DEFENSIE E N VERONTSCHULDIGING VAN Mr. GERARD VAN CITTERS, T E G E N S DE HEM OPGELEGDE BESCHULDIGING, BETREKKELYK. DE OMSTANDIGHEDEN VAN DE JAAR-EN I?86, 1787 & 1788. Te MIDDELBURG, Gedrukt by HENRIK VAN OSCH, woonende in den Kortendelft, by- den Dam. Ten voordeele van den Nedcrduitfcben Armen der voorfchreeve Stad.  Ende fy en lebhen fny noch in den Tempel gevon~ den tot iemant [prekende, ofte [^eenige'] ffamenrottïnge des Valks makevuk, uocb in de Synagoge, nocb in de Stadt: Noch fy en. kennen niet h/ewyfen, daervan fy my ffu befchuldigen. paulus: Hand. XXIV : 12 en 13.  LYST der STUKKEN. voorbericht. - Pag. 5 No. 1. aanschryving VSJl den raad der Stad Middelburg, aan Mr. ge-< rard van citters, Om zich te zuiveren van de Hem aangetygde Befcbuldiging. - 7 No. II. request van Mr. gerard van citters aan den raad, ten geleide , van de twee naastvolgende Stukken, No. III. en IV. * No. III. request van Mr. gerard van citters aan president en leden van het uitvoerend departement, om té mogen hebben , Copie van alle zoodanige Stukken , als ter zyner Befcbuldiging waaren ingekoomen. - n No. IV. extract uit het Rapport der c ommissie van onderzoek, behelzende zyne Befcbuldiging en Interrogatorien. 13 A & No. V.  OC 4 }# No. V. extract uit de Notulen ten raadb der Stad middelburg, inhoudende een Aanfchryvir.g aan Mr. gerard van citters , om met behoorlyke Beivyzen te verifiëeren, z'yne ahfentie buiten dezen Eildnde, geduurende de Plundering. Pag. 16* No. VI. request van Mr. gerard van citters aan den raad van middelburg, ten geleide van het gerequireerde in No, V. 17 No. VII. extract uit het Cobier van Ferbuuring der Tbienden in den Eilande van zuidbëveland , over den j'aare 1787. 19 en No, VIII. Onderhandfehe verklaaring van hendrik van duuren, gC- weezen Kamerbodc dezer Stad. Uit welke beide Stukken de abfentie van Mr. gerard van citters, geduurende de Plundering, volledig bewezen word, 21 en Eindelyk No. IX. Het certificaat van onschuld , door president en raaden der Stad middelburg , aan Mr. gêrard van citters verleend. 23 VOOR-  VOORBERICHT. Ondergeteekende , aan de Aanfchryving van president en raaden deezer stad, van den 29. July 1797 voldaan hebbende, zouds hierin hebben berust, indien Hy ziek niet op eene aller hoonendft e wyze had verkort gezien in zyn Goede Naam en Reputatie, daar de Commisfie van Onderzoek geen zwaarigheid heeft gevonden, Hem Ondergeteekende , op de aan - het Uitvoerend Departement overgebragte lyst der Begunftigcrs, Bewerkers, Aanvoerders, en aétive Deelneemers der Plunderingen, en GeWeldenaryen vm de Jaar en 1786, 1787 en 1788, met naam en qualiteit opentlyk ten toon te feilen', waardoor Hy zich indifpenfabel verpligt rekent, ter handhaaving van zyne dus gekrenkte eer, zyne volftrekte onfchuld publicquslyk open te. leggen. A 3 Een  Een langwylig Vertoog of ampele Deduciië is hier overboodig ; nadien het eemge Stuk, het welk tol zyn bezwaamis is te berde gehragt, verre van eenïg misdryf te bewyzen^ zyne -compleete juftificatie met zich brengt. Het zy dan genoeg, dit klein Bundclken, ter leezing aan de gantfché waeveld aan te beveelen ; ten betooge, dat de hier voorgemelds Commislle van Onderzoek , in deezen grovelyk fchynt misleid te zyn , en dat het geen vermetele grootfpraak was, wanneer de Ondergeteekende in zyn Advertentie in de Middelbargfche Courant van den 24. OBober 1797.' No. 131, zoo fiellig verzekerde, dat Hy volkomen in flaat was , het Publicq van de valschkeid zyner betigting te overtuigen, en zyne kwaadwillige lasteraars den mond te floppen. G. VAN CITTERS. Middelburg, den 26. Jamdry 1798. No. r.  