D £ EXTRA- OOST-en* WEST- INDISCHE i P O S T«   D t EXTRA-OOST-EN-WEST-INDISCHE POST, DIENENDE TOT AANHANGZEL VAN De ORDINAIRE POST. OVER. BE CRITICQUE TOESTAND. DER C O L O N I E N. Te UTRECHT. Bï J. J. BESSELING. 1785.   D E OOST- m WEST-INDISCHE POST. Extra N°. r, O F AANHA NGZEL Tot de Ordinaire Nommers. "\f olgens Nc. t. van dit Tijdfchrift hebben wij belooft bij Extra Nommers te zullen medcdeclen alle fpoed-vereisfchencie zaakcn. De reeden dieons daar bij doet befluiten, om deeze Extra Nommers van Nó. i. af te beginnen , en tusfchenbcide op zich zelve te vervolgen , is alleen, om een beter order te kunnen houden in het verband van de Ordinaire. Nommers, die wij 'sweekelijks uitgceven , en die wij op zich zelfs als een volledig Werk-tragt.cn zullen, na ons vorige medegedeeld Plan, volkomen afte handelen. Terwijl met betrekking tot deze Extra Nommers ook een aparte Register, wanneer het 52. Nommers compleet zal zijn, zal bezorgt, en dus den L-eezer en den Bezitter daar van , in ftaat gefield worden, om deze Nommers bij wijze van Aanhangzel, tot de Oost- en West-Indifche Post, apart ingebonden te houden , om dus doende alle jnze Correspondenten geleegenheid te geeven , om A te»  co ten fpoedigften hunne Bedenkingen of Vertogen ge« plaatst, en met ons antwoord voldaan te zien. Hier toe beginnen wij met den Brief van den Amfterdamfchen Politicus. M IJ N HEER! Onlangs is mij in vertrouwen verzekerd , dat de Vrccde van onze kant met Engeland niét zo goedig zal gefloten worden , als men wel denkt, en wel om verfcheidene ftaatkundige redenen, waar van dit een van de voornaamfte is, dat H. H. M. door hunne Ministers te Parijs, nog nadere Explicatie zullen laaten vragen omtrent de gefloteue preliminaire Articulen; ten einde bij het fluiten van een volledig Tractaat vooraf te kunnen zorgen , dat de Vreede niet in het vervolg en door verkeerde uitleggingen, op het onvervvagst geftoord zou kunnen worden, zo als gemaklij k omtrent het geene jeegens de Mo~ hikfche Eilanden met Engeland, preliminair bedongen is , zoude kunnen gebeuren. Ik en mijne Geintresfeerdens bij de Nederlandfche O. I. Comp. verzoeken ten fpoedigften, voorfz. Confideratiën, hier op te mogen erlangen , en blijve uwen toegenegea Leezer ! Een Amfterdamfche Politicus. V. D. A N T*  Cs) ANTWOORD. M IJ N H E E. R ! Daar wij bezig zijn, om af te handelen de Confidenties , op de Misfive en Memorien van Hecreri Bewinuhebberen, zouden wij daar bij de vereischte ophelderinge gevoegt hebben, omtrent de Vaart op de Molukfche Eilanden, gelijk wij in onze volgende ordinaire Nommers het relatieve daar van nog zullen mededeelen; maar , daar UE. ons bepaaldelijk verboekt, over het poinct van de preliminairen onze Confideratien te mogen erlangen , vertrouwe wij onze Lcczers geen ondienst te zullen doen , bij deze geleegenlieid , onze . gedagten op te gceven, over de voornaamfte Articulen van de Vreedes -prelimiuairen j die bij een clefenctief Tractaat wel mogen in het oog gehouden worden. Na den afloop van eenen langduurige en fleepende Vreede-handeling tusfehen ons en Engeland, en na alle aangewende vergeeffche moeite , om onder de bemiddeling van de beide Keizerlijke Hoven een defenetiéf Tractaat te fluiten , hebben onze Staaten liever verkoozen, de voorlopige voorwaarden te teekenen, als niets te fluiten. Het voorlopig Tractaat vervat elf Articulen, waar van de volgende de hoofd, zakelijkften zijn. Art. i. Wat aanbelangt de eer der fflag, en het falut ter Zee , door de Scheepen der Republiek 9 voor die Zijner Groot - Brittannnifche Majejieit , hier in zal refpectivelijk gehandeld worden, op deA a zelf-  C4) zelfde wijze, *h ,er voor het begin van den thans eindigenden Oorlog heeft plaats gehad. Dit Articul, hoe eenvoudig op zich zelfs, is veels te veel vernederend voor een eerlijk en braaf Nederlander, om niet van fchaamte te bioozen, het doet ons de keetenen noch dragen van het Tractaat van Cromwel, die wij in dezen Oorlog wel hadden kunnen van onze vrije halzen fchuiven, indien wij maar actiever met onze Vlooten, den Brit hadden opgezogt en getoond, dat Neerland in ftaat is , om zo niet finaal, ten minden de eer der Vlag en het falut ter Zee op dienzelfde voeten fchikking met Engeland te bepalen, als wij met Frankrijk en andere Zee-Mogentheeden hebben, zonder in dit geval het Rijk van Groot-Brittanjc langer als de Meester van de Zee te erkennen. En daarom zo het mogelijk Was, moest dit nog gefchieden, en anders door dit op te olFeren aan de Britfche trotsheid, hun van onze bezittingen af te houden. Art. 4. De Staaten Generaal der Verèénigde Nederlanden fiaan af, en guarandeeren in vollen eigen~ dom aan Zijne Groot - Brittannifche Majefteit, de Stad Nagapatnam , met alle derzelver aanhooren. Doch aangezien het gewigt, het welk de Staaten Generaal der F:réénigde Nederlanden feilen in de bezitting der gezegde Stad, belooft de Koning van Groot- Brittanjs , ten teeken zijner goedgunfligheid, jegens de Staaten , niettegenflaande den gezegden affland, met hoogstdezelve te zullen handelen , wegens de terug gave der gemelde Stad, in-  (5) gevalle de Staaten in het toekomende iets evenwaardig aan zijn Majefteit hebben aan te bieden. Dit articul is ih zijn foort een van de bijzonderfte en twijfelagtigfte, dien wij immer onder de zon gezien of gehoord hebben , en wel om de volgende redenen : De Staaten Generaal flaan af, en guarandeeren. iets , het welke zij in de eerflre plaats niet buiten toeltemming van een gepriviligeerd en geoctroijeerde Maatfchappij kunnen doen, die zij in de tweede plaats tegen eene toekomende herovering niet kunnen ftaande houden , en die zij in de derde plaats niet kunnen guarandeeren, wanneer Frankrijk Nagapatnam voor de Vreede had afgenomen, of in vervolg van tijd, door deze of gene Mogendheid verovert wierd , dus zou deze affland, op zich zelfs, mits communicatief met Heeren Bewindhebberen hebben kunnen gefchieden, maar de guarantie daar van is chemeriek, om dat wanneer den Brit die van zelfs door zijne wapenen niet guarandeert, en onze O. I. C. kon bij een toekomende Oorlog dit weder inneemen, dan gelooven wij, dat den Staat, zo lang hij zijn octrooi erkent, in plaats van hen dat af te neemsn, zoude moeten fecondeeren, in het herftelde bezit van hunne wettige eigendom, die door inactiviteit verloren, maar door activiteit weder kan gewonnen worden, zonder dat de guarantie hier bij te pas komt. De Stad Nagapatnam met alle derzelver aanhoren', deze ftelling is zo duister, dat wij daaromtrent A 3 niet  (O ïiiet weeten te bepalen , of daar onder enkcld begreepcn is de Dorpen, en gèhügten, die de Comp. bij de Stad van Negaptnam in eigendom bezit, of alle de verdere Forten en Factorijen, die de Comp. buiten de Hoofd-Stad Nagapatnam, op de kust van Chormandel toebehoren, en waar van wij nimmer ecnige fpecefleque verovering vernomen hebben. — Dan wij verkiezen ons liefst te houden aan den letterlijken inhoud van dat articul, waar bij ftoat, de Stad Nagapatnam met alle derzelver aanhoren: Bij die Stad, dus ook alles wat onder de Stads gerechtigheden en inkomften behoord, en daar aan dependent is; maar niets anders daar bij, om dat onzes bedunkens dan zoude gefteld hebben moeten worden; de Hoofd-Stad Nagapatnam met de daar onder in directie behorende ctablisfementcn , forten en koopmanfehappen van de Comp. op de kust van Chormandel, te weeten Palliacatta, Sadraspatnam , Birnilipatnam, Jaggernaikpoeram, Palicol en Portonovo, alwaar de Nedcrlandfche Comp. gewigtige inzameling van Lijwaten, en verkoping van Koper en Specerijen heeft, en vooral op jaggernaikpoeram, alwaar de best wïnstgecvende grove Lijwaten vallen, zonder welke de Comp. de grootllé Lastpost aan Chormar.del zoude Lebben: Gevolglijk als ons begrip doorgaat, en daar is niets anocs afgeftaan als l\agapatnam cn zijn aanhooren, dan woid het zeer noodzakelijk , dat bij het defenetief Vrce ferbinden zich, om de vaart en handel der Britfclift onderdanen in de Oosterfche Zeën niet te zullen belemmeren , mits zich onthoudende van de uitfluitende vaart en handel op de grote Oost, of de zogenaamde Moluccos, en van het eiland Ceilon, volgens den teneur van de vroegere Tracta^.ten als een uitfluitend regt van de Nederlandfche O. h Comp. dezer Landen. Art. 7. — Alzo 'er gefchillen zijn ontflaan tusfehen de Engelfche Africaanfche maatfchappij, en de Hollandfche West - Indifche maatfchappij, betrekkelijk tot de vaart op de kusten van Africa, als mede ten aanzien van de Kaap Apollonia, is 'er om alle reeden tot klagten% tusfchen de beide natiën op de kusten voor te komen, befloten, dat men van de eene en andere zijde Commisfarisfen zal benoemen , em ten dien einde fchikkingen te maken. Dit articul geeft maar deze bedenking, of daar bij geen tijd tot afdoening van zaaken, en met dit bijVoegzel, ongeprejudiceerd de rechten der beide parthijen zouden dienen bepaald te worden , om alle langwijligheid en verkorting van elkanders authoriteit en voordeel voor te komen. Art. 8. — Bevestigt op nieuw onze voorgaande Helling en fuftenu bij Art. 4. - door deze woorden alhier mede over te neemen: alle de Landen en territoir en, die 'er zoude mogen verovert zijn, of die 'er noch verovert zoude mogen worden, in wat waerelddeel het zij, door de wapenen zijner Groot-Brittannifche Majefteit, als mede daor die van de Staaten  ( 14 > ten • Generaal, welke niet in de Articulen begreepen zijn, noch in hoedanigheid van af/land, noch in die van wedergave 9 zullen zonder verhindering en zon* der vergelding worden terug gegeeven: En blijft dus de Stad van Nagapatnam alleen afgedaan. Art. 9. Alzo het noodzakelijk zij een vasten tijd te flellen voor de wedergeevinge en ontruimingen, die 'er zullen te doen zijn, is 'er bejloten, dat de Koning van Groot-Brittanje; Trinconomale, als mede alle de Steeden, Landen en Territoir en, waar van zijne wapenen zig hebben meester gemaakt, en welke zij in bezitting zullen hebben, met uitzondering van het geen bij deze Articulen word afgcftaan aan Zijn Groot - Brittannifche Majejleit zal doen ontruimen, op denzelfde tijd, dat de teruggave en ontruiminge tusfchen Groot-Brittanje en Frankrijk zullen gedaan worden: De Staaten Gemraal zullen op dezelfde tijd wedergeven, de Steden en Territoiren, welke hunne wapenen op de Engelfchen in de Oost-Indien hebben verovert. Ten welken einde de nodige beveelen zullen worden afgevaardigt, door een ieder der hoge contracleerende parthij en, met de wederzijdfche vrijgeiei brieven voor de Scheepen, die dezelve dadelijk zullen overbrengen, na de ratificatie van deze preliminaire Artijkel. Dit Articul, zo uitvoerig en verdaanbaar op zig zelfs, verdient evenwel onzen aandagt. Het bevestigt aan den eenen kant ons gevoelen, dat alles, wat niet uiidruklijk over en weder afgedaan is, ook wedergegeven zal worden j en aan den anderen kant, dat  «kt Trinconomale bij wijze van overdragt, van de Franfchen aan de Engelfchen , en van de Engelfchen aan de Hollanders ontruimt moet worden , daar wij van te voren begrepen hebben, dat dit een volkomen herovering was , en hier voor aan den Brit geen dank verpligt waren. Terwijl de bepaalde tijd tot deze ontruiming alhier bekend (laat, net de ratificatie van de preliminaires; En dus daar dit reeds lang gefchied is, hopen en wenfehen wij nu van harten, dat hieromtrent bij het defenitief Vreedens - Tractaat , omtrent onze kleine Strand Comptoiren op de kust van Chormandel geene moeilijkheden mogen voorkomen, maar integendeel, dat door dit Articul de grondllag mag gelegd zijn, om den algemeenen Vreede fpoedig te doen voltooijen, zonder door valfche Staatkunde misleid te worden. Ziet daar mijn Heer! mijne bedenking omtrent de voornaamfle Articulen van de preliminaires, waar aan zich des noods, onze Staat zoude kunnen houden, indien met opzicht tot de vaart en handel der Heeren Britten op de Moluccos en op Ceilon, geene verkeerde uitleggingen door het willekeurig Albion gemaakt worden. Dan, in zo een geval vertrouwen wij, van de wijsheid en cordaatheid van 's Lands Overheden , het zij plegtig, het zij bij deze preliminaires blijvende, dat zij een definitief Tractaat formeerende , bij eene volftrekte tegenkanting van de zijde van Engeland, omtrent het voornoemde 6. Art. zullen pretefteeren tegen alk inbreuken , die iemand  C 16) mand, hij zij, wie hij zij, op de uitfluitende vaarp en handel, op Ceilon en de grote Oost vau de Nederlandfche Comp. ondemeemen mogte: en met Referve, om de zulke als Contraventeurs van hunnen privatievcn handel in kanneel en fpecerijen, na den rigeur der wetten te firaffen: Terwijl bij dit Protest, de Comp. van nu af zorgen moet, dat zij eenige Oorlogfcheepen in die vaarwaters houde, om alle vreemde Zeehandelaars en iraokkelaars te kunnen opbrengen , zonder welke deze kostbare maatfehappij evenwel vroeg of laat het flagtöffer der Britfche fchraapzügt zal zijn : want daar de tijd thans niet meer is, om door toegeevendheid behouden te blijven , moet de ■ Comp. haaren fpecerij-handel met de trompen van het gefchut dekken : dit is het eenigfte middel, om alle verkeerde uitleggingen op de Moluccos en op Ceilon voor te komen; ja zelfs, al bcreikeu wij ons oogmerk, dat Engeland zeer conditioneel hunne vaart, zonder benadeeling van die der Nederlandfche Comp. bepaald, dan nog eene goede marine in de Oosterfche en Westerfche Zeën, en eene goede Vloot jaarlijks in de Middelandfche Zee , moet Nederland vrij en onafhangelijk doen blijven, want met Eeden en Verbonden, of met de trouw der Tractaaten word tegenswoordig opentlijk de fpot gedreven. De langden deegen beflist het regt; enhet Politiek Sijfthema van Europa, vereischt, dat een Republiek voor overmagt en overrompeling zich altijd in ftaat van tegenweer moet {tellen : want over-  C 17) overheerfching en familie - belang zoekt altijd het depotisme mtevoeren , en weg is dan de gulde wii-r mi:im een vrij vo!L ' Wij hopen in'het vervolg bij onze gewoone nommers, ter gepaster tijd aan te tonen ons plan, tot ds cpngting en befiendige in ftandhouding van eene. goede Zeemacht hij de O. I. Comp. zelfs , zonder merkelijk bezwaar van haare tegenwoordige fmantie, en zonder bezwaar van den Staat, maar wij vertrouwen tevens dat men onze gevoelens beoordeeza],' m den aart van onze poogingen tot een, wezendhjk jeconomie in de ganticne directie van deze zo wnduitgeftrekte maatfehappij , waar aan het ganfche lichaam laboreert, en dus niet ten deele maar ccne algcmeene verbetering en hertelling nodig heert. Wij zullen bovendien eerst afwasten de Articulen van het defenitief Vreedens-Tiactaat , om.' daar over ook bij extra nommers onze aanmerking gen te kunnen mededeelen, en daar door alle de <^eïnteresfeerdcns binnen en buiten 's Lande in ftaat Iteüen, om over het tegenwoordig regt van pofeslien te kunnen oordeelen. Wij wenfehen intusfehen dat, indien 'er mogelijkheid toe was, de Franfchen ons guarandeeren wilden voor de Oost en West or» gronden van een aanftaande Tractaat van vriènd(chap en Commercie over en weder met Vrankrijlt en deze Republiek: en wij vertrouwen eindelijk ' dat onze geëerde Amfterdamfche Correspondent met dit Antwoord van ons voldaan zal zijn, en ons verder met foortgelijke Correspondentieh willen vereeten , tot nut Van land en volk : Op de mondelinge Rapporten en vraag, die wjf onlangs vernomen hebben, dat de Heer Falck, Gouverneur van Ceilon, van het Directoraat van Batavia oi van Neerlandsch Indien bedankt zoude hebben , en wie nu m de plaats van zijn Wel-Ed. Gefrr. dat aanzienlijk ampt zoude bekleeden ? kunnen wil' verzekeren , dat, indien de Heer Falck daar voor bedankt heeft, zijn Wel-Ed. Gete. desniettemin, bil een vacature van den thans zeer kundige en cordate lieer Alting , het Generalaat van de Oost wel B zal  C 18) fcal aanneemen willen, daar de Comp. tot dien post \ök geen braver en eerlijker Generaal (fchoon wij de andere Leedcn van de Regeering daaromtrent niet taxeeren) kan verkiezen, als de HeerFalk, die op zo eene edelmoedige als rocmrugtige wijze het Gouvernement van Ceilon heeft beftierd, en nog befiiert. Terwijl de Heer Breton , die tegenwoordig als Directeur te Batavia in bediening is , niet welvoeglijk en overeenkomftig 'sComp. belang en ordre zoude kunnen agter uitgezet, maar integendeel in dien Post; gecontinueerd worden. Het is intusfehen van het grootfte aanbelang, dat Heeren hewindhebberen op derzelver brave en beproefde Bediendens den regten prijs (tellen, en die trouwloos handelen, hunne welverdiende ftraf bctoohen ' om dat de voornaamfte redresfen en Iterkte van Colonies , grootendeels afhangt van eerlijke, kundige en cordate Regenten, die eed en phgt volden en voor geen verdervclijke invloed van Europa vatbaar zijn; en hier mede hopen wij aan het verlangen van de natie beaatwoord te hebben. — En zullen over dit onderwerp bij de ordinaire Nommers ih het vervolg opzettelijk handelen, < Ons door vertrouwde Vrienden aanzoek gedaan Zijnde, om te mogen weeten, of de aanftelling van den kundigen Heer Ingenieur van de Graaf, als Gouverneur vin de Kaap , wel overeenkomftig is met het intrest van de maatfehappij, dan wel of deze bevordering als een nutteloze vrugt der Recommanda-■ tien' aangemerkt 'moeten worden , in plaats van den Heer Gouverneur'Plcttenberg, die men meende, dat uit noodzakelijkheid , zijne demisfic van de Kaap verzogt heeft? 'willen wij wel beantwoorden voor zo verre onze berigten ftrekken; te weeten: ' Dat' de heer Gouverneur Plettenbcrg zyne demisüe verzc°t heeft, is zeker, maar of zulk uit nood Zaakehkheid zij weeten wij niet, om dat hoe zeer zijn Edel Gstr.' ook over eenigen mishandelingen aan de Caap befchuldigd word, 't welk onzes weetens, enkeld' en alleen over eenige borger-Zaaken is, waar aan den aldaar geweefen fiscaal Boers , geene ■ min-'  ( 19 ) ■mindere Merke befchuldiging heeft geleeden, dog volgens de uitfpraak by de kamer van Seventhienen alhier, Onlehiildig verklaard is geworden, zijn Weled. egter ciuar voor geen de minste vrees behoeft te hebben, om zijn zaak in Europa goed te maken, gelijk wij den uitkomst daar van , 'bij zijn Weled. Geftr. Rethotir alhier, zullen te gemoet zien. En dat de heer van de Graaf', als een doorkundig ingen:eur, tot Gouverneur van de Gaap tot nut der O. I, Comp. onlangs. aangefteld is, lijdt geen tegenfpraak, cm dat wij met kunnen veronderftellen, dat in eenentijd, waarbij alle Recommandatien als fchadcliik worden argefchaft, de nederlandfche Comp. eenden • verdervehjke invloed zouden erkennen, en voo? al ■met van den kant van den heere Hertog, als veldmaarlchalk van den Staat, bij vvien men zegt, dat de heer van de Graaf zeer gezien, en vertrouwd worden dus daar wij dit niet gelooven kunnen van Heerea bewindhebberen, die reeds betuigen werkzaam te zijn tot alle mogelijke redresfen, willen wij egötr niet ontkennen , dat tot den post van Gouverneur van de .Caap, een man van ondervinding en beproefde kundigheid m het beftier van hetalgcmeene belang der maatfchappijen, eerder vereifcht. word dan een coVdaat, en doorkneeden Ingénieur ,om dat hoe zeer hetcarakteren het hart van een kundig dapper officier zeer noodzaaklijk, en wenfchelijk zelfs is, voor de colonies en voor de Caap in het bijzonder, zo is "en blijft een Gouverneur een man die politie, wetten, en cost turnen, en ook den koophandel kennen moet, en alles wat daar aan ontbreekt is ten nadeele van de Comp. en" zijne eoloniesen colonisten. — Bovendien meenden wij zeeker te weeten dat zedert vijf Jaarca voor de fortificatiën van de kaap als anderzints een zeer geleerde Ingenieur op een tracternent van iooo. guldens 'smaands buiten alle extraordinaire winsten iri 'dienst van de Comp. na dien uithoek gegaan is om. vervolgens in de Jndies ook. veel te hertellen en te verbeteren; maar wij betuigen, nog bij ons aanwezen aldaar, nog bij rapporten alhier gezien of gehoord te hebben dat zedert den verlopen tijd van vijf jaareri Ba ê8  in het daar aan' betaalde 60 duizent guldens tractement eenige naamwaardige fterktens of verbeteringen, aan de Kaap, of elders aangelegt of gefchiedis; terwijl zo doende een gefubordineerd perfoon de ordres en intentie van zijne principaaleh overtreed in dat genen, waar toe hij expres betaald word; en een Gouverneur, die politie navigatie' commercie enz. moet bellieren, zou daar eh boven tot het oogmerk van de fortificatiën moeten dienen, dit kunnen wij niét wel met de waarheid en billijkheid over een brengen, eri gelooven dus, behoudens het crediet en de reputatie van de heer van de Graaff, dat. zijn Weled. Gestr. toe Gouverneur niet gefchikter is als lieden die een geiruijmen tijd hun leven in dienst van de maatfehappij' verlieten hebben; en wij twijfFeleri geenzints of zijii tVeled. Gertr. Zal bij ondervinding nader getuigen, dat de inkomsten van het caapfche Gouvernement voor een huishouding met familie die hun Haat en carakter voor inwoonders en vreemdelingen aldaar altoos moet foutineereri niet veel fortuijn belooft, en voor ■al als men van zich zelfs geen rijkdom bezit, en dat men eed en pligt wil volgen, want geen eerlijk man , moet per fas et nefas handelen, of denken 's Lands Wijs 'slands eer, want dan woxd zo eenen, een pest voor de maatfehappij. Deze Post wordt s'Weeklijks a 2 Huivers uitgegeven , te Utrecht, bij Mulder en verders alomme.  D E OOST- ek WEST-INDISCHE POST* Extra N°. 2. O F A A N H A NGZËL Tot de Ordinaire Nommers. Mijn Heer de Schrijver ! Allezints met genoegen kezende UE. tijdfchriff Over de Coloniëii, heb ik wel hooren zeggen, dat veele Lieden verlangden, wat meer Extra Nommers of Extra zaakcn over de Oost en West te vernee-: men; maar begrijpende, dat UE. bij ,deszelfs eerfttf ordinaire en ook extraordinaire Nommer niet onduidelijk deszelfs plan, meening en goed OogmerlC heeft verklaard, ben ik ook verzeekerd 4 dat UE; tijdfchrift al verder in het beltuur van zaakerf koomende , ook wel duidelijker trekken van' eeri algemeen redres en befchouwing over de Coloniërf^ zal voor den dag brengen; terwijl uit gebrek van Correspondentien de Extra Post niet kan voörtvaam*,en dus het een dikwils na het ander wagtende, fteïs ik voor zo verre mijne goede Vrienden, eri Bekeut  O*) den aangaat, hun hieromtrent verzeekert , dat ik door de aanbieding deezer een blijk zoude ontvangen van de bereidwilligheid van UE. Post, waarna zij zich dan ook kunnen gedragen. Ik neem dan de vrijheid van UE. eenïge informatien te verzoeken op de particuliere tijdingen, welke ak wegens de Oost alhier ontvangen heb —f— te weeten: Men verhaalt in het zeekere, dat de Heer RaadOrdinair Falck niettegenftaande deszelfs verheffing tot Directeur - Generaal van Neerlandsch ÏNDië zo wel bedankt heeft, als de toen ad interim als Directeur fungeerende Heer Raad Ordinair Breton , die voor den Heer Falck deezen Post moest afftaan. Dat dus de Heer Breton natuurlijker wijze om niet weder voorbijtegaan, den post als Directeur Generaal te Batavia had neêrgelegt, en zijne demisfie na het Vaderland verzogt. Dat de Heer Falck , als ook voor dien aanzienlijken post bedankt hebbende , zijne verlosfing na herwaards heeft verzogt, en werkelijk van Ceilon was vertrokken na Batavia, om van daar te repatrieeren. Dat door deeze vacatures de Heer Raad-Ordinair Vos, als oudfte Lid, maar uit hoofde van deszelfs ziekelijke conilitutie, het Directoraat aan den Heer Raad Ordinair Moens gecedeert heeft; terwijl als Gouverneur van Ceilon, in plaats van den Heer Falck, door de hooge Regeering aldaar is benoemd, de geweezene Directeur van Souratte, den Heer Raad Extraordinair van de Graaf. Alle welke ge-  C 19) gelijkelijke vacatures erf promotien mijns bedunken* van goede of van nadeelige gevolgen voor de Comp. 