2102 c 36    GËWIGTIGE /\jS. (fjRF RAADGEEVING dé AAN DE HOLLANDSCHE PATRIOTTEN, DOOR SOMMIGEN HtINNEJ MEDEBROEDERS. IN HOLLAND,   GEWIGTIGE RAADGEEVING AAN DE HOLLANDSCHE PATRIOTTEN* DOOR. SOMMIGÊN HUNNER MEDEBROEDERS. W aarde medeburgers en ongelukkige Iotgeïiooten! — de voor altyd bejammerenswaardige ftaat in welken wy door de overheerfching van de Stadhouderlyke party in 't jaar 1787 gebragt zyn , had aan hunne wraakzngt en woede een eindpaal moeten Hellen: zy hebben ons beroofd van hetoverfchot onzer Vryheid j zy hebben ons uitgekleed geruïneerd, en verdreeven ; zy hebben den grond van ons Vaderland met het bloed onzer broederen betpat, en met dat al is hunne wraakzu°-t nog niet voldaan; onze ongelukkige party ondervindt daaglyks nog nieuwe uitwerkingen hunner woede; en om die wreedheden te doen aanhouden en nog te doen aangroeijen , (pannen onze verwoesters alle mogelyke middelen in , om ons zelfs de hoop te ontrooven , van ons eenmaal te ontllaan van hunne vervolgingen. Om dit einde te beter te bereiken hebben onze verbitterde vervolgers reeds zederd lang tegen elkander gezegd , en zeker dit voegde aan zulke kme zielen : — „ Laat ons alles infpannen, om "den hoop vlugtende Patriotten, die bende hal" {lerrige wederfpannelingen,uitéén te verPcrooi" ïen en weder in de Republiek te lokken; zy* " die 'in hunne fchuilplaatfen by aanhoudendheid " het oog en den aandagt der zogenaamde Vry. " heidsvrieiiden op zich weeten gevestigd te hou'j, den : laat oiü heu onderons juk wederbrengen , ' A „ •«  ( * ) JS en hen weder vereenigen met hunne complicen, die hier te land gebleeven zyn , en laat ons hun den voet zodaauig op de keel houden, dat hun nimmer weder de lust bekruipe, om het hoofd optebeuren; want zo de Franfche ziek„; te eenmaal voet in Düitschland krygt, en van daar in onze daar aan grenzende Provinciën overllaat, zullen die uitgewekene Patriotten en s, andere Vryheidpredikers zich met de inwooners deezer Provinciën vereenigen , dè geest van opftand zal tot in het binnenlle Van de Republiek 5) doordringen, men zal algemeen eene omwentelitig doorzetten, en dan is het met ons bewind voor altyd gedaan. Maar, om ons oogmerk uittevoeren, moeten wy nieis fpaaren, om die Vlugtelingen veragtelyk en harelyk in 't oog van „ alle volkeren te maaken, en hen ten zeiven tyde tragten over te haaien tot hetaanncemen van eene Amnestie ', wy moeten hun die genade laaten aanbieden, onder de verleidendfte bewoor„ dingen en beloften, ten minften zullen zich eenigen in dien ftrik Iaaten Vangen; en zo het j, grootfte getal het oor daar aan niet wil leenen , zal zich nogthans het gerugt van die aanbieding allerwege verfpreiden, zoo wel als dat fommi,, gen die hebben aangenomen: dan zal Frank,, ryk, die aan een groot deel van dat Volk alle „ gunften en byftand bewyst, Frankryk , in welks oog wy hen met de zvvartfte koleuren zullen ,, hebben doen afi'childeien , zich minder over hun lot bekommeren, en zy, die dan zullen begiüijtïi te vree&eu, verlaaten te zullen wordea, zullen dan mooglyk de door ons aangeheldere genade aar.njemen." Zodaanig , Waarde medeburgers, zyn , en moesten natuurlyk zyn, de voornaamftebeweegredenen , en vooruitzigten, die onze vyanden hebben bewapgep, boven al geduurende het afgeloopen jaar, om eene Amnestie aan onze uitgeweeken broeders aantebieden , en zelfs om hen als te dwingen tot het aanneemen van die bedrieglyke aanbiedingen, door daar by alle middelen in het weik te Hellen, om' hen te belasteren, eu de ge- voe»  ( 3 ) voelefis van medelyden en achting in het hart huneer begunftigers uittedooven. Om dit ontwerp uittevoeren, moest de een or ander het rad draajen ; de Prinfes van Oranje belastte zich daar mede. Men moest tot dit einde in verfcheide oorden, en vooral in Frankryk, werktuigen , zendelingen, bezoldigden, in een woord, Volk van allerhande ftaat en rang, hebben, en die ontbraken 'er niet. Holland, Engeland, Pruisfen , leverden daar van elk hun aandeel ; openb'aare gezanten, intrigante knaapen, die een «root figuur maakten , avanturiers , fchryvers, fpions, ligtmislen, zelfs eene Vrouw, die zich den tytel van Baronnes gaf, en die door ons Vaderland was uitgefpoogen, om in Frankryk eene luisterryke rol te vertoonen , zoo wel als die van de eerlooste ligtekooy, niets wierd in dat geval door onze vyanden gefpaard. De voornaamften van die laage werktuigen van bedrog en dwinglandy fchilderden in devoornaamfte gezelfchappen, en zelfs by eenige Franfche Ministers, onze naar Frankryk gevlugte broeders af, als eene bende vagabonden en ballingen, als het fchuim der Holiandfche natie, als onrustige gevaarlyke lieden, die het goed onthaal en den byftand , die zy hier in dit Ryk genooten onwaardig waren. Zy voegden daar by, dat men hun in hun Vaderland vergeeving hunner misdaaden had aangeboden; dat het aanhoudend verkenen van byftand in Frankryk hen alleen verhinderde , die aanbieding aan te neemen, en dat zy daar door toe Jast van de Franfche fchatkist bleeven. Die verfchriklyke lasteringen, die eerlooze aantygingen , gevoegd by eenige andere oorzaaken , die ik hier niet zal noemen, hadden ongelukkig maar al te veel invloed op zekere perfoonen, en onder anderen op fommige leden der Nationaale Vergadering, die dus vooringenomen , niet weinig toebragten , om de verfclieidene billyke verzoeken , door die ongelukkigen in 't jaar 1791, minder voor zich zeiven, dan voor hunne gevlugte medepatriotten, die zonder onderftand met de bitterfte ellenden worftelden, gedaan, buiten deliberatie te houden. A 2 Aer"  C 4 ) t