N9. 277. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het pro. vintiaalbs-stuur Vüti h o l- land, wegens de bij de n a- tionaale vergadering g£~ decreteerde geldheffing van agt ten Honderd, van elks inkomen, behoeve van 's Lands Zeeniogc. Gearrefteerd den 22. jJecember j'797. ZOO IS HET, dat wij gemeend hebben van dit ons Decreet, en ons daar bij gemanifefteerd voorneernen aan onze Mede - Ingezetenen kennis te moeten geeven, gelijk wij dezelven daarvan kennis geeven bij deeze: terwijl wij voorts allen en een iegelijk op het ernftigfte exhorteeren en aanmoedigen, om zich van hunne verpligting getrouw te kwijten, en in allen opzichte , zoo toe herflel van onze INavaale magt, eti bevordering van 'sLands eer en welvaart; als tot voorkoming van hunne eigen fchade, aan den inhoud der bovengemelde Publicarien van de Nationaale Vergadering te voldoen , ten welken einde wij dan ook bereids het Committé Provintïaal van Holland gelast en gequalificeerd hebben, daadelijk den Ontfanger Generaal en alle de Ontfangers der gemcene Middelen, binnen dit Gewest, te authorifeeren en te qualiffceeren tot het aanneemen der infehrij vingen , en het doen der ontfangften van de fournisfementen van Penningen bij anticipatie, gelijk ook van de fournisfementen in de geldheffingen zelve; alles in conformité van de bovengemelde Publicarien der Nationaale Vergadering; en voorts ook nog de Weeskamers, Voogden'en Curateurs, die zich in het fourneeren aan de flipte bepaaiingen dier Publicarien zullen moeten houden, en ook niet zullen mogen declareeren voor de moeite of vacatiën, die zij ter dier zaake gehad hebben, generaalijk authorifeeren en qualrfïceeren, om, voor zoo verre zulks noodig zoude mogen zijn, zoo veel van de goederen die zij onder hunne adminiftratie hebben , te verkoopen of te bezwaaren, als vereischt zoude mogen worden, om in hunne qualiteit, aan hunne verpligting te voldoen, zonder meer: en in welk laatfte geval de gemelde Weeskamers, Voogden en Curateurs, mitsgaders alle andere Ingezetenen die zich in de noodzaakelijkbeid bevinden zullen, om tot het bekomen van gereede Penningen, ten einde in deeze heffing te fourneeren, eenige vaste goederen te belasten, waar van de Hypothecatie fubjeft is aan den veertigften Penning, ten aanzien van die belasting, in dit geval, van dien Impost zullen vrij zijn, gelijk wij dezelve daar van vrij ftellen bij deeze. En  < 4 > En op dat niemard hier van onkundig zij, 0f daar van eenige ignorantie "zoude kunnen p'rétendeeren za( deeze alomme worden gepubliceerd en geafggeerd 'daar zulks te doen gebruikelijk is. Gedaan in den Haage, den 11. December 1707 bet derde Jaar der Bataarfche Vrijheid, A. LOOSJES, Pz. vt. Ter ordonnantie van het Provinciaal Befluur van Holland, C. SCHEFFER.  Ne. 278. V R IJ H E I D, GE L IJ K H E I D, BROEDERSCHAP. PUB LICATIE wegens het doen van den ij k. Gcarrc/ïeerd den 8= Januari} (798; Hef vierde Jaar der Bataaffche Vrij' held. Het provinttaai. bestuur van holland, aan alle den geenen, die deeze zullen zien en hooren; leezen, Heil en Broederschap! doet te weeten: Dat wij in èfcyaaringe gekomen zijn, dat: in fommige Plaatfen en Districten van dit Gewest, zedert een geruimen tijd gebrnikiijk is geweest, dat t'elken reize, wanneer a-daar een' nieuwen Baüliuw of publieken Aanklaager is aan gefield, bij het in functie treeden van denzelven een nieuwen Ijk gedaan, en daar voor een aubbela recht, ten behoeve van zooüaanigen Baiilimv gevorderd en betaald wordt. Dat onder tus'chen de voorfz. praélijk het alleszins fchadelijk gevolg hebbende , dat r.iet alleenlijk het doen van een rieuwen Ijk dikwijls zonder een'ge nuttigheid of nocdzaaklijkheid vervroègd of vermenigvuldigd wordt, maar dat ook dé Ingezetenen van zulke Plaatzen en üifrricten daar voor met de daad, zonder ëenige billijke reden, aan eene belasting, ten profijte van de gemelde Bailliuwen, worden gefubjecleerd: ZÖÓ IS HET, dat wij, tën einde aan de eene zijde te zorgen, dat het doen van een' nieuwen ÏJlc alomme in dk Gewest, "too veel mogelijk, op eenén gelijken'tijd kome te geichieden, mitsgaders, aan den anderen kant, de vordering van het voorfz. dubbeld recht van nu voortaan te beletten , en alzoo te gemoet te komen aan de gegronde klagtcri, welke deswegens door verfcheiden Ingezetenen gedaan, en deonzer kennisfe gebragt zijn, hebben goedgevonden te de-  < ft > decreteerert en te ftatueeren, gelijk gedecreteerd en geltatueerd wordt bij deeze: Dat in alle Steden en Plaatfen van dit Gewest in deezen Jaare 1798., en vervolgens alle twee Jaaren ,' op zoodaanigen tijd, als door de refpeélive MunicipaHreiten of ftedelijke en plaatfelijke Regeeringen, of wel door die Collegien, aan welken het doen van den Ijk in fommige Diftriften zoude mogen gedemandeerd zijn, zal worden bepaald, een' nieuwen Ijk zal worden ge' daan. Terwijl wij voorts wel expresfelijk interdiceeren , om , uit eenigerbande hoofde, deezen Ijk te vervroegen of te vermenigvuldigen ; als mede, om, onder -welk voorwendfel zulks ook zoude mogen zijn, daar van een dubbeld recht te vorderen; wordende alle Keuren en Coftumen, uit krachte van welke in fommige Plaatfen of Diflriélen, het doen van een' nieuwen Ijle, en het vorderen van een dubbeld recht, bij het in funétie treeden van een' nieuwen Bailliuw zouden mogen gefchied zijn, hier mede gehouden voor geabra»eerd en vernietigd. Gelastende allen en een iegelijk, die zulks aangaat, zich hier naar te reguleeren; en, ten einde niemand daar van ignorantie zoude kunnen praetendeeren, zal deeze alomme geaffigeerd en gepubliceerd worden, daar zulks te gofchieden gebruikelijk is. Gedaan in den Haage , onder het klein Zegel van den Lande, den 8. Januari) 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. A. LOOSJES, Pz. vt. Ter ordonnantie van het Provintiaal Beftuur van Holland, C. SCHEFFE^..  N*. arp. VRIJHEID, GELIJKHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE wegens de Oproeping der grondvergaderingen tegen den 16. Februa» rij 1798., ter verkiezing van leden voor het provintiaal bestuur van hollandCearrefteerd den 11. Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. vintiaal bestuur van holland, aan alle hunne Medeburgers, die deeze zullen zien of huorcnleezen, Heil en Broederfchap! doet te weeten: Dat door de meerderheid der Grondvergaderingen, waarin het Volk van Holland op den 16. Februari]" van het voorleeden Jaar 1797. is opgeroepen, zijnde geftemd en beflooten geworden , dat er eene nieuwe benoeming van Leden voor het intermediair Beftuur van dit Gewest zou~ de plaats hebben, gelijk ook die keuze overéénkomflig den alzoo verklaarden wil en begeerte des Volks, op den 3. Maart daaraanvolgenden, door de des daags te vooren benoemde Kiezers, effeétivelijk is gefchied; en wij ons overtuigd houdende, dat de_ wil en intentie van onze Committenten tevens geweest is, om ingevalle het gemelde intermediair Beftuur nog bleef voortduuren, na het einde van een jaar, weder eene nieuwe benoeming van Leden en Plaatsvervanger, op den voet en volgens het voorfchrift van het door het Volk van Holland gefanclioneerd Reglement, van den s.Februarij 1706. te doen. ZOO  < 5 > ZOO IS HET, dar wij goedgevonden en bepaald hebben, dat de fterpgerephtigde Ingezetenen wederom zullen wor.ien opgeroepen , gelijk wij dezelven oproepen bi] deezé, tefic;;s Vrijdag den 16. Februarij van deezen jaare T70S. eerstkomende, om in hunne relpective Grondverga leringen , uit vijf honderd Zielen . in de vijf en -vijftig piftrióèen, waar in dit Gewest is