AANHANGSEL OP HET KLASSIKAAL HANDBOEKJE DER E. KL AS SIS VAN NEDERVELUWEJ   SYNODALE en KLASSIKALE RESOLUTIE N   SYNODALE en KLAS SIK AKE RESOLUTIE N, Z I D E R T 1751» Aiïa Synodi en Clasfis. F en der Predikanten na de Synodus Sommitteerd , of althans een Synodaal fid moet de afta Synodi voor onze Klasfis fchry^en, of anders voor de comrmsfie bc daDlS; ai'a zulfen^iS-nftonds in hec boek, maar op losfe papieren gefchrevea W°r Praefef 'en7 Inboren moeten aantekening houden van den naam van dien Broeder, aan wien de aften 't laastgezonden zyS , en toezien dat die op tafel gelegd ZynAaa Iv7an°"extra?rdinaire Vergader*, „.n waar in Examina, Losrhakingen, of, ^r^Wkc en gene andere byzondere zafen'veïandeld8worden, zullen.voortaan ïfet meer rondgezonden, ma»m^eenboek gefchreven, en aande Vergadennge voor |elezen worden. A^i 792. §• S- ^  S AANHANGSEL óp het Atteftatie. Die hunne fchulden niet betaald heb-» bende, atteftatie verzoeken, worden aan de voorzigtigheid des Kerkenraads overgelaten. A. 1765. §. 50. Hoe te handelen met perfonen die gene kerkelyke atteftatie kunnen vertonen* byzonder deferteurs, enegter het gebruik van 't Nagtmaal begeren, kan niet zeker bepaald worden; men vind biliyk, dat die hunne atteftatien verloren hebben, indien daar bewys voor is, worden toegelaten; en wat aangaat de onderdanen van vreemde Proteftantiche Mogenheden, die zjg in onzen dienstengageren, en gene atteftatie kunnen krygen, daar in pro re nata tehan» delen, en d1latores zullen gehouden en verpligt zyn, de kosten van de beroepinge eens Fredikants met allen aankleve van dieu, midseaders de reparatien aan de Paltorie w nemen, gediende de vakature aangewend  ï6 AANHANGSEL op het wordende, te betalen, mids profiterende daar en tegens de revenues van dePaftorie goederen, insgelyks gedurende de vakature vallende. EXTRACT  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 17 EXTRACT UIT H % T REGLEMENT, Op 't beleggm van armen - penningen door Diakonen, voor de Kwartieren van Zutphen en Veluwen. Den 6 November 1750. I. Dat geen Diakonen of Armmeesters ten latten Se, welke eenige admunftratie v?n praningen, de Diakonie of armen toekomKe hebb'en,bevoegd zul en zyn om dezelve penningen met haar eige te vermengen,maar verplicht die op zigzelfste houden. B IÊ  is aanhangsel at hé* ii. Dat dezelve nog veel meer zich zullen hebben te wagten, om zodanige penningen tot haar eigen gebruik te nemen, . ai waar t fchoon, dat zy voor dat gebruik intresfe naderhand wilden betalen, of in nare rekening inbrengen, by poene, d*: zoo wanneer zy, van 't kontrarie gedaan te' nebben, mogten kunnen werden overtuigd, or dat zulks ook uit 't gebrek van 't fdurneeren van 't flot van hunne rekening, wanneer geen reftanten mogten hebben, mogte kunnen werden opgemaakt, zy niet alleen van alle zodanige tot eigen gebruik geemploieerde penningen voor al die tyd dat nare admmjftratie geduurd heeft, een beiioorlyke interest, zoo als op 's Lands comptoiren betaald word, ten behoeve van den armen zullen geven, maar daar en boven nog m een boete van 50 guldens zullen zyn vervallen. iii. Dat wanneer eenige kapitalen mof ten worden afgelegd, of dat anderzinds zig eenige penningen in voorraad mogten bevinden, die bekwaamlvk zouden kunnen gemist worden, de Diakonen of armmeesters njecbevoegd zullen zyn, 0m die renteloos onder  Klassikaal handboekje, is onder zich te behouden, maar in tegendeel verplicht, om die zoo veel mogelyk toe profyt van de Diakonie of armen uit te doen, of aan te leggen. iv. Dat daar in echter niet los, maar met alle voorzichtigheid zullen hebben tewerk te gaan, en in 't generaal zoo wel op het meeste voordeel, als de fecuriteit van den. armen zullen hebben te letten, en in hec byzonder, wanneer den aanleg van zodanige penningen zal beftaan in 't uitdoen van dezelve op rente, of in den aankoop van reeds door andere belegde Obligatien, als dan de belegginge niet anders zal mogen gefchieden, als op 'sLands komptoiren of. bekende welgeftelde corpora binnen deze Provincie, of op fufficant onderpand van ongereed goed, gelyk ook geen aankoop van reeds door andere belegde kapitaalen zal mogen gedaan worden, als die zodanig als zoo even gemeld, zyn geconftnueerd. v. Dat ter plaatfe, alwaar een Kerkenraad gevonden word, de diakonen of armmeesters zodane aanleg of belegging niet anders zullen mogen doen, als met communicatie en goedvinden van denzelven KerB i ken-  2o AANHANGSEL op het kenraad, die ook in zommige extraordinaire gevallen, wanneer 't totmerkelykvoordeel van den armen mogt flrekken, en dat de debiteur zodanig gegoed zich mogt bevinden, dat men met volle gerustheid aan hem de penningeu mogt kunnen toevertrouwen, zal kunnen eoeftaan, om op een perfoneele obligatie de diakonie - of armenpenningen te beleggen- VI. Dat alwaar geen Kerkenraad zich mogt bevinden , zodanige aanleg of belegging van penningen door de diakonen of armmeesters niet anders, als met communicatie en toeflemming van den Officier zal mogen gefchieden, die daar op na ingenomen bericht van den Predikant van de plaats zal disponeeren, en welke insgelyks in zommige extraordinaire gevallen invoegen voorf. zal mogen permitteeren, om op een perfoneele obligatie eenig geld uit te doen. VIL Eat alle penningen, welke anders als hier voren art. IV, V en VI. is geordonneerd, zich thans mogten bevinden uitgedaan te zyn, tegens den eerstkomende verfchynsdag zuüen werden opgezegt, om hivoe-  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. af invoegen voorf. wederom belegt te werden , ten ware de Officier na ingenomen bericht van den Predikant of Kerkenraad daar die gevonden werd, reipeöivelyk mogteoordeelen, dat die met gerusth,d by den Debiteur nog zouden kunnen werden gelaten. VIII. Dat zoo de diakonen of armmeesters, of een van dezelve.de manier van belegFing van armepennmgen art. IV. voorge fchfeven, niet mogten hebben geobserveerd, of zich ook na den inhoud van, den V VI. artikul niet mogten hebben gedïazen, zy voor de op een andere wyze aEeede of uitgedane penningen van de SSonfe of armen niet alleen in haare perfonen en goederen aanfpreekelyk: er, re fponfabel zullen zyn, maar dat ook: ieder föer aan pHchtig boven dien voor elke re, ie dat zulks mogt zyn gedaan, betalen zn een boete van 50 guldens. IX. Dat de kapitalen, invoegen art. IV, V en VI. gemeld, belegd zynde, door de Lkonen doopt in de kerke, tot de welke, het: yy vader of moeder, die van de Gereformeerde of Proteftantfe Religie is, ma*r ook in dezelve religie moeten werden opeevoet, wordende alle bedingen, welke daar omtrent by partyen, by monde of gefchrift, renverfaal of hoe dezelve ook anders ter contrarie zouden mogen werden gepasfeerd, voor nul, kragteloos en geender waarde by deze verklaart. En wordende Officieren en Magiftraten by deze wel expresfelyk belast om op dit poinct, rakende zodanige kinderen in het byzonder te letten en zorgen te.dragen, dat. daar aan werkelyk voldaan werde. Gelvk ook verdér alle Officieren en Magiftraten Predikanten en Kerkenraaden, door welke de infchryvinge gedaan of de trouw aefolemnifeerd word, refpefovelyk worden gelast, nauwkeurig acht te geven,dat dit ons Plakaat behoorlyk en exaftelyk in alle zyne leeden en deelen nagekomen en aatervolgdword, op de boete van honderd zilvere ducatons by een ieder te verbeuren die contrarie 'tvoorf. geflatteerde, zo omtrent de infchryvinge der geboden, alsanderzinds bevonden zal worden gedaan te hebben, te appliceren een derdepart ten behoeve van den Officier, of die dekalan^e komt te doen; het tweede derdepart ten behoeve van den aanbrenger, en net refteerende derde part ten profyte van den  3o AANHANGSEL op het armen van de plaatfe daar de contraventie zal wezen begaan. Blyvende voor het overige, 't geene 'by vorige Plakaten of Ordonnantiën met relatie tot de Pausgezinden is geftatueert, voor zoo veel in dezen eenigzinds van applicatie kan zyn , in zyn volle kragt en waarde. EXTRACT  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 3j EXTRACT uit het REGELEMENT, Na 't welke de Oefeningen en Catechija.. tien nader hier na befchreeven in de refpective Kerken en Gemeentens voortaan zullen mogen gehouden worden. Gearrefteert den 25 July 1753. L Door de Oefeningen , hier bedoeld, zyn niet te verftaan particuliere byeenkomften, of gezelichappeu van eenigewynige goede vrienden , die zig onderling zoeken te ftichten door zamenfpraken over sraddelyke waarheden, waar in ieder een, * 1 welke.  