Tervvyl dus de voornaamfien deezer werktuigen Jn hunnen kring de onderdrukte deugd lasterden en de agtingswaardjgè ongelukkigen van allen onderftand zogten te berooven, verfpreidden hunne rnedeihïHk'is in de burger-gezelfchappen te Parys, in de Cofï'yhuyzen , en over:;! waar zy 'er maar gelegenheid toe hadden, dezelve gruwelen tegen deeze ongelukkigen. In deeze Had, zoo wel als Jn vreemde landen, herhaalden de loonTchryvérs in hunne gefcbriften het zelfde. Vyf of zes dienaars Van die zelve cabaal, en niet één, gelyk fomuiige penoonen hebben geloofd waren gelast, om de vlugtelingen over het hun aangeboden pardon te pólsfen': Êri dit is niet alléén géfchied^te P'arys , maar ook in yerfcheidé andere oorden van 't Ryk en elders. . Dit zeker was een delicaat point; men moest met veel voorzigtigheid eh omzigtiglifeid te werk gaan, op riat niet, door. te veel geriigt te maken, de doörzi'gtigfle uitgewekenen aan de overigen hunEer broeders den flang' ontdekten, die in het gras fctfoöJ. Ten dieu einde; moest men zich alleen vervoegen by lieden, die men dagt, dat tot het iahneemen van eene vergeeving eenigfints geneigd waren , en die tevens cenen genoegzaamen invloed op het grootfte gedeehe der vlugtelingen hadden, om hun dit voorflél imaaklyk te maaken. Sommigen van die laage werktuigen geloofden, zodaai.ïge lieden gevonden te hebben ; zy verzekerden , dal zy gemagügd waren, om eene vergeeving van at het gebeurde voor te Hellen; dat zy gèmastigd waren, te verzekeren, dat de gevelde vonnisfen van lyfHrafFen en baunisfement vernietigd en als nooit beftaah hebbende, zouden verklaard worden ; dat de aaiitlagihg en verbeurdverklaring van goederen zouden worden opgeheven; dat de Patriotten , die het meest hadden verboren, eenige fehadevergoeding zouden bekoomen; dat de afgezette regenten en br.rgerlyke zo wel als militaire Amluenaaren zouden habiel verklaard worden , tot het op nieuw bekleeden van ampten en bedieningen; dat aan den anderen kant de Stadhouder geneigd was, om eenige opolleririgen van zyn gezag te  C 5 ) te doen; dat eenige abuizen, die in de Cbiiftitutie, en in de verfchekle landsbedieningen waren ingefloopen, zouden worden verbeterd; dat men de burgers weder in het bezit van zotnniige regten en privilegiën, die thans buiten gebruik waren , zou (tellen, en zy , onder anderen, het regt zouden hebben van eene nominatie hunner Regenten te maaken , uit welke de Stadhouder de electie zou behouden. Deeze zyn min of meer de voorfiageh en beloften , die aan fommigen van onze broeders zyn gedaan. Maar waarde medeburgers , wie onder u begrypt niet, dat die voorflagen van vergeeving, dat die beloften van herroepingen tier fententien , de vernietiging der confiscatie &c. niets anders waren , gelyk wy reeds hebben gezegd, dan een lokaas, om onze uitgewekene broeders weder naar 't Vaderland te doen keeren, ooi hen daar zodaanig in bedwang te houden, dat de minde beweeging van hunnen kant nimmer te vreezen was? wie uwer befchouwt de belofte van fehadevergoeding niet als eene andere fpeelpop? wie ziet niet dat het verklaareri van de afgezette Regenten en Ambtenaaren als habiel om op nieuw die charges te bekleden, niet minder bedrieglyk was ? Zouden zy, die verzogt hadden geplaatst te worden, niet eerst hebben moeten zweeren de tegenswoordige Conftitutie der Republiek te erkennen , te handhaaven en te verdeedigen ? En zouden zy daar door niet de nieuwe pilaaren van de affcbuwlykftè dwinglaudy zyn geworden ? Wie van u begrypt ook niet, dat de verzekeringen van de geneigdheid des Stadhouders, om iets van zyn gezag opteofferen, zoo wel als de belofte, van het weeren van eenige misbruiken , en het herfteüen der burgeren in hun regt van hunne Regenten' ie benoemen; zoo veele hersfenfc'iimmen waren , met welke men onze broederen tragtte te paaijen ? — fn de daad , medeburgers, daar men zich op het enkel woord van zyne vyanden niet kon verlaaten, wie zyn de Mogendheden van Europa, die in dat geval aan onze broeders de naarkoming van alle deeze beloften zouden hebben gegarandeerd? Geenc A ;4 De  C ft in  C 5 ) in Frankryk als in andere landen, om hen In dia voorftellingen (maak te doen krygen. Wy zouden, indien wy in alle de byzonderheden dien aangaande wilden treden, een boek van eene handdikte kunnen opftellen , maar dit is hier onze zaak niet. Voor 't overige begeeren wy hier den naam van geen eenigen onzer uitgewekenen bloot te ftellen', echter kunnen wy niet voor by te zeggen, dat eenigen hunner, door nieuwsgierigheid gedreeven, met eenigen van de werktuigen dier cabaal in eene brierwisfeling over dat onderwerp zyn getreeden^, en dat dit aan onze vyanden voet heeft gegeeven , om te verfpreiden, dat de uitgewekenen genegen waren, om de vergeeving aanteneemen , dewyl zy het voordel hadden aangehoord. Maar anderen hebben terliond alle voorflagen van dien aart verworpen, anderen hebben op eene meer gevoelige wyze hunne verontwaardiging aan die zendelingen doen blyken , waar van de ruggen der Heeren Barth en Ptdal de proeven hebben gehad; en op die wyze behoorden ook een zeker klein Graafje , een zekere Advocaat, een Pruisfifche Jood, en eenige anderen van het zelfde foort en van verfchillende natiën, tot het zelfde einde in Frankryk, Braband, Luik, Spa en elders gebruikt, behandeld te worden. Schoon thans dat onderwerp fchynt aan den fpyker te hangen, het is het egter niet geheel en al; het is alleen maar een weinig opgefchort, en vroeger of later kon het wel weêr op het tapyc komen, en fterker doorgezet worden dan te vooren. En in dat