofd houde? —- Ia, Mynheer Flauw! Hoe gy t hooicl Jioidt. ik -zal-'t u uitleggen. — Toen mijn j -buurman • hier aan -de linkerhand zyn huis bouwde, zoo lag eens de geheele ftraat vol balken, fteenen en deelen: daar kwam onze Burgemeester aangegaan, Mynheer I rik, toen ter tyd nog een jong Raadsheertie; die liep , met dé armen van malkander en flmgerdedaar henen, en hielde zyn nek zoo ftyt, «lat zyn neus omtrend met de daken van de buizen-gelijk kwam, Paf! daar lag hij, Jrak zyn been, en hinkt nog tot den huldigen £g daar aan. — wat wil ik u nu daar mede zeggen, myn lieve mynheer Flauw? Wel, de oude les, dat men,zyn hoofd «iet in de lueht houden moet. la ziet gy? Maar ook niet na den grond. Want kort daarop kwarjn er een ander aangegaan; dat was de Stads-Poëet, Mynkeer SchalI: die moet of verzen of huiskompws in zyn hoofd gehad hebben; want hy ftréek heel dfoefgeestig daarhenen, enkeek voor-zich diep in den grond., als of by e--;n zinken wilde. —- Krak! rytte een touw aan ftnkï en, de balken na beneeden, en als-een bl ts voor hem neer. Van fchrik viel dc arme duivel in onmacht, wierd ziek, en moest weken lang t'huis blyven. Me, kt gy nu wei, wat ik meen, Mynheer Flauw» "boe men 'fhoofd houden moet?' Gy meent* zoo ordentelyk in 't midden! "* la, zeker! dat men noch al te wind'rig in de lucht, noch al tc fchuw na de aarde ziet. r Als men zoo ftüietjes zyne oogen na boven en na beneeden en aan weerskanten oma 'zich henen Haat; zoo komt men toch in de wereld - vot;, en. dan wil het ongeluk ook zoo veel niet zeggen. Nog oo een ander tyd kreeg de Heer Wit een bezoek van een jongen aankoiruling, eenen Heer Wills. Die wou' voor een kleine onderneeming geld -van hem leerjen. - —-«. Veel, zeide hy, zal er niet van komen, dat z-e ik-vooruit;-maar het koomt-my zoo van zelfs in de hand. En dan- wil ik het toch meêneememDeze toon Rondt Mynheer Wit m 't geheel niet. aan, _ En hoe veel denkt gy dan wel, Mynheer Wills, dat gy nodig zoudt hephol niet veel! een kleinheid!■' Zoo omtrend een honderd daaldertjes. . Al-s 't-niet meer is, die wil ik u-geven. Met plaifrer.' En om u te tonen hoe geneeg-en ik u beiH zoo zal ik u daarenboven nog tets anders geven, .dat van den-eenen broeder tot den anderen wel duizend ryksdaaU ders waard is. Daar kunt gy ryk mede worden! Wat, Mynheer Wit ? Nog daarenboven! — Het is niet met al. Bet is enkel maar eta ! hiitorietje ! —— Ik had hier in myn jeugd - een -wynkoper tot myn buurman, een heel aatig kereltje, die neette mynheer Grell; 1 deze had zich eene manier van fpreken aangewend, die hielp hem na Vianen.Ei, en wat was dat? Hoe zeide hy ? f Als men hem nu en dan vroeg: Hoe gaat - net „ Mynheer Grell ? wat hebt gy met cie - negotie gewonnen? Ee« kleinigheid, y zeide hy Zoo omtrenu een vy.ttig.daaldertMjens» Wat kan dat maken. Ifc^j  B Y L A GEN N°. 20. • BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteelü, &c. &c. Hoe Porcekin dat gebreken is, wederom te maken,en te lymen, Neemt het wit van een raauw ey; doe daar by de groo:e van een noot ongeleschte kalk, die zeer fyn gefloten is; klopt dit te zamen , beftryk daar mede de gtbroke finkXei). op de.gebroken plaatfe, en voeg die wederom te zamen; die ftukken moet men wel vast doen fluiten, en zo het doenlyk is, bind men het vast met eer. draad, om de ftukken Wel vast.aan een te doen blyven: dan laat men het vier-entwintig-uuren ftaan drogen, wanneer dit aldus gemaakte aardewerk zo goed tot gebruik is als voorheen. Hoe de deelen gefield moeten zyn, om een fchoon goed Paard uittemaken. ' De kop moet dun, fmal en droog, niet te lang, maar hoog . geplaatst zyn. De ooien klein, regt en boven aan bet hoofd 'ftaan; de punten der, ooren , moeten na voren zyn qekeerd als het paard gallopeerd of een pa's gaat. Het voorhoofd fmal , met een gefrizeerde kol, of gekrulde ftar, die zomtyds wit of van een andere «ouleur is; de holligheden aan 't hoofd , hoog maar niet te diep; de oogen helder, levendig en vol vuur, middelmatig groot en met het hoofd gelyk ftaande; ftout en^vast van gezigt; de neusgaten wel gefpleten; dunne lippen, de baard gantfch niet hairig, met weinig vleelcb, niet plat jiog opftaande; de bek middelmatig gefpleten; de...tong dun , de baaren fcherp en mager; dit is het ge¬ deelte van het tandvleefch waar in geene tanden zitten; en die tot fteaning van het mondstuk dienen; dus moeten ze gevoelig zyn, anders word het paard hard in bek; maar die moet goed, zagt, frifch en vol wit fchuim zyn; want de baaren dun en gelyk zynde, zal het paard vermaak vinden met op het mondftuk te kauwen- de hals moet niet al te vleezeg zyn, maar van tusfehen de fchouders regt opklimmende, geftadig verminderen makende een boog tot aan de kop; zy moet lang , en by de manen mager en fcherp zyn. Ten aanzien van de veulens, is het een goed teken dat de hals wat dik en vleezig is; want de hals doet 'er meer toe, om een paard fraai te maken, .dan • de kleinheid van het hoofd. (Het vervolg bier na.) Remedièn. voor Paarden. „ Aan ons toevallig zynde ter hand gekomen „ een gefchrift van een kundig Paarden„ meester, inhoudende verfcheide reme„ .-dien voor veele gebreken der Paarden , „ en welke na examen van deskundige ge„ oordeelt worden probatum te zyn; zoo „ .vertrouwen wy veele ónzer leezeren, „ vooral liefhebbers van Paarden, geen on„ dienst te zullen doen, om dezelve aata a bun van tyd tot tyd mede te deelen, Voor een Paard dat-Boegtam of ftyf in de ,-■ Borst is. Neemt een half. pond dasfevet, een vla» rendeel hondevet, een vierendeel teipeatyn., een vierendeel veneetfe zeep, een V fca*  ( 78 ) kan rynfe brandewyn; dit alles wel onder malkanderen zynde gemengt, moet het Paard daar mede tweemaal daags werden gefmeert. Of anders: Neemt terpentyn olie, fpyk olie, foor» beefen. oiie popeleUm, alles onder malkanderen gemengt, en dan het gemagt en den boeg d.iar mede gefmeert; als het hier niet mede betert, zoo moet men een haarenfeyl door den boeg trekken , en met het voorgemelde middel continueeren. Een beelende Zalve voor Wonden. Neemt fpaans groen, witte vitriool, van elk een half loot, 3 loot rode bolus en 3 loot terpentyn, maakt daar een zalf van. Een goede Zalf voor gezwolte Ponten. Neemt 6 loot honirg, wilt ganze vet, witte lely-olie, drakenbloet, populeum , van elk 4 loot, maakt 'er een zalf van. Vervolg der Regelen van gewigt, aangaaande het planten der Vrugtboomen. Vierde Regel. Men moet de Vrugtbonien, welke men wil planten , behoorlyk daar toe prepareeren; daar toe moet men, \. het overtollige van de kleine, of haairwortels weg doen. en al het dorre affny den. 2. De groote wortels die gebroken zyn, of droog en verrot bevonden worden , of welke tegen de natuurlyke order geplaatst Itaan, weg kappen. By voorbeeld, wanneer 'er drie digte by malkanderen ftaan moet men die, welke op de zyde ftaat, affnyden. In 't algemeen moet men maar weinig groote wortels behouden, en onder die alleen de jongde, welke rood zyn ; zy moeten gefneden worden op eene wyze, dat ze van een (taande, kromme vingers verbeelden. 3. Men moet die, Vèike inen behoud, korten; aldus moeten de wortels van de arbre nains, maar zeven of agt duimen lang zyn, en die der hoogftarauien, een voet. 4. Kapt de groote af, zo naoy doeulyk, de plaats die het beste gevoed is, en fnyd de fpilwortel naauwkeu¬ rig weg; in betrekking tot de efpalfer»; moet men de wortels na de zyde van de muur afzetten. Wanneer men de wortels van de boom moet onüasten, dat men eerst doen moet wanneer men gereed ftaat om ze te planten, zo kort men de wortels in evenredigheid van de diepte der aarde die aan dezelve nodig is ; aldus moeten ook de bomen, welke in de boomgaarden geplant worden, de takken maar zes of zeven voeten lang zyn; die der arbre nains van zes tot tien duimen boven de ent: Men houd ze lager in dioge als in vogtige aarde; dog men moet ze het hoofd afzetten wanneer men ze plant; dat Is, inen moet hem een halve voet boven de ent afkappen, en hem alle zyne takken benemen. Het vervolg bier na. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. Van Napels verneemd men, dat men zfg aldaar geftadig in den doodelykften angst bevond, door eene verbaazende uitbarsting van den Berg Vefuvius. Na dat hy een geruitnen tyd zeer ftil was geweest en vuur noch rook had uitgeworpen; zo wierd den 12 Juny II. in den morgenftond, eene vry zwaare rollende aardrjeeving gevoeid; deeze voorbode verwekte een algemeene vrees, en veele begaven zich naar de open plaatfen en tuinen, van tyd tot tyd volgde daar op kleine fchuddingen, en men was in hoop dat de aarde zoude bedaareti, dan den volgende zondag , 's nachts ormrent 2 uureu, wierd 'er een vreeslyk geluid, als van een geduurig kannonnen vuur, gehoord, en op het onverwachtst opende zich eene v'uurbraaking, met zulk een fchok en geraas, dat 'er de ftad van daverde; welke omtrent vyf mylen van het punt der uitbarsting gelegen is. De gloeijen.te lava, welke van een vérfchrikkelyke uitgebreidheid was, heeft alle de ftreekën des lands, daar dezelve vloei* de, in den grond verwoest, en meer dan j 30 voeten hoog het iaiid overftrooind, de ! zwaarfte boomen ver bi and, en de huizen 1 tot asch verteerd; 'geheel Torro del Greco 1 is veruield en ouder de lava begra en. I PRÏS-  PRYS-LYST der GRAANEN & BREDA den 15 Ju|y i704< Tarwe / 7 : id: - tot / g : o •Rogge /5:io:-.(„t} , ;^ Boekweyt / 4 : i6: - tot / J . '. LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen tp Zoom, en van het hoog water aldaar. Stondae den t7 Tulv Ter Veer 'cm, » Vaa,e" af" *smor«-h.wat. *«andag den l«J dito zikS ""^ tCD \ *"* *uur' » min' 'D'i.gsHag den 59 dito Rotterdam en Middelburg . * . ' < * ;s> —' Jwi d/" 30 dit0 Antwerwen, Zirkzee en Ter Veere . o— JlTt**"" Pondtrdag den 3r dito Middelburg . . , i 28 ~ %dag den r Aug. 's Haage . . . * * * I J *° iBaturdag den 2 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes * ,~ ,7~J De Beurtlieden op Lcrdncbt mAmfterdam vaa Seene voorwerpen waren gefchikrer tot . )oogmerken van tarquinius dan',, ï deze misnoegde deelgenooten van de on- ■ gebondenheden van het hof. Hy had ook ■ voornaamlyk op hun gerekend en zyne sèfc, t gezanten met zyne eigenhandige brieven aan hun belast. Naauwlyks was dezen het : verblyf binnen Rome toegedaan, om de 1 vervoering van 's Konings goederen te verzorgen, of zy vervoegden' zich onder alle dan Jen. des Volks, lokten ieder in gehcime gefprekken uit, erj waren overal met beloften en gefchenken gereed, waaf zy flechts de nrtnde mooglykheid tot om. koping gewaar werden. Zy, die met de daatsomwenteling ontevreden waren, lieten zich gemaklyk onderfcheiden. Onder deze! ven bevonden zich de 'twee zoonen. van brutus, die nog naauwlyks eenen manbaaren ouderdom bereikt hadden; ïwee TTttelliërs, zusters zoonen van collatinus en zwagers van zynen ambtgenoot; twee ^quthërs, die eensgelyks neeven van collatinus waren. By deze twee laatften kwamen de overigen meermaaJeii te zamen, om zich niet Hechts over de omwenteling te beklaagen, maar zelfs om met eik-anderen op fcjukkingen tot eene tegenomwenteling te denken. Aan hun huis hadden ook de afgezanten hun verblyf. Het verraad feheen hier door zoo gemaklyk en zoo zeker, dat dionysiuj aan de byzondere Voorzienigheid alleen de ontdekking dezer zamenzweering toeIchryft.. De afgezanten vorderden een eigenhandig andwoord der zamengezwooren op den brief, dien zy hun van r a r q v in ius hadden overgegeven, en waarin hy betuigd had, gaarne vooraf tc willen weren, aan vyien hy zyn herdei zou vér= IcbubiigJ zyn. Zy wachten met hun vertrek naar die volledige verzekering, en de hooiden der zamenzweering waren onvoorzichtig, ji verblind genoeg-; om hun deze ve te geven Van te vooren echter verbond men zich onderling op het plegtigde en onder de duurde verwenfchine'en tot eene volkomen en getrouwe z menlpanning. Men nam den nacht te baat, om h er toe in het afgelegen huis van de jiqwïtërs* wier ouder;, reeds dood waren, ie zamen te komen. Vooraf hield men een vrolyk Y 2 vrien-  ( 88 ) vriendenmaal in de manskamer, welke geheel afgezonderd was van de vertrekken jler vrouwen Voords verwyderde men alle bedienden van zich, om nu het volle beflag a-m het fnoode vloekgefpan te geven. Een yslyk ménfehenoffer zou het zelve be vestigd hebben. Zy zwoeren gezamemyk den dood der Confuh en de heriteliing van tarquinius; en zetteden 'er zich nu toe, om den dwingland eigenhandig re verwittigen op wien hy ftaat re maaken en wanneer hy zyn herft.il ie wachten had (Het vervolg in No. 23.) . DE ONTWERPEN. „ Ik heb tegenwoordig honderd du;zcnd guinies," zeide de oude grëgorius, in het beklimmen van eenen berg, van wiens top men dc kostbare landeryen, die hy ge koft had, konde befchouwen. „ Ik heb honderd duizend guinies, door naarftigen arbeid, gewonnen; ik zal voor niyn' Zoon eene plaats in het Parlement kopen, en myne Dochter aan een Pair van het ryk uittrouwen. „ Ik ben niet ouder dan vyf en zestig jaaren, met myne honderd duizend guinies, ik ben' fterk en gezond; ik eet en drink wel, en zal het overig gedeelte van myn leven vrolyk doorbrengen. „ [a, waarlyk, vervolgde de oude grëgorius, den top van den berg bereikende, ik heb honderd duizend guinies! Hier zal ik myn huis laten bouwen, daar myn' boom«aard doen planten — daar is de plek, waai Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda b van BERGEN, en verder alöm, wordt dit Blad, met de Bylagen, Wekelyksch voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor 1 ftuiver op beter papier, uitgegeeven, Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier ƒ IO-: en op beter papier ƒ 2.-;-; myne trekkasfen zullen ftaan, en waar ik nrjj ne ananas fen zal kweeken. ,, Die pagtwooningen verhinderen mj uitzigi — ik zal die doen wegnemen." ,, Waar zullen dan de Pa'gters blyver' vroeg zyn Rentmeester, die hem vergezeldel „ Dat is hunne zaak, andwoordde de outI gkegoriUo: de molen, die gy daar zie zal ook afgebroken worden, en zal de bee ! d;e myne velden bevochtigt, niet lang fluiten." ,, Waar zullen dan de Dorpelingen hl graan doen maaien? vroeg oe Rooimeester ,, Dat zyn myne zaken niet," viel hem < Grysaard in. - grëgorius kwam in zyn huis teru zeer te vrede over zyne wandeling; hy hiel met fmaak, zyn avondmaal, denkenue zyne ontwerpen; hy dronk lustig, rooi twee pypen en ging naar bed; fpoedig v hy in eenen diepen fiaap en ontwaal niet weder. De landlieden bewoonen nog de pagtw 1 ningen, die grëgorius wilde doen \| delgen zy doen nog hun graan malen [ de molen, die hy begeerde dat afgebrbi zoude worden, en derzelver Eigenaar is - 1 vergeten. DE PROCESKOSTEN. 6 Hoe voordeelig is de vond, Die 't regt voor zynen loon doet zorgen Gy twist flechts om een voetje gronc Eh 't kost u meer dan twintig morgen.  nuttig en ver.maaklyk WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. ns. 23. Zaturdag den 8 Augustus 1794* VERVOLG EN SLOT VAN HET MERK' WAARDIG RECHTSGEDING VAN . JUN1US BRUTUS. •r Tet verw.yderen der bedienden kwam XX éénen flaaf verdacht voor. Vinbicius, een inboorling van Ctsnina, had reeds eénigen tyd een kwaad vermoeden ge%ad op de geheime onderhandelingen van zvnc meesters. Hy was i'chcnker in het huis der Aqv.iliërs, en werd nu achter dochtiger dan ooit gemaakt op derzelver ontwerpen. Hy ging dus wel uit het vertrek , maar bleet' buiten hetzelve aan de deur ftaan, en kon door eene reet in de zelve alles onderfcheidenlyk zien, wat 'er van binnen omging. Hier was hy een aanfchouwer hunner bloedige plegtigheden, Jioorde hy hunne geheele zamenzweering, en zag hy de brieven voor tarQ'j iNtus gereed maaken en aan deszcli's afgezanten overgeven. Volmaakt verzekerd, van den geheelen aanflag verliet de flaaf zynen fchuilhoek, en begaf zich., met zyn belangryk geheim zwanger, terftond ten huis uit. Hy durfde hetzelve echter geenzins aan de ConJ'uls het eerst ontdekken, wyl beiden zoo jiaauw aan het eedgefpan waren vermaagschapt, dat hy vreesde als de eenige ge¬ tuigen van zulk eene fchanddaad door hun cm hals gebragt tc zullen worden, terwyl zy den aanflag in ftilte zouden kunnen afwenden. Hoe veel belang hy in het behoud van'Rome ftelde, wilde hy hetzelve nogthands het liefst met zyn eigen behoud behartigen, en begaf zich daarom naar het hui^ttesn p. vale mus, op wiens edelmoedig hart, het welk geene betrekking tot cc zamenzweering had, hy z ch veiliger durfde verlaten. Het huis van dezen Volksvriend ftond ook by nacht voor dëszelfs afhangelingen en alle andere menfehen open, die, van welk eenen ftand ook, zynen raad of byftand noodig hadden. Vindicius maakte gebruik van dezen toegang, vond valerius nog in den huislyken kring van zyne vrouw en broeder zitten, kreeg van hem de plegtigfte verzekering, van geenkwaad over zyne ontdekking te vreezen te hebben, en gaf daarop een getrouw bericht van al het geen hy gehoord en gezien had. Valerius verwylde geen oogenblik met de vryheid van zyn vaderland, het leeven dèr Corfuls, van zich zeiven en van de overige Raadsheeren te redden van den gedreieden ondergang. Hy hield den Haaf in eene kamer opgeflooten, vvaar:Z 1 over  C Po ) üver-.hy, bet toezicht aan niemand, dan | ,éan zyne vrouw toevertrouwde. Zelf riep hy alle zyn afhangelingen,, üaavcn en bedienden by een, wapende ailcn en verdeelde hun in twee troepen, waai van het eene onder geleide van zynen broeder marcus zich naar 's Konings paleis begeven.zou, om hetzelve te bezeiten, ie der, die 'er uit mogt komen gevangen te nemen, en alle brieven, dien men mogt willen verzenden, te onderfcheppen. Hy zelf voerde zynen aanhang naar het huis j der AquUiërs aan, om zich, was het 1 mooglyk van het geheele eedgefpan te ver-1 zekeren. Voor dat de dageraad den nacht had verdreeveri was alles reeds onderfchept. x Mak.cos had aan 's Konings plaats ver-; fcheiden flaaven opgevangen, die onder \ het uitdraagen van huisraad ook brieven Wilden wegbrengen. Publius was tot, in de kamer der afgezanten doorgedrongen, en zoo wel van de deelgenootcn der •zamenzwering, als van de fchriftlyke bewyzen hunner verradery meester geworden. Perfoonen en brieven bewaarde hy zorgvuldig voor den volgenden dag. Om trend de afgezanten durfde hy het recht der Volken niet fchenderi en liet hun onverhinderd hunne vryheid. De Confuls, van al het voorgevallene verwittigd, riepen reeds vroeg op den dag Jiet geheele Volk by een, en verfcheenen weldra van den -geheelen Raad vergezeld op de hooge gerechtsplaats. Op hun last Werden de gevangenen voor hun geftoel te gebragt, en met de handen op den rug aan paaien gebonden. Valehius liet tevens derzelver aanklaager vindicius haaien, en ftekic alle de onderfchepte brieven in handen van brutus, den voorzittenden Conful. Het Volk floeg de oogen met verbaazing en verontwaardiging op het eedgefpan. De zoonen van brutus trokken inzonderheid aller aandacht. Hun aanziende vergat men byna hunne Hiedejiligtigen. De eigen kinderen van den grondlegger der vryheid onder derzelver verraaders te aanfehouwen; hun jeeds in het eerfte jaar van het gemeene- best, het gee>i hun eigen Vader beftuurde, fnood genoeg te vinden, om hem, den Raad, het Volk en al Mat heilig binr.en Rome was, over te leveren aan t a rq u y n, wel eer den onverdraagiykften dwingland,-thands den bitterften vyand van eene ftad, welke hem verbannen had — wekte eene gemengde aandoening van me. delyden met hunne jeugd en afgryzen van hunne misdaaden by de menigte. Het rampzalige lot voor zulk eenen vader, van zoo ontaarde kindei en te hebben, griefde nog het meeste 's Volks gevoelig hart, en nu hield elk het medeJydend oog op den opgelukkigen brutus gevestigd. De rechtpleeging begon. brutus opende het eerst de brieven van zyne zoonen, dien hy aan het zegel en opfchrift van de overigen onderfcheidde, cn liet ze door den fchryver overluid voorlezen. Zy behelsden een volkomen bewys van het hoog verraad zyner kinderen. V I Ndicius moest hier by zyne befchuldigingen voegen, welke even onwederlegkk feheen. Nu fprak brutus met eenen rechterlyken ernst, door niet éénen vaderleken toon verzacht, zyne zoonen aldis aan: wat andwoordt gy titus en gy vaue/Rius op deze bezwaar-en?. — Hun. ftilzwygen bewees hunne fchuld. — Tot drie malen herhaalde hy zyne 'vraag, en de traaren, welke den jongelingen van de wangen droomden, waren de eenige voorfpraaken voor de onwederlegbaare misdaaden hunner jeugd. — Nu heerschte 'er voor een oogenblik eene doodiehe ftilte Het volk kon even min liet ongeroerd en onverbidlyk oog verdragen van n r u t u s , als deszelfs zoonen. Collatinus zag men weenen, in valerius las men den befiuitloozen tweeftvyd tusfehen genade en recht, onder den Raad hoorde men den een en ander van ballingfchap fpreken. Hierop brak eene ftraal van hoop in het hart der misdaadigers; terwyl elk voor de uitfpraak van hun lot zidderde, als waren zy hunne eigen kinderen. Het vaderhart alleen blyft ongeroerd.' Met al de waardigheid van zyn v ambt ryst brutus van »yn geftoelte J en i  B Y L A G E N N\ 23. ' - BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteelü, &c. &c. Boe men Abricozen- Koekjes malen zal. ÏN^eemt_vie' ponden abricozèn ; fc'hial 'te , en fnyd ze aan dukjes; kook zf; nut war. refènwater to: rnoes-J dog zy móéten geftadig geroerd en gewreven worden , om nier aan te branden; neem dan twee pond geraspte broodfuiker, die door een zeef is g< daan, roer die, op het vuur daar onder, en laat het zo eventjes- aan de kook komen, en dan laauw of koud worden. Neem dan lyen , of glazen , raspt daar fuiker op , fchep dan de koekjes met een lepel en leg ze'in de zon te drogen. Des anderen daags- moet men ze op andere fchoone lyen of glazen over leggen, dat ze elkander ' niet raken, leg de randjes een weim'gje om, en laat ze dus geheel droog worden. Vervolg der Aanmerkingen, waar op men in 't kopen van een Paard, letten moet, om niet bedrogen te worden. Uit het in ons vorige gemelde volgt dus: 1. Dat wanneer een paard nog maar agt melktanden heeft, het weinig ouder is als twee en een half of drie jaaren. 2. Wanneer het maar vier melktanden-heeft, het niet meer als drie en een half jaar oud is, en wanneer hy geen ee. nen melktand meer heeft, het ten minden vier en een half jaar oud is ,. en in zyn vyfde jaar gaat. Dat hfit vyf jaaren ten vollen oud is, wanneer het vleesch, dat binnen in de hoeken was, geheel is verdvvetnen. Het is vyf en een half jaar oud wanneer het hol en feedig is. Van vyf en een half tot zes jaaren , word die Ieedige plaats vervuld, en op bet zesde jaar zyn de tanden al zo hoog van binnen als van buiten , erf daar blyft maar een holligheid in ,'t midden. Het paard zes jaren oud zynde , metkt, dat is te zeggen dat de hoeken hol en zwart in 't midden zyn; want in dien ouderdom ziet men alleen na de hoeken. Zes jaren ten vollen oud geworden zynde, hebben de hoeken, buiten het tandvleesch , de dikte van een pink. Zeven jaren oud zynde, de dikte van een duim. Het agtde jaar de dikte van drie duim. Nu is deze hoogte der tanden buiten het tandvleesch, het allerzekerde teken om van den ouderdom te óordeelen. In den ouderdom van agt jaren hebben de hoektanden geen zwarte holligheid meer, maar zyn geheel effen, en dan zegt men dat het paard niet meer tekend, fchoon men 'er eenige vind die tot het negende jaar van hunne ouderdom tekenen. Als een paard niet meer tekend, kan men niet meer van zyn ouderdom óordeelen, als uit de lengte der baktanden. Wanneer dezelve van boven en van onderen afgefleten en gelyk met het verhemelte zyn; zo een en ander groot, rond, vuil , verfleten en geel zyn, is het paard ten minden tien jaren oud; want by voorbeeld, een paard dat maar zes jaaren oud is , heeft de hovende baktanden van binnen als uitgehold, en dan heeft hy de onderde puntig, fnydende aan beide kanten, zonder vuiligheid. Het tweede merkteken van een oud paard is, wanneer de holligheden des hoofds diep zyn, het onderde kakebeen puntig, dat het hair .met een grysachtige Z men-  ( 9ö ) ïnyngeling; zich vertoond , een teken dit het reeds veertien of vyftien jaren oud is geworden. Hst verwig bier na. ~Rsuisilièn voor Paarden. Voor den Swam. Keemt lavendelwater, meybloemwater., gebrand hanshoorn, van elk twee loot, geett dit het paard eenige morgens in met warme wyn of bier. Als een Paar^jverresden is. Neemt agrimonie em goudsbloemen , die te famen geflooten., en mst waime wyn of bier ingegeeven, heipt terflond. Als een Paard 't Ledewater in de Beensn beeft. Neemt werk van kennip en netele, wel in water gekookt, en dezelve heel warm daar op gelegd, verteert het gelitwater , en is een prefervatief voor de lammigheid. Voor Steengallsn. Eerst moet het paard wel uitgeveegt zyn, dan neemt groen .zegelwas, brand dat-op de fieengallen, zoo vergaat het. Voor den L-roes. Néémt voor een ftuiver terpentyn • olie, gemengt onder zes lepels vol wyn - azyn, dit warin gemaakt en in ieder neusgat twee lepels vol gegoten, is probatuin. Vervolg der Regelen van gewigt, aangaaands bet planten der Vrugtbomen. In de tbuinen, die zindelyk en net onderhouden moeten worden, moet men de grond, boven de wortels der bomen,, viermalen des jaars omfpitten: de eerftemaal met den aanvang van de winter; de tweedemaal mof, bet begin va* 'c voorjaar; de derdemaal omtrent St. Jan, en de vierde* maal in Augustus: Als het lang droogt, moet men des avonds en des morgens de wortels begieten; en van het eerfte jaar af, de waterloten enz. wegnemen. By de zwakke zet men het tweede jaar ftokken •om ze te onderfteunen; in July moet men ze rondom befhoeijen, om ze des te beter in de hoogte te doen opfchieten , want die fcheuten moet men niet korten, tot dat ze eene behoorlyke hoogte hebben verkregen; de laagftammen, die in of rondom aan latten in de parterre ftaau, moet men wel dtie of viermaalen *s jaars befhoeijen, de» wyl het anders leelyk ftaat. Eenige Regels die by bet verplanten der grottt ilomen moeten waargenomen worden. 1. Men kan dezelve in de Maanden November, December, January of February verplanten, wanneer het mooi weer is. 2. Om dit werkftellig te maken, maakt men een kring rondom de boom, en neemt de aarde , tusfehen de kting en de boom, zoeteljk op, tot dat men de wortels ontdekt, die men, zonder te rukke.i, te fcheuren, of geweld te .gebruiken, mei voorzigtigheid los maakt; vervolgens de boom opneemt en overzet in het daar toe gedeftineerde gat, evenredig met de uitgebreidheid d« wortels; dog de plaats alwaar ze geënt zyn, moet niet te naby, en nooit onder de grond komen te ftaan'•: Is het een hoogftam dan moeren de toppen van alle de takken, en alle die kwalyk gefchikt zyn, afgefnedtn worden. 3. Men breid de wartels ordentelyk uit; men lege goede aarde onder en boven; de gantfche wydte van 't gat bedekt men met korte verrotte mest; ten ware dat de aarde zeer vet fterk en zwartachtig is. Op de eerfte bedding giet men een goed deel water, dog men mag dit niet doen wanneer men ziet dat het weêr zich tot vriezen zet; daar op legt men dan nog een halve voet aarde, dan de mest, en vervolgens wederom aarde ; dog in *t voorjaar moet | men 'er rykelyk water op gieten. I PRYS-  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM den 4 Aug. 1794. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: *] Nieuwe, dito 20 24 a *5,ib. 1 fjde Blauwe dito Z. Zak* Zomer dito . Witte Brabandfcbe Roode dito Dito Engelfche I Ggl. Witte dito r'tLast. Bovelandfche -Foolfche Rogge. TIeeuwf. en lnland: {? de Z.Zak Vlaamfche en Brab; 16 16,1b. a 17") Bovelaudfche Engelfche ■Oosteifche 140 a 148 dito Gedroogde 148 a 154 N. Z*?euw: en VI: W: Gerst 49 a 50 dito Zomer , Ggl. Viiefche Winter f 'i Last, Engelfche Oosterfche dito Gedroogde Engels Mout Iulands dito 20 a ai rh. Snelt Haver. Zeeuw: en Inl: Brouw *t dito Voer 17,1b. a 19 ■ ^vfc. Vries:en Gron: Brouw 12 a 24 { pr.Last dito Voer i8,ih. a 19 Boekwyt. VI: en Brab: op 154 © U "1 c^vls. Kley dito zonder wigt j pr.Last Z:enVI:GrauwErten -» « . dito Groene ( _» «e. dito Witte (Z.JLtst. Oosterfche dito *i ^vls. dito Grauwe | pr.La«t Ktomb. Witte Boonen ^ Walcherfche dito t 6 de Goefche en Sch: dito ' Z.Zak. Bruiue dito J Paarde dito 49 50 a 51 ") L„t N. Koohtast. Zeeuws-en VI: 49 50 a 51 1 , , Brabants v -3 (o£vl«. Engels j pr.Last Moutwyn a 9 ^v|s> de j0 vs< SCHIEDAM den 30 July 1794. Moutwyn SioC de 3oVirtels tonder Fust. Genever gi o£ de 30 Virt xonder^Fust. 'Genever 42 en 43 Gl, per Aam Amfl.Proef. Gedr.RoggeiS4a 155 © 155 a 156 en ls8Ggl. 'tLast. BREDA den 5 Aug. 1794. Tarwe ƒ * : o : — tot ƒ 8 : 10 ^ — Rogge ƒ 5 : 8: — tot f 5 : t± : Boekweyt ƒ5:6: — LYST van het afvaaren der Beurtfcheepeu voor een geheele Week te Bergtn op Zom, en van het hoog water aldaar. vaaren af. 's morg. h. wat. Zondag -den 17 Aug. Ter Veer . . *s morg. ten 7 uur. 9 uur. 9 min. Maandag den 18 dito Zirkzee ...... 8——10 7 Dingsdag den 19 <üto Rotterdam en Middelburg ... 9— u —1 4 «i, Woensdag den 20 dito Zirkzee en Ter Veere ... 10 — 12 —. j Donderdag den 21 dito Middelburg n — 's morgens. Vrydag den 22 dito *s Haage . . ... iz —- 1 —*-43 Saturdag den 23 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes half 1 — 2 ï2 mmmm De Beurtlieden op Dordrecht en Jmjierdm vaaren onbepaald — of als "e* vtagt is» NB, De Vaart op Antwerpen is thans geflooten.  M AANDEL YKSCKE PRYS-T.YST der IN- en UITLANDSCI1E EFFECTEN. ïnlandsche. Holland 2,ih. pCt. 6}a-o pCc Zeeland 2,1 h. pCt. — pCf. Friesland 2 pCt. 58 a 61 pCr. Utrecht 2,1b. pCt. 6Sa72 pCr. Generaliteit 3 pCt. 68 a 74 pCr. Last- en Vgiigeld 2,1b. pCr. pCt. Z. D. Hoogh. 2,ih. pCt. 58 a 62 pCr. O. 7. C. Lof. 1785—1790. 3 pCr. pCt. Engelsche Bank-Aft. 16,1.3q pCt. O. lnd, i99,iq. pCt. Z. Zee — pCr. O. Z. Z Ann. pCt. dito Nieuwe pCt. 3 pCt. Gec. 67 a 67,1a. pCt. dito gerd. 68,5a. pCt. 4 pCt. Geconf. 84,3a. pCt. 5 pCt. dito pCt. Wiste! op Amft. op 2 ufo. 39—10. dito opzigt 39—0. Diverse üuitenlandsche. Amerika 5 pCt. 98 a 99. pCt. dito 4 pCt. 88,1b. a 89, ib. pCt. dito 4 pCt. met Lotery. 115 a 118 pCt. dito Geconf. Fondf. 4,1b. pCt. by Staphorst 84 a 85 pCt. Akkeis ifle Ne¬ got. 97,ih. a 58,ih. pCt. dito ide Negot. 88 a 89,ih. pCt. Kwik en IVenerb. 5 pCt. , 93 a 94 pCt. dito 4,ih. pCf. 89,1b. a 96 pCt. dito 4 pCt. 83 a 84 pCt. Spanje i 4,ih. pCt. 83 a 84 pCr. ' dito 3,1b. pCt. 1 , pCt. Rusland 5 pCt 92 a 93 pCt. j dito 4-'h. pCt. 87,1b. a 88,ib. pCt. dito ' 4 pCt.' 83 a 84 pCt, Zweden 5 pCt. 97 i a 98 pCt. dito 4.ih. pCt. 91 a 91,ih. |}Qr> dito 4 pCt. 98 a 90 pCt. Denemarken Toli. 4 pCt. 96 ih. a 98 pCt. dito Holjlein 4 pCt. pCt. dito Leen- en W'sfelb. 4 pCt.. 96 a 97 pCt. dito Kroon 4 pCt. 94 a 95 pCt. dito Afiar. Comp. 5 pCt. pCt. Polen 5 pCt. —— pCt. Saxen Onvcrwisf." Steur 3 pCt. 36,ih, a 3fi3q. ftv. dito Ürd. 3 pCt. 3<5,3q. a 37,iq. ftv. dito Ka- merft. 3 pCc 35 a 36 ftv. dito 2- pCr. 3a a 31,1b. ftv. V* By WILLEM van BERGEN, Boekdrukker en Boekhandelaar te rSreda, en mee alle de Boekhandelaaren, is voor 1.1 Stuiv. te bekomen: Leeven en Denkwyze van Lodewyk XVI. gewezen Koning der Franfchen, onpartydig gefchetst. De Schryver deezer Brochure hangt een beknopt en egt Tafreel op van alle de gebeurtenisfen, die voor het bewonderend oog van geheel Europa zedert eenige jaaren binnen het Franfche Grondgebied plaats gehad hebben. Voor veele, die de zamenhang dier gebeurtenisfen zich niet kunnen herinneren, zal dit Stukje allernoodzaakelykst en teffens aangenaam zyn» # * van RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen 00 Zoom, ge- * ven uit en hebben alom verzonden: ALLE DE WERKEN. VAN JOOST VAN VONDEL, Tweede, Derde en Vierde Deel. —- Deeze Deelen ten vervoige van de nieuwe Uitgave der Werken van den Vader der Nederlandiche Dichtkunde; bevatten: Lier. dichten, Afbeeldingen, Bruiloftsdichten, Lykdichten Graffchriften,. Geboortedichten, Dankdichten, Brieven, Klachten, Hekeldichten, Lofdichten, Opdrachten en Byfcbnften, De volgende Deelen zullen ten fpoedfgften uitgegeeven worden. V van RIEMSDYK en van BRONK HO HST, te Bergen op Zwm, geven Uit en hebben alöm verzonden: DE LIEFDE. (Iflt bet Hoopduitscb.) Tweede Deel. a 3óStuiv. Met dit Deel is dit belangryke Werk compleet; een Werk, dat naast het HUISBOEK van den Eer waardigen Marti net, aan alle Vadetlandfche Huisgezinnen, en. byzonder aan aankomende jonge lieden, mag worden aanbevolen. Gepaste Beoordeelaars hebben de grondige Menfchenkennis van den Schryver bewonderd, en zyne lesfen aangemerkt als ten uiterften dienftig ter bevordering van deugd, goede zedmt en buislyke genoegens. Te Breda by W. van BERGEN, en te Bergen op Zoem by va,n.RIEMSDYK 'en van BRONKHORST.  C Pi ) en fpreekt op een doordringenden toon, die door geene zucht wordt 'afgebroken, het doodvonnis in deze woorden uit: byldragers, volvoert uw plicht. — Op deze uitfpraak', gilt het Volk eenpaarig uit: zulk een man moet niet kinderloos zyn, wy fchenken hem het leeven der jongelingen. Dezen laten zich te gelyk in de hartbrekendfte weeklagten- hooren, en vleijen en fmekcn hunnen vader met de tc- derfle benamingen. Brutus blyft Conful', kent geene betrekking; ziet geene zoonen; blyft landverraaders veroordeeien; wil het recht naar 's lands wetten" onverhinderd uitgevoerd hebben ; duldt niet, dat men het buiten zyn gezicht voltrekke, en is de eenige onvertzaagde aanfchouwer van de ontkleeding, geesfeling en onthoofding zyner kinderen. Naauwlyks had brutus zynen plicht als rechter betracht, en zag hy de hoofden zyner zoonen voor zyne voeten rollen, of gaf nu den ruimen toegang aan alle de gevoelens van zyn vaderlyk kinderloos hart. Buiten ftaat, dezelven langer te onderdrukken, liet hy de uitfpraak over de overige misdaadigers aan zyn ambtgenoot over, en verwyderde hy zich van de geiechtsplaats. Maar hoe geweldig ftak hier de zwakheid van collatinus niet af by het dierbaar offer, welk brutus zoo grootmoedig aan het vaderland gebragt had. Met zoo veel verflagenheid en medelyden als het volk de firaf had bygewqgnd van twee aankomende jongelingen, die de verleiding niet hadden kunnen Wederftaan, met even veel ongeduld verwachtte het nu het Itrenge vonnis over de uiquiliërs, derzelver verleiders en de hoofden der zamenzwering. Doch collatinus aarzelde met zyne uitfpraak, toonde zichtbaar, hoe genegen hy zyn zou, om zyne neeven te verlchoonen, en gaf hun daar door moed, om te verzoeken, dat men hun een anderen dag vergunnen mogt, om zich van de befchuldiging te zuiveren, en dat men hunnen flaaf vindicius, uit dc handen hunner belchuldigers, weder in hunne macht zou ftellen. De Conful wasj zwak genoeg, zynen neeven dit verzoek toe te ftaan, 'en wilde het hoogst verontwaardigt Volk do^n uit een gaan, wanneer v a l b r i u s, die den flaaf zyne befcherming beloofd had, zich openlyk tegen deze fchandlyke handelwyze verzettede. Te vergeefse1! gebood collatinus de blydragers, zich van den flaaf meester te maaken: valerius verdeedigde hem met alle zyne afhangelingen, de Volksvergadering geraakte in eene gevaarljke woeling, en elk riep met ongeduld brutus te rug, om het kwalyk toevertrouw gezrg uit handen van zynen lafhartigen ambtgenoot te rug te nemen. Brutus kwam weder op de gerechtsplaats, cn eene oogenbliklyke ftilte was het zichtbaar getuigen der diepe achting, waar in hy by het Volk ftond. Zyn hart was echter te vol van eigen leed; men had hem te fchierlyk geftoord in de afzondering, welke hy als vader ter ontlasting der natuur behoefde, dan dat hy terftond geheel als rechter fpreeken kon. Zyne taal was: „ ik had reeht, om myne kinderen te veroordeelen, dat het vrye Volk de overige vonnisfe. Hy, die kan, verdeedige zich." Het Volk liet zich hierop door geene redenen ophouden, fpliste zich ia wyken, en veroordeelde eenftemmig het overige eedgefpan. Nu beval valerius den- flaaf, die de zamenzweering ontdekt had, als den redder des vaderlands aan de erkentelykheid des Volks, het welk hem de vryheid en het Romeinfche burgerrecht \ waardig keurde, en daar by nog eene aanmerk iyke, fomme gelds ter beiooning van zyn gewigtigen dienst fchonk. Aldus Jiep deeze rechtspleeging af, welker afbeelding nog in menig eene vier- fchaar van . onzen tyd het onpartydigst recht aan de uitvoerers der wetten leert. Brutus droeg de hoogfte vereering en het volmaaktfte vertrouwen des Volks weg; zyn ambtgenoot kon niet zonder ■ eene z.chtbaare vernedering zyn geftoelte verlaten, daar de menigte maar al te veel blyken liet, hce zeer zy zich beklaagde, VAtiiKi us niet voor hem tot Conful gekoozen te hebben. ZJ de  D E S T A R R E K Y K E R en de EZEL. Een 'Koning, die byna zyn ganfchen levenstyd Der Starrekunst had toegcwyd, Zag zich, wat by ook deed, verzeilen Door een' waanwyzen Filofoof; Dees Krtaap, fraai afgericht in lprookjes te vertellen, Vond, blindings, by den Vorst geloofOp alle ontwerpen en verborgen zwarigheden, Werd raad gevragd "aan 't ftarrevak. 'k Erken, 't is een belachijk zwak; Miar Vorften, met hun magt en grootheid niet te vreden, Begeeren zelfs 't geheim der toekomst intetreden: 't Geval genas nogthans die ügtgelovigheid; De zon, die onbewolkt haar heldre ftralen f'preidt, Lokt onzen Konig uit tot jaagen; ■üy gaat, de wysgeer volgt ... maar, ach! de lucht betrekt, Én dreigt met ftorm en regenvlagen; Dit noopt den Vorst, dien reeds de kieur der angst bedekt, Den ftarkyker raad te vragen: „ Stel u gerust Myn Heer, 'k zie geen het minst gevaar, Was 't andwoord, 't weer blyft goed, ik duif het u beioven, *t Waar dwaasheid u 't vermaak der jagt zoo vroeg te ontroven." Vertrouwende op het woord van dezen Leugenaar, Vervolgt men onbevreesd Dianaas oeffeningen, SEn doet het jagtgekrytsch door 't ruim der wo'ken dringen. Een Ezel doet zich op aan 't oog, -Een boer volgt achter aan: „ Kom, Huisman, doe my horen, Zegt hem de Koning, of ons regen is befchoren?" Ja, Heerfchap, ja, het blyft niet droog, Is 't andwoord, dat de Vorst den kinkel zich hoort geven; 'k .Zie de ooren van den Ezel beeven, .,, Dat is bewys van vocht, 't heeft my nog nooit gemist." Ziedaar den Langoor en Geleerden zaam in twist; Dit doet den Filofoof verbleeken; Terwyl begint de bui geweldig los te breken. De Koning, nat cn koud, doet ftraks uit zyn paleis Al 't nutteloos gefpuis der wangeleerden jagen, En zweert bet Godendom, dat hy, na deze reis, Aan geenen Wysgeer, dan een' Ezel, raad zal vragen. ?Te Berzenoo Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST., te Breda hy ■ * s v 1 van BERGEN.  C 9'9 ) deren voegen, ook over de geringde kleinigheden om raad vraagen en verneemun wil, | hoe zyn buurman, hoe zyn araprgenootdoet, i of hv, wanneer hy iets laat vallen, zulks i terftond weder opraapt, of hetzelve laat lig- : < gen, tot dat hy by gelegenheid op zyn ge^ mak eens met zyn hand naar de plaats tast, i om het van den grond op te. ueemen; ot hy . anderen gaarne in de rede valt, cn niemand , aan net woord Wat komen r 01 hy zich gaar- I ue houdt, 'alsof ny veele geheimen had, de menlchen alleen roept, om hun gemeene. dingen in het oor te luiltercn; ol hy .gaarne . alles beflist, en zo voorts! — Neem alle deeze waarneemingén byëen, en wees niet zo onbiilyk, van naar zulke afzonderlyke trekken het geheel .karakter te .beöordeeien. - 28. 'K'eed u niet boven en niet b'eneden uwen tan»- niet boven noch beneden uw vermogen-'niet als cen'dweeper; niet bont; niet ionder noodzakelijkheid zwierig, Prachtig S kostbaar; maar zindelyk, met Imaak; en indien hv groote zwier moet maaken, laat dezelve dan wezenlyk en fraai tevens zyn! Tncht niet uit te munten- door ouderwetfohe noch door zulke kleeding, waarmede pv elke nieuwmodifehe zotheid naarbootst! Wees oplettender op uwe kleeding, wanneer ov in de groote waereld ver.fcheinen wilt! •Men is in gezelfchap verleegen, zoo ra men bewust is, dat men in eenen onSangenaamcn ■opfchik te voorfchyn-komt. LESSEN VAN Dr. FRANKLIN, BETREFFENDE DE ZUINIGHEID. G'êdenkt, 'dat de tyd geld is. Hy die tien fcheüingen daags met zynen arbeid winnen kan, en den heltt van Gen dag omloopt öf ledig zit, fchoon hy niet mter dan een fchellingin dien tyd verteert moet 'niet rekenen, dat die fchell.ng zyn eenige vertering is; - Neeh. byheeft by deeze met.'er.daad nog vyi fcheüingen • verteerd. Gedenkt, dat goed vertrouwen (crediét)geld is. Indien iemand geld in myne hadden laat, na dat het vervallen is* geeft liy my den intrest, of zo veel, als ik 'er in ; dien tyd mede kan uitvoeren. ! Dit beloopt een aanmeikelyke fom, wani neer iemand in een goed en uitgebreid vertrouwen ftaat'j en daar van een goed gebruik maakt. '■ Gedenkt, dat geld- van een vruebtbaare makende en -voortelenden aart is. Geld kan geld winnen, en dat gewonnen wint nog ; meerT en-dit gaat al voort, vyf fch^ellingen ' worden zes, deeze wederom uitgezet zeven len een half, en zo voort tot dat 'er bonI derd ponden van komen. Hoe.meer het is", , 1 hoe meer het by elke omzetting voort! brengt, en de-voordelen worden al meer en meer. Hy die eene zwangere zeug doodt, vernielt al haar nakroos tot in het duizenfte gedacht. Hy die, éen kroon vermeit* vernielt alles, wat die zou hebben konnen . aanbrengen-, ook tot-eene menigte van porfa. ', den Iterlings. '. Gedenkt, dat zes ponden in het Jaar - maar een vierftuiversft.uk [groot] daags is. \ Voor deze kleine fom, die dagelyks onge'm merkt verkwist kan worden 't zy in tyd'* verzuim of uitgave, kan een man, die in [ goed vertrouwen, ftaat, voor zyn eigen re' kening, het gebruik en bezit hebben van 1 honderd por,den, en deeze voorraad, door \ een viytig man wel uitgezet, biengt groote , voordelen aan. Gedenkt aan het gezegde: „ dat een goede betaalder Heer is van eens anders' beurs-" _ Hy, die bekend ftaat ais iemand, die flipt en naauwkeurig op den beloofden tyd betaalt, kan ten allen tyde en by alie gele*genheden ftaat maken op zo veel geld', als zyn vrienden konnen mislén. Dit is y fomtyds van groot nut; daarom moet men n het geleende geld nooit een uur boven den n bepaalden tyd houden, op aat zodanige :t teleurfteiling der vrienaen beurs niet voor"t (altoost- iluite.. g Dé geringde voorvallen, die invloed-konft nen hebben op iemands goeden naam £ cre,~!ri dit 2 moeten opgemerkt worden, Da klank van. ■  van den hamer ten vyf uren des morgens of ten negen uren des avonds door den fchuldeifcher gehoord, ftelt hem zes maanden langer gerust. Maar indien hy zynen fchuldenaar by de billiardtafel ontmoet, of deszelfs ftem in de herberg hoort op eennen tyd, wanneer deze aan 't werk behoor, de te zyn, zendt hy den volgenden dag om zyn geld. Fraaier klederen dan hy of zyne huisvrouw dragen, of grooter vertering in eenig byzonder geval, dan hy zelve in dat geval maakt, kwetzen zynen hoogmoed, en hy maant u fterk, om u te vernederen. Schuldeifchers zyn een foort van menfehen, die de fcherpfte ogen en oren zowel als het befte geheugen hebben. Goedaartige fchuldeifchers (en met zodanige moet men altoos verkiezen te handelen, indien men kan) gevoelen kwelling, wan' neer zy verpligt zyn om hun geld te vra- j gen. Belpaart hen die moeite, en zy zullen u beminnen. Als gy een fom gelds omvangt, verdeelt het onder uwe fchuldeifchers in evenredigheid uwer fchuldén, en.fchaamt U niet, een kleine fom te brengen om dat gy een grooter fchuldig zyt. Geld, 'tzymeer of min, is altyd welkom, en uw fchuldeifcher zal liever tienmaal de moeite hebben van tteil ponden te ontvangen, die hem vrywilljg gebracht worden, fchoon op tien verfcbillende tyden en by tien gedeelten, dan verpligt te zyn, om u tic-nmalen te manen, eer hy die fom in eens kan krygen. Het eerfte toont, dat gy aan uwe fchul den denkt, en zo wel een zorgvuldig ah een eerlyk man zyt, waar door het goed vertrouwen voor u toeneemt. Wacht u van te denken, dat alles, war gy onder u hebt, uw eigen is, en over eenkomftig met dat' denkbeeld te leven. Dit is een misllag, tot welken veele men. fchen, die ingoed vertrouwen ftaan verval¬ len. Om dit voor te komen moet gy eea naukeurige rekening houden, wat gy binnen zekeren tyd ontvangt en verteert Indien gy de moeite neemt, om alle byzonderbeden aantetekenen, zal dit ten gevolge hebben, dat gy ontdekt, welke wonderlyk nietige beuzelachtige uitgaven gy al hebt, die toch met elkander grote fommen belopen , en gy zult zien, wat gy had konnen , en voortaan zult moeten beiparen, zonder enig ongemak van belang te lyden. In 't kort, de weg tot rykdom, indien gy dien begeert, is zo kenbaar als die tot winst. Alles rust voornaamlyk op twee woorden: vlyt en zuinigheid, dat is: verkwist nopyt tyd of geld, maar maakt het befte gebruik van beiden. Hy die wint zo veel hy kan, en bewaart 't geen hy wint (de nodige vertering uitgezonderd) zal ge. wislyk ryk worden.; ten ware dat wezen, 't weik de wereh regeert, op wien wy allen behoren te zien en te denken by allen zegen, op onze eerlyke pogingen, dit in zyne wyze voorzienigheid aiders hteft goedgevonden. DE HONGERIGE ARABIER. Een Arabier was verdwaald in de woeftyn. Twee dagen vond hy niets om te eeten en was in gevaar van honger te fterven; tot dat hy eindeiyk eenen van de waterputteu , vond, uit welken de reizigers hunne kameelcn drenken, en zag in het zand eenen kleinen lederen zak leggen. God dank, zeide hy, terwyl hy hem opbeurde en betas. te, dit zyn geloof ik, dadels of nooten, hoe zal ik my daar aan verkwikken en vergallen ! In deze aangename hoop deed hy den zak open; zag wat 'er in was, en riep vol droefheid uit, Ach! het zyn maarpaarien. " r vifTÊMibyv^ RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by BERGEN, en verder alom, wordt dit Blad, met de By lagen, Wekeiy^sch voor 6 duiten op gewoon papier, en voor j ftuiver op beter pap^, uitge7 W geeven. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier71. icï-< en op beter papier ƒ" a-;-;  NUTTIG en ^VERMAAK LYK WEEKBLAD voor BURGERS en LANDLIEDEN. NS. 16. Zaturdag den 30 Augustus 1794* over de edelmoedigheid. gevolgd naar het zedekundig zakboek van den Heere A. J. Verbeek. Indien het fchoon is om weldadig te zyn, indien het edel is, om alle gelegenheden waarteneemen, om zyn medemensch te ver plichten , dan is het nog veel fchoner, veel edeler, om dit te doen uit een waar beginzel van edelmoedigheid. Het is niet zeer gemakkelyk, om deze deugd van anderen te onderlcneiden. Door de edelmoedigheid verftaat men doorgaans eene opoffering van het een of ander, ten be'ioeve van onzen naasten, wmreer dit gefchiet met gevaar, of ten koste van ons eigen voordeel. Maar niet tegenftaande deze befchryving zeer klaar en duidelyk is, blyft echter do deugd van ede'moedigheid dikwils nog aan vele twyffelingen onderworpen. Indien de goederen des. geluks, vraagt men, ons flegt? weinig of in het geheel niet bekoien, is de opoffering die wy daar van doen, dan zoo een uuftekende zaak? — in¬ dien een mensen veruaei uccii ut icycu, is hy dan edelmoedig, indien hy dat voor het vaderland of voor het welzyn van anderen opoffert? indien iemand gedreven wordt door eene begeerte n»ar roem, vfrdienr hy dan den naam van een edelmoedigen, indien hy eene daad verrigt, alleen daarom, om zvn naam in de wereld groot te maken ? — wy moeten deze vragen zeker met neen beandwoorden. Een waarlyk edelmoedig menrch beoogt in zyn doen niets andeis, dan het geluk en het voordeel van zyne medemenfehen; — de overtuiging van zyn geweren, dat hy edelmoedig gehandeld heeft, deze aPeen is zyne beloning, en de zagte kalmte, het ware vergenoegen, dat daar uit voor zyn hart gebooren wordt, overtreft alle delolfpraken met welke de menfehen zyne deugd zouden kunnen vereren, en fpoort hem aan, om zyne edelmoedigheid niet by eene enkele daad te laten berusten, maar in het uitoeffenen van die deugd rust'g voort te gaan. Maar wanneer wy eere begeene hebben, om de deugden onuer het menschdom aantekwektn, behoren wy ons zorgvuldig te wagten, om dezilveuit hare beginzels te beoordelen, — wy moeten niet onderzoeken, of de eigenliefde, die fterke riryfveer van het menfchelyk hart, niét het grondbcginzel is van veie knitterende daden, die dc wereld * Cc b*. 1 r r. h&-  C 102 ) Bewondert, — het zoude niet goed gehandeld geweest zyn van de Romeinen, indien zy , eer dat Kurtius zien in de vuurkolk neöev&yrtc, hadden willen onderzoeken, ol'hy zyne vergelding niet reeds fma ikre in de eer, weike hy genoot, en rn -te veizekering, dat hy do r zyn dood de oogen zyner;tydgeno ten en nakomelingen op zich vestigen zou de. De voorbeelden der edelmoedigheid, welke wy uit ue geichiedenisfen der Volken gaan opzamelen zullen de voortreffelykheid dezer deugd beter doen kennen, dan wy dezelve met woorden kunnen uitdrukken, en ten duidelykften doen zien, waar in het onderlche d 'dezer deugd, in vergelyking met anderen, eigemyk gelegen zy. < Men verhaald van een Keizer van China, dat hy 's ry s historielehryver bekeef en hem dreigende dus aanfpak: Gy zyt onbe„ fchaam.1 genoeg, om myne fouten van dag ,, tot dag optetekenen;" ,, dit eischt ,, myn plicht" andwoordde de historielehryver:,, en deze plicht gebied my ze.f uwe „ bezwaaren en ue dreigementen, die Gy my thinis doet, mede ogenbiikkelyk aan,, ïetekenen; "—de Keizer bloosde,—be- dagt zich een oogenblik en zeide: wel aan ga voort — fchryf alles op, en ik zal trachten niets te doen, wrtr over de nakomelinglciiap my iets te verwyteri hebbe. In den vermaarden üij; van Dettingen kreeg een foidaat Girardeau genaamd eene gevaarlyke wond, èa wierd gebragt digt by de plaats, daar de hertugv^» Kmuberland, die een fchoot in zyn Deen gekreegen had , verbonden wierd; — alle de heelmeesters waren bezig met anderen, en dus zou Girard'au zinder hulp hebben moeten blyven liggen, tot dat een van allen gedaan was. De Hertog dit horende gelaste den heelmeester, die bezig was met zyn been te ver binden, dat hy eerst den foldaat he pen zou de; —,, by dezen,.zeide de Hy, is meer „ gevaar dan by my; — hy heeft fpoedige „ hu>p nouig, en ik kan d.e nog wel eeni „ gen tyd ontberen." Het verheugd ons, dat de gefchiedenis van ons Vaderland v.in zelke treilende voorbeelden vau edelmoedigheid niet geneel out- i bloot is, gelyk ons bet volgend voorbeeld 1 leren zai. | Philips Si //zj/een officier van een aanzienlyk gellacnt, ontving in het gcegt tegen de i Spanjaarde even buiten Ztitpben by het dorp TV~amsfeld,r eene dodelyke wond, waar aan hy, na eenige weken lydens, ftierf; — ftnagtende van oorstop hec Slagveld liggende, bragt men een flesch met water omriem te verkw.kktn, — doch hy had de edel- ; moedigheid die van de band te wyz-n , en aamebieden aan een' foldaat, die in denzelfden toeffand digt by hem lag, zeggende: —. ,, daar myn vriend! neem dezen dflpl'k tot „ uwe verkwikking, gy zyt meer te be- !,, klagen dan ik." Indien men de edelmoedigheid van eene daad afmeet naar de grootheid van het gevaar, aan 't welk men zich bloojftelt, dan zal mi-'n bezw.tarlyk iets edelmoediger vinden dan het vo'gend voorbeeld. I in den brund van Si. Dizier in 1775. be- 1 loofde de Mirquls van Casteja Gouve-neur | der ftad, eene aanzienlyke beloning aan den genen, die een kind, 't welk op het punt was, om door de vlammen omtckumen, zoude gered hebben. «- Oogenblikkelyk begaf zich een arm burger midden door de vlammen naar de wieg, waar in het kind gelegen wis, en bragt het zelve onder zyne armen levendig aan den Gouverneur Deze bood hem de beloning aan, welke hy had uitgeloofd. Maar de ede moedige burger andwoordde: — „ myn oogmerk was niet myn „.Heer) om myn leven te verkopen; — be„ houd dus Uw geld, en laat my toe, dat ,, ik myne hulp bewyze aan myne andere ,, medeburgers." Dit voorbeeld zoude misfehien het enig. fle in zyn foort zyn indien ons Vaderland geen ander had opgeleverd. Toen voor meer dan vyftigjaren de blikfem te Arnhem in den toren geflagen een hevigen brand veroorzaakt had, was'ereen gemeen foldaat, Jan Morel, genaamd, die moeds genoeg had, om te beproeven, of by den brand bluslchen konde. Hy beklom derbal ven de gevaarlyke fteil- t9  B Y L A G E N N5. 26. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Hoe Fredbrikjes (zynJe een zeer lekker gebak ) gereed gemaakt worden. ^•leem een pond gedampte amandelen , maar die moeten zeer fyn gedampt wezen, doe daar by een pond tarwebloem of meel, van de beste foort, een-pond fuiker, een loot geftote nagelen, en- een half loot geftoote foely, een vierde pond boter, en een vierde pond-wel fchoon gemaakte corenten ; bet geen men onder malkanderen tot een deeg kneed; maar dat niet te dyf moet zyn, waar na men het uitrold tot de dikte van een ducaton; vervolgens fteekt men ze uit met een blikje dat den adelaar uit het Pruisfifche wapenfchild verbeeld; dezelve worden op een geboterde plaat gezet, en in een redelyke heete oven gebakken. Vervolg der- Aanmerkingen, waar op men in 't kopen van een Paard, letten moet, om niet bedrogen te worden. 7. Men'moet onderzoeken of het paard wel marcheerd, en.ten dien einde gade flaan : 1. .Ofhy de poten luchtig en zonder moeiten opheft; of hy de poten niet kruisfelings over elkandeten, of buiten of binnenwaards zet. 2. Of hy wel vast op zyn poten ftaat; dat.is, of hy poot voor poot voortgaat, wel zo lang opgeheven houd, als het zyn moet, dan of hy dezelve al te fchielyk wederom op de asrde neder zet. 3. Of hy behoorlyk fteund op het been dat ter aarde ftaat, dan of by meer, op het been van de eene als andere zydefteund, het zy buiten of binnenwaards. 4, Dat hy met vuur marcheerd en wel doorftapt; of hy ook op het niondduk fteunt; of hy daar op kaauwd„ .het hoofd in 't gaan recht houd, goede bewecging in de fchouwders heeft, tot gemak van den bereider; dat hy geen te groote of te kleine flappen maakt; dat hy de beenen wel, maar niet te hoog opligt, zonder veel ftof te maken. 5. Of hy met gemak gaat, gelyk hy doen zal, wanneer alles, zo van voren als van agteren maar een zelve beweging maakt, zonder te fchudden, en den ryder te fchokken. 8. Op de beenen; en derzelver beweeging, moet men voor alles zeer naauwkeurig letten: Hy gaat met zekerheid, wanneer hy de beenen wat hoog uit de grond opligt, want paarden die flegte poten hebben zullen dit niet doen; en dat hy ze vast nederzet, zonder heen en weer te fchudden ; en om alle die qualiteiten te hebben moet een paard wat lang en niet te kort zyn; wanneer een paard draafd, moet hy in 't opheffen dér beenen een St. Andries kruis maken, heffende de voorde regter poot en linker agterfte poot te gelyk op , die even lang ophoudende, te gelyk neder zettende, en dan de voorfte linker en agterfte regter poot wederom gelyk ophef1 fende. Wanneer bet paard een tel gaat, ligt hy de beide beenen van dezelve zyde op, en houd die terzelver tyd in de hoogte , hy zet de agterfte poot omtrent twintig duimen verder voort als hy de voorfte poot gedaan heeft, want hoe verder hy die vooruit zet, zo veel te beter tel zal hy gaan. In bet examineeren van de voe» C-.c. ten  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. Nï. 27. Zaturdag den 6 September 1794. ( Vervolg van het voorig No.~) volgende daad levert geen minder biyk op van edelmoedigheid. De Marqui'fihne van C ... had vyf zonen in diénst des Konings, welke allen de voet Rappen drukten van hun beroemden Vader Haren zesden zoon, die nog jong was, had Zy by z ch gehouden. Jn den flag van sircy Iheuveldè de Marquis en /yne vyf zonen onder het gezigt var. Hendr.k den iV. Zodra de Marquifinne deze ontzettende tyding vernam, bezweek Zy byna vandroei' bed, maar Haren moed welura hervattende, beval Zy, dat men Haar het wapen iu;g brengen zonde, 't geen zederd weinige dagen voor Harén jongfien zoon had laten \ervaard:gen ; — met Hare eige harder gorde Zy het zwaard aan de heupe van dessen jongeling,, ga heen myn Zoon ! " zeide Zy,. ga den dood van Uwen Vader en van Uwe broeders wreken, of fterf ge!yk zy met roem in den dienst van Uwen Ko mvg." Vervolgens gaf Zij, zorder eene traan te Rorten bevel, om alles tot het vertrek van haren zoon gereed te maken, in w en alleen de hoop beruste van zyn gellacht. Dc jongeling op het paard geftegeu zyn. dc nam een teder affche'd van zyne moeder, — ,, denk op uwen ro< m m> i Zoon ! „zede zy, — ,, laat de aandoening u niet ,, hinderen in het betrachten van uw en „ plicht, - gedraag u zoo in den ftryd \oor ,, het vadeiland, dat ik reden het., om uw ,, verlies te betreuren , of u i):et bly. I'chapin ,, myne liefde armen terug ontvangen:*' De jongeling erfgenaam als 't ware van de dapperheid zyner voorvaderen, en verfterk t ooor den moed, die zyne moeder hem had ingeboezemd, gedroeg zich zoo ustftekend in het gevegt, dat hy de oogen van Hendrik dm IV. tot zich trok. „ W;e is die jongeling?" vioeg Hy» — en toen men Hem zyn naam genoemd had, zeide Hy: — „ Waarachtig het huis „ van C ... is een kwcckfchool van_ helm jen, — Gy moet my deze jonge 1'pruit ,, zorgvuldig bewaren." De jonge Ridder niet minder braaf, maar gelukkiger dan zyn vader en zyne bloeders,, kwam by het einde van den oorlog bchou-. . den by zyne moeder te rig; — .» ontvang in uwe armen" zeide hy , „ een Zoon, die „ uwbtmmt • — Ikomhels," anüwoord- . ,, de de moeder, mei blydfchap een Zoon, ,, d e myne vermaningen gehoorzaamt! heelt, ,, en met roem wederkeert." Het beleg van talais geeft ons nog ten D d voor,  ( io6 ) ken? en of hst paird niet al *e zgt van bek is, zo dat het geen, uio'id'tuk kan verdragen'; of men het na een ft:rken loop, geraakketyk kan ophouden, of de bek vol (chuim is, en of het paard met het mondituk fpeelt, dan zyn het tekens dat de bek goed is. (Het vervolg hier na.) Remediën voor Paarden. Een Paard dat de Vyver beeft. Hetzelve is te kennen dat de buik fwelt, en de hairen op de tong- ader los zyn. De long-adïr moet* dadelyk gelaten worden: Indien mm wil dat een paard de vyver nimmer weer zal krygen, neemt dan een half oord bier en 2 loot muscate bloemen hetzelve onder malkander gemengt, en het paard ingjgeevei). Voor de Raspe of Kreb aan de beenen. Neemt oud fpsk, Iaat dat zagies fmelten, in een pan Op het vuur, giet het vet dan op koud water, laat her koud vvo)den, on het water fchoon afioopen , neemt dan een pond van dat vet, een half pond buskruid, en--een once fpaans groen, roert dit alles wel onder malkanderen tot een zalf, en fineert dan het paart 4 rt 5 dagen , laat het dan ftaan tot dat de reve dajr afvalt, dit is probatum. / Voor bet Longe Vuur. Neemt boontjes koolwortel, bakelaar , rabarber, coloquint , van elk één once, witte nieswortel, éé;i hslf loot, veneerfe te-iak.één once, gentiaan, één loot, kookt dit te famen- in vier kannen bier, en wel toegedekt, en laat het zoo lange kooken, tot d.it de derde part verfoden is, geeft het dan het paard in drie trizen in . de eerfte iris des morgens, de tweede des avoods , en de derde reis des anderendaags matgins, en dm gelaaten en gekropt, is heilzaam. Ve'--ols der Aatrmerkingen omtrent bet Enten], of Griffelen der VrugUomen. Een Iriliaansch heer, autheur van eene nieuwe verhandeling over bet tuten of griffelen, heeft over die ftoffen eenige aanmerkingen van gewigt gemankt; welke wy aan de" 'iefhebbers der kwegkkunde moeten voorfteller,: Namelyk: ï. Ten aanzien vau de twee getytlen, bekwaam om de bomen te enten, hcui hy ftaande, dat de bekwaamfte tyd tot deeze werking is, van het begin der maand November, tot den vyftiende of agttiende dag van die maand , voornamelyk in warme landen ; en dat de tweede is, van den vyftiende Maart tot den demgfle dag 10e; dat men den tyd daar toe m :r:: ;v;- \ / NS. 28. Zaturdag den 13 September 1794. (Vervolg van het voorig No ~) JVfedelyden te hebben met het ongeluk van zynen eiyaiid; hem in zyne ongelegenheid t( Vertroosten en te Kepen, is zonder tegenfpraak geen minder byk van edelmoedigheid d. n hei voorgaande, en verdient om die re den hier insg». jyks eene piaats te vinden. Het Gouvernemen, van Engeland'had der tig duizend ponden fterlirigs uitgeloofd aan den genen, die Prfhs Karei Eduard op volger van den 'I hr'óon van Groot Brittanje, in hunne handen zoude overgeleverd henbei- Na den flag van Culloden in 1745., in Weiken deze Vorst zoo v..le peuven van moed en dapperheid gegeven had, was Hv genoodzaakt, om Zyn behoud 111 devlugt te zoeken. Hy nam zyn toevlugr tot den Heer ^4'e xa:.der Duuald, dien hy kende voor een edelmoedig man, fchoon hy tot zyne par tny niet behoorde. Niet tegenftaande de uitgeloofde fom het geluk van dezen en zyn geheel huisgezin had kunnen bevestgen, was hy eehrer te edelmoedig, om het reebt van herhergzaamhe d daar voor te ifchenden. Nadat Hy den Prins langen tyd aan zyn btu's zorgvuldig verbolgen had, bezorgde hy hem eene veilige gelegenheid, om de handen zyner vyanden te ontv'ugten, e» naar V.ankrjk de wyk te nemen. Deze ede.moedige man, wiens braafhe d de menschhci.l verê--r:, is in het jaar 17,2. ?e K'tisburg in den ouderdom van dne en tachtig jaren overleden. Niet minder etfelmoéd'g was de handeLi wyze van Czaar Peter den epiften jegens ue Zweden, met welke hy oorlog voerde. De Rusien, de overwinning op dc Stad Nerva behaald hebbende, verwoefiten, on. dahks de order, d e zy van den Czaar gekregen hadden, om na de ven vering der ftaei geen ba:dad:gheid te plegen, alles ta vu ui en ic Zwaard. -.Czaar Peter w;erp z'ch met den dege* in de vuist onder den oproerigen hoop, ïont-. rukte aan derzelver woede een merigie van vrouwen en kinderen, die zy bezg waren e vermoorden, en dak met zyne eige hand meer d;.n vyfng lbldaten van zyn eigen volk over hoopf Welke de woede douf gemaakt hao voor zyne bevelen. In het eii de ge i.kte het hem, de losban. digheid te beteugelen, en zyn leger tot Ril» (land te brengen. Gelee1 befpat met bloed, begaf zich de oveWiinaar naar het Staeihuis, wei waards ae vooinuómfte inwoonders der ftad gevlugt waie», £ e Zy$'  * * By F. SOHN, te Haarlem, en zyne Correspondenten, word thans afgeleverd ; Het%de en"6de Deel van de zoo zeer goedkoope nieuwe Uitgave der LEVENSBESCHRYVING van VERMAARDE NEDERLANDSCHE MANNEN en VROUWEN,- inhoudende: de Lotgevallen en Bediyven van een aantal van meer dan Honderd en Zevtniig Peifonen, en wel byzonder van hun, die zich in ons Vaderland, zoo door de Pen als den Degen, door Godsdienftige of Burgerlyke Verrigtingen, door het beoeffenen van deze of geene Wetenfchap en Konden, als mede door^hunne Deugden of Ondeugden, het ""meest beroemd of betugt gemaakt hebben; zeer uitvoerig ge1'childerd, en uit de egtfte Stukken en nooit voorheen uitgegeevene Aantekeningen opgemaakt; X Deelen, groot 3676 bladz., In groot Oaavo. Welke men, gedurende den tyd van den Herdruk, voor den buitengewoon lagen prys van 12 Gl. 10 St , in plaats van 22 Gl. ia Stuiv., aanbied. Zullende om de twee Maanden Twee Deelen, a 2 Gl. 10 St. afgegeeven worden, en dus het geheele Werk met Juny 1795 compleet zyn. Breder by Berigten alöm gratis te bekomen. V By WILLEM van BERGEN, Boekdrukker en Boekhandelaar te Breda, en meest alle de Boekhandelaaren, is voor n Stuiv. te bekomen: Leeven en Denkwyze van Lode- wyk XVI. gewezen Kening der Franfchen. onpartydig gefchttst. De Schryver deezer Brochure hangt een beknopt en egt Tafreel op van alle de gebeurtenisfen, die voor het bewonderend oog van geheel Europa zedett eenige jaaren binnen het Franiche Grondgebied plaats gehad hebben. Voor veele, die de zamenhang dier gebeurtenisfen zich niet kunnen herinneren, zal dit Stukje allernoodzaakelykst en teffens aan- PCaThan?is'alömme en by de Drukkers deezes te bekomen: Stukken betrekkelyk tot de Detenfie van RUDOLPH SMITS , Burger en Mr. Kleermaker te Breda, by den Geweldigen Provoost aldaar, a 5 en een halve Stuiver. r,^T,„„XTri_l.T DE FRANSCHE TAAL GEMAKLYK GEMAAKT voor ONGEOEFFENDEN. Dit Werk is onlangs uitgegeeven te A&fterdam by JOHANNES ALLART, en alom te bekomen, onder den Tytel van: Verzameling van Opflellen, gejebikt om de Isederlandfcbe Jeugd, door middel van hart Moedertaal, op eene ordentlyke en gemaklyke wyze, tot de kennis der Franjche Taal op te leiden; bevattende een reeks van uit elkander voortvloeijende regelen, welke afzonderlyk en allerduidelykst aan het hoofd van elke foort dezer Opftellen verklaard worden, door A. N. AGRON, Fransch Kostjcboolbouder te Gorincbem. Dit geheel nieuw, en zoo we', voor de fchoolen als voor ieder welke de Franfche Taal zich wil eigen maken, allernuttigst Leerboek » niettegenitaande hetzelve meer dan 600 bladz. in groot Oüavo groot is, gefield op den te bekomen by **m RIEMSDYK en van BRONK- * vTdLieu^^ van JOOST VAN VON* 'DEL, zien reeds vier Stukken het licht, waar van nog maar een klein getal te bekomen zyn. De overig; zallen fpoedig volgen. — Deeze vier eerfte ftukken, op Postpapier zindelyk en naauwkeurig gedrukt , kosten ƒ 6 ; 16 : o %. DE LIEFDE, toegeweid aan alle tedere harten, die voor gevoel van waarheid en onfchuld vatbaar zyn, een nuttig Huisboek, in ^ 2 Deelen compleet .ƒ3:6":-» 3. Menfchelyke Lotgevallen of Merkwaardige Levensfchetfen, getrokken uit de Gefchiedenisfen van vroegere en laatere Tyden, 2 Deelen, met in 't koper gegraveerde Tytelvignetten, . . - -' / 3 '• 12 = «" NB. Dit fraai Werk zal nog mee één Stukjen vervolgd worden. le Breda bvW.VAM EÏRGElSr, en te Bergen op Zem by VA» RIEMSDYK W 7 " ta-VA» BRONKHORST.  C my myn treurig vooruitzigt niet bedroogen; ik zag u met den döod worstelen. Reeds herhaaldp reizen had ik u geroepen, maar kreeg geen antwoord. Nu begon ik reeds aan u leeven te wanhoopen; ik riep nog éénmaal, en - hoe zeer wierd ik vanblydfchap vervoerd, toen ik zag, dat gy met de hand eenige beweeging maakte! — Met drift brak ik de detir open-, en — ik dank God, dat hy my nog ter regter tyd tot uwe redding en behoudenis gezonden heeft." Hier greep Jeanne de hand van haaren beminnenswaardigen redder, en zeide-, in verrukking van dankbaarheid: „ Nog eens, heb dank, dat gy u over myne ellende ontfermd hebt! myne pligten zyn vervuld, uitgezonderd eene — die naamelyk van u myn hart en myn leeven met die zelfde trouwe toe te weiden, die ik mynen, nu ontzielden, Dubandier beweezen heb; en, indietj iets meer dan menschlievenheid u hier heên-voerde, het ftaat thands aan u, van uwe regten op myn hart gebruik te maaken. " Montavil floot deeze voortreflelyke vrouw i m zyne armen, en zwoer haar. eene eeuwige liefde. In den tyd van agt dagen was Jeanne weder zoo verre herfteld, dat zy haaren beminden volgen, en het verblyf haarer ballingschap verlaaten konde, om het gezelfchap van" wilde en'verfhndende dieren voor dat van menfehen te verwisfelen, en in eene zuiverder' hemelftreek haare gezondheid verder wederom te bekomen. Voor- dat zy van daar fcheiddd, vergoot zy egter nog een' ftroom van traanen op het graf, dat de asfche van haaren man beflooten hieldt, en tradt vervolgends, tot vreugde van allen die haar kenden , wederom in hét gezelfchap der menfehen, dat zy, ter liefde van haaren man, zoo grootmoedig verlaaten hadt. Robenval en alle de bewooners van, het ei land beioonden haar alle hoogachting* en veelen benyden Montavil het bezit eener zoo edele en beminnenswaardige egtgenoote. Zqo dra, zy haare gezondheid weder volko men herfteld gevoelde, huuwde zy- hem, en leefde nog lange jaaren met hem in de gelukkigfte egtverbintenis. m d e & E I S naar B A B IJ L O m Naauwlyks fchenterden de eerfte ftrallenvarï den-dag ,• wanneer ik my op mynen Ezel zet,te en het pad infloeg, dat naa den grooten' Weg van Babyion leid. „ ö hoe aangenaam, riep ik uit, hoe vergenoegd en bevallig dwalen myne oogen op deze nieuwe heuvels om! Hoe veel bloemen op deze veldenl met welke fterkende zoete geuren, doorftroomen zy de lugt ! Eene fchoone laan van boomen is myn weg, in wier fchaduwe myn' Ezel en ik rusten kunnen, waneer het ons behaagt. Hoe helder is de hemel! Hoe fchoon de dag! Hoe zuiver de Uigt, die ik ademe! Ik behoef my niet te haaften, want met myn goed last dier kom ik nog ter goeder uur deez' dag te Babyion aan. Dus (prak ik en was dronken van vreugde , ik zag mynen Ezel met genoegen aan en ftreelde hem met myne hand, wanneer ik onverwagt een geruiseh agter my hoorde en toen ik rnyne- oogen daar naa ffoeg, zag ik op fchoone Kamelen eenen troep mannen en vrouwen aankomen Zy hadden een ernsthaftig veragtend aanzien: zy waren allen in lange purpren rokken.gekleed, met gordels van goud veriiérd en met diamanten bezaaid.' In weinig oogenblikken hadden hunne Kame-len my ingehaald en digt by zynde werd ik door hunnen glans nog meer verblind. Hoe klein kwam ik my zelven op mynen Ezel voor! Of ik myal oprigte, ik was daarom-niet grooter. Nauwelyks reikte myn hoofd aan de zolen van hunne voeten, myn hoogmoed was zeer beledigd en evenwel" wilde ik hen navolgen,"- Met een veragte.yk ongeduld dreef ïkdus mynen Ezel voort: ik wenschte, dat hy zig op eenmaal tot- de- hoogte van den grootffen Kameel, verhief en zyne beide ooren ver bo« " ven hunne hoofden uitftrekte. Ik dreef, ik gaf de fporen: hy liep ooky. wat by* lopen « kon: maar zes van zyne flappen leidén naauwelyks zo veel wegs af, als eene ftap van den Kameel. Ik verloor hen- uit hetgezigt;  en gaf tevens alle hoon op, om'; hen in te halen. Welk een onderscheid, riep ik u;t, tusfehen hun, noodiot en betrmyne! Waarom zyn zy niet in myne plaats? Waarom ben ik niet in de hunnen? Ik eJlendieen ga alleen, op het flegtfte en traagfte der dieren; zy integendeel draven ftoutmoedigdaar heen en fchaamden zig zcifs, om in myn gezelfchap te zyn." Onder deze gedagtcn liet ik den toom los hangen; myn Ezel werd gewaar, dat ik hem niet'aanzette; hy ging langzaam en langzamer voort, eindeiyk draaid hy van den weg af; het gras lokte hem; hy ftaat Uil, laat zynen kop hangen en graasde. Het fchoone gras is hem aannenaam; het fchynt hem ook tot rust te noodigen; hy legt zig neder en ik val. Ik viel en ontwaakte uit mynen droom, zeer verftoord op mynen lastingen reisgezel, wanneer juist een nieuw geruisen van duizend Hemmen myn oor vervulde. Ik deed myne oogen open; zie: daar een veel talryker troep dan de eerfte. was. Hunne laStdieren waren zo befcheiden als het myne: hunne lange linne rokken befchaamden den mynen niet; vertrou ' welyk fpraken zy met eikanderen en die het digtfte by my was gaf my den moed om hem aantefpreken.,, Hoe zeer gy ook haast, zeide ik tot hem, zo zult gy op uwe diejen nooit die inhalen, die op hunne hoge Kamelen u zo ver voor uit zyn.-,, „ Wy zullen ons daar vóór wel wagten, antwoordde hy. De dwazen ftellen hun le-, ven in gevaar, -an waar toe? op dat zy eenige oogenblikken vroeger komen dan wy. Wy gaan allen naa Babyion. Een uur vroe ger of later; in eenen linnen, of in eenen purpren rok, op eenen Ezel of op een Kameel; wat is daar aangelegen, als men 'er maar komt? en zelfs op de reis wat is C 123 ) daar aangelegen, indien men zig maar weet te vei maken? Gy, by vo rbet ld{. hoe zou het met u ftaan, wanneer gy by u tegenwoordig geval een Kameel had gehad ? „ Ik fcnaamde my en antwoordde niets, maar zag agter my om en was verwonderd. Mannen, Vrouwen en Kinderen volgden ons te voet naa, en nog daar en boven waren zy bezwaard met pakken op den rug. Intuslch'en zongen de eenen de anderen fp rongen in het malfche gras:,, Wy gaan alle naa, Babyion,,, riepen zy vrolyk en de Kin deren fchreeuwden naa, het geen de ouden zeiden.,, Zy gaan allen naa Babyion, zeide ik, en zyn vrolyk onder huni en last; en ik, ik was bedroefd?" Vergenoegd zette ik my op myn dier en reed ter zyde van mynen trooster. Ik hield my met hem in gefprek en voelde my gelukkig als iermnd, dien een lasfvanzyne fchouders 1 genomen of een fteen vari zyn hart geligt is. Zo trokken wy voord en -eer wy aankwamen, ontmoeten wy het grootfte deel van de eerfte reizigers onverwagt en in eenen flegten toeftand weder. Hunne Kamelen hadien hen afgeworpen ; hunne lange purpere rokken, hunne gordels van goud met diamanten bezaaid,'waren met flyk bedekt.'— Toen, gy magtige der aarde, toen leerde ik de kleinheid der menfchelyke grootheid kennen, en werd, wel niet onverfchillig, maar egter zeer getroost over het'verfchillend noodlot van. hei menschdom. „ Wy bomen alle te Bab-rto», zeide ik, en de ! «aetganger'koomt daar dikwils vrolyker en voorfpoediger aan, dan de ftoutftë Ruiter. Intusfchen is het aangenaam, een goedreisgezelfchap, en gemakkelyk, een getrouw lastdier te hebben., dat ons zelven en onzen kleinen voorraad tot aan de gemeenen heiberg draagt. .„ Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST,, te-Breda by van BERGEN, en verder alöm, wordt dit Blad, met de Bylagen, WekelykseH j . voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor 1 ftuiver op beter papier, uitge- , t geeven. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier ƒ irio-: en op beter papier f 2-;-:  NUTTIG en vermaaklyk WEEKBLAD ■VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. ns. 32. Zaturdag den 11 OEtober 1794. BRIEF 'VI T phila d elphia OVER den tegenwoordigen toeftand van NOORD-AMERICA. I Joe oneemeen de bevolking der Ameri Caauiche Gewesten, in den loop van nog geen 20 Jaaren, is toegenomen, kan men afleiden uit de rwee oprellingen der In W-wiers der voorn Gewesten. De eerfte optelling, die in 774, erkel over eifStaaten gefchiedde, vei mits Ge^rgïa en de 3 Graaf Ichappen van de Delaware, z;ch toei nog niet verklaard hid.-en . leverde op dien tyd een getal op v«n drie Millioenen en ruim 26 duizend Zielen; dit getal bleek by de tweede optelling, uie in 1;90 gedaan wierd, verdubbeld te zyn, waar uit men opmankr, dat America m den loop van 15 laann, derzelver Bewoorérs verdi breid, zo donr de inwendige bevoikii'g, als door de Emi 1 graiuen uur ondelchetdene NaUm van Lu { ropa, we ke gerekend worden het eenejpar toor 't ander 160 ou gend-Zeien te beloo, pen. Er zullen ook weldra, in plaats van 15 Staaten, zo als er" thans zyn, I" bevonden worden, want dc Landlbeek agter N-iord Carolina, ftrtkkenoe to< aan den Mislilipi» en eene fbeek gronds beilaande van 00» (. Engelfche) My'cn lingte en 150 breedte, Zul in den toekomende W ntei de zesrende Staat worden; cn de Piovincie van Mame, lirekkendevaride Zuotnes vanNieuv/ Himpshire lot aan de Rivier St. Croix, woro ve w gt de zeventiende te zuilen uitmaaken "Wyders is de aahwafch van Landhoeven en Dorpen zo groit, dai er vier nieuwe Staaten mede bevolkt kunnen worden, en welker bezittingen z ch zu dwaards kunnen uitfirekktn van de Atlantfche Zee tut aan de Oliio en noord waards vandeAtlantiiche Zee af tot de Menen op de Rivier St Laurent. Met den boi.w der Steden gaat het met minder fterk toe: niet ;.l éen zyn alle Steen, door deÊngelfehen verbrand in der O rlog mei ons, heibouwd mar de oude fli en Char tftowr.BJtimort Pniladeiphia, NieuwYork, ei. B«ftoi , hebben thai s n eer o tt dubbel de ujtgeftrtktheid, die ?j xcói de* Vrtede haduen; ei de nieuwe Steden, Ou zo  ( 125 ) «zedert de verklaaring onzer onafhanglykheid gebouwd, zyn de volgende: GrenvMe,m den Staat van Georgea; Martenberg, H jofdftad van Noord-Carolina; Columbia, H]otdftad van Zuid-Carolina; Knoxville en Alasliville in de bezittingen der Teneleeers; Canville, Fairftld en Lexington, m den Staat van Kentucy ; Sunbury, iq den Staat van Pellylvanien; Hudfon, aan de Hudlom Rivier, en Cooperftov/n in den Staat van Nieuw-York; Bennington, in den Staat van (Vermont, en Paterfon, in den Staat van Nieuw-Jerfey. Behalven deze bouw men nog werkelyK de Stad Washington, gedetoneerd om na verloop van nog vyf Jfiren, de Hoofd Stad en Zetel der Vereenigde Staaten te zyn; het Capkool! óf Vergaderplaats van het Congres aldaar is gebouwd op eene fchoone-verhevenheid, en heeft een volkomen ea volledig gezicht over eik gedeelte der Stad, zo wel lis over eene aanmerk yke uitgebre.dne.d dei Landftreek rondsom Hit Preli.ie at Huis Itaal op eene reizende grond, by de Bank van de Rivier Potamiek, hebbende een zeer iraa Watergezcht, mitsgaders een heerfchenc gezicbtop het Capnool, en eenige andere voor naame deelen der Stad. Van dat Huis loope. twee groote Plaifiertuinen, welke dooriny den en mtloopen op de Bank van de Pota mack, zynde op de zy Jen vercieid met fraai ie Gebouwen voor vreemde Mmiiters • Q vier frvjmén van het Capitool, zo wel als va her Prelidents Huis, zyn van M,rmer, e: de bouwing dezer luperbe G:bouwe.i i veel vertraagd gewast u.t geoickaa S eenhouwers, Metselaars, Leydekker,, Tin mer! =eden en Smeden. Wvders is ihans in werking de Munt dt Vereenigde Staaten, welke, voor omtre. twee jaaren, was aangelegt, en nu derze ver Goud en Zilveren S,ec.en begmt at ■eeeven De Gouden zyn, Arandtn, ha Winden , en quart Aren lm De eej .heeft de juilte wa.rde van Ai Eiigellcl Schellingen, of tien A meri caam che Do) lat Di Dollars zyn even eens verdeeld in he le halve en quart D Uiars, waar door , Wisfcl Cours eenvoudig is, en de rekenn door alle Standen kan gevulgt worden; wa 10 quart Dollars maaken een quart Arend, 10 halve Dollars maaken den half Arend, en 10 Dollars den heelen Arend. Bo.yen dien is er nog een kleine Zilveren munt, een Ticnftuk genoemd, maakende het tiende deel van een Dollar; eineielyk heeft men ook een koperen munt, genaamd honderd Jluk, zynde het tiende: deel waard van een Tien ft uk. Het Congres, thans de aangenaame-vrugtee der onafhanglykheid fmaakende, heeft look ernftig op de vergelding gedacht, der geenen, die het Vaderland gediend hebben j en de Officieren, zonder Commisfie, mits-gaders de Soldaaten die in het Americaanfefi Leger gediend, en de vryheid van hun Vaderland hebben gevestigd, zien zich eindeiyk beloond met eene vergelding, oneindig boven hunne verwagting, maar allezins overeenkomende met de miiddaadigheid van eene groote en fteigerende Republiek; want het Congres in de jongde Vergadering befloten heeft, om aan eik Perfoon, welke den ganfehen Oorlog heeft doorgediend , mitsga, ders aan de afftammelingen der geenen, die in de worfteling voor de Rechten der Natuur zyn gefneuveld, te vereeren 500 Ak' 1 i kers Land ; en voorts in evenredigheid min, ider aan die, weike korter gediend hebben, i Sn om voor te komen, dat dezelve met ver■ Iko't worden, tot benaadeelingen van den > 1 Patriottifchen Veteraan, gelyk by voorige j vergunningen plaats heeft genad, is hem ue ji keuze geiaaten om die wairde in contant s geld te neemen uit 'sLands kas, naar deh. ,! tegenwoordige Marktprys; of wel gedeel. i telyk in'Land, en deels in Geld, zo als het 1 den Onttanger aangenaamst is. r I Voorts worden in eenige der byzondere lt. Staaten Wetten gemaaki, die men verwagt . dttt eioor den tyd algemeen worden zullen: elZo verneemt men dat eerlang door de Wetïf geeving van alle Siaaten aangenomen zullen e worden, die Wetten der Staaten van Penlê fyivanien, en Masfachufeet's, by welke de s doodftraf vermetigd is, in allegevallen, be» I haiven van moord, met geleider lage. ie l Nog heeft de laatftgemelde Staat eeneanlo-'dere menfcnlievende daad verrïgt, door naPt imelyk de vry geworden Negers van dien  B Y L A G E N N°. 32. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, TuinbouWs Veeteeld, &c. &c. Hoe men Conferf van Mispelen maakt. r^Jeemt rype mispelen , maak ze wel fchoon , doet twee pond baseert poeijerfuiker met een pond Marfiüaanfche honing in een -bekken met wat roozewater, ó'.t. het even door een fmelten kan; zet dit op het vuur en laat het koken: neem dan vyf ponden mispelen, een loot geftoote kruidnagelen en drie citroenen, niet alleen het fap maar ook de geraspte nerf, doet dit alles in de kokende wel gefchuimde fuiker,. laat het nog een kwar tier uurs te zamen koken, maar men moet geftadig roeren; doe het in een pot of fles, wel toegebonden,. om te bewaren. Fan de Honden. Van dezelve vind men veelerhande foorten, te veel om ze alle op te noemen, daarom zullen wy maar van die foort fpreeken, waar van men gebruik op het land maakt. Honden om de kudde te bewaren en.de Hof ft eden te beveiligen. Dezelve moeten groot zyn, met een groote kop, groote ooren, zwarte oogen,. fcherpe tanden, een dikke bals, grof en iterk van poten, harde maar korte nagels en een zwaare ftem; men neemt daar toe gemeenlyk de E-gelfche Doggen, of de groote boeren , en zogenaamde waakhonden , welke men een halsband met yzere pennen aaudeec, om te doen zien dat ze vuilaartig en niet te vertrouwen zyn; men voed ze met grof roggenbrood, en geeft ze nu en dan een bout paardevleesch te kluiven, dat ze niet alleen ftcut in den aanval maakt, maar ook de tanden fterk doet worden, doch men moet ze nooit het vleesch van andere dieren geeven, want dan zouden zy die al mede leeren aanvallen en dood byten. Deze Houden moet men van jongs af aan, niet alleen tot gehoorzaamheid gewennen , maar ook zo gedwee maken, dat ze op 't minfte woord van de meester, voor zyne voeten komen kruipen. Ten dien einde neemt men een zweep, daar een dik koperdraad door heen gevlogten is : Men maakt de jonge Dog, voor dat hy zyne eigen krachten ter degen kent, door een fuffifante ketting, met een fterk touw daar door heen getrokken, (of ook een van de fchakels mogt komen te fpringen) aan een dikke boom vast, en men flaat hem zo lang met die zweep, tot dathy van woede en flagen afgemat, geen geluit meer kan geven , en met de poten om hoog op de grond blyft leggen; dan zet men wat water by hem, en als hy wat bekomen is, begint men dat fpel op nieuw, driemalen de& daags j tot dat hy zo gedwee en gehoorzaam geworden is als een fchoothontje dat kunsjes doet.. Jagtbonden* Dezelve verdeelt men in de navolgende foorten: Windhonden, hoog var. poten,, met een dunne lange kop; dezèr^e japen door fnel te lopea^en met op de reuk.. Li Se-  ( 1x6 ) De kleinfte dienen tot het jagen van hazen en konynen; de beste komen uit liogelana ï Spanje; de grootfh foort gebruikt men tot het jagen van wolven, wilde iwyneti, en allerhande groote dieren. Die men onder de hazewindhonden Befcbuttersnoemi, de beste komen uit Vrankryk, Engeland en Turkyen, en worden zeer duur De taald. De Doggen en Waakhonden worden -i gebruikt om de groote beesten, als wilde | Iwynen enz. aan te vallen Speurhond, * een ftomme hond, wordende gebruikt om het bert te ontdekken en op te houden. De Brakken zyn excellent van reuk , en worden gebruikt om het wild te ontdekkjm en op te jagen. Spion of Patnsbonden^gen met de muil of bek, en jagen de halen en konynen uit het hout en kreupel. bo*ch; zy houden al jagende, de neus 5ag na de aarde, daar de Brakken de neus hoog henden. om als zy het wild rieken daar op los te gaan; de besten komen uit Spanje en Engeland. Gebrekkige Honden noemd men , die alles ïaeen wat hen ontmoet, en altyd van den' troep afdwalen. De witte honden zyn uitmuntend voor de hertejagt, in t byzonder zo zy geheel wit. zonder eenige yieKken zyn. De zwarte honden zyn mede n achting, wanneer hunne vlekken fpier wit, maat niet als ze roodachtig zyn. DeJff zen zyn ook goed, en onvermoe,,dyk i het jagen; zy zyn wel zo fyn van re niet, maar dwalen nooit af, en zy» i h re d op nieuw te beginnen; maar die 1 Se ros of bruinachtig rood van taai ?yn,%yn los en ongeduldig en men ge bmikt ze alleen tot de wolven er beek i,cht In "t algemeen is een Loopbon SSd . als hy lange breede en dikke, ook g ft met een lange en buigzame hals, fchouwders wyd van een, ronde reg noten, een ingezakte buik, grof «i nw San haair. wanneer men met de band da over"SktT doch op die merktekenen met zekerheid geen ftaat te maken d: Si dat de honden drie maanden oud z; geworden. (Het Vervolg bier na.) Nieuwe wy«e van AkkcrUuw. Volgens de uitvinder van deze nieuwe wv;e om het Land te bebouwen, zyn de wïare middelen om een groeten over vloed van Graanen in te zamelen: t, OB « Planten veele buizen of ftroohalmen te doen voc.rtbt.ngen. o. Om ieder halm een groote' koonair te doen dragen. D ieder aair met wel gevoed Graan voorzien is. Na is het door de goede bebouwing dat de planten wel groeij-r, en doot het weelig wasfchen bereikt men die drie etadens." Hy. geeft voor, dat men alleen door zyne nieuwe wyze om de Tarwe te teelen . die gewenschteni uuflag kan vetkrygen. Hy ontvouwd het nut van de beploeging die men doen moet. Volgens zyne grondbeginselen, heeft de eerfte beploeging. voor den Winter, ten oogwit, de wateren te doen weglopen, en de aarde toe te bereiden, om door de vorst des winters verbeterd te worden. Dft beploeging welke men doet, wanneer de Se* koude voorby is, doet de planten eene groote meenigte buizen of ftroohal. men voortbrengen: De daar op volgende bebouwing, tot dat de tarwe uitgebloeid en gezet is, verfte.ken de planten verlaneen de halmen, en geven de dikte aan de aairen Men kan het getal van deze be"uwtaee niet volftrekt bepalen ; want dhangt af van de gefteldheid en toeftand 1 van de aarde; want by voorbeeld, indien , dezelve te vogtig was, zo moet bet met in dien tyd eefchieden. In *ï algemeen i» het onwederfprekelyk, dat eene beboh. wing, voor dat de halmen te voorfchyn i komen, zeer nuttig is; maar de laatfte i ! van het allermeeste belang ; want ze maakt e dat het graan zig formeert en zet tot de e punten van de aair, en dat ze.groote, v worden of uitzetten; men moet het doen ,r 7o dra als de bloemen voorby zyn. Hy w dat men de eerfte beploegng . inW Vooriaar op deze wyze werk ftellig  ( 1*7 ) door de aarde van die bedling om ze opteweipen, en zich te regelen op zodanigen wyze, dat 'er maar alleen de nodige plaats ©verblyft, op dat de tweede vooren op twee of drie duimen de bezaaide ry naderd. Gelyk de eerfte vooren alle de an deren regeld, zo is het nodig dat die evenwydig met die ryen is, al zou men om dit te verkrygen, de paarden by het gebit leiden , dit is het middel om de raoeijelykhèid te ontwyken, die een tegenzin in deze nieuwe bebouwing zou konnen doen ontftaan. Deze eerfte vooren nu wel gemaakt zynde, zo word de geheele bedding met gemak beploegt, 3. Men maakt de tweede vooren op dezelve wyze als de eerfte, de ryen zo veel naderende als dotnlyk is. 4. Men maakt de derde op eene tegengeftelde wyze, en werpt de aarde na de zyde van de ryen om; daar door vervuld men de voorheen gemaakte vooren, en de wortels konnen zich verfprei den in die groote breedte van die omgewroete aarde* 5, Gaa voort met ploegen op dezelve Wyze, en geef zoo veel breedte aan de aardbedding, die men na de zyde der ryen omwerpt, als gy kunt, tot dat de bedding tot by de andere ry bebouwd is , en eindig in een groef, die men maakt, de aarde omwerpende aan de zyde van de ry , alwaar men de vooren komt te openen. (Het Vervolg bier na.) Hoe een bruine Zalve tot pleisters, voor bevroren banden en voeten , Exteröogen , Kwetjuuren 8V., werd gemaakt. Daar toe neemt men een vierendeel ongepeint wasch , een pint olyf oly, een half pond drooge feruis, en een once fyn gedampte camfer. Neem een nieuwe aarde fteelpan, houdende drie mingelen nat; fteld die buiten bet huis, op een comvoir met geglomme kolen, doe daar in de oly en het wasch, wat gekerft; dit wat gekookt hebbende, doet men, een weinigje teffens. de feruis daar by; dan moet het ten minften zo lang koken tot dat al het witte fchuini verandert is in bruine blaa. zen ; en dan mag het maar een half kwartier daar na koken : zet de pot dan van het vuur, en de zalve wat verflagen zynde , laat men 'er zagtjens de camfer al roerende in -vallen, en men blyft roeren tot dat het ftyf wofd. Algemeen Geneesmiddel. Dit beftaat in een foort van Balfem, welke met weinig moeite en kosten, aldus word toebereid : Neem voor eerst een half pond boom-oly, of oly van olyven. 2 Een once rood falderhout, fyn geftampt of gemaalen. 3. Een once geel was, 4. Een once peter-o!y. 5. Een once fpyk-oly. 6. Een half musje rozenwater. 7. Een half vierendeel Veneetfche terpentyn. Men neemt een nieuwe aarde pan, waar aan een fteel is, welke pan omtrent drie pinten nat moet konnen houden. Eerst doet men daar in de oly van olyven met het wasch in ftukjes gebroken, en men zet de pan op een comvoir met vuur, om het wasch te doen fmelten. Terwyl doet men het roozev/ater in een aparte fchotel, en de terpentyn daar in , zo lang roerende met een mes tot dat de terpentyn wit is geworden. Het wasch in de pan gefmolten zynde , zo doet men in die pan daar by, eerst het falderhout, vervolgens de peter-oly en de fpyk-oly, en dan het rozenwater daar de terpentyn in geroerd is. Dit moet men omtrent een uur lang, laten koken. Men weet dat het genoeg gekookt is wanneer het niet meer opkomt en het fchuim vergaat, maar zo lang het op 't vuur ttaac te koken, moet men wel zorg dragen van geftadig te blyven roeren; anders zou het ligtelyk overlopen. Eindeiyk, wanneer het genoeg gekookt is, moet men het persfeii door een dunnen naauwen doek, en bewaren het in een wel gefloten pot, tot het navolgende gebtuik. Voor zwymelingen en pyn in 't boofd. —• Men beftrykt 's avonds en 's morgens het hoofd, ter plaatze alwaar men de pyn het meest gevoeld, ook wat in de neusgaten, de reuk wel in het huofd optrekkende. (Het Vervolg bier na.)  C 126 ) 'Staat, met een gedeelte der publieke Landeryen te begiftigen, in evenredigheid van het aantal hunner respeclive Huisgezinnen : Ook vind het mildaadig en uienfchenvriendlyk hart zich reeds daar voor beioond, door die Lieden Dorpen te zien aanleggen. Luidhoeven te bebouwen, en Gemeentens van befchaafde Maatfchappyen te formeeren: insgelyks hebben zy publieke Schooien be:giffigd, Meefters aangefteld, en plaatzen van publieke Godsdienst ingefteld. D E • VRIENDEN. Een ryk Koopman had eenen eenigen 'Zoon, dien hy teder beminde. Hy liet hem met veel zorg opvoeden, cn wendde .alles aan, het geen zyn hart verbeteren, en " zyn verftand vormen kon. Toen hy de jaaren van Jongelingfchap bereikt had, riep zyn Vader hem by zig, en zeide:,, Myn Zoon, ik heb u alles Iaten leeren, het geen een man uwen ftand en beroep weten moet. Maar boven alle dingen hebt gy die kennis nodig, die ons de onderfebeidene hoedanigheden cn neigingen der menlchen leert kennen. Daarom 'had ik geern, datgy eenige jaren in vreemde landen reisde. Reizen geeft ondervinding; want hoe meer men menfehen gezien heeft, des te beter weet men met hun te 'verkeren. De wereld is een groot boek, waar uit een opmerkzaam lezer veel .tot rzyn voordeel leeren kan; zy is een fpiegei, l die ons de menlchen in hunne ware gedaan- • te vertoont. Zie vlytig in dezen fpiegei, mvn Zoon, en leert inzonderheid dat ken ne'n, waar mede zig een wyzeh het grootfte geluk van het leven ver .verft; ik meen eenen vriend. Vind gy maar eenen eenigen ,in uw leven, dan bezit gy het fchoonfte, ; het duurzaamfte van alle goederen, dat al1 leen de dood u ontnemen kan. Rykdom en geluk zyn duizend rampfpoedige toevallen onderworpen; maar van dezen fchat berooft ons geene menfchelyke nt gt. Zoek dus in uw reizen zulk een fcbai te vinden, en ' bedenk u niet, om het kostely&fte, dat gy hebt, in gevallen van nood, voor dit gewin opteöfferen. De Jongeling nam van zynen Vader af. fcheid, en ging op reis. Hy ging in eene nabuurige Stad, hield zig daar eenigen tyd op, en kwam weder te rug, eer zyn Vader dagt dat hy daar in kennis was geraakt. De Vader verwonderde zig over zyne fchielyke thuiskomst, en zeide tot hem: hoe komt gy zo fchieiyk weder, myn Zoon? ,, Vader, antwoordde de Jongeling, gy hebt my belast, om maar zo lang onder vreemden te blyven, tot dat ik eenen Vriend gevonden heb, en-ik heb 'er vyftig gevonden, die voorbeelden van ware Vrienden te zyn ,, Myn Zoon, antwoordde de Koopman, zyt zo mild niet met dezen heiligen naam. Hebt gy het fpreekwoord vergeten, dat ik u by uw affeh'eid aanprees:,, Beroem u niet eerder op uwen Vriend, dan wanneer gy hem beproefd hebt?,, Vrienden, lieve Zoon, zyn ze/dzaam; de meeften, die z;g zo noemen, weten niet, wat het woord betekent. Zy zyn gelyk eenen morgendaauw in den zomer, die door de eerfte warme zonneftraal verteerd word. Zy behandelen den ligtgelovigen, die hunne vleiende woorden vertrouwt, gelyk een die half dronken is, zyn wynflesch; hy houd ze vast, zo lang zy met het zoete fap gevuld is; en fmyt ze op den grond, zo dra zy ledig is. Ik ben bezorgd, myn Zoon, dat uwe Vrienden dezen dronkenen gelyk zullen zyn.,, Uw Wantrouwen, myn Vader, is ongegrond, zeide de Jongeling; ik weet zeker, dat deze deugdzame lieden, die ik myne I Vrienden noem, my, wanneer ik arm en ; ongelukkig by hen kom, even zo zeer zul| len beminnen, als nu. Ach! zeide de oude j man, ik heb zeventig jaren geleefd; heb I voor en tegenfpoed ondervonden, en veele j menfehen gezien en. beproefd; maar in deze ; lange reeks van jaren heb ik my maar een nen enkelen Vriend kunnen verkrygen: en , gy wilt in den ouderdom van ligtzmmgheid, | binnen weinig maanden vyftig gevonden hebben? Kom, myn Zoon, en leer van my, hoe men de inenfehep beproeven moet. De Koopman flaenteeeflen bok, ftakhem  C 227 ) n eenen zak, en befprengde met het b'oed d de klederen van zynen Zjon. Toen het nagt i Wierd, leide hy den Zak met den bok op i den rug van de'n Jongelirg, on enigtehem, hoe hy zig moest gedragen, en zo gingen c zy op weg. Zy kwamen aan het huis van r den eerden der vytVg Vrienden, en de |on geling klopre aan. Zyn Vriend deed hem t aanftonds open,, en .vraagde naa deredei' i van zyn zo laai bezoek- De jongeling ant- * woordde: in nood kent men zyne Vrienden. I Ik heb u dikwils verhaald van de vyand ] fchap, die, zedert langen tyd,.eenen haat < tusfehen de familie van .eenen voornamen I hoveling en de myne veroorzaakt heeft, i By geval ontmoette hy my op een afgele gen plaats van de Stad; wy geraakten aan eikanderen, en ik had het ongeluk van hem te dooden. Uit vrees, dat de .moord mogt unkoimen, nam ik zyn lyk op, en dak hei in deezen zak. ,lk bid u, berg het zo ian" in uw huis, 'ot dat ik eene geheime piaats vind, daar ik het begraaven kan. „ Myn huis is zeer klein, gaf hem de Vriend, met eene verlegene houding, te antwoord; het kan naauwelyks de levender, ber«en, die het bewoonen; waar zou ik dan" uwen doden verbergen? Daarenbo ei weet elk, hoe vyandig gy met den gemeden geleefd hebt. Men zal vei moeder , dat gy de .dader zyt; men zal onderzoek doen; en nadien onze vriendfehap bekeuo is, zo zal men daar mede in myn huiset, begin ma;;ken Het zou u niets helpen, my in uw ongeval mecie intew kke en. D< eenigfte diemt, dien ik u doen kan, «-,. he' geval ftil te houden. De longeling bad en lineekte om hem in zyn en nood te helpen, maar te vergeelsch. ; wn goede vriend werd meer en meer koelder, en zyn antwoord korter, zo dat hy eindeiyk met den gevaarlyken zak ver¬ der moest gaan. Hy kwam by den twe&i Jen Vriend, die hem op dezelfde wyze ilwees; en zo ging hy de rei af by alle •yftig, maar dé laatfte oiiifiug hem gelyk ie eerde, en iloot zyne deur, na eene merigie ontlchuldigineen, weder toe. „Hebt gy nu geleerd, zeide de Koopman tot zynen Zoon, hoe weinig men op den uiterlyktö fchyn van menl'ched rekenen kan? waar is de yverit;e vrie-neifchap mn deze lieden, 'die gy met zulk eene fchoone lofreden geprezen hebt ? zo dra zy uw ongeval vernamen, was hunne vriendfehap geftorven, zy zyn bepleifterde muuren, wolken zonder regen, boomen, die geen vrugten draagen. Nu zal ik u het onder 'cheid tusfehen uwe vyftig en mynen. eenige vriend aanwyzen. Terwyl zy dus fpraken, kwamen zy aan de deur van den man, dien hy zynen Zoon a's het voorbeeld van eenen waren vriend geichiloerd had Hy klopte aaii, cn als de man hem kende vraagde hy met eene tedere zorgvuldigheid, waa»: om hy nog zoo laat by hem kwam? De Koopman verhaalde hem het verdigte ongeluk van zynen Zoon, en verzogt hem om ; oen doden by .zig te verbergen. ., O! met vreugde, riep de man uit; myn Huis is groot genoeg om duizend doo, len ie bergen. Geene vrees voor waar* .chyneiyk gevaar zal rav ooit terug houden , 1 un ter redding van u en uwen Zoon, al■ cs te doen het geen ik kan en mag. Ik) ui u en uwen Zoon op myn landgoed e' brengen, daar gy voor allen onderzoek van het gerigt verborgen en gerust zu.t leven.,, De Koopman dankte zynen vriend vooi i zyne edelmoedige Vriendfehap en zyde tot i. hem: Ik heb dit geval enkel verdigt, om :r mynen ligigelovigen Zoon aan te wyzen, it hoe men valfche vrienden van ware onderr- fcheid. v.7 t „„n al1 het verzoek van den Schryver van den Brief uit Midde burg, en gete& keï?s V D H met ™£n?S> lang ly ons wegens het toegezondene ftokjen geer on elderlgen omtrend zyne bedoeling geeft, bu.ten dat zouden onle lezers 'er we.nTj °P . u 7. ne corresnondeatie za ons anders aangenaam zyn. ^l^rgTof ^mXy^i^ïifm m MuNKliUKST» te Breda oy j van BERGEN, en verder alom.  