32 AANHANGSEL op het welke van dat gezelfchap is, 't zyne tot onderhoudinge van een Godvrugtige converfatie komt toe te brengen, ook met opheffing van pfalmen en geestelyke liederen, en biddingen tot God, zig tragten op te wekken , mids dnt men, in zodanige byeenkomften blyven binnen de paaien zoo even gemeld, en daar inne geen fpreker wil of kome te verrigten, datgene, 't welk hier na art. V. zai volgen, maar zulke byeenkomften, waar in een of meer zoeken "te fpreken over 't geen in denzelven V. art. is vermeld, zonder onderfcheid, wat naam aan die byeenkomften mogté gegeven worden, en zulks met opene deuren, ten einde een ieder, die wil, aldaar als toehoorder kan verfchynen, of met toe deuren, zodanig dat niemand in die vergadering of in dat gezelfchap word toegelaten, als die men zulks wil toeftaan|, mogt gefchieden. II. Zodanige Catechifatie of Oeffening zal niemand mogen houden, ten zyhy zig alvorens by den Kerkenraad zyner plaats behoorlyk hebbe aangegeven, en permisfie verzogt en verkregen : Ter plaatfe , daar geen Kerkenraad is, zal dat verzoek by de infpedtores Clasfis, en by den Predikant dier plaatfe gedaan worden. Gemelde  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 33 melde Kerkenraad of infpeótores Clasfis, zul en niemand permisfie vergunnen , dan die na nauwkeurig onderzoek bevonden s Jènoeezaam ervaren en regtzinmg, zoom '8c Sogmatieque als in 'c praftikale van on,e Hervormde Leere, en daarenboven GodIruMz ^beJcheiden in den wandel te zyn , én 4 dat alvorens de formulieren van Eenheid onderteekent, en plechtigbe ooft beeft, niets daar tegen (trydende, direkt of indirekt te zullen voordragen : zullende aft examen gefchieden door den Kerken/ ï plaatfen, daar meer dan een Predikant leePden zyn. Edoch m een Kerkraad, waar flecnts een Predikant fesfie heeft zal 't onderzoek verricht worden Sens door twee nabuurige Predikanten. III. Die gene, welke invoegen voorf. zal zyn geëxamineerd, en permisfie tot't houSn van zodanige Katechifatie of Oeffi> r,\na zal hebben bekomen, zal daar van S geb uik mogen maken, voor dat hy fan den Hoofdofficier ten platten Lande, of aan de Magiftraten in de fteden het bescheid ,'t welk hy daar van ontvangen heeft zal hebben vertoont. Zullende dezelve Hoofdofficier of Magiftraat op d e nfte noteeren, of doen noteeren, dat die Sooïyï aan'denzelven is vertoont. ^  34 AANHANGSEL op het IV. Niemand, fchoon invoegen voorf. geëxamineerd, en toe 'toeiFenen toegelaten zynde, zaI vryheid hebben, om op vreemde plaatfen in zodanige oeffeningen te fpreken, maar alleenlyk op zyn eige plaats , ten ware, dat hem zulks, na voorgaande vertoning van een behoorlyke atteftatie van zyn examen en admisfie, op zyn verzoek door den Predikant en Kerkenraad dier plaatfe was toegelaten. V. In voorf. oeftcning zullen alleen verhandeld worden, Godsgeleerdewaarheden tot voordplanting van kennis en Godzaligheid, en zulks allermeest volgens den leidraad van den Heidelbergfen Katechismus, maar geenzinds vreie teksten verklaart worden, na de wyze van een predikatie, ten zy de oeffenaars eene repetitie deden van eene predikatie van een der Predikanten , onder welke zy behooren. VI. Ook zal men zich in dezelve zorgvuldig wagten van alle broedertwisten , midsgaders van faftie-namen, en wei verre^ dat  'KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 35 dat 'er oorzaak gegeven werde tot fcheuringen en verdeeldheden in de Kerk, dezelve door vriendelykheidenbefcheidendheid tegens alle helpen weren. Zullende een oeffeninghouder byzonderlyk zich moeten wagten, om 't geen van een Leeraar van de plaats, alwaar hy oettening houd, publiek van den predikftoel is voorgeftelt, of dat zoo een in een met kerkelyke approbatie uitgegeven boek heeft geleerd en beweerd, in deze zyne oeltenmge te wederleggen, op dat dus doende de bediening eenes Leeraars niet vruchteloos of verachtelyk gemaakt werde. Alles mee dien verftande nochtans, dat wanneer ny onwetende, dat een Leeraar 't contrarie publiek voorgedragen, of in zyne mee kerkelyke approbatie uitgegevene boeken geleerd hadde, zulks mogt gedaan hebben, daar over niet zal kunnen worden gecenfureerd, indien hy als dan voor den Kerkenraad, of daar geen Kerkenraad is, voor de infpeftores Clasfis ingemoedeverklaringe van deze zyne onkunde kome te doen. VII. De oeffeninghouder zal altyd bereidwillig moeten zyn, om over zyne qeffeningen en katechifatien met den Predikant of Predikanten ter pjaatfe, daar hy oeite-  36 AANHANGSEL op het? ning houd, te fpreken, en met ?ag rrnedigheid goeden raad en veimaaningtn aan te nemen. VIII. De tyd der oefeningen zal geen de minde belemmeringe mogen geven aan den openbaren Godsdienst, 't zy mogt worden gepredikt, in een van de Kerken gekate.chifeert, of Bededonden mogten werdea gehouden, en daarom niet gehouden worden op dezelve uren met die, maar ten minden een uur na 't eindigen van den openbaaren Godsdienst. Gelyk mede die oefFeningen niet langer zullen mogen duren als uitterlyk tot 's avonds ten negen nren. Deswegens zullen ook de houders der oefeningen verplicht zvn, by alle geJegendheden de noodzakelykheid van den publieken Godsdienst aan tepryzen, dezelven met een voorbeeldige naardigheid zelfs by te woonen, en ook hunne oefeningen en katechifatien ontzeggen aan allen, die den publieken Godsdienst veragten en daar in nalatig zyn, en zullen ook voor al de verfchüldigde gehoorzaamheid voor de hooge Overigheid op allerlei wyze tragten in te fcherpen. IX.  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 37 IX. De Kerkenraaden of Predikanten zullen verplicht zyn, om nauwkeurig achtte geven,, of deze voorwaarden van de perfoonen, die toegelaten zyn, worden nagekomen, om dezelve als dan vorder toe te laten, of andcrzinds het doen deroerfeningen te verbieden, en toetezien, dat 't alles in onderlchikkinge aan den openbaren Godsdienst verricht werde, eri zoo" -danig meikelyk onderfcheid zy tusfchen deze byzöndere oeffeningen en openbare functien in de Kerken , op dat het geene aan den openbaren Godsdienst alleen eigen behoord te zyn, niet tot die byzöndere oetfeningen overgebragt werde, en dus alle ondergefchikte middelen met 'er tyd niet tot aftrek van den openbaren Godsdienst mogen verftrekken. Zullende deswegen deze oeffeningen voor al met met t uitfpreken van den Zegen mogen geëmdigt worden. X. Zoo wanneer 't mogte gebeuren, dat in deze vergaderingen eenige kollecte van penningen mogt werden gedaan, zal daar van geen ander gebruik in 't geheel of ten deele mogen worden gemaakt, als ten beQ g noevc  38 AANHANGSEL op het hoeve van de Diakonie van de plaats, alwaar die oeffeningen werden gehouden. Wordende alle Diaconen gelast, om daar op acht te geven, zodanige penningen over te nemen, en die als andere Diakoniepenningen na behoren te verrekenen. XI. De infpedrores Clasfis zullen bv de jaarlykfe vifiratie der Kerker, in ieder'Gemeente onderzoeken, of dit Reglement na behoren word geobferveerd, en aan derefpeftive Clasfikale Vergaderingen van hare bevindinge in dezen rapport moeten doen. XII. Alle die geene, welke dit Reglement mogten kontravenieeren, 't zy in 'tgeheel of in eenige artikulen van dien, zuilen over zodanige kontraventie eerst Kerkelyk gecenfureerd werden, ook wel, zoo het een oeffeninghouder mogt wezen, door intrekking van zyne aóte van admisfie, of anders, zoo en als na omltandigheden van zaken zal worden bevonden te behooren. Doch wanneer zoodanige kontraventeurs daar in mogten volharden, zal de Kerkenraad of Klasüs gehouden en verplicht zyn, 'om  KLASSIKAAL HANDBOEKJE: 39 . „ „nn aan de Overigheid kennisfe te °m t welke dan ook in konformite van ¥n ,8 art van de Kerk-ordening met zal Stet om haar de hand te bieden,enby dS ordening te beichermen. EXTRACT  40 AANHANGSEL op het EXTRACT UIT DE PUBLICATIE, Om gene Weduwen of Weduwenaren in te fchryven, of te copuleren zonder blyk, dat zy afgoedinge gedaan hebben, aan hare onmondige kinderen. 