geval, uitgewekene broeders', -houden wy ons verzekerd, dat gy op uwe hoede zult zyn tegen de nieuwe ftrikken , die men u zou kunnen fpannen, en vooral tegen de mbiaazingeïi van eenigen uwer medgezellen , die naar het oogenblik fnakken, dat zy gerust en veilig naar hun overheerscht Vaderland kunnen terug keeren. Die laage zielen, die tot fchande van onze party zyn, zyn de gevaarlykfte voor ulieden; en zon.mige valfche broeders, die uitlandig zyn gebleeven ,of naar de Republiek wedergekeerd, zyn het Hiet minder; wy hebben 'er de blyken van. Dat zulA 5 kea  C >o > ken onder ulieden, die geen ander middel van be^ Haan hebben , dan de onderfteuning van Frankryk, van welke zy zeker niet zullen beroofd worden, om aan den Stadhouder overgeleverd te worden, gelyk het Fransch Ministerie, in 1787, ons allen aan de Pruisfchen beeft overgeleverd, het oog vestigen op die andere uitgewekenen , die , fchoon het geluk hebbende van hunne goederen te hebben behouden , liever alles zouden willen verliezen en tot den ftaat, waar in die ongelukkigen zich bevinden, gcbragtzyn,dan weder naar de Republiek V eren , en den nek buigen onder den yzren fcepter der heerschzugt, die ondraaglyker is dan die v^n Algier en Tunis. Met een woord, dat zy altyd zich zeiven waardig blyven, en het voorbeeld, vo.gen van die moedige Vaderlanders, den fchooïien naam van wqnre Patriotten waardig. Tegen woo1 lig gaan wy over tot eene zaak, die onze g heele party niet minder raakt, dan 't geen ik reeds heb gezegd. * * * Het is ontegenzeglyk, dat, om ons Vaderland, zo vry en zo gelukkig te maaken als het zyn kan , het zelve eene geheele nieuwe Conftitutie moet hebben , die die vryheid en dat geluk op onwrikbaare grondflagen vestigt. 'Er is dus geen goed Patriot, die niet naar zodaarig eene Conftitutie verlangt. 'Er is geen goed Patriot, die tot dat einde niet reikhalst naar de vernietiging van die verfcheidenheid der Provinciën , die ongelykheid der wetten , gewoontens, plaatfelyke regten en privilegiën, die min of meer tegen elkander ftrydig of wanvoeglyk zyn , zo ook der byzondere Gilden, der onderfcheidingen , uitzonderingen, perfoonlyke prerogativen of voorregten, het zy die alleen tydelyk of erfiyk zyn. 'Er is geen goed Patriot, die niet verlangt naar de vernietiging van alle die zaaken, ten einde de geheele Republiek maarEEN geheel uitmaake, verdeeld in departementen , districten , cantons &c. ten  C ii ) ten einde de wetten en rcgten eenvorn'?: allen gemeen zyn, en dat by gevolg lette hvoor hoofd deel hebbe aan de zelve vryneid ca natuurlyke gelykheid. Eindtlyk, 'er is geen gneci Patr;ot, me ni«| vuuriglyk verlangt, dat alle bur^e > • van het Vaderland deo gen op i tjgen , en hunne by-vmtu-re belangen , hunne • oordeelen, hunne zinuelykhedeii, hunne gép« heid of haat voor de eene of andere pa ty moedig opofferen, ter yerkryging van dit Qflfehat-» baar goed, waar aan zy en huu:je nakomelingen moeten deel hebben. Het is dus in het uitzigt, van de yeritrygmg yan dit geluk voor ons Va^ v !; . gedee'ltelyfc gemaklyk te maken, dat fommigui pnaerme Ubur-, geren het plan hebben gemaakt, om die hunner broederen , die daartoe kund gheden en bekwaamheden hebben, uittenodigen , om zichèy voor rand toetelegsen op het vormen van een plan van Conftitutie ,~die alle die voordeelen en eene wer.fcnelyke vastigheid bevat, en hunne gedagten over dit onderwerp gemeen te maaken. Dit zal te minder moeilyk vallen , wanneer men, men dit plan bezig, by het geen de plaatslykegelegenheid, het politiek en commercieel belang van ons land zoo wel als het carafter en de zeden van deszelfs inwooners verëisfchen, nog voegt het geen men het best het voordeeligst vind in de Conftitutien en wetten van de vereenigde Staaten van Noord-America , en in de nieuwe Conftituüe en nieuwe wetten van Frankryk. Nittegenftaande onze tegenswoordige ongelukkige omftandigbeden , het wreede en magtige juk , onder welk ons Vaderland zugt , en de tegenswoordige politieke gefteldheid, het gunftig rvdftip tot het vormen van eene zodaanige Conftitutie voor ons Vaderland nog zeer ver af doenfcnynen , nodigen wy nogthans ook van onzen kant alle onze verlichte en welmeenende medeburgers, om zicli ernftig op het vormen van dit plan toetcleagen- Aan deeze ouze agtingswaardige broetïers een vry en ruim veld ten deezen opzigte overlatende, en  Cm) en overtuigd, dat zyzo wel als wy weeren, dat de Souverainiteit onverdeelbaar en onwederzc' dat men aandagtig overweegt, bet geen volgt: i°. In verfchillende Provinciën zou de Aoel, om zyne voorgewende rechten of privilegiën te behouden , en uit verlangen, om aan het Hof van den nieuwen Monarch geplaatst te worden, zich haasten, om reeds by voorraad toeteftaan alles, wat de Stadhouder zoude eisfchen. 20. Alle perfoonen die eenige ampten of bedieningen, van welken aart of hoe noodzaaklyk ook , bekleeden, zy, wier ftaat, bedieningen ofrykdommen alleen op eenige nuttelooze inftelungen of op misbruiken zyn gegrond, of welke hunne inkomften gedeeltelyk alleen te danken hebben aan den roof, de knevelaryen of andere onregtyaardigheden, zouden handelen even als deeze Adel. 30. Een groot aantal andere individus van alle clasfen, begeerig om ten eenigen tyd eeniü aanzienlyk of voordeelig ampt te krygen , zouden even het zelve doen. 4°. Alle de Apostaten van onze party, die van den aanftaander. Koning nog de belooning van hun fchandelyk gedrag niet hebben ontvangen, en anderen, die by deeze gelegenheid niet zouden in gebreke blyven, om verder aftevallen, zoueien geenzins de laatfte zyn, om dit voorbeeld van hen te volgen , van welke wy koomen te fpreeken. 