'No. I. Mr. GERARD VAN CITTERS! Word bekend gemaakt, dat by het Rapport van de Commisfie tot Onderzoek naar de Plunderingen, en Geweldeaaryen d'Anno 1786, 1787 en 1788, onder de Begunfiigers en Bewerkers—4 is gedenonceerd, en word denzeiven mitsdezen geinjungeerd, om zich binnen den tyd van drie maanden na dato dezes, van de voorfchrcve herfl aangetygde Befchuldiging ten genoegen van den Raad dezer Stad, compleetelyk te zuiveren, zul» lende by non voldoening gehouden worden voor. vervallen van alle Bedieningen, welke Hy van Stadswege bekleed, ingevolge Refolutie der Ver» tegen woord igers van het Volk van Zeeland, de dato 7. Maarc 1797. Middelburg, den 29. July 1797. Het derda Jaar der Bataaffche Vryheid. Ter Ordonnantie van PreftdenP en Raden derzelve Stad. (get.) /?. y. SINCLAIR, A 4 No. % .  No. n. Aan president en raadeM der Stad middelburg. - . • Ingevolge Ulieder Aanfchryving van den 29. Jitly hl., heeft de Ondergeteekende, tcrftond na zyn te rug komst binnen deze Stad, geen oogenblik Verzuimd, om aan Ulieder daarby gedaane injunclie promptelyk te voldoen ; hebbende Hy ten dien einde , als volkomen van zyn onfchuld overtuigd zynde , geene zwaarigheid gemaakt, om zonder de minfte fchroom , by Publicque Advertentie in deze Stads Courant op te roepen, en te lommeren , allen en een iegclyk, wie hy waare, die iets ten zynen laste mogten weeten in te brengen , ten fpoedigfte met hunne vermeende bewyzen opentlyk op te komen. Terwyl Hy zich al verder by Requeste heeft vervoegd by Prefident en Leden van het Uitvoerend Departement, en daarby verzogt , dat aan Hem zoude mogen worden verleend Copie , niet alleen der Vraagpointen, waarop Hy op den 9. Juny 1796 voor het Committé van Onderzoek was gehoord geworden, maar daar en boven ook van alle de Stukken en Befcheiden, die ten zy- nea  mc 9 )• nen laste mogteo zyn ingewonnen en overgebragt, zo en in dier voegen, als Ulieden uit het hieragter gevoegde Copie Adres zullen kunnen zien. Wat nu aanbelangt de in de Courant geplaatfte Advertentie, kan de Ondergeteekende Ulieden op de aüerplegtiglte wyze betuigen , dat tot heden, niemand hoe genaamd, ten zynen laste met eenige bezwaaren is opgekoomen , en dat het hierby gevoegd Extracl uit het Rapport der Commisfie tot Onderzoek naar de Bewerkers, Begunftigers, Aanvoerders, en daadelyke Deelneemers van en aan de Plunderingen en Gewelderiaryen van 1786, 1787 en 1788 i het eenige Stuk is , het welk Hem ingevolge zyn voorgemeld gemaakt Adres is ter hand gekomen; en nadien het evengemeld' Extract , verre van zyn fchuld te bewyzen , integendeel zyne volledige onfchuld medebrengt, alzoo zyne gantfche Interrogatorien van Art. 2 tot aan het einde, een compleet bewys opleveren van de onmogelykheid, van in de Vraag der Boeren in Art. 3 en 4 vermeld , te hebben ingeitemd, het geen echter zyn eigentlyke en eenige misdaad fchynt te weezen, zo houd Hy Ondergeteekende zich ten vollen verzekerd , dat Hy hiermede aan de meening en het verlangen