TEGENWOORDIGE STAAT DER VEKEEN1GDE NEDERLANDEN; ZESTIENDE DEELS EERSTE STUK Bevattende het Vervolg der Befchryvinge van FRIESLAND, Te ^MSTERD^M, LEIDEN, DORD. en h^^n^j^^ By P. Schouten, J. de Groot, G.W^^ft S. en J. Luchtmans, A. en P. Bl^s^»!^ en V. van der Plaats. ^^e™^. MDCCLXXXV1II, Met Privilegie.   Aan den LEEZER. Schryvers van diezen Tegenwoordig gen Staat van Friesland konnen rekenen hunne taak afgedaan te hebben, dewyl de volgende Hoofdftukken , betreffende de Geldmiddelen , den Kerkflaat, den Landbouw midsgaders de Veefokkery, en den Koophandel, geheel zyn afgefchreevsn, en voor het meerendeel reeds afgedrukt. Doch eer dat Vierde Deels Tweede Stuk wordf, uitgegeeven, verzoeken de Schry- ' vers andermaal (*) eiken Leezer, ten einde dit Werk alle mooglyke naauwkeurigheid tc doen verkrygen, de uitspellingen, die dezelve mogt hebben gevonden , aan te wyzen, en dó (*) Zie de Voorrede voor het Tweede Deel dee» zes Werks in 1785 uitgegeeven.  Aam oen LEEZER. de verbeteringen , met ondertekeninge van zy~ nen naam, te zenden aan den Drukker Fan der Plaats te Harlingen, voor het einde van jfuly eerstkomende, zullende by het Slot van t volgende Stuk van het ingekomene, zo verre het eenigzins der moeite •waardig moge fehynen, een dankbaar gebruik worden gemaakt. ■ D. i Mei 1788. VER-  VERVOLG VAN DEN TEGENWOORDIGEN STAAT VAN FRIESLAND. De Regeering. J)aar het verbond, of de Unie, van Utrecht, ten jaare 1579 voltrokken, in 't algemeen dient tot den grondflag van de vryheid in het Staatsbeftier der zeven Vereenigde Gewesten, moet hetzelve ook iri 'c byzonder voor het tydftip gehouden worden , waarop de pas ontloken vryheid in Friesland eenen vasten fteun verkreeg, op welken zy nog heden fust. Voor dien tyd, onder de Bourgondifche Regeering, was het opperfte gezag in allerlei flag van zaaken by den Stadhouder van den Lands - Heere en zyne Raaden; doch de Raaden waren van den Stadhouder af hangklyk, en dus had deeze den klem der Regeeringe in handen, 't Is waar , men hield toen ook nog wel Vergaderingen der Staaten; doch dezelve dienden maar alleen om de Vor^elyke Beden te doen inwilligen, zonder voor 't overige iets in Burgerlyke of Krimineele gevallen te zeggen te hebben. Daarentegen is thans de IV. DEEL. A Op. Reg.ee- IUNG.  RE OEE. RINÜ. £ Tegenwoordige Staat opperde magt by de Heeren Staaten, die in alles naar bevinding van zaaken mogen handelen, alleen dezulke uitgezonderd, omtrent welke zy door hunne initruktien bepaald ZyDe Heeren Staaten , of Gecommitteerden ten Landsdage, worden jaarlyks door de Stemmende Ingezetenen verkooren , volgens de wetten van het Stemrecht, 't welk als eene zaak van 't uiterfte gewigt, en als de grondilag van het geheele gebouw der Friefche Regeering, eene naauwkeurige uitlegging verdient. Het fchynt, dat weleer eene algemeene Volksregeering by onze Voorouderen heeft plaats gehad, volgens welke ieder vry en onafhangklyk perfoon eene vrye Stem bezat; doch door den tvd is dit voorrecht gehegt geworden aan bepaalde plaatfen, Hornlegers,Stellen,Ploeggangen of Huizen, die alle naauwkeurigin deStemKohieren zyn aangetekend in den jaare 1640, voor welken tyd in deeze zaak veel verwar, ring plaats had ; doch die thans niet meer moTClyk is, dewyl de Stem - Kohieren , of Re§srers, thans alle tien jaaren op nieuw worden nagezien. Op deeze wyze blyven het getal en de ligging der Stemmen altoos bepaald; wordende de verandering der Eigenaa. ren 'er als dan teffens by aangetekend. De Eigenaars van eene of meer ftemmen worden Eigen-Erfden genoemd, en kunnen wegens deeze hunne Vastigheden in het Dorp, waar onder dezelve behooren, ftemmen tot de verkiezing van Volmagten ten Landsdage , het benoemen van een drietal peifoonen tot vervulling  mn FRIESLAND. $ vulling der open (taande Grieteny- bedieningen, te weeten van Grietslieden , Mederechters en Sekretarislèn: voorts tot het verkiezen van Kerkvoogden , Schoolmeesters , Dorprechters en Predikanten ; hebbende in dit laatfte geval de Kerkenraaden, ten platten Lande, niets te zeggen (f). Insgelyks behoort aan de Vergaderde Volmagten het aanftellen van Dykgraaven , Dyks-Gedeputeerden, Dorps - Volmagten, Ontvangers der Floreen - Ren the, en andere openbaare belastingen. Eindelyk hebben zy het recht, om te vorderen en by te woonen de rekeningen der Grietenyen, Dyken en Zylen, tot welker onderhoud zy, uit krachte hunner daar ter plaats gelegen (temmende goederen, moeten betaalen. Voor Eigenaar van eene ftem wordt gehouden C t) Het is 'ernaamelyk zo verre af, dat de beroeping der Predikanten ten platten Lande, door de Kerken« raadtn, met voorbygang der Stemhebbende Ingezete. nen, volgens de Kerkenordre van hetNationaale Synode van Dordrecht zoude mogen gefchieden , dat daaromtrent zelfs geene voorllagen in Klasfen of Synoden gedaan mogen worden; luidende de woorden van 's Lands Ordonnantie op dit Stuk. IV. B XX Tit. XII Art. aldus: „ Alle Dienaaren des Goddelyken Woords „ wordt wel expresfelyk geinterdiceert en verboden , de „ Kerkenordre, die in de Nationale Synode tot Dordrecht „ is gearresteert , in eenige Synodale*, of Ciasficale „ Vergaderinge, voor te Hellen, te onderleggen door 9, te dringen , ofte in train te brengen , by pcene j, dat zodanige Voorftellcrs of Machinateurs, voor >> Perturbateurs van de gemeene ruste gehouden , en ), daar over, na exigentie van zaaken , geitraft zuUen >, worden". A a Re gi &> bink»  nee* r4 Tegenwoordige Stasi den die geene, welke daar voor op het Sterns Kohier is aangetekend, ten zy iemand het tegendeel mét bondige redenen mogt kunnen aantoonen. Want het zyn alleen de waare Eigenaars, of, by derzei ver afweezigheid, hunne bruikers, die ftemmen kunnen; zynde dit recht van dien aard, dat hetzelve altoos aan de goederen verknocht blyft. Dus ftemt eene Vrouw zo goed als een Man, en zelfs een minderjaarig kind, door middel van zyne Voogden , doch altoos op behoorlyke kwaliteit: want wanneer een Voogd ftemt wegens de goederen zyner Pupillen, of een Man wegens de goederen zyner Vrouwe, dan moet altoos in de Stemcedullen die kwaliteit, uit welker hoofde zy ftemmen, worden vermeld, of de ftem is voor dien tyd van geene waarde. , De zuivere Stemgerechtigde grond is inmiddels niet genoeg om iemand het recht van ftemminge te geeven. Dus wordt een Hemmend Hornleger van zyne ftem beroofd , wanneer het huis, dat 'er op ftaat, wordt afgebroken of verbrand, tot zo lang 'er wederom een nieuw huis is op gebouwd, wordende in dien tusfehentyd de ftem gezegd te flaapen. Het huis op een Hornleger ftaande, moet ook bewoon* baar zyn, en onder hetzelve moeten in de hooge kwartieren tien, en in de laage twintig Pondemaatên lands behooren. Niet minder komt in aanmerking de waare eigendom ; dus moeten 't huis en de grond, tot de ftem vereischt, beide aan éénen en denzelfden Eigenaar toekomen. Ook mag de Eigenaar van een Stemgerechtigd goed  van FRIESLAND. $ ReoeiI RIK 0. hetzelve niet verkoopen, onder beding van het Stemrecht , voor zekere jaarlykfche Henthe, aan zich te behouden. Eene ftem by Donatie, tusfchen leevende perfoonen, van den eenen aan den anderen overgedraagen , heeft geen recht van ftemminge , dan na verloop van een jaar, af te rekenen van den tyd, waarop de ' Donatie behoorlyk is geregistreerd, en in het Proklamatie • Boek aangetekend. Zo 'er iets van alle deeze zaïken plaats heeft, dan flaapt de ftem, tot dat de misflag verbeterd zy. Dit niettegenftaande vindt men, in de buurten van eenige weinige Dorpen, Huizen, welke het recht van ftemminge bezitten, fchoonze niet voorzien zyn met het bepaalde getal Pondemaaten lands ; hebbende zulks nog he dendaags plaats te Berliku.11, Koudum, Molkwerum enz. , en wel uit hoofde van een overoud recht, dat deeze huizen reeds lang voor het jaar 1640 genooten hadden. Het. enkel beftier en vruchtgebruik van eenige openbaare goederen geeft geen recht om te ftemmen. Dus mogen Predikanten, Schoolmeesters , Kerk - of Armevoogden , Gast- en Weeshuizen, Grietenyen of Steden nier ftemmen wegens goederen, aan hunne Kerk, Pastory, Arme of Weeshuizen , Grietcnye of Stad toebehcorende. 't Zelfde heeft ook plaats omtrent alle Gemeenfchaps goederen , die door openbaare Voogden beftierd worden. Perfoonen, door Sententie van den Rechter A 3 infaam  $ Tegenwoordige Staat Rebie. Et IK O. infaam verklaard, zyn teffens vervallen van het recht om op hunne goederen te Hemmen. De ftemmen der Koomschgezinden flaapen ook, zo lang zy in hunne handen zyn. Insgelyks mogen geen Roomfche Voogden ftemmen , wegens goederen aan Hervormde Pupillen toebehoorende; en op eene wederkeerige wyze wordt aan Hervormde Voogden het Stemrecht verbooden op de goederen van Roomfche Pupillen. Ten Landsdage mogen ook geene Ingezetenen ftemmen, die onvermogende zyn bevonden, om de kosten van inlegeringe en het door» trekken .van Krygsvolk te draagen. Inmiddels behoeft men, om uit kracht van een Stemgerechtigd ftuk goed te ftemmen, hetzelve niet geheel in Eigendom te bezitten, konnende men voldaan met een vierde deel van den Eigendom; doch als dan ftemt men ook maar voor een vierde gedeelte dier ftem. Zo eene plaats in meer deelen is verdeeld , dan is de geheele ftem, zo lang dit duurt, van geene waarde. De Mennoniten hebben wel het recht om, wegens hunne ftemdraagende goederen, te ftemmen tot alle Dorps, Grietenye en Lands zaaken , uitgezonderd alleen die, welke het Kerkelyke betreffen, met naame het ftemmen van Predikanten enz. Waarvan echter de Remonftranten niet zyn uitgeflooten. De voornoemde Stemgerechtigheid komt alleen te pas ten platten Lande en geenszins in de Steden, alwaar men een geheel anderen voet van beftier volgt, meer overeenkomende met  van FRIESLAND. 7 met de gewoone wyze van Regeeringe in de andere Provinciën, leder Stad heeft by ons haare vaste Vroedfchappen, welke de Stemgerechtigde Eigen Erfden verbeelden , en daarom ook eene zekere kwalifikarie moeten hebben , doch die in de onderfcheiden Steden merkelyk verfchilt. Uit deeze Vroedfchappen worden meestal de Burgemeesters, en uit beide wederom de Volmagten ten Landsdage gekoozen. De ftemming der Volmagten ten Landsdage is eene der gewigtigfte bezigheden der Stemgerechtigde Ingezetenen: deeze ftemming, voorheen ook al ongeregeld zyn de toegegaan, werd in 1640 ten naauwften bepaald, volgens een ontwerp van den Stadhouder Hendrik Kazimier en de Heeren Gedeputeerde Staaten: dit Reglement, in laater tyd, onder de openbaare wetten ingelyfd , bevat zestien Artikels , en behelst, behalven eenige reeds aangehaalde zaaken: Dat de ftemming op één dag en uur door de geheele Provincie moet gefchieden. Dat de huiskondiging moet gedaan worden door de Dorprechters , daags voor de ftemming voor Sonnen Ondergang: moetende op den dag der ftemminge de klok driemaal geklipt worden , te weeten ten negen, tien en elf uuren , telkens honderd Hagen. Dat een kwartiers uur na de laatfte KIolcklipping de ftemming in de Kerken moet beginnen, en geëindigd worden met geflooten deuren , zonder iemand tusfehen beiden in te laaten \ wordende alle ftemmen, die laater A 4 komen, Reoee- R I K O.  6 Tegenwoordige Staat R * CE E" RING. komen, voor byvallende gerekend cot de meerderheid. Dat twee dagen na de gemelde ftemming y de algemeene ftemming in de Grietenye Rechtkamer moet gefchieden ; wordende als dan de ^embefoignes van de Dorpen, door twee Gekommitteerden uit ieder van dezelve, daar ter plaatfe overgebragt , en door 't Gerecht bepaald , welke perfoonen, by meer« derheid der Dorpen, tot Volmagten verkooren zyn. Waar by dient in acht genomen, dat de Dorpen altoos worden gerekend naar hun getal, zonder onderfcheid van grootte; waarom een Dorp van vier of vyf ftemmen even beflisfend is als een van honderd of meer ftemmen. Dat 'er van tyd tot tyd nieuwe Stem - Registers door de Gerechten moeten worden gemaakt, en dat , zo 'er eenig verfchil over de wettigheid der ftemmen ontftaat , 't zelve door den Grietman, benevens één' Kommisfaris uit de H. Gedeputeerden , en één' uit het Hof Provinciaal, zal moeten worden afgedaan. Dan dit wordt thans door het Mindergetal verricht. Dat een ieder , of zelf, of door zyne Meyers ( mids geen Papisten zynde) zal mogen ftemmen ; zynde alle op 't Kohier erkende L,e romen even krachtig , zonder onderfcheid van de grootte der plaatien. Dat de twee perfoonen, uit de Dorpen tot de overbrenging der ftemmen benoemd, be« hoorlyk Gerechtigd en gekwalififeerd moeten zyn?  van FRIESLAND. zyn , en 'ook gemagdgd om de Lastbrieven der Volmagten , benevens de Gerechten , te ondertekenen. Dat de ftemmingen, in de Kerken voltrokken zynde, zullen worden getekend door de tegenwoordige Stemgerechtigden met hunne handen of merken; mogende zulks worden verricht niet alleen door de Eigenaars, of Meyers, maar ook door de daar toe benoemde Nota« rihftn. Doch heden kunnen de Stemgerechrigden ook, ten dien einde, gebruik maaken van Advokaaten , Prokureurs , en , volgens eene Refolutie van 1762, ook van de Dorprechters, mids dat dezelve, 't welk insgelyks ten opzigte der Motarisfen plaats heeft, voorzien zyn mee fchriftelyken last Dat de Dorprechter ten tyde der ftemminge naauwkeurig zal aantekenen de misbruiken, die daarby worden gepleegd , benevens de onwettige perfoonen , die daar verfchynen; en ook gehouden zyn, zo 't gevorderd wordt , kopie te geeven van de gedaane ftemming. Dat geene perfoonen, die het Volmagtfchap begeeren , zelve in de Kerken zullen mogen komen, maar hunne ftemmen door andere gekwalififeerde perfoonen moeten bezorgen. Dat de opneeming der Generaale ftemming in het Rechthuis moet worden gedaan by den Grietman, de Mederechters en den Sekreta^s, ten overftaan der voornoemde twee perfoonen uit ieder Dorp, die hunne fchriftelyke lastgeeving, door de Stemgerechtigden verleend A 5 en Re g berin a. 9  Tegenwoordige Staat R E 8E ERING. en door den Dorprechter vertekend, moeten vertoonen. Dat de Volmagten ten Landsdage, op vertooninge hunner Prokuratien , door de Gedeputeerden, zullen worden toegelaaten; mids dat zy, die zich van kwaade middelen hebben bediend, zullen uitgeflooten worden van den Landsdag , fchoon zy de meeste ftemmen ten hunnen voordeele mogten hebben , en daarentegen hunne partyen, fchoon minder ftemmen hebbende, worden toegelaaten. Dat de Grietman zorge zal draagen voor de goede nakoming der Stemwetten, en de influipende misbruiken brengen ter kennisfe der Gedeputeerden. Dat eindelyk een ieder, die zich het recht van ftemminge aanmatigt , zal gehouden zyn te hoeden de lasten van doortogten en inlegeringe van Soldaaten. De Volmagten ten Landsdage worden alle jaaren op nieuw verkooren volgens aanfchry» vinge der Heeren Gedeputeerden tot den grooten Landsdag, welk. begint met den eerften Maandag in Sprokkelmaand. Deeze is voor de Provincie van het grootfte belang, dewyl op denzelven niet alleen gehandeld wordt over 't vastftellen van den opbreng der lasten, impofitien enz. , maar ook over alles wat dienen kan tot welftand en bewaaring van Land en Kerk. Op deczen Landsdag moeten ook de Volmagten ( als de Staaten des Lands uiunaakende ) alles aanneemen en onderzoeken , wat hun wordt aangebooden , en daarop, by algemeene of by meerderheid van ftemmen, befluiten; doch altoos  van FRIESLAND. u toos met die bepaalinge, dat zy niet langer dan zes weeken mogen zitten; moetende althans het Huk der Konfenten binnen dien tyd zyn afgedaan. Ook ontvangen de Heeren dan bewys en aanwyzing waartoe de opgebragte en opgenomen penningen zyn aangelegd en befteed geworden. *s Lan.ls hoogfte magt dus, by reprefentatie, in de perfoonen der Heeren Volmagten berustende, hebben de Ingezetenen, by welke de waare Souvereiniteit huisvest, reeds in 't begin der Repu» bliek zorge gedraagen, om deeze hunne Gekommitteerden aan billyke wetten te binden , en hen met bekwaame inftruktien te voorzien. Dus is vooral bepaald het getal der Volmagten, welke men uit ieder Grieteny ten Landsdage zou mogen zenden, en vastgefteld, dat ieder Grieteny zou hebben ééne ftem in Staat; doch dat die ftem zou zyn half voor den Adel, en half voor de Eigen-erfden , zo dat uit ieder Grieteny ten minften jaarlyks twee perfoonen moeten worden geftemd ten Landsdage, te weeten een Edelman en een Eigenërfde, die dus ieder van eene halve ftem gebruik kunnen maaken. Dan om wat meer lieden van aanzien en bekwaamheid op deeze Vergadering te kunnen brengen , heeft men die halve ftemmen nogmaals deelbaar gemaakt, zo dat uit ieder Grieteny thans vier perfoonen ten Landsdage kunnen gaan, twee Edelen en twee Eigen - ërfden, ieder op een vierde deel van eene ftem. In de Steden heeft over het algemeen het zelfde plaats, in zo verre de Stads Regeering met die der Grietenyen kan worden ver», Re gek» siro.  is Tegenwoordige Staat Re oee- 1ins, • vergéleeken. De Vroedslieden verbeelden in dezelve de Eigen-erfden, en de Burgemeesters den Adel; de ftemming gefchiedt op het Stadshuis, en elke Stad heeft, in de Kamer van Staat, ééne ftem, die half voor de Burgemeesters en half voor de Vroedfchap is; doch insgelyks in vieren verdeeld kan worden, zo dat 'er twee Vroedslieden en twee Burgemeesters uit eene Stad mogen komen , die te famen ééne ftem uitmaaken. Nog voor weinige jaaren was 't iet ongewoons, meer dan twee perfoonen uit eene Stad op den Landsdag te zien verfchynen; doch in de ftemminge van 1783 hebben verfcheiden Steden , om. redenen, drie of vier perfoonen toe Volmagten verkooren. Tot Volmagten ten Landsdage mogen verder niet worden toegelaaten, dan die bekend zyn voor Beminnaars des Vaderlands, Inboorlingen , of Genaturalizeerden , Liefhebbers van den Hervormden Godsdienst, eerlyk en vroom van wandel, en geenszins verdacht van eenige gunst toe te draagen aan de vyanden van den Staat. Die van Roomfche Ouders gefprooten zyn , mogen niet worden toegelaaten , dan na dat zy zich tot Lidrnaaten der openbaare Kerk hebben doen aanneemen. ^ Ook is 'er eene behoorlyke kwalifikatie noodig, die in de Steden verfchillende is naar het vermogen van dezelve; doch ten platten Lande is dezelve waarlyk gering, dewyl iemand met één enkel Stemhuisje en het daar toe vereischte land kan volftaan. Alle perfoonen, op den Landsdag verfchy- nende,  oan FRIESLAND. •3 ïiende, moeten hebben den vollen ouderdom Van twintig jaaren; en deeze ouderdom wordt mede tot het waarneemen van alle andere Politieke bedieningen en Kommisfien gevorderd. Ook mag niemand in zyne eigene zaak ftemmen, en moet daarom zo ras 'er iets voorkomt, 't welk; hem rechtftrceks of van ter zyden betreft, de Vergadering verlaaten, tot zo lang hetzelve is afgedaan. Geene Magiftraats Perfoonen, Sekretarisfen, of anderen in Stads Regeeringe of dienst ftaande, mogen uit eene Grieteny ten Landsdage worden geftemd: gelyk ook niemand, die een' post heeft, aan den dienst eener Grieteny verknocht, uit eene Stad gekooren mag worden. De Volmagten ter Staats - Vergaderinge verfchynende hebben den rang, geduurende den Landvdag, boven alle andere Kollegien en Perfoonen in deeze Provincie, doordien zy de Souvereiniteit der Heerlykheid verbeel. den. De Vergadering der Heeren Staaten is verdeeld in vier Kamers, naar de vier verfchillende kwartieren der Provincie, mee naame Oostergo , Westergo , Zevenwouden en de Steden. Weleer hadden de Steden geene ftem in Staat; maar werden onder de Grietenyen en kwartieren gerekend, in welke zy gelegen waren, en toen beftond de Staats - Vergadering uit drie Kamers, te weeten de Geesteïykheid, de Edelen en de Eigen erfden. Doch in het jaar 1579, by de oprechtinge van 't Gemeenebest, werd hier in reeds eenige verandering gemaakt. R. E O E Ei RING.  14 Tegenwoordige Staat R E G E EIUi\ G. maakt, na dat 'er eenig verfchil was ontftaan, zo over de wyze om de belastingen te heffen en te betaalen, als over den rang. welken de Steden voortaan bekleeden zouden. Want na dat men de beflisfing der loopende verfchillen had overgeiaaten aan den Stadhouder Rennenberg , werd beflooten, dat voortaan de Goën drie kwartieren ter Staats - Vergaderinge zouden maaken, en dat de Steden daar by als een vierde kwartier gevoegd zouden worden , mids dat de Steden een negende gedeelte der gemeene lasten betaalden. Evenwel was de rust, hier door verkreegen, van korten duur, dewyl de Steden , naar 't oordeel der Landlieden , thans veel te magtig en gevaarlyk waren , als zynde toen ter tyd, zo wel als Rennenberg , verdacht van heimelyk den Spanjaarden toegedaan te zyn; terwyl de Steden daarentegen te weinig meenden verkreegen te hebben. Doch dewyl 't gevaar van den kant dervyanden {leeds aanwies, verzoende men zich wederom eerlang, en gaf de eerfte ftem in Staat aan het kwartier van Oostergo, in plaats van de afgedankte Roomfche Geesteïykheid, de tweede aan Westergo, de derde aan de Zevenwouden, en de vierde aan de Steden. Maar toen 'er weder een weinigje ruimte kwam , waren de Steden zo weinig voldaan, dat zy zich niet ontzagen te verklaaren, dat zy alle verbintenisfen met de landen voor onwettig en nietig hielden, en ook niets met de Regeering te doen wilden bebben, ten zy men het eens kon worden over een beter plan van Regeeringe , onder bemiddelinge van den Hertog van Anjou, of  van FRIESLAND. 15 of van Prins Willem I , als Stadhouder. De Hertog tot Scheidsman aangefteld zynde, gaf aanrtonds order aan den Stadhouder en twee Heeren uit den Hove, om de zaak naauwkeuriglyk te onderzoeken, en de redenen van beide partyen voor en tegen in te neemen, en voor Hem open te leggen, op dat hy in ftaat mogt zyn om de partyen behoorlyk recht te verleenen; doch dit alles bleef {kepende tot na het vertrek van den Hertog, en toen vond men eindelyk best, de zaak geheel over te laaten aan de uitfpraak van den Prins van Oranje als Stadhouder , met overroepinge van eenige onpartydige Rechtsgeleerden. Z. Hoog* heid zond daarop eenige geleerde Mannen naar Friesland, die de zaaken onderzochten, en by provifie oordeelden, dat de Steden de vierde ftem in Staat behoorden te hebben , met drie ftoelen in 't Kollegie der Gedeputeerden, gelyk op den 11 van Sprokkelmaand 158 *., by Sententie, werd bevestigd, op die voorwaarde , dat alles zou moeten gefchikt worden op den voet der Regeeringe hier te Lande voor de aankomst der Hertogen van Saxen; doch geen van beiden fchynt daaromtrent een ge* noegzaam licht te hebben kunnen krygen: waarom beide partyen eindelyk, na eenige te. genfpartelingen en Remonllrantien der Landkwartieren , bleeven berusten by die wyze van Regeeringe, welke men tot hier toe heeft behouden. Inmiddels zyn, in laater tyden, wel eens hevige gefchillen tusfchen de Landen en Steden, zoover delmpoiïtien als andere zaaken, ontftaan, ja zo, dat zy ieder hunne afgezonderde Ver* R e o e e- ring.  16* Tegenwoordige Staat 14. E G E E* «ING. Vergaderingen en Gedeputeerden hielden, gelyk vooral in 't jaar 1600 heeft plaats gehad; doch alles werd ook toen weder by minnelyke overeenkomst uit den weg geruimd Weleer werden de Landsdagen uitgefchree* ven door den Vorftelyken Stadhouder en het Hof van Juftitie; doch na de Unie van Utrecht is deeze magt opgedraagen aan den Stadhouder in der tyd , en de Heeren Gedeputeerde Staaten. Jaarlyks wordt dus, door het Kollegie van Gedeputeerden, uitfchryving gedaan aan de Grietslieden en Magiltraaten, om Anipcshalven zorge te draagen, dat de verkiezing der Volmagten naar behooren gefchiede. Behalven den gewoonen grooten Landsdag worden hier, zo ras het noodig is, door gemelde Heeren, buitengewoone Landsdagen uitgefchreeven , op welken echter geene punten mogen worden gebragt, dan alleen die, welke door dezelve worden opgegeeven, terwyl het, geduurende den grooten Landsdag, ieder een vry ftaat, zyne verzoeken onmiddelyk, byRequest, aan de Staaten voor te ftellen. Niemand der Volmagten wordt tot den Landsdag toegelaaten , dan na het bezweeren dier Prokuraue, welke hun door de Stemgerechtigden is voorgefchreeven, en volgens welke zy belooven, in alle voorkomende zaaken, te zullen befluiten, zo als met de meeste ftemmen tot 's Lands Welzyn zal bevonden worden te behooren; voorts, dat zy den Landsdag binnen den tyd van zes weeken zullen fluiten , ten ware zy, wegens voorkomende punten of zwaarigheden, door de Gedeputeerden  »«« FRIESLAND. tf den op nieuws mogten worden befchreeven. Van hunnen kant verbinden zich daarentegen de Stemgerechtigden, in waarde te zullen houden alles wat door hunne Volmagten worde beflooten, mids hetzelve niet aanloope tegen 's Lands fundamenteele en onverbreekbaare wetten; zweerende daarom de Volmagten , dat zy heilig zullen onderhouden het Staatsbefluit nopens de Kollatie van Offlcien van den 16 May 1662 , gelyk ook dat van den 20 November 1Ó63 , aangaande het Rechtsgebied zo der Heeren Gedeputeerden als van den Hove Provinciaal en verdere Nedergerechten; insgelyks het Stem • Reglement van den 16 Juny 1698 , en vooral hec Reglement Reformatoir, door Z. D. Hoogheid Willem den IV, op den 21 December 1748 vastgefteld; beloovende zydit Reglement te zullen onderhouden en doen onderhouden , als eene onverbreekbaare en eeuwigduurende wet van Regeeringe. Eindelyk, dat zy niet van 's Lands penningen zullen dis. poneeren, dan op behoorlyk geregiftreerde Ordonnantiën: waar tegen zich de Stemgerechtigden van hunnen kant verbinden, om hunne Volmagten, zonder dat zy tot eenige ruggefpraak of verantwoording, wegens 't geen zy ten Landsdage hebben helpen befluiten , verpligt zullen zyn, kost en fchadeloos te houden , onder verband van alle hunne en aller In» gezetenen goederen. Op den eerllen Maandag van Sprokkelmaand, moeren de Volmagten hunne Prokuratien aan 't Kollegie der Heeren Gedeputeerden overleveren, waarop H. Ed. Mog. onderzoek doen, IV. dbel. B zo R E GEEHING.  R E G 6 EKI HG. ï8 Tegenwoordige Staat zo wel nopens de perfoonen als derzelver Prokura* tien. Zo 'er niets onbehoorlyks wordt ontdekt, worden de Prokuratien, door den Voorzittenden Heer en den Sekretaris, geappointeerd en getekend, en de perfoonen erkend voor wettige Volmagten ten Landsdage. Doch indien 'er meer dan eene Prokuratie op verfchillende perfoonen uit eene Grieteny of Stad verfchynt, gelyk wel eens gebeurt, zo moet voor de tafel van H. E. Mog. de wettigheid der Prokuratien worden bepleit, en na zulks door hen worden geoordeeld, welke Prokuratien door de meeste ftemmen bekrachtigd zyn; wordende daarop de naar hun oordeel wettig gettemde Heeren toegelaaten, en de andere afgeweezen. Indien echter iemand zich by zulk eene uitfpraak bezwaard vindt, heeft hy vryheid, om reauditie by 't Kollegie te verzoeken; doch mag zich in deezen niet vervoegen aan het Hof Provinciaal , volgens Staatsbefluit van den 20 April 1638. Midlerwyl mogen, geduurende het verfchil, geene dier gedeinde perfoonen in de Vergadering zitting neemen. Wanneer de Volmagten, voor de eerfte reize, op het Landshuis verfchynen , moeten zy den eed afleggen in handen van den Voorzittenden Heer van 't Mindergetal; zynde zy , die deezen eed eenmaal hebben gedaan, daarvan voor het toekomende verfchoond. De Volmagten moeten als dan belooven: „ Dat zy 's „Lands Privilegiën, Handvesten, Gerech„ tigheden en oude loflyke Kosrumen, byzon • „ der het Reglement Reformatoir van Z. „ Hoog-  van FRIESLAND. 19 „ Hoogheid, zullen voorftaan en defendeeren; ,, alle des gemeene Lands zaaken met raad „ en daad helpen bevorderen, daar in advi„ feeren en beüuiten, zo als zy luiden naar hun „ verftand en rechte geweeten, ten gemeenen „ beste en welvaren, bevinden zullen te die„ nen, zonder affectie, gunst of ongunst; „ alle Ordonnantiën en Refolutien van de 5, Staaten, de Commisfien en Lasten , hun „ Staatswyze aanbevolen, naar hun vermogen „ en weetenfchap, getrouwelyk na te komen j, en te doen nakomen; en voorts geheim te „ zullen houden alle zaaken, in de Vergaderinge der Staaten gehandeld of beflooten, die „ bevolen zullen worden geheim te houden , „ zonder die te openbaaren". Op den eerstkomenden Donderdag na 't overleveren der Prokuratien wordt gewoonlyk deeerfle Vergadering, in,welke de Propofitie tot den Landsdag gefchiêdt, gehouden, hoewel in gevallen van grooten fpoed, en die geen uitftel konnen lyden, ook Vergadering kan worden gehouden voor dien tyd, gelyk nog in den jaare 1783 is gebeurd. Op dien dag, gemeenlyk de Propofitie dag genoemd, wordt de Landsdag geopend, door den Sekretaris der Gedeputeerde Staaten, in de Kamer van Oostergo, alwaar dan de Volmagten der overige Kamers teffens verfchynen. Deeze Heer fielt dan in een kort begrip de voornaame zaaken voor, over welke moet worden gehandeld, en daarop worde, door een' der Stads Predikanten van Leeuwarden, daar toe beurtelings verkooren, een gebed gedaan, om .< B o den aiNC  Reoeb- ring. 20 Tegenwoordige Staat den zegen des Allerhoogften over de beraadflagingen der Heeren Staaten af te fmeeken. Deeze eerfte zitting der Heeren Staaten gefchiêdt in 't openbaar met open deuren , en doorgaans in tegenwoordigheid van een aanzienlyk getal Toehoorders. De vier kwartieren der Provincie hebben ieder hunne byzondere Kamer , in welke zy Vergaderen; namelyk de Kamer van Oostergo , Westergo, Zevenwouden, en der Steden. In deeze Kamers ftemmen zy alle volgens den rang hunner Grietenyen en Steden. Deeze rang is in Oostergo: Leeuwarderadeel , Ferwerderadeel, West-Dongeradeel , Oost Dongeradeel , Kollumerland , Achtkarfpelen , Dantumadeel , Tietjerkfteradeel, Smallingerland, Ydaarderadeel en Rauwerderhem. In Wesrergo : Menaldumadeel , Franekeradeel , Barradeel , Baarderadeel, Hennaarderadeel, Wonzeradeel, Wymbritferadeel, Hemelumer Oudevaart en het Bildt, In de Zevenwouden: Utingeradeel , /Engwirden, Doniawerftal , Haskerland , Schooterland , Lemfterland , Gaasterland, Opfterland , Oost-Stellingwerf, en West Stellingwerf. In de Steden : Leeuwarden , Bolswerd , Franeker , Sneek, Dokkum , Harlingen , Stavoren , Sloten , Workum , Ylst en Hindeloopen. In Oostergo zyn derhalven elf, in Westergo negen, in de Zevenwouden tien, en in de Steden elf ftemmen; te famen uitmaakende een getal van eenenveertig. De zaaken, over welke men zal handelen , worden door den Sekretaris van Staat fchrifte- lyk  van FRIESLAND. at lyk voorgefteld, en in ieder Kamer afzonderlyk overwoogen, waarna het befluit, by alge« meene of meerdere ftemmen gevallen , door den Sekretaris, nabehoorlyke Refumtie, wordt geboekt. De meerderheid der ftemmen in eene Kamer bepaalt derzelver befluit, gelyk de meerderheid der kwartieren de ftem bepaalt van den geheelen Staat, uitgezonderd het geval van nieuwe belastingen, en eenige andere, waarin de eenpaarigheid van alle kwartieren wordt gevorderd. Wanneer de kwartieren fteeken, en twee tegen twee ftaan, zo dat 'er met geene mogelykheideenig befluit kan vallen , dan is, by 't Reglement Reförmatoir, aan den Stadhouder in der tyd de Deciiie overgelaaten, die gevallen uirgezonderd, in welke de eenpaarigheid wordt vereischt. De Staaten der Provincie , by elkandercn Vergaderd, draagen daar, als de hoogde Souvereine magt der Provincie , den ticel van EDELE MOGENDE HEEREN STAATEN van FRIESLAND, en moeten in die betrekkinge door een ieder worden gehoorzaamd. Doch buiten de Landsvergaderingen houdt deeze hooge waardigheid op, en dan zyn de leden der Staats - Vergaderinge alleen Medeburgers van 't Gemeenebesr. Eene zaak aan alle waarlyk vrye Republieken eigen. Onder de gewoone zaaken, die jaarlyks in het begiu van den grooten Landsdag voorkomen, behoort de beftelling der Ambulatoire Ampten in de hooge Kollegien, zo in als buiten de Provincie, met naame die der Staaft 3 ten Reges- ring.  R e o e e- k ing. 22 Tegenwoordige Staat ten Generaal, Raad van Staate, Gedepu* teerde Staat, Staat in 't Minder getal. Gene* raliteits en Provinc-aale Rekenkamer, Raaden ter Admiraliteit te Rotterdam, in 't Noorderkwartier, te Amfïerdam en te Harlingen, Munfier Kommhfarisf n, en van Bewindhebbersaer Oost- en West - Ir.difche Compagnie. Over alle deeze Ampten werd voorheen om de drie jaaren in de Kamers gedisponeerd; doch thans op een' vasten voet, volgens den Almanak of Rooster , ten dien einde voor lange jaaren in de Landkwartieren, en niet lang geleeden in dat der Steden gemaakt. Veel valt 'er voor en tegen deeze Almanakken te zeggen ; doch de ondervinding heeft geleerd, dat dezelve in de Landkwartieren tot bewaaring der eenigheid volftrekt noodzaaklyk zyn. In den jaar» 1601 werd 'er immers in Friesland vry algemeen geklaagd over deeze zaak, dewyl eenige Heeren, door kuiperyen, zich meester van de voornaamfte Ampten hebbende gemaakt, zich daar in wisten te handhaaven , by meerderheid van ftemmen; waar door anderen, welke meenden dezelve ook eens te moeten bekleeden,werden uitgeflooten. Men maakte toen wel eenige wetten tot herftel, doch die op den duur het kwaad niet konden beletten: want in 1635 was 't wederom zo erg , dat de gehteie ^ zes weeken van den grooten Landsdag tcjn einde wierden gebragt met kuiperyen by de Gedepureerden , over de wettigheid der Prokuratien , dewyl de een voor den anderen in de Ambulatoire Ampten wilde zitten. In Oostergo en Westergo, kwam het nog al fpoedigst  van FRIESLAND. ssgr fpoedigst in order; doch in de Zevenwouden (taken de (temmen , en dus kon niemand der Heeren van die Kamer een Ampt bekomen , tot dat eindelyk het verfchil, door den Heere Stadhouder , gefterkt met eenige bekwaame en vredelievende Mannen, dus wierd afgedaan, dat niemand voortaan langer in eenig Ambulatoir Ampt zou zitten, dan drie jaaren na eikanderen, en dat de Ampten volgens den rang der Grietenyen zouden rondloopen. Toen werd derhalven de eerde Rooster of Almanak der Ambulatoire Ampten gemaakt in 't kwartier der Wouden, en dit voorbeeld is door die van Oostergo en Westergo naderhand gevolgd. Inmiddels bleeven de vyanden der Almanakken nog in weezen , en wisten te bewerken ,' dat 'er , ingevolge het 9de point van doleantie van den jaare 1672 , en den volgenden jaare 1673 , by gemeenetoeltemminee wierd vastgedeld: Dat alle Verbintenisfen , Tourbeurten of Almanakken, zo in Kol'egien , Landen als Sleden, van wat naam die zouden mogen zyn, afgefchaft, vernietigd, en in V toekomende verboden wier den ; gelyk mede alle Rcfolutien of 'eten tot bevestiging van dien genomen. Dit niettegendaande bleeven de Almanakken ftilzwygende in weezen, tot in 't oproerige jaar 1748 , wanneer de Heeren Doelisten , onder anderen, ook een punt formeerden tegen de Almanakken ; doch by 't hier op gevolgde Reglement van Z. D. Hoogheid , werd dit punt zeer wysfelyk vernietigd, en den LandB 4 kwar- Regeering.  R E G E EE1KG. 24 Tegenwoordige Staat kwartieren toegedaan , voortaan hunne Almanakken of Roosters te behouden. In 't kwartier der Steden , die wel haar vast aandeel aan de omlocpende Ampten hebben, ging men daaromtrent op eenen geheel anderen voet te werke: want in plaats van de Ampten volgens vaste beurten te laaten rond loopen, zyn de Volmagten der Steden van overlang gewoon geweest, de Ampten, op hun kwartier vallende, jaarlyks in den beginne van den Grooten Landsdag , aan den Heere Stadhouder op te draagen, om dezelve naar zyn goedvinden uit te deelen. De Stadhouder geene reden hebbende, om hier in, by het Reglement Reformatoir, eenige verandering te maaken, ging men, op den ouden voet voort tot aan het jaar 1783, wanneer die van Dokkum het eerst begreepen, dat deeze opdragt alleen eene infchikkelykheid was voor den Heere Erf-Stadhouder , en geenszins een afgedaan recht, en dat het daarenboven beter voor de onaf hangklykheid der Leden van Staat in de Stedekamer ware, de Ampten even als de Landkwartieren, volgens eene Rooster te begceven , dan die telkens aan den Stadhouder ter uitdeelinge op te draagen : zy fchreeven derhalven rondgaande brieven aan alle de Steden , en kreegen ras in hun belang die van Bolswerd , Franeker , Hindeloopen, Ylst, Slooten , Sneek en Leeuwarden, door welke groote meerderheid een Rooster der Ampten werd opgemaakt , die door de andere kwartieren is geratifïfeerd. Die van Harlingeki, Workum en Stavoren waren wel van een ander  van FRIESLAND. 45 ander gevoelen, en deeden verfcheiden Protesten, doch zonder eenig gevolg, waarom zy zich eindelyk aan de meerderheid moesten onderwerpen ; zynde het met meergemelden Almanak of Rooster gelegen volgens de hier byge voegde tafel, tot welker verltand in aanmerking dient genomen, dat de naamen der Grietenyen en Steden, welke men op de eerfte bladzyde getekend vindt, ook tot de tegenoverftaande bladzyde behooren. B 5 KWAPv- Recbk. i ring.  s6 KWARTIER van OOSTERGO. Inde 1785. 1788. Jath 1786. 1789. ren. 1787. 1790. Leeu- Gedepu- Minder w/iKDE- teerde getal. radeeu Staat. Ferwer- Provin Gedepu- i5era- tie Re- teerde deel. kenka. Staat, mer. West. Munfter Gedepu- bokoe- Com- teerde radeil. misfaris. Staat. Oost Minder Genera- donge- getal. Hteits kadeel. Rekenkamer. Kollum- Gede- Minder- mek- puteerde getal. land. Staat. Acht- Raad 5°° karspe- van Guids. ien. Staate. 's Jaars. Dantu- 500 Provin- madeel. Gulds. tie Re 's Jaars. kenkamer. Tie- Admira- Admira. TJerkste- liteit in liteit radeel. Friesl. °P de Maze. Smallin- Minde- Admira.- «er- getal. litelt " iand. F'iesl- IJdaar- Staat Muutler deha- Gene- Com- 11eel. raai. misfaris. Rauwer- Admira Staat deehem. liteit Gene- op de ra»!. Maze. 1791. 1794- 1797* Ï792- 1795- 1798. 1793. 1796. 1799, Munfter Genera' Provin - Com- liteits rie Re < misfaris. Reken- kenka- kamer. mer. Minder • Admira- Munfter getal. liteit Com- op de misfaris. Maze. Minder- Provin Raad getal. tie Re- van kenka- Staate. mer. Staat 500 Admira-' Gene- Gulds. liteit in raai. 's Jaars. Friesl. Admira. Admira- 500 liteit liteit in Gulds. op de Friesl. 's Jaars, Maze, Gedepu- Minder- Staat teerde getal. Gene- Staat. raai. Admira- Gede- Minder- liteit in puteerde getal. Friesl. Staat. 500 Staat Gedepu- Gulds. Gene- teerde 's Jaars. raai. Staat. Raad Munfter Gedepu. van Com. teerde Staate. misfaris. Staat. Gedepu- Minder Admitteerde getal. liteit Staat. op de Maze. Provin- Gedepu- Minderde Re- teerde getal, kenka- Staat, mer.  KWARTIER van 1800. 1803. 1806. ï8o{. 1804. 1807. 1802. 1805. 1808. Gedepu Minder- 500 teerde getal. Gulds. Staat. 's Jaars. Staat Gedepu- Minder- Gene- teerde getal, raai. Staat. Admira- Staat Gedepu- liteit Gene- teerde op de raai. Staat. Maze. Gedepu. Minder- Adrni- teerde getal. raliteit Staat. op de Maze. Provin Gedepu- Mi.ider- tie Re teerde getal, kenka. Staat, mer. Admira- Pro vin- Gedepu- liteit in tie Re. teerde Friesl. kenka- Staar, mer. Munfter Admira- Staat Com- liteit Gene- misfaris. op de raai. Maze. Minder- Raad Munfter getal. van Com- Staate. misfaris. Minder. 500 Provingetal. Gulds, tie Re's Jaars. kenkamer. 500 Admi- Gene- Gulds. raliteit raliteits 's Jaars. in Fries- Rekenland, kamer. Genera > Munfter Admiliteits Com- raliteit Reken- misfaris. in Frieskamer, land, OOSTERGO. 27 1809. 1812. 1815. 1810. 1813, 1816. 1811. 1H14. 1817. Admi- Admi Staat raliteit raliteit Gene- in Fries- op de raai. land. Maze. Raad Admi 5-00 van raliteit Gulds. Staate. in Fries 's Jaars. land. Minder. 500 Admira- getal. Gulds. liteit in 's Jaars. Fries!. Munfter Provin- Gedepu- Com- tie Re teerde misfaris. kenka Staat, mer. Staat Gene- Munfter Gene- raliteits Com- raai. Reken- misfaris. kamer. Minder- Munfter Admira- getal. Com- liteit misfaris. op de Maze. Gedepu- Minder- Generateerde getal. liteits Staat. Rekenkamer. Pfovin- Gedepu- Minderde Re. teerde getal, kenka- Staat, mer. Admi- Staat Gedepu- raliteit Gene. teerde op de raai. Staat. Maze. Gedepu- Minder Proviu- teerde getal. tie Re« Staat, kenka. mer 500 Gedepu Minder- Gulds. teerde getal, 's Jaars. Staat.  28 KWARTIER van WESTERGO. In de 1785. 1788. 179r. 1794. Jaa- 1/86. 1789. 1792. 1795. ren. 1787. 1790. 1793. 1796. Menaldu* Admirali. Provinde Gedepu. Minder- madeel. teic ia Reken teerde getal en Friesland. kamer. Staat. Munfter Curnmis£ Franeke. Minder Raad van Admirali* Gedepu. radeel. getal en Staate of teit in "t teerde Munfter Generali- Noorder- Staat. Commisf. teits Rek, Quattier. Barra- Gedepu- Minder- Staat Admirali- deel. teerde getal. Generaal. teit in Staat. Friesland, Baarde- Mïnderge- Staat Admirali- Provinde radeel. tal en Be- Generaal, teit in Reken. winth der Friesland. kamer. O. 1. C. Hennaar- Provinde Gedepu- Minder- Raad van jderadeel. Reken- teerde getal of Staate of kamer. Staat. Munfter Generali- Commisf. teits Rek. Wonze» Raad van Admirali' Gedepu- Minder - radeel. Staate of teit in 't teerde gual. Generali • Noorder. Staat. teits Rek. Quartier. Wijmbrit- Gedepu ■ Minder- Raad van Admirali- SUKADEiL. teerde getal en Staate of teit in 't Staat. Munfter- Gener. Noorder- Commisf. Rekenk. Quartier. HrMELu- Admira- Provintie Gedepu- mer Ol- Staat liteit in Reken- teerde Pevaart. Generaal. Friesland. kamer. Staat, Het Admirali- Gedepu- Minder- Staat Bildt, teit in \ teerde getal. Generaal, Noorder- S?aat. Quartier.  KWARTIER, van WESTERGO. 29 1797. 1800. 1803. 1806. 1809. 1798. 1801. 1804. 1807. 1810* 1799. 1802. 1805. 1808. 1811. Raad van Admiralit. Gedepu- Minder- Staat Staate of in 't teerde getal. Generaal. Gener. Noorder- Staat. Rekenk. Quartier. Minderge- Staat Admirlt. Provintie Gedepu- tal en Be- Generaal. in Fries- Reken- teerde winth. der land. kamer. Staat. O. I. C. Provintie Gedepu- Minder- Raad van Admirali- Rekenk. teerde getal en Staate of teit in 'e Staat. Munfter Generlts. Noorder. Commisf. Rekenk. Quartier. Gedepu- Minder- Raad van Admirlt. Gedeputeerde getal en Staate of in 't teerde Staat. Munfter- Generalts. Noorder- Staat. Commisf. Rekenk. Quartier. Admiralit. Gedepu- Minder. Staat Admirali. in 't teerde getal. Generaal. teit in Noorder- Staat. Friesland; Quartier. Admiralit. Provintie Gedepu- Minder- Staat in Fries- Reken- teerde getal er» Generaal. land. kamer. Staat. Muntten; Commisf. Gedepu- Minder- Staat Admirlt. Provintie teerde getal. Generaal. in Friesl. Reken> Staat. land. kamer. Minder- Raad van Admirlt. Gedepu- Minder- getal en Staate of ia 't teerde getal. Munfter- Generalus. Noorder- Staat. , Commisf. Rekenk. Quartier. Admiralit. Provintie Gedepu- Minder- Raad van in Fries- Reken- teerde getal en Staate of land, kamer. Staat, iviunfter- Generali- Cömmisf. teits Relr.  3ö KWARTIER der ZEVENWOUDEN. In de 1785. 1788. 1791- 1794. Jaa- 1786. i7óo. 1792. 1795. ren. 1787. 1790. 1793. 1796. Utinge- Gedepu- Minder- Munfter- 2 J. extr. Radeel. teerde1 geral en Commis- Staat Gen. Staat. Extraord. faris. 'c ;de jaar Commisf. Adm. te A. jEngwir- Munfter- 2 J. extr. Ordinair Gedepu- Den. Commis > Staat Gen. Staat teerde faris. 't 3de Jaar Generaal. Staat. Aam. te A. Donia- Admirali- 2 J. Gen. Gedepu- Minder- werst al, teit in Rekenk. teerde geta! en Friesland- 't 3de Jaar Staat. extraord. Raad v. S^ Commisf. Hasker- Ordinair Gedepu- Minder- Provintie land. Staat Ge- teerde getal. Reken- neraal. Staat. kamer. Schoo- Provintie Admirali- 2 J. Raad Gedepu. sterlasd. Reken- teit in van Staate teerde kamer. Friesland. 't 3de Jaar Staat. Gen. Rek, Lemster- Gedepu- Minder- Provintie Admirali' land. teerde getal. Rekenka. teit in Staat. mer. Friesland. Gaaster- Minder- Provintie Admirali- 2 Jaaren land. getal. Rekenka- teit in Gen. Rek. mer. Friesland, 't 3de Jaat Raad v. S. Opstek- Minder- Munfter- 2 J. Adm. Ordinair land. getal en Commis- te Amft. 't Staat Extraord. faris. 3de J. ext. Generaal. Commisf, Staat Gen. Stell. 2 J. Raad Gedepu- Minder- Munfter- werf- van Staate teerde getal en Commis- Oostein- 't 3de Jaar Staat. extraord. faris. de. Gen. Rek. Commisf. Stell. 2 J. Adm. Ordinair Gedepu- Minder* werf- te Amft. 't Staat teerde getal. Westein- 3 Jaar ext. Generaal. Staat, ns. Staat Gen.  KWARTIER der ZEVENWOUDEN. 3r 1797. 1800. 1803. 1800. 1809. 1812, 1798. 1801. 1804. 1807. 1810. 1813. 1799. 1802. 1805. 1808. 1811. 1814. , Ordinair Gedepu* Minder. Provintie Admira- 2jar.Gen. Staat teerde getal. Reken- liteit in Rekenk." Generaal. Staat. kamer. Friesland. 't3dejaar Raadv.S. Minder. Provintb Admira- 2 Jaaren Gedepu Minder» getal. Reken- liteit in Gen.Rek. teerde getal en kamer. Friesland. 't3dejaar Staat. extraord. Raadv.S. Commisf. Munfler* 2 J. extr. Ordinair Gedepu- Minder- Provintie Commis. StaatGen. Staat teerde getal. Reken, faris. 't 3de jaar Generaal. Staar. kamer. Adm.teA. Admirali. 2 Jaaren Gedepu- Minder- Munfter- 2 J, extr. teit in Gen.Rek. teerde getal en Commis StaatGen. Friesland, 't 3de Jaar Staat. extraord. faris. '13de Jaar Raadv.S. Commisf. Adm.teA. Minder- Munfter 2 J. Adm. Ordinair Gedepu- Minder* getal en Commis te Amft.'t Staat teerde getal, extraord. faris. 3deJ.extr. Generaal. Staat. Commisf. StaatGei:. 2 Jaaren Gedepu. Minder- Munfter 2 J. Adm. Ordinair Raadv.S. teerde getal en Commis- te Amft. 't Staat 't 3de Jaar Staat. extraord. faris. 3deJ.extr. Generaal. Gen.Rek. Commisf. StaatGen. Gedepu- Minder- Munfter. 2 J. extr. Ordinair Gedepu* teerde getal en Commis. StaatGen. Staat teerde Staat. extraord. faris. 't 3de [aar Generaal. Staat. Commisf. Adm teA. Gedepu- Minder* Provintie Admira- 2 Jaaren Gedeputeerde getal. Rekerc liteit in RaadviS. teerde Staat. kamer. Friesland. 't3de Jaar Staat. Gen Rek. 2J. Adm. Ordinair Gedepu- Minder- Provintie Admira. te Amft.'t Staat teerde getal. Reken liteit in 3deJ.extr. Generaal. Staat. kamer. Frièslanïf. StaatGen. Provintie Admirali. 2 Jaaren Gedepu- Minder- Munfter, Reken. teit in Raadv.S. teerde getal en Commis» kamer. Friesland, '13de Jaar Staac. extraord. faris. Gen.Rek. Commisf.  3s KWARTIER der STEDEN. In de 1785. 1788. -79i« 1794. -797> Jaa- 1786. 1789. 1792. 1795. 1798. ren. *79°- l793' 179£>« -799* Leeu- Extraord- Provintie Gedepu- Raad v. Admirlt. warden. St. Gen. Reken- teerde Staate in Fries. en Adm. kamer. Staat. of Gen. land. te Amft. Rekenk. Bols- Provintie Gedepu- Raad v. Admirlt. Gedepu- wauh. Reken- teerde Staate in Fries- teerde kamer. Staat. of Gen. land. Staat. Rekenk. Frane» Gedepu- Raad v. Admirlt. Gedepu- Minder- KeR. teerde Staate in Fries- teerde getal. Staat. of Gen. land. Staat. Rekenk. ' Sneek. Raad v. Admirit. Gedepu- Minder- Staat Staate in Fries- teerde getal., Generaal. of Gen. land. Staat. Rekenk. Dokkum. Admirlr. Gedepu- Minder- Staat Munfter- in Fries- teerde getal. Generaal. Com- land. Staat. misfaris. Harlin- Gedepu. Minder- Staat Munfter- Gedepu- «en. teerde getal. Generaal. Com- teerde Staat, misfaris. Staat. Stavo. Minder. Staat Munfter- Gedepu- Minder- rek. getal. Generl. Com- teerde getal. misfaris Staat. Sloten. Staat Munfter- Gedepu- Minder- Extraord. Gene. Com- teerde getal. Sc. Gen. raai. misfaris. Staat. 0f Adm. te Amft. Wor. Munfter- Gedepu- Minder- Extraord. Provintie Kim. Com- teerde getal. St. Gen. Reken- misfaris. Staat. of Adm- kamer. te Amft. IJlst. Gedepu- Minder- Extraord. Provintie Gedeputeerde getal. St. Gen. Reken- teerde Staat. of Adm. kamer. Staat, te Amft. Hinde. Minder- Extraord. Provintie Gedepu- Raad v. lopen. getal. St. Gen. Reken- teerde Staate en Adm. kamer. Staat. of Gen. te Amft, Rekenk.  Iöoo. 1803. i8o6\ 1801. 1804. 1807. 1802. 1805. 1808. Gedepu- Minder. Sraat teerde getal. Generaal. Staat. Minder- Staat Munfter- getal. Generaal. Commisfaris. Staat Munfter. Gedepu- Generaal. Com- teerde misfaris. Staat. Munfter. Gedepu- Minder- Com teerde getal, misfaris. Staat. Gedepu. Minder- Extraord. teerde getal. St. Gen. Staat. of Adm. te Amft. Minder. Extraord. Provint. getal. st. Gen. Rekenk. of Adm. te Amft. Extraord. Provint. Gedepu. St. Gen. Rekenk. teerde of Adm. Staat, te Amft. Provintie Gedepu- Raad v. Reken- teerde Staate of kamer. Staat. Generlt. Rekenk. Gedepu- Raad v. Admirlt. teerde Staate of in Fries. Staat. Generlt. land. Rekenk. Raad v. Admirlt. Gedepu. Staate of in Fries- teerde General. land. Staat. Rekenk. Admirlt Gedepu- Minder- in Fries- teerde getal, land. Staat. IV. deel. C KWARTIER der STEDEN. 53 1809. 1812. 1815. 1810. 1813. i8it5. 1811. 1814. 1817-, Munfter- Gedepu- Minder. Com- teerde getal, misfaris. Staat. Gedepu. Minder- Extraord. teerde getal. St. Gen. Staat of Adm. te Amft. Minder- Extraord. Provint. getal. St. Gen Rekenk, of Adm. te Amft. Extraord. Provint Gedepu. St. Gen. Rekenk. teerde of Adm. staat, te Amft. Provint. Gedepu- Raad v. Rekenk. teerde Staate of Staat. Generlt. Rekenk. Gedepu- Raad v. Admirlt. teerde Staate of in FriesStaat. Generlt. land. Rekenk. Raad v. Admirlt. Gedepu-] Staate of in Fries- teerde Generlt- land. Staat. Rekenk. Admiral. Gedepu- Minder,-: in Fries- teerde getal, land. Staat. Gedepu- Minder- Staat teerde getal. Generaal. Staat. Minder. Staat Munftergetal. Generaal. Com. misfaris. Staat Munfter Gedepu. Generaal. Com- teerde misfaris. Staat* Uit  R E G E E* KIN 0. 2% Tegenwoordige Staat Uit het midden der Heeren Volmagten ten Landsdage wordt, volgens deeze Rooster, een Kollegie van acht Heeren gekoozen, die echter niet als een vast Kollegie zitten, maar liever als eene Kommisfie van Staat zyn aan te merken. m t Deeze Heeren, die men de Staaten in t Mindergetal noemt , houden hunne Vergaderingen in een byzonder vertrek op 't Landfchapshuis, en zyn als de ziel der Staats Vergaderingen , dewyl 'er niets aan de Kamers kan komen, dan na dat hetzelve hier aangebooden of onderzocht is; zo dat iemand, iets van de Staaten willende verzoeken , zich aan 't Mindergetal moet adresfeeren, 't welk niet zelden met een Praadvis de zaak voorftelt, en in de Kamers brengt. De Stadhouder der Provincie heeft hier recht van zittinge , en thans zitten de Heeren drie jaaren lang uit ieder kwartier, volgens de Rooster. De rang der kwartieren wordt ook hier in acht genomen, en dus heeft Oostergo altoos de Voorzitting. De Heeren van't Mindergetal worden jaarlyks ook gekommitteerd tot het vereffenen der rekeningen van de Reëele en Perfoneele Goedfchatting, het nazien der boeken van de vyf Speciën , het in order brengen der Stem-Kohieren om de tien jaaren, en het vernieuwen der Floreen - Kohieren. Ook wordt het Mindergetal dikwyls gebruikt om, by plegtige gelegenheden, den geheelen Staat te verbeelden, en verdere Kommisfien uit te voeren, die eene deputatie,, uit het midden der Staats- Vergaderinge vorderen. Midlerwylheeft deeze  van FRIESLAND. 35 deeze Vergadering; geene magt, om op zich zelve eenig befluit te formelen , of buiten haare Kommisfien te gaan. Alleen vindt men voorbeelden, dat het Mindergetal de Staaten heeft doen Vergaderen, onder anderen op den 29 Oktob. 1652. Dan dit is zekerlyk gefchied om byzondere redenen , dewyl het famenroepen der Volmagten tot eene Staatsvergadering anderszins alleen aan de Heeren Gedeputeerden toekomt. In het tegenwoordige jaar 1787 zitten in de Vergaderinge van het Mindergetal de volgende Heeren : Uit Oostergo. Mr. JOH. CASPER BERGSMA. HECTORLIVIUS van HAERSMA. Uit Westergo. Mr. SIPKE BASSELEUR. Jr. WILKO HOLDINGA TJALLING CAMSTRA Baron thoe Schvvart* zenberg en Hohenlandsberg. Uit de Zevenwouden. MARTINUS van SCHELT/INGA. Jr. L' AM ORAAL ALBERTUS /EMILIUS RENGERS. C 2 Uit iuhc,  Keger* R INC: 3g Tegenwoordige Staat Uit de Steden. Jr. CHARLES BIGOT. ALDERT TAIKES, By de Kommisfie in 't Mindergetal zit altoos de Sekretans van Staat, zynde thans de Heer en Mr. Arent Johan van Sminia. Dit Ampt was weleer met het Sekretaris - Ampt der Heeren Gedeputeerden vereenigd ; doch een der gewigtigften van de geheele Provincie zynde, is hetzelve daarvan niet alleen van overlang gefcheiden , maar ook in den jaare 1785 den Sekretaris van Staat een Griffier toegevoegd , zynde Mr. Johan van Idfinga. De Sekretaris moet zyn van den Hervormden Godsdienst , en zyn' eed doen in handen van den Voorzitténden Heer in "t Mindergetal : ook moet hy altyd tegenwoordig zyn in de Staats- Vergaderingen by 't Mindergetal , de genomen Refolutien, na behoorlyke Refumtie, te boek ftellen, ondertekenen, en daarvan een gclykluidend affchrift aan de Heeren Gedeputeerden ter hand ftellen. Na het einde van den Landsdag moet hy de genomen Refolutien voorleezen aan de Heeren Gedeputeerden, aan welken hy ook, onder behoorlyk Recipis, de Refolutie Boeken mag leenen, doch aan niemand anders. Niet alleen geduurende zyne bedieninge, maar ook zo hy tot een anderen ftaat overgaat, moet hy alles geheim houden , wat 'er, geduurende zyn bellier, van dien aard is voorgevallen, dat het niet zonder 's Lands na-  van FRIESLAND. 3?' nadeel openbaar zou konnen worden gemaakt. Ook mag hy nooit openbaaren de verfchillende gevoelens van byzondere leden der Vergaderinge. Benevens zyne Komisfien moet hy goede zorge draagen voor de boeken en papieren van Staat, om altoos het noodige te kunnen, vinden. Doch het voornaamfte gewigt van deezen post beftaat hier in , dat de Sekretaris in alles der Vergaderinge van Staat moet dienen van advys, en opheldering geeven uit alle voorige Akten en Refolutien tot een ftuk in qusesue betrekkelyk, op dat de Heeren mogen weeten, hoedanig het recht en gebruik der Provincie geweest zy, in foortgelyke gevallen. Niet minder moeielyk is de kennis van den Staat der Finantien, die gerekend wordt voornaamelyk in den Sekretaris van Staat te berusten : niet alleen moet hy derhalven weeten , op welke wyze de fchattingen geheeven worden , en hoedanig de balans zy tusfchen de inkomften en uitgaven van den Lande; maar ook hoe men des noods, op de gevoeglykfte wyze voor de Ingezetenen, de noodige te kort fchietende penningen bekomen kan. Wanneer door het Mindergetal, of eenige andere daar toe verkooren leden van Staat , eene Kommisfie moet worden afgelegd, reist de Sekretaris van Staat altyd mede, dewyl men acht , dat de waardigheid van den Staat, zonder zyne tegenwoordigheid , niet kan worden vertoond. Doch zo er ondertusfcheq ook Vergaderingen der Volmagten worden gehouden, moet de Sekretaris der Gedeputeerden zyne plaats vervullen. Vol-, C 3 gen* Re g eeking.  -38 Tegenwoordige Staat gens eene Refolutïe van den 14 Decemb. 4634, beloopt zyne Jaarwedde maar 000 guldens; doch dezelve is met de bykomende emolumenten thans zeer aanzienlyk. Voor deezen werd het Ampt van Sekretaris van Staat door de volle Vergaderinge der Staaten begeeven; doch tegenwoordig wordt deeze gewigtige post vervuld door den Erf - Stad» houder, volgens eene" Refolutie van den 19 Aug. 1748. Het wapen der Heeren Staaten is dat der Provincie van Friesland, 't welk belïaat uit twee gouden Leeuwen, boven eikanderen op een blaauw veld, benevens zeven gouden blokjes als turven. Het fcbild is gekroond, en wordt ter zyden vast gehouden door twee ftaande Leeuwen, die voor deezen doorgaans geene k roonen hadden , doch tegenwoordig daar mede pronken. De eerfte Perfoon in rang na de Staaten is de .Stadhouder der Provincie , thans Z. D. Hoogheid Willem V, Prins van Oranje en Nasfau , Erf - Stadhouder, Kapitein Admiraal Generaal der zeven Vereenigde Gewesten enz. enz. enz. De naam van Stadhouder of Steehouder komt oorfprongklyk van de Bourgondifche en Oostenrykfche Landheeren, die de Gewesten beftierden door hunne Stedehouders, geiterkt met een' Raad van Polide en Juftitie. Het is hier de plaats niet, om van de Ampten en waardigheden der Stadhouders in 't algemeen, noch over het nut en de noodzaaklykheid deezer waardigheid, in 't breede te handelen ; waarom wy ons alleen zullen bepaalen tot Regeering.  van FRIESLAND. 39 tot de magc, welke de Stadhouders by ouds in Friesland hebben gehad, en nog heden bezitten. In 't begin der Spaanfche beroerten gefchiedde nog alles op 's Konings naam , vooral daar inen toen niet direkt tegen den Koning, maar tegen Alva en zyn' aanhang den Oorlog voerde; doch toen de zaaken van dag tot dag verergerden , en men eindelyk den Koning geheel verliet , kwam de Regeering der reeds Vereenigde Gewesten voornaamelyk in handen van den Prinfe van Oranje, welke in die hoedanigheid in de onderfcheiden Provinciën zyne Lt. Stadhouders zond, daar hy zulks noodig oordeesde. Doch deeze magt met den ongelukkigen dood des Prinfen ophoudende, oordeelden de Staaten van Friesland , dat het thans hun post was, eenen Stadhouder aan te ftelien, den welken men voorzeker in dien tyd niet gevoeglyk ombeeren kon; waarom zy, op den 16 van Wynmaand 1584, tot hunnen Stadhouder verkoozen Graave Willem Lodewyk vaniNasfau, voorheen Lt. Stadhouder van Prins Willem. Graaf Willem Lodewyk vervolgens, op verzoek der Staaten van Friesland, met eene Kommisfie door Hun Hoog Mogenden zynde voorzien geworden , bewees den Lande veele treffelyke dienften ; zynde , onder anderen , niet alleen de Friesfche Vryheid door hem bevestigd; maar ook Groningen en Ommelanden van 't Spaanfche juk verlost, en hy daarom tot Stadhouder dier Provincie op gelyke Kom. misfie van de Staaten Generaal aangelteld in den jaare 1595. C 4 Mid- R E G E E» lunc  R.ECEE» BIKG. 4P Tegenwoordige Staat Midlerwyl begreepen de Staaten der Provincie, dat men den Staaten Generaal meer magts gaf, dan hun weezentlyk toekwam ; waarom, by de aanftellinge van Graave Ernst Kazimier, die, na den dood van Graave Willem Lodewyk, zynen Broeder, in 1620, tot Stadhouder verkooren werd, hem geene Kommisfie uit's Haage, door deAlgemeene Staaten, maar door de Staaten der Provincie zelve , volgens het onbetwistbaar recht der Souvereiniteit, op eigener naam . gegeeven werd, te gelyk met een behoorlyk Berichtfchrift, waar naar hy zich, in de waarneemingevan zynen gewigtigen post, te fchikken had; zynde daarop, door den Graave, de eed afgelegd in handen van de Afgevaardigden uit de Staaten van Friesland. En op deezen voet is men federt ook te werke gegaan, ten opzigte van zyne beide Zoonen, Hendrik Ernst Kazimier in 1632, en Willem Frederik in 1640 ; niettegenftaande 'er toen veelen waren, die, zich daar tegen verzettende , den Staaten eene Generaliteits Kommisfie wilden opdringen, 't welk echter manhaftig werd afgeüagen. In 1664 werd Hendrik Kazimier, Zoon van Willem Fredrik,wel op denzelfden voet verkooren; doch onder zyn Stadhouderfchap werd die waardigheid eriFelyk verklaard op zyne wettige IVlannelyke nakomelingen , in 't jaar 1675. Dus hield daar mede in .deeze Provincie de verkiezing der Stadhouderen op, en men behoefde nu maar alleen de nieuw aankomende Stadhouders met Berichtfchriften en Lastbrieven te voorzien. Het gebeurde in de jaaren 1618 en 1619. zal  van FRIESLAND. 4- zal waarfchynlyk de reden zyn geweest, waarom de Staaten van Friesland twee jaaren laater oorbaar vonden geen' Lastbrief voor hunnen nieuwen Stadhouder in 's Haage te vraagen, maar met de daad te toonen, waar men de waare Souvereiniteit te zoeken had. Inmiddels verlooren hier door de Stadhouders van Friesland met alle betrekking tot de Generaliteit; klaar blykt zulks onder anderen uit de laatlte Initruktie van den Raad van Staate, opgelleld in de groote Vergadering der Bondgenooten van het jaar 1651 : want volgens dezelve hebben de byzondere Stadhouders her recht „ om ten allen tyde in dien Raad te „ verfchynen en mede te ftemmen; voorts „ worden zy verzocht om, aldaar kompare„ rende, benevens den Praefident , te helpen „ weeren alle haatelyke diskusfien en krakkee,, len , die niet ter zaake dienen enz". Ondertusfchen fchynen de Staaten van Holland dit befluit voor niet onherroepelyk gehouden , of hetzelve op eene andere wyze verklaard te hebben. In 't jaar 1668 namen zy althans eene Refolutie om den Stadhouder van Friesland en Groningen niet langer in die Vergaderinge te dulden; hier uit ontftond een groote tweefpalt, dewyl de Staaten dier twee Provinciën zich door zodanige flappen beleedigd rekenden ; zy vertoonden daarom in een wydluchrig vertoog aan die van Gelderland, dat de onderneeming van Holland naar over» heerfching geleek , waar door de magtigfte Provincie de zwakkere zocht te berooven van haare wettige , en by de oprechtinge van den C 5 Staat R E 8 E E» EI MO.  4* Tegenwoordige Staat Re oef.» simc, Staat vastgeftelde voorrechten ; hebbende de byzondere Stadhouders tot hier toe altoos, zonder iemands tegenfpreeken, het recht van zittinge in den Raad van Staate gehad. Die van Holland bragten hier tegen in, dat de Provinciën, die Stadhouders hadden, zich door middel van dezelven in den Raad van Staate zouden zoeken te verfterken , tot groot nadeel van Holland , die als de magtigfte en meest kontribueerende Provincie ook den meesten invloed in 't bellier der algemeene zaaken behoorde te hebben. Doch men antwoordde van den anderen kant, dat de Provinciën alle met gelyk recht in de Generalneits Kollegien, en dus ook in den Raad van Staate zaten , en dat derhalven de voorgewende Praeeminentie niet te pas kwam. Men voer voort met hier over te twisten tot in 1672, wanneer de gedaante der zaaken geheel veranderde , en Holland ook een' Stadhouder verkreeg, te weeten Prins Willem den III, geduurende wiens leeven over deeze zaak niet meer getwist werd. Doch naauwelyks was deeze Vorst overleeden, of de Staaten van Holland vernieuwden al wederom hunne oude bedenkingen , tegen welke zich verfcheiden Provinciën , vooral Friesland, lleeds met den grootlten yver hebben verzet, gelyk uit eene menigte van Refolutien kan blyken, en vooral uit een' brief, door de Staaten van Friesland in 1730, aan die van Holland gefchreeven (f). Het (t) Deeze briefis te vinden achter de vertaalde His-  van FRIESLAND. 43 Het gezag der Provinciaale Stadhouders in zaaken van Oorlog is ook altyd zeer groot geweest, en had fteeds min of meer betrekking tot de Generaliteit. In tyden van Oorlog, als'er geen Kapitein Generaal der Unie was, ftonden de Troepen der Provincie afzonderlyk onder't bevel van haaren Stadhouder; ook waren de andere Generaals, en zelfs de Veldmatfchalken aan hunne orders meer of min onderworpen. Duch zo 'er een Kapitein Generaal der Unie was , dan bepaalde zich de magc der byzondere Stadhouders alleen binnen hunne Provinciën , daar de Kapitein Generaal van Staat niets te zeggen had. Dus hebben Prins Maurits en Graaf Willem Lodewyk altoos denzelfden rang by 'cKrygsvolk gehad, als zynde beide Kapiteins Generaal van byzondere Provinciën, Daarentegen diende Ernst Kazimier, in 't jaar 1607 tot Veldmanfchalk, en in 1620 tot Stadhouder van Friesland aangefteld zynde > in de eerfte hoedanigheid onder Prinfe Fredrik Hendrik, na dat deeze door de Vergaderde Bondgenooten , voor Kapitein Generaal van Staat was erkend geworden. Met dit alles had Fredrik Hendrik niets over de Provinciaale Troepen van friesland en Groningen te gebieden , 't welk ook nog in laater tyd fleeds plaats heeft gehad, met naame in 1657, toen de FriesfcheStadhouder, Willem Fredrik, naar de waardigheid van Veidmarfchalk itond, en eenige Provinciën hem in die zaak begunlligden : want by die gelegenheid namen de Staaten van Friesland een befluit : dat Historie van 't Stadhouderfchap van den Abt Raynal, door Rousiet, bl. 301. R E O E E» RING.  Tegenwoordige Staat Recee- riwo, dat de Provinciaale Militie zou blyven onder bet beft uur van hunnen Stadhouder en Gedeputeerden , overeenkom/lig der zeiver Inftruktien. Het zelfde werd ook waargenomen in 1672 , toen Willem de III van de geheele 4 Unie tot Kapitein Generaal van den Staat werd aangefteld; gefchiedende dit by de Staaten van Friesland onder de volgende bepaalingen: dat zy in de genoomene conclujie en Refolutie van den 8 July 1672, zo veel aanging bet Capitein- en Aamiraalfchap Generaal van den 'Staat der Vereenigde Nederlanden , als mede het geeven van Patenten, Commandementen en bezetünge van de nabuurige frontieren van Friesland en Stad en Lande, niet anders konden confenteeren, ah zy hadden gedaan by het verkenen der Cmtmisfim aan de Doorl. Hoog Geb. Prtncen van Oranjen, den 23 April 1625, en den 14 Maart 1647. ook zonder Prejudicie en onvermindert het recht der Provincie van Friesland; mitsgaders het Stadhouaerfchap en Kapiteïnfchap Generaal van dien in 't by zonder, gelyk zulks hy de refpective Stadhouders van dezJve Provincie , de Hoog Gebooren Heeren Willem Lodewyk , Ernst Kazimier , zyne Excellen~ t e Hendrik, en zyn FurfielykeDoorluchtigheid Willem Fredrik refpective , gebooren Graaven van SSlasfau en Furften des H. Roomfchen R.yks , alle onfterffelyker Memorie, in hunnen tyd, en nog geëxerceerd ware geworden. Het Ampt van Stadhouder der Pro vinei*  van FRIESLAND. 45 cie beftaat voornaamelyk in de volgende zaaken. I. Het befchermen van 't geheele Lahdfchap en alle deszelfs Ingezetenen tegen alle Uit - en Inlands geweld. De Stadhouder moet derhalven naarftig letten op alle Vergaderingen van Landvolk of Ruiters , die zonder bewilliginge der H. Gedeputeerden in 't land zouden komen, om iets kwaads uit te voeren , en ten dien einde moet dezelve naarftig zorge draagen voor de waakzaamheid der Militairen, die in de Steden of Sterkten der Provincie in bezettinge liggen. II. Het toezicht op de Militaire Discipline onder de Troepen der Provincie : zo wat aangaat het onderhouden der Militaire wetten, en het oeffenen in den Wapenhandel , als met opzicht op 't gedrag der Militaire perfoonen, op dat de Burgers en Inwooners alleen door dezelve befchermd , doch niet beledigd mogen worden. III. De goede en vaardige beftiering der Provinciaale zaaken, die met de Heeren Gedeputeerden door den Stadhouder moet gefchieden , en insgelyks de goede Adminiftratie der Juftitie, ten welken einde aan de H. Stadhouders zitting in de Vergaderingen van den Hove is verleend. Het gezag der Stadhouders fteunt op de Inftruktien, hun in der tyd door de H. Staaten gegeeven, en door hen in het Mindergetal bezwooren. De eerfte Friefche Inftruktie voor Graaf Ernst Kazimier beftond uit acht Artikelen, welke in die der volgende Stadhou- deren R E G E EKING,  46 Tegenwoordige Staat Regie. RING. deren zyn vermeerderd. Zie hier die van Hendrik Kazimier, getekend den 12 November 1664. • Art. 1. Eerftelyk zal de Stadhouder ons als Staaten van den Lande, mitsgaders onze Gedeputeerden naar behooren eeren en refpecteeren, ende zich in geenerleye manieren mogen aanmaatigen eenig gezach over de Souvereiniteit of Hoogheid van deezen Landfchappe , nochte hem aanneemen te doen eenig poinct, 't welk daar aan dependeert. 2. De Stadhouder zal mede gehouden zyn de Gereformeerde Religie, in voegen die tegenwoordig in onzen voorfchreeven Landfchappe opentlyk wordt geleerd, en in het gehouden Synode Nationaal te Dordrecht is geapprobeerd , alleen aangaande de Leere te handhouden ende verdedigen, zonder eenige verandering daar inne te mogen doen, ofte gedoogen by andere gedaan te worden ; welverftaande dat de Kerkenordening hier onder niet wordt begreepen. 3- Ook zal de Stadhouder met onze Gedeputeerden moeten mainteneeren en defendeeren, alle des voorfchreeven Landfchaps Tractaateny Privilegiën, Vryheden, Rechten, Ordonnantiën , loffèlyke Costamen, Acten ende Refolutien, ende niét toelaaten, dat noch den Land»  van FRIESLAND. 47 Landfchappe in 'c generaal, noch eenig Lid van dien, noch den Ingezetenen , Edelen , Eigenërfden, en allen anderen in 'c partikulier, van wat qualiteit ofte conditie dezelve zoude mogen zyn, daarin directelyken ofte indirectelyken inbreuk worde gedaan. 4- De Stadhouder zal ook met onze Gede* puteerden goede toezicht houden en draagen op de Buitenlandfche Fortresfen en Sterkten, (taande tot onzen gezach ende voorzorge. 5- Alle Militaire Ampten, ftaande op onze Repartitie ende betaalingen , zullen indistinctelyk by den Stadhouder ende onze Gedeputeerden befteld worden na meeste ftemminge, ende in abfentie van den Stadhouder,' by de Gedeputeerden alleen. Des worden t hier niet onder begreepen , gelyk Polytique zo Militaire Ampten, die wy fpecialyken 't onzer dispofitie alleen hebben gehouden en na deezen mogen behouden. 6. Niet te min de voorfchreeven Militaire Ampten in 't Veldleger voorvallende , zullen (uitgezonderd die wy ons airede hebben gereferveerd ofte nog verder te referveeren ) by den Stadhou ter aldaar wel mogen vergeeven worden, mits dat de Ingeboorenen van den Lande R E GEE» RING.  48 Tegenwoordige Staat RfiGEERING. 10. De Lande den Uitheemfchen in conferentie geprce-' fereerd , ende die Commisfie , volgens op den naame van denzelven Stadhouder ende onze Gedeputeerden , naar ouder gewoonte in derzelver Coilegie, den genoemden Officiers verleend worden. 7- Zal by den Stadhouder geen Commandeur in eenige Steden, Schanfen of Fortresftn ge« fteld mogen worden anders als by ons ende onzer Gedeputeerden Advys. 8. Voorts zal de Stadhouder zich hebben te richten naar de Inflruetie onzer Gedeputeerden , voor zo veel dezelve zyn perfoon raakt, ende voornaamelyk in 't verleggen van de Guarnizoenen pracife moeten onderhouden het drie en dertigfte Artikel van die zelfde Inftructie ; welverftaande , dat in abfentie van den Heer Stadhouder de Regeering van den voorfchreeven Landfchappe zal ftaan by onze Gedeputeerden alleen. 9- Van gelyken zal de Stadhouder zich hebben te reguleeren naar de Inftructie voor onze Raaden Provinciaal, voor zo veel dezelve zyn perfoon mag raaken ende vooren gebruikelyk is geweest.  van FRIESLAND. 49 10. De Stadhouder zal geen vaste goederen hier te Lande mogen aankoopen. 11. Zal ook de Stadhouder ende Capitein Generaal van nu voortaan niet mogen doen eenig verzoek van Overdragte zyner Staat by Survivance: het zy ook by wat peribone, ofte voor wien hetzelve zoude gedaan , ofte te wegen gelegt mogen worden , volgens de Refolutie dien aangaande by ons genomen den 13 December 1632. 12. Eindelyk zal de Heere Stadhouder niet mogen verzoeken om te genieten eenigen poinct, welke wy ons alleen referveeren , ofte denzelven Heere Stadhouder by zyne Commisfie ende Inftructie niet en hebben geaccordeerd. Zal hem voorts reguleeren naar al zulke nadere Inftructie, als by de Staaten van 't Land zal worden gearresteerd. Aldus gedaan en gearresteerd by de Staaten van Friesland op 't Landfchapshuis den ia November 1664. Vertekend door de tegenwoordige Heeren Volmagten der vier Quartieren hoofd voor hoofd. IV. DEEL. Zo- RüflKgi RIN O.  50 Tegenwoordige Staag B.ECEE. EI WC Zodanig en zo naauw beperkt was de mage der Stadhouderen van Friesland, tot in *t jaar 1748 , wanneer de Staaten dier Provincie zich genoodzaakt vonden om de magt van den Stadhouder grootelyks te vermeerderen. In Hooimaand des gemelden jaars werd aan den toenmaaligen Stadhouder Willem Karei Hendrik Frifo volle magt gegeeven , om , met overroepinge van Gekommitteerden uit den Staat en uit de Ingezetenen , de Konftitutie des Lands op vaste gronden te ftellen, en zodanige plakaaten uit te geeven als dezelve tot Welzyn van den, Lande zou meenen te behooren. Daarenboven befloot men, op ■ den 2 van Oogstmaand, niet alleen de magt der Stadhouders in verfcheiden opzichten aanmerktlyk te vermeerderen, maar ook deeze hooge waardigheid erffelyk te maaken in de Vrouwelyke linie. Alle deeze vermeerderingen van het Stadhouderlyke gezag zyn vervat in het Diploma , ten dien einde, door den Staat aan Z. D. Hoogheid geoffereerd op den 19 van Oogstmaand 1748, en op den 30 dier Maand door denzelven bezwooren in handen van eenige Afgevaardigden uit het midden van den Staat. In gemelde Diploma, ., draagen H. E. Mog. „ nog aan Z. D. Hoogheid op de begee„ ving van alle Militaire Ampten van de „ Troepes, ter Repartitie van de Provincie „ van Friesland ftaande , en het recht om te „ decideren, zo wanneer in de Staats-Delibe„ ratien twee Quartieren ftaan tegen twee : „ of ingevalle twee Quartieren weigeren of » di-  van FRIESLAND. si j, dilajeeren hunne Kamer advifen uit te bren,, gen. Om by vaeatuure van de Raadsheers* plaatfen in den Hove Provinciaal , en van „ de Curatorfchappen van 's Lands Academie „ te Franeker, de keuze en begeeving daar „ van te doen uit eene nominatie van drie „ perfoonen, geformeerd en aan Z. D. Hoog. „ heid gepraïfenteerd door de Volmagten van „ dat Quartier, ter welkers begeeving het „ opengevallen Ampt tot dus lange heeft ge„ ftaan. Gelyk mede om te disponeeren van ,, de vacant wordende Ampten van 's Land„ fchaps Secretaris en Secretaris der Heeren „ Gedeputeerden , van 's Lands Rekenkamer 9, en van den Rentmeester der Domeinen , „ Procureur Generaal en Griffier van den ,, Hove , de vier Generaale Ontvangers van „ de Provinciaale middelen en van den Post„ meester. Nog om, by vaeatuure der Grie„ tenyen, de verkiezing te doen van een* „ Grietman , uit eene nominatie van drie „ wettig geftemde en eligibile perfoonen, wel*' „ ke tot vervulling van 't vaceerende Ampt , door de Ingezetenen zal worden gemaakt, „ en om, in gevalle van Kuipery en dispuit 35 over de validiteit en meerderheid* der ftem„ men, te nomineeren zeven Gecommitteerden „ uit de drie Goën , of Landfchaps - Quar5, tieren; des dat in de vierde graad aan de „ Pretendenten der Grieteny niet zullen ge. s, parenteerd zyn : dewelke in dat geval ken„ nisfe neemen en het dispuit of de dispuiten ,, decideeren zullen. Zo ook , om van 't „ Grietmans Ampt van 't Bildt, het welk tot Da „ dus Regeert nc.  Regeering. 5» Tegenwoordige Staat „ dus lang ter Vocatie van Z. D. Hoogheid „ en de Heeren Gedeputeerde Staaten heeft „ geftaan, in het toekomende alleen te dispo„ neeren ; des dat de verkiezing en begeeving „ van alle deeze Politique Ampten door Z. „ D. Hoogheid gefchiede binnen den tyd ]y van zes weeken, aanvang neemende op den „ dag, op welke de notificatie van 't open„ vallen der Ampten, of de nominatie aan ,, Z. D. Hoogheid zal weezen ter hand ge„ komen, en alzo behoorlyk bekend gewor„ den. Zullende deeze bekendmaaking van „ de Vacatures en overzending van de Nomi„ natie moeten gefchieden binnen twee maanw den, te rekenen van den tyd van 't overly„ den der Amptenaaren; en zulks alles onder „ voorwaarde , dat de Collatie komen moet „ op gebooren Friezen, of op zodanige per„ foonen, welke volgens 's Lands wetten en „ costumen tot de Regeering admisfibel zyn. „ Wordende daar te loven Z. D. Hoogheid „ mits deezen genomineerd en aangefteld tot „ Opper - Holtphefter, by avancement of „ overlyden van den tegenwoordigen Holt„ phefter. En eindelyk defereeren H. Ed. Mog. „ mede aan zyne Doorl. Hoogh. het recht van „ Pardon, te verkenen op denzelfden voer, als „ dat recht in de Provincie van Holland en West„ friesland aan Z. D. Hoogheid is gedefereerd". Na de Opdragt van de begeevinge deezer Ampten, volgt in het Diploma een uitgebreide bepaaling nopens de wyze, op welke deeze hoo. ge waardigheid, by verderf van Z. D. Hoogheid, op zyne Mannelyke of Vrouwelyke wettige descen*  van FRIESLAND. 53 descendenten zoude devolveeren , waar omtrent onder anderen 't volgende zeer aanmer« kelyk is. ,, Alles nochtans met dien verftande , dat ,, voorfchreeven Charges niet zullen mogen ,, devolveeren noch bekleed worden op, noch „ by iemand van de voorfchr. zo Mannelyke „ als Vrouwelyke descendenten van H. gcmel,, dè Z. D. Hoogheid , die met de Koning ,, lyke of Keur - Vorfielyke waardigheid bekleed „ zouden mogen weezen. Dat wyders „ de fucceslie en devolutie van de voorfchree,, ven Charges, digniteiten en waardigheden „ op het Mannelyk oir van de voorfchreeven „ Vrouwelyke descendenten van H. Gem. Z. ,, D. Hoogheid geen plaats zal hebben, dan „ alleen, ingevalle dezelve Vrouwelyke descen- denten, met fpeciaal confent en goedvinden „ van H. Ed. Mogenden zullen komen te „ trouwen met een Prins van de Gereformeer„ de Religie, en niet bekleed zynde met de Koninglyke of Keur- Vorftelyke waar» „ digheid. „ Dat in gevalle de voorfchreeven Charges „ mogten komen te devolveeren op eene van „ de voorfz. Vrouwelyke descendenten van „ Z. D. Hoogheid, dezelve die waardighe„ den zal waarneemen onder den titel van „ Gouvernante, en uit dien hoofde fesfie zal „ hebben in de refpective Collegien , waar „ in de Stadhouders deezer Provincie gewoon „ zyn fesfie te hebben: Vervolgens mede in „ den Raad van Staate. En dat dezelve s, mede Capitein en Admiraal Generaal van D 3 „de RE GEKKIN O.  Rbgee. ai sc, 54. Tegenwoordige Staat „ de Vereenigde Nederlanden zynde , die Charges , digniteiten en waardigheden, zo , ten aanzien van de fesfie in de refpective Admiraliteits Collegien, insgelyks zal waar„ neemen en bekleeden; en voorts in cas van " Oorlog , by 't uittrekken van de Troepen '„ van den Staat te velde, de faculteit hebben. „ om te benoemen en voor te draagen een „ geëxperimenteerd hoofd over de Militie, „ mits mede profesfie doende van de: Gereformeerde Religie als boven , en niet bekleed zynde met de Koninglyke of Keur, Vorftelyke waardigheid, en daar benevens '„ aangenaam aan H. Ed. Mogenden, om het „ Commando over gemelde Troepes, in haare „ plaatfe te voeren; behoudens echter, dat , dezelve alvoorens den Eed van Getrouwig„ beid aan deezen Staat zal afleggen, en zich ,', reguleeren naar zodanige Inftructie, als hem zal worden mede gegeeven , en daar toe „ van H. Hoog Mogenden met overleg en advys , zo van de Vrouwe Gouvernante als " van den Raad van Staaten zal worden be- „ raamd en vastgefteld". — m Oo den 20 van Herfstmaand werd tot vermeerdering der Stadhouderlyke waardigheid nog gerefolveerd. 1. „ Dat de Heeren Stadhouderen in der tyd , „ in de Provincie tegenwoordig zyncte, het „ recht hebben om te Compareeren in 't Hot p vanjuftities te adviferen en te voteren over  van FRIESLAND. 55 „ de zaaken , die aldaar ter eerlter Inftantte , „ of by Appel, als die in de kleine en groote ,, Revifen, worden geventileerd. 2. „ Dat Hoogstdezelve mede altyd fesfie kunnen hebben in de Provinciaale Reken- „ kamer, zo wel als in 't Collegie der Heeren „ Gedeputeerden. 3- „ Dat insgelyks dezelve gerechtigd zyn aan „ te ftellen, niet alleen een Luitenant Holtpbes„ ter, maar ook vier Meester - Knaapen , een „ uit ieder der Quartieren van den Staat, om „ met byvoeging van 's Lands Fiscaal, een „ Gerecht te formeeren, voor het welk alle „ zaaken, dispuiten en calanges , raakende dé „ Jagt en Visfcherye, volftrektelyk en zonder „ verdere beroepinge , finaal zullen worden „ gedecideerd ; gelyk mede te formeeren „ zodanige Orders en Reglementen , op het „ ftuk van de jagt en visfchery, als Hoogstde„ zelve verftaan zullen te behooren. 4. „ En dat ook Hoogstgedagte Heeren Stad„ houders in der tyd de magt hebben , om „ met overroepinge der Curatoren van de Aca„ demie te Franeker, de noodige orders na„ pens 's Lands Univerfiteit te maaken , „ Profesforen en andere Leeraars aldaar aan te ftellen, en het opzicht te hebben over het D 4 w on° R. e a e e. kik g.  5*5 Tegenwoordige Staat Resee- ring. ,, onderhoud der Gebouwen aan voorfchree„ vene Academie behoorende", In 1678 werd aan Prins Hendrik Kazimier de waardigheid van Curator Magnificentisfimus der Academie te Franeker opgedraagen ; in laater tyd, te weeten , op den 6 van Lentemaand 1708 , gefchiedde dezelfde Opdragt aan Prins Joan Willem Frifo, en op den 12 van Wynmaand 1731 aan Prins Willem Karei Hendrik Frifo; doch, volgens Staatsbefluit van den 19 Augustus en 20 September 1748 , werd deeze waardigheid, zo wel als die van 't Stadhouderfchap, erfelyk verklaard. De jaarlykfche aanftelling der Magiftraats Perfoonen en decilïe der verfchillen, die in de Regeeringe der Steden mogten ontftaan, behoorde weleer aan den Stadhouder en het Hof Provinciaal, uitgezonderd die der beide Steden Leeuwarden en Franeker, welke, volgens aloude privilegiën, de beftelling haarer eigene Magiftraaten hebben gehad. Dit voorrecht, benevens eenige daar by komende redenen van misnoegen, bewoog de andere Steden , om in 't jaar 1635 dezelfde magt van de Staaten te verzoeken. Midlerwyl was deeze onderneeming niet zo zeer aan de Stedelingen toe te fchryven, als wel aan den onderhandfehen invloed van eenige Heeren van 't platte land, die met ongenoegen zagen, dat de Stadhouder en de Raaden in den Hove, doorgaans meester waren van de ftemmen van dit kwartier. Die van Dokkum waren de Voorgangers, en leverden een Request by den Staat in, waarby  van FRIESLAND. 57 zy om hunne eigene Raadsbeftelling verzochten , met dien gevolge, dat de Staaten daarop ten antwoord gaven : Dat men hun voor 't vervolg de magt verleende om hunne eigen Magiflraaten te kiezen, volgens den eisch der Vryheid, welke men door de wapenen verkreegen had: Wordende V gezag van den Hove in deezen geheel ajgefchajt en verboden. De toenmaalige Stadhouder Hendrik Kazimier nam dit zeer euvel, en zocht onder anderen de Stedelingen, door tusfchenkomfte der Geestelyken, om te zetten; doch te vergeefs , de zaak ging door in vyf Steden , wordende de oude Regeering afgezet en eene nieuwe daar voor in plaats gekoozen , die, met Leeuwarden en Franeker , dus de meerderheid in 't kwartier verkreegen. De zaak nam met dit alles een ongelukkig einde, door eene toevallige omftandigheid. De Provincie was in 't opbrengen haarer Petitiën byna zes millioenen ten achteren geraakt, en 'er bevond zich toen in Friesland eene Bezending van den Raad van Staate , met volle magt om 't ontbreekende in te vorderen, en des noods geweld te gebruiken. Deeze Bezending , gefterkt met Prins Fredrik Hendrik, behartigde de belangen van den Friefchen Stadhouder, en, onder fchyn van de penningen met geweld te willen invorren, kon men 't Krygsvolk gemaklyk tot andere oogmerken gebruiken : door dit middel wist men de meeste Leden van Staat af te fchrikken, om hun ftuk langer uit te houden. Ook werd 'er eene nieuwe Infrruktie voor het Hof D 3 Re ges ring.  5« Tegenwoordige Staat Regee. ring. gemaakt, die niet weinig de magt van dit Kollegie bepaalde, en de beftelling der Magiftraaten werd, in plaats van vry te blyven by de Burgeryen , nu aan den Stadhouder alleen afgeltaan, volgens Dispoficie der Bezendinge van den Raad van Staaten in 't begin van 1636; zynde de afgezette Magiflraaten daar by herfteld, en de overige Leden van den Staat verpligt haare handelingen goed te keuren. Leeuwarden en Franeker behielden met dit alles haare oude voorrechten. Doch in 't jaar van 174.8, droegen de Magiflraaten dier Steden, doch zonder bchoorlyke overroepingeder Burgeren , ook hunne Raadsbeftelling op aan den Stadhouder ; cn by die gelegenheid werd 'er een geheel nieuw Reglement van Regeeringe voor de ftad Leeuwarden ontworpen , en op den 31 van Oogstmaand 1751 in train gebragt. De Lt. ,vtadhouder Merode had een jaargeld van 1600 guldens ; doch deeze fom werd , toen Graaf Willem Lodewyk aan de Regeering kwam, vermeerderd tot 4000 guldens. Ook genoot hy daarenboven zyn inkoomen als Luitenant Kolonel van 't Krygsvolk deezer Provincie, In laater tyd werd het jaargeld van den Stadhouder gefield op 8000 guldens , en dat van Kapitein Generaal op 24000; terwyl boven deeze fomme nog jaarlyks 2500 guldens aan Hoogstdenzelven wegens vb chip - en Wagenvracht worden gegeeven. Het Artikel der Voogdye van den Doorh Erf-  van FRIESLAND. 59 Erfgenaam der Stadhouderlyke waardigheden , ' ingeval van een vroegtydig afiterven der Vor- Regee- rimq. ftelyke Ouderen, is eene zaak van groot belang, en heef: dus ook gelegenheid gegeeven tot eene wydluftige Refolutie , daaromtrent in 't jaar 1755, door de Staaten der Provincie, met overroepinge van Prinfes Anna, Weduwe van wylen Prins Willem den IV , vasfgefield , welke wy, benevens de Inftruktie des Hertogen van Brunswyk Wolffenbuttel , als geweezen repreefentant van Z. D. Hoogheid Willem den V , geduurende zyne minderjaarigheid , hier zullen laaten volgen, dewyl deeze ftukken veel lichts byzetten aan onze KonfHtutie, en in onverhoopte gevallen wederom zouden moeten dienen. „ De Staaten van Friesland, in ernftige overweging nemende dat wel is vastgefiek de ordre van Succesfie , zo in de Mannelyke als Vrouwelyke Linie , van wylen zyne Hoogheid, glorieufer memorie, gelyk ook voorzien in het geval van minderjarigheid, by het leven van hare Koninglyke Hoogheid ; maar dat deze voorzorge zich verder behoorde uit te ftrekken op het onverhoopte geval, dat hare Koninglyke Hoogheid , Mevrouwe de Gouvernante, gedurende de minderjarigheid , iets menfchelyks mogte overkomen ; hebben daarom nodig geoordeelt, dat nader behoorde te worden gerefolveert, zo omtrent de Educatie van zyne Hoogheid , den tegenwoordigen Heere Erffladhouder, en van hare Hoogheid Mevrouwe de Prinfesfe Carolina , gedurende der>  Re gee- 6*0 Tegenwoordige Staat derzelver minderjarigheid, als ten opzigte van de Voogdye of Waarneminge van het Erfftadhouder-, Kapitein- en Admiraalfchap Generaal dezer Provincie, gedurende de minderjarigheid in het bovengemelde geval, dat God genadiglyk wil verhoeden. En is vooraf goedgevonden en verftaan de Meerderjarigheid, zo van Hoogstgedagte Prinfe en Prinfesfe te termineren op den geadim* pleerden ouderdom van agttien jaren , zo dat zyne of hare Hoogheid als dan ipfo faclo zal worden gehouden te zyn geftelt in, en aanvaart te hebben de dadefyke exercitie van de Digniteiten van Erflladhouder, Kapitein en Admiraal Generaal dezer Provincie, op denzelfden voet, mitsgaders met zodanige Prserogativen en Praeminentien , als wylen zyne Hoogheid derzelver Heer Vader heeft bekleed en erflyk nagelaten. Dat, rakende de Educatie , hare Koninglyke Hoogheid zal worden verzogt, zo als verzogt wort by dezen , eenige Perfonen, en daar onder ten minden een van de Leden der Regeringe van deze Provincie of meer, naar proportie dat dezelve uit de andere Provinciën zullen worden genomen, voor te dragen, om vervolgens door hunne Ed. Mog. voor zo verre uit deze Provincie benoemt zyn, ge committeert te worden, aan welke Perfonen zal worden gelast, (het droevig en onverhoopt geval ex terende ) onder authoriteit van hunne Ed. Mog. zo verre de Perfonen , by hunne Ed. Mog. te committeren, betreft, met communicatie en overleg van de Voogden , by wylen  van FRIESLAND. 6"t wylen zyne Hoogheid, glorieufer gedagtenis, en hare Koninglyke Hoogheid geftelt of nog te ftellen, voornamelyk te betragten en zorge te dragen, dat hare Hoogheden in de principes van den Godsdienst en Conftitutie van Regeringe dezer Landen , worden onderwezen, om hoogstdezelve bekwaam te maken tot die eminente waardigheden , waar toe erflyk zyn geroepen, en welke de Doorluchtige Prin» fèn van Oranje en Nasfau, tot het leggen van de gronden , opbouw en confervatie van de Republiek, loffelyk hebben bekleed; en naardien het nomineren of voordragen van voorfz. perfonen, is een zaak van zeer groot gewigt, en ftrekkende tot het dubbeld oogmerk, voor het welzyn van den Staat, en hoogstdezelve Prinfelyke Pupillen , waarop hare Koninglyke Hoogheid, na rype deliberatie zal moeten refolveren; zo hebben hunne Ed. Mog. om te betonen het vertrouwen. dat in hoogstdezelve ftellen, goedgevonden en verftaan, dat, ingevalle God, onverhoopt inmiddels, en bevorens dat hare Koninglyke Hoogheid de voorfz. Perfonen aan hun zal hebben voorgedragen, van hoogstdezelve mogte disponeren , hunne Ed. Mog. zullen committeren den Perfoon, Welke by een befloten Acte, door hare Koninglyke Hoogheid gepasfeert en ondertekent, tot de Educatie zullen worden bevonden benoemt te wezen; en indien een van de Voogden , uit de Regeringe van deze Provincie geftelt, gedurende de Minderjarigheid, mogte komen te overlyden, of om zwakheid of andere wettige redenen, daar toe onbekwaam mogte worden, en Regeb- uimg.  Tegenwoordige Staat Regee- ItlNG. en in dien gevalle niemant door hare Koninglyke Hoogheid by meergemelde Acle fn deszelfs plaatze mogte zyn benoemt, zullen hun Ed. Mog. de Staten van deze Provincie, in dat geval, en in alle andere gevallen, waar in zodanige Voogden komen te deficiëren , een ander uit de Leden van de Regeringe van de. ze Provincie in deszelfs plaats fubftitueren, aan welken gefubftitueerden gelyke Commisfie als vooren zal worden gegeven. Wat het poincl', rakende de Voogdye of waarneminge van het Erfftadhouderfchap, Kapitein- en Admiraalfchap Generaal der Provincie aanbelangt, is goedgevonden en verdaan, dat dezelve by hun Ed. Mog. zal worden geëxerceert, zo en in dier voegen, als hier na zal worden verklaart. Zullen de Staten zelve, als reprefenterende in bovengenoemde kwaliteit den Erfftadhouder, de uitfpraak doen over de Queftien en Dispuiten, die tusfchen het Hof van Jultitie en de Magifiraten der Steden en Diftricten mogten komen te ontftaan, uitgedrukt in het Reglement van den 21 December 1748. Art. XXX en XXXI. Zo zullen ihsgelyks in voorfz. kwaliteit, de Heeren Staten zelve disponeren van de vacant wordende Ampten van Landfchaps Secretaris , Secretaris van 't Collegie der Heeren Gedeputeerden, en van 's Lands Rekenkamer, van Rentmeester der Domeinen, Procureur Generaal, Griffier van den Hovende vier generale Ontvangers van de Provinciale 6 Mid-  van FRIESLAND. t53 Middelen, en van Postmeelïer, mitsgaders den Hooft Commies, Commiefen en Agent. Zo zullen ook , als exercerende het regt van den Stadhouder, de Staten zelve, by vacature , in bovengemelde kwaliteit, aanftellen een Grietman van het Bildt; als mede zullen de Heeren Staten zelve, by vacature der Grietenyen, de verkiezïnge doen van een' Grietman , uit eene Nominatie van drie wettig geftemde en eligibele Perfonen , welke door de gekwalificeerde Ingezetenen zal worden gemaakt, en ingevalle van kuiperye of dispuit over de validiteit of meerderheid van ftemmen , te nomineren Gecommitteerden uic de drie Goën of Landkwartieren , om kennisfe te nemen van de dispuiten en Decifie te geven, volgens het Diploma van den 19 Au-gustus 1748, en Art. XII. van bovengemelde Reglement van den 2r December 1748. Dat zo de Staten zelve, in die kwaliteit, zullen exerceren het regt van Pardon , aan den Erfftadhouder gedefereert, in bovengemelde Diploma , doch niet anders dan met toeltemminge van alle vier kwartieren. Gelyk ook zo de aanfiellinge zullen hebben van den Luitenant Houtvester, en Secretaris van het Jachtgerichte, dog de vier Meefterknapen verkoren worden van ieder Kwartier, waar in de vacature valt. Omtrent de vacature van Raadsheersplaatzen en Curatórfchappen van de Akademie, zal de funétie van Erfftadhouder , gedurende de Minderjarigheid, flapen, en begeving gedaan worden by de Kwartieren , waar in die Amp- FL B G E EMNG.  Recee. ring. 64 Tegenwoordige Staat Arnpten komen open te vallen, gelyk vooï het jaar 1748. Zo zal ook de functie van Erfftadhouder flapen, indien dispuit of onëenigheid ontftaat over belastingen, die met eenpaarigheid, volgens het XXVI Art. van het Reglement, moeten worden vastgeftelt ; ten zy men met vier Kwartieren daar in overeenkomt, om aan een Collegie of een eminent Perfoon of meer perfonen van Regeringe binnen de Provincie, de arbitrage te defereren. Insgelyks zal, gedurende de Minderjarigheid, de Cura Magnificemisfima van den Erfftadhouder flapen, en de, zorg van • de Akademie, gedurende dien tyd , weder gebragt worden aan het Collegie, op dien voet, als voor het jaar 1748 is geweest , dat is , dat de Curatoren aan het Collegie der Gedeputeerde Staten voorftellen, al wat aan de Akademie te doen is, en het Collegie refolveren en eligeren. Insgelyks zal, gedurende de Minderjarigheid , de functie van den Erfftadhouder, omtrent de Sesfie, en op het Collegie, in het Hof Provinciaal, en 's Lands Rekenkamer , als geen applicatie vindende, flapen. 1 Hun Ed. Mog. de Heeren Staten zelve zullen, in meergemelde Kwaliteit, de Ampten van Gerigtsfcholt, Adfesforen, Kapitein Geweldige , en wat verder tot het Krygsgerigte behoort, mitsgaders die van Plaats Major te Leeuwarden en Harlingen, met dat van Ammunitie-Meester of Commies van 's Lands Ma- gazyn,  van FRIESLAND. 6*5 gazyn , gedurende de Minderjarigheid , be ftellen in cas van vacature. Doch zal de Approbatie der Sententie van voorfz. Krygsgerigte, aan den Heere Hertog Louis van Brunswyk, in 't gemelde geval worden opgedragen. Gelyk zulks aan gemelde zyne Hoogheid wort opgedragen mits dezen. Het Houtvesterfchap zal , gedurende de Minderjarigheid, door het Collegie der Gedeputeerde Staten , in cas van bezwaar over Gewysden van het Jachtgerigte, geoeffent worden. Als twee Kwartieren tegen twee ftaan , of twee Kwartieren weigeren of dilaieren hunne Kamer adviezen uit te brengen, zal de Deci■fie, gedurende de Minderjarigheid, ftaan aan het Collegie, mits alle de Leden vooraf by folemnelen Eede beloven, dat omtrent de uitfpraak geen de minfte reguard zullen nemen op het Kwartier, waar uit gedeputeerd zyn, maar alleen het Bonum Pübücum in acht nemen. De Deliberatie over zulke verfchillen zal by het Collegie niet worden gedilaieert, maar aanftonts begonnen, zo vroeg het geval exteert, en uitfpraak gedaan, waar van ntemant der Leden zich, om eenige relatie, van wat natuur mag wezen, zal mogen excuferen, op poene van verlies van deszelfs Ampt of Commislie op 't Collegie, By zware ziekte, zo dat een der Leden niet in ftaat mag wezen zyn Advies by monde of gefchrifte uit te brengen, zullen de overige voortvaren, en zo gevallig door zulke wettige abfentien de IV. deel. E Stem- Hegee- ItIRG.  REGEE' EING. 66 Tegenwoordige Staat Stemminge mogce fteken, zal de Secretaris gevraagd worden en zyne Stem bybrengen, om een pluraliteit te formeren. Dat, gedurende de Minderjarigheid , alle veranderingen in de Lyst, die om de Impofitien en Excyfen by Collectie in te vorderen, in train is gebragt, met eenparigheid van alle vier Kwartieren zullen worden gemaakt, zonder dat zulks by pluraliteit zal mogen gefchieden. De Raadsbeftellinge in de Steden met den aankleve van dien, de Decifien der Queftien daar uit en daar over ontftaande, zal, gedurende de meergemelde Minderjarigheid , wordende geëxerceert, en door de Steden opgedragen in het bovengemelde geval, aan hare Doorluchtige Hoogheid Mevrouwe. de Prinfesfe , eerfte Douariere van Oranje en Nasfau, Grootmoeder, en , by onverhoopte aflyvigheid van dezelve, eer de Doorluchtige Prins Erfftadhouder Meerderjarig is geworden , aan hare Doorluchtige Hoogheid, de Prinfesfe Carolina , de achtien jaren bereikt hebbendei dog zo het droevig geval onverhoopt mogt komen te exteren , terwyl Mevrouwe de Prinfesfe Carolina nog verre van de gerequireerde jaren was, zo zal door de Steden, met kennisfe en approbatie van Mevrouwe de Prinfesfe Grootmoeder, een interims voorzieninge worden gedaan, gelyk ook Mevrouwe de Prinfesfe Carolina in diergelyken geval met kennisfe van de Steden zal doen om te dienen tot een voorzorge, zo iets men-  van FRIESLAND. 67 menfchelyks gebeurde eer de Doorluchtigfte Erfftadhouder Meerderjarig was. De Staten van Friesland nemen aan de Raadsbeftellinge met den aankleve van dien, en de voorzieningen hier voren gemaakt, en die van tyd tot tyd naar bovengemelde rigtfnoer gemaakt worden, in alle deelen te helpen maintineren , zonder te gedogen , dat door iemant daar omtrent infraclie zal gedaan worden, direct of indiredt. Dat, ten aanzien van het Militaire Wezen, en rakende de zaken van Oorlog , by een onverhoopt overlyden van hare Koninglyke Hoogheid, aan den Heere Prinfë Louis van Brunswyk, onder den titel, als reprefenterende zyne Hoogheid den Heere Prinfe van Oranje en Nasfau , of hare Hoogheid Mevrouwe de Prinfesfe Carólina , als Kapitein Generaal dezer Provincie, gedurende hoogst derzelver Minderjarigheid., op de Inftructie, aan het einde dezes geinfereert, zal worden gegeven , zo als aan den gemelden Heere Hertog gegeven wort mits dezen , van nu voor als dan de Magt en Authoriteit, om de Militie, ter repartitie van deze Provincie, te commanderen, en dat mits dien van nu af aan, aan den Commandant van deze Provincie , en commanderende Officieren in de Steden van dien , mitsgaders aan de Kollonellen, Luitenant Kollonellen, Sergeant- Majors en Kapiteinen van de Militie , ter repartitie van deze Provincie ftaande, zulks zal worden aangefchreven, met last en order, om, het geval excerende, dat aan hare Koninglyke E 2 Hoog- R E 6 E Z> RING»  r58 Tegenwoordige Staat RSGEE- Hoogheid, gedurende de Minderjarigheid, iets menfchelyks mogt overkomen, den zeiven Heere Prinfe Louis van Brunswyk in voorfz. kwaliteit , gedurende de Minderjarigheid, van zyne of hare Hoogheid , te refpeéteren , en deszelfs ordres te pareren ; dog dat het ftuk van het geven van Patenten, by alle de Bondgenoten zal worden gereguleert, en hier expresfe worden uitgezondert. Dat voorts aan meergemelden Prinfe van Brunswyk zal worden gedefereert, tot wederzeggens toe , de begeving van de Militaire vacant wordende Charges , van Kollonellen tot Vaandrigs incluis , die op de repartitie van deze Provincie ftaan; zo nogtans , dat hooggedagte Prins de Approbatie van de Heeren Staten daar op zal moeten verzoeken, zo verre betreft de Kollonels , LuitenantsKollonels en Sergeants Majors ; en aangaande de Ritmeesters , Kapiteinen , Kapitein»Luitenants, Luitenants en Vaandrigs, van de Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie. En zal, in name van de Heeren Staten ; als exercerende de Voogdye van zyne of hare Hoogheid, ten opzigte van het Erfftadhouder-, Kapitein- en Admiraalfchap Generaal dezer Provincie, by de Staten , ten opzigte van de Kollonellen , Luitenants Kollonellen en Sergeants. Majors, en ten refpecte van Kapiteinen , Kapitein Luitenants, Luite* nants en Vaandrigs, by derzelver Gedeputeerden , Commisfie worden verleent. Dat, voor zo verre omtrent de Fortificatiën , Magazynen en Ammunitie van Oorloge, binnen  van FRIESLAND. 69 nen deze Provincie eenige dispolïtie en voorzieninge noodig mogte worden bevonden, zulks , in zaken van confidentie, niet anders zal gefchieden dan met communicatie en overleg van hooggemelden Heere Prinfe van Brunswyk. Dat de Heeren dezer Provincie Gecommitteerden ter Generaliteit zullen wor« den gelast, zo als gelast worden by dezen, om het reprefentatief van het Kapiteinfchap» Generaal van de Unie, op den Heere Hertog Louis van Brunswyk meergedacht, te helpen defereren, op zodanige Inftruc"tie , als de gezamentlyke Bondgenoten, met overleg van hare Koninglyke Hoogheid , zullen verfiaan te behoren, en met en nevens de andere Provinciën, den Raad van State te verzoeken, om met zyn overleg, de Fortificatiën, mitsgaders alles wat ter bezorging van den Raad van State, en het beleid van zaken, de defenfie van den Staat te Lande betreffende, is gelaten, te doen en te bezorgen. Dat voorts, met relatie tot het reprefenta» tief of Voogdye, gedurende de voorlz. Minderjarigheid van zyne of hare Hoogheid , in alle de Landen, Steden en plaatzen onder de Generaliteit reforterende , welgemelde Heeren Gecommitteerden zullen worden gelast, zo als gelast worden mitsdezen, om datpoincl:, met overleg van hare Koninglyke Hoogheid, zodanig met de gezamentlyke Bondgenoten te helpen fchikken, als nuttigst en convenabelst zal worden bevonden; des voor en aleer te concluderen, daar af kennisfe te geven , en hun Ed. Mog. finale ordres af te wachten. E 3 Dat R. E G E BW  Regee- ri hg, fo Tegenwoordige Staat Dat het commandement van de Militie te water, by provifie, zal worden gelaten bui» ten dispofitie". lnftru&ie voor den Heere Hertog van Brunswyk, als reprefenterende zyne Hoogheid, den Prinfe van Oranje en Nasfau, of, by voor overlyden van hoogstdenzelven, Mevrouwe de Prinfesfe Carolina, in kwaliteit als Kapitein Generaal van de Provincie van Friesland. Art. I. De Heer Hertog van Brunswyk zal, onder den Titel en in kwaliteit als boven, hebben en voeren het Commando over de Militie, ter repartitie van deze Provincie {taande, onder de ordres van de Heeren Staten Generaal, met confent van de Staten van deze Provincie en van den Raad van State , conform de ordres van den Lande genomen, en van onze Gedeputeerden. Des zal hooggemelde Heer Hertog, op den Eed, aan ons gtdaan, zig moeten onthouden van het geven van Patenten, welke alleen gegeven zullen worden by hunne Hoog Mog. met advies van den Raad van State, alles in conformité der Refolutie van de Groote Zaal, in den jare 1651 , genomen, en, zo mogelyk, met communicatie en overleg van meergemelden He re Hertog. II. Zal omtrent de Compleethoudinge, Wapeninge , Militaire Exercitiën , en alles wat de Krygs discipline aangaat, doen onderhouden  nn FRIESLAND. 71 houden en, exa&elyk nakomen, de Ordres en Reglementen, die daar op zyn gemaakt, of op deszelfs te kennen geven aan ons of aan onze Gedeputeerden, nader zullen worden gemaakt, ten welken bovenflaanden einde hooggemelde Heer Hertog, ten allen tyde, de Guarnifoenen zal vermogen voor hem te doen pasferen in monfteringe en revue, en zich , zo dikmaals als hy het goed zal vin den, doen geven de Lyften van de Regimeiii ten. III. Zal de approbatie van de Criminele Sententien, door het Krygs - Gerichte van deze Provincie, uit name van de Heerlykheid van dezen Landfchappe , gedurende de Minderjarigheid , te vellen , hebben en exerceren, met last aan gedachten Krygs-Gerichte , om ten dien einde alzulke Sententien aan Welgemelden Heere Reprefentant , in cas fubjeft, over te zenden. IV. Zal, zo wel in tyd van Vrede als van Oorloge, disponeren mogen over alle Militaire Charges, van Kollonellen af tot Cornets of Vaandrigs incluis, die zullen komen te vaceren in de Regimenten en Compagnien, Guardes, ter dezer Repartitie (taande, volgende daar in, zo veel met den dienst van den Lande beftasnbaar is, den Rang en Anciënniteit van de Officieren van deze repartitie. V. Zal de door hem aangeftelde Hoofdofficieren aan ons moeten prefenteren ter approbatie, en om van ons hunne Commisfien te ontvangen, en de Ritmeeftcrs, Kapi E 4 teins R E (5 E E' RING.  72 Tegenwoordige Staat R EGEEElfiO. teins tot Cornets en Vaandrigs inclufive , aan de Gedeputeerde Staten dezer Provincie , welke approbatie en Commisfie niet zullen geweigert worden, ten zy dat, met eenparigheid, geöordeelt wierde , dat abufivelyk te. gen het voorenftaande Artikel was gedispo» neert. VI. Zal, totontlastinge van 's Lands Finantien, alle gepenfioneerde Officieren , voor alle anderen prefereren, om de vacature te fuppleren , en zo lange daar onder gevonden worden capabele om den Lande te dienen , geene andere mogen aanftellen, veel minder eenig Officier Penfioneren, ten zy hy Heer Hertog tot het een of ander door Ons , op zyn te kennen geven, by fpeciale Refolutie zal zyn geauthorifeert. VII. Zal, in cas van vacature van de plaats van Commandeur der Stad Leeuwarden , en Commandant der Troupen, zich binnen de Provincie onthoudende, op onze aanfchryvinge, aan Ons voordragen een drietal van Officieren , ten minften bekleed met de Waardigheid van Generaal Major, alle Inborelingen en in dienst van deze Republiek, uit welk drietal de keuze door Ons van een nieuwen Commandeur zal worden gedaan. VItl. Zal de Verloven mogen accorderen, in conformiteit van de ordres van den Lande, en wel inzonderheid conform de Refolutien van hun Hoog Mog. van den 31 Maart 1714, en 18 November 1752, en die van den Raad van State, den 7 jimy en 31 Augustus 1714, en  van FRIESLAND. 7-3 enden 22 January 1728 (*), mits daar van kennisfe gevende aan den Raad van State, en om voorts daar in gehandelt *te worden, zo als voor de verheffinge van zyne Doorluchtigfte Hoogheid , glorieufer memorie , is gedaan geweest. IX. Zal zich nimmermeer mogen bemoeien met eenige andere zaken in Onze Provincie, of in die der andere Bondgenoten , het zy dan zaken van Religie , Politie , Finantie of Juftitie, nochte ook met zaken de Unie concernerende, veel min met Gefchillen tusfchen de Bondgenoten onderling met eikanderen, of tusfchen Leden of Kwartieren van dezelve, in deze of eenige andere Provinciën , ten ware dan, dat hy Heer Hertog, ingevalle van discrepantie, door allerzyds partyen wier» de verzocht en geroepen tot mediatie en intercesfie; of dat altoos, en dus op acquiëfeèment van alle de partyen, eenige Quellie aan zyne Uitfprake, Beflisfinge en Decilie wierde gelaten. X. Zal zich op het territoir van deze Provincie geene verdere of meerdere Macht of Au- (*) De Refolutien, zo van hunne Hoog Mog. als van den Raad van State, in dit Artikel gemeld, behelzen voornamelyk, dat geene Verloven aan Offi. eieren zullen mogen gegeven worden, dan op Ichrifte» lyk advies van Kollonelleu of commanderende Officieren van het Regiment, en met Regillratie der Auditeuren Militair, mitsgaders dat, van tyd tot tyd, Lyften vaa de Verloven aan hunne Hoog Mog. zullen moeten worden overgegeven. R E G F. g* EINS.  74 Tegenwoordige Staat bi hg. Autboriteit mogen aanmatigen noch dezelve vragen, en zich in allen gevalle gehouden en gedragen aan Onze orders of die van Onze Gedeputeerden, en zal voorts hoöggemelde Heer Hertog van zulks, als voorfchreven is, in allen deele na te komen gehouden zyn, voor en aleer in functie te treden , in onze handen, of in handen van die gene, die wy expresfelyk daar toe committeren zullen, te doen den Eed daar toe Maande. Aldus gerefolveert op 't Landfchapshuis, den 12 Juny 1755. De principale dezer, in 's Lands Refolutieboek geinfereert, was ver • tekent by alle Leden van den Staat; en tot hun Ed. Mog. ordonnantie, door 's Lands Secretaris. J. van SMINIA. Wy vleyen ons dus een kort doch voldoend denkbeeld gegeeven te hebben aangaande het Ampt van Erf-Stadhouder van Friesland, en zullen thans deeze (toffe befluiten met eene korte volglyst der Stadhouderen van deeze Provincie. De eerfte derzelven was, om nu niet van den Heer Merode, als Luitenant van Z. D. Hoogheid Prins Willem den 1, te fpreeken. Willem Lodewyk, Graaf van Nasfau, wel» ke zyne Kommisfie ontving van de Staaten Generaal j die hem insgelyks van eene diergelyke Kom-  van FRIESLAND. 75 Kommisfie voorzagen om het Stadhouderfchap van Groningen en Ommelanden te bekleeden. Onrlo? en Vrede beide was hv R. E O F. E* RINS. in zaaKen van wonug en vieue ueiue was uy een uitmuntend Vorst: want in 't eerfte geval behoefde hy niets aan Maurits toe te geeven, en aan zyn wys beleid, zyn wy de verdryving der Spanjaarden uit Groningen en de nabuurige plaatfen alleen verfchuldigd. Wat het tweede betreft, hy was een voortreffelyk Regent, en by ieder bemind als een Vader des Vaderlands. Hy was een hoogfchatter der Geleerdheid , en rechtte de Friefche Akademie op in 't midden van eenen allergevaarlykften Oorlog , uit overtuiginge dat de vryheid niet beftaan kan zonder kennisfe, en dat het onder, drukken der Weetenfchappen een der verfoeielykfte konstgreepen van zulken is, die met de onkunde fluipswyze de llaverny zoeken in te voeren. In de ongelukkige twisten over Gods verborgen Raadsbefluiten , heeft deeze Vorst ook veel deel gehad, doch gedroeg zich daar in zo gemaatigd als het Entbufiasmus dier tyden eenigzins toeliet. Hy overleed op den 31 van Bloeimaand 1620 , binnen Leeuwar. den aan eene beroerte, -die hem , zo fommigen melden, aangekomen was , onder 't fchryven van eenen Brief aan Prinfe Maurits, over 't geene 'er te doen zou ftaan , in geval hy, Maurits, fchielyk aflyvig wierd. Ernst Kazimier, Broeder van Willem Lo; dewyk, volgde hem op in zyne hooge waardigheden, op eene Kommisfie hem door de Heeren Staaten van Friesland zelve verleend, Hy verbond zich in huwelyk met Sofia Hed- wig,  76 Tegenwoordige Staat Reces. rin g. wig, oudfte Dochter van Hendrik Julius , Hertog van Brunswyk, by welke hy twee Zoonen verwekte, met naame Hendrik Ernst Kazimier, en Willem Frederik, die beide hunnen Vader, na eikanderen, zyn opgevolgd. Met Prins Maurits, Fredrik Hendrik, en met zynen Broeder heeft hy veele gevaarlyke overwinningen behaald, en altoos in beleid en dapperheid uitgeblonken, tot dat hy, in 't beleg van Roermond, op den 2 van Bloeimaand 163a door een kogel, van 't leven wierd be. roofd. Hendrik Ernst Kazimier volgde zynen Vader op als Stadhouder van Friesland , Groningen en Ommelanden ; doch mogt deeze hooge waardigheid naauwlyks acht jaaren lang genieten , dewyl hy, op den 12 van Hooimaand 1640, by St. Jans-Steen, eene zwaare wonde ontving, die hem op den 13 dier Maand uit het leeven rukte. Willem Fredrik, des overledenen Broeder, volgde hem op als Stadhouder van Friesland ; doch omtrent Groningen wist Fredrik Hendrik, Prins van Oranje, hem te verkloeken, en bedong nog zelfs daarenboven voor zynen Zoon, Willem den II, het recht van overleving omtrent het Stadhouderfchap van Friesland, indien Willem Fredrik voor hem overleed. Doch het tegendeel heeft plaats gehad: want Willem de II, reeds in 't jaar 1650 aan de Kinderpokjes overleeden zynde , werd Willem Fredrik ook door de Groningers tot Stadhouder aangefteld. Deeze Vorst, die voor niemand zyner Voorouderen in voortreffe- lyke  van FRIESLAND. 77 lyke hoedanigheden behoefde te wyken , ont- '■ ving ten huwelyk de Prinfesfe Albertina1 Agnes , tweede dogter van Prins Fredrik Hendrik van Oranje , by welke hy één' Zoon verwekte Hendrik Kazimier, en eene Dogter Amelia, die gehuwd is geweest met Jan Willem Hertog van Saxen Eifenach. Een zeer ongelukkige ramp eindigde den leevensloop van deezen Vorst op eene onvoorziene wyze, te weeten , het onverwacht losgaan van een gelaaden Pistool , het welk hy , na dat het geweigerd had, met geene genoegzaame voorzigtigheid in de hand hield. Dit ongeval gebeurde op den 24 van Wynmaand van 't jaar 1664, en veroorzaakte 's Vorften dood op den 31 dier Maand. Hendrik Kazimier was gebooren op den 18 van Louwmaand 1657, en nad dus maar ^en ouderdom van zeven jaaren , toen Z. D. Vader ftierf. Ondertusfchen hadden de Staaten aan den jongen Vorst, reeds in den jaare 1659, het recht van opvolginge toegezegd, zo dat hy ter zyner tyd noodwendig met de waardigheden zyner Voorouderen ftond bekleed te worden. Na den dood van Willem Fredrik verleenden ook de Staaten aanftonds Kommisfie en Inltruktie aan den jongen Vorst, mits dat hy zyn gewigtig Ampt tot aan zyne meerderjaarigheid zou bekleeden onder de Voogdyfchap zyner Moeder Albertina Agnes. In 1672 werd hem het Stadhouderfchap daadelyk in handen gefteld ; doch wegens zyne jongkheid werd hy onderfteund door den Generaal Hans Willem van Aylva, een' man van groote ervaarenheid, die R E G E EK IN G.  78 Tegenwoordige Staat Re g e k- jijwo, die in deeze netelige tyden den Lande voortrefFelyke dienften heeft gedaan. In 1675 maakte men het Stadhouderfchap erffelyk in de Mannelyke linie, tot een bewys van de liefde des Volks voor hunnen Stadhouder, die waarlyk een Man van groote verdienften was, doch in den bloei zyns leevens overleed in 't jaar 1696. Jan Willem Frifo des overleedenen Zoon was de eerfte, die door Erfrecht de Stadhouderlyke waardigheid in Friesland verkreeg. * By 't óver! yden van zyn' Vader was hy maar negen jaaren oud, en werd derhalven onder de Voogdye zyner Moeder Amelia , gebooren Prinfesfe van Anhalt Desfau, opgevoed; zynde deeze daarin niet weinig geholpen door den Koning van Engeland, Willem den III. Deeze Vorst zonder kinderen komende te fterven, had Jan Willem Frifo tot zynen eenigen erfgenaam aangefteld , welke daar door niet alleen 't recht op de nalaatenfchap , maar ook den titel van Prins van Oranje verkreeg. In 't jaar 1709 trad hy in den Echt met Maria Louifa, Prinfesfe van Hesfen Kasfel , na dat hy in 1707 het Stadhouderfchap had aanvaard. Uit dit huwelyk werden twee kinderen verwekt, met naame Anna Charlotte Emilia, en Willem Karei Hendrik Frifo, die zeven weeken na 't ongelukkig en rampfpoedig omkomen van zynen Vader ter wereld kwam, op den eerften van Herfstmaand 1711. Prins J. W. Frifo ^was zeven weeken vroeger uit het Leger van den Staat naar 's Haage gereisd, om eenige gewigtige onderhandelingen by te woo- nen 1  van FRIESLAND. 