NUTTIG en VERMA'AKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. Zaturdag den 18 QÖókèf. 1794- MERKWAARDIG VOORBEELD VAN VADERLIEFDE. r \a het voorig jaar 1793 voorgevallen:) "Ren Hanoverscii foldaat, in den te«mWdigen Oorlog, in Braband enz dieSe; fchreef een' Brief aan zyn'Vrouw, in een Hanoversch Dorp woonende, weeens zynen toeftand en wedervaaren; en bvzonder over de leevenswys en eetwaaren: Kende daarin, dat het hem zeer wel 5™ hy goed leefde, mngttieAar. %fipeUn leeg, waarvan hy anders ge-yk bv wist, een fterk beminnaar was. enz. %7 __. De Vrouw hier over misfch.en £tyds teerhartig fpretonde, verwekte m hunnen zoon van 13 Jaaren,. dia, ze o> £ö.h t'huis hadt, zulken indruk tn ecnie. V'atrliefde. dit' Ine Vader eenige Aardappelen [Kartuffèln ifdaar genoemd] « bezorgen. Hy U^ onbemerkt den gemelden brief van zyn va der denkende daardoor eenige hulp te erfa. gen, nam heimelyk zoo veel Aardappe ie" in een' zak, als hy draagen konde, en ïng ftilfttjens op reis, zonder dat zyn Moe der eenig bericht kreeg, waar hy was, of wat hem overkomen was. De knaap onkundig n alles zynde,, « zonder reftgejd; kon dus of hy moest menlchen hulp zoeken. di« zien we hem voor.ylen, vraagende by elke gelegenheid, waar gaat de weg heer.i naar 't Lener? — wat wilt ge dan? Ik ga Vader Aardg elen brengen! - Eeten en drin. ken nodig hebbende, moest hy irsgeiyre zoeker:0; een fonig geld nu cn «- , êisfchende.bv Overvaarten enz. werdt hem, op zyn kindei^ k verzoek dat hv eindeiyk by een leger Soldaaten aankwam Zyne groote .blydfchap overw a $ me verfcegenheid. Zyn eenvoudig voorEen en vreemde boodfebap, verwekte J\P naauwkeurigheid ondervraagde, waardoor end* lyk den achterdogt verdween, door eiBOC'J , ze eerst ^ ^!ZS Officier liet Hano- dacht haaden. ^ fc VerlChep„S° dï aïJton'd ? «« ^ ™Z™1> f"00 ongen 'landsman kenden; een Ondere*- V Snde, of 'er een zoodanig man Jvk dl naam zyn, vaders, volgends T S'Rfrf dien de jongen aan den Officier • wit Die «" eenig onderzoek, ja antwoordde. — R f jfc  C 229 % De Offl-ver beitelde den. knaap in een kamer, om zich te .verkwikken; en liet zyn' Vader by zich brengen. N.i eene korte Inleiding, vraagde de O'*ficier aan den Soldaat, of hy. o>k kortlings aan zyn Vrouw hadt gefchreeven? Dj Soldaat' vreemd opkykend..1, antwaarde ja .. War-'fchreeft ge toen? ik-.w,eet alles niet meer, zyn Excolientie! het is reeds 5 a 6 weken geleden. Ik moet 'er toch iet- van wee ten : ..ja, ja, mynen weifiand; en wat fchryl't men niet al, aan zyn vrouw! — was 'e. dan niets meer in! Hy vreesachtig wor dende, denkende op verraad, eu wat n;ët al! zei eindeiyk, 'er was noch iet in, dat was geen praten waardig. ;}a, zei dé' Generaal, jk moet het weten: Nu dan; her was over Aardappelen;. dat ik die hier zoo niet konde hebben, als tehuis, die ik zeer bemin. (Zoo, zoo! is. dit het al? Ja... • ■ • D Officier zyn' Brief krygende,. reykie a eïi aan den fchryver, en zei, lees dien eens: 'De So.'diat ontftellende, wist zich niet uit zyne verwarring te redden. Mfddelerwyl liet de Onteer den jongen met Aardappelen bin nen brengen; en zei: zie daar! een Bode, met Aardappelen! —, • Vader en Zoon eikander ziende, vielen beide in onmagt ! woorden zyn hier niet no ■dig; elk Lezer of Hoorder, van eenig menfchely k gevoel, zal genoeg in ftaat zyn, om die twee perfonen in hunne verrukkende om armingen te zien worftelende! • • • ■ Ondertu'.fehen de Offic'er hen gerust ftel lende, en bejnoed;gende, prees den Vader over zyno. trouwe en öprecjuigheid, en den jZjoii, wégens zvno, weergSêlooze en te^r- | hartige vaeleuiefdJ! Liet ze van Zic'i gian, met "bevei, o.n voor ayn vertrek naar huis, j by hem te kprnèn, en aftchetd te nemsri. Na eenige iig-n vertóevens, voldeeden. zy aan dit beet. De 'Generaal "gif den ■ kntip een 'lïis p.s; en twee.gouie Piftoo-J len, om d;e verzegel3 aan zyn M >eJe. te :e- | •van, 'er byvo tgenda : dat gelyk hy 'er zon I der geld van dun gekomen wis,, hy 'er nu,1 ook a.zo.0 moest heen re zen Dc V .der zynen Z 101 op den we; bren jende ei dêz.' alleen voortreizen Je, ont- • tóOMt 'i andere .aaa^s, een anttér nurchee i rend leger; de Opper-officier hem onder* vraagende, ftond verbaasd over zyne oprecly ; te eu «envouwige antwoorden. De knaap zyn Pas vefioóneride, nut by voeging, dat , hy van dien Generaal ook twee mooije duij ten .voor zyn' Moider hadt bekomen, werdt deze zoodanig verrukt over die edele daad, .dat hy di&npas ook met zyn' Naams ondertekening vereerde, en riem twee Jingellche ' Gj'nées. Tchonk, mét err.ftigd verin ining, I om die ook aan zyn Mjeder te geven. Waar. . na hy voortreisde, en zonder eenige byzonj dere ontmoetingen gehad te hebben, in wel'ftind,'by zyn Moeder te huis kwam. De j blyde aankomst aldaar , door eenen onverj wacht, als uit den dooi herleevenden Zoon I wejr ti bekomen; den welftand haares Ega's j te vernemen; de W3nierlyke leiding der 1 Go.llyke befchikking erkennende; ja vier I gouden penningen te ontvangen; enz. Dit : alles gaf Hofte genoeg tot piegtige gefprek* | ken en byè'enkomften! enz. enz. Een paar Anecdotes van Frederik den II den , Koning van Pruisfen. Als de Koning 1761 in de Maand Augustus, met zyne Armee, inden omtrek van S::lrweiinits, ftond, en in het dorp Jaurnik op het Kerkhof eene Schans zoude opgeworpen worden-, zo wierden veclj arbei-, ders van onJerfcneidene fte.fimiiKei] derwaarts gezonden, welke onder het opligt van een Officier aldaar werken moesten, By het opwerpen der aarde , troffen eenige arbeiders een ouden pot., in den grond, aan, doch wyl zy dien niet met eene behoorlykè voorzigtigheid daar uit namen, brak'er boven wants een ftuk uit, en toen wierdeu zy gew.rir, d it 'er geld in was. Zy Wilden dan terftond op dien. buit aanvallen,, doch een Officier z,i,'ks bemerkende, dreef hen van daar re rug, en nam, dien pot tot zig, mpt'.belofte', d it ny het geld, 'dat da.r in wis, regi matig. onder, hen zou. ver deelen, wanneer zy vaii nun werk afgelost z>udén gorden Hiermede waren de arbeiders te Vrede. De pot.werd indeKirk deur gezet, en de Officier verwyderdezig van .daar, trok  1B Y L A G E N N°. 33* BEVAT TEN D E Dï Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Hoe men Groene Koekjes gereed maakt, IN^eem hier toe fyn gehikte warmes. groente, van allerhande wa gy begeerd , met agt eiieren, vier gdtampte befcnuiten, tien lepels gefmolte boter, twee lepeltjes tarwemeel, twee lepeltjes fuiker, één en een halve geraspte notemuscaat; dit wel b-. flagen zynde, bakt men koekjes daar van iu de kotkepan. Vervolg van de Henden. Opvoeding der Jagtbonden. Wanneer zy vyftien dagen oud zyn geworden, kapt men ze het eind van de ftaart af, om rer het peesje, en de wu?na die het knaagt, uit te trekken. Als ze zes weken oud zyn geworden, fnyd men ze van de tongriem of de wurm onder de tong, om ze groot te doen worden, en bet byten voor te komen. Men laat ze drie maanden by de moer,, om ze alleen met melk te voeden., en dan zend men ze na eenig Dorp by een man die 'er zyn werk van maakt om se verder op te voeden, die z>itg moet dragen dat ze nooit van eenig dood aas komen te proeven; by moet ze tarwe en geen roggenbrood te eeten geven. Wanneer ze tien maanden oud zyn geworden, leid men ze te veld cnder de anderen en geleerde Jagthonden, en men koppelt de kleinen by de kleinen r tn gevend ze tot de Jagt, en met een fpitsroede in de hand verpligt men ze te doen even als de anderen. Om de Honden te leeren verftaan, wat de byzondcre geluiden van de Jagthoorns betekenen, zo blaast men van tyd tot tyd op den hoorn, terwyl ze nog zeer jong zy;,, om ze daar aan te doen gewennen; kort daar nan, Irat men de Honden die men onderwyzen wil, zo lang vasten dat ze beginnen te hongeren , dan gaat een knegt met iets dat de hond graag eet, in de hand, wet van hem afftaan; men blaast op de noorn en roept Tby a billaud, voor het hert &c va lui aller , voor de haas, tot dat de honden oy nero zyn gekomen ( in die tusfehentyd maakt een ander ze van elkander los, roepende: ecouteh lui, tirez, tirez, tirez, en dan geeft nun ze het geen die knegt in de hand houd; en ter zeiver tyd blaast hy, die ze vast gekoppeld hield , op den hoorn, en roept ze, gdyk de eerfte gïdaan had; en hy, by wien zy zich dan bevinden, geeft ze dan een flagje met de fpitsroede, en roept: eeoute a lui, tirez., tirez, tirez, en de honden wedergekeerd zynde ter plaatze a'waar zy z;ch eerst bevonden, zo geeft ze die knegt de ftukkenbrood, weke hy nu in de hand heeft gehouden om %ze te lokken , dit herhaald men dag voot da?, en dus leerd men zff op het geluid van de Jagthoorn gehjorzamen, het geen zy wel haast gewend woi» den. Om de honden in de hettefagt te onder* w/zen , moeten ze zestien of agttien maanden oud zyn, wanneer men se eenmaal 's weeks na het boscn leid. Als het ia omhet hert te forceeren , kiest men den tyd: v.m )u?y en v-rvolgens; en terwyl' het bert gej„a.jd wotd., blyven die jonge bon» K.k stee  flea aan een gekoppeld , en men doet het hert voorby dezelve pasfeeren, wanneer het door de andere honden afgejaagd en moede is geworden, en men laat ze los wanneer ze met de andere houden het hert gemakkelyk kunnen volgen, en men moedigt ze daar toe aan tot dat ze hun prooi bereikt hebben. Het hert gedood zynde, geeft men ze van ds Iekkerfte ftukken der ingewanden te eeten, om ze greetig daar na te maken. Men moet ze dikmaals op de jagt mede nemen, maar altyd in het goede faifoen, dat is in het voor en na-jaar. Aangaande de hazejagtj de teeven worden veel eerder daar toe bekwaam ali de rtuën, want men kan ze daar toe reeds gewennen wanneer ze een jaar oud zyn geworden : ten dien einde neemt men een haas, die men in een befloten plaats niet verre van de jonge teef los laat, en zy zal aanftonds vervolgen ; zelfs moet men aan die jonge hond het vermaak geven van de baas dood te byten; en wanneer ze twee jaren oud geworden zyn, leid men ze te veld, om ze door het voorbeeld der anderen verder tot de jagt bekwaam te maken. (Het Vervolg hierna.) Vervolg van de Nieuwe wyze van Akkerbouw. De tweede beploeging gefchied aldus. —« -Men gaat voort met de aarde om te werpen aan de zyde alwaar men maar een groef gemaakt heeft; en wanneer men aan de andere kant van de bedding is gekomen zo laat de breedte van een groef over die men niet bebouwd, maar waar op men de aarde werpt van de laatfte groef die men bebouwd heeft. Voor bet overige kan men nalaten die tweede bebouwing met de ploeg te doen, wanneer de aarde niet te veel onkruiv' voortbrengt, en men vergenoegt 2icb dan de Bebouwer ér. met voordagt, uit zyne verlegenheid over zyn begaan bedrog, eu liet hem verftomd en belchaamd ftaan. > w?f ^"x 3VOnd'- na de fldS byLeuthen. it 1 hield de Armee op het fiagve/d halte . st (fVoor lJét F ont van de Ga.rde du Corps was 1- j een.kiem vuur aangelegd,.doch wyl 'ernïet e | veel hout in voorraad, en 't zeer koud weer' :r 1 was. zeide de Kornet van der Goltz; zodet' een of ander van hen wat hout uit het dorpIJ-J wilde haaien, dat hy daar voor gaarne wil-|de erfcentelyk jzyn. Terftond gmgen twee> 1 Gardes du'Corps, heen, om zuiks te doen. t [ Ondertusfchen kwam de Koning met een 1 klem gevolg, tegen 7 uuren desavonds, aan. ■ LMvyl nu veele Gardes du Corps zig ron- ■ dom het gemelde vuur gepjaatst hadden, omhun pyp gerust te küi nen roofcen, fteeg de Koning y,an 't paard. Hierop nam ieder zynpyp uit zyn mond, doen, toen de Koning dit zag, riephy, kinde», rookt maar voort, en laat u niet ftooren ! al'choon hy anderszinfs een vyand van het tabakroofcen was. Daar op begaf hy zig in den kring by'het vuur, en floeg zyn mantel om. Kort daarna kwamen de beiue Gardes, die om bout uitgezonden waren, met een grooten balk weder te rug, en piattften dien by geval digt agter den Koning, dien zy echter van agtc ren met erkennen konden, wyl hy bemantel met den-rug naar hun toe ftond. Een van- de beide Gardes du Corps riep toen: wyiiwatr! wyk wat.' maak ruimte! ieder tutje hofia kruipt by het vuur, en niemand \wilhom haaien! pakje.w.g! (legen den Kuning). De Koning keerde zig al,lachende om , en zeide tegen den G.jrde du Corps.; gy hebt se lyk! kom maar Ue»; - Doch' deeze den Koou^érkenbénde, en zyn misdag toen bemerkende, nad verfchrikt. te mg;-de Koning echter riep hem, rnet een " ^e.-vKhk gelaat toe; blyf hier myn Zoon; hebt gy h >ut gehaald, aan kunt ^y het-twk t'. t u wen. drenst gebruikentJk zaj my nog maar .een weinig warmen. —. Het hout werd dos terftond aan ftukken gekapt. De Koning vertoefde nog maar eeu.vy.einig tydj 1  C r35 ) moet hier blyven leggen go niemand my op. neemt. Arme jongen; hoe veel mede- lyden heb ikimtu! - Draagen kan ik u niet, eaar ben ik niet iierk genoeg toe; en hier is niemand omftreeks die ik te hulp kan roepen! — Maar kan ik u op geene andere wys helpen ! — Dat ik u de natte bevroore kieedercn uittrok en een gedeelte der mynen aan deedt? Ik ben warm gekleed, ik kan er wel wat vui misfen. — Zonder antwoord te wagten, trok de weldaadige jongen, (de k'eederen nogthans toonden, dat hy dezoon van een ryk man was, en de andere arm; — wel, Jzo veel te billyker! — Jamaar zo veel te zeldzaamer;) hy trok een gedeelte van zyne kleederen uir, lei ze naad den aimen jongen neêr. — Kom, zeide hy, nu zal ik u helpen! — Ach gy zyt tegoed! Ik kan my nauwlyks opbeuren ! — Blyf maar leggen, ik zal u wel helpen; k'en als gy maar eens die natte bevroore kleederen uit hebt, dan zal 't ras beeter gaan. — Wel haaftwas dcaime jonge uitgekleed,- afgedroogt, een warme veft aargetrokken en zo veel ander •ndergoed, als zyn helper fpaaren kon, zoi> der zig zelfs geheel te o< tblooten. O wat doet my die drooge kleeding goed ! Nu dat nypend ys van myne leeden af'is, gevoel ik my reeds geheel anders 1 -— Het voort gaan zal u verders herllellen; maar uwe kleederen moeten wy niet agterlaaten. —• Ach 't is alles wat ik heb, Cmet een bedrukt oog op de kleederen geveftigd.) Kom he.p er my een pak van maaken, ik zal 't aan mynen ftok hangen en 't dus op den fchoudcr draagen, op dat gy niet weer nat word; geef my nu den arm, dat ik |u onderfteune en voorthelpe; met fterk doorgaan moet gy de verkleumdneid en pynen te oooven komen. Het valt my neg zwaar, matr met uwe hulp zal ik my trag- ten voort te lleepen. ■- Gy moet u nu geweld aandoen, of 't overwint u engy zyt verlooren. Zy oegonnen zig te verwyderen , ik liep hen na, ik omhelsde den weldaadige jongen; ■ God zeegene u myn jongen vriend! . God zal u goeuertierenheid bewyzen, gelyk gy deezen armen jongen weluaadigheid hebt beweezen. — Hebt gy nog een Vader? — Hy is myn boezem vriend en befte vreugd! Gy zyt voor hem de befte zeegen! Ik heb ook eenen zoon; o weiger my niet kennis, — vriendfehap met hem te maaken! Gy zult htm een voorbeeld zyn. — —- Hy zou in myn plaats het zelfde gedaan hebben, — of hy kon uw zoon niet zyn! — lk ging verder met deeze jongens voort, en geleidoe ze naar hunne wooningen, ik trof'den vader van mynen jongen vriend aan. — Gy zyt een gunfteling des Hemels, wyl u zulk eenen zoon «elchonken is! — Hy is de vreugd mynes ouderdoms, en maakt my de aarde tot eenen Hemel! — God zal hem ter belooning eenen beeteren Hemel lchenken! — Vader en zoon omhelsden elkander, bleeven teegen elkanders bcezem gedrukt. — Traanen van ontroering en vreugd vloeden Ungs myne wangen, terwyl ik dit fpraakioos toneel aanfehouwde. Te Btrgen op Zoem by van RIEMSDYK en van BRONKHORST,, te Breda by L,van BERGEN, en verder alöm, wordt dit Blad, met de bylagen, Wekelyksc» voor 6 duiten, op gewoon papier; en voor i ftuiver op beter papier, uitgegeeven. Het zelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier f i -10.; m op beter papier f a-;.;^  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. N2. 35. | Zaturdag den 1 November 1794. BEDELAARS lt e s t a m e n t, J^Een arme Grysaard, die reeds vroeg zyn' Ievenstyd Het vadfig beedlaarfchap geheel had toegewyd, En om een aalmoes dus van oord tot oord moest zwerven. Verloste1 Neerland van een' fchooyer, door zyn fterven. Hy onderging dit lot, als liên van zyn beroep, Op 't Beeulaars bed van eer, een vuil bemorfte floep. Een foort van Tefiament, door ouderdom gefchondeu, >'t Welk fcbier onleesbaar was, werd in zyn' zak gevonden: Zyn inhoud was aldus >'k Loop op myn laatfte gras; Daar is byna geen zand meer in myn levensglas; 'k Zorg, om die reden, voor myn goedren, eer ik fterve. Op dat myn etfgenaam 't gebruik daarvan niet derve. Weetgierig Menschdom! hoor, hoe ik, een fchame! man, ( Den rjken liên, met regt, myn goedren maken kan; Hoe hun deze erftem's tot voordeel kan veiftrekken, Schoon dit in uwen geest verwondring zal verwekken. T 1 BS  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. NS. 37. Zatwdag den 15 November 1794.' „ HET KOFFYHUIS VAN SURAT. Tn de StadS«ratfwas een Koffyhuis, waar. m Menfehen van allerlei Landaart zamenkwamen. Op zekeren dag trad 'er een Per(taansch Seider, of Regtsgeleerde, binnen. Deeze Ma» hadt geheel zyn leven befteed in Godgeleerde Nafpeuringen, en egter «e. loofde hy niet langer in 't beflaan eener Godheid. » Wat is God?" fprak hy, , Van waar komt hy? Van wien ontleedt hy zyn oorfprone? In welk gedeelte des Heel als beftaat hy? Was hy een Lichaamiyk Weezen, wy zouden hem zien; was hy een Geest- ]yk weezen, ny suu ™.«uut t„ vaardig zyn, en niet toelaaten dat zyne redelyke Schepfelen ongelukkig wierden. Jk, by voorbeeld, zou5 naa zo veel tyds m zynen dienst befteed te hebben, Opperpriwter te lipahmn geweest zyn. in ftede van my genoodzaakt te v «den om fetfie te mimen; n*a myn best gedaan' te hebben om myne La»dgencoten te verlichten, fllykbaar. is het, d.-rhalvcn, dat 'er gee« God be'« ftaat,» — in dcezer voege was deeze Geleerde door zynen hoogmoed het fpoor bys ter geraakt. Door fteeds te redenkavelen over den eerften Oorfprong aller dingen, hadt hy, ten laatften, zyn verftand verlooren; in zo verre, dat by het in zyn hoofd kreeg, dat hy van zyn eigen verftand niet beroofd was: maar dat het Oneindig verftand, 't geen het Heelal beftuurt, niet beftondt.r—~r>p»>OT« selder tiaHr epn Slaaf, een Kaf¬ fer, bykans naakt, liegende aan den ingang van het Koiiynuis. ny zeive ging ziucu ^r een Söpha, en nam een kop met Opium. Wanneer deeze drank op hem begon te werken , fprak hy zyn Slaaf, die op een fleert in' de zonnefchyn zat, bezig met de vliegen, welke hem plaagden, weg te dry ven, in clezer voege aan: -— Gy arme Neger* gelooft gy dat 'er een God is?" —- ,, Wie „ kan 'er aan twyfelen!" antwoordde de „ Slaaf, en haalde op dat oogenblik ee« klein van hout gefneeden Aapje te voorfchyn nit een oud ftuk katoen, om zyn middel gewonden. — Hier," fprak hy, „ is „ de God, die my befchermd heeft van „ myne geboorte af. Die God is gemaakt ,, van de Fetkhe- Boom, 'die in myn Gebooiteland groeit, " —** 't Gezel fchap in het koffy huis ftond 1 niet min verwonX * derd ÉM  C ï45 > d?rd over het Antwsord van den Slaaf, dan ever de Vraag des Meesters. , Gy arm* D jmkop," .zeide een Bra min, zyne fehouders opnaaiende, ,, hoe, „ draagt gy uwen Gjd in uwen gordel ? — „ Weet, dat 'er geen ander God is dan Bra'm s, die de W :reld fchiep, en wiens Tempels aan'de oevers va n den Ganges „ gevonden worden. De Bramins alleen ,, zvn zyne Priesters; en het is door diens „ byzondere befcherm'ng, dat zy, te mid„ den van aLe de om ventelingen in Indie, een reeks van 120,003 jaaren bewaard gebieeven zyn. Di Bramin werd in-de reden gevallen door een Jood, die zich op deezen trant liet hooren: ,« Hoe kunnen de Bramins „ gelooven, dat God geene Tempels, dan ., in Indie, heeft, en dat hy voor hunne 'Cast alleen beftaat? Daar is geen andere ,. God, dan de God van Abraham , en hy „ heef; geen ander Volk, dan het Volk van „ Israël, Hy bewaart het n»g, fchoon „ over den geheelen Aardboden verfpreid, „ en zal het blyven bewaaren tot het gelukkig tydperk, wannesr hy Jerufalem i, aan 't zelve zal wedergeeven, de heer,', ichappy over alle Volken (drenken, en ,, hun Tempel, eertyds een Wereldswonder, herftellen." Onder het uitboezemen deezer woorden Hortte de Ifraëliet eenige trainen. ' De Jood zou voortgevaaren hebben, was niet een Italiaan tusfehen beiden gekomen. op een toornigen toon dus aanvangende: „ Gy geeft een zeer beledigend denkbeeld op •van GOD, beweerende, dat de Ifraëliten alleen de Voorwerpen zyn zyner gunfte. Hy verwierp hun voor meer dan zeventien honderd jaaren; dit is blykbaar uit hunne tegenwoordige verJlrooijing. Hy noodigt nu alle Menfehen om inden ichoot der RoomJche Kerke te komen, buiten welke 'etgeene zaligheid is."- Een Protefianisch Leeraar, van de Deenfche Zending te Tranquebar, voerde, met een verftoord gelaad, den Catholykcn Priefter te gemoete:,, Hoe kunt gy dus allen van de aaligheid uitfluiten, dar, die Leden zyn van uwe Kerkge meen- fchap? Weet, dat niemand km behoud den worden, dan die, ais Leerlingen vanJE'S, _ overeenkom-ftjg met zyn Bumgeiie» GOD in Geest eb Waarheid dienen." E^n Turk onder 't rooken van zyn pyp,' dit gefprek des Roomschgezinden en Proteftavts aangehoord hebbinde, ving op een deftigen trant aan:,, Vaders! Wiirjm bepaalt gy de kennisneem'ng van GOD tot uwe Kerken? De Wet van JESUS is voor altoos vernietigd zints de Godlyke Zending van MAHOMETH, den Trooster, voorfpeld door dien eigen JESUS, het Woord van GOD. Uw Godsdienst bedaar alleen, in eenige weinige Koningryken; deOnze is op de puinhoopsn van denzelven gebouwd, in de beste Landen van Europa, Africa, Ajia, en op de fiilandem DezeU ve zit thans op den Zetel van den Grooten !Mogol, en is doorgedrongen zelfs tot in. China, dat Ryk vol kundigheden. Gy erkent zelve de verwerping der Jooden in hunne tegenwoordige vernedering, erkent de Zending des Propiieets in zyne overwinningen. N.emand kan behouden worden dan de Vrienden van MAHOMETH'en OMAR.: wat de Leerlingen van ALIbetreft, zy zyn Ongeloovigen!"-—-. Op dit zeggen glim^ plachte de Seider, die een Perfiaan van afkomst was, waar men meestal de Secte van ALI aankleeft. Dit Godgeleerd gefprek veroorzaakte, onder Lieden van zulke onderfcheidene Volken en Begrippen, geene geringe .beweaging: want behalven de reeds gemeldeu, bevonden zich daar Abysjtnifche Christenen^ Copthen, Tartaarfche Lcpnusgezinden, Arabifclte Ismaëliten, en Guebers of Vuuraanbidders. Deeze allen twistredenden over de Natuur van GOD, en den Dienst aan hem verfchuldigd, eik beweerende, dat de eenige waare Godsdienst die zyns eigen Lands was. In de Koffykamer bevondt zich een geleerd Chineeseh, een Leerling van CONFUC1US, die reisde om een fchat van kundigheden te verzamelen. Hy zat in een hoek zyn Thee te drinken, eu luisterde ftil na het twistredenen. De Turk, deezen Chinees in zyneftilte ftoorende, voerdehem metve^i hfe.  heftigheids tegemoete:,, Gy, ftilzwygende Chinees, gy weet.dat veeie Godsdienftsn ingang gevonden heboen in China. De Kooplieden uws Lands, die zich van my in hun nen handel bedienen, hebben my dit ver haald, en tïvens verzekerd, dat, van alle de GadsJieniien, de Mahvnethaanfche de befte is. Wees zo openhartig en biilyk als zy geweest zyn. Wat is uw gevoelen van GQD e» den G,bdsdierist yan onzin Propheet" Hierop ontftond 'ereeneal- gemeene ftiite. De Leerling van CONFU GIUS, zyne handen onder zyne lang afhan gende mouwen verbergende, en kruiswyze op zyn borst plaatzende, zweeg eenige oogenblikken, en voerde vervolgens het gezelfchap, op een beiaarden trant, te gemoete! rr> »» Myne Heeren! indien gy my ver? oorlooft myn gevoelen openhartig te uiten, dan moet ik aanmerken, dat Eerzugt de al gemeene oorfprong is van de Gslchillen on der het M';nschdom. Ik zal 'er een voor beeld van ophaalen, 't geen my-nog verseh in ?t geheugen-ligt. Toen ik uit China ver. trok, begaf ik my aan boord »an eenEngelsch Schip, 't geen de Wereld rond gezeild hadt. Op onze Reis hsrwaards kwamen wyten anker op de Oostkust van Sumatra, Op-den middag, met veelen van het Scheepsvolk aan wal gegaan zynde, zaten wy neder onder eenige Cocoa-iSnomsn, tusfehen een klein Dorp en -den Oever. Onder de febaduw deezer Boomen rusten veele Perfooi'ei, uit onderfcheide Landen. Op deezen piek kwam een blind Man, die de oogen verlooren had door tegen de Zon in te zien. Hy. had de dwaa» ze.Eerzugt. om de natuur van dat groot Licht te willenbegrypen, met het zelfzoekend oogmerk, om dat heerlyk Licht zich zeiven toe te eigenen. Hy hadt alles, w^t.'de Gezigtkunde, de Stookkunde, en zelfs de Tover, kunde, vermogt, beproefd, om één- der Zonneflraalen in een vies. te fluiten. Alle zyne poogingon vrugtloos uitvallende, zeide hy met veel ernsthaftigheids: Het Zon nelicht is geen vloei ft of'; want het kan niet bewoogen worden door den wind: Het Zonnelicht is geen vast lichaam ; want het. is onmogelyk 'er Benig deeltje van te fcheiden. Het bejtaat niet uit vuur, wam het laat zich d tor geeri. water uitblus f hen. tLtis ■geen geest; want het is z'gibaar. , Hit is geest lichaam; want het laat zich 'niet belasten. Het heeft zelfs geen vermogen om iets van zyne plaats te bsweegen; want het d et de ligt/Ie lichaamen niet aan.. Het is blykbaar, om alle deeze redenen, een Niets. — Om kort gaan, dèeze Wysgeer hadt, door onophoudeiyk in Zonnelicht te kyken, zyne oogen, en, door over hetzelve teredenkavelen, zyn verftand, verlooren. Hy verbeeldde zich niet, dat hy zyn gezigt verlooren hadt; maar'dat de Zon niet langerbeftondt- Zyn Leidsman was een Neger, diezyn Meester onder de Cooa-Boom geplaatst nebbend j, een der nooten van den grond opraapte, een lamp van de fcnel, een pit van de o mkleedzelen, maa^kte, en uit den kern eenige olie drukte. —- Terwyl de Neger hier mede bezig was, zeide de Blindeman, zugtende, tot hem: Daar is dan geen lisht meer in de Wereld! Dé Slaaf antwoordde: Daar. is het licht der Zonne. De Blindeman: Wat is de Zon?. De Slaaf hierop: Ik weet 'er niets meer van, dan dat dezelve opkomt ais ik myn werk aanvang,, en ondergaat als ik 'er uitfeheide. Het lichtder Zonne is van minder aanbelang voor my, dan dat van myn Lamp, die myn hut verlicht, en. buiten welken ik u 'savonds niet zou, kunnen dienen." Toen zyn Lamp opvattende, fprak iaj: „ Dit is myn Zon! ■—Over dit gefprek begon.een der Dorpelingen,, een Man die op krukken liep, te lachen, en, yeronderftellende dat de Blindeman blind; gebooren was, voegde hy hem toe: Wéét, dat de Zon een lichtende Kloot is, die alle avonden in 't Westen agter de Bergen van' Sumatfa ondergaat. Dir zoudt gy zien, ais> gy, gelyk ■ wy, het gebruik, uws gezigtshadt.,—Een Visfchermsn vatte daarjp hetwoord, zeggende: 't Is wel te hoo.en, dat gy nooit buiten uw Dorp geweeit zyt. Indien gy goede beenen hadt, on het Eiland ,S"umatra oni te loopen, gy zoudt bevinden, dat de Zon in deeze Bergen niet onderging; maar dat dezelve de Zee aiie morgens ver» Iaat, en'er 'savonds wéder' ingaat, omzien te verfrisfen. Ik zie dit geduurig, op weik een gedeelte van de «««ik-ooi vislche. -» ■<;' * v Mkax «v, . oT Mm  C H2 ) Een Inwoondef van bet Schiereiland van Indie beduidde den Vislcher, op zyne beurt: Is het mogelyk dat een Mensch, met gemeen gezond verfland begaafd, z;ch konne verbeelden, dat de Zon een Vuurkloot is, die de Zee alle morgens verlaat, en 'er 'savotids in wederkeert, om uitgebluscht te worden? Weet, dat de Zon eene Godheid is myns Lands, die de hemelen alle dagen op haaren wagen rond rydt; een kringmaa ker.de om deu gouden berg van Merouwa. Wanneer de Zon' taant, wordt zy gedreigd verilonden te zullen worden door de Slan gen Ragou en Ketou, vaD welke verflinding zy verlost wordt door de Indiaanen, aan de oevers van de Gauges. Het is een zeer be lachlyke trots, in een Inwconder van Sumatra, te veronderftellen, dat de Zon allee* fchyn.' aan den Gezigteinder van zyn Eiland. Zink een denkbeeld kon nimmer opkomen in de harsfenen van iemand, die verder dan met een Canoe gevaaren heeft. ■ Een Kustvaarder, bier ten anker liggende, merkte op, dat het een nog belachlyker trots was, tegelooven, dat de Zon Indie, boven alle andere Landen, de voorkeus gaf,, Ik heb," fprak hy, „ verfcheide Reizen in de Roode Zie, op de Kust van Arabie, na Madagascar, na de Molukkas en de Phiüppynfche lilanden, gedaan; en ik weet dat de Zon alle dseze Landen, zo wel als indie, verlicht. De Zon loopt niet rondsom een Berg; maar ryst op in de Eilanden van Japan, die, te deezer oorzaake, Jepoa, of.Ge-puen, genaamd worden, 't welk'zo veel zegt, als de Geboorte der Zonne; en zy daalt in 't Westen zo ver als de Britfche Eilanden. Ik gaa hier in zeker, 't is my, nog een Jongen zynde, verhaald door myn Grootvader, die » het uiterfte einde van den Oceaan bevoer.— De Kustvaarder zou vervolgd hebben, toen een van ons Scheepsvolk hier in de reden viel, met aan te merkeu: „ Daar is geen Land, waar de loop der Zonne beter bekend is dan in Engeland. Ik kan u zeggen, dat dezelve nergens op-of ondergaat. Ik ben des ten vollen overtuigd; want wy zyn wedergekeerd van een Reis rondsom oen Aardklopt, en wy zagen de Zon overal. Hierop een watideiftok neemende van een der Toenoorderen, trok hy een cirkel in her zand, en tragtte den loop der Zonne van den eenen keerkring tot den anderen tetoonen; doch, niet in ftaat zynde.om zichduidelyk genoeg te verklaarcii, beriep hy zich op den Stuurman van zyn Schip. Deeze Stuurman wes een veaftandigMan, en hadt, met een diepftilzwygew, het geheele gefchil aangehoord; doob, toen hy bemerkte, dat het geheele gezelfchap met aandagt wagtte op het hooren van zyn gevoelen, begon hyi deeze reden: „ Myne Vrienden, gy hebt allen mis. De Zon draait niet roodiomde Aarde, in tegendee-' draait de Aarde om de Zon, en brengt vooi dezelve, salle vier en twintig uuren, de Eilanden van Japan, de Molukkas, Suwatra, Afnca, Europa,-er» andere Gewesten des Aardbodems. Dezelve fchynt niet voor een enkelen Berg of Eiland alieen, voor een Gezigteinder, voor een Oceaan, of zelfs voor de geheele Aarde; maar is het middelpunt des Heel als,, van waar dezelve niet alleen de Aarde, maar tevens vyf andere Planeeten, verlicht, onder welken eenige op een veel grooter afftand van de Zon ftaan dan de Aarde, en veel grooter van omtrek zyn. Zo, by voorbeeld, is de Planeet Saturn'us 30,000 mylen over 't kruis gemeeten, en ftaat. 285 milioenen mylen van van de Zon; om niet te (preeken van de Maanen. die deeze Planeet vergez*l!en, en het Zonnelicht aan de afgelegenfte Planeeten mededeelen. Gy zondt allen een denkbeeld hebben van deaze verheevene waarheden, als gy by nagt de hemelen aanfchouwde, en u niet liet begogelen door de dwaaze'trotsheid, dat de Zon voor een enkel Land alleen gemaakt was." ■ ■ In deezer'voege liet zich, tot groote verbaazing des gezelfchaps, de Stuurman hooren, die de Wereld rond gezeild, en den hemelloop met *een aandagtig oog befchouwd, hadt. _„ — —**• X't Vervolg her na.) Te Bergen ,f Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST. te Br'si» ?Ivan a*»CBN. en varder alöm  NUTTIG en VERMAAKLYK W E E KBL A D VOOR w jii. w atv-w).-.m . . .. ' j ■ '■ '' -',v"'' - ■*;;'/."v ■ BURGERS en LANDLIEDEN. N° o' ft na • ' o P* w £ ;" a-N .m«ö • ;^VJ. ;. ' ; . . '■ Zatwdag den 22 November 1794* ! - '.' "ï. ,113 .11^ . !het aHe'rheerlykst Weezen, 't geen-: de zigtbaare • Schepping ri'iet k'an bev vatten, béfluiien. Maar, is 'er een Tempel te vergelyken by •dëfi Tempel, welken GOD zelve opgerigt heeft, óm J ais 't ware,' alle Menfehen in ééne Gemeenfchap te verzamelen?' Alle Tempels op Aarde zyn flegts naavOlg'r/gen van'den algeniecnen Tempel der 'Natüüte. In de meesten der •aelvenrvinden'wy plaatzen ter Afwaslching, en Vaten met'Heilig Water, Kolommen, goepels, Lampen, Standbeelden, Üpfchritten, "Wetboeken, - Üfi'e;handen, Altaaren* en iPriestfers. 'Maar/ in 'Welk éen Tempel is eenHeilig Vat, "Zo ruim als de Zee, in geen •wanden omgreepen? Kolommen, zogröotsch ,alsBoomen ineen bosch, of in een Oofttuin -met vtugten belaaden? Een Koepel,'zo heerJyk als het Uiilpanzel, of een Lamp, zo lichtende als de Zon ? Waar kunnen wy Standbeelden befebou wen, zo belangryk als een aantal redeljke Weezens, die onderling elkander beminnen, helpen, en vriend'yk met den'anderen omgaan? Opfchril'ten, ver Raahbaar'of eerbied verwekkender dan de Goedertierenheden der Natuuië? Een Wet, boek, zo algemeen als de Liefde tot GOD, entftaande uit een dankbaar gevoel van zyn Goedheid ; of als.de Liefde tot onze Medeme nfchen , zo ormidlyk verbonden aan ons eigen welvaaren? Offerhanden, aardoenlyker dan de'Lofzargen, aangeheeven ten p:ys van den Algcmeenen Vader en, Weldoener van allen,- dan tedere gevoelens, met welke wy de zodanigen aanzien , Ivaar mede het onze pligt is in alle de zegeningen des Beflaans te deelen, Met één woord, een Altaar, zo heilig als het Hart vsn een braaf Man, by't welk GOD zelve de Priester is Hoe verhevener denkbeeld zich de Menfehen vormen van GODS AJmagt, des te beter zullen zy Hem kennen ; en met hoe grooter maate van toegeevenheid zy hunne Medemenfèhen behandelen, des te meer zullen zy zyne Goedheid naarvolgen" Zo fprak de Leerling van CONFUCIUS, en het geheele gezelfchap in het Kcfljhuia dat deel geencmen hadt in het gefchil over de Voortreflykheid van elks Godsdienst, peinsde nu in ftilte over 't geen zy hunne lippen'hadden laaten omrollen. Y y STERK-  ( 149 ) STERKSPREEKEND VOORBEELD VAN ZELFBEDWANG INEEN AMER1CAANSCHEN INDIAAN. Buiten de uiterfte- grenzen van de Bezittingen der Blanken myne reis voortzettende, vond ik my, by het vallen van een fchoonen avondftond, in een verruklyk oord, terwyl ik bezig was met het befchouwen van de ftille bekoorelykheden der Natuure , op 't onverwag'st, verrast, door een Indiaan , die op een vry verren afftand voor my heen den weg overreedt. Bemerkende, dat hy met een fnaphaan gewaapend was, ontftelde ik, op het eerfte gezigt, en poogde zyn oog te ontkomen, door langzaamer te ryden, en, zo veel mogelyk, groote boomen triehen ons beiden te houden; doch hy ontdektemy; jzichomwendende, zette hy zyn paard aan, en kwam in vollen gallop op my af. Nimmer te vooren was ik vervaard geweest op het zien van een Indiaan; doch ik moet bekennen, dat ik thans ten uiter ften ontfteld was; ik begreep, op de minfte bedenking, dat ik, ongewapend zynde', geheel in zyne magt was; cn, thans maar weinige oogenblikken over hebbende om my tot fterven te bereiden, gaf ik my geheel aan den wil des Almagtigen over; op diens genadige befcherming, te myner be houdenisfe, vertrouwende. Dit l'chonk my gerustheid, en ik befloot den zo gevree.sden vyand bedaard en rustig te gemoet te gaan. De onverfchrokken Indiaan hieldt fchiclyk ftil, op den afftand van eenige voeten, zag my ftilzwygend aan, met een gelaad vol toorn en woede, zyn fnaphaan van den eenen fchouder op d.en anderen liggende, na alle kanten omkyfcende. Ik trad ra hem toe, :boodt hem, met een vertrouwende houding, myn hand aan, hem Broeder noe mende} hierop.trok hy fchielyk zyn arm te rugge; misnoegen, verfmaading, kwaadaartigheid en woede, ftonden op zyn gelaad te leezen, — Yerveigens, my weder met aandagt bekykende, naderde hy met eenbe* daard en ernftig gelaad, en reikte my de nand. Misfehien was de ftille tail van zyn nart, geduurende deeze oogenblikken van ongetoogenheid, (want ik geloof' vast, uat ?.yn oogmerk, toen hy my eerst naderde, geen ander was, dan om my van kant te helpen) deeze: ,, Blanke! gy zyt myn Vy„ and; gy en uwe Broeders zoudt my-van ,, 't ieeven berooven: dit moet niet ge» „ fchieden, en, ware het zo, gy zyt nu „ alleen, en in myne magt. Leef, de „ Groote Geest verbiedt my de hand aan „ u te liaan. Gaa heen tot uwe Broe- ,, deren, zeg hun, dat gy een Indiaan in „ het woud ontmoette, die wist melyden „ en menfehelykheid te betoonen." — Althans, de uildag vvas, dat wy elkander de hand gaven, en vriend lyk van elkander fcheiden, te midden van een eenzaam bosch; hy onderrigtte my van den afftand en den weg na een Handelplaats ; waar ik ontdekte, dat hy daags te vooren eene zeer flegte bejegening ontmoet hadt. Want „toen ik daar kwam, en myne ontmoeting met den. Indiaan verhaalde, gaf de Opperde' met een gelaad, dat tefiens verbaasdheid cn blydfenap aanduidde , my te verftaan,, Myn Vriend ! gy moogt var. ge„ luk fpreeken , die Knaap is een der Ihood„ fle Schurken op den aardbodem, een be,, kende Moordenaar, en door zyn. eigen „ Volk, als een onwaaroige, uitgebannen. „ Gister avond was hy hier; wy ontnamen ,, hem zyn fnaphaan, braken dezelve in ftuk,, ken, en gaven hem zwaare ftokllagen; hy ,, ging heen, en wist, zich wegmaakende, ,, een nieuwe fnpaphaan te krygen; zeggen* ,, de, toen hy beenen vlood, dat by daar „ mede den eerften Blanken, die hem op „ den weg ontmoette, zou doouen ! " De Heer baktram voegt by dit verhaaL Het gedrag van deezen Indiaan my waards, zo korten tyd naa oat hy zult een rune behandeling van dc Blanken ontvangen hadt, deedt ce volgende bedenkingen in my opkomen. Kan het gelochend worden, dat het Zedelyk Beginzel, 't welk de WiJuen aanzet tot deugdzaame ei pryzenswaardige bedryven, natuurlyk of ingefchaapen js? Zeker misien zy den pyftand der Letteren, of de v hulp-  hulpmiddelen der Opvoeding in de School der Wysbegeerte, waar de deugdzaame geyoelens en daaden van de uitdeukende Characters opgehaald, en der (eugd, by befcjiaafde Volken., mer veel zorgvuldigheids voor oogen gehouden worden: derhalven moet dit Zedelyk Beginzol natuurlyk of in gelchaapen weezen; of zy moeten (laan onder den onmiddelyken mvioed en het geleide van een Godlyker en ma-niger Onderwy. zer, die, by dee/.e gelegenheden, hun onm adeyk moiaast, en, als met een draal van Godlyk licht, hun eensklaps ontdekt, de waardigheid, de vo.-gelykheid en de jc.iomheid, der Deugd. *.* Hy den Heer bartram, die tot de kwaakers behoort, moge dit laatfte denkbeeld ingang, en veelligt de voorkeus, vinden ; wij voor ons neigen veel meer tot het eerfte, als het natuuriijkfle, en ontheeven van eene menigte zwaarigheeden, die het ander begrip drukken. — Geen Leezer zal dit verhaal overweegen, zonder het gegee~ een verJïaZ d:g Voordander van Godsdie.ftige en «ar. gerlijke Vrijheid. 6 ur ,yke Opvoed.** te geeven. Als Egtgenooi-, is zyne lieve Wederhelft bet eenige Voorwerp zyner begemen ' As Vriend, behanigt hv het welrvn „„„ zynen Vriend met de8 uLte ZlZZ neid; hy zorgt voor zyns Vriends rydlyk en eeuwig welzyn, tot dat de dood eenedroe" vigc (cheiding maakt. eecearoe. Een Eerlyk Man tragt nooit naar zulke Amo.en of Bedieningen, die boven zyn ver mogen zyn, die, in welken hy Kepiaatst ;<; bekleedt hy met roem en agti/gf hyhaS3èX nimmer onregtvaardig, al konde hy 'er een Kroon mede verdienen: met één woord hy leeft m eene bedor.ve.ie en verleidende' Waereld zonder de Menigte in booze zaaken te volgen. Een EerlykMan wikkelt zich nimmer in ligtvaaraige beloften, is altoos gewoonde waarheid te fpreeken, en nimmer zich van de geringde leugen te bedienen; dapper en kloek.  X W 5 'ïloekmcedig, behaagt hem egter geenzins,! Ï vïSie 'onverzaagdheid, waann , ze ft de lafhanieften hunnen roem Hellen, hy weltz^ door nieuwe dientien, waardoorhy »rg«e Vyanden aan zich zoeki te verplichten, ïc, kort men hem in zyn Eer en goeden Naam hvzal, indien de roodzaakiykheid het ver£3 'dezehenzediglyk en met befche ■ -denheid. verdedigen, zonder zich in laster . fyke woorden of. daaden "tegen zynen Belediter uit te laaien; en doet gy hem den kleinlen dienst, zyr.e erkentenis zal dra volgen, indien hy 'er reeds te vooren geen bewy& -van treyeeven heeft. Een Eerlyk Mm neemt alle Zyne maat-regelen in dier voege, dat hy niet overrom■ peld worde dan nadat alle voorzorgen vrugteloos bevonden zyn ; zyn groot vooruitzigt maakt hem, Cbm my dus uit te jukken) meenet van het toekomende," en doet hem1 t2e pcvolnen zyner ontwerpen cn plannen dui; de'vk vooruit zien; b:j ziet het gevaar, 0*1 eene ongemeene onversaagdheid te ge;moete maar-werpt zich n.et roekeloos m tzeve;' verftandig in alle zijne Handelingen zynde- en wat zijnen Godsdienst betreft, hjerfn gedraa,t hij zich, als een Chrilten, naa. hetVoorfchrift van het heilig Bjbelwoorci: 'dan, hij begeert daarin niet .wijs te zj bo ■ ven het geensefchreeven «, ja._ als een reeteeaart Christen en een Eerlyk Man, lethiop zich zelven, fpreekt van niemand .iwaad. veroordeelt niet ÜgteUjk, cn zoekt zijne driften fteeds in bedwang te houden* verwervende dus de Agtmg van alle Braaven, en de Goedkeuring des Allorhoog{[Cn ■ Ja, deeze is het, en deeze aleen', die God. opregt bemmt Die 't recht betragt naar 'zyn vermogen, Wiens hart de zttiv're warheid mint,, I Zich aan de onkreak'bre trouw verbint, En fchuld'toos blyft van fnoode logen. Die nooit zpts Naaüens roem bevlekt, 'Of hem door agt er klap beled'gt, Geen haat infehyn van vriendfchaf dekt i Niet ligt tot gramfchap wordt verwekt, . Zich met befcheidenheid verdedigt- \ Die zynen Medgeiel n-etfmaadt,1 Nooit listig erg vat èrJ-r. \t fpreeken, ., Niet dm verworpen boosheid haat >, Hem eert die zich op God verlaat,^ ' Geen-eed, Kefch'ade/yk, zal breeken. Die nooit zyn geld öp woeker geeft, Geen gaave neemt om 't recht te krenken. '■ De onfchald tot .een. voorfpraak heeft ; \ God zal hem, die zo heilig leeft, , n^ét nimmer eindend heil befchenketu .... öïmrfen/i ïeti oeiLiier.Kcn* ^ k„ w.« RlFMSDYK en van BRONKHORST. te Breda by van BERGEN, en ^er ° fiu;verop beter papier, u.tge- • Tw«f Het^eTvfkosTby^^kening fel*.Jaar, op gew^n papier ƒ r- j feC ai op. beter jfapicr./ 2-: :  NUTTIG en VÊRWAAKLYlt WEEKBLAD V O 0 R BURGERS en LANDLIEDEN. m 39- Zaturdag den 29 Nivmhcr 1794. dankbaarheid. J~ïoe genegen men ook zyn moge, om synen naasten te verplichten, en deszfclf's geiuk te bevorderen; —— zelden is iemand zoo edelmoedig, «at hy geen dank. baarheid begeert voor de weluaaden. wél* ke hy beweezen beeft. De dankbaarheid is buiten twyflel hef beste middel, om de wedaoigbeid m 1 edelmoedigbe;d oprewekken; terwyl daar ten tegen de ondankbaarheid des te lch;nce-| Jyker is, om dat zy de verwoester is v*u. 1 de weldaden, en by gevolg de verftoorfter •van het geluk en het welzyn der men- Ifehen. Het was om die reden, dar de ; Heidenen zelf een affchrik hadden van de ;ze misdaad, en dezelve daarom ten aller iflrengfte gewoon waren te ftrafe i. Dat de dankbaarheid dan, die bet ken tffierk is eener edele ziel, altyd de weldaoden verzelle, welke wy ontvangen! — dat (|i»ts in ftaat zy, cm die edele deugd in ons te verflauwen, veel min uit te dovea» •daar ty den roém uitmaakt van dien eenen, welken zy bezielt, en denzelven\ ft-*'?»? tCr, rerri§tine van de heldhaftigfte daden, gelyk het volgend voorbeeld ons daar van een trefiènd bewys zal opleveren. Lodewyk de XIV, had bevel gereven, om d. ftad Algier te befchieten * ten ein! de de Algerynen voor hunne ontrouw e» moedwilligheid te ftraïfen. De JJeerover* vrezende, dat zy de vyandelyke Vioot van hunne kusten niet zoude» LfJl l n ru8ho"den . namen het verlchnfa. Ikelyk heflun cm de Franlche kryeseevangen.11 aan den mond van kun Karon fe b<*n. den, ten einde den aanval eer Franfche» ooor het gezigt hier van aftewenden. ten Kapitein van de Algerynen, dievrorheen een krygsgevangen van de Frar.fchea geweest, en door dczelven 2eer bclcheiden behandeld was, erkende order de geeren die gereed ftoncen, om dit verfchiikkelyfe lot e ondergaan, een Fransch Officier, van wel keii hy in Vrankryk gevangen zvnae vele blyken van men.chiieverdheid ondervonden had. Teïlïord bad en fireekre hy voor het Ie. ven van Z}ben ouden weloomder; — maar te yergeels, ■« de woede wat zoo groot, Z» das  dat men bet Kanon, waar aan de Franfche Officier gebonden was, zoude, beginnen .attolteken. '* *"1 De Algervnfche Kapitein ziende, dat alle zyne fmékingen vmgteloos' waren, ging naar zynen ouden weidoener, — omhels . de he[n. _ Cn voorts .het woord» voerende tot den Kanonnier, zeide hij rot ham: fcniet nu toe;djaar, -|s m^jn^ldaender „!et kan bevrijder* van ;den dèod, ;zarik ten minften de vererobsting hebben, om nevess hém te fterven." TV Dey, die tegenwoordig was b;j dit aandoenlijk fehouwlbel, was door hetzelve zoo getroffen, dat hij mat de tranen in de oo^en het verzoek van den dankbaren Kapitein0 toeftond, 't welk bfj te voren zoo ftandvastig geweigerd had. Indien da dankbaarheid m ftaat is, om ons den dood te doen trotzaren, wanneer dezelve (trekken kan tot voordeel van iemand die ons voorneen eenige weldaad bewezen heeft, hoe veel fterk'er moet zy ons dan niet aanzetten, om ons eigen voordeel opteofferen ten behoeve van een ander, aan welken wy deze erkentenis . verlcbutdigJ Z^Ziet hier een. voorbeeld van dien aart, Eenonen uit die klasle van me.ncnen, wel ke hunne deugd niet aan hunne geboorteo: opvoeding, maar alleen aan de oraatneu van hun hart verfchuldigd zyn. Een Zvvirzers foldaat in dienst van Vrank ryk was tegenwoordig geweest by een moord dien eea van zyne kameraads begaan had en'had zich vrugteloos tegen denzei ven po eert te verzetten. > Overtuigd van deze ongelukkige tegen waardigheid wierd hy in het jaar 1774. o de galei gebannen,'om reden dat hy de moordenaar niet had aatigebragt by. het .ge ^Zed'ard den tyd, dit hy zyn vonnis >g< kregen had, wierd hy bewaard op de poo van St. 8ern3rd te Parys en had zich do zyn braaf charakter zoo bemind gemaa by den Cipier dezer gevangenis, dat- de hem met eene byzondere toegenegenheid b 153 ) handelde, en boven zyne medegevangenen veei vryheid toeflpud. , 'f1 Van^deze gunftige gelegenheid had deioadaat zich bediend, om een middel te, zoeken om'de gevangenis te ontkomen; ^an bezig zynde, om dit middel ten uitvoer te brengen, overdagt hy by zich zelf, dat hy daar door den braven Ciper, in otngelegenb*id'zoude brengen, van weiken ny zooveel waldaden en bifkte van genegenheid-ont« vangen had. Deze overdenking maakte z»a een levendigaffl indruk op zyn nart, dat hy van dat opslik het befluit nam, om van zyn voornemen aftezien — en liever deftrat, waar toe hy. verwezen was,, gewillig ,te dragen, dan zyn vriend en weldoeneer in gevaar te brengen. —> . . "> Aldus ftelde deze éerlyke mair ongelukkigs misdadige de dankbaarheid boven de zugt tot vryheid; die ieder mensch van na- ( tuur is inge fchapen. , „ . „v Het was daar een gelyk gevoel van dankerkentenis voor zynen weldoender, aittjK Williams zich blood ftel.de aan de onsetwde van zynen Koning — en de f''™*' digheidhad, om het lage voorbeeld met te. volgen van velen, die hunne weldoende» ' gewoon zyn te verlaten, wanneer zy net ' ongeluk hebben, o« de gunst van hunnen 1 Vors; te verliezen. De Kardinaal Volfey gunfteling en eer. ■ fte ltaatsdienaar van Hendrik den agtftenKo. - ning van Engeland» in ongenade van zyn > meester, gevallen zynde, zag zich. op een " enkeld oogenblik verlaaten van alle Groten, ièn gelyk net gemeenlyk gaat, gehaat .by aL • volk» i Sitz Williams was de eeniglte, die zyn 0 zaak durfde verdedigen — en zyne voor- ■ trclïelyke hoedanigheden ópealyk met loftuitingen vereerde. ■} , , - Hy deed nog meer hy bood he». •t zyne buitenplaats aan tot zyn verblyf, en )r liet hem niet los voor dat hy ten minften et! eenen dag op dezelve had doorgebragt. se De Koning weldra kennis gekregen hebe- bende van de ftoutmoedigheid vanFitz W11I liams, om iemand te.durven onthalen, die  je '54 ) m zyne ongenade gevallen was,. liet hem by zien komen, en vroeg herrr od een! hogen toon, wat hem bewogen had, om den Kardinaal, die hy.wistj dat zyne gunst verloren had, by zich te ontvangen, „ Ik ben Sire .' " zeide Eitz tVilliams „ doortrokken van den eerbied, dien ik aan ,, den wil van Uwe M.ijesteit verj'ehulriigd „ ben ; — ifc ben een getrouw . onderdaan, „ een. eerlyk burger -. het is niet den in „ ongunst vervallen. Si-aatsdienaar, welken „ ik by my ontvangen heb, maar het is „ myn' ouden meester myn' befchermer, myn' weidoender, die de oorzaak is van „ het geluk,_'t geen ik , thands geniet; — „ eu zoude ik dezen edelmoedigen man jij „ zyn ongeluk verlaten hebben Sire! dan .„ zoude ik de ondankbaarlie zyn aller fteri „ vel ingen." - Dit edelmoedig andwoord van FitzTVili Itams trof het hart' van den Koning zodaimg, dat hy van dat oogenblik de grootfte 1 hoogachting voor hem kreeg, - hem (op ftaande voet Ridder maakte, en eenige 1 maanden daar na tot zyn byzonderen Hof. i raad aanftejde.. Wat den Kardinaal Volfey betreft, deze izoude op order van den Koning naar den igevangen toren van Londen gebragt zyn, indien zyn onverwagte dood op de weg derwaarts zyne gevangenis niet was voorgekoimen. Weinige ogenblikken voer zyn dood hoorkJe men hem deze fchone woorden uitfpre- ken : -r—, „ HelaasI indien ik den Ko- », ning van den Hemel en de Aarde met de,„ zelfde getrouwheid gediend had, alsmyn ,„ meester hier op de aarde, hy zoude my , zeker niet verlaten op dit oegenblik, ge, lyk myn Koning my , verlaat in mynen ,„ hogen ouderdom." De dankerkentenis te behouden tot op iet laatfte - «ogenblik des levens is de eiLenfchap van eeoe edele ziel, maar hy, die yyn leven door gevoel van erkentenis en ' iankbaarheid verliest, verdient zeker den >3em, van het toppunt dezer deugd bereikt ü.kebbeni In jjdUa van Namen in het jaar löo,i iyicrd een Officier genaamd Union de me-' devryer van een foldaat Valentyn in het Resiment van den Kolonel llamilton De liefde, welke zy een en het zelfde.' meiye toedroegen gaf aanleiding. tot eene hevige vynndichap tusfehen deze twee an. ders brave krygsrieden. Union liet zich zoo ver door zyne drift vcr-oeren, dat hy van zyn bo°er rang gebruik maakie, om zyn medevryer, wecken hy anders hoog achtte, en veie weldaden bewezen had, door eenS- ftrenge behandeling teotens zyn ongenoegeri te doen onder-.vinden. De foldaat, die zyn plicht en-de krygstucht kende, verdraeg met geduid het ongel) k, het geen hem , onverdiend wierd aan-' gedaan , en gehoorzaamde zonder tegenftand aan deszelfs bevolen, fchoon hy dikwijs tegen zyne kameraads zeide, da hy gaarne zyn leven wilde opofferen, om verlost-te zyn uit de handen van zynen dwingeland. Verlcheide maanden liepen aldus voorby; tot dat zy eindeiyk beiden bevel ontvangen, om het Kasteel te helpen verdedigen; - by den eerften aanval der Franfchen kreeg Union een fchoot in zyn dye, zoo dat hy ter aarde viel en op het punt was, om door de menigte vertrapt te worden. In dezen elendigen toeftand wierd hy Va- ■ Jentyn zyn' vyand gewaar en riep hem toe:' . „ Ach! Valentyn! kunt Gy my aldus' „ verlaten? •« Valentyn liep ter¬ ftond naar hem toe, en had de braafheid en den moed, om in het midden van het vuur der Franfchen zyn vyand op den rug te neimen, ten einde te beproeven, of hy hem ! aan het gevaar ontrukken konde. Dan eenige fchreden voort gegaan zynde • wierd hy door een kanons kogel getroffen, zonder dat de Officier befchadigd wierd. Valentyn viel boven op het ligchaam -van . Umon, welken hy had willen y.erjosfen, j en deze ongedagtig aan de wond, die hy ontvangen had, rigte zich cp, ,om hem te helpe», maar ziende, (dat zyn 'weidoender dood was, . riep hy uit,, ach Valentyn „ Vxlentyn.l is het om my, dat Gy fterven  f 155 *> , - „b, die U met zoo bet< ;;■; Sy«i*8e^yk«>'»■IJ*ekunne,, wer S "lïeVSen viel by op hef bebloede lyk, en wa. ftield het zelve zoo fterk in zyne armen va , en I S bet niemand mogelyk was, hem daar ^ ^fSd^aie d. oorzaak van de vyand- I fchap tusfehen hen beiden ; wisten,Mehrm zy den; op bet zien van dit toneel, van aan zyt «^SSS» een Tent gebragt de, h£ moest men met eeweld ^ Wond v«. do ï;n7en dan te vergeefs: de dai.k- aai 'Larheid over de edelmoedigheid, die zjn hoi vySS^ hem bewezen had, had zyn hart zo da. Zi^etrbffen, dat hy 'sanderen daags, on- he SS ïl aanhouden uitroepen van den naam de Lies weldoendets, van aandoening1 ft.crf. m JWy zullen hier nog een voorbeeld va. n dankbaarheid byvoegen, >t welk wel zoo z' treffend niet is als het voorgaande, ma»r da ïefdat al zeer veel eer doet a» d.e gene, m -•an welke' het verhaald wordt. ël Een zeker'Heer voer ih eenTchurtje over de r vier de Seme te gelyk met eene arme di touw! aan welke hy het vermaak had een.- ft «e vragen voorteftehen. P |eZytgGy getrouwd? J^^p » wat doet uw man ? hy werst op v< 7rriZr — waar gaat gy heen? — naar * 5e ba r ere van 'Roule, om brood te kepen-, v< ZZL verkoopt men dan by u geen brood d XJW-*"? °ov S , K ™« goed brood: het is dan by l t mfsS'en zoogoed koop niet? -'ja wei l *^^n Heer: —- maar wat beweegt 11 c Ty nm in ieder week tweemaal zulk een j m> T doen'—- Eer dat myn man aan t Efwe* wa 'myn Heerl hadden wy het , ■Jt armoedig, dan had de bakker, < Si Sa SS gf de goedheid omons , tt brood te borgen, als oken, vlot op het ei Meir; het water loopt als een waterval uit vv zyne opengefparde kaaken; uit'zyne open d gezette neusgaten, gaat, als 't ware, een wolk van rook op; de aarde davert van zy- z ne donderende Item. OnmVide.yk komt 'er a van den overkant' des Meirs uit de diepte g een ander op om hem te. bevegten. Zy val- ti len fcbielyk op elkander aan. De kookende v oppervlakte van het Meir wystden weg aan 0 •welken zy neemen. De lchriklyke ftryu ^ begint. Zy zinken weder na den afgrond, , elkander vastklemmende. Het water worai dik en wankleurig. Zy komen weder boven, ( flaan de kaaken toe, en het weergalmt in de ; omliggende bosfehen. Zy zinken op nieuw. ] Het gevegt neemt een einde op den moide- ] ïigen bodem des Meirs. De overwonoene ontkomt het met leeven gsvaar, en verbergt zich in het modderige Wdterop een afgelegen cevc. De ftoatm ledige Uverwinnaar keert zegepralend na de plaats des gevegis. De oevers en bosfehen kaatzen het geluid zym. fchriklyken gefehreeuws te rug, verduobeid door de Item men der andere Krokodillen, getuigen van het fchriklyk gevegt; Myn kommer was zeer veel vermeerderd op het aanfehouwen van deezen Ktokodilleo llryd. Het was blykbaar, dat allen u'iltei alleen zou ftrekken om myne zwaargheden te vermeerderen, en myn gevaar te vergroo ten; dewyl de Zon bykans aan 't ondergaan was, en de Alligators, van alle kamen, rondsom myne havenplaats waren. Uit dien boofde beiloot ik my te 1'poeden in ttfa tochije na het Meir om visch te vangen. Het n;et geraaden oordeelende myn fcaphaau snede te r oemen; cewyl ik dien.over booro mogt verliezen, wanneer'ikaangevallen mogt gorden \óq> myne wederkomst, waar iet zich alle wiarfchynlykheid opdeedt, voorzag ik' my daarom nut een ftok te myner verdediging, ftapte fn myn boot / en voer zonder letzel heenen voorby de eerften die myne havenplaats omringden; zy weeken ; doch nagevolgd door eenige groyte Alligators, was ik naauw.'ettend op myn hoede, .en roe.de uit al myn magt na den ingang vai faet Me.r, in hoope, dat ik daar becn isfeïerhi■ de met 'mynftok in 't wilde met zuis eeuge- • iukkigen uitll-ig, dat zy'eenigzints aflieten; ' bemerkende dat zy den aan/.al dreigden ie '■ hervatten, zogt ik den oever te bereiken, c a's het eenig middel te myner behoudenisfe: 1 want, door digt daaroy heen te houden, 1 kon ik myne vyanden aan ééne zyds bouileu» - d-131- zy my te vooren van beide nazei._~.; 4 ook was 'er dan nog een kans, om ten uid terftengedrongen, ruyzelven te redden, met > uit de boot op 't land te fpringen; dewyl \ men deeze Dieren gemaklyk.te land kan ont« °* komen, fchoon zy in 't water, by getykenis ; jjelprooken, zo fnel zyn a s de b.ixem. Ik ï] bevond, dat dit laatfte middel alleen ten vol!* ien aan myne verwagnngkon beantwoorden: 3 want, zo ras ik den oever bereikte, hiellfl den zy af, en gingen heenen. v» Du was eene gelukkige verlosfing, en ik * kreeg eenig meer vertrouwen. Bedaarder r*n denkende en ziende waar ik was, ontdekte ;fl- ik , dat ik my bykans aan den ingang van het ai' Meir bevond, en befloot 'er in te roejenom rü eenigen visch te vangen, en dan na mijne ha'g1 venplaats weuer te keeren eer de avonü viel: want ik kon nu, met voorzigtigheid. enftouiv tsos» mi  C 158 ) {moedigheid, mijn weg veilig langs den oe. per neemen; en . in de daad, 'er was geen ibndere om op mijn verkoozen verblijfplaats [te komen, zonder mijn boot agter te laaten :en den terugweg te neemen, door riet en jimoerasfen: en al deed ik dit met een gelukI p'gen ukflag, dan bragt ik mij zelven in de ■rootfte ongelegenheid: want 'er .was dan keen kans, om immer mijn boot weder te (krijgen, en veilig de woonplaats van menIchèn te bereiken. | Jk volvoerde m'jn plan, voer het Meir in, j fchoon niét zonder weuerftand van de Alliga ! 'tors, die den ingang bezetten, doch mij niet Ijvolgden: ook werd ik niet verhinderd door fèenige vrij groote, die zich daar aan hetopjjPerCinde bevonden.. Welhaast ving ik meer eForellen dan ik noodig had; de lugt was te jjheet, en het weêr te broeiend, om ze veele Kuren te houden, fchoon gekaakt en gezou t n. I Hierop maakte ik mij ten hertochr gereed, Ik welk gelukte met we'nigontrusting, doord'en ik m ) digt aan den oever hield: 110.Bians ontmoette ik wederftand, toen ik de .iRiv.er inroejde, en werd vervolgd, fchoon 1 ff)iet ormiddeiyk aangetasr, byzonder door een ouden Houten Aiigator, omtrent t waal I woetén 'ang, diezicbdigt agter my hieldt. "Wanneer ik aan Jand flapte, en my om keerde, om myn boot op '1 land te haa Hen, kwam Fiy'digt by myn voet'boven, j llïag 'cr eenigen tyd, my in 't aangezigr zien I de, met den kop en de fchouders boven 't iw» er. Ik bef ooi, dat deeze voorzyre ftout Beid <:ou boeten; en een zwaaren kogel op imyn fnaphaan hebbende, haalue kdien i'cbieillyk, en vond den Alligator met zyn poot :op den kant van de boot, na den visch fnufle'ende. Toen ik aankwam, floop hy \ langzaam in het water; doch keerde ras I «veder, en nam den voorigen ftandaan; een | onvervaard oog op my vesrigende. Ik vaardigde hem af „ doorhem in den kop tefchie iten, en roer toen voort, met myn visch fchoon, en 'ot myn avondmaal gereed, te imaiken. Ik nam dezelve uit den .boot, lag te op den oever, digt by 't water, en beifcon met ze te fchrabben: toen ik, myn ikoofd ophgtende, voor my» door het hel¬ dere water heen, den kop en de fchouders zag van een vry grooten Alligator, die langzaam op my afkwam. Ik trad oogenblikiyk te rug, wanneer hy, met een Uag van zyn Haart, veel van myn visch verplette. Allergelukkigst was het, dat ik, op dit tydftip, opkeek; het monfter zou my anderzins, in minder dan een minuut, aangegreepen en in de Rivier gefleept hebben. Qeeze ongeloofiyke ftoutheid der Alligators ontrustte my groo;!yks, en deedt my vastflellen, dat. ik my niet veilig kon re kenen, dan door geftadig op de wagt te blyyen: weshaiven ik, zo ras ik. myn visch fchoon gemaakt hadt, my bevfytigde om voor myne veiligheid, en die myner goederen, zo goed ik kon, zorg te draagen. In de eerfte plaats baalde ik myn boot op den wal, bykans geheel uit hel water, om te voorkomen, dat de Krokodillen dien niet omwierpen, of ten grond deeden zinken; ik nam al net geheel ten getal van 657. afdeelingen. — .... Het Boek is gedrukt in kh Svo eppostp; en kost 16 Huivers. VERDERS IS BY DE UITGEEVFRS en DRUKKERS DEEZES UITGEKOMEN MENSCHELYKE LOTGEVALLEN. of Merkwaardige Levenfchetfen getrokken i Uit de gefchiedeniffen Van Vroegere en Laatere Tijden. In Twee Deelen met een Fraaije Tijdelplaat. ALS MEEDE: ALMANAK. Voor het jaar 1795 naa Christus geboorte, en voor het 3 de laar der Franfche Rron- bliek. Met een toepasliik Dichtftukie on de 12 Maan.uen der nieuwe Franfche Tijd. rekening, a 3 ftuivers. ENE1NDELYK r» üen jjagwyzer voor liet jaar Ï70S. in een nieuwe, eenvoudige fmaakfraaij geïllumineerd, a 2 fïr, Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK m van BRONKHORST, te Breda »> van .kERGLN. en verder alöm  NUTTIG en'.VERM'AAKLiK '.. - •:'. ..i. l; < : Cl- ,;ck'. | ;■£-'» — y ik#-;- p»> " VOOR BURGERS en LANDLIED EN. r. Zaturdag den '12 December 1794. V Vervolg van het voorige, No. X)« duisternis was onder dit alies aan ' va len., en de Alligators haduén ma|i eveii afgelaaten van bet maaken huns ichr.ikba» renden geluids toen ik weder ontrust werd door een vreeslijk geraas, oat uit mijne haven fchetB teen te komen, én mijne (.-eneeieaan. dag' trok. Na mijne verbi.ji'r>:aats weder kee.cnde, vond ik alles oogettourd. Ik vervoegde mij aan den verfien uithoek, waar ,k eene vertooning zag, zo nieuw als verba; zend, en mij, inden eerden opfkue, oer maate ontftelde, dat"het eenigen tijd le dt, eer ik kon begrijpen, wat 'er van de zaak was- Welhaast, egterontdekte ik de re.-.eti van de onzetiende veelvuldigheid van Kro kodiilen tc deezer plaatze, die ai les te b<, -ven ging, wat ik ooit van dien aart gel oot bad. ' Hoe zal ik mij uitdrukken, om 'er een evenmaatig denkbeeld van te geeven aar mijne Leezers, en teffens vermijden, ver rno'edens, omtrent de waarheid mijns vei baals, te verwekken? Zal ik zeggen, dan t Rivier, te deezer plaatze,,van den eeui «icver tot den anderen, en mitfchien éen ha ve mijl boven en beneden mij, een enkele vaste bank van Visch geleek, s,an verlchei denerlei feort, door oeeze. engte van St- John'giatóQ in het kleine Meir, by derzel1 i.fY.yunnen van de Rvier, en dat de Alligators in zijlk een cngeloeflyk groot ge» ral byeen wat en en va- oever tol oever zo digt aan een "lagen, ddt bet gemaklijk zoii gebaren' hebbèn op hunne ki ppen over tc w'an.de'!êri', wiaren het or.belcbadigende O'.-ren geweest' WJke tiirdrukkigen zijn itetk genoeg, om genoegzaam te befchrijve» liet akelig tooreel. 't welk eenige minuu* ten aanh'ekit, terwijl deeze groote Vischléhoole poogde door te dringen ? S'aande dien tijd, weroen 'er duizenden, ik mag wel zeggen honderden van duizenden, gev„t en ingezwolgen door de vraatige AHi* . ators lk zag een Alligator verfcheide groote Vislchen tellens uit het water opnoemen, en tnslchen Z'jne knaken fi ngeren» terwijl de fiaaren dergroote Forellen ronda om' zijne oogen eri lippen fpartelaen, eer hij ze kon binnen krijgen. Het fcbrfklijlc geraas vm hurjné opeen klapperde kaaken, hun 'ndompekn tusfehen de afgebrockea Vif-fciooie, hen boven 't water uitfteeken, eenige voeten hotg, met den prooij, de frro< men var. wati-r en bloed uit de bekken i.flót pende, en de waafemwolken un hunne wijde n^nsgateh epga.mc.ie, was alles ever* on'zetter d, ■ ■ • ■ Dit tooneel vertoonde zich bij tuütfcei poezen, geduurende de» 1 Bob mgt  C 161 ) nagt, .naar gelarige de V's«b- aan kwam zwemmen. Naa dit gezgt, h|e ontzettend ook, bevond ik my wat geruster, en beter voldaan over mynen toeftinj; overtu'gi zynde, dat de buitengemeen groote verzameling van Krokodillen moest tpogefchr# ven worden aan dit jaarlyks Viscbfeest, en dar zy zo veel bezigheids vonden tn hun eigen element, dat Marlet zeer behoefde te vreezen voor een bfenefc* 't Was nu bykansnagt; ik keerde na nty nc legerftede terug, waar ik myn Visch te kooken en myn Ryst te ftooven gezet had Olie, Peper en Zpdt by my hebbende, en overvloed van heerlykeOranje appelen, als., boven myn hoofd hangende, (die'keiiriyk'vïiï ftede van Azyn, kunnen gebru'kt worden,) zat'fk neder» en omhaalde, my zelven frmaklyk. Naa den maaltyd deed ik myn vuur, om licht te hebber), wat beter opbranden, en. terwyl ik de aantekeningen van den'; voor gaanden dag in myne papieren naazagV wÉffl ik fchielyk gewekt door eer) geraas' van de landzyde. Ik fprong op, en luisterende',' hoorde ik zeer onderfcheiden een Dier waa den in het water by de Landengtei Ik vatte myn fnaphaan op, verliet myn verblyf voor zigtig, en trok op. het geluid aan. Omtrent' dertig roeden voortgegaan zynde, la-ieLi ik' ftand agter eénryOxanjeboomen, en ontdek ie wel.iraa twee groote Beeren, die, d^oi ■ het wter heen gewaad, het bosch bereikt hadden, cn op my'afkwamen. Ik wa;mé tot zy omtrent dertig roeden van my af waren ; bier begonnen zy te -fnuftbien;- ik haalde de baan over', maar het roer weigerde: de' beide Beeren keerden zich om, vloodén weg, en zich iri "Vt 'water én de móera feji' 'dompelen.le, belden 'zy , zo ik veron.uerttel, niet op,"voor dat zy. hét vaste tand be reikt hadden; .langen tyd,, althans, kon,ik aze hooren loopen .en'in 'V;wau r| pfolTen.. ,Zy( waagden fier niet weder te'keeren^ wordende ik dien nageniet gedood door eeuig .a\dét' fchepzel ; uitgenomen ' d;.t ik nu en dan,"ontwaakte , door het gefchreenw der Nagt uilen, en het loopen der 8o»chroue'n door de takken. • De Boschrot, een zeer aart'g Dier,, haalt in gepotte nfet wel de helft van een Huïgrof,'.. is donkerbruin of zwart van kleur; deftaart is danJen korter, naar evenredigheid, dafr 1ie 'der 'Hjisrotten, en dun nut kort'hair jezet, D.t D,ertje fteekt uit door het verïm't en den arbeid, beiteef in het zimen« 'teilen zytis verblyfs, 't welk eene tegelafftifie pyr t tj.de is, rullenen de drie en vier 'peter» rroog^ zimengefleld uit drooge takjes -fes, ■wélke het met veel s*oeids en voinardings verzamelt, en zonder eene fciynbaare orde opeenflapelt; nojtnms zyn deeze takzo, vast in elkander gevioj&en, dat een Beer» of Wilde Ka:, eenigen tyd naodig zan Jiebbétt om ieeze gevaren te veroreeken, en-dee^e Diertjes tyds genoeg geeven, om zich met hunne jongen te redden. Het gera s der Krokodillen hieldt my iet grootfte gedeelte van den nagt wakker, doch, toen ik *s morgens opfta id, was het jagen myne verw-tgting vomuakt fi.il ik |ag 'er weinigen, en deeze ftiepen op de» •oever. Ik was, egtcr, nee in fttat on my-;,e vrees, van óp tficaw door hun over-' vallen te zullen worden, te verbannen; ia le daad, de ft7d van gisteren, niettegenftaande ik 'er overwinnend afkwam, of altrians my een veiügen aftocht bezorgde, nidteen indruk agtérgelaaten, diep genoeg I om myn moed te dempen: het lorreen te v'eei voor iemand van myne fterk e, alleen :n een kleine boot zynde, z> veel ge vaars onder de oogen te zien. Myne reis de Rivier op voort te zetten, en 'genoodz.takt te jzyh den nagt doar te brengen op zulke plaatzen, was my te veel gewa.gd. Ik hefl jot, nogth'ans, : og een d'.g' langer de ïeiVtér op te vaaren als ik het'veilig kon doen, en dezelve af te z.ikken als ik dei» •gely.ke zwaarigneden aantrof. ; IDa'eiisvolgens bragt ik alles aan boord, laadde myn fn-ipnaan, en zeilde voo'zigtig den Oever langs. Op de hoogte, waar de ftryd. 'gisteren.'voorviel, gekomen, begon ,k te vreezen, er, keek, met al.e opletteiineid, u:t. ~'0> het' onverwagt»t fchoot 'er een ontz glyk groote A'igator uit het riet, kw .in met een eiifelyk. getier op my af, fchoot als een pyl onder myn boot, en héif zich aan iyboord op; met open kaaken < wa«  C 162 ) water uitwerpende, 't welk op my nederviel als een ftortregen. Mee myn ftok iloeg ik hem op den kop, en weerde hem af: naa rondsom myn ook zich in het water gedompeld te hebben, ging hy in een rechte lvn weg, zo fnel als een blix emftraal, en zwom.'na den uithoek van den Poel. ik bediende my van dien tyd ten mynen meestèn voordeele, by den oever langs, houdende; doch kon niet naalaaten nu en dan om te kyken, en ontdekte 'er op nieuw een. Het water te deezer plaat ze. van de Rivier was ondiep, en zeer helder : het fchrikJier kwam boven met het gewoon geraas, en-in een dreigende houding ging hy digt langs myn boot lieenen: ik zag toen "een broedzel van jonge Aligators, Zeer onderfcheide, ten getalle van honderd of meer,, volgende deezen ouden in een lange reeks. Zy hielden zich naauw byeen in een kolom, zonder'aan de eene of de andere zyde af te wyken. De jonge fchee nen my toe ,alle van dezelfde grootte te Weezen, en omtrent vyfrièn duimen lang, meest zwart, met bleekgeele dwa'Sftree pen en plekken; in kleur zeer naar Ratel i Hangen gel.ykende.; Steeds digt langs den oever houdende , en om een uithoek der Riviere heen vaaren de, deedt zich eendags. aan myn oog een groot getal Heuveltjes, of kléine Pyra miden, op', gelykend'e na Hooirooken, lang.'' den oever gefebaard. Zy ftonden vyftien of twintig roeden van den waterkant, op eene hoogte, omtrent vier voeten boven het oppervlak des. waters. Ik w:st dat dit de Broeinesten der Krokodillen waren; met) hadt'' ze my'fe vooren befchieevcn. Thans verwagtte ik een woedenden en al gemeenen' aanval; dewyl ik verfcheide groote Krokodillen z«g zwemmen op de hoogte Üeezer Heuveltjes. Dan die Nesiei. trokken myne nieuwsgierigheid oermaate, dat ik belloot,. wat. 'er ook van kwaame', terftond te landen* en ze te onderzoeken Ik ftunrde myn boot op een gevoeglyi^ plaats aan wal, 't was een inham, vai waar een afdwalend pad liep na de plaau der Nesten}'"de meeste waren verlaaten, en de groote dikke Eyerfchaalen lagen ronds» om op den grond verfpreid. Die Nesten, of Heuveltjes, hebben de gedaante van een gekootten Kege', zvnde vier voeien hoog, en van vier of vyf voetten raiddelyns aan den, onderkant > zamengefteld uit modder, gras, en ander plantgewas, Eerst leggen zy een vloer van dit mengzel op dm grond, daarop, eene laa» Eyeren ; hier boven weder een laai, van dafc mengzel, zeven of acht duimen dik» voorts een laag Eyeren, en op dee/te wy^ ze de eene laag boven de andere, tot omtrent den top. Ik geloof, dat zy van éét» 'tot twee honderd Eyeren in een Nest leggen: deeze, veronoerftel ik, worden door .1e zon uitgebroed; en misfehien dat de zelfftandigheden uit het groeiend ryk, met aarde gemengd, aan de zon blootgefteld» eene kleine maate van gisting veroorzeaken » en dus de hette in deeze Broeinesten vermeerderen. De grond, vry verre rondsom deeze Nefften, droeg de zichtbaarfte blyken van eene geftadige verzameling der Alligators te deezer plaatze; het gras was daaromftreeks geheel plat getreeoen, men zag naauwlyks blad of ftronk overeind ftaan;. terwyl, op een verderen afftand, overal het gewas vyf of zes voet hoog ftond,, en zeer digt zamen :egroeid. Het Wytje, vcbeeld 'ik my bewaakt Zorvuldig ,naar éigen Nest, tot dat de Eyeren alle zyn uitgebroed;, of misfehién-.ieemt het, terwyl het op 't eigen broedzel let, onder ppzigt en befebermng. zo veele als zy van eigen en anderer Nesten kan beKomen: vast ga.:t het, dat de jongen niet. aan zichzelvcn worden overgeïaaten; v.ant k heb dikwyls gezien, hoe een WyfjesAl ligator de jongen na 'den oever geleidde», gelyk. een Hen haare Kiekens: zy beioonen ook' die op'ettenhcid in 't ppp/Jsfeh, e» dien moed in 't verdedigen qer jongen.. \V nnépr. dit W}fje, omdhgd van liet • roedzel, zich op de warme oevers baa. kert, hoort men de jongen geftadig piepen en tjanken als jonge Honden. Jk ge 00É dat, van d;t talryk kroost», flegts weinige-  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD V O O R BURGERS en LANDLIEDEN. Zaturdag den 20 December 1794. D E HUWE LYKS-LIEFDE. X~Jet Huwelyk is door den Schepper der natuur in het Paradys ingefteld, met. oogmerk niet alleen, om de wereld te bevolken, want dit had buiten het Huwelyk éven zeer kunnen gcfchieden, maar wel voornament'yk, om het geluk van de menfehen in de wereld te vermeerderen, en hun gelegenheid te verfchaflen om op eene onzondige wyze te voldoen, aan de driften, weike Hy om het menschdom te vcrmeenigvuldigen, zoo wyslyk iri derzelver narren geplant 'had. Het Huwelyk dus is de fchöol dés ge luks en der goede zéden, indien her uit de regte beginzelen wordt aangegaan cn overeen komftigden wil van den Goddeiyken infte'Jer zuiver onderhouden wordt. Het is hierom, dat 'alle Wetgevers en befchaafde Volken, in meerder of minder mate, ten allen tyde hunne pogingen bebben in^efpand, om de echtverbintenis voort te zetten, en pp allerlei wyze aantemoedigen. "Wy weeten wel, dat 'er heden ten dage velen gevonden worden, Welke door de weelde en dartelheid be iorven, het Huwelyk flegts befchouwen, als eene z^ak, die alleen om het voordeel ge'chieden moet, en voorts dc Ichennis der Huweijks trouw, by onze voorvauers voorheen zoo zwaar genomen, als eene onverfcffllige zaak befchouwen, voor al voor die genen, Welke boven den mmvermogenden. Burger verheven, niet verplicht gerekend worden, om zich aarideftrenge zeden der ouwerwetfche wereld te fioren. Het zyn de Huwelyken van de zodar.igea niet, welke wy hier bedoelen; . ia plaats van fenolen der'zeden, zyn de zujken veel eer feholen der ondeugd, waar in de harten voor alle gevoel van eerlykhcid, trötrw en braafheid, onvatbaar gemaakf worden, en die in plaats van geluk, erge. luki verdriet en naberouw, te weeg brengen. Wy beöogen zodanig een Huwelyk, dat uit geën andere inzigten dan op weoerzydfche liefde aangegaan, op braafheid en deugd gegrond is; zulk een Huwelyk & voor zeker. een fchool der zeden , en eenè ryke bron van alle tydelyke gelukzaligheid; — daar wekt de een den andeien door zyn voorbeeld tot deugd en braafheid ep» de harten voor alle gevoel van eerlykhcid.  ( 1*5 ) ©p, — daar brengen man en vrouw doo den riaauwften band van vriendfehap ver ecnigd, alles famen, wat zy weten, dal malk.mdcrens geluk en genoegen in de wereld vermeerderen kan; — daar vertroos' de een den anderen in de lotgevallen de; levens, ■■ daar worden vreugd en ly- den, vrolyke en droevige dagen, aangename en treurige vooiuitzigten gemeenfchap pe'yk genoten, gevoeld en gedragen. Heerlyke Haat voorwaar! — Koonr bier Gy verachters des Huwelyks! Gy, dit voorgeeft in heiligheid te leven, en U om trekt aan de eerlyke middelen, welke dt Schepper U fchonk, om te voldoen aai de driften, tejen welke Gy door alle Uwe Wysbegeerte U niet behoeden kunt, ei welke Gy in de duisternis dikwils fehandeïyk poogt te verzadigen. — Koomt hier Gy, die' orn U te onttrekken a^n eene eerwaardige verbintenis, Uwe goedercr, verteert, en Uwe gezondheid in gevaar itelt, door op eene onbetamelyke wyze Uwe driften te vervullen; — koomt hier en leert de waarde, de voordelen, het ge luk en de genoegens kennen van den ftaat, welke U hier wordt afgefchilderd, en zegt ons dm, of uw ftaat zoo aan nemelyk, Uwe zeden zoo onbefmet, Uw geluk zoo zuiver, Uw leven zoo gerust is, als dat van een eerlyk man, die door den banc des Huwelyks vereenigd is. — Ooordeeli uit het klein getal van voorbeelden, ' geen wy U gaan voorftellen. S'morix en Sinnatus waren twee vermogende Hrren in Galaiien. Kamma de teerbeminde viouw van der, laatstgenoemden was niet minder bevallig door 'hare fchoonheid, dan door hare goede zeden. Sinnorix verliefde op haar; — maar go jie de minfte nope hebbende, om zy.e Hel de ooit met den gewencshten uitflag bekroond te zien, nam hy zyne toevlugt toi oneerlyke en Godloze midjelen, en ver Bloorde Sinnatus, Ecn.gen tyd daar na vroeg hy Kamma ten huwelyk, die dodelyk bedroefd was, •ver deu dood van baren ongëlukkigcu man, en die flegts naar eene gunftige gelegenheid •vaatte, om zich op zynen moordenaar te' vreken. Zy wees den voorflag van Sinnorix niet "in de band, m.iar m lakte flegts eenige zwarigheden, die^naderhatid verdwenen. Men koomt eindeiyk zoo ver, dat de dag der huweiyks voltrekking vastgefteld wordt, Kamma begeeft zich mei haren bruide,'flm naar het altaar van Diana, waar van ^y Priesteresfe was, en daar volgens gewoonte een drinkbeker gereed gemaakt heb-» nende, waar in zy heimelyk vergiftgemengd ïad, dronk zy de eene helft daar van uit en ^af de andere aan haren bruidegom, Zodra hy dezelve had opgedronken. zeiae Kamma. „ ik neem Uonfter- ;, fe!)ke Goden! tot geruigen, dat ik my,, nen waardigen man alleen overleefd heb, ,, om zyn dood ie wreken; — en Gy on,, edele Sinnorix ! —vermoorder van mynen ,, geliefden gemaal! ga naar Uwe vrienden, i, op dat zy iti plaats van her huwelyks bed „ U eene grafplaats gereed maken." Hy ftierf nog denzelfden dag en Kamma eenige uuren daar na. Deze wraak, hoe wel zy een Kristen geenfints voegen zoude, is echter eene heldhaftige daad in eene Heioenl'che vrouw; — mtsn tan hier niets 'anuers bejammeren, als dat eene zoo edele ziel niet geleefd heeft in een yd, toen het licht van een beter Godsdienst er de wereld was opgegaan. Schoon de volgende daad onze verwonde, i irg even zeer verdient, kan zy echter onze goedkeuring niet verwerven, omreden, dat zy'voorgevallen'is, na dat de Kristelyke Godsdienst reeds de zeden oer menfehen befchaufd, en geleerd had, dat Gode de Wraak toebehoort, en dat wy zelfs niet beilisien mogen over ons eigen leven; — wy verhalen dezelve flegts als een treffend voorbeeld '•an huwehksliefde, zonder (nze lezers te wMen aanfporen het relve haievolgen. Karei Emanutl Henog van Savojen, nad eenige aaufpraak, zoo fiy meende, op e ftad Genèvt, en hefloo om dezelve by verrasfing intenemer; ■— hy liei de muren by nacht beklimmen; —• maar de uitflag beantwoordde »iei aan zyne vei wagting. Het  C t66 ) Het alarm begon reeds in de ftad, eer •er een genoegzaam getal van belegeraar.', by de muren genaderd was. De burgers kwamen in de wapenen, en dreven de vyanden te rug — brengende de genen, die in hunne handen gevallen waren ter dood ; ■ ■ onder de gevange nen was een Officier van aanzien; — zodra de tyding van zyn ongeluk aan de ooren van zyne zwangere vrouw gekomen was, vliegt zy naar de1 plaats, daar men haar man zou ter dood brengen, en verzoekt, om hem vi ©r de laatfte reize nog eens te moge omhelzen. Men weigert haar dit verzoek en de Of ficier was reeds opgehangen eer zy gele genheid had, om by hem te komen — Wat doet de ongelukkige vrouw5 dood bedroeft volgt zy het lyk van den man tot aan de plaats daar hy ten toon moest gefield worden; —— zy zet zich by het zelve neder—weigert volftetkt eenig voedzel te gebruiken, tot dat zy- eindeiyk van honger, gebrek en>andoening ftierf. Indien wy reden hebben, cm het verkeerd belluit van eene zo brave huisvrouw te beklagen., kunnen wy de list cn de vlyt, welke de Huwelyks-liefde aan eene ande re deugdzame vrouw inboezemde, niet genoeg toejuichen. De geichiedenisfen verhalen ons, dat Keizer Koenraad de III. eene kleine Stad van het Hertogdom IVuritnberg belegerd heeft. De Hertog, die een van de genen was, welke zich tegen de verkiezing van Keizei Koenraad verzet hadden, hield zich met zyne huisvrouw opgefloten in de ftad; er. ftond het beleg door met eene rcannelyke ftandvastigbeid. De Keizer hier over vergramd, wilde allés te vuur en te z-vaard verwoesten, toen hy de ftad innam, maar gaf evenwel pardon aan alle de vrouwen , haar toelaaten de om haar beste goed mer zich uit de ftad te nemen. De vrouw van den Hertog maakte gebruil van de Keizerlyke goedheid, (m het levet van haaren Gemaal te redden; . zj «ene hem op hare fcb.oiid.ers en droeg hem als haar beste goed buiten de ftad, terwyl He de overige vrct wen, dcor zulk een treffend voorbeeld aangemoedig, hare voetflappen drukten. —. [De Keizer zag deze vertoning met genoegen aan, en was doei de edelmoedigheid dezer vrouwen zoo getroffen, aar hy aan alle de inwooneers vergiffenis fchonk, om derzelver deugd te belonen. Een dérgelyk voorbeeld van Huwelykg- trouw vnden wy in de gelchiecenis van ons Vaderland, aangaande eene cci tgtoote ian een Heer van oud Haarlem aangetekend, welke, wanneer haar man het Kafteei op genade of ongenade aan de vyanden moest overgeeven, tot eene voorwaaiae beuirg, lat zy op eermaal hare kieinnod.en uii het Kafteei mogt wegdraagen ; en datr op haren man in een mande Hout, en aldus aan het dreigend gevaar ontrukte. Ieder Nederlander, die geen vreemdeling is in de gelchiedenis van zyn Vrdeiland, denkt hier reedts op het niet minder treffend vootbeeld van Huweiyksliefcle van Maria van Re:gersbeigtn, de huisvrouw van Hugo de Groot, het eeuwig luister van ons Vaderland. Deze brave vrouw verkoos, om met haren geliefden man in de gevangenis van Lttvejiein te worden opgelloten, ten eirde hint te vertroosten in het ongeluk, het welk hy onverdiend lyden moest. De Heer de Groot Ichieef in deze gevangenis ver. Opperwezen Öen.1 !wnf|ag .vuJe doen gpel«kiseo% door zyu' vrouw in hen koffer g-iijton. Ht Miii'ec.j?1'tiagïn.ik^agdeo de foldatenl over de jwaarte,:.v-jij. iiet koffer, -vragende, elkaftdéVeo, ot* 'er do ArmiHiaan oora wei in.inlog* zyn? w-iar op 'di Gromt hu t* ,vrouw .zeer bedaard antwoorde: dat he. ■Armjmaaifch'c boeken waren. Mei) br-agc het kofLr in het fc'iip, om over de droom naar Oorineliem gevoerd te Wj.-L'I, net welk aljes zeer gelukkig gefcmedde, terwyl üe huisvrouw van' 'éeü Heer do Groot, in grote vreze, dat dc aanllig mislukken zoucke, in de gevangenis' bleef zifjeül» waar uit zy eenter na verloop vin eenige-tyd. pptflagen wierd, toen haaiman uit Antwerpen aan Prins Maurits een. brief' febroet',, tot veroiiticnuliiiig van 'zyne ontkoming, waar in .hy zeide: ua: ae zugt tot vry'ici, die elk meiuch is.ingeJcha-ipen, hem daar toe had aangefpoo \i . en dat hem zulks zonder te baken, of ie. jnmd o.ii.ekopen, dojr Gods goedheid gelukt was. Het volgend geval benefit .geen minder b'yiv -.van vrouwelyke heldhaftigheid, en itandvastige huwelyks- liefde. Men weet. dat na de mislukte onderncm'ng van Koning Jahp, om den throon van Engeland weder te-beklimmen, de Engelfche Groten, die zyne parthy hadden aangekleefd, veroordeeld wierden, om.door beul.s handen te Hervet); onder de zen behoorde Lord Nilhisdaie; doch deze redde zyn leven op eene fonderlinge wyze door de liefde van zyne huisvrouw. . Men had aan de vrouwen., wier mannen ter dood veroordeeld wareri, toegelatöh, ow 's nachts- voor dat zy fbrven moesten, ien te gaan bezweken, en het laatite atIbneid van rki'i te nemen. Mevrouw MitJekdale kwam in de ge. vangenis, -onderueund door twee .van hare 'cam.neniers, -hebbende een neusdoek voor r are oo^cn, in de houding van eene ooojiyk oeüroefdo vro.:w, in ae kamer v. n haar man gekomen zyn. Je 'bewoog zy den Lord, die gelukkig van deze fde gto.e w s als zy, liarc klederen aametrekken, en in Gezeilde geftdlte uit net geyangènnbis te .gaan, als zy daar was ingekomen. :' Zy voejde da^r by, dat 'ér een koeti Böude gereed flaan, om hem oogenbiikiyk oa.ir den 'lheems i-e brengen, alwaar by oen fchuit zoude vinden, om hem naar Vrankryk overtebrengen. Deze list gelukte zeer wel; ■ ■ . de Heer Nilhisdalen kwam 's morgens te drie uuren behouden te Galais aan, zeggende by het uitflappen: . God .j,vüaiïfc! — ik beu behouden." . 's Anderen daags morgens zond men een Predikant, om den gevangeu Lurd Nilhisdaie tot den dood voorteberciceii; — •BB» hoe verwonderd Was deze, toen by in laats van oen Lord-, deszeifo huisviouw in Zyne plaats vond. Sebielyk verfpreidde zich bét gérugt, dat de Lord gevlugr was; ——. net Hof kreeg 'er kennis van en gaf bevel om Meviouw Nilhisdaie dadelyk tip vrye voeten te ftelen; < < 1 maar zy weigerde uit de ge; vangenis te gaan, voor en aleer zy weder vrouwe klederen ontvangen had, Zy ver» trok dadelyk naar Vrankryk tot haar man, en het zoude onnodig zyn hier by te voegen, met welk eene tedere liefde en erkentenis zy door hem ontvangen wierd. "Te Bergen op Zoom by van RIEMSütK en van BRONKHORST. te Breda 'van BERGEN, en verder alöm wordt dit Blad, met de "B-vlagen, Wekelykseh voor 6 duiten, op gewoon pap«r, en'voor 1 ftuiver op beter papier, uitgegeeven. Met zelve kost by intekening in het jaar, op gawowi papier f 1tti op bvii.er pjpitr ƒ 1 ; :  C T7° ) lAsr des nachts weder by den Pred-'ksnt. Hoe hebben het myne knapen gemaakt? was zyne eerfte vraag by zyne aankomst. De Predikant kon geene woorden vinden» om de goede ondergefebiktheid der rovers, en zyn dank aan iiet opperhoofd te betonen. Het kind, dat de gefchiedenis van den gans gehoord had, was ongemerkt inde kamer gebleven. Ja Myn Heer! riep het on riozel Ichepfel, zy hebben eyenwel een gans van ons weggenomen. ■ GA'.antï ge¬ laatstrekken, gaven de grootfte ontevredenheid te kennen, en hy antwoordde nietf, dan zoo! De P>edikani verzekerde, en van goeder harte, dat hy wenschte dat de gebraden gans hem wel mogt gefmaakt heb. beu, en hy ze .allen gaarne had willen geven, als hy geweten had,, dat zy bem aangenaam zouden geweest .hebben. —- Thans disehte hy alles op, wat de keuken eu kelder vermogten; maar galant was niet te houden —.—— en in den donkerften nacht reed hy weg. De Predikant ging met zyne familie naar bed en. Hiep weder ,voor de eerftemaal ge rust, want federt eenigen tyd hadden eeni- , ge zorgen bun gekweld maar hoe , groot was niet zyne aandoening, als hydes , morgens opftond, en een opgehangen mensch i aan zyne tuindeur vond, naast welken een • gans hing, ten blyke da.t hy de overtreder i van bet zoo ftreng gegeven bevel was! t j\og een wedergade by 't vorige Jiuk. c t c Nog lang naGA! ANTsterechtftelling, maakte net overfenot zyner bende verfcheiden oorden en byzonder de zoogenaamde Lan gehegge, onveilig. Een kkene troep, on der een e'gen hoof m-n, woonde aldaar in de bosfehen. Op een avond weroi de Roomfche Pastoor w.nnsman in her b Keurtr-cfchedorp, H.in hen, van een on i t bekenden, ' geroet-en by een' liervender ; Overeenkomfbg zyn piigt voltde de Prie. v ter. Z>n leiJsmaVi b.a. r hem diep in hc et bosch. Hier lagen veele menfehen rondor n een vuur, en een van hun geboeid, D it, i Priester koh gemaklyk gisfen Jrl wèllc gezet. ■■? Ichap hy zig beve-id, maar 't was te laat t. cm terug tc fceerer., ly gieep moed, het i-, eenige dat kern overbleef — _ Als het s, opperhoofd den Pricsier m 't cög kreeg, )- ging hy hem te gemoet, en groette hem n j allervriendelykst. P et-geef my, Heer Pai- \ftoir, zeide by, dat ik u'lastig val, hier (• j heb ;k een misdadiger* die den dood vers | atcud heeft. Eeb de goedheid hem de biegt • aften, men, en daar door tót dien, over■ gang te be. eaten, uien hy aanjionds doen , zal. —— De veriehrif.Le Piiester durfde i hier niets tegen inbreigeii; hy ging n.eioen i veroordeelden ter zyde en \eirigte zyne bediening. Niemand ftoerdc hem —u. Na dat deze plechtigheid veinicln waf, vroeg het • opperhoofd, den geestclyker-, hemièlyk, wat i de misdadiger hem hM t< ebetfduwt ? — de Priester antwoordde dat het hem niet geoorloofd was iets uit de biegt te ontdekken. Gy doet volgens uw plicht, zeide de rover; maar wal heeft hy u van my gezegd? de Priester antwoordde, met tegenwoordigheid van geest, „ hy heeftmy ' „ verzocht u te bidden, dat gy van uwen ,, bozen weg wildet afgaan, anders kon het ,, u even als hem vergaan." Daar doet gy weder uw plicht, hernam het opperhoofd ; drukte den Priester een ltuk geld ui de hand, en liet hem behouden uit het bosch brengen. Naauwlyks was de Priester eenige fchreden van 't vuur verwyderd, of hy hoorde een fchoot, die denkelyk van 't leven des ongelukkigen een einde gemaakt had. Goedhartige Wilden, op de Kusten. " der Straat van Magellanes. I' Byron, die de waereld rondvoer, vond by de Mlemmpzaligfle foort van menfeheyke lciHpielen, wcike de kustei der Straat van .Magellanes bewonen, by leden, zoo veiiiig vaiba.tr voor menfchengevoei, dat eene moeder onder hun, haar kind van de iorst rukte, om het voor een paar gia.skc-uien te ruilen, evenwel neg tekenen  C l7l ) tan befcheidenheid, migtlgheid, goedhar- i beid en danübaaraeid, welke hem en zyne i reisgenoten de aangenaam-lc gewaarwording < verfehaften. Want deze ten uitrerften ramp- i zahge, maar goedhartige Wikten, namen i ham op 't ftrand met veele vriendfchaps- i becaigingen aan, en. vergastten hem m^t zekere wode bezien, die dit oord vaortbrengt, en weike, nevens dat geen wat de zee aan fcauipdieren en doode vislchen opwerp^, zjo met nun eenig, ten minitel) hun voornaam voedzel lcneen uit te m»ken. — Na dat hy eemgen tyd by nun geweest was, on zig door teekenen met hun onderhouden had, zond hy eeogeii zyner manfehap naar koord, om fcneepsb:lcuit te haaien, en bleef in dien tudchentyd alleen by hun. De bifcuit werdt gebragt en byaon begon die onder ben te verdeelen. Zoo dikvverf een ftukje op den grond viel had hy tekens het genoegen van te zien dat niemand van hun bet eer wilde oprapen, voor dat hy hun daar toe verlof had gegeven: een zonder linge trek in 't character dezer wilden, zoo geheel zonder zeden, en dierlyk in andere betrekkingen, en daarby zoo befcheidden, zoo macig in hunne begeerte! Een andere even zoo beminnenswaardige eigenfchap van hun cnaraöer, die men in hun ontdekte, ftak vooral tegen hunne gewoone woestheid ft^rk af. Dit was een gevoel van dankbaar heid, welk zy op de volgende wyze wil. den tonen: Als zy bemerkten dat de matroozen gras voor eenige fcnapen, die op 't fchip waren, affneden, begonnen zy oogen bliklyk alle kruiden die.zy vinden konden uitterukken en naar de boot te brengen. Brron werdt door dit bewys vau hunnen goeden wil ten fterkften getroffen, en hy kon merken dat het genoegen, 't geen hy hier over toonde, hun verblydde. —-——- Deze goedhartige wilden hadden zoo veel achting voor hem, dat zy, toen hy weder aan boord ging, alle te gelyk in hunne ksnoos fprongen, om hem te geleiden. Men kwam by 't fehip. H er lieten zy, by 't zieH van een zoo groot en wonderbaar gebouw, van verbazing en fchrik de riemen vallen, an bleven een geruimen tyd als verfteend. Eindeiyk bewoog men eenige van hun, hoewel met moeite, aan boord te komen. Hier gaf men hun eeaige gefchenken en het duurde hierop niet lang, of zy fchenen volkomen gerust, en zonder vrees, te zyn. Om hen eenig vermaak aan tc doen, begon een der matroozen op de viool te fpelen en I eenige anderen begonnen te dansfen. Dit was een heeriyk vermaak voor hun! zy werden hier door zoo getroffen en te gelyk zoo begeerig, om hunne dankïaarheid deswegens te betonen, dat een van hun in de kano fprong, een bondel van zeehondenvellen met reode verw haalde, en vervolgens begon geftadig het aangezigt van den genen, die op de viool gefpeeld had, daar mede te ftryken. Daarop wildé hy deze eer den Bevelhebber betonen, en deze had i alle moeite van de waereld, om deze zonderlinge beleefdheid te ontgaan, om dat I men zyne weigering als eene overgedre-vene nederigheid befchouwde. Te Bergen op Zeom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST. te Breda van BERGEN, en verder alöm wordt dit Blad, met de Bylagen, Wekelykstli voor 6 duiten, op gew«on papier, en voor i ftuiver op beter papier, uitgegeeven. Het zelve kest by inteketrng in het jaar, op gewoon papier f i p het zelve te pasfen, maar iim's vicuir nam dit kind by haar, dewyi de vader bui..en ftaat was voor het zelve zorg te dragen, y voedde het met zoo groot eene tederheid p, dat hy bet verlies zyner eigen moeder » die hem met de grootfte harteiykheid opkweekte, niet gevoeide. De Schoolmeester ltorte dikwerf, uit vaderlyke helde, tranen van dankbaarheid, aia !.y oy tim's vrouw zat, hy drukte haar des hand ën«zéide, voor Gods' throon zal ik poj redenken, aan 't geen gy aan nymk ed auer0 Maar hy bemerkte duideiyk, oat de last te ajroot werd, die de goede buurvrouws uit vriendfeb T en medeiyden, op haar genomes nadt. 1 -■"■» Hy befloer dcrhalven weder Kfit »  C 173. ) •fe trouwen. Hy gaf zyn voornemen te kenHen; hei werd goedgevonden, en men zocht femeenfcbaplyk naar eene even zoo goede wouw al» <-'e eerfte ge-veest ware, en die te gelyk, ware het mooglyk, zyne.hnislyke •rr.ftandigheden wat zou verbeteien. De keus viel op een Jagers dochter in 't.naastkygelegen dorp. Tim nam op zig om de haan ki«ay tc maken, veikiceg het jawoord, en «Ie dag van trouwen werdt bepaald , maar «en zeer treurig geval verhinderde de vol «rekking. De .Schoolmeester, die met zyn bruïd haje otjders wagtte, ma;r geen bout hddt om eeLeii te koken, gug in 't.twjscn om droog ko it te zbekên Het werui avond; het werdt nacht; de Sedooimee-rer kw >minet t'nuis. lium>akte zig ongerust; zyne bekommering werdt £too'«r ais op acü volgenden morgen,, de kruid en 1 are ouders, zander hem,, fcwa aaen, in W>er gezel fchap by. hun had verWagt te v.uden.' Zy gingen a len in 't bo.se» »m hen op te zoeken. Z.y vonden hem , , ,., maar, ontzettende beschouwing lJHy Was op een boom geklommen . om oen ditke fterke tak af te hakken ; by net neder -mallen viel die tak hem in den bals, en, dooeiezelve verpiet» hing by. tusfehen de tak ken. Er ontftond een algemeen gefchre; en weeJlagt, TaM herftelce. zig het eerst van zyne: fchrik en zei: ,, Laat ons handen aap 't weri. ftaan, om den ongelukkigen op den grom te brengen, ik mag de haielyke houding m in weikc hy zig vertoont niet.zien» veei „ minder gedogen dat anderen buiten ons „ hem dus b fcfiouwen." Hy, zorgde vou *yne begraving, en verzoekt a n de o^cr lieid de kinderen, tot naaer order, te rao gen opvoeden. s Eenige dagen daar na ging tim.in.de ft n aaar den Amptman ack-rm... en boo «jenzelven ;tcn gefchenk aan, dat, wel ;.