'moeten zijn. En dus zo men ons door UE. post hieromtrent wilde verligten, zou zulks voor het publiek tot veel genoegen en gerustheid kunnen ftrek* ken. Niet minder zou CE. ons zeer verpligteh met' derzei ver antwoord, of het wel geloofbaar is, dat 'er een expres flürtfchip voor de Kamer van Amfterdam eerstdaags zal vertrekken na de Oost, geheel zonder laading, buiten ballast, enkeld met goede Matroofcn en Stuurlieden voorzien, dat, behalven brieven, niets anders dan contante fpecien voor' de O. I. Comp. dervvaards zal vervoeren? Terwijl ten behuite geoordeeld word, dat binnen kort, vcrfcheide Indifche Retourfcheepen van de Kaap herwaards verwagt worden, naar welker aankomst meer word verlangd, dan men 'er onbevreest Voor fchijnt ^ daar ik én mijne goede vrienden , uit hoofde van' de ongedecideerde' défmitive' Vreede met Engeland nog min of meer' eeri bekneld vooruitzigt voeden , om maar op de ëerf óf ander wijze niet verder de dupe van de Hiltorië te worden. Intusfchen blijVe ik UE. geagte en beiTendige LeezerI . Amsterdam W. G. . . . . den 23. Maart, ■.1784. B i ANT«  ( 20 ) ANTWOORD. Daar wij met bijzondere voldoening vcrneemen, de goede attentie, die UE. en deszelfs Vrienden en Bekenden ons tijdfchrift toedraagen, neemen wij ook de geleegenheid oogenbliklijk waar, om UE. een volleedige beantwoording van alle de opgegeevene Poincten te doen geworden. In de eerfte plaats kunnen wij niet meer als met UE. onze Leezers tot het formceren van een regt begrip van ons tijdfchrift, toewijzen na No. i. van de ordinaire en extraordinaire Post, en ten overvloede aan deszelfs welmeenende Reflectien, ten opzichte van onze Correspondentien, waar bij wij dit yoegen kunnen ; dat hoe zeer wij voor als nog geen uitgebreide toevoer van (toffe krijgen, onze bekende Vrienden evenwel belooft hebben van tijd tot tijd zulke Extra zaaken te zullen mcdedeelen, waar door wij in Haat gefield kunnen worden, om aan het verlangen van de Extra Nommers te voldoen ; maar ten opzichte van onze Ordinaire Nommers 5 geduld te oeffenen , en vertrouwen te {tellen op onze beloften, dat wij eerst alle de bezwaaren en omltandigheden met betrekking tot deezen Oorlog zuilen laaten voorafgaan. Vervolgens aan de directie van de O. I. Comp. hier te Lande beginnen. • Dan de Oosterfche etablisfementen in order afhandelen en eindelijk de West-Indien onder handen neemen: alles met zoda-  (21) danige feflecticn en middelen van Redres , als wij ten opzichte van den toeftand en de directie van die maatfchappijen, en uit grondige bewijzen en uit geloofwaardige Schrijvers, vooral uit handfchrifren uit dcColoniën zei ven kunnen bijbrengen; terwijl wij ten dien einde alles, wat wij van dien aard aan het publiek oordeclen verfchuldigt te zijn, onder de bijlaageu van tijd tot tijd zullen opgceven , en voor het overige onze Leezcrs zo min mogelijk vermocijen met inlasfing van Hukken, die , of bij ons bellek niet t'huis hooren , of daar de Leezer weinig aan heeft, indien hij het voornaamlte daar van onder de bijlaagen nader vinden kan. Want het is geen zaak , om volgens aanzoek alle weeken twee Hukken of ordinaire Extra Nommers uit te geeven , indien wij onedelmoedig genoeg waren , om ons werk zo kostbaar te maken, dat onze Leezers reeden hadden van" klaagen, dat wij nun met herhalingen zoeken bezig te houden, maar ons doel is ftandvastig aan onze beloften bij No. {, te beantwoorden, en daarvan niet aftegaan, al zouden wij door geleerde of ongeleerde Narren deswegên gchcekeld worden, om dat wij ons nimmer in eenigen pennenftrijd zuilen begeeven., met Schrijvers van welken aard die ook zijn mogen. Daar wij thans ten overvloede met geen minder genoegen zien , dat de geagte Schrijvers van de Post van den Neder-Rhijii onze Post op eene welmecnende cn gunftige wijze voordragen, en waar voor wij hun Ed. bij deeze geleegenheid , zo wd ais de kundige Politieke Kr uij er, die de Correspondentie over de B 3 Oost  C« ) .Oost na ons 'tijdfchrift gelieft oveitewijzen , voorhunne goedheid bedanken , onder verzeekering aan beiden, dat wij omtrent hunne poogingen, zodanig wederkeerig zulten handelen , en daar door aan het publiek toonen, dat weldenkende Schrijvers elkander niet moeten onderkruipen , maar op een edelmoedige wijze in de hand werken, en zig elk binnen den kring van zijn eigen werk houden , om daar door onze Vaderlandfche Leezers niet te misleiden. In de tweede plaats over de volgens publieke gerugten en gefchriften bekende vacatures en importante promotien onder de Regeeringe in de Oost, dient: Dat wij wel gelooven willen, dat de Heer Breton, uit hoofde van het Dirccteurfchap voor den Heer Falck te moeten cedeeren , deszelfs posten heeft neörgelegt, en na het ^Vaderland retourneert, offchoon zijn Ed. voor ditmaal die dispofitie niet als een beleediging behoefde aantemerken, om dat het bij de Comp. wel meer gebeurd is , dat een Raad ordinair, die gelijktijdig met een ander is aangebeld , alleen om dat de eene voor den andere bij de promotie boven aangefteld is, ook geprefereert wierd in de opklimming tot het Directoraat; daar intusfehen gemelde Heer Breton bij eene nadere geleegenheid had kunnen invallen, en zo wij meenen, bij het afzien van dien post door den Heer Falck bij de Kamer van i-jnen alhier niet zoude zijn geprejuclicieerd. Dan, wij zullen liefst hieromtrend het geheim van de mis afwagten, voor dat wij ons  (*3) ons ten opzichte van deeze directe demisiie van de» Heer Breton verder zullen uitlaaten, alzo onzes bedunkens de hooge Regeering te Batavia bij voorgaande vacature van het Directoraat aldaar, volgens' order en gebruik den Heer Falck tot Directeur direct hadden moeten benoemen en intusfchen dien post, döor den Heer Breton als oudften Raad, tot zijn Ed. overkomst of nader dispofitie van de Heeren Majores, laten waarneemen, wanneer zeer waarfehijnlijk de Heer Breton door de promotie of approbatie van dén Heer Falck niet zoude zijn be- lecdigd of geprejudicieerd geworden. Edog, gelijk dé forma nu van die promotie den Heer Breton beeft misnoegd gemaakt, zo gelooven wij nu ook , dat het geen minder nadeeligen invloed gemaakt heeft op den edelmoedigen Ceilonfchen Heer Gouverneur Falck , wiens roemrugtig bellier aldaar wij niet genoeg na waarde kunnen prijzen; te meer, om dat zijn Ed., hoe zeer de Bewindhebberen ten opzichte van zijne merites hem hebben laten voorgaan als Directeur , egter zeer gevoelig moet geweest zijn, over de minachting en minattentie van de hooge Regeering te Batavia, die zijn Ed. om bovengemelde reedenen niet hadden behooren voorbijregaan en daarom zo wel als mede om onder zijne vijanden en benijders in de Regeering te Batavia niet te zitten, voor dien honorablcn maar tevens zwaarwigtigen post op eene edelmoedige wijze bedankt zal hebben. Maar ten opzichte van zijn Ed. nadere ienjisfie als Gouverneur van Ceilon, en om zo wel B 4 als  ( 24 ) t3s de Heer Breton te repatriceren, zijn wij met onze denkbeelden als in een zelfïtrijd, niet weetende uit welke politieke beginzelen deze zaak te beoordeelen, indien dit waar is, dat zijn Ed. werkelijk van Ceilon af, en de Heer van de Graaf in deszelfs plaats als Gouverneur aangeftelt is. Het zij ons intusfehen eerbiedig geoorloofd, en onder verbeetering van de rapporten , die de Kamer van iynen deswegen reeds bekomen zal hebben, of nog erlangen mogte, te zeggen: .Dat het zoude kunnen gebeuren, dat de Heeren Majores bij hunne voorgaande formeele dispofitie en promotie van den Heer Falck tot Directeur van Neerlandsch Indien ter goeder trouw, zonder op de vroegere informeele wijze van de provifioneele aanftelling van den Heer Breton in de Oost, door de Regeering aldaar zo als wij vooraf aangetoond hebben, te letten, of die gevolgen in te zien, vermeind hebben , dat de Heer Falck als nu niet zoude afzien van de aan zijn Wel Ed. opgedragene hooge charge, en daarom met een de hooge Regeering van Batavia gequalificeert hebben, om dan vervolgens te disponeeren over het daar door vacant komende Gouvernement yan Ceilon; terwijl hier door de hooge. Regeering van Batavia , in plaats van den Heer Falck, den als Directeur van Souratte, mits de verovering van die Kust door de Engelfchen, opgekomen Heer van de Graaf tot Gouverneur van Ceilon hebben aangeftelt, ook in die zelfde onderftelling,. dat de Heer Falck het Directoraat zoude aanneemen.  C a5 ) alvorens zijn Ed. antwoord aftewagten, dien conform hebben gedisponeerd; en de Heer Falck dus van agtcren ziende, dat door zijne promotie de Heer Breton heeft moeten agteruitltaan, en nu weder de lieer van de Graaf door zijn Ed. continuatie zoude moeten afzien van het Ceilons Gouvernement ten minften tot nader oordeelvelling in deezen door de Heeren Majores ; heeft volgens zijne bekende gemodereerde en eerlijke principiën , zich niet verder met de Regeering; van Indien willen brouilleercu of iemand door zijn crediet en protectie bij de Bewindhebbers , zo als men het aldaar hiet, in het vaarwater willen zitten. En hier door zeggen wij, zoude het kunnen gebeuren, dat en de lieer Falck en de Heer Breton door informeels handelwijzen thans als eerlijke Lieden voor de Comp. genoodzaakt zijn, t'huis te vaaren , daar wij bij ondervinding min of meer met de Oost-Indifche Staatkunde i raadplecgende , niet vreemd zijn van zulke Plans, welke overeenkomende met het verdorven Sijsthema van Europa ,i alleen dienen moeten, om alle eerlijke en belangelooze Regenten en Ministers den voet dwars te zetten, en hun of met geweld of door verre gezogte belchuldigingcn of met een politieke ftreek uit hun midden te verlosfen , en daar door de donkere kaart van 's Comp. directïen voor altoos buiten het waare daglicht te Hellen. Indien egter onze denkbeelden in dit onbegrijpelijk geval mogten dwaalen, gelijk wij zo wel liefst fcoopen, als dat.de Heer Falck op Ceilon mag geB 5 con-  C 26 ) continueert hebben, dan vinden wij nog voor ort» geen andere reeden , dat zijn Ed. repatrieert, als de ongezondheid, om niet erger te zeggen, de gevaarlijkheid van het Batavia's climaat, of zogenaamde fchielijke verhuizing na het Rijk der dooden, en wel vooral, om dat de Heer Falck van het aldergezondfte climaat tevens tegen de moerasfige dampen van Batavia ten fterkfte zoude hebben te worftelen : en dat niet zo zeer voor een korten tijd, als zijn Ed. aldaar nodig had, om ingevolge de oude ordre van de Comp. verantwoording van zijn Gouvernement te doen, en dan na het Vaderland te vertrekken, maar wel bij zijn Ed. vast verblijf als Directeur - Generaal te Batavia ; en vooral, wanneer die groote Heeren te veel verfchillen van het politiek en mercantiel Sijfthema cn Redres van de Coloniën. Daar wij bovendien ten vollen in het Vaderlandsch en Vrijheidlievend Sijfthema van den Heer Falck berustende, zeer wel kennis dragen , hoe zijn Ed. met een matig capitaal, door eerlijkheid en trouwe te Ceilon overgewonnen, en met ware Christelijke gevoelens gepaart, lang van voorneemen is geweest en verlangd heeft , om afgefcheiden van de Indifche weelde en grootsheid als een Borger zijne dagen in het lieve Vaderland te eindigen; en nu eens daar van gebruik makende, hoopen en verlangen wij van harten, dat die voorbeeldige, deugdzame en eerlijke gebieder van Neerlandsch onfchatbaar kaneel-eiland, eerlang gelukkig en voorfpoedig in de haaven van zijne begeerte mag aanlanden, om na zijn rocm- rug-  07) rugtig bewind in de Oost, alhier alle die uïtmunrende zeegmingen te genieten, welk een eerlijk man in het ber.it van een gerust gemoed voor zijn Vaderland , voor zijne Colonien en voor zijne medemenfehen en zelfs voldaan over zijne pligten, boven de haat en afgunst van deeze waereld fmaaken kan. Maar is dit genoeg!!! Zou dit eene gepaste belooning zijn voor een man, die door verdienfte groot geworden, in zijne grootheid nedrig blijft, en die in plaats van met miljoenen, gelijk andere Indifche Gouverneurs, met een deftig borger-capitaal te vreeden is? Neen Vaderlanders, zoeken wij de ondeugd, de valsheid, de hebzugt en heerschzugt aftemaalen en te ftraffen of te verbeteren, wij willen ook werkzaam zijn, om de deugd aanteprijzen en eerlijkheid en verdienfte hunne beloouingen toetekennen. De Heer Falck t'huiskomende en de Kamer van ijnen overtuigd zijnde, dat deze voorbeeldige en grootmoedige Gebieder, die de Europeefen aldaar wel behandeld en de Indiaanen in vreede en goedheid befpaard en niet mishandeld heeft, die ook 's Comp. belang en. intrest en het crediet van dezelve bij den Vorst van Candia gehandhaaft heeft, zal door dit zijn weldadig Vaderland in erkentenisfe wel mogen ontvangen of verwagten , dat hij voor de Kamer van Amfteldam, bij de eerfte vacature de beste, met een permanente Bewindhebbersplaats bij de O. I. Comp. beloond , en daar door te gelijk door de Heeren Staaten van den Lande aangemoedigd worde , om het beste nog van zijnen leevens- tijd'»  C28) tijd, door ondervindingen kennisfe vin zaak' n gevlerkt, in ons Gemecnebest te bedeeden, tot on Ier* fteuning van 'sComp. vcrvallene zaaken in die Landen, tot bevordering van het gewenscht Redres en tot bevestiging van die heilzaame gronden , politiek eri mercantiel Sijfthema van de O. I. Comp. alhier, Waar door, en door behulp van zulke - eerlijke, cordate en belangelooze toezienders, deeze maatfehappij voor zijnen onvermijdelijken val bewaard mag blijven. L'n waarom tog zullen wij door de te- geuswoordige ijverige poogingen, zo van H. H. M. ials van de Kamer van i^nsn zelfs niet kunnen hoopen en wenfehen \ dat de Heer Falck om, zijne verdienden , offchoon géene vermogende familien in Holland hebbende , niet zo wel als de Heer Borgermeester Hasfelaar, die ook in de Oost geweest eh bij zijn Retour Bewindhebber geworden is, tot dien post van bedicring van deze maatfehappij alhier ver'hceven mag worden? als zijnde dit de eenigde en Veiligfte weg, om braave dienaaren en bediendens, door zulke en foortgelijke edelmoedige belooningen, eerlijk en getrouw te maken en de Colonien wel tö doen gaan. Edog hoe zeer wij als nóg twijffelen aan de demisfie van den Heer Falck als Gouverneur van Ceijlon, ©m dat in allen geval zijn Ed. wel regt had, om van het Directoraat aftczien, maar niet, dan op nader ordre van de Hceren Major es , van zijn Gouvernement afdand te doen, willen wij egter gaarne bekennen, dat indien het waar is, de benoeming van den Hees  C 29 ) Heer van de Graaf in zijn Ed, plaats, ons en da Comp. zelfs als zeer aangenaam moet zijn, om dat zijn Ed. op de Kust van Mallabaar als Secunde e» Hoo.'dadministrateur, de Comp. gevvigtige dienstea in bet Redres van veele abuizen in 'sComp. negotie boeken en admiuistratien toegebragt, en daar voor tot Recompens niet alleen door de Regeering van Batavia tot Directeur van Souratte, in plaats van den fugatieven Bosman, is aangciïelt, maar ook kort daar op door de Kamer van \7nen alhier tot Raad van Indie, benoemt is: gevolgelijk zijn Ed. door een finaale onmagt van eenige hoegenaamde defentie, zich bij da eerste gereguleerde attaque cn opcifching van den verraderlijken Brit aldaar hebbende moeten overgeeven,. onder beding van met de overige 'sComp. dicnaarea vrij na Batavia of Ceijlon overgevoerd te moogen worden, is het niet meer als billijk en-reedelijk, dat gem. Meer van de Graaf in dat onvoorziene ongeluk > bij zodanige Vacature als Gouverneur en Directeur van Ceijlon is aangciïelt: te meer om dat wij, door veelvuldige Raporten van zijn Ed. Character en kunde in het beilier van 'sComp. zaakea., die.. verwagting kunnen voeden, dat dezelve zo na mogelijk de voetftappen zal volgen van den verdienstelijken Heer Falck, en dus als opvolger van een zo beroemd ea bemind wordend gebieder, dadelijke blijken zal geeven, dat men niet te vergeefscb, zo hier als daar te Lande, gro ite en gunstige gedagten. voor zijn Ed. heeft opgevat, op dat eindt lijk door zulke en meer andere kundige en eerlijke mannen de Q. I. Maat- fchap-  ( 30) fchappï] proefondervindelijk overtuigd word , daJ wanneer verdienfte en getrouwheid boven gunst erf familiebelang beloont worden, de Comp. ook betef bediend en beftierd zal worden : gelijk wij nader over het ftuk van 'sComp. Regenten, ministers en bediendens op zijn plaats bij de ordinaire nommers opzettelijk zullen handelen; alleen Wenschten wij omtrent den broeder van gem. Heer van de Graaf, d'e van hier als Gouverneur na de Caap ftaat te gaan , ook door die ondervinding en kennisfe van 's maatfchappijs belangen met een gunftiger venvagting •te mogen vlijen , hoe zeer dit voor ons overblijft te gelooven , dat zo die Heer volgens grondbeginzels van eer en deugd, even als zijn Ed. broeder in de Oost, cordaat en eerlijk zijne beftiering waarneemt, en die Colonie befchermt, mitsgaders zo wel 'sComp. belangens, als die van den Caapfchen Borger en Ingezeetencn betragt en handhaaft, dat zijn Ed. roem niet minder door het dankbaar nageflagt verkondigd zal worden. Nu volgt van zelfs , dat zo de Heer Falck voor het Directoraat van Batavia bedankt, en de Heer Breton desweegen zijn demisfie genoomen heeft, dat toen de Heer Vos als oudfte Raad voor lag , maar deeze Heer na alle genot van Voorfpoed en Grootheid in de Indië'n , op eene zigtbaare wijze door den alwijzen Regeerder van het heelal in dit tijdelijke bezogt wordende, is zo zwak en ziekelijk van Conftitutie, dat zijn Ed. zeer welgedaan heeft, om dien zwaarwigtigcn post als Directeur afteftaan aan  (31 ) aan den Heer Moens , welken met veel roem en beleid het Gouvernement van de Kust van Mallabaar beftierd, en voor 'sComp. belang gewaakt heeft 3 en die wij hoopen en wenfchen , dat door eerlijkheid en menage 'sComp. kostbaare directie te Ba-' tavia binnen de behoorlijke paaien van eed en pligc zal weeten te brengen, en zijnen roem te voltooïjen. > In de derde plaats omtrent het Fluitfchip, dat voor de Kamer van Amfterdam binnen kort na de Ooft ftaat te gaan, willen wij geen oogenblik twijffelen9 of het zelve zal alleen moeten dienen, om in geval hetzelve geen lading medeneemt, contajate fpecien ia de Indien over te voeren; want waarlijk de Colonieri moeten, volgens beloop van zaaken, zeeker in een wanhoopigen toeftand- van geld zijn, en de maatfehappij zal nu, hoewel te laat ondervinden, wat het te zeggen is, een verkeerde menage optevolgen, waar door de Colonien en de Colonisten en zelfs de bediendens van de Comp. genoegzaam de keel toegekneepen worden, in het overmaken van hun geld na Patria, waar bij zij en op de asfignatiea ruim tier* Pr. Cent en bij de zoldij-reekening ruim 15 Pr. Cent fchade lijden, en dus genoodzaakt worden ander© Canaalen optezoeken; terwijl de Comp. in plaats van tijd tot tijd, in de Indien zelf wat meer geld in Cas> te ontvangen, en bovendien van herwaards met de fuccesfive uitgaande Scheepen aan de Indifche Geldeisfehen te voldoen, nu genoodzaakt is, in allen fpoed, met een Fluitfchip een groot Capitaal te wa* gerx\  gen: en dus, hoe zeer wij wenfchen, dat deeze fcostbaare kiel behouden mag over komen, twijffden wij geenzints of het zelve zal voornamentlijk dienen voor het gebrek van geld en manfchappen aan de Kaap , van waar het zelve vervolgens met 's Comp. Scheepen na Ceijlon en Batavia, elk zo veel mogelijk voor zijn aandeel kan worden verzonden, en het Fluitfchip zelfs met een laading kostbaare Caapfche tarw retourneeren, ten minflen dit is tegenwoordig de beste Expeditie voor de Compagnie Het vervolg in het Extra No. %, in de mnftaande Week.  D E OOST- en WEST-INDISCHE POST, Extra N9. 3. o F A A N H A NGZE L Tot de Ordinaire Nommers, landelijk: ten opzichte van de verwagt wordende Retourfcheepen, moeten wij voor als nog ronduit bekennen, dat indien wij voor de maand Mai aanftaande geen definitief Vreedens-Tractaat ten genoegen met Engeland fluiten, of geen naauw Verbond van Vriendfcbap, Koophandel, en verdediging over en weeder omtrent deCofonien en de Retourfcheepen van daar voor dien tijd met Frankrijk geflooten hebben, Holland, ja Hofland voornaamentlijk in deczen niet alleen de dupe van de Historie zal worden, maar het zich zelfs zal moeten verwijten, indien hetzonder een defenfief Verbond met Frankrijk, alle zijne Colonien veiiooren ziet gaan: want wie verzeekerd ons, dat Engeland in het voorjaar, zich pr'ovifioneel aan de preliminaires niet willende houden, alle zijne Kaapers en Oorlogfchepen niet in Zee zend, die hij maar Wij der hand heeft, om onverwagt alle onze ConG rooi-  C34) vooijen en Koopvaardijfcheepen weeder opteligten en ons daar door te noodzaaken, een allerlaagst en nadeeligst Vreedenstractaat met hem te fluiten ? Waarde Landgenooten, en vooral Kooplieden en Ingezetenen van Holland! gelooft tog nimmer, dat Engeland te zwak is, nu hij Vreede van alle kanten heeft, om Holland niet nog een gevaarlijken neep toetebrengèn! integendeel de Brit weet al te wel, hoe uwe Zeemagt verftrooid en gehavend is, hoe uwe Zeekusten Maan , en hoe de inactiviteit nog bij ons in de Marine werkt. Gij zult dus, zonder een van de opgenoemde politieke grondllagen ondervinden, dat men u met den flag waarfchouwen zal. En wat dan gedaan? Hulp van Frankrijk dan eerst te zoeken is ijdelheid; of zoud gij nog zo dwaas zijn, te gelooven, dat Frankrijk niet met verontwaardiging aangedaan over uwe onverfchilligheid en koelheid, of liever ondankbaarheid omtrent zijne bcwezene dienften cn vriendfehap, u als dan aan uw eigen lot helaas zal moeten overlaaten? Zeer zeeker! En wat dan? De Gewapende Neutraliteit is ook ijdelheid. De Keizer kan en zal ons niet helpen, daar hij aan de vaste Kust van Europa genoeg het poHtick Sijsthema van Europa obferveert. De Koning' van Pruisfchen is het zijn zaak niet, en zal ons liever met 100 duizeni? Man helpen, als met een tusfehenfpraak, daar wij zo lang reeds gewaarfchouwd zijn; gevolgelijk ontbloot van Scheepen, Zeemagt en Zeevolk, zullen wij ons de Wet laatcn voorfchrijven, en de woede binnen 's Lands gaande gemaakt wordende, draait de te-  (35 ) tegenwoordige balans om, en Neerland loopt gevaar door verandering van Sijfthema's aan de Hoven, zijne Vrijheid cn welvaard te verliezen. Ziet daar, mijne bedenkingen, welke ik ten besta van het Vaderland en van de Colonien wenschte,' dat bijtijds eenen gelukkigen ingang en uitvoering in óns Gemeenebcst mogten vindén. Mijn Heer de Post! Ik heb reeds een en andermaal gedreigd, eens aan ÜE. te fchrijven, doch ben nog telkens weerhouden; evenwel ziende en hoorende, dat Uw Weekblad zeer intreslant en regt Vaderiandsch voor de Coloniën van onzen Haat begint te worden, neem ik de vrijheid, hier van bij een Extra Post, een gun (tig antwoord te verzoeken. —— Ik heb al bij mij aeüS gedagt, UEd. te vraagen, of men met droomen, met berigten of extracten uit Brieven, die nieuws van aanbelang behelzen, ook bij den uitgcever van dit Weekblad kan té regt komen? Want ziet ik ben eerst Matroos, toen DekOfficicr, vervolgens Stuurman, èn eindelijk Schipper geworden, en ik weet nog al zo wat van Oost- en WTest-Indifche ftreeken en fortuinzoekers , dat ik en mijne Confraters u nog al wat rijkelijk opdisfen kunnen: meteen woord, als ik weeten mag, of gi] niet altoos u met ernftige zaaken ophoud, dan geloof ik, dat uw Post nog wel genoeg adresfen krijgen kan. " Bovendien moet ik UE. vraagen, wat oordeelt C f UE »  UE. van den braaven en dapperen Franfchen Admiraal de Suffren, die na het voeren van de glorieufe wapenen van den Koning van Frankrijk, van zijne vijanden en vrienden, door eereteekens van vlaggen en wimpels en jHamiriatien aan de Kaap, en niet minder te Madras, zelfs doorSalvoos en alle deftige onthaawigen de opcntlijke bekentenis van zijne heldhaftige verdienden heeft genooten? en wat dunkt UE. zou dien grooten Zeeheld, die Neerlandsch Coloniën zo veilig bewaard en befchermd heeft, en zonder wiens activiteit wij alle verlooren waren, zoude zeg ik , denzelvcn niet , na hij in zijn Vaderland is geretourneerd, of door de O. I. Comp., of liever door de Heeren Staaten zelfs , een plegtig compliment door onze Ambasfadeurs te Parijs gedaan en een aanzienlijk gefchenk of gedenkteeken, van weegen zijne verdiende , geolTereert kunnen worden ? Mij dankt, wij Oost-Indifche zouden zulke groote mannen niet onbeloond kunnen laaten, om dat wij best weeten, wat het zeggen wil, ris de Kaap cn Ceilon door dien braave de Sujfren niet tijdig gedekt waren ! En eindelijk mag ik ook wecten , „of UE. Weekblad nog lang vervolgen zal, en of UEd. dan ook voor den Heer Schrijver, het zij vroeg of laat, of al was het bij het flot van deeze Oost en West-Indifche Post, zult durven u'tkomen, ten minden het laatde Exemplaar onderteekenen ? Want ziet mijn Heer, dan fchik ik nrjne Correspondentie daar na, en ben gerust, dat ik met een eerlijk man te doen heb. —-  Cs?) liet). UE. zult mij hier mede ten uiterlle verpligten en ik blijve De Zeeuwfche Oost- Indifcht Zeeland, Patriot. den 28. Maart, 1784- ANTWOORD! Daar wij met genoegen onze mede Oost-Indifche Patriotten werkzaam zien voor de algemeene goede zaak, kan het ons niet minder aangenaam zijn, om onder dit getal zo eenen openhartigen Correspondent