vêrdeeld, bijéén te komen, ren einde in eike van dezelve Grondvergaderingen eencn Kiezer en eenen Plaatsvervanger te benoemen, welke Kic-:crs op den daaraanvolgenden dag, zullende zijn Zaturdag den 1^. Februari], in de Ho.ofdplaatferj van de ' ondeifch'cideri Diftriélen, in derzelver Kiesvergaderingen zu'len bij elkander komen, tot de verkiezing van Leden en Plaatsvervangers voor het Provintiaal Beduur. Dat hij het doen van de vcorlz. keuzen, zoo ten opzichte van de verëischiens en werkzaamheden eer Itemgerechtigden, mitsgaders van de Kiezers, ais met betrekking tot de verëischden en verkiesbaarheid der Leden en Plaatsvervangers voor het Beftuur exactelijk zal moeten worden gcöbfcrveerd en nagekomen al het geen daaromtrent-bij de 2 , 3. en 4. Hoofdftukkeri van het voorfz. gefanftioneerd Reglement van den 5. Februarij 1796. is vastgefteld. Dat voorts de verkooren Leden voor het Provin. tiaal Beftuur, derzelver Geloofsbrieven tusfehen den Feb; uarij en den 1. Maart aanflaanden, zullen moeten doen examineeren en vifeeren bij de Commisfie , welke daartoe in de zitting van den 0.0. Fébrüarij, wanneer onze jegenswoordige Vergadering wederom bij elkander flaat te komen, zal worden benoemd; en bijaldien eenige van de gemelde Perfoonen mogen vermeenen wettige redenen te konnen inbrengen , 'uit hoofde van •welken zij den hun opgedraagen Post niet zouden behoeven of behooren te aanvaarden, maar zich daar van te mogen ef te moeten excuf'ceren , de zooaaanigen gehouden zuilen zijn, zich ten fpoedigften aan voorfz, onze Vergadering te adresfeeren-, met'een fchrif elijke cpeaave van de gemelde redenen, ten einde door oas beoordeeld, en daaromtrent verder gehandeld te worden, in voege als bij het 52. Arricul van het meergemelde Reglement is bepaald geworden. Wor-  < 3 > Wordende de gemelde verkooren Leden nu voor als dan bij deezen verzocht en ontbooden, om tegen Donderdag die zijn zal den eerften Maart eerstkomenden, zich herwaarts naar den Haage te begeeven, ten einde op Vrijdag den a. Maart daaraanvolgende, des avonds ten zes uuren, in de Befoigne Kamer van het Provintiaal Committé te famen te komen; zullende die geenen, welker credentiaalen zullen zijn geëxamineerd en gevifeerd, doch zouden mogen vermeenen wettige redenen van verhindering te hebben, om op den vastgeftelden tijd en plaatfe te compareeren, gehouden zijn die aan de nieuwe Vergadering op te geeven, welke alsdan over derzelver validiteit zal oordeélen. Dat al mede door onze jegenswoordige Vergadering in haare eerstvolgende bijeenkomst zal worden benoemd eene Commisfie, welke ftaande de laatfte zitting van dezelve op den a. Maart voorfz. zich zal begeeven naar de hier voorengemelde Befoigne Kamer, en ieder der aldaar praefente Leden volgens de ordre der ingekomen Geloofsbrieven zal oproepen , als mede hun Hoofd voor Hoofd afneemen de Verklaaring en den Eed bij het 58. Articul van het Reglement voor het Provintiaal Beftuur voorgefchreeven, en voorts door hun zal doen benoemen eenen Praefident voor de nieuwe Vergadering van het gemelde Beftuur, en eindelijk de voorfz. Leden in de Vergaderzaal van Holland zal geleiden , mitsgaders den nieuw verkooren Praefident doen plaats neemen op den Praefidiaalen Stoel, en zulks alles in conformité van de 61. en 62. Articulen van het voorft. Reglement, zullende onze jegenswoordige Vergadering, zoo dra de nieuw verkooren Praefident zal gezeten zijn , terftond uit een gaan , en de afgegaane Leden de Vergaderzaal verlaaten. Wordende alle Ingezetenen hiertoe bevoegd, ernftiilijk en bij de trouw di* zij aan het Vaderland verfchuldigd zijn, opgeroepen, om tot onze heilzaame intentie te concurreeren, en alle Municipaliteiten of plaatfehjke Regeeringen, onder welke benaaming dezelve ook mogen fungeercn, met allen nadruk aangemaand, mitsgaders zoo veel des noods gelast, om' zorge te draagen, dat de Grondvergaderingen op eene gtregrlde wijze,  < 'A > •wijze, en overeenkomftig het voorfchrift, in het meergemeld Reglement vervat, worden gehouden; zoo alsmede fpeciaal de Municipaliteiten der Hoofdplaatfen van de Diftriéten, waarin dit Gewest bij de telling en verdeeling van het Volk is afgedeeld, worden aangemaand, om in tijds de noodige'fchikkingert te maaken, tot het behoorlijk doen houden der Kiesvergaderingen, en in alles, zoo veel zulks noodig zal zijn, te obferveeren de aaufchrijving van de Provifionecle Repraefentanten van het Volk van Holland , van den 8. Januarij 1796. En op dat hier van niemand onkundig zij, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Aldus gedaan in den Haage , onder het Klein Zegel van den Lande, den 11. Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. A. LOOSJES, Pz. vt. Ter ordonnantie van het Provintiaal Beftuur. C. SCHEFFER.  VRIJHEID, GELIJKHEID, BR OEDERSCHAP. PUBLICATIE betreffende de manier van procedeeren in cas van fraude of Contraventie der gemeene middelen» Gearrejleerd den 18. Januarij 1798. Het vierde Jaar iet Bataaffche Vrijheid. H et provintiaal bestuur van holland, aan alle deszelfs Medeburgers, Heil en Broe« derfchap! doet te weeten: Dat, hoezeer bij het Generaal Placaat vah deh 52. Julij 1749., mitsgaders bet Reglement op de maniet van procedeeren in cas van gemeene middelen van den 23. Augustus 1749., wel in het generaal is bepaald da wijze hoedaanig in cas van gemeene middelen, voor Schepenen Commisfarisfen en voor Gecommitteerden Rasden behoort te worden geprocedeerd, en hoezeer al verder bij eene Refolutie van de voormaalige S taaien van Holland van 29, Julij 1750., bij ampliatie van het 16. Artïcul van het voorfz. Generaal 'Placaat is geftatueerd, wje in cas van gemeene middalen als Rechters zouden fungeeren in Crimineele zaaken, waaf in extraordinarie geprocedeerd , en op confesfie recht zoude worden verzocht; wij echter zijn ontwaar geworden, dat noch de Rechters noch de Bailliuwea eenftemmig denken over de wijze van procedeeren wanneer tegeu een Fraudateur en Contraventeur pril mario tot een of meer geldboetens, en fubordinatelijk iH  in cas van onvermogen van denzelven, ingevolge de Wet, tor Lijfftraf moet worden geageerd, daar fommigen van hun van begrip zijn , dat tegens zoodaanig Fraudateur of Contraventeur, ingeval hij confesfeert onvermogend te zijn , daadelijk een Decreet van apprebénfie moet worden verleend, en tegens denzelven moet worden geprocedeerd als in een extraordinair Proces gebruikelijk is; en anderen in tegendeel verfeeren in een opinie, dat tegens zoodaanige lieden eerst Civiliter bij Schepenen Commüfarisfen en vervolgens in cas van onvermogen, bij het volle Collegie van Schepenen Ciiminaliter moet worden geprocedeerd, en anderen wederom andere, edoch al mede verkeerde begrippen vormen omtrent de wijze van procedeeren in de voorfz. gevallen. Dat wij daar en boven ondervonden hebbende, dat onvermogende en kwaadwillige perfoonen tegens welken, in voegen voorfz., tot betaaling van een of meer geldboetens, en fubordinatelijk tot eene Lijfftraf wordt geageerd, de tegens hun geweezen Condemnatie door hunne retraite fteeds weeten elufoir te maaken, wanneer deswegens niet wordt voorzien. Dat wij dienvolgende, om alle twijffeling en ongelijkheid in het voeren der procedures tegens zoodaanige perfoonen weg te neemen, en teffens te zorgen, dat dezelven door hunne vlugt of retraite eene evcntueele tegens hun te wijzen decifie niet kunnen elufoir maaken, goedgevonden hebben te ftatuëeren , gelijk wij ftatuëeren bij deeze. Art. i. In gevalle iemand wordt aan gehaald en opgebragt met gef deren, welke die geen, welke de aanhaaling doet, meent dat gefluikt zijn, zal die geen, welke opgebragt is, hangende de procedures, blijven in civile Gijzeling, tot dat hij fufficiente Cautie voor de geëischte geldboete , de kosten van de Gijzeling, mitsgaders die van den Procesfe zal hebben gefield. 