• Vaar, zeer kieen was, maar eveowel u; •auike zak n beftund, d e ry zen'» ten h 'of 4en noo g pad,, .e zwaar zoude worden imeekte ny weenende — en traancn biggelden Unga vzyne waagen ■ . dat hy 't gebrekkig kind-mogt behouden. De Amptm-m, by wieD dit gebeurde-, ia een weioenfcenj ma.;, die 't zg tei. piicht gemaakt had om noo t geichenken aan ie j tremen. Zyn hart we^di geuoffeii uoor edelmoedigheid en grootheid vuai ziel van t-iezen armen man. M- eene levendige aandoening , d.ükte ny de na«d van den mentchlievei uui, tim, en beiootde hem, dal bet gebrèklyke | kind ey hem ZOO 0 yven, gai Hvm pet a. n, genoden gefenenk ierug, en naei net. zelve , eer ig geid 'ot onderbupd v«n \ kind, en ! verzocht hem, ais tiy verdere onaeifteuni-og nodig had ,.om by hem ie komen H-pe veeie uitmunte-.de dar .crers! —— Arme lieden.die hunne algtmeene bekorhrhsrljrké omftandighecien, veor elkanderen traclnen teverligtenl zmp van oen vriend! zoo.veele pogingen, om na zyn dood zyne familie ie bezorgen! ... ....— edele bereidwill'gbeid, om "■selfs noodwendige behoefte te misfen en te .e*en.,om.'r gebrekkig kind van den geftorf-, en vriend, van w-en zy zoo veel last en onkosten hadden gehad, en om wiens w:üa ■y in. H ver-olg n#g greoter gebrek zouoe» yden,by zig re in-en, temogen opvoefen en oprx-sfen! —■ ■ Een Èn&él Amptn.au, die geen gefchenkea ïstineemt — die aen imeekenaen ongelukkigen oplettena hoort, ..<• - helpt eg wel doet! T-wyfl>laari aan de onbedorvenheid dejr ■nenlchelyfce natuur J leest, enlchaamt ul - Teder getost li* ie ziel vm» een Boer, u groosmotd:g voornemen van dtftzefom, fir kui»t een aia» i»U kei du» D*** ia %  'NUTTIG èn VERMAAKLYK W K B L A D VOOR BURGERS en LANDLIEDEN N=. 45- Zaturda* den 10 January 1795. GESCHIEDENIS VAN DE MAR.QUISIN G A N GE» jl/e Marquifin de gakge was, eer zy trou.wèle', wegens haare deugden, verftand, fchoonheid, eh middelen eene van de groot fte partyen in de Provincie van Langucd'ic. Uit een, bondert-tal van minnaars, van den eersten rang koos zy, tot haaren gemaal. den Marquis de gange , en gew;s!yk uit eene zuivere en oprechte liefde; want hy was een van de fchoonfte en be.valligfte mannen van zynen tyd Zy was bemint; zy was gelukkig —i zy was zulks zelfs noch eenigen tyd in Parys wcrwaards haar Gemaal haar geleide, en alwaar zy het cie'raad van haar kunne was, ee^en gelyk de Marquis de roem der zyne was. Maar, helaas! deeze fchoone'dagen verdweenen: de Marquis gaf'zich laugfaamer wyze over aan de vryheden der ftad, en het eerste gevolg zyner buiten- fcoorigheden w»s e,ene zichtbaare onverfchdligheid, cn eindeiyk een volkomen afkeer voor zyne deugufaame gemaalin. Zy ontfingduizende beledigingen en ftuurschheden van zyne zyde, waar over zy in den beginne aan haare fan) iel ie zich beklaagde; doch die zy, eindeiyk, ziende dat haar zulks weinig baatte , met een zeldfaam geduld en met eene inwendige bekommering verdroeg. Zachtmoedigheid, onfchuld, en tiaanen waaren de eenige waapers, die zy tegen haar rampfpoedig noodlot gebruikte maar dit alles was van eene verkeerde uitwerking want zy was in de oogen van haaren wreeden Geniaal niets meet dan eene verdrietige en onbevallige Huftneesires die hem, door haare ftiizwygende eb geduldige deugt, zyne ongeregeitheden verweet. De Marquies had een ouder broeder, zynde een Abc; maar bet zedelyk caracfer van deezen was, eeven gelyk het.zedeiyk caracter van veelen zyner orde. Heers chzuchtig, buitenfpoorig, dooilieepen, wraakgierig, in het kort bekwaam tot allerlei boosheden, zoo ras het met zyne oogmerken overeenftenkio. Hy was de vertrouweling van zvn broeder, hy wist alle zyne huislyk'e zaaken, en beheerschte hem naa zyn welgevallen, daar en booven was hy een man van-de waereld; een liefheb» F f f. bef  nanr_.de tydsomlkndigteeden inje «rut, deedtn ons wik, tót ons verdriet, byna geheel-fti*--ftaan te niet loopen. Dan, de gelukkige omwending van zaaken. in ons Vaderland,, daar don Boom "der Vryheid, ook in dêeze ■ St&H Vvf> het graf- derHeerschzucht geplant is, ontfiaat ons van alle knellende banden. De Vryheid iievende Nederlander-, de man die zyne medeburgeren: niutig wensèht te zyn,~beeft .niet meer. voor. den wraak nog Banblixem van laageDvvingeUnden. t~ Die tyden zyn. (Gode zy dank) gelukkig voorbyi — Wy mogen eihdèïyk eens, ha zeveii jarig zuchten en zwerven, Vry adem; haaiend —-—- Vry denken' — Vry fpreeken' — Vry 'fchryven! — Ons Weekblad , waarde Mede - Burgers! kto nu- op eenan anderen toon ge- fremd worden.: 1 Alles wat iu deeze tyden voor elk mensch, die ,zyn Vaderland lief heeft en een goed Burger zyn wil, van eenig belang kan geoordeeld -worden, zal in het zelve plaatst vinden, wij zullen ons bezig houden met het byeenbrengen van de voornaamfte gebeurtenisfen die in deeze Stad of deszelvs omtrek voorvallen. — De berichten van dozulke, die óns met hunne Correspondentie, willen, vereeren, zullen dos welkoom zijn, en zoo veel rao- gelyk gepla-tst worden. > ; Leven en Gezondheid. bladz. 5. Hei paar Pantoffels Eene Oofterfche Ver telling , van j'. G. Hurder. . bladz. 6. Anuvooiden op de drie Vngen in No r. bladz. 8. Drie nieuwe Vraagen. . • r~ 8. No. 3. Vervolg en flot van de Hiftorie der Pantof. fels, . . bladz. 9. Waarachtig en merkwaardig Verhaal door Saltzman, van een Man die levendig begraven w-s. . . . bladz. 10. Kone befcbryWng van Frankryk. — 12. No. 4. Tot welke verfchrikkelyke wanbedryven het Bygeloof den Menscb vervoeren kan, eene jgsa*o Duitfchc Gefcbicdenis van het Jaar 1788 bladz. 13. Korte belchryving van Parys. 15. Drie trekken van Frederik dc Ilde Koning van Pruilen1. . . . bladz. iö. Antwoord op de Vragen in No. 2, 16. Een Raadzel» .... 16. No. 5. Eene verfchriklyke Spookhiftorie en derzelver uiikomst ib het Holfteinfche. bladz. (7. Voorteokens van de verandering des Weers ' en altydduurende Almanach van de Kinter. ..... b'adz. 19. Befchryving van Frankfort aan de Main. . . . . . bladz. ïg. Merkwaardig voorbeeld vatf de getrouwheid der Dieren omtrent malkanderen. . . . . bladz. 20. Oplosfing van het Raadzel in No. 4. , , biadz. 20. No. | •1 - * a Nb. ar. Treffende Edelmoedigheid van den Romeftii fchen Veldheer Cawllv. . bladz. 81. Vervolg der Belchiyviug van het Feest tes Eere van het Opperweezen. bladz. 83. Het Kind en de Matroos een Fabel. ........ bladz. 84, No. 22. Merkwaardig Rechtsgeding van Junius Bru»tus, , , , bladz. 85.. Do Ontwerpen. . . . 88, De Proceskosten een Dichtftukjen. bladz. 8 8 No. 23:. Vervolg en Slot'van de merkwaardige Rechtspleging van Junius Brutus. bladz. 89.. De Sterrekyker en de Ezel een Dichtftukje. . . . . bladz. 92.- No. 24. Eenige algemeene Voorfchriften, aangaande de verkeering met Menfchen. bladz. 93. De Bakker van Roermond. . 96. De gedaan c Reekening» . • &/»- I No. égï Vervolg van de Voorfchriften , aangaande'de vCrkeering met Mèifchen. bladz. 97.Lesfen van Dr. Frankun ,. betreffende de Zuinigheid, en' Naarfiighèid, bladz. 99. , De Hongerige- Arabier. . ioo_. No. 26. Over de Edéfrtiaedigheid , gevolgd"naar hef 2?-de;iundig Zakboek; van A» j-. V^brüek». 1 " . , bladz, 101. No. 27.  7 IN H O U D. No. 27. Vervolg van het voorige Nommer over de -Edelmoedigheid. . . bladz. 105. No. 28.. Vervolg van het vorige No. over de Edelmoedigheid. . . . bladz, 109. On^ertzaagtheid van een Matroos , onder den Admiraal M. A. de Ruiter. ,\ . 4 4 . . bladz. 112, No. 29. De Arme Jacob, die genoeg heeft. — Uit eenë Amerikaanfche Aimanach. bladz. 113. Het beproefde geduld. . 116. No. 30. Huwelyks Trouw of Vrouwëlylte Grootmoedigheid. . . bladz. U 7. Oorfprong van het Franseh Spreekwoord: Le Charbonmer est maitre chez lui; of ("de Kolenbrander is meester in zyn Huis.) . . . . bla 'z. ng No. 31. Vervolg van het voorige No. over de Huwelyks Trouw. . . bladz. 120. De Reis naar Babyion. . 122. No. 32. Brief uit Philadelphia over den tegenwoor- «igen toeftand van Noord-Amerika. „ • - • > • . bladz. j 24.. De Vrinden. . , . ,3%, No. 33. Merkwaardig voorbeeld van Vaderliefde in een Hanoverfeh Soldaten Zoon voorgevallen in 1793. . . bladz. 128. Een paar Aneedotes van Frederik den llden, Koning van Pruisfen. . bladz. 129. Nuttigheid der Kraaijen. . —;—1 131, No, 34. Milon, Veldzang. De Weldadige Jongen. bladz, 133. 134. No. 35. Bedelaars Testament. . bladz, .36". Vaderlandfche Braaf heid, . «39. No. 2en zyn, m,ar gelukkig ook l&SfiB Hutten woonen , eene treffende Gefchfif . . • Bladz. 172. Te.-er-gevoel m de Ziel van eenëa Ln.d man, en grootmoedig voorneemen van-derzelven . /,/ , moede bladz. j75. No. 45. Gefchiedenis van de Marquifinne de Gaw* Dwaasheden van Schynverrtiaaken /«nDicS irukjen tot üefluit van dit Werkjen. • bladz^ 11o.  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. Nï. i. Zaturdag den 8 Maart 1794. Gefchiedenis van eenen goedgeaarten jongeling, die tut roovery en diefjlal gedwongen was. Eene bende roovers van twaalf mannen, had zederd een' geruimen tyd.het oord onutreeks * * * onveilig gemaakt; men overrompelde hun eindelyk in een kleen iteedje; de roovers namen, daar zy zich ontdekt zagen , wanhopig de wapenen op, en kwetften zoo wel eenige geregtsdienaars, als de hun mede gegeven foldaten. Een eenigen, wiens voornaam joh annes was, gaf zig oogenbliklyk over, en bood fnikkende zyne handen aan om geboeid te worden, terwyl de anderen zig nog, byna een uur lang verdedigden. In de gevangenis betoonde hy eene buiten| gewoone bedaardheid. Als de anderen vloek 1 ten, fmeekte hy om genade by God, en vermaande zyne medemakkers om te bidden; i dikwyls beweende hy zoo bitterlyk zyne af' wyking van het fpoor der deugd', dat zelfs de bedienden van den gevangenbewaarder, 1 lioe vervreemd van mededogen anders deze l lieden plegen te zyn — hem vertroostte. Door hem alleen verkreeg men een naauwI keurig berigt van de voorgenomene onder-1 meemirigen dezer bende dieven, en van zyne i (eigen gefchiedenis deed hy de volgende op- i i regte belydeois, * r \ Hy was op een erfgoed van den Graaf N. ■N. in Beijeren geboren, op het welk zyn Vader, een eerlyk grysaart, reeds over veertig jaren, als vilder gediend had, en wegens zyne eerlykheid en kunde by de veepest in het ganfehe oord beroemd was. Nooit ont* Hond 'er in de plaats zyner opvoeding de runderziekte, hoe verderflyk zy ook fomtyds in de aangrenzende nabuurlchap woedde, en hy was hierom by zyn' Heer, hoe vera-nelyk ook zyn handwerk ware, zeer bemind. Maar in zyn zesè'nzestigfte jaar trof hem liet ongeluk, dat de Brak van den jongen Graaf, die eerst federt kort zyn Heer geworden was, en hem dien jagthond in de kost gegeven hadt, onverwagts fïierf. Dit gelchiedde zeker buiten zyn fchuld, doch men geloofde hem niet. Deze hond was de grootlle lieveling van den Graaf, en de arme verzwakte grysaard verloor zyn ampt en biood. Zonder dienst, vooruitzigt en krachten oin zig onderhoud te verfchaffen, zworf de ongelukkige .oude man, metzynzoon johannes, toenmaals agt jaren eud, in die/treek rond; eenige boeren, veel waardiger den naam van menfehen te dragen dan hun Graaf, gaven hem de befpaarde^broodkruimelen, tot dat hy ziek wierd en, van kommer en ellende ftierf.  C » ) Joh an nes was .hands negen jaren oud; en een oom zyns vaders*, van dezelfde 8andteermg, nam hém tot zig. Doch deze man. was een bedekte booswicht, d'c zig van den armen jongen weldra tot het ftee.en van eenïg vee wist te bedienen; zoo, dat johannes zelfs niet vermoedde waartoe hy gè©ruikt werdt. Maar eïndehrk begon hy erg te Wanen, en als eens in zyoe tegen woord igÈeid eene af-pnak tot (kelen gemaakt en hy zelfs tot het njkllmmen of openen van het vengfter by deze onderneeming gefchikt •werdt, kwam hem oogenbiiklyk de geaartJaeid zyns vaders voor den geest, hy geloofde op nieUw alle zy._>e lesfen te horen, waagde het niet dezelve te verachten, envlugtte nog den zelfden avond, als de diefftal zou bedreven worden. Hy ging naar de naastkygelegen ftad, en na" dat hy eenige dagen Tond gebedeld had, nam hem een fmit tot leerjongen, op zyn aanhoudend fmeken. Hier •Werkte hy yverig een geheel jaar; was, volgens des i'mits eigen getuigenis, gewillig, gehoorzaam, zedig, leerzaam en godvrugtig; en zou zeer zeker een bekwaam handwerker geworden zyn, hadt men niet ontdekt dat hy een vilders zoon ware. Hy zelfs, die enbekend was met het vooroordeel, dat hem zoude opleggen oneerlyk te zyn, loogchende het by de-eerde ondervraging niet, en werdt met veragting en geweld uit het gild verftoten. Vervuld van febaamte, verlegenheid en ellende, kwam hy op een nabuurig dorp, en vond, daar het juist in den zaaityd was, dienst by een boer, hoe weinig hem ook van den Jandbouw bekend ware. Hy behield dien dienst tot het einde van den zaaityd, en. daar men hem nu ook hier als een onnodigen kostganger -afdankte, werdt hy met een anderen boeren jongen bekend, die een ftrooper was, en van wien de arme dienst-* en broodlooze johannes tot her zelfde pvsdryf verieid werd. Ook dit duurde geen jaai, of hij weidt betrapt, gevangen genomen, er op zyn 1'mceken veroordeelt om als fo! aat te aienen. Maar dewyl geduurende den winter, in welken hy het wildfchieter.geoefend had, beiden zyne voeten zoo zeei 'fljoc-ï k.oudc bevwaen waren, dal een open- Krak-, werdt hij ook hier niet aangenomen, kreeg twintig zwcepflagen en werdt weggejaagd. Dit benam hem, gelyk ly weenende betuigde, de iaatfte hoop om als een braaf meriscf] aan de kost te komen. Op nieuws belchimpt, zonder onderhoudt, en zonder middel om dit tc verkrygen, Ihelde hy weder naar zyn oom, wui wien by eertyds was weggelopen ,en vond hem in betere omftandigheden dan hy hem verlaten hadt. Verbitterd tegen het menschdom, dat hem overal beledigd, ja daarenboven byna geheel buiten fchuld gelïraft had, en aangeprikkeld door de welvaart, in welke hy zyn oom aantrof, volgde hy zyne raadgevingen, en daar hy zig eens tot fteelen hadt laten verleiden, ging hy vervo'gens altyd gctrouwelyk mede, zonder hier by ;ets anders te tienken, dan: Gy hebt reeds by uwe eerjïe dkyery den dood verdiend. Evenwel kon men hem by de zes roveryen, waar aan hy zig fchuldig gemaakt had, volgens getuigenis van zyne eigene makkers, niet tot de hoofdzaak, en veel minder tot het binden der overvallenen gebruiken. Zijn teder hart veroorzaakte dat hy de anderen voor hun badt, en verfcheidenen, by het aftrekken van de roversbenden, he;melyk losliet, zoo dat zy zelve hier door byna alle verrascht waren, en Hechts met groote moeite konden vlugtén. Het voornaamfte, waar toe zyne makkers hem gebruiken konden, beftond in het opendoen'van flo;en en deuren; eene wetenfch'ap die hy aan zyn voorig handwerk, het fmeden en flotenmaken, te danken had, en zonder welke hy, wegens zyne goedhartigheid, zelfs tot ro. ve>y gedwongen geworden was. ïVHsföhién komt veelen deze gefchiedenis als wcing betekenende voor; maar dit zeu een bewys zyn, dat men al te vlugtig las. Gefteld zynde, dat de mensch in elkeu ftand evenwei mensch, en ons gelyken is, en dat, volgens het regt der natuur be» fcliouwd , oe ge/apfte bedelaar tot den fraai gckleeden Edelman broeder kan zeggen; dit zeg ;k, gefteld yynde, wie kan zyne ontevredenheid bedwingen, a's men ziet dat de dood van een Graaflyken hond een*  B Y L A G E N N°. i. BEVATTENDE DB Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c.' Middel cm Boter die fterk geworden is, of eenige andere fmaak gekregen beeft, te verbeteren. I.^aat de Boter ftnelten , en na dezelve wel af^efchuimt te hebben , lege 'er een of twee minuten een Ineede of korst wel geroosterd brood in, zoo zal al de kwade fnaak uit de boter verdwyneu, en geheel in het brood overgaan. Om vesl Room van de Melk te haaien. Neem een rode Slak, en bang ze aan een draad »p , in 't midden van 't var daar de Melk in zal wezen, en alles dat boven de Slak is, aal in Room verkeeren. Zo men een ge'yke menigte van Melk in een andere pot doet, zonder daar ook Slakken in te hangen, zal men zien hoe veel meer in den eenen als in den anderen zy. Om fcbielyk Wyn-Azyn te maken. Gy zult in weinig tyds fterke Wyn-Azyn maken, op deze wyze: Doet in die, welke gy hebt, ftukken van vers .Gerstenbrood , en in twee dagen zal 't zuur wezen. Heilzaam gebruik 'der gemeene Brandnetelen. De gemeene fteekende Brandnetel, in baar voorkootnen zo nutloos en zo hinderlyk als eenige andere plant, die men onderden naam van onkruid aanduid, is een der beste geneesmiddelen, "die ons in het groeizaam tyk bekend zyn. By wyn van jfterk af- kookzel of afiiekzel, ter gïfre van een pin, j dagelyks, toegediend wordende, verfterkt I zy het ganfthe geitel, en verhelpt de byzonj dere vèrflappmg: dient men dezelve toe by wyze van llerk afkookzel of aftrekzei, zo levert zy een verwonderlyk vógt - verbeterend en openend middel uit; zy zuiven het bloed, en neemt de verftoppingtn der vaten weg. Het uit deze plant geperste fap, met een lepel vol,naar maate noodig is, van tyd tot tyd ingenomen, is een vermoogend ftelpend middel in de inwendige bloedvloeiingen. By wyze van fomentatie of cataplima gelegd yerdryft zy de ontfteekingen , en doet de builen verdwynen: men kan zig van dezelve als van een heilwerkend middel bedienen in de pynen der keel, met ze uitwendig op den hals te leggen en tevens 'er mede te gorgelen. Iets aangaande de Klaver en andere Foederhuidtn. Ziet hier een nieuwe en goed bevonden wyze , om de Klaver en andere Voederkruiden in haar kragt te winnen, medegedeeld door de Koninglyke Sociëteit der Landbouw te Parys. Zoo dra de Klaver 's morgen* gemaaid is, fpreid men hem ten eerften op het veld uit, hem omwendende, als hy aan de eene kant wa< gedroogd is ; dan voerd men hem op een plaats die op de bodem in de rondte na gelang van den opper, die die men van 't gewas te verwagten heeft) met takkebosfen beleid is, op dat daar de wind onder heen kan fpeelen, en die met een regt in het midd.n ftaande hoog (juffer of !raak in de rondte met takkebosWi of A ks#r  ( 2, ) mandewerk beleid, om Vn, brêe-1 ei diep vso bórs . e, wel ;-zo>ken van lyf heinde eenen bret ten ftjgcen en vw wederzyJen wel i«n» nMerterfc gefpierde rug,, met een korten -V ien nats: een eenigzinrs wgeioo gen' è brakken kop fta*t mooi , vooral w^ieet iie aut fcaouae dat is liytig boo?ene fyne wittë hoornen pron!?t: een groot en wat langwerpig vierkant uver, met móoije gladde reu ncer:>aari !t> fpee^en, die zig vertoonen, als waaren zy van onderen in ieder qu utier ingeftooker;, wit van co}eUr d >'>r >1e natuur wat verre na aiiferen gepletst t veci-rJ nog daar en boven by uirne-me. dneid een febbbne Koe. D- grooie dt< Melkaders ionppnde van de navel tót de uyers, die gemeenlyk by de beste melkgeeffters veel grooter zyn, dan hv andere Koeiien die minder geeven: ais mede eroote uyers, d?rzelver zagtbeid en fynheid van vel, en dat ze niet zeer vleesagug zyn ; z/n kenmerken van een deugdzame en veel ineikgeevende Koe. ( Eet vervolg bier na.) Tuin • bauw. Looten om te enten en botten om te oculeren .-moet den Landman van zyn nabuuren of vrienden die goede vrugten hebben, verzoeken; bier by is. op te merken, dat men de Ei'looten en Oculeerbotten die men van venen moet baaien., in vogtig gras of mo*ch most inwikkelen, en op een-plaata na 't Noorden gelegen , eerige duimen diep in de grond begraven , tot dat men ze gebruikt. Merkwaardige Berichten van deetm tyd. Men heeft de ontzettende tyding gekreegen , dat eene allerhevig^ Aardbeving byna scheel Japan verwoest, en aan m?er dan tweemaal honderd duizend merfchen den [dood veroorzaakt heeft; niet meer dan éei Kasteel is ftaande geblesven. De meenigte dsr lyken, in de Haver, dryvende, verhin: derde de Scheepen iu '« h* »om m, het wa! ter ftnea als kaóJkenie owr bet La 11. . Het fapanfcbi Rt* behoord aan l-"Zil.s i Kdzer, en beftaat uit e-mge liii.nL gei leaen ten O-sten van (Mn», var? weik K./K zy doo' de Japanfche Z^e zyn afgefchcide< ; > het grootftè Jer Eilanden is e.gentlyk het h>er bedoelrle Japan of l'tpbon, w.» u op le I Hoofdllad Jédt, uc ïctolvfpiaais des Keizers, gelegen is. pRYS-  PRYS-LYST der GR AA NE N &c. ROTTERDAM den 4 Maart 1794. Tarw I Haver- „ - „ ... " ,h n Zeeuw: cnlnhBrouw 2a,ib.a 23, ih.^ Oude Zeeuw: en VI: 3 » 4 *4.ib. ^ ^ ^ a ai [h; J ^ Nieuwe dito 23 a !< »4r v Zak. Vrfes-en G .in: Brouw 23 » 2° f p .Last Blauwe dito 20,1b. a a , h. j L,L a h. J Zmr duo 20 s 6 e Enpelfch* a Goefcne en Sch: dito 12 14 a 18 • Z.Z .k. OosterfchO 148 a 152 BfuiM dito a J dito Gedroogde 154 a IJS Paarde d,t0 28'lh- a 2^ïh- \ <*v,]s\ Zeeuw: en VI: W: Gerst 103 a III Dulve dito 30 3 32 J P-.Last dito m r ico a ior5 1 Ggl. Vrie iche Wintel a f't Last. Koolzaat. Engelfche a O t.erfcbe a Zeeuws en VI: a (oOrls. dito Gedroogde a Brabanis a fprLast Engels Mout a Engel» a Jr Inlanfs dito as a 26 Spdt i8,ih. a 19 J 1 Moutwyn a 8 »4vls. de 30 vs, SCHIEDAM den 1 Maart 1794. Moutwyn 3 ot. de 30 VüteU tonder Fust. Genever S,3q. oC de 30 Viriel* zmder Fust. Genever 39 en 40 Gl per Aam Amflerdamfcbe Freef. Gedroogde Rogge 158 ü 158 Ggl. '1 Last. Pooifche Rogge & Gg'. 't Last BREDA den 4 Maart 17J4. Tarwe ƒ 7 : 16 : — tot ƒ 7 : ï8 : — R-gge ƒ5: 10 : — tot ƒ 5 : 12 : — Boekweyt ƒ5:0:— wur.ig Boekweyt. * * ril RIEMSDYK en vak BRONKHORST fe Bergen op Zoom, ge* ven' uir en hebben alom verzonden: ALLE DE WERKEN VAN JOOST VAtf VONDEL, Tweede, Derde en Vierde Deel. Oeeze Deden ten vervolge van de nieu- w Uugave drr Werken van d-■ Vaekr der Nederbmdiche Dichïkundej vevatrer: Lier' iiebten, Afbeeliingen, HruihftAmbten, Lykdicbten Grtf'febriften, Geboortedichten, Dankiicuun, hrxeven. Klachten, Hekeldichten, Lofdichten, Opdrachten en Byjcbnfti». De vol; jjendo Deden zuilen ten fpoedigtten wtgegeevea worden.  *,* By AMONETTA CRILL/rARTS, in de Vischmsrktftraat, te Breda, zyn te be- komen de navolgende -Zaaden; Franfe Latuw, Krul Latuw, Geelt Latuw cf ö l>/ Koof lT' fUr ^\D\kki Knol Radys, Lange Radys, Rammenal i beste ttu Kool Kapper Kool bette Rood* Kool. Spruit Kool, Brusfelfe Spruit Kool, Groene Savooim ' Geele Savooyen, I reege Engel e Bloemkool, Laaie Bloemkool , Breedblad, Endivie Krul El' me Geele Postelein, Groene Postelein. Roomfe Boonen, IleereBoonln.PrneTLLen Sneyboone» Boonen zonder Staaken , Zomer Knotte , Wtnm Knotte , Pietsrfelie , Spitiagie B zk' Ptmjes korte HovenjePeen, lange Hovenje dito, lange Leydfe dito. Boere Peen, Pielerfeie pT,d%iM'Vee\Rr00de Kr°'-^mtte Biet, Mangelw/rtel, Witte Peen, vroege 2 Peukjes Enen Krovbek Erten, vroege Pel Enen, laate Vel Enen, Schokkers vroege Prin. cesje Kropjes laateKropjes, Belle Bon, Roodrand, Geele Prael Krop Sward Zaad, Sterk* K% Lrafiluum, Majolyn, Nip, Leepelhlad, Savie, hop. Roede Klaver, mtte Klaver, Witte KT?' £'WBe ^d-Slaa, lange Selderie, Knol Selderie, Brem, Fyv.e Mast Muldeljoorten, Grove Mast, Vruine Masten, Geele Mostert, Wit Canary. Alles in bun foort extra goed, en tot civiele Pryztn. V F- B0B}?> te Haarlem, geeft uit en heeft alom verzonden: het Tweedeen laafde Deel van de REIS LANGS DEN RHYN. _ Dit werk waarvan de uit en inLn^bTieeenjien mt Jterke aanpryzmg gewagen, is in dezen tyd waarin de Franfcbe Republikeinen Zulke verbazende vorderingen aan der, Rbynkant maaken, van bet grootjle nut tot volland der ffe»*,, Jterkte en gedaante der voornaam/ie Plaa'.zen aan den Rbyn, welke bet loonei des Oorïogs'% bunne nabybetd hebben, als zynde Keulen, Neuwied, Coblentz, de Ve*ting Ehrenbeft&in üingen, Maintz, de Hondsruk, en voorts alle Steden en Dorpen aan den Rbm, in bunne tegenwoordige gefteldheid, in deze belansryke Reis, op het nauwkeurigst befebreven, zo ook de voor ons Land, zo gewigtige Wyn- en Houthandel. — De 2 Deelen met 5 half veis uitflaande rlaaten en Kaarten, kotten / 4: 10: —. NADER. BiiRtCHT VAN DE UITGEVERS VAN DIT BLAD. * Zie daar nu, Stad- en Landgenooten! volgends onze belofte het eerftcNommer yan dit Blad. — Gy kunt nu beter oordeelen over lier vermaakiyke en nuttige dat wy u daar mede wenlchen re verfchaffen. Wy hebben het genoegen dat zich reeds' een goed getal Deelneemers heeft opgedaan, en dit getal zal nu rSifrétwyfkd met verminderen; want wie toch, die eenig belang fielt om kundiger te worden en zyne huislyke belangen zoekt te verbereren, zou niet voor den zeer geringen prys van 30 Stuivers in het jaar ïi'ch ëen Werk eigen willen maaken, dat op den duur een uitgeleezen lcfi(a't 2aibe7atr.cn, rifet alleen v»ji aangenaame en leerzaame Gefchiedemsien en Verhaallij], nvaar ook vaa zulke voorfchriften en raadgevingen, die ieder mensch, welke zyne -gezondbtH ter harte gaat, en een goed Lid der Maatfchappy zyn wil, niet raisferi kan. — Wy nodigen nogmaals een ieder uit, om ons mee nuttige bydraageu en beproefde middelen, voor onze onderneeming te fce^unftigen, het welke wy, zo veel motgeiyk, zullen plaatfen, daar de hoofdbedoeling van onzen arbeid is, onze Medeburgers , van alle (landen, zonder eenige wezenlyke kosten, vaa ruu te zyn. Alleen verzoeken wy de Brieven en Berichien franco. . wy. hebben best geoordeeld dit eerfte Nommer alom voor niet uit te geevn. Eea ieder die het verder begeert te ontfangen, wordt verzogt, zich binnen agt dagen san de Uitgevers of Bezorgers van dit Blad aan te melden. ffe Sflit by W, VA» BERGEN, en te Bergen op Ztm by tam RIEMSDYK ca VA& BRINKHORST.  C 3 ) een' cerlytcn verdien(tclyketi grysaart tot : een bedelaar maakt, en zyn afgeleefd lighdam aan den honger de koude en de uit- : terfte ellende blootfteld ? Wie bemind den •jongen niet, die, hoe kleen hy is, evenwel aan de lesfen van zyn vader getrouw, veel liever alles wagen wil» <-ian cen rover te worden? Wie wordt niet toornig op een rampzalig vooroordeel, dat te vergeefs cri door het vcrftand wederlegd, vrtigteteös door vyae"reldlyke bevelen verboden, zg' evenwel nog al tyd doet gelden, den Staat reeds menig braven man onnuttig kan gemaakt hebben, en hier een jongeling, die zoo gaarne een nuttig burgerlyk medelid creworden ware, dwong, zyn leven door euveldaden te verkorten? En wie verontschuldigd eindelyk zelfs den dwalenden nietj d'ie, midden in zyne misdryven, medelyden toont voor hun, die hy berooft en beroven moet, om dat die wredén hem anders het leven niet willen laten? Plaats dezen ongeftikkigen in andere omHandigheden, geef hem ouders, door geboorte geluk en vermogen, werkzaam iu gewigtige eerlyke kringen, en dan-hadden zyne medemenfehen en nakomelingen hem niisfchien in de eeuwigduurende naamlyst van verhevene, uit grondbeginfelen edele menfehenvrienden gefteld. - Deeze Gefchiedenis is getrokken uit bet ■ fraaie Boek Menschkunde, in het vorige jaar uitgegeeven by de Leeuw en Ktuip te Dordrecht. zei weigerde te gebruiken, 'uit vreezo van twee of drie ponden afgekookt vleesch te zullen moeten woggeeven, droeg hy om zyneh hals een zydeti zak, bevattende achthonderd Aslignaten, ieder van duizend li» vres. In zyne vroege jongelingfcbap dronk hy 's avonds een pintjen bier, waar mede hy zynen rhaaltyd deedt in een zeer beroemde Herberg. Hier verzamelde hy alle de kurken, welke hy konde mngtig worden. Na ' verloop van acht jaaren hadt hy een zoo aan— zienlyken voorraad kurken verzameld, dat hy dezelve verkogt voor twaalf gouden louizen. Met dit fommetjen begon hy den Aktiehandel, en Haagde 'er zo gelukkig in» dat hy, by zyn overlyden, naliet een kapitaal van drie millioenen livres, ongeveer half zo veel Hollandfche guldens. yerliaal van een man die zyne voettn moest verliezen, •Een waare Gebeurtenis, tot waarfchuv/ing van een ieder. Verbazend voorbeeld van Gierigheid. Eenige tyd geleedeh overleed te Parys de Heer ostervam), een Bankier van den eerften rang, afkomftig van Neuf chatel in Zv/itzerland. Zo hevig werd deze man geplaagd door den geest van geldgierigheid eg vrekheid, dat hy, weinige dagen voor zyn' dood, op geenerhande wyze konde overgehaald worden, tot hetkoopen van een weinig vleesch, om van het zelve eene foupe te doen kooken. ,, Ik heb, dus lp rak.hy, wel lust tot het v.eeschnat, maar geen zin „ tot het vleesch; en wat zal ik dan met n bet vleesch doen?" Tervvyi hy dus voed Eenige reizende'lieden, in zeker dorp pleisterende, traden in een kamer van de herberg, alwaar zy een deerlyk fchouwfpel zagen. Er'lag een handwerksman, welkt» erbarmelyk klaagde en kermde, dewyl hem de beide voeten, die hem in den vorigerï ■ winter bevroozen waren geraakt, afgezet zouden worden. < Ach! die harde winter ! die harde winter, kermde hy, deeze doet my beide rnyiïe voeten verliezen! -— Lieve vriend, zeide de Chirurgyn, terwyl hy zyne inftrumentcn ^oor den dag haalde, weest toch tc vreden. de zaak is nu niet meer te veranderen. Ik heb het u reeds tien maaien gezegd, dat er de winter geen fchuld aan heeft, en dat gy zeüs de oorzaak van het verlies uwer voeten zyt. Ik hi-b denzeh en dag, toen u uwe voeten bevroozen £yrss meer dan zes uuren door de koude gegaan, en waarom is my dit ongeluk niet overkoomen ? Maar gy, toen gy in de kamejr kwaamt, deed daad yk uwe fchoenen uit en zetten uwe voeten by het heete vuur. Daar door zyn uwe voeten bevroozen, maar ; niet door den kouden winter. 1 A 3 £P  ( 4 ) Eó gy vrienden, tcrWyl by zich tot de ! vreemde lieden wende, merkt wel op wat j ik u heden zeggen zal! ; Gy zult wei eens j in de gelegenheid komen om in ftrenge koude te gaan, of ergens te wagten; maar ik fcidde u om alles wat u lief is, brengt toch de bevroozen gelederen niet te fpoedig by het heete vuur. Loopt liever eerst nog een auartter uurs in 't huis om, en wanneer gy ihogt bemeken, dat een uwer leden dooi waare, fteekt dan, het zelve dadelyk in d<_ fheeuw of in ys kout water, waar in gy her een kwartier uurs houden moet. —- Zulk; moest zekerlyk de kinderen in de fchoolen reeds gezegd worden ; maar dewyl dit nïe. gefehied daarom zeg ik het u heden. Neemt dit nu ter harte en fpiegelt u aan dit ongelukkig mensch. Nu begon de Chirurgyn te zaagen, en bet mensch febreeuwde zo verfchrikkelyk, dat men het drie huizen ver hooren kon. Men bragt de reizigers wat te eeten, maar zy konden fietsgebruiken, wegens den fchrik en aandoening, welke dit geval by hun te weeg bragt. Een yskoude rilling ging hen over het lyf, toen zy het vertrek verlieten. Zy gingen een heel end wegs zonder te fpreefcen; — en het jammerlyk voorbeeld van deezen handwerksman bleef hen nog langm een levendig aandenken. De Kruisdraager. Zeker Priester zyn Gemeent© de nood- !zaaklykheid voorgehouden hebbende, dat ' elk zyn kruis met geduld moest draagen ? | was er een zyncr Toehoorers, welke zyn j vrouw aan de kerkdeur opwaehte, en haar op zyne fchouderen naar huis droeg. Twee Spreuken ' van een geleerd man. Er is geen ondeugd, die ons van den duivel een beter afbeelding geeft, dan de Nyd. Er is geen verachtlyker en laager ambacht, dan dat van een verfpieder en achterklapper. Hy is een fchildwacht des duivels . ■ , Vraagen en Raadzels. 1. Wie is wys? ï 2. Wat is de geldkist voor een gierigaard? 3. Wanneer is de mensch grooter dan den magtigften Alleenheerfcher ? Het antwoord en oplosfing hier van, zal in- het volgend Nommer geplaatst worden. Ieder kan hier op intusfehen eens nadenken. Tc Kernen op Zoom bv van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by WILLEM v{n BERGEN, en alom in de voornaamne Steden en Dorpen, wordt a t Se Wad, met de Bylagen, voor niet, en vervolgends alle Zaturdagen vooè duiten, op gewoon papier, en voor 1 ftuiver op beter papier, u.tge- geèven De geenen die by het jaar intekenen, kostten deeze Nommers, . Volgends het uitgegeeven Bericht, °P gewoon papier 111 het jaar/ i-10-. * en op beter papier in het jaar ƒ 2-;-; voor de 52 Nommeis.  NUTTIG en VERMAAKLYK W E E K B LAB VOOR BURGERS en LANDLIEDEN, NL 2. Zaturdag den i£ Maart 1794* GESPREK VAN EEN OUD MAN, OVER EETEN, DRINKEN, LANG LEVEN EN GEZONDHEID., WAARDE VRIENDEN! Ik ben nu negentig jaaren, vyf maanden en drie dagen oud, en nog zo frisch en gezond als in myn vyftigfte jaar. — Naast God heb ik dit myn lang leven en gezond zyn, aan de maatigheid in het eeten en drinken te danken. Myne zalige ouders gaven my, toen ik nog een kind was, niet zoo veel eeten, als ik wel wilde; maar het weinige dat ik kreeg, was voedzaam en goed. Myne moeder verftond de keuken volmaakt wel, en wist van geringe dingen, een goede fchotel klaar' te maaken. ,, Die met weinig te vreeden is, zei zy menigmaal, kan altyd een beter fchotel op tafel hebben dan een vraat. Het geene men van het overtollige Ipaart, kan men voor iets goeds te maaken gebruiken. Weinige voedzaame kost verteert zich gernaklyk, en men krygt er kragtvan; maar als men de maag overlaad,, kan zy dc fpys niet verteeren, men wordt ziek; en de mensch is dan niet ongelyk aan een overlaaden wagen, die onder zynen last bezwykt of aan ftukken breekt." - Boven dit, waren myne ouders zeer gezet op de zindelykheid. Alle morgen moest ik my wasfchen, myne klederen fchoon maaken en helder en knap voor den dag koomen. -— Als ik bezweet, of door den regen door nat te huis kwam, moest ik ander linnen en droge klederen aantrekken, om niet verkoud te worden. De vloer van ons huis was altyd droog en zindelyk; en in den zomer, Honden er, als 't mooi weêr was, altyd een paar vengsters open, want de frisfche lucht is zeer gezond voor den mensch. Zelfs in den winter, werdt het huis dagelyks gelucht cn de kagchel niet te fterk geftookt. —— Myn vader, die een Metfelaar was, nam my in B den  C * ) den zomer met zich naar zyn werk, en in ■den winter hielp ik hem biezen matten vlechten ai manden maaken. .Daar door wonnen wy zoo veel over, dat wy altyd geld hadden , terwyl andere Metfelaars, in den winter, lui en ledig omflenderden, en honger en 'kommer 'leden. .Ais het winter-weêr tusfehen beiden -wat fchïkkelyk was,'liep ik, met «Ié gemaakte matten en manden, liet land omj d;t gaf' my dan eene gezande beweeging,, „en ik kon my dan weder met nieuwe lust tot hot werk zetten. Als het gebeurde dat iemand onzer ziek w'ierdt, dan droegen wy zorg dat de ziekte.geeno wortelen fchoot.; wy lieten "by tyds den Docler haaien, en hielden ons ftr.kt .aan zyne voorfchriften;— maar om dat wy matig leefden, Was het ziek worden by ons iets zeldzaams.Toen ik wat grooter werdt., en onder de -vreemden kwam, ,ondervond ik .eerst recht liet geluk dat ik geen vraat waare. Myne mikkers kreegen'veeliyds in geen drie dagen een.g warm eeten voor den mond, nm dat zy te veel nodig hadden., en by gevolg zich met kaas en irood behelpen moesten.; ik ■echter, was met weinig tevreden, en at Toor het zelfde.geld, dagelyks goede warme lost. Toen ik trouwde., .richte ik myne luiisfiouding qp den zeiven v«et, als die van myne ouders, in. Myne zalige anna was liet beste wyf van de wereld. Zy hielt ons Woonvertrek ahyd zuiver en ordenlyk, ik kleef gaarne by haar te huis., en ging zelden of nooit in de herbeig. Daar door fpaarde 3k menigen mooijen Huiver, daar wy ons met onze kirderen recht goed voor konden doen. Onvergenoegdheid of twist kenden wy niet, e» dus werden wy oud, zonder te merken •dat ons leven voordliep. ■ Zie daar,/ waarde vrienden! de hiftorie van myn leven; — doet er uw nuttigheid mede, en geloöft een -oud -man, als hy u zegt, dat er meer menfehen fierven, door onmaatigheid in eeten en -drinken, dan van honger. De Heer j. g. herdïr, een zeer beroemd geleerd man in Duiujchland, heeft voor eenigen tyd een verzameling van uitgelezen Oosterfche Vertellingen in het licht gegeeven* die ook in 't Nederduitsch vertaald, en by de Uitgevers van dit Ülad te bekomen zyn. . . In deeze verzameling vinden wy, onder anderen, het volgend ftukjen , met de mededee3ing van het welke wy onze Lezers zeker wermaaken xullen. HET PAAR PANTOFFELS. Bagdad leefde een oud Koopman,genaamd ABH-KASEM TAMBURi, die wegens zyn gierigheid zeer berucht was. Njcttegenflaande zynen rykdom benouden zyne klederen flechts uit leuren en lappen: zyn tulband was een lap grof linnen, wiens kleur men niet meer kon onderfcheiden: maar onder alle zyne klederen verwekten zyne Pantonels, de meefie oplettendheid. Hunne zolen waren met groote fpykers voorzien: het overleder befiond uit zo veele Hukken als 'er ooit aan een bedelaars mantel gevonden worden; want zedert tien jaren, dat deeze Pantoffels gemaakt waren, hadden de bekwaamfte fchoenlappers van Bagdad al hun verftand te kost gelfgd, ent deeze /lukken by-  B Y L A G E N K°. 2. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Manier ,\om bet Brood wezentlyker en voedzamer te maken au naar gewoonte. , INfeemt de gehu'delr'.e zemelen , werpt ze in een ketel mét water en laat xe koktn; gr kookt zvnde laat het water door een teems zygen, en gebro'kt het om het Mei te kneeden; en gy zult bevinden , dat het Brood voedzamer zal zyn. en dat gy een vierde meer Brood zult hebben. Middel om bet Bier -als het vat-vuil [maakt of zuur werd , zynen kwaadsn Jmauk te beneemen. Wanneer het vat-vuil fmaa'?:, hangt daar een warm witte biood in, als het uit den o^cti komt; of I g' op bet fpongat van de Ton een Warm opgëfpj ten gaisten inood. Oók is zeer goed -oai daar in een bandjzcd gdtotcïi jenever-beziën, hop alfem of ee■ nige fj-eccyen te w rpen _ ^ E i als het Bier zuur begint te worden, werpt in bet vat wat asfehè van hyoet of beukenhouv; of gooit daar een weinig potasch m; ook kan men 'erJ>ias-wortel, gember, of notenmuskaat, of .wortels van gezegende distel inhangen; of men brand k«yt en z 'Ui tot kaik, 'loot het fyh ei mei gt het met fontein water, en giet het in MJier. Hoe men Olie om te branden verbeteren kan. Neemt een glas met water, doet daar zo veel z-'Utin, als'er in fmelten kan; doopt daar in uw booir.ftolle larappitten of lemmers cerigmaalen, er laat die dan terdege drooysii; giet het zout water in een fles of kruik en even zo veel olie daar by, fchud hu wel door een, en laat -het dan (laan, tot dat het zig zette: die, op deeze wyze gezuiverde olie, giet men dan van het zout water af in dè lamp, welke hier door veei helderdet branden, en niet veel damp geven zaL Middel tegen de Schurft. Dewyl het altyd zeer gevaarlyk is Schurffe of andere zoört gelyke uitflag door fmeeren met zalven enz;" te wili< n verdjyven, orn dat die kwaal, even a's de pokken hier door na bir.nen kan fhan >n doodt t-s bet volgende tenvouwig middeltegen de feburft geme< n gemaakt. Na dat het lichaam door yurgaties gezuiverd is, moer men een goed diëet fn acnr neeinen- wasent dan de feburttachtige 1 deelen des morgens en 's avonds met waI n-r van Gtfiatdi. men houd zig daar na in ' het bed en warm om uyt te waafemen, ' herhaald deeze wasfing een dag vyf of zes, doet daTi onder een pint van dit water twee loot zout en een vierde loots aluin, latende bet zaamen 'er in fmelten; hier meecie vv >rd ue wasüng als te vooren herhaald , eene beftendige wirmte blyft nodi^ , 7.0 zal men binnen weinig tyds van die plaa^ verlost weezen; — eené p'aag daar ieder buyten zyn toedelen ongelukkig mede kan belmet rasken. Het water van Gulardi word dus gemaakt : in een pint fchoon water, doet raen g twee  ( 6 ) twee goede lepels loed fuiker en vier volle leepeis brandeéyn d?n is het kiaar. Dit water is met .Heen geneezende voor de Ichufr, maar ook voor veele andersn en deréelyke kwaaien; — byzonder als . iemi-.d z'.% b.and, zal men het voortref felyk bevinden om de gebrande dtelen mede te wasichen. de loodjuiker js in de Apotheken te krygen. Ter verbetering van de Vee-teeld. Van zodanig een foort van Koeyen als in het voorgaande (tukje is opgegeven moet men tragttn Kalven te trekken ; dóg het geluk niet hebbende om diergelyke Koeyen te bszitten, moet men daar toe niet altyd de grootflen en verflen verkiezen, maar de geenen die shet mteite en de vetfte melk geeven ! want men heeft zomtyds magere Koeyen, die veel en goede melk geeven, en niet eer vle;scH aanz tten, voor dat zy gust geworden zyn'; hier en tegen vind men ook wel gr'oote vette Koeyen', die niet veel melk geeven: of de melk veel of weinig boter heeft is aan zyn coleur ligt te. ontdekken .' want vet zynde ziet hv 'er geel Hit, maar 'mager; melk daar'weinig boter in zit, is wit en zelfs eenigzints blaauw- Tuin -bouw. Werk in de maand Maart voor den Bloemtuyn. Zoo dr.ia in deeste maand de flrenge winterkoude over, en de grond droog en handelbaar is, kan men allerlei zaaybloemen in de koule grond in kuilties ziayen; als by voorbeeld: Ridderfpo'/r, ConvJvulus , Trincebloem , Roggebloem, Bruinette Maankoppen, Lathyrus f Kettemia, Ma'ur'Jei, Juffertjes in 't groen, Zonnebloem, Indiaanl'che kers, gebaard Havikskruid, en veeie andere , die een weynig k-nide niet vreezen, en liefst niet willen verplant zyn; want hoe vroeger men dezelve zaait, hoe ze beeter zullen groenen en bloeijen. Merkwaardige Berichten van deezm tyd. Den i van de maand January deezes Jmrs, heeft men in N>orw>*en op twee 'plaatzen, van 2 tot 4 Hérke (chokkeh eetier aardbeving gevoeld: dergelyke fchuidi g voelde men ook in een gedeelte van E ,eland . in' Torks-bire op den 31 December des morgens ten 9 utiren. Eene llerl-ere aardbeving voelde men te Weenen den 6 Feoruary des nademiJdags ten 1 uuren, de lugt was helder met een warme zonnefcn'yu, —— zy bettoad uit fchokken die omtrent 2, fecomle na malkan- deren "volgden. men merkte de drün ng duydelyker in de bovenfte- verdiepingen "der huizen, waar door alles in beweeging raal'.te. — Zy heeft gelukkig geene fchade veioorzaakt. Het departement van het gerootfchap tot nut van 't Algemeen, opgericht -binnen Bergen op Zoom, op Donderdag den Maart vergaderd zynde, g f de voorzitter kennis dat in plaais van de afgaande BeHuurders Jncob 1 immerman, en J. van Dart M~.. andere Leden moeiten verkozen worden-; waarop door dc vergadering , volgends het Reglement, vier Leden benoemd wiardan, dié zich • dadelyk afzonderden tot het nuaken van eene nomu atie v*n agt Leden , en hier uit een tweede nomi. natie van vier, die de meeste Hemmen hadden, geformeerd zynde', ve'koos de vergadering , by meerderheid van Hemmen, uit de zelve de mede Leden Jacoh Timmennnn, by continujüe , en J. van Swieten. Dit depa-rement, beftaat reeds uit byna vyftig Ledeu. Onder de nuttige werkzaamheden van het zelve behoord dat reeds een goed aantal kinderen, zoo te Bergen op Zoom als te Osjendrecht, van wegens dit Departement, in leezen, fchryven enz. worden onderwezen; waaraan onlaags pryzen van naerstigheid uitgedeeld werden. Men houdt zich thans bezig met het formeeren van een plan om een algemeen Leerlchool voor «le minvt"UiQgen:ie jeugd binnen Be>gen op Zi»m, 00 te recb.te.fj. D ze Mmfchippy wiodt , zoo h'sr als in den Ou iénbosc'h en elders , dagely!-:s in Leden aan,, wier eenige bedoeling is het nut van 't Algemeen.  PRYS-LYST der GRAANEN ÓVc. ROTTERDAM den 10 Maart 1704. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: 22,1b. 32425] Nieuwe dito 22,1b. a 24 25' S-Ar t Bhmwe dito 2o,ih. a 21,1b. 22 Z.Z,aK. Zomer dito 20,ih. a ar,ih. 22 J Witte Brabandfche a Roode dito a Dito Engelfche a U,Hg-\ Wute dito a t Last. Bovelandfche a Poolfche a •> Rogge. Zeeu«-f. enlnland: 17 ih. n i8,ih. fi deZ.Zak VlaHmdjbé er Krab: 140 a 146 ") B'ö e1 11 dfché 138 a 144 Krigelfche « Ouaetiehe 148 a 152 dito Gedroogde 154 a 158 Ze uv, : en Vi: W:Gf ist 104 a U2 dito Zom r 100 a 107 W, ^g Vn; ;che Winter a r'tLast. Engeü'ctie a Oosterfcbe a } dito Gedroogde a Engels Mout a Inlands dito a Spelt a SCHIEDAM den 8 Maart 1794. Moutwyn 8 c< de 30 Virtels zonder Fust. Genever 8,3q. de 2^ Virr zander Fust. Genever 40 en 41 Gl. per Aam .4mJLProef. Üedr.RbggeiSoa iS7®I56a i5?Ggl.'tLast. Pnn.frhM Rnu»p f39' G?i. 't LaSt. MAANDELYKSCHE PRYS-LYST der IN- eh UITLAND 3 CHE EFFECTEN. Inlandsche. Holland 2,in, pCt- öïaöü pCt. Zeeiand 2 ih. pCt. 55 pCr. Friesland 2 pC: 55 a 58 pCt. Utrecht 2.ih. pCt. 73 pCt. Generaliteit 3 pCt. 72 a 82 t>Cï. L;s:- en Veilgeld 2,ih, pCt. 54 a 56 pCt. Z. D. Höogh. 2,1!,. pCt 64 a 68pC'. O, I. C Lot. 1785—1790. 3 pCt. 74 a 82 pCt. Ekgeische BanK-Act. 161,3q. a '60,'h. pCt O. Ind. 20c ib a 3q pCt. Z. Zee pCt. O. Z. Z Ann. Ó7,iq: pCc dito Nieuwe' pCt. 3 pCt. Gec, C6 iq a ib. pCt. riito gerd. 67,ih a K] pCt. 4 pCr. Gtconf 82 5a. a 3q p.Ct. 5 pCt- duo — pC'. Wiste! op n;ft. op 2 ufo. 39 Ü. scHE Amerika 5 pCt. 08 a 99 | Ct. di.o 4 pC\ 89,ih. .1 90,1b. j.Cr diro 4 pCt. met Loteiy. 116 a x 18 pCt dir*o Geconi". Pondf 4,1b; pC' - by Staphorst 84 a £,5 pCt, 'Ajskers ijlt N=got. Haver. Zeeuw: enInhBrouw 22,ib.a 23,1b.*] t!:tó Voer 19 a 20,ih. ; ©£vls. Vries: en Grom Brouw 23 a 26 {pr.Last dito Voer 19 a 20,1 h. J Boekwyf. VI: en Brab: op 156 (§ 34 *] c^vls. Kley dito zonder wigt a J pr.Last Z:enVI:GrauwFrten a ? de dito Groene 19 a 22 ( 7 7 . dito Witte 17 a 19,1b. ^.z-as. Oosterfche dito a ") o£v!s. dito Grauwe a J pr.Last Kromb. Witte Boonen a y\ Walrherfche dito a v. f? de Goefche en Sch: dito 12 14 a 18 < Z.Zak. Bruine dito a J Paarde dito 27,ih. 28,ih. a 29,1b.") ©fvls. Duive dito 30 a 32 J pr.Last Koolzaat. Zeeuws en VI: a 7 ,„,- Brabants a > r » Engels a - j^rLast Moutwyn a 8 rxfvls. de %n vs. BREDA den 11 Maart 1794. Tarwe ƒ 7 : 16. : — tot ƒ 8 : 2 : —. i Rogge ƒ5: ia : — tot ƒ 5 : 13: — Boekweyt ƒ 5 : r : —. tot ƒ 5 : 3 : _ 103 a 104 pCt. dito ide Negor. 9o,3q. a 91,1b. pCt. Kwik en IVenerb. 5 pCt. 95 a 95>3q pCt. dito4,ih pCt. 89 a 96 pCt. dito 4 pCt. 86 a 89 pCr. Spanje 4,1 h. pCt. 91 a 92 pCt. dito 3,ih.pCt. 85 a 86 pCt. Rusland 5 pCt. 94,ih. a 95,1b. pCt. dito 4.1 h. pCt. 93 a 91 pCt dito 4 pCr. 86 a 87 pCt Zweden 5 pCt. 97 a 98 pCr.. d to 4 ib. pCt. 94 a 95 pCr. Dito 4 pCr. 90 a 91 1' . pCt. Denemarken Toli. 4 pCt. 97 98 pCt. dito Holftein 4 pCt 97 a 98 pO. dito Leen- en W s ëib-, 4 pCr. 98,ih. a 99pCt. dito Kroon 4pCt. 94 tb. a 95,ih. pCt. dito Afint. Comp. 5 pCt. 99 a 100 pCt. Polen 5 > Ct. 74 a 92 |,Cï. Saxen ünvciwiff. Steur 3 pC{ 35 a 35 ih. ftv. dito Órdirr. 3 pCt. 36 a 36,1b. ftv. di o KiVmerft. 3 pCt. 35 a 35,ih. Itv. dito | 2 pü. jO a 31 ftv.  TE HUUR Eïiy aangenaams BUITEN PLAATS . gelegen een goed half wjf vsa Breds , by Bave!; nadere informatie by den Drukker dezer Willem van Bergen. OP MAANDAG AVOND is verloren een Brievetas, waar in ;ig hevind een Zisljende vooral de Gas e der Generaliteits 84 i otery, zvnde Nommero 10120. berevers andere papteren van geen waarde , die dezelve gevonden-beeft verzoeke te bezorgen by A. Oukoop, by wien de regte eigenaar bekend is , zal Jaar voor b-l>ond worden. C. VlüWEG, Korst- en Behang zei-Schil Ier, wooriende hy Monfieur B. van de Laar, mr. Ver wc-r cn Verbulder, agter .!e grooie kerk tot Breda; Maakt alle fo uen v0n Antie'ke en Moderne Kamer-B bnngzels , Safinetten. Tuin-G-zigten , $choorfteenitukken &c. Geeft o< k Onderwys in ^de Schilder- en Tekenkonst. %* Onze verpligting om tot nut van 't algemeen te werken, ter inweiüng van het BergenOpzooauche Departement tot r.ut van 't algemeen , voorzien meteen fraai gegraveerde titelplaat, en vaarwel aan het zelve Departéinert. twee Dicntftukken *an den Heffe B. Bosch, zyn g--d-ukt en te bekomen in den Boekwinkel van van Riemsdyk tti van Bronkborst. V HET VIERDE STUK di r nieuwe keuriir uitgevoerde en zeer gcedkoope uitgaaf van alle de werken van JOOST van VONDEL, in groot gvo- op postpapier , is heden van de p "rs gekmun by tl-. Leeuw en Krap te Dordrecht en van Riemsdyk en van Bronkborst te Bergenopzoum, en word alom afgeleverd. Van de voorige irukken zyn nog eenige weinige overig, en met het verv..|g word alle fpoe I gemaakt. V By F. BOHN te Haarlem , wordt likgegeeven, een nieuw Werkje getyteld : Sl'ECTAT RiUI, TOONÈJSi, V. .1 iR DE VADBRLANDSCHB JEUGD. Vercierd met een Vignet, alom è 12 Stuiv. te bekomen. Als mede.: I. De Derde Vermeerderde Druk^van den Vriend der Kinderen, VIII. Deden, met 8 nieuw geinvenieerde Flaaten en 8 Vignetten, keurig op Postpapier gedruk-, n 4 Carconne Balden. •. . , . t 7 . a. _ II. Briefwiïfeling tusfchen de Familie en Bekenden van den Vriend der Kjn- . „ ƒ-,-..' V. CAVE. Eerde Christendom. V"fle l>uk. met 16 Plaaten. . ƒ 2- 10'• — Te BKEDA, By W. van BERGEN, Boekverkoper word uit gegeeven, Beantwoording van de vraag: wat 'er vereischt worde m een volk, o,f h man \ in 'r byzo-Jer om naar diin wille Gons, met verwachting van zegen Uank-' Vast-en Bededag te hou fen ? by \gei'gtnheid van een te houden algemeenen Dank- Visten BededagTdoor J W van OTTING, in leeven Predikant te Breda, Tweede Druk. de Prrs s 4 Stuiv *,* v»k UlEMSDYKen van BRONKHORST te Bergen npZwm.e ; W.van BERGEN te Breda, ^even uir avin van Buuren, of de gewrooke onfcbuld, in twee Boeken. Men moei nimmer iets verzeggen.. En HuwelynsTrouw, of Pr&uwelyke Grootmoedigheid. — Het Tweede Deel zal deeze maand nog uitkernen. Te Breda by W, TA« BERGEN, en te Berg-n op Zoom hy van RIEMSDYK ca van BRONKHORST.  C 7 ) bijeen te houden. Daar door waren zy zo I zwaar geworden, dat,als men iets regt lomp wilde befchryven, men de Pantoffels van kasem noemde. Als deeze Koopman eens op de groote Markt der ftad ging wandelen, Helde men Jncm voor om eentn aanzienêlykèn voorraad van kristal te fcoopen. Hy floeg den koop toe, en zeer gelukkig. Eenige dagen daar na hoorde hy, dat een ongelukkige zalfvericooper alleen nog rozenwater, als zynelaatfte toevlugt, te verkopen bad; hij bediende zig van het ongeluk van deeze man, kogt van kern zyn rozenwater voor de helft der waarde, en was over dezen koop zeer in zyn fchik. Het is de gewoonte der Ooster.fche Kooplieden die eenen gelukkigen handel gedreven hebben, om een vreugdemaal te geven. Maar dit deed onze gierigaard niet. Hy vond het beter, eenmaal ook iets aan zyn lyf te befteeden, derbalv^ging hy in het bad, dat by zedert langen tyd zig niet gegund had. Terwyl hy daarin zyne klederen uittrok, zeide één van zyne vrienden, (dien hy ten minften daar voor hield, want gierigaarts gelyk hy, hebben zelden vrienden:) dat het toch ééns tyd was, om zyne Pantoffels aftedanken, die hem tot eene befpotting van de gantfche ftad maakten en een .paar nieuwe te kopen. „ Daar heo ik al lang op gedagt, antwoordde kasem: maar als ik ze wel befchouw, zo zyn zy toch zo flegt niet, dat zy nog geen dienst zouden kunnen doen. Ondertusfiehen was hy uitgekleed en ging in het bad. Terwyl hy zig baadde, kwam ook de Kadi van Bagdad daar, en om dat kasi-m eer gereed was, dan de Rigter, ging hy 'er het eerst uit. Hy trok zyne klederen aan, maar zogt te vergeefs naar zyne Pantoffels. Daar Hond een ander paar, daar de zyn en geftaan hadden en onze gierigaard was van begrip, dat dit nieuw paar een gefchenk van een vriend was, die hem by het uitkleden die fchoone les over zyne Pantoffels gegeven had. Hy trok ze dan aan en ging met het voornemen om hem te bedanken, als hy hem •zag, vol blydfchap uit het bad. Maar by ongeluk waren het de Pantoffels van den Kadi; en als deze zig gebaad had en zyne Haven te vergeefs na d ezel ven zogten: zo vonden zy niets, dan een flegt paar anderen, die verfchoven warcn„ en die men aanftonds voor de Pantoffels van kasem kende: ylings liep de Deurwaarder hem agter na en bragt hem, als .op den diefflal betrapt, te rug by den Kadi. Deze, over de onbeichaamde Houtheid van den oude gierigaart vertoornd, liet hem op het oogenblik in de gevangenis werpen: en om niet als een dief met openbare fchande geftraft te worden, moest hy naar de Oosterfche wyze rykelyk betaalen. Hy moest meer betaalen, dat: honderd van zyne Pantoffels waardig waren, alleen op dat hy met eene heele huid na huis mogt komen. Zo dra hy te huis kwam, nam hy wraak aan de oorzaak van zyn verlies. Vol kwaadheid wierp hy de Pantoffels in den Tiger, diè onder zyn venfter heen flroomde, op dat zy hem nooit meer in zyn gezigt kwamen; maar het geval wilde anders. Weinige dagen daarna haalden de Visfchers heur net op, dat buitengemeen zwaar was. Zy geloofden reeds eenen fchat te hebben opgekaald en vonden in plaats daar van, de Pantoffels van kasem, die nog daarenboven met hunne B a fpy-  C S > fpytcrs het net zo gefchenrd hadden, dat zy den geheelen dag daar aan ftoppen moeiten. Vol ongenoegen tegen kasem en zyne Pantoffels, wierpen zy die rcgelregt in zyn open venfter; en daar ongelukkig nog juist alle de flesfen, vol fchoon Rozenwater, dat hy gekogt had, in de beste orde voor het venfter gezet ftonden, zo kwamen deze zware yzeren vyanden onder dezelve. Het fchoone kristal brak en het hecrlyk Rozenwater itroomde iangs den grond. Men verbeelde z'g kasem, toen hy in her vertrek kwam en de verwoesting zag. „ Vervloekte Pantoffels, riep by uit, terwyl hy zig den baard uittrok , gy zult my in het vervolrr seeue fehade veroorzaken." Hier op nam hy eene fchup en liep met zyne Pan- tortels in oen tuin. Haastig groet ny ewi gJi in den grond om zyne Pantoffels levend te begraven; wanneer ongelukkig één van zyne buuren, die hem zedert langen tyd geern met iets wilde befchuldigen, juist uit het venfter zag en het haastig graven-van kasem gewaar werd. Zonder vertoeven liep hy na den Stadhouder en melde hem in ftilte, dat kasem in zyncn tuin eenen groten fchat had gevonden. Meer was 'er niet nodig, om de geldzucht van den Stadhouder gaande te maken, en het was vergeefs, dat onze Ryke betuigde, dat hy niets had gevonden, dat hy 'er veel meer ingelegd en zyne Pantoffels begraven had. Te vergeefs groef hy ze 'er weder uit cn liet ze zei ven voor het geregt tot getuigen dienen; het was den Stadhouder om het geld te doen, en kasem moest zig andermaal met eene groote fom losfen. (Hoe het verder met deeze Pantoffels, die kasem zo veel te doen maakten, afgeloopen is, zullen wy onze'Lezers in het volgende Nommer mededeélen.) ANTWOORD op de VRAAGEN in No. ï, r. De mensch is wys, die niet toornig Wordt als by beftraft — zich niet verheft, wanneer hy gepreezen word". Die met zyn ftaat vergenoegd is, en niets wenscht, dat hy niet verkrygen kan.. 2. De geldkist is voor een gierigaart bew de zyn Hemel en zyn Hel. —r De geldkist is zyn Hemel om dat' al zyn vreugd en geluk, zo hy denkt,daar in epgellootca, is — en zy is ook te gelyk zyn hel, om dat hy dag en nacht gepyuigt wordt door de vrees voor het verlies van een penning,, en door de zorg hoe hy zyn fchat best zal vermeerderen. —i—- Is de mensch niet veel gelukkiger, die, te vreden met zyn da=relyks brood, zynen Hemel vindt by l-.ii gerust, vrolyk en vveldaadig hart, zonder door de hel van den gierigaart gepynigt te worden 3. Dan is de mensen grooter clan denmagtigften Alleenheerfcher, wanneer hy over zy-. ne driften heerfchen kan. ,— Niemand, die dit ernstig nadenkt, zal dit tegenfpreeken. VRAAGEN Die in No. 3. zullen beantwoord •worden. 1. Wat is de eerfle voorwaarde van waare vriendfehap ?... 2. Wat is het groot/ie bewys van een misdaadig onverltand ? 3. Wat kan men best vergelyken by een fchoonen boom zonder vruchten? Te Bevren op Zoom bv van RIEMSDYK en van 13 RONK HORST, te Breda by WILLEM van BERGLN, cn n'öm in de voornaamfte Steden en Dorpen, wordt dit Blad, met de Belagen, alle Zaturdagen voor 6 duiten, op gewoon papier, en toö'r 1 Huiver op beter papier, uitgegeeven. De geenen die by het jaar intekenen, kostten deeze Nommers, volgends het uitgegeeven Bericht, op gewoon papier in het jaar ƒ 1-10-: en op beter papier in liet jaar ƒ 2 -: -: voor de 52 Nóramers.  NUTTIG en VERMAAKLYK WEE K B L AD VOOR •BURGERS en LANDLIEDEN. N°. .3. Zaturdag den 22 Maart' 1794. VERVOLG der HISTORIE van het PAAR PANTOFFELS. Vo, • wanhoop ging kaskm van den Stadhouder, met zyne duurePantoffels 5n de hand en wenschte ze -met al zyn hart voor"den duivel. ,, Waarom, zeide hy, zal ik ze nog meer tot fpot in de handen dragen?" en wierp ze niet ver van des Stadhouders Paleis in eene waterleiding. „ Nu cgter zal ik, zeide hy, verder van u niets hooren, nadat gy my zo veel gelds gekost hebt. Vaart voor den. Duivel." Maar de Duivel, die ook hier in het flyk van de waterleiding was, 4worde dit woord en dewyl hy hem nog een paar trekken dagt tc fpelen, zo liet hy de Pantoffels regt in de vcrflykte buis van de waterleiding komen. Dit was alleen nog nodig en - binnen Weinige uuren werd de loop van het water gefluit; het water liep over $ de opzieners van de waterleiding kwamen op de been: de vertrekken van den Stadhouder waren overftroomd cn aan al deeze fchade, aan al dit' ongeluk had niemand fchuld, dari de"Pantoffels van kasem. Tot hun eigen geluk vonden de opzienders van de water* leiding dezelve in den door hun verzuimden flyk en hadden zig daar 'mede genoeg geregtvaaidig'd. De Eigenaar van de Pantoffels werd in hegtenïs genomen, en dewyl dit openlyk eene kwaadaartige wraakneming tegen den Stadhouder fcheen, zo moest hy met eene nog groter geldlbmme, dan de twee vorige waren, boeten. 'Maar zyne Pantoffels gaf hem de Gouverneur zorgvuldig weder. „ Wat zal ik' nu met u doen ? zeide :< a. sem, gy vervloekte Pantoffels! ik heb n aan alle Elementen overgegeven en gy komt gedtiurig met groter verlies tot my weder; één dm'g is 'er thans nog voor my overig: de vlam moet u verteeren." ,, Maar dewyl gy, vervolgde hy, en nam ze in zyne handen, geheel met flyk gevuld en met water.doortrokken zyt, zo moet ik u nog het zonlicht gunnen en u op myn 'C dak  C 10 > dak (*} drogen; want u in myn huis te s brengen, daar zal ik my wel voor wagten." Met deze woorden klom hy op het dak van zyn huis, en lag ze aldaar voor de oogen der zon neder. Maar het ongeluk had nog niet alles tegeivtem uitgeput; ja de laatfte trek, die voor hem bewaard was,, was de ihoodlte van allen. Een hond van zyn buurman werd de Pantoffels gewaar, hy fprong van het dak van zyncn Heer op het dak van kasem, fpeelde met hun en flingerde ze heen en weder. En terwyl hy 'er zo mede fpeelde, —- ongelukkig geval! —- viel-de droevige .Pantoffel eene zwangere vrouw, die juist onder het huis voorby ging, regt op •het hoofd; zy viel neder, en kreeg een miskraam :-haar man bragt zyne klagt voor den Rigter en kasem moest zwaarder boeten, dan by tot h'er toe geboet, had; want zyne. ongelukkige Pantoffel had byna twee menfchën gedood. „ Rigter der geregtigheid, zeide kasem, met eene deftigheid die den Kadi zeiven aan het lachen bragt, alles wil Ik geven en ondeigaan, waar toe gy my veroordeeld hebt; alleen verzoek ik voor my de fcefcherming der geregtigheid zelve tegen de onverzoenelyke vyanden, die de oorzaak van al myn verdriet en ongeluk tot op dit oogenfclik zyn geweest. Het zyn deze jammerhartige Pantoffels. Zy hebben my in armoede, in befpotting, zelfs in levensgevaar gebragt, en wie weet, wat zy nog in hun fchild voeren. Wees regtvaardig ö edele Kadi! en begryp.dat al het ongeluk het geen buiten twyl'el nog cleze werktuigen der kwaade ;■(*) De buizeij-hebben in de meeste landèn vatt het Opsteg geen ^pits jiwar een plat dak, waar ojt men na' aonnjSpQn^ergang ftisfchc lucht fcliept. geesten zullen veroorzaken, niet my maar hun toegerekend moet worden." -— De Rigter kon hem zyn verzoek niet wei. geren: hy hield de ongelukkige verfloorders der openlyke en huizelyke rust by zig, en den ouden kon hy geene andere les geven, dart die hy reeds met groote kosten geleerd had, te weten, dat men zig niet fchielyk genoeg een paar Pantoffels kan kopen, als de ouden niet meer deugen. WAARACHTIG EN MERKWAARDIG VERHAAL DOOR DE HEER SALZ* MAN, VAN EEN MAN DIE LEVENDIG BEGRAVEN WAS. J^ëkcr Soldaat in een Herberg een kan bier zittende te drinken, hoorde hy eene' oude vrouw agter zich zeggen: gedenkt aan my-, dat zal een van allen treffen! —— ik heb dat meer gezien! Zeg maar dat ik geene eerlyke vrouw ben, als 'er binnen het jaar niet iemand uit die familie fterft. Wat vertelt gy daar toch ? vroeg de Soldaat aan de oude vrouw. *m Wel ik fprèek daar, was het antwoord, van dien Linnenwever, die men heden begraven zal, en welke ik gister avond heb afgelegt. En wat is 'er dan met hem gebeurt? Vroeg de Soldaat verder. Wat zou 'er gebeurtzyn, antwoorde de vrouw, dan dat hy onder het afleggen zyn regter oog open deed; en dit beduit dat 'er wel haast weder een Jn die Famillie fterven zal. — Wat henker! dacht de Soldaat by zich zelve* deze man leeft nog! —— Hy vroeg na de naam en het huis van den man — en daar yan onderricht zynde, fnelde hy de  B Y L A G E N N°. 3. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c, &c. Nuttig gelruyk der node Kool. D e roode Koo! word in 't byzonder, bebajven de laxeerende eigenfchap, ook een bloedzuiverende en wondbeelende kragt toegefcbreeven, en dienstig geacht tegen de fchorbut, borst- en Longziektens, kwaade keel, enz. ais men ze wel week geHooft, dikwyls eet, of het zap daar van met honing of zuiker nuttigt. Een blad van de roode Kool op een klier of ontHeekings gezwel gelegt, en zulks alteinets vernieuwt, heeft grooté kragt om het zelve te doen rypen; gèlyk ook wel andere Koolsbladeren , inzonderheid van de roode of bruine boere- Kool doen; en het is aanmerketyk Ü3t de bladen, van allerley roode Kool in deezen veel kragtiger zyn dan de groene, gelyk de ondervinding geleerd heeft. Geneeskundig gebruik van dm Aal, Het vet van den Aal in het oor gedaan, is een middel tegen de Doofheid; men gebruikt het ook tegens de fpeeien, tegens de vlakken van de kinderpokken, en om de hairen te doen groeijen, Zommige Geneesmeesters pryzen de lever van den Aal en tlesfëlfs gal ook in een moeijelyke verlosfing der kraamvrouwen Het vel van den Aal gezouten is een geheim voor den uitval of zinking der baarmoeder : de rook van dit vel in de moeder opgevangen, was het beproefde middel van den Geneesheer Micbaël tegens deze kwaal, Ter verbetering van de Feeteeld. Omtrent 'i bifpringen der Koeyen, Voor Koeyen die voor 't eerde befpron- gen worden, neemd men wel gefpierde Bullen, die niet boven de vier jaar en niet oLder de drie 3 twee en een half jaaren oud zyn; dog niet klein, maar fchoon uif gewasfchen en niet te zwaar zyn; ouder Bullen als van vyf jaar moet men niet meer gebruyken: wil men zelfs een Bul aan fokken, zoo neemd men die Kalven , die van een groote fterke Bul, en van eene deugdzaamen Koe getcogen zyn. Om van Kalveren deugzaame Koeyen te fokken De . Kalveren of Hokkelingen moet men altyd zat en vol op in de Hal of op de werf voeden, om dat Kalveren die men ten eerden in den aanvang, by huis aanfokt; daar na de grootften, gezondfle en nuttigde fialkoeyen worden: men moet de Koeyea niet voor de 2 en een half i z jaaren oud, by de Bul brengen, en men zal nooit de eerile Kalveren aanhouden, Osfen De Osfen die men vet wil mesten om puik te worden, moeten jong gefneeder» zv"n t '£ geene aan de kop en hooiens vry duidelyk te zien is,- en zy moeten nog mager zynde, ruim en los van huid zyn. Om Osfen te mesten geeft mert haar 's 'ogtends en 's avonds telkens 18 pond Aardappelen klein gefneeden en gemengd met wat zeemtlen en hakzel tot llobbering j aan de Koeijen geeft men een derde minder, en aan Kalveren, die men ook Man» gelbladeren geeft, na proportie.  ( io ) Rsmedien der Paarden voor den drses. Neemt gemaale foethout vcor i duiv,, een dito fenegriek meel voor 2 ftuiv. zaam gemengd, waar van men daaglyks drie maaien een groote drie vinger greep onder wat natte femelen het Paard iaat eeten. Dog als het hoofd verdopt is, neemt voor 2 ftuiv. peteroly fopt hier in twee ganle fchaften en fteekt die daaglyks 2 uuren langi in de neusgaten, dit doed lofen. Tuin - bouw. Middel om te weten of een Aarde goed voor een Tuin is. Men ontdekt dat de grond van een Tuin goed is, en iri 't byzonder voor vrugtdragende boomen; voor eerst indien al liet geen die Aarde voortbrengt , het zy van zelve, het zy door toedoen van den Hovenier, zyn volle groei en kragt heeft, ook overvloedig genoeg voorkomt. Ten tweeden , als men 'er een handvol van aan de neus brengt eh bemerkt, dat ze geen kwaade reuk van haar geeft. Ten derden, a's ze ligt om te bewerken, en niet fteenagtig is. Ten vierden, als ze in 't hanteeren wel los is maar niet droog, en ligtgelyk veenland . of ten eenema.il zar.dngtige Aarde. Ten vyfde, als ze met al te vogtig is, gelyk moensfige of rleiagtige Aarde. Wat eindelyk de kleur dezer A.irde aangaat men houd de donker-grauwe voor de beste; hoewel a'ok een zoort van rooda'gtige Aarde zeer gped is. Geheim om buitengewoone kleuren aan. Bloemen te geven. Het voordeel en de liefhebbery hebben verfcheide middelen verzonnen, om Tuinbloemen te fchakeren en gelyk als te borduurenj by voorbeeld, groene geele blauwe Raozen te makej ; ja zelf een nagelbloem twee of driemaal van koloryt, buiten den natourlyken tyd te verand reu. Neemd, by voorbeeld, vette aaide, die in de zon is doorbakken , en pufverizeert ze, besiet ze vervolgens twee of drie -veken Mg met rood, geel of ander geverft water, na da: 'er het zaad van de gemelde bloemen', vertcblllende in kl.ur van het water, waar mede het befproeit is, alvorens is ingeworpen. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. Uit de Nieuwstydingen van deeze dagen he ft men gezien, dat het pragtig koninglyk Slot te Koppenhagen, (de hoofd- en reiidei'tie - ftad var» het K'ningryk Denemar. marken) doot eeae verfchukkelyke brand, in weinig lyds vernield is, men hei-ft de regte oorzaak van dien brand niet kunnen ontdekken, dewyl de vlam op eenmaal op . verfcheide plaatzeu ond. r de vloer uitbrak , men denKt daarom zeer waai fcnynlyk dat dit aangekoomtn is door de menigvuldige iri. eikanderen loopehde kaggefpypen j —hei geheele Slot was fn korten tyd voi rook en damp, waar door men reeKend dat omftréeks 50 perfoonen verdikt zyn, de meeste bedienden, vooniamentlyK die in de hovende verdieping hun verblyf hadden, hebben niets van hunne goederen kunnen redden, zynde het geheele hof met moeite het gevaar ontkomen , zo dat de fchade verbaasd groot is. — De hevige zuid-oosten wind verbreidde de vlam in weinig oogenblikke.), en by zulk eene groote nuenigte vuur was by een gebouw, dat 114 voeren hoog is geweest, en zeer uitgebreid, met brandïpuiten niets uit te voeren, daarenboven ttopte de rook alle toegangen, waar door nog veele menfehen, welke zig te ver waagden, omgekomen zyn, —— De vlam ko- niet fpoedig door het dak dringen, dewyl dit geheel met koper belegd was , zo dat de vlam lang oinnen in het paleis woe. de, eer de fparren verbrand waren, waarop het koper rustte. ftortendè toen alles met een groot geweld In, Nota in onze vorige is verzuimt in te vallen, de- datum der V rgaderi ig mn het Genootfchap tot Nw van 't Algemeen, zynde geweest den 6 Maart 1794.  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM den 17 Maart 1794. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: 23,1b. a 2$ 26") N cuwe dito 23 ih. a 15 26 I (i de Blauwe dito 21,ih. a a?,ih. 23 fZ.Zak. Zomer dito 21,ih. a 22,rh. 23 J Witte Brabandlche . a lU-ode dito a Dito Engelfche a 1 Ggl. Witte diCi» a f'tLast. Bovelandfche a Poolfche a J Rogge. Zeeuwf. enlnlanc?: 27,1b. ai8,ih.f$deZ.Zak Vlaamiche en Biab: i'4.0 a 146 *) Bovelandfche 138 a 144 Engelfche & Oosteifche 146 a 152 dito Gedroogde 354 a 158 Zeeuw: en VI: W: Gerst 104 a 112 dito Zomer 100 a 107 Gg). Vriefche Winter a f'tLasï. Engelfche 3 Oosterfche a di'0 Gedtcogde a Engels Mout a Inlands dito 21,ih. a 25,ih. Spelt 19 a I9,ih. Haver. Zeeuw: en InhBrouw 22,1 h.a 23,1 h,*] elito Voer 19 a 2o,3q. i o£vIs. Vries: en Gron: Brouw 23 a 26 [pr.Last dito Voer 19 a 21 J Boekwyf, VI: en Brab: op 154 f§ 34 *] o£vls. Kley dito zonder wigt a J pr.Last Z: en VI: Grauw Erten a ^ f de dito Groene 19 a 22 \ 7 7 t dito Witte 17 a 20 Ocsterfche dito a *] oOls. dito Grauwe a j pr.Last Kromb. Witte Boonen a "1 Walcherfche dito a t {$ de Goefche en Sch: dito 10 16 a 19 ■ Z.Zak. Bruine dito a J Paarde dito 28,ih. 29,1b. a 30 ~\ c^vls. Duive dito 31 a 32 J p.-.Last Koolzaat. Zeeuws en VI: a 7 , .„ BrM a (ufLast Engels a $P Moutwyn a 7,3q. o?vls. de 30 vs. SCHIEDAM den 15 Maart 1794. Moutwyn 7,3'1-c* de 30 Viriels zonder Fust. Genever 8,ih. o? de 30 Virt zonder Fu>t. Genever 40 en 41 Gl per Aam Amjl.Proef. Gsdr.Roggei5 7 a 158 ©157 a isSGgl.'t Last. BREDA den 18 Maart 1794. Tarwe ƒ7:16; — tot ƒ 7 : 18 : -— Rjgge ƒ 5 : 10 : ■— tot ƒ 5 : 12 : — Boekweyt ƒ 5 : 3 r — tot ƒ 5 : 4 : _ LYST van het afvaartn der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom. _ , , *• morgens h. water. Zondag den 23 Maart Ter Goes, Ter Veer en Zirkzee . ten 8 uuren varen. Maandag den 24 dito — 9 —— — Dings.tag den 25 nito Rotterdam en Middelburg •. , — 10 - Woensdag den 26 dito Ter Veer, Zirkzee en Antwerpen . —- n — — Donderdag den 27 dito Middelburg . 's mo/gens vroeg ten half 1 — —. of des middags ten 12 —- —. vrydag den 28 dito den Hagenaar als 'er een aan is 'smorg. ot 'smidd.—- j —— S^turdag den 29 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes 'smorg, of 's middags — 2 —— —■ De Beuitlieden op Dordrecht en Amflerdam vaaren onbepaald — of als 'er vragr is. NB. Men zal vervolgens altyd agt dagen voor uit deeze bovenftaandc Lyst in dit Weekblad plaatfïn.  ]SJB ®P aanltaïfille Maandag den 24 Maart 1704 , zal men by Cornelis Roggeband, In den Auvergnen. Polder, onder Halsteren, des morgens «m 9 uuren, publkq Verkoopen zes extra fcboofje PAARDEN, vyf MELK-KÜËIJEN en drie VAERSKN; — voorders Wajens , Karren, Ploegen, Bouw en MMkgereedfcbapperi, en verdere Huisraad; mitsgaders eene quantiteir gédersehte Graanen en Hooy, Te BREDA, By IV. van BERGEN, Bot.kverkooper word uit gegee'.-en5 Beantwoording van de vraag; wat 'er vereischt worde in een volk, of iemand in 't byzonder oifl naar den wille Gods, met verwachting van zegen Dank- Vast-en Bededag te houden? by gelegenheid van een te houden algemeenen Dank- Vast en Bededag, door J. W, van OTTI27G leeven Predikant te Breda, Tweede Druk. de Prys is 4 Stuiv. V van R1EMSDYK en van BRONKHORST, te Bergen op Zoojn, geven int en hebben alSn verzonden: DE LIEFDE. (Uit bet Hoogduhscb.) Tweede Deel, a 36 Stuiv. Met dit Deel is dit belangryke Werk compleet; een Werk, dat naast net HÜ'SBOEK van den Eerwaardigen Marti net, aan alle Vaderlandfcbe Huis^eziimen, en byzonder aan aankomende jonge lieden, mag worden aanbevolen. Gepaste üeoordeelaars hebben de grondige Menfchenkennis van den Schryver bewonderd, en zyne lesfen aangemerkt als ten uiterften dienftig ter bevordering van deugd, goafc zeden en buishkt genoegens. J V By WILLEM van BERGEN te Breda, is van de Pers gekomen en alöui Verzonden: I. DE GRAAF KONINGSMARK, Treurfpel, in 5 Bedryven, naa het Hoogduitsch, met een fraaije gegraveerde Titelplaat, a ƒ 1: 12; —. een Tooneelftuk dat met alle regt onder de ichoonfte gewrochten uit het 'vernuftig brein der grootfte geniën gebooren, mag gerangfehikt worden. De Schryver drukt de voetfpocren van den grooten Schiller in zynen Don Carlos; hangt een tafereel op van huwelyken, die uit dwang, eerzugt, belang of andere beweeggronden aangegaan worden, en toont hier uit aan,.de pfelyke gevolgen, die zoortgelykd verëeni^ingen met zich voeren, daar hy daarentegen oy gevolgtrekking overtuigend bewyst, cht de neiging van een edel en onbedorven hart,de beste leidftar is tot een volmaakt ten gelukkig huwelyk. II. DE HARPEN AAR, of de Gelukkige Avond, Blyfpel voor het hart, in één Bedryf, a 4 Stuiv. j\^$ By W. van BERGEN 'te Breda, is uit het Latyn vertaald van de Pers geko. men, en alom verzonden; j, F. van der Mye, twee Veihandelingen over de heerfcheode Voikziektens te Breda, ten tyde der belegering, als mede over de middelen daar tegen gebruikt, i / i; 4: ~, Daar de Geleerde van der Mye in deeze twee Verhandelingen zoodaanige doorgaande Voikziektens, als meestal Ki Legers, belegerde 'Steden en Hospitaalen heerfchen (inzonderheid pest en Jcorbut, met derzelver toevallen en modificatiën ), benevens derzelver oorzaalten , en de gemakke'.ykfte middelen daar tegen, allernaauwkeurigst befchryft; vertrouwt de Uitgeever, dat eene Vertaaling van dit allernuttigst Werk, zynen Landgenooten, en vooral hufli die op de Geneeskunde eenigzints betrekking hebben , niet dan ten uiterften aangenaam zyn kso, weshalven hy ook aeene breedvoerigere aanbeveeling van dit, by de Geleerden alleszints bekend en geacht Werk, -alhier noodig keurt. II. De MISNOEGDE SCHILDER, of de Reis naar J taliën, Toneelfoel, in twee Bedryven. a 5 en één halve Stuiv.' *■* va» RlEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen op Zoom, ge* ven uit en hebben alom verzonden: ALLE DE WERKEN VAN JOOST PAN VONDEL, Tweede, Derde en Vierde Deel. ~i Deeze Deelen ten vervolge van de nieuwe Uitgave der Werken van den Vader der Nederlandfche Dichtkunde {"bevatten; -Lierdichten, Afbeeldingen, Bruiloftsdichten, Lykdichten, Grafschriften, Geboortedichten, Dankdichten, Brieven, Klachten, Hekeldichten, Lofdichten, Opdrachten en Byfcbriften. De volgesde Deelen zullen ten fpoedigften uitgegeeven worden. Te Bttdn by W, van BERGEN, en te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en vam BRONKHORST.  de deur uit, wanneer hy juist de VeldChirurgyn van het Regiment ontmoette. Deze ging met de Soldaat naar de Herberg te rug; en toen de oude vrouw1 haar woord itaande hield, drukte hy haar cenig kleirj geld in-de hand en verzogt haar hem naar het huis van den Burgemeester te willen volgen. Hier verhaalde de Regiments-Chirurgyn het geval — beriep zich op de oude vrouw, en bad den Burgemeester, dat hy order zou Rellen om dezen man niet te begraven, tot men eerst verzekering had dat hy waarlyk dood was.- De Burgemeester zond dadelyk zyn bediende naar het Sterfhuis, maar het was te laat —*- de man was reeds begraven. Ondertusfchen was de Rads Docter ook geroepen. Deze oordeelde dat de Linnen Wever weder moest worden opgegraven, zo als ook gefchiedde. De doodgraver moest het graf openen , en de kist werdt weder naar het Sterfhuis gebragt. Hier was nu eet) jammerlyk gefchrei en gekerm. De vrouw en kinderen riepen: ach myn lieve man! ach myn lieve vader!'De Doéter zogt deze gerust te ftellen, en de Linnenwever werdt in een bed gebragt, alwaar men alles'-aanwende om te ontdekken of'er ook nog eenig leven te belpeuren was.— Onder anderen nam de Chirurgyn eer. dons veder, hielt ze den Linnenwever onder de neus, en :de veder beweegde een weinig. >Nu decden zy nog eenige proeven om de man .weder by te brengen Zy wreven hem ook de'.'voetzooien met een borstel; met een beweegde .hy.'zyne lippen, zyn hart begon te flaa'rf,- en'zyn adem uiten in te gaan. Eindelyk deed hy zyne oogen open, zag eenige oogenbükken fn de kamer rond, en vroegtoen: waar ben ik ? —**» De Dööer tiad de vrouw en kinderen uit dé kamer laaten gaari, om dat zy door al te groote vreugde de man niet te zeër zouden doen fchrikken. Nu ging hy by hen, en kwam eerst met de vrouw alleen te rug. Deze viel haaren herleefden man fchreijendo om den hals en zei: och myn lieve man, gy hebt zeer lang flaauw geweest! -—— Nu kwamen ook de kinderen binnen, en dezer» wisten zich van vreugde niet te maatigen. De man herftelde verder gelukkig. De Soldaat, aan w'ien hy zyn leven verfchuldigt Was, werdt van den dienst gekogt; en trouWüc de Dochter, van den Linnenwever. Men heeft geen zeker kenteken, dat een mensch waarlyk geöorven is, dan de verrotting ; en wanneer :een mensch begraven wordt, eer de kentekens van verrotting daar zyn, zo is 'eraltyd gevaar dat hy' in 't graf weder kan ontwaaketi Ik geldof, Zei da Doöer by die gelegenheid, dat 'er altyd een van, de dertig menfehen levendig begraven wordt, en dit kan niet anders, zo lang de gemeente geen Doodenhuts laat bouwen, waar in de lyken zo lang geplaatst worden» tot zich de verrotting ontdekt.' . In deeze tyden daar men veel hoorden fpreekti van landen en plaatzen, die aan verfcheiden menfehen weinig of niet beker.d zyn zaWiet veelen onzer Leezers niet onaange» naam weezen, dat wy '» elk onzer Blaad-' » jens, eene korte befchryving van het een of ander gewest, mededcclen Wy beginnen daarom het eerfte met fraïjïckyk, - dat thands zo veelbClangTyksoplceveïd" . ' w  C ™ ) wy volgen in deeze befchryvingen de nieuwfte waarnecmingen die voorhanden zyn. Frankryk behoord buiten twyfel on-j der de grootlle en volkrykHe landen van Europa, door genoegzaame vloeden en rivieren bewaterd, meerendeels geleegen onder eene gemaatigde en aangenuamcluchtfireek, zynde- het zelve in de meeste oorden uitermate vruchtbaar in veellerlei foorten van voortbrengsels, voornamentlyk in koorn, goeden wyn en beste olyvenoly; het bevat eene zeer groote uiigeftrektheid lands,waar in, na de nieuwfte bereekeningen, omtrend 25 milioenen menfehen leeven. De landinagt befiond, onder de laatfte Koianglyke regeering, uit omftrecks driemaal honderd duizend man en 60 a 70 fchepen van linie, behalven dc kieinderc.;-—. thands is hiei: geene- vaste- rekening op.te maaken, dev,yi men deeze magtèn na tydsomftandighéden geduurig vermeerderd enook iedcrBurger \ oor zyn Vaderland de wapenen draagt. .>— De Ar iilcryjfax Franfchen is altyd boven alle anderen zeer beroemd geweest; — veele kuudigc man nbn hebben daar in, als mede in de Vesting bouw-kunde, uitgeblonken, waar van een aantal vportreHclyk verfterkte Grensficcen dc bewyzen opleveren,- — behalven datctit groote Land door de natuur zelve aan alle kanten rondsom verfterkt is, door zeeën, door voornaame rivieren cn door ontoegang iykë en met altydduurende fneeuw bedek te bergen; als 'ten Westen cn ten Noord westen door de groote Noord-zee, ten Zuid-oosten door de Middelandfche Zee'; ten Noord-oosten grenst het zelve aan de .Nederlanden en Duhschland, waar van betten Oosten door den Rhyn, die langs oen Elf as naar ons Vaderland ltroomd, g'efchciden wordt; — de rivier de Jura en de. R.hone fcheiden Frankryk van Zv/uzer■ land en Savoyen; terwyl de rivier de Var-, , benevens de vervaarlyke 'Atlphifche'geberg' rei», dc fcli£idsmuuren in het'Oosten langs /taliën maaken. Eindelyk in het Zuidwesten de Pyreneën, al mede een hemelhoog gebergte tusfeheri Spanjen en Frankryk, die aldaar een zwaaren bergkeeten van de Middelandfche Zee tot aan fa Noord zee formeeren. De voornaamfte rivieren, geheel of ten deelen door en langs Frankryk ,ftroomende, zyn de Garonne, de Lolre, de Seine, (die door Parys ftroomt) de Rhone, de Rhyn, de Maas en de Schelde, behalven nog vceie kleinere riviertjens. De Floofdftad was altyd het beroemde Parys (wy zyn voorneemens in het vervolg ónze - Leezers- eene kleine -befchryving van deeze magt'ge ftad mede te doelen). Tegcnwüoï tig is dcFranjche Republiek verdeeld in 85 Departementen ; waar van nieu \v e kaar' tën vervaardigd zyn , men kan met cenopflag- ' van het oog in dezelve ailes nader nazien. Ofilchoon de Hoofd - Gous Jicnst de Roomfche in dat land geweest is, zo hebben 'er zig altyd eene groote mecnigte Proteftanren bevonden , die men !er in voorige tyden., fomtyds heevig vervolgde; doch zedert het jaar 1788 hebben %y meerder viyheid van Godsdienstoeffen'ng verkreegen ; en thands laat men er een iedere gezindheid volkomen vry, om God op die. wyze ; te dienen, zo als elk meent best te zyn. (By gebrek van plaats zullen wy de Vraagen, in No. 2. opgegeeven, in het volgende Nommer beantwoorden.) Te Bergen op Zoom by van RIEM.SDYK cn van BRONKHORST, te Breda by -WJLLEiVl van BERGEN, en alöm in de voornaamfte Steden en Dorpen, wordt tilt Blad, met de Bylsge.n, alle Zaturdagen voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor 1 Huiver op beter papier, uitgegeeven. De geenen die by het jaar intekenen, kostten- deeze Nommcrs, volgends het uitgegeeven Bericht, \ op gewoon papier i» het jaar f 1 -10-: cn op beter papier in het jaar ; ƒ2-;-: voor dc 52 Nommcrs.  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN, Ni. 4. Zaturdag den 2.9 Maart 1794.' TOT WELKE VERSCHRTKKELYKE WANBEDRYVEN HET BYGELOOF DEN MENSCH VERVOERENKAN,LEERT ONS DE VOLGENDE ONLANGS VOORGEVALLENE DUITSCHE GESCHIEDENIS. t ^JOHAN CHRISTIAN LUAJNITZ, geboortig van zekere plaats in Duhschland, hield zich in zyne jeugd reeds met verfcheidene Hechte zaaken bezig; fchoonhyhierover menigmaal van zynen Meester geftraft was, kon hy 'er zich niet van onthouden; — hoe ouder hij werdt, hoe Hechter Hreeken hy beging. Hy raakte ten laatften in het Hanoverfche wegens rovery, in handen van het Gerecht, en werdt voor eenige jaaren tot den kruiwagen in Hameln veroordeeld Toen hy weder los kwam, begaf hy zich na zype geboorteplaats en leverde daar al aanftonds een Landskind in de handen der Pruijïfche Wervers. ■ Dit kwam aan den dag door eene Waardin van de plaats, waar over hy met twee jaaren gevangenis m het Tugthuis gefiraft wierd. Hier uit we- der ontHagen zynde en eenige tyd in zyne geboorteplaats doorgebragt hebbende, verkreeg hy ten laatHen van de Regeering een pas om na zynen Broeder in Sileziën te reizen. Er waren naauwlyks agt dagen verhopen, toen men de bovengemelde Waardin, die als Weduwe alleen woonde, in haare eige kelder vermoord vond. — Dewyl nu lumnitz zich meermaalen tegens eenige perzoonen had uitgelaaten, dat hy de Waardin het bovengemelde betaald zoude zetten5 en nadien een der nabuuren itjmnitz drie dagen voor de begaane moord, in den donkeren avondflond, daar omHreeks op de» weg had zien omdwaalen; 20 viel natuurlyk het eerfte vermoeden op hem. Men zond daarom aanHonds brieven naar Stlefiën, die 'er eerder waren dan hy, Zyn broeder kreeg dus reeds éénen dag te vooren bevel van de Regeering, om van de aankomst van LUMNiTZ ken«i$ te geeven j ook paste ' ® men  men zorgvuldig op hem. Zo doende geraakte liy tegen zyn vermoeden aldaar in hegtenis, en werdt naar zyne geboorteplaats overgevoerd. — Hy bragt ten minften een jaar in fterke boeijen door, eer zyn doodvonnis kon uitgeïproken worden, —■ In i de voorbereiding tor/den dood toonde de Moordenaar veel beleezenheid in den Bybel; hy zogt in den beginnen zyne booze daad met die,van caïn en mosis te verontfchuldigen, ten minde ®m 'er uit te bewyzen, dat de doodftraf te hard voor zulkeene misdaad was. Men bragt hem daar op onder het oog : „ dat -,»» hy, om, zich van alle verdenking vry te t, maaken, voor dat de daad gefchiede, a, eerst in fchyn naar Leipzig gereisd was, zich daar na in ftiite weder te rugbegee-s, vende, houdende zich twee dagen op in 2, een. ledig huis, zonder fpyze te gebruip, ken j zynde dus . met een. volkoomen 9, overleg en ongedwongen hier in te werk o, gegaan. —— Op den derden dag, des s, avonds, als het reeds donker was, had hy 9, aan liet huis geklopt, en met eene veranö, derde ftem bier enbrandewyngeè'iscbt; — „ als nu de Waardin open maakte, en na de „kelder ging om te tappen, bad by haar met 9, een knuppel, die hy zo lang verborgen „, hield, op haar hoofd geflagen, zo .dat zy .„ van de trappen in de kelder neder ftorte, „, wanneer hy haar nog met eenpiftoolinden „, nek fchoot, fnydende haar eindelyk, met s, een opzettelyk daar toe gekogt mes s den a, hals af." Als hem deeze onmenfchclyke gruweldaad wierd voorgehouden, befchouwde hy dit als :zyn noodlot; en in de laatfte oogenblikken, verklaarde hy aan den Geestelyken: „ dat >v hy wel had kunnen omkoomen, doei dat „ dit noodlot bepaald voor hem dus belVemd< ,, was, en dat hy onder Scherprechters „ handen fterven moest; dit alleen had hem „ bewoogen, om niet te ontvlugten." —~ De Geestelyke verwonderde zich zeer, hoe hy, in zulke fterke boeijen geflooten, Zou. hebben kunnen los- koomen ? — Waar op . lumnitz hem verzegt den. Amptman te laaten. haaien,, Hy liet zich in beider tegenwoordigheid de boeijen aandoen, nam daar op een by zich verborgen krommen nagel, en opende daar, mede het eene flot na het andere, zo dat hy.fpoedig geheel vry voor hun.ftond. —»n Hy verzekerde ook, dat hy deeze boeijen niet langer dan agt dagen gedragen had en ze daar na alle nagten afleide. De Amptman verfchrikte , en vroeg: „ hoehy dan de yzeren deuren zoude hebben „ kunnen openen?'-' Lumnitz zeide hem: dat hy zonder veel moeite door het lugtgat had kunnen ontkoomen; want hy verzekerde : dat de Wachten menigmaal by de Gerechtsdienaars hadden liggen flaapen. Wanneer deeze Heeren hunne verwondering. hier . over , betuigden , antwoorde hy: ik moest, toch eens myn leven aan de galg ein~ digen; en verhaalde daar op, (als hy van den i Geestelyken gevraagd werd , welke gronden hy tot dit zeggen had,} de volgen-, de gefchiedenis: : „ Toen ,ik tsHameln 'm den kruiwagen. „ moest gaan, zei eens een Soldaat die „ de wagt had tegens myt lumnitz gy a, hebt een affchuwelyk gezigt, laat my „ eens in uwe hand zien, ik heb geftudeert» „ ik zal uw aanftonds zeggen welk een dood' » gy fterven zult. — Ik toonde hem myne „ hand: gy koomt aan de galg, zeide hy, si gy hum daar zektr fiaat op maaken;— wagt C *4 )  B Y L \ G E N BEVATTE NDt DE Huishoudkunde, Akkeib0uw, Tuinbouw, Veeteeld, ^c. &c. Middel om [bet Brood een maand lang te : doen goed bhvtn. llWeemt pompoenen, en koekt die zoo lang, tot dat het water ilymig is. Kneed met dit gekookt water uw meel > en maakt j 'er brood van, gy zult bevinden, dat het uitnemend goed is, een vierde meer uitlevert, en een maand langer goed blyfe, als ander brood. Beproefd Middel voor 7Jeken, die door langduwige bedlegering , wonden bekomen , _ weike veelal tot bederf overgaan. Men neemt het wit van een raauw Er, dat men klopt zoo dun als water; dit gedaan zynde. doet men daar in drie lepels brandewyn, en een lepel regenwater, met eikanderen geklopt tot een zalf, waar mede men de wond beftrykt met een veder van een pen, twee of driemaal daags, zoo dra men maar eenige roodheid aan bet Üuitbeen, lenden of deyen gewaar wordt. Dit middel is van een zeer heilzaauie uitwerking bevonden, ja zelfs by lieden wier deyen reeds door bederf aangedaan waren. i Overbeerlyk Tandpoeder Verbrand het hsut'van Beuken boomen ■tot asfche , zift die door een dit;: neteldoeks lapje, en het zal de beste Tandpoeder zyn die men kan uitdenken : maakende de Tanden yvoor wit en bewaaren dezelve voor alle verderf:' deeze poedéï'kan men door middel van een fyn nat gemaft borsteltje gebruiken. Iets omtrent de 2 rik-Osfen. Het voordeel van dezelve is veelerlei: *ri.DeOsfen kosten by Inkoop minder als Paarden. — 2. Men kan ze betei tnop en met geringer kost voederen als de Paarden, — S. Hun tuigwerk kost zoo veel niet als dat van de Paarden. — 4. De mest is op het zand beter als Paardemest — 5. Worden zy te oud, kan men ze vet maaken en duur verkopen, 't geen met de Paarden geen plaats vind: De Os is aan zoo veel ziek- tens niet onderworpen dan het Paard. . De Trek - Osfen moeten bthoorlyk gevoerd worden, dog maar alleen om in kragten te blyven, maar niet om vet te worden - geeft men hun koorn , moet het eerst gemaalen wórden, want zy kunnen dat niet kort kaauwen, zoo als de Paarden, en dan gaat het af zonder nut te doen. Remedien voor bet Rundvee. Foor een Koe die een wind in de tyftnoe* der, of in de lendenen beeft. Dit gebrek ontftaat gemeenlyk kort na het kalven, hoewel 't ook op and'ré tyden kan .plaats hebben , dog. in de eerfte plaats is ze het allergevaarlykst. — Voor eerst zal men de Koe feer warm houden , en de mest afhaalen, ook in de ooren en in de tong aderlaaten. •—— Men zal ze ook de klauwen wat affnyden, en op de lendenen leggen natte leem! imet azyn en terpentyn doorkneed ; — ook bereid hun de volgende drank : neemt fyn geftoofen faifraan, boomies bakelaar , wit' vuurkruij, en terfl.) pen-  ( ) pentyn van elks voor 4 duivers, en eer ^dikke prey zeer kleyn gefaeden, dit a£* famen in een pint melk gekookt, da"door een doek gegoten, roerd 'er dan ft twee fyn geklopte eyerdnorens, '15 w 'f het beest met een booten in. Om een Koe die men e*<»ï*»wU»M. doe» opdroof.'*1' Neemt een half po«t roode bolus « twee vingerhoeden OT^,,*^.' om zoo veel zwarte zeep als &e""c£eest in groene zeep v<*"nen§d' r«in Gemakkelyke bandelwys om de Zanden, wanneer zy gezaaid zyn, voor bet ongedierte te bewaren, medegedeeld door den Heere Henry Brouwn (Overgenomenuitde Vad.Bibliotb. 6 DeelNo. ».) Geduurende de drie laatfte jaaren, zegt deeze heer, heb ik my van een zier eenvoudig middel bediend, om de zaaden >n de aarde geworpen, tegen het «"ged.e'te te bewaaren. In al dien tyd heb k ook ceen een zaad door hetzelve veriooren. Set middel beftaat enkel hier in dat men de graant of zaaden, eer zy gezaaid worden drie of vier uuren te vooren of zo ang als genoegzaam is, om de fch I of bolder der graanen door te dringen, in een fterk JftrekSl van de lever van zwavel laaten weeken. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. Van Cairo, die groote hoofddad van Favpten (a), fchryft men In de nieuwsgieren, dat' aldaar den 1 November W leie felle hongersnood heerschtte. Nimmer (zegt de fehryver) yeroonde zich droeviger fchouwrpel voor de menscbhe.d dan' geen deze laudltreeker», weleer de voorraadfchunren van Europa, "P^'f e" een afeysfelyke hongersnood beerscbt tot 5k etn trap, dat de meest vermogende ,fs het ysf/lyks. gebrek ondergaan en eene meenigte inwooners van hor gei om hpr leven zvn gekoomen: vulgenos as naauwkemigde berekeningen zyn meer dan vyfmtl honderd duizend menfcher, door die plaag weggefleept, bykans alle? Dorpen in EevPten zyn verlaaten , en de lam.en onbebouwd gebleeven: de: dierentot d« landbouw nodig, vergaan door gebrek. aan voedzel: de Steden leveren gee "jg droevige voorweroeo op; in de hooMttaa ! ive befpeurt men eene omzettende vermindering van imtezeetenenj deze onheilen roept men de ba'°haJ"f: i,0iH wan den Nvl om bydand aan (.0;, maar a s ook deeze rivier, welke ons baare waTeren fchynt Onttrokken te heoben dooi overdroomingen onze landen al «W» maakt-, waar zouden dan nog de handen gevonden worden om die te bebouwen, eri Zin de on» aangebragte vrugtbaarheid voordeel te trekken? BiUyk zoude men verwagen dat onze bittere toedand hun die het Lettier in handen hebben «ou-.