dezer Vergadering compleetelyk he^ft voldaan, en dat A 5 Ulie-  Ulieden geen zwaarigheid zullen maakèn, om aan Hem Ondergeteekende daarvan een volledig beWys van onfchuld te dóen geworden; verzoekende Hy zulks binnen den tyd van veertien dagen te mogen erlangen, alzoo de Ondergeteekende, die zich op zo een fletrisfante wyze publicq voor de gantfche waereld ziet geproftituëerd, voornemens is zich ook zonder uitftel opentlyk voor de geheele waereld te zuiveren. *t Welk doende &c. Cget.) C. FAN CITTEJR.S, (Apoftil.) Zy deze gefield in banden van. den Burger bouwman en verdere Leden van het Departement van Onderzoek, ten fine van Examinatiey op Rapport aan deze Vergadering, Aclum ten Raade der Stad Middelburg, den 18. November 1797. W My Prefent, (get,} *. f, CRMMER% 2. No. UI  No. III, ©C » )© Aan president en leden van het uitvoerend departement. zoo de Ondergeteekende zich mede heefc gefield gevonden, op zekere Lyst, door de Commisfie tot Onderzoek der Begunftigers en Bewerkers der Plunderingen en Gevveldenaryen , aan Ulieden den 18. Juny l.L overgegeeven, en van welke Hem daarby opgelegde Befcbuldiging, Hy zichzelve volkomen is vry kennende , zo Is het, dat Hy zich by dezen tot Ulieder Vergadering is keerende, verzoekende, dat aan Hem moge werden verleend, Copie der Vraagpunten, waarop Hy op den 9, Juny 1796 , by gemelde Commitcé van Onderzoek is gehoord geworden, met zyne Antwoorden daarop gegeeven, als mede van de Verklaaringen ten zynen laste ingewonnen , en alle verdere Stukken en Belchetden , die Ulieden of meergemelde Committé van Onderzoek hebben aanleiding gegeeven, van te oordeelen, dat Hy Ondergeteekende was mericeerende, om in bovengemelde gedrukte en openbaar te koop geprefeuteerde Lyst, ten toon geftcld te A 6 wor~  worden, om dus daartegens zyne defenfie te mogen hebben, en in ftaat te zyn, om zich van deze fletrisfante Accufatie voor de gantfche waereld op een volledige wyze te kunnen zuiveren. 't Welk is doende &c. (get.) G. VAN CITTERS, No. IV.  No. IV. #( 13 )•- EXTRACT uit het Rapport der commissie tot onderzoek na de Bewerkers, Begunfligers , Aanvoerders, en daadelyke Deelneemers van en aan de Plunderingen en Geweldenaryën van de Jaaren 1786, 1787 en 1788. DERDE HOOFSTUK. Handelende over de Bewerkers en Begunfligers der Plundering van MIDDELBURG. GERARD VAN CITTERS, Geweezen Burgemeester, ( Zie Interrogatorien, No. 6. ) 1. Heeft ingeftemd met de Vraag der Boeren, welke het Lyk van den vermoorden by beljaart na het Stadhuis flcepten. Welke Vraag was: Of zy nu hun best niet hadden gedaan? A 7 IN-  •C 14 INTERROGATORIEN, omme daarop te hoeren voor de commissie tot onderzoek na de Geweldenaryën van de Jaaren 1786, 87e;; 88, den Perfoon van GERARD VAN CITTERS. ï. 1. GERARD VAN CITTERS: Naam. 55 jaar. Ouderdom» Heeft tegenwoordig Qualiteit. geen qualiteit. Koepoortftraat te Mld- Woonplaats, delburg. 2. ■'.- • ■-' - y 2.. Heeft destyds in- Com- Of Ily Gerequireerde misfie geweest na Goes, zich niet op het Stadtot een Tiende Verpag- huis bevond ten tyde der üng. Plundering, toen de by beljaart vermoorden Perfoon aldaar gefleepe wierd ? 3-  3- 3Cesfat. Of gemelde Boeren aan Hem Gerequireerden benevens de andere aldaar zynde RegeeringsLeden niet afvraagden, öf zy na hun best niet hadden gedaan? 4. 