N9. 37. a. GEL IJK HE I'D, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van /z^uitvoe. r END BEWINDdfer EATAAFSCHE republiek, wegens de aanneeming van het Ontwerp van staatsregeling op den 23. April l. U door het Bataaffche Folk, en de vorming der Conftituecrende Vergadering in de twee kamers Van het wetgee" vend lichaam, op den 4. Mei /. /. Gearrefïeerd den 6. Mei 1798. Het vierde Jaar det Bataaffche Vrijheid, uitvoerend bewind der bataaf" sche republiek, aan de Ingezetenen derzelve Republiek, Heil en Broederfchap! doet te weeten: Dat uit het refultaat van de Stemming der Bataaffche Burgers, in de refpective Grondvergaderingen, op dea 23. April 1.1. verfcheenen, om zich te verklaaren over de goedkeuring of afkeuring van het aan hun aangebooden Ontwerp van Staatsregeling, bij het opmaaken van derzelver aantal, is gebleeken, dat hetzelve Ontwerp, uit een aantal van 165,510. Stemgerechtigde Burgers, die in de refpeélive Grondvergaderingen waren opgekomen, door 153,913 Stemmen goedgekeurd, en door 11,597 Stemmen verworpen is, en dat 'dus hetzelve Ontwerp, door eene meerderheid van 142,316 Stemmen, is aangenomen; zoodaanig zelfs, dat, het zij men de Stemmen Gewestelijk bereekene, het zij bij Grondvergaderingen, het zij eindelijk, bij de indivtdueele Stemming der Burgers in masfa, altijd hetzelfde refukaat gevonden wordt, de aanneeming naamlijk van het Plan van Staatsregeling. Gelijk dan ook de Conftituëerende Vergadering, bij Decreet van den 2. deezer loopende maan A ,  maand, dezelve Staatsregeling, als door het Bataaffche* Volk aangenomen, erkend en verklaard heefc als do Burgerlijke en Staatkundige Grondwet deezer Republiek, Dat wijders de Conftituëerende Vergadering, deeze aangenomen Grondwet, als den algemeenen wil des Bataaffchen Volks zullende eerbiedigen, op den 4, deezer heefc beflooten, zich zelve, als zocdaanig, te ontbinden , en te vormen tot dat Vertegenwoordigend Ligctia'am , het welk bij de voornoemde Staatsregeling is daargefteld, zoodaanig, dat uit de Leden, die in zich bevonden de radicaale vereischten , om in het Vertegenwoordigend Ligchaam Zitting te neemen, zijn zamengefteld de Eerfte en Tweede Kamer van hetzelve Liacbaam, ingevolge het voorfchrift der meergemelde Staatsregel ling, met bijgevoegde bepaaling, dat het nog ontbreeIcend derde gedeelte van Leden voor het Vertegenwoordigend Ligchaam, met alle de Plaatsvervangers daar toebehoorende, door het Bataaffche Volk zal worden benoemd en daargefteld, zoo dra de nieuwe verdeeling der IHstrifts- Grondvergaderingen zal zijn geëfFectuëerd. Dat het Uitvoerend Bewind, vertrouwende, dat ieder Bataaftch Burger de volfte goedkeuring zal hechten aan «jieezen maatregel, waar door de, voor dit Gemeenebest, onontbeerlijke Orde is daargefteld , en dat alzoo de vastgeftelde Wet in ieder der Leden hanre beminnaars en handhavers zal vinden, alle Bewindslieden en Amptenaaren ontbiedt, om aan deeze Orde van Zaaken de npo,dige befcberming te verleenen, op dat het Bataaffche. Volk een duurzaam genot fmaake van die Omwending, welke ter verkrijging der Burgerlijke en Staatkundige Vrijheid is daargefteld. En op dat niemand hier van onkundig zij , gelast het Uitvoerend Bewind, in naam des Bataaffchen Volks, dat. deeze alomme zal worden afgekondigd en aangcr plakt, waar zulks te gefchieden gebruikelijk is. ' in den Haage, den 6, Mei 1798, Het vierde Jaa? ^er Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) B, WILD RICK, vt. Onder ftond . ' Ter ordonnantie van hetzelve % ( Was geteekend ) S, DASSEVAELA  No» 38. a. GEL UK HEID, VRIJHEI Dj BROEDERSCHAR STAATSREGELING des bat aafschen volks, door hetzelvè ■ goedgekeurd en bekrachtigd op den »3« April, en als zoodanig gepro* clameerd in dê Cönfticueerende Vergadering , hetzelve volk reprefenteerdè, op den daaraanvolgende^ 1. Mei 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vrijheide H er Bataaffche Volk, zig vormende tbt eénéri öndeelbaaren Staat,en bezeffende, dat het voornaame bederf van alle Regeeringen gelegen is in de miskenning dêr natuurlijke en geheiligde regten van den Mensch in maatfchappij, verklaart de navolgende {tellingen als deii wettigen grondflag , waarop Het zijne Staatsregeling Vestigt, en als zoo veele regels , waarnaar Het zijné burgerlijke en ftaatkundige betrekkingen wil hebberi gewijzigd. algeMkènk êeginselen. Art. I. Plet oogmerk der maatfchappijlijke verëèniging is beveiliging van perfoon , leven, eer en goederen , en befchaaving Van verftand en zeden. II. Het Maatfchappijlijk.Verdrag wijzigt, hoch beperkt , de natuurlijke regten van den Mensch, dan iti "Zoo verre zulks, ter bereikinge van dat oogmerk $ noodzaaklijk is. Hl. Alle Leden der Mlatfchappij hebben* zoridër 'onderfdheidirig van geboorte, bezitting, ftarid* ofrahg'j eene gelijke aanfpraak op derzelvet Voordeëlea.  Art. IV. Ieder Burger is volkomen vrij, orn te befchikken over zijne goederen, inkomften, en de vruchten van zijn vernuft en arbeid, en voorcs, om alles te doen, wat de regten van eenen ander niet fchend. V. De Wet is de wil van het geheele maatfchappijHjk Lichaam, uitgedrukt door de meerderheid, of der Burgeren, of van Derzelver Vertegenwoordigers. Zij is, het zij befchermende, of firaffende, gelijk voor allen. Zij ftrekt zig alleen uit tot daaden, nimmer tot gevoelens. Alles, wat overeenkomt met de onvervreemdbare regten van den Mensch in maatfchappij, kan door geene Wet verboden worden. Zij beveelt, noch laat toe, het geen daarmede ftrijdig is. VI. Alle de pligten van den Mensch in rnaatfchapphj hebben hunnen grondflag in deze heilige Wet: Doe eenen ander niet, hetgeen''gij niet wenscht dat aan u gefchiede. — Doe aan anderen, ten allen tijde , zoo veel goeds, als gij, in gelijke onhandigheden, van hun zindt wenfehen te ontvangen. VII. Niemand is een goed Burger, dan die de huislijke pligten, in den onderfcheiden ftand, waarin hij moge-gefield zijn, zorgvuldiglijk uitoefent, en voords, in alle opzigten, aan zijne maatfchappijlijke betrekkingen voldoet. VIII. De eerbiedige erkendtenis van een Allbefhmrend Opperwezen verfterkt de banden der maatfchappij, en blijft iederen Burger ten duurften aanbevolen. BURGERLIJKE EN STAATKUNDIGE GRONDREGELS. Art. IX. liet Opper-gezag is het regt der gantfche Maatfchappij over elk haarer Leden, over het grondgebied , dat zij beflaan, en over alle voorwerpen, waarin hunne belangen betrokken zijn. Hetzelve is één, ondeelbaar, onvervreemdbaar. Geen Lid, geen gedeelte der Maatfchappij, kan zig het opper - gezag aanmaadgen. Hetzelve is de bron van alle openbaare Magten. X. Het Bataaffche Volk, zijne belangen in perfoott niet kunnende waarnemen, verkies: daartoe, bij onderlinge overeenkomst, eene geregelde Sraats-forru, en wel eene Fclks - regeering hij Fertegenmordiging. Art. XI,  < 3 > , Art. XL Het verkiest, ten dien einde, zijne Verte-' gen woord igers, die, iu Deszelfs naam, voor de gemeenfchaplijke belangen waaken, en, ten allen tijde, aan Hetzelve verandwoordüjk zijn. XII. Aan deze Vertegenwoordigende Magt zijn alle bewindvoerende Lichaamen ondergefchikt en verandwoordüjk. XIII. Buiten; de wettig aangeflelde Magten , kan geen Burger , noch ook eenig gedeelte des Volks, eenig openbaar gezag uitoefenen. Het is alleen in de Grond-Vergaderingen , dat alle Staatkundige Regten' door.de Burgeren, worden geoefend. XIV. Alle magt of gezag, door het Volk aan zijne. Vertegenwoordigers verleend , is flechts bij volmagt. De uitoefening van dat gezag word gewijzigd door'de Staatsregeling. XV. Ambten en Bedieningen zijn lastgevingen der Maatfchappij voor eeneq bepaalden tijd. Zij zijn noch erflijk, noch vervreemdbaar, noch bijzondere vöórreg-, tën van hun , dieze waarnémen. De keus van dèn eenen Burger, boven den ander, is alleenlijk gegrond op meerdere deugd en bekwaamheden. XVI. Iéder Burger mag zijne, gevoelens uiten en verfpreiden, op zoodanige wijze, als hij goedvind, des niet ftrijdig. met het . oogmerk der Maatfchappij. De vrijheid der Druk-pers is heilig, mids de Gefchriften met den naam,'van Uitgever, Drukker, of Schrijver, Voorzien zijn. Dezen allen zijn, ten allen,tijde, aanfpraaklijk voor alle zoodanige bedrijven, door middel der Druk-pers, ten aanzien van afzonderlijke Perfoonen, of.der gantfche Maatfchappij, begaan, die door de Wet als misdaadig erkend zijn. XVII. Elk Ingezeten kan zig, bijRequest, Addrès,' of met anderen Vóórdragt, vervoegen bij zoodanige Magten, waar hij.zaigeraadenoordeelen. Alle voordragten zullen perfoonlijk , en niet gezamenlijk, gefchieden; tenzij door Lichaamen, wettig zaaingefteld, en als zoodanigen erkend, en wel alsdan over onderwerpen, die tot derzelver erkende werkzaamheden behooren» XVIIL Ieder Burger heeft regt, om met zijne Medeburgers te vergaderen, ter onderlinge vóórlichting, ter opwekking van vadwlands-liefde, en ter naauwer ver-  < 4 > verbindtenis aan de Staatsregeling;, zonder dat, nogtbands. de Confritutionedè Gezelfchappen, als zoodanigen, mee elkarideren over Staats-zaket? briefwisfellng honden , gefchreven aankiagten ontvangen, bij ftemming befluiten, of, bij wijze van Corporatie, eenige openbaare Saad zullen verrigten. Art. XIX. Elk Burger heeft vrijheid, Om God te dienen naar de overtuiging van zijn hart. De Maatfchappij verleent, ten 'dezen opzigte, aan allen gelijke zekerheid en befcherming;-mids de openbaare orde, door de Wet gevestigd,'door hunnen uiterlijken eerdienst nimmer geftoord worde. XX. Geene burgerlijke voordeelen, of nadeelen,' zijn aan de belijdenis van eepig Kerklijk Leerftelfelgehegt. XXL Elk Kerkgenöotfchap zorgt voor het onderhoud van zijnen Eerdienst, deszelfs Bedienaaren en Geftigten. XXII. De gemeenfchaplijke Godsdienst - oefening word verrigt binnen de daartoe beftemde Gebouwen, en wel met ontfloten deuren. XXIII. Niemand zal met eenig orde's-kleed, of teeken, van een Kerklijk Genootfchap , buiten zijnf Kerkgebouw verfchijnen. XXIV. Alle eigenlijk gezegde Heerlijke Regten en Tituls, waardoor aan een bijzonder Perfoon of Lichaam zou worden toegekend eenig gezag omtrend het Beftuur van zaken in eenige Stad , Dorp, of Plaats, of de aanftelling van deze of gene Ambtenaaren binnen dezelve, worden, voor zoo verr' die niet reeds met de daad zijn afgefchaft, bij de aanneming der Staatsregeling, zonder eenige fchaêvergoeding , voor altijd vernietigd. XXV. Alle Tiend -,Chijns-,of Thijns-, Nakoops-, Afftervings-, en Naastings-Regten, van welken aard, miósgaders alle andere Regten of Verpligtingen , hoe ook genoemd, uit het Leenftelfel of Leenregt afkomftig , en die hunnen oorfprong niet hebben uit een wederzijdsch vrijwillig en wettig verdrag , worden , met alle de gevolgen van dien , als ftrijdig met der Burgeren gelijkheid en vrijheid, voor altijd vervallen verklaard. Het  < 5 > Het Vertegenwoordigend Lichaam zal, binnen egttienmaanden, naDeszeWseerftezitting, bepaaleri den voet en de wijze van afkoop van alle zoodanige regten en renten, welke als vruchten van wezenlijken eigendom kunnen befchouwd worden. Geene aanfpraak op pecuniecle vergoeding, uit de vernietiging van gemelde Regten voordvloeijende, zal gelden, dan welke, binnen zes maanden na de aanneming der Staatsregeling, zal zijn ingeleverd. Art. XXVI. Insgelijks word' vernietigd hec zooge. noemd Regt van Ex'ië, met opzigt tot verhuifing, of verval van Erfenisfen, binnen de Republiek. XXVIL Alle Burgers hebben, ten allen tijde, het regt, om, met uitfluiting van anderen, op hunnen eigen, of gebruikten, grond te Jagen, te Vogelen en te Visfchen. Het Vertegenwoordigend Lichaam maakt, binnen zes Maanden na Deszelfs eer/ie zitting, bij Reglement, de nodige bepaalingen, om, ten dezen opzigte, de openbaare veiligheid en eigendommen der Ingezetenen te verzekeren, en zorgt, dat noch de Visfcheriien bedorven, noch de Landgebruiker, bij eenige Wet of Beding, belet worde , allen Wild op zijnen gebruikten grond te vangen , noch ook , dat een ander daarop zal mogen Jagen of Visfchen, zonder zijne bewilliging. ■ XXVIII. 'Er zal een Wetboek gemaakt worden, zoo wel van Burgerlijke , als van Lijfftraflijke Wetten , te gelijk met de wijze van Regts - vordering, op gronden , door de Staatsregeling verzekerd , en algemeen voor de gantfche Republiek. Deszelfs invoering zal zijn, uiterlijk binnen twee jaaren, na de invoering der Staatsregeling. XXIX. Niemand mag befchuldigd of in verzekering genomen worden, dan uit kragt der Wet, in de gevallen, en volgends de wijze, door Haar voorgefchreven. Niemand kan gevonnisd worden, dan na alvoorens wettig te zijn geroepen , en alle de middelen van verdediging te hebben kunnen bezigen, die bij de Wet bepaald zijn. Elk Burger, alzoo opgeroepen, of in verzekering wordende genomen , is verpligt te gehoorzaarnen. Art. XXX.  < 6 -> Art. XXX. Alle geftrengheid omtrend Gevangenen, buiten betgeen de Wet bepaalt, gelijk mede alle willekeurig verwijl van derzelver teregtftelling, en van de uitvoering hunner ftraf, is misdaadig. XXXI. Zij, die, buiten den Regter, in geval van noodzaaklijkheid, gevat worden, zullen, uiterlijk binnen vier - en-twintig Uuren daarna, aan hunnen bevoegden Regter worden overgebragt. XXXII. Allen, die in verzekering genomen worden, zullen , uiterlijk binnen één Dag daarna, kennis ontvangen van de redenen hunner gevangenneming. XXXIII. In alle gevallen , waarin de' Wet geene Lijfftraffen vordert, zal de Gevangene, onder voldoenenden Borgtogt, ontflagen worden. XXXIV. Niemand kan, tegen zijnen wil, worden afgetrokken van den Regter, dien de Staatsregeling, of de Wet, hem toekent. XXXV. Nimmer zal 'er eene verbeurdverklaring der Goederen van eenig Ingezeten der Bataaffche Republiek plaats hebben, dan alleen in het geVal, hieronder uitdruklijk bepaald: Het Bataaffche Volk verklaart, voor altijd, van het grondgebied der Republiek gebannen te zijn alle de openbaare Voorftanders van her gewezen Stadhouderlijk Beftuur, binnen deze Republiek gewoond hebbende, en daaruit geweken zederd den i Januari/ 1795. Het verklaart , tevens, alle derzelver goederen en bezittingen, welke zullen blijken, op den 1 Januarij 179S, hun perfoonlijk eigendom te zijn geweest, vervallen aan de Natie; zullende dezelven , van haaren wege, onder behoorlijke fequestratie gebragt, en ten behoeve der Republiek verkogt worden. Het Vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de uitvoering dezer laatfte Wet, met betrekking tot agtergelaten ongelukkige Kinderen en Huisgezinnen, de onfchuld niet met en om den fchuldigen -treffe. XXXVI. De Pijnbank word afgefchaft door de ganrfche Republiek. XXXVII. Alle Sententiën en Vonnisfen moeten in het openbaar worden uitgefproken. XXXVIII. 'Er zal, door de gantfche Republiek, alleen regt worden gefproken in naam en van wege het Bataaffche Folk. Art. XXXIX.  < 7 > Art. XXXIX, Ieder Burger is onfchendbaar in zijne Wooning. Zijns ondanks , mag men nimmer in dezelve treden, ten zij uit kragt van een order, bevél, of decreet van gijzeling, eener daartoe bevoegde Magt, XL. Niemand kan van het geringst gedeelte van zijn Eigendom, buiten zijne toeftemming, beroofd worden , dan alleen, wanneer de openbaare noodzaaklijkheid, door de Vertegenwoordigende Magt erkend, zulks vordert, en alleenlijk op voorwaarde eener billijke fchaê vergoeding. XLI. De Wet zal geene andere ftraffen opkjggen, dan die , welke volftrekt noodzaaklijk zijn voor de algemeene zekerheid. XLII, Ieder Burger heeft het onvervreemdbaar regt, om eene fchrifdijke en eigenhandig ondeneekende aanklagt te doen tegen zoodanigen zijner Medeburgers, het zij Ambtelozen of Ambtenaars, Geconftitueerde Magten, of bijzondere Leden van óion, door welken hij oordeelt, dat de Wetten, hetzij ten zijnen bijzonderen nadeele , -of ten nadeele der Maatfchappij, gefchonden zijn , mids bij zoodanige Magt, als in dezen bevoegd zal zijn , en overeenkom (tig de wijze, door de Burgerlijke Wet voorgefchreven. In geval van laster, zal hij onderworpen zijn aan de ftraffen, door de Wet ten dezen opzigte bepaald. XL1II. Het Bataaffche Volk wil eene Gewaapende Burgermagt, (de Nationaale Troepen daaronder begrepen ) ter verdediging zijner vrijheid en onafhanglijkheid, zoo naar binnen, als naar buiten. De regeling dezer Magt zal gelchieden door de Wet. XLIV. Ieder Bataafsch Burger is verpligt , tot dat einde, de Waapenen te dragen, en zig op de rol van Waapenvoerende Burgeren te doen infehrijven. XLV. De Gewaapende Magt is ten allen tijde een ondergefchikt Lichaam. Zij kan, als zooaanig, nimmer raadpleegen. XLVI. Geen gedeelte Derzelve kan immer in werking komen, dan op fchriftlijken last eener Wettige Magt, op zoodanige wijze, als bij de Wet is uitgedrukt. XLVII. De Maatfchappij , bedoelende in alles de welvaart van alle haare Leden, verfchaft arbeid aan den Nij-  < 8 > Nijveren, onderfland aan den Onvermogenden. Moedwiffl p lediggangers hebben daarou geene aanfpraak. De Maatfchappij vordert de volftrekte weering van alle Bédelarij. Arr. XLVni. Het Vertegenwoordigend Lichaam regelt, binnen zes Maanden na Deszelfs eerfte zitting, bij eene urdrukhjke Wet, het Armen-bsftuur over de ge? heele Republiek Deze Wet bepaalt de algemeene voorfchriften en plaatshjke befchikkingen, hiertoe vereischt. XLIX. 'Er zal gezorgd worden voor de opvoeding' van verworpen Kinders. L De Maatlchappij ontvangt alle Vreemdelingen, die de weldaaden der vrijheid vreedzaam wenichen te genieten, in haar midden, verleenende denzelven alle zekerheid en befcherming. LI. Zij moedigt alle Konftenaars en Handwerkslieden aan, en wil de fpoedigfte en kragtdaadigfte inrïgtin^en. waardoor de bloeij van alle Inlandfche Fabrieken en Trafieken, Koophandel, Zeevaart, en Visfcherijen, en daardoor van Ambagten , Neeringen en Handteel i"?en, bijzonderlijk de Handel met de buitenlandfche Bezittingen en Coloniën van den Staat, zal worden bevorderd LU. Van de aanneming der Conftitutie af, zal 'er aan den doorvoer, koop en verkoop, van alle voordbrengfèlen van den vaderlandfchen grond, gelijk mede van alle goederen, binnen deze Republiek bewerkt of vervaardigd, door en in alle Departementen en Pïaatfen, geenerlei belemmering, hoe ook genoemd, worden roegebragt LIH. Bij de aanneming der Staatsregeling, worden vervallen verklaard alle Gilden, Corporation of Broederfc'rappen van Neeringen, Ambagten, of Fabrieken. Ook heeft ieder Burger , in welke Plaats woonachtig, het regt, cm zoodanige Fabriek of Trafiek oprerigten , of zoodanig eerlijk bedrijt aantevangen, als hij verkiezen zal. Het Vertegenwoordigend Lichaam zorgt, dat de goe. de 01 de, het gemak en gerief der Ingezetenen, ten dezen opzigte, worden verzekerd. LIV. De Maatfchappij beveelt, insgelijks, de meene be-  f9 > beo rdering van den Landbouw, en deszelfs bloeij, bijzonderlijk ten aanzien der nog ledige en woeste gronden, door de gantfehe Republiek. Art. LV. Alle openbaarelnrigtingen, ter bevordering of ftaaving van het openbaar crediet, inzonderheid alle Wisfelbanken, worden aangemerkt als afzonderlijke bemocijingen der daarbij onmiddellijk belang hebbende Burgers. De openbaare Magt oefent daaromtrend geene andere, dan toeziende, befchikking. De gantfehe Natie waarborgt allen binnen - en buitenlandfchen eigendom, in die Wisfelbanken geplaatst. LVI. Alle zoogenoemde Provinciaale Beleenbanken worden Nitionaa! verklaard. Het Vertegenwoordigend Lichaam doet dezelven ten fpoedigften brengen onder eene Nadonaale Beheering. Ook dit laatste word, binnen den korrstmooglijken tijd, toegepast op de gewoone plaatslijke Beleenbanken. LVII. De Maatfchappij verbied, in alle gevallen, dat eenig uitfluitend Voorregt verleend worde. Zij beloont de verdiensten door bewijzen van eer, of doorpramiën. Alle vergeldingen worden, in geval van voordduuring, jaarlijks vernieuwd, en, op geenerlei wijze , erflijk gemaakt tot Kinderen of Nakoomüngen. LVIII. De Maatfchappij verleent nimmer eenig Pjhfioen, dan voor zoo verr', na het geftrengst onderzoek, gebleken zij, zoo van de.getrouwe diensten, aan de Republiek bewezen door hun , die daarop aanfpraak maaken, als van derzelver volflrekt onvermogen, om, hetzij door ouderdom, of door eenig lichaamlijk gebrek , -den Lande langer van dienst te zijn , en van hunne eigen middelen te beflaan. LTX. Alle Maaten en Gewigten worden, door de gantfehe Republiek, zoo fpoedig doenlijk, naar eene zekere onveranderlijke grootheid, tiendeelig gelijk ge- ïll Relict» Ook zal 'er, ten aanzien van alle Muntfpeciën, een gelijke Muntflag, door de gantfehe Republiek, worden insevoerd. 