H: ., ruw ECHT VERHAAL VAN HET VOORGEVALLENE TE ROTTERDAM, Op Zaturdag Avond den 3*. Jtprll 1784. BY GELEEGENHEID VAN HET ** OPTREKKEN DER BURGER-COMPAGNIE SCHUTTERS No. 9. Onder het geleide van den HEER LIEUTENANT VAN ZWYND RECHT, Vervat in een' Brief uit Rotterdam , aan een voornaam Heer t«n Dordrecht. * * * m * # * -* * * -x * * TE DORDRECHT, En allom voor 4 fiuivers te bekoomcn.   ECHT VERHAAL VAN HET VOORGEVALLENE TE ROTTERDAM, BY.GELEEGENHEID VAM HET OPTREKKEN DER BURGER-COMPAGNIE No. 9. Wel Edele Geboore Heer! Het belang dat UWelEd: in de zaake des Vaderlands neemd, verpügc my, zo veel de tyd en omftandigheden tot nog toe permitteeren, Uwel Ed.eén Echt Bericht te geven van hetfatale Oproer, dat alhier op gifter avond, by het optrekken der Burger-Compagnie No. 9. waar van de Heer j. j. Elzevier Colonel is, heeft plaats gehad. Hoe een hoop Canailje, aangevoerd door grooter Roervinken, laaftleden Maandag over acht dagen, deze zelfde Compagnie geweldig ö A 2 aan-  ( 4 > aangevallen, en in haaren Marfch en verdere Manoeuvres belet, en hoe manlyk dezelve zig des tyds verdedigd heeft, is U Wel Ed: uit myne voorigen genoegzaam bekend. De geftrenge -Waarfchouwing door myne Heeren van de Weth vervolgens tegen zodanige geweldenaryen gedaan, heeft U Wel Ed: zeker gelezen: nog het een, nog het ander, is tot hier toe in ftaat geWeeft, om de muitzucht te teugelen. — Oproerige gefprekken, beledigende uitdrukkingen wegens deze Burger-Compagnie, derzelver leden en Bevelhebberen, gingen eenige dagen de fchrikverwekkende bedryven voor, waar van ik gister avond getuigen was. Bedryven, myn Hserl die door elke eerlyke ziel, welke denkwyze men ook moge toegedaan zyn, ten uitterfle verfoeyd worden, en tot eeuwige fchande van derzelver fnode uitvoerderertin de Jaarboeken gebrandmerkt zullen worden. Of zou men ookwillen voorgeeven, dat dezelve haaren oorfprong haddenuiteen misnoegen tegen het Vry-Corps? Zonder te onderfoeken of het Requeft der vernietiging van het zelve biliyk is, kan het in geen gezonde hersfenen komen, dat, zo mert welmeenend en uit een ware Vaderlandsliefde , gelyk in dat verzoek fchrift word gezegd dit Corps gaarne zag uit den weg geruimd, men dan, terwyl Zodanig een Requeft nog in handen van de Overhied is, de Burgerwachten, de altoos gerefpefteerde beveiligers van de voorregten, vryheid en ruft des  . ( i 3 dês Volks aanvald, •— dat mén een Compagnie die allerbyzonderft toond in haren Poft getrouw te willen zyn, en daar in het cieraad van onzei' Burgerftaat uitmaakt, gaat infulteeren, — dat men het in het byzonder öp bevelhebberen en leden van die Compapnie geladen hèeft, die ten aanzien van het Burgerlyke en Godsdienftige aller achting verdienen. — Zoo men immer deze bedryven aan het misnoegen tegen het Vry-Corps wil attribuëeren, dan moet men noodwendig toeftaan, dat het hun die het VryCorps uit den weg willen hebben, tevens te doen isi om ook alles dat, buiten hetzelve j Werkzaam is, om de openbaare ruft en veiligheid te bewaaren, den bodem in te Haan, ent dus een toneel van verwarring te maaken, ont in dat troebel water te beter te kunnen visfen. Om ter zake te komen. Gifter avond om g uu» ren zag ik in de Princeftraat, agtér het Boterhuys, daar de trom geroerd wierd öm de Compagnie by een te roepen, een buitengewoonen grooten toeloop, meeft al gemeen volk by elkander komen, en in kleindere troepen te zamen rotten. De uitdrukkingen, die, nu door de» een, dan doOr den ander-, gedaan wierden, en het voorfpel van het Schouwtoneel uitmaakten f Waren alleryflelykft. Sommige zeiden." wagt maar \ flrak zuilen ivy ons hart opbctaten! — anderen, Elzevier mnet na dj Don.icr, en de Prins boven, even of dit een Contrair, uitmaakA 3, te^  < 6 > . te, — anderen wederom, als IVishof V by is, zullen wy Vr hem uitbaten ,en breken hem den bals. Onder vier Timmerlieden, hoorden ik 'er een zeggen: Jongens* (Iraks zullen wy een grap heb" ben. het welk. een ander beantwoorde met deze yffelyke taal: ja\ maar ze zullen fchieten^ waar op de eerfte repliceerde, dat is niets, zo ze al fchieten, moeten zt my eerfl raken, en raken ze my, dan ben ik nog niet capot, en fchieten ze my dood, zo veel te eerder by God, en dergelyke oproerige gefprekken. Vervolgens hoorde ik eerft uit de partnekoekilraat ,of ten minften van dien kant, op een trompet, Wilhelmus van Nqffouwen &c. fpelen, dat verzeld ging en gevolgd