79 nen over de nalaatenfchap van Koning Willem. Op den 14 van Hooimaand kwam hy aan den Moerdyk, om met zyne koets over 't Stryenfche Zas in eene Pont over te vaaren ; doch de Pont floeg door eene geweldige Stortvlaag van wind en regen om verre, en Z. Hoogheid had het ongeluk van te verdrinken. Geweldig wierd deeze Vorst betreurd , vooral by de Krygshoofden en 't Volk van Oorloge, zo in 't algemeen wegens zyne goede hoedanigheden , als in 't byzonder wegens zyne onverfchrokken dapperheid , die zo groot was, dat hy dikwerf met het Vaandel in de hand den gemeenen befoldeling voorging, gelyk hy , onder anderen , heeft gedaan in 't jaar 1709 , in den beroemden doch zeer bloedigen veldflag van Malplaquet. Prins J. W. Frifo was de laatfle afzonderlyke Stadhouder van Friesland en Groningen: want zyn Zoon W. K. H. Frifo had het geluk eene waardigheid te bekomen, welke niemand uit het Huis van Oranje, na Prins Willem den I, genooten had; dat is het Stadhouderfchap over alle de zeven Provinciën te famen. Deeze jonge Prins werd opgevoed onder de zorge van Z. D. Moeder, welke niet alleen het tyduMp bereikte, dat dezelve aan 't roer der Regeeringe kwam, maar hem ook nog lang overleefde; zynde zy te Leeuwarden geftorven, op den 9 van Bloeimaand 1765, nadat haar Zoon reeds in 1751 door den dood was weggerukt. In 't jaar 1734, na 't aanvaarden van het Stadhouderfchap over Fries- Re cee« ring.  8o Tegenwoordige Staat R E O E E* Friesland en Groningen , begaf de Prins zich in den Echt met Anna, Dogter van George den II, Koning van Engeland , en verwekte by dezelve, behalven andere kinderen, die reeds vroeg geftorven zyn, Karolina en Willem den V, die zynen Vader is opgevolgd in *t algemeene Stadhouderfchap , door hem in \ jaar 174* verkreegen. Dewyl 't geene nog verder, zo van den laatst Overleedenen als tegenwoordigen Stadhouder, valt te zeggen, niet zo zeer tot Friesland in 't byzonder, als wel tot de geheele Republiek betrekkelyk is, zullen wy daar thans niet van fpreeken, en ons bericht aangaande de H. Stadhouders eindigen met de Kommisfie, op welke de thans regeerende Stadhouder Willem de- V, door de Staaten van Friesland, tot die waardigheid is aangefteld. COMMISSIE VOOR Z. DOORL. HOOGHEID WILLEM DEN V. Prins van Oranje en Nasfau, als Erfftadhouder, Gouverneur, Capi. tein Generaal en Admiraal van Friesland. DE STATEN VAN FRIESLAND DOEN TE WETEN. Dat, wanneer in vorige tyden, de Nederlandfche Provinciën in hunne vryheid verkort, en in den Godsdienst verhindert wierden, het de Goddelyke Voor. zienigheid behaagt heeft , mannen van hoge  van FRIESLAND. 8r reboorte, wysheid, dapperheid, en vreze des Heeren te verwekken, die zig tot defenfie hun« ner Voorregten in de bres hebben geilek, onder welke hebben uitgeblonken de Heeren Princen van de Doorluchtigfte en wydberoemde Huizen van Oranje en Nasfau, die hierom gehouden zyn, en nog gehouden worden voor voorname Mede-Grondleggers en Befchermers van de Republicq der Vereenigde Nederlanden, en daarom de hoogagtinge en liefde voor zig en hunne Nakomelingen in deze Landen verworven hebben, en van tyd tot tyd aan 't Hoofd van de Republicq zo in 't Politieque als in het Militaire, zyn geftelt geworden ; zoo in andere Provinciën als bezonderlyk in die van Friesland, daar, van den aanvang van den Staat der Vryheid, tot heden toe, altoos een van de Telgen uit de Hooggedagte Huizen aan het hoofd der Politieque beflieringe en van het Militaire Weezen heeft gefungeert; en in welke reeds in den jare 1675 het Stadhouderfchap en Capiteinfchap Generaal aan den Doorlugtigen Vorst Hendrik Cafimier van Nasfau voor zig en zyne mannelyke Descendenten , erffelyk is opgedragen geworden. Dat Wy Ons daar by allezins wei hebbende bevonden, vervolgens met genoegen hebben aanfehouwt, hoe dat eerst, de eene Provincie voor en de andere na , zig hebben verkooren tot Stadhouders en Capiteins Generaal de Vorflen , uit die llluftre Huizen gefproten, waar van de Nakomelingen voor handen waren, en inzonderheid dat alle Bondgenoten in den jare 1747 hebben geconcurreert in de verkiezinge IV. deel. F en R E O E ER1KO.  Regee. h ING. $2 Tegenwoordige Staat en dadelyke aanftellinge van Zyne Doorlugrigji fte Hoogheid den Heere WILLEM CAREL HENDRIK FRIS O , Prince van Orange en Nasfau, &c. &c. &c. tor Stadhouder, Capitein Generaal en Admiraal, niet alleen van yder der Provinciën in het bezonder , maar ook van de geheele Unie in het gemeen; en dus zyn wedergekomen tot het ample&eren van de oude en wel bevondene gronden en Maximes, waar op de Vryheid van de Republicq geveftigt was geworden. Dat deze omwenteling van zaken noodtzakelyk heeft gemaakt, dat die zo zeer verheven VORST, zoude Hoogftdezelve aan groot en klein voldoen, en in ftaat zyn, om Neêrlands volk gelukkig te beduren, genoegzame magt en Authoriteit wierde gegeven, en door voorgefchrevene Inltruétien niet te zeer bepaalt. Om welke reden Wy ook, by Acte 'van Opdragt en Staats-Refolutie van den n Juny 1748, aan Hoogstgedagten Heere Prince Erfftadhouder en Capitein Generaal de vereischte magt, voor Hem en Hoogftdeszelfs Descendenten, in wettig huwelykgeteelt, hebben verleent, om de Regeringe van Friesland in hare wettige Conftitutie te bewaren, en daar toe de nodige Placaten en Ordonnantiën te emaneren , met dat Succes, dat Zyne Doorl. Hoogheid deze Provincie met zyne hoge tegenwoordigheid vererende, aan Ons heeft overgegeven en doen publiceren op den 21 Dec. deszelven Jaars, een Reglement van Regeringe, om te dienen tot eene fundamentele en onverbrekelyke wet, waar naar alle zaken, zo  van FRIESLAND. 83 zo van Politie als. Juiïitie, daar in vervat, voortaan beleid en behandelt zouden worden , en welk Reglement door de toenmalige Lee den van de Regeringe, met folemnelen Eede is geftaaft, en nog dagelyks door de nieu aankomende Regenten bezworen wort, en waar van Hoogftdezelve de explicatie en interpretatie aan zig heeft gereferveert. Dat Wy de Prteëminentien van het Stadhouderfchap en Capiteinfchap Generaal over Fries» land, op eene merkelyke wyze, hebben vergroot en vermeerdert, zo by nadere Diploma, door Ons den 19 Aug. 1748 , gearrefteert, en door eene plegtige Deputatie uit Ons midden aan Zyne Doorl. Hoogheit overgelevert, als by nadere Refolutie, by Ons ten dien einde genomen op den 20 Sept. 1748, en eenige andere, en nog na Hoogstdeszelfs dodelyken afgang by de Refolutie, na gehoudene communicatie met wylen hare Koninglyke Hoogheit Mevrouwe de Princesfe Gouvernante, op het (tuk der Tutele van de minderjari. ge Vorftelyke Perfonen, op den 12 Juny 1755, genomen, bevestigt. l£n vermits by dezelve Onze Refolutie van den 12 Juny 1755 is geftatueert, dat de eventuele Erfftadhouder op den geadimpleerden ouderdom van agtien jaren , als dan ipfo fablo zal worden gehouden te zyn geftelt in , en aanvaart te hebben de dadelyke exercitie van de Digniteiten van Erfftadhouder , Capitein en Admiraal Generaal Onzer Provincie, op denzelven voet, en met zodanige Prasrogativen en prceëminentien, als wylen Zyne HoogF 2 heit R.EGEB» .uwe.  Re o:e> Hl nu. 84 Tegenwoordige Staat heit deszelfs Heer Vader dezelve heeft bü kleed en erffelyk nagelaten; en Zyne Doorlugtigfte Hoogheit de Heere WILLEM, tegenswoordige Prince van Oranje en Nasfau, op den 3 Maart aanftaande, dezen Ouderdom zal hebben bereikt. ZOO IS 'T, dat Wy, volgens voorengemelde Acte van Opdragt, Diploma , explicatoire Refolutie , Reglement van Regeringe en Afte van Tutele, van den 11 Juny, van den 19 Augufti, van den 20 September, en 21 December 1748, en van den 12 Juny 1755, en verder volgens alle 'andere Onze Refolutien, waar by eenige verdere Collatien aan den Heer Erfftadhouder mogten zyn gedaan , den DOORLUGTIGSTEN VORST EN HEERE WILLEM, de Vyfde van dien naam, PRINCE VAN ORANJE EN NASSAU , erkennen en houden, en, zo veel nood, by dezen ftellen en committeren tot Erffelyken Stadhouder, Gouverneur, Capitein Generaal en Admiraal -over Onze Provincie van Friesland; en zulks alles op denzelven voet, en met dezelve Authoriteit, Gezagh, Magt, Regten , Geregtigheden, Praeëminentien en Voordelen, als by Onze Refolutien, Aften en Delatien, hier voren genoemt of ongenoemt, aan Hoogftdeszelfs wylen Heer Vader, Glor. Ged. en Hoogftdeszelfs, zoo Mannelyke als Vrouwelyke Descendenten, in wettige Huwelyken geprocreëert, zyn gedefereert geworden : Stellende Hoogftdenzelven Heere Prince WILLEM, na dat in handen der Heeren, daar toe by Ons Gecom- mitteert,  van FRIESLAND. 85 mitteert, zal hebben afgelegt den behooilyken Eed, van nu af voor als dan, in de reële en dadeiyke functie van meergemelde Charges , Digniteiten en Waardigheden, om dezelve direct te aanvaarden, en tot roem en welwezen der Provincie waar te nemen. Waar toe de Almagtige zynen zegen verleene ! Op dat hier door Onze Vryheden, Regten en Privilegiën gemaintineert , en de Gereiormeerde Christe. lyke Religie geconferveert moge blyven tot eene lengte van dagen. Bevelen Onze Gedeputeerde Staten, Raden in den Hove Provinciaal, Gecommitteerden in ?s Lands Rekenkamer, mitsgaders de Grictsluiden en Magiftraten van Grietenyen en Steeden , en alle andere Ingezetenen Onzer Landfchappe ; fampt alle de Hooft - Officieren, Ritmeefters, Capiteinen en Subalternen , mitsga» ders Onder-Officieren, Ruiteren en Soldaten , en andere Krygsknegten, die hier te Lande zyn, of metter tyd nog zullen ;komen, datze den Hoogstgemelden Heere WILLEM, Prince van Oranje en Nasfau &c. &c. &c. erkennen en houden voor den wettigen Erfftadhouder, Erf Gouverneur, Erf Capitein Generaal en Admiraal van de Provincie van Friesland; en overzulks Zyne Doorlugtigfte Hoogheit bewyzen alle eere, reverentie en gehoorzaamheid ; en in alle zaken, betreffende de exercitie en executie van de gemelde Charges, Digniteiten en Waardigheden , met al het geen daar van dependeert, toe te brengen alle vereischte hulpe en adliftentie. Want Wy het F 3 zelve R* OEE* RING.  Re g e n- RING. 85 Tegenwoordige Staat zelve zoo ten dienlïe van den Lande bevonden hebben te behooren. Gegeven op het Landfchapshuis binnen Leeuwarden.x Den Qf5 February 1765. Na dus veel van de Stadhouderlyke waardigheid gezegd te hebben , gaan wy over tot het Kollegie der Heeren Gedeputeerde Staaten , 't welk naast dat der Staaten het aanzienlykfte is van de geheeleProvincie, dewyl 't zelve, buiten de Landsdagen , de Souvereiniteit verbeeldt , en over alle zaaken van Politie oordeelt. Reeds in den jaare 1532 had men onder de Bourgondifche Regeering eene foort van Kollegie, doch van eene zeer bepaalde natuur, en van de Landsf heeren byna geheel en al af hangklyk, als maar alleen (trekkende tot bezorging van 's Lands vryheden en voorrechten. Met het begin der oneenigheden begon zich echter dit Kollegie meer en meer te doen gelden, en deed reeds in 1542 en 1543 een algemeen protest tegen de Keizerlyke Plakaaten , op 't ftuk van den Godsdienst uitgegeeven. In den jaare 1558 ontving het Kollegie eene nieuwe Inftruktie van de Staaten, en teffens merkelyk meerder magt, van welke hetzelve wel degelyk gebruik maakte , om de tyrannike onderneemingen van 't Spaanfche Ministerie te keer te gaan. In 1577, toen *t Spaanfche geweld reeds merklyk was gefnuikt, werd het Kollegie , op Raad van Prins Willem den I, met uitgebreider Inftruktien, dan ooit voor deezen gefchied was, voorzien; zelfs werd beflpoten, dat het Kollegie der Gedeputeerden met den Stad-  van FRIESLAND. 87 Stadhouder Lalain zou Vergaderen, om kennis te neemen van 's Lands wetten en vryheden, en dezelve te verdedigen de punten van de Gendfche Bevrediging uit te voeren, en verder zodanige orders uit te geeven, als 's Lands welzyn vorderde. In 't byzonder werd aan 't Kollegie bevolen , naarftig toe te zien op de Dyken en Zeeweeringen der Provincie, en niet minder op de Wegen, Vaarten, Waterlosfingen, Sluizen enz. 't Zelve moest insgelyks naarftig acht geeven op alles , wat eenige betrekking had tot de Hoogheid van den Staat. Indien 'er zaaken voorkwamen, welke de Stadhouder en Gedeputeerden niet durfden afdoen , mogten zy zich vervoegen tot de Algemeene Staaten , den Raad van Staate, of elders , daar 't gevoeglykst fcheen , op dat 'er eenige uit die Kollegien mogten overkomen om 't verfchjl, zonder bekortinge van 's Lands gerechtigheden, af te doen. Voorts mogten de Gedeputeerden , zo ras zy zulks noodig oordeelden , den vollen Staat by een roepen. Indien iemand der Gedeputeerden zwaar ziek wierd, zou 't hem vry ftaan zyne Kommisfie aan iemand anders over te draagen, die dezelve dan behield tot aan den eerstkokomenden Landsdag. By het afloopen van den gewoonen jaarlykfchen Landsdag , waren de Gedeputeerden verpligt hunne Kommisfie wederom in handen der Staaten te ftellen, wanneer zy werden aangehouden, of nieuwe leden in de plaats der oude verkooren. Het getal der Gedeputeerden beftond toen uit zes Perfoonen, te weeten, uit twee Heeren voor F 4 ieder R I! O E E» RING.  88 Tegenwoordige Staat R E GE E- lllj G • ieder Landkwartier , dewyl de Stedelingen , in dien tyd , nog byna geheel buiten alle zaaken geflooten wierden, die eenige betrekking tot de hooge Regeering hadden; en deeze Heeren waren Gerardus Jakobi , Abt van Klaarkamp, Doeke Manena , Seerp Galema, Goslick Hiddema, Erasmus Douma en Baard Idlaarda. Hoe nuttig ook de voornoemde aanftelling der Heeren Gedeputeerden ware, kon zy echter, toen ter tyd, niet volkomen aan't oogmerk voldoen, dewyl het Spaanschgezinde Hof van JufHtie nog te veel magts had; doch toen 't zelve, niet lang daarna, werd afgefchaft, veranderden de openbaare zaaken ganfchelyk van gedaante, en 'er werd, op den Landsdag van February 1581 , een nieuw Kollegie van Gedeputeerden beraamd, in 't welk zes uit de Landkwartieren , en twee uit ^ de Steden zouden zitten op eene wydluftige Kommisfie van den 15 dier maand. Prins Willem de I kwam in 't zelfde jaar in Friesland , en gaf eene Ordonnantie op de befliering der Politie, der Juititie, en der zaaken van Oorlog, in welke ook eenige zaaken werden gevonden, die betrekking hadden op het Kollegie der Heeren Gedeputeerden; doch welke alle veel nader bepaald zyn by de Inftruktie der Heeren Gedeputeerden van den 20 April 1591 , uit welke in 't jaar 1611 eene nieuwe Inftruktie is gemaakt met veele vermeerderingen en verbeteringen, welke laatfte wy hier, wegens haar groot gewigt, woordelyk laaten volgen. IN-  van FRIESLAND. 89 INSTRUCTIE VOOR DE GEDEPUTEERDE STATEN van Friesland, by de Edelen en Ei' gencrfden uit Oojïergoo, fFeflergoo en de Sevemvolden , Staatswyze vergadert, beraamt en gemaakt, om daar na de regeringe van den Landfchappe, van alle voorvallende zaken, ge* durende tot in V laatfie van den aanpaanden Landsdag, ie beleiden en te dirigeren. Aft. I. In den eerflen zullen de Gedeputeerden gehouden zyn , de tegenwoordige Gereformeerde Religie te mainteneren , en te handhavenen, ende dezelve te continueren zonder eenige veranderinge, en daarom vooral reguard ende forge te dragen voor de geheele Kerke onzes Vaderlands, zo wel als voor dat geheele corpus van dien: waar door wy verltaan de Claslén en Synoden , als ook de voornaamfte Leden van deze Kerken. Waar onder begrepen zyn de Dienaren des Woords, de Ouderlingen, Bedienaars der armen, ende alle Officieren elk met zyne eigen vergadering; op dat alle de voorgemelde delen ende vergaderingen van de Kerke, naar de Leere des Apoliels, eerlyk en ordentlyk onderhouden mogen worden, ten einde in en door dezelve voorfz. alle beide Univerfalen ende voornaam • fte particuliere verfcheidene verfamelingen der Kerken overal in landen en fteden ,onzes Vaderlands, de Kerkelyke discipline, ja een geheele eendragtige ftigtelyke en kerkelyke ChrisF 5 telyke Regeering.  po Tegenwoordige Staat telyke Politie des te regter in fwang gebrage, ende vast onderhouden werde. Ende om zulks na behoren te volbrengen, geven wy onze Gedeputeerden last, authoriteit ende magt, als in name en van wegen de Staten onzer Landfchappe van Friesland,' zynde Voedlterheeren, Opperfte Bouwmeefters, naast God, van de Kerke Gods, by handen te nemen en te gebruiken de allerbekwaamfte hulpe ende middelen, daar toe dienflig ende nodig, volgende het exempel van andere Chrillelyke Gereformeerde Overheden en Kerken by deze gelukzalige tyden, als zyn de Palts, Zwitzerland , Vrankryk, Engeland, Schotland, Poolen en andere meer; alles naar hare wysheid te dirigeren en te fchikken tot de beste ftigting, naar gelegenheid onzes tegenwoordigen tyds , volks en Landfchappe, alhier by ons zelfs, ieder dorp zyne geregtigheid, belangende de dispo« fitie en adminiflratie van hunne Leengoederen, Ordonnerende tot dien fine de Heeren Gedeputeerden geene Predikanten , dewelke Landfchaps Alumnen geweest zyn, uit de Provincie te laten trekken, zonder expresfe confent van de Staten van den Lande. II. Dienvolgende de voorfz. Gedeputeerden met den Welgeboren Heere Wilhelm Lodewyk Graaf van Nasfau &c. Gouverneur en Capitein Generaal in Friesland, of in afwezen van denzelven Heere, op 't fpoedigfie ter eerlïer gelegentheid gehouden zyn af te doen en te repareren *t geen by iemant, tegens de traftaten, privilegiën, vryheden , loflyke ordinantiën , coiTumen, aften ende regten , by de Landr Reges- RING.  van FRIESLAND. 01 Landfchappe verkregen, zo wel in 't generaal 1 als particulier is geftatueert, ende als nog ge-1 daan ende geftatueert mag worden : mits dezelve traftaten, privilegiën, loflyke coftumen , ordinantiën, aften ende Regten, in haar loflyken Staat Hellende , en op alle plaatzen, daar het nodig zal wezen, befchermende. III. Zullen ook de Gedeputeerden, alle Refolutien der Landsdagen getrouwelyk bewaren , ende alle dezelve, zonder eenig aanfchouw van perfoonen, disfimulatie of verdrag, dadelyk in train brengen. Interdicerende onze Gedeputeerden wel ernftelyk ende expresfelyk ietwes tegens dezelvige te attenteren. IV. In zulks doende met den Welgemelden Heere Gouverneur, ofte in zyn afwezen , met de Gedeputeerden van de andere Leden, raden , adviferen ende fluiten op alle voorvallende zaken, waardoor de gemeene welvaart en de vryheid gevordert en wel bewaart zullen mogen worden : uitgezondert alleen de zaken van Civile en Criminele Juftitie , dewelke gedaan en gedecideert zullen worden by den Gouverneur en den Provincialen Raad , ende Nederregters refpeetivelyk alleene , daar voor men een ieder goed regt zal laten wedervaren zo naar rechten, V. Invoegen dat de Gedeputeerden niet en zullen vermogen den loop der Civile en Criminele Juftitie beletten nog de hand te fluiten, nog gedogen belet te worden ; dan met alle doenlyke middelen procureeren en beneerffi' gen dat dezelve haren loop hebben mag ende geëffeftueert worden. VI. Wor R E C E E" RING.  9* Tegenwoordige Staat Re GE fijt 1 N G, VI. Worden ook de Gedeputeerden van de voorfz. Goën belast, het recht van de Landfchappe, belangende de Domeinen, 't Bilde, accyfen ende anderzins te defenderen naar behoren. VII. Als ook de rellen van de Clooftergoe* deren, als ordinaris omflagen, zonder aanfchouw van perfoonen, in te vorderen. VIII. Ook den Procureur Generaal te belasten , om te procederen tot confiscatie en invorderinge van de goederen ende opkomften van de vyanden onzes Vaderlands, zonder eenige disfimulatie of verdrag, omme mede geamplojeert te worden ten fine als voren. .IX. Dat alle Requellen, daar op dispofitie en apoltillen vallen, eerst Collegialiter gelezen , en by gemeene advifen ofte meeste Stemmen by den Secretaris hand alleene geappofH* leert, ende niet by de Gedeputeerden gefchre^ ven zullen worden; ende de Ordonnantiën, bedragende over de vyftig ponden, by Prn IV. deel. G Lande Reoïï» 1ubb.  REQ EKRIHCt Qg Tegenwoordige Staat Lande oorbaarlykst zullen bevinden -, en dat op Vyf Car. guldens 's daags, waar onder de Dienaars en vragten mede begrepen zyn. Ende wort de Gedeputeerden belast , om met de Heeren Gecommitteerden in den Haage goede correspondentie te houden, ter. einde het Landfchap in geen merkelyke fcbade, ter verfuimenisfe van dien, geraake te vervallen. XXV. Ordonneren en beveelen onze oedeputeerden, om van nu voortaan wel fcherpelvk en ftriftelyk te onderhouden de Keio lutie van den Landsdag, Ao. 159° den 10 April, op 't Huk van de monftermg en krygsSscip ine genomen, des dat het verleenen van pSoortelzal gefchieden met weten^ van de Hoplieden, in 't derde Art. verhaalt. Ende dat in afwezen van zyne Genade, de Pasmor en by de Heeren Gedeputeerden alleen Si n verleent worden : ende de ftrafte in den Sri Art. met de koorde gefirajt worden, verandert worde tot geesfelen , en dat ook Ten aanbrenger van de fraudateurs m plaatze van a4 Cargl. zal verhoogt worden tot de fomme van 500 Caroli guldens. Gelasten daar benevens onze Gedeputeerden , om den inhoud dies te doen publiceren, en mede daar van overfchryving te doen aan de Hopheden rMonfter-Commisfaris, ten einde memant reden van onwetentheid hebbe voor te wenden. XXVI. Verbiedende wel expresfelyk de Gedeputeerden, te adviferen en refolveren in zware zaken, dan ten minften vier uit den Pktten Lande in't Collegie fterk en zelfs prefeT zynde jende ook geene Ordonnantiën  van FRIESLAND. 99 boven vyfrïg Car: guld: te pasferen, by pcene van zulks voor ongoed geagt te worden : ten zy dezelve ten minflen by vier handen uit den platten Lande geteikent zullen zyn. Welke onderteikening der Ordonnantiën, zo wel die niet excederen de vyftig Car: guld: als die te boven gaande, alleenlyk in 't Collegie gefchieden zal, zonder elders daar 't Collegium niet gehouden wort. Zoo ook eenige Ordonnantiën, ter contrarie des Landfchaps Refolutien, by de geinelde Heeren Gedeputeerden gepasïèert mogten worden, zullen dezelve Ordönantien, of betalinge van dien, komen tot Me der Heeren, wiens handen onder zodanige Ordonnantie geteikent ftaan, en dezelve uit haar eigen goederen betalen; in welken gevalle de Gedeputeerden Gecommitteert worden tot het Ampt van Rekenmeefters, hier voren geweest, met gelyke magt ende bevel te bedienen, houdende door hun Secretaris ofte deszelvigen Clercquen goede Contrarolle van alle Ordonnantiën , fampt alle propynen der Cloofter-Meyerluiden , komende van de overdragt der Landen. Wordende alzo de Ontfanger Jan Hendriks gelast geene overteikening van 's Landfchaps Meyerluiden te doen, ten zy het woord Re* giftrata benevens de Apoftiïle, eerst daar op geteikent ware ; mits daar tegen gehouden wezende, de rekening met de Specificatie en de Sloten van dien over te leveren in handen van de Gecommitteerden tot de rekening. XXVII. Dat de voornoemde Gedeputeerden alle Compofitien, verhuuringen , verpachG 2 ting, Regie» RING.  Regee- kin g. ioo Tegenwoordige Staat ring, verkoping van 's Landfchaps landen ed goederen, gehouden zullen zyn aan de Kekenkamer hare befoignes daar af over te leveren , binnen drie of vier weeken ten lang- fteXXVIII. Zullen de Gedeputeerden den parthyen vergeefs dienen in alles , mits nogtans jaarlyks naar advenant van den tyd voor hunne gagie genietende de fomme van 600 Car. guld. boven de huizinge, welke huizin. ge getaxeert is op 100 Car. guldens. _ Dog dat parthyen, wanneer zy op Dykagien en andere oorden gerequireert worden , gehouden zyn haar kosten te betalen; des dat hetzelve Salaris, en voorts alle kosten van t Collegie, ook de gagien van de Boden, en verdienften buiten en binnen 's Lands, getogen zal worden uit het Comptoir van Jan Hendriks , als Ontvanger van de Geestelyke goeeieren • XXIX. Van gelyken wort den Gedepu. teerden gelast, geen turf aan eenige perfonen, anders als die geene die zulks de Volmachten gegunt is, 't zy by Relolutie, ApolMIe ofte anderzins, toe te ftaan : en alzo in 't uitdeden van turf aan de Steden, poK ongeregeltheit wort gepleegt, verftaan de Volmachten, dat de Steden van de Landfchappe geen turf zullen ontvangen, anders als wan. neer eenige Soldaten binnen de Steden m guarnifóen leggen. XXX. Gevende den voorfz. Gedeputeerden expresfe last ende bevel, omme met den Welgemelden Heere Gouverneur , ofte, in  van FRIESLAND. joi üyn afwezen, met de Gedeputeerden van de I andere Leden , alleen de faclo, ende zonder1 eenig vertoog te relïaureren ende weder op te regten de vervallene discipline: byzonder te procureren dat de twee Ordonnantiën van zyne Excellentie en de Generale Staten op 't ftuk van den Krygshande!, zo het Voet - als Paarde volk , gemaakt, ende alhier gepubliceert, fampt de 5de Art. van de Refolutie op de doortogt des Krygsvolks, by de Volmach. ten eertyds beraamt, in alle poinclen effeétuelyk onderhouden worden. XXXI. Bevelende hunne Gedeputeerden goede Krygsdiscipline met den Welgemelden Heere Gouverneur , ofte in deszelfs abfentie , alleen , in alle Schanfen, zo wel buiten deze Landfchappe, als daar binnen gelegen, te doen onderhouden; en ten dien einde alle onbequame Hoplieden en Bevelhebbers, met adfiftentie ende advys als voren, t' zamen ofte alleenig des Gouverneurs, afceftellen; en zullen onze Gedeputeerden de voorfz. HopluiJen, en andere hoge ampten en beveelen bedienende , voortaan geene tractamenten ofte gagien laten volgen, die buiten haarlieder advys en bewilliginge geftelt zyn, en namaals geftelt zullen worden ; welke Hopluiden ende Bevelhebberen met hunne onderhebbende Compagnien gehouden zullen zyn, hun te laten gebruiken ten dienfte ende befcherming der landen, op alle oorden en plaatzen, alwaar hun zulks by den Gouverneur en de Gedeputeerde Staten, geordonneert zal wezen. G 3 XXXII. Met R.EQEE- amo.  Regee- ioü Tegenwoordige Staat XXXII. Met authorifatie om te nemen en te doen nemen goede informatie van alle de geene die by de Krygslieden ofte Soldaten gevangen, getravailieert, ten onbillyken geranrfoeneert, ofte anderfins onbehoorlyk gea&ioneert en befchadigt zyn, of namaals befchadigt zullen mogen worden, boven de voorgaande Ordonnantiën , en de vyfde aracul; conftringerende dezelve tot behoorlyke refufie van dien aan de geledeerde parthyen , ende te procureren dat defelve geftraft worden, als zy, ter onderhoudinge van goede Krygsdiscipiine, zullen bevinden te behoren. XXXIII. Alzo de Volmachten hun verzekert houden, dat de Guarnifoenen doorgaans door bevel van zyne Genade alleen, ende niet met advys der Heeren Gedeputeerden , verlegt; . en verandert worden , en de Volmachten verftaan defelve verlegging van Guarnifoenen te wezen een principaal pomet van de Regeringe der Landfchappe , zo ordonneren zy Volmagten hunne Gedeputeerden voortaan niet meer toe te laten, dac eemge verlegging van Guarnifoenen gefchiede , dan met expresfe bewilliging ende advys van de Gedeputeerden; ten einde de eene Compagnie boven de andere, in't verleggen of uittrekken voor den vyand , niet en werde bezwaart, maar ook daar in goede gelykheid " gehouden werde; ende meerder de voorhening te doen, dat dezer Landfchappe Compagnien in wintertyd, zo veel mogelyk, met buiten de Provincie gelaten, maar binnen de Steden  van FRIESLAND. 103 Steden gebragt mogen worden ; ten ware de nood anders mogte vereifchen. XXXIV. Zullen mede zyn Genade ende onze Gedeputeerden, zo veel aangaat de Po • litie, befetting en bewaring van de Schanfen in de Ommelanden , Rellingwoldingerland en andere, zo wel binnen - als buitenlandfche Schanfen, met het geen daar aan depeudeert, gehouden wezen hun te reguleren na de Refolutien, by de Heeren Volmachten, den 17 November 1598 , dezen aangaande genomen of gemaakt. XXXV. Alzo de Volmachten dagelyks ontvangen zware klagten van het menigvuldig uitlopen ende gaan van de Soldaten te landwaarts lopende , zo uit fchanfen als deden , aandoende den Huisman groot verdriet, onkosten en overlaste; zo ordonneren zy Volmachten hunne Gedeputeerden , daar inne alfulke voorfieninge te doen, dat de Hopluiden ende Bevelhebbers, by poene van casfatie van hun ftaat, ftrengelyk, zonder disfimulatie te executeren, bevolen werde, hunne Soldaten in de Guarnifoenen te houden ; ten einde de Huisman, hunne zware fchattinge betalende, van het uitlopen en gaarden der Soldaten, niet gequelt , ende ongemolefteert blyve. XXXVI. Dat de Soldaten , ook in Guarnifoen leggende, bevolen worde, by nagt en ontyden, by klokklippinge en brandtekeninge , uit hun Guarnifoen of befettinge*, zo wel uit de Steden als Steenhuifen en Kerken te G 4 x vallen, R E C E 2» ti ING.  Recee- hing. 104 Tegenwoordige Staat vallen, tot behulp en adfisftentie der Ingefetenen ten platten lande. XXXVII. Alzo de Volmachten bevinden, dat de zaken van krygshandel het meerendeel der hoge Ampten werden bedient by vreemde en uhheemfche, die geene inboorlingen dezes lands, Friezen zyn, daarom zy Volmachten verftaan, dat de Gedeputeerden in tyds behoorden voorfien te hebben , ten einde de ingeboorene, welgeaffeftioneerde tot het Vaderland , mede Krygslieden zynde , daar mede hunne goede hoope om verbetert te worden, ende goede Couragie niet en werde benomen; zo ordonneren zy Volmachten hunne Gedeputeerden, voortaan de voorfieninge te doen, dat men de Ingefetenen voor Uitheemfche , in alle hoge ampten te bernenen, preferere , ten einde het Landfchap , door de verfuimenisfe der Gedeputeerden, dien aangaande, in geenen nadeele en gerake. Dat onder de Citheemfchen niet verftaan zullen worden , welke door hunne langduu. rige getrouwe dienften bevorderinge gemeriteert hebben ; belaften mede dat de appoincteerden, welke haar gefontheid niet in 's Lands dienst voor den vyand verloren hebben , van de Rolle zullen worden afgedaan ; uitgefondert dat ieder Capiteins oudfte zoon het hunne goed gedaan zal worden: welverftaande dat de geene die eenige dienften pretenderen te doen, zullen continueren, en de andere appoinfteerde ende asüftenten in gelyken getale onder de Compagnien verdeelt zullen worden , zonder de eene Compagnie boven de  van FRIESLAND. 105 de andere te bezwaren ; welverftaande , dat ' de appoincteerde zullen begrepen zyn onder het getal der Koppen, die den Capitain van de Compagnie beitelt is, zonder het getal met de geappoinéteerde te excederen. XXXVM. Zullen de voorfz. Gedeputeerden de voorfieninge doen, en de Schryvers daar toe houden, dat de Hoplieden ofte Schryvers alle twee maanden , de betalingen die by hun ontvangen zullen zyn , onder de Soldaten uitdelen , ofte by gebreke van dien zullen de Gedeputeerden hun geen ordonnantie mogen pasferen, voor en aleer de Schryvers goed befcheid gebragt zullen hebben, dat de twee laatlte maanden betaling aan de Compagnien uitgekeert zyn : Het welk alleen te verltaan is van de Compagnien , binnens Lands in Guarnifoen leggende. XXXVTIII. Dat de Soldaten , leggende op de havens en in de binnenlandfche Schanfen , allen ingefetenen hunne goederen zonder tol en fchattinge laten pasferen, by poene van Casfatie van hunne Officien, en de reiHtude van de fchade, volgens de voorgaande Refolutie. XL. Zullen ook onze Gedeputeerden geene van onze Rekenkamer ofte Ontvangers gebieden betalinge te doen van de Ordonnantiën, 't zy Ordiharis of extraordinaris , geene tütgezondert, (vermits de Staten hunne Ren. temeeflers ofte Ontvangers gelast hebben dezelve Ordonnantiën niet te betalen) ten ware dezelve by de Rekenmeefters geregiflreert, en van hunnen Sekretaris ter zyden geteikent G 5 waren R E G E E» a ine.  Regée- H1S G. 106 Tegenwoordige Staat waren met het woord Regiflrata, by poene van dezelve niet te zullen valideren ; verbieden ook onze Gedeputeerden geene Ordonnantiën te pasferen van Schulden die zes jaar en langer onbetaalt hebben gedaan, zonder voorweten en confent van de Staten van den Lande : ende indien aireede eenige Ordonnantiën op alzulke fchulden gepasfeert mogten wezen, zal die betaling gehouden worden tot de naaste byeenkomst der Heeren Staten. XLI. Zullen ook onze Gedeputeerden gehouden wezen , per vices , alle twee maanden het boek van den Ontfanger Generaal te vtfiteren , en geene asfignatien van wegens < de Compagnien van den voornoemden Ontfan. ger laten uitgaan zonder hun kennisfe en voorweten; ten einde goede gelykheid gehouden , en in 't asfigneren de eene Grietenye boven anderen niet bezwaart worde. XL1I. Gelyk ook mede de Gedeputeerden voorfz. gelast wort, Jarig Gerrits geene afrekeninge van de Compagnien te laten doen, ten zy twee of drie zelfs mede daar over befoigneren. XL1II. Ten laatften zullen onze Gedeputeerden in 't begin der Landsdag aan de Landen ofte hunne Gecommitteerden van hun bewint ende adminiftratie behoorlyke blyken en aanwyzing doen , waar en tot wat einde , en aan wien de penningen der Landfchappe geëmpioieert ende bekeert mogen wezen ; ende zullen gehouden zyn in 't einde van den naastvolgenden Landsdag , hun Commisfie te refigneren ; dog niet eerder, dan de nieuwe  van FRIESLAND. 10? nieuwe verkiefing van de Gedeputeerden ge - ] daan /ende op de nieuwe geëligeerden be«' hoorlyk Commisfie zal zyn gepasfeert. Ter oirkonde hebben de Voorfz, Volmachten voor haar, en ter bede van de andere Volmachten der drie Goën dezer Landfchappe, deze met onze namen en onderfchryvinge bevestigt, binnen Leeuwarden, den 16 Maart 1611. Was getekent door twee Leden uit Oostergo , één uit Westergo , en twee uit de Sevenwolden. De gemelde Inftruktie was alleen voor de Gedeputeerden uit de Landkwartieren gegeeven; doch in 't zelfde jaar werd 'er ook eene voor de Gedeputeerden der Steden vervaardigd , die naderhand , in het jaar 1615 , in eene gemeene Inftruktie met de voorige is verfmolten. Ih laater tyd zyn 'er veele byzondere Refolutien gemaakt, tot bepaaling of vermeerdering der magt van 't Kollegie, naar bevinding van zaaken : onder welke inzonderheid aanmerkensvvaardig is die van den 20 Nov. 1663 , vermids daarin de fcheidpaalen tusfchen de Rechtspleeging van 't Kollegie en 'c Hof Provinciaal met veel naauwkeurighcid zyn bepaald; waarom, ook deeze Refolutie als een der grondwetten van Staat worde befchouwd, en nog jaarlyks in de Prokuratien ten Landsdage vermeld, en door de Volmagten bezwooren. Het REO GERING.  B EG FE' RING. 108 Tegenwoordige Staat Het Kollegie der Gedeputeerde Staaten verbeeldt derhalven het lichaam der Staats Vergaderinge buiten de Landsdagen , en is dus , naast dezelve, de aanzienlykfte in de geheele Provincie, aan welke de beftiering der zaaken geheel wordt overgelaaten. De Heeren Gedeputeerden moeten derhalven in^ de eeifte plaats voor 's Lands gemeene veiligheid zorge draagen, en ten dien einde, zo de Staaten ergens eenige vestingen noodig oordeelen, dezelve volgens hun bevel met naauwkeurig toezigt doen opmaaken; de Magazynen bezorgen en voorzien van 't noodige wapen, tuig, en toezien , dat alles wel onderhouden worde; letten op 's Lands ruste , en, by voorkomende gelegenheden , zo veel hun mogelyk is, order Hellen tegen alle vyandelyke invallen in tyden van Oorlog; ook binnens lands waaken tegen oproer, verraad, muitery , en mishandeling van 's Lands gebouwen ; ten welken einde de Gedeputeerden de magt hebben om allen, die hier tegen misdaan mogten hebben, in rechten te vervolgen en te ftraffen, of in geval van lyfftraffelyke euveldaaden aan den Hove Provinciaal over te leveren. Insgelyks dient het Kollegie te letten op alle Zeedyken en WaterJosfingen, die tegen 't geweld der Zee beftand moeten zyn, op dat de Provincie door onverhoopte doorbraaken geen nadeel kome te lyden. Ten dien einde heeft hetzelve de magt om de perfoonen, Steden of Gerechten, die tot het onderhoud ■van 't gebrekkige verpligt zyn , daar toe aan te maanen en des noods te noodzaaken; weU ver-  van FRIESLAND. 109 verftaande echter, dat, indien'er verfchil mogt ontftaan over de verpiigtinge tot onderhoud, zulks moet worden afgedaan door het Hof Provinciaal, 't welk alleen over 't recht van bezittingen of bezwaaren van perfoonen en corpora mag oordeelen. Weleer behoorde onder dit gedeelte der Regeeringe van 't Kollegie ook de monftering der Troepen op Friesfche Repartitie ftaande, mitsgaders de begeeving der meeste openvallende Militaire Ampten , en het recht der Patenten by 't verleggen der bezettingen. Doch dit alles is, in 'c jaar 1748 , aan den Erf - Stadhouder in der tyd afgeftaan. Thans bepaalt zich de zorg van de Gedeputeerden omtrent de Militie voornaamelyk tot derzelver goede betaaling , geevende het Kollegie de noodige Ordonnantiën tot het betaalen der vereischte penningen door de byzondere Ontvangers, welke fomme dan verder op den algemeenen Staat van Oorlog wordt verre* kend. Het bezorgen van de goede order in het ftuk van den openbaaren Godsdienst, is ook een der gewigügfte bezigheden van 't Kollegie. Het zelve moet waaken voor de onderhouding van alle 's Lands Plakaaten , ten dien einde geëmaneerd , inzonderheid ten opzigte der befluiten van het Dortfche Synode. Door de Heeren Gedeputeerden wordt ook toegezien op alle ergerlyke en Godslasterlyke boeken , moetende zy dezelve verbieden, doen ophaalen, en de fchuldige naar behooren ftraffen. Jaarlyks komen ook op de gewoone Synodale R E G E E» HING.  iio Tegenwoordige Staat Reoee- li ING. dale Vergadering twee Kommisfarisfen Politiek uit het Kollegie, om aldaar den Souverain te verbeelden, en toe te zien, dat 'er niets onbehoorlyks voorvalle. Indien daar ter plaatfe iets wordt voorgefteld, 't welk zy ongevoegelyk rekenen , zo hebben zy de magt om hetzelve te verbieden; doch komen 'er twyffelachtige dingen voor, die de aandacht der Regeeringe verdienen, dan kunnen de Kommisfarisfen dezelve in de volle Vergadering, en zo 't dienftig is, aan den vollen Staat brengen. De meeste openbaare Amptenaars ontvangen hunne Inflruktien en Kommisfien van de Heeren Gedeputeerden , en. veele zyn ook verpligt, voor hen den eed, by hunne aanHelling vereischt, te doen , gelyk de Heeren van den Hove, de Grietslieden en Sekretarisfen der Grietenyen , de Landfchaps Fiskaal, de Kuratoren van 's Lands Akademie, de Postmeester , Tonnemeester , Bouwmeester , Historie-Schry ver , 's Lands Ingenieur, de Kommifen en Cherchers van 's Lands gemeene middelen enz. Aanzienlyk is ook het getal der Ampten , die door 't Kollegie der Heeren Gedeputeerden begeeven worden, en wel op drieè'rhande wyze, naamelyk volgens de kleine Toer , de groote Toer , of by meerderheid van ftemmen. Tot de kleine Toer behooren veele posten van weinig belang, die geen twee honderd guldens jaarlyks kunnen opbrengen; zodanige Amptenaars zyn de Opzichter van Turf en Hout, de Deurwaarder der Domeinen, de Itiger van de Schepen , de Uitrekenaar der Oort-  van FRIESLAND. m Oortjesgelden, de Zylvesters van de Makkumer , Dokkumer , Driefumer , Oudwouddumer en Muanikêzylen ; de Opzigters van 't Kollonels Diept , de Itigmeester van de Tichel - en Kalkwerken, 's Landfchaps Roeyer enz. Tot de groote Toer behooren de posten van verfcheiden Amptenaaren , die meer dan 200 guldens inkomen hebben , met naame de Kommies der Finantien , de drie Klerken van 't Kollegie, de Klerk van de Finantie-Kamer, de Klerk in 's Haage, de twee Kamerbooden van 't Kollegie, de Lands Fiskaal, de Tonneboeyer , de Subftitut Prokureur Generaal , de tien Ordinaire en de zes- Extra-Ordinaire Booden , de Itigmeester van maaten en gewigten, de Ammunitie - Meester, de Landfchaps - Drukker enz. De Ampten , die ter begeevirige van 't geheele Kollegie ftaan , zyn meerendeels van minder inkomen, dan die by de groote Toer begeeven worden, behoorende hier toe, 's Lands Operateur, 's Lands Roermaaker, de Ziekentrooster, de Voorzanger en Opzigterfche der Vrouwen in 't Landfchaps Tuchthuis , de Voorzangers en Organisten in de Franfche Kerken, de Boode der Heeren Kuratoren enz. Het maaken en onderhouden van 's Lands Werken is ook aan de zorge van 't Kollegie aanbevolen, en daar toe behooren verfcheiden Zeedyken en Sluizen , vooral die van Engwierum en Munnikezyl , de Jaagvaart van Dokkum op Strobos, de Haven van Stavoren> de R E GEE» RING.  Regee- ring, na Tegenwoordige Staat de Huizen alwaar de Hooge Kollegien te Leeuwarden Vergaderen , benevens 's Landfchaps Gevangen - en Tuchthuis. Weleer was het opzigt over alle deeze Werken aan 's Lands Bouwmeester door 'e Kollegie toebetrouwd ; doch thans is deeze post in tweëen gefcheiden , en een byzondere Opziener aangelteld over de Werken te Leeuwarden. Wanneer 'er iets te maaken valt worden de Bedekken, door den Bouwmeester , en wat de Gebouwen te Leeuwarden aangaat , door den Opziener gemaakt, en door Kommisfarisfen van 't Kollegie aan den Minstaanneemenden bedeed. Na 't volmaaken van 't Werk gefchiedt verder de opneeming door genoemde Heeren , die dan Ordonnantie toe betaaling verkenen , op den Ontvanger van het daar toe gefchikteKomptoir, alwaar de Leveranfiers en Aanneemers hunne penningen ontvangen, na dat de Ordonnantiën by de Rekenkamer behoorlyk zyn geregistreerd. Ue zorg over de geldmiddelen der Provincie is insgelyks het Werk der Gedeputeerde Staaten, beftaande dezelve in de invorderinge van alle ingewilligde belastingen, benevens het houden eener naauwkeurige lyst van de Provinciaale fchulden, gelden en renthen. Om hier aan volkomen te kunnen voldoen, beflist het Kollegie de gefchillen, dia over het invorderen en betaalen der Landspenningen niet zelden ontdaan ; terwyl 't zelve insgelyks in rechten vervolgt , allen die zich aan 't verkorten van de opgelegde belastingen fchuldig maaken. Daarentegen mogen de H. Gedeputeerden  tan FRIESLAND. 113 teerden geen hinderpaalen toebrengen aan 't ontvangen van 's Lands penningen, noch toeftaan, dat 'er eenige onbehoorlykheden of oogluikingen in 't invorderen van dezelve werden gepleegd: mogende zy geene Surcheances , of opfchorting van executie , verkenen , waar door de vastgeftelde wetten , nopens de invorderinge der openbaare belastingen , eenige inbreuk zouden lyden. Uit de ingewilligde lasten wordt niet alleen den Amptenaaren en 't Volk van Oorlog betaaling van hunne wedden gedaan , maar ook, van tyd tot tyd, aan de Generaliteits Komptooren bezorgd , het geene die jaarlyks , tot voldoening van de quota deezer Provincie , te vorderen hebben. De betaaling aller Amptenaaren gefchiedt op Ordonnantie der Heeren Gedeputeerden , met uitzonderinge alleen der Ed. Mog. Heeren Raaden in den Hove en der Appoincteerden; wordende thans de Iaatften onmiddelyk betaald door den Ontvanger der Floreen - Rente ; terwyl de Raaden in den Hove het recht hebben , om op hunne eigene kwitantien hunne wedden te ontvangen, na dat zy voor de eerfte maal hunne Kommisfien aan den Rentmeester der Domeinen hebben vertoond. Insgelyks geeven die Heeren Ordonnantie tot betaaling van alles, wat op order van den Hove is geleverd of verricht, gelyk ook van de Exekuteurs, die eenen gevangenen hebben overgebragt, mitsgaders tot het voldoen der wedden van de Hofsbooden en alle andere Suppoosten van den Hove. Alle anderen, die eenig openbaar Ampt bekleeden, 't welk uit 's Lands kasfe betaald moet worIV. deel, H den» RCGEï' KIM O.  R E fl E E- muo. ti4 Tegenwoordige Staat den, gelyk ook die iets aan 't Land hebben verdiend, of ten dienlte van 't zelve uitgefchooten, moeten hunne Ordonnantiën by Requeste van 't Kollegie verzoeken. Op zodanige Requesten wordt, na dat zy wél zyn bevonden , eene Ordonnantie 'verleend , die , naar de grootheid der gevraagde fomme, eerst door één' of meer Heeren vertekend, en daarna in de Rekenkamer geregiftreerd moet worden. Moetende eene Ordonnantie, van 20 guld. door één' Heer, eene van 40 door twee, eene van 60 door drie , eene van 80 door vier, en eene van 100 guld. of daar boven, door vyf Heeren getekend zyn. Deeze Ordonnantiën, dus wettig getekend en in de Rekenkamer geregistreerd zynde j worden aan de Provinciaale Ontvangers vertoond, die als dan daarop betaaling mogen doen; doch indien de Ordonnantiën niet volledig getekend en geregiftreerd zyn, mogen dezelve niet worden betaald; én zo dit gebeurde, zou de Ontvanger Vërpligt zyn de betaalde penningen wederom aan den Lande te herftellen. De invordering der penningen; die door de Heeren Staaten toegeftaan zyn tot betaaling der Amptenaaren, Renten enz. worden door de geheele Provincie ingevorderd , onder opzigt van 't Kollegie. De Floreen en Specie Gelden moeten aan 's Lands Komptooren worden bezorgd , door de Ontvangers der Dorpen en Steden, en de middelen van verteeringe door de Kollekteurs dier gelden. Weleer werden de laatstgenoemde penningen, als ook de Speciën, ingevorderd by wyze van ver- pag-  van FRIESLAND. 115 pagtinge; doch hier uit fprooten nu en dan wee» zenlyke ongemakken, zo voor de Provincie, wegens het te kort komen van fommige Pagters, als voor de Ingezetenen, wegens de knevelaaryen, dieze van inhaalige Pagters, nu en dan, onder voorwendfel van gepleegde fraudes, te lyden had* den; terwyl anderen niet zelden met de Pagters 1 of hunne bedienden heulden, en zich door hunne fluikeryen wisten te verryken. Eenige dier middelen werden maar alleen voor de helft verpagt, terwyl de andere helft voor rekeninge van den Lande bleef, en waar over zekere Adminiltrateurs waren aangefteld j doch dit had ook al zyne zwaarigheden, vooral in geval van ontdekte fluikeryen. Het eene en het andere igaf aanleiding tot een der voornaamfte voorwendleien van het oproer, voorgevallen in 1748. In Bloeimaand deezes jaars berstte het fmeulend misnoegen tegen de Pagters in Friesland tot geweldige daadelykheden uit. De Havenpagten , voortkomende uit de belastingen, die men betaalen moest van goederen, welke van Buitenlands in deeze Provincie werden ingevoerd, en inderdaad, grootelyks ftrekkende terbelemmeringe ,van den Koophandel, waren door veelen al van overlang, en niet zelden ter bereikinge hunner byzondere oogmerken, op de haatelykfle wyze, zo by monde alsby gefchrifte, afgemaald. Ook ihad zyne Hoogheid , al voor eenige jaaren , geoordeeld , dat deeze Pagt , en allengskens .ook alle de andere Pagten voor altoos behooriden afgefchaft, en 's Lands gemeene middelen top eene andere en meer draaglyke wyze gehewen te worden. Dit gevoelen van den Prinfe , I I s nu Re gez» ki hg.  Reoee- ki ho. 116 Tegenwoordige Staat nu alomme verfpreid zynde, deed veelen denken, dat de tyd gekomen was, waarop men de handen aan \ werk moest flaan, om van alle drukkende lasten ontheven te worden, en teffens meer andere misbruiken in het ftuk der Regeeringe, door het gezag des Stadhouders, herfteld te krygen. Het oproer ontftond al« lereerst ten platten lande, tegen het einde der gemelde Maand. Het Graauw, waanendevoor den Prinfe te yveren, fchroomde niet aan te valien op de Opzigters - Huisjes, en dezelve om verre te haaien. In de Steden Werden de ketens, waarmede de Gortmólens , by nacht, plagten gellooten te worden , opdat 'er, zonder kennisfe van den Pagter of Opzigter, niet gemaalen zou worden, geweldiglyk verbroken , en den Grutteren vryheid gegeeven, om zo veel en op zulken tyd te maaien, als zy goedvonden. Ook duurde het niet lang of de Opzigters - Huisjes wierden daar zo Wel als ten platten lande om verre gehaald en vernield; en daarenboven den Korenmolenaaren en Bakkeren aangezegd, door het Graauw , datze zich te onthouden hadden , van Pagtcedullen by de Kollekteurs te haaien, gelyk zy tot hier toe gewoon geweest waren. De oproerige beweegingen liepen kortom zo hoog, dat de Gekom» mitteerden uit de breede Gemeente, onder anderen , met dringende taal, het affchaffen der Pagten van de Heeren Staaten geëischt hebbende, deezen , met of tegen wil, daartoe beflooten , en , by openbaare af kondigirtge, van dit hun befluit aan den volke kennisfe gaven. Nu waande het gemeen volop te zullen hebben,  van FRIESLAND. 117 ben, zonder dat het eenige lasten op de ver« teeringe meer behoefde te betaalen ; doch men had buiten den waard gerekend: want toen, na 'c intrekken der Militie, het wettig gezag der Staats - Regeeringe herfteld was , en hier door de Vergaderingen der Heeren Doelisten een einde namen , was het eerfte werk, een' nieuwen voet te beraamen, op, welken men in 't vervolg de belastingen' op de ver teeringe zou invorderen. Het gefchiktfte middel ten dien einde oordeelde men eene quotifatie, 1 volgens welke ieder huisgezin jaarlyks eene zekere fomme zou moeten betaalen evenredig met Ihet getal van deszelfs perfoonen en rykdomimen; gelyk uit de volgende tafel kan blyIken , die eene verdeelinge is van Negen I Honderd Duizend Guldens, over de Dertig IGrietenyen en Elf Steden van Friesland, naar maate dat ieder deel by 't Affchaffen der Pagten had gewonnen; zynde 40000gl. wegens de Pagt van de Tabak naar het getal der Huisgezinnen ; :340000 gl. wegens het Gemaal, en 20000 !gl. wegens de Pagt van 't Zout , naar 't getal :der Menfchen: en eindelyk 500000 gl. voor :de overige Pagten, naar een Midden - Evenreidige tusfchen den Rykdom en Menfchen in ieder deel verdeeld; alles gerekend zonder de geiilimenteerden te tellen: gedaan door den Hooggeleerden Heere Profesfor N. Ypey. Doch tot des te beter verftand van deeze tafel neeme de Leezer in aanmerkinge, dat dezelve befchouwd :en geleezen moet worden als of dezelve in plano gedrukt ware. H 3 Naa» Reces. UHC.  ii8 QuotifatU ( in 1748 ) Maamen der Griete- Familien. Men-1 Men» Men. nyen en Steden. fcheh be- fcheu bo- fehen te neden.de ven de famen ge« 12 Jaar. n Jaar. nomen. Leeuwarderadeel, 816 826 2317 3*43 Ferwerderadeel. 746 915 2106 3021 Westdongeradeel. 751 839 2019 2858 Oostdongeradeel. 889 985 2362 3347 Kollumerland. 759 910 2053 296*3 Agtkarfpelen. 988 1098 2590 " 3Ö88 Danturnadeel. 77» 896 2038 2934 Tietjerkfteradeel. 1328 1493 3446" 4939 Smallingerland. 1055 1052 2817 3869 Idaarderadeel. 654 654 i"°3 2357 Raiwerderhem.' 332 299 &jg IIQo OOSiERGO dus 9°9o 9967 24342 34309 Menaldumadeel. 82? S'2 22S3 5^5 Franekeradecl. 473 540 Hi8 1958 Barradeel. 684 744 ldo7 2551 Baarderadeel. 6?ó 692 iflfo 2542 Hennaarderadeel. 482 472 1317 ^89 Wonzeradeel. 1758 1620 4413 6033 Wymbritferadecl. 966 1078 2615" 3^93 Hemelumer Oldephert. 608 6S2 1559 224« *t Bildt^ 577 630 1620 2250 WESTERGO duss 7063 737° 18852 2622a  van FRIESLAND. 119 Rykdom volgens de ioofte en iooofte penning. 11884 6112 574 ■'■ 9456 I4S5a 24982 11780 • 59<56 891 - 9089 14204 24184 7154 4522 897 8598 10766 20261 9786 '5723 Io6r : I007° 13625 24756 •4462 363Ö 906 ■ , 8914 8ÖS7 18477 0976 5072 1180 11095 12075 24350 ■ 5254 3926 922 8827 9347 i909S II338 7483 '585 i}859 ' 342ÖO 6412 498i 1259 ' 11640 11859 24758 7043 ' 4074 1 78i 7091 9699 I7S7I 2754 1810 39Ö 358o 4309 828S^ 84843 . 53305- 1085*2 103219 i26909^24098»_ 12436 6274 985 9522 14937 25444 5998 3427 565 5891 8159 I46I5 10299 5126 S16 l67f 12204 20695 5623 3781 824 7048 9002 17474 6649 3449 575 5332 8212 14169 37199 10186 2099 18150 24251 44500 8001, Ï437 1153 HIU 12945 25209 4988 3343 726 6742 7959 15427 _ 5839 3625 989 6769 8630 igoS8 77035 44648 8432 78890 106299 193621 Midden evenredig tusfchen de Menfchen en Rykdom. Aanflag . wegens de Tabak in Gulds. . Aanflag wegens 't Gemaal en 't Zout in Gulds. Aanflag wegens de overige Pagten in Guldens. Geheele Aanflag in Guldens.  I20 Quoti/atis ( in 1748 ) Utingeradeel. 611 567 1470 2037 -ffingwirden. 126 154 358 512 Doniawerftal. 405 420 1023 1443 Haskerland. 686 $lt 1740 231? Schooterland. 1028 1037 2830 3867 Lemfterland. 4<55 472 1118 1500 Gaafterland. m 5,8 n02 I(520 Opfterland. i3as ,600 345g 5058 Stellingwerf Oost-einde. 441 526 1464 1990 Stellingwerf West-einde. 983 nor 2714 3"8r5 ZEVENWOL DEN dus 6464 6970 17277 24-47 Leeuwarden. 3425 2589 8408 10997 BoIswerd- 704 f06 1660 21,55 Franeker- 898 83r 2301 3132 Sneek' P3S 777 ' 2345 312* Dokkum' 73* 647 I787 2434 Harlingen. 2o68 ^ ^ ^ Stm' 38i 330 859 1129 Sloten. T ,y I27 100 309 409 Workum. o,* . «3ö 782 1922 2704 YISt' V3 194 «38 832 Hindelopen. $09 ^ mf ^ STEDEN dus Io888 8752 26130 34882 FRIESLAND dus in het geheel 33505 33059 S66oï lig66o'  van FRIESLAND. 121 3004 2474 720 6128 s8pQ i274? 1650 919 150 1S40 218? 3878 3261 2169 484 4341 5164 9989 I 4704 3300 819 6965 7857 15641 8962 5887 ' 1227 11634 14016 26877 I 2845 2127 555 4784 5064 10403 2651 2072 470 4874 4933 10277 8097 guldens prafentie geld, ten voordeele der tegenwoordig geweest zynde Heeren. Hier by komen nog de Vakatie gelden, die doorgaans zeven guldens 's daags beloopen , boven alle Verteeringen en reiskosten. Midlerwyl bepaalt zich dit tot Binnenlandfche Kommisfien: want volgens eene Staats ■ Refolutie van 't jaar 16523, mogen de Heeren Gedeputeerden zich met geenerlei Buitenlandfche Kommisfien ophouden. De Heeren Gedeputeerden voeren den titel van edele mogende heeren; en i» itukken, die zy ter tafel der Staaten brengen, noemen zy zich: uwe edele mogende gedeputeerde staaten. Doch in alle Notifikatien en Publikatien der Gedepu• teerden, vindt men aan het hoofd den naam en de titels van den erfstadhouder, midsgaders de gedeputeerde Staaten van frlesland; terwyl in Kommisfien en bevelen, door 't Kollegie op der Staaten naam uitgegeeven, ftaat: ter Relatie der Gedeputeerde Staaten, en in derzelver vönnisfen altoos gefield wordt : Doende Recht uit den naam en van wegen de theI & ren Reoki< itINO,  Reoeb- 13a Tegènvoodrdigè Staat ren Staaten der Landfchappe van Friei- la"sedert veele jaaren Vergaderen de Heeren Gedeputeerden altoos te Leeuwarden in een aanzienlyk gebouw ,'het Kollegie' genaamd , en ftaande op de Tweebaksmarkt, het welk voorheen twee verdiepingen hoog was, doch , zo wegens gebrek aan genoegzaame ruimte tot herbergen der papieren, als om andere redenen, in het jaar 1783 met eene derde verdieping is verhoogd, 't welk deszelfs aanzien niet weinig heeft vermeerderd ( § ). Het Kollegie der Heeren Gedeputeerden heeft eenen Sekretaris, die weleer door den vollen Staat, doch thans door den Stadhouder wordt aangefteld. Het Ampt van deezen Heer is zeer aanzienlyk en van groote uitgeftrekthcid. Hy moet in alle Vergaderingen tegenwoordig zyn, dezelve met het', gebed beginren, het befluit der meerderheid naauwkeurig te boek brengen , alle afgedaane Requesten, Publikatien enz. gezegeld aan den Voorzitter ' ter hand ftellen tot vertekening , en dezelve daarna insgelyks tekenen. Voorts is hy verpligt, om, op order van den Stadhouder, of van den Voorzittenden Heer , of van dien, die 'er tegenwoordig is, de Vergadering te befcbryven, wanneer zulks vereischt wordt, en alles, yjt hem daar ter hand gefield wordt, voor " te leezen met ongedekten hoofde. Van alle Re- . -.. im - • ■ * ' f-':''," '" -' ' C 5 ) Men Zie de Befchryving van dit gebouw boven. XIV D. Eerfte Stuk. bl. 7? enz-  van FRIESLAND. 133 Refolutien moet hy mauwkeurige aantekening 1 houden, met meldinge van jaar en. dag, en by ; Refumtie aan de Vergadering 't beflootene voorleezen , voor dat men tot eenige andere bezigheden overgaat. Hy mag geene affchriften van het verhandelde maaken , voor dat 'er Refumtie is gevallen; ook mag hy geenerhande Befluiten veranderen, maar moet alles getrouwlyk te boek brengen, zo als het hem wordt bevolen. De brieven, by hem voor 't Kollegie ontvangen, moet hy ongeopend aan den Prajfidenti of aan de andere tegenwoordige Leden, ter hand ftellen , en voorts alles ter Vergaderinge aanhooren, zonder ergens op te advizeeren, dan alleen, wanneer zyne gedachten over een of ander ftuk gevraagd worden. Van niemand mag hy eenige gaven ontvangen, buiten 't geen hem van Staaten wege is toegelegd , noch ook eenige korrespondentie houden buiten de Leden van 't Kollegie , met. eenige andere Heeren , Provinciën of Mogendheden over zaaken , die den Lande aangaan. Staande de Vergadering mag hy niet buiten de Stad Leeuwarden gaan, en op andere tyden niet buiten de Provincie, dan met toeftemminge van den Prafident. Het geheim Refolutie Boek mag hy aan niemand geeven of laaten zien, dan alleen aan Leden der Vergaderinge , noch eenige papieren aan iemand buiten het Kollegie leenen , dan met toeftemminge van den Prsefident en onder bchoorlyk Recipis. De geheimen der Regeeringe moet hy getrouwelyk bewaaren, en zelfs , zo hy te eeniger tyd zyn' post nederlegt, nooit I 3 fpree* Re ce S' rin g.  134 Tegenwoordige Staat Regee- JilRG. fpreeken van byzondere zaaken , in zyn' tyd, onder de Leden van 't Kollegie voorgevallen. Eindelyk moet hy belydenis doen van den Hervormden Godsdienst, den Lande getrouw zyn, en zich jegens de Leden der hooge Regeering eerbiedig gedraagen. Volgens Staats* befluit van 1584 werd zyne wedde bepaald op 450 guldens; doch in laater tyd is die op den zelfden voet gebragt, als die der Heeren Gedeputeerden ; genietende hy ook daarenboven jaarlyks 500 guldens voor de Propofitie, met welke door hem , uit naam van het Kollegie, de groote Landsdag geopend wordt. Wegens de groote menigte van zaaken, die dikwyls by 't Kollegie afgedaan moeten worden , zyn den Sekretaris drie Klerken of Kommiefen toegevoegd , die ieder jaarlyks 900 guldens vast inkomen genieten. Zy moeten den Sekretaris in alles behulpzaam zyn , goede gorge draagen voor alle boeken en papieren , en dezelve, zoze geëischt worden , aaugeeven ; ook moeten zy het Register der Refolutien van de eene Vergaderinge tot de andere , op order van den Sekretaris, in 't net dubbleeren, en alle befluiten , inzonderheid die de Rekenkamer betreffen, aan dezelve mededeelen. Eindelyk is het hun post alle Depêches te bezorgen; waarom zy den vryen toegang tot de Sekretary en derzelver fleutels hebben, op dat zy in ftaat mogen zyn de Heeren Gedeputeerden fteeds te dienen, en de Ingezetenen te gerieven met het geeven van Authentieke Extrakten, Kopien enz. Van alle voordeden, wegens Sententien , Reotuesten enz.  van FRIESLAND. 135 enz. geniet de Sekretaris een derde gedeelte , 1 terwyl de twee overige derde deelen zyn voor1 de Klerken; doch 't geen deeze, in Kommis. fie reizende , trekken , wordt aan hun ge- Het Kollegie heeft ook twee Kamerbooden, die mede door de Heeren zelve worden aangefteld en onder Eede genomen. Deeze moeten insgelyks üteedsby de hand zyn, wanneer de Heeren Gedeputeerden Vergaderen , en zich by de Deuren der Raad - en Rekenkamer houden, zonder binnen te komen, zo zy niet eerst aangeklopt en antwoord ontvangen hebben, dan wanneer er gebeld wordt in de Vergaderinge. In de Kamers moeten zy een naauwkeurig ftilzwygen in acht neemen, en alleen fpreeken wanneer hen iets gevraagd wordt. Ook moeten zy zorge draagen voor 't Kollegie, de Vertrekken der Vergaderingen zuiver houden, en in dezelve vuur aanleggen ; doch voor 't overige mogen zy zich niet mengen in eenige zaaken , die het Kollegie raaken, noch de Boeken doorfnuffelen , of zo zy al iets geheims mogten verneemen, 't zelve bekend maaken. Voor zich zei ven mogen zy geene rekeningen in leveren van Schryfloonen , ja zich met het affchryven van papieren niet ophouden. Van ieder Ordonnantie mogen zy alleen eisfchen zes Huivers, doch geheel niet wanneer die het Kollegie zelf of behoeftige lieden raaken Zy mogen van geene Arbeiders, Leveranciers , of iemand anders gaven aanneemen, of meer geld voor hun optekenen dan zy in der daad I 4 heb- R E O E E. R IN O.  K.EGEERING. 136* TegetiQMordige Staat hebben verdiend of geleverd : eindelyk moeten zy ieder een , die op 't Kollegie verfchynt, met befcheidenheid, naar zynen ftaat en konditie, behandelen, en zich inzonderheid , jegens de Heeren Gedeputeerden en Rekenmeesters, benevens hunne Sekretarisfen, eerbiedig en gedienftig gedraagen. Behalven deeze twee Kamerbooden heeft het Kollegie nog vier Deurwaarders, met tien Ordinaire en zes Extra • Ordinaire Booden: moetende één der Ordinaire Booden fteeds in 's Haage tegenwoordig zyn , ten dienfte der Heeren, die aldaar, wegens Friesland, in de Hooge Vergaderingen zitting hebben. De Advokaat en Fiskaal der Provincie ftaat ook in eene zeer naauwe betrekking tot het Kollegie. Deeze posten waren weleer in tweën gefplist; doch werden, in 1713, inéén perfoon vereenigd , op eene Jaarwedde van 600 guldens , behalven verfcheiden andere aanzienlyke voordeden. In hoedanigheid van Advokaat, moet hy alomme voor den Lande waaken , daar 't zelve in eenige van zyne Praëminentien wordt aangetast, en inzonderheid in alle Procedures , den Lande voor 't Hof Provinciaal aangedaan , deszelfs belang met . allen yver bepleiten , en , met overleg der Heeren Gedeputeerden , de behoorlyke Schriftuuren ten' dien einde inleveren. Als Fiskaal daarentegen is zyn post, de hand te houden aan 't uitvoeren van alle Plakaaten en Refolutien der H. Staaten en Gedeputeerden , ook inzonderheid, zo verre die betrekking hebben tot de geregelde waar» De Advo. kaat en Fiskaal.  van FRIESLAND. 137 waarneeming van den openbaaren Godsdienst,! het weeren van verbooden fekten en konventike-1 len, en hec drukken van ergerlyke en oproerige boeken. Doch inzonderheid is hy verpligt zorge te draagen voor de goede waarneeming der Ordonnantiën , nopens de invordering der gemeene middelen uitgegeeven : ten deezen einde is hy verpligt allen, die als fluikers door den Hoofd - Kommies zyn aangebragt, en wier Aktien door 't Kollegie niet zyn afgedaan , voor 't zelve te aktioneeren en daarin 's Lands voordeel te behartigen. Ook moet hy goede acht neemen op de welvaart van alle 's Lands Huizen, Sluizen, Dyken enz., en de zodanigen , die zich daaraan vergreepen hebben , ten ïtrengfien vervolgen , en ter ftraffe vorderen, in zo verre de misdaad niet krimineel zy, dewyl de aktie in zulk een geval niet aan den Fiskaal, maar aan den Prokureur Generaal zou behooren. Wanneer de Fiskaal van den Lande eene kalange doet , en de befchuldigde geboet wordt, dan is een derde gedeelte van de boete voor hem; doch in alle andere gevallen geniet hy alleen een derde gedeelte , van 't geen den Lande uit zodanige boeten toekomt, 't welk een derde deel van 't geheel en dus voor den Fiskaal een negende deel bedraagt. In 't Kollegie der Heeren Gedeputeerde Staaten zitten thans (geduurende 't loopende jaar 1787) de volgende Heeren : I 5 Uit 1UMO.  r E O E E- 138 Tegenwoordige Staat Uit Oostergo. Jr. JAN LODEWYK DOIS van BURMANIA. Mr. MARTINUS van SCHELTINGA. Westergo. Jr. WILCO Baron thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg. Jr. EGBERT SJUCK GERROLT JUCKEMA van BURMAMA RENGERS. Zevenwouden. Jr. REINHARD BARON van LIJNDEN. REGNERUS LIVIUS ANDRINGA de KEMPENAAR. Steden. Jr. L' AMORAAL JOACHIM JOHAN RENGERS. SYDS SCHAAFF. JAN TAMBOEZER. Sekretaris. Mr. HANS HENDRIK van WYCKEL. Kom-  van FRIESLAND. 139 Kommiefen of Klerken ter Sekretarye. Mr. J. B. VITRINGA, H. J. van VIERSEN en L. van SCHELTINGA. Naast het Kollegie der Heeren Gedeputeerde Staaten volgt in rang het Hof van Jufhtie, 't welk, op het einde dervyftiende Eeuw, voor de eerfte reize, werd opgericht, en nog heden een aanzieniyk gedeelte zyner voorige magt heeft behouden. De infteller van deeze aanzienlyke Vergadering was Hertog Albert van Saxen in 't jaar 1499, en derzelver magt was toen zeer uitgebreid , als gaande over alle zo Burgerlyke als Strafbaare ver-fchiïlen onder de Ingezetenen. Ook was haar het toezigt aanbevolen op de handhaaving der privilegiën, vryheden, beloften en beneficiën, door den Landsheer aan de Onderzaaten gedaan. Niet alleen kon men hier voor recht roepen alle Amptenaaren en Bevelhebbers der Provincie , maar ook den Landsheer zeiven , wanneer men van rechtswege iets van hem meende te eisfchen te hebben. Van alle vonnisfen, door den Nederrechter, in Landen of Steden, geveld, mogt een ieder, die zich daarby bezwaard vond, by wege van Appel, zich tot het Hof vervoegen. Ja onder de Bourgondifche Regeeringe berustte daarby een groot gedeelte der Souvereiniteit; dewyl het zelve , met den Stadhouder aan het hoofd , alles uit naam en van wegen den Landsheer befiierde, en dus alles afdeed, wat eenige betrekking Rins» IUEU. Het Hof van Juftitie.  R E O E EV lil G. 140 Tegenwoordige Staat king had op de befcherming en bewaaring der openbaare ruste , het onderhoud van Zeedyken , Dammen, Zylen , en wat dies meer is. Deeze Raaden Honden onmiddelyk in den eed van den Oppervorst, en zy namen wederom den eed van getrouwheid af aan alle andere Amptenaaren en Ingezetenen, daar zulks werd vereischt. Ook moest zich een iegelyk , die iets van den Vorst te vraagen had , by het Hof met fmeekfchriften vervoegen , en van daar de bekrachtiging hunner aanbetrouwde posten door brieven van Placet verwachten , 't welk niet alleen in alle Politieke , maar ook in Kerkelyke Bedieningen plaats had. Eindelyk had het Hof alleen het recht, om de Plakaaten en Ordonnantiën van den Vorst af te kondigen, en voor derzelver uitvoeringe te waaken. In deeze Vergaderinge zaten, volgens de eerfte inftelling, twaalf perfoonen , te weeten zes Geestelyke Heeren , en zes Edellieden , by welke in de dertiende plaats als Voorzitter werd gevoegd de Kanfellier Segemond Phlug. Doch toen, in't volgende jaar 1500, alles in Friesland in verwarring raakte , ging ook dit Hof te niete; zynde 'er by de herftellinge der zaaken, wederom een nieuw Hof opgerecht van maar zeven perfoonen, die in 1504 op zes werden verminderd , beftaande in den Voorzitter, twee Rechtsgeleerden en drie Edelen of Byzitters. In den beginne zat de Vergadering te Franeker, op Sjaardema Huis, of, zo anderen willen, in een aanzienlyk Huis, daar nog heden overig op de Dykftraat. Na b het  van FRIESLAND. 14! liet vertrek van Hertog Hendrik van Saxen , werd de Vergadering naar 't Blokhuis te Leeuwarden overgebragt , en van daar in 't ziekenhuis der Barrevoeter Monniken, tot dat eindelyk , in 1545 , de nog heden in weezen zynde Kanfellary wierd begonnen , doch niet voor't jaar 1571 voltrokken. Deeze Kanfèilary, een trots en Ouderwetser» Gebouw ("f) , is noS heden. de Vergaderplaats van. 't Hof van Juftitie 4 't welk echter -thans op verre na zulk eene uitgebreide magt niet .bezit als in de Saxifche en Bourgondifche tyden... Niettemin heeft het Hof altyd getracht zyne oude voorrechten,, zo veel'mogelyk, te behouden: en daar uit zyn dikwyls hevige verfchiilen gereezen,, die door veelerlei .Ordonnantiën en fchikkingen zyn afgedaan. De eerfte -Inftruktie,. ten deezen einde , pa 't. oprechten der Republiek , ontworpen^ is die van Willem den I, van het jaar 1581: volgens deeze wordt aan het Hof bevolen , zich voortaan alleen met rechtzaaken op te houden , zonder zich op eenigerhande wyze te bemoeien met Politieke of Militaire zaaken, dan in zo verre eenig advys van den Hove omtrent dezelve mogt worden gevraagd; mids echter dat het Hof rechtfpraak zou behouden op het ftuk der konfiskatie van goe- .deren , gelyk ook aangaande de verfchiilen , omtrent het onderhoud van Dyken, Dammen r Sluizen , Wegen ,.Wateren , enz. Ündenus- ••• i fchën (t) Men zie de Befchryving van dit gebouw boven 14 D. 1 Stuk. bla 84 enz. Rb rjESJJ k i fl g.  142 Tegenwoordige Staat R £ O E E£1 N 0. fchen waren die van den Hove hier over in 'c geheel niet voldaan , maar vorderden in Politieke zaaken eene evengelyke magt met het Kollegie : in 't byzonder begeerden zy aan zich te houden de magt om uit een door de Stemgerechtigden gemaakt drietal de Grietsluiden te kiezen , en hen met de noodige lastbrieven te voorzien , welk voorrecht, niet lang geleeden, aan.'t Kollegie was gegeeven; doch te vergeefs: want in een nieuw Berichtfchrift voor den Hove, in den jaare i^Utt ontworpen, werd op nieuws, by het derde Artikel, bepaald : „ dat het Hof niet zal mogen be„ vroedigen eenigerhande zaaken den Regee„ ring aangaande, dan alleen wel neerftelyk „ en getrouwelyk bedienen die Juftitie civil en „ krimineel" Negen jaaren na dien tyd werd'er wederom eene nieuwe en wel eene zeer uitgebreide Inftruktie voor den Hove vervaardigd , meestal fteunende op de voorige gronden; uitgezonderd, dat thans het Hof wierd gekommitteerd, om , benevens den Stadhouder, de jaarlykfche Raadsbeftelling in de Steden te doen , uitgezonderd te Leeuwarden en Franeker, alwaar het recht der Raadsbeftellinge van ouds her by de Steden zelve had berust. Dit werd echter ook wederom ingetrokken in 1636 , wanneer de magt, om de Raadsbeftelling uit de Nominatien te doen, alleen aan den .Stadhouder werd gegeeven, met uitfluitinge van den Hove; K>ok verloor hetzelve toen de magt van kennisneeminge nopens alle gefchillen, die over den eigendom of i ^ de  van FRIESLAND. 143 de betaaHnge van Floreen Renten , midsga-1 dèrs van Bruggen, Sluizen, Dy ken enz., wel-1 ke gtmaakt of gerepareerd moeten worden, konden voorvallen. Met dit alles behield het Hof Provinciaal nog fteeds een' aanmerkelyken invloed in veele Politieke zaaken, tot aan het jaar 1663 , wannéér deszelfs magt wederom merkelyk werd ingekort en bepaald, by gelegenheid van verfehil over' zeker Stemcedulle: want het Kollegie, en ook het Hof, zich gerechtigd achtende om uitfpraak over dat veffchil te doen, ontflond daaruit merkelyke oneenigheid' tusfchen deeze hooge Vergaderingen, welke ten gevolge had, dat de Heeren Staaten een befluit namen, Waar by niet alleen het Hof in 't ongelyk gefield, maar ook bepaald wierd, dat het Hof geenerlei recht zou mogen oeffenen over eenige Burgerlyke zaaken; met naame de beroepinge van Predikanten en Schoolmeesters ,* de provifie van Kollatie, Approbatie, en 't verleenen van brieven van Placet tot allerhande beneficiën , penfien en leenen; 't befluur en de waarneeming van ' Geestelyke goederen , de kennisneeming en rechtfpraak over 't recht en de wyze van "ftemminge; 't vifiteeren van Prokuratien, 't examineeren van Stemcedullen, met alles wat • daar verder toe behoort; 't af- en aanftel' len van Ampten en Officién , uitgezonderd 'die van 's Hofs eigen Suppoosten; alle zaaken betrekking hebbende op 's Lands gemeene middelen , de Floreen - Rente , de Domeinen enz. ; 't maaken en verleenen van R.ÉGHK4 RING.  144 Tegenwoordige Staat Re «behing. van 'Oktrooien; 't emaneeren van Plakaaten raakende de' Militie,, 't Krygsgerecht, de Akademie , de .Munt,, de openbaare Waagen en Gewigten; "t maaken en verbeteren van alle openbaare Wegen ,: Sluizen , Dyken, enz.; de orders, op ,het vaaren van Schepen en 't rydeh van Wagens't Strandrecht, de jagt en Visfchery enz. Alle welke, zaaken deels aan 't Kollegie der Heeren Gedeputeerden , en voorts aan de overige Gerechten en Nedergerechten wer ien oyergelaaten. De Heeren Gedeputeerden en. .alle- andere ■Kollegien -daarentegen zyn verpligt, het Hof te laaten by de volle uitoeffeninge der civile en krimineele reèhcspleeging : en indien op dezelve eenige inbreuk, mogt worden gedaan, die 't Hof zelf niet . zou kunnen herftellen,, heeft het zich te beklaagen. aan, 't Kollegie , of zo het gewigt der zaak zulks vordert een' buitengewoonen Landsdag te verzoeken , welke als dan door het Kollegie ook niet mag geweigerd worden. In laater tyd is hier omtrent, by Staatsbefluit van den30Maart 1672, nog bepaald, dat niemand , wie hy ook zy , eenige verhindering aan den loop der Juftitie mag doen; moetende , wanneer 't Kollegie met die van den Hove over de Judikature Verfchilt, de zaak zelve in Statu worden gelaaten'tot den eerstkomenden Landsdag, ten zy V gewigt der zaake eene onmiddelyke befchryving der Heeren Staaten vorder- -de. qo : Voor het jaar 1748 hingen 'er fteeds veelerlei pleitgedingen voor den Hove , tusfchen  van FRIESLAND. 145 fchen de Magiftraaten der Steden en hunne Burgers , over 'r maaken en herftellen van Straaten, Wegen , Wallen enz. die , naar het inzien der Nederrechteren , doorgaans te veel tot hun nadeel werden uitgefproken, 't welk, in gemelden jaare, by de vastftellinge van 't Reglement Reformatoir, gelegenheid gaf tot het volgende softe Artikel: „ En op dat alle „ oneenigheden, tusfchen de hooge Kollegien „ van de Provincie en Magiftraaten van de „ Steden en Landen, weggenomen en afge„ fneeden worden , zullen die van den Hove „ zich onthouden en niet mogen aanneemen , „ veel min eenige Provifie van Juftitie ver„ leenen op de beroepingen, die aan het Hof „ zouden mogen worden gedaan van Politie* „ ke Ordonnantiën en bevelen van Magiftraa„ ten , raakende de partikuliere huishouding „ van hunne Steden of Diftrikten ; als by „ voorbeeld het reguleeren van de uuren van „ het afvaaren, mitsgaders de vrachten, laad„ los- en legplaatfen van Wagens en Sche„ pen ; Jaar - en Weekmarkten en plaatfen „ van dien; het maaken en onderhouden van „ Straaten, en generaallyk van alles, het geen „ zy tot onderhouding van goede Politie, ge„ gerief en gemak hunner Ingezetenen , en „ derzelver Negotie en neeringe bevinden „ zullen dienftig te zyn; En by aldien over „ dit alles of eenige andere zaaken , geene „ uitgezonderd, eenig dispuit, of questie tus„ fchen gemelden Hof van Juftitie en de Ma„ giftraaten der Steden en Diflrikten mogte „ komen te ontftaan , zal zulks verbleeven IV. deel. K „ wor- Re gf.e.' ring.  146 Tegenwoordige Staat Regee. ring. „ worden aan den Heere Stadhouder in dien „ tyd". Geduurende de Regeeringe der Saxifche en Bourgondifche Opperheeren, ftond de begeeving der openvallende Raadsheersplaatfen aan de Landsheeren zelve, doende de nieuw verkooren Leden den Eed in handen van den Prsefident. Doch met het affchaffen der Spaanfche Regeering trokken de H. Staaten deeze magt aan zich, en dus kreeg ieder kwartier de beftelling over drie plaatfen in de Vergadering der Raaden. Doch met het jaar 1748 kwam ook hierin eene aanmerkelyke verandering, dewyl de kwartieren toen maar alleen aan zich behielden de magt om eene Nominatie van drie perfoonen te maaken , uit welke door den Stadhouder eene keuze, ter vervullinge van het openflaandeAmpt, zou worden gedaan, gelyk nog heden plaats heeft. Ondertusfchen ontvangen de nieuwe Raaden hunne lastbrieven van de H. Staaten , ter Relatie van 't Kollegie der H. Gedeputeerden , aan 't welk zy ook den Eed moeten doen, van zich in alles getrouw aan den Lande te zullen gedraagen; vooral ook in 't onderhouden van zodanige Refolutien , als ten opzigte der Jurisdiktie van den Hove zyn gemaakt. Ook mag niemand op de Nominatie tot Raadsheer komen, of hy moet boven de 25 jaaren oud zyn, en alvoorens den graad van Doktor of Licentiaat in de Rechten verkreegen hebben. Voorts is de Kommisfie voor de Heeren Raaden van 1 den volgenden hoofdzaakelyken inhoud : „ Dat „ H. Ed. Mog. zich volkomelyk vertrouwen- „ de  van FRIESLAND. 14/ 3, de op deszelfs Geleerdheid en ervaaren„ heid in Rechtzaaken N. N. geordonneerd , gekommitteerd en onthouden hebben , or,, donneeren , kommitteeren en onthouden „ mits deezen, tot den Haat van Raad Ordi„ naris in onzen Provinciaalen Raade der „ hooge Juftitie voorfchreeven. Geevende „ overzulks den voornoemden volkomen magt, „ authoriteit en zonderling bevel, den voor„ zeiden Staat als Raad Ordinaris te houden „ met onzen Stadhouder en andere Lieden in „ denzelven Raade te excerceeren en bedie„ nen, in alle konfultatien en deliberatien „ van zaaken van Juftitie, zo wel Krimineele „ als Civile, en zo Posfesfoire als Petitoire , „ die aldaar .zouden mogen voorvallen of „ verhandeld worden ,; tegenwoordig te zyn ; „ alles .achtervolgens de Ordonnantie op 't „ ftuk van de Juftitie by ons aireede gemaakt,. „ of nog te maaken, en vóórts alles te doen£' „ wat.een goed en getrouw Raad Ordinaris „ fchuldig is , en behoort te doen : zonder „ zich met zaaken van Regeeringe of Politie „ te bemoeien, ten ware' hy van ons, of onze Gedeputeerden in 't byzorider, daartoe ver„ zocht wierde. En dat op de Eeren, Pro„ fiten , Nutfchappen en vervallen daar toe „ ftaande en behoorende: Waarop, om zich ,, wel en getrouwelyk te kwyten , de voor* „ noemde gehouden wordt den behoorlyken „ Eed in handen van onze Gedeputeerden te: „ doen; 't welk gedaan zynde, ftellen Wy „ den voornoemden in 't bezit en gebruik van „ den ftaat van Ordinaris Raad der Hooge Ka „ Jufti; Reoee« rimg.  148 Tegenwoordige Staat R E G E E' RING. „ Juftitie voorfz. Mitsgaders van de eeren , „ recht, nutfchap, profyt en verval voorfz. ,, Den voornoemden Raad en alle andere „ Officieren en Onderzaaten, dien dit aangaan „ zal, belastende dat zy hem denzei ven, zon„ der eenig beletfel of vvederzeggen, rustelyk „ en vreedelyk willen laaten gebruiken en ge„ nieten enz. Gegeeven binnen Leeuwarden „ onder 't Landfchaps zegel en gewoone pa„ ragraphure en onderteekening. Deezen".... By de Staaten van Friesland. Ter Relatie van hunne Gedeputeerden. Geteekend door een' der Heeren, en ter Ord. van H. Ed. Mog. door den Sekretaris van 't Kollegie. De Stadhouder heeft, gelyk men uit deeze Kommisfie ziet , het recht om benevens de andere Leden van den Raad recht te fpreeken. Zodanig was het ook gefteld by de eerfte oprechtinge der Republiek; doch in 'e vervolg fchynen de Friesfche Stadhouders in zaaken van den Hove weinig deel gehad te hebben , tot aan 't jaar van 1748 , wanneer aan de Heeren Stadhouders in der tyd, in de Provincie tegenwoordig zynde , het recht werd gegeeven , om te verfchynen in 't Hot van Juftitie , aldaar zitting te neemen, te advizeeren en te voteeren, zo over zaaken die aldaar prima inftantia of by Appel, als die in de kleine en groote Reviezen worden geventileerd. Zynde de Stadhouder ook ge- recb-  van FRIESLAND. 149 rechtigd om zyn advys te geeven over alle nieuwe Ordonnantiën en Inftruktien , die het Hof Provinciaal of de verdere adminiftratie der Juftitie mogen betreffen. Weleer had het Hof eenen Prsefident of Voorzitter, die in aanzien en gezag merkel yk boven de andere Raaden verheven was. Doch kort na de oprechting der Republiek werd deeze post, als eene afzonderlyke waardigheid befchouwd zynde, vernietigd, en beflooten dat het recht van Voorzittinge altoos by den oudften Raad zou berusten, zonder dat dezelve echter daar« door eenigen anderen voorrang zou bekomen , dan die uit de Voorzittinge zelve ei« genaartig voortvloeit. In gevalle van afweezigheid of ziekte, wordt zyn post door den op hem volgenden oudften Raadsheer waargenomen , beftaande de byzondere bezigheden van den Praefideerenden Raad in 't Auctorizeeren van Kuraroren, voor "t Hof vallende , midsgaders de ëmancipatien, takfatien van deklaratien van kosten , fchaden en intresfen enz. Ook bewaart de Voorzittende Raad het zegel van den Hove, en heeft magt, om den Raad , zo 't noodig is , buitengewoon te doen Vergaderen : voorts geeft hy, in de Vakantien, befchikking op de verzoekfchriften; doch mag geen bekend recht, alvoorens door den Hove aan partyen toegeweezen , vernietigen ; noch ook eenige opfchorting verleenen op de uitvoering van beflooten Sententien; moetende hy , indien iets van dien aart noodig fchynt en geen uitftel kan lyden, daar over drie der volgende oudK 3 R £ G E E* RING.  150 Tegenwoordige Staat Recee- ft i r g. fte Raaden by zich ontbieden en hun oordeel inneemen. In de Vergaderingen van den Hove (lelt hy alle zaaken voor , die te verhandelen ftaan , neemt de ftemmen op , en maakt het befluit enz. De Heeren Raaden in den Hove zitten by beurten ter Rolle, tot het aanhooren der Rechtsgedingen, die, na op de Rolle gediend te hebben, en in eenen ftaat van wyzing gebragt te zyn, aan den Raad worden ter hand gefteld , om door denzelven beoordeeld te worden. Tot het verhooren van getuigen , het ftellen van artikelen , en in zaaken van partyen , wordt 'er een Kommisfaris uit de Heeren Raaden aangefteld , die gehouden is den Hove van alles te berichten , en ook, op den door hem bepaalden tyd, by der hand moet zyn, dewyl by deszelfs afweezigheid de partyen daadelyk eenen anderen Kommisfaris in zyne plaats mogen verzoeken. Zo ras eene zaak ter Vergaderinge is ingeleverd , wordt dezelve, na afdoeninge van voorgaande zaaken, onderzocht, en zulks altoos by ftemminge , die van den jongiten Raad begint, en zo wordt vervolgd, tot dat eindelyk de Voorzittende Raad zyne ftem geeft, en de konklufie opmaakt. Dezelve worde altoos by de meerderheid genomen ; doch by afweezigheid van eenige Leden geldt de meerderheid niet, of 'er moeten ten minften zo veele Heeren voor eene zaak geftemd hebben , dat de konklufie niet kan veranderd worden , al waren alle de afweezende Leden van een tegengefteld gevoelen. Het is niemand der Raaden geoorlofd in eene zaak  van FRIESLA ND. 151 Zaak te ftemmen, die hemzelven of een' Vriend in den derden graad betreft. Doch in dit R E G E E • RI M G. geval worden de graaden gerekend naar t Kerkelyke recht, welks derde graad met den zesden van 't Burgerlyke Roomfche recht over • eenkomt: alwaarom geen Raadsheer over iets mag oordeelen, het welk zyner Ouderen volle Neefs of Nichts kinderen aangaat. Ook mag niemand tot Raad worden benoemd, die aan iemand der Raaden in Bloedverwandfchap of Zwagerfchap nader dan in den vyfden graad beftaat; doch wanneer reeds aangeftelde Raaden naderhand door huwelyk Vermaagfchapt worden, fluit dit niemand uit. Geduurende de Vergaderingen mogen de Hee. ren door geene verzoekfchriften worden verhinderd , die daarom door den Rollarius, benevens twee andere Raaden, te weeten den voorgaanden en naastvolgenden, in de Vertrekkamer worden afgedaan, uitgezonderd in zaaken van veel gewigt, die zy niet op zich durven neemen; hebbende zy als dan vryheid om eerst het advys van den vollen Raad in te neemen. Weleer werden de Procesfen , in ftaat van wyzinge zynde, aan den Praslideerenden Heer overhandigd, en deeze verdeelde dezelve als dan onder de Raaden , omze na te zien, en van alles rapport te doen ; doch hierin is naderhand deeze verandering gemaakt, dat thans ieder de vryheid heeft, om tot Rapporteur eenen Heer naar zynen zin te kiezen , aan wiens ftoel dan zulk een Proces wordt opge • hangen. Doch in zaaken, die voor een' der Raaden als Kommisfarisuiiebben gediend , rapK 4 por-.  *52 Tegenwoordigs Staat Rl! GEKKIN O. porteert ook deeze altoos, na dat het Proces, op bewys geweezen zynde , verder volfchreeven is. Voorts rapporteeren de Raaden naar eene vastgeftelde toerbeurt, en de Heer die aan de beurt ftaat rapporteert altoos het Proces dat aan zyne ftoel hangt , fchoon het laater is ingeleverd dan andere Procesfen, aan ftoelen hangende van Heeren , die als dan niet aan de beurt zyn. Het Hof van Juftitie is in alles ten naauwften aan vastgeftelde wetten gebonden , om volgens dezelve recht te doen. Deeze wetten zyn, ten deele, die van 't Burgerlyke Roomfche recht, in 't Corpus Juris bevat, ten deele, die , welke by vervolg van tyd , zo door de onderfcheiden Landsheeren , als door de H. Staaten , zyn gemaakt. Deeze landen hebben naamelyk al vroeg hunne byzondere inftellingen en gebruiken gehad , zo onder de aloude vryheid, als onder de Saxifche en Bourgondifche heerfchappy , wanneer hier te lande veele nieuwe wetten zyn gemaakt, die nog heden grootendeels haare kracht behouden. In laater tyden , echter, zyn 'er door 's Lands Staaten menigvuldige veranderingen in 't aangenomen Roomfche recht ingevoerd, als beter overeenkomende met de hedendaagfche tyden en omftandigheden. Doch hier uit ontftond ras eene groote verwarring, dewyl deeze wetten niet by eikanderen verzameld waren, en niemand byna wist, waar aan hy zich te houden had. Dit bewoog de H. Staaten reeds in 't jaar 1598 om de wetten, door den Souverein geëmaneerd, en van 't Roomfche recht verfchiliende , by eikanderen in een  van FRIESLAND. 153 een lichaam te doen verzamelen , gelyk in 1602 werd volbragt , wanneer de nieuwe verzameling van wetten het licht zag onder den naam van lands ordonnantie. Ter volbrenginge van dit nuttige werk had men benoemd twee Heeren uit de Gedeputeerden , twee uit het Hof Provinciaal, den Prokureur Generaal, en twee kundige Rechtsgeleerden , beide Advokaaten voor den Hove. Deeze Heeren verzamelden alles , wat zy ten dien einde nuttig oordeelden, en bragten het nieuwe Wetboek in de Staats - Vergadering 9 om aldaar te worden onderzocht. Tot deeze bezigheid werd wederom eene byzondere Kommisfie van Heeren benoemd , die alles naauwkeurig doorzagen, en, by hun bericht, van 'r afgedaane werk een zeer loffelyk getuigenis gaven : waarna 't zelve door den druk werd gemeen gemaakt, met eene Voorrede en Staatsbefluit van den 14 May 1602. Na dien tyd werd dit werk elf maaien herdrukt, en wel het laatst in 1707. Niettemin befpeurde men, dat aan 't oude werk nog veel ontbrak , te meer, dewyl 'er , geduurende zulk een lang verloop van tyd, wederom veele nieuwe wetten gemaakt en fommige oude vernietigd waren, 't welk eene nieuwe overziening ten hoogden noodzaakelyk maakte. Ten dien einde werd dan ook, in 't begin deezer Eeuw, het Mindergetal , met eenige Heeren Gedeputeerden en Raaden uit den Hove, gekommitteerd , om alle laatere Ordonnantiën en Plakaaten, by de H. Staaten geëmaneerd , te verzamelen , en voorts het geene , in de oude Ordonnantie, K 5 ver- Regee< ring.  154 Tegenwoordige Staat Re ge*. RING. vergeeten , of kwaalyk gefield moge zyn , te verbeteren, en aan te vullen. Ten jaare 1722 kreeg dit werk zyn vol beflag : want .op den 12 Maart van dat jaar , werd de niéuwe naauwkeurig onderzochte Ordonnantie Staatswyze goedgekeurd , en voorts , ter Drukpersfe bezorgd zynde, in 't volgende jaar 1723 in 't licht gegeeven, na dat dezelve, volgens Staatsbefluit van den 13 Maart des gemelden jaars , behoorlyk was gepubliceerd en afgeleezen : waar door dezelve de kracht eener wet verkreeg , naar welke een ieder zich moest fchikken. Gelyk andere Gerechtshoven heeft ook het Hof van Friesland zyne bepaalde tyden van Vergaderen en Vakantien. Buiten de Vakantien wordt alle dagen, door den Kom misfaris, ter Rolle zittende , Rechtdag gehouden, ten zy men zulks, wegens gebrek aan bezigheden, onnoodig vind. 's Morgens ten 9 uuren begint de Rolle en 's Namiddags ten 2 uuren," terwyl de Raaden teffens in hun gewoon vertrek Vergaderen tot het advizeeren in Procesfen, en 't afdoen van andere voorkomende zaaken. De eerfte Rechtdag van het Hof begint op den eérften Dingsdag na St. Pontiaan , altoos invallende op den 14 van January. De volgende Vakantie begint des Dingsdags voor de Vasten , en duurt tot den eerHen Dingsdag na Vasten - Avond. Vervolgens is 't weder Vakantie van Dingsdag voor Palm-Zondag tot Dingsdag na Paaschachten ; verder van Dingsdag voor Pinkfter tot den derden Dingsdag na Pinkfter. De hier op vol-  van FRIESLAND. 155 volgende groote Vakantie begint met den 15 B July , op Apostelfcheiding , en eindigt met R den eerften Dingsdag in September ; waarna 't wederom Vakantie is van den 27 Oktober tot den tweeden Dingsdag in November. De laatfte Vakantie begint eindelyk met den 20 December, en loopt, zo als gezegd is, tot St, Pontiaan des volgenden jaars. De laatfte Rechtdag voor de Vakantien is een Pronuntiatiedag, wanneer alle afgedaane civile en ook zodanige krimineele Procesfen worden uitge* iproke-n , als buiten banden verdedigd zyn. De voornaamfte Rechtdag is ondertusichen weekelyks de Dingsdag, wanneer gewoonlyk de krimineele Procesfen op de Rolle dienen , en tegen welken tyd de niet gekonfineeide aangeklaagden doorgaans op de krimineele' Rolle worden geciteerd. Wanneer de laatfte dag van de Vakantie op eenen Zondag invalt, gefchiedt de Pronuntiatie op den voorgaandcn Zaturdag. De krimineele Jurisdiktie over de geheele Provincie is alleen aan den Hove opgedraagen, me: deeze uitzonderinge echter, dat de Senatus Judicialis der Hooge Schoole te Franeker, alleen dan behoeft kennis te geeven van misdaaden , door Studenten bedreeven , wanneer dezelve in 'c hooge krimineele loopen, en blykbaar eene voorbeeldige en ftrenge ftraffe vorderen. De Raaden van den Hove neemen derhalven in 't algemeen kennis van alles wat aanloopt tegen de Landswetten , nopens gepleegde misdaaden uitgegeeven. Ook ftraft het Hof alle daadelyke Injurien, die bo- Re g e e- ring.  R E G E E" lt I « G. 156 Tegenwoordige Staat boven de raagt van den gewoonen Neder» rechter zyn ; voorts Vechteryen , Straatichenderyen , Steelen , Huisbraaken , Moorden , 'Doodflaan, Brandftichten enz.? Doch overtreedingen, die met eene , by 's Lands Ordonnantie vastgeftelde boete, geheeld kunnen worden, vallen ter eerfter uitfpraak onder 't gezag van den Nederrechter; maar niet, als de boete arbitrair is : want dan kan 'er alleen 'c Hof over oordeelen. Overfpel en Hoerery worden , by preventie , door den Hove of den Nederrechter met de bepaalde geldboete geftraft; doch indien, in 't eerfte geval, de fchuldige niet vermogend is om de boete te betaalen , dan komt daar voor de geesfeling in plaats , en deeze behoort alleen tot de Kechtsoeffening van 't Hof. Altoos velt het Hof zyne Senr.emien uit den Naam en van wegen de Heerlykheid van den Landfchappe van Friesland. Het Hof moet derhalven worden aangemetkt als recht te doen uit den naam en van wegens de hooge Overheid of Oppermagt des Lands , vertegenwoordigd wordende dcor de Heeren Staaten, by welke daarom ook de magt berust, om de Berichtfchriften van het Hof, nopens de uitoeffeninge der Rechtspleeginge, met den aankleeve van dien, naar goedvinden te veranderen en te bepaalen; mids dat dergelyke veranderingen en bepaalingen niet ftryden met de grondwetten van den Lande , welke jaarlyks door de Volmagten zelve bezwooren worden , en volgens welke in 't Reglement Reformatoir van wylen Z. D. Hoogheid aan den  van FRIESLAND. 157 den Hove de vrye oefFening der civile en krimineele Jurisdikcie wordt verzekerd gelyk van ouds. Te wenfchen ware het echter, dat, by de oprechtinge der Republiek , de juiste paaien van de magt des Hofs, zo naauwkturig waren gefield geworden , dat dezelve in vervolg van tyd geere vermindering had behoeven te lyden; dewyl de uitgebreide magt van het Hof van Juftitie als de beste waarborg der Friesfche Vryheid moet worden aangemerkt. In t Burgerlyke oordeelt het Hof over alle zaaken, die daar ter eerfter Inftantie , of by Appel van den Nederrechter komen. Ter eerfter Inftantie zyn voor den Hove aanfpraakelyk de meeste Amptenaaren en verdere Perfoonen van aanzien; doch gemeene Burgers kunnen, met voorbygang van den Nederrechter, niet in de eerfte plaats voor het Hof geroepen worden, ten ware zulks gefchiedde mee hunne eigene bewilliging ; want alsdan ftaat zulks een ieder volkomen vry. Inwooners van onderfcheiden Grietenyen of Steden konnen ook geen enkele Inwooners van eene andere Grieteny of Stad, ter eerfter aanfpraake, voor den Hove roepen. Doch zo 'er verfcheiden perfoonen zyn , by voorbeeld, erfgenaamen van een' betwistbaaren boedel, onder verfchillende Gerechten woonende; dan mag de Impetrant zyne aktie voor den Hove aanftellen, dewyl hy anders over dezelfde zaak teffens by verfchillende Gerechten zou moeten pleiten , 't welk niets dan verwarring en noodelooze kosten ten gevolge zou hebben. Zo ondertusfchen iemand voor den Hove geroepen wierd, en R EBEE* RING.  R E O E E- 158 Tegenwoordige Staat en hy vermeende niet gehouden te zyn , om zich daar te ftellen, zou hy, echter, altoos moeten verfchynen , doch voorbehoudens het recht om daar tegen in te brengen, de Exceptio fori declinatoria ; terwyl hy , wanneer deeze exceptie niet wordt aangenomen , zich by verzoekfchrifc kan vervoegen tot den Rechter, onder welken hy meent te behooren, waar uit dan wel eens Konflikten van Jurisdiktie voortkomen, die ter beoordeelinge der Heeren Staaten ftaan. Onder andere menigvuldige zaaken , die in het civile aan de byzondere uitfpraak van den Hove liaan , behooren de twyffelachtige Hu» welyken , met de kontrakten daar toe betreklyk ; het interiniment van brieven tot Legitimatie door de H. Staaten gegeeven ; het geeven van verlof tot huwelyken, by onbillyke weigeringe van Ouders of Voogden; de Emancipatie van kinderen uit de Vaderlyke magt; het benoemen van Kuratoren over vervallen boedels, en fomwylen over minderjaarige kinderen ; het meerderjaarig vcrklaaren van perfoonen beneden de 25 jaaren ; het verleenen van brieven tot het beneficie van Inventaris , in het aanvaarden van twyffelachcige erffenisfen; het beoordeelen van alle verfchiilen, vallende over Redery , Bodemery , Scheepswetten, Asfurantien enz. Het Interineeren van alle Oktroojcn, door de Staaten verleend, binnen de twee jaaren , zo als ook plaats heeft omtrent alle brieven van Remisfie en Pardon door de Staaten verleend ; benevens veele  van FRIESLAND. 159 veele andere dingen te breed om hier alle te melden. Ook ftaat aan de Heeren Raaden het ópzigt over de Kanfellary, met al wat daar toe en aan behoort. Wanneer daar aan iets te maaken valt , gefchiedt zulks ter Ordonnantie van den Hove , en wordt door dé' Provincie betaald. Dezelve voldoet ook de rekeningen, die, van. tyd tot tyd, door den Griffier worden ingeleverd wegens Kaarsfen , Toortfen , Zegelwas, Turf, en verdere noodwendigheden op de Kanfellary. Insgelyks voldoet 's Lands kasfè alle kosten , gemaakt in 't vatten en overvoeren der gevangenen door den Hove, midsgaders die der halsftraffelyke en andere exfekutien ; doch de kosten, die , zo op 't vatten en bewaaren van andere delinquanten, als't neemen der préparatoire informatien vallen, moeten door de- Nederrechters betaald worden. Ten jaare 1584, werd de Griffier gelast, aantekening te houden van de afweezende Raaden , zullende van hunne Jaarwedden worden afgetrokken , naar evenredigheid van hun verzuim j doch hoe groot deeze Jaarwedde toen ware, valt niet wel te bepaalen, dewyl de gemelde Refolutie reeds voor veele jaaren is vernietigd. In laater tyd beliep het inkomen der Raaden duizend guldens , te weeten tot aan T719 , wanneer hetzelve tot vyftien honderd guldens werd vermeerderd. Daarenboven genieten de Heeren Raaden nog eenige voordeden uit de dagelyks voorkomende zaaken; doch welke geenen vasten voet hebben. De ElnpsB- R I N O.  f6o Tegenwoordige Staat Regee. bing. De Heeren Raaden van den Hove voeren den titel van edele mogende heeren, de heeren raaden ordinaris in den hove van friesland. De Staaten geeven hun, in hunne gefchriften, den naam Van die van onzen hove provinciaal; doch zelve aan het Hof fchryvende noemen zy hen de edele mogende heeren raaden 's hofs van friesland. Wordende de Mandementen, opene brieven en diergelyke ftukken, by den Hove geëmaneerd, doorgaans begonnen met de woorden erfstadhouder . . . . mitsgaders de heeren raaden, geordineerd in den Hove van friesland. In deezen loopenden jaare 1787 beftaat het Hof uit de XII volgende Heeren: JAN dë KEMPENAAR, eerfte en Praïfideerende Raad uit de Zevenwouden. 1730 Mr. JAN LODEWYK DOYS van HAERSMA, Westergo. 1755 Jr. ASSUERUS VEGILIN van CLAERBERGEN, Steden. 1763 Mr. JAN van IDSINGA, Westergo. . . 1771 Mr FRANS JULIUS JOHAN van SCHELTINGA, Steden. 1776 Mr. PETRUS BRANTSMA, Steden. . . 17^0 Mr. HERMAN US ULRICUS HUBER, Westergo. . 1780 Jr. ED-  van FRIESLAND. i6t Jr. EDZERT ^BINGA van HUMAL DA , Oostergo. . -78o Jr. JAN POPPE ANDRE^ van HAREN, Oostergo. . fyfo Mr. GERLACUS BUMA, Ooster• • 1781 Mr. MATHYS ARNOLD SLOTERD YK, Zevenwouden. 1781 Mr. ULRICK JAN HUBER, Zevenwouden. . , j^g^ Onmiddelyk. op de Heeren Raaden 's Hofs van Friesland volgt in Rang de Prokureur' Generaal der Provincie, zynde thans Mr elias wigem , Profesfor Honorarius in de Rechten te Franeker. Het Ampt van ProKureur Generaal is van 'c uiterfte gewigt • zynde dezelve bevoegd en gelast, onderzoek te doen naar allerlei flag van misdaaden, de daaraan fchuldigen , hem bekend zynde , in Rechten te vervolgen, en ratione officii over dezelve van den Hove eene gepaste ftraffe te vorderen. Om hierin des te beter te flagen, is het zyn post, door 't geheele Land, eene naauwkeurige korrespondentie te onderhouden; ten welken einde hem ook jaarlyks eene behoorlyke fomme plag voldaan te worden, en wel doorgaans van 700 of 800 guldens, om zyne geheime korrespondenten daar uit te betaalen. Verder is het zyn nijgt, recht te vorderen omtrent alle misdaadigers , hem door de M. Staaten, de Gedeputeerden of anderszins, aangeweezen. Somwylen wordt IV. deel. L hy Prokureur Generaal. r e g e e« ring.  R E O E E» R I W O.- \6z Tegenwoordige Staat hy ook wel door den Hove gelast, deezen of geenen te apprehendeeren of te aküoneeren, in welken gevalle hy , zo 'er apprehenfie noodig is, van den Subftituit Prokureur en de Dienaaren der Juftitie gebruik maakt. Dan de meeste gevangenen worden aan 's Lands gedemolieerde Blokhuis gebragt', door de Suppoosten der Nedergerechten. Zo ras naame« lyk eene misdaad van aanbelang onder het Distrikt van eenigen Nederrechter is voorgevallen , moet dezelve naauwkeurig onderzoek doen naar alle omftandigheden, en den fchuldigen, zo hy te bekomen is, in hechtenis neemen. Daarna worden de informauen der zaake aan den Hove, by beflooten brief, overgezonden j hangende het dan van deszelfs oordeel af, wat 'er al of niet gedaan moet worden : rekent de Raad het geval verfchoonbaar, of den perfoon onfchuldig, zo geeft dezelve last om hem wederom te ontflaan; doch vindt het Hof de misdaaden van aanbelang, en een merkelyk vermoeden ten nadeele der gevatte perfoonen, dan geeft het order aan de Nedergerechten, om de gevangenen , 't zy een' of meer, op de minst kostbaare wyze, over te brengen naar Leeuwarden in de Herbero- het Valkje , van waar zy dan doorgaans verder, door de Dienaars der Juftitie, naar het Blokhuis worden overgebragt. _ Zo ras een ftrafbaar perfoon in hechtenis genomen is, doet de Prokureur Generaal eisch fegen hem , hoewel doorgaans in algemeene uitdrukkingen, verzoekende naamelyk eene gecaste ftraf, evenredig met de misdaad naar * 't oor-  van FRIESLAND. 't oordeel van den Hove. Doch op dat de befchuldigde alle mogelyke middelen van verdediginge moge hebben , wordt hem , door den Raad, een der oudfte Advokaaten toegevoegd , die acht in getal zyn, en ieder een jaarlyksch penfioen trekken van 200 guldens, waar voor zy de aangeklaagden om niet moeten bedienen, die echter, zo zy 'er vermogen toe hebben, op hun eigen kosten, nog daarenboven een' tweeden Advokaat mogen neemen. Voorts legt de Prokureur Generaal Artikelen over tegen den gevangenen, en zoekt dezelve, zo door getuigen als op allerlei andere wyzen, te bevestigen , terwyl de Advokaat van den aangeklaagden, die doorgaans, zo veel mogelyk, zoekt te wederleggen. Tot des te beter bevordering van de Juftitie, heeft de Prokureur vryheid, om, in alle Vergaderingen van den Hove, in de Raadkamer te verfchynen , en daar zodanige voorftellen te doen , als hy dienftig oordeelt; doch by 't advizeeren der Raaden over zyne gedaane voorftellen , mag hy niet tegenwoordig zyn ; en ook is hy het doorgaans niet by de behandelinge van andere zaaken. By zyne aanftellinge doet de Prokureur Generaal den Eed in handen van de Heeren van \ Mindergetal, en geniet, behalven verfcheiden emolumenten, een jaarlyksch inkomen van 1500 guldens. Alle Vergaderingen van den Hove worden q bygewoond door den Griffier , die rang heeft v; naden Prokureur. Zyn post is ook zeer aanzien- H lyk, en wordt thans bekleed door den Heer enMr. iienrikus van der haar. De L 2 Stad- Reges* rin «?. Griffier rart den Hove.  ïó4 Tegenwoordige Staat TlfiOKE- aiN c. Stadhouder heeft tegenwoordig de begeeving van deezen post; doch de lastbrief daartoe wordt verleend door het Mindergetal. Tot des te beter bevordering van zaaken, heeft men hem een' Subftituit Griffier toegevoegd, die ook Sekretaris van 't Hof wordt genoemd. Daarenboven ftaan onder hem één eerfte én vier mindere Kierken , die ieder hunne byzondere bezigheden hebben , gelyk uit de volgende Inftruktie voor den Griffier en zyne Suppoosten kan blyken. Art. i. Eerftelyk zal de Griffier punftuelyk onderhouden, en in de Griffie doen onderhouden, al het geen by de Ordonnantie, op 't ftuk van zyn officie , der Clercquen dienften, en wat daar mede van dependeert, is ge. ftatuëert. 2. Zal voorts de Griffier alle deliberatien en refolutien van den Raad, mitsgaders andere aften die fecreet behoren te zyn, aan niemant, direct of indirect, mogen daar buiten openen of openbaren. 3. Veel weiniger zal dezelve mogen adviferen, confuleren, of ook prafent zyn by eenige confultatien van partyen zaken. 4. Hier benevens zal hy gehouden zyn , een halfuur voor den ordinaris tyd van de Sesfie, in de Cancellarye te verfchynen, omme de requeften te lezen , en de appoinftementen te fchryven, die hem aanbevolen zullen worden. 5. Wanneer de Raad vergadert is, zal hy, ter vermaninge van denzelven, alle procesfen en andere aften moeten lezen: ook de geno- mene  van FRIESLAND. 165 mene refolutien en difta van de Sententien, te boek ftellen, en , geftelt zynde, den Heeren wederom voorlezen. ► 6. Van alle procesfen, in de Raadkamer komende, zal hy zelfs , of zyn Subftituit, notule maken, en register houden, na voorgaande gewoonte.* als mede na elke pronunciatie in indice ftellen de gedefinieerde procesfen. 7. Wyders zal hy goede, toezigt nemen op de boeken, procesfen , en alle andere aften , ïn der Cancellarye en Griffie, van wien zynde , of namaals komende, dat dezelve niet alleen wel bewaart, maar ook op behoorlyke plaatze, tot gerief van een ieder, daar aan gelegen zynde, terftont gevonden mogen worden. 8. Specialyk zal hy ook zorge dragen voor de informatien ad perpetuam rei memoriam genomen : als mede de ftukken uit de fchrifturen van Heeren van den Rade gekomen, ofte nog komende, dat die niet verloren nog verleit en worden, ten nadeele van partyen, of een ieder geinteresfeerden. 9. Zal by alle manieren letten, dat in de Griffie alles tydelyk en tot partyen meeste gerief gedepecheert worde: zonder te gedogen, datby zynen Subftituit en andere Clercquen iets voor expeditie gevordert, en onbehoorlyk geaftioneert worde: gelyk ook wel fcherpelyk henluiden wort verboden , zulks in 't toekomende meer te doen. * 10. Vorders zal de Griffier gehouden zyn, de geregtigheid van de Cancellarye te doen innen binnen voorfz. behoorlyken tyd, en door ordinaris Executeurs; zonder nogtans L 3 van Reoeb. r i no.  Regee- hing. 166 Tegenwoordige Staat van den Landfchappe iets te vorderen, als in zaken van kosten. 11. Zal mede, binnen drie dagen, na elke pronunciatie, de rekeninge daar van doen aan de Heeren van den Rade, met overroepinge van den Rentemeefter Generaal. En wes als dan bevonden wort hunne competentien refpeótivelyk te zyn , voor den naastvolgenden pronunciatie dag, uit te rekenen en betalen. 12. Ende zal zyn deel, in de voorgemelde geregtigheden, gelyk worden genomen of gerekent als een van de Heeren van den Rade. 13. Van des Lands aandeel in de voorfz. geregtigheden van de Cancellarye , mitsgaders zegel regt, contumacien , en wat diergelyke meer mogen zyn , de rekeninge te doen, ten overftaan van een' Commisfaris uit den Rade , aan den Heer Rentemeefter en den Procureur Generaal. Des zal hy met den ontvang der compofitien zig niet mogen bemoeien , nog ook voortaan alleen uit de contra rolle van den eerften Raads Clercq het zegelregt verrekenen, dan mede uit zyn eigen register. 14. Voor uitgave zal hem worden geleden , wes hy van zegelwasfe , toortfen , kaersfen , hout , turf, en andere behoeftens voor de Cancellarye, ter Ordonnantie van den Raad, geëxpendeert moge hebben. 15. Indien iets in flot van rekeninge in reliquis bevonden wort , zal hy zulks aan den Heere Rentemeefter promptelyk, na overlevering van rekeninge, fourneren. 16. De Griffier zal voortaan, beneffens den Sub-  van FRIESLAND. 167 Subftituit, nog houden vyf bekwame Clercquen (*). 17. By de Heeren van den Rade zullen worden geftelt, (edog met advys van den Griffier) geè'digt en geauthorifeerc, de Subftituit van denzelven Griffier, en de navolgende eerfte Clercq , om , ter ordonnantie van den Hove, mede te tekenen. 18. De voorfz. Subftituit Griffier en andere Clercquen zullen gene ftukken, procesfen nog aften, ofte copyen van dien , mogen uitgeven, die den Staat of 't regt van den Lande raken , zonder confent van den Hove , ofte des Griffiers commisfie. 19. De voorfz. Subftituit Griffier zal ook , op zynen Eed , gehouden zyn , alle deliberatien, refolutien , en andere aften, die hem bevolen worden, en fecreet behoren te zyn, fecreet te houden; zonder aan iemant daar van , direfte of indirefte, openinge te doen. Gelyk mede hem verboden wort, by Advocaten over eenige partyen zaken te adviferen , ofte by confultatien van Advocaten prafent te zyu. 20, Zal (*3 De tweede Klerk, in deze Inftruktie ge meld, is de Rollarius, die , beneffens den Subftituit Griffier of Sekretaris, ter ordonnantie van den Hove kan rekenen. De derde, hier genoemd, is de Ont vanger der Kanfellary gerechtigheden ; buiten welken 'er voormaals drie waren, doch nu (wegensde weinige praktyk) maar twee grosfanten zyn. De Spoitelmaander ontvangt de fportelen , en vordert de resten by parate exekutie in; zynde deze laatfte geheel onderfcheiden van den Ontvanger der Kanfellary-gerechtigheden. Waar op by 't nazien dezer Inftruktie diei.ï gelet te worden. L 4 R E (> K E" RING.  168 Tegenwoordige Staat R E GEE. KIK C . ao.'Zal ook dezelve Subftituit Griffier ge« houden zyn , de Procesfen, gefourneert, aan de een of andere kant, in zyn regifter aan te tekenen, en de Advocaten of partyen , zulks verzoekende, daar af vifie te doen in de beneden vertrekkamer, zonder elders. 21. En zal de last zyn van den voorfz. Subftituit, omme , in conformicé van voorgaande gewoonte, de aften en copyen mede, ter Ordonnantie van den Hove, te tekenen. Voorts •alle defïnitive en interlocutoire Sententien, zo civile als criminele , mitsgaders de tauxatien , te extenderen, en te regiftreren; en de gefourneerde Procesfen en andere aften, onder hem geftelt, getrouwelyk te bewaren : daar benevens te fchryven de Commisfien in cas van mainftenu, inhibiden, compulforien, brieven van cesfie, beneficiën van inventaris , requifitorien , en andere misfiven ; mitsgaders befoignes van regiftratien der tefiamenten, en andere laatfte willen en dispofitien. En dit alles op de gagie van drie honderd en vyftig Cargls. 's jaars, mitsgaders het falaris van authentiferen der copyen, gelyk tot nog toe geufeert is. 22. Zullen by den Subftituit hier en boven gefchreven worden de copyen uit de procesfen, en deftukken, daar in gedient, voor falaris, daar toe ftaande, en tot nog toe gebruikeiyk. Als mede alle poenale bevelen, arreften, en citatien by edift ; fampt der gevangenen confesfie. 23. De tweede Clercq zal insgelyks ter ordonnantie van den Hove tekenen, en tot zynen  van FRIESLAND. 160 nen laste hebben, de rollen te ftellen, en dezelve op de regtdagen te bewaren : voorts de goedwillige condemnatien, en de decreten te extenderen ; dezelve , als ook de Placaten, Ordonnantiën, en alle publyke acten, die hem bevolen zuilen worden, te regiftreren. Daar benevens de fimpele citatien onder het zegel te fchryven, en de omflagen van dien tegens den geprafigeerden regtdag te vervaardigen, en op de rolle over te leggen. En dit op de gagie van twee honderd en vyftig Cargl. 24. De derde Clercq zal hebben de bedieninge van den ontvang der Cancellary geregtigheden ;, en daar benevens zorgvuldig bewaren de geinterloqueerde procesfen ; als ook den bondel van fchrifturen en requeften. Voorts fchryven alle commisfien tot de enqueften, en , die by apoftille op de requeften zyn gegeven , te extenderen ; aantekenen de apoftelen , de geleverde fchrifturen tekenen , en voorts om te grosferen geven. 25. De andere drie Clercqen zullen , op de gagie van honderd vyf en-twintig guld. elk, 's jaarlyks dienen, om te grosferen , lchrifturen te fchryven, en extracten uit de rolle, copyen van defimtive fententien, interlocutorien, huiszittingen en andere tauxatien, als ook procuratien te boeken, en aan te tekenen plaidoyen, en dezelve acten , die hier voren den Subftituit, tweede en derde Clercquen niet ten laste gelegt zyn; en zal hen voor het gros van elke fchriftuur voortaan betaalt worden anderhal* ven ftuiver. 26. Generalyk wort den Subftituit Griffier L 5 en R E O E E« RI NO.  ï*-o Tegenwoordige Staat en den anderen Clercquen , by dezen wel expresfelyk geinterdiceerc, geene acten uic de Griffie te geven aan partyen, ten zy alvorens de geregtigheid daar van aan den gecommitteerden Clercq^ tot den ontvang, zal wezen betaalt. De Subftituit Prokureur Generaal is denPro: kureur Generaal toegevoegd, om hem in alles de behulpzaame hand te bieden, tot bewaaring van het. recht der Provincie. By afweezigheid of ziekte van den Prokureur Generaal, neemt hy alle de deelen van deszelfs Ampt waar ; doch houdt zich voor het overige inzonderheid bezig met het opfpeuren en vatten van allerlei kwaaddoenders en misdaadigers , hem of den Prokureur Generaal aangebragt. Evenwel mag hy niemand op eigen gezag apprehendeeren , gelyk de Prokureur Generaal vryheid heeft, zo hem daar toe genoegzaame bewyzen zyn voorgekomen; doch hy moet eerst de orders der Heeren Staaten , Gedeputeerden , Raaden in den Hove, of van den Prokureur Generaal afwachten. Volgens Staatsbefluit van den 15 November 1720, beloopt zyne jaarwedde 600 guldens. Verdere Bedienden van den Hove. Subftituit Prokureur Generaal. RlOES' 1UHU. Tot de verdere Bedienden van den Hove behooren de Rollarius , de Eerfte Deurwaarder , zes Deurwaarders , acht Booden , één Ontvanger der Sportulen , twee Grosfanten, en een Sportelmaander, die ieder hunne byzondere bezigheden hebben. De Deurwaarders en Booden worden voornaamelyk door het Hof gebruikt , tot het volvoeren van allerlei mandementen, 't afvaardigen van citatien en?»  van FRIESLAND. 