'Den 2 November 1756. Word aan alle Predikanten dezer Provincie gelast, om voortaan geen Weduwenaars of Weduwen in ondertrouw or> te nemen, veel min te proklameren ofte trouwen, alvorens haar na behoren is gebleken , dat dezelve uit haar eerfte huwelyk geen kinderen hebben, of hebbende en dezelve onmundig zynde, een mageicheid met der kinderen Momboirs tot afgoedinge van dezelve is opgericht, en op eeq  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 41 eenwvze, als de refpedtive wetten mede brengen, geapprobeerd, by poene van arbitraire corredlie, indien iemand bevonden mogte worden aan 'tgeen voorl. gecontravenieert te hebben. Alles nogtbans onverkort het geftatueerde by derefpedtive Landrechten tegens zodanige Weduwenaars, of Weduwen, die, met tegengaande de voorf. interdiftie, middel .mogten weten te vinden, om haar tweede huwelvk, zonder aan de onmundigen afgoedmge te doen, gefolemnifeerdte Krygen. C 5 EXTRACT  4ê AANHANGSEL op het V EXTRACT UIT HET REGLEMENT, Waar na 't in Ondertrouw opnemen, ter plaatfe daar zoo wel een Walfche of Franfche als Neder duitfche Gemeente is, zal moeten, gefchieden. Den 2 May Ï770. I. Dat, blyvende in zyn geheel en onverkort den V. articul van onze echtordening van den jare 16.60, onder anderen inhoudende , dat huwlyks - verbintenissen by die Magijlraten, of Kerkendienaar na drie voorgaande Zonnendaagfcheproclamatien ter plaatfe daar zulks gewoonlyk is te gefchieden, zullen werden  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 43 den gefolemnifeert, alle perfonen, welke tot de Gereformeerde kerk niet gehoren, maar fchoon van een ander gezindheid in 't ft uk van de Godsdienst zynde, echter de voltrekking van haar voorgenomen huwiyk uit hoofde van de vryheid aan haar by den genoemde V. art. van de echtordening dezer Provintie verleend, mogten verlangen door een Kerkendienaar van de Gereformeerde kerke te celebreren en tot perfectie te brengen, zich alleen aan de Predikanten der Nederduitfche Gereformeerde Gemeente zullen moeten addresferen, ten einde op de gewoonlyke manier in ondertrouw by dezelve opgenomen te werden, en dat als dan daar vanindeNederduitiche Kerken alleen de proclamatien zullen behoeven te gefchieden. II. Dat perfonen, beide zynde ledematen van de Nederduitfche Gereformeerde gemeente, of de Gereformeerde religie toegedaan, insgelyks alleen by de Predikanten van dien in ondertrouw zullen werden opgenomen, en dat die mede zullen kunnen volftaan met hare proclamatien alleen in de Nederduitfche Kerk te laten gaan. III.  44 AANHANGSEL op het ni. Dat perfonen, die beide zyn van zoo een geboorte, dat tot de Franfche natieof tot die, welke de Franfche of Walfche taal gewoon zyn als haar moedertaal te gebruiken, gehoren, of die beide sedert meer dan jaar en dag privative ledematen van de Walfche Gemeente zyn geweest, by de Predikanten van dezelve Gemeente in ondertrouw zullen werden opgenomen , doch dat echter verplicht zullen zyn hare huwlyks-proclamatien zoo wej in de Nederduitfche als in de Walfche kerken te laten gaan, waar van de Walfche Predikant by de infchryving melding zal moeten maken, en als een conditie daar by voegen, en dat de Predikanten van de Nederduitfche Gemeente, op vertoning van de atteftatie van de gedaane ondertrouw door de Walfche Predikant, gehouden zullen zyn die proclamatien zyn voortgang te laten gewinnen en daar van daarna, indien onverhindert gegaan zyn, een verklaringe afgeven. IV. Dat, wanneer een van beide, 'tzvde aanftaande bruidegom, 't zy bruid, alleen zodanig voor haar perfoou mogten zyn ge- cbn«  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 45 continueert, als in de voorgaande articul ZVn befchreven, 'c in de keur van de zodanige zal liaan, of zich by de Nederduitfche°of Walfche Predikanten in ondertrouw willen laten opnemen, mids nogthans dat 'r geen in de voorgaande articul omtrent e laten gaan van de proclamatien zoo m de een als ander Kerk geltatueert is, over en weder in dit geval mede plaats zal hebben. V. Dat, indien beide de perfonen, die in ondertrouw verlangen opgenomen te werden, gehoren zoo wel tot de Nederduitfche als Walfche Gemeente en daar van Ledematen zyn; zy keur zullen hebben, om zich of by de Nederduitfche or by de Walfche Predikanten in ondertrouw té laten opnemen , mids dat altyd de proclamatien, zoo wanneer de infchryving by een Walfche Predikant mogt zyn gedaan, mede op dezelfde wvze als hier voren art. UI. en IV. is uitgedrukt, in de Nederduidfche Kerk komen te gefchieden, en daar van melding by de infchryving werde pemaakt, doch dat, zoo zulke perfoonen 'mogten verkiefen , om by een Nederduitsch Predikant in ondertrouw opgenomen te werden, zy als dan met: t laten gaan van haare proclamatien m de Neder  4« AANHANGSEL op het duitfche Kerk zullen kunnen volflaan even als of privative daar toe gehoorden. VI, Dat, zoo alleen een van beiden, 't zy bruidegom of bruid, zich in 't geval van den vorigen articul mogte bevinden, als dan de opneeming in ondertrouw alleen, door een Nederduitfche Predikant zal gefchieden, even als of beide privative tot de Nederduitfche Gemeente behoorden. VIL Dat het trouwen zelfs op vertooning vaneen behoorlyke atteftatie, dat de huwclykfche proclamatien terplaatfedaar die behoren te gefchieden, onverhindert zyn gedaan, door een zal mogen gefchieden, of door een Predikant van de Nederduitfche of Walfche Gemeente,, aan welke bruidegom en bruid mogten goedvinden zich ten dien einde te addresferen zonder onderfcheid of aldaar in ondertrouw zyn opgenomen, of niet. VIII.  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 47 VIII. Dat voor 't overige zoo wel de Predii kanten en Kerkenraaden van de Walfche ' als Nederduitfche Gemeente zich in 'tfluk van huwlyken, opneemen in ondertrouw en het trouwen verder zullen reguleeren na de echtordening dezes Furftendoms en Graaffchaps van den jare 1660, en alle andere Placaten, welke op de materie van huwlyk - zaken zyn geëmaneert of nog verder geemaneert mogten werden. Blyvende nogthansongepraejudicieert alle zodanige Refolutien, als de refpeftive Magiilraaten in voorf. Steeden, zoo ten aanzien van de tyd en plaatfe, wanneer en waar het infchryven en trouwen moet werden gedaan, als 't fixeren van zekere recognitiën ten behoeve van de een of andere'armen van de Nederduitfche of Walfche Gemeente reeds mogten hebben genomen , of in 't vervolg nog mogten goedvinden te nemen. EXTRACT  43 AANHANGSEL op het EXTRACT UIT HET P L A C A A T, Op 't ftuk der Beroepinge van Predikanten ten platten Lande. Den 21 April 1771. '% X)at alle geboekte Ledematen in de beroeping van een Predikant ter plaatfe, daar van de"Gemeente die beroeping afhangt, een Item competeert, ten effect, dat die door die geene', welke de directie by zoo eene beroeping hebben,moet ge telt worden in *t formeren van de conclufie, gelyk ook alle zodanige Ledematen de huisbezoeking van den Predikant der kerke, alwaar als Le. dema-  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 4$ demaaten ftaan aangetekent, zoo wel als de kerkelyke cenfure, aldaar onderhevig zyn, zoo als daar teegens ook wederom bevoegt zyn hare kinderen in zoo een kerk te laten doopen, alles zonder onderfcheid, of zodanige Ledemaaten haar woonplaats hebben, in of onder 't rechtsgebied waar in de Kerk zig bevind, dan daar buiten in een daar aan grenfende diftrift, onder een ander rechtsgebied tot 't civile fpecterende gehorende, zonder dat wy nochtans verftaan, dat hier uit eenige gevolgtrekking of illatie tot een andere materie , als waar over in 't begin van deeen articul gedisponeert word, zal mogen gemaakt worden , blyvende in tegendeel eene hier van alieene materie op zig zelfs zodanig, als na deszelfs natuur behoord. II. Dat