4. Cesfat. Of Hy Gerequireerden zulks toen niet toeitern- Verder zegt den Ge- de? requireerden , dat Hy 8 dagen in Goes geweest is, en dus in den geheelen Plundertyd alhier niet hebbe geweest. Aldus gehoord voordeComraisfie, den 9. Juny 1296. (get.) kakenberg. Amanuenfis. Accordeert mot zyn Origineel', berustende ter Provinciale Griffie van zeeland. My Bekend, (§et«) 3- E. appel rus. No. V.  0C >4 )* No. V. EXTRACT uit de, Noculen ten rads der Stad middelburg in zeeland. Den 2. December 1797. Het 3. Jaar der Bataaffche Vryheid. Grchoord zynde het gerapporteerde van het Departement van Onderzoek, op den Requeste van. Mr. gerard van citters, en de Stukken aan het zelve geadnexeerd, Commissoriaal van den 18. November jongstleden, en by de Notulen van dien dag breeder gemeld: Is goedgevonden, dat gedagte Mr. gerard van citters zal worden aangefchreeven, om met behoorlyke bewyzen ten genoege dezer Vergadering te verifiëren: dat Hy geduurende de Plundering binnen deze Stad voorgevallen ten Jaare 1787, zich niet alhier heeft bevonden, maar geduurende die tyd" büiten dezen Eilande is verbleven; ten einde na examinatie dier bewyzen, op des Requeftants verzoek zoodanig te disponeren , als bevonden zal worden te behooren. Zullende hiervan aan meergemelde Mr. gerard van citters, by Extract Refolutie tot deszelfs informatie worden kennis gegeeven. Accordt. met voorfz. Notulen. (get.} A. J. SINCLAIR. No. VL  No. VI. Aan president en raaden der Stad middelburg. i Ingevolge Ulieder Refolutie van den 2. December 1797 , waarby den Ondergeteekende werd aangefchreeven om met behoorlyke bewyzen ten genoegen van Ulieder Vergadering te verineeren, „ dat Hy geduurende de Plundering, binnen „deze Stad voorgevallen ten. J-aare 1787, zich „ niet alhier heeft bevonden , maar geduurende ■„die tyd buiten dezen Ei-lande is verbleeven." Zo heeft de Ondergeteekende hier nevens ge' voegd, een geauthencifeerd Extracl uit het Cohier •van de Verpachting der Thienden in den Eilande van Zuidbeveland', alhier ter Rekenkamer berustende; als mede een Onderhandfche Verklaaring* van Hendrik van duuren, destyds Kamerbode dezer Stad , welke beide Stukken Ulieden ten vollen de waarheid van des Ondergcteekendens uitlandigheid zullen aantoonen: Terwyl Hy Ondergeteekende zich al verder beroept op dezer Stads Notulen, die deszelfs abfentie by de onderfcheiden ter dier tyd gehouden Sesfien zullen bevestigen. En  En daar de Ondergeteekende, als nu, aan het gerequireerde van Ulieden ten vollen heeft voldaan , en zyne afweezigheid uit dezen Eilande geduurende de Plundering van 1787 , met ontegenfpreekelyke bewyzen heeft geverifieerd, zo is het, dat Hy zich andermaal is keerende tot deze Vergadering, verzoekende, en infteerende by de« zen, op een fpoedige difpofuie op zyn geprefenteerd Request. 't Welk is doende &c. Cget.) G. PAN CITTERS. No. VIL  •c 19. )0 No. VIL EXTRACT uit het Cohier van Verhueringe der Thien* den, aankomende de Gemeene Zaak in den Eilande van ztiDBEVELASD , over den Ocgst 'in den Jare 1787. Al-waar op Fol. x-fiaat als volgt: C> O HIE R van Verhueringe der alfoo genaamde Geescelyke Thienden in den Eylande van zuydbey e l a n d , over den Oegst in den Jare 1787, en de Eerst die Verluierd werden op het Stad Huys der Stad Goes, zynde gelegen in de naarvolgende Parochyën, Ambagten