171 enz. De post van Eerden Deurwaarder, verre de gewigtigfte zynde , verdient eenige nadere aanmerkinge: door de Staaten aangefield, doet hy den eed in banden van den prtefideerenden Raad. Door hem worden , op order van den Stadhouder , den prsefideexenden Raad, of van andere Raaden, Vergaderingen belegd. Op de Rechtdagen worden door hem partyen opgeroepen ter executie. Ook moet hy alle zodanige mandementen , bevelen, akten van kondemnatien , fententien , provifien van Juftitie enz. als hem, door de Hooge Regeering en door het Hof Provinciaal, worden ter hand gefield , uitvoeren , zo wel binnen Leeuwarden, als door de geheele Provincie, en relaazen pasfeeren van alles, wat hy heeft verricht. Op de Kanfellary moet hy de boeten invorderen van de Advokaaten , die niet ter behoorlyker tyd aldaar op de Kolle verfcheenen zyn. Wanneer eindelyk een Advokaat verzuimt, de minuten van het Proces ter behoorlyker tyd in te leveren, en in de Griffie te reproduceeren , dan heeft de andere party vryheid om Authorifatie op den eerften Deurwaarder te verzoeken; en deeze is als dan verpligt de minuten binnen acht dagen aan des verzoekers Advokaat te overhandigen , of relaas van 't gebeurde aan den Hove te doen, op dat voorts moge worden gehandeld naar behooren. Na het Hof Provinciaal volgt in rang de Provinciaale Rekenkamer, tot welke Vergadering uit ieder kwartier één wordt gekommitteerd, die dit Ampt doorgaans, gelyk de andere Regee. ring. Reken. kamer.  Heoee- 172 Tegenwoordige Staat dere Ambulatoire Ampten, drie jaaren bekleedt, en dan weder afgaat. De Heeren Rekenmeesters , hunne Vergadering houdende in een der beneden vertrekken van het Kollegie, enaltyd op denzelfden tyd met de Heeren Gedeputeerden moetende Vergaderen , zyn verpligt, naauwkeurig toe te zien op 's Lands geldmiddelen, de rekeningen der Ontvangers te onderzoeken, de deklaratien te likwideeren, en zorge te draagen, dat 'er geene Ordonnantiën verleend werden, die tegen de Refolutien der H. Staaten ftryden. In den jaare 1584 werd deeze Kamer opgerecht, en met een berichtfchrift voorzien, 't welk in laater tyd meermaalen is veranderd, en wel laatst in't jaar 1680; wordende de Inftruktie van dat jaar nog heden gevolgd. Volgens den voornoemden lastbrief, moeten de Heeren Rekenmeesters en hunne Be dienden zyn liefhebbers van den Hervormden Godsdienst en van 't Vaderland, en inzonderheid befchermers van deszelfs geldmiddelen. By 't aanvaarden hunner bedieninge moeten zy by eede belocven, alle partikuliere belangen der Landen en Steden, uit welke zy gekommitteerd zyn , daar te zullen laaten, en alleen 't algemeene welzyn voor oogen te houden , zonder inzigt op hun eigen belang of dat van hunne vrienden. Gelyk mede , dat zy geenerhande giften of gaven, volgens Keizerlyke rechten verbooden , zullen aanneemen , noch eenig deel hebben aan eenige Konvoojen, Imposten , of andere gemeene middelen , of  van FRIESLAND. 173 of ook aan eenige Leverantien by den Lande hefteed. Daar de Heeren Rekenmeesters altoos te gelyk met de Heeren Gedeputeerden Vergade. ren, zyn deezen, volgens de voornoemde Inftruktie , verpligt, by bet fcheiden hunner Vergaderinge, daarvan aan de Rekenkamer kennis te geeven , en den tyd der volgende Vergadering te bepaalen. Zo 'er, wegens het inleveren van eenige rekeningen door de Ontvangers, of wegens andere zaaken van aanbelang, eene buitengewoone Vergadering van H. Gedeputeerden wordt belegd , moet de Sekretaris van 't Kollegie zulks den Rekenmeesteren bekend maaken , op dat die dan insgelyks eene Vergadering kunnen beleggen , tot fpoedige afdoening van zaaken. Wanneer de Rekenkamer Vergaderen moet, zyn alle Leden verpligt daar te verfchynen , en zonder vertekeninge van de meerderheid mag geene Ordonnantie worden geflagen op eenige rekening of fpecifikatie van eenig aanbelang. De Sekretaris van de Rekenkamer moet van alles naauwkeurig boek houden, en niet alleen de Refolutien ten netften boeken , maar ook op den kant de nsamen der Heeren aantekenen , die tot de Refolutie of de Ordonnantie hunne ftemmen gegeeven hebben. In de Vergaderinge der Rekenkamer moeten ook worden gehoord en geflooten de rekeningen van de Provinciaale Ontvangers , Ammunitie-en Proviandmeester, en van allen, die verder eenig beftier hebben over 's Lands penningen ; waartoe voorheen ook de Muntmeesters be- Recëe- r i n g.  174 Tegenwoordige Staat Re o k e. hing. behoorden , wanneer 'er geld werd gemunt , 't geen thans niet gefchiedt; doch alles ten overftaan van Gekommitteerden uit het Kolr legie. Alle vierendeels jaaren moeten deeze Heeren vorderen eene lyst der Appoincteerden, met naam en toenaam uitgedrukt, en zo als die onder de Kompagnien geplaatst zyn, om zich in 't regiftreeren der Ordonnantiën daarnaar te konnen fchikken ; zynde de Kommies der Finantien gelast, telkens de gemelde lyst aan de Rekenkamer te doen toekomen. Alle Ordonnantiën, aan de Rekenkamer vertoond, moeten , om geregiftreerd te worden, met behoorlyke bewysflukken voorzien zyn , en , zo de Rekenmeesters daar omtrent eenige zwaarigheden maaken , moeten zy dezelve aan het Kollegie openbaaren, op dat hetzelve nadere orders moge geeven. Indien ondertusfchen het Kollegie, niettegenftaande de gemaakte zwaarigheden , by zyne Refolutie blyft, is wel de Rekenkamer verpligt de Ordonnantie te regiftreeren; doch moet tenens haare bezwaaren op een' volgenden Landsdag aan de Staaten overleveren, op dat by hen over het gewigte nader gehandeld moge worden. Wanneer eenige rekeningen aan de Rekenkamer worden ter hand gefield, die met 's Lands Refolutien flryden, moeten dezelve wederom worden uitgegeeven, met de redenen op den kant, waarom geene betaaling kan worden verleend. De Rentemeester der Domeinen moet alle jaaren zyne rekening aan de Rekenkamer inleveren, binnen drie Maanden na het einde des jaars, en deeze moet binnen zes  van FRIESLAND. 175 zes weeken daarna onderzocht en geflooten worden; 't welk de overige Lands Ontvangers insgelyks, doch alle half jaaren, moeten doen ; gefchiedende dan ook de afrekening tweemaal in het jaar. Voorts moeten de Rekenmeesters zorgvuldig letten , dat in zodanige rekeningen geene Ordonnantiën voor uitgave werden gebragt dan alleen de zulke, die na het inleveren der laatst voorgaande rekening zyn geregiftreerd. Maandelyks moeten de Rekenmeesters van 's Lands Ontvangers en van de Generaale Kollekteurs lysten vorderen van hunne Maand-Staaten , om daar uit den netten ftaat der Finantien te kunnen opmaaken. Ook moeten zy bezorgen, dat de resten fpoedig gëint werden, en geene resten in de rekeningen aanneemen , dan die volgens ,'s Lands wetten beftaanbaar zyn. Alle Ordonnantiën , op welke by een der Komptooren betaaling zal worden gedaan , moeten, zo dezelve boven de dertig guldens beloopen, door de meerderheid der Heeren Rekenmeesters en den Sekretaris, eigenhandig met het woord Regi/iraia, getekend worden ; doch zo de fom beneden de 30 guldens beloopt, kan de • tekening van één' Heer met die van den Sekretaris volftaan; zonder welke geen der Ontvangers betaaling mag doen, dan tot zyn eigen gevaar. Eindelyk moeten de Heeren Rekenmeesters alle geheimen van de Kamer, béheffens alle byzondere advyzen, voor zich zeiven houden, en zich naar hunne Inftruktie en de verdere orders der Heeren Staaten gedraagen. Zy doen hunnen Eed niet alleen in handen van R E G E E» U IN O.  i?6 Tegenwoordige Staat Regee- EIJiG. van den Voorzittenden Heer van 't Mindergetal , maar ondertekenen ook denzelven eigenhandig , met byvoeginge van jaar en dag, wanneer zy hunne inftruktie hebben bezwooren en ondertekend. In Bloeimaand 1681 beflooten de H. Staaten, dat de Rekenmeesters telkens aan 't Mindergetal zouden ter hand ftellen , een gelykluidend affchrift van de uitgebreide rekeningen, bevattende den Staat van 's Lands inkomen en uitgaaf, op dat de Staaten dus altyd den toeftand vfiii 's Lands kasfe zoude konnen weeten. De Voorzitter heeft in dit Kollegie geene byzondere voorrechten ; zo derhalven de ftemmen fteeken, moet het lot het gefchil beflisfen: voorts is de gekommitteerde uit Oostergo altoos Voorzitter. Voor deezen moest de Kamer,-wat de Landkwartieren aangaat, om de twee jaaren worden veranderd; doch na 't vastftellen der Tourbeurten gefchiedt dit om de drie jaaren. Voor het jaar 1783 zaten de Rekenmeesters uit de Steden lang of kort naar het welbehaagen van den Stadhouder; doch na dat, in't gemelde jaar, de Rooster der Ambulatoire Ampten was gemaakt, om in te gaan met 1785 , wordt nu ook in dit kwartier de voet der Landkwartieren gevolgd. De jaarwedde der Heeren Rekenmeesteren be • loopt maar 55a guldehs; doch hier by komen nog de vakatien en befoignes , wegens 't opneemen en fluiten van alle Lands rekeningen . die dit gewigtig doch teffens lastig Ampt merkel yk verbeteren. J De  van FRIESLAND. 177 De Sekretaris van de Rekenkamer is verpligt , de Vergaderingen te dienen van noodige advyzen en aantekeningen. Hy moet door den Klerk doen regiftreeren alle Ordon riantien, die door 't Kollegie aan de Rekenkamer worden ter hand gefield , en dezelve nevens 182 Tegenwoordige Staat 1150,000 guldens bedraagt, betaald de gewoone Soldyen van 't Krygsvolk , op deeze repartitie ftaande , benevens veele andere Traktamenten ; als ook de aankoop van Ammunitie en de kos? ten der Fortifikatien , de Logysgelden , de Turf en Kaarsfen voor de Militairen, de kosten der Militaire Junkie, de Legerlasten enz. de Schip- en Wagenvrachten voor de Militie en voor den Stadhouder , en alles Wat voorts ( tot het Krygsweezen betrekkelyk is- Het Komptoor der losfe Renten ontvangt de gelden, die, in gevallen van noodzaaklykheid, ten dïenfte van den Staat worden gene» gotieerd, tegen behoorlyke intresfen, en ter zyner tyd wederom behooren afgelost te worden. Voorts komen in dit Komptoor de penningen , voortvloeiende uit het Gemaal , Beestiaal, de last op de Turf en 't Brandhout; die op de Gedistilleerde Wateren , 't Waagrecht, het Pasfagie - Geld, het Reëel van Westergo, de Equivalenten, de KollatoraaleSuccesfie, de veertigfte Penning der verkochte goederen enz. Daarentegen worden op het Komptoor voldaan de Intresfen der genegotieerde penningen , by wyze van losfe renten of Toonders Deezes. Benevens veele andere uitgaven , die op dit Komptoor worden geweezen , naar maate van tyden en omftandigheden: moetende dikwyls, het geen by 't eene Komptoor ontbreekt, uit de meerdere ontvangst van het andere gevonden worden. Hep Komptoor der Lyfrenten ontvangt aUe penningen, die, door de Provincie, onder dien naam 3 genegqtieerd worden ; voorts de Reëele be- Komptoor der Lyf tenten. Komptoor der Losfe Renten.  n» FRIESLAND. 183 belasting op Oostergo , de Zevenwouden, en j de Steden , en de honderdfte en duizendfte 1 penning der zogenoemde Goedfchatting , in zo verre dezelve nier door zogenaamde Kortingzedels der Reèelen en Losfe renten wordt verrekend , gelyk meestal plaats heeft. Uit dee. ze inkomften worden de intresfen betaald der Obligatien op Lyfrenten genegotieerd ; de kosten tot het opmaaken der Reëele en Perfoneele Kohieren, en de prtemien , die gegeeven worden voor de doodbrieven, en 't over. leveren der Lyfrente brieven van zulken, die overleeden zyn. De Jaargelden der Provinciaale Ontvangers komen over een met het gewigt van hun Ampt; doch zy moeten daarentegen ook voldoende Borgtochten ftellen voor de zekerheid van 's Lands penningen. De Raad en Rentemeester Generaal trekt jaarlyks tweeduizend en tweehonderd guldens, benevens de expeditie gelden der Officieren. De Ontvanger der Floreenen heeft een inkomen van tweeduizend en vierhonderd guldens. Het jaarlyks traktament van den Ontvanger der losfe Renten beloopt tweeduizend driehonderd en vyftig guldens , buiten de kwitantiegelden. De Ontvanger der Lyfrenten ontvangt eindelyk , buiten de kwitantien, eene Jaarwedde van zeventienhonderd guldens. In deezen jaare 1787 zyn de volgende Heeren Ontvangers der Provinciaale Komptooren : M 4 Raad Rb cee« ring.  Reoee- ltlNOi 184 Tegenwoordige Staat Raad en Rentemeester Generaal. Mr. RINSE RIPPERDA. Ontvanger van de Floreen. PHILIP HENDRIK NERING BÖGEL. Ontvanger van de losfe Renten. Mr. JAKOB BOREEL van HAERSMA. Ontvanger der Lyfrenten. Jr. HANS WILLEM BARON van PLETTENBERG. Toen in den jaare 1766" het Ontvang der Domeinen met dat der Konfumtie vereenigd werd , liet de Staat teffens eene nieuwe Inftruktie voor den Ontvanger vervaardigen, mee welke die der overige Ontvangers na genoeg overeen komt, waarom wy dezelve hier zullen laaten volgen. 1. De Raad en Rentmeefier Generaal zal ontvangen en verantwoorden alle zodanige middelen als tegenwoordig op zyn' gecombineert Comptoir geaffefteert zyn, of na deezen geaffecleert zullen worden; en daarentegens hoeden alle lallen, tot dit Comptoir behoren» de. 2. Hy zal houden tweederleye zoorten van Boeken, te weten, zo vele grote Comptoirboe- ken, Inftruktie voor 's Lands Komptooren.  van FRIESLAND. 185 ken, als'er zoorten van middelen op zyn Comp-j toir zyn geaffefteèrt ,• en in ieder by Capita van Grietenyen en Steden, of Generale Collèftèilrs, zoals het middel medebrengt, moeten Ipecificeren , den opbreng , die hy daar van moet ontvangen, en daar onder telkens, met expresfie van den datum , annoteren de penningen, die hy daar op ontvangt. Als mede nog een groot Comptoirboek , waar in hy, by capita, zal aantekenen de posten zyner uitgave , naar het beloop van de zoorten der uitgaven, op zyn Comptoir geaf; fefteert. Èn daar te boven twee Journaalboeken , waar in hy fuccesfwelyk, met uitdrukkinga van den datum , aantekene , den Ontvang in het eene, en de Uitgave in het ander; moetende die posten in de grote Comptoirboeken ten eerden overbrengen, en ten langden in 't laatst van ieder weeke. Zonder dat hy geld zal mogen ontvangen of betalen , als op quitantien, waar in gefpecificeertis, op wat middel, en voor wat tyd de ontvang gefchied, en de betaling wort gedaan; en geen gebruik mogen maken van eenige recipisfen, die aan hem in rekeninge niet zullen worden gepasfeerd of geleden ; zelfs niet, of waren de penningen ter goeder rekeninge verftrekt, moetende eerst, volgens de ordre van den Lande, worden geliquideert. 3. Van de gemelde middelen zal by de Rekenkamer, by de drie weeken, na gedane afrekeninge, van ieder middel een Staat geM 5 maakt, R K G E KRIK Q.  Rbgee«me. i36 Tegenwoordige Staat maakt, en behoorlyk met de paraphure van een der Rekenmeefters, benevens den Secretaris vertekent, aan hem worden overgegeven, om zig in het invorderen van het onbetaalde, daar na te gedragen. 4. Hy zal, nopens de invorderinge der Middelen , zig hebben te reguleren naar de generale en particuliere artikelen van de Ordonnantie, op de gemene middelen geëmaneert; zonder op eenige Surcheance van Executie , by de Heeren Gedeputeerden verleent, te letten. 5. Hy zal , na verloop van de vastgeftelde verfchyndagen , tegen de gebrekigen procederen , en de rellen onder de State Deurwaarders uitdelen, met last om die ten fp ledigden te excuteren; en niettemin, van veertien da. gen tot veertien dagen , gehouden zyn , aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden en Rekenkamer , van zodanige rellen pertinente ftaat te leveren. 6. Dus zal hy de middelen, op zyn Comptoir geaffecleert, ftriktelyk hebben in te vorderen, op de termynen van betalinge, daar toe by 's Lands wetten en Ordonnantiën bepaalt, zonder van zulks in gebreke te blyven; en vervolgens die geene, welke op de geftelde termynen niet hebben voldaan, daar toe by executie conftringeren , binnen den tyd van drie maanden; of aan onze Gedeputeerden aantonen, dat, na aangewende devoiren, de agterftallige middelen van de Infolvente Debiteuren niet te bekomen zyn: by poene, dat hy anderzins gerekent zal worden die fchuld voor zyne  van FRIESLAND. 187 ne eigene rekeninge te hebben gehouden , en die aan den Lande te moeten verantwoorden. Hv 7nl rpn fooedinften . zonder verzuim, Regee. UI NO/. 7. riy zal ten ïpoeaigiten , zuuuux vuumm, de Ordonnantiën, op zyn Comptoir geflagen , in contanten gelde betalen, en de eerstkomenden terftond voldoen ; zonder den eenen Crediteur boven den anderen te begunftigen ; dog evenwel reguard nemende op de Oudlte fchulden , zo wanneer gebrek aan penningen mogte wezen. 8. Hy zal alle twee maanden aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden, en aan's Lands Rekenkamer ingeven, een pertinente en fpecifique Staat, onder den Eed , aan den Lande gedaan, door hem geformeert en eigenhandig vertekent, inhoudende , i°. Wat in het lopend halfjaar moet verantwoorden. a°. Wat 'er op ontvangen heeft. 30. Wat 'er op te rest is; en 40. wat reëlyk uitgegeven, of nog in Casfa voor handen is. En zullen de Heeren Gedeputeerden en Rekenmeefters des niet tegenftaande de vryheid hebben , om , zo dikwyls als nodig oordelen, van hem zodanige Staaten te vorderen, en zelfs te nemen infpeSHe van het Comptoir , met exhibitie van de originele Comptoirboeken en Journalen. 9. Hy zal geene uitgave, hoe genaamt, mogen doen, zelfs ook niet op Ordonnantiën van de Rekenkamer, maar alleen op Onze expresfe Refolutie , of Ordonnantiën , zo van het Mindergetal, wegens hunne Jura en verdere zaken , het Landfchapshuis betreffende , als van het Collegie der Heeren Gedeputeerden be-  i88 Tegenwoordige Staat Regee. ei a o. behoorlyk getekent, in de Rekenkamer geregiftreert, van één der Rekenmeefters geparapheerc, en door den Secretaris vertekent , en in margine hebbende annotatie van den datum en folium der Regiftratie, ofte van de Heeren Raden in den Hove Provinciaal , naar den voet, dus lange gevolgt, getekent en geregiftreert: uitgenomen die traftamenten, en zulke andere poften, die tot nog toe op enkele quitantien zyn voldaan geworden. 10. Hy zal meede gene Ordonnantiën betalen, waar aan niet zyn gehegt alle blyken, in den Tekst van dien gemelt, of daar toe dezelve zig refereren: op pcene dat de Ordonnantiën of aften, waar aan het geen voorfz. is , gebrcekt, niet in rekenihge zullen worden geleden. ïi. Hy zal insgelyks aan niemant eenige Ordonnantiën mogen betalen , voor dat de verfchyndag omgekomen , of de conditie en reftriélie, daar in begrepen, voldaan is ; veel min daar op eenig verfchot doen : uitgenomen zulke Ordonnantiën , • die , volgens oud gebruik, by het Collegie , weinig dagen voor May en Allerheiligen, worden geflagen, om op May en Allerheiligen te verfchynen , als kunnende daar op betalinge dier traftamenten terftont gefchieden 12. De Quitantien op de Ordonnantiën zullen van dien gepasfeert en vertekent worden , wien dezelve aangaan, ofte hunne gelastigden, met uitdrukkinge van den datum, wanneer de betalinge anders in rekeninge zal worden geleden. Des,  van FRIESLAND. i8p Des zullen daar toe geen last mogen ontvan » gen , des Rentemeefters Clercq , of andere" Suppooften van het Comptoir, nog hunne kinderen , Zwagers en Domefticquen. 13. Hy zal alle Ordonnantiën betalen met gereed geld, zonder tegens de gequiteerde Ordonnantiën eenige Contracten, Obligatien of reverfen te geven. 14. In geenerleye manieren zal hy, of zyn Clercquen, de Adminiftratie hebbende van 's Lands Casfa, of het bewint over een gedeelte van dien voerende, eenige's Lands penningen voor hun zeiven , tot aankoop van landen , negotiatie , aflosfinge van fchulden , of andere hun eigene particulier behoef en profyt mogen gebruiken, nog aan iemant op intresfen verfchieten , of anders leenen : maar die alle en alleen, tot dienst van den Lande, in Casfa houden en bewaren. En dit alles op poene van infamie en deportement van hun officie en bedieningen, en daarenboven, behalven de reftitutie, pügtig, om voor een geldboete aan het Comptoir der Domeinen tweemaal zo veel te betalen, als zy, in maniere als voren, uic 's Lands Casfa hebben genomen. Werdende by dezen gecasfeert en ingetrokken onze Refolutie van den 10 Maart 1731 , waar by tegens de overtreders geftelt is , eene boete van één Duizend Caroliguldens, boven en behalven de intresfen , te rekenen a vyf ten hondert. 15. Zal zig moeten reguleren naar de Placaten, reeds geëmaneert, en van tyd tot tyd te emaneren op het ftuk van de munte, en op de cours R E 0 E E" RING.  ipo Tegenwoordige Staat Regeeat kg. cours van het geld, zonder eenige penningen hoger of lager uit te geven, als by Placaten toegelaten is, of toegelaten zal worden; veel min de ontvangene of in Casfa zynde penningen te verkopen , verwisfelen, of eenigerhande voordeel te trekken uit het verfchil tusfchen de waarde van de Speciën. 16. Zal ook na de publicatie van eenige Placaten van de munte , in het uitgeven niet mogen genieten eenige vergoedinge van verlies op het geld; ten zy hy, nevens zyne Clercquen, op den gedanen Eed verklare , dat de zelve penningen voor rekeninge , en ten behoeve van den Lande , zyn ontvangen, voor dato van het Placaat; ten welken einde hy ert de adminiftrerende Clercquen ook gehouden zullen wezen, onze Lands Casfa van hunne eigene gefepareert te houden. 17. Hy zal van half jaar tot halfjaar rekening van zyne adminiftratie moeten doen; namelyk van den eerften May tot den laatften Odtober , en van den eerften November tot den laatften April, daar aan volgende: en zal in die rekeninge telkens brengen, alle gedane betalingen , tot dat half jaar, of tot vroegere tyden relatie hebbende, en geene die tot volgende tyden fpedteren. 18. Zal voor in zyne rekeningen moeten fchryven, en met zyne ondertekeninge bekragtigen, eene verklaringe, op den Eed aan den Lande, by het aanvaarden van zyn Rentmeesters ampt gedaan, dat hy heeft gemaakt getrouwen ontvang van al het geen, dat hy voor het  van FRIESLAND. 191 het Land in den Termyn dier rekeninge ont I vangen heeft, zonder iets agtergehouden teR hebben, en van gelyken, dat hy in den uit. gaaf niet heeft gebragt , parthyen, die niet dadelyk ten vollen en behoorlyk zyn betaalt. En dat de verificatien, zo veel hem aangaat, zyn getrouw, goed en waaragtig, zonder eenig bedrog of fraude. 19. Zullen by hem geene reften gebragt, of in uitgave geleden worden, ten zy genoegzaam geblyke van zyn devoir, in het executeren derzelver. Ende voor zo veel goedgedaan mogten worden, zal hy die nogtans in volgende rekeningen, by een apart Capittel pro memoria ftellen. 20. Hy zal , binnen drie maanden , na het eindigen van ieder half jaar, de Rekening, met een dubbeld van dien, in bekwaam fchrift, leesbaar gefchreven, met de ftukken en bewyzen, daar toe behorende, aan 's Lands Rekenkamer inleveren, met een Borderel, daar toe behorende. 21. De tekst van de Ordonnantiën zal in de Rekeninge behoorlyk geëxtendeert worden, met relatie tot de ftukken, daar in gemelt, en uitdrukkinge van den datum derzelver : zonder dat de posten, anders ingeftelt, hem goedgedaan zullen mogen worden. 22. Wanneer de Rekening wordt gelezen , geëxamineert en gefloten, zal hy zig daar van moeten abfenteren, en niet anders daar by komen, dan wanneer hy over zwarigheden ontboden wort, om reden te geven , of nadere onderregting te doen, 23. Na Regee* r inc  Regee. rik c. ip2 Tegenwoordige Staat 23. Na het fluiten van de Rekeninge zal het kort, daar by bevonden , terftont executabel wezen; immers ook met der daad getoont in Casfa te zyn. 24. De Rentemeefter zal zyn woonplaats geftadelyk ter plaatze, daar het Collegie Onzer Gedeputeerden refideert, moeten hebben, en het Comptoir binnen zyn eigen huis houden: of wel in een ander huis, zonder daar voor te mogen pretenderen eenig huishuur, of ander dedomagemertt. 25. Hy zal zig , gedurende ieder vergaderinge , zo der Heeren Staten, als van het Collegie der Gedeputeerden, in perfoon ter plaatze hunner byeenkomfte moeten ophouden , zonder zig als dan te mogen abfcnteren, dan met uitdruk kelyk confent. 26. Hy zal gehouden zyn zes dagen in de week, van negen tot elf uuren voor noen, en van twee tot vier uuren na noen , (exempt des Saturdags nademiddags ) zyn Comptoir te moeten houden, door hem zelfs, of door een" Clercq die gemagtigt is Quitantien in forma te pasferen, en den voorvallenden ontvang en uitgaaf te doen: ten einde een iegelyk die het aangaan mag, promptelyk werde geèxpediëerc en voortgeholpen. 27. Hy , nog zyn Clercq, of die relatie hebben tot de adminiftratie van het Comptoir » zullen niet vermogen eenige Obligatien of andere fchulden, aclien en prsetentien , ten laste van deze Provincie, ofte Ordonnantiën te kopen, aan te handelen , te beleenen , of daar "va te participeren, op verbeurte van dezelve. 28. Zul-  van F R I E S L A N D. 193 28. Zullen dezelve mede, directe nog indirecte, geen part en deel mogen hebben in koop van Ammunitie of andere waren, nog befiedingen van werken , die aan , ofte ten dienfte van den Landfchappe gelevert of ge», daan mogen worden. 29. Hy zal voor zyne Adminiftratie, die van zynen Clercq en verdere Bedienden , daar voor moeten verantwoorden, verbinden alle zyne goederen; en daar te boven borge ftellen tot Zestig duizend guldens, onder renunciatie van het beneficium discusfionis en alkandere beneficiën, met fubmisfie aan de reële en parate 's Lands executie, zo nopens zyne ei- fene, als des borges goederen. En zal de Lentmeefter de acte van borgtogte om de vyf1 jaren moeten doen Juftificeren, of wel vernieuwen , tot genoegen van Ons of onze Gedeputeerde Staaten. 30. Hy, nog zyne Clercqen zullen , op dat de ontvang en bertieringe van des Landfchaps penningen te beter werde waargenomen, geene andere Officien en bedieningen mogen bekleden en adminiftreren; veel min in particulieren Eede van eenig Quartier, Grietenye of Stad, zonder uitzonderinge van de Stad Leeuwarden , verbonden zyn , nog op eenige Landsdagen als Volmagt worden geadmitteert. 31. Hy zal blyven asfifieren by de beftedinge der konings werken, zo te Stavoren, als aan het Collonels diept. 32. Hy zal, nog zelfs, nog door zyne huisvrouw, familie, ofiemant van zynent wegen, 1 JY. deel. N riog Reces* ring.  «94 Tegenwoordige Staat Reoeekiwö. nog zyn Clercq of bedienden, tén refpe&e van den ontvang en uitgave , mogen ontvangen of genieten eenige gefchenken, groot of klein, onder wat naam of pretext het moge zyn; uitgezonden het Douceur, dat hy by de betalinge der Fortificatie penningen aan de fteden, van ouds daar voor heeft genoten , en voor het toekomende zal mogen blyven genieten; en de gewone bellechires, die de Leeden van den Hove Provinciaal, te eiken half jarige betalinge aan den Clercq die het brengt, voor zyne moeite verëeren; als mede het Douceur, dat, volgens een oud gebruik, genoten wort van de Generaals en Stafofficieren, wiens tractementen op deze Provincie betaalt worden , welke hy zal blyven genieten. 33. De Raad en Rentmeefter zal, wegens de' Admïniftratie vah'de beide in een gefmolten Comptoiren jaarlyks genieten, en aan hem in zyne rekeninge geleden worden, het tractement of penfioen tot twee duizend twee honderd guldens, zonder wyders voor 't te boek brengen der middelen, ftellen en dubbleren der rekeninge, of voor turf- en kaarsgeld , of ergens anders voor ten laste van den Lande te declareren. 34. Ook zal aan den Raad en Rentmeefter , voor het toekomende , in zyne gecombineerde rekeninge, voor uitgave geleden worden, eens in het jaar, voor legalia aan de Rekenkamer , drie honderd vyftien guldens, voor de Kamerboden agt-en-veertig guldens, zonder meer. 35. Zal wyders moeten obferveren en nakomen , alle reglementen , ordres en refolutien y -zo  van FRIESLAND. 195, zo by Ons , als onze Gedeputeerde Staten geflelt en genomen, of nog te ftellen of te nemen , op het ftuk van de Finantie, voor zo verre hunne adminiftratie en verantwoordinge concerneert; en voorts nakomen en refpecteren de beveelen, welke by Ons en onze Gedeputeerde Staten, dien conform, zullen gegeven worden. En zal de Rentmeefter nog zyne Clercquen of bedienden, den toeftand van de Casfa van het Comptoir aan niemant, dan die daar toe geregtigt zyn, mogen openbaren, 36. En zal de tegenwoordige Rentmeefter , mitsgaders zyne Succesfeuren in of/icio, alvovens in functie te treden, gehouden zyn , by Eede te beloven, dat zy hunne refpeeïive adminiftratien zullen doen, rigtelyk en ter goeder trouwe; zo wel nopens het invorderen van 's Lands penningen , als het uitgeven van dezelve , zonder iets agter te zullen houden , direct of indirect: en dat hy hem voorts in alles zal reguleren na zyne Commisfie en deze inftructie, op poene van anders bevonden zynde, metter daad gecaslèert te zyn. En zullen deszelfs Clercquen en verdere bedienden , alvorens in functie te treden, beloven en zweeren in handen van den Rentemeefter, (wordende daar toe by dezen geauthorifeert en gelast, om, na het afnemen dies daar van aan onze Gedeputeerde Staten kennisfe te geven ,) de poincten, in deze inftruc. tie vervat, zo veel hen aangaat, naarftelyk en getrouwelyk te zullen onderhouden : by poene dat zy, in cas van contraventie , met casfade en infamie zullen worden geftraft. N 2 37. Ein- 1UM6,  Reoee- ftlHO. 196 Tegenwoordige Staat 37. Eindelyk, op dat onze meninge, ton 's Lands dienst en beste, te meer werde voldaan, zal deze Inftructie t' elkens by het aanftellen van eenen nieuwen Rentemeefter der Domeinen, aan hem copiëJyk werden ter hand geftelt: met last aan den zei ven , om dien , benevens de Commisfie, in zyne eerst te doene rekeninge, vooraan te regiftreren. Blyvende nogtans alles tot onze revocatie, vermeerderinge of verminderinge , zo als wy namaak zullen goedvinden. Aldus gedaan en gerefotveert by de Staten van Friesland, op 't Landfcbaps-huis. Den 24 May 1706. 1 Na het Kollegie der Heeren Rekenmeesters volgen in rang de Kuratoren van 's Lands Hooge Schoole te Franeker. Tot deeze aanzienlyke waardigheid werd in 't eerst benoemd de Heer Keimpo van Donia, in het jaar 1586 , aan wien, eenigen tyd daarna, werd toegevoegd Hobbo van Waltinga , Grietman van Franekeradeel, die de zorge over de Hooge Schoole, in 1585 te Franeker opgerecht , beurtelings waarnamen. Doch wat laater begreep men, dat het gevoeglykst zou zyn een Kolle gie van Kuratoren op te rechten, en daar toe vier Heeren, uit ieder kwartier een', te benoemen ; zynde de eerfte Heeren , die Kollegialiter in die hoedanigheid hebben gezeten, geweest Keimpo van Donia, uit Oostergo ; jelger van Feitema uit Westergo; Elardus Rei- Kuratoren van *s Lands A kademie.  van FRIESLAND. 197 Reinalda uit de Zevenwouden, en Gellius Hillema uit de Steden. In den jaare 1660 werd, door de li. btaaten, eene breede Inftruktie voor de Kuratoren vervaardigd, by welke zy een groot gezag verkreegen over de Hooge Schoole niet alleen , maar ook over de Triviaale Schooien ; 11.- „„J-i.oi. thonc \TPP\P Artikelen in on- Re oes" e i m g. van welke echter thans veele Artikelen in onbruik zyu geraakt, waarom wy maar over eenige van de voornaamfte nog heden gewoone bezigheden van dit Kollegie zullen fpreeken. Gewoonlyk vergaderen deeze Heeren op den eerften September, en verder om de drie Maanden, op het Kollegie der H. Gedepureerden, om dan de verzoekfchriften der geenen, welke eenige openftaande penfioenen begeeren , te ontvangen, en , doorgaans , met kommunikatie en goedvinden van den Erfstadhouder af te doen. Wanneer een der Hoogleeraaren fterft, of anderszins zynen post verlaat, moet de Senaat daarvan kennis geeven aan de Kuratoren , welke daarop, doorgaans, van den Senaat verzoeken eene breede lyst van perfoonen , kundig in de openftaande Profesfie; waarna zy die lyst overzenden aan den Erf-Stadhouder, om, ten overftaan der Heeren Kuratoren, eene keuze te doen. Voorts letten zy, in de voornoemde Vergaderingen, op alles, wat tot rust der Akademie kan dienen, en beraamen de noodige orders op alles, wat eenige verbetering verdient. Hoogleeraars, die zich in hunnen pligt merkelyk te buiten gaan , vallen onder de cenfure van dit Kollegie, en worden door hetzelve in hunnen dienst gefchorst, N 3 «  ïpS Tegenwoordige Staat Regee- sin g. of daarvan afgezet. Doorgaans komen de Heeren Kuratoren, jaarlyks, tweemaal te Franeker, om infpektie te neemen van den toeftand en het onderhoud der Akademifche Gebouwen; en by die gelegenheid laaten zy, doorgaans, eenmaal in 't jaar, in hunne tegenwoordigheid, door de Profesforen, een Examen doen dier Studenten , welke Alumni zyn of kostpenfioenen trekken; wordende de onkundige en yverlooze jongelingen als dan befïraft, doch de kundige en naarftige gepreezen , en zulken, die ongemeen uitmunten, fomwylen met een boek befchonken. Het onderhoud der Akademifche Gebouwen werd, voor deezen , door den Landfchaps Bouwmeester, onder Direktïe der Heeren Kuratoren, bezorgd , en doorgaans by daghuur aanbefteed , onder 't opzigt van een' Opziener, daartoe door den Bouwmeester aangefteld. In laater tyd heefc men 't onderhoud dier Werken alle zes, en laatflelyk alle twee jaaren, aan den Minstaannee menden aanbefteed, gelyk nog heden, tot merkelyke bezuiniging van kosten, gefchiedt; hebbende de Landfchaps Bouwmeester hier mede thans niets te verrichten , dewyl de Opziener nu afzonderlyk door de Heeren Kuratoren wordt aangefteld. Volgens eene Refolutie van den 3 Aug. 3649, hebben de Kuratoren het recht van Decifie, in alle verfchiilen op de Akademie voorvallende, ter eerfter inftantie; doch zo dat de partyen, die zich bezwaard rekenen, zich, by wege van Appel, tot de H. Staaten mogen wenden ; zynde buiten dit geval de geheele Judi-  van FRIESLAND. 199 Tudicieele Rechtbank by den Akademifchen Senaat, over welke de Kuratoren mets te zeg- L.LU™ RSOEEV RING. %e iaariyks Traktement der H. Kuratoren beloopt thans vyf honderd guldens , waarvan SrWk veertig guldens aan Officicgeld moeten rordi lfgetrokken. Thans deklareeren de Heeren ook wegens vakatien en reiskosten, op den voet van 't Kollegie ,/wanneer Hun Edele mogende (want deezen ntel voeren zy ) in Officio naar Franeker reizen om de Landsgebouwen te vifiteeren en befteedmg van 't noodige te doen. Ook mogen zy aan den Lande eene verteering deklareeren van driehonderd guldens , wegens ieder tie van een' nieuwen Kurator of Proles. f°De Heeren Kuratoren doen, by hunne aanftelhnge, den eed in handen der H. Staaten m 't Mindergetal , en belooven daar by de Refolutien der H. Staaten, aangaande de Akademie, te zullen onderhouden , en zorge draagen, dat dezelve behoorlyk worden uitgevoerd. Thans beftaat dit Kollegie uit de volgende Heeren: Uit Oostergo. DANIËL de BLOCQ van HAERSMA. Uit Westergo. Jr. E. S. G. J. van BURMANIA RENGERS. ^ ^ Uk  £00 Tegenwoordige Staat Regee. r I'S G. Uit de Wouden. AUGUSTINUS LYKLAMA a NYEHOLT. Uit de Steden. Jr. WILLEM HENDRIK BARON van HAMBROICK. Het Kollegie der Heeren Kuratoren heeft ook eenen Sekretaris ; wordende die post thans bekleed door den Heer en Mr. z a c h e u s gerroltsma. De Sekretaris is, volgens zynén lastbrief, verpligt den Lande getrouw en van den Hervormden Godsdienst te zyn •, voorts zich met allen eerbied jegens de Hooge Regeering, en de H. Kuratoren in 't byzonder, te gedraagen. en hunne bevelen gereedelyk op te volgen. De vaste Vergaderingen der Kuratoren moet hy getrouw waarneemen , en in dezelve naauwkeurig boek houden van alle voorvallende zaaken. In de byzondere gefchiedenis en lotgevallen der Akademie moet hy, zo veel mogelyk, bedreeven zyn, om ten allen tyde de Heeren te kunnen dienen met advys, en hun opening te geeven, op wat wyze weleer, in gelykfoortige omitandigheden, gehandeld wierd. Alle brieven, door de H, Staaten, den Stadhouder, de Gedeputeerden , of door de Profesforen der Akademie, aan de Kuratoren gezonden, moet hy naauwkeurig bewaaren, om dezelve ten allen tyde wederom te kunnen produceeren. Zyne zorge gaat ook over de Alumnen en anderen, die OP  van FRIESLAND. 201 op de Akademie iets van den Lande , tot 1 voortzetting hunner Studiën, genieten; wegens1 deezen moet hy naauwkeurige aantekening houden, gelyk ook van de Akademifche Examina , in zo verre de omftandigheden vorderen. Eindelyk moet hyzich getrouwelyk naar zyne Inftruktie gedraagen; doch die kan door de H. Gedeputeerden geïnterpreteerd en gealtereerd worden , zodanig zy meenen , ten meesten nutte van het Land en de Akademie, te zullen kunnen dienen. De begeeving van dit Ampt ftaat aan 't Kollegie , en gefchiedt op eene Jaarwedde van tweehonderd en vyftig guldens. Het gebied over de Jagt en Visfchery berustte voor deezen, na de oprechdng der Republiek, in Friesland, by 'c Kollegie derH. Gedeputeerde Staaten; zynde het opzigt over de uitvoering van 's Lands Plakaaten, aangaande deeze zaak geëmaneerd, opgedraagen aan twee byzondere perfoonen, onder den titel van Houtphester en Pluimgraaf; doch deeze twee bedieningen werden, in den jaare 1619, in één perfoon , den Heere Sybrand van Burmania, vereenigd; zynde aan denzelven een Jaargeld toegelegd van 920 guldens. De Houtphester had de magt om de boeten, op 't overtreeden der Jagt - Reglementen gefteld, ter eerfter inftan • tie, in te vorderen tot zyn eigen voordeel; terwyl ieder, die zich door den Houtphester kwalyk behandeld rekende, recht had,- om aan 'c Kollegie te appelleeren. Doch zo de Houtphester verzuimde iemand fpoedig, over begaane inbreuken op dit Reglement, te aktioneeN 5 rcn; t Regee» 5 ring. Het Jagtgerecht.  soa Tegenwoordige Staat Regeeiu;;g. ren , dan had de Landfchaps Fiskaal, als ook 't Gerecht der Grieteny, waarin de overtreeding was gefchied, vryheid om deri Delinquant by praventie te aktioneeren ; wordende in dit geval, een derde der boete gegeeven aan 't Land, een derde aan den Officier die den eisch deed, en 't overige aan de Armen der plaatfe, daar 't geval was gebeurd. Zodanig was ongeveer het recht op de Jagt, tot aan de verheffing van den overleeden' ,Stadhouder, in 1747 en 1748. Doch op den 19 van Oogstmaand des laatstgenoemden jaars , werd Z. D. H. Willem IV aangefteld tot Opper-Houtphester der Provincie, met bepaalinge dat Hoogstdezelve voor zich en zyne Succesfeuren in't bezit van dat Ampt zou komen, zo ras de toenmaalige Houtphester overleeden, of tot eene andere waardigheid bevorderd ware. Waar by nog, op den 20 van Herfstmaand daaraan volgende , werd gevoegd „ dat w Zyne Hoogheid en deszelfs Opvolgers ge„ rechtigd zyn, aan te ftellen niet alleen een* „ Lt. Houtphester, maar ook vier Meester„ Knaapen, een' uit ieder der vier kwartieren „ van den Staat, om met byvoeging van „ 's Lands Fiskaal een Gerecht te formeeren , „ voor 't welk alle zaaken, gefchillen en „ aanklagten, raakende de Jagt en Visfchery, „ volkomen en zonder hooger beroep, finaal „ zullen worden gedecideerd: gelyk mede, „ om te maaken zodanige Orders en Regle*„ menten op 't ftuk der Jagt en Visfchery , „ als Hoogstdezelve vecftaan zullen te be„ hooren". Niet  van FRIESLAND. 203 Niet lang na deeze ruime Kommisfie werd D. Hoogheid het Tast-Gerecht in Recse. risc. train gebragt, en een Reglement gemaakt, waaraan men zich vervolgens in 't ftuk der Tagt zou houden. In vervolg van tyd werden hier, echter, verfcheiden uitleggingen en verbeteringen bygevoegd , en ten laatften een geheel nieuw Tagt-Reglement ingevoerd, door den teo-enwoordigen Erf Stadhouder Willem den V&, volgens 't welk nog heden alles, dat tot deeze zaaken eenige betrekking heeft, _ wordt beftierd ; waarom wy den zaakelyken inhoud van hetzelve hier nevens voegen. De Gerechtigden tot de Jagt zyn de Heeren Staaten, hunne Gedeputeerden in Officto, benevens derzelver Ministers , de Raaden 111 den Hove Provinciaal, de Raad en Rentmeester Generaal , Prokureur Generaal, de Griffier, Lt. Houtphester, Meester • Knaapen, de Sekretaris en Fiskaal van 't Jagt - Gerecht , de Sekretaris der Rekenkamer, de Provinciaale Ontvangers , de Edellieden , Grietslieden en Regeerende Burgemeesters; voorts alle Eigenërfde Stem - Gerechtigden, behoorlyk gekwalificeerd zynde, en de StafOfficieren tot Majoor incluis, in de Provincie Guarnizoen houdende. Niemand vermag te Jaagen , zonder zich in zyne kwaliteit aan te geeven aan 't Jagt Gerecht voor den eerften May van ieder jaar; moetende dezelve tot de lange Jagt ten minften hebben vyf honden , die onderhouden worden op zyne eigene Gerechtigheid of -eigene Boere-Plaatfen , gelyk een ieder, die 0 eene  ao4 Tegenwoordigs Staat Rege e- hing. eene Kommisfie tot de Jagt vraagt, met eene eigenhandig ondertekende verklaaring moet doen blyken. Alle Jaagers zyn verpligt, in 't Jaagen , driehonderd roeden verre af te blyven van aile Stem - Gerechtigde Heeren huizen. Ook mag niemand zonder bekomen verlof van den Erfstadhouder Jaagen op 't Oranje-Woud of op 't Bildt; zynde des Erf - Stadhouders bevoorrechte Jagt velden met fchcidpaalen aange weezen. Het flaat insgelyks niemand vry , met honden of met fèhietgeweer op de Sneeuw te Jaagen, op eene boete van 50 goudguldens, verbeurte van de Jagt - Gereedfchappen en Honden, benevens verbod van in twee jaaren eene Jagt te mogen aangeeven. Eh dewyl het Wild, op de Klei, by mangel van genoegzaame verfchuilinge , veel ligt onherftelbaar verdelgd zoude worden, zo 'er alle jaaren gejaagd wierd , heefc men , ter bewaaringe van het zelve , ieder derde jaar tot een Vryjaar bepaald : alwaaromme de Liefhebbers van Wildbraad als dan alleen uit de Wouden , of van elders buiten de Provincie , gefpyzigd moeten worden. Ook mogen de Gerechtigden tot de Jagt, maar driemaal ter weeke, van den 1 Oktober tot den laatften December, met de lange Jagt te velde gaan, en telkens meer niet dan vyf haazen vangen ; zynde het fchieten der haazen, op eene boete van honderd guldens, verbooden. Pa-  van FRIESLAND. 205 Patryze Jaagers mogen maar vier maaien ter Weeke in 't veld gaan, wanneer een Jaager —,nnn mpf /irVi map1 neemen. r ê <; e k. ring. niet meer perfoonen met zich mag neemen, dan een' of twee gebroodde Dienaaren, en een' of twee tot gezelfchap, die alle te famen op eenmaal niet meer dan zestien Patryzen mogen fchieten. Ook mag een Gerechtigde tot de Jagt, dagelyks , maar een perfoon met fuik en fchild in 't veld laaten gaan, onder deeze bepaalinge nogthans dat dezelve daarvan een gebroodde Dienaar, of althans een Kommisfie - Jaager moet zyn, die ter Sekretarye van het Jagtgerecht is aangegeeven. Buiten den bepaalden tyd mag niemand eenig gevogelte met netten of ander tuig ia 't veld vangen; noch ook van den 1 May toe den 5 Augustus, eenige Kievits - Eyeren op. raapen, op verbeurte van tien Kar. Gul« dens. Die tot de Jagt niet gekwalificeerd zyn mogen ook geene Eenden, Ganzen enz. fchieten, dan met geweeren uit een nuk van zes voeren lang en 30 ponden zwaar. Niemand, beneden de 18 jaaren oud, mag op Straaten , Bolwerken , Wegen , Hovingen enz. fchieten , by verbeurte van zes Kar. Guldens. Voor 't vangen van eene oude Moervos of Teef wordt gegeeven eene pramie van drie guldens , en voor een Rekel twee guldens tien Huivers: voorts voor een jonge Vosfe Teef twee guld. en voor een jonge Vosfe Rekel een Daalder. Die  R.E GEE£1 N G. aoö Tegenwoordige Staat Die een Zwaanen ey rooft verbeurt vyftig Gouden Friesfche Ryders , en wordt, zo hy daar in voortgaat, nog arbitralyk daarenboven geftraft. Zwaanen, ergens zittende te broeden , mogen door niemand verjaagd worden , zelfs niet door den Eigenaar des Lands, by verbeurte van zes Goudguldens. Al wie Zwaanen vangt, die hem niet toebehooren , fchiet of doodflaat, of vreemde Zwaanen uit eens anderen Jagtveld in 't zyne dryft, verbeurt voor ieder Zwaan vyftig Gouden Friesfche Ryders, en by voortzettinge van de misdaad wordt hy arbitralyk geftraft. Voor den eerften Oktober mogen ook zelfï de Gerechtigden tot de Jagt, geene jonge Zwaanen vangen, of zy vervallen in de boete van 25 Gouden Friesfche Ryders. Niemand mag visfchen met Hjouwen in vaarten of andere wateren , noch ook onder het ys met zeinen of fchakels; noch gaten in 't ys maaken , om daar de visch uit te haaien , op eene boete van 10 Kar. Guld. uitgezonderd echter de gaten in 't ys om Binnen - Bot te vangen , mits de gaten, door 't omzetten der fchotfen, tegen ongelukken worden beveiligd. Niemand vermag in een anders bevoorrechte of eigendommelyke wateren visfchen; alwaarom , ter voorkominge van alle verwarringe, een ieder, die vrye visfcheryen heeft , dezelve by 't Jagtgerecht, naauwkeurig befchreeven , moet doen regiftreeren. Aan  van FRIESLAND. 207 Aan de Zylvesters van Binnenzylen wordt E het visfchen met uitftroomend water toegelaa» 8 ten; doch met inftroomend water , op eene boete van 100 Gouden Friesfche Ryders, verbooden. Alle netten moeten worden gemaakt volgens de Schilden, ten dien einde door de Staaten goedgekeurd , en by de Gerechten te bekomen. Alwie Vyvers, Wateren of Graften vergiftigt , of andere gelykfoortige fchadelyke praktiken tot het visfchen oeffent , is , behalven eene boete van twintig Kar. Guldens, ffrafbar.r aan den lyve. In den verbooden tyd, loopende van den 1 Maart tot den laatften May, mag niemand met eenige werktuigen hoe genaamd visfchen, dan alleen met fuiken , en zulks nog onder dit uitdrukkelyk beding , dat de Visfchers alleen de Aal en Snoek, die zy op deeze wyze bekomen , mogen mede neemen , doch alle andere visfchen moeten laaten zwemmen , by verbeurte hunner fuiken en eene boete , voor de eerftemaal van vyftig, en voor de tweedemaal, van honderd Goudguldens , benevens arbitrale korrcktie. Geduurende den verbooden tyd mag nie. mand Binnenvisch, uitgezonderd Aal en Snoek, in korven, bennen enz. bewaaren , verkoopen of vereeren, by ftraffe van vyfentwintig gul. dens , benevens de konfiskatie der werktui- Indien men den Overtreeder van eenig Artikel van dit Jagt* Reglement niet op de daad kan vin- R.EGBIRI M G.  Regee- k i hg» 208 Tegenwoordige Staat vinden, ftaat het den Fiskaal vry een jaar daarna de Aktie aanteltellen. Wanneer onmondige Kinderen of Dienstbooden het Jagt - Reglement fchenden , zyn de Ouderen, Voogden, of Broodheeren voor de boete aanfpraakelyk. De Fiskaal van 't Jagtgerecht is gelast een ieder, die tegen het Reglement misdoet, 't zy Burger of Militair, zonder onderfcheid , alleen voor 't Jagtgerecht te dagvaarden ; moe* tende aldaar alles worden afgedaan, indien mogelyk, in ééne fesfie; doch zo'er iets krimineels in de misdaad mogt fteeken , moet de zaak aan den Prokureur Generaal worden overgelaaten» De gewoone dagen van Vergaderinge zyn de eerfte Maandagen in May en in September , tegen welke tyden de befchuldigden, door een' Staaten - Boode , worden gedagvaard, om op de groote Vertrekkamer van 't Kollegie te verfchynen enz. Het Jagt-Reglement, waar uit'de gemelde zaaken zyn getrokken , werd door Z. D. H. den Heere Prinfe Erf - Stadhouder gegeeven in 's Haage, op den 18 April 1771 ; doch in 1777 nog vermeerderd met eene taux der Sekretarye Gerechtigheden, als volgt: Voor 't Regiftreeren eener Akte van aangeeving tot de Jagt en 't fchryven der Kommisfie. ƒ 3 - : - : Voor 't vernieuwen der Kommisfie. . . ƒ i - 10 - : Voor  van FRIESLAND. 209 Jagtveld van- 300 roeden. ƒ:- 6- ; : - ia - i I - IO - : : - 12 - l I - IO - : 1 - 10 ■ : Voor de Regiflratie van eene Zwaanen Jagt of bewys daarvan. Voor 't extendeeren en boeken van eene abfolutoore of condemnacoore fententie. IV. DEEL. O Voor 't Registreeren van een Patrys'Jager met fuik en fchilcT, en 't aantekenen van zyn naam op de Commisfie. Voor 't verplaatfen eener Jagt na de gedaane Regiflratie. Voor 't aangeeven éener Jagt na May, moet dubbeld worden betaald. Voor de Regiflratie eener Commisfie tot de vrye Jagt op 't Bildt en Oranjewoud. . • Voor 't Regiftreeren Van een perfoon, die voor een' anderen een ftaande Hond aanbrengt. Voor 't Regiftreeren van een Koopbrief eener vrye Visfchery of geoctrojeerde kooy. Voor Regiflratie van HeerenHuizen gerechtigd met een vry 3 - : - : a - 7 .■ 5 Voor  Hbcee 31 MG. aio Tegenwoordige Staat Voor 't boeken eener qualiteit Voor 'r boeken van ieder Acte ten verzoeke der partyen. . Voor Comparitie - Geld met of Zonder verbaal of akkoord. Voor een Ordinaris Apoinctement. Voor een Finaal Apoinctement. Voor 't vervaardigen eener Citarie, buiten 't zegel. . Voor eene Authentifatie of Collatie ieder bladzyde. Voor ieder Extract des niet grooter dan twee bladzyden, buiten 't zegel. Voor 't tauxeeren eener Specificatie van falarien en expenfen, declaratie van kosten enz. niet hooger dan ƒ 50 - : : Van ieder 50 guldens over de 50. . • Voor 't boeken eener zodanige Acte van ïauxatie. , : - 4-i 1 - t - i : - 6 : : - 12 • i : - i5 - : : - 6 - : : - 16 - 5 : - 10 - i : - 10 - r : - 10 - : Voor in de Rolle. ƒ : • 6 - ;  can FRIESLAND. &n Voor eene Commisfie executoriaal op den Deurwaarder. ƒ 1 " : ' '* Voor 't boeken derzelve. Ér- 6 - : Vacatie voor den Secretaris op last van 't Jagtgerechte buiten de Stad in Officio reizende dagelyks. 6 - ï Wanneer eene zaak meer dan eene Inftantie beloopt, moet voor ieder Inftantie worden betaald. Het Jagtgerecht beflaat thans uit de volgende Leden : Opper > Houtphester. Z. D. HOOGHEID PRINS WILLEM V. Lt. Houtphester. Jr. CHARLES BIGOT. Mr. Knaapen. Uit Oostergo, IMILIUS JOSINÜS de SCHEPPER. Uit Westergo, Jr. WILCO BARON ahoe SCHWARTZENBERG EN HOHENLANDSBERG. Uit de Zevenwouden, Mr. EDO ALMA van IDEMA. O % Uit Reces, rijs 8.:  Regee- It INC. Nederge. rechten. 3.1* Tegenwoordige Staat- Uit de Steden, Jr. SCHELTO van HEEMSTRA. Secretaris, Mr. LAMBERTUS PIER» SON. Fiscaal, Mr. BERNARDUS MA; ÏUÜS SCHIK. Behalven de aangeweezen : Hooge Kollegien vindt men alomme, in de Grietenyen en Steden, Nedergerechten ingefteld om overal de goéde order te bewaaren, en de Ingezetenen te houden aan de wetten en bevelen der Hooge Overheid. Aan deeze „Nedergerechten is derhalven aanbevolen de Icennisneeming van alle , en de ftraffe van geringe misdaaden, zo door de fchuldigen op water en brood , als aan de kaak te zetten , voor eenige dagen in hunne Gevangen Huizen te konfineeren enz. gelyk ook de invordering van boeten, by 's Lands Ordonnantie bepaald. Zo echter de Gerechten verzuimen zodanige boeten in te vorderen, heeft de Prokureur Generaal het recht om zulks by preventie te doen. Van zwaarder misdaaden moeten zy, gelyk boven is aangeweezen, den Hove kennisfe geeven. Ook mogen zy, daar de wet zwygt, op eigen gezag, niemand in hooger boete flaan, dan voor de eerfte maal van zes, en voor de tweede maal van twaalf guldens. Insgelyks is het de pligt der Nedergerechten ,  van FRIESLAND. a*3 ren, alle de bevelen der Staaten en door hen I gemaakte Plakaaten' en Publikatien uit te voe-1 ren, en alomme, na openbaare afleezinge, aan te plakken: waartoe mede behoort het vernieuwen der jaarlykfche Specie - Boeken , de vernieuwing der Kohieren van de Reëele en Perfoneele Goedfchatting , en die der Stem en Floreen-Registers ; moetende de eerfte jaarlyks, doch de twee laatfte om de tien jaaren, van nieuws af worden opgemaakt; terwyl de Gerechten intusfchen fteeds verpligt zyn , zodanige ophelderingen wegens dezelve te geeven, als door het Kollegie worden gevraagd, en wel inzonderheid door 't Mindergetal , waaraan de voornoemde ftukken tot onderzoek en goedkeuring gezonden moeten worden. Insgelyks zorgt het Gerecht voor het opmaaken der jaarlykfche rekeningen , die 's Lands Impofitien of andere belastingen raaken, en van tyd tot tyd aan 't Kollegie bezorgd moeten worden. In het ftuk van Burgerlyke zaaken bezitten de Nedergerechten eene zeer uitgebreide magt, hoewel meerendeels ter eerfter Inftantie; ftaande het, in alle civile Procesfen , over welker uitfpraak men niet voldaan is , een ieder vry aan den Hove te appelleeren. Ten overftaan deezer Gerechten gefchieden ook doorgaans de takfatien van Huizen, Hoven , Plantagien enz. , zo 'er geene byzondere bevoorrechte perfoonen onder de deelgenooten zyn, noch de partyen zich, metwederzyds genoegen, aan de uitfpraak van den Hove hebben onderworpen. Zy moeten ook zorge draagen voor O 3 de RECES' RIHO,  Regee» 214. Tegenwoordige Staat de beftiering der Geestelyke goederen, en voor die van byzondere korpora, op dat derzelver inkomften tot het rechte einde befleed, en de goederen wel onderhouden en niet verdonkerd mogen worden^ Eveneens is "t gelegen met de goederen , die aan de Kamers van Steden of Grietenyen zelve toebehooren, en onder het onmiddelyk bellier liaan van perfoonen, door de Gerechten daartoe benoemd. Zy bezorgen ook de fcheidingen van oneffene boedels, zo ten opzigte der fchuld* eisfcheren, als van anderen die daar aan meenen deel te hebben, en neemen ook de rekeningen der Kuratoren op. By het overlyden van perfoonen, wier erfgenaamen afweezig of onbekend zyn, draagen zy zorge voor de boedels, en doen alles , wat van waarde is , bezegelen , en bewaaren. Zyn 'er onmondige of onnozele Kinderen of andere erfgenaamen, alsdan bevestigen zy de Kuratoren, die by Testament zyn aangefteld , of zo 'er inhabile of in 't geheel geene toe zyn benoemd, dan kiezen zy bekwaame Voogden; waarom ook, tot des te meerder werkzaamheid in deezen , de Gerechten , in fommige gevallen, wegens kwaad bellier der Kuratoren, door de meerderjaarig geworden Pupillen, kunnen worden aangefproken. En opdat de Verkooping van alle roerlyke goederen met de meeste veiligheid voor den Verkooper gefchieden moge worden 'er " ook Ontvangers der Boelgoeden, door de Gerechten, aangefteld ; ftaande het ondertusfchen een' ieder vry zyne goederen zelf te Verkoopen , op zulk eene wyze als hem goeddunkt,  nw FRIESLAND. »-5 dunkt. Alleen vermag hy het door geenen anderen dan den door het «Gerecht aangeftelden Regee* EIMG. De Ne.' derge* rechten zyn on« derfcheiden. Ontvanger te laaten doen. Ln deeze is al doorgaans de Sekretaris der Grieteny hoe we deeze twee posten, met onscheidbaar me eikanderen vereenigd' zyn. Doch wie ook den post van Ontvanger waarneeme , dezelve is gehouden voor de penningen der verkochte go deren in te ftaan, zonder eenige andere fo,ten ten laste van den Verkooper te brengen, dan alleen een' Stuiver van ieder Goudlulden * zo door den Verkooper als Kooper te betaalen, en daarenboven de Vakatien van den Kommisfaris, wegens het Gerecht by he Boelgoed zittende, wanneer zulks vereischt wordt, gelyk plaats heett by de Verkoopmge van losfe goederen , toebehoorende aan minderiasnee , of innocente erfgenaamen ; zynde de Ontvangers, tot gerustftellinge van den Verkooper, verpligt , by het aanvaarden van hunnen post, genoegzaame Borge tot genoegen van het Gerecht te ftellen, tot zodaamge fommen, als by Staatsbefluit van 173.5 , zyn bepaald, en welke, naar maate van het onderfcheid der Grietenyen, acht-vyf-of drieduizend guldens beloopen ; terwyl het aan de Steden gelaaten is, in het eisfchen van borge , de fomme naar evenredigheid en belang te be- De Nedergerechten zyn van tweederhanden aard, te weeten die der Grietenyen en die, • der Steden, welke niet weinig van eikanderen: in huishouding verfchiilen. De Grietenyen. worden geregeerd door een' Grietman, en O 4 twee,  eïó" Tegenwoordige Staat Regee* ki mg. twee, drie , of vier Mederechters, ook wel Byzitcers genaamd , nevens welke een Sekre¬ taris zitting heeft om alles, wat noodig is, op te ftellen en aan te tekenen. Over den oorfprong van het woord Grietman laaten wy ons hier niet uit, zynde daarover reeds voorheen het noodige aangetekend ( f ). Dit alleen zy thans genoeg , dat de naam van Grietman, afkomende van Greta of rechten , voormaals, waarfchynlyk, Gretcman of Greetman gefpeld zynde , naderhand in dien van Grietman is veranderd geworden. Doch welke verandering 'er door den tyd in de fpellinge des woords zy voorgevallen , de oorfprongklyke betekenisfe des woords is onveranderd dezelfde gebleeven, en wyst ons tot zulk eenen , aan wien de bezorging der rechts. pleeginge is toebetrouwd ; en dit komt met het Ampt van eenen Grietman volmaaktelyk overeen. In de oudfte tyden had men in Friesland twee verfchillende foorten van Rechtbanken , naamelyk die der /Esga's en Schelca's, van Welken ook reeds boven gefproken is Misfchien zyn, in derzelver plaats , naderhand wel de Grietmannen gekomen, en dat wel in het laatst der dertiende of het begin der veertiende eeuw ; vindende men althans geene oudere berichten, in welke van eenigen Rechter onder dien naam gewag wordt gemaakt. (f! I Deel der Befchryvinge van Friesl. bl. 130. (§) I Deel der J3efchr. van Friesl. bl. 25.7.  van FRIESLAND. 217 maakt. Na de eerde inftelling werd dit Ampt begeeven door de Ingezetenen der verfchiilende Diftriktcn, der.kelyk by meerderheid van fl-fmmpn . uitgezonderd wanneer de Friezen Regee: a 1 HO. Hemmen, uitgezonderd wanneer ae rne^cu door eene üitheerafche magt werden onderdrukt , gelyk na de overwinninge, door den Graave van Oosrervant op de Friezen behaald, in den jaare 1389; dewyl zy daardoor, voor eenigen tyd, hunne vryheid verlooren. Onder de Saxifche en Bourgondifche overheering, behoorde ook het recht van de aanltellinge der Grietmannen aan den Landsheer of zynen Stadhouder, eerst by wege van verkiezinge uit eene benocminge van zeker aantal gefchikte perfoonen; doch daarna, toen Keizer Kareis magt, door de vernielinge der Gelderfche tegenpany, volkomen bevestigd was, zonder eenige bepaalinge. Teffens werden de Grietmannen, die weleer hunne magt alleen voor den tyd van één of twee jaaren ontvingen, toen aangefteld tot wederopzeg* gens toe. Voort na de herftelling der vryheid, door het affchudden der Spaanfche Tyranny verkreegen , was het recht der verkiezinge van eenen Grietman eenigzins onzeker. Men leest immers, dat de Ingezetenen, in den jaare 1576, de Algemeene Staaten verzochten den Stadhouder te magtigen om hen met nieuwe Grietslieden te voorzien , en die geene, welke nog de Spaanfche zyde hielden , af te zetten , 't welk, na eenige tegenftribbelingen , ten gevolge had , dat, in den jaare 1578, alle de nog overig zynde Spaanschgezinde Grietslieden van hunne AmpO5 ten  Si8 Tegenwoordige Staat Regee- biuü» ten verbaten , en nïeuvve in hunne plaats gefield wierden , door den toenmaaligen Stadhouder , by wege van verkiezinge uit eene overgeleverde benoerninge van Stemgerechtigde Ingezetenen. In laater tyd ontving het Kollegie der II. H. Gedeputeerde Staaten ook een' grooten invloed in 't aanflelien der Grietslieden : want zy werden, ten jaare 1611, gemagtigd om met den Stadhouder de verkiezing te doen uit eene benoerninge der Eigen - erfden; doch in het jaar 1748 is dit voorrecht al mede weggegeeven aan den Erf-Stadhouder. Zynde aan Willem den IV, m 't Diploma, die magt opgedraagen met deeze woorden: ,, Om „ by vacature der Grietenyen , de verkiezing „ te doen van een' Grietman uit eene nomi„ natie van drie wettig gefielde en eligibele „ perfoonen, welke tot vervulling van het „ vacerend Ampt door de Ingezetenen zal „ worden gemaakt ; en om , in gevalle van „ kuiperye en dispuit over de validiteit van „ Hemmen , te nomineeren zeven gecommit„ teerden uit de drie Goën of Landsquarde„ ren , des dat in de vierde graad aan de „ pretendenten der Grieteny niet zullen ge„ parenteert zyn , dewelke in dit geval ken- nisfe neemen en het dispuit ofte de dispuiten „ decideeren zullen". De Ingezetenen, aan wien het recht der nominatie toekomt, zyn de Bezitters van Stemgerechtigde plaatfen en huizen , ten jaare 1640 geadmitteerd en in de Stem • Kohieren der volgende tyden teikens erkend, Gewoon- lyk  van F R I E S L A N D, 219 Jyk vervoegt zich, eenige dagen of wceken m 't openvallen eener Grieteny, een der Re GEEi ring, voornaamfle Stemgerechtigde perioonen ot familien, by verzoekfchrilt, aan 't Kollegie der H. H. Gedeputeerde Staaten , met verzoek , dat H. Ed. Mog. een' dag gelieven te bepaalen , om daarop eene nominatie tot een* nieuwen Grietman te maaken : zulks toegeftaan zynde , wordt de bepaalde dag door alle de Dorpen der vaceerende Grieteny bekend gemaakt; en een ieder Stemgerechtigde , die, by deeze gelegenheid, zyne ftem of ftemmen wil doen gelden, is dan verpligt dezelve op den bepaalden tyd, in perfoon, of by wege van prokuratie , door wettige Stem cedullen te geeven. Na gedaane ftemminge , worden de Stem - Befoignes op de Weer- of Rechtkamer gebracht, en aldaar door twee Gekommitteerden uit het Kollegie ge ëxamineerd : is 'er als dan geen verfchil, zo wordt de benoeming onmiddelyk naar den Stadhouder ter verkiezinge gezonden ; doch zo 'er twee óf meer verfchillende benoemingen worden ingeleverd, wordt Z. D. H. verzocht zeven Rechters te benoemen, om eerst de gereezene verfchiilen af te doen. Hoedanig eene kwalifikatie by ouds noodig "zy geweest , om naar het Grietmans Ampt te dingen , valt bezwaarlyk te bepaalen : alleen weet men, dat', ten tyde der Saxifche Regeeringe, de gunst des Landheers daar toe genoeg was; doch zulks mishaagde den Ingezetenen , om gewigtige redenen , niet weinig , waarom zy ook, door hunne toeftemminge in de  dao * Tegenwoordige Staat R E G E fijt Uü. de Graaflyke Beden der Bourgondifche Regeering, wisten te bewerken, dat een Grietman , ten minften in Friesland, zo veele vaste goede7 ren of onlosbaare renten moest bezitten , dat dezelve jaarlyks veertig of vyftig Goudguldens konden opbrengen; welke fom, echter, in laater tyd tot achttien of twintig Goudguldens werd verminderd. Heden ten dage volgt men ïn deezen het X Artikel van *t Reglement Reformatoir van 1748 , 't welk dus luidt. „ In het verkiezen of ftemmen tot de No„ minatie van een' Grietman, zal men ftipte„ lyk volgen de Reglementen daar op ge„ maakt, en in 't toekomende niet op de „ nominatie mogen brengen , als zodanige , „ die den ouderdom van twintig jaaren vol„ komen geadimpleerd hebben, en ook geene „ als gequalificeerde perfoonen ; en indien „ over derzelver qualificatie eenig dispuit of „ hEefitatie mogte komen te ontftaan, zo zul. „ len de Heeren Stadhouderen in der tyd „ benoemen eenige Heeren ofte Leden uit de „ Landen, omme over de validiteit dier qua„ lificatie de plano te jugeeren , aan welker? „ uitfpraak elk en een iegelyk gehouden zal „ zyn zich te fubmitteeren; zullende de elec„ tie uit zodanige wettige overgebragte no,, minatie competeeren aan de Heeren Stad„ houderen in der tyd, ingevolge de Refolutie „ en fpeciaale overgifte van de Heeren Staa„ ten van Friesland , in dato den o Augusti „ 1748". De hier bedoelde kwalifikatie beftaat daar ïn, dat de benoemde perfoonen moeten zyn lieden,  van FRIESLAND. 22-1 lieden, ftaande ter goeder naam en faam, F belyders of liefhebbers van den Hervormden11 Godsdienst, Ingezetenen of Genaturalizeerden volgens de wetten van den Lande, en Eigenaars van de meerderheid der ftemmen, of door de voornoemde meerderheid genomineerd. Aangaande de jaaren , die vereischt worden om het Grietmans Ampt te bekleeden , werden, voormaals, dikwyls, uitgezonderd de Kinderen of Kindskinderen van overleeden Grietslieden ; dit gebruik, waar voor wel eenige redenen pleiten, werd, in 1748, afgefchaft, doch ïn 1768, door den tegenwoordigen Stadhouder , wederom herfteld met deeze explikatie en ampliatie : „ Dat de minderjaarige Zoonen „ en descendenten van Grietslieden, of fchoon „ op 't overlyden van hunne Vaders of „ Grootvaders , of wel daarna , by verdere „ vacatures van dezelve Grietmans plaatfen , „ nog niet bereikt hebbende den ouderdom „ Van twintig jaaren, echter tot het Ampt „ van Grietman , by hunne Vaders of Groot„ vaders voorheen bekleed, nominabel en „ eligibel zullen zyn; des dat dezelve alvoo„ rens, door den Heer Stadhouder in der tyd, „ admislibel zullen moeten weezen verklaard ; „ en voorts met dien verftande, dat dezelve „ minderjaarige alzo geëligeerde Grietslieden. „ niet eerder, dan op den geadimpleerden ou„ derdom van twintig jaaren , in functie zul„ len mogen treeden, en tot den eed toege„ laaten zullen mogen worden; zullende in„ middels en geduurende derzelver minder- » jaa- R.EGEEHING.  Regee. ai mg. 25 e Tegenwoordige Staat „ jaarigheid het Ampt door een ander be„ kwaam en g.equalificeerd perfoon, als Sub„ ftituit Grietman, daar toe by den Heer „ Stadhouder uit de nabeftaande Bloedverwan„ ten en Vrienden, of uit de naastbygelegene „ Grietenyen te verkiezen , proviüoneeilyk „ bekleed en waargenomen moeten worden. „ Blyvende voor het overige de verdere „ inhoud van meergemelde artikel, mits dee» „ zen onveranderd en volkomen in zyn ge„ heel". Een nieuw verkooren Grietman is, by zyne aanftellinge, verpligt den eed te doen aan den Lande. Weleer was dezelve zeer verfchillende naar den verfchiilen den aard der omftan» digheden ; doch heden ten dage ontvangt dezelve zyne Kommisfie van 's Lands Staaten , ter relatie van de Gedeputeerden , en wordt daarop, na den eed gedaan te hebben, in zyn Ampt bevestigd; zynde deeze Kommisfie van den volgenden inhoud. ,, De Staaten van Friesland allen den gee* ,, nen, die deezen zullen zien of hooren lee,, zen, Salut: Doen te weeten , dat wy vol„ gens electie van zyne Hoogheid den Heers „ Prince Erf-Stadhouder, Erf Gouverneur, „ Erf Capitein en Admiraal Generaal der „ Vereenigde Nederlanden &c. &c. &c. uit ,, de drie gequalifieeerde , by de Ingezetenen „ van de Grieteny genomi- neerde ende uitgezette eligibele perfoonen , „ hebben geordonneerd en gecommitteerd, „ ordonneeren en committeeren by deezen den „ Edelen, Erentvesten, Wyzen en zeer voor- „ zienigen  van FRIESL A.N D. 223 4, zienïgen Heere N. N. rot den ftaat ende „ Officie van het Grietmans Ampt van de ,, Grietenye voorfz. door ove*Tvdcn * fefignatie van den Heere N* N* vacanc 3, geworden zynde. Alwaaromme wy den gemelden Heere N. N. by deezen geeven 5, volkomene magt, authoriteit en zonderling „ bevel, om hetzelve Grietmans Ampt voor5, taan te exerceeren ende te bedienen, \onzen ?, rechte te bewaaren, ende onze Refolutien, Plakaten , Ordonnantiën , mitsgaders confent der contributien te executeeren. als „ mede de Ingezetenen der voornoemde Grie- tenye, ende alle andere, die aldaar te doen „ mogen hebben, in haar goed recht voor te 9, ftaan ende te befchermen, den boozen ende „ kwaaddoenders, zonder eenige fimulatie ofte „ conniventie te doen ftraffen , ende een „ ïegelyk goed , kort ende onvertogen recht „ ende Juftitie te adminiftreeren, ende dat op conditiën ende refervantien hier na volgen „de: te weeten dat hy Grietman alleen tot zyn profyte genieten zal mogen de Confents, gelden van Koopen en Verwandelingen van „ vaste goederen, bedraagende onder de „ vierhonderd Goudguldens, die in zyn tyd „ zullen geraaken te vervallen , zonder dat „ hy hem zal onderwinden en aanmaatigen „ mogen de Confenten vierhonderd Goudgul-, dens eens ende daar boven bedraagende , als met confent ende goedvinden der Inge5, zetenen derzelve Grietenye ; ende zal hy ., Grietman met vermogen eenige Confent „ te Reoïs-  r E G F. E' RING. 2Z4 Tegenwoordigs Staat „ te fplyten, by arbitraire correctie ; ook zal » hy geen Confent mogen ontvangen van koopen van huizen op Zathen ftaande, als „ weezende na ouder gewoonte onder de me,, lioratien der landen onder de Zathen be-., hoorende beklemd; en zullen de Confenten ., van vierhonderd Goudguldens, en daar „ over betaald worden in handen van den ,, Ontvanger van voorzeide Grieteny, om be-., keerd te worden tot mede vervallinoe der ,, Grietenye Extra - Ordinaris lasten, volgens s, Refoluue op dat fubject voormaals geno« „ men , van welken ontvang de Ontvanger j, gehouden zal zyn quitantie te pasfeeren n ende der Grietenye rekening te doen. En jj zal hy Grietman van alle breuken en boeten, ,> in de voorfz. Grietenye vallende, genieten s, ende dezelven refpectivelyk converteeren-, na luid der Ordonnantie van deezen Lande , ende onze Refolutien en de geëmaneerde j, en noch te emaneeren placaaten. Ook zal s, hy Grietman niet vermogen in zaaken -, zyner Officie te befoigneeren, dan in by5, wezen van zynen Secretaris. Maar voorts j, in alles doen wat een goed en getrouw j, Grietman fchuldig is ende behoort te doen , tot weiken einde hy den behoorlyken eed „ in handen van onze Gedeputeerden gehou« „ den wordt te presteren. Ontbieden ende „ bevelen daaromme allen ende een iegelyk , „ dat zy den welgedagten Heere N. N. voor„ fchreeven Grietmans Ampt, op alzulke eere „ emolumenten ende profyten , als daar toe „ ftaan,  van FRIESLAND. 225 „ (laan , rustelyk ende vredelyk laaten exer„ ceeren, cesfeerende alle beletfelen ter Con„ trarie". Gegeeven binnen Leeuwarden. By de Staaten van Friesland. Ter Relatie van derzelver Gedeputeerden. Ter OrdonnaUï tie van hun Ed. Mogende. Op heden den ... . heeft N. N. den Eed van getrouwheid in handen der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerde Staaten van Friesland gepresteerd als- Grietman van in plaatfe van den Heer N. N. Actum ut fupra. My prefent S. S. Weleer moest een Grietman ook eene borgtocht ftellen eer hy wierd bevestigd, dewyl het ontvang der openbaare penningen toen een gevolg was van het Grietmans Ampt; doch dit heeft thans geen plaats, dewyl deeze Ampten, fchoonze fomwylen beide door één perfoon bediend worden , in hun' aart geheel geene gemeenfchap met elkandercn hebben. Voor deezen hadden de Grietslieden groot IV. deel. P gezag Regee.- ai no.  Rec ee- ?aaP o-fnnamd genieten. hoe genaamd genieten. De Procesfen, die door de Gerechten der Grietenyen worden afgedaan , zyn doorgaans . nnrA Aar zv meer Rechtsgeleerde Penfiona* risfen. van dien aara , uai ^ »»^' r- kennisfe vorderen , dan men met reden in de meeste beoordeders zou kunnen onder * ftellen. Op dat nogthans de Sententien, zo veel mogeiyk, met den eisch der wetten mogen overeenkomen , hebben alle de Grietenyen een of meer Penfionarisfen , welke Meesters in de Rechten en Advokaaten voor  n%6 Tegenwoordige Staat Re cee- Hl NO. • voor den Hove zyn. Zo ras derhalven een Proces voor de Grietenye Rechtbank volfchreeven is, wordt hetzelve aan den Penfionaris gezonden, wiens advys dan, doorgaans, door het Gerecht, in het opmaaken der Sententie, wordt gevolgd : ja indien de betwiste zaaken van veel gewigt en zeer ingewikkeld zyn, worden meermaalen ook de advyzen van andere voornaame Rechtsgeleerden ingenomen. Dan dit niettegenftaande komen, doorgaans, de Procesfen van veel belang, na dat zy, ter eerfter inftantie, door den Nederrechter zyn uitgefproken , by Appel voor het Hof van Friesland. Het geene hier omtrent in de Grietenyen plaats beeft , gefchiedt volkomen op dezelfde wyze by de Rechtbanken der Steden. Het Ampt van Sekretaris of Geheïmfchry. ver eener Grieteny , hoewel minder in rang dan het Byzitters Ampt, is veel voordeeliger, ja kan, met het Boelgoeds Ontvang gepaard , in eenige Grietehyen, jaarlyks , drie duizend guldens en meer opbrengen; waarom hetzelve ook dikwerf door lieden van aanzien worde, .waargenomen. De verkiezing van een' nieuwen Sekretaris wordt gedaan door den Grietman , eveneens als van de Byzitters is gezegd, en wel voor zyn geheele leeven , of tot zo lang hy zynen post nederlegt ; hoewel met dit onderfcheid, dat de Sekretaris , na het ontvangen zyner Kommisfie uit handen van den Grietman, dezelve voor het Kollegie der Heeren Gedeputeerden moet beëedigen. Zodanig Sekremrisfen.  M» FRIESLAND; 137 danig eene Kommisfie luidt doorgaans als volgt: Reoee; rino> N. N. Grietman over ...» Allen den geenen die deezen zullen zien of hooren " leezen, Salut: Alzo door 't overlyden van N N. in tyden Sekretaris van voorfchree" ven Deele , dezelve Sekretarie is komen te " vaceeren, diesvolgens hoog noodig, dat " dezelve vacante plaatfe wederom met een " ander bekwaam perfoon worde voorzien. Is 't dat ik Grietman door Misfive tegen den n . . alle de Gequalificeerde ende " Stemdraagende, Edelen ende Eigenerfden deezes opgemelden Deels door de refpective " Dorprechters van de Gezamentlyke Dorpen , " eerst door Huiskondiging ende daarna door Klokklippinge hebbe doen uitfchryven en " aankondigen , omme des morgens ten tien ,, uuren voor noen in de Refpective kerken te compareeren, ende aldaar als dan te pro" cedeeren tot uitzetting of nominatie ende „ ftemminge van drie gequalificeerde perloonen tot de vacante Sekretarie boven gedagt, in plaats van wylen den Sekretaris " voornoemd, om by my Grietman daar uit één tot Sekretaris verkooren te worden. " Na zulks gefchied zynde hebben de geza„ mentlyke Volmagten van de refpective Dor, pen mv de befoignes van ftemming op den . . . . in de Rechtkamer overge" bragt,'endenaexaminatie derzelver daar uit „ bevonden, dat by de gezamentlyke Inge„ zetenen daar toe waren uitgezet, genomi" „ neerd  Regeeiimu. 238 Tegenwoordige Staat „ neefd ende geflemd N. N. N. N. ende „ N. N. uit welke genomineerde, uitgezette „ ende geflemde drie perfoonen ik ondergefz. „ Grietman, door recht ende kracht van myn j, Ampt , tot Sekretaris van deeze Grietenye „ hebbe geë'igeerd ende verkooren, gelyk ik „ eligeere ende verkieze mits deezen N. N. „ om dezelve .Sekretarie, zo nevens de Recht„ zaaken, als te gelyk met de Boelgoederen „ van nu af aan waar te neemen en te bedie« „ nen. En dat alles op de Eere , Profyten „ en Emolumenten, als daar toe zyn fraande, „ van ouds hebhen gedaan, en by de voor9, gaande Sekretarien zyn genoten. Ordon,, neerende aan alle Ingezetenen hem voor „ Sekretaris te erkennen, eeren en refpectee„ ren. zo des behoort; ende voorts aan alle „ Rechteren ende Gerechtsdienaaren , hem in „ zyne functie en bediening als Sekretaris, alle „ hulpe ende adfistentie te doen, zonder van „ des te wezen eenigzins in gebreeke. Oir* ,, konde myn Grietmans hand en zegel. Ge„ geeven in de Rechtkamer binnen . . . deezen" .... N. N. Op huiden den heeft IN; N. hier op den Led van zuivering en anderzins als Sekretaris van in plaats van gedaan. Me prafenre N. N. Voor  van FRIESLAND. 239 Voor Recht gepronuntïeerd den In kennisfe myn hand als geëedigde Klerk van N. N. Aan den Sekretaris is aanbevolen, de bewaaring en het fchryven der papieren en boe. ken, die betrekking hebben tot de Rechtspleegingen en het bellier der publieke zaaken : gelyk zyn de Registers der Obligatien , Koopbrieven, Proklamatien enz., als ook van Landswege de zorg over de Stem - en Floreen - Registers, en der Boeken, in welke jaarlyks de Speciën, by eene openbaare omfchryving worden aangetekend. Verder moet de Sekretaris, of zyn gezwooren Klerk, by alle Gerechtelyke Vergaderingen en komparitien tegenwoordig zyn, en aldaar naauwkeurig boek houden van alle voorvallende zaaken. Voorts fchryft hy alle Citatien , Arresten, Bevelen , Inhibirien , Denuntiatien, en alle verdere Gerechtelyke papieren. De origineele Boeken en Stukken moeten onder hem berustende blyven; doch hy mag van alles authentieke Copyen geeven , alomme daar zulks wordt vereischt. Weinige Sekretarisfen hebben vaste traktementen van eenig belang; doch zy genieten, volgens eene Refolutie van den 13 May 1712, voor het opmaaken der Kohieren van den Reëelen honderdften penning, zeventig guldens , Regee; ki ING,  Re oe e- 14 i ij q. 240 Tegenwoordige Staat dens , en , volgens eene laatere Refolutie , voor de tienjaarige vernieuwing der Stem. en. Floreen - Registers , op dien tyd ook 70 guldens. Wegens de jaarlykfche omfchry ing der Speciën geniet het geheele Gerecht, voor verteeringen van ieder Dorp , drie guldens , en de Sekretaris daarenboven, voor het houden der befoignes, en 't vervaardigen der dubbelden , van ieder Dorp, vier guldens. In de Steden heeft iets diergelyks plaats, wordende develve , naar evenredigheid haarer grootte , op een zeker aantal Dorpen gerekend. Men betaalt naamelyk 't Gerecht en den Sekretaris van Leeuwarden voor 48, Bolswerd voor 10, Franeker voor 12 , Sneek voor j 3, Dokkum voor 10 , Harlingen voor 23 , Stavoren voor 5, Slooten voor 2 , Workum voor 11, Ylst voor 4 en Hindeloopen voor 7 Dorpen. De overige voordeden hangen meerendeels af van de menigvuldigheid der Gerechtelyke bezigheden, die dagelyks voorvallen, en volgens den taks der Kanïellarye Gerechtigheden, naar Lands Ordonnantie, worden betaald. Dan hier komt by, dat een Sekretaris, die zyne zaaken verftaat en yverig is, gelegenheid heeft, zich genoegzaam de geheele extrajudicieele praktyk eener Grieteny toe te eigenen , waar mede veel valt te winnen. Ook zyn de Sekretarisfen in de meeste Grietenyen Ontvangers der Boelgoeden, welke bediening over het algemeen zeer voordee» lig is, en in eenige plaatfen jaarlyks duizend Daal-  van FRIESLAND. 241 Daalders en meer kan opbrengen.' Deeze' voordeden worden gemaakt uit de Stuiver-1 gelden : want de Ontvanger geniet van ieder Goudgulden van den geheelen opbreng der Verkoopinge , van den Verkooper een' Stuiver; doch daar tegen moet hy vQordebetaahnge borge ftaan, zonder eenige andere onkosten in rekening te brengen, dan de Vakatien van den Kommisfaris uit het Gerechte, ^die by zulke Boelgoeden tegenwoordig is, waar's Lands wetten 't zelve vorderen. De Kooper is insgelyks verpligt gelyke Stuivergelden te geeven , ten zy hy verkiezen mogt zyn bod onmiddelyk by de verkoopinge te betaalen, wanneer de Ontvanger verder niets van hem te vorderen heeft. Wanneer een Boelgoeds Ontvanger niet in ftaat is, de door hem gebeurde penningen op zynen tyd te betaalen, dan is het Gerechte daar voor aanfpraakelyk ; doch , tot voorkoming daarvan is men , volgens eene Refolutie van 't jaar 1725 , gewoon de voornoemde Ontvangers te verpligten eene bepaalde borg» tocht te ftellen , die , volgens gemelde Refolutie , naar 't onderfcheiden vermogen en de grootte der Grietenyen, gefchikt en verdeeld is in de volgende drie Klasfen, IV. deel. Q Leeu- Regeh £wee Bouwraeesters. j veertig Vroedfchappen. Van deezen gaat hier het eene jaar een Burgemeester af met een' Schepen en een Bouwmeester; doch in het andere een Burgemeester met twee Schepenen. "1 zes Burgemeesters. , _ J twee Raadslieden. Bolswerd heeft j> tweeëndertig Vroed- J fchappen. Van welken het eene jaar een Burgemeester met een Raadsman afgaat j doch in het andere jaar twee Burgemeesters. „ , . f 1 zes Burgemeesters. Franeker heeft j. derdg Vroedfchappen. Van welken jaarlyks twee Burgemeesters af» gaan.  van FRIESLAND. M? "\ vier Burgemeesters. I vier Schepenen. Sneek heeft > twee Bouwmeesters. I zes en dertig Vroedlcnap- j Pcn- Van dcczen gaat het eene jaar een Burgemeester met een Schepen af; doch, in het volgende jaar teffens een Bouwmeester. 1 1 acht Burgemeesters. Dokkum heeft > twee en dertig Vroed- | fchappen. J Van welken jaarlyks, als te Franeker, twee jjurgemeesici» «go"'" 1 acht Burgemeesters. 1 acht Gezwooren GeHarlingen heeft \ meentslieden of Raads. 1 lieden. I veertig Vroedfchapj pen. Hier gaan jaarlyks twee Burgemeesters en twee Gemeentslieden af. ' _ \ vier Burgemeesters. Stavoren heeft > Vroedfchappen. J Hier gaat jaarlyks een Burgemeester af. Q 4 Slo- Reohe.  Re oei!' & I Zf g> Workum heeft [ vie.r Burgemeesters. j twintig Vroedfchappen. Hier gaat jaarlyks een Burgemeester af. Ylst heeft 1 v'yf Burgemeesters. j zeventien Vroedfchappen. Hier gaat jaarlyks een Burgemeester af. Hindeloopen heeft l v^ B»rge^sters. j zeven Vroedfchappen. Hier van gaat jaarlyks een Burgemeester en ook een Vroedfchap af. Schoon de Vroedfchappen, in de Friesfche Steden, eerst alomme in het jaar 1637zyn in gebruik geraakt, zyn dezelve echter in eenige Steden van veel ouder dagtekening. Te Bolswerd is immers het oude Stadsboek gemaakt in het jaar 1455, met toeftemminge der Zesendertigen : doch het is niet te denken, dat derzelver gezag .toen zeer aanzienlyk was, dewyl de voor- *48 Tegenwoordige Staat *ï vier Burgemeesters. Sloten heeft «. vier Raadslieden. j zestien Vroedfchappen.' Hier gaat jaarlyks een Burgemeester en een Raadsman af.  van FRIESLAND. 249 voomaame magt, in de vrocgfle tyden, voor'de Saxifche Regeering, in de Steden, grootendcels, in handen was van voornaame Adelyke' 'Fami* lien, wier hoofden, onder den naam van Ouderman, Dwang of Albeftier, in de Steden byna Despotiek regeerden. Gevvoonlyk worden de nieuwe Vroedfchappen uit de Burgery gekoozen, door vyf of drie Elekteurs, daartoe, bylotinge, uit de Vroedfchappen met vergulden boonen gekoozen; doch té Dokkum kiezen de Burgers zelve hunne Vroedslieden, te weeten ieder Espel de zyne. Over 't algemeen moeten de Vroedfchappen zyn gekwalificeerde perfoonen; zynde "er in de meeste Steden eene zekere fomme bepaald, welker waarde zy, binnen de Stad of hiiare Jurisdiktie, aan onroerbaare goederen moeten bezitten. In fommige Steden is het genoeg, dat zy Liefhebbers zyn van den Hervormden Godsdienst; doch in andere moeten zy daadelyk Lidmaaten Xyn. In eenige Steden zyn alle Burgers verkiesbaar; doch in andere moeten zy 'er één of meer jaaren gewoond hebben. Allemoeten zy zyn lieden van een onbefproken gedrag, en, by hunne aanftellinge , den Lande en der Stad getrouwheid zweeren,' met belofte van de tegenwoordige konftitutie en 's Lands fundamenteele wetten te zullen helpen handhaaven. De Vroedfchappen vergaderen, doorgaans, op •aanzegging der Magistraaten; doch in de meeste Steden is ook een tyd bepaald , na verloop van welken, by voorbeeld van twee maanden, de Vroedfchappen het recht hebben om zelve te Q 5 ver- RilOEE.' K 1 W O.  25° Tegenwoordigs Staat vergaderen, indien de Magiftraat de Vergadering mogt weigeren of uitftellen. De zorge der Vroedfchappen gaat voornaamelyk over alle zaaken, die de goede order en huishouding der Stad in 't algemeen raaken , waar toe ook de tourbeurten der Ambulatoire Ampten, het verminderen of vermeerderen van algemeene of byzondere lasten, het negotieeren van gelden ten laste der Stad, het nazien van Stadsreekeningen enz. behooren. Ook komt hun van ouds toe het kiezen van een Lid tot de Staats-Vergadering, uitgezonderd echter de Stad Harlingen tot aan den 3 Februray 1783. In deeze Stad was naamelyk, federt meer dan honderd jaaren, geen Lid uit de Vroedfchap, maar uit den Raad of Gezwooren Gemeente, ten Landsdage gezonden ; doch tegen deeze gewoonte, van wegen de Vroedfchap dier Stad, ten dien dage, tegen de Magiftraat en de Gemeentslieden, voor het Kollegie der Ed, Mog. Heeren Gedeputeerden, zynde gepleit, werd beflooten, dat niet alleen de Vroedfchap van Harlingen één uit haar midden ten Landsdage moest ftemmen; maar ook dat te Harlingen, en verder in alle Steden, in welke de Raadsbeftelling geene andere wyze van doen gebood, de volle Vroedfchap ten geftelden tyde, jaarlyks, moest vergaderen, niet alleen om een of twee uit haar midden, maar ook om een of twee uit de Magiftraat ten Landsdage te kommitteeren , gelyk op den volgenden dag, door de uitfpraak over een gefchil, aangaande die zaak te Sneek ontftaan, nader werd bevestigd. Ook zyn het deVroedfchappen, die, jaarlyks, door Elekteurs, uit hun midden gekoozen, de Regee, » ihg,  van FRIESLAND. 551 3e nominatien maaken, welke toe verkiezingB van aankomende Leden, voorde afgaande per-R foonen in de Magiftraaten, aan den Stadhouder worden overgezonden. De beftiering van alle voorkomende byzondere zaaken, de oeffening der Justide , het opzigt over de Stads Gebouwen, en wat dies meer is, maaken den post uit, welke in verfcheiden Steden alleen door de Burgemeesters ; doch in andere teffens door de Schepenen, Raadslieden, Gezwoorenen en Bouwmeesters wordt waargenomen: in die plaatfen, waar men Bouwmeesters heeft, is hun inzonderheid de zorge aanbevolen over de Stads Vesten, Graften, Poorten en Bruggen, gelyk ook het onderhoud der Straaten, en 'het Byleggen van alle daar over ontftaande gefchillen. Alle deeze Magistraatsperfoonen worden (Leeuwarden uitgezonderd, alwaar ook Leden uit de breede Gemeente worden toegelaaten ) genomen uit de Vroedfchappen der Steden, en keeren in dezelve te rug, na dat hunne bedieningen zyn afgeloopen. Volgens het Reglement Reformatoir van het jaar 1748, mag niemand teffens in de Regeeringe der Steden en die der Landen worden gebruikt ; te weeten, geen Vroedfchap , Magiftraatsperfoon, of Suppoost eener Stads - Regeeringe , mag zyn Grietman , Byzitter, Sekretaris of Fiskaal ten platten Lande ; mogende ook niemand, zodanig een' post in eene Stad bekleedende, wegens eene Grieteny ten Landsdage worden gekommitteerd: gelyk het tegendeel hiervan ook plaats heeft in alle die geene, Regee. ring.  RSCIE' K IN 0. $5* Tegenwoordige Staat ne, welke op eenigerhande wyze tot de Regeering ten platten Lande behooren , of daar aan zyn gefubordineerd. De voordeden der Vroedfchapsplaatfen zyn, over 't algemeen, zeer gering in deeze Provincie , en komen meerendeels voort uit de Koliekren van 's Lands Impofitien en de Admini(tratien derStedelyke Komptooren, die, doorgaans, aan de Vroedfchappen door de Magiftraaten worden gekonfereerd; doch waar door de Vroedfchappen, in verfcheiden Steden, van hunne Magiftraaten zeer afhangklyk zyn. De Magiftraatsperfoonen trekken daarentegen hunne voordeden uit de Konfentgelden, de boeten op overtreedingen gefield, de kanfeltarye taxen van allerlei Gerechtelyke Akten en Kommisfien enz., zo dat hun bedryf en inkomen veel overeenkomst heeft met die der Gerechten ten platten Lande; met dit onderfcheid, dat tusfchen hen geene*"1*ondergefchiktheid plaats heeft, gelyk tusfchen een' Grietman en zyne Byzitters; maar dat zy alle van eenen rang zyn, en beurtelings de Voorzitting of het Prefidentfchap waarneemen , te weeten in zo verre zulks den Bnrgemeesteren betreft; want Schepenen of Bouwmeesters, fchoon in de Magiftraats Vergaderinge zitting en ftem hebbende, bekleeden nooit het Prefidentfchap. De Magiftraatsperfoonen begeeven ook de meeste Stads bedieningen , als die van Sekretarisfen , Boelgoeds Ontvangers , Stads Rentemeester, Rektoren en der verdere Onderwyzers in de laagere Schooien, Kosters en verdere Kerkelyke "Suppoosten, Booden, Stads Majoors j  van FRIESLAND. 253 Majoors , Exekuteurs , Tromflagers , Stads Vroedvrouwen, Turfdraagers, Bierwerkers enz. De meeste deezer Ampten zyn Tourbeurtcn ; doch die, welke van veel belang zyn, gelyk het Sekretariaat, Rektoraat enz. worden by de volle Magiftraat begeeven. En daaromtrent ontbreekt het niet aan goede wetten en keuren, die nooit behoorden overtreeden te worden; als by voorbeeld , dat veele deezer Dienaaren een' eed van zuivering moeten doen, waarby zy verklaaren, geenerhande giften , noch beloften van geld, of van eenig ander voordeel, middelyk of onmiddelyk te hebben gedaan, noch door zich zei ven , noch door iemand anders, met belofte, dat zo iemand anders het geld voor hun mogt hebben betaald, zy zulks ter eerfter ontdekkinge, ter plaatfe daar 't behoort, zullen openbaaren; en verder dat zy genegen zyn, om het Ampt, hun op« gedraagen, in eigen perfoon te zullen waarneemen, en niet door eenen anderen te laaten bedienen; waaromtrent in fommige Steden merkelyke misbruiken zyn ingefloopen, in zo verre zelfs, dat eenige Amptenaars, niet alleen hunne bedieningen voor een gering Stuivertje laaten waarneemen, en het meeste inkomen voor zich zeiven behouden; maar zelfs ook niet eens ter plaatfe woonen, daar zy met eenige Stads bedieninge bekleed zyn. Het Burgerrecht is ook iets , dat aan de Steden byzonder eigen is , en den geenen , die het door geboorte verkreegen, of anders» zins gewonnen hebben, verfcheiden voordeelen geeft, die ten platten Lande geen plaats hebr Burger, ■echt. Et E G E E«  $54 Tegenwoordige Staat hebben, vermids een ieder daar gerechtigd is tot het waarneemen van allerhande kleine posten en allerlei neering. De Burgerwacht in de Steden is ook iets, waar van men tot nog toe ten platten Lande geene gelykfoortige inftelling heeft: dezelve beftaat in de Friesfche, even als in de andere Steden der Republiek , uit Kollonels , Hoplieden, Luitenants, Vaandrigs, Sergeanten en Adelborften of Schutters, en heeft ook een gelykfoortige aanftelling door de Magiftraaten, en gelyke posten in 't bewaaren der Wallen en Poorten, het fluiten en ontfluiten derzelve enz. Hieromtrent was ook al lint langen tyd zulk een merkelyk verval ingcfloopen, dat de Burger- Schutteryen, op verfcheiden plaatfen, haar voorig aanzien byna ten eenemaal verlooren hadden; doch na dat de Wapenhandel begonnen was te herleeven, zyn ook de Schut* teryen in de meeste Steden op beter voet gebragt: en tot eere van die van Harlingen in 't byzonder, kan met waarheid gezegd worden , dat dezelve eenen onvermoeiden yver, en een zeer verftandig beleid , ter beveiliginge van haare Stad heeft betoond, toen dezelve in Oogst-en Herfstmaand van 1787, door de minderheid van eenige Staatsleden , hunne Vergadering houdende te Franeker, die zich de Staaten van Friesland noemden, en veele Friesfche Genootfchappen van Wapenhandel op hunne zyde hadden weeten te krygen, met eenen vyandlyken aanval gedreigd wiesd. De Stads Gilden, volgens welke eenige wei- Cilden. 11 E O E ERING» Burgerwacht.  van FRIESLAND. 25$ weinige perfoonen, in één lichaam verbonden, alleen gerechtigd zyn tot het oeffenen van verfcheiden handteeringen, hangen ook ten grooten deele af van de Magiftraaten en Vroedfchap. pen. Zy ontvangen uit derzelver lichaamen hunne Policien, om met dezelve te raadplee. gen over hunne algemeene belangen , en onder derzelver Voorzittinge de overtreedingen, tegen hunne voorrechten gemaakt, na te gaan en te keuren. Ook kunnen door de Magiftraaten in de Steden nieuwe Gilden worden opgericht, mids het gefchiede met goedkeuringe en Oktrooi der Heeren Gedeputeerden, na welk verkreegen recht, zo wel het Hof Provinciaal als de Magiftraaten verpligt zyn de voornoemde Gilden te handhaaven, en de overtreeders te ftraffen. Tot uitvoering hunner bevelen, 'r over-1 brengen van Misfiven aan de Hooge KolIe-: gien, het doen van Citatien enz. hebben de Magiftraaten één of meer Stads Booden, die dus dat geene waarneemen, 't welk in de Grietenyen, gedeeltelyk, door de Dorprechters, en voorts door de Exekuteurs, wordt verricht. Niet lang na het oprechten der Republiek vonden de Friesfche Steden dienftig, Leeuwarden uitgezonderd , het benoemen hunner Magiftraatsperfoonen uit een dubbeid getal op te draagen aan 't Hof Provinciaal te gelyk met den Stadhouder, volgens deeze Refolutie getekend te Leeuwarden op den 15 July 1588. „ De Volmagten der Steden prafent Staats., wyze binnen Leeuwarden Vergaderd zyn- „ de, Reger. RIN O. Stads Booden,  25 ó Tegenwoordige Staat „ de s verklaaren wel expresfelyk met den „ tegenwoordige Acte , hoe dat fy (uitge„ nomen Leeuwarden , dewelke hier onder „ niet begrepen is) eendrachtelyk te vreden „ fyn, dat over gedane nominatie en over* „ fchryvinge, die Magiftraat na older gebruik „- ende Coftumen , in de refpective Steden „ geordonneerd ende gefteld worden by fyn „ Genade ende het Hof van Frieslandt, dog „ alles onverkort een yder Stad fyn Octroy ende „ Privilegiën by de Generaale Staaten, ofte „ anderfinb fpeciaalyk verkreegen ofte noch te „ verkrygen, alles by provifie ende tot nader „ revocatie. Des 't oirconde hebben wy „ Volmachten 't zelve refpectivelyk met onfc „ gewoone hand ondertekent" enz. Een weinig laater ontvingen ■ Leeuwarden en Franeker een byzonder Cktrooi van de Staaten Generaal, om zelve hunne Raadsbeftelling te doen; terwyl de voornoemde aanftelling in de overige Steden, tot aan 't jaar 1635 , by den Stadhouder en Raaden in den Hove bleef berusten; doch in dat jaar verzochten die van Dokkum by Requcst aan de H. Staaten der Provincie , in 't vervolg hunne eigene Raadsbeftelling te mogen hebben; 't welk van dit gevolg was, dat niet alleen aan Dokkum, maar ook aan alle de andere Steden, eene vol* komen vryheid tot zodanig eene Raadsbeftelling wierd gegeeven, volgens deeze Refolutie : „ De Staaten van Oostergo, Westergo, Wolden en de Steden ondergef. op 't verfoek der Ingeletene van Doccum aan den fel ven veraccordeert tt | CEE' HING»  van FRIESLAND. -157 deert hebben de vryheit om te mogen felfs hem Magiftraten beftellen, ende by dier gelegenheit overleggende die dierbaarheit ende waardigheit van de vryheit der conicientie ende Pohcie, daar voor de Landen de wapenen hebben aangenomen ende nog voeren tegen die Coning van Spangien, die defelve door fyn dienaren in defel. ve Landen by veie wegen heeftgefogt te krenken, ende te verdrukken, verftaan overfulx baar die forge bevoien te wefen ('t fware juck van fervituit van een monarchye afgeleit ende door Gods genaden vryheit van confcientie en Policie bekomen fynde) defer Provincie Ingefetenen niet alleen daar in te maintineren, dan ook alle overblyflèlen van fervituit, tegens een betamelyke vryheit ftrydende, weg te nemen ende vernietigen, fodanigfy Staten verftaan te fyn die Raadsbeftellinge by veranderinge van regieringe door de Steden gelaten aan 't Hof van defe Provincie, die de felve niet toe en quam, dan vervallen was in handen van de Staten, reprefenterende die Hoogheit ende vryheit van defe Provincie, die defelve tot defen met oogluikinge hebben getolerëert; dan bemerkende naast lange jaren dat defelve Raadsbeftellinge by 't Hof (de onfchuldige nogtans uitgenomen ) wort misbruikt tot mbreuke van de privilegiën ende vryheit van regieringe, fulxdat die Volmagten van de Steden op te Landsdagen Comparerende, niet dan als op behaag ende goedt vinden van 'tHof adviferen ende refolveren, foo vinden fy Staten haar gehouden ..ampts wegen daar tegens te verfien ende 't abuis van de kaadsbefteilinge tot defen by oogluikinge ge. tolereert te corrigeren en verbeteren ; ordonnerende over fulx het Hof om van de Raadsbe- IV. DET.Lt R fiel. R l 0 E R» BINCf.  «258 Tegenwoordige Staat RIB o. ftellinge haar voortaan te onthouden, dienvolgens' Octroyeeren, Confenteren ende ftaan toe by defen die Gemeinten van de Steden om' jaarlyks felfs electie te mogen doen van haare Magiftraaten na 't exempel van enige Steden in defe en andere naburige Provinciën , breder uyt te drukken in de letteren van de Privilegiën ende Octroy, dewelke fy Staten door hunne Gedeputeerden aan yder Stad in 't particulier fullen fenden ende doen leveren ; dog onder referve ende met dien befcheyde, even verre over de voorfz. Raadsbeftellinge ofte forraa van dien na defen enige misverftanden ryfen mogten, defelve by de Staten voorfz. gedecideert ende gebetert fullen worden, ende ingevalle by de voorn. Raaden Provinciaal iets foude mogen geattenteert worden in defe voorfz. verkiefinge ofte Raadsbeftellinge contrarie onfe Refolutie; foo'authoriferen haar Ed. Mog. hunne Gedeputeerden omme die Gemeenten der voorfz. Steden defer Provincie in hunne vrye ende geoctrojeerde electie de handt te bieden, fulx fy verftaan fullen te wefen tot meeften dienst van 't Landt te behoren , fonder daar af te blyven in gebreke. Aldus gedaan ende gerefolveert by de Staten van Frieslandt op 't Landfchappe Huys binnen Leeuwarden, defen 25 July 1635. Ondérftond. Oostergo,. voor Leeuwarderadeel. Ferwerderadeel R. v. Bur- mania, F. Aysma. Voor Westdongerdeel . . . Voor Oostdongerdeel Oentfe Harmens. VoorCollumerlandFecco vanJeltinga, doorlast van de E. M. Heer Rinia. P. Brongersma. Voor Dantumadeel H. Saecma. Taecke Lieuwes. Voor Sinallingerland J. v. Roorda. Gosfe Jouckes. Voor  van FRIESLAND. 259 Voor Rauwerderhem . . ... Voor Achtcarfpelen Focco Riches, H. v. Allerts. Voor Idaarderadeel, R. Roorda. Westergo, Voor Franeckerdeei P. Harincxma toe Sloten. A. Andla. Voor Barradeel. A. Oringer Voor Baarderadeel VoorHen- naarderadeel H. v. Groveftein als last hebbende van de Here Jongema. Voor Wonferadeel Voor Wymbritfèradeel S. v. Burmania. Voor Hemelumer Oldphert . . . Voor 't Bildt S. Cornelisz. De Sevenwolden, Voor Utingeradeel . . Voor Angewierde A. H. v. Wyckel. Voor Dónjawerftal . . . . . Voor Haskerlandt .... Voor Schoterlandt Voor Op- fterlandt Saco Fockens. S. Teyens. VoorGaas- terland Voor Lemfterlandt Ciprianus Oosterzee. Voor Stellingwerf Oost* eynde ...... Voor Stellingwerf«' "Westeynde R. v. Lyklama. De Steden. Voor Leeuwarden als fchriftelyck last hebbende van de Magiltraet ende Gefworen Gemeinte, voorbehoudêns ons vryheit defen aangaande, ende defen geen prejudicie fal geeven, J. O. Camp. ende A. van Burum. Voor Franeker, hier toe gelastigt, foo veel deefen hunne vryheit niet te nae mag gaan , mitsdien daar af blyven falf ende onverkort, Hoyte Meynsma, Thomas Andries Kroll. Voor Bolswart . . Voor Doccum P. Dionifius". Hoedanig deeze zaak by 't Hof wierd opgenomen kan men zien uit de volgende nog over* gebleeven aantekeninge van wylen den Raadsheer Joh. van Sande, een' der Rechteren van Oldenbarneveid, en geflagen vyand der Arminiaanen. 'Ra „ A. Reces- ring.  &6& Tegenwoordige Staat Regee» ring. - „ A. Eenige van Doccum hebben het Octroy alleen verfogt, ende de Staten fyn foo liberaal datfe on verfogt, alle den andere Steden 't felve aanbieden. B. 't Hof heeft nooyt de Confcientie bedwongen, dan wel te Doccum de Arminiaanfche Vergaderingen volgens de Placaats doen verftoren, 't welk de infteller van defe Refolutie voor een Confcientie dwang te holden fchynt; het is een manier van inreken de Remonflranten heel familiaar. C. Staat hier wel te noteren dat de Raadsbeftellinge blyvende by 't Hof gefegt wort te fyn een overblyffel van fervituit ende van dè afgelegde Monarchye : in gelyker voegen heeft in 't beginfel van .defe vrye Regeringe Abelus Frankena ende andere van fynen aanhang op een Landsdag dorven proponeren ende fuflineren dat % Hof felve was een overblyffel van de Spaanfe Regeringe, ende niet Compatibel met enen vryen Staat, daaromme ook af tefchaffen, en dat de Criminele Jurisdictie den Grietsluiden elk in fyn bedryf behoorde bevolen te worden. D. Contrarie wyst uyt de vierde Art. der Hoven Inftructie, by de Staten gemaakt de 10 May Ao. 1597 onder de Refolutie van de Staten van Oostergo, Westergo ende Seven< wolden van de jaren 1622 ende 1623. E. Dat de Volmagten van de Steden de Raden Provinciaal of enige van hun by wylen raadvragen in hunne faken,, is hen geoorloft, als mede de Raden haar advys hen mede te delen, fonder dat de Volmagten ooit aan 't advys van de Raden fyn gebonden geweest. F. Defe  van FRIESLAND. &6i F. Defe Ordonnantie kan by twee leden alleen niet gegeven worden. G. Die Steden verftaande dat die van de Landen haar in faken van die Steden niet hebben te mengen. H. Onder defe referve fchuilt dit myfterium of verborgentheir dat die Heren van de Landen hier door foeken te verkrygen enige meefterfchap, hoogheit of gefag over de Steden ende alfoo onder dexel van aan geprefenteerde vryheit haar te brengen onder de Subjectie van de Landen, welk nogtans wel contrarie mogte uitvallen, indien de Steden van den Hove eens los gemaakt worden". Dan, dewyl de meeste Magiftraaten en Vroedfchappen natuurlyk den Hove, als derzelver aanfteller, zeer genegen waren, weigerden dezelve zich te onderwerpen aan het door hen niet gevraagde privilegie; waar door eenige voornaame lieden , vreezende dat hun voorneemen anderszins te niete zoude loopen, zo veel hebben weeten te bewerken, dat, door zes der Heeren Gedeputeerden, de Regeering in de weigerende Steden binnens tyds wierd verfteld, en zodanige lieden in de plaats der verlaatene wierden verkooren, als bekend fton • den voor begunlb'gers van het nieuwe Oktrooi. Tegens welke handelwyze 't volgende Memo. riaal door het Hof werd ingegeeven, opgefteld door den voornoemden Raadsheer J. van Sande. Het is wel dat de Raadsbeftellinge der Steden in Frieslandt aan fyne Gen. ende het Hof Provinciaal gegeven is, by provifie R 3 en R E O E S. IWNU.  2.6*2 Tegenwoordige Staat R.EGEEXI MG. en tot revocatie, maar daar by is noodfakelyk te bedenken. I. Eerftelyk, dat defelve revocatie niet toekomt de Staten van 't Land maar alleen de Steden, blykende foo uyt de Refolutie der Staten van 't jaar 1588 hier by gaande fub lit. A. als uyt de Inftructie der Heren van den Hove by de Staten van 't Land felf gemaakt, waar in expresfe gefegt wort , dat de Heren Raden alleen fullen bedienen de Civile en Criminele Juftitie , fonder fig te bekrodigen met de Politique Regeringe, behalven dat fy in de Steden (uitgefondert Leeuwarden en Franeker) neffens den Stadhouder de Raadsbeftellinge hebbenv. ter tyd toe by de Steden hier inne anders fal worden gedis,poneert, (NB: dr. by de Steden non by de Staten.) *. Dat de Steden door derfelver wettelyke Regeerders de bovengemelte Refolutie niet hebben verandert nog gerenoveert, dan dat enige particuliere private perfonen malcontenten ende nieuwsgierigen van enige van 't. Landt opgerokkent ende gedreven fynde , tegens wil ende confent der Magiftraten ende Gefworen Gemeente fulx hebben ver. fogt gelyk uyt de Remonftrantie der Steden breder is te fien. 3. Dat de Refolutie van 't Octroy der gemelter veranderinge, fub dato 25 July, niet kan verftrekken voor een Refolutie Staats gewyfe genomen, maar voor een particuliere Refolutie van Oostergo ende Westergo alleen in derfelver refpective Kamers by pluraliteit van ftem-  van FRIESLAND. 263 ftemmen gearresteerd, aangefien de Steden wel expresfelyk hebben gecontradiceert , ™j„ „„n a* WnlHpn maar vier van de Grie- Reöee* ri mo. ciiue vtii> «v, — tenyen getekent hebben. 4. Dat de ftemmen der abfente Grietenyen van de Wolden fouden worden geholden voorbyvallende ftemmen, ende overfulx ook in de Kamer van de Wolden gefuftineert werde pluraliteit te fyn, fulx wort in Frieslundt, prafertim in tam arduo et magni momenti vegotio niet gepractifeert, maar werden ordinaris de Kameren niet compleet fynde de faken van gewigt tot aller aankomst van de abfente ofte derfelver procuratie uitgeftelt : ende of foo men feggen wil dat de abfente ex officie- gehouden waren by der handt te blyven, ende des Lands faken waar te nemen, daar op dient tot berigt. 1. Dat de Landsdag van den beginne des jaars tot op defen tyd door de Menees der Volmagten van Oosten Westergo- gefleept ende geen Refolutie tot dienst van 't Land genomen wordende, de Volmagten der andere Kamers niet fyn gehouden foo pnecife na de appetyt der voorfz. twe Kamers op te pasfen. a. Dat men de occafie ende flag waarnemende de voorgemelde Refolutie van den 25 Jury genomen heeft juist op een Saturdag ende nog 't felve naar noen op welke ordinaris de meeste Volmagten vertrokken fyn. 5. Dat in gevolge van 't voorfz. de Refolutie van den 25 July als defectueus ende particulier genomen fynde alleen by twee leden, met hadde behoort in ?t werk geftelt te worden door de Heren Gedeputeerden, befonder van R 4 die  afy Tegenwoordige Staat RüCEEKIN G. die van de Wolden ende Steden get)e pluraliteit van ftemmen van hare principalen hebbende. 6. Dat de verarsderinge der Magiftraten op de voorfz. Refolutie is gefchlet de facto vi artnata tegens dank ende wil der Steden non fine lafione honoris et aliqua infamiae nota der gedeposfedeerden. 7. Dat de Steden niet hadde behoort de liberteit opgedrongen te worden quia invitis beneficium non datur, ende dat deiè genoemde liberteit foo wel der ganfcher Provincie als der Steden fchadelyk en ondienftig is, gemerkt de confufie, quaiflien , en disordre , die daar uit te verwagten fyn, en dat da Magiftraten daar door fullen komen te vervallen in poteftatem plebis ad cujus nutum et arbitrium fy niet alleen fullen mogen Regeren, maar ook op Landsdagen ftemmen ende refolveren: wat vrugten hier uyt te verwagten ftaan kan men ligtelyk oordelen. 8. Dat ook defe uiterlyk fpecieufe maar in der waarheit fchadelyke liberteit niet fal ftrekken tot Godes eer ende welvaren der Kerke is klaar genoeg daar uit, dat aireets ongedoopte libertinen ende andere ongefonde in de Religie hier door in de Regeringe gekomen fyn ende in toekomende apparen» ; telyk nog meer fullen komen &c". Tot meerder bevestiging van het werk werd ook, door de bovendryvende party, in de Staatsvergadering, eene nieuwe Inftruktie aan den Hove ter Beëediginge opgedrongen , volgens welke de  van FRIESLAND. 165 de H. Raaden beloofden zich niet verder met de Stedelyke Regeering te zullen moeien, 't Voorgenomen werk ontving dus zyn volko- R 5 „ Edele R E O R E. RIN ï«. men bellag, en zou ras bevestigd zyn geworden, indien niet een onvoorzien toeval alles in duigen had geworpen. , De kostbaare Spaanfche Oorlog had de geldmiddelen der Provincie al voor jaaren uitgeput, en de hevige twisten over de Regeering hadden zo groot eene vertraaging in 't beraamen van middelen tot herftel aangebragt, dat de' zaaken der Provincie ter Generaliteit niet langer te redden waren, dan door eene prompte expeditie; waarom men aldaar tot eene Militaire executie onzer zo zeer bezwaarde en met eene onmaatige quota overlaaden Provincie befloot. Ligt kan men begrypen , dat de gemaakte verandering in de Regeeringe der Steden ook niet naar 't genoegen was van Frieslands Stadhouder, Hendrik Ernst Kafimier, die veel by den Prinfe van Oranje, Frederik Henrik, vermogt, en dus door zyn' grooten invloed by de Generali teits Kollegien aldaar gemakkelyk iets, 't geen hem aangenaam was, kon verkrygen. 't Welk ten gevolge had, dat de Raad van Staaten niet alleen naar Friesland Kollegialiter wierd gekommitteerd, om de invordering der achterfhülige penningen te doen, maar ook, om de betwiste Regeering der Steden zodanig te redresfeeren, als dezelve zou bevinden te behooren, volgens nevensgaande Kommisfie.  *66 Tegenwoordige Staat RP..B BERIN C. „ Edele Mogende Heren! onfe Voorouders, „ tredende met den anderen in ene onverbreke» „ Iyke Unie tegens de Spaanfche Tfrannye, heb,, ben niet allene forge gedragen om te wefen „ ende te blyven magtig tegen de algemene „ vyanden, maar ook enig van binnen, ende „ hebben daaromme tot een bafïs vast geftelt „ ende gecaveert dat de Provinciale Leden, „ Steden ende particuliere Ingefetenen, fouden „ moeten worden gemaintineert een yegelyk „ in fyn regt, vryheit, geregtigheit, ende ge„ ordonneert, dat foo wanneer tusfchen defelve „ enig verfchll quame te lyfen, het felve fou„ de moeten worden getermineert by de or„ dinaris Juftitie Arbiters ofte minrelyk ac„ coord, ende foo wanneer de Leden fg daar „ over niet konden vergelyken, dat het diffe- rent als dan foude beliegt worden door dó „ andere Provinciën, ofte de gene die fy daar 9, toe fouden deputeren, om alfoo niet te gedo„ gen dat door onderlinge oneenigheid ende „ civile factiën de Bondtgenoten d'een door de „ andere foude worden onderdrukt, ende daar „ mede de handt van de Unie ontbonden, de „ magt vermindert ende onfe vyanden voordeel „ gegeven. Ingevolge van defen fyn de nieu,, wigheden ende factiën in d' eene en de andere ,, Provincie voor ende naa gerefen wysfelyk „ weg genomen , een yegelyk in *t fyne ge„ maintineert, d' enigheit behouden, ende daar „ mede de wapenen tegens de vyanden wel s, ende gelukkig geëmployeert. „ Ende ware wel te wenfchen geweest, dat de „ debvoiren by haar Hoog Mog: van tyd tot » tyd  van FRIESLAND. 26*7 „ tyd gedaan om defe Provincie te brengen ,, in rust ende enigheit fulx waren opgeno„ men ende behertigt geweest, als den dienst R. e 0 e e- uns, „ van t Landt wel hadde vereyst, men loude „ het point van finantie in goede order en „ buiten verloop hebben gehouden, de parti- culiere Leden buiten klagten, den Staat van „ de gehele Regeringe in behoorlyk refpect „ ende buiten desordreof abuifen, ende de ge„ hele Provincie als een llorifant ende welge„ fielt lighaam vinden. „ Maar in plaats van dien hebben uwe Bondt„ genoten nu enigen tyd herwaarts met grote „ bekommernisfe aangefien de disordre ende „ confufie in hare finantien, ende gehoort klag„ ten op klagten over uwe onderlinge dislèntien, „ onenigheie en factiën in uwe Provincie, ende „ particulierlyk dat enige weinige perfonen, an}, dere aan haar allenskens trekkende, met over„ ftemminge van twee Leden ook in defen niet „ geheel eens wefende, fonder toeftemminge „ van de Camer der Heren Volmagten uit de „ Sevenwolden , ufurpeerden de authoriteit „ over 't Lid van de Steden, 't felve foo als „ het toen ter tyd gecompofesrt was afgefne„ den hebbende, ende nae haar appetyt veran„ dert door opritlinge van de Gemeente ende 5> employ van de Militaire handt, de ruste der „ goede Ingefetenen in de Steden geturbeert, „ de Magiftraat buiten tyds en fonder fchyn „ van publique interesfe over al, uytgelbn„ dert Leeuwarden en Franeker, gedeposfedeert „ ende hebben doen kiefen in plaatfe der„ felver andere uit de Gemeente , niet allen » ge-  Re o2e- hino, »68 Tegenwoordige Staat „ genoeglaam na de ordre van 't Landt gequa,, lificeerde perfonen, met aanftellinge van een „ nieuwe forme van Regeringe noit in Fries„ landt gekent. Dit alles onaangeiï?n de oppo„ fitie ende protest daar tegens by de Steden ,, gedaan , ende de contrarie obfervantie van „ allen ouden tyden, voor ende nae het jaar ,, 1C88, vernieuwt, ende by alle de Leden „ van 't Landt geconfirmeert anno i6aa ende ,, 1623. „ Waar uit, alfoo men bevindt dat nog meer „ andere misverftanden ende onluften fyn ge„ refen, foo in de Steden aangaande het poli„ ticq ende ecclefiasticq , als rakende haar „ Hoog Mog: derfelve Gedeputeerde ende 't „ refpect dat fyn Genade Stadhouder in defe 9, Provincie competeert, ende dat men inmid- dels de middelen van 't Landt heeft genegli. „ geert, de financien laten vervallen in gro„ ter confufie als die ooit fyn geweest, ook „ meer forge gedragen voor de invoeringe „ ende raamden van defe nieuwe Regeringe „ als wel voor de gemene Staat van 't Landt, „ ende dat hier uit nog meer inconvenienten te beforgen ftaan, ten fy hier inne na behoren „ worde verfien, ende dat nu al rede 't ftuk 5, van de comribuden ende middelen wederom „ wat 's herftelt, ende van fodanige apparentie „ dat het felve op een goede voet gebragt „ ende gehouden kan worden. ,, Soo heeft den Raadt van Staten niet lan„ ger kunnen negligeren , veel min verwer„ pen de fware klagten van de gelcedeer„ de Magiftraats perfonen over de reftitutie in haar „ voorgaande Ampt, Lere ende Recht, foo „ als  van FRIESLAND. sop M als fy daar van in gerustige posfesfie fyn ge„ weest voorden 25 Juny 1635, ende federt „ daar in ten hoogden geltedeert ende gegra- Regee* ui mo. „ veert fyn geworden , ende ovetlulx nodig „ geagt te compareren in UEd. Mog. Verga„ deringe, omme niet alleen alle 't gene voorfz. „ te vertonen, als mede dat haar Hoog Mog. „ goedt gevonden hebben den Raadt te depu,, teren ingevolge van de Unie, met last ende „ authorifatie om mede op defe klagten foda. „ nige ordre te ftellen als fy fullen oordelen te „ wefen recht ende billyk ende voor de meeste „ ruste ende enigheit van defe Provincie, ook „ fatisfactie van de gelardeerde dienftig. „ Ende worden daar omme ten fine voorfz. ver„ focht, ende wel ernftelyk van wegen haar „ Hoog Mog. fyn Hoogheit ende den Raadt „ vermaant fodanige leden onder UEd. Mog. „ Regeringe als tot de klagten oorfake gege„ ven hebben , of die het enigfins aangaan „ mag, dat fy postponerende alle privé in„ figten ende voordelen, de Raadsbeftellinge ,, laten herftellen in de refpective Steden, buiten 9, Leeuwarden ende Franeker, in fodanigen ftaat „ ende de gedeposfideerde perfonen in haar •„ Eere, Ampten, Digniteit ende Recht als die „ alle te famen geweest fyn voor den 25 Juny ! „ Anno 1635. j „ Ende by aldien fy vermenen daar toe niet „ gehouden te wefen, fy luiden het different „ dat in defen tusfen haar ende de dolerende „ Magiftraats perfonen is, willen in gevolge „ van de Unie fubmitteren ter decifie van den „ Raadt, die van wegen haar Hoog Mog. is » ge-  270 Tegenwoordige Staat Regee» ring. „ gedeputeert ende geauthorifeert, daar van fielt „ gene Provinciën konnen of behoren teexime* „ ren, ende ten refpecte van dewelke ook an. „ dere Provinciën haar tot reden hebben laten „ brengen , op dat alfoo eenmaal de vrede „ ende ruste van de goede Ingefetenen defer ,, Provincie herftelt ende beftendelyk onder„ houden, de fcheuringegeheelt, de factiën ge„ weert, ende een yegelyk in fyn recht ende ,, geregtighéit' gemainteneert moge worden. „ Aldus gedaan by den Raadt van Staten, ge9, proponeert ende overgegeven in de Verga„ dcringe van de Heren Staten van Frieslandt „ binnen Leeuwarden de l§ Marty Ao. 1637. *5 „ Was geparapheert A. van der Capelle. Vt. „ Onderftond ter Ordonnantie van den Raadt „ van State onderteikent J. Eykberg". De Raad van Staaten, dus met de Troepen van den Staat in Friesland inrukkende , vond nergens eenigén tegenftand , en had weinig moeite om de oude verlaaten Regeering in de Steden te herftellen, en de nieuwe af te danken. Voorts deed dezelve de nieuwe Inftruktie, voor het Hof Provinciaal, in 't voorige jaar, gemaakt, vernietigen; doch op deeze voorwaarde, dat het Hof Provinciaal zich niet verder met de benoeming der Magiftraatsperfoonen in de Steden zou bemoeien, maar zulks overlaaten aan den Stadhouder in der tyd , uitgezonderd, echter, de Steden Leeuwarden en Franeker, die haare oude vrye verkiezing behielden, en dezelve behouden hebben tot op de  van FRIESLAND. 