-e treffen; maar onze overheden, niets anders be. oeS dan hun eigen belang, en doof voor de rechtmaatige klagten der rampzalige onderdanen, weigeren zelfs het ger.ngde deel hunner monopoliën te laaten vaaren. (a> Egypten, gelegen in Africa, behoord thans aan den Turk , en word door eenen Bacha Leaeerd, die weer verfebeiden Beys of Luifenants onder zig beeft, bet is zeer groot, tb) Het is algemeen bekend, dat deeze r»vier aarlyks bet gantff land aan desz;elg oevrs geleegen, overftroo.nt, laaiende vee Zachte flib en modder na , die bet land aldaar zeer vrugtbaar maakt, bet febynt volgens denbTeffcbryver, dat deeze rivier thans zyne Tuglbare wieren weigerd, bet geen nooizakelïkde etende nog moet vermeerderen , bebalveTbet gebrek aai volk dat de landen aanftonds \ lol moften bearbeiden, als het wate, van. den 1 Nyl, na de jaauykjebe overflroomtng, iaeder j binnen zyne oevers terug keerd. pryS-  i n j PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM den 24 Maart 1794. Haver. Zeeuw: en InhBrouw 22,1 h.a 23,1 h,*] dito Voer 19 a 2o,ih. , o^vls. 1 Vries: en Gron: Brouw 23 a 26 f pr.Last dito Voer 19 a 21 J . Boekwyr. VI: en Brab:op iS4 © 36 *J o^vls. Kley dito zónder v.igt a J pr.Last Z:en VI: Grauw Erten a 1 dito Groene 19 a 22 (7 7 b dito Witte 18 a 21 jj /"^aK' Oosterfche dito a ") c<'v!s. dito Grauwe a j pr.Last Ktomb. Witte Boouen a n WalrheifchP dito a 1 de Goefcbe en Sch: Mtn „ ,6 a 22 ! Z.Zak, Bruine dito a J Paarde dito 28,ih. 29,ih. a 30 n -^yfc, Duive dito 31 a 32 'j ^La'st Koolzaat. Zeeuws en VI: a ~) ^vls. Brabams a (pr.Last Engels a Jr Moutwyn a 8 oCvls. de 30 vs. Tarv.-. Oude Zeeuw: en VI: 23 a 25 26 1 Nieuwe dito 23 a *5 26 L„» 'ie. Blauwe dito 21,ih. a 2?,ih. 23 . Z.Z-aK. Zomer dito 21,1b. a aa.ih. 23 J Witte Brabandfcbe a ' Roode dito a Dito Engelfche a W, ,g Witte dito a f 1 Last. Bovelandfche a Poolfche a J Rogge. Zeeuwf. enlnland: I7,ih. a i8,ih. 6 de Z.Zak Vhiamfche en Brab: 140 a 146 *) Bovelandfche 138 a 144 Engelfche a Oosterfche 146 a 152 dito Gedroogde 154 a 15R Zeeuw: en \U:W: Gerst 104 a 112 dito Zomer 100 a 107 l ^§ ■ Vriefche Winter a f 'c Last- Engelfche a Oosterfche a dito Gedroogde a Engels Mout a Inlands dito 21 a 25 Spelt 19 a I9,ih. J SCHIEDAM den 22 Maart 1794Moutwyn 5 de.3oVirtels zonder Fua. Genever 8,3q. c£ de 30 Virt zander Fu>t. Genever 40 en 41 Gl. per Aam Amjl.Proef. Gedr.Rogge 15 7 a 158 Êg 15 7 a 158Ggl.'t Last. BREDA den 25 Maart 1794. Tarwe ƒ7:16: — tot ƒ 7 : 18 : ■— Rogge ƒ5: 10 :«tot ƒ 5 : 12 : — Boekweyt ƒ5: 3 : —• tot f 5 : 4 : —. LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. vaaten af. 's morg, h. wat. Zondag den 30 Maart Ter Goes en Ter Veere . 's midd. ten'1 uur. 3 uur. 5 min. Maandag den 31 dito Ter Gouw en Zirkzee . . 's morg. 2 3 54 — Diugsdag dén 1 April Rotterdam en Middelburg » . . half 3 — 4 47 Woensdag den 2 dito Ter Veer, Zirkzee en Antwerpen . half 4 5 41 — Donderdag den 3 dito Middelburg half 5 6 38 — Vrydag den 4 dito den Haagfche Beurtman als 'er een aan is . 5 7 34 — Sntuutag den 5 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes . 6 8 3r Zondag de»i 6 dito Ter Goes en Ter Veere . . . . 7 9 28 Maandag den 7 dito Zirkzee 8 —- 10 22 —— Dingsdag den 8 dito Ruiterdam en Middelburg . . . 9 u 10 — Woensdag den 9 dito Ter Veere, Zirkzee en Antwerpen . . 10 n 58 — Donderdag den 10 dito Middelburg .... . 11 12 —. Vrynag den 11 dito den Haag als hy aan is . . , • • 112 "~— 0 59-— Saturdag den 12 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes . " 1 1 41—* De Beurtlieden op Dordrecht eu Amjïerdam vaate/i onbepaald of als 'er vragt is.  Iemand in de Provintie va» Holland, Urrecht of Gelderland, Baronny Breda, Marqui*faat van Bergen pp Zoom., of Myeiy 's Bosch, genegen zynde. een Scnout of liefst een Secretaris Ampt, of wel bei ie, tegens eene jairlvkfche recognitie af te Haan, kan zig ter nadre informatie adresfeeren by W. van BERGEN, Boekhandelaar tot Breda. Men verzoekt de Brieven franco. * ,U1Ï DE HAND TE KOOP een koppel extra fchoone ligte bruine CHAISPAARDEN, zynde Merriën, wordende de eene in May 1794 vyf Jaaren, en de andere zes Jaaren, beide zyn afkomftig uit de Paardefokkery yan Zyn Hoogheid den Heere Prince van ürange, in het Nasfaulche, en van Arabifehe Hrrigilen geteeld; — ook hebben dezelve reeis zedert een half jaar voor de Cruis gtioopen. Iemand daar toe genegenheid hebbende, kan zig nader adresfeeren by Monfieur' Scboutens, Castelein in het Wapen van Zeeland, te Tholen. IE HUUR Een aangen.iame BUITEN PLAATS , gelegen een goed halt uur van Breda, by Bai'e! ; nadere informatie by den Drukker dezer Willem van Bergen. -NjR van RIEMSDYK en van BRONKHORST, Boekhandelaaren te Bergen op Zoom, •V geeven uit, en hebben alom verzonden: I, De Troost der Zalige OnfterflyMieid, by het affterven van den Wel Edelen Groot Achtbaren Heer °- m O E N S , Oud -Directeur van Neêrlandscb Indien. Door PETRONEU.L 1 alOENS. In gr. 8vo. a 4 Stuiv. II Verhan',-f,nS over °e oogfchynlyke wanorde, in fommige Natuurlyke VerfchynDoor Mr. FRANCO IS BR EEK PO T, Oud-tenfionaris en Secretaris der Stad Zirkzee, gr isvo. a 10 Stuiv. III. Nuttig en Vermaakiyk School, tot Onderwys van Kinderen, in Steden en ten platten Lande. Tweede en Derde Stukjen, ieder a'6 Stuiv. Deze twee Stuk- jens Cevatten de Natuurlyke Hiflorie van de meest bekende Diaren, belanglyke Verbaalen en korte Vertellingen, alles naar de vatbaarheid van aankomende Kinderen ingericht , en op eene zeer aangenaame en onderhoud, nde wys voorgefteld. Het • Vierde en laatfte Stukjen, zal eerstdaags uitgegeeven word etc IV. Aanleidend onderrigt in de voornaamfte Waarheden en Pügten van den Güds• dienst, meest tot eigen gebruik opgefleld ; door PETRUS JANSSEN, Predikant te Bergen op Zoom; kli 8vo. a 3 Stuiv. V' By WILLEM van BERGEN, Boekdrukker en Boekhandelaart» Breda, en meest a'le de Boekhandelaaren, is voor 11 Stuiv. te bekomen: Leeven en Denkwijze var. Lodewyk XVI. gewezen Koning der Franfcben, onpartydïg gefebetst. De Schryver deezer Brochure hïngt een beknopt en egt Tafreel op van aTje de gebeurtenisfen, die voor het bewonderend oog van geheel Europa zedert eenig? jaaren binnen het Franfche Grondgebied plaats gehad hebben. Voor v¥elc'» "e ^e zamenhang dier gebeimenisfen zich niet kunnen .herinneren, zal dit Stukje allernoodza'akelykst en [effens aangenaam zyn.' %* ven Riemsdyk en van Rnnkbo'st, te llergen op Zoom , geven uit en hebben alom verzonden: Liederen voor 'c Vaderland. Door P. Moens en B. Bosch, op bes: Postpapier, in een blaauw cartonne band, a 36 Stuiv. met een gegraveerdea TyteJ. —— Dézen Bundel bevat 52 Liee.eren , op verfchillende onderwerpen, die gefteld zyn op de 'meest bekende Zangwyzen. V * van Riemsdy'; en van Bronkborst te Bergen op Zoom. geven uit, en hebben alom * verzonden: Gefprekkin over de Beftemming vap den .Mensch , ten nutte van het Algemeen, doch byzonder voor de Jeugd. Door Z? liascb. a 4 Stuiv. Dit Stukjen bevat vyfGefprekken tusfehen Va'der en Zoon; en deze worden gevolgd door drie Liederen, De fchry ver'heeft dit gewigtig onderwerp, tot beryking van zyn oogtrurk, zo kort, klaar en aangenaam behandeld, dat die Boekjen, raet veel nut, dpor de Jeugd kan gebruikt worden. Te Brede, by W. Van BERGEN, en te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK ea vAth BRONKhORST.  „ vwpt u om Soldaat te worden! —■ want „.ah gy daar onder raakt, zo wordt gy „ nog vroeger als anders gehangen " .Deeze voorzegging, die hy, omdatby bygeloovig. was, vast' geloofde;. merkte hy- als de oorzaak. aan,. waarom hy niet had-willen ontvlugten, zo als zy dan ook. de-oorzaak van zyne, na die tyd bedreevene, euveldaa den geweest was; dewyl de gedagte, hy moest toch hangen, al wilde hy zich beteren, zyn gemoed geheel in .vertwyfeling. ge bragt had. . •Des dingsdags voor Pinxteren', in hét jaar 1788, werdt hem het hoofd afgeflagen Q*j 1 oen ieder verwonderde zich ovet de ongewoone ftandvastigheid ,en uiterlyke febynbaare gerustheid , die ■ hy-in deeze oogcnblikken beloonde ; dewyl hem niet,; zo als gewoonelyk op Gerechtsplaat fen gefchied, een doek voor de oogen gebonden wïerdt, en dewyl de Scherprechter het ontbloote zwaard niet eens verborgen-hield; maar hier meede, het in zyne hand houdende, voor hem Rond, tot dat men hem den rok uittrok en knielen deed. Alle deeze toebereidzelen zag hy onverfchrokken aan. — Zyn lichaam -wierd op het rad gelegd; alwaar de>overblyfzels' van deezen ongehikkigen nog lange -tot een les ftrèkten ? „ Dat het treffende zwaard ,,;der goreohtiglieid , minder mpnfrhenbloed „.te vergieten zal hebben, hoe ernstiger werk „ men maakt, om hctaankoomendegeflacht in „ de fcheolen en het algemeen in de open, „.baare plaatzenj.de vooroordeélen van het „ bygeloof.in derzelven waaredaglicht voor#, teftellen, ten emde de onbefchaafdheid der (*) De Voorzegging van den Soldaat, dat lbmk1tz gehangen zou worden, en die voorn»Taentlyk tot lyn ongeluk medegewerkt had, giug dus ook hier gelief maak». „ Zeden uittcroejen. — Mogiön zulke „ treurige voorbeelden, alle die daar toe „ kunnen medewerken, overtuigen, dat 'er ,, nog groote verbeteringen by het algemeen ,, te maaken zyn, eer de verlichting,dat ge= „ fchenk des hemels,haaren zèegen over het' ,, geheele menschdom-verfpreiden kan. - KORTE BESCHRYVING VAN PARYS, < DE OUDE' HOOFDSTAD' VA-N ■ FRANKRYK. - Parys legt in eene breede en effe vlakteaan de rivier de Seine.: ZyJs eéhe^vérbazende pragtige en groote Rad,-men rekent den goheelen omtrek van dezelve op 5 uuren ' gaans. Hét getai ^huizen wordt opgegce- 1 ven meer dan dertigduizenu ü ^ei0Qpén; die meestal van vier tot zeven verdiepi.;^ neb. ben en overal bewoond zyn, waar in gj^, volgends de nieuwfte berekeningeri in 1787 » met vreemdelingen en alles 0 gëftadig een aantal van meer dan elfmaal honderd duizend menfehen ophouden j van'welk getal, volgends rekening van de Heer di; la ure in gemelde jaar, omtrend agtmaal honderd duizend Impost betaalden, en dus als vaste Inwoonders kunnen aaRgemerkt worden; het overige getal .r^ent men ■ te beftaan uit. vreemdeling11» dienstboden en -armen, —i Ka«b^ de vyfde zeide reeds in zyni tyd:' Parys is geen ftad maar een waereld, en zedert is Parys nog verbazend bebouwd, ve-groot en in volkrykheid toègei comen, zo als het thans zich nog bevind, niet tegenftaance de groote gebeurtenisfen, dia' 'er van tyd tot tyd, byzonder in onze da« .1 -*^Tj , zy» v'crgc'vallen, i■ 11 De-' rationaale Conventie heeft de ttad vergeld in 48 wyken, waar van een D nieuw  u j nieuw plan vervaardigd is. —— Het getal der ftraaten bepaald men op omttreeks iooo, de Hoofdkerken op 46 - en 20 andere Kerken. De Abdyen en Kloosters maakren in 7787 e«(n getal van 144 uit. — Voorders teid men 26 Gasthuizen, 12 Markten, verfeheidene pragtigePaleizen/Waterleidingen en Fonteinen, behalven veele andere fchoonhecien, die deeze ftad tot eene der merkwaardigile van geheel Europa maaken. -— Eene bredere befchryving van die ftad, met een nieuwe platte grond, is onlangs uitgegeeven door den Boekhandelaar loosjes, waar m men alles naauwkeurig kan nazien; — ons, beftek is te klein, om 'er onze Leezers meer dan eene korte fchets van te geeven. DRIE TREKKEN UIT DE BYZONDFkHEDEN VAN FRhDRHf J&JVf?' nr-- iaatst ovüRLEDEN KQ' NJ^ v AN FRISSEN. td< Koning had eene byzondere gave, om elk een vriendelyk en lieftallig te bejegenen, waar door hy alle harten wist in te neemen. Deeze aangebuoren vriendelijkheid veroorzaakte, dat hy elk, al was het een bedelaar, die hem op firaat groette, vriendelyk weder groette, en den hoed afnam. Eens zeide de Monarch over tafel: als hy in Berlein uitreed, moest hy bykans altyd den hoed É de hand hebben. Een van zyne Hovelingen antwoordt hier op: uwe Majesteit had juist niet nodig, eïv. die u groette, weder te groeten. Ei, waa+om niet, her Cam de koning driftig. •— het zy* immers alle msnfchtn, zo als ik! Dp eenen anderen tyd wilden een boer en zyne vrouw den Koning een v»rzoekfchrift overreiken. De Monarch vraagde nair hun ver-joek en toen zy het hem gezegt hacken ant- woorde hy: gy incet na de Kamer gaan,Haar zult gy befcheit krygen. — Daar zyn wy al geweest zeiden zy. — Nu, dan kan ik u ook niet helpen, hernam de Koning. Kom', zeide de boer tegen zyne vrouw, kom!, gaan wy maar! — gy ziet dat hy met de Kamer onder écnen deken ligt. — De Koning lachte hartelyk over deze uitdrukking, en nam het verzoekfehrift aan. Een Tabakshandelaar, die reeds een tytel gekogt had, wilde die gaaren in dien van Krygsraad veranderd hebben, en verzogt daar om. De Koning fchreef onder zyn verzoekfehrift: Krygsraad kan hy niet worden, maar hy zal (Vorst-raad wezen. ANTWOORD op de VRAAGEN in No. 2. r. De eerfle voorwaarde van waare vrfendfch;.p, behoord te zyn dat men malkanderen zyne gebreken, met befcheidenheid, onder het oog brengt. Zelden te pryzen cn nïmmer. te vjeijen, is het echte kenmerk der edele vrienaTchap. 2. Men kan geen grooter bewys van een misdaadig onverftand geeven, dan wanneer men de waarheid vreest te hooren, of wanneer men die hooren moet, boos wordt,en, om zyn naaktheid te bedekken, toevlucht neemt tot den laster. 3. Fraaije beloften die niet nagekomen worden, zyn niet ongelyk aan een' fchoonen boom zonder vruchten — of wilt gy iets anders, denkt dan aan een mooije kop zonder hersfens. EEN RAADSEL. Er zaten 8 Mosfen op een appelboom. Een Jager fchoot 'er drie: — hoe veel bleeven 'er nu op den boom nog over ? Te'Bergen op Zoom by van ÜEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by WILLEM van BERGEN, en alom in de voornaamfte Steden en Dorpen, wordt dit Blad, met d£ Bylagen, 41e Zaturdagen voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor 1 ftuiver op bter papier, uitgegeeven. De gtenen die by het jaar intekenen* kostten deezenjommerSf volgends het uitgegeeven Bericht, op gewoon papier in het jaa./~ j.10-: en op beter papier in het jaar ƒ i- f i ->or de §i Woramers,  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. m. 5. Zaturdag den 5 April 1794. EENE VERSCHRIKLYKE SPOOKHISTOR!E EN DERZELVER UITKOMST, VOORGEVALLEN IN HET HOLSTE1NSCHE. {Medegedeeld door den Hoogleeraar HENK 1 js G.) 2^eker Overfle kreeg van zynen Koning last,( om zich naar Remberg, eene Vesting in het Iloljletnfche gelegen, te begeeven, en aldaar zekere heimelyke bevelen des Konings •uit te voeren. Om nu zyn last met allen fpoed te volbrengen, en zich aan geene verwyren van nalaatigheid bloot te ftelien, reis de hy met zyn' Bedienden dag en nacht door ; —r doch dewyl hem op zekeren dag, zo wel een yslyk onweder, als de al te Hechte weg noodzaakte, zyn intrek in het naaste dorp te neemen, zo beval hy zyn knecht voor uit te ryden, en een verblyf in de herberg te bcftellen. Dan, deze herberg was zo armhartig, dat de Overfte genood¬ zaakt was., de Route fchoenen aan te trek-* keü> en by den Predikant dier plaats eeis flaapfteede te verzoeken. Deze, een gastvry man zynde, ontgng den Overfte zeer vriendelyk. Onder bet eeten verhaalde de Predikant t onder anderen, dat in het dorp een oud vervallen flot lag, het welk zedert veele jaaren. van niemand kon bewoond worden, om dat hét, naar een algemeen zeggen., van kwaade geesten wierdt bewoond, die daar geen mensch dulden wilden. De Overfte, tegen alle fpooken beftand, verzogt hier op eene lantaarn, om deze fpooken op te zoekenNiettegenftaande alle voorftellen van de» Kerkdyken daar tegen, befloot dezelve dien nacht, in gezelfchap van zyn bedienden, op dit oude kasteel te flaapen, en aftewagten, wat de fpooken beftaan zouden te onderneemen. Op zyn verzoek moest ó.r knecht van den Predikant ftroö en twee bedden, als meede kaarsfen draagen, en hem. met zyn bedienden na het kafieel volgen. E ' Dc  ©e Overfte girjg op het kafteel met een lan»aam vooruit, en daar komende, zagen zy voort aan de eerfte deur eene trap, welke zy opgingen, en aan wier einde zy eene groote Zaal waarnamen, waar op verfcheide oude. en halt vcrgaane fchilderyën wierden gevonden. Aan weerskanten der zaal zag men deuren, tot de b'yzondere vertrekken leidende. De Overfte zogt een vertrek aan de linkerhand uit, en liet zyn bed daar maa-' ken, om dat het naast by de trap was. Men ontftak twee kaarièn, en zette die op een oude tafel, maar de lantaarn-zette de Overfte •naast zyne flaapplaats. Na dat men des Predikants knecht, welke geen moed had om dien nacht aart deze gevaarlyke plaats te blynen, tot beneden aan de trap gelicht had, lag de Qvei-fte, by zyne te rugkomst, twee fcherp gelaaden pistoolen, een aan de regte, en het ander aan de linke, hand, naast zich, houdende den blooten degen in de hand. De knecht ging liggen en viel wel dra in flaap, daar zyn Heer, in tegendeel, wakker bleef, legen twaalf uuren — de gewoone tyd ■•oor de fpooken —-hoorde men een groot geiaas. De Overfte maakte zyn knecht wakker, we'ke van fchrik'half dood was. 't Geraas Kaderde allengskes de kamer; weshalven de Overfte met de regte hand zyn' degen en met de linke een pistool vattende,den aanval van het fpookend gedrocht afwachte. Ka het openen der deur, vertoonde zich een ys'yk voorwerp, blies voort beide kaarsfen ait, en nu wierdt eerst 't vreeslyke zyner gedaante regt zigt'.mr. Twee vuurige heel brandende oogen bi kten den Overften aan, de brandende ketenen, weike dit gedrocht naflecpte , liet gerammel derzelvc, en de krullende leeuwen/tem, waren gewis voor-* werpen, die zelfs den önverzaagdften vrees en fchrik aanjaagen konden. Voegt men hier by het raderen van dit wangedrocht* het bulderen en tieren in dit flaapvertrck,. verzeld van een klagend huilen en janken; liet geluid,, geiykende na het briesfehen der paarden; het geraas van degenklingen, de flag als van een afgefchoten kanon; 't geluid van een klokkenfpel, by welks einde een. doordringende ftem verftaanbaar riep: vi&oria! vi&qria '! ■— dan zal men heel gaam gelooven, dat 's Overftens moed in den' grootften fchrik veranderde; en hoe zeer moest deze niet vermeerderen, toen hem dit vuurig monfter met brandende handen aanpakte, kneep, cn met zyne ketenen ftiet, zo dat by een heevige pyn aan armen en beenen ondervondt. De knecht onderging het zelfde onthaal, doch met dit onderfcheid, dat 'hy luidkeels begon te fchreewen, en Gode zyne ziel aanbeval. QHei vervolg in No. 5.) De Heer j. de kanter, te Zirk-zee, gaf onlangs in het licht eenen altoosduuren* den Almanach, beftaandc uit 16 met veel naauwkeurigheid faamgeftelde Tafelen, en gevolgd door eene gefchiedenis, byzonderheden, verklaaring en famenfiëlling van den Almanach; waar in de Beminnaars van deze wetenfciiap, in een kort beftek, veele merkwaardigheden zullen vinden, die met moeite elders gezocht kunnen worden. ■—. Dezelve kund'ge Heer deelt thands zyne Landgenooten wederom meede, een onderricht omtrend de kennis en het gebruik der barometers eil contra rol- leurs, gedrukt in plano op een geheel vel, i 18 )  B Y L A G E N BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. Sec. Hoe men Spinafte voor den winter kan lewaaren, Om dit te doen zo neemt gezuiverde fpinafie-bladeren, kookt ze een weinig m het water: daar na uitgeperst zynde, zo hakt dezelve wat klein, en maakt 'er vervolgens balletjes van , en laat die op een warme, plaats ter deege droegen. Bewaart ze vervolgens op een drooge plaats in doozen. Als men 's winters, bier van wil gebruiken, weekt men ze in water . en bereidt ze daarna even als de groene Spinafie; zynde ook weinig minder van fuiaak. «V . [190 Beproefd en eenvoudig geneesmiddel, tégen de [ebrillske gevolgen van den dollen bonos beet van P. f. Looff, in zyn leven Med: DoUor te Groningen, ten nutte van bet algemeen ook bier bekend gemaakt. De Heer A-J. A.looff, thans Med Doft. te Rotterdam , heeft dit Praef-ondervmdejyk en zo in ons land als elders zedert vee. ie jaaren onfeilbaar bevonden geneesmiddel, voorleeden jaar in eene kleine verhandeling, (gedrukt te Rotterdam by J. Meyer, en by de uitgevers deezes te bekoomen, ) jin "het algemeen bekend gemaakt, — in deeze verhandeling vind men alles door bewyzen bevestigd; — die dit leest kan het daar nader na zien , wy. deelen, om deszelfs belangrykheid voor alle menschen, die «omtyds onverwagt. gebeeten mogttn worden, — dit voor ieder overal veikryg. baar -middel eenvoudig aan onze leezers bier raeede, —..uien necme vooral in act om het zelve nauwkeurig volgens het voorfchrift te gebruiken en hoe fpoediger hoe beeter eer de watervrees zig openbaard. Bereiding, „ Neemt drie doiren van hoender elren, „ en drie halve eyerfchaalen vol olyven „ of besten boom-oly ( dos algemeen ge„ naamd en bekend ) doet dit te zaameo - in een koekepan op een matig vuur, „ roert het geftadig met een mes wel on» dereen; en laat het te zanien zo lang „ braden , dat het door geftadig roeren een egale masfa of conferf word. H.et „ vuld dan een groote koffykop. Het gebruik van dit middel is als volgd. „ Die gebeeten is, moet (zo fpoedig „ mogelyk ) deeze dosis (of deeze geheele „ koffykop vol) twee agter een volgen- de dagen inneemen, zig tevens onthou„ dende van alle fpys en drank, (hoege- naarnd) zes uuren voor het innemen des middeis, en ook zes uuren na dat het zelve ingenomen is; onderwyl word „de wondt neiren dagen lang, tweemaal daags, met een pennetjen van vuuren" kout opengekrabd en telkens verbonden * met een weinig van dit middel daar toe " bereid. Maar iemand welke met een " hond alleenlyk heeft omgegaan , of hem " vriendfehap beweezen heeft en daar van " gelekt geworden is, neemt tot voorbe" hotding dit zeive middel maar eenmaal in. "  ,, Een dier van wat foort ook, dat g3„ beften is, geeft men twee agter een „ volgende dagen, telkens een dubbeie „ dosis ( of r-.vee koffykoppen vol)' van „ dit middel; moetende hetzelve mede zes „ uuren voor en na het inneemen , alle „ fpyzen onthouden worden." Den olyven of boom-oly word door gemelden H?er Leoff verder aangepreezen als een zeer algemeen en uytmuntend middel, tegen de fteeken van een adder of andere zoortgelyke vergiftige dieren, wanneer nr.:n de wonden met warm gemaakte oly wryfd; — hy raad daarom de landlieden en anderen die in de veenen arbeidende en hier veel bloot voor ftaan om altyd een vlesjen boom-oly by zig te houden , ten einde in zoo een geval 'er aanfronds gebruik van te kunnen maaken, men vind in het zelve werkjen door proeven aangetoond, dat dezen oly even zoo goed is als den zoo genaamden adder-oly, *-! waar in een adder zig doodgeloopen heeft. lest uit bet Natuurlyk Toverboek. Om een geheel vertrek zonder nadeel in hrand te fteeken. Om dit ftuk 't geen in den eerften op11 ig onmogelyk fchynt, te volbrengen, zo ontbinde men een klein ftukje campher in zuiveren brandewyn: deeze ontbinding laate men , in een geflooten vertrek, op kooien, die geene vlam van zich geeven, uitdampen, tot dat het zelve geheel met damp is vervuld. Wanneer nu iemand met een kaars in zodanig een vertrek komt, zo zal de damp in een oogenblik in brand vliegen, en de geheele kamer in brand fchytien, hoewel zonder eenig nadeel, naardien zodanig een biand op 't oogenblik van zelfs uitgaat. Tuin - houw, Werk in de maand April voor den Bloemtuin. Het begin van deze maand is de beste ( 20 ) tyd om allerlei zoortsn van vezelagtfge planten te verplanten. —- Men moet de Anemonen en Renonkels zorgvuldig begieten, zoo dra de aarde droog is, als mede alle planten die men in potten of kasfen houd. —- Ook dient men da Pluimtulpen, Hiacinten, Beeren-Ooren of Aurikels, ,de Anemonen en Renonkels en andere fraaije bloemen, voor de regen, winden, hagel, en brandende zonne hitte te dekken. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. Eenige dagen geleeden gaven ons de nieuwstydingen berigt, dat 'er in Arabièn zedert lang eene natie heeft beflaan, die zig tegen de leer van Mahomet kant, en die na de wyze der oude Aardsvadereu leeven, en God allen in het open veld aanbidden , zonder een ander Propheet te erkennen; — nu fchryfc men dat die onlusten hoe langer hoe erger worden, — de aanhangers van die leer noemen zig Vehat'%, naar derzelver Stichter, die voorleden jaar meer dan honderd jaaren oud zynde, geftorven is, zyn opvolger is zyn Generaal geweest, deeze heeft 5 krygshaftige Zoonen , welke reeds een geheele groote land(Iwk,(Nedger genaamd) aan hunne leer onderworpen hebben, en Mecca en Medina (a) fterk beJrygen; «—• de Turkfcbe Keizer doet reeds toebereidzelen maaken, oin deeze nieuw opkomende fekte het hoofd i te bieden ; — men heeft in overweeging ! genoomen of het niet beter soude zyn om , liefst eerst met zagtheid en onderhandelingen tegen hem te werk te gaan. —— (a) Mecca en Medina zyn de voornaamfte Steeden van bet gelukkig Arabièn , de eerfte is eene groote Stad, de geboorteplaats van Mahomet , dien bekenden valfcben Propheet der Turken, ook van de meeste Arabieren en van veele andere volkeren in Afia. —" Medina is de plaats daar dien berugten Mahomet in t\ene zeer pragtige Kerk of Mosqué begraven is; —• en waar beenen jaarlykscb veele pelgrims ryzen om dit graf te bezoeken l — de landftreek daar de bovengemelde nieuwe fetle zig bevind, is niet verre van deeze twee Steeden gelegen.  PR YS-LYST der GRAANEN. &c. ROTTERDAM den 31 Maart 1794. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: 23 a 24 26 ") Nieuwe dito 33 a 24 26 1 £ de Blauwe dito 21 a 22 23 f Z.Zak. Zomer dito 21 a 22 22,ih. J Witte Brabandfcbe a ^ Roode dito a I Dito Engelfche a ! Ggl. Witte dito a f't Last. Bovelandfche a Poolfche a J ' Ro2ge. Zeeuwf. enlnland: 17,1b. a i8,ih. 15 de Z.Zak Vlaamfche en Brab: 140 a 148 *] Bovelandfche 138 a 144 Engelfche . a Oosterfche 146 a 152 dito Gedroogde 154 a 158 Zeeuw: en VI: W: Gerst 104 a 112 dito Zomer k:o a 107 , Ggl. Vrielche Winter a ''1 Last. Engelfche a Oosterfche a dito Gedroogde a Engels Mout a Inlands dito 20 a 24 Spelt 19 a 19,1b. Haver. Zeeuw: en InhBrouw 22.1b.a23 in "| dito Voer 19 a 21 ' ' [ r^v]s. Vries: en Gron: Brouw 23 a 26 r d: I ast dito Voer 19 a 21 y Boekww'. VI: en Brab: op 154 g§ 36 n ^vls. Kley dito zonder wigt a pr Last Z:en VI: Grauw Erten a V dito Groene 20 a 23 / de dito Witte 19 a 21 ( Z.Zak. Oosterfche dito a n Lsvic dito Grauwe a j g*- Ktomb. Witte Boonen a V Walcherfche dito a « 15 de Goefche en Sch: dito 12 16 a 21 (7 7ik Bruine dito a J Paarde dito a8,ih. 99,1b. a 30 1 ^vls. Dmvedttosi a 32 . j p?.La*st Koo'z.far. Zeeuws en VI: a ~) Brabant a £»fvls. Engels a Cpr.Last Moutwyn a 8 ^vIs> dg ^ ^ SCHIEDAM den 31 Maart 1704. Moutwyn 8 oC de 30 Virtels zonder Fust. Genever 8,3q. o£ de 30 Virt zonder Fust. Genever 40 en 41 Gl, per Aam Amfl.Proef. Gedr.Rogge 158 a 159©159a ióoGgl.'tLast. BREDA den 1 April 1794. Tarwe / 8 : o : — tot f 8 • < . Rogge ƒ5: 7 : — tot ƒ 5 • ïo . _ Boekweyt / 5 : 6 : - tot ƒ 5 : /. _ LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. Zondag den 13 April Ter Veere . . . -s mom *aarIeTn * 'sh- w». Maandag den 14 dito Zirkzee en Ter Goes . . S' " UUr' 2 uur-22 mi". Dmgstlag den 15 dito Rotterdam en Middelburg ' , 3— 6—" Woensdag den 16 dito Zirkzee en Veere ' " 3 '48—. Donderdag den 17 dito Middelburg en Antwerpen ' 3 4 33—« Vrydag den 18 dito 's Haage als 'er een aan is . ' half c l 19 ~" Saturdag den 19 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes 5 ZL 6^Z. 8 ~~* De Beurtlieden op Dordrecht en Amjlerdam vaaren onbepaald m of als 'er vragt^.^  * * EEN PERSOON een goede hand fchryvende , bied zich aan ter adfiftentie van een RENTMEESTER, KOOPMAN , LEVERANCIER of AANNEEMER &c. ter waarneemmg hunner Boeken , en het daar toe nodige Schryfwerk. — Als mede aan een der Heeren SECRETARISSEN, in de Baronnie of Marquifaat, als derzelverSubltitont ofClercq. ofte welaan een HEER tot zyn Secretaris of Gezelfctap , c Zy aan huis of op deszelfs reizen. Adres by W. van Bergen, Boekhandelaar te Breda. * Mejuffrouw de Weduwe van DlEPENBEECQ prefenteert te Verkoopen : Eér.e HUÏZINGE, THUIN, STALLINGE en REMISE, genaamd de Angdi taande aan de Groote Markt by de Vleeschhal , en uitkoomende in 't Komngftraatje biunen Bergenop BERGF.N te Breda, geven uit en hebben alöm verzonden MENS CHEL Y K b LOTGEVALLEN f Merkwaardige Levensfcbetfen, getrokken m de Gejcbiedemsfen van toe'ere en latere tyden/ite Deel, a* 36 Stuiv. Daar het onderzoek en nafpooren van r5efchiedenisfen\an' het Menschdom in 't algemeen, ^^fjf^ g»** TVrfoonen, niet alleen eene aangenaame uitfpanmng verfchaft , maar ook te regt, eene L£de Zeden,™ eene LeerJesteresfe des levens kan genoemd worden; zo jertrouwen de Uitgevers dat'dit Werk by bunne Landgenooten met genoegen zal ont angen wordtn. Dit Ueel, het welk verfierd is met een fraaijen gegraveerden Titel beyaj dc volgende Rukken D« ondeugd in fchyn. De ongelukkige Vadermoorder. De.Gravin van Luuren of ^Zooke o foZd, in twee Boeken. * Men moet nimmer iets verzeggen. En Am*» TrouZ of Vrouweiyke Grootmoedigheid. - Het Tweede Deel zal deeze maand r.og uit- k0* *%„ wit T fm van BURGEN te Breda, is van de Pers gekomen en alöm V »7 , n p fiR A AF KON IN GS MARK, Treurfpel, in S Bedryven, naa l et met die regt onder de fcboonfte ^wrochten gebooren, mag gerangfch.kt 7°rde"- e^Kd op van huweiyken, die uit, dwang, ,\P heste leidftar is tot een volmaakt en ge.ukkig huwelyk. U. DE HARP EN AAR, of de, Gelukkige Avond , Blyfpel voor het hart, in één B?ityF BOHNiV'te Haarlem, geeft uit en heeft alom verzonden: het Tweed* en laatfte rJH i BH«l ANGS DEN RHYN. — Dit wk waaruan de uit en mlandftbe Re- fierkte en gedaante der voornaamfte Flaaf8 ^*'de VestZ Ehrénbe.tSeio , bunne nabybeid hebben, als zynde Keulen, Neuwed, CoUeruz, o« v"u"? |n iimn, tf>. Biueen Maimz, de Hondsruk, en wortt alle Steden en Dorpen aan fnfynn ou.i 1 voor ons Land zo gewigtige Wyn- en Houthandel. — De .2 LJeeien met 5 Plaaten en Kaarten, kosten ƒ 4.- 10: —. -„-rpiiins van het Bertren- V Onze verpligting om tot nut van- 't algemeen te werken, ter ,nwe mg var net «erger* .^zoomfche Department tot nut van-'t algemeen , voorz jen met ee«J^^^j^ rijat, en wwwei aan het zelve Departement twee Dichtftukken /an der, t« re co, lyn gedrukt en te bekomen in den Boekwinkel van van Riemsdyk tn tan t.roiMmst. _ eavAMBRONKnU»oA.  vel, en dus zeergefehlkt pfri op te plakken. Eerst geeft de Heer de kantor eene befchryving cn de kentekenen van eenen goeden Barometer cn Contraroïïèur; en vervolgends fpreekt hy over de mïswyzing der Barometers en Contrarollcurs. Te midden van het blad vindt men eene volledige Tafel der (Veêrsveranderingen, en. eindeiyk geeft hy op ecn'ge Voortekens van de verandering des (Veders, welk laatlle «y aan onze Lezers zullen mededelen. Als dé Sterren haar fchynzél verliezen, zonder dat 'er wolken aan den Hemel zyn, dan is 'er flegt Weder aanftaande. „ Als men 't digt aan de Kim ziet weêr„ ligten zonder wolken, is 't een teken van .„ mooi weêr en warmte. — Weêrligt in „ 't Noorden, voorfpcld W'nd : — in 't Zir„ den Regen en Wind. — Even eens is 't„ gelegen als men het in onderfcheiden fireken aan de Kim ziet weêrligren. — Als „ men te gelyker tyd Weêrligt ziet en Don,, der boort, dan moet men een- Onvveder ,, verwagtcn. Hoort men meer Donder dan ,, men Weêrligt ziet, geeft zulks Wind te „ kennen .van dien kant daar het donderd: ,, maar als het meermalen weêrligt dan het ,, donderd, zo is 'er Regen op handen, 's A„ vonds Donder, brengt een Onweer. 'sMor,> gcns.Wind: 'sMiddags,Regen. —Weêri „ ligt in den WinterzegtnabyzyndeSneeuw, „ Regen of Storm. „ De Regenboog 's morgens naar 't Wes» *en gezien, voorfpeld Regen. Indien men „ hem 's. avonds by 't ondergaan der Zen in „ 't Oosten ziet, kan men mooi Wéér verv _„ wagten... Een" fterke en levendig';gecon.„ leurde Regenboog, of dje dubbeld of drie dubbeld zig vertoond, fs een teken van „ Regen, om dat'er dan dampen van eene zeer groote d:gtheid hangen. -Veel meerder ,, nog als hy twee malen op eenen dag ver» „ fchynd. „ Als de Regen, vallende dampt, of dat „ hy door zyn' val op 't water luchtbellen vormd, is zulks een teken dat het lang aan een zal regenen. Als men, na flegt ,, Weer, Nevel krygt, dat geeft te kennen dat het Weder zig ten goeden zet. — „ Maar als de Mist komt na mooi Weêr, ,, en dat hy, optrekkende, wolken nalaat, ,r dan is de verandering van mooi in liegt ,, Weder zeer naby. Drie Nevels, ,t zegt het Venetiaanfche Ipreekwoord, ma~ ,, ken éénen Regen. ,, De Zuiden en Zuid;Oosten Winden, ,, (uitgenomen daar zy jaarlyks vast zyn) „ brengen Regen, niet als zy beginnen tc „ waaijen, maar als zy gaan liggen." De prys van dit nuttig fiuk is 6 Huivers. Het is, even gelyk de altydduurende Almanach, gedrukt by den Boekverkoper a. du vos te Zirk-zee, en ook by de Uitgevers van dit Weekblad te bekoom en. BESCHRYVING VAN FRANKFORT AAN DE RIVIER DE MA IN, DE GEWOQNE KRÓNINGSTAD DER DÜ1TSCHE KEIZERS Deeze Stad is, behalven dat dé kroning des Keizers aldaar gefchieÖ, ook eene beroemde oude Ko-phandeipiaats, alwaar de Opper- en Keur - Rhynfche RyksftOuden vergaderen. Uit hoofde van haaie goede gelegenheid aan de rivier de ïfyin* midden, E 2 door  y doet die opvoeden en onderwyzen, en in het Vort, hy is een vaderlyken vriend van ens alVm. Is nu erast niet gelukkig denkt $y ? Nooit, ziet by den avond, of by' dankt God voor de gelegenheid dien hy kreeg om goed te doen, terwyl hy weer nieuwe ontwerpen, om geluk te bevorderen, voor den volgenden dag maakt Nooit vertoond hy zich, of den zegen van beweldadigden vloeit hem van dankbaare lippen tegen; — vrolyke huisgezinnen omringen hem, toonen hem de vruchten van zyne menfchenliefde, cn zyn ziel fmaakt een onbefef baare verrukking. Koe veele nuttige Leden heeft erast aati>de Maatfchappy niet al gefchonken, die, buiten zyne zorg, onnut voor hun zeiven, en weiligt fchadelyk voor anderen zouden geworden zyn. Ik ken verfcheide lieden, die met den bedelflaf in de hand op het Landgoed van erast kwamen, en die heden goede yverige Landbouwers zyn; — ja ik ken 'er meer dan een die door onbarmhartige ouders verlaaten waren, en die door gebrek aan brood tot dievery vervielen, maar dje door den braven erast uit dien ellendiger; &aat verlost zyn, en een werkzaam leeven hebben, ja, — wat zeg ik ? — die heden in het volkoomenst geluk deelen, die nu de braaffte de beste mannen, de teerhartigfte vaders, en de deugdzaamfte de getrouwde vrienden zyn. Maken zulke lieden nu erast niet gelukkig, Jongeling? yongel, ó Myn vriend! ik ben opgetogen door zulk eene fchildery! — ó hoe zalig is erast! ik wil hem navolgen en door wel. doen gelukkig worden, Lanèm. Zie daar! — myn Zoon komt ginds met zyne vrouw en kinderen van den akker, zie hoe vrolyk zyn zy allen, hoe lief hoe verkwikkend zal voor hun de rust weezen. Terwyl-de Grysaard nog fprak, naderde het blymoedig Gezin. De brave Zoon drukte hem vriendelyk de hand, het blozend vrouwtjen kuste die, en de lieve kleinen overladen den ouden met liefkozingen. Vleiend e» flamelend klommen zy hem op den fchoot, fpeelden met zyne gryze lokken, en vertelden hem hunne kinderlyke bedryven. De Jongeling zag dit alles met eene zwygende verrukking aan, en keerde, getroffen door de edelfte aandoeningen en vervuld met de beste voorneemens, naar zyn Landgoed te , mg. 3 - , V£R_  B Y L A G E N N°. 6. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteelöj &c. &c. Middel om Kievit! ■ eyeren een geheel Jaar goed te houden en te bewaar en.. l^eemt verfche eyeren, beftrykt die rondsomrae met boter, en zet ze op hun fpits in br.ckwyte doppen, zodanig, dat ze malkanderen niet raaken j — de bovenfte laag moet ten mïnften met twee duim doppen bedekt worden, plaatst uw vat of pot waar in ze zyn , in een koele kelder, en gy zult hut vermaak kunnen hebbsn, in de maand December Kievits-eyeren op uw tafel te hebben, die even goed zyn als versch gelegde, - Dit heeft mede plaats ten opzichte van allerhande zoort van Eyeren. Spiritus om alterlei vlakken uit ifdkens en Zy de Jhffen te maken. Neemt 4. loot fpaanfche zeep, fchrapt die in eep. sglle" fles kokend regenwater, en laat het tot een dikke pap kooken,' doet 'er dan by een agfte fles brandewyn, vyf doo ren van eieren fyn geklopt, een geheele osfengal, en een half thee kopje fyn gefloten keuken zout; mengt dit alles wel onder een, beftreikt daar meede met een wol lapje de vlakken, west dezelve vetvolgens met fchoon water, en bewaard die voor de lucht tot dat het droog is. Recept tegen dolle Kervel, Wanneer iemand by ongeluk dolle Kervel gegeeten heeft, maake hy fpoedig eenige azyn even warm , en menge'er wat honing onder, in eene genoegzaame hoeveelheid, om 4e braking te bevorderen. Recept tegen Paddeftoelen. In dit geval is het ook best zyn toevlugt tot braakmiddelen te neemen; — doch zo men van dit foort niet by de hand heeft, welke in die gevallen het heilzaamfte zyn, en 'er zomtyds ook niet haastig een Doktoor te hulp kan koomen, hangende ondertusfehen de geneezing, in deeze gevallen, van de fpocdige toebrenging der ontlastende hulpmiddelen af; — zo kan men gewoon keukenzout in laauw water laten fmelten, en 'er fpoedig eene menigte van op eikanderen drinken; dit ontbind de Paddeftoelen en veroorzaakt braking; men moet hier de verzagtende en ontlastende middelen op laaten volgen, als melk en pappe-n, om de deelen uitwendig te ontfpannen, Rsmedie tegen de Koorts, Neemt voor een halve ftuiver Genciaan* wortel, een halve ftuiver Aalans -wortel, een halve ftuiver fchillen van gedroogde Curafouw .Appelen, een halve ftuiver Sasfe'fras, en twee ftuivers Rabarber, Iaat dit te zamen trekken op een pint Genever; getrokken zynde 's morgens nugteren en 's avonds na bed gaande een theekopje te gebruiken, f Re*  ( aa ) RemediSn voor Paarden. Voor de opjlopping der Pis. Neemt 3 eyren met hec wit fyn geklopt, en een glas brandewyn, zaamen wel onder een gemengd, geeft dit het Paard in, en laat het vervolgens wat draaven tot het warm word, dan in 't ftroo gezet en warm toegedekt. NB. Deeze remedie is ook goed voor een Paard dat pyn in de buik heeft. Voor een Paard dat gedrukt is. Le»t voor eerst op de wonde een versch gelegde menfchendrek, of anders, dewyl dit wat vies ..is, een groene graszoode , kat die 'er een uur of vier op leggen, ten einde de brand 'er uit te trekken. Intusfchen maakt 't volgende zalfje: neemt de 200I van een oude fchoen, laat die in 't vuur wel hart en zwart branden , ftoot dezelve tot een fyn poeder; dit met zoo veel boom-oly als genoeg is tot een zalf gemengd, en met een veder drie a vier maal daags op de wond gefmeerd, geneest dezelve, en belet dat 'er geen gryze hairen op groeijen. Voor een Paard dat kreupel in de horst of Bouchlam is. Neemt fpyk en terpentyn-oly, van elk voor 2 ftuiv., fenkel en byën-oly, van elk v3q. ftv. dito Kamerft. 3 pCt. 35,ih. a 36 Üv. dito 2 pCt. 30 a 31 ftv. . 1_TR Bv W van BERGEN te Breda, is uit het ■ Latyn vertaald van de Pers gekp.' iND* men, en alöm verzonden: I. F. vak deb Mïe, twee Verhandelingen over de beerfchende Voikziektens te Breda, ten tyde der belegering, als mede over de middelen daar tegen gebruikt, a ƒ 1: 4: *"• , ,. , , , Daar de Geleerde van der Mye in deeze twee Verhandelingen zoodaanige doorgaande Voikziektens, als meestal in Legers, belegerde Steden en Hospitaalen heertenen (inzonderheid pest en Icorbut, met derzelver toevallen en modificatie- J.benev.ns derzelver oorzasken , en de gemakkelykfte middelen daar tegen, allernaauwkeungst beichrytt; vertrouwt de Uitgeever, dat eene Vertaaling van dit allernuttigst Wers zynen Landgenooten en vooral hun, die op de Geneeskunde eenigzints betrekking hebben, niet dan ten uiterften aangenaam zyn kan, weibalven hy ook «eene breedvoerigere aanbeveelim: van dit, by ;e Geleerden alleszints bekend en geacht Werk, alhier noodig-keurt. II De MISNOEGDE SCHILDER, of de Reis naar Itahen, Toneelfpel, in twee ^V|^llr3S^;ÏÏ^ BRONKHORST te Be gen op Zoom, geV v-n uil'en.hebben alom verzonden: ALLE DE WERKEN VAN JOOïf VAX VONDEL, Tweede, Derde en Vierde Deel. Deeze Deelen ten vervolge van de nieu- »^ ITiteavé der Werken van den Vader der Nederlandiche Dichtkun.de j evatten. Uer. SlSf^i-ï«^W^ Wichten, Graffcbriften, Geboortedichten, Dankdlbtm Brieven, Klachten, Hekeldichten, Lofdichten, Opdrachten en Byjcbnften. De volcende Deelen zullen ten fpoedigften uitgegeeven worden. * • vam RIEMSDYK en van BRONKHORST, Boekhandelaars te Bergen op Zoom, _,ven uit en hebben alöm verzonden: Onderwys in den Chnstelyken Godsaien t naac S Behoeften van onzen tyd. Door J, C, D0EDERLE1N H.ogleeraar der Godgeleerd. Md te jena. Naar de tweede Uitgave uit M Hoogdouscb vertaald. I. Deel. I. Stuk. in groot 8vo. ____________ Te Brtda by W. van BERGEN, en * * b? VAM *IEMÖDïK 3 en van BRONKHQK.ST.  ( 23 ) -VERVOLG van de SPOOKHISTORIE, in het HOLSTEINSCHE. Na dat zich nu uit Spook, met veel getier, de trappen ifbe/eeven hadt,_ begon de Overfte zyne ge.dagten een wèmig te verzamelen, en van dei! 'fchrik te herftellen. Het gezond verftand deed hem begrypen, dat de verfcheenene toch vleesch en'beenen \ moest hebben, al waare het dat hy zyne'le den tegen lood en yzer verfteikt en beveiligd had: waarom hy ook van het befluit, om 'er op te fchieten, afzag, en daar tegen ernstig voornam, om, wanneer hy weêr verfcheen, hem heimelyk te volgen. Omtrend een uur daar na kwam liet Spook weêrom en gedroeg sich als by het eerfte bezoek. De Overfte, den degen in de ééne en het pistool in dc andere hand houdende, floop, na het weggaan zyn's pynigers, hem zoetjes na, vooral daar hem"'het fchitterende licht, het welk hy van zich gaf, in plaats van eene iantaarne diende. Tot zyn gelukzag ook dit vuurig Spookfel niet om, en, toen men de trap ten einde was, kwam men in een lange gang. in welken naauwlyks zes fchreeden gedaan waren, of het Spook verdween, zonder dat de Overfte kon zien, waar het beland was. Doch vermits hy, by het na beneden tgaan, op de trap, vericheidene andere perfoonen,welke voor hot vuurig Spookfel heen gegaan waren, gehoord had, die alle in de-, zen gang onzigtbaar waren geworden, zo ■zocht hy het einde van dezen duisteren gang fc bereiken. Naauwlyks' was hy eenige fchreeden voorwaards gegaan, of hy viel in een diep gat naar beneden, en zyn in de •hand gehouden piftool ging met een geweldigen (lag los. Hy voelde dat hy op hooi en ftroó., was gevallen, en kort hier op kwamen vier fterke krcrels» met lichten in de hand, die hem een heel onvriendelyk compliment van welkomst maakten, en hem met de grootfte heftigheid toeriepen; waarom hy zich verftout hadt, te komen aan eene plaats, daar zy voornemens waren, zig zonder aanfchouwers op te houden. Men bragt, of liever fleepte hem in een kamer, alwaar meer dan twintig peifooneu aan een tafel zaten, welke, voor een gedeelten, het aanzien van geboorte en rang hadden. Een hunner, waarfchynlyk de Prafident, vroeg hem : hoe by zo ftout had durven zyn, om op dit kasteel te komen ? — dat hy zich ter dood moest bereiden, want dat hy zonder genade fteiven moest. —■ Hoe.' zeide dc Overfte, fterven ? Dan zweer ik u, dat u myn dood veel duurder zal te ftaan komen, dan myn leven. Hier op wierdt de Overfte weer weg gebragt. In zyn gevangenis "befpeurde hy, gevallig, eenig fchynzel van licht, het welk 'er door het ronde gat in de deur der gevangenisfe inviel. Hy luisterde heel zagtjens aan deze opening, en hoorde dat eenige van gevoelen waren om hem maar aanftonds naar de andere waereld te zenden, doch dat ■één het voorftel deed om, voor het vellen ,va-n ft vonnis, den gevangenen naauwkeurig te verhoeren. Dit gefchiedde, en.de Overfte bewees door brief en zegel, dat hy een vertrouwde des Koning was, welke gewigtige zaaken, die geen uïtftcl Ieedcn, moest uitvoeren. Hy verhaalde tevens, by welke gelegenheid hy op het kasteel was gekomen, en vroeg hen eindelyk, wat hen meerder in gevaar zou kunnen ftellen, zyn leven of zyn dood ? Wat hem betrof hy geloofde hét laatfte; want gingen zy naauwkeurig na, dat zyn Koning, wien door den Predikant dezer plaats alle omftandigheden ter ooren zoude komen, zyn' dood volftrekt niet ongeftraft zoude laaten, en het-gantfche kasteel naauwkeurig- doorzoeken, dan konden zy dc gevolgen gemakljk opmaaken. Daar by wilde hy zich op het plechtigfte" tot ftilzwygendheid verbinden, indien zy bellooten hem zyn le.ven te febenken. Hier op werdt de gevangene andermaal weggebragt, waar na men, na veel twistens, befloot hem zyn leven te laaten, doch dat men hem op zyn woord van eer en een fchen-en eed tot ftilzwygen zou verpligtcn. Dit gefchiedde, en hier op werd de Overfte, door twee per/bonen, tot in'den gang vcrzeld, alwaar hy in het duistere, den val gedaan had, doch men bracht hem, door eene heimelyke deur, aan de trap, daar by het gewaande Spook had nagevolgd, Hy hield ook zyn belofte van ftilzwygendheid, tot dat hem, na verloop van een jaar, het on-  C ƒ4 ï nnderaardseh gczelfchap, in een brief, van tóme verbindtenis ontfloeg, en in denze.vcn een fraai gcflagen nieuw goud ftuk gelds, ter waarde van omtrend twintig ducaaten, toezond, met byvoeging, dat hy daar uit hunne verrigtingen, en waarom zy die geheim moeiten houden, genoegzaam zoude afnemen. KORTE ^ESCHRYVING van MENTZ. Meniz of Maintz iegtniet ver van Frankfort, tegen over de plaats daar de R:*-;er dc Mam in den Rhyn ftroomt. „ Deze „ aanzienlykc Keurvorstelyke Rciidentie-, s, Tol en Koopftad, bewaarplaats der Ryks„ Archïven, (waar in zich, met het Guarm,, focn, omftreeks 30000 Inwooners bevinden) verheft zieh onmerkbaar aan den " Oever des Rhyns ter westerzyde, tot de " hoogte der Citadel, van waar men haare " ligging, en de gantfche omliggende toelagchende ftreek, met een vlugtig ook kan overzien. Zy breidt zich in haare gedaan, te meer in de lengte dan in de breedte uit, ' zo dat haare noordelyke zyde aan de " Keurvorst Iyke Refideniie, cn haare zuidIl'zyde aan het Lusthuis de Favorite grenst." Deze korte befchryving van Mentz geeft 0113 de Schryver van de nieuwe Reis langs den Rhyn, voorlecde jaar te Haarlem by bohn, in twee deelen, met fraai je plaaten en kaarten (waar by ook een gezigt van de ftad Mentz langs den Rhyn te zien) uttge- toornen. Men vind in dit werk nog veele byzonderheden van verfcheidene fleeden cn plaatzen, langs die fetoeene rivier geieagen, die in deze tyden onzen aandagt, meer dan anders, tot zig trekken. DE KLIMOP en de THYM. (JBen Fabel door martin et en vak den ïergh.) Ik las, ik weet niet mee. waar, dat de Klimop in haare kruidfprake, eens fpottend tot de thym, die onder haar groeide, zeide: Myn goede lieve thym, het doet my leet, „ dar. gy daar zoo laag by den grond Raat. „ Gy hebt krachtiger en aangenamer reuk dan alic andere planten rondom u heenen, ,, en nogthans kunt gy u zeiven naauwlyks ,, een fpan hoog van de aarde verheffen. „ Lieve vriendin" antwoordde de thym, „ 't is waar, ik ben klein maar ik groei op, „ zonder de hulpewan anderen te behoeven. ,, Maar met u heb ik nog veelmeer mede> ,, lyden, want zoo trotsch als gy ook daar „ om hoog fpreekt, zo zoudt gy u niet een „ halve fpan van den grond kunnen opheffen, „ zoo gy niet langs den muur opkroopt. Hoe meenig een heeft nu een hooge plaats, die, zoo hy niet door anderen was opgetild, of zelfs zich niet maar aan anderen vasthield, naauwlyks zou gezien worden, en laag by den grond kruipen. Wanneer gy zulke menfehen ontmoet, die zich vry wat van zich zeiven laten voorftaan, dan moogt gy hun ten hunnen beste de fabel van de klimop en de thym verhalen. Te Bergen op Zoom bv van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by van BERGEN, en verder alöm, wordt dit Blad, met.de Bylagen, Wekelyksch voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor 1 ftuiver op beter papier, uitgegeeven. Hetzelve kost by intekenen in het jaar, op gewoon papier ƒ Ir lo-: en op beter papier ƒ 2-;-1  nuttig en vermaaklyk WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. nl 7. Zaturdag den 19 April 1794. BRIEF AAN DE UITGE*EVERS VAN \ DIT BLAD. Onlangs las ik met genoegen het bygaande Jh.'kjon: hst kwam my voor zeer gefchikt ta zyn om in uw weekblad geplaatst te worden. Men leest het zelve hier vry algemeen. Geleerden,-of' dezulken die denken dat zy dit zyn^ zeggen wel dat zy 'er geen nieuws in vinden — doch dit was ook het oogmerk van uwe onderneeming niet; gy bedoelde den Burger en Landman, voor weinige .kosten te vermaaken en nuttig te zyn: het begin van uwen arbeid komt my voldoende aan dit doeleinde voor; en ik vertrouw ook dat het blad meer en. meer belangryk worden zaL ii^ai voor het overige waanwyze, bedilzieke lieden of anderen die om deeze of geene redenen liefst gewild hadden dat gy met uw gefchryf voor Burgers en Landlieden maar te "Jiuis waart gebleven, over uw weekblad zeggen mogen, jienkt ann het oude Ipreukjen.-: Die timmert aan de ftraat moet veel berisping hooren, Doch 't is de beste raad, zich daar niet aan te ftooren. En dit behoeft gy te minder te doen, wanneer een genoegzaam debiet U in f aai feit cm met voordeel in uwe onderneeming voord te vaaren. Ik denk u van tyd tot tyd eenige by dragen toe te zenden, wan*, neer ik merk dat uwe lezers daarin be* haagen vinden. .Voor 't overige noem ik my enz, S . 13 jlpril 1794. ANTWOORD. fVy plaatzen het fraaye Jlukjen uit do nagelaten papieren van den pachterI 'Martyn en zyn zoon, zeer gaerne in ons tfeekblad. Het zal ons aangenaam zyn verder met dergelyke bydraagen van onzen Correspondent vereerd te worden. iWy bedanken hem voor- zyne aanmoediging, en het zal hem zeker genoegen gee-, ven., daar wy hem kunnen zeggen dat wy door een vry goed vertier met voordeel in onze onderneeming zullen voordgaan. PVy bedanken ook by deze gelegenheid on~ ze begunftigers voor hunne deelneeming ter bevoordering van ons oogmerk: wy zullen alles aanwenden om hun by vervolg alle genoegen te geeven. Gaerne wensch~ ten wy vee/en onzer lezers te kunnen voldoen door hei plaatzen va/t de voornaamG Jle  C ¥ ! Jlè Nieuw sty dingen, doch behalven dat dit geheel buiten 'de vorm van dit B/ad lop< n -■zoude, zyn ook de Berichten, zelfs in de geachtfle Nieuwspapieren, die toch in han den van de meesten komen, doorgaands zoo flrydig met malkanderen, en de om-Jiandigheden van ty len en zaaken zo zon derling, dat het ons zeer moeilyk zoude val len onze Lezers de waarheid tc kun nzn mededeelen. Liever willen wy dus voordgam, om een gedeelte van ons Blad aan te vullen met ophelderende berichten van Plaat zen, Steeden en andere by zonderheden , die gefchikt zyn om over de gebeur■tenisfen dezer dagen, en over de gegrondheid of ongegrondheid der Nieuwslydingen met meer vrucht te kunnen oordeelen. JETS UIT' DE NAGELATENE PAPIEREN VAN DEN PACHTER OF LANDMAN MARTYN EN ZYN ZOON, BEHELZENDE EENIGE BYZONDERHEDEN VAN ZYNEN BUURMAN PAUL. Deeze martyn was een verftandig Landman, die zyn huis en landeryen in eene goede orde hield, en die daarom altyd vrolyk:, gezond en wel te vreeden voort: leefde. In zyne Aantekeningen vind men, •onder anderen, het'volgende-verhaal, "hoe Jhy zyn Buurman paul te regt hielp, om -zyne zaaken in eene goede órde te brengen. Paul liep dikwyis zyn hoofd om by al de drukte zyner bezigheden, hy werkte het «en door het ande/e; natuurlyker wyze wierd; .niets, zo goed als,hy wel wenschte., hy was ■altyd te onvreden.. — Midden in den arbeid ontbrak' hem dan dit - dan weder iets anders, en hy wist het zelden te-vinden; hy wierd 'knorrig en gromde, benam zich zeiven en" zyne Arbeiders den-lust tot het werk; alles: •wat hy 'leed kreeg zulk,een verdraaid gelaat •als hy zelfs hadj - dit maakte hem op nieuw .morrende, en- het ging nu al van -kwaad tot berger,, tot dat hy op het laatst alles onverdraagiyk vond; -—■ gelukkig was hy zich' jzeben het ouvergraagly^fte onsier aUen, -— Het gebeurde eens dat een'ge uitgaven «p een en den zelfden dag zamenliepen; dit maakte een gat in de beurs; hy wierd verle* gen — hy murmureerde— wat zullen wy eeten ? Wat zullen wy drinken ? Wat zal 'er nog van ons worden ? enz. Hy begon vrekkig te .worden. Des avonds fchoot hem te binnen : — dit hebt gy heden over het hoofd gezien, dat vergeten, •>—■ dit gaf nieuwe rimpels op zyn gelaat. ■• Ook had hy gewoonlyk kleine bezigheden, die, als ze op zich zeiven en met orde gedaan wierden, naauwlyks eenige minuten zouden weggenoomen hebben, maanden lang laaten liggen: nu zag hy 'er tegen op, om zc aan een kant te maaken, en boe meer hy 'er tegen op zag, hoe meer hy de bereddering deezer zaaken uitftelde, des te menigvuldiger wierden zy; dit maakte hem al ge« duurig onvergenoegder en knorriger, tot dat 'er eindelyk in den gantfehen omtrek geen grooter knorrepot gevonden wierd, dan myn Buurman paul. Dan nu is paul een man zo als het behoord; hy doet zyn werk met vermaak; is des avonds met zich zei ven, en dus ook met God en de gantfehe waereld te vreeden ;' kan zich op Feestdagen hartelyk vrolyk maaken; is vriendelyk tegen zyne Vrouw, zyn Kind-, Knegt en Meid; hy maakt deeze ook vriendelyker en vrolyker, en wat hy doet gelukt - wel. Zo is p a u h veranderd nu hy zich naar myne orde fchikt, die myn Vader my geleerd heeft, en waar toe ik hem als een getrouws Nabuui geraaden en geholpen heb. Dit is myne orde: -— eerftelyk gebruik ik eenige fchryfboeken om myne ontvangst en uitgave naauwkeurig op te teekenen, als ook al myne andere zaaken. (*) Ten twee- ■ (f) De boeken die masïyn hield waaren: — i.) Een Centraal- of -Zcndags - bueü. — a.) Eea Landboek, .-nevens een aanliangzel van de Veeteelt, Hier in kwam een naamlysc van zyne Landeryen, met wit papier tusfehen beiden ,■ om jaarlykscbnaan te vullen; by voorbeeld: dat Land gehuurd, bebouwd, daar op gezameld dit of dat enz. Hier op de fom, hoe veel ingeöogst, en dan hoe veel geüorscht enjs,.||j 't Aanhangze! kwam; hoe veel  B Y L' A )G E N - . -/NV 0^^^^ « . BEVATTENDE DÊ Huishoudkunde, Akkerbouw. Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Heilzaame kracht dor VUtrblemtm Indien de menfchen recht wisten welk een algemeene geneezing.-k^acht 'er in de vlier fteekt, dan zouden zy nimmer voorby een vlierboom gaan, zonder God hartelyk te danken, dat hy ons dezelve gegeeven heeft. Het gebruik van vlierbioemen is zeer dienfr'ig om alle ziektens die door verkouding ontflaan; ak koorts, roode loop enz. veorttkomen. Als de vlier bloeit, legt men de geplukte bloemen in een zeef, en zet die aan een kant daar de wind 'er door waaijen. maar de zon 'er niet op fchynen kan. Wam als 'er de zon op fchynt dan worden de bloemen dadelyk zo dor, dat men ze tot ftof kan wryven, -en verliezen due haar kracht; Wanneer het nu gebeurt dat m-m zich niet wel bevindt , dat de maag niet recht verteeren kan, dat men gegn .eetlust heeft, of wat verkouden is, doordien het zweet te iug geflaagen, en men door geheel zyn leden onpaslyk is; zo dra men rju iets van dien aart bemerkt, doet men best eerst eens een maaltyd eeten uit te ftellen. Helpt dit echter niet, neem dan toevlugt tot de vlier; doe 'er wat bloemen van in een teepot, en giet 'er kookend water op, laat het een half kwartier uurs ftaan , en drink dan eenige kopjens Aanftonds gevoelt men zieh beter. ■*— De maag word door eir door warm, men bekoomt een zagf zwest, en eer vierentwintig uuren verloepen zyn, is uien weer zo frisch als een hoen. Elixir zoo goed als de Stougtan. Neemt 3 loot klein gefnede oranjefchellen, een en een half loot gentiaanwortel, en een vierde loot coctionella, laat dit f3amen op een pint goede brandewyn drie dagen trekken, daaglyks wel omfchuddendej hier van een vingerhoed onder vm klaare genever., brandewyn of mallega gegooten, is een goede morgen liqueur. Veeteeld. Van de Scbaapenteeld. Het fchaap is een zeer nuttig dier, niet alleen wegens zyn vleesch, zyn. vet en vel, maar wel byzonder wegens zyn wol, cn zeer kostelyke mest. Rammen zoo wel als inoederfchaapen, die men tot teeld of voortfokking van haar geflagt, by den anderen wil doen , moeten piet te jong, niet onder de twee jaaren, •ook niet te oud, niet boven de zeven jaaren zyn: men field 15 tot ao fchaapen, en niet meer, voor eenen ram en dewyl het ter verbeetering van onze fchaapcnteeld, hier te lande, veel op een goede ram aankotne! zoo zal men om te befpringen een zodanige nemen, die groot en flerkis, en die veele , lange en witte wol draagd , welke niet ligt uitvald : -de Engelfche , Spaanfche en Vhamfche rammen zyn wel de bts e: doch het zou.le aan onze eigen fchaapen veel h'ipen als zy beter gevoed wierden, en zig niet met het oitfehot van de boerderye, met muf verweerd hooi, cn diergelyke bogt, t'huis moesten behelpen, en dan .nog op een doire fchraale hei, G b3*r  ■MUL ( 26 ) hanr verdere erbartnelyke kost hesl kommer !yk motsten zoeken, en als men dan alto s de beste fchaapen tot voortfokking uitzogt, en van goede rammen liet befpringeft, zoo zoude en foort en wolle fchielyk verbeteren ,* hier altoos op lettende , dat van denzelven ram, niet meer als drie op een volgende fokzels moeten voortkomen; en dat men altoos met de rammen van goed op beter zoekt te komen. Tuin - bouw. Fan bet Entent Het enten gefchied aldus: 1. In Maart, April, of in 't begin van Mai, eer de fappenaan 'twerken komen, en de boom uit'oo'pt, fnyd men van een goede, gezonde, tamme vrugtboom, die voorheen al viugt gedraagen heeft,'een lootje of takje van riet voorige jaar af; deeze lootjes moeten niet te zwak maar omtrent zoo dik als een pennefehaft zyn, of ie'S dikker, zy moeten geen fprutten hebben, en vooral moeten haar oogen en knoppen groot 2. Dan word de jonge ftam, die een duim dik zal zyn, een voet van de grond of hooger na believen, met een fcherp mes regt afgefneeden. 3. Hier op word ds ftam boven op met een'dun fcherp mes geklooft, en in 't midden van die kloof, een klein, dun en fpitzig houtje geftooken, waar door de kloof open blyft. 4. Dan neemd men het lootje of entje in de hand, zoo dat de knoppen na boven Haan , en fnyd dat lootje onder aan den eenen zyde, aan weerskanten, fpitzig als een wigge af; dog aan de andere zyde , daar de laagfte knop zit, moet 'er de bast aan gelaaten worden , zoo dat het afgefneeden lootje 'er als een driehoek uitziet: edog men moet zig wagten om door dit fnyden , het binnenfte merg van het lootje te ruiken» Eindelyk ten 5. word nu op beide zyden in de kloof van de ftam een lootje, en wel met de fpitfe afgefneeden zyde geftooken dag zoo, dat de buitenfte bast van het lootje met de bultende bast van de ftam verbonden is; op dit laatfte komt het 't meeste aan; ook moet men zorgen dat de beide looten van gelyke dikte zyn, en wel egaal afgefneeden worden, op dat de druk niet ongelyk zy: als dit alles gedaan is dan word het fpitfe houtje dat boven in de kloof geftooken heeft 'er uitgetrokken ; en men fchikt de boorden der bast van de afgefneedene ftam, wat over de einden der ingeftookene lootjes, en bind dan de geëntte ftam rondom met een wilge bast: boven daaf het houtje in de kloof gezeeten heeft, fmeerd men wat entwas, of leem met koemest vermengd. Middel tegen de Wormen en bet Ongedierte, Wanneet iemand door de wormen en het ongedierte geplaagt werd, en die veelal de vruchtbomen aan bladen en bloezem befefeittigfen, is 'er niet beter dan met een fpykerboor in élke hoofdtak een gaatje, ter diepte van een duim, te boren, en daar in te doen een droppel , ter grootte van een er-vet, Quikfüver, voorts dat gaatje floppende met ten ftukje hagedootn, en wat entwas daar over heen, zo zal men na verloop van 2 a 3 dagen een ontelbaare menigte ongedierte onder de bomen vinden, en in 't vervolg veel vruchten hebben. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. Bergen op Zoom den 13 April 1794- In de voorieede week ontftond alhier op eene voordemiddag brand in een huis; eenige bo'sfchen ftroo, die door onvoorzigtigheid vuur hadden gevat, raakten in volle vlam, het geene des nagts van erge gevolgen had kunnen zyn; doch door de fpoedige hulp, (waar by een der krygsgevangene franfchê officieren zig uitmuntend kweet, dragende de reeds brandende ftroobosfchen op ftraat, waar door zyne kleederen zelfs merkelyk befchadigd wierden) is dit ongeluk binnen korten tyd in deszelfs fchadelyke gevolgen gelukkig geftuic; veroorzaakende dus weinige fchade. VKYS  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM den 14 April 1794. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: 24 a 25 *) Nieuwe dito 21 23 a 24,1b. i de Blauwe dito 20 ih a 21,1b. f Z.Zak. Zomer dito 19,1 h. a 2o,ih. J Witte Brabandfcbe Roode dito Dito Engelfche 1 G&- Witte dito ft Last» Bovelandfche Poolfche ^ Rogge. Zeeuwf. enlnland: 17, ih. a 18,iq.fi de Z.Zak Vlaamfche en Brab: 140 a 145 *) Bovelandfche 136 a 144 Engelfche Oostetfche 142 a 148 dito Gedroogde 150 a 158 Zeeuw: en VI: W: Gerst 104 a 112 dito Zomer 103 a 107 \ Ggl. Vriefche Wintel r'tLast. Engelfche Oosterfche dito Gedroogde Engels Mout Inlands dito 20 a 23 Spelt J Haver. Zeeuw: en Inl:Brouw 22 a 23 *] dito Voer 19 a 20,ih. [ j>£vfs. Vries: en Gron: Brouw 23 a 25,1b, fpr.Li.st dito Voer 19 a 20 J Boekwyf. Vb en Brab: op 154 ffi 35 "] c^vls. Kley dito zonder wigt j pr.Last Z:enVI:GrauwErten -\ „ dito Groene 20 a 22 c 7 S\ dito Witte i9,ih. a ai.ih. ^-^k. Oosterfche dito *| ^vls. dito Grauwe j pr.Last Ktomb. Witte Boonen n Walrberfche dito j (s de Goefche en Sch: dito 10 12 a 17 «Z.Zak, Bruine dito J Paarde dito 26 a 28 "] c^vls. Duive dito 31 a 32 j pr.Last Koolzaat. Zeeuws en VI: ") , , Brabants (o£s hebben de grondige Menfchenkennis van den Stbryver bewonderd, en zyne iesfea aangemerkt als ten uiterften dienRig ter bevordering van deugd, goede -zeden en huislyke genoegens.. * * Van RIEMSDYK eb van BRONKHORST, Boekhandelaars te Bergen op Zoom, geven uit en hebben alom verzonden: Gedagten over het fterïnnerings- Vermogen , met betrekking tot 's Menfchen toefland na den Dood. Ter gelegenheid van het onderzoek van den Heer Profesfor VILLAUMÉ, ovér de Vraag; Zullen wy ens in bet toekqmftige leven bet tegenwoordige herinneren.? in gr. 8vö. a 16 Stdiv. **»» By WILLEM van BERGEN, Boekdrukker en Boekhandelaar te Breda, en meest alle de Boekhandelaaren, is voor 11 Stuiv. te.bekomen: Leêven en Denkwyze van Lodewyk XVI. gew.zen Koning der Franfcben, onpartydig gefcb'etst. De Scbryver deezer Broi chore hangt eên beknopt en egt Tafreel op van alle de gebeurtenisfen, die voor het bewonderend oog van geheel Europa zedert eenige jaaren binnen het Franfche Grond, gebied plaats gehad hebben. Voor veeie, die de zamenhang dier gebeurtenisfen zicb niet kunqe.n herinneren zal dit Stikkje allernoodzaakeiykst en teffens aangenaam zyn, ^* * van Riemsdyk en van Bronkborst te Bergen op Zoom, geven uit, 'en -hebben alom K verzonden: Gefprekken over de Beftemming van den Merrsch, ten nutte van het Algemeen, doch byzonder voor de Jeugd. Door B Bosch, a 4 Stuiv. —- Dit Stukjen bevat vyf Gefprekken tusfchen Vader en Zoon; en deze worden gevolgd door drie Liederen. De fchryver heeft dit gewigtig onderwerp, tot beryking van zyn oogmerk, zo kort, U,aar en aangenaam behandeld, dat dit Boekjen, met veel nar., door de Jeugd kan gebruikt worden. *»* van Riemsdyk en van Bronkborst, te Bergen op Zoom , gèvén uit en hebben alom verzonden: Liederen voor 't Vaderland. Door P. Moens en B. Bosch, op best Postpapier, in een blaauw cartonne band, a .36 Stuiv. met een .gegfaveerden Tytel. —*m Bezen Bundel bevat 52 Liederen, 'Opverfehillende onderwerpen, die'gefteld zyn op de meest bekende Zangwyzën. ^e Breda by \V. van BERGEN, en te Bergen op Zoom by va n •RiEMS-DY'K . > en van BRONKHORST.  C *7 ) tweeden worden nu, na volbrachten dageIykrchen arbeid , eerst de boeken opTrèf maakt; — dan ten ilerden onderzocht, wat morgen, en in welke órde hot.moet gedaan Worden; by dit onderzoek is de groote wet, die ik altyd voor oogen en iri het hart houde: —.dat het noodzaakclyke altyd eerst moet gedaan worden; niets tot morgen te verfchuiven, wat men gevoegiyk heden dóen kan, en altyd na te denken, wat men beter konde maken, als men het anders gedaan had. . Ten vierden ben ik altyd gewoon daar op te zien, dat ieder ding in huis, van het kerkboek en den fleutel van de kas, tot cp sckryvers Zielenfchat, (die mvn vrouw om geen waerelds ding zou willen misfen) en tot op den dorscbviegel toe, op zyne vaste en beftemde plaats ftaat, zo dat men alles in den donkeren kan vinden. ■ Ten | vyfde wordt by flot van ieder week Jpeciaale, en by flot van ieder maand ge' neraale revue gehouden. Gy kunt naauwlyks gelooVcïi, hoe veel fchooner een avond, en hoe veel plechtiger een der Zondagen wordt, als mert het met zich zei ven zo eens, zo vrolyk van aart en zo gerust van hart is, als men alle zyne' be- ''iefler {tuk vee kost, en hoe oud hct'is, hoe veel jonge enz. 3 ) Dc Inkomsten: «O aan produéfcen en ?'.) aan gelden. Uit welke Inkomsten geene ftuiver in de zak kwam ,alvoorens hét berekend en in de kas gelegd was, om verwarring voor te koomen 4-) De dagelyklche uitgaven, nevens een afinliangzel van jaarlyksch vastgeftelde uitgaven; by voorbeeld: zo veel aan Pacht, zo veel aan den jtfeester-knegt, cn zo verder, tot het posijen voor BtTtrrmTn kna"t, don Dorp - barnier, incluis. Do .dagelyklche uitgaven wierden alleen opgeIcbrcven, wanneer zy een gulden cn daar boven bedroegen. — Tot goedmaking van kleinere uitgaven, nam liy fomwylen, zo wol als zyne vrouw, drie of vier daalders, cn de datum iri het boek toonde hun aan, hoe lang zy daar mede tdèg'èkömen waren; want ieder ftuiver op zien Zolven optefchryven, kost deels te veel tyd, deels verleid zulks tot eene Jaagt gierigheids die ieder penning driemaal omkeert eer m;n die uitgeeft. Eindelyk hield marty.n a'tyu een Notit-beniboek by de hand, een hulpmiddel voor het geheugen, om' deS' te zekerer mets van dat alles wat'hy zelfs deed, of wticle gedaan tieübe», te vergeeten. ' zigtè&ëH met orde en rasiwgezetheid' %èU , üftgt heefr. | Teq befluite kan ik nog zeggen, dat ik ' tnynen Vader ook daar in volgc, dat ik béven j ieder myncr- huisboeken een fpreuk fte'lè, . by voorbeeld : 0 W geen-eigenaar, maar befierdcr van de aanvertrouwde goederen. ' Weinig of veel, gy moet daar van eens I rekening afleggen. En wel hem, die ieder dag, wanneer zyn Heer zulks vordert, dien met vertrouwen ouder de oogen 'tién, en zyne rekening fttitcn kan! Naauwkeurig te zyn in alle dingen en goede orde te houden, dat geeft eeiie zachte vreugde voor het harte, maakt vroiyker en beter inenfehen, eh zelf het fterven woidt dan veel ligter, als men met een geflooten rekening fterven kan. KORTE BESGHRYVING va\ TOULON, OF PORT DE LA MOJNTAGNE, GELEGEN AAN DE M1DDELANDS'CHE ZEE. foulon, die allergewigtigfte Franfche Zeehaven, (thans Port de la Montagne Qf) genaamd} voorlecden jaar door de Engdfchen bemagtigd, en nri door de Franfchen weder heroverd, is zeer oud, en, raar h«=;t algemeen gevoelen, van een Romeinsch Veldheer geftigt. Zy is thans de Hoofuftad van liet Departement de Var ,cn was voor de :,roote Om wenteling in 1789. een Bis- fchoppelyke Zetel. Her. getal der In- wooneren wordt niet boven de o'o.ooo begroot, men fchryft dit voomamentlyk toe aan woedende Pestziektens, die deeze Stad drie maaien in de vyftiende, eenmaal in de zestiende, vier maal in de zeventiende,, en eens in deeze-Eeuw, in het Jaar 1720, vrecfclyk trof. De Stad is verdeeld'in het oude cn nieuwe' Kwartier. In het eerfte is weinig mevkwaardigs. -— Het nieuwe Kwartier, het geen als eene nieuwe Stad uitmaakt, bevat,' be- (15 Berg-JIavefi, G 3 v  behalven de groote werfcendaar aangelegd, veele fchoone huizen, en een fraai plein dierende tot eene Paradeplaats. ■ De Haven is ook onderfcheiden m de oude en nieuwe: deeze laatfte is zeer fchoon. Aan dezelve vind men een Arfenaal, dat alles bevat, wat tot bouwen en uitrusten van fchepen nodig is. Men vind 'er eene geheele overdekte en aanftondsÜn het oog vallende Lynbaan, gebouwd naar het ontwerp van val/ban, die zich .zo verre uitftrekt als het oog ryken kan. Hier vervaardigt men de zwaarls kabeltouwen; boven vindt men alles wat tot het bereiden van hennip behoord. — Hier is een Wapenhuis, gevuld met fnaphaanen, pistoolen en verder geweer. Op het Ple.jp liggen kanonnen en .mortieren, kogels van allerlei zwaarte, aan jlapels, in eene verwonderlyke .fraaie orde refehikt. .De.Plaats voor het zeilwerk, de feefchutgietery, dc Dokken enz. zyn allen ren uiterften bezienswaardig. ' .De Galeien (■■). eoptge. -taaren ReIedeR' •van Mar falie herwaarcis gebragt, Mf «] een gedeelte van de nieuwe Haven. .Veele van de Galei-flaven zyn weikbeden, andere dry ven koophandel. By de laatfte herovering deezer Zee-haven, door de Framciien, hebben deeze flaven veel toegebragt om de ichepen , die anders door de Lngellchcn zouden verbrand geweest zyn, te reden; ary hebben de kabels van de nog onbefehadigde 'fcheepen in'de Haven, op levensgevaar afeekaptTtot belooning van deeze daad, heeft men hun de vryt-etd gefchoiikcn. — Dc. ilaven flaapen li et langer aan boord tier Uaie:en • zy hebben voor eenigen tyd aan land een vcrblyf gekrèegen in een groot gebouw, ten dien'einde opgericht. De Stad en -Haven is de één'ge Marktplaats aan de Mid- (*-) Galeien *yn vaartuigen jÜe meest met .riemen worden voortgedreevcn, door misdadigers, d»e tot 4mnne ftraf hier.toe veroordeeld zyn. dellandfdie Zee, tot het weder uitvoeren der Oost • Indijche voordbrengzelen. Om.trend op het einde van de tiende Eeuw werdt de Stad verwoest, en door de j4fri~ caanfche Zee -roovers uitgeplunderd, doch welhaast herbouwd. Van bourbon bemagtigde deeze Stad in het jaar 1624; dit deed ook cas el de vyfde in 't jaar 1636; maar in de volgende Eet;W, kou car el.emmanuel, Hertog van Savoye, deeze Stad niet overwinnen, en P.:ns £ ijgen t us ...belegerde dezelve te vergeefsch., m den jaare 1707. Beide de oude en n'euwe Haven, hebben een coorgang tot eene ruime Rqedeof Buitenhaven ,. omringd door Bergen» door de natuur bykans een cirkel nraakende, waar van daan de Franfchen de tegenwoordige naam der Stad ontleend hebben. >De omtrek is zeer uitgebreid,.en de inging wordt te wederzy- den verdedigd door ten ilerk Fort. "Met één woora, de Havens,, de Doks, de Wapenhuizen, en dies wat tot het uitrusten van.Ooriögfchepen dienstbaar is., en aldaar gezien werdt, wettgen het zeggen van een Reizigerjp voorige ty.ien: ., dat de.Koning ,, van Frankryk zich te Toulon grooter ver„ roonce dan te Vcrfallles'\ EEN SPREUK uit df LESSEN oer WYSHEID van LAVA I ER. Wanneer u iemand overbrengt, dat een ander kwaad van u gefproken heeft, zo verdeedig u niet tegen 't geen van u gezegt wordt, maar geef tot antwoord: de man weet myne overige gebreken niet, anders had hy dit niet alleen gezegd. In het volgende Nommer zullen wy onza Leezers eenige.merkwaardige Leevensbyzonderheden van den blocddorstigen iSMAè'r, MOLAi, Keizer van Marokko, die in het i begin dezer Eeuw regeerde, mededeelen. Te Bergen op Zoom bv van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by . van BERGEN, en verder alöm, wordt dit Blad, met de Bylagen, Wekelyksch voor 6 duiten, op gewoon papier, cn voor 1 ftuiver op beter papier, uitgegeftyen. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier ƒ I-10-: e;i op beter papier ƒ 2-;-:  NUTTIG en VERMAAKLYK WEE ÏÏÏ BLAD BURGERS en LANDLIEDEN. . - . ... ■ 'M s. - Zatwdag den 16 April 1794. Dezelve vriendelyke hand die ons het in I No 6. gcplaatlté Gefprek over de middelen Qmiïjmig ie Uven, meueotekx-, heeft om de ondtrftaande navoigenswaanv. ge Gelchiedcnis doen toekoorrjen. -Unze Lezers zullen 'er zeker zich niet overbelilaa een. dat van de eeiRe gelegenheid, -dit ons voorkwam, gebiuik maaken, om .hun dit Hukten onder het oog te brengen :.. terwy. wy harteivk wenl'chen, dat de lezing van dit verhaal dieren moge om het gevóel van menschiievendheid (eene deugd die by veele menicnen door het eigenbelang verflikt wordt; U de harten op te wekken, en onze Land «inobien tot het bedrijven van goede-en edcfé daaacn, die toch'altyd vroeg oi laat beloond wórden, aan te lpoóren. EEN GOED WERK DERFT GEEN BELOONING. ViLïNTYN, de zoon van een oud Soldaat, reisde van dorp tot dorp, om by een der Landlieden werk te vinden, op dat by het brood voor zvn' dood afmen Vader, die in den oorlog zyn rechte arm verloren hau, 'mogt kunnen verdienen. Het gelukte vauntïn eindeiyk, oia.ty een braaf jo»b Landman zyn oogmerk te bereiken; zyn vivt cn eerlykheid verwierven hem de acütmgvau Hendrik, dit was de naam van.de brave. Rber - val*.niyn was n.et ilechts een gewoon huü.ling of daglooner, maar hy werd ,11 weinig wecken, voor Hendrik., een verribuwiyken vr end. Vauntïn Bad reeds eene mooije Huiver verdiend; hy werd wekclyks betaald, doch by hield alles by pikancer, om, wanneer geheel den oogstyd voórby was, zyn' armen Vader met deeze, kfeïïe fom te verrasfen, en dan hier door voor hun beiden een genoegzaam onderhoud legen den aanftaarden winter te hebbenr dan, op zekere nacht, ontdond een verfchriklyke brand in de boere - woning, en oer oe Huisgenooten ontwaakt waren, was 11e hoop om de vlam te blüsfchen , of om cenig goed te redden, verloren. In den eerden angst vliegt hendrik, met zyne door fchrik bedorven vrouw in zyne armen, door het vuur, dat rseds dreigde het dak te doen neêrftorten. Valentym, die boven op eene k'.eine zoldering fliep, was uit hetvengder geïprongen, en dus behouden; doctt nu begon hy aan zyn' kleinen Ichat te denken: ,, goede Godi riep hy, nu heeft myn arme Vader niets meer dan traanen, om z>n afgebedeld brood te bevogtigen, maar ,, ik wil door het vuur hwo worstelen, en H ■ n van  TE HUUR Een aangerraame BUITEN PLAATS , gelegen een goed half uur van Breda, by Bavel; nadere informatie by den Drukker dezer Willem van Bergen VIR By W. van BERGEN te Breda, is uit her Latyn vertaald van de Pers gekoNB- men en alöm verzonden: Ï.'F. va,' der Mye, twee Verhandelingen o»elde heerfchende Voikziektens te Breda, ten tyde der belegering, als mede over de middelen ^St^^/J^M^ in deeze twee Verhandelingen ™*«»J^gg%* Voikziektens, als meestal in Legers, belegerde Steden en Hösp^aen^bee^.«"^K derheid pest en jcorbut, met derzelver toevallen en modificatiefi H*^™Jf™£™È. zaaken , en de gemakkélykfte middelen daar tegen , alleniaauwkeur.gst hefch^tt^rtrouw« de üiteeever dat een- Vertaaling van dit allernuttigst Werk, zyneu Landgenooten,en 1 föSmi/JXTj^et^ eenigzints betrekkina hebben aangenaam zyn kan, weshalven hy ook seene breedvoer.gere aanbeveeling van dit, by ue Geleerden alltszints bekend en geacht Werk, alhier noodig keurt. , 11. D e MISNOEGDE SCHILD SB-, of de Reis naarltalien, Toneelfpel, in twee Bedrvveu. a S en één halve Stuiv. ^„om * * van RIEMSDYK en Van BRONKHORST, BoekbandelaS»-« Berg n op Zoon,, geven-uit en hebben alöm verzonden: Onderwys in den Chnstelyken GoJsa,en« ,J-M j !e Behoeften van onzen tyd. Door }. C. DOEDERLElN d.pgleeraar *JMë*g | beid tejena. Naar de tweede Uitgave uit het Hoogduitsch vertaald. I. Deel. i. Stuk, iB f*°By E°BOHN te Haarlem , wordt uitgegeeven. een ^^Mg^' SPECTATORIAAL TOONEEL. VOOR DE VADERLANDSCHh, JEUGD. Vercierd met een Vignet, alöui 4 12 Stuiv. te bekomen. A • I ï De Derde Vermeerderde Druk van den Vriend der Kinderen, ViH. Deelen, met-» I nSuw Vl've^ïd? Plaaten en 8 Vignetten, keurig op Postpapier gedrukt, in* 1 11. Bri^$fettn«t!rfc!«i de Familie en bekenden van den Vriend der Kin- g . fi , _ I ML MElSZNEuffSerryke Verbaalen en Zamenfpraken, 2 Deelen, met ƒ s . g . I PlaSzelfde Werk op groot Papier , uiet P-oefdt'uk Plaaten! . ƒ .4 : o t - I ÏV. Lydensgefchledervan den Zaliguiaker, byzonder inger.gt tot onderwys _ | Van de Jeugd, met 52 plaaten. \ « *. * i , ! , .' | Hetzelfde Werkje op groot Papier. - * ; * ■ [ v CKVF Eerfte Christendom. Vyfde Druk , met 16 P'naten . /2.to.—■ J\ J RiFMSnYK en van BRONKHORST te fBergèn op Zoom, ge- | V :ruit^nEhS?nYaiL verlonln: ALLE DE WERKEN VAN^OOST VJN \ Jr\mnïr Tweede Derde en Vierde Deel. Deeze Deelen ten vervolge van de nieu- | ^^^^^G^tr^r word uit gegeeven Beantwoo, Te *Hl<]>fi 11 v ' \ \ veruischt worde jn een volk of iemand in't byzonder am ding van de vraag *« ^ J^JJ, W°an. zegt;n Dank- Vast-en Bededag te «ouden ? \ rUinhèd ^VeB^iSdSTi^enen^Daok- Vast en Bededag, deoc.jF. * SrT/S«!S leeven Predikant te Breda, Tweede Druk. de Pry, » 4 Stuiv. by W. VAM BERGEN, " « »%VLZr ^ VAÏ' ,RrEMSDÏ^  C 3i ) mi met zyne fcjiatten naar zyne Ouders te 1 rug, en vond na op zee valentyn, dien I hy mede naar het Vaderland nam, hem van 1 tien dienst afkogt, een Uil onbekommerd ieven vërfehafk, en hem met genoegen aan zyn voong leven, dat-door deugdzaame daagden uitmunte, deed gedenken. XE VENSBYZON DERHEDEN van t S M A Ë L M U L A I, KEIZER van MAROKKO. ISMAet, MtJUt Of MULEI ISM/CL, Cvvant zo vinden wy by verwisfelinggefchreverrO bekleedde een' langen tyd den despo- SÏÏV?2 Va" Marok,*>> « ontruimde dien m den jaare 1714. Hy be2at ve ft cn natuurlyk ver/land, benevens een' levendigen aart en onverfchrokken moed, en was onophondelyk bezig. Een afllammeiing van mahomet zynde, betoonde hy zich zo . voorbeeldig m het aankleeven cn onderhouden van deszelfs Godsd/enftige inftellingen' dat hy nimmer in zyn ganfche leven éenen drup wyn proefde, en den Ramadan of Vastentyd, twee maanden vroeger begon dan zyne onderdaanen. Veelvuldig Rome by zyne gebeden uit, ja op dat hem nimmeV daar tqe gelegenheid ombreeken zoude had hy op alle de ruime piaatfen van zyn paleis geheügde fteenen doen Hellen, om, zo dikwyls het hem goed dacht, zyne godsdienst* verngtingen te pleegen. ce^VorT T\hebbe", mo§en hooP™ van een Vorst, die deze bekwaamheden en ei genfehappen bezat: doch Zy werden Je van de magt welke hy zich toekende. ar™enr n 626 helUge man b"''tenlandfche afgezanten ontving, zat hy gèmeenlvk te paarde, op een ooen plein /met veKidP van zyne Alkaydes of Land voogdenTomrinéd die bloots voets ft „den, beevende Ich ter aarde buigende, tl op vy k , te! de Vorst fprak u:troepcnc?e» Cuiutk « s m leer .de Kcnmg /preekt ah cen^gcTL- m v•'•w/k ~ Gdl!Ü^ de ^danige! f?n1e in Vorst begcnadiVde rm e^ hnrT-ioli • , * verafgelegen de) vermaakt te hebben met het ombrengen ■ van twee of drie zyner kruipende ?ndeK nen d,e ny met zyne fpeer vaardig dooSlt Den Heer desaintolon, Afgezant de" toen„,ahgen Koning* van Frankiyf^o „ ^ den XlVden ontvmg hy ter audiëntie in een tl?feZ^11 de elleb™ê™ bebloed, door het flachten van twee mooren, omgebragt met eigen keizerlyke handen. Om zich te omzaglijker te maaken, droeg hy een kleed van eene byzondere kleur, wanneer hy voorneemens was eene fiaebtfug aan te richren, zo dat het eerfte nieuws naar 'tvwelk men.ri Mequmez vernam, Avas, in welk een humeur de_ Keizer was opgeftaan: want als hy z\ch geel vertoonde, dan verfchuilden de Ryksgrooten zich, en durfden niet ten hove komen, voor dat hy zyn bloeddorst gelescht had, door 't ombrengen van eeniee zyner gemeene Onderdaanen. of van zulke Staatslieden, als zich onbedacht aan zyne woede bloot gegeeven hadden. — De fchryyers, die de daaden van dezen gevreesdén Monarch hebben opgetekend, berekenen dat hy meer dan y eer lig duizend menfehen, 5* 3 vae  ion zyn &tf f *> mst ?%» f***? 7'<' ifehöJs'in No. 9.) C 3.2 ) hoewel zy haaren dienst noodig bad. Dc onbaatzuchtigheid en het gevoelig hart oer .weldenkende meid, redde haare Meesteresie uit haaren moeijelyken toeftand. „ lfc wil u niet tot last zyn," zeide zy, „ ik zal voor de huishouding zorgen,, en in „ dien tusfchemyd my myn nooddruft -r " mnt ik behoef niet veel — trachten te vcrfchffien." Zy deed het Koning oustavus vernam deze daad, gat .de deugdzaame meid een gefchenk van geld. cn fchoon de fom. aanroerklyk ware, meende hv echter, dat eene zoo onbaatzucntige ,cW negenneid eene nog ^hiuerender verSi verdiende. Hy zond derhalve* de S de gouden medailje der Wasfaorde en de plechtigheid der aanneming werdt met alle pracht verricht De aanz.enlyklte Kers hadden *ig oP her «adhuis^bege, ven De meid verfcheen met alle de be: valsheden der befcheidene deugd, en de ' ^Orr'otmeester hing haar zelfs ae^medailje [ oï den taSl onde'r het. herhaald gejuich der omftanders. .Vreugdetranen vloe:oen van , het gelaat der jonge.boerin, als zy wedir naar haar verblyf te rug keerde. vriPTF -beschryv1ng VAN HET ON . LANGS VERBRANDE kon1nglyk - - SLOT TE KOPPENHAGEN. - ■ '■rtaar Koning chriSTIAAN "e ^ . , ■ M diriaetig ■ Gebouw in den jaai e . 7 ? 1 • ,ftó aan heeft laaten bcgtr.nen. Ivnde het zelve in 17.40. volbouwt, wanderde' Koninglyke Fam-tie 'er inging woo"c„ _ In de benedenfte verdieping had - j " u, vptiftpen hun verb-iyt; -— S,tè Fami';e eefehikt, dit wa>. de kostb«ni- fblary, die door middel van eene oveirdeWj tane aan het fiot gebet* was, ks met hehier ïl faav.de Tuighuis0, alwaar zich ook ae KoSiS Bibliotheek en Konstkamers bevniïn 3 met de andere daar aan grenzende geSweT not behouden «bleven: pffchoon de Sadein het geheel zeer aanmerkelyk is. treffende edelmoedigheid IN . de^.1.aagsten stand. Een.Zweedfche meid diende by «ne^ duwe die moeder was van veek-kinde en 'ï,, r rfr weduwe niet meer in ftaat was ae Jaar huur te betalen, zag zy zig geSüSzïah, om h-r te «aten vertrekken, ^ s O'K r A t E S. Zekere jonge knaap had so krat «.dien beroemden Griekleben wysgeer, wiens deugd en wvsheid alle de eeuwen die hem volgden zoo zeer geprezen hebben, eens greotelyks verongelykt, tct zoo verre. dat hy hem aelis met de voeten'gefchopt had. De omftsnS werden hiér over met de grootfte verontwaardiging vervuld. Zy wilden den once. fuisden jongen rialoopei;, en hem over zyn ' wanbediyf f tranen. Hoe" zeide de bedaarde sok rat e s, „ 'is u een ezel fchoptc, zoudt gy hem dan ~)j weder fchoppén j"  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. NS. 9. Zaturdag den 3 Mey 1794. VERVOLG DER LEVENSBIJZONDERHEDEN VAN ISMAEL MUL AL Deze verfchriklyke Vorst betoonde zich niet minder een edelmoedig bewaarder van de goederen dan van het leven zyner onderdaanen te zyn. Wanneer iemand op eene merkbaare wyze in welvaart en rykdom toenam , dan zond hy om alle deszelts goederen en vee, op dat hy door zyn vermogen niet gevaarlyk voor den Vorst zou worden. Zyne Landvoogden en Stadsbevelhebbers, die zich naar 't voorbeeld van hunnen grooten Monarch vormden, pleegden roof, geweld, knevelary en alle kunften van eigendunklyk gezag, op dat zy te beter in ftaat mogten zyn, hunne jaarlykfche gefchenken voor hem in te zenden: want de grootfte zyner Onder-Regenten liep gevaar van opontbooden en gewurgd te worden, indien hy geen groot ge declte zyner plundering aan den Keizer ter hand Relde; en deze, opdat hy het gebruik van de dus vergaderde fchatten alleen zelf zou kunnen bepaalen, droeg zorg, dezelve onder den grond te begraaven* door de hand zyner meest vertrouwde flaaven, die hy vervolgens den hals af Kneed, als het beste mid del om 't geheim te bewaaren." „ Welke denkbeelden hy over 't regt van eigendom bezat, kar) «jen zien wit !ïct vol¬ gend geval: korten tyd voor 'Tiet vieren vaa een hoog feest, zich te midden zyner Lyfwachten , op eenen weg bevindende, ontmoete hy een' zyner Alkaydes, aan't hoofd zyner knechten, die eene groote kudde Scbaapen ter markt bragten. „ Wiens kudde is dit?" vraagde de Keizer. Met alle onderwerping antwoordde dc Alkayde : ,, de myne, o „ 1 s M a ë l '. zoon van Elcherif!" — „ De, ,, uwe," hervatte de Vorst, ,, zoon eens „ Hoorndraagcrs! ik dacht dat ik bezitter ,, was van alles in dit koningryk." Hier op liep hy den Alkayde met zyne fpeer door't lyf, cn verdeelde zeer genadig de fchaapen onder zyne Lyfwachten, opdat zy 'er feest mede hielden. Een Landman, eenige van 's Keizers Lyfwachten befchuldigd hebbende, wegens het ïooven van eene drift Osfen, bragt hy de befchuldigden vaardig ter dood; maar vraagde vervolgends den aanklaagcr vergoeding voor 't verlies van zo veel dappere krygers; deze dezelve niet kunnende geeven, maakte hy de zaak uit, door hem van 't leven te berooven, en zyne goederen aan zich te trekken." ,, Vóór dat Keizer tsma öl MULAiden troon beklom, krielden de gemeene wegen in 't Marokkaanfche Ryk van Roovers; hy zuiverde dezelve: maar op de wreedst mogelyke wyze, want hy Jiet mannen, Trouwen  < 34 ) en'kinderen van" de ftreeli, waarin de roove-1 ry begaan was, bmbret.'gen. —. De engelfche Admiraal cloudbslï Shovel had verfcheiden onderdaanen van Keizer i s m a é' l , die met Engeland in oorlog was, aan zyn boord gevangen gekreegen, en bood hem op zeer aanneemlyke voorwaarden aan, dezelve te losfen, tegen eenige engeifchen, die in 'i Ryk van Marokko gevangen zaten: doch do Keizer liet hem antwoorden, „ dat de on \ derdaanen, door den Admiraal bemagiigd, maar arme lieden waren, geen ios~ _prys waardig, en dat hy ze over boord kon werpen, als hy wilde". Zodanig was het eharsöer en doorgaande gedrag van isMAët mulat, die echter de gewoone tytels droeg van Dienaar des H:e ■ren, Keizer der geloovigen, moedig in den ■weg des Heer en, de Edele, de Goede". DE EEUWIGE LAST, EEN ÜOSTERSCH VERHAAL. De K'lif hakkam, die de pragt bem:nde, wdde de tuinen van zyn Paleis vertieren en grooter maken. Hy kogt alle byliggende landeryen, en betaalde den ei gemars zo veel daar voor, als zy begeerden. Dan, 'er werd eene arme Weauwe irevon den, die het erfdeel van haare vaderen uit eci.e godvrugtige naauwgezetheid niet wilde verkopen, en alle aanbiedingen, die men baar deswegens deed, ten eenemaal affloeg. De eigenzinnigheid van deze vrouw, ver droot den Opziender van bet koninglyk gebouw; hy nam naar dit kleine land met geweld af, en de arme Weduwe kwam wenende by den Rigter. Ibn beschik was juist Kadi van de ftad. Hy liet z'g het ge vil voorftellen, en vond net moeilijk; want a'lchjon de wetten aan de Weduwe uitdruk keiyk regt gaven, zo w.s het toch niet gein ;kke!yk, om eenen Vorst, die gewoon was zynen wil voerde volmaakfte geregtigïeid te houden, tot eene vry willige vervulling van eene oude wet te verp.igtet). Wat deed, dus de regtvia-d'ge Kadi ? Hy zadelde eenen Ezel, hing dien eenen grooten zak om jjea hals., en reed gouder uitftel naar de tui¬ nen van het Paleis, alwaar de Kalif z'g juist in het fchoonë Paviljoen bevond, dat hy op den grond van de Weduwe gebouwd had. De komst van den Kadi met zynen Ezel en fak, bragt hem in verwondering, en nog meer verwonderde hy zig, wanneer ibn bkschir zig voor zyne voeten w;erp, en hem dus aanfprak. ,, Vergun'my, Heer,dat ik dezen fak met aarde van dezen grond vuile." Hakkam Hond het pe. Wanneer de fak vol wis, verz >gt ibn buschik den Kalif, Om hem oen lak op den Ezel te helpen beuren. Hakkam vond dit verzoek nóg byzonderder, dan al het voorgaande; maar om te zien, wat de man voor had , zo greeo iiy mede aan. Dan, de fak was .niet te t 1 cn, en de Kalif zeidn de last is te zwaar, K.d', hy s te zwaar." ,, Heer, ant woord e ibn dëschir, met eene edele vryheid, gy vind dezen last te zwaar, en hy bevat toch maar een klein gedeelte van de aarde, uie gy op eene o.ibilIyke wyze aan eene arme Weduwe ontnomen hebt; hoe zult gy dan dit geheele geroofde land kunnen dragen , wanneer het de Rigter der wereld ten laatften dage op uwe fchouders legt." De Kulrf was getroffen; hy prees de kloekmoedigheid cn ïchranderheid van den Kadi, en gaf aan de Weduwe het land, met alia gebouwen, die hy daar op had laaten aanleggen , weaer. MERKWAARDIG VOORBEELD VAN KUISCHHEID IN EENE JAPANSCHE VROUW. Een Edelman van hoogen rang, in het 'Konintrryk Fingo, hadt eene zeer fchoone vrouw. De Koning, op haar verlievende, deedt haaren Echtgenoot heiraelyk ombrengen. Eenige dagen daarna deedt hy de weduwe ten Hove koomen, die, midlerwyl, van 's Konings trouwloosheid, de lucht gekreegen hadt. De Vorst haar zyne liefde verklaard, en om de vervulling zyner wenfchen by haar hebbende aangehoudei, antwoordde .zy in den volgenden zin: ,, Ik be„ hoorde, o Koningt my gelukkig te reke- „ neii|  B Y LAGE N N°. 9. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Om let Tzer voor roest te bewaren. N eemt een lood witte wnsch, een agrüe kan boom-o'y, een half Lood Hroodfuiken, ter kaars van agt in ten p^nd," laat dit famen in een aarde pot koTteivj—■ geimol. ten zynde fineert men het met een borsteltje op het yztr. Siroop van Framhoifen, Neemt 2 pond framboifen op een half pint besre wyn-azyn D.rdfche maat, laat dit famen 24 uuren lang in een pot op een koele plaats, wel geflooten zynde, trekken, als dan doed ze door een zeef zagties druipen, zonder de frainboizen te drukken, laat een pond broodfuiker tot firoop kooken, voegt 'er dan dit uitgeloopen fap by, laat dit dan weder famen een half kwar tier' zagt iieden, wel op 't fchuimen pasfende, giet Jt dan half kout in een fles, en bewaard 't dan tot gtbruik. Vier le péls hier van op een fles water gedaan , is in den zomer een zeer verfrisfchende limonade. WMr om de Tanden te Wasjeben. Neemt roode wyn, brandewyn^en wyn azyn van e ks een bierglas, regenwater een en een half biergl-s, ten en ten half loot zcut geuu!vt!ifee;d , een en een half once geest van lepelblad, dit faarnrn in een pinrs fi s gedaan, en wel door een gtfchut, wastht daar mede daaglyks de tanden, dit h:uJ ze heel zuiver, en be waard ze voer fchembuik. Wat 'er by de Stal en Hordevoedering der Schapen te betragten is. Vooreerst moet men zig vroegtydig , ten minften voor een jaar , van een goede voorraad van hooi, gedroogde klaver, pimpernel, wilde cichory, mangelwortef, maaikool, knolrabi en andere knollen , aardappelen, als mede havergras en fchaapgras onder 't hooi, gertïe en haverftroo, en diergelyke, voorzien : wordende alle drooge voeder, het volgende jaar met groen voeder vermengd. Ten 2de. De klavei word groen gevoerd als zy begind tè bloeijen, na dat 'er den daauw afgetrokken is , en zy vol. komen droog is: men moet dsar van niet te veel in eens geeven, zynde het ook goed om dezelve met hakfel te vermengen: als een fchaap by ongeluk van de klaver krank word , giet men het warme melk met fnuyftabak gemengd , in den hals. Ten 3den. By droog voeder alleen, moet aan de fchaapen dageiyss, fris en fchoon water om te drinken gegeeven worden. Ten 4den. Men doet wel, om de fchaapen zomtyds zout te laaten lekken, maar men moit het haar riet te veel geven , dewyl zy dan mager zouden worden. Ter> 5J:n. De hamtien kan men met mangolw.irtel "olkomen vet maaken. Ten öderi By goed voeder kan men de fchaapen tw emaal in een jaar, of wel d i'niaal in de twee jaaren lammeren. En ten 7den. Mag men de fchaapen vooral niet te warm , maar altoos lustig hou.ten ; in de ftailen moeten over dag , I zelfs  ( 34- ) zelfs in den winter, deuren en vensters open zyn , en by nagt alle de lugtgaaten •pengelaaten worden. Tuin- bouw. r'ervolg van 't Oeuleeren. Bovenal is nog by het oeuleeren op te merken ; Vooreerst, dat men eene al te dikke of te oude boom, niet op de Itam, maar wel op de takken oeuleeren kan. Ten 2den. Steenyrugten laten zig beter door oeuleeren, als door enten verbeteren. Ten 3den. Zet men aan een tak of ftam meer als een oculatie, moet men zorgen, dat zy nifet regt op een te ftaan komen .Ten 4den. Men moet nooit aan de zuidzyde van een boom, daar de zon op zyn fterkst fchynt, ocuiteren. Ten sden. Indien 'er meer als een- bot uitwast, moet men alleen benouden die het beste trekt, en dan dat met entwas of leem befmeeren. En ten 6-len. Wanneer 8 a 10 dagen na de oculeering, de bot nog fris is en opzweld, heeft men zekere hoop, dat zulks wel gevat ir : na drie weeken maakt men het verband een weinig los, en als het bot volkomen ingewasfen is, neeind men de ban?! geheel weg. Zynde by het enten en ocu'eeren verder te letten, dat men appelen op appelen en nooit appelen op peeren ftammen moet oeuleeren , maar altoos by het gellagt van boomen blyven: ook zyn de fteenvrugten voordeeliger te oeuleeren dan te enten. Middel om de Meit te verbeteren. Legt op den grond der mestkuil eerst een laag lange paardemest, dan eên laag ssfche, hier op een deel menfeherfrek, dan j weder een laag dorre blaaderen, vervolgens weder een deel vee- en paardemtst; voorts 1 weer asfche, merfchedrek, bladeren, ruig- j te en veedrek, en vervolgd weder met as- | fche, zoo hoog en breed als men wil, dog j hoe hooger hoe beter, om dat zulks de gesting en broeijing bevorderd, •—• Zodanig een hoop moet ten minde een jaar blyven leggen, al was het twee jaar, hoe ouder hoe beter , moetende ten minfte tweemaal 's jaars worden omgezet, waardoor de bqventnest dan onder komt , en hier door beter verrot; dus tyd gehad hebbende om uit te werken , kan ze in *t voorjaar op de gewoone wyze met veef vrugt gebruikt worden, ter aankweeking van allerleie geboomte, moeskruiden, veldgewasfen, en zelfs ter verbetering der weylanden» Entwas. Neemt een agtfte pond harst, een once geele was , een vierde pond pik, en vier oneen kaarsfmeer; laat dit famen in een verglaasd aarde potje heel zagt fmelten, tot het vloeibaar is, wordende dit bloed laauw met een kwastje op de giëntte Doornen gefineerd; zynde hetzelve nieede zeer goed voor alle wonden der boomen, —— NB. Zoo de entwas wat taai word , kan men 'er nog Wat kaarsfmeer byvoegen. Merkwaardige Berichten van deezen tyd. De iongrte nietiwstydingen geven ons het volgend verflag van de nieuwe fe&e die zien in Tuikyen opdoed, en de leer van Mahumet verwerpt-, het geene wy in onze vorige bladen hebben medegedeelt. Volgends deeze latere berichten is deeze fette door eenige ftammen verfterkt, en met dezelve in het lar.d Gourfie gevallen: de cherif Caleb van Mecca heeft zulks te vergeefs willen beletten , en deze benden zyn reeds tot op vyf dagreizen van die ftad genaderd : alle ftammen van den omtrek en byzonder de krygshaftige ftam van Gitcbemez, heeft zien voor de nieuwe feéte verklaard, waar door thands het geheele land van Bagdad, tot 20 mylen boven Basfora, in oproer is, en de voornoemde gouverneur vorderd tegen de rebellen eenen onderftand van 50,000 man, voorzien van genoegzaame krygsbehoeften. —— FRYS-.  