aantetreflen, wiens vriendfehap ons zelfs in perfoon niet onaangenaam zoude weezen. Dan', om te voldoen aan deszelfs vraagen, zullen wij dezclven ftukswijze beantwoorden, om dat wij onzen ftijl i'ebikkcn na den aard van de zaak , en na de begrippen onzer onderfeheidene vrienden, en'niet pedant genoeg zijn , om over beuzelingen een thcatraale pen te voeren , die den geleerden zo. wel als ongeleerden menigmaalen verveelt. Dat wij in ons Weekblad zo wel droomen, berigten , als Brieven en Extracten zullen en willen plaatzen, lijd niet alleen geen tegenipraak, maar is zelfs een volflrekte noodzaakelijkheid , willen wij over alle zodanige onderwerpen handelen, die, met betrekking op de Coloniën zelfs, op de daaden der bediendens. en op die van de Scheepen, en aan de wal, uitgaande of t'huiskomende, hebben; en daarom hebben wij juist deezen Extra Post daar voor Jaaten dienen, om dat in onze ordinaire Nommers eene geC 3 re-  (38) leegclde ordre van de belangens van de Oost ei» Westerfehe Colonien zal gehouden worden. Ten opzichte van de Oost-Jndifche ftréeken cn fortuinzoekers , behoeven wij niet verder te gaan, als in ons zogenaamd vrije Gemccncbest, alwaar wij overvloedig Mof kunnen vinden, van draai]ers, van aanbidders, van fortuinzoekertjes , en van eigenbelang en grootheid zoekende flaaven , in plaats van edelmoedige en córdate Nederlanders, die goed cn bloed opentlijk voor het Vaderland veil moesten hebben , maar die enkel onder het zogenaamde patriottisme thans fchuilen en wanneer het op vermindering van eigen aanzien, magt cn voordeel aankomt, agtcrwaards keeren, om liever het gulden kalf dan de vrijheid aantebidden. Edog , daar zijn zceker ook zeer veelc eerlijke, kundige en braave Vaderlanders in ons midden , maar indien de proef op de fom genomen moest worden van alle de tegenswoordige Patriotten, laat liaan van die foort van lieden , die wij Engelsch- of beürsgeziude noemen, en geen Prinsof Stadhoudersgezinde!!, om dat de waare vrienden van het Oranjehuis met 'er daad tot welzijn en handhaaving van hetzelve, onder de beste Patriotten gevonden worden ,' dan zou men ras bewaarheid bevinden , het oud Hollandsch fpreckwoord , elk weet , waar hem de schoen wringt. NlX, zo is het ook geleegen met de bediendens en in de directie van de O. cn W. I. Comp. deezer Landen, en dikwils met nog meer regt, om dat men als afhangelingen van die maatfehappijen gaat, om nee* vens andere maar geld te winnen, cn waar men als eer-  (39) eerlijke 1'eden geen fortuin kan maaken, indien men met den grooten hoop niet al meede fchraapt; en dus als het ware voor een fpreekwoord aldaar aangenomen is, dat die de comp. eerlijk bedient, na zijn dood onder de galg begraven word, dat even zo veel aldaar betcekent, als het fpreekwoord alhier, de kleine dieven hangt men op, en de groote laat men loopen : Wailt die het meeste in de Oost kunnen ftcelcn, zijn groote Heeren, of de vrienden van de groote Heeren, die niet wel al te eerlijk kunnen blijven, om den haat cn de vervolging van hunne medebroeders niet op den hals te haaien, en daarom als tot een draf de eerlijken , daar de fchelmen de galg ontloopen, onder dezelve dreigen te begraven , als zij niet in Haat zijn, voor genoegzaame contante of crediet de zaaIccn aftemaken; maar waarom in dit mijn Vaderland -zo veel zaaken tocgclaaten, waar van men de reekc-. ning en verantwoording van tijd tot tijd opgecischjt -heeft, welke wel naziende cn bcöordcclcndc, eerder hangen als BoRGERMEESTEREN zouden ? Laateh wij liefst hier bij een kruisje maaken, want •dan zijn wij zeeker onder de befcherming van de heiligen. Wij willen wel bekennen, dat wij 'er niet op (taan, om altijd met ernftige zaaken bezig te zijn , ten minden niet in onze Extra Nommers; nu en dan eens lugtig te wezen, vinden wij gantsch niet ongepast, en verlangen zelfs nu en dan gelegenheid te hebben om het te weezen; immers al lachende kan men de c 4 waar-  ( 4o) % waarheid ook zeer wel zeggen — en zulke mkide» len zijn dikwils al zoo noodzakelijk als een geftrengen toon en bedaardheid: ja al loopt 'er zelfs een weinigje donqukhotterij onder, als rrchoreifde dit op zijn tijd ook al onder een goed Patriottisme: want zo doende, word de Geest werkzaam, cn daar uit word deeze een groote Held, deeze een groot Staatsman, geene een groot getabberdc' cn geleerde Perfonaadje , en die alle bij elkander gevoegd zijnde, worden de zotten daar uit gezift, cn de bezadigde, de vooruitziende, de werkzaame en ftandvastige Patriotten blijven als waakzame mannen voor den tempel der vrijheid. Het eerfte of winderigflc gedeelte word onder bevel van het opregte donqukhotthme gebragt en ?hSanche patiches op eèzels gcvolgt, om de overgefchcotene brokken van hunnen meester te verteeren, en den held, den vcrlosfer der fchoonc vrouwen, den bevrijder van de reuzen enden overweldiger van vuurigc bergen cn ongenaakbaare klippen, word door zijn gevolg uitgelachen , cn ondervind maar al te dikwils, dat gemaakte Plans, gevormde hcldcfTukken, ingebeelde overwinningen , en fchoonc amourettes alle zaaken zijn, die, of op een fpiegelgevégt in Zee, of op een flagting van fchaapen op het veld, of op de verjaginge van konijnen op de hei, of op een andermans bedrogen piaizier-nimfje uitloopen. Ondertusfchen zoekt men evenwel een grooten naam te maken. Den een onstervelijk , den ander de groote, een derde de onvergelijkelijke, en een vierde de onverbeeïerlijke of onnavolgbare te  (4» ) te noemen. En zo doende, is en blijft alles donqukhotterlj, maar die de gevallen van Donqukhot wel verftaan , die kunnen best daar onder hun rol uitvoeren, als men maar op het laatst zo gek niet word, dat de knegt voor meester fpeelt. Nu weder een ernflag woord. De aang?name tijding, die wij ook met genoegen omtrent den voorfpoed en den roem van den dapperen Franfchen Admiraal de Sufren hebben ontvangen, verdient zeker eene algemeene aandagt van 's Lands Souverainen en van derzei ver medeborgers. Niemand, die zijn Vaderland, en in hetzelve zijn vrijheid en voorfpoed, cn door dit laatfte zijne Coloni.ën bemint, zal willen ontkennen, dat wij Nederlanders, naast God, door de gundige fchikking van den Koning van Frankrijk, en door de actieve uitvoering en befcherming van dien edelmoédigen Zeeheld , onze voornaamftc bronnen van Commercie eu Zeevaard buiten 'sLands behouden hebben. Europa, Afia en Africa draagen getuigenis van 's mans dapperheid, eerlijkheid , deugd en trouwe voor zijn Vaderland cn Boudgenooten niet alleen, maar zelfs voor alles wat zijne medemenfehen en wat zijn eed en pligt medebrengt! Wij zijn dus wel deegelijk alle hoogachting en erkentenis aan zo eenen held verfchuldigt en wij kunnen zekerlijk daar van voor het oog van gantsch Neerland geene beetcre blijken geevcn , als door der Staaten Ambasfadcurs in Parijs , uit naam van H. H. M., den Heer de Sufren op eene plcgti£e wijze aldaar te bedanken voor de diensten aan C 5 dcc-  (42). deeze Landen, aan de Kaap en in de Oost beweezen, en vervolgens, of een kostbaar gefchenk, of een aanzienlijk cn gewigtig gcdenkfhik aantebicden, en daar door te bevestigen net aloud charakter der Batavieren, welke altijd op eerc, deugd en dapperheid zeer grooten prijs gefield hebben cn nog Hellen zullen. Wij twijffelen ook geenzints, of de Vaderen des Vadcrlandsch houden het oog reeds gevestigd op de verdienflen van dien grooten Zeeheld, waar aan wij liet behoud, vooral van de Kaap, en daar door van dc gantfche Oost verfchuldigt zijn. — Wij kunnen ook niet vinden, dat daar door ecnige vermindering word tocgebragt aan dc verdienflen , aan de trouwe en heldenmoed van onze Vaderlandfche Zeehelden , te weeten, buiten en bcbalvcn de dappere verdecdigers van Neerlandsch vrijheid, de ROEMRUGTIGE DoGGERSCANKERS , Ook de braaVC Capiteinen Volbergen , Oorthuis en Melvil , mitsgaders den door verraad cn overmagt gefneuvelden grootmoedigen Krul, om dat de naamen dier Vrijheids-Zoonen, door alle mogelijke middelen de vergeetelheid ontrukt, tot in het eerfte nagefLigt bij ons, en in het midden van onze vrienden en vijanden, dankbaar geroemd, geëerbiedigd cn gezeegend zullen worden. Intusfcben verdienen zulke mannen niet alleen alle achting en eene edelmoedigs belooning , maar zelfs alle uiterlijke teekens van hoogachting en roem, in cn buiten hun Vaderland. Wie herdenkt desweegens niet de tijden van ouds, toen bloedige Oorlogen  ( 43 ) gen en geweldaadige overheerfchers rdle natiën be« dreigden, om, of overheerscht of verftooten te worden van het volks- cn natuur-regt? Wat wcr ren toen de belooningen van zulke helden, van zulke verdienilclijke verlosfcrs van het Vaderland?—. Het waren eereboogen , eerlaurieren en opentlijke büjken van hoogachting en geneegenheid, die de gantfche Natie hen toebragt. Het waren hunne roemrugtige, hunne edelmoedige daaden, die door dc pennen van waarheid beftieit, voor de nakomclïngfehap opgeteekent en aan hunne verdienftelijke geflagten opgedragen wierden. Het waren eindelijk afbeeldingen van hunne Perfoonen , aanzienlijke graftombes, trotfche en fpreekende eerenaalden, en na hun leeven in marmer uirgehouwenc Perfoonen, die de graftombes van zulke Vadcrlandfche Helden yerfierden en aan het dankbaar nageflagt hunne naamen en hunne daaden lieten herdenken en als van zelfs verkondigen. En waarom zullen wij thans in meer verlichter eeuwen leevende , onze helden en onze groote Vaderlanders met diezelfde edelmoedigheid en eereteekens niet beloonen? ■ De Vor- ftcn deelen immers aan hunne helden adelijke titels en Ridderördens uit om hunne verdienflen hoog te fchatten en wat zal een vrij volk niet doen, om de befchermers hunner Vrijheid te vergelden? ■ Ydele glorie is veels te gering voor Zielen, die alleen voor de Vrijheid van htm Vaderland en medeborgers geftreeden hebben. En daarom, gelijk de (lappere , de edelmoedige en verdienftelijke de Suf- fren,  ( 44 ) ften overal ïn de Indien met triomph cn falvoo's ontvangen en ingehaald is , alzoo mogen wij zelfs dien vcrdiendelijken Held in ons Vaderland komende, met alle teekenen van hoogachting innaaien ; dit is de gevoeligfte eer , die zoo een Held en Weldocnder onder het oog cn gehoor van een vrij Volk fmaakcn kan: dit, ja dit alleen, zijn de voor- naamde belooningcn en eereteekens , die wij aan onze eigen en aan vreemde Helden in het weleer beroemd Nederland bewijzen kunnen — door deze voerftappcn van onze Voorouders natevolgen, kunnen wij hoopc voeden, dat Necrlatidsdi grootheid weder opdaagen, cn dat rechtvaardigheid den fchuldigen cn ongehoorzaamen zo wel ftraflèn, als den eerlijken en den getrouwen Vaderlander beloonen en zeegencn zal. Wat aanbelangt ons tijdfchrift, of hetzelve nog lang vervolgt zal worden, dient, dat, indien wij door geene tijdelijke hinderpaalen geftoord worden, het zelve ten minden wel drie jaaren kan voortduuren, om dat wij niet met een algemecnen naam de Oost- en West-Indien zullen tragten te beoordeelen, maar de directien van die maatfehappïjen hier te Lande zulicn aflchetfen cn de nodige redresfeu van zaaken daar toe aanbieden, als ook die van de Coloniën van Kust tot Kust, van Eiland tot Eiland, van directie tot directie, met de gevolgen van dien in het politiek en mercantiel Sijdhema van dezelve befehouwen, toctfen, na ons vermogen alle verbeeteringen toebrengen; gelijk wij niet niinder de Kaap de  (45) de goede Hoop , als. liet middenpunt van Neerlandsch magt en voorfpoed omtrent de Oost, zullen afhandelen. En dus bij ondervinding en kennisfe zelfs, en uit oorfpronglijke en copij-flukken en papieren van die maatfehappijen, en niet minder uit de aangenaame en gunftige toevoer der berigten van. degeagte Correspondenten, in (iaat gefield zijnde, en verder gefield wordende, om deezen moeilijken taak ten genoegen van Land en volk te volbrengen, verwagten wij desweegen geene andere belooning, dan die van zelfsgenoegen en een gerust geweeten, dat wij alles beproefd hebben, het geen tot welzijn van ons Vaderland en onze medeborgers kan verflrekken; terwijl wij het fueces van onze poogingen naast 's Heemels zeegen aan den gunfiigen invloed en de heilzaame beduiten van 'sLands wijze Vaderen moe-, ten ovcrlaaten. En of wij vroeg of laat of bij bet 11 )t van ons werk, als Schrijver 'er voor duiven uitkoomen, en met onzen naam bevestigen? is voor als nog twee-leedig. Wij weten bij ondervinding wat het te zeg-, gen is , als publieke Schrijvers ten goede of ten kwade veroordeeld worden ! Wij willen daarom ons liefst niet eerder noemen, voor dat van hooger gezag verlangd, of begeerd word den Schrijver te weeten, en dan, of bij het. flot van ons werk, zullen wij cordaat cn onbefchroomd genoeg zijn, om, al worden wij daar over geheekelt, gehaat, of bemind onzen naam en charakter aan het publiek medetedeelen, en te toonen, dat wij voor de waarheid  C 4<5) en regtvartrdigheid durven uitkomen, en öat wij dii tót ons fchild voeren, doet wel en ziet niet om. Ziet daar ons antwoord aan den openhartiger! Zeeuwfchen Oost-Indifchen Patriot! waar na dezelve zich zo wel met zijne vrienden en bekenden, als ook onze andere Correspondenten op onze eerlijkheid, trouwe en geneegentheid kunnen verlaaten, en hunne brieven en berigten aan den uitgeever deezes toezenden ; terwijl ons geen meer voldoening' kan worden toegebragt, als ons werkzaam te doen? zijn voor. het algemeen belang.' M IJ N HEER! }k ben een Rotterdamfche Participant in de O. h Comp., maar wij fchijnen daarom minder geteld te zijn, *Qs die van Amfterdam : die noemt men alle meest Hoofdparticipanten, en worden dan Bewindhebbers, al hadden zij maar voor 24 uuren het bepaalde getal actiën van den een of ander geleend. -— Met dat al, zij behouden tog zekeren naam en zeker charakter als Hoofdparticipanten, die geen kruiwagensgenoeg hebben , om ook het ampt van Bewindhebber als een keuken ampt te krijgen. — Maar wij' Rotterdammers en andere Steeden van Holland en; Zeeland, waar ook nog al effectieve Borger-Hoofdparticipanten zitten , zijn genoegzaam in geen tel. Bij het maken van nominatien of bij de verkiezing bij vacature Van een ander Bewindhebber, worden Wij niet gekent éii komen in geen de minfte aan- mer-  (47) merking het is niet anders als" Regenten vari Stad cn Steeden, die tegenswoordig op eene wille, keurige wijze als Bewindhebbers hier en daar aan* gcfteld worden. De eed van zeekere inkom- Men en actiën bij de Comp. als Bewindhebber te moeten bezitten, word telle quelle gedaan; en niet zonder reeden, want zij bezitten meenigmaalen voor geen oortje bij de O. I. Comp., en fpeelen al evenwel in de jagten en commisfien voor groote, maar kaale Sinjeurs — werken niet — weeten van niets bij de Comp. — als vergadering houden — goederen inkoopcn en aanbcfteeden voor- en najaar- fche verkooping houden — al weder maar geld en betaaling genieten. — De equipagien worden door den Equipagiemeester geregeerd. De Admini- ftratien door de Adminiltrateurs. i De Boeken door de Klerken — en het politiek Negotie - belang loopt alleen af van de notulen, van de rapporten, envan de refumptie van de ontvangene en afgaande brieven van en na de Colonicn en ziet dit gaat onverbeeterlijk. Zoude dit ook niet onder handen kunnen ge* noomen worden : mij dunkt men moest niet alleen de uitvoerende, maar ook de wetgevende magt binnen zijn kring en paaien weeten te Hellen; alleCoIlegien , alle maatfchappijen , alle Ministers en bediendens moeten ieder hunne vereischtens hebben; hunne rechten kennen; hunnen eed en inflxuctie betragten , en elk binnen zijne paaien blijven. — Hier toe moeten alle vaderlandfche pennen werken. Thans, en niet laater, is de tijd gebooren om all» uvei-  (48 ) overheerfching, eigenbelang en willekeur tot reeden te brengen. Helpt ons door uw E: tijdfchrift ©ok hier in met betrekking tot de Colonien en gelooft, dat het Vaderland daar aan geene mindere verpligting zal hebben. V. D Rotterdam den 29. Maart, 1784. ANTWOORD. Wij zullen op zijn tijd en plaats aan het verzoek van deezen weidenkenden hoofdparticipant voldoen, om dat hier in bij onze ordinaire Nommers een algemeen redres zal worden voorgeftdt , maar wij wenschten intusfehen de bijzondere hedendaagfe gewoontens en handelwijze in deeze bij de dirigeerende kamers van de O: I: Comp. te moogen verneemen, om die afzonderlijk te kunnen behandelen, en met des te meer fucces de verbeetering omtrent de rechten, voorrechten , en vrijheeden van de effectieve na de fubfifteerende wetten bevonden wordende hoofdparticipanten toetepasfen, en daar door ook aan het vorig verzoek van onzen Delffchen en Haagfchen correspondent te voldoen.  D E OOST- en WEST-INDISCHE POST, Extra No. 4. o F A A N H A NGZËL Tot de Ordinaire Nommers. D e jongst ingekomene Oost-Indifche Nouveïïes! verpb'gten ons, omtrent de importante vacatures in de' hooge Regeering aldaar, en op het geen wij bij de Extra No. 1. en 2. op dat fubjecT: aan onze Leezers medegedeeld hebben, nadere illucidatie te geeven: Dat conform de dispofitie van de Heeren Majores alhier, de Heer Falck, ofi'choon in het Indisch! Naamboek naast den Heer Breton , als oudueri Raad van Indië volgende, egter uit hoofde van des-* zelfs meerdere bekwaamheid en Staatkundige be* ftiering , vooral in de tegenwoordige critique tijdsomftandigheden voor de Colonien , tot Directeur->' Generaal van Neerlandsch Indië aangiften:, en dus .voor dit maal even boven den Heer Breton geprefereert zijnde, den laatstgenoemden zeer waarfehijnlijlcdaar toe, of daar bij niet ten eehemaaï zullen hete ben uitgeflooten, maar wei ftilzwijgend begreepen* B da*  ( 50 dat de Heer Breton , het zij bij eerfe tweede vacature van het Directoraat, of bij continuatie van den Heer Falck in het Gouvernement van Ceilon, als Directeur zoude invallen, of blijven waarneemen tot nadere dispofitie van de Heeren Majores. —- Dat intusfchen deeze dispofiticn in de Indien aangekomen, en bij de hooge Regeering te Batavia in deliberatie genomen zijnde, van dat gevolg geweest is5 dat aan den Deer Falck van dejze zïm promotie uit Nederland kennis is gegèevcri, en dien conform als Directeur-Generaal gerekend wonende, in zijn Ed. plaats hebben benoemd tot Gouverneur van Ceilon de door de Heeren Majores daar toe genomineerden Heer van de Graaf ; terwijl de Heer Breton het Directoraat zoude hebben oVergegeeven, bij overkomst in handen van den Heer Falck. Dat alle dee¬ ze dispofitien, hoe zeer tot dus verre befchouwd, van veele nuttige cn heilzame gevolgen konden zijn voor het algemeen belang van de Comp. en de Coloniën , fchijnt zulks egter voor het tegenwoordige niet gelukt, maar eene tegengeftelde uitwerking ge had te hebben; te weeten: De Heer Falck nu op eene directe wijze voor het Directoraat bedankende , heeft zeekcr verkozen als Gouverneur op Ceilon te continueèren töt nadere dispofitie van de Heeren Majores ; en daar door aan den eenen kant getoond, dat hij niet g'aarn in dit geval door zijne promotie den Heer Breton eenig tort wilde aandoen, en aan den anderen kant opengelegd eene complëete kennis van de zaaken en toe- ftand  ( 51 ) van de Colonien, welke, hoe zeer de Preliminaires in Europa geteekend waren, in de Oost onder den hoe langer hoe meer ver vooruitziende Indiaan eene geweldige gisting naliet, om in deeze trouble tijdsömltandigheid, onze voordcelige en vreedzame posfesfien op Ceilon te ontrusten, of in- en uitwendig te beknibbelen; en waar van de droevige gevolgen zich zouden hebben laaten zien, iniicn de Heer Falck voor zijn Gouvernement bedankt, en het mogelijk toen al verwarde Directoraat aangenomen had; en deeze reedenen en motieven gevoegt ' zijnde bij de menfchenkennis van den Heer Falck, heeft Zijn Ed. zeekerlijk bewogen, om zich niet aan dien nadeeligen invloed van de Bataviafche lugt blootteftcllen, welke hij reeds als Secretaris van de hooge Regeering aldaar , en wel inzonderheid ten tijde van zijne aanftelling als Gouverneur van Ceilon heeft ondervonden, zonder dat wij als nog geraden vinden de dadelijke beletzelen daar voor, of tegen aantehaalen. Het is genoeg, dat wij hier mede bewijzen willen, dat de Heer Falck op goedp gronden voor het Directoraat bedankt heeft, en op Ceilon continueert, tot dien tijd, dat jjij zonder prejuditie van een ander, als oudfte Raad van Indien het Oppergebied over de Oost aanvaarden kan , cn als Gouverneur - Generaal in Nederland aangefteld word. Dan wij waren toen, en als nog in fyet denkbeeld, dat de Heer Breton, mits de continuatie van den Heer Falck. op Ceilon, ook in deszelfs post als DiD z ree--  ( 5* ) fefteur- Generaal zoude hebben blijven fungeeren'tot nadere dispofitië van de Heeren Majores; maar het zij dat de Heer Breton gevoelig over deszelfs eerde improbatie, de tweede daar op niet welvoeglijk beeft willen afwagten, of dat Zijn Ed. niet heeft kunnen gelooven, dat de Heer Falck voor het Directoraat zoude bedanken, ea dus In de voorbaat, om aan de eer te blijven , van dien zwaarwigtigen en aanzienelijkcn post heeft afgezien, of dat Zijn Ed. ook alreeds ondervindende, welke verregaande (defecten in het Oppefbeftuuf van Neerlatidsch Indien heerschten, verkoozen heeft, behoudens qualitcit en gagie te repatriecren ; wij voor ons , bekennen als nog, deeze Oorzaak en dëmi'sfie niet tc kunnen begrijpen, geconüdereerd de lieer Breton, door vroegere fataliteiten cn önfchuldige verantwoordingen zijne meeste tijdelijke vermogens heeft moeten opofferen om zijn eer en crediet in den dienst van de maatfehappij tc foutinceren, en dus na evenredigheid van zijnen fraat, e" tfon de trapswijze opklimming van deszelfs fortuin in den ruimen omtrek van omtrent 40. juaren, die de Heer Breton in den dienst van de maatfehappij heelt doorgebragt, zonder dat 'er immer geklaagd is over éeriige hoegenaamde gepre midi teerde willekeurige handelwijze of geweldadige beftiering, geene middelen genoeg bezat, om als eenen door belooning en voorfpoed gezeegenden Regent, zijne dagen in het lieve' Vaderland %e komen doorbrengen; terwijl het daarom ook van de zijde van de Kamer van ijaen alhier niet te denken  ( 53) ken was , dat men Zijn Ed. voor de tweedemaal zoude hebben gepasfeerd, indien Zijn Ed. als Directeur had gecontinueerd, of ten minden de nadere dispofitië desweegens van de Heeren Majores had blijven afwagten; en daarom zullen wij van dit zoo wonderbaar Retour van den Heer Breton bij deszelfs op handen zijnde overkomst, nader fpreekcn. — Intusfchen zijn wij verpligt, de waarheid hulde te bieden. Men zegt, de Heer Breton heeft als Directeur-Generaal bij de groote geld-kas van de Comp. te Batavia eene te kortkoming geleeden van over de 5 maal honderd duizend rijkdaalders. Dat dit gemis gebleeken is, bij de overgave van dè groote geld - kasfe, of liever bij het ovcrneemen van dien, door den Groot-Casfier Welgevaren, die in de plaats van den overleedene Bierens als zodanig is aangefreld, en dus uit handen van die Executeurs onder op - en toezigt, mitsgaders mede verantwoording van den Heer Breton als Directeur, de groote kas bij opneeming en verantwoording, aan zodanige verfchrikkelijke te kortkoming aanfpraaklijk gebleeven zijn. : Dat vervolgens dit verlies gefield zijnde op reekening van den Heer Directeur Breton , en den afgeftorven Casfier Bierens, is de boedel van den laatften eerst daar toe aangefprooken , en de verdere voldoening van die te kortkoming, ter verantwoording van den als een ongelukkig flagtöffer afgaanden Heer Directeur Breton gefield. — Om over dit zoo treffend wonderbaar eclips in de groote geld - kas, na waarheid te oordeelen, hoopen Q 3 wiJ  ( 54 ) wij ons eerlang door den laatstgenoemden Heer bij zijn overkomst in {laat gefield te zien, en kunnen bij wijze van toelichting voor het in dit wonderbaare geval geïntresfeerde publiek deeze provifioneele aanmerking maken. —.