271 de vrywillige opdragc van dit Privilegie, door de Regeering dier Steden, aan Wylen Z. D. Hoogheid Willem den IV, gedaan in 't jaar Ten zelfden tyde ontvingen de Steden nieuwe Reglementen van Regeeringe , gefchikt naar den aard der huishoudinge van ieder Stad in 't byzonder, doch die wy, in de byzondere befchryvinge van elke Stad, reeds boven hebben medegedeeld ; zynde alles wat dus was verricht, ten jaare 1642, door de volgende formeele Refolutie der Heeren Staaten ten vollen bevestigd. „ De Staten van Frieslandt gehoort ende verdaan hebbende door rapport van haaar Ed: Mog: Gecommitteerden in het Mindergetal, de propofitie by fyn Excell. den Herc Stadhouder gedaan den 25 hujus, beftaande in defen dat, dewyle alomme in de negen Steden defer Provincie, namentlykBolswaart, Sneek, Doccum, Harlingen, Stavoren, Sloten, Worcum, Ylst, Hindelopen, goede eendragt ende vrundfchap wa • re, en defelve Steden de Magiftraats beftellinge aan fyn Excell. als Stadhouder hadden opgedragen, volgens refpective Refolutien, Acten en Vertoonde Octroyen , hier naar van woordé tot woorde geinfercert, ofte haar" Ed. Mog. niet folden verftaan, goedt, raadfaam ende dienftig te fyn tot confervatie van defèlvé eendragt ende onderlinge vrundfchap ende naardere verbintenisfe, ende om alle misvërftan • den, jaloufie, ende vordere onluften by alle wegen voof te „komen , defelve Octroyen rakende de Opdragt van Raadsbeftellinge by de t' E 0 E E • HING.  Recesring. 272 Tegenwoordige Staat de negen Steden te approberen, ratificeren ende onverbrekelyk in toekomende tyden te beftellen , omme geagtervolgt ende als een wet naar gekomen te moeten worden, niec alleen in de perfoon van fyn Excell. als te* genwoordige Stadhouder,dan mede neffens fyn Hoogheyt Prins Willem , als welke rede opgedragen is de furvivance van het Stadhouders Ampt. Hebben na rype deliberatie ende onderlinge communicatie, in de refpective Camers gehouden, defelve Octroyen geapprobeert, geratificeert, in voegen defelve refpectivelyk fyn luidende, ook de poene ende verbintenisfe in defelve geroert vigoreus ende effect re fullen ibrteren, ende de Ingefetenen ende hare nakomelingen aan defelve verbonden. Lastende en bevelende mits dien de Magifiraten ende vordere Ingefetenen van defelve Steden haar altoos ende onwederroepelyk daar naar te reguleren , verklarende te houden en te fullen houden voor perturbateursvan de gemene rufteende welftandt van de Regeringe der Steden en van de Provincie alle de gene van wat qlt. fy fouden mogen wefen, welke haar hier naa daar tegens [folden willen ofte mogen directe ofte indirecte ftellen, ende de voorfz. Octroyen in enige manieren con« travenieren; belastende de Gedeputeerden ende Raden Provinciaal omme allefins goede forge te dragen dat de voorfz. Magiftraten haar daar naar reguleren, ende den Procureur Generaal tegens de Contraventeurs fonder enige gratie ofte disfimulatie te doen procederen: want wy vcrfiaan fulx ten diende en rufte- van de Provincie nodig te wefen. Aldus gerefol veert op 't Landfchaps Huis binnen Leeuwarden denap Marty 1642. &c."  VERVOLG VAN DEN TEGEN WO ORDIGEN STAAT VAN FRIESLAND. TWEEDE HOOFDSTUK. De Zee • Dyken. Om de natuurlyke orde der zaaken in acht te neemen, zal op de befchryving der hoogere en laagere Landsregeering, die der zogenaamde Zee- dyken. Dyksgerechten niet kwaiyk volgen; dan, om daarvan zo veel noodig is te melden, konnen wy niet voorby, wegens de dyken, en inzonderheid de Zeedyken, het eene en andere te melden, fchoon daarover, in het eerfte deel van deeze befchryvinge van den tegenwoordigen Staat van Friesland, reeds al eenigzins gefproken is. Eertyds waren deeze werken van weinig belang, dewyl de IXoordzee niet dan door zeer naauwe vaarwaters gemeenfchap had met het Meer van Flevo, thans de Zuiderzee, terwyl de eilanden, hetVlie, Terfchelling, Ameland en Schiermonikoog, nog aan onze kusten gehecht, of daarvan alleen door enge flenken gefcheiden , tot eene genoegzaame waarborg verftrekten tegen de golven der Noordzee. Dan IV. DEEi,. S de-  Zee- d yke n. tf\. Tegenwoordige Staat dewyl deeze flenken , allengs verwyd zynde, meer water gaven, groeide ook de noodzaakelykheid aan om hechter dykwerken te maaken, die niet alleen de dagelykfche tyen, maar ook de hooge vloeden uit het Westen en Noordwesten konden afkeeren. Het is onzeker, wanneer men zich eerst met yver in Friesland op het aanleggen van Zeedyken heeft begonnen toe te leggen; doch niet onwaarfchynlyk, dat zulks voornaamelyk heeft plaats gehad omtrent het jaar 640, wanneer Koning Adgillus, te Stavoren heerfchende, zyne onderdaanen fchynt onderrecht te hebben in het aanleggen van hoogten op de gevaarlykfte en het ligtst onderloopende plaatfen, die naderhand door aaneen fchakelinge, allengs, in regelmaatige dyken zyn veranderd. Ondertusfchen is in de Zeedyken deezer Provincie, van tyd tot tyd, eene ongemeene verandering voorgevallen. Weleer moest men groote zorge draagen voor de dyken der Middelzee , omdat deeze zeeflenk, by derzelver doorbraak, veelmaalen oorzaak was van zwaare overftroomingen; doch nadat de Middelzee opgeflykt, en de Bildtdyken voor dezelve gelegd waren, is men geheel van deeze zorge ontheven,- het zelfde heeft ook plaats gehad ter wederzyden van het Dokkumer diept: want deeze dyken, in den jaare 1717, op verfcheiden plaatfen , zynde doorgebroken , werden de omleggende Grietenyen door het Zeewater overflroomd ; terwyl heden, door de nieuwe affnydinge, in welke de Engwierumer Zylen gemetfeldzyn, ook deeze dyken zodanig hun nut heb-  van FRIESLAND. 275 hebben verboren, dat dezelve, voor een goed gedeelte, reeds zyn weggegraaven. De Zeedyken, welke nog heden het zeewater Zee- dy kei). moeten afkeeren, zyn ook , van tyd tot ■wd, zeer van gedaante veranderd. Weleer Waren dezelve, byna overal, beveiligd door hooge buitendykfche voorlanden, zanden of fchilbanken, welke niet dan by hooge vloeden onderliepen, en dus de dyken voor den flag der op hunne vlakte reeds gebroken baaren genoegzaam beveiligden : dit heeft nog plaats aan eenige oorden, gelyk nevens Tjummarum in Barradeel en andere plaatfen, 7.0 dat een enkele dyk , indien hy maar hoog genoeg is om het overloopen der golven te beletten, aldaar voldoende is om het geweld der hoogfte vloeden en zwaarfte ftormen af te keeren. Doch op de meeste plaatfen is de voorgrond, allengs, afgekabbeld, en men heeft, by middelbaar water, onmiddelyk voor den voet des dyks , eene diepte van één tot acht of tien voeten waters, waar door de dyken oneindig veel te lyden hebben : want ten tyde van zwaare vloeden groeit het water acht of negen voeten hoo» ger, en oeffent dus zyne kracht tegen het midden en de kruin der dyken; zo dateen dyk van enkel aardwerk, op dê gewoone wyze gemaakt, en van vyf of zes roeden lielfinge tegen ééne roede in de * hoogte, in korten tyd door de woedende golven •wordt vernietigd. Om deeze reden is men in de noodzaakelykheid gekomen, om naar middelen uit te zien, die genoegzaam in ftaat waren tot het breeken der golven , eer zy het aardwerk konden bereiken. Het eenige middel, 't welk, by aanhoudendheid, aan dit oogS 2 merk  Zee- dyken, 576 Tegenwoordige Staat merk heeft kunnen voldoen, is bevonden hes heiwerk van zwaare palagien aan den voet des dyks, hetwelk, doorgaans , op de volgende wyze wordt gemaakt : de voet des dyks zodanig aangelegd zynde, dat dezelve gelyk ligge met de gewoone winterfche fpringvloeden, heit men, daar ter plaatfe , een' regel lange paaien, doorgaans ter lengte van vierentwintig voeten, en liefst van greenen hout, twaalt voeten diep in den grond. Daarna wordt buiten dezelve, naar den zeekant, eene rei paaien geflagen van twaalf voets hout, op den afftand van één of anderhalve voet van de hooge paaien, die zo diep moeten komen, dat zy ongeveer met den voet'des dyks gelyk ftaan; waar .op men deeze tusfchenruimte, de Buitenkist ,genaamd, vult, beneden met wrak, en boven met zwaare balfteenen. Daarenboven wordt aan den binnenkant van het hooge paalwerk, op een' gelyken afftand van het zelve, eene tweede kist geheid, insgelyks van twaalf voets of korter hout; terwyl de tusfehenruimte, op de zelfde manier gevuld, den naam krygt van Binnenkist, welke altoos twee of drie voeten boven den dyksvoet uitfteekt. Eindelyk worden de paaien, zo wel die der hooge reie als die der Buiten - en Binnen-kisten, aan eikanderen gekoppeld, door middel van ftevige ftrooken hout, Gordingen genaamd, die men met de paaien vereenigt , door het inflaan van zwaare getakte fpykers, bekend by den naam van Rongen. Over het algemeen zyn Frieslands dyken zodanig aangelegd, dat, de dyksvoet gelyk gefield zynde met de middelbaare fpringvloeden, hun kruin  van FRIESLAND. 477 kruin twaalf voeten hooger wordt bevonden , met eene doceering of helling naar buiten van vyf of zes roeden, en naar binnen van twee of derdehalve roede , dewyl de hoogte van den buitenvoet iets grooter gemaakt worde dan die der gemeene vloeden, om dat dezelve , anders geduurig onderloopende, zou uitkabbelen en geenegraszooden kunnen houden: dezelve dus, doorgaans, twee of drie voeten hoo • ger zynde dan de binnenvoet, moet daarop, ia 't meeten der doceeringe van eenen Dyk, altoos worden gelet. Ondertusfchen is de waare hoogte der Dyken niet overal dezelfde , zynde veele te laag en andere wederom overtollig hoog; evenwel zyn zy zelden minder dan veertien of meer dan zeventien voeten boven het gewoone hoog Winterwater verheven. De hooge paalwerken komen derhalven, mee* rendeels, in hoogte gelyk met de kruin der dyken , en breeken dus het geweld der golven, die anderszins , op de dyks kruin woedende, dezelve zouden doen verfmelten. Dit geweld is naamelyk zo groot, dat de oude ja nieuwe paalwerken dikwyls bezwyken, en by den grond afbreeken, wanneer men verwaarloosd heeft de binnenkisten behoorlyk te vullen; deeze vulling maakt immers de hooge paaien en de achtergeheide kistpaalen als tot één, en eenbyna onbeweeglyk lichaam, 't welk het punt van beweeginge zo hoog brengt, dat de kracht der baaren daar tegen weinig kwaads kan doen; waar door het niet ontbeerlyk nut der binnenkisten in een klaar daglicht wordt gefield. Wat de buitenS 3 kisten Zeedyken,  Zee- - dyken» s/8 Tegenwoordige Staat kisten aangaat, dezelve zyn in haaren aard van minder noodzaaklykheid, en voornaamelyk uitcedacht, om door het Haan van zulk kort hout, dat dikwerf reeds tot hooge paaien heeft mtge» diend, de fchadelyke zeewormen van de hooge pSen af te keeren. Ten zelfden einde vin t men op veele plaatfen, in fteê van diergelyke kisten, vlakke gloojingen van balden, tot eene genoegzaame hoogte opgetafeld om de Paalwerken te bewaaren voor het fchadelyk gewormte,het welk zich niet vertoont op fteenachtige plaatfen, die by de dagelykfche ebben droog loopen. Over het algemeen zyn zodanige gloojingen te veriaezen boven gehe.de buitenkisten;0 doch men moet mer van de plaatfen uitzonderen alwaar grooie fep» voor dén dyk is, en dus aanraerkelyk gevaar van doorbraak, by zwaare ftormen , plaats heeft In zulke gevallen is 't noodzaaklyk het niet by eene enkele balfteengloojing te laaten blyven; maar 'er dient, tusfchen dezelve en de hooge paaien, nog eene fterke kist ceflagen te worden. Dewyl ondertusfchen, niettegentaande de befchreeven voorzorgen, fomwylen eenige roeden paalwerk voor de woede der golden bezwyken, heeft men, in de Kerken der aan Zee gelegen Dorpen, groote zeilen m goedheid , I Ikl in zulke gevallen aan den Dyk worden gebragt, om dezelve, zo ras het mogelykk over de ingeflagen gaten , ra dat zy met ftToo en fteenzakken zyn gevuld, te fpreiden, enze daar in met fteenzakken en zwaare balfteenen te bevestigen. ^  u» FRIESLAND. *79 Weleer waren, voor onze Dyken in Zee, ,7 . ' "La. nuikelhbofden geheid, die ook zOKCnauiiiue ^""» ™ . _,,j„,. noc tegenwoordig, op veele plaatfen , onderhouden woTden. Ondertusfchen zyn zy alomme, waardiemei, door de paalwormen, in i73* en ^fvCcld, en, om de groote kosten, op veele plaatfen, niet herfteld. Ik «a nu over tot de Befchryvmg der byzondere Dyks - Kontributien deezer-Provincie en van de wyze op welke, door de Dykïerechten , voor derzelver beveihginge wo-d? eezorgd. Om dan van den Ooste- rToii^ ve loopt van de Munnikezyl tot aan de Pgamide, die haar affcheidt van Oost Dongera deels Dyken; zynde in dezelve ook een ftuk Dvk begreepen, welks onderhoud komt ten S vafdeWheid Visvliet gerland, dewyl dezelve, m 1636, toen zever focht wierd, van ^M^SJ^M^ gelyk, in een vertoog der H. Skaten van d eze Provincie in 1720, aan die van Groningen bS £ beweezen.' Weinig hebben ondertussen deeze Dyken van het Zeewater te ydenTdewy2! zy! -erendeek,^J^Toor Buitendykfche droogten en flykbarAffl, voor het Zeewater beveiligd worden; te meer daar zv eeen laager wal hebben, dan met een Kden wfnd , by welken -Wen zwaare ftormen voorvallen, dewyl de wind, zo ras hy door 't Westen naar 't Noorden is uugefchoo-  a8o Tegenwoordige Staat Z*. e- DYKEN, ten, doorgaans, zyne grootfte hevigheid verlooren heeft. Aan het Oosteinde van deezen Dyk, op de grensfcheidinge van Friesland en Stad en Lande, vindt men de Munnike Zylen ; doch dewyl daarvan reeds voorheen gefproken is (§ ) zal het niet noodig zyn daarvan, hier ter plaatfe , breeder te gewaayen. Ten Noorden der Pyramide , waardoor Kollumerland van Oost-Dongeradeel gefcheiden wordt, beginnen Oost - Dongeradeels Dyken, en deeze loopen van daar tot aan het Westeinde van Psezens, of de oude Zylvesting, aldaar te vinden ; doch dewyl insgelyks van deeze Dyken, en van de Nieuwe Zylen , indeezen Dyk by Engwierum, in Oost-Dongeradeel , ten jaare 1729, met groote kosten aangelegd, boven omftandiglyk gefproken is zy het ons genoeg, daar toe den Leezer te verwyzen. Wegens de Ezumazyl , ten Noorden der Engwierumer Zylen gelegen, kan de Leezer insgelyks boven te recht raaken ( f ). Ten (5)1 Deel der Befchr. van Fries!, bl. 84- ( *) 1 D der Befchr. van Friesl bl. 85-Ëf>. ff) I D. der Befclir. van Fries!, bl 89 S>2. Dewyl het veeleii niet onaangenaam kan zyn de hoogte 011 zwaarte van Frieslands Zeedyken naauwkeuriger te kennen dan doorgaans gefchiedt, zullen wy, zo hier als in 't vervolg , ter gepaste plaats, by wege van Nooten, de berichten mededeeleu , welke ons door eene kundige hand geworden zvn , en derzelver ge' fteldheid verwonen , zo als die in den jaare 1776 bevonden is. De Zcedyk, by Munnike zyl, is hoog boven de bin-  van FRIESLAND. *8i Ten Westen van Oost - Dongeradeels dyken beginnen die van West-Dongeradeel, welke b van Zesdyken. binnenbermte 10 voet, boven de buitenbermte to', y., heeft eene binnendoceering van 17 v., buitendoceeung van 34 v., en eene kruin van 61 v. breed. De Dyk van Kollumerlands Kontributie ïshoogbovtii de binnenbermte 131 v. De buitenbermte is 16 v., de binnendoceering 28i v., de kruin breed 7 y , de bui tendoceering 40 v., en de hoogte boven t voorland io$ v. Zynde deeze Dyk hooger dan de klippen van Munnike zyl. , . De Schalkedyken by het Zomerhuis der Kontribu ie. De buitendoceering beltaat uit twee deelen, zynde het bovenfte lang 27 v., en het beuedenfte lang 62 v., hen eerfte heeft eene doceeting van 3'; op een, en net laatfte van io* op één. De breedte der kruin is 6 v., de biune.idoceering 27, de bermte breed 16 v.; zynde de Dyk hoog boven de binnenbermte 15 v., tn dus onder de Zeedyken een der besten. De Nieuwe dyk, in den jaare 1729, door nat Uotkumer Diept gelegd, is hoog boven het binnenwater J9] voet; heeft eene doceering van binnen en buiten van 5 op 1. kruin 8 voet. De oude Zeedyk by Engwierum is hoog boven den rydweg u\ v. breed 7, met eene binnendoceering van aS, en hoog boven den voorgrond 8^. t Van daar tot Ezuuiazyl is de dyk boven t binnenwater hoog 19, boven den rydweg 16U en de kruin breeJ 5, terwyl de binnendoceering is 31, de breedte der bermte ai, en de buitendoceering 24 v., en hoog boven de buiten bermte 7 U r De oude Zeedyk, achter de Animeren Lioesfenler polder, is 4! voet. . : De Polderdyk is ij voet Iaager dan de Zeedyk, die van daar loopt naar Oostmahom. Van den Wester Armdyk af tot Païzens is de buitenbermte boven het ttrand Sï, de buitendoceenng f3 , de hoogte boven de bermte 9l, de kruin breed 8, de binnendoceering 12 , de binnenbermte 35, &n nooS boven de binnenbermte 11!. S 5  Zee- dyken' a8a Tegenwoordige Staat van elkanderen worden gefcheiden door een watertje, de Paezens genaamd, het welk van DokkumNoordoostwaards loopt, en, even ten Westen van het Dorp Psezens, tegen den Zeedyk ftuit, alwaar het zelve onder den naam van een Riviertje weleer zyne uitwatering heelt gehad Van Pjezens tot de buurt Schoor heelt deeze Dyk geen Buitenland, enfomwylen, wanneer de wind, in eenen ftorm, uit het Noodwesten plotfelyk naar 't Noordoosten febiet, loopt de dyk daar ter plaatfe wel eenig gevaar, wegens de geweldige opkroppinge van het water; doch hetzelve is doorgaans van korten^duur. Het overige gedeelte der Grieteny is merkeiyK befchut door den aanzienlyken buitenpolder, Nieuw West - dongeradeel genaamd, die, by eene onverhoopte doorbraak, aan dien kant maar al» leen kan onderloopen. Voorts zyn in deeze Grieteny geene uitwateringen naar zee ( u. Verder Westwaards vindt men Ferwerderadeels Dyken, welke thans eindigen tegen het (*) west-Dongeradeel. Zee-Dyken zyni lang: tafteen 30 , 37f roeden van 14 voeten ; hoog boven Sydwêgfanden binnenkant 14 voet 8 duim , de bmnen doceering 32 , de kruin breed 6, de buiten doceering 54" en hoogoven 't benedenite punt der buiten do- "Se Ör^rmdyk is 4 voet laager dan de Oude 7eedvk De oude Dyk van Holwerd tot den WesterS van den Polder i hoog boven het binnenwater 9< voet, en het eerfte deel ij voet laager. 96 Het Profil van den Armdyk, alwaar aan t Bildt fluit, is hoog boven het binnenwater m den Polde:iU , « bermte n , de binnen doceering 26 , de breedte cicr S V, de buitendoceering 48, en hoog naar buuea boven het Voorland, 0,  van FRIESLAND. 283 onlangs bedykte Noorderleeg: dezelve hebben voor zich veel groen Buitendyks land, de j ~~ a,™ nmnid flap- van water- ZeedyseE» Keegen genaamd, en dus weinig flag van-waterWeleer grensde deeze Grieteny aan de Middelzee ; doch dit gedeelte haarer Dykagie heeft thans voor zich het aangefpoelde Bildtland, waar door teffens de oude uitwatering van tejwerderadeel in de Middelzee, de Leye genaamd, is verftopt; zynde deeze Zylroede thans eene Binnenvaart, die zo wel met de Binnenwaters van Oostergo, als met die van Westergo gemeenfchap heeft. Voorts zyn in deezen dyk geene uitwateringen naar zee ( § )• Dewyl het bellier deezer dykwerken, byna overal, het zelfde is, en verfchilt van dat der overige , van welke ons ftraks nader te: ipreeken ftaat , zullen wy hetzelve in eens afhandelen. Het opzigt deezer werken behoort tot de Dyksgercchten ' van ieder deezer Griecenyen in 't byzonder; beltaande zodanig een Dyksgerecht uit een' Dykgraaf en Dyks - Gedeputeerden, welke in eenige twee, doch in andere drie in getal zyn, benevens een' Geheimfchry ver. Ook wordt hier by, uit ieder dorp, een Volmagt verkooren , om met eikanderen het gewoone Dyksgerecht uit te maaken. Waar by nog, in eenige Grietenyen, twee ot drie buitengewoone Dyksgedeputeerden worden (§) Ferwerderadeels Dyk, de Keegen, zo als gezegd is, voor zich lubbende, is hoog boven bet Voorland „ « v. de buiten doceering 50, de breedte der k.mti 5 , hoog boven den rydweg 14, en de binnen doceering 33 v. zynde ongeveer 1 voet hooger dan üe Qoster Armdyk van het Noorderleeg.  Tegenwoordige Staat PYKEN. gevoegd uit de meest belanghebbende eigenaars; zynde het, doorgaans, onverfchillig,of dezelve ingezetenen der Grieteny zyn, dan of zy elders woonen. Gemeenlyk wordt het Dyksgerecht alle twee jaaren veranderd, en wel omtrent Grasmaand, tegen welken tyd, door den Grietman, op verzoek van den Dykgraaf, indien deeze waardigheden niet door denzelfden perfoon worden bekleed, gelyk doorgaans plaats heeftuitfchryving tot het verkiezen van een nieuw Dyksgerecht wordt gedaan. De Dorprechter doet hierop, zes dagen voor den dag der ftemminge, huiskondiging, en op den dag der ftemminge verfchynen de Pretendenten in de dorpskerken in perfoon, of door middel van wettige prokuratien, die door Notarisfen, of andere publieke perfoonen, aan de tegenwoordig zynde ftemgerechtigden worden vertoond, opdat daar uit moge blyken , wie door de meeste ftemmen tot het nieuwe Dyksgerecht zyn benoemd; ondertusfchen zyn de leden van het oude Dyksgerecht daar toe even bevoegd, als andere wettig verkoozen perfoonen. Na dat dit alles, in de dorpskerken, in behoorlyke orde, is verricht, worden de bezoignes van ftemminge naar de Rechtkamer der Grieteny overgebragt, en door het Gerecht de nieuwe beftierders van het dyksweezen, volgens de beflisfing van de meerderheid der Hemmende dorpen, opgemaakt. , , , Het eerfte en aanzienlykfte lid van het Dyksgerecht, is de Dykgraaf, aan wien het voornaame beftier is toevertrouwd ; zynde het zyn post, dedyksvergaderingen, zo dikwyls als zulks  van FRIESLAND. 285 noodig is, byeen te doen komen, om raad te pleegen over bet belleeden en fchouwen van 11- 1 j:„ .„1. ï-.o«roiUtTinir pn vpfhererinir Zeedyken. alle werken, die tot Deveuigiug en v«woui& der dykwerken, palagien en fluizen noodig zyn ; gelyk ook om de penningen te beraamen, die tot het betaalen der aangelegde werken vereischc worden. De Dykgraaf is voorzitter in alle deeze famenkomften, in welke hy de zaaken voordek, en de befluiten opmaakt, volgens de meerderheid; terwyl het bepaalen der dagen van bedeedinge, fchouwinge , opneeminge der rekeningen enz., ook van hem afhangt. Zaaken van klein belang, of welke reeds, door de Volmagten , aan 't Dyksgerechte ter uitvoeringe zyn gelaaten, doet hy onmiddelyk af, met de ordinaire Gedeputeerden; doch tot nieuwe werken van eenig gewigt wordt eene uitgebreider vergadering vereischt. Nadat derhalven alle werken, die eene aanmerkelyke verbetering of verandering noodig hebben, door het geheele Dyksgerecht opgenomen , en de bedekken, daar mede overeenkomdig, gemaakt zyn, zo bepaalt de Dykgraaf een' dag van algemeene vergadering, op welke alle de leden van het Dyksweezen, niet tot het gewoone Dyksgerecht behoorende, te weeten de Dyksvolmagten en bmtengewoone Gedeputeerden , inssrelyks verfchynen. Deeze alle te famen gekomen zynde , bezigtigen de werken, aan welke iets hapert, en onderzoeken de reeds gemaakte bedekken, waar na, by meerderheid van demmen, wordt beflooteri, wat 'er zal worden verricht. Teffens wordt 'er over den omflag der penningen gehandeld, en zo wel  e86 Tegenwoordige Staat DYKEN* / wel het middel als de grootheid der geldligtmge bepaald; doch de uitvoering van al hetbeflootene aan den Dykgraaf en zyne gewoone Gedeputeerden overgelaaten. Somwylen gefchieden deeze zaaken ook alleen door Gedeputeerden uit de Volmagten , gehouden om met het Dyksgerecht de rekeningen op te neemen, Behalven het recht van ftemminge in zodamge algemeene vergaderingen, hebben de buitengewoone Dyksgedeputeerden ook nog het recht, om , zo wel als de overige leden van het Dyksgerechte, hunne ftemmen over de Dykszaaken, in alkandere gevallen, te geeven, uitgezonderd alleen de zulke , die, vooral ten tyde van zwaare ftormen, eenefpoedige uitvoering vorderen, en , wegens de grootheid des gevaars, geen tyd overlaaten, om de bukengewoone leden by een te krygen : waarom het gewoone Dyksgerecht, in zodanige gevallen, alles afdoet, wat tot afwending der gedreigde gevaaren van dienst kan fchynen. '- De Sekretaris, of Geheimfchryver, van het Dyksgerecht heeft in bewaaring de boeken en lysten, in welke de naamen der Dykskontribuanten, of liever de vaste goederen, zyn opgetekend, die met eikanderen, volgens de omftagen, de kosten der dykswerken moeten betaalen , en welke, wegens de verwisfehng van eigenaars en bruikers, aan veele veranderingen onderhevig zyn. Voorts houdt hy aantekening van de ontvangen en uitgegeeven penningen, en toont, op daar toe bepaalde tyden, den toeftand der Dykskasfe, op dat zowel de Volmagten, als de leden des Dyksgerechts, mo- gen  van FRIESLAND. 287 gen weeten, aan welke perfoonen, en om welke redenen, hunne penningen zyn bedeed. Daarenboven voert hy de penne in alle Dyksverga- Z EB' I) Y K E No deringen, doende, op order des Dyksgerechts, de biljetten van uitfchryvinge tot algemeene vergaderingen rond zenden. Ook ftelt hy de biljetten van belleedinge op , benevens alle dé' bepaalingen , die ten opzigtevan de kosten, en de noodige vereischten der aan te befteeden werken ontworpen zyn. De dagen der belleedinge daar zynde, is hy by dezelve tegenwoordig, en houdt naauwkeurige aantekening van de aanneemers en de fommen, voor welke zy een of ander werk aanneemen te maaken, gelyk ook van hunne borgen. Nadat eindelyk alles is gemaakt, gemeeten en goedgekeurd, fchryft hy de ordonnantiën tot betaaling, en doet dezelve,door den Dykgraaf en Gedeputeerden getekend zynde, aan de aanneemers ter hand ftellen, die alsdan daar op by den Dyksontvanger geld kunnen bekomen. De Ontvanger der dyken moet op ontvang en uitgave pasfen; hy zamelt alle penningen in, die hy , volgens de beraamde omfchryvingen, van partikuiieren of dorpsontvangers te vorderen heeft; en na dat de ordonnantiën behoorlyk getekend zyn, moet hy de Aanneemers betaalen, naar den rang waarin de genoemde Ordonnantiën zyn afgegeeven. Eindelyk moet hy de wanbetaalenden aanklaagen, en door dwang tot hunnen pligt brengen. De penningen, tot het onderhoud der dykswerken noodig, worden thans in deeze Grietenyen zo geregeld, als elders, ingevorderd; be ■ taa-  a88 Tegenwoordige Staat Zee. d.yken. (J) Buiten deeze geraeenmaakinge der Dyken zyn, echter, gebleeven alle de Aardwerken van Hemelumer üldevaart en Noordwolde, Utingeradeel, het dorp Nieuw- taalende alle de kontribuanten, jaarlyks, naar hunne floreenen, welke, naar vereisch van zaaken, verzwaard of verligt worden. Weleer was hier omtrent alles in Friesland in eene vol. flagen wanorde; gelyk nog heden in verfcheiden nabuurige gewesten, tot groot nadeel der kontribuanten, en zelfs van 't algemeene welzyn, plaats heeft. Een ieder der kontribuanten had toen, naar maate van de uitgeltrektheid zyner bezittingen, een gedeelte des dyks te onderhouden. Hier door werden fommige perken , aan vermogende en naauwkeurige eigenaars te last komende, zeer wel bezorgd; doch andere, die aan minder gegoede, floffe of kaarige eigenaars behoorden, zeer gebrekkig onderhouden; welk alles ten gevolge had, dat de dyken aan geduurige doorbraaken onder» hevig waren, die zo wel de bezittingen der goede als der kwaade befHerders grootelyks benadeelden, en dikwyls den geenen, nevens wiens grond de dyk bezweek, door de groote uitgaven, tot herftel eener dykbreuk noodig, geheel verarmden. Niettemin heeft deeze heilzaame verandering, gelyk veele andere goede zaaken , zeer groote zwaarigheden ondervonden , door de tegenfpraak van baatzugtige of ftyfzinnige eigenaars, tot dat alles, door een Arbitrament van het Hof Provinciaal, in de jaaren 1718 en 1719, in de tegenwoordige goede orde wierd gebragt (S). Aan  van Friesland. $89 Aan de wetten der Dyksgerechten zyn niet alleen hunne leden en dienaars onderworpen, maar ook alle aanneemers en maakers van Dykwerken. Zo derhalven de laatften niet naauwkeurig aan hunnen pligt beantwoorden, of zich in 't eene of andere aan nalaatigheid fchuldig maaken, of weigeren aan de punten der belleedinge te voldoen, vermag het Dyksgerecht alle zodanige onvoltooide en bedorven werken, op nieuw, aan anderen, ten koste der voorige aanneemers, te befteeden. Het zelfde heeft ook plaats omtrenc het aard-, fteén- en houtwerk : zo dan de aanneemers het aardwerk en de zooden tegen het bellek behandelen, moeten zy 't bedorvene herftellen ; of zo zy ondeugeud werk, of dekfteenen leveren, die te ligt zyn, moeten zy, des gevergd, betere ftoffen bezorgen. Doch vooral moeten zy oplettend zyn ten opzigte van het Heiwerk, en de paaien op zulk eene lengte en wyze als gevorderd wordt plaatfen , dewyl zy anders de daarop geftelde ftraffen te wachten hebben. Ook moet de deugd van het gebruikte hout volkomen voldoen aan de meening der Befteeders, dewyl dezelve het recht hebben, om al wat hun niet aanftaat af te Nieuwhuizum in Wymbritferadeel, met de Steden Sta. voren, Workum enHindeloopen; hebbende ieder Dorp en Stad als nog zyn eigen Dyken, die ook van ieder derzelven afzonderlyk onderhouden worden; terwyl het Dyksgerecht alleen het recht van fchouwinge heef'r. Doch de kist. en paalwerken zyn aemeen over de geheele Kontributie-, betaalende, echter, die van Utingeradeel zes duiten tegen den Huiver der overige Kontribuanten. iv. DEEL, t Ziedt ken.  Zeedyken» 800 Tegenwoordige Staat te keuren, en beter waaren, ten koste der Aanneemers of Leveranciers, te eisfchen. Om de zaaken, zo goedmogelykis, te beftieren, hebben de genoemde kleine Kontributien ten minften ieder één' gewoonen Toeziener, bekend by den naam van Strandlooper, wiens pose het is, naauwkeurig op de uitvoering der befteede Werken te letten , en van alle misflagen en fchelmeryen, die tot zyne kennisfe komen , aan het Dyksgerechte bericht te geeven. De verder Zuidwaards liggende Kontributien bebben dus ook hunne Strandmeesters , doch meer in getal, naar maate zy grooter zyn ; hebbende de Vyfdeels Dyken fteeds vier vaste Strandmeesters. Deeze lieden, zo zy kunde, yver en goed beleid bezitten, zyn inderdaad van groot nut voor de Dykwerken; zy verflyten immers hun' geheelen leeftyd als aan Zee, en hebben dus gelegenheid om naauwkeurig te weeten, welke plaatfen der aan hun opzigt toevertrouwde Dyken het meeste geweld N van ftormen en vloeden te lyden hebben, gelyk ook hoedanig de uitwerkingen zyn der verfchillende Werken , die men tot beveiliging der Dyken en Stranden gewoon is te gebruiken. De magt der Dyksgerechten fteunt op den inhoud hunner Inftruktien, welke zy van de Heeren Staaten der Provincie hebben ontvan. gen. Behalven het geen wy dien aangaande reeds hebben gezegd, zyn daar omtrent nog veele andere zaaken bepaald; vooral in Herfstmaand van 't jaar 1718, en dus byna één iaar na den geduchten Kersvloed des voor-  van FRIESLAND. agi voorgaanden jaars; zynde het Hof Provinciaal toen, door eene byzondere Refolutie der Hee ren Staaten onzer Provincie, gelast, om de Dyks - Inftruktien na te zien , en, daar zulks vereischt wierd, te verbeteren; gelyk ook zeer noodig was , dewyl , zonder veel moeite , viel na te gaan, dat de ongelukken van het voorige jaar, meerendeels, uit wanorde en pligtverzuim waren ontftaan. Volgens de regels , toen door het Hof ontworpen, en door den Staat goedgekeurd, moet het Dyksgerecht, in 't begin van Grasmaand, of, zo 't noodig is, eerder, de vereischte Voorjaarsfchouwing doen, en naauwkeurig alles, wat herfteld moet worden, opneemen, in tegenwoordigheid van de buitengewoone Dyks - Gedeputeerden, indien dezelve gelieven te verfchynen; moetende Zy, ten dien einde, altoos in tyds worden ge« waarfchuwd. Zo ras de bellekken gemaakt zyn, moet de dag van belleedinge bepaald, en daarvan kennis gegeeven worden aan de Dyks- Volmagten , gelyk ook aan 't publiek door aangeplakte biljetten, op dat een ieder, die gading maakt aan 't geen'er hefteed zal worden, in üaat moge zyn daar by als dan te verfchynen. Alle werken moeten in 't openbaar geveild, en aan de minstaanneemende toegeweezen worden; mids dat dezelve, door goede borgen , voorzien zyn met eene borgtocht, door henzelven eigenhandig vertekend. Men mag geen minder hout , dan 't geen men Maathoudende noemt , befteeden , maar wel zwaarder, naar den verfchillenden aard der Werken. Zo ras de befteeding volbragt is, T a moet Zee- nïKES.  Zeedyken. spa Tegenwoordige Staat moet het Dyksgerecht , ten overftaan der Volmagten, een' omflag van de noodige kosten voor dat jaar berekenen, welke dan doorgaans Floreenswyze worden ingevorderd. De Dyksgerechten zyn verpligt, ten minnen, drie jaarlykfche Schouwdagen te houden ; wordende de eerfte op den dag der groote belleedinge aan de Aanneemers bekend gemaakt, om zich daar naar, in 't aanleggen hunner Werken , te kunnen fchikken. Doch in tyden van ilorm en hooge vloeden zyn de leden van het Dyksgerecht inzonderheid verpligt voor het algemeene welzyn te zorgen, en toe te zien , dat 'er nergens gevaarlyke gaten in de Dyken fcheuren, die aanleiding tot eene overftrooming zouden kunnen geeven. Wanneer het Dyksgerecht ziet, dat hier toe buitengewoone hulp noodig is, heeft hetzelve vryheid, om de Dorps klokken te doen klippen , tot een teken voor de Ingezetenen, dat zy zich alle, op de boete van zes Guldens , aan den Dyk moeten vervoegen , met fchuppen, fpaden, troggen , karren , paarden enz, een ieder naar zyne gelegenheid, om, door middel van ftroo, aarde en fteenzakken, de infeheurende gaten te verzekeren. De Dykgraaf en het geheele Gerecht, aldaar tegenwoordig zynde, deelen de bevelen uit, vol> gens welke zy meenen , dat best aan het oogmerk kan worden voldaan; ook leveren zy, ten dien einde, op algemeene kosten, hout, touw en andere noodwendigheden, met naame Bier, ten dienfte der Arbeiders. Zo de fchade niet buitengewoon groot is wordt alles op deeze wyze afgedaan. Doch  van FRIESLAND. 293 Zeedyken. Doch indien de breuken geweldig groot en gevaarlyk zyn, zo dat het hèrftel der befchadigde aard - en paalwerken buitengewoone voorzorgen en kosten vereisfche , dan befchryft de Dykgraaf nog ten fpoediglten de buitengewoone Dyks - Gedeputeerden, benevens de Volmagten, om daar door van hunne gevoelens gebruik te kunnen maaken; geldende, in zulk een geval , altoos de meerderheid der ftemmen, hoe klein ook het getal der tegenwoordigen moge zyn. Het beflootene wordt aanftonds in beftek gebragt, befteed, en ten bekwaamen tyde gefchouwd; verbeurende een Dykgraaf, die niet op den Schouwdag verfchynt, telkens vyf Guldens, en een DyksGedcpuceerde een Ryksdaalder ; de gevallen van ziekte of uitlandigheid uitgezonderd. De Aanneemers der Dykwerken mogen geen meer zooden fteeken, dan zy tot bezetting der gemaakte Werken noodig hebben, op eene boete van drie guldens; ook moeten zy, in 't graavcn, den Dyksvoet ongefchonden laaten , en aan den Binnenkant ten minften drie roeden daarvan af blyven: en zo de plaats van dien aardis, dat men, buiten den Dyk naar Zee , aarde bekomen kan , moeten zy tusfchen dezelve en den Dyksvoet, ten minften vier roeden overlaaten. Het is ondertusfchen te beklaagen, dat men, reeds van ouds, heeft toegeftaan, zo na aan den Binnènvoet des Dyks te graaven, dewyl men daar door, ingevalle van doorbraak, wegens de aanleggende Dykspetten , in groote ongelegenheid raakt , en nog daarenboven, wanneer men eens een' T 3 kwa-  294 Tegenwoordige Staat Zee- dyken. kwalyk aangelegden Dyk , door achter uitlegginge van de kruin en doceeringe, wil verbeteren , daar door veelmaalen in zyn oogmerk wordt verhinderd. Doch wat het graaven uit den voorgrond aan den Buiten - voet des Dyks aangaat, zulks kan, doorgaans, zonder (.enig nadeel gefchieden, naardien de dagelykfche vloeden, gemeenlyk, zodanige gaten in korten tyd met nieuwe ftof aanvullen. Zo inmiddels het Dyksgerechte noch binnen- noch buitendyks eenige eigendommelyke ftof voorhanden heeft, vermag hetzelve den Aanneemer een naastgelegen ftuk lands aan te wyzen, om, ter lengte van 't befteede Werk, en zo breed als noodig bevonden wordt, daar uit de noodige aarde weg te graaven; doch als dan moet de waarde van zulk land, volgens takfatie van het Dyksgerechte,. naar den inhoud der daaromtrent geëmaneerde Refolutien der Heeren Staaten , aan den eigenaar worden voldaan. Ten zelfden einde dient eene andere wet , welke gebiedt, geene ftukken lands, aan den Dyk gelegen , ter breedte van vyfticn roeden, om te ploegen. Eindelyk zyn de Aanneemers verpligt alles , wat zy aangenomen hebben , tot genoegen der Heeren Befteeders te voltooien, en hun werk niet te verlaaten, voor dat zy volkomen aan hun beftek hebben voidaan: wordende allen, die hun aangenomen werk verwaarioozen, geftraft meteen Bannisfement van drie jaaren in 't Landfchaps Tugthuis. Behalven andere dingen, tot den Dyk behoorende , zyn de Heeren van het Dyksgerecht ook verpligt naauwkeuriglyk zorge te draagen  van FRIESLAND. *9$ gen voor de Duikelhoofden , welke , buiten den Dyk en bet paalwerk, in Zee zyn geheid, tot bewaaring der Voorftranden : zy moeten Aa~unu,an ri^n mpftnnH dier Duikelhootden op- d y ken. oernaiven uen iucu.uuu luv-i ^^hv^^'w—... neemen. en, al wat daar aan gebrekkig ü , laaten vernieuwen , of verbeteren. Insgelyks is hunner zorge toevertrouwd het opzigt der Wegen en Waterlosfingen langs den Dyk ; moetende dezelve, op hunne order , door de naastaangelegenen worden onderhouden. De ordinaire leden der Dyksgerechten genteten overal een jaarlyksch inkomen , overeenkomftig met hunne dienften; doch hetwelk in alle de gemelde Dyks - Kontributien niet hc-t zelfde is. Volgens de Inftruktie van 1719, beloopt de jaarwedde van den Dykgraaf van Ferwerderadeel zeventig guldens, terwyl die van W est -Dongeradeel honderd twintig, die van Oost-Dongeradeel honderd veertig, die van Kollumerland honderd, en die van Dantumadeel zeventig guldens heeft te vorderen. Ondertusfchen heeft Dantumadeel, federt 1729 , door de Overdykinge van het Dokkumer Diept, geene Dyken meer, en dus komt ook daar geen Dyksgerecht meer te pas. Volgens dezelfde Ordonnantie beuren de gewoone Dyks Gedeputeerden in Ferwerderadeel , West Dongeradeel en Dantumadeel, ieder veertig, in Oost-Dongeradeel zeventig, en in Kollumerland zestig guldens. De Sekretaris en Ontvanger genieten ieder, in Ferwerderadeel, West-Dongeradeel en Dantumadeel veertig, in Oost - Dongeradeel vyfenzeventig, en in Kollumerland zestig guldens. De Opzigters, T 4 of  20(5 Tegenwoordige Staat Zee- DYKEN, of Strandloopers, genieten overa! zestig guldens.' Doch de buitengewoone Dyks Gedeputeerden hebben geen vast inkomen ; ook mogen zy, wegens vakatien , verteeringen, of reiskosten, niets in rekening brengen. De gewoone leden der gemelde Dyksgerechten mogen ook niets boven hunne vaste traktementen eisfehen , wegens wagenvragten , vakatien, verteeringen enz., alleen ukgezon» derd, het geene tot het doen der Schouwingen, op de daar toe bepaalde dagen, volllrekt noodig is. VVat de boeten aangaat, ook die komen niet ten voordeele der Dyks - Regenten, maar van de kasfe der Kontributie. Het zelfde heeft insgelyks plaats ten opzigte der Huuren , welke uit de Weideryen aan de Dyken en hunnen Binnenvoer kunnen gemaakt worden , en welke, op fommige plaatfen, geen gering voordeel aanbrengen; mogende de Dyksgerechten, alleen ten dage der Verhuuringe, wegens vakatien en verteeringe, maar alleen vyfentwintig guldens in rekening brengen. De Dyks-Schryver, of Sekretaris, van ieder der gemelde Dy ksgerechten geniet, boven zyn vast inkomen, drie fiui vers voor ieder rolle van beiteedinge, die hy moet opmaaken en aan de Aanneemers uirdeelen ; als ook vier' penningen van ieder gulden, welke hy beurt wegens de cmflagen der Floreenen of Pondemaaten, uit welke men de Dykwerken moet onderhouden; terwyl de Dorps - Ontvangers, wegens 't inzamelen dier gelden voor "de Dyksgerechten , ïnsgelyks vier penningen van ieder gulden voor zich mogen rekenen, In  van FRIESLAND. 207 In het Reglement Reformatoir van Z. D. H. W. K. H. Frifo van den 21 December 1748, worden ook eenige Artikelen gevonden , welke in 't algemeen toepasfelyk zyn op alle Dyksgerechten deezer Provincie , en dus ook in 't byzonder op die, welker bellier wy tot hier toe hebben aangeweezen. Men leest daar: Art. XVII. Aan ieder Dykgraaf zal mede een vast en fortabel traktement, door deStemdraagende Ingezetenen, daar toe behoorlyk , en, zo als hier boven ten opzigte van den Grietman gezegd is, gekonvoceerd, worden toegelegd , geproportioneerd naar de grootheid, wyduitgeltrektheid, en meerder of minder beflag en onderhoud der Dyken , zonder dat de Dykgraaf ietwes meerder zal vermogen te profkeeren, veel minder, dat hy, of wie het ook wezen mogt, fchoon zulks tot hier toe by zommigen gepractizeerd wordt, een zeker Tantième van de gelden , die aan de Dyken en inkoop derzelver materiaa'en verwerkt worden, zal vermogen te trekken, onder wat benaaming het ook zou mogen wezen, hetwelk hier mede voor nu en altoos wel expresfelyk wordt verbooden. XVIII. In het onderhouden der Dyken en Zylen, inkoop der materiaalen en alle noodzaakelyke aan dezelve te doen reparatien, zal men betrachten de meeste ordre en menage , zonder nochtans de Dyken of Zylen in eenig verval te laaten komen, en ten dien einde bezorgen, dat altoos eene zekere fomme, geproportioneerd na de wyduitgeltrektheid en kostT 5 baar- Zeedyken.  298 Tegenwoordige Staat Zee. dyken. baarheid des Dyks, in voorraad is, om val van fchielyk opkomende toevallen te 1 innen emplojeeren. XIX. De reekeningen der Dyks onkosten en daar toe behoorende adminiftratien zulten alle jaaren precys, op een zekeren geprafigeerden dag, moeten worden gedaan, ten overftaan van alle de Stemgerechtigden , daar toe behoorlyk geciteerd , aan ieder van wien het vry zal ftaan, om op haare kosten eene copie der rekening of extract uit dezelve te vraagen, 't welk aan haar ook binnen een behoorlyken tyd zal moeten worden gegeeven. Aan Ferwerderadeels - Dyken liggen die van het Bildt , en wel in de eerfte plaats die van 't Noorderleeg; zynde deeze vlakte, in het jaar 1754, in een Dyk gebragt: daaraan volgen, Westwaards,de zogenaamde Pollen,en eindelyk van derzelver Westeinde de Dyken van het Nieuwe Bildt, loopende tot aan de fcheiding van 't Bildt en Barradeel. De Dyken van het ÏSoorderleeg liggen wel op een' uithoek, en moeten door derzelver eigenaars onderhouden worden; doch hebben een hoog en nog fteeds meer of min- aanwinnend Zecftrand voor zich, waarom zy weinig hebben te lyden; het zelfde kan men ook zeggen van de Poldyken, by welke men ook weinig paalwerk noodig heeft, dan in zo verre men den Dyksvoet met een hoog kistwerk, tegen de inkabbeling van hooge vloeden, bewaaren moet. Mefhet Oostelykfte gedeelte der nieuwe Bildt Dyken is het even eens gelegen; doch het Wes telykfte deel heeft  van FRIESLAND. 299 heeft eene merkelyke diepte van Water voor Z zich , en kan dus niet dan door een hoog en D fterk paalwerk behouden worden. Van de opflykinge van het Bildt, als ook van deszelfs herhaalde indykingen en oude uitwateringen door de Bilde-Dyken, en derzei, ver verftoppinge, in de befchryvinge van het Bildt gefproken hebbende , zal het niet noodig zyn dien aangaande, hier ter plaatfe, eenige melding te maaken , dan voor zo verre zulks noodig is tot het rechte verftand van het Dyksbellier. Zo lang het Bildt eene openbaare Zeeboezem was, had Oostergo daarin haare uitwatering door de Lettinga- en Leye-Sluizen, terwyl VVestergo daarin veel waters ontlastte door de Wier - en Bolke - Zylen. By de eerfte indykinge van den opgeflykten Zeeboezem, werd de Oude Bildtzyl aangelegd ; doch was, waarfchynlyk, maar van kortllondigen dienst, dewyl dezelve door geduurige opflykinge ras verftopt wierd. Wanneer evenwel, in 1600, de indyking van het Nieuwe Bildt gefchiedde, oordeelde men raadzaam daar in wederom eene nieuwe Sluis aan te leggen; doch welke, door den fterken aanwas , ook wederom fpoedig verlamde , zo dat dezelve, in den jaare 1644 , toen Schotanus zyne Befchryving van Friesland in 't licht gaf, reeds gefloocen wierd gevonden. In den geweldigen Kersvloed van 1717, werd het Oude Bildt, teffens met de geheele Provincie, door de geweezen oude Bildtzyl in groot gevaar gebragt: want zo ras de nieuwe Bildtdyk doorgebroken, en dus die geheele Polder in den grond geraakt was,, ftroom-. Ze;e-- d y ik e n.  300 • Tegenwoordige Staat Zee- uy KEN. droomde het water met groot geweld, door de oude Bildtzyl, in de Provincie; doch by geluk was aldaar tegenwoordig een fnedig Timmerman, Krelis Annes genaamd, die de omftanders beval de naaste Huizen af te breeken, en met derzelver puin de Sluis te vullen, waar door het water in zyne woede gefluit werd. Teffens was 'er, op eene andere plaats in dien Dyk, eene groote holte, door een doorloopend wagenfpoor, gemaakt: hier kreeg het water ook een' geweldigen gang; doch , ten allen gdukke, werd door den vloed een groote hoop boonfchooven driftig, en zodanig in dit gat geperst, dat hetzelve ganfchelyk verdopt wiord; wordende dus de wateren geheel en al in hunnen loop geduit. Midlerwyl had hec Nieuwe Bildt zo veel geleeden, dat de ingelanden het oorbaar vonden zich , in 17tb", by fmeekfchrift aan de Heeren Staaten te vervoegen , en, na te hebben vertoond, dat hunne landen nog onder water zaten, en zo wel het aard - als paalwerk des Dyks byna vernield was, te verzoeken, dat de verdopte Nieuwe Zyl, op Lands kosten,wederom mogt worden opgeklaard, om daar door hun water te kunnen loozen. Dit werd gundig toegeftaan en volbragt ,* doch met een nuttig gevolg van zeer korten duur : want de op nieuw gegraaven Zylroede werd, kort daarop, wederom door den aanwas verdopt : waarom men, by 't vernieuwen der Dykwerken, deeze geheele Sluis vernietigde, en den Dyk door haare denk bragt. Na by de plaats, daar deeze Sluis geweest is, vindt men thans door den Dyk  van FRIESLAND. 301 Dyk een fteenen rioel gemetfeld, waar door hec water der Pollen naar binnen wordt uitgeloosd. Het Bildt, dus zyne eigentlyke waterlosfing verlcoren hebbende , moet zich thans van zyn overtollig water door de nabuurige Grietenyen ontlasten, 't welk thans Oostwaards gefchiede door de Leye, langs de Finkumer en Hijumèr vaart naar de Dokkumer Ee, en Westwaardss door de Wier-en Bolke-zylen naar de Tjummarumer vaart, die in den Noordkant der Stads Graften van Franeker eindigt. Het Dyksgerecht der Bildt Dyken is op eenen anderen voet gefchikt dan de voorgaande ; zynde hier aan 't hoofd der Vergaderinge, naar de Hollandfche wyze, een Heemraad, die het Ampt en de waardigheid van Dykgraaf bekleedt, en verder zyne Gedeputeerden , benevens een' Sekretaris en Ontvan* ger heeft. De Heemraad bekleedt deeze waardigheid geduurende zyn leeven, en dezelve werd voorheen door den Grietman bezeten ; doch na den dood van den laatst overleeden Grietman Jr. J. A. Du Tour, hebben de Eigen erfden deeze waardigheid , in 1782, opgedraagen aan eenen hunner Gedeputeerden, den Heere en Mr. M. Smit, zo wegens zyne groote kundig, heid in Dykszaaken als de menigvuldige verbeteringen , die door hem , in zyne kwaliteit van Dyks Gedeputeerde, aan het aard- en paalwerk waren voorgeflagen en uitgevoerd. De Gedeputeerden worden, jaarlyks, op nieuw verkooren ; gaande dan de oudfte in bedieninge af, om door een' anderen te worden op- Zee* dyken.  Zee- i» ï KEN. 302 Tegenwoordige Staat opgevolgd, indien de Stemgerechtigden zulks dienftigoordeelen: ondertusfchen worden de oude leden al doorgaans wederom op nieuw aangefteld, zo dat deeze waardigheid ook genoegzaam niet dan met het overlyden, of den afftand des bezitters, eindige. De befteedingen en omllagen gefchieden hier, over 't algemeen , gelyk op andere plaatfen; doch met dit onderfcheid, dat men hier gewoon is te rekenen by Morgens , of derdehalve pondemaate. Doorgaans zyn de omllagen van vyf of zes guldens op het Morgen , en naar maate de omllagen groot of klein zyn, ryst of daalt het inkomen van den Dyks - Ontvanger. Dit Dyksgerecht heeft ook een' Strandmeester, die aan den nieuwen dyk woont, tusfchen St. Jakobi en St. Anna Parochie ; hebbende hy hier eene wooning met eene ruime bovenzaal , op welke de dyksvergaderingen en maaltyden gehouden worden. De gewoone groote Rekendag valt doorgaans voor, in Hooimaand, wanneer van alles rekenfchap wordt gedaan, door 't fungeerende Dyksgerecht, aan de aldaar befchreeven en verfcheenen Eigenerfden van het Nieuwe Bildt. De Poldyken , als zynde veel kleiner van omtrek,.en ook aan merkelyk minder gevaar der golven bloot gefteld, hebben een minder famengeftelde regeering. Men vindt aldaar geen' Heemraad noch Dyksgedeputeerden , maar in hunne plaatfe twee Gekommitteerden, die ook alle jaaren los zyn , doch doorgaans, door de eigenerfden, wederom op nieuw , zo lang zy leeven, of 'er lust toe hebben, gekontinueerd wor:  van FRIESLAND. 3°3 worden; trekkende dezelve, jaarlyks, voor hunne moeite i'yftig Kar. guldens. By deeze Gekommitteerden is nog gevoegd een Sekretaris, die teffens Ontvanger der omgellaagen penningen is, en naar maate dat dezelve hooger of laager zyn meer of minder voordeden trekt. Ten Westen der Nieuwe Bildtdyken vindt men den zogenaamden Armdyk , ter lengte van ongeveer 600 roeden. Men noemt deezen Dyk ook den Staaten Dyk , en zo ik meene, is het niet volkomen zeker, wie denzelven moet onderhouden. Ondertusfchen is zulks, tot hier toe", van geen groot gewigt, naar dien het lichaam deezes Dyks zwaar genoeg is, en, wegens eene groote vlakte van hoog Buitendyks land, zelfs by de hoogde vloeden, weinig of niets te lyden heeft. Ten Zuidwesten van deezen Armdyk , heeft men de Vyfdeels Dyken , loopende van daar eerst Zuidwest tot aan Harlingen, en van daar Zuid - Zuidwest tot naby Zurig , van waar dezelve , na eene Westwaards fchietende punt of hoek, het Zuriger Oord genaamd, gemaakt te hebben, Zuidwaards naar Makkum loopen. Deeze geheele Kontributie is gefcheiden in twee korpora, die in zekeren zin één gezelfchap maaken, en door éénen Dykgraaf geregeerd worden ; doch welke ieder een byzonder gedeelte van het geheel onder hun bedier en betaalinge hebben. Men noemt naaroelyk den Dyk, welke van het einde der Bildt Dyken tot aan den Stee» nen Man even buiten Harlingen loopt , de Binnen-, en , die van daar naar Makkum gaat, Zeedyk. air.  304 Tegenwoordige Staat pïkex, gaat, de Buitendyks Kontributie; zynde de geheele Vyfdeels Dyk ongeveer zes duizend roeden, Konings maat , lang, en ten naasten by, door Harlingen , in twee gelyke deelen gefcheiden. De roeden, aan de Vyfdeels Dyken gebruikelyk , zyn van veertien gemeene Friesfche voeten de roede, en op ieder zodanige vyftig roeden ligt een zwaare balfteen, genummerd met 1,2,3 enz. tot aan 60; beginnende Binnendyks van Dykshoek naar Harlingen, en van Makkum naar dezelfde plaats te tellen (*> Wat de tegenwoordige gelegenheid der Vyf deels dyken betreft, daaromtrent valt aan te merken, dat dezelve van fleen 1, tot 28 Binnendyks, dat is, van Dykshoek tot aan Sixbierum, niet veel te lyden heeft, en hoe Oostelyker zo veel te minder; waarom van Dykshoek tot voorby Koehool ook weinig paalwerk wordt gevonden ; terwyl verder Zuidwestwaards het paalwerk niet kan worden ontbeerd, fchoon het zo (_*) De Ordonnantie en regel van deezen Dyk is gemaakt door den Spaanfchen Stadhouder Kaspar Robles met den Prezident en Raaden van den Hove; volgens welke deeze Dyk moet hebben de hoogte van 12 roedevoeten, gerekend naar hetgemeene land, en gemaakt worden 8 roeden van beloop, f naar buiten en 3 naar binnen, gedekt met zooden van ten minften 5 duim. Op wat wyze en door wie deeze dyk moet worden ondeihouden, is zeer naauwkeurig befchree ven door den Hoog geleerden P. Camper, in het Recueil van Stukken tot de Vyfdeels Dyken van Friesland betrekkelyk, en gedrukt te Franeker by P. N. Lomars 1775».  was weggeflagen, waarom men de hokken wederom aangevuld, en 'er een beugel van eenentwintig voe,:s hout voorgeheid had. Doch dit hout was te kort om hier den geweldigen flag der golven te breeken, 't welk ten gevolge had , dat dezelve, tusfchen het bovenfte vakwerk en de kruin werkende, den Dyk byna geheel vernielden. Ten Zuiden der Stad Harlingen begint de Buitendyks Kontributie : deeze loopt van daar ongeveer 1500 roeden Zuid ■ Zuid Westwaards in eene byna rechte linie, en heeft voor zich in Zee, op veele plaatfen, eene merkelyke diepte, van 8, 10, 12 en meer voeten by middelbaar water , doch de Aardwerken zyn hier zo zwaar, en 't paalwerk is zo hoog, en met zulke zwaare Balfteenkisten en gloojingen voorzien, dat men hier zelden zwaarigheid ontmoet, hoewel men dit voordeel met onnoemelyke kosten heeft moeten koopen. Van hier gaat men> nevens het Dorp Ping- jum,  van FRIESLAND. 307 jum, byna vlak Westwaards naar den uitfteekenden hoek, het zogenaamde Zuriger Oord, waar omtrent de gevoelens niet overeenftemmen; meenende fommigen, dat men deezen uitfteekenden hoek behoort weg te neemen, en anderen , dat men denzelven moet zoeken te behou. den, niettegenftaande de groote kosten, die, jaarlyks, tot bewaaring daarvan moeten worden hefteed, omdat dezelve, op eene groote diepte , als geheel in Zee ligt. Toen de gevaarlyke wormplaag van 1731 een' algemeenen fchrik verwekte, was men inzonderheid ook bekommerd voor deezen uithoek, waarom dezelve toen, door een' zwaaren Slaaperdyk , werd afgedykt, welken men den Zuriger Slaaperdyk noemt; zynde deeze Dyk van eene genoegzaam onverbreekbaare fterkte, dewyl dezelve Buiten - en Binnen - hellingen heeft, die beide tienmaal grooter dan de hoogte zyn.J Ten Zuiden van 't Zuriger Oord loopt de Zeedyk met eenige kleine bogten genoegzaam vlak Zuidwaards naar Makkum; zynde van de groote droogte, het Kornwerder Zand en de Makkumer Waard genaamd, alleen gefcheiden door eene flenk, welke het gewoone Vaarwater naar Makkum is. Deeze Dyk heeft derhalven, by hoogwater, veel minder te lyden dan de voorige, naardien de geweldige flag des waters door de gemelde droogte gebroken wordt. Over het algemeen kan men zeggen, dat de Vyfdeels Dyken van Ropta zyl tot aan Zuriger Oord, juist die zyn, welke in Friesland het meest aan 't geweld der ftormen zyn bloot y2 ge? DYKEN.  ZEE' PÏKSHi (§) I D. der Befchr. van Friesl. 6fc 80 en 8r. 308 Tegenwoordige Staat gefield. Want I. hebben zy de vloeden uit de eerfte hand, dewyl de Texelflroom, rondom den hoek of ftaart van bet Breezand loopende , doot de Middelgronden vlak op dezelve aanbruischt. 2. Hebben zy meerendeels veel diepte voor zich, en dus een' geweldigen flag van water.. 3- biggen zy byna rechthoekig tesen *t West-Noord Westen en IN oordWesten, uit welke beide windftreeken de hevigfte Stormwinden waaien , en de ge■weldigfte vloeden opkomen; waardoor hier alles famen loopt , wat ftrekkeh kan om gevaar van doorbraak te veroorzaaken. Om een recht denkbeeld wegens het befher van deezen Dyk te geeven moer de betekenis en 't onderfcheid van Binnen- en Buitendykers worden in acht genomen. Deeze benaamingen zyn haaren oorfprong verfchuldigd aan zekere voornaame Kade-Dyken van Westergo , de Slapte-Dyken genaamd; doch daar wy reeds boven (§; van deezen Dyk gefproken, en toen aangeweezen hebben, dat dezelve, by Oosterbierum beginnende, van daar, over Getzerde-en Kiesterzylen, naar Achlum, en van daar ten Noorden van Tjum, naar de Bolswerder trekvaart, en vervolgens over de Littenzer Zyl, voorby Hylaard, Oosterend, Lutkewierum en Bozum loopt, tot dat dezelve, zich daar met den Ouden Dyk der middelzee vereemgd heb. bende, en door Menaldumadeel en Barradeel, voorby Marfum, Beetgum, Berlikum, Wier en Minnertsga geloopen zynde, eindelyk we-  van FRIESLAND. 309 derom by Dykshoek met den gewoonen Zeedyk verfmelt; zo bJykt, dat de Grietenyen Menaldumadeel, Baarderadeel en Hennaarderadeel, geheel; doch die van Franekeradeel en Barradeel ten deele, in deezen kring beflooren zyn, en daarom Binnendykers genaamd zyn geworden. En het was, op deezen grond, dat zy zich lieten voorftaan , dat de overige Dyken van Westergo , alleen door het Buitendyks gedeelte van Franekeradeel en Barradeel, benevens Won» zeradeel, W ymbritferadeel, Hemelumer Oldephaarr en het Bilde onderhouden moesten worden. Dan de zogenaamde Buiten ■ Dykers befchouwden dit als eene groote onrechtvaardigheid, en lagen daarover, van tyd tot tyd, met de Binnendykers overhoop, tot groot nadeel der Dyk werken, welke, doorgaans, half gemaakt bleeven üggen, en dus, by eiken maatighoogen vloed water, den Buitendykeren eene zekere overftrooming voorfpelden. 's Keizers Stadhouder, Georg Schenk, deed, ten jaare 1533, wel uitfpraak over het onderhoud der Vyfdeels Dyken; doch daar over werd wederom op nieuw getwist in 1562, wanneer de Raaden van den Hove Provinciaal de uitfpraak van Schenk voor wettig en onverbreekbaar verklaar* den; maar ook dit mogt niet helpen, en door aanhoudend misverftand bleef de onderlinge toeftand nog even verward tot in 1^7°'•> wanneer, door den gedugten Allerheiligen vloed, byna alles, wat nog goed aan den Dyk was, werd gefloopt: dit gaf aanleiding, in't Voorjaar van 1571, tot een fmeekfehrift der Buitendykers aan den Hove, waarbyze verzochten: „ Dat V 3 » de Zee- 0 d vken.  Zei- PVKEN. 310 Tegenwoordige Staat „ de Stadhouder op het fpoedigst, en indien „ doenlyk van ftonden aan wilde procedeeren „ tot ontfcheiding, met 0verroeping van alle „ zulke perfoonen en Mederechters, als hy „ onpartydig zou vinden, te behooren. Indien „ nu, dit gedaan zynde, en als dan overwoogen „ de fchade en belastinge, hen te deel vallen- de, bevonden mogte worden, dat zy Re» „ mor.ftnnten, naar advenant van de andere „ deelen en Landen, niet genoegzaam waren „ bezwaart, en zy zich met geene gewigtige „ redenen konden ontfchuldigen, zoudenze, „ naar maare van hunne lasten en renten, met „ 't ander Landfchap, voor deeze reize en zon- der gevolg voor 't toekomende, zodanige „ hulpe bieden, als naar gelegenheid der,zaake, „ by de gemeene andere landen oorbaarlykst zou bevonden worden". Na eenige ver» fchillen over de wyze van pleiten, werden toen de Dyken een weinig, hoewel gebrekkig, herfteld, het welk aanleiding gaf tot eene nieuwe overftrooming in 157a, en den Stadhouder en Raaden, bewoog, om het verfchil eindelyk eens, op den voet van 't oude groot Arbitrament, reeds door Schenk in 1533 gegeeven, te beflechten, waar op, ten langen leste, eene volkomen herftelling der ganfchelyk vervallen Dykwerken volgde in 1574 en 1575. Wegens de byzondere verpligtinge tot het onderhoud en herftel der Dykwerken werd toen deeze verdeeling gemaakt, dat de zogenaamde Binnendykers, dat is, de Stad Franeker , de Grieu nyen Franekeradeel , Menaldumadeel, Baarderadeel, Hennaarderadeel en 't Dorp  van FRIESLAND. 311 Dorp Minnertsga zouden onderhouden den Zeedyk, loopende van Dykshoek toe aan Harlingen ; terwyl daarentegen de Buitendykers, met naame de Dorpen Firdgum, Tjummarum, 't Klooster Lidlum , Oosterbierum , Sixbierum , Pietersbierum , Wynaam en Almenum, alle in Barradeel; de Stad Harlingen, Midlum, Herbajum en Achlum, in Franekeradeel Buitendyks gelegen , benevens de volgende Dorpen van Wonzeradeel Kimswert, Pingjum, Wons, Zurich , Kornwerd , Engwier en Makkum , den Zeedyk, loopende van Harlingen tot aan Makkum , moesten opmaaken en onderhouden. Na de vernietiging der Spaanfche Heerfchappy hier te lande, werd reeds Staatswyze eene Inftruktie voor de beheering der Vyfdeels Dyken opgefteld in 1587; doch in 't jaar 1614 eene volledige Dyks - Inftruktie, door Graaf Willem Lodewyk en de Gedeputeerde Staaten van Friesland, in 't licht gegeeven, welke, als tot hier toe door geenerlei nadere Refolutie veranderd of herroepen zynde, nog heden kracht van wet heeft; waarom ook nog tegenwoordig haare meeste punten worden onderhouden , hoewel niet alle. Deeze Inftruktie vordert inzonderheid de volgende zaaken. Alle twee jaaren moet op den grooten Rekendag, ten overltaan van Kommisfaris of Kommisfarisfen uit het Kollegie der H. H. Gedeputeerde Staaten, een nieuwe Dykgraaf worden verkooren, by beurten uit de Binnenen Buitendykers, by meerderheid van ftemV 4 ' men, ZïE' DYKEfl.  31* Tegenwoordige Staat SÏKtK» men, en dus, als dezelve fteeken, by lootinge. Ten zelfden dage moeten, insgelyks by meerderheid van ftemmen, vier Adfesforen of Dyks Gedeputeerden, twee Blnne;; en twee Buiten, dyks, op nieuw worden verkooren , het zy met kontinuatie, het zy met veranderinge der oude leden , welke op dien zelfden dag. ten overftaan der Kommisfarisfen, den eed moeten doen. De Dykgraaf mag, in zyne kwaliteit, als Dyks-Schout, de breuken , die 'er vallen, genieten; zonder verder iets te mogen eisfehen, dan by gelegenheid van Extraordinaire vakatien, XXXVI ftuivers 's daags; mogende een Dyks-Gedeputeerde, zo hy een Edelman is, deklareeren XXX, doch zo hy een Burger of Boer is, alleen XXVI ftuivers. De Dyks - Sekretaris moet worden aangefteld, uit een drie of viertal, by meerderheid der Hemmende Volmagten benoemd, door het Dyksgerecht, en mag van zynen post niet worden beroofd, dan om gewigtige redenen , ter kennisfe der Heeren Gedeputeerden. Hy is verpligt alle Dyks-Asfignatien of Ordonnansen te fchryven voor 4 ftuivers het ftuk , en geniet nog daarenboven, tot een vast traktement, jaarlyks vyftig Kar. Guldens. In Lentemaand moet, door Kommisfarisfen uit het Kollegie, naauwkeurige Schouwing , opneeming en befteeding gefchieden van alles, wat eenige verbetering noodig heeft, en als dan 00' behoorlykë rekenfehap van 't voorige jaar worden gedaan. Doch deKoroniisiarisfen der Hee^  van FRIESLAND. 313 Heeren Gedeputeerden , niet boven de tien dagen vacerende, moeten uit 's Lands Kasfe betaald worden; terwyl dezelve, zo de vakatien daar boven loopen, voorts uit de Dyks * Kasfe, dagelyks, voor vakatie genieten zeven Kar. Guldens en tien Stvs. Omme te verhoeden (zegt de Inftruktie Art. XI) die grufame, excesJive , omrdentelyke ende onheboor* lyke kosten, die term .-als alle jaaren in de herberge zyn gevallen De eerfte Schouwdag van 't befteede Aardwerk moet gefchieden op den 14 van Bloeimaand, wanneer ieder Aanneemer voor elk gebrekkelyk perceel per gulden twee ftuivers verbeurt , ten voordeele van den Dykgraaf; mogende dezelve , op advys zyner Adfesforen, zulk een perk, tot perikel van den eerften Aanneemef, voor den dubbelen ptys doen befteeden, mids alles op den vierentvvintigften dier Maand in orde zy. De nieuw aanbefteede paalwerken moeten VQor St. Jakob geflagen zyn, op verbeurte van een' gulden voor ieder roede, en eene nieuwe befteeding op dubbele kosten des eer« ften Aanneemers. Alle Aanneemers, die op eene oneerlyke wyze met hunne perceelen te werk gaan, zyn , boven de bepaalde boeten , ftrafbair aan den lyve, naar bevinding van zaaken. Tot des te beter opzigt over de befteedingen moeten 'er twee Opzieners of Strandmeesters weezen , één voor de Binnen en één voor de Buitendyken, wier pligt het is naauwkeurig op de V 5 be2 Zeedyk e h.  Zeedyken. 314 Tegenwoordige Staat behoorlyke volbrenging der bedekken te Ietten, zonder eenige ongeoorlofde ftreeken, kollufien enz., alles by arbitraire korrektie. Het Dyksgerecht mag, na de groote befteeding, geen nieuwe werken laaten maaken, dan alleen in geval van ftorm, wanneer hetzelve magt heeft zodanige maatregels te neemen als het noodig oordeelt; doch zo de fchade zeer groot bevonden wordt, moeten eerst de Volmagten worden famengeroepen. jaarlyks moeten 'er, op de groote Rekendagen, twee Dyksontvangers aangefteld worden, één voor de Binnen- en één voor de Buitendyken, welke de vervallen gelden moeten invorderen, en de adfignatien van het Dyksgerecht, op hunne Komptooren gedaan, voldoen, alles onder eene menigte voorwaarden en voorzorgen, nader in de inftruktie gemeld. Niemand, die eenige adminiftratie van Dykszaaken heeft, vermag eenige leverantie te doen van houtwerk enz. Eindelyk, om andere zaaken van minder belang met ftilzwygen voorby te gaan, zyn alle Officieren van het Dyksgerecht, by plegtigen eede, verbonden den inhoud deezer Inftruktie te 'bezweeren, en te belooven, dat zy, zonder eenig perfoneel, familie, of tydelyk voordeel te beoogen, den inhoud deezer Inftruktie getrouwelyk zullen zoeken te volbrengen. Het is aanmerkelyk, dat deeze geheele DyksInftruktie allengskens zodanig buiten gebruik was geraakt, dat men, eenige jaaren geleeden , naauwlyks wist, waar zy te vinden Ware: zy werd toen wederom te voorfchyn ge-  van FRIESLAND, 315 gebragt door den Heere Q. de Blaauw, 1 Raad Ordinaris in den Hove van Friesland,: en door den Heer P. Camper, met eenige andere oude ftukken, onder den ticel van Re* cueil enz., in 't lichc gegeeven. Wanneer men den inhoud deezer Inftruktie vergelykt met hethedendaagschDyksbelher, ziet men ras „ dat veele zaaken eene gansch andere gedaante hebben gekreegen: en, om nu van geene verhoogde traktementen en kostbaare maaltyden te fpreeken, zo valt inzonderheid op te merken, dat men de opvolging der Dykgraaven , die, by meerderheid van ftemmen, uit de Volmagten moesten worden verkooren, tot Tour - Beurten onder de Grietslieden der onderfcheiden Grietenyen , die tot het onderhoud der Dyken betaalen moeten, heeft gemaakt, op een verfchillende beurt voor Buiten- en Binnendykers, waarby de eerfte merkelyk bevoordeeld zyn. Zie hier de Rooster volgens opgave van den Heer Camper: Hennaarderadeel. Minnertsga. Franekeradeel. I774--775- 1778-1779. . 1782-1783. 1794-1795. 1798-1799. 1802.1003. 1814- 1815. 1818-1819. 1822-1823. Menaldumadeel. Baarderadeel. 3786-1787. 1790-1791. 1806-1807. 1810-1811. 1826-1827. 1830-1831. Wegens de Vyf Deelen Binnendyks. Vervol. Zeedyken.  DÏKEtd In welke tafels, echter, verfcheiden misfla. gen moeten zyn, dewyl de jaaren 1776 en 77 , 1816 en 17 , 20 en 21 , '24 en 25, 28 en 29 zyn overgeflagen. Inmiddels zyn de toeren zodanig gefchikt, dat Franekeradeel en Barradeel eene dubbele beurt hebben, als Binnendykers, om de twaalf jaaren : te weeten de Grietman van Franekeradeel, wegens 't meerendeel zyner Grieteny, als zynde Binnendyks gelegen, en de Grietman van Barradeel wegens het Binnendykfche Dorp Minnertsga. Wonzeradeel komt voorts om de twaalf, en de overige Binnendykers, Menaldumadeel , HenBaarderadeel en Baarderadeel alleen om de twintig jaaren aan de beurt. De Dykspligtigen der Vyf Deelen betaalen hunne verfchuldigde penningen , volgens den omflag van het Dyksgerecht over de Floree» nen ; wordende deeze belasting vermeerderd of verminderd, naar maate der omftandigheden. Thans is dezelve zo groot als ooit, en de Kon- 316 Tegenwordige Staat Vervolgens: I. 2- 3. Wonzeradeel. Barradeel. Franekeradeel. 1780-1781. 1784 -785. 1788-1789, 1792 1793. 17961797- 1800-1801, 1804-1805. 1808 1809. 1812-1813. Als Buitendykers.  Mn FRIESLAND. 317 Kontributie nog daarenboven belast met zwaare Z fchulden, 't wélk gedeeltelyk is veroorzaakt» door de twee ongelukkige vloeden van 1775 en 177Ö, en voorts door de welmeenende doch ongelukkig uitgevallen poogingen om den Dyk met Steenwerken, in fteê der hooge palagie, te befchermen. Ondertusfchen hebben de Kontribuanten Binnèndyks zeer weinig te betaalen in vergelykinge der Buitendykers: want de Dyk, die tot laste der Binnendykers komt, is ten naasten by wel even lang als die der Buitendykers , doch merkelyk beter koop te onderhouden. Ook hebben de Binnendykers in hnnne omfchry vinge 24895 Floreenen, terwyl de Buitendykers even veel of meerder belastingen op maar 8000 Floreenen moeten omflaan. De landen, op welke de Huizen der Stad Harlingen gebouwd zyn, moesten weleer betaalen tot de Dyks-Kontributie voor 38^ Floreenen. Van deeze komen 15^ Floreenen tert laste der Havenisten, of die geenen, welke ten Noorden der Oude Haven woonen, terwyl de overige Floreenen over de andere Huizen, by 100tinge, verdeeld zyn. Onder deeze zyn nog heden met de Floreen last bezwaard twee Zout - Keeten , de eene van den Heer F. Tjallingii, by de Franeker Pyp, en de andere van den Heer F. Fontein, mede aldaar. Een gedeelte van den Zeedyk, aan den Zuidkant der Haven, buiten 't zogenaamde Geiteftek, wordt door de Provincie onderhouden, onder den naam van 't Koningswerk ; zynde deeze Zee- "V. dyken.  Zb2« dïk£n« 318- Tegenwoordige Staat deeze dyk weleer als een buitenwerk geweest van 't oude Harlinger Blokhuis of Koningshuis, waar van nog veele overblyffelen voor handen zyn. Ten Zuiden van Makkum loopen Wonzeradeelsdyken, meerendeels Zuidwaards, doch met eenige uithoeken, vooral by Gaast, tot digt aan Workum. Deeze Dyk is boven tonnerond, en wordt met geene rydtuigen gebruikt gelyk de kruin der Vyfdeelen; doch de rydweg is aan den binnenvoet des dyks , met eenige hekken afgeflooten , wegens de verfchillende perken, waarin de Dyk , ter beweidinge, aan byzondere perfoonen verhuurd wordt. Ook is deeze rydweg zeer gemakkelyk door den afval der Makkumer Glasblaazery, met welken zy, van tyd tot tyd, bepuind wordt. Buitenwaards is deeze Dyk volgens de gewoone wyze met zwaar paalwerk bezet, en heeft merkelyk minder te lyden, dan die der Vyfdeelen, eens. deels, dewyl de ftormen uit het W. N. Westen met een' fcherpen hoek op deeze kontributie aanloopen, en anderdeels, wegens de Makkumer Waard en verdere nabuurige zandplaaten in zee, welke den flag des waters niet weinig verminderen. Niet te min zou hier, in 1776, byna eene dykbreuk zyn voorgevallen, dewyl een gedeelte oud paalwerk, niet verre van Workum , door de traagheid der aanneemers, eerst in November wierd vernieuwd, en, geduurende den zwaaren ftorm in die maand, nog eenige roeden onbeheid lagen. Doch door den yver der Workumer Burgery, en de verdere Op-  van FRIESLAND. 310 Opgezetenen, werd het onheil nog gelukkig verhoed (§). Wel eer was in deeze Kontributie eene uit» watering in Zee , het Lands - Zyltje genaamd, doch dezelve is, eenige jaaren geleeden, digt geheid. Van de Makkumer Sluis hebben wy reeds in de befchryving van dat Vlek gefproken. Voor deezen was het de post van byzondere Dorpen , Plaatfen en Perfoonen, gelyk alomme in deeze Provincie, om voor deezen Dyk, ieder voor zyn aandeel, te zorgen. Doch in 't laatst der voorige Eeuw begreep men, dat dit, hier zo wel als elders, tot geduurige en veele onheilen gelegenheid gaf, waarom in 't jaar 1697 eene Staatsrefolutie werd gemaakt, by welke de Heeren van 't Kollegie gemagtigd werden, om tot het gemeen maaken deezer Dyken te procedeeren, 't welk, echter, toen, door 't eigenbelang van veele perfoonen, die minder dan naar behooren bezwaard waren , werd tegen gehouden tot in 't jaar 1719, wanneer de nagedachtenis vandenzwaaren vloed van 1717 nog aller oplettendheid bezig hield, en te wege bragt, dat eindelyk de Heeren van den Hove Provinciaal, door de H. Staaten, gemagtigd wierden, om de gemeenmaaking deezes Dyks te volbrengen, zo ten opzigte van het aard-, als paal- en fteenwerk; en voorts (5) Deeze Dyk heeft eene Binnenbermte van 24 of 26 voeten, en eene binnendoceering van 36 v. zynde hoog boven het Winter water 15, en de kruin 6 of 7 v. breed, terwyl de buitendoceering 54 of 55 voet bevat. Zee; dyken.  Zeedyken. jao Tegenwoordige Staat voorts om deezë geheele zaak, by wege van bemiddelingc en zonderforme van Proces, af te doen. Deeze maatregelen hadden ook het gewenschte gevolg; zynde de verdeeling der Dyk^pligtigheid over de Floreenen der verfchiüende Dorpen daarop voltrokken, en voorts zodanige maatregelen genomen, dat alles op denzelfden voet als in Oost • en West « Dongeradeel wierd gefchikt ; hebbende de Heeren Staaten de verrichtingen van den Hove, door een plegtig Staatsbefluit, genomen den *4 van Zomermaand des jaars 1719, ten vollen goed gekeurd. Tusfchen Workum en Hindeloopen ligt de aanzienlyke Polder van het Workumer Nieuwland, welks oude Dyk nög genoegzaam in ftaat is om, by eene doorbraak van den Polderdyk , de verdere overftrooming te verhinderen, gelyk gebleeken is in den geweldigen November vloed van 1776: toen werd naamelyk de geheele Nieuwlander Dyk deerlyk gehavend ; doch dezelve bezweek vooral, even ten Zuiden van 't einde der zogenaamde Workumer Zool, alwaar een gat in den Dyk brak ter wydte van ruim dertig roeden ; terwyl aan deszelfs Binnenvoet een kollc fcheurde van ruim zes vademen diep. Om deeze breuke te herftellen, wilde men eerst een' Dyk rondom deeze kolk op 't vaste Zeeftrand leggen ; doch wegens gebrek aan 't noodige hout moest men dit tot in den Nawiater uitftellen, wanneer de ZuidWestelyke Voorjaars ftormen het reeds begonnen werk vernielden, en 't Strand aldaar zodanig uitdiepten, dat de zaak onmogelyk wierd; 'er  van FRIESLAND. 321 'er viel derhalven niets te doen dan de kolk, 5 om welke men van binnen ook geen' Dyk kon £ leggen , wegens den moerigen grond, met aarde te vullen, en daar over den nieuwen Dyk te leggen; gelyk eindelyk, na 't wegneemen van verfcheiden belemmeringen, gelukte. Na dat het Nieuwland eenigen tyd onder water had geftaan , maakte het zulk eene akelige vertooning, dat de meesten het voor verlooren hielden ; vooral , wyl men onderflelde , dat hier ter plaatfe geen vruchtbaar flyk, maar alleen dor Zeezand over de ondergeloopen landen ware uitgeftort ; doch by de uitkomst bleek het tegendeel , hebbende de Zee het overftroomde land met zulk een vruchtbaar flyk voorzien, dat de overblyfzels daarvan nog tegenwoordig zeer blykbaar zyn , dewyl deeze landftreek, na 't gemelde onheil, zodanig in vruchtbaarheid heeft toegenomen, dat zy eene geheel andere Landouwe gelykt. Hoewel de Grieteny van Wymbritferadeel, geflerkt met de Steden Sneek en Ylst, op zich zeiven befchouwd niet aan zee ligt, moet dezelve, echter, een aanzienlyk fhik Dyk onderhouden , loopende van het Workumer Nieuwland, ten Oosten van Hindeloopen, tot aan de Stad, en van de Hindelooper Floreens - Dyk, aan den Westkant van de Stad, tot digt aan de Molkweerumer zyl toe(*). Deeze Dyk heeft (• ) Sedert dat, in den jaare 1719, het onderhoud van Wymbritferadeels Dyken is gemeen gemaakt, moet ieder Stad of Dorp tot ieder honderd Guldens, ten opzigte van het aardwerk, betaalen als volgt: Sneek IV. DEEL. X Zr Ei O V K E W.'  zeedyk en. Sneek . . 5 . 12 - 3 Ylst . . . 4 - 10 . 3 Oppenhuifen . 4 . 18 - 8 Uitwellingerga 3 - 17 • 11 Jutryp . . 1 - ir - 7 Hoinmerts . 6 - 6 - a Smalle-Brugge 1 - 2 - 2 Wouds-End . 2 - 13 - 7 Ypekolsga . 5-9-9 Indyk . . 2 - «5 n Heeg . - 5» - 11 - 10 Gaastmeer . 2 - 6 - IS Sandvirde . 1 - 4 - 6 Oudega . ♦ 3 • 2 - ij Idzega . . 3 - 17 - <$ Oosihcm . : - 3 - 6 Abbega . • 6 • 16 - 6 Nieuwland . 6-15-9 Ysbregtum . 6-7-5 Tirns . . 6-10-6 Scharnegoutum 6-17-10 Gojinga . 6 - 17 - 12 Offingawier . : - 2 - 2 ƒ 100 - : - : Tot de Zee-Dyks Officieren van voorf. Kontributie behooren de Dykgraaf, twee Dyk» Gedeputeerden, een Sekretaris , een Ontvanger, vyf Mindergetallen, vyf Re- 32t Tegenwoordige Staat heeft een aanmerkelyke bogt, wier Zuideinde voornaanielyk aan den flag der Noord- Weste- lyke  van FRIESLAND. 323 lyke vloeden is blootgelteld; en, echter, heeft dezelve niet veel te vreezen , indien 'er maar , wel voor aard- en paalwerk wordt gezorgd, gelyk Rekenmeesters van de Palagie, vyf Rekenmeesrers van de Aardwerken, en een Direkteur der Zeedyken. Door den Dykgraaf, de Dyks Gedeputeerden, den Sekretaris en de vyf Mindergetallen, wordt de Dyk, jaarlyks, bezigtigd, en het gebrekkige befteld, in tegenwoordigheid van tweeGekommitteerden uit ieder Dorp en Stad , welke daartoe van de Stemgerechtigde Ingezetenen worden gekommitteerd, op aanfchryvinge van den Dykgraaf , en uit welke Gekommitteerden, als dan op den Dyk tegenwoordig zynde, vyf Rekenmeesters moeten worden geftemd van de Aardwerken , het eene jaar twee buiten Dyken drie binnen Dyk, en het andere jaar drie buiten Dyk en twee binnen Dyk. De andere Zee-Dyks OrHcieren worden, voor rwee jaaren , altyd vast geftemd, door de Stemgerechtigde Ingezeetenen, met de Volmagten ten Landsdage. Alle jaaren wordt, door den Ontvanger, rekeninge ge. daan van zyn ontvang en uitgave, zo van de Aardwerken als Palagie, en dat wel dag aan dag, waarvan aanfchryvinge wordt gedaan aan de Dorprechters, om de Stemgerechtigde Ingezetenen, ingevolge't Reglement Reformatoir van wylen Zyne Doorluchtige Hoogheid, den Heere Prinfe van Orangie en Nasfau, aan te zeggen, de befoignes te komen bywoonen. En na het fluiten der Rekeningen wordt aanftondsaan de partikuliere Ontvangers aangeichreeveu, hoe veel zy op ieder Floreen, wegens de Aardwerken, moeten omflaan, of hoe veel zy ieder voor zyn Dorp moeten kontribueren , welke Somme wordt gerekend naar dat zy in 't Honderd moeten betaalen, gelyk hier voren is gemeld. Maar de Palagie wordt altyd buiten Dvks, de helft hooger op iéder Floreen omgeflagen dan binnen Dyks, en deeze omflag wordt berekend Haar dat de kosten geweest zyn. X a  Zeedtsqn. 3«4 Tegenwoordige Staat gelyk heden by ükftek gefchiedt. Daarenboven heeft nog deeze Kontributie eene aanmerkelyke lengte te befchermen' midden in Hemelumer Oldevaarts Dyken, ten Noorden en Zuiden Stavoren, dewelke, in den geweldigen watervloed van 1776, van zyn paalwerk beroofd zynde , in groot gevaar van doorbraaic was('). Va„ r*ï Var. de Workumer Hek af tot aan het Roode klif heeft men de Dyken van Wymbritferadeelen de Steden Sneel< en Ylsr, Hemelumer Oldevaart en Noord- Tusfchen deeze Dyken valt ook het Workumer iieuwland in, met eene lengte van 60c.roeden Van de Workumer Hek tot aan de blus dei Mao. is de Dvk hoog boven het binnenwater li voet 9 duim, bLen» 18 a 19 v., binnendoceering 19 a aov.. kruin i% a 9 v , buitendoceering 40 v. Van de Sluis af tot digt aan de Niéuw abds Watervan ae öiui d de jNjieuwIatids SSTaSkSk tooiS''do°cf v^den Nieuwlands Dyk £ytot aan den ouden Dyk toe is dezelve niet hooger■ dan hu de Stad Workum; maar van de zogenaamde StinkSrne aan den Oostkant van Hindefoopen, aftotStavoren Sb de Dyk hoog boven het binnenwater r 5 v., bmnenbermte 21 v., binnendoceering 46, liru,n 11' öul* ^nTnldidi van Statoren zyn Se Utingeradee.s Tnvken ter lengte van 2oo roeden tot Schar'er Heit, hoog f2f v : bknenbermte 26. binnendoceering 40, krum 10* buitendoceering 39 v. . „ Van Scharler Hek tot aan het Roode klif zyn de Dyken van Wymbritferadeel , Hemelumer Oldevaart en Eordwolde, de Steden Stavoren, Workum en HindeKendoor eikanderen, alle van dezelfde hoogte, als die vanütingeradeel, doch niet zo zwaar.  vdn FRIESLAND. 325 Van Molkweerumer zyl tot aan Stavoren, en : van daar tot aan de Polder de Wiel, loopen' Hemelumer Gldevaarts-Dyken, uitgezonderd het zo evengemelde gedeelte van Wymbritferadeel, en nog daarenboven eene zandige hoogte of duin, "het Roode Klif genaamd, 't welkeen' natuuriyken Dyk geeft tegen hetZeewater (§> Deeze CO Het Roode K'rif is eene bekende en groote zandige hoogte , tusfchen Scharl en Laaxtim, zynde bouwland, het welk by het groot Arbitrament van Schenk van den 7 April 1533, wegens de verdeelinge der Zeedyken gemaakt, tot last van geene Kontributie fchynt gebragt te zyn. En dus waren de Kontributien, aan weerskanten liggende, nier genegen zich daarmede te bezwaaren ; waarom de Ed. Mog. Heeren Gedep. Staaten, in den jaare 17Ö3 , laags het zelve voor Zee hebben doen (laan eenigé roeden palagie met een hoofd m Zee of op ftrand, zich uittïrekkende ter lengte van 10 roeden, om bet aflpoelen van de Woud Zeedyken, aan den Oostüant liggende, te beletten, en de Provincie voor overllroominge te bewaaren. Waarvan aan de Ed. Mog. Heeren Staaten kennis gegeeven zynde, hebben dezelve, by Refolutie van den 14 Maart 1764, geoordeeld, dat die kosien moesten komen ten laste van de beide Kontributien, ten Oosten en Noorden liggende , ingevolge Sententie der Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden, in dato den 10 Maart 1649; doch hebben die zaak , byprovifie, in Statu gelaaten tot den volgenden grooten Landsdag, om aan gemelde Komributie tyd te veileenen om haar belang by Hun Ed. Mog. te konnen inbrengen. Waarop de Dyksvolmagten van gemelde Kontributie eene zeer ampele Reraonfbantie aan de Ed. Mog. Heeren Staaten hebben ingeleverd, op den ordmans Landsdag van den jaare 1765, om haare ongehouden, heid tot het onderhoud van 't Roode Klif aan te toonen; doch echter zich geneegen betuigende om eeuejaanykfebe maattge Somme ter haarer bezorginae te neemen; 't welk ten gevolge had, dat de Heeren Staaten aan de Komrt- buaa- X 3 Zee;  Ze e- Dï KEN. buanten van de Oost- en Noordkant ieder toeftonden eene fomme van honderd vyftig Guld , en dus te famen 300 Kar. Guldens; ontheffende dezelve van de kosten der gedogen prJagie en des hoofds, raids dat de Kontribuanten voor altoos op zich namen het onderhoud van het Roode Klif; en bier mede hebben de Kontribuanten zich vergenoegd, en is dus deeze zaak, by Refolutie van den 14 Maart 1765, uit den weg geruimd. Maar over de verdeelinge, en het al of niet wegneemen van het gedagen hoofd, ontllond, in den jaare 1766, verfchil, tusfchen de Heeren Jr. S. G J. van Bunnania Rengcrs, als Dykgraaf van Wymbritferadeels cum aunexis Kontributie Zeedyken, en Mr. E. W. van Wydenbrug, Dykgraaf van Hemelumer Oldevaarts Kontributie enz., ter eenre, en Jr. S. H. R. van Eyfinga, Dykgraaf van de Kontributie der zeven Grietenyen en Stad Sloten, te andere zyde; doch partyen vonden goed, ter voorkominge van langduurige pleitgedingen, hunne verfchiilen te ftellen ter uitfpraake en bedisfinge van den Wel Ed Gcb. Heere Jeifo vanSminia, Sekretaris der Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, en is ingevolge zyner Uitfpraake de fcheiding bepaald, en het hoofd gebleeven in het deel der Kontributie van Wymbritferadeel en Hemelumer Oldevaart enz. en, tot vermydinge van ver» dcre oneenigheden, een fteenen paal gezet boven op het-Klif, tot een altoosduurend gedenkteken van deeze gemaakte verzoeninge. 326 Tegenwoordige Staat Deeze geheele Kontributie bevat ongeveer 2000 Dyksroeden lengte, en heelt, over't algemeen, eene groote diepte voor zich, doch de ftrekking is verfchillende: want dat gedeelte, het welk Benoorden Stavoren, ongeveer Zuid - West aanloopt, heeft den Nood Westen wind uit de eerfte hand, en dus, by zwaare ftormen, veel te lyden; t< rwyl het Zuidelyke deel, meerendeels, genoegzaam Zuid-Oost aanioopende , alleen een laager wal heeft met een' Zuid- Westen wind ; doch met een Noord - Westelyken ftorm een'  van FRIESLAND. %*7 een' voorby fchietenden droom en dos minder gevaar. Ruiven de Stads Sluizen , reeds voorbeen Zee- o ïeeb» gemeld, ligt hierin den Zeedyk een Lands Sluis by Molkweerum: weleer was"deeze Sluis geheel van hout; doch dezelve is, eenige jaaren geleedcn, met een fteenen boog, vleugels enz. nieuw opgemetfeld. In den hoek, tusfchen Hemelumer Oldevaart en Gaasterland, ligt de kleine Polder, de Wiel genaamd, welke haar eigen bellier heeft. Inde beide vloeden van 1775 en 1776 is-deeze Polder, niettegenftaande zy, als geheel tegen het Zuid - Oosten gelegen zynde, toeneen Opperwal had , ondergeloopen, 'en in 1776 zelfs met overflroominge van een groot deel der nabuurige landen. iJe hier aan volgende Grieteny van Gaasterland heefc, van de Wiel af tot aan het Zandvoorder Hoofd , geene Zeedyken , dewyl de hooge zandige grond, zelfs by de hoogfte vloeden', nooit onder water kan loopen. Van het Zandvoorder Hoofd tot aan Steen 13, ten Zuid - Oosten van de Lemmer , loopen de ' Woud-Dyken, die gezamentlyk door de Grietenyeh der Zevenwouden en de Stad Sloten onderhouden moeten worden, Deeze Dyken hebben de lengte van ruim twee duizend en zeven honderd roeden, en loopen vooreerst tot aan Teeke zyl Noord- Oostwaards, van daar ZuidOostwaards, en voorts vlak naar 't Zuiden, tot dat de Dyk, wederom plotfclyk Noord Oostwaards loopende, een' fcherpen en in Zee uitfteekenden hoek maakt, de Lemfternoek geX 4 naamd,  Zef- DYttE N. (*) De Zeedyken van de Kontributie der zeven Grietenyen en Stad Sloten, doorgaans de Woud Dyken genaamd, beginnen van het Roode Klif, en rcrekken zich uit tot aan Venhuizen, en dus tot aan de Provincie van Overysfel toe. Van het Roode Klif naar Laaxum is de Dyk boven het binnenwater hoog 13 v. binnendoceering 26 , de kruin n , de buitendoceering 80 v. en op het einde van Laaxum is de kruin boven een zeer vlak Strand hoog 10 v. 6 d. De Wieldyk is hoog boven den binnenkant der paaien 8 v. 8 d , Hieraan volgen de hooge Bouwlanden en t Mirnler Klit, en daaraan de Zutdvenfter Dyken, hoog boven het benedenfte deel der doceeringe 14 v. de_ buitendoceeriig 6.\ v. de kruin breed 6 v. de binnendo- ceering 13. „ De 3ü8 Tegenwoordige Staat naaind , welke voor zeer gevaarlyk wordt gehouden; gelyk ook vooral plaats had, toen men hier de geduchte plaag der Zee wormen het eerst gevoelde, waarom dan ook deeze geheele Uithoek, in 1734, tot eene aanmerkelyke lengte isafgedykt, door een'Slaperdyk, loopende van Donjegaster kolk tot aan Reen kolk. Voorts loopr de Dyk meest Oostwaards naar de Lemmer , en ten Oosten van het Vlek eerst NoordOost , en dan, met eene groote bogt, byna Zuidwaards tot aan Steen 13, alwaar men komt aan een verlaaten Dyk en Veld, in het jaar 1701 ondergeloopen: doch by Steen 13 draait een nieuwe Binnendyk, in 1702 aangelegd, eerst Oost - Zuid - Oostwaards, en voorts met eenige bogten naar Slykenburg , alwaar zich deeze Binnen - Zeedyk met de Linde-Dyken vereenigt, en aan deezen kant een einde maakt aan 's Lands Zeewerken ( *). Deeze  van FRIESLAND. 329 Deeze Dyken, meerendeels, gedekt voor de woede der ftormen uit het Noord-Westen, en ook. m-ootendeels. met Voorland voorzien, Zee- hebben oneindig minder dan die der Vyf Deelen enz. te lyden. Midlerwyl vindt men in dezelve nog al verfcheiden kolken, als zo veele gedenktekenen van oude overfrroomingen, en van den flegten toeiland, waarin het Dyks* weezen zich hier te lande voormaals bevonden heeft. behalven de Lemfterzyl, vindt men in deeze Kontributie ook nog de Taeke - en Oude Schooterzyl; doch daar wy reeds voorheen eene befchryving van deeze drie Zylen hebben gegeeven ( § ), zal het genoeg zyn den Leezer te erinneren, riat niet de Kontributie maar 's Lands Staa- De Hoitebuurtïer Dyken, daaraan fluitende, zyn ten laste van partikulieren, gelyk ook de daaraan (trekkende Koren - Dyken. De Dyk van daar totTaïkezyl, en zo naar Leinfter. hoek, is hoog boven het water in Zee v. buitendoceering 75, breedte der kruin 9, de binnendoceering 28 Van Lemfterhoek tot de Lemmer kapwetk van Steen, hoog boven het Mayveld 11 v. de kruin breed 'io v. de binnen- en buitendoceering 40 v. Van de Lemmer af hoog boven het Mayveld of binnenwater 1 r v. 10 d binnendoceering 28 , breedte der kruin 9 , buitendoceering 32 v. met eene bermte tot aan de kistpaal. De Nieuwe Dyk , 1702 gelegd, nevens de Kooi , hoog boven 't Mayveld 11 v. de binnendoceering 22, de kruin breed 7 v. de buitendoceering 40 v. tot aan Slykenburg toe. ( §) I D. der Befchr. van Friesl. bl. 98 en 99? X 5  Znfe- 33° Tegenwoordige Staat Staaten voor derzelver onderhoud zorgen. H*£ heeft, echter, geene kleine moeite gekost om in deeze Kontributie eene heilzaame gemeenmaaking der Dykwerken tot ftand te brengen. Reeds op den 12 van Grasmaand 1704, werd het Hof Provinciaal, door de Heeren Staaten, gemagtigd , om, by wege van bemiddeünge, uitfpraak te doen over de gefchillen , die, federt langen tyd, tusfchen de dykspligiige Grietenyen hadden plaats gehad; doch te vergeefs: want de Volmegten van Schooterland en Gaasterland verklaarden in deeze gemeenmaaking niet te willen treeden, en dus ook in de bemiddeling van den Hove niet te zullen berusten, 't welk ten gevolge had dat de zaak eenige jaaren fteeken bleel;' doch eindelyk bragten de Heeren van den Hove de zaak in orde, ten jaare 1709* na cat zy daar toe op nieuw, door den Souverein, warengelastigd, by eene fterke Refolutie, volgens welke, met overroepinge van partyen, en na onderzoek der zweevende verfchiilen, de begrooting der refpektive quota zou worden gefchikt de plano en zonder eenige forme van Proces, met bevel aan de Ingezetenen der WoudGrietenyen om de Refolutie van hunne Ed. Mogenden, zondereenigentegenfland, te gehoorzaamen ; zich te onderwerpen aan de fchikkingen van den Hove Provinciaal, en in de daar op vallende -ententien te berusten; onder bedreiginge, dat door H. Ed. Mog., in gevalle van orwilligheid, zodanige Refolutien zouden worden genomen, als ltrekken konden om hen met geweld tc doen gehoorzaamen. Zo ras dit Plakaat te voorfchyn kwam, ont«  van FRIESLAND. 331' ontving het Hof Deduktien , Kontra - Deduktien enz. van de belang hebbende partyen, en Zee- DYKüJtr.' liet alles, doorkundige Landmeeters, naauwkeuriglyk nameeten ; waarop eindelyk , op den 26 van Wynmaand 1709 , deeze uitfpraak volgde, dat de Vyf Grietenyen, tot ieder honderd guldens, welke men tot onderhoud van den Dyk zou moeten opbrengen , in de volgende proportie zouden betaalen. Doniawerftal 41 - 3 - 6% Haskerland 10 - 10 - 2j Lemfterland 22 - 14 - it£ Schooterlnnd 14 - 5 - 15^ Gaasterland 11 - 5 - 12I Somma ƒ 100 - : - : Voorts werd aan Opfterland , /Engwirden en de Stad Sloten, die buiten deeze gemeenfchap gefield zyn, volgens Refolutie van den 12 van Grasmaand van 1704 , toegedaan , om voortaan zelve hunne aandeelen van Dyk« werken aan te befteeden, zo dat buiten deeze proportie bleeven alle Dykwerken, tot welker onderhoud voornoemde twee Grietenyen en --tad , volgens oude konventien, verpligt waren; blyvende ook onverkort der vyf Grietenyen recht tot de oude Kontributie - Dyken by T^ekezyl en van den Wieldyk Westwaards , om dien aangaande met iEngwirden , Opfterland en Sloten zodanige hulp en onderftand te vorderen,  Zee; dt ken. 333 , Tegenwoordige Staat ren, als dezelve, naar evenredigheid van hun aandeel, van ouds hadden gedraagen. Intusfchen waren alle partyen niet even zeer voldaan over de gemaakte fchikking , waarom 'er ras Remonftrantien van Doniawerftal, Schoo • terland en Gaasterland voor den dag kwamen, met verzoek van nader Revis of andere Rechts«effening, (trekkende tot vermindering hunner quoten in den opbreng der penningen ; doch hier op kwam nihil. Deeze groote zwaarigheid weggeruimd zynde, volgde 'er, in 1719, eene Dyks - Inftruktie voor het Dyksgerechte der zeven Grietenyen en Stad Sloten, van welke, als eenige byzonderheden bevattende , wy hier een_ kort uittrekfel zullen geeven. Alle drie jaaren wordt daar een nieuwe Dykgraaf verkooren, by meerderheid van ftemmen a door de Volmagten. Deeze bepaalt de tyden der gewoone en buitengewoone byeenkomften, na dat men vooraf een' provifioneelen overflag gemaakt heeft van de aanftaande belteedingen der aard - en paalwerken. De meerderheid der ftemmende Volmagten kan, gelyk elders, zodanige veranderingen in de bellekken maaken , als zy goed vindt. Blyft 'er iets te doen 't we k van geen groot gewigt is, zo kan de Dyk' graaf , met het Dyksgerechte en twee Volmagten , die ten dien einde uit twee verfchil' lende Grietenyen, jaarlyks, by het Dyksgerecht 1 worden gevoegd, zulks afdoen, doch liefst altoos by belleedinge. In Herfstmaand worden, jaarlyks, door den Dykgraaf, de Volmagten befchreeven, tot het  van FRIESLAND. 333 opneemen der in 't Voorjaar aanbefleede en opgemaakte Werken; wanneer ook de nalaatigèn worden geftraft, en de boeten gegeeven aan de Kasfe der Kontributie , zonder dat de Dykgraaf of Dyks - Gedeputeerden daar van iets mogen trekken. In 't laatst van Slagtmaand houdt men den algemeenen Rekendag, ten overltaan der Ontvangers van de zeven Grietenyen en Stad Sloten, aan welken dan de overflag der vereischte penningen wordt ter hand gefield. De Dyks - Sekretaris geeft aan de Aannee' mers de Ordonnantiën tot betaaling, na datzy, door 't Dyksgerechte, zyn vertekend, welke de Ontvanger moet voldoen, met geld of adfignatien op de Ontvangers der Grietenyen of Stad; verder moet hy de Ordonnantiën ge. munieerd inwisfelen, en daarvan blyk toonen, met overgave van een' Staat, waar uit blykt, welke adflgnatien hy op ieder Grieteny , of de Stad, en aan wien hy dezelve heeft uitgegeeven. Op den avond der uitfleekinge wordt dezelve vertoond, en dan moeten ook de Volmagten aanwyzen, dat hunne Grietenyen en Stad haare omflagen en adiignatien of geld behoorlyk hebben voldaan; kunnende zulks blyken uit uitgetrokkene en gekwiteerde adfignatien', door den Ontvanger Generaal der Kontributie gegeeven , welke zy, voor dien tyd, onder recipis moeten ligten, ten zyze verkiezen geboet te worden. Jaarlyks zyn in deeze Kontributie vier aL gemeene Vergaderdagen, op welke ieder Volmagt telkens tien guldens geniet. Voorts heeft Zee. dyken.  334 Tegenwoordige Staat Zee- ïïkem. heeft de Dykgraaf, jaarlyks, eene wedde van twaalfhonderd guldens, en nog twee honderd guldens voor zyne verceeringen, zonder verder iecs te mogen deklareeren. . Geen Dykgraaf, Dyks - Gedeputeerde, of Sekretaris , mag te gelyk het Ampt van Volmagt bekleeden: ook mag niemand twee van de genoemde posten teffens bedienen. De drie Dyks Gedeputeerden worden jaarlyks verkooren, op voordel der Volmagten van Doniawerftal , Gaasterland en Lemfterland , en by verfterf van eenen derzelver, of andere omftandigheden , 't zy binnen tyds, of op de gewoone Vergaderdagen, moet, door de Volmagten der vakante Grietenyen, een nieuw Gedeputeerde worden aangefteld. Jaar-' lyks genieten de Gedeputeerden eene wedde van twee honderd guldens, en nog daarenboven , voor ieder gewoone Vergadering, tien guldens, mids zy naauwkeurig op het bepaalde uur verfchynen. Dewyl, van tyd tot tyd, aan den Zeekant aanzienlyke Polders zyn ingedykt, heeft men voor veele daarvan ook nieuwe Reglementen moeten maaken, meerendeels gefchikt naar die voor de Holvverder en Ternaarder Polders, by Inftruktie van den 8 van Wynmaand 1721. De Dykgraaf en Dyks - Gedeputeerden deezer Polders moeten altoos op de refpektive Dorpen woonen, en worden, jaarlyks, omtrent het begin van Grasmaand , by meerderheid, door de Stemgerechtigden, verkooren; wordende ieder tien Pondemaaten los land in de Polder voor eene Stem gerekend. Op den dag  wn FRIESLAND. -335 dag der ftemminge, van welken de Dykgraaf vooraf den belanghebbenden kennis moet geeven , gefchiedt insgelyks de jaarlykfche verrekening der Dykwerken,' wanneer alle Eigenaars , of derzelver Meyérs, by hunne afweezigheid, gerechtigd zyn om gezamentlyk te raadpleegen over alles, wat tot herftel of verbetering dér Dyken dienen kan. Jaarlyks moeten de Dy£graaven viermaal Schouwing houden op vast bepaalde dagen; moetende' de Dykspligtigert de hun aanbevolen Werken tusfchen de twee eerfte Schouwdagen voltooien; ten welken einde de Schouwdagen acht dagen vooraf worden bekend gemaakt, op dat zy, of hunne gelastigden, zich als dan op hunne perceelen kunnen vertoonen , om de noodige aanwyzingen te ontvangen. Doch de Werken der nalaatigen worden, door den Dykgraaf en Gedeputeerden, op derzelver kosten befteed; te weeten eerst op enkele , en zo de Aanneemers hunnen pligt ook dan niet naar behooren volbragt hebben, op dubbele kosten der nalaatigen. Het is niemand geoorlofd, gaten of kuilen voor eens anders Dyk te maaken; ook mag men niet meer of minder zooden affteeken, dan noodig is. Wanneer 'er een gat fpoelt van vier roeden of minder, tot het welk meer dan één Eigenaar moet kontribueeren, zo moeten de leden van het Dyksgerecht den Eigenaaren beveelen, om her ingefpoelde te herftellen. Doch indien 'er een wiel of kolk fpoelt, zo wordt dezelve op gemeene kosten der polder opgemaakt , mids de naastgelegen Eigenaar de vereischte materiaalen levere, benevens bier voor Zee- d ïkek.  Zee- t» X K E N« '336 Tegenwoordige Staat voor de arbeiders, terwyl de nalaatigen door het Dyksgerecht worden geftraft. Indien 'er geen aarde, uit de daar nevens liggende landen, tot hetDykwerk te bekomen is, moet het Dyksgerecht aanwyzing doen, om de aarde en zooden uit verder afgelegen landen te haaien, mids betaalende voor den eerften fteek elf, voor den tweeden vyfdehalf en voor den derden en laatften, vierdehalve ftuiver.  TEGENWOORDIGE STAAT VERBENIGDE NEDERLANDEN; ZESTIENDE DEELS FRIESLAND. Tc AMSTERDAM, LEIDEN, DO KV. en MA7KLISGEN, By P. Schouten, J. de Gpoot, G. Warnars, S. en J. Lucbtmans, A. en P. Blusse', en V. van der Plaats. M D C C L X X X I X. Met Privilegie. DER TWEEDE STUK. Bevattende hst Slot der Befchryvinge van   V E R V O L G VAN DEN TEGENWOORDIGEN STAAT VAN FRIESLAND. DERDE HOOFDSTUK. De Geldmiddelen, Vy armeer men den rykdom, grootte en bloeienden toeftand van de onderfcheiden Provinciën der Vereenigde Nederlanden met eikanderen vergelvkt, en teffens overweest. GeibJ M ID DE* LEN, noe veel van de meeste zaaken in Friesland meer aan den Lande betaald moet worden, dan in de overige Gewesten, zo heeft men reden om zich te verwonderen , dat deeze Provincie, geduurende zo lang eene reeks van jaaren , dus gedrukt heeft kunnen worden, zonder geheel verlooren te gaan. Om dit gewigtig ftuk naar waarheid voor te draagen , hebben wy dienftig geoordeeld hier een naauwkeurig bericht aangaande al* le de belastingen, die in Friesland voldaan moeten worden, te laaten volgen, om daar door aan ie wyzen, hoe veel 'er van ieder gulden verteeringe of inkomften aan den IV. deel. Y Lande  Gblb- KID9E' 33& Tegenwoordige Staat Lande betaald moet worden, en teffens de billvkheid der redenen te verwonen , waarom de Ed. Mog. Heeren Staaten deezer Provincie reeds geduurende zeer veele jaaren, om vermindering in de Quota der Provincie ter Generaliteit hebben verzocht, en aangehou- De aanzienlykfte, en den Lande het groof fte vootdeel aanbrengende belasting der yastighedenisde zogenaamde Floreen-Rente, die van de Saxifche tyden herkomftig is, en nog beden wordt ingevorderd. Toen Hertog Albert en zyn Zoon Hendrik hier het gebied voerden, fchynt 'er geene bepaalde Lands- Schatting plaats gehad te hebben; zynde toen de lasten, veel al, op eene willekeurige wyze, door de voornoemde Vorften , ingevorderd, t geen de ongelukkige Belegering van veele andere rampen ten gevolge had. Hertog Ceorg van Saxen begreep dit beter, en bragt de belasting op de Landeryen op een vasten voet, gaande daar in dus te werk: hy het zich een naauwkeurig bericht geeven, hoe veel ieder plaats of Huk los Land aan Floreenen, of guldens van achtentwintig ftuivers het ftuK, kol opbrengen, en bepaalde ,dat daar- van iaarlvks , twee , drie , vier of vyf l™vers» Teer of min, naar 's Lands omftanjgheden betaald zouden worden. Na de Saxifche tyden isdeezebelasting, vantydtot tyd, vermeerderd en, in vergelykingemet de eerfte inftelhnge, co eene buitenfpoorige hoogte geklommen: wan 2ar de belasting, by de eerfte «hnge maar Srtien duizend negen honderd en eenenvyf-  van FRIESLAND. 339 tig Floreenen ol Goudguldens bedroeg, rekent men, dat thans, jaarlyks, wegens deeze belastinge, aan den Lande moeten worden opgebragt _*o mii/Wic 7vnr!p Hpeze zwaare be- Ge te M 1DD£* LEK. 7OÖ, 227 gUlUCUS. t/Jflluw w.w*v lasting allengskens van eenige weinige ftuivers op de Floreen of Goudguld. gefteegen tot twee Dukatons op denzelven, tot welke eene hoogte dezelve nu reeds langer dan 70 jaaren is betaald geworden, zonder eenige remïsfie, zo als voor deezen wel plag te gebeuren. Doch dit is nog niet alles, de noodwendige belastingen tot onderhoud der Zeedyken vorderen daarenboven van 's Lands Inwooners,door eikanderen genomen, jaarlyks, ƒ 140,000. Zo dat hier mede de Floreen belasting nog moet worden vergroot. Ondertusfchen komen deeze laatfte gelden meeren» deels tot laste der naast aan Zee gelegen Grietenyen ,waar door, in fommigen van dezelve, drie of meer guldens meer voor ieder Floreen moeten worden betaald, dan wel in andere. Ook is de belasting der Floreenen , op on» derfcheiden plaatfen der Provincie, niet volkomen gelykmaatig , naar dien de zulken , die den Hertog het meest vreesden, of driftige Voorftanders zyner Regeeringe waren , meer Goudguldens aangaven , dan wel anderen. Nog heden ten dage is de hier door ontftaane ongelyke voet der belastinge, op fommige piaat« fen , zeer zigtbaar. Dewyl, naar maate dat eene belasting zwaarder valt, ook,doorgaans, meervonden gezocht worden om dezelve te ontvvyken, zynde Heeren Staaten deezer Provincie meermaalen in de noodzaakelykheid gekomen om nieuwe Reglementen Y a op  Geid- M ID DE •340 Tegenwoordige Staat op de invordering der Floreen-Rente te maaken. Dus kwam hier , ten dien einde, een Plakaat, op den 5 Maart 1722, te voorfchyn, in 't welk H. Ed. Mog. acht geevende op de menigvuldige klagten van de Schryvers der Kompagnien (voor 't jaar 1748 werden naamelyk de byzondere Ontvangers aan de Schry. vers der Kompagnien geasfigneerd, om uit de gelden der Floreen -Renten de Officieren en Soldaaten te betaalen; doch deeze Schryvers thans afgefchaft zynde heeft zulks nu geen plaats meer) wegens de achterlyke betaaling der adfignatien, die aan hun, in voldoeninge hunner Ordonnantiën, werden gegeeven, noodig vonden een geheel redres ten opzigte van de invorderinge deezer belascinge te maaken, en dus beflooten: „ Zo is 't, dat wy na ferieufe „ deliberatie hebben goedgevonden en ver„ ftaan, dat tot remedié'ering der abuifen, van „ tyd tot tyd ingekroopen in de invordering „ en betaaling der Floreen-Renthe, het bes„ te en meest contribueerende middel voor „ deeze Provincie, en tot voorkooming van „ de differenten tusfchen Ontvangers, Eige„ naars, Meyers , en Schryvers, zullen wor« „ den gearresteerd en vastgefteld, gelyk ge„ arresteerd en vastgefteld worden by deezen „ navolgende Artikulen en Orders daar inne „ vervat. zullende dienen tot een Reglement, „ waar na elk en een iegelyk dien 't aangaan „ mag, zich zal hebben te reguleeren". I. Dat de omflag en invorderinge van de Horen renthe by continuatie, gelyk van oudts is gefchiedt, zal moeten worden gedaan van twee  van FRIESLAND. 341 twee maanden tot twee maanden; doch terwyl zulks in zommige diftri&en , zedert langen tydt herwaarts , niet is geobferveert, wordt aan de Grietenyen en Steden, in welke tot noch Geld- JHDDfi LEB. toe een andere voet is gehouden, de vryheyt gelaten, om de omflag eenigen tydt later te doen; doch ten uyterften niet later, als van half jaar tot half jaar; beginnende het eerfte halfjaar met de maanden Maart, April, May, Juny, July en Augufti. H. Dat de Schryvers , wordende geaffigneert op een van de drie dubbelde maanden van het eerite half jaar, dezelve ook uyt de voorft: drie dubbelde maanden, het zy met' geldt of met reften, (invoegen als nader zal worden bepaalt) zullen moeten worden be-, taalt: En dat zulks mede, op dezelve maniere , zal plaatze hebben in de drie dubbelde maanden van het tweede half jaar, zonder het eerfte en tweede half jaar onder malkanderen te vermengen. III. Dat de particuliere of dorps - Ontvangers gehouden zullen zyn, om binnen de drie maanden, na de verfchyndag van de laatfte dubbelde maandt in yder half jaar, aan de generale Ontvangers over te brengen haare oritfangene penningen, of reften; doch ten oplicht van de laatfte op yder reft-cedul fchriftelyke verklaringe te paffteren , dat zy behoorlyke aanmaninge aan de debiteuren hebben gedaan. IV. Dat na zulks de generale Ontvangers verpligt zullen zyn, om insgelyks binnen de drie maanden de aan haar overgegeevene reften Y 3 %  Geldmiddelen. 342 Tegenwoordige Staat in te vorderen, of ten minften binnen voorfchreeven tydt te doen een fommatie door den Executeur. V. Dat na expiratie van de voorfchreeven eerfte drie maanden, in 't 3 artikel gemeldt, de generale Ontvangers niet zullen behoeven aan te neemen eenige reften van de dorps Ontvangers, ten zymet verklaringe, artikel 3 gemeldt, by gebreeke dies zullen de fodanige reften verblyven tot lafte van de dorps • Ontvangers, en die gehouden zyn dezelve met geldt aan de generale Ontvangers uyt haar eygen beurs te fuppleeren. VI. Dat na verloop van de tweede drie maanden, in 't 4 artikel gcdagt, de Scbry. vers , of de Deurwaarders by dezelve wordende gebruikt, niet zullen behoeven aan te nemen eenige reften van generale Ontvangers, in betalinge lmrer affignatien, als waar by ftaat uytgedrukt , dat , in conformité van voorfz: 4 artikel, de fommatie by den Executeur effective is verricht, by poene, dat die verklaringe manquerende, zodanige reften met geldt door haar zullen moeten worden gevalideert. VII. Dat voorts de Schryvers, op de termyn hier vooren gedagt, eenige reften hebbende ontfangen, verpligt zullen zyn dezelve in te vorderen binnen de tydt van drie maanden, en alzo binnen het derde vierendeel jaars, na de verfchyndag van yeder half jaar fchattinge ; eer ft van de meyers en (van dezelve, by executie te doen, volgens de inftiuftie van de Deurwaarders, niet kunnende bekomen) alsdan van  van FRIESLAND. 343 van de Eygenaars, het zy door minnelyke aanmaninge, het zy met middelen van execu tie : En dat de Schryvers, zulks verzuymen- Gei.»" MI DBB» de, dezelve reften voor haar pnve credit zuilen moeten behouden, op dat alzo de eygenaars zich niet kunnen beklagen, dat zy aangefproken worden om betalinge van dat geene, 't welke tot lafte van haare meyers moefte kor men. VIII. Dat by aldien een particuliere of generale Ontfanger, of Schryver zyn debiteur, het zy meyer of eygenaar, op fpeciaal fchriftelyk verzoek, door particulier credit eenige langer tydt heeft vergunt, hy daar door wel zyn recht van parate executie tegens gedagte debiteur niet zal verliezen, maar dat echter by wanbetalinge, geen vergoedinge van zodanige gecrediteerde rellen van het Landt zal kunnen worden geprcctendeert. IX. Dat de Deurwaarders in alles pundmë. lyk zullen hebben te volgen haare inftruftie , op den 23 Maart 1674, by Haar Ed: Mog; gearrefteert, voor zo verre by dit reglement niet mochte wezen verandert. X. Dat de tydt van twee vierendeels jaars, na de verfchyndag van yeder half jaar fchattinge, dewelke hier vooren aan de particuliere en generale Ontfangers refpective zyn gegeeven , verftreken zynde, de Deurwaarders na verloop van de 10 dagen na de eerfte fommatie, aan de Ontfanger generaal van Grietenye of Stadt gedaan, geen reften, maar alleenlyk geldt zullen behoeven aan te nemen. ' Y4 XL Das  344 Tegenwoordige Staat Geld. mibde- tf.H. XI. Dat de Deurwaarders zodanige reften, als by hen binnen de 10 dagen na de gedane fommatie worden ontfangen , binnen drie jnauiiueii caar aan volgende , zullen moeten invorderen, of met genoegzame aéte van de. voir (zo omtrent meyer als eygenaar aangewent) weder overgeeven aan de Schryvers, by gebreeke. dies, zal de Deurwaarder zodanige reften uyt zyn eygen beurs , aan de Schryver In gereed geldt moeten gocdtdoen. XII. Dat nademaal de natuur der landeryen, en het onvermogen van de Ingezetenen in verfcheyde contreyen dezer Provincie niet toelaat, dat de invorderinge en betalinge van de floreen zo prompt gefchiede , als wel in andere gedeeltcns; van den voet in voorige artikelen gearrcfleert, zullen wezen geëxi meert de Grietenyen Wymbritferadeel buyten-dyks, Hemelummer Oldephaart; in Uittingeradéel de dorpen, Tercaple , Terhorne , en Akraaryp; Engwirden, Donjawerftal , Haskerlandt, Lemfterlandt, Gaafterlandt ; de wefterfche dorpen in Schoterlandt, met namen Delilrahuyzen, Roohel, Gaaft, Rofterhaule, St.Jansga , Rottum: In Weft. Stellingwerf de Dorpen Olde- en Nye Lamer, Olde- enNyeTryne, Olde - en Nye Holtwolde; De Steden Stavoren, Workum, Siooten , Yift, Hindelopen; En eyndelyk de Grietenye Collumerlandt, en het nieuwe Bilde voor de tydt van drie jaaren, zullende de exemptie van voorfchreeven twee Grietenyen beginnen met de maanden Maart ,  tan FRIESLAND. 345 Maart, April 1722. en vervolgens eyndigen' met January, February 1725. Ten opzigte van alle welke voorengemelde Grietenyen, Dorpen, en Steden, den omflag Zal hlvi/pn crprPöiilpprr . 7n nlo nrrïb-pl t ia Geld. midde. l£w. ^ „„;„.0rof7ï.p>r^pn . in zoaamnen cevai een hu- 346 Tegenwoordige Staat dien, zullen moeten betalen, en de Grfetslieden verplicht zyn , om ten verzoeke van de „^„.