0U  < 3 > Ingeval zoodaanig iemand in gebreken mogt blijven, de voorfz. Cautie te (tellen, zal dezelve Gijzeling moeten houden tot den uiteinde van de zaak, ten einde alsdan naar maate van de decifie der zaak, of gerelaxeerd te worden, of de Lijfftraf, waar in dezelve gecondemneerd is, te kunnen ondergaan. , 3- Ingeval men iemand wil convenieeren in cas van fraude of conti'Sventie, welke niet invoegen voorfz. is opgebragt, zal aan denzelven bij de Acte van calange teffens worden aangezegd, om binnen den tijd van 0.4 uuren zoodaanige Cautie te ftellen, als in het v. orige Articul is gementioneerd, of zich te begeeven in Gijzeling. 4- Bij aldien de Geealangeerde in gebreke mogt blijven, om zich binnen den voorfz. tijd in Gijzeling te begeeven, zal de Rechter, op voordragt van den geen, die de aanhaaling heeft gedaan, hetzij door Bodens, het zij door Dienaars der Juftitie, geadfifleerd door een of meer Bodens, den Geêalangeerden in Gijzeling doen brengen. Zullende voorts ten opzichte van de wijze van het ontflag uit de voorfz. Gijzeling,'mitsgaders de voortduuring daar van in dit geval plaats hebben al dat gunt, het welk hier vooren bij het a. Articul is bepaald. 5- De Rechter zal in het uitbrengen der decifie ook moeten letten op de kosten in Gijzeling verteerd, en den Aanlegger en Verweerder naar bevind van zaaken daar in condemneeren; zullende ingeval de Fraudateur of Contraventeur in de kosten, in Gijzeling gevallen, gecondemneerd zijnde, buiten ftaat mogt zijn, de/.elven "te betaalen, die kosten des noods ter Tauxatie van den Rechter, welke het Vonnis heeft uitgebragt, uit 'sLandsKasfe worden gereftituëerd. 6.  < 4 > 6. De Procedures zullen voor het overige tegens zoo* daanige Lieden, het zij dezelven met de Goederen zijn opgebragt of niet , worden gevoerd voor Schepenen Commisfansfen van het Resfort, even als andere civile Procesfen. En op dat niemand hier van onkundig zij, zal deeze alomme worden gepubliceerd en geaffigeerd. ter Plaatzo daar men zulks gewoon is te doen. Gedaan in den Haage , onder het klein Zegel van A. LOOSJES, pz. vt. Ter ordonnantie van het Provintiaal Beftuur voornoemd. C. SCHEFFER.  N°. 281. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE dert natio- naale vergadering, WC' gens de geldheffing hij executie voor den tweeden termijn in de 40. Millioenen, in holland. Ge'drrefleerd den 18. Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. D ï nationaale VE RC A I)E RI NG , REPRI SEN" TKERENDIC HET VOLK VAN NEDERLAND, aan alle haare Medeburgeren in de Provintie van Holland. Heil en Broederichap! doet te weeten : Dat reeds bij onze Publicatie van den 11. Oftober 1797. is kennis gegeeven, dat wij ons toen wederom verpligt gevonden hebben, uit hoofde van den achterftand der meeste Gewesten op den tweeden termijn van de begrooting van 40. Millioenen over den jaare 1797., eene buitengewoone heffing te moeten aankondigen; alsmede , dat die heffing bedraagen zoude van de bezittingen der Ingezetenen van Uwïieder Gewest den 8often Penning,ten waare door vroeger betaalingen, voorden 15. November toen eerstkomende, de achterftand van Uwïieder in gebreken gebleeven Gewest, of geheel aangezuiverd , of zoodaanig verminderd mogt zijn. dat de heffing van den bovengemelden buitengewbonen Penning of geheel konde vervallen , of zoodaanig verminderd •worden, als nader op den voorfz. 15. November zoude worden gefixeerd en bepaald, met ernftige vermaaning en waarfehouwing aan een ieder onzer Medebur- ge-  #<[ a > geren, ook in Uwïieder Gewest, om zich bij tijds tot het daadelijk voldoen aan de voorfz. heffing bij executie in ftaat te ftellen, of door gereede fournisfementen in zoodaanige Negotiatjen , ais ter voldoening aan den achterftand geopend moeten worden,-zich tegen den last eener heffing bij executie te beveiligen; als hebbende wij, overeenkomftig onze verpligting vastelijk voorgenomen , om met de onwrikbaarfte ftandvastigheid de beflooten executie te doen uitvoeren. Dat in de voorfz. begrooting van den voorfz. 8often Penning door vroegere betaalingen, uit de Provïntiaale Kasfe van Uwïieder Gewest, zelf» niet tot heden toe, geene verandering hoegenaamd gekomen zijnde, als zijnde er uit die Kasfe daar op niets gefourneerd geworden , wij dienvolgende ons, conform voorfz. onze Publicatie, dan ook verpligt gevonden hebben, om op een 9. deezer maand te decreteeren, dat ons voorig Decreet van den ii. October 1797., met opzicht tot Uwïieder Gewest zal blijven in volle kracht, en dat mitsdien, ter voldoening van den gemelden tweeden termijn der voorfchreeven 40 Millioenen, van de be. zittingen van de gezamenlijke Ingezetenen van Uwïieder Gewest zal worden geheven den 8oflen Penning. Dat deeze heffing zullende moeten gefchieden op dien zei ven voet, als waar op die van den 8often Penning voor den eerflen termijn der voorfz. 40 millioenen heeft plaats gehad, mitsdien de bereekening, .welke elk zal moeten maaken van zijnen boedel, of waar naar hij zich zai moeten reguleeren, ook wederom zal moeten gelchicden , conform het voorfchrift, vervat in onze Publicatie van den n. Augustus 1797., welke wij bij deezen du; expresfelijk blijven inbaereeren, en houden als alhier geheel en al geïnfereerd te zijn. Dat wij evenwel de Ingezetenen van Uwïieder Gewest zoo veel mogelijk willende te gemoet komen, eu het fourneeren in deeze Geldhefling draagelijk maaken, tefTens hebben gedecreteerd, niet alleen te vergunnen, om de Quitantien der Anticipatie-penningen, conform ous Decreet van den 5. Julij 1797., als contanten  < 3 > tanten te fourneeren, maar ook daarenboven töete* ftaari, overeenkomftig ons Decreet van den 5. October 1797., om insgelijks de Gertificaafen uit de vrij^-i lige Negotiatie bij het Provintiaal Beftuur van Uwïieder Gewest op den 6. Odtober 1797. geopend, ais contan» ten te fourneeren. Dat wij voorts bij ondervinding zijnde ontwaar geworden, op wat wijze men in Uwheder Gewest aan onze Publicatie van den t2. October laatsrleeden, waarbij de heffing van den 8often Pcnni"g voor den eerftea te-mijn is gedecreteerd, heeft voldaan* en even daar door opgemerkt hebbende, dat, hoezeer de meeste Ingezetenen wel aan hunne verpligting fchiinen te h bben voldaan, er echter vermoedelijk nog verfcheiden gevonden zullen worden, welke daaromtrent in gebreken zijn gebleeven, en die derhal ven ook de poenaliteiten, daar jegens bij laatStgèrhélde Publicatie geftatucerd, niet behooren te ontduiken; wij mitsdien noodzaakelijk hebben geoordeeld , ter betere ontdekking^ wie in deezen al, en wie niet, zich van zijnen pligt heeft gekweeten of alsnog zal kwijten , de billetter! , waarin de Duplicaat Quttantien, en mitsdien de bewijzen der fournisfememen, geflooten zijn, gedeponeerd en onder de bewaaring der relpective Municipaliteiren, waar onder dezelven zijn, gecacheteerd, te laaten berusten, zonder voor als nog die te openen , of daar omtrent anderzins te disp meeren , en zulks tot zoo lang, dat deeze heffing geheel zal zijn afgeloopen, of tot dat deswegens door ons nader zal zijn voorzien, ten einde uit eene vergelijking van den Opbrengst van deezen tweeden term.jn, met dien van den eerflen termijn, een juister en zekerder oordeel in deezen te kunnen vellen, en