wierd, door een oproerig gefchreeuw Hoezée! Oranje boven &c. en wel zo hard, dat de Officieren niet in ftaat waren, om elkander over de fchikking van de Wagt te raadplegen. Een fluitje vervong van een anderen kant de Trompet en vermeerderde de famenrottingen en bet geweldig fchreeuwen. Terwyl intuffchen de Adelborften, elk afzonderlyk, of met hun tweën, of driën naar de verzamelplaats gingen, wierden zy op weg reeds geweldig geftooten, gedrongen en met vuil geworpen. Toen vervolgens de Adelborften en Rotsgeaellen, met veel moeite by elkander gekomen waren,'had de Comrnandeerende Officier, den dapperen Lieutenant van Zwyndrecht, wiens naam  ( 7 ) naam by elk waar Vaderlander eeuwig In Eer en Achting moet blyven, de voorzigtigheid om alvoorens de Rotsgezellen naar de Hoofdwacht en Poorten te detacheeren; wel voorziende dat het voorgenomen geweld de bezetting van die Poften door deze Mannen het eerfte noodzakelyk zoude maken. De Officieren en Adelborften deden vervolgens een en andere poging, om zig in orde tefchaaren, het welk hun in het eerft door den geweldigen aandrang van het graauw belet wierd, dan, door hunne bekwaamheid en moed en met geveldt geweer, de hoop af te keeren eindelyk gelukte. In orde ftaande om te marcheeren wierd het geweer geladen. Dit bragt aanftonds een fchrik onder den hoop geweldenaaren, nadien zy op dit pas voor een groot deel verftrooiden, eenige voorname en meeft gerefolveerde Belhamers bleven echter ftaan en maakten nog mouvement van aanval; dan terftond wierd en 'er twee door de Dienaaren van Juftitie gevat en tuffchen de wagt wel verzekerd ingefloten en den verdere aandringenden hoop met de bajonetten afgekeerd. — Toen begon de Marfch in eene orde en vigilantie, dieby elk weldenkende lof en verwondering moeft wekken. De moed was op de aangezichten van onze Vaderlanderente lezen. Verbeeld U,Myn Heer, een Corps van flegts beneden de zeftig Manfchappen, dat met een ruftig gelaat door een troep van Duizenden kwaadwillige heen trekt A 4 voor  < 8 ) voorVryheid, Vaderland en voorregten. Met geweld te Weer gingen de vleugelmannen [aan alle zyden om het Corps te beveiligen en ruimte te houden. Het gemeen had zïg gevleid, dat de Marfchronte, volgens gewoonte, zou gefchieden Over de Nieuwe Markt, en vergaderde daarom in groote menigte in en omtrent die ftraat die dezelve met de Prinfeftraat vereenigd. De Heer van Zwyndrecht , die beleid met moed paarde» wift het Canaille hier in te leur te ftellen, door de Prinfeftraat recht uit te trekken, hetwelk ten tweeden oogmerk had, om zig in de Goudfche Wagen ftraat, met de Compagnie N°. 10, te kunnen vereenigen (dat echter, ongelukkig mislukte, nadien N°. 10, fchoon daar toe afgefproken, nietintydsin de Wapenen was) Dus voorttrekkende en aan den hoek van de Baanftraat komende, wierd het Corps door de oproermakeren van vooren aangevallen, en ingedrongen, met oogmerk om de Adelborften te verftrooyen, hunne medemakkers te ontzetten, en hunne gevloekte oogmerken verder te bereiken, en zelfs den Heer van Zwyndrecht naar de borft getaft Nu zag men niet # gelyk by het vorige tumult, eenige lafhartigen de vlagt neemen, maar alle de nu tegenwoordig zynde Heeren Adelborften, waren Vereenigd in Dapperheid. — Nu kwam ^et tydltip, om volgens Publikatie der Heeren van de Wet, wat! vo'gens de rechten der Natuur en der famenleving, geweld met geweld té kee-  C 9 5 keef en f — - Er wierd dan op laf!: van den Commandant een quarrêe geformeerd en uit alle vier dehoe kén van het Corps gevuurd, echter niet uit wraak" Zucht, of moordluft, gelyk fommige willen verfpreiden; want men liet eer ft eenige geweeren in de hoogte afgaan; waar aan alléén is toe te fchryven dat in eenige Huizen de glazen wier den inge. fchoten en een Man, die uit het venfter lag, ligt gebléfleerd wierd. Eenige fchootenmoeftennogthans onder den cproerigen hoop zelve gedaan worden waar door 'er verfcheiden gekwetft wierden, en het meerderdeel van de reft op de vluchc geraakte. — Zonder eenigfints in wanorde te geraken, wierd de Marfch hervat, en het Corps trok door de Baanftraat Breeditraat en goudfche Wagenftraat. In deze laatfte ftraat zag het te vergeefs om naar de Compagnie N°. 10, gelyk ik reeds meldde, de byftand van deze wierd te meer ücodzakelyk, uit hoofde van den aandrang van het graauw, die nu hervat wierd , echter niet mee die hevigheid als te vooren; zo dat onze helden