- i. Dat de adminiflratie van de groote geld-kas, onder den kundigen cn accuraten Groot-Kasfier Bierens te Batavia, zoo bekend, zoo beroemd, cn in zoo veel vertrouwen was, dat uiettegenflaande de toeneemende jaaren van gemeïden Groot -Casficr, en de menigvuldige promotien van Directeuren na de dood van den Gouverneur-Generaal van der Parra, aan welken telkens het Transport van de groote geld-kas gedaan, en altoos ten genoegen en in een zeer goede flaat overgenomen is, dezelve juist om de accurate en eerlijke behandeling, als Groot-Casfier van 's Comp. kas, tot op zijn dood is gecontinueert geworden ; terwijl in al dien tijd, dat Bierens dc groote kas adminiftreerde, geene de minfle fraudes bekend, of fchijn of vrees voor te kortkomingen was ; integendeel herhaalen wij bij ondervinding, dat, indien men contrarie in 's mans adminiflratie eenig agterdogt had gehad , dan zoude de door kundige Directeur van Riemsdijk , de cordate en eerlijke de Klerk en de ver vooruitzien¬ de Alting, mitsgaders de ter goeder trouw opgevolgde en overgenomeue jongflen Directeur Breton, gemelde Casfier in zijnen een van de imporftante geld - adminiftratien voor de Comp. niet hebben aangehouden , maar wel uit hoofde van het borg-  ( 55) borgfchap , en de mede aanfpraakelijke directie vr.ri de Directeuren, door een ander bekwaam en beproefd perfoon, als Casfrer hebben laten vervangen; te meer, daar dit ampt wel moeijelijk, maar ook niet min voordcelig was , en dus zeer wel te pas had kunnen komen aan gttnftelingen van een van de voornoemde Directeuren, indien Bierens maar met eenigc mogelijkheid, als Groot-Casfier mistrouwd wierd, en gemist had kunnen worden; en even deeze bekende accurate en getrouwe adminidratie van 's Comp. groote geld-kas, doet ons ten hoogfte na 's mans dood, zoo eene fchreeuwende te kortkoming veïneemen cn bèklaagen; waar van den te veel vertrouwende Heer Breton, als de laatde Directeur, bij de dood van den voornoemden Casfier Bierens, het zoo wij vertrouwen , en als nog voorkomende ongelukkig fiagtöfïer van zoo eene nimmer gehoorde eclips h\ de groote geld-kas van Batavia moest zijn. a. Dat het bedek van de tijd 'en van de omdandigheid, waar in voornoemde Heer Breton als Directeur , onder zijn op- en toezigt 's Comp. groote geld-kas heeft geadminidreerd, veel te kort en veel te zwaar1 was, om zoo eenen importante te kortkoming te kunnen ondergaan en dat het dus zeer apparent is, wanneer de Casfier Bierens na het Transport van de kas door den Heer Breton aan den Heer Moens , was overleeden, dat die wonderbare te kortkoming op dezelfde noodlottige wijze, den laatden had onderdrukt, en na 'smans dood on¬ ver-  yerwagt op den nieuwen Directeur was overvallen. —» Edog dit ook aan de eerlang ophelderende berigten overlaatende, ftellen wij een van beide zeeker of die te kortkomingen moeten van de tijd van van der Parra af, en zoo van den eenen Directeur op den anderen zijn overgeloopen en vermeerderd en verbceterd geraakt, tot dat de dood van den Casfier Bierens alles heeft geopenbaard ; of door de gezwinde gogelkunst, is in het laatst der dagen van Bierens, en in het overneemen van 's Comp. groote geld-kasfe, die wonderbare eclips gefchied, waar door, en de erfgenamen van den afgefloofden Casfier Bierens , en van den ongelukkigen Heer Breton totaliter geruïneerd zijn geworden : indien wij egter door een Sijfthematisch gevoel hier in mogten mistasten, of dat eene aanëcnfchakeling van duistere ongeregtigheden, op deeze of geene wijze die tc kortkoming heeft veroorzaakt, dan hoopen wij nader onder het oog van onze Leezers dat geene te brengen , het welk den eerlozen zo wel, als den onfchuldigen Dienaar of Bewindvoerder van de Comp. bewijzen kan. NB. Daar het den Schryver deezes , door veelvuldige bezigheden, niet mogelvk i* , alle week een geheel blad mede te deelen. zullen voortaan alle No. die 'er van dit Werk ftaan uit teüomen, by halve blalen uitgegeeven worden, tn en zoo als die No. a li ftuiv. alom te bekomen zyn.  D E OOST- en WEST-INDISCHÊ POST. Extra No. 5. o v A A N H A NGZËL Tot de Ordinaire Nommers. 3- J3at het inzonderheid zeer opmerkelijk ïs, dat tot den allergewigtigficn post van Groot - Casfier in 'sComp. geld-kas, bij aflijvigheid van een beproefden en ervaren grijsaart, zo als Bierens was, juist verkoren en benoemd is de Heer Welgevaren , een man, op wiens kunde en vigilantie niets te zeggen, maar op wiens getrouwe directie, als Secretaris van den Raad van Juffitie in vroegere dagen, en bij de Rcgcering cn bij den Borger te Batavia veel té klagen was; en van wien door de Indiafche hooge Regeering, met opzigt tot zijn Perfoon en character, aan de Heeren Majores zoo weinig goeds en favorabels is opgegeeven , dat bij hoogstdezelve de Perfoon van den toen gerepatrieerden Welgevaren iri geene aanmerking heeft kunnen komen, om hem'ter naamver nood weder na de Indien te rug te laaterï keeren, laat ftaan hern eenige qualiteit optedragen,  of in de Indiënte avanceeren. Wij herzeggen' nogmaals, het is onze intentie geenzints, om den tégenwoordigen Casfier Wel ge vaaren in ecnige verdere verdenking , ten opzichte van deeze te kortkoming te brengen, maar wij confidcreeren, dat de Indifche hooge Regeering beeter zich zelve diende gelijk te zijn, in bet aan- en misprijzen van 's Comp. dienaaren na Europa ; en niemand of op den eenen tijd, op eene onfchuldige wijze te mishandelen, en in verdenking te brengen, of op een anderen tijd zo iemand eensklaps, zonder nadere beproefde trouw of goede gronden, in zulke confiderabele geld-adminfftratien tc ftellen, waar door, of bij toevallige oi bij gepremiditeerde oorzaaken, anderen geruïneerd', cn de begunftigde zelfs , tot de eerde (teen des aanftoots gebragt kan worden; terwijl dit bij ons gedecideerd ftaat, dat men den Heer Welgevaren, indien men dan al eens zijne onfchuldige mishandeling had willen verzoeten, door honorable en werkzame posten en beilieringen had kunnen beloonen , maar nimmer een adminïftratie van die natuur moest toegekend hebben. En eindelijk: — Dat de Heer Breton met den titel van Directeur-Generaal (het geen aan Zijn Ed. door de Heeren Majores , mits zijne provilioneele functie als zodanig is toegevoegd,) en dus als Admiraal van de Vloot eerstdaags {taande t'huis te komen , dicteert ten duidelijkfte, dat Zijn Ed. niet zo zeer om de improbatie als Directeur - Generaal , maar wel voornamelijk uit hoofde van de te kort- kf  C £9 ) koming in 's Comp. groote geld-kasfe, vonr het Directoraat bedankt zal hebben, om zich deswegens bij dc Kamer van i7ne" alhier te komen verantwoorden, en Regt te zoeken. En dit noopt ons, om voor zoo verre ons de goede trouw, en de daar bij" gemengde onfchuld van dien grijsaard bekend is, die van zijn jeugd af, en van de klemde beginzelen tot dien aanzienlijken post toe bij de O. L Comp. verheeven is geworden, en die nu op zijnen ouden dag, met agteiiaating van alles wat hem dierbaar is, cn met het gemis van dien tlluftren post als DirecteurGeneraal van Neerlandsch Indië, waar toe zijn Ed. , mits de continuatie van den Heer Falck op Ceilon, billijk verdiend had, als Directeur te mogen continueeren , miaar die door dat wonderbaaar eclips thans genoodzaakt zijnde, in eenen deplorablen toeHand het Vaderland optezoeken, om, was het mogelijk, in zijne onfchuld te triumpheeren; onzentwegen uit liefde voor onzen evenmensen, blijmoedig de gelukkige en Ipoedige aankomst van gemelde Heer Breton aftewagten, en daar bij hartelijk te wenfehen, dat dc belangens van zijne cn andere onfchuldige en ongelukkige dienaaren van de Comp., als gepaart gaande met dc wezentlijke belangens en redresfeu voor deeze maatfehappij , op eene alzints billijke wijze mogen verhoord, en eens eindelijk die algemeene klagteh van ovefheerfching cn geweld , zoo in het een als ander, zodanig in het openbaar mogen onderzogt , geftraft en uitgeroeid worden * waar door de geregtigheid m het bellier van E * Neer>  Neerlandsch Colonien eens op den Throon beflendig gevestigd, en voor het toekomende zonder aanzien van Peifoon cn invloed vrij en eerlijk gehandhaafd mogen wc-fden. Dit is en dit zal het eeniglïe middel zijn en blijven, om het lieve Vaderland en zijne Colonien voor alle gevloekte overheerfchers te bewaaren. —— Nu zien wij contrarie, dat de braavc en cordate Heer Falck, niet tegenftaatide men mogelijk wel gewenscht en gewerkt had, om het hem in de Indiër» zoo benaauwd en onaangenaam te maken , waar door dezelve volgens onze voorgaande No. a. het Land liever zoude verkiezen te ruimen , thans egtcr op goede gronden in het Gouvernement van Ctllon continueert, en mogelijk eerlang overeenkomftig 's maatfehappij's belang, en de geheime gevoelens yan de Kamer van l^iuo her Generalaat te Batavia aanvaarden zal; terwijl dit bij ons zeeker doorgaat, dat, uit li.x.iUe v.-.n d,::i Sijllhcruadsdi Indifchen inyloed, de Heet Falcr niet iigt en apparent nimmer na doezen, nu hij eens tot Directeur benoemd is, en daar voor bedankt heeft, dien post aanvaarden, maar wel het Generalaat amUiecren zal, om in Baat te kunnen zijn , met eens als Oppergebieder van Neerlandsch indië, die verdcrvelijke machinatien te keer te gaan, welke op eene Staatkundige wijze , den totaalen ondergang van de Colonien na zich zou fleepen. Maar hoe zeer wij eerlang ons vleijen mogen, hieromtrent meer itof tot fpree|en cn fchrijven te hebben, wiiien wij niet vooruit-  C 61 ) uitloopen, met onze gevoelens te opcnbaaren, over dc tcgpnswoordige Regeeringsform in de Oost, veel min over de wijze van de reeds afgehandelde promotien en demisfien onder de h-oge Regeering van.. Batavia, en over de noodlottige omllandigheden van den repacrieerenden titulair Directeur- Generaal Breton; alleen voor het tegenwoordig betuigende, dat een opentlijk onderzoek en juftificatie , de Ooster-fclie Ariftocraaten en willekeurige alieenheerfchers, of strafbaar of vrij verklaaren mogen op dat in ons Gemenebest die zelfde vrijheid en regten van de Colonien en van de Colonisten mogen Worden gehandhaaft, die wij in onzen eigen boezem voelen gloeijen, en die wij aan gantsch Europa, tot redres van alle misbruiken en ingekroopeue overheerfchingen, onder 's Hemels zeegen tot hedenmet alle fucces' ten toon fpreiden; en waar toe voor al de vrijheid van de drukpers ons onderfleund, en van welkers nuttige gevolgen de dwingelandij in Europa op den Throon ziddert, ja de Oosterfche dwingelanden zoude doen nederllorten, indien men aldaar de vrijheid van fpreeken en fchrijven niet reeds opentlijk belettede, laat liaan, de drukpers te gedogen, die het verfoeijelijke en willekeurige van het Indifche bellier aan den dag zoude brengen; en zonder welke helaas geenen breidel te vinden is voor het fchandelijk tafereel van Neerlandsch Colonien. Jammer is het, dat de woedende mafacre door een aantal Chineefen , ons beroofd heeft van den mede repatrieerenden Raad van Indië Radermacher, £ 3 die  ) die op eene voor ons onbegrijpelijke wijze te Batavia eensklaps z;jne demisfie verzogt, en binnen 14. dagen de reis na Neerland aangenomen hadt: dubbeid jammer is dit ongelukkig ge?ai ! Niet alleen over den wreeden moord van deszelfs Perfoon , cn van nog cenige brave Mannen en Vrouwen, gelijk ons' de Nieuwspapieren hebben opgegceven, die op dat Retourfchip tusfehen Batavia en de Kaap zoo elendig gemafacreerd zijn maar ook het gemis van die berigten en informatien over de omftandigheden en tocliand van de Colonien , die de Heer Radermaciier aan de prefidiale Kamer van 17W» bij deszelfs overkomst in Penoorj had kunnen geeven, en waar door wij ons nu alleen met die van den Heer Breton zullen moeten vergenoegen. . Ondertusfchcn leeren wij daar uit, boe gevaarlijk het voor de maatfehappij is, zich op de Retourlebeepen te moeten behelpen met Chineclè matroozen , cn welke verdcrvclijke gevolgen daar uit voor de Comp. voortvloeijen , indien gebrek aan Europifche manfchappen de hooge Regeering te Batavia noodzaakt, otn toevlugt te zoeken tot Chineefen om op de Comp. Scheepen te plaatzen , die , wel is waar voor een zekeren tijd dienen kunnen, om te vervullen het gebrek aan Zeevarenden in de Vaarwateren van dc groote Oost, maar niet tot verre reizen. En daar wij buiten dien geen egte tijdingen hebben , uit wat oorzaak de Chineefen zoo eene wreede, cn egtcr 011 • vcrfchillige mafacre aangcrigt hebben , zullen wij ens oordeel tot dien tijd opfchorten, cn ons te vree- dc  (*3 ) de houder} met deeze drie proefondervindelijke tt« flecjtien. 1. Dat die Chineefen apparcnt bij wijze van presfing voor de Scheepen te Batavia zullen, geligt, en op de Retourfcheepen verdeeld en geplaatst zijn , zonder daar toe eene vrijwillige aanbieding of aanneeming van-Chineezen , met een evenredig zwaar handgeld toetelaaten ; en zonder dat die menfehen mogelijk hebben mogen weeten , waar zij na toe gingen , of dat zij van de Kaap weder direct na de Indien retourneeren zonden. 2. Gebrek aan mondbehoeften , en vooral aan vc'rsch water , zonder welke geen Chinees , en in het generaal geen Indiaan zich behelpen kan, en liever doldriftig verkiezen zullen, te fterven, als aaa het laatfte gebrek te lijden. 3. De onedelmoedige en harde behandeling, ja volkomen mishandeling, die de Indianen en Chineefen op onze Scheepeii meestentijds moeten ondergaan, zon der dat onze zogenaamde Christenen bedenken, dat die ongelukkige menfehen, hoe zeer-als een vloek hunne natuurlijke vrijheid verloorcn hebbende, evenwel van dien zelfden Al wijzen Schepper, gelijk wij zijn geformeerd , waar door dc woede de reede overmeestert, cn zulke mishandelde Volken tegen ons in de uiterfte barbaarschheid doet uitflappen*. O! ongelukkig Vaderland , die zulke monllers in uwen boezem voed , welke door de vertrapping van Natuur- en Volksregt, en door verzaking van de menfchelijkheid, den vloek vermeerdert over uwe Coio« ni@%  C64) uien en uwe Scheepen , en de onfchuldige doorgaans tor flagtöffers doet verftrekken!!! Eindelijk kunnen wij die b kl agens waardige en verwoede mafacre door een aantal van 25. Chineefen , welke zig naderhand als Lammeren in koelen bloede hebben laaien overmeesteren en Aagten, niet wel overeenbrengen, met een gepremediteerd toeleg, om het Schip afteloopen, maar wel om hun moed op deezen of geenen te koelen, welke zij als de hoofdöorzaaken hunner onverdraagelijke etende aanzagen, zonder in hunne moordzugt iemand te ontzien, welke deels onfchuldig, en deels als toevallig de offerhande hunner wraakzugt heeft moeten zijn, en waar over wij de geftrengfte en regtvaardigfte navorfching bij de Bewiiidaeboeren, als mede Natuurgenooten van redelijke Schepfelen, billijk in ons Vaderland mogen venvagten; maar dit doet ons ook intusfehen bevestigen, dat een flegte toezigt en directie op 's Comp. Scheepen plaats vind, wijl het anders onmogelijk was, dat die Chineefen in de eerfte avond-wagt, zonder eenigen weerftand of ontdekking van verraad hun moorddadig voomeemen hadden kunnen ter uitvoer brengen, en daarom zullen wij liefst van zoo eene nooit gehoorde droevige gebeurtenis afftappen, en deeze befluiten, met die betuiging, dat het hoog tijd word, de directien van de Colonien en de Scheepen gantsch te verbeeteren , of dat anderzints alles verlooren gaat. Te Utrecht, by j, M van VLOTEN, en alom by de meeste fioekverkoope/s a if. fïuiv.  D E OOST- en WEST-INDISCHE POST. Extra No. 6. O F AAN HA NGZEL Tot de Ordinaire Nommers, Arm de Heeren Schrijvers van de Post. jA ongezien U Ed. de gemcene goede zaken van het Vaderland, gepaart met die van dc Colonien, ,allezins behartigt , en ons dezelven in uw geacht Weekblad mededeelt: neem ik de vrijheid de nevensgaande bedenkingen aan U Ed. te zenden; het gewicht der (tof, en de noodzaaklijkheid van fpoedige. huig. doen mij vuz ;ekcn, dit gechrift ten eerflen t» plaatzen; waar mede U lid. zullen verplichten, U Ed. bellcHciige Leezer Amjlerdammet 17j84. De Misfive van de Wel-Ed. Heeren Bewindhebberen van de genéraale Nederlandfche geöctrooijeerde Oost-Indifche Comp. aan PI. H. M. van dato % £4*  (66-) 54» Mai 1784. in de Couranten ziende, verklaare ik in gemoede, dat de leezing mij zo getroffen heeft, dat ik al; geheel buiten mij zelve was, cn aldus cenige Monden verMomd bleef zitten; daar na een weinig bedarende, en bezadigt alle die voorMellingen, bezwaren , gevaren en aanmaningen ter redding overwegende, weder en andermaal overziende, leezende en nagaande, riep ik bij mij zelf, als een geheel wanhopende uit: Hoe is het mogelijk! Hoe! in een Land, waar men zo veelc fchatten bezit: daar Van, of door gebrek aan goede belecningen, disconto op beste Wïsfelbrieven of Negotie, of mogelijk door gebrek aan ijver, om koophandel te doeiuzo vee le ontelbare lommen aan buiterlandfchc Mogendheden uitleent! kan men daar een Compagniefchap van dat belang voor bet Vaderland, (waarmede, zo als de Staten van den Lande zelf betuigen, onze Republiek Maan of vallen moet) zulke klagten hooren doen, uit gebrek van Fondfen, en fmeeken om onderftand van contanten! Kan men hulp weigeren, waar men, als op den helderen middag, ziet, dat andere Mogendheden reeds onze voetMappen drukken, en, akelig vooruitzicht! dien rijken Tak van welvaart, als dien des handels op het Oosten, geheel zullen afhouwen, en naar hen neemen. Zullen onze kinderen dit wel kunnen geloven? Wat zullen zij denken, wanneer zij in de Jaarboeken zullen vinden : dat wij aan vreemde Compagnien, tegen de wetten van den Lande, Tonnen geleend hebben, cn dc onze, tegens ons intrest , hebben laaten verlooren gaan? ramp- fpoe-  (6? y fpcedige Vaderlandsliefde! welk een Mof van gejuich zal dit ópléeverëri voor de ons onderdrukkende nabuüren, en wat al ergers zal deeze hatelijke werkeloosheid baaren! Zullen onze fchijnvrienden , ziende onze 'lafheid, het 'er niet op toeleggen, om den hulk onzer Koopvaardije geheel in den grond te booren; en kunnen wij dien ftorm, verblind, gevoelloos, cn llapende afwachten. Ellendige ingezetenen van een ■Land, wiens voorrechten en koophandel met zo veel zorg, moehen en arbeid zijn verkregen! Maar! (ik vroeg dit aan mij zelf: denkelijk zal een iegelijk deze vraag ook doen;) waartoe die klagten ? die uitroepingen? wat baten deeze treurige aanhalingen? is'er eenig middel tot herftel? ik moet hier vrijmoedig ja op antwoorden ; wanneer men volkomen bewust zijnde, waar, en waardoor de bronnen • verdopt zijn, die opdelft: dan eerst kan men dezelven herftcllen; een vrijen loop geeven ; en daar door alleen zal alles bcfproeit, en 't Land weder tot zijn voorigen bloei en groei komen. Eerst heeft de Comp. de furchcance gevraagd voor de allosfingen der recipisfen enz., dit was een kwade Hap ; een Refolutie, die Haar alle crediet eensklaps benomen heeft; hierom heeft men, moetende Negotiëren, dit in den aanvang gedaan onder de guarantie van H. H. Mog., dit ging redelijk; vervolgens met converfie van recipisfmi op anticipatie-penningen, gedeeltelijk in een gedeelte van cor» tanten, onder de guarantie van Holland, meest iö, bankgeld; en eindelijk geheel in contanten, oh.1 er dezelve guarantie, aan de gemeene Lands-ComptorF 2 ren  C 68 ) ren in 's Hage en te Amfterdam ; welke laatfte, fchoon maar 8. miilioencn a 3 Pr. Cent noch onvoltooit is. Nu is 'er gedurende den loop van dit jaar 1784, Weder gebrek aan 12. miljoenen contanten : en als hier in niet tijdig voorzien word, dan icgt alles onherftelbaar in duigen, dan zijn alle de voorige Negotiatien niet alleen nutteloos, maar zulk een rijke onuitputbare bron van nut en voerdeel zal eerlang elders zijne gezegende zilveren fixopmen doen vlieten! Ik twijfel geen ©ogenblik aan den goeden wil ter redding, en de genegenheid ter hulpe van die Heeren, die in dc directie van alle de voorige Ncgotiatien geweest zijn, zo min als aan H. Wel-Ed. kunde ia politieke zaken: maar, het zij met eerbied gezegd,zp ondoenlijk het is, dat een Commisfionair wetenfehap bezit van alle dc koopwaren , die men hem van elders ontbied: zo oi:moogcl:jk,komt het mij voor,is het ook dat Ministers van een Staat of Steden, over alle voorkomende zaken terftond een juist begrip kunnen vormen, en veel min direct de beste middelen daar voor bij der hand vatten. Wat doet een Commisfionair in gelegenheden, waar in zijn kunde wankelt, ja zelfs waarin hij meer of min kunde bezit ? hij ontbied ter zaake ervarene en eerlijke mannen; ziet door hunne oogen, en bedient zich van hunne kunde, als dezelve met ijver en, deugd gepaart gaat. Hij laat het niet berusten met hen geraadpleegd te hebben , maar gebruikt elk in zij»  C 69 ) zijn tak van Negotie tot zijn voordeel; het laatfte is niet meer dan billijk ; ten minften zo denkt een Koopman. Ik meene wel te wecten , dat ecnige Heeren Bewindhebbcren ook dcor derzelver bediendens; en na haar de Ministers, dit ook gedaan hebben; met «enige der voornaamfte Makelaars in Effecten gefprooken, cn hunnen raad ingenomen; maar of zij die in alles gevolgd nebben, en ook de Negotianten gepolst, dit durf ik niet getuigen; wel dat alle die Heeren in Fondfen. doende , hartelijk g negen geweest en noch zijn, dc Oost-Indifche Comp. in haare Negotiatien te helpen, cn met raad en daad te onderlleunen; —— doch wat vorderen die Heeren? geene laagheden, maar vertroi.wen. Dc beurs van Amfterdam is in alle gevallen goedertieren ; gaarn zijn de Kooplieden geraadpleegd; zij zijn hoogmoedig , de hand te leenen, en te arbeiden aan de bron van welvaart, welke het geheele Vaderland overftroomt; maar geraadpleegd zijnde , zien zij even gaarn hunnen raad opgevolgd; en het is niet te laken, dat zij confepten ook tot hun eigen voordeel opgecven. Is het voor den verlichten Minister niet te laag, tot den bezigen Koopman neder te daalen: men zal hem raad vragen, die opvolgen, cn hem de uitvoering tot zijn voordeel vertrouwen. Voor lang heeft 'er bij de Negotianten , in Obligatien doende, te Amfterdam een Finantie-Plan voor de O. I. Comp. gereed gelegen, zo ingericht, dat alle Kooplieden en Makelaars, die maar eenige kunde van Fondfen en F 3 geld  ( ?o ) . ge^d hebben, in de medehulp betoonen zullen, waare Vaderlanders te zijn, dit plan helpen bevorderen, en oogfchijnelijk zal daar door de Comp. gered zijn. Echter, het zal niet genoeg zijn, dit plan overtenemen; de aanleg en uitvoering zijn twee vcreischtens van hetzelve; indien men de eerfte en de laatfte niet vertrouwt aan de bezitters , dan kan het plan niet baaten, en het zal vergeefsch zijn, het van hen aftevorderen. Een zeer goede zaak kan door den aanleg en een kwade behandeling bedorven worden. Men zegge niet, ja, maar dit zal zeer kostbaar voor de Comp. zijn; . wat kan een geringe koste verfchelen, als het op een redden aankomt ; de Comp. is een Koopman, geen Rentenier; een Koonman heeft extrawinften ; geld nodig hebbende, betaalt hij met vermaak een goede intrest; hij beoogt daar mede een vier dubbeld voordeel, en daar uit moeten de kosten goed gemaakt worden; nu althans, nu het op de herftelling aankomt. —— Wanneer de brand in een gebouw is, wie ziet dan op een druppel waters, offchoon daar door eenige goederen bedorven worden ? Ais een geboren Amlterdamsch Burger, een Vaderlander zijnde, die over 's Loods rampen aangedaan is : heb ik het plicutig geacht, deeze bedenkingen , opentlijk in den dag te moeten fteüen, op dat en Regent en Burger weete, in welken hoek de deur ter hulpe opcuftaat. Gelieft men raad te genieten , men vervoege zich aldaar in vertrouwen; men achte geene Heeren te gering, die de beurs van Am-  Amfterdam vcele-jaren met ijver betreden hebben: maar doe veel eer voordeel met hunne kunde; nochtans men b itwisté haar geen rechten, die de hunnen zijn; zij hebben voor niet-geen fchrijven noch reekenen geleerd , en op de Comptoiren bij den avond en omijden geblokt, zo wel tot eigen voordeel als ten nutte van het Vaderland, dat zonder den Koophandel moet verarmen: -—- ANTWOORD. Zo zeer wij erkennen de nuttigheid en mogelijkheid van deeze Vaderlandlievende voorftelling , zo zeer zoude het onsleet doen, indien hetzelve geen effect deed bij de O. I. Comp; in de groote handeldrijvende Stad van Amfterdam, alwaar en vermogende en kundige Kooplieden te vinden, en ervarene Fiöantiers te bekomen zijn, om het Vaderland en de Colonien te hulp te komen, indien men met vertrouwen aan hunne welmccnende raadgeevingen en aanbiedingen gehoor gaf, ten einde een algemeen verval in dc Negotiatien en Commcrcien voor te komen, welke gewis den val van ons lieve Vaderland allengskens na zich lleepen zal. Indien onzen Utrechtfchen Correspondent, in plaats van een kort detail van Indifche Nouvelles, in het vervolg ons van eenige voorname politieke zaken, het zij mondtling, het zij fehriftelfk tijdig mformeeren wil, zullen wij van zün Ed. bijzondere vriendfehaps - aanbieding een gewenseht gebruik . .maken, en bedanken provifioneel voor het gefuppe- di-  C/O diteerd berigt van het door den Heer Advocaat Schulïsz te Batavia voor eigen reekening opgerigte Vrij Corps Indiaan en, waar van reeds in andere tijdfcliriften melding gemaakt is . en dus door ons niet welvoeglijk kan worden herhaalt.; betuigende intusfchen zeer gaarne , dat de activiteit in zoortgelijke en meerandere gevallen, tot behoud en redding van de Colonien, meer in onze Colonien als m ons Vaderland gedurende den jongstgeëindigden Oorlog geblecken is; cn dat de Heer Scfiultsz, door het oprigten van dat Corps , niet alieen alle lof en verpligtihg verdient , maar daar in na, onze gédagten getoond heeft een groot Politicus te zijn, om in een tijdftip , dat de Colonien en vooral Batavia in een onweerbaren toeftand was, door het oprigten van zo een Corps Vrijwillige Indiaanen, anderen daar. toe ook aanuzetten, en dus doende een gewapende magt te formeeren, welke aan den eenen kant iets grsots tot defentie tegen den Vijand aankondigde, en aan den anderen kant tót een teugel konde verltrekken van Binnenlandfche beroettens, maar vooral om een groote hoop leedige Indiaanen van alle kwade desfeinen aftehoudeu, en op eene Staatkundige wijze door de beÖefféning deiwapenen tegen den vijand , hun zelfs ouder het Commando te kunnen dwingen ; terwijl de ziel van een gewapend Volk, voor zich zelfs tot een ruggefteun , en voor anderen tot een geesfel verftrekt, om niet alles door oproer en geweld het onderfte boven te keeren. Nb. Met de 18 eerfte Nummers (waar van ook nog Exempl. bij den den Drukker deezes te bekoomen ziin) is het eerfte Stuk der CONSIOER.ATIEN over de CRlTlQUE TOESTAND der COLONIEN compleet; — Nu zal men in de volgende week beginnen met No. r. van het POLITIEKE en MERCANTIELE der COLONIEN, waar van 's weekelijks een Nummer a if Jluiver zal uitgegeeven worden. ""Te U'.rtcht'~by j M vak VLOTEN', en alom by '"" de meeate Boekverkoopers a i\. ftuiv.  