50. De dienaaren van den heerfchenden Godsdienst, ïaloersch om deeze hunne beerfch'appy ftaande te houden , begeerig om hunne volksachting en invloed te behouden, die zo zeer hunnen hoogmoed ftreelt, even jaloersch om dat zoort van rechtsgebied niet te verliezen, welk zy voeren in hunne Clasfen en Synoden, die zich zo vaak met niets anders bezig houden , dan met de fchandelyke of befpottelyke gefchillen dezer dienaaren, zouden hemel en aarde beweegen, om den troon van Willem V. honderdmaalen hooger te verheffen, dan hy moest zyn, mits dat hy ook hen in hunne vorderingen ontzag. 6°. Onder voorwendfel van de zaak van Godte vereleedigen ^-zouden alle de devoten, fanatieken en huichelaars van deezen Godsdienst , welke de Republiek in een zo aanmerkelyk aantal opk B vert,  C i8 ) vsrt, niet nalaten, om met alle mogelyke nfddelen , tot weike men hen bekwaam kent, de vorde-i ringen van hunne zielenherders te onderfteunen. 7°. Het grootst gedeelte dier burgeren van de Republiek, aan welke de belydenis van dezen zeiven Godsdienst het uitfluitend voorrecht geeft, om alle 's Lands bedieningen en ambten waartenemen . zouden liever het welzyn van hun Vaderland opöfférèn, dan dat zy zouden dulden, dat hunne medeburgeren , die van eenen anderen Godsdienst, om het even van welken, waren, in de genieting van een recht deelden, welk God en de natuur aan alle menfchen toeftaail. 8°. Reiden de Land- en Zee - Officieren , everi fterk gedrongen door hunne eerzucht en hun belang, en meer roem Rellende in tot hunnen Chef te heffen eenen magtigenKoning, dan een hoofd, wiens magt was beperkt, zouden met niet minder drift medewerken tot de verheffing van dién Vorst. 9°. Met laagfte gemeen, welks afgod hy is, en welk in zoortgelyke omwentelingen zo veel vermag, zoude de pogingen van deze lieden met niet minder nadruk onderfteunen. io°. Het zoude zelfs mogelyk zyn , dat in zommige ProVinttën het meerder deel der inwoönéreri liever verkozen, dat Willem met eene onbepaalde Souverainitéit wierde omkleed, dan dat zy vaarwel zeiden aan hunne oude Conftitutie, aan hunne oude wyze van beduur, dan dat zy zagen, dat hunne Provintie eene geheel eenvormige gedaante aannam met betrekking tot de wetten, en verdeeld wierd in departementen , districten, cantons en andere onder - verdeelingen , welke van te vooren niet beftonden. Indien alle deze middelen niet voldoende waren, zou het goud van Willem, en dat van Pruisfen en Engeland her daar aan ontbreekende aanvullen. Men weet, wat deEngelfche guinjes„ gedurende onze onlusten in d- Republiek hebben uitgewrogt; — Men nee me in aanmerking, hoe zeer het vreemd goud, en zelfs dat van Frankryk zelve, in onze dagen hebben gewerkt, en nog werden , om de Conftitutie van dit Ryk om ver te werpen; — men beoordeele, uit al het geen wy  (19) komen te zesgen, welke overwigt de StadhouderJyke party zoude hebben in de algemeene Volksvergaderingen , in de Vergaderingen der Kiesheeren, en eindelyk, in de Nationaale Vergadenng zelve, en of elk eerlyk man zich niet aan zyn bógenfchynlyk bederf zoude blootftellen, indien hy een enkel woord durfde fpreeken ten voordeel van de Vryheid der Natie, en van haare onvervreemdbaar Souvereiniteit. 12°. Indien het goud, waar van ik heb gelproken , niet voldoende was, zoude men het ftaal en het vuur gebruiken. De ondervinding heeft ons reeds geleerd, hoe kragtig de werking van deze twee vereenigde middelen is. Te geloven, dat in deze vergaderingen de gevoelens der beide partyen met elkander zouden overeenftemmcn, is te geloven aan het onmogelyke, is het menfchelyk hart niet kennen , is niet te weten, dat het egoïsmus , het perfoonlyk belang * de oude vooroordelen, de gewone gemoedsaandoeningen, en vooral eene hevige en ingekankerde haat, zich niet in één ogenblik laten uitroenen. Dat is vooral niet te weten, dat het grootst gedeelte der inwoners van ons Vaderland nog met ryp zyn voor de Vryheid; dar het nodig is, dat de rampen, die dit Vaderland drukken, nocheeni«ren tyd blyven voortduuren, voor dat deze lieden de oogen openen, voor dat zy overtuigend gevoelen, dat alleen de grootlle opofferingen van hun perfoonlyk belang, en deuiterfte energie van hunnen kant in ftaat zvn, om hen van dezelve te verlosfen. Wanneer zy dit zullen gevoelen, dan zal men kunnen zeggen , dat zy de nodige rypheid hebben verkregen, om vry te zyn. Na dat het den Stadhouder dan door alle de hier boven aangewezen middelen zoude gelukt zyn, zich de opperde magt tocteëigenen, zoude 'er door hem van deze magt nooit anders worden gebruik gemaakt, dan tot zyn eigen byzonder voordeel, en tot dat van zyne medehelpers en befchermers , naamlyk tot voordeel van Pruisfen, en vooral tot dat van Engeland, welke de gezworen vyand is van het welzyn en van de Vryneicl van ons land. „, B 2. Te*  ( 20 ) Tegen te fpreeken, het geen wy in het voorgaand artikel komen te zeggen, is het uiterst belang niet te kennen, welk deze beide Mogendheden daarby hebben, dat zy de Republiek ter haa- rer volle befchikking houden : dat is , niet te weeten , dat 'er buiten ele banden des bloeds , nog eene andere beweegreden is, door welke het huis van Oranje aan deze beide Mogenhcden is gebonden, welke bellaat in de noodzakelykheid , om door haar gehandhaafd te worden in alles wat het bezit, en 'er door onderlfeund te worden in het Verkrygen van alles, wat het nog verder kan verlangen. Te geloven, dat Willem V, Koning geworden zynde, zoude ophouden, zich door dit beweegmiddel te laaten regeren, en