een byzonder Lidmaat na elders vertrekkende met 'er woon, wel zal doen van te gelyk zyne atteftatie van 'tlidmaatfchap te ligten, en ter plaatfe van zyn nieuw geëligeerde woonplaats te vertoornen, waar door zekerlyk aanftonds zyn ftem in de eerfte Gemeente verliest, doch dat, wanneer zoo een mogt reden hebben, am uit hoofde van twyffeling, of zyn nieuw  50 ' AANHANGSEL op het domicilie wel duurzaam zoude zyn, of ook om andere oorzaaken zyn voorf. atteftatie by provifie niet te ligten, hy gcduureude een jaar, te rekenen van de tyd dat hy n:i elders vertrokken is, alleen zyn llemgerechtigheid in 't beroepen van een Predikant daar ter plaatfe zal behouden, maar ' na verloop van een jaar, om wat oorzake ' 't ook mogt wezen, dat de ligting van de atteftatie is agter gebleeven, aan zoo een geen ftem langer in 't beroepen van een Predikant aldaar zal werden toegedaan. III. Dat niemand, welke meteen atteftatie in een Gemeente is ingekomen , eenïge ftem in de beroeping van een Predikant zal hebben, indien niet een half jaar, voor dat de vacature voorvalt, zoo een atteftatie is geëxhibeert, wordende, ten einde omtrent die tyd geen onzekerheid masf overblyven, alle Predikanten hier mèdfe gelast,' om voortaan zorgvuldig in 't aantekenen van zoo een Lidmaat, daar by de dag van maand en jaar van de exhibitie van rijergelyke atteftatie te noteren. IV.  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 51 IV. Dat geen briefjes onder een private ondertekening in 't ftemmen zullen mogen werden geadmitteerd, maar dat, zoo wanneer iemand zelfs niet gevoeglyk konde compareren, gelyk anderz.nds in zoo een gelegendheid wel 't meest betaamelyk zal zyn, en zoo een nochtans genegen mogt zvn zyne ftem mede in te brengen, alsdan een gerichtelyke volmagt daartoe zal moeten pasferen, met fpecificque vermelding van de perfoon , op welke zyn ftem komt t» geeven, en zodanige volmagt ten dage der beroeping laaten exhiberen, m welk geval die zodanig uitgebragte ftem mede zal werden getelt. V. Wanneer een Lidmaat zyn ftem heeft uitgebragt, zal by zyn naam op de Lyst, welke van de geboekte Ledematen voor af zal worden geformeerd, de naam van de perfoon, aan wien zyn ftem heef: gegeeven, genoteert, en die lyst in diervoegen geconftitueert, bewaart worden.  54 AANHANGSEL öp hex om ten allen tyden, wanneer zulks noodig of dienftig zal bevonden worden, geëxhibeert, endaar toe recours genomen te kunnen worden. EXTRAC^  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 53 EXTRACT UIT HET REGELEMENT, Waar na de Predikanten en Kosters ten platten Landen zig zullen hebben te gedragen,' by.het houden van een goed register en aanteekening van Ledematen, van kinderen die gedoopt worden, en dit in de Kerke getrouwt worden. Den 16 Oftober 1771- I. De boeken, welke zig tegenswoordig by de refpedtive Predikanten bevinden, ten opzigte van de Ledematen der kerke, gedoopten en getrouwden, zullen door de Predikanten nauwkeurig werden nagezien, en 't geen daar in gebrekkig mogt werden D 3 Se'  54 AANHANGSEL op het gevonden, 't zy dan uit losfe papieren, zoo die zig ergens mogten bevinden, of door andere bekwame middelen, die ineen redelyke gerustheid komen te geven, zoo veel eenigzinds mogelyk, werden gefuppleert, gelyk ook dezelve zorge zullen hebben te dragen, dat wanneer die oude boeken zig los mogten bevinden,- dezelve behoorlyk werden herftelt of ingebonden, om niet van malkanderen en in Hukken te mogen geraken. II. De deputati of infpecloren Clasfis'zullen by de vifitatie der Kerken in den jare 177a examineren , en jzig rekenfchap door de refpective Predikanten doen geven , wat in dezen door dezelve, ter voldoening van den inhoud van den eerfte articul, is ge. daan en uitgevoert, en van haare bevindinge binnen 6weeken, na 'teindigen van die vifitatie, aan den Hove by een misfive kennis geven , 't welk dan zal oordeelen of daar mede genoegen kan werden genomen , dan of daar omtrent nog eenige nadere dispbfuie zal nodig wezen', waar na opü'-melue Predfkmteh en deputati of infpeftoren Clasfis zig vervolgens zullen hebben te gedragen. III.  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. & III. De refp^clive Predikanten zullen met i. Januaryvan't jaar1700twee-en-zeventia gehouden zyn drie byzöndere boeken houden * een voor dc Ledematen,'die na gedane geloofsbelvdenis worden aangenomen, of met atteftatien van elders inkomen , een voor de gedoopten, en een voor de getrouwden. IV. In dat van de Ledemateu zullen de Predikanten gehouden zyn, nevensdenaa. men en toenaamen, de dag van de maand en 't jaar wanneer zyn aangenomen , of aan dezelve de atteftatie van een andere kerk, welkers naam uitgedrukt moet worden, om uit hooide van dien als een Lidmaat geaccepteert te worden, is vertoont geworden , zullen noteeren. V. Wanneer een Lidmaat een atteftatie verzoekt om na elders te vertrekken, zal de Predikant in margine by zyn naam noteeren de dag van de maand en 'tjaar, wan- v D 4 liter  55 AANHAN'GSEL op het neer die verzoet en geligt heeft, midsga. ders de plaats waar na toe zig met die atteftatie gedenkt te begeven. VI. In 't boek van de gedoopte zal de Predikant zorge dragen, dat de naam van de gedoopte nevens deszelfs vader en moeder ën getuigen, zoo wel als de dag van de maand en 't jaar zoo van de geboorte, al$ van 't doopen werde geannoteert. VII. Zoo een onecht kind door vader of moeder ten doop mogt werden geprefenteert, zal die omftandigheid van onecht, heid mede moeten werden aangeteekent, met dien verftande echter, dat, wanneer daar na zoo een kind, of door een opeevolgt huwiyk of anderzinds mogt werden gelegitimeert, op inftantie van vader of 't kind zelve, met behoorlyk bewys daar toe voorzien , daar by zal moeten werden genoteert, dat de voorige aangeteekende onechtheid daar door is uitgewist en ver. vallen. VIII. En ten einde zulks perticentelyk door ' dea  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 57 den Predikant zonder vergisfingzal kunnen gefchieden, zullen die gene, welke het kind ten doop prefenteeren , gehouden zvn , om vooraf bv en aan de Koster op te geven de naam van 't kind nevens de naamen van deszelfs vader en moeder en getuigen, midsgaders den dag van de geboorte des kinds, welke Koster dan gehouden zal zyn daar van twee gelykluidende briefjes in leesbaar fchrift te.formeeren, een voor de Predikant, aan wien dit voor de adminiflratie van den Doop moet werden overgegeven , ten einde om by 't doopen en voords in 't boek brengen gevolgt te werden, en een om by de Koster zelfs bewaart te werden. IX. De Predikanten en Kosters zullen gehouden zyn om voorf. briefjes ieder refpeótivelyk te liacheren, en by de vifitatie der Kerken aan de Vifitatoren exhiberen , om tegens dezelve 't boek te collationeren en te zien, of alles zig conform •bevind. X. In 't boek voor de getrouwden zal de Predikant daar op hebben te letten, dat nevens de namen van diegeene, welkegeD 5 trouwt  ƒ3 AANHANGSEL op het •trouwt werden, mede genoteert werde,' dat zulks gefchied is na drie voorgaande Zonnedaagfche proclamatien ,of in kas van dispenfatie van de Landfchap, en,byabfentie, van den Hove Provinciaal, na den inhoud van dezelve, of ook zoo de proclamatien elders gedaan zyn op atteftatie van ■ die plaats, alles met by voeging wederom van den dag der maand en 't jaar, wanneer' de inzegening in den huwlyken ftaat is verricht geworden. XI. Zoo van een Predikant verzogt word een atteftatie, dat de huwlyks- proclamatien op die plaats zonder verhinderinge zyn crgaan, zal te gelyk, indien daar na gevraagt zynde die plaats word opgegeven, in 't bock genoteert worden dcz' ivr plaats, alwaar zodanige bruidegom en bruid van intentie zyn om zig in den huwlyken ftaat te laaten inzegenen. XII. En op dat door- 't uit (lellen van dezs drie refpeóHve aanteekeningen de zaak niet ih vergetenheid mag geraken, word aan de Predikanten op 't ernftigfte gertcorhmanmandeert, om zoo ras de zaak is verricht én  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 59 en daar toe gelegentheid hebben, die aanteekeningen