D E OOST- en WEST-INDISCHË P O S T, Extra No. 7. o F AANHA NGZEL Tot de Ordinaire Nommers. Bedenkingen over het defenitief Tractaat Var* Vreede tusfchen zijne Majeiteit den Koning van Groot-Brittanje en H- H. Mog. dé Staaten Generaal der Vereenigdë Nederlanden, gcteekendte Parijs den 20. Mai 1784,' O ni alle herhalingen te vermijden , moeten wij , bij wijze van introductie, over dit Traétaat, ons beroepen op No. 1. Extra Post Van bladz. 3. tot 16. en daar bij volgens belofte, al verder op het Tractaat zelf remarquceren: Dat buiten alle verwagting het definitief Tractaat, behalven de ordinaire formaliteiten op die zelfde leest van het voorloópig Ttao taat of de Preliminairen, gefchoeit is, en dus wéinig of geen troost noch nut aan dit Gemeeïiebesa toebrengt; G  ^74) Art. ï. Er"zal eene Christelijke,, algemeene en aficosduurcnde Vreede, zo ter Zee als te Land ? en eene opregie en jlandvastige vriendfchap herjleld zijn enz. indien op alle Tractaaten, welke met foortgeJijke inleidingen wederzijdsch bekragtigd zijn, in het toekomende Maat te maken was, zouden wij alle de zwaarigheden van de verdere Articulen gerust kunnen voorbijgaan.; — maar daar het 'er zo ver van is, om eenig vertrouwen te kunnen (lellen op foortgelijkc beloften , welke voor niet langer van eene verbindende kragt zijn voor:de beide Natiën, als de Staatsbcg'mzelen van den iterkften op den zwakften vermag; verkiezen wij daarom liefst, tot een grondflag van dit Vreedcns-Tractaat, drie zaaken in het oog te houden ter algemeene toelichting op de verdere Articulen: —■ dat zo .lang de Nederlanders de ketenen dragen van het fchandelijk Tractaat van Cremwel en alle queftieufe uitleggingen daaromtrent niet benomen, of de conventien daar bij ten eenemaal vernietigd zijn, dat zo lange ook de twistappel van Brittanjes heerschzugt cn eigenbelang, tegen de natuurlijke Vrijheid en welvaarefl van Neerland,,zal blijven voortduuren, en tot een gedurige fteeri des aanftoots doen verftrekken,. om met alle nadere verBmdtenïsfën , wanneer het in hunne kraam te pas komt, den opentlijkcn fpot te drijven. Dat in den aard van dit zelfde Tractaat zo veele duisterheden liggen opgcllooten, dat het niet misfen kan , of de Brit zar, zo dra hij zijne handen wat ruim tegen de" lndiaar.cn heeft, onder veelvuldige  C 75 ) pretexten op onze uitfluitende vaart en handel inbreuken doen, en op onzen zwakken en onweerbaren tóe» ftand in de Colonien (leunende , de bronnen van voorfpoed en magt van de Nederlandfche O. I. Comp. ondermeincn, en van zelfs bij eenen naderen Oorlog ten .gronde doen gaan — zo dat dc ganfche belofte van vreede cn vriendfchap, een temporeel verfchijnzel is, en tot eene Staatkundige dekmantel verftrekt voor toekomende vijandelijkheden. — En dat dus in het Sijfthema van Europa, dat die tegenwoordig den langrten deegen heelt, het regt deivolken beflist, niets zeekerder voor een Republiek is, als op alle dc gewaande vriendfehaps cn VreedesTractaaten van jaloerfche nabüurën, en vooral van willekeurige mededingers in het Huk van de Commercie, geen het minfte vertrouwen te vestigen , maar zich altoos ter Zee en in de Colonien in een goeden Haat van defentie te houden, en alle inkruipfeien van vreemde koophandel, monopolie cn correspondentie met onze bediendens cn inlandfche magteh , in de Oost, tijdig met de trompen van het gefchut afte-. weérèn. Dan op het 2. Articul, -.vat aanbelangt de eer der Vlag enz. Laat de Brit die maar behouden op dezelfde wijze, als zij voor het begin Tan den thans geëindigden Oorlog heeft plaats gehad. Het zijn gedeci¬ deerde bewijzen van trotsheid en- overheerfching, welke, in de ziel van Aibion, tegen ons Vaderland huisvesten. — Het zijn ook kenteekeiicn van ecnear G a  C 76) iro'cfchen invloed op het politiek beïtunr van dit Gc-; meenebest. -. En dus de verneedering vnn de Vlag en het falut ter Zee, zullen te gelijk ophouden, wanneer het Engelsch Sijfthema ten eenemaal uit ons midden gebannen word,, en geene familie verbonden en alliantien de vrije Staatsbcuuurderen langer hinderlijk kunnen zijn, Art. 3. Alle de krijgsgevangenen over en weder te geeven, eirz. De inftellipg en conditiën van dit Articul, zijn een van de billijkfte die wij gevonden hebben. Jammer is het maar, dat de Hollanders zo een klein getal gevangenen hebben, om die in reekening tegen die van de Engelfche en de reftitutie van onderhoud te kunnen brengen, en waar toe de Zeeuwfche Kapers nog al de eer van de Nederland-; fche Natie hebben opgehouden; terwijl onze Oorlogfcheepen en kruisfers door de fchandeïijke en inactieve directie van den jongst geëindigden Oorlog, tegen den Eed- en Verbondbreekenden Brit, meer in en uit de havens geloopcn, als tegen den vijand gebruikt zijn, en waar van de nakomelingfchap, niet tegenftaande de aanteekenirgen, van veele voorname Vaderlandfche pennen, moeite zal hebben om te gelooven , het geen in ©nze dagen gebeurd, gezien en gehoord is. Art. 4. is in het geheel volgens de Preliminaire» gebl.ee.ven en bij No. 1. Extra, door ons volleedig ontleed. Wij zijn dus Nagapatnam met zijne onderhoorigheden kwijt! Wij misfen daar bij $nze vooraaauilb Dorpen *- de aangekogte Tans-  (tl) jourfche Rijstlanden —r- dc voornaamfte leverantie van Rijst, voor Ceilon en de Mallabaar — de fleutel tegen monopolie en correspondentie van de Engelfcben op de overwal van Ceilon -r en de commercieerenden invloed van den Lijwaathandel, gepaart met het voordcel van de Chormandelfche munt! en eindelijk zijn wij verftooken, door Nagapatnam, van het grootfte tegenwigt der Engcliche overmagt op de vaste Kust van Chormandel, en zullen aldaar , even als te Bengalen en Souratte onder de overhecrichenden invloed van dc gecombineerde magten van den Brit en den Nabob van Carnaticamoeten blijven zugtcn! En veronderfteld al eens, dat wij onze voornaamfte posfesfien en Lijwaathandel op Palliacatta, Sadraspatnam en Jaggernaikpoeram blijven behouden, gelijk wij als nog uit den inhoud van dit VreedensTraciaat vertrouwen mogen, dan nog misten wij door Nagapatnam de vrijheid van koophandel 3 de zekerheid van onze inkoopinge en verkoopinge op die Kusten, en ftaan alle oogenblik ten prooi der Eugelfche overmagt en willekeurige eisfehen , ja zelfs ftaan wij dan bloot, voor de gevaarlijkfte gevolgen van alle vaart en handel, op het Wester gedeelte van de Oost-Indien. Indien nu met den afftand van Nagapatnam al het regt van 's maatfehappij's vaart en handel daar op ook afgeftaan is, dan begrijpen wij , dat het hoog tijd word, de Kusten van Ceilon en Mallabaar gedurig gedekt te houden met eenige af- en aanvaarende Oorlogfcheepen, en daar door alleen te weclerhouden GS  C 78 ) het groote oogmerk vari de Engelfchen , om door het bezit van Nagapatnam, eene ongeoorloofde vaart en handel op Ceilon, en de verdere ftranden van het Kaneel - eiland te drijven, of door correspondentie niet de Candiaanen alles daar in rep en roep te brengen , mitsgaders in troubel water te visfen, loopende aldus zonder Zeemacht den Kanneel - handel en de Paerlvisferjj zeer veel gevaar. ——- Alt. 5. Wegens de teruggave van Trincenomale enz. is ook conform de Letter van de Preliminairen bevestigd, cn laat ons om de fmgulariteit van dat Articul, niets nader over, als het geen wij in No. 1. Extra, deswegens opgemerkt hebben. Art. 6. Almede volgens de Preliminairen bepaald, is eigentlijk, en in den waaren zin van het woord de grootfte fteen des aanitoots voor de maatfehappij en een gevaarlijk ftruikelblok voor het toekomende. Wij erkennen de verbindtenisfen van den Staat in dit Articul aan Engeland gedaan, de vaart der Britfche onderdanen in de Oost-Zee:' niet te zullen belemmeren, na den letter zeer duister, maar na het vooruitzigt zeer gevaarlijk voor de maatfehappij, en beroepen ons ten dien einde nogmaals op het reeds geavanceerde in dc Eerde Extra Nommer, zo wel als bij No. 17 en 18. van onze Confideratien bij het Eerfte Stuk over den tegenwoordigen tocfrand van de Colonien volleedig afgehandeld, en verder gedecideerd te vinden in de Cijlaagen tot dezelve bij elkander behoorende. Dan zo gevoelig alle die nadeelige gevolgen voor  C?9) de NederlandTchc O. I. maatfehappij nok zijn mogen , zo zeeker fchijnt het ook dat dit Articul én den aftlandvan Nagapatnam tot een olïerhande. voor de Vrcede aan deeze Republiek heeft moeten dienen, en waar van wij de verdervelijke invloeden van Engelands belang maar al te duidelijk in ons midden bewaarheid vinden. Wenden wij ons oog af van alle die fchandelijke, inaétieve, en tot den Hemelfchrceuwende onregtvaardige handelwijzen en directie, geduurende deezen Oorlog, in- en buiten ons Vaderland gehouden. De oorzaaken van dit verderf zijn bij der hand — de middelen, daar toe gediend, zijn kenbaar — maar de uitroeijing van het kwaad fehijut voor als nog oimerfMbaar te zijn!-» Ó Hemel ! ! ! Indien dit laatfte plegtankcr tot 'smaatfehappij's behoud , namentlijk om hun te bewaren en te befchermen bij de uitfluitende handel op de groote Oost^ of de zogenaamde-Moluccos, en van het eiland Ceilon, volgens den teneur van de vroegere Tractaaten in' Europa, als een uitfluitend regt aan de O. I. Comp. dezer Landen behoorende, niet tijdig en ruimfchoots door den Staat aangenomen , en door het uitzenden en aanhouden .van Oorlogfcheepcu in de Colonien werkftellig gemaakt word, dan zal de nakomelmgfchap reeden hebben , het tegcnwooi u'g gellagt te vervloeken, cn de val van hun lieve Vaderland, ia het verlies der Colonien onherftelbaar te betreuren •— en daarom is de Kamer van 17"™ zo wel als alle de Participanten verpligt, zich direkt bij wijze van Memorie of dedu&ie te vere enigen, en zich te vervoe-  gen bij dé Souverainen dezer Gewesten, ten einde voor het oog van gantsch Neerland, om die bfcftendige hulp en eene aanhoudende Zeemagt in'de Colonien te verzoeken ,< zonder welk bij bet verlies van hunne Specerij-handel, de onwaardeerbaarfte lak van Neerlandsch koophandel , alles verlooren moet gaan. » En boven dit al is de maatfehappij van deszelfs zijde ook verpligt, om op de beste wijze, en wel hoe eer hoe liever te zorgen, dat Ceilon, en de groote Oost, met Land en Zeemagt behoorlijk verfterkt, de fortificatiën, en Branden, aldaar verbeeterd , en door geene verdere traagheid , en ftrafbaare zuinigheid, het aanneemen en uitzenden van mattroozen, en foldaaten verhinderd word van hunne directie, en voorzorg in deezen, kunnen de participanten voldoening en opening van zaaken eisfchen, en Bewindhebbers zijn, als Adminiftrateurs der goederen en eigendommen, van Neerlands Deelhebbers , ten allen tijde, reekenfehap cn Verantwoording aan de Iaatften verfchuldigt: terwijl de eerste, op dat oogenblik, in geen ander aanmerking komen dan als particuliere Kooplieden, welke van hunne principaalert alleen afhangen, en nog door Leeden te zijn van de wetgeevende of uitvoerende magten, zich als Bewindhebbers van hunnen Eed en vcrpligting, ten dienfie der Participanten kunnen of mogen onttrekken. Het overige in ons volgend Not Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en aiom by de meeste UoeJtVerkoopers a j*. ltuiv.  D E OOST- en WEST-INDISCHÉ POST» Extra No. 8. O F AAN HA NGZEL Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg van de Bedenkingen over het de'initief Tractaat 'van Vreede tusfehen zijne Majeftcit den Koning van Groot-Brittanje en H. H. Mog. de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, getekend te Parijs den ao. Mai 1784. J^leeze en foortgelijke meermaal en aangehaalde uiterfte behoedmiddelen, kunnen alleen de O. I. Comp. bij deeze laattte Vreede,' voor zijnen totaalen ondergang behoeden, cn dus kunnen Regenten en borgers, welke voor de vrijheid en voorfpoed van hun lieve Vaderland waken, niet genoeg aangeprikkeld en overtuigend aangemoedigd worden, om voor het behoud van de onfehatbare bezittingen der Oosterfche en Westerfche Colonien opentlijk zorg te dragen , en daar voor onvermoeid zo lang in de bresfe te ftaan, tot H  ( 82 ) dat eene algemeene herftelling ons beveilige moge voor het dreigend gevaar van eene algemeene Staatkundige vernieiing onzer Republicainlche vrijheid en voorfpoed , welke door de ondermeining van den koophandel, en het verlies van de Colonien allengskens voor willekeurige en gruwelijke Regeering zekerder gemaakt word. Art. 7. Over de gefchillen tusfehen de Engelfche Africaanfche en de Hollandfche (Vest - Indifchc maatfehappij enz. almede overeenkomftig de Preliminairen , en ons Eerfte Nomrher afgehandeld zijnde, zullen wij op dit Articul alleen blijven wenfehen: dat de vereffening dier gefchillen niet mogen uitgefteld worden, tot tijden van nittiwc beroertens, of tot het oogenbhk. dat dit Gemecnebest nieuwe offerhanden moet doen, om, gelijk de tegenwoordige queftieufe grensfeheiding, dan weder omtrent de vaart, bijlegginge te moeten doen. Art. 8. Ook conform de Preliminaire , bewijst niets anders, als dc afftand van Nagapatnam — de terugkrijging van Trinconomale — en de over en weder bntruiminge van alzulke plaatzen, welke niet fpeciaal aan elkander zijn afgedaan, en dat dit gevolglijk als het formulier van een der voornaamfte Vreedens-Articulen aangemerkt moet worden. —- Art. 9. behelst — als een gevolg van het negende Articul bij de Preliminairen , bepaling van den tijd van ontruiminge,de contracteerenae Partijen van wederzijden , en ter goeder trouw zich verbinden, die fciukki:?:; en te zuilen obfer; eer en, en in gevallen door eenig toeval, of anderzints de entruimingen  ( 33 ) en wedergeevinge in dezelve bevat, nog geen plaat? gehad hebben, térftönd de nood/ge beveelen te zullen afvaardigen, ten einde- 'er geene de minfte vertraging in het ter uitvoer brengen der fchikkingen overblijven. En dit geeft ons hoop, dat alie questien van afïland, welke voor of na de ratificatie van de Preliminairen mogten opgekomen zijn, zullen benomen, en elk in zijne bezittingen zal lierfteld worden. Art. 10. De vjederzijdfche belofte van nakoming van alle de opgenoemde Articulen niet alleen, maar ook de guarantie daar van , voegen wij bij onze voorgaande aanmerkingen op het eerfte Articul, en begrijpen, dat, zo lang elke Partij de uitlegger van zijn eigen woorden blijft, den fterkften over den zwakften altoos zegepraalt, en dus de wet voor- fchrijft. ■ Art ii. Bepalende de plegtige ratificatie en de tijd tot wederzijdfche uitwisfeling, mitsgadeis. de tecketóng zelve, overeenkomftig de wijze van alie Vreedens- Tractaa-en ingerigt en befiootcn. Maar omtrent het afzonderlijk Articul bij dat Tractaat gevoegt, over de befchrijving van hetzelve in de Franfche taal, is het zeer( o;-merkelijk, dat hetzelve door eene nadere verklaaring en bevestiging van de kragt en deugdelijkheid heeft moeten geteekent worden ; dit hebben wij 'er ten minften van , dat de na tie zich kan herinneren, dat 'er eene Vree de tusfehen ons en den trotfehen Engelscliman te Parijs geBooten is, niet tegenftaaude het Luipaard den Leeuw op eenen anderen territoir, en buiten het oog en to#H 2  C§4) zicht van Frankrijk al verder aan de Britfche boeijens heeft zoeken te kluisteren, doch het geen hem en zijnen ven-aderlijken aanhang, fchandelijk mislukt is, en tot een eeuwig verwijt diend, door de vriendfchap, de wel daad en cn het verbond van Neerland zo trouwloos en wreed gefchonden cn vertrapt te hebben, op dat de vloek rustend blijve over alle die Albion boven zijn eigen Vaderland bemint en over deszelfs vrijheid heerfchen doet. Tot dus verre met innig leedweeën den afloop der gewigtige Vreedens-NegOiiatien in ccnen fchandclijken en fchaadelijken Vreede verandert en bevestigd ziende, kunnen wij om de' eer der .natie niet bij de nakomclingfchap te doen verdenken, ook niet nalaaten, hier bij te boekfbiveu , dat eene verdervende hand, met alle derzelver heillooze machinatien, zo in als buiten ons Vaderland oorzaak is en blijven zal wegens de hardjjghefd van dit Tractaat tusfehen ons en Engeland geflooten, en waar over de voorzichtigheid gebied, ons voor het tegenwoordige niet verder uittelaaten, maar ons vertrouwelijk tc doen berusten in de ijverige poogingen van 's Lands hooge machten, welke door eene famenloop Van geweldige en Staatkundige beroertens alles vrugteloos heeft moeten zien afloopen, en zich verlaatende op de regrvaardigheid des Hemels, tot behoud van Neerlandsch vrijheid en voorreg'en, liever de offerhanden dier Vreedens-Articulen voor zich en hunne medeborgers getroost en aangenomen, als door Hooffche list en geweld het Vaderland tot een algemeen flagtöfrer van heersehzugt en. eigenbelang te doen verftrekkea. Nim-  ( 85 ) mer verwijte men het ook aan onze braave en kundige ministers de Heeren Mattheus Lesteienon van Berkenrode en Gerard Brantzen, als onze Ambasfadeurs te Parijs, maar leeze de navolgende brief van Hun Edèlens aan den Griffier Fagel bij het overzenden van het origineel Tractaat, gefchreeven, en gedateerd Parijs den 21 Mai 1784. ■ als volgt —- HOOG EDELE GESTRENGEN HEER! Zoo ras de Heer Hailes, Minister Plenipotentiaris van Zyne Groot Brit!annifcht Majelteit, die, geiyk wy U Hoog Ed. Ceitr. by onze Misfive van den 22 April laatstleden gemeld hebben, eenige dagen had verzogt, om te kunnen examineereu de Bukken tot de iNegotiatie fpecteerende, ons had te kei nen gegeeven, dat hy gereed was om met ons in conferentie te treden, tot arrangement van het Definitief Tractaat, hebben wij aanftonds met gemeen overleg een dag vastgetteld tot het houden van de voorfchreven Conferentie. Ter beftemder tijd bij een gekomen zijnde, hebben wij vooral den Heer Hailes verzogt ons te witten informeeren, of hij van zijn Hof de noodige Inftructien had ontvangen, omtrent de twee Poin* ten, die wij, met betooning van ons verlangen, dat daar aan mogt worden gedefereerd, zoo bij het fluiten van de Praeliminaire Vredes Artijkelen, als naderhand aan den Plertog van Manchester, en vervolgens mede aan hem zeiven hadden voorgelteld, na-  inentlijk, het maaken van eene naauwere bepaaling van dc Cesfie van Nagapatnam met de Dependentien van dien, tot voorkooming van alle misverftand, en eene verbintenis van de zijde van Zijne Croot-Brittannifche Majelteit, om de Commercie van de Nederlandfche Ingezetenen niet tc zullen geneeren in Bengalen en cenige andere Plaatfcn van de Indien. Wij hadden ons gevleid, dat, daar het eerde overeenkomftig was met het begrip, het geen men bij de principaale onderhandeling met den Heer Fitz Herben zig had geformeerd van de Cesfie van Nagapatnam met haare Dependentiën, terwijl gemclden Minister zig daaromtrent dusdanig had geuit: dat hij de onderhoorigheden van Nagapatnam «iet verder uitftrekte, als het 'l er rit oir 3 dat aan die Stad zoude kunnen behooren, indien bet een zoodanig Territoir heeft, en daar het tweede door dezelve Ministers reeds was toegegeeven, het Minifterie geen zwaarighejd zoude hebben gemaakt om daar toe te concurreeren; dan, de Heer Hailes ons gecommuniceerd hebbende, dat zijne Inftructien eenvoudig en ftiptelijk bepaald waren tot het converteeren van de Pradiminaireu in een Definitief Tractaat, zoo als Hun Hoog Mog. zelve bij hun Antwoord op den voorflag van het Hof van Londen tot verplaatzing van de Ncgotiatie hadden geproponeerd, en vervolgens befpeurende, dat, zonder een notabel retardement, het geen buiten twijfel nog van geen de minde vrugt en m de tegenswoordige omdandigheden misfehien fchadelijk zoude kunnen  ( 87 ) zijn, geen afkomst van zaaken te wagten was, hebben wij, na vooraf verklaard te hebben, dat wij aan den Arti;kel, vaakende de Cesüe van Nagapatnam 'met haarc Dependentiën, geen anderen zin attacheerden, dan dat alleen de Cesüe wierd gedaan van de Stad en het geen eigentlijk kon gezegt worden tot den omtrek van dien te gehooren, ons genoodzaakt en verpligt gevonden in eene cepvoudige Converfie te bewilligen, gelijk dan ook het Definitief Tractaat op dien voet gedresfeerd, cn vervolgens gisteren namiddag door ons gefloten en geteekend is geworden, zonder tusfehenkomst van de Minister-Mediateurs der beide Keizerlijke Hoven, terwijl de Heer Hailes, die daaromtrent op ons verzoek de orders van zijn Hof had gevraagd, ons heeft gecommuniceerd, dat hij daar toe niet alleen niet geauthorifeerd was, maar dat de Minister hem bad gefchrceven, dat 'er bij zijn Hof nooit quaeftie was geweest van de Mediatie. Wij hebben de eer het origineel Traftaat, nevens dc feparate Acte, die ons wel voorkwam ten aan' zien van ons van geen applicatie te zijn, doch op welkers tekening dc Engelfche Minister order had te infteeren, mitsgaders een Copie van deszelfs Pleinpouvoir,'hier nevens aan Hun HoogMog., onder U Hoog Ed. Geftr. Adres, te doen toekoomen. Wij moeten teffens met leedweezen herhaalen de betuiging, die wij bij het afzenden'van de Preliminairen gedaan hebben, dat het ons fmert, dat  een famenloop van ongunftige omftandigheden ons heeft verhinderd van in de aan ons toevertrouwde Negotiatie te flaagen, zoo als wij gewenscht hadden; dan wij hoopen, dat Hnn Hoog Mog. overtuigd 'zullen zijn, dat het ons aan geen ij■ 'er heeft ontbroken, en dat wij, zoo veel in ons vermogen Was, getragt hebben de belangens van den Staat en van de Nederlandfche Maatfehappij, wier welvaart ons altijd zeer op het hart heeft gewogen, te bevorderen. Terwijl wij voor het overige van harten wenfchen, dat de Hemel de raadpleegingen van Hun Hoog Mog. zoodanig wil beftieren, dat dezelve mogen (trekken ter prompte herftelling van het nadeel, het geen de facrifices, die de Qmftandighede 1 van zaaken cn nood hebben afgeperst, zouden kunnen veroorzaaken, en dat door Hoogstderzelver wijze, voorzigtige cn cordaate mefures, den Staat eerlang mag wederkeeren tot die rust, welvaart en luifter, Welke Hun binnen 's Lands gelukkig en buiten "s Lands refpectabel maakt. Het overige in ons volgend No. Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN, eI1 alom by de meeste Boeiiverkoopers a 1*. iluiv.  