even daar door des te beter ïh ftaat te zijn , om eens eindelijk, op eene efficatieufe wijze, de onwilligen in deezen de wel verdiende poenaliteit, zoo als het behoort, te doen ondervinden. Dat wij eindelijk gerustelijk kunnende veronderftellen , dat evengelijk 't aan de Ingezetenen van Uwliedeti Gewest niet moeijelijk vallen zal ue begrootinge huq* ner  < 4 > ner Boedels, eonform het hier boven gemeld voor* fchrift. te maaken, zoo cok door her. deelneemen in onze Anticipatie-Negotiatie, en fpeciaal in de vrijwillige Negotiatie , door cie Hoogsreeconftitueerde Magt van uwe Provintie, op den 6. Öétober laatnleeden , geopend, dit fournisfement (als het welkten opzicht van zoodaanife, alleen beftaat in het verwis, ielen van de. Anticipatie-Quitantien en Provintiaaie Certiftcatien, tegen Quitantien, waarvan het Formulier hier achter is gedrukt) gemakkelijk is gemaakt, het dan ook niet vol (trekt noodzaaklijk zal rijn, om den tijd tot dit fourneeren nog langer uitteftellen, te minder, daar bereids op den 15. November van het jonast verloopen jaar, de termijn geëxpireerd is geweest waarop deeze heffing een aanvang had kunnen neemen* en elk en een iegelijk bij onze Publicatie, van den 11. Oclober laatstleeden, daar jegens toen reeds behoorlijk is gewaarfchouwd geworden, terwijl ook de penurie, waarin zich de Nationaale Kasfe bevindt, een langer uitftel geenzins zoude gedoogen. En het is dan om alle deeze rsdenen , en ten einde alle duifterheid, zoo veel in ons is, weg te neemen, dat wij op den 9. Januarij laatstleeden hebben gedecreteerd, en als nog decreteeren bij deeze. Art. 1. Van elk Ingezeten van Uwïieder Gewest, zal voor deszelfs-iadividueel aandeel in den achterftand van uw Provintie op den tweeden termijn van de 40 Millioenen over den jaare 1707, worden geheven een Soften Penning vata deszelfs bezittingen, bereekend, conform het voorfchi ift in onze Publicatie van den 11. Augustus 1797. breeder vervat. Een ieder zal konncn voKtaan voor zijn aandeel in deeze heffing te voldoen met zoodaanige quitantien, als gefprooten zijn uit de voorfz. Anticipatie-Negotiatie, ©p den 5. Julij 1797. bij Ons gearresteerd, als mede met  < 5 > met zoodaanige Certiflcatiën, als gefprooten zïjn uit de Vrijwillige Negotiatie op den 6 Oétober daaraan volgende bij de Hoogstgeconftitueerde Magt van uwe Provintie geopend, als weike refpechvelijk voor contante penningen bij de natemelden Ontvangers in dit fournisfement zullen worden aangenomen. 3» Elk en iegelijk, het zij hij fourneert met contante penningen, het zij met quitantien of met certificaaten, zoo als in het voorige articul zijn bepaald, zal verpligt zijn den Soften Penning zijner bezittingen te fourneeren voor den a8. Februarij van dit jaar. 4- Bij het fournisfement zal aan een ieder tot een bewijs daar van worden afgegeeven eene quitantie met een duplicaat, volgens het törmulier hier achter ge» drukt, op naam of in blauco, zoo als men zal verkie» pen te hebben. 5- Dit fournisfement zal , gelijk bevoorens, moeten gcfchieden bij den Ontvanger van het DiftricT:, waaronder men in cas van Gemeene middelen resforteert, mër. bijvoeging van de plaats, van waar het fournisj fement wordt gedaan, offchoon men niet verpligt zal zijn dit in eigen perfoon te doen, maar zulks ook door een ander zal kunnen laaten verrichten. 6. Aan elk Ingezeten zal vóór den 15. Februarij, van wegens de Municipaliteit van zijn woonplaats worden gezonden een of meer gedrukte billetten, volgens het formulier hier achter te vinden. ?,  < 6 > 7- TAk en e?n iegelijk zal verpligt zijn in dat billet of die billetten inteiluiteo die Duplicaat - quitantie of quitantien, waarvan hier vöoren articul 4. is melding gemaakt, en géene andere quitantien , en voorts dat billet of die biljetten van binnen en van buiten met zijn naam te onderteekenen, en te verzegelen. 8. Die billetten zullen voor den 6. Mairt eerstkomende, wederom worden afgehaald d or zoodaanig Perfoón als de refoeftive Mpmcipaliteiten, daar toe het meest geknikt zullen oordelen. 9- Iemand meer dan een billet noodig hebbende, zal dezelve kunnen vraagen van den gëenen,die dt billenen rond brengt, of ande s die ter Seciecarie van zijn woonplaats doen afhaaien. 10. Her hoofd van elk Huisgezin zal of bij het rondbrengen vraagen, of anders ter Secrc.arie van zijn woonplaats laaten haaien, zoo veele Billetten als er noodig zijn voor die geenen. welke m zijn Huisgezin zich bevinden, en welke of .moeten fourneeren, ol een De. claratoir van derzelver onvermogen '.eekenen, en dus mede voor des?e]fs Domeftiquen , blijvende anders het voor deszelfs verantwoording , bijaldien er onaer de zoodaanigen zijn mogten , die moeten fourneeren, doch geen Billetten ontvangen heboen. IX. De alzoo geteekende en gecacheteerde Billetren zulle" wonen afgehaald, in een geflooten Bos of Kistje, behoorlijk van wegens de Municipaliteit van elke plaats verzeegeld, en van boven mee eene opening voorzien, en  < 7 > en welke Bo=; of Kistje met de voorfz. Billetten wederom zal worden gebragt bij de voorfz. Municipaliteit. 12. De refnective MunicipaTi eiten zullen benoemen ee"e Gommislle van drie Pe foo-cr., in welkers bu/.ijn ae voorfz Busfen of Katjes zu len moeien worden geopend, en door weke geformeerd zal worden een Lijst van de teru'j bezorgde Billenen, ten einde te kunnen nagaan, of er eenige ontbreeken. f& Bijaldien bevonden mogt worden, dat er een of meer Billetten o nbreeken, zal aan de zoudaanigen, welke derzeWer Billet niet hebben terug gezonden, door een Boete worden gefo.nmeerd, om alsnog binnen 24 uuren deszeifs Bil et of Bdieuen geceekend en gécacheteerd, zoo als hier vooren Articul 6. is bepaald, tan dé Municipaiiteit te bezorgen of te doen bezorgei, met betaaling der kosten van de 1'ommatie, op ooene van als lufpect te zullen worden opgegeeven, en bij gij/.elina daar toe te worden geconflringeerd, terwijl inm'ndels door de Municipaliteit zal worden gedi-cerneerd eene fequeitratie in deszeifs Boedel van twee perlbonen, geeue Leden van de Municipaliteit zijnde. 14. Bijaldien iemand wettige redenen hebben mogt, Waar door hij verhinderd was gewor en om zijn Bi-let beh >oilijk ine-vullen en or/ertegee- en of e oen overgeeven . zal de zoodaanige gehouden zijn, die redenen daadelijk voor of binnen de voorfz. 24 uuie> , na de voorfz. foromatie , fchrifttlijk , en met deszeifs nae-m onderteekend, inteleveren li] de Municipaliteit, welke dezelve redenen zal beöordeelen. 13-  < 8 > 15- Wanneer de Municipaliteit geene zoodaanicre redenen in voegen voorfz. ontvangt, of dezelven wel-ontvangt maar nier voldoende erkent, zal daadelijk de SequeuVa' tie in deszeifs Boedel, en gijzeling van deszeifs perfoon werden ter uitvoer gebragt, terwijl, ingevalle die reder.en voldoende worden geoordeeld, de Municipaliteit aan den zoodaanigen alsnog gelegenheid verleenen zal om aan zijne verpligting in dit opzicht te kunnen voldoen. 16. De Sequefters zullen zorg draagen, dat de gefequestreerde Boedel behoorlijk bewaard blijve, zoo als die was ren tijde van de Sequeftratie, en voorts aan den gegijzelden vraagen of hij bereids gefourneerd heeft, en zo ja als dan zijn billet behoorlijk gelieft te teekenen intevuüen, te cachetecren , en fuperfcribeeren , zullende de Sequefters anders verpligt zijn om deszeifs boedel te inventarifeeren, en, zoo hij alsdan nog in gebreken blijfr, dezelve conform onze Publicatie van den 11. Augustus IT97- te tauxeeren, en daarvan bij gebrek van contante penningen, zoo veel te verkoopen, als het drie dubbeld montant van het geene de gegijzelde moet fourneeren, of van zoo veel,' als door denzelven te weinig mogt zijn gefourneerd bedraagt, ten einde zulks aan den Ontvanger van deszeifs Diftricr. te kunnen voldoen. 