^ffiw^ri . in zodanifjren eeval een no- geinterelleerden , m zoaamgen gcvai cc» uudige uitfchryvinge, als van oudts te doen; zullende die geinterefïèerden, by nalatigheyt dies, zich ten dien eynde hebben te adrefïèeren aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden, om dien te neffens ordonnantie tegens zodanigen Grietman te bekomen. XV. Dat van gelyken de Magiftraten in de Steden zuilen inftaan voor de wanbetalinge van haare ontfangers. _ XVI. Dat by aldien yemant is bezitter van floreen-pligtige landeryen, dewelke met fideicommis zyn befwaart, en de bezitter die landen zelve in gebruyk hebbende, in gebreke blyft om de floreen op voorfz. landen leggende, op haare behoorlyke tydt te betalen: Ende hy behalven zulke fidei .commiflaire landeryen ceen andere landen, of goederen in eygendom heeft, waar uyt de betalinge kan worden gevonden, in zulken gevalle het Gerechte van de plaatze, alwaar zodanige landen leggen , zal wezen geauthorifeert, ook verpligt, om op verzoek en aangeevinge van den Ontfanger, ofSchryver, die landen in beflag te neemen, en publyk te laaten verhuuren, de huuren te innen, en uyt de penningen, daar van proveniëerende, de achterflallige floreen te betalen, en het overige geldt aan den eygenaar te reflituëeren. , , XVII. Dat wanneer eenige landen vry van floseen worden verhuurt, zo dat den eygenaar dezelve tot zyn lafte houdt, echter de bruyker, U3  van FRIESLAND. 34? in zulken gevalle, geen huur aan de eygenaar zal mogen betaalen, voor en aleer hy bruyker de volle floreen, op die landen leggende, Geld» m i d d li* l en. heeft voldaan, by poene, dat hy, niet tegen ftaande de volle huur mochte hebben betaalt, echter aanfprakelyk zal zyn voor de floreen, en dezelve van hem worden gevordert. XVIil. Dat , nademaal hier voren in 't X. artikel is geordonneert, dat de omflag van de floreen ten langden zal mogen gefchieden van half jaar tot half jaar; aan de pardculicre Ontfangers de vryheyt wordt gelaaten, om haare reilen ook voor de omflag van drie dubbelde maanden te mogen overgeven; en dat r by aldien die termyn is geoblèrveert geworden, in cas van wanbetaiinge van de meyers, de eygenaars aanfprakelyk zullen wezen voor de achterftallige floreen van de voorfz. drie omHagen , zonder wyders. XiX. Dat de particuliere Ontfangers zullen gehouden zyn, om binnen vier weken na den verfchyndag van veder dubbelde maandt, of half jaar refpedive, invoegen als de omflag verfcheydentlyk wordt gedaan , de rellen van de infolvent verklaarde perzonen, aan de generale Ontfangers over te geeven , en die weder aanftonts daar na aan de Schryvers, 't zy tot volle betalinge, het zy in verminderinge haarer asfignatien. XX. Eyndelyk, wat aangaat de genaamde dubieufe rellen van de reëele en perfoneele goedfehattinge, dewelke jaarlyks door den Ontfanger Andringa aan de Schryvers, in betalinge hunner aflignatien worden overgegee- ven,  Geld- mi d de» lek. 348 Tegenwoordige Staat ven , dien te neffens wordt mits dezen ^ geor* donneert en geftatueert, in conformité van onze Refolutie van den 24 Augufti 1689. dat de generale Collefteurs van de reële en perfoneele goedfchattinge in de Grietenyen en Steden, de reften van voorfz. goedfchattinge , die aan haar door de particuliere Colleétturs in betalinge worden gegeeven , zullen moeten overleeveren aan de Executeur van de Gnetenye of Stadt, welke Executeurs gehouden zullen wezen, om de overgeieeverde reften in te vorderen, de gebreekige met executie te conftringeeren , en vervolgens de ontfangene penningen te betalen aan de generale Collecteurs, binnen de tydt van zes weeken na den ontfang van voorfz. reften, by gebreke dies, zullen zy Executeurs dezelve reften uyt haar eygen beurs moeten betaalen. Doch by aldien gemelde Executeur mochte bevinden, dat de perzonen , of eenige van dien, tot wiens lafte het reft-cedul legt, met in ftaat mochten wezen ( zo veel het perfoneele aangaat) om te betalen, of dat die geene, die de betalinge moeten doen, woonachtig zyn buyten het diftriét van de Grietenye of Stadt. . j M Of eyndelyk, dat dezelve om eenige andere redenen (by onze refolutien én placaten uytgedrukt) mogen wezen geëximeert. Dat in voorfz. gevallen , ende anders niet, de Executeurs de vryheyt zullen hebben, om zodanige reften met behoorlyke en fpecifycque verklaringen wederom over te leveren aan de generale Collecteurs, die vervolgens na de  van FRIESLAND. 349 ordre tegenwoordig in train zynde, dezelve zullen prefenteeren aan de Heeren Gecommitteerde in 'c Mindergetal, op de verklaringe van welke Heeren Gecommitteerden den Ont« fanger Wïelinga dezelve zal aanneemen in betalinge, voorts dedubieufe reften overleveren aan den Ontfanger Andr'mga, die dezelve als vooreo, zal uytgeven aan de Schryvers. XXI. Ten laatften , dat de Executeurs de dubieufe reften, die aan haar door de Schryvers worden overgegeeven, zullen moeten invorderen binnen drie maanden na den ontfang, of met genoegzaame verklaringe weder overleveren , by poene in 't voorige 19 artikel gemeldt. Alle welke vorenftaande poincten en ordres in 't toekomende met alle exactitude zullen worden geobferveert, door elk en yegelyk dien het aangaan mach. Wordende de Heeren Gedeputeerden, mits* gaders de refpective Grietslieden , Gerechten en Magiftraten gelaft, om alle zorge te dragen, dat aan onze Welmeininge in dezen worde voldaan, en de handt te houden aan de executie van dezen Placaate. En worden voorts alle de refolutien en reglementen, in voorige tydt, door ons op dit I ftuk genomen en beraamt, gelaten in haar I geheel, en volle vigueur, voor zo verre dezelve door dezen niet zyn weggenomen of verandert. En op dat niemant hier af eenige ignorantie . zoude komen te prastendeeren, hebben Wy ge- M I D D 8« " LEK.  Geld* isn. 3go Tegenwoordige Staat geordonheeit, dat dezen alömme zal worden eepubliceert en geafflgeert ter plaatze, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen. Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Ter Ordonnantie van Haar Ed: Mog: ü. J. HÜBER. Op deeze wyze werd, vervolgens, de belasting on de Floreen ingevorderd tot na het jaar 1748, wanneer, door het affchaffen der KompagnieSchryvers, eenige veranderingen noodig werden geoordeeld, welke vervat zyn in een bataat van den 31 May 1759 > luidende als volgt. DE Staten van Vriesland allen den genen, die defe fullen fien ofte horen lefen, SALUlBoen te weten: Alfo het wyl. Zyne DoorJ. Hoogheit den Heere Prince van Orange en Maffau, Erfftadhouder &c. &c. &c. gelieft heeft, by Hoogft Deffelfs Reglement van den ai December 1748, in de 49 en 5°^ ^rtike. len, vaft te ftellen, dat de Schryvers-plaatfen van de Compagnyen Cavallerye en Infanterye, ter repartitie van defe Provincie ftaande , lullen moeten uitflerven, fonder weder vergeven te worden, en dat de Soldyen der Compagnyen, die door de afgeftorvene, gequiteerde 01 gedimitteerde Schryvers plegen betaalt te worden, in het vervolg voldaan fouden worden by den Ontfanger of Ontfangers Generaal defer Provin. cie, en federt dien tyd verfcheidene Schryvers  van FRIESLAND. 33» fyn uitgeftorven. En daar benevens Haare Koninglyke Hoogheit Mevrouwe de Princefle Gouvernante Gl. Mem. een en andermaal Hoogft Derfelver inclinatie, om lig fo ras Geld- LSH. mogeiyk van aiie de acnryvers te ontdoen, aan Ons heeft te kennen gegeven, en Wy daar op met voorkenniflè en advis van Hoogft Defelve, aan de nog overgeblevene Schryvers de keule hebben gegeven, of op den tegenwoordigen voet wilden continueeren in de Adminiftratie hunner Schryverfchappen, dan daar van affien, des genietende het penfioen daar toe bepaalt. Met dat gevolg, dat alle, alleen twee uitgefondert, het laatfte hebben verkolen, en op den 26 Maart defes Jaars hunne Schryverfchappen afgeftaan, en vervolgens de Compagnyen, tot dus verre by defelve bedient, moeten worden betaalt uit het 's Lands Comptoir. Ende gemerkt, dat tot nu toe de Floreen * renthe aan defelve is uitgeasfigneert geweeft, en door hen ingevordert volgens het Reglement, in Ons Placaat van den 5 Maart 1722, en die invorderinge door de dimislie der Schryvers koomt op te houden, Zo is V, dat Wy na ferieuf© en herhaalde deliberatien hebben goedgevonden en verftaan, vinden goed en verftaan mits defen, ter prompte betalinge van de Floreen - renthe , het fekerfte en meeft opbrengende der 's Lands Middelen van financie, te arrefteeren navolgende Artikelen en Reglement, het welk gerekent wordt aanvang te hebben genomen, en de Floreen daar na gevordert worden, met de maanden Maart en April defes Jaars, en in het vervolg ftiptelyk worden nagekomen. L Dat  Geld* js1idee* len. gga Tegenwoordige Staat I. Dat de Omflag en invorderinge van de Floreen-renthe by continuatie, gelyk vanouds is gefchied , fal moeten worden gedaan van twee maanden tot twee maanden : dog terwyl fulks in foramige Diftricten, federt langen tyd herwaarts niet is geobferveert; wordt aan die Grietenyen en Steden, in welke tot nog toe een ander voet is gehouden, de vryheit gelaten, Om den Omflag eenigen tyd later te doen ,• dog ten uitterften niet later, als van half Jaar tot half Jaar, beginnende het eerfte half Jaar met de maanden Maart, April, May, Juny, July en Augufty. II. Dat de particuliere of Dorps Ontfangers gehouden fullen fyn, om binnen vier maanden na de verfchyndag van de laatfte dubbelde maand in yder half Jaar, aan de generale Ontfangers over te brengen hunne ontvangene penningen, of reften; dog ten opfigte van defe reften op yder reft-cedulle fchriftelyke verklaringe te pasferen, dat fy behoorlyke aanmaninge aan de gebruikers van de Floreenpligtige Plaatfen, Huifen of Landen, fo binnen als buiten het Diftrict hebben gedaan. III. Dat na fulks de generale Ontfangers verplicht fullen fyn, de aan hun overgegevene reften binnen twee maanden in te vorderen, of ten minften binnen dien tyd eene fommatie door den Executeur te laten doen, ten ware geen Eigenaar of Bruiker te vinden is, of de landen fyn aan den Lande opgedragen of geabandonneert. IV. Dat de generale Ontfangers niet fullen mogen aannemen eenige reften, die niet voorfien fyn  van FRIESLAND. 355 fyn met de verklaringe Artl. 2. gemelt, en defelve reften by gebreke dies blyven ten laste van de particuliere Ontfangers, die gehouden fyn, de« felve uit hun eigen beurs met geld aan de generale Ontfangers te betalen, fonder evenwel hier door hun recht van parate executie te verliefen. V. Dat de Provinciale Ontfanger niet van de generale Ontfangers der Diftrieten faï mogen aannemen eenige reften, als waar op uitdrukkelyk is verklaart, dat daar op eene fommatie door den Executeur van het Diftricl, daar de Debiteuren wonen, effedive is verrigt, by pcene, dat fulks manquerende, die reften door de generale Ontfangers aan 's Lands Comptoir in gelde fullen moeten worden betaalt. VI. Dat vervolgens de generale Ontfangers der Grietenyen en Steden binnen veertien dagen na verloop der twee maanden, aan hun Artl. 3. ter invorderinge der reften toegeftaan, finale afrekeninge met het Lands Comptoir moeten maken, en aldaar het geld, en de als voren gequalificeerde reften overbrengen, en de drie Omllagen volkomentlyk afbetalen. VII. Dat de generale Ontfangers van de reften, die met 's Lands Comptoir begeren te liquideren, zullen opmaken generale reft-cedullen van hunne Grietenye of Stad, ordentelyk op een vel papier gefchreven; dog geforteertna de natuur der reften, makende een reft - cedulle apart van alle de poften, die by de Provincie fyn aangenomen, en vervolgens perfeinfolvent fyn; een twede reft - cedulle apart van fodanige poften, die aan den Lande wel opgedragen of geabandonneert, dog by de Provincie nog niet IV. deel. Z aange- Geld-' M I D D K- LEH.  Geld. M'l DDE" LEtf. 354 Tegenwoordige Staat aangenomen fyn, of waar van de Eigenaars of Landen onbekent fyn; en een derde reft-cedulle apart van de overige dubieufe reften. Dat defelve de twee eerfte foorten van rettcedullen fullen laten aan het Comptoir van de Provincie, dog dat van het derde foort , een dubbeld fullen laten aan dat Comptoir, en daar op aantekenen dat 't felve nader moeten verantwoorden , vervolgens het Origineel daar van Weder na fig nemen, om het in te vorderen. VIII Dat de generale Ontfangers defe relten, die dus van 's Lands Comptoir te rug ontfan«ren, ten kosten van de gebreekige door den Executeur van hun Diftriét, fo verre daar in woonagtig fyn, ofte voor ^ verre daar buiten wonent door den Executeur van 't Diitriét van der Debiteuren woninge, die daar toeauthonfatie van 't Gerechte fal moeten vragen, fullen moeten doen invorderen op fodanige falanen, als op het ftuk van de fommatien en executien in het gemeen by de Wet geftelt fyn. 60 dat de generale Ontfangers binnen een maand, na het te rug ontfangen defer reften, fommatie fullen moeten doen aan den Bruiker en aan den Eigenaar, en vervolgens eer ft van den Bruiker, en daar na by infolventheit van dien van den Eigenaar, beide by executie invorderen, binnen twee maanden daar na, voor yder van hen te rekenen, fo de fchuld uit roerlyke goederen te bekomen is; dog binnen nog drie maanden daar te boven voor yder van hen, fo tot verkoT>insr.e van Valsheden fo wel van den Bruiker als van den Eigenaar moet worden geprocedeert. En  van FRIESLAND. 35$ En dat de generale Ontfangers dit verfuimen 1 de, of den termyn latende verlopen, die reften 1 voor hun privé credit fullen moeten behouden,1 fonder na verloop van dien de Eigenaars te mogen aanfpreken om Floreen, door de Bruikers onbetaald gelaten. IX. Dat ingevalle de Debiteuren ten eenemaal infolvent worden bevonden , fodanig dat de Executeurs hunne falarien van defelve niet konnen bekomen, de betalinge daar van aan hun fal worden toegeftaan door 't Collegie, op ingeleverde fpecificatien, des niet meer dan wegens yder- half Jaar te mogen declareren voor eene Inftantie, fonder onderfcheid, of 'er een of meer poften van een Debiteur gevorderc worden. X. Dat vervolgens de generale Ontfangers der Diftriclen yder vierendeel Jaars de penningen, op de reft-ceduilen ontfangen , fullen overbrengen aan het Comptoir van de Proi vincie, en nopens het onbetaalde verklaringe geven op 't reft-cedulle, hoe verredaar mede fyn gevordert, conform de termynen Art. 8. gemelt. XI. Dat de generale Ontfangers aan alle de vorengemelde vereifchtens hebbende voldaan, fo nopens de fommatien en executien , als omtrent de betalingen finaal fullen kennen afrekenen met het Comptoir van de Provincie met overleveringe van de reften, die niet te bekomen fyn, en de bewyfen van de aéten van devoir tot de invorderinge gepleegt. XII. Dat aan de generale Ontfangers behalven den gewonen hondertften penning nog Z 2. voor Geldmiddelen.  Geld. biidde* LEK. 35S Tegenwoordige Staat voor het overbrengen van het geld, en niet van de reften, ten Comptoire van de Provincie, onder den naam van portgeld fal worden gevar lideert, fes ftuivers van de hondert guldens. XIII. Dat de Executeurs tot defe invorderinge wordende geëmploieert, hun pligt niet volbrengende, aan de Ontfangers, die hen gebruiken, fullen moeten boeten alle fchade, door hunverfuim veroorfaakt. XIV. Dat by aldien een particuliere ol generale Ontfanger aan ymand boven de bepaalde tyd uitftel van betalinge geeft, hy daar door het recht van parate executie niet verheft, dog fonder ooit daar van vergoedinge van de Provincie te bekomen. . ., , XV. Dat van den voet in vorige Arukelen begrepen geeximeert fullen fyn Wymbritferadeel buiten dyks, Hemelumer Oudevaart, in Utingeradeel de Dorpen Terhorne , Terkaple en Akmaryp, yEngwirden, Doniawerftal, Haskerland, Lemfterland, Gaafterland, de wefterlche Dorpen in Schoterland met namen Delftrahuifen, Rohel, Gaeft, Rofterhaule, Sint Jansga en Rottum, in Stellingwerf west- einde de Dorpen Oldelamer , Nyelamer , Oldetryne , Nvetryne , Oldeholtwolde en Nyeholtwolde, voorts de Steden Stavoren, Sloten, Workum, Ylft en Hindelopen. Ten opfigte van alle welke voorengemelde Grietenyen, Dorpen en Steden, de Omilag fal blyven gefixeert, fo als Artl. 1. in fine is vastgefteld, en den termyn van invorderinge en betalinge geprolongeert op agt maanden in plaats van vier, en de vier in plaatfe van twee maan. den,  van FRIESLAND. 357 den, fo ten refpefte van de particuliere als generale Ontfangers; dog alles onder de poenen hier voren gemelt. XVI. Dat gene particuliere Ontfangers aan de generale Ontfangers, nogte geen generale Ontfangers aan 't Comptoir van de Provincie eenige reften fullen mogen overgeven, ten fy daar in werde uitgedrukt de Grietenye en Dorp of Stad, de nummer, waar mede op't Floreenregifter ftaat, naam van den Eigenaar en Bruiker, aanwyfmge van 't Land waar op legt, grootheit van Floreen en beloop van 't Montant in gelde, en fpecialyk de maanden, voor welke overgegeven wort. XVII. Dat gene particuliere Ontfangers eenige reften fullen mogen overgeven van Dyks» Deels, en andere laflen, leggende op Landen, die door de Provincie vry van Lands Floreen fyn verkogt; ten fy defelve lallen op de Floreen - regifters te gelyk met andere Volle Floreenen op een en defelve nummer Honden vermeit , en daar door onderling verknogt en verbonden waren. XVIII. Dat by wanbetalinge van een generale of particuliere Ontfanger of derfèlver borge de Floreenpligtige Ingefetenen van fuik eene Grietenye of Dorp, de agterftallen met den aankleve van dien lullen moeten betalen en de Grietsluiden verpligt fyn, om ten verfoeke van de Geintereflèerden in fodanigen geval binnen veertien dagen eene nodige uitfehryvinge, als van ouds te doen, fullende die Geintreflèerden by nalatigheit dies, lig ten dien einde hebben te adrefferen aan 't Collegie der Heeren Gede- Z 3 puT Geldmiddelen.  Gel b; MIDDE 35S Tegenwoordige Staat pureerden om dien te neffens Ordonnantie tegens fodanigen Grietman te bekomen. XIX. Dat van gelyken de Magiftraten in de Steden fullen inllaan voor de wanbetalinge hunner Ontfangers. XX. Dat wanneer ymant is Vrugt-gebruiker of Befitter van Floreenpligtige Landeryen, dewelke met fideicommis fyn befwaart, en de Befitter die Landen felve in gebruik hebbende in gebreke blyft, om de Floreen, daar op leggende op fyn tyd te betalen; en hy, behalven futke fideicommiflaire Landeryen , geen andere Landen of Goederen in eigendom heeft, waar uit de betalinge kan worden gevonden, in fuiken gevalle het Geregte van de plaatfe, alwaar fodanige Landen leggen, zal wefen geauthorifeert en verpligt, om op verfoek en aangevinge van den Ontfanger Generaal die Landen in beflag te nemen, en pubiicq te laten verhuuren, dehuuren te innen, en uit de penningen, daar van provenierende, de Floreen te betalen, en 't overige aan den Befitter te reftitueren. En dat de inhoud van dit Artikel mede plaatlè fal hebben en van applicatie fyn ten aanfien van de Reële Goedfchattinge , ingevolge van de Staats Refolutie en Placaat, van den 13 Maart 1723. XXL Dat wanneer eenige Landen vry van Floreen worden verhuurt, fo dat de Eigenaar defelve tot fynen lafte houd, egter de Bruiker in fuiken gevalle geen huur aan den Eigenaar fal mogen betalen, voor en al eer hy Bruiker de Volle Floreen op die Landen leggende, heeft; betaalt, by poene dat hy, niet tegenftaande de volle  van FRIESLAND. 359 volle huur mogte hebben voldaan, evenwelaanfprakelyk fal fyn voorde Floreen, en defelve van hem worden gevordert. Geldm i d o a« l£n. XXII. Dat nademaal hier voren Artl. i. is «ordonneert, dat de Omflag van de Floreen ten langften fal mogen gefchieden van half Jaar tot halfjaar, aan de particuliere Ontfangers de vryheit wort gelaten, om hunne reften ook voor den Omflag van drie dubbelde maanden te mogen overgeven. En dat by aldien die termyn is geobferveert geworden, in cas van wanbetalinge van de Meyers, de Eigenaars aanfprakelyk fullen wefen voor de agterftallige Floreen van defe drie Omllagen, fonder wyders, XXIII. Dat aangaande de infolvente en dubieufe reften van de Reële en Perfonele Goedfchattinge, de generale Col efteurs der Diftriften, de daar van geformeerde algemene reft-cedullen, als van te voren, onder adres van 's Lands Secretaris fullen overfenden aan de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal, die defelve fullen examineeren, en door oen felven 's Lands Secretaris doen apoftüleren. XXIV. Dat die, fo verre voor dubieus fullen fyn aangenomen, in betalinge van het Reële en Perfonele, fo wel als de infolvente fullen overgeven voor geld aan 's Lands Comptoir of Comptoiren, waar op defe Middelen lyn of fullen worden geaffefteert. XXV. Dat de Provinciale Ontfanger 01 Untfangers defe ontfangene dubieufe reften jaarlyks binnen veertien dagen na den eerften November C wanneer volgens het a8fte Artikel van het Placaat van den 5 April 1727 de afrekemnge Z 4 i*10"  Geld. MIDDELEN. 360 Tegenwoordige Staat moet fyn gefchied) fal of fullen Hellen in handen van de vier Stare Deurwaarders in vier fo veel mogelyk egale porden, om defelve ten fpoedigften, en uiterlyk binnen vier maanden, te innen, of met genoegliime verklaringe te reproduceren. XXVI. Dat de Deurwaarders de ingevorderde penningen binnen voorfz. tyd ten Comptoire van de Provincie fullen moeten overbrengen, en de reften, die niet konnen bekomen, met verklaringen voorfien, pralènteeren aan de Heeren Gecommitteerden in het Mindergetal, om door defelve geapoincleert te worden, ten einde na bekomene infolvent-verklaringe defelve voor geld over te geven aan 's Lands Comptoir, van 't welke die reften hebben ontfangen. XXVII, En wort mits defen daar door ook 5n fo verre gealtereert het laatfte gedeelte van het 07fte Artl. van het Placaat van den 5 April 1727 op de invorderinge van de Reële, mitsgaders de betalinge der Perfonele hondertfte en duifentfte penning, nopens het behandelen van defe boven gemelde reften. En op dat niemand hier af onkundig fy ofte onwetenheit foude konnen voorwenden, ordonneeren Wy, dat defe alomme ter gewone plaatfen, en op de gebruikelyke wyfe fal worden gepubliceert en geafbgeert, gelaftende elk en een yegelyk die het aangaan mag, fig naar alle defe Artikelen, Poinften en Ordres exnftelyk te gedragen. Want Wy het felve alfo ten dienfte van den Lande verftaan te behoren. Aldus  van FRIESLAND. 351 Aldus gerefolveert en gearrefteert op het Landfchaps - huys binnen Leeuwarden defen 31 May 1759. H. H. v. KNYFF, Vt. Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog. Je. v. SMINIA. Schoon de Floreen-Rente over de geheele Provincie volgens vaste Kohieren wordt geheven, kan men, echter, niet zeggen, dat deeze belasting daarom altoos dezelfde blytt. Door de veranderinge van Eigenaaren; het verkoopen van Boere - Plaatfen by Hukken; het, by de Plakaaten toegeftaan, verleggen der Floreenen van het eene Huk Lands op het andere; het wegfpoelen of bederven van goede Landeryen, door overflroomingen en meer andere toevallen van dien aard, kunnen aanmerkelyke veranderingen ontftaan in de Registers ; waarom , door de Ed. Mog. Heeren Staaten, van tyd tot tyd , Reglementen zyn beraamd, om het gebrekkige of onzekere, 't geen daar uit volgen moet, vooral tot voorkoming van bedrog , van tyd tot tyd tè verhelpen ; gelyk , onder anderen, kan worden gezien uit het volgende Plakaat van den 10 September 1729. De Staten van Frieslandt allen den genen, die dezen zullen zien, ofte hooren lezen SALUT\ Doen te weten: Alzo Wy tot voorkominge van alle abufen, confulie en fraudes an de ftem - en floreen - regifters, nodig geoor» deelt hebben, dezelve alle tien jaren te vernieuwen, en door de Heeren van 't Mindergetal te re videeren, collationeeren, en exaniineeren, 2 5 ook G E LDM I [1 DS L EN.  Geld MIDDE- LC Ni 362 Tegenwoordige Staat ook de difpnten daar over gemoveert wordende , bv provifie en de plano af te doen, en vooriz. vernieuwinge en examen, in gevolge van Onze Refolutie, in dato den 9 Martii 1728. wederom gefchiedt en geperfeéteert zynde; Zo ut, dat Wy op het rapport daar van aan Ons gedaan, de befoignes der welgemelde Heeren Onze Gecommitteerden in 't Mindergetal hebben geanprobeert, en geordonneert, dat voorfz! regilters, zoo van ftemmen als floreen, gecop^ëert, gecollationeert, door den pneü; deerenden Heer in 't Mindergeta geparapheert, en 's Landts Secretaris vertekent, aan de refpeftive Grietenyen, en zo veel do floreen-regifters aangaat, ook aan de Steden zullen worden toegezonden, te weeten aan yeder der zeiver het cohier van zyn dit net, om aldaar in de Secretarycn zorgvuldig te worden bewaart, en te leggen ten dienfte van alle die gene, die daar af vilie zullen nemen zullende die principale cohieren in de SecreSye van de Heeren Gedeputeerden worden o^ergebragt, en onder de cuftodie van derfelver Secretaris verblyven. En hebben Wy wyders geordonneert en geftatueert, ordonneerenen ftatueerenby dezen dat alle Ontfangers, zo generale van Gne e nyen en Steden, als die van paruculiere dorpen, gehouden zullen wezen, om zo eer de voorfzg cohieren der floreenen in de refpecrive fecretaryen zullen worden overgezonden, TZ uv te ligten geauthentifeerde copyen op hare floreenen daar na te reguleeren, het we^  van FRIESLAND. 36*3 ke in diervoegen zal moeten gefchieden , zo C dikwyls nieuwe ontfangers, in plaatze van * andere, worden aangeftelt. Dat mede na het ligten van voorfz. copyen, de dorprechters ten platten lande, aan alle eygenaars in de refpeclive dorpen woonende , en de boden in de Heden , rullen hebben bekent te maken , hoe hoog dezelve, wegens haare valtigheden in de floreenen ftaan aangeflagen, en ten opzichte van de eygenaars buyten de dorpen of fteden woonende , aan derzelver meyers, waar van de voorfz. dorprechters en boden relaas zullen palfèeren aan de Gerechten. En in gevalle , niet tegenftaande Onze voorgaande ordres, eenige floreenen als noch mochten worden gebracht ten lafte van perfonen, zonder dat eenige landeryen, waar op voorfz. floreenen zouden leggen, aangewezen zyn, of door de Gerechten aangewezen worden, waar door het Landt wordt gefruftreert van zyn onderpant, en by verval van zodanige perfonen, of dezelve anderzins komende te deficieeren, van zyne floreenrenthe ontzet; dat daaromme alle zodanige perfonen, dewelke perfoneelyk, zonder uytdrukkinge van vaftigheden , in de voorfchreven cohieren bekent ftaan, gehouden zullen wezen, om voor St. Jacobi 3730 aan de Gerechten, op welker regifter de zelve aangeflagen ftaan, oploflinge en aanwyzinge te doen van de landen, of huyzen , waar op de floreen , op haare perfonen ftaande , heeft gelegen , of in gevalle zodanige aanwyzinge niet zal konnen gefchieden, dat zy als dan verplicht 1 Geld. m idd E< lek.  Gel d- middelen, 364 Tegenwoordige Staat verplicht 'zullen wezen, haare andere landeryen of vaftigheden, die fuffifant zyn tot hoedinge der lallen , met voorfz. perfoneele floreenen te befwaaren; doch wanneer zy geen vaftigheden in eygendom hebben , of die zy bezitten de lallen niet kunnen hoeden, dat zy in zulken gevalle gehouden zullen wezen , om voor yeder floreen, waar mede zy perfoneelyk op het cohier bekent ftaan, in 's Landts Comptoir van den Ontfanger Knook over te brengen een fomma van een hondert ryksdaalders, des dat daar voor obligatien worden gegeeven met interenen tegen vier ten hondert, welke intereffen zy zo lange zullen trekken, als zy haare floreenen aan den Lande betaalen, het zelve doceerende met quitantien, zonder vertoninge van welke quitantien zy geen rare" resfen zullen vermogen te ontfangen, verblyvende ondertusfchen de opgefchotene penningen ten allen tyde, tot vergoedinge van verloorene floreenen, in 's Landts Comptoir, zonder dat de geëxtradeerde obligatien , oyt of oyt afgeloft zullen mogen worden; alles by poene van vyfentwintig goudene friefche ryders, te converteeren naar 's Landts Ordonnantie, en te verbeuren by alle de gene, die van dezen na te komen in gebreeke zullen blyven, Dat om dezelve redenen , en tot exacter nakominge van deze nodige voorzorge, de refpeftive Officieren en Magiflraten, gehouden zullen wezen alle zodanige perfoneele floreenen, in hunne refpective diilri&en, uyt de nieuwe floreen• regifters aan te tekenen, ende dc eygenaars, die begoedigt, en ingezetenen  van FRIESLAND. 365 dezer Provincie zyn, tot prajflatie van het !zelve te fommeeren, en onder voorengeftelde boete, tot dadelyke nakominge daar van te verplichten, binnen den hier boven gepraïfigeerden tydt, voorts van haare verrigtinge , en voorgevallene by miffive kennifle te geven aan het Collegie der Heeren Gedeputeerden , Voor primo September daar aan volgende, met denominatie en aanwyzinge van de perfonen, die buyten het diftricl: der Grietenye of Stadt, op welker cohïer zy met perfoneele floreen aangeflagen zyn , haare woonplaatzen hebben, zullende het genoemde Collegie der Heeren Gedeputeerden, naar gemelde ingekomene berigten , hebben te bezorgen, dat al het .gene tot nakominge van deze onze intentie mocht opzicht hebben, voor den 1 February 1731 worde geëxecuteert en volbragt, om alzo daar van aan Ons op den ordinarifen Landtsdach rapport te doen, ten eynde Wy dus eenmaal mogen geraken tot effect van deze Onze zo heilzame meyninge. En om zo veel doenlyk is, zorge te dragen voor de confèrvatie van het prompte, en meelt contribuëerende middel der floreen, hebben Wy wyders geordonneert en gefla« tueert , dat alle clandeftine donatien van landeryen, uyt welkers revenuën, de lallen daar op leggende, niet kunnen worden gehoedet, zullen wezen nul en van geender waarde, en de voorige eygenaars daar toe blyven verplicht, ten zy de zelve met kennille der Grietslieden en Magiltraten, alvoorens in de fecretarye geregilireert , en driemaal over de Gerechten zullen Geld- HIDD IJLEN»  Geld. Ml DDE* LEK. %66 Tegenwoordige Staat zullen wezen geproclameert, zonder dat aati andere, daar uyt recht van niaarneminge zal gefchapen zyn, of het recht van den 4olten penning ingevordert worden. Wordende alle Grietslieden en Magillraten geauthorifèert en gelaft, om in gevalle van zodanige donatien, haar te informeeren op de qualificatie der gebeneficieerde perfonen, en wanneer die niet gequalificeert genoeg mochten worden bevonden, omme de laften der gedonateerde landen te betalen, de regiftratie en proclamatie op te houden, en alzo het effeél van donatien te ftuyten, en te verhinderen; en zullen voorfz. Grietslieden en Magillraten van alle zodanige voorvallen kennifle geven aan de Gecommitteerde tot de infolvente landen. En terwyle tot voorkominge van alle fraudulente handelingen van particulieren, nopens de in- en uyc-beurende floreen, is goetgevonden en geftatueert, dat dezelve in- en uyt - beurende floreen zouden mogen worden geliquideert, en refpeétive tegens malkanderen uytgewiüelt, en de plaatzen blyven aangeflagen met zodanige floreen, als dezelve na voorfchreeven compenfatie blyven behouden, enhetrefteerende op lolTe poften gebragt, waar op dezelve origineelyk geaffeéteert zyn geweest; Zo hebben Wy goedtgevonden, en geftatueert by dezen, om in geen diergelyke nieuwe inconvenienten te vervallen, dat voortaan zo in de Grietenyen, daar zulks voor dezen gebruykelyk is geweeft, als op alle andere plaatzen, geen inbeurende floreen 2al mogen worden geconftituëert; ^  van FRIESLAND. 36*7 GüLDMIDDÏL EN, Maar dat wanneer, en zo dikwils eenige plaatzen, door verkopinge by perceelen , fcheydinge en deylinge, of onder welken anderen tytel, of manieren van aliënatie het zoude mogen wezen, worden gefcheurt en gedeelt, in zulken gevalle, des niet tegengaande, de geheele floreen, op voorfchreeven plaatze leggende, op het floreen - regifter zal blyven uytgetrokken, en op dezelve manier, als of die fcheuringe en deylinge niet was voorgevallen; maar dat alleen binnen 's blads, als pro memoria, zal worden aangeteekent, op wat wyze de verdeelinge der perceelen landts en floreen tusfchen de refpective nieuwe eygenaars is gereguleert, in diervoegen, dat alle de perceelen landcs, onderzo» danige gefcheurde plaatze behoort hebbende, mitsgaders alle de fucceflive eygenaars derzelver, met elkander refponfabel zullen zyn voor de geheele floreen , waar mede zodanig een gefcheurde plaats ftaat aangeflagen , zonder dat ten opzigte van de floreen, de particuliere fubdi villen aan het gemeene landt, dyks, en andere laften eenige prejudicie zullen kunnen geven; en zullen de refpective eygenaars gehouden zyn van die verdeelinge kennifle te geven aan het Gerechte, binnen drie maanden na de gemaakte afdeelinge of aliënatie, hier boven gemeldt, om op de cohieren te worden aangeteekent, by poene van 35 goudene Friefche ryders, te verbeuren en converteeren als vooren; Wordende ook hier te neffens aan de Gerechten en Magillraten gelaft, om in dezen met behoorlyke vigilantie en forgvuldigheyt 's Landts intereft waar te nemen. Dat  3*58 Tegenwoordige Staat Geldsi id dele n. Dat ook, by aldien eenige uyt- en inkeerende floreen mochte worden gebracht tot lafte van perfonen, dewelke zich nopens de wettigheyt van die pretenfie quaroen te opponeeren, in zul ken gevalle zodanige difputen den lande tot geen prejudicie zullen kunnen ftrekken, maar dat de voorige plaatze, ftelle, of landen zullen zyn en blyven aanfprakelyk voor des Landtsfloreen, waar mede dezelve, voor de verwiflèlinge, befwaart zyn ge weeft, tot zolange den oppoiant van het contrarie in rechten zal zyn geconvinceert geworden , en daar door verplicht die floreen tot zynen lafte aan te nemen, j En nademaal noch verfcheyde differenten, zo omtrent de ftem - gerechtigheden, als de floreen-renthe, het zy van particulieren tegens elkanderen, of van ontfangers tegens eygenaars zyn overgebleven, dat ook de difputen, voor de Heeren Onze Gecommitteerden gebracht, niet als fommierlyk zyn afgedaan, doch ten principalen zyn overgebleven : Zo hebben Wy nodig geoordeelt (te ordonneeren, dat alle ingezetenen, vaftigheden bezittende, gehouden zullen wezen, om alle haare aetien en pretenfien, die zy omtrent de ftem-gcrechtigheyt, of den opbreng van floreen - renthe, vermeinen te hebben, aan te ftellen uyterlyk voor primo May 3731, eerft voor de Gerechten, onder welker diftricT; de ftem dragende, of floreen plichtige landen gelegen zyn; en in gevalle zy zich by derzelver uytfpraake mochten vinden befwaart, by. wege van appél voor het Collegie der Heeren Gedeputeerden, door dewelke zo wel, als  van FRIESL D. 369 als door de Gerechten, kort en onvertogen recht zal worden gedaan, zullende, na verloop van voren genoemde tydt, alle zodanige aftien en prsetenfien worden gehouden voor gemord* ficeert en gefleten. En op dat een yeder zich na den inhoudt dezes moge reguleeren, zo hebben Wy geor* donneert, dat dit ons Placaat alomme zal worden gepubliceert en geaffigeert ter plaatfen, daar men gewoon is publicatie en affixie te doen; Want Wy het zelve ten dienfle van den Lande alzo verftaan te behooren. Aldus gedaan, gerefolveert en gearrefteert op 't Landtfchaps - Huys binnen Leeuwarden den 10 September 1729. A. v. HAERSMA, Vt. Ter Ordonnantie van Haar Ed. Mog. J. v. SMINIA. Om onzen Leezeren een denkbeeld te geeven zo> van het belang deezer belastinge , als van de naauwkeurigheid waar mede dezelve wordt geheven, laaten wy hier volgen een kort, doch naauwkeurig uittrekfel uit het laatfte Kohier der Floreen Rente. Volgens hetzelve moeten, jaarlyks, door de Generaale Ontvangers der Grietenyen aan den Lande worden opgebragt de volgende Floreenen, ieder in geld gerekend op twee Dukatons. Oostergo. "i Leeuwarderadeel 8256 Flor. of ƒ 5201*-16 • r Ferwerderadeel 5925 Flor. of/ 37305-12-6 Te weeten na korting van ij Flor. te IV. deel. Aa Nykerk- Gelb* M l D O *" LEK.  Geld- m1dde' leh. Zei Tegenwoordige Staat Nykerk op No. 61, en twee Flor. te Fer* werd op No. 190, die te famen bedraagen zeven Dukatons. West-Dongeradeel 4209 Flor. ƒ 26518-14- 8 Oost-Dongeradeel 6197 Fl. 9 ft./7 39043- 2- 8 Kollumerland 5107FI. 22 ft. 12 p./32179- 4- 6 Achtkarfpelen 187.; Fl. 14 ft. ƒ 11803- 1- : Dantumadeel 2330Fl. 27ft. 8 p./ 14^85- 3'ï2 Tietjerkfteradeel 2191 Fl. ƒ 1380$- 6- : Smallingerland 616 Fl. 27 ft./ 3886-17- 8 Idaarderadeel 1909 Fl. ƒ 12026-14- ' Rauwerderhem 2655 FL 14 ft. ƒ 16729-13- : Westergo. Menaldumadeel 7356" Fl. of ƒ4634216* : Franekeradeel 4626 Fl. f 29143-16- : Barradeel 4958 Fl. ioft. 8 p. ƒ 3I237-I5- 4 Baarderadeel 6401 Fl. ƒ 40326- 6- : Hennaarderadeel 5162 Fl. ƒ 32520-12- : WonzeradeeluS^Fl. 15^ iop/74715' 4- 5 Wymbritferad. 9335 Fl. 8 ft. 2p. ƒ 5881216- 4 Hemelumer Oudevaart had weleer 4061 Fl. 23 ft. 61 penn. doch van tyd tot tyd zyn door 't verkoopen der infolvente landen verdweenen 1473 Fl. 21 ft. Hf» penn. zo dat nog overig zyn 2588 FL 1 ft- ïoff penn. . . ƒ 16304-15 9 't welk gedeeltelyk wordt voldaan in geld en 't ontbreekende in Resten. Hst Bilde6950FL 10 ft,2 p. / 43788" "l2  van FRIESLAND. 37-ï Zeven - Wouden. Utingeradeel 1940FI. 23 ft.9|p. ƒ 12227- 6- 4 ,/Engwirden 189 FL 26 ft. ƒ 1196 3- : Doniawerftal254oF1.4ft.3,,3rp./ 16002-19- : Haskerland 991 FL 26 ft. 4 p. / 6249- 4- 2 Schooterland 944 FL 8 ft. 8p. ƒ 5949-2-4 Lemfterland909 Fl.7ft. 15 p. ƒ 5728- 9-112 Gaasterland 2361 Fl. 9 ft. ƒ 14876* 6- 8 Opfterland 616 Fl. 10 ft. 8 p, ƒ 3883- 3- 4 Oost Stellingwerf795 Fl. 27ft. ƒ 5014-11 8 West-Stellingw. 2482 Fl. 12 ft. 4 p./15639- 7- a Sceden. Leeuwarden 2090 FL 27 ft. 12 p. ƒ 13173- 6- r Bolswerd 1162 FL 27 ft. 11 p. ƒ 7316-16-^ Franeker 1450 FL ƒ 9135- :• : Sneek 588 FL 1 ft. ƒ 3704-17* : Dokkum 148 FL ƒ 932- 8- : Harlingen 37 FL 14 ft. / 236- 5- : Stavoren 253 FL 21 ft. 11^ p. ƒ 1598*15-14 Sloten 124 FL 8 ft. f 783- ' Workum 2243 FL 16 ft. 5| p. ƒ 7065-13 6 waarvan volgens Refolutie van den 13 Maart 1776 wordt gekort ƒ 63 * II- : Ylst 405 Fl. 26 ft. 12 p. ƒ 2557-10- 6 Hindeloopen282Fl. 2oft.iojp. ƒ1781- 4-12 In de meeste Grietenyen zyn meer Floreenen op de Dorpslysten dan op 's Lands Kohier aangetekend. Deeze noemt men overfchietende Floreenen; dezelve worden niet aan den Lande voldaan, maar ftrekken tot voordeel der GeneAa 2 raale Geld* mi.ddi. leh.  373 Tegenwoordige Staat raale of byzondere Ontvangers deezer belastinge. Op de Kohieren van eenige Grietenyen en Steden, by voorbeeld van Hemelumer Oudevaart en Workum, zyn op's Lands Kohieren, behalven de volle Floreenen, ook andere, onder den naam van ligte Floreenen, aangetekend; te weeten, door overflroomingen en andere oorzaaken zyn, van tyd tot tyd, veele Landeryen aan den Lande opgedraagen, en, nadat dezelve aangenomen waren , wederom verkocht met bevrydinge der twee Dukatons, die, jaarlyks, aan den Lande plagten betaald te worden; en dus zyn dezelve nu alleen bezwaard gebleeven met de gewoone Dyks-, Deels-, Dorps- ot Stads Lasten: hoedanige Lasten ligte Lasten, of ligte Floreenen worden genoemd. Dusheeft, by voorbeeld, de Grieteny Doniawerftal 2540-4-4 volle Floreenen en 1424-23-12 ligte .Floreenen: moetende van de laatfte alleen de huishoudelyke kosten der Grieteny, die over de Floreenen worden omgeflagen , doch van de eerstgenoemde nog van ieder daarenboven aan den Lande, jaarlyks, twee dukatons worden Reëele Honderd, fte pen. nirjg. MI9DE' t-ESÏ. betaald. , . De tweede algemeene en aanzienlyke belasting op de vaste goederen is de Reëele honderdfte penning, welke van alle beflooten plaatfen, losfe landen, huizen en andere vastigheden , byzondere Eigenaars toebehoorende, wordt geheeven, naar evenredigheid der huuren; wordende van alle Landeryen, met het onderhoud van huizingen bezwaard, gelyk ook van de huizingen in de Steden en Dorpen , geheven de zesdehalve penning van 't geen voorfchreeven Lam  van FRIESLAND. 373 Landen en huizen aan huur opbrengen; doch van alle losfe Landen (hoedanige gerekend worden alle die by losfe ftukken en gedeelten verhuurd worden, al behooren zy anderszins onder eene Zathe en Huizinge ) gelyk ook van die, welke met Afkoopen bezwaard zyn, mitsgaders van Grondpachten en eeuwige Renten moet de vierde penning worden voldaan. Deeze zwaare belasting is voor de eerste reize. gevorderd in den jaare 1711, wegens de byna onbetaalbaare kosten van den grooten Succesfie-Oorlog; doch werd, wegens den tegenftand van veelen, wederom afgefchaft in 171a. Dan, met hoe veel reden zich een ieder tegen zulk een nieuw en aanzienlyk bezwaar mogt verzetten, werden, echter, 's Lands Staaten, in 1713, door den nood, wederom gedwongen 't zelve op nieuw in te voeren: en van dien tyd tot 1741, is deeze belasting, nu eens ligter dan eens zwaarder, geheeven; doch na dien tyd heeft men onveranderlyk deiv hoogst bepaalden graad derzei ve moeten volgen. Wanneer men den aart en 't gewigt deezer belastinge nagaat, valt het niet te verwonderen, dat veele Ingezetenen allerleye vonden zochten, om zich, zo veel mogelyk, van dit drukkende pak te ontdoen. Doch, daar tegen hebben wederom de Ed. Mog. Heeren Staaten, by verfcheiden Plakaaten, zo naauwkeurig voorzien, dat het thans zeer bezwaarlyk en gevaarlyk zy, in deezen, den Lande te kort te doen. Het laatfte Plakaat, wegens de heffinge vaif het Reëel in 't licht gekomen, is van den 11 May 1776; volgens 't zelve moet het Reëel Aa 3 tegen. Geld. ll'dd E-  Geld- MID DE' of Veengraaveryen zyn vernoem, auHgcnuuis.cu, en voor 'c geheel of ten deele vergraaven, naar tnaate van 't voordeel dat daar van komt, en alzo op een' gelyken voet als andere Landeryen, 't zy die afzonderlyk verhuurd worden tot hooyinge, weidinge van beesten, het fcheeren van ried enz. of by^de Eigenaars zelve gebruikt volgens te doene takfatie, ten ware die Landen behoorden onder eene Zathe, en onder de huur daar van begreepen waren. Bosfchen, uit welke hout wordt gekapt, worden, volgens \ zelfde Plakaat, op eene huur gefield, die getakfeerd is naar het geene de beste naastgelegen Landen te huur doen, en overeenkomflig daarmede ten Reëelen Kohiere aangetekend; moetende van die huur betaald worden een achtfte in plaats van den vierden penning. Boomwallen worden als bosfchen befchouwd, ten zy die minder dan drie voeten breed zyn: want in dit geval zyn zy van t Reëel bevryd. Voorts zyn alle bosfchen, na dePublikatiedeezes, terftond aan deeze belasting onderhevig geweest; gelyk ook de bosfchen, die aan korpora behooren , en op Landen geplant zvn, welke dezelve, na de Refolutie van den 4 May 1720, hebben verkreegen. Hoven, die van de huizen en hornlegers afgezonderd zyn , worden gerekend naar de waarde en deugd van andere Landen van dezelfde hoedanigheid, en dus wordt daar van insgelyks betaald de vierde penning. 374 Tegenwoordige Staat tegen den vierden penning worden betaald van zulke Kley- en Maadlanden, die tot Verncheling Vopnoraaverven zvn verkocht, aangeflooken,  van FRIESLAND. 375 De Woonhuizen der Grietslieden , met hunne hornlegers ten platten Lande , worden uitgetrokken op eene huur van honderd Kar. Guldens; terwyl de. Woonhuizen van andere vermogende Perfoonen ten platten Lande naar hunne waarde worden getakfeerd, doch nooit boven de honderd guldens ; welverftaande, dat hier geen Bouw * of Weidland mede ondec begreepen mag worden, Alle Windmolens , die tot Fabrieken dienen, worden onder de vastigheden gerekend, en moeten, verhuurd zynde, den zesdehalven penning der huur doen , of zo zy door de Eigenaars zelve worden gebruikt , getakfeerd worden op eene huur, welke zy anders, waarfchynlyk , zouden kunnen doen. Alle Tichelwerken , in deeze Provincie {taande, worden gerekend op eene huur van honderd en vyftig guldens, zo voor diegeenen welke ze verhuuren , als dieze zelve gebruiken. Alle Landen en Huizen , by de Eigenaars zelve gebruikt, moeten in de Reëele • Kohieren worden uitgetrokken op zodanig eene huur, als zy waarfchynlyk zouden kunnen doen , zo zy verhuurd wierden. Ten dien einde moeten zy worden getakfeerd, door twee onpartydige perfoonen, in evenredigheid met de naastgelegene landeryen en vastigheden. De Eigenaars van Plaatfen en Landen, die tot onderhoud van Zeedyken en paalwerk kontribueeren, mids de kosten, daar toe be*fteed, waar maakende, mogen dezelve van da huuren of takfatien aftrekken. Aa 4 De Geld. middelen.  376 Tegenwoordige Staat Geld- w i d d e- De Eigenaars van afgebrande Boere - Plaatfen zyn, voor den tyd van drie jaaren, van 't Reëel bevryd, indien zy daar zelve eene nieuwe huizing op zetten; doch zo zy de plaats , na de afbranding van het huis, verkoopen, en de nieuwe Eigenaar de huizing herbouwt, heeft deeze hieromtrent niets te ekfchen. Om dit alles en meer andere dingen, die wy hebben achtergelaaten, op een' vasten voet te brengen , beveelt het gemelde Plakaat een nieuw Register of Kohier te maaken van dé Eeuwige Renten, Grondpachten enHuuren van zodanige plaatfen, landen, huizen, en andere vastigheden, met benoerninge van Eigenaars , Meyers, Huurders of Bruikers, en op den kant uitgetrokken het beloop van den vierden of zesdehalven penning der voorfchr. huuren, en van al het geene daar te boven aan boter, kaas , vleesch , fpek , leevende beesten , heeste- weiding, dong of mest, in zo verre nier. over de landen wordt gebragt, rogge , weit, haver, hooy en andere waaren en gewasfen van diergelyke natuur, mogten weezen bedongen, en meer dan twee guldens in waarde bedraagende : welk alles naar den prys , welke op dien tyd plaats heeft, gefchat en de huur daar mede vergroot moet worden. Ook is het geeven van gefchenken door de Huurders aan de Verhuurders geheel verbooden, op {heffe, dat iemand, die bevonden Wordt zodanig een gefchenk aangenomen te hebben, vervalie in de boete van 't viervoud van 't genootene , te verdeden tusfchen den Aan-  van FRIESLAND. 377 Aanbrenger, den Officier, die de kalange1 doec, en de Armen der plaatfe. Niettemin1 mogen de Eigenaars van huizen ten platten1 Lande, waar onder de Landeryen gebruikt worden , van de Meyers bedingen kost en drank , fampt Arbeidsloonen der Werklieden, die tot de herftelling der huizingen gebruikt worden , gelyk mede het haaien en brengen der bouwftoffen, zonder, echter, d a> LE IV. 378 Tegenwoordige Staat korten als de bedongen levering van mest enz. bedraagt. In 't opmaaken der Kohieren van 't Reëel moet deeze orde worden gehouden, dat boven in den beginne van ieder Dorp werde gezet de omflag der Floreen; zo dat alies op zynen nummer', en, indien mogelyk, ook altoos op dezelfde bladzyde blyve ftaan. Dan, wanneer twee of meer byzondere vastigheden tot één worden famengevoegd, moet wel de geheele humop één nummer worden uitgetrokken; doch niet te min moeten de ondergedoken nummers op hunne plaatfen in blanko blyven ftaan, en daar by zyn aangetekend, werwaards dezelve zyn overgébragt en verantwoorde Wanneer de lasten even hoog loopen als de huuren, of zelfs hooger zyn, dan is het niet cenoep- te zeggen, niets boven de lasten, of iets diergefyks, maar die lasten en derzelver grootte moeten 'er naauwkeurig by aangeweezen ftaan.; Indien de Landen eener plaatfe, voor t geheel of ten deele, liggen in een ander rechtsgebied dan het hornleger, zomoet het Reëel by dat Gerecht worden aangegeeven en voldaan, waar onder het hornleger behoort. Voorts moeten die Landeryen by de Gerechten, onder welker gebied zy liggen, alleen in blanko worden aangetekend, met meldinge van t hornleger waar toe zy behooren- . By 't opmaaken der Kohieren moet ieder Eigenaar of Bruiker getrouwelyk opgeeven met hoeveel Lands - en Dyks - Floreenen ieder plaats is bezwaard, als mede, hoe veel die Floreenen in 't voorige jaar hebben bedraagen, op ver0 beurte  van FRIESLAND. 379 beurte van honderd Goudguldens. Voons moet by ieder post eene naauvvkeurige uitre. kem'ng zyn , hoeveel weezentlyke huur 'er overbïyft na aftrekking der Floreenen ; zynde het Mindergetal gehouden, jaarlyks, die uitrekeningen, door een' des kundigen, te laaten nazien. AUe Gerechten en Magiflraaten is ten fterkften bevolen , yverig te letten op het naauwkeurig opfielien der Kohieren , gelyk ook in 't byzonder den Dorprechteren , om zich ten naauwkeurigften op die ftukken te informeeren, en alle gebreken aan hunne Gerechten bekend te maaken ; zynde de Gerechten en Magiftraaten bevoegd, om, by de eerfte vernieuwinge der Reëele Kohieren, de nummers en posten te mogen verfchikken , indien de orde van 't Kohier zulks noodwendig vereischt, des dat ook by de nieuwe nummers de ouden werden aangeweezen. Indien onder eene plaats landen gebruikt worden, die in eene Polder, welke vrydom van lasten heeft, gelegen zyn , en teffens ook andere daar buiten liggende; dan moet de huur over alle de Pondemaaten gelykelyk worden omgeflagen, en van die fomme, welke op de landen, die buiten de Polder gelegen zyn, verdeeld is , het Reëel worden betaald. De betaaling van den Reëelen vierden en zesdehalven penning moet, jaarlyks, gefchieden voor den eerften May; zynde ten dien einde de Kollekteurs verpligt, onmiddelyk na den Verfchyndag, met de invorderinge op het yverigst Geld- M IDDKLEN.  G BLDMiBDE- 3S0 Tegenwoordige Staat yverigst voort te vaaren : waarom de kopyen der Kohieren van den Reëelen penning, uit de Sekretaryen, voor den eerften December van ieder jaar,- aan de Kollekteurs van dit middel ter hand gefteld moeten worden. De voorfchreeven Reëele belasting moet door de Huurders en Bruikers aan de Eigenaars worden afgekort by de betaalinge der huur ; mids dat zy behoorlyk kunnen toonen, roet duchtige kwitantien van de Kollekteurs, dat zy deeze belasting hebben voldaan. Altoos , echter, op voorwaarde , dat zy den Eigenaaren deeze kwitantien ter hand ftellen binnen drie maanden na den Verfchyndag; terwyl de Eigenaars de laater aangebragte kwitantien niet behoeven aan te neemen; welverftaande, echter, dat, indien de Eigenaars zich te zoek houden , of onder eenig voorwendzel de kwitantien weigeren te ontvangen , om dus eene wettige kwitantie onnut te maaken , het als dan genoeg zy, dat de Bruiker zyne kwitantien , door een' Boode of DoFprechter, doe aanbieden aan den Eigenaar, voor dat de drie maanden verloopen zyn, gelyk uit het relaas in dorfo, met benoerninge van dag en datum, in volle letters , moet geblyken. Indien de Landen vry verhuurd zyn, mag, echter, geene huur van dezelve worden betaald, voor dat de lasten van 't Reëel, de Floreen enz. zyn voldaan ; blyvende , by gebreke hiervan, de huurders voor de onbetaalde lasten aanfpraaklyk. Wanneer een Eigenaar goed mogt vinden den Bruiker de huur in 't geheel of gedeelte- lyk  van FRIESLAND. 381 lyk te remitteeren, zo moet in de Remis cedulle de reden van eene zodanige remisfie ftaan uitgedrukt. Ook moet hierna zodanig een Remis-cedulle aan den Sekretaris der Provincie worden geofïereerd, om by Apoinctement te worden goedgekeurd, en daarna by kortinge in 't Reëel te worden aangenomen. Alvvie bevonden wordt een Remis- cedulle te hebben uitgegeeven, zonder de huur daa. delyk te remitteeren; maar zo, dat hy op eene indirekte wyze, door eene of andere praktyk», daar voordeel uit heeft genooten, vervalt, zö ras de zaak bewysbaar is, in eene boete van honderd Gouden Friefche Ryders, te bekeeren een derde voor den Aanbrenger, een derde voor den Officier, die de kalange doet, en 'c overige voor de Armen daar ter plaatfe. Konnende hier over nog de Aktie aangefteld worden, geduurende den tyd van tien jaaren, na dat het bedrog is gepleegd. Het Reëel van Obligatien en Lyf-renten, ten laste deezer Provincie loopende, moet worden betaald tot een Percent, door de houders derzelven; waarvan op de Komptooren kwitantien , by wege van Korting - cedullen, worden gegeeven. Terwyl ook alle partikuliere Debiteuren, die op de Kohieren van de Reëele Goedfchatting bekend ftaan, de vryheid hebben, om, by de betaalinge der interesfen aan hunne Krediteuren , insgelyks een vierde deel van dezelve te korten, mids de betaaling gefchiede binnen drie maanden na den Verfchyndag ; terwyl de Kredkeur , by ver** G ELD- m 10 n e* is».  Geld. middelen. 382 Tegenwoordige Staat verder uitftel, geene korting behoeft te dul«3 deDe befchryving van alle plaatfen, landen, lunzen enz. moet gefchieden door de Grie». Sof derzelver Gefubftitueerden m de Dornen gelyk ook door de Magiftraaten in de S eden Moetende, eer zulks gefchiedt, acht d gen van te vooren door huiskondiginge en op den dag der befchryvinge zelve door wanneer de Meyers, Huurders of Geb^gs verniet zyn, op den geftëlden tyd, te verlcirynenTde Keken ten platten Lande, en m de Steden op het Raadhuis, volgens gewoonte, om de aangeving der huuren te doen, door S zeiven of een genoegzaame Volmagt op de boete van twee Pond groot voor de eerftemaal, van vier Pond groot voor de tweedemaal; en van arbitraire korrektie by verzuim van de derde citatie. f,. . De aangeeving der huuren moet gefchieden door vertooninge der gemaakte Huur kontrakten van alle zulke posten, die, na aftrek der sten meer dan vyftig guldens jaarlyk,; bedraalên- doch voor posten van vyftig guldens, of gr' onïer, kan men voldaan met eene ver- klaZo bemand mogt bevonden worden de voorfchr huuren niet oprechtelyk te hebben lanïgeeven, of eenig akkoord onder de hand te heiben gemaakt, met oogmerk om te ftaudeeren , die vervalt in de boete van honderd Goudguldens; vervallende de Eigente die zodanige bedriegelyke verdragen hebbe^ ge  van FRIESLAND. 383 maakt, in eene boete, van het tienvoud van 't geene door hen verzweegen is. Op Huur»kontrakten, die na de aangeeving ten Kohiere zyn gemaakt, tusfchen den Eigenaar en Bruiker, nopens de huur van 't loopende jaar, wordt geen recht gedaan, ten ware die huuren op nieuw op 't Register van 't Reëel wierden aangetekend, van welken tyd af die Kontrakten eerst voor wettig worden gehouden. En op dat de Eigenaars hunne onkunde niet mogen voorwenden, in gevalle de huuren door de Bruikers te laag werden aangegeeven, worden zy voor overtuigd van bedrog gehouden, wanneer het Reëel drie jaaren na eikanderen volgens die opgave is betaald. Tot meerder zekerheid, dat de aangeevingen wel en wettig gefchied zyn , zyn de Gerechten gelast, jaarlyks, achter 't vernieuwde Kohier van de Reëele Goedfchatting eene verklaaring te voegen, behelzende, dat geene aangeevingen van huuren, boven de vyftig guldens jaarlyks vrygeld bedraagende , zyn aangetekend dan op vertoonde Huur - kontrakten. Zynde alle partikulieren, welke hieromtrent eenig bedrog hebben gepleegd, binnen de tien eerstkomende jaaren aanfpraaklyk, en wel by preventie, zo door 's Lands Fiskaal, als door den Prokureur Generaal. Volgens de lysten der Provinciaale inkomfteri mag men het voordeel, dat de Provincie, jaarlyks, door't Reëel geniet, berekenen op ongej veer 490,000 guldens; kunnende de vermeerdering of vermindering der waarde van 's Lands produkten, gelyk ook de af- of aanweezigheid der Geld- midi) j. len.  384 Tegenwoordige Staat Gun- UXÖDE I»EN. Perfoneele Goedfchattirjg. der Veefterfte, hier in een merkelyk onderfcheidi maaken. De derde foort van belastinge, over welke ons nu te fpreeken ftaat, is 't zogenaamde Perfoneel, of de Perfoneele Goedfcbatting van den looen 1000 penning. Deeze lastbeftaat hier in, dat in Friesland een ieder eigentlyk verpligt is, jaarlyks, van ieder honderd guldens, welke hy gerekend wordt te bezitten, één, en nog daar en boven van ieder duizend guldens één, aan den Lande te betaalen : zo dat 'er van ieder duizend guldens jaarlyks elf zouden moeten worden betaald. Dit gefchiedde ook ten naasten by, voor dien tyd, op welken het Reëel werd ingevoerd; doch men begreep, dat, zo men nu nog het volle Perfoneel in waarde wilde houden, niemand zulke drukkende Jasten zou kunnen betaalen; waarom beflooten werd, dat een ieder juist zo veel als hy in 't Reëel had betaald, wederom in het perfoneel zou kunnen korten. Hier kwam nog by, dat men, de Landfchaps Obligatien van vier percent interesfen, wegens den nood der tyden, tot op twee gereduceerd zynde , begreep , dat aan de Eigenaars der Obligatien ook eenige verligting moest worden gegeeven; ten welken einde beflooten werd, dat voor ieder duizend guldens van dezelve, behalven de twintig guldens aan interesfen, nog een Korting - cedulle van tien guldens zou gegeeven worden, om dezelve insgelyks in 't Perfoneel te kunnen verrekenen : hoedanig iets ook omtrent 's Lands Lyf • Renten en de Obligatien tusfchen byzondere perfoonen werd toegedaan. _ Deeze  w» FRIESLAND. 385 Deeze weleer aanzienlyke belasting is dus, m onzen tyd, van zeer weinig belang geworden , dewyl de meeste lieden hun Perfoneel, in welke de kapitaalen doorgaans tegen vyf of zes ten honderd gerekend worden , gemakkelyk met Korting - en Reëel • Cedullen kunnen verrekenen; waar door het geheele jaarlykfche inkomen deezer belastinge, door eikanderen gerekend , niet boven de vier duizend gul. dens beloopt. In den jaare 1774, waren veele Leden der Ilooge Regeering van gedachten, dat men best zou doen , de geheele belasting op het Perfoneel te vernietigen, dewyl men daar door, zonder veel nadeel van den Lande , van het ontvangen en verrekenen der Korting-Cedullen omllagen zou kunnen worden. De meerderheid begreep het, echter, anders, en in 't Plakaat, hier omtrent afgekondigd, op den 6 May 1774, Werd gezegd, dat het middel van den 100 en 1000 Perfoneeien penning by provifie zou gekontinueerd en verrekend worden, gelyk voor deezen was gedaan ; hoewel met eenige nieuwe bepaalingen, die wy hier kortelyk laaten volgen. De Gerechten en Magiftraaten werden verpligt, om zulken, die merkelyk beneden de waarde hunner bezittingen bleeken aange'Iagen te zyn , op eene behoorlyke wyze te verhoogen,. en zulken, die ten tyde der laatfte taklatie in 1742, gedaan, wegens de geringheid hunner vermogens of andere oorzaaken* op het Perfoneel niet geplaatst, en dus daarop thans met bekend waren, fchoon zy nu mogelyfc IV. deel. Bb 6 een Geld. m i u d £•> l en-  ÖEI.D' MI DDE. LEH. 386 Tegenwoordige Staat een meer of min aanzienelyk kapitaal beza« ten , daar op aan te tekenen, tot zulk eene fomme , als in redelykheid zouden meenen te behooren, op dat dus 't geheele Perfoneel , hetwelk, zo door het vertrek van veele Perfoonen naar buiten , als verminderinge of rojeeringe van andere posten , fteeds afnam , ni<É geheel en al mogt vervallen. Voorts werd den Gerechten en Magiftraaten aangefchreeven, om, volgens inhoud van voorige Refolutien en orders, van tyd tot tyd, op weekgeld te ftellen alle zodanige Perfoonen, die vyf honderd guldens of daar onder bezitten ,* doch, echter , geoordeeld worden , 's weeks één of twee ftuivers zonder ongemak te kunnen betaalen ; terwyl hun teffens de vryheid werd gelaaten, om de zodanigen, op hun verzoek, te verminderen , of geheel van 't Kohier te laaten, wanneer 'er zich gettoegzaame redenen toe op deeden, zonder den eed, andersin zulk een geval gebruikelyk, van hun te vorderen. Ook werd een ieder, wien de bovengemelde bevryding of vermindering door het Gerecht mogt worden geweigerd, toegeftaan, zich daar over tot het Mindergetal te vervoegen; zullende hetzelve, nagedaan onderzoek , naar behooren , disponeeren ; verbeurende die geene, welke geoordeeld wordt te onrechte geklaagd te hebben , telkens drie Kar. Guldens, ten voordeele der Armen van de plaatfe , alwaar dezelve woonachtig is, door het Gerecht met parate exekutie in te vorderen. Die geenen (dus vervolgt het Plakaat) wel:  van FRIESLAND. 387 welke zich voor de Heeren van het Mindergetal, of voor de refpektive Gerechten, in het Perfoneel willen verminderen , zullen in 't opmaaken van den profitelyken ftaat hunner goederen, niet verpligt zyn hier in mede te rekenen de goederen en profytelyke in - fchulden, die wel buiten deeze Provincie, doch in de Republiek der Vereenigde Nederlanden gelegen zyn, of te huis hooren, by aldien daar ter plaatfe eene foortgelyke belasting op dezelve gelegd is. Gelyk mede, by de te doene takfatie, in 't geheel niet in aanmerking komen de penningen, die op Buitenlandfche fondfen aan vreemde Mogendheden zyn op-, gefchooten. Wanneer't gebeurt, dat, by de verdeelinge van de Perfoneele Goedfchattinge ten laste van een' boedel, tusfchen de Erfgenaamen en Legatarisfen eene fomme, die beneden de vyf honderd guldens is, moet worden overgefchreeven op iemand, die in de Perfoneele Kohieren of in 't geheel niet, of alleen op ■ weekgeld ftaat aangetekend, mag in zulke gevallen dit aandeel van 't Kohier worden . afgelaaten ; wordende voorts een ieder vry. heid gelaaten, om zich in dit middel te doen ■ verminderen, gelyk tot hier toe gebruikelyk is j geweest. De voornoemde Refolutie eindigt met eene 1 Inftruktie voor de Kollekteurs, zo wel van ide Reëele als van de Perfoneele belasting, en lis dus tot beiden betrekkelyk ; beftaande deizelve hierin. Dat de parcikuliere Kollekteurs van de Bb 2 Re; Gei.*). MIDOE* LET?.  Geld lek, s88 Tegenwoordigs Staat Reëele en Perfoneele Goedfchatting , aari wien de betaaling moet gefchieden, gehouden zyn, om,.binnen vier weeken, na dat de vereffening van deeze Goedfchatting voor de Gerechten en Magiftraaten is gedaan, te likwideeren met de Generaale Kollekteurs van voorfchr. middel , en aan dezelve over te brengen, zo het geld by hen ontvangen, als de resten van 't geen nog niet betaald is, by poene van twintig Goudguldens. . Dat de Generaale Kollekteurs zodanige resten aanltonds moeten overgeeven aan den Exekuteur, dewelke verpligt is , dezelve in te vorderen , de gebrekkigen konllringee. rende met exekutie, binnen zes weeken na de ontvangst der resten ; zynde hy , by ^wc^voc™ "ta « Kollekte aangegeeven van 't geene op zuivere Petolens wlrlt gepeld , dewyl a.omtrem eene byzondere taks plaats heeft, naar maate van de lengte der Molenroeden en t getal der Pelfteenen. Te weeten van 60 tot 65 1 paarSteenen. ƒ 45° ;; voets roeden J a - 11 " '3 65 tot  tan FRIESLAND. 403 65 tot 70 1 paar Steenen. ƒ 475 - : - : voets roeden j a ƒ 750 -: - : 70 tot 75 1 paar Steenen. ƒ 500 -: - : voets roeden j 2 ■ — f -: - : Doch zulk een molen mag niet gaan 's morgens voor vieren en 's avonds na achten, gelyk ook niet op Zon - Bede - of Feestdagen , dan met verlof van den Kommies of zyne gelastigden. Voorts moet de Pelmolenaar op May aangeeven, met hoe veel fteenen en wat Molenvlugt hy, geduurende dat jaar, denkt te maaien, zonder dat de eens gedaane opgave, geduurende dat loopende jaar, mag worden veranderd. Eindelyk, om veele andere bepaalingen, hieromtrent in 's Lands lyst gemaakt, voorby te gaan, moet de gemelde taks door de Pelmolenaais, jaarlyks, in zes daar toe bepaalde termynen, in avans worden voldaan. De Stookers moeten hunne Graanen aan der* Molen brengen in blaauw geverfde zakken, met hunne letters gemerkt, en nooit minder dan zes Lopens teffens. Ook mag een Stooker, die een half aams ketel gebruikt, ter weeke niet minder aangeeven , dan zes Lopens Stookersgoed, en moet daar van den Impost betaalen, al ware het dat hy zo veel niet had verbruikt. Zynde hem ook wel uitdrukkelyk verbooden, 'r. geene hy in die week niet gebruikt heeft, aan een' anderen over te draagen, by poene, dat, in zulk een geval, zo wel de overdraager als de overneemer, ieder honderd Kar. Guldens verbeure. Doch zo de Stookery, wegens Reparatie der ge. Cc 2 reedj Geld» h 1 d m g.  Geld- MTDDE' 1 £». 404. TegenwbrMge Staat reedfchappen, geduurende eenigen tyd, ftil moet ftaan, kan de Stooker voldoen mee den Kollekteur daar van kennis te geeven , en denzelven te bewyzen, dat de Stookery geheel ftil moet ftaan; hebbende deeze zulks dan in zyn boek aan te tekenen. Doch, by gebreke van zodanig bewys, moet de Kollekteur fteeds den Impost vorderen van zes Lopens ter weeke, al ware 'er niets aangegeeven. Niemand mag meer Rogge - of Weitmolens aanbouwen, dan 'er voor den eerften Juny 1748 zyn geweest, noch 'er meer Weitfteenen op leggen; moetende de fteenen, die na dien tyd zyn opgelegd , weggenomen , en ook de Rogmolens, die in het jaar met boven de vierhonderd guldens aan Impofme opbrengen, afgebroken worden. Die eenige Graanen aan den Molen willen brengen, moeten alvorens dezelve aangeeven by den Kollekteur ter plaatfe hunner wooninge, tusfchen Zonnen op - en ondergang, en van denzelven neemen een blanfe of cedel, behelzende den naam van den aangeever enz., van hem voor wien het aangegeeven wordt, benevens de hoeveelheid en foort der Graanen, en den dag en uur der aangeevinge tegen kontante betaaling aan den Kollekteur. Waarna het aangegeevene te gelyk en op eenmaal aan den Molen moet worden gebragt, en, alles afgemaalen zynde, ook weder gelykelyk worden afgehaald. Moetende ook, zo iemand het heeft willen doen bakken, de geheele kwantiteit teffens en met ia  van FRIESLAND. 405 ïn perfeelen door den Bakker worden afgehaald. De Aangeever mag de aangeeving ten Kollekte niet laaten doen door den Molenaar of zyn' knecht, maar door den zei ven de Graar nen, die aangegeeven zyn, wel aan den Molen laaten brengen; zynde de Brouwers, Bakkers en Stookers daartoe zeiven verpligt. Ook moeten de zakken altoos gemerkt zyn met de volle naamen, of ten minden met de eerde letters der naamen van derzelver Eigenaaren , by verbeurte van Zak en Graan, en nog daarenboven van 20 guldens boete voor Brouwers en Bakkers. Die eenige Graanen onder den Molen, of in een van des Molenaars huizingen brengt, zonder vooraf een cedel te hebben gehaald; gelyk ook die meer in de Zakken doet, dan zy volgens des Kollekteurs cedel zouden behelzen , vervalt in de boete van honderd Daalders ; waarom de Kommiezen en Opzigters de vryheid hebben , om ten allen tyde de Zakken te dorten, en 't Koren na te meeten. Geene Molenaars, noch hunne knechts , mogen eenig koren, in of by den Molen, in eenige Molenaars huizingen aanneemen , dan na dat hun 't cedel van den Kollekteur is vertoond. En zo iemand zich. verdoutte om meer dan eenmaal op 't zelfde cedel Graanen aan te neemen , die zou vervallen in eene boete van zeshonderd guldens, en daarenboven arbitraire korrektie. Doch zo een Molenaar, by het ondergaan Cc 3 der Gel», mi d de».  Geld» •MIDDElen. 406 Tegenwoordige Staat der vifitatie en pegeling, of by 't ontdekken van bedrog , daadelyken tegenftand bood, oi bedrieglyk, by nacht of ontyde, Graanen op of van den Molen bragt, zou dezelve vervallen in eene boete van vyfcienhonderd guldens , of, in gevalle van onvermogen , met Bannisfement in 't Tuchthuis , ja zelfs met openbaare geesfeling, worden geflraft. Den Bakkers is wel ftrengelyt verbooden » eenige geheele öf ongemaalem Rogge in hun Brood te doen ; gelyk ook het doen raasden van zemelen , en 't verwerken van dezelve in 't Brood met Grand, Gortmaakers afval enz. , De Bakkers, flyters, en zelfs partikuheren , die hun eigen Brood bakken, zyn de pegeling onderworpen. Een Bakker, te gelyk Molenaar zynde, mag niet beginnen te bakken , dan 's morgens na vyf uuren , en moet 's avonds voor zeven uuren wederom ophouden , by poene van 75 guldens. Die eenige Hand - of Kwarenmolens , groot of klein , of eenigerhande Inftrumenten , tot het maaien van graanen bekwaam, bezit, vervalt in eene boete van dertien honderd guldens of arbitraire korrektie, naar vereisch van zaaken ; genietende de ontdekker duizend guldens tot eene belooning, indien de fchuldige in handen van 't Gerecht geraakt, en van 't misdryf overtuigd wordt. Van ieder' Gortmolen, waar op niet meer dan één Legger en één Loperfteen mogen zyn, moet, jaarl'yks, aan den Lande betaald worden  van FRIESLAND. 407 achthonderd guldens , zo in die Molens maar < één paard wordt gebruikt; doch die twee1 paarden gebruiken willen, moeten zestienhonderd guldens betaalen, en dus naar evenredig, heid. Doch de Molens mogen niet gaan , dan 's morgens na en 's avonds voor zesièn , op welke tyden zy , dagelyks, door de Opzigters, moeten worden geflooten en ontflooten; moetende dezelve ook op Zon - Bede - en Feestdagen geflooten blyven. Het Molengeld moet door den Gortmaaker betaald worden in zes termynen, by 't ingaan van ieder dubbele maand, en dus op de eerfte dagen der maanden May, Juiy , September, November, January en Maart. Des Gortmaakers paarden moeten vooraf gebrandmerkt worden, en, behalven zyn gemerkt paard of paarden, mag hy geene andere in huis hebben, noch zyn gemerkt paard aan iemand leenen. Doch zo 't gemerkte paard in 't beflaan vernageld , of door eenig ander ongemak, voor een'tyd, onbruikbaar wordt, moet de Gortmaaker , zulks behoorlyk aan den Kommies of Opzigters beweezen hebbende , van hun een certifikaat verzoeken , om zich daar mede aan 't Gerechte te vervoegen, met verzoek van vryheid , om met een ongemerkt paard te mogen maaien, 't geen als dan wordt toegeftaan , mids in 't etmaal niet meer te maaien , dan den tyd van tien uuren. Een Gortmaaker3 molen mag, met de uitfteekende kammen, niet wyder zyn, dan Cc 4 na- Geldmiddelen.  Geld. m;dd£. I* EN» 408 Tegenwoordige Staat negentien voeten , en de Staartftok, daar 't paard aan trekt, niet verder uitfteeken, dan tot den binnenkant van het kamrad. Tot des te meerder zekerheid voor de invordering van dit middel, hebben de Opzigters by de Molens eene byzondere Inftruktie , die voornaamelyk hier op uitkomt, dat zy naarftiglyk op hunne posten moeten pasfen, en zich niet van daar begeeven, dan met toeftemminge van den Kommies; hebbende zy fteeds oplettende te zyn op ailes, wat 'er in of by den Molen gebeurt. De blanfen van den Kollekteur moeten zy naauwkeurig invorderen, en een van hun Kontraboek houden, met aantekeninge, wanneer de aan den molen gebragte graanen weder van daar zyn gehaald of gebragt. Ook moeten zy alle avonden , by Zonnen ondergang , te famen de peil der gebroken en ongebroken graanen op den molen doen, en daarna den molen wel fluiten, zo dat niemand na dien tyd, buiten hunne kennis, op den molen kan komen; terwyl zy tot gerustftelling van den Molenaar aan hem laaten den fleutel van een tweede flot op denzelven. 's Morgens moeten zy den molen met den Molenaar weder openen, en op nieuws de peil doen, om te zien , of alles in den zelfden ftaat zy, waar in zy het des avondshadden gelaaten ; wordende deeze peilingen telkens te boek gebragt. Zo 't ondertusfchen, wegens aanhoudende ftilte of andere wettige redenen, noodig was, dat 'er, voor of na Zonnen ondergang , op Zondagen enz. wierd ge-  van FRIESLAND; 409 gemaald, mag dat ook, na voorafgaande toelaating van 't Gerechte, gefchieden. Zo iemand der Lpzigters overtuigd wordt, met den Molenaar of andere perfoonen , ten nadeele van dit middel, te hebben gekolludeerd, wordt dezelve geftraft met Geesfeling, Brandmerk, en Bannisfement in 't Tuchthuis, voor den tyd van vyf jaaren. Het Regiement op het Beestiaal bevat alles, wat in acht genomen moet worden in 't aangeeven van Beesten, welke voor in- of uitlandsch gebruik gefiagt zullen worden. Niemand mag, volgens hetzelve, eenig Runderbeest, Schaap of Varken Aagten, of laaten Aagten , zonder den Impost te hebben betaald; re weeten, van ieder Goudgulden van den inkoop of prifeering, vier ftuivers en zes penningen; welke bekisting ook moet worden betaald van al het vleesch, reuzel, en fpek van bufren wordende ingevoerd, 't wejk op de plaats van den invoer moet worden aangegeeven en betaald. Doch van elk konftaarc Schaap wordt maar betaald dertien ftuivers , van een Lam, van Lichtmis tot St. Jakob , zes ftuivers en een half, van een langftaart Schaap zes en een halve Huiver, en van een gelykfoortig Lam, van Lichtmis tot St. Jakob, drie ftuivers en vier penningen. Van een Kalf beneden de tien dagen wordt niets betaald; doch geAagt wordende tusfchen den ouderdom van tien dagen en dertien weeken, beloopt de Impost een gulden en twee Cc 5 ftui» Geld. M I DOE< Het Bees' tiaal.  Geldmiddelen. 410 Tegenwoordige Staat ftuivers, en daarboven gefebiedt de aangeeving gelyk van ander Rundvee. Een Speenvarken doet zes en een halve ftui- VC Die een Beest, door hem zeiven geweid , of buiten de Provincie gekocht, wil Aagten , moet hetzelve met hair en tekens befchreeven, na dat het op ftal gezet en opgebonden is , naar'de rechte waarde aangeeven, en daar naar betaalen; moetende het Beest, ten minften , tweemaal vierentwintig uuren blyven ftaan, om door de Kommiezen , Opzigters, Kollekteurs of Gerechtsdienaars te kunnen worden geviiiteerd; terwyl, geduurende dien tyd , de voornoemde perfoonen het recht hebben om zodanig beest of beesten, zo zy meenen dat dezelve te laag zyn aangegeeven , te benaderen, midsden prys, voor welken zy zyn aangegeeven, met een tiende verhoogende , en 't geld promptelyk betaalende. Voorts moeten de aangegeeven Runderen en Varkens, binnen acht dagen na de aangeeving, worden geflagt; doch de Schaapen en Lammeren binnen vierentwintig uuren. Het geAagte Rundvee, 't welk ingezouten en in tonnen gepakt wordt, om naar Zee te worden gezonden, maakt in Friesland geen geringen tak van Koophandel uit, en deeze lou nog veel voordeeliger zyn , zo niet fommige baatzugtige menfchen , door t gebruiken van gemeen vleesch en onbehoorlyk inzouten , dit Tonnevleesch op een' ktvaaden naam hadden gebragt. Tot voorkoming van eene zo fchandelyke handelwyze zyn wel, van tyd tot  van FRIESLAND. 411 tyd , door 's Lands Staaten zeer heilzaame ■befluiten genomen ; doch dezelve hebben tot nog toe de baatzugt niet altoos ten vollen kunnen beteugelen. Het nieuwe Reglement op dit gewigtig Huk is van den 1 Juny 1.787, en van volgenden inhoud. Art. I Die gezouten en in Tonnen gepakt Vleesch uitvoerd, zal eene Premie genieten van een Ryksdaalder van ieder Ton, weegende 220 ponden; een halve en quart Ton van 110 of 55 ponden naar proportie, zonder dat voor mindere quantiteiten van dien , eenige premie plaats zal hebben, mies de Tonnen vol gezet en den Uitvoer daar van behoorlyk en voldoende beweezen werde aan den Collecteur der plaatze alwaar de aangevinge is gefchied, die dezelve Premie uit 't Colleét van 't Beestiaal zal betaalen. II. De Premie zal meede worden gevalideert, wanneer het Vlees niet in de Fust, in voorgaand Art. bepaald, gepakt is, indien voor het overige de bepalingen van dit Reglement in agt genomen zyn, in welken gevalle voor ieder 100 ponden Vleesch tot premie zal worden gevalideert ƒ 1 - 2 - 8 , voor 50 ponden ƒ : - 11 -4, voor 25 ponden ƒ: - 5 - 10, zonder wyders. En zal door de geëdigde Pakkers of ten overftaan van hun in dit geval het gewigt op de Tonnen moeten worden geritst, en ah vooren gemeld is, by den Collecteur, die de Premie valideert, beweezen worden Uitgevoerd te zyn. III. De Geld- M I D o tin LES.  Geld- jm i d d e1ek. 412 Tegenwoordige Staat III. De Weeging zal door de Pakkers In het Huis, alwaar de flagting is gefchied, worden gedaan met betaaiing van het halve Waagregt tot ƒ : - 1 - 8 van de 100 ponden door den Eigenaar van het Vleesch. IV. Die voorts Rundvleesch in Tonnen wil pakken, met oogmerk, om na de beweezen Uitvoer, eene Preemie te genieten, zal daar toe geen Vleesch van Bullen, Grove Oslén, Zieke, magere of gortige Beesten mogen gebruiken, maar dat van andere vette Beesten, die ten minsten op het vierde Gras hebben gegaan, en ieder niet minder waardig dan Twee en dertig Caroli guldens, en zodanig ten Collecte aangegeven, zoo dat de gewoone Lands Impost ten minften beloopt vyf Caroli guldens, zullende de Slagers't eikens in eene boete van twintig Caroli guldens vervallen» indien zy een Beest Gorrig bevindende, daar van geene kennisfe aan den Eigenaar hebben gegeven. V. De Eigenaars van zulke vette Beesten zullen dezelve ten Co iecle moeten aangeven, en den Impost daarvan betalen, alles ee veneens, gelyk zulks in 's Lands Lyst op het Beestiaal, aangaande het geflagte Rundvee, is bepaald, en boven dien gehouden zyn te verklaaren, dat zy voornemens zyn, om het Vleesch van 't aangegeven Beest of Beesten ten bovengemelden einde in Tonnen te pakken, en daar na moeten zy melden den naam des Perfoons, in wiens Huis de flagting zal gefchieden. VI. Tot de Inpakking van dit Vleesch zul-  van FRIESLAND. 413 zullen geene Haring, Oly, nog andere flegte Vaten of Tonnen moogen worden gebruikt, maar dezelve zullen van goed eiken Hout moeten worden gemaakt, welkers duigen ten minften drie vierde duim dikte hebben; voorts zal ieder bodem niet meer dan uit drie ftukken mogen zyn te zaamen gefteld; wyders zullen zy beneeden vol, en van boven met vier en vier Hoepen moeten zyn voorzien. Vil. De Inpakking zal moeten gefchieden door twee bekwaame Pakkers , die door dé Officieren en Magiftraaten zullen worden aangefteld , en onder Solemneelen Eede gebragt, datze dit Reglement, zoo veel hun betreft, nauwkeurig zullen nakomen, by poene vart 100 Caroli guldens boete op ieder overtreding, en ingevalle van onvermogen tot betaling der boete by ftraffe van Bannisfement in het Tugthuis voor een Jaar, of zodanige andere Lyfftraf, als naar exigentie van zaaken zal verftaan worden te behooren. VIII. De Geregten in Grietenyen en Steeden worden geauthorifeert, om ieder in hun Diftrict zoo veel Pakkers by voorraad aan te ftellen en te éédigen , als nodig agten. En wanneer het gebeurd, dat een geè'digde Pakker zelve Vleesch wil Tonnen, om uit te voeren, zal de Inpakking door andere geëdigde Pakkers moeten gefchieden. IX. Deeze Pakkers zullen in de Tonnen niet mogen zetten het Jaar, de Halsftukkeo, nog de einden der beenderen ter lengte van twee handbreedten (zoo als men hier gewoon is, de Beesten aan de Balk te hangen,) enverpïigc zyn, Geld» M i d d £• len.  Geld MIDDELEN. 414 Tegenwoordige Staat zvn, alle moeite aan te wenden, om te maaken, dat in ieder Ton evenveel best en minst Vleescli van het overige der Zyden wordt gepakt, zonder toe te laaten, dat daar omtrent eenige de minde uitzonderinge van beste Stukken word g° X^Dezelve zullen het Zouten van dit Rundvlee=ch , benevens het zetten in Tonnen tot genoegen der Eigenaren moeten doen , maar tot ieder geheele Ton niet rmnaer, dan elt maatcn goed Zout, en tot ieder 100 pond Vleesch niet minder, dan vyf maaten zodanig Zout mogen gebruiken, halve en quart lonnen, mitfgaders minder gewigt naar evenredig- heiXI Het Vleesch gezouten als meede tot de eindelyke Inpakking gereed gemaakt, en dus getond zynde, zullen de Vaten binnen drie dagen daar na in tegenwoordigheid der Pakkers worden toegekuipt, ten waare deeze bemerkten, dat 'er in de gedaane Inpakkinge veranderinge waare gemaakt, m welk geval zy verpligt zullen zyn, van het voorgevallene kennisfe Ie geven aan den Comm,s van het Diftrift , of aan de Cherchers ter Plaatze. _ XII De Tonnen toegekuipt zynde, zulten niet weder moogcn worden geopend, dan alleen m gevalle eeni| bederf aan het Vleesch of Pekel, rS reeden gevreesd of befpeurd word , wanneer de Opening zal mogen gefchieden m Senwoordigheid5 van de Pakkers, of, by hun afweezen ter prtefentie van den Dorpregter of Cherchers. „ e XIII. Die anderzins de Tonnen opent, of  van FRIESLAND. 415 in 't gemeen m eenig ander Articul van dit Reglement bedrog pleegt, zal vervallen in de boete van 150 guldens op ieder misdaad, en op ieder Ton, het zy geheele , halve , quarc Tonnen of andere Fust boven de vergoedinge der fchade, die daar door mogte zyn veroorzaakt ,• van welke boete de Ontdekker en Aanbrenger * het zy Ingezeeten, het zy Bui. rengezeeten deezer Provincie, zonder onderfcheid, de helfte zal genieten, en de weder, helfte aan den Officier die de Calange doet, en de Armen ter plaatze, worden gedeeld. XIV. De Eigenaars van het Getonde Vleesch, zullen aan de Pakkers, weegens hunne gedaane arbeid, voor ieder geheele Ton zes Stuivers, voor ieder halve Ton vier Stuivers, en voor een quart Ton drie Stuivers betaalen, en ingevalle van andere Fust. drie Stuivers voor de 100 ponden, voor 50 ponden een en een halve Stuiver , voor 25 ponden twaalf Penningen, zonder wyders. XV. De Pakkers, zullen aan de Eigenaren van het Getonde Vleesch alle vierendeels jaaren of zoo dikwyls zy zulks begeeren, moeten geven eene naukeurige verklaring van de quantiteit en zoorten van Tonnen of ponden Vleesch, welke voor hun gepakt hebben, by voorbeeld, Wy G E l D* M I D D E« LEN.  Geld- M ID DELEN- 416 Tegenwoordige Staat Wy ondergefchreevene geëdigde Pakkers va» de Grietenye of Stad verklaren van den tot den voor woonende te Gepakt te hebben geheele halve quart Tonnen of Ponden Rundvleesch, in allen deele overeenkomftig het Reglement op het Ton'ne Vleesch den In kennisfe onze handen Welke verklaringen de Eigenaars zullen moeten overhandigen aan de Collecteurs van het Beestiaal ter Plaatze alwaar de aangeving is gefchied, om, na beweezen Uitvoer, in het betaalen van de Premie zig naar dezelve te reguleeren. XVI. En wordt op gelyke wyze meede aan die geene, die versch geflagen en ingezouten Spek Uitvoeren,, geaccordeerd de Premie van vyftig Stuivers op de 220 ponden, halve Tonnen,'quart Tonnen en agtfle Tonnen, grotere en kleindere quantiteken naar advenant, des niet minder dan 27 en een tweede ponden bedragende. Onder verbetering ftellen wy voor, of dit Reglement niet met één eenvoudig byvoegzcl zeer veel zou kunnen worden verbeterd ; indien naamelyk, door de Ed. Mog. Heerert Staaten, wierd bevolen, dat niemand voortaan eenig Tonnevleesch zou mogen uitvoeren, dan in Tonnen, op welke gebrand ware het Wapen der Stad of Grietenye, met de naamen der geenen, welke het vee hadden laaten  van FRIESLAND. 417 laaten ftachten; dewyl dan niemand eenig bedrog zou kunnen pleegen, of de Schippers en Kooplieden zouden altoos weeten, door wien zy waren bedroogen, en dus op dezelve hunne ichade kunnen vernaaien. De Impost op de Thee en Kolfy heeft van tyd tot tyd veele veranderingen ondergaan, en nog onlangs werd van ieder pond thee betaald acht ftuivers en van ieder pond koffyboonen drie, en zo zy gebrand waren vyf ftuivers: doch, rer voorkominge van de meer en meer toeneemende fmokkelaaryerf, is, by Plakaat van den eerften Juny 1787, de Impofitie der thee verminderd tot op vyf ftuivers; die der ruwe kolfy op één, en die der gebrande op twee ftuivers: mogende geen Koopman in koffy of thee minder dan vyfentwintig ponden teffens invoeren. Wanneer een Koopman thee invoert met groote kisten of krasfers moet hy de aangee« ving doen by het pond, één of twee ponden percent onbegreepen, zullende de tarra of zwaarte der kisten worden gereekend. Geld". III d Dj. le«« Impost op Thee Koffy. - kist van it -5 kist van • I kist van IV. DEEL. 18 tot 24 fff. 25 34 35 45 fff. 46 tot 60 fff. 61 69 fff. 70 tot 79 fff. 80 99 fff. 100 110 fff, Dd 6j? fff. ÏO f£. loi tg. 15 fl?18 fff. 19 22 fff. 24 fffl- kist  4i & Tegenwoordige Staat Geld. KI ID DSc - kist van ï iii tot 119 fff. 25 fff. 120 140 fff. 28 fff. £ kist van 141 tot 199 fff. 39 fffi aoo 229 fff. 45 fff. % kist van 3 230 tOt 299 fff. 54 fff- 300 349 fff. 60 fff. 350 399 fff* 64 fff* 400 500 fff. 68 fff. Wanneer een Koopman koffy in baaien invoert , moet hy dezelve by het pond aangeeven, en zo by de vïfitatie blykt, dat 'er aan de aangeeving niet meer dan vyf pond over of onder fcheelt, kon hy voor deezen volftaan mét het meerdere aan te geeven , en had het recht om het mindere te korten ; maar zo 'er meer dan vyf ponden te veel of te weinig was aangegeeven , zo verviel hy in de boete. Doch volgens een laater Plakaat is 'er , omtrent het geene dat gewoogen moet worden, eene fpeeling gegeeven van tien percent. Voor deezen gefchiedde de aangeeving van koffy, thee enz. meest al op goed geloof van den Koopman ; wordende 'er weinig weegingen gedaan dan in geval van merkelyk vermoeden van fraude. Ondertusfchen begreep men in het jaar 1777, dat hier door, waarfchynlyk, veele fluikeryen wierden gepleegd; waarom in dat jaar eene nadere dispofitie omtrent  van FRIESLAND., 41? omtrent dit ftuk werd gemaakt van volgenden inhoud. I. Dat alle zoete waaren, thee, koff/boonen en tabak, in wat fust ook in deeze Provincie wordende ingevoerd, na aangeeving op de havenen van het bruto gewigt en merkteken van den Afzender, Landsvvege op de refpektive Waagen zullen gewoogen worden , voor en aleer een Koopman de goederen zal mogen opllaan, of in huis neemen. II- Dat alle goederen , welke een Koop. man wil uitvoeren, insgelyks op de Waaien gewoogen , door 's Lands Kommiezen naauwkeurig gevifiteerd , met 's Lands zegel verzegeld, en op de Havenen nagezien zullen worden. III. Dat de Opzigters verpligt zullen zyn om de Ryst- en Syroopvaten , en de Korente booten te booren, voor en aleer dezelve zullen mogen opgellaagen worden, om te ontdekken , of daar in ook andere goederen als de aangegeevene verborgen zyn. IV. Dat het weegen der goederen zal gei fchieden ter plaatfe , werwaards dezelve zyn verzonden , om ontlaaden en opgeilaagen te worden, in tegenwoordigheid van twee Opzigters , of daar geen Opzigters zyn , van een Dorprechter mét een Adiiitent, of by gebreke van deeze laatfte, van twee Getuigen; en wel op de geoctrojeerde Waagen, indien die ter plaatle voorfchreeven gevonden worden. Zul. lende by den uitvoer het zelfde plaats grypen , en de weeging worden in 't werk gefteld in Dd 2 de 1 Gel»- M iODfLEB.  G EL D» »r i d d fiUtN. 4Qe> Tegenwoordige Staat de Stad of het Dorp, van waar de verzending naar buiten gefchied. V. Dat, wat aanbelangt de Vlekken of Dorpen, in welke geene Waagen zyn, en van waar een of meer Veerfchepen op plaatfen huiten de Provincie gelegen vaaren, zorge zal worden gedraagen, dat aldaar van Landswege twee groote Schaalen met de noodige Gewig* ten voor handen zyn, en daar te boven een bok opgericht worde , waaraan deeze weeging kan gefchieden»- VI. Dat aan de gezwooren Weegers op publyke Waagen van ieder honderd ponden twee duiten , en van minder gewigt naar evenredigheid zal worden betaald , en dat op plaatfen alwaar geene geoctrojeerde Waagen gevonden worden , de Opzigters , of zo 'er geene Opzigters zyn, de Dorprechter en Ad. fiftent, of de Getuigen boven vermeld , dit voordeel te famen zullen genieten, des dat'zy de weeging verrichten. Waar toe de Opzigters of Dorprechter en Adfiftent, in cas voorfchreeven , niet alleen worden gelast, maar zulks ook aan hun bèvoolen en opgelegd wordt. VII. Dat de Commiezen het recht behou- . | den, om, irigevalle ten opzigte van de quantiteit der goederen, die by 't aankomen op de Havenen aangegeeven waren , eenige fraude vermoeden, de kisten, pakken, baaien of andere goederen aldaar te weegen. VIII. Dat voor ieder baal, pak , kist of Vat , het welk wordt opgeflaagen, zonder op ! voorfchreevene wyze gewoogen te zyn , zal j ver- I  van FRIESLAND. 421 verbeurt worden eene boete van zes Car. guldens , boven de andere boeten by de Lyst op het ter fluik ingevoerde gefteld. Van den Tabak , Tabaksfteelen en Snuiftabak zal betaald worden drie ftuivers van ieder pond , zonder eenige korting ; zullende de Handelaars in deeze waaren geen minder quuntiteit telfens mogen invoeren, dan van vyfencwintig ponden Tabak, en van tien ponden Snuiftabak, teffens. Van den Vaat - of Bladtabak zal voor ieder pond betaald worden twee en eene halve ftuiver; zullende van den tabak tien pond percento voor refactie, vuiligheid enz. mogen worden gekort. Doch zal door de handelaaren geen minder quantiteit gekurven blaadtabak mogen ingevoerd worden, dan honderd ponden teffens, en van ongekurven niet minder dan een vol vat. Uitgezonderd echter de tabak in de Republiek gewasfen. Moetende de vaten zyn getard en de zwaarte van den tabak daar op geritst. De Planters van Inlandfchen tabak binnen de Provincie zyn van alle belasting ontheven; doch echter aan verfcheidene Artikelen verbonden, tot voorkoming, dat 'er geen Uitlandfche tabak, op naam van Inlandfche, werde geflooken, alles by poene van 25 guldens. Aanzienlyk is ook in Friesland de belas» ting op de Wynen en fterke geestryke dranken , dewyl van een Oxhoofd of zes ankers < Rhynfche , Franfche , Spaanfche , en andere Wynen en zekken, in de Provincie wordende Dd 3 inge. • Ge ld* I MIDDELEN. Op T?- • bak enz. Impost op Wynen enz.  G E L T)M I D DE- 42a Tegenwoordige Staat ingevoerd , moet worden betaald dertig guldens, en van de Uithecmfche Meed twaalf guldens. Boven welke Impofitie de Steden nog van ieder Oxhoofd mogen ligten zes gul. dens zonder meer, ten zy dezelve een byzonder Oktrooy hebben, 't geen haar recht geeft de wynen meerder te bezwaaren. De Wynkoopers, welke Grosfiers zyn, mogen op ieder Oxhoofd voor de moer een half anker korten: wordende door Grosfiers verftaan de zodanigen, die by 't ingaan van 't jaar aan den Kommies van het diftrikt en den Kollekteur der plaats hebben verklaard, dat zy in dat jaar ten minften twintig Oxhoofden zuilen invoeren, waar voor zy, zo 't gevorderd wordt, borge moeten ftellen. Na beweezen uitvoer mag de Impofitie worden gekort, te weeten van een Oxhoofd op de moer een twaalfde gedeelte minder dan daar 't op was gefteld ; doch van fchoone Wynen kort men den geheelen lmpost. Van drie maanden tot drie maanden moet by de Grosfiers pegeling worden gehouden van de gekonfumeerde Wynen, voor welke zy binnen drie weeken daarna den ïmpöst moeten betaalen. En op dat de peil met meerder zekerheid moge gefchieden, zyn zy gehouden hunne Leggers door den Lands Wynroeier te doen roeien, en derzelver grootte daar op te laa:en aantekenen. Ook mag een ieder zyne ingevoerde Wynen laaten roeien door 's Lands Roeier, en naar zyne roejing den Impost be. taaien. _ Boven  van FRIESLAND. 423 Boven den voornoemden Impost moet nog worden betaald zes guldens en twaalf ftuivers voor ieder Oxhoofd, van allerleie foorten van Wynen, die ten tappe gefleeten worden in Herbergen , Gilde - en Doelhuizen en andere daar gelagen gezet worden, zo wel dagelyks als by byzondere gelegenheden van Jaarmarkten , Boelgoeden enz. Die Wyn , van buiten komende, wil op • Haan, om uk te tappen , moet daarvan eerst aangeeving doen , een biljet van den Kollekteur haaien , en den Impost van verhooging betaalen, op de boete van 75 guld. op ieder vat. Voorts moet hy den Wyn bydage laaten inbrengen door de gewoone Wynwerkers of Bierdraagers, welken wel fcherpelyk gebooden wordt zulks niet te doen, dan na vertooning van zulk een Biljet, by arbitraire korrektie. Alle Wynkoopers moeten de Wynen , door hen ingevoerd , ten opzigte der verhooginge verantwoorden, en dezelve voor ieder Oxhoofd betaalen , uitgezonderd zo veele als zy uit de cedels der Kollekteurs , door de gezwooren Bierdraagers vertekend, kunnen bewyzen, niet aan Tappers, maar aan byzondere perfoonen geleverd te hebben. Van alle van buiten inkomende Bieren is de Impost als volgt. Voor een vat Joopenbier , groot 140 Friesfche Kannen, twaalf guldens en acht ftuivers, behalven nog drie guldens, welke de Steden daar op mogen ftellen. Voor een Ton Bier buiten 't gebied van den Dd 4 Staat Geld» MIDDE< L EN. Op Bie. reu.  Gelt>. middelen. 424 Tegenwoordige Staat Staat gebrouwen zes guldens twee ftuivers « te voldoen door Bierfteekers en Herbergiers , behalven dertig ftuivers, welke de Steden daar op mogen leggen. Voorts van een Ton Bier, binnen de Republiek, doch buiten Friesland gebrouwen , vyf guldens en vier ftuivers; kunnende de partikuliere Ingezetenen volftaan met half zo veel, mids dat zy nooit iets mogen overdoen aan Bierfteekers of Tappers, op eene boete van driehonderd guldens. De Liqueurs en fyne Distillatien mogen voor partikulieren worden ingevoerd by zes vlesfen reffens; doch voor Kooplieden niet dan met een byzonder konfent van den Hoofd-Kommies, die daar in moet uitdrukken de nette hoeveelheid, den dag wanneer, de plaats van waar en den naam van den Schipper of andere Gelastigden, met wien die heete wateren zullen worden ingevoerd; mids dezelve ten Kollekte aangeevende, en den Impost daar van betaalende naar evenredigheid van elf ftuivers de Kan; mogende de invoer niet worden gedaan dan in vaten van ten minften vyf ankers. De Brandewynen, weleer bezwaard met een gulden Impofine op ieder Kan, zyn naderhand verligt tot twaalf Huivers , wanneer 'er nog afzonderlyk iets voor de wanheid van 't vat mogt worden afgerekend ; doch in 1776 is zulks afgefchaft en de Impost met nog een ftuiver verminderd- Ondertusfchen wordt 'er nu op de Havenen uit de Fusten eene vies Brandewyn genomen, en verzegeld aan 't Kollegie öp Bran tkwyn enz. Op fyne Distillatien.  van FRIESLAND. 4*5 legie gezonden, om denzelven te laaten beproeven: en wanneer de fterkte van den Brandewyn grooter wordt bevonden, dan proefhoudende, zo moet de Koopman daarvan, naar U ID D El i/EH. evenredigheid van de meerdere fterkte, meerder Impost betaalen. By den uitvoer van Brandewynen, die alvorens zyn ingevoerd geweest, wordt thans eene koning toegeftaan van negen ftuivers. De kleine Kooplieden, of flyters van Brandewyn en gedistilleerde wateren, moeten door een cedel toonen, van wien zy de waaren hebben , inhoudende jaar en dag, wanneer ontvangen zyn, en vertekend door den Koopman zeiven, of zynen Gelastigden , of een' zyner Huisgenooten op zyn order, met byvoe» ginge van des Koopmaans naam, en uitdrukkinge dat de vertekening op zyn' naam is gefchied. Welke cedels de Kommiezen en Opzigters zo dikwyls kunnen vraagen als 'e hun goed dunkt. Dit zelfde heeft ook plaats omtrent de flyters van thee, koffy, tabak en alle gelykfoortige waaren , die met Impolitien bezwaard zyn. Alle Kooplieden, die hunne Brandewynen in 't groo.t uit Uitheemfche Gewesten ontbieden , en zulks door vereischte papieren toonen, mogen dezelve in hunne Pakhuizen opflaan , zonder eenige aangeeving te doen, na alvoorens tot het aanleggen van zodanige Pakhuizen vryheid van 't Kollegie bekomen te hebben. Doch om fluikeryen te weeren zyn hier omtrent veele bepaalingen D d 5 ge-  426 Tegenwoordige Staat Geld. MIDDE LEK. gemaakt. De opflag, by voorbeeld, mag niet gefchieden dan by lichten dage, en in tegenwoordigheid van den Kommies of Op* zigters. De deuren der Pakhuizen moeten voorzien zyn met drie verlcbillende floten en fleutels, waar van een in handen' is van een Dorprechter, Boode, of iemand anuers, daar toe door 't Gerechte benoemd; een tweede by den Kommies of Opzigters, en de derde by den Koopman zeiven: zo dat zy zonder medeweeten van eikanderen niet in 't Pakhuis kunnen komen. De uitzetting mag niet gefchieden, dan tusfchen Zonnen open ondergang. De opflag moet gefchieden in ftukvaten, en dus ook de uitzetting, uitgezonderd voor Schepen, die, reeds buiten den Boom gehaald, zo naar Zee zullen vaaren, tot provifie van welken de leverantie in kleiner vaten tot een kwart anker inkluis, doch niet minder, mag worden gedaan enz. Behalven den Impost van 't Gemaal, waar aan de Jenever-Stcokers onderheevig zyn, gelyk wy reeds hebben gezien, zyn dezelve nog daarenboven bezwaard met een Ketelgeld; moetende van een ketel, die een aams grootte heeft, jaarlyks, worden betaald driehonderd en dertig guldens, en van de grootere en kleinere naar evenredigheid, zonder dat'er eenige korting wegens flilftaan plaats heeft. Een ieder, die ftooken wil , moet zich, jaarlyks, op May aan 't Gerecht aangeeven , en "verklaaren , met hoe grooten ketel hy voorneemens is te ftooken; mids dat dezelve vooraf door 's Lands Wynroeyer, in tegen- woor-  van FRIESLAND. 427 woordigheid van een' Lands of Stads Boode, Dorprechter, of Opzigter , gemeeten zy; moetende hy van deeze perfoonen eene verklaaring neemen, en dezelve eerst vertoonen aan den Kommies van het distrikt of aan zynen Gelastigde, en daarna aan den Kollekteur, die dezelve in zyn boek moet regiftreeren. Voor deeze meeting geniet de Wynroeier twee guldens tien ftuivers van ieder aam, en de Dorprechter of Boode zyn gewoon falaris. Zo iemand zich heeft aangegeeven te zullen ftooken, wordt hy gerekend het geheele jaar door voort te vaaren, ten zy hy door den dood, of 't overvallen van krediteuren , in de onmogelykheid wierd gefteld. En zo hy op May verkiest uit te fcheiden, moet hy zyn helm op het Raadhuis brengen, en zyn ketel aanftonds afbreeken. De betaaling van het Ketelgeld moet worden gedaan in zes termynen , *t elkens twee maanden in avans, te beginnen met den eerften May. Van het wit gerafineerde Zout, van buiten inkomende, zonder onderfcheid of het Uit» landsch of Inlandsch Zout zy, het welk uitgevoerd zynde weder wordt ingebragt, moet de aangeeving ten Kollekte gefchieden, en de Impofitie van twee guldens tien ftuivers worden betaald voor ieder zak , gerekend op veertig Friesfche maaten; mids dat door een beëedigd getuigenis blyke , dat zulk zout waarlyk van zout is gezooden en acht dagen op de Den heeft gelegen om uit te lekken. Het Geld. VI I I) DELEN. Op Zont.  428 Tegenwoordige Staat MID DELEN. Het zout mag alleen worden ingevoerd i* zakken vari veertig Friesfche maaten, en in geen minder hoeveelheid dan van twintig zakken teffens. Het Binnenlandfche zout, in de Zout - ziederyen gemaakt, mag niet uitgezet worden dan ïn gelyke zakken van veertig, of halve zakken van twintig maaten; moetende van de zak aan den Lande worden betaald twee guldens en tien ftuivers, en voor klynen een gulden zestien ftuivers de zak. Niemand mag eenig zout klynen of verwer* ken dan door gezwooren Drangers en Meeters , tusfchen Zonnen op - en ondergang. Mogende geene klyning en veel minder uitzetting gefchieden, dan na een bekomen uitzetcedel, door de Cherchers gevificeerd, geapprobeerd en aan de zakken gebonden , tot dat het zout ter behoorlyke plaats is geleverd. Indien een Zoutbrander zich verftout, op een uitzet - cedel grooter kwantiteit uit te zetten, dan 't zelve behelst, zo verbeurt hy telkens eene boete van duizend Kar. guldens, half ten voordeele van den Lande en half van den Aanbrenger, zo de daad kan worden beweezen. Van alle Turf, Baggelaar en Brandhout , binnen deeze Provincie gebruikt, moet voor Impost betaald worden zesdehalve ftuiver van de waardy van een Daalder. Doch de Steenbakkers , Gleibakkers , Zoutzieders en Loodgieters hebben vryheid om de turf, tot hunne Fabrieken ,vereischt, aan te geeven tegen der- Op Turf en Hout.  van FRIESLAND. 429 derdehalve ftuiver van den Daalder , mids zy voor hunne huishoudingen, tegen den gewoonen prys, ten minften twee Schuiten harde turf aangeeven, Gelyk ook de Kooplieden in Buitenlandsch Brandhout, ten minften, jaarlyks twee vademen moeten aangeeven, en daar van den vollen Impost betaalen. De aangeeving moet worden gedaan na de rechte waarde ; mogende de Stok turf nooit minder worden gerekend dan op drie en een halve Huiver, en de Baggelaar dan op vier en een halve gulden het Vuur; terwyl den Kommiezen 't recht wordt gelaaten, om het aangegeevene, zo zy 't meerder waardig keuren, te benaderen, mids prompte betaaling met een zesde verhooging. Wanneer iemand tot het inkoopen van turf in het Veen , een anderen last geeft, moet hy zulks doen by een eigenhandig vertekend gefchrift, waar in, behalven den last, fpeciaallyk de naam en woonplaats van den lastgeever met volle woorden zyn vermeld; by voorbeeld lk Jan Klaafes, woonachtig binnen Leeuwarden, authorifeere en gelaste Pieter Hendriks, woonende te Oostermeer, om aldaar voor my in het Veen te koopen, een vracht Baggelaar, van vier Schuiten of daar omtrent. Al wie eigen gegraaven of gekochte turf uit het Veen vervoert om te verkoopen, moet die ter plaatfe van den opflag aangeeven, tegen de fomme voor welke hy dezelve heeft verkocht, en den naam noemen van dengeenen, die dezelve opflaat; wanneer de Kollekteur, zo de Impost daarenboven komt tot laste van den koo- per, Geld. m 1 d d a- l e i{.  Geldmiddelen. 430 Tegenwoordige Staat per, die te boek moet brengen. Doch zo de Impost in de koopfomme is begreepen, en blyft tot laste van den verkooper, moet hy, zo veel maal zesdehalf te boek brengen, als de koop zesendertigfie half bedraagt. Geen Turfvoerder mag ergens last breeken of verkoopen, dan na een biljet van aangeeving te hebben bekomen; wordende de Turfmeeters wel ernftig gelast, geene loslïng te helpen doen, dan na dat het gemelde biljet aan hun is vertoond. De Voerders van turf en brandhout mogen, na hunne Waaren gelost te hebben, niet vertrekken, voor dat zy den Impost ten Kollekte hebben voldaan. Doch alle turf en brandhout, buiten de Provincie wordende vervoerd, is vry van Impost : terwyl daar en tegen van de van buiten ingevoerde turf niet alleen de Impost van de weezentlyke waarde, maar ook van de vrachtloonen betaald moet worden. Van Uitlandfche Wyn- en Bier-Azyn moet voor ieder Aam aan den Lande betaald worden twee guldens en acht ftuivers; doch van Inlandfche heeft de Azynmaaker alleen te voldoen één gulden. De Azynmaaker is bevryd van den Impost op 't gemaal, mids hy aan den molen vertoone een cedel van den Kollekteur, houdende 't getal der lopens, en den molen op welken zy gemaalen zullen worden. Doch vooraf moeten de graanen gemengd zyn met mout. Van ieder pond fchoon gemaakt Vlas en half witte getweernde of poepe Garens, die hier kunnen worden gemaakt, moet men by * den Op Wynen BierAzyn. Op Vlas enz.  van FRIESLAND. 431 den invoer betaalen, een' Huiver en vier penningen. Van ieder honderd pond Poejer en gedroogde Styfzel, moet betaald worden zes guldens, mids de invoer gefchiede in geen mindere hoeveelheid dan van honderd ponden teffens. Ook moet dezelve in vaten zyn ingekuipt, welke de Opzigters mogen booten, om te ontdekken, of 'er ook andere Waaren in verborgen zyn. Van Tegels, Pannen , Estrikken, Steentjes, allerlei Vloerfleenen en andere geheel of ten deele bewerkte, of ten gebruike bereide Steen, uitgezonderd allerlei Molenfteenen, ruwe Bergfteenen en Steenblokken , wordt betaald de achttiende penning van de waarde, met een zesde verhooging voor 't verglaasde. Ieder gros Tabakspypen doet zes ftuivers en acht penningen. I Ieder fpel Speelkaarten doet acht pennin-1 gen, zynde-dezelve aan de peil onderworpen;' doch 'er mogen geen minder dan een douzyn 1 fpellen te gelyk worden ingevoerd. Van ieder riem Schryfpapier geeft men tien < ftuivers; doch Drukpapier is vry, mids geen! Schryfpapier zynde; terwyl van alle Grauwe1 en Gryze papieren en Bordpapier, zonder onderfcheid, per riem betaald moet worden vier ftuivers. Van ieder pond gemaakt Koperdraad, trekt( het Land elf penningen. Voorts van Spks F en ander ten gebruike bereid Koper, Klokken e en Gefchut uitgezonderd, dertien penningen ; wordende het Yzer, daar onder verwerkt, voor Koper Gr ld* IlIBDS. L E N. Op Poejer enz. Op Tegels enz. Op Tabakspypen. Op Speelkaarten. Op Schryf. papier. Op Koi serdraad :nz.  L Geld- MIDDELEN. Op gemaaktYzerwerk. Op plat Lood enz. Op AppeJen enz. Wied* 132 Tegenwoordige Staat Koper gerekend. Van ieder Tang, Asfchup, Hangyzer, Treeft, Koekpan, Scboorfteenketting, Braadrooster, en ieder paar Schaatfen, van buiten wordende ingevoerd, twee ftuivers. Van ieder Dommekragt twee ftuivers, en van ieder Snaphaan, met of zonder Bajonet, zes ftuivers. Alle gemaakt Yzerwerk en Staal doet de honderd pond elf ftuivers. Doch ongemaakt en oud gebroken Koper, ruwe gegooten raderen tot de Uurwerkmakers fabriek, yzeren Staven en Spykerroeden zyn vry van belastin* tinge; maar van yzeren Brugleeningen en foortgelyk Yzerwerk, 't welk niet verfmeed, maar alleen in eikanderen gewerkt behoeft te worden, moet men dezelve betaalen. Van plat Lood en looden Pypen doet de Impost, by den invoer, voor ieder honderd ponden, vyf ftuivers. Ieder pond Terpentyn Olie een' ftuiver en tWee penningen, en ieder pond Harst twee penningen., . Van allerlei Appelen , Peeren, Nooten, Mispelen en andere Vruchten, als Pruimen, Kersfen, Hazenooten, Oranjeappelen,Sukade, Limoenen, Citroenen, en andere verfche, of op allerlei wyze gezuikerde en gedroogde, Vruchten, moet by den invoer betaald worden twee en twintig ftuivers van de waarde van vyf guldens. Voorts wordt van de volgende waa« ren deeze Impost betaald;  van FRIESLAND. 433 f Weedasch. : - 9 . . Gemaalen Loodwit. : - 7 - : Krytwit. : . 1 . '. Potasch. j _ 6 . j Kastanien, ! _ : . \ Suikerkandy. $ . : . : ju j Broodfuiker. 6" - : - : g ! Poeierfuiker. 4 . : . ; o< j Syroop. s . IO" . I *2 *! Vvgen. T _ ... QJ in"0 I-.-» •g j Rozynen. i - 13 - : I Korenten. 2 - . . r o) Drooge Pruimen. 1 - 2 . : 0 Amandelen met en zonder dop. 3 - 10 - : Ryst. 1 - 16 . : » Geerst. ! . 4 . ; Gedroogde Cichorey wortel. : - 10 - : Cngedroogde- — ■ ■ . 2 - 10 - t Gebrande of Gemaalen. 12 - 10 - t ""Chokolade. : . 4 . r Peper. : - 3 . ê Kaneel. : . IO , : Foely. i . 6 . : ^ j Confyte Gengber. : - 2 - : a, ^ Magelkoppen. : . 3 - : jj Aalspies of Cemiamomi. : - 3 . : g Nagelen. 1 - 2 - : *"* Nootemuskaaten. : - 14 . ; Saffraan. 2 - 12 - : Honing, doch zonder korting IL by de uitzetting. : - : - 12 iy. peel» E q jDeeze g»LD. MIDDELEN,  434 Tegenwoordige Staat Geld. IHI D D EifN. Deeze zaaken Zyn de peil niet onderworpen, uitgezonderd de Saffraan. De Suikerrafineerders betaalen thans van de ruwe Suiker , welke zy invoeren, voor ieder honderd pond twee guldens vyf ftuivers, en van dezelfde hoeveelheid Witte Poederfuiker drie guld. vyftien ftuiv.; doch de Suikerbakkers van hunne ruwe Suikers drie guld , mids daarvan niets aan anderen overdoende. Deventerfche , Zwolfche , Meppelfche en andere diergelyke Koeken zyn belast, de honderd in getal, ter zwaarte van 175 ponden , met drie guldens. Van het fyne hard gebak en harde koeken geeft men tien penningen van 't pond; doch van de gekonfyte en andere weéke koeken maar zes penningen : en om de koeken niet door 't weegen te befchadigen, moet de zwaarte van de kisten, waar in zy geflooten zyn, op dezelve ftaan. De Uitlandfche Zeep doet, ieder Ton , weegende 240 ponden bruto , zeven guldens vyf ftuivers. Doch ieder pond Spaanfche of Levantfche Zeep elf penningen : terwyl van de InlandfcheZcep, voor ieder Ton, tot 240 ponden bruto, aan Impost door de Zeepzieders wordt betaald drie guldens tien ftui« vers. Geen Zeepzieder mag zyn zood beginnen , dan na dezelve vooraf aan den Kollekteur aangegeeven , en het verkreegen cedel den Opzigteren overgeleverd te hebben, welke, zo ras de zood af is, moeten gewaarfchuwd worden  van FRIESLAND; 435 Geld» vi id Da- LKZfc' worden om by het vaten tegenwoordig te zyn, of een peil op den ketel te doen ; mogende zy ten allen tyde in de Zeepziederyen gaan en 't onaangegeevene weg neemen. Van Buitenlandfche Olié betaalt men voor ieder Aam Boomolie vier guldens zestien ftuiv., Lynolie vier guldens, Raapolie en HennipoÜe drie guldens zes ftuivers, gelyk ook van ieder kwarteel Traan. De gebruikers van Oliemolens, door den wind gedreeven , betaalen aan den Lande, jaarlyks , zeshonderd en vyfentwintig guldens voor ieder molen ; doch voor Oliemolens, die door paarden gedreeven worden , betaalt men maar tweehonderd en vyftig guldens, mids dat deeze molens moeten ftilftaan van den 12 Juny, tot dat het nieuwe Zaad uitkomt. Van ieder vreemden Byenkorf moet, by 'c inkomen, tusfchen St. Jakob en Kerstyd, de Impost betaald worden, tegen zestig ponden , tot twee guldens, een .ftuiver en vier penningen. Het inkomende Wasch, Smeer Ongel of Talk, doet ieder pond elf penningen ; doch van gemaakte Smeer ■ of Wasch - kaarsfen en Toortfen doet het pond een ftuiver en vier penningen ; doende de Inlandfche Kaarsfen en Toortfen acht penningen het pond, boven de Impofitien reeds op de ingevoerde Brandftolfen betaald. Tot voorkoming van fluikeryen op de gemaakte kaarsfen zyn 'er ook verfcheiden wetten gemaakt. Dus mag, by voorbeeld, Ee a niemand  GELD' MIBDI' UK 436 Tegenwoordige Staat niemand kaarden maaken, of hy moet vier uuren te vooren de kwantiteit daar van by den Kollekteur aangeeven, en vier uuren daarna aanftonds beginnen en in eens afwerken, op de boete van vyfenzeventig guldens. Ook moet een ieder, die kaarsfen maaken wil, al is het voor hem zeiven, zyn naam by den Kollekteur aangeeven, en nog blyft hy (leeds de peïling onderworpen. Kooplieden, die in *t groot uit vreemde Gewesten ruwe Suiker, Syroopen, Honing, Pruimen, Kastanien enz. invoeren, mogen dezelve zonder aangeeving in hunne Pakhuizen opflaan en uitzetten, ongeveer op de zelfde voorwaarden, als onder 't artikel van de Brandewynen is gemeld. Van alle Uitheemfche Gouden, Zilveren en Wollen Lakenen, gemaakte Klederen, Fluwee. len en andere Soffen, Knoopen, Kniebanden, Ledikanten enz., moet aan den Lande de zesde penning der waarde betaald worden, uitgezonderd Kanefas en Zeildoek, gelyk ook Kusfens en bekleedfels van Rydtuigen, door iemand tot eigen gebruik ingevoerd. Van ieder Hoed wordt, zonder onderfcheid, betaald een gulden en zes ftuivers; blyvende de Schippers Mutfen vry van belasting. Wollen Garens en Sajetten, zulke Engelfche uitgezonderd als tot borduuren gebruikt en alhier niet gemaakt worden, mag men niet invoeren ; hetwelk voor weinig tyd ook plaats had omtrent Poepe kousfen, Yskidfche fchoenen en wanten enz. doch deeze Waaren ,  van FRIESLAND. 437 waaren, mids betaalende als boven, mogen thans vry worden ingevoerd. Alle Inlandfche Lakenen, Krameryen, Linnens enz. zyn *vry van deeze belasting, en moeten alleen, wanneer zy buiten de Provintie geverfd worden , de daar door verkreegen verbetering betaalen. Indien de Kommiezen of Opzigters geen genoegen neemen in den prys, voor welke de Lakenen en Krameryen zyn aangegeeven, mogen zy dezelve, ten allen tyde, vryelyk benaderen, en voor de waarde, op welke zy door de Eigenaars waren geprizeerd , naar zich neemen, mids dezelve verhoogende met den negenden penning; wordende het den Opzigteren verbooden de benaderde goederen wederom aan den voorigen Eigenaar over te doen, al ware het over de tweede of derde hand , by pcene van kas fade. Na den beweezen uitvoer van Lakenen en Krameryen , waaromtrent, tot voorkoming van fraudes, verfcheiden omftandigheden plaats hebben, kan de Koopman korting van Impofitie , wegens het te veel aangegeevene, bekomen. Het Waagrecht moet aan den Lande worden betaald van alle zodanige waaren, die men gewoon is by 't gewigt te verkoopen. Dus betaalt men van ieder ton boter tien ftuivers; van de honderd tot 25 pond zoete melks kaas, ongel, fineer, reuzel, wasch en honing, tin , metaal en fpek, zonder onderfeheid bf alle die waaren op de Waage gewoogen worden, of niet, drie ftuivers. Van Ee 3 alle MIDDELEN. Het Waag. recht.  