OOST- en WEST-tNDlSCHË POST* Extra No. 9* 0 % A A N II A NGZÈL Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg en Slot van de Bedenkingen over het definitief Tractaat vaa Vreede tusfehen zijne Majelteit den Koning van Groot-Brittanje en H. Ui Mog. de Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden, getekend te Parijs den 20. Mai 1784. Xntusfchen kunnen wij na het betoog van dit een en ander niets meer zeggen, dan den inhoud vait dien brief op onze medegedeelde bedenkingen toetepasfen, en ons eindelijk in het algemeen te beklagen over de opofferingen van deezen Oorlog, cn ut het bijzonder over de verwaarloosde middelen, toen de tijd nog daar was, om Baande de onderhandelingen van de Preliminairen te Parijs , door wege van de Gecommitteerden, en Advocaat van de Comp. aldaar, voornoemde Ambasfadeurs der Heermi SwaI  ( sxO ten te voorzien van de uitdrukkelijke referve, en bépaalinge omtrent het ftuk van de vrije vaart op de Oost, waar van zij Gecommitteerden als meer kennis cn uil dmkkclijken last hebbende vari hunne principalen alhier, om op de belangens van de maatfehappij een naauwkeurig oog te vestigen bij de vreedeas-onderhandelingen communicatiever met onze Ambasfadeurs hadden moeten handelen, en aan dezelve illuci'dccren , dat in foortgelijkc algemeene termen, zonder referve van nadere verkïaaring bij het definitief Tractaat , niet moest getreeden worden, gelijk wij dan ook vertrouwen j dat de kogel niet door de kerk ter prejuditie van de maatfehappij zoude gegaan zijnjtei* wijl in allen gevalle gecommitteerde Bewindhebbers verpligt zijn geweest te waaken, dat aan hunne beveelen voldaan, cn van de vrcedeüs-negotiaticn tijdig rapport met de middelen daar toe dienende, gedaan wierd, laaiende voor het overige de handelwijze: van 's Comp. Gecommitteerden tc Parijs aan de decifie van 'de Heeren Bewindhebbers over. Nu moeten wij ook nog iets naders zeggen over de demisfie van den gcrepatricerden Jndifchen Directeur-Generaal Breton, over de te kortkoming in "s Comp. geldkas te Batavia, en over den moord door de Chineefen od het retourfchip Java. Zie No. 4. en 5. Extra. Indien de Heer Breton zijne demisfie verzogt heeft, voor dat de Heer Falck bedankte voor het directoraat van Batavia, waarom na die tijding Zijn fidele als Directeur niet gecontinueert, tot nadere  ( 9ï ) dispofitië vai dc Heeren Majores? En heeft Zijn. Ed. zijne demisfie niet verzogt, maar de komst van, de Heer Falck: afgewagt, hoe komt het dan, dat men Breton evenwel als Directeur transport aan Moens laat doen, en den Jaatften op eigen authoriteit als Directeur benoemt, daar door dc continuatie van dc Heer Falck op Ceilon, de Heer Breton ook provifioneel als Directeur moest continuceren? — Of heeft de Indifche hooge Regeering de magt, om uit hoofde, dat dc Kamer van 17^», voor deeze reis, den Heer Falck boven den Heer Breton geprefereerd heeft, den laatstgenoemden ten cenemaal, bij het niet aanvaarden van den Heer Falck, van het directoraat bij meerderheid te ontzetten? wetten — rechten — en billijkheid fpreeken het tegendeel; — Want I. De Heer Breton is uit Europa als Directeur niet afgezet, maai' om Falck gepasfeert, en zelfs met den rang en Item van Directeur-Generaal in de hooge vergadering tc Batavia gecontinueerd; r gevolgelijk nader als nominabel en eligibel erkend tot het directoraat. H. Is de Heer Breton door de Indiafche ^ hooge Regeering zelve, op den Heer Alting , provifioneel als Directeur gevolgd, aangelteld, en hem die aanzienelijke post toebetrouwd, en wat is natuurlijker, dan dat Zijn Ed., mits den afltand van den Heer Falck, weder, tot nader order van Bewindhebbers, als Directeur gecontinueerd en op nieuw voorgedragen word ? ' ffl. Is Zijn Ed. uit hoofde van dc te kortkoming I a  aldaar in 's Comp. kas ftrafbaar bevonden, waarom aldaar door den Raad van Juftitie tegen den Heer Breton geene procedures aangevangen en regt verfchaft, in plaats van den weg van Juditie voor eenen grijzen en aanzienelijken Dienaar van de Comp. te fluiten, voor de onfchuldige te kort koming te belasten, van zijns aanzienelijke posten te ontzetten, en als ftraf baar na Europa te verlosfen? IV. Is de Heer Breton tot Directeur te Batavia onbekwaam geoordeeld, hoe komt het dan, dat men Zijn Ed. voor de eerfie reis aldaar aangenomen heeft, zonder eenjge zwarigheid te maken, of hem toen zo wel als de tweede reis te pasfeeren ? Hoe komt het dan nog, dat men den Heer Breton, na zijne demisfie , tot Admiraal van de Vloot benoemt — en. als Commisfaris bij deszelfs aankomst aan de Kaap, befchreeven en erkend heeft: of veranderen de quaïiteiten van zo een oud cn werkzaam Dienaar te Batavia zo eensklaps, dat men willens cn wectens, onrecht en geweld aanbid!? En eindelijk, veronderftcld al eens, dat aan den Heer Breton aldaar geen ongelijk aangedaan is, wie heeft de Indifche hooge Regeering de magt gegeeven , en wanneer, om buiten formeels procedures van den Raad van Juftitie, een Dienaar of een Regent te dimitteeren of ftraf baar te verkiaarca , en wat dies meer zij? — De oplosfing van deeze bedenkingen de actie van Bewindiicbberen tegen den ongelukkigen — en de defensie zelve van den Heer Brkton, tegen alles  C93) wat hem in de Indien aangedaan en overgekomen isa hoopen wij, dat door een regtvaardig middel voor1 gansch Neerland blijken mag, ten einde de Indifche ongeregtigheden niet verder ten toppunt fteigen, maar alle overheerfching en geweld aldaar paal en perk gefield mogen worden ! — inzonderheid wcnfchen wij den feeklagenswaardigcn Heer Breton , die op Java groote, en op Amboina goede dienden aan de maatfehappij beweezen en gedaan heeft, en.op Batavia aan de tafel der hooge Regeering is oud geworden, dat Zijn Ed. over alle onregtvaardige vervolgingen eindelijk in zijn Vaderland genoegdoenend triumpheeren mag!! De te kortktming in de geldkas hangt zekerlijk van de toezicht van den Directeur-Generaal af, indien, een Groot Casfier aan zijnen plicht niet voldoet <—maar! Is de geldkas niet bepaald onder eene zekere borgtogt, zo van den Directeur als van den Groot - Casjier? antwoord ja ■ Als 'er dan eene te kortkoming is, wie moeten desvveegens in de eerfte plaats fchadeloosltelling bezorgen? ■ antwoord eerst de principaalen en daa de borgen. Maar wie van beiden, namelijk de Groot-Cas* fier of de Directeur, zijn in de eerfte plaats, nevens hunne borgen, aanfprakelijk? antwoord eerfte- lijk de Casfier en zijne borgen, om dat onder hem de adminiftratie van de kas gebleeven is, en naderhand van den Directeur, om dat die de toeziende macht 13  daar over gehad heeft. Als nu de Directeur aan kan toonen, dat de te kortkoming niet volgens het reftant van zijn transport, maar van de roulleerende gelden op reekening loopt, kan dan het geene bij den Casfier te kort komt, voor de private rekening van den Directeur gebragt worden ? antwoord neen » Laatcre Refolutie van de Comp. houd den Directeur voor niet aanfpiakeiijk, maar wel de ganfche hooge Regeering ; terwijl op zijn hoogst gercekend het Transport of Reftant van den eenen Directeur dooiden anderen overgenomen wordende, voor rekening van een Directeur loopt, maar de geld-kas zelve ter verantwoording van den gantfehen Raad. Als men vervolgens over zodanige te kortkoming oordcclen zal, welke is de zckerlte wegwijzer? \ 'sComp. Boeken en de aauteckeningen van den Casfier, die men door gecommitteerde Boekhouders, ten overftaan van Leden uit den Raad van Juftitie te Batavia had moeten laaten examinceren, of eerst politiek cn naderhand gercgtelijk doen onderzoeken en beöordcelcn,'of na de Wetten van den Lande doen proccdeeren, en aan de dispofitië van de Kamer van i^nen alhier doen onderwerpen. . En als men na dit onderzoek de waarfchijnlijkheid bevestigd vind, dat deze tc kortkoming een oud zeer is, of mogelijk zedert den tijd van wijlen den Gouverneur-Generaal van der Parra, onder de admiHiflratie van Bierens, en dus. onder de mede ver-, antwoordelijke directie van 4. Directeuren heeft plaats gevonden, en allengskeus zodanig is toegen®»  (95 ) men, dat bij deszelfs dood het lang gefmoorde poli' eek kwaad is geopenbaard , zal men dan alleen den laatlten Heer Directeur Breton daar voor aanfprakelijk Bellen? Wij voor ons gelooven neen, maar dat de te kortkominge gelden moet op alle de gcenen, die bewezen kunnen worden, in vroeger tijd ook aandeel daar aan gehad te hebben. Eindelijk Wie zijn verpligt te zorgen, dat in de geld-kas, onder den Groot-Casfier te Batavia berustende, geen meer penningen als een bepaalde fom evenredig na de borgtogt roulleeren, en het overige in de groote aparte geld-kas bewaard word ? — antwoord — en Gouverneur en Directeur-Generaal zo wel, als de beide Opper - Kooplieden van het Kasteel aldaar, die aparte fleutels ook in handen hebben. '2 De beöordeeling van deeze {tellingen laaten wij aan de Kamer van i7ne» gedefereerd. De moord door de Chineeefen op 's Comp. bodem aan eenige Europeefen aangedaan , is zekerlijk ftraf.baar en fchreeuwend! ■ maar! Is de mafacre van een aantal van 25 Zielen, die zich in koelen bloede overgeleverd hebben, niet even roekeloos en onvoorzichtig? Had men geen tijd of gelegenheid genoeg om de misdadigers te onderzoeken de belharaers uitte- vinden de fchuldigen te ftraffen — de onfchul- digen vrij te laaten of gevangelijk op Batavia of aan de Kaap overteleveren? ■ Heeft men wel formeel onderzoek gedaan vari de «lisdaad zelve, en van de oorzaak van dien moord.  (f6) door de Chineefen zo wonderlijk gepleegd? en die mogelijk ter zelfder tijd op eene wonderbare wijz© op het Schip van den Heer Breton had kunnen plaats vinden, indien de voorziening daar tegen even zo ftrafloos had kunnen afloopen! -—■ Heeft men met die naauwgezetheid als het gewigf. der zaak , en de executie vam 25. Chineefen medebrengt, in den Krijgsraad gehandeld, de informatien opgeteekend — getuigen tegen elkander gehoord — en na eene vrijwillige confesfie van hunnen moordzugt, het vonnis geveld? Had men geen andere retourfchecpen, geen Fiscaal of Secretaris van de Vloot bij der hand, om deze executie of voorgaande rechtspleeging bijtewoonen, en recht en waarheid in de weegfchaal te Bellen? Of eindelijk, indien men eenigen van de minfchuldige misdadigers op de andere fcheepen had kunnen plaatzen — indien men de procedures geregeld aan de Kaap had kunnen voortzetten, en indien de informatien, door getuigen, onder Eede bevestigd, als nog mogen dienen dan hoopen wij, dat alle deze bedenkingen over deze droevige gebeurtenisfen, gerechtigheid en waarheid tot hunnen grondflag mogen hebben, op dat het bloed der onfchuldigen ten geenen dage niet tegen ons getuige !! Het zij zo ! Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boekverkoopers a 1*. ituiv.  '15 E OOST- en WEST-INDISCHÊ P O S T> Extra No. ioe o f AANHANGZEL Tot de Ordinaire Nommtrs. Ons ter hand gekomen zijnde zekere Batavia» fche droom, welke wij om deszelfs bijzonderheid en gewigtigheid omtrent het publiek belang nie» kunnen nalaa'ten medetedeelen. Na eene tusfchenpofende kalmte van eenigen tijdft onder de beffiering van den Gouverneur-Generaal de Klerk, wierden wij, door deszelfs dood, overgebragt in eene ftaatkundige regcering van den tegenswoordigen Gouverneur-Generaal , welke dea roem der verdrukte Eeuwen verdimren zal. Het was op een dier dagen, waar in de hitte var» den drank die der Lugt moest temperen, dat ik mij wat vroeger als na gewoonte ter ruste begaf,, en itét zwaarmoedig den ganfehen nagt met droomen' doorbragt, waar van ik, zo veel mij mogelijk is'ge-' weest, het een eii ander zeer gebrekkig heb doeè &  optekenen, om het zelve aan mijn? Europifehe vrienden overtezenden, ten einde hunne gbdagtèn in het aanftaande jaar daar op te vcrneemen. Ik herzegge nogmaals voor af, ik heb zo veel gedroomd , dat ik er hier of daar maar iets van onthouden heb — te weeten: i. Bevond ik mij in een zeer bijzonder gezelfchap, alwaar na een lang en diep ftilzwijgen, een bejaard man uitriep: Hemel! hoe kunt gij langer gedogen dat heerschzugt en geweld zich vereenigcrt, om deeze maatfehappij, om deeze gewesten, reeds van tijd tot tijd onderdrukt, aan de gevaarlijkfte omkeeringen bloot tc Bellen! Deeze taal ontroerde mij zodanig, dat ik dien grijsaard vroeg, wat 'er dan gaande was! En het antwoord was hoofdzakelijk: jonkman! hoor cn neem in agt — want de dagen der verwoestingen neemen een aanvang, ende het uiteinde, derzelve zal alomme fmertelijk zijn. De grooten hebben raadliaagen begonnen, en hunne booshceden hebben geen einde. 4- De fchatcen der ouden zullen vcrllonden, en de hoop der jongelingfchap verbroken worden. De oude Dienaar moet weg, -— zijne ampten en broodwinningen worden hem ontnoomen, . en necven en nigten bij duizenden moeten daar mede gefpijzigd worden. Schecpcn met nieuwelingen en gerecommandeerden moeten op de puinhoopen der verdicnftelijke en evenwel armoedige dienaaren bevorderd eu be--  (99 ) gunftigd worden, en die goede posten aan de hand hebben, moeten voor- de jonge gerecommandeerden tegen wil en dank plaats maken. Doen de ouden het niet gewillig men weet op de rekening cn op hunne directie zo veel te zeggen en tc condemneeren, of verantwoordelijk te (tellen, dat men maar best doet, om met eere zijn post aftcftaan, en een goed heen komen na het Vaderland te zoeken. Met een woord: de origeregtigheeden loopen zo hoog, dat elk eerlijk man, die eefugzints kan, uit dit land trekt, en zo doende zal men de Colonien uitmergelen, en de maatfehappij te gronde zien gaan! Geen oogenblik daar na zag ik al verder in mijnen droom: 2 Dat men in zekere Hooge Vergadering onder? eikanderen raadpleegde om het geweld door geweld aldaar te doen fmooren. Souveraine publica- ticn tegen alle geheime correfpondentien na Neder-* land wierden uitgegeeven, en onder pretext van het politiek belang desweegen voor de maatfehappij' te bewaren, en niet in dc Colonien zelve, of'in Europa aan onze vijanden openbaar te maken, ver-' zekerde men zich zo veel mogelijk van eene despotieke magt, en deszelfs bedreigend middel, om alle* bricfwisfeling aftefnijden, en daar door dc klagten en mishandelingen van eene Turkfche regceringv geheim te houden: terwijl de Oosjedchc.Ariuocraa>i' K 2  C ioo ) ten 3 bezield met eigen intrest, e-n door het aangenaam vooruitzigt van elk op zijnen tijd dien zelfden wilïekeurigen teugel te kunnen voeren, het geweld aanbidden, om voor zich zelve en voor de hunnen daar uit alle eere en grootheid te behaalen. 3 Zag ik ten zelfde tijde , door de Ariftocraten een plan beramen, om onder eikanderen, de ampten te verdeélen, de taxatiën van de posten te reguleeren, de inkomften te belasten, of zekere kooppenningen intevoeren, welke alleen voor die gecnen fchadeüjk zijn, die eerlijkheids genoeg bezitten, om volgens eed en pligt, en niet perfas & nefas de Pomp. te behandelen. 4. Wierden 'er verfcheidene memorïen gemaakt om deezen en geenen opteligten, dan eens een plan om de groote te kortkoming in 's Comp. geld-kas op j-eekening van een der onlchuldigtïen te brengen — dan weder om het al te accuraate Gouvernement van Ceilon in de war te helpen, dan om een ge- fpolieerd Bengaals Gouvernement natezien dan weder om een wonderbaare verovering- van Nagapatnam , in het onderhandfche furplus van den boedel' van een Chormandelsch Gouverneur goed te maken, en eindeli k om te betoogen., dat . men niets anders zoekt dan menage bij de Comp., reductie in de ad« miniBratien en fchijnbare vermindering van lasten; terwijl op het zelfde oogenblik de handen, der gee» ïien die elkander fchoonwasfen, aan eene volkomen Üiiivoenng werken, om de grootfte te kortkomingen  niet alleen, maar opzettelijke verliezen en verövsrifir* gen aan den vijand te bezorgen, en in evenredighBi Ken aftefchrikken , om in de behandeling van dft fchreeuwende direcflien vao ons Vaderland en van de Colonien, van die cordaatheid en onpartijdigheid aftegaan, welke wij , volgens de pligten van elk waar en vrij geboren borger van dit GemecHebest, voor ons en onze nakomelingen afkeuren, tn moeds genoeg bezitten om de volvoering derïelve, zo lang de menfchelijke zwakheid het toelaat, openlijk aantekondigen. tt Utrtcht, by j. M. van VLOTEN, en alom b| de meeste Boekverkoop „us i ij. ftuiv.  D E OOST- en WEST-INDISCHE r; POS T, Extra No. iu O F AANHANGSEL Tot de Oid'maire Hommer$. Xkns zullen wij zien, van welk fchandelijk ery fchadelijk gevolg het gedrag te Batavia, omtrent het particulier engelsen fchip, was. Even na het-vertreje van hetzelve werd de tijding van de vredebreuk bevestigd; en dus miste' nu'°de maatfehappij niet alleen den buit van dit fchecpje, maar ook de aankomst van ycrfcheide andere engelfche fcheepen, welke deels, onbewust van den oorlog, op weg waren om dé Rhee var! Batavia ootezoeken, én deels hunne voorgenomene reizc gints en herwaara's voortzetteden, zonder het «revaar van genomen te worden of een van onze kusten, te ontloopen, doch voor al zoude mett door de onweetenhêkl van nog dc meeste def engelfche zeevaarenden ten mïntte geen hinder Voor '«enigen tijd iu onze fchcepvasrd, en ook peeM  aanval of verovering van eenige onzer bezittingen in dat waerelddeel hebben moeten ondergaan, gelijk het tegendeel daar van door dat ilrafloos verzuim maar al te wel bevestigd is geworden. Want dit word ons als eene zekere waarheid daar bij gemeld: y Dat het zelfde ertgelsch particulier fcheepje, door zijn overhaastend vertrek tot buiten ons bereik, gelegenheid genoeg hebbende om zich zeiven en de zijnen te redden, tevens het geluk had om vijf Engelfche O. L Scheepen, welke uit noodzakelijkheid de wil na Batavia hadden, even in- of buiten de Straat Sürida te ontmoeten, en kennis te geeven van zijn geval te Batavia, en van de rupture tusfehen hun en ons, waar van hij niet als door onderhandfehc offerhanden aan eenige der Bataviafche grooten tijdig had kunnen of mogen ontfnappen, en dus zijne medemakkers aanteraden, van deeze gelukkige ontdekking gebruik te maaken en de tijdltip waarteneemen, om in plaats van goedsmoeds door het wisselvallig noodlot in handen der Hollanders te vallen, dezelve integendeel door eenen ipoedigen en voordeeligen kruistogt, of de eene of de andere onverwagtc expeditie, zodanig opteligten , dat voor dat uit Holland, of van weegen de Franfchen eenige hulp of ontzet ijiogte komen, de aap geborgen kon zijn: gelijk dan ook die vijf O. I. britfche fcheepen, welke bij eene eerlijke aanhouding of provifioneel arrest van het voorgemelde engelsch Scheepje (zo ons voorltaat The Huntcr g*>  C «>7> ttaamd) bij ons in de kaars hadden kunnen vliegen, daar zij nu direct., het gevaar ontvlugtende, onder eikanderen beraadflaagden om de Westkust van Sumatra optezoeken „ en was het mogelijk bjj verasfing of met geweld de Etablisfementen der Hollanders aldaar intencemen, en tc bezetten, of ten minden te fpolieeren, en vervolgens gedemolieerd te laaten. De uitkomst deed hun voomeemen gelukken, want de ganfche Westkust van Sumatra, voor zo een gecombineerde magt van vijf engelfche gewapende O. I. fchecpen niet beftand zijnde, moest het hollandfche hoofdcomptoir Padang, met zijne onderhorige eilandjes , op dit onverwagt bezoek der Engelfchen , zich goedwillig overgeeven ; terwijl het een ieder genoegzaam bekend is, dat hoe zeer Padang op zich zelve eenigen kleinen wederftand had kunnen bieden, 'er voor al egter de nodige militie en artillerije niet voor handen was, om met het minde goed gevolg het beleg van zes weeken uittehouden, waar bij komt de nodige adfiftentie, \vdke de engelfche fcheepen van hunne ook daar aan naastgelegene eilanden op Sumatra hadden kunnen genieten, indien een geregelde attacque gewaagt wierd , het geen en posfesfie van de Colome voor eene ganfche demolitie, en oe dienaaren en inwoonders van dezelve voor eene totale ruine, zonder fonuc van capitulatie, zou hebben blootgcftcld gcvolgelijk, indien men al eens op deeze of geene wijze het verlies van ömfc L 2  C i*1 ) bezittingen op Simiatra's Westkust ter ve,-antwoor« ding wil {tellen van het geweezé'ne Opperhoofd^ den ongelukkigen Heer van Heemskerk, aldaar, of van den pnfchuldigen Raad. welke alle voor der Engelfche overmagt met redenen hebben moeten bukken, dan nog dient het maar tot een pretext, om de Bewindvoerders en dc Participanten van het voorname fchelmli.uk in het vrijlaaten van voorgenoemde êngelsch particulier Scheepje aftetrekkcn, en het verlies van Padang met zijne ondcihorigheden op dc fchuld der ongelukkige bediendens aldaar te leggen, daar wij meenen , genoegzaam ontcgenfprckelijk aangetoond te hebben, dat, alle deeze ongelukken, fchaadens, en verliezen alleen op rekening en verantwoording van den Gouverneur en Raad van Batavia gefield, cn voor als nog rigorcus afgeëischt moeien worden: • te meer beklagen wij de misleidende gevoelens bij de Comp., die zonder de gevaarlijke voorafgaande pretexten iiitézien, zo wij verneemen, hebben kunnen goedvinden, om gemelde Opperhoofd van Padang, van Heemskerk, niet tegenftaande zijne ongelukkige overkomst, en rampfpoedig aan weezen in het Vaderland, mitsgaders zijne aanbieding, om zich alhier ten vollen te verantwoorden over zijn gedrag en directie op de Westkust gehouden, en over de noodlottige overgave van Padang aan de Engelfchen, onverhoord, of ten minden zonder hem alhier tot eene openlijke Justificatie te admitteeren , weder naar Batavia te renvoijeeren, waar door die eerlijke  C IC9 ) en onvermogende dienaar van de Comp. genoodzaakt is geworden, om zich weder naar de Indien te begeeven, en zich bij eene regeering aldaar te vcrar . woorden, welke onregtvaardig genoeg geweest is, om uit hoofde van eigen intrest, dc wdvaard van een particulier engelsch zeehandelaar en doorgaan! een der voornaamlte fmokkelaars , tot ruïne van de maatfehappij en van zijne bediendens tc bevorderen, en welke dus natuurlijk, het zij op de eene of andere wijze der Oosterfche Ariftocratifche Politic, de Verantwoording in dier voegen zal fchikken , dat zij teniminftcn voor alle nalpraak'cn gevolgen bevrijd kan blijven, en de Comp. cn zijne participanten de dupe van de biitorie gemaakt worden. Het zij ons nu geoorloofd, deze reflectien op dit ecu en ander te doèn volgen. 1. Dat, wat de aankomst cn het vertrek van het engelsch fcheepje The Huntcr aangaat, zulks bij de Comp. zeer wel nategaan en te bewijzen is uit de groote lijst der aankomende en vertrekkende vreemde fcheepen, welke op de ll'cretarije van Batavia dagelijks gehouden, en 's jaarlijks na Europa overgemaakt word. 2. Dat, wat de inhoud der beüuitcn of protesten, alsmede de form der berigten, omtrent de vredebreuk tusfehen ons en dc Engelfchen toen te Gatavia aansaat, en hoedanig deswegens bij de Indiafche hooge regeéting gehandeld is, zulks is genoegzaam met zekerheid te ontdekken, uit de ordinaire of lecreete refolutien van Batavia ter dier tijd genomen , en waar toe mogelijk tegenwoordig nadere monde- L 3  C iro ) liuge informatien veel zullen kunnen helpen, om het nodige ligt aan die zaak bijtezetten, en niet verder door commentariën van Ministers misleid te worden; — maar zelfs bij Bewindhebbers te doen nagaan. 3^ Dat ten opzigt van die vijf O. I. Comp. Scheepen, welke door eene tijdige kennisfe het gevaar, van in onze handen te vallen, zijn ontloopen , en vervolgens onze bezittingen op Sumatras Westkust hebben veroverd, het ook zeer wel na te gaan en te bewijzen is, uit de voornoemde lijst der aankomende en vertrekkende fcheepen, niet alleen van Batavia, maar ook van de refpective buiten-Comptoiren, en tevens uit de origineele verpraai - brieven of zee informatien, welke doorgaans onze zeelieden, zo wel als de vreemden, die Batavia aandoen, genoodzaakt zijn te geeven, van het geen dezelve voor- of na hun vertrek van elders, of op de reis gezien of vernomen hebben, — en waar door Bewindhebbers alle verdere informatien kunnen bekomen, indien de respe&ive Bewindhebberen cn Hoofd-Participanten niet ligtgelovig genoeg zijn, om zich door chimerieke voorwendzels te doen wederhouden van dezelve in origineel niet te doen ontbieden, en zelfs bcöordeelen. — Eindelijk, wat de ganfche omfbmdigheid nader bevestigen kan, is alleen te zoeken en te vinden in de verantwoording van het gewezene Opperhoofd van Padang, den Heer van Heemskerk, en in die van den Raad aldaar, welke als nog door de kamer van ijnea pertinent uit de Oost moest gerequireerd worden. — En dan, alle deeze voorgaande Behingen cn opgegevene  < lïï ) . bewijzen met den anderen confronteerendé, zal hef zeer gemaklijk zijn, de waarheid van de valschheid te onderfcbeiden, en aan de Participanten openlijk© voldoening van diergelijke gevaarlijke verdenkingen, of reeële handelwijzen te geeven. — En zonder dat moet de ganfche maatfehappij allengskens ten gronde gian. Hier uit zien en leeren wij nu, hoe de O. I. Comp* in de Oost op een politieke wijze mishandeld word* en hoe het eigen intrest aldaar, even als in ons ongelukkig Vaderland doorgaans boven alles predomineert, Aan de Comp. te Batavia is dan alleen het verlies van onze Colonien in de West-kust toetefchrijven, en om dien te vergoeden blijft 'er niets anders over, dan dat de kamer van j?