dat hy zich alleen tip de bevordering van den bloei en den voorfpoed der Republiek zoude toeleggen , is vergeten te hebben, dat in 1787, toen hy zegcnpralend in de Republiek te rug keerde, hy door niets wierd belet, om daar mede een begin te maaken; toen wierd hy door niets weerhouden, om de achting en het vertrouwen zyner vyanden zelve te winnen, en zich eenen onfterffelyken roem te verwerven , door edelmoedig al het gebeurde te vergeeten, door de beide partyen te bevredigen, door goedfehiks medetewerken tot het uit den weg ruimen der misbruiken, cn door den Burgeren het genot hunner ou 'e rechten en voorrechten te geven. Dit alles is juist het tegengeftelde van het geen hy heeft gedaan , hy is alleen bedagt geweest, om zyne brandende wraakzÜgt te voldoen en om de ketenen van zyn ongelukkig Vaderland nauwer toetehaalen. Dit bewyst, wat wy van hem zouden te wagten hebben, indien hy koning ware, zo wel als van zyn Zoon, die niet meer zal deugen dan hy. Het is dus ontegenfpreeklyk waar, dat in alle landen, welker hoofden, onderlleund wordende door eene talryke en te dugten party, zich in het bezit hunner magt willen ftaande houden ,of deeze noch willen uitbreiden, geene omwenteling kan ■worden daargefteld, dan door eenen [nellen en vreeslyJcen fchok; zy kan niet voltooid of bevestigd worden, dan door het geweld en door eene moedigt  C « ) ge en aanhoudende worfleling tegen de pogingen der tegenpavty. Maar zyn de Hollanders in het geval van dit te kunnen doen ? — Hebben zy op dit ogenblik daar toe de nodige kragten? — Hebben 'zy genoegzame middelen aan de hand, om jKiilk eene onderneming gelukkig te kunnen volvoeren? Zeker neen. Dus, alles te famen be- febouwd, is bet beter voor ons, dat de zaaken voor als nog biyven in den ftaat, waar in zy zyn ; dewyl wy, door den Stadhouder groter te maken dan 'hy thans is, voor altyd onze ketenen vastklinken. Laat ons hier byvoegen, dat, wanneer wy al konden hoopen, in het verwyderen van den Stadhouder te zullen (lagen , en eene Conftitutie te maaken zodaanig als'wy die verlangen, het nog dwaasheid zou zyn, dit te ondernemen, zo langde Franfche Conftitutie niet volkomen gevestigd is, dewyl alle de magten van Europa, de natuurlyke vyanden van die Conftitutie, welker meuwgemaakte onderlinge verbindtenis bekend is , en die mogelyk diezelve Conftitutie zullen willen vernietigen , zich zouden verzetten tegen alles, wat wy zouden willen doen, of vernietigen al wat wy gedaan hadden. 'Dat voor het overige de inwendige hinderpalen , die zo magtig als talryk zyn, die zich hebben verzet en noch hedendaagsch verzetten tegen de vestiging der nieuwe Franfche Conltitutie in Frankryk, waar het waar Patriotisme zoo vuurig is, waar de Patriotten zoo talryk zyn , genoeg aanduiden , met hoe veelc hinderpalen van dien aart wy by ons zouden hebben te worstelen, zo wy iets dergelyks zouden willen ondernemen, zonder in ftaat te zyn,, van aan allen, die zich tegen ons voornemen wilden verzetten, onwederzeglyk de wet te (tellen, en zonder door de gunft-iglte omftandigheden van buiten onderfteund te worden. Derhalven, wanneer wy in die ongetwyheld beklagenswaardige gefteldheid biyven , in welke wy nu zyn , 'fchiet ons ten minsten noch de hoop op eene gelukkige verandering over , zie hier gedeelteivK wat ons daar toe kan brengen» B 3 l*"  C i°. Indien de Franfche Conftitutie onherroepbaar wordt bevestigd, dan is het meer dem waarfchynlyk, dat de liefde tot de Vryheid zich van land tot land zal uitbreiden , en dat binnen weinig tyds verfcheiden volken zullen ondernemen de Vryheid te herwinnen en die ook zullen herwinnen. 20. Het is niet min waarfchynlyk, dat de hooploze ftaat der Finantien van Engeland, en de onmooglykheid, waar in dat Ryk is, van deinteresfen te betaalen, binnen weinige jaaren eene volle* dige omkeering van zaaken aldaar zullen te weeg brengen. 3°. Dan zullen die geene derHollandfche Capitalisteu , die hunne rykdommen door deeze omkering zullen zien verzwelgen , een land vervloeken, waar aan het belang alleen hen gehegt hield; en by terugkaatfwg van deezë verliezen, zal het HoC landsch gemeen, welk dan nog meer zal lyder?, dan het reeds werkciyk lydt, insgelyks dit land' vervloeken, en daar door minder geneigd zyn, om zien tegen onze pogingen te verzetten. 4°. Van eenen anderen kant, het juk, onder welk de Republiek zugt, van dag tot dag zwaarer wordende, en de ellende 'er in evenredigheid toenemende, zullen beiden eindelyk ondiaaglyk worden aan de blindöeen yverigfte voorftandeVs van het huis van Oranje; en dan zal het meerder deel van hen eindelyk de oogen openen voor de waare oorzaken van alle deeze rampen, en zien, dat dezelve in niets anders is te zoeken, dan in de Tiranny van den afgod, welken zy aanbidden. 