'LX. De Maatfchappij wil, dat de verlichting en befchaaving onder haare Leden zoo veel mooglijk bevorderd worde. LXL De Vertegenwoordigende Magt maakt zooda- ni-  < lo > nige inrigtingen, waardoor het Nationaal Charaktet ten goede gewijzigd , en de goede zeden bevorderd worden. Art. LXU. Zij (trekt, insgelijks, door heilzaame wetten, haare zorg uit tot alles, wat in het algemeen de gezondheid der Ingezetenen kan bevorderen, met wegruiming, zooveel mooglijk, van alle belemmeringen. LXIII. 'Er zullen Nationaale Feesten worden vastgefteld, omdeBataatfche Omwending, en andere merk? waardige gebeurdtenisfen, jaarlijks te herinneren; voords, om de broederfchap onder de Burgers aantekweeken, en hen aan de Staatsregeling, aan de Wetten, aan het Vaderland en de Vrijheid, te verbinden. LXIV. De onderftand tot de noodwendige behoeften van den S.aat is eene geheiligde fchuld van ieder Burger, ter vergoeding der befcherminge, welke hij geniet. _ Deze toelage , met de meestmooglijke bezui* niging ingezameld, word door alle Burgers^ naar evenredigheid hunner vermogens, gedragen. Hij, die dezelve onzetlijk ontduikt,'of verkort, is eerloos. LXV. Het Beftuur is verpügt tot eene verftandige bezuiniging in alle opzigten. Flet fchaft onnodige Amoten en Uitgaven af, en evenredigt de belooning van Ambtenaaren en Bedienden naar jiet gewigt van derzelver werkzaamheden. Alle Adminiftrative Lichaamen zullen, jaarlijks, voorflagen doen van die huishoudenlijkhnid, welke onder hun bereik valt. LXVI. Het gebruik der penningen, door de Natie opgebragt, word, op gezette tijden, door den druk bekend gemaakt. LXVII. Het Bataaffche Volk vat nimmer de waa* penen op, dan ter handhavinge zijner vrijheid , ter bewaaringe van zijn grondgebied, en ter verdediging zijner Rondycriootcn. Het beveelt, tot dat einde, eere zorgvuldigeinrigting zijner Knj^sroagt, bovenal ter Zee, als her bolwerk van den nationaal™ voorfpoed. II t gelast de (tiptfte onzij ligheid van het Beftuur ten aanz eil der Mogendheden, (let bewaart, zoo veel mooglijk, den vrede mer alle Volken, en koomt zijne verbindrenisfen met dezelven heuglijk na. Het eerbiedigt derzelver ïegten, en wil, dat, in tijd van Oorlog, de ram-  < II y rampen der menschheid , bij wederzijdsch verdrag ^ zoo veel dopnlijk, verzagt worden. Art. LXVUi. Het Bataaffche Volk, overtuigd, dat de belangen der vereenigde Franfche en Bataaffche Republieken, door derzelver onderlinge zamenftemming , altijd, het gelukkigst zullen bevorderd worden, wil * van zijne zijde, nimmer eenige afzonderlijke verbindtenis met die Volken, wier ftaatkundig belang in tweeilrijd is met den voorfpoed der beide Natiën. LXIX. Alle overeenkomst, of verdrag, met andere Volken, of Mogendheden, gefchied alleenlijk in naarh des Bataaffchen folks. LXX. Geehe verandering , noch vermeerdering , dezer Grondregelen, noch ook der Staatsregeling;, zal plaats grijpen , dan geftaafd door den wil des Volks, en naar derzelver voorfchrift. LXXI. Geen Genootfchap, of verzameling van afzonderlijke Perfoonen, van welken aard ook, heeft of maakt Reglementen, ftrijdig met deze Grondbeginfèlen, of met de Acle van Staatsregeling. LXX1I. Alle befluiten der Vertegenwoordigende Magt, met deze Grondregelen, en met de daarop gebouwde Staatsregeling overeeukomftig, hebben, ten allen tijde, de kracht van Wet. Het Bataaffche Volk geeft dit heiligst Pand zijner aangenomen Grondftellingen van het Maatfchappij. lijk Verdrag ter bewaaringe over aan de getrouwheid der Vertegenwoordigende Hoogde Magt, van het Uitvoerend Bewind, van de Regters, én van alle Bewindslieden; voords aan de waakzaamheid der Huisvaders en Moeders , aan de verlichting der jonge Burgers , aan de deugd der Burgeresfen , en aan den moed van alle Bataaffche Ingezetenen : Willende denzelven beftendiglijk hebben herinnerd , dat van de egre waardeering hunner vrijheid, en van de verftandige en eerlijke beoefening hunner afzonderlijke en algemeene Regten en Pligten, voornaamlijk, de duurzaamheid , het be*. houd en geluk, afhangt van het Vaderland, dat zij behooren te beminnen. ACTI  ^ ia > ACTE VA» S TAATSREGELING. T ï T U L L VAN DE VERDEELING DER REPUBLIEK. Art. I. De Bataaffche Republiek 13 Eén en On* deelbaar. II. De Oppermagt berust in de gezamenlijke Leden der Maatfchappij, Burgers genoemd. III. Het tegenwoordig grondgebied der Bataaffche Republiek is verdeeld in Agt Departementen, met naame: Het Eerfte Departement: van de Eems. Tweede Departement: van den Ouden Tsfel. Derde Departement: van den Rhijn. Vierde Denartement: van den Amftel, Vijfde Departement: van Texel. Zesde Departement: van de Delf. Zevende Departement: van de Dommel. Agtfte Departement: van de Schelde en Maas* IV. . De Departementaale Administratiën vergaderen in de volgende Hoofdplaatfen: Die van het Eerfte Departement, te Leeuwarden. van het Tweede, te Zwolle. van het Derde, te Arnhem. van het Vierde , te Amfteldam. van het Vijfde, te Alkmaar. van het Zesde, te Delft. van het Zevende, in den Bosch. van het Agtfte, te Middelburg. Aft. V.  < 13 > Art. V. Ieder Deparrement word ten fpoedigften verdeeld in zeven , zoo na mooglijk, gelijk bevolkte Ringen, en elke Ring in verfchillende Gemeenten VI. Behalven deze onderfcheiding in Departementen, Ringen en Gemeenten, tot daaritelling der Depar» tementaale eh Gemeente-Beftuuren ingerigt, word de geheele Republiek nog verdeeld in Grond - Vergaderin' gen en DiflriBen, gefchikt tot algemeene verkiezingen en werkzaamheden des Volks. VIL Het Vertegenwoordigend Lichaam regelt, ten fpoedigften, de bijzondere bepaalingen der verfchillende Departementaale Omtrekken , Ringen en Gemeenten, in ieder Departement, en de Hoofdplaatfen in de onderfcheiden Ringen. Het doet daarvan eene Algemeene Kaart vervaardigen, en door den Druk gemeen maaken. VUL Deze verdeelingen en bepaalingen kunnen niet veranderd worden, dan na verloop van w//'Jaaren, en dan nog alleenlijk tot vereffening van aanmerklijke ongelijkheid der bevolking , of uit hoofde van eenig bijkomend Grondgebied. T I T U L I L i'AN DE UITOEFENING VAN HET STEMVERMOGEN DER BURGEREN, IN GROND- EN Dl STRICTS-VERGADERINGEN. EERSTE AFDEELING. Fan de Stem-Bevoegdheid der Burgeren, Art. IX. Ieder Ingezeten der Bataaffche Republiek keeft, overeenkomftig het oogmerk, waartoe de Maatfchappij gevormd is, 'aanfpraak op de befcherming varr perfoon en goederen. X. Niemand echter kan, als Bataafsch Burger, eenen daadlijken invloed op het beftuur der Maatfchappij oefenen , tenzij hij in het openbaar Stemregister der Gemeente, waartoe hij behoort, zig hebbe doen infchrijven. Deze Infchrijving word bepaaldlijk vereischt,  < H > a. ) Om zijne Stem in de Grond-Vergaderingen të kunnen uitbrengen. b. ~) Om eenigén Post van Beftuur, eenig Ambt of Bediening, in de Maatfchappij te kunnen waai nemen.' c. ) Om eenig Ambt, Bediening of Penfioen, te blijven behouden. Art. XI. Zij , die zig mogen doen infchrijven in zoodanig Stemregister, moeten hebben de navolgende vereischten: a. Dat zij den vollen ouderdom van twintig Jaaren hebben bereikt, in de lasten der Maatfchappij hun aandeel dragen, en, Inboorlingen zijnde, ten minftengeduurende de laagte twee Jaaren, doch, Vreemdelingen zijnde, ten minften geduurende de laatste tien Jaaren, in deze Republiek hunne vaste woonp*aats gehcuden hebben , en in ftaat zijn de Nederduitfche taal te lezen en te fchiijven, Dit laatste vereischte zal, onmiddellijk na de aanneming der Staatsregeling, gelden ten aanzien van allen, die door het Volk tot eenige openbaare daad, post, of ambt, geroepen worden; doch, voor het overige, één jaar na de invoering dezer Staatsregeling, ten' aanzien van alle Stembevoegden, die alsdan in het Stemregister worden ingefchreven. Ook kunnen Vreemdelingen, die de Republiek te Water of te Lanue gediend hebben, volftaan s met eene inwooning van zeven Jaaren. b. Dat zij, in handen van den Voorzitter van het PL.atslijk Beftuur, hebben afgelegd, en geteekend de navolgende Verklaaring: „ lk houde het Bataaffche Volk voor een vrij ,, en onafhanglijk Volk, en beloof aan Hetzelve „ trouw, Ik verklaar mijnen onveranderlijken „ afkeer van het Stadhouderlijk Beftuur, het „ FnederalismttS, de Arifiocratie en Regeering' „ loosheid. Ik beloof, dat k , in alle mijne „ venigtingen, hetzij als ftemoefenend Burger, „ hetzij ais Kiezer, alle de voorfchriften der ,, Staatsregeling gerrouwlijk zal opvolgen, en j, nimmer mijne Stem geven aan iemand, wien „ ik  *i IS > ^, ik houde te zijn een vOorftander van het „ StadhouderHjk of Foederatief Beduur, van ds „ Arijlocratie of Regeer ing loosheid" „ Z)// verklaar ik op mijne Burgertrouw!" Art. XII. Aan ieder zoodanig Burger zal, door het plaatslijk Beftuur, eene uitdruklijke ASle van Burgerfchap, door den Voorzitter en Secretaris onderteckend, om niet, worden afgegeven. XIII. Van de Stemming zijn uitgefbten: a. Allen, die zig, zonder uitdruklijken last of toeftemrroing van het Gouvernement, buiten 'sLands met de woon hebbende begeven , na hunne terugkeering, nog geene twee volle Jaaren, in- deze Republiek, hunne vaste woonplaats weder perfoonlijk gehad hebben. b. Allen, die in eed of bediening zijn van eenige Treemde Mogendheid, of daarvan eenig penfioen genieten. c. Alle Leden van eenige buitenlandfcheCorporatiën, tot welker Lidmaatfchap, het zij onderfcheiding van geboorte, bet zij de aflegging van eenige godsdienstige gelofte, vereischt word. d. Alle Lijf- en Huisbedienden, die tot perfoonlijken dienst behooren, en inwoonen bij hen, welken zij dienen. e. Allen, die in Wees-1, Diaconie-, Arm-Huifen, of andere Geftigten, als behoefcigen onderhouden worden. /. Allen, die, in het laatstafgelopen halfjaar, tot den dag der oproeping te reekenen , uit de Armen-Kasfen zijn bedeeld geworden. g. Die om verkwisting, wangedrag, of gebrek aan verftandelijke vermogens, onder Curateele ftaan. h. Bankbreukigen, midsgaders diegenen, wier boedel injolvent verklaard is, die hunnen Crediteuren derzelver agterwezen niet ten genoegen zullen hebben voldaan, niettcgenftaande zij het BeneHcie van Cesfie mogten hebben verkregen, /. Die door een Hegeerlijk Decreet ïn ftaat van befchuldiging gefteld zijn, midsgaders die , welken in regten voor eerloos worden gehouden. k. Allen, die overtuigd worden, voor geld of gelds waarde,  4 16 > waarde , één of meer fiemmen bekomen, of"ver* kogt te hebben. Art. XIV. Zij, die in het Stemregister zijn ingefchreven, en, geduurende drie agtereenvolgende jaaren, de Grond - Vergaderingen, waartoe zij behooren niet hebben bijgewoond, zonder voldoende redenen' ftaande ter beoordeeling van gezegde Grond - Vergaderingen, worden, voor de daarop volgende drie Jaaren ontzet van hunne Stembevoegdheid,' en van alle publieke Ambten, Bedieningen en Penfioenen. Dezelfde uitfluiting, voor den tijd x^an vijf jaaren heeft plaats ten opzigie Van allen , die eenigen hurt opgedragen Post van Beftuur, zonder wettige redenen, te beoordeelen door het Lichaam waartoe zij geroepen waren, weigeren aantenemen. De laatfte bepaaling zal niet langer kragt hebben, dan tot i. Januari] 1803, ten zij de Wet dezelve alsdan vernieuwe. XV. Geduurende den tijd van ten minften tien volgende Jaaren, na de aanneming der Staatsregeling, worden tot de infchrijving in het Stemregister niet toegelaten de openbaare aanhangers van het Stadhouderlijk en FoederatiefBeüuur, noch ook alle bekende wederftreevers van de groote beginfelen der Omwending van 1795. XVI. Iemand , vermeenende, dat de infchrijving in het Stemregister hem. uit hoofde van Art. XV.ö ten onreate geweigerd is, kan zig daarover vervoegen bij het Vertegenwoordigend Lichaam. XVII. Over alle gefchillen, in eene Grond.Vergadering ontftaande, nopens de bevoegdheid van eeni<* Burger, om zijne Stem uittebrengen, doet die Grondt Vergadering zelve uitfpraak, waaraan de beklaagde zig voor dien tijd moet onderwerpen; doch hij kan zig, daarna, ter dier zake, tot hét Vertegenwoordigend Lichaam wenden. TWEEDE AFDEELING. Van de Grsnd- en Districls-Vergaderingen. Art. XVIII. Tot het geiegeld uitbiengen van de Stem der Burgeren, is de geheele Republiek verdeeld ia Grond.  < 17 > Grond-Vergaderingen, uit de naast bij elkander gelegen Huifen, Buurten of Wijken, zaamgefteld, waarinde Scemmende Burgers uit iedere vijfhonderd Zielen, ea in DistriBs ■ Vergaderingen, waarin de Kiezers uit veertig Grondvergaderingen bijéénkomen. Art. XIX» Indien 'er, na de afdeeling der Grondvergaderingen, hier of daar, een overfchot is van minder dan 500 Zielen, word dat getal, zo het beneden de 250 is, gevoegd bij de naastgelegen Grond - Vergaderingen, en, indien het daar boven is, aangemerkt als eene Grond- Vergadering op zig zelve. Van dit een en ander doet het Vertegenwoordigend Lichaam ten fpoedigften een Rooster vervaardigen. XX. Ieder Stembevoegd Burger, na vertoon var» het bewijs zijner Stembevoegdheid, brengt zijne ftera uit in eigen Perfoon, en alleen in de Grond-Vergaderinr, tot welke hij behoort. XXI. Krijgslieden ftemmen niet , dan ter Plaatfe hunner vaste wooning , afgefcheiden van hunne Garnifoenen. XXII. In de Grond-Vergaderingen word niet alleen niemand, of regtftreeks, of van ter zijde, aanbevolen , maar ook de ftiptfte geheimhouding omtrend de ftemming aldaar in acht genomen. XXIII. Niemand verfchijnt aldaar gewaapend, noch met eenige uniform , of teeken van ambt, bediening of waardigheid. XXIV. Tot het bekomen van Leden voor het Vertegenwoordigend Lichaam van het Bataaffche Volk, worden , in elke Grond- Vergadering van het benoemend District, bij meerderheid van ftemmen, benoemd één Perfoon, als Vertegenwoordiger, en één als Deszelfs Plaatsvervanger, beiden ftembevoegd, geene leden derzelve zijnde , en hebbende de vereischten, bij Art. XXXII., omtrend de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald. De wijs van ftemming gefchied volgends het Reglement, lett. A. XXV. Op gelijke wijze, word gekozen een Kiezer ter DistriBs- Vergadering, als mede een Plaatsvervanger va.nden Kiezer, volgends Reglement, l.ktt. A. Art. XXVI.  < 18 > Art XXVI. De benoemde Kiezer en Plaatsvervanger' leggen , onverwijld en openlijk, in hunne Grond-Vergadering, af de navolgende belofte: „ Ik beloof, dat ik nimmer mijne ftem zal „ geven , dan aan bekwaame en deugdzaame „ Mannen, die de verëischten, bij de Staatsre„ geling bepaald, bezitten; en dat ik, als Kie« „ zer, niemand zal benoemen, wien ik houde „ te zijn een aanhanger van het Stadhouderlijk „ of Folderatief Beftuur, of voorftander van „ Ariftocratie of Regeeringlooshéid." „ Dit ver klaar e Ik." XXVII. Staande dezelfde Vergadering, en daadlijk na het aflopen der verkiezing, word aan den Kiezer en Plaatsvervanger een lastbrief gegeven, geteekend door den Voorzitter en drie Leden der Grond - Vergadering, van den navolgenden inhoud: ., De Grondvergadering van . . ,, ftemt tot Vertegenwoordiger des Bataaffchen „ Volks , en , ten einde deze ftem- „ ming volgends de Staatsregeling van kragt „ zij, ontbied zij den Burger , om als Kiezer, en den Burger .......... des „ noods als Plaatsvervanger, van haaren wege ,, op de 7)//?r/(5r-Vergadering te , . „ te verfchijnen." XXVIII. De Grond- en Diftrióts - Vergaderingen verrigten nimmer eenige daad, dan die, waartoe zij, hetzij door de Staatsregeling, hetzij door eene bijzon^ dere Wet van het Vertegenwoordigend Lichaam, zijnopgeroepen en zaamgekomen. XXIX. Zoodra deze werkzaamheid is afgelopen, gaan dezelven onverwijld uit één. TI-  < 19 > T I T U L III. De drie voornaame Magten in eene welgeregelde Republiek zijn: I. DE VERTEGENWOORDIGENDE HOOGSTE MAGT. tt. DE UITVOERENDE MAGT. J. DE REGTERLIJKE MAGT, VA¥ DE VERTEGENWOORD'.GENDE- HOOGSTE MAGT. EERSTE AFDEELING. Van het Vertegenwoordigend Lichaam in het a gemeen. Art. XXX. Het Vertegenwoordigend Lichaam is datgene, welk het geheele Volk vertegenwoordigt, en, in Deszelfs naam, wetten geeft, overeenkomftig het voorfchrift der Staatsregeling. XXXI. Geen Lid van dit Lichaam vertegenwoordigt immer eenig afzonderlijk gedeelte des Volks, noch, . ontvang't eenen bijzonderen Lastbrief. XXXII. Tot Leden van dit Lichaam zijn verkiesbaar allen, die in zig verëenigen de navolgende vereischten: zj) Dat zij zijn ftembevoegde Burgers. b) Dat zij dens ouderdom van dertig Jaaren ten vollen bereikt hebben. c) Dat zij binnen deze Republiek, zoo als die vóór den Jaare 1795 beftond, of na dezen beftaan zal, geboren zijn, en aldaar, geduurende de laatfte tien Jaaren, of, zo elders geboren, geduurende de laatfte vijftien Jaaren, hunne vaste woonplaats gehad hebben. Dit laatfte fluit geenszins uit die Burgers, die, in en na den jaare 1787, om politieke vervolgingen, uit hun Vaderland ge-  *( ÜO J» geweken zijnde, vóór den jaare 1796 daarin zijn wedergekeerd. Art, XXXIIJ. Tot Leden van dit Lichaam zijn niet Verkiesbaar: a) Leden van het Uitvoerend Bewind, dan drie Jaaren na hunne aftreding uit hetzelve. b) Allen, die zig aan eenjgen Kerklijken Eerdienst verbonden, of aan eenig openbaar Onderwiijs toegewijd hebben ; tenzij dezelven, alvoorens, vrijwillig afliand doen van deze hunne bedieningen. XXXIV. Z j > die Ambten of Bedieningen van 'sLands wege bekleeden , worden daarvan ontflagen, zoodra zij als Leden van dit Lichaam zitting nemen. Geduurende den tijd hunner zittinge, word een-ander ïn hunne plaats aangefteld door diegenen, aan welken de begeving ftaat dier Ambten of Bedieningen. XXXV. Aan geen' der Leden van dit Lichaam word, geduurende den tijd zijner zitting, eenig Ambt of Bediening opgedragen. XXXVI. Niemand kan, als Lid van het Vertegen» woordigend Lichaam, zitting nemen, dan na, alvooreas, in handen van den Vóórzitrer der algemeene Vergadering, of, deze reeds uiteengegaan zijnde, in handen van den Voorzitter dier Kamer, van welke hij als Lid door de algemeene Vergadering verkozen is, te hebben afgelegd de volgende verklaaring: „ lk beloof op mijne Burgertrouw, dat ik, als „ Lid van het Vertegenwoordigend Lichaam des ,, Bataaffchen Volks, de Staatsregeling met all' „ mijn vermogen zal handhaven, en nimmer, op „ eenigeriei wijze, medewerken, of zal helpea „ befluiten tot eenig ontwerp, ftrekkende tot we„ derïnvoering van het Stadhouderlijk of Foede„ ratief Beftuur, of ter begunftiging van Arifio„ cratie en Regeeringloosheid, maar, met alle mijne „ magt, dit alles zal tegenwerken. „ Dit verklaar ik."' XXXVII. Jaarlijks treed een dei de gedeelte (of hetgeen daarbij het raaste komt) van het volle getal der Leden van het Vertegenwooidigend Lichaam af, en word vervangen door een gelijk getal nieuwe Leden, ge- ko-  < si > kozen op den, bij het Reglement letter B., bepaalden, tijd en wijze, door die Diftricten, voor welken de in dat jaar aftredenden opgekomen waren. Art. XXX VIII. Ter bepaalinge van de orde, volgends welke deze aftreding zal plaats hebben , word in de eerfte algemeene Vergadering bij loting beflist, welke Leden het eerfte, tweede en derde Jaar