aanftonds te doen. XIII. De Kosters zullen gehouden zyn om contraboek van de gemelde drie boeken te houden/en daar in de refpeftive aanteekeningen zoo van de Ledematen, die aangenomen werden of van elders inkomen, als gedoopten en getrouwden mede te doen, zullende de Predikanten telkéns de namen der voorf. Ledematen en getrouwden a;.n de Kosters hebben mede tedelen, alles tot-dit tweederlei einde, als voor eerst om daar door 't een of ander ingeflopene abuis of verfuim des te eerder te kunnen ontdekken en redresferen, en ten anderen, om wanneer door 't een of ander onvoorziene toeval 't boek van den Predikant, dat voor 't origenele altyd nochtans moet werden gehouden, en waar uit de Predikant dan ook alleen bevoegd is om extraften aan die zulks verzoeken te geven, mogt vermist worden, als dan nog altyd recours tot 't contraboek vandeKoster's zoude kunnen werden genomen, zullende, om eenigzihds aan dezelve voor deze extraordinaire moeite te gemoct te komen, die Kosters van ieder Lidmaat, van de ouders of getuigen van ieder gedoopte, en vanieder paar getrouwde, wel-. Ve  6o AANHANGSEL op het Jee in 't contraboek zullen aantekenen, mo. gen nemen twee ftuiver, waar onder nochtans 't fchryven van de twee doopbriefjes art. VIII. vermeld , ten aanzien van een gedoopte, mede zal zyn begrepen, alles ten waare iemand uit armoede 't zelve gratis of om nietmogte verzoeken, wanneer des niet te min verplicht zullen zyn die refpe&ive aanteekening te doen. XIV. De deputiti of infpettoren Clasfis zullen_ by 't doen der jaarlykfche Kerkenvifitatie, de voorf. drie boeken en contraboeken zig doen exhiberen, en zooveel de gedoopte betreft, die tegens de geliacheerde briefjes, art. IX. vermeit, col. lationeren, voords examineren of de Predikanten en Kosters al 't gunt voorf. heb. ben geobferveert en geëxècuteert, en van haare bevinding, 't zy dat alles in order mogten hebben gevonden , 't zy eenig gebrek of verzuim mogten hebben ontdekt, binnen 6 weken na 't eindigen der vifitatie alle jaar, aan 't Hof Provinciaal by een misfive rapport hebben te doen , ten einde zulks gezien zynde, of daar mede genoegen zal kunnen werden genomen, of anderzinds daar op by den Hove zodanig zal kun.  KLASSIKAAL HANDBOEKJE, et '. 'kunnen werden gedisponeert, als zal worden bevonden ce behoren. XV. De Predikanten zullen gehouden zyn, om extracten uit voorf. boeken of verklaringen van haar bevindinge daar in aaneen ieder des verzoekende te geven, cn, zoo goedvinden , voor ieder extradt of attest mogen nemen voor haar moeite zes Hui* vers. XVI. I Indien een Predikant verzogtwordom een verklaringe te geven van deze of gene naam in de refpedtive boeken niet te vinden, zal hy zodanige verklaringe mede niet mogen weigeren, maar zelfs,zoomogelyk de oorzaak daar van mogt wezen het gebrek van een aanteekening, daar by te voegen, dat op zulke of zulke jaren, als fpeciaal worden opgegeeven, geenaanteekeningen worden gevonden, of dat die defedtueus zyn, wanneer dit waarlyk zodanig in 't boek zig mogt voordoen, zullen, de voor de moeite, welke dit nazien van 'c boek aan hem veroorzaakt, zoo goedvind,  6i ; AANHANGSEL op het •**Tfid, mogen nemen van een tot 6. jaren ïncTuüve eens 10. ft., en zoo voor meer jaren verzogt mogt werden de naziening voor ieder jaar nog 3. ft. daar boven. XVII. Wanneer een Predikants - plaats, 'tzy door vertrek, 't zy door het overlyden van een Predikant, komt te vaceren, zal ,de Koster van zoo een plaats gehouden zyn , om uitterlyk binnen 14. dagen daar na de voorgemelde boeken op te eisfehen van den vertrekkende Predikant, weduwe, kinderen of andere erfgenamen, en die tegen recepis overnemen , en voords die dan ten eerften hebben te bezorgen in handen van den eerften deputatus of infpeflor "Clasfis, om by hem gedurende de vacature bewaart te werden. XVIII. Indien geduurende die vacature iets van natuur, 'dat 't zelve in een van de voorf. boeken behoort aangeteckent te worden, mogt voorvallen, zal den eerften deputatus of jnfpecïor Clasfis de Koster daar '' " ." 'toe  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 63 toe houden, dat die aan hem opgeven het ' geen aangeteekent moet worden, ten einde dezelve.deputatus of infpeftor van al es in de refpettive boeken aanteekening zal Jcunnen maken, gelyk die verplicht zal zyn •zulks op' dezelfde wyze te doen, als de Predikant van die plaats, ij conformiié van 't hier voren geltatueerde, zoude hebben behooren te doen, zoo nog zelfs ge fungeert hadde. XIX. Zoo ras den nieuwen Predikant zal zyu bevestigt, en dus de vacature zal zyn gefuppieert, zal de voorf. eerfle deputatus of infpeftor Clasfis deze overgenomene boeken aan denzelven nieuwen Predikant tekens recepis overgeven, om daarmede vorder te handelen, als in conformité van dit Reglemeat behoort. XX, Wanneer 'er een vacature van een Kosters plaatfe ergens mogt voorvallen, zal do Predikant de contraboeken endehachen van de doops - briefjes na zig nemen, en vervolgens hebben te bezorgen, dat door 0 die \  64 AANHANGSEL op het die geene, welke die plaats waarneemt, I *t zelfde gedaan werde, als't geen aan de I Kosters hier vooren is geordonneert, en I daar na, wanneer die plaats wederom ver- I vult mogt zyn, alles wederom aan die ge- I ne, welke komt te fuccederen, werde ter I hand gefield. EXTRACT  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 6$ EXTRACT UIT «ET REGLEMENT, Vervattende een ampliatie en interpretatie van de Egtordening, Den 9 November I77ö* De Staaten enz. Alzoo de regenten van de joodfche gemeente binnen de ftad Nymegen zig by requefte aan ons hebben geaddresfeevt, en daar by, om redenen in 't brede vermeld, verzogt, dat 't ons behagen mogt te verdaan, dat alle huwelyken door de joodfche natie binnen de ftad Nymegen naar de joodfche wetten, doch metomisfiederfolenniteiten volgens dePlakaten dezer Provintie op 't ftuk der huwelyken geëmaneerd anderzindsgerequireerd ' b E wor-  6 AANHANGSEL op het wordende, tot rieden toe voltrokken, zoo als ook de kinderen en descendenten uit dezelve huwelyken geboren, gehouden zouden worden voor wettige huwelyken , kinderen en descendenten, of dat wy tot tot zekerheid der voorf. joodfche gemeente~ en derzelver nakomelingen zodanig favorabel zouden gelieven te refolveren, als wy zouden oordeelen te behoren, en wyders te praefcriberen de folenniteiten, welke in 't vervolg by voltrekking van een huwelyk onder de joodfche natie geoblërveert en in agt genomen zouden moeten worden. En dat Wy vervolgens inervaringezyn gekomendat het grootfte gedeelte van de voorf. joodfche natie binnen deze Provintie in het ftuk van het aangaan en celebreeren van hare huwelyken gewoon zyn zich te reguleeren na de particuliere wetten en gewoontens, onder de voorf. natie in gebruik, zonder in agt te nemen en zig te gedragen na 't geene by de wetten in deze Provintie op 't ftuk van huwelyken geëmaneerd, en fpeciaal de echtordening van den o. Odïober I660, isgeordonneert en voorgefchreven, het welk allezinds met de goede ordre en politie binnen dezen Furiïendom en Graaffchap is ftreidende. Zoo  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 67 Zoo is 't, dat wy de voorf. zake rypelyk geëxamineerd en overwogen hebbende, na op alles ingenomen te hebben, de confideratien en advis van de Raden dezes Eurftendoms en Graaffchaps, vervat by derzelver misfive van den 9 Ottober laatstleden , voor zoo veel het gepasfeerde betreft, om de gemeene rust onder de voorf. joodfche natie te conferveeren , en tot -voorkominge van alle kwestien en procesfen, welke onder haar zouden kunnen ontftaan, uit kracht van onze fouverainemagt goedgevonden hebben aan die van de joodfche natie, binnen deze Provintie in 't generaal, ten aanzien van de huwelyken by dezelve albereids aangegaan en deomisfien od dat fubject door non obfervantie van de voorf. echtordening dezer Provintie gecommitteert, de nodige dispenfatie gratieuf lyk te verleenen en te accorderen, eelvk Wy die aan hen verleenen en accorderen by dezen, ten zulken effefte, dat d° huwelyken onder de