GEBEDEN, Gefchikt, om gebruykt te worden in HET DER DOOPSGEZINDE GEMEENTE, VERGADERENDE OP HET KLEIN HEILIG LAND T E HAARLEM. TE HAARLEM, ByC. öe VRIES, Boekverkoop»;   mc 3 )m GEBED. Om gedaan te worden 's Mor' geus voor dat men aan het Ontbeit gaat. Cjfoedertierne God, getrouwe Hoeder en Bezorger van alle Uwe Schepfelen ! gezegend zy Uw Heilige Naam, daar wy, geduurende den voorigen nagc, eene verkwikkelyke ruste genieten mogten, en nu den nieuwen dagaanfehouwenmoogen, in taaA 2 me-  rpelyken welftand en vergenoeging. Wy danken U ó Vader! met een gevoelige* harte, dat ge dus wederom onze Ziels- en Lighaams-krachten vernieuwd, en ons in ftaat gefteld hebt, om het werk, waar toe wy geroepen worden , elk in zyne maate met betaamd:, ken y ver te verrigten. En daar Uwe ryke Goedheid ons ook wederom het noodig Voedzel heeft toebereid, daar zegenenen aanbidden we Uwe milde hand, die ons het zelve aanbiedt, ó Heere, dit alles is onverdiend, en het is te .arooter in onze oogen, om dat het verzeld gaat met andere voorrechten, welken wy, naar het lot, dat ons befchooren fcheen, nimmermeer verwagten konden. Ach, dat het een en 't ander ons geduuriglyk indagtig maake, wat wy U verfchuldigd zynK  £yn, en wat wy verfrbuldigd zyri aan bun, die zo veel weldaad^, in Uwen naame, aan ons te koste leggen! Dat eerbied en ontzag voor Uwe Hooggedugte Majesteit, dat gehooizaamheid en onderwerping aan allen , die over ons gefteld zyn, dat onderlinge liefde en befcheidendheid jegens eikanderen, en dat bedachtzaamheid omtrent onszelven, alle onze daaden en alle onze gedachten beftiere! Zegen onzer handen werk en maak dat voorfpoedig! Vergeef ons onze fchulden, gelyk ook wy vergeeven onzen fchuldenaaren; leidt ons in geen verzoeking', maar veilosons van den boozen! want U is 't Koningryk , de kracht en de Heerlykheid, tot in Eeuwigheid. Amen. A 3 GE-  GEBED Voor den Eeten. XJwe Goedertierenheden, 6 Heere! gaan over alle uwe werken, en zy looven den naame Uwer Heerlykheid. Zouden wy dan ook U niet looven, zouden we Uwen grooten naame niet verheerlyken, daar gy Uwe milde hand, dag aan dag, voor ons open doet, en ons verzaadigt naar Uw vriendelyk welbehaagen ? Ja Hemelfche Vader! wy danken U hartgrondiglyk voor deeze Uwe goede gaaven, en bidden U tenens: Zegen ze tot een gezond en verkwikkend voedzel onzer fterflyke Lighaamen, en  en verleen ons voorts genadiglyk alles, wat wy tot dit tydelyk, en tot een Godsdienstig leeven noodig hebben! Wy fmeeken het U, altoos weldoende God! in den naam van Uwen grooten Zoone, onzen Zaligmaaker Jezus Chriftus. Amen. GEBED Na den Eeten. enfchlievende God, rykgoede Vader! gelyk wy U gaerne eer en heerlykheid geeven van alles wat we zyn en wat we genieten, daar wy doch in alles A 4 Se"  8*( 8 JQ& geheel van Uaf hankelyk zyn, zo danken we U thans ook in 't byzonder voor het ruim genot der dierbaare fpyze, waar mede Gy ons nu wederom gevoed hebt en verzaadigd. Hcere! neem ons voorts in Uwe Almagtige hoede en befcherming; gun ons by aanhoudenheid alles, wat ons naar lighaam en naar ziele nut of noodig zyn kan, en ontrek ons geene van Uwe Zegeningen, om onzer zonde wille, maar vergeef ons die in den Zoone uwerliefdeJezus Christus. Amen. GE-  8*C 9 >M GEBED Tegen den Nagt. X Ioe dierbaar, ó genaderyke God en Vader! boe zeer* dierbaar is het voor 's menfehen kinderen, dat ze op U vertrouwen , en onder de fchaduw' uwer Vleugelen fteeds veilig rusten moogen. 