17. De gegijzelde aan de voorfz. requifïtie dep Sequefters voldaan heb':ende , of anders door de Sequefters van dien boedel het drie dubbeld in voegen voorfz. gefour» neerd geworden zijnde, zal de Sequeftratie daadelijV worden opgeheven, en de gegijzelde uit zijne gijzeling worden ontflagen , mits alvoorens de kosten der Sequeftratie en der gijzeling voldoende, zullende bij ont> ltenrenis van dien zoo lang gijzeling moeten houden, tot daar aan zal zijn voldaan, waartoe des noods, na verloop van agt dagen, zoo veele van des gegijzef. dens goederen zullen mogen worden verkocht, als het Oiontant van die kosten bedraagen zal. 18.  < 9 > 18. Bijaldien onverhoopt eenige Municipaliteiten weigeren mogten om in voegen voorfz. de hand aan de heffing te houden, zullen er twee Leden uit dat Collegie in gijzeling gebragt worden ten particuliere kosten van de Leden van dat Collegie, en gijzeling moeten houden tot dat door de Municipaliteit dat geene zal zijn verricht, bm welks weigering de gijzeling gedecerneerd zal zijn, 19. De in voegen voorfz. ingtkomen of terug5 gezonden Billetten of Declaratoiren zullen wel daadelijk nietwor-? den geopend, maar echter door de Municipaliteit van elke plaats bewaard worden tot tijd en wijlen de door ons aangebelde Commisfie, welke de directie en fuperintendentie over de geheele executie, zoo in Uwïieder Gewest, als in andere Gewesten zullen uitoeffenen, ons zal advifeeren, hoedaanig daarmede zal moeten worden gehandeld , in het geval, wanneer bij vergelij. kingvan den opbrengst van deeze heffing, met die van de voorige, en van beiden, mee Uwïieder vermoedelijk vermogen, zal kunnen worden opgemaakt, of het proverru daarvan zoo veel heeft bedraagen, als overeenkomftig dit Uwïieder vermoedelijk vermogen had behooren te zijn opgebragt, en zal alsdan omtrent het al of niet openen van de voorfz. billetten zoodaanig. worden gedisponeerd, als wij in deezen zullen oordeelen te behooren. 20. Ingevalle tot de opening van die Billetten zal wor« den geprocedeerd, zal hieromtrent echter alles in het werk gefteld woiden, het welk ftrekken kan om het onaangenaame en nadeelige van die operatie voortekomen of wegteneemen, als zullende dit geenzins zijn het effect van eene bloote en ongepermitteerde nieuwsgierigheid , maar wel van eeue 'gebiedende noodzaakelijkheid.  < ió > 21. Ingevolge hiervan kan ook elk, die z"ch in deezen Van zijnen piigt niet kwijt, en ontdekt wordt, verzekerd zijn, dat er geene conniventie of opglniking zal plaats hebben , maar het driedu'bbelde van zijne Contributie uit deszeifs Goederen worden verhaald, met bekendmaak'ng van deszeifs naam in de Nieuwspapieren , ingevalle blijken mogt, dat deszeifs ver-uim aan een kwaad opzet alleen moet worden toegefchrteven. En op dat aan de eene zijde niemand hier van eenige ignorantie praetendeere , en aan den anderen kant elk en een iegelijk verzekerd zij, dat het onze' ernllige begeerte is, om in deezen zonder aanzien van perfoon of gev elens , onze genomen maatregelen ter Executie te doen legden, zoo ontbieden en verzoeken wij de Hoogstgecouftitueei de Magt in Holland, dat deeze Public 'tie ten fpoedigiten moge worden gerubliceerd en geaffilieerd, daar zulks te gefchieden gehruikelijk is, als mede, dat aan onze Gecommitteerdens de noodige informatie en adfiftenrie, conform het Reglement voor onze Vergadering, worden gegeeven en verleend refpeétivelijk. Aldus gedaan en gearresteerd tor bovengemelde Vergadering, in den Haage, den 18. Januarij 1798. Het vierde jaar der Bataaffche Vrijheid. ( Geparapheerd,) J. F. R. van I-IOÖFF, vt. (Onderftond,) Ter ordonnantie van dezelve. (Was geteekend,) M. SIDERIUS. CON-  < II > CONCEPT.QUITANTIE. Ontvangen van de fomme van ter voldoening van den 8oftpn penning, conform de Publicatie van de Nationaale Vergadering in daco den 18. Januarij 1798. B I L J E T. Ik Ondergeteekende verklaare hier in te zijn geflooten de Duplicaat - Qukantie voor mijn gedaan fournisfement in de Nationaale heffing over de Provintie van Holland, gedecreteerd op den 9. Januarij 1798., en bij Publicatie van de Nationaale Vergadering, in dato 18. Januarij daaraanvolgende, breeder omfchreeven. En verklaare verder op mijn Burgertrouw, en onder befef van de ftraffe, waar aan ik mij, in cas van fraude of contraventie in deeze, zoude blootftellen , dat ik daar mede houde ten vollen te hebben voldaan aan mijne verpligting, om mijn aandeel te fourneeren in den 8often penning, over deeze Provintie uitgefchreeven, en niet minder betaald te hebben, dan ik na de bereekening van mijn Boedel, ingevolge het voorfchrift bij Publicatie van den 11. Augustus 1797. gegeeven, daar in te betaalen verpligt was. Ik ondergeteekende verklaare , na aftrek mijner Ichulden, geen drie honderd guldens zuivere waarde aan Goederen, het zij roerende of onroerende, Koopmanfchappen , Effecten of Crediten te bezitten , en overzulks te behooren onder het getal der zulken, die van de Nationaale Executie zijn vrijgefleld, bij Publicatie van de Nationaale Vergadering van den 11. Augustus 1797., Art. 1. NB.  ♦£ ia > NB. Zoo iemand in eenige qualiteit, of naa«? mens een ander heeft gefourneerd, zal die qualfoeit in de bovenftaande verklaaring moeten worden uitgedrukt. Op de buitenzijde. Declaratoir van woonende te om te (trekken ingevolge de Publicatie van de Nationaale Vergadering van den 18. Januarij 1798.  (GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAR PUB L ICATIE der nationaale vergadering, bij ■welke het octrooi, aan de oost- indische compagnie verleend, tot den laatften Decent' ber 1799. geprolongeerd worat. Cedrrejleerd den 20. Januarij 1798. Het vierde Jaar der Ba' taafjche Vrijheid, D E NATIONAALE VERGADERINS,REPRESENTEER EN de HET VOLK VAN NEDERLAND, allen den geenen die deeze zullen zien of hooren leezerij Heil en Broederfchap! doet te weeten: Alzoo wij op heden goedgevonden hebben he£ Octrooi, voor deezen aan de Oost-Indifche Compagnie dcezer Landen verleend, en te meermaalen gecontinueerd, wederom te continuêeren en te prolohgeereri Voor den tijd van één jaar, integaan met den eerften Januarij, en te eindigen met den laatften December van het Jaar 1799., ten ware dat inmiddels^ door de cus« fëhëh-  < 2 > fchenkornst van eene intevoeren Conftitutie voor het Volk van Nederland, of door eenige volgende Wetgeevende Vergadering, zoodaanige befchikkingen wierden gemaakt, waardoor het hier bij geprolongeerde Octrooi , of voor eenen langeren tijd mogt worden gecontinueerd, of, als overboodig, per fe, komen te ver-» vallen; en dat wel op al zulke poinéten en articulen, als bcgreepen zijn in het zelve Octrooi, en geftipuleerd bij de daarop gevolgde Prolongatiën, Ampliatiën en interpretatiën, en bij de Refolutiën en Authorifatiën, van tijd tot tijd, dienaangaande genomen. ZOO IS HET, dat wij bij deeze onze Verkondiging en Publicatie van de voorfchreeven verleende continuatie en prolongatie van het gemelde Octrooi tot den laatflen December 1799. inclufive, aan allen en een iegelijk kennisfe hebben willen geeven, en notificatie doen, op dat een ieder mogt weeten dat niemand anders dan die van de gemelde Oost-Indifche Compagnie, geduurende den tijd van het voorfchreeven Octrooi, binnen de limiten van het zelve, uit deeze Landen zal mogen vaaren of handelen; en ten einde alle poincten, vrijheden