voorf. joodfche natie binnen deze Provintie tot nog toe na hare wetten en ufantien ingegaan en geiolennifeert, zoo wel met betrekking tot de de forme. als de graden van confanguiniteit of affiniteit, waar in die mogten zyn voltrokken, midsgaders ook de kinderen en defcndenten uit zodanige huwelyken georoo.eëerd, gehouden zullen worden ■ r i£ 1 voor  68 AANHANGSEL op het •voor wettig en legitim, mids nogthans, dat alle die geene vari de meergemel iie joodfche natie binnen deze Provintie , die voor dezen alleenlyk conform hare wetten en regulen getrouwt zyn, en welkers huwelyken nog niet zyn door dc dood van beide of een van beide gedisfolveert, en by geen fententie als onbegaanbaar zyn gedeclareerd of aangezien, hunne aangegaane huwelyken zullen hebben bekend te maken, en binnen de tyd van twee maanden na dato dezes aan te geven aan de Officieren en Magiftraten van haar luider refpedlive refidentie plaatfen , midsgade rs ook haare trouwe aldaar, na 't gebruik in de refpe&ive fteden en plaatfen geobferveert, nader te confirmeeren. Edoch, voor zoo veel betreft die gene van de voorf. joodfche natie binnen deze Provintie, die hen van nu voortaan in t toekomende ten huwelyk zullen wifen begeven, hebben goedgevonden byampliatie en interpretatie van de voorgemelde echtordening dezer Provintie van den o. Ottober 1660, te verklaren en te ftatuéeren gelyk wy verklaren mids dezen, dat die van de joodfche natie binnen deze Provintie in 't generaal zullen moeten gehouden worden mede begrepen te zyn, ondor hetgeaeraale woord van Ingezetenen, in de voorf.  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 69 voorf. echtordening voorkomende, en dat over zulks die van de joodfche natie voor . Bich in het aangaan, folenmleeren en voltrekken van hare huwelyken met alleen na deforme daar bv gepraefcnbeert, maar ook ten aanzien van de graden van conianouiniteit en affiniteit, en voords in al es na den inhoud van de meergemelde echtordening vm den 9 Oótober 1660, precief lvk en zonder eenige exceptie zullen hebben te gedragen. Lasten de allen en een iegelyk die het aancaan mag, haar na den inhoud dezes exaftelyk en punftuëelyk te reguleeren,; en voord* hier mede ordonneerende en bevelende alle Drosfaarden, Amptluiden, Richteren, Magiftraaten vanfteden er.allen anderen jufticieren, Officieren, ofte hare Stadhouders des voorn, turftendoms en Graaffchaps jegenwoordigen toekomenCe, dien dit aangaan zal, dat zy deze onze ordonnantie en ftatut tegenswoordig en vervolgens telkens van drie tot drie jaren precifelyk doen afkondigen en publiceren, iegelyk binnen de limiten van hare JuSd lie/daar en alzoo men gewoorns publicatie en afkondiging te doen, en ook dezelve ernftelyk onderhouden en oblervf-eren, doen onderhouden en obferveren £3le leden en delen van dien, met tegen-  ?o AANHANGSEL op het ftaande eenige conftumen of gewoonten» ter contrarie, de welke by deze worden ge» houden voor afgefchaft en vernietigt. EXTRACT  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 71 EXTRACT UIT HET REGLEMENT, Over het geen by de intreede of het affcheid nemen van Predikanten ten platten Lande niet zal mogen gefchieden. ■ Den 19 April 1777- I. J)at aan alle beroepene Predikanten of Proponenten ten platten Lande op net lerieufte word verboden, om by hunne intrede en bevestiginge, als mede by het nemen van affcheid, naar elders zullende vertrekken, te geeven of te houden een maaltyd, by poene van vyf- en - twintig guldens boete ten behoeve van den armen  72 AANHANGSEL o* bet van die plaats te verbeuren, endoorden Officier *,e executeeren. * Jft Dat dit nooit zal kunnen ofte mogen worden geëludeert daar door, dat op den naam van een ander dit werde gedaan, terwyl ondertusfen de Predikant of Proponent met de kosten van dien bezwaard blyven, en het nochtans allezins hetamHyk voorkomt, dat de vreugde en onderlinge liefde en genegentheid niet doorzulke bezwarende maaltyden, waar in dikwyls de een niet miader als de ander zyne liberaliteit wil vertoonen, maar op een meer zedige en met de natuur der zaak meer over een komende wyze betoond worden, alles op dezelfde poenen in den voorgaande artikel uitgedrukt. III. Dat met dit zelfde oogmerk al verder wordgeprohibeert, omby de intrede ofte bevestiging van beroepene dienaaren des Ooddelyken woords, het zy reeds Predikanten of nog Proponenten zyn, door de m - en opgezetenen van de refpective Gemeenten eenige vercieringe aan ofte van buiten aan de paftoryhuizen of wooningen ü,er Predikanten te maken, op poene van  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 73 v-yf- en- twintig guldens te verbeuren by een iéder wie hyzy, die ter contrarie dit mogt hebben gedaan of ondernomen. IV. Dat eindelyk dezelve in - en opgezetenen niet zullen mogen met of zonder fchietgeweer optrekken, om de voorf. Dienaaren in te haaien, alles op gelykc poene als art. III. is geftatueert. EXTRACT  T4 AANHANGSEL op het EXTRACT UIT DE AMPLIATIE van het REGLEMENT, Op de Oefeningen. Den 19 April 1777. L •Dat het aan gene ftudenten, dewelke noch niet als geordende Candidaten behoorlyk zyn aangenomen, voortaan zal toegelaaten zyn , om in de publieke Kerken in deze Provintie ten platten Lande eene kerkelyke redenvoeringe te doen , wanneer in de Gemeente aldaar eene Predikantsplaats werkelyk vaceert, ofte door een op han-  KLASSIKAAL HANDBOEKJE, banden zynde vertrek van den Predikant ftaat te vaceren. II. Dat daar toe generlei pretext, het zy om zich te exerceren, ofte wat naam daar aan moete worden gegeven, zal mogen gebruikt worden, maar in het geheel voor geprohibeert zal moeten aangezien en voortaan gehouden worden. III. Dat geen onderfcheid daar in zal mogen gemaakt worden, op wat dag ofte uur het zelve zoude mogen worden ondernomen, en fchoon zulks zonder dokluidinge tot zamenroepinge van de Gemeente mogte gefchieden. IV. Dat dit verbod al mede plaats zal hebban ten aanzien van het prediken van zodanige ftudenten in eene naburige kerk van eene vacerende ofte vacant ftaande teworden Predikantsplaats. - V.  ?6 AANHANGSEL op he V. Dat geene Deputati Synodi, ofte Clasfis, ofte particuliere Predikanten daar toe eenig verlof, permisfie ofte content zuilen mogen verleenen, veel min onder haar opzigt dit prediken zullen mogen laten doen. VI. Dat alle die geene, de welke eenige directie over de fieutels van eene Kerk hebben , dezelve niet zullen vermogen te openen , om daar van tot het prediken vaneen ftudent in het voorgemeld geval gebruik van die kerk te maken, en zoo daar omtrent aan de zodanige eenige rw\ffel mogte voorkomen, dan nog eerst zig daar over aan haren Hoofd - Officier ten p:atten Lande zullen hebben te addreideeren en deszelfs ordres af te wagten, aan welken dan op het ferieufte aanbevolen word, om daar op te letten, dat Hunner Edele Mogende intentie, in de voorf articulen uitgedrukt, exactelyk werden nagekomen, en niet "p de eene ofte andere wyze geëludeert. VII. Dat echter in genen delen demeningc }s, om daar door uit te fluitende exercitie van  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 77 van een ftudent in de Godgeleerdheid,rm zich tot het waarnemen vandenopenbar n dienst met 'er tyd bekwaam te maken, doch dat nooit anders dit zal mogen gefchieden , als onder de navolgende conditiën en bepalingen , te weten: Voor eerst, dat het al tyd gedaan werde onder het opzicht en in het bywezen van don Predikant van die plaats , ofte van een Deputatus van de Clasfis, die werkelyk Predikant is. Ten tweeden, dat de plaats, in welkers kerk deze oeffeninge zal gefchieden, met vaceere , orte in het kort ftaat te vaceren, nog ook zy in de nabuurfchap van dien, Ten derden, dat geen dag ofte uur, wanneer men gewoon is daar ter plaatle den openbaren Godsdienst waar te nemen, daar toe werde genomen. Ten vierden, dat men van gene klokluidinge tot het by een roepen van anderen in zoo eene gelegenheid zig zal mogen bedienen. Fen ten vyf den, dat alvorens aan den Hoofd-Officier van het gebruik der kerke tot zoo eene exercitie permisfie zal moe- r  78. AANHANGSEL öp het