5°. Het licht der reden, welk zich in deeze tyden met eene tot hier toe onbekende fnelheid verfpreidt, zich voegende by het gevoel van deeze rampen , zal het meerderdeel der inwoneren van ons land den aart en de waardy der waare Vryheid doen kennen, en derzelver gemoederen voorbereiden , om alles te ondernemen, ten einde dezelve te herwinnen. In deezen Raat van zaken zal het ogenblik gekomen zyn , om in ons Vaderland den ftandaart dier geheiligde Vryheid opteribhtes , en 'er dien (hellen en onweerftaanbaren 1'chok te beweikftelligen , zonde:  C 23 ) der welke geene omwenteling gelukkig kan wor- den uitgevoerd. Dat alsdan onze zegen- pralende party onderneme eene Conltitutie te formeren , die een vry Volk waardig zy : en zo men, in het maaken van deeze Conltitutie, na alle mogelyke berekeningen , onvermydelyk nodig oordeelt, een hoofd der uitvoerende magt, met den titel van Koning aanteftclien, dat het dan iemand zy , die niet reeds de geesfel van zyn Vaderland geweest is, ja die niet reeds van te voren en van lange tyden her, zich eenemagtigeparty heeftaangefchaft, beftaande uit verblinde , kwalykdenkende, en van zynen wenk afhangende lieden; dat hy alle zedelyke en burger-deugden in zich vereenigej dat hy niet door de banden des huwlyks vermaagfchapt zy met eenig gekroond of Keurvorftelyk huis, of zich, even zo min als zyne opvolgers, daar mede moge vermaagfchappen, dat zyne magt erffelyk zy in de manlyke linie, met uitduitingder vrouwen en haareï. nakomelingen, en dat de vrouwen voor altyd van alle zaken van Regeering verwyderd biyven. By deeze gelegenheid is het te hopen, dat alle waare Patriotten zullen in het oog houden , dat Willem V. Ryfnoofdig en onverzetlyk is, dat hy zich geheel overgevende aan den raad zyner kwaadaartige leidslieden, het dodelykst werktuig is geworden , welk de vyanden des Vaderlands hebbe:i kunnen gebruiken , om ons te bederven. > Deeze goede Patriotten zullen zich vooral lerjnneren, dat in den Oorlog van 1756 zyne hatelyke moeder, waardig het ras, waar uit zy was gefproten, den roem en de belangen der Republiek, zo wel als de middelen van beftaan van onze mede-Burgeren, onbefchaimdelyk aan de Engelfchen heeft opgeofferd. Dat in tien Oorlog van 1781, haar Zoon, op zyne beurt niet min, ecner zodanige Moeder en zynen eerloozeu Leermeester waardig (*), onbefchaamdelyk dezelve zaak heeft gedaan", door onze Oorlog-fchepen in de Havens te laaten verrotten, door onzen Koophandel zonder befcherming, onze Eilanden zonder verdeediging, ea (*) Dan Hertog Lvdewyk van Brtuiswy&, B 4  ( 24 ) en nïïes ten prooi te laaten van eenen Vyand, die den Oorlog tegen ons voerde. Dat van alle tyden af die zelve Zoon zyne despotieke magt of zynen onmiddelyken of zydelingfchen invloed heeft misbruikt, om niet alleen de raderen van het gouvernement der Republiek in her algemeen, maat ook die van her gouvernement van elke Provincie en van elke Stads-regeering in het byzonder, naar zyn Welbehagen re doen werken , om zyne fchandélyke oogmerken te bereiken. Dat hy, gedreeven door dezelve beweegredenen, en ter bereiking van dat zelve oogmerk, de verderffelyke gevolgen van die mast en dien invloed heeft uitgeitrékt tot ai!e de Cdlegien van Justitie en der Finantien, tot de vyf CoHegien der Admiialiteit, tor geheel het Zee-wezen, tot de geheele Landarmèe, tot de beide Indifche Compagnien , tot de Univerfi.eiten , in één woord-, tot de geringlte deefen van alle mftélHngèn, Etablisfementen eu Gilden der zeven Provinciën. Dat, daar zyn alle recht en vryheid vernielend gezag, op deeze wyze,op alles werkt of invloeit, men kan zeggen , dai Ky alleen in de geheele Republiek in de eene hand den beker van alle gunften , en in de andere hè» zwaard der wraake hield, en dat 'er by gevolg rrièt één enkel individu was , welken hy niet, door het geeven van hoop of van beloningen, kon winnen , of wien hy zyne wraak niet kon doen gevoelen. — Dat hy op deeze wyze zo ver is gekomen, dat hy zelf de minfte fporen van onze Vryheid heeft uitgewischt, en 'op haare ruïnen een zo haa'lyk despotismus heeft opgerigt, dat hy in verfchillende gevallen de Burgeren aan hunnen natuurlyken rechter heeft durven ontrukken, om hen voer den militairen rechtbank te (leepen, dieblin- deling van hem afhing. Dat, om zich in dit toomloos despotismus (taande te houden, hy cu de zynen, door het uitdelen van geld, door het verfpreiden der zwartlte lasteringen, door behulp van de huichefary en het fanatismus, endoor alle verdere fchandélyke middelen, die menigvuldige oproeren heeft geftookt , aangevuurd en doen vooriduuren , van welke wy getuigen zyn geweest, tea einde de (tem eener Natie te finoren, welke I 1 ge-  C *5 ) gebukt gaande onder het 'gevvigt haarer ketenen , haare wettige rechten te rug vorderde, en eischte bevryd te worden van den last der misbruiken en der rampen, welke de Republiek hebben gedompeld in den afgrond, waarin men haar heeft zien ter neder ploffen. Dat die zelve mm altyd heeft gefpot met , of zich heeft verzet tegen de orders en de uitdrukkelyke bevelen van den Souverein, die hem tot zynen pligt terug riep. — Dat hy in 1785 en 86 en tot in Juny van 87, dat is te zeggen, toen zyne zaaken in den hopeloosten ftaat waren, alle voordellen die hem tot een vergelyk zyn gedaan, heeft biyven weigeren : —dat geene raadgevingen, geene vertogen, geene fmeekingen ooit eenige de minde uitwerking hebben gehad op zyn ongevoelig hart: Dat daar^ entegen, en in weerwil van alles, wat men zoude kunnen zeggen, 'er geene willekeurige daad , geene onrechtvaardigheid, geene fchanddaad , geene misdaad is, waar aait hy en zyne fuppoosten zich niet by aanhoudenheid hebben fchuldig gemaakt. Dat hy in 1786, onderdeund door zyne eerloze medeltanders, in Gelderhnd de verwoesting der ongelukkige fteden Hattem en Elburg heeft gezworen , en deezen barbaarfchen eed heeft durven volbrengen. Dat in den zomer van 1787 militaire Officieren en Regenten zelve, die door hem en zyne Vrouw wierden aangevoerd, een gedeelte van de Troepen van den Staat en een woedend gemeen hebben aangezet , om alle de welgezinde Burgeren van Arnhem en van veele andere deden van Gelderland te ontwapenen , te plunderen en te ruïneren. — Dat, terwyl het dus toeging, fommige Regenten van Middelburg, door dezelve dryfveören aangevoerd, in die Srad en in andere ftreeken van Zeeland dezelve