ende Hoeken. Het Goes Ambagt by den Hoop, en Vlaams Geld. Het Quarticr Thiende &c. en  en op Folio 10. verfo. Thienden in 's heer hendrikskinderen, de pa/lorye geheel by den Hoop, en Vlaams Geld. Het Quanier Thiende aldaar &c. Aldus gedaan ende Verhuert in het openbaar op den Juny en de volgende Dagen, des t'oirkonde door ons Gedeputeerde Onderteykent, Goes, den ^Jtdyxy^. (get.) g. van citters. j. a. van d 0 rt h. Accordeert niet het voorfz. Cohier, berustende ter Rekenkamer van zeeland binnen middelburg, voor zoo veel het geëxtraheerde aangaat. (gei.) y. a. ex rik. No. VIII,  No. VIII. Ik. Ondergefchreve iiendrik van duuren, woonende binnen Middelburg in Zeeland, verklaare waar en waaragtig te weezen , dat ik in den Jaare zeventien honderd zeeven en tagtig, en wel op den agt en twintigfie Juny van denzelven Jaare, in qualiteit als Stads Kamerbode dezer Stad , met destyds zynde Regerende Burgemeester Mr. gerard van citters, ben op Reis geweest na den Eilande van Zuidbeveland, tot het waarnemen der Verpagting der Tiendens aldaar, en ten dien einde op Donderdag, zynde geweest gemelde agt en twintigfie Juny 1787, met gemelde Heer Burgemeester gerard van citters, deszelfs Vrouw, Dogter, Meid en Knegt, ben over het Sloe gepasfeert, en na gedaane Verpagting ik alleen den daarop volgende Donderdag wederom na deze Stad Middelburg ben geretourneert, terwyl gemelde Heer Burgemeester met genoemde Perfoonen, nog eenige dagen na dien, by deszelfs Familie aldaar, is blyven logeeren. Sluitende hier mede deeze myne Verklaring, gevende Reden van wetenfchap , dit myn gede- po»  poféerde zeer wel te weeten, versch in myn geheugen te hebben, als zynde een zaak van myn eigen fait en ondervinding , zo als in den text , prefcnteerende nader recollement onder Eede , is 'c nood. Aftum Middelburg, den 20. December 1797. (get.) m v: duuren. No. IX.  No. IX. JPresident en raaden der Stad middelburg in zeeland, gezien en geëxamineerd hebbende, een Extrabl uit het Rapport, door de Commisfie tot Onderzoek naar de Bewerkers en Begunftigers der Plunderingen, en Geweldenaryên binnen deze Provincie, ten Jaare 1786, 1787 en 1788 , aan de 'Vertegenwoordigers des Volks van zeeland gedaan, en waarby Mr. gerard van citters, gewezen Burgemeester dezer Stad, word geaccufeerd „ van te hebben ingeftemd „ met de Vraag der Boeren, welke het Lyk van „den vermoorden by beljaart naar het Stad„ huis fleepten ; welke Vraag was : Of zy nu „hun best niet hadden gedaan?"' Alsmede geëxamineerd hebbende de Stukken en Befcheidéri , door gemelde Mr. gerard van citters, ter zyner Ontfchuldiging geëxhibeerd : Certificeeren en Verklaren by dezen, dat aan hun evideiv telyk is gebleken, dat meergemelde Mr. gerard van citters „geduurende de Plundering, al,, hier begonnen den 29. Juny, en geëindigd „den 2. July 1787, zich buiten dezen Eilande „heeft bevonden." Dat Hy dienvolgende met geene mogelykheid alhier kan hebben ingeftemd met  met voorfchreven Vraag der Boeren, en dat mitsdien de gemelde Befchuldiging ten zynen laste, geen de minfte lehyn van waarheid heeft. In kennisfe der waarheid, hebben Wy deze door een' onzer Secretarisfen doen onderteekenen, en met het Contra Zegel dezer Stad bekragtigen, den 13. January 1798. Het Vierde Jaar der Bataaffche Vryheid. (get.) A. % SINCLAIR.