ten worden verzogt, en tot dit bepaald einde, wanneer het geval zal bevinden te leggen in de voorzeide termen, zal zyn verkregen. EXTRACT  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 19 EXTRACT dit de INTERPRETATIE en AMPLIATIE van de REGELEMENTEN, In het fiuk van Huwelyken binnen dezt Provintie geëmaneerl' Den 28 Odtober 1777. I. X)at niet alleen allé die geene, welke bevoegd zyn om twee perfonen, diegenegen worden gevonden zig in den echten ftaat te begeven, in ondertrouw op te nemen en vervolgens in te fchryven, maar ook die geene, aan welke alleen ver, zogt  So AANHANGSEL op het zogt word om de geboden van perfonen, elders in ondertrouw opgenomen, aan te teekenen en te laten gaan, wanneer aan dezelve eenige bedenkinge mogt voorkomen over eenige zelfs twyffelagtige contraventie tegens een van dezer Landfchaps Reglementen of plakaten, zig altyd zullen kunnen, mogen en moeten over zodanige zwarigheden aan den Hove Provinciaal addresfeeren, of ook wel de geïnteresfeerde pattye aan het Hof Provintiaal renvoieeren, om aldaar zodanig verzoek te kunnen doen tot voortgang van haar voorgenomen huwelyk, als zaf vermeenen te behoren, en "dat inmiddels of met de opneeming in ondertrouw of het verzogte aanteekenen der geboden zal worden (lil geliaan, mits dat dan die geene, welke in het geval van het aanteekenen der geboden zig alleen bevind, aan die, waar voor de opneeminge in ondertrouw is gefchied, van die by hem opgekomene zwarigheid tot zyn naricht keqnisfe zal hebben te geven. II. Dat in het byzonder, wanneer de opneeminge in ondertrouw mogt gedaan zyn vooreen OIBcier, Gericht of Predikant, welke onder dezen Furltendom en Graaf- fchap  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 8r fchap niet resforteert, in het oordeel van zodanig een Officier, Gericht, Predikant of Kerkenraad, dat de reglementen of l^Iakaten dezer Landfchap in zoo een geval zyn geobferveert, en niets daar van aan. zodanige bruidegom of bruid obfteert, door die, van wien alleen het aanteekenen der geboden zal worden verzogt, geenzinds eenvoudig zal mogen worden berust, en zulks ter verantwoording van de zodanige , voor de welke de opneeminge in ondertrouw is gefchied, zal mogen overgelaaten worden , maar dat die verplicht blyft te onderzoeken al het zelve, het welk gehouden zoude zyn te doen na de wetten dezer Provintie, als wanneer de ondertrouw voor denzelven gedaan wierd, en, zoo tot het een of ander de perfoneele prefentie van de ondertrouwden , gelyk onder anderen van die natuur is het doen van de beloften, in het plakaat op de ongelyke huwelyken vermeit, vereischt mogt worden, ook die perfoneele prefentie en comparitie te moeten vorderen , even als of geene ondertrouw nog hadde plaats gehad: Alles met dien verftande nochtans, dat, zoo op meer dan eene plaats in deze Provintie het aanteekenen der geboden, op een ondertrouwbuitendezelvegedaan, mogt worden verzogt, als dan men * " p met  82 AANHANGSEL op het met het gunt voorf. eenmaal in deze Provmtie te doen verrichten zal kunnen volltaan, en op de tweede of verdere plaats der aanteekenmge van de geboden op vertoonmge van een extract uit het Trouwboek of boek der proclamatien het gunt voorf, inhoudende eenvoudig het aanteekenen der geboden , zal moeten gegund worden. - & III. Dat van het geen in den zesdes articul van 't Plakaat van den 19. May 1 752. is vervat, en raakt de noodzakelykheid van de opvoedinge in de Proteftantfche •Keligie der kinderen, waar van de vader of moeder van de Proteftantfche, en de andere van de Roomsgezinde Religie is, met alleen, of by het opneemen in ondertrouw in deze Provintie, of, zoo dit elders is gedaan , by het laaten aanteekenen der geboden in deze Provintie, aan de Roomsgezinde partye kennisfe zal worden gegeeven, maar ook van die een belofte zal worden afgevergd en voor het gunnen der proclamatien zal worden afgenomen , dat dit gedisponeerde zal toelaten, en aan het uitvoeren van het zelve geeue de minfte verhinderinge dire&of iedirecizal tragten toe te brengen, IV.  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 83 IV. Dat, het zy de ondertrouw hier in de Provintie gefchied, het zy dat alleen de geboden op eene elders gedane ondertrouw verzogt mogten worden, het aanteekenen der geboden altyd van het geen een Roomsgezinde, in gevolge ons placaat en het hier vooren art. III. geftatuëerde, komt aan te riemen en te beloven, mede in het Trouwboek of boek van proclamatien zal moeten worden geannoteert, ten einde ten allen tvden, daar en zoo het behoord, van zulke gedane beloften zal kunnen blyken. F 2 EXTRACT  S4 AANHANGSEL o? het EXTRACT uit het P L A C A A T, VERVATTENDE een ELUCÏDATIE en AMPLIAT1E van het REGLEMENT, Op het Jluk van Doopen van onechte Kinderen. Den 13 November 1788. I. Dat wel expresfelyk aan vader of moemoeder, 't zy tezamen, of één van dezelve in 't byzonder, gelyk ook aan vrienden  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 85 ' den of voogden, word verboden om aan een kind, in onecht, buiten een wettig huwelyk, gebooren, een Familie ■ naam by den heiligen Doop te geeven, en op het Doop - register te laten aanteekenen, het zy dat zulks mogt gefchieden byforme van een voor-naam of toe-naam; by poene dat die geenen, welke zulks zouden mogen onderneemen of tenteeren, daardoor zal vervallen zyn in een boete van vyf en twintig guldens, en niet te min verplicht zyn een andere naam voor het kind te geven. II. Dat de Predikant, aan wien zich zo» iemand mogt addresfeereu, zulks ontdekkende , zal verplicht zyn, den Doop met die naam, midsdien ook de aanteekenmg op het Dpop - register, te weigeren. III. Dat hier omtrent nochtans deze uitzondering zal moeten plaats hebben, dat, wanneer de een of de andere «le-naam ook gebruikt mogt worden tot een voornaam, dit gebruik ook wel toegelaten zal olyven; mids dat zig daar omtrent geene omftandigheden komen op te doen, welke 1< 3 *  S6 AANHANGSEL op het gegronde redenen mogtenopleeveren, dat het geven van zoo een voor - naam gefchied, om te eludeeren het verbo'dinden eerften articul van dit Placaat vervat. EXTRACT  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 87 EXTRACT UIT DE PUBLICATIE, Inhoudende abrogatie en vernietiging van de X. articul van de Eclitordening. Den 13 Otlober 1791. Erf-Stadhouder en Raaden , in name van de Edele Mogende Heeren Staaten des Furftendoms Gelre en Graaffchaps Zutphen, allen den geenen , die deze voorkomen zal, doen te weeten; Alzoo Hooggedagte Heeren Staaten op het geF 4 propo-  88 AANHANGSEL op het proponeerde ter Vergaderinge gedaan, en gelee hebbende op ons geadvifeerde, vervat by misfive van den 16. April 1782., goedgevonden hebben by Refolutie van den 8. dezer Maand te verftaan, dat den tienden articul tfan de Echtordening dezer Provintie, raakende de Huwelyken van zuflers en broeders kinderen , uit de voorfi, Echtordening zal worden geligt, met auótorifatie op ons , om daar van de noodige J Publicatie te doen emaneeren na behooren. Zoo is het, dat wy hier mede, in naame als boven, den voorf. tienden ar. tieul van de Echtordening dezer Provintie, of Ordonnantie op de Huwelyken met den aankleven van dien , van den 9. Oftober 1660., waar by 'i Huwelyk tusfehen zus. ters en broeders kinderen is verboden, abrogerende en vernietigende, mitsdien verklaren, dat al zulke huwelyken tusfehen heele en halve broeders en zusters kinderen voortaan zullen zyn en blyven toegelaaten, zonder dat daar toe het verkrygen van eenige dispenfatie of permisfie meer nodig zal zyn. Blyvende voor 't overige de voorf. Echt*  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 89 Echtordening of Ordonnantie met dep aankleven van dien, voor zoo verre die hier mede niet is afgefchaft, in haar geheel en volle kracht en waarde. EXTRACT  90 AANHANGSEL op bet EXTRACT uit het REGLEMENT, Omtrent de Militaire Jurisdictie. Gearrefteerd den 15 November 1786, door het Hof Proyintiaal by refolutie van den 6 November 1792, ons toegezonden. Art. IV. Dat ten aanzien van den ftaat van een perfoon, zig in Militairen dienst bevindende, worden vastgefteld de navolgende poicten: I. Dat ten opzigte van de mondigheid, of onmondigheid, een militair per- • ' foon  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 91 foon dezelfde wetten, welke dit reguleeren, zal onderhevig zyn als een borgerlyk perfoon. 