438 Tegenwoordige Staat GEtD" aiie waaren op het gewigte verkocht, en van bi r o d e- DUjten ingevoerd, moet voor Waagrecht betaald J,EW' worden , van de honderd pond twee ftuivers; doch van lood, loodwit, krytwit en katoene garens één ftuiver, als ook van wol en Inlandfche grove kaas anderhalve ftuiver. üe aangeeving wordt gerekend op de havens en rheën gedaan te weezen, wanneer ót goederen aldaar ten Kollekte van de lmpo* fitien zyn aangegeeven; zo derhalven iemand overtuigd wordt dezelve aan dat Kollekt niet te hebben aangegeeven, vervalt hy daar door mede ïn de boeten op 't fraudeeren van 't Waagrecht gefteld. Alle Waagen, die geduurende de laatfte veertig jaaren (voor 1750) waren opgericht zonder behoorlyk Oktrooy, zyn toen geflooten en vernietigd. Voorts is aan alle Waagen geordonneerd zich te bedienen van egaal metaalen gewigt, waar op't Landfchaps Wapen ftaat, op verbeurte van 't recht der waage, en nog daarenboven eene boete van honderd en veertig Kar. guldens. Eindelyk beloopt de algemeene boete, op 't fraudeeren van 't "Waagrecht. honderden vyftig guldens; zynde de overtreeders ter eerfter inftantie aanfpraakelyk voor de Officieren en Magiftraaten de* Steden. Fasfefie- Het Pasfafiegeld is eene belasting op perfoonen geld.' en goederen, die buiten de Provincie reizen of verzonden worden ; moetende ieder perfoon, met een afgehuurd Rydtuig of Postwagen buiten de Provincie vertrekkende, telkens betaalen drie ftuivers. Dy  FRIESLAND. 439 By den uitvoer van Vee buiten de Provincie G moet telkens worden betaald. ™ Voor een Paard, twee jaaren oud en daar boven : ■ 10 • : Voor ieder enter Paard of Veulen : * 6 ' '' Voor ieder Koe, Kween, Bul en Os, twee jaaren of daar boven oud : « ö - . Voor een Hokkeling , Schaap en gemest Kalf : 3 " * Voor een ongemest Kalf 2 : Voor een Varken : ■ 4 * : Voor een Bigge.en Lam tusfchen Lichtmis en St. Jakob : " * - : Moetende een ieder, die Vee wil uitvoeren, zulks ten Kollekte aangeeven , de belasting betaalen, daar van een blanfe neemen, en dezelve aan de Opdgters vertoonen. Van een Schip met Baggelaar, lang vyftig voeten en daar onder, Scheepstimmermans maat, moet betaald worden ƒ a " ï Doch langer dan vyftig voeten ƒ 3 - : - '> Van een Schip,' gelaaden met Schaapc - of Duive Mest, tot de lengte van vyftig voeten ƒ 80 • : • : Doch daar boven ƒ 120 - : - : Verbeurende die geene , welke bchaape of Duive - mest uitvoert, zonder cedel van aangeeving, boven fchtp en laading, vyf honderd guldens; terwyl de uitvoerders, die onvermogende zyn om de boete te betaalen, met Bannisfemeht in 't Tuchthuis, voor den tv d van drie jaaren, worden geftraft. J Ee 4 Van Geld* Ml dde' lüw.  44° Tegenwoordige Staat Geld* MIDDB JLEN. Van deeze belastinge zyn vry, behalven Z. O. Hoogheid den Heere Prinfs Erfftadhouder en alles wat tot Hoogstdeszelfs huis behoort, de ordinaire Schippers en Voerlieden ,die reizende perfoonen buiten de Provincie brengen met hunne knechten; de paarden tot de rydtui! gen van voerlieden of partikulieren behoorende; het vee, dat uit of binnen de Provincie ter weide gaat; eindelyk alle gemeene Soldaaten, Matroozen en arme lieden, die geen vracht betaalen. Van de onroerende goederen en vastigheden moet, zo dikwyls men dezelve verkoopt, of verwandelt, worden betaald de veertigfle penning, naamelyk de eene helft door den Kooper en de andere helft door den Verkooper. Hier onder behooren allerlei foorten van Landen, en ook de Veenen , die tot vergraaving verpacht, verkocht of verwisfeld worden ; alle huizen en gebouwen (geene afkoopen zynde ) als ook de huizen en hovingen, die in de Voorfteden en onder Stads jurisdiktie liggen, gelyk mede de huisjes, op de kruin of aan den voet der Zeedyken ftaande ; alle Windmolens op het Land en in de Steden; de eeuwige renten en grondpachten, wanneer zy, nieuwelyks gekonfiitueerd zynde, worden verhandeld, het kapitaal te rekenen op zo veel guldens, als die pacht jaarlyks aan ftuivers bedraagt , ten ware dezelve door de belaste perfoonen werden afgekocht, wanneer zy hier van vry zyn. Voorts De veertigflepenning.  van FRIESLAND. 441 Voorts alles wat, naar 's Lands Ordonnantie, wordt te Boode gefteld of geproklameerd. Onder anderen moet dit recht ook worden betaald van zulke onroerende goederen, die door fchuldenaars in betaaling worden gegeeven, en afgeftaan aan hunne Perfoneele of hy« pothekaire Krediteuren. Wanneer vastigheden , renten en pachten worden veraliëneerd tegen Lyfrenten, moet de Koopfchat zodanig worden gereguleerd, dat ieder honderd guldens Lyfrente in waarde vermin» dere naar maate van de hoogere jaaren der gekonftitueerden. Dus moet ieder jaarlykfche honderd guldens, voor iemand oud zynde beneden de 20 jaaren, gefchat worden op 1600 • : - : van 20 tot 30 jaaren op 1500 - : - : van 30 tot 40 1400 • : - : van 40 tot 50 . 1200 - : - : van 50 tot 55 1100 - : - : van 55 tot 60 —-■ 1000 - : - : van 60 tot 65 850 - : • : van 65 tot 70 - 700 - : - : van 70 tot 75 ■ 550 - : - : van 75 tot 80 < 400 - : : van 80 tot 85 200 - : - : van 85 tot 90 en daar boven 100 - :— i Doch indien de Lyfrente is gekonftitueerd op meer dan één perfoon, zo moet het kapitaal gerekend worden naar den ouderdom van het jongste lyf, en voorts met twee zevende deelen verhoogd worden voor ieder der andere lyven. Indien onder een koop van vastigheden beklemd zyn eenige roerende goederen, als Ee 5 Ge- Geld; M I d de' lem.  442 Tegenwoordige Staat MII)D£' Gereedfchappen enz., zo mogen die zaaken niet afgetrokken worden van de fomme des Koopfchats, maar moeten, als tot het onroerende mede behoorende, worden gerekend. By verhandeling van vastigheden , in verfchillende Diftrikten gelegen, moet de Koopfchat naar de waarde van het goed in ieder Diftrikc, volgens takfane van onpartydige perfoonen, daar toe by de Officieren en Magiftraaten benoemd, worden gerekend. Indien de Kooper of Aanhandelaar nalaatig is den Koopfchat aan te geeven, en de volle beraaling te doen, binnen drie maanden na den gefiooten koop, zo vervalt dezelve in de boete " van driehonderd guldens, ongeprajudicieerd de Lands-Ordonnantie, omtrent het te Boode ftellen. Iemand een' Asfurantie Koop met een' ander aangaande, en dus in 't vol bezit van eenig goed komende, moet hetzelve binnen de drie maanden verkoopen, of anders den veertigften penning betaalen van den prys, dien hy heeft aangenomen den Verhandelaar te zullen bezorgen. Byna alle Amptenaaren van eenig aanzien zyn verpligt, by 't aanvaarden hunner possen, eene aanzienlyke fomme aan den Lande , onder den titel van Aequivalent, te betaalen, welke belasting , volgens 't laatfte Plakaat daar van, gerefolveerd op den 6 May 1774 , dus is gereguleerd: De Staaten van Vriesland, geëxamineert hebbende de Lyst der équivalenten, door de Commisfie der Financien geformeert, hebben goed- /Equivalenten.  van FRIESLAND. 443 goedgevonden en gerefolveert, dezelve vast te ftellen zoo ais hier na volgt : Lieutenant Admiraal . . 9000 - : - : Schout by iNagt . . 3000 - : - : Raad Fiscaal van de Admiraliteit 4500 - : - : Secretaris van 't zelve Collegie 4500 : - : Ontvanger Generaal als boven 4500 - : » : Commis Generaal ut fupra . 3600 : - : Convoymeester te Dockum . 1500 - : - : Harlingen 2500 - : - : Stavoren 1500 - : - : . . . . . . • Slooten . 1500 - : - : Workum . 1500 - : - : Hindelopen 400 - : - : Mackum . 1500 - : • : Capitains ter Zee en ter Recherche ieder . . . 400 - : - : Clercquen van de Admiraliteit ieder 1500 - : - : Equipagiemeester . . 2000 - : - : Vendumeester . . 1000 - : - : Kamerboode van de Admiraliteit 1000 - : - : Contrarolleur te Harlingen . 1000 • : - : .... Dockum . . 600 • : - : f . , . Workum . . 600 - : - : . Makkum , . 600 : . : .... Stavoren . . 300 - : - : . Lemmer . . 300 - : - : Commisfarien in het Vlie en op de Abt ieder . . 2000 • : • : Secretaris van het Landfchap 4500 -. : - : Secretaris van de Gedeputeerden 4500 : • : Secretaris van de Reekenkamer 4500 - : - : Raadshceren ieder . . , 3000 - : - : Rentemeester der Domeinen en . Ont- Geld. m i d o e* lus.  ©E LD' MüJDh» lek. 444, Tegenwoordigs Staat Ontvanger Generaal der Confumtie te zaamen . . 6000 - : - : Procureur Generaal . . 3000 . : . : Griffier van den Hove . 3000 - : - : Lieutenant Houtvester . 4500 • : - : Ontvanger van de Floreen • renthen 4500- • : - : Ontvanger van de Losfe-renthen 6000 - : - : Ontvanger van de Lyf- renthen 45°° - : " : Commis van de Finantien . 2400 - : 's Lands Advocaat en Fiscaal 3000 - : - : Commifen van 't Collegie en Reekenkamer ieder . . 3000 - : - : Commifen der Heeren Staaten ieder 1500 - : - : Hooft Commis . . 3°°° ' '• ' • Commifen en Agent ieder . 2000 - : - : Kamerbooden der Staaten ieder 1000 - : - : » — ■ Gedeputeerden ieder . • 2000 - : - ï Commis in 's Hage , . 2000 • : - : Gerigts Scholtus . • 2000 - : - ï Adfesforen en Secretaris van 't Krygsgeregte ieder . . 1 aoo - : - : Capitain gewaldige . . 500 - • - : Grietslieden ieder . . 6000 - : - : Curatoren van de Academie ieder 2000 : - : Amanuenfis van de Curatoren 250 - : - : Secretaris van de Academie . 1000 - : * : Infpeclor Burfa; . . 1000 • : - : Secretaris van de Contributie der Vyfdeelen Zeedyken . . 1200 - : - : Ammunitiemeester . . 1000 - : - : 's Lands Bouwmeester . . 2000 - : - : 's Lands Drukker . . 2500 - : - : Academie Drukker . . 500 - : - : Mun-  van FRIESLAND. 445 Muntemeester . . • 1000 - : - : Fsfaieur van de Munt . 1000 - : - : Wardein ut fupra . . iaoo - : - : Sïempelfnyder . • 1000 - : • : Keurmeester van het Silver iaoo - : - : Keurmeester van het Tin. . looo - : - : Secretaris en Ontvanger der Boel. goeden ieder te Leeuwarden aooo - : ■ : Ut fupra te Bolswerd ieder de helft van . . 1000 - : - : Staat te noteeren, f dat in de Plaat- „ _ , , t Franeker 1000 - : • : zen, alwaar de c , . „ ' . „ Sneek . 1000 - : • ! Secretanen zyn ge- ^ , V. J &, Dockum ïooo - ? - : fepareert van de „ . ^ „ . Harlingen 1000 - : - : Ontvangen der j 0 & . u 1 j„ ^ Stavoren \ IOO J, deelen aan lasten, of ' na ge- noeg gelyk aan 15. Zodat men, 100 guldens befleedende, weezentlyk maar aan waarde heeft gehad 85 guldens, terwyl men de overige 15 guldens gerekend moet worden aan lasten betaald te hebben. Nu gaan wy over tot het tweede Artikel der bepaalinge van de zwaarte der belastingen in Friesland, te weeten tot het onderzoek der voordeelen, welke de Eigenaaren der vaste Goederen in deeze Provincie, na aftrekking van alle bezwaaren kunnen overhouden. „ Hiervan daan is het (zegt de reeds gemelde Hoogleeraar N. Ypey in zyne doorwrochte verhandeling over de Quotas „ bl. 28.) dat de Eigenaars der vaste goederen Js in dezeive, by goede tyden, niet meer „ van eiken gulden, uit de zuivere huuren v hunner bezittingen, na aftrek van alle de „ lasten, 484 Tegenwoordigs Staat Bygevolg L 3 6473 * V 42761 Ook is Vi L - 1; 42761 Geld- middelen-  van FRIESLAND. 485 „lasten, dan acht ftuivers, twaalf en een „ derde penning voor zich zeiven kunnen: „ behouden". Ons vleiende, dat het veelen onzer Leezeren niet onaangenaam zal zyn deeze ftelling naauwkeurig betoogd en berekend te zien, zullen wy hier de uitrekening laaten volgen, zodanig dezelve aan ons, uit de Schriften van dien Grooten Man, is medegedeeld. Hoe moeielyk het ook veeltyds zy, zegt de Hoogleeraar, in eene en dezelfde Provincie naar behooren te bepaalen, of fommige gemengde belastingen meerder betrekking tot de vaste goederen, dan tot de middelen van verteeringe hebben; zo wordt nogthans deeze zwaarigheid meerendeels weggenomen, als men in vergelykinge van de eene tot de andere Provincie wil berekenen, hoe groot in ieder derzelven de belastingen op de vaste goederen en middelen van verteeringe in 't byzonder zyn, indien de belastingen van ieder Provincie , onder welke naamen ook ingevorderd, tot de vaste goederen worden overgebragt. Behalven zulke, die volftrekt tot de middelen van verteering behooren, of uit die oorzaak alleen zyn ingevoerd. Wanneer men dan de inkomften van alle de Provinciën naauwkeurig heeft gezocht, en daar uit, op de voorfchreeven wyze, (in't ftuk over de Quotas) de gedeelten berekent , die de Ingezetenen van de jaarlykfche waarde der vaste goederen en de fom der verteeringen, welke 'er worden gemaakt, aan lasten betaalen, moeten die uit eene ( welke men wil) tot eene maat worden II h 3 ge- MIDDELEN.  485 Tegenwoordige Staat Gel». «IDDE' J.EH» In 't gemelde jaar heeft de Reëele belasting opgebragc 434,584 guldens; doch tot hier toe is nooit uitgerekend, welk gedeelte daar van uit den zesdehalven pennir.g der huuren, huizen en beflooten plaatfen is voortgekomen, en wat 'er by gevolg overbleef voor den vierden penning, uit de huuren der losfe Landen. Maar uit het nazien der Reëele Kohieren van Franeker en Franekeradeel is gebleeken, dat het jaatftgemelde, door eikanderen gerekend, ten minften een negende deel der fomme van beide de Reëele belastingen beliep. Waarfchynlyk zal men 't zodanig, nagenoeg, voor de geheele Provincie bevinden. In dier voegen, dat de fom uic den vierden penning zal hebben beloopen 434»584> — 48187 guldens, en daarom 9 die van den 5^ penning 386,297 gl. Om genomen, om volgens dezelve te vinden, hoe veel inkomften ieder van dezelve naar eene gelykmaatige belasting hebben zoude. Om tot dit en andere oogmerken dan naauwkeurig te bepaalen, welke lasten in deeze Provincie op de vaste goederen liggen, moet men eerst berekenen, hoe veel alle de vastigheden in dezelve, te famen genomen, boven alle lasten jaarlyks waardig zyn; het zyze door de Eigenaars zelve worden gebruikt, of door hen aan anderen verhuurd, en de geheele rekening op een jaar van middelbaaren voorfpoed, gelyk dat van 1768 is geweest, toepasfelyk maaken.  van FRIESLAND. 487 Om hier uit de huuren der losfe Landen te < vinden moet men zeggen. 1; 4 48287; tot dezelve of 193,148. En om de huuren der huizen en beflooten plaatfen te vinden 1; 5è — 386,297 tot het begeerde a, 386297 «11 , of a; 11 S 386297; ?—— wel- 2 ke fom bedraagt 2. 124,633 guldens. Zo dat de waarde der geheele Provincie aan de jaarlykfche huuren, zo 'er geen Reéel wierd betaald, boven alle andere lasten, door die beide gevondene fommen by élkanderen te voegen, weezen zou 2. 317, 7%l' Ondertusfchen hebben de Eigenaars in 't gemelde jaar aan lasten, op de Landeryen en Huizen liggende, daarenboven betaald. Wegens de Floreen. f 768,227. Nog aan Dyks-Floreen , falvo calculo. ƒ 140*000. De geheele fom der Speciën, die, volgens de gemaakte onderftelling, hier toe ook behooren, was. . • / 374>4' *• Voorts was 't beloop der gemengde lasten in dat jaar wegens het klein zegel f 9>900 f de Goedfchatting / 5,978 J H ^ Kollateraale Succesfie ƒ 13001 «5 1 " Publieke Ampten ƒ20,120 veertigfte penning ƒ26,932) 2^. Pasfafie geld. ƒ 12-765 . Deeze gemengde lasten met de FloreenDyks-Lasten en Speciën, by eikanderen geteld, Hh 4 be. MIDDELEN.  488 Tegenwoordige Staat Gelb- Ml DDE- beloopen eene fomme van 1.371,834 guldens, welke , geteld by 't beloop der huuren , die zonder aftrekking van 't Reëel enz. beliepen ƒ 2. 317,781, te famen maaken 3,689,615. guldens. Welke fomme, in den voornoemden zin genomen, in 't jaar 1768 zou geweest zyn de waarde der geheele Provincie, indien 'er geene lasten in dezelve wierden geheven, en de gebouwen geene reparatien noodig hadden. Ondertusfchen moeten hier van aan den Lande worden betaald de voornoemde lasten van 1.371,834 en dan nog 'c Reëel tot 434»548 guldens, te famen 1.666,418 guldens beloopende. Voorts rekent men niet te veel wanneer men ftelt, dat van de fom der huuren, zo van enkele huizen, als van Landeryen met huizen bezwaard, door eikanderen, een nchtfte gedeelte voor de reparatien der huizen, die ten lafte der Eigenaars komen, moet worden gerekend. Doch de waarde der huuren beliep 2.124,633. Waar van 't achtfte gedeelte is 265,579 waar by de Dyks Lasten gevoegd tot 140,000 eene fomme komt van 4°5<579 Door derhalven by de te vooren gevondene 1.666,418 te tellen de reparatien en Dykslasten tot 405579 zo krygt men voor 't algemeene beloop der lasten, waar mede de vastigheden zyn bezwaard 2.071,997 guldens ; doch zonder lasten en reparatien zou de  van FRIESLAND. 489 de geheele Provincie aan huuren waardig zyn 3. 689615 guldens: door derhalven hier van de gevondene lasten en reparatien af re trekken, blyven 'er voor de Eigenaars niet meer over dan i. 617618 guldens. Wil men nu verder weeten, hoe veel de Eigenaaren der geheele Provincie genieten kunnen, door elkanderen gerekend, van ieder gulden, welke dezelve waardig zou zyn, zo 'er geene lasten waren, heeft men maar te maaken deezen eenvoudigen regel van driën: van 3. 689615 guldens worden aan de Provincie betaald 1. 666415 hoe veel van een'gulden of 20 ftuivers? of 737923 zyn tot 333283 alzo 20 ftvs. tot het begeerde 2 333283 maal 20 ftuivers gedeeld door 737923 9 ftuiv. en eenen halven penning. Op dezelfde wyze vindt men hoe veel van denzelfden gulden, door eikanderen, aan Dykslasten en Reparatien moet worden gegeeven , door te zeggen van 3.689615 Guld. gaan 405,579 Guld. aan Dykslasten en Reparatien; hoe veel van een' gulden of 20 ft. het geen bedraagt 405, 579 vermenigvuldigd met 20 ftuivers en gedeeld door 3. 689615 of 2 ftuivers 3 penningen en <* Van den voornoemden gulden moet derhalven aan den Lande worden betaald ƒ:9- t Wegens de Reparatien en Dykslasten. . . . ƒ: 2 - 3 « By gevolg blyft 'er voor de Eigenaren. . . . ƒ: 8 - 12 i van ieder gulden , welken zy, zo 'er geene Hh 5 lasten Geldm 1 j d a-  Ge ld- middelen. 490 Tegenwoordige Staat lasten of reparatien waren, zouden kunnen genieten. Indien de laatftgemelde fomme binnen de Provincie wordt verteerd, moeten 'er, volgens 't boven gevondene, nog 2. deelen, wegens 47 de lasten op de konfumtie, van worden betaald of . . : - 1 » 4? welke afge. trokken zynde van de : - 8 - 12 \ zo blyft 'er zuiver : - f * 711. Maar de Provincie had door de belastingen op de Landeryen van ieder gulden onmiddelyk ontvangen f : - 9 - j en geniet nog daaren. boven uit de verteeringvan de verteerde inkomften van ieder gulden f.yi - 1 - 47. Zo dat dezelve inderdaad in een jaar van middelbaaren voorfpoed van ieder gulden, welken de inwoo•ners anderszins uit de opkomften hunner Vastigheden zouden kunnen genieten, aftrekt 10 ftuivers en 51 penningen. Wanneer men nu zyn oog vestigt op de grootheid deezer lasten, in vergelykinge van dezelve in verfcheiden nabuurige Provinciën , moet men belluiten, dat in Friesland 's Lands gelden worden verkwist, of dat deeze Provincie verre boven haar vermogen, in evenredigheid van andere Provinciën, in de Quotas, die aan de Generaüteits Kaslè moeten worden betaald, is bezwaard. Wat het eerfte aangaat, daarvan kan men het tegendeel zeer gemakkelyk bewyzen; naar dien de Publieke zaaken voorzeker in geene Provincie zuiniger en met meer overleg worden behandeld dan in Fries-  van FRIESLAND. 491 Friesland; terwyl 'er ook geene Provincie is, in welke men, in evenredigheid haarer uitgebreidheid en vermogen, minder Amp:enaaren heeft, die uit 's Lands Kasfe betaald worden; waarby nog komt, dat de aanzien, lyke Amptenaaren in Friesland zo weinig uic 's Lands Kasfe genieten als ergens. Dus zyn 'er zelfs vcrfcheiderv gewigdge Ambulatoire Ampten, welke de bekleeders derzelven zo weinig voordeel aanbrengen, dar zy 'er bezwaarlyk de noodwendige verteeringen, in 't waarneemen van dezelve noodzaakelyk, uit kunnea goed maaken: Waarom dan de (leeds bekrompen ftaat van Frieslands geldmiddelen , niettegenftaande de enormiteit der belastingen, alleen in het tweede artikel, dat is in de veel te hooge aanfehryving in de Quota ter Generaliteit moet worden gezocht. Met de giootfte reden hebben derhalven de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, van tyd tot tyd, hunne klagten aan de Algemeene Staaten van 't Bondgenootfchap voorgedraagen over de onbillykheid der hooge Quota, met welke Friesland tot hier toe by de Generaliteit is bezwaard gebleeven. Onder de ftukken , hier toe dienende , munt voorzeker uit de Deduktie van wylen den grooten Jr. Fhilippus Vegilin van Klaerbergen , in leeven Grietman over Haskerland en Gedeputeerde te Velde, toen, in 't begin deezer Eeuw , de zwaare oorlog om de Spaanfche Succesfie wierd gevoerd; zynde deeze groote Man voor een van Frieslands eerfte Regenten en Sieraaden te achten geweest; zo wegens zyne Deugd en Geleerdheid, als wegens zyne diepe Staatkunde; door welke Geld. m i od£. l e et.  Geld. mi n d e» ien. 492 Tegenwoordige Staat hy, onder anderen, zeer veel heeft coegebragt, dar wy, in 1733 , buiten een' verderffelyken oorlog bleeven, in welken ons anderszins het toenmaalig Systema der Republiek, waarfchynlyk, zou hebben geftort. De doorwrochte Deduktie van den Heere Vegilin, in't jaar 1718 opgefteld, werd op den 28 February van dat jaar, by de Ed. Mog. Heeren Staaten der Provincie , volkomen geapprobeerd, en Z. H. W. Geb. alsGekommitteerde ter Generaliteit, gelast, om nadere inftantien by H. Hoog. Mogenden te doen, en zich te bedienen van de redenen en middelen in voorfch. Deduktie overtuigende aangetoond. De reeds gemelde Deduktie gaf ook aanleiding tot een veel uitgewerkter ftuk of Memorie na 't jaar 1770, door eene Kommisfie van Staat opgefteld, en aan H. Hoog Mogenden overge. geeven, hoewel zonder oogmerk om het zelve in 't Publiek te doen verfchynen, naar dien men zulks toen ontydig oordeelde : en echter is deeze Memorie, dit niettegenftaande, zonder konfent der Hooge Overigheid, op eene bedekte wyze in 't licht gebragt ; waarom ook de exeaiplaaren werden opgehaald en 't verder ver. koopen van dezelve verbooden. Edoch in 't jaar 1782, werd , op order der Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland, eene nadere uitgewerkte Deduktie ter vergaderinge van Hunne Hoog Mogenden overgeleverd, en op hooge order, door den Landfchaps Drukker, gemeen gemaakt , waar in het punt in verfchil op eene zeer overtuigende wyze werd afgedaan. Eene  van FRIESLAND. 493 Eene der voornaame redenen, op welke de klagten der Frieslche Regeering fteunen, is de Arithmetlke gevolgtrekking des Heeren Vegilin, getrokken uit de vergelykinge der Quotas met de inkomften der verfchillende Provinciën, in zo verre men zulks toen kon bepaalen; 't geen over 't algemeen met eene genoegzaame naauwkeurigheid is gefchied, uitgezonderd alleen voor Holland; hebbende de Heer Vegilin omtrent de inkomften van deeze Provincie niets durven bepaalen. De inkomften der zes overige Provinciën waren in 1716 , als volgt. Die van Gelderland . • f 1.500,000 Zeeland . . f 2. 200,000 Utrecht . • ƒ 1.650,000 Friesland ongeveer ƒ a. 400,000 Overysfel . ƒ 1.000,000 Stad en Lande . ƒ 1.400,000 Doch de Quotas zyn voor dezelfde Provinciën Gelderland . ƒ 5 - 12 - 4 Zeeland . ƒ 9 - 3 - 10 Utrecht . ƒ 5-16-10 Friesland . ƒ 11 - 13 - 4 Overysfel . ƒ 3 - n - 7 Groningen . ƒ 5 - 16 - 10 Indien men nu eens vraagt: zo Gelderlands Quota ten opzigte van haare inkomften wel evenredig is , hoe is dan de evenredigheid tusfchen de Quota en 't inkomen van Friesland? Geldvi 1 d d a*. L EN.  494 Tegenwoordige Staat Geld- M 11) D e« LLN. land? of indien de beraaling van f $ ■ 12 - 4 vordert een inkomen van 1.500,000; hoe veel inkomen moet dan eene Proivncie hebben als Friesland, die ƒ 11 - 13 • 7 betaalen moet? en het antwoord van deezen eenvoudigen Regel van Drieën is ƒ 3.120,000. Op deeze wyze heeft de Heer Vegilin de Quota van Friesland en der overige Provinciën met haare refpektive inkomften vergeleeken; waar uit blykt, dat Frieslands inkomften, zo de Quotas wel verdeeld waren , moesten zyn , ten opzigte van Gelderland . ƒ3.120,000 . . Zeeland . . f 2.794,000 . . Utrecht . . ƒ 3.300,000 . . Overysfel . . ƒ3.260,000 . . Groningen . / 2.800,000 Zo dat Friesland, federt de laatfte vastftelling der Quotas ( onderfteld zynde, dat de betrekkingen der inkomften, ongeveer dezelfde zyn gebleeven) jaarlyks meerder inkomen had moeten hebben , ten opzigte van Gelderland . . ƒ720,000 . . Zeeland . • f 394»°°° . . Utrecht . . ƒ 900,000 . . Overysfel . . ƒ 860,000 . . Stad en Lande . ƒ 400,000 Gelyk blykt , wanneer men het waare jaarlyksch inkomen van Friesland, of 2.400,000aftrekt van 3.120,000 en de verdere getallen, welke  van FRIESLAND. 495 welke men voor de Provincie van Friesland gevonden heeft, door haare Quota met de Quotas en inkomften der andere Provinciën te vergelyken. Hoe overtuigende de rekening van den Heere Vegilin ook moge zyn, echter zoude dezelve nog dringender zyn geweest, indien Z. H. W. Geb. de inkomften van Holland op eene eenigzins naauwkeurige wyze had kunnen bepaalen; of liever, hy zou niet alleen bondig hebben M I D D ELE K. beweezen, hoe onmaatig Friesland boven zyne inkomften is bezwaard, maar teffens met weinig moeite hebben kunnen aanwyzen hoedanig eene Wiskundig egaale verdeeling der Quotds had moeten zyn. Indien immers de inkomften der Provinciën, ieder afzonderlyk genomen , en dus ook te famen genomen, bekend zyn, is niets gemakkelyker, dan haare Quotas te vinden. Dewyl men dan maar alleen behoeft te zeggen : Indien uit de fom der inkomften van de Zeven Provinciën te famen genomen, jaarlyks, moeten worden betaald,by voorbeeld, 10 milioenen, hoe veel moet daar toe betaalen eene Provincie, wier inkomften, by voor* beeld, een derde of vierde deel van de geheele fomme der inkomften uitmaaken? Om derhalven te bepaalen, hoedanig de Inkomften van Holland, denkelyk in 't jaar 1718 en laater, zyn geweest , zuilen wy wederom kortelyk het voetfpoor van wylen den Hoogleeraar N. Ypey volgen, die daar over op eene uitmuntende wyze in zyne fraaie Verhandeling over de Quotas heeft gefchreeven. Om dan hier in te flaagen moet men eerst  Gelb- m i d de' lek. 496 Tegenwoordige Staat eerst eene kleine verandering maaken in de berekeninge der inkomften, waar van de reden op bl. 16 van't aangehaalde werkje is te vinden. Volgens welke in 1718, de inkomften zouden zyn geweest van Gelderland . t. 500,000 Zeeland . 2.200,000 Utrecht . 1.525.000 ; Friesland . 2.400,000 Overysfel . 1.000,000 Stad en Lande . i. 525,000 Te famen 10,150,000 Indien men nu deeze zes Provinciën begreep als een afgezonderd genootfchap, 't welk moest betaalen in de quota ƒ41- 13 * 13 • welke de fom der hedendaagfche Quotas der zes Provinciën is, zo zou men zeer gemakkelyk kunnen vinden, hoe veel dan Friesland zou moeten geeven in evenredigheid met de andere, door te zeggen, 10,150,000 guldens, of de inkomften der zes Provinciën, moeten betaalen ƒ 41 - 13 - 13 of 13341 penningen, waarvoor 13341 men ook fchryven kan - Guld. om dat j 320 320 penningen een'gulden maaken. Hoeveel moet hier toe betaalen Friesland, of 2.400,000? of 1015 x 320 zyn tot 13341 alzo 240 tot het begeerde, welke fomme dan wordt/ 9 • 17 - 3. En zo men op dezelfde wyze nu rekende voor de overige vyf Provinciën zou men bekomen voor Gelderland  van FRIESLAND. 497 Gelderland/6- 3- 4 meer dan heden f: - 11 • : Zeeland f 9 - : ■ 12 minder ƒ: - 2 - 14 Utrecht f6 5-4 meer- /:-8-io Friesland fo 17- 3 minder —— fi -16- ï Overysfel f4- 2 • 2 meer /: -lo-'ii StadenLan/ó - 5*4——«•——ƒ:- 8 . IO Stelt men nu verder, dat 'er in 1718 eenige evenredigheid tusfchen de Quotas der zes genoemde Provinciën en die van Holland heeft plaats gehad, dan is 't niet zwaar om daar uic de inkomften van Holland in dien tyd te bepaalen. Men behoeft maar dus te redeneeren: De Quouts der zes Provinciën, famen genomen, zyn tot haare inkomften, als de Quota van Holland tot de inkomften dier Provincie. Edoch op bl. 17 en volg. wordt beweezen, dat men, om eene goede evenredigheid tusfchen de Quotas der zes Provinciën, ten opzigte van Hollands Quota, te houden, wegens de verbeterde Quotas van Zeeland en Friesland, maar 12718 voor alle zes bekomt Guld. Zo dat men 12718 moet zeggen Guld. geeven een inko¬ men van ro. 150,000 guldens, hoe veel inkomen geeft Hollands Quota, welke bedraagt ƒ 58 - 6 - 3 of i—Guldens ? Wanneer men eene fomme.krygt van 14,891,402 Guldens voor het jaar 1718. In den jaare 1683, beliepen alle inkomften van Holland , famen genomen, 13,000,000. IV. deel. li jn 3 E L 0' M IO D !• 'iHi  Geldmiddelen., 498 Tegenwoordige Staat In 1684 waarfchynlyk 14,050,00a Guldens, volgens de befchryving van Amfterdam, door den Heer Wagenaar. VI Deel. bl. 61. In 1747 hebben de pachten alleen in Holland op« gebracht 10,000,000 , volgens Wagenaar Vaderl. Historie. XX. Deel. bl. 233. Zo men nu de verpondingen hier by telt, zullen de inkomften dier Provincie toen ten naasten by geweest zyn , 16.700,000 guldens, en zomende aangroeing der inkomften , federt 1684 tot 1747 » ftelt in een' Arithmetifchen voortgang gefchied te zyn, dan zou men mogen ftellen, dat dezelve in 1718, ten naasten by, hebben beloopen j 5.000,000. Inmiddels zou men , tot berekening der Quotas, het inkomen van Holland bezwaarlyk zo hoog kunnen neemen , dewyl zekerlyk geene Provincie zo veel fchulden heeft, naar maate van haar vermogen, en ook geene met zo veel onderhoud van Dykwerken is bezwaard ; waarom het best zal zyn zich te houden aan die manier van rekenen, welke in de Verhandeling over de Quotas §. 6. wordt gevonden. Ondertusfchen hebben de afgefchafte Pachten in Friesland, welke by Quotizatie moesten worden weder gevonden, in't jaar 1747, maar beloopen yoo,ooo ; zo men nu hier by voegt de inkomften van 't klein Zegel en der Speciën , die (oen aanftonds by Kollekte zyn ingevorderd tot 336.355 guldens, zalmen krygen 1.0 36,355 guldens: weshalven de Pachten van Holland meer dan achtmaal grooter, dan die van Friesland zyn geweest. Indien  van FRIESLAND. 497 Indien men de inkomften van Holland fchat op 14. 835000, en dan rekent volgens tafel1 9 der Verhandelinge over de Quotas , zo zal de waare evenredige Quota van Friesland zyn f o - 13 - 14, het geene maar 12 penningen verfchilt van de berekeninge uit de inkomften van de zes Provinciën alleen , zonder Holland genomen. Ondertusfchen is 't eene bekende zaak, dat de Ed. Mog. Heeren Staaten van Friesland nog eene grootere vermindering vorderen , en ook by voorraad niet meer willen betaalen dan ƒ 8 - 13 - a-fc. En dus heeft men reden om te vraagen, op welke wyze een zodanige eisch kan worden goed gemaakt? waar op ten antwoord dient, dat zulks door de laatfte breedvoerige Deduktie en de aanmerkingen van den Heer N. Ypey, in de laatfte Afdeelingen der Verhandelinge over de Quoras, volkomen kan gefchieden. Waarom wy den inhoud deezer ftukken nog wat nader zullen overweegen. H. Ed. Mog. beginnen hunne uitmuntende Deduktie, met aan te merken, dat een ieder, die zich in eene Sociëteit begeeft, verpligt is, de lasten die voor zyn deel vallen, te draagen, zo lang hem zyne vermogens zulks toelaaten, en dat, dewyl Friesland hier toe onmogelyk langer in ftaat is, 'er by gevolg eene aanmerkelyke vermindering in de Quota haarer Provincie plaats moet hebben. Dit kan men nog wat nader ophelderen uit de aantekeningen van den reeds gemelden Hoogleeraar N. Ypey in zyne Verhand, over de li 2 Quo- GE LD« llIDDt' LIK  Geld- Min DS' 1KB. 500 Tegenwoordige Staat Quota's bl. 10. Toen naamelyk het Land in 1586, onder 't wispeltuurig bellier van Leicester , in den grootften nood was , en van alle kanten door zyne vyanden gedrongen werd , befloot Friesland, op eene zeer edelmoedige wyze, eene dubbele Quota van Utrecht te betaaien. Dit heeft men naderhand tot eene bafis genomen, en de Provincie dus, geduurende twee Eeuwen, met eene onmaatigeQuota bekaden ; zo dat de Friezen de flagtoffers hunner edelmoedigheid en yver voor de goede zaak zyn geweest. Voorts verdeden H. Ed. Mog. hunne Deduktie in vyf Deelen, en toonen vooreerst den toeftand en gelegenheid hunner Provincie, op dat de Bondgenooten dien met hunnen toeHand mogen vergelyken, en daar uit befluiten , door hoe groote en menigvuldige tegenfpoeden deeze Provincie , boven haare nabuuren, is verzwakt. Hier toe dient, dat de Provincie van Friesland genoegzaam alleen beftaan moet uit het inkomen der Landeryen en de waarde der daar op groeiende en weidende pródukten en dieren ; hebbende dezelve, in vergelykinge van Holland en Zeeland, weinig deel. aan de groote Scheepvaart. Waar by nog komt, dat de Fabrieken door de zwaarte der Havcnpachten enz. in Friesland niet weinig in haaren bloei worden verhinderd, 't welk ook, wegens de zwaarte der belastingen en kleine aanlokkelykheid der fituatie des Lands , niemand van buiten ligtelyk aanmoedigen zal, om zich hier ter neder te zetten. Hier by komen nog de buitenfpoorige kosten der Zeeweeringen, de nadeden der herhaalde over-  van FRIESLAND. 501 overftroomingen in 't begin deezer Eeuw , de herhaalde geweldige Veepest en de zwaare Oorlogen, door welke rampen het vermogen der Provincie allengskens byna geheel is uitgeput. In het tweede Huk wordt gehandeld over de grootheid der belastingen in Friesland, waar in 't volgende voornaamelyk onze aandacht verdient. Geduurende den 80 jaarigen Oorlog met Spanje, liepen de kosten nooit zo hoog, of men kon dezelve, uit de nu meer dan minder drukkende lasten, vinden. De verfchiilen met Cromwel konden ook nog zonder Negotiatie worden betaald; doch in 1664 bezweek Friesland, voor de eerlle reize, onder den zwaaren last van den Oorlog met Koning Karei den Tweeden, en werd nu genoodzaakt fchulden te maaken , die, door achtereenvolgen;!* Negotiatien, tot eene geheel buitenfpoorige hoogte zyn opgeklommen. Tot voldoening van dezelve, of liever der Interesfen, zyn, van tyd tot tyd, zwaare lasten geheven, die hier alle benevens derzelver opbreng , in de Bylaagen worden vermeld. Vervolgens handelen H. Ed. Mog. over de grootheid der belastingen in Holland, en meenen, dat het getal der Inwooneren van Holland vyf of zes maal zo groot is , als de bewooners van Friesland; dat zulks een oneindig voordeel in de Konfumtie geeft, gelyk o ">k zo even gebleeken is , uit het geene wy omtrent den opbreng derzelve in 1747 , hebben gezegd, 'c Is waar Holland heeft lasten, in Friesland onbekend , als de ronde li 3 Maat, Geld* M 11) D B» LEK.  502 Tegenwoordige Staat Maat, Boter , Veertigfte penning op de Schepen, inkomende Graanen, Gedrukte Papieren, Grove waaren, Steur en Salm , ongefundeerde Procesfen , Karosfegeld , Veergeld , Trouwen, Begraaven en Dienstboodegeld , in zo verre het hooger loopt dan 't Friesfche Hoofdgeld. Doch Friesland heeft daarentegen lasren , die by de Hollanders onbekend zyn , met naame de uitmergelende Reëele Goedfchatting, Schoorfteengelden , Hoofdgelden , Impofitien op Laakenen en Krameryen en meer andere waaren , die gekonfumeerd worden. Ziet men daarentegen op de andere Geünieerde Provinciën, zo zal 't onderfcheid nog veel grooter worden bevonden. Nergens heeft men't zwaare en drukkende Reëel, en de meeste hebben geene belastingen op de Lakenen, Zoete waaren, Tabak enz. terwyl de Binnenlandfche waaren by de meeste ook veel minder bezwaard zyn : en dit heeft vooral in Gelderland en Overysfel plaats , gelyk uit deeze overtuigende waarheid blykt, dat geheele huisgezinnen, die boven het gemeen uitfteeken , in 't jaar kunnen volftaan met de betaaling van 50 guldens, daar , toen in Friesland , voor den tyd van één jaar, de Quotiza» tie in de plaats der Pachten werd ingevoerd, de aanzienlykfte huisgezinnen op 500 guldens en nog hooger wierden gefchat. Wat kan eindelyk zekerer bewys zyn , zeggen H. Ed. Mog., van de voor deeze Provincie zo zigtbaare disproportie van haaren aanflag in de Generaliteits lasten , dan de af- losfing Gei-T). MIDDELEN.  van FRIESLAND. 503 losfing van kapitaale fchulden door anderen ( blykbaar uit de Refolutie van H. H. Mogenden in dato .den 21 Maart aan deeze Provincie gezonden) beroerende den tegenwoordigen toeftand van de Generaliteits Kasfe , en verligting der lasten in alle overige Provinciën behalven Zeeland, die federt eenige jaaren, reeds voor den tegenwoordigen Oorlog, werkftellig gemaakt is. Daar het bezwaarde Friesland aanhoudend blyft zukkelen, zonder 't eens zo verre te kunnen brengen , dat de balans van Ontvang en Uitgave in evenwigt geraake, niettegenftaande de Finantien fint het jaar j 776, wanneer dezelve, voor de eerde maal, aan H. Hoog Mogenden werden opengelegd , met eenen opbreng van vier tonnen Gouds jaarlyks zyn vermeerderd. Voorts klaagen H. Ed. Mog. over alle middelen van bezwaar, welke men heeft moeten uitdenken , om de zaaken in train te houden. Dus is men, na het einde van den Succesfie Oorlog, genoodzaakt geworden, de loslè renten zodanig te bezwaaren , dat dezelve van vier op twee percent interesfen zyn gekomen, terwyl de Lyfrenten van 1 o tot 7 percent zyn verminderd. Nog heeft men in 1744 het drukkend middel van 't Reëel moeten verdubbelen, zonder hetzelve wederom in komputatie te brengen in den soften penning, welke in't jaar 1748 werd geheven, gelyk toen eenige Provinciën, by Extraordinaire opfchotten hebben vergund: welk alles ten klaarlten aanduidt dat de Provincie van li 4 Fries- GrELOJ M IDDE» .EN.  Geld i o D ijLU n, 504 Tegenwoordige Staat Friesland veel te hoog in de Quota isaange.' ilagen. 6 Het derde Punt der Deduktie handelt over de herhaalde , doch nooit verhoorde , klagten der Provincie van Friesland ter Generaliteit over de buitenfpoorigheid van haare Quota. Deeze klagten zyn ondertusfchen reeds veel ouder, en uit de Refolutie van denjiare 1603 ziet men klaarlyk, hoe deeze Provincie toen al oordeelde, dat 'er redres behoorde gemaakt te worden , en dat die van Gelderland en Overysfel, reeds toen in gelukkiger omftandigheden gebragt, meer moesten kontribueeren In ito8 had men eene vcrdeeling der Quotas beraamd , die men meende dat veranderd moest worden, zo als blykt uit eene Refolutie van den ,5 May i6oy. In 161% werd wederom vastgefteld een redres in de aanflagen te maaken; zynde zelfs op den 19 January van dat jaar vier Heeren benoemd, om met de gewoone Gekommitteerden ter Generaliteit de zaaken, zo mogelyk, op een' goeden voet te brengen, en de befóignes daar over H. Hoog Mogenden ter hand te ftellen. In den jaare 1616 werd 'er eene nieuwe fchikking gemaakt nopens de verdeelinge van 100,000 guldens over de Generaliteit, by welke aan Zeeland eene verligting van twee percent werd gegeeven, welke fchikking tot hier toe plaats heeft gehouden. Die van Friesland ftemden hier in toe, in 'c begin van 1617, mids aan hunne Provincie dezelfde verligting als aan Zeeland wierd toegeftaan: en deeze vraag was zo veel te billyker, dewyl de Provincie, door de  van FRIESLAND. 505 de overftroomingen van bet voorige jaar, een zeer zwaare fchok had gekreegen. Doch, niet tegenftaande dit billyk verzoek, beflooten de Bondgenooten, ongeacht de tegenkantinge van Friesland en Stad en Lande, de refpektive Quotas van Gelderland en Overysfel te verminderen met één ten honderd , voor den tyd van twaalf maanden, welk voordeel door deeze Provinciën, een' langen tyd is genooten. Uit een' brief, of bericht, van den Raad van Staaten aan H. H. Mog. over de Quotas der refpektive Provinciën, van den 14 December 1716 blykt, dat de Provinciën van Gelderland en Overysfei, na het uitgaan van het twaalfjaarig beltand,! vermindering in haare Quotas hebben verkreegen. Nog biykt uit eene Refolutie van den 2 April 1631, dat deeze Provincie zich op nieuw beklaagd heeft over de zwaarte haarer Quota; dan hoe weinig effekt zulks hebbe gehad, getuigen de geweldige handelingen, den Friezen aangedaan in 1635 en volgende jaaren. Uit de Refolutie van den 19 December 1674 en uit den bygevoegden brief aan den Raad van Staaten, is na te gaan, met hoe veel ernse men heeft aangedrongen op de onvermydelyke noodzaakelykheid van de vermindering der Quota voor deeze Provincie, gelyk men zulks nog op den 12 February 1675 heeft herhaald. Wanneer Friesland in de jaaren 1709, 1710 en 1711, niet meer in ftaat was de zwaare lasten op te brengen, die toen tot het voortzetten van den Succesfie Oorlog werden vereischt, li 5 " en Gei d" M [ O de IiEN.  Geld> middelen. 506 Tegenwoordige Staat en zulks op het ernftigfte, by herhaalde fekreete Refolutien, aan ds Gekommitteerden ter Generaliteit toegezonden , en aldaar in een befoigne geopend, betuigde: hebben evenwel de geenen, die toen ter tyd het hoog bewind der zaaken meerendeels in handen hadden, aan de H. Staaten van Friesland ernftig betoogd, welke bedenkelyke gevolgen hier uit voor de gemeene zaak, en ook ten opzigte der Geallieerden , zouden voortvloeien; en derhalven ten fterkften verzocht, om gemelde deklaratien voor als nog geheim te houden , dewyl men alle redenen had, om op een allergelukkigst gevolg onzer wapenen te hoopen , waar door in 't vervolg de achter uitgeraakte Provinciën behoorlyk zouden kunnen worden onderlleund ; en dat Friesland, na 't verkrygen van den Vrede, veilig kon hoopen en vertrouwen , dat de Bondgenooten hetzelve , ten aanzien van zyne uitgeputte Finantien, volvaardig te gemoet zouden komen. De Staaten van Friesland, ftaat op deeze verklaa* ring maakende, en bp betere tyden hoopende , lieten zich overhaalen, om in dezelve geduldig te berusten. Deeze hoope werd, echter, ook al wederom verydeld; hebbende de verandering van het Engelfche Systema , de ongelukkige Veldllag van Denain, en de verydeling van het Traktaat van' Barrière door het Huis van Oostenryk, zulk eene verandering in den Staat der zaaken te wege gebragt, dat op den Staat van Oorlog gebragt moesten worden de aanzienlyke Reliten van penningen , op de voornoemde Barrière  van FRIESLAND. 507 Barrière genegotieerd, en daarenboven nog de betaaling der Zwitfers, in dienst deezer Landen (taande, dewelke op gemelde Subfidien der Barrière mede waren geaffekteerd: en Geld* m 10 o a- LtN. toen was 'er niemand, die Friesland wilde helpen , waardoor deeze ongelukkige Provincie, binnen - en buitenlands geen krediet meer hebbende, eindelyk in 1714, gedrongen werd, om op geloof der Generaliteit te Negotieeren eene fomme Lyfrenten van 450,000 guldens, tegen acht Percent op twee Lyven , welke allerfchadelyklte Negotiatie nog heden ten dage niet geheel is afgeloopen. Zynde dit kapitaal toen alleen gebruikt tot voorkoming van eene nog ergere kcnditie, waar mede de Provincie gedreigd werd , aangezien de Deencn op de betaaiing der achterftallen geweldig aanhielden, en men bevreesd was, dat hunne Krygsknechten , die , by weigeringe , zelve met exekutie zouden komen haaien. Deeze akelige toelïand bragt Friesland in die veriegene omftandlgheden, dat het zich zelf moest redden, zo als het best konde; doch welke Provilioneele redding nergens te vinden was, dan op de Militie. Eenige Kompagnien bleeven derhalven ftaan op Friesland, die of gelicentieerd of aangeworven waren, zo wel in dien tyd, als naderhand in de onlusten, die over den dood van Keizer Karei den VI ontftcnden, en in de verfchiilen, gereezen uit de betwiste Pragmatieke fanktie der Erfgoederen van 't Huis van Oostenryk. Dit weinige werd door de Bondgenooten oogluikende toegelaaten, en de  5"o3 Tegenwoordige Staat Geld. MIDDELEN. de Provincie trok 'er een voordeel uit van ongeveer 100,000 guldensin 't jaar. In ij 16 werd wederom op nieuw eene uitgewerkte Refolutie epgefteld ov:r de onrechtvaardigheid, waar mede Friesland door zyne buitenfpoorige Quota werd gedrukt: ook werd dit Huk met hoope van eenig goed efTekt naar 's Haage overgezonden ; doch al wederom zonder eenig gevolg, dan alleen, dat deftukken eenvoudig overgenomen, en in 1718, by Hunne Hoog Mogenden en den Raad van Staaten, Kommisforiaal gemaakt wierden; zynde dezelve verJer, zonder dat men 'er eens over gedacht heeft, blyven liggen. By eene Refolutie van den jaare 1724 werd wederom ten ernftïgften op de inwilliginge der voorige verzoeken gedrongen, by gelegenheid dat H. Hoog Mog. van de Provinciën eene grootere fomme tot betaaling der Interesfen van de fchulden der Unie vorderden. Friesland toonde by deezen aan , hoe zeer men zich reeds boven pligt en vermogen, in de laatfte jaaren van den ongelukkigen Succesfie Oorlog , in 't opbren. gen van buitenipoorige fommen, had gekweeten, en dat men nu niet in ftaat was meer te doen. Toen vervolgens eene Kommisfie uit de Generaliteit door deeze Provincie naar Groningen trok met het zelfde oogmerk, en mogelyk ook om teffens eens te zien, hoe hier de zaaken ftonden , bragt men dezelve onder het oog, hoe billyk het zyn zou, de drukkende Lyfrente - negotiatie van 450,000 guldens af te  van FRIESLAND. 509 te betaalen uit eene Negotiatie van losfe Renten , tegen drie percent ; biedende de Pro vincie aan, dat zy de eene en de Generaliteit de andere helft van het hier uit voortfprui- rnnAa \ir\r\rApn\ vrsn frpmp»fpn. l^lnrh nnlr Hïf GE LOMIDD EL£H> tende voordeel zou genieten. JJocn ook dit zo redelyk voorftel werd raec alle andere van dien aard der vergeetelheid overgegeeven. Wanneer eindelyk de voordeelen, welke de Provincie van Friesland by oogluikinge had genooten van die Kompagnien, welke niet meer in weezen waren, van den ftaat van Oorlog waren afgelaaten , en dezelve gezuiverd was van meer andere onnutte posten, van welke de eene Provincie meer, de andere minder voordeel had gcnooten; zo dwong de hoogdringende nood, wegens den zwaaren drang der lasten, Friesland* Staaten al wederom, op den 22 Nov. 1751, ter Generaliteit te doen verklaaren, dat, vermids op de herhaalde klagten over de ondraaglyke lasten en zigtbaare onevenredigheid hunner Quota ter Generaliteit, hoe genaamd geen regard was genomen, en dezelve buiten het gewenscht cffekt waren blyven liggen, FL Ed. Mog. uit dien hoofde zich volftrekt genooJdrongcn hadden gevonden, om op nieuw aan 't gezamentlyk Bondgenootfchap ernftig te verklaaren, en met duidelyke woorden aan te kondigen, dat het der Provincie ondoenlyk ware, om op den ouden en voorigen voet te kor fenteeren ; doende daar af eene tydige advertentie ter Vergaderinge van Hunne Hoog Mogenden, ten einde daarop, by het formeeren der nieuwe Petitiën, en 't opmaaken der Staaten  Geldmiddelen. 510 Tegenwoordige Staat Staaten van Oorlog, rcflexie kon worden gemaakt. Wat laater werd deeze zaak al weder by der hand genomen, naardien men nu eenige hoop had, dat 'er een ernftig en onpartydig onderzoek by de Bondgenooten zou plaats grypen; doch de uitkomst beantwoordde geenszins aan de verwachting :. want op den 15 December van 1752, vernam men, dat'er eene voor Friesland zeer nadeeüge en onverwachte Refolutie was genomen by H. Hoog Mogenden, welke hadden kunnen goedvinden, om het advis van den Raad van Staaten te volgen, zo als 't hoofdzaakelyk hier op nederkwam. Dat de Provincie Friesland niet fcheen te weezen in die ongelukkige fituatie , dat zy op goede gronden kon infteeren op eene vermindering van haare Quota; doch dat het ' evenwel niet tegen te fpreeken ware, dat dezelve in zwaare achterflallen was, en daarom in bedenking zou kunnen komen , of niet dezelve Provincie in het draagen der Lasten van den Staat van Oorlog voor den tyd van tien of twaalf jaaren zoude kunnen worden gefoulageerd; wanneer men op haare Repartitie bragt eene fomme van honderd duizend guldens , op een refpekt, waar van de voldoening gedilajeerd konde worden , als by voorbeeld op de post van drie honderd duizend guldens, tot het onderhoud der Fortifikatien , buiten de Hemmende Provinciën, zodanig, dat daar van op de Quota van Friesland kwam honderd duizend guldens boven den aanflag in de overige tweemaal honderd  van FRIESLAND. 511 honderd duizend guldens. Immers dat de Raad geen ander middel zag, of aan de hand kon geeven, om deeze Provincie adem te doen fcheppen. Geld* m 1 d d e» l£n. Dat H. Hoog Mogenden over zulks mee den Raad van Staaten van het zelfde begrip wa. ren, dat Hoog Gemelde Heeren Staaten van Friesland geene genoegzaame redenen voor zich hadden, om op eene vermindering in de Lasten van de Generaliteit aan te dringen. Dat H. H Mogenden, na dat H. Ed. Mog. den inhoud van voorfch. advis rypelyk overwogen hadden, zich diensvolgens vleiden, wel van die inftantien te zullen willen afzien, en daar en tegen de middelen, in dat zelve voorgeflagen, tot vermindering en goedmaaking van het te kort hunner finantien, ten fpoedigften ter hand neemen, enin't werk ftellen, benevens zodanige wydere,als eennaauwkeurig onderzoek van hunne Inkomften en Lasten daar toe meest bekwaam en Practikabel zouden achten, met byvoeginge, dat zo veel het Krediet van de Generaliteit op deeze en geene Refpekten, by het voorfch. advis van den Raad vermeld, aan Hoogstgemelde Provincie van eenige hulpe zou kunnen wezen, of eenige ademfchepping geeven, met voor eenigen tyd te verfchuiven de betaaling der beloofde losfina; op Kapitaalen, op het Krediet van de Generaliteit, ten haaren behoeve reeds genegotieerd , Hun Hoog Mogende niet ongenegen bevonden zouden worden, op eene Propofitie van ' dien aard , door de Heeren Staaten  51* Tegenwoordige Staat Geld MIDDi: Lt». Staaten van Friesland, met offerte van eene behoorlyke Securiteit te doen, billyke reflexie te (laan. Niet weinig waren de Staaten van Friesland verflagen over eene zo fchcrpe en hun zo nadeelige Refolutie, genomen op een' tyd , op welken men zich met de billyke hoope eener aanzienlyke verligting vleide. Teffens zagen H. Ed. Mog. met aandoeninge, dat de Heeren Raaden van Staaten allerleye kaptieufè folutien op hunne argumenten hadden gemaakt, die^y meenden, zeer gemakkelyk op te kunnen losfen ; gelyk ook in 't volgende jaar 1753 gebeurde, wanneer de Staaten van Friesland, by eene nieuwe ophelderende Deduktie, H. Hoog Mogenden verzochten, dat dezelve de afgebroken INegotiatien wederom wilden doen hervatten; doch 't welk van geen gevolg was, dewyl zulks ftandvastig wierd geweigerd. Zouden nu de Staaten van Friesland (zegt verder de Deduktie ) hier over niet ten hoogden gevoelig zyn? ja moest het hun niet geweldig hard en aanftootelyk vallen , te zien , dat de Provincie Zeeland gelukkiger vorderingen met haar beklag, wegens het onvermogen ter Generaliteit, gemaakt had, dan deeze, daar zy zich byna in een' evengelyken toeftand en kommerlyke gefleldheid, -ten aanzien van 't Finantieweezen , bevondr. Immers in vroegere tyden had dat Gewest bereids eene aanmerkelyke verligting in de Quota gekreegen, en de mededogenheid der refpektive Bondgenooten in eene ruime maate mogen ondervinden; ja de onwrikbaare ftandvastigheid en onafgebroken aan-  van FRIESLAND. 5tj aandrang van deszelfs Staaten had het zo verre gebragt, dat nog in deeze dagen aan hetzelve een gansch niet onverfchillig foulaas was vergund geworden. De Staaten van Friesland erkenden wel, dat Zeeland veel te hoog was aangeflagen, doch meenden echter , dat, ■ wanneer de refpektive Staaten dier Provincie geliefden goed te vinden, om de heffing der Middelen by wege van Kollekte in te vorderen, zo als by de meeste andere met zeer veel fucces gefchiedde , en daar eene regelmaatige belasting op de Thee en Koffy by te voegen , gelyk aldaar reeds in 't begin deezer Eeuw was voorgefteld , in zulken gevalle Zeeland , zo niet in een' beteren , ten minften in een' even voorfpoedigen ftaat als Friesland zou zyn. In het vierde Punt deezer Deduktie beroepen zich de Staaten van Friesland ( na kortelyk onder 't oog te hebben gebragt den minder voordceligen ftaat hunner Provincie , ten opzigte van Negotie en Fabrieken, wanneer men haar met andere meer bloeiende vergelykt) op de bekentenisfen der Bondgenooten zelve , meermaalen ten opzigte der gebrekkige Provinciën gedaan ; hebbende Hun Hoog Mog. omtrent de klagten van Zeeland, in't jaar 1716, zich dus uitgedrukt: „ Gemerkt ook , dat het buiten alle rede„ nen ware, wanneer men eenige notoore on„ gelykheid onder de eene of andere Provin„ cien bevonde, dat zulks niet in alle billyk„ heid zou geredresfeerd worden". Ook werd, op den 20 April 1674, ter Ge» IV. deel. Kk ne» Geld» M1 D DE. LtH.  Geld» middelen.. 514 Tegenwoordige Staat neraliteit vastgefteld, by gelegenheid van de weder aanneeminge der drie geconquesteerd geweest zynde Provinciën, dat alle Provinciën een' naauwkeurigen ftaat zouden openleggen van den toeftand hunner finantien en fchulden, volgens welken men dan eene nette reguleering der Quotas zou maaken. Waarvan echter nooit iets ter uitvoer is gebragt. Nog vindt men in de Generaale Petitie van den Raad van Staaten, voor het jaar 1750, deeze aanmerkelyke en op Friesland volmaakt toepasfelyke periode: „ Men kan en behoort zich niet te onttrek„ ken aan eene examinatie van klagten der „ Provinciën, die zich oordeelen te hoog „ aangeflagen te zyn: want een zwaarder last „ te willen opleggen dan gedraagen kan ,, worden is toch ydel ; en zou het wel te „ verwonderen zyn, dat de proportie, die in „ den jaare 1634, federt welken tyd de „ Quotas zonder verandering gebleeven zyn , ., geoordeeld wierd , dat de krachten der '„ Provinciën, dieze tot elkander draagen, na „ verloop van zo veel tyds, door vermindering „ of vermeerdering van welvaart , niet meer „ dezelfde was ? Zo neen ? is 'er redres van „ nooden". Terwyl Hun Ed. Mogende de Staaten van Friesland volleedig omhelsden het geene door voornoemden Raad van Staaten in dat zelfde uitmuntende ftuk tot een' ftokregel is gefteld, je weeten. Dat her te meermaalen gezegd is, en niet te fterk kan aangedrongen worden, dat de egaliteit in  van FRIESLAND. 51$ in bet draagen der lasten is de band van eenig-1 beid tusfchen de Provinciën , en het waare 1 middel tot ieders behoud. 1 Voorts Helden de Staaten van Friesland drie wegen voor, volgens een' van welken, naar hun inzien, de zwaarigheid zou kunnen worden weggenomen. In de eerfte plaats zou in ferieufe aanmerking kunnen komen het Redres der Quotas, door de verligting te verdeelen, naar maate van de mindere of meerdere vermogens der overige Bondgenooten. Ten tweeden de Quotas der onvermogende alleen te verminderen, en de overige in hunne Quotas re laaten kontinueeren, en dan 't beloop der fomme van de vermindering als* een reftant, of non valeur, aan te merken. Ten derden om, indien de Kasfe van de Generaliteit op den duur genoeg voorzien en toereikende ware, het vereifchte foulaas daar uit te neemen, en aan het benoodigd Lid van het Bondgenootfchap toe te deelen; te meer daar alle de inmenfe fchulden, op de Meyery van 's Hertogenbosch voormaals geaffekteerd, ten eenemaale zyn afgelost, en de ontruiming der Barrière thans voor die Kasfe zeer voordeelig is, als zynde nu van het onderhoud der Vesting-Werken, der OorlogsMagazynen, Woning, Wagten, Vuur en Licht der bezettingen enz. geheel ontheven. Eindelyk befluiten Hun Ed. Mog de Deduktie met het vyfde of laatfte Punt, daar toe ftrekkende, om H. H, Mog. op '{ nadruk» Kk 2 ke- G E L DMID D BLE N.  Geld- MtDDB* 516 Tegenwoordige Staat kelykfle onder het oog te brengen de deplorabele gevolgen, welke Uit eene aanhoudende weigering van onzen billyken eisch noodzaakelyk zouden voortvloeyen, waar in met grooten nadruk wordt aangeweezen, hoe ellendig het met Friesland gefteld zou zyn, indien die Provincie, op zulk eene hooge Quota aangeflagen blyvende, eens wierd verarmd door eene doorgaande Runderpest, zwaare Inundatien enz. en vooral indien eens een onverwacht opkomende Oorlog van het uitgeputte Friesland zwaare Negotiatien tot fpoedige wervingen enz. vorderde. Ondertusfchen had ook deeze Deduktie al weder de gewenschte gevolgen niet; 'er werd wel eene Kommisfie uit Friesland naar 'sHaage gezonden, en by de Staaten Generaal en Raad van Staaten gehoord; men ontkende zelfs ook niet dat Friesland billyk verligting fcheen te vorderen; doch de zaak ten Principaale bleef fteeken tot den 11 October 1783, wanneer de Staaten van Friesland eene fterke Refolutie namen, om voortaan niet meer dan ƒ 8 • 13- 2$ penning ten honderd in de Quota te betaalen, tot dat men hunne zaak overwoog, en een fpoedig antwoord op de Deduktie door de Bondgenooten wierd gegeeven. Hoedanig eene uitwerking deeze fterke Hap op de gemoederen gehad hebbe, behoeven wy hier niet te melden. Zeker is 't, dat dezelve veel verwondering heeft gebaard, en dat de Friezen waarlyk hebben gehandeld, zo als zv gedreigd hadden. Ondertusfchen is het te wenfchen, dat 'er inderdaad eenmaal eene billyke en egaale fchikking  van FRIESLAND. 517 king over de Quotas moge komen, naar welke men zo lang heeft verlangd. Wy hebben reeds gezegd, dat eene zodanige vermindering der Quota, als Friesland vordert, niet gemakkelyk uit de vergelykinge van de inkomften der verfchillende Provinciën zal konnen worden opgemaakt. Doch men heeft, in 1709 , 171 o eni7H, aan Friesland zulke uitzigten van vermindering in de Quota gegeeven , dat dezelve , na 't eindigen des Oorlogs , op eene voldoende wyze had behooren te gefchieden, ten minften, toen in 't jaar 1718, door den Heere P. van Vegilin, de rechtvaardigheid van Frieslands zaak Wiskonftig werd beweezen. Zo wy nu ftellen , dat de Provincie van Friesland, op dien tyd , eene jaarlykfche vermindering in de Quota van ƒ 182.875 had verkreegen, 't geen voorzeker niet te veel was geweest, dan zou die fom ( volgens de onwederfpreekelyke uitrekening van wylen den Heere N. Ypey in de Verhandeling over de Quotas bl. 34. en volg. ) vierenzestig jaaren laater, dat is met het begin van 1783. Intresfen van intresfen gerekend, aan Friesland waardig zyn geweest 34 Millioenen , 325 duizend, 820 guldens. Dewyl derhalven de Provincie van Friesland, in 't jaar 1718, de beloofde verligüng niet heeft ontvangen, is 't billyk, dat , boven eene verminderinghaarerQuota op/9-i2-i4, aan haar de bovengemelde millioenen worden goed gedaan, of ten minften, dat de Quota van Friesland zo veel worde verminderd, Kk 3 als Geld- m i d d E. le»,  518 Tegenwoordigs Staat Geld. m i O u e' iï». als de Heeren Staaten der Provincie thans op eigen gezag hebben gedaan. Tot nadere bevestiging der billykheid van Frieslands eisfchen, zullen wy hier nog iets by voegen uit de Petitie van den Raad van Staaten voor het jaar 1604, welke in 't Charterboek van Friesland. IV Deel. bl. 1265. wordt gevonden, en onder anderen het volgende behelst. Dat • ■ die Provinciën van Gel' derland en Overysfel, nu eenige jaaren herwaards, zo grootelyks verbeterd zynde, door de goede adfïstentia van de andere Provinciën , haare Bondgenooten, dat zy van des vyands invallen bevryd zynde, haare landen wederom mogen cultiveeren, ende baare rivieren ende pasfagicn totten Koophandel gebruiken, mede eenmaal willen accordeeren eene redelyke Quota, naar de tegenwoordige Faculteit ende gcjleltenisfe van haare Steden ende Landen , tegen het geene hier vooren van de vyf andere Provinciën is verzocht', als te weeten die van Gelderland voor de drie Quartieren van zesfe , ende die van Over* ysfel van viere tegens *t honiert van dezelve vyf Provinciën. Waar uit een ieder kan zien, hoe overtuigd men in dien tyd ware , dat Gelderland en Overysfel, fchoon toen maar even van den Vyand verlost , en in de eerfte plaats aan denzelven bloot gefteld , echter veel te weinig in de Generaliteits Quota betaalden. Eindelyk voegen wy hier nog by deeze aanmerkelyke pasfafie uit het Friesfche Charterboek. D. IV. p. 1269. aldaar te vinden in  van FRIESLAND. 5*9 in de Artikelen van den Landsdag, op den January 1604 gehouden. Ende de Provincie van Stad en Ommelanden wiet mp.p.r als twaalf dutzend in tweemaal Kk4 V IER-? GSLDM I U D 8- LEN. hondert duizend guldens is contribuerende , daar dezelve anderfins tegen den Land* fchappe van friesland twee derde parten, ofte ten minften zestien duizend vyf bonden guldens in tweemaal hondert duizend behoorde te draagen , na vermogen de uitfpraake, uit kraehte van voorgaande fub* misfie, by zyne Excellentie ende Genade 9 deezen aangaande gedaan. Welke inmiddels de redenen zyn geweest, waarom die van Groningen zich niet aan gemelde uitfpraak van Graaf Willem Lodewyk hebben gehouden, en wat Friesland daar in toen ter tyd verder hebbe gedaan, is ons niet met zekerheid gebleeken.  5&Ó Tegenwoordige Staat VIERDE HOOFDSTUK. De Kerkjlaat. Kerk. staat. J^_)e Christelyke Godsdienst fchynt het eerst aan onze Heidenfche Voorouderen gepredikt te zyn omtrent het jaar 677, door den afgezetten Engelfchen Bisfchop Wilfrid. In 't eerst gefchiedde zulks met zeer goed gevolg; doch, wat laater ontmoette de verkondiging van 't Euangelie veel tegenftand van den Heidenfchen Koning Radboud den L, welke, echter, door Pipyn den Dikken , by Wyk te Duurftede overwonnen zynde, gedwongen werd de vrye verkondiging van den Christelyken Godsdienst toe te ftaan. Hierop toogen herwaards twaalf kundige en Godvruchtige Engelfche Geestelyken, onder welke Wiilebrord de voornaamfte was, die hier, omtrent het jaar 690 , aankwamen, en hun werk met yver begonnen; doch niet met het gewenschte gevolg, wegens den tegenftand der Afgodifche Volkeren. De Franfche Bisfchop Wolfran, vertoonde zich insgelyks in deeze Gewesten , in den jaare 717, en 't zou hem waarfchynlyk gelukt zyn Koning Radboud te bekeeren en te Doopen, indien hy niet, op de vraag van dien Vorst naar den Zielftaat zyner afgeftorven Voorouderen, dezelve onvoorzigtiglyk en omberm- har-  van FRIESLAND. 511 hartiglyk, ais in den euwigen jammerpoel verzonken, had afgefchilderd ( *). Wat laater vertoonde zich in Friesland de H. Bonifacius, die, na alomme het Euangelie verkondigd te hebben, tot de toen zeer aanzienlyke Heerfe'happy van 't Bisdom Mentz verheven werd, Ettelyke reizen is hy, tot bevordering zyner heilzaame oogmerken, in Friesland geweest, en verfcheen aldaar voor 't laatst in den jaare 752, wanneer hy zeer veelen tot de omhelzing der Christelyke Leere bewoog. Ondertusfchen vond hy hier toen ook zyn einde, niet verre van Dokkum , alwaar hy met de zynen, door een' hoop Afgodifche Friezen , werd overvallen en gedood; doch welke euveldaad, niet lang daarna, op de handdaadigen gewrooken werd door Albo, Koning Pipyns Stedehouder, omtrent ds Eems (f> Na Bonifacius verfcheenen Willehad , Lebui* nus, en vooral Ludger, welke laatfte, in 't jaar 780, en daaromtrent, veel toebragt tot de verbreiding van het Christelyke Geloof, 't welk, echter , niet lang daarna, wederom geheel onderdrukt werd door eenen inval der toen nog Heidenfche Deenen (§). Dan Karei de Groote , die omtrent deezen tyd bloeide, verjoeg eindelyk deeze Q *) Men zie van dit' alles breeder 't I- D. van den Tegenw. Staat van Friesl. bl. 222 - 229. (t) Men zie als boven 't I. D. bl. 235, 236 en =37- C §) Van deezen Willehad en Ludger zie men insgelyks 'c I. D. bl. 237, 238. Kk 5 K 3 E KSTAAT.  KE RKSTAAT» 522 Tegenwoordige Staat deeze en andere Heidenen, waar door het Christendom ras alomme werd aangenomen , en zich fchoeide naar de toenmaalige begrippen der Roomfche Kerke, onder het Opperbeftier der Bisfchoppen van Utrecht ( § ). Niet lang na het vestigen van den Christelyken Godsdienst, begon men hier te lande yverig met het bouwen van Kloosters en Abtdyen. Zo dat men 'er in de Saxifche tyden telde: In Leeuwarderadeel en binnen Leeuwarden één der Predikheeren , één der Minderbroeders , één der Franciskaanen, benevens de St. Anna Graauwe Bagynen en de Gysbertisten. In Tietjerkfteradeel. te Bergum één der Reguliere Kanunniken, 't Klooster Sigerswolde, van dezelfde orde by Garyp , en dat van Bethlehem , een Nonnenklooster van de orde van Premonftreit. In Rauwerderhem een Klooster van Graauwe Bagynen, met naame Engwird, In Ferwerderadeel Mariëngaard van de orde van Premonftreit; Foswerd van St. Benediktus, en Genauwert, een Jongkvrouwenklooster, ook Genezareth genaamd. In de Dongeradeelen en Dokkum , eene Abtdy binnen de Stad van de Premonftreit orde , 't Klooster Zion te Nyawier, en 't Klooster Weert te Morra. In Dantumadeel de Abtdy Klaarkamp van de Cistercicnfer orde. In (§ ) Men zïe hieromtrent, en wegens het uitgebreid gezag der Geestelyken hier te lande , vooral het Werk der Oude Friesfche Wetten, onlangste Kampen en Leeuwarden uitgegeeven, en met keurige aantekeningen vcrrykt. II Stuk, bl. 207.  van FRIESLAND. 523 In Achtkarfpelen Buweklooster, eene Proostdy van Graauwe Bagynen, ea Veenklooster een Jongkvrouwen Proostdy. In Kollumerland Gerkeskiooster , eene Abtdy van Cistercienièrs , en een Vrouwenklooster van dezelfde orde. In Smallingerland de Abtdy Smallinger Ee en die van St. Benediktus. In Wonzeradeel Oudeklooster, eene Abtdy der Cistercienfers, en Oegeklooster van Graauwe Bagynen. In Bolswerd 'c Zant, eene Proostdy van de orde van Premonftreit, een Klooster van Minderbroeders, en een van Graauwe Bagynen. Omtrent Workum een Graauwe Bagynen Klooster, aan St. Urfula toegewyd. In Franekeradeel, te Achlum , een van Reguliere Kanunniken. Binnen Franeker , een Kruisbroeders Klooster , thans het gebouw van 's Lands Hooge Schoole. In Barradeel de Abtdy Lidlum van de Premonllreit orde, te Tjummarum, een Vrouwenklooster van Reguliere Kanunnikesfen. In Menaldumadeel 't Klooster Aanjum van Reguliere Kanunniken. In Baarderadeel 't Nonnenklooster Monnike Bajum van de Premonftreit orde. In Wymbritferadeel Thabor, behoorende aan de Reguliere Kanunniken, 't Hospitaal van St. Jans orde, te Woudsend een Klooster van Karmeliten, in Sneek een van Kruisbroeders , in Ylst een van Karmeliten, Nyekloos- ter ^ Kerkstaat.  524 Tegenwoordige Staat ter, Groendyk en Nazareth, alle drie Vrouwenkloosters. Te Stavoren een van Reguliere Kanunniken. Te Hemelum een Klooster van de Benediktiner orde. In Utingeradeel te Nes eene Kommandery van de Duitfche orde, en een Klooster van Graauwe Bagynen te Aalfum (§). De bewooners dier Kloosters hadden, over 't algemeen, zeer goede zaaken , dewyl de vroome Katholyken niet nalieten hen van allerlei nooddruft rykelyk te voorzien, en overvloedig in hunne Testamenten te gedenken. Hier door leefden zy rykelyk , en hielden nog veel gelds over, zo om eene groote menigte van reizigers en armen wel te voorzien , als ook daarenboven veele vaste goederen aan te koopen. Dan hierby voegde zich, met het algemeene bederf der Geesteïykheid in de dertiende , veertiende en vyftiende Eeuw , ook een ergerlyk en brooddronken leeven zo wel onder die der Mannelyke als der Vrouwelyke Sexe : 't geen hier , gelyk ook elders , niet weinig toebragt tot de aanftaande Kerkhervorming. Behalven de Kloosterlingen was Friesland ook overvloedig voorzien met allerlei Kerke- iy- (§") Van de hier .opgetelde Kloosters vindt men de ilichting en voornaamfte lotgevallen van eenige derzelvcn reeds gemeld in het I. D. van den Tegenw. St. van Friesland op bi. 34-5 , 34r . 349» 3S° > 35- > 357 , 3fS , 373 , 4°3 , 4°5 > 4" » 4r4» 4'5» 4&I Kerkstaat.  van FRIESLAND. 525 Iyken, verpligt om den openbaaren Godsdienst te verrichten ; zynde 'er ten minften ïn de groote Dorpen drie gevonden , met naame de Curyt (Curé) of Priester , de Vicaris en de Prsebendaris. Op veele plaatfen werden dezelve aangefteld volgens het Jus Patronatus der bekende Inftellers van Kerken en Kapellen , of hunne wettige Opvolgers; doch op plaatfen alwaar zulk een recht niet te vinden was, werden de Geestelyken, in de vrye tyden, aangefteld by de meeste ftemmen der Inwooners: ten tyde van Overheeringen werd , echter, dit recht wel eens geheel of ten deele aan de Laudsheeren overgelaaten. Dus werd by voorbeeld de begeeving der Kerkelyke Bedieningen, die aan geene bekende Patroonen of Collatoren ftonden , door die van Oostergo en Westergo, in 't jaar 1398, aan Albert van Beyeren opgedraa» gen. In de Saxifche en Bourgondifche tyden hadden de Lands Heeren, echter, weinig in 't begeeven der Kerkelyke Ampten te zeggen; gelyk blykt uit het verdrag tusfchen den Hertog van Saxen en de Staaten van Friesland, volgens 'r. welk de eerstgenoemde zyn recht op de Provincie overdroeg aan Karei V, in 't jaar 1524, alwaar men onder anderen leest: Dat die Patronen ende anderen, foe dat van olds gewoonlyken is, fullen mogen nomineren alle Pastorien, Vtcarien en Prebendarisfen , die zy den Keizer , ofte fyr.cn Stadholder9 ende Raden, binnen twee maanden tyds, fullen prefsnteren, en 't felve fonder weyge* ringe Ke ek' staat.  526* Tegenwoordige Staat Ker r- jiaat, ringe te confent er en; (waar op van des Keizers wege de daadelyke aanflelling volgde) Behoudens den Keizer zyn Hoogheid en Prceeminentie, als Wylen de Furst van Sasfen gebruicht, te wee ten van fes beneficiën des jaars te confereren. Ende om dat Keizerl. Majefleit, ofte zyn Stadholder niet meer dan fes beneficiën geven en fal, fal men daar af Register holden. Eenige jaaren laater ontftonden hier omtrent eenige klagten , dewyl de Keizerlyke Amptenaars zich meermaalen de begeeving der Kerkelyke Beneficiën aanmaatigr den; doch daar tegen werd door eene breede Konflitutie des Keizers voorzien, in den jaare lS39i en daar by teffens de goedkeuring van alle beroepen aanbevolen aan den Stadhouder en den Hove Provinciaal, met oogmerk, om dezelve naarftig te doen letten op de gevoelens der benoemde Leeraaren , wegens de toen reeds ontluikende Kerkhervorming. De Abten en andere Geestelyke Overheden werden, meerendeels , door de mindere Geestelyken, by meerderheid van ftemmen, verkooren, zonder dat vreemde Heeren of Geestelyken hier in veel te zeggen hadden; en dit is de reden geweest, waarom de aanzienlyke Geestelyken hier te lande, al doorgaans, gebooren Friezen waren. Gelyk alomme, zo waren ook in Friesland de voorrechten der Kerkelyken _ zeer aanzienlyk. Doorgaans hadden zy, in geval van verfchil, veel vooruit boven de Wereldlyken; vooral  van FRIESLAND. 527 vooral omdat de Geheimfchryvers van Landen tn Steden , meestal, Geestelyke perfoonen waren ,* 't geen niet te verwonderen is , dewyl zeer weinige anderen leezen of fchryven konden ; waarom ook zodanige Schryvers Klerken werden genoemd, by verkortinge van Clerici of Kerkelyken. Hier kwam nog by , dat weleer byna alle Akten en Kontrakten in 't Latyn werden gefchreeven, 't geen zy alleen verftonden, waardoor zy dan ook dezelve konden uitleggen naar hun goedvinden. In lyfftraffelyke zaaken hadden zy geene mindere voorrechten : want zy behoefden voor geene Wereldlyke Rechtbank te verfchynen, maar werden alleen door de hunne geoordeeld; waar by nog kwam, dat, om den minften Geestelyken van eene mis-laad te overtuigen , ten minften zeven Getuigen werden gevorderd By (* ) In de ophelderende aantekeningen , op de Oude Friesfche wetten , waarvan reeds boven gefproken is, en die , om derzelver groote Taal. Oudheid -en Historiekunde, waardig zyn om van alle Liefhebberen deezer takken van geleerdheid geleezen te worden, vinde ik in het II Stuk. bl. 220. aangaande de meerderheid der Priesteren boven de Leeken , onder anderen , het volgende : „ Een Priester een Leek mishandelende , betaalde eti„ bete boete , en konde zich met ééa Medezweerder „ zuiveren. Een Leek daarentegen , een Priester „ mishandelende, moest zevenvoudige boete betaa„ tón , en had twaalf Medezweerders noodig. Dit „ ziet men in alle wetten van dien tyd; doch ds ,, Pnes.ers genooten dat voorrecht alleen, wamseerze. ,, hun Geestelyk gewaad aan hadden , en dus kenbaar waren, enz'. Kerkstaat.  $28 Tegenwoordige Staat Kerkstaat. tO$ ïtnira / öto öcrfïu fcegte pne fopniil. W\m name toirb Ijciïiqc. 3F>pn rpeft to liorrnrtc, <©pn toiïle mort fchaen/ op 't prtrpcï. ag pne ijpmil. XB$ Dctlfijc brae joto to£ jtoeD. Sfft ücrj'ou to$? rog fc&plocn/ ag top rjcjac to£ fcljuiDncrj?. 3n lirD to£ nact i'n bcrfieluiia. <5>in frp rog üin it qtoacD. "©in Dpn tg it rpciw Dc macöt/ in öe ficct* IpcI.Ijcit / 3|n petoicfjeit. &o moet tct toffe Dit Onze Vader komt volkomen met het gewoone overeen , en insgelyks meerendeels mee de hedendaagfche Friesfche Boere - óf Landtaal: doch het overgebleeven exemplaar der tien Geboden fchynt veel ouder, dewyl het geheel in 't Oud Friesch gefchreeven is, en zeer veel van de tegenwoordige Landtaal verfchilt. Ook wykt het hier en daar geheel van den waaren zin der woorden af, By de Friesfche Geesteïykheid was , gelyk by die der andere Volkeren, doorgaans weinig geleerdheid, in de duistere tyden voor de Kerkhervorming, te vinden. Weinig is 'er ook van hunne fchriften overgebleeven. Om 'er een Haaltje van mede te deelen , zullen wy hier laaten volgen 't Gebed des Heeren, en de tien Geboden, zo als dezelve, door de Geestelyken dier tyden, in de Oude Friesfche taal werden geleerd.  van FRIESLAND. 559 af, waarom wy onder ieder Gebod eene Nederduicfche Overzetting zullen plaatfen. €öct toag tfiet crogt 200*. Deus unus est. iGEfjin <£>oö tljft ig trji'ena/ tïrc fêftippcrc \$ l^tmmelriucs? anö 3,rDriftes5; tfjam fltaltu tötauia. Dit was het eerfte Gebod. Uw God is eenig , de Schepper van Hernel en Aarde; Hem zult gy dienen. €fjet tuagS thct otbcre ^otJ. Non Asfumes &c. tëlfur nc faalt tht'nqS 45a* toe$ noma namet iöfc; unö fatftec m«üi fenö lt urfctocn alic menctha. Dit was het tweede Gebod. Gy zult uvves Gods naam niet ydel noemen , en verder zyn u hier mede verbooden alle meineeden. i&fiet toasS tïjt r Ureböc Sanctiftca &c fêEbu ffeaït firia tfjene fje'egc «nmuanöp; btoamte <8oi) ni regra tfja öi tghipin fjröe i^immcliihc anö ^cbciïie; thrtumüc f hal tu jecne ficïa thene hekgc «èuimanDu .Dit was het derde Gebod. Gy zult vieren den heiligen Sondag; wane God heeft gerust toen hy gelchapen had Hemel en Aarde: daarom zult gy gaarne vieren den heiligen Sondag. €ljet ttu# tl)ct fi'atöc 2Öot>. Honora &c. iSlju f ftalt etia tfjinne fcDec anö thinne nioücc / thct tu tl)c£te ïangoc Iibbe. Dit was 't vierde Gebod. Gy zult eeren uwen Vader en uwe Moeder , op dat gy des te langer moogt leven. IV DEEL, LI Kerkstaat.  Kerkstaat. Dit 530 Tegenwoordige Staat €hct rnas? thet fiföc Non Occides &c ®f)u ne faalt nene mcmfïaga Dit was 't vyfde Gebod. . Gy en zult geen manflag doen. tëlhet toag t&et feptc 2Soö. ' Moechaberis &c. €(JU tie f ftaït tiert fioti tha/ nen oüetbor, oua / buta tnitö tfiinere afta totwe flmlm «öoöiïifts hbba. Dit was 't zesde Gebod. Gy zult geen hoerery noch overfpel bedry. ven; boven dien zult gy met uwe echte vrouwe Godzaliglyk leven. €&et ïm>$ rfict (ïugunDe 2Soö. Nonfurtujü&c. /Shit tie f halt ntne tljtttbetfic ötta / anö ne faalt nautot jeria oua thinej? nimnetjieiia hana / t&cc thi fon riuctjta narnet inettha ne nuiguit. Dit was het zevende Gebod. Gy en zult geen dievery doen, ende en zult niet neemen uwes medechristens have of goederen , die u volgens recht niet geworden mogen. ffihet Vua£ thct acfitanöe 25oE>. Non falfum testimonium dices &c. ïit f halt nen onttucht ttueïjt Oua. Dit was 't achtfte Gebod; Gy en zult geen onwaar getuigenis geeven. €ljet toa£ ttjet tmtrjunDe anD tfjet ttanöa 25oD. Btliges dominum &C iS&U fftaït mitltlia tfitni ne ^ninpere rnith cenere Ijirta/ anö tljinne xninherficua ïiïse tht felba. ©i)e# tua 2&oDa tiefUuöat alle tïja o.heca 25eDo.  tan FRIESLAND. S3- Dit was 't negende en tiende Gefcod. Gy zult beminnen uwen Schepper met een rein harte, en uwer! medechristen gelyk u zeiven. Deeze twee Geboden fluiten in alle andere Geboden. Het verdient zyne opmerking, dat het tweede Gebod, 't welk" allen Beeldendienst verbiedt, hier is uitgelaaten, 't geen buiten twyffel gefchied is , om 't gemeen niet af te fchrikken van den dienst der Heiligen; terwyl men in 't laatfte, om echter het volle getal te behouden , uit de bekende lesfe des Zaligmaakers een nieuw Gebod heeft gefmeed. ^ In Friesland verfpreidde zich het licht der Kerkhervorminge niet lang na dat hetzelvein Duitschland was beginnen te onduiken; doch daartoe was ook al eenige voorbereiding gemaakt door de Leere en Schriften van JFesfèlas d Ganfevort, die, gebooren te Groningen in den jaare 1400, en om zyne groote geleerdheid, bet licht der wereld genaamd, door zyne Schriften veel aanleiding tot het ontdekken van de dwaalingen des Pausdoms had gegeeven; terwyl de Griekfche en andere fraaie letteren , hier voor deezen weinig bekend , door den yver van Rudolphus Agricola , geboortig van Baflo, een Dorp in de Groninger Ommelanden, fterk waren voortgekweekt. Ras zou de Leer van Zwmglius hier in 't algemeen omhelsd zyn geworden, zo niet dezelve door de geftrenge Plakaaten van Keizer Karei den V, en zyn' Opvolger Koning Philips den II, een geweldige neep had gekreegen. LI 2 jDk Kerk. sta a tv  IT/AAT. 55a Tegenwoordige Staat Dit niet tegenftaande verfpreidde zich , echter, de gezuiverde Kerkleer hoe langs hoe meer; zo dat ook verfcheiden Friesfche Edelen, met naame Sjoerd Beyma en Hartman Galama, zich by de verbonden Edelen voegden in den jaare 1566 , 't geen te Leeuwarden de, reeds boven aangeweezen , beroerten ten gevolge had, fchoon dezelve voor dien tyd geenszins aan 't oogmerk voldeeden. Niet silleen werd de nieuwe Leer te Leeuwarden, door den Stadhouder Arenberg, in den jaare 1567 , geheel uitgeroeid; maar ook beval hy aan alle Grietslieden ten platten Lande, om alle Hervormde Leeraaren, binnen den tyd van drie dagen uit hunne Bedryven, en binnen zes dagen uit 's Konings gebied te doen vertrekken, by verbeurte van het leven ; gelyk ook om alle Kerken, die by de Leeuwarder onlusten iets mogten geleeden hebben, wederom in haaren voorigen bloey, ten opzigte der Roomfche Godsdienst-Oeffe-, •ning, te herftellen. Na den dood van Arenberg , niet tegen-" ftaande de hevige vervolging onder den Hertog van Alva, waagden het, echter, in den jaare 1568 , Andreas Dirkfen en Gellius Snecanus, heimelyk, wederom te Leeuwarden te Prediken; en dit voorbeeld werd door verfcheiden anderen meteen' goeden uitflag gevolgd, in weerwil van de gevaarlykheid der tyden en de hevigheid der vervolginge. In 1570 werden de zaaken der Hervormden niet gunftiger , wegens 't aankomen van Cunerus Petri, Leeuwardens eerften en laatften  van FRIESLAND. 533 ften Bisfchop , die , na dat hy, zeer tegen den zin der Roomfche Geesteïykheid, was ingehuldigd , en een groot deel der beste pnebenden naar zich had geftrooken , zo wel de Roomfchen a's Hervormden met een yzeren Schep ter hoedde. INiemand der nieuwe Leeraaren durfde zich toen langer vertoonen ; vooral wyl de Bisfchop door het Hof Provinciaal krachtdaadig wierd geholpen, in 't vastftellen der Treotlche Kerkordening , en in 't vatten en vervolgen der zogenaamde Ketteren; en dit hield genoegzaam aan tot in 1572 , wanneer de zaaken , door 't inneemen van den Briel, en 't afvallen der Hollandfche Steden, over 't algemeen, een gunftiger gedaante verkreegen , die zich ook tot Friesland fcheen uit te zullen irrekken, onder 't opzigt van den vroomen en dapperen Doeke Martena, die, wyl hy zich buiten 't verbond der Edelen had gehouden, tot hier toe ongemoeid was gelaaten. Dezelve had tot voornaame aanhangers SiccoBotnia, Tiete Hetdnga , Seerp Galama, Pieter Camminga , Augustinus Scheltema, Wybe Groveftins, Sikko Tjesfens en andere Edelen meer. Hy ontving, ten dien einde, een* lastbrief van Prins Willem van Oranje om Leeuwarden te bemagdgen ; terwyl Dirk van Bronkhorst, na de Kuinder vermeesterd te hebben, in de Zevenwouden viel. Kaspar Robles,'sKonings LuitenantStadhouder, zocht zich toen van Sneek en Bolswerd, by verrasfinge, te verzekeren; doch de toeleg mislukte hem, en hy werd genoodzaakt met zyn Volk naar Leeuwarden weder te keeren, waar door LI 3 X voor- Kebk< sta at.  534 Tegenwoordige Staat ï X A A T. 't voowëemen van Martena tegen die Stad verydeld werd. Daarentegen werd Sneek bezet door 's Prinfen Volk, onder Joh. Bonga; terwyl Dirk van Bronkhorst, die zich gedroeg als Stadhouder van 's Prinfen wege , Bolswerd en Stavoren in handen kreeg. Daarop werd te Bolswerd de eerfte Hervormde Predikatie gedaan in de Minderbroeders Kerk door Johannes Jans. Franeker voegde zich toen ook aan 's Prinfen zyde , en verkreeg tot Hervormden Leeraar Petrus Hardenberg ; doch Dokkum werd door de Spanjaarden zo wel bewaard , dat de Stad in 't eerst niet te krygen viel, fchoon dezelve naderhand, door Sippe Scheltema en Sikko Tjesfens, wierd veroverd , hoewel met een ongelukkig gevolg» dewyl de meeste bezettelingen , die Huislieden waren, de vlugt namen, op het aannaderen der Spaanfche benden van Leeuwarden, Dokkum viel toen, zonder veel moeite, wederom in hunne handen, en de Burgcry werd deerlyk geplonderd en vermoord. Franeker en de overige Steden , door Schouwenburg ingenomen , werden nu ook wederom door hem verhaten, en dus kreeg Kaspar Robles de handen ruim, om de belyders van den Hervormden Godsdienst alomme ten wreedften te vervolgen. Deeze ellendige toeftand der Hervormde Kerke hield in Friesland aan tot in 't jaar J578, wanneer de Spaanschgezinde Raaden, door den toenmaaligen Lt. Stadhouder, Graavc van Rennenberg , afgezet zynde, de Bisfchop Cunerus Petri insgelyks zyn gezag verloor,  van FRIESLAND. 535 loor, en de algemeene Religions - Vreede werd aangenomen. Alle de ballingen en gevlugte perfoonen kwamen daarop in hec Vaderland te rugge : te Leeuwarden werd, na dat de beelden, voor de tweede reize, waren weggenomen , in de Jakobiner Kerk op nieuw door de Hervormden gepredikt, en dat voorbeeld dra door de geheele Provincie gevolgd. In 't volgende jaar 1579, werd de Hervormde Leere, eindelyk, volkomen door 's Lands Staaten bevestigd, by een Plakaat van den 15 November. De Hervorming dus, met verwerpinge des Pausdoms, op hoog gezag, alomme door geheel Friesland, zynde vastgefteld , werden van alle kanten nieuwe Leeraaren ontbooden. Dit befluit werd door H. Ed, Mog. genomen te Oudeklooster, twee dagen, na dat de Abt van dat Konvent van daar gevangklyk naar Leeuwarden was gevoerd. Te Leeuwarden werden hierop niet alleen de Kerken van alle Roomfche Sieradien gezuiverd , maar zulks gefchiedde ook in de andere Steden, met naame te Bolswerd, alwaar men het weleer zo beroemde Marienbeeld verbrandde. Ras volgde men dit voorbeeld door de geheele Provincie, op veele plaatfen in goede orde, doch ook op andere gewelddaadiger hand; terwyl veele Geestelyken, die niet van Dienst veranderen wilden, uit het Land weeken. Al wat van de losfe goederen der Kerkelyken geborgen was, werd, ten behoe* ve van het Land, verkocht; terwyl de vaste goederen alomme aangeflagen en ten openbaaren nutte werden verhuurd.- LI 4 De Kerkstaat»  536* Tegenwoordige Staat Kerkstaat. De Bisfchop van Friesland, of liever van Leeuwarden, Cunerus Petri, had, geduurende deeze groote omwentelingen , niet alleen zyn gezag verloeren, maar was ook , door den Stadhouder, te Harlingen , op het Blokhuis gevangen gezet, dewyl hy zich niet ontzag, by herhaalinge, de geboden der Hooge Overigheid te fchenden. Hy werd, echter, wat laater wederom geflaakt, verliet toen, na nog eenige reizen , te vergeefs, om een jaargeld verzocht te hebben , de Provincie, en begaf zich naar Keulen , alwaar hy, in den jaare i5b'o, overleed. In 't zelfde jaar werden , door de Saaten, eenige nuttige Refolutien genomen nopens het gebruik der verbeurd verklaarde Geestelyke goederen , en ook eenige vastllellingen ge« maakt, dienende tot meerder bevestiging der thans alomme aangenomen openbaare Godsdienst Oeffening. Onder anderen werd order ge« geeven , dat in ieder Dorp , tot beftiering der Kerkelyke goederen, door de Ingezetenen geftemd zouden worden bekwaame perfoonen, beminnaars van 't Vaderland en den Godsdienst, by den Grietman aangenaam; als ook , dat ieder Gemeente , in haar Dorp, zou worden gelast bekwaame en eerlyke Hervormde Predikcnten, Leeraars en Schoolmeesters te verkiezen. En nog verder, dat de afgezette Priesters geenszins wederom zouden mogen verkooren worden, ten zy dezelve, na behoorlyk onderzoek, volgens de Inftruk. tien daar van gemaakt, of nog te maaken, by de Heeren van den Hove, de Gedeputeerden  van FRIESLAND. 537 den en de Hoofden der Konfistorien, bekwaam waren bevonden. Eindelyk werd nog bepaald, Kerkstaat. dat de begoedigde afgezette Priesters zich zeiven moesten redden,- doch dat de onver» mogende, die zich eerlyk en deugdzaam gedroegen, en niet getoond hadden vyanden van den Staat te zyn, een jaarlyks inkomen, geduurende hun leven, uit de Kerkelyke goederen , zouden genieten. Op den Landsdag, welke in April 1584, te Franeker gehouden werd, gaven de Predikanten elf Artikels over, raakende, onder anderen, het weerenvan Duivelbezweerders, Handkykers, en Boterbeleezers; het verhinderen van fchadelyke Sekten; het drukken en vcrfpreiden van nadeelige boeken; het verder uitroeien der nog overgebleeven Beelden , Altaaren enz.; het Sabbachfchenden, en vervvaarloozen der Bededagen; het beter bezorgen der Leeraaren; het aanftellen van goede en Godsdienstige Schoolmeesters ; het gebruik der Geestelyke goederen; het wegneemen der misbruiken in het ftuk der Huwelyken, als ook der verfchiilen in de Gemeenten; en eindelyk het oprechten van een Seminarium voor Studenten in de Godgeleerdheid. Op alle deeze voorftellen werd, door de Heeren Staaten, een gunftig Apoinktement gegeeven, en onder anderen uit dezelve , in 't volgende jaar, de Refolutie gebooren, tot het oprechten eener Hooge Schoole te Frane* ker. . De Hervormde Leere, dus volkomen vastgefteld zynde, bloeide vervolgens zonder eenige verhindering tot aan de bekende verfchiilen LI 5 tUS*;  538 Tegenwoordige Staat Kerks TA at. tusfchen de Remonftranten en Kontra - Remonftranten , welke door het Nationaal Synode van Dordrecht, in de jaaren 1618 en 1619, een einde namen. Inmiddels zyn deeze verfchiilen in Friesland van weinig belang geweest, dewyl hier maar zeer weinige Leeraaren te vinden waren, die de begrippen van Arminius voorftonden, en de Staaten het fteeds eens waren met de groote meerderheid der Geestelyken , 'c welk te wege bragt, dat de weinige aan» kleevers der ftrydige party byna nergens eenigen aanhang vonden. De toenmaalige Staaten van Friesland waren dus ook zeer yverige aandryvers van het Nationaal Synode; hebbende zy, tot voortzetting van 't zelve, eene byzondere Kommisfie van vier Heeren naar 's Hage gezonden. Tot het Synode van Dordrecht werden uit Friesland afgezonden de yverige Johannes Bogerman,Predikant te Leeuwarden, de grootfte fchrik en geesfel der Ketteren-van zynen tyd, waarom men hem ook tot Voorzitter der Vergaderinge verkoos. Sibrandus Lubbertus, Hoogleeraar in de Godgeleerdheid te Franeker, een man van geen minder drift, vooral wanneer het op 't gezag aankwam, 't welk de Overigheid zich fomwylen wel eens durft aanmaatigen ïn Kerkelyke zaaken en gefchillen. Voorts Florentius Johannes, en Philippus Daniël Eilshemius, Predikanten te Sneek en Harlingen, Waar by men tot Ouderlingen voegde de Heeren Meinardus van Idfarda, Gedeputeerde Staat en Grietman van Stellingwerf Westeinde, benehens Johan van den Sande, Raad in den Hove.,  van FRIESLAND, 539 Hove, beide Ouderlingen te Leeuwarden. Doch de Heer Idfarda, middelerwyl overleeden zvnde. werd voor liem in Dinars .fefleld de Kerk sïa at. uuw, vv«.iu vuui n^iii m fjiatua ^^ilviva v*w Heer Taeko van Aysma, Ouderling te Hichtum. Daarenboven verfcheenen in die Kerkvergadering, als Kommisfarisfen Politiek, wegens Friesland, de Heeren Ernst van Aylva , mede Gedeputeerde Staat en Grietman van Oost - Dongeradeel , en Ernst Harinxma van Donia , Eerfte Raad in den Hove van Friesland. De befluiten van het Dortfche Synode werden, zonder eenige tegenftreeving, door de Heeren Staaten van Friesland, aangenomen; doch minder voorfpoedig ging het hier mee de zogenaamde Postacta, volgens welke de Eigen - ërfde Stemgerechtigdcii ten platten Lande hun recht zouden verlooren hebben, iot het aanftellen van Predikanten, dewyl hetzelve daarin aan de Kerkenraaden en Gemeenten wordt gegeeven ; eene zaak regelrecht ftrydig tegen de Konftitutie en voorrechten , en welke veele flechte gevolgen te Wege zou hebben konnen brengen, 't Is dan om deeze en meer andere redenen , dat 's Lands Staaten , daar tegen wel fcherpelyk hebben voorzien, in de vernieuwde Lands Ordonnantie van den jaare 1723. IV. B- XX" Tit. XII Art. (J). {%) De eigen woorden daarvan reeds hoven op bl. 3. deezes IV Deels, gemeld zyecje, behoevea hier niet herhaald te worden,  54° Tegenwoordige Staat Ker k- staat» De verfchillende leeringen der Coccejaanen en Voetiaanen hebben in Friesland , gelyk alomme, op 't einde der voorgaande en in 'c begin deezer Eeuw, groote verdeeldheden verwekt; doch de wysheid der Hooge Overigheid heeft te wege gebragt , dat dezelve tot geene openbaare fcheuring zyn uitgebroken. En federt is het verfchii, allengskens, zo veel verzacht, dat de partyen eikanderen thans in liefde kunnen verdraagen. Ook is 'er, na dien tyd, uitgezonderd eenige ftribbelingen met byzondere afgedwaalde Perfoonen, niets voorgevallen , dat in ftaat ware om de Kerk in eenig aanmerkelyk gevaar te brengen. De Predikanten, door welke de openbaare Oefièning van den Hervormden Godsdienst wordt verricht, maaken, wanneer 'er geene Vukaturen zyn, een getal uit van 208 Perfoonen, verdeeld over 192 Gemeenten. De aanzienlykfte Dorpen hebben meest ieder een' afzonderlyken Leeraar; doch de kleine zyn ten getale van twee, drie en meer met eikanderen vereenigd om door eenen Leeraar bediend te worden; terwyl de Steden, naar maate haarer grootte en 't getal der Kerken, van Predikanten zyn voorzien. Wegens de fchaarsheid der Geldmiddelen was het inkomen der Predikanten, ten tyde der Reformatie, gering, hoewel beter in de vermogende dan in de onvermogende Dorpen , dewyl de beftuurders der Pastorye goederen, in de eerstgenoemde, jaarlyks driehonderd guldens aan de Predikanten moesten uit. tellen;  van FRIESLAND. 541 tellen ; wordende het overige geld van Landswege tot andere [einden gebruikt. Doch in kleine Dorpen was hun toeftand minder gun* fl-ïnr P^ïxtïtI nr\ Ar* crnpAprpn rrF>nn dripfirvn- K SRK- mg, cewyi , zo ue gucuereu ^een uneiiuuderd guldens, jaarlyks, opbragten, de Leeraaren zich men minder , en dikwyls met honderd guldens, moesten vergenoegen. Daar in werd, echter, in April 1584, eenigzins voorzien, door aan ieder Predikant, die geen drie honderd guldens inkomen had, het ontbreekende , onder den naam van Suppletie , uit 's Lands Kasfe te verfchaffen. Naderhand kwam het jaarlyks Traktement op 350, en in 16991 op 450 guldens. Zy die het hier toe uit de Pastorye goederen niet konden brengen , waren verpligt zulks den Lande aan te dienen , met eene beëedigde opgave hunner inkomften ; wordende de Pastorye goederen van vyf tot vyf jaaren, door de Gerechten, verhuurd , en het ontbreekende aan de onder Suppletie ltaande Predikanten , jaarlyks, tot 450 guldens, uit 's Lands Kasfe goedge-, daan. Toen in den jaare r?44 de Greidplaatfen , door het woeden der Veepest, byna niets konden opbrengen , en deeze plaag , in de. volgende jaaren, bleef aanhouden, namen de Heeren Staaten, op den 30 van Grasmaand 1746 , een befluit, om aan de Predikanten ten platten Lande voor te ftellen, of zy, jaarlyks , geduurende tien jaaren, van den Lande wilden genieten ieder 450 guldens, mids de Pastorye Landen en Plaatfen, geduurende dien tyd , ten voordeele van den Lande , aan de meest-  Kerk» 6taat. §49 Tegenwoordige Staat meestbiedende zouden worden verhuurd. Veele Predikanten, die de fchade niet konden lyden , of geringe inkomften uit hunne goederen hadden, namen deeze aanbieding ih dank aan ; doch andere, wier zaaken voordeeiiger ftonden, verkoozen liever beter tyden af te wachten. In het jaar 1761, bevond men, dat de onder Suppletie ftaande Pastoryen een getal beliepen van vierenzeventig, waar op in 't volgende jaar bejlooten werd, alle de Pastorye goederen dier plaatfen , van's Lands wege, teverkoopen, en de betaaling te ontvangen in Landfchaps Obligatien; zullende de Trahamenten, vervolgens , uit 's Lands Kasfe , ter fomme van 450 guldens, jaarlyks, aan ieder der voornoemde Predikanten worden betaald. Deeze zaak diende tot groot voordeel van den Lande, dewyl de Land goederen, toen ongemeen hoog in waarde zynde, en voor een groot gedeelte dus het Stemrecht verkrygende, verre boven de waarde, die zy ooit by de voorige bezitters gehad hadden, wierden verkocht. Onder anderen werd ook hierom in 'tjaar 17Ö4 beflooten de Traktementen der voornoemde Predikanten te verhoogen tot 500 guldens. Predikanten, die door ouderdom of toevallen den dienst niet langer kunnen wrarneemen, en door de Klasfen meriti verklaard zyn , genieten van den Lande jaarlyks 300 guldens, zo lang zy leeven , na dat zulks alvoorens , door Gekommitteerden uit her Klasfi-, by het Kollegie der Heeren Gedeputeerden is verzocht en verkreegen. Alle Predikanten ten platten Lande be-  van FRIESLAND. 543 bewoonen de Pastorye huizingen, die eigent- Ivlr tnt Af* T^oi-lro rrr,r*Ae*vc*r\ kalinAKA« -— Kerkstaat. lyk tot de Kerke goederen behooren, en ten hunnen behoeve door de Kerkvoogden moeten worden onderhouden, zo dat men kan rekenen, dat een Predikant, boven zyn' Traktement, door eikanderen genomen, wegens vrye Huizing en Hoving , nog geniet honderd guldens. Inmiddels zyn 'er veele Dorpen, die zeer aanzienlyke Pastorye goederen hebben , welke alle ten voordeele der Predikanten vertrekken. De zodanige hebben dus ook niets mee de Suppletie en derzelver gevolgen te doen gehad, en beftaan nog heden uit den opbreng hunner goederen. Voor de Weduwen en Kinderen van afgeftorven Predikanten , is ook eenige zorge gedraagen. Vooreerst genieten zy , een jaar lang na het overlyden van Man of Vader, het volle Traktement ; terwyl inmiddels de Dienst door de overige Leeraaren uit het Klasfis gratis wordt waargenomen. Daarna trekken zy het zo genaamde Weduwen traktement; doch de kinderen maar alleen tot dat het jongfte den vollen ouderdom van 18 jaaren heeft bereikt. Nog onlangs werd van Landswege , tot onderhoud der Weduwen en Weezen, toegeftaan eene fomme van 2400 guldens, by welke fomme ieder dienend Predikant en Emeritus, jaarlyks, tien guldens moest voegen ; wordende dan de geheele fomme onder de Weduwen gelykelyk verdeeld. Doch al federt eenige jaaren heeft men, fchoon niet met vereischte eenpaarigheid van gevoelens, in Klasfen en op Synoden, aan een  K£RKSTAAT. 544 Tegenwoordige Staat een plan van verbeteringe deezes fonds gêar» beid, en eindelyk is het gelukkiglyk toe ftarid gebragt; hebbende de Heeren Staaten, op den Grooten Landsdag van 1787, de gunftige Refolutie genomen, om, in plaats van 2400 guld. 3400 te zullen geeven, en het daarop gehouden Synode beflooten, dat alle Predikanten hunne toelage met nog twee guld., jaarlyks, zouden verhoogen, gelyk thans gefchiedt; waarvan het gunftig gevolg is , dat het jaarlyksch inkomen der weduwen, het welk in voorgaande jaaren dikwyls geen honderd guld. of wat meer bedroeg, in den afgeloopen jaare 1787, over de honderd en zestig guld. heeft bedraagen; vallende hier op, echter, geen vaste ftaat te maaken, dewyl zulks afhangt van het grooter of kleiner getal der Weduwen. Wat de vervullinge der opengevallen Predikantsplaatfen betreft: In de Steden gefchiedt dezelve door de Kerkenraaden, welke ter bekwaamer tyd handopening verzoeken van de Magiftraaten, en, dezelve bekomen hebbende, uit een twaalf- en zestal een drietal maaken, 't welk aan de Magiftraat ter goedkeuringe worde aangebooden. Indien 't zelve daarby wordt verworpen, moet de Kerkenraad wederom eene nieuwe nominaüe maaken, en het daar uit getrokken drietal insgelyks aan de Magiftraat aanbieden , zo lang het aan dezelve voldoet; doch het drietal goed gekeurd zynde , wordt op de meeste plaatfen daar uit, door den Kerkenraad zeiven , een perfoon tot Leeraar gekooren i doch op fommige, gelyk te Workum, Stavoren en Hindelopen, door de mans ledematen ; welke laatfte  van FRIESLAND. 545 laatfte wyze van beroepinge, echter, niet altyd 20 goed is als de eerfte, dewyl fomwylen uit dezelve allerleie twisten en verwarringen voortvloeien, die de beroepen Leeraars affchrikken zich derwaards te begeeven , gelyk men nog voor eenige jaaren te Workum heeft fezien ; wanneer de Heeren Gedeputeerde taaten een einde van de verwarringe hebben gemaakt, door 'er, uit hunne hooge Authoriteit, zelve eene beroeping te doen. In eenige nieuw aangebouwde dof pen, welke geene eigene ftemmen hebben, of welker weinige ftemmen onder andere oudere dorpen behooren, gelyk op de Rottevalle , de Gordyk, 't Heerenveen en te Gerkesklooster plaatsheeft, gefchiedt de ftemming van een' nieuwen Leeraar ongeveer op dezelfde wyze als in de Steden. Doch inde oude Dorpen is de ftemming en beroeping der Predikanten een voorrecht, dat byzon. der eigen is aan de Stemgerechtigde Ingezetenen, mids dezelve niet zyn van de Roomfche of Mennoniete Kerke. De tyd tot het doen eener nieuwe beroeping verfchilt merkelyk naar maate van de omftandigheden: want zo de overleeden Predikant eene Weduwe of Weezen achterlaat, moet daarvoor, als reeds boven gezegd is, het Genadejaar, door het Klasfis, gratis, worden waargenomen; doch zo 'er die niet zyn, of de Predikant naar elders verroepen is, kan de plaats mee zes weeken wederom worden vervuld; en ingevalle de Kollatoren het beroep langer openhouden moet hetzelve verder door het Klasfis, mids het traktement daar voor trekkende, of dooreen* Proponent, worden bepredikt. Na zulks laat de Grietman uitfehryving tot ftemming doen, er» IV. deel. Mm de- Kerk- staat.  Kbhk- staat. 54Ó Tegenwoordige Staat dezelve, zes dagen voor den bepaalden tyd, aan alle de huizen der ftemgerechtigde Ingezetenen aankondigen door den Dorprechter Op den bepaalden dag wordt de klok drie maaien's morgens geklept, en na de laatfte klokklepping moeten de ftemgerechtigde Ingezetenen zich in perfoon , of by wege van Prokuratie met wettig getekende ftemcedels, in de Kerk begeeven, om daar met eikanderen, by meerderheid van ftemmen, eene nieuwe beroeping te doen. Hier op wordt de Beroepbrief opgemaakt, en, doorgaans door den Schoolmeester, aan den nieuwberoepen Predikant of Kandidaat overgebragt. 'Indien deeze het beroep aanneemt, wordt hetzelve, door gekommitteerden van het Dorp, aan het Klasfis, op eene gewoone of daar toe verzochte buitengewoone vergadering, ter goedkeuringe overgegeeven; zynde het Klasfis verpligt te onderzoeken , of de ftemming volkomen naar de wetten van den Lande zygefchied, en of'er ook eenige fimonie in de beroeping hebbe plaats gehad; waarna, alles wel bevonden zynde, hee zelve de gedaane beroeping met zyne approbatie moet bekrachtigen als gefcbied konfortn 's Lands Refolutie. Somwylen gebeurt het, dat 'er door partyen, welke ieder vermeenen de meerderheid van ftemmen te hebben, op één' en denzelfden tyd verfchillende perfoonen tot één en het zelfde beroep worden verkooren : in dit geval wordt 'er ook, door ieder party, een Beroepbrief voor den door haar verkooren Leeraar afgevaardigd, en het is de pligt van 't Klasfis, waar onder het betwiste beroep behoort, uitfpraak te doen, welke van beide beroepingen voor wettig moet worden gehouden ; terwyl echter partyen, zo zy met de uitfpraak van  van FRIESLAND. 547 Van het KlasUs niet te vreden zyn, by wege van Appel, zich eerst tot de Deputaaten Synodi, daarna tot het Synode, en eindelyk tot de Heeren Staaten zelve kunnen wenden. Wanneer twee of meer ftemmende Dorpen één' Predikant hebben, was men weleer, in 't geval eener nieuwe beroepinge, gewoon, alle ftemmende Dorpen by eikanderen te voegen, en dien voor verkoozen Predikant te houden, welke de meeste ftemmen had. Doch in den jaare 1754, is hier in deeze merkelyke ver. andering gemaakt, dat men niet langer, volgens 't getal der ftemmen, maar volgens dat der Dorpen moet rekenen. Wanneer derhalven een klein Dorpje van tien of minder ftemmen met een groot Dorp van vyftig of meer ftemmen vereenigd is, heeft het groote Dorp thans niet meer te zeggen dan het kleine , en die de meerderheid van ftemmen in het kleinfte Dorp heeft, kan 't meesterfchap van 't beroep tegen de meerderheid van 't groote Dorp, by het Klasfis, door 't lot doen beflisfen. De kosten, op de beroepingen loopende , worden ten platten Lande door de Kerkvoogden , en in de Steden uit de Stads Kasfe be. taald; doch zo een beroepen Predikant, binnen de twee eerfte jaaren na zyne beroeping, naar elders gaat, is de beroepende Kerk verpligt alle de daar over gevallen kosten aan de voornoemde te betaalen, zo zulks gevorderd wordt. Alle Friesfche Predikanten zyn ten fterkften verbonden aan de vastgeftelde Leere der Hervormde Kerke, beftaande in de oude Geloofsbelydenis der Walfche en Nederduitfche Kerken, den Catechismus van Heidelberg, Mm a en K E R KSTAAT.  KERKSTAAT. 54.8 Tegenwoordige Staat en 't geen verder door de vergaderde Leeraa^ ren, op het Synode van Dordrecht, tot een' vasten regel des Geloofs, voor alle hunne toekomende Opvolgers, is vastgefteld. Vooral moeten de Klasfen waaken, dat 'er geene Sociniaanfche, Arriaanfche of Arminiaanfche Wolven in de Schaapskooi van Calvinus in fluipen, en hierom zyn alle aankomende Proponenten verpligt hunnen naam te zetten onder 't volgende Formulier van Ondertekeninge. , Wy ondergefchreevenBedienaaren des Goddelyken Woords , reforteerende onder de ., Clasfis van verklaaren „ oprechtiglyk en in goeder Confcientie, voor „ den Heere, met deeze onze onderteekeninge, „ dat wy van harten gevoelen en gelooven, „ dat alle de Artikelen en Stukken der Leere " in de Belydenis en Catechismus der Gerefor„ meerde Nederlandfche Kerken begreepen; „ mitsgaders de verklaaring over eenige Poincten der voorzeide Leere in de Synodus „ Nationaal Anno 1619 te Dordrecht gedaan, „ in alles met Gods Woord overeen komen. „ Beloven derhalven, dat wy de voorzeide „ Leere neerftiglyk zullen leeren en getrouwe„ lyk voorftaan, zonder iets tegen dezelve „ Leere, 't zy opentlyk, ofheimelyk, directe„ lyk of indirectelyk te leeren of te fchryven: „ gelyk ook, dat wy niet alleen alle dwalingen „ tegen deeze Leere ftrydende, en met naamen \, ook die in de voorzeide Synodus zyn veroor„ deeld, verwerpen; maar ook dat wy „ genegen zyn dezelve te wederleggen, tegen „ te fpreeken en alle arbeid aan te wenden, „ om dezelve uit de Kerke te weeren. En „ in-  van FRIESLAND. 549 „ indien het zou mogen gebeuren, dat wy na „ deezen eenig bedenken, of ander gevoelen Kerkst aa t« „ tegen deeze Leere kreegen, beloven wy, „ dat wy 't zelve noch opentlyk noch heimelyk „ zullen voordellen, leeren of verdeedigen, „ met Prediken of fchryven; dat wy 't zelve „ alvorens den Kerkenraad, Clasfis en Synodus „ zullen openbaaren, om daar geëxamineerd te „ worden: bereid zynde, ten allen tyde ons „ het oordeel van den Kerkenraad, Clasfis of „ Synodus gewillig te onderwerpen ; op „ pcene, dat wy hier tegen doende, met der „ daad van onze diensten gefuspendeerd zullen „ zyn. En indien de Kerkenraad, Clasfis of „ Synodus, ten eenigen tyde, om gewigtige „ reden van nadenken, om te behouden de „ eenigheid en zuiverheid der Leere, goed „ vond van ons te eisfchen nadere verklaaring „ van ons gevoelen over eenig Artikel van de „ Belydenis, Catechismus, of verklaaring der „ Synode Nationaal; zo beloven wy ook mits „ deezen, dat wy ten allen tyde daar toe „ zullen willig en bereid zyn, op pcene als „ boven: behoudens nochtans het recht van „ Appél, in gevalle wy misfchien door de „ Sententie des Kerkenraads, der Clasfis of „ der Synode meenden bezwaard te zyn, „ geduurende welken tyd van Appel, wy ons „ met de uitfpraak en 't oordeel der Provinciaale „ Synode zullen te vrede houden". Men telt in Friesland zes Klasfen, welke elkanderen dus in orde volgen , dat van Leeuwarden . Dokkum , Franeker , Sneek , Bolswerd en Zevenwouden. Alle deeze Klasfen hebben Mm 3 hun-  Kerkstaat. Tegenwoordige Staat hunne Vergaderplaatfen in de Steden van dien naam , behalven dat der Wouden , het welke thans op 't Herenveen te famen komt (§). Voorts heeft het Klasfis van Leeuwarden 48 Predikanten en vergadert, Maandelyks, van den eerften Dingsdag na Paasch tot den eerften Dingsdag in Oktober. Het Klasfis van Dokkum heeft 37 Predikanten en vergadert, gelyk van Leeuwarden gezegd is, eens ter Maand, doch op Maandag; gelyk ook het Klasfis van Franeker, 28 Predikanten hebbende , gewoon is te doen. Het Klasfis van Sneek heeft 29 Predikanten , en vergadert op Dingsdag , gelyk dat van Leeuwarden. Het Klasfis van Bolswerd bevat 31 Predikanten, en vergadert gelyk dat van Franeker op Maandag; doch houdt jaarlyks twee zittingen te Workum. Het Klasfis der Zevenwouden, uit 35 Predikanten beftaande, houdt zyne («) Dit Klasfis, het laatfte' in rang zynde, is ook het laatst van allen tot ftand gebragt, en 111 1590 goedgekeurd , onder den naam van het Nieuwe Scboo. ter Klasfis. In 1509 werd hetzelve wederom vermetied ; doch in i6or of 1602 op nieuw herfteld. ln den beginne fehynt hetzelve, overeenkomftig met zyne benaaminge, zyne Vergaderingen gehouden te hebben te Oude Schoot; doch kort daarna zyn dezelve, misfchien bv beurtwisfelinge, gehouden op de Jomver , alwaar ook de Synodaale Vergadering plag famen te komen ; doch zo wel de eene als andere is naar het Heerenveen verlegd, na dat dit Vlek in bloei en welftand merkelyk had toegenomen. Men vindt dit breeder in de Voorbereidinge , voor de Volglyst der Predikanten uit het Klasfis der Zevenwouden, van wylen den zeer Gel. Heeie Jak. Engelsma, in leevea Fred. op de Gordyk. bl. 46, enz. .  van FRIESLAND. 551 zyne Vergaderingen op dezelfde wyze als de voorige; doch op eenen Woensdag. Behalven deeze gewoone Vergaderingen worden 'er ook, fomtyds, en wel voornaamelyk inden Kerk» staat. Wintertyd, buitengewoone byeenkomften gehouden, om daar by, op eene gedaane beroepmge of verroepinge, de vereischte Approbatie of Dimisfie te verzoeken , mids dat die geene, ten verzoeke van welkende Vergadering is belegd, de verleende Approbatie of Dimisfie met 70 in plaats van 35 guld. betaale. Ondertusfchen worden 'er ook nog, by ieder Klasfis, in de laatfte Vergadering van Oktober, eenige leden benoemd, om, onder den naam van Winter Deputaaten , eens des Winters famen te komen ter afdoeninge van gewoone De'bezigheden der Klasfikaale Vergaderineen zyn te algemeen bekend om 'er ons breedvoerig over uit te laaten: wy zullen 'er daarom maar alleen dit weinige van aantekenen , dat niemand door dezelve mag worden geëxamineerd, dan in de Latynfche Taaie, en na alvoorens lofiélyke Testimonia van de Profesforen , zyne Meesteren in de H. Godgeleerdheid en Taaien , te hebben vertoond : voorwaar eene allerheilzaamfte zaak, en zeer gefchikt om de zogenaamde Pfeudo • Studtofi, welke doorgaans het meest, door 't onkundige gemeen, worden nageloopen, van den Kanfel te weeren. Uit de zes Klasfikaale Vergaderingen worden, jaarlyks, afgezonden twee Predikanten en Mm 4 twee  Kurk* staat, 55 a Tegenwoordige Staat twee Ouderlingen, of hunne Sekundi, om de Christelyke Synoden by te woonen, welke by beurten in de zes Klasfen rondgaan; doch niet dan na zeven jaaren op dezelfde plaats wederkeeren, dewyl Harlingen , hoewel anders bchoo. rende onder het Klasfis van Franeker, wegens 't groot aanzien en vermogen der Stad, mede eene beurt tot het Synode heeft verkreegen. Thans is de orde voor de zeven volgende jaaren 1788 Heerenveen. 1789 Sneek. 1790 Bolswerd. 1791 Franeker. 179* Harlingen. 1793 Dokkum. 1794 Leeuwarden. Waarna de orde wederom tot het Heerenveen te rugge keert, en op dezelfde wyze voortgaat. Het Friesfche Synode wordt in 't openbaar en in tegenwoordigheid van een ieder, die 'er zich by vervoegen wil, in de Kerken, gehouden ; doch altoos onder het opzigt van twee Heeren Kommisiarisfen uit de Gedeputeerde Staaten , daar toe gekommirteerd, zo om der Vergaderinge kracht by te zetten , als wel inzonderheid om toe te zien, dat 'er niets beflooten werde ten nadeele der wettige Konftitutie, of iets anders, 't welk tegen der Staaten wille of orders mogte aanloopen; waarom de Heeren Kommisfarisfen voile magt hebben, om alle voorftellen, daar toe ftrekkende, uit naam derSouvereiniteit van Friesland, te weeren. By  van FRIESLAND, 553 By het fluiten der Synodaale Vergaderim gen worden 'er uit ieder Klasfis één Predikant Kerkstaat. en één Ouderling verkooren , bekend by den naam van Deputati Synodi. Deeze, dus eene Vergadering uitmaakende van 12 perfoonen , heHben aan hun Hoofd, of tot Voorzitter, den Burlarius, wiens Kommisfie twee jaaren duurt, zo naamelyk, dat hy, het eerfte jaar als Burfarius hebbende gediend, het tweede jaar den post van Kxburfarius bekleede, en de liefdegaven aan de noodlydende Kerken cn perfoonen overmaake. By deeze twee wordt, ter ei* gener keuze , door de Vergaderinge der Deputaaten , nog een derde gevoegd , onder den naam van Deputatus ad Caufas ,* woonende deeze , beneffens de twee voorgaanden, ook het Synode by. Dit geheele Kollegie neemt, in den tusfchen tyd van het eene Synode tot het andere, alle zaaken waar, welke de Kerk in 't algemeen betreffen. Hetzelve Vergadert altyd te Leeuwarden, in de Kosfery der Groote Kerk, daar de Synodaale papieren in bewaaring zyn. De eerfte Vergadering der Deputaaten wordt gehouden omtrent Leeuwarder Kermis, om de zaaken, hun door het Synode in last gegeeven, ten uitvoer te brengen: waarna zy, even voor het Synode, wederom famen komen, om 't noodige daar toe te verrichten, op dat zy in ftaat mogen zyn om van alles behoorlyk verflag aan het Synode te konnen doen. Daarenboven kwamen de drie Deputati ad Caufas, voor deezen,in 'tbegin van den Grooten Landsdag ook famen , om by hun Ed. Mog. om de Suppletie der deficieerende Predikants Traktementen, en de gewoone Sublidie voor Mm 5 de  554 Tegenwoordige Staat Kerkstaat. de Weduwen, te verzoeken; doch het welke thans maar alleen , volgens vergunning der Heeren Staaten, om de tien jaaren behoeft te gefchieden ; dus is dan deeze Vergadering, gevallen van noodzaak lykheid uitgezonderd , buiten gebruik; doch omtrent Allerheiligen komen de zes Predikanten, zonder hunne Ouderlingen , als voor deezen famen, zo om dan de ontvangen Weduwgelden te verdeelen en uit te tellen, als ook om de Ontvangen liefde gaven . aan den Exburfarius ter hand te nellen. De Dcputaaren hebben op zich zelve niets met eenige Klasfikaale zaaken te doen , dan alleen wanneer hun 't eene of andere daar omtrent , door het Synode , is bevolen. Daarentegen komen alle de Appellen van de Klasfen tot hen ter eerfter inftantie, mids de Appellant vooraf honderd Ryksdaalders konfignet re in handen van den Burfarius, om daar uit de kosten hunner Vergaderingen goed te maaken. De gewoone kosten der Deputaaten daarentegen worden van Landswege gehoed ; ontvangende de Burfarius ten dien einde , jaarlyks , van de Provincie driehonderd guldens , van welke hy verpügt is, op het einde van 't jaar, rekenfehap te doen zo aan 't Kollegie der Deputaaten, als aan het volle Synode, waaraan ook de verantwoording der ontvangen en overgemaakte liefje gaven , door den Exburfarius, moet gefchieden. Onder 't gezag der Klasfen, Deputaaten en Synoden ftaan alle Predikanten der Provincie van Friesland, uitgezonderd die der beide Walfche Gemeenten te Leeuwarden en Franeker , welke, even als alle Kerken dier Gemeenten, ftaan onder 't Walfche Synode» On;  van FRIESLAND. 