PRYS-LYST der GRAANEN &c, ROTTERDAM den 28 April 1734. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: •] Nieuwe dito 30 22 a 24 l f5 de Blauwe dito 19 a 20,1b. f Z.Zak. Zomer dito J Witte Brabandfche » Roode dito Dito Engelfche I Ggl. Witte dito r't Last. Bovelandfche Poolfche .Rogge. Zeeuw f. enlniand: 17 a 18 (5 de Z.Zak Visamkhe en Btab: 138 a 143 "] Bovelandfche 134 a 140 Engelfche Oosteifche 140 a 148 dito Gedroog.de 14a a 150 Zeeuw; eu VI: W: Gerst 08 a 107 dito Z.-m.r 9F a iqj Ggl. Vrielche Winter f't Last. Engelfche Oofcterfche duo Gedroogde j Engels Mout j Inlands dito 10 a 21 Spelt J R ds f Z.Zak. Haver. Zeeuw: cnlnl: Brouw 21 a 22 •) dito Voer 17,1 h. a 24 ! o^vTs. Vrks:en Gron: Brouw 22824 «Vlast dito Voer 17,1b, a 19 J Bot kwyt. VI: en Brab: op 154 ffi 34 Wvls. Kley dito zonder wigt prLast Z:en VI: Grauw Erten \ ' , dito Groene ( » de dito Witte ? Z.Zak. Oosterfche dito dito Grauwe pr t ast Kromb. Witte Boonen Walcherlche dito 1 /? je Goefphe en Sch: dito f z Zak Bruine dito Paarde dito 26 a 27,1b. Tofvls Duivedito 31 a 32 J pr.Last Koo'zaat. Zeeuws en VI: •) Brabants _ (oOjIs. Engels f" pr.Last Moutwyn a „ ^vls> de 30 vs< SCHIEDAM den ig Aori! 1704. Moutwyn 7f c*" de 30 Virttls zonder Fust. Genever 8| cx? de 30 Virt zonder Fust. Genever 39 en 40 Gl. per Aam Amft .Proef. Otdr.Rogge 154 a 156 ©1463 H^Ggl.'t Last. Fooif.ditoi<54a 165 m 15aè 153 Ggl. 't Last. BREDA den 29 April 1794. Tarwe ƒ 8 : 4 : - tot ƒ 8 : 8 : — Rogge ƒ 5 . 4 . _ tot f . Boekweyt/ S : 1 : — tot ƒ 5 : 4 • _ LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. Zondag den n May Ter Veer ,Vaaren af- *smorS-r),wat. Maandag den 12 dito Gouda, Zirkzee en"Ter Goes' ' £ HUr* l Uur' 6min' Duigsdag den 13 dito Rotterdam en Middelburg " ' r l 47 """" Woensdag den 14 dito Zirkzfee en Ter Veer ' ' |laif * 32 —' Donderdag den 15 dito Middelburg en Antwerpen . ' 'sj' f— —" Vrydag den l6 dito 's Haage als 'er een aan is . g' ,3 ~~ 4~ * — Saturdag den 17 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes '. 4 ~ 4-— 5»—. De Beurtlieden op Lorèecbt en Amfierdam vaaren onbepaald'-, of als 'er vxagtls  STOCK AR, Kameraehanger te ?reda, adverteerd by deeze het geëerd Pubbcq, dat by hem ontvangen en te bekomen zyn, alle foorten van Behang e! Papieren, na de allernieawfte fmaak, van tö Stuivers tot 12 Galdos de Rol , waaronder veere fa e en nieuwe Desfeinen gevonden worden. Verzoeke een ieders Gunst en Kecomman- d3TE HUUR om met Primo May 1794 te kunnen worden aanvaard, een BUITEN. HUYS, ftaande in een Vyver, voorzien met vyf Beneden en vier Boven. Kamers, Knegts cn Meyden Kamer, Keuken, Stalling voor vier P.arden, Koetshuis, Thayn ,; Starrebosch, Boomgaard en Weyland, als mede een Tuynmans Wooning en Moestuyn, hebbende voor het Huys een Goudvis • Vyver met een lprr gende Fontein , vervolgens een groot Piyn , beplant met Linde Dreeven , geOooten aan oen weg m-C een Hek, waar naast een fraaije Koepel j zynde geleegen m een Vermakelyke Oord der Baronnie van Breda. Te bevragen by Willem van Bergen, Boekdmnker te Breda voornt. De Brieven Franco. _ .... .-„„, ■,->» * * A ent HONKOOl' te Leyden, geven uit en hebben alom verzonden, ue Wfde veel 4beeteVdY Druk van het HOVENIERS of TUYNMANS ■ ZAKBOEKJE , behelzende èen beknopt en volledig onderrigt van het geen 'er vemscht word in het waameemen en bearbeiden van eenen Boomgaard, Bloem- en Moestuin. Zynde ceze Druk vermeerderd met een Naamlyst van de fynfte meest gezogtfte Vruchtboomen. Van eene groote meenigte ln- én Uitlandfche Bloem - boomen en Heesters, welken voor SlingerbosjKs en Bloemperken thans gebruikt worden . en tevens door haare B oemen en verfchillende Blaaden een aangenaam gezicht opleveren ; met derzelver Latynfche LinZaanlcbe benaamingen, ook voor minkundigen m 't Nederduitsch daar by gefteld. Van zeer veele fraaije iiloemp.anten welke in de open lucht kunnen overblyven en door fcheuringen vermeerderd worden, en eindelyk van een aantal Ajncaanjcbe Heesters, welken in den Winter, in Orangerie. of in eene Kamer, moet en geplaatstworden' alles zamengefteld door een kundig Botanist. — Dit belangryk Werkje verfchafc de beste handleiding voor hun die zyn Boomgaard, Moes- en Bloemtuin, in de voordeeliafte en bevalligfte fituatie gaarne zoude geplaatst zien. De Prys is 9 Stuivers Sn Thans isalómme en by de Drukkers deezes te bekomen: Stukken betrekkelyk 1ND. de oetenfie van RUDOLPH SMITS, Burger en Mr. Kleermaker te Breda, bv den Geweldigen Provoost aldaar, a 5 en een halve Stuiver. t,D~XTw * •Nieuwe wf riten gedrukt en te bekomen by van RIEMSDYK en van BRONK- & HORST te Bergen op Zoom, en verder alom. . ...» t , I. Viïawt, Gedachten over hetHerïnnerings-vermogen, met betrekking^tot's menfchen toeftand na den dood ; * • * . 1 . —1 II. Moens en Btseb. Liederen voor het Vaderland netjes gedrukt op best postpapier, met een gegraveerde Tytel, in Carton. Waarvan --^^ noa weinige voorhanden zyn. . • •* . III. Moens, de Troost der Zalige Onfterflykheid, een Dichtftukjen op den dood van haaren Oom. . • » '. * • 4 • IV. Breekpot, Verhandeling over de oogfcbynlyke wanorde in fommige _ Natuurlyke Verfchynfelen. . i „„ ■* ' """ NB. Van dit fraaije Werkjen , zoo gefchikt voor de vatbaarheid van een ieder, zyn 'er ook .maat weinig meer over. V Onze verpligtinglm tot nut van 't algemeen te werken, ter .nwe.,,ng van, he Berg. opzoomfche Departement tot nw van't algemeen , voorzien met een fnrt gegave rdetitJSaat, en vaarwel aan het zelve Departement, twee Dichtftukken an den HenrfeS.Basdb, £n gedrukten te bekomen in den Boekwinkel van van Riemsdyk en van BmMeu^ ^sTBrTdaby W. van BERGEN, en «jj^*»" '** van RIEMSDYK cn van B RON fc.ri u IS£>■!■•  ( $0 ) den, en benokt hetzelve met den damp van Gom San.irac, hars of van een waschkaars, van welke rook aan dit takje zal aankleeven een roet; legt het takje of blaadje enz. tusfehen twee bladen wit en zuiver pipier, en ftrykt hijc de lm net van een mes of fpate! op het bovenlte blad papier, en als de bladen gefcheiden worden, zult gy aan elke zyde van het papier de gedaante van dit takje of baadje zeer ieevendig afgebeeld en uitgedrukt vinden. Vervolg van de Honing Byen. Zieken der Honing Byen. Ten eerden, tegen Ioslyvigheid in den tyd der lindebloesfem, zet vlootjes met verfe urin by de korf, moetende de korf daar ook mede berookt worden, Ten tweeden, tegen de m zelen moet uien de byen in een nieuwe korf overzetten , en den ouden korf wegdoen. Ten derden, tegen de fchimmel, befr.oeit men de honingraat zorgvuldig, en berookt de korf met de damp van gedroogde koedrek op 't vuur geleed, en vryfe de plank met wehienende kruiden. Ten vierden, tegen de wurm moet men de byen in een andere korf overzetten Ten vyfden, tegen de luis berookt men de korf met het zaad van bilzenkruid, of de bladen van esienooomen. Ten zesden, tegen walg en afkeer van voedfel, moet men de korf fchjon maaken en van net ongedierte zuiveren; of de byen in eene andere zetten ; maar ontflaat deze ziekte door te veel werken, zoo fluit men voor eenige dagen den ingans van de korf met een (tukje ly of i'chalie vol gaatjes'geboord. Ten zevenden tegen duizeling , befproeid de honingraat met wat brandewyn, daar wat citroenfchellen in geweekt hebben en wat fuiker gefmolten is . en men berookt de korf met welriekende kruiden En ten agtften, oproer , twaefpald en onëenig'neid, moet men tegengaan met de took van oud linnen. Middel tegen de Aard - Vlooijen. Befttooit de zaadbedden met eene gely- ke laag h/>m3sch, zo dra de planten ftaan uit te komen: of andes, bedekt het bed met eene laag verfche. klein gemaakte paardenmest. Deze beide middelen weeren de aardvlooijen niet alleen, maar bevorderen ook den wasdom der planten. Maar als de planten reeds opgefchooten zyn, en de aardvlooijen zig verwonen, is het dienftig, na eenen régen of na het begieten , de planten met leboorfteer.roet, houtasch, of tabaksllof te beftroofjen. De aardvlooijen zullen dan aan de beftrooide bladen niet komen, dit telkens herhaaiende, wanneer men bevind dat de aardvlooijen wederom zich vertoonen of te voorfchyn komen. Dan daar deze middelen op geheele velden niet wal in 't werk geleld kunnen werden , en men dus de aardvlooijen op eenen gtooten akker niet wel kan verdryven, zullen wy een ander middel aan de hand geven om dit ongedierte te beletceti de planten te befebadigen. Men laat een ftuk land in den herfst diep omfpicten, en ongeheikt liggen; zoo dra het vriest, legt men 'er een laajj van omtrent twee vinger dikte overjaari^e run op. In het voorjaar, in het begin van Maart, herkt men da run met de aarde met eene groote yzere herk wel d"or een en «eiyk , sn bezaait het land ten eerlen. Dit middel heeft men nooit zien feilen. Middel om de Kool tegen de Rupfen te\ bewaaren. Legt eenige ronkende losfe turven hier en daar tusfehen de kool, by een zigten wind, zo dat de ko>l door de roik doortrokken woid, en die eenige muilen herhaald, dood de rupfen of veriryft de^elven. Doch dit middel moet met voorzigtigheid gebruikt worden. Men kan de tupfeu ook weeren, indien men de geele eijertjes, die de kapellen >p de koolbladen leggen, en wnr van da rupfen komen, upfameld en verbrand. Dit is het eenig middel, om dit gedierte geheel uit te roeijen, PRYS-  PRYS-LYST der GRAANEN 'êk ROTTERDAM den 26 May"; 1794. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: *i N euwe dito 20 22 a 24 f (5 de Bh-uwe dito ig a 20,1b. .Z.Zak. Zomer dito Witte Brabandfcbe Roode dito Dito Engelfche Ggl. Witte dito f'tLasr. Bovelandfche Poolfche Rogge. Zeeuw f. enlnland: 17 a 18 ■ fldeZ.Z^k Vlaamfche en Brab; ln6 a 14e *) Bovelandfche 134 a 140 • Engelfche Oosiufche 140 a 148 dito Gedroogde 154 3 i5{j Ze uw : en YI:W: Gerst r f at(. Z:er,VI:OfauwErten J Pr.Last dito Groene ( R de dito Witte rZ.Zr,!:. Oosterfche dito dit° lïl a'st Kroinb. Witte Boonen 1 Wal/zherfche dito \ R ,p Cioefche ,-n Sch: dito > 7 v7k Bjrjiee dito \ L-L^° Paarde dito 26 ih. a 87,16; 1 .wis Duive dito « a 11 1 Koolzaat. Zeeuws en VJ: -\ Brabants (o^vls. Engels ï pr Last Moutwyn a „ ^ de £ £ SCHIEDAM den 26 May 1704. Moutwyn 7?cx. de 30V1 ,e!s zonder Fust. Genever 8| ex* de 30 Virt zo^er Fust. Genever 40 en 41 Gl. per Aam Amft.Proef. Cedr Rogge I5S:l ,5öggi56a i57Ggl.'t Last. Pooifche Rogge 164 ffi 158 Ggl. 't Last. BREDA den 27 May 1794. ijfej {*'■*•• -tot/8: 8:_ Boe,weyt^;t4:ZS^:ü;- LYS'T If»het afv3^en der Beurtfcheepen voor een geheele Top * te ,p Zmb,, en van het hoog water Laar! ' * Zondag den 8 Jany Ter Veer , vaaren af. 's morg. h-wat. Maandag den 9 dito Zirkzee en Ter Goès ' " ' ^1? " UUr* 's mor"ens iJingsdag den io dito Rotterdam en Middelburg ' ' 12 — 0 23 mib. Woensdag den 11 dito Zirkzee en Ter Veere ' * 12 ~ 1 « — VS Hlden 5? d!t0T^iJdelburg en Antwerpen * 12 — 1— 57 — vr/dag den 13 dito 's Haage als 'er een aan iP * ' 1 — 2— 48 — Satutdag den i4 duo Rotterdam Middelburg en Ter'Goes \ 3 ~ — De Beurtlieden op ueriretU en ^ vaaten onbepaald of 5?^^  STOCK AR, Koebanger te Breé*. by hem ontvanger, en te bekomen *yn ^»«*g £ ^ , waaronder veele fraaije allernieuwe frriaak, van if, Stuivers, tot "kMp^J Gunst en Recomman. en nieuwe Desieinen gevonden.worden. V;raoeie een ae.e da-.ie. T>i?Tjr'irNr t'o Rreda is te bekomen en heeft alön ver- By WILLEM 3 a »^.^MM iBr^> *TrHUrlpel, ,„ s Bedry^n, naa bet zonden: I. DE GRAAF K O N l NGSMAJR, U ai _^ 5^ Tooneelf!uk du RcOgduiUCh, met een fraaije gegraveerd^D. elpla-t. » £ f . brein dcr grootfte gemëa Set .He regt onder de fchocnfte gewrocht^ nu het « u "voeffi,ocren ;ari jen groogebooren, mag geran^chr u worden. PMW", a. ditf üit dwang, ten -Schiller in zybe» Don Carlos S wórden, en toont bier uit aan', de ter/ue-, betnrig of andere beweeggronden ;iaogeya ^ en danr hy daarentegen $Bfëgevolgen, die ^Tbll^SeSi ff ëffSfi oubJdorven hart, L gevolgtrekking ovenmond bewyst, dat de n£b"* . alle de Boekhandelaaren, is voorn Stuiv. tebekom^l; De gdhry-ver deezer Êrp- Yyl Verzen Koning der frawcben, onpanyhg W^rt^Sen, die'vo'or het Se'hangt een b.knopc en egtTafr«op £|^enK F/anfche Grondbewonderend oog van geheel E ">Pa "ded(f Samenhang dier gebeurtenisfen zich gebied plaats gehad hebben Voo ^'^^^„V^^iykst ?n tellens aangenaam zvn. II ^eM i S N^É GD E S OH "l ^ ER. of de Reisbaar V:al e , Pcned^* twee te bekomen by va, RIEMSDYK en va. BRONK1 ^^^^^^^ met betrekking .men- U. ^^^^^ ' best postpapier, met een gegraveerde Tytel, mwr ^ _ ƒ t . l6 : _ m Z^T^S^m ™^heii' ~ .°? ƒ - = 4 : - ïV' trt^r^^t de oogfchynlyie #§rde in fon.mïge y _ ; [Q ; iffSWi gefchtttvoor de vatbaarhed van WB* tder, iyn 'er ook ^^KStebdÉ: bet Tweed, en laatfte 41* F. BOHN , teHaarlem, g;cft uu en ^l*™^*™» de uit en inldndjcbe ReDe van de BEIS. LANGS DEN mf^M/^'dl Franjrb' Repüt.ikanen zulke «rL*»* w'^;nflflB*B*M^ «i** bet IvoneelJ^Oorlogstn fierkte en gedaante der ^f'/^X CoVentz, d* Vertil* Enénbeuftem , Plaaten en Kaarten, kqsten f A- 10: •—• _ _ - —< — ~ —=•-'■ pBRfiEN en tTVergen op Zoom by van RIEMSDYK Te by W. van BERGEN, eBn^/H0RST.  tegenftrydigheden , twyfelmgen , en allen nog duizendwerven onbeltendiger in hunne gevoelens, dan in hunne gefprekken. Is de waarheid niet te vinden in de vermaarefte heiligdommen der menfchelyke kennis, waar zal nienze dan zoeken? W.t baar ons een opregt hart by fterveüngen, wier verftand vervalscht en wier hart bedorven is." — ,, De waarheid zou my verdacht voorkomen, zoo zy alleen door middel van menfehen tot my kwam: onder hun moet gyze niet zoeken; maar in dc natuur. De natuur is tic oorfp.ong van alles, wat aahwezig is; haar taal is niet cnverflaanbaar en wispelturig, als die der menfehen cn hunne boeken. De menlchen brongen boeken; maar de natuur zaken in het licht. De waarheid op een boek te vesfigen-, is ever, of men haar \es tigde op een fchildery of ftandbeeFd, weik m lar voor c:n enkel land van belang kan wezen, en dat den tyd, van dag tot dag, in waarde vermindert: alle boeken zyn voordbrenglëls van de kunst der menfehen; maaide natuur is het kunstgewrocht der God heid." — „ Gy hebt, het is waar, gelyk, de natuur is de bron van alle natuurlyke waarheden; maar waar is, by voorbeeld, die der gefchiedkundigen , zoo zulks niet in de boeken is ? • Hoe kunnen wy dan heden verzekerd wezen van iets, dat. over twee duizend jaren is voorgevallen? Waren zy, die het tot ons overgebragt hebben, zonder vooroordeel, zonder partyzucht? Bezaten zy een opregt'hart? Behalve dit, behoeven dezelfde boeken, die het aan ons overbrenger, geene overllbyvers, drukkers, uitleggers, vertalers? En verminken alle deze lieden niet, min of meer, de waarheid? Zoo als gy wel zegt, een boek is enkel het voordbrengfel van der menfehen bekwaamheid Wy moeten derhalve van alle gelchiecikundige waarheden afzien; dewyl zy niet tot ons kan komen, dan door middel van menlchen, am vooroordeelen onderworpen." —- „Wat belang heeft ons gehik by het geen voorheen is voorgevallen? Wat heden gebeurt, is te voren gebeurd, en zal in het vervolg gebeuren." „ Goed; maar gy zult my toe Hemmen, dat de zedeNyke waarheden, voor bet menschlyk geluk noodzakelyk zyn. Hoe zuilen wy die in de natuur vinden? Dé die» ien doen elkander den kryg aan, het een doodt en verflindt het ancer; de elementen zelfs befiryden de elementen; moeten de menfehen onderl:ng cok zoo ht.ndelen?" — „ Zeker niet; maar ieder mensch zal den regel voor zyn gedrag in zyn eigen hart vmden, indien hy een cpregt hart bezir. De natuur heeft hetzelve deze wet ingeprent: Handel niet met anderen, zoo als gy niet wilt, dat anderen met u handelen zullen:' — ,, Het is waar, deze wet maakt, dat wy de belangen van het menócbdom naar dc oi.zen- regelen; maar de godsdienstige waarheden, hoe zal men die onder zoo veelerlei overleveringen en eerdiensten,, als de natiën verdoelen, ontdekken?" —"','> In de nituur zelve; als.wy haar met een opregt hart gadellaan, zulien wy 'er God in "zyne almagt, wysheid en goedheid aanfebouwen. en leeren, hoe zwak, onwetende en ellendig wy zyn; zie daar reden genoeg om ons te beweegen van hem te verheerlyken, te bidden, cn hem al ons leven te beminnen, zon» der ons in twisten intelaten." — „ Zeer wel! maar zeg my nu, moet men, eene waarheid ontdekt nebbende, die aan andere menfehen mededeelen ? Maakt gy haar openbaar, gy ziet u vervolgen door ontelbare lieden, die van de daar tegen overftaande dwaling leven, voorwendende, dat deze dwaling zelve de waarheid is, en dat alles» wat ftrekt om haar uitteroeyen, volftrekt logen is." — „ Men moet de waarheid zeggen aan menfehen, die een opregt hart hebben; dat is te zeggen, aan regtfchaperilieden, die haar zoeken, niet aan booswigten, die haar verftoten. De waarheid is een fyne parel, en dc booswigt een krokodil, dieze niet in hare ooren kan hangen, omdat zy geene ooren heeft. Werp een parel eene krokodil voor. in de plaats van 'er z'ch mede te verfieren ,~zal zyze willen opeten; zy zal 'er hare tanden op aanftukbytcn, en, door woede gedreven, u aanvliegen," — ( Het Vervolg hier na.) Jn het onlangs, by de Uitgevers van dit blad, uitgekoomen Nuttig en vern.aaèelyk N 2 Schooi- C 5i )  C 5* ) Schoolboek jen, zeer gefchikt om de jeugd al lerende van alles een kort denkbeeld te geven, en het geene reeds met vrucht in verfcheiden fchoolen gebruikt.word, vind men onder anderen in het derde ftukjen VAN DE TROUW DER DIEREN, OMTRENT MENSCHEN, een aandoenlyk voorbeeld; hst geen daar voorkoomt ajs van een vader die dit aan zyn zoon Frederik verhaalt. Een reizend koopman, die uitftaande gelden ophaalde, had een waterhond by zich, die hem op alle zyne reizen vergezelde, en zich by het paard, om een handfchöen van zynen meester, zou hebben laaten doodflaan. - AL hy nu eens 's morgens vroeg, toen het nog donker was, wilde nfryden, en meende dat hy mantelzak en alles had laaten opbinden, begon de hond, toen hy te paard wilde gaan zitten, wonderlyk aan te gaan. ' Hy trekt hem by den mantel — plaatst zich voor het paard, blafr, huilt, , en wil het paard niet laaten voortgaan. Hy valt hetzelve eindelyk in den teugel, en trekt hem het hooft naar beneden, zoo dat het paard begint te fpringen. De koopman, niet kunnende begrypen wat dit beduidde, Haat na den hond die op zyde fprïngt. Nu -wil hy voortryden, maar dé hond begint op nieuw. Hy ftygt af, waarop de hond bedaard word, en naar den ftal kruipt. Zoo ras hy weder op het paart klimt, begint de hond nog erger dan voorheen aan te gaan. Dit brengt'den koopman op - de gedachten, de hond mocht dol geworden zyn; en hoe zeer 't hem fpyt, grypt hy echter naar het piftool om hem ter neder te fcliieten; maar hem niet wel geraakt hebbende, gaat het arme dier huilende andermaal naar den ftal. De koopman intusfehen rydt weg, ety als hy een - eind wegs beeft afgelegt, ziet hymog eens treurig terug, en bekiaagt zynen goeden hond. Toen ontdekte by dat het valies met het geld niet op het paard was. Verbeeld li zyne ontfteltenis I En nu in.vollen galop terug. In dc herberg komende gaat hy rechtftreeks naar den ftal, daar vind hy den hond op het valies liggen, die hem nog eens de hand lekt, en — derft: Nu ontdekte hy éérst, dat de hond , door zyn onfluimig blaffen cn fpringen, heeft willen te kennen geven, dat het '.«dies vergeeten, was; en voor zyne trouwe moest by fterven! Hoe zeer dit zynen meester gefmert zal hebben kunt ;ry ligtelyk denken. Waarlyk trouwe honden, riep Frederik, daar heb ik al veel van gehoon. . Daarom hou ik zoo veel van de kees- en waterhonden. Men zegt dat die uit den aard zoo getrouw zyn. Hoe getrouw bewaakt niet de keeshond op het veld, 't geen zynen meester toebehoort! hy blyft daar den ganfehen dag by liggen, en er moest maar iemand zich aan Rellen als of hy het wilde wegnemen, hoe Zou by zoo eenen aanvallen! Gy hebt gelyk, zei de vader. EEN RAADSEL. Ik'verfchynonderduizendgeftalten.en altyd even fchoon. Ik fchikmy naar alle omftandighederi, verdraag my met een ieder, kan dc vertrouwde van ahe harten worden en ben altyd dezelve. Ik fchenk het beste wat de mensch wenfeben kan, en, wat ik niet geef, leer ik optbceren. Het geluk fchynt my veeltyds te haaten, en toch kan er buiten my niemand gelukkig zyn. Alle menfehen wenfehen my te bezitten, en weinigen zyn er die dit ten deel valt/ Rust en gelukzaligheid vergezellen my; cn hy die deze gezellinnen niet in myn gezclfchap ontdekt,, deze heeft den gelukkigen berg nog niet beklommen, waar wy vereenigd te famen wooneu. Te Bergen op Zoom bv van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by van BERGS* en vereler alom, wordt dit Blad, mat de Bylagen, Wekelyksch voor 6 duiten, op gewoon panier, en voor 1 ftuiver op beter papier, uitgegeeven. Hetzelve kóst by intekening in het jaar, op gewoon papier/ I-10-: en op beter papier ƒ 2 ;-j  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. m. 14. Zetnrdag den 7 ^funy 1794. VIERDE VERVOLG VAN HET VERHAAL DER REIS OM DE WAARHEID TE ZOEKEN.. Ik heb u nog maar eene tegenwerping te maaken ; zeide de engelschman tegen nen indiaan: — uit l.et szeen gv zegt, vólst. d< waarom uwe ftam, by de Indianen, in. zcq veel verachting, en die oer Braminnen in zoo veel aanzien is? Ik kom van den Opperpriester der Pagode van Jagrenat, die nje't vernuftiger dan zyn afgod denkt, en die zich nochthands eene godlyke eer laat bewyzen." —, ,, Omdat de Braminnen zeggen , dat by den oorlprong, zy uit het hoofd, cn de Pariaas uit de voeten van den God Biama zyn voordgekomen, zy voegen er, ten overvloede, by, uat Biama, op zekeren tyu, rezentle, aan een Paria te eten vroeg, en dat deze I em menlchen vleesch. boqd.; ftdert deze overlever ng, wordt hun tam, door geheel Indien, geëerd, en de ■nze gevloekt. Het is 'ons niet geoorloofd de fieiten te naderen, en ieder naïr of reispqut heeft vryhe'd om ons" tc dooden, iniien wy zoo nhby hem koomen, dat onze dem hem kan bereiken." By fint George! riep de engelschman, dat-is zeer iw.aas en onrcgtvaaiti'g ! Hoe is het de Bra. minnen mogelyk geweest den indianen eene 0 " 1 (OQïU  C 54 ) foorr-lvke zoUcrny te doen gjoven? \l l Boorze hun, van hunne km .sneu .af. fateWen, andwoordde de paria, etidoor Te hun aanhoudend te herKafén : de .de. fchen ■onderwy.cn elkander gelyk ^ papegayem , Rampzalige! zeide de engebchma.,,, noc redde L u uit den poel der eerloosne d, waatiffl dV «ramdenvil,-*y uwe geboorte,, nederwierpén' N.eis is, naar myne gedacn voor ienfand ! 1 endiger, • aan hem ,n zyne eigen oogen veracbtlyk temaken; hier -%ör wordt hem de beste' troost ontroofd; want de zekerfte is zich zeiven te-kunnemon „ Ik zeide terflond tot my zeiven, hernam de paria, is de vertelEflg van den Gou Bw ma wel waar? Geenen, dan de Braminnen, die 'er""belang by hebben om znch eene ne : melfche afkomst te geven, verhalenze. Un -..p-etwyfeid hebben zy verzonnen, dat een ■Paria, Brama tot een menfeheneter wilde maken, om zich over de.panaas te wreken, om dat deze het geen zy van bunne he.bg »heid beuzelden, niet wilden geloven Daarna redènkavelde ik dus : vooronderfteld, dat hei •ijeval waar zy ; God is regtvaaruig, hy kanccn'gchcelcnTram niet fciuldig houden aan liét misdryi' van een van dcszelfsdeden, als 'er de panlche ftam geen deel aan heeft;. maar genomen-, dat de geheele ftam zich aan dit ffltsdryf fchuldig gemaakt had, dan nog.j zyn hunne af kome'ingen hunne medepligtige niét gewéést: God ftraft even 'min in de kinderen de misdaden hunner voorouderen , du Zy nimmer zagen, als hy de ouderen zalftraf fen voorde overtredingen van hunne achter-, neevcn, die nog niet geboren zyn; doch la2£ wy' £*fs zoo ver gaan van te ftellen, o ik oog héden deel B de ftraf van eenen n 'ia-, die', duizenden jaren geleden i trouwf0 >s ; as aan zynen God, zonder dat ik fchuld hala .n zyne zonde; kan iéts, dat door God Saat wordt: aanwezig blyven , zonder ^q-rciibiikivk vérpïetjgd te worden? Indien 5k hv Gi l verdoemd was, zou immers niets vhp het geen ik plantte, 'willen opkomen. F «e Vit d cm'ik 'er ddsóver: vcoronderftald dat God, door "wien ik gezegend word, my haat, ik wil my by hem bemind jachten w raaEe», 'door, war zyn voorbeeld hun, die my haten, weltedoen." ,, Maar, vroeg hem ■ de de engelfchen Wrysgeèr, hoe hebt gy het aangelegd om aan de'kost te komen, tiaar-gy aoor elk verftoten werd?" -, In het begin, andwoordde d« indiaan, zeide ik tot-my zei ven: indien elk u vyandig is, wees dan u zeiven ten !ri end. Uw rampfpoed is niet boven de kraclrten van een mensch "H re zwaar de regen zy, een klein vogeltje ontvangt 'er maar een dropje tevens van. In de boslchen en langs de rivieren zocht ik voedfel; maar meesttyds vond ik niets dan wilde yruchtei , en ik liep gevaar van door het wild gedierte verflonden'te worden, dus ondervond ik, dat de namur byna niets voor den eenzamen mensch verrichte, en dat zy myn aanwezen verbonden had aan dezelfde maatfchappy, waardoor ik was uitgedreven. Ik bezocht :oen de verlaten akkers, wier: getal 111 de Indien groot is, en ik vond 'er a tyd het etn of a'rtder eetbaar gewas, dat den ondergang van deszelfs planter overleefd had. Dus reisde ik van gewest tot gewest, verzekerd van geftadig myn ondernoud in de oveuiyflelen Vafi «en laridboüw 'te -zullen vinden. Vond ik za&d van èenrg nuttig gewas, ik zaaide het weder, zeggende: is het voor mv nier, hét zal.een ; nder van dienst wezen. Het denkbeeld ,-dat ik eenig goed kon aden, iiiaafc e my minder ègrendfg. Iets was 'ei-, waarnaar ik vuurig verlangde, namelyk om öfis in de eene df andere ftad te wezen. Van verre bewonderde ik hare vesten en to- rens, den verbazenden toevloed van barken op hare rivieren en van-karavanen op hare wegen, beladen met koopmanfebappt-n, die 'er van alle gewesten des hemels aan! mdden, de krye. benden d;e 'eruit het uigelen-enfte dei-provinciën de wacht kwamen betrekken; de tochten der afgezanten, met iun talloos gevolg, cie uit vreemde ryken en futen zich Eerwaards begaven, tot net vc brengén van beuchjyke r>dingen, ofhet ■ nuiKen van-verbonden, ik kw am zoo tucht, als het my Vsy ftond, op hare ouicenwt-gen, de dikke ftofvvolken, die zoo veel reizgers | 'er deden Opgaan, met verbazing, beicboui wende, en ik brandde van verlangen, by 1 het hooren van hei verward gedruis, dat van  B Y L A G E N N°. 14- BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Om Aalbeziên-Wyn te maken. Tweernt een kwantiteit van een fchepel beziën, wat foott uien begeerd (doch de zwarte zyn ruim zo goed daar toe ais ae roode, die hebben mui dei fuiker. nodig, en de wyn van rood; beziën is op verre na m aangenaam niet) doe dezelve me' ftee'en er, al, zoo als zy geplukt zy. . I ' eei. greore tobben, vvaac in men degene ftampt, waar op men twaalf pnüen regenwater gin, en laat het dus twaalf of vyttien nuten toegedekt ftaa", wanneéi men 2e door doeken wringt, en de iap door een zeef doet lopen, op dat 'er geen korrels in zoude blyven, — Doe het doorz igfej in een var, en laat het aldus rtOftaan, tot dat het heleWr begint te word n ; maar dan moet men het op een fchoon vat overfteekea. Doe op ieder vier pinten van dit fap een h3lf pintje brandewyn (eenige neemen nog minder brandewyn, en veelen laaten 'er de brandewyn geheel uit) en zo veel fuiker dat het zoet genoeg is, het geen ieder na zyn fmaak en verkiezing doet, zelfs gebruikt men maar bruine iuiker daar toe. Mengd dit wel door nvdkar.deren, zelfs moet men wel een kwartier uur blyytn roeren: fluit het vat wd ter degen toe, en laat het omtrent d'ie maanden lang in dkn ftaat leggen, na weiken tyd men fchoone roode wyn zal hebben om te gebruiken. Manier om Hoen ieren te voeden en op tekweeken. Om wel te- flagen ia het fokken van hoenderen, moet men alvorens een goede verkiezing weten te maaken. Demid- delawtiite en zwarte hoenderen zyn de beste, zoo wegers de aangenaame fmaak van het vleesch, als wegers den overvloed v.m eyeren die ze leagen. Ook loopen de witte meer gevaar om van ue roofvogelen weggehaalt te worden, van welke de zwarte hoenderen zoo wel niet kannen gezien worden. Daarenboven zyn 'er nog andere kentekenen, waar .by men van de vrugthaarheid in her leggen van eyeren kan ytfzefcert zyn. Want als men een hen wil verkiezen, die veel eyeren legt, moet men eere- rerinep welker kam aa~i d.° eene zyde rjeéthangt, die e.eele paoten hei ft, en helder van gezjgt is ; want een hen met een regt opftaande kam, legt doorgaans minder. Deeze zal o gl/'ansrykfle bycenkoomlten der graote wereld. De vlyt'ge burger is des avonds,.na het yverig verrigten van zynen. arbeid, en getrouw volbrengen zyner. pligten, met zyne gade en kinderen,, zoo gerust en te vreeden, als geen hoveling zyn kan. Laat de kwaadaartige wereld,, laaten zyrre medeburgeren den werk zaamen man het recht,de achting en de eer, die hy verdient, weigeren;, laaten zyne weldaaden met cnverfcbilfigheid, met ondank Tbaarheid beloond" worden; hoe fpoedig. zal by dit gebrek, deze onaangenaamheden vergeeten, ais hy in den fchoot van zyne fa mi lie te rug keert, van deeze met opene armen ontfangen wordt, en ih 't midden van zyn huisgezin, de geheele waarde hunner liefde en genegenheid ondervindt en gevoelt. — Heeftr dc glans der groote waereld.,. en al het verhlindende klatergoud van hoogheid en -aanzien het hart van zulk een gelukkig mensch niet geroerdhoe ras zal in het gezelfchap van zyne' beminde wederhelft,, een zagte warmte zich wederom door zyn hart verfpry den; hoe ras zal de waarheid.,de gulle openhartigheid, die in zyn- huisgezin leven en heerfchen, hem wederom met het mensch dom- verzoenenr — Doch,, wanneer daar tegen zyne woning de zetel van tweedracht en verdriet ware, en zyn huis hem. die rust weigerde, die de wyze en- braave man ih het zyne vindt, al' waare bj dan ook nog zo ver. heeven in- aanzien, grootheid en rykdom, hoe weinig''zoude hem al'die uitwendige luister voor dit gemis aan huislyk geluk en waaie tevreedenheid fchadeloos kunnen Hellen! Men wordt de- wereld' ligtelyk moede in de armen der waare vrendfehap, waar men vry en- onbedwongen zyn kan wat men wil; waar men- elkanderen openhartig alle zyne gedachten en wenfehen toevertrouwt en mededeelt ^ waar men onderffeuning, raad, hulp en troost, by alle drukkende tegenfpoeden ■van dit leven» vindt en wederkeerig geeft; "waar de nedergebogene geest, door hoop herleeft en- opgebeurt wordt; waar men tot -eikanderenby het te rug zien op het voorledene, mee eene aangenaame weemoedigheid en met aandoening zegt: ach ! wat heb ben wynïel reeds te famen beleefd en door- gefiaan! waar de avonden als minuten, by een onderhoudend gefprek voorbyvliegen; waar men nimmer moede wordt' eikanderen aan te hooren en te.onderhouden, waar men wederkerig gevoelt,, dat men zo geheel flegis één hart en ééne ziel is; en waar men geen verdriet kent, dan het verfchriklykfte van alle, dat der fcheiding,- der verwydering en des doods! Alle ongeluk wordt draag- lyker, door de rust onder ons eigen dak. H7~ysheid en deugd moed by menfehen en ontzag voor God,, dit helpt ons den rampfpded, verdraagen en dit beurt onzen nedergeflagen geest wederom op. Die zich gewend heeft met zich zelve te verkeeren, Z'et ook ras de wereld.in derzelver naaktheid en armoede,, en gevoelt,, dat wy enkel ronddwaalen onder dingen, die meer fchyn dan waarheid hebben» hy ziet en gevoelt dat walging en verveeling toch eindelyk het onvermydelyk gevcrïfc zyn van al ons jaagen naar ttreelende vermaaken en genoegens; dit alles ziet en gevoelt hy, en wenscht zich binnen de gelukkige wanden van zyn huis te rug. Eindeiyk befluit hy met deeze woor» den l Hoort uwe ouderen uwe vrien¬ den. Gy moet wys en"goed zyn, om vrolyk en te vreden te leven. Het zyn niet de rykdommen die het geluk des levens uitmaaken. Een klein erfdeel, waar op eendracht en liefde woonen, levert aan deszeivs bezitter dikwerf meer vreugde en genoegen, dan degrootffe rykdommen. Ons eigen hart moet ons gelukkig maaken en alle bekoorlykheden en genoegens, die de fchatten voor ons kunnen hebben, zyn verlooren, wanneer onze zielen niet door tevreedenheid tot het biyoe genot derzelve geftemd zyn. Gy moet zelve, te gelyk met het noodlot, daar toe meedewerken, om de genietingen van het geluk en de vreugde duurzaam te maaken. ——_ Leeft eensgezind en in vreede! OPLOSSING der RAADSELS in No ia VOORGESTELD. ' 1, Een Ploegyzer. 2. De Zee. Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda bv van BERGEN, . '  NUTTIG en VËRMAAKLYK W E EKB L AD VOO R. BURGERS en LANDLIEDEN. Zaturdag den 21 Juny 1794» VFRVOLG' EN SLOT VAN HET VER, HAAL DER REIS OM DE WAARHEID. TE ZOEKEN. Het verhaal van den gelukkigen Paria hadt den engelschman ten fterkilen getroffen. Gy hebt gelyk zeide hy, dc meefte fteden behooren alleen by. nacht gezien e worden, maar zeg my, hoe gy het aangelegt hebt , om u ook by dag gelukkig te "Tfvërlangde, hervatte de indiaan, boven alles na een vriend, aan wien ik myne genoegens en kwellingen zoü kunnen mededeelen. Ik zocht dien langen tyd onder mvns gelyken, maar ik vond 'er mets dan Snnst en ondankbaarheid. Eindeiyk vond ik een' gcvocligen, erkentelyken, getrouwen en voor vooroordeelea -.onvatbaren vriend in den hond die gy hier ziet. Ik „am hem van de ftraat, half ftervende van honger op; en zedert bleef hy onaffcbydbaar° aan my gehecht. — Dif was echter voor my niet genoeg. - Ik had een vriend nodig, ongelukkiger dan een hond,, wien alle de kwellingen van het menschlyk leven bekend waaien,., en my. dezelven hielp draeen. De Voorzienigheid vervulde ook dien wenseh cn fchonk my. eene vrouw. —- Op eene nacht dat ik my op de begraafplaats der Braminnen bevond, zag ik in den manefchyn, eene jonge Braminne, half bedekt met haaren fluyer. Zy bracht fpyze op. eene graf hoogte, bedekkende de asch van haare moeder, kortelings met het lyk van haaren man levendig verbrand. Op de b'efchouwing van éen nog ongelukkiger fterveling dan ik, kon ik myne traanen niet wederhouden. -— Onze oogen ontmoetten en fpraken tegen malkanderen; zy wikkelde zich in haaren fluyer en vertrok. Den. volgenden nacht kwam ik weder op dezelfde plaats. Die keer had zy. een' grooter voorraad fpyzen op het graf baarer moeder gezet; zy had begreepen dat ik die nodig had- en dewyl de Braminnen dikwyls de fpvz'en, die zy op.de graven brengen, vergiftigen, om de Pariaas te beletten van ze op te eeten, had. zy,. om my gerust te (rellen, enkel vruchten gebragt. Ik was: hier over zeer getroffen, en bcftrooide de. vruchten in plaats van ze op te eeten, met bloemen, die» volgends het gebruik der Indien, myn verlangen en gezindheid omtrend haar te kennen gaven. Dit gebeurde- verfcheidene nachten, tot ik liet eindeiyk waagde my vóór haare voeten te werpen, en haar een rozenknop aantebieden. Zy vatte toen het woord op, zeggende: „ Rampzalige! gy fpreekt my van helde, Q c>!1  C te ) ' en welhaast zal ik niet meer wezen! — Ik moet mynen egtgenoot, die pas geitorven js, op den brandflapel vergezellen.'— Gaa van hier en vergeet my,-binnen drie dagen ben ik niets dan een handvol asch." -— Dit zeggende loosde zy een diepen zucht — Ik, doordrongen van fmart, fprak haar dus aan: ,.. Deerniswaardige Braminne! ö mogt het ■ God • behaagen « - aan uwe rampen ie " ontrekken, 0(11 u in de mynen te-doen deelen! Laaten wy in het hotfte der bosfen vluchten, het is nog beter zich aan tygers dan aan menfehen toe te vertrouwen!"- —1__ Toen wierp zy, febreiende, een Blik öp bet graf haarer moeder, doeg vervolgends haare oogen ten hemel, 'en nam myn rozenknop aan."-^- 'Terflond' nam ik haar onder den arm en wy. gingen op weg. Haar fiuié'r •wierp ik in den" Ganges om haare nabeftaan' den te doen gelooven dat zy zich daar in verdronken had. ; Eindeiyk kwamen Wy^ na verfcheiden nachten -reizens, want over dag verfeholen 'wy ^ons , in dezen 'oord; Waar ik deeze hut-gebouwd en een klein tuintje aangelegd heb; wy leven 'er hoogst .gelukig. ik eerbiedig -myne vrouW als de zon, en bemin haar als de maan ln deze eenzaamheid zyn wy'alles voor elkander, | daar wy voorheen- door de waereld veracht waren." Dit 'Zeggende, floeg -hy zyne oogen öp zyn'kind, in de 'wieg, en op zyne vrouw, die traanen Van genoegen -fchreide. De Engelfche Wysgeer, -de zynen afdroogende, zeide tegen zyn gastheer: >„ In 1 de daad, het geen 'by de menfehen vereerd , wordt verdiend dikwils hunne verachting, 1 en het geen zy verachten hunne- vereering. 1 Maar God is rechtvaardig; gy zyt duizend- \ werf gelukkiger in- uwen vergeeten ftaat, c dan het Opperhoofd der Braminnen van. ja c grenat, in alle zyne heerlykheid. " a Dit gefprek geëindigd zynde, nam-de g Paria affcheid van zyn gast, om hem te k laaten rusten, en begaf zich met zyn vrouw p en de ■ wieg van zyn kind in een-klein ver- „ trekje. b -Desartdefert daags,by deopkomst dei-zon; jg werd de engelschman gewekt door het gezang ti der vogelen, en door de ftem van den paria 1 en .zyne. vrouw, die gezamentiyk hun mor- J ;k] gengebed deden. Hy flond op, en Was zeer :D te onvreden,' toén de pSria en zyne vrouw ia de deur opendoende, om hem goeden morn gen te-zeggen, hyzag dai 'er geen ander bed - m de hut was dan het huwlyksbed, en dat - W -den geheeién- nacht opgebleeven 'waren, s om net hem over te laaien. Na dal zy t hem gegroet hadden, haastten zy zich om het e wntbyt voor"hem gereed'te maaken. -Terwyl « ey nier "mede bezig waren, deed hy een wani deling door den tuin. > De wysgeer wandeïs de onder den veirukkelyken lommer der - vfuchliooomen, toen de paria hem kwam roe3 pen om te ontbyten' -— „ Ik vind uw tuin i heel liet, zeide de engelschman; hy heeft, r naar-myne gedaeftten, geen ander gebrek, - dan datby te klein is; als ik in uw plaats • was, zou ik 'er een wandeibaan' bygevoegd ■ en hein tot "in hct'bosch uitgebreid hebben." „ Myn beer! antwoordde de paria, hoe minder ruimte 'men in bézit beeft hóe veiliger men- is :■ een enkel' blaadje is genoegzaam tot het nestje van het vh'egvogeltje." Dit zeggende traden zy in de hut, waar zy de vrouw van'den paria in een' hoek vonden zitten,'bezig zynde met haar kind te zoogen: zy had her ontbyt gereed gezet Na hetzelve, ftil| zwygende gebruikt ie hebben, zeide de pa' na,'ziende dat de engelschman toebereid leien maakte, om te vertrekken: „. De velden ftaan nog onder water door deo z waren regen van dezen'nacht; de-wegen'zyn onbruikbaar; blyf dezen dag onze gast." Ik kan niet zeide Wysgeer, ik heb te veel volk by my " ,, Ik merk r hernam de- paria, dat gy haast maakt- om 'üit dit land der Braminnen te komen en terug'ekeeren in dat der Christenen , wier - godsdienst alle menfehen als broeders doet leeven." -De engelschman liet opftaande een' zucht; toen-gaf de paria een teeken aan-'zyne vrouw, d>'e met ne.iergefl-'gen oogen en zonder tegenfpreken, den wysgeer een korfje- met vruchten en bloemen bood. De paria, voor haar het woord doende, zeide: i„ -Myn heer! verfchoon onze armoede; wy bezitten, noch amber noch aloë, om, volgends het- gebruik in de Indien, onze gasten te bewierooken; onze geheele fchat "beflaat in bloemen en vruchten; maar ik hoop, dat gy dit kleine korfje, door de handen my-  B y L A G E N ■ N°. iM BEVATTENDE DE Huishoudku.de, Akkerbo^w, Tüin. bouw, Veeteeld, &c. &c. Om.CbinteJe of Oost ■ ïndifcbe Inkt te maken. De.ze kan men volgens eene geheel . rituwc en nog onbekende uitvinding *ii» I maker; wanneer -/.e al zo goed «4^.»» die welke in China gemaakt word N . abricoze (leeren en doe 'er de pitten uit , bekleed de fchilien met twee koolblad n, de een op den ander geiegt, zynde, e ij naaüw in ten gevold. Dit pakje téoét-aen op allerhande wyze. zeer v st toebinden, leg hetzelve in een oven, welke zo h.et is? gelvk men ze gemeenlyk ftoykt om brood re bakken , en voor dat uien net brood daar in fchièt : Heeft men geen ge. legtnr-eid daar toe, zo leg dlt pakie op de batte ha?rditede, in »t midden, onder de fcbborlleen, en bedek het ter degen met de heete asf.he, en les een goed vuur daar over heen. tot dat deeze abncoosdoppen zo geheel tot ei n kool gewornen en verteerd zyn, dat ze niet meer in (laat - zyn om te branden of vi m te vatten. Uie kolen wel geformeerd zynde, laat men in derzelver bekleedzel konJ worden, wa neer men die daar uit doet, dezelve m ten mortier legt, welke men met een varkensblaas ledekt, in welk-is midden een gat is waar door de ftamper gaat, en dan floot men die kolen zo fvn als immer mo ge'.yk is. Terwyl dit gcfchied laat men zo veel arabifche gom in water (taan trekken, dat het water daar door eenige dikte verkrygt Leg dat zeer fyn geüote poeijer op een gepölvste marmere plaai ; doe 'er van tyd^tot tvd eenige druppels van dit gom water by, en maak 'ci een dteg van op dezelve wyze gelyk men verwen wryft. Doe dit deeg in k eine vormpjes van kaartebladen gemaakt, en met wat wit wasch ounneties-van bimen beftreeken, opdat dit deeg niet aan die vormpjes ze» vast b'vven zitten , en laat ze zo langzamerhand {taan drogen, en als het ter degen droog is, kan men het gebruiken, zynde beter dan die men te koop vind. Vervolg over 't voeden en kweeken der Duyven. De landluiden gebruiken veelerhande hulpmiddelen, om te beletten dat de duiven bet hok niet verlaten. Den een wiytt de gaten en openingen met lavendel ■ oly en welriekende balsem van kruiden: anderen doen gierst, in 't water kek-n, dan in de lucht droogen, en ten tweedemaal met honüg opkoken; hier mede wryven zy de nesten van het duivenhok; maar fchoon dit eenig nut kan doen. is het zekesfte middel om de duiven by het hok te doen 1 blvven, en ze daar aan te gewennen, dci zelve in het hok wel te voeden , en het i hok rein en fchoon te houden. Men moet het hok ten minden viermalen des jaars fchoon maken: in 't begin van den winter, vroeg in 't voorjaar, voor dat de duiven beginnen te br eijen, in de maand Juny , en in Aupustus; ook moet men de nesten fchoon maken wanneer men de jonge duiven daar uit weg neemt. Om de duiven voor ziekters en kwalen , te behoeden, moet men van Lyd tot tyd wat welriekend kruid, dat gedroogd is, I q als>  ( *i ) als thym, lavendel, rosmaryn, in het hok verbranden, dat de duiven gaarn ruiken en ze tierig, maakt; en dus doende, kan een duit agt jaren oud worden. In de voljaira houd men de fraaifle duiven, van all.rhande foorten en vederen: ais kroppers, paauwftairten, draaijefs, tuimelaars &c Men moet altoos maken dat er even veel doffers en duiven in de voljaire zyn, die wel voorzien is van nesten, groot een voet in 'c vierkant: men moet niets daar in leggen, maar genoegzaam klein ftroo in de voljaire werpen, dan zullen de duiven de nesten zelfs maken; ook moet de voljaire op het Oosten, Zuid-Oosten of Zuiden ftaan, en luchtig zyn, van vooteh met latwerk of gcvlogte kop-rdraad geQooten. Eer de duiven in de> voljaire gezet worden, moet men ze doen paa, ren. Ten dien einde zet men de doffer met de duif apart, in een klein plaatsje, veertien dagen lang, dezelve voedende met dujve-boo;ien , wikken, haver, garst, dog duive - boonen zyn best, en men geeft ze tusfehen beiden wat hennip-zaad. Men doet de boonen in een eete.is-bak, wyrf van hoven, en fmal van onderen, zo dat de boonen langzamerhand in het onder fte brikje vallen ■ zo doet men ook met het drinkwater, waar toe aarde drink-kannen gemaakt worden , waar uit het water door een gat, allengs in het ondetfte bakje loojii, wint anders zouden de duiven zich daar in wasfchen , cn het vuile water niet willen drinken; maar a's het. warm weêr is, zet men zomtyds een platte pan met water in de voljaire, wanneer de duiven zich met baden zullen vermaken- In 4» dagen ontFargt het wyfje, legt eijerep, duif en doffer broei en de eijeren uit, en zy voed hare jongen op. De jonge duiven zes maanden ou S geworden zynde , beginnet] te bioeijen, en leggen vier of vyfmalen eijeren in 't jaar; maar ds duiven die men in de voljaire heeft, en welke b:-st ! gevoed worden, hebben byna alle maan- ; den éijetefr, wanneer men ze maar van tyd tos tyd wat hennip-zaad geeft, en de vol- ' jaire en i este'n fchoon houd. Wanneer een duif vier jaar oud geworden is, moet men j ze weg doen, want dan broei/en ze niet meer. Men moet de eerfte jonge duwen in 't voorjaar met doden zo men ze wil doen vermenigvuldigen, dai fs, geduurende de maand Maart. Het voordeel dat het ter markt zenden der jonge duiven aan een burger-boer of landman geeft, is aanrherkelyk, want een wel voorzien duiven-kot geeft hem geftadig een msenigte van jonge duiven, van Maart tot September, en zelfs later; dog de eerfte vlucht is in de maand Maart. Remedie voor Hoenders die door koude le. vangen zyn. Zet ze op een zeer warme plaa's, al was 't in de hoek van den haard, geeft ze een klein lepeltje brandewyn in , en wryft 'er hun pooten, bek en kam mede, zy zullen wel haast weder bekoomsn. Middel on Vngtbomen van de Mieren te bevryden. Om vrugtboomen die tegen geen muur of fchutting, maar vry ftaan, voor de mieren te bevryden, neemt men een fluk kryt, en heftrykt 'ér den ftam van den boom rondom meeda. De mieren zullen 'er niet tegen op kunnen loopen, maar telkens weêr 'er af vallen, Men beftrykt den ftam weêr op nieuw, wanneer men bemerkt dat de Ham begint bloot te worden, door het afgaan van het kryt, wyl de mieren, doordien zy 'er tegen op willen loopen, telkens in het vallen een gedeelte van het kryt mede fleepen. Middel om de koleur van eene Roos te doen ■veranderen. Om de koleur van eene roos te doen veranderen, het zy aan den bojtn {taande, of daar van afgeplukt, behoeft men alleenlyk zwavel onder de bloem te branden; zy zal als dan wit worden , en eerst na verloop van een paar uuren zal zy haare natuurlyke koleur weder-krygen. ■ PRYS-  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM Tarw. Oude Zeeuw: en VI: •) Nieuwe dito 20 22 a 23,1b. i (1 de Blauwe dito 19 a 20,1b. (Z.Zak. Zomer dito J Witte Brabandfcbe Roode dito Dito Engelfche Ggl. Witte dito f'tLast. Bovelandfche Poolfche Roege. Zeeuwf enlnland: 17,1!). a i8,ih.fi de Z.Zak Vlaamfche en Brab: 142 a 150 1 Bovelandfche J40 a 144 1 Engelfche Oosterfche 145 a 155 dito Gedroogde 158 a ids Ze< uw:en VI: W: Gerst 06 a 102 dito Zomer fïP| Vriefche Wintet \ -t 1* *. Engelfche Last* Oosterfche dito Gedroogde Engels Mout Inlands dito 22 a 23 Suelt j den 16 Juny 1704. _ Haver» Zeeuw: en Inl: Brouw « dito Voer 19 a 20,ih. ! ~. Vries: en Gron: Brouw a3 a 2? dito Voer 19 a 20 3 5 j pr'Last Boekwyt. V : en Brab: op 154 ® 34 "] oivh Kley duo zonder wigt \»r ï l'.t Z: en VI: Grauw Enen J Pr.Last dito Groene ( de dito Wi'te (Z.Zak. Oosterfche dito K . 1 dito Grauwe j o4™* Kromb. Witte Boonen i P' Walcherfche dito ' r , Goefche en Sch: dito K vX Bruine dito j *"*-aK» Paarde dito 27 a 28,lh.i "1 E LR!7.UW, zat op §i*k8&g Bvn 3 Julv aanftaande , dés voormiddags ten ii uuren, op de KoornmarU by.de Roomfche Kerk', te Bergen op Aoom, Pt.n\eVf^d;V.^m8k: ely\e^n fterke KOETS, voor vier P.erOoner., bekleed met BenTaaijc^zeer gemakkelyke. nieuwmodifche' fterke REISKOETS, voor tvyee Péfr. f,0 ten. bekieed met wt Laa.:en, en hanghele np Veeren : • Bene zeer' fraaije, l er yke, en net gefchilcerde BEROETS . v-r v.er Per. foonen, bekleed met g eie Tryp, zynde weineg gebruikt, en z, goed als nuavv. En een KAP-OdAlSE of .FARGON, voor twee Perloonen. Alie welke Rytuigen daags voor de Verkooping van 's morgens negen uurea af ter wnri'tnelde Dlaatfe voor ieder een zullen te zien zyn. U T DE H^ND TE KOOP een Zwart Vries MERRIE PAARD, zynde een LangftaaV oud c-rca 9 J^ren. emana nader onderricht Degeere-.de , adresfeere ztch ten H,J,,„ Dl PACHé. Castelyn in 't Hof van Gelder te Tholep. * * By WILLEM van BERGEN, Boekdrukker en Boekhandelaar te .'.rr-da, en mees alle*de Boekhandelaaren. ia voor 11 Stuiv. te bekomen: Leeven en De.k^ze van U,ew3k XFI «a»S» Koning der Franfcben, onpanydig gefebetst. — De. ochryver deezeB ochure hangt een beknopt en égt Tafrcel op van alje de gebeurtenissen, d,e voor het Wonderend 00" van geheel Europa zedert eenigejf aren binnen hec Fradche Gr, ndïebied ïïats gehad h ebben. Voo- veeie, die de samenhang die.■ gebeurteniolen zich W et: kunnen herinneren, zal dit Stukje allernoodzaakelyksc ei tellens aangenaam z7£ „DE MISNOEGDE SCHILDER, of de Reis naar Italiën, toneel pel,.n twee f$^nlÏwM1$$% " beamen by van RIEMSDYK en va, BRONIC *r vinRST te Bergen op Zoom, en vereer alom. 1. mauml Gedach en over hetHerïanerings-vermogen, met betrekking tot s men- frh«n toeftand na den dood • ' 1T Mwiu en flacfc, Liederen voor het Vaderland, netjes gedrukt, op "Vb^t postpapier, met een gegraveerde Tytel, in.Carton. Waarvan . . nna weinige voorhanden zyn. . . • • . • , ". ' - ■* III iK, deTroost der Zalige Onfterflykheid, een D.chtftukjen °P IV ££diS;-de oogfc'We wanorde in '«ge ' , _ «^^ÏÏe^erïn. zoo^t^ de vatbaarheid' van ;Paer zvn 'er ook maar- weinig meer over. , .„„ * * van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Bergen op ^om&gm aaiiüeiiiv'». — . - ,  myner vrouw gevuld, niet zult verfinaden: in hetzelve zyn geen mankoppen of' goudsbloemen, maar.jasmynen, mongrisbl'oemen ■en bergmioitei:, -uit hoofde -van derzetvcr langdurige geur, zinnebeelden>van-onze genegenheid, waar-van het geheugen-ons-zal byolyven, zelfs als wy u niet meeraanlehnu wen zullen." De' engeiscbman'inam het.korlje aan. . „• Ik kan, zeide ky tegen 'de paria» uwe gastvryhe d-niet genoeg erkennen,-.of de volle achting, die ik u -toedraag, behoor* lyk betuigen; neem dit goudemuur werk; het is van Greenham, den sermaar-oflen-kunuenaar uib Londen.; het--behoeft maar eenmaal -des jaars opgewonden- tc wonden." -Wy hebben geen uurwerken nodig, -imym-heer! andwoordde "de .>paria; wy -hebben. 'er., een "■dat altyu gaat-en nimmer -van zyn Hel raakt, de zon namefyk." V'Myn uurwerk flaaf de uuren,'? „■■ Onze vogels zingen ze:" „-Weiger dan,-ten- minften, deze ftrengen kralen niet, om 'er roode balsfnoeren voor uw vrouw en kind van te maken." -—Myn vrouw ■of kind,-zullen,geen gebrek aan ro >de halsfnoeren hebben, zoo lang ons tuintje angola- fche erwten zal opleveren.'' „ Neem dan deze piftoolen aan, om-u,-in-uwe afzonde ring, tegen de rovers te kunnen te-wcerfte! len." „ De armoede .is.-eene vesting, die de rovers van ons afhoudt; hei zilver, ■Waarmede uwe wapenen befiagen zyn, zou! genoegzaam wezen om hen beivwaards te lok-. ken. In den naam van God, onzen befchermer, van- wien ,wy. onze beloning verwach- . ten, ontroof ons den prys onzer gastvryheid 1 niet-1" ,,. Het zou my echter aange J naam wezen, dat.,gy eene gedachtenis van' my hield." —- ,,-V/el nu, «verpligtende gast, dewyl gy het. begeert, durf ik u eene \ ruiling voorfiellen; geef my uwe pyp.,- en ] neem de myne; als.ik uit dc uwe rook,.-zal L ik gedachtig wezen, dar een-europeaanlche j geleerde de herbergzaamheid van een' armen i paria niet verfmaad heeft." Terflond bood- < de engelschman hem zyne pyp van engelscb « leder met een mond/tuk van'geel barnfteen i en ontving in ruiling die van oen paria, zynde ' van bamboes, en de kop van gebakken aarde, r 6 Vervolgens nep hy zyn volk, geheel ver- j c 5 de GlSe'; ü" den' parilomieIsd tón. - de Mom by ,„ zyn pa,ai]qu;„. tDe vrouw -i van den paria, die tranen ftorttebleef ;.an de-deur tier hut, hotiuende het kind opbaar' f *™maf haa.r man wergfeëldq den wysgeer tot aan den uitgang,van-het bosch,rbem de l- beste.zegeningen -■ •loewenfchende. ...>Gt>d , beloone.-u,-zeide' hy,-vpor-t^goede ge'1 neigdbeid. jegens ongelukkigen; -alt ik hem '{ rV0OT,u eeü °fle.. zij! hy brenge v sèhïkkïs- in 11 ^geland,..in,d|t land vakgeleerden vrTcrt ■ -len die tot- welzyn van het men-ebddm de J waarheid de. geheele? wereld - deoredeken 1" £ r '2®?woordde de gelorde, den hal ven,.aardbol, rondgezworven,, èvwaHieS ? ,k' ™etb dan dwalingen entweedragt aan?e» troffen nergens ■ vond - ik de Waarheid en her ' f,t >w ■ '"lUWe, huC:" ; Dit-«eggende, - icheidden-zy- van elkander onder heHtortan i vanmanlyke en opregte -tranen. Deengeisch' man was reeds verre veldwaard gereisd, toen by den goeden--paria nog aan een'boom zagftaan - hem met de band het reeken i van aft Icheid toewerpende. "De-. Wysgeer te Calcuta teruggekeerd, ging fch«ep naar Chandernagor, van. waar hy naai Engeland-onder zeil ging DE TULP EN DE NACHTROOS.. Op' eenen fchoonen voorjaars avond bezocht eens-een boet den Geesielyke van zyn dorp,, die. juist in zyn tuin was, en zich aan den balfemreuk- van de nachtroos verkwikte. Zoo als-deboer in den tuin trad, kwam hem de geur-dér welriekende bloemen-te gemoet. Toen ging.hy terftond naar een bed met tul. pen toe,, cn zeide:; ja Dbminé, deeze bloemen ruiken byna nog beeter- dan zy fchomi y.vn;- liet zyn toch overhcerlyk. fchoone doemen $e tulpen! Gy hebt gelyk, lieve man ,. antwoorde, de '. zyn; in. ons oordeel,, en niets verachten, al was het ook onaanzienelyk; want dikwyls heeft dit meer aangenaams.en nuttigs, dan het geen veel opziens maakt. De tulp b. v vermaakt door haar fchoon kleed alleen het oog. De nachtroos fchittert wel niet met de heerlyke kleuren van de tulp».maar des temeer verkwikt ons haar aangenaame reuk. Zoo heeft de wyze Schepper ook met de bloemen gehandeld, wat wy, onder do-menie;,.*» vinden, dat namelyk een iegelyk zyn eigen gaven heeft, op dat zy onder anderen nuttig worden; die geene. is de beste,.die met zj»ti'ë-gaven, zy mogen groo-. of klein zyn, anderen het mees* te voordeel aanbrengt. De nachtnxs ruikt ook maar alleen- tegen den avond zoo lieflyk en fterk.. 'S Avonds overtreft, zy alie andere bloemen,.maa»-op- een dag heelt zy in 't geheel geen reuk-.. Hier in is zy een bee'd van nuttige- menfehen, die-'in ftilte veei goeds, doen,, zonder daar mede. voor. de waereld vertooning te willen maaken.- Zoo als gy, lieve landlieden; waart; ..2 en recht nuttige menfehen voor de maatfchappy zyt, voornamêiyk als men godvrucht en goede zeeden by u aantreft. Die geene zou zeker zeer onnozel zyn, die u des wegens-wilde verachten, om dat gy zoo geen fchoone kleederen draagt, als veele onnutte Itedelmgen.. AAN DE ZON,. Heilryk licht dab ons beftraalt, Noesten arbeid ruim betaalt, Door uw koestring;, plant uw zegen, Roosjens. op bysond're wegen, Niet op die "van 't algemeen? Neen,, getrouwe-voedfter! neen! En de boozen en-de braaven,. Schenkt gy, uwe ontfchatb'ïe.gaaven,. En den ryken gierigaart, En den geen die niets vergaêrt; i Uwe onfchatb're gulden nYaalen, '•■ Laat ge op allen nederdaalen; Allen fchenRt ge uw zaligheid, Gy erkent de égaliteit! rPè Rerzm op Zoom bv van RIEMSDYK. en van BRONKHORST, te Breda by x " * j' van BERGEN-  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. NS. 17. 'Zaturdag den 28 Juny 17 94- HET MIDDEL OM SCHATTEN TE VINDEN. Op de terug reize naar myn Vaderland, zegt'de Heer saltzmam, (aan wle" wy dit belangryk verhaal verlchuldigd zyn) kwam ik in een herberg/ alwaar ik een bukengemeenen «rdentelyken, vriendelyken, eezeftigen» werkzaamen en 'verftandigen ^aard aantrof. Waar ik myne oogen wen de zag ik orde, en een zoon en eene dogter waarcn bezig, om dezelve te onder houden. Na dat ik my den gantfchen avond in de gefchiktheid van dit gelukkig huisge zin verheugd, en des morgens myne reke ning betaalt hadde, vatte ik de hand van den waard, en vroeg: lieve man, wie heeft u toch die gevalb'gheid, werkzaamheid en orde geleerd, welke men in uw huis ziet? Dat kan ik u wel zeggen, was zyn ant vvoord; — voor deezen hadden wy goede dagen en leefden als kleine Koningen. Maar voor eenige jaaren veranderde zulks. De lasten die wy moesten opbrengen wierden van tyd tot tyd zwaarder, en de winsten verminderden; — in 't kon, het kwam zo verre, dat ik vreesde een Icheim te zullen moeten worden. Myn Akker bragt my zo veel niet op, dat ik alle de nieuwe lasten daar van kon opbrengen, ik bleef uus wel¬ haast fchuldig, borgde hier en daar, en zat in korten tyd tot over myne ooren in de fchulden. Myne fchuldë'isfchers waaren nimmer van myne deur af, en ik zag zeer wel, da: het met my, even als met een menigte myner buuren, geheet en al te gronde zou geraaken. Myne vrouw huilde en kermde en ik wrong myne handen. Eens maakte myne vrouw, my het hoofd zo warm, dat ik het niet langer in huis kon uithouden, maar de vrye lucht moest kiezen. Ronddwaalende kwam ik aan een Rivier, zette my aan den kant neder, en zag, hoe de visfen in dit water fpeelden. Lieve God, dacht ik by my zelf, hoe goed hebben het deze visfehen! hoe vergenoegd zyn zy! en de arme mensch moet zo zorgen en zich plaagen! Eindeiyk fproug ik op en zeide, wat helpt het, ik moet toch weder in myn gareel. In welk gareel? zeide iemand agter my» Ik ontzette, zag om, en nu ftond 'er een oud grys mannetjen, met een bruine overrok aan, agter my. Ik keek hem daadelyk naar de voeten, of ik iets kon ontdekken, dat naar een paardenvoet geleek, dewyl ik. God bewaare ons, niet anders dacht, of het was de booze. Dan zyne voeten waaren even als die van andere Christen-menlchen, en het mannetjen zag 'er zo vrien-  * * Nieuwe Werken gedrnkt en te bekomen by van RIEMSDYK en van BRONK- a HORST te Bergen op Zoom, en verder alom: I. Van de nieuwe Uitgaave van ALLE UE WER-K-EN van JOOST VAN VONDEL, zien reeds vier Stukken het lieht. waar' van nog maar een kl,ejn getal te bekozyn. De overige ztillen fpoedig volgen. Deeze vier eerfte (tukken, op Postpapier zindeïyk en naauv-keurig gedrukt , kosten . . . f 6 . ió : O II. DE LIEFDE, toegeweid aan alle tedere harten, die voor gevoel van waa heid en onfchuld vatbaar zyn, een nuttig Huisboek, in 2 Deelen compleet. . . . > • • • • - • f 3 '• 6 '• 0 III. Menfchelyke Lotgevallen of Merkwaardige Levensfchetfen, getrokken uit de Gefchiedenisfen van vroegere en laatere Tyden, 2- Deeien, met in 't koper pjpjave'trde Tytelvignetten. ƒ3:12:0 NB Dit fraai Werk zal nog met één Stukjen vervolgd worden. IV- Nuttig en Vermaaklyk School, tot onderwys van Kinderen, in- Steden en ten platte Landen, in 4 Stukjens compleet. Dit Werkjen wordt reeds in veele Schooien met vrucht gebruikt, ied'ei Stukjen. kost . . • • • ƒ —• : d : o V. A'anwyzing der Tekenen , die gewoonlyk by het " Cörrigeeren van Drukproeven gebruikt worden , op Postpap. in 4to. netjes gedrukt, ƒ — : 6:0 TSJR By W. van BERGEN te Breda, is uit het Latyn vertaald van de Pers gekomen, en aldra verzonden: I. F vak der Mye, twee Verhandelingen over de heerfchende Voikziektens te Breda, ten tyde der belegering, ais mede over de middelen daar tegen gebruikt, a ƒ 1: 4: Daar de Geleerde van der Mye in deeze twee Verhandelingen modaaniee doorgaande; Voikziektens, als meesial in Legers, belegerde Steden en-Hospitaalen beerfchen. 1 bizon-, derheid pen en jcorbut, met derzelver toevallen en modificatiën ;, benevens -lerzelver oor-. zaaken, en de gemakkelyklte middelen daartegen, allernaauwkeurigst beichryti; veitiouwt. de Uitgeever, dat eene Vertaaling van dit allernuttigst Werk, zynen Landgenoott-n, en, vooral hun, die op de Geneeskunde eenigzints betrekking hebben, niet dan ten uiteifun aangenaam zyn kan, weshalven hy ook geene breedvoerigere aanbei/eeltn*: van dit, by de Geleerden al'eszints bekend en geacht Werk, alhier noodig keurt. VID Thans is alömme en by de Drukkers deezes te bekomen: Stokken betrekkelyk iND>. to£ de Detenfie van RUDOLPH SMITS,. Burger en Mr. Kleermaker te B.eda, by den Geweldigen Provoost aldaar a 5 en een halve Stuiver. *„* van RIEMSDYK en van BRONKHORST, Boekhandelaars te Bergen op Zoom, geven uit en hebben alöm verzonden: Onderwys in de.) Christelyken Godsdienst, naaf. de Behoeften van onzen tyd. Door J. C. DOEDERLEtN, H^ogleeraar der Godgeleerdheid te Jena. Naar de tweede. Uitgave uit het Hoogduksch vertaald. Ü Deel. I, Stuk,, in groot 8vo. V van Riemsdyk en van Bronkborst, te Bergen op Zoom , gev*n tut en hebben alom verzonden: Liederen voor 't Vaderland. Door P. Moens en B Bosch, op bes: Postpapier in een blaauw cartonne band, a 36 Stuiv. met een gegrayeerden 1 ytel. -— Dezen 3undel bevat 52 Liedeten, op verfchillende onderwerpen, die gefteld zyn op de meest bekende Zangwyzen. V By van RIEMSDYK en van, BRONKHORST te Bergen op Zoem, zyn. gecrukt en alom te bekomen : 1. Eenigé Pfalmen-ea Gezangen, ten gebrul-:? der Schooien. -Met ondeifcheidene foorten van Nieuwe Letteren gedrukt, a 2 Stuivers II. METHODE nouvelle facille , pour apprendre la Conjugaifin Fravpaije, i l Injtruetion-üe la jeunesfe Hvllandoife. d 6 Stuivers. Te Breda by W. va» BERGEN, en te Bergen op Zoom by vam. RIE MS DY, K * X en, vak BJRONKHGRSX.  ( 67 ) Om 's hemels wille, wat zal de koffy hier doen ? Diergelyke dranken mag men piet gebruiken, zo lang men zich met het fchatten graaven bezig houd. Daar het nu by "ris reeds lang .in 't gebruik geweest was, om des morgens een ketel koffy en een pot eijer-meik te genuttigen, maakten wy allen verbaasde groote oogen, dat wy onzen geliefden drank vaarwel zouden moeten zeggen. Wy zwegen en zagen hem zeer bedenkelyk aan. Hy nam zyn ftok verfïoord op, wilde heen gaan en zeide: ik heb het wel gedacht, dat gy geen moeds genoeg zoud hebben, om dat geen te doen, het, welk ik van u zoude verlangen. Wanneer gy nu reeds terug treed , wat zal 'er dan in 't vervolg van de zaak komen ? 'Er zullen nog veel hardere artikels komo, veel hardere, dat verzeker u. Wannaer het fchatten vinden, zo ligt was, dan teou het ieder zot doen. Kort en goed! een van beiden moet gy vaaren laaten, den fchat, of de koffy! Wanneer gy den ffcna! eerst bezit, dan is het u geoorloofd dezen drank fomwylen, tot u verkwikking , te genieten. Waartoe befluit gy? Een! twee! drie! De koffy willen wy laaten, riepen wy beiden te gelyk, en myne vrouw nam reeds koffy en melk, en wilde ze weg brengen. Waar wilt gy 'er meê heen, vroeg het mannetjen? ik zal ze de zwyncn geeven, kernam myne vrouw. ' Nu zy reeds gezet is, vervolgde het mannetjen, zullen wy ze ook drinken, maar het moet de laatfte zyn, tot dat de fchat gevonden is. En op dat ik zien kan, dat deze de laatfte zyn zal, zo moet in deze i wreek koffy en melkkan, fuikerdoos, fchoreltjens, kopjens, en alles verkogt zyn, en het geld, dat 'er van gekomen is, my ge; toom worden. Neem dit wel in acht! Thands werd de kerkklok geluid', myne i vrouw en ik, trokken onze beste klederen aan, ten wy bezogten de kerk met dit raadselachtig i mannetjen. Hier na fpysden wy, en toen zulks ; gedaan was, wenkte het mannetjen ons, en ] wy moesten met hem in ons flaapvcrtrek ;gaan Hier toonde hy ons de woorden, i welke hy over de deur gefehreven had, elk i yan ons moest dezelve leezen, en ze in het j duitsch herzeggen. Zo dra dit gefchied Was, floeg hy my op de fchóbder, en zeide, lieve vriend! wy hebben niet veel tyd te verliezen, dewyl wy nog een groot ft uk works voor ons hebben. Heden willen wy uitgaan en zoeken , of wy niet een plaats vinden kunnen, alwaar een fchat verborgenis. Ik neem myn dok mede, en boude hem in de hoogte — zo dra wy op eene plaats komen daar een fchat ligt, dan flaat de ftok neder — gedenk aan my! maar' 'er mag geen woord by gefproken worden. Wy gingen daarop in den kelder — hy hielt den ftok in de hoogte — en hy floeg niet neder — uit den kelder in «jg i'chuur^ en hy floeg niet nede;-, Van daar in den ftal, Veryotggss in den tuin, op het land, op den akker, maar de ftok wilde niet neder daan. De 1'chatgraver wierd angftig, liep naar het water, wiesch den ftok ter deeg fchoon af, beproefde het nog eens, maar— het wilde niets helpen. Nu ftond hy diepzinnig ftil, zag naar den hemel, op de aarde, rond om zich, eindeiyk bezag hy ons van boven tot beneden. Aha, riep hy, nu heb ik het gevonden, waarom myn ftok met wil nederflaan. De man is te veel met zilver, en de vrouw te veel met goud en zyde verfierd. Hoe eou het mooglyk kunnen zyn, dat myn ftok zou nederflaan ? hy die fchatten vinden wil, mag noch zyden, noch gouden, noch zilvren opfchikaan hebben. Om fchatten te vinden is nedrigheid nodig, de nedrige ontvangt genade. Maar ik zie het wel; gy hebt 'er geene ooren naar. Daarom is't het beste.dat ik myn'weg ga, de fchat is voor u niet weg gelegd —. leeft wel! Om Gods wille, riep ik, verlaat ons niet, lieve, goede man! wy willen gaarn alles van harte doen, wat gy van ons begeert. Waarlyk? vroeg hy. Nu, wel aan! verkoopt dan al het zilver, goud en Zyde, wat gy dus vene gedragen hebt en legt het geld, dat 'er van komt, by het geld, dat gy van het koffygoed gekregen hebt! Over veertien dagen kom ik te rug, en zal zien, of gy myn raad hebt opgevolgd. Is het gefchied goed, dan zullen wy verder over de zaak fpreken. Is het niet gefchied, dan zyn wy gefcheiden lieden. Met  C 6* ) Met deze woorden verliet hy ons, en ik ging met myne vrouw naar h lis. {Het vervolg in No., 18.) BESCHRYVING VAN MAASTRICHT. \ f Maastricht is in zig zelf eene jmcc plaars : -het i land rondsom is mncrasfig en .Ie ftad is zodanig ge, j f fórtificeerd dat bet voor een van dc fterkfte plaat- ; i fen van geheel Emopa gehouden wordt; weleer ' t hebben 'cr 15000 man in bezetting gelegen ; de 1 Franfchen hebben 't in 1673 wel kunnen veroveren ] maar echter niet dan ten koste van een overgroot ( ' fokiaaten; daarenboven moesten zy het liy 't eet.„, > >-cde weder afflaan: in vroegere < "fluiten van oen . - den gecsfei des oor¬ karen heelt het vry wat va,. ... „, 1» < Cs'moeten lyden: zie hier desaangaanac ^ "nopt vsrilag - in 881 werd zy door de -JSoor , S verwoest, doch nog vóór het einde dei , JSï eeuw weder geheel opgebouwd: zy was m de twaalfde eeuw, en mogelyk al vroeger aan den Keizer onderworpen; doch in het iaat.1204,. werd ™dooFillps denMen, aan Hendrik, Hertog van feband! ter, leen .gegeven: de Graaf van Loon ïad omtrent dien tyd ccnig recht op Maastricht, vmr van by in 1214. ten behoeve van gemelde mndr\ Hertog van Braband afflantf deeS.j en ih het zelfde jaar werd Maastricht andermaal door 1 Keizer mirt den Tweeden . a s een .horyg leen aan | zynen zoon gegeven : in 1574, in den aanvang van Zn S'-nnrchen ooilog, werd Maastapot door de SBaanfche bezetting niet weinig ü^naauwd; twee Taaren daarna poogde men dezelve ter Uad uittedry1 ven dat echter misluk, e tot geweldige fchade der hur^crv, die jiunm rlyk mishandeld werd : in 1579 werd ZV - nu Slaatfche bezetting inhebbende , door Parma belegerd; het be eg duurde vier maanden, en die van binnen hadden beffoten het uiterfte te veidmiren; hoojxnde öp tyu g ontzet; men floeg verfcheiderlei noodmunten, terwyl Parim de llad allerhevigst deed befchiet.n; eindeiyk werd zy bj verrasfing ingenomen: eenige waaghalzen den wal beklommen hebbende , overvielen de vernoemt wacht, en baanden den weg voor Imnne rot- zei len die welhaast-de ftad mftormuen en alles wa hun ontmoetten nederfaoelden: men wil dat 'er we 8000 menlchen omkwamen: in 't jaar 1580, ha< Willem van Oranje eenen aanflag op 'Maastnch voor; de ia&üers waren reeds aan de Wallen ge bragt', doch een tcn.eiyk toeval, noodzaakte her onveirLcbtei zaake weder aftetrekkefti Maastncb bleet" in de magt der Spaaul'chen tot 1632, toe Tredrll Hendrik, broeutr van Prins Mauiiis, hf leger van Staat voor de Had bragt; hy lag 'er met dan twee maanden voor, na wJken cyd aë ltad t verdrag aan hem overging: in 1634, werd zy wi der te vew;eefsch belegerd: in 1638 werd 'er een verraad binnen Maastricht ontdekt, dat verfcheide Geestlyke en waereldlyke peifoonen het leven kostte: by den Munltafch'en vrede werd Maastricht aan dc S'taatcn afgedaan; deezen bleeven 'er meester van tot in 't jaar 1673, toen Lodewyk. den Feertiende, in eigen perfoon, 'er voorkwam; hoe het toen met Maastricht verging hebben wy I oven reeds opgegeven ; Willem de dèrde van Oranje, fioeg 'cr in'1636 weitr het beleg voor; doch de wakkere tegenftand -'er belegerden, en het wegblyven der. verwacht wordende- Duitfchc hulpbenden, noodzaakten hen de belegering optel» eeken: de Had bleef m de magt der Fra'.fchen tot na het fluiten van den Nymecgfch n vrede, van 't ja^r ƒ678, toen liet weder in de handen van den Staat, gfrfteld werd: in 1-03 maakten de FranfchenV3E wcVler eenen aanflag op, doch hun voomecmen Werd vciydeld. Maastricht is by afwisfeling door de Franfchen en Staatfchen van goede wallen en vestingwerken voorJ" wallen zyn een uur gaans in den omtrek; de" voornaamfte {takte beftaat in een goed a^i van losfe bolwerken, zo groote als Kierr&n, in ver| fcheide hoorn- cn kroon - werk";;, s en in een bedekten weg, die op fomm^e plaatfen dubbcld cn op anderen drie d^'uetd Is: door middel van het ri» ) vi Ufi dc Jekker, kunnen twee ftreeken lands bui- I ten'"Maastricht onder water gezet worden —- ter wederzyde van ecu brug over de Maas, liggen ver1 fterkte cilandjens: het eitac.djen dat ten zuiden Van de brug'seleen is, heeft verfcheide redtuten: ten 1 noorden liggen 'er twee; het eene is mede van fc1 dutten cn andere werken voorzien, en het andere > met een mimr van biaauwe Naiimlche ftecnen oml rinffHi „iet verre van de ltad, naar den Kant van - Luik ontmoet uien de S.t. Pietersiclnres, die op-, r den kruin van den St. Pietersberg is opgeworpen ; 3 zv beftaat uit een zeer groot bolwerk, van kazei matten voorzien, benevens zyn contrecharp en bedekte weg:tertHtlKcr-3i ter rechter zyue van deeze e iterkte heeft men liniën van gemeenlchap en affny•g dingen gemaakt, tot aan het laud toe dat onder ,d water gezet kan worden. y Ue Maas deelt de Had m twee deelen, waar van al Het grootfte, dat aan de linker zyde der rivier ligt, ie ,igenlyk Maastr cht en het andere Wyk geheten si worut: deeze twee deelen worden door een Heen n at brug die omtrent honderd voeten lar g is, aan één rel gevoegd; zy nikt op negen groote boog n, van au aehouwen ftcen, en ue negende, die de digtite aan ht Wyk ftaat, van nout gemaakt is: deezen houten boog te kan in zeer korten iyd ge-oroken, en daar doer, in ge'm valle van nood, alle geme-.nl'chap niet VV'yk afgeine■ht den worden. dit g.deelte van Maasti cht is ook .én zeet wél verftetkt, ue wal heeft een groot viercnlet aeel uurs in zynei. omtrek* en drie g>uOte vaste, eet bolwerken; hy wordt door een andere» aaruep wal oy flefchermd, uie verfcheide bolwerken en ravelynen ve. en een goeden bedekten weg heelt. land rondsom is mncrasug en ,ie itaa is zodanig g< fórtificeerd dat het voor een van dc fterkfte plaa fe bergen *P toom by van RiEMSüYK en van BRONKJuUKÜ» te breaa by van BJ-RGËN,  NUTTIG en VËRMAAKLYK WEEKBLAD -V O O I I BURGERS en LANDLIEDEN. Zaturdag den 5 July 1794- FEPSTE VERVOLG VAN-HET MIDDEL 1 ÓM SCHATTEN TE VINDEN. Toen wy een eind wegs .gegaan waaren, merkte ik, dat myne vrouw weende. <\Yat deert -u? vroeg ik. Och, antwoorde zy, ik wou dat gy met uw fchatgraver was daar de peper groe>t. ïk heb al myn leven gehoord.dat de Ichatcravers bedriegers zyn. En deze mfaame kaerel is zulks ook, daar blyf ik by I-gedenk aan my-, hy voert ons by den neus om. 3Nu wil hy, wy zullen het koffygoed.ons goud, zilver en onze zyde verkoopen, en het geld bv elkander leggen. 'Is zulks gefchied, -dan «al hy vorderen, dat wy akker, tuin, huis, fchaapen, koeijen en paarden verkoopen, en het geld dat 'er van komt ook by het voorigen leggen. 'Wanneer wy nu alles gedaanTalles verkogt, alles by elkander gelet-d hebben, -dan zal de ondeugd zeggen, ev moet my het by een gezamelde geld leeven, wanneer ik een -fchat vinden wil, hier mede zal hy ons begoochelen, het geld we'°- neemen en 'er meê voor den henker gaan. En, kort en goed (hier wierd zy een weinig hevig) ik doe het niet, al ltond gv op uw hoofd, ik doe het niet. Hoe? , zou ik iilic myne fieraaden verkoopen, en het geld, dat 'er van komt, aan zulk een bcurzefnyder geeven'dat doe ik niet ineen-* daar zal, niets van inftaan! dat zeg ik u. Doet wat gy wilt, antwoorde ik, maar wanneer gy uwen kop Volgt, dan krygen wy geen fchat. Ei, antwoorde zy, Wat fchat, wét fchat, wy hebben zo lang zonder fchat geleefd,en zullen nog wel langer zonder fchat leeven. Daar ik nu van onzen Predikant, voor lang, wel -gehoord had, dat men eene vrouw, wanneer zy toornig is, met moet tegen&reeken, nam ik dit nu gelukkig m acht,anders had"'er een groot ongeiuk plaats kunnen hebben. -. . ' Na dat ik my 'een weinig bedacht, en zy wel een kwartier uurs geklaagd had, zeide ik- cv hebt gelyk, lieve vrouw, ik wil uv* raad volgen. Nu was het goed ea de twist had een einde. Des nachts kón, rk echter geeH oog toe doen, dewyl de "hifloric van den fchatgraver my geltadig door het hooid ging. Het fcheen my "toe, dat myne "vrouw niet geheel onrecht bad, en dus werd ik omtrent den! fchatgraver wantrouwig. Aan den anderen kant ging het my toch niet weinis ter harte, dat ik de hoop. om niy op eens uit alle zorgen te'kunnen redden , zo maar ' op eens zou laaten vaaren. Ik keerde my dus, iri hst eed, om-, cn weêr eta, cn het  C 70 ), was- reeds tegen den morgen eer my. in viel, wat ik te doen had» Ik liet nu drie dagen voorby gaan, zonder een woord van den fchatgraver te fpreken. Den vierden dag kreeg ik een dagvaarding, «n. de intrest van zeker capitaal te betaalen, cn ik:, had geen,- geld in huis.. Nu ontftond 'er weder een geweldig klagen emfchreijen Deze gelegenheid maakte ik my te nutte; «p zeido tot myne vrouw: ziet, wanneer wy <*en fchat vonden,dan hadden wy al dit hartseer niet. D't gaf weêr een nieuwe woor•tenwisfeling, welke in 't einde daar'op uit h:ep,.. dat wy. onze fieraaden verkoopen, maar ^en fchatgraver het geld niet in handen geeven zouden. Dit gefchiette nu 1 Binnen veertien dagen was alles verkogt, wat den man aanftootelyk geweesr was,, en het geld dat 3er voor kwam bedroeg vyftig daalders. Toen hy onswederbezogt, toonde wy hem het geld., doch hy roerde het zelfs met geen ■vinger aan j maar beval ons, dat wy het,wel zouden weg fluiten. Heden dachten wy, dat 'er een fchat zou -gevonden worden. Hier aan moest echter nog niet gedacht worden. Hy bragt ons weder in onze flaapkamer, verklaarde, ons .het oka et labora; hier nawierp hy zyne oogen op ons bed, bezag het zelve met veel opmerïcing, doch fprak geen een woord.. Wat ziet sjy dan daar? vroeg ik hem. Och, was zyn antwoord, daar komt my weder eene nieuwe omflandigheid in den weg, welke mynen arbeid zal doen ophouden Gy lieden flaaptop een.vederbed. Hierdoorwordt .gy. verzwakt,, en tot het fehatgraven worden ruwe en fterke lieden gevorderd '.Vanneer gy een fchat wilt vinden,.dan moet eit alles anders worden., Het onderbed moet geheel weg, en daar vooreen ftroo-zak.jn. fvls. Vries: en Gron: Brouw 23 a 25 f pr.Last dito Voer. 19 a 20 J Boekwyt. VI: en Brab: op 154 W 34 *| c^vls. Kley dito zonder wigt J pr.Last Z: en VI: Grauw Enen \ ~ , dito Groene \ i1- . dito Witte Oosterfche dito "\ c*Cvls. dito Grauwe j pr.I.ast Kromb. Witte Boonen *| Walcherfche dito • £ de Goefche en Sch: dito f Z.Zak. Bruine dito J Paarde dito 28 a 29 T c^vls., Duive dito J pr.Last Koolzaat. Zeeuws en VI: ~) , . Brabants totv.s. Engels (pr.Last Moutwyn a 8* c^vls. de 30 vs. BREDA den 24 Juny 1794. Tarwe ƒ 8 : o : —- tot ƒ S : 4 : — Rogge ƒ5: 13: tot ƒ ? i 14 } — BoekwqH ƒ 5 : o : — tot ƒ 5 : 2 SCHIEDAM den 30 Juny 1794Moutwyi. Uoi de 3oVircels zonder Fust. Genever 9 c£ dt 30 Virt zonder Fust. Genever 42 en 43 Gl. per Aam Amft.Proef. Gedr.Roggei52a i54t§IS6a i58GgI.'tLast. LYST van het afvaaren der Beurtfcheepeu voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. vaaren af. 's morg. h. wat. •Zondag den 13 July Ter Veer . . ï 'smorg. ten 3 uur. 4 uur. 14 min. Maandag den 14 Zirkzee en Ter Goes . • • half 4—1 5— 8 —r» Dingsdag den 15 dito Rotterdam en Middelburg . . . 4— 6 o—- Woensdag den 16 dito Antwerwen, Zirkzee en Ter Veere .5 ö— 5*_— Donderdag den 17 dito Middelburg 6 7 44 — Vrydag den 18 dito 's Haage . .... 7 8 35—• Saturdag den 19 dito Rotterdam, Middelburg en Ter Goes half 8 9— 28 — De Beurtlieden op L crdrecbt en Amjlerdam vaaien onbepaald — of als 'et vragt is.  *»* Bv WILLEM van BERGEN te Breda, is te bekomen en beeft alöu verzonden • I DE GRAAF KONINGSMARK, Treurfpel, in 5 Bedryven, naa het Hcoaduitsch, met een fraaije gegravetide Titelplaat, a ƒ 1: 12: —. een T^oneeifluk dit met alie regt onder de fdB&Hfté gewrochten uit het vernuftig brein d.r grootfte gewen eebooien, mag gerangfehikt worden. Da Schryver drulu de vottfpoeren van den grooten ScblbVr in zynen Don Carlos-, hangt een tafereel op tan huwelyken, die uit dwang* eetzugt, belang of andere beweeggronden aangegaan worden, en toont hier uit aan, de ysfelyke gevolgen, die zoortgelyke veiëenigingen met zici voeren, daar hy daarentegen by gevolgtrekking overtuigend bewyst, dat de neiging van een edel en onbedorven hatt,, de beste leidftar is tot een volmaakt en gelukkig huvveiyk. , II. DE HARPRNAAR, of de Gelukkige Avond, pMyfpd voor hei bart, in.éen Bedryf , a 4 Siuiv. * * By van RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen op Zoom, zyn nog eenige * Exemplaaren te bekomen en alom verzonden, van: z> tc *r j a r>ne li Onze verpligting om tot Nut van 't Algemeen te werken- door ü&kM/LKUUï BOSCH, rustend Predikant te Diemen; roet een gegraveerde Tytelplaat, op besl Mediaan Schryfpapier, a 18 Stuiv. Deze Verhandeling, cn daar op volgend Dichtftuk , heeft de Heer Bosch uitgefprooken, by gelegenheid der mweijing van het Bergen opZoomfche Departement van het GenootfchapTot Nut van t ^gemeen. II. Vaarwel aan het Bergen op Zoomfche Departement 2et Nut van t Algemeen; door B BOSCH Een Dichtftuk, by gelegenheid dat de Heer Bosch zich van Bergen op Zoom naar Zaandam begaf, in gemelde Departement uitgefproken. Hl Gefprekken over de beftemming van den Mensch, ten nutte van bet Algemeen,, ' doch byzonder voor de Jeugd, a 4 Stuiv. door B. BOSCH. - Dit Stukjen bevat vyf gefprekken tusfehen Vader en Zoon; gevolgd wordende van drie Lieaeren. VJD van RIEMSDYK en van BRONKHORST, Boekhandelaaren te Bergen op Zoom, •l^L». geeven uit, en hebben alom verzonden: , . „, , i, E, De Troost der Zalige Onfterflykheid, by het affterven van den Wel Edelen Groot Achtbaren Heer A. MOENS, Oud-Direüeur van Neêrlandscb Iniiën. Door PE-TRONELLA MOENS. In gr. 8vo. è 4 Stuiv. II. Verhandeling over de oogfch'jrnlyk* wanorde, in fommige Natuurlyke \erfchynfelen. Door Mr. FRANCOIS BREEKPOT, Oud-Penfionms en Secretaris der Stad Zirkzeè, gr. Svo. a 10 Stuiv. .'"" , - ' - V By va« RIEMSDYK en van BRONKHORST. te Bergen opdoom, ziet thands liet licht en is alom te bekomen: Aanleidend onderrigt in de voornaamfte Waarheden en Pligten van den Godsdienst, meest tot eigen gebruik opgefteld; ooor PETRLS JANSSEN, Predikant te Bergen op Zooi»; kl. 8vo. a 3 Stuiv. * * van RIEMSDYK en van BRONKHORST, Boekhandelaars te Bergen op Zoom, W geven uit en hebben alom verzonden : Gedagten over het Herinnerings-Vermogen , met betrekking tot * Menfehen toeftand na den Dood. Ter gelegenheid Van het IndeW van den Heer Profesfor VILLAUME, over de-Vraag: Zullen wy ons xn het toekomflise leven bet tegenwoordige herinneren ? in gr. 8vo. a 16 btu y. 1+1 HET VIERDE STUK der nieuwe keurig uitgevoerde en zeer goedkoope uitgaat van alle de werken van JOOST van VONDEL, in groot 8vo. op postpapier, is heden van de pers «koTen byV Leeuw en Krap te Dordrecht en van Riemsdyk en van Bronkborst te BergenIpzoom, en word alom afgeleverd. Van de voorige. Rukken zyn nog eenige weimge ovelig, en roet het vervolg word alle fpoed gemaakt. ^ Breda by w, vak BE'RGEN, en te Bergen op Zoom by v-a.n RI&MSDYX ^ cu v.ah BRONXHORS-T...  C 71 ) gaan. verfpilt gy le vee! tyd, ontrekt uwe overige akkers de nódige mest, moet 'er veel lasten van aan de Overheid opbrengen, en zy geeven u niet half zo veel als uwe andere akkers, welke naby uw buis liggen, u geeven, Ik wilde bier wel bet een en ander tegen inbrengen, maar hy ging voort en zeide: wanneer gy niet vry van fchuldén zyt, dan kan,ik u niet helpen. Myne vrouw: begon nu weder te knorren; maar ik ging van haar af, deed of ik haar niet hoorde, en overlag in ftiltc wat my te doen ftond.- Dan, ik mogt de zaak overleg gen zo als ik wilde,.ik vond. in 't einde, dat de man gelyk bad, en dat de verre van my afleggende akkers my roeerder fehaé dan voordeel aanbragten. Des avond liet ik myne vrouw naar bed gaan, bleef tot twaalf uuren op, en rekende alles naauwkeurig na. Nu bevond ik welhaast, .dat ik van deze akkers zo veel niet kreeg als ik aan belastingen, aan de Overheid, opbragt, en aan intresten aan myne fehuldeisfcbers geeven moest. Wanneer ik.hier nu nog by voegde, .dat de landeryen., welke digt by myn huislaagen , my ongelyk meer- zouden opbrengen-, wanneer ik daar aan den tyd en mest te kosten lag, welke ik, nu-, aan- de verafgelegen landeryen verfptlde, was het zeer duidelyk te zien, dat ik door het verkoopen der .verafgelegen akkers zou winnen. Zo dra derhalven de dag het aardryk groette, en ik met myn huisgezin als naar gewoonte opftond, vatte ik myne vrouw by de hand, en wilde — maar eer ik nog konde fpreken, ftiet.zy myne hand van zich af cn weende. Daar is niets aan te-doen-, dacht ik: Ik verliet haar dus en ging.aan myne bezigheid. Des middags floop.ik echter naar myne fchuldeisfchers,aan wxlkè dezeakkers verpand waaren, en verzogt hen om dezelve te inoogen verkoopen, onder beding, dat zy het geld van de verkoop, .tot hunne betaaling, zouden invorderen. Hier in-bewilligden,zy. Den volgende Zondag liet ik niet alleen voor onze, maar ook voor de deur der nabuurige kerk, bekend maaken, dat ik myne landeryen aan de meestbiedende wou verkoopen , en dat zy, die dezelve koopen wilde, Z'cn op den volgenden Zondag in myr.e wooning , tot dat einde, konden doen vinden In dien tusfehen tyd gelukte het my cok, cm myne vrouw daar heen te leiden, dat zy ook haare bewilliging tot het verkoopen der akkers gaf. De verkooping had vervolgens zyn voortgang, en wel zo gelukkig, dat ik van «è verafgelegen akkers twee honderd zas-cnzcventig daalders in kreeg. Hier van betaalde ik myne fchuldén cn- hielt nog eene goede fomme overig. (Het vervolg en Jlot.in No. 19.) LEERZAAME AANMERKINGEN OVER DE WINDEN EN HET WEDER INONS LAND.. C Opgefteld volgens de beste Waarneemingen.) NOORDENWIND vlak Noord waait het minlle in 1 jaar, doorgaands maar in de 20 Dagen, en meest in Maart, April , September en December. —Als hy.in April veel waait, krygt men doorgaands een goed gewas. Oude kundige Landen Turnlieden verzekeren, dat de Noorde. lyke Winden in 't Voorjaar veel voordeliger zyn, dan de warmeZuidelyke: wyl het Gewas dan wel wat langzamer, maar juist daarom-ftcviger groeit, en breeder uitflruikt. Het gras zou dan ook veel vetter melk geeven. Volgens-onzen beroemden Natuuronderzoeker MUSSCHENBROEK is hy ■ CCI1 vaste Septemberwind, dat is, dat hy zeer zeker jaarlyksccn en andermaal in Sépiemb. doorwaait. Zo hyvoor den 10 waait, komt hy veel tyd s den 20 weer met regenvlagen. De Landman moet daarop" letten. Gemeenlyk waait hy niet flerk,. ten zy hy wat Noord - Wcstlyk krimt ■ of ten Noordoosten uttfchiet. — Met Nöordelyko winden is hec des nagts lichter dan met andere. Hy komt vlak uit de Noordzee, waait onbelemmerd over geheel Nederland, uitgezonderd dat gedeelte van Holland dat langs dc booge Noord-Zee.Duinen ligt, waai hy 1 2 - ee-  exsuige TtuitiTig ontmoet. Denkelyb waait li hy daarom ook j'aarl.yfcs meer dn;ren in de Provir.ric Utrecht, Gelderland, Overysfel, c Friesland cn Groningen ; wyl hy daar ner- c gens zulke latTgciluiting heeft. \ • NOGRQ- OOSTEN «WXND xvaait door 't heele jaar te famen genomen \ Jiemeenlvk in de 30dagen, meest in Maart, t April en Mei, brengt danfomtyds hagelbui- I jen..— Volgens.medegedeelde lange waar- < :icemingcn zou hyiiier beltendig • Weder gee- 1 ven , ligtelyk breekr. Om die gebreken zo veel mogelyk, weg te nemen , moet men, voor dat men zich daar van bediend, het zelve in een ketel leggen, en gehe-l met water bedekken, feggéiide ieder Ituk op zyde met een {tukje hout tusfehen beiden , op dat het als rondom van het water befproeid zoude worde: werp dan in dat Wufer vry veel asfche van verbrand nieuw of vlot hout ; dog van het laatfte meerder als van het eerfte, om djt het zoveel zouten niet bezit: deze a-dche daar ifi gedaan zynde, zet men de ketel op het vuur* en men doet het waier twee uuren lang koken; dan neemt men het water van 't vuur en men laat hef Aardewerk daar in koud ftaan worden; wanneer men het daa' uitneemt, sfwasebt en droogt. Het is ligtelyk te begrypen, dat de zouten van die asfche, in het water ontbonden, door -de- werking van htt vuiir; in de poriën van dat Aardeweik dringen, waar- door het zelve eene vastheid veiki-ygt die het van--te Moren-niet bad; dat hst vt rgfaassel daar door verfterkt word, zonder dat bet van de randen der fchoteis en borden z-v ligtelyk los fprmgt , erv waar doof dezeke gelchondea en onzi^iiyk Worden*',. Wat ten opzichte der Paarden te obferveeren en waarteneemen is. Een Paard, is een bekend, fterk, kloekmoedig, welgemaakt, nuttig, viervoetig, dier, waar van het menschdom veel voordeel (rekt* Deszelfs hoofdcou'euren zyn, zwarr, ligt en donkerbruin, ganfeh wit, en ge-l gelyk een vos. By welke vier hi.of.icotilcuren, dan nog de gemengelde komen; gelyk appelgrauw, fchiinmel. tyger enz. volgens de onderfcheids temperamenten en landaarden; 'a's ïurkfche, Engelfche, Soannfche, DuiMche, Pooliche, Deenfche, P.rfmnfche, Hongaarifche en Trierfche Paarden. Van de wilde Paarden, die in de Bosicben gewurpen en aldaar gevangen worden , fpreken wy niet, als zeer ontembaar, en in onze bewoonde landen onbekend zynde; maar de bekendfte en beften, worden in de ftdeicryëü met zeer veel zorgen opgevoed: en tot het geen waar toe men ze gebruiken wil, gedresfeert; nameivk, om ze te beryden, of voor wagens, om te trekken, voor koetzen en allerhande ryiuiaen, tot de Jagt, ploegen enz. In betrekking tot de lighatms geftaltê , of liever tot den bals, onderfcheid men ze in drie hoofdfoorten: 1. Herthalzen; deze paarden dragen het hoofd in de hoogte, en zien naar booven, aangezien het hoofd , door den hals, die onder dikker is als boven, onderftut word , zo dat het niet kan nederbaDgeo : Deze Paarden zyn zeer bekwaam 0111 bergen en hoogtens te beklim» men, en lopen ZJer fnel, dog zyn onbekwaam om. over een flagboom of andere hoogten te fpringen , om. dat hst agterfte. T dtel  ( 74 ) deel van zodaanfg een PaarJ, altyl zwaarder is als het vootfte; in tegendi-el iyn ze matig en duurzaam 2. Z vynhalzendeze fteKen h't hoofd al te ve:re vooruit, en laten het te zeer neterhangen om dat de hals boven dikker is al? beneden, én dus Word 't hooft door 't gewint neder gedrukt, deze Paarden zyn gemeenlyk flegt en traag, wordende door weinig arbeid vermoeid. j. Zwanenhalen; de hals van deze P-jarden is nog boven nog beneden met onbekwaam dik en daar by hoog. zo dat h.t hoofd niet nederwaards op het nion Jtïuk rusten kan: Deze Paarden 2yn gemeei.iyk van een goed temperament, nog te heet nog te kout; wel moedig genoeg, dog 20, dat ze wel beteugeld kunnen worden. Het vervelg bier na. Regelen van getvigt, aangaaande bet planten der Vrugtlmmen. Eerfte Regel. Het biste en gunstigfre jaargeiy om de vtugtbomen te planten^ is va» November tot kersdag. Tweede Regel. Aangiande het toebereiden der aarde : Ten dien einde maakt men de gaten meer of minder groot. In goede aarde raoeten dezelve zes vocen in 'tvie,kant wezen; ten aanzien van de peerenbomen is tw^e voeten diepte, en een voet diepte voor de appelbomen voldoende : vervolgens moet men de grond van het gat wel omfpitten , en eei.ige beddingen goeds aarde daar in leggen, die terdegen mtt verrotte nvst gemeBgt is. Voor di bomen, velke rnt.n tegen larten, aan muuren of fchuttinge1 plant, zo moer de groef drie voeten diep en z s voeten Iveed wez.iij de fi-gte met go de aa'de ver.visfeitn, de grond wd omfoitren, een bediir,; Koede a-.rcie op de wortel leggen, e -n voet boog; een half voet verrotte mes- d r op; ü*n Wedefoot een ha'f voet goe ! de , vervolge s no^ een half /oet verrotte Uiest, en die me larde bedekken Ten 1 opzigte va>i de iaaye onde kr onbom 1, d >ai tie nvakt men gate. van 111 ia. vier ot vyt voeten in 't vierkant. Derde Regel. Mjn rmet ook acht geven op uen r uierd Ha en hoedanigheid van ieder boom; al 'U3 móeten de perzitken en sbricozen- bom >men uüKiezen, d.e een donkerbruine, gl nsryke bast, en gezonde frisfene bladen hebben. Aangaande ds hoog en halfltammen, men moet verkiezen die het regtfte zyn, en de eer.te moeten ten minnen zes voeren boog zyn. De peerebomen , welke men aldus wi' plan* ten , moeten op tamme en niet op q«0 iHammen geënt zyn , ten w ne ze n een vogtige grond moeten (taan. Voor de efpalie s en arbre-nains, m-iet men de zodanige v -rkiezen, die uit een enkele fctieut zyn voortgekomen, die maar een ent en. groote botten henben. In 't algemeen moer men nooit geen boom nem^n , die reeds ee-n geimmen tyd uit de grond gehaald is gewet st , oie een g-Timpelde fchois of jroog hout nebben , en welker» wortels niet volkomen gezond en wel gefteld zyn ; m-.ar die moeten groot, evenicdig mei de »oorn , niet verrot , en vari boven met nititwe wortels voorzien weuen. (Het vervolg bier na.) Werk Vjor de Miani Ji y in den Tuyn en liuMgaard, In deze maand vergadert m-.D veel zasd, cn men aiaid de Sichoree voor den herfst e*» wnter, ais mede fc .nin^iyke lateu*kervel en fpmdgie auiten de zon , falade en tH-kru d, najaois knollen half July, breedblad - jndi vie, biotfrkooi, geele win vrwortcls op bereide beddcu , witte ft iade , uü."- , en*. Verzameld alle het bloemzaad dat mi ryp is en laat bet wel droogen. — Zaait) >u nog atlerhandi iaarlykfcbe zaïi bloemen, op een rabat tegen bet zu.den , "ra bloemen lp tie msand Sepiemöct t- hebben. De perzikken fchieten voo ii in Je?e m.and verfcheidé lo ren l?u> begint mn nvr h f ju y de ui: f ir ui f'ien tn ta 1 ggen, 2.0 ^ 'er ltcik geuoeij toe zy PRYS-  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM den 7 July 1794. Tarw. Oudt Ze-uw: en Vt: *) N-tuwe dito ao 22 a 23 { (5 de Bi uwe dito 19 a ao,ih. f Z.Zak. Zomer dito % .1 Wute Brabandfcbe • Rorde dito Di'o Engelfche I Ggl. Witte diio f'tLóSt. Bovelandfche Poulfche • Rog?e. ZetUAÏ. enlnland: i7,ih. n 10 f$ de Z.Zak Vl: Z: en VI: Grauw Enen y' , dito Groene ( _f-i?e. dito Witte f Z.Zak. Oosterfche dit© * otvls. dito Grauwe pr.Lait Kfomb. Witte, Boonea *l Walrherfche dito t de Goefche en Sch: dico -Z.Zak. Brure dito j Paarde dito 26 a 28 .yvfg Duive dUo j pr.Lak N. Koolzaaf. Zeeuws en VI: 4Mh.a 48,ih. 7 Brabants lexvW. Engels (pr,L»t Moutwyn a ?( ^ de 3o ys> BREDA den 8 July 1794. Tarwe / 8 : o : — tot / 8 : 4 • R"S>:e ƒ 5 : 11: — tor ƒ s ; ,0 ' ^ Boekweyt ƒ 4 : 1* — tot ƒ « : 2 • _ SCHIEDAM den 7 July 1794. f-'r-ucwyn 74 of de 30 Virtels zonder Futt. Genever 9 o? de 30 Virr zonder fait. Genever 42 en 4 Gl p?< Aam An.jt.Proef. litüi.Roggt 152a 154fgi56a i58Ggi.'tLast. wt ƒ s : 2 : _ LYST vat» het afvaarm der Beurrfcheepen voor een geheele Week te tergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. _ vaaren af. 's morg. h. Wat. Zondag den 20 July Ter Veer . . 'smorg ten h.df 9 uur. 10 uur. 23 nur, Maar dag den 21 difo Z'tkzee . .' . . , y 1, , g .„«. Dit,j;s 'pg den 00 duo Roreulam en Middelburg . . . 1© - 's m rg. i s Woe s.iag den 23 3qrPCt. dito 4,1b.pCt. 91 a 91,ih. pCr. dito 4 pCt. 98 a 90 pCt. Denemarken Tol!. 4 pCt. 96 a 98 pCt. dito Holjlein 4 pCt, pCt. dito Leen- en Wisfeib. 4 pCr. 9ó a 97 pCt. dito Kroon 4 pCt. 93 a 94, th. pCt. dito Afiat.. Cpmp. 5 pCt. 95,ih. a 9<5,ih. pCt. Polen 5 pCt. —— i'Ct. Saxen ünvcrwisf. Steur 3 pCt. 36 ib. a 36,3q. ftv. dito Ordin. 3 pCt. 36 3q. a 37,iq. ftv. dno Kamerit. 