zullen aftreden. En zal deze , door het Lot daargeftelde , Orde de tourbeurten der Diftricten , tot verkiezing van Leden voor het Vertegenwoordigend Lichaam, voor de volgende Jaaren bepaalen. XXXIX. De aftredende Leden zijn andermaal weder verkiesbaar, doch voor de derde maal niet, dan na een tijdverloop van drie Jaaren. XL. Eene plaats in het Vertegenwoordigend Lichaam tusfchentijds openvallende, word de Plaatsvervanger des Uitgevallenen , onverwijld , door het Uitvoerend Bewind opgeroepen, om den nog overigen tijd van dezen laatften, in de Kamer, waarin dezelve zitting had, te vervullen. Deze oproeping heeft geene plaats , indien de te vervullen tijd niet langer is, dan van zes Maanden ; blijvende in dit geval de Vacature onvervuld tot de eerstvolgende Verkiezing. XLI. De Leden van dit Lichaam genieten ieder vier duizend Guldens in het Jaar, onder korting van tien Guldens voor eiken dag, dien zij, zonder verlof van den Voorzitter der Kamer, waartoe zij behooren, afwezig zijn. XL1I. Bij hunne eerfte aankomst, ert eindlijke aftreding, ontvangenzij, voor Reiskosten en Tranfport, drie Guldens voor ieder uur afftands. XLIII. Nimmer word uit het Vertegenwoordigend Lichaam eene Commislïe benoemd, om het gezag,"aan het geheele Lichaam toevertrouwd, uitteoefenen , noch ook, om hetzelve in of buiten de ReOdentie-plaats te vertegenwoordigen. XLIV. Hetzelve woont nimmer, hetzij geheel hetzij door eene Commisfie uit Deszelfs midden, eenige openbaare Feesten of Plegtigheden bij. XLV. Het Vertegenwoordigend Lichaam heeft in de plaats zijner Relidentie, eene vaste, en alleen ten zijnen bijzonderen dienfte ftaande, Lijf-Wacht van ten  «C 21 > ten minften zeven-honderd Man, zoo Voet- als Paarden-Volk, welke, bij Reglement, door hetzelve Lichaam te maaken, onmiddellijk, en bij uitfluiting, orv der de beurtelingfche orders der tijdlijke Voorzitters van de beide Kamers ftaan Hetzelve bepaalt het Costuum voor zijne Leden. Art. XLVI. liet houd zijne gewoone reü.lentie in den Haage. XLY1Ï. Het verplaatst zig, desnoods, naar elders, op een beredeneerd befluit der Eerfte Kamer, bekragtigd door de Tweede Kamer. Dit Decreet is onherroeplijk, en , na eene onverwijlde kennisgeving van hetzelve aan het Uitvoerend Bewind, gaar. beide de Kamers uit één. Zie de verdere bepaalingen bij het Reglement, lr tt. B., tweede Afdeeling. XLVIII. In alle andere gevallen, gaat hetzelve nimmer uit één. Alleenlijk kan de eene of audere Kamer, voor zekeren korten tijd, haare zittingen verfchuiven. XLIX. Wanneer dit voor langer, dan drie dagen, mogt zijn , werd vooraf eene onderlinge, overeenkomst der Voorzitters van beide de Kamers verëischt. L. Aan dit Lichaam behoort uitfluitender wijze, #~) De Magt van Wetgeving, benevens het verklaaren , verbeteren, opfchorten en aflcharTen der Wetren, alles naar en behoudends het voorfchrift der Staatsregeling. l~) Pet befluiten rot Oorlog, c) Het ratificeiren en hekrngtigen van alle Trac« taaten cn Allianüën met vreemde Mogendheden. d) Het bepaalen der fierkte, aanwerving, afdanking en bezoldiprng der Armeeën te Lande, van den aanbouw, het eauipieren der Schepen, en het afdanken der Eoüipagien , alsmede het in diénstnemen en licentie» ren van vreemde Troepen. <) Het toeftaah van verbliif of doortogt aan vreemde Troepen op of over het grondgebied der Rerul.liek , bei evens de toelating van vreemde Zeemagt of gewaapende Schepen in derzelver Havens, beiden op vooidragt van het Uitvoerend Bewind. ƒ) Het  < 23 > f~) Het kennis nemen van den ftaat van 's Lands Fortificatiën, Magazijnen, Arlënaalen, Werven enz., jaarlijks intezenden door het Uitvoerend Bewind. g~) Het kennis nemen van den ftaat van 's Lands Financiën , van zes tot zes Maanden, mede door het Uitvoerend Bewind inteleveren. h~) Het bcöordeelen en vastftellen der jaarlijkfche begrootingen van Staats - uitgaven , zoo gewoone als buitengewoons , en het aan zig doen verandwoorden van zoodanige forr.men, als het Uitvoerend Bewind , geduurende het afgelopen Jaar, uit 's Lands Kas ontvangen en uitgegeven heeft. i ) Het arresreeren der nodige Reglementen , betreklijk de Algemeene Gewaapende Burgermagt. i) Het bepaalen der Traétamenten . Defroijementen, en andere toelagen van alle Ambtenaren, zoo Burgerlijke als Militaire, op voordragt van het Uitvoerend Bewind , voor zoo veel dezelven bij de Staatsregeling niet bepaald zijn. /) De aanftelling der Leden van het Uitvoerend Bewind. vi) Het, des nodig, maaken van nieuwe Ambten, zoo Burgerlijke als Militaire, mee bepaaling van derzelver Traétamenten en Voordeelen, op voordragt van hec Uitvoerend Bewind. ») Het maaken van de nodige wetten en bepaalingen omtrend den Muntflag en het generaals Muntwezen. t) Het vastftellen van algemeene, zoo gewoona als buitengewoone, belastingen , naar hec voorfchrifc der Staatsregeling, en hec masjken van Financiëele Inrigtingen. ƒ>) Het vastftellen van eenen algemeenen voet op het werk der Posterijen, door de geheeie Republiek, en het bepaalen van algemeene voatzieningen dien aangaande. 0 Het verleenen van gratie, na ingenomen confideratiën, en op gunftig berigc van ddii Reter, aan wien de zaak behoort. Hec coeltaan van remisfie van grjtie aan Schaldenaaren van den Staat. s)  *{[ 24 > Het toeleggen van belooningen, en verkenen van Penfioenen, op voordragt van het Uitvoerend Bewind , mids volgende het voorfchrift, Art. LVIÏ en LVIII der Burgerlijke en Staatkundige Grondregelen, f') Eindelijk, hec bepaalen en regelen van alles, waarin door de Staatsregelingen de voor handen zijnde Wetten, niet mogt voorzien zijn, TWEEDE AFDEEL1NG. Van de vorming des Vertegenwoordigend en Lichaams in twee Kamers. Art. LI. Het geheel Vertegenwoordigend Lichaam feeftaat uit zoo veelé Leden, als 'er twintig duifend tallen Zielen in. üe Bataaflcne Republiek gevonden worden. Lil. Dit Lichaam verdeelt zig in twee Kamers , de Eerfte Kamer en Tweede Kamer. LI1L Ter daarftellinge dezer verdeeling in twee Ka' fiers, houden alle de Leden van dit Lichaam, jaarlijks, pp den laatsten Dingsdag der maand Juli;, eene algemeene Vergadering, en kiezen alsdan . uit het volle getal van alle de verkozenen tot het Vertegenwoordigend Lichaam, dertig Leden, welken de Tweede Kame* uitmaaken; vormende de overige Leden te zamen de Eerfte Kamer. L1V. Z00dra deze fchifting volbragt is, conftituceren zig' de beide Kamers gelijktijdig, en geven daarvan , pnverwijld, kennis aan elkauderen, en aan het Uitvoerend Bewind. De zig dus geconftitueerd hebbende Kamers Vergaderen nimmer in dezelfde Vergaderzaal. LV. Elke Kamer ftelt haare eigen Minister» en B>? d:erden aan. LVI. Elke Kamer heeft, buiten zig, eenen vasten Secretaris, en eenen Boodfchapper van Staar. LViI. De Voori'','tcer3' en de Secretarisfen , der beide Kamers, zijn altijd in de Refidentie-Fluits tegenwoordig. ..... LVIH. Elke Kamer heeft.het regt van policie m de  < 25 > Art. LIX. Elke der beide Kamers ontwerpt voor zig zelve een Reglement van Orde, hetgeen, na door dezelve goedgekeurd, en door de andere Kamer bekragtigd te zijn , het gezag van Wet heeft, en «iet, dan op dezelfde wijze, kan veranderd worden. DERDE JFDEEL1NG. Van de raadpleegingen des Vertegenwoordigende!! Lichaams. Art. LX. Het ontwerpen en voorftellen van alle wetten en beOuhen behoort alleen, en bij uitfluiting, aan de Eerste Kamer, en het al of niet bekragtigen van dezelven, aan de Tweede Kamer. LXI. Geene der beide Kamers kan wettiglijk raadpleegen , tenzij de volftrekte meerderheid van allo derzelver Leden in de Vergadering tegenwoordig zij. Alleen in geval van verplaatfing van' het Vertegenwoordigend Lichaam naar eene andere Rendentieplaats, kan Hetzelve, geduurende vier Weeken, na den bepaalden dag der zamenkomst, raadpleegen, fchoon de meerderheid van alle de Leden, in de beide Kamers, of in ééne derzelven, nïec tegenwoordig zij. LXII. Ook word in elke derzelven, tot het opmaaken van een befluit, ren minften de volftrekte meerderheid van alle de tegenwoordig zijnde Leden .vereischc. LXIII. Geene der beide Kamers benoemt, hrrmer, uit derzelver midden, eenige aanblijvende Cpmtnisfie. Elke Kamer kan, tot een voorlopig onderzoek van zekere zaken, perfooneele Commisiiën, uit haareLeden, benoemen ; doch deze Commisiiën zijn ontbonden, zoodra op derzelver Rapport een befbic gevallen is. LXIV. Beide de Kamers houden haare zittinie.i in het openbaar, en doen derzelver Notulen in dra.c uitgeven. LXV. De Toehoorers mengen zig, op geénerlei wijze, in de raadpleegingen , en geven nimmer een-'g teeken van goedkeuring of afkeuring; gelijk ook da Leden der Vergadering zig, in geen geval, op hen mogen beroepen. Art. LXYI,  < 26 > Art. Ï.XVL. Pe Vóó-zhter var, elke der beide KaSliers kan de open Vergadering in een Generaal Commiiti veranderen , en is verpHgt dit te doen, zoodra een vierde der tegenwoordig" zijnde Leden zulks begeert. Tot een Generaal Committé worden geene Toehoorers toegelaten. LXV1I. In een Generaal Committé word wel rreraadpieegd; maar geen befluit, kragt van wet hebbende , vasrgefteld. .. LXVIU. Alle Befluiten van het Vertegenwoordigend Lichaam moeten, om krast van Wet te hebben, in de fovm, bij het Reglement ( Lktt. B. Art. 18—32) voorgefchreven. door de Eerste Kamer voorgeftcld, en doorde Tweede Kamer be.iragtigd zijn. LXIX. De al zoo bekra°tigde befluiten en wetten worden door de 'Iweede Kamer, na gedaane registratie, onverwijld verzonden aan het Uitvoerend Bewind, ten einde naar eisch van zaken te handelen, en word tevens daarvan een affchrift, in behoorlijke form , aan de Eerste Kamer toegezonden. ' LXX. Eene Wet, ten gevolge van een onverwijld befluit vastgefteld , behoud, in geen geval, haare kragr. langer, dan één Jaar, en moet alsdan, om in werking te blijven, op nieuw, en in de gewoone orde, door het Vertegenwoordigend Lichaam overwogen en be|ra£tigd worden. VIERDE J F D E E L I N G. Van de Vrijwaaring der Leden van het Ver-, tegenwooraigend Lichaam. Art. LXXI. De Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam kunnen nimmer agterhaald, befchuldigd, of' geoordeeld worden, over hetgeen zij, in de uitoefening Van hunnen Post, gezegd ot gelchrevcn hebben. LXX1I. Zij kunnen, geduurende hunne Zitting, in de Vertegenwoordigende Vergadering, niet in verzekering geromen, belchuldigd, ofte règt gefteld worden, &n ovtreeqko;mfci£ de form, bij de' volgende Artikefebepr.aU. ' yVyiii Art. LXXÜL  < i? > Art. LXXITI. Wegens lijfftraflijke misdader, op dé dafid agterhaald, kunnen zij in verzekering worden genomen,. Doch word daarvan, onverwijld, kennis gegé-» ven aan hec Vertegenwoordigend Lichaam. LXXlV. Zo de Eerfte Kamer* na daarover in da newoone form geraadpleegd te hebben, niec, bij de meerderheid van twee derden der tegenwoordigzijnde Leden * Verklaart, dat 'er redenen tdt bélchüldig'.ng zijn, word de, in verzekering genomen , Perfoon in vrijheid g&» fteM, en herneemt Zijnen Posr* LXXV. Zo de Ee'fte Kamer verklaart, dat 'ei1 rë« denen van befchuldiging zijn ^ "word da: befluit Verzonden aan de Tweede Kamér, en, zo deze, na de denk Lezing, dit Befluit niet bekragtigti word de ifi verzekering genoroene in vrijheid geHéld» en herneemt zijnen post* LXXVL Zo, in tegendeel, de Tweede Kamer het Be» fluit bekragtigt, word'de befchuldigde voor een Hoog Nationaal Geregtshof te regt géfteld; LXXVI1. Elke Kamer, alvooreris té raadpfleegerlg Ontbied den befchuldigden vóór zig, en geeft hem hec • woord ter .zijner verdediging; LXXVIIL Buiten het geval, vah op de daad ag* terhaald te zijn, kan de teregtftelling van een Lid vari het Vertegenwoordigend Lichaam niet worden gevorderd , dan op eene aftrfklagt, gedaan aan de Eerfte Kamer, en geteekend ten minften door drie Burgers, met overlegging van fehriftlijk bewijs hunner Stembevoegdheid; LXXIX; De Eerste Kamer kan terftond, en zonder eenigzins in de zaak te treden, bij meerderheid vdri ftemmen, verklaaren , dat 'er geene reden is, om ovéf da aanklagt te raadpleegen. LXXX. Indien de meerderheid oordeelt * dat dd aanklact nader onderzoek vereischt, raadpleegt de Eersti Kamer $ en des noods de Tweede Kamer, over de aanklagt, met in achtneming der gewoone drie Lezingen9 en na den beklaagden gelegenheid gegeven te hebbed ter zijner verdediging; LXXXI. Indien het Vertegenwoordigend Lichaati, Verklaart, dat 'er reden rot befchuldiging is, word dS befchuldigde te regt gefield voor een Hoog Nationaal Geregtshof. Zo de befchuldigde door dat Hof word vrijgcfproken} herneemt dezelve zijne Zitting, A' t. LXXXaÏ*  < ü8 > Art. L'XXXII. Alle Raadpleegingen, in beide de Kamers, over aanklagc of befchuldiging testen een Lid van het Vertegenwoordigend Lichaam, gefchieden in een Generaal Committé, en word het befluit bij geheime ftemming opgemaakt. T I T U L IV. van de uitvoerende magt. " Art LXXXIII. De Uitvoerende Magt word toevertrouw A aan een afzonderliik Lichaam, onder den naam van Uitioirend Bewind, beltaande uit vijf Leden. LXXXIV. Deszelfs Leden worden door het Lichaam der Vertegenwoordigende Hoogfte Magt, buiten zig, gekozen De wijze word bij het Reglement, Letter C, bepaald. LXXXV. Het Uitvoerend Bewind houd deszelfs 'verblijf, ten allen tijde, indezelfde plaats, als het Vertegenwoordigend Lichaam. LXXXVl. Jaarlijks, treed één Lid van het Uitvoerend Bewind af. De wijze word bepaald bij het Reglement, Letter C. LXXXVIT. Zij, die eikanderen beftaan tot in den vierden graad van Maagfchap, het zij door Bloedverwandtichap, of door Huwelijk, kunnen niet, te gelijk, Leden zijn van het Uitvoerend Bewind , noch ook eikanderen daarin opvolgen, dan na een tusfehentijd van twee Jaaren. LXXXVIIf. Op den tweeden Dingsdag der Maand Jünij, neemt het nieuw-gekozen Lid zitting, en legt, in handen van den tijdlijken Voorzitter, de navolgende belofte af: Ik verbind mij plegtig, mijnen post, als „ Lid van het Uitvoerend Bewind , mee ail' mijn „ vermogen, overeenkomftig de Staatsregeling, „ getrouw en ijverig te zullen waarnemen, voor „ de veiligheid, de welvaart en het geluk des Bataaffchen Volks te waaken, met 'alle magt „ te-  < 29 > tegen te gaan de pooghTgeri tot herftel Van 4, een Stadhouderlijk öf Bondgenootfchaplijk „ Beftuur, onder welke henaaming of form ook, j, en tot dat einde lliptlijk te zullen volgen al„ les, wat mij in mijne voornoemde betrekking „ bij de Staatsregeling is voorgelchreven , eri „ door de Wet zal worden gelast," ,, Dit beloof ik, op mijne Burgertrouw." Aan de beide Kamers van het Vertegenwoordigend Lichaam' word een affchrift van deze belofte, door' hem eigenhandig gefchreven en geteekend, ingezonden^ Art. LXXXlX. De Voorzitter van het Uitvoerend Bewind is de bewaarer van het groot Nationaal Zegel, en heefc de paraphure. Alle aftevaardigen orders eri befluiten vim het Uitvoerend Bewind worden door hem geteekend. XC. Alle Befluiten van het Uitvoerend BeWirtd worden genomen, bij meerderheid der tegenwoordig} zijnde Leden, mids zijnde ten minften drie in getal. XCI. Dit Lichaam heeft , tén zijnen dienste, éêneH algemeenen Secretaris buiten deszelfs Leden, die, zoo tc-n aanzien van alle binnenlandfche , als buitenlandfch'é Zaken, aan hetzelve alleen verbonden is; voords eerj bepaald getal van Agenten, de benodigde Comrhisfarisfen, eenen Boodlchapper van Staar, en een vereisehs getal van Boden. (Zie'R.eglement Letter C ) XCIL Het Uitvoerend Bewind bedient zig, ter' Volbrenging zijner verfchillende werkzaamheden, van1 de volgende agt Agenten, als: Èéh vari buitenlandlche Betrekkingen j Eén van Marine; Eén van Oorlog; Eén van Financie; Eén van Juftitie; Eén van inwendige Policle ett toëzïgt Op den ftaai van Dijken, Wegen en Wateren; Eén van Nationaale Opvoeding , waaronder begre^ pen is de Geneeskundige S'aatsregeling, de" vorming der Nationaale Zeden, en de be vordering van het openbaar Onderwijs^ en vari Konsten en Wetenichappen; Eéö  •€ 3° 5* Eén van Nationaale Oeconomte, zig uitftrekkende tot Koophandel, Zeevaart, Visfcherijen, Fabrieken, Trafieken, Landbouw, en alle andere middelen van beftaan. Art. XCI1T. Deze Agenten worden aangefteld door het Uitvoerend Bewind , op Tnftruétiën , vastteftellen door het Vertegenwoordigend Lichaam, en op eene Jaarwedde vrm negen-duifend Guldens ieder. XC1V. Ieder Agent benoemt voor zig eenen vasten Secretaris, en verdere Bedienden, tot zijne verfchillende Bureaux vereisebt wordende , op Inflruétiën , en onder goedkeuring van het Uitvoerend Bewind. Op voordragt van het Uitvoerend Bewind, bepaalt het Vertegen wooidigend Lichaam de Jaarwedden voor de Secretarisfën, en verdere Bedienden, der Agenten. XCV. Ieder Agent is aan het Uitvoerend Bewind alleen verandwoordlijk voor all' het verzuim of nadeel, hetgeen uit wanbeftuur, in zijn bijzonder vak, voor den Lande mogt voordfpruiten. XCVL De Agenten vormen, nimmer, onder eikanderen, eenen afzonderlijken Raad, maar zijn bepaatdlijk,. ieder aan zijne perfoonlijke werkzaamheden, verbonden. XCV1I. Behalve de Agenten, benoemt het Uitvoerend Bewind, buiten zig, Commisfarisfën, zoo bij de Departementaale Bcfhiuren en Geregtshoven , als ook voor de Gemeente-Befluuren, gelijk mede, in tijd van Oorlog, bij de Krijgsmagt ter Zee en te Lande. Deze Commisfarisfën, beftemd, om de lpoedige en flipte nakoming der Wetten en Befluiten te verzekeren, ontvangen, voor een bepaalden tijd , hunnen last en inftruftie van het Uitvoerend Bewind , en zijn aan' hetzelve alleen verandwoordlijk. XCVIil. De beide Raaden van Adminiftratie, over de Buitenlandfche Etablisfementen, Bezittingen en Coloniën der Republiek, zoo ook de Commisfarisfën van de Nationaale Tieforie, worden aangefteld door het Uitvoeiend Bewind , en zijn aan hetzelve ondergefchikr, en verandwoordlijk XClX. Het Uitvoerend Bewind, word bij alle pfjfnbaare optogten, verzeld van eene Eere - Wacht. Art. C.  4 Si > Aft. C. Hetzelve bepaalt het Costuurn voor zijne Leden. Het Uitvoerend Bewind, of eenig Lid van hetzelve , in het openbaar verfchijnende in deszelfs aangenomen Costume , geniet van alle Posten der Gewaapende Magt de hoogde militaire eerbetooning. Cl. Deszelfs Leden worden gehuisvest in éénzelfde Gebouw, op kosten der Natie, CII. Ieder Lid van het Uitvoerend Bewind geniet eene Jaarwedde van twaalf duizettd Guldens. Clll. Het Uitvoerend Bewind doet de Wetten, aan hetzelve door het Vertegenwoordigend Lichaam in de gewoone form toegezonden, binnen drie Dagen, en, in geval van onverwijlde noodzaaklijkheid, binnen vier-entwintig Uuren,na derzelver ontvangst,registreeren, parapheeren , teekenen, in de Refidentie• Plaats afkondigen , en voords verzenden aan de Departementaale Beftuuren, ter verdere bekendmaaking, en aan de Nationaale Commisfarisfën of Ambtenaaren, tot derzelver narigc. CIV. Indien de form, door de Staatsregeling voorgelchreven, bij de toegezonden Wet niet blijkt te zijn in acht genomen, zend het Uitvoerend Bewind dezelve, onverwijld, terug aan de tweede Kamer, met redengeving, waarom het die niet kan doen afkondigen. De Formulieren , in beide gevallen Art. CIIL en CIV. te gebruiken , zijn vervat in het Regie- ment, Letter C. CV. Het Uitvoerend Bewind is voornaamlijk belast met het toezigt op de ftipte uitvoering van alle Wetten en Befluiten des Vertegenwoordigenden Lichaams. Het regelt de wijze dier uitvoering, voor zoo verre die bij de Wet zelve niet bepaald is, en ziet naauwkeurig toe, dat ieder ten dien opzigte tot zijnen pligt gehouden worde. CVI. Liet draagt, overeenkomftig de Wetten, zorg voor de inwendige en uitwendige veiligheid van den Staat, en doet, in geval van aanflag tegen dezelve, de verdagte Perfoonen in verzekering nemen, en onverwijld ondervragen ; doch levert dezelven, binnen vieren-twintig Uuren daarna, aan den Regter over. Art. CVII.  < 3* > Art. CVIL Het heeft toezigt over de handelingen der Departemen taaie en Gemeente-Beftuuren , gelijk mede der Geregtshoven en Regtbanken. Het knn derzelver Aften, zo die met de Wetten ftrijdig zijn, in haare werking, gelijk oök derzelver Leden in hunne bedieningen, fchofsfen, en de laatsten daadlijk afzetten, mids zoodanig befluit met redenen bekleed zij; blijvende aan de Voornoemde Beftuuren, Geregtshoven en Regtbanken, of aan de bijzondere Leden van dien, ten allen tijde, Onverlet hunne bijzondere verandwoording of aanklagt bij het Vertegenwoordigend Lichaam* CVIII. Het organifeert de Gewaapende Burgermagt, de Nationaale Troepen daaronder begrepen, overeenkomftig de Reglementen, door Hetzelve aan het Vertegenwoordigend Lichaam, binnen zes Maanden, na deszelfs eerfte Zitting, ter beflisilnge voorgedragen. CIX. Het befchikt over de Krijgsmagt te Water en te Lande, en bepaalt derzelver bijzondere beftemmin» gen. CX. Het doet aan dat Lichaam, jaarlijks, voordragt ter voordduuring, vermeerdering of afdanking, der Na* tionaale Krijgsmagt te Water en te Lande. CXL LJet benoemt uit de Officieren, in dienst of foldij der Republiek , wanneer dezelve met viiandlijkheden bedreigd word, de Bevelhebbers der Vloot of Armée,of van eenig gedeelte derzelve, op Inftruftiën, door het Vertegenwoordigend Lichaam goedgekeurd, en mer onverwijlde kennisgeving aan Hetzelve. Dit Bevelhebberfchap word opgedragen voor eenen bepaalden tijd, en kan de last daartoe, zelfs binnen dien tijd, worden ingetrokken. Het algemeen Bevel over de Vloot en Armée word nimmer aan denzelfden Perfoon, noch ook immer, één van beiden, aan één, of meer, of aan alle de Leden van het Uitvoerend Bewind, en even weinig aan een afgetreden Lid van hetzelve, dan na verloop van twee Jaaren zederd deszelfs aftreding, opgedragen. De benoemde Generaals en Admiraals mogen aan de Leden van het Uitvoerend Bewind niet vermaagfchapt zijn tot in den derden graad van bloed» verwandcfchap of zwagerfchap. Art. CXIL  •C 33 > Art. CXII.Het Uitvoerend Bewind heeft de aanftelling van alle hooge Officieren, in dienst van den Staat, te Water en te Lande, bepaaldlijk boven den ran^ van Kapitein ter Zee, of van Colonel te Lande, overcenkomftig de regelen, door de Wee vastgeiïeld. CXIII. Op Deszelfs voordragt, bepaalt hec Vertegenwoordigend Lichaam, binnen zes Maanden na Des1zelf, eerfte zitting, bij eene Wet, de wijze van benoeming en bevordering der Officieren van minderen rang. CXIV. Het Uitvoerend Bewind bezemt, in tijd van Vrede, vaste . Garnifoens - Piaatfen voor de Trospen van den Sraat. CXV. In deze Garnifoens-Piaatfen, ftelt Hetzelve de tijdlijke Militaire Commandanten en andere Militaire Beambten aan. CXVI. In tijd van Vrede, doet Hetzelve geene Sta.ats - Troepen heen- en wedertrekken, dan voor zoo veel de nood, of eene goede Krijgstugt, zulks vordert , of ook, op verzoek van eenig binnenlandsch Beftuur, ter bewaaring of herfcelling der openbaare veiligheid, CXVII. Het draagt zorg , dat de Krijgstugt bij[ de Militie van den Staat, volgends de Wecten, door het Vertegenwoordigend Lichaam vastgefteld, naauw* keurig gehandhaafd worde. CXVilI. Hec doet geene gewaapende Manfchap in de Verblijfplnacs van het Vertegenwoordigend Lichaam, zelfs niet binnen drie uuren afftands van dezelve, bij» èenkomen, noch doortrekken, dan met toeftemming, of op vordering, van dat Lichaam. CXIX. Het vergunt geen verblijf, noch doortogt ^ aan vreemde Troepen, op of over het grondgebied der Republiek, noch laat eenige vreemde Zeemagc of Gewaapende Schepen in de Havens toe, dan met bewilliging van het Vertegenwoordigend Lichaam. CXX. Het kan, in tijd van nood , alleen voor zekeren bepaalden tijd, het vertrek der Nationaale en Vreemde Schepen, uit de Havens of van de Rheeden der Republiek, verhinderen, CXXI. Het bevordert, in tijd van Oorlog, de Kaap - Vaart. Art. CXXIL  < 34 > Art. CXXII. Het heeft opzigt over alle Fortificatiën ^ Magazijnen, Werven, Tulfchüifen, en over alles, waÊ ter verdediging van den Staat te Water en te Lande* behoort. Het zend, jaarlijks, daarvan een gemotiveerd verllag aan het Vertegenwoordigend Lichaam, eh ftelt alle daartoe betreklijke Ambtenaars aan. CXXIII. Het verleent Paspoorten, ert andere zoort* gelijke Aften, naar buiten 'sLands; doch kan dit ver« mogen , tot gerief der Ingezetenen, overdragen aan de 'onderfcheiden Departementaak Beftuuren, onder derzelver bijzondere veründwoordlijkheid. CXX1V. Het zend , jaarlijks, aan het Vertegenwoordigend Lichaam de ge woone, of ook buitenge woone, begrootingen van Staats - Uitgaven , gelijk ook eene* verandwoording der Penningen, geduurende het voorig jaar door hetzelve uit de Nationaale Kas ontvangen en Uitgegeven ; beiden op den tijd en wijze, in Trrut. VL Afd. II. bepaald. CXXV. Ook zend Hetzelve, van zes tot zei Maanden, aan dat Lichaam eenen naauwkeurigen ftaat van de Nationaale Kas. Het ftelt daarbij alle verbeteringen en bezuinigingen in het Financiëele voor, welken hetzelve nodig oordeelt. CXXVI. Het draagt naauwkeurig zorg , dat de belastingen overal behoorlijk ingevorderd, de Geldmiddelen rigtig geadministreerd, en in de Nationale Kasi overgebragt worden. CXXV1I. Het ziet toe, dat de Financiëele Wetten, en Ordonnantiën, van het Vertegenwoordigend Lichaam , door de geheele Republiek getrouwlijk worden gehandhaafd en nagekomen. CXXVIII. Het ftelt alle de Ontvangers, en andere Financiëele Beambten, in de Departementen aan, op Inftruftiën , door het Vertegenwoordigend Lichaam goedgekeurd. Het houd dezelven tot hunnen pligr, en kan hen, wegens pligtverzuim, van hunhe posten ontzetten. CXX1X. Het heeft de beheering over alle de Goe* deren en Bezittingen der Republiek, gelijk mede over haare buitenlandfche Etablisfementen en Coloniën, en derzelver inwendig beftuur. Het draagt zorg, dat de jaar-  < 35 > Jaarlijkfehe Inkomften van alle dezelven verzekerd, en in de Nationaale Kas geftort worden. In geen geval, kan hec Uitvoerend Bewind de Goederen , Bezittingen, Etablisfementen , of Coloniën, afftaan , vervreemden , of bezwaaren. Art. CXXX. Hec heef: toezigt op de uitvoering der Wetten, betreklijk het algemeene Muncwezen en den Muntiiag, door het Vertegenwoordigend Lichaam vastgefteld. CXXXL Het heeft mede toezigt op het beftuur en de inkomften der Posterijen. CXXXII. Indien het Uitvoerend Bewind nodig oordeelt, eenigen nieuwen Post, Ambt, of Bediening te vormen , zend het een voorftel daartoe aan het Vertegenwoordigend Lichaam. CXXXIII. Het kan, ten allen tijde, aan het Vertegenwoordigend Lichaam een voorftel doen, en maatregelen voordragen tot heil van den Lande; doch het doet zulks nimmer, in de form van eene Wet. CXXXlV. Hetzelve dient, aan beide de Kamers van het Vertegenwoordigend Lichaam, van confideratiën en advies, of ook van berigt, in alle gevallen, waarin zulks van hetzelve gevorderd wordt. CXXXV. Het geefc. tweemaakn in ieder Jaar, een fchriftlijk algemeen verflag, van den ftaat der binnenlandfche en buitenlandfche Zaken, aan de beide Kamers ven het Vertegenwoordigend Lichaam, in een geheim Committé daartoe vergaderd. CXXXVi. Het heeft de aanftelling van alle buitenlanufche Gezanten, Gezantfchaps-Secretarisfen, Consuls en andere Mitrisrers, hoe ook genoemd, die, van wege dezer Republiek, bij andere Mogendheden refideeren, op de Traétamenten en Defroijeraenren, door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald. Het kan dezelven terug roepen. He: geeft van derzelver aanfteliingen en afftellingen aan het Vertegenwoordigend Lichaam kennis. CXXXVil. Alle diplomatieke verrigtingen zijn, bij uitfluiting, aan hetzelve opgedragen. CXXXV11I. Het verleent, in het openbaar of afzonderlijk, gehoor aan alle Gevolmagtigden van buitenlandfche Hovep, Art. CXXXIX,  < 36 > Art. CXXXIX. Het ontvangt alle openingen tot onderhandeling met dezelven. CXL. Het zal de onderhandelingen over Vrede, het maaken van Traclaaten van Vriendfchap of Koophandel, en het aangaan van AUianiiën met vreemde Mogendheden, voorbereiden, voordzetten en fluiten , mids onder de opvolgende ratificatie , en bekragtiging van het Vertegenwoordigend Lichaam. CXLI. liet zal , echter, mer eene vreemde Mogendheid, eenige geheime Articulen van verdrag mogen vastftellen, mids dezelven niet ftrijdig zijn met de bekende Articulen, of met plaatsgrijpende 'Traclaaten, noch ook ltrekken tot afftacd van eenig Grondgebied der Republiek. ö 8 CXL1F. Ten aanzien van het aangaan van Oorlog, zal Hetzelve mogen treden in onderhandelingen, doch geen Befluit nemen ; zijnde in dat geval verpligc tot het doen van een met redenen bekleed Voorftel aan het Vertegenwoordigend Liohaam. CXLIII, In geval van gedreigde of daadlijke vijandlijkheden, geeft Hetzelve daarvan, ten fpoedigften, ken. nis aan het Vertegenwoordigend Lichaam. Ititusfchen , kan Hetzelve voorlopige bedingen tot onzijdigheid van eenige Piaatfen , of wel van de geheele Republiek, gelijk ook overëenkomften tot ftilftand van Waapenen aangaan , teekenen, of doen teekenen: alles onder nadere goedkeuring van het Vertegenwoordigend Lichaam. CXLIV. Pletzelve teekent, of doet teekenen , in naam der Bataaffche Republiek, alle Traclaaten of Overëenkomften met andere Mogendheden, die door her Vertegenwoordigt n j jLichaam zijn geratificeerd. CXLV. De wijze van vrijwaaring en regtspleeging, omtrend de Leden van het Uitvoerend Bewind, is de. zelfde, als die, welke, (bij T-tT. III. Afd. IV. ) omtrend de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam is bepaald. CXLVI. Een afgetreden Lid van het Uitvoerend Bewind bhjft, geduurende twee Jaaren, na deszelfs aftreding , verandwoordlijk wegens zijne handelingen, in die betrekking verrigt; en mag, geduurende dien tijd, het grondgebied der Republiek niet verlaten, dan op last, of met bewilliging van hec Vertegenwoordigend Lichaam. TITUL V,  < 37 > TITUL V. van de departementaals en gemebnte-bestuuren. EERSTE AFDEELlNG. Algemeene Bepaalingen, Art. CXLVII. De Departementaale en GeraeenteBeftuuren zijn Administrative Lichaamen , ondergefclv.kt en verandwoordlijk aan het Uitvoerend Bewind. In geval van pligt-verzuim, kunnen derzelver Leden door het Uitvoerend Bewind van hunne posten ontzet worden, mids in acht nemende het bepaalde bij Titux, IV, Art. CVIL CXLVIII. Zij zijn gehouden, ieder in zijne betrekking, alle de wetten en de bevelen van het Uitvoerend Bewind, hun toegezonden , zonder verwijl te doen .afkondigen, en ftiptiijk natekomen ofte doen nakomen. CXLTX. Zij vermogen, in geen geval, de uitvoering dier wetten en bevelen, zoo min als der Decreeten van Geregtshoven in hun Departement, te vertraagen ofte fchorsfen, noch ook aan hunne Ingezetenen iet, met dezelven ftrijdig, te gebieden. CL. Zij kunnen, echtar, aan het Uitvoerend Bewind , en door hetzelve aan het Vertegenwoordigend Lichaam, Vertoogen inzenden , hetzij tot voordragt van bezwaar, of tot voorftel van nuttige inrigtingeu, elk voor zijn bijzonder Departement of Gemeente. _ CLI. Zij mogen met eikanderen in onderhandeling zijn over zaken , die aan hun opzigr zijn toevertrouwd ; maar nimmer over de algemeene belangen dér Republiek. CLII. Elk derzelven doet de gehouden Registers van deszelfs handelingen, iedere zes Maanden, veertien Dagenlang, op eene vertrouwde plaats, openlijk, ter lezing der Ingezetenen voorleggen. CLIII. Geen Lid van een Departementaal of Gemeente-Beftuur woont deszelfs raadpleeging bij over za-  < 3S > raken , hem zei ven of iemand zijner Nabeftaanden, tot in den derden graad, betreffende. Art, CLIV. Ilij mag geen belang hebben in eenige Pagt, of Coilecle van 's Lands belastingen, of in Leveranclëtl, of in Aannemingen, ten behoeve der Republiek, of vsn derzt-lver Gedeelten. Hij mag niet kopen eenige Ordonnantiën, Actiën of Credieten, ten haairn laste, CLV. Het Uitvoerend Bewind benoemt bij ieder Departementaal Beftuur, èènen Commisfaris , en ten hocgften drie voor de gezamenlijke Gemeente-Beftuuren , in elk Departement, om toetezien en te zorgen, dat de Wetten behoorlijk worden uitgevoerd. TWEEDE JFDEELING. Van de Departementaale Beftuuren. Art. CLVI. Ieder Departement heeft zijn eigen Beftuur, beftaande uit zeven Leden. Dezen moeten zijn Stembevoegde Burgers, ten vollen vijf-en-twintig Jaaren oud , en, zederd de laatste zes Jaaren, Inwooners van het Departement, waarin zij gekozen zijn. CLVII. Tot dit Beftuur, echter, worden niet gekozen Burgers, die aan eenigen kerklijken Eerdienst verbonden, of aan eenig openbaar onderwijs zijn toegewijd; tenzij dezelven, alvoorens, vrijwillig afftand doen van deze hunne Bedieningen. CLV1II. Uit elk der ze ven Ringen, waarin (volgends Titul I- Art. V.) een Departement verdeeld is, word één Lid tot dat Beftuur gekozen. Voor de eerfte maal, kiezende zeven Ringen, allen re gelijk, ieder, één Lid. CL1X. Van de zeven Leden treden telkens, de twee eeiste Jaaren, twee, en, het derde Jaar, de drie overigen af. Voor de eerfte maal beflisc hec lot, één Maand na derzelver eerfte zitting, welke Leden het eerfte, tweede en derde Jaar zullen aftreden. Vervolgends , geichied dit naar ouderdom van dienst. CLX. Het aftredend Lid is andermaal verkiesbaar, doch voor de derde maal niet, dan na een tusfchenlHd van drie Jaaren, ' Art. CLXL  ♦€ 39 > Art. CLXI. Ieder Jaar, worden de nieuwe Leden'gakozen door die Ringen, aan wien zulks, naar de orde van aftreding, toekomt. CLXII. Tot dat einde, komen de Grond - Vergaderingen in zoodanigen Ring bijéén, op den laatften Dingsdag in ffunij van ieder jaar. CLXÏ1I. Elke Grond-Vergadering benoemt, alsdan, één Perfoon tot Lid van het Departementaal Beftuur, benevens eenen Kiezer en deszelfs Plaatsvervanger. De wijze is dezelfde, als Tit. II., Reglement, Lf.tter A., bepaald is omtrend de Leden van hec Vertegenwoordigend Lichaam. CLXIV. Op den tweeden Dag daarna , vergaderen alle de Kiezers ter Kings- Vergadering , in de daartoe beftemde Hoofdplaats , tot het verkiezen van één Lid tot het Departementaal Beftuur voor hunnen Ring. De wijze is dezelfde, als bij Tit. II., Regiement, Letter A., bepaa'd word. CLXV. JNa de gedaane kens word , mede op de wijze, aldaar bepaald, een Geloofsbrief aan den gekozenen, en van het gebeurde aan het Uitvoerend Bewind en Departementaal Beftuur, berigt gezonden. CLXVI. De gekozene zend, binnen agt Dagen, zijnen Gelooft- Brief aan het Departementaal Beftuur ter bekragtiging CLXVII. Zo Hetzelve dien afkeurt, of den gekozenen , om aangevoelde redenen, zijn ontflag verleent, geeft het daarvan ten (poediglten kennis aan het Uitvoerend Bewind, hetgeen alsdan een ander Lid., de vereischten van Art. CLVI. hebbende, in zijne plaats doet benoemen. CLXV1II. De Geloofsbrief bekragtigd- zijnde, word het gekozen Lid door het Departementaal Beftuur opgeroepen, en neemt, binnen veertien Dagen daarna, zitting, met aflegging der gewoone Verklaaring. CLXIX. Alle tusfehentijds openvallende Piaatfen worden, volgends de vooraf bepaalde wijze, vervuld. CLXX. De Departementaale Beftuuren zorgen, dat alle Wetten en Bevelen, hun door het Uitvoerend Bewind toegezonden, fpoedig bekend gemaakt,aangeplakt, en, ter verdere afkondiging en aanplakking, alomme, waar zulks beboort, verzonden worden. Art. CLXXI.  < 40 > Art. CT XXL Zij ontvangen van de Ingezetenen, alsmede door de vcrfchillende Gemeenre - Beftuuren zoodanige irdividuëele Adc'resfen , als dezelven hun ter verd( re bezorging toezenden, en verzenden die ten fpordigften aan het Uitvoerend Bewind, om daarop te dlsponeeren. of, zo die aan het Vertegenwoordigend Lichaam gerigt zijn, dezelven aan de eerfte Kamer te doen toekomen. Cl XXII <">p gelijke wijze, ontvangen zij van het Uitvoerend Bewind de gemelde Addresfen , met het d?aiop gevallen belluit, rerug.en verzenden die, zonder uiiftel ,aan het Gemeente Beftuur, welk hun dié had toegezonden, of doen dezelven, kosteloos, uitleveren aan hun.dieze, als Onderteekenaars, terugvorderen. CLXXIIT. Zij zien toe, dat de goede orde en policie in bun Departement alomroe bewaard blijven. CLXXfV Zij befchikken, des nodig, op hunne verand woordlijkheid. en met daadlijke kennisgeving 'aan bet Uitvoerend Bewind , over de naastbijgelegen Garrifoenen of Troepen van den Staat, tot bewaaring of Ik rH' Min' der openbaa e veiligheid. CLXXV. De Huis'ijke Departementaale Kosten, voor ieder Departement, worden, jaarlijks, door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald. CLXXVI. Ten dien einde, zend elk Departementaal Beftuur, jaarlijks, met den aanvang der Maand September, aan het Uitvoerend Bewind eene fpecifieke begrooring Her kosten voor het volgend Jaar. CLXXVII. Bii deze begrooting voegt Hetzelve erne fpecifieke verandwoording der fomraen, in het afgelopen Jaar aan het Departement toegeftaan, en a zoo hefteed. Het baatig S!ot ftrekt in mindering der nieuwe begrooring. CLXXVIII. In onvoorziene gevallen, kan een Depa-tenentaai Beftuur eene buirengewoone begrootir.g inzerden. Het Uitvoerend Bewind doet dezelve, alsdan , zonder uitpel , aan het Vertegenwoordigend L'cl anm ter beoordeeling- roekomen CLXX1X. De Derartcmentaale Beftuuren zien toe, ieder in zij Departement, dat de invordering der Natlotreale Be astinpen ngtig en zonder knevelarij gefchiede, en dat de overmaaking der ontvangen gelden niet ver-  < 41 > vertraagd worde. Van allen misbruik, of verzuim in dezen, gevpn zij aan het Uitvoerend Bewind kennis. Art. CLXXX. Zij ontvangen van de Gemeente-Beftuuren, in h,un Departement, Memoriën van derzelver Ontvang en Uitgave, voor reekening der Republiek', en verzenden die, met hunne bedenkingen, des nodig, aan het Uitvoerend Bewind. . CLXXXI. Zij vernietigen, na ingenomen bengt der Gemeente-Beftuuren, of andere ondergeschikte Colleeiën in hun Departement, alle zoodanige befluiten van dezelven, als ftrijdig met de Staatsregeling of met de Wetten genomen zijn, met onverwijlde kennisgeving aan her Uitvoerend Bewind. CLXXXII. Zij fchorsfen de Leden van een Gemeente-Beftuur in de waarneming van huune.n post, wanneer dezelven, daarin volhardende, de openbaare veiligheid in gevaar zouden brengen, en geven van zoodanige fchoifing aan het Uitvoerend Bewind onverwijld kennis. Cl XXXIII. Zij nemen kennis van zoodanige gefchillen als tusfchen onderfcheiden Gemeente - Beftuuren of andere ondergefchikte Collegiën, in hun Departement mogten ontftaan, en vereffenen dezelven, na verhoor van beklaagden, onverminderd ieders regt, om ziine dieven en bezwaaren te brengen bij het Vertegenwoordïgend Lichaam, bij het Uitvoerend Bewind, of voor het Geregtshof, daaromtrend bevoegd , naar gelang der zake. . CLXXX1V. Het Uitvoerend Bewind roept, m geenerlei geval, de Leden van eenig Departementaal Beftuur ter verandwoording, perfoonhjk, vóór zig. CLXXXV. De Leden worden, in geval van mis» drijf dóór het Uitvoerend Bewind, bij uitfpraak van het Vertegenwoordigend Lichaam, te regt gefield vooreen Hoog Nationaal Geregtshof. CLXXXVI Zij fenieten een Dag-geld van zeven Guldens ieder, zonder boven dien iet meer, dan zuiver verfchor, in reekening te mogen brengen, leder Lid, in Commisfie zijnde, kan zijne reiskosten en verteenngen als verfchor bereekenen, mids ruet hooger, dan tot zeven Guldens daags. CLXXXVil. Bij het aanvaarden hunner posten, leggen zij, gelijk mede hunne Secretarisfen en verdere  < 4a > Bedienden , de gevorderde Verklaaring af, en onder» teekenen dezelve. Art. CLXXXVIII. De Kiezers - Vergadering van iederen Ring benoemt, jaarlijks, op eenen dag, door de Wet bepaald, eenen Opnemer der Reekeningen van het Departementaal Beftuur. De zeven alzoo benoemde Opnemers vergaderen, mede op eenen tijd, bij de Wet vastgefteld, in de Departementaale Stad, om te hooren en te fluiten de Reekeningen van het afgelopen Jaar, of