en voordeden, aan de gemelde Compagnie geacccrdeerd, bij allen en een iegelijk van da Ingezetenen  < 3 > nen van den Staat onderhouden mogen worden, zonder daar tegen te doen, directelijk of indireftelijk, binnen of buiten 'sLands, op poene, in het zelve Octrooi begreepen. En op dat het geen voorfchreeven is, door allen en een iegelijk, dien het aangaat, behoorlijk achtervolgd en nagekomen moge worden, en niemand eenige ignorantie hiervan moge pretendeeren, ontbieden en verzoeken wij de Hoogstgeconftituëerde Magten in de refpective Gewesten, en alle andere Justificieren en Officieren deezer Landen, dat zij deeze onze Publicatie, van ftonden aan doen afkondigen, publiceeren en affigeeren, daar men gewoon is zoodaanige publicatie en affixie te doen. Voorts gelasten en beveelen wij het Committé tot de zaaken van de Marine, den Advocaat Fiscaal en Commifen Generaal, mitsgaders alle Admiraalen, Vice-Admiraalen, Capiteinen, Officieren en Bevelhebberen , den inhoud van deeze onze Publicatie te achtervolgen en te doen achtervolgen , te procedeeren en doende procedeeren tegen de Contraventeurs van dien , zonder eenige oogluiking, disfimulatie of verdrag, naardien  < 4 > dien wij zulks, ten diende van den Lande , alzoo hebben bevonden te behooren. Aldus gedaan en gearrefteerd ter bovengemelde Vergadering, in den Haage, den 20. Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd,) J. F. R. va» HOOFF, vt. (Onder ftond,) Ter ordonnantie van dezelve. (Was ge teekend,) M. SIDER1US.  N°. 283. GELIJKHEID, 'vRITHEID, BROEDERSCHAP. NOTIFICATIE, bij welke de Publicatie van het yoormaalig hollandsch gewest, VCllt den 11» Januarij l. I., wegens de oproeping der grondvergaderingen, ingetrokken en buiten effe& gefield wordt. Gearrefteerd den 30. Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. Hut intermediair administratief bestuur van het voormaalig hollands ch gewest, aan alle deszeifs Medeburgeren, Heil en Broederlchap! doet te wee ten : Dat het Uitvoerend Bewind van de Bataaffche Re» publiek, bij deszeifs befluit van den 26. deezer, bet zelve heeft geauthorifeerd tot het revoceeren of intrekken van de Publicatie van het voormaalig Provintiaal Beftuur van Holland, gearrefteerd den 11. Januarij 1.1., waarbij alle de Grondvergaderingen binnen het voormaalig Hollandsch Gewest tegen den 16. Februarij aanftaanden waren opgeroepen, tot het verkiezen van Kiezers en Plaatsvervangers, ten einde op den volgenden dag , door de alzoo benoemde Kiezers, eene keuze zoude worden gedaan van nieuwe Leden en Piaats- ver-  < 2 > vervangers voor het zelve Provintiaal Beftuur, welke verkoozen Leden met den 2'. Maart daaraan volgende zitting zouden neemen. Dat wij aan die bekomen authorifatie ten lpoedigflen willende voldoen, gemeend hebben de voorfz. Publicatie bij deeze te moeten intrekken en buiten effect ftellen. En zal, ten einde hier van niemand onkundig zij deeze alömme binnen het voormualig Hoilandsch Gewest worden gepubliceerd en geamgeerd, daar zulks te gefchieden gebruikelijk is. Gedaan in den Haage, den 30. Januarij 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheid. A. LOOSJES, Pz. vt. Ter ordonnantie van het voorn. Intermediair Adminiftratief Beftuur. C. SCHEFFER.  REGISTER OP het ZEVENDE DEEL. bevattende de PUBLICATIEN VAN 27- SEPT. 1797. HET DERDE JAAR. DER BATAAFSCHE VRIJHEID, TOT 21. JANUARIJ I79S. HET VIERDE JAAR DER BATAAFSCHE VRIJHEID. A. [ ' A. dvertentien (Belasting, gelegd op de) in de Nieuws, papieren, van Geboorte- Huwelijks- en Sterfgevallen, 5. Oétober 1797. . . . No. 259. Affchaffing (Publicatie wegens de) der Kerklijke Octrooijen, 6. Oftober 1797. . . No 263. Algemeene Geldheffing ( Publicatie der Nationaale Vergadering , wegens eene) van agt ten Honderd, van het jaariijksch Inkomen van elk der Ingezetenen , ten behoeve van'sLands Zeemagt. .5 Dec. 1797. No. 273. i Publicatie der Nat. Verg., om in deeze Geld¬ heffing bij Anticipatie te fourneeren, 5. December 1797 No 274. — Publicatie van het Provintiaal Beftuur van Holland deswegen, aa. December 1797. No. 277. Allodialifatie (Publicatie wegens de) van Leengoederen, 4. Oftober 179^. ... • No. 257. Alteratie (Publicatie der Nationaale Vergadering, tot) der Publicatie van 4. November 1796. wegens den Uitvoervan Gouden Zilver, 20.Nov. 1797- No.f68. « (Publicatie der Nationaale Vergadering, tot) van het Placaat van 31 julij 1725 betrerlen.ie di Inkomende en Uitgaande Rech.en van het gemaakt Ijzer- en Staaiwerk, 20. December 1797. No. 275. Ambachtsheerlijkheden (Het Recht van Col'atte, en van Ap- of Improbatie van Kerklijke Leeraaran, enz,, door de Eigenaars van) uitgeoefend, vernietigd, 6. October 17517. * • • No. 26*. Amb.  3 REGISTER op hut Ambtcnaaren, (De Provintiaale ) tot het dienst doen bij de Gewapende Burgermagt verpligt, 6. Qétober 1797- • • ... No. 2óo. ' B. I3elasting, gelegd op de Advertentien in de Nieuwspapieren, van Geboorte- Huwelijks- en Sterfgevallen ,■ 5. October 1797. . ... No. 159. Bommen ( Fraudes, door Zijdlche) en Pinken gepleegd wordende, door de Nationaale Vergadering tegen gegaan , .29. Sept. 1797. . . No. 256. Burgermagt ( De Provintiaale Ambtenaaren , tot het dienst doen bij de Gewapende) verpligt, 6. October I797- • • ■ . • . . No. 260. Bufbruid, (De Inkomende Rechten op het) door de Nationaale Vergadering verhoogd , 20. November 1797 No. S69. C. C^hijnfen, Thijnfen, Erfpachten, Renten , enz. ("Renovatie der Notificatie van 16. Junij 1703 , betreffende de Losiinge der) of zoogenaamde kleine Domeinen , of Seigneuriaale Rechten, 21. December 1797» • • . . . . No. 276. Collatie, (Het Recht van) en van Ap- of I.nprobatie van Kerklijke Leeraaren , enz., door de Eigenaars der Ambachtsheerlijkheden uitgeoefend, vernietigd, 6. October 1797 No. 261. Compagnie ( Het Octrooi, aan de Oost - Indifche ) verleend , tot den 31. December 1799. door de Nationaale Vergadering geprolongeerd, 20. Januarij 1798. . • . : . . No. 2S2. Contraventie der Gemeene Middelen, (Publicatie wegens de manier van Procedeeren, in cas van Fraude óf) 18. Januarij 1798. • . . No. 280. Crediteuren ( Publicatie der Nationaale Vergadering tot verdere prolongatie van den termijn der Oproeping van de) van den gcweezen Stadhouder, 16. November 1797. . ... . . , No, 267. D,  £ E.V ENDE DEEL, 3 D. D omeinen (Renovatie der Notificatie van 16. {mij 1703. betreffende de Losünge der Chijnfen, Thijnfen, Erfpachten, Renten, enz. of zoogenaamde kleine) of Seigneuriaale Rechten , 21. December 1797, ..... . . No. 276. E. rfpachten, Renten, enz. (Renovatie der Notificatie van 16. junij 1703. betreffende de Losfmge der Chijnfen, Thijnfen,) of zoogenaamde kleine Domeinen, of Seigneuriaale Rechten, 21. December 1797. . ... " No. 276. Executie (Publicatie wegens eene Vrijwillige Geld- Negotiatie , ten laste der Provintie van Hofland, tot'voorkoming der ) over den aden en sden Termijn der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 6. October. 