3 pCt. 35 a 36 liv. dito 2 pCt. 30 a ïuh. flv. . * $ Nieuwe Werken gedrukt en te bekomen by van RIEMSDYK en van BRONK# HORST te Bergen op Zoom, en verder alom. I, Villaume, Gedachten over hetHerïnnerings - vermogen, met betrekking tot's menfehen toeftand na den dood ƒ—< : 16 : — II. Moens en Bcscb, Liederen voor, het Vaderland, netjes gedrirkt op best postpapier, me't een gegraveerde Tytel, ia Carton. Waarvan nog weinige voorhanden zyn. . . . . • ...ƒ1:16:-» 211. Moens, de Troost der Zalige Onfterflykheid, een Dichtltukjen op den dood van., haaren Oom. . . • • • _ • / : 4 : — 3V. Breekpot, Verhandeling over de oogfebynlyke wanorde-io fommige Natuurlyke Verfchynfelen ƒ — : 10 : — NB. Van dit fraaije Werkjen , zoo gefchikt voor de vatbaarheid van . een ieder, zyn 'er ook maar-weinig me-er over. By WILLEM van BERGEN, Boekdrukker en Boekhandelaar te Breda, en meest alle de Boekhandelaaren, is voor 11 Stuiv. te bekomen:. Leeven en Denkwyze van LoJeix,yk XVI. gewezen Koning der Franfchen. onpartydig gefchetst. —— De Schryver deezer Brochure harigt een beknopt en egt Tafreel op van alle de gebeurtenisiea, die voor het bewonderend oog van geheel E,uropa zedert eenige jaaren binnen bet Franfche Grondgebied plaats gehad hebben. Voor veele, Sie de zamenhang dier gebeurtenisfen zichniet kunnen herinneren, zal dit Stukje allernoodzaakelykst en teffens aangenaam .zyn. II. De MISNOEGDE SCHILDEK, of de Reis naar -Italië*, Toneelipel, in twee Bedryven. & 5- en één halve Stuiv. SsrEreda. by W-» van BERGEN, ,en te lergen op Zwm by- v ah ,RlEMSDY K ,,- . en, van BR-ONKiJORST...  -^tffiip^É^i ijf 'j 4ÏJ!: :n ^e7r twee Verhandelingen zoodanige doorgaande XSi»^#ri,e van der Mye in d«f l*e5 Vj"n t.n HoM>itaalen heerfcben (Jnzonmeestal in Legers, bele§^ ' modinca"ën i, benevens derzelver oor- JOr6«. met derzelver toeval en en M*™* *^^ bcfchryü; vertrouwt VS ^»f#proakkelykfre middelen daar tegen . a le.naauwKtui s LaJgenooten, en asaS3£Ss asrwsf*~ c*» nb. r^s?^ aaMxsT |r - «—'» fcy den Geweldigen Provoost aldaar, a 5 en, een RIEMSDYK en vas BRONS- jé' * Nieuwe Werken gedrukt en te bekomen oy van * HORST te Bergen op Zoem, en Tv"d" al°^RKEN van JOOST VAN VONDEL, , t van de nieuwe Uitgaave van ALLE UE WERMln * j te beko- . • zien reeds vier Stukken het licht, waar van nog maat ^ Zvn. Ue overige zullen fpoedig volgen. -— Ueez. _ . ƒ 6 : 16 : o papier zindelyk en naauwkeurig gejukt , *osten VQor pel van II' DE LIEFDE, toegewem aan alle teder harten , £e B a ^ waarheid en onfchuld vatbaar zyn., een nuttig huimi ^ ^ ƒ3:6:0 III. SnÖkTLotgevallen of Merkwaardige ^i^tfen getrokketi uit de Gefchiedenisfen van vroegere en laatere lyaen, ^ ' ƒ 3 : I2 : 0 «t in 't koper gegro««r>««»• • • , d • worden. NB. Dit fraai Werk zal nog met een Stukjen verv^B Jn Steo IV. SSdg en Vermaaklyk School, tot J^«l^»J» J f ffi'werk en V - den en ten platte Landen in ^««kjeiis comp^ee stsakjen wordt reeds in veele Schooien met vrucht genen»», ^ ^ ƒ _ : 6 : 01 kost • *. • * ',„>,. Viw het Corrigeeren van V Aanwvzins der Tekenen, die gewoonlyk by&« b - 6:0 V" Drukproeven gebruikt worden , op Postpap. in 4». netjes ged / ^ * ^ Tan Riemsdyk en van Bronkborst ee^eu ^ ^^nsch, ten nutte van het * verzonden: Gefprekken °™*l™e^*nX a 4 Stuiv. —. Dit Stukjen oTverpUgttg °öm tot nut van >t algemeen te werken^ ter ^eiiing van hel.Bergen opzoSche Departement "'^^ plaat, en vaarwel aan het ze v«£f,Pnoekwinke van"a« Rfenudjk « van Bronkborst. zyn gedrukt en te bekomen m den «««wniterva" 0 B ' Zoom, zyn gedrukt ** IVSkS^^ fenlebruLder Schooien, M ^^^^ I  C 79 ) m-m tegen hem zeide: wel ,Mynheer Grell, a av hebt ook by dat bankrot verloren ? —- P Ei wat? zeide by. weêr. Het is niet waard om van te. (preeken. Een kleinigheid van. een honderd en vy/rig guldentjens. — f Hv was in een goeden doen,. de man; doch,, zoo als-ik gezegd heb-, die eenige vervloekte manier van fprce.en' hielp hem 1 geheel- er.-onder. Hy moest ■ er-mede na Vianen. Hoe veel was-'t ook> Myn- j heer Wills, dat gy van my wilde hebben? Ik . ik verzocht ti -onr honderd daal- 1 ders, myn waarde Heer Witt, _ 1 Ia, zoo is 't ook! Mvn --eliengen begint my te bedriegen. .--Maar ik had nog een ander buurman; dat was een-koorenkoper, eene-Mynheer Tom.- Die bouwde van eene andere manier -vair fpreken dat heele groote huis daar, met ftal en pak huls, van den grond op. Wat dunkt u daar van ? Ei lieve, om Gods wil i Dat möcat ik gaarne weten. Hoe was dat? . Als men hem menigmalen vroeg: Hoe gaat het Heer Tom? Wat hebt gy met de affaire gewonnen? Ho, veel geld, zeide hy. veel geld! en dan zagmen dat het hem aan zyn hart goed deed: — wel honderd daalders! — Of als men hem aanfprak.en zeide: Wat fcheelt er aan.hoe ziet gv zoo bang, mynheer Tom? — Ach, zeide-hy-weder; ik-heb-veel geld verloren, veel geld! wel vyft'g guldens! _ Hy had met een kleintje begonnen, de man; maar zoo als ik zeide, dat gantfche groote huis bouwde by van den grond op, met ftal. en pakhuis. En nu myn¬ heer 'Wills, welke manier van fpreekeii vindt gy-de beste? Wel, dat verftaat zich, de laatste! Ja maar zoo geheel was ik het 'toch niet met den Heer Tom ééns. Want hy zeide ook-, voel geld! als by den armen 'iets gaf of zyne lasten betaalde; en dan had liy liever zoo moeten fpreken als Mynheer Grell,'myn andere.buurman. - Ik voor rry, Heer Wills, die tusfehen die beide manieren van fpreeken in woonde, ik heb ze alle beidan ad notam genomen; en zoo {breek ik nu, naar tydsgeïegenl$d,4an eens a's Mynheer Grell; en darr weder' eens aft Mynheer Tom. ' Neen, neen: ik niet; Ik höude het met Mynheer Tom.- Dat hu-is-en pakhuis bahaagt my. Gy verlangde dan"? ' Veel geld! veel geld, myn 'lieve' Heer Witt!; Een heele honderd daalders. Z''et- gy, Heer Wills? Dat zal wél met tl gaan-.' Zoo was 'f recht goed ——- Ars I men van- een vriend leent, moet men fpreei ken als Mynheer Tom ; en als men een vriend uit dc verlegenheid helpt, dan moet men j fpreken als Mynheer Grell:' BESCHRYVING VAN HET FEEST TER EERE VAN HET OPPERWEZEN. Gevierd te Parys den 8 Juny 17"£?4 ■ - Des morgens ten 5'uuren begon'de viering; van dit Feest op-het Camp de ld'JReunion. Niemand was daar by gewapend dan de Jengelingen-van veertien-tot agtien jaaren; welke iedere Sectie met de Vaandels vooraf gingen. Alle Burgers droegen een Eiken tak; de Vrouwen een Bouquet van Roozen, en de jonge Dochters een mand met Bloemen. Uit iedere Sectie waren tien oude Mannen, tien Huismoeders, tien jonge Dochters, tien Jongelingen en tien Kinderen gekozen, om onder geleide van een Commisfaris meedc den Berg te beklimmen. Ten negen uuren begon de optocht van iedere Seétie in twee Colonnes, de eene van Mannen'en-de andere van vrouwen , naar de Nationalen Tuin. Daar na-wierd aan *dc Nationale-Conventie kennis gegcevcn, dat alles gereed-was, welke zich daar op meede naar den Tuin begaf, • alwaar de .Prcfident (robespibrre) aan het Volk de redenen voorhield van ditpleehrjg Feest, cn het zelve uitnodigde t»t Vereering van deiï Schepper der latuur, zeggende: ■ . i - ,, Franfchen! eindeiyk is deeeuwi&ggjfi „ ge dag gekomen, aan hC!t;h,oqgft^(p'" , „ toegeheiligd!! Nimmer.verKp ; ,, reld een toneel zyner i$% 1 V*a ke zich daar op meede naar den Tuin begaf, -  C 80 ) dus verre zag hy de Dwinglandy, de Mis„ diad en het Bedrog op de aarde heerfchen : u nn ziet hy eene geheele Natie haare gev, dachten en haare wenfchen van haaren „ moeiiyken arbeid tot dat groote Weezen „ keeren, 't welk haar de krachten gaf om daar tegen beltand te zyn. „ Was hy het niet, die in het hart der „ Menfehen het Wetboek der Gerechtigheid ;, graveerde? — Was hy het niet, die voor alle Eeuwen en voor alle Volkeren de Vry„ beid, de goede Trouw en de Rechtvaar„ digheid daarftelde? Hy febiep de Men- fchen niet om als de Dieren in flaverny te leeven; om dienstbaar te zyn aan de Trotschheid, de Gierigheid, de Wellust, s, en den Logen : maar hy fchiep het Heelal „ om zyne macht te verkondigen, en de s, Menfehen om malfcandeien behulpzaarii te zyn, om eikanderen tc beminnen, om ™ langs den weg der deugd tot het geluk te j, komen. „ De Schepper der Natuur heeft alleSter- velingen aan eikanderen verbonden door den a, onmetelyken keeten der Liefde en der GeP, lukzaligheid. ,, Franfchen! de Vryheid en de Deugd „ zyn te gelykertyd uit de fchoot der God„ beid voortgekomen; de eene kan zender „ de andere niet beflaan. Wilt gy uwe vy- anden overwinnen, zo beöeffend deRecht„ vaardigheid, en eert de Godheid gelyk zy >, verdient! ■ Na dit gefprek wierd een Muziek uitgevoerd, en vervolgends naderde de Prefident reet een Fakkel tot een opgerieht beeld, verbeeldende de ongodutery, en Rak het zelve in brand. Uit deze vlam rees vervolgens het beeld der Wysheid op, en de Prefident beklom andermaal den Roel om tot het Volk te fpreeken, zeggende: ,, Het is tot niet wedergekeert, het Mon- fier, dat over Frankryk heerschte; —. dat „ met het zelve alle misdaaden en alle on- heilen va.i de aarde verdwynen! Volk vrees „ nu niet. meer de conplottèn der Heiiig'»» fchenders; zy kunnen even min de wae„ reld van haaren Schepper fcheiden, als „ de wroegingen van hun geweeten. „ Ongelukkigen! herfield uwe verflagetie „ aangezichten; gy moogt nu zonder, vrees „ uwe oogen ten Hemel verheffen. „ Helden des Vaderlands! uwe edelmoe„ dige opoffering is niet eene blinkende „ dwaasheid: 't is niet in de macht der gee,, nen, die u kunnen dooden, om ook uw ,, geheel beflaan te vernietigen. ,, 6 Mensch! wie gy zyt, gy moogt vry „ eene hooge gedachte van uw zeiven vor,, men; gy kunt uw voorbygaand leven aan „ God, en de onfterfelykheid verbinden! Dat ,, dan de Natuur haaren eigenen luister, en „ de Wysheid haare beerfchappy herneeme; „ her Opperfte Weezen kan niet ophouden „ te beflaan. „ De Wysheid is de eenige ftcun derStaa„ ten: dat zy alle onze onderneemingen ver,, zelle! Laaten wy gematigd en deftig ,, zyn in onze beraadflagingen; vuurig in de „ gevechten; bedaard in gevaaren; lydzaam „ in den arbeid; vreesiyk in rampen; zeedig „ en oplettend in voorfpoed; onvcrbiddelyk „ jegens bozen, rechtvaardig jegens allen. r, God van alle Weezens! wy hebben gec„ ne onbillyke Gebeeden aan U op te draa„ gen; Gy kent de Schepfelen uwer hand; „ hunne nooden zyn U even min onbekend, „ als hunne geheimfle gedachten. De haat „ tegen de kwaade trouw en onderdrukking „ brand in onze harten even fterk als de lief„ de voor de Gerechtigheid en het Vader„ lanishoumunde, Akkerb ouw5 Tuin bouw, Veeteelü, U.C. ÖcC Hoe Kaakjes te bakk.-n. Deze. bakt men eenvoud" g op deze wy- ■ ze, Men neemt een vierendeel tarwa meel of' bloem , een vierendeel boter , en een vierendeel corer.te' ; dit doet men te gelyk onder midkandgren, met vier elpen er tvee nt>tefflusc>]ten, ook kan men er na a..ed-.indtn een weinigje. .fbely Hy deen, en „,.-• akt ze op een m'ddeimau-.! in kleine vormei, vaa .Linnen mtt boter befireken. Vervolg der. Befihryving van een. frsai Paard De manen moeten dun, los, lang, altoos niet te dik zvn; de fchoften verheven, lang eenoeg, maar niet te -vlezig zyn; de fchouderbla ten , plat , middelmaat^ g'oot . en- met weinig vleefch zynwant he< 1S een groot gebrek als een paard breed van fchouders is, mogende niet. meer dan vyf duimen aptfitT hebben. Een fchoon paard moe: 'fterk en Wel gevuld van lendenen zyn, met een Herken maar niet op'taande nog veel invallen 1 • rug; de zyden rond en wel gevul.1; de buik, voor hand en rypaarden, middelmatig. .maar groot voor koetspaarden- zo:, lef a-ter uit te puilen; vol en fterk van .flanken ter wederzyden.* het muls breed ti, rond -tot aan hetbovenite van de ftaattj zonder dat men bet ftuitbeen zien kande flaard vast, fterk, zonder 'beweging, hr og geplakt, en wel van hair voorden. De voorfte poten moeten zenuwachtig en lang zyn-voor werkpaarden, maar kort vrde' en af ftand van malkanderen bewarer-: i Het'M goed ieder foort te zetten fn aard die , hem eigen en natuurlyk »s, of ielft e"e byzondere planting te maken van alle de bomen van eer zelve foort; m">ar ten e.p- f rich-.o vin ac efpalwr», kan «cn da foor- I ten onder een vermengen, min bewarende de expofitie, gelyk wy zagen, die ieder loo't behoor Jen te hebben. 2. Wv den afftand aangaat, die men tusfcht•. den een en den ander moet la en, dezelve bange veel af van de goedheid der-aarde, want in fterke vette gronden, breid-O de bomt a zich verdeT uit dan in ligte aarde. )a liefhebber» welke daar ovur g fchrevdn hebben , zyn dauömtrent niet tetsgevoelend. Eenige «Wlien lat men de truien, aan efpaliers, twaalf voeten van eikander zal zef-n. anderen in ar vyf a zn voeten: Ten aanzien der peerebuiaen, met tonde opene kroonen. of die u;:rt als heggen en lanen plant, die moeten twaalf voeten van eikanderen aftaan! Op «ronden die be-, plocct wordt r, ronaorn de randen, van agt tor agt ro den vtx»r '.p:>ei- en peerebomen, er mdien ze bl >ot ftaan voor os llerke vinden", van drie tot drie roeden: rondom de weiden, van vier tot vier roedei: :n voor de fteeriMuctuen, van drie tot drie toeden. Z ie Regel Men moet de hoogftamm^n, het zy in de boomgaarden of eldstfi, op ceae reg jlierp wyze planten; het zy ais lani-n, of iri 't vierkam, zo al» het terrein zulks toelaat, want de goede order moet 'cr in doorftraler. (Het vervolg bier na,) Om een Appel te deelen in twee, vier, acht of meer deelen, zonder de fcbeile te breken. M r» zal alleen eenen naaldt met zyn draadt doen paskeen onder de fcbeile van dtn appel, tot dat men na verfcheiden rondigheden en reprifen wederom komt, alwaar men begonnen heeft: dit alzo zynde, zal men met zonderlinge behendigheid i Jalv f94. rV cu'.wyp. 71 de 30 Vineis y.-nde. fw*. Ge. ever Bt c de 30 V irt aw.-rfer fiut. Genever 40 en 41 G' - Aam dm/I.Proef. Gcdr.Rogge 153a 154 a i$ja i54ügl.'tLait. LYST van bet afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen tp Zoem, en van het hoog water aldaar. vaaren af. *s morg. h. wat Zondag den 3 Aug. Ter Veer , ; . , 's morg. ten 7 uur. 9 uur. »a min. Maandat 4 dito Zirkzee . .... . half 8 9t <$ _ Dincsdag ds 5 dito Rorcrdam en Middelburg , . . | — 10 — 46 —. Woersjae den 6 cito Antwcrwen, Zitkzee en Tet Veere . 9— 11 — 38 _ Donderdag den 7 'ito Middelburg ... . . 10— 's morgens Vrydig drt:: 8 dito s Haanc ... . . . . 11 — 1 6 \_ gaturdag den 9 dlfq R ucerdam, Middelburg en Ter Goes 12 — 2 4 —. Dc BcUiiikdcn op Dtrirtcbt en /twfierdem vaaren onbepaald ■*» of ali ei vragt is  * * Rv WIT.L-EM van BERGEN te Br*»» *fe te toornen.en .Wr alöm W. zonden /'^ DE GRAAF 'K0N lN.G j^y^f *wY-Ui2': —l^l^T^ioneèluak dat onaef de^hoonl'J^chT^Sir&t 'v^rSJfc« der golfte geniën S Smar£anSt worden. D*.Schryver drukt de voufuocren van den groo. £n Sêr^zv^nEcarUs; hangt een tafereel op van hdwelyken. die un dwang, un bcöi.ij in zynen u.in ,d, *' ■ • WOrden, en tppnt hier uit aan, de ^SVïlAliF^^JS 3e Gelukkige Avond, Blyfpel voor.het hart, in één Bed'/£R^W[rLE\l van BERGEN, Boekdrukker en Boekhandelaar te 3rtc|a', en meest »*J ,C i™deïa«n is voor i Stuiv. te bekomen: Leeven en DaMuy^.van LoJeWyk gfa S$SS£ fijU4%£ het Franfche Grond- b7 plaatsëhad hebbend. Voor *veel'e%e de samenhang dier geoeurtemsfen zich g .iime^^ herinneren, zal dit Stukje alXoodwa,-. Iy.1 Sc en tgfens aangenaam zyn. T'o^ van RIEMSDYK: en vajj BRONKHORST, Boekhandelaar*., te bergen op Zoom. '%.n81^ va,.den & Edelen Groot V Vhtbaren Heerï MoTns Mè^^O^H Door *E- i J B^^SSyfen ^/BRONKHORST te Bergen « ?*» ,. zyn nog .enige" ' $ Exemplaren, te bekomen^en alorq ^g't^f n; ,deor BERNA*DUS L lIjI?EI KÏS.-" ïgraveerdWxyte.plaat, oP bert ^'SGfa , t| Stuiv. - Deze Ve^-^-^^^^ Dichtftuk , heeft de Heer B,,c6 uuge prookM 5 wj ^ ^ het Bergen op Zoomfche Departement van.U- door MI. éefpreUen over de ^»ng ™ Mensch, ten y ^ J. & bw>. doch byzonder voor de Jeugd, a 4 Stuiv. door^b.A drie Liejeren. vyf gelprelkcatnslchen V^er enZm,Bin,eë "Pp Z,o,n, fe* » • * va-I Rs!-: MSDYK en ^^RONKHC1^ ^ el. aft en hebben a ö n verzonden: DE L lE.J. «. l y* r- ;n3i,t het HU S- ! Vo-Stuiv. Met dit Deel is dft bekmjtyke Werh^^gffift^ HuUgezinnen , en BOEK van den Eerwaarden Mmrmet,, aa» ile va*m ^ fc byzonder aan aankomendejonge beden, mag b^0I]der4; en zyne lesfen é^^^^^^^z fjf: en iuiihke genoegens. 1 ( ' * ' .  C 83 ) derwerpen wy ons aan uw gezag: wat kan u fchooner in de ooren klinken, dan dat wy betuigen, vast te gciooven, dat wy beter onder uwe wetten, dan onder ons eigen gezag, zuilen leeven? Het einde van onzen kryg geve bet ganfche menschdom twee heilzaame voorbeelden: hoe gy de goede trouw gefield hebt boven de overwinning, cn wy de onderwerping verkoozen, om dezelve te beandwoorden. Wy zyn uwe onderdaanen, wy wachten uwe afgezanten af, om hun onze wapenen, gyzelaars en de ftad zelve, die voor hun de poorten reeds geopend heeft, over te geven; en deze onderwerping berouwe ons ooit zoo min, dan u uwe goede trouw." De Raad, die met wederkeerige verrukking deze edelmoedige onderwerping aangehoord en aangenomen had, liet voords aan camillus het beleid der verdere voorwaarden over, die nu van de Falifcers niets anders afvorderde, dan de ibidy van een jaar lang voor het Romeinfche leger, welke met alle bereidvaardigheid door hun werd opgebragt. Even geëerbiedigd door deze vyanden, als door zyne medeburgers, keerde hy thands met veel edeler lof in Rome weder, dan toen vier witte paarden zyne zegekar voordtrokken. derwerpen wy ons aan uw gezag: wat kan u fchooner in de ooren klinken, dan dat wy betuigen, vast te gciooven, dat wy beter onder uwe wetten, dan onder ons eigen gezag, zuilen leeven? Het einde van onzen kryg geve het ganfche menschdom twee heilzaame voorbeelden: hoe gy de goede trouw gefield hebt boven de overwinning, cn wy de onderwerping verkoozen, om dezelve te beandwoorden. Wy zyn uwe onderdaanen, wy wachten uwe afgezanten af, om hun onze wapenen, gyzelaars en de Rad zelve, die voor hun de poorten reeds geopend heeft, over te geven; en deze onderwerping berouwe ons ooit zoo min, dan u uwe goede trouw." De Raad, die met wederkeerige verrukking deze edelmoedige onderwerping aangehoord en aangenomen had, liet voords aan camillus het beleid der verdere voorwaarden over, die nu van de Falifcers niets anders afvorderde, dan de ibidy van een jaar lang voor het Romeinfche leger, welke met alle bereidvaardigheid door hun werd opgebragt. Even geëerbiedigd door deze vyanden, als door zyne medeburgers, keerde hy thands met veel edeler lof in Rome weder, dan toen vier witte paarden zyne zegekar voordtrokken. omgeeven door een driecou.'eurig lint, opgehouden door Kinderen verfierd met Violetten ; Jongelingen dragende Mirtbc ; Mannen hebbende een Eiken Tak, en Grysaards vercierd met Wyngaard- en Olyftakken. De Reprefentanten hadden ieder een Bouquet van Koornhalmen, Bloemen-en Vruchten ; ■ in het midden vertoonde zich, op een wagen, een Gedenkteken, te zaamengefleld uit Infirumenten van Konsten, Wetenfchappen en. Voordbrengfelen van Frankryk , getrokken door agt üsfen met Bloemkrans fen verfierd. 9. Honderd Tambours. jo. Vierentwintig Sectien, gaande als de eerfte, en hebbende in haar midden een wagen met blinde Kinderen, zingende geduurende den weg. een Lofzang ter eere der .Godheid, n. Een corpsCavallerie. Op het Camp de la Reunion gekomen zynde, breidden zich de Mannen ter rechter.cn de Vrouwen ter Jinkerzyde van den Berg uit. De Conventie beklom deszelvs top, en de Muziek plaatfte zich in deszelvs midden; gelyk ieder vervolgens zyn aangenomen plaats innam. Alles gefchikt zynd'e,hief het cerps Muzikanten alleen een Lied ter oere der Godheid aan; daarop volgde een zwaare Simphonie; voords zongen de Grysaards en Jongelingen het eerfte gedeelte 'van een ander Lied, en zwoeren, de Wapens niet neer te leggen voor dat ue Vyanden der Republiek verflagen waren; —t- alle Mannen herhaalden den flotregel van 't Gezang; daarop zongen de Huismoeders en en jonge Dochters een tweede gedeelte van het Lied; dankende de eerften het Opperweezen voor haare Kinderen, en beloovende de anderen, geene Mannen te zullen neemen, dan die het Vaderland gediend ' hadden. Alle vrouwen herhaalden insgelyks den flotregel. Het derde gedeelte van het Lied werd gezongen door allen die op den Berg waren, en de flotregel door het geheele Volk herhaald. Ten flot van alles werd een falvo uit zwaareArtillerie gedaan. X 2 HET VERVOLG DER BESCHRYVJNG VAN LH ET FEEST TER EERE VAN HET OPPERWEZEN, j Na de Aanfpraak wierd door de trom het teeken tot den optocht gegeeven naar het Camp de la Reunion, welk in de vol-" gende Orde gefchiedde: r. Een detachement Cavallerie met zyne Trompetters. 2. Een corps Sappeurs. 3. De Canonniers. 4. Honderd Tambours en de Leerlingen van het Nationaal Inftitut. 5. Vierentwintig' Sectiën in twee collones, eene van Mans en de andere van Vrouwen, met een corps Muzikanten gefchikt voor de Noordelyke Armée. 6. De Grysaards, de Huismoeders, de Kinderen en de gewapende Jongelingen. 7. Een corps Muzikanten , fpeelende geduurende den optocht, <§. De Nationale Conventie  C M ) HET KIND EN DE MATROOS. FABEL. Een oud Matroos, die al zyn kracht Befteedc om, tegen Rroom, op een rivier te roeijen-, Werd door een kind gcz:cn, dat om zyn poging lacht, En de verwaandheid ftraks in 't jeugdig hart voelt groeien. „ Die man is waarlyk .zot. - Waarom of toch die bloed Zich zeiven zoo veel moeite doet? , Wel' is "et dan zoo zwaar dat vaartuig te rcgeeren? " My aankt, dat is een kunst, die 'k niet behoef te leeren. Dus fpreekt de darfle knaap: hy wórd een boot gewaar, En flapt er, moedig, in, niet denkende aan gevaar; Hy fteekt van wal. - De Zeeman fiaat zyne oogen Toevallig naar dien kant, cn fchreeuwt, door .angst bewogen, „ Waar moet gy, onbedachte! heen? „ Blyf daar tot ik u hulp verleen!" Maar hy wil naar dien raad niet hooren, En fchynt zich nergens aan te ftooren; Hy huppelt, lagcht cn zingt, Niets is cr dat zyn drift bedwingt. Weldra begint hy tod! zyn dwaasheid te beklaagen, Hy kan den fnellen loop van 't water niet vertraagen. Het bootje drvft naar zee. - Hy vat de nemen aan, Vn doet al wat hy kan om dit gevaar te ontgaan: S» "ch!." hy l te zwak - het kan hem wetn.g baaten. Hy moet aan 't lot zich overlaaten Daar is voor hem geen uitkomst meer, Hv ZYRt, geheel vermoeid en buiten adem, neer. HeVfcSdtjelordt een prooy der bulderende golven, Z, in den hollen fchoot des oceaans, bedolven: Dus lydt hy welverdiende ltiai, Om dat hy, aan zyn drift, den vry en teugel gaf. Het kind verbeeldt ee«ch die naar. zyn' zin wil leeven, ■ Dc rede wordt door 't roer verftaan: De waterflroom kan ons een fchets van. ondeugd geeven, Die veelen doet verloorcn gaan. • Te Bergen op Zoom by van k-ie^ berGEN.  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. Mi 22. Zaturdag den r Augustus 1794* MERKWAARDIG RECHTSGEDING VAN JUNIUS BRUTUS. Nadat de Romeinen hunnen laatften Koning tarquinius, om zyne geweldenaryeo en volksverdrukking, afgezet en verbannen hadden, werdt te Romen de Gemeenebest- Regeering ingevoerd. Het opperde gezag en de uitoeflening des Rechts wcrüt opgcdraagen aan twee mannen, die de naam van Confuls voerden. De eeifte die hier toe door het volk benoemd werden , waren junius brutus en collatinus. Weinig dacht echter brutus, dat hy het aan hem opgedraagen gezag het eerst "tegen zyne eigene kinderen behoeven zou. 'j Terwyl alles binnen Rome in vrede en eendragt liet Ril genot der vryheid fmaik te, fmeedde de verbannen dwingknd de Jistiglte ontwerpen, om de ftad van bui ten met geweld aan te vallen en van binnen door verdeeldheden -en verraaderyen onverdeedigbaar te maaken. Zich in zijne ballingfchap van Caere naar Tarquinie nedergezet hebbende, gelukte het hem in deze "geboorteftad van zynen - grootvader gehoor te vinden voor zyne aanzoeken te gen Rome. Zyne prachtige hofhouding maakte hem weldra de Grooten dezer ftaa tot vrienden, by wien zyne afkomst hem reeds als een ouden medeburger had aanbevolen. Zyne aanfpraak op den byliand van deze bloeiende .en aanziei.lvke ftad van Etrurie feheen zich met recht te gronden op de verbonden, welken zyn voorvader met dit land had aangegaan. Het verhaal zyner rampen, en de belchryving van den ongelukkigen toeftand, waarin hy door de muitery zyner onderdaanen gebragt was, maakte diepen indruk op een Volk, met wiens naam de Romeinfche. throon in twee regeeringen was vereerd geweest. Men leende gehoor aan zyne voorflaagen, en ftond hem toe, om een gezantl'chap, uit naam van de flad Tarqmni, ten zynen voordeele naar Rome tezenden. Hy zelf koos deze afgezanten, gaf hun zynen last, benevens eenen brief aan den Raad en het Voik, en voords eene aanzienlyke boeveelheid gouds, om daarvan het noodige gebruik tei omkoping te maaken. Men liet hun te Rome in den raad toe; men las den eigenhandigen brief van tarquinius, die in eenen gansch anderen ioon was gelchrceven, dan waar'n de dwingland gewoon was geweest z;ch te latf hooren en gelden, en wachtte het vo^y der afgezanten met waardigheid af, - ej§„ Y  C 86 ) eisfchen voor tarquinius, dat men van hem, onder een vry geleide, de verdeediging van zyn gehouden beftuur voor den Raad en voor het Volk aanhoore; verz.-ker.en van zyne bereidwilligheid, om op die voorwaarden, weiken het Volk hem voor zou - ^villen fchryvcn, het ryk weder te aanvaarden, wanneer men, na zyne verdeediging hem hetzelve niet onwaardig bleef oordeelen; ja, betuigen zyne geneigdheid, om zelfs dan als burger in hun gemeene best ambtloos te ieeven, wanneer zy by hunne aflchafflng van het koningiyk gezag wilden blyven; en dragen alléén deze bede van hem voor, dat men hem niet als eenen balling rond laat zwerven. Zelve onderfteunen de afgezanten dit voordel, door zich te beroepen op het algemeene recht der Volken,- het welk niemand eene verdeediging en rechteiiyke beoordeel ing weigeren kan; door de verzoeken van TARquyn ook uit naam van hunne Rad te vorderen; en het eene onvoorzichtige hardnekkigheid te noemen, wanneer men de vriendlchap der nabuiirige Volken op wilde offeren aan zulk eene onrechtmaatige vooringenomenheid. Het dreigend flot van dit voorftel deed de Confuls aarfelen, of men de uitfpraak op het zelve niet over diende te late,, aan het Volk, doch nier tegen bragt vali, mus in, dat men dwaas Zou uoen met aldus onder eene behoeftige men'gie, weike nog meer voor het oorlog dan voor eenen Koning vreesde, de zaaden van oneenigheid te brengen; en nu Was het manlyk andwoord van den Raad, dooiden mond van b rötds: dat ir.cn de verbanning van takqbïn oufchendbaar bezwoeren had; dar, men dus dit voorftel af moest liaan, doch nier cngeneg.-u was, naar eenigen anderen billyktn voorflap te luisteren, wanneer hunne eeden of Wetten dit niet verboden. Het eerfte ontwerp van iaïquimüa mislukt zynde, bedacht hy fpoedig een ander, om met nog minder Ichyn van zyn vaare oogmerk den Raad te misleiden, j»zich door omkoopingen en verraadede poorten van Rome eerlang te openen. Weldra vervoegden zich andere gezanten van Tarquinie in den Raad, en eisebtfp uit naam van hunne ftad het rechimaatig eigendom op van tar^oi. n r'u s, het geen zyn grootvader reeds bezeten had, hem door geene eeden of wet: ten kon ombonden worden, en thands, in zyne ballingfchap, onontbeerlyk was; mee byvocg'ng van de belofte des Konings, I fan 'Ach, .op die voorwaarde, van alle rgewapende poogingen te zullen onthouden, : om zynen ahroon te herinneren. 1 Deze eisch feheen niet onhjllyk; men doorzag het waare oogmerk niet, welk geenszins was, om deze bezittingen te her;krygen, maar alleen, om door het toeftaan van dien eisch gelegenheid te hebben, zyne werktuigen binnen Rome bezig ie kunnen houden ter bevordering van zyne geheele herftelling. Dc Confuls en de Raad waren echter verdeeld, of men dien eisch al of niet zou toeftaan. brutus, wiens bruifchende yver tegen den dwingland en voor her gemeenebcst aan zyn character eene harde ftrengheid gaf, wilde tarquyns bezittingen verbeurd verklaaren, als eene rechtmaatige boere voor zyne willekeurige overheerfebing, en om eenen afgezetten dwingland niet tegen het Vaderland te wapenen: collatinus drong op dè oyéj-gave aa", op dat men niet mogt febyfyp de tarquynen verdrecven te hebben, om zich mer hunne fchatten te venyken, en om door zulk eene weigering hun geen recht te geven , om gewapend hunne bézftt ngen wederom te komen haaien. Eik vond zvnen aanhang in den Raad, en dit veroorzaakte eene belluiteloosbe.d, waar van men zich alleen feheen te kurren ontdoen, door de uitfpraak hier oer aan het gefieele Volk o» er te laten Het zelve noorde het voo ftcl en de bewceg'jng der onderfcheiden gevoelens aan; brutus onthield zich in zjnen yver van geene zydelinglche verwyten en befciuidicingen tegen 'zynen ambtgenoot; g minutiUs,een ambtloos man , onderwond zich in, deze vergadering openlyk op hei gevoelen van brutus aan te dringen, men ging wyks-  B Y L A G E N N°. 2 2. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. i ..ui T' ;ri""VI"1'TT» '8 val!«»i de vie,r laatfte  ( 8c5 ) laatfte melktanden , die tn de vier hoeken onder en boyen ?itten, uit; en daar komen vier anderen in de plaats, die men hoektanden noemt. Het vervolg bier na. Remediln voor Paarden. Voor den Holler. Neemt 25 walnoten , wyn-azyn, zevenboom en boom-olie, dit het paard ingecgeeven. Of anders: Neemt een halve ftuiver meekrap, een weinig boom des levens, alles fyn gepulverifeert , koökt dit in een halve kan karnemelk, en geeft dit het paard in. En dan van vooren aan de kop gebrand, en den buik met zeep gefmeert. Vervolg der Regelen van gewigt, aangaaande bet planten der Vrugtbaomen. 'Levende Regel. Men moet ze wel weten te planten; te weten: 1 Moet men wagcen met het overvoeren der kleine bomen , welke men wil planten, tot dat de vloed der fappen ophoudt; dit gefchied eerder in drooge als in vogtige gronden. 2. Men moet een fchoone dag, in de maand November of December waarnemen , om de Vrugtbomen te planten. 3 Maar men moet 'gorg dragen en wel toezien, van de jonge wortels d.r bomen niet te befchadigen wanneer men ze opn^emr, maar msn moet ze zien htel te houden , en fnoeiien ze, zo als wy gi'zegt hebben. 4. De bomen in de gaten of groeven plantende, moet men jöezien van ze maar een half voet in de grond te zetten, dat de ent van de arbre natns, ten" minden een duim boven de aarde Silyfr, als mede, dat de rug vat» de ent na h^t zuiden gekeert flair, en de afkapping na het noorden ; Men moet de wortels, by het planten, netjes fchikken; de bomen aan de efpaliers, tien of twaalf duimen van de muur afzetten, en wat agter óver laten hellen, ook moeten de fakken en fcheuten drie of vier duimen van de muuren afblyven; en vooral de wortel van de muuren zoo verre verwyderen als doenlyk is, ze wel bedekken met goede aarde en mest, gelyk wy gezegd hebben en zorg dragen dat 'er geen ledige plaats tusfehen de wortels inblyft; en als men wat zwaare takken afkapt, de wonde met koedrek, of potaarde, of wasch bekleden, uit vreeze dat de fchielyk daar op komende vorst, dezelve anders mogt befchadigen. 5. De bomen geplant zynde, moet men de aarde , rondom de ftam, een voet ophogen, en van boven met de hand plat maken op dat het water 'er niet sou aflopen. 6. In de maand Maart moet men de grond boven de wortel, lugtig oinfpitten,-en leggen wat mest, vier duim dik, rondom de ftam. In koude en vogtige gronden zet men de bomen twee voeten hoger als ordinair, en als op een klein heuveltje. 7. Men moet de onlangs geplante bomeu wel onderhouden; ten dien einde moet men de loten, tot op anderhalf voet hoogte affnocijen, wanneer ze beginnen te fchieten, en vervolgens het daar by laten berusten,want men moet een Kieuw geplante boom niets ontnemen dan itt de fnoeityd. 8- Op het derde (aar in de maand Maart, fnyd men de zwakke en nutteloze takken af, en de wortel moet men tot aan het levtn verfrisfehen. Ten opzichte van de efpaliers en bomen met ronde opene k.-oonen, men moet, ten minde driemaal 's jaars, de aarde boven de wortel der bomen lugtig otnfpitten: De eerftemaal in November; de tweedemaal op 't einde van April, en wanneer zy niet bloeijen, en de derdemaal omtrent St. Jan. In de groote boomgaarden, werpt men de aarde met de kleine ploeg lugtig om, ten einde het onkruid uit te roetjen, en men doet het verder met de fpade of houweel, digte by de dammen der bomen, alwaar de ploeg niet heeft konnen raken. De grond, boven de wortels der efpaliers, moet men in Maart en Oéïober, ter breedte van vier of vyf voeten omfpitten. In 't algemeen moet de eerfte fpitting de diepfte z/n, voornauteIyk in drooge en ligte aarde. (Hetverliolg bier na.) FRYS-  PRYS-LYST der GRAANEN &c. ROTTERDAM den t.% July 179,. Tarw. Oude Zeeuw: en VI: "] Nieuwe dito. 19 23 a 24,iq. ! 15 de Blauwe dito f Z.Zak. Zomer dito J Witte Brabandfche * Roode dito Dito Engelfche | Ggl. Witte dito "t Last. Bovelandfche v Poolfche Rogge. Zeeuwf. enlnland: 16 i6,ih. a 17 fideZ.Zak Vlaamfche en Brab: '| Bovelandfche Engelfche Oosterfche 140 a 148 dito Gedroogde 148 a 154 N. Zeeuw: en VI: W: Gersf 43^ 50 dito Zomer • Ggl. Vriefche Wintel f *t Last. Engelfche Oosterfche dito Gedroogde Engels Mout Inlands dito 2© a 21 ih. Spelt Haver. Zeeuw: en Inl: Brouw «» dito Voer 17,1b. a jg ^vJ. Vries:en Grom Brouw tx « sa fDr Larf dito Voer 18,1b. a i0 * j pr,M* Boekwyt. VI: en Brab: op 154 ffi 31 Wvls. Kley dito zonder wigt ] , t Z.enVhGrauwErten y' dito Groene / 6 de dito Witte 1 Z.Zak. Oosterfche dito ^^„i, Kromb. Witte Booneo n Walcherfche dito l /» j_ Goefche en Sch: dito KKI Brume dito J Paarde dito 35 27 a 20 T,*fvlc Duivedito }^;t N. Koolzaai. Zeeuws en VI: 49 so a 51 7 , , Brabants (of vis. Engels f pr.Last Moutwyn , 9 c^vls. de so va. BREDA den 29 July I704. Tarwe ƒ ï : o : ~ tot ƒ 8 : 6 : Rogge / 5 : 14: — ^ Boekweyt ƒ4. 16; — tot ƒ 4 : i7 . _ SCHIEDAM den 23 July 1794. Moutwyn 8 o4 de 30 Virtels zonder Fust. Genever 8t de 30 Virt zonder Fust. Genever 40 en 42 Gl, peirAam Amft.Proef. Gedr.Roggeisaa i54ffii5Ja i54Ggl.'tLast. LYST van het afvaaren der Beurtfcheepen voor een geheele Week te Bergen op Zoom, en van het hoog water aldaar. _ vaaren af. 's more. h. wat.' Zondag den 10 Aug. Ter Veer . . 'smorg. fen ? uur , uur. 0min; Maandag den 11 dito Zirkzee half 3 *— Diiigs iag den 12 dito Rotterdam en Middelburg . . . ü — 4 46 Woe-iscag den 13 dito Antwerwen, Zirkzee en Ter Veere . 4— 5 — i7 Donderdag den 14 dito Middelburg « 6 «, Vrydag den 15 dito '% Haage 6 , ' ' Satunug den 16 dito Rotterdam. Middelburg en Ter Goes 7 8 De Beurtlieden op Dtrdrtcbt en Amfterdam vaaien onbepaald — of als 'er vragt is.  XTR By W van "BERGEN te Breda. is uit het Latyn Vertaald van de Pers geko. NB. Zn,™ »1«é vmonden: I. 3) va,* der My e , twee' Verh-.nJel.nga, over de fceerfchende kolkziektens te Breia, tèrt ty3é der belegering, als mede over de middelen : ^^SneéG«leè& wee Vondelingen «podaanige doorgaande Voktiektens, als meestal in Legers, belegerde Steden en Hospijaalen heerfchen (inzonderheid..p«t én jcoibut, met derzelver toevallen en mod.ficanen ;, henev; ns derzelver oor«aken: en de geraaUelv.ke middelen daartegen, alernaauw.reur.gst belchrytt; vertrouwt dTüteeever, dat,eene Vertaaling van dit allernuttig Werk, zynen Landgenoot™, en 'vooTal hun- die4 op 4ê Geneeskunde eenigzints betreKk.ng hebben, met dan teni uuwften ■ ™r«na»n> zyn kan, weshaiven by ook «eene breedvoerigere aanbeveeling van dit. by dc Geleerden alleszing bekend en geacht Werk, alhier nood.g keurt. A •Km Thans is albmme en by de Drukkers deezea te bekomen: Stukken betrekkelyk IN tot de D-tenfie van RUDOLPH SMITS, burger en Mr. Kleermaker. te Breda , hv den Geweldigen Provoost aldaar, a 5 en een halve Stuiver. T Nieuwe Werken gedrukt en te bekomen by, van RIEMSDYK en van BRONK. * HORST te Bergen op Zoom, en verder alom: vnnxr vak vnKrnwT I Van de nieuwe Uitgaave van ALLE UE WERDEN van JOOST VAN VONDEL, zien reeds vier Snikken bet licht, waar van nog maar een klein getab te bel*), zyn. De overige zullen fpoedig volgen. — Deeze v.er eerfte ftukken.op Postpapier zindelyk en naauwkeurig gedrukt, kosten . • • / 6 ' »ö :.° tg DE LIEFDE, toegeweid aan alle tedete harten,, die voor gevoel van waarheid en onfchuld vatbaar zyn, een nuttig Huisboek, in 2 Dee- ^ ^ III. Smfchriykr'Lot^yalle'n of "Merkwaardige Uvje&^ge«^«> uit de Gefchiedenisfen van vroegere en laatere Tyden, 2 Deelen, met in 't kè'ptr gegraveerde Titelvignetten. . . • • • ƒ 3 • 12 • NB Dit fraai Werk zal nog met één Stukjen vervolgd worden. IV Nuttig en Vermaaklyk School, tot onderwys van Kinderen, in Steden en ten platte Landen/, in 4 Stukjens compleet. Dit Werkjen wordt reeds in veele Schooien met vrucht gebruikt, ieder Stukjen • ^ ^ _ ^ V Aanwvzing der Tekenen, die gëwoonlyk 'by het Corrigeeren van 1 Drukproeven gebruikt worden , op Postpap. in 4». netjes gedrukt, ƒ - : 6:0 Ö oïz?'tpTigtTom tot nut van 1 algemeen te werken, ter inweiiing van het Bergeni n^nnS Den tfemeiit tot nut van't algemeen. voorzien meteen fraai gegraveerde titett Xt ef vaS™52 zelvVDepartemlnt. twee Drukken van den HeèejjK Bosch l zvn eedrukt er, te bekomen in den Boekwinkel van van Rtemsdyk tn van Bronkborstl y" * Bv van RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen op Zoom zyn gedrukt en alom te bekomen: I. Eenige Pfalmen.™ Gezang?, ten ^ebrmke der Schooien. Me onderfcheidene foorten ;van Nieuwe. Letteren gedrukt, a 2 Stuivers. Te Breda by W, van BERGEN, en te Bergen op Zoom by va*'RXE^iS.DY.g ■ -' - . eii van BRONKHORST»  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEK BLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN, N2. 24. Zaturdag den 16 Augustus 1704» EEN'GE ALGEMEEN E VOORSCHRIFTEN AANGAANDE DE VERKEE RING MET MENSCHEN. N '~ JUF. '' 1. Tracht naar volmaaktheid, maar niet naaiden fciiyn van volmaaktheid en onfeil b larheid'. De menfehen beöordeelen en vonnisten u naat den meeüïaf van uwe ei fcr.cn, en zy zyn nog bil lyk, wanneer zy aulks alleen doen, en u geene andere e fchen te last leggen. Dan is het, zo gy flcg-s den minften misflag begaat: „ dit is zulk een man in 't geheel niet te ver " geeven!" en dewyl de zwakken zich 'er ongemeen in verheugen, in een mensch, die boven hen verheeven is, gebreken u ontdekken, zo wordt een enkele m sftap « hooger aangereekend, dan anderen een geheele lyst van boosheid en zotieruyen. z. Vcrflaaf u niet te veel aan de meerlingen, die anderen van u hebben! Wees ftaijdvastig in uw eigene handelwyzen! Wat kan u by flot van rekening het oordeel der geheele waereld deeren, zo gy'doet 't geen gy moet Aoen? En wat is uw geheele voor raad van uiterlyke deugden waardig, waaneer gy met dit klateigoud een zwak, laag hait bedekt, om 'er in gezelschappen meda te pronken? 3- Ontdek de zwakheden uwer «atuurge- nooten nimmer op een orëdéie wyze, om u zeiven te verheffen! B eng hunne misflagen en afwyk'ngen niet aan den dag, or» ten kosten van hen uit te blinken! 4. Schryf u dat geene niet toe, Wat eigenlyk de verdiende van een ander is l Wanneer men u, uit achting voor een braaf man met wien gy in betrekking ftaat, beleefdheden buwyat; wees 'er dan niet irrootsch op, maar lefcheiden genoeg, om overtuigd te zyn, dat dit alies mogelyk niet gebeuren zou, zo gy afzondei lyk mogt optreeden! Maar tracht zeiven te verdienen dat men u om uwentwil eer bewyze' Wees liever het kieinfle lampje, dat eenen duisteren hoek met eigen licht verlicht dan een groote maan van een vreemde zon, of zelfs een trauwant van een planeet ! 'A a  ( 94 ; 6' Wees ten uiterfte naauwgpzet, ger.'ge'd, werkzaam, rjaarftig m uw beroep, un hou hw woord getronwelyk! Bewaar uwe papieren, uwe fleutels en alles zodanig,, dat gy ieder afzonderiyk (luk, zelts al is' het duifter, vinden kunt! Verdubbel deeze geregeldheid met opzicht tot vreemde zaa ken! Leen nimmer boeken, of andere dingen uit, die gy van anderen geleend hebt! — Een ieder verteert gaarne met een mensch, en heeft mei hem te doenï Wanneer men zich op zyne naauwg'.-zedieid-in Woorden en daaden verlaateo kan. ÓV Maak' eenig onderfcheid in uw uiterlyk gedrag jegens de menlchen, waarmede gy Verkeertr in de blyken van achting, welke 'gy hen bewyst! Reik niet iedereen uw -sechter hand! Omhels niet alleman! Druk niet een ieder aan uwen boezemt Wat houdt gy over voor een braaver mensch en den gelief koosden vriend, en wie zal uwe vriendfehaps-betooningen vertrouwen, dezelven waardeeren, wanneer gy^zo.-nuim in het uitdeelen daarvan zyt? Wees 't geen gy zyt, altoos geheel, en;; altoos dezelfde! Niet heden warjii en morgen koud; heden lomp en morgen beleefd, -en als iuiker zo zoet; heden.in gezeilcnap vrolyk, en morgen ftug en ftom als een beeld! Met zulke lieden is niet wei om tegaan; zy overftelpcn. ons, wanneer zy juist een goede luim, of niemand by zien hebben, die voornamer, of grippiger, of een grooter vleyer is, dan wy, met alkde tekenen van oe hartelysfte en vertrou welykfte vriendfebap. Wy bouwen daar op, en willen eenige dagen daarna den man weder bezoeken, die ons zo gaarne by z ch keert, die ons zo vriendelyk verzocht heeft, «m dikwyis te komen. Wy gaan heen, en wor ieo nu zo koel en mei een gemely ke tron.e ontvangen, of men Wt ons in een hoek zitten, zonder zich met ns o bemoeyen, en antwoord ons met afgebroken woorden, om dat men juist omringd is van fchep'ë.ls, die meerder wierookftrooijen dun wy. Van zodanige menfehen 'moet men zich ongemerkt ontdoen, en wanneer zy ons naderhand in een oogenblik van tydverveeling weieröm opzoeken, hen insgelyks zeer fpyrifr behandelen, en .onder, hun-, ne handen weg fluipen. Spreek niet te veel van u zelven, behal-r ven in den kring van uwe vertouwdfte vrien-- .■den,„ waarvan gy. weet, dat de zaak van één onder hen, een aangelegenheid van allen is, en ook hier waak over u-zelven, dat gy geen egoïsrhus toont! Wacht u, van . i zelfs alsdan te veel ,-an u re fpieeken, wan- 1 neer goede vrienden, geiyk.meemgmaal gebeurt-, het gefprek uit beleefdheid op uwen perfoon, op uwe fchriftén, en_ wai u anderszins aangaat, leiden! Belcheidenheid is een van de beminncl.ykfte hoedanigheeden, en maakt te dieper indrukfelen, naar maate deeze deugd in onze dagen zeldzaamer wordt. Wees dan ook niet altoos zo gereed, om | , en 3 j maken 9, en 4 nuken 13, eir 1 maakt 14, en 2 maken 16, en 2 maken 18. Dus 18. Zo ook de tweede : 6 en 1 maken 7, en 2 maken 9, en 5 maken 14, en 4. maken 18. Dus . .18. Eindeiyk de derde : 7 en z maken 9, en 1 maakt 10, en 8 maken 18. Dus 18. Ziet daar myne verdeeling gemaakt, en leder zal niet meer dan 18 hebben, gelyk het bovenftaande voorbeeld bewyst. Men moet 'derla'ven rlleenlyk Opletten, wanneer men de fommen ter reJer fielt, dat men de cyffers zodanig inrigt, dat elke fom niet meer dan 18 oplevert." Men kan tot deze vraag zodanige fommen netmen als men verkiest; mits, dat het getal der cyffers, weiken men fchryft, niet boven de fom bedraage, welke men wil dat aan ieder overblyve. Middel om bet wa;ch en let water ( twee voiftrekc tegenjlryiige deelen) te verèedgen; deze verëeniging in bet twintig/te gedeelte van een minuut gedaan zynde , maakt eene pommade, die zeer gefebikt is om de huid te reinigen , en dezelve zagt en blank te maken. Om dit te doen, neemt men eenen nieuwen verglaasden por. doet 'er zes oneen ftioom- of put-water in, op twee oneen goede witte ïnaagdewasch , en voegt *er een goeden vingergreep vvynfïeen by. Als men zyne wyze van bewerking wit hedekt houden, doet men flegts een vingergreep wynfleeu in de wasch, die men tot een rolletje maakt, en zet dit te zamen op bec vuur; als het begint heet te worden, moet men het met een Rokje omroeren , en men zal de vereening zien gefebieden naar maate het wasch fmelt; en bet is alsdan gemakkelyk, de pommade, die hier uit bereid word, zo vloeibaar te maken als men ze verkiest, door dezelve korter of langer op het vuur te laten. Deze pommade zal zo wit als fneeuw, en een zeer goed blanketsel zyn. V By vau RIEMSDYK en van BRONKHORST te Berden op Zoom. ziet thands het licht en is alom te bekomen: Aanleidend onderrigt in de voornaamfte Waarheden en 'Pligten van den Godsdienst, meest tot eigen gebruik opgeüeldj dooi PETRUg JANSSEN, Predikant te Bergen op Zoom; kl. 8vo. a 3 Stuiv.  V By WILLEM vam BEROEM. *±^ZÏ°t^ Kn^'efn bLopt « Uj§$ ^ Ij. * figSg&^gg^ bewonderend oog van geheel ^'^^"^e de8 samenhang die. gebeurtenisfen zich gebied plaats gehad hebben Voor vesle drnoodzaakeI kst eBn aangenaam z>n. niet kunnen herinneren, zal dn S oge anteybekonKn. stukken betrekkelyk 1SB. ^dVJ^SrvS RU D O LP H SMITS , ft», en wanvoegeiyk en • onbetaame yk 'zya'i velke men vermyden en waarby. men aioos bedenken most, hoe het wei ftaan zou, vanneer; ieder van de aanwezigen zich dselfcie vryheden wilde veroorloven, by voorbeeld : te ilaapen ais 'er gepredikt wordt, n Concerten te praateh, onder het dansièn er deuntje meê ie zingen, in den Schouwburg zich zodanig . te. plaatfen dat men net over ons heen zien kan, in alle byëenomsten laater te verichyhen-, voeger heen e gaan, of langer re vertoeven,, dan alle venge leuen van hei gezelfcbap. Onthoud van tn vreemde papieren te zien! Ook an mee-mg men^óh piet veelen, dat men em by het lezen, hy den arbeid en dierelyke, op de v,,ngt'en ziet. Bly; niet alkit, m een vertrek, waarin lcnrifsen en eld leggen.  Verhaal nier gaarne anecdoren, vooral nimmer zodanigen, welke iemand in eer ïiadeelï> licht • kunnen vertoonen , alleen öp hooren zeggen! Zeer dikwerf zyn ze bezyden de waarheid.; of reeds door zo veele handen gerold, dat ze ten mfnüen vergroot, of verminkt zyn.. en daar door wezenlyk een geheel an tere god tinte -vetkreegen heb .ben. Veeltyds kan me" onschuldige goede anenfehen daar door indedaad benadeelen, en nog meermallen z ch zeiven veel verdriet op dea hals haaien. (//-t Vervolg Iner na.*) ,DE BAKKER VAN RO-RMOivD. Een zeker Bakker in de Stad Roerm' nd , een geestige fnaak, had het "nge'uk zich in e^n gczelfchap zo overflallig dronken te zuipen., dat hy volllrekr van niets meer wi-t !Een ge der tegenswoordig zynde vrienden, wilde hem een .pots fpeeïèn Zy wisten ten dien einde het k'eed van een -Capucyrfer Monnik te bekoomen trokken hem dat aan, lagen hem voor ae poort van £en -klooster neder, fchelden aan; en gingen heen. ' De Portier open doende, en na zyn ge-' dachten daar een dronken monnik ziende 3èggcn,_gaf 'er kennis van aan den P.ver Cuardiaan., die aanftonds beval, dit erger'-yk voorbeeld op' te neemen, en in het kloos ter te laaten uitflaapen. Dit gefehiede. — Toen by,'*s morgens nuchteren ontwaakte, meende de Pater Gu'-irdiaan hem fcherpelyk door ue haaien, als een fchande van zyne orde. Ten dien einde by hem gegaan zynde (terwyl de Bakker zich zelf van het hoofd tot de voeten, en aan alle zyde bekeek) vraagde hy: wie zyt gy' ——- „ ife weet het nier'" — anr'woerde de B. kker TV aar is uw klodstei ? — ,, Jk weet het niet" ■ ■ ■■ woont gy in deeze ótad? „ Ik weet het niet;" Kon om op a le vraagen viel het zeilde antwoord De Pa» ter üuaroiaan, emdelyk knorrig wordende., en een dreigende toon aanneemei . e, zeide de Bakker, „P.ier' ik zal u ..Les „ zeggen wat ik weet, heb de goedheid, „ en zend een der Moi nikei; m den B;.k_ ,, ker op de hoek v..n gindfche Itraat, in,, d en- deeze niet ie huis is, ben ik hènlL „ maar anders ken ik waarachtig my zelve ,, niet." DE GËDAANE REKENING. Een Edelman uit een nabuurige Provincie, aniDts-halven' in den Haag moetende zyn, had zyn zoon een fom ma tot verantwoording in handen ge'aaten. — Te rug keerende vraagde hy hem daar vn rekening „ Ik ben geieed Vader, (was het „ antwoord,) maar verkiest gy een korre „ of een Iar.ge?" — kort en goed is best, hernam dg Vader. — öe zoon lag de ledige zakken voor hem neder, (en zeide:) ,, 't geen 'er niet in is, is uitgegeven." Bravo! (zeide de Vader, een rotting op. vattende,) ik zal u quiteeren." Dan de jonge Heer hier fri geen fniuak vinde.de, ging de kamer uit met byvoeging _ Neem geen moeite Vader dit koomt zo naatm niet aan onder na bloedverwanten. Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en. van BRONKHORST, te Breda by van BERGEN, en verder alöm, wordt dit Bla i, met de Bylagen, Wekeiykscb voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor i Huiver op beter papier, uiigegceven. Hetzelve kost by intekening in het jair, op gewoon papier ƒ 1-10-; en cp beter papier J 2;-;  NUTTIG en VERMAA'KL'YK WEEKBLAD V O 08 BURGERS en LANDLIEDEN. N2. 25. Zaturdag den 23 Augustus 1794." C ftrvolg van het voorig No.~) j8. ^$7acht u om uit het één huis in het an der te vertellen, vertrouwelyke famenfpraaken, familie gefprekken, opmerkingen, die gy over het huisfelyke leven van die menfehen gemaakt hebt, waarmede gy veel ver keert, en diergelyke meer uit te praaten! Al gefchiedt zuiks ook met eigenlyk uit boosheid: dan kan evenwel zulk een ge babbel wantrouwen tegen u, en allerlei twist en misverftand veroorzaaken. -19. _Over de gewoonte, vreemde en tegenftrydigicbynende dingen ter baan te brengen; Over den geest van tegenlpraak, disputeer zucht, aanhaalingen en het beroepen op de gevoelens en uitfpraaken van anderen, het. ik my voorheen ieeds verklaard, en beroet 'er my hier op. * 20. 'Neem 'er geen deel aan, toon uwe goedl keuring met door meesmuilen, gedraag u ! hever, alsof gy 't in 't geheel «iet hoor-1 de, wanneer ieriiand eenen derden onaan-' genaamht den zegt, of hem befchaamd maakt. De heuschheid van zulk een gedng maakt indruk-, en wordt niet zelden met dankbaarheid beloond. 20. Gelyk als ik bevorens aangemerkt héb, dat het niet goedzy, iemand met verdichte kwaade tydingen voor een oogenblik: verleegen te maaken: zo oordeel ik het ook zeer onbetaamelyk, eenen vriend bóertender wyze, naar de gewoonte van veele menfehen, met heugchelyke nieuwstydingen vaa eigen vinding voor eenen korten tyd te vermaaken, het welk naderhand verydeld wordt. Dit is iemand voor den gek houden, waarw door de geneugten der famenleving niet veraangenaamd , maar bitter gemaakt worden. Ook moet men de nieuwsgierigheid niet gaande, of de menfehen door halve en afgebrooken woorden benaauwd maaken, maar liever geheel zwygen, wanneer men niet uitfpreeken wil. 'Er -zyn menlchen, die de kwaade gewoonte hebben, om hunne vrienden geheimzinnige waarfchouwingen onder ce^oogen te zeggen, als, by voorbeeld» „ er gaat een kwaad gerucht van u, maar >t ik kan,, ik durf'er u ais nog niets van B b. 2Cg.  C 98 ) zeggen." Dir en 'bortErelyke gezegden zyn nutteloos, en .veiüorzaakea, verleegenheid. 22. Bekommer u niet over de handelwezen uwer medemenfehen, voor zo verre dezelven geene betrekking tot u,< of de zedelykheid over 't geheel hebben, zo- dat het een ! euveldaad zyn zou, om het te verzwygen Of iemand langzaam of fchielyk gaat, veel of weinig ilaapt, dikwyls of zelden t'huis is, zwieng of flordig gekleed gaat, wyn of bier drinkt, fchuldén maakt of geld oplegt, een beminde heeft of niet — Wat raakt Uit u, zo gy zyn voogd niitzyt? *3-, Maak niemand deelgenoot van uwe byzon-Öere géfchilleii, en verg degeenen, waarmede gy verkeert, niet, dat zy deelen zul , len in de onéenigheden, die tusfehen u en anderen gereezen zyn. 44.' Ik kan de voorzichtigheid in brieven en voor 't algemeen in het ('chryven , niet genoeg aanpryzen. Een onberaaden woord, dat'er cefprooken wordt, wordt weder vergeeten; maar is het gefchreeven, dan kan het nog na verloop van vyfrigjaaren, zelfs in de handen v,an erfgenaamen, onheil brouwén. Lees uwe brieven nimmer, zo gy hetkunt vermyden, in de tegenwoordigheid van anderen, maar wanneer gy alleen zyt, zowel omdat de beleefdheid zulks verevent, als ook om door uwe wezenstrekken den inhoud niet te verraaden. Wenscht ergaan kan. Hierom blyft zo cieenig mensch van verdienden tot zynen dood toe onbekend, en buiten ftaat gefteld, om voor zyne medeburgers van dienst te kunnen wezen — om: dat hy niet beedelen, niet kruipen kan. Behartig de belangen van anderen, zogybegeert, dat anderenhetzelfde voor udoen zullen! Wie onverfchiilig, zonder genegenheid voor vnendfehap, weimeenendheid en liefde, alleen voor zich zelve leeft, blijft verlasten wanneer hy naar den byftand van anderen reikhalst. ; 3?.' I Beoordeel de. menfehen niet naar 't geen 'zy ipreeken, maar naar 't geen zy doen! 1 Doch verkies tot uwe waarneemingen zodanige oogenbükken, waarin zy meen.en niet van ubemerkt ie .worden! Vestig uwe aanjdacht 00 kleine trekken, niet op de hoofddaadeh, waarby ieder in zyn ftaatfykleed verl'chynt! Let op de luim, die een gezond ' man by het ontwaaken uit den flaap, op het [voorkomen, dat hy heeft, wanneer hy des ! morgens, als ligchaam en ziei in het nachtgewaad verfchynon, het'bed verlaat, of wanneer hy eensklaps uit den -flaap opgewekt wordt; op 't geen hy bovenal gaarne eet en drinkt, naamelyk zeer vaste, eenvoudige, of zeer fyne, gekruide, famengeftelde ipyzen; op zynen gang en houding.; | of'hy liever'alleen wandelt, dan of hy geduurig aan den arm van een ander hangt; | of hy recht uit gaan kan, dan of by den weg i van zynen medewandeiaar doorkruist, dikwyls anderen aanftoot en op de voeten trapt; of hy volftrekt geen ftap alleen doen, maar. altoos gezelfchap hebben, zien fteeds by an1 ae  B Y L A GEN N°. 25. * BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Hoe Engelfche Iloter-Sprits te bakken, IS^eemt vyf loot water, vier loot boter, agt loot tarwe meel, het geen men wel door eikanderen werkt; doet 'er wat fnippeis en fucade» onder, met wat geraspte citroen, nevens een ey of twee; doe dit in ten taartepan die vet met boter is be ftreekën. Zet dit te bakken met veel vuur van boven en weinig vuur van onderen; men kan ze fatzoeneeren zoo als men goedvind; en als ze gaar zyn dan beftrooid men ze rykelyk met zuiker. Vervolg der Aanmerkingen, voaar op men in *t kopen van een Paard, letten moet, om niet bedrogen te •voorden. 4. Onderzoekt men de fchouders, of ze wel of kwalyk gemaakt zyn; want een fchoon paard moet kleine platte en met weinig vleesch bezette fchouwders hebben. Zy die de fchouwders vol vleesch hebben en die traag beweegen , worden daar door mismaakt op het oog , ook belet zulks een paard in het lopen.; nogtans is een paard met zware fchouwders, goed om te trekken, en voor een koets, vragt wagen en ploeg gebruikt re worden. 5. De poten moet men naauwkeurig exa mineeren en acht geven : 1. Of dezelve niet al verlieten en afgewerkt zyn; en dat zyn ze, als ze regt zyn; dat is, als de knie, de pyp van het been en de kroon, lootlynig ftaan, en de kogel zoverre uit ftaat als het overige; want als een poot wel ftaat, moet de kogel twee duimen meer agter waards ftaan als de kroon , en dit is de plaats daar het tiaair'. romdom de voet op de kroon valt. a. Of ze niet gebogen of gekromt ftaan; dat is, of de poot niet eenigzins de gedaante van een boog heeft aangenomen, een gebrek dat uit het zwaar werken ontftaat. 3. Of dezelve plat en breed genoeg zyn , want dit zyn de besten; en zy zyn zodanig, wanneer de zenuw agter het been groot en vast is, verwyderd van bet been. 4. Of 'er geen kogels of knobbels zyn, tusfehen de zenuw en het been, of een zagt gezwel vol water, zynde een wen; ftrekkende ten teken dat bet paard zwaar werk gedaan heeft. 5. Of men 'er niet eenig hard gezwel ontdekt, als men met de hand langs het been ftrykt, zynde een kalkachtig uitwas, dat de paarden kreupel maakt. 6. Of 'er geen kloven zyn of keenen in de kniehoger». 7. Of de kogel is gelyk ze zyn moet; want te groot is een teken van weinig wakkerheid, en niet groot genoeg, zou een teiten zyn van een verlieten poot , en dat het paard afgewerkt is; of het niet al te buigzaam, voornamelyk van agteren is, het geön veel zwakheid in die deelen te kennen geeft; of men niet op eenige plaats van. de kogel, een gezwel, zo groot als een noot, ontdekt, dat zagt op *t gevoel is, en vol flyoi, een teken dat de poten verlieten zyn; ook doet men het paard ftil ftaan, en ziet of het voortgaande, nu niet deze en dan geene poot vooruit zet, en het zo laat ftaan, een teken dat de poten vergaan zyn. 6. Moet men onderzoeken of het paard wel op zyn poten ftaat, om zo te zyn, I B b moe-  ( ps ) moeten de voorfte poten, verder verwyderd wezen van de zyde der fchouw:ers, als van de zyde d?r voeten, zo dat de af (land van de een tor de andere voet min der moet zyn: de krden moeten niet tegen elkander gefloten ftaan; het been moet tot de kogel in een regte lyn gaan. Ten aanzien der achterfte poten, dezelve moeten lootlynig van de kniefcbyf tot op de kogel vallen, de voeten moeten vlak en egaal neder ftaan, ook niet buitenwaards draaijeu, voornamelyk in het terug treden. (Hst vervolg bisr na.) Remediën voor Paarden, Als 't vei in 't lyf fmelt en ftukken vet afgaat. . Neemt een vuil ey, met fchail en al klein gefia^er., geeft he;zelve met laauw :>ier het paard, tot drie1-keeren toe, in. Voorts daags daar na een half oort jopenbier, met twee ftuivers boom-oly en een ftuiver lange rftfyftèh; dit te famen gekookt in een mingelen bier, ineede in drie keeren ingegeeven. AU een Paard viaanöogig i'. Het moet in de volle maan de lig'a Ier gelaten worden, neemt dan kranenvet en boomö'y onder malkander gemengt r met fyn gefloten bakelaar, dit met een veder aan de zyde in de oogen gefineerd , daar na boven in de oogkuilen gefmoken ganze vet gefmeerd , dit werd een dag of vier gecontinueerd. Een Paard dat niet wil beftagen zyn. Neemt een zilvere holle kogel en daar kwikzilver in gedaan, en dat het paard i.met een draad in 't oor gehangen, is pro?t>atum. Fan bet Enten of Griffelen \der Vrugtbomen. Dit '->eftaat eigentlyk in het planten , poten of voegen van een gedeelte va» een boom die ons behaagt, en die men ent op de ftam van een andere boom die mishaagt 'öf daar toe gedestineert is. Niets is meerder veiwonderingswaardig, dan de uitwerking van dit enten of griffelen; want door deze werking, die eenvoudig in zich z~lven is, heeft men het vermaak >/an een kwade in een goede, of een redelyk goede.in een volmaakte boom te zien veranderen: Het is waar, naauwkeurig te fpreken verandert de boom niet, en het geen de wilde boom zou voortbrengen, zou altoos wild zyn; nogtans is het.zeker, dat uit hoofde van deze vereeni^ng, die men maakt van een goede tak, meteen wilde ftam die dezelve voed, men die kwade boom, voor zo verre, van natuur doet veranderen, da; ze goede, vruchten zal voortbrengen. Men noemd een onge.ënie nooin, waar op men wil enten , een wilde boom , maar als men daar op ent, word het een tamme ftam. Men noemd de ent of griffel, een lootje,, zynde een takje van een boom die men uit hoofde van zyne goede vrucht, zoekt te vermenigvuldigen. Oculatie noemd men het ftukje van de fchors van een boom weggenomen <:ynde, driehoekig. Het werktuig, waar van men zich.bediend om te enten, noemd men het entmes; xynde gewoonlyk een m.s met een yvore hegt, en een platte punt in de gedaante van een fpadel die de chirurgyr.s gebruiken. Men kan een boom enten op zodanig een plaats, zo dikmaals, en in'zodanig een ouderdom als het ons behaagt, mits dat de boom riet te jong nog te oud is. Op de. zelve boom kan men op verfcheide plaatzen van de ftam, of van de takken, zo veele foorten van dezelve vrugt enten als men wil, dog die foorten moeten eene natuurlyke fympathie met malkanderen hebben, en omtrent van een zelve natuur zyn. De vrugten, uit hoofde van welkers goedheid men zich in het enten of griffelen bediend, zyn de peeren, appelen, pruimen, perzikken , abricozen, kersfen, queeappei en quee-peer; dog men moet zeer wel weten wat foorten van ftammen best zyn van nature om deze of geene foorten . van vruchten daar op te enten; waartoe wy in onze volgende eenige ainmetkingen zullen opgeeven.  ( 99 ) NOTA. » ^aar wy door het niet ryden der.Post-Wagens of Tourkarren, tusfclftto „ B>;da en Bergen op Zoom , zyn verhindert geworden dit ons Weekblad vul„ ,ers gewoonte uittegeven, en onze Leezeren dus de gewoone Prys-Lysten )} nu niet te Rade komt; zoo meenen wy onze Leezeren eeen ondierst te doen, „ om hun, in plaats van dien, eer.ige Natuurkundige Verraaiklykhcden mtde* „ te deelen," Moeilyke vraag, welke men iemand ter oplosfing kan geven. Men fielt drie fommen op het papier, en zegt tegen het gezelfchap: ziet daar, heeren en dames, drie zeer van elkander j verfchillende en zeer evenredige fommen; ondertusfchen wilde ik die wel onder drie perfoontn verdeelen, zoo, dat ieder van dezelven eene fom van gelyke waarde hal, en dat wel, zonder aan elke Hezer fommen iets te veranderen. Dit zal u moeilyk • voorkomen; ondertusfchen is 'er niets eenvoudigers: eene opteding zal genoeg zyn , om te bfvvyzer, dat ieders deel evenveel zal bedragen , en dat hunne deeiing hen niet zeer zal verryken: ziet hier de proef: VOORBEELD. 5I34I22 61254 7218 Bewerking. Ik tel de eerfte dezer fommen dus rop, en zeg: $ en 1 maken 6, en 3 1 maken 9, en 4 maken 13, en 1 maakt :i+ en 2 maken 16, en 2 maken 18. IDus 18. Zo ook de tweede : 6 en 1 maken ;7, en 2 maken 9, en 5 maken 14, ten 4 maken 18. Dus . .18. Eindeiyk de derde: 7 en 2 maken 9, een 1 maakt 10, en 8 maken 18. Dus 18. Ziet drar myne verdeeling gemaakt, en ii ieder zal niet meer dan 18 hebben, gelyk Ihet bovenftaande voorbeeld bewyst. Men moet 'derla'ven slleenlyk opletten, wanneer men de fommen ter reder (telt, dat men de cyffers zodanig inrigt, dat elke fom niet meer dan 18 oplevert. Men kan tot deze vraag zodanige fomj men neemen als men verkiest; mits, dat het getal der cyffers, welken men fchryft, met boven de fom bedraage, welke men wil dat aan ieder overblyve. Middel om bet wa'.cb en bet water (twee volfirekt tegenjtryaige deelen) te vener.igen; deze verêeniging in bet twintig/ie gedeelte van een minuut gedaan zynde , maakt eene pommide; die zeer gefcbikt is om de bujd te reinigen , en dezelve zagt en blank te maken. Om dit te doen, neemt men eenen nieuwen verglaasden pot, doet 'er zes oneen ftroom- of put-water in, op twee oneen goede witte maafdêwascb , en voegt 'er een goeden vingergreep wynfteen by. Als men zyne wyze van bewerking wil bedekt houden , doet men flegts esn vingergreep wynfteen in de wasch, die men tot een rolletje maakt, en zet dit te zamen op het vuur; als het begint heet te worden, moet men het met een Rokje omroeren , en men zal de vereening zien gefchieden naar maate het wasch fmelt; en het is alsdan gemakkelyk, de pommade, die hier uit bereid word, zo vloeibaar te maken als men ze verkiest, door uezelve korter of langer op het vuur te laten. Deze pommade zal zo wit als fneeuw, en een zeer goed blanketzel zyn. *«* By van RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen op Zoom, ziet thands het 1 licht en is aiom te bekomen: Aanleidend onderrigt in de voornaamfte Waarheden èn IPligten van den Godsdienst, meest tot eigen gebruik opge.leid; door PETRUS IJ A NS SE N, Preaikant te Bergen op Zoom; kl. 8vo. a $ Stuiv.  V By WILLEM van BERGEN, Boekdrukke* en Boekhandelaar te Breda, en meest »Ue de LeVhandciaaren. is voor n Stuiv te bekomen: Leeven en Denkwyze van Loiewyk ■ der Franfchen. onpartydig gejcbetst — De ochryver deezer BrochLgZui efn blnopt en egt Tafreel op van alle de gebeurtenis^, dje voor het bewonderend oog van Jheel Europa zedert eenige jaaren b.nnen het Franfche GrondSed Plaats ?ehad hebben. Voor veele, die de samenhang dier gebeurtenisfen zich S kunneTherinneren, zal dit Stokje allernoodzaakelykst en tcfFens aangenaam zyn. . V ) Thans a rll en by de Drukkers deezes te bekomen: Stukken betrekkelyk S de DeterT van RUDOLPH SMITS, Burger en Mr. Kleermaker te Breda, ^r^'ffESïïï'/JfS Uw^ffim*'*» " bart, in één * «yfNiaeuweStWe'rken gedrukt en te bekomen by van RIEMSDYK en van BRONK. I ^TnSuSlV^^^^TA^ van JOOST VAN VONDEZ lien reed vYer Stolden het licht, waar van nog maar een klein getal te bekosyn 'ce overige zullen fpoedig^olgen. — Deeze vier eerfte ftukken, op Postpapier zindelyk en naauwkeurig gedrukt, kosten . •. • ƒ<..">. II. DE LIEFDE, toegeweid aan alle tedere harten, die vooi_ gevoel van waarheid en onfchuld vatbaar zyn, een nuttig Huisboek, m 2 Dee- ^ ^ & ^ MI. MenfcTefy^Lotgevalle-n of Merkwaardige \^^4?èT uit de Gefchiedfnisfen van vroegere en laatere Tyden, 2 Deelen, met in 't koper gegraveerde Tytelvignetten . worden ' J ' NB. Dit fraai Werk zal nog met één Stukjen vervolgeI worden. IV. Nuttig en Vermaaklyk School, tot onderwys van Kinderen, " Steden en tón platte Landen, In 4Stukjens compleet, pit Werkjea wordt reïds in veele Schooien met vrucht gebruikt, ieder Stukje^ _ _ ( | & V Aanwyzi'ng der Tekenen, die gewoonlyk by het Corrigeerer. van V' Drukken gebruikt worden , op Postpap. » 4«k neqej gedut / ~ ; ^ ° * * van Riemsdyk en i»n Jnmtonl te Bergen op Zoom B«en g"'^, nutte van het * verzonden: Gefprekken over de Beftemming van den Mens ch , ten_ £ tien Je la jeunesfe Hollandoije. A 6 Stuivers. inweiiing van het Bergen V Onzeverpligting om tot nut van l d«««» '%™en met een f aai gegraveerde titelopzoomfche Departement tot «* «« ^Suï?^ den Heere B. BtSci,  { 102 ) ten moet men naauwkeurig op de volgende zaken letten: i. De hoef moet van een byna ronde gedaame zyn, effen, bruine, dikke en zagte hoorn, en die niet btOkkelyk is; het g'?en men zien kan als 'er ftukjes uitgevalieu zyn, en dat ze fpringen wanneer het paard beflagen word. 2. Of de kring, die de hoorn dikmaals omringt, ook hoger is als het overige van den hoorn, want dan doet zuiks het paard hinken 3, Of de hoorn ook hoekig uitwast. 4. Of de zool fterk en hol genoeg van het yzer, en het p.iard niet volvoetig is, zyn Je een zeer groot gebrek. 5. Of de hoef van de voet ook zimen wast, dat een paard ook ligtelyk doet hinken. 6 Of de eene zyde niet hoger is als de andere, dat van het flegt beflaan kan voortkomen. 7. Zo de zool hoger is als 't hoorn, van onderen vol en rond, dan maakt zulks het paard van weinig waarde. 8 Zien of niet eenige zweeren , builen enz. tusfehen de quai tieren zitten. 9. En of de voeten niet te gtoot of te klein zyn. Het vervolg bier na, Remediên voor Paarden, Als een Paard Schurft is. Neemt oude pekel van rundvlees, hoe ouder boe beter, wast het dasr 4 a 5 dagen mede, daar na neemt lyn-olie een halve kan, doet daar een weinig zwartfel in en beftrykt het alle dagen eens. Als een Paard niet pisfen kan. Neemt een loot zevenboom, drie loot van de tweede bast van vlierbomen, gefchrapt en gekookt met klein bier, is een heetlyke remedie. Aanmerkingen omtrent bet Enten of Griffelen der Vrugtbomen. 1. Men ent of griffeld de peerebomen, op bomen van dezelve foort, die de hoveniers ftammebomen noemen, of op een queeboom. 2. De Enten, welke men des- tineert, om !n de boomgaarden aan de volle lucht blootgefteld te worden, moeten gevoegt worden op een fterke welgroeijende ftam, die wel diep in de aarde vast ftaat, om geen gevaar te lopen van befchadigt te worde:i, door de droogte die Zomtyds op de oppervlakte regeerd. 3. Die, welke men tot Atbre Nains of dwergbomen zoekt te form eren, moeten gixnt worden op een queeftam, welkers wortels tot een middelmatige diepte, en tusichen twee bed lingen van aarde doordringen. Die boom ftaat lie'st in welgemeste en bebouwde aarde , en brengt dan in korten tyd vruchten voort 4. Men ent of griffeld een appelboom op een wilde appelbeom, die uit een fcheut of kern- of pit is voortgekomen. of op de ftam van een paradys • appel. De wilde appelboom uit de pit voortgekomen , is langz iam in 't gioeijen , maar "is zeer vigoureus, en duurt zeer lang ; men gebruikt ze voor peeren die aan de volle lucht, in de boomgaarden, ftaan blootgcfteld te worden: De para ,ys-appel brengt fchielyk vruchten voort, maar is van geen lange duurzaamheid, diarom is het best Ambre- Nains daar van te maken; die geënte bomen gelukken wel, zelfs in gemeene gronden. 5. Men ent met een goede uitflag , kersfebomen op kersfebomen , men ent ze in de fpleet of by ocnlatie , en voor het midden van den zomer. 6. Alle foorten van pruimenbomen vermenigvuldigen zich, door middel van het enten in de fpleet op wille prui. rhenbomen die uit de fteenen of fpruiten zyn voortgekomen. 7. De abricoos- en perzik-bomen, ent men in de fpleet/pf by oculatie op amandelbomen, als zy in een drooge grond moeten ftaan, waar in de wortels van de pruimenbomen door de droogte zouden vergaan; en men ent ze op pruimenbomen, wanneer men ze in een vogtige grond wil planten; want de wortels van de amandelboom, die zeer diep fchieten, zich in 't water gedompelt vindende, zouden wel haast verrotten. (Het vervolg Uier na.)  ( loj ) Zonderlinge en vermahlyke weddenfcbap, wairuy men altyd zeker is te winnen. Men vervoegt zig by iemand van het gezelfchap , zeggende : myn heer of mevrouw, hebt gy een horologie , een ring, of eenig ander ftuk van waarde? Men begint met het naauwkeurig bezigtigen van 't geen men gekreegen heeft, om 'er de waarde van te fchatten , wel verftaande , dat men zyne weddenfchap verre onder de vaarde doet van het horologie, den ring, of het geen men gekteegen heeft, te.i einde nooit bedrogen te worden. Voorönderftellende, dat men een horologie heeft gekreegen, zal men eene weddenfchap van een gouden ryder aanbieden; zeggende tegen den geenen , wien het horologie toebehoort, ik wed om een gouden ryder, dat gy geen driemaal zult zeggen: myn horologie. Het horo ogie op tafel liggende, en de weddenfchap gedaan zynde, zal men het horologie nemen en aan den eigenaar, met wien men gewed heeft, vragen-: wat is dat? hy zal dan niet in, gebreke blyven, van te zeggen : myn horologie. Dan moet men iet anders nemen , by voorbeeld eene pen, een papier, of iets anders , en doen dezelfde vraag. Indien hy dan noemt het geen gy hem vertoont, heeft hy zyne weadenfchap verloren ; integendeel, zo hy op zyne hoede is, en antwoord: myn horolog'e, zal men zeggen: myn heer of mevrouw, ik zie wel dat ik de weddenfchap zal verloren hebben, want zo gy nog eens zegt, myn horo!ogie, hebt gy volftrekt gewonnen; maar als ik verlies, wat zult gy my dan geven? de ander, die altyd op zyn hoede zal zyn, zal weder antwoorden: myn horologie ; als dan hem of haar op het woord vittende, neemt men het horologie naar zig en geeft den gouoen ryder. Om Simpatbetijcbe Inkt te maken. Deze foorten van inkt zyn zeer aartig, en kunn?n tot veelerlei natuurkundige verrmaklykheden dienen, welken de geenen die niet weten, op weike wyze men dezen inkt bereid, zullen doen verwonderen. Zie hier eene foort, welke zeer gemaklyk is, te maken, neemt eene once gemeen fterk water, mengt het met drie oneen gemeen water, en fchryft me: dit mengfel op een weinig fterk en we! gelymd papier, dit gefchrift drogende, word volftrekt onleesbaar; en om hetzelve te voorfchyn te doen komen, behoeft men het papier flegts nat te maken: als men-het weer laat drogen, verd.vynt het op nieuw. Men kan dit tot twee of . drie. maai herhaalen. Dit is zo veel gemakkelyker te doen , om dat men fchier altyd het nodige daar toe kan by de hand hebben. De fympathetifche inkt kan ook van veele andere ftoffen gemaakt worden, zo als by voorbeeld: van kalamynfteen of cobalt, bismuth, faffer, enz. maar deeze toebereidingen moeten door de fcheikunde gefchieden, en zyn dus moeilyk. De gemakkelykfte foorten zyn die, welken wy daar even hebben opgegceven met een mengzel van fterk water en gemeen water, en die, welke men bereid door de ontbinding van zout en andere bytende vogten, citroen- en ajuin -fan: men behopft dit fchrifc flegts tegen het vuur te houden, om het te voorfchyn te doen komen; de koude lugt doet eene tegengeftelde werking op hetzelve. V van RIEMSDYK en van BRONKHORST, Boekhandelaars te Bergen op Zoom geven uit en hebben alöm verzonden: Onderwys in den Christeiyken Godsdienst, naat de Behoeften van onzen tyd. Door J. C. DOEDERLEIN, Hoopjeeraar der Godgeleerd' leid te Jena. Naar de tweede Uitgave uit het Hoogduitsch. vertaald, i, Deel. I. Stuk, in groot 8vc.  MAANDELYKSCHE PRYS-LYST n>* IN- en UTTLANDSCHË IL F F E C X IV» Inlandsche. Holland 2,1b. pCt. 58 a 67, pCt. Zee/anrf 2,1 h. pCt. pCr. Friesland \ 2 pCr. 57 a 60 pCt. UirwiJ a,lh. pCt. <36a70 pCt. Generaliteit 3 pCt. 67 a 73 pCf. Xiast- en Vdlgeld 2,ih. pCt. 50 a 54 pCt, Z. D. Hoogh. 2,ih. pCt. 57 a 60 pCt. O. /. C. lof. 1785—1790. 3 pCt. pCt. Engrlsche Bank-Aft. i63»iq a lb- PCt> O. Ind. i07,ih. a iq. pCt. Z. Zee pCt. O. Z. Z. Ann. pCt. dito Nieuwe 66,in. a 5a. pCt. 3 pCt. Gec. 66,3q. a lh- PCtdito gerd. 68 a 67,5a. pCt. 4 pCt. Geconf. 384,ih. 3 53- PCt. 5' pCt. dito pCt. Wisfel op Amft. op 2 ufo. 39—9- dito op- Bigt 39—5- • ., Diverse Buitenlandsche. Amerika 5 pt>t. S>8,ih. a 99.1b. pCt. dito 4 pCt. 86 a 87 pCt. dito 4 pCt. met Lotety. 115 a 118 pCc. dito Geconf. Fondf. 4,1b. pCt. by Staphorst 82,1b. a 8-3,iq. pCt. Akkers iffe NegÖt. 95 a 97 pCt. dito 2de Negot. 77,ih. a 78 ïh.pCt. Kwik er. IVenerb. 5 pCt. 87,ih. a 88,3<]- pCt. dito 4,ih. pCt. pCt. dito 4 pCt. pCt. Spanje 4,1b. pCt. 77 7a 8 pCt. dito 3,ih. pCt. ■ pCt. Rusland 5 pCt. 88,ih. a 89>3q- pCt. c"i'0 4,1 h. pCt. pCt. dito 4 pCt. -— pCt. Zweden 5 pCt. 96 a 97 pCt. dito 4.1b. pCt. 90,1b. a 01, ih. pCr. dito 4 pCt. 88,1!?. ''a 89,1b. pCt. Denemarken Toll. 4 pCt. 96 a 97 pCt. dito Holjlein 4 pCt. pCt. dito Leen- en VVisfelb. 4 pCt. —— pCt. dito Kroon 4 pCr, 94 3 92 a 93jiqpCt. dito Afiat. Comp. s pCt* '— PCt' I Me» S pCt. pCt. Saxen Onvcrwisf. | Steur 3 pCc. ftv. dito Ord. 3 pC(. ! 37,ih. a 3.8,iq. ftv. dito Kamerft, 3 pCt. j —1 ftv. dito 2 pCc. —< ftv.. •KIT) bv W. van BERGEN te Breda, is uit het Latyn vertaald van de-Pers gekomen, en alöm verzonden: I. F. van der Mye, twee Verhandelingen over ae feeerfchende Voikziektens te Breda, ten tyde der belegering, als mede over de middelen ^%me^gGe&e\Q^'Mie in deeze twee-Verhandelingen zoodaanige doorgaande Voikziektens, als meestal in Legers, belegerde Steden en Hospitaalen heerfchen (inzonderheid pest én Jcorbut, met derzelver toevallen en mod.ficat.en), benevens derzelver oor. saaken, en de gemakkélykfte muldelen daar tegen, allernauwkeurigst befchrytt; vertrouwt de Seever, dat eene Vertaaling van dit allernuttigst. Werk, zynen Landgenooten, en voo» bun, die op de Geneeskunde eenigzints.betrekking hebben, met dan ten uiterften aangenaam zyn kan, weshalven hy ook geene breedvoerigere aanbeveelmg van dit, by de «eleerden alleszints bekend en geacht Werk, alhier noodig keurt, ^ *B^l^^Sml en van BRONKHORST te Bergen op Zoom, zyn nog eenige * Exemplaaren te bekomen en alom verzonden, van; at^tvt? TL Onze verpligting om tot Nut van 't Algemeen te werken ,- door BERNARDbS BOSCH, rustend Predikant te Diemen; met een gegraveerde Tytelplaat, op best Mediaan Schryfpapier, a- 18 Stuiv. ^— Deze-Verhandeling, en daar op volgend Dichtftuk, heeft de Heer Bosch uitgefprooken, by gelegenheid der mweijlng van h t Bergen opZoomfche Departement van het Genootfchap Tot Nut van 't Algemeen. II. mrwdaan Lt Bergen op Zoomfche Departement lot Nut van > Algem een; door B BOSCH. Een Dichtftuk, by gelegenheid dat de Heer Boscb-zich van Bergen on Zoom naar Zaandam begaf fin gemelde Departement u.tgefproken. UL |e?pr°ePkken°over de Peftemming van den ^.3^^^' doch byzonder voor de Jeugd, a 4 Stuiv. door B. BOSCH. - Dit Stuken bevat vyf gefprekken tusfehen Vader en Zoon; gevolgd wordende van drie Liederen. ■te Breda by W. van BERGEN, en te Bergen op Zoom.by van RIEMSDYK ~ ^ y eq van BRONKHORST.  ( r°3 ) te, en list getukte hem, door middel van het toegevoerde witer, den brand meefter te worden, en aldus de ftid voor de vernielende viamm:n te beWareh. 't G.-en zy.ii; edelmzedigheid aanmèfkew lyk vermeerderde was, dat hy, na zyne rrj.n.'d^ ige And verrigt te hebben, op de viaag, wit hy ier beloning begeerde tot andWJord git', —• ,, niets: ik meen flegts my i p:icht volbragt te hebben. Dan men was érkentelykgenoeg, om hem I een vaandrigs p,aats aan te bieden, die hy I eerst wjigerde,'doch naderhand op aanlpo j ring zyner vrienden aannam en met den grooiften roem bekleedde Tien j iren na de«e gebeurtenis is hy in [ een llag tegen de Franfchen gelheuveld. Z ch op nieuw weder blood te fteilenaan een gevaar, 't welk men zoo even eerst, niet ,, (cr,en meer edelmoedigheid bezitien, tian „ zy, — laten wy tot hulp toel'chieten aan ,. de ongelukkigen, welke wy op zee ge,, zien hebben " Ai het fcheepsvolk hun genoegen hierover betuigd hebbende, gingen zy met de floep in'zee en hadden hei geluk, om alle de zestien Ich pbreukelingeh behouden in de haven te brengen, kunnende dit wegens hetgebrek aan een groter fl jep niet dan in drie reizen Worden verrigt. De Koning van Polen onderregt van deze edelmoedige daad. befchónk den menschlievenden Kapitein met eengouden eerpenning, tot een altoosdurcnd bewys van zyne hoogachting, en van den roem, welken hy door zyne edelmoedigheid by een iegeiyk oehaald had. De volgende daad levert zeker geen minder bewys op van edelmoedigheid dan de voorgaande. Een Schip op een fteen-achnge klip aan ftukken gel toten zynde, moest een ieder door zwemmen zyn leven trachten te behoudenEen van de bootsgezellen had de braafheid, om den Kapitein, die ongelukkig niet zwemmen kon, op zyn rug te nemen. Van verre vertoonde zietTbet ftrand; de bootsgezel zyne kra^tci afmetende naar yyn moed, gaf den Kapitein hoop, dat hy hem behouden aan land zoude brengen. Dan, na een geruimen tyd gezwommen te hebben, raakte zyne kragtcn uitgeput,—,, Gy wordt vermoeid" zeide de K.pitein: —,, ja myn Heer!" — hebt ,, Gy nog hoop, om aan land te ko« ., men" " — „ liet is my onniogelyk myn ,, Heer! om U d'iar te brengen, het fpyt ,, my: " — ,, maar zoo Gy alleen waart, zoudt Gy dun in ftaat zyn Uw leven re ,, oehoudeu? «« ik geloof ja myn Heer! **  ( 104 ) „ Heer!" zodra tact cte Kapitein dit j v Woord niet gehoord, oF hy liet den boots- h gezel, dien hy met beide armen had vast d gehouden, los, wenschte hem Gods zegen, c en verdronk in het water. ^ Hoe treffend dit voorbeeld ook zyn mag, behoeft echter voor het zelve niet te wyken de vozende e ielmoedige daad van Jan i van Schakelaar, welke wy 'in de geleh:e < denïs van ons vaderland vinden aangetekend. Deze onvertraagde held had in de H-jek- ; fchen en Kabeljauwfcben tweelpalt z;ch by het innemen van Barneveld, met aguen ol negentien ruiters in de kerk van dat dorp geworpen, en op dezelver toren zich verfterkt. Die vanAmersvoort en Nieuwkerk brag ten eemge buslèn voor den toren en Icho- 1 tan 'er hevig op; — de belegerden wilden I zich by verdrag overgeven, maar de belegeraars weigerden van eenig verdrag te horen, voor dat men SchaJ'elaar, op wien zy het meest gebeten waren, door de klok gaten des torens naar beneden zoude gewor pen hebben Dan de belegerden waren veel te edelmoedig, om hun leven voor zulk een fchandelyke prys te kopen; — maar Schaffdaar ziende, dat het alleen op hem gemunt was en dat hy de oorzaak zyn zoude van den dood zyner medeftanders,' klom op den omgang van den toren en zeide: ,, fpitsbroe „ ders! ik moet toch fierven, ik wil U in „ geen last brengen; " — voons de banden in zyne zyde zettende fprong hy ftou telyk naar beneden. Hy viel niet dood, maar wierd oogenilikkelykvan zyne vyanden afgemaakt, waar Ba de toren by verdrag wierd overgegeven. De liefde des Va :erlands. die al e edele harten bezielt, maakt dikwils helden, — zy werheft den mensch boven zich zeiven — zy veracht alle gevaren ïn een oogenblik, dat liet welzyn van den Staat zyne hulpe vordert, en vermindert daar en boven alle andere betrekk'ngen, welke de uitvoering van een edelmoedige drad zoude kunnen vertra' j'êg of tegenhouden. Fairfax, die Glocefier belegerde, liet Cupptl, den Kommandant der vesting eene jiiderhandeiing omtrend de overgave v^orflaan, en op dat deze onderhandeling des te groter voordeel voor hem zoude hebben, fprak hy des Kommandants zoon, dien hy gevangen genomen had, zeer ernflig aan, om zyn Vader te bewegen, dat hy de vesting overgaf. Maar de jongeling andwoordde moedig: ,, myn Vader is veel te verftandig, dan dat „ hy zich in eene zaak van zoo veel aan,, gelegenheid zoude iaten raden door zynen ,, Zoon.'* „ Dan moet gy fterven '« riep Fairfax — en liet hem vervolgens tot de heupen toe ontkleden, en aan een paal binden, hebbende aan eenige Soldaten last gegeven, dat zy hem den degen en het piflool op de borst moesten zetten, om des te meer vreze in • hem te verwekken. Des niet te min hield de jongeling moed , , en liet zich door het gevaar • van zyn lei ven te verliezen tot geen fchandelyke daad - bewegen. Terwyl hy aldus aan de paal gebonden ï fiond, kwam zyn Vader Cappel, om met - Fairfax over het vooiftel van de overgave der vesting in gefprek te treden. Zynen zoon in dien ftaat ziende viel hy byna in onmagt, - dan zich herlteld hebbende, riep hymet een r harde ftem zynen zoon deze woorden toe: „ : ei. „ denk myn zoon! wat Gy G>d enden Koe „ ning fchuldigzyt! *• - kerende hier op ony verrigter zake in de vesting te rug. yl (Hei Vervolg hier na.~) B E R I C H T. Daar het, wegens de omflandigheeden des t\ds, ondoenelyk is, de Bylzgen tot dit B!ad. die te Breda gedrukt worden, van daar gerege'o te bekoomen, zullen onze lezers tor zoo lang zich dit zal kunnen redresféeren, z ch met het weekb'ad zonder By • lagen moeten vergenoegen. — Waderhand zullen alle de manqueerende Bylagen aan d* deelnemers afgeven worden. ^ RibMSDyK £N yAN BR0NKH0RST.  C 106 ) voorbee'd van edelmoedigheid en van vaderlandsliefde, 'r welk de Franiche natietoteen eeuwigen roem verftrekken zal. Men weet dat Ca/ais m I i4.fi. door Eduard den IU. Koning van Engeland belejer l is — Op den 3 Augustus van het volgende jaar had hy de ftad van alle kanten ingefl'o ten, en vergramdzvnde, om dat hydebloem van zyn leger in dit belet: had zien omkomen W ngerde hy eenige gunftige voorw.ia'de toe teflaan aan de inwoonders, maar dreigde hen allen door het zwaard te zullen uoeti vergaan. Zyne Generaals met kragt van rede aantonende, dat Zulk eene ben-indeling deFran fchen zoude aanfporen, om ge yk met gelyk te vergeiden, b.lloot de Koning z ch te vergenoeg n met zes flagtcffers uit de burgery der ltad, die hen bioodshoofd moesten over< gegeven Worden met den ft/op om den hals eo de fta is fleutels in de handen. De Géneraal Mauny kwam d^ze ontzettende tyding , als de volfhekte begeerte van den overwinnaar, aan de. inwoonders van Cal as bekend maken. — De Go tverneur van de ftad verzogt hem, om te wiuen ieg>nwoord;g zyn, wanneer hy dezen eisch aan het voik zoude voor ftejleh, Alle de inwoonders dan by een vergaderd zynde wagtten roet eene z'gtbare ongerustheid, dte de vieze voor den dood en de hope van het leven inboezemd, naar hetvoor-, ftel van den Gouverneur, 't geen zy yvt\ begrepen, dat het laatfte andwoord van Koning Eduard, zoude behelzen. De eschdes Konings aan het volk bekend, geworden zynde, gaf eenieder de neerflag tighetd van zyn nait door een treurig ftil zwygen re kennen.; — wif-n van de in woon deis zou men als de llagf.-ffers, die begeerd Wierden, in de h inden van den overwinnaar overgeven ? — w'en kon men daar toe uitkiezen? en wie zou edelmoedig genoeg Zyn, om zich zeiven daar toe aantebeden? Eindeiyk w erd het ftilzwygon door een algemeen gekerm afgebroken, — Jan de Vienne Je brave Gouver eur ftouu radeloos, niet wetende wat te beiluiien, in het midden zyner medeburgers. De Engelfche Generaal Mmny ooggetuigen van dit treurig fchoufpel, gif door Je tranen, d't hy lebreide, open lyk te kennen, hoe zeer zyn gevoelig hart daar door gei roffen wierf O i.iertusfchen verliep de tyd, die aan de inwoonders tot beraad wis t ^eftaan; men m >cst een heil uit nemen. Eindeiyk zag meneen eerwaardig man Eu fta* che genaam i in liet midden der neei gell .'gen burgers opftian. — ,, Het zo.ide jimmer ,, zyn'' zeide hy: , dat een volk' 't w.- k „ den felsten ho igersnood en z >o veel run , pen verduurd heelt, geheel zoude omfco„ men daar on> een ander middel worlt ,, aangeboden, — we: aan' ik ztiheteer,, Ite Uigtoffer zyn, om te fterven voor my,, ne medeburgers." Nauwiyks had hy deze woorden gèeind'g f, of hy ontving da oprechtfte dankerkentenis van ailézyne medeburgers; ieder wierp zich voor zyne voeten en betproeide dezelve met zyne traoen —. Welk een vermogen heeft een heldhaftige daad op de harten der ftervelii.gen! Jan d'jiire even kloekmoedig als zyn Neef Eu/.ache kwam zich naan hem plaatzen , verklarende aan het vok, dat ook zyne begeerte was, om voor het vaderland te fte-yen, Jacque en Pier re TVisfant volgde dit ede moedig vooroecld Jammer is her, dat de namen van de twee overigen, die de edelmoedigheid hadden,, om hun leven imgelyks tot behoud hunner medeourgeren over ie ge en , niet bekendzyn. De Gouverneur was door zynen hogen ouderdom, en door de aandoening genoodzaakt op een paard te gaanz:rten, icn einde de/e edelmoedige vaderlanders lot aan de. poort te geleiden. Daar gekomen zynde gaf hy dezelve niet zonder de grootfte-aandoening van a'le deburgers, als gewillige (lagtofl'ers, aan uen Generaal Mauny over, bevelende dazelven, onder het itorten van een vloed van fanen,. aan zyne voorfpraak, naedelydëh en burmhartigned. Zy verfchenen voor den Engelfchen Koning,  B Y L A G E N N°. 27. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw, Veeteeld, &c. &c. Om Melk - Eijeren te maken.. oe onder drie geklopte eijeren een halve lepel vol tarwe meel, wat fuiker en drie musjes melk: alles wel onder malkanderen gemengt zynde, zet -men het in een asfiet, op het fcurnuis of comvoir , met wat vuur daar onder, en laat het een kwartier uurs ftaan om te ftollen, maak inmiddels een vlakke yzere asfchop gloeijend, èn houd 'er die digt over, tot dat het eene fchoone roode coleur heeft verkreegen. Vervolg der Aanmerkingen, waar op men in 't kopen van een Paard, letten moet > om niet bedrogen te worden. . 9. Onderzoeken of het paard genoeg lyf en flank heeft, en of de zyde niet te fterk gefloten zyn, dat van de magerheid kan voortkomen, wanneer het te verhelpen is; maar als het ontftaat om dat het paard met welgemaakt is, dan is het een groot gebrek; want fchoon het paard lustig is en wel eet, zo zal hy nooit een fraai lyf verKrygen, maar altyd ingevallen blyven. 10. Zien of het paard, ademhaalende, het vel van den buik ook na zich trekt, als of 'er in de zyde. een koord of ledig was, zynde het teken eener groote verhitting, en bet gevolg van eene ongemeene groote vermoeidheid. 11. Onderzoeken of het paard niet aamborstig of kortademig is ; het geen men ontdekt wanneer het paard zyn adem inhaaid, en de flank hem dan klopt; zo by een drooge hoest heeft, of hoestende feesten laat;", alle die gevallen zyn ongeneesbare kwalen, ; 12. Examineeren of het paard, na eenigen tyd gedraaft of gegaloppeerd te hebben,, niet fterk blaast of hygt, dat zeer onaangenaam voor een bereider is; dat niet, gelyk men zich gemeenlyk verbeeld, uit kortademigheid of eenige longkwaal voorkomt , maar 0111 dat de buisen der ademhaling te naauw zyn; zynde de paarden wel van dienst, maar het duurt niet lang. 13. Aangaande de koetspaarden; moet men ze niet kopen , zonder ze alvoorens voor eenig rytuig te fpannen, om te zien of hy wel en egaal wil trekken, of hy de hals en het hoofd wel draagd , en of hy een goede figuur maakt en een moedige gang heeft , . want daar komt het veel op aan. 14. Vervolgens moet men het geftel van voren examineeren, of men niet eenig notabel gebrek ontdekt, dat ongeneesbaar is. 15. Dan Van voren; want de koetspaarden, die in Vriesland en diergelyke moerasfige gronden zyn opgevoed , zyn veele geheime kwalen onderworpen, daarom is het best dezelve mager te kopen, wanneer men best de gebreeken kan ontdekken. 16. Onderzoeken of het paard niet eenigzins kreupel is, door met de hand over de fteenen te doen lyden, en het vervolgens te doen draven. 17. Of de inond goed is, niet hard maar zagt van bek, ten dien einde drukt men i de baren wat fterk met de vinger, en als 1 hy dan pyn gevoeld zo is het een goed teI D d ken s  * * Bv WILLEM vak BERGEN te Br-'» . is te hekomen en heeft alöm verzogen- I DEGRUl' KONINGSM ARK, Treurfpel, in s BeJryven, naa hej Hoogduitsch, met een fraaije gegraveerde fuelpiaat. a f i: 12: -. een T-oneelftuk dat, met alle regt onder de fchoonfte gedrochten urt her vernuftig mem der grootfte geniën gebooren, mag gerangtchikt worden. De Schryver drukt de voetfpooren van den grooten Schiller in zynen Don t arlos; hangt een tafereel op van huweiyken die uit dwang, ee^uer, beiaria of andere beweeggronden aangegaan worden, en toont hier uit aan, de ysfelyke gevolgen, die zoortgeiyfe verëenfgingen met zich voeren daar hy daarentegen by gevolgtrekking overtuigend bev.yst, dat de neiging van een edel en onbedorven hart,de beste leidftar is tot een volmaakt en gelukkig huwelyk. ...., .. vi II. De MISNOEGDE SCHILDER, of dé Reis naarltahen, Toneelfpel, in twee Bedrvven. a 5 en één halve Stuiv. ' -.-.«vnr 5 «Nieuwe Werken gedrukt en te bekomen by van RIEMSDYK. en van BRONKHORST te Bergen op Zoom, en verder alom. I. Vilhume, Gedachten over hetHerïnnerings-vermogen, met betrekking tot s menfehen toeftand na den dood • / • 16 . — ÏI Moens enBcscb, Liederen voor het Vaderland, netjes gedrukt op best postpapier, met een gegraveerde Tytel, in Carton. Waarvan • nog weinige voorhanden zyn .,'„,"• • * 1 '. 1 ' III. Moens, de Troost der Zalige Onfterflykheid, een Dichtftukjen op den dood van haaren Oom • • 4 • IV. Breekpot, Verhandeling over de oogfchynlyke wanorde in lommige ^ Natuurlyke Verfchynfelen • • • J : 10 ' NB. Van dit fraaije Werkjen , zoo gefchikt voor de vatbaarheid van een iedeV, zyn 'er ook maar weinig meer over. _ _ V By F BOHN te Haarlem , wordt uitgegeeven, een nieuw Werkje getyteia : - SPECTATORIAAL TOONEEL, VOOR DE VAOERUNDSCHE JEUGD. Vercierd met een Vignet, alöm è 12 Stuiv. te bekomen. Als mede: I. De Derde Vermeerderde Druk van den Vriend der Kinderen , VIII. Deelen , met nieuw geinventeerde Plaaten en 8 Vignetten, keurig op Postpapier gedrukt, M| CartOBne Banden. . . j V„ * 7 : 4 ' " 21. Briefwisfeling tusfehen de Familie en Bekenden van den Griend der Kin-> . A Hl, MElSZNE^S^Ïeenyke Verhaalen en Zarnenfpraken, 2 Deelen, met^ r ^'M PlaHetzelfde We'rk op groo't Papier, met Proefdruk Plaaten. . ƒ4:0;.IV. Lydenïgefchiedenis van den Zaligmaker, byzonder ingengt tot onderwys van .de Jeugd, met 52 plaaten. • ' f l ?' " Hetzelfde Werkje op groot Papier. . • f ■ 4 • - V CAVE Eerfte Christendom. Vyfde Druk, met 16 Plaaten. . ƒ2:10:* * vlrcRlRMSDYK en van BRONKHORST, te Bergen op Zoom, geve ult*en hebWalöm verzonden: DE LIEFDE. (Uit bet Hoogduitscb.) Tweede De£ Stuiv Met dit Deel i« dit belangryke Werk compleet; een Werk, dat naast het HU: BOEK van' Sn Eerwaaidigen Mart\ net, aan alle Vaderlandfche Hu.sgezmnen < hvzonder aan aankomende*jonge lieden, mag worden aanbevolen. Gepaste Beoorde lKebben* de grondige Mensenkennis van den Schryver bewonderd en zyne lesf< •ÏJemeitt tï tSi uiterften dienftig ter bevordering van deugd , goede zeden en bmsly genoegens. Te Breda bv W. TAM BERGEN, en te Bergen op Zoom by IA» RIEMSDYK 7 ea v-n BRONKHORST.  C *°7 ) t nin-r, en gaven hem de fleurels der ftad i i ftilzwygend over. Er w s niemand onder her ge olg van i den Koning, die zyne aandoening over dit !i treurig toneel, en zyne verwondert'! g over 1 zoo eene j')i)rb-.;e!deO'"e edelmoedigheid veri. berg ;n kot; — Ei'tar i alleen fcheert on j igovoeli.:, — hy befchouwde hen met een | Kreng gelaat; en gal' benei, dat men hen I J fcadelyk naar de ftiafplaats leiden zou Ie \ Wa was vergeefs, dat -de Prins van WaJ-\ 1 T'S zen aan zyne voeten neder wietp, en! I Htargiffeuis fmeekie voor deze ongelukki j I — hy herhaalde zyn bevel, —en. naar alle waariciynlykbeid zoude hy het! ze ve tot zyne eeuwige fchande aan deze | i e iel moedige vaderlanders hebben doen ten'! iuitvoer brengen, indien de Koningin, die "igj'uKk.g oy het leger tegenwoordig was,! pp drt ooge'iblik de- zaal net wis ingeko- ! men, en haren Gein -al met de fterkfte drang- ' irede-ien van zyne eer, menschlievendheid, ! •:;n GoJ do» een a nge«lakt'br ëfje 1 ten bvikend m ven , verzou KL Jen rn.n, de iet gevonden, nvl, he zelve te rug re brengen, mei belofte, sltt ny voür inüClie M m* vaa "ei geld tot eene beloning ontvangen zou-4». De landman 'sanderen da*gs hier vankerrn;sle .gekregen hebbende begaf Zich dadelyk naar den Kapitein van dat kwart er, en open* Baarde hem , dat hy de beurs gevonden nad, vei zoekende, dat hy den koopman aan zyn 'huls wilde zenden, om dezelve te rug te ontvai gen . U De koopman koomt en wilde , irgevolgen ' zvue'gedane be-olte, de helft van riet»géld 1 voor den armen landman afpaSfen, — nr>ar ! de man zoo wel a s de vrouw weigerden ftaniferastig dit aantenemen. alle pogingen'', die hy daar toe aanwendde, .waren ver-. , geels. ., . ; Deze daad van ede'm .edigheid veiwe^.eeene aigèhiene verwondering, te meer daar de fobere ftaat. Wiar in z.ch deze erlyke ^landlieden bevonden, aan eenieder bekend i W De Gouverneur der naast by gelegen ftad 1 lïaf daar van kenn s a.n d n Onder K01 ng ' der Provincie, — de^e zond terftond vyU tigoocen z-lver aan den landmm tot beioning zyper"edelmoedigheid, en een bordje, ! om aan den post van zyne deur optehangen, . imei een opfchrift., wiar door deze d.ad , |vin edelmoedigheid voor de vergetelheid 1 bewa; rd wierd, De Keizer dit verhaal uit het dagboek van den O der Koning vernomen heobeiuie liet , het zelve aan al zyn volk bekend maken, . , verhief de.i landman, tot den ade Itand en r 'zond hem daar en. boven een gelcnenk van s |:no_ honderd oneen zilver tot een d yk van zyne hoge gbedkeuring en om anderen aan, tefporen het voorbeeld van deze edelmoe!