hunne bedenkingen daarop voortedragen. Zij doen het verflag van dit hun verrigtte drukken, en zenden hetzelve, nevens de reekeningen, aan het Uitvoerend Bewind, hetgeen beflisfende uitfpraak doet. Zij blijven,jaarlijks,niet langer, dan veertien Dagen, tot het opnemen der reekeningen, vergaderd. CLXXXIX. De Departementaale Beftuuren worden georganifeerd door den tijdlijken Voorzitter. DERDE AFDEELINC» Van de Gemeente-Beftuuren. Art. CXC. Over elke Gemeente is een Geementt* Beftuur. CXCI. Het getal en de jaarwedde der Leden, de tijd en wijze hunner Verkiezing door de ftembevoegde Burgers, tot iedere Gemeente behoorende, en de tijd der zitting.neming, zoo van allen voor de eerfte maal, als ten aanzien der nieuwe Leden jaarVJl.s, word door het Vertegenwoordigend Lichaam, bij een Regiewent, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, bepaald. CXCII. Jaarlijks treed een derde gedeelte af van ieder Gemeente - Beftuur , of een getal van Leden, dat het naast daarbij komt. De orde van aftreding word, voor de eerfte maal, door het lot bepaald, en gefchied verder riaar ouderdom van dienst. Een aftredend Lid is weder verkiesbaar, doch voor de derde maal niet, dan na een tijdsverloop van drie Jaaren. CXCIIL De Leden van een Gemeente - Beftuur moeten zijn ftembevoegd , ten vollen vijf-en-twintig Jaaren  < 43 > Jaaren oud, en, ten minften zederd de laatfte vijf Jaaren, gewoond hebbende in die Gemeente, tot welker Beftuur zij geroepen zijn. Art. CXCIV. Geen Gemeente - Beftuur mag eenige nieuwe plaatslijke Belasting vastftellen, dan na alvóorens daaromtrend te hebben gehandeld, en te zijn overeengekomen met gevolmagrigden uit de Stembevoegde Burgeren binnen deszelfs Gemeente, totdat èinde, op de wijze, bij het Reglement voorgefchreven, door dezelven benoemd, en onder opvolgende goedkeuring van het Vertegenwoordigend Lichaam. CXGV. Ieder Gemeente - Beftuur maakt deszelfs jaarlijkfche reekeningen van den plaatslijken Ontvang en Uitgave openbaar, op de wijze, bij het Reglement bepaald. CXGVI. Het zend, jaarlijks, met den aanvang der Maand Augustus, aan dat Departementaal Beftuur, waaronder deszelfs Gemeente behoort, fpecifieke Memorien van Ontvang en Uitgave voor Nationaale Reekening. CXCVII. Het ontvangt alle zoodanige individueels Addrésfen, als deszelfs Ingezetenen, door hun GemeenteBeftuur, aan het Departementaal Beftuur, aan het Uitvoerend Bewind, of het Vertegenwoordigend Lichaam, mogten willen inzenden. Het verzend dezelven ten fpoedigften aan het Departementaal Beftuur, ter verdere verzending, of om daarop te befluiten, en ontvangt die van daar terug, met het daarop gevallen befluit, waarna het dezelven, op aanvrage der Teekenaars, kosteloos, doer uitleveren. CXCVIII. De Leden van eenig Gemeente - Beftuur kunnen,nimmer, voor een Departementaal Beftuur,perfoonlijk, ter verandwoording geroepen, noch van hunne Posten Ontzet worden. CXC1X. Zij worden, in geval van eenig door hun begaan misdrijf, te regt gefield voor het Crimineel Departementaal Geregtshof, waartoe derzelver Gemeente behoort. TITUL VL  < 44 > TITUL VI. VAN DE FINANCIËN. EERSTE AFDEELING. Algemeene Bepaalingen omtrend het Finanhitwezen der Republiek. Art. CC. Alle Geldmiddelen van de Republiek, hetzij dezelven beftaan in belastingen, hetzij in bezittingen, hoe ook genoemd , waarvan de inkomften, vóór de invoering der Staatsregeling , gekomen zijn ten voordeele van de Kas der Generaliteit, midsgaders van de Kasfen der onderfcheiden Provinciën, van de drie Kwartieren van Gelderland, van het Landfchap Drenthe, en van Bataafsch Braband, worden verklaard, en van nu voordaan gehouden, voor nationaale inkomften en bezittingen van het geheele Bataaffche Volk. CCI. De Schulden en Verbindtenisfen, vóór de invoering der Staatsregeling gemaakt, en aangegaan niet alleen door of van wege der Generaliteit , maar ook van wege der onderfchefden Provinciën, de drie Kwartieren van Gelderland, het Landfchap Drenthe en Bataafsch Braband, worden verklaard en gehouden voor nationaale fchulden en verbindtenisfen van het geheele Bataaffche Volk. CCII. Alle daarvan afgegeven Renten - Brieven, Obli«atiën, Recepisfen, of andere Aften van verbindtenis, zullen tegen nationaale Schuldbrieven verwisfeld , en op eenen eenparigen voet gebragt worden. Het Vertegenwoordigend Lichaam bepaalt', ten fpoedigften, den tijd en de wijze dezer verwisfeling; zoodanig echter, dat dezelve binnen drie Maanden na de eeifte zitting van het Vertegenwoordigend Lichaam , zal aangevangen, en voleindigd moeten zijn vóór hec einde van het derde Jaar, na de aanneming der Staatsregeling. Art. CCIII.  < 45 > Art. CCIII. 'Er zal geene vermindering plaats hebben, noch van de Hoofdford der Schuldbrieven zei ven, noch der Interesfen en jaarlijkfche Renten. Dezelven zullen, nimmer, met eenige belastingen worden bezwaard, dan alleen met zoodanigen. welke, bij de invoering der Staatsregeling, daadlijk plaats zullen hebben. CCIV. Bij de Obligatie*! zullen worden afgegeven jaarlijkfche Coupons, die in alle betaaüngen aan den Linde aangenomen, of, ter keufj der Houders, bij de Nationaale Treforie worden voldaan. CCV. De Renten en Interesfen van de voorgemelde Nationaale Schuld, jaarlijks te betialen, worden gevonden uit zoodanige algemeene belastingen, als, overeen' komftig zekere hierna te melden bepaalingen, door hec Vertegenwoordigend Lichaam, jaa.lijks, zullen worden vasr gefield. CCVI. Insgelijks, worden door het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald zekere afzonderlijke Fonifen, tot het formeeren eener Kas van vermindering of afbsfvng der nationaale Schuld, welke fondfèn alleen tot het voorfz. einde zullen worden geaffecteerd. Bij dezelve worden, t'elken jaare, ten zelfden einde, gevoegd de penningen, voordkomende uit de v ftel hiertoe word in de eerfte Kamer in overweg gebragt , uiterlijk êóne Maand , nadat die begroo'iing zal beTcragtigd zijn. ° Geene Wet, waarbij eene nieuwe belasting word ingevoerd , heeft langer kragt, dan één Jaar, indien zij niet uirarnklijk vernieuwd word. Art. CC1X. Indien de omftandighedèn der Republiek eenige buitengewoone uitgaven noodzaakiük maaken yind het Vertegenwoordigend Lichaam die, bij voorkeur, zooveel mooglijk, uit eene buitenge woone heffing, en we] als don gra'uit, bij wijze van Quotifatie .over derelative inkomften m vefteeringen van alle de ingezetenen der Bataaffche R-nubliek. Dan, wanneer Hetzelve oordeelt, te moeten overgaan tot het zoeken van Penningen, bij wijze van vrijwillige Negotiatie, b.paalt Het den kortstmooglijken termijn van aflosfirig en eene behoorlijke geëvenledigde belasting, voldoeree tot het bekomen' der noodigefondfen, zoo tot betajdjng der jaarlijkfche aflosiingen, als mtercslen. Deze belasting zal niet verder mogen geheven worden, dan toereikende tot de jaarlijkfche aflosfingen en interesfen, noch worden vjerkngd, nadat dezelve Negotiatie zal zijn afgelost; alles onder de bepaaiingen, bij Art. CCV. vermeld. ö ' CCX. Het Uitvoerend Bewind levert, binnen één Jaar na de eetfte Zitting van het Vertegenwoordigend Lichaam, aan Hetzelve een nieuw ftelfel van aUvmeene belastingen , zoo ter gpedaiaakinge der Staatsbehoeften , als in 't bijzonder tot het betaalen der jaarlijkfche mteresftn en aflosfingen voor de geheele Republiek Hetzelve word zoooanig ingcrigr, 'dat alle de belastingen, en ieder derzelven. zooveel mooglijk, geëvenred-.gd zijn aan het beneklijk vermogen der Ingezetenen en opgemaakt uit de vergelijking van derzelver bezittingen,, inkomften, en bekende verteeringen, met inachtneming der volgende grondbeginfelen: De belastingen op de Onroerende Goederen in de geheele Republiek , op eenen evenredigen voet naar derzelver betreklijke waarde gebragt, met vernieuwing en aanvulling der oude Quohieren, blijven beltsan. h. Om-  < 47 > i. Omtrend alle belastingen, zoo ge woone als buiten-gewoone, heizij die gelegd worden op bezittingen, of op inkomften en bekende verteeringan, word zop ■veel mooglijk gezorgd , aan den eenen kant, dat ieder zig, opregt en ter goeder trouwe, van zijnen pligtkwijte, en, aan de andere zijde, dat noodelofe openbaarmaakingen van iemands bezittingen en inkomften worden vóórgekomen. c. Dat alle belastingen op het confumtive, indien en zoo verr' die plaats zullen hebben , alzoo wordsn ingerigt, dat dezelve geheven worden van dat gedeelte van elks verteering, hetgeen hij, na genot van het volftrekc nodige, uit zijne inkomften verkiest te bekostigen. d. 'Er kan geer.erlei belasting gelegd worden op levensmiddelen van de eerfte nood/.aaklijkheid. Het Vertegenwoordigend Lichaam onthefc zoodanige middelen , die daarmede bezwaard zijn , van dien last, zodra Hetzelve bevind, dat de opbreng van andere belastingen zulks toelaat. e. 'Er kan geen Hoofdgeld, ieder Ingezeten, zonder onderfcheid van vermogen, drukkende, worden ingevoerd. Met het einde van het eerfïe Jaar, na de aanneming der Staatsregeling, zal hetzelve ophouden, overal, waar zulks nog op die wijze geheven.word. ƒ. 'Er zal, over de geheele Republiek, worden inge* voerd eene algemeene en billijk geregelde belasting van her Collateraal op de Saldo's der Boedels, als • mede op het Nationaal Klein Zegel. Voor beide die belastingen, maakt het Vertegenwoordigend Lichaam, ten Ipoedigften, eene nieuwe Ordonnantie. g. De afzonderlijke adminiftratie over de Middelen te Water, of inkomende en uitgaande Regten, zal daadlijk ophouden, en begrepen worden onder het algemeen zamenftel van Financie. Art. CCXl. Naar maate het Nieuw'Stelfel van algemeene Belastingen (volgends Art. CCX-) in werking gebragt, en genoegzaam word bevonden, fchaft het Vertegenwoordigend Lichaam de voorige belastingen af. ' Het Nieuwe Stelfel zal, uiterlijk binnen twee Jaaren na  < & > DERDE AFDEELliïo. Fan de Commisfarisfën der Nationaale Trejorie. ï Art: CCXX. Het beftuur over den Ontvane der Nationaale inkomften, en de beheering der beëalineen word toevertrouwd aan vijf Commisfarisfën der Nationaaie Trefone alien aan en af te ftellen door het Uitvoerend Bewind. CCXXI. Derzelver Jaarwedden zijn , voor ieder hunner,, vier-duifend Guliens. ' *J?P* Peze Gommisfarisfen ontvangen, bij hunne aanftellmg, elk eene lnftruftie, inhoudende eene duidhjke aanwijzing van derzelver onderfcheiden werkzaambeden voorgedragen door het Uitvoerend Bewind, en goedgekeurd door het Vertegenwoordigend Lichaam Dit Lichaam bepaalt den Borgtogt, door elk hunner bil de aanvaring-van zijnen post, te ftellen , en jaarhjks te vernieuwen. J • CCXX1II. LJunne werkzaamheden zijn- *• De algemeene ontvang der Nationaale Geldmidr' b. Het doen overftorten van Penningen uit de bijzondere Kasfen der Ontvangers, hetzij uit de eene ui de andere, of in de algemeene Kas. c. ïlet betaalen der Ordonnantiën, op hen afgegeven door het Uitvoerend Bewind of de Departementaale Adminiftratiën. F d. Het houden van de- noodige correspondentiën met de Ontvangers en andere Comptabelen. e. Het houden der Nationaale Registers van alle inkomften en uitgaven, en der Contra - Boeken gevf OI,tva"gften e» uitgaven der Ontvan- f. Het doen toekomen , van drie tot drie Maanden, .an de Commisfarisfën der Nationaale Reekening, de Algemeene Reekening van ontvang er, uitgave der Nationaale Kas, gefterkt met de, daartoe behoorenoe, bijzondere reekeningen en bewijs- '™ÏE'n7 fine-Van bekrTOing; alsmede van alle Ordonnantiën van betaalingen, door het Uit-  < 5i > ' Uitvoerend Bewind of Departementaale Beftuuren op hen afgegeven. ■ g. Commisfarisfën ontvangen en beheeren mede de inkomften, bij Art. CCVL afzonderlijk beftemd, tot de betaaling der Interesfen en Aflosflngen der Nationaale Schuld. Zij houden daarvan afzonderlijke Boeken, en zorgen, dat, de Fondfen bij den eenen Nationaalen Ontvanger niet toereikende zijnde voor de in betaaling ontvangen Coupons, dezelven uit die der andere Ontvangers worden overgeftort, zoodanig , dat dezelven, op geenerlei wijze, met de andere ontvangsten en uitgaven vermengd worden. Zij ftellen, in handen van Commisfarisfën der Nationaale Reekening, de ingetrokken en geroijeerde Coupons, als mede de ingetrokken Schuldbrieven , ten einde, in gevolge Art. CCVL, te worden verbrand. Art. CCXXIV. Zij nemen ftiptelijk, en op hunne verandwoordlijkheid, zoo gezamenlijk, als ieder in het bijzonder, in acht de volgende bepaalingen: a. Dat zij nimmer betaalen zoodanige Ordonnantiën, als door eenig Departement van Beftuur op hen mogten worden afgegeven, te boven gaande zoodanige Sommen , als door het Vertegenwoordigend Lichaam , op de begrooting der Staats - Uitgaven , of bij eene bijzondere Wet, daarvoor uitdruklijk zijn ingewilligd. b. ■ Dat zij nimmer voldoen eenige Ordonnantiën, waarbij niet het volgende in acht is genomen: #.Eene fpecifieke opgave, aan wien, benevens de post, tot welken, de uitgave behoort, of het einde, waartoe zij beftemd is, benevens de Dagteekening der Wet, die deze uitgave wettigt. I.De teekening van het Uitvoerend Bewind, van den Agent, of van het Departementaal Beftuur, dat de te doene betaaling vordert. : c. Dï Contralignature van Commisfarisfën der Nationaale Reekening, ten blijke, dat de betaaling gefchied volgends de Wet, en bij dezelven accoord is bevonden. Art. CCXXV.  < 5* > Art. CCXXV. Zij geven aan het Vertegenwoordigend Lichaam opening van den ftaat der Nationaale Kas. Elke Kamer zend, zulks noodig oordeelende [ drie haarer Leden bij de Commisfarisfën der Financie, om zig de Nationaale Reekenboeken te doen voorleggen ten einde aan de Kamer daarvan verflag te geven. ' Deze zending kan, echter, niet langer zijn, dan voor drie Dagen, en, geduurende dat Jaar, aan dezelfde Leden, niet andermaal worden opgedragen. Zoodanige Afgevaardigden uit het Vertegenwoordigend Lichaam geven geenerlei bevelen aan de Commisfarisfën van Finaucie , noch oefenen eenige daaden van gezag omtrend hen uit. Commisfarisfën geven , ten allen tijde, zoodanige berigten en elucidatiën , als door het Vertegenwoordigend Lichaam, en Uitvoerend Be win d, van hua worden ge vraagd en doen mede, Maandelijks, aan het Uitvoerend Bewind toekomen den flaat van ontvang en uitgave der Nationaale Kas. VIE R Dl AFDEELINO. Fan de CommisfaFisfen der Nationaale Reekening. Art. CCXXVI. Het getal dezer Commisfarisfën word bepaald op zeven, en éènen Secretaris, aanteltellen en aftezetten door het Vertegenwoordigend Lichaam, en aan geene Uitvoerende Magt verbonden, noch verandwoordlijk. CCXXVII. Zij ontvangen, bij hunne aanflelling, van het Vertegenwoordigend Lichaam, eene Inflructie, inhoudende eene aanwijzing van derzelver onderfcheiden werkzaamheden, onder de behoorlijke verandwoordlijkheid aan Hetzelve. CCXXVIII. Tot derzelver werkzaamheden behooren: a Het houden van algemeene Boeken, zoo van alle 's Lands Inkomften, uit de Maandftaaten en Boeken der Ontvangers en andere Comptabelen, als van alle de Uitgaven, waarvan de Ordonnantiën door hen moeten worden geregiftreerd en geapprobeerd. nagaan en fluiten van alle de Reekeningen, zoo der  < 53 > der Nationaale Treforie , als der Nationaale Ontvangers en financiëe'e Ambtenaaren en Comxabelen, en her onderzoeken van alle befcheid;n, daartoe betreklijk. e. Het onderzoeken en liquideeren van alle Declara« tiën, welke ten laste der Republiek worden in» gezonden. d. Ds zorg, dat, omtreni dezelven, de vasty. gefielde orders en wetten diptlijk worden nagev komen , en , door geen Departement van Uüvoe- rend Beduur, meerdere O donnantiën wor len afgegeven, dan de Sommen bedragen, aan elk derzelven, bij de Wet en bij goedgekeurde Begrootingen, toegedaan, als mede, dat de form, bij Aft. CC XXIV, bepaald, behoorlijk worde in acht genomen. Het een of ander vere'schte aan eenige O ionnantie ontbrekende, zenden Commisfa-f fen tot de Nationaale Reekening dezelve, onrerwijld, aan het Departement, van waar dezelve komt, te ru^. Zij, die niet berusten in de loqna'eurs of rotje* inenten dezer Commisiarisfèn, vei voegen zig bij het Vertegenwoordigend Lichaam. e. Het kennis geven aan het Vertegenwoordigend Lichaam van alle misflagen, wangedragingen, en andere verandwoording vorderende omilanciigheden, welke ter hunner kennisfe komen. f. Het voordiagen van nuttige financiëele verbeteringen of bezuinigingen aan het Vertegenwoordi-» gend Lichaam, en hec geven, op Desz-lfs vordering, van nodige berigten of confi lerariën, ten aanzien van alle onderwerpen , tot hunnen post betreklijk Art. CCXXfX. Zij kunnen, echter, ten aanzien van Art. CCXXVIII. Lett b en c, zoodanige uitzondering miaken, als zij, uic hoofde der kleene aangelegenheid van de Reekeningen der Comptabelen, of uit hoofde van het gering beloop der Declaraciën, zullen noodig oor ieelen. CCXXX. De aard en fommen der door hen gefloten Reekeningen, en geliquideerde '"'eclaratiën, worden , jaailijks, door den druk gemeen gemaakt, benevens * zoo-  < 54 > zoodanige aanmerkingen , aanklagten en voordellen, als, zonder nadeel der Nationaale Belangen, kunnen worden bekend gemaakt. TITUL VII. VAN DE BUITENLANDSCHE BEZITTINGEN EN COLONIÜN DER RKPUBLIEE, EN VAN DERZELVER BESTUUR HIER TE LANDE. Art. CCXXXI. De betrekkingen der Buitenlandfclie Bezittingen en Coloniën van de Bataaffche Republiek, in de beide Indien,, tot het Moederland, zullen op den thands nog plaatshebbende voet blijven, totdat, de Vertegenwoordigende Vergadering, op voorftel van het Uitvoerend Bewind,daarómtrendzoodanige fchikkingen zal hebben gemaakt, als zij ter bevordering van hec algemeen belang oordeelen zal te behooren. CCXXXII. liet Beftuur over de Bezittingen in Afia, midsgaders over de Coloniën in Amerika , en da Bezittingen op de Kust van Guinea, zal worden opgedragen aan twee onderfcheidenRaaden, welken, ieder geheel afzonderlijk, zullen werken. Het eene zal worden genoemd de Raad der Afiatifcht Bezittingen en Etablisfementen ; het andere de Raad der Amerikaanfctie Coloniën en Bezittingen. CCXXXIII. De Raad der Afïatifche Bezittingen en Etablisiementen zal uit negtn,eu die der Amerikaanfche Coloniën en Bezittingen uit ry/Leden beitaan. CCXXXIV. Beide Raaden zulllen verandwoordlijk en ondergefchikt zijn aan het Uitvoerend Bervind. De aanfteiling en afftelling der Leden zal door hetzelve gefchieden. CCXXXV. Ieder Lid van één der beide Raaden ge« niet eene jaarwedde van vier-dui/èndGötóens. CCXXXVI. De Vertegenwoordigende Vergadering' zal, op voorftel van het Uitvoerend Bewind, voor de beide Raaden vastftellen eene uitgebreide Inftruétie, naar welke zij moeten handelen, en de Jaarwedden der Secretajisfen, Ontvangers, eb Fiskaals, bepaalen. Art. CCXXXVII.  < 55 > Art. CCXXXVII. leder der Raaden zal aantellen eenen Secretaris, Ontvanger en Fiskaal, en wel onder eene bepaalde Inftruétie, vóór derzelver benoeming aan het Uitvoerend Bewind ter goedkeuringe voortedragen', CCXXXVI1I. De Leden, Secretarisfen, Ontvanger en'Fiskaal, van beide Raaden, mogen ?an elkand*ren niet beftaan tot inden derden graad van bloedverwanJp fchap of zwagerfchap. CCXXXIX. De Leden, Secretarisfen, 0t»tVfengê dit en het voorig Artikel gemeld , zullen door den druk worden bekend gemaakt* . Art. CCXLIII. Het Uitvoerend Bewind zal, op voordragt van ieder tier Raaden, de aanftelling hebben der hooger Ambtenaars , in de Buitenlandfche Bezittingen en Coloniën , tot derzelver beftuur behoorende. CCXLIV. leder der Raaden zal zorgen, dat de Troepen, die zig in de Coloniën bevinden, wel behandeld, betaald, en gekleed worden, en voltallig blijven. CCXLV. Ieder der Raaden, en de bijzondere Leden van dien , zullen , in geval van misdrijf", in derzelver Bediening, begaan, voor een Hoog Nationaal Geregtshof te regt gefteld worden. CCXLVI. De wijze , waarop de republikeinfche beginlélen , in de Bezittingen eu Coloniën der Republiek, geregeld zullen worden ingevoerd, word door de Wet bepaald. Over de jijiatifche Bezittingen en Etablisfementen. Art. CCXLVII. De Bataaffche Republiek neemt tot zig alle óp Bezittingen en Eigendommen der gewezen Oost - Indifche Compagnie , benevens alle derzelver Schulden. • De Octrooijen , voormaals aan die Compagnie verleend, worden vernietigd. CCXLV1II. De Geïnteresfeerden bij en Houders van Actiën, i" de gewezen Oost-Jndifche Compagnie, worden door de Natie, bij wijze van afkoop , fchaadeloos geft.eld. CCXLIX. De Bataaffche Republiek behoud, voor als nog, aan zig het vervoeren van allerlei Goederen naar de Oost- Indien, die niet aan de handeldrijvende Ingezetenen zijn afgedaan, als mede den aanbreng der voordbrengfelen van den grond aldaar herwaards, het aan. voeren van Thée, uit het Rijk van China, daaronder begrepen. De Raad, zulks uitvoerende, zal, bij voorraad , bandelen volgends den inhoud van het laatfte Octrooi], aan het Committé tot de zaken van den OostIndifchen Handel en Bezittingen verleend, met zoodanige verdere bepaalingen, als bij deze Acte van Staatsregeling zijn uitgedrukt, tot zoo lang, dat, door het Uit-  < 57 > Uitvoerend Bewind, op voorftel van den R aad der Aüatifche Bezittingen , aan het Vertegenwoordigend Liciaam, een nieuw Charter aangeboden, en door.het laante zal zijn bekragtigd. De Wet zal dit Artikel kunnen veranderen of vernietigen , naar maate het belang der Bataaffche Republiek zulks zal vorderen. Art. CCL. De Wet zal de inwendige Scaarsïnrigting, en de wijze van bediening der Polic.e en Justitie, in elk dezer Bezittingen en Etablisfementen, regelen.' Over de West-Indifche Bezittingen en Coloniën, in Amerika, en op d-e Kust van Guinéa. Art. CCLI. Aan ieder der Coloniën zal een nieuw Conflitutioneel Charter gegeven worden. Dit Charter zal de tegenwoordige belastingen doen ophouden, en eene nieuwe wijze van vergoeding aan de Republiek, voor derzelver verleende befcherming, vistftellen. CCLII. Het ontwerp van dit nieuwe Charter zal door het Uitvoerend Bewind, op voorftel van den Raad der Amerikaanfche Coloniën, aan de Vertegenwoordigende Vergadering ter .bekragtiging aangeboden worden. CCLI1I. De kosten, voor het huishoudenlijk Beftuur der Coloniën, zullen door de Inwooners zeiven geregeld en betaald worden. CCLIV. De Wet zal bepaalen het getal en de magt der Commisfar'slèn, welken het Uitvoerend Bewind in iedere Colonie of Bezitting zal kunnen zendea. CCLV. Alle onderscheiden Kamers en Departementen van den West-Indifchen Handel, of hoe ook genoemd, zijn vernietigd. Alle afzonderlijke Coloniën worden, terftond, onder één algemeen Beftuur gebragt, en zij, die zullen bewijzen door deze verecniging beJiadeeld te zijn „ afgekogt. TJTUL VIIL  < 5§ > TITUL VUL VAN DE REGTERLJJKE IMAGT. EERSTE AFDEELING. /ilgemeene Bepaalir.gen. Art. CCLVI. Geene Regrerlijke Bediening word waargenomen, dan door Bataaffche Burgers, die, den vollen ouderdom van dertig Jaaren bereikt hebben. Buiten deze voorwaarde, kan de Wet nog andere bepaalingen in de keufe maaken, CCLVII. In geene Regtbank hebben Leden ; of .openbaare Aanklaagers, te gelijk zitting, die aan eikanderen beftaan in de opklimmende of nederdaalende linie, noch ook als Broeders, of als Oom en Neef, hetzij door Bloed ver wandtfchap, of Huwelijk. -CCLVI1I. De Leden van alle Reg'banken zijn, bij hunne aftreding volgends de Wet,, wederom, ten zelfden tijde verkiesbaar.. CCLIX. Geen Lid word afgezet, dan om misdrijf, in zijnen Post begaan, noch ook gefchorst, noch gevonnisd, dan na een voorafgegaan Decreet van bebelchuldiging, CCLX. Geen Lid mengt zig in de uitoefening van Wettevende of Uitvoerende Magt, of van Po'.icie. Het verhindert nimmer de uitvoering van eenige Wet, jioch roept eenig ander Lid van Bewind vóór. zig ter yeirindwoording. Het gezag der Regtbanken word door de Wet bepaald. In geval van gefchil tusfehen Bewindvoerend of Reg« terlijk Gezag, tot welk van beiden de eene of andere zaak ter teflisfing behoore, gefchied de uitfpraak door het Vertegenwoordigend Lichaam. CCLXI. in Civile zaken, is het regt van partijen, om haare gefchillen door bemiddeling van , door haar zeiven gekozen , Scheidsmannen aftedoen , onfehendbaar, en deizelver uitfpraak zonder hooger beroep, tenzij partijen zig zulks uitdruklijk voorbehouden. Art. CCLXII.  < 59 > Art. CCLXII, Tn Crimineele Vonnisfen , ten nadeele van den belchuldigden gewezen , word de misdaad naauwkeuriglijk uitgedrukt, op pcene van nulliteit. CCLXIIi. Geen .Regeer of Regtbank bereekent, onder eenig voorwendfel, of benaaming, eenige kosten, ten behoeve van zig zeiven, aan de gefchilvoerende Partijen. TWEEDE AFDEELT. NG. Van de Vrederegters, en derzelver Bijzitters, — van de Burgerlijke Regtbanken, — van de Departementante Geregtshoven, — van de Vierfchaar over de misdrijven der Regters, — van het Hoog Nationaal Geregtshof, — en van de Regtspleeging over het Volk van Oorlog. Ti ■ y /.v2:-Vv^.'1 \- >vi^ Art. CCLXIV. ïn elke Gemeente is of zijn één óf meer Vrederegters. Derzelver getal is evenredig aan de. bevolking. CCLXV. Elke Grond-Vergadering benoemt. ten dien einde, één Perfoon buiten zig, bij meerderheid van ftemmen, en geeft berigt van haare keus, bij billet, door den Voorzitter en Secretaris geteekend , en verzegeld, aan den Raad der Gemeente. CCLXVI. De Raad der Gemeente doet eene Lijst der benoemde Perfoorien drukken, vermindert die, bij herhaalde ftemmipg, tot een Drie-tal, en volbrengt daaruit, agt Daaen daarna, de gevorderde keus. CCLXVII. Wanneer eenig benoemd Perfoon de volftrekte meerderheid van ftemmen der Grond - Vergadefingen heeft, word deze keus door den Raad bekragtigd. CCLXVIII. Aan ieder Vrederegter worden, op vordering van wederzijdlche Partijen, twee Bijzitters toegevoegd CCLXIX. De Bijzitters worden benoemd door de Grond - Vergaderingen, en wel door ieder Eén. De lijst derzelven word door den Raad der Gemeente, ten fpoedigfteiï, openlijk bekend gemaakt. • Art, CCLXX,  < co > Art. CCLXX. Vrederegters en Bijzkers worden, voor den tijd van twéé Jaaren, gekozen ; doch zijn wederom verkiesbaar. CCLXXI Uit de algemeene Lijst der Bijzitters zijn Partijen bevoegd, ieder, één, naar hun welgevallen, te kiezen. CCLXXII. De Wet bepaalt de voorwerpen, waarover de Vrederegters, hetzij met of zonder hunne Bijzitters ook met of' zonder hooger beroep, uitfpraak doen. ' CCLXXIII. Het ftaat niemand vrij, eenig twistgeding aanrevangen, zonder zig, alvoorens, tot den Vrederegter te hebben vervoegd.' Z -> de Vrederegter hen niet kan bevredigen, verwijst hij hen , bij fcbrïfdijke A.fte, naar de Burgerlijke Regtbank, met overlegging der daartoe behoorende Stukken door beide Partijen onderteekend. CCLXX1V. Geene Pra&ifijns, noch derzelver inftruétoire Schriftuuren, voor zoo verr' zij geene bewijs - ftukken b-helzen, worden door den Vrederegter met of zonder Bijzitters gezeten zijnde, toegelaten- ' CCLXXV. De Wet bepaalt de ambtsverrigtingen en de jaarwedden der Vrederegters, als mede, op welke wijze zij de zaken, voor hen gebragt, hebben te inftiuëeren. CCI.XXVI. In elk Departement befcaan Burgerlijke Regtbnnken. CCLXXVII. Derzelver aantal en werkzaamheden , zoodanig, als het gerief der Ingezetenen, ter bekominge van goed regt, vordert, gelijk mede het aantal van Léden, en de wijze van keus door de Grond-Vergaderingen ^ worden door de Wet bepaald. CCLXXVIII. Ieder Departementaal Beftuur benoemt, op Inftrr&ie van het Uitvoerend Bewind, in de verfchiilende Gemeenten van deszelfs Departement, het benodigd aantal van Schouten Crimineel, met derzelver Dienaars. CCLXXIX. Voor elk Departement beffaat een Departemtmaai Geregtshof, ter behandeling zoo wel van Crimineele, als van Civile zaken., volgends Infiructie door het Vertegenwoordigend Lichaam vervaardigd. ' C( LXXX. Hetzelve is zaamgefteld uit tien Leden, waarv. n vip tot de.crimineele, en vijf toe de civiie zaken, bijzonderlijk werkzaam zijn. Art.  4 r Art. CGLXXXI. Het Uitvoerend Bewind ftelt, bij elk dier Geregtshoven, eenen Commisfaris, gelast, om te waaken voor de uitvoering der Wetten, en derzelver form, gelijk mede, eenen openbaaren Aanklaager in crimineele gevallen. , CCLXXXII. Bij deze Geregtshoven dienen de Civile Zaken , alleen in geval van hooger beroep. CCLXXXI1L Ieder dezer Geregtshoven vonnist, bij uitfluiting, over alle misdaaden, in derzelver Departement be»aan, over welken de Wet, hetzij infamie of lijfltrat bepaalt, waaronder bijzonderlijk behooren alle fraudes en comraventiën, door Ingezetenen van hetDepartemenc ten nadeele van 'sLatids Middelen gepleegd. CCLXXXIV. Dezelven doen, al mede, uitfpraak over alle misdrijven, door alle Leden van eenig adminiftratief Beftuur, ofookdoor de óndergefchikte Financiëele Ambtenaars in de Departementen en Gemeenten, in derzelver posten begaan. CCLXXXV. In geval e/ner gevorderde Revijie van een Vonnis, door zoodanig Geregtshof gewezen, word dezelve opgedragen aan Adjun&en Revifeurs, uit denaastbij gelegen Departementaale Geregtshoven te benoemen. . , Derzelver getal zal evenredig zijn aan dat van nun, die het Vonnis hebben uitgebragt. CCLXXVI. De Wet bepaalt de wijze van benoemin» , den tijd van aftreding, de werkzaamheden, met derzelver fplitfmg, en de jaarwedden van alle Ledan, tot de Departementaale Geregtshoven behoorende. CCLXXXVIL De Wet bepaalt, insgelijks, de aanftelling der nodige Ministers bij ieder dezer Hoven, Onder bepaalde Inftructiën. . CCLXXXVlil. In geval van verzuim , of rnisdrrjt, door een Regter of Regtbank in de uitvoering der Wetten, of derzelver form begaan, geeft de Commisfaris bij dat. Departementaal Geregtshof , waaronder die Regter of Regtbank behoort, daarvan terftond kennis aan den Agent van fnftitie. CCLXXX1X. In het eerfte geval, poogt de Agent van Juftitie denzei ven Regter, of Regtbank, door nadrukHjke inftantiën, tot derzelver pligt te overreeden. CGXC. In geval van misdrijf, fchorst de voor- noest-  < 6 worden de Piaatfen dier geweigerde Leden, bij loting* vervuld, zonder de weigering te herhaalen. Onder de zestien Refters, die alzoo zijn toegelaten, gefchied eene uitloting van vier LedenDe overige twaalf Regters vormen alzoo het Hoog Nationaal Geregtshof. Uit dit getal word, bij loting, Eén derzelven tot openhaar en Aanklaager benoemd. De overige ^Regters verkiezen uit hun midden eenen Voorzitter. De Wet bepaalt de Belofte, en andere voorbereidlêlen, tot deze Zitting behoorende. Art. CCXCVL Dit Geregtshof vergadert niet , dan nadat het Vertegenwoordigend Lichaam een Decreet van befchuldiging genomen heeft. CCXCVII. Hec Vertegenwoordigend Lichaam be« paalt almede de Plaats , alwaar die Geregtshof zijne zitting zal houden. Deze Plaats moet, ten minften, tien uuren van het verblijf des Vertegenwoordigenden Lichaams verwijderd zijn. CCXCVIII. Het Volk van Oorlog blijft, zonder onderfcheiding van rang, in alle civile zaken, en voords in commune delicten, alleenlijk onderworpen aan den Burgerlijken Regter. CCXGIX. 'Zoodanige feiten, echter, die in den Dienst, en door den Krijgsman alleen , kunnen worden bedreven , worden aan Garnifoens-Krijgsraaden verwezen, die, op confes/ie, vonnis wijzen, zonder hooger beroep. \ De Wet zal nader bepaalen de gevallen, op welken deze regel toepaslijk zij. Het Reglement van Krijgs - T ugt Art. CXVII.) bepaalt derzelver zamenflelling, vooral ten aanzien der Auditeuren 3Ülitair, en Fiskaals. CCC. In tijd van Vrede, kan, in crimineele ge* vallen, eene herziening der Vonnisfen van genoemde Garnifoens - Krijgsraaden gevorderd worden, om te beoordeelen, of de ftraf, bij de Wet bepaald, naar behooren is toegepast. In dit geval, dienen de vijf oudfte Hoofd- Officieren van de Brigade , en de naastbijzijnde Auditeur- Mili-  < 64 > Militair^ mids niet in dezelfde zaak bij den Krijgsraad gediend hebbende. Art. CCCI. In Militaire Vdnnisfen, door GarnifoensKrijgsraaden zonder confesfie geflagen , zal een hooger beroep zijn op eene Hoogs Vierfchaar. Dezelve zal beftaan uk vijf Hoofd-Officieren, en één Fiskaal. De Wer bepaalt, in dit geval, de werkzaamheden' van den Agent van Oorlog, en de betrekkingen van den Fiskaal en der Auditeurs- Militair, gelijk mede de wijze van zamenftelling dezer Vierfchaar. CCCil. Eene gelijkzoortige vorming en werking van Krijgsraaden heeft plaats, ten aanzien der Mariniers, zoodra zij zig aan boord van 's Lands Schepen bevinden. De Wet maakt ook, ten dezen opzigte , zoortgelijke bepaalingen , als in Art. CCC. tot CCCII. zijn uitgedrukt. CCC1II. De nieuwe vorming der, in dezen Titul omfchreven, Regterlijke Magt zal haaren aanvang nemen , binnen ééne Maand na de eerfte zitting van hec Vertegenwoordigend Lichaam. Het Wetboek van Burgerlijke en Lijfftraflijks Wetten (Art. XXVIII. Bladz. 8.) zal echter, in de form dezer inrigtingen, zoodanige veranderingen mogen maaken, als, tot veiligheid van den Staat, en gerief der Ingezetenen, in den tijd, zal nodig geoordeeld worden. TITUL IX. OVER DEN STAATKUNDIGEN INVLOED DES VOLKS OP DE STAATSREGELING. Art. CCCIV. Tot op het einde van het Jaar 1803. der gemeene Tijdreekening, kan 'er geenerlei verandering in de Staatsregeling gemaakt worden. CCCV. Met den aanvang van het Jaar 1804., zal 'er eene herziening van dezelve plaats hebben. CCCVI. Tot dat einde, zal werkzaam zijn eene Commisfte van Herziening, beftaande uit zooveele Leden , als 'er tagtig Duifendtallen Zielen in de Bataaffche Republiek gevonden worden, ^1 gekozen door dè Grond -  ♦C 45 > Grond - en Distriéts-Vergaderingen, op den tijd en de wijze, bepaald bij het Reglement, Letter E. Art. CCCV1I. Vervolgends, kan'er, van vijf'tot vijf Jaaren eene nieuwe Herziening der Staatsregeling plaats heo!>en, on de wijze, bij hetzelfde Reglement vastgefteld. CCCVIli. Behalven op deze, bij de Staatsregeling vastgeftelde, tijdftippen en wijze, en zonder den uitgedrukten wii des Volks, kan dezelve, nimmer, wettiglijk worden veranderd. REGLEMENTEN, behoorende tot de ACTE van STAATSREGELING. B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER»A» Behoorende tot Titul II. EERSTE JFDEEL1NG. Over de wijze van Stemming in de Grond Vergaderingen. Art. i. In elke Grond - Vergadering, is de Oudfte iu jaaren provifioneel Voorzitter, en de Jongfte neemt den post van Secretaris op zig, waarvan zij, nogthands, om redenen, door de Vergadering voldoende geoordeeld, verfchoond kunnen worden, en opgevolgd door den Naastvolgenden in jaaren. 2. In elke Grond-Vergadering, worden door den Secretaris de naamen der ftemhebbende Burgers, daartoe behoorende, volgends eene Lijsc, door het GemeenteBeftuur aan den Voorzitter toegezonden, gelezen, die der agtergeblevenen aangeteekend, en het getal der aanwezenden opgemaaüt. Art, 3.  «C 66 > Art. 3. Bij geheime ftemming, worden wj/ScemÖpnemers bij meerderheid benoemd, eri uit dezelven één tot Voorzitter, en één tot Secretaris verkozen, terwijl één der drie anderen de Contra-Lijst van ftemming zal houden. 4. Dezen benoemd zijnde, word niemand, onder welk voorwendiel ook, in de Vergadering meer toegelaten , noch kan zig iemand daaruit verwijderen, dan met toeftemming van den Voorzitter. 5. De Voorzitter opent de Vergadering in dezer voege- „ Het werk, Medeburgers, waartoe wij thands „ geroepen zijn, vordert de plegtige herinnering „ van het belang, dat 'er voor ons en voor alle „ onze Medeburgers, wier zaak wij alhier waar„ nemen, ligt in de .gelukkige keufe van eenen „ Man, op wiens ïchouders', benevens anderen, „ met hem in het Befttmr te plaatzen, deszelfs „ gewigrige last zal fusten Dat dan het bezef „ van dit belang, en van onzeduure verplïgting, „ ons alles doè ter zijde zetten , war ons beletten „ zou, zoodanig eenen te benoemen, toegedaan „ aan de heilige beginfelen en voorfchriften on„ zcr Staatsregeling, dien elk onzer, in gemoede, „ als den braafften en kundigften tot zulk eenen „ aanmerklijken post, befchouwt, ten einde. „ elk onzer een gerust geweten hebbe voor God en het Vaderland !" „Ik maak dus geene zwaarigheid, om op' „ nieuw de volgende verklaaring afteleggen: " „ „ Ik ^ verklaar., eemn onverander lijken „ „ afkeer te hebben van het Stadhouder* ■>•>>, fhap, Foederalisme, de Aristocratie, „ „ en de Regeringloosheid. Ik be- „ „ loef, dat ik, in alle. de benoemingen, ,, „ die ik heden zal doen, niemand ftem„ men zal, aien ik in waarheid geloove „ „ ten aanhanger van het -Stadhouderlijk jt of Foederatief Befluur, of voor ft ander s, „ van Aristocratie en Regeeringloosheid „ „ te zijn," " „ ,, Dit verklaar ik tp mijns Burger„ „ trouw." Arr. 6.  *£ 67 > Art. 6. Deze verklaaring ligt gefchreven op de tafei, aan welke de Voorzitter geplaatst is, en ieder der Stembevoegden legt, bij den aanvang der werkzaamheden, zijne hand op dit gefchrift, en zegt, terwijl dezelve daarop rust, overluid.: „ Dit verklaar ik. " 7. De Voorzitter, .Secretaris, en drie Stemöpnemers, brengen hec eerst hunne ftem uit, zonder deswege onder eikanderen eenige raadpleegingen te houden. 8. De Secretaris, na alvoorens aan ieder der Stembevoegden een Nummer te hebben doen trekken , teekent hetzelve onder het oog van hem, die het getrokken heeft, op den hoek van fceri Briefjen, vouwt dien hoek, en verzegelt denzelven naar behooren. ' 9. Ieder fchrij ft, in tegenwoordigheid der Stemöpnemers, den Perfoon, dien hij ftemc, met uitdrukking van deszelfs naam en toenaam , of met zoodanige andere .aanduiding, als denzelven kenbaar maakt, op het gezegde Briefjen, fteekt het- in eene daartoe beftemde Busfe, die behoorlijk gefloten is, en waarvan de fleutel, geduurende de ftemming, bij den Voorzitter bewaard blijft. 10. Hij, die niet kan lezen en fchrijven, meld den Perfoon, dien hij wil ftemmen, met uitdrukking van deszelfs naam en toenaam, of met andere voegzaame aanduiding, aan den Secretaris, en aan hem, die de Contra-Lijst houd. De Secretaris lchriift zulks voor hem op het Stembrief jen, vertoont dit aan hem, die de Contra-Lijst houd, en laat hec door den Stemmer zelf in de Busfe fteken. 11. Na het inkomen van alle de Briefjens, opent de Voorzitter, in tegenwoordigheid der Stemmers, de Busfe, neemt de Briefjens één voor één daar uit, en ftelt dezelven ter hand aan den derden Stereöpnemer, die tot het oplezen der naamen benoemd is. • 11. Deze is gehouden, den naam, op ieder Briefjen gefchreven, overluid op te lezen, en aan den Secretaris, en hem, die de Contra-Lijst houd, te vertoonen, welke beiden, ieder op zijne Stem-Lijst, de saamen aanteekenen. 13. In geval bij het oplezen van eenig Briefjen blijkt % dat iemand in de aanduiding van den Perfoon een misllag had begaan , word het Nummer door den Voorzitter ■ - - - onti  *i 68 > ontzegeld, en de Stemmer opgeroepen, om zig nader te verklaaren. * Art. 14. Hij, die de volftrekte meerderheid van Simmen ( dat is, ten minften, ééne meer, dan de heltt, van alle de Stemmen) heeft, is de Benoemde. 15. Wanneer niemand de volftrekte meerderheid heeft, zullen alle de Geftemden op nieuw worde» voorgelezen , ten einde daaruit één benoemd worde. 16. Bij de tweede ftemming, zulk eene meerderheid geene plaats hebbende, worden de drie, die de meeste ftemmen hebben, tot eene derde lterxmmg voorgedragen. 17 Bij de derde ftemming, is hij, die de meeste ftemmen heeft, fchoon geene volftrekte meerderheid hebbende, benoemd. In geval de ftemmen fteken, beflist het Lot. 18. Bij elke herftemming worden , alvoorens, de voorige Stembriefjens in een Umflag verzegeld, en, na afloop der Zitting, verbrand. 