gruwelen deden uitvoeren. — Dat, niet voldaan van zo veele eerloze en ontmenschtc daaden, en om over. onze geheele party hunne godloze wraakfioolen uitteftorten , die verachtelyke dwingeland, en zyne ouverzoenelyke egtgenote weinig tyds daarna de Pruisfen inriepen, — dat de plunderingen, de verwoestingen, de geweldplegingen, de mishandelingen, de wreedheden, door die vreemde 13 5 mi-  militie, en door het Stadhoudersgezind graairvrs gepleegd, de natuur doen fidderen. Dat alle7 onze gewapende broederen, die in de handen der Pruisfen zyn gevallen , vervolgens door die rovers zyn uirgefchud, ja de meesten tot op het hembd uitgekleed , dat men hen in dien ftaat en door geforceerde marfchen, terwyl zy op de verfchriklykfte wyze doc.r honger en vooral door onlydelyken dorst, dien men hun niet toeliet te lesfchen, met ftokflagen en fteken tot Wezel zyn gebragt, daar zy den een op den anderen in donkere, vogtige onderaardfche gaten wierden gefmeten , die door eene vergiftige lugt en Hinkend ongedierte befmet waren. Dat zy, aldaar niets hebbende, om zich opnoderteleggen, dan een weinig verrot ftroo, en niets anders, om zich te voeden, dan een weinig zwart brood en eenige oortjens 'sdaags, nog daaglyksch. de grievendfte lasteringen en beledigingen moesten uitftaan : — Dat zy, door gebrek aan alles, wat tot verfchoning moest dienen, voor het grootfte deel van hen , door het ongediertop de ellendigfte wyze wierden geplaagd, — dat de loop onderhen in die holen van wanhoop aangeftoken zynde, zeer velen van die ongelukkigen door die ziekte zyn geftorven. Dat een groot getal van hen , wier jaren, geftalte en gezondheid hen tot den militairen dienst bekwaam maakten, door de wreedfte bedreigingen, en menigmaal door ftokflagen genoodzaakt wierd, om voor al hun leven de Pruisfifche uniform te dragen. — Dat ook in één der. Cachotten van Wezel de achtingwaardige Baron van de Capellen , Gouverneur van Gorcum, door de ontmenschte mishandelingen, en kort daar na door zynen beklagenswaardigen dood, die 'er het gevolg van was, voor altyd de onvergeellyke misdaad heeft uitgewischt, dat hy altyd deugdzaam en oprecht was; dat is te zeggen, dat hy rioor zyne deugden zich den haat van Willem den Vyfden en zyne wraakzugtige Gemalin had op den «ais gehaald. — Dat zo veele wreedheden, door dar helsch gefmeed verraad , tegen die gevangenen vcrfcheiden maanden heeft geduurd; en dat eene groote menigte dier ongelukkigen, die ncch in 't lee-  ( 27 ) keven zyn gcbleeveh, voor altyd hunne gezondheid hebben verloren. — Dat die zelve Pruisfen, niet te vreden, van aldus de braave Patriotten, die zy gewapend hadden gevonden , te mishandelen , met geweld de Vaders aan hunne huisgenoten, de Zonen aan hunne ouders, en veeleandere burgers, die vreedzaam en Uil geene wapenen hadden gedragen , hebben ontrukt, en naar Duitschland gevoerd, en hun onder de Troepen van Frederik hebben doen dienst neemen, zonder dat zy konden hopen , hun Vaderland ooit weder te zjen. _ Dat in alle ftreeken van de Republiek, waar die ontmenschte wreedaarts geen voet hebben gezet , de Oranje party , aan woedend pngediert gelyk geworden, alleen alle'de gruwelen heeft verrigt, waar toe zy in ftaat was; en 't geen vooral in de fteden Zierikzee en in 's Hertogen-hosch is gebeurd , zal 'eeuwig met afgryzeri in geheugen biyven. — Dat, terwyl dit alles gebeurde, Willem de Vyfde alle de noch overige Patriotlche Regenten en Magiftraten van de Regeering deed ontzetten , en anderen, die zyne party geheel en al waren toegedaan, op het kusfen deed plaatfen; en om hem te beter te behagen en te dienen, beDofdemen de andere ongeltikkigen van hunne bedieningen, van hunne ampten, van hunnen ftaat, van alle middelen van beftaan, en bragt een eindeloos getal van huisgezinnen tot de jammerlykfte ellenden. Bat in dien zelven tyd, en vervolgens , duizenden burgers van allerleijcn Hand en rang zich gedwongen Zagen hun Vaderland , dat een woonplaats van wraakzugt en verfchrikking was geworden , te ontvlugten, terwyl anderen in boeijen wierden gefmeeren ; een groot aantal gebannen , veele hunne goederen verbeurd, en fommigen aan lyf- en doodftraf fchuldig verklaard wierden; de gruwelen van dien aart, die reeds vier en een half jaar hebben geduurd, zyn noch niet ten einde! — dat zederd die verfchiiklyke omwenteling, de Stadhouder en zyne hem waardige Egtgenote de overheerfching tot zulk eenen trap hebben gebragc, dat de Staatcn van iedere Provincie, en by gevolg de Staaten Generaal, niet 'anders > dan de lafhartige diensrknegten en werktuigen van die twee perfo«agien zyn. — Dut men op aandryven van die tweemonilers en hunne aanhangelingcn, omtrent het eind van het 1788, op de lchreeuvvendtte wys, de byzondere bezittingen der inwoners van Holhiid heeft aangetasc, die men tot het geven vts onderftani heeft gedwongen, en dat door die eerle7»  C 28 ) Uitzuiging het nog weinige geld, dat er in die Provincie; «a de betaling van enorme lommen , die de Pruisfifche expeditie heeft gekost, was overgebleven, is verdwenen. Dat de daaglyksch toenemende vermindering van den koophandel en handwerken, de tegenwoordige wanhopige ftaat van de Oost-indifche Maatfchappy, de aanvallen , gedaan opdeheiliglb cisi'chen van de geinliejfeerden in die Compagnie, het nationaal discrediet, de ellende, waar toe ccn groot gedeelte des Volks is gebragt, en de rampen, die het r.orh dreigen, voormamlyk zyn te wyten aan het verwoestend aezag, of. den dodelyken invloed van die ryrannen, van die bloedzuigers en hunne vloekgenoten. — bat de Gemaalin van