ƒ' jdighèïd natevolgèn. . Wy eindigen C ?e rt de Heer Verbeek) dit hoodltuk met twee treflende daden van edelmoedigneid, welke Voor weinige jaren monsva, . s (Ierland voorgevallen, onze hoo^fteverwon^. i ring verdienen;- net fpyi ons, d rt de waarOjge 'vrlnJ, door wejken ons ,,ez.-.ven zyn men degedeeid,. ons, omreden, dat de pylonen n,g „1 leven zyn, yerpl cr heeft,_ om een . ,„;m van den wöld.dtge» man, wiens C.arakier in her eerfte e,evai zoo zeeruitb .nk , .' vo »> on-e landgeroéu te verbergen, lij Dw Hetf K. v_s IW|^ .van een  B Y L' A G E N N°. 28. BEVATTENDE Dl Huishoudkunde, Akkerbouw. Tuinbouw, V'EETEELDj &c. &c. Hoe men PeTzikk.cn des Winters Invaren zal. ^^ooreerst moet men de geelde en die wel ryp geplukt zyn , hier toe kiezen, die beter dan de afgevallene zyn. a. Splyt ze, doe 'er de fteen uit en het vel af; leg ze in een fcbotel, en druk ze met de hand wat plat, en laat ze dus twaalf uuren lang leggen; vergader als dan in een kom al de fyroop die ze uitgeworpen zullen hebben, en doe daar by fuiker, brandewyn en een weinig caneel en nagelen; een balf pond ftjiker en een haif pintje brandewyn is genoeg voor ieder pond van die fyroop; men moet alles op heece asfche, den tyd van tien of twaalf uuren laten ftaan trekken. Dit gedaan zynde, fchikt men de perziken op een fchoone teene horde, om ze daar mede in de oven te zetten, die maar eene zoete warmte moet hebben, zynde geftookt met het fnoeizel van de wyfigaard : Eenigen tyd daar in gellaan hebbende, neemt men ze daar uit, om een voor een in die geprepareerde fyroop te dopen; dan worden ze wederom op die teene horde gelegt, zonder elkanderen te raken, en zetten ze zo wederom in die -*r"ive oven: wat daar in geftaan hebbende, herhaald men dit, en men droogt ze ten tweedemaal, men herhaald dit ten derdemaal, en zo dikwils, tot dat de perziken droog genoeg zyn , te weten als zy een incarnaat bruin hebben gekreegen , en dat derzelver vleesch vast en glinfterend h; geworden; wanneer men ze in houte dazen, ( die van dennenhout zyn de besten) met papieren voorzien, wegfluit in een drooge plaats, dan kan men ze faren agter etn goed bewaren, en zy fpannen de kroon boven alle de drooge confituren. Men kan met de abricozen hetzelfde doen, maar die laat men heel. Middel om de Wegen te verdryven. Maak de muuren nat met het zap van kauwoerde, die men in een mor'ier geftampt heeft, en geen vlieg zal 'er op gaan zitten: Men kan met dit zap de buik en billen der paarden wryven, wanneer geen vlieg die dieren meer zal plagen. Leg de lauwrier-besfen in oly te weeken, en beftryk daar mede het hoornvee, dan zal het in rust gelaten worden Of: om te beletten dat de vliegen de meubelen , het verguldzel, de f; iegels en fchilderyen niet zouden bederven, is het ware middel niet dezelve te doden, om dat 'er aanftonds andere in de plaats komen, zelfs als de venfters en deuren wyd open ftaan. Ten dien einde beftrykt men de muuren of behangzels der kamers ^p, zommige plaatzen, zo hier als daar met lauwrier-oly , zo 'er dan eenige vliegen in de kamer komen, zullen zy 'èr niet lang blyven, om dat ze die reuk niet konnen verdragen: dog men moet dit van tyd tot tyd herhaalen. Voor de menfehen is die reuk geenzints zo onaangenaam. Vervelg der Aanmerkingen, w op men in. 't kopen van een Paard, letten moet, om niet bedrogen, te worden,. 18. Onderzoeken of het paard vol vuur sa  ( HO ) efl altert h; gevoelfg voor de-fpooren. of het fchrïkkïg en fchigtig en °f ?Sflvk°* mak is, gelyk het zyn moet, al is hec nog t0iS°OflSèen rypaard wel gehoorzaam is, ° dan ot het den hereider in alles zoekt te j wederflaan; want zodanige pa«den most | men verwerpen; de besten bewonen vreeze voor de ininfte tekenen van flagen, zodat men 'er geen gevaar of moeite mede heeft. "o. Eindeiyk, om een paard dat men begeerd of zoekt te kopen, alvorens «l « te leeten kennen, wanneer het een rynaatd is , moet men daar op ftygen zo als het gezadeld uit de ftal komt, en zonder het te animeeren, of hem vreeze te verwekken voor de fporen, nog met de fpitsroede; laten de breidel vier duimen los, om het op de hand te doen fteuneu , en laten hem een pas gaan zo als hy zeit goedvind, laten hem dus een kwartiet uurs voortgaan, zo hy dan ligtelyk ftruikeld, zal hy ftruikelen. zo hy hard in de bek 'is. zal hy geheel op het mo"dftu lusten . is hy lui en traag zo zal by zy gang allengskens verminderen, en eindeiyk ftil blyven ftaan. Zo gy eenige beweegmg met het lyf, met de beenen en zelfs tn-t de armen moet maken, om hem voort te doen gaan, zo zal u dit de kwaliteit van het paard ontdekken. Remtdün voor Paarden. Een zekere Remedie voor'de Spatte te geneezen. Neemt een beker oly, vier loot auripieeement, euphorbium, canteridis, van_ letter |en ba f loot , alles wel gepulvenfeert , Lengt het onder den olie tot een zalf fme-rt het paard dan tweemaal op het K,"de eerfte reis zeer dun, en naar Ï i 5 dagen de reit'; deze zalf moet wel iugewreeyen worden. Als een Paard de maarten uitvallen. Laat dat paard drie dagen aan malkanderen aan den hals aderflaan, daarna geeft het geweekte tarwe te eeten. Om een Paard moedig te maken. Neemt een net daar een hengfte veulen in geboren is, droogt het en doet hetzelve onder het paard zyn voeder klein gewreeven, het zal zo moedig worden dat na kwalyk te beryden zal zyn. Onderjcbeide en verfcbillende wyz» omtrent bet Enten of Griffelen. i. Enten of griffelen in de fpleet: Om dit wel te doen, is men volftrekt genoodzaakt, het hoofd van den boom, ot van den ftam, die men door het enten wil verbeteren, af te kappen; ten allerminfteii kan men niet voorby, een van de allervoornaamfte takken daar toe af te houwen. i. Moet men de fpleet maken, met een fcherp, fterk .mes of er.t-yzer. dat men met een boute hamer daar in fhat. 3- Moet men de fpleet tot eene zekere diepte, door middel van een wig, openen. 4. Moet men daar ih ftekea een griffel of ent, ot loo'je, gefneden van een andere boom, van een zoete zagte natuur, waar aan ten minfte drie goede botten WJ.?**™* open gaande , ieder een klein bosje bladen voortbrengen. Het uiterfte van ^^« bekomen by van RIEMSDYK en van BRONK. * HORST te Bergen op Zoom, en verder ;«lo»5 «0057. ^ VONDELr ï. Van de nieuwe ""f*;*^^^ klein getal te beko- zien reeds vier Stukken het licht. waar van g ftukken, op Post- Dt»kptoe»en gebnukt ™2" • ^. S"''*p;l"zgom, ««t »it. eb hebben alom & verzonden: GeipreKüen over uc s Stuiv. Dit Stukjen AlgmAn. ^ gj^^ door olie Lie- bevat vyfGefprekk^tusl^ onderwerp, tot beryking van zyn oogmerk, en alom te bekomen: l. üenige rj«» gedrukt, a 1 Stuivers, tim'da la jametfi_ HM^ojJ^^Jrs_L... . "^ïri^W. ta» BERGEN, en te Bergen op Zem by vasRUMSDYS  Engelsch Eje'min had van zyn vader een, uitzat gekregen van ëenige duizend ponden, fle'rtings, om daar mede zyn fortuin te zoeken Her mede mar Holland gereild zynde jKjgt hy door den koophandel zyn vermogen uitteoreiden, dan by net verraderlik plunderen v„n Si. 'Eujfatttts door zyne ei gen landgenoten leed hy zoo een aanmerke lyï verlies, dit hy belkiiren moest, om de kieine overbiyfzelen van zyne bezitting by een te sarhélen. en zich daar mede naar een goedkopen oord van Engeland te begeven,, ten einde aldaar, zoogoed mogeyk, van de inkomften van zyn overgehouden geld te beftian Inm.ddels telde hy onder zyne boezemvrieid-n een man mer een talry;; bu:sge zin, die zyn voornaamlten handel dreef op Guer'nezei, doch die van da ir gene retoe ren krygende zich in de vo ftrekie n-jodza ke ykhe.d bevond, om z eb derwaards te begeven, ten einde zyne zaken ie onderzoeken, en de IchuMen inrevorderèn. Deze verzogt den Heer K . . . , om g durende den tyd zyier afwezighe'd de z„Keii van zyn Kamptoor te wklen winme men en beftiren, 't vveik door hem zeer geredelyk werd aangenomen. Dan een^e maanden na her vertrek van zynen vriend, wierden deszelfs Ichukiei febers te onvreden, zoo dai zy eene dade lyke voldoening van hunne.rekeningen beg erden. Wit doet de Heer K. . . . ? — ziende, daialle zyne pog;ngun, om dèfchu deifeners .tot geduld aan;efpo-en, vrug.teloos waren, neemt by het edelmoedig befluit om het gro .tlte gedeelte v.,n zyn eigen geld te ge bru'ken, om dezelven te vrede te fteben. Welk eene ede'moedighe d! zelfs on-te.ukkig geworuen zynde,. het overfebot 'van zyn vermogen nog té béiteden , om zynen vriend voor een onvermycelyken on^er g ing ie oehoeden! .Ma verloop van eenigen tyd koomt de. Koopman uii Gueinezet te ng, — m lar j n et /.j'j veryenoe^d en voldaan, ais hy by i »yn vertrek wel genoopt had;.—- fy z'et, 1 toe edeinioedió-zya vneud geuaudelu heeft, j en doortrokken van dmfcbaarhe!d biedt hy hem eene djidelvke betaling aan uii de penningen j welke by nad tnedegebragt. Dan de Heer K. . . . even naauwgeztt van geweten als edelmoedig vraagt hem, of hy ih ftaat is,, om alle zyi.e fchul ■ ifcqers insge yk< volkomen te voldoen? -— iet welk met neen beandwoi rd zynde, zoo we gert hy. voiltrekt iets meer, cc ontvangen, dan de öv.e'rige fchuldeifchers. Er wordt een akkoord voórgeflageh, waar in de meeste fchuldeifchers gihoegen nemen, — dan eenigen houden zich volftrekt onwillig., m daar in te treden, zoo dat de eeilyke Koopman niets anders voor. oogen zet, dan om eerlang met zyn taliyk buisge/.in geheel over hoop geworpen te worden. Maar de Heer K . . . innerlyk bewogen over het lot van zynen eerlyken maar ongelukkigen vnend — hefteedt het overig gedeelte van zyn geld, om'deze önhaiideibare Icliüideifcheis re voldoen, en vliegt, opgetogen \an vreugd,, - naar z)''n vriend, om he n de bewyzen der voldoening. ter hand te (lellen Ik ben" zegi hy-„ alleen inde ,, wereld, en heb dus gene-grote fchatten ,, van noden, — ik verfta d 1 ie talen, waar ,, door ik gennég; in ftaat ben, om myn biood te winnen, gelyk ik my ten dien „ einde reeds < p een Koop<.oor verb inden ,, heb ■ vertrouwende, dat de goede God,,, die zoo ve e jaren \oor my gezorgd heelt, ,, my. verder niet verlaten zal." Zou het Opperwezen zulk eene weldaad,, zulk een vertrouwen op zyne voorzienighe d niet belonen? •— gewis lelyk ja:— Toen de Heer K. . . . weinige maanden daar na gereed was, om zyn dienst te aanvaarden, kreeg hy- r.p het onverwagtst de tyding, dat zyn vader, vveike hem te voren berigt was dat al'e zyne goederen aan ?.ytwede vrouw gemaakt had, door een ia.er Testament aan hem vyf duizend ponden üerfngs in de fondfen cn daar en boven nog eene jaanyklHe lyfienfe van i wee' hom-erd . ponden gemaakt had. J i(Itouw IValen te Dordrecht,,vele onaangaruiamhecitn van naren eigen ,broe ondergaan, heobende, nad dezen in  ( ) Tenament gèrree? Van hare miVenfchap uit gefloten, en cien H^er Piet er Vtrnimmtn haren neet' tot eeiifgftón erfgenaam aange field Ziek eéwprden zynde cn haar einde voe1.' u • naderen ontbiedt zy haren neef / er pitnmen by z oh, en geett hem kennis var het geen zy ten, zynen voordele, iri haren torterften wil beuaafd heeft. De Heer Verwnimeu oedankt haar voor h ire genegenheid en „'oedeii wil, maar toont haar te gelyk aan, dat zy een broeder heeft, die vo-geiiN de tj'iUykheid de eenig-fie erigèriaam van allé hare goederen behoort te Wezen, zy verteld hein de reien van het ongenoege, dat zy tegen haren broeder heeft opgevat, en dat hy haar nooit verfchoning over de aangedane beledigingen gevraagd heeft. De Heer l^cmimmen toont haar, hoe onbetame yk het zou.ie zyn, om met zulk eenen haat tegen haren eigen broeder de eeuwigheid in te flappen . en gaat vervol gens naar den Heer Walen toe, onder houdt hem wege- s zyn gedrag omtrend zyne zu. ter, ('pooit hem aan, on met hem naar haar toe te gaan. en een einde ie ma ken van het ongenoegen, dat tusfehen hun beden plaats heeft, — dit gelukt hem, — zoo dat hy niet alleen de verz reiung teweeg brengt, maar daar en boven ook -juffrouw Walen doet bëfljiiten, om op hetzelfde oge..biik haar Testament ten voordele van haar broeder alleen te veranderen. Het was flegrs een dag na deze herfteide srrïendichap , dat |uffrouw Walt» het t-yde lyke met het eeuwige verwisfèlde. Zoude deze daad van edelmoed gheid der Heer Vernimmen bet meer wezen'yk genoegen verlehaft hebben, dan al h t geld, "c welk by van juffrouw Walen zuuue ge èr fd hebben ? onvertzaagthe1d van ken M A T R O O S, ONDER DEN vDMIRAAL M. A. de RUITER. Men verhaalt een geval van unverz.r gtheid eenes Matronst, 't geen gebeurt z .u zyn, onder eene der Zeetochten van oen onvergelyke yken M- A ce Ruiter Deeze.Zeeheld met een Engelfchen Admiraal te gelyk op eene bihteiilandlche ree» de leggende, wierd door denzelven verbast. — Men l'prak over de vlugheid en brav.oUres der beide onder z cb hebbende Manfchappen. De Engelfchen Aomiraa) beroemde z ch een kaerel aan boord ie heb» bet], de op de kloot der trommeiftok van de groote bramftentr op zyn hoofd ging ftaan, en tartte de Ruiter tot de weérgöa. \ Deeze antwoorde nedrig, dat hy nooit zulke kunstjes van zyn volk verfde, en dus niet wist of hy zuik een ftouthart aan boord hadde. Hy wierd op het onderzoek gevergd, en 'er deedt zich welhaast een Vaderlander op, die aannam oen Er.geischman te volgen. Deeze k om na boven, volvoerde zyn kunst cn kwam beneden- zyn compliment maaken. — De Hollander vloog onmïddelyk de weeflinge in, en deed dezelve mai oeuvre, doch te overhaastig, en viel; inde val vatte hy een touwije, kwam) oi bezeerd op het dek, en loen zyn miïti *rneemende', zeide hy op het oogenblik; Op de kop op de trommel/lok te Jlaan is niets. Maar zich dan te laaien vallen, en onbezet rd beneden le k>omen, laat de Engelschman my zulks na aoen. Hy ontving de hulde van beide Admiiaals, enden, prys die zy op de wedding gefield hadden. Te Bergen op Zoom by van RIEïCiS'JYK en van BRONKHORST,, te Breda by van BERGEN, en verder alöm, wordt d t B ad, met ue By; gen, Wekelykseh voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor j ftuiver op beier papier, uitgegeeven. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier f I - JO-; 64i op beter papier ƒ a;-; >- *  NUTTIG en VERMAAK LYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. NS. 29. Zaturdag den 20 September 1794. DE ARME JACOB, DIE GENOEG HEEFT. Geaokktn uit een Amerikaenlthjn Almanak. TVlyn lieve vrienden! De belastingen zyn ze^erlyk zwaar; en hadden wy niet meer, dan die te betalen, welken ue Overheid ons oplegt, zoo zagen wy er ligt kans toe; maar wy hebben nog gehele anderen, en die de meeften onder ons vry meer Dezwa •Ten. Onze luiheid verdubbelt onze belas tingen, onze hovaardy maakt ze driedub be d, en onze dwaasheid vierdubbeld. Er zyn geen Amptmannen die ons van deze beastingen kur.nen bevryden, of enig ontflag bezoigen. Ondertusfchen zoo luiften naar een goeden raad: er is nog wel iêtS voor u op. God he'pt die zich zei ven hel pen, zegt de arme Jacob. Men zou eene regeering voor gebrckkk houden, die het volk oplag, het tiende ge deelte van zyne i tyd aan openbare 'een dienftcn te belteeden; maar de luiheid legi den meesten onder ons nog vry meer op. De ledigheid moet noodzakelyk ons leven verkorten, vei mits zy ons zwakker maakt... De ledigheid is een roest, die meer verteert, dan de arbeid zelf. Hoe meer men eenen fleutel gebruikt, hoe lchoonder by wordt, zegt de ai me Jacob. Bemint gy na het leven, zoo verkwist de tyd niet; want zy is de iïofie, waar het leven van gemaakt is. Hoe veel verliezen wy met doordien wy meer Ilapen, dan de nood vereilcht; zonder eens te bedenken , dat de fLpende vos ijeen hoen vangt, en dat wy in 't graf lang genoeg zullen Ilapen. Zoo de ryd het kostbaarfïe is van alle dingen, dan is tyd. vetfp-'iling de grootfte van alle verkwistingen. — Luiheid vindt alles te zwaar; vlyt maakt alles ligt. Die laatopftaat, die moge den gantfehen dag lopen; 'savonds zal hy naauwelyks zoo veel vinden, als hy nodig had. Want onachtzaamheid gaat zoo langzaam, dat armoede haar fchielyk achterhaalt. D.yf uwe bezigheden voort, op dat uwe bezigheden u niet voortdryven. Tydig naa bed gaan en tydig opftaan maakt ,en mensch verftand.g, ryk en gezor.d; .•00 ais de arme |acob nogmaals zegt. Wat helpt 1 et - dat men betere tyden w ntcht fn 1. opt Span uwe krachten in, zoo worden ue lyden beter. Viyt behoeft E f niet  C "4 > niet te wenfchen; en die zich met hoop voed:', lterft van honger. Er is geen voordeel zonder' m >e e: Ik help my mer myne KiK.en voort, irn dat ik gene landeryen hei. z >o \k er al heb, ooi dat zy me' grote oe a»ii.igen beswaard zyn. De een han twerk doer , heeft een [nktj nsn overeenkörnft'g met zyn ftaat, en die har.-lens. in zyn hoofd heeft , heeft een voordeel g eer ampt. Luen wy derhal ven ons handwerk doen, en orize harstenen gcbru.ken; anders re ;kt ékomen noch ampt toe, om onze belastjng-n te betalen. -Zyn wy arèêid'zfTdm., z-> hebben wy altyd broodvj wam ue honger kykt by den aifjeidzamen flechts in 't venster, maar in huis durft hy niet komen. De gerechts-dienaars blyven er ook buiten; want naarfttghe'd betaalt 'haie 'fchuldén, maat moedeioosbe'd vermeerdert zc. — Gy hebt geen fc:iat g-, vonden? Geen ryke na beftaandi heeft u in zyn teftament gezet? Heel goed! A>be:dzaamheid is de moeoer -des geiuks: en GjJ beloont den arbeid. Bezorg uwen akker, teiwyi de luiaard (la ipt, dan zult gy koorn hebben om van te kunnen leven en van te kunnen verkopen. Ar beidt van daag nog; w.mt gy weet met Wat u mor ten verhinderen kan. — Indien gy dienen moest, zoud gy u d n met fchamen, wanneer uw goede meester u ledig vond? Zyt gy uw eigen meester niet? Wei zoo fchaarn u dan. u zei ven ledig te vinden; daar gy zoo ve:;I voor u zelven, voor uw huisgezin, en voor uw vaderland te doen hebr. My dunkt, ik hoor iemand vragen: Zal men zich dan in 't geheel geen Jeuïg uurtjen verminnen' ik andwoord., gelyk de arme |acof> rWilt'gy leegtyd hebben, zoo befbed uw.:n ryd wel, en zoo lang gy geen meester over een minuut zyt, zou verlies geen uur. Goede ledige tyd heet dat.uur, in 't welk men iets nuttigs kan verrichten; een vi-yng man zal deze ledige tyd bekomen, maar eeo onacnizaam men cn krygt haar nooii. Want een leven vol goe -de ledige tyd en e«n ledig leven is twee -ërlei. Velen zouden Wil giarn vm hunne .bekwaamheid» wklen leven, zonder, te ar¬ beiden; maar zy barden eer van gebrek 'dan 'van overv'oed Arbeid dasreiuSgen brengt lu t, gefchikfheid en achting te wteg. Vliedt de vennakelykneden en zy zullen u navolgen'. De. ny ere ipui heeft een groot w - ■ l -l. M tar vlyr is niet genoeg; wy moeten uok b.üend'g zyn, niet o teloos'ie'd brergt meer nadeel teweeg, Idaü onkunde. , Dc geen wakend oog op zyne arbeiders houdt, die laat zyn beurs voor hun open. — in wereidl'chen handel helpt vertrouwen minder, dan mistrouwen. Dit zy genoeg van arbeid en toez'cht op onze zaken- Maar by deze» beide dingen moer nog iets byko.nen. D e niet zo > wel weet te ("paren, als te winnen, die mag zyn leven lang de mo!en voortdry.ven.; hy zal geen garden kotl nalaten. Is' de keuken vet geweest, de.na'latenfchap zal mager wezen. Wy heoben vtel geld, even geiyk wy 't gewonnen hebben, ook weder verteerd, zedert dat onze vrouwen by de koffy en thee bet naaijen en bryen, en ue mans by de punc'i bet entenen fnoeijenhebben vergetenStel dm engere palen aan uwe dwaze uitgiften-, zoo zuit gy zoo veel. niet behoeven over duuren tyd, over drukkende lasten en over een zwaar huishouden, te klagen. Want vrouwen en wyn, het fpel en een kwade berekening verminderen de penningen , en vermeerderen de benodigdheden. Met  B Y L A G E N N°. 29. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tui» bouw, Veeteeld, &c. &c. Hoe Perzikken met Brandewyn in te I leggen. luXar toe neemt men de fchoonfte perzikken daar niets aan fcheelt, en die op 't heetfte van den dag, voor dat ze volkomen ryp zyn, moeten afgeplukt worden; men wryft 'er zoetelyk de dons af, en fplyt ze tot op de fteen : doe uw fuiker in de confituurpan, met water in evenredigheid, om ze wel te klaaren; de firoop half gemaakt zynde, zo doet de helft van uwe petzikken daar in , terwyl de fuiker nog kookt; laat ze daar in wit uittrekken, maar draag zorg van ze op 't juiste punt, wanneer ze wit genoeg uitgetrokken zyn, daar uit te doen met een fchuimfpaan, leg ze, met het vel omhoog, op een tafel die me't lynwaat bedekt is: roleir-gigt ondertusfehen uwe fyroop; giet dan even zo veel brandewyn als gy firoop hebt, onder eikanderen in een fles met een wyde hals, waar in gy die perziken gefchikt hebt, maar de fles moet vol zyn, en dan naauwkeurig geftopt worden : als de perziken na de grond gaan, zyn ze goed om te eeten. tiet voorfchrift is voor hondert perziken en omtrent twaalf, ter vervulling van die geene welke in het uittrekken Hukkend en verloren zouden konnen gaan, agt ponden broodfuiker tot de fytoop, met zes pinten water en vier pinten beste brandewyn om onder de fyroop te mengen. — Om de fyroop wel te maken, moet men gade flaan, wanneer de fuiker gefraolten is, en de fyroop zal beginnen te koken, moet men ze klaren met het wit van diie of vier eijeren fyn geklopt, dat men van tyd tot tyd, by een vierde gedeelte te gelyk, daar in doet: wanneer de fuiker met de helft van dit wit van ey geklaard is, en men de perzikken om uit te trekken, daar in gedaan heeft; klaard men de fuiker en perziken te gelyk met de derde vierde van het ey-wit. Kook verder de fyroop tot dat ze ftyf begint te worden , en doe 'er dan het laatfte vierde gedeelte van het eywit by, om ze nog eens te klaren; en wanneer de fyroop koud geworden is, mengd men de brandewyn, met water vermengd, daar onder, gelyk gezegd is. Op dio wyze komen de ingelegde perziken op de vorfteljke tafels, om wanneer men wat fruit gegeten heeft, zodanig een halve perzik te nuttigen, op dat de maag niet zou verkouwen, dat zeer gezond en delicaat is. Van bet Beflaan der Paarden. Het is van veel belang voor alle menfehen die paarden houden, dat by de regte wyze weet, waar op men de paarden moet beflaan, daartoe heeft men deze algemeene regelen waar te nemen. Vooreerst moet men geen nagels in de hoeven der paarden flaan, dan in het voorfte gedeelte der voorvoeten, en aan de hak of agterfte gedeelte der hoef van de agtervoeten, om dat aldaar op een en andere plaats, de meeste hoorn is om te vatten. Dus moet men zich wel boeden, die nagels niet te flaan in het voorfte gedeelte der hoef van de agtervoeten, of in het agtergedeelte der hoef van de voorvoeten, om dat op die beide plaatzen weinig hoorn Ff is.  ( H4 ) g e* men stnftona» het leren ton raken. «, dat wanneet do nagel» maar wat te hooe na die plaatzen worden ingeflagen, men de ader knelt die om de voet loopt, alwaar men het leven ontmoet, wanneer bet paard, vernageld zynde, kreupel is. i 80 niet als met moeite en pyn kan gaan. t. Men moet nooit de hakken van een paard openen, dat is te zeggen: dat wanneer de paardefmit de hoef affteekt. hy nooit de hak by de Oraal moet affteken, cn het tot de hoogte op een duim na aan de kroon weg nemen, om dat het de voet vernaauwt. , . 3. Tot het beflaan moet men dunne en 8een dikke nagels gebruiken, om dat de ikke nagels de hootn doen fpatten, en met zich voeren, en dat alle de gaten de hoef in 't ronde fnyden. a. De yzera moeten ao ligt zyn, ais eenigzints kan beflaan, volgens de grootte •au't paard, van.zyn voet, en van 1 werk dat hy doen moet. om dat zware yze» met «Heen een paard vermoeijen.. maar als die Len de ftenen floten, zullen de nagels, en gevolgelyk die ware yzera, veel eerder los gaan als de ligte. 6 (Hetvtrvelg bier ra.) Remeden voor Paarden. Tsor bet Kohk der Paarden. Neemt de helft of een geheele fpawfche peper, met honing gemengt. en <^tt d£* het paard in* fondament zoo ver doenlyk U. ook een weinig daar van in de keel, om dat paard te doen flallen. ' Is 't een hengst of ruyn zoo kan men de fnaïnfche peper breken, hier tegens gantsch Siken voor een merrie, by gelyke10 de gemelde wyze dezelve zonder enderfcheid in 't fondament inbrenge. Voor een Veulen dat een Breuk beeft. Neemt populeum en hazevet, onder malkanderen , en maakt daar een zalf van , dnar eer, pleister van gefmeerd èn pp de bulk gelegd, helpt. AU «en Paard verbit is. Neemt éen «engele zoete me*, twee verfche eijeren. een handel hmskwk. twee ftuivers veneetfche terlaksl, en bloed laaten. Vervolg over de verfcbillende myze omtrent bet Enten of Griffelen der Vrugtbomen. 1. In de kroon griffelen of Enten.-— Dit gefchied wanneer de ftam te dik Is , en het te vrezen ftaat dat ze befchadigd zou worden, door de fpleet zo verre te openen als nodig is: als dan moet men de fchors op verfcheide plaatzen van het hout fchelden. door middel van een wig; vervolgens voegd men tn die verfcheide ope. ningen, tot agt of tien enten of loten, waar van ieder vyf of ies goede botten moét hébben, en de uiterftecs daar van moeten gemeden wordeu op eene wyae, die best met de gemiakte opemngen overee-nftemt: eindeiyk moet men alles bedekken en fluiten, op dezelve wyze, gelyk wy omtrent het enten in de fpleet gezegd hebben. ... 1 ln de fluit enten. — Men verkiest in de maand May, twee takken van een ^elve groote; de eene ftaande op een wilde of 01, geënte, de andere op een tamme of geënte boom: Men laat die ieder op zvn eigen'ftam blyven. en men kort ze »lle betden. Daarna m.akt men eene ktings( Wyze infnyding in de goede of tamme tak , en men maakt een klem gedeelte van de bast los. lang genoeg om twee botten te konnen bevatten: dan berooft men de wilde tak van zyn bast of fchors, en terwyl het hout nog vogtig is , meet men het fte. ken in die gemaakte holle buis, op eene wyze dit het daar door met de bast van de tamme boom omwonden is, even als of fait deszelfs natuurlyke fchors was. Mett bedekt vervolgens bet uiterfte van die fo. voeging, met nat gemaakte leem of pot, aarfe Vu bind de beide takken vast aan inalkanderen met dun touw, gemaakt van ■ eedraaide basten van bomen. . b5"'""1 ,Hlt vtrvoig kier n#.) Mi-  Miraculeuze Balfem, die ten byna ontelbaar •getal van Kwalen geniest, en die ruim bonden jaren lang een beproef . Geneesmiddel daar voor is geweest, en nog is, waarom een Lemdbewooner inzonderheid, dezelve altoos by der band behoorden te hebben. Dezelve voord op deze wyze gemaakt: Men neemt een half pint oly van olyven, of beste boom • oly; een once rood falderhout, dat fyn gedampt of gemalen is; een once geel wasch ; een once peper - oly; een ©nee fpyk-oly; een half musje rozenwater, en een half vierendeel venetiaanfche terpentyn. Neem dan vooral een nieuwe aarde pan, met een fteel daar aan, waar ih men voöreerst doet de oly van de olyven, met het wasch in ftukjes gebroken; dit zet men op een com\oir met vuur om te fmelten. Inmiddels doet men het rozenwater in een fchotel, en daar in de te»pentyn, en men roert het zo lang met een mes dat de terpentyn wit is geworden. Het wasch in de oly van de olyven gefmolten zynde , dan doet men in die pan daar by: eerst het falderhout, dan de peter-oly en de fpykoly , en dan het rozenwater met de terpentyn: doe dit, omtrent een dflr lang, te zamen koken; het is genoeg gtkookt, wanneer het niet meer opkomt en de fchuim vergaat, en dan moet het door een ruwe dunne doek ftyf doorgeperst worden; dog zo lang hét op *t vuur ftaat om te koken , moet men 'het geftadig roeren, en zorg dragen dat het niet overkookt. De kragt, deugd en eigenfehap van deze wonderbare batzem, fchoon die weinig kost, is zo groot, dat ze meer in een dag geneest, als alle andere hulpmiddelen in drie dagen konnen doen. De reuk ver: fterkt het hoofd, 's avonds ëh 's morgens, i de plaats daar de pyn is, hier mede bï- ftrykende, geneest dezelve ; een weltlgfe in de neusgaten geftoken, en opger-okken zynde, verdryft de caternen en vogtigheidj van 't hoofd, en de vliegende hoofdzweer, die nu aan de eene en dm aan de andere zyde V3lt, dog verdwynt als un de plaate beftrykt. Ze opent de pezen en zenuwen van 't hoofd, verfterkt liet gehoor, is goed voor de ruizing en doofheid, wanneer men wat fchapen wol, met deze balfem vet gemaakt zynde, in de ooren fteekt. Is goed tegen de tandpyn , als men 'er de wang daar de pyn is, mede beftrykt, zal men aanftonds verligting gevoelen: is ook zeet goed voor die groote pyn of ftekinge in de leden hebben , pyn aan borst of maas, koude humeuren in armen, beenen of andere .plaatzen van het lichaam, met dezen balfem geftrek;n zynde, worden ligtelyk genezen. Die eene obfttu'dtie in de zenuwen of vleesch aderen ktygen, die de band vetwringen, voet, hand of vinger verflutten , zich vertreden; die TtyfheiÜ of zwelling in de leden gevoelen; die bet paternoster of ruggebeén verrekt hebben , at waren 'er eenige droppels geronnen bloed tusfehen de gewrichten gekomen, dan moet men hét 's avonds en 's morgens daar mede befttykén, 't welk aanftonds genezen zal, en als bet ontfteken is, men^t men wat tritum onder de balzem, dog men moet de leden bewegen zo veel doenlyk is. Dezcive geneest de uitflig, haairworm , ruuwheid, fchurftheid, kwaad hoofdzeer, de zWeerende borften der vrouwen, het be» zeeren door vallen of flaan, atbeiJen of vertillen; de colyk, de wormen, harde buiken, bullen, graveel, en hend-rt andere kwalen meer. Doet ook wouderbaare uitwerkinge, wanneer dezelve des avonds als een paardeboon grootte met wat brandewyn word ingenomen, en men kan het in alle gevallen, door ftryken en inneemen» zonder eenig gevaar beproeven. V By vam RIEMSDYK en van BRONKHORST te Bergen op Zoom, ziet thands het I licht en is alom te bekomen: Aanleidend onderrigt in de voornaamfte Waarheden en iPligten van den Godsdienst, meest tot eig?n gebruik opgeUeld; dooi PETRUS JANSSEN, Predikant tt Bergen op Zeem; kl. 8vo. a 3 Stuiv.  „ j j, „WhPt Tatvn vertaald van de Pers geko. MR By W. van BERGEN te Breda is uitLa^ v Ve(hMdeU ov r de A^""' men, en alöm verzonden: L F. van d my . dg qver de middelen heerfchende Voikziektens. te ten ty-de der belegering, daar tegen gebruikt, i ƒ i: 4= Verhandelingen zoodaanige doorgaande Daar de Geleerde w tier Afye w «e ze tw k» Hospitaalen heerfchen (inzon- Volkziektens, als meestal in Legers belege ce at,d ficatiën > benevens derzelver oor- derhéid p«t en /carhtf, met derzelver toeval en en ° wkeuri st befchrytt; vertrouwt zaaken, en de gemakkeiykfte middelen daar tegenin n Landgenooten, en 'de Uitgeever, dat eene Vertaaltng van du a'lernu"'|.. hebben, niet dan ten uiterften voora|8hun, die op de G«^^fff^A^% aanbévee.ing van dit, by de aangenaam zyn kan, wesbalven by ook geene ^ Geleerden alleszints bekend en geacht W«j. »"X,ond, Blyfpel voor het hart, in één II. DE HARPENAAR, of de Gelukkige Avono, y j Bedryf , a a Stuiv. oonxrtr horst"te Berden op Zoom, zyn nog eenige * * By van RlEMSTTïK en van BRONKHORST te » & e * Exemplaaren te bekomen en alom «nwnden, v ^^ ^ BERNARDUS I. Onze verpligting om tot Nut van t A^emec 2ef,raveerde Tytelplaat, op best BOSCH, ruitend Predikant te Diemen; me «° *hfndding, J da„ op volgend Mediaan Schryfpapier, a 18 Stuiv. — " b gelegenheid der invveijing van Dichtftuk , heeft de Heer Bosch «^ftQÜfcbaprfl^M"'! ^«hm. het Bergen opZoomfche Departement ^^°lot nI van 't Algemeen; door II. Vaarwel aan het Bergen op Zoomfche Depa«jme ^ yan Bgr, B. BOSCH. — EenWftuk by gjlegenheiddj * ultgefproken. gen op Zoom naar Zaandam begaf, " gemd u P ^ ^ Al n III. Gefprekken over de Beftemming van den Mensen. m beya(. doch byzonder voor de Jeugd, a 4 Stuiv. tooi • d drie Liederen, vyf gefprekken tusfehen Vader en Zoo*; gevolgd worde verzonden: De ' *,*yA.cnJ.HONKOOP te Leyder>, geven nu en Ng. ZAKBOEKJE . Vyfde veel verbeeterde Druk van het 0°^^^°'^ 'er verdacht word in het behelzende een beknopt en volledig onderigt van he g ^ waarneemen en bearbeiden van eenen Joomgaard, uoe fte Vruchtboomen. - Druk vermeerderd met een Naamlyst: vande^ ™h\mfn ^Heesters, welken voor Van eene groote meenigte In- én Uitlandfche Bloem ^ ^ Bl Slingerbosjes en Bloemperken thans g^,uj"^h°tropièveren ; met derzelver Latynfche en verfchillende Blaaden een ™°2ena*m^^e°Pin 't Nederduitsch daar by gefteld.l Linnaaanjche benaamingen, ook voot m.n u g kannen overbiyven , en Van zeer veele fraaije Bloemplanten welke » « ï een aantal Afrkmn}cht Heesloot fcheuringen vermeerderd morden, en « y£ R r moeten geplaatst wor?««. welken in den Winter, m 0»n§e"Vrt°lt Dit belangtyk Werkje verfchaft den alles zamengefteld door een ^ « * en Bloemtuin, in de voordee¬ de beste handleiding voor hun die zyn Boomgaard M ^ ^ .$ ? ^ ligfte en bevalligfte fuuatie gaa„T^XlORST Boekhandelaars te Bergen op Zoemj * * van RIEMSDYK en van br0NKHO^ ^ed;Rten over het Herinnering* • Vermo * geven uit en hebben alom v« ~SndGna £n Dood. Ter gelegenheid van he gen, met betrekking tot 's Meff" ^1^° over de Vraag: Zullen wy •« » W Onderzoek van den Heer Profesfor VI^L AUM^ ^ ^ toe*om/Hge lenen iet tegenwoordige herinneren m & _____ J — — „..-.« en te Berger, op Zoom by U» RIEMSDYK  Mït dat geenwat eene enkele ondeugd van dien aart aa'i onderhoud kost, zou iren tweê k'nderen kunnen onderhonden. Moge l)i denkt gy, dat.een we.ni.; tnte of punch, w.t jékkerer eten', wat mooier kleèien, en van tyd iot tyden;gever.'ust-igingennier vee' nuKei kéniteiS; doch de arme Jocoo zegt : E« ekke plank kan een geheel fcfiip doen t Zeiken Gy zvt hief op deze openbare markt var f allemande koppmans-gbedëren en galanteriewarén by een gekomen: gy noemt het een g'ir.d'; maar zoo gy niet toczet, Z'>o zal ! het voor f. mmigen onderu een hraad ivöi : den: Den'.t aan 't neen de arme Jacob izegt: Koopt flechtsï wat gy niet nódig hebt, en-gy zult fchtelyk moeten ve>kopen, 't geen gy niet mu'l'en kunt Velen hebb; n I z :h door niets anders ten pron ie geb.pJ.pen als d.ior hun goedkoop kopen. Scharlaken^ ,en zyde, fluweel en fatyn doven ket vuur in de keuken uit. • De arme J.tcob i?eefc een zeer goeden raad, als hy zegt: De zotte zucht tot op fehik en fieraad is eene gevaarlyke dwaas ihe'd, Hovjard.y is een bedeiaarfter, die even Zoo dringend als de armoede., maar nog veel onbelchaamder is. Hebt gy een fraai i Jïuk eekocht zoo moet gy nog tien an/e-re kopen, op dat uw gantfene toeflei te Zamen pasfe Doch, gelyk de arme Jacdb : zegt: Al wie hovaurdy ten middag maal i heeft, die bekomt verachting ten avond-] : paal. Of: de hoogmoed ombyt met den j , overvloed, fpyst 's middags met de armoe-j I de. en eet 's avonds met de febaode.. | i. Wütk eene dwaasheid, om zulke over-i 0 lollige dingen fehuiden te makeri! Bi-denkt j ïitoch, dat, wanneer gy fdiulden maakt, gy I anderen een recht over uwe vryheid geeft iKaiit gy te rechter tyd riiet betalen..; zoo' ,, imoet gy u fchamen, wanneer uw ïchu d' . gj eifcher u ziet; gy moe- beven., wanneer hy | >l jnët u l'preeki, en iargzamerhand verliest | 1 #y uwem.uw, uwe geloofwaardigheid, en ' felr de fchaamte, en onteert u,zeiven met; grove en fchandeiyke leugens. Watit her \ " 'liegen is de twe ie trap van het kwaad, en ifchulden maken is de eerste. Schulden fke- i pen de leugens na zich. Armoede velt de grootmoedigheid ter neder. Een lege zak ftaat niet goed recht op (*) zegt andermaal de arme Jacob. Wat zoüd gy van een Vorst of van eene regeering denken, byaidien zy ti op ftraffe van gevangene verboden, u zoo te'kleden als and*, re faa'/è lieden? Gy doet uw best, om «jider zulk een dw;ingiandy te geraken, wanneer gy u van wegen u^we fraa jè klederen in fchuldén fteékt Uw fchnle-eifcher' heeft liet recht óm u ,. zoo dra hy 't goedvind, van uwe Vryheid te beroven. Wanneer gy niet 111 ftaat zyt te'Betalen; kan fiy m in de gevangenis o'pfluiten, en er u uw leven lang in iaten zuien. Toen gy uwen koop lloot, dacht gy moge-yk weinig aan 'i bet.aJeri, nia'ar de fchtiiden'iars hebben een beier geheugen, dan deylchuldeuaars. De fchuldeifchers zyn dagvaarders, cn geven op den termyn en de verval tyd naauwkeurig acht. De dag van betaling breekt iaii, vior dat.gy nog ontwaakt zyt, en de fchuld vordering is reeds daar, voor dat gy enige bere'dlëlen tot de voldaaning gemaakt hebt. Mogelyk zyt gy tegenwoordig fn omftandigheden, dat gy wel eene kleine dwaasheid begaan kunt, zonder dat zy gevolgen nebbe; doch houdt u in goeden lland tegen den ouden dag tn tegen den. nooddruft. De dwaasheid van den morgén 'düurjt niet-tot den avond. U.ve winften kunnen van konen ouur cn oi zeeker zyn; maar uwe uitgaven zyn Zeker, en duuren zoo lang gy. leeft. En het is gemakkelykér twee haardffcueti te bouwen-, dan op een eenige be(lendig vuur te onderhouden Ten belluite! De ondcrv nding houdt een zeer duure fc|jóol: doch zy s de een'ge, waar in dwazen iets leeren kunnen.- 'VV nt een góeden.raad kan men wel geven, maar het wei uitvoeren kan men niet geven. Die Zich derhalven niet raden laat, is .ook niet. re helpen. (*) In 't Hoogdüitfch zegx maa oprecht ook in dezen zin.  ( -ii6 ) HET B EPROEFDE GEDULD 't "W"as avond, 't had gefneeuwd en was verfchriklyk glad. Wanneer Kornelis, vol en zat, Al wagglende, uit ,e kroeg zyn woning op ging zoeken. Hy viel, op iedren flap, hoe loom hy voorwaards ging, En braakte een ganfche reeks van vloeken, By iedre nieuwe buiteling. Vermoeid van telkens neêrtebruijen En magtloos om zyn vracht nog verder voorttekruijen, B eef Krelis lecgen op de ftraat; Hy was byna in flaap,, toen een van zyne vrinden, Een' mensch aanfchouwende in dien ftaat, Verwonderd was, hier Kees te vinden; Nog onbewust, dat hy zoo duchtig had gepooid, Vroeg hy:„ Wat doet gy hier te leggen ?«« Wat ik hier doe, zei Kees, behoef ik dat te zeggen? 'k Leg hier te wachten tot het dooit." Te Bergen op Zoom bv van RIEMSDYK en van BRONKHORST,, ™BndJk van BERGEN en verder alöm, wordt d'tB'ad, met de Bylagen, We*elyksj voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor i ftuiver op beter papier, uitgej geeven. HetzelVe kost by intekening in het jaar, op gewoon papier J 1-10-; en op beter papier ƒ a-:-;  NUTTIG en VEkMAAKLYK W-E E K B:' E^ A"D ..;> :; ,;. ■ VOOR • . ■ v:. \ BURGERS en LANDLIEDEN. -is 'i ,,stuft» ■■•#.ji.^i- ■ . aj !f;s' ■ < ,ïfij<.-•iivt fl*> . Na» ^ ö» •. j ■■> ■ \- t-: •»-..! SOfft Slb , : lOJJlïOi , .-.-..».!■;• ï5f. ■ tfl i l' i .Hl !.-\ .. >f ^^4fife 27 1794. fOti t»üakn-'i J

e vah' Zk/ifln of dc onfilitiia gtürbkêfa Mttiéwèl 'nimmer 'iels vèrzeggen. 'Nataiia (éen Rusliichc gefcrfieden\s_) de grootmocd'ge '-Re'iét'' SÜtkaattnrlifJde (een 'w artie pt- febiedenis ) e n meet anderen Tót eer "proèf geeven Wy ,, uit 'bet eerfte Deel, bei '^OTg^de'Wefféifde vefoa'ai;: •'' 1 ''"",,; H U W:E L Y K S-T R O U W" ^.1 9S7ï: r»B» ,l9i:> -11: J '• \ : 3» ., !;,Ni ;^Ü^im'''GköbtMOEDJGfHElb. ' 'Niet flegts' onbeftetid^g^eid en ontrouw 'biedt ens de "gfefchitctris, ces- meisthdoms aan, üs''hoofdtrekken der rouwdjke kxe, nnar dikweif levert ?y van dezelve vocr. beelden op- den- heldenmoed, ilandvastig^ navj;' '\ 'ft\ ' eid «ri frötiw —- voorbeelden, die ons i* ewondefing en verbaazng wegrukken. De volgende anecdóté-, die wy aan «en vrugtbaarjer en v.ndirgfyker vernuft overlaafen ,* otli' ?e fot eene greo e roman uit' te werken-, za' ons deeze waai heiu bevestigen* Een der 'Koningen van Vnrkiyk ~- on» er even, wie-' — -zöndt eenen- zv keren heer 'Riibcnf'a'F,-mer ten 1 lein getal fehepenj naar 38 !Hf%st Inciilehe eilanden, om op een der vftigfflkaffltë' eene -volkplanting te ft gten. •'•Oiïtn.'r de -menigte, die de cvpit.in, ter bevolk ig vati - dit eUand, met zich nam-, •;v:..s"o-, k een' aanzichlyk getal kunftenaars en 'nrneMcrklied-ên. Toen -fy óp het " eiland sarkwiam, onto» ftondeh 'ér ^feh"Hcf ttisféUr -him en ce 'rboofü'n: Si,' we ke èlltiig fcens Wrf gtes* van muUcry' óncér zyn eigen- to k-ceevUl giboo'en voicti', tn eitideijk z«> v'trn. ue oveiha';d verk'rvgti., dat mei, ecitto wasom tot de uiui'fleis van eer^, gt-hee en opfh.tid'ovér ie 'flaan, toen, toor ue gunlh'ge beliieiH'g -der' V(orzienicht -ö ,, ce -lameLZWter'i f ge ul-k-g ontcéki weiut, vvaijr Lvan ht't oegmei-k'f.'etn ander wat, dan. den crpiicn, 'tn lm die zyne zyde hifluenv, aan cle wiicer over ie lt\eun. De ci u.til ng van deeze fan.cnfp;rt ing deedt een af.riflsg te niet looptn, ei, be-vj-ytidö den capütin en ,dfc$zeüs. .viandtn J G g van  van het sevaar» dat fmn óVeigde, dorden, c «an gee.je verdere nadeelinee gevolgen wis. ' \ Z$ter Du band ei, een der medegebragte ; i fcuti enaars. die zich.jtoi ho >fd,«n aanvoerer• 1 &r jpioer^en h;:dt opgeworpen*, wierdt ge- i vat, in de gevs genis eeworp«n, en, dewyl m-iV o.. r. '.-e vo rbeeld va. ft; engheid, 1 ar ie eu, j e- loor den^ellden geest bezeild ] Mogxen w*>te:i, van h't~im x.'- eii van der-i gelyke ondernee n'ng n wjldj afïchr kken , ,; veroordeeld» om leeven, ig gevierendeeld te ivorden. D n deezen ongelu^en w^s eene vrouw ten leet gevallen, die de edelfte grootmoe-', dig'ieid met. eene uitfteekende l'C'Oonheid, en alle ttósbejainnens wdardigfte-eigenlch .p. j pen van haar geflagt paarde» |eanne —■ zoo : heeite onzebeldin —»- hadt alle. de gèvaaren der ieis en der zee, met haaren man ge-, deeld. Zy bèmjnde hem met de inrnglle tederhed,; 'en kmde,. tot haar geluk, niet. overtuigd woiden,. eenige kennis van het «efcfaad van haaren. man,. noen eenig- deel daar aar gehad re hebben,. Daai ueraalven haare eer ongefchonden en «onder fmet heef, had 'y, na den dood. «an rnaren .nan, gemskke yk weder kunnen «roawen, en een gems;, zio.goioos leeven leiden. Maar te groot vap z>el, om haaren Sfiao in zynen nood ^e verlaaten, liet zygee Se middelen onbeproefd, om nem van het dreigen le gevaar te. redden. Geene uaanen, ïuchten,, fmeekingen., met al den-aandrang der vrouwelyke wcllpreekenheid voorgedraagen, vuurden gelpaard om de. reg^ers «ot meêdooKenheid over te haaien. Einde lyk., toen alles te vergeefseh Was, bragt denood haar op.een' inval, die zo.i wel de grootie;d h»arer liefde en trouw , als haaren moed be.veas: zy 1'meekte naainelyk de regters, om het doodvonnis v-m h.ioen man. in «ene verbanning naar een woest,, en alleen door W;ide dieren bewoond, edand te venn deren,, werwa>ros. zy nenj; w.ude. vergezel, len, en in zyn lot. ee en.. Robenval en de o eiige-regters ware zooj Verbaas! over de ze dzaj ne ,rouw en ftand. ! valige verkleefui.eid ^cezer vrouw aau,naa. | jen man,, dat zy haar dit ver«x-k inwii-ig I den, als waar door aan den eisen der we.t.J £d gekstea opzjgte, voldad», tn te gtigltj eene vrouw, die een beter tot verftlen&s. • van de wanhoop,- die i-eeds op h*ar gelaat ■ u'tgedi ukt ftond,, gerei konde wordei ; wes- halven. terftonoun uitvoering van dit.be: fluit, de noodiie bevelen gegeeven wierocn. Buiten z]ch zelve van. biyoiicnap, dat het haar eindeiyk gelukt was-, haar geliefdile pand oen Z\ keren, dooi te ontrukken, y 1de i eai.na.,, zoo dra zy -e tot*l:lemu}ing der vg, te s gehoord, hadt,. naar de gevangenis, om ! haaren man van'dit heuglyk nieuws.kennis te i geeven V n uaar te rug keeremje, om al' lts tot de aïreiaé in gereedheid te gaan brengen, ontmoette haar z-eker Möniavil, een. , beminnenswaardig jpngm n, die met de ove. ' rige -olkplaritelingen uj-f Vraiikryk gekomen», 11 en op haar verliefd was.. Daar hy het befluitfc dat zy genoomeu hadt, om haaren .. man op een woest eiland te vergezellen,, • verftaan hadt ,. en daar over op 't fterklte be:. droefd was, fpi ak hy haar, zoo dra hy haar zag, : naar haar toe treedende, ;n deeze voege aan: I ., O-, Jeanne!, wat gaat gy doer!—Uwe trouw oor uwen man verdient in de daad i bewondering, en myne ganfche ziel vereert L uwe deugd; maar gy hebt niet verdiend,, de de-elgenoote van zyne el'ende te zyn Du3 b,,ndier is een verraader — een misdaadige,, i die den dood verdiend hééft. Gy he,bt genoeg voor hem gedaan. door hem van den t. dood; vry. te bidden laat het' daar by bly( ven t __ Laat hem zyne verbanning alleen ; draagen! G iddélyke en menfchelyke regie» - I'cheiden u van hem. Kom in myne armen! 5 Ik zal u myne hand geeven, en u gelukkig maaken De v-ouw zal niet draagen de mis» daad van haaren man. "' i Jeanne hadt zoo dra deeze taal niet ge-, i hoor.l, of'een' blik vol verachting op. hem - werpende, keerde zy zich om, en verwy1,1 deroe zich, met de woorden: i ,. Ik ken myne pligt beterdan gy ze my Wdt leeren " Met oogen vol traanen- ftaarde Mtantavil haar na, zoo lang hy. haar zien konde. Zy ie j. verbaasdheid ov.tr haar. heldhaftige trouw jwat zoo groot, als de fmart, dat hyvoor ,. Jaltyd van, eene zoo voort't-ffelyke vrouw ; im.iest afzien. Hy ging naar huis, niet om „,! haar ru.te vergeeien, maar om zyn hart met k j geduid en Hanav«stigheid ie wapenen. • Kort  B. Y L A G E N N°. 30. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbol; w5 Veeteeld, &c. &c. Hoe men Perziken confyten kal. • N eem by. voorbeeld tien perziken, die | byna en genoegzaam, dog nog niet ten vo.len ryp zyn ; doe in het confituur - bekken water, waar in wat aluin is-gefmolten , en leg die perziken naast elkander daar in, dat ze even niet water bedekt zyn: doe dit water, zagtjes koken tot dat de perziken boven komen, en fcnep ze dan daar uit in een bekken niet koüd water,.laat ze vier uuren lang daar in ftaan, en doe ze dan op de vergiettest, fchcon aflekken. Dan moet men ze in een pot leggen en gieten een, pond broodfuiker, die . even draad trekt, kou 1 daar op. Wanneer deze fuiker twee etmalen op die perziken geftaan heeft, giet men ze af, en wat fuiker op nieuw daat by gedaan hebbende, kookt men ze wederom tot een draad: vervolgens legt men die peiziken in deze kokende fuiker en febuimd ze fchoon af; maar bemerkt men dat'de perziken ftukkend wille» gaan voor dat ze genoeg doortrokken zyn, go moet men maar wat cremor tattari daar by doen, dan zullen ze heel blyven, en niet meer dryven. Vervolgens doet men ze in de confituurpotten , en men giet de fyroop, wat vei flagen zynde,, daar op. Vervolg van bet B flaan der- Paarden^ 5. Om de voeten der paarden'wel te zuiveren en na behoren uix te ftéken . moet het volgende itv acht, genomen worden; I. De- paardefmit- moet niet tusfehen de quartieren leggen te graven , nog de hak¬ ken te lliydëri, om dat het de voeten zou doen verzwakken en verdrogen. 2. Hy moet de hukken der voorvoeten fterk la. ten, uit vreeze dat het paard, zyn yzer komende te verliezen op den weg, de voeten zou bederven. 3. Hy moet bet hoef» yzer zo toeftellen, dat het de voeten niet te veel nog te weinig bedekt: de twee einden van het yzer moeten weinig langer als de hak zyn, nog veel buiten de hak uitfteken, miar het midden moet gelegd worden op de hak die aan de ftraal raakt. 4. Het yzer moet niet dragen op de voetzool, dat zo veel als een zool van hoorn onder de voet' is, maar op de rondte onder de hoef, een duim breed en egaal op de hoorn, want zo het yzer op iets anders fteunde, zou zulits het paard doen hinken. 5. Als men het yzer gejegt heeft, en met de nagels vastgehegt is, moet men het paard de voet op de aarde doen nederzetten , om te zien of het wel zit, en dan de nagel indryven , en de punten met de nyptang afknypen , en de hoorn die over bet yzer komt wegnemen, en naauwkeurig met de rasp rond en effen maken. Onze landbewoonder's., die veel weiden en voeder hebben ^ konnen koophandel in paarden dryven, zonder ■ een ftoetery,te hebben. Ten dien einde moeten zy zoo veel veulens opkweeken als mogelyk. is, en die op de markt laten verkopen , wanneer ze bekwaam zyn geworden om voor een rytuig of onder de man gebruikt te worden: Anderen kopen veulens-van drie jaren oud, en voeden ze op,tot.vyf, of zes jaren toe, en laten ze„matig, eer te weinig als te veel werken, en als-ze, wel G g . ge-  ( w8 ) gêdreffeert en in 't vleesch zyn, konnen i zy ze in dien ouderdom duur verkopen, en derzelver phats word vervuld met andere veulens, die mager zyn , cn daar by nog te jong om ze te gebruiken; ook kopen ze afgewerkte paarden , diï anders geen groote gebreken hebben, dan dat hen rust en goed voedzel ontbreekt, die iy maar een zeer matigen arbeid doen verrigten, tot dat ze wederom vet, glad ea tierig zyn geworden, wanneer ze op de markt tot een goede prys verkogt werden. Alle geneesheeren zyn eenparig van gevoelen , dat het te paard ryden een nattige ; exercitie, en een groot hulpmiddel voor veele kwalen is. Het bevordert de verteering d--r fpyzen , begunftigt de circulatie van het bloed, en den afgang; de beweeging daar van geeft een nieu.ve vloeibaarheid aan de vogten, en kragt aan de werkingen van het ligchaam , dat zo nodig is voor de gezondheid; dieri^lven doen de Vermogende landbewooners wei, dkmials dit vermaak te neenen, om teffens hunne ver afgelegene landen te b-zigtigen, ten einde voor hunne gezondheid en beiang , yi 't nemen van vermaak, te zorgen. Remediên voor Paarden. Als een Paard niet misten kan. Geeft het paard twee dagen na den anderen , telkens één loot coloquinte -met zoete melk in. Voor den lopende Koller. Laat het paard de koller ■ ader en in hetzelve bloed met fevenboom en zout vermengelt worden , met melk gemengt, eeeft dat het paard in, daar na neemt één ?oot rabarber, fyn gepulverifeert, geeft het 't paard in. Vervolg over de verfcbillende tayze omtrent bet Enten of Griffelen der Vrugtbemen. a Enten door oculeering. — Deze WyZe van enten of griffelen fteld men gemeenlyk alleen te werk in het enten van fteenvruchten. Ten dien einde fnyd men van een kwade boom, driehoekig, een klein gedeelte van de fchors , een weinig langer als breed, maar in welkers midden men kan ontdekken de blyken van een takje met twee loten. In het los maken van de fchor», moet men niet nalaten het bovenfte met hét lemmet van het entmes af te fnyden , dat men onder de fchors fteekt; want die bot is de boom die t'eeniger dagen moet voortfehieten. Men houd deze driehoekige fchors, by het uiterfte van de tak. Terzelver tyd maakt men eene infrryding in de gedaante van een T, op een effen plaats van de wilde boom-, men verwyderd de boorden van de opperde opening met de platte zyde van het hegt van het entmes , en men -ft.ekt daar de driehoekige fchors in , latende de langfte punt nederdalen tot het benedenfte van T , op eene wyze dat die geheel daar door wederom gedekt wordt, uitgenomen de plaats van de loot die men voor den dag laat komen. Men moet die fchorsfen zoetjes behmdelen, en ze wel naauwkeurig de een op den ander voegen , en dezelve voorzien _ met een wolle draad die men daar omwind. 5. Oeuleeren met een groeijende bot, zegt men , wanneer die laatfte werking gedaan word in de zomer , wanneer de boom overvloedig vervuld van zappen is, want dan fnyd men het hoofd van de wilde af, vier of vyf vingers breed boven de oculatie , op dat het zap daar over loop. " '6. Oeuleeren met een flapende bot , •noemt ffieO, wanneer die zelve werking gefchied op *t einde van de herfst, en dat men 't hoofd van den boom niet af. zet voor het navolgende voorjaar, en by de vernieuwing van den vloed der zappén; en gelyk men op deze wyze de zappen op eene langzime wyae laat werken zo heeft men die enting aldus ge. noemd, al» of het flapende toeging. Het vervolg bier na. Genees-  ( ii9 ) Geneesmiddel voor gebreeken der Beenen. Dezelve komen gemeenlyk uic zwakheid voort, waar toe men dit hulp- of geneesmiddel gebruikt: Neem de bladen van hadik of wilde vlier , marjolyn en fily, van ieder even veel, dampt het en perst 'er het fap uit; doe dit in een fles, en fluit ze wel digt toe met deeg van roggemeel , zelfs moet men die fles geheel met dat deeg omkleeden , zet ze dan in een warme oven, de fles zo lang daar in laatende ftaan als 'er tyd nodig is om een groot broad wel door te bakken. Neem dan de 'fles uit den oven, laat zé koud Worden, doet het deeg daar af, üa de fles aan ftukken, en neéih daar uit de doffe welke gy' 'er in vinden zult, die dik en een foort van balfem zal wezen ; doe die balfem fmelten met de merg uit een kalfsfchinkel , van ieder even veel, en •wtyft de beenen en dyen dikmaals daar mede. Dit geneesmiddel is zo wel goed voo'r kinderen als voor volwasfene per foonen-, wanneer de zenuwen verzwakt of verrekt 'zyn. Lieg om Loode Pypen &c. wr.terdigt te maken. Om de loode pypen der fonteinen, loode pompen, loode gooten, en andere waterleiders, volkomen digt te maken, is geen beter mengzel, als het welk gemaakt word uit pyp-aarde, fyn gekapte wolvlakken en lyn-o!y; dit deeg droogt wel zeer langzaam , maar eens gedroogt zynde, is hetzelve het bekwaamde, het hard- fte, en het allerdnorzaamfte öm iket wate* te keeren. Manier boe Beelden, Troniên, Dieren; Gewasfen &c., van Papier gemaakt worden. Om het papier daar toe bekwaam tt maaken, neemt een goede hoeveelheid papier , dat zeer wit, fyn en ftevig is, dit word twee of drie dagen geweekt in helder en fchoon water, dat heet gemaakt ia, en naderhand gedaan in een mortier van marmer, en gcwreeven tot een effe pap , dewelke in een reef gelegd word : ais nu de overvloedige vogtigheid ia doorgelekt, word met hetzelve gemengit ontbonden vischlym of gom tragacant, naderhand word zeer zagt, met ee'fi zuivere fpons, de overvloedige vogtigheid van deze masfa uitgetrokken, en dezelve zachtelyk gevormt in een vorm, die gemaakt is van ftaal of van lood, of van kalk die van gebrande albast bereidt is , en in welke vorm eerst is gedrukt zodanig een afbeelding als begeert wordt, op de wyze als de beelden die gemaakt worden van loodt, van tin, van wasch, van gibs enz. Als dit deeg van papier dé gedaante heeft aangenoomen, en in de Vorm droog ij geworden , word hetzelve daar uit genomen, en verciert rhet allerhande koleuren. belegt met goud of zilver, of beftreken met gibi, of met een overftrykzel van bereidt kryt. Ook kan men met dit zodanig bereid papier doppen gefcheurde vaten van hout, zo dat zy volkomen waterdigt blyven. %* By WILLEM va» BERGEN te Breda, is te bekomen en heeft alöm ver«onden : I. DE GRAAF KON IN GS M AR K, f reurfpel, in 5 Bedryven, naa het Hoogduitsch, met een fraaije gegraveerde Titelplaat, i f i: 12: -7-- een Tooneelfiuk dat met alle regt onder de fchoonfte gewrochten uit het vernuftig brein der grootfto genica gebooren, mag gerangfebikt worden. De Schryver drukt de voétfpocren van den groo. ten Schiller in zynen Don Carlos; hangt een tafereel op van buwelyken, die uit dwang, eerzugt, belang of andere beweeggronden aangegaan worden, en toont bier uit aan, de ysfelyke gevolgen, die r.oortgelyke verëenigingen met zich voeren, daar hy daarentegen by gevolgtrekking overtuigend bewyst, dat de neiging van een edel en onbedorven hart, de beste leidftar is tot een volmaakt en gelukkig huwelyk.  „AANDELYKSCHE PRY|.fLVST IH-- U.TWNDSCHE ■ iNtAÏTOSCHB. Holhmd 2,lh. pCt. 55 8 66 pCt. Z»iWh. pCt.— pO. Fr.«i«i 2 pCi. 50 » 65 PCt. qfcgfe ajh; pCt. 6aa 64 pCr. Generaliteit 3 pCt. 64 a 68 pULast- en Veilgeld a,ih. pCt. 45 a 5p pU. Z. O. Hoo-h. a.ih. pCt. pM. /. C. lot. I785—1790. 3-pCt. 55 a 63 P"Ehgelschk Bank-Ad. i57,7a- - 158 pW. O. InJ. 192,1b pCt. Z. Zee • F*-1- O.Z. Z. Ann. pCc. dito Nieuwe — pCt. 3 pCt. Gec. 6< ■ 64,5*. pCt. dito S„d ' .. pCt. 4 pCt. Geconf. 83.". r&pCr. s pCt. duo — PCt. Wiste op Amft. op 2 ufo. 40-8. ■ JfS}| 39Divpbse Buiteklandsche. jimerifco 5 PCt. 09 a 100 pO. dbo 4 pCt. 38,-ih. a 89..hpCt. dito 4 PCt- met Lotery. "5 * "< pCt. dito Geconf. Fondf. 4,1b. pCt. by Staphorst 8i,ih. a 8ï,ih. pCt. Akkers ilie i TT, Drukkers deezes te bekomen : Stukken betre^e.ys Vi^s^ M"toU8°' Toneeifpe,,ln twee * ven.uit en hebben alom verzonden . ALIX^Lw r ^ j vm de f VONDEL, Tweede. Derde « Vierde Dichtkunde; bevatten: Lier. Uitgave der Werken van den Vader der SSeoerauH fr,Mfunt Geboortedichten, Dank%£?Jf£*^ ^^^^B^^& en De vob dichten, flriewn , 2flacfc«J. .^Weven worden. _ m Jende Deelen zullen ten fB^*^™KST. Boekhandelaars te Bergen op Zoom, 8 V van,RIEMSDYK. en van ^^HORJi , 1 christe!yken Godsdienst, naar geven uit'en hebben alom verzonden - ^^^uii tH.oSleeraar der Godgeleerd^^&^^m0ém H-g^sch,vertaald. I. Deel. L Stuk. verzonden: Liederen voor 'f Vaderland Door P ^ gegraveerden 1 ytel. -w feleS P^^li onderwerpen, die ge«e>d ?n op de meest bekende Zangwyzen. rrrGEN en te Bergen op Zoom by va» ms»"""" Keaot. 94 a 96 pCt. dito ide N-got. 77 a 78 PCt, Kwik en tVene,b. 5 pCt. 8s.ih. I787 pCt. dito 4.ih. P0, . pet. di,0 /pCt. 1'Ct. 5foan;f 4,1 h. pCr. ,5 a 79 pCt. dito 3.1 h. fCt. 60 a 72 pCr. foUd 5 P^ 87,ïh. a 88.Hi- pCr. dito 4.ib. pCt. 81 a 82 rCt. di Kort daarna haafde JEehanne haaren man te't ue gevangenis,, en ging met hem in eene k/etre buou d>e beltemd was, om hun naar bet woeste tuand over te voeren- Eenen gerngen voorraad van leevensmiddelen, ent eenige andere noodwendigheden, benevens fctiietgeweer en het geen daar toe beh.iotde,, wierdt hun v-eiöorJoofd mede te-neeiuen. Van ajie mcachelyk gezeilchap verftoo'ten, bevonden zich nu deeze ongelukkigen. 'op een piekjen aarde, cVat alleen van wilde Sdofd/eren bewoond wieiut. D^areibooven verzwiardfi een-vogti^,. ongezond klimaat, en eene drukkende hitie, hunne rampfpoed niet wein g De bloote aarue, ikgis met eenige takken,en loof van boomen bedekt, was in den beginne hunne tafel en hui, bed AHeenlyk hunne liefde, voor eikanderen was hun troost,, benevens de hoop, die de be klaagenswaardige Jeanne op God voedoe, op wiens hulp en, onderftenning zy met' haar ganfche hart vertrouwde. Het nieuwe testament was het eenigfte boek, dat zytot haar onderhoud hadt meue genoomen. Ie der mmunt,, ieder oogenblik, dat haar van haare oezighedeedenoverl'choot, befteedde zy. met daar in te leezen, en dit bezorgdeha.^r geftaadig tevreedenheid en moeo, om met geiaatenheid het tegenswoordig ramplpoedig Tot te draagen,. zoo wel als het treurig. .toekomende bedaard te gemoet te zien- De eerfte bezigheid, der ongelukkige egtgenooten, beftondt in het bouwen van ce .De houte hut, met vlegtwerk van boomtakken overdekt Dit werk gelukte hun zoo ,wel, dat zy daar. door voor de eerfte aan 'vallen der roofdieren taamelyk wel gedekt en beveiligd waren. Leeuwen en Tyger. zworven wel dikwyls- om hun heên, cn 'loerden aan alie kanten op hun leeven; ook moesten zy veehyds op hunne hoede ayn tegens groote roofvogels, die.het ue vaar, waar in zy d^geiyksverkeerden, verotten; doch Dubandier verdeedigde zich mei zyn fchietgeweer,. on zyne vrouw met fteenen zóó wel tegens deeze b oeod^rsii ge vyanden, dat zy eeilang ophielden hun te vervolgen, en zich uh den omtrek dei hut veiwyderden. Ook tonden zy dikwyi dieren daar onder, die hun tot fpyze kon een üitueup eu, daar bun bxuou eu vowx* raad, dien zy mede gebragt hadden, fpoe. ! dig «p was m; akten deezen, benevens . eenige wortfclen en kru.uen , ht.n eenig voedzel uit i Doch Eïubandier was van een zwakgeftcf'r zoo dar bet flegie voedzel, dat hy h.er ge» \ noot;, het misten vatifterke,, gesiry'e dranken,, waar aan ny gewoon was; het vuile, onrene water, waar mede hy zich metst be.ulpen, weldra zyne gezondheid or.dermynde, en geheel om verre- wierp. Hier kwam nog by ue kwe ling en het hartzeer ovtr zyn ongeluk —— het bittere berouw over zyn. m-sdryf, dat hem onophouue-yk aan het hart kmagde, en de pynigenc.e bedenking, dat ny ook zyne braave vruuW met. z ch in de ellende geftort hadt, en nat ook zy om zyntri wille lyden moest. Daar door wierot zyn gemoed op bet hevtgftV aangegreeoen en gefchokr, he. weik wederkeering den nadeeligftcn invloed op zyn 'igehaams-geitel haut. Om" kon te gaan, hy viel in eene zwaare z>ck.e, en het eu.de van zyn ieeven feheen naby te zyn. Geene menfcnelyke ziele, behanen zyi e getrouwe egtgenoote,, hadt fiy tot zyi.' byft.md. Aan haare hulpe alleen, naast God, moest hy zcfa overiaaten. Jeanne washwnaile- , vriend oppaster, verzorgiler, b.egi vauer en arts. Zywenddede yverigfte po•> jrigen aan, enzonut de vu ungfte gebeden tot God op,, om di n beminden haarer zieie ie redden.. Dan alle haare* zo gen waren te veigeefM-h, allehaaie Traanenvoor zyne behoudenis gefturt , en ai ie haare verzuchtingen tot het Opper weezei» opge'zonden, vrugieloos. Ir: haare arm.n-gaf hy den geest,, en volbragt met vreugde zyne treurige reis doorditiecven,. om in de eeuwigheid eengeiukkiger lor deelachtig.te worden. Jeanne geleiduehem met haargebed tor aan den 111-üang indie bete-re wereio , werwaards zyhem eerlang hoopie te. volgen.—tot voor den troun des Eeuwi^eu». CH t Vervolg per na*;}} Oorlprong van het Fr^niche Spe> kwoordr Le CharbnKtitr cft taakte chtz-lui;, '[ De kOienbrandei is meester :n zyn hüi.s:)Fraiicifriu*. uch ttih*., kwkty, vai, 11 „i k-  .rok, .eens op de jagt zynde, verdwaalde hy I v "in een Boscü. D*j ïKChc.overval hen, het ; "re en.ie zeer fterk, en werdt zoo .dónkei e dat hy naauw'yks. de oooinen ontwyk-n kon f 'de.'. Geheel afgemat en doof fiat', wa.s zyne ,t "vreugd boven alle befehiyv.ng, toen hy ein- i 'delyk van verre een licht ontdekte. H ér ew£ hy op los, en kwam by 'eene ai m j ko'en branders hut. Hy ging'e- in, envon.d jéè'ae vrouw alleen aan den liaan zitten, die "hy om eeii nacht - verblyf en een we nie .broods bad. -De vrouw fronste hem zoo gc'ed zy konde, rot hair man te huis kwam. Dc koning feheen daar moede wel te vreeden , en zette zieh op den ftoel aan den haart .om zich te droogen. " Ten tien uuren kwam do .kolenbrander naar huis, afgewerkt hongerig en doornat; na uw y.ks béffierkVë hy' zyn gast, terWy'1 By zich' oe:z:g hielt met den régen van den hoed te zwaaljen. Eindeiyk zeide hejn de .vrouw .dar deeze;' heer dm een be.i en wat brood verzocht had. " Men kan hem dit ijeevtn" zeide hy onverfchillig; „ M.ar, Heei ! Gj 'zit op' rnyn ftoei: Le Charbónnler ejt mui' ire chez lui (de kolenbrander is mééster i'n zyn hu'S) " Dit bewees hy op. ver feheidene gronden. De Koning gaf hem ge .lyk, en plaatfle zicjrop eene anderen eilendig'en houten driepoot. Her avoodeeten werdt nu opgebracht, en hoe armzalig her was, zoo fmaakfè'gei * den koning toch beter, dan veeltyds aan zy ' ne K wnir'yke Tatel. Zonder, eenige na ! Wat is van u geworden. Is 'er dan geen druppel leevemgeest meer in u?" — Eendiepezucht was haar antwoord. Montavil toefde nu geen oogenblik, om naar daadelyke hulp toe te brengen. Hy haat den geneesheer, van de volkplanting met zich geb.agt. Deeze gaf aan Jeanne eeni»e krachtige geneesmiddelen, en bragt, door den waasfèm vm kruiden en.zweet uitdryvende middelen, eene fterke uitwaasfem'mg te wege. Door dit middel nam hy de vervuilling eri verftoppmg weg, het geen haare groote verligrng aanbragt, en welhaast in eenen zagten en geruï&n-Qaap deedt vallen. Toen zy wederom ontwaakte gevoelde zy zich 'eeds fterker, en men be'^on hoop op eene volkomene herftelnng xï krygen. Eene wel ingerigte dieet en ver- fcheidene afdryvende geneesmiddelen, deeden eene gewenscite uitwerking, zoo dat Jeanne binnen weinige dagen buiten alle gevaar was. Montavil vertelde haar intusfchen, hoe hy.op den inval gekomen was, om een* togt naar haar eiland te doen. „ Ik verftond ([zeide hy) van de bootsgezellen, die u en uwen man naar het verblyf uwer ballingfchao hadden overgebragt dat het climaat aldaar zeer ongezond was; ik kende het zwakke ligchaamsgeftel van Dubandier, en konde dus daaruit iigtelyk opmiaken, dat zyn. leeven niet lang van duur meer zyn konde; ik had daarenboven een voorgevoel,. dar, door de waarfchynlykheid verfterkt wierdt, dat gy hem overleeven zoudt. Deèze bedenkingen lieten my dag noch nacht rust. Geftaadïg zweefde my de doodsgedaante van uwen man voor den geest. Ook haar, die edele —- dacht ,ik dan — zal het ongelukkige luchtgeftel ter neder geworpen, hebben — hulpeloos en ellendig zal zy daar liggen, niemand zal. noch kan zidb haarer aantrekken; en zoo. i van alle menfchelyke hulp ontblootte zyn..... Welk een verfchrikkelyke ontzettende toeftandl — myne ganfche ziel beefde, voor: 'deeze fcbildery terug. Eindeiyk beflootik u te g aam bezoeken, en u te redden, indien zulks flegts nog in myne magt ware. Ik ging, by den capitein, deelde hem myn befluit mede, en verzocht om eene boot, en' om verlof van den geneesheer der volkplanting mede te neemen. Het een en ander wierdt my- toegeftaan.,, Gy vervult „ eene pligt-der menfchelykheid zeide „ hy —- en het is de myne, u daar in, naa vermoogen, behulpzaam te zyn." Wy voorzagen ons - van. krachtige leevensJ middelen en artzenyen. Daar op begaven wy ons op den- weg; zochten uwe hut langen tyd te vergeefsch op het eiland, na dat wy aan het zelve aangeland waren; eindeiyk kwamen wy hier heên, en vonden dezelve. De grafheuvel vóór de but, met eenen fteen gedekt, deedt my. terftond befpeuren, dat myn voorgevoel van den dood • uwes mans bewaarheid was. Ik zag naar ' binnea in-de hut, en-—-ook hier hadt  B Y L A G E N N°. 3r. BEVATTENDE DE Huishoudkunde, Akkerbouw, Tuinbouw,, VEEf eeld, &C. &C. Hoe men Cenferf van Roozeknoppen zal maaken. JVjfen neemt de knoppen van roode roezen eer dezelve zich ontfhiiten, die wel uitgezogt en van het groene en witte gezuiverd zyn; een pond daar van kookt men in drie ponden regenwater, dit doet men door een zeef, de roozeknoppen zacht uitdrukkende : Dan floot men de roozeknoppen dat ze byna vloeibaar zyn geworden. In die tusfehentyd doet men twee ponden van de witfte fuiker in dat uitgedrukte water waar in de roozeknopjes zyn gekookt, en die kookt men tot geen te dikke fyroop. Men zet het van 't vuur aft en roerd 'er de geflampte roozeknopjes met een houte lepeltje onder, zet het wedeTom op 't vuur, de conferf geftadig zoetjes roerende, om de vogtigheid te doen vervliegen , tot dat alles een redelyke dikte heeft verkregen j dan doet men het in een pot om te bewaren. Dit is extraordinair goed voor den hoest, tegen de walgingen , verfterkt de maag» en bevorderd de verteering der fpyzen. Van de Gelten* ©e Geit is een bekend viervoetig- gehoornd dier, dat veel melk geeft, zytide het wyfje van de Bok. Op fommige plaatfen, voornamelyk in bergachtige landen r alwaar niet veele weiden zyn, voeden de landlieden geheele kudden daar van op , j plaats van fchapen. fien regt goede \ Geit moet groot van gefialte zyn, breed van agteren, glad en zagt van haair, groot van mammen en hoog op de poten; de witfte worden gehouden het meeste melk te geven; maar die, welke geen hoorns hebben , worden het meeste geagt; een Geit word zelden boven de agt jaren oud, en blyven-, werpen tot het zevende jaar, maar de ftailingen moeten rein en zuiver, gehouden worden. Men behandelt ze gelyk de fchapen: men doet ze door een herder uit en te huis geleiden; doch ieder herder moet maar 50 Geiten onder zyn bewind hebben, om dat het moeijelyk valt de Geiten in bedwang te houden, zynde veel wilder dan de fchapen :, in tegendeel weten de Geiten beter haar voedfel te vin« den, zelfs in de allerönvruchtbaarfte plaatfen, etende tot de bladen van de bomen, doch zy lopen liefst op de heide. Des winters voed men ze met boombladen, allerhande drooge groentens, kool, rapen, enz. Het vyf-vinger of vlooikruid , dat zy graag lusten, ftrekt voor dezelve tot een algemeen geneesmiddel, en om ze veel melk te doen geven laat men ze grazen wanneer den dauw nog op het veld legtj doch men moet ze 's morgens en *s avonds dryven ter plaatfe daar ze konnen drinken j en des winters moet men ze warm- hou. den, om dat de koude voor dezelve nadeelig is. Zy geven, geduurende vier of. vyf maanden in 't jaar, veel melkdaarom melkt men ze 's avonds en 'is morgens»Wanneer een Geit twee jaren oud is-, en dan tochtig word, Iaat men ze in de maand' November van de bok befpringen, op dat ze jonge groente zoude vindea als ze werHfc pen?  ( fé> ) pei, len einde dan veel melk te geven. Een gutde Geit werpt gemeenlyk twee jor.gtn; men moet zorg voor de zwangere geiten dragen, en ze dan wat goeds geven en warm kouden, want een Geit werpt met mo.ite en moet dan vtel uitftaan; en eenige dfgen, zo voor ais na hec *erpen, geeft men ze hooi te eeten. De jonge Geiten worden "even gelyk de lammeren opgevoed, en tntn kan de jonge bokjes , zo 'et te veel zyn, verkopen om ze te fligten, maar het is best de jonge Geiten te behouden om de kudde te vermeerderen. De Geiten konnen veel voordeel geven, uit hoofde van de melk, die veel ponder en voedzamer is dan die der koeijen, en ter plaatfe alwaar nun gebrek aan wei den heeft word dezelve in plaats van koeijen melk gebruikt ; *y word zelfs vbp.t teetingachtige zkktens geordonr.e.rd, voornamelyk voor zwakke kinderen, zynde zo zwaar niet als ezeliune melk, welke vee-Ie menfehen niet verdragen konnen; wanneer een Geit wel gevoed word, geeft ze vier pinten melk alle dagen. Op veele plaatfen in Duitschland en Vrankryk, maakt men van de Geitenmelk niet alleen boter, maar in Languedoc en Provence ook kaas, die zeer gerenomeert is. Het vet van bokken en Geiten geeft fineer om kaïtsfen van te maken, en het geitenhair is van veel gebruik tot het maken van bouracanen en camelotten. Het vleesch van een jorge Geit, die niet boven de zes Maanden oud is, is zo teder en delicaat als Aft van een lam j (trekkende op het land tot een groote vervulling, te meer om dat ze weiiyg van ondetnoud kosten, Rimidiln voor Paarden. Als etn Paard Bevangen is. De Bevanging is een ziekte welke de Paarden veel onderhevig zyn. Het is eigentlyk een hoofdvloed die digte by de verkoudheid komt, veroorzaakt door de verftopping uit het al te fterk zweeten voortkomende, en dan fchielyk te drin^ ken, zo dat het daar door bevangene paard niet dan met fmerte en moeite kan gaan. Nu kan die kwaal ook ontdaan dócr al te fterl; werken, wanneer men net pjaid koud laat worden, of hem na het paardewet geleid. De paarden welke men langen tyd in de Staï laat blyven, en te veel haver eeten , konnen Jaar van bevangen worden; want de bevanging is dikauals vergezeld met eene vetftnelting ; maar de allergevaarlykfte bevanging is, die gepaard gaat met koorts. De paarden die alteen van vooreo bevangen zyn, konnen ligtelyk genezen worden, maar het valt veel móeijelyker wanneer alle de vier poten bevangen zyn , want dan willen ze niet voor nog agter uit zich bewegen, en begeeten ook niet te eeten. In deie kwaal moet men voor eerst bedagt zyn, om te beletten dat de humeuren , in de zenuwen en (pieren der beenen vetfpreid, niet op de voeten vallen. Men gaat, om die ziekte te verdry ven , best aldus te werk: Zodra uien de bevanging gewaar word, moet men het Paard aan den hals doen laaten, en een half pint brandewyn onder zyn bloed uiergen. Mee dit mtngzel wryft men de pooten onder de knieën, giet hem in de beenen en rondom de kroon, lauwrier-oly die wel terdegen heet ij, en men bind 'er vlas en fpalken vast over heen; een half uur naderhand doet men het paard twee oneen tbetiak inzwelgen , nevens vier oneen zout van geftoten wynfteen, ontbonden in een pint witte wyn: Men moet hem twee uuren lang opgetoomd laten ftaan , dan zet men hem een klifteer met twee oneen Sal poli' rxest, geven hem zemel en gekfpt ftroo te eeten, waar na men het gebruis van de voorige geneesmiddelen herhaald. Zo het kwaad op de voeten was gevallen, dan zou het beste hulpmiddel zyn, de aderen van de hiel van het paard toe te binden , en *ksU^en Ko v den maar heeft hetzeive by proV1fie met op de ff«iam^ ttï beziguging, en eene daatom in bovengemelde Boek- en ^or^vlV )k £en af[liuk van dit Pourtrait. lyst van deelneeming gezonden; bovengemelde, of hunne ge- ^e^Sï^^^^'^ Z5er fCh0°ne afdlUkk£n ï fS? W^BBEGENteareda, ia ^«L^^ * komen, en alöm verzonden: F. van ° e r ™ Y * als mede 0ver de middeheerfchende FWtairt«?i te Breda, «ntydej« ^^^rèc v DÈR Mu. delen daar tegen gebruikt, a ƒ 1 Hnor(J,aüde Voikziektens, als meestal in in deeze twee Verhandelingen zood ange ^ Jz°0^erheid J>est en Scorbul, Legers , belegerde Steden en Hosp aaien K«i y 00Izaaken, ea de ge., xnel derzelver toevallen en *odificati^^ vertrouwt de TJicgce- jnakkelykfte middelen daar^gen .?^£^g ^Izrigenoo**. en voorïl ver, dat eene Vertaaling van dit ■ller.naim8" ,\kiDK'hebben, niet dan ten uiterften hun, die op de Geneeskunde «"g«BB J breedvoerigere aanbeveeling van dit, aangenaam zyn kan ^eshalven hy ooï g ( Wejk alhkr nodig keiirt by de Geleerden alleszmts bekend en g» Zoom ven uit en hebben alom de meest bekende Zangwyzen. RnNKHORST te Bergen op Zoom, zyn gedrukt 3,-jn'ds la jeüne die gcvuttcn of van een Paard geflagen is 6fc. Stryk tweemalen daags en yt zal geneezen. (Het Verneig bier tw.)  * * De GODSDIENST afgezonderd van den STAAT, of Proeve ovêr de NoodzaakWhïidLr^i Sm van alle Heerjcbappy van den Godsdienst in eene vry e Burgen ' 52 ^ CwUfc der Nederlandjcbe Rep» " If lil eenvriend van Vrybeid, Gelykbeid en Godsdienst, in gr. 8vo. Du uumun. " nd' Werk en dé^euende' ovérweeging van ieder vryën Nederlander overwaar" JS h HedS by D'.DU MORTIER en ZOON te Leyien, van de Pers gekomen, " gbv hn„ n hunne Correspondenten in de andere Steden a ia Stuiv. te bekomen. * ^coLtc /,hi7eeren dezelven met het beste fucces : I Stukken van den Burger J. " Soften uTThe Franschin het Nederduksch vertaald, uitteg even: Me de Werk. ; v'b^ILLEM w» bergen « »«d...i, « bekomen en beef,: ,lom ™<»»<^; D.'grLe konmgsmare«f , » S B-Jjr». «^gKÏ.' SS hooren, mag gerangfehikt worden. iJe öcnryver orui« r orooten Schiller in zynen Don Carlos; hangt een tafercel «P »° *^Wkg ^ fit dwang-, eerzugt, belang of andere beweeggronden, WPgegan vorf n toont ïie. uit aYn, de ysfelyke g°evolgen, die zoortgelyke vereen gingen ma « b voe ,en, daai hy daarentegen by gevolgtrekkmg overtuig nd bewyst dat ^"gmg Van een edel en onbedorven nart, de beste leidftar is tot een voimaakt en gelukkeg 5a?BykvA« RIEMSDT1K en vak BRONKHORST te Bergen opZoom , zyn nog; eenige * Exemplaaren te bekomen en «torn ve»gnjen^-n : ^ ({ ^ X. Vaarwel aan het Bergen op Zoomfche DeP«temra door B. BOS€H. — Een Dtchtftuk, by £^e^%mMc Departement mtgevan Bergen op Zoom naar Zaandam begaf, w gemciuc s JËfcSta. over de Beftemming van den Mensch ten «rge« Ken VST^ gBevol°g^endrv^ ^e^rpligtingom tot Nut van * Algemeen te w*»;te5W */lOSCH, fttsfend^fltaflt te Diemen; met een gegravee de Tj'^1^' Mediaan Schryfpapier, a ,8 Stuivers. — Deze Verhang ^iSer fnwX geod Dicbt^heeft de Heer Boscb ^-V-^^^^^^^n fiog van het Bergen op Zoomfche Departement van het Genooilchap i« «« wn ** Algemeen. »£tei* b«W.?A» en te *w*n e? Zom by Vi.» RIS MS DTK ft  C 23i ) g^Sa ton, rykelyk befchenken vo,n hunnen getrouwen dienst. NUTTIGHEID DERKRAA1EN. dS dertpïeïenóln tot zich trekt zoeken tropiwyze'hun voedzel, cn werken geSeoXK 't bouwen van hunne woningen Byzonderiyk verknogt aan ruimeland gen. _cy* i boschjes, nesteion zy wooningen ™W™J^e b0Jjmen, en nooit ^ZëïScl groote boslchaadjen; 1 zoek, '"vonds en i ™ 8 ■ , worüt mooie dag zy , of waauy > eene laqgduur.ge,°"Jj^2s vasten ft leerd, dat ^^i^gen van de & tan maaken N^et ^ aHe an winterkoude, P™^eger., doorgaan re vogelen, cdo^imaand. Dit verrigt z niaastvanSproktoma. & ^ de, indien het^weer £ kkcD> oi burne oude wonugen begir verbouwen; en oe P g ^ vr „ieuwe huizen a.n te BB ontft gaat dit m 't werj? > evegten, De h ■°nlften 1L Öf eindeiyk het werk wordf de rust en vrede der za jesven. Betwlvenow op beler papler/ rot dat dezelve bekwaam zyi ren te verlaaten. Landman Van geen klein belang■ voor c. ^ in de behoudenis van derae vo ^ de Weilanden V&PgJg^ voor de gelukten, die zee ^el-b g^ meer dan zondheid van het Jec' , , ynde, doen koorn, hun-^fj^fl£ bouwlanden. Ze zeer weinige lenauc di van Zeker Landman, eenen Akker, , Kraaien veel bezogt w.e d , |^fchil^; bezaaid hebbende.■ wen"g , I dezelve dood te iehieten, indien ny & 1 zaaide wildef ^^/op de 'zen^aad; ' n°SfhAnS' glsyvS ovefvloedigtr dan die i- zyn Oogst was veci u Kraaien van . iner naafte buuren , die de: ,n hunne landen ^^^^ ' iaï een kleinen ,e verzamelen ze, in ^e v°°ch dft gefchiedt uit e. voorraad van Boonen , ^^ne d, en bloote noodzaaklykheid. lx hunn ^ ^ n- ft, behoefte warmee,dt,, grond ;e. beletten, fikken cn won dg toe_ at byéén ie verzamelen, neeme ^ ^ fte vlugt tot de Broo« Ycgen Hog ^ ie wat ze kunnen magtig, w 1|)fekten fn zy gefteld ^° ™DUeï, dat men yr- kan inzonderhe^daar uu d y , ze hen altoos m groote my u nen landen, w den ™U1& een ge- ;dig fterk daauwt. Waarom dan -so ^ , 4Leen vcotoordej gC*n£6 |yn> vef< rijen begrip, dat zy een k. dierifcn ter ver- nen- ._  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. Nï. 34. Zaturdag den 25 O&ober 1794. M I L O N VELDZANG. cün kwam, met zynen Zoon Lyci. üai vwPhiltmon's Akker, daarzy 't kuorn n daghuur (heeden. Hy was arm, dog ge neegen tot we'daadigheid, en wilde ten minften-, met zynen arbeid helpen, den geenen, wien hy geene andere hulp bewyzen kon. Wy zyn arm, zeide hy dikwils tot zynen Zoon, maar de Hemel heelt ons gezondheid en kragt gefchonken: dit zyn onze rykdommen, en met dezelven, moeten wy onze noodiydende medemenfcben, even gereedelyk, als anderen met hunne goederen, byftaan. Om aan hunne wooning te komen, moesten zy eene vlakte voorly, aan den ingang ▼an her Woud geleegen. Op den hoek ee fles Akkers, op den welken, 't reeds goud geel graan nog metftendeels ongefr.eeden ftond, vonden zy eenen aibeider, op de. eerfte fchooven nedeniggen. Zyn Sikkel was hem uit de hand gevallen; en hy lag als geheel uitgeput, met een kwynend gelaat naar den Hemel gewend, ie klaagen. Ach! zeide hy, mogt ik wepfeben, dat de dood een einde van myne fmerten maakte* Maar myne arme kinders, voor u zoude ik. wenfehen te leeven, indien de Hemel my maar kragten lchor.k, om voor u 't fchaars, en in bittere traanen geweekte brood te kunnen winnen! — Milon trad naar hem toe, en zeide; waarom treurt gy zo bitter, myn goede vriend ? O dat ik u helpen kon r Geen grooter vreugd kon my de Hemel fchenken. Dametas. Ach meedoogzaam Man, de Hemel heeft my 't leeven verbitterd. —? Maar teegen den Hemel wil ik niet klaagen. Hy fchonk my immers ook, alles wat my te vooren, 't leeven dierbaar maakte. In 't midden eenes behoeftigen ftaats, heb ik het geluk gefmaakt. Eere vrouw, C ach! Zo lang ik leef zal ik haar verftee beweenen;) en twee lieve kir.ders, waaren de brormen van myn ger.oegt-n. En deeze kleine Akker, gaf ens een bekrompen, doch te naauwernood toereikend beftaan. — Maar nu is zy nier meer, de eenigfte hulp die ik in de waaield had! Myne kinderen zyn voor altoos, van de zorgen hunnerteedere moeder beroofd! Zy zyn nog te klein om den fikkei in hunne zwtkke handjes te kunnen houden; en ik, hunne ongelukkige Vader, ben zelf niet meer in ftaat, cm hun 't leevenïojjderhoud te bezorgen. Eene  ( 133 ) heevige koorts verteert myne kragten. Ik ó ES my naar mynen akker, gefleept, om uit, v< ltS fchoiff» ons laatfte middel van De n S in te jÜamelen; ipaaf de httte en de; d «b ld vervroegden den aanval myner kwaa-, t le- en nu moetik ook deezen laatften zeeg-1 een des Hemels laaten verloeren gaan'. Ach . d Lne kindertjes, wat zal er nu van ons ar- b me verlaatene elendelingen.wordend- . ld MUoh Gy doet my 't hart vm medely- j_z en droéfrrëid fcheuren-ï — waar is uwe wooning, detrnis waardig Man? v SfliwVwr, In 't gindfchë .Woud. Wy zvner niet ver van daan; maar nu kunnen my.. t ne kragten my zelfs zo wyd met orengen. \ Lik nor een weinig zal hebben uugernft, 5 da, zal ik er my naar toe fleepen, om mySe otmoozelekin 'ertjes nog eens te omhel- J zen. eri dan met hun te fterven. , Ml Ion Schep moed myn vriend! De Henel zal u niet verlaaten. Wy zyn zelfs behoeftig, maar wat wy kunnen, zullen wy ?Si;UA P»« -'^Stlyf « S»5 fflH? ||: het naaft den armen Damétas neer Kom yeide hv myn vriend, leg u hierop neder. Wy zullen 1 naar uwe wooning draagen, zeg ons flehts noe wy moeten gaan. Damécau Acn goedhartige Leden, de H ^Tver èlde üwwaldaadig voorneemer* tvSSumei, o« elen^te geen oogenblik van verliezen kont, om voor ■ uw ei-en beflaan te zorgen. a**£m Kom myn vriend, mten wy u maaf ffien^wy onzen noaaiydénd#% zorgen, indien.! _ En is dc vreugd demenlchniei erUaten. Valln^r°" verkwikking, dan de zagtfte Stom "eg u fiegl op dit draagbed ne dAÓh' Zeide Damétas, terwyl een fhau Ti i u„i p-enoesen, hem voor een oo^bl"oP ' bSegge'aat zweefde; welk lerie velagting in myn droevig noodlot, ÏS%sn m^oogfaa.1» menlch te vinden, die my niet verlaaten wiM Ik kan 't uniet vergelden; maar ue Hemel, de goedertieren Hemél, die zig alles wat men aanélendigen' doet,, byfonder aan wil trekkVn, zal 't sjewis vergelden. Onderuisle'ien hielpenM'lon en zyn Z > w den zieken . Damêias op 't draagoeJ , en brasten -hem naar zyn huis. Toen zy hem daar, zo góed a s zy. konden, had»4b|verzorld', gingen zy weder uit het .Wuud. • Myn Zwn, zéfMtlon, in welk een dros-. vigeri élehdeftaat zaagen wydien Man, met | zyne onnoozele hulpiooze kindertjes! Het I breekt my 't hart, als ik er aan denk. LaaI ten wy hem helpen, daar wy hem tog met arbeiden helpen kunnen. Lysidas. Ja myn Vader, laaten wyhemhelpen. fchoon wy morgen vroeg weer aan 't werk moeten gaan, kunnen wy tog nog wel eenige uuren, van onze ruft afbreeken. Laaten wy 's Hemels dierbaarft gefchenk, op den Akker van dien armen Man niet laaten veriooren gaan. Zy gingen terftond a'in 't werk. De y^er der weldaadigheid gaf hun nieuwe kragt; : en de Maan, die nog vry hoog aan 't Hei me.welf ftond, leende hun haar vriendlyk . licht. Onder 't fnyden, zei Lycidas telgen , zynen Vader. Dit graan is zo ryp, en 't weder daagelyklch zo warm, dat men 't : niet fch'^lyk genoeg kan inzamelen. Dat wy morgen aan Phillmon verzogten, eeui, n-e uuren vroeger uit ons werk te mogen fcheiden? Hy is toch niet onbarmhartg, y en wy konnen hem ook zo veel minder r daghuur vraagen. Ik zou dan van onzen buurman Mênalkas eenen waagen leenen, u en wy konden den armen man zyn graan s t'inrs orengen. : Miiïn, Geen grooter vreugd, myn Zoon, d geen lieflyker ftreelend genoegen, kan ik op •t deWaareld fmaaken, dan dat van in u een e weidaadig hart te zien. Ja laaten wy mor; gen wederkomen, en den armen Man zyn grran t'huis brengen. Hoe verheugd j zal hy zyn! Wy zullen zyne elende, len 3- minften voor een' tyd, opfchorten. Ik Zy werkten nu zo yverig voort, dat zy i, twee uuren voor 'taanbreeken des dugeraads, i. ai 't koorn van den Akker gefneeden hadden.  C 134 ) den. Toen gingen zv eene korte ruft neemen;-zo ras 't gez uig der Vogelen, hen weer naar de nat bedauwde velden riep-, traaden zy ofl weg naar "Philemon's Akkers, daar zy -nog op hunnen tyd aankwamen. Zy werkten tot op dm middag, en deeden toen hun verzoek» Philemon, ftond 't hun j gereeilyk toe, en g.it'-hun-eenigen voorraad eii ververletimg, voor den armen Daméias mede. Deeze was ondertusfchen, -den geheelen dag, door zyne Ziëkte in huisgehouden. 'Teegen Jen namiddag, ging hy eenige wil de- vrugren zoeken. Zyne kinderen verzeldcn hem. Nog te j.m- 0:11 hunne elende te voelen; Ipeeklen zy wel te vreedon rondom hem; en trokken ook fomwyien zyne gedagten, voor eenoogenb.ik. van zyne on. gelukken aft Hy was nog niet verre van zyne hut, toen hy Milon met zynen Zoon ontmoette, die hem de eerftelingen zynes oogfts kwamen t'huis brengen. Wemig den kende dat dit hhn voorneemen was, zeide hy tot hun. Weldaadige lieden, de Hemel zeegene u, voor de hulp die gy my gisteren avond beweezen hebt. Maar zyt gynu verdwaald? Hier loopt geen weg door. Zegt my waar gy heenen moet, zo zal ik u ten gidfe ftrekken. Dat ik u ten m nften deezen geringen dienft bewyze! MUon. Neen goede Dametas, wy zyn niet verdwaald. Gisteren avond, na dat wy u in uwe hut gebragt hadden, gingen wy naar uwen Akker, en fneeden uw koorn. Nu heeft Philemon, op wiens land wy arbeiden, ons vergund, wat vroeger uit ons: werk te fcheiden, om u uwen ooglt te ko men t'huis brengen. Teevens gat hy or.s deezen voorraad en ververlchingen voor u mee; en hy zal u ook in 't vervolg nfet verlaaten. , , 'De goede Man ftond daar, verwonderd en verrukt, met gevestigdeoogen op Muon ftaarende. Ach Hemel! Riep hy eindeiyk uit, zo hebt gy my dan nog eene uitredding in myne elenden verzorgt. Komt myne kindertjes; omarmt de knien fvan onze weidoeners; zy hebben uwen Vader, en uw zelven 't leeven bewaard. Hy ligtte nu zyne kindertjes op üen waagen » en liet bun | de knien zyner weldoeners omarmen. Zy i fchreiden allen, van verteederingen vreugd.— 'Welk een Hemelfeh genoegen, kunnen i Deugd en welJaadigheid, zelfs in den behoeftigften ftaat, doen fmaaken!Milóh en zyn Zoon,, bragten den geheelen oogft van (den armen Damétas, gelukkig binnen; en Philemon bewees hem verderen byftand, tot dat hy hem geheel uit zynen armóedigen ftaat gered had. d e WELDAADIGE JONGEN. Welk een naar gekerm hcor ik aan den oever van igindfchen toegevrooren watergang ? — Mooglyk een onvoorzigtig fchaatsryder; —. laat ik my dèrwiards (poeden, misfehien kom ik nog by tyus om hém te redden! Maar het gekerm houdop. Zhi 'c reeds te laat zyn? — Ongelukkig ■dat die hobbelige, ongebaande weg my belet fohieiyker, voort te komen! Noodlottig ware het, indien dit myne hulp vrugt- loos maakte? Doch hangt niet alles van de ger'ingfte omftandigheeden af? —. En — is 't ook niet in den grond om 't eeven, ais een doelwit tog moet worden bereikt, of het door geringe, dan wel door gewigtige middelen bereikt woTctë? Een vlieg kan zo wel als oe veffeheurende leeuw een üoodlyke vyand zyn — Miar agter die ftr'uiken hoor jk dezelfde Hem weder; — 't is eene kleine jongen, hy fthynt reeds gered, een ander weinig grooter dan hy zelf ftaat.by hem; ongemerkt, door deeze Kruiken bedekt, wil ik toëluifterenl — Daar ry dus middel vond om u zelfs uit het water Te redden, hoe is 't dat gy nu biet verder komen kunt ? — Ach de felle kou deedt my de natte kleederen aan 't lyf bevriezen ; ik ben geheel ftyfeii verkleumd ; — Ik heb ondraaglyke pyuen, in alle Ue leeden^ zy weigeren z;g aan de beweeging. -— Ik kan geen voet meer voor den anderen zetten, en 6 moet  ( £37 ) Ei! hoor, hoe, na myn' dood, myn goed verdeeld moet zyn. Voor eerst, myn oude hoed, die dan, naar allen fehyn, Niet meer tot dekking van het hoofd gebruikt kan worden, Maak ik aan Modeflaaf, een heer van fmaak en orden: Hy, die zich dag aan dag met nieuwe modes vleit, Vc'rkrygt ligt voor zyn' naam , hier door,.de onfterflykheid$ Want wil dat fyn vernuft een hoc.1 vol gaten dragen, Dm zwicbrde Hmry Quatre, en binnen weinig dagen Gaat elk, die eenig sins der mode trouw belooft, Met een' doorluchten hoed op 't herfenlooze hoofd; ' En hy, die de oude dragt voor nieuwen fmaak deed zwichten, Ziet h'aast ter zyner eere, een zuil van hoeden ftichten: Hy die een' nieuwen tooi, hoe flecht die zy, verzint, Wordt,-als een fchraqder brein, geliefkoosd en bemind. Myn lokkclooze pruik, die thans de zwaare flagen Der havenende kam niet langer kan verdragen, Maak ik een' fynman, die van pracht en tooifel gruwt, En denkt.* dat hy het kwaad, voor 't oog der waareld, fchuwt, 'Zoo hy zyn buichiaais houfd en de onüitwisbre vlekken Van fchyndeugd, met een lange en losfe pruik kan dekken, lk maaK myn flechte py, door ouderdom vergaan, .. ^ Een ryke fchoonheid, vry van ydlen trots en waan, Indien 'er zuik een nog in Neêrtand wordt gevonden; Zy kan in een gewaad als dit het best doorgronden, Of meer haar fchoonheid, dan haar rykdom, ftaat of pronfc-, Een bende minnaars in haar ftalen boeijen klonk. Myn das is voor een' man, die dreigt zich op te knoop*.. J Doch vreest, dat hy zuiks met zyn leven zon bekopen: Hv neem' haar tot een' ftrop , Reiuat, in dit geval, Dat zy wis breken moet, en hem met fmoren zal. Myn hembd befpreek ik aan een' heerfchap, wiens vermogen. Door dobbelfteen en kaart, naar elders is gevlogen, Die fehoon voor 't oog de pracht in al zyn kleedren zweeft, Ter'nauwenood een hembd aan 't maagre lichaam heeft. Ik maak myn fchoenen, meer dan twintig jaar gedragefi, Die door hun ruime leest geen ckuerüogen plagen, Een*  C 138 ) Een' ouden hompelaar", een' ftyven pódagrfst, Een, die in Bicchus dienst zyn welvaart heelt verkwist. Myn napje, daar ik fteeds myn duiten in ging garen, Kin aan een broodpoëet een merklyk voordeel baren, Wen hy den loon eïscht voor 't gedrocht van zyn verfhnd, Dus komt het juist van de eene in de, andre beedlaars hand, Myn' flaf moet, na myn' deod, een oude Zeeman erven : Daar hy, die in zyn jeugd den aardbol om moest zwerven, Nu oud, verftramd en ftyf en zonder geld of goed, In fteên en dorpen om eene aalmoes vragen m^et, Zy hem die ftal* ten ftut, in 't uittetst' van zyn leven. Myn bedelzak worde aan een' gierigaard gegeven : Kan hy dien vullen, fchoon van gaten ruim voorzien, 1 Met> zyn gewoekerd goud, dan zal zyn gouddorst viiên; Want zoo onmooglyk als die zak is-vol te maken, Kan ook een gierigaard* zyn vuige fchraapzucht Haken. Het geen ik verder, met myn' dood ontruimen mogt, Zy, na 'k begraven ben, terftond byëen gezocht; Men doe het voorts door een' der Isreis kindren halen, Die met die kramcry langs markt en ftraat moet dwalen, En veilenze aan het volk: misfehien, dat, hier of daar. Een kaalgeplukte gans, die zich, in 't openbaar, Zou fchamen, om het kleed van andren aantetrekken, Zich met myn oude plunje, in 't heimiyk, zal bedekken. 'k Verdeelde dus myn goed in mynen wintertyd, En bid, dat hy, aie, na myn' dood, my vind', zyn vlyt In 't werk moog' ftellcn,.op dat myn verkoren erven Het deel, 't welk dit gefchrift hun toewyst, rasch verwerven. Voldoen zy verder aan het gene ik hier begeer, 'k Leg dan myn hoofd gerust op 't nedrig kerkhof neêr. Heb ik misfehien den pligt eens armen mans verbroken, Of heeft myn Testament naar zedenleer geroken , Wie weet niet, dat het nooit een' braven mensch verveelt. Dat hier een Bedelaar voor zedenmeester fpeelt ? Ligt vraagt men : is zyn wij wel ftiplyk naargekomen? Ik heb, tot heden, daar geen tyding van vernomen» V m  VADERLANDSCHE B R A A F H £ I D. In de maand April des jaar 1793 trok - ken eenige Hanoverfche troepen, door een gedeelte van Gelderland, naar Brabant. Een hoor) Ruitery nam den togt door Zutphen, en moest, dewyl zy daar éénen dag entwee nagten zou uitrusten, by de Burgers huisvesting ontvanger. Order anderen kreeg' Hendrik Jan Beuèttèfn'f, Krankbezoefcer der Stad, ( van wien eene fchoone Verhan-, deling in de Werken van het Haagsen Genootichap geJeezen wordt) eenen -jongen Heer, Hanker gebeeten, met zynen knegr, onder het dak. Deeze, pas in huis gekomen en gezeeten, beklaagde het verlies zyner goudbeuis. De ander, dattioorende by de eerfte intreede, wist niet jwat daarvan te denken; maar uitgaande, en verfcheiden Hanoverfchen by andere zyner vrienden ontmoetende, vernam hy, dat de Heer Hanker indedaad dat verlies geieeden hadt. T'huis gekeerd zynde, en met zynen gast praatcnde, kwam telkens het beklag zy*er beurs boven: dit duurde den geheelen avond, en ook den volgenden morgen, niet geheel zonder reden, daar hy te veldetoog, waar geld eene noodige zaak is, en hy van zyne ryke Moeder, eene Weduwe in Hamburg, niet zo fchie'yk eenehieuwe kon ontvangen. Dan, wat gebeurt er! 's Voormiddags van den volgenden dag, tradt een Hanoversch Corporaal meteenen Landman in huis, Deeze vraagde den Heer Hanker, of hy eene goudbeurs verlooren hadt, hoe dezelve van gedaante ware , en welk geld daar in ? Eene korte be jchryving daarvan gegeeven zynde, haalde de iübdhran» Hendrik van Gu/ik geheeten, woonende te'Bathmen, een Dorp in Üverysfel, drie uuren van Zutphen geleegert, de beurs voor den dag, en fchuddede die op de tafel uit. 