2. Dat ten aanzien van die geene, welke nog onmondig zynde zig tot den militairen dienst begeeven, dezelfde wetten als waar onder zy gefield waren eer nog tot den dienst waren overgegaan, van operatie zullen wezen, en ge volgt moeten Iwor. den. 3. Dat een onmondig militair perfoon veniam aetatis willende verzoeken, het zelve zal moeten doen ter plaatfe alwaar hy voor het in dienst gaan gehoorde. 4. Dat door zig in den militaire dienst te engageeren, het zy met of zonder de wil van de ouders , niemand zal worden gehouden voor geëmancipeert, maar dat de ouderlyke magt zal blyven fubüiteeren en van dezelfde uitwerking zyn, als ot de zoon niet in militairen dienst was getreeden. 5- Dat dit in het byzonder van appli^ catie  92 AANHANGSEL op het catie zal zyn op het ingaan van een huwelyks-engagement, omtrent welkers validiteit gevolgd zullen worden de wetten van de plaats, alwaar de vader of moeder t'huis horen. 6. Dat indien een militair perfoon onder curateele moet worden gefield, het zy uit hoofde van innocentie of prodigaliteit, of dat ook voogden over onmundige militaire perfoonen moeten worden gefield, het zelve rcfpectivelyk zal moeten gedaan worden door die geene, welke daar toe bevoegd zoude zyn geweest, voor dat die perfoon zig in den militairen dienst hadde verbonden, wordende in zoo een geval nochtans aan den politicquen Rechter overgelaaten, om tot voogden of curateuren ook militaire perfoonen, het zy alleen of rhet adjunctie van borgerlyke perfoonen, te mogen aanftellen en daar omtrent zulke praecautien, zoo nodig, in ieder voorkomend geval te nemen en te bepaalen, als het meest nuttig en dienftig ■jzal oordeelcn. 7. Dat de jaren om deteftamentifaóTio activa te bekomen, zoo veel het gereede betreft, zullen moeten wordeu gereekend naar  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. P3 haar de wetten van de plaats alwaar iemard voor dato van het in dienst gaan behoorde, en ten aanzien van het ongereede, naar de wetten van de plaats alwaar de goederen gelegen zyn. 8. Dat een militair perfoon, tot een tweede huwelyk willende overgaan, gehouden zal zvn de afgoedinge met zyne onmondige kinderen, welke uit een wettig voorig huwelyk mogt hebben, te doen voor den politicquen Rechter, en zig voords daar omtrent mede zal moeten reguleeren naar de wetten van de plaats alwaar denzelve voor het overgaan tot den militairen diens! gehoorde. 9. Dat dit alles moet verttaan worden alleen zyn betrekkinge te hebben tot zodanige militaire perfoonen, welke inboorlingen zyn van dezen Staat, terwyl, voor zoo veel betreft de vreemdelingen, de zodanige, welke, buiten het volgen van hare guarnifoenen, in een andere plaats binnen deze geünieerde Provintien, Landfchap Drenthe of Generaliteits Landen, haar domicilie mogten hebben verkozen, ten aanzien van alle de voorgemelde pomöen fubjeót zullen wezen de wetten en  94 AANHANGSEL op het gerechten van de plaats haarer verkozen domicilie. En zoo veel aangaat zulke vreemdelingen, welke geen ander domicilie binnen deze geünieerde Provintien, Landfchap Drenthen of Generaliteits Landen, als de plaats haares guarnifoens, hebben, dezelve ten opzigte van alle de voorfchreve poincten onderhevig zullen wezen de wetten en jurisdictie van de plaats alwaar in Guarnifoen leggen. Zodanig evenswei, dat ten otzigte van zulke vreemdelingen, welke, fchoon wel geen ander domicilie binnen deze geünieerde Provintien, Landfchap Drenthe of Generaliteits Landen, als de plaats van haar guarnifoen, hebben, of ook wel ee-' nig domicilie in een andere plaats buitendeze Provintie hebben gekozen, echter eenige ongereede goederen in deze Provintie mogten bezitten, dezelve ten aanzien van de Tejlamenti fattio a&iva zig zullen moeten reguleeren naar de wetten van de plaats, alwaar die goederen geleegea mogten zyn. 10. Dat  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 9f 10. Dat 'de Militaire Vierfcharen zig zullen onthouden, om over alle de gemelde pointten en die verders de habiliteit of inhabiliteit van een militair perfoon om eenige handelingen , met betrekking toE de gemeene focieteit en zamenleeving , ter kuunen plegen of niet plegen , mogten. concerneeren, eenig dispofitif te verleenen, maar dat zy daarmede, midsgaders met de erkentenisfe over al het geene, het welk uit dien hoofde tusfchen partyen litigieus mogt worden, zullen moeten laten begaan de politicque Vierfcharen tot ieder zaak competent. Gelyk zy dan ook zig niet zullen mogen aanmatigen te liaan over eenige teft imentaire actens of dispbfltien in de Guarnifoenen, maar die geene der militairen, welke aldaar een testament mogten willen maken, of eenige andere acle van uiterfte wille pasfeeren, zulks zullen hebben te doen na de form, waar na andere, geen militairen zynde, ter plaatfe daar een militair zig bevind, zulks verplicht zyn te doen. li. Dat in het byzonder ook de militaire Vierfchaaren zig nog in het geheel nog  $><5 AANHANGSEL op het nog ten deelen zullen mogen bemoeijen met het matrimonieele, maar dat deze geheele materie en dus zoo wel het geene concerneerd het contraheeren van een huwelyk" a!s het disfolveeren of het fepareeren "van het zelve met alle gevolgen enaankleeven van dien, zal blyven ter privative cognitie en dispofitie van den in die materie competente politicquen Rechter. Zodanig echter, dat ten aanzien van van het contraheeren van een huwelyk van een militair perfoon, de politicque Rechter daar op zal behooren te letten, dat aan geene militaire Onder-officieren of gemeenen, die nog geen zes jaaren in dezelfde compagnie gediend hebben, worde toegelaaten, om, zonder confent van hunne Ritmeesters of Capiteinen, een huwelyk aan te gaan, en de Predikanten of Gerichten de zodanige, zonder productie van behoorlyk bewys dien aangaande,niet zullen mogen in ondertrouw opneemen of proclameeren, zullende zodanige militaire perfoonen, welke daar tegens mogten bandelen, deswogens door den Militairen Rechter mogen worden gecorrigeerd. 12. Dat ook alle militaire perfoonen, een  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 91 een huwelyk willende aangaan , verpligc zullen wezen zig, ten aanzien van het opneemen in ondertrouw, het laaten gaan der proclamatien en folemnifeeren van haar huwelyk, te gedragen na de wetten in deze Provintie op dat (tuk geëmaneerd, zonder dat tot het verrigten van eenige dier ceremoniën een Predikant of Prediker, welke zig by 't een of ander regiment mogt bevinden, zal mogen worden geëmplojeert. q EXTRACT  p8 AANHANGSEL op het EXTRACT uit het RESOLUTIEBOEK Van de Edele Mogende Heeren Gedeputeerde Staaten des Quartiers van Veluwen, Den 8 May 1783. — 1 * Js ter Vergaderinge geleezen de Requefte van enz. Waar op gedelibireerd zynde hebben Haar Edele Mogende, of fchoon de fuppliant emeritus Predikant zynde en over zulks zonder fpeciale fchikkinge met voorkennisfe van Haar Ed. Mog. gemaakt, in conformité van des Quartiers Refolutie in dato den 3 May 1768, nietbevoegt was om als deputatus Clasfis langer te kunnen fungeren, echter uit confidentie, dat de fuppliant m die voorfr. kwaliteit bereids ' van  KLASSIKAAL HANDBOEKJE. 99 van April 1781. tot May 1782. als ook van April 1782. tot May 1783. heefc gefungeert en de Clasficale vergaderinge heeft, waargenomen gehad, goedgevonden, dat voor deze reis en zonder confequentie, ten behoeve van den fuppliant, de nodige ordannantie zal worden gedepecheert, maar in het vervolg daar in zal worden gedifeoulteert, ten welken einde hier van extraO: aan den fuppliant, midsgaders aan het Clasfis, zoo vai Over-als Nederveluw zal worden ter hand^eltelt, om voor zoo veel een ieder van haar aangaat te ftrekken tot derzeiver narigt en zich daar na te reguleren. TE HARDER W Y K B Y jOH. VAN KASTEEL, 1 7 9 3'