dien Stadhouder, gezwollen door eene ortdraaglyfee trotsheid, en vervoerd door eene onvcrzadeiyke bcerschzugt niet alleen, zo veel zy kon, de onlusten.in de Oostenrykfche NcdcrJanden heeft verwekt en aangeftookt, in't vooruitzicht, dat haac jeilagt van dien buit zou doelen, welke men aan 't huis van Oostenryk dage te ontroven, maar zy is ook eerloos genoeg geweest, om zich die hccrsclizugtige daad met contant geld te laatcn betalen, even alsof zy geen ander oogmerk daar mede had, dan de Brabandfche Patriotten dienst te doen. . Dit het ftilzwygen, het wslk om liaatkundiiic reden omtrent dit laatftc geval plaats heeft, het niet heeft urgewischt, noch ooit zal üdtwisfehen. — Dat, in een woord, het hart van die Vrouw, altyd tot het plegen van alle gruwelen bekwaam , yolftfekt onvatbaar is voor die zagte, mensctilievende, vreedzaam*: aandoeningen, die zo eigen aan haare ibxe zyn: dat het in tegendeel fehynt, dat de kwatdaartighoid , de list, de trouwloosheid, de hejrscii~u;Tt, de drift, om alles te ontrusten, omtekeren en te vervolgen in baar hart eene vaste woonplaats hebben. Dat niet alleen dc waare Vaderlanders, die in de Republiek zyn gebleven, elk ogenblik de uitwerkingen van haai ontmenscht ciractcr ondervinden, maar ook de gevlugten naar Frankryk zyn niet vry van de ftrikken en bloedige vervolgingen van die onverzoenbaar? Vrouw; dewyl, gelyk wy reeds hebben gezegd, haare zendelingen, haare huurlingen, zoekende aan den eenen kant die ongclukkigen te verleiden door lier fchoonfclvyne van pardon, niet hebben opgehouden en noch niet ophouden, hen te lasteren en te verongelykén, met oogmerk, om de Franfchen de hand van hen te doen aftrekken. l;idien deihalven de goede burgers zich zo veele gruwelen herinneren, zullen zy veel eer vvenfehen, dat Willem dc Vyfde, zyne gehaate Gemaalin, ja zyn gantfehc huis, duizend voeten diep onder de aarde waren gedolven, dan dat zy een zodanig paar op den troon zouden verheven zien. En zo 't waar ware, dat iemand van onze party dit ontwerp weder had opgehaald, met het etnig oogmerk, om hen dienst te doen, dat hy het daarom aan onze broeders had getragt imaaklyk te maaken, zouden wy rond uit zeggen , dat zuikeen een razende zot, of een verfoeijelyke verrader was, het zonlicht onwaardig. Ziet daar in weinig woorden ons gevoelen , over het denkbeeld, de middelen en de- waare gelegenheid, om aan de Re. I»jl>lick eene nieuwe Couftitutie tc geven; zie: daai anze gedag-  C 29 ) aagten over het denkbeeld, of liever bet ontwerp, om Willem den Vvfden tot Koning te maaken. De natuurlyke atkeer, die elk waar Patriot van dit verfoeijelyk ontwerp moec hebben, moet zyne geheele ziel vervullen; zy moet alle die verfbeiiine by hem doen opkomen, die de dwingeland, start wien het Vaderland zyne kluisters heeft te danken , verdient,, en die allen die eerlozen verdienen , die om hunne fnoode oogmerken te bevorderen, hem gaarne op den troon ge-plaatse zagen. Ongelukkige, maar altyd moedige en achtenswaardig* burgers! gy, die in uw Vaderland blyft zuchten onder nee iuk der affchawlykfte Bavernye! en gv, dia door de woedende vervolging gedwongen zyt, uw Vaderland tc verlasten' verecnigt ulieden allen met ons. Laten wy alles wat mogelyk is in 't werk (lellen , om den voortgang \an die c-entbeelden te fluiten, en de uitvoering daar van voortekomen. Laten wy toch zorg dragen, dat onze zwakke of min verlichte broeders zich niet laten wegfleepen door een fchynïcheon, het welk men hun gemaskerd voordraagt, en ziel» Biet laten verleiden, door drogredenen. Laten wy hen voorlichten, hun de fchriklyke rampen onder het oog brengen , die de Stadhouders, en inzonderheid Willem de Vyfde, aan ons Vaderland, zederd 120 jaaren, hebben toegebragt. Laten wy hun herinneren , hoe de meesten dier Regenten, die, van het begin der onlusten af, zich als onze 'vrienden, ais onze befchermers hebben verklaard, in 't vervolg ons vertrouwen en aankleven hebben misbruikt en ons misleid; en op welk eene wyze zy alles hebben aangefpannen, de eén door lafhartigheid, de ander door verraad, om ons in dien afgrond nederfeftorten , in welken wy ons bevinden. Laten wy aan onze zwakgelovige broeders zeggen, dat tegenwoordig veelen van die iaage en trouwloze zielen niets ïpaaren, om zulk een affchuwlyk plan voorttezetten. Laten wy hun zeggen, dat zy ons willen doen geloven, dat het voor de Republiek wenfchelyk ware, om eenen dwingeland Koning te maken, 't geen het zelfde is,met ons-gelyk te willen ftelleu aan die wilden , die den duyvcl dienen, uit vrees,dat hy hun anders kwaad zal doen. Laat ons hun zeggen ,dat zo eenmaal gelukkige omftandigheden ons in de gelegenheid ttclicn, van eene nieuwe Conltitutie voor ons Vaderland te maaken, en het huis van Oranje te verwyderen , wy nooit van een eenig pretendent uit dat huis iets zullen tc vreezen hebben; laaten wy hun ten deczen opzigte herinneren, dat Pliilippus de aJc ook pretendenten van de Souverainiteit onzes Vaderlands heeft nagelaten, maar dat hunne pogingen, om het onder 't juk te brengen, nergens toe hebben geftrekt, dan om onze voorouders meer vermogende meer gedugt te maken : laaten •wy hun herinneren, dar de wapenen van Lodcwyk XIV,gevoegd by de magtige party, die Jacobus II in Ierland en zelfs in Engeland had, niet magtig zyn geweest, dien onttroonden Koning den feepter wéér in de hand te geven; en dat alle de pogingen van Lodewyk XV, voor den Zoon van Jacobus, even min geflaagd zyn. Laaten wy eindelyk aan onze broeders, die zo voor verleiding vatbaar zyn, zeggen, datzodaanigeeu fyitema dooi