555 Ondertusfchen is'er, wat de Leere aangaat, geen 't minfte onderfcheid tusfchen de Nederduitfche Hervormde en Walfche Kerken, dewyl de beiydenisfen der laatfte op het Dortfche Synode nagezien, en volkomen overeenkomftig met de toen rechtzinnig verklaarde Punten zyn bevonden. Echter zegt men, dat de meeste Walfche Predikanten, omtrent de Leere der Voorverordineeringe en andere ftukken, die toch geen fterveling begrypen kan, minder ftreng zouden denken , dan wel veele Leeraaren der Nederduitfche Kerke : waaraan het misfchien is toe te fchryven , dat de Doopsgezinden en Remonftranten , welke zich by de openbaare Kerk voegen , zich meestal begeeven tot de K E E R> STAAT. Remonftranten. Roomsch' Katholy. ken. tolereerd. in de eerlte piaats moeien wy hier fpreeken over de Roomsch - Katholyken, dewyl zy, eer de Kerkhervormers, wegens de menigvuldige misbruiken en bygeloovigheid der Roomfche Kerke, zich van dezelve afzonder, den, alleen het voorrecht genootenvan eene onbelemmerde Godsdienst-Orffening. Dan, by gelegenheid dier veranderinge, en vooral dewyl men deRoomschgezinden, in'talgemeen, befchouwde als der Spaanfche Partye toegedaan, verlooren zy alle hunne voorrechten ; zelfs werden 'er vry geftrenge Plakaaten tegen den Room- Walfche Gemeenten. Naast de Hervormden zouden de Remouftranten , hunne oude Broeders, in de natuurlyke orde, moeten volgen,- doen van derzelver eenige Gemeente te Dokkum is in de befchry vinge dier Stad gefproken. Laat ons derhalven nu eens zien hoedanig de toeftand zy der overige Gezindheden , die in deeze Provincie worden ge-  556 Tegenwoordige Staat Kertc« STAAT. Roomfchen Eerdienst gemaakt, welke, ech>' ter, nooit ten ftrengften zyn uitgevoerd , dewyl de Overigheid wysfelyk begreep , dat het, vooral in een Gemeenebest, niet te pasfe kwam de gemoederen, in de uitoefferinge hunner Godsdienftige begrippen, te kwellen. En echter mogten zy, niet lang geleeden, nog geene bekende Kerken , en Kerkgoederen hebben; maar alles moest ftaan op den naam van partikuliere Perfoonen; eene zaak, waarvan meermaalen misbruik is gemaakt. Doch federt eenigen tyd is hier in zulk eene gunflige verandering gemaakr, dat de Roomsch - Katholyken, in hunne Godsdienst Oeffening, thans alle de vryheden bezitten, die ooit aan eenige Gezindheid, die enkel getolereerd wordt, zyn toegeftaan. Ondertusfchen moeten de Roomfchen zich wachten voor alles , dat eenige ergernis zou kunnen geeven, als daar zyn openbaare Procesfiea met de gewyde Hostie , 't openbaar verfchynen der Geestelyken in hunne plegtgewaaden, en wat dies meer zy. Inzonderheid is hun alle recht van ftemminge en bellier van 's Lands zaaken, by meermaalen herhaalde Staats - Refolutien , benomen. De Friesfche Roomschgezinden behooren meest alle tot de Heerfchende Pausfelyke gevoelens, zo dat 'er maar zeer weinige Janfenisten worden gevonden, die eene Kerk te Leeuwarden hebben, en hunne Priesters krygen van den zogenaamden Aartsbisfchop van Utrecht, het Hoofd dier Gezindheid in deeze Gewesten. De andere Kerken ontvangen haare Leeraars, op aanftellinge van den Nuntius  van FRIESLAND, 557 tius te Brusfel, met Approbatie der Gerechten. Onder deeze Heeren waren voor deezen veele Minderbroeders , Augustyners , Benediktynen enz., doch voor eenige jaaren is 'er, zo men wil op aanhouden van eenige voornaame Roomfchen zelve, eene Wet gemaakt , volgens welke alle nieuw te kiezen Leeraars moeten zyn Inlandfche Wereldiyke Predikheeren : 't geen , zo fommigen achten, op den duur bezwaarlyk te volbrengen zal zyn , dewyl 'er niet veele zodanige lieden in deeze Gewesten, noch op de Roomfche Hoo-. ge Schooien, gevonden worden. De Roomfche Kerken worden, gewoonlyk, Statiën genaamd ; men telt thans in Friesland in 't geheel 30, als zes te Leeuwarden , waar onder ééne voor de Janfenisten, twee te Bolswerd, en voorts ééne in de volgende plaatfen , Sneek , Dokkum , Harlingen , Franeker, Workum, Bakhuizen, Dronryp, Lemmer en Vollega, Heeg, 't Heerenveen, Eemfum , Jouwer , Makkum , St. Niklaasga op de Heide, Oosterend, Balk en Sloqten, Steggerden, Sensmeer, Warrega en Wartena , Wolvega, Woudsend , Wytgaard. De Lutherfchen hebben in Friesland maar twee Gemeenten, ééae te Leeuwarden en ééne te Harlingen, welke ieder door een' vast beroepen Leeraar worden bediend. Deeze ontvangen , boven eene vrye wooning, tot Traktement, ieder vyfhonderd guldens; wordende de helft daarvan betaald door de Gemeenten zelve, en de andere helft door het Lutherfehe Konfiscorie van Amfterdam; doch buiten Kerkstaat. Lutherfchen.  Kerkstaat. 558 Tegenwoordige Staat buiten dat trekken de Leeraaren nog eenige voordeden van hunne Ledemaaten, welke dustoeneemen, naar maate het getal derzelven aan. groeit. In 1668 werd door de Lutherfchen, voor de eerste reize, vryheid verzocht tot de Oeffeninge van hunnen Godsdienst, en het bouwen van Kerken; doch hier tegen verzetteden zich eenige Hervormde Kerkenraaden, en bragten'tzo verre, dat de Staaten beflooten, by 't befluit der groote Vergadering van den jaare 1651 te blyven, om naamelyk geene Gezindheden, op andere plaatfen dan toen gebruikelyk was, toe te laaten, of haar Kerken te vergunnen. Doch in 't jaar 1681, werd hun vryheid verleend tot het bouwen van eene Kerk te Leeuwarden en eene te Harlingen, welke daar op ras voltrokken werden. Voor weinige jaaren zyn deeze beide Kerken merkelyk verfraaid, en die van Leeuwarden, wegens den toenmaaligen grooten toevloed van Toehoorders, veel vergroot. De twee Friesfche Lutherfche Predikanten ftaan, gewoonlyk, onder het Amfterdamfche Konfistorie, waar van de nuttigheid voor ongeveer 20 jaaren te Leeuwarden bleek, In't geval van den toenmaaligen Leeraar, die door zyn gedrag veel ergenis gaf; doch , dewyl hy onder geen Kerkelyk Kollegie behoorde, door niemand gecenfureerd kon worden; zo dat de Gemeente geen middel wist, om van hem af te komen, dan by verdrag voor een aan- . - . 1 1 tv 1 1 . , n Doopsge» zinden. zienlyk gefchenk in geld. Na dien tyd ftaan de Predikanten by aanhoudendheid onder het Klasfis van Amfterdam. De Doopsgezinden, welke in deeze Provincie, door  van FRIESLAND, 559 door hun aantal en vermogen, zeer aanzienlyk zyn, ftammen oorfprongklyk af van de Herdoopers, welke, omtrent het jaar 1530, zoveel geruchts in de Wereld hebben gemaakt. Men weet, hoe zich onder die lieden zekere Jan Matthys, Bakker van Haarlem, verhief, door den onnozelen diets te maaken dat hy de tweede Enoch was. Alomme verfpreidde deeze fnaak zyne Leerlingen en Gezanten, en zond, onder anderen, naar Friesland Bartholomeus Boekbinder en Dirk Kuiper, die te Leeuwarden Dirk en Obbe Philips, benevens eenige andere Perfoonen , doopten. Deeze Dirk en Obbe Philips verkreegen daarna veel gezags onder hunne Medebroeders; dochfehynen, echter, geen deel gehad te hebben aan de Munfterfche beroerten. Onder anderen werd, door Obbe Philips, met oplegginge der handen, tot den Predikdienst uitgezonden Menno Simons , voorheen Roomsch Priester te Pingjum en toen te Witmaarsfum, van waar dezelve oorfprongklyk was. Hy ontving derhalven dus de Leer van de nietig* heid en ongeoorlofdheid des Kinderdoops, en was het hier in eens met de Herdooperen; doch in andere zaaken verfchilde hy hemelsbreed van dezelve, vooral omtrent het gebruiken der wapenen: want daar de Herdoopers Helden, dat zy, als zynde de eenige waare Geloovigen, de ganfche wereld mogten veroveren, daar fteldé Menno Simons integendeel, dat men geenerleye wapenen mogt gebruiken, zelfs niet om zich te verdedigen. Dit niet tegenlfaande fchynen de Spanjaarden hem even zo zeer als de K HltttSTAAT.  56o Tegenwoordige Staat de gewoone Herdoopers gehaat te hebben»' dewyl 'er nog verfcheiden Plakaaten dier tyden voor handen zyn , in welke , by naame, last gegeeven wordt om Menno Simons, indien mogelyk, te vatten. Midlerwyl had Menno Simons het genoegen, van zyne Leere nog voor zyn' dood, door een' talryken aanhang, bevestigd te zien. Ook zyn zyne aanhangers, geduurende een' langen tyd,dagelyks vermeerderd, en zouden mogelyk nog meervelds gewonnen bebben, zo zy hunne zaak niet bedorven hadden, door, om allerlei, en dikwyls belachelyke beuzelingen, eikanderen te vervloeken en uit de Kerk te bannen, waar door niet zelden zulke verregaande wanorders in de famenleeving voorvielen, dat dezelve de tusfchenkomst der Hooge Regeering vorderden : waarom dan ook, in laater tyd, door de Staaten van Friesland , eene geftrenge wet werd gemaakt, waar by de onbermhartige Kerkbanners met den Wereldlyken ban werden bedreigd. Dus werd in den jaare 1600, ten eeuwigen dage , ten Lande uit gebannen Jan Jakobs , Leeraar der Doopsgezinden te Harlingen, om dat hy leerde , dat ingevalle een Man of Vrouw van zyne Gemeente gebannen wierd, zulk een door den anderen gemyd of gefchuwd moest worden, tot dat de verbannene wederom ware aangenomen; als ook, dat hy die van zyne Gezindheid te Kollum vermaand had, niets ter Waage te brengen, of te laaten Weegen, vermids de Vrouw, die de Waag bediende, getrouwd was aan iemand, welke by die van zyne Gezindheid gebannen was enz. Zo Kerk staat.  van FRIESLAND. 50*1 Zo gevaarlyk als de heerschzücht is in 't groot, zegt een Schryver van fmaak, zo belachelyk is dezelve in 'c klein; welke Spreuk , gelyk op veele andere dingen, ook inzonderheid toepasfelyk is op de menigvuldige Sekten, in welke de Mennoniten weleer, om allerhande belachelyke beuzelingen, zyn gefcheurd ; doch die allengskens wederom beginnen in een te fmelten. De geheele Sociëteit der Mennoniten, of Doopsgezinden, in Friesland bellaat uit vier Klasfen. De eerfte Klasfe bevat de vereenig. de Vlaamfche en Waterlandfche Doopsgezinden, en heeft elf Gemeenten, met naame Franeker , Harlingen , Leeuwarden, Bolswerd, St. Anna Parochie en Bildtzyl , Hallum, Blesfum , Belkum , Kromwal by Britswerd, Pingjum en Arum , Witmaarfum, alwaar nog heden te zien is het Huisje , waar in Menno Simons gewoond en gepredikt heeft. De tweede Klasfe heeft acht Gemeenten , meest uit vereenigde Vlaamfche en Waterlandfche famen gefteld: hier onder behooren Dokkum , Holwert en aan de Visbuurc onder Ternaard , Kollum en Buitenpost, Kollumerzwaag , Dantumawoude , Veenwoude, Suiderhuisterveen, en Witveen vereenigd met de Rottevalle. De derde Klasfe heeft zeventien Gemeenten , als Sneek , Ylst, Sloten , Leegemeer, Jouwer, 't Heeren veen, de Knype, Balk, Woudsend, Poppingavvier en Irnfum, Ter Horne , "Warrega, Grouw , alwaar twee Gemeenten zyn, ééne beftaande uit Waterlanders en ééne IV. deel. Nn mV STAAT.'  56a Tegenwoordige Staat Ktnic- fTAAT. uit Vlaamingen, Oudeboorn, daar ook tweè Gemeenten zyn ; Gordyk en Lippenhui» zen , Akkrum , Drachten. Dan deeze Gemeenten zyn meerendeels van verfchillende foorten en benaamingen. De vierde Klasfe beftaat uit vereenigde Vlaamfche en Waterlandfche Gemeenten, die acht in getal zyn : te weeten Hindeloopen , Stavoren, Workum, Molkweerum, Warns, Makkum , Bakhuizen en Koudum. Jaarlyks houden deeze Klasfen met eikanderen eene algemeene Vergadering, door middel van verkooren Leeraaren en Diake. nen, die te famen te Leeuwarden vergaderen, op den eerften Vrydag na Pinkfter; alwaar dan teffens wordt befchreeven de Vlaamfche en Waterlandfche Gemeente te Groningen in de Pelfter en Harderinger Straaten , welke tot de tweede Klasfe behoort ; wordende in deeze Vergadering gehandeld over 't byleggen van ontftaane gefchillen , 't bezorgen der Armen, en de vervullinge van ledig flaande beroepen enz. Buiten de reeds gemelde aanzienlyke Gemeenten, die tot de vier genoemde Klasfen behooren, vindt men hier en daar ook nog verfpreide Gemeenten, welke zich niet onder dezelve hebben willen begeeven. Dus zyn'er te Harlingen , Hindeloopen, op de Jouwer en te Baard zogenaamde Ernftige Gemeenten , die zich van de andere Mennoniten afgefcheiden houden. Te Blye, Makkum en Baard woonen ook oude Vlamingen, die met de overige oude Vlamingen geene gemeen, fchap oeffenen. Nog zyn te Sneek, Ylst, in  van FRIESLAND. 563 in de Knype en te Mildam oude Vlamingen, welke met die van Groningen gemeenfcbap houden. Dikwyls zyn de Doopsgezinden voor den Staar van grooten dienst geweest, zo in 'e begin van de oprechtinge der Republiek, als naderhand, by gelegenheid der zwaare Oorlogen met Vrankryk en Engeland; wanneer zy aanzienlyke lommen aan den Lande hebben opgefchooten. Doch daar voor zyn hun ook verfcheiden voorrechten verleend: by voorbeeld de vryheid van Impofitie op 't Gemaal, Turf en Brandhout voor hunne Wees - en Armehuizen; genietende het Doopsgezinde Weeshuis te Harlingen genoegzaam alle de voorrechten, die ooit aan eenig Hervormd Weeshuis zyn toegedaan. Ook zyn zy in de Steden vry van Burger- Wachten; doch moeten daar voor dubbeld Wachtgeld betaalen. De Kollegianten , welke, gelyk men weet, een' ieder voor Broeder erkennen, die gelooft, dat Jefus Christus is de oorzaak der Zaligheid \ die de H. Schrift voor Gods Woord aanneemt, en niets leert, 't welk aldaar uitdrukkelyk verbooden wordt, zyn in Fries» land zeer gering in getal. Men vindt 'er, echter, eene kleine Gemeente van te Leeuwarden, welke in eene ruime Kamer vergaderc by de vier Witte Pilaars, naby de Hoekfter Poort, aan de Oostzyde van 't Water, tusfchen de Dubbele en Amelands Pyp. Daar de ongelukkige Joodfche Natie, ten, allen tyde, in deeze Republiek eene veiligeJ Nn a fchuïJb Keb s- staat. foodefr Kollegb anten.  564 Tegenwoordige Staat fchuilplaats gevonden , en den Koophandel, als het voornaamlte middel van haar beftaan, onbelemmerd gedreeven heeft; zou de Lee« zer, en misfehien met eenige verwonderinge, in het denkbeeld konnen vallen , dat of Frieslands wetten te hard , of daar voor de Jooden, met den handel, te weinig te winnen viel, om 'er zich te vestigen, zo wy na de beknopte befchryvinge van den Staat dier Christen Gezindheden , welke hier alle , onder de befcherminge van 's Lands wettige Overheden, eene geruste inwooning en onbelemmerde oeffening van hunnen Godsdienst genieten, geene de minlte melding van de Jooden maakten. Al van overlang heeft men eenige huisgezinnen van Hoogduitfche Jooden in deeze Provincie gevonden, en wel inzonderheid te Leeuwarden en Harlingen, in welke beide Steden zy zich, ongetwyffeld,voornaamelyk hebben nedergezet , omdat daar, wegens het aanzien van dezelve, de beste gelegenheid was om hunnen handel met voordeel te dryven. In beide deeze Steden worden ook Joodfche Synagogen of Bedehuizen gevonden , in welke zy , op hunne wyze , hunnen Godsdienst ongelloord verrichten. In deeze en geene der andere kleinere Steden treft men ook wel enkele huisgezinnen van deeze Natie aan ; zelfs wordenze in eenige weinige Dorpen, en wel inzonderheid te Noordwolde in StellingwerfWesteinde, daar ook eene Synagoge of Bedehuis is , gevonden ; doch nergens zo veele als in de twee gemelde Steden, daar het getal der Joodfche huisgezinnen fint eenige jaa* : ren Kb» k- (t a at.  van FRIESLAND. 565 ren merkelyk heeft toegenomen. Mag men nu dit voor een zeker bevvys houden, dat de Jooden zeer wel te vreden zyn, zo metde vreedzaame inwooninge, welke zy in Friesland genieten, als mee den voordeeligen handel , welke daar door hen, hoewel door verre de meesten in het klein, gedreeven wordt ; dit is ook de red^n geweest, dat zy de aandacht van 's Lands hooge Overheden meer bepaaldelyk tot zich getrokken hebben, gelyk blykt uit derzelver Refolutie en Plakaat van den 28 Febr. 1772. In het hoofd van dat Plakaat zeggen hun Ed. Mog. dat hun kennelyk is geworden, dat de Jooden, in deeze Provincie woonende, en aldaar federt eenige jaaren merkelyk vermenigvuldigd , in het aangaan hunner Huwelyken , niet alleen niet waarneemen de uiterlyke plegtigheden , ten dien opzigte aan alle Ingezetenen, door 's Lands Wetten voorgefchreeven, maar zich ook fomtyds in den Egt verbinden met Perfoonen , die aan hun binnen zulke graaden van Bloedverwantfchap en Zwagerlchap beftaan , als door het Statutair Recht, of uitdrukkelyk verbooden, of ten minften geacht worden begreepen te zyn onder de bepaalingen, door den Opperften Wctgeever Israëls, in het ibde Hoofddeel van Leviticus, gemaakt, fchoon de Jooden fommige dier verbintenisfen voor geoorlofd houden: en. naar dien in andere Landen, tot den Staat der Vereenigde Nederlanden behoorende , reeds voor lange hier in is voorzien, en de Jood* fche Natie aan de Politike Ordonnantiën, Nn 3 bo- Kerkstaat»  565 Tegenwoordige Staat nopens den Huwelyken Staat vastgefteld, onderworpen ; zo gaan hun Ed, Mog. voort, en zeggen, datze, deeze zaak in ernftige overweeging hebbende genomen , het niet dan voor onredelyk en ongevoeglyk kunnen houden , dat een Jood , die alle voorrechten en befcherming als de andere Ingezetenen geniet, zich niet zo wel als de overige , naar de fchik kingen , ter onderhoudinge van de goede orde beraamd, zoüde moeten gedraagen, en dat het hem zoude vry ftaan opentlyk iets , naar zyne gedachten wel onverfchillig en toegelaaten , te pleegen , waar over andere fomtyds vry zwaar geftraft worden; en dat daarom, na rype deliberatie , en na ingenomen te hebben het advys van de Heeren Raaden in den Hove Provinciaal, goedgevonden hebben te ordonneeren en ftatueeren. „ I. Dat alle de Jooden , die in deeze „ Provincie zich in den Huwelyken Staat be„ geeven, in het toekomende verpligt zullen „ zyn, de Huwelyks Proklamatien in de Pu„ blieke Kerke , of over het Gerechte waar „ onder gezeten zyn, te-laaten doen op drie „ onderfcheidene Zon - of Rechtdagen , en „ na zulks vóór de Gemeente of dat Gerech„ te te trouwen , en zich verders in alles te „ gedraagen naar den inhoud der Lands - Or„ Connantie op dit Stük geëmaneerd, alles , onder de ftraffen en boeten in de Ordonnan„ fij vastgefteld; blyven de echter de Ge„ rechten bevoegd, ook in deezen de termy* „ men der Proklamatien conform de Wet te ., mogen verkorten. " b ,, II. Wordt Kerkstaat.  van FRIESLAND. 5o> „ II. Wordt aan de Joodfche Natie verboo„ den , zich in den Echt te begeeven met Per„ foonen, hun in den bloede of door Zwa„ gerfchap beftaande in de graaden , zo in „ het 18de en 2ofte Hoofddeel van Levi„ ticus en elders in hunne Wet, als in onze „ Lands - Ordonnantie Lib. I. Tit. I. uit„ drukkelyk genoemd; maar zullen zy zich „ ook moeten onthouden van een huwelyk „ met de Zuster eener overleedene Huisvrou„ we , gelyk ook met de Dogter van een' „ Broeder of Zuster dier Huisvrouwe , by „ poene dat de Overtreeders van deeze be„ velen, naar Keizerlyke rechten zullen wor„ den geftraft". Naar dien het evenwel te vermoeden was, dat fommige Jooden , reeds voor het Publiceeren deezes , op zulk eene , naar hunne gedachten geoorlofde wyze , aan elkanderea verbonden , en volgens hunne gewoonte getrouwd zouden zyn; en dit eene misvatting en bedryf ware, hetwelk eenigzins verfchooning verdiende, dewyl ten opzigte van deeze Natie, alhier niet, gelyk als elders, by eene fpeciaale Wet, eenige voorziening was gefchied, ftrekkende om dezelve, by naame aan de burgerlyke fchikkingen te onderwerpen ; zo vonden hun Ed. Mog. goed, alle zulke Huwelyken, die volgens hunne gewoonten en met de plegtigheden, by de Jooden in gebruik, voor de afkondiging van dit Plakaat voltrokken waren, te vestigen en voor Wettig te verklaaren. Des dat alle Jooden , in de Provincie woonende en getrouwd zynde, zich Nu 4 binnen K E U KSTAAT*  Keek» sta a Tm 568 Tegenwoordige Staat binnen den tyd van twee maanden na de Publika- fïf> ApP7P* aan ,>o,„„, U». J_ /""< I_. »c ucc^cs, aan gaven by de Gerechten, waar onder zy gezeten waren, en met atteflatien toonden, dat zy volgens hunne wetten en gewoonten gehuwd waren, en voor Man en Vrouw door ieder onder hen gehouden wierden; als ook, dat die van de Joodfche Natie, welke zich in 't vervolg in Friesland wilden nederzetten, verpligt zouden zyn hier toe verlof te verzoeken van de Officieren én Magiftraaten , onder welker Rechtsgebied zy hunne wooning dachten te vestigen, en, zo getrouwd waren,aan dezelve, door behoorlyke bewyzen, te doen blyken, dat met eikanderen niet verbonden waren binnen de Graaden in deeze Provincie verbooden; wordende alle Officieren en Magiftraaten gelast hier aan de hand te houden, en de Jooden, die nalaatig zyn in het verzoeken van vryheid tot inwooning, of die binnen de ongeoorlofde Graaden getrouwd zyn, buiten hunnen bedryve te weeren. Bovengemelde Plakaat werd gevolgd van eene Refolutie van den 2.0 Maart deszelfden jaars, by welke het volgende Formulier werd vastgefteld, om naar het zelve de Jooden, zo in de Kerken als voor de Gerechten, in den Huwelyken Staat te bevestigen. „ Gy N . , . hebt aangenomen, neemt „ aan en houdt voor uwe wettige Huisvrouw „ N . . . en gy N . . . hebt aan., genomen , neemt aan en houdt voor uwen „ wettigen Man, Huisheer en Voogd N . . . » en beloofd aan wederzyden malkanderen „ getrouw  van FRIESLAND. 569 getrouw te zyn en te famen in goeder een„ dragt als geëgte Man en Vrouw eerlyk en „ godzalig na des Heeren inltellinge te leeven, .> tot dat de dood U fcheiden zal. ,, Is dat Uwe belofte ? n God zegene Uw Huwelyk" ! Nn 5 J7YF5 Keur.» staat.  5/o Tegenwoordige Staat VYFDE HOOFDSTUK, Landbouw en Fcefokkery. Lanb' po uw e kz. ae veraiiueriugeu , wcikc van iyu iui iju hebben ondergaan, worden 'er, echter, ten minden in laagere en niet zeer aan Aardbeevingen en diergelyke rampen onderhevige Landilreeken, weinige gevonden, alwaar de hedendaagfche gefteldheid «ïeer verfchik van die, welke aldaar in vroeger daagen plaats had , dan in de Provincie van Friesland. Want om nu niet te melden, dat een groot gedeelte des Lands weleer door de Zeegolven is verflonden, en daarentegen wederom de gevaarlyke boezem der zogenaamde Middelzee in beste Bouw- en Weidlanden veranderd, zal het voldoende zyn aan te merken , dat het tegenwoordige laaglte deel der Provincie weleer voor het beste werd gehouden , naar dien de thans zo uitneemende vette en vruchtbaare Landllreek, welke aan de Zee gelegen is, uit Veenachtige Landen enbosfchagien beftond. De gedaante des Lands is dus geheel van haare voorige veranderd : want de Veenen en bosfchagien, die weleer aan den Zeekant waren, zyn verdweenen; ja de Veenftoffe is door gehoon verre de meeste Gewesten van den Aardkloot menigvuldige tekenen draagen van Aa iramnAarinrYar* ïxrölIrA 7\r iron tirA tri? rvrl  van FRIESLAND. 571 door de geweldige vloeden uit het NoordWesten , geheel naar den Woudkant overgevoerd , tot tien en meer voeten hoogte Landbouwenz. tegen en in de bosfchagien op een geftapeld, en door dien zwaaren drang het geboomte met de toppen naar *t Zuid . Oosten om verre geworpen, en dus onder den Veengrond bedolven. De Veenen zyn een der nuttigde zaaken voor de bewooners deezer Gewesten, en 'er is niets in dezelve dat geen dienst doet, zelfs deeze Boomen niet uitgeflooten : want dewyl niets kan verrotten, zo het geene gemeenfchap heeft met de vrye lucht, zyn dezelve, geduurende veele honderden van jaaren , tot heden volkomen onverdorven gebleeven, en doortrokken met bitumineuze ftolfen, welke, , fchoon het eerst opgegraaven Aardhout week is, aan 't zelve eene ongemeene hardheid geeven na het opdroogen der waterige deelen. Om welke reden dit hout, zo ras het gedroogd is, niet alleen heerlyk en iangduurig brandt, maar ook met groot voordeel tot paaien voor ftekkagien en andere diergelyke zaaken, welke de verrotting dikwerf zeer onderheevig zyn, kan worden gebruikt. Zo onfchadelyk voor 't welweezen der Provincie het afgraaven der hooge Veengronden mag worden gehouden; zo nadeelig is daarentegen het delven van de Baggelaar, dewyl dezelve uit den grond wordt opgehaald, en, doorgaans, taamelyk goede Landeryen of Mied» lan»  57 2 Tegenwoordige Staat Landbouw enz. landen in onbruikbaare petten en poelen verandert. Dan , hoewel een groot gedeelte der Provincie door dit Turfgraaven verlooren gaat, verkrygt dezelve hier door , echter , eene groote menigte zeer vermogende Ingezetenen , die, door 't gewonnen geld zo in den Koophandel als anderszins te befteeden, in ftaat zyn den Lande by aanhoudendheid veel voordeels aan te brengen. Waar door ook, van tyd tot tyd, de genoegzaam niets waardige Veenen en Klynlanden tot eene buitenfpoorige duurte zyn geklommen , en 'er nog veele Farnilien worden gevonden, wier nakomelingen , na dat hunne Veenen , door 't vergraaven der Vóór hen gelegene, eens in de mogelykheid zullen komen , om gebruikt te worden , ter zyner tyd onmeetbaare fchatten zullen bezitten. Om ondertusfchen voor te komen , dat de Provincie niet allengs zeer gewigtige nadeelen in de belastinge der Floreen - Schattinge zou lyden , welke , als fteeds dezelfde , een der beste Geldmiddelen deezer Provincie moet Worden gerekend; zo heeft men daaromtrent, op verfchillende tyden , vernieuwde Plakaaten gemaakt , wier hoofdzaakelyke inhoud is , dat men voor ieder Floreen , welke ligt op een ftuk Lands, dat men vergraaven wil , eer zulks begonnen wordt , aan 's Lands Komptoor eene Obligatie, groot vyfhonderd Kar. guldens, moet konfigneeren, en voor ieder minder gedeelte naar evenredigheid. Moetende in zodanig eene konfignatie naauwkeurig uit-  m» FRIESLAND; 573 uitgedrukt ftaan, niet alleen de naam en toenaam van den Perfoon, die de vergraaving wil beginnen, maar ook die der Grietenye , die van het Dorp en de Boereplaats, zo het geen losfe Landen zyn, waar onder het Land behoort. Alles by verbeuring van honderd Gouden Friesfche Ryders. Eindelyk mag zodanig eene Obligatie nooit worden ingelost, maar moet altoos blyven eene onaf. losbaare Obligaüe tot zekerheid der Provincie van haare Floreen-Schatting. De beste Baggelaar, die geen overtollig zout noch zwavel bevat, en, op de Hollandfche wyze toebereid, onder den naam van Sponturf bekend ftaat, komt uit verfchillende plaatfen der Zevenwouden. Boven andere voordeden heeft zy ook dit, dat de Stuiken, na wel gedroogd te zyn , in daar toe gemaakte Schuuren worden overgebragt, waar door men dezelve altoos volkomen droog kan leveren. Niet alleen voorzien de Woud- Grietenyen onze geheele Provincie van Turf en Baggelaar, maar ook wordt daarvan veel naar Holland en elders gevoerd; insgelyks geeven de menigvuldige bosfchagien ook een' ruimen overvloed van Brandhout, 't geen meest uit Elfen, Beuken en Berkenhout beftaat. Zeer aanmerkelyk is , vooral in de Zevenwouden, deeze tak onzer Provinciaale Pródukten, zo voor de Planters„ als de menigvuldige Hout - Schippers, die hier mede niet alleen Binnenlands, maar ook vooral naar Holland en elders vaaren. Onze Yperen Boomen zyn, zo op de Kley als la Land* ■ bouw ïkz.  Landbouw xmz. 574 Tegenwoordige Staat in de Wouden, dikwyls van groote waarde, en geeven uitmuntend Timmerhout. Dan de Eiken Boomen zyn hier niet zeer menigvuldig, en hebben op de meeste plaatfen te veel tyds noodig , om tot zwaar Timmermans - en Schrynwerkers-hout te worden opgekweekt ; doch leveren, jong gekapt, veel bast voor de Leerloojers, terwyl de daar van ontbloote takken met voordeel tot Brandhout verftrekken. Jaarlyks wordt hier ook al een vry aanmerkelyke voorraad van Honing en Was , vooral inde Woud-Kwartieren, gewonnen en gereed gemaakt; geevende de ruime Heidveiden hier toe eene allerheerlyklle gelegenheid, zo door de menigvuldige daar cp groeiende bloemgewasfen, als ook vooral door de heerlyk bloeiende Boekweits - Velden ; waarom zelfs de Kleylieden in de noodzaaklykheid zyn, hunne Byen op zekere tyden des jaars naar de Wouden, ja zelfs naar't nabuurig Drenthe, te brengen. Dan daarentegen moeten de Woudlieden dikwyls, in 't Voorjaar hunne toevlugt neemen tot den bloesfem van het Koolzaad op de Kleilanden; zynde het aanmerkelyk, dat de Kleihoning alleen wit, en daarentegen de Woudhoning bruin wordt bevonden, i De Weidery en Aanfokkery van Schaapen maakt in een gedeelte onzer Wouden, te weeten tegen de grenzen van Drenthe en Overysfel, een aanzienlyk deel der Handteeringe. Ook verfchilt de foort der Schaapen , welke hier gebruikt en doorgaans Drenthen genoemd worden, niet weinig van het gewoone flag, dat in de hoogere Kwartieren worde  van FRIESLAND. 575 wordt aangekweekt; zynde het onderfcheid vooral kennelyk aan de Staarten , die in de echte Woud - Schaapen veel langer zyn , dan in de overige, waarom zy ook Langftaarten, en die der Klei daarentegen Kortflaarten worden genoemd. De eerstgemelde zyn kleiner, en weegen, geflagt zynde, zelden meer dan dertig of veertig ponden; waarom van dezelve, volgens 's Lands Lyst, ook maar de helf: aan Impofitie wordt betaald. Ook is de Wolle veel grover en dus van minder waarde, niettegenftaande dezelve het voornaamfte Produkt deezer Schaapen uitmaakt, om dat zy tot het geeven van Melk geheel ongefchikt zyn. Ondertusfchen is deeze Veefokkery van groot gewigt , dewyl 'er dus veel voordeels worde getrokken uit de hooge Veenen en Heidvelden, die anders genoegzaam niets waardig zouden zyn. Daarenboven zyn zy in deeze plaatfen onontbeerlyk , wegens de overvloedige mest, welke zy voortbrengen; waarom ?y, tot bewaaring van dezelve, 's nachts in hunne kooien worden opgeflooten , die dan dikwyls met Heidzooden of Plaggen worden belegd, om de dus vergaderde mest tot den Akkerbouw te bezigen , welke , zonder dit hulpmiddel, niet zou kunnen worden voortgezet. Waarom men op die plaatfen , alwaar bezwaarlyk mest kan worden aangevoerd , best doet, eene gepaste evenredigheid tusfchen het getal der Schaapen en de uitgebreidheid van den Akkerbouw in acht te neemen, dewyl, zo de Akkers te veel wierden vergroot, Landbouw li NZi  $76 Tegenwoordige Staat L A KB. BOUW XNZ. vergroot, het dikwyls onmogelyk zoude zyn; dezelve van de noodige mest te voorzien. De Kudden deezer Schaapen zyn doorgaans twee of driehonderd fterk, en ftaan meestal onder opzigt van een' eenigen Herder, Scheper genaamd: deeze is voorzien van een' daarop afgerechten Hond, welke de afdwaalende Schaapen weder by de kudde brengt, en aan de geheele kudde tot een Leidsman dient. Zynde ook eenige Schaapen aan den hals voorzien met koperen Schelletjes, wier geluid, by mistig weder, aanwyst, waar zich de hoop bevindt. Na dat in den herfst de Boekweit is ingeoogst, worden de Schaapen, des nachts, op de ftoppel in een vierkant perk, van hekken ge„ maakt ,beflooten, om aldaar hunne mest te werpen; wordende deeze plaats om de twee of drie nachten veranderd, om dus het Land op eene egaale wyze te bemesten. De dus voorziene Landen worden als dan, gewoonlyk, na omgeploegd te zyn, in November bezaaid met Rogge. Dewyl de Landeryen der Woudlieden, over *t algemeen , veel geringer in waarde zyn dan de Kleilanden, is het Rundvee daar insgelyks veel ligter, en de Pródukten van dezelve zyn minder deugdzaam en overvloedig. Ondertusfchen behoeven de Paarden, over 'c algemeen, in geenerley opzigt voor die der hoogere Kwartieren te wyken; 't welk hier aan inzonderheid wordt toegefchreeven , dat de Paarden der Woudlieden, in hunne vroege jaaren, weinig of geen werk doen, terwyl zy op de Kley, doorgaans, worden aangefpannen, zo ras en zo veel de krachten zulks toelaaten: de Woud-  van FRIESLAND. #7 Woud-Paarden zyn hierom doorgaans ruim zu'ke goede Harddraavers als de Kleipaarden, hoewel minder in krachten, om dat zy zo wel niet gevoed worden. Hoewel dus de Woudlieden, over't algemeen, een veel geringer Landltreek bewoonen , en minder deugdzaame Graanen enz. bouwen dan de Kleilieden, kan men , echter, niet zeggen, dat zy voor dezelve veel in vermogen hebben te wyken; want naar maate de Landeryen minder in waarde zyn, en minder opbrengen, zyn de huuren voor de Meyers ook geringer. Voorts leeft men aldaar, over 't algemeen, zuiniger; terwyl 'er veele zyn, die, jaarlyks, aanmerkelyke fommen winnen met de Veengraaveryen, die dus, by een vergaderd en voordeelig uitgezet, allengs veele vermogende lieden geeven. Thans gaan wy over tot de befchouwing der hooge Kwartieren, en wel, in de eerde plaats, tot de aldaar zeer aanzienlyke Veevoederys Over het algemeen zyn de Weidlanden hier zeer voortreffelyk, en bezet met kostelyk zwaar Hoornvee, dat hier voorzeker zo goed als ergens wordt gevonden; geevende eene beste Melke Koe doorgaans van acht tot tien Kannen Melk in 't etmaal. Dikwyls heeft de befmettelyke Runderpest zulk eene groote verwoesting onder dit kostelyk Vee aangerecht, dat men genoodzaakt was, van buiten allerlei klein, vooral Deensch, Vee in te voeren. Doch 't geen aanmerkenswaardig is, hoe klein en afzigteiyk ook deeze Dieren zyn , wanneerze met het aanzienlyk IV. joeei» O 0 Friefchs Landbouw khz.  578 Tegenwoordige Staat Landbouwenz. Friefche Hoornvee vergeleeken worden, heeft men, echter, uit dezelve met twee geflagten, door 't vermogen van den vruchtbaaren grond, wederom even goede Koeien, als men had verloeren. Ongemeen groot is de overvloed van Boter, Zoetemelks en grove Kaas, welke alle jaaren in deeze Provincie bereid, en, voor een groot gedeelte, jaarlyks, naar buiten wordt gevoerd. Van May 1762 tot May 1763 zyn op 's Lands Waagen aangegeeven 38206 vierendeels Tonnen Boter, 't geen, naar eene maatige waarde , maakt 764120 Kar. guldens. Ook komt 'er , jaarlyks, aan de Waagen wel anderhalf millioenen Zoetemelks, enbyde vier milioenen ponden grove Kaas. De negotie van Boter en Kaas geeft dus geen' geringen bloei aan de W7eek-Markten der mééste Steden en Vlekken; doch voornaamelyk heeft de Boter-handel zynen zetel des Dingsdags op de Weekmarkt te Sneek, en de Kaas - handel te Dokkum , waar van, denkelyk , de voornaamfte reden is , dat nergens meer Boter gemaakt wordt dan in Wymbritzeradeel en de verdere Weid-Grietenyen om of naby die Stad; terwyl de Dongeradeelen, aan welke Dokkum ligt, de beste Grietenyen zyn voor de Kaas Boeren. Groot is de Aanfokking van Vee door de geheele Provincie , en veel aanzienlyker dan voor 't Land zelve noodig is ,. naardien ds uitvoer van Melke Koeien naar Holland in 't Voorjaar, en van Vette Beesten in 't Najaar, een der beste takken van den Binnenlandfchen handel  van FRIESLAND. §f 9 handel is in deeze Provincie. Deeze jaarlyk fche uitvoer is verbaazend groot, en zou; zo men meent, jaarlyks, dertigduizend of meer Runderen beloopen. Voorwaar eene zaak van 't grootfte gewigt: want, zo wy ieder Beest, door eikanderen gerekend, waardig ftellen dertig Kar. guldens, 't welk, naar de tegenwoordige pryzen, veel te weinig is, zou hier van alleen, jaarlyks, een kapitaal van negen Tonnen Gouds in 't Land komen. Volgens een Lystje van den uitvoer te Harlingen zyn daar alleen van May 1780 tot May 1781 uitgevoerd 4207 Osfen en Koeien; 65 Paarden; 378 gemeste Kalven ; 62 ongemeste Kalven,- 2229 Schaapen; 2248Lammeren; 61 Varkens en 23 Biggen. Ondertusfchen zou de Aanfokking van Runderen nog merkelyk kunnen worden vermeerderd , indien men alle Weidlanden zodanig behandelde , als het wel behoorde, en 't getal der Inpolderingen van laage Landftreeken, 't geen reeds jaarlyks meer en meer gefchiedt, aanmerkelyk wierd vermenigvuldigd. Op de hooge Kwartieren , echter met uitzon» dering van die Grietenyen of gedeelten dèrzelve, alwaar de taaiheid der klei tot Bouwland ongeö fchiktis, vindt men veelal te weinig Weid-en te veel Bouwland, 't welk, doorgaans, zyn' oorfprong heeft genomen uit de noodlottige Veefterfte , welke de leedig liggende Weidlanden voor de Huislieden onnut m,akte, ten zy die in Bouwlanden witrden veranderd; eene zaak zo veel te aanlokkelyker , om dat godanige omgeploegde Weiden, in de eerfte Oo s jaarenj BOUW .Ml.  La nbï bouw BDTZo 58e Tegenwoordige Staat jaaren* aïlerheerlykfte vruchten gaven. Hier door hebben veele plaatfen van honderd Pondemaaten , thans maar v.yf, tien of twingtig Pondemaaten Greidland , die op geenerhande wyze de noodige mest tot het bebouwen van zulke plaatfèn kunnen opleveren; waarom dan de mest of van andere dikwyls afgelegene plaatfen moet worden gehaald, of het Land uitgebouwd , zo dat men in geenen deele zo veele vruchten daar van kan bekomen , als anderszins wel zou gebeuren. Het beste hulpmiddel tegen dit kwaad is de overtollige Bouwlanden op breede Akkers te ploegen, en door kracht van mest en Klaver weder in Greide te veranderen. Dan deeze Verwisfeling van Greide in Bouwland , fchoon in de Wouden gemakkelyk, is op de Klei eene zeer bezwaarlyke zaak, en vordert den tyd van ettelyke jaaren en gewigtige kosten. Ondertusfchen is 'er nog. een ander hulpmiddel van veel dienst. Men zaait, naamelyk vroeg in 't Voorjaar, in de Weit of Rogge, na de eerfte of tweede braakvrucht, Klaverzaad, 't geen doorgaans genoegzaam aangroeit, om in \ Najaar, wanneer de Graanen zyn ingeoogst , vooral in natte jaaren, als de Graanen niet zeer zwaar vallen , eene groote menigte van Vee te voeden , waar mede men dan in 't volgende Voorjaar, wanneer 'er nu niets behalven de gemelde Klaver op 't Land ftaat, aanhoudt. Zodanig Land noemt men Nieuwland, en men kan 't dus twee jaaren gebruiken: want met het einde van 't tweede jaar fterft de Klaver;, waarom het Land nu wederom, inden Zomer.  van FRIESLAND. 581 Zomer, omgeploegd, gebraakt en in den Herfst op nieuw met Tarwe, Rogge of Garst worde bezaaid. Dus kan 'er veel meer Vee worden gevoed, men ontvangt veel mest , het onkruid vergaat, en het Land neemt een' geheel anderen en meer vruchtbaaren aard aan. Inmiddels zyn 'er nog heden Boeren , welke, hoe zeer ook de nuctigheid van deezen Klaverbouw proef kundig beweezen zy, echter, niet verkiezen van hunne oude flordige gewoonten af te gaan; niettegenftaande Huislieden, welke van deeze verbetering gebruik maaken , dikwyls meer Graanen op vyftig Pondemaaten gronds bouwen , dan andere op zeventig of tachtig. Om de mest, eene zo nuttige en by onze Voorouders niet genoeg bekende en gebeezigde ftofFe, in het Land te houden, zyn, van tyd tot tyd, verfchillende Plakaaten in 't licht gegeeven, volgens welke de uitvoer van mest op 't fterkfte verbooden is. Ja zelfs is , in de Lands Ordonnantie, eene zeer fcherpe wet tegen dit kwaad, by welke alle uitvoer van deeze kostelyke ftoffe wordt verbooden; by poene van konfiskatie, niet alleen van die mest, maar ook van alle Schepen, Wagens en andere Gereedfchappen daar toe gebruikt; behalven nog eene boete van tweehonderd Kar. guldens voor ieder Overtreeder, die by onvermogen op het Blokhuis gebragt, en naar bevinding van zaaken geftraft wordt. Op de Friesfche Runderen volgen nu de Paarden, die ook geen klein gedeelte van O o 3 den Land. bou \f EN?..  582 Tegenwoordige Staat Landr > u w den Provinciaalen rykdom uitmaaken , dewyl een goed Arbeiders paard thans honderd of meer Kar. guldens waardig is , voor welke pryzen men voor deezen vier zodanige Dieren kon koopen. Deeze duurte is, gelyk die dtr meeste Friesfche Pródukten , voornaamelyk begonnen na het jaar (740, voor welken tyd hier te Lande alles zeer goed koop werd verkocht. Ook is de reeds fteigerende prys merkelyk vermeerderd, geduurende den laatften Hanoverfchen Oorlog in Duitschland; zynde 'er toen een groote trek in onze Paarden gekomen, welke thans insgelyks veel naar Frankryk gaan : een paar Harddraavers komt hier door op honderd halve Gouden Ryders en meer: ja niet zelden geeven de Hollanders voor één' Harddraaver van de beste foort duizend guldens of meer. Om het ras der Friesfche Paarden ongefchonden te bewaaren zyn ook, van tyd. tot tyd, zeer heilzaame wetten in 't licht gegeeven. Dus mag niemand volgens de wetten van den Lande in de Lands Ordonn. van dep jaare 1723, Dekhengften gebruiken, dan aileen de zodanige die door de Gerechten of door vastgeftelde Keurmeesters zyn goedgekeurd; moetende de afgekeurde aanftonds worden geftieeden. De hoogte der Paarden is daar by pok naauwkeurig bepaald, en mag niet minder zyn dan van vyf voeten en twee duimen houtmaat, zo in de hooge als in de laage Kwartieren; uitgezonderd alleen de Grietenyen yan /Engwirden, Doniawerftal, Haskerland, Schooteriand, Gaasteiland, Opfterland en de heide  van FRIESLAND. 5S3 beide Stelling - Werven , alwaar men met Hengften van vier voeten en tien duimen kan voldaan. Wanneer iemand nieuwe Hengften aanzet, mag hy die niet gebruiken, zonder dezelve te laaten keuren, op eene boete van vyfentwintig Kar. Guldens, boven verbeurte van den Hengst; in welke boete ook vervalt een ieder die een' afgekeurden Hengst in dienst houdt, of denzelven niet laat fnyden; moetende insgelyks zodanig eene boete worden betaald , wanneer de Springhengften den vollen ouderdom van drie jaaren nog niet hebben bereikt. By ieder houder van Hengften moet, op de hooge Kwartieren, ten minften een Donkergraauwe met witte Staart en Maanen en zwarte Beenen, zo die maar immers zyn te bekomen, worden gehouden-, moetende voorts de graauwe zyn eenhaarig met eene kleine kol , en de zwarte ook eenhaarig met kleine kollen. Ieder Officier is geauthorizeerd , om in zyn Diftrikt aan zo veele perfoonen vryheid toe het houden van Springhengften te geeven, als hy van wegen de veelheid der Merrien zal meenen te behooren : mogende de plaatfen, waar men dezelve thans vindt , niet veranderd worden, dan met kennis^ van het Kollegie of Gekommitteerden van dien. Het Dekgeld is, zo wel in de laage als in de hooge Kwartieren, gefteld op een' Dukaton, zonder dat daar over eenig akkoord, tusfchen den Hengfteman en den Eigenaar der Merrie, mag worden gemaakt, op eene O o 4 boete Land- bouw emz.  Land» bouw EKZ. 584 Tegenwoordige Staat boete van zes Guldens voor de eerfte reize, en verbeurd verklaaring van Hengften en Merrien voor de volgende reizen. Voorts moeten de Hengftelieden aan de Sekretaryen der Gerechten eene naauwkeurige opgave doen , aangaande het getal der Merrien, die door hunne Hengften zyn gedekr, met de naamen en woonplaatfen der kigenaaren, alles voor St. Jakob , naar dien de Dekgelden door de Sekretarisfen of hunne Klerken, even als de Boeigoeds penningen , behooren ingevorderd te worden; waarom dan dezelve voor ieder Merrie geniet drie ftuivers, zo dat 'er voor den Hengfteman zuiver drie guldens overblyven. Ook mogen geene Merrien door iemand buiten de Provincie worden gebragt, om dezelve aldaar te laaten dekken, op eene boete van zes Kar. guldens voor de eerfte, en van de Merrien voor de tweede reize. Ondertusfchen hebben veele Ingezetenen, het nuttig oogmerk deezer wetten niet begrypende, daar fteeds, by voorkomende gelegenheid , tegen gemurmureerd ; gelyk uit de beraamde Punten van 1672 kan geblyken. Doch toen 't gezag der zogenoemde Volksvrienden van dien tyd was ten einde geloopen , hield men zich by de oude inftelling tot aan het jaar 1748. Wanneer de Doelisten , in hun XLII Punt, de klagten van 't jaar 1673 vernieuwden , hoewel met weinig gevolg, om dat de Stadhouder het oude Reglement van de Lands Ordonnantie volkomen konfirmeerde, totdat eindelyk,jn 'tjaar 1750, door  van FRIESLAND. 585 door de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden, op last der H. Staaten, aan de begeerte der klaagers werd voldaan , en gepubliceerd: „ Dat het ,, ieder een vry zou ftaan , voor zyn eigen n gebruik, Hengften te houden naarwelgeval), len. Doch die Hengften wilde houden , „ om daar mede Merrie Paarden van andere ,, te doen Dekken , moest zich houden aan „ de bepaalingen van 't Reglement". Dua werd het Keurmeesters Ampt op de Hengften met een afgefchaft ; doch men befpcurde ras de kwaade gevolgen van deeze maatregelen ; naar dien de deugd, en dus ook de waarde der Friesfche Paarden oogenfchynlyk minder werd. Waarom, in 't jaar 1761, werd begreepen , dat het best zou zyn , alles , met betrekking tot dit Stuk, weder op den ouden voet te brengen, gelyk, by Staats-Refolutie van den 9 Maart deezes jaars, gebeurde. Aangaande den Koophandel der Paarden in Friesland moeten wy nog aanmerken, dat de jonge Friesfche Veulens, na dat zy gefpeend zyn, door onze Kooplieden opgekocht, en naar Groningerland gevoerd worden, om ze aldaar, by Boelgoed, of ook wel op de openbaare Markten, als te Zuidlaren enz. te verkoopen. De reden hier van is, dat de Groningerlanders veele Uiterweerden en andere gelykfoortige Landeryen hebben, die van weinig waarde zyn, en dus veel goedkooper gelegenheid tot Aanfokking geeven , dan hier ter plaatfe, vooral daar deeze Dieren in hunne jonge jaaren zeer wel over ligt gras mogen. Hier blyven zy tot aan den ouderPo 5 dom La Nit' BOUW E IS Z.  L A N O- BOUW 586 Tegenwoordige Staat dom van drie jaaren , wanneer zy op nieuw, door Friesfche Kooplieden, gekocht, en hier geweid en bereeden worden , om dus de beste tot Harddraavers of andere Paarden van waarde aan te kweeken. Boven fpraken wy reeds van de aankweeking der Schaapen in de Woud - Kwartieren; doch dit Artikel is nog van veel aanmerkelyker gewigt in de hooge gedeelten der Provincie, wegens de fchoone Wolle , welke hier door, jaarlyks , wordt verkreegen, van ieder best Schaap wel tot acht, ja fomwylen tien ponden, welke Wolle voornaamelyk tot het bereiden der Sajetten door de Wolkammers wordt gebruikt , en ook tot het vervaardigen van allerleie Wollen-Stoffen naar buiten gevoerd. Om de pryzen der Wolle, en de daar van gemaakte Waaren, ftaande te houden, is voor deezen het invoeren der Wollen Poepe - Koufen, Handfchoenen , YslandIche-Koufen en Wanten, zo Geweeven als Gebreid enz. verbooden geweest. Ook heeft men, in 1743, den uitvoer van alle ongefponnen Wolle verbooden. Doch in 1746 is dit verbod wederom ingetrokken. Wenfchelyk ware het, dat men dit verbod van 1743 had kunnen ftaande houden, naar dien dit tot eene ongemeene bevordering en aanmoediging van eene menigte Fabrieken zou kunnen dienen: dan dit Plakaat fchynt weder afgefchaft te zyn , om dat de Wolle dan , mogelyk, te veel in prys, tot nadeel der Huislieden, zou daalen. Het Schaapvleesch is hier zeer goed en vet, zynde de gemeste Schaapen aan Vleesch, door-  van FRIESLAND. 587 doorgaans, van zestig tot honderd ponden zwaar. De jongen in 't Voorjaar geworpen , best tot twee in getal voor ieder Schanp , worden meerendeels naar Holland gezonden, cn van die, welke hier overblyven, worden de meeste gemest, en doorgaans in hun tweede jaar gellagt ; wordende ook die , welke tot de voomeeling en de SchaapeMelk en Kaas bewaard blyven , als zy vier , vyf of zes jaaren oud zyn , dan gemest, en gelyk de overige getlagt. Ondertusfchen hebben de meeste Boeren maar een klein getal Schaapen op hunne Velden , naardien de ondervinding geleerd heeft, dat dit Vee, in eene te groote menigte in de Weiden zynde , aan dezelve een' onaangenaamen geur geeft, en naar maate van 't voedzel dat zy nuttigen geen voordeel opbrengt. Somwylen ziet men echter de Landen als met Schaapen bezaaid ; vooral ten tyde van het woeden der gedugte Veepest, dewyl de Schaapen dan nog eenigzins het gemis der Runderen kunnen vergoeden, en de Landeryen beflaan, die anders ledig zouden moeten liggen. Doch zo men in ftaat is , by aanhoudendheid, de Inenting deezer verfchrikkeiyke kwaaie aan den gang te houden, is 'er veel hoope , dat de ellendige Toneelen , welke men hier van gezien heeft, zich niet wederom zullen openen. Aanmerkenswaardig is het, dat de Schaapen, meer dan eenig ander Dier , onderhevig zyn aan de zogenoemde Galligheid. Deeze ziekte beftaat in eene menigte van kieine Diertjes, die, La nb. BOUW Enz.  588 Tegenwoordige Staat Land. bouw ekz. die , in gedaante, volkomen met de Zeebot overeenkomen , en, denkelyk met de fpys of drank genuttigd zynde, door middel van de Galbuis in de Lever kruipen , welke zy allengs geheel verteeren. Volgens het oordeel van veele Geleerden komen zy uit het water, en 't is zeker, dat deeze ziekte afhangt van den aard van 'c land of van het water, alwaar de Schaapen zich bevinden, de» wyl 'er veele Landeryen worden gevonden, op welke de Schaapen nooit van dit onheil worden aangetast. Groot is ook de menigte van Varkens in deeze Provincie , welke uitmuntend en zeer zwaar Spek geeyen. De Friesfche Hammen zyn ook zeer finaakelyk , hoewel doorgaans wat al te vet. Onzes erachtens dus met genoegzaame uitvoerigheid over de Veefokkery, in de hooge Kwartieren deezer Provincie, hebbende gehandeld , gaan wy nu over tot den Landbouw. De beste Bouwlanden worden ge? vonden in Kollumerland met het NieuwKruisland, de Dongerdeelen, Ferwerderadeel, Leeuwarderadeel, het Bildt, Menaldumadeel , Franekeradeel, Barradeel en Wonzeradeel, op de meeste van welke de gewoone Graangewasfen in eene ruime maate vermenigvuldigen ; rekenende men doorgaans, dat de vermenigvuldiging der Tarwe loopt van één lopen tot vyftien of twintig; die der Rogge van één tot twintig of vierentwintig; die dèr Winter- en Zomer-Garst van één tot twintig of dertig; die der Haver van één tot dertig;  ms FRIESLAND. 580 tig; die des Koolzaads van één tot honderd en zestig, en die der Erreten en Boonen van één tot tien lopen. Behalven deeze algemeene Graangewasfen, die alomme genoegzaam op dezelfde wyze worden aangekweekt, zyn hier noch verfcheiden andere Pródukten, gedeeltelyk van groot belang , welke eene nadere befchouwing verdienen. De Aardappelen, welke voor ongeveer zestig jaaren hier te Lande onbekend waren, verdienen in de eerfte plaats te worden gemeld , dewyl dezelve thans een onzer aanzienlykfte Pródukten uitmaaken ; wordende dezelve wyd en zyd verzonden. Het eerst kwam deeze Aardvrucht in aanzien, na het huwelyk van Wylen Z. D. Hoogheid Prins Willem den Vierden met de Koningklyke Engelfche Princesfe Anna, en verfpreidde zich ras van de Vorftelyke tafel door allerleie ftan» den; zo dat dezelve thans het Hoofdvoedzel van den gemeenen Man uitmaakt. Veelal worden onze Aardappelen minder in deugd geacht dan de Zeeuwfche; doch zy hebben dit voordeel, boven de Aardappelen van genoegzaam alle andere Gewesten, dat zy veel duurzaamerzyn; Waarom men dezelve, vooral in 'c Voorjaar, in waarde ziet klimmen. Het gewigt van deezen tak des Landbouws kan men hier uit alleen genoegzaam beoordeclen , dat de Huislieden de beste Landen tot dezelve dikwyls het Morgen voor meer dan honderd guldens jaarlyks aan de Aardappelaars verhuuren, en dat deeze lieden, met het Bearbeiden van Las n», 130U v& ï Si.  Land- bouw £« 2. 590 Tegenwoordige Staat van eenigé weinige zodanige Morgens, nogf vry rykelyk hun brood kunnen winnen. Over het algemeen zyn veele Dorpen hier door in grooten bloei geraakt , en op fommiga de Armekasfen genoegzaam geheel van bezwaar bevryd. Mindef gelukkig Haagde in deeze Provirt» cie de Met krap- bouwery, waar van men zeef veel heils had verwacht, om dat dezelve zeef getrokken is in de Verweryen, en eene zeer goede roode kleur uitlevert voor Linnen en Wollen-Stoffen. Deeze plant, ook Miedegenaamd , is reeds federt ettelyke honderd jaaren in Holland en in Zeeland gebouwd ge • weest, en wordt, vooral in de laatfte Provincie, een zeer voordeelig Produkt gerekend. Dit gewas is ondertusfchen vry teder van aard, en moet twee jaaren op het Land blyven, eer men den wortel, die de Verfftoffe bevat, kan opgraaven; wordende dan die wortels, in daar toe gebouwde Stooven , gedroogd, en zo hier gebruikt, als naar buiten verzon* den. De Zeeuwen ftellen op dit gewas zo veel waarde, dat het uitvoeren der Planten of Spruiten van hetzelve aldaar ongeoorlofd is; doch de Aanleggers deezer kweekinge wisten dezelve van daar ter fluik te bekomen, en bevonden, dat dit gewas in onze zavelige beste gronden goeden voortgang maakte Dit gaf aanleiding tot de oprechting van eene Sociëteit van Kooplieden, die eene groote Stoof, een weinig ten Oosten van Leeuwarden, deeden bouwen, tot beter bevordering van welke zy insgelyks vryheid  van FRIESLAND. 591 heid van Impofitien voor Turf en Brandhout van den Lande verkreegen. Ondertusfchen had men zyne rekening verkeerd gemaakt : want toen de Kompagnie, tot bevordering van dit Werk, twee groote Boere - Plaatfen op het Bildt en ééne te Sixbierum had gehuurd, bragten de Landen in verre na zo veel niet voort, als men wel had verwacht; waar by nog kwam, dat, wegens den flegten toeftand: van Frankryk, geduurende den Zevenjaarigcn Oorlog van 1756 tot 1763, dit Produkt aldaar zeer veel in waarde daalde. Eindelyk is, door dee. ze en andere tegenlpoeden, de Kompagnie te niet geloopen, en de Stoof verkocht, met zo veel verlies, dat de voornaamfie Deelneemers duizenden by deeze onderneeming hebben verlooren. Volgens de aanmerking van een' zeer Oordeelkundigen Landbouwer heeft men de reden van het deerlyk verval deezer veel beloovende negotie dus te begrypen. De Aan leggers van dit werk waren Kooplieden , die de natuur van deezen handel niet recht verltonden, en werden dus in de uitvoering hunner onderneeminge deerlyk bedroogen : want toen zy de Landen en Plaatfen zelve moesten huuren om de Mieck te bouwen , was het hun niet mogelyk, de vruchtbaarheid van den grond te bewaaren, zonder insgelyks andere Graanen te bouwen; waar door de omflag van 't werk zo groot werd, dat daar door alles in wanorde geraakte en dus verboren ging. De aankweeking der Mlede door byzondere lieden werd teffens ook geftremd, doordien de Land- B O ü W ENZ.  59* Tegenwoordige Staat Landbouw ejs.3. de Kompagnie een Oktrooi voor haare Sroof verzocht en bekomen had, waar door een ieder gedrongen werd, zyne wortelen naar die Stóof te brengen, en ais zy gedroogd waren , dezelve door Makelaars te Amtterdam te doen verkoopen, welke omflag doorgaans tot nadeel dier byzondere bouwers eindigde. In Zeeland wordt met deeze zaak geheel anders gehandeld; de Boeren hebben daar meest ieder een ftuk Meekrap , gelyk hier hun Koolzaad, en zo ras, na het tweede jaar, de wortelen zyn opgenomen, verkoopt ieder dezelve aan iemand , welke eene Stoof heeft, en dus aan den meestbiedenden, dewyl aldaar verfcheiden Stooven zyn, waarna de Stoofhouders 'er mede Ieeven tot hun meeste voordeel. Indien hier insgelyks niemand van eene geoktrojeerde Stoof had behoeven af te hangen, zou de Meekrapbouw zonder twylfel veel grooter voortgang hebben gemaakt; doch thans zal zich een verftandig Boer hier niet ligt in begeëven, dewyl hy in de voornaame behandeling der zaak geheel en al van den beftierder der Stoof afhangt, en zich in een trein van negotie moet begeeven, die met zyhen verderen omflag van zaaken weinig of geen betrekking heeft. Niet minder ongelukkig befloeg het hier te lande met de Tabaks- Planrefy , welke, reeds in 't begin deezer Eeuw, in Ferwerderadeel werd begonnen; doch de onaangenaame bitterheid en flank, welke dit gewas altoos op ©nze vette gronden verkrygt, benevens de groo-  van FRIESLAND. S93 groote kostbaarheid d?r bewerkinge deeden de nieuwe onderneeming ras in rook verdwynen. In Gaasterland werd dezelve al wederom in laater tyd ondernomen, hoewel even ongelukkig , dewyl niemand dit (tinkend goed wilde koopen of gebruiken. Ondertusfchen is de Amersfoordfche Tabak weinig beter dan die, welke men hier in Friesland kan bouwen; en des niettegenllaandefteigerde dezelve, echter, voor weinig jaaren, in 'c begin van den Amerikaan fchen Oorlog, tot een' zeer hoogen prys, 't geen hier te Lande eenige lieden aanmoedigde om deeze aankweeking nogmaals, ia Dantumadeel, te onderneemen. Men voorzag zich derhalven van fchoon welgemest Land, en bouwde twee groote Schuuren om 'er de Bladen in te droogen: ook kocht men eene menigte Schaapen om dus zelve tot deeze zaak de noodige Schaapemest te hebben. Doch alles befloeg zeer ongelukkig: want de Schaapen werden Gallig en ftierven; terwyl de Amersfoorders, en de nabuurige Gelderfchen reeds zo veel meer Tabak dan naar gewoonte hadden gebouwd, dat men voor verfcheiden jaaren overvloedigen voorraad had van deeze ftinkende waar. Toen derhalven onze Friezen meenden aan 't geldwinnen te zullen komen, was de geheele negotie verbrod, en men werd genoodzaakt de pas volbouwde Schuuren wederom, by afbreuk, te verkoopen. De Vlas • teelt is hier te Lande ook fomwylen vry aanmerkelyk geweest; doch nadenfterken aanwas van den Aardappelbouw wederom niet IV. om» Pp weinig Lanb> BOUW üNZ.  59* Tegenwoordigs Staat Landbouw shz. weinig verminderd: voor 't overige is deeze Bouwery niet onvoordeelig ; doch eischt meerder moeite dan de zaak, by de tegenwoordige duurte van andere Pródukten, waardig is- De aankweeking van Cichoreiwortel, die gebrand en in de Kolfy gebruikt wordt, is ook eene zaak van eenige aangelegenheid, en geeft zekerlyk thans aan de Bouwers een goed voordeel; dan, dewyl hier door veelen worden aangezet om hun geluk mede te beproeven, is het te vreezen, dat ook hier ras de klad in zal komen. Van meer belang en grooter uitzigt is de winning van het Klaverzaad , het uitmuntendfte en kostbaarfte Produkt deezer Provincie. Wy hebben reeds gemeld, dat men in Landen, die anders, in een volgend jaar. gebraakt moeten worden, thans gewoon is Klaver in de Weit of Rogge te zaaien, en daar op in den Herfst Vee te Weiden. Wanneer men nu in 't volgende jaar Kla. verzaad wil winnen, wordt deeze Weidery in 't Voorjaar hervat, en het Land, door de daar op loopende Schaapen, tot op den grond afgeëeten, tot aan het begin van Zomermaand, wanneer, na het wegneemen van alle vuiligheid, de bloemen uit den wortel opwasfen, en, na dat het Zaad genoegzaam ryp is geworden, in den Herfst worden afgemaaid, om, wanneer alles wel droog is, in huis te worden gereeden. Ondertusfchen eischt de inzameling van dee. ze vrucht een' gunftigen Herfst met droogte en  van friesland. '595 «n Zonnefchyn, dewyl dezelve anders dikwyls op het Land zonder voordeel verrot.; Ook is het fchoonmaaken van dit kleine goud-' geel zaad eene zaak van een zeer werkelyken omflag," doch was met dit alles reeds eert bouw van groot voordeel in voorige tyden, toen men het Klaverzaad duur rekende, wanneer het voor 20 of 30 guldens het lopen werd verkocht. Ondertusfchen is deeze waarde, door den Herken uitvoer naar buiten, zodanig gereezen, dat in den verloopen Winter dit zaad tot 80, ja tot over de 100 guldens het lopen is verkocht; voorwaar een buitenfpoorigeprys, dewyl twee ponden zaads, in eene Pondemaate Lands geworpen, in goede jaaren, door eikanderen , twee lopens Klaverzaad uitleveren, die ieder honderden veertig ponden weegen. Indien wy nu eens rekenen voor ieder Pondemaate twee lopens, en ieder daarvan waardig 70 guldens, zo heeft zodanig een fluk in dat jaar opgeleverd 140 Kar. guldens, en dus meer dan thans het gewoone Bouwland, door eikanderen gerekend, waardig is. Kon derhalven zodanig een prys, door de fterke konfumtie van dit zaad in Noord-Amerika, alwaar het op veele plaatfen , tot het Aanleggen van Weidlanden, die met één jaar ook weder ten einde zyn, onontbeerlyk is, ftand houden, zonder te veel, door de groote vermenigvuldiginge, in prys tedaalen, zo was het vooruitzigt der groote voordeden, die hier uit allengskens voor deeze Landen zouden kunnen voortvloeien , waarlyk onbefchryflyk. Pp a zes- la no. BOUW ENZ,  59* Tegermoordige Staat ZESDE HOOFDSTUK. De Koophandel j_)e Handel van Friesland is, in vergelykinge met dien van Holland, van kleine uitge. breidheid; de voortbrengzels nogthans van deszelfs grond, veel uitgeftrekter dan die van Holland zynde, en, vooreen groot gedeelte, uit de fchoonfte Weid- en Bouwlanden beftaande, leveren een' vry aanzienlykert tak van Negotie. Doch de Graanen en de Boter worden, voor het grootfte gedeelte, naar Amfterdam gezonden, om aldaar ter Markt verkocht te worden, en het is niet dan een zeer klein gedeelte, dat daarvan rechtftreeks buitenlands gezonden wordt. De Houthandel is mede een tak van eenig aanzien in deeze Provincie; wordende, jaarlyks, een vry groot getal van Schepen uit Noorwegen en de Oostzee, naar de verfchillende Havens van Friesland, doch voornaamelyk naar Harlingen bevracht, meest voor eigen rekening der Friesfche Kooplieden. Ook komen daar by verfcheiden Ladingen in kommisfie, waartoe dan ook dikwyls vreemde Schepen gebruikt worden, fchoon anders die Handel meest met Friesfche of kleine Groningerlander Schepen van 40 tot 60 Lasten, gedree» ven wordt. Verder komt onder de Goederen, welke Fries- Koor. H 4 N»XL.  van FRIESLAND. 597 Friesland van buiten ontvangt nog in aanmerking, de invoer van Eiken- en andere Houtwaaren, Hennip, Zeildoek, enz., tot het bou- Koor. HANDEL» wen en uitrusten van schepen noooig; ooit ïcnync de aanvoer van Oostzeefche Graanen, federt eenige jaaren, toe te neemen; gelyk ook de verzending van Friesfche Haver naar Engeland, zo voor eigene rekening als in kommisfie, vry fterk heeft aangewonnen. Andere Büitenlandfche Koopwaaren, en voornaamlyk de Wesc-Indifche, welke Friesland noodig heefq, worden meestal uit Holland ontbooden, en zouden, waarfchynlyk, meer rechtfireeks door Friesfche Kooplieden worden aangevoerd, wanneer de zo zeer belemmerende Impofitien de vryheid van deezen Handel niet merkelyk benadeel, den: nogthans fchynen de Staaten der Provincie, niettegenftaande de verfchillende Plans, hiervan opgegeeven, geen ander middel in derzelver piaats te hebben kunnen Hellen, waarby, met minder bezwaar voor den Handel, voor de noodige Inkomften gezorgd wierd. De Manufaktuurenen verdere Pródukten van Friesland zyn,buiten het boven vermelde, van weinig betekenis; wordende de meeste Stoffen , welke alhier bewerkt worden, naar Holland gezonden, en, zo verre ze tot den Buitenlandfchen Handel betrekking hebben, door Kooplieden aldaar naar andere Gewesten af. gelaaden. Onder de Fabrieken zoude men die dier Friesfche Bonten, welke in de andere Provin» Pp 3 cien  Koopha n- 598 Tegenwoordige Staat cien en» naar de West-.Indien, vry fterk plag* ten getrokken te worden, de eerfte plaats moeten toekennen \ doch ongelukkig heeft deeze tak, door den Invoer van Elberfeldfche Bonten, welke aldaar veel beter koop gefabriceerd kunnen worden, merkelyk afgenomen. In Harlingen alleen telde men, in 't jaar 1748, wel duizend Weevers van die Stoffen, daar men thans naauwelyks een derde deel van dit getal kan rekenen. De Steen - en Panne * Bakkeryen, als ook de Zoutkeeten, waarvan het grootfte gedeelte in en omtrent Harlingen gevonden wordt, verdienen ook eenige aanmerking. Van de twee eerstgenoemde Fabrieken wordt een gedeelte naar de andere Provinciën, doch voornaamelyk naar Holland gezonden; terwyl het overige, naar buiten, veelal op Noorwegen en de Oostzee, in plaats van Ballast, in de Schepen geiaaden wordt. f jet gerafineerd Zout wordt, buiten de konfumtie in de Provincie, ook naar Overysfel, Gelderland, Groningen en Drenthe gezonden : in Holland, echter, is de invoer, en zelfs het doorvoeren, door den gewoonen nayver deezer Provincie, in 't ftuk van Negotie, genoegzaam belet. In de Zeevaart kan men zeggen, dat Friesland een vry aanmerkelyk deel heeft: men zou, denkelyk, zonder vergrootinge, het getal der Schepen, in deeze Provincie, welke Buitenlands gebruikt worden, op twee duizend kunnen fttïlc n: meestal worden deeze Schepen tot de vrachtvaart gebruikt, waartoe ze ook»  om FRIESLAND. s?9 ook, in 't algemeen, zeer gezocht worden. Deeze bepaalt zich ondertusfchen, meestal, aan de Oostzee, Noorwegen en de Franfche en Spaanfche kusten; terwyl die der Hollanderen en /eeuwen zich meer uitftrekt naar de Middellandtche Zee, en de West - Indien. Ook hebben de Friezen maar weinige Tweedekte Schepen, in vergelyking van het groot getal Koffen ofEendekte Vaartuigen, niet zo gefchikt tot afgelegen Zeetogten. Het bouwen en uitrusten van nieuwe Schepen wordt, op verfcheiden plaatfen der Provincie , meestal geduurig aan den gang gehouden; doch wordtin tyden van Oorlog, tusfchen Zeevaarende Natiën, wanneer de StaatfcheVlag, onzydig kan blyven, met veel yver doorgezet. Ook zag men, in 't jaar 1780 , voor dat de Engelfchen de Republiek vyandelykaanrandden, een getal van meer dan veertig nieuwe Schepen uit de verfchillende Havens van Friesland uitgaan. In Vredens tyd, wanneer alle Natiën veilig vaaren kunnen, wordt dikwyls de Vracht, vaart niet alleen zonder voordeel, maar ook wel eens met nadeel gedreeven: nogthans vinden de Friezen in hunne fpaarzaamheid, er» het gering getal van Manfchap, waarmede zy, in vergelyking van andere Natiën, hunne Sche. pen bevaaren, doorgaans de middelen ter in ftandhoudinge van een' zo nuttigen tak, welke ook, zo de Schepen niet voor een groot deel, door belang hebbende Leveranciers, wierden uitgerust, waarfchynlyk met dat alles Pp 4 eeoe Koor? HAN* DEL.  ooo Tegenwoordige Staat Koop- handel. eene merkelyke vermindering zou moeten ondergaan , vooral wanneer , eenige jaaren achter een, door de mededinging van andere Natien , de Vrachten merkelyk verlaagd wier den. De natuurlyke gefteldheid en ligging der Provincie is niet ongunftig voor den Koophandel en Scheepvaart; hebbende dezelve verfcheiden goede Havens , gefchikt voor redelyk diepgaande Schepen , waar onder aan die van Harlingen de eerfte plaats moet gegeeven worden ; dienende dezelve , dikwyls , des Winters tot eene veilige wykplaats voor inkomende Schepen , die aldaar , doorgaans , met twee tyen , uit Zee kunnen binnen komen. Friesland is , over 't geheel, ook wel voorzien van Binnenvaarten , die het gemak des Handels bevorderen; doch heeft geen gemeen fchap met groote Rivieren , waarom men zich tot den Zeehandel moet bepaalen. Sommige wetten van Friesland zonde men mooglyk , als nadeelig voor den Koophandel kunnen aanmerken , gelyk , by voorbeeld , die der Regiflratie , waar door 'de houder eener Obligatie rot iemands last, die dezelve ter Sekretarye laat aantekenen , den voorrang in de betaalinge verkrygt boven alle anderen , en Waar door de Boekfchulden moeten achter ftaan. Althans veelen zyn van oordeel, dat die daar onder moet betrokken worden , wyl de Hollanders dikwyls , hiervan ondervinding hebbende , daar door te fchroomagtiger zyn geworden in het verkoopen hunner Waaren aan Friesfche Kooplieden en Winkeliers: en mooglyk is ■ deeze  van FRIESLAND. tfoi deeze wet, die insgelyks weleerin Holland plaats had, daarom, als nadeelig voor den Handel, afgefchaft. Echter zou men aan den anderen kant, tot begunltiging dier wet, kunnen zeggen, dat door de meerdere veiligheid , die dezelve aan de Geldfchieters verleent, deeze daar door ook te eerder befluiten tot het verftrekken van Gelden aan Partikulieren , toe voortzetting van nuttige onderneemingen , die anders , misfehien , met minder nut in Buitenlandfche Fondfen belegd zouden worden. Dan om deeze en andere wetten ter toetfe te brengen , zoude men eene geoeffende Rechtsgeleerdheid met de kennisfe des Handels moeten vereenigen , om derzelver wederkeerigen invloed te kunnen nafpeuren ; een taak die ook inderdaad , voor 's Lands welzyn, bevorderlyk zou weezen. De Regeering zou, waarfchynlyk, ook veel tot uitbreiding van den Handel kunnen te wege brengen, zo door het affchaffen van fommige voor den Koopman drukkende lasten, als door het beguntligen en beloonen van fommige onderneemingen : dan bet fchynt dat tnen daarop niet genoeg bedacht is , waartoe , mooglyk, medewerkt, dat geene der Regenten, gelyk in Holland , zich met den Koophandel bezig houden, en daar door deszelfs invloed op het welzyn van den Staat niet zo gereed , befeffen. Pp g Daar K O O Bli-l.  6os Tegenwoordige Staat VOEG- ZêLS IN VE I!B ETKBI NCEN. X^aar wy alle kundige Leezers van dit ons Werk wegens den Tegenwoordigen Staat van Friesland nebben uitgenpoiigd, om ons met die verbeteringen en vermeerderingen te willen vereeren, welke, naar hun inzien , dienen konden om hetzelve tot dien trap van zekerheid en volkomenheid te brengen, welke noodig is om deszelfs achting en gebruik zo wel duurzaam als nuttig te maaken ; zo fchroomen wy niet de ons toegezonden verbeteringen en vermeerderingen aan de Bezitters van dit belangryk Werk , by wege van Byvcegzelen, mede te deelen , en ondertusfchen hier mede onze hartclyke dankzegging aan die Heeren te betuigen, welke zich de moeite wel hebben willen geeven, om ons en anderen op eene aangenaame wyze te verpligten. I Deei, bladz. 53. den naam Zevemvou» den, als een naam van eenen onzekeren oorfprong hebbende voorgelteld, gaven wy daaromtrent, iets naders op lil D. p. 467. doch niet in allen opzigte overeenkomllig met het geene ons daaromtrent van eene geleerde hand is toegekomen : Op de woorden: waarom dezelve juist Zeven Maalden heeten enz. gaat dezelve dus voort: „ Dit is iets het „ welk my meermaalen zelfs van geen on„ kundige menfchen gevraagd isM. Het antwoord komt my vry zeker voor. By ouds en reeds onder de taxifche Regeering waren onder dien naam begreepen, Ooniawerftal, Lemlterland , Gaasterland , /Engwirden , Schoo-  van FRIESLAND. 603 Scbooterland, Uitingeradeel en Haskerknd. I Oplterland was toen onder Oostergo en bei-* de de Stellingwerven behoorden oudiyds niet E tot Friesland, maar tot Overysfel. In het v Landboek van Marcena, by de opgave derj Jaarta:-en,' vindt men zulks vry duidelyk, en byzonder verdient daarop te worden nagezien. Cbarterb. IJ? D. p. 29. I D. bl. 98 en 99. wordt het onderhoud der Ta;ke ■ en Lemfterzylen gebragt ten laste der Provincie; doch daar mede is het dus gelegen : Taïkezyl wordt onderhouden voor § door Doniawerftal , Haskeriand, /Eogwirden, Gaasterland, de Stad Sloten, als mede de Dorpen Oosterzee en Echten in Lemfterland ; en voor § door de Dorpen W'yckel, Sondel, Oude - 'en Nye - Mirdum. — - De Lemfterzyl komt ten laste van de Dorpen Vollega, Eesterga en de Lemmer. ——-— De Schooterzyl wordt maar alleen voor een gedeelte door de Provincie onderhouden; konnende wy, by mangel van zekere berichten, daaromtrent "geene naiuwkeurige bepaaling maaken. I D. bl. 136. Nopens 't geene, daar ter plaatfe, wegens den Adel wordt gezegd, komt, onder de ontvangene ftukken, het volgende ons voor van te veel belang om 't zelve niet geheel te melden: „ Dit ftuk (wegens den Adel naamelyk) wordt met reden voor eene der bedenkelykfte zaaken van de ■ Middeleeuwfche gefchiedenis gehouden; 09k fchynen de denkbeelden der Volken, daarom, trent al vroeg te hebben verfchild. De Rome». Br. VOE IJZEL s E N V E K B B TE1UNGEK.  6o4 Tegenwoordige Staat 15 TVOEG»ZELS EN VERBETFIt I NCEW. meinen waardeerden den Adel hooger of laager naar maate iemands Ouders of Voorouders meer Eer - ampten hadden bekleed. Zie Cicero in Or. de Leg. Agrar. c. 3. Polybius. L. 6. c. 51. By de -Duitfche Volken, onze Voorouders, werden ook voor Edelen gehouden zulken, die zich zeiven door, verdienden den weg tot Eer - ampten - hadden gebaand» Zie Tacit. de Mor. Germ. c. 26. 'Er fchynt ook by de Friezen eenig Landgoed of Ouderlyk Erf, of zo het genoemd wierd State (waarvan nog eenige by ons overig zyn) in aanmerking te zyn gekomen. Opmerkelyk is hier omtrent eene plaats in de Oude Friefche Wetten 111 D. n. 14. EIwafo of heerneed ende of oerneed komt ende eene have haet, fynt hy fyn ayn land ende hy bikanna moge fyn edel ende fyn eekeren ende fyn Faders Staten. Zo iemand van heirnood of anderen nood komt ende een have heeft, vindt hy zyn eigen land, en mag hy bekennen zyn adel, en zyne akkers en zyn Vaders Staten. ———— Waar over men kan leezen de Aanmerkingen op de Oude Fr. Wetten, by Seidel gedrukt. • In 't algemeen kan men zeggen, dat de hoofdverdceling, by Ouds, was in Vryen en Slaaven; maakende de Laaten flegts een' middelftand uit. In de Oude Friefche Wetten vindt men reeds de Edelen mede genoemd, gelyk ook in de Lex. Angl. et Werin,, zo dat toen de Vryen reeds twee foorten hadden , dewyl alle Edelen wel vry, docli geenszins alle vryen Edel waren. i)e naam era  van FRIESLAND. 605 en het woord van Edelen fcbynt af te ftarnmen van het F- Th. Ethel, hetwelk in Y algemeen aanzienlyk , uitmunten.1 betekent; ] in hoedanige betekenis het meermaalen voor- 1 komt. Zie Junius ad Willeramitm. p. 48.' Waarin echter het weezen van den Adel, on-1 derde Duitfche Volken, befiaan hebbe, valt niet gemakkelyk te bepaalen. Sommigen, gelyk Wachter , in Gl. ftellen hetzelve in eene aanzienlyke geboorte; doch dit lost eigenlyk de vraag niet op zo lang het onzeker blyft, hoe 'er de eerfte zy aangekomen. Anderen , gelyk de anderszins oordeelkundige Cartner ad Leg. Sax. p. 2f. en de Vermaarde Leibnisz, Excerpt Meyerian. p. 289, leiden het woord Edelman af van Ot of Od, prjedium, posfesfio, en ftellen, op dien grond , het weezen van den Adel in de bezitting van aanzienlyke land - of vaste goederen; doch ook dit was niet genoeg zo 'er niet een ander middel bykwam, waardoor men boven andere Vryen verheven wierd. Het aanneemelykfte fchynt te zyn, dat die, welke niet alleen Vry gebooren , maar ook welgebooren, dat is van ondenkelyke tyden af uit vrye Ouders gefprooten, en tot de aanzienlykfte Ampten in den Burgerftaat of Krygsdienst bevorderd , en daar door boven anderen verheven waren , voor Edellieden gehouden wierden: en ook hier in fchynt de oorfprong van den Friefchen Adel gezocht te moeten worden. Zie Cramer de Jure et praiogat. ISobil. Avit. en Heineccius, en nopens onzen Friefchen Adel, V O E G« ZEll 15N VEII8ET E il I H' GEN.  VOEG7. ELS E N VERBETERIKOEN* 606 Tegenwoordige Stvett Adel, de Memorie voor de Eigenerfde Grietslieden , te vinden in de Jaarboeken, V. D. bl. 158; zynde dit laatfte ftuk, naar. men zegt, gefchreeven door den Hoog Ed. Geftr. Heere Jan de Kempenaar, Eerfte en Praïfiieerende Raad in den Hove van Friesland. I D. bl. 229. Daar gefproken wordt wegens den Doop van Radboud; hier over dient nagezien Kluit, Hist. Crit. Com. Holl. 1 D. 2 St. p. r. . . . bl. 266 en 267, lees voor Timelting, Fimelting; en wegens 't Bodting, Scheite en Aesga, dient nagezien de Regeeringsform der Ommelanden, door Halfema uitgegeeven, en 't ifte ftuk van de oude Fr. Wetten. . . . bl. 433. Schenftoel, lees daar voor Sehend- of liever Seindfloel; wordende de woorden Seynde, Senne, Send, Seend,üinde, Seyne, door Kiliaan met Synodus verklaard. En wat de befchryving van 't Geestelyk Rechtsgebied betreft, daaromtrent is ons de volgende aanmerkinge medegedeeld : dat hec Geestelyk Rechtsgebied over Friesland ver. deeld zoude zyn geweest, tusfchen de Bisfchoppen van Utrecht, Bremen, Munfter en Keulen, is in eene zekere maate waar, ten aanzien van 't oude Friesland, maarabufieften opzigte van 't hedendaagjche, 't welk van de invoeringe van 't Christendom af, onder niemand geftaan heeft, dan onder den Bisfchop van Utrecht en onder dien van Keulen, in zo verre 'die van Utrecht als Suffragaan aan den zeiven gefubordineerd was. II. D.  ra FRIESLAND. 6c? II. D. i. St. bl. 8. op de 17 reg. van onderen , leeze men voor Kamminga Oenema; zynde deeze en de volgende Staate oudtydsby denzelfden naam bekend geweest , en onderfcheiden geworden door Oud en Kieuw: van 't eene huis, wanneer de Generaal Kamminga daar af kooper wierd, is een groot gedeelte afgebroken. bl. 60. reg. 9. De Sneeker Vaart, van welke daar gefproken wordt, is in 1647 tot eene Jaag-Vaart gemaakt. In 1787^ van nieuws gellatten zynde, maakt dezelve den doortogt van Leeuwarden over Sneek naar de Lemmer enz., vry gemakkelyk. Bl. 195. leeze men voor Ha- nia, dat daar driemaal voorkomt, telkens Stania ; liggende deeze State, een vierde uur van Reitfum, ten Noordoosten. Bl. coo. óp den 2 regel van onderen, mo2t voor Burmania Aylva geleezen Worden. Bl. 219. Staat: ten Westen aan het Dokkumer diept, en ten Zuiden aan dePsezcns; doch moet zyn ten zuiden aan het Dokkumer Diept en ten Westen aan de Pszens. Bl. 235. reg. 3 en 4 van boven, wordt gefproken van Herbranda, Gerbranda of Branda State; doch het geflagt van Gerbranda was onderfcherden van Herbranda; zynde de fraije nieuwe huizinge, waar van daar ter plaatfe gefproken wordt, laatst bewoond geweest door den Raadsheer Knock, en federt afgebroken. II. D. f o s fl. zsu i H / E » B Ers RINSE N.  o8 Tegenwoordige Staat By- voeg» ZELS Jt N v E b b Eterin«U. II. D. ï. St. p. 255 reg. 11. van ond. Staat Hanspoort; doch men leeze daar voor Hans - of Hantumerpoort. reg. 8 van ond. Leeze men Hanswater in ftêe van Hansworter. Bl. 258. reg. 2. van ond. leeze men voor Karei van Uma, Karei van Unia. . 2 ftuk. Bl. 444. leest men: de Hervormde Gemeenten deezer Grieteny zyn de 7 volgende; doch voor 7 moet 8 geleezen ■worden; zynde de Gemeente van Tzum, die de eerfte en aanzienlykfte van allen is, ongelukkiglyk, in de optellinge, over 't hoofd gezien. . Bl, 454. reg. 9 van onderen , ftaat: welke zy ook nog heden bezitten; doch daar voor leeze men: welke voor ruim honderd jaar, by een algemeen abandon, aan derzelver Crediteuren zyn overgegeeven, welke dezelve ook nog heden bezitten. Bl. 465. reg. 8 en 9 van onderen, wordt gefproken van Obligatien op Dokkum, en daaromtrent is ons de volgende aanmerking medegedeeld. Die Dokkumer Obligatien, waarvan alhier melding wordt gemaakt, bedroegen by derzelver Overlyden ( naamelyk van Mevrouwe Westerhuis ) 14400 —- : —: Oud Capitaal,dus 't aandeel der Testatrice k 36 prCt. 5184 —-: ——: waarop, zo lang de Obligatien aan de tour van inlosfinge zyn, jaarlyks, zo aan kapitaal als achterftallinge intrefsen, wordt ontvangen circa 260 «——: *»•*• '• Ook hebbe altoos over het oog.  van FRIESLAND. 609 oogmerk en gebruik van dat Legaat anders hooren fpreeken, te weeten, dat driemaal 50 gulds 's jaars aan drie behoeftige en des begeerende Vrouwen, 't zy van de bloedverwanten der Teftatrice, of die in haaren dienll geweest waren, van dat geld moest worden uitgekeerd, (gelyk my ook bekend is dat altoos gedaan is) en 't overige ten voordeele van 't Weeshuis en niet van 't Gasthuis moeste komen. III D. 1 St. bl. 9. r. 17. en daar zyn dikwyls enz. Dk zou een misllag zyn, te verhelpen uit het Naamregister van Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit enz. . , . . . bl. 126. r. 5 en 6 van ond. Moddermolen : zodanig een Moddermolen kan althans op de bot der brug weinig of geen dienst doen; beter zou 't zyn, de Buitenhaven diep te maaken: want zonder dat moet de Noorderhaven, die nu ook geflat is, zo wel als de Zuiderhaven, noodwendig opflyken. bl. 148. reg. 11. ftaat 21 Aug. doch moet zyn 29 Aug. ook zal men niet kwalyk doen, met voor Reen te leezen Rien; zynde dit althans de meest bekende naam van deeze buurt. ; . . . . bl. 153. leeze men reg. 1. ïn plaats van 1503' I3°3>en reg- *°> 11 en 12, zal men wel doen, zo men 'c in Horten en opbouwen van den toren aanmerkt, als niet het jaar voor, maar 't jaar na het bouwen der Kerk gefchied te zyn. bh 178. reg. 6 van ond. leeze men Obbe in plaats van Llbe. IV. DEEL. <^q III. D. Br- VOES' Z '• LS KN V E li S Cr £ RIKSEN.  B7- tOEG» Z BLS EN VER BETE KIN" CKP. 610 Tegenwoordige Staat III D. 2 St. bl. 264. reg. 2. {fcftt 0^ perftier, moet zyn Opperbeftier. bl. 492. wordt van het Dorp Broek gezegd, dat het een Kerk heeft mee een' ftompen toren; doch moet zyn een Kerk zonder toren. bl. 495 , wordt aan Doniaga een Kerk zonder toren gegeeven ; doch hetzelve heeft thans geen van beiden, maar alleenlyk een Klokhuis, bl. 504, wordt van 't Leegemeer gezegd: de Kerk is zonder toren; doch federt dat Schotanus dit fchreef, is de Kerk zo wel hier als op veele andere plaatfen weggebroken. . . . . bl. 518. worden aan Schoo* terland 18 ftemmende Dorpen gegeeven ; doch in de optellinge worden 'er maar 14. by naame genoemd. Het woord ftemmende dient hier weggelaaten, en dan zullen 'er inderdaad maar 14 oorfprongklyke Dorpen zyn , die het recht van ftemminge van ouds her bezaten. Doch door verloop van tyden en veranderinge van omftandigheden is te we* ge gebragt, dat enkele uitbuurten of huizen, op den grond, tot dit of dat Dorp behooren. de, gebouwd, en eerlang grooter dan hee Dorp zelf geworden, den naam van Dorpen verkreegen hebben en daarvoor gehouden worden. Dus zal Schurcga eene Uitbuurt zyn van Jubbega; Uitdyken of Schooter - Uitdyken, onder Delftrahuizen worden geteld; het Heerenveen als een Uitbuurt van Oude» fchoot worden gerekend, en Brongerga, INieuwbrongerga, anders de Knype genaamd, onder Mildam behooren : hoewel Brongerga het  van FRIESLAND. 6n het oorfprongklyke Dorp zal zyn, waarvan Nieuwbrongerga en Mildam Uitbuurten zyn; maar om dac Brongerga naauvvlyks 5 of 6 ftemmen heeft, en Mildam een zeer uitgeftrekt Dorp is, zal dit waarfchymlyk de reden zyn, waarom men in voorige tyden, dit Dorp ten Floreen Kohiere heeft aangetekend in plaats van Brongerga , hoewel de oorlprong voor Brongerga pleit. III D. 2 St. bl. 521. Toen wy de be* fchryving van het Heerenveen en deszelfs fraaie Kruiskerk ten papiere bragten, was deeze nog zonder Orgel; doch naar de berichten , van daar ontvangen , wordt 'er thans een vervaardigd; hebbende wylen de Vrouwe Weduwe van den Heere Grietman, Menno Coehoorn van Scheltinga, by uiterften wille, van haar groot vermogen, daar toe eene genoegzaame fomme gelds gelegateerd. bl. 556. reg. II van ond. wordt gefproken van de Wyckelerpoort der Stad Sloten: volgens ontvangen bericht is deeze Poort vernieuwd in den jaare 1758, en op de Hardfteen der voorige Poort las men 't volgende rym : In 't jaar vyftienhonderd een en tachtig, Zag men deeze Stads poorten en Wallen herbouwen, Door raad des doorluchtigen Prinfe zeermagtig, Graaf van Nasfauwen en's Lands Stadhouder getrouwen Ivlet Bernard van Mevode deszelfs Luitenant, Ook den Gedeputeerde Staaten, die in 't biiionwen Daar toe gedaan hebaen haar behulplyke hand , Sjoulc van Ilumalda, Doeke Aisraa uit Oostergo kant Qq a Elg« Br- voüo- ZELS EL N vsb bb- r e it 1 n« qb.it.  6l2 Tegenwoordige Staat By- v o e o" ZULS EN ve reeter insiïï. EIger van Feitema en Gerrolt Intes KingmavanWester- (go fyen Auke Ydes , Abel Frankena uit der Wouden gezant Douwe Sixma, Mr. Jan Monsma uit der Steeden met ( verblyen Tot Gods lof, des Lands eere eu der Ingezetenen bevryen. IV D. i St. bl. 25. Het Almanak of Rooster daar gemeld, is thans van geen gebruik meer; hebbende de Steden in den jaare 1788, by het begin van den grooten Landsdag, weder aan zyne Hoogheid opgedraagen de Dispofitie over de Stedelyke ampten. . . . . . bl- 215. reg. r, 2 en 3, doe men by: Hy mag wel een publiek perfoon als Scriba gebruiken, maar geen verkooping houden op ordinaire Boelartikelen: ook mag hy de Verkooping wel houden in een publieke Herberg of Koffy huis, zo als te Harlingen, nu en dan, ten aanzien van Suiker, Koffy en Bontreders Waaren, en Gereedfchappen gedaan wordt. . . . . bl. 304. reg. 6. Staat: de Roeden, aan de Vyfdeels Dyken gebruikelyk, zyn van 14 gemeene Friefche voeten de Roede ; doch daar voör leeze men liever: De Roeden, aan de Vyfdeels Dyken gebruikelyk, en Dyksros. den genaamd, zyn van zestien gemeene Friefche voeten de Roede, doch to: Dykswerken gedeeld in 1 £ Dyksroede voeten; en op ieder zodanige enz. . . . . . bl. 318. reg. 8. vanonder, ftaat: Niettemin zou hier, in 1776, byna eene Dykbreuk zyn voorgevallen , dewyl enz. In deezen neeme men het woord bier vooral niet  van FRIESLAND. 613 niet in zulk eene bepaalde betekenisfe als of daar door wierd te verftaan gegeeven, dat 'er bykans eene Dykbreuk zou zyn voorgeval, len in Wonzeradeels Dyks Contributie, loopende tot aan de Workumer Hek: want de gedreigde Dykbreuk had plaats, in 't verlengde gedeelte van dien Dyk tusfchen de Workumer Hek Bv- VOED- ZELS EN VEEBETEK INOEN. en Sluis, behoorende tot de Contributie dier Stad. . . . a St. bl. 470. Tot opheldering van 't geene daar ten aanzien van de Kommiezen en Cherchers van 's Lands gemeene middelen eriz. wordt gezegd , kan inzonderheid dienen, 't geene men leest in 't Plakaat der Ed. Mog- Heeren Staaten van Friesl. ingefteld op 't ftuk der Impofitien by Collecte in te vorderen bi. 40. van de uitgave van 1785; leezende men daar. § 79- De Hoofd Commis, benevens de zes andere Commifen en Agent zullen ten allen tyden door de Staaten van de Provincie, op voorftel van Zyne Hoogheid, den Heere Prince Erf-Stadhouder, worden genomineerd, aangefteld en met Commisfie voorzien, en zulks voor bun leeven, of tot hun Ed. Mog, kennelyk wederzeggen, § 80. De Opzigters zullen ad vitam en zo lange zich den dienst door dronkenfchap , excesfen of anderzins niet onwaardig maaken (wa^r O 2. over  B v- VOEG* ZE LS E H V E R B "GIN, 614 Tegenwoordige Staat over het Collegie kort recht buiten forrne van Proces doen zal) worden verkooren, door de Commifen , welke vervolgens door het Collegie zullen worden voorzien met eene Commisfie als Opzigters, en dan geplaatst door de Commifen, alwaar zy die noodig zul* len oordeelen. S 81. Deeze Opzigters zullen by het ontvangen hunner Commislien den eed voor het Collegie moeten doen volgens het Formulier. Onder aan de Inftructie voor den HoofdCommis , de verdere Commifen en den Agent van den zeiven Hoofd-Commis van 's Lands middelen van Confumtie ftaat: Op huiden den heeft om; den inhoud deezes wel en getrouwelyk waar te neemen den Eed in handen van het Mindergetal afgelegd, Actum utf. In kennisle van my (geO door den Secretaris van de H. H. Staaten.  va» FRIESLAND. 6,$ Jn de befchryvinge van elke Stad in het byzonder, gaven wy ook bericht van derzelver Regeeringe, en de Reglementen en Oktrooien daaromtrent; doch dewyl in deezen federt dien tyd omtrent de Steden Leeuwarden, Harlingen en Workum eenige nadere fchikkingen zyn gemaakt, welke» op Refolutien van Staat rustende, thans gevolgd worden, hebben wy geoordeeld, ook die den Leezer niet te moe» ten onthouden; alwaarom wy dan hier in de eerfte plaats laaten volgen het REGLEMENT OP DE REGEERINGE D K R STAD LEEUWARDEN EN DE RESOLUTIEN daar toe betrekkelyk, BY DE EDELÈ MOGENDE HEEREN STAATEN VAN VRIESLAND Gearresteerd, den 19 Maart 1786. Qq 4 EX- NIEUW Regieneut op ie Regee» ring der Stad Leeu. warden.  6x6 Tegenwoordige Staat TïIEUW Reglement op de Regeering der Stad Leeu warden. Extraheerd uit het Refolutie Boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. Bij Refumtie gedelibereerd zijnde, op het Concept Regeerings Reglement, bij de Magiftraat, Vroedfchap en Bevelhebbers^ der Stad Leeuwarden, tot voldade aan Hun Ed. Mog. Refolutie van den 20 October 1785. opgemaakt, als meede, op de daar bij fchriftelijk gefourneerde bijzondere begrippen, confideratien en adftruftien, der Disfentieerende en andere Leeden; voorts gehoort, het Rapport, door de heeren, bij Staats Refolutie van den 8 December laastleeden, met Heeren Commisfarisfen uit het Collegie der Gedeputeerden, en uit den Hove Provinciaal Gecommitteerd, de voorz. ftukken geëxamineerd hebbende, ter Vergaderinge uitgebragt en wijders nau* keurig, nagegaan, en wel overwoogen zijnde, den inhoud van opgenoemde Reglement, zoo en in dier voegen, als bij welgemelde Commisfie verandert en geredresfeerd , aan Hun Ed. Mog. op deezen Ordinaris Landsdag, als het 3 Provinc. Poinct van Deliberatie is voorgedragen, luidende woordelijk aldus. FIAT HNSERTIO. Is goedgevonden en verftaan, de Heeren Gecommitteerden voorz. voor hun genomene moeite en gedaane Rapport te bedanken, en het zelve Reglement, voor de Regeering der Stad Leeuwarden na miertie van de woorden, mitsgaders het Reglement Reformatoir, van Wijlen  van FRIESLAND. 617 Wijlen Zijne Doorl. Hoogh. G. G. van den 1 21 December 1748. in de Formulieren van' den Eed, voor de Magiftraats perzoonen en t "voor de Vroedfchap te approbeeren en te r arresteeren, en voorts te ftatueeren, gelijk' geftatue&rc wordt bij deezen, dat het zelve) toekomfttg zaj zijn, het Regeerings Reglement van gemelde Stad; wordende de lleeren Hun Ed. Mog. Gedeputeerden gelaft en gequalificeerd, om aan de Magiftraat en Vroedfchap aldaar 't zelve Copielijk te laaten toekoomen, en dezelve voorts op 't Collegie te ontbieden, en aan Hun aldaar verfcheenen, uit naam van Hun Ed, Mog. de Heeren Staaten, van den Eed op 't Regeerings Reglement, van den 9 December 1766. gedaan, te ontftaan: en voorts van Hun den Eed , op het voorfchreven nu gearresteerd Regeerings Reglement af te neemen, vervolgens het zelve aan de Magiftraat dier Stad te"overhandigen, ten fine van Publicatie en Affixie, en om de Bevelhebbers ingevolge het Formulier daar agter ftaande, meede te beëdigen, met verdere authorifatie, op Welgedagte Heeren Gedeputeerden, om indien een of meer Leeden van gemelde Magiftraat of Vroedfchap onverhoopt weigèragtig mogten zijn, om den Eed op dit Regeerings Reglement af te leggen, den zulken te verklaaren ipfo facto vervallen te zijn, van zijne of hunne Refpee^ive Magiftraats of Vroedfchaps plaatzen, dewelke aanftonds impetrabel zullen zijn, en begeeven worden, door die geene aan welke zulks toekoomt, ingevolge dit Regeerings Reglement, en zal het zelve Qq 5 Regle" NIEUW. Reglement pp de Regeering der Stad Leeu« warden.  6i8 Tegenwoordige Staat KIEÜW Reglement op de Regeering der Stad Leeu warden. REGLE- Reglement Copielyk, mitsgaders Extrafr dezes aan den Hove Provinciaal, door 's Lands Secretaris worden overgebragt, met last aan het zelve, zoo wel aan onze Gedeputeerden , om aan de ftri&e obfervantie daar van de hand te houden, zullende dit gearresteerde Reglement meede Copielijk, als meede Extract deezes, worden gezonden, aan Zijne Doorlugtige Hoogheid, den Heere Prir.ce Erfftadhouder, tot Hoogst deszelfs informatie, Aldus gerefolveerd op 't Landfchapshuis den 19 Maart 1786. Accordeert met voorfz. Boek, In kennisfe van mij J. van IDSINGA.  van FRIESLAND. 619 REGLEMENT NIEUW Reglement op de Regee» ring der Stad Leeuwarden, OP DE REGEERINGE \ DER. STAD LEEUWARDEN. Art. I. f)at de Magiftraat zal beftaan, gelijk van ouds, in vier Burgemeesteren, zes Scheepenen en twee Bouwmeesteren , ieder voor den tijde van vier Jaaren ; zullende alle Jaaren de drie Oudften, en langst aan een in den Raad geweest zijnde, afgaan, namelijk een Burgemeester , en twee Scheepenen, of een Burgemeester , een Scheepen en een Bouwmeester. II. Dat de Vroedfchap zal beftaan, zoo als reeds bij het Reglement van 1657. is gereguleerd, in veertig Perzoonen, uit ieder van de tien Espels vier, welke zulien continueeren, hun leven lang , mits zijnde en blijvende gequalificeerd , conform het volgende Articul. III. Dat niemand tot de Magiftraat of Vroedfchap admisfibel zal zijn dan een geboren Burger der Stad , of die aldaar vooraf vijf volle Jaaren gewoont en het Burgerrecht voor zijne admisfie gewonnen heeft, ten zij iemand aan een Burgers Dogter, die binnen de Stad of Jurisdictie van dien woont, koomt te trouwen , wanneer hij, mits het Burgerrecht voor zijne admisfie winnende, met twee Jaaren inwooninge zal kunnen volftaan, voorts zullen de-  TJIE UW Regiement op de Regee. ring der Stad Leeu. warden. 620 Tegenwoordige Staat dezelve Perzoonen over de twintig Jaaren oud moeten zijn, en ieder, het zij in e;gen naam, het zij in qualiteit van Man en Voogd over zijne Huisvrouw, wettig moeten bezitten ten minften de waarde van duizent Daalders, aan vaste goederen, in de Stad Leeuwarden of Jurisdictie van dien, ook zullen dezelve moeten weezen Ledematen van de waare gereformeerde Gemeente, of ten minften verklaaren, dat zy de gereformeerde Religie, zoo als die in de Provincie van friesland aangenoomen en in de Jaaren 161B en 1619. ifi de Synode van Dordrecht, is geëlucideerd, en opentlijk in de Kerken van deeze Provincie geleerd wordt, houden voor de Waare, Chriftelijke en algemeene Apostolifcbe Religie, voorts van goed gedrag en converfatie, ook getrouw en gewillig den tegenwoordigen ftaat van Regee-» ringe te handhaven, en de Provinciaale Refolutien te maintineeren. IV. Dat in de Magiftraat of Vroedfchap niet zullen mogen weezen een Grietman , Bijzitter, Secretaris, Fiscaal van een Grictenije, Of een Gevolmagtigde van een Grietenije ten Landsdage, ook geene van de vier Ontvangers Generaal, geen Auditeur Militair, geen 's Lands Bouwmeefters, ook geene Kamerboden, Boden of Deurwaarders van de hooge Collegien. V. Dat meede in de Magiftraat, of Vroedfchap niet zullen mogen zijn Stads Rentmeefters, Stads Collecteurs, Ontvangers der Boelgoederen, Stads Doctoren, ofte Chirurgijns, Stads  wn FRIESLAND. 621 Stads Werklieden of Baazen, ofte die van de Stad eenig Traclement trekken; gelijk ook niet alle de vaste Leveranciers aan de Stad, die voor hun leeven lang zijn aangefteld; zullende echter alle de zulke, die in dit en het naast voorig Articul zijn uitgefloocen en NIEUW Regiement op . de Regeering der Stad Leeuwarden. thans m de Vroedlcnap zijn, hun ieeven tang daar in mogen blijven. VI. Dat niet in de Magiftraat maar wel in de Vroedfchap zullen mogen zijn, de Lands Collecteurs by de Stad aangefteld, en die, welke eenige Leverancie aan de Stad of Stads publique Galt-en Weeshuizen, hebben. VII. Dat niet te gelijk in de Magiftraat öf Vroedfchap zullen mogen weezen Vader en Zoon of twee Broeders. VIII. Dat ook geene Zwagers of Schoonvaders en Schoonzoons, zoo lang de band des Huwelijks fublifteert, te gelijk in de/ Magiftraat, maar wel in de Vroedfchap zullen mogen weezen. IX. Dat de Nominatie van nieuwe MagiftraMs - perzoonen alle Jaaren zal gefchieden op den 15 December, ten waare die dag valt op een Satur.dag of Zondag, wanneer 't gefchieden zal op den Maandag daar aan volgende. X. Dat de Magiftraat als dan, ieder hoofd voor hoofd twee, en alzo te zaamen vier en twintig Perzoonen, gequaliliceerd volgens het 3 Ardcul, uit het gantfche Lighaam der Bur;  622 Tegenwoordige Staat NIEUW Regie, ment op de Regee. ring der Stad Leeuwarden. Burgerije, daar onder de Bevelhebbers begreepen, zullen roepen en nomineeren. XI. Dat de Perzoonen, hier voor Art. g en 6. van de Magiftrature uitgeflooten, echter ' met hunne bewilliging, mede tot de Nominatie geroepen en op de Nominatie gebragt zullen konnen worden, mits dat dezelve de Bediening of Leverancie, waar door zij zijn uitgeflooten, zullen moeten verlaaten, ingevalle zij in de Magiftraat verkooren worden. XII Dat die vier en twintig geroepene zich zullen uitloten op twaalf. XIII, Dat de Leeden der Vroedfchap zich insgelijks zullen uitloten op twaalf. XIV. Dat ook de Leden der Vroedfchap, welke, door Collecten of andere Bedieningen, bij het 5 de en ófte Art, van de Magiftratuure zijn uitgeflooten, wanneer zij zulks goed vinden, meede tot de Nominatie zullen mogen loten en daar op verkiesbaar zijn, mits dat ook dezelve het Colleél of de Bediening, waardoor zij zijn uitgeflooten, zullen moeten verlaaten, ingevalle zij in de Magiftraat verkooren worden. X V. Dat die twaalf aangelotte uit de Vroedfchap, met de twaalf, die uit de Breede Gemeente zijn aangelot, te zamen vier en twintig in getal, zig zeiven wederom bij iotinge zullen verminderen op twaalf, welke uitmaaken zullen het dubbeld der Nominatie. X V L Dat de Magiftraat wijders ieder één, en alzo te zaamen twaalf Perzoonen uit de geheele Burgerije (buiten de Bevelhebbers) zullen  van FRIESLAND. 6aj bullen roepén toe de Electie, en die twaalf Perzoonen zich zullen uitloten op vier. XVII. Dat de Leeden der Vroedfchap, niet i in de Magiftraat of op het dubbeld der Nomi-' natie zijnde, zich insgelijks zullen uitloten op vier. XVIII. Dat de Bevelhebbers, die gequalificeerd en niet op 't dubbeld der Nominatie zijn, zich ook zullen uitloten op Vier. XIX. Dat die twaalf aengelotte Perzoonen elk één zullen naroepen uit de gantfche Bur. gerije, buiten de Vroedfchap en Bevelhebbers. X X. Dat die twaalf nageroepene zich zullen loten op zes. XXI. Dat die zes gevoegd bij de te vooren aangelotte twaalf, te zaamen uitmakende agt« tien Perzoonen, zich zullen loten op negen. XXII. Dat die Negen aangelotte zullen zijn de Electeurs, welke, na gedaane Eed op het daar toe gearrefteerde en hier agter gevoegde Formulier, uit het dubbeld der Nominatie Art. 15 gemeld, in eene aparte Kamer zonder met iemand daar buiten te fpreeken, bij meerderheid van Stemmen, zullen kiezen zes Perzoonen. XXIII. Dat die zes gekoozene zullen uitmaaken de Nominstie , welke aan Zijne Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder zal worden gezonden, om daar uit de Verkiezing der nieuwe Magiftraats - perzoonen te doen, en zal de daar op inkomende Misfive van Verkiezing op NIKU\V Reglement op de Regee» ring der Stad Leeia* warden.  Tegenwoordige Staat NIEUW Reglement op de Regeering der Stad Leeuwarden. XXIX. Dat op Nieuwjaars - dag ia de Vergaderinge der Magiftraat worden geopent. . XXIV. Dat niet alleen Electeurs zullen mogen zijn, de zulke, die volgens het 3de Anicul zijn gequalificeerd; maar ook alle zoodanig gequalificeerde Burgers daar toe admisfibel zullen weezen, welke volgens het 4de, 5d*.-en Ofte Articulen van de Magiftrature zijn uitgeflooten, behalven alleen de Booden , Deurwaarders en Executeurs. XXV. Dat echter die, welke, zo uit de Vroedfchap, Bevelhebbers als Breede Gemeente, het eene Jaar Electeur geweest is, een Jaar zal moeten ftilzitren, en dus 't volgende Jaar niet weder Electeur zal mogen zijn. XXVI. Dat ook die, welke het eene Jaar uit de Vroedfchap, Bevelhebbers en Breede Gemeente op de eindëlijke Nominatie geweest zijn, het volgende Jaar daar op niet weder zullen mogen worden gebragt. XXVII. Dat de Magiftraats - perzoonen uit het Lighaam der Burgerije verkooren, na 't eindigen van den tijd hunner Bediening, weder zullen keeren tot het Lighaam der algemeene Burgerije. XXVIII. Ingevalle een Lid van de Ma» giftraat zal komen te overlijden, of bij andere weege zijn plaats zal vaceeren, en dat 'er nog zes maanden of meer van deszelfs Bedieninge refteeren, zoo zal binnen vier dagen geprocedeert worden tot het maaken van een Nominatie in deezer voegen.  van FRIESLAND. 62$ XXIX. Dac de Magiftraat te zaamen agt Perzoonen gequalificeert volgens het 3de Arr, uit het gantfche Lighaam der Burgerije ("daar onder de Bevelhebbers begreepén) zal roepen en Nomineren. X X X. Dat die agt geroepene zig zullen uitloten op vier. XXXI. Dat de Leeden der Vroedfchap zig insgelyks zullen uitloten op vier. XXXII. Welke vier gevoegt bij de voorige vier uit de gantfche 13urgerije zig zeiven weederom bij lotinge zullen verminderen op vier, welke uit zullen maaken het dubbeld der Nominatie. XX XIII. Waar uit Neegen Elefteurs; Verkooren in maniere als in dit Reglement Art. 16, 17, 18, 19, 20 en 21 befchreeven is, ingevolge Art. 22. zullen kiezen twee, welke uitmaaken zullen de eindelijke Nominatie, uit welke de Erf-Stadhouder in de tijd, binnen veertien daagen, na het' ontvangen dies, de Electie zal moeten doen van een Magiftraats - perzoon, in des overleedenes of afgegaanes plaatze, XXXIV. Dat bij het affterven Van een Vroedsman, gelijk ook, wanneer bij andere weege een Vroedfehaps plaats Vacant wordt, het zelve met een ander gequalilïceerd Perzoon uit het Espel, waar uit de afgeftorvene of afgegaane is verkoren geweest, weder vervuld zal worden, binnen vier en twintig uuren na de Vacature, de Zon*, Feest- of Biddag daar niet onder begreepén. IV. deel. Rr XXXV. nieuw* Reglement op de Regeering der Stad Leeuwarden.  NIEUW Reglement op de Regeeiing der Stad Leeuwarden. r5ü6 Tegenvtoordigs Staat XXXV. Dat zulks zal gefchieden bij Ver • kiezing, in een aparte Kamer, zonder met iemand daar buiten te fpreeken, door zeven Electeurs, uit het gantfche Lighaam der Vroedfchap, daar onder de Leeden der Vroedfchap, die in de Magiftraat zijn, begreepén, uitgelot. XXXVI. Dat die, welke tot het vaceerende Vroe»fchaps plaats admisfibel zullen zijn, niet alleen volgens 't 3de Artikul van dit Reglement gequalificeerd zullen moeten weezen, maar ook ten minften zes Maanden voor de Vaeatuure, met hunne geheele Familie, reede moeten gewoont hebben in 't Lspel, waar in de plaats vacant geworden is, zullende egter de zulke, die uit het eene Kspel in het andere verhuisd zijn, de eerfte zes Maandenverkiesbaar blijven in het Espel, waar uit dezelve gekomen zijn. XXXVII. Dat de dispofitie over alle Stads Ampten, Bedieningen en Collecten zal zijn en blijven aan de Magiftraat , welke , dezelve, zonder daar voor eenig voordeel te genieten, zal begeeven, en in 't vervolg daar toe geene andere Perzoonen aanftellen, dan die daar toe bekwaam zijn, en bij 's Lands of Stads Wetten niet zijn uitgeflooten, zullende ook voortaan bij nieuwe begeevingen van voorfchreeven Ampten, Bedieningen of Collecten geene Subftitutie tot het waarnemen derzelver mogen worden geaccordeert, ten zij de origineele Perzoon, door naderhand overkomende toevallen, onbekwaam zal geworden zijn zelve te fungeeren. XXXVUL  FRIESLAND. 62? XXXVIII. Dat de Magiftraat ordinaris zal Vergaderen alle Vrijdags Voordemiddags ten tien uuren, en extraordinaris op aanzegging van den Praefident, zoo dikwijls noodig zijn zal. XXXIX. Dat de Magiftraat zal hebben het generaale bellier van Stads zaaken, zoo als zulks van ouds heeft plaats gehad. XL. Dat de Magiftraat echter geene Lasten of Schattingen op de Burgerije en Ingezetenen zal mogen leggen, geene nieuwe Ampten oprichten, geene nieuwe Traclamenten vastftellen of de oude verhoogen, geen douceurs van eenig aanbelang uit Stads Casfa doen, geen Vastigheeden of Stads Gronden aankoopen, verkoopen, verpanden of op eeuwige Renthen of Grondpagten uitgeven, geene Penningen negocieeren, geen nieuwe Gebouwen maaken, nog aan de Gebouwen eenige groote veranderingen, her gewoone onderhoud te boven gaande, laaten doen, en in't generaal in 't gewoone plan van bellier geen verandering mogen maaken, dan met voorweten, concurrentie en toeftemming van de Vroedfchap. XLÏ. Dat geene Leeden van de Magiftraat zullen mogen zijn aannemers van Stads Werken, in naast voorgaande Articul gedagt, of eenig deel hebben aan dezelve, ook geen Borgen voor de Aannemers moogen £ijn. XLII. Dat de Stads geeftelijke en quotifatie Rekeningen, gelijk ook de Rekeningen van 't Stads Weeshuis, Armekamer en van de Bank van Leening opgenoomen en geflooten Rr a zul- NI EU\f Reglement op de Regeering der Stad Leeu» warden.  NIEUW Reglement op de Regëering der $ warden. deputeerden, Stadhouder en Raaden in den Ho • ve Provinciaal, een ieder naar zijne wettige Commibfie, getrouw en gehoorzaam te zullen zijn, al het geene bij de Overheeden tot gemeen nut, voordeel en beste van de gemeene zaaken, Landen en Steeden van Vriesland noodig en raadzaam zal worden gevonden, getrouwlijk re zullen helpen effeérueeren, ende andere ïngezeetenen van deeze Stad tot gehoorzaamheid, vreede en eenigheid te zullen wijzen en vermaanen \ op de Regeering van deeze Stad en de betlieringvan Stads zaaken, goederen en inkomften een goed op- en toezigt te zullen houden, abuifen en misbruiken te zullen teegengaan, en helpen verbeeteren ,• het welzijn der Stad en Burgerij naar alle vermoogen te zullen bevorderen ; derzelver regten, vrijheeden en Privilegiën te zullen voorftaan, bewaaren en verdeedigen. De Magiftraat in alle gewigtige zaaken, met raad en daad te zullen adlisfteeren, en daar in, gelijk ook in alle zaaken tot het departement van de Vroedfchap behoorende , zoo Jaanig te zullen advifeeren en handelen, als ik ten beste van de Stad Burgerije en Inwoonderen in gemoede zal vermeenen te behooren. Pe tegenwoordige Form en manier van Rr 5 Raads-  t>34 tegenwoordige Staat KIEUW Regiement op de Regeeriug der Stad Leeuwarden. Raadsbeftelling te zullen houden en helpen onderhouden, en in allen opzigte het Reglement, door de Heeren Staaten deezer Pro» vincie den i9 Maart 1786. gearrefteert, mitsgaders het Reglement Reformatoir van Wijlen Zijne Doorl. Hoogh. Glor. Ged. van den ai IJec. 1748. getrouwelijk te zullen agtervolgen, de geheimen van de Kamer niet te zullen openbaaren. Voorts mij in alle deelen zoodanig te zuilen gedragen ais een goed Vroedfchap tóefïaat, zonder mij door eenigerleije baate, fchaade, fchande, vriendlchap, gunst, haat of nijd tegen het geene voorfenreeven is, te laaten beweegen. Zoo waarlijk helpe mij GOD Almachtig: Eed voor de Bevelhebbers. Alzoo ik nevens anderen tot Bevelhebber of Officier van de Schutterije deezer Stad hen aangeftdt, zoo beloove en zweere ik de Gereformeerde Religie en de teegenwoordige Staat van Regeeringe in deeze Provincie te zullen vcoilhan verdeedigen en bifchermen. De Heeren Staaten, Stadhouder en Gedeputeerden, Stadhouder en Raaden in den Move Provinciaal, mitsgaaders de Regeering van deeze Mad , een ieder naar zijne wettige Commisfie getrouw en gehoorzaam te zullen zijn, al het geene bij de Overheeden toi gemeen' nut, voordeel en beste van de gemeene zaaken,  van FRIESLAND. 6*35 ken, Landen en Steedc-n van Vriesland noodig : en raadzaam zal worden gevonden, getrouwelijk te zullen helpen cffeémeeren en de andere ; Ingezetenen van deeze Stad tot gehoorzaam-, held, vreede en ecnigheid te zullen wijzen en vermaanen, alle twist, tweedragt, muiterije en heimelyke aanllaagen te zullen openbaaren en teegengaan. De Regeerders van deeze Stad, mitsgaders de Burgers en Inwoonders van dezelve in hunne Privilegiën en Geregtigheedcn, naar mijn vermoogen te zulten voorilaan, en dezelve in hunne Perzoonen en Goederen voor alle geweld en overlast, mitsgaders teegen alle vijanden des gemeenen Lands met lijf, goed en bloed te zullen befchermen. De teegenwoordige form en maniere van Raadsbeftelling te zullen houden en helpen onderhouden, en in allen opzigte de Reglementen zoo op de Regeering als Schutterije van deeze Stad, bij de Heeren Staaten deezer Provintie op den 13 Julij 1785, gearresteert, getrouwelijk te zuilen agtervolgen en nakoomen, de geheimen van de Kamer niet te zullen openbaaren Voorts mij in allen deele zoodanig te zullen gedraagen, als een goed Bevelhebber toeftaat, zonder mij door eenigerleije baate, fchaade, fchande, vrieftdfehap, gunst, haat of nijd teegen het geene voorfchreeven is te laaten beweegen, Zoo waarlijk helpe mij GOD Almachtig l Eed NIEUW Reglement op de Regee. ring der Stad Leeuwarden.  635 Tegenwoordige Staat NIEUW Regiement op de Regeering der Stad Leeuwarden. Ex- Eed voor de Eleéleurs. Beloove en Zweere, om zoo nu als vervolgens , zoo dikwijls mij te beurte mogte vallen Electeur te worden , in de verkiezinge van de Perzoonen , die de Nominatie tot de nieuwe Fylagirtraats - perzoonen zullen uitmaken , getrouw te zullen handelen, en mijne keuze zodanig te zullen doen , als ik in gemoede vermeenen zal ten meesten nutte van de Stad te zullen ftrekken , zonder mij door eenigerleije baate, fchaade, fchande, vriendfchap, gunst, haat of nijd tegens het geene voorfchreven is te laaten beweegen. Zoo waarlijk helpe mij GOD Almachtig!  van FRIESLAND. 637 Extract uit het Refolutie Boek der Ed. Mog. Heeren Staaten van Vriesland. Door de Heeren Hun Edele Mogende Gedeputeerden, ingevolge 's Lands Ordonnantie Lib. 4= Tit. 19. Art. 56. geamplieerd bij NlE UW Regiement op de ftemming der Volmagten. flacaat van aen loae maarc 1733. ter unsci; kennisfe gebragt zijnde , dat voor derzelver Rechtbank waaren voorgevallen twee Dispuiten, een uit Sneek en een uit Harlingen, in welke beide het voornaame verfchilpunt daar in belfond: wie in die Steeden tot het Stemmen van Volmachten ten Landsdage, volgens de fundamentetle Confiitutie van Regeeringe gerecbtigt waren ? welke verfchiilen vervolgens door welgemelde Heeren Gedeputeerden waren gedecideert, zoodanig als in deeze hier geinfereerde Memorie gemeld is. EDELE MOGENDE HEEREN! Bij geleegenheid van 't vifiteeren der Procuratien van de Volmachten.ten Landsdage,voor deezen Jaare 1784, zijn voor onzen Rechtbank twee Dispuiten gebragt een uit Harlingen en een uit Sneek, in welke beide, het voornaame verfchilpunt daar in beftond : Wie in die Steeden tot het Stemmen van Volmagten ten Landsdage , volgens de Fundamenteele Confiitutie van Regeeringe, geregtigt zyn : deeze verfchiilen zijn door ons op volgende wijze gedecideert, als te Harlingen. liet Collegie verklaart de Stemminge van Vol-  n i e uw Reglement op de ftem. mirjg der Volmag. ten. 6$ 8 Tegenwoordige Staat Volmagten ten Landsdage voor deezen Taare 1784. weegens de Stad Harlingen, door Burgemeefteren en Raadslieden dier Stad buiten de Gemcensluiden of Vroedfchappen gedaan, onwettig en inconilitutioneel dus van nul en onwaarden; en ordonneerd de Magiftraat van Harlingen ten fpoedigften, en wel ten langden binnen den tijd van tweemaal vier en twintig uuren, de veertig Gemeensluiden of Vroedfchappen te convoceeren , en door dezelve ( de Burgemeefteren en Raadsluiden daar onder meede begreepén) gezaamentlijk hoofd voor hoofd, bij meerderheid van Stemmen, te doen Stem» men en Verkiezen , twee Volmagten ten Landsdage voordeezen Jaare 1784, naamen*.* lijk, een uit de Raad, en een uit de Gezwooren Gemeente of Vroedfchap , volgens de uitfehrijvings Misfive van het Collegie, in dato den 8 Januarij 1784. en om reedenen compenfeert de kosten hier over gevallen. En te Sneek. Het Collegie verklaard de Stemminge van een Volmagt ten Landsdage uit de Raad voor deezen Jaare 1784. door de Burgemeefteren, Scheepenen en Bouwmeesters van Sneek feparaat buiten de overige Leeden der Vroedfchap gedaan•, onwettig en inconilitutioneel, en annulleert diens volgens dezelve, en verklaard meede voor onwettig en inconilitutioneel, de Stemminge van een Volmagt ten Landsdage uit de Vroedfchap, door de overige Leeden der Vroedfchap, ièparaat buiten de Burgemeefteren, Schee-  t>«fc.FRIESLAND. 