«f" eene gene* rale verantwoording afvordert van de Indifche hooge regeering, over dit zo eclatant en nadeelig als wonderbaar geval, en indien een of meer van dezelve aan pligtverzuim, of aan malverfatien mogten fchuldig bevonden worden, tégen dezelve na de rigueur der wetten openlijk te doen procedeeren, op dat aan de ganfche maatfehappij voldoening gegeven worde van het geen ten hunnen laste door fchreeuwende kdirectien is veroorzaakt geworden. En in de derde plaats is het bijna ongelooflijk, bet geen ons op diverfe wijze verzekerd word, waar en waarachtig te zijn, de fchandelijke en fpoedige overgave, en het verlies van Nagapatnam veroorzaak» te hebben, te weeten; Dat bij die zelfde gelegenheid, toen de Vloot vaa den Engelfchen Admiraal Huches op de Rhee va»  C 112 ) Npgapatnam geankerd lag, en de Heer Hu ë hes zelve in perfoon nevens eenige zijner voornaam (te Zee-Officieren aan tafel zaten bij den Chormandelfchen Gouverneur van Vlissingen, ook even als te Batavia,' in het geval van het engelsch particulier fcheepje The Hunter, zeer goede, waarfchijnhjk particuliere, tijding aangebragt wierd, niet alleen van den Oorlog tusfehen ons en Engeland, maar ook met die verzekering, dat de Gouverneur aan zijne tafel betuigde, dat, hoe zeer hij niet konde gelooven de egtheid van dc Vredebreuk, waar door hem de gelukkige gelegenheid verfchaft wierd , om zijn gezel-. fchap provifioneel als krijgsgevangenen te verklaaren, en de ganfche engelfche vloot aautehouden, hij Gouverneur egter, indien de Oorlóg tusfehen de beide ïiatien werkelijk verklaard was, nog zo onedelmoedig niet wilde zijn, om de gastvrijheid te fcheuden en zijne engelfche vrienden als zijne engelfche vijanden aantezien of aan te houden, wordende te gelijk deze en foortgelijke redenen aan tafel, met zo veele onverfchillighcid en aartigheid van conditiën doorgegebragt, dat men openlijk met de vijandfehap der beide volken fcheen te fpotten, en liever-het belang van het Vaderland en van de Colonien opteofferen, als een gepermitteerd misbruik te maken van eene gastvrijheid, welke ftrijdig was met den Eed en pligt van den Gouverneur aan de Comp. gedaan. Het overige in ons volgend No. Te Vtrtcht, by J. M. vis VLOTEN, en alom by :,. . 4e meeste Boekveikoopers a 1$. Ituiv.  D E OOST- en WEST-INDÏSCHE POST, Extra No. 12» NB. het vorige ride Nummer mort men houden voor Vo. i%, en dit voor A"o. Mi om dat No. i?.. noodzakelijk eerst moet geleezen wotden. O T AANHA NGZEL lot de Ordinaire Nommers. Xn ons laatfte nommcr, zaaken van zeer verre tilt* zigtén voor de Colonien, in eenen Oosterfchen droom uitgegeeven hebbende, zullen wij thans aan ons Vaderland mededcelcn gebeurtenisfeh, welke ons door diverfe kanaalen zijn opgegeevcn, en welke wij ter navorfching en beöordeeling gaarne aan het onzijdig publiek in de befchouwing, en aan de kamer van in de uitvoering fubmitteeren willen. Het is niet alléén den oorlog, de werkeloosheid, — en de overmacht van de Engelfchen , die dc O. I. Comp. zo nabij aan haaren ondergang gebragt heeft f maar het is voornamelijk aan den llegtcn ftaat van defentie van de Colonien zelve iii ons Vaderland , en aan de febreeuwende directie, van de Oosterfche regeering in de Oost toetefchrijven; de conllderable verliezen, fchaaden en veroveringen, welke Neerland daar bij, of daar door heeft moeten ondergaan, en die wij thans oordcelen, zo beknopt en fpoedig mogelijk, onder het oog van onze misleide en mishanM  C ti4 ) fielde natie te moeten brengen, om te beproeven, of1 de agtbare kamer van i7nen — of de refpective heeren bewindhebbers —- of de participanten en hoofdparticipanten, hunne attentie deswegen niet zullen bepaalen — cn door verdere navorfching van het wezenlijke dier zaaken, het zij door eige domeftieke macht, dan wel onder de gunftige en fouveraine medewerking van de Heeren Staaten der refpectieve provintien , de nodige verantwoording en verbeetering voor de ganfche maatfehappij zullen toebrengen. In de eerfte plaats: over de fchreeuwende behandeling van het kaapfche minifterie, onder de regeering van den Gouverneur van Plettenberg , en den medewerkenden invloed van den afgegaanen en alhier over de borgerlijke questien vrijgefprooken independent fiscaal van de kaap de goede hoop in het verlies van de rijkgelaaden Indifche retourfcheepen in de Saldanja baai, en het ontvlugten van de op het robben-eiland gebannen zijnde ongelukkige Ternaatfche en Tidoreefche Prinfen. Dan, wij hebben omtrent dit gewigtig ftuk van de kaap , waar bij de O. I. Comp. bij vijf retourfcheepen, ruim zeven miljoenen, alleen in de Saldanja baai verlooren heeft (zondfr nog eens te willen letten op de gedecideerde fchuld door de laate depêche van het fchip de Held VVoltemade na Ceilon, welke alleen voor reekening, des noods van den Gouverneur kan gehouden worden) zeer uitvoerig gehandeld van pag. 79 af tot 83 ingefloten , bij het eerfte afgcflotene gedeelte van onze Consideratiën, en de daar bij gevoegde bijlaagen , en kunnen dus, alvoorens daar aan nog het wezenlijkfte belang van de maatfehappij te voegen, onze leezers bij herhaa-  ( "5 ) ling de herleezing van dat ftuk aanbeveelen, om vervolgens alhier te refleéteeren: —- Dat, zo lang wegens de gehoudene directie, in het transporteeren en bewaaren van gemelde fcheepen, in de Saldanja haai geene openlijke verantwoording gefchied, noch de participanten, veel min de hoofd-participanten in de affchrijvingen van zodanige importante veroveringen en verliezen behoeven te berusten, maar in tegendeel, van nu af verpligt zijn, eerst bij de kamer van i7en, en bij ontftentenis, of weigering van dien, bij H. H. Mog. aantedringen, en eerbiedig te verzoeken, dat niet alleen een ftipt en fpoedig onderzoek en verantwoording van de redenen en motieven, wegens zulke ongehoorde en verregaande nadeelige handelwijzen mogen gefchieden, maar ook, dat het zelve publiek aan de participanten en hoofd-participanten mag worden voorgelegt, ten einde dezelve als principale ge'ïntresfeerdens en eigenaars der fondfen van deze maatfehappij openlijk kunnen zien en beoordeelen, tot hoe verre de algemeene kas van de Comp. daar in bezwaard is, en wat ter dadelijke vergoeding van het kaapfche Minifterie moet gebragt woiden. Want het is niet genoeg, dat men tegenswoordig de gebreeken en den nadeeligen toeftand van de Comp. in het algemeen erkend, maar men moet door kragtdadige en gepaste middelen, gelijk het een vrij volk betaamt, de abuizen en verkeerde directien aamoonen. -— Men moet de bewindvoerders aanfpooren, om openlijk en cordaat onderzoek van zaaken aantevan- gen, om publieke verantwoordingen van willekeurige bediendens aftevorderen, — en van den uitflag derzeive eene vólkernen ea algemeene kennis aan de parM 3  tïcipanren re geeven -- en zo doende, kort en zaakelijk, een tijdig en beftendig redres toebrengen. Zo moet men tegenwoordig handelen met de gefchondene en vertrapte regten en vrijheden van het volk van Nederland , en zo moet men de O. I. Comp., uit zijne laagte verheffen — of, door nu de kostbaare tijd en de gelukkige gelegenheid te laaten verloopen, zal men te laat, als het verderf daar is, de laagheid en lafheid van dit tegenswoordig geflagt betreuren, e« het Vaderland met zijne Colonien onherftelbaar tegrond c zien gaan, Dat wij intusfchen niet alleen blijven ftaan, op de 6. of 7. Articulen, welke wij in ons voorgaand afgehandeld ftuk bij No. 5. en 6. geplaatst hebben, zal ten vollen blijken, wanneer men daar bijvoegt deeze proefondervindelijke vraagpoincten: Of'er eenige meerdere noodzakelijkheid was, om die fcheepen op dien tijd, en in zo een gevaarlijk vooruitzicht, zonder de nodige defentie in de Saldanja baai overtebrcngen? daar men meent, zecker te weeten, dat den verdienftelijken Heer |de|Suffren deeze daad, en het voorneemen zelve, van het kaapfche miniflerie afgekeurd, en de berging dier fcheepen op zich genomen heeft, indien men den raad van dien eerlijken en, dapperen franfchen Admiraal had willen aanneemen , gelijk die groote en edelmoedige man (zo onze rapporten egt zijn) ook geen zwarigheid zal maken, om het zelve, op requifitie van den Souverain, nader te klaaren. En of men , voor en aleer toevlugt te neemen, tot de berging van die fcheepen in de weerlooze Saldanja baal , wel pertinent, en met concurrentie van den voornoemde"') Heer de Suffrïn, opneem gedaan hééft  ( "7 ) van de al, of geene mogelijkheid , om een of meer van de kostbaarfte dier kielen bij de franfche vloot in de baaifals te laaten overwinteren, en de anderen, of op de kaapfche Rhee, zo digt mogelijk, onder het gefchut van het kasteel, of ten minften in een ftaat van defentie in de Saldanja-baai te doen bewaren , en met berging van alle zeilen en tuigagien voor drie dubbelde ankers te doen leggen ? En hier aan manqueerende, moet, of den Gouverneur , of den Raad van de kaap , welke volftrekt contrarie 's Comp. oude wetten en ufanüen gehandeld hebben, in plaats van op de bekende aannadering van de engelfche vloot, voor dien tijd ten minften, andere maatregulen te neemen, waar door de maatfehappij ruim zeven miljoenen fchats bij den Oorlog had kunnen behouden en genieten , eene volkomen vergoeding opgelegd worden. Zo komt ons ook het transport van de voornoemde Ternaatfche en Tidóreefche Priufen van het robben-eiland na de Saldanja in zulk een tijd, even bedenkelijk voor, om dat: 1. De Saldanja baai even zo bloot lag, als het robben-eiland. 2. Om dat het robben-eiland meer gedekt was. voor een engelfchen aanval door de nabijheid van de franfche vloot, die in de baai fajs lag, dan de onzichtbare Saldanja-baai. 3. Om dat de vijand niets, dan wat fchaapen en ongelukkige bandieten op het robben-eiland kon behaalen, en dat nog wel met zeer veel hazard door de tegenftand , die dezelve op het onverwagtst uit de baai fals konde ontmoeten, daar er minder vrees en minder gevaar of tegenftand bij de Sakiaii- M 3  ( i'8 ) ja baai was, en aldaar eenige fcheepen of hoekers doorgaans tot een buit voor handen waren, gevolgelijk men daa ook eer bezoek van den vijand kon krijgen; gelijk zulks de uitkomst maar al te droevig bevestigd heeft. — Ook heeft men nog daarenboven de nadeelige gevolgen te vreezen, welke uit de verlosiing dier gedetroneerde Vorden, thans in handen van de engelfchen en onder hun protectie, mitsgaders in verbond met dezelven, in de groote Oost kunnen ontdaan; waarom wij te meer eene naauwkeurige verantwoording van het kaapfche tiuniftejrjre noodzakelijk oordeelen, om daar door agter het ware geheim van de kaart te koomen; of ten minftcji voor het vervolg diergelijke drafbare handelingen te beletten, Al verder moeten wij ook bekennen, dat de ongelukkige inneeming van de West-kust van Sumatra, door de engelfchen, veel overeenkomst heeft met de oorfponkclijke beginzelen van het verlies der voornoemde retourfcheépen in de Saldanja baai, waarom wij hetzelve hier bij, in zijn verband, als eene der fchreeuwendfte behandelingen van Batavia , en een aanmerküjk nadeel voor de Comp. daar bij dienen te befchouwen , geuerkt vooraf, dat, indien door de drafbare laate depêche van het O. I. uitgaande fchip, de Held Wohemade, voor Ceilon, niet was veroorzaakt geworden, dat die bodem genoegzaam op de hoogte van de kaap door Commodore Jonhstone was ontmoet en genomen, en daar door keunis had gekreegeti van de buit, die in de Saldanja baai lag, dat dan mogelijk , of zeer waarfchijnlijk, die engelfche vloot, zo een woest en afgelegen eiland en baai uict iiad bezogt, veel min geen zeven miljoenen aldaar had veroverd, daar niemand zo dol genoeg zoude  ( H9 ) ziïru om in tijavan vreede, laat liaan in vollen oorlog, zo een fchat en dat zonder defentie aldaar toelever- trouwen. ■ Dog dat van Batavia, daar wij nu, door menigvuldige rapporten, eindelijk eens van fpreeken moeten, is een graad erger; — want men moet weeten - dat, ftaande de onverwagte aankomst te Batavia, van zeeker engelsch particulier koopvaardij ichip , apparent van Bengale of Chormandel, aldaar ook particuliere maar tevens genoegzame zekere tijding van de kaap en zelfs zo men meent, van den kant der franfche vloot wierd aangebragt, dat aan de republiek door Engeland den oorlog was verklaard — maar in plaats van dat te gelooven, daar men evenwel zelve dagelijks eene rnpture in Indiën, van dien kant was verwagtende, gelijk de voorzorge en bedenkingen, bij de refolutien en brieven van de Indifche hooge regeering, zedert het jaar 1778. op het Oost-Indifche huis blijken kan, zo begrijpt egter, maar zeekerlijk de meerderheid (want het is bijna onmogelijk, dat in zulk een extra ordinair <*eval geen een eerlijk disfentieerend lid zoude geweest zijn) dat men op de particuliere bevigten en brieven, hoe zeer dezelve niet verdigt, maar bij naamen en toenaamen te wel bekend Waren, om ten minilen een provifioneel vertrouwen, daar aan vast te hegten , voor als nog geen geloof konde flaan, om daar voor dat engelsch particulier-fcheepje, (dat reeds uit eene generale voorzorg zij*n roer en zeilen ontnomen was) of een provifioneel en civiel arrest op de Rhee te ordonneeren, of ten minden geregtelijk eenige dagen aan tehouden, om de confirmatien van de tijding der vredebreuk aftewagten -- integendeel, men verzaakt niet alleen de algemeene waakzaamheid en rigeur  f Ï20 ) dei" wetten vati de Comp., in zulke gelegenheid bi] eene maatfehappij zeer eigen, maar men durft, op eigen authoriteit, van de gezondfte ilaatkunde en van het regt van oorlog en vreede, zo verre zelfs volkomen afgaan , dat men te gelijker tijd eenen bedekten of gefufpeéteerden vijand , van wien men altoos meer kwaad als goed in het fijfthema der natie had ondergaan, en die men werkelijk in zijn macht had, om, of op een politieke , of op eene geregtelijke wijze voer zekeren tijd zodanig aan den band te leggen, niet om dezelve te mishandelen, of ter kwade trouw opteligten , maar alleen, op dat men van dezelve geen kwaad of misleiding onderging, ter contrarie niet alleen onverhinderd liet, maar ook, o fchande! te gemoet kwam , om zo een fmokkel - vaarder of fpion , onderhandsch met het nodige te voorzien, en zijn vertrek van onze kusten zodanig te verhaasten, even als of men verleegen was, hoe met dien vijand b j confirmatie van de vreedebreuk te moeten leeven; terwijl zo doende, dat zelfde engelsch particulier fchïp, dat reeds als een roet prijsje in onze handen , tot een waarborg had kunnen en moeten gehouden worden , tot befchaming van het laf en hebzugtig bellier der Indifche grooten , in triumph de Bataviafche Rhee verlaat, en een goed heen komen zoekt, na zich zelve en de zijnen, door zulke openlijke fielteftukken, gered te hebben. • Het vervolg hier na. Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN, en alom by de meette Boek verkoopers i ij. ftuiv.  O E OOST- en WEST-INDISCHE POST, Extra No. 13. O F » AANHA NGZEL Tot de 0>dinaire Nommers. jP^nt vervolgens noch op verzoek van eenige leden der regering, noch op de hen. nering van dé zekerheid der vredebreuk , de Lollandiche Gouver* neur te bevv egen w s, om exprêsfe of ftille veigadering te beleggen, en middelen te beramen, teri einde, of eene proviiioneele aanhouding van de engelfche vloot daar te Hellen, of ten mmfteti zodanige duure verzekering van dm engelfchen vlootvoogd afteneemen, waar door ten minden geene vijandelijks voorneemens, fta nde dezen oorlog, door hun dadelijk tegen ons ter uitvoer konden gebragt worden — maar neen! noch vergadering, noch provifioneel arrest wierd aangenomen, en zelfs de zekerheid van den inhoud des briefskwam niet voor den dag, (denkelijk orifdal N  f 122 ) dezelve alleen aan den Gouverneur geaddresfcerd was) tot dat men 'savonds, als in volle zekerheid van vreedeen vriendfchap, onze vijandelijke gasten, goedsmoeds, en in de grootftc veiligheid, na hunne fcheepen "zag vertrekken, met dit gevolg, dat de engelfchen, uit dit uootlottig gevaar, dat hun reeds befchooren fcheen, om zonder flag of ftoot in onze handen te vallen, niet als door eene ongehoorde edelmoedige gastvrijheid, of indifche verfocijclijke omkooping, zicli geredderd vindende, met allen fpoed en macht de ankers hunner fcheepen lieten opligten , en vervolgens fchielijk dc reis Ha Madras voortzetteden, wel verzekerd zijnde, dat de vreedebreuk daar was, en dat deeze betoonde gastvrijheid, van den hollandfchen Gouverneur, aan de Comp. kort daar na, zeer duur zoude te ftaan koomen, om dat het engelsch fijstbema eene fmaale onderwerping van ons op de kust van Chormandel in het oog had, zonder welke het aan hun, nimmer konde gelukken het juk van overheerfching in Nederland volkomen in te voeren. En om deeze ftelling te doen bewijzen bij de kamer van i?n™, is 'er niets meer nodig, dan dat Heeren Bewindhebberen dircételijk handen aan het Werk liaan, om ftaande de tegenwoordige befoignes in 'sHage , per misfive door wege van de Franfche Comp. in Europa te doen verneemen , of geen vroegt:jd:ge kennis door de Franfche vloot aan Nagapamams Gouverneur gegeeven is, van de rupturè tusfehen tfns en Engeland — of toen Hughes zich  C 123 ) niet aldaar bevond — of onze Caapfche bedicndens bij hunne tefolutien of brieven ook geen melding maken, van de tijding der vreedebreuk, die zo wel na Batavia, Chormandel, als vife verfa verzonden is, of zo doende niet duidelijk te bewijzen valt, dat den op Batavia reeds onverwagt overledene Chormandclfchen Gouverneur van Vlissingen, (welke zich, zo men meent, nog voor zijnen dood publiek beklaagt heeft zo fchandelijk als fehaadelijk door den Brit bedroogen te zijn;) op eene ongeoorloofde wijze den ganfehen raad en de Comp. misleid heeft, in het vrij- en ongeftoord heen laaten gaan van Hughes en zijn vloot, waar door dus aan de Engelfche het eenigfte cn grootftc middel aan de hand gegeeven is, om zich niet alleen tc redden en tc behouden, maar om ons naderhand zelfs aanteranden cn vijanlijk onder hunne macht cn overheerfching te brengen. Terwijl, kort na het vertrek der Engelfche vloot, de gewaande vreedebreuk maar al te wel bevestigd, en de Chormandelfche raad in de uiterfte noodzakelijkheid gebragt wierd , om van Ceilon en de Mallabaar alle nodige adfiftentie te vraagen. Dan, indien men, na het bekomen van alle mogelijke fecours van Europifche en Indifche foldaaten, de werken, zo veel de tijd toelaat, had verbeeterd, en van alles, wat tot defentie van Nagapat» nam had kunnen dienen, gebruik gemaakt, dan nog was dat hoofdcomptoir van de Ö. I. Comp. zo fchiejijk door den vijand niet te veroveren geweest^ N i  C 124 ) ten minden niet zonder gunlïiger poincten van capitwlatie, en zonder merkelijk nadeel van den kant der vijanden overgegeeven gewonden — maar neen! de verfocijdijke ftaatkunde van een'volkomen eigenbelang, ging boven alle eed en verpligt-ing de beieegering gefchiede zeer onverfchillig — cn de Gouverneur fcheen minder bekommerd over het lot van overgave, als over die van defentie — men waatede de vijand gerust af — de vloot van Hughes kwam eindelijk opdaagen, om zijne dankbaarheid te bctooncn voorde buitengewone ga-tvrijheic!, we'ke aan hem en de zijnen bewezen was , ■ zonder veel tegenweer gefchiede de landing en de belegering door de engelfchen, en daar men den vijand de eerste dier ftaopeu manmoedig moest betwisten , heeft men de zelve afgewagt, en toen dat te laat was , doge men brutaal en fterk genoeg te zijn, om met een hoop ongeregeld krijgsvolk, eene gedicipHneerde attacqiie van de Zee en landzijde te wederfhan —• ten minnen de vijandelijkheden namen toen eerst een aanvang - de belegering ging voort, en de uitkomst heeft bewezen, dat men den generale Itorm van den vijand niet heeft durven afwagten. Want , hoe zeer een groot gedeelte van onze moorfche troupen, de vlugt bij eiken uitval namen, hadden de Hollanders egter, zo van hun zelfs, als Van de fipaijers en malijers, volks genoeg, om den vijand nog eenigen tijd het hoofd te bicden; — kundige en dappere officieren, die hunne posten zeer  C «5} wel waarnamen en defentie na behooren reguleerden, waren ook nog al voor handen: en de moed der foldaaten fcheen ook niet minder getrouw te blijven tot verdediging van 's maatfchappij's bezitting, maar al.'es hielp niets! — Eene verregaande gerustheid van den Gouverneur. — Een ongeoorloofde nalatigheid van het gezag van den raad. — Een daar uit voortvloeiend of gepremiditeerd aanzoek der inwoonders, om tot behoud voor zich zelve en het genot hunner tijdelijke middelen, de ftad en het kasteel van Nagapatnam over te geevcn. — Eene bekendmaking , dat 'er genoegzaam, geen kruit, tot defemie meer voor handen was —- en met een woord, alle fchelmfche intrigues werkten tc zamen, om zich onverwagt aan den vijand overtegecven,'twelk vrij voordeeliger voor de particulieren, maar fchadclijk en fchandelijk voor de Comp. was, gelijk ons de nieuwspapieren in die tijden hebben opgegeeven , waar bij evenwel twee hoofdzakelijke gevallen, aan het publiek niet medegedeeld zijn, en welke volgens onze berigten hier op neerkomen : ■ In plaats, dat onze troupen met ilaande trommen en vliegende vaandels, volgens de capitulatie, zouden uittrekken en vervolgens, buiten hun geweer nederleggende, na onze Colonien, onder belofte van de wapenen , geduurende den oorlog tegen hun niet te zullen voeren, zoude getransporteerd worden, wierden dezelven, even buiten zijnde, omfingelt en voor gevangenen verklaard, met eens, niet alben de eer en het vertrouwen van de capitHlatie fchendende3 N 3  ( izé ) j»aar ook het veraderlijx doeleinde, op eene verrader-li ke wijze beantwoordende, en de natie voor de betoonde gastvrijheid van hunnen Gouverneur eene flaaffche belooning tc ebragt. Terwijl de goede, de getrouwe en eerlijke dienaaren, dit alles goedsmoeds moesten aanzien, en zich niet alleen daar aan hebben moeten onderwerpen, maar naderhand met verfoeijing uit den mond hunner geweldenaars, ten fpijt van deugd en moed, hebben moeten verneemen, dat de arthillerij magazijnen nog van al het nodige wel voorzien , en dat een grocte quantiteit kruit (welke men meende op 20 a 30,000 ponden, te kunnen begrooten ) in de ftad zeer bedekt gevonden waren, waar mede de bezetting zich noch wel eenigen tijd had kinnen verweeren, en mogelijk door aannadering van eigenhulp, of van die franfche vloot, van de belegering der eeden verbondbreekende britten had kunnen verlosfen — ten minften, men wist zeker , dat de engelfchen niet veel tijd voor Nagapatnam konden verfpillen, om dat Haijderali overal in aantogt was, om van de abfentie van de vloot van Hughes , met zijne landmacht tegen Madras, en in de landen van Carnatica grooce verwoestingen aan te regten; terwijl zij dus na den generalen ftorm gewaagt en den kop geftooten te hebben , niet lang te Nagapatnam zoude kunnen vertoeven, als gevaar loopende, om door het onzekere van een aannaderend ontzet van den zeekant, zo wel als van de landzijde in de kaars te zullen vliegen, en het evenwigt tegen hunne drie  'gécomt-rieerde machten van maratten, franfche eti hollandfche, te gelijk niet te kunnen behouden, én daarom binnen 14. dagen een goed heenkomen zoude gezogt hebben. ■ Wij herzeggen dus, door eene verfoeijelijke (taalkunde en directie van het Chormandels Gouvernement is Nagapatnam zo fchadelijk als fchandelijk voor de Comp. verovert geworden, en daar uit is voortgevloeid, alle die nadeelige gevolgen, welke bij de Vreedes - negotiatièn onze ftaat gefchokt, en de O, I. maatfehappij op den oever van haaren ondergang ge* bragt hebben. ó Schreeuwende directie en onvergeeflijke trouwloosheid van de Indifche grooten! welke als gerugftcund door eene alleronregtvaardiglten en allervernielendften invloed in Europa, met wetten en rechten, openlijk fchijnen te fpotten, en zich veilig genoeg achten, door geweld en heerschzugt, nooit verantwoordelijk gclteld te zullen zien. — Hemel! tot welk een laagte van verachting en verfoeijing is dit vrije volk gcdaalt! en hoe kunnen dezelve langer gedogen, dat zij als afhangelingen geregeerd en als flaaven opgeofferd worden. Eens — en hel kan nu niet langer — eerlijke en onpartijdige Commisfarisfen moeten dit alles onderzoeken, en naauw- keurig nafpooren. En eindelijk waare juftitie geadminiftreert worden. Edoch, laat ons eens kortelijk nagaan, hoe veel de Comp. door die drie voorname gebeurtenisfen ge~ ked;n heeft: als  f t'8 ) De fcheepen in de Saldanja-baai verboren, be. draagen, volgens het zeggen van de gecommitteerde bewindhebberen , bij hunne misfwe aan H. H. Mog., van den 3 Junij 1783. ruim . 