1797. No. 262. s ( Publicatie dér Nationaale Vergadering, wegens eene Geldheffing bij) van de Ingezetenen dier Gewesten , welke vóór den 15. November 1797. hun aandeel in den 2den Termijn der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, niet zullen hebben betaald, 11. Oétober 1797 No- 2<54<, _ . (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de Geldheffing bij) van den goften Penning der Ingezetenen van Holland , ter voldoening van den 2den Termijn der 40. Millioenen, voor den dienst van den jaare 1797. gepetitioneerd, 18. januarij 1798. ... • . . No. a8i„ F. Fraudes, door Zijdfche Bommen en Pinken gepleegd wordende, door de Nationaale Vergadering tegen gegaan, 29. September 1797. . . . No 256. ■— of Contraventie der Gemeene Middelen, (Publicatie wegens de-manier van Procedeeren, in cas van) 18. Januarij 1798. . . . No. 280. G.  4 REGISTER op het G. 0* eboorte. Huwelijks- en Sterfgevallen, (Belasting, gelegd op de Advertentien in de Nieuwspapieren, van) October T797. . . . No. 259. GekihefTing (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens eene) bij Executie, van de Ingezetenen dier Gewesten, welke vóór den 15. November 1797. hun aandeel in den 2den Termijn der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, niet zullen hebben betaald, iT.Oét. 1797, No. 264. ——- (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de) van den 8o(ten Penning der Ingezetenen van Holland, ter voldoening van den iften Termijn der 40. Millioenen , voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 12. October 1797. . No. 265. (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegels eene Algerneene) van agt ten Honderd van het jaar!ijk«ch Inkomen van elk der Ingezetenen, ten behoeve van 'sLamls Zeemagt, 5.Dec. 1797. No. 273. — Publicatie dr Nationaale Vergadering, om in deeze Geldheffing bij Anticipatie te fourneeren, 5 December 1797. . . No. 274. Publicatie van het Provintiaal Beftuur van Holland deswegens, 22 December 1797. No. 277. — (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de; bij Executie van den Boften Penning der Ingezetenen van Holland,ter voldoening van den iden Termijn der 40. Millioenen, voor den diensr van het loopende jaar gepetitioneerd, 18. Jan. 1798 No. 281. Geld-Negotiatie, (Publicatie wegens eene Vrijwillige) ten laste der Provintie van HoUand , tot voorkoming der Kxccutie over den aden en 3den Termijn der 40. Millioenen , voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 6. October 1797. . . No 262. Gemeene Middelen , ( Publicatie wegens de manier van procedeeren , in cas van fraude of contravenüe der) r8. Januarij-1798 No 280. Gefbeuvelden, ( Publicatie der Nationaale Vergadering, wfu'i-nï- het tournee-en van Penningen voor Wedu venen Weex.en van) midsgaders gekwetfte en ge the uvelde Zeelieden in den jongden Zeedag, enz., 21. November 1797. .... No. 270. Ge-  ZEVENDE DEEL. 5 Gewapende Burgerroagt (De Provintiaale Ambtenaaren , tot het dienst doen bij de) verpligt, 6. October 1797. .... • No 260. Geweer en Wapenen, (Den vrijën Invoer van j door de Nationaale Vergadering open gefield , 24. November 1797 No. tjr. Goud en Zilver, (Publicatie der Nationaale Vergadering, tot Alteratie der Publicatie van 4. Nov. 1796. wegens den Uitvoer van ) 20. November 1797. No. s68. Grondvergaderingen (De) tegen den ié. Februarij op. geroepen, ter verkiezing van Leden voor het Provintiaal Beftuur van Holland, 11. Jan. 1798. No. 279. Notificatie tot intrekking deezer Publicatie, 30. Januarij 1798. . . . No. 283. Guldens, ( Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens valfche) 30. November 1797- ♦ • No. 272. H. H airpoeder, (Publicatie der Nationaale Vergadering , wegens de In- en Uitgaande Rechten vari Stijffel en) 5. October 1797. • • No. 258; • Hand-opening, (Het verkenen van) tot het verkiezen van Kerkleeraaren, door de Eigenaars der Ambachtsheerlijkheden uitgeoefend, vernietigd, 6. Oct. 1797 No. 261. Holland, (Publicatie wegens eene Vrijwillige Geld. Negotiatie, ten laste der Provintie van) tot voorkoming der Executie over den aden en 3den Termijri der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 6. October 1797. . No. 2Ó2. Heffing (Publicatie der Nationaale Vergadering, we<*enseene Geld-) bij Executie, van de Ingezetenen dier Gewesten, welke vóór den 15. Novemb. 1797. hun aandeel in den aden Termijn der 40 Millioenen , voor den dienst van het loopende jaar gepetirioneerd, niet zullen hebben betaald, 11. Oct. 1797- No. 264. i / Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de) van den 8often Penning der Ingezetenen van Holland, ter voldoening van den iften Termijn der 40 Millioenen , voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, li. ©Sober 1797. No. 265;  * REGISTER o> Hit Heffing CPubHcatie der Nationaale Vergadering, we» ger,s eene Algemeene Geld-) van agt ten HondeTd van het jaarlijksch Inkomen van dk der iSete'nen ten behoeve van 'sLands Zeemagt, % December 1797. ... No 71 r^.^Wic^ 'd« Nat. Verg. om in deeze Geldncuing bij Anticipatie te fourneeren, 5. December -IlÏL -d ui- • • No. 274. , , Publicatie van het Provintiaal Beftuur var» Holland des wegens, 22. December 1797. No 277 (Publicatie der Nationaale Vergadering we5?"' f G,eld^ biJ Ex«™^ vanden^ SoS'pTnSi ,Jn^etencn va" Holland, ter voldoening dTenJ v, 1° T,ermijnJder 4o. Millioenen, voor den 1-98 loopende jaar gepetitioneerd, 18. Jan. Holland, (De Grondvergaderingen tegen'den r6? Febr,' 1798. opgeroepen , ter verkiezing van Leden voor het Piovinnaai Beftuur van ) ii. Januavij 1798. No. 279. Januarij^ps3"0 intrekkinS deezer Publicarie, 3°. Huwelijks- en Sterfgevallen, (Belasdng/gde^op^ê Adverrennen in de Nieuwspapieren van Geboorte-) 5- Oétober 1797 No. T 1 inoifche Compagnie f Het Octrooi, aan de Oost-") tTonnnT V0' 3'' December 1799- door de Na. uonaale Vergadering geprolongeerd, 20. Januarij t ' • • < • . No 282 In- en Uitgaande Rechten (Publicatie der Nationaale" Vergadering wegens de) van Stijl fel en Hairpoeoer, 5 Oftober -797 Nj org Inkomen (Publicatie d*r Nationaale Vergadering, wegens eene Algemeene Geldheffing van agt ten H >nderd van het jaarlijksch) van elk der Ingezetenen, ten be' hoeve van 'sLandsZeemagt, 5. Dec. 1797. No. 2-3 ;. „ ... l"bH"df derNation. Vergader., om in deeze" Oeldheffing bij Anticipatie te fourneeren, t. December I:o-- u • No. 274. —~~~ Publicatie van het Provintiaal Beftuur van Lohand deswegens, 22. December 1797. No; 277. In-  ZEVENDE DEEL. 7 Inkomende Rechten (De) op het Buskruid, door de Nationaale Vergadering verhoogd, ao. November 1797 . _ No 269. , en Uitgaande Rechten (Publicatie der Na¬ tionaale Vergadering, tot Alteratie van het Placaat van 31. Juiij 17^5/' betreffende de) vari het genrnkt Ijzer- en Staalwerk, 20 Decemb. 1797. No.' 275. Invoer (!'en vrijen) van Geweer en Wapenen, door de Nationaale Vergader, open gefield, 24. Novemb. 1797 No. 271. K erklijke Leeraaren, (Het Recht wan Collatie, en van Ap- of I.nprobatie van) enz , door de Eigenaars der Ambachtsheerlijkheden uitgeoefend, vernietigd , 6. October 1-97 No 26;. Oftrooijen, (Publicatie wegens de Affchaf- fing der) 6. October 1797 No. 203« T L I j eden voor het Provintiaal Beduur van Holland, (De Grondvergaderingen tegen den 16. Februarij 1798. opgeroepen, ter verkiezing van) n. Januarij 1-98 No. 279. . Notificatie tot intrekking deezer Publicatie, 30.