't Was onder Uw voorzienig opzigt, dat wy den tegenwoordigen dag nu wederom ten avond mogten brengen, terwyl de ftille nagt ons noodigt tot den flaap, en om den arbeid onzer handen te verpoozen. Zo zyn Uwe weldaadigh?den des morgens A 5 nieuw  nieuw over ons, en des avonds hebben ze geen einde. Ach mogten wc maar deezen dag, wel en waardigiyk, getrouw aan onzen pligt, en U behaaglyk, hebben doorgebragt! Mogten we met een onbezwaard geweeten, met een opgeruimd harte, den, anders akeligen, nagt vrolyk te gemoet zien! Of hebben w' ons ongelukkig fchuldig gemaakt, 6 Heilige God! aan zonden en overtreedingen tegen U, tegen onzen naasten, of tegen ons zeiven, reken ons dezelven niet ten ftrengtle toe, laat onsbarmhertigheid by U ontmoeten, ert hoope moogen hebben op verzoening en vergiflènis'fe! En Heere! daar wy ons dan nu, in het vertrouwen op Uwe Genade, gaan nederleggen, om te rusten, daar lmecken wy U» be-  bewaak en bewaar ons in alle veiligheid, weer van ons allen droevig leed en jammer, en laat de nieuwe dag met nieuwen zegen voor ons opdagen. — Hier ondertusfchen, Algoede Vader! hier zyn w' ook alle onze Medegenooten, in dit gezegend huis, ten goede gedachtig. Gun elk éénen, naar zynen byzonderen ftand, wat hem ten beste kan gedeijen! Zegen niet minder ook onze waardigen Vader en Moeder en al hun gezin, op alle wyze, en ten allen tyde! Zegen bovenal onze zo getrouwe Voeclfterheeren en Voeditervrouwen, met allen wenfchelyken voorfpoed, vreede en vergenoeging! Vergeldt hun zo, voor ons, hier in dit leeven, en namaals met nog grooter Zaligheden, d-. n ar' beid der Liejde, dien zy aan 'Uwen  Uwen naame gedaan hebben. Zyc ons allen genadig naar de grootheid Uwer barmhertigheden, ó Onze Vader, die in de Hemelen zyt, Uw naam worde geheiligd; Uw Koningryk kome ; Uw wille gefchiede gelyk in den Hemel alzo ook op der Aarde; geef ons heden ons dagelyks brood; vergeef ons onze (chulden, gelyk ook wy vergeeven onzen fchiddenaaren; Leidt ons in geen verfoeking', maar verlos ons van den hoozen! Want U is het Koningnk* de kracht en de Heerlykheid, tot in Eeuwigheid. Amen- GE-  GEBED Voor de Qude Lieden. V l s ons goed o God! met d' overdenkingen van onzen Gerst naby U te weezen, en ons vertrouwen op U te Jiellen. Want wien toch hebben we nevens U in den Hemel? nevens U lust ons mets op Aarde. Bezwykt ons vleefch en ons hart, zo 'zyt Gy de r ots/leen van ons hart, en ons deel in Eeuwigheid- Ten allen dage zyt Gy goedertieren jegens ons geweest; zelfs dan ook, wanneer wy het niet verdienden; en nu, op onzen ouden dag: nu wy geheel hulpeloos in ons zelven zyn geworden, ftelt Ge ons bui-  8*( i4 >68 buiten allen kommer voor 's leevens onderhoud, en al't gerieflyke, wat ons het geringe overfchot deszelfs aangenaam, en onze zwakheden en lukkelingen draaglyk kan maaken. Dit alles goede Vadert dit alles is ganfch onverdiend; 't is oneindig meer, dan wy vei wagten konden van het lot. dat ons befchooren fcheen; ja 't is te grooter in onze oogen, daar het gepaard gaat met nog andere Zegeningen, die ons allerdierbaast zyn moeten. Immers behalven het ruim genot van alle noodige behoeften voor het Lighaam, verzorgt Ge ons ook wel vriendelyk van allen Gcestelyk voedzel naar de Ziele, en geeft ons degelukkigfte gelegenheid ter waereld, om onze voorige weg en te overdenken, onze dagen te tellen, en bedachtzaam op ons Einde te let-  86K i5 )#3 fe/ft». Ach Heere! mogten we ons al dat goede maar ten nutte niaaken! Mogten we, nu ten minfte, op het einde onzer Joopbaane, ons hart geheel voor U . bereiden, en met verfoejing van alle, voorheen begaane, flegtigheden, voortaan behaaglyk wandelen voor Uw aangezigte! De waereldis voor ons voor bygegaant en niets hebben we meer te wenfchen, dan dat we 't weinige leeven, 't geen wy hier op aarde nog te leeven hebben, in Uwe gunfteleeven, en fterven mogen in de zalige hoope op Uwe ontfermende genade, ó God! hoe verkeerdelyk wy eertyds ook moogen gehandelt hebben, wy houden ons voortaan alleen vast aan U. Gy zyt onze fterkte, en ons vertrouwen. Wy zoeken U in den dageraat; ons vïeefch verlangt  langt na U in een' flaat van beproevinge, die, voor ons byzonderlyk vol gebreklykheden, vol van kwyning en onlust is. Maak deeze ónze beproevingen draaglyk, laaten ze ons ten goede medewerken, en wapen onze zwakke Zielen met de Lydzaamheid van den overlten Leidsman onzes Geloofs, die voor de vreugde , welke Hem was voorgemeld, het kruys verdraagen en de fchande vet ragt heeft, en nu gezeten is aan de regte hand van Uwe Majefteit in den Hemel, daar wy Hem en U, o Vader! hoopen toe te brengen Lof, Eer en Dankzegging tot in Eeuwigheid. Amen.