639 Scheepenen en Bouwmeefleren gedaan,' annul leerende insgelijks dezelve,' ordonneert voorts den Magiftraat van Sneek, de volle Vroedfchap ten fpoedi^ften, en wel ten langtten binnen tweemaal vier en twintig uuren te eonvoceeren, en door de fes en dertig Vroedfchappen (de Burgemeefteren, Scheepenen en Boumeefters daar onder begreepén;) gezaamentlijk hoofc voor hooft, bij meerderheid van Stemmen, te doen Stemmen en verkiezen, twee Volmagten ten Landsdage voor deezen Jaare >784,namentlijk een uit de Raad, en een uit de Gezwoorene Gemeente of Vroedfchap, volgens de uitfehrijvings Misfive van 't Collegie van den Janu» arij 1784. en om reedenen compenfèerd da kosten hier over gevallen. Wij hebben, Edele Mogende Heeren , in deezen vonnis geweezen, zoodanig als Wij, in goeder Justitie, overeenkomÜig de fundamen» teele Conftitutie van Regeeringe deezer Provincie, vermeent hebben te behooren : dan dewijl oude ingefloopen misbruiken, zomwijlen aanleidinge konnen geeven, tot discrepeerende Sentimenten; zoo neemen wij de vrijheid, aan UEd. Mogende eerbiedig in bedenkinge te geeven, of UEd. Mogende tot voorkominge van oneenigheden, en ter bevorderinge van rust en eendragt, ook zouden kunnen goedvinden, bij Publicatie, aan elk en een ieder, die zulks aangaan mag, te notificceren, dat in de Steeden, volgens de fundamenteele Conftitutie van Regeeringe deezer Provincie, de Gemeensluiden genaamd Vroedfchappen, als Repraefentanten van de overige Burgers en Ingezeetenen privative ge- NIEUW Regie inent op ia ftem. Lning def Volmagten»  64a Tegenwoordige Staat WIE UW Reglement op de ftemming der Volmag ten. geregtigt zijn, tot het Stemmen van Volmagtefi ten Landsdage, en dat de Magiftraaten, uit. naaakende het Geregt in de Steeden, anders genaamd de Raad, in diequaliteit, volgensde fundamenteele Conftitutie , niet bevoegd zijn, om Volmagten ten Landsdage te Stemmen. Dat diensvolgens de Volmagten ten Lands* dage in de Steeden, zoo Wel die uit de Kaad, als die uit de Gezwooren Gemeente of Vroedfchap behoorden te worden geftemd, door alle de Vroedfchappen, (de Leeden van den Raad, in hoedanigheid als Vroedfchappen daar mede onder begreepén ) gezamentiijk daartoe geconvoceerd, hoofd voor hoofd bij meerderheid van Stemmen, op den zelfden voet, zoo als zulks van ouds, en nog ten huidigen da&e, in de .Steeden Sloten en Hindelopen gebruikelijk is : blijvende alleenlijk van deezen generaalen regel geëxcipieerd, zoodanige Stad of Steeden, welkers Magiftraat zal konnen aantoonen bij uitdrukkelijk Octroij, van de Staaten des Lands, het Privilegie bekoomen te hebben, om afzonderlijk buiten de overige Leeden der Vroedfchap, een Volmagt ten Landsdage uit den Raad te Stemmen : Wij vinden ons Edele Mogende Heeren, te meer genoopt, om deeze zaak ter Deliberatie van Ut£d. Mogende te brengen, om dat UEd. Mogende bij 's Lands Ordonnantie 4 Boek Tit. 19. Art. 56. nader geinterpretaert bij UEd. Mogende Placaat van den 10 Maart 1733, geftatueert hebben: „ dat de Heeren Gedepu,, teerden alle qusestieufe gevallen,'waar over by  van FRIESLAND. 041 ,, bij haar zoo wel ter eerfter inftantie, als bij ,, appel is Gedecideert, ter eerfter Landsdage „ zullen moeten brengen ter kennisiè van ,, UÉd. Mogende, omme na gehouden Deli» „ beratie, daar af iets zeekers te refolveeren, „ en voor het toekoomende, in een Wet te ,, doen veranderen". Waar meede EDELE MOGENDE HEEREN! Beveelen Wij UEd. Mog. in Godes Hei. lige Befcherminge. Leeuwarden den 11 de Februari 1784. UEd. Mogende Dienstwillige Dienaaren De Gedeputeerde Staaten van Vriesland, (gepht.) E. S. G. J. v. B. RENGERS vt. Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogende (get.; H. H. van WYCKEL 1784: Waar op gedelibereerd zijnde is goedgevonden en verftaan de voorfz. Decifien aan te neemen voor Notificatie , en dat voorts bij Publicatie zal worden bekendgemaakt, „datin „ de Steeden volgens de fundamenteele Confti„ tutie van Regeering deezer Provincie de Ge„ rceensluiden, genaamd Vroedfchappen, als „ Reprsefentanten van de overige Burgers en „ Ingezeetenen privative Geregtigd zijn toe „ het Stemmen van Volmachten ten Landsda„ ge, en dat de Magiftraaten, uitmaakende „ het Geregte in de Steeden, anders ge„ naamd de Raad, in die Qualiteit, volgens „ de fundamenteele Conftitutie, niet be« IV. deel. S s „ voegd nieuw Regiement op de ftemming der Volmagten,  Reglement op de ftem« ming der Volmag. ten. 64a Tegenwoordige Staat „ voegd zijn, om Volmachten ten Landsdage „ te Stemmen. ,, Dat diensvolgens de Volmachten ten „ Landsdage in de Steeden, zoo wel die uit „ den Raad als die uit de gezwooren Gemeen,, te of Vroedfchap, behooren te worden ge„ ftemd, door alle de Vroedfchappen, (de „ Leeden van den Raad, in hoedaanigheid „ als Vroedfchappen, daar meede onder be* „ greepen ) gezamentlijk daar toe geconvo„ ceerd, Hoofd voor Hoofd bij meerderheid „ van Stemmen op den zelfden voet, zoo als „ zulks van ouds, en nog tenhuidigen dage, „ in de Steeden Sloten en Hindeloopen gebrui„ kelijk is; blijvende alleen van deezen gene» „ raaien reegel geëxcipieerd zodanige Stad of „ Steeden, welkers Magiftraat zal kunnen aan« „ toonen, bij uitdrukkelijk üctroij, van de Staa„ ten des Lands, het Privilegie bekoomen te „ hebben, om afzonderlijk, buiten de overige „ Leeden der Vroedfchap, een Volmacht ten „ Landsdage uit den Raad te Stemmen". Aldus gerefolveerd op 't Landfchaps - huis den 28 Februarij 1784, Voor OOSTERGOO. (get.) U. V. Burmania. J. P. van Hylckama, Voor de ZEVENWOUDEN. (get.) E. F. v. Aylva. T. F. Martin. Voor WES TERG OO. A. C. W. van Haerfolte. L. A. E. Sluiterman. Voorde STEEDEN. J, Andeles. A. van Loon. Extract  wtt FRIESLAND. 643 Extraft uit het Refolutie Boek der Edele Mogende Heeren Staaten van Vriesland. Bij 't Quartier der Steeden aan de andere Quartieren zijnde voorgedraagen, dat op den 27 Julij 1783. te Dockum, door de Steeden Bolsward, Sneek, Dockum, Sloten, Ylst en Hindeloopen , op fundament van de , bij Staats - Refolutie van den 15 Maart-1783. geapprobeerde Rooster ofte Almanach der Ambulatoire Ampten op 't Quartier der Steeden vallende, was geflooten eene Unie, waar bij zig de Steeden Leeuwarden , Franequer en Harlingen daar na gevoegd hadden; verzoekende welgemelde Quartieren der Steeden , dat Hun Edele Mogende de voorfchreeven Rooster met de daar op gefundeerde conventie geliefden te Ratificeeren en in eene Staats Refolutie converteeren, pnefenreerende daar bij aan de andere Quartieren de hier aan geinfereerde Unie. De Volmagten van het Quartier der Steeden hebben op den Ordinaris Landsdag van den Jaare 1783. bij Refolutie van den 7 Februarij bepaald, dat van nu voortaan geen Ampten of Commisfien, op het Quartier der Steeden vallende, zouden worden opgedragen aan Zijn Doorl. Hoogheid den Heere Prince Erfftadhouder; maar dat daar van een Rooster of Almanach zoude worden gemaakt, om tusfchen de elf Steeden alle de Ampten egaal te verdeden, gelijk dan ook die Rooster op den Ss a 11 daar Refolutie nopens den Roos? ter der Stedelyke Ampten.  644 Tegenwoordige Staat li daar aanvolgende is geperfefteerd en bij Staats • Refolutie door alle de Quartieren op den 15 Maart is geapprobeert, zullende dus alle de Steeden bij Tourbeurten van drie Jaaren tot drie Jaaren een gelijk gedeelte van die Ampten en Commisfien in den omloop van drie en dertig Jaaren genieten; en vervolgens daar in t'elkens, naa inhoud van bovengemelde Refolutie a dato den 7 Februarij 1783. en geperfe&eerd den 11 dito, van zelfs volgens die Ordre weederom hunnen aanvang neemen en daar in op die voet blijven Continueeren, welke Rooster aanvang zal neemen met den Jaare 178^. en dat alzoo een Generaale Stemminge over alle de Ampten van zelve zouden cesfeeren en ieder Stad genieten het geen dezelve bij die lotinge is te deel gevallen, of nu wel die Rooster of Almanach door de Approbatie der Edele Mogende Heeren Staaten zal moeten dienen tot een vast en duurzaam fundament van verdeelinge der Ampten en Commisfien, zo hebben egter eenige Disfentierende Leeden niet alleen van Harlingen, Stavoren en Workum, maar ook andere genoegzaam te kennen gegeeven, dat zij ftaan naa veranderinge en het zelve gaarne op den ouden voet zaagen gebragt, om alzoo gelegenheid te hebben met de voordeeligfte en aanzienlykfte Ampten en Commisfien heen te gaan ten nadeele van de andere Steeden, die zig geheel niet of zoo fterk niet willen verbinden, daarvan te profiteeren, zoo is de pluraliteit der Steeden llegeeringen overeengekoomen naavolgende Conventie aan te gaan. Dat Refolutie nopens den Rooster der Stedelyke Ampten,  van FRIESLAND. 645 Dat de Steeden niet zullen vermoogen met meerderheid van Stemmen eenige de minfte veranderinge in de Rooster of Almanach der Ampten en Commisfien te maaken, maar dat ieder Stad van den Jaare 1785. af zal genieten het Ampt of Commisfie , als daar op is vallende ; en dat de overige Steeden alzoo door deezen onderling op elkander van dat Ampt of Commisfie disponeeren; en dat dus ook van het Recht van overftemminge werd afgezien en elk zijn eigen Ampt of Commisfie zal kunnen en moogen genieten en daar van profiteeren , al was het ook dat de grootlle meerderheid anders mogte gevoelen, alzoo de wil en meeninge der Steeden Regeeringen is, dat ieder Stad zijn teegenwoordig geëvenredigd aandeel bij lotinge bekomen althoos zal genie; ten; en naa het afloopen van de drie en dertig Jaaren op dezelve wijze Continueeren, zonder dat de meerderheid der Steeden, al was het tien teegens een, de Ampten of Commisfien aan den Heere Prince Erfftadhouder, derzelver opvolgcren cf ijmand anders ter dispofitie zullen moogen opdragen, om daar van de begeevinge , zoo als voor deezen, te doen, nog ook op ijmand anders zullen kunnen en mogen disponeeren, als op ieder Stad het Ampt of Commisfie bij de Rooster door lootinge aan dezelve te deel gevallen. Dat de Regeeringen der Steeden zig verbinden te Effeétueeren, dat niemand in de Magiftraat en Vroedfchap zal worden geadmitteerd, nog ten Landsdage zal moogen worden Gecommitteerd, ten waare alvoorens heeft Ss 3 aan-. Refolutie nopens den Rooster der Stedelyke Ampten.  6\6 Tegenwoordige Staas Refolutie nopens den Rooster der Siedelyke Ampten. aangenomen zig na deeze Conventie te gedragen en voor zijn admisfie zal hebben verteekent, ten welken einde dezelve in de Steeden Refolutie • Boeken zal worden geregiftreert. Dat aan de andere Steeden van Vriesland, die dit verbond niet meede oprigtett, de vrijheid gelaaten zal worden, om tot het zelve toe te treeden op zoodaam'gen voet en bepaalinge, als thans bij gemeene Stemming der Contraheerende Steeden door deezen is vastgefteld en bepaald. Eindelijk belooven Contractanten eikanderen het volle effect deezes te prfflsteeren en Hun als Lieden van eer daar naa te gedraagen. Aftum op den Raadhuize binnen Dockum den 27 Julij 1783. ( geteekent) BOLSWARD. SNEEK. N. Elgerfma. H. Z. Attama. L. v. hokkens. L. Olivier. F. Tichelaar. Abr. van der Burg. SLOOT EN. DOCKUM. J- F. Bakker. Nicolaus Posthumus. Dirk Jans. Joachim van Vliet. IJLST. L. R. Sijnja. 1783. F. S. Coopmans, A. S. D. Boer. HINDELOPEN. A. van Loon, Freerk Lammens.' B, Suiderbaan. 1783. Als Secretaris van deeze Befoignes. (Ver-  van FRIESLAND. $47 Refolutie nopens den Rooster der Stedelyke Ampten. (Verder Stonde) ï i Ingevolge Refolutie van Magiftraat en t Vroedfchap der Stad Leeuwarden van den 5 S September 3783 is deeze Conventie door ons ondergefchreevene Volmagten ten Landsdage (als daar toe bij voorfchreeven Refolutie fpeciaal Gecommitteerd) verteekent te Leeuwarden den 3 December 1783. (get.) W. H. v. Hambroick. A. Siccama. Bernhardus Dorhout. J. Andeles. (Lager Stonde) Ingevolge Refolutie van Magiftraat en Vroedfchap der Stad Franequer van den 39 December 1783. is deeze Conventie door ons Volmagten, als daar toe Speciaal Gecommitteerd , onderteekend. Aclum Leeuwarden den 4 Maart 17.4. (get.) L. J. J. Rengers. Is naa Deliberatie goedgevonden en verftaan de voorfchreeven Roofter of' Almanach van 't Quartier der Steeden, als meede de daar op gevolgde geëxhibeerde Conventie of Unie van den a/ften Junij 1783. met opzigt tot het maaken van Vroedfchappen, en Commuteerden van Volmachten ten Landsdage in de contraheerende Steeden , te approbeeren en te ratificeeren, gelijk Hun Edele Mogende dezelve approbeeren en ratificeeren bij deezen. Ss 4 Aldus  648 'Tegenwoordige Staat Refolutie nopens den Roos. ter der Stedelyke Ampten. Aldus gerefolveert op het Landfchaps - huis den 13 Maart 1784, ( geteekent) Voor OOSTERGO. Voor WESTERGO. U. V. Burmania. A. C. W. van Haerfolte. J. P. van Hylckama. L. A. E. Sluicerman. Voor de ZEVENW. Voor de STEEDEN. E. F. v. Aylva. 1784. J. Andeles. T. F. Martin. A. van Loon. Schoon de hotien/ïaandeïWeCohnk nopens den Rooster der Stedelyke Ampten van onwaarde is geworden, gelyk door ons op hl. 612 reeds is gezegd, vonden wy echter dit Stuk te merkwaardig om hei niet als een gedenk/luk in dit Werk te plaatfen. REGLE-  van FRIESLAND. 649 R T?. n T. E M E N T VAN REGERINGE Stad WORKUM. jj^e Staaten van Friesland allen den geenen die deezen zullen zien ofte hooren leezenSalut: doen te weeten. Alzoo de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Workum aan Ons hebben ingeleverd eenige Poincten en Arciculen, om te dienen tot hec formeren van een vernieuwd Regerings Reglement voor hunne Stad, zoo als Zy vermeenden , dat zulks naa de tegenwoordige tyds ge» legentheid best gefchikt 'zoude zyn, ten meeften nutte van hunne Stad, en derzelver Burgeren en Ingezetenen zoude konnen verftrekken; Zoo is het, dat Wy, na dezelve behoorlyk te hebben doen onderzoeken, en daar op te hebben ingenomen de Conlideratien en het Praadvys van de Heeren onze Gedeputeerden, het Reglement van Regeringe voor gemelde Stad Workum hebben gearrefteerd, zoo als Wy doen by deezen, in manieren als volgt. S s 5 Art. I. VOOR. D E ment op de Regeering der Stad Workum. nieuw Regie-  650 Tegenwoordige Staat MIE uw Regie» ment op de Regee» ring deiStad Workum. Art. I. Dat de Regeringe zamen gefteld , zal zyn uit twintig Leeden, ofte Vroedfchapp.n, uit de welke vier totBurgemeesteren zullen gekoren worden, die ieder vier jaaren agter een zullen regeren, en waar van de oudfte in officio jaarlyks, na verloop van het laatfte jaar, zal afgaan. II. Dat wanneer door overlyden, vertrek mee'er woon uit de Stad, of op eenige aöderë wyze, eene vacature onder de Burgemeefteren voorvalt, die plaats wederom zal worden vervuld volgens her 5de en 7de Articul hier na geinfereerd. III. Dat de Vroedfchappen hun leeven lang in de Regeringe zullen continueren , ten zy door hun vertrek met 'er woon na elders, of op eenige andere wyze hunne plaatzen kwamen te vaceren. IV. Dat rlle de Magiftraats en Vroedfchaps Perzonen behoorlyk moeten zyn gequalificeerd, door ten vollen te bezitten een huis in de Stad, of onder de Klokflag van Workum, ter waarde van vyf honderd Car. Guldens, zonder daar onder te mogen rekenen eenige Landen, maar alleen de waarde vaneen huis en hof; En van de waare Gereformeerde Religie, zoo als die in deeze Republycq is aangenomen, en opentlyk in de Kerken deezer Landen wordt geleerd, profesfie doende, ofte ten minften aan voorfchrevene Religie wel geaffeéb'oneerd en toegedaan zynde- V. Dat alle jaaren op den loden December, doch  w» FRIESLAND. 651 doch zoo die op een zondag valt daags daar aan,een dubbeld getal van twee Perzonen uit de Vroedfchap , by meerderheid van ftemmen van het gehele Corps van Vroedfchappen, tot de Magiftratuur zal worden genomineerdt. VI. Dat deeze Nominatie van een dubbeld NIEUW Reglement op de Regeering der Stad Workum, getal als dan door de Magiftraat by bellotene Misfive zal worden overgezonden aan zyne Door!; Hoogheid, den Heere Prince van Orange Erfftadhouder, ofte hoogst deszelfs wettige opvolgers in der tyd, om daar uit een tot Burgemeefter te verkiezen, ten einde op den naast volgende Nieuwjaarsdag fesfie te neemen in de Magiftraat. zullende de Misfive van Electie, door zyne Doorl. Hoogheid voorfchreven overgezonden, niet voor dien dag mogen worden geopend. VII. Dat ingeval een Lid van de Magiftraat zal komen te overiyden, ofte des zelfs plaats op eenige andere wyze vaceerde, zes maanden voor dat hy zoude moeten afgaan, by de Magiftraat en Vroedfchap ten fpoedigften, zonder den dag van begravinge in aanmerkinge te neemen, zal worden geprocedeert tot het maken eener Nominatie van twee Perzonen uit de Vroedfchap, by meerderheid van ftemmen, zoo als Art. 5. gemeld is, en waar van de Nominatie gezonden zal worden, ter Eleétie van één, aan zyne Doorl: Hoogheid, zoo als by Art. 6. is bepaald. VIII. Dat wanneer een Lid van de Vroedfchap koomt te verfterven, ofte deszelfs plaats op eenige andere wyze te vaceeren, na r ver-.  Tegenwoordige Staat Ti l EUW Regie. . ment op de Regeering i der S:ad VVor. kuiu. verloop van een maand in deszelfs plaatfê een nieuwe Vroedfchap zal worden verkoren, by meerderheid van ftemmen van Jiet ganfche Corps van Magiftraat en Vroedfchap. IX. Dat in de Magiftraat en Vroedfchap niet te gelyk zullen mogen zyn Vader en Zoon, noch twee Broeders. X. Dat ook geene Zwagers, Schoonvader en Schoonzoon, zoo lang de band des hu.vclyks fubfifteert, te gelyk in de Magiftraat zullen mogen weezen, maar wel in de Vroedfchap. XI. Dat de Collecteurs der gemene Middelen wel in de Vroedfchap, maar niet in de Magiftraat zullen mogen zyr, XII. Dat de begevinge van alle Stads Arop* ten, Bedieningen, en Colleden, zal worden gelaren aan de Magiftraat, zoo als van ouds gebruikelyk is geweest, zonder daar voor iets direclelyk of indireételyk te mogen geven ofte nemen, op poene daar tegens by het 2ifte Art. van 't 2de Boek van 's Lands Ordonnantie nadrukkelyk geftatueerd. XIII. Dat tot de voorfchr. Ampten geene andere Perzonen zullen mogen worden aangefteld, dan de zulke, die tot het bedienen van dezelve de vereifchte bekwaamheid hebben. XIV. Dat, ten einde de zaaken der Stad met de vereischte attentie worden behandeld, de Magiftraat verpligt zal zyn eenmaal ter week ordinaris te vergaderen, waar toe de Dingsdag wordt bepaald. XV. Dat ook de Magiftraat en Vroedfchap op  van FRIESLAND. f553 op den eerften dag van yder maand gelyktydig zullen vergaderen, ten zy dezelve opeen Zondag kwame te vailen, als wanneer de Vergaderinge op den eerst volgenden dag , geen Feest-dag zynde, zal worden gehouden. XVI. Dat voorts aan de Magillraat en Vroedfchap gedemandeerd zal blyven de bera. minge by de meefte ftemmen van alle verdere zaaken, de goede ordre in de beheringe van de Stad, en het geene daar van dependeert, concernerende , doch zullen dezelve gehouden zyn daar in de meeste menagie te betragten. XVII. Dat de jaarlykfche verkiefingc of ftemminge van Volmachten ten Landsdage, zoo wel van die uit den Raad, als uit de Vroedfchap , zal gefchieden door alle de Vroedfchappen [ de Leeden van den Raad in hoedanigheid als Vroedfchappen daar mede onder begrepen 3 gezamentlyk daar toe geconvoceerd , hoofd voor hoofd, by meerderheid van ftemmen, ingevolge Publicatie van hun Ed. Mogende, de Heeren Staaten deezer Provincie, de dato den aSften February 1784. XVIII. Dat alle de Leeden van de Regeringe deezer Stad den eed zullen moeten doen op het volgende Formulier. EED NIEUW lleglenent op Je Regee. ring der Stad Workum.  Werdende alle die handelingen door deezen verklaard van dezelfde valeur te zyn, als of dezelve thans door de Veertigen , of door Burgemeefteren en Raadslieden te zarnen waaren verrigL en vastgefteld. TWEEDE HOOFDDEEL, van de begeevinge der Ampten en Bedieningen. Art. I. De begeevingen der Ampten en Bedieningen zullen ftaan deels aan de Veertigen of groote Vroedfchap , deels aan het Geregte , deels aan de Magiftraat. II. Ter dispofitie van de Veertigen zullen voortaan komen de volgende Bedieningen, te begeeven door het gantfche Collegie by meerderheid van ftemmen. 't Ampt van R ector, Conrector en Praeceptor der Latynfche Schooien, mitsgaders van Stads Duitfche Meesters. Organist en Torenblaazer. Vader en Moeder in 'c Srads Weeshuis en Armehuis, zullende de Introductie der nieuwe Vaders en Moeders in 't Weeshuis gefchieden uit naam der Veertigen door den Prsefideerenden Burgemeester met deszelfs Raadsman, en den Secretaris. - Kamer- Eegeeving der Veertigen.  van FRIESL AND. 6*67 Kamerbode. Weesvoogden en Voogdesfen. Armevoogden. Kerkvoogden. NIEUW Reglement op de Regeering der De Stads Rentemeester door Burgemeesteren, S Raadslieden en Gecommitteerde Vroedfchap-11 pen, als meede die van 't Weeshuis en de Stads Bouwmeester, mitsgaders deSchoolmeefter in 't Weeshuis, als ook de Ontvanger van de Lantaarns en Arrnekamer. III. Ter begeevinge van het Geregte of der ] agt Burgemeefteren zullen zyn. j Op Generale begeevinge. De beide Geregts Boden. De Procureur Fiscal. De Majoor. De Executeur. • De twee Adliftenten. En op de Tourbeurten. De Bierdragers. De Ytigers van Kannen, Vaten, Maten, Ellen, Gevvigten enz. IV. Door de Magiftraat of Burgemeefteren en Raadslieden te zamen genomen , zullen' worden begeeven alle overige Ampten en Be- J dieningen. — '' En wel door de Magiftraat in 't gemeen, zonder Tourbeurten, by meeste ftemmen. 1. De Secretaris deezer Stad. 2. De Boelgoeds Ontvanger. 3. De Ontvanger van 't Verhoogde Lasten Veilgeld. 4. De Stad Harlingen. Begeeving van 'C Geregte. Begeeving van de Magi. Itraat.  668 Tegenwoordige Staat NIEUW Reglement op de Regeering der Stad Har* lingen. TourAmpten. Groote Tour. deeze zuilen 4. De Klokfteller. 5. De Wagtmeester. 6. De Makelaars en Koopmansboden. 7. De Conftapel en Merktmeester. 8. De Stads Vroedmeester en Vroedvrouwen.1 9. De Voorzingers in beide Kerken. 10. De Commisfaris der Doccumer Trek- wegstollen, zoo veel de portie van £tad betreft. 11. De Weesdiaconen. 1 a. De Stads Opzigter, V. De andere Stads Bedieningen worden verdeeld in twee Clasfen, en zal de begeevinge daarvan in cas van Vacature gefchieden op een voorftel en recommandatie, eerst van den oudften Burgemeester, dan van den oudften Raadsman, roulerende dus van den oudften tot den naastvolgenden, en duurende over ieder Clasfe afzonderlyk, tot dat de jongfte Raadsman in Officio in het loopende jaar een recommandatie of voorftel zal hebben gedaan. VI. Tot de eerfte Clasfe worden gebragt. 1. Stads Omroeper. 2. Boelgoeds Roeper. q. Havenmeester. ,., 4. 5- 6. 78. 9- 10, Waagmeester. Koster in de Groote Kerk. Vischafflager. Capitain der Turfdragers. — — Turfmeetfters. —X — Korenmeeters. Poortiers van alle de Poorten. 3NB: Volgens Refol. der Veertigen de dato den  van FRIESLAND. 669 den 1 van de aan de worden Febr. 1787. zal de pose van Brugman ni e uw Noorderhaven by vacature op zekere RegleStad voordeelige conditiën beklemd ^Rggee. onder het Ampt van Havenmeester, ring der Comfflisfaris der Trekfcheepen, zoo Stad Har. te Franeker, als op de Ryp, wan- lu,8ea« begeevinge deezer twee laatstgem. op ad komt. "ommisfaris van de 'Beurtfeheepen, ïflerdammer Veer. [usfendrager. 'amboer van de Wagt. Lschkarreluiden. )oodgravers en Puistertreeders'. Jinnen - Havenmeester. Tot de tweede Clasfe worden gebragt. Kleins 3p en Afdragen der Visch. Tour. mtmeeten. jolmeeten. pehneeten. lkmeeten en Kroodeh. )ggëdragen, Meeten, en Storten, ïrfdragen en Meeten, erktmeester van de Visch. — van 't Vleesch. jllers en Opfteekers der Lantaarns. )pasfer van de Groote Lantaarn, pzigter van het Turfmeeten. •ugman van de Zuiderbrug. mrwagters in de beide Kerken, wenwagten en Beestevoojen. pitain der Ratelwagt* ^elzetfters. illeveegers. De 11. 1 hier en neer de deeze St 12. C of 't Arti 13. K 14. T is- A 16. L 17. E VIL t. 5 anderzints, dan de in '*ang volgende Heeren zullen aan de beurt zyn , en zoo vervolgens. j Voorenllaande rapport en concept Regie- ! ment. by de Veertig. Vroedfchappen onder' dankbetuiging voor de uitgeftrekte moeite, in alle opzigten geapprobeerd zynde, is gerefólveerd de Approbatie der Edele Mog. Heeren Staten op 't zelve nieuwe of bygevoégde Reglement te imploreren. Aldus gerefolveerd en gearresteerd den 31 July 1787. (get.) ' . -ras ai ; 1 • ' os - rgi sw| H. R. BINKSMA. .SoM G ü J nev rib; -9: v.lr.-w^r.rvA oblsmog Ter Ordonnantie van Hun A. ysm tra r n^iaeorh-jn sj nsvaïl»wlésao .■gom A. J. C O N R A D I. Vv a Aari NIEÜ"V> Regieinent op de Regearing der Stad Har. lingen.»  tib Tegenwoordig* Staat HIEUW Regiement op de Regee ring der Stad Har; ' «ngen. Aan de Edele Mogende Heeren Staten van Friesland. J^xhiberen UED. Mog. met fchuldigen eerbied de Veertigen of Groote Vroedfchap der Stad Harlingen nevensgaande Poincten en Artikelen,. door de Supplianten op het huis» houdelyk beftier hunner Stad beraamd, waar door zy in de gegronde hoope verferen, dat eindelyk de tegenwoordige en toekomende oneenigheden , en verfchillende begrippen nopens het Stads Regeerings Reglement van den' jaare 1637 , zullen weezen getermineerd. De Supplianten nemen de vryheid, gemelde arrangementen ter tafel van UED. Mog. te brengen , met gedienftig verzoek, dat UED. Mog. dezelve gelieven te ratificeeren, en met eene approbatoire Refolutie te munieren, ten einde deeze fchikkingen voortaan met en benevens voorengend. Regeerings Reglement ons en onze Succesforen, benevens allen welke daar meer of min in geconcerneerd zyn, ten kragtigften mogen verbinden. Q. F. &c. A. }. C O N R A D 1.  ViW FRIESLAND. €77 Geëxtraheert uit het Refolutie - Boek der Ed. Mogende Heeren Staaten van Friesland. *rJ*\r Vergaderinge voorgedraagen en in deliberatie g'legt zynde een Request door de Veertigen of groote Vroedfchap der Stad Harlingen, aan hun Edele Mogende geprasfenteerd, volgende hierna geinfereerd. Fiat Infertio. Is, na daarop ingenomen te hebben het Advys en de Confideratien van het Collegie der Heeren Gedeputeerde Staaten hoofdzakelyk houdende, dat 't zelve in de voorfchr. Poincten en Articulen niets hadden gevonden ftrydig 't Reglement van Regeeringe van den jaare 1637, en dat de Refolutie van de groote Vroedfchap der genoemde Stad van den 31 July 1787. vvaarby bovengedagte Poincten en Articulen waren gearresteerd, by eene zeer groote pluraliteit wettig en wel genomen was, zynde dezelve Poincten en Articulen ook zodanig ingerigt, dat daar uit, 'na het oordeel van welgemelde Collegie, het pryzelyk oogmerk van de Regeeringe dier Stad in de bevordering van harmonie, en tot 't voorkomen van oneenigheden en dispuiten tusfchen de Leeden onderling niet zonder grond wierd te gemoet gezien. Zynde alleenlyk omtrent het 7de Articul te remarqueeren, dat fchoon 't Collegie wel konde goedkeuren , dat ingeval yerfchillende Vv 3 be* nieuw Regiement op de Regeering der Stad Hari lingen,  NIEUW Regie ment op de Regee* ring der Stad Har lingen. 678 Tegenwoordigs Stamt begrippen over 't een of ander Poinct mogten ontftaan, zulks door een Commisfie zo^ als daar by wierd voorgellagen, de plano zoude worden getermineerd, als meede, dat zodanige decifie by de Vroedfchap geratificeerd zoude worden, met dien efTecte, dat dezelve ook in het toekomende voor een rigtfnoer in dergelyke gevallen wierden gehouden, 't echter nodig was, dat aan 't einde van dat Art. gevoegd wierde, dat ingevalle zodanige decifien eenige alteratie of verandering in de Articulen zelve ten gevolge hadden, dezelve als dan, eer en alvoorens kragt van wet te hebben, behoorden gebragt te worden ter deliberatie van hun Ed. Mog. ten fine van approbatie. Goedgevonden en verftaan zig met opgemelde Advys van het Collegie- der Heeren Gedeputeerde te conformeeren , en dienvolgens de voerfchr. Poincten en Articulen te approbeeren en te ratificeeren, zoo als dezelve worden geapprobeert en geratificeerd by deezen, ten einde die fehikkingen voortaan met en benevens vooren gemelde Regeerings Reglement de Supplianten en hunne Succesforen, benevens alle, welke daar meer of min in geconcerneert zullen zyn, ten kragtigften te verbinden. En zal voorts agter het voorfchreeven 7de Art. worden gevoegd gelyk zulks meede gefchied by deezen, zullende echter ingevalle zodanige dui/ien e»mgè alteratie 0} verandering In de Articulen van 't Regeerings Reglement zelve ten gevolge zouden mogen hebben, deZelve als dan, eer en alvoorens kragt van wes te  van FRIESLAND. 679 te hebben, gebragt zullen worden ter dehberatte van hun Edele Mog. de Heeren Staaten deezer Provincie , ten fine van approbatie. En zal Extract deezes worden gezonden aan de Supplianten voornoemd, met last om de voorenttaande Poincten en Articulen in de Stad Harlingen te doen Publiceeren. Aldus gerefolveert op het Landfchaps Huis den 28 September 1787. Accordeert met voorfchr. Boek. In kennis van my j. van IDSINGA. Vv 4 R E- nieuw" Reglement op de Regee- ring der Stad Harlingen. .  ÏITF. UW Regie, inent op de Regeering der Stad Dokkum. DOKKUM, f)e Staaten van Friesland, allen den geenen die deezen zuilen zien of hooren leezen, Salut; Doen te weeten: Alzoo de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Dockum aan ons hebben ingeleeverd eenige Poincten en Articulen, om te dienen tot het formeeren van een vernieuwd Regeerings Reglement voor hunna Stad, zo als zij vermeenden, dat zulks naar de tegenswoordige tijds gelegenheid best gefchikc zoude zijn, en ten meeften nutte van hunne Stad, en derzelver Burgeren en Ingezeetenen zoude kunnen verftrekken, Zoo is het; dat wij, na dezelve behoorlijk te hebben doen onderzoeken en daar op te hebben ingenoomen de Confideratien en het Pra? - Advis van de Heeren onze Gedeputeerden, het Reglement van Regeering voor gemelde Stad Dokkum hebben gearrefteerd, zoo als wij doen bij deezen in manieren als volgt: Art: i. 680 Tegenwoordige Staat REGLEMENT VAN REGEERING, VOOR DE STAD  van FRIESLAND. 6"8r ^rt: ?• Dac het aangeftelde getal van twee en dertig Perzonen als Gemeens • luiden of Vroedfchappen der Srad Dokkum, daar onder begreepén de Magiftraa.s Perzonen of Burgemeesters, continueelijk zal blijven, en voorts alzo altijd tot zulken getal gehouden worden, des dat dezelve alle te zaamen zullen zijn Leedematen of ten minften do mde profesfie van de waare Gereformeerde Chrifteiijke Religie en die voor waaragcig en opregc erkennende, in zulker voegen, als dezelve openbaarlijk in de publicque Kerken en Schooien geleerd , en door aucthoriteit van de Hooge Overheid gemaintineerd word, voorts zijnde Patriotten en Voorftanders van het gemeenebest. II. In de Vroedfchap of onder de Gemeens • luiden zullen geen andere Perzonen geadmiteerd werden, als ingcboorene van Friesland, of na Lands Placcaaten genaturalifeerden, en die alhier vier Jaaren het Burger" recht genooten hebben, ten zij aan een Burgers Dogter komen te trouwen, wanneer direcl daar toe verkiesbaar zullen zijn, als of ze vier Jaaren Burgers waren geweest; dog Vader en Zoon, gelijk ook twee Broeders zullen niet te gelijk in de Vroedfchap mogen Zijn. III. Niemand zal onder de Gemeens - luiden twee Ampten te gelijk mogen bekleeden, en zo wanneer iemand uit de Magiftraat gekooren word, in Collegien van de Generali- Vv 5 teit. NIEUW Regie, ment op de Regee. ring der Stad Dokkum,  nieuw Reglement op dc Regeering der Stad Doklviim. 682 Tegenwoordige Staat teit, Raad van Staate, Rseken - Kamer of Admiraliteit, zal wel mogen blijven in de Vroedfchap, maar niet in bedieninge van da Magiftraat; En zullen de fuppooften van het Collegie ter Admiraliteit niet mogen worden gekooren in de Vroedfchap. IV. Dj Gemeens-luiden of Vroedfchap zullen haar leeven lang continueeren, en perzonen daar uit in de Migiftraat gekooren, afleggende haare bedieninge, zullen wederom gaan in de Vroedfchap. V. De Vroedfchap zal verdeeld worden na de vier Espelen, en zoo wanneer een of meer perzonen komt te fterven of anderzints verlaten word, ook met zijn geheel Huisgezin hem met de wooninge begeeft buiten de Stad Jaar en Dag (: 't en waare hij elders in 's Lands dienft gebruikt wierde:) zal de vaceerende plaats wederom worden gefuppleerd door de gemeene of meefte Burgers Ssemmen van al zulken Espel wettiglijk vergadert weezende, daar onder de geftorvene of afgegaane heeft gcreforteerd. VI. Ende zullen vooman geen andere perzonen in de Vroedfchap gekooren worden, als die ten minften vyf Floreenen fchieten, twintig Jaaren en daar boven oud zijn, en gemeene Burgers lasten draagen. VII. De Magiftraat zal beftaan uit acht perzonen als Burgemeefteren. VIII. Met den aanvang van ieder Jaar zullen diar af twee Leeden afgaan, en twee nieuwe  van FRIESLAND- 683 nieuwe Burgemeefteren aankomen ,v en dus ieder dat Ampt vier Jaaren bekleeden. IX. De Vroedfchap zal alle Jaaren op den i/den December (:zoo geen Zondag:) 's morgens de klok tien uuren, anders 's daags te vooren op het Stads-Huis vergaderen, ten overftaan van twee praefideerende Burgemeefte' ren en den Secretaris, op voorgaande aanzegginge van de Magiftraat, voorzien met zoo veel Boonen als 'er perzonen uit de Vroedfchap of Gemeens - luiden vergaderen, waar onder vijf vergulden Boonen zullen zijn, die uit de andere niet gemerkt kunnen worden. X. Dat de perzonen, die de vyf'vergulde boonen krijgen, tècreet zullen beflooten worden, en God om zijnen Zeegen aangeroepen hebbende, zonder eetcn en drinken , d' eene van d' andere niet zal mogen fcheiden, voor dat zij bij gemeene of meefte ftemmen genomineerd hebben een dubbeld getal, betraande in vier perzonen tot Burgemeesters, om 't enkel getal daar van te dienen, voor den tijd van vier eerst aanftaande Jaaren, mee dien befcheide, dat de vijf uitgelottede Gemeens • luiden hun zeiven niet zullen mogen nomineeren. XI. Zullen ook dezelve vijf Elecfcurs b'j eede, die hun door den Secretaris te vooren geleezen zal worden, in handen van de twee Pralideerende Burgemeefteren moeten zweeren in conformké van deeze Articulen, de gequalificeerfte in de nominatie te eligeeren naar haar beste kennisfe. XII. Welke Nominatie van dubbel getal als dan NIEUW Regiement op de Regeering der Stad Dokkum,  684 Tegenwoordige Slaat -NIEUW Regie, reent op de Regeering der Stad X)okkum. dan daadfilyk bij beflooten Misfive zal over gezonden worden aan den Heere Erfftadhouder dezer Provincie in der tijd, om door dezelve het enkel getal te worden gekooren, die de naamen van de gekoorene mede bij beflooten mifïïve zal over fchrijven. En zal deeze miffive niet geopend mogen worden, als met den aanvang van het Jaar, en als dan Nieuw-Jaars dag morgen gepubliceerd worden. XIII Bij zo verre een plaatze van de Burgemeesters bij verfterf of anderzinds tusfchen tijden komt te vaceeren, drie maanden of meer voor expiratie van 't laatfte jfaar , zal de plaatze moeten vervuld worden bij nominatie en eleftie als boven. XIV. De Magiftraat zal niet vermogen , in het vergeeven van Ampten te genieten eenige giften , dire&e nog indireéte, bij poene dat beide geever en ontvanger daar over arbitralijk zullen worden geftraft. X V. Tot Volmachten op Landsdagen zullen worden genomineerd een Burgemeefter door de Magiftraat en een Gemeensman bij de Vroedfchap , ten zij van een ftaat twee Leeden ieder voor een halve ftem gekoofen worden. XVI. Bij de Magiftraat zullen geen Contributien ingewilligd worden als met kennisfe van de ganfche Vroedfchap. XVII- Blijvende voorts aan de Magiftraat en de Vroedfchap of Gemeens • luiden de be." , r J TE UW leglement op de Regeering der Stad Stavoren. disponeeren over Vacant wordende Ampten van. Secretarifen, Ontvanger der Boelgoederen, Rector en tweede Pradicant, ingevolge de Conventie daar omtrent, met de Leeden der Kerke gemaakt den 21 May 1770. Ontvanger der Floreenen. Stads Rentemeefters. Stads Bode. Wagtmeefteren en Excuteurs. Adfiftenten. Havenmeefters. De Portier Plaatzen, en verders alle Ampten en Beneficiën daar van Stads - Weegen Tradte* ment word betaald, en die aan de Magiftraat niet Expres zyn gedemandeert. XII. Dat de Magiftraat en Vroedfchap als vooren zullen disponeeren over alle zaaken waar by het Stads Comtoir is geintresfeerd, exempt 't geene aan de Magiftraat alleen volgens Oud gebruik werd overgelaten zoo als hier na geinfereerd is. XIII. Dat de Magiftraat alleen zal disponeeren van alle bedieningen, waar van, weegens de Stad geen tractement wordt betaalc, ook van 'de Collecten der Stads Impofitien, en over de aanfteilinge der Ratelwagten. XIV. Dat dezelve ook alleen zal maaken de Jaarlykfche begrootinge van Wagt en Lantaren gelden, en doen de Afrekeninge der zeiven, gelyk meede de Zuiveringe en afreekeninge der Stads Reft - Cedullen. XV,  van FRIESLAND. 701 XV. Dat de Magiftraat verpligt zal zyn eenmaal ter weeke ordinaris te vergaderen, waar toe by deezen de dag van Woensdag word bepaald, ten einde de Stads Zaaken met de Vereiïchte attentie, en rype delibe. ratie worden behandelt. XVI. Dat de Magiftraat en Vroedfchap alle Maanden eens, gelyktydig, en wel op den eerften van iedere Maand zal vergaderen, 't en waare die op een Zondag of Feeftdag kwame te vallen, wanneer de Vergaderinge op den eerftvolgenden dag geen Feeftdag zynde, zal worden gehouden. XVII. Dat alle de Leeden der Regeering zullen doen den Eed op het volgende Formulier. EED NI E UW Reglement op de Regee* ring der Stad Sta. voren.  NIEUW Reglement op de Regeering der Stad Stavoren. ?oa Tegenwoordige Staat EED voor de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Stavoren. Izoo ik nee ven s andere tot de Regeeringe van deeze Stad ben verkooren, en aangefteld, zoo beloove en zweere ik de waare Gereformeerde Religie, en den tegenwoordigen Staat van Regeeringe in het Generaal, en de Provintie van Friefland in het byzonder, de Heeren Staaten, Stadhouder en Gedeputeerden, Stadhouder en Raaden in den Hoove Provinciaal, ieder naar zyne Wettige Commisfie, refpeéfivelyk, houw, trouw, en gehoorzaam te zyn, al het geene dezelve Overheeden tot gemeen nut, voordeel, en befte van de gemeene Zaaken', Landen en Steeden van Friefland, het zy in Lands Regeeringe , Krygs - zaaken, of anderzints noodig en raadzaam zullen vinden, voor my zelfs trouwelyk te helpen effectueren, en de andere Ingezeetenen van deeze Stad tot gehoorzaamheid, vreede, en eenigheid te wyzen, en te vermaanen, voorts generalyk alle myne Raadflaagen tot meefte Ruft, en eendragt van deeze Provincie en Stad te richten, een ieder Menfch Recht in deeze Stad zoekende, tot zyne gerechtigheid te helpen, niemand in zyn Recht onwettiglyk te verkorten, of in eenige onbetamelyke manieren te bezwaaren, met het gemeene Stads goed getrouwelyk te handelen, tot profyt van de Stad, en my door geenerleye baate, fchade, fchande , vriendc fchap,  van FRIESLAND. 703 fchap, günft, haat of nyd teegens het geene Voorfchreven is te laten beweegen, ook voor my zeiven geen profyt te zoeken, dan voor zoo verre my naar Rechten toegelaten is. De teegenwoordige Forma, en manier van Raadsbeftellinge te houden, en te helpen onderhouden, in het byzonder het Regeerings Reglement voor deeze Stad, door de Edele Mogende de Heeren Staaten geintroduceert getrouwelyk te obferveeren, en naa, te koomen. Ook de Secreeten van de Kamer niet te openbaaren: booven al te obferveeren het Reglement Reformatoir, voor zoo verre my aangaan mag, door Wylen Zyne Hoogheid Gl: Gedagt: den 21 December 1748. geëmaneerd, en eindelyk volgens de Staats Refolutie van den 27. April 1726. om aan de Officieren en Bedienden van de Collegien ter Admiraliteit in hunne funétie en zaaken raakende de invorderinge van 's Lands Rechten, allezints de hand te zullen bieden, en de zelve geene verhinderinge of oppofitie toe te brengen. Zoo waarlyk helpe my God Almachtig! Voorts ordonneeren Wy elk en een iegelyk, die zulks zal aangaan, om zig van nu af aan naar dit Reglement te gedragen, op pcene dat die geene welke mogte beftaan daar tegen direct of indirect aan te gaan, aanftonts vervallen zal zyn van zyn Ampt of Magiftrature, en daar te booven teegen dezelve NIEUW Regiement op de Regeering der Stad Sta-, voren.  WIEUW Regiewent op de Regee rirg der Stad Sta voren. RE; 704 Tegenwoordige Staat ve naar de Wetten van den Lande zal worden geprocedeert, want Wy zulks tot bloey, en welzyn van de Stad, derzelver Regeeringe, en goede Ingezetenen alzoo verftaan te behooren. En op dat niemand hier van eenige Ignorantie Pretendeere, zal dit Reglement binnen de Stad Stavoren worden gepubliceerd en geaffigeerd, ter plaatze daar men gewoon is aldaar Publicatie en AiMie te doen. Aldus gerefolveerd op het Landfchaps Huis binnen Leeuwarden den iften Juny 1787.  van FRIESLAND. REGLEMENT 7°5 o p D E REGEERINGE BOLSWARD. n JL/e Staaten van Friesland allen den geenen die deezen zullen zien of hooren leezenSalut, doen te weeten. Alzoo de Magiftraat en Vroedfchap der Stad Bolsward aan ons hebben ingeleverd eenige Poinclen en Articulen, om te dienen tot het Formeeren van een vernieuwd Regerings Reglement voor hunne Stad, zo als zy Vermeenden dat zulks naar de teegenwoordige tyds gelegenheid beft gefchikt zoude zijn, en ten meeften nutte van hunne Stad, en derzelver Burgeren en Ingezeetenen zoude kunnen ver* ftrekken; Zoo is het, dat wy na dezelve behoorlyk te hebben doen onderzoeken, e» daar op te hebben ingenoomen de Confidera. tien en het Praeadvis van de Heeren onze Gedeputeerden, het Reglement van Regeering voor gemelde Stad Bolsward hebben g< arrefteerd zoo als Wy doen by deezen, in Manieren als DER STAD Volgt. IV. DE El» Vy Art. I. NI E UW Reglement op de Regee. ring der Stad Bols. ward.  NIEUW Regie ment op de Regee ring der Stad Bols< ward. 706 Tegenwoordige Staat Art. I. D e Regeering deezer Stad zalbe* ftaan in twee en dertig Vroedfchappen, waar uit Zes als Burgemeefters en twee als Raadsluiden zullen fungeeren. II. De Voorfchreeven twee en dertig Leeden van Regeering zullen in Qualiteit van Vroedfchappen, als beprefentanten van de overige Burgers en I igezeetenenen in die Bedieninge hun Leven lang blyven Continueeren, fchoon iemand van de zelve in een Generaliteits, of Provinciaal Collegie werd gecommitteerd, zullende egter de Plaats van die geene, die elders met zyn woninge vertrekt, Vaceeren. IIL De Burgemeelters en Raadsluiden zullen in hunne Refpedive Qualiteiten fungeeren , van den eenen Nieuw - Jaars- dag tot den anderen, zullende altyd de oudfte in die bediening afgaan, invoegen het eene Jaar op Nieuw-Jaars dag zullen afgaan twee Burgemeefters, en het ander Nieuw-Jaar één Burgemeefter en één Raadsman, en zulks Succesfwelyk by gelyke Beurtwisfeling. IV. Alle Jaaren op den 15 December zal in plaatfe van de twee Burgemeefters, of de Burgemeefter en Raadsman, die op Nieuwjaars dag ftaan af te gaan, een dubbeld getal gtnomineert worden, uit de Vroedfchappen in deezer voegen. Dat eerft Vyf Perfoonen uit de Vier en Twintig, of Prefent zynde Leeden by Lotinge genoomen worden (dewyl de Burgemeefters en Raadsluiden gedmiJ 0 rende  van FRIESLAND 707 rende hunne bediening in geen Loting zullen worden geadmitteerd ) welke Vyf Perfoonen de Nominatie zullen doen, van Voorfehreeven dubbeld getal by Pluraliteit van ftemmen uit de overige Negentien, of Prefent zynde Leeden, die meede gelot hebben, vermits de Éledteurs zig zeiven niet meede in de Nominatie zullen mogen brengen. V. Tot welke Nominatie zy dadelyk zullen moeten Procedeeren, beloovende eerft (zoo ras het Lot op hun gevallen zal zyn) aan de vergadering op den eed by 't aanvaarden hunner bediening als Vroedfchappen gedaan, dat zy in het INomineeren zullen letten op de bekwaamfte, en gequalificeerdfte Perfoonen onder de Voorfchreeven Negentien, of Prefent zynde Leeden die meede geloot hebben, zonder eenig oogmerk van gunfte of ongunfte , daar in te zullen mogen betoonen. VI. Gaande dan terftond met hun Vyven in een ander Kamer, en niet daar uitkomende nog met iemand Communiceerende, yoor dat zy de Nominatie als booven , met de meefte ftemmen zullen hebben gedaan. . , VII. Welke Nominatie van dubbeld getal, als dan daadelyk by beflooten Misfive zal worden overgezonden, aan den Heere Erfftadhouder deezer Provincie in der tyd, om by hoogft dezelve daar uit de twee Burgemeefters, of Burgemeefter en Raadsman in plaatze van de afgaande geeligeerd te worden, welke naamen der gekoorene dan by beflooten Misfive te rug gekomen zynde , zal die Misfive niet voor Yy a den NIEUW Reglement op de Regeering der stad Bolsward.  felEUW Regle: ment op de Regee ring der Stad Bolsward. pö8 Tegenwoordige Staaf den Nieuw - Jaars - dag moogen Worden ge»; opent. VIIÏ. By zoo verre eenige Plaatze by verfterf, of anderzints tusfchen tyden kwaame te Vaceeren, zal daar in een ander verkooren worden, te weeten zoo het van Burgemeefteren of Raadsluiden is, meer dan Vier maanden voor Nieuw-Jaar, zal de plaatze moeten worden vervuld by Nominatie en Electie als vooren, de daags na het Lyk ter Aarden zal zyn befteld, en minder als Vier Maanden voor Nieuw-Jaar op den 15 December eerftkomftig. IX. En by de Vacature van een Vroedfchap op den dercigften dag na dat de Plaats Vacant zal zyn geworden ( de fterfdag of Vertrekdag exclufive gereekend) door alle de overige en op dien dag Prefent zynde Leeden van Regeering in Qualiteit als Vroedfchappen by meerderheid van ftemmen. X. Alle de Leeden van Regeering Zullen' moeten zyn behoorlyk gequalificeerd, en van de waare Gereformeerde Religie, zoo als in de Pubhcque Kerken word geoeftend, profesfie daar van doende, of ten minften wel geaffe&ïoneerde tot die Religie ende ten gehoor tomende, en behoorlyk gedoopt zynde. XT- Zullende voor gequalificeerd worden gehouden de zodaanige, die door hun zeiven, door hunne Huysvrouvven, of in Qualiteit, als Vader en voorftander over nunne Kind, of Kinderen aan vafte goederen in deeze Stad of ïurisdiaie van" dien in eigendom befitten de a waarde  van FRIESLAND. 799 waarde van Vyff hondert Caroly Guldens of daar booven; En ten minften den tyd van twee Jaaren Burger van deeze Stad zyn ge- ( Weeft; zullende een Burgers Zoon geagt wor-1 den het Burgerrecht door zyn Vader te bezit-' ten; mtgenoomen wanneer dezelve met zyn' eigen Huishouding meer dan twee agter een volgende Jaaren uit de Stad of Jurisdictie na een ander woonplaats was vertrokken, in welk geval dezelve by zyn te rugkomft wederom het Burger Regt zal moeten winnen, en daar na een vol Jaar in de Stad of Jurisdictie hebben gewoond, voor en aleer tot de Vroedfchap admisfibel zal zyn. XII. Geen Vaderen Zoon, of twee Broeders zullen te gelyk in de Vroedfchap mogen genomen worden. XIII. Dat de Stemming van Gecommitteerden ten Landsdaage Jaarlyks zal gefchieden op den 25 january, en daar by geobferveert worden de Publicatie van de Edele Mog; Heeren Staaten deezer Provincie, in dato den 28ften February 1784, XIV. Alle Jaaren op voornoemde dag der ftemming van Volmachten ten Landsdage, zullen by de Burgemeefters, en Raadslieden door alle de Prefente Leeden van de hegeering by Pluraliteic van ftemmen , nog vier Vroedfchappen by Nominatie gevoegt worden, die verpligt zullen zyn alle Stads en Corpora Rekeningen meede Naukeurig te examineeren, op te neemen en te fluiten, van welke Commis- Vy 3 fie NIECW Reglement op de Regee« ring der Stad Bolsward.  HIEUW Reglement op de Regeering der Stad Bols. ward. jïo Tegenwoordigs Staat fie echter de geftemde Volmagten ten Landsdage geexcufeerd zullen zyn , moetende gedagte genomineerde Vroedfchappen meede dirigeeren, en doen de voorkomende verhuuring der Stads, en Beneficiaale goederen. XV. Dat uit naam der ganfche Stads Regeering door de Burgemeefteren en Raadsluiden in der tyd, by voorvallende Vacatures zullen worden begeeven, de Navolgende Stads bedieningen; den Stads Major; de drie Alfiftenten; den Fifcaal; de Poortiers; de Waagdraagers; de Turf dragers; de Turfmeetfters; de Ytigmeefter; den Toorenwachter; den Klokopwinder ; den Commis _- -- ;: fcheepen; den Dood - BidC*.£ fa d^.. ' " graver. XVI. Dat door het #flB|llj Stads Regeering zullen \, aangefteld: den Stads ^^^f'ïifM^: Stads Boorkn; den Renti^^tóffl|^^^^^ de Schoolmeeders en \ Organift; den Kofter; dc| , ! , , m§B Waag-Meefter; den apÉllfcii^Bfe draagers en Meeters; den Tambour; de Vroed- ' vrouwen; de Ratellieden; den Ontvanger der Floréén; de Dyks - Gecommitteerden; de Voogden van de Kerken, Gast, Arme, of IVeeshuyfen; de Bevelhebbers; de Stads Opfigter; de Stads Timmer en Metzelbaazen, en voorts alle andere Stads Ampten, Bedieningen en Commisfien in Stads Zaaken, die hier voor aan Burgemeefteren en Raadsluiden niet zyn toegekend, XVII. Daï  van FRIESLAND. 711, XVII. Dat voortaan alle vooren gemelde 1 Stads Ampten en Bedieningen by Vacature , 1 niet anders zullen worden begeeven en gecon-j fereerd dan aan Burgers en Burger Kinderen r van de Stad , of aan Perfoonen, die ten min- J Hen twee agrer een volgende Jaaren vol uit' zonder interruptie binnen Bolsward of de Jurisdictie van dien op zig zeiven of by iemand in dienft hebben gewoont, uitgezonden alleen in Cas tot het beklceden van het een of ander Ampt, geen genoegzaam bequaam Perfoon in de Stad of Jurisdictie woonagtig mogte zyn, om het zelve na vcreifch te kunnen bedienen, zullende in zodanige gevallen een ander bekwaam Perfoon daar meede mogen worden gebeneficeerd. XVIII. Dat voorts aan de gezamentlyke Leeden van de Regeering zal verblyven, de beraaming met meelle ftemmen van alle verdere goede Orde in de Regeering van Stads zaaken, en het geen daar van dependeert, als meede hunne Privilegiën, en Vryheeden zonder ergens in tot Particulier profyt te mogen excedeeren, lettende voor al op de befte Menagie, en meefte voordeel van de Stad, en goede Ingezeetenen van dien, ook in Verteeringen, Baaten, Profyten of Vacatiën niet gaande buiten de Ordonnantie of Ordinaris gebruik, en ook voor het Confereeren, van Ampten en bedieningen niet genietende op Poenen en Boeten daar toe volgens 's Lands Wetten ftaande. XIX. Dat de Preiideerende Burgemeefter Yy 4 'm NIEUW Regie ment op de Regeering der Stad Bolsward.  NIEUW Reglement op de Regee. ting der Stad Bolsward. Eed fi» Tegenwoordige Staat in der tyd in alle Vergaderingen ( volgens een aloud gebruik) zal blyven behouden eenConcludeerende, of overhaalende Stem, zoo wanneer de ftemmen mogten fteeken. XX. Dat alle de Leeden der Regeering zullen moeten doen den Eed op het navolgende Formulier.  FRIESLAND. 713 Eed voor den Magiftraat en Vroedfchap der Stad BOLSWARD. NIEUW Regiement op de Regeering deiStad Bols* ward. _t\ Izoo ik neevens anderen tot de Regeering van deeze Stad verkooren en gefteld ben , zoo beloove en zweere ik de waare Gereformeerde Religie en de teegenwoordige ftaat van Regeeringe in het Generaal en de Provincie van Friesland in het by zonder, de Heeren Staaten, Stadhouder en Gedeputeerden, Stadhouder en Raaden in den Hove Provinciaal, yder na zyne. Wettige Commisfie Refpeétivelyk trouw en Gehoorzaam te zyn, alle het geene defelve Overheeden tot gemeen nut, voordeel en befte van de gemeene zaak , in Landen en Steeden van Friesland, noodig en Raadzaam zullen oordeelen, voor my zelfs getrouwelyk te helpen efièclueeren, en andere Ingezeetenen van deeze Stad ter gehoorzaamheid, vreede en eenigheid te wyzen, en te vermaanen, voorts generalyk alle myne Raadflagen tot meefte Rust en Eendragt van deeze Provincie en deeze Stad te rigcen, een yder Mensch recht in deeze Stad zoekende tot zyn gerechtigheid te helpen, niemand in zyn techt onwettiglyk te verkorten, of in eenige onbetamelyke manier te bezwuaren , met het gemeene Stads goed en Opkomften trouwelyk tot Profyt van de Stad te handelen en my door geenerleye baate , fchaade ,• fchande , vriendfchap , gunst, haat of nyd tftegens het geene voorfchreeven ftaat, te laaten bewee- Yy 5. gen,  714 Tegenwoordige Staat NIEUW Regle< ment op de Regeering der Stad Bols. w.ard. gen, ook voor my zeiven geen Profyten te zoeken, dan zoo verre my na Rechten toegelaaten is; ook te Obferveeren dit Reglement van Regeering, als meede het Reglement Keformatoir van Wylen Zyn Doorl. Hoogheid van den 11 December 1748. en de Secreeten van de Kamer niet te zullen openbaaren. Zoo waarlyk helperay GOD Almagtig! Voorts ordonneeren wy elk en een iegelyk pm zig naar dit Reglement te gedragen, op Pcene dat die geene welke mogte beftaan, daar teegen direct of indirect aan te gaan, direct vervallen zal zyn van zyn Ampt of Magiftratuure en daar te booven tegen dezeUe aanftonds naar de Wetten van den Lande , zal worden geprocedeert , want wy zulks tot bloey en Welzyn van de Stad, derzelver Regeering en goede Ingezeetenen , alzoo ver ftaan te behooren. En op dat niemand hier van eenige ignorantie Prastendeere zal dit Regeerings Reglement, binnen de Stad Bolsward worden gepubliceerd en geafïïgeerd ter plaatze daar men gewoon is Publicatie en Affictie te doen, Aldus gerefolveerd op het Landfchaps-Huig binnen Leeuwarden den 1 Juny 1787. J. C, B E R G S M A, Vt, Ter Ordonnantie van Hun Edele Mogende A. J. v. S M I N I A.  van FRIESLAND. 715 EXTRACT uit het Refolutie - Boek der Edele Mog. Heeren Staaten van Friesland, van den jaare 1787. Door Heeren Commisfarisfen uit het Collegie enz» Jf^n is wyders na Lecture der Stukken «ende gelet op het Praadvis van voorfchreeven Collegie , als meede op den inhoud van het Mindergetal boven gemeld, voor zo verre tot het Regeerings - Reglement van de Stad Sneek betrekkelyk is, engeconfedereerdzynde , dat door de Regeeringe van die Stad wel op den 21 October 1785, een by haar naauwkeurig nagezien en volkomen geapprobeerd Concept Reglement aan Hun Edele Mogende Gedeputeerden was overgezonden: dan naderhand den 1 Mei 1786 eene nadere Misfive aan dezelve was gefchreeven, inhoudende : dat zy de zaaken betrekkelyk het Regeerings ■ Reglement uit dat oogpunt befchouwde, dat vermeende , in ftaat te zyn , daar omtrent betere fchikkingen tot haar en haare Ingezetenen genoegen te zullen kunnen maaken, en daarom verzogte, dat de door haar ingeleverde Stukken, zonder dispofitie mogten worden te rug gezonden. Waarop by welgedagce Collegie den 9 Mei daar aan volgende was geantwoord, dat aan dat verzoek niet konde defereeren, met las* Refolutie' op het Siuk der Regeering van Sneek enz.  716 Tegenwoordige Staat Refolutie op het Stuk der Regeering van Sneek enz* last aan de Regeeringe der voornoemde Stad, om ingevalle zy in begrip mogte liaan, dat bet Reglement van 1637 konde blyven, en ; dat daar geen veranderlnge in vereischt wierd, hetzelve daar van te informeeren, aan welke requifitie tot nog toe niet was voldaan, geresolveerd , dat, aangezien de meergemelde Regeeringe van Sneek na die tyd geene bepaalde veranderinge in haar Reglement van i 3 5 gca,  7%o BLADWYZER gen , gronden, enz. befchreeven, bevat 14Dorpen. 111.D. II St. bl. 488. Vier Gereformeerde, eene Doopsgezinde en eene Roomsch Katholyke Gemeenten, bl. 503. Donkerbroek , een maaiig Dorp van 43 Hemmen, 'lil D. II St. bl 587 Doopsgezinden , in Friesland, door hun aantal en vermogen aanzienlyk, ftamuien af van de Herdoopers , fchoon in veelen daarvan grootelyks verfchiilen. IV D. II St- bl. 559. De ganfche Sociëteit beftaat uit vier Klasfen. bl. f61. Deeze houden jaarlyks eene algemeene Vergadering, bl. 562. Behalven deeze vindt men hier en daar ook nog ver fpreide Gemeenten , tot de vier Klasfen niet behoorende. b!. 562. Voor dienften den Lande beweezen , genieten de Doopsgezinden verfcheiden voorrechten, bl. 563. • Dorprechters , derzelver pligt, verkiezing en jaarlyks inkomen. IV D. 1 St. bl 243. DouwMfl. (Jankë) een man van groot aanzien. 111 D. II St. bl. 476 en 481. Driezwn , een Dorp van ^ 36 ftemmen, waaronder verfcheiden Oude Staten behooren. II D 1 St. bl. 240. Droogcfiam.een Dorp van 27 (temmen, waartoe eenige buurtjes behooren. IV D. I St. bl. 232 Dromt > een fchoon en groot Dorp, alwaar voorheen eenige S taten waren,van welkeHobbema alleen over is, telt 56 fteindraagende plaatfen. IV D. II St. bl. 428. Duurswolde , een ldein Dorp van maar 14 ftemmen. III D. II St. bh 574. E, E chtev ( Tr. Tan Baron van ) Grietman van Barradeel. II D. 11 St. bl. 578. Echten , een Dorp yan 42 ftemmen. III D. II St. bl. 543. Edens, een klein Dorpje van 8 ftemmen , met daar onder de Buurte Spyk , en de vernietigde ftate Unga. III D. I St. bl. i$4. Ee of Ea, een Dorp van merkelyke uitgeftrektheid , eenige Oude Staten, buurten en 51 ftemmen, bl. 212. Eernewouae, een klein afgelegen Dorp van 13 ftemmei;. IID. I St. bl. 298 Essterga , een Dorp van 39 ftemmen, ten westen van 't welk men ziet het Kerkhof van 't Oude Dorp Bant, en wat noordelyker het huis de Brandende put. III D. II Sr. bl. 540 Eestrum , met daar onder de buurtjes de Meeren en de Eest , ftaat in ftemmende plaatfen gelyk met Rypcrkerk. 11 D. i St b . 296. Ecmosd (Gi.0K6ips van) Bisfchop van Utrecht, magtigt den  d$p voornaam/Ie Zaaken, 73* - den Prior van 't ("mallen Eester Konvent om de Kloostergeloften der Maagden aan te neemen. II D. I St. bl. 308 Evsinga ( Jr. Frans, Juuus, Idzeiit , Johan ^Heringa van) Grietman van Rauwerderhem. II D I St bl- 326 • ('Jr. Frans Juuus Johan van) Grietman van Dotiiawerftal. III D. II St. bl. 502 • (Jr. SCIKLTP. iiessel. Rooroa van ) Grietman van Haskeiland. ill D. 1). St. bl. f»5 Elahmz'.n , een kleja Dorp van 15 Hemmende plaatfen, waar toe het buurtje Tophorne behoort, en waar men eertyds ook vond het llerke huis van Hans Perkeszcn, dat door de Schieringers werd ingenomen, III D. 1 St. bl. 305. Elgei.s.ma (Fi!At,ciscus)maakt een legaat van 12000 guld. aan de groote Kerk te Bolswerd , tut een nieuw Orgel. Ill D. 1 St. 193. Elslo, een Dorp waartoe eenige buurtjes en 36 Hemmen behooren. III D. II St. bl. 590 Éngelum, we! een klein Dorp van maar 12 Hemmen, doch eertyds aanzienlyk door de State Sirtema of Groveftins, op welke vuormaals ook woonde Wybe van Groveftins, doorgaans ScherneWybe genaamd. II D. II St. 412. Engwcr, of Abbingawier , 'c kleinfte Dorp van Wonzeradeel, en van maar 1'. ftemmen. III D. 1 St. bl 103. Engwierurn, een maatig Dorp, waaronder verfcheiden plaatfen. van naam plagten te behooren , is merkelyk vergroot door • aangefpoelde Landen, en telc 23 ftemmen. II D. I St. bl. 211 Ernst Kazirüeh , Stadhouder van Friesland enz. IV D. ISt. bl 75 Exekuteurs en Adfiflenten der Nedergerechten. IV D. I St. bl. 2,54 Ezmorra, een Dorp, zeer wel tot de Visfchery gelegen, en van 24 ftemmende plaatfen, IJl D. I Sr. bl. 162. Ezumerbuuren. II D. I St. bl. 210. F. "Fabrieken, waaronder de Friefche Bonten uitmunten. IV D. II St. bl. 597. Ferzverd een fchoon en oud Dorp , hebbende oudiyds verfcheiden Staten gehad, heeft 56 Hemmende plaatfen. bl, Ferwerderadeel, de tweede Grieteny van Oostergj, ligt aan den Zeekant, II 1). I St. bl. 191 , bevat 6 t'erefor> meerde Gemeenten, bi. 198. Ferwoude, een groot Dorp, waartoe eenige buurtjes v.m naams, en .47 ftemmende plaat-  73* BLADWYZER plaatfen behooren. III D.ISt. bl. 163 Firancien, (Kamer der; zie Rekenkamer. Finkinga, een Dorp van 23 ftemmen , doch welks Turfgraavery zeer aan 'tafneemenis, bevat in den omtrek ookde buurtjes Wester- én Oosterhoeve. III D. II St bl. 596. Finkum , het achtfte Dorp van Leeuwarderadeel, waar eertyds de Heerlykheid Holdinga ftond, bevat 31 ftemmen. II D. 1 St. bl. 11. Firdgum, een klein Dorp van 10 ftemmen , welks Adelyke Staten in Boereplaatfen veran derd zyn 1ID.1I. St. bl. 568 Fiskaal, der Nedergerechten IV D. S St. bl. 242. Flanfum, alwaar eertyds eene Kapel ftond. II D. 1 St. bl. 320 Floreenen, C Staat der Landsfloreenen van Oostergo.) li D. I St. bl. 327 enz. van Westergo III D. Ii St. bl. 445van Zevenwouden lil D. II St. bl. 9 621. Floreen Rente, oorfprong van deeze voor de Provinciaale Kas allervoordeeligltc belastinge. IV D. II St' bl. 338. Vergroot met belasting tot onderhoud der Dyken, doch niet overal even groot. bl. 3 ,9 Plasaat van 572a op dit ftuk bl 34° 350- Nader Plakaat van ,7f9 waarby de Schryvers der Compagnien worden afgefchafr. bl. 35b — 361. Deeze belasting blylc niet altyd dezelfde , zo als blykt uit het Plakaat van 1729. bl. 361 — 369. üittrekzel uit het laatfte Kohier der Floreen Rente, bl. 369 37L Overfchietende Floreenen. bl. 371. Ligte Floreenen. bl. 372. Folsgara , een middelbaar Dorp V3n 20 ftemmende plaatfen, waar men eertyds de State Walma vond. III D. I St.bl. 238 Foswerd, een Klooster. II D. I Sr. bl. 197 Foudens en Fockema, oude Staten onder Jorwerd.IlID. ISt. bl. 135 Foudgum, een Dorp, waar men eertyds de State Stinflravond, bevat 11 ftemmen. II D. ISt. bl. 206 Franeker, de derde in rang on« der de Friefche Steden, heefc een uitgebreid Rechtsgebied, met daarin verfcheiden buurten en Fabrieken. II D. II St.bl. 44 .j. is een klein half uur gaans m den omtrek groot en voorzien met 3 Land- en 4 Wateipoorten. bl. 447. daar binnen vond men eqrtyds 't vermaarde Sjaardema flor. bl. 449. werd in 1192 tot eene ftad eemaakr. bl. 45°- was in volgende tyden in verfcheiden opzigten van merkelyk aanzien, bl. 4)-i. Hertog Albrecht van Saxen hield 'er doorgaans zyne Hofhouding; zyn Zoon Flendrik , daar belegerd, werd door de Stedelingen geholpen ende ftad aanzienlyk beloond , en had oak deel aan de onlusten  def voornaamfte Zaaken, lusten van 1572. bl. 453. Is vermaakelyk gelegen, en met ruime ftraaten en graften voorzien. 455-. Het Stadshuis, een oud gebouw van I59L is in 1760 grootelyks verbeterd, bl. 458. De Stadswaag, door den Hertog van Saxen gegeeven , is wel gelegen, bl. 460. De groote Kerk, aan St. Marien geheiligd , is een gebouw van ongeveer 250 voeten lang, hebbende ten westen een toren van ruim 200 voeten hoog. bl. 461. Diakenye Weeshuis, bl. 462. Blaauw of Klaarkampfter Weeshuis, bl. 463. de Roomfche Kerk. bi. 463. de Kerk der Doopsgezinden, Schoolgebouw en Proevenhuis, bl. 464. Gasthuis, bl. 565. Armehuis, en oude Adelyke Hamhuizen, bl. 466. Oude en hedendaagfebe Regeering, met vermelding van hooggaande gcfchil» len daarover voormaals voorgevallen./ bl. 467. de Hoogefchool opgericht onder begunftiging van Graaf Willem Lodewyk. 512. redenen waarom dezelve te Franeker geplaatst wierd. bl. fis. Publicatie tot oprechting van dezelve, bi. 517. Tot derzelver gebouw werd het Kruisbroeders Klooster gefchikt. bl. 520. de Senaatkamer pronkt met de Portretten van veele Hoogleeraars. bl. 521. plegtige inwyding der Hooge Schoole, bl. 522. Eerfte Hoogleeraars en wetten der Akademie. 524. de Re- geering der Stad erkent de Akademie in alle haare vryheden. bl 350. Vryheid van impofitien aande Hoogefchool verleend, en weder vernietigd, bl f31. Pennoenen waarop Jongelingen ftudeeren. bl. 533. 'Openbaare Beurze opgerecht» bl. 535. Bibliotheek, bl. 536". 't Opperbeftier der Akademie is in handen van den Erfftadhouder en vier Curatoren, bl. 537. 't Getal der Hoogleeraaren niet altyd even groot, en de Senaat heeft eene wacht van 4 Adfiftenten onder eenen zogenaamden Promoter. bl. 539. Twee Pedellen ftaan den Rector en Profesforen ten dienfte. bl. 541. Het tweede Eeuwfeest der Akademie op den 22 Sept. 1785 met groote plegtigheid gevierd, bl. 544. Zyne D, Hoogheid befchenkt de Akademie met een fraai Orreri, of Planispha;rium. bl. 559. De tegenwoordige Op» perbeftierders en Hoogleeraars der Akademie. bl. s5s. Franekeradeel, tweede Grieteny van Westergo, beftaande uit goede doch merkelyk onderfcheiden landen, heeft veele* wegen en vaarten II D.IISt. bl. 432, elf Dorpen bl. 435, en S Hervormde Gemeenten. bl. 444 Franjum, een Klooster, zie Marfuin. Friens, waar men 13 ftemmende plaatfen en ook de oude ftate Beslinga vindt. II D. I St. bij 3r3 Q. Gwt„  7g4 BLADWYZER G. Gaast, een maatig Dorp van 14 ftemmende plaatfen. III D. 1 St. bl. 163. Gaasterland, de zevende Grie¬ teny der Zevenwouden, tenaanzien van derzelver ge¬ legenheid befchreeven , III D. II St. bl. 544- was te.n tyde van de verdeeldheid der Schieringers en Vetkoopers de woonplaats van veele Edelen , en behoorde oudtyds tot Westergo. bl.545. houdt Tiet gerecht te Balk. en bevat vier Hervormde Gemeenten , twee Doopsgezinde en ééne Roomsch Katholyke. bl. SS4- Gaastmeer, een klem Dorp met eenige buurtjes en 17 ftemmen. III D. I St. bl. 230. Galama (Antonius Sixtüs van) het laatfte mannelykoir van dat Adelyk geflagt. IIID. I St. bl. 286. _ (Douwi! ) Heerfchap te Akkrum. III D. II St. bl. 478 . (Yge) zyn twist met den Abt van Hemelum. II D. I St. bl. 33. had een Stins te Mirns, dat vruchteloos door Pieter Harinxma en anderen belegerd werd. III D- II St. bl. 553Gansi.vort ( Wesseliüs ii ) IV D. II St. bl. 53i. Garyp, wel eer beroemd door 't Klooster Sigerswolde , ea eenige verfterkte Sloten én - Stirizen , bevat 60 Stemmen; II D. I. St. bl. 298. Gauw , een klein Dorp van 11 en een tweede ftemmen, was de geboorte plaats van Radboud, i4den Bisfchop van Utrecht. III D. I St. bl. 224. Gebed des Heeren , in de oud Friefche taal. IV D. II St. bl. Gedeputeerden ('t Kollegie der) is naast ae Staaten van t grootfte aanzien. IV D. H St. bl. 86 Inftruktie voor de Gede. . puteerden uit de Landkwartieren bl. 89. voor die uit de Steden, bl. 107 Het Kollegie verbeeldt de Staaten in 't verrichten van veele zaaken. bl. 108. Ampten ftaande ter begeevinge van 't zelve. bl. 110. Draagt zorge voor 's Lands werken en de invordering der ingewilligde belastingen, bl., in. . Amptenaars worden op Ordonnantie van 't zelve betaald, bl. 113. Von. nist over alle gevallen de Have.npagt.en betreffende, bl. 123. Heeft de interpretatie van de Artikelen der Ordonnantie op de imposten, bl. 124. Voert de belluiten der Landsdagen uit, en moet in veelen door het Hof gekend worden, bi; 127. Uitzondering van gevallen , waar over een der Gedeputeerden niet mag ftemmen, voorzitting en vastgeftelde Vergaderingen, bl. 129. Moeten Leden van Staat zyn. bi. 130, Vaste wedde en titel der Heeren  der voornaamfle Zaaken. 755 Heeren Gedeputeerden, bl. 130, 131. Vergaderplaats en Sekretaris. bk 132. Drie Klerken en twee Kamerbooden. 134 , 135. Advocaat Fiskaal. bl. 136. Leden van 't Kollegie. bl. 137-139. Geldmiddelen der Provincie. IV D. 2 St. bl. 337. Gemaal ( het) eene der aanzienlykfte belastingen in Friesland. IV D. II St. bl. 400. 402. Gemma Fiusius, Zie Dokkum, Gennaard, een Klooster. III D. I St. bl. 197. Genum, voorheen twee Heer- lykheden hebbende gehad, telt 8 (temmende plaatfen, UI D. 1 St. bl. 195. . Gerkeskkoster , zie Augujtinus- ga- Gêrroltsma (Simon)- Sekretaris van Kollumerland. III D. I St. bl 223. Gerjloot, een Dorp , waartoe verfcheiden Uitbuurtjes en 20 Hemmen behooren. Giekerk, benoorden de Ryd , heeft 28 ftemmen en maakt met Oenkerk en Oudkerk de Trynwouden. II D. I St. bl. 289. Gojinga, een Dorp van 2f ftemmende plaatfen, en de verwoeste Staten Jongema, Sikkinga en Vryburg of Albada. III D. I St. bl. 240. Uoingaryp, een klein Dorpje , aan 't Sueeker Meer en andere wateren gelegen, bevat 29 ftemmen. III D. II St. bi.491. Gorredyk, thans een fraai Vlek, in zyne ligginge, opkomst, naamsoorfprong enz. befclireeven. III D. 11 St. bl. 577- uortmolen, wat daaromtrent zy in acht te neemen. IV D. II St. bl. 406. Goimim , ook Dola - Gouturtt genaamd , het derde Dorp van Leeuwarderadeel, waaronder de Staten Drinkuitsma , Putsma en Wyarda behooren , telt 28 ftemmende plaatfen. III D. I St. bl. 9. Greonterp, een klein Dorp van maar 11 ftemmen. , met daar onder Senshuizen en 't buurtje Kie.-III D. I St bl. 164. Grietman, naams oorfprong. I\7 LX I St. bl. 216. recht era wyze van aanftellinge. bl, 217. kwalifikatie daartoe noodig. bl, 219. Jaaren daartoe vereischt. bl. 221. Eed , en Kommisfie. bl. 222. Gezag. 225. is verpligt tot handhaaf Ving van goede order. bl. 226". zorge voor openbaare wegen , vaarten , en publieke veiligheid te diaagen. 228. voornaame inkomften. bl. 230, wordt doorgaans ten Lands. dage gekoozen. bl. 231. Betaalt uit zyne inkomften de Jaarwedden van de overige Leden en Dienaars van 't gerecht enz bl. 232. Griffier van den Hove, Iy D. ISs.  73t. Dl. 122, 124 en 125. ' Komptooren ('s Lands) IV D. I St. bl. - 179. Der Floree' nen. bl. 181. Der Losfe Renten. i3z. Der Lytrenten. bl. 182. Ontvangers en Inftruktie voor 's Lands Komptooren. bl. 184 • Konpim, of Kornjum, het elfde Dorp van Leeuwarderadeel, waartoe Martena State , en ook de fraaie buitenplaats Wydeveld , behoort, heeft 19 ftemmen, II D. 1 St. bl. Kooferdraad ( Impost op ) IV D. 11 St. bl 43'■Koophandel, niet zo uitgebreid , als die van Holland. IV D. H St. bl. f96. De handel in hout, hennip , graanen enz. • is viy aanzienlyk. bl. 59^. Buitenlandfche Koopwadren meestal üit Holland ingevoerd. 597. Sommige Wetten nnsichien nadeelig voor den Koophandel, bl. 600. Wat tot uitbreiding van denzelven zou konnen dienen, bl. 601. Konezwaog, een Dorp, waar de turfgiaavery zeer in bloei plag te zvn. III D. U St bl. 576. heeft 21 ftemmen. bl. 579- Koten, een Dorp van 25 ftem* men, waartoe ook Opperkoten behoort. II D. I St. bl. 233- Koudum , een der fchoonfte Dorpen van Friesland. III D. 1 St. bl. 299- Heelt een - groote Kerkbuurt, bl. 3°°behoorende tot ciit Dorp de uitbuurt Terwisga, met de Oude Staten Galama , Epemi en Keimpe Doniahuis; zynde de State Groveftins nog in goeden (laat, en in 't Zuidoosten Galama Dam , met daarby de véimaakelyke buiRaadsheer ■ II. H. Huber. bl.'3oi- bevat , in 't geheel 114 ftemmen. - bl. 302. Kuinder, een Vlek , dat eertyds tot Friesland behoorde. Ill D. II St. bl. 594- Kuratoren van 's Lands Akademie. IV D. I St. bl, 196. Gewoone bezigheden van dit Kollegie. bl, 197 Jaarlyks Traktament en Eed. bl. 199Tegenwoordige Leden. bl. 199. Hcett eenen Sekretaris. bl. 200. Korte Uem, een klein Dorp, heb»  der voornaamfte Zaaken, 74? hebbende 15 ftemmen. II D. ï St. bl. 307. L. t. jalain. Stadhouder.wordt te Leeuwarden ingehaald. II D. I St. bl. 49. Landbouw en Veefokkery. IV D- I St. bl. 571. Waar de beste Bouwlanden te vinden zyn. bl. 588. Behalven andere graanen worden de Aardappelen in menigte geteeld. Landen ( belasting op bezaai de '; zie Vyf Speciën. Landshuis, zie Leeuwarden. Lands - Ordonnantie. IV D. ISt. °1- 153. Langedyk, een klein Dorpje van maar 12 ftemmen. UI D. II St. bl. 5-90. Langezwaag, een Dorp waartoe de buurt Wyngaardeu behoort , met daar en boven 45 ftemmen. III D. II St. bl. 5Sla?  de* voornaamfle Zaaken. 75a jplag hier een Stins van Yge Galama te zyn. bl. 551. Moddermolen IV D. II St. bl. • 609. Mokkema Stins , door Graaf . Hugo belegerd. II D. 1 Sc W..212. Molens, ( Rogge en Weit - ) order op het aanbouwen van dezelve, als ook op het aangeeven der graanen , en brengen van dezelve aan de Molens enz. IV D. It St. bl. 404 — 406. MoLtNscHOT C R' van ) een der Gecommitteerden tot by. legging der friefche verdeeldheden, opent de Vergadering met eene redevoering, 11 D. I St. bl. 53. Molkweerum , in getal van Hemmen 't grootfte Dorp van geheel Friesland, als hebbende wel 2ii , is zonderling gebouwd. III D. I St. bl. 303. Voor deezen hadden de Friezen hier een Schans 5 de taal en kleeding der Inwoonderen verfchiit van die der overige Friezen, bl. 304. Monnikebuuren , waartoe de buurt Lange Lille ten grooten deele behoort, is een Dorp van 32 ftemmen. III D. II St bl. 604. Mormerwoude , een Dorp van 16 ftemmen. 11 D. 1 St, bl. 242. Morra, een Dorp van 19 ftemmen , alwaar men eertyds verfcheiden Adelyke Staten, en ook het Klooster V\ eerd vond. II D. 1 St. bl. 217. IV. DEEL. Mïeica ( Awdüeas ) gebooren in de Lemmer. 111 D. 11 Sr, bl. f40. N. l$azaretb , een Klooster, z?d Idzega, Nedergerecbttn , ter bewaaringe van goede orde ingefteld , waartoe byzonderlyk verpligt. IV D. I St. bl. 212 — 215. De Grietenyen geregeerd door één' Grietman en twee of meer Byzitters. bl. 216. Wel* ke hebben hunne Penfionarisfen. bl. 235. Sekretarisfen. bl. 237. iioelontvangêrs , Dorprechters. bl. 243. Fiskaaien , Exekuteurs en Adff. ftenten. 244. Nis, een Dorp in Westdongeradeel, met zyne Oude Sta. ten en plaatfen, van 35 ftemmen. II D. I St. bl. 204. -—r-, een Dorp op Ameland. II D. .11 St. bl. 35(1. , een klein Dorp in Utinge. radeel , alwaar men eertyds een Klooster vond , en nog hedendaags Nesferzyl, met 22 ftemmen. III D. II St. „rbl- 477- Nieuwe of Nyeberkoop , een Dorp van 21 ftemmen. III D. II St bl. 586. Nieuwe - Haske , met een gedeelte van het Heerenveea en ite Bandfter Schans, telt 13 bb aó ftem-  754 BLADWYZER aö (temmen. Hl D. II St. Nieuwe - Home, een vermaaklyk Dorp in 't geboomte, lil D. II St bl 527- ., . Nieuwe of Nyéfcbnot, een klein Dorp van 21 ftemmen. 111 D. U St bl. 530. Nieuwe- 7.yl , onder Oosthem ' gelegen en aan Bolswerd behoorende , alwaar in 1616 , in eene ftrèek, veel duizend Brazemen gevangen werden. j.u U. 1 OU Uli "3t' Nieuw ■ of Nyhuizum, een klein waterryk Dorp van 15 ftemmen 111 D. I St. bl. 233. Nieuw Kruisland , bevat 37 ftemdraagende plaatfen. II D. I St. bl. 226. Nieuwland , een fraai en vermogend Dorp van 39 «11 tweede ftemmen, door opllyking der Middelzee gebooren, en waartoe eertyds de State Botnia en het Stins van Hiddema behoorden. III D. 1 St. bl. 237. Nieuwier, een Dorp van 20 ftemmende plaatfen, waar men eertyds het Vrouwen Klooster £ior» vond. II D. 1 St bl. Nyega , een Dorp in Hemelu• nvr Oldevaart enz', van 27 ftemmen. JU D. I St. bl. 305 *, , jtyvs . of Nieuwklouïer, Aula Dei, zie Scharnegoutum. Nyebottpade , w wems Kerk, veeien uit het gelhgt van Lyklama a Nyeholt begraaven zyn, en waar onder men voorheen vond het fterke gebouw Friesburg, is een Dorp van 20 ftemmen. III D. II St. bl. 595». Nyeboltwolde , een Dorp van 43 ftemmen. III D. II St. bl. 605. Nye- Lemmer , een Dorp van 42 ftemmen. III D. II St. bl 605. Nye . Mirdum , een Dorp , waartoe eenige buurtjes van naame en 42 ftemmen behooren. III D. II St. bl. 548. Nye- Tryne , het kleinfte Dorp van geheel Stellingwerf Westeinde, beva'tende maar j6 ftemmen. III D. II St. bl. 603. Nykerk, een vermaaklyk Dorp, voorheen pronkende met de State Jeppema, telt 20 fteuiI men. 11 D. I St. bl. 194. Niklaasga ( St. ) een Dorp , waar onder eene aanzienlyke Folder, en 54 ftemmen behooren. lil D. 11 St. bl. 490 Noorderdrachten, een zeer fraai Dorp , ten Noorden der Drachtfter Vaart , van 2ï ftemmen. H D. 1 3t. bl. 3°5- No^rdwolde , het eene gedeelte van de Grieteny Hemelumer Oldevaart en Noordwolde uitmaaltende , ook wel Yga> woldeu genaamd en waarom. 111 D. 1 St. bl. 304. i , een groot Dorp van <3i ftemmen , hebbende eene  der voornaamfte Zaaken. 75$ eene fraaie Buurt, hoewel minder in bloei dan wel voordeezen. 111 D. 11 St. bl. O. Oegeklooster, van de Reguliers Orde , met daar onder het buurtje Teriet , telt 5 Hemmen. 111 D. 1 St. bl. 180. Oënkerk', een Dorp van 24 ftemmen , hebbende in zyn begryp de Staten Eyfinga en Hania. 11 D. 1 St. bl. 289. Officiegelden , door de meeste Amptenaars te betaalen. IV D. 11 St. bh 449 Offingawier , een ltlein Dorp van 10 ftemmen , in welks nabyheid eertyds 't Klooster Groendyk gevonden werd. 111 D. 1 St. bl. 244. Olde - of Oudeberkoop , een Dorp met een fraaie buurt, waar onder Deddinga buuren en 't Schansje Bekhof behooren , heeft 2 Jaarmarkten , en 50 ftemmen, 111 D. 11 St. bl. 585- Oldsga, niet te verwarren met de Dorpen van gelyken naam in Wymbritferadeel en SmalïiHgerland , tellende 33 ftem. draagende plaatfen , waarby oudtyds lag Galama Stins, Old. Galama genaamd. III D. 1 St. fel. 504. Zynde hier waar» fchyulyk ook geweest eene State Jarigsma. bl. 305. Oldeholtpa.de , een Dorp van 43 ftemmen. III D. II St. bl. 6co. Oldeboltivolde, een Dorpje van 24 ftemmen. III D. II St. bl. 606. Oldouwer , een Dorp, welks landen door het Tjeuke Meer veel te lyden hebben , en waar eertyds het geflagt van Aslèma zeer vermogend was, telt 26 ftemmende plaatfen. III D. II St. bl. 493. Olterterp ,■ een klein Dorpje , tellende maar 9 een tweede ftemmen. III D. II St. bl. 572. Oostdóngerdeel, de vierde Grie« teny van Oostergo, is vrucht, baar van Landeryen. II D. L St. bl. 208. bevat 8 Gereformeerde Gemeenten, bl. 219. Oosterbierum, een Dorp van 25 ftemmen , alwaar men eertyds de State Haardavond. II D, 11 St. bl. 570. Oosterend , het grootfte Dorp van Hennaarderadeel , waar. van oudtyds Donia de voornaamfte State was , bevat f2 ftemmen. 111 D. 1 St. bl. iSo. Oostergo, heeft de eerfte ftem in Staat, werd oudtyds door de Middelzee van Westergo gefcheiden, en door de Lauwers van Groningerland , bevat 11 Grietenyen , waarvan eenige uit Kleiland doch andere uit Zandgrond beftaan, bb 2 fcboQtï  7S6 BL ADWYZER fchoon 'er ook laage oorden in zyn ; liggende het beste gedeelte aan den Zeekant , dat doordejaagvaart van Leeuwarden op Dokkum, en van daar op Strobosch van de mindere deelen wordt ge. fcheiden. II D. I St. bl. i 5. Getal van Inwoon ders, en hoe veel in 1749 tot de Quotifatie moest betaalen. bl. 326. Staat der Lands Floreenen. bl. 317. enz. Oosterlittens, het achtfte Dorp van Baarderadeel , heeft 28 ftemmen, is vermaaklyk gelegen, en daar onder behoort het buurtje Wammerd , als ook het Tolhuis Hulkenftein, m n i Sr. hi ttn. Oostermeer , een uitgeftrekt Dorp, waarby ligt het vermaaklyk buitengoed van den Hr. A. J. van Sminia. II D. I St. bl. 294» Oostetwicrum, het derde Dorp van Baarderadeel , is van maatigen omtrek, en bevat 15 ftemmen , ook waren 'er oudtyds de Adelyke Staten Gerbranda, Groot Walkama, Vogelzang enz. 111 D, I St, bl. 136. Oosterwolde, een groot Dorp van 57 ftemmende plaatfen, eene dubbele buurt en vee- Ie huizen van naam in den omtrek. III D. II St. bl. 588. Oosterzee, een groot Dorp van wel 98 ftemmen, doch niet zeer Volkryk, welks landen bekend zyn by den naam yafi Oostzimgerland, en waar ook twee Staten plagten te zyn. III D. II St bl. 542. Oosthem, een Dorp van 83 ftemmende plaatfen. III D. I St. bl. 235- „ .- Oostmaborn. II D. I St. bl. 209. Oostrum , een Dorp , wairtoe eertyds verfcheiden heerlyKe Staten behoorden, bevattende 18 ftemmen. II D. 1 St. bl. 215. 1 Opeinde, by 't Landvolk Smal. linger - Pein genaamd , een Dorp van 28 ftemmende plaatfen , met eenige daartoe behoorende buurtjes. II D. 1 St. bl. 305. Oppenhuizen , een Dorp van 26 ftemmende plaatfen . en twee Oude Staten of Stinzen. III D. I St bl. 226". Oproerigb.'id van 1748. IV D. 1 st bl. 110. Opflerland , de achtfte Grieteny der Zevenwouden , ten aanzien van derzelver grenzen , gelegenheid, wateren en wegen befchreeven. 111 D, H St. sóö 568. bevat 13 Dorpen, bk 569. Houdt het gerecht des Donderdags, bl. 580. En telt 6 Gereformeerde Gemeenten , met ééne Doopsgezinde, bl. 581. Oudehoom., een groot en aanzienlyk Dorp , pronkenie met een prachtig gebouw op de State Andrïnga, behalven welke hiel ook ae Ouqc Staten Gauwma en Ddhwma , mes  der vootnaamjle Zaaken. 75? met !?t Hemmende plaatfen zyn. lil D. II St. bl. 476. Zeldzaam voorval van een' nieuw gegraaven Put, bl. Oudega , een ?eer vermaak'yk Dorp in Sinallingerland van 61 ilemdraagende plaatfen , en pronkende met de treffe. lyke Hofftede, Groot Haersma, door den Grietman van dien naam bewoond. II D. I St. bl. 303. Ou lega of Uld"ga , een maatig Dorp in Wymbritferadeel van 23 ftemmen , waar in 1,75 ltierf Gerke Hoitema , en waartoe verfcheiden wateren van naame behooren. Ill D. 1 St. bl. 133. Oude - Haske , voorheen een aanzienlyk Dorp , van nog tegenwoordig 6 ftemmen. 111 D 11 St. bl. 507. Ou 'ehoof/ier Kerk , ftort door •itonn in. 11 D. I St. bl. 48. Ouie -Home , met de Buurt Zevenaar, een Dorp van 16 ftemmen. 111 D. 11 St. bl. 526. Ovde- Klooster, anders Bloem, kamp genaamd, van de Orde der Bernardiners , in 1572 vernield, heeft 5 ftemmen. 111 D. I St bl. 179. Oude - Ltmmer, een Dorp van groote uitgeltrektheid, en 69 ftemmende plaatfen. 111 D. 11 St. bl. 605. Oude - Mirdum , een Dorp , waartoe met eenige buurtjes Bb 63 ftemmen behooren. 111 D. 11 St. bl. 548. Oudefchoot, een vermaaklyk Dorp van 25 ftemmen , in welks begryp de Vorftelyke lustplaats, het Oranje ■ Woud, ligt, en uit het welk de Familie van Schotanus % Stèrringa herkomftig is. 111 D. 11 St. bl. 528. Oude - Tryne, een Dorp van 56 ftemmende plaatfen. 111 D. 11 St. 602. Oudkerk , een vermaaklyk Dorp, met het Klooster Bethlehem, en de Staten Aysma en Heemftra, telt 21 ftemmende plaatfen. 11 D l St. bl. 288. Oudivoude , een Dorp van 49 ftemmen. n;et daar onder de buurt Veenklooster , en de Heerlykheid Rozema. 11 D. 1 St. bl, 124. Ouwjier- Haule , een Dorp , waartoe twee aanzienlyke Polders en 29 ftemmen behooren. 111 D. 11 St. bl. 492. Ouwjter • Nyega , een Dorp van 21 ftemmen. 111 D. 11 St. bl. 493. P. P.;flriê«, ("belasting op ) zie Vyf Speciën. De Woudpaarden behoeven niet te wyken voor die van de Klei. IV D. II St. bl. 576. >'b 3 Paarden t  f58 BLADWYZER Paarden, maaken een gedeelte van den Provinciaalen handel. IV D. II St. bl. 581. Wetten ter bewaaringe van derzelver ras. bh 582 — 585- De Veuleis naar Groningerland gevoerd , en om welke reden. bl. 585. Pazens, een Riviertje. II D. I St. bl. 199. Ook een Dorp, naar dat Riviertje dus genoemd, en 18 ftemmen bevattende, bl. 217. Parrega of Panderga , een Dorp van 30 ftemmen , en eenige buurtjes; van 't Par« regafter Meer befchouwd , aangenaam voor 't gezigt, en daarom in plaat vertoond. 111 D. I St. bl. 174. Pasfafiegeld. IV D. II St. bl. 433. Peaam , of Peangum , een Dorpje van maar 9 ftemmen en laag land , doch waartoe eenige Vogelkooien behooren. lil D. I St. bl. 174. Peins , bevat 17 ftemdraagende plaatfen, en daar onder eeni. ge Staten, die eertyds gerechtigd waren tot het Griet» mans Ampt in Franekeradeel. II D. II St. bl. 442. Pelmolens, hoe getakfeerd , en wanneer niet mogen maaien. IV D. II St. bl. 402. Penfionarisfen der Nedergerechten. IV D. 1 St. bl. 236. Peperga, een Dorp vaa 20 ftemmen, waartoe de Digte buurt de B'esfe behoort, en 't welk voor deezen by de Blesbrugge eene Schans fead: III D. II St. bl. 597. Perfoneele Goedfchatting van den honderdften en duizendften penning. IV D. 11 St. bl. 384. Is thans van weinig belang, waarom veelen in 1774, dezelve wilden vernietigd hebben, bl. 385. De verhooging en verlaaging daarvan den GerechteD en Magiftraaten aanbevolen, bl. 38f 387. Inftruktie voor de Koliek, teurs , zo Partikuliere als Geneiaale. bl. 387 — 389. Petri ( Cunehus ) Bisfchop van Leeuwarden, wordt prachtiglyk ingehaald. II D. I St. bl. 48. Zyn Bisdom neemt een einde, bh 50. raakt te Harlingen op 't Blokhuis get vangen en wordt weder geflaakt. IV D. II St. bl. 536. Philips ije Goede , Hertog van Bourgondie , vermaant de Friezen om zich onder zyn Opperbeftier te begeeven. II D. I St. bl. 30. Pier f Groote; zie Kimswerd, en ook Sneek. Pietersbierum , 27 ftemmende plaatfen bevattende, pronkte weleer met de Staten Kronen, burg en Hottinga , op welke laatfte een fchoon nieuw huis ftaat. II D. II St. 235. Pingjum, een groot Dorp van 44 ftemmende plaatfen , alle beflooten binnen de Pingjumir gouden halsband , zynde een Dyk, alwaar eertyds een fterk Stins, en ook eenige Staten  der vcornaamfle Zaaken. 7S9 States gevonden werden. Ill D. I St. bi. 173- ■ „ Poejer (Impost op) IV D. H St. bl. 431- Poppi-ma ( Hasino ) Heer van Ter Schelling en Grind, ligt te Tjummarum begraaven. II D 11 St. bl. 57°- Poppingnwier , een Dorp van 22 Hemmen , alwaar we'eer verfcheiden, met Stinzen verfterk'.e , Staten lagen , en tot welks ftemmen die van 't Klooster Engwier behooren. It D. I. St. bl 323- Procureur Generaal ; deszelfs Ampt is van veel gewigt. IV D. I St. bl. 161—163. Quota, of opbreng van Fries, land in de Generaliteits Kas, te hoog naar maate van het inkomen en de veelvuldige belastingen der Provincie , met herhaalde doch vruchtelooze klagten daar over. IV D. 11 St. bl. 484 5*9- R. RMr(i, een Dorp in Oo , ' Raunatrderbem , de elfde en kleitifte Grieteny van Ooster» go, bevat zes Dorpen en één Klocster. 11 D. I St bl. 318. Drie Gereformeerde, ééne Doopsgezinde , en ook ééne Roomsch - Katholyke Gemeen, te, bl. 3<6 Reëele Honderdfle penning, waarin deeze belasting befta. IV D, II St bl. 3". Wanneer voor 't eerst zy ingevoerd, bl. 373. Laatfte Plakaat op de heffing daarvan, bl. 377 — 3R3. Opbreng deezer belas« tinge. bl. 383. Regeering (de ) van Friesland , is by de Staaten des Lands, die verkooren worden door de Eigenaars v.;n ftemmende plaatfen. IV D. I St. bl. r. Wie voer Eigenaar eener ftem te houden zy', bh 3 Wie van het ftemrecht zyn uiige* flooten. bl. 5- Dit betreft alleen het platte land. bl. 6. Hoe de ftemming der Volmagten gefchiede. bl. 7> Waar de opneeming der Generaale ftemminge gedaan moet worhl o De Volmagten door de Gedeputeerden . toe te laaten, en alle jaaren op nieuw te verkiezen, bl. 10. Wie tot b ♦ Vo1"  ?6o BLADWYZER Volmagten niet zyn toe te laaten. bl. 12. De Vergadering der Staaten is verdeeld in vier Kamers, bl. 13 Uitfchryving der Landsdagen, en 't bezweeren der Procuratien door de Volmagten. bl. 16. Wanneer de Procuratien aan 't Kollegie vertoond moeten worden, bl. 17. Eed, door de Volmagten , daar voor 't eerst verfchynende, te doen. bl. 18. Eerfte Vergadering, bl. 19. Byzondere Kamers , en wyze van de zaaken voor te ftellen en te behandelen, bl. 20 Eertytel der Staaten. en beftelling der Ambulatoire Ampten. bl. 21. Rooster der Ampten. bl. 24 33. Vergadering van 't Mindergetal. bl 34. Tegenwoordige Leden van 't zelve bl. 35. Sekretaris en Griffier, bl. 36. Het Wapen der Staaten. bl 38. Regeer ing der Steden , niet overal gelyk , in eene korte fchets voorgedragen IV D. I St. bl. 245 248 Oorfprong , en verkiezing der Vroedfchappen. bl 248. Derzelver Vergaderingen en waar over hunne bezorging ga. bl. 249. Wien de otffening der Justitie zy aanbevoolen , als ook wie niet verkiesbaar tot den post van Vroedfchap zyn. bl. 251. De voordeelen der Vroedfchappen , en der Magiftraaten , ais ook de begec» ving der Ampten. bl. 2J2Burgerrecht, bl. 253. Burger- wacht bl. 254. Gilden, bl. 254. Stads Booden bl. 255. Aanftelling der Magiftraats Perfoonen. bl 255 272. Reglement van Hendrik, Hertog van Saxen, volgens 't welk de flatting der Dokkumer Ee of Trekvaart in 1506 is bepaald , en welke by de flatting van 1777 tot een riebtfnoer heeft gediend. II D. I St. bl 18, Reydikg ( Focrto SYTZts ) Sekretaris van Smallingerland. II D. I St. bl. 309. Reitfum , aanroerkelyk wegens de Heerlykheid Stania, bevat 10 ftemmen. II D. 1 Sr. b!. '95- Rekenkamer , uit vier Leden beltaanda, wanneer opgerecht en wat derzei ve te verrichten fta.1V D. 1 St. bl. 171 , 176. Sekretaris, Penfionaris, en Leden. bl. 177, 178. Tot dezelve behoort de Ka. mer der Finantien bl. 178. . Remonftranten, zie Dokkum. Rengers ( Jr. Egbert Sjuk GErtrioLD Jukkema vaw ButiM/iKiA ) Grietman van Wymbritferadeel. 111 D. 1 St. bl. 245. — ( Ja. L' Amohaal Albïhtus JEmuus) Grietman v*n Gaasterland. 111 D. 11 Sr. bl. 554. Rentemeester der Domeinen. IV D. I St. bj. 179. Revys ( Klein en Groot 3 wat daartoe behoore. iV D. 1 St. bl, 127, 128. Ried , naar 't water van dien naam  der voornaamfle Zaaken. 761 naam dus genoemd, en eenige Staten hebbende , van welke Andla State alleen in weezen is. II D. II St bl. 44'* Rinsmageest, een zeer aanzienlyk Dorp , pronkende met de State Eizinga en andere treffelyke gebouwen, waar oudtyds de Staten Melkama en Tjaarda gevonden werden , telt 40 Hemmen ; liggende 't Klooster Klaarkamp in 't Noorden des Dorps. 11 D. 1 St. bl 243. Ryperkerk, waar onder verfcheiden fraaie Buitenplaatfen aan de Zwarte Weg behoo» ren , heelt zc> Hemmende piaatfen. II D. I St. bl. 291. Hobli s ( Kaspgr ) zoekt zich by verraafing meester te maaken van Sneek en Bolswerd. IV D. II St. bl. 53i. Rohel , een Dorpje van 16 ftemmen. III D. II St. bl. 534- Roodkerk , waartoe eenige buurtjes, en de State Siccama behooren , telt 22 ftemmen. II D. I St. bl. 249. Roomscb - Katholyken , genieten thans meerdere vryheid dan wel voorheen. IV D. II St. bl. 555. B'.-hooren meest alle tot de heerfchende Paufèlyke gevoelens, wordende 'er maar weinig Janfenisten gevonden, bl. 556, Alle nieuw te kiezen Leeraars moeten zyn Inlandfche Wereldlyke Pre • dikheeren. bl. 557. DeRoom- Bb fche Kerken zyn 30 in getal, bl- f57- Rookda ( Johan 1 maakt zyn' Broeder Ruurd Abt vau Lidlum , 't welk van kwaade ge. volgen is. II D. II St bl. 569. Roordabtrzum, bevat 28 ftemmende plaatfen en verfchei. den Staten, II D. 1 St. bl. 313- Rooster , of Almanak nopens de Stedelyke Ampten , Refolutie daaromtrent. IV D. II St bl. 647. Rotflergaast , een Dorpje van maar 9 ftemmen. III D, II St bl. 532. Rcttevalle , zie Zuurhuizum. Rottum, thans een klein Dorp, doch waar voorheen de Landsdag der Wouden ge» houden wierd , en ook eene Schans lag, bevattende 3a ftemmen. III D. II St, bl. 534- Rugebuizen, een Dorpje van maar 15 ftemmen, waaromtrent zich verfcheiden Franfche Vlugtelingen hebben neergezet. UI ü. II St. bl. 5f4- Rundvee , in de Wouden ligter dan op de Klei, IV D, II Stbl. 576. Op de Klei zo goed als ergens bl. 577. Geefc veel boter en kaas , waarom het fterk wordt aangefokt bi. 578. s. Schaapen, in de Wouden aanb 5 gefokt,  76z BLADWYZER gefokt , verfchiilen in foort van die op de Klei worden gevonden IV. D. II. St. bl. 574. Zyn echter van veel belang, bl. 575. Worden geweid by heele kudden, bl. 575. Die der hooge kwartieren zyn van groote-- aangelegenheid , zo wegens derzelver fchoone Wolle als Vleesch en Smeer. bl. 586. Doorgaans houden de Boeren 'er maar een klein getal van; ook zyn dezelve onderhevig san Galligheid, bl. 587. Scbaljum , een Dorp van 15 Hemmende plaatfen, en de Geboorteplaats van Ulpius Cisfasus Franequerenfis. II D. II St. bl. 439. Scbarl , een klein Dorp en echter van 35 ftemmen ; waartoe behoort de Buurt Laaxum en het Roode Klif; hebbende hier eertyds ook geftaan Haukema State. III D. I St. bl. 3°3Scbamegoutum, een Dorp van 27 ftemmen, in welks naby« heid ligt de Hofftede Foppema en 't Klooster Nieuweklooster of Aula Dei. III D. I St. bl. 240. Schelt inga ( Marti r>us van ) Grietman van Kollumerland, II D. 1 St. bl. 223. — ( ConK.':Lis van ) Grietman van Ydaarderadeel. II D. 1 St. bl 3'?. —— ( Mskti^us van ) Grietman van Schooterland. III D. II St. bl. 534Schenk (Geouo) doet uit- ipraak over 'c onderhoud der Vyfdeels Dyken. IV D. I St. bl. 309. SciittPER (Imiliüs Josinus de) Grietman van Ferwerdera. deel. II D. 1 St. bl. 198, Scherpenzeel, een Dorp , met de daar onder gedeeltelyk behoorende buurt Lange !.'liIe , van 31 ftemmen, 111 O'. II St. bl. 604. Scbeitens , een Dorp van 15 ftemmen , met daar onder 't buurtje Bruindyk en de 'State Ozin^a, eertyds door een' Grietman van dien naam be. woond, III D. I St. • bl. 1:4. Scbiermcnnikeos , een Eiland , ten Oosten van Ameland II D. II Sfc bl. 396. Bevat maar één Dorp , wss eertyds zeer beroemd, en ontleent waarichynlyk zyn naam van zeker Konvent Monniken, bl. 397- Burgerlyk en Kerkelyk beftier. bl. 398. In 1638 werdt dit Eilrn.1 111 eigendom overgedraagen aan den Heer Johan Stachhouwer , en de Gemeente is langen tyd a's eene Conbi» natie door den Predikant van Pjezens bediend. 400. Door Stormwinden en 't verloopen der Zeegaaten is de gedaante des Eilands merketyk veranderd bl. 401. Zeevisfchery verfchaft den Ingezetenen 't voornaauifte beftaan. 402 Lenigen leggen zich ook op den Landbouw toe. 403. Koolzaad wordt 'er met goeden lüiflag geteeld ; 't Eiland heeft drie Zetkaapen; des-  der voornaamfte Zaaken. y6% deszelfs gemeenfehap met Friesland en Groningen , als ook deszelfs Wapen. 404. Scbingen, een Dorp van 12 ftemmen, waarin men oudtyds vond de State Wobbema , en nog een huis van aanzien, Stêhouders genaamd. II D. II St. bl. 430. Schoorfteengeld, zie Vyf - Specien. Schooterland, de Vyfde Griete» ny der Zevenwouden , ten aanzien van derzelver Grenzen, Wateren , Wegen, Landen enz. befchreeven. III D. II St. bl. si7. Werd eertyds Schooterwerf genaamd , en ftond in verbond met die van Groningen, bl. 533. Bevat 5 Gereformeerde Gemeenten, met ééne Doopsen ook ééne Roomschgezin. de. bl. ^34. Getal der Dorpen. IV D. II St. bl. 610. Scbraard, een klein Dorp van 13 ftemmen, alwaar eene State ligt, waarop weleer woonde Sjoerd Ayfva, in de gefchiedenis des Vaderlands beroemd. III D. I St. bl. 175; Schryfpupier ( Impost op ) IV D. II St. bl. 431. Schurvian ( Ann* Maria ) is begraaven te Wieuwerd. III D. I St. bl. 139. SCHWARTZlirvBSIiG EN HoLEN- lAc.Dsiiiao ( Johan Onuphmus Vryheer van ) getrouwd met Maria van Grom • bach, is de Stamvader deezer hoogadelyke Familie. II D. II St. bl. 420. Schwartzenberg en Hohen, landsberg ( GeORG WoLFgang, KaREL DüKO, BAK0N thoe ) Grietman van Menaldumadeel. II D. II St. bl, 43i. SCHWARTZENBERG en HoiIhNlandsberg ( J«. WlLKO Ba- ron thoe ) Grietman van Wonzeradeel. III D. I St. bl. 1S0. Scrinerius C Bernardus Johannes) Sekretaris van Gaastetland. III D. II St. bl. 554- Sekretarisfen der Nedergerechten , derzelver verkiezing, Kommisfie , en Amptsbezigheden. IV D. I St. bl. 236239. Weinigen hebben vaste traktementen , doch. andere vaste voordeelen. bl. 239. Zyn ook doorgaans Boel • Ontvangers, bl. 240, Als zodanig moeten zy borge voor het Ontvang ftellen , naar de grootheid der Grie. teny. bl. 241. Sibrandabuuren , een Dorp van 14 ftemmen , alwaar eertyds was iEsgama Stins. II D. I St bl. 325. Sibrandabuis, een klein Dorp van 14 ftemmen. U D. I St. bl. 247. Sjderius (Meinardus') Sebre- taris van Doniawerftal. lil D. II St. bl. 502. Sierksen (Walke) iii den fla? tegen Fox gefneuveld. III D. II St. bl. X79. Si.  7^4 B L A D W Sigemvolde (een Klooster) zie Garyp. Sigersivolde, een Dorp , waartoe de van ouds vermaarde buurt Bakkeveen enz. behoort, telt 18 ftemmende plaatfen. III D. II St. bl. 574. Sion, zie Nieuwier. Sixbierum, een aanzienlyk Dorp van 36 ftemmen , in welks fraaie Kerk, de begraafplaats was van het Adelyk geflact van Adelen, gefprooten uit Koninklyken Stam : ook behooren hier toe eeuige Adelyke Staten, van weike Liaukema in 1672, door een zeldzaam oproer, groot gevaar liep van verwoest te zullen worden. II D. II St. bl. 570. Sjaahda's (Foppe) huis te Abbega, door Douwe Tietes Hettinga ingenomen en verbrand. III D. I St bl. 236. Slapperterp, een klein Dorp van maar 7 ftemmen. II D. II St bl. 430. Sloten, deachtfte, doch kleinfte onder de Friefche Ste- ■ den, ten aanzien van derzelver gelegenheid befchreeven. III D. II St bl. 555- Is genoegzaam eirond, met een Aarden Wal , en twte Landden even zo veel Waterpoorten voorzien, bl. 556. Is net gebouwd en vry Volkryk. bl. 557. 't Stadshuis is nieuw, en de Kerk en Toren niet oud. bl. 557. Nergens is mser doorvaart dan hier, en 't water is 'er altyd zoet. hl. 558. Wegens de ineni&vui- Y Z E R dige doorvaart is dit Stedeke zeer neeiingryk , en niet ontbloot van voornaame Kooplieden, bl. 559. Heeft in vroeger tyden nu en dan merkelyk geleeden. bl. 5595f>i. Regeering der Stad. bl. 561—565. Rechtdag , Weekmarkt , Gereformeerde Gemeente, Latynfche Schoole, Doopsgezinde en Roomsch « Katholyke Kerken, bl. 5-65. Oud opfchrift der Wyckeler» poort. IV D. II St. bl. 61 r. Nadere Refolutie op de Regeering. bl. 716. Smallebrugge, een klein Dorp. je, doch waar onder eertyds het fterke Stins Hepke Huis behoorde. III D. 1 St. bl. 2 7.8. Smullen Eester Konvent, waarin , ten tyde der Schieringers en Vetkoopers, eène famenfpraak gehouden werdt tusfchen Friefche en G:oninger afgezondenen. II D. I St. bl. 208. Smallivgerland , de negende Grietenv van Oostergo. II D. I "St. bl. 300. Heeft vermaakelyke Rydwtgen, en komt ten aanzien van den grond meest overeen met de Zevenwouden bl. 301. Bevat zeven Dorpen, bl. 3°3» en 3 Gereformeerde Gemeenten met ééne der Doopsgezinden, bl. 309. SMrwiA ( Hobdo Baard van ) Grietman van Tietjerkfteradeel. II D. I St. bl. 299- > ( J,;ïse Baard van ) Sekre-  der vóornaanifte Zaaken. Sekretaris van Tietjerkftera • deel. II D. I St. bl. 299. Smit ( Rein ) Sekretaris van Barradeel. II D. II St. bl. ■578. Sneek, de vierde in rang onder de Steden van Friesland , is van onzekeren oorfprong. III D. I St. bl. 246. Ligt in Wymbritferadeel, is binnen zyne Wallen ongeveer 2810 fchrecden , en hartvormig • van gedaante, bl. 247. Heeft 4 Land - en 5 Waterpoorten, bl. 247. Voornaame Straaten en Graften. bl. 248. Aanzienlyke gebouwen van vroeger tyd, en het tegenwoor dig Stadshuis, bl. 249. Stads Waag, met daarboven de Kamer der Burgerwacht, bl. 252. Groote Kerk. bl. 251. Waarin Groote Pier begraaven ligt. bl. 257. Broerc Kerk. bl. 258. Twee Kerken der Doopsgezinden, en ééne der Roomsch ■ Katholyken. bl. 2f9. Latynfche Schooien, bl. 260. Burger - Weeshuis, bl. 261. Diakecye-Weeshuis, bl. 262. Gasthuis, bl. 263, Spinhuis, bl. 263- Kaak bl. 264. Jaar - en Weekmarkten, bl. 265. Boterhandel enz. bl. 265. Fabrieken, bl. 266, Voornaame gebeurtenisfen der Stad. bl- 266 ■ 270. Regeering der Stad. bl. 270 276. Mannen van Geleerdheid te Sneek gebooren. bh 276 -278. Sneeker Vaart op Leeuwarden , tot een Jaagvaart gemaakt, en geflat. JV D. II St. bl. 007. llefo. 76$ hitie op het Stuk van derzelver Regeeringe. bl. 715 718. Reglement op de ftemming van derzelver Volmagten. IV D. II St. bl. 641. Snikzvaaag, een Dorpje van 19 ftemmen. 111 D. II St. bl. 506. Snip (Folkert) zie Dokkum. Sondel of Sindel , een Dorp van 42 ftemmende plaatfen, waartoe het buurtje Wallentrog behoort III D. II St. bl. 547- Soimega , een aangenaam Dorp van 38 fteminen. III D. II Sr, bl. 602. Spangen , een Dorp van 4a ftemmen, behoorende tot het zelve de Schans en buurt S'lykenburg , als ook het buurtje 't Blaauwhof. III D. II St. bl. 604. Spannum , een Dorp van rp ftemmen , waar eertyds de State Donia lag , is voorz:en van eene taamelyke buurt , en werd in i$S6 geheel verbrand. III D. I St. bl. 154. Speelkaarten ( Impost op) IV D. II St. bh 431- Staaten van Holland (de) ftel. len eene nieuwe Inftructie op voor hunne Gecommitteerde Raaden ter Admiraliteit. III D, I St, bl. 5. St iaten des Lands , zie regeering , beklaagen zich over de al te hooge Quota. IV D. II St. bl. 491. Op derzelver order wordt in 1782 eene Deductie by  7r56 BLADWYZER by de Generaliteit ingediend, bl. 402. Stachouwer fj Johan ) zie Schiermonnikoog. Stadhouder , is de eerfte perfoor in rang na de Staaten. IV D. I St. bl. 38. Deszelfs Provinciaal gezag. bl. 43. Deszelfs Ampt. bl. 44. Is in gezag merkelyk vermeerderd, bl. 50. Nadere Refolutie daarop, bl. 51. Is Curator Magnificentisfimus der Akademie , eri heeft de Magi. fttaats beftelling in de Steden. Kl. 56. Voogdy van een Minderjaarigen Stadhouder , begeeving der Ampten en ' beftier der zaaken geduurende dezelve, bl. 59 — 70, Volg. ''lyat der Stadhouderen. bl. 74 —- 80 Kommisfie voor tkn tegenwoordigen Stadhou» der. bl 80 — 86. Stavoren , de oudfte en weleer de grootfte Stad van gansch Friesland, daar de Friefche Koningen hun verblyf hebben gehad, en welke doorKoophandel ryk geworden, door 't opfchieten van eene Zandbank, 't Vrouwen Zand genaamd, verarmd is. Hl D-ISr. bi. 308.'t Grootfte gedeelte der Stad, als ook 't Klooster St Odul> fus door de Zee weggefpi eld bl. 309. De magt van Stavoren voorheen zeer aanzienlyk, en 't gemelde K'-.cster in 1343 nog in wieezen. bh 310. 't Zelve wordt eerst'in 't Zuiden der Stad en vervolgens naar He- • melum overgebragt. 3a. In 't Noorden der Stad ftond weleer een Begyne Klooster. 312. Stavoren is eene der oudfte Hanzé Steden , en heeft van de Koningen van Denemarken en Frankryk merkelyke voorrechten ontvangen, bl. 312 en 313. Was omtrent hec jaar 1200 nog in vollen bloei, bl; 314. De Stadhouders der Hollandfche Graaven hadden hier hunnen vasten zetel. bl. 31?. Verdere ongelukkige lotgevallen, bl. 315. Tegenwoordige gedaante en gelegenheid der Stad. bl. 316. Stads Wal , Poorten, en inwendige fchikking. 317. Kerk en toren , ieder afzonderlyk gebouwd, bi.' 318. Stadshuis in 1775 geheel vernieuwd, bl 318. De Noordethaven in 1767 , geflat en de Sluis vernieuwd, bl. 319. De Stad is thans in redelyken bloei, en verkrygt zyn voornaam beftaan van de Zee. bl. 319. De Weekmarkt wordt Saturdags gehouden , de Gereformeerde Gemeente door twee Leeraars en de Doopsgezinde door één bediend, bl. 320; Re« geering der Stad. bl. 320 • 332. Nieuw Reglement op de Regeering der Stad. IV D. II St. bl. 607 ——-—- 704.. Steen - en Pannebakkeryen. IV D. II St. bl. 398. Steenkerk, een Vrouwen Klooster, zie Lunjeberd. Steem, het zevende Dorp van Leeuwarderadeel, is een der fraaiften ' van de geheele Grieteny  der voornaamfte Zaaken. 767 Grieteny, daartoe behooren de eertyds vermaarde plaatfen en Staaten Hajema , ]uckema en Petterhuis, met 69 Hemmende plaatfen. II D. I St. bl. 11. Steigerden, een Dorp, waartoe behalven de Steggerder buuren, ook de Overbuuren, en 50 ftemmende plaatfen behooren. III D. II St. bl. 59<5. Stellingwerf - Oosteinde ; Stellingwerf, eertyds tot het Vierde Zeeland behoorende , en door drie Stellingen berecht , wordt door den Hertog van Saxen in een vaste regeering van Grietman enz. veranderd. III D. 11 St. bl. ƒ82. Wordt onder de Bourgondifche overheerfching ïn twee Grietenyen verdeeld, van welke -Stellingwerf Oosteinde de negende Stem onder de Grietenyen vati de Zevenwouden heeft , ten aanzien van derzelver grenzen , wateren , wegen , en gronden befchreeven. ill D. II St. bl. 582 588. Houdt het Recht des Donderdags te Makkinga bl. 590. Telt vier Gereformeerde Gemeenten, bl. 591. Stellingwerf - Westeinde , de tiende en laatfte Grieteny der Zevenwouden , in derzelver grenzen , wegen , landeryen en verdeelinge befchreeven. III D. II St. bl, 592. Bevat 20 Dorpen, bl. 594.. Houdt hec Recht te, Wolvega en Peperga. bl. 607. Bevat 7 Gereformeerde en 2 Roomfche Gemeenten, bl. 608. Stookers, waartoe verpligt, IV D. II St. bl, 402 en 403. Stuaht (Kauel) zou omtrent het jaar 1051 , eenigen tyd te Sneek gehuisvest zyn geweest. lil D. I St. bl. 268. Subflituit Prokureur Generaal. IV D*. I St. bl. 170. Surich, een klein Dorp van ir ftemmende plaatfen. 111 D. I St. bl. 175. Susaanwerd, eene buurt onder Wieuwerd. lil D. 1 St. bh 139. Sweins, niet verre van den Trekweg op Leeuwarden, pronkt met de Staten Kingma en Groot Herema. II D. II St. bl. 442. Swicbum , het tweede Dorp van Leeuwarderadeel , waarvan Viglius Swichemius Heer was, telt 12 ftemmende plaatfen. II D. I Sc. bl. 8. Synode van Dordrecht, zie Kerkhervorming. T^abak ("Impost op) enz. IV D. II Sc. bl. 421. Tabakspypen (Impost op ) IVD. H St. bi. 431. Tabaksplautery , met geen e r l and en, en behelst de Gelegenheid, Regeering enz. van Holland in 't gemeen, en byzonderlyk van de Steden Dordrecht, Haar' lem , Delft en Leiden. j, XV Zynde het Vyfde Deel der Veeee-ni-ode Nederlan. de w i behelst eene Befchryving van de Steden ^fterdam Gouda, Rotterdam, Schiedam, Gomichem, Scboonbwn Alkmaar, Hoorn, Enkbuizen, Edam, Monnikendam, Medenblik en Purmcrend. „M.„,n, m. XVI. Zynde het Zesde Deel der V ere eini c d* N ederi^a n „en; behelst eene Befchryving van >s Gravenbaage en van a,le de Dorpen enz. in Rbynland en Delfland. „ XVII. Zynde het Zevende Deel der V e r e eni g d b N landen, behelst eene Befchryving van Scbtehmd, het Land van Voorne en van gansch ZuidhMand. XVIII. Zynde het Agtfte Deel der Vereenigde  fc E R. I G T. 7gi den, behelst eene Befchryving van Woerden, Gooyland, AinfleU land , Kennemerland , Westfriesland, Waterland, de Eilanden enz. XIX. Zynde hec Negende Deel der Vereenigde Nederlanden, behelst eene Befchryving van Zeelandin't algemeen , en van de Steden Middelburg en Zierikzee. XX. Zynde het Tiende Deel der Vereenigde Nederlanden, behelst eene Befchryving van de Steden Goer, Tbolen, Viisjingen en Veere ; benevens alle de byzondere Eilanden , Dorpen, Heerlykheden enz. van Zeeland. Het XXI. en XXII. Zynde het Elfde en Twaalfde Deel der Vereenigde N e d e it l a n r> e n , vervatten de Befchryving van tie Provincie ende Stad Utrecht, Amersfoort, Rhenen, Wykts Duurftede, Monifoort enz. Het Vervolg op de Hedendaagfche Historie, of 'Tegenwoordigen Staat van alle Volken, bevat: GROOT-BR1TTANNIEN. Behelzende eene Befchryving van 's Lands gelegenheid, een kort begrip der Engelfche Historie, van den Godsdienst, denKoning, het Parlement, Staats Amptenaars , grooten en ldeinen Adel, het Volk; desgclyks der Kreitzen en Graaffchappen, Umverfiteiten, Steden, Vlekken, Landhuizen, Fabrieken, Inkomften, en andere Byzondcrheden, 2 Deelen. F R A N K R Y K. Behelzende eene Befchryving van de gelegenheid des Ryks; derzelver Kusten, Rivieren, Havens, Gebergten; van den Godsdienst, den Koning en de Koningiyke Familie. Desgelyks de Landbefchryving van dit Ryk en byzonder derNoordelyke Provinciën, als 1' Isle de France, Normandie, Picardie, de Franfche Nederlanden, Champagne, Lotharingenen Bar; benevens de Bisdommen Metz.Toul, de Elfaz, Brecagne, enz. 2 Deelen. SPANJE en PORTUGAL. Behelzende eene Befchryving van de gelegenheid dier Ryken, derzelver Kusten, Havens, Rivieren, Gebergten; den Godsdienst en Inquilicie, den Koningen den Adel; de Inkomften, Koophandel, Vaart op de beide Indien, Natuurlyke Historie enz, mede eene Befchryving van alle de byzondere Landfchappen, Steden en Paleizen. ZWITZERLAND en ITALIË N. Het I. Deel bevat de Befchryving van Zvuitzerland en de onder, hoorige Landen, ais mede het Noortlelykfte gedeelte van Italië, in  782 B E R I G T. in 'tbyzonder van de Heerfchappyen des Konings van Sardinien, de bezittingen van tiet Huis van Oostenryk, der Hertogen van Parma en Modena, en der Republiek Venetië. Het II. Deel bevat de Befchryving der middelfte en zuidelyke deelen van Italië, in 't byzonder der Republiek Genua en 't F.üand Korfika , de Repub'iek Lucca , 't Groot Hertogdom Töskaanèn, de Heerfchappyen van den Paus, Romen, Napels^ Siciüën, benevens de Eilanden Maltha en Minorka. AFRIKA. Waarin de Befchryving van Barbarye; Senegal, Gninea, de Kaap de Goede Hoop, de Canaarifche , Vlaamfche en Franfche Eilanden van St. Helenaenz.; alles volgens de Waarneemingen van de Heeren Shanxi, Adanfon, de la Caille en andere Hedendaagfche Reizigers. AMERIKA. Bevattende het I. Deel de ontdekking van dat Waerelddeel, en de gedecltelyke verovering daarvan door de Spanjaarden, de Befchryving van de Lands- enLügtsgefteldbeid, de Ingezetenen, «Je Natuuriykc Historie ook de byzondere Befchryving van de tegenwoordige Bezittingen van Spanje in Amerika , Nieuw Mexico , Nieuw Granada , enz. Het II. Deel behelst het Ryk van Peru, Paraguay en Chili; 't Land van Magellaan enz ; de Bezittingen van Portugal in Amerika; Brazil, de Rivier der Amazoonen, Fransch Guyana, Cayeune enz.; als ook Suriname , Berbice , Esfequebo en Curacao, behoorende aan de W, 1. Compagnie der Vereenigde Nederlarden. Het 111, Deel behelst de Befchryving van de W. I. Eilanden Barbados, Martinique, Guadaloupe St. Euftatiusenz., Kuba, Jamaika, Porto Rico en St. Domingo; als ook de Befchryving van Noord - Amerika in 't gemeen en Louifiana en Kanada in 'c byzcnder; alles volgens de laatlle en naauwkeuriglte Berigien. Van deeze XXXIII Deelen kan men ieder afzonderlyk beko< men a ƒ 3 :- : uitgenomen het XX Deel, waar van de prys is a' ƒ 4 en die van Afrika en Amerika ieder a ƒ 3 - 10 - : De Tegenwoordige Staat der Nederlanden, in XII. Deelen, is afzonderlyk te bekomen a , ƒ 37-:- : De no«; ontbreekende Befchryvingen der Provinciën van de Ver. eenigde Nederlanden , naamelyk Overysfel, Groningen en het Landfchap Drenthe, zyn ter perfe, en zullen zo ras doenlyk uit. gegeven worden. By  B E R t G T. m Èy de Drukkers deezes zyn mede nog eenige weinige exemplaa- ren te bekomen vnn De VADERLANDSCMR HISTORIE, door J Wagenaar, XXI Deelen, in groot Octavo, met Drie en Veertig uitflaande His. torieele Konstprinten, Vyf Kaarten en Twee en Tagtig door wylen J. Houbraken gegraveerde Poutraiten. Zynde deeze Uitgave vermeerderd met tweemaal Twaalf Nieuwe Pourtraiten in den Eerden Druk niet te vinden. Te zamen voor den prys van . . • ƒ 63 - : : Ieder deezer Twaalf Pourtraiten apart, ft 5 Stv. ƒ3-: : Nog zyn eenige exempïaaren afzonderlyk te bekomen vaü Het aanhangzel van Pourtraiten tot den iften Druk. ƒ 1 - 16 .; De Byvoegzels en verbeteringen tot dezelve. ' f • . H°°g'eeraar in de Wysbegeene en Vad. Gefchiedenisfen te Middelburg; -_ nu Hoogleeraar in de Godgeleerdheid en Kerkelyke Gefchiedenisfen te Leiden. Eerfte Deel, met XX nieuwe daartoe vervaardigde Plaatjes door S. Fokke. In er Octavo. De prys is f 2 b De NIEUWE en BEKNOPTE HAND*- ATLAS, beftaaiidVia eene verzameling van 1,2 der algemeenfte en nodigfte Landkaar. ten aller. ,n de Nederduitfcha Taal, en naar de laatfte ontdekkingen van de l Jsle en anderen opgefteld, in eene vo.gzaame grootte uitgegeeven, om op eene gemakfeelyke wyze by het leezen d"r NRUwstydingen en Historiën te kunnen worden gebruikt; allen afgezet, in een half Eng. baud. , ƒ 3Ö . . " , Ieder  ?H B E R ï <5 T. Ieder Kaart is afzonderlyk te bekomen. ƒ ; - f v. i Dito afgezet. • * ƒ : - ó - ; Het Stel van de Zeeuwfche Eilanden. . ƒ 3 - - i 't VERHEERLYKT NEDERLAND of KABINET van ATesenhonderd HEDErMDAAGSCUE GEZIGTEN van Steden, Dorpen Sloten, Adelyke Huizen, Kerken, Toorens , Poorten, en ande'e voornaame Stads - en Landsgebouwen, in en omtrent de byzondere Vereenigde Nederlandfche Provinciën, door vermaarde Meesters naar het leven .getekend en op eene kundige manier in het Koper gebragt, dienende tot opheldering der Befchryving van den Tegenwoordigen Staat der Vereenigde . Nederlanden. IX. Deelen in 4to, op ordinair papier, ieder deel a 3 • 10 -:, dus compleet. . ƒ 31 - 10 . : Op Mediaan Papier a 4 1 :, dus compleet. f 3r> - : - : Op Rojaal papier a 5 - : - :, dus Compleet. . ƒ 45 - • • ; Van dit Kunstwerk bevat het I. Deel 100 Gezigten van de Üeneraüteits Landen, en van Gel. H^De^'ioo dito van Namen , Maaftricht, Graave, 's Hertogen. bosch, Breda, Staats - Vlaanderen en van Gelderland. III. Deel ico dito van Gelderland, Zuid- Holland en Rhyn- JV^Deel 100 dito van Kennemerland en West- Friesland. V. Deel 100 dito van Zeeland. VI. Deel 100 dito van Noord- Holland, Rhynland, Delfland en Znid-Hollahd. ' . Vil. Deel 100 dito der Stad en Provincie van Utrecht. Vilf. Deel 100 dito van deeze Provincie. IX. Deel ico van dezelfde Provincie. Zyiide ieder Deel apart te bekomen. Van het voorf. Kabinet zyn een klein getal Exemplaaren m groot ' Octavo gedrukt, om het zelve te kunnen voegen in de He. dendaagfche Historie of Tegenwoordigen Staat der Nederlanden. Het X. Deel, of Vervolg, behelzende de fraaie Gezigten van CLEEF, is onlangs uitgekomen, a . 5 Gld. Da KOOPHANDEL van AMSTERDAM, zynde DEZE DRUK de Negende, byna een derde vermeerderd, en overal verbeterd, HL Deelen, in 8vo . • ƒ4.10; Efp'me INTR.ESTBOEK van de verfcheidene per Centoos, by dagen en maanden. • • f 1 ' l* ': Een en Twintig GEZIGTEN in de Provincie ütregt, door Pronk en de Beyer, in groot foli». • f 7 • • ■ *