-Januarij 179^ No. 279. Leengoederen, ( Publicatie wegens de Allodidifarie van) 4. Odtober 1797. • . .No 257. Lijst ( Publicatie der Nacionaale Vergadering, tot prolongatie van den tijd, bij de Publicatie van 8. Augustus 1, 1. bepaald, tot het inwinnen van bezwaaren, wegens de op de Penfioen-) geplaatfte Officieren , 19. October 1797 No. 266. Losfinge der Chijnfen, Thijnfen, Erfpachten, Renten, enz. ("Renovatie der Notificatie van jó Junij 1-03. betreffende de) of zoogenaamde kleine Domeinen, of Seigneuriaale Rechten, 21. Dec. 1797. No. 276. TV/T M' ÏVL iddelen , (Publicatie wegens de manier van Procedeeren , in cas van frjude of contraventie dei' Ge. meeue) 18. Januarij 1798. . . • No. 280. N.  8 REGISTER op ast N. INJegotiatie, (Publicatie wegens eene Vrijwillige Geld-) ten laste der Provintie van Holland, tot voorkoming der Executie over den aden en 3den Termijn der 40. Millioenen, yoor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 6. October 1797. . No. 262* Nieuwspapieren, (Belasting, gelegd op de Advertentien in de) van Geboorte- Huwelijks- en Sterfgevallen, 5. October 1797. . . é 4 No. 259. O. Octrooi, (Het) aan de Oost - Indifche Compagnie verleend, tot den 31. December 1799. door de Nationaale Vergadering geprolongeerd , 20. Januarij 1798 No. 282. Octrooijen, (Publicatie wegens de Affchaffing der Kerklijke) 6 October 1797. - • . No. 263. Officieren, ( Publicatie der Nationaale Vergadering, tot prolongatie van den tijd, bij de Publicatie van 18. Augustus 1. 1. bepaald, tot het inwinnen van bezwaaren, wegens de op de Pcnfioen - lijst geplaatfte ) 19. October 1797 No. 266. P. Penfioenlijst ( Publicatie der Nationaale Vergadering, tot prolongatie van den tijd, bij de Publicatie van 18. Augustus 1. 1; bepaald, tot het inwinnen van bezwaaren , wegens de op de) geplaatfte Officieren, 19. October 1797. . _ . . . No. 266. Pinken ( Fraudes, door Zijdfche Bommen en ) gepleegd wordende, door de Nationaale Vergadering tegen gegaan, 29. September 1797. . . . No. 256. Poeder, (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de In - en Uitgaande Rechten van Stijffel en Hair-) 5. October 1797. . . .No. 258. Pretcnfien ( Publicatie der Nationaale Vergadering, tot verdere prolongatie van den tijd, binnen welken de Crediteuren van den geweezen Stadhouder hunne) moeten opgeeyen, 16. November 1797. No. 267. Pro-  ZEVENDE DEEL. Q Procedeeren (Publicatie wegens de manier van ~) in cas van fraude of contraventie der Gemeene Middelen , 18 Januarij 1798 No. 280. Prolongatie der Nationaale Vergadering van bet Octrooi der Oost- Indifche Compagnie, tot den 31. December 1799. , 20. Januarij 1798. . No. 282. Provintiaal Beltuur van Holland, (De Gronavergaderingen tegen den 16. Febiuarij 1.798. opgeroepen, ter verkiezing van Leden voor het) n. Januarij 1798 No. 279. _. Notificatie tot intrekking deezer Publicatie, 30. Januarij 1798 No. ^83. Provintiaale Ambtenaaren, ( De) tot het d>mst doen bij de Gewapende Burgermagt verpligt, 6. October 1797 No. 260. R. R echten (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de ln- en Uitgaande) van Stijflel en Hairpoeder, 5. October 19? No 058. . (De Inkomende) op het Buskruid, door de Nationaale Vergadering verhoogd, 20. November 1797 No. 569. — (Publicatie der Nationaale VergMuerrig. tot Alteratie van het Placaat van 31, Julij ^725. betreffende de Inkomende en Uitgaande) van het mnaakt Ijzer - en Sraalvverk, 20 December 1797. No. 2 5. Renovatie der Notificatie van 16. Junij 1703 bfctrefren* dedeLosfinge der Ch jnfen, Thijnlen , i'Irfpach-en, Renten, enz., of zoogenaamde kleine ! >omeinen, of Seigneuriaale Rechten, 21. Decemb. 1797. No. 270. S. Schoolmeesters, (HetRecht der Eigenaars van Ambachtsheerlijkheden, wegens de aanftelling. ap- enim. probarie van) enz. vernietigd , 6. Oct. 179-'. No. 26r. Seigneuriaale Rechten , (Renovatie der N tifkatie van 16. Junij 1703. betreffende de Losfmge der Chijnfen, 'Jhijnfen, Erfpachten, Renten, enz , of zogenaamde kleine Domeinen, of) 21. Dec. 1797. No 270. S^aal-  io REGISTER o» het Staal werk, (Publicatie der Nationaale Vergadering, tot Alteratie van het Placaat van 31. Julij 1725. betref, fende de Inkomende en Uitgaande Rechten van het gemaakt Ijzer- en ) 20. December 1797. No. 275. , Stadhouder, (Publicatie der Nationaale Vergadering, tot verdere prolongatie van den termijn der Oproeping van de Crediteuren van den geweezen) 16. November 1797. • No. «67. Sterfgevallen, ( Belasting , gelegd op de Advertentien in de Nieuwspapieren, van Geboorte- Huwelijks en) 5: October 1797 No. 259. Stijffel (Publicatie eer Nationaale Vergadering, wegens de In- en Uitgaande Rechten van) en Hairpoeder, 5. October 1797 N. 258. T. JL ermijn (Publicatie wegens eene Vrijwillige Geld* Negotiatie, ten laste der Provintie van Holland, tot voorkoming der Executie over deu 2den en sden) der 40. Millioenen , voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 6. Oftober 1797. . No. 262, (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens eene Geldheffing bij Executie, van de Ingezetenen dier Gewesten, welke vóór den 15. November 3797. hun aandeel in den 2den ) der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, niet zullen hebben betaald, 11. Oct. 1797. No. 264. ——— (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de Heffing van den 8olten Penning der Ingezetenen van Holland, ter voldoening van den iften ) der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 12. October 1797. No. 265. (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de Geldheffing bij Executie, van den 8olten Penning der Ingezetenen van Holland, ter voldoening van den 2den) der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 18. januarij 1798 No. 281. Thijnfen, Erfpachten, Renten, enz. (Renovatie der Notificatie van 16. Junij 1703. betreffende de Losijinge der Chijnfen,)*of zoogenaamde kleine Domeinen y  ZEVENDE DEEL. 11 ren of Seigneuriaale Rechten, ai. December 1797. . : No. 276. u. u itgaande Rechten (Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens de In- en) van Stijffel en Hairpoeder, 5. Oélober 1797 No. 258. u. (Publicatie der Nitionaale Vergadering, tot Alteratie van . het Placaat van 31. Julij 1725. betreffende de Inkomende en ) van het gemaakt Ijzer-en Staalwerk, 20. December 1797. No. 275. Uitvoer (Publicatie der Nationaale Vergadering, tot Alteratie der Publicatie van 4. November 1796. wegens den) van Goud en Zilver, 20. November • 1797 ' . . .No. a68. . v. "Valfche Guldens, ( Publicatie der Nationaale Vergadering, wegens ) ?,o. November 1797. . No. 272. Verhooging van de Inkomende Rechten op het Buskruid, door de Nationaale Vergadering, 20. November 1797 • No. 269. Vrijwillige Geld-Negotiatie, ( Publicatie wegens eene) ten las-te der Provintie van Hoiland, tot voorkoming der Executie over den 2den en 3den Termijn der 40. Millioenen, voor den dienst van het loopende jaar gepetitioneerd, 6. October 1797. . No. 262. W. w apenen, (Den vrijen Invoer van Geweer en) door de Nationaale Vergadering open gefield , 24. November 1797 No. 271. Weduwen en Weezen van Gefneuvelden; ( Proclamatie der Nationaale Vergadering, wegens het fourneerea van Penningen voor) midsgaders gekwetfte en gefneuvelde Zeelieden in den jongften Zeeflig, enz., ai. November 1797 No. 270. Y.  ia REGISTER op hït ZEVENDE DEEL, Y. Yk. (Publicatie wegens het doen van den) 3. Ja- Y2e"a-rien7Staalwe"rk', (Publicatie drr Nationaale vér«dering, tot Alteratie van het Placaat van 31. Julii 'nok betreffende de Inkomende en U: gaande Rechten van het gemaakt) 20. Dec. 1797. No. 27S. Z. \/j eemagt • No. 270. (-publicatie der Nationaale Vergadering, weeens eene Algemeene Geïdhtffing van agt ten Honderd van het jaarjijksch Inkomen van elk oer Ingezetenen , ten behoeve van 'sLands) 5. December 1-97 Pubfcatie'der Nationaale Vergadering, om in deeze Geidnefhng bij Anticipatie te fourneeren ^5. J^Publicatie^van het Provintiaal Beftuur van Hot land deswegens, fts. December i797- • No. 277 Zi dfche Bommen en Pinken (Frauoes,, door) gepleegd Z'wordende, door de Nationaale Vergadering tegen Ziïveïr (Publicatie der Nationaale Vergadering, tot Al eraie der Publicatie van 4. November 1796. tegens een Uitvcet van Goud en) 20. November 1197 * * " ' '