19. Zoodra de benoeming van eenen Vertegenwoordiger . en, op dezelfde wijze, die van eenen Kiezer der. Grond - Vergadering, en deszelfs Plaatsvervanger, of ook de ftemming volbragt is over zoodanige zaak, waartoe de Grond-Vergadering, bij de Staatsregeling, of door.eene bijzondere Wet van het Vertegenwoordigend Lichaam, was opgeroepen, word het verhandelde in gefchrift gefteld, endoorden Voorzitter, Secretaris, en de drie Stemöpnemers onderteekend; waarna de Vergadering door den Voorzitter oogenbiiklijk gefcheiden word. ao. De Wet bepaalt de wijze van ftemming, bij het verkiezen van onderfcheiden openbaare' Ambtenaaren, vocff zooveel bij de Staatsregeling daarin niet is voorzien. TWEEDE AïDEELING. ' Van de Kiezers, ter Diftricls-Vergadering. Art. ai. De Kiezers bedanken nimmer voor den hun opge'egden last, dan om redenen , welke bij de Grond - Vergaderingen , waardoor zij benoemd zijn, worden aangenomen. Art. 22.  < 6o >' Art. na. Zij bevinden zig, op den derden dag na de benoeming , op de plaats hunner beftemmlng. Ter goedmaakinge der reiskosten , word hun, voor ieder uur afftands, toegelegd één Gulden. 23» Zij geven hunnen Lastbrief aan eene daartoe benoemde Commisfie van het Plaatslijk Beftuur, alwaar de Diftriéts-Vergadering gehouden word, ter naarziening over, en voords in de Vergadering aan den Voorzitter. 24. Wanneer de Kiezer verhinderd word, ter DistriBs- Verga lering te verfchijnen, draagt hij dien post op aan zijnen Plaatsvervanger. 25. Ook dezen wordende verhinderd, draagt hij zorg, dat de door zijne'Grond- Vergadering benoemde Perfoon aan de . Vergadering van Kiezers kenbaar worde, en zend, tot bewijs deregrheid, zijnen lastbrief. a6. De Vergadering van Kiezers conftitueert zig op denzelfden voet, als de Grond - Vergaderingen" (Art. 1. enz.) ' 27. De Voorzitter doet alle de, door de onderfcheiden Grond Vergaderingen van dat District -benoemde, Perfoonen, op eene Lijst brengen, en der Vergadering voorlezen. 28. Zo iemand door eene volftrekte meerderheid (dat is,door ééne Item meer, dan de helft) der GrondVergaderingen is benoemd, is de keus gedaan. 29. Zo niemand^door de volftrekte meerderheid is benoemd, worden de drie, door de meesten van alle Grond - Vergaderingen benoemd, op eene Lijst gebragt. 30. Zo 'er geene drie Perfoonen door meer dan ééne Grond - Vergadering benoemd zijn, worden uit de andere benoemde Perfoonen, bij befioten .Briefjens, één o? twee tot het Drietal, bij eene betreklijke meerderderheid van ftemmen , benoemd. 31. Zo niemand der voorgedragenen, door meer dan ééne Grond - Vergadering, ware benoemd, word uit al- \ le de benoemde Perfoonen een Drietal op dezelfde wijze daargefteld. 32. Uit het gemaakte Drietal word het Lid der Vertegenwoordigende Vergadering gekozen. 33. De wijze van benoeming gefchied, overeenkomftig Art. 7, 8, 9, 11, 12 en 13, voor de ftemming in Grond-Vergaderingen bepaald. Art. 34.  < 7° > Art. 34. Op gelijke wijze, als bij Art. 9, 10,11, ia, 13 en 14, van dit Reglement bepaald is, word één Plaatsvervanger van het'Lid der Vertegenwoordigende Vergadering gekozen. 35. Zo iemand der Kiezers door zijne Mede Kiezers op het Drietal geplaatst word, begeeft hij zig, bij de ftemming daarover , buiten de Vergadering. 36. De benoeming gefchied zijnde , doet de Voorzitter een Credentiaal voor den Benoemden door den Secretaris öpmaaken, van den navolgenden inhoud: „ De Vergadering van Kiezers uit veertig „ Grond-Vergaderingen van het Diftrict van ....... der Bataaffche Republiek, „ ontbied, in gevolge der ASle van ^Staats„ regeling, den Burger . . - , woonende „ . . . , ten einde zig te vervoegen, als „ Lid,i bij het Vertegenwoordigend Lichaam „ der Bataaffche Republiek." Dit Credentiaal word, onverwijld, aan het gekozen Lid, en een zoortgelijk aan deszelfs Plaatsvervanger, toegezonden. 37 Hetzelve word door den Voorzitter geteekend, en door den Secretaris met twee Leden gecontraiigneerd. , 38. Van deze benoeming, en van'het verhandelde terDistricfs Veraadering, word met eenen Brief kennis gegeven aan het Vertegenwoordigend Lichaam , en aan het Uitvoerend Bewind, op gelijke wijze' onderteekend, als in het naastvoorgaande Artikel is gemeld. 39. De Voorzitter verklaart alsdan, dat de werkzaamheden der Vergadering geëindigd zijn, en fcheid dezelve. BIJLAGE.  < 71 > B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER B, Behoor ende tot Titul III. EERSTE AFDEEL1NG. Van de Vervulling der jaarlijks openvallende Piaatfen in het Vertegenwoordigend Lichaam, Art. i. Het Uitvoerend Bewind roept, volgends de pr endoor de loting,bij A"-XXXVIII. van deJBe der jStiacsregelin'g bepaald , jaailijks, tijdig op ade de Grondvergaderingen van.die Districten, wier tourbeurt hec Alsdan is. tegen den laacfi.en üingsdag der Ma md Maif, met herinnering van tijd en plaats van zamenkomst der DistriBs - Vergaderingen , ten einde nieuwe Lecen te benoemen voor het Verregen woordigend Lichaam, .a, De aldus verkozen Leden tot'het Vertegenwoordigen 1L ehaam, en derzelver Plaatsvervangers, zenden binnen veertien Dagen na de gedaane keufe., hunne Geloofsbrieven aan hec UJ'voerend Bewind, weik dezelven oogenbliklijk zend aan eene Commisfie , ton dac einde benoemd, en zaamgv'ftdd uit vier Leden der Eerfte Kamer, en twee der Tweede Kamer ter bcöordeehnge. 3. Deze Commisfic beoordeelt, binnen de drie aaast* volgende Weeken, alle de ingekomen Geloofsb.ieven, geduurende_welken tijd een gekoztne aan dezelve redenen kan inzenden , waarom hij meent zig te moeten verfchoonen; gelijk ook, indien cu?fchenrijd, andere Burgers aan dezelve kunnen voordragen zoodauigeIchriftlijke bezwaaren, als zij regen de/wettigheid der verkiezing, of de bevoegdheid des gekozenen, oordee* len te hebben. # A' Indien de CoramLfie, noch in de keufe, no.-a iri den gekozenen, e^nig gebrek bevind, hetgeen hcu onbevoegd maakt, volgends de Staats-regeling, om zitting'  < 72 > tóng te nemen; en, indien 'er geene gegronde bezwaaret) regen zijn perfoon of verkiezing zijn ingekomen, bekragtigt de Commisfie desz*lfs Geloofsbrief, en geeft daarvan aan de beide Kamers kennis. Art,5. Indien zij in de keuze, of in den gekozenen, zoodanig een gebrek bevind, of gegronde bezwaaren daaromtrend'aan dezelve zijn voorgekomen, maakt zij zwaarigheié, den Geloofsbrief te bekragtigen, en geeft daarvan , met voordragt van redenen, kennis aan de Eetfie Kamer, die alsdan beflisr. 6. Indien de Eerfte Kamer meent, den Geloofsbrief, pm redenen, door de Commisfie aangevoerd, niette moeten bekragtigen, vernietigt zij de gedaane keus, en gelast heruitvoerend Bewind, om, zonder uitftel, den Plaatsvervanger van.hem, wiens keus vernietigd is, opteroepen; of, zoo ook de keus van dezen is vernietigd, alsdan om te zorgen, dat ten fpoedigften eene nieuwe verkiezing voor beiden plaats hebbe. 7. Indien de Commisfie de redenen van verfchooning, «3oor eenen gekozenen ingezonden , niet voldoende oordeelt, maakt zij zwaarigheid, denzelven te ontdaan, en geeft daarvan kennis en redenen aan de Eerfte Kamer, die in dat geval beilist. ■ 8. Zo de Eerfte Kamer de redenen van verfchoosïng onvoldoende keurt , en de gekozene niettemin blijft weigeren, zitting te nemen, verklaart zij, openlijk, denzelven vervallen van zijne fterobevoegdheid, met alle de gevolgen, daaraan bij de AEte der Staatsregeling (Art. X) verbonden, en gelast het Uitvoerend Bewind , èm , onverwijld, deszelfs Plaatsvervanger opteroepen, om zitting te nemen. Deze oproeping gefchied ook, wanneer de Eerfte Kamer, op voordragt der Commisfie, den gekozenen, om aangevoerde duchtige redenen, 'zijn ontflag verleent. 9. Indien dezelfde perfoon in meer dan één Diftriéfc gekozen mogt zijn, beflist de Commisfie, bij loting, Voor welk Didricl: hij zal optieden, en het Uitvoerend Bewind roept zijhen Plaatsvervanger op, uit dat'Diftriét, waarin hij mede gekozen was. 10. Ditzelfde heeft plaats omtrend zijnen Plaatsvervanger, indien hij op meer piaatfen gekozen mogt zijn • " ' en,  < 73 > en, In het DiftricT:, welks Eerfte gekozene en Plaatsvervanger beuien voor een ander DiftricT: moeten optreden, gefchied ten fpoedigften eene nieuwe keus Alles, wat, bij Art a_io. vau dk Reglement aan de gecombineerde Commisfie, en aan de t,erfft Kamer is aanbevolen, gefchied, voorde eerfte maal, door eene Commisüe uit de CorK Vergadering, en door die VergaArt. ii. Terftond na de goedkeuring der Geloof*. IZTa *" de,nieUW:benoemdeLeden' W het Uitvoerend Bewind dezelven op,om, binnen veertien Dagen , zig te vervoegen in de Refidentie-plaats. f*. De nieuw verkozen Leden, alsdan in de Refidenue-p-aats tegenwoordig, komen, met de zitting hebbende Leden van hec Vertegenwoordigend Lichaam! te zamcn op den daartoe beftemden dag, in eene al! £1 / StafZeS' Art' XXXVI.) te hebben-afge! leed, de verdeeling van het Vertegen woordeend Uchaanrji,Mme Kamers mede daar te ftellen, en 'daarop' oogenbhklijk zucingte nemen in die Kamerpot wele zij door de Algemeene Vergadering benoemd worden. 13. 1 oc op den dag, ter ziccingnerniag der nieuwe Leaen_ bepaald, blijven de aftredende Leden hunne piaats ia elke der beide Kamers behouden. TWEEDE AFDEELINO. Van de verplaatftng van het Vertegenwoordigend Lichaam. Art. 14. Het Uitvoerend Bewind, zoodra her kennis ontvangt van een gevallen Decreet ter verpharf]„£ ™ het Vertegenwoordigend Lichaam naar elder b Jeft van hetzelve, bij Proclamatie, kennis aan den VÓlkf mZ3VZOnderuitfel' ^'alles in gereedbSzn* Art. 15.  •€ 74 > Art. ft. -Datzelve Bewind zotg* tevens, dat daarvan, onverwiiki,.aanfChrijving gefthiede aan die Leden var, Set Verder,woordigend Lichaam, weiken afw.e2,g. mogter. Zijn, met oproeping, om, ten heftenden tijde en Plaatfe, ter Vergadering tegenwoordig te bjjb. 16. Indien eenig Lid op dien tijd a.aair met tegenwoordig is, en, binnen agt. Dagen na ontvang der gedaane aSnfehrijving , geene redenen voor ztjne afwezigheid heeft ingezonden, of, indiende gegeven redenen door dr Kamer, waartoe hij behoort, niet voldoende «ekeurd zijn, word hij door-die Kamer verklaard vervallen te zijn van zijnen post, en her t> voerend Bewind gelast, Onverwijld te zorgen voor de_ oproeping van zijnen Plaatsvervanger, of voor eene nieuwe verkiezing in zijne plaars. . ' Zoodanig agrergebleven Lid word, daarenboven, ais. fch'ildig aan aanflag op de veiligheid van den Staat, -voor dat Departementaal-Geregtshof, waartoe hij als Wezeren behoort, te regt gefretd. 1-7 Aan dezelfde misdaad zijn ook ft-huldig allen, die'zig in eenigerlei opzigt, tegen het verkiezen van nieuwe Leden in het Vertegenwoordigend Lichaam verzetten, i derde ae.dieling. Jfan de farm van Raadpleeging, e* de Formulieren,, daarbij in a:ht. te. nemen. Art. 1$. De Ee^e Kamer neemt, in, het ra'adplee- gen over eenig voorftel tuarer Leden of Commisfiën, ^ de volgende fqrm in acht. ' l' a.'Ün ieder voorftel, of rapport, moet worden ' vocrg field worden. Het befluit kan niet eerder, dari na de derde lezing, plaats hebben. d. De tweede lezing heeft gèene plaats, dan wanneer, in de eerfte lezing, vijf Leden dezelve vorderen; wordende, in dat geval, de dag rot diö tweede lezing bepaald. Ditzelfde word, bij eenö tweede lezing, in acht genomen omtrend de der* ae lezing. «?. De Bijvoegfeleri, Of bepaalingen van eenig voorftel; kunnen wel, bij de eerfte of tweede, lezing • voorgedragen, doch niet, dan na de derde lezing . ih overweging Worden genomen. , Art. 19. Deze form,» echter, word niet in acht genomen Omtrend befluiten van onverwijlde noodzaaklijkheid. Alleen moer, vóór dezelven, eene ftellige verklaaring van die noódzaakliikheid, door de"volftrekte meerderheid van alle de Leden der Eerfte Kamer erkend, Voorafgaan. , .. 20. De Voorftelien } door de Eerfte Kamer aangenomen, en in befluiten veranderd zijnde, worden onverwijld gezonden aan de Tweede Kaner; zijnde aan het hoofd derzelven uitgedrukt, of de dagtèekeningder drie agrereenvolgende' lezingen , of wel de beredeneerde verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid. ' 21. Indien, uit het hoofd van eenig toegezonden Befluit aan de Tweede Kamer, niet blijkt, darde voorgefchreven form in acht genomen, of de onverwijlde noodzaaklijkheid door de' Eerfte Kamer verklaard' is „ weigert dezelve haare bekragtiging, zonder den inhoud van het befluit zelf in overweging té nemen , én zend dat aan dé Eerfte Kamer te rug. 42. Indien, aart het hoofd van een Befluit, de v;rklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid door de Eer(le Kamer is' uitgedrukt, raadpleegt de Tweede Kamer terltond over die verklaaring. a. Zo de Tweede Kamér die Verklaaring bekragtigt, raadpleegt Dezelve, zonder uicftel, over het: Befluit zelve. I. Zo deze Kamer die verklaaring verwerpt, neemt Dezelve het daarbij ingezonden Befluit niet in' overweging, maar. zend hetzeive oogetibliklijk,' met haar. Decreet van weigering,- terug aan de Eerfte Kamer.' Art, 23 •  < 76 > Art ft3 Indien een befluit der Eerfte Kamer, aan de Tweede Kamer voorgefleld , wel de yereischteti heeft, in Art. 18. gevorderd, en, zo de Tweede Kamer wel bekragtiat de vêrklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid, maar de zaak zelve, of den maatregel, in het Befluit voorgedragen, niet bekragtigc, zend zij hetzelve, met haar Decreet van weigering, aan de Eerfte Kamer terug. 24. AJle voorgefteide Befluiten der Eerfte Kamer, aan welker hoofd niet geplaatst is de verklaaring van onverwijlde noodzakelijkheid, moeten, om door de Tweede Kamer te kunnen bekwgtigd of verworpen worden , alvoorens, drie lezingen in dezelve ondergaan. Het tijdsverloop, tusichen de ééne lezing en de andere, is ten minften van drie dagen telkens. Zo het Befluit word bekragtigd, worden de drie dagen der onderfcheiden lezingen, in de Tweede Kamer, aan het hoofd daarvan uitgedrukt. a of tegen geftemd hebben, worden in dè Nofülen aangeteekend. Van dit befluit word, onverwijld, aan de Eerfie Kamer kennis gegeven. Art. 30. Een zoodanig afgekeurd Voorftel kan, bij geene der beide Kamers, wederom in overweging Wor«. den gebragt, dan ra verloop van eert Jaar. 31. De Tweede Kamer bekragnjt of verwerpt, nimmer, eenig. bijzonder Artikel van hét voorgefleld Befluit. De Eerfte Kamer kan het'een of ander gedeelte van hetzelve , in geval van verwerping, op nieuw, aan de Tweed» Kamer ter bekragtiging inzenden. 32. De Formulieren, waarvan de Tweede Kamer in de onderfcheiden gevallen, boven uitgedrukt, zig bedient, zijn de volgende: a. In het geval, bepaald bij Art. 21. De Staatsregeling verbied, dit Befluit in overweging te nemen. b. In bet geval, Art. 22, Letter d. De Tweede Kamer, overwegende, dat ♦ bekragtigt de Verklaaring van onverwijlde noodzaaklijkheid door de Eerfte Kamer, geplaatst aan het hoofd van het volgend Befluit. c. In het geval, Art. 22, Letter b. bepaald. De Tweede Kamer erkent de noodzaaklijkheid van een onverwijld Befluit niet. d. In het geval, Art. 23. bepaald. De Tweede Kamer, overwegende, dat . .. mj bekragtigt het nevensgaande Befluit niet. e. In het geval van bekragtiging van een voorge» field JBefluit. De Tweede Kamer bekragtigt het voorgefleld Befluit, en verandert hetzelve in een Decreet, 8.EGL. LTLTT.C  < 7» > B IJ L A G F* REGLEMENT, LETTER C. Behorende tot. Tl tul IV* Pïr» de wijze van aftreding en vei kiezing der Leden1 van het Uitvoerend Bewind, het Téórzi'terfchap. de wijze van Raadplee^ing, den post van Seiretaiis, en het Formulier wegers de afkondiging der Wetten, of het terugzenden eener Wet. ATt. t' Jaarlijks rr-er! één Lij van her Uitvoerend Bewind af, de eerlle vier Jaaren bij louing, en, vervolgends, naar ouderdom van dienst. « Ter vervulling der openvallende plaats, ftelt de Berfte Kamer drie Pèrlocuen voor. Dezelven moeteft zijn Bataaffche Burgers, oud veertig Jasren, geboren binnen de Republiek, hebbende binnen dezelve, geduurende de laatfte twintig Jaaren, hunne vaste woonplaats gehad, en geene Lecfen zijnde van hec Vertegenwoordig', r.d Lichaam De voorwaarde van va^te ïmvocriing heefc geen betrekking tot die- Bataven, d:e, in den Jaare 1787, geno ?dZaakt gewi est ^' zijn , wegens politieke vervalgii gen. huif Vaderland te verlaren , nrids ..Sa ïn vóór den Jaare 1790. zijnde w edergekeérd Uit de drie voorgeftelde Perfoonen, Verkiest? de Tweede Kamer één Lid tot hef Uitvoerend Bewind, binnen drie Dagen na entvangst der benoeming. De v oifte'Hng word jaarlijks' volbragt op* d^n t. juntf. Voorftellirg en keus 'vorde" gedaan bij geheime ftemming, en bij eene volftrekte;  < 7ö > meerderheid van ftemmen der tegenwoör# dig zijnde Leden in tedere Kamer. Art. 3. Indien ééne of twee piaatfen openvallen tusfchen den 1. Maart enden 1. Ju/tij, worden dezelve niet eener vervuld, dan op den gewoonen tijd der verkiezing. In dat geval, nemen de overblijvende Leden tot zig één of meer hunner Agenten, als provilioneele Adjuncten, tot op den tijd der vervulling. Irdien de vacature invalt in eenige andere Maand van het fanr, heeft 'er eene buitenge woone en onverwijlde vervulling plaats. ; 4. Hij, die tusfcheniijds benoemd word tot vervulling eener plaats, welke,, naar de gewoone wijze, nog langer, dan één laar, had moeten bekleed worden, treed wederom af, zoodra deze tijd door htm vervuld is. Doch, indien zijn Voorganger zoude afgetreden zijn bij de eerstvolgende gewoone verkiezing, vervult hij,, nevens den tijd van zijnen Voorganger, ook de vijf camaan volgende jaaren, alsof hij ten gevvoonen tijde genoz.n ware, 5. Niemand zal zig aan de op hem gevallen keus mogen onttrekken, dan om wettige redenen, ftaande ter beöordeeiinge der Eerfte Kamer, of eene Commisfie uit dezelve, aan welker uitfpraak de gekozene zig zal moeten ond-prwerpm. 6. Ken aftredend Lid is niet weder verkiesbaar, dan na een i.uslchencijd van vijf Jaaren, 7. Ieder Lid van het Uitvoerend Bewind zal, bij beurtc , Voorzitter zijn, geduurende éóne Maand. Bij de eerfte zitting, bepaalt het Lot de lourbeurtcn der Lfden. 8. 13tj het Uitvoererd Bewind worden geene befluiten " genomen, noch eenige o'-ders afgevaardigd, dan in de gewoone, of oük in zoodanige bui.engewoone Vergaderingen, waartoe het blijkt, dat ac Ltden geroepen zijn. .\lie Notulen,, zoo van gewoone als bukengewoone' Vergaderingen, moeten ten minften door drie Leden ondeitaekend zijn. y. V.der Lid is bevoegd, zijne beredeneerde voordragt ir de Notulen te doen infenrijvej»; gelijk mede te di en aa reekenen, waarom hij tot ten genomen beliuit niet nebbe geftemd,. Geene protesten worden aangenrxj men. Art. 10.  < 80 > Art. 10. Het.Uitvoerend Bewind, des nodig oordeelende., raadpleegt-, in afwezigheid van den Secretaris; rnids, in zoodanig geval, de befluiten, door één der Leden, in een afzonderlijk geheim Register gefchreven, en door allen , t'elken rei ze, onderteekend worden. n. üe bijzondere Leden van het Uitvoerend Bewind zijn verpligt, alle berigren, betreffende .den Staat, of deszelfs betrekkingen, welken zij van de buitenlandfche Ministers dezer Republiek ontvangen , ter kennisfe te brengen van het geheele Lichaam, om daarop het nodige regard te flaan, zonder immer eene afzon* derlijke politieke of minifteriëele correspondentie te mogen houden. ia. M^mand der Leden begeeft zig buiren de Refldetitie-Plaats, dan op last, of met uitdruklijke toeflemming van het Bewind zelf. Dit, echter, word nimmer aan meer, dan één Lid te gelijk, vergund, 13. Niemand, Lid geweest zijnde van het Uitvoerend Bewind, kan, zonder roeflemming van het Vertegenwoordigend Lichaam, het grondgebied der Republiek verlaaten, binnen twëe Jaaren na deszelfs aftreding. 