't Bleek, dat 'er zo veele gouden ryders en dakaaten in waren, nevens een Heu¬ veltje, als de eigenaarhadt opgegeeven. Maar deeze, verbaasd ftaande over .dit gezïgt, wist niet, ofhy zich meer moest verwonderen over Je braafheid van van Gulik, dan blyde zyn met degelukkige terugkeeringvanzyrie beurs. Aanftonds gaf S:y denzelven eene vereering, deedt hem nederzitten, en begon verder met hem te praaten. van Gulik verhaalde, dat hy, de beurs gevonden en aan zyne vrouw vertoond hebbende, het vo'gende gelprek met haar gehouden hadt:,, Wat zullen wy met deeze beurs doen ? Als wy in een vreemd !and waren, en ons geld daar ongelukkig ver* ooren, hoe gaarn zouden wy zien, dat hy, die ze gevonden hadt, ons-opzogte, en we.ler ter hand ftelde! En welken zegen, zo wy deeze houden, zal GOD ons geeven op al dit goud! •— Koom, liet hy volgen, intrek myne kleederen aan, volg het naar Zutphen getrokken Regiment, en zal zo langzoeken, tot dat ik den eigenaar vinde." Dit deedt hy, en ter Had inkomende, fprak hy den Corporaal, dienhy eerst ontmoette, aan, vraagende, wie der Hanoverfche Officieren eene goudbeurs verlooren hadt ? waarop deeze, van 't geval bewust, hem tot den Heer Hanker bragt. •— Zie daar eene daad, die Hendrik van Gulik, Bakker te Bathmen, de hoogfte eer aandoet, en niet vergeeten ■mag worden. —■ Daags daarna toen jde Hrnoverfchen zich op de parade tot het vertrek bereide, ging Beuzekamp nog eens het laatfte vaarwel aan den Heer Hankir zeggen, en vraagde tevens, waarom hy op den muur zyner fiaapkamer zynen-naam ge. fcreeven hadt met potloot, waarop de andere antwoorde, op dat gy aan my zoudt gedenken; en tevens verzogt hy, dat Beuzekamp in een brief aan Meviouw Hanker te Hamburg een getuignis wilde geeven, hoe haar zoon het aan deszelfs huis gemaakt hadde. Dus woonde ook de kinderlyke liefde in het hart des Krjgsmans. De ander fchreei' den br'ef, die ongetwyfeid de Weduwe zal getrooit hebben. T'v Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST, te Breda by - vak BERGEN, en verder aiöm.  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN. m. 36. Zaturdag den 8 November 1794. d e T E M P E I» des .. R Y k D o m s. D e bovenmaatse gretigheid, met welke tle Menfehen na Rykdom ftaan, hieldt laat m den avond mijne overleggingen btzig. Hier op volgde een z;,gte lluimering. Mijne verbeelding , voi iJiurukken van de beelden wel ke ik my gevormd had geduurende myn peinzen, geraakte vaardig aan 't werk. Ik bevond my aan den voet van etn fteilen Berg, vol klooven en uitftekken. Op den Bergtop vertoonde zich eenT.rnpel vanicuter Goud, vercierd met tene gioote verfcheidenheid vanPaarlen, Diamanten, en ander Edelgeiteente. De Poorten wartn var het doorichynendst Kristal; met eén woerd, het was het fchitrerendst gtbcuw, 't gttn coii menfehen oogen aanfcrx'twden. Aan den voet des Bergt ontdekte ik tere veto azende menigte, beflaaice tut \eeltr Jei Volken, ftaarence met upgefpaice otgtn 1"" 'UJ"«ryk verblyf; hun beuticertce •m na 't zelve op te kJ.oimes, Eenigen vingen dit werk aan met groot© vaardigheid, en maakten, geholpen door eene Godin, de Fortuin geheeten, een verOdaztnden voortgang; doch ik mtikie cp, uat de zwakken en onftandvastigen hun welhaast verlieten.; zy kwamen met veel (helheids nederwaaros, verminkt, gewond, e» te leur gefteld- Ik ontdekte ock, dat deeze Perlbonen, aan den voet des Beigs, ont arw. gen wierden met eene kwaadaartige vrergde, door ue zodamgtn, die eene dtrgc'yk» kwaiyk gtfjaagde Fct.girg, gedaan hïdden, of ilegts weinig ver in 't klimmei: gekomc» waren; tm dat, wanneer de eerstgi melde» gelukkigvordeiden, zy dezuiktn, oie zy ag* ter zich lieien, met tm zigtpraalecde houding verlmaad hadden. Andeien zag ik, met verbaazenden fpoed, vocrttnkorttntycki nmtr; doch,, alizfop zekere plaats gekomen ware»• tvertitn zy aargelpicoken door etn jcigchrg, in ten vroiyk gtwaad, en Vaneen aiernr.ttn endst vooikomen, vei^ezeid van .vict ber\T.r*lyke Vrouwen. De ju geling, w.eru, ri;ro fei kwistitig Was, i;m tle gtdaar.ic un van ttn ieti btm 1 r.el)k Peuoti uU, f tol^khe'id gttttiti ; hy bun zulk ten gin «.ikt ÊU vai kmntrkozt vititdt, catiklmi voor eu btdjrieger hitld. Ik r.m li«, taaien,, ftituHieiurt vuar, ts Uvicute, V V cat.  C ui ) ^ ?door1wd£t. bew«stheidv|.n fchald. werd,'door tvwemo^ l,chaam ver- S V^.uvn wireo Vermaak en twee Vrouw-n bra^V doof hpre 'betovering*? *lienfk"f na dc plaats Z°mm,rt'verre of werat Te gemoetgegaan door e-n 0-Vdl'^ . o-bouw. In ™Y* zaV ï k eï g SofSÏl Boeken, 'C ZCWL Kunften e^ Weetenfchappen, >n over alle Cll,-en--erangreh.kt; derzelver Pn»he>de Ua. en g u* ^^t^ÖllS aér N.tuure, e, Sen r\5ituïèp uitgevonden ter voort ™n.de ffSenfchapuen. Benige wetai Kmng Ca"e ingenomen metzic gen fra* ™,f Sn dit Gebouw hun aar te oefenen, m t gB Pzï£S5 ^ At^r- Vö ,Tl7 t ra-tte hy dien te verdry ven; doen rtve werd van tyd tot tyd dikker, zodatdeze ve vverd van y 4eiJi kon Sen e o gemerkt'den voet op" het fpoor ï „i-u/rd zotte, die door-haare verloki SlSSf -w?S|lot van te rug te kee^ Niet lang hadt hy 'er op gewandeld, lof hy ontmoet?e het gieten, in eene o, - - bevallige kleeding, en gewapend met een r v-rvaarlvken geesfel van flangen. Haar ger- uad was ichriklyk, haare oo^en gloeiden, ï S^zet^eS - magtigen - ^In^^^eS» JPfee fflSfeS fc ÜÓeSte wyzendie r de in den «.eizigei ^ dus ver- hooger geklommen waren dan hy, en [foei zyn geest geduuug °"^f^fS, een tyd, moetten zy een ander \Uezen, rwj> Yriendin van JW'M en te ge y ff#_  X Ha ) geweld gebooren. Dit onverzade'yk Schep-* zei ging'ultoos gewapend. Rovf begon den Reiziger te onderrigten, om de VVeduw, de Wees, en de Hulplooze, als zy hem ontmoetten, niet te ontzien; maar van alles te ontzetten: en inbreuk te m uken op den eigendom van allen, zonder onderscheid.— Naa een m>eilyke cn verdrietige re's, bereikte onze Reiziger, vergezeld van deeze Reisgenooten, de poorten van 'tP-deis. Zyn hart klopte na van brandende verwagting , en hy hoopte in de gehoorzial te zullen wor. den toegelaaten, in welke de Throon van Plutus ftondt, van welken onmeetelyke gunstbewyzen uitgedeeld werden aan die dit verbiyf bczogten. De poorten werden geopend, en hy lnelde na binnen met onvcroeeldlyke drift enblydfchap. Maar, ziet! in itede van toegelaaten te worden in de gehoorzaal, werd hem een duister hoi aanga weezen , waar men hem verbaazende fchatten aanboodt; doch, onmiddelyk naa dat'hy verlaaten vvas door de Tempeldienaars, die hem aan dit verblyf bragten, greepen twee zeer leelyke Weszeiw, zorg en vreet, hem ■aan, en llooten hem op in dit akelig verblyf. -geweeten tradt ook by hem in, en begon hem op 't felst te teisteren. Deeze drie Per•foonadien plaagden hem op eene zoverf.ihrik-lyke wyze, dat ikhiyde was ham te verlaa•ten, en-my van dit aftchuwelyk l'chouwfpel -te ontflaan. Onmiddelyk verliet ik de hoogte, bek'aaI gende de dwaasheid van den Elendeling, dien ik daar gelaaten had. Juist toen ik beneden > aan den Berg kwam, zag ik een ander Min met een traagen tred naderen. Zya geiaatjr ftondt bedaard, zyn houding hadt een deftigheid en beleefdheid welke my bekoorden. Zo - zeer was ik in myn fchik met dit voorkomen, dat ik onmiddelyk beüoot hem te volgen, en, indien het mojelyk ware, hem te behoeden, om niet tot de dwaaiin^enzyner Voorgangeren te vervallen. Onder, het voortgaan, hielde hy het ten beften jigen regei, om andere Reiz.ger$, die zich in ongelegenheid bevonden, byftandte bicden. Trof . hy gevallenen aan, hy beurde ze op, wankelden zy, hy hieldt hun ftaande, en bevestigde hunno waggelende fchreden. Toen -lylte wyze, dat ikbiyde was ham te verlaa- hy ten tweefprong naderde, koos hy wyslyk het pad der deugd, ondanks de aantokkelingcn van vermaak, die hem, mei eene zoetvoerigc aanfpraak, to: den anderen weg zogt te verlokken. Hy hadt het rechte fpoor niet ingeflaagen, of hy. werd vergezeld coor een Hemelsch Weezen. wysheid gchsuzm. Ik zag ook dat eene Vrouw, van een al.erinueemendst uitzigt en vergenoegdgelaad, zich by hem vervoegde.! Onderzoek doende, wie dueie was, ftond ik zeer verfteld, dat zy geweeten heette, en dus dezelfde, die onder eene zo l'chroomlyke gedaante zich aan den anderen Reiziger vertoond hadt. In ftede van hem te verfefinkkeu, verligttezy» door. haare aanmoedigingen, de moedykheden van den weg. Ik nam ook deeze byzonderheid waar, dat, inüien het deezen verftand:gen Reiziger overkwam, dat zyn voet uitglipte, of dat hy ftruikeïoe, hy ter.ftond de hulp genoot van die hy voorheen. deeze gumt beweezen hadt. Naa eenen langen tpcht, welks, moiiykheid, egter, veriigt was, door het aangenaam gczell'ciiap, .'t geen zich by hem vervoegde, kwam hy, in 't einde, aan de poorten van het Paleis. Onmiddelyk werd hy toegelaaten , en door de D enaars in de gehoorzaal geleid. Aan 't oppereinde der zaale ftondt een heerlyke Throon, opgepronkt met alle ■de cieraaden die het meuscniyk vernuft kan uitdenken. Op deezen Throon zat plutus, de God des Rykdoms, in piegtgewjiad, en omftuwd .van zyne Staatsdienaaren. Wanneer onze Reiziger ter gehoorzaale intradt, git wysheid hem, getuigenis van zyn goed gedrag en ftandvasiigheid opden weg, verzekerde, dat hy alle aantokkelingen vermyd hadt, die de andere Reizigers aftrokken, en gaf als haar gevoelen op, dat hy den waren Rykdom verdiende. Hier op zwaaide de Godheid vol majefteft de iund, en eeneHemelfchc gedaante kwam langzaam van agter oen .-Tnrojn. Haar amgez;gc had: den mos der gezindheid, haare dogen glinfte'rden, en een. zedige lach ftondt op haar gelaad. Plu'us beval den Reiziger te naderen. Hy gehoorzaamde m^t voeglyken eerD.ed, en de Godheid, de te vooriebyn gecreedene Schoone by de hand vattende, (prak den . ver-  ( 143» ) verrukten Sterveling; toe,, In vergenoegen j beftaat de waaie Rykdom; omhels haar, I er wees gelukkig!" H:er mede boodt hy de vergenoegdheid den Reiziger aan, d e haar na eer.e Sopha geleidde, ter zyde van de zaal geplaatst, en terflond hief eenchoor onzigtbaare Zangers een Lied aan, om hem te verwelkomen, en geluk te wenlchen; «len lof der vergenoegdheid uitgalmde. Dit Gezang deedt my ontwaaken, en een Droom eindigen, welke ik hoop dat met zonder toepasfing zal geleezen zyn. Over de SPEELKAARTEN, en de beduinis der BEELDEN en FlGUURüN op dezelve. {V0igens den Heer Fant, Hoogleeraar te Upzal.) De Speelkaarten zyn bekend, zinrs den Taare MCCCLXXXI1I. Derzelver Uitvinding wordt toegefchreeven. aan zekeren Jacquemin Gringonneur, die dezelve vervaardittoe, om 'cr den zwakken Carei den VI, Komng van Frankryk, mede te veimaaken. By het getuigenis desaangaande in de Kronyk van Jean Saintré, kat men voegen eene aantekening uit de Reken kamer, waar uit blykt, dat Charles Pou tart, Thefaurier diens Konings, „ i,dPa ryl'che Stuivers gegeeven heeft aan Jac$ Gringonneur, Schilder, voor drie Spelle taarten met goud en kleuren, om den Kt ning te verlustigen inde tusfchenpoozen va Z\ne droeve ziekte.4' Alle Spellen waarvs »en melding vindt in eenige Ordonnantu Te Bertten op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST. * *r***Jf van BERGEN en verder alöm worut dit B'ao, met d.- bylagen. Wekclyksch vooré uuiten, op gewoon papier, en voor I itmverop beter pape lyn; eetsi zich zo Ihel als een blixem beweegénde, doch allengsj kens traager voortgaande, lot by aan 't mid' oen van het Meirtje komt, waar hy ftil.hout i Daar blaast hy zich op, door lugr en water iri zyn bek in ie 'fiutpen; dit veroorzaakt, >oor omtrent een minuut, een luid geratel irt de keel; doch het wordt, onmiddelyk daarop, met eeu fterk geraas, ten mond en keel uitgee reeven, terwyl hy den ftaart in ce lugt Haat, 'en een damp uit de neusgaten, als een rook, opklimt. Up andere tyden, als tiet D er z-ch tot berftens toe opeeblaazen heeft, helt hy kop en ftaart beide gemeeine Broedplaats der Krokodillen voldaan nebbende, zette ik myne reis langs de Rivier voort, zonder aanmerkelyke ftoorenis van deeze fchepzelen te iyden. Berzê» op Zê*m by van RIEMSDYK «i van 1KONKHOKST, te Mredet V rs» BK*.GfcN. en vwdw alera  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN Zaturdag den 27 December 1794. De Straatrover GALANT en zyne Makkers. ^jelfs de grootfte boo.:; hier :s tny . *• ":'ets aan " . 'fegen twaalf uurin ;ti dez"t nac'-i, 'oegde g . ant'er by. zal ny e bend-- b\ v inbreeken, Gaa ge/ uit met u -rouw *: bed, leg al uw geld en gvedop- een-fa-fel in uwe flaapkamer byscn, en dit briefje boven op. Zeg niemand iets, tol dat ik u weder gefproVen heb, anders zyt gy met alle de uwen ongelukkig. De beangftigde Predikant beloofde alles, en bield volmaakt zyn woord. :— Galant begeerde zyn pa;ird, fleeg op, en reed weg. — De Predikant deed volgens 't bevel, vertrouwde aan zyn vrouw 't geheim, vergagaderde alle zyne goederen in de flaapkamer, overeenkom 11 ig het door galant ge•eveiivoorfehrift, leidde zig neder, liet een saars branden, en beval zig aan God. 1 Het behoeft niet gezegd te worden, dat hy met zyne lidderende vrouw geen oog toedeed; op den bcflemden tyd hoor*. de hy een dof geruisen in het huis; daar uy echter alle deuren, en ook die van zyne flaapkamer ongefloten gelaten hadt, zoo konden de dieven , zonder den minften tegenftand inkomen, en waren niet weinig verwonderd hun roof reeds in de gefchikt» fte orde by elkander te vinden op eene tafel. Maar oogenbliklyk verfchrikten zy als van den-blikfem getroffen, toen zy begor;den in te pakken, daar hun het bevel van hun opperhoofd bekend wierd. Goeie nagt, Dominé ——- flaap wel — gy; ';unt germt Ilapen en zoo vlogen /■V, de fterke, gewapende rovers, de deur -uit, zoncer verder iets hoegenaamd aan re raken-. Een hunner kon de drift oin'een gans au den tuin van den Predikant te nemen, .iet vtederftaan- De eans fchreeuwde en een der kmderen van den Predikant had gehooid, dat een ander aan den ganzendief : 't is goed, gy zult in des duivels keuken komen De Predikant rjapkté God, e n feérd zeer gaarne 't gemis van zyn gans,ponder een enkel wcord van deze zaak beend re maken. De goede man bezondigde 'g hiei'n, maar hy was te veronilcbuldi- n. Wat z u van zyn ganfche vermogen,., an hem zelven en zyne fèmiJi'e geworden ' ellen t, dig ziek gevonden, dat zy misfehien niet lang leven zullen, Zyne vrouw durft hem _. van de zieken niets melden, uit vrees dat i'pyt cn taanzeer haren verlaten man ook welhaast in 't graf zouden brengen 1* , „ neo dezen nacht hiervan- niet kunnen lla , „ pen, om'dat myo hart te zeer bezwaare was. Herom iHb'k befloien heen tega-.r, , en in ue plaats van den eerlyken man m) i t, te daen bewaren, op dér by de bekieriiöjg heid zjns harten te beven komen, aisv ,dor zyne k rderen hetlia tt vaarwel zeg ,f, gen, en, i.\ 't Go^s wil, hen b.gravcn „ zou de man niet geraken,-«tl by. c,at zyne kinderen niei meer io levenzya». „ en voorreen met elkander vetJ geieun* „ hebben! ■ ik zal den Heer Ampu , man zou lang bidden, Jot ej ben. lon„ late en ik in zyn plaats bjyve-'— tixt* „ om verzoek ik vriendelyk, rny een» „ brief aan den Heer Amptman mede i« „ geven, om dat ty met nem bekenu zyt. „ fiog een verzoek, ,k heo inyfi vrouw ,, o er gehaald, dat zy toemat uai ik weg ,, gaa, maar zy weet niet, dat ik 111 een '., dievengat z*l zitten, muien zy uit in 't vervolg uoiüh nau^t» zou vozoek ik f „ haar dit uit'het nuoid te praten, o«i dat zy u het meest geioutu" Het was p ic :.m.u.g rum hier op te antwoorden: Gy zyt een b.aai min, uaarvoor neb ik u altyd genóyat'tf, e« utze gebeur.enis vergroot uwe. eer by Göd en menicnen^.OogenbiiRlyk zal ik den briel lenryvch. Vooraf zult gy met my eeten; w-nt net fmaeki my beier als ik rneer met a van oeze zaak fpreken kan. Ik gaf hem den brief met deze woorden: k. vei zeker u, dat gym dën Heer Ampt». man een man zult vinden, oie uwe waar. ie gevoelt. Vooraf zeiue gy, dat by niet nad kunnen Ilapen, i-eiooli gy aai gy n ..ie gevangenis ilapen Zuit? „ J^ f| dat geioof ik zekeihernam hy;. „ Want myne vrouw, enkmueren zyn, Gud „ uar.k! 'gezond, en koe zal z.g ue m.a ,, mei verüiyden, LJ' zyr.e lieve vrouw ca kinderen, waar na hy zoo iang verlangd ., heelt. En God. is by my in ue gevui» „ genit," o ia zal ut dit vergelden!'was myn an» .voord; ik heb in den btiet ge.chreven dat ik vooru borg b.yf, dat gy met zuit ontvluca» ien, tot dat *** wederkomt en u aflost. „ (Jy zult zien. uai wy oeioe.ii «eilyfc '„ hanelen, en ik bedank"t* voor u ver» „ trouwen." God geleide u, en geve u verder moet, ter volbrenging van deze Cüri»:t.yke beiiendaadl :» Het «del voornemen van den L-ndman • welk duizenden befchaamd, die met 4U0UJ uui». tribui, b^iroug iiM A.np^  C 175 ) tO\ri is lotfating wsi den fjeva roeien 'te bierkan, en, na varloopvaat ee.iige dagen, k.va-n hy uit ds gevangenis tot de zynen Ctrug. . 'Treffends eerlykheid by is groetJte armoede. In Triest gin», korten tyd geleien, een ! fcidder door eene ftraat, en 'iec zyna getd-'j beurs vallen. Eer arifiiji Igreajwlé vrouw, die kort ageer hen g'M» raapte ze op, en had ze, om Jat nfomni het merkte: gem-ikiys voor zig neive kunnen oouden. Maar zy waseeriys, niokrenen na, enfehrecuwde, zoo tiardzy kon, dat hy zou ftilfbaan De vreemdeling, die niet dagt dat hem dit aaas'ng, v;r»3.,;j3 zyn' weg, tot dit zy kern uit hetgez;cit verloor. De eer'ykheid van de vrouw fpoorde hem op, enzybraet He* de voile geldbeurs in zyn verblyf. De Édel man verdomde orer de eetfykheid der oude vrouw, en fprak tot haar: ,, Mieder, ik heb op* myn landgoederen eerlyke ,, lieden nodig. Gy zyt oud, maar dit is „ niets; uwe eerlykheid zal my reeds dienst „ en vergenoegen, door uw.' tegenwoor,, digbeid, vcrfchaff.'n. Behoud deze beurst ,, tot een teken dat ik eerlyke lieden hoog„ fchat. MiaS u met uw man en kinde» „ ren reisvaardig, ik wil, om dat gy zoo „ eer'yk gehandeld heot, uw leven lang u „ onderhouden." Deze taal bragt de oude vrouw eene zoo baitengewoone vreugde aan, dat zy vol van aandoening ain de voeten van naren weldoener ne.ie.-viel. en dood opgeraapt wierd. Dit trof den ede!moedigen Raider in diervoegen, dat hy deze van. vreugd geftorvene- vroaw zeer deftig begraven, en op haar graf eene kleene marine: rei zark liet legden, me: deze woorden. H't ftof vm» etm arm maar eerlyk.» vrouw. Zy hadt twee d'-citers, die uit hooide van hare groote armoede gevaar liepen om in kwade handen te vallen. Deze nam hy mode, om ze als zyne dochters ; op te voeden. *V*.i. .. .1 . e» ÏMM bv van RIEMSDYK en van BROMKHÜRST. re Breaa ^WtftGEN en vtrito alöm wordt dit Biad, met de Byl'agên, Wékelykstk V^JZ\ duiten, op geweon papier, en voor i ftuiver op beter papier t> uitge-LZ- Mat zelve kest by intekening in het jaar, op gewoon papier J i m op ktter papier/ »-m  ber van de fchoone kunne, en bezat beval- ] ligheïd genoeg om te behaagen. De I geheimen van zynen broeder waaien Ihem I wel haast bewust, en hy voud wei haast . m'ddel om den hu.sfelyken twist tusfehen ; deezen en deszelfs Gemalin te meerder aan te ftooken; ten einde de Tchoone rvarqi;> fln voor zich zelve te verkrygen. Met dn fnood oogmerk trok hy het hart van den Marquies lang zoo meer van hi-ar af, en zocht llcchts naar een bekwaame gelegen heid, cm haai het zyne aan te bieden. Op zekeren tyd, dat by haar in een duisteren eang, zeer zwaarmoedig al fcbreijende-aartfrof, zeide hy haar zeer rondbotftig, dat haar geluk, om zoo tc fpreeken in zyne magt ftond, dat de wysheid en voorzichtigheid in haar vereisebte om cemge aebtuip 'voor hent te voeden; om kort te gaan, b) deed duidelyk blyken dat hy hoopte eenmaal hare tederheid te verwerven, en dat hv in ftaat was om een we gerend aanwoord té wreeken. De Marquifin, die, vol- eens den regel haarer onbevlekte deugt, fiddede op dit aanzoek, wees hem met toorn en verontwaardiging af, en verzekerde hem, dat zyne vermetelheid het rechte nrddel was om haar genegenheid voor eeuwie te verliezen. De Abt fcheide, vol woede van haar af, en de eerste uitwerkfel zyner wraak was, dat hy de Marquis zyne Gemalin noch wreder deed handelen dan te vooren, en hem eindeiyk zoo verre bragt om zich geheel van haar te ont d°Dc rampspoedige Marquifin deed ten zelfden tyd eene reize naar haare famielie, alwaar zy ftechts korten dagen vertoefde: het opmerkelykfte was, dat zy, wannerr 2 naar gang» te rug keerende, en van haare moeder affcheid neemende een voor gevoel had dat zy naar haaren dood g'Zy vond, by haare terugkoms* te gang* baaren gemaal afweezig; de Abt en zyne ionutten broeder, die den tytel voerde van Ridder, hadden zich ondertusfchen meester van het huis gemaak. Maar wie lid- dert niet? men had werkelyk, geduurende haar afzyn het voornemen getnjeed, om haar door vergif om het leeven le brengen» haare fpocdige uood vervolgens- aan .eene beroerte toe" ie fchieiven".' ■ De Marquis bad de uitvoering van d;e grueweldaad aan zyne Lroedei erover gel aaten en hun daar voor een gedeelte uT?%kdommen van zyne Gemalin belooft. Op den verfchrikkelyken morgen, die tot ue voltrekking -van dit wanbedryf beftemt was, bevond zich de ongelnkkige Marquifin, wegens eene ligte onpas felykheid noch te becdé, hebbende een gezelichap van ee-, nige haarer goede vriendinnen by het ontbyjer' De Abt trad met een vrolyk ge¬ laat ter kamer in, en had liet bedricgelyk vermogen, om eenige donkere en veelbeduidende blikken, die hem van tyd tot tyd oiTtfhaptcn, onder een helder en vróiykaan- ichyn te verbergen. Hy onde,hield het gezelfchap op eei.e bevallige wyze: de Marquifin was zeer vergenoegt en bevond zich nu redelyk wel. De Abt geleidde eindeiyk de Dames in de koets, en de Mar- quifin bleef met den ridder alleen; zy bemindde deezen jongen broeder zeer iteik; zy gaf hem dikwerf veel geld tot zyne* kleene uitfpanningen en vermaaken, en noem de hem doorgaans by uitzondering haaren lieven broeder. Omtrent een quart uur daar na trad de Abt weder binnen, hebbende een piftool in de eene — en een beker met vergif in de andere hand - hy floot de deur op het nachtflot en naderde bet bed der ongelukkige zeggende, met eene onbegrypelyke bedaartheid: Mevrouw! gy meetJlervtn! verkies het loet — of het ver gij. De Marquifin was een wyl fpraakeloos van onrfteltenis op dit gezicht — de bewegenskracht feheen haar benomen; dan zy ontwaakte van dien dodelyken fchrik, en bad hem onder een vloed van tranen om de behoudenis van haar leeven- —r- Maar, helaas! wat kunnen traanen vermogen op het ! hart van een onmensen van een wieeden i tyger, die door haar onfcbuld cn deugt f niet bewogen werdt. — Zy keerde-Zich ■ tot den jongften Ridder-lp hoop da die : tedere zusterlyke" geraegenheid, die zy hem 1 zoo dikwerf betoont had; die tedere naa- me»  men, welke zy hem zoo menigmaalen mc; een zoo hartelyke genegenheid, bad toegevoe^t, en waarmede zy hem thans weder aan fchreidde, haar in hem een befchermer zouden doen vinden, — maar ook deezen verhinderde haar verder te fprfék'cn, dewyl hy ten zelfden tyde den degen trok en haar dreigde den dood van zyne hand te zullen doen fma-.ken, in dien zy dien niet fpoedig van die van zynen broeder wilde ondergaan Z-'eh hier van aii'e byftand ver-lasten ziende nam zy vol moeds den beker met vergif en drenk den zelven uit, onder het uitftaamelen van een vuurig gebed, dat God haare ziel in genade wilde aanreemen, vergetende tellens niet om aan haaren wreeden gemaal, dien zy tot den laatfteu inik beminde, en zelfs vóórhaar ontzinddc moor. denaaren te bidden, cn te fmeeken, dat dar barmrianig Opperwcezen de gruweldaad ge liefde tc vergéeVen. — Zy had naauwejyks aan deezen christen pligt voId?an of zy-boe zemdeeen vervaariyken fchreeuw uit, eeven of zy den dood zag naderen in alle zyne verfchrikking. — De Abt, aan wien zy den beker nad terug gegeeven, nam voorts een lepel, deed een zeker zwart poeijeY in dezelve, .het welk'zich op . den bodem van den beker had neergezet, en reikte haar het zelve noch toe, met deeze verfoeielyke woorden: ziedaar, mevrouw, men moet den droexfem mede-drinken. —Zy veinsde het zelve door te flikken, doch zy behield het vergif onder haaren tong, en fpoog het vervolgens' heimelyk onder het bedlaaken nix ——; Hier op vertrokken de beiden broeders ter kamer uit, ombaar alleenover te" laaten aan de werkingen van het vergif. . Alle de deuren werden geflooten, en men had reeds vooraf alle de bedienden van dit gedeelte van het huis verwydert. De Marquifin zag zich zoo haast niet alleen, of zy trok, met een verwonder.ngswaardige tegenwoordigheid van geest, fpoedig eenig nachtgewaad aan< en fprong- uit het venfter op de plaats neder — zy viel, zonder eenig letzel te hebben gekreegen, op een misthoop, alwaar zy terftond met behuip van eer. knoop van haairen, die, zy in de kèel ft»k aan het overgeevcn gemekte: eenige Beesten, die 'er op die plaats lieden, iet van die vechten ineetende ftierven oogenblikkelyk. Maar, o yslyk nood¬ lot, dc Abt kreeg wel haast de half ftervende Marquifin booven uit een venfter in het oog; het mor.fter wierp hier op een groote blompot naar haar, die Hechts ter breedte van eenige duimen van haar af ter aarde vieL — Zie daar haar-als ten tweede maale gered. - Het ongelukkig flacht-offer het welk zich op nieuw door haaren moordenaar vervolgt zag^ vlood vol oniroeinis al beevende naar de deur van ce plaats: zy vond dezelve geflooten: een der ftaiknechtcn opende haar eindeiyk een ftaldeur, waar door zy op de ftraat'kwam ■ en in het huis van eenehserer btkendden vluchte, Zy vendr aldaar een gezelfchap van Dames aan welke zy haare ramfpoeden verhaalde. — Men gaf haar in der yl een tegen gif het we k men gelukkiglyk in huis had. — Maar, heiaas I 'er moest meer gebeuren, het lot der ongelukkige Marquifin was noch niet voldongen, — De vervloekte geeftelyke trad binnen, verwyderende alles van zich af, wat hem ontmoette, en uitroepende als eenraazende, dat al wie hem durfde naderen door zyne hand zoudeomkomen: zyne fchoonzuster was zinneloos. — Het gezellchap was reeds het aaklig toneel ontvlugt. de Abt drong ter kamer in; wierp zich als een tyger op de rampfpoedige Marquifin — en bragt haar twee fteken toe, met eene zoo verwoede kwaadaardigheid, dat — de dolk afbrak. •—- De omftanders, die 'er noch waaren toegefchcoten, waaren niet in ftaat om hem te keer te gaan, zy lidderden voor hem als voor eene heliche razerny — tn hy had het geluk om te onifnappén. — De beminnenswaardige Marquifin ft.erf weinige uuren daarna in de armen haarer moeder, de Hertogin van N. die men ondertusfchen ontboden had. Zy was door haare uiteriyke bekoorlykheid en door naare deugden en verftien'ften de verwondering van haaren tyd, en haar vaderland - vereerde haar graf mee oprechte trainen van achting. . De drie broeders vluchtten buiten 'slands. De Marquis en de.Ridder ve-rlooren het leeven in Corfu door het fprjDgen van  êen Myn, waar mede zy in de lucht vloö. gen. de Abt ftieïf :n Holland, al¬ waar hy, gefoltert door het wroégend naberouw > dat doorgaaus op fóóóde w^nbe- dryi-en volgt, zyn ieevcn geduurlgfyk j?n droefheid fleepta ■ en in een waare boete eindeiyk hec jzetve met de eeuwigheid 'verwisfelde. D W A E S H E I D VAN SCHYNVERM AK E N. pi t regt is hy een dwaes te roemen, Die 't loos gevlei der Vrouwen mint, ~Die in den Wyn zyn' wellust vindt, En op der Grooten gunst durft roemen: Der Vrouwen .loosheid kweekt bédeif, De Wyn verzwakt ons menigwerf; De gunst der Grooten kan verkeeren; Dus is het niet dan loutre fchyn, Een heimeiykwerkend zielvenyn, 't Geen rooit de Wyze zal begeeren; Daer Deugd,'het zout der maerfebappy, Ons al dat fchynfchoon leert verzaken, Het hart in min tot God doet blaken, En eenmaal, in der Englen ry, Van aerdfeben last gtheel ontheven, Onfterflyk zalig zal doen leven. Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en v*n BRONKHORST. * Urim ▼an BERGEN, en var'M- alöm wordt dit Blad, met de Byjagén, \\ ketyWt* voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor i ftu.verop beter papiV, tfitgegeeven. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier fien op'beter papier f 2-:-:  EN V MMAAkL Y K. WE E K B L AD ▼ OOR BURGERS en LANDLIEDEN m. 46. Zaturdag den 14 ilidw/ 1795. VRYHEID GELYKHEID BROEDERSCHAP, MEEDEBURGER S! Leezers! — en Deehieemers in dit Weekblad! ^ eelen uwer hebben geklaagd over de weinige belangryke ftofFe, die tot hier toe in dit Blad is verhandeld geworden. Anderen hebben, in tegendeel, hun genoegen betuigd over deszelfs inhoud. — De Uitgeevers bekennen gaarne dat het voor Lieden die geletztn hebben, weinig nieuws behelst heeft, en dat anderen, die zelden of nooit een Bock in handen neemen, ook weinig iust moeten gehad hebben, oirï dit blad te ïeezen, zo dat het dus enkel heeft kunnen behaagen aan de weinigen, waar v©or het meest ingericht was; namelyk aan zulke braave Burgers of Landlieden, die niet. qO in ftaat zynde zich boeken aan te ichaffen, echter een trek gevoelden om meer te weéten dan-den kring hunner dagelyklche beezigheedeu hun verfchaffen konden. Daar 'er intusfehen van dit blad nog al een aanmerkelyk aantal exemplaren verkogt wierden, zouden wy op diea voet hebben kunnen voordgaan; dan eene volkomens ftremming van Correspondentie tusfehen Bergen op Zoom Breda ( daar de Bylagen gedrukt zyn) en vooral de voorige banden, die ons weerhielden, wilden wy de uitgave van dit blad niet dadelyk verhinderd zien, om eenige Vadeilandf:he , kiost op te disfen, en onzen arbeid,^ naar.  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en L ANDLIEDEN Ni. 47. Zaturdag den 11 Maart 1795: VRYHEID GELYKHEID BROEDERSCHAP. {.Vervolg van No. 46.) trein by het p'eiren der Vryheidsfcoom w;>rdt geopend door een Burger dragende ditdivies : Volk zie daar uvie Verdedigers. Hierna begon den treinze've; voir'f?egaar door tweeveldftukken met de nodigekano uiers en een Detachement Franlche Dra gonders, waarop de Standaard der Franfchen, gedekt door hunne Grensteers, vuigde; —— Agter welke alie de Muzikanten van het Guarnifoen met het vo'le veldmuzikgingen; dezemaaktende eerlïc parryinf. De twece bekoorlyke groep betiond uit drie kinderen, dragende een knaapjen de Vryheirismuts op een /peer, terwyl tv. ee meisjens- de orikoleuripe Jir"-en aan vetiszyoer vast hielden; agter .titlke dit devies gedragen werd: De Fr ar fchen doen haar herleven. Hier op volgde een derde groep, die ieders oog verraste, •— Den Burger Vis fcher, vooi d' treurige omwenteling van het Jaar 1787 , Commandant vanhetexer cietie Genootftmap: tot nut der fchut* tery te Arnferdam geweest zynde, en zedert de troubles in Brabant Z)ne woonplaats in deeze Stad genoomen hebbende, -— had deeze Vacerlander e'e Vaandels van het pemplde Gencotfchr.p geborgen, overal medegevoerd en orgclchoqdea bewaard, Hy bragt dezelve by deeze gelegenheid nit derzelver icbuilhoeken te vooiTcheir. — Zy w-.Tden door rwee Jongelingen gedragen, en de driekou leurde linten waar mede zy vereiert waeren, door twee Ju ge Burgeresfèn zynde de eere de Dochter (Vtm den burger Vi sicber v,:si gehouden, tciv.y* hy zeive tn zyn oud Uniform dezelve geiek;e. De vierde groep i-eftond uir .getroude en ongétroüde Bnite".-S. eerden Voorgegaan door eene jonge .Burge- .ei en gevolgd door twee anderen, die de t vo\Z& divifcn droegen; voor den boom: d< dwingeland™ zyn tofaotrnMtoglk ffi tZ-nesmt zyne regte». en agter dezelve, u K zweren onze ver Infers eeuw, ge v« yriendfchap, en: IV3 zullen nut hun Jlry. t>, ^yuter deeze party volgde een Douche- w ment Franfchen^ — terwyl den pfteelen i S even als van vooren en van agteren ook ; S weërskanten door Franfchen Vrjvplu, 1 eers gedekt word. 1 . ' 8 E) . zesde pirty boftnJ u;t de Mum- > cipafiteit zo als zy op die tyd nog aanwee r Zi8D*a|evende, uit alle de Leeden van de e Voiks Sociëteit de Eendragt benevens het e eandUe Volk, - Minnenen Vrouwen, ou- v 'lenen f*W - Als meede het geheele ■ Tranfche guarnilben, buiten de wagt heb L„de maVehappen, in volte Wg™ _ en eindeiyk twee veldffukkefi m-, 'de Kanjers tot dekking van het geheel. , t Deeze trein ging ftatig van hetwdePpuvernement, door de voornaamfte Itraate. der sTad i makende meer dan den.- ; ^uüSneen heerlyk ^.^ula door het Haan van een zo veel T-^uj. - Na genoegzaam de geheele Stad door •rmkkea te zyn, kwamen zy terug op f Irote mikt? daar alles in gereedheid w,, ' Sn den boom voor het Stadhuis op te reg Z zo als ook dadelyk geieh.ede, onder Je ■ herhaald gejuich der ABi klokken het fpaelen van het veld» Sek én het liaan der trom,!,., terwyl by ïeurten Vaderlandfehe gezangen aangeheven Mm plante vervolgens de mede £Ërirj£divL om den tornar ^.vXli — Van deeze plegüglieid te rag ke* Ke gin-gén de Lfedea der *>ceteu naa, KJ was voor de Baige.s en Bargeres fed^deetlnde /reugde genoomen hadden. ^Alwaar door den voo&tter der S.oc.e tót %ó* de volgende aanfpraak ge.iaan werd. VRYE MEDEBURGERS! Pu Bée£epraaiea4c F"llfchen> ^ hun e'gen keetons, tot glorie der Menschheid, verJ ■rapt hebben, voeren, met hum. eovérwmrtende waapenen, ook de Vryheid, de Gciykneid, en de Broedenchap, ■ in deeze'VesI dng. Hot recht der Menschheid wor.i herfteld, verftand en braafheid, maaken het eemg onderfcheid uit, tusfehen groote zielen, en kruipende Qaaven. De Vryheids-boom ( die ,vy onder het goedkeuren! oog van derf Va- . ierderNnuur planten) is hoe marktreten van uwe oafchendbaa^e Vryheid. OnsvaderanJ zweert voor eeuwig-de D.vinglandy ,r, en verecnigd zich mot de glonerykfte Natie der Aarde, tegen de iiiJerende liranneiï. Welaan dan Modeburgers! laat ons iè vrye, de.óritkluifterde handen, aan onze edelmoedige verloslers toereiken, en een etndeföoze Broedeilcliap. vestigen, De uod van H imsl en Aarde zy hier van getuige en rtelpe ons het Safte dwangjuk verguizen! N i nog eenigen ty 1 op de Sociëteit vrolyk te zyn geweest, we.d deeze dag Ldooten meteen 8 d dat tot aao denrnor- /enftond voortduurde; op het ze.ve word geen hatelyk onderfcheid van rang > femaakt ■ — onze Franfche Broeders gaven \ ^ een'bepaald aantal Wontai» van . ieder Compagnie entree biljetten,&t ' >ok on geiyke wyze aan hunne Omoeien, 'onier do üurgery deelde men zo veele Tinten u't (zonder aanzien van Perloonen,| -I j_tten u i u ^|y]j was en de ruimde . ^S z^ks toeliet, zo dat de vertrek, : S-vS waaren, zynde echter alles . in de befte order afgeloopen; — Men \ tUa de Zoons van den Generaal zo wel als I ie'ÖWeiereri van den eerften rang , Volon& -"iren , Birgers en Burgere.fen van aller y v zoort mot malkanderen danfen; — op de £ fWaten werden dien nagt een aantal peRtru ien gebrand, vermakende z,g de overige e mèenigfe met1 het danlen om dezelven en J S|, Vvyheidsboom, - Men was eerst t voolêdmetts te iilummeeren, doch het al,^ en gebrek aan licht verhindert 41. d v o'd ,ar het einde van dit ee.fto heuchlyke rd' wyheids Feost binnen Bergen op,Zoom, dat met dies te meer vreugde gevierd werd, un ' dulr deeze gew-gdge vering, van een lug  ( i8ö ) eevre-ssd bomSirde^nt, door de fp^^e omwring vm zaaken, geheel verfcrnonJ gebWen is. — D; fóirik voor zulk een verwoesumd toiiae! was zedert het moori jaar vab 1747 "20 icaze. vesting, (alleen om een dor bedo^ers van ons Valerhnd grojc miik-n; z> daerlyk gotyfterd Werd, nog dn de inrteu van veele oude lieden go.'es'tigd; alko deze toneefen, kwamen daarom vojls'i ais oen dToorH vo>r; — D it dan ieder B:r^iHir z;g voortaan boy/ere om zo ' veel in zyn vermoogen is mede te werken , tot de opbouw'n- van o is geheel nieuw ge me-nebcst. Dat de VRVHblD, GELYK HEID ïn BROEDERSCHAP, gegrondvest op de ONVERANDERLYKE REGTEN VAN DEN MelNSCH eeriang overal moge ze^epraalen, is de wensch van ieder regt fchapen vaderlander. HEIL EN BROEDERSCHAP l ' fchapen vaderlander. HEIL EN J5ROE- De Vryheids boomen zyn vervolgers ook te Steenbergen te Thoolen in den Üudenbasch, van te vooren reeds te Rofendaalw op andere plaatzen in deezen oord met meerdere en mindere plegtigheid geplant; — ei; de drie kolgurige vlag waayd van veele toorens. Wy zullen dit blad verder beflu'ten met een verhandeling over DE GELYKHEID; 1 van een minvermogend doch riet minder verftandig Burger. Wy zullen in het vervolg meer ftukken van , deezen regtlchapen Patriot' plaatzen. Medeburgers! Onlangs las ik in den Ryb'l dit geflagt register: ADAM gewan Seth, Seth gewan E/ios, Enos gewan Kenan, Kenan gewan Mahaïaleël, \Mahalakël gewan Jered, Jered gewan Henoch, Henoch # wan Methnfalah, Meihufalah gewan Lamtch, Lamech gewan JNoüh, Noach gewan Sem Chat.: & Jafeth. Gelief. 5. In eenfaamheid nagaande, uit welke Ou k s ik gefovoten ben, bevmdik, dat mys G bétvideï 'een Boer' geweeft is! die ctle Koorn Aaren in zyn Wapen voerde, cn ojp een Dorp'gewoond heeft, daar hy door ce Inwoo-Kiers zeer bomind wierJ, omdat hy een eerlyk Mm was: maar wat myn Overgrootvader geweest is, Weet ik niet, denke1'yk öók een Boer, want onder dat zoon van monfehen heb ik veele Neven en Nigten •— Andere menlchen zouden niet rusten, voor dat zy onler hunne Voorouders ten minften oen Hoeriehap gevonden hadden,, maar ik we;; en daar heb ik deeze reden voor: f* „ Een myner kermisfan had een Gellagt,, Register, dar met allerlei Wapenen voor„ zien, op fnée verguld, en zeer mooi in\i gebonden was; op zeker' dag liet hy my dat fchoone ftuk zien, en wel ras ontdek„ te ik, er den naam in van een groot Heer, die een zeer aanzienlyk Ambt \, bekleed had; — Ik deed het mooie Ge\ llacht Registevaanftonds toe, en wel zonder een woord te rpreeken, en de Eigenaar, boe zot andeis, was toen wys genoeg 0111 ,, my niet naar de reuen te vragen, want " hy wist zeker, zo wel als ik, dat die " groote Heer een Landverraader ;gewtest " was, die het leven op het Schavot zou '„' verlooren hebben, indien hy dc vervol- ging van den Recnter niet 'n ly"s ontvlugt nad.'* Indien <8.:e sroote Heer fiegts een Boer geweest was, dan zou zyn Neef, met het Ge« fiagt-Register niet gepronkt, maar ook over zynmsdaad, die hy waaricbynelyk dacht, dat my niet bekend was, toen hy het tegendeel bemerkte, niet gebloosd hebben; en. om zulk gevaar niet te loopen, wil ik naar geen Hecrfchappen in myn Voor-ouders zoeken en liever blyven dat ik ben; — echter acht ik my zelven daarom mets minder dan den zo genasmden grooiftoc Heer van ons Land, en wil geen hair breed van myne R eenten aan htm afllaan; dat heb ik getoont, want ik heb liever verkolen myn Vaderland te verlkten, dan in te Hemmen, dat ie minvermogende Man, die mede én ■ el voor het grootfte gedeelte het Volk van Nederland uitmaakt, van zyne Retina ver- C g g » ftMfc  ( iS6 ) nt ficoken wierd en in dat gevoelen zal ik voort leeven en Kerven. Ik weec wel dat de menfehen het niet geloofden, dat ik de Reikten van liet Volk ■ -voorftond, maar dat zy in tegendeel het zo kwalyk namen, dat ik my met 's Lands zaaken, zo als men het noem Je, bemoeide, •dat men zelfs myn htiys geplundert en geweldig mishandeld heelt, maar dat vergeef ik gaarn aan die genen, die het gedaan heb hen, om dat ik weet, dat zy ter goeder 'trouwe gedwaalt hebben , en door verfcheide Heerfchappen daar toe opgeftookt, misleid en betaald zyn. Is het dan wel te verwonderen, dat ik tegen die zogenaamde Heerfchappen, a;s het ware, eenen on verzoen baaren haat draag; de Gcfchiedenisfen van ons Land alleen hebben my getoont, dat zy voor hetgrootfle gedeelte altyd Bedriegers geweest zyn, die nooit hebben opgehouden den Armen Man omtrent zyne wezenlyke belangen te blind doeken, len daar door deuzelven dikwerf tot verregaande buitenfporigheden gebragt hebben. Hierom is het nodig, dat een minvermo gend Man de menfehen van zyn zoon, van zynen a fkomst, eens tracht te onderrigten van die gevloekte bedriegeryen die cr altyd tegen hem zyn in het werk gefteld, op dat zy niet zouden begrypsn, dat de arm fie mensch, wie hy ook wezen mag, even zo veel rechten bezit, als de rykjle, en de ■Wyl ik meen daar toe in (laat tc zyn, uit hoofden, dat ik veel daarover met een eerlyk Vriend gefproken heb, zo zal ik van tyd tot tyd iets aan myne Medeburgers, doormiddel van dit Weekblad, van mynegedagte mededeelen. Merkwaardig ' antwoord" van eett der Franfche Vertegenwoordigers aan de Hollandfche Vertegen* woordigers in 's Hage, by gele-; genheid van het planten der ' ' Vryheids - Boom aldaar. „ BURGERS! Wat is 'dit een fchoone dag, welke het gewign^e fehouwfpel vertoont van een Volk, het welk, na' zoo veele 'Jaaren van flaverny, het Zinnebeeld der Vryheid plant.. BATAAFSCHE BURGERS 1 Gy hebt verfcheidene maaien beproefd bet Juk der willekeurige Regeeriug 'af re fcïiudden ; en uwe poogingen hebben uwe 0,iavhange« lykheid niet vast kunnen verzekeren! Thans fterker van kragt en door eene lange ondervinding, gaat gy eene Vryheid genieten, die op on wankel baare grondflagen gevestigd Is I Gy hebt het onftuïmiglte Element weeten te beheerfchen; gy weet over de golven der Zee den meestér te fpeelen; gy hebt haar rechtgebied en onftuimïge heerfchappy paaien gefteld .. . Thans doet gy no? meer; gy verklaart, dat GY VRY WILT ZYN; GY ZULT VRY ZYN! „ Dat deeze dag van vrolykhe.d diene, om be» geheiligd vuur van onafhangelykheid iu uwe ziel te onderhouden! Wendt uwe oogen dikwyls naa het Z'-nnebeeld der Vryheid; dat het V uwe waardigheid ie b nnen brenee » en dat het dengrooiften affch'rik voor de Tyranny in U verwtkke! Wat is het zoet voor de Vertegenwoordigers van het Franfche Volk, getuigen te zyn van de Vaacrhndseezmdegevoelens, dieUbezielenl Mogten de beide Volken den tytel vanBon.1genooten en Vrienden voor altoos behouden! Haat tegen de Tyranny! Dat de vryè Volken leeven! Ce Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST. tc Breda van BERGEN, en verder alöm wordt ditB'ad metdeBylage-., Wekelyksch voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor i ftu;verop beter pap.er, u.tgeeeeven Het zelve kost by intekening in het jaar, op gewoon papier,/1 - jo " ' • cn op beter papier J a-:-: *  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD tÖÖR BURGERS en LANDLIEDEN Ni. 48. Zat ur dag den 28 Maart 1795. VRYHEID GÉLYKHEID BROEDERSCHAP. •S»»«S»a!B5ws, ^^^^^^^^ MEDEBURGER S! Het geen zedert het planten der Vry! herdsboom in Bergen op Zoom voorgevallen !{*' 1 beftaat meest in het in-en doortrek- ken tiaar Zeeland van ten aantal Franfche 1 Volontaires, die alle eene goede kryestutt sonderhielden ; — de zwaare inquartleïingt-n lin de eerfte ogenblikken; — (over Welk ?punt men zedert fterk werkzaam is om een fgoede fchikking, ten genoegen van de gantffche burgery, te maaken.) ce noodzakelyjtke doch.zware requilierien, in een land dat ftomtrent een jaarlang uitgemergeld is, - in. izonderheiddoor de Engelfche rovers; — en laet nog niet algemeen geregelde punt van ■dde asfignaren, waar mede de Franfchen veri&Ligt zyn, als merendeels geen ander geld ■«ebbende, te betaalen; — leverden inden |aeginnen verfcheide moeilykheeden cp; Ij Joch waar omtrent men het geduld onzer H Aranfcud vrienden , over het geheel genoo| men , niet genoeg roemen kam \ De quartieren voor troupes gefchikt waal«E. door de Engelfchen meeftendeels van binnen geheel geiuineerd, en al het houdwerk |er uit verbrand; — het gering overfchot in dezelve was natuurljk in ten elen, dige en onreii e liaat; - door de fpcedige intrekking der Franfchen was men tesfehe» beide niet inftaat geweest deeze quartieren weer in order te brengen, — Sommige Lieden, die enkel naar \coideel; zceken te doen met de nooddruft of het ongeluk van hunne medemenfet en, en die meede de corzaaken zyn geweest eat n.en geene Hoede barakken, in ten vesting als de&ze, heeft gemaakt, cm ISunÉc beurlën des te beter te kunnen vullen ; — za-en hier geen voordeel meer in, en veiaiimdtn moetwillig, de herftellirg van het rntbiceierde; - (echter n-oeten wy hier bekennen dat dit getal niet groot is; men leeft naderhand ondervonden, dat de meefte quartierhouders, op aanzoek, aanftonds geneden zy» geweest hunne quartieren voor'eenige iye j ^Tt'Ede punt de reauifiatien betref fende, is zae.cer lastig; door het groofygj brek, en door ia narde winter, is het wg S dat da Engelfchen overgelaten nao „ h«na eeaeel opaeraakt; zonder dat man eeSatg,a oar kotkry.en. ifedat almoeten S menlchen het uBUgfl hebben, de Fran . fcVn kunnen even min als aüé andere van den wini leeven; - ook m hergebrek dat Sier z.mtyds by d/ légers, uit °Q5ftftf?\ Loden de Volontaires verfcneide b.ykjn vm ■'edmd gegeven, dieneer voorbeeld , 11 *K 'ie -fr lur ;er da, ook alles mie^k g- wat m-igelyk is om het deeze brave irygsnelJen miklyk te maaken. * Eindeiyk het laktigfte punt voor dFranfche zeivë en voor da burgers, zyn d. Afighiienï - dewyl die nog ingeente, raico-n'ioopkunnen geb.-agt worden. —■ W« dat al is net lót van dan Fran.eUen.foldaat Q0k Uit punt betreffende, zaar han , e. dit is w.-l hei mbeilyklle van allen, - zy fi& met als vyanden; taMgJfl* den in ons land; zy koomen p*21*»^ ons te verbinden en ta vereen.gen, te^ de zaam^e.p,on,o K.nvngan, tegen die e , „ielers en padervers V^SS^SSe te^an die groote geprivd g-eidc n -ara «airs. en tegen hünneaaa'n'hang. Die Btave uaiii. c.i o VrvneM, dië a be dan .dada le * der V.yoera % bnveran.e - vke Kr.bl ü.N v ...... MENSCH in Europa g^n u>.br, J... i ; a .jat zy drie of vier dag.nio een v ais Jw-e-t & a.ie wjnkels vöor hun ffikrygsheld behalven ean Franse m., „iet ailaen tot mo ren; maar tot daden y* gewald doen overflian, en met tegenftaan lelt, zyn de voorbeelden van geweld*. digheeden, over die aanhoudende weigering van verkoopen, zo weinij, dat bet de moeite niet waardig is 'er van te fteeken. B-ihalven daft. alle gewe.derfaryen hoe ge•7ng ook, ftreng volgens de wetien.geftraft worden. "' „„ - ! Is het niet hart dat een foldaat zyn ge-insre portie brood of vlees die hy dage-fykscri kry>n, voor een kleinigheid meet ferkfor*,'6m eenggald m handén Wttjn daar hy dringende nood wend gieedsn ■oor bekoomen kan? Die voorbeelden vn in deeze ftreekën voorhanden; — Lie jVrn's takiagan «g onder anderen •er over bet lot der Franfchen die bet Soamifoèn van ae iViimjlad en daar vtr-e s ulttriiak'eb; — Wv maanen nogm als ane oozeMadenurgers aan, om toe tl '„'veel te do,>n als itiogelp is voor onze :raave Verlossers. — Voor het overige ■nvt man iri anes waakzaam zyn, cn dóór alle mogelyke n, adelen zorgen dat reene booze \ istocraten, gelegenheid vinden om kwa.a zaad te zaaijen-; waar toe reJur:K veele heimelyke po ringen , onder dleriy fenoon fc'iynende verwringen,-aanIwenl worden; — doch men leerd den nu.chelaar en den braven man in deeze ry4 "emaklyk kennen en ondeHcheiden. Zyworjen ontdekt, en hunne ftraf zal gews vol-, ^Hatvoornaamftedat verder tot hier toe M fre7d vestintr voorgevallen, is, beftaat in, ■ h P-="i| oproapan van het vo*. en hen A ftellen eener Volks vertegenwoordiging ; SSÏÏfe boezem; deeza geheele hande; doe is gedrukt an by de Ui-gevers van dit blad tegbekoomen; Wr*M» h.et , leen no« npgee^en. de veranderingen d.e . éE m de leeden der Mumapahtett. . S^v Ö* zyn; - in plaats van den j „ W- P^vier, moest oeszelfs Oom. T 'DraUbe rt/ailen, deaae niet in de ftad n 5ynde is aan dien burger hier van by een Ökentfs gegeeven; — docnorn voldoen:' l reèdeneiiweiirerend nlyvende zo moe' ^SWSé p»a« vervuilers invaU . e.i; ter zei ver tyd nee t ook den burger t c H rman trt hoofde van ziekte ceL ' dan.fi daa dc burgers Guvrpe, s, B.»  (. 190 ) tnm en van Heemsdital zig allen om on 1 derfcheideneree lenen van ouderdom, ziektens enz; verfehoonende, zyn de burgers de Geep, en Rupertus verzogt den Eed, als >">p hun buurt invallende, 'e do^n, het geen door den burger de Geep is :a:^e noom?T; d >ch den burger Ruperms wei gerde zu^s; willende egter wol aan blyver op oen Eed,, die gedaan h aan den Keur v.orst van de Palts; — Jan dewyl zulk, niet beftaanbaar WfcS met de, door de Ge nerale .Sta'en erk ;ide oppermagt van hel volk, en het daar op gegrond provifioneel Reglement van Volks- reprefentatie , zo is den burger L. de Gesp maar al leen in den Eed genoomen. — b'y-'ende toeu nog in de rVlunicipaiiteit twee plaatz'm open. De burgers Trog en van Daièn waaren nu aan de baurr; dan den burger Trog werd eenige dagen naderhand doo> de dood weg gerukt, zo dat die twee plaatzen nu moeiten veivuli worden door de twee Laatfte plaatsvin vull^rs'de burgers W. van Dalen en P Venhoven -— ~Zie daar de vo r iaamfte zasken van deeze ftad, daar een ieder belang by heeft. Het volgende ftukzyn verzogt te plaatzen; wy verzoeken de geëerde zender ons meer van dien aart toe te fchikken; den waaren en vallenen Edelman, is duidelyk in het zelve te kennen. D E WAARS ADEL o r KLAAS en LEONARD. Lfon.grd de Zoon van een ryk man gebo >r..n uit Ouders wiens overoude voorou ders her oude regt van adeldom gekreeg< r hadden; Leonard volgens dat gewaan de regt van geboorte een Edelman, w. te gelyk etn weldenkend jongeling en ir so ver edel, »,.. .. De eerfte jaren van zyn leven wa*en voor hem, in de genieting van onfchuldige vreugde op het land, voorbygegaan. Zyn hart was door een grootmoedig M:-:fchenvriend, die hem tot leermeester verftrekte, ge>orm.i, en tegen al de indrukken van trot«c'theid cn lage veroordeelen gewapend; vervolgens had het ftadsleven zyne zinvoe zeden, met een bevallige zagtheid of buigzaamheid, verfijru; terwyl hy zyn kennis op de hooge fchoOl uitgebreid en vereceld :iad. Zyn liefde voor liet landleven noodigde hem v.iak naar de ftille woning van zyn al oud geflacn?; hier bellede hy al zyn kund'gneid, al zyn voertrefiyke hoedanigheden, aan het belang van zvne eenvoudi*' ge natuurgenooten. De pagter van de naastbygelegen hoef, bezat een zoon, die met Leonard opgevoed was, en die aan al de natuurlyke bekoorlykheid van een onbedorven hart, ook de voortreflykheid van een gezond verftand huwde- Klaas (zo was de naam ues Jongen Landbouwers ) was van zyn vroegfte kindsheid af, door de zoetlte vrindfebap aan Lepnarct verbonden; doch de afweezen beid var» Leonard had Klaas het ondericheid in zogenaamde rang én geboorte doen op* merken, err("na dat Leonard op het land terug gekeerd was) feheen Klaas ondanks de ftem van zyn nart, dien gewoonen afftand te wiilen bewaren. Leonard integendeel, zogt den vriend van zyn jeugd op. Vol verlangen ylde hy menigwerf naar de woningvan AV^a-r, maar tevergeefs. Klaas ontweek hem zorgvuldig, dewyl hy* vreesde dat de vrye, de gloeiende drift van zyi ne vriendfehap die hy ~een ontmoeting ge1-* wis niet te beteugelen Zvnde weezen, Lei onard kon beledigen. Eindeiyk gelukte het der', jongen Leonard cm zyn langgezogtea vrien ( re verrasten. Vroeg in den nurgenftVjnd wan c werkzaamheid Wekte, bewonderde. Le» tiard zag hem, vloog toe, en lltoi a ungeling in zyn armen, „ myn 'Klaas ï „ myn vrieiidl riep by, waaium uiuwyut H h h a „ gy  C 191 ) ü gy my"? hebt gy een beeteren vriend ge „ vonden dan uwen Leonard?" Kiaai beefde van aandoening, 't gevoel floot zyn lipoen, maar zyn fpreëkenacoogen waaruit leldre tranen vloeiden, waren de tolken van zyn z;el. "Ni eenige oogenblikken (waarin de zuiverfre verrukking, twee eedeie zielen door ware vriendfehap vereenigde) Zetten zig de beide vrienden aan den voet van een groener heuvel, op het bedauwde gras neder, en begonnen het volgend gefprek. „ Klaas. Van myn jeugd af heb ik der M ftand waarin ik geboren ben gezegend . „ en myn Ouders als de dierbaarlle grw fchen ken der Godheid bemind., maar Le u onard.' finrs ik het onderfchéid -dat tus„ fchen u en my beftaat gevoelde, heb ik „ vuurig gewenst om .een geboren -Edel-, „ man te wezen. .„ Leonard. En juist dien vuurigen wensen w beste Klaas', zoude 11 in myn oog kun „ nen verlagen, en een weezentlyk onder ,» fcheid tusfehen ons doen beflaan, zoo ik „ niet overtuigd was , dat alleen uwgevoe: M fpreekfzonder dat uw verftand daar deel „ aan heeft. „ Klaas. Waarom dat ? zyt gy niet ver t> boven my verheven? Staat het my wei ,, vry om buiten myne kring te treden, ,, en om U voor 'het oog der wereld myn waren vriend te noemen ? goede Hemel! u de zoon van een Landbouwer en die eens Edelmans! „ Leonard. Ik zal u eerst zeggen wat „ een Edelman is, en zegt uw eigen ge „ weten dan dat gy den waren Adel be,, zit . Klaas! dan behoeft gy niet meer i, te wehichen om een Edelman te worden. «, Onze Moeders brengen ons op de zelfde 'wyster wereld, dit mooge in een Paleis- „ of in een nederige ftulp gebeuren, deeerlle ,, man en vrouw die op aarde geleefd heb,, ben zyn de Ouders vin ons allen. Maar „ elk die aan zyne beftemming als mensen, ,, voldoet, die den hoogen God, met dank. „ baarheid eerbiedigt en bemint, die al zy„ ne natuurgenooteiij waar hy kan, wel„ doer, helpt, befchermd, en vertroost-, ,, en wie al de plichten die aan zyn beroep ,, verbonden zyn, beiragt, dezen is. waar,, l)k een 'Edelman. i. Klaas. Ik begryp uit ook zoo myn ,, vriend! maar het algemeen denkt zoo „ niet, en de voorrechten die aan uw ftand „ verbonden zyn onderfcheiden uw tog, „ Leonard. Ja zy onderfcheiden my, ,, even ge'yk een groen kleed, my van eön , ander die een rood kleed aan heeft, „ onderfchéid. Als ik lust of geld genoeg „ heb om ook een rood kleed te koopen, „ dan is het onderfchéid weggenomen, W&n„ neer gy ryk vaart, en lust had om een *„ heerlykheid te koopen, dan waart gy „ immers zoo wel een Edelman als ik? ,, Klaas. Maar uw adeldom is oud. en ,, eerwaardig. „ Leonard. Ja zy 'is oud, ik tel voor „ zeker een aanzienlyk aantal dezer ge„ waande adelyke voorouders; in vroc„ ge eeuwen deed een van myn ftam„ vaderen een ftoute heldendaad; tot be„ looning: werd hy Ridder geflagen, en „ dit Ridderfchap weid «an al zyn af„ ftammeiingen verzekerd, maar zeg my „ tog, wat voor deel had zyn zoon, „ zyn klemzoon, zyn agterkleinzoon©f „ wat voordeel heb ik aan die helden* „ daad? (.Het vervolg in ons volgende No.) Te Bergen op Zoom by van RIEMSDYK en van BRONKHORST. ce Brtdm van BERGEN, cn verder alöm wordt ditBiad, metdeBylageo, Wekelyksch voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor 1 ftuiver op beter papier, uitgegeevejj. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewoon.papier ƒ 1. t© en op beter papier ƒ a-:«;  NUTTIG en VERMAAKLYE WEEK BLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN ;N°. 49. Zaturdag den 4. AprÏÏ 179$. 'VlLYHEIiO GE1LYKHEÏD BROEDERSCHAP. Vervolg van het gefprek tmfchen'Leonard en Klaas over rff» Adel. Leonard ellichttèbbén onder'dieafge-j ,, ftamdc Ruders, kleinmoedige, verwyfde, „ en verachtelyke fchepzelen beftaan; even„ we! zulke'waren ook Ridderlyke Edel„ mannen om dat een heldhaftigen ftamvader iets fraeis in den kryg bedreven had, maar wie verzekerd U myn goede Klaas dat gy ook zulke dappre Helden niet „ onder u'w (tamvaderen 'teld? ,, Klaas. D*t doe ik zeker, myn groot ,, vader hielp ons Vaderland een glorieryke „ overwinning behalen, hy was toen Sol,, daat, en ontrukte zyn Generaal, die ge „ kwest én in handen der vyanden was, „ met levensgevaar aan het geweid; mer ,j de Stoel in dé vuist, droeg hy den bloe „ denden Generaal over ce lyken heen, en „ (telde hem in veiligheid. Myn vader heeft „ ook nog eenige tyd foldaat geweest maar „ r>y weigerde in een vyandelyk dorp den » brif\a te helpen fteken, en deed zyn », best om een arm fchreiend huisgezin. t>-ïo«r plundering te beveiligen; hierom ,, werd hy door zyn bevelhebber eerloos „ verkltard ën weggejaagd; dit is ook de ,, reden, dit hy op deze hoef eerst kwimi „ weiken, daar na de dokter ces pagteis ,, trouwde, en ei/;del) k zelfs pagter werd. ,, Leonard. Ziet gy wel brave Klaas! „ gy kend de eedie daden van uwe vaderen i veel beeter dan ik die van de myne. , „ ik twyfel niet of zy verdienden ook veel „ groteren rcem dan die van de myne. Die ,, daad waarom uw vader eerloos verklaard ,, is, heeft hem in het oog van God en ,, menfehen veradelt; ja Klaas gy zyt de ,, zoon vaneer.Edelmón, gy zyt zelf.edel, ,, want gy bemind deugd en werkzaams ■ „ Godvrucht. Zvt dus te vreden met uw „ lor, daar is onderfchéid in beroep, dit is „ noodig om de Maatfchappy te doen be„ ftaan; daar is onderfchéid in rykdom, ook ,, dit is, om dezelfde reden, noodig; de „ ryke moet het werk van den armen be- , „ loonen en den armen moet de behocien ,, des ryken-bevredigen; zonder dit onder,, fcfieid , zoucen de meesten kunnen verlo„ ren zyn, de werkzaamheid zoude fluine- ,, ren, geen barmhartigheid, geen weidadiI x i ge  Cm > i u gemei'chenliefde, zoudebeftasn en het s, leven zoude geen beval ligheid meer bezitten; wy moeten dus allen'te vreden zyn, „ en ons door deugd veradelen, gy myn „ KlaasX gy moeteen edlenlandbouwer we,, zen en ik eenedien Landheer, onze vriend„ fcha.i.zal, nog kan, ooit wankelen, zoo „ lang ons hart zyn edelneid niet verliest. Tweede brief van JJCOB OPRECHT. Hoe veele menfehen 'er ook in de waereld zyn, myne Vrienden, het gaat valt, dat wy allen uit eenen Adam zyn voortgefprooten, —-> maar waarkomt het dan van daan, dat 'er zooveel onderfchéid tusfehen de menfehen gemiakt word, zo dat men den eenen hoort noemen Graafof Baron, den anderen fdyn Heer, eenen derden Si eur, terwyl anderen weder eenvoudig maar by der zei ver namen genoemt worden? Waar komt het van daan, dat een zo ge raamde Graaf of Baron doorgaans met min-achting op eenen Myn-Heer, deeze weder met trotsheid op eenen Sieur, en de Sieur maar nauwlyks op den minve-mo genden Man nederziet? — Dat komt daar van daan, myne Vrienden, dat zy zich in beelden, elk in zyne zoort daar door eene waardigheid te krygen, die zy door de geboorte niet bezitten, want immers wy zyn allen van een en dezelfde afkomst, en op dezelfde wyze geboren, en dus is het een zot, die wil doen geloaven, dat de eene mensch meer zou zyn, dan de andere, de Wyl wy in den ftaat der geboorte allen aan eikanderen gelyk zyn. — Waar uit ook be wyst zo een Graaf of Baron zyn adeldom ? Uit Wapens en Papieren die tot zyn lighaam «iet behooren, die met hem niet uit zyne Moeder voortgefproten, maar Hechts door den eenen of anderen Overheerfcher aan hem of aan zyne Voorouders gegeven zyn ? |a gebeurt het dikwerf niet, dat een Graaf oi Baron een lelyk gezicht heeft en mismaakt Is, terwyl zyn Buurman, of fchoon een minvermogend Man zynde, een mooi en welgemaakt mensen is?- — Indien de Natuur hen boven andere menfehen had willen verheffen by de geboorte, dan zouden zy ten minften in alle lchoonheid boven bet ander zoort van menfehen hebben uitgeblonkerr, maar wanneer men dit onderzoekt, zal zelfs net tegendeel bevonden worden; -—, wat zy dus zeggen mogen of niet, zy zyn allen, zo we', als wy, Myne Vrienden, van Adam afkomftig, die even gelyk myn Grootvader een Boer was. — Wel dewyl dit zó is, waarom zouden wy dan langer die Graven, Barons, Heeren of Seurs anders, dan by der zclver namen noemen. — Laaten wy den man uitlachgen en befpotten, die iemand weêr Myn lieer, Graaf oï' iets dergelyks zal noemen. Liaten wy toonen, dat wy even, gelyk de Franfchen, weeten, dat de eene tnenfch niet meer is, dande andere, — en Witzal daar van dan het gevolg zyn? dat die Graven en Barons, dat alle die Heerem, en Sieurs zullen begrypen, dat wy zo dwaas niet zyn, van ons zelven, minder dan hen tq.achten, dat zyons, als hunnes gelyken erkennen en gemeenzaamer en vriendelyker met ons zullen omgaan, en zich tot niets bpven ons zuilen bevoegd rekenen. Ik ga er dadelyk een begin van maaken met myn Vader en met myne Z'ufters, die, om dat myn Vader zich toevallig in een Stad met 'er woon hebbende neêrgezet, een Lid van de Municipaliteit aldaar geworden was, dan ook Myn Heer en Mejuffrouwe genaamt wierden; maar ik zal hen morgen eenen Brief fchryven, waar op ik eenvoudig hunnenaamen zal zetten. — Indien ieder Burger Man my daar in navolgt, het zy in het aanfpreeken van iemand, of wanneer men aan hem fchryft, dan zullen de zogenaamde Groote-lied<*n het niet langer durven volhouden Graaf, Baron, of Myn Heer te zeggen, en men zal daar door gelegenheid geeven, dat de Deugd allee» eene meerdere waarde aan onzen Even* menfeh zal aanbrengen. * '.',:'.i' . ,w! 'T KONING LYK PARDON. Men verhaalt van zeker Koning, dat hf met  ( 1*4 ) giet een brooddronken Prins op de jagt zyn- , de, deeze een weinig ter zyde vanher 'öo'^-'n afgedwaald, op één der ftchoor^evren van de hutjens, a maar een voorbeeld van ouderliefde, die n« g na den moord aam zynen vader gepleegd * i het huishouden zyner braave moeder met » zyn zweet, en ook dikwyls tot bloedens 1 toe, voedde; deeze waardige jongeling out , brandde m onbedwingbaare gramfchap op * c h°oren wie den moord aan zynen vader f gepleegd badi en zwoer den moordenaar i daar voor to zullen ftraffen — 't geval wil- de dat hy, na lang zoekens, ook gelegen. heid daartoe bekwam j hy ontmoette naami lyk den Prins op een afgelegen' weg, en in > zyne eenzaamheid wandelende — „ Zyt 8 » t^groet! " zeide hy, „ waar gaat d'e reis „ heen?" — Lompert;" gaf de Prins hem ■ ten antwoord, „ kent gy my niet?" — „ 1 Ja, " hernam de jongeling, „ ik kenuwel, „ maar gy kent my niet" — „ Wie zyt „ gy dan ? " — „ Ik ben de zoon van den „ man dien gy vermoord- hebt" — Ver„ moord hebt?" _ ,., Dien gy baldadiglyk „ van den fchoorfteen hebt afgefchoten" — „ Hoe;" vervolgde de Prins, met zicht* „ baare blyken van vertoorndheid, „ komt •i gy my van zulke vergeten dingen nu nog „ aan de ooren rellen ? - het was een grap, „ en de Vorst heeft met zyn pardon alles-af- • „ gedaan" — „ Dat het pardon van dei „ Vorst u den Hemel opene! " zeide de „ jonge boer, „ myn vuist zal u het graf „ openen; ik zal het bloed van mynen vader „ wreeken, al moet ik zelf die* wraak met „ den dood boeten —, houd daar moor„ naari" vervolgde by, en bragt den Prine „ met een zwaaren knods een' flag op het „ hoofd toe,, dat hy voor zyn voeten neder. m ftortte. Zeer gerust vervolgde de jongeling voordg zynen weg; doch wa» nauwlvk* weder br zyne moeder gekeerd, of zag zig ook reeds van wege den Koning gegrepen, om naar de gevangenis gefleept te worden: de toegeoragte kneupelflag, was niet onmiddelyk doodlyk geweest, offchoon den Prïhs een uur ot twee daarna overleden was —- de jongeling werd geoordeeld zig fchuldig gemaakt te «ebbca aan een voorgenomen» moord»  C i$5 ) <"/erd deihalvea g£vonnift? ori? ! euis door beü'&handcn te .zullen ^;ten fterven ■ Nüby het einde van /ó leven gekomen zynde, en befeffende noeveel zyne arme Moeder met haare overige- kinderen, aan hem zonde'misfen, bad hy, men \vilde_ den Koning .om- genade voor hem fmeeken; l.y ware töch fleehts fcioedwreeker geweest, en den' baldadigen moor ienaar van zyn braave vader had wel genade van hem bekomen „ Durft gy", zeide men hem,'■ „'. u gejyk ftellen „ met deezen ? met een geboren Piins? een „ eerden gunsteling van den Vorst? gy die „ dien gunfteling, dien doorluc.htigen Prins „ in dol'e woede om ' 't leven gebragt hebt ? " • „ In rechtvaardige gram- „ fchap", herhaalde de jongeling, „-en hy „• had uit baldaadigheid myn waarden vader „ vermoord! " <— ,, Gy hebt geen genade „ te verwachten ", graaudeïmèn hem toe; „'bereid ti tot fterven" -— De braave jongeling dorst wel'fterven; maar het lot van zyne'MöEder woog hem zwaar op't ouderlievend harte — toen hy zig op het kruis uitgeftrekt had, en den eerften (lag van den beul ftond te ontvangen, riep hy nog uit: ,, „ Gód! ontferm u over myne arme Moe„ derl " Zodanig Was het gevolg van eene daad,1 die" by de menschheid verfchooniug vindt, in vergelyking van die des brooddronkenen gunstelings, welkedoorhetvrymagtiggezach van den Vorst , aan de kracht der wetten onttrokken was, Zie daar een gevolg van de leer en de gewoonte, die de egaliteit van onder de men» fchen wegneemen —— m het gegeven voorbeeld had de zalige gelykheid, en die tevens zo natuurlyk is, althans geheel geen plaat*— deezen werd verfehcond om cac een Vorst boven de wetten verheven was, eu geene werd geftraft om dat hy Hechts een baidaadigen moordenaar van zyn' Vader had om- gebragt de -wetten zweegen voor hem, en daar deeze zwygen', is de mensen zyn eigen rechter; had de vorst den eeji na:-.m van handhaver der wetten willen draa, gen, hy had de wetten nooit moeiten doen i zwygen, ter gunste van zyn fchsldigea j vriend heeft hy dat vermogen, zo is ■ hy meer dan de wetten, meer dan zyne medehandhavers, meer dan zyne natuurgenooten, voor we;ke de wetien gemaakt zyn; maar dan zou hy oek meer dan mensen' moeten weezen. Grootmoedigen, wier hart'aan 't Heil der Maatfchappy -Aan 'i Heil van 't Vaderland geheel is toe geheiligd, Zal 't waarlyk op den duur zyn Welvaart zien ieveiligd, 'Et! dat Uw Zeden rein, Uw Leven vletk'ioos zy, ,'Zy, dat "Ge aan 'l Hoofd van 't Volk Uw Deugden voor doet lichten, 't Zy Ge in dellaaigfte H.ine een treff'lyk Voorbeeld geeft! De braafitè Pat riot is hy die deugdzaam leeft'; ' Zoo zult Ge Uw Vaderland op 't uuurst aan U verplichten. TTe Berge»'of Zoem by vak RIEMSDYK en van BRONKHORST. te $r**** ' van liÊRGEN. en verder alöm wordt dit-B/ad, metdeBylagen, Wekclys-sca voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor i ftuiver op beter papier, ungeieevea. Hetzelve kost by intekening in het jaar, op gewown pap/er/ l-i* ; "* ' ca op beter papier /-2-->;  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN Zaturdag den 11. April 1795. VRYHEID GELY&HEID BROEDERSCHAP. PLAN e,?* GEVERAALE OPROEPING. vn het zelve te maaken, welke daarin nodig zyn, ten aanzien der mindere bevolking. Alle de Municipalireiten of Regeeringen, aldus door en uit liet . volk op eene allezjrft^ vvetiige wyze verkooren zynde» om heizelye op alle mogelyke wyze te kunnen vertegenwoordigen ..benoemen de leden tot de. algemeeue conftitueerende vergaadermg niet. uit hun midden, maar uit het voik op deze wyze; Men veronderftelt dat door de Provilioneeie Reprefèntanten van bet volk inde Staaten Generaal ^de geueele uitgenrekrheid dezer Republiek verdeeld wordt in diftric* ten of' arondislêmenten, .van'na genoeg4OC0, buitgezinnen ieder; zynde 3500 e'én, en 4500 ook maar één, (Steden, welke grooter zyn, zo als Amfterdam, 't welk wy by voorbeeld bercekenen op 28000 huisgezinnen, bevatte dus 7 zodanige aröndisfementen,, zonder, dat dezelve van den andere on» derfcheiden zyn,) ais dan worden door de Regeeringen dier plaat; en, tot de Nationale Vergadering verkouden, 4 perzoonen,. dat is voor ieder 1000 huisgezinnen één, wyl niet de Heden, dorpen of mergenraien ge.eprefenteerd worden, maar ah een. net volk: in de verkoozen perfoonen wordt gevorderd,, dat ze zo veel mogeiyk, de. vereischte bekwaamheeden hebben,, van onbefprooken gedrag en wandel zyn, en do voiige, of Oranje party niet toegedaan. {Het tervo'g hier na,*) Derde Brief van JACOB OPRECHT. Éen der voornaamfte redenen, waarom de zo genaamde Groote lieden het zogenaamde gemeene Vyik, ,ajs in een verren af. ftand van hen willen houden; ja de eenige 1 eden, waarom alle die lyiels. van Graven,  8-arons, Myn Heeren en zo voords, zyn in de waereld gekomen is deeze: dat zy zich vleiden, dat de minvermogende menfehen daar door zich zooverre beneden hen zoude rekenen , dat zy zelve het als natuurlyk zoude achten door hen geregeerd en overheerleht te worJen. —- En waarlyk 6 indien zy maar eenigzins gematigd in hunne overheerfeliing hadden te werk gegaan, indien hunne hoogmoed hen niet zo menigmaalen tot Tyrannen gemaakt had, dan zou het geduld van den minvermogenden Man al lang door hen hebber kunnen worden gaandegehouden, maar hun-, ne eigen dwaasheid heeft hen dikwerf ten val gebragt. Weet gy dan niet, hoogmoedig menfeh, uat God u alleen de heerfchappy over de redenlofe Schepzels gegeven heeft? of gelooft gy niet, dat dc arme Man, even zo wel ee') redeiyk Ziel heeft, als gy? Of beeld gy u in, dat de Natuur u anders,' dan alle menfehen gefehapèn heefr? Indien. *er onderfchéid is tusfehen u en den min vermogende, den armen Man, weet dan, dat het voornaamlyk dtar in beliaat, dat gy om de Overbeei Icuc-s van hen te blyven , doorgaans de vermoogens van uwe Ziel in valfchheid cn bedrog doed uitmuntten , terwyl waarheid en oprechtheid by den Man die in een nederige ftulp woonci veekyds hoisveften. —- AJie menfehen aan elkandercn door der, ftaat der geboorte gelyk zynde, zoo heeft niemand reent óm eenige heerfenappy over zynen Evenmenfch te voeren, maar ieder «en is verpligt alles tpetebrengen, wat ee¬ nigzins aan de Maatfchappy der menfeheo kan nuttig zyn. — Spreekt het dan aan de «ene zyde van zelfs, dat de Maatfchappy der menlchen niet kan beflaan zonder Wetten, van welkers opvolging het behoud of de ondergang der Maatfchappy afi,angt, dan is het aan de andere zyde ook waar, dat alle de leden van de Maatfchappy een gelyk recht hebben om die Wetten zamen te fielten, en dï Perfoonen te benoemen, die op ae uitvoering v:■»': C 195 )  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN NS. si.' Zaturdag den 18. April 1795. VRYHEID GELYKHEID BROEDERSCHAP. Het vervolg van het Plan tot een Ge «oratie oproeping van het Volk van Nederland, enz. Men veronderftelle de geheele uitgeftrekth«id dezer Republiek, 500,000 HuisgezinBen te bevatten, zo zullen'er dan 500Leeden tot de C mftitueerende Vergadering verkooren zyn, deze vergaderen op de hun aangeweezen plaats, ten beftemden tyd j en na de goedkeuring hunner geloofsbrieven, beginnen zy met het aanftellen van de nodige amptenaaren, en in het benoemen van het nodig aantal hunner Leden in de verfchillende Committé's, als by voorbeeld: Tot de Wetgeeving — Waak faam heid *—~ Juftitie — de Uitvoerende Macht — Fi- 1 nantien — de Landttoupen, Vestingen,! Magazynen enz. — Marine, Koopvaart — Werven, enz. — jBuiren-en binnenlandfche Correspondentien -— Commercie — Fabrieken en Trafieken Landbouw —- Poueryen — Dyken en Wegen Kunsten en Weetenfchappen, ën van zo veele andere als 'er nodig zullen geöorueeid worden. De 4, eerfte beftsan alleen uit Leden der Nasi» onaale Vergsder'ng, en de anderen ten minften u t 5, wyl zy verplicht zyn zich zodanige lieden toetevoegen, ten minften teraadplegen, als nodig zyn, om aan hetzelve het nodige licht te kunnen geeven, by voorb. het Committe tot de Landtroupen enz. neemt by zich eerige Generaals of OpaerOfflcieren, Capiteinen enz. Onder-Officieren, Ingenieurs, Artilleristen enz. -— Dat tot de Marine enz. eenige Admiraals of Opper-Officieren, cudeOnder-Officieren, Kcoplieden, Reeders, Asfuradeurs, KoopvaardySchirpers en Lootzen. —- Dat tot de Commercie , eenige Kooplieden, in verfchillen. de takken. — Dat tot de Fabrieken &c. eenige Fabrikanten en Trafikanten. — Dat tot den Landbouw, eenige der kuncigfte Boeren, uit de verfcbillende ftreekën van ons Land. - Dat tot de Dyken en Wegen eenige WaterJoopkundïgen en Dykbazen? — en zo vervolgends met anderen, weike men zal bevinden nodig te hebber. En fchoon het Volk zeker meent te weeten, dat aan niemand, by zyne aanftclling tot een Ampt, de daartoe nodige kundiehcedea LH i«-  ingeblazen worden, en het z;ch ménignvwlcn "gehouden heeft, als wa"e zulks zo, zo zal het uocbthans 'op deezen een meer onbepaald vertrouwen heoben, on dat zyne waare belangenbetér gekend en dus minder uit net oog verlooren zullen worden, en om dat her zelve d.;ar door meer on m'JJe'yk inzien in zyne z|aken heeft, Geen Cóiiiaiiité béliuit voor het Vak; maar zy zy.j 'verpl.cht nu-me rappor én in de alge tn i; Vergadering te brenjen, die dezelve ïn Wet veranderen kan. De bofluiten der Vergadering, beirekKing hebbende op de «Luw te nïaakene Conftltutie, Règeermgs vorm en Wetten, zuilen aan den-.Veike ter ftond bekend getniakt worden, eneanielc: B.irger toegelaaten, om daar tegen zyneb? deakngen, met zyn naam en woonplaats ondérteekend, in te mogen brengen. Zyr dezelve gegrond; zo moeten de befljïtc jno-évplgè daarvan veranderd worden n.i do. bepaalden tyd, dan geene wezenlyke of gégtoiidè bedenkingen ingakoonjen zynde, zal het béfluit kracht van Wet voor allen fcebboa, en niet meer dan door het Volk zelve, op dezelve wyze kunnen veranderd worden. Deeze bekendmaaking zal gefchieden by wyze van Courant. - Indien geduurende de Vergadering eeder Leden kwam te fterven, of om wange drag uitgezet wierd, of eenig amp: be kw tmi zal daar van terftond kennis gegee ven .vjrien aan die regeer.ng ot re|eèrin wen, door welke hy gezonden is, om die pJaits ten fpoedigften met een ander te ver vulien. Do Vergadering zelve zal blyve, tot dat alles afgedaan is, intusiciien zulle-d- Leden uit de al^emeene L^idkaslegeU lari ,er i worden, zon der iets anders te mogei ieniéter», H# ge i^-e werk vo I mgen zyu5 . /ai 'er door de wettig. verk.oöreo reg x «ogen weder -ene verkiezing gefchiedep, doch Zodanig. Jat voo, 'eler.ir.in i ,1. non Tn.r "en pj;-'.}•• verkooren. wordt, zyn.n daartoe de afgaande woJer.ve-k^oaar: d„e zullen voortaan hot. voU Wjrvf* verte «envrw.ligen als Volks verg-m.'enng, bly fe,i te de Co nm't és all m ftenaslven ft in I Ted-r jaar zal een vyfde dezer leden algaar. en "noot andere verkooren porloonea kunne.. vervangen worden, zynde de afgasnden echi ter wed :r verkiesbaar. Allle Jaaren , voor het afgaan dezer Leden, zullen de Committé's een algemeen rapport,en verantwoordt mosten doen; dezelve goedgekeurd zynde, zal 'er door de Thefauriers en het Colnmirté tor. de Financie, behoorlyk en fpécifiek rekening van 's Linds inkomften én uitgaaven gèiaan worden; en dit 'xiok door de Vergadering goedgekeurd zynde, zal alles door den druk worden p bliek genaakt; op dat het Volk woeie. üje dat iet met het gtneel gelegen is, om daar door iet vertrouwen op 's Lan is Vaderen, en de zo nodige eemgez.u ibeï 1 eens weder te 'ioen herlévfen; o n daar door-, te bower-:eu, dat allen in alles gaerne medewerken tot behoud van het geheel. RECHTEN VAN DEN M EMS C H. DEEZE RECHTEN LEEREN ONS. Du alle Menfehen met gelyke rechten voboren werden, en dat deze natuurlyke roten hun niet kunnen ontnomen worden. Dit deze rechten b :.taan in gfeiykhet*{ -ryheid, ve ligieid , eigendom en tegenftand .q onderdrukking. dit de vryheid de magt is, welke ieder Mjnsch toekomt om te ïmgen doen al het -een andoren in hunne réchten niet ftoort: lat dus hare natuurlyke bepapn» beft lat in iÊze (telling: D tentet aai eenen anderen, 'iet, geen gy 'niet w (t dat U gefchiëde. Dat het iedér dus gèoor oofd is zyne geUeiiton en gevoelens aa-i anderen te openbaar, het zy door de Drukpers of op eenige indera wyzo. Dat ieder Mensch het regt heefr, om Jod zoodanig té d'enen. als hy v.1 , of jiet'wil't zonder daar in op, eenigenei wyie gedwongen te kunnen wordön. Dat de veiligheid bcikat in de zekerheid va»  van door andaren niet geftoord te- zuller worden iri het uitoeffeiien van zyne rechten* noen in het vreedzaam bezit van we;. tig verkregene eigendommen Dai ieder ftem nebben moet in de wetgevende Vergadering der genceie Maatfchappy,. tier.zy perlbonlyk, net zy door eene by hen* m?.de gekozene ertegen woord ■gintr, Dat bet oogmerk yan al.e Bur^e;,yke Haatlcüfappyen zyn moet, om de Menfcbei te verzekeren ne;. vreedzaam genot van nun, ne nastturlyke rechten Dat dus de natuurlyke vryheid» van ai'es te mogen dóen wat-andereu in hunne reen ten niet ftoort, nimmer verhinderd kan wol den dan wanneer het oogmerk oer Burger lyke M lad'chappyen zulks volitrektelyk vor fleft. Dat diergelyke bemalingen der natuurlyke vry.ieid niet mogen gemaakt worden dan dooi het Vüik di' deszelfs Vertegenwoordigers. Dat derhalven*memand kan verpligt worden, iets van zyne byzonJere eigendommen aan het algemeen te moeten afftaan, of opofferen, zonder dat zulks door den wi des Voiks, of van zyne Reprsejèntanten, uitdrukkeiyfc bepaald zy, en na eene voorafgegane fchavergoeding. Dat de wet de vrye en plegtxge uitdrukking is van den algemeenen wil, daizyvoot allen gelyk is,, het zy om te ftr-affen, he.-. zy om ie belonen. Dat niemand geregtelyk befehuldigd gear refteerd eugevangen gezet mag worden, dan in zodamg-e gevallen en vuigende zodanige formaliteiten als welke door ae wet zelve te voren bepaald zyn. Dat ingeval.e het noodziaklyk geoordeeld Word, iemand gevangen te nemen, een ie der niet ftre'-ger mag behandeld worden, dan volftrekt nodig is, om zig van zyn perfuon te verzeketen Dat, daar aiie Menfehen ge'yk zyn, -allen verkiesbaar zyn ioi alle Ampteii-én Bedieningen ,;zortdet eemge andere redenen;,van voorkeur'dan die *afl deugden en bekwaamheden- Dat een. iege'.yk. hei regt heeft, om van iedN^Amptenaar van r>et publiëk beftuur rel- i-lr^en veraiiiwoordirg vai.ZjU bewind te heipen afvordcieuj Dat nooit de geringde bepaling kan g«. maakt sjorden aan het recht van ""ieder Bur ;er, om zyne belangen i\i te brengen by -.uo, welken de puuiicquc. macht toever* trouwd is. Dat.de Souverainteit by het geheele Volk berust, en „dus geen gedeelte van het Volk zich dezeivykan aanmatigen. D i( net Voik. ten allen tyde het rechheeft, zyne Regeeringsvorm te veranderen, . e verbeteren of eenen geheet anderen ie. ver kielen. Vierde Brief van JACOB OPRECHT. Wanneer, men de Gebeurtenisfen van onsLand naargaa:, dan zal men oevincen, dat .iet zo genaamd Gemeene Volk zien nooit aan de Overheerfching der Regenten heeft kunnen gewennen — uac hei z.ch daar tegen altyd verzet, en in de Versiezing van eenen Stadhouder gé'meent heeft een middJ tegen die ovërheerlch.ftg te. vinden. - Indien he;t waar is>, dat het Volk in dit hulpmiddel zich bedrogen heeft, dan blyft ..et toen ecther zeker, dat bet in den grond der zaak geiyk had, en dat eene VER-? STANDiGE daad was, die banden der Slaverny ie willen verbreeken, teiwyl het uiet aan .het Volk te wytén is, ais .net zelve een verkeerd middel te^en die verdruk» • v ng heeft daar geftcid, wanr, zo dra net Volk zich tegen die overheerfching der Regenten wiide verzenen, dan aeden 'er /.'ch altyd listige en belangzoekende Groote .■ Heer en op. die van de goede wii des Vo.Ks misbruik maaken.le, het, Volk tot het uit-loepen van eenen Stadhouder aanzetteden, waar aan het belangloos Volk voldeed, om dat het niets anders beoogde, dan liet algemeen geluk, Let wek men .len deed .. ge-oovui, dat door eenen 6im overheerfcht te worden; zou het zelve ook niet inftaat zyn om mede te overwegen, welke Wet ten 'er tot het' beftier tier Maat-fehappy nooj'g zyn, en aan welke perioonen men het opzicht over de uitvoering deezer Wet ten aou kunnen toevertrouwen. ESN GEZOND OORDEEL en EEN EERLYK HART, ziet daar de hoedanigheden, welke voornamentlyk vereischt worden rot het zamenftellen der bedoelde Wetten. Ik heb die twee hoedanigheden met groote Letters doen drukken, Myne Vrienden! om dat daar aan alles gelegen legt, want, als wy, het Minvermogende Volk, een gezond Oordeel, dat is een een goed Natuurlyk Oordeel, en een eeilyk hart bezitten, dan hebben Wy verftands genoeg om over de Wetten, die in ons Land nodig zyn, ook te moogen raadpleegen en dan zullen de zo genaamde Groote Heeren met fchaamte aioeten erkennen, dat zy ter kwaader trou¬ we zulks aan het Gemeene Volk geweigert nebben. Maar Wie twyffeh 'er nu aan, dat Wy het Volk die twee hoedanigheden bezitten ? — Niemand, Myne Vrienden; onze Natuur en de Ondervinding leeren het tegendeel; maar ik zal zulks in een volgende brief'nader aantonen willènde ik hier nog maar voor al doen opmerken, dat uit het bovengezegde blykt, dat het Minvermogende Volk altyd getracht heeft het algemeen geluk te bevorderen; dat het zich daarom altyd tegen de Overheerfching der Regenten ver. zet en dus ten allen tyden getoont heeft het befte gedeelte der Inwoonders te zyn, want zy, die voor het Algemeen welzyn werken, zyn oneindig hoog te fckatten, terwyl alle belangzoekende menfehen ver- agtlyke Schepfels zyn: en evenwel Myne Vrienden! word gy het Graauw genaamt; — evenwel wil men niet, dat de Arme, de Minvermogende Man ooit op het Kuslen zit of in eenige Volksvergadering verichynt - ó Schandelyke vertedering, die op den Kop van dien Verwaanden zal te huls komen, dan, wanneer hei zelve Volk, dat altyd het algemeen belang beoogt heeft, eens zal overtuigd zyn, dat ook ieder Mensch een gelyk Recht tot alles heèft, wat dat algemeen belang betreft; ■—- en die dagen zyn in Nederland thans voorhanden. Te Bergen tp Zeem by van RIEMSDYK en van BRONKHORST. te Breda ' van SRRGBN. en verder al Sm wordt dit Blad, met de Bylagen, Wekelykseh voor 6 duiten, op gewoon papier, en voor i ftuiver op beter papier, uitgegeeven. H»tzelve kost by iiuekewtsg inhot jaar, ep geween p*pw\fi -1© •n op beter papier ƒ >;-:  NUTTIG en VERMAAKLYK WEEKBLAD VOOR BURGERS en LANDLIEDEN N°. 52. Z&nwdag den 29. September 1795. vryheid gelyk.heïd broederschap. PUBLICATIE. De PROVISIONEELÈ REPRESENTANTEN van het VOLK van BATAAFSCH BRaBAND , Alle de geenen die deeze zullen zien of hooren leezen Heil an Broedtrfchap, doen te weeten: Dat het Concept. Plan van beftuuring tusfehen de Ge deputeerden van de Staaten Generaal der. VereenIgde Nederlanden ter eenre, en de Provioneele Representanten van het Volk van Cataaksch Braband , a.'s Gecommitteerden van de Municipaliteiten der Generaliteits Landen of van Bataafsch Braband ter andere zijde, binnen 'sBosch den 11 jtiiij 1795 geformeerd en getekend, door ons in naam van het geheele Volk van Babaafsch Braband is goedgekenrd en aangenoomen bij onze Relolutie van den 5 deezer , waarvan de Actens van Ratificatien tusfehen de Gedeputeerden van de Staaten Generaal van de Vereenigdb Nederlanden en ons in behoorlijke forma den 8 de zer loopende maand Augustus 17';s te %u* burg zijn uitgewisfeld; welke bovengemelde Plan is luidende als volgt: De Gedeputeerden der Staaten Generaal der Vereenigdë Nederlanden, in. hereerende Hun Hoog Mogende Refolurie van den i* Februarij 1795, behelzende de Declaratie van de Rechten van den Mensch tn Burger, en daar uit proflueeiende Sou, veremiteit van het Volk, vcrklaaren uit Naam van hooggemelde Staaten Generaal, dat ingeval de Nationaale Conventie onverhoopt niet tot ftand mogte komen , of onverrigter zaake zoude moeten fcheiden, de Prowntien nu voor als dan zich veibinden, om de Ingezeetenen der Generaliteits Landen niet meer op den voet van een Win-Gewest te zuilen behandelen", maar integendeel dezelve Landfchappen als haare Zuster te erkennen, en ook doen deelen in die Rechten van Gelijkheid, Vrijheid en Broedcrfchap, welke aan Vrygebooren Menfehen voegt, en in allen opzichte toekon.». De Gecommitteerden van de Münjcipautjsiten der Generaliteits Landen, of  ( 20f5. ) van Bataafsch Braband , als door liet Volk verkooren, inhcreeren nogmaals der zeiver Eisch en Vordering, gegrond zo op de oude bekendeRechten, als vooral op de bekende Scuveréiriirejt van 'het Vo l,. vc-rklaa ren niét te min wemelde Declaratoir der Gedeputeerdens van ue Staaten Generaal intusfcben, en in manier als volgt ie aeeëpteeren , en daarin voor ais nu , ter vermijding vap verwalrng en ongel g .-n eden, te berusten, mits nqgtjiajjs b:j gemelde Staaten Generaal worde bepaald cn van die bepaaling worde Verklaarfljg gedaan bij de Aftj van Ap probatie van Hun Hoog Mog , dat indien het alof niet daarflellen van eene NationaaleConven tie voor ultimo December deezes jaars, nictzai zijn gedecideert. of daf de zelve daargelïeld zijnde, zonder Conftitutie tc maaken, onver rigter zaaken'-kwam te fcheiden, alsdan Bataafsch . Braband even als de zeven verbonde Gewesten, met hun in her generaal Bondgenootfehap onmiddeüjk zal worden geadmitteerd,'op eene billijke en evenredige wijze. Voorts hebben dezelve' Ged'eputéerdens', met de Gecommitteerdens der refpeétive Municipaliteiten een Plan geformeerd, naar welk voornoemde Landen zullen worden geSdminiftreerd tot een en dertigfte December deezes jaars 1700 vyf en negentig. Artikel I. De Adminiftratie der Generaliteits Lan den, of van Bataafsch-Bigband zal in den tusfciientijd, even gemeld, worden waarge nomen door zeven en twintig Leden, onder den Titel van PROVISIONËliLE REPRE SLiNTANTEN van het VOLK van Ba TAAFSUI BRABAND, die de twee laatfte j u\n bunne vaste woonplaats in Bataafsca Braband moeten gehouden hebben, of die in hetzelve geöooren zijn , en een aanmer kelijk gedeelte van hun leeven daarin hebbei doorgebragf zullende in alle geval applica bel zijn bet gerefoJ veerde bij het Pian vai, Oproeping, omtieiit de U tgeweekene finn den jaare 17X7. Art. II. De refpeétive M. uic.'paiiteiten zullen ee. / neu lijst forrneeien van een dubbeid talvanl Leden, of uit hun midden, of daar buiten, gequalificeerd als voer, welke van wegen* | j Hun Hoog Mog, zullen |erangfchikt worden, na dat zij alle verklaard zullen hebben het aafl te ndemeh, de" zeven en twint'g' eerde zullen Provifioneele Reprefentanttn wezen, blij veDóc de oveiige.p.aaisvervüllers. Het getal Viord bepaald alzo:- Van 's Bosch .... 3 Reprefcntanfen. Mrasland ■. . . 2 —■ ■— Keinpc-land . . 3 —\ Oisterwijk . . 3 1 Grave cn Lande van Cmjck .... 3 . ■ Stad en Lande van Bergen op Zoom en ,rc, Sieenbei'iic.11 . . 5 ——, —— ïSïad en Linde vun Maakt tc ftamen 27 R-.prefentanten. Art. III. De werkzaamheden van dezelve Provifioïieele Reptefentanfen , zeilen 'in ae eerde plaats zijn de coniiBeratien cn bedenkingen, qpzichtens het Pian van oproeping tot de Nationaalc Conventie aan Hun Hoog Mog, te doen tcckerr.cn,' vervolgend? het. Volk te lellen en op tc roepen tot het verkiezen van Reprelèntanten tot de Nationaale Conventie., Verder de andere poificien ten oren opzichte af_te doen, welk ande.htns volgens het Pian , van Oproeping, 'het Committé van Bondge» ïootfchap ftond te doen. Art. IV. De Provifioneele Reprefcntanfen zullen zorg .iraagen, dat de'vrije uitoeftenlng van alle Godsditnrten, zal zijn onder de befeherming an de Wet . volgens de Rechten van den Mens.ch cn Burger, en gefebiede binnen de plaatfen daar toe gèfchikj.-. Art. V.' In zaaken van Politie, zal het Land proviioneel geregeerd worden op tien zelfden oei als voorheen en na dezelve Wetten, behoudens nogthands , de te maakt nodige, nuttige en goede veranderingen en verbeteringen; welke veranderingen en verbeteringen zul-  ( *°7 ). [ zullen gefchieden door gemelde Reprefep{ tanten, na ingeromon ad vis en met concur! rentie van het Hof van Juftitie. Art. VI. Alle Stedelijke zaken worden aan de Reï fpective Mtmic'paliteiten , even als in de I nabuurige Provintien, en dc Dorps-zaaken aan de Municipaliteiten aldaar gelaaten. Alt. VI<, Zaaken van Juftitie zo Civiele als Crimi I Heele zullen den gewoonen loop benbtfdëh I even als voorheen en naar dezelve Wetren, I onder referve nogthar.ecn Hof van Juftitie te 's Bosch opgericht ïword' n in plaats van den Raad van Brabanu n 'sHage zitting gehad hebbende. - H;'t zal beftaan uit zeven Lrden, benevens reen Advocaat Fiscaal en Griffier als meden. I Suppoosten, alle aangefteld op de m.étemenl ten, bij den Raad van Braband genooten, ï zullende betaald worden uit de inkomften der Generaliteits Landen. I " Art. IX, De onafgedaane ftukken en Papieren ter ..Griffie van den Raad van Braband in 's Haage : berustende , zullen ten cerften na 's Bosch 1 : overgezonden worden. Art, X. "De Leden van gemelde Hof van Juftitie nullen zijn als voljrr. Mr. JAN HENDRIK van HEURN I Mr. HER NAR DUS STORM. I Mr. BENJAMIN de BRüEYS. Mr. CORNELIS WYGAKRTS. Mr. LAMBERT WILLEM v. d HORST Mr. ..... • •'' Mr I Fiscaal. ; Mr. HENDRIK v. ADR.'CHEM, dejongë. 'Griffier, Mr. WILLEM HENDRIK PELS. Art. XI, Ingeval van fterfgeval, refignatie of an. , tderzints zal het Hof een drietal bekwaame ■ .gequalificeerde voorwerpen opgeeven, en da - .proviftoneeJe Reprefentanten diar uit een tot Lid in het Hof van Juftitie verkiezen. Art, XII. r Het gedrag der perfoonen, die removibel - moeten voorkomen, zal door eene C^m' mislie, Beftaande uit Leden der provifioneele Opreien tanten, dired onderzogt worden , ten einde, naar bevind van zaaken aan vfta melde provifioneele Reprefentanten, binnen-', 1 (VeertlétS dagen verflag of Rapport tc doem .En zal als dan de zaak pro re nata al of' ' iet geteld Worden in bande van den Fiscaal , om jegens z.odaanige Amptenaaren , hoornet Hof van Juftitie te ageeren, van Pik »j hvh Vonnis zullen omfangen, zulende de proceduures, alzo begonnen, binwi zes wecken voldongen, en veertien daeen daarna gedecideerd moeten zijn. _ Art. XUl. ' De afweezende Amptenaaren in hunne, roste gecontinueerd wordende, zullen binnen oen tijd van veertien dagen, na den dag dat, hun de aanfchrijving is geworden, moe-en vertlaaren, of zij geneegen zijn hunne Ampten zelve en in perfoon te komen waaroeemen, en zich binnen zes weeken met 'er woon in de plaats, alwaar hun Ampt of Admimliratie is, moeten vervoegen: dit niet verkiezende, zullen zij van hunne Ampten verlaaten zijn, en die 'er, de bevoegdheid toe heeft, zal een ander, mits gequalificeerd als hiervoor Art. I. is vermeld in dc plaats aanltellen. rj, Art. XIV. len opzichten der Finantie zullen de ?e- . .woone sLands Rechten, fmpofitien en Belastingen op dezelve wijze en nsar dezelve Wetten provifioneel geheeven worden, en zulks om intusfchen alle verwarringen te vermeiden, toch met uitzondering en als volgt Art. XV. Den Brabandfche Land-Thol en alle andere ■ Thollen, ten voordeele van-den Lande geheeven wordende zullen bij provifie opge- " ciort worden, en het middel van de Convoi en en Licenten op denze'ven voet geheeven als in de. Provinciën, rot dat men wederzijden nadere beichikkingen zal hebben gemaakt, De bezwaaren van aiie andere druk;  ( 203 ) drukkende Fiaancieele lasten zullen door ds provifioneele Reprefentanten worden gehoort, het verzoek tot redres door hun bij Hun Hoog Mog. voorgedraagen, en geappuieerd, om bij dezelve ten fpoedigften daarop naar bevind van zaaken in billijkheid te refolveemi; doch de bezwaaren opzichtens de manier'van heffen, zullen even eens a's die van Politie, waarvan, bij Art, 5. kunnen weggeruimd en geredresfeerd worden, mits het Land altoos liet zijne bekome. Art, XU. Provifionecl zullen 'er geene veranderingen worden gemaakt ïn het ftuk der Tiendens, Cijnfen, en Leenen, zo lang tot 'er door de 1 Nationaale Conventie , daaromtrent bepaaling , zal gemaakt zijn, doch zal geen Led opzichtens de Leenen worden gepresteerd. A.t. XVII. Het voor den Lande geheeven geld, zal overgezonde en geëmploijeerd worden, tot ltijving der Generaliteits of 'sLands üasle, na aftrek van alle geweone kortingen volgens oude fchikkingen, contracten en conventies , als mede nog de kosten van de provifioneele Reprefentanten, welke daags prefent-zijnde, zullen genieten vier guldens, te weten die buiten de plaats woonen, daar de Vergadering Zitting houd, en anders 3 guldens, en elk der twee Secretarisfen hondert en twintig guldens 'smaands, boven de modique jura nader bij een Reglement bij Provifioneele Reprefentanten te bepaalen; verders de kosten van het Hof van Juftitie, onkosten van Huishuuren van beide die Collegien, Klerken, Boodens, Schrijf-Behoeftens, Drukloonen en andere •Onkosten, mits alie Menage betragtende. Art. XVIII. Alle welke Kosten zullen worden betaald door dé RefpeSive 'sLands Ontfangers, op Ordonnantiën der voorfz. Provifioneele Repiefentanten, welke betaalde gelde, aan de Refpedive Rentmeefters en Ontfangers bij het gemeene Land in hunne Reekeningen zullen worden gevalideerd. Het voorfz. Concept-Plan hebben wij ondereeteekende aldus geformeerd, onder Approbatie en Ratificatie onze wederzijdfche Committenten- binnen 's BOSCH den u Juhj 1705, het eerltejaar aer fiataancne- ynjirew Was geteekond. G. D. Jordens, H. de S Veld/man, l-V. u4. Lestevenon, IVilh. Queyjjïtn; J. ïngen - Housz, P C. van Ghert, van Siad en Lande van Breda. W. Hubert, TV. J. Heer en, Engelbertt/s Heymafis, voor 's'öosch. PieterVreede, Jan Pannebakker, voor 't Quartier van Oisterwijk. H. v. Leerfum, ^Int. van Baer, voer 't Quanier van Kempeland. A. Pompen, H. van W"til, Quartier van Peelanr. fj/~t siepkens, wegens Maasjan d. De Bruin, jV. van Cuylenburg, voor Stad en Lande van Bergen-op-Zoom. J. 'Meeusfen, C. van Ostayen, voor Stad en Lande van Steenbergen. J.A.Kriegtr ,L. Br ederode, wegens de Stad Gruaven. Joh. v. d. Voordt, C. Verjtraaien, wegeos den Lande vanCuyek. En dewijl het bovengem. Plan thans als eene wet moefdienen, waarnaar Bataafs ch Braband uiterlijk tot den 31 December aanfiaande moet worden beftuurt, zoo hebben wij goed gevonden hetzelve boventlaande Plan ten einde voorfz. bij deezen alom aan de Ingezetenen van deeze Linden bij afkondiging bekend te doen maaken, en een iegelijk wien zulks zal aangaan te gelasten, gelijk wij gelasten m'ts deeze, zich aan den inhoud van het Bovengem. Plan te gedraagen, zonder daar tegen aamegaan, op pcene van des contrarie-handelende te worden gefiraft als een Verhoorder van de algerheene rust. En ep dat niemand hier van eenige ïgnorantie pretendeeren, ontbieden en verzoeken wij allé Municipaliteiten van Steden en Plaatzen binnen Bataafsch-Braband deeze van Honden aan met alle moogelijkeplechtigheid, het zij dcor het gefchal van Trompetten, het het zij door het luiden en fpeelen der klokken, of op zoodaanige andere plechtige wijze, als in iederen Stad of Plaats meest gefchikt zal worden geoordeeld te publiceeren, en dezelve alom te doen aftigeeren, daar zulks te dosn gebruiklijk is. Gedaan in onze-Vergadering te Tilburg den 9 Augustus 1 795 het 'Jtejaar der Bataaf fche Vrijheid. Wae geparapheerd f. Al KRIEGERv*. Onderftont Ter ordonnantie van dezelve, geteekent P. E. ue la COURT. En was het Zegel van Bataafscn Braband-cp 't Spatium gedrukt. • ^Bergen op Zo:m,by v. Riemsdyk en v. Bkohkhcvrst , te Breda by v. Bekgen