14. Tot Secretaris van het Uitvoerend Bewind, gelijk mede tot deszelfs Agenten, tot Commisfarisfën,. Leden van de. Raaden der Oost- en West - Indifche Bezittingen, of ook tot buitenlandfche Gezanten, of derzelver Secretarisfen , is niet benoembaar eenig Lid van het Uitvoerend Bewind, dan na verloop van twee Jaaren zederd zijne aftreding, noch ook iemand , die pan één van deszelfs in dienst zijnde Leden, tot in den derden graad ingefloren, vermaagfchapt is door bloedverwandtfchap of huwelijk , noch ook iemand, tenzii dertig Jaaren oud, en de verdere verëischt^n, bij TitulII. van de Staatsregeling bepaald, bezittende» 15. De aanflellicg van den gemelden Secretarisgelchied door het Uitvoerend Bewind, volgends Inftrbétie , door het Vertegenwoordigend Lichaam goedgekeurd. 16. Het Uitvoerend Bewind, noch ook deszelfs Leden. als zoodanigen, ve-fchijnen immer in de Vergaderingen van het Vertegenwoordigend Lichaam. De medeeieeling van voordragten aan het laatfte gefchied door eenen Boodfchappsr va" Stfa&c Art.. 17*.  < 81 > Art. 17. Het Formulier, voor de afkondiging van omvangen Wetten of Befluiten, (A£te van Staatsrege* ling, Art. Cjil ) is, als vo'gc: „ Het Uitvoerend Bewind der Bar.afïche Republiek doet te weten: Dat het Vei segenwoor» „ digend Lichaam, op de wijze, bij de Staats„ regeling vastgefteld , overwogen hebbende, „ dat enz. ( hier volgen de gronden, waarop het Befluit berust.} „ befloten en verordend heef:: (Hier volgt het Befluit zelf.') „ Dienvolgends gelast het voorn. Bewind, in „ naam des Vertegenwoordigenden Lichaams, „ dat deze zal worden afgekondigd en aangeplakt alömme , waar zulks behoort." 18. Het Formulier, waarvan zig het Uitvoerend Bewind bedient, bij her terugzenden van eene Wet aan de Tweede Kamer, (Acïe van Staatsregeling, Art. CIV.) is dit : „ Dewijl de form, bij de Staatsregeling voor„ gefchreven, aan deze Wet ontbreekt, vermag. „ het Uitvoerend Bewind dezelve niet te doen „ afkondigen." B IJ L A G E. REGLEMENT,LETTER D. Behoorende tot Titui. VI» eerste afdeeling. Fan de Begrootingm der Staats-Uitgaven. Art. 1. Zoodra de begrooting van Staats-Uitgaven,. «Spor hec Uitvoerend Bewind , aan de Ferfle. Kamer is gezonden, doet Deze, door eene daartoe benoemde"  < 82 Ji de Commisfie, onderzoeken , öf dezelve zoodanig zij ingerigt, als bij Art. CCXIV. en CCXV. is bepaald.' Paarin eenig gebrek bevindende 4 geeft dezelve Kamer hiervan aan her Uitvoerend Bewind kennis, met opgave der verlangde ophelderingen of bijvoegl'elen. Art. 2. Het Uitvoerend Bewind voldoet, ten fpoedigften, aan de begeerte der Eerfte Kimer. 3. De begrooting van Staats - Uitgaven in de. behoorlijke form gebragt zijnde, zend de Eerfte Kamer die, onverwijld, aan de Commisfarisfën der Nationaale Reekening , die dezelve naauwkeurig onderzoeken, en daarop, van post tot post, uiterlijk binnen é#«i? Maand daarna, hunne* conflderatien aan dezelfde Kamer doen toekomen. 4'. Het Vertegenwoordigend Lichaam raadpleegt en befluit alsdan , in de gewoone form , omtrend deze begrooting, vóór het einde van dat Jaar. : 5. Het Uitvoerend Bewind zend , in geval vin noodzaaklijkheid, eene bnhengewoone begrooting, ingerigt, als bij Art. CCXV. is bepaald, waaromtrend alsdan gehandeld word, volgends Art. 1. tot 4. hier Voorerf* TWEEDE AFDEELINC. Van de Commisfarisfën der Nationaale Treforie' en der Nationaale Reekening. Art. 6. Tot Commisfarisfën der Nationaale Treforie en Reekening, zijn al'eeh verkiesbaar ftembevoegde Burgers, ten vollen dertig Jaaren oud, en, geduureude de tien laatfte Jaaren, inwooners der Bataaffche Republiek, 7. De Commisfarisfën en Secretaris der Treforie, benevens de Commislarisfea en SecreraYis der Nationaale Reekening, mogen aan eikanderen onderling, gelijk ook aan'de Leden van het Uitvoerend Bewind, en derzelver Agenten , niet beftaan tot in den derden graad van bloedverwandtfchap of zwagerfchap. 8. Van de vijf .Commisfarisfën der Treforie, zal jaarlijks één, en, van de zeven der Nationaale Reeke- Ding?  < 8j V ptng,--.de-eere drie Jaaren, twee, en , in het vierde Ja'a'f; één aftreden. Het Uitvoerend Bewind bermald', ten annzien de_r Eerften', en de Eerfte Kamer, ten opzigtö van de Laatften , terftond na hunne aanftelling,de orde, waarin deze aftreding zal plaats hebben. Art. 9. Het aftredend Lid is wederom verkiesbaar. 10. Bij vacature van een Lid, zenden Commisfarisfën der Treforie aan het Uitvoerend Bewind, en die der Reekening aan de Eerfte Kamér, een Drietal van Perfoonen, waaruit dezelven eene keufe doen. 11. De Commisfarisfën der Treforie,, en der Nationaale Reekening, benoemen, ieder, hunnen eigen Secretaris en Bedienden, op eene Jaarwedde, door het Vertegeriwgordigend Lichaam te hepaalen, en ftellen dezelven af. 11. Geen hunner, noch ook derzelver Secretarisfen, mogen deelsn, hetzij regtftreeks of van ter zijde, in eenige leveranciën , aannemingen of verpagtingen, ten behoeve der Republiek. 13. De Nationaale Ontvangers, en verdere Financiëefe Beambten, (wier getal en jaarwedden het Vertegenwoordigend Lichaam bepaak) door het Uitvoerend Bewind, op eene bijzondere Inftruéide , «anteftellen, moeten, de laatfte viyf Jaaren, gewoond hebben in hef D&partement, waarvoor zij beftemd zijn, en zijn verpligt, eene Cautie te ftellen, bij het aanvaarden hunner bedieningen, geëvenreüigd aan derzdver.gewigt, welke om de drie Jaaren vernieuwd wórd, en waarin de> Leden van het Uitvoerend Bewind zeiven geenerlei aandeel mogen hebben. Bewind , niet beftaan in den derden graad van bloedverwandfehap of zwagerfchap. , 14 JJeze Ontvangers, en verdere. Financiële Beambten ; ftellen derzelver eigen S.ppoosten en Bedienden aan, en zijn. voor dezelven, ih perfoon, verandwoordlijk. 15. Zij zijn verpligt, van alle hun bekerd wordende benadeelingen der Financiën, en van allen bedrog en overtredingen, daaremtrend gepleegd, ten fpoedigften aan het' Uitvoerend Bewind kei nis te gers en Beambten, in geval van pligt-verznïm, ffl hunne Bedieningen, en doet de klagten tegen dezelven inbrengen door den openbaaren Aanklaager , van en voor dat Departementaal Geregtshof, waaronder de befchuldigden behooren. Art. 17. Geen Nationaal Ontvanger doet, immer, eenige beraaling, dan op Oldonnantie van Commisfarisfën der Treforie, door.dezelven behoorliik geteekend, en bij die der Nationaale Reekening geregistreerd. B IJ L A G E. REGLEMENT, LETTER E. ■Behoor ende tot Titül IX, Van de wijze, van Herziening der Staatsregeling. ,Art. 1. Tot her daarftellen, der Commisfie van Herziening der Staatsregeling, zijn werkzaam alle de GrondVergaderingen in de geheele Republiek, welke ten dien einde worden opgeroepen, tegen den gewoonen dag der benoeminge van de Leden des Vertegenwoordigenden Lichaams, in den Jaare 1803. a Eik Vier - tal van naast aan elkander liggende Distrieten kiest één Lid , en éénen. Plaatsvervanger, tot deze Commisfie'. Zo er een overfehot mogt zijn van meer dan één District , word daardoor mede een Lid en Plaatsvervanger benoemJ ; doch, flechts één District overfchietende, word hetzelve gevoegd bij het naastgelegen Vier-tal. , 3. Eike Grond - Vergadering benoemt éénen Revifeur y en vervolge-ds éénen Kiezer rer Districts-Vergadering, en deszelf Plaatsvervanger;alles op dezelfde wijze, als, omtrend de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam, (TitallL en Reglement Lmtt. A.) is bepaald. 4. De veigisctKen van eenen Revifeur, en deszelfs Plaatsvervanger, zijn, dat hij ftemöevoegd Burger, ren vol-  < 85 > vollen dertigen oud zij, zëderd de laatfte tien Haren lnwooner der Republiek, of,elders, geboren, zederd cte 1 actte vijftien Jaaren; en bovendien geene ambten, noch posten van eenig beltuur , bekleeden 1e. Art. 5. Op den tweeden dag, na- de gedaane verkiezing^ komen de gezamenlijke Kiezers der Grond Vergaderingen, in de daartoe vastyellelde Hoofdplaatibn bijéén, tot het houden eener Diftrifts- Vergadering hnn'J" a P&t®* Vergadering, welke" uiedl gehouden word volgends hec Reglement, (Lett. A.) a. Uit alle Geloofsbrieven der Kiezers, opgemaakt htn« iStBaVe t0t Rcviftu" in dat District benoemde Perfoonen, en agter ieders naam aangeteekend, door hoeveele Grond- Vemderineeff hij benoemd is geworden. ° ' *. En worden , bij loting, uit de aldaar aanwezige Kiezers, drie Perfoonen benoemd, ten-eind* op tijd en plaats, door de Wet vooraf behaaldL met een gelijk getal van Kiezers, uit elfder f 'e naastgelegen Oiftritfs - Vergaderingen ; &i dezelrde wijze gekozen, verder werkzaam te zijn tot het kiezen van éénen 'Revifeur en -Plaats-vervanger , uit de gezamenlijke en vereetii-ida lijsten der vier zaamgevoegde Diftricren, op d* wijze, ten aanzien der verkiezing van Leden tot tiet Vertegenwoordigend Lichaam (bij hef'R**lement, Ljsti-kr A.) voorgeiciireven. 9 7. Ten dien einde, ontvangen alle deze Gelasrfaderï rot Jievereenigde Vergaderingeenen behoorlijken S bnef, mee de Lijst van alle de benoemde Leden, voÜ S a ™-1 Voorzitten en Secretaris van hunne' bijzondere Diftnéts Vergade» ingen. 8. 'len aanzien van de alzoo gekozen wordende Rei viieurs en Plaatsvervansers, is alles toepaslijk, wat bffi hec Reglement(Lette* A.-, W Akd^O SS,fsbCid"en V"^-oordiger/d 9. Van de gedaane keus word, door den Voorzitter dezer vereenigdé Kiezers-Vergadering, aan het Uitvoerend Bewind, ten fpoedigften, kennis gegeven. Alle  < ?f> > i Alle de berigten ingekomen, en de Geloofsbrieven van alle de gekozen Reviiiurs en plaatsvervangers door het Uitvoerend Bewind-gewettigd zijnde, (ten weiken einde zij deze!ven aan dat Bewind, binnen veertien Dagen na de gedaane verkiezing, inzenden ) geett Hetzelve van de benoeming der Commisfie vnn Herziening, bj Publicatie, aan dëfi V l ke krums, en bepaalt daarbij tevens den dag, op welken de Leden derzelve zig .zullen moecen bevinden ter beftemde plaacfe, om aldaar zitting te nemen. " Uiervan word aan elk der gekozen Revifeurs, ot daarvoor optredende Plaatsvervangers, door dat- Bewind mede aanfehrijv ng gedaan. •Art. 10. De Commisfie van Herziening vergadert binnen de Stad U'recht. , . II. Uiterlijk zes Weeken, na de gedaane verkiezing, vangt de Commisfie' haare werkzaamheden aan , na, ir> handen van eenen 'Commisfaris van het Uitvoerend Bewind-, de gewoone Verklaaring, hpöfd voor hoofd, te hebben afgelegd. .Zij verkiest den Oudften . harrer Leden tot Voorzitter, en eenen Secretaris uit haar midden. ic. De Commisfie van Herziening ontvangt, geduurende den riid haarer zitting , geene orders 'of bevelen van eeüge Magt, hoegenoemd, betreklijk het .onderwerp of de wijze haarer raadpleegingert, Derzelver Leden zijn nimmer aanfpraaklijk wegens hur.ne uttgebragte auvitfen of befluiten. Zj kunnen op geene andere wijze, geduurende den tijd hunner Zittvng, in regten hetrakken worden, dan de Leden van het Vertegenwoordigend Lichaam De Commisfie woont nimmer eenige openbaare plegtigUden bij. 13. leder fr.crnbevo.egd Burger heeft het regt, geduwende de eerfte Maand haarer zi-ting, aan dezelve intezenüen zoodanige individuele. fchriftlijke, beredeneerde, en doof hem eigenhandig ouderteekende voor* driften en bedenkingen, tot verbetering der Staatsrese ine, als hij oordeelt noodig te zijn. 14. Ü9 Comrmsiie flsat behoorlijk acht op alle deze' bedenkingen, zoo wel als op die, welke haar door de Leden van eenige openbaare Magt of Bewu.d- voe-  < §7 > voerend Lichaam, binnen denzelfden tijd, worden toegezonden jy,, ^ onde,.zoek en befl,k niet verdér uk, dan tot zoodanig Gedeelte Artikel, of Artikelen der Staatsregeling, waaromtrend haar eenige bedenkingen of voordragten, volgends Art. 13. en 14., Zij;V°eEnene^r Maanden, *a haare eerfte zitting, eindigt de Commisfie derzelver raadp eegingen, en zend onverwijld, haar verflag, fchuftluk , en door Saren Voorzitter en Secretaris onderteekend, aan het ^TefftoïdT^a'deze verzending, gaat de Commisfie ^S^ïedï'^va^dezelve geniet, gedomende den ..!,iin:i. 7irt;ntT een Dag-geld van tien Guldens, en, bii z'ine aXrns't eS vertrek, drie Gulden, voor ieder uCr afltands zijner woonplaats van Utrecht, voor reiskosten en tranfport. nirvnprpnrJ 4 Het ^^^S^^ÏÏv^ te Artikel, of Artikelen, der Staatsregeling, of wel de' redenen , waarom zij de voorgeflagen verandenn- geQC lMHe?ültïoerend Bewind doet dit verflag door den Druk gemeen maaken, en vervaardigt eene Pu•hlirarie daartoe betreklijk. af Hierna roept Hetzelve alle de Grond-Vergade. ringen in de geheele Republiek op, om, op eenen bepSden dag, ten minften vier Weeken na de af. kondiging, (Art. gemeld) bij J,ofA7«», de door de van Herziening ontworpen veranderingen in de StaatregeliBg, artikel voor artikel, goedtekeuren of aftekeuren, /.. . , ., ao. De uitflag der ftemming, bij meerdert eid, nevens het getal der voor en tegen geftemd hebbenden, in elke Grond-Vergadering, word behoorlijk in, gefchrifte gefteld , door den Voorzitter en Secretaris onderteekend, en onverwijld toegezonden aan het Uitvoerend Bewind. ^  < 88 > Art. 23. Alle deze inkomende berigten zend het Uitvoerend Bewind san het Vertegenwoordigend Li» chaam. H- : Het Vertegenwoordigend Lichaam doet, door het_Uitvoerend Bewind, ten fpoedigften, bij Proclamatie, aan den Volke bekend maaken den uitflag der ftemming, bij meerderheid, van alie de GrondVergaderingen. 25. De alzoo goedgekeurde Artikelen d*r Staatsregeling hebben, oogenbliklijk, na derzelver afkondiging, kragt van Wet. 26. Alle de voorgeftelde veranderingen verworpen zijnde, blijft de Staatsregeling, voor den tijd van vijf volgende^ Jaaren , bekragtigd. J 27. Na verloop van dien tijd, en vervolgends van vijf tot vijf Jaaren, kan 'er eene nieuwe Herziening der S:aatsregeling plaats hebben , doch alleenlijk in deze twee gevallen: a. Dat het Vertegenwoordigend Lichaam , op een beredeneerd voorftel van de Eerfte Kamer door de Tweede Kamer goedgekeurd, verklaar! de noodzaaklijkheid der herziening van één of meer Artikelen der Staatsregeling. De drie lezingen van zoodanig voorftel gefchieden, in elke der beide Kamers , van tien tot tien Dagen, telkens. Tot het opmaaken van een befluit dienaangaande, word in iedere Kamer vereischt oe volftrekte meerderheid van Itemmen van alle derzelver Leden, daartoe vooraf uitdruklijk opgeroepen. Een zoodanig voordel der Eerfte Kamer kan door de Tweede Kamer niet verworpen worden dan met eene meerderheid van twee derden van het volle getal haarer Leden. b. Of wel, dat vijftien ■ duiferd ftembevoegde Burgers, binnen de zes laatfte Maanden van het tiende,vijftiende, of twintig/te Jaar zig, met mdividueele en gereekende voördragten, tot verandering van hetzelfde Artikel of Artikelen der Staatsregeling, hebben vervoegd bij het Vertegenwoordigend Lichaam. Deze voordragten moe-  < 89 > moeten duidüjk aanwijzen het Artikel of de Artikelen, waarin men verandering begeert, en de yoorgeflagen verandering zelve.' Voörds, moéten dezelven bekragcigd zijn met een getui renis der Gemeente-Beftuuren, aangaande de ftembevoegdheid van derzelver Teekenaaren. Art. 28. Eén van beiden, of ook beide deze gevallen plaatshebbende-, doet het Vertegenwoordigend Lichaam door her Uitvoerend Bewind, daarvan, 'bij Publicatie, aan den Volke kennis geven, en alle de Groud-Vergaderingen in de Republiek,- tegen zieren bepaalden Dag, oproepen, om van artikel tot artikel te beflisfen of de Herziening al of niet zal plaats hebben. ' 29. De uitflag der ftemming word, wederom, door den Voorzitter van elke Grond- Vergadering, aan hetUitvoerend Bewind toegezonden, en uit alle de ingekomen berigten, door hetzelve opgemaakt de beilisfende mtipraak des Volks, waarvan aan het Vertegenwoordigend Lichaam, en aan het Volk, bij Publicatie, ten lpoedigften word kennis gegeven. 30. Zo de meerderheid der Grond-Vergaderingen verklaart, dat 'er geene Herziening zal plaats hebben, efteld6 SuatSregdln2 voor M volgende Jaaren vast- 31. Zo die meerderheid eene Herziening begeert worden de Grond • Vergaderingen opgeroepen, om ' op den dag, jaarlijks tot het verkiezen van nieuwe Leden voor het Vertegenwoordigend Lichaam bepaald tevens Revtfeurs te: benoemen, op de wijze, hierboven -4rt. 1—8. voorgefchreven. 32. Voords word, in dit geval, naauwkeurig in acht genomen alles, wat boven (Art. 9-24.) fc verordend; alleen met dit onderfcheid, dat de Commisfie van Herztenmg, als nu, geene andere Artikelen der Staatsregeling mag in overweging nemen, dan die welken volgens ^/.io., bij Publicatie', aan de ra Volke zijn voorgedragen» ADDIT. AR TIK.  «C 9° > ADDITIONEEL E ARTIKELEN tot de ACTE van STAATSREGELING. Fan het betaalen der TraBamenten van de Predikanten der voormaals Heerfchende Kerk, — de Penfioenen van derzei ver Emeriti en Weduwen, — de Nationaal - verkin tri'ng der Geestlijke Goederen , — de Verdeeling van Kerk • Gebouwen, én Pastorij-Huifen, — de Voordduuring der openbaare Inrigtingen van Onderwijs , —; de Verbetering van IFoeste Gronden, en van zommigè thdnds onbruikbaare Rivieren, te bevardcring van Land-, bouw en Koophandel, — en de Fpordduuring der Adminiftratlve Beftuuren. Art. X. De Gemeenten der voormaals Heerfchende Kerk blijven, geduurende de eerstkomende drie Jaaren ra de aanneming der Staatsregeling, de gewoone Tiactavnenten van derzelver Leeraaren eri Hoogleeraareu , bij wijze van Penfioen, uit 's Lands Kas, genieten,. ten einde dezelven, indien tusfchentijd, 'de noodige fchikkingen maaken tot derzelver verdere-befoldiging. II. Ook tot zoo lang, word aan dezelve Gemeenten het zoogenoemde Kindergeld voor derzelver Leeraaren toegewezen. Art. UI.  ♦€ 9i > Art. III. Alle Leeraars,Hoogleeraars en derzelver Waduwen,op De gropdfag van dit vergelijk is, in iedere Plaats, het grootst aantal van Leden der onderfcheiden Kerklijke penootfchappen, hetgeen alzoo de relative meerderheid van Zielen zal uitmaaken. Hetzelve zal de vóórkeus hebben omtrend de naasting eener Plaatslijke Kerk en Pastorij, onder bepaaling echter, na gedaane begrooting van de waarde dier Gebouwen, van eene maatige uitkeering, hetzij in eens of bij termijnen, aan de andere Kerk- Gemeenten, naar evenredigheid van derzelver Leden, welke allen , door deze bepaaling, worden gehouden, voor altijd afftand gedaan te nebben van de gemeeue aanfpraak. De alzoo genaaste Kerken en Pastorijen blijven, ten allen tijde, onder de bezitting, beheering, en hetSpeciaal onderhoud dier Kerk-Gemeenten , aan welken dezelven, volgends het hier voorgaand onderling Contract, zijn toegewezen. De gefchillen, over dit een en ander ontftaande, worden ten fpoedigften beflist door het Vertegenwoordigend Lichaam. j 5? T01-6"8' a3n de Kerkgebouwen gehecht, benevens de Klokken, met derzelver huiiingen, worden verklaard, eigendommen te zijn en te blijven der Burgerlijke Gemeenten , ftaande ten allen tijde onder derzelver beheering en onderhoud. Art. VIL Alle openbaare Inrigtingen, ter bevordering der Wetenfchappen , in deze Republiek bij de aanneming dezer Staatsregeling aanwezig , blijven op denzelfden voet voordduuren , tot dat daaromtrend, door het Uitvoerend Bewind, eenig voorftei van verandering aan het Vertegenwoordigend Lichaam gedaan, en door Hetzelve zal \yorden goedgekeurd. Art. VIII.  < 93 > Art. VIII. Ter bevordering van de» Landbouw en Koophandel, zorgt het Vertegenwoordigend Lichaam, dat zoodanige Rivieren, Vaarten en Doorfnijd:n?en ' gemaakf worden, als zullen dienen, om de woeste Gronden ten voordeele der Republiek te bereiden. Bijzonderlijk zal zulks plaats grijpen, ten opzigte van de Rivieren de Bommel en de Aa; zullende cie bevaarbaar smaakt worden, opwaards de eerfte van den Bosch tot Eindhoven , en de laatfte van den Bosch tot Helmond, als mede de Run of de Lij tot Oostermjk. V ,TBL Jrnl°erKnR V? dic°ntwerP< Z8l> uic 'sI Aldus door het Bataafschk Voit, in Deszelfs Grond - Vergaderingen , goedgekeurd en bekragtigd, op den o-siten van April, en ah zoodmig geproclameerd innz Cons titue eren de Vergadering, hetzelve Volk reprefenteerde, in den -Haag,,^» iften van Maij 1798, hst vierde jaar der Bataaffche Vrijheid* (Was geparapheerd) H. L. van ALTENA, vfc (Onder ftond) *" Accordeert met deszelfs Origineel. (Was geteekend) ADs. PLOOS vam AMSTEL.