7. miljoenen. Aan de West kust, cioor het verzuimde arrest van het engelsch particulier ... 3? ton, fcheepje te Batavia Aan Chormandel door de overgave van Nagapatnam . . . 5. en 6 of te zamen 12. miljoenen en 97. ton. Aan rieël gemis van capitaal, en ink^mften van goederen, welke ten lasten van 's Comp. finantien moeten gebragt, en binnens lijns als veroveringen door den vijand, bij 's Comp. boeken afgefchreeven worden, zonder dat men zeggen kan, dat de bellier* ders van de Colonien, de noodige zorg gedragen hebben, om de Comp. voor zulke importante fchadens en verliezen te bevrijden , ge'ijk wij vertrouwen, in elk der afzondei lijke veroveringen betoogd te hebben, dat in de Oost had kunnen en moeten gefchieden. —— ' Het vervolg hier na. Te Utrecht, by j M van VLOTEN, en alom by de meeste Boekverkoopers a i}- rtuiv.  D E OOST- en WEST-INDISCH» POST, Extra No, 14. O F AAN II A NGZEL Tot de Ordinaire Nommers. jfjjii indien men nagaat hoe ongelukkig de O. I. Comp,* door de voornoemde verwaarloosde en fchreeuwende directie van zaaken, onder den last zijner fchulden bezwijken, en nieuwe beleeningen doen moet, .om het inportant gemis van zulke capkaalen en goederen weder allengskens te boven te komen, dan is de vraag: mogen bewindhebbers of adminiltrateurs , ten laste van het algemeene ligchaam der maatfehappij en van de participanten in het bijzonder, zodanige inportante affchrijvingen bij de boeken doen , zonder de fchuldige openlijk aan tc tasten., cn , door alle mogelijke voldoening of reftitutie van .zulke importante en moedwillige, of. ftrafbare verhezen, den Itaat der finantien van dc Comp. te verjigten, cn zo veel mogelijk die capitaalen te regt t« .brengen, welke uit den boedel van zulke trouw O  ( i3ö ) looze beftierders en bediendens in de Oost gevonden kan worden, en welke in mindering voor de algemeene kas konde verftrekken, om in het vervolg zo ligtvaardig als fchrèeuwend , onder pretext van vijandelijke verovering, niet alleen op rekening van de Comp. te ftellen, en daar door het crediet van de maatfehappij tc ondermijnen? Als men nu de gevolgen van zulke drie voorname afgehandelde gebcurtcnisfen ten prejuditie van dc gantfche maatfehappij met een aandagtig oog befchouwt, en de grondoorzaaken aangetoond heeft van het diep verval, waar in de Colonien zich tegenwoordig bevinden, dan is de vraag: of bij de befoigne in 'sHage,— of in dc najaarfche algetnecne vergadering in Zeeland, of bij dc deliberatie of het jaarlijksch rapport van dezelve, bij IJ. H. Mog. geen ftrikt onderzoek, beoordeeling, en bëflrafühg, hier op volgen zal? i Wij voor ons oordeelen, dat, zal men een bafis leggen tot her^ Hel en opbeuring van de Oost zal men de maatfehappij in het algemeen eens kragtdadig opbeuren, cn behouden- doen blijven, dan dient voor ïif alle openlijk en ftrafbaar verzuim , mitsgaders moedwillige verkeerde en kwaade directie van zaaken , door wien ook gepleegd, en al was het zelfs door toedoen van een gantsch Collegie veroorzaakt, ten rigorcufte onderzogt, en in goede juftitie behandelt tc worden —— dan moet men zulke leden Van de maatfehappij, welke fchuldig bevonden worden aan zuk godioos bellier van zaaken, van hun-  c m) nc beffieringen en ampten ontdaan — hunne pcrfoo» nen en goederen aldaar in civiel arrest en beflag neemen— alhier in hunne qualiteitcn doen ontbieden — openlijke procedures doen aanvangen — wetten cn privilegiën doen erkennen — en, of van alle misdaad vrij pleiten —- of als overtreeders cn fchenders van 's volks rechten, en maatfehappij's belangens doen ftraffen, en ten fpiegel van anderen, narechten ten toon ftellcn, waar door alleen, meer eerlijkheid en trouwe aan en in de Colonien zal worden toegebragt. Edoch, indien tegen dit al, de trouwlooze directienenfchieeuwende ongerechtigheden, in ons Vaderland zelve, met ffilzwijgen gepasfeerd — of met frivole pretexten, buiten alle onderzoek cn behoorlijke juftitie gelteld worden, dan is het tijdftip tegenwoordig, dat de participanten, zo veel of zo weinig als 'er mogen zijn , en die eerlijkheid en cordaatheid genoeg bezitten, om voor de vuist, als eigenaars en deelhebbers, en dus als ware principaalen van de adminiltratie van de O. I. Comp. optckomen, en zich bij memorie te vervoegen, of aan de heeren Staaten der bijzondere Provintien, of bij H. H. Mog. met ernltig verzoek, om, naden aart van het willekeurig en fchreeuwend beftier der Colonien , openlijke berigten van de kamer van 17»"', deswegen aftevorderen — vervolgens de billijke vertoogen en klagten van de participanten aantehooren; en, zo doende, door de fouveraine wetgevende macht van O 2  C *3£ ) de heeren Staaten , als reprefenteereiide dc nwjeftcit van het volk , zodanige formcele dispofitië aftewagtcn, als tot herftel van het diep verval der maatfehappij , en vergoeding van de geledenc fchadens en verliezen, in het ligchaam van de ganfche Comp., bij een openbaar befiuit van 's Lands hooge machten en aanzienelijke volks-vertegenwoordigers, nodig zal bevonden worden; terwijl de kamer van ïjnen, als reprefentanten van de Comp. , cn dus ook van het aandeel en eigendom van elk der participanten, verplicht zijn , openlijke voldoening aan alle gegronde klagten te geeven, en, zonder aanzien van perfoon, hun zelfs cn derzelver Indifchc beftierders en uitvoerders voldoenend te verantwoorden, of bij weigeringof misleiding van dien, gevaar te loopen , om hen op de ftemme van het volk , of wel alleen op de ftemme der participanten cn hoofd - participanten , van hunne posten aftezetten , en anderen weder in hunne plaatzen aanteftcllcn, en zo doende, het recht van een vrij volk altoos te doen eerbiedigen (*). Na dit betoog , het geen ons van No. n. af, heeft opgehouden, om de natie te doen zien, dat (* ) Hier past te regt het zeggen van Tac:tus : Ken macht, «7e geen paaien kent, is nooit te vertrouwen; en volgens Aristotelüs , blykt de vryheid van een volk, daar u;t , en hij geeft het 'er als een proef van mk dat zij, die het bevel voeren, ook tevens gehoorzamen; want Waarlijis, dewijl alk wettig en billijk gezag maar eene vohfftafla is, dost hij, die 't uitvoert, zo wel een daad van gehoofiaamhtid, als hetrfchappij; en geen volmacht word be-  C *33 } niet alles alleen uit den oorlog gebooren, of veroorzaakt is , moeten wij voor zo verre deeze zaaken aangaan, onze Leezers ook herinneren : dat dus, volgens No. 5. en 6. van onze afgehandelde Confideratien met derzelver bijlaagen , alle die importante te kort komingen niet alleen op rekening van de Comp. en op de oorzaak van den oorlog gefield moeten worden ; maar wel ter verantwoording der zulken , die daar aan misdaan hebben. ■— En even zo diende het ook begrecpen te worden, omtrent de importante te kortkoming in 's Comp. groote geldkas te Batavia, welke de hooge regeering aldaar, op eene fchreeuwende en allezints onbeftaanbare wijze, alleen op rekening en ter verantwoording van den toen afgegaane Heer DireBeur Breton gefield heeft, zonder dat de billijkfle remonftrantien van dien grijsaard daar tegen, noch de aanneemelijkfte propofitien, in eenige aanmerking wierden genomen, gelijk wij nader dienswegens grondig genoeg vermeenen onderrigt te zijn , om het onzijdig publiek, kort en zaakelijk voorteligten: tc weeten — Na dat de heer Falck, per misfive bij dc hooge Indifche regeering, bedankte voor het Directoraat, en als Gouverneur van Ceilon , tot nadere dispofitië van de heeren Majores, verkoos te continueeren, zo was ter uitgevoerd, dm wanneer zij, die 'er mede bekleed wotden, daar voor aanfprakelijk zijn, O 3  C 134 ) 'er niets natuurlijker cn billijker na den aart der Indifiche regeering, en conform de intentie en onbepaalde aanfehrijving na de kamer van i7nen alhier, dan dat men aldaar den heer Directeur Breton , als zodanig moest gecontinueerd hebben , tot nadere dispofitië van bewindhebbers, en vooral toen gemelden heer Directeur Breton , aan den Gouverneur Generaal Alting, heeft te kennen gegeeven, als Directeur te willen continueeren. Dan het fchijnt , dat tot een contrarie dispofitië eene volftrekte noodzakelijkheid voor handen was, ten minlten kort daar op, kwam de ziekelijke en oude Casfier Bierens te overlijden — de heer eerfte Secretaris van de regeering , Goetbloed was onder anderen, erfgenaam en executeur van den boedel van gemelde zijnen fchoonvader Bierens ; verzegelde alle kisten, boeken en papieren — deed rapport aan den Directeur daar van - beraamde goede fchikking, ter opneeming van de kas ■— de tusfehentijds direétie wierd gereguleerd — gecommitteerde tot den opneem wierden benoemt —■ alles wierd in order bevonden — en eindelijk eenen nieuwen Casfier aangefleld. • Nu kwam het hinkend paerd agter aan — den opneem moest nu formeel gefchieden , om de kas, aan den nieuwen Casfier Welgevaren, door de Executeurs van Bierens, overtedoen ■ alles ging wel — eensklaps ontdekte men eene groote duisterheid in de boeken van Bierens — de kas van de  C *35 ) Cbnu> behield eene groote te kortkoming alles was in rep en roer - de Secretaris Goetbloed gaf hier van kennis , aan den Directeur - deeze aan den Generaal - met een woord: de Executeurs van den boedel van Bierens , hadden de adminiltratie daar van nog geen zes weeken in handen - de Directeur Breton had geen verder direct aandeel m de beftiering van de kas - expresfe gecommitteerden wierden dus uit het ligchaam van de hooge regeering tot een fpeciaal onderzoek en bevinding van de geldkas benoemt—de heeren raadcn ordinair en extra ordinair, Rade^iacher en van Stockum, waren de heeren van de commisfie - bragten kort daar na een rapport uit, dat 'sComp. kas over de 5 maal hondert duizend rijksdaalders te kort kwam: — dat uit die te kortkoming bij de contraboeken enz. bleek, — dat de boedel van den Casfier Bierkns in de eerfte, cn den Directeur Breton in de tweede plaats, daar voor aanfpraakclijk waren. ■ Hier volgden de harde befluiten en behandeling van zaaken: — den heer Directeur Breton wierd de vergoeding opgelegd — alle remonftrantien en vertoogen daar tegen, kouden niets helpen — de voorhagen van den erfgenaam en executeurs des boedels, namenlijk van den heer Goetbloed , om, hoe zeer beladen met vrouw en 9. kinderen, den boedel ten gunftigftete redden, alle mogelijke fchadeloosftelling aan de kas van de Comp. te bezorgen, en op eene zeer gefchiltfe wijze met 'er tijd te vereffenen, wier-  f 136) 'den van de hand gewezen — men ftapelde van da£ tot dag, de ongeregtige handelwijze op een — men vervolgde den heer Breton en de zijnen op eene wreede wijze — men handelde niet alleen volkomen partijdig — maar men floot de weg van juftitie voor dien grijsaard ook — en behandelde hem zodanig, als of 'er geen voorbeeld van zwaarder misdaad kon zijn, om een oude en verdienftclijken dienaar van de maatfehappij van al zijn eer en goed te beroven, en zonder confeientie of eenig mededogen cn overtuiging van deszelfs onfchuld , totaal ongelukkig te maken. Hoe zeer het fchijnt, dat alles te zamen gewerkt heeft, om den heer Breton buiten alle mogelijkheid van verdediging te ftcllen, die daarom ook niet als fchoorvoetend zijn ontflag bekomen heeft, zo fchijnt de rechtvaardigheid des hemels, dit niet alleen gedoogt te hebben, maar zelfs op de reis (zegt men) dat de heer Radermacher niet heeft kunnen rusten, voor dat hij, omtrent den de mishandelden mede-repatrieerende directeur Breton , in gefchriften verklaard had , in die opgelegde vergoeding van de kas, onrechtvaardig behandeld te zijn waar mede de heer Breton zich openlijk juftificeeren kan. — Het vervolg hier na. Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Bqekverkoopers i i\- ftuiv.  ü E ÜÖST- en WEST-INDISCHE P O S T. Extra No. 15* O F AAN HA N G Z E L Tot de Ordinairs Nommers. Maar mogelijk vraagt men hier op - wat was dfl grond, waar op men den directeur Breton verantwoordelijk verklaarde? en die beftond alleen: Uit eene gepretecteerde, en ter kwader trouw geïnterpreteerde oude refolutie, op aanfchrijvens van bewindhebbers op Batavia, in vroeger tijd genomen, en die alleen de wijze van de adminiftratie van de geldkas bepaalde, en niet, dat dezelve ter verantwoording van den directeur gehouden wierd. f Op welker contrarie-fundament, meti echter fti het geheim, eri vol met fchandelijke verdraaijinge voortging, om die tekortkoming, ten lasten van denlaatfteit direfteur te Bellen, hoe zeer het evenwel bleek,- dat de fraude niet eens m het transport van den heer Breton, welke als directeur, de kas van den heer Al tin o te vooren overgenomen had 4 beftond 5 jnaar wel eene fchelmfche behandeling van den 0tÜ> P  ledëne Casfier uitmaakte , om de vroegere te kortkoming, (mogelijk van den tijd van den directeur Riemsdijk af, ten minfien vast van de mededirectie van de gewezen e heeren directeurs, de Klerk, en Alting) zodanig, bij dc overgave van de kas, op het transport van de heer Breton te verdonkeren, dat den laatstgemelden directeur, wel verzekerd van de deugd van het transport, die ook op zich zelve goed uitkwam, het zelve, en niet voor de vorige abuizen , getekend heeft; Dan, om die refolutie in haaren aart te bcfehouwen, of bij wijze van wederlegging, ter verdeediging toetepasfen, van den thans in ons Vaderland zig bevindende ongelukkigen heer Breton, is ons oogmerk niet, vooral, daar wij wceten, dat die oude dienaar van de Comp. zich niet alleen bij de hooge Indifche regeering beklaagt heeft, maar zich verder bij de kamer van 1705? beklagen zal, en moet, om zich met de naakte waarheid te kunnen verdeedigen * zo tegen alle openlijke als bedekte befchuldigingen, welke zijne vijanden op hem gelegd hebben, of nog leggen zullen, en die alle evenwel niet genoegdoenend kunnen zijn, om de rechtvaerdigheid van zijne onfchuld, te verdonkeren, of dien grijsaard in de onrechtvaardigBe vervolginge te doen leeven, en zijne dagen ongelukkig te doen doorbrengen. Neen! wij vertrouwen van de bewindhebbers in de eerfie , en 's Lands hooge machten in de tweede plaats, dat zij, na gedaan onderzoek van zaaken, *ulk een oud en verdienftelijk dienaar in zijne ee*  ( *39 } Tjerftejkn , zijne in beflag genomene caprtaalen en goederen in de Indien , alhier kost en fchadeloo9, Kftitueeren zullen , en , tot fchadcloosftelling van de kas van de Comp. de zulken aanfpreekelijk houden zullen , welke waarlijk fchuld aan die re kortkoming hebben : of wanneer de vergoeding aan de Comp. moet gefchieden, door het ganfche ligchaam Van de regeering , dat dan den heer Breton, voor zijn aandeel, niets boven de anderen bezwaard mag worden. Het geen ons tot deeze hoop, bij de wetgeeyende. macht aanleiding geeft, en hier cordaat onze gevoelens doet blootleggen , Beunt op gegronde en, billijke redenen :. i. Dat een Directeur-Generaal van Neerlandsch Bit dien, wei alle de adminiftratien en 's Comp. kas bij transport, ten overftaan van gecommitteerde overneemt. en tefcnd, maar geeozints daar voor bij. te kortko-t ming of fraudes verantwoordelijk is:,— want een directeur draagt alleen toezicht en. kennisfe van zaaken* maar de adminiflrateur of de casfier , door wiens, handen de inkomfien en uitgayen gaan, is. de man % die alle te kortkomingen moet verantwoorden, of op zijn! rekening krijgt: — terwijl geen. Directeur-Ge-, neraal ooit in. ftaat is, of zijn kan, om. zo menig-, vuldige en kostbaare adminiftratien, als hij,bij zij-, ne aanftelling oyerneemen moet,' zelfs nategaan of" te verantwoorden, en ook bij, geen, eene wet van de, Comp, daar toe verbonden wordof zich bij de, transporten verbonden heeft, gelijk uit de boeken en P a.  papieren bij de kamer van i7nen blijken kan , cn waar door men geruft kan zeggen, dat de te konkojning in 'sComp. geldkas allcronrechtvaardigst alleen, ep rekening van den DireBeur- Generaal Breton is gefield, en daar ep niet gehouden kan worden. i. Om dat de te kortkoming van de geldkas, van dien zelfden aart is, 'als alle mogelijke te kortkomingen en fchadens in de verfchillende magazijnen en adminiftratien van de Comp. te Batavia , eu waar voor ook geen fpeciaale borgtogt, door den directeur gepasfeerd of gefteld word , gevolglijk alleen voor rekening van de rcfpective adminiftrateurs en casfiers blijven loopcn. 3. Dat, indien in den aartjvan de te kortkoming eenige mogelijke medefchuld , of toedoen van den directeur doordraaide, het eenigzints billijk zou zijn, om zo een directeur ook mede verantwoordelijk te ftellcn. Dan ter contrarie — volgens het transport, dat de heer Breton geteekend , of 20 als men het noemt, de adminiftratien, of dc kas overgenomen heeft , blijkt ten klaarden , dat niets verloorcn is, of te kort koomt; en dus al dat verkeerde cn fchelmagtige van de geldkas, was een ovcrfchot van de oude, en mogelijk van tijd tot tijd zodanig aangegroeide, nadeelige adtntniftratie van den [casfier, Bierens, ten tijde van de vorige directeurs, dat bij de overgave van de kas , onder het directoraat van den tegenwoordigen Gouverneur-Generaal, die te kortkoming, of nog beter, de verantwoording daar van gepremiditeerd is overgeflagen en uitgelaten, bij  C 14* ) dat zelfde transport, waar voor men den tegenwoordige ten onrechte gedemitteerde directeur Breton, in zijne toezicning binnuen het beftek van drie jaaren belast, en als verantwoordelijk daar aan verklaard heeft. — 4. Om dat bij de behandeling van de voornoemde importante te kortkoming in 's Comp. kas, de tegenwoordige Gouverneur-Generaal, als voorgaande directeur, en de heer raad ordinair Radermacher, als fchoon-zoon en mede erfgenaam van den gewezene mede-directeur, de Klerk, en dus als mede* seintresfeeidens niet alleen in de te kortkoming, maar ook als partij van den Heer Breton waren, en geconfidcreerd hadden moeten worden ; en dus niet bevoegd geweest zijn, om op de contrarie fuBenuen en klagten van den heer Breton , dat hij onfchuldig en ongehouden was, om de te kortkominge te vergoeden, als raaden, en de eerfte nog wel als het advitam prefidium in handen hebbende, te oordelen , en nadeclige fecrecte refoluticn en notulen, te formeeren 3 buiten voorkennis enr advies van den bafchuldigden inteneemen ; terwijl men zelfs aan den befchuldigden, bij de deliberatien, de fesfie weigerde, cn evenwel partijen in de vergaderingen gedoogde, die dus natuurlijk, uit een geopofeerd belang, om zich van de mede-verantwoording te ontheffen, de fchuld en de vergoeding op den laatften directeur alleen leiden, en zelfs vooraf onbefchaamd-genoeg waren, om bij de generaale opneam cn onderzoek van de kas, den heer Radermacher als partij te commitP 3  C 14O teeren, en niemand, van wegen den befchuldigden, om voor zijne zaak te zorgen, daar bij te benoemen , om, zo doende, van bet willekeurige van hun rapport zonder eenige defentie te moeten afhangen. 5. Den befchuldigden, niet alleen alle Hukken ten zijnen laste dienende, vooraf te weigeren, of zodanig gebrekkig'te bezorgen, dat hij niet, als na dat de zaaken ten zijnen nadeele geconcludeerd waren , daar van met veel moeite informatie kreeg — maar ook den algcmeenen weg van juftitie en procedures, voor den raad van juftitie weigerde te verleen en, en dus aan, een dienaar van de Comp. en een lid van de hooge regeering zelfs, dien algcmeenen weg van een rechterlijk onderzoek en verdediging toefloot, welke in de hoogde Staaten, en in alle gefchikte maatfchappijen aan geen bedelaar geweigerd, mag worden. Eindelijk: — (om de maat van ongerechtigheid iu. de onfchuldige vervólginge van dien grijsaard vol te meeten ) wierd de lieer Breton zonder zijne voorkennis en zonder de redenen of motieven van het befluit van den raad te mogen weeten, als Directeur-Generaal afgezet— den heer raad. ordinair Moens in deszelfs plaats aangedekL Vervolgens genoodzaakt, voigens die voorgaande te kortkoming-transport van de kas te doen— tot de opgeiegde vergoeding alie zij-, ne bezittingen te verbinden — en, zo doende, openlijk geproftitueeerd , tot dc uiterde vernedering gebragt. Ziet daar een korre fchets van de Indifche dwingelandfehe en aridocratifche behandeling , tusfehen regenten en mede - regent, zonder, eenige farm van  c ml pröccs ; wat moet men dan 'van zulk een desjiS* tieke regeering , omtrent mindere diena; ren en hul» pelooze flagtoffers van Indifche Printen en Afiatifche Vorften, en hoofden van een vertrapt en verneederd volk, aldaar verwagten of denken?. Niets anders als «ruwden als misdaden, die het Christendom bij het heidendom ohtëeren. Is het dan wel te verwonderen geweest, dat den mishandelden directeur Breton zijne demisfie na nederland verzogt heeft — is het niet eerder een volftrekte noodzakelijkheid geweest om recht, en justitie alhier te kunnen erlangen — is het wel mogelijk, dat men zulke indifche fchreeuwende, ongereg )■ tighedeu ongeltraft kan laaten — [is het. niet piigtelijk, dat de bcfchuldigde zich niet verder competent rekent voor of tegen de Indifche regcering, maar zich bij de kamer van 171 en alleen wil verantwoorden —» is het niet billijk, dat de bewindhebberen onfchuldige en mishandelde dicnaaren fpoedige en eclatante fatisfactie verfchaffen?- en behooren ten laatftcn, aan het ganfche ligchaam, geene openlijke bewijzen van beftraffen, en verbetering omtrent de indien gegeven te worden? Alle de voorgaande vraagert (onder verbetering) door ons volmondig met ja beantwoord wordende, verzoeken wij, dat de ganfche zamenhang van deeze onze openlijke bedenkingen in zijn verband van No. 9. af beoordeeld worden, en, daar wij ter goeder trouw in gedwaald mogten hebben, op goede - gronden nader onderrigt mogen worden, ön>  C M4 > dat ons oogmerk geenzints is, om de deliberatieri over het een en ander in de tegenwoordige Haagfche befoignes bij bewindhebberen vooruitteloopen, maar eerbiedig de algemeene regtvaardige uitfpraaken aftewagten, tot heil eii nut van maatfehappij — eigenaars , bewindvoerders, en leden van .dien — "terwijl de aanzienlijkfte Collegien, en leden van de Colonien, deels door al te groote macht en invloed van oppergebieders—deels door laagheid, lafheid en eigen belang van anderen — deels door vrees en onkunde van zaaken, tot eenen algemeenen ondergang -van de maatfehappij aldaar verftrekken, 'waar door de oude, kundige', en eerlijke bewindslieden en dienaaren het land zullen moeten verlaten, en door jongere en dispotieker leden eerlang vervangen worden, indien men moeds genoeg heeft, om de Indifche heerschzugt en geweld den teugel langer ongeftraft te laaten vieren* Alleen moeten wij nog, voor deeze gewigtige zaaken te belluijten, in het algemeen aanmerken: Dat aan den eenen kant 's maatfehappijs openbaar belang tegen deszelfs vijanden in de Colonien trouwloos gefchonden, onverfchillig behandeld, en aan de grootfle vernielinge, en omkeeringe is bloot»' gefteld, waar voor de ganfche hooge indifche re* geering, verantwoordelijk blijft Het vervolg hier na. 5Fe Utrecht, by j. M. van VLOTEN, en alom by : met het omvragen en opneemcn van de adviefen der lceden, zijne Edelheid, den meesten tijd, met de Heeren RaJcrmacher en van Stockum, begon; met voorbij gaan der voorfittende leeden, waar over die wel eens betuijgd hebben, geraakt en verwondert te zijn, met verzoek, daar in te willen voorzien, door de vergadering weeder in dien voorigen luijfter te brengen , waar in zij, ten tijde dér Heeren Generaals Mosfel ëïï vdh der Patra', H. L. M.' vërfeerdé, wanneer, alweer 't antwoord van t den miferabelen Generaal Alting was 4, ik weet dat wel,, de marf wist alles" maar wij hebben twee rampzaligere„ ncraals* aan van Riemsdijk en de Klerk, gehad3' V  *{ onder htffïne regeering is alles verwildert, en degan* „ fche fubordinatic en achtbaarheid weggeraakt; „ zijnde ook de meeste Heeren van de Regeering onervaaren in de voorige befchikkingen, wat prematuur en eijgeïi wijs, denkende, als zij Raaden van „ Indien zijn, 'r opperde gezag ook in handen te „ hebben, (*) —• ik verwonder mij, daaromtrent,'! fi meest over den Heer-van Stockum, die merkelijk „ verandert is, en mij vele moejelijkheeden geeft; ,5 en om nu, -uht in, eene verandering tc maken, i, zou niet goed weezen; -gecv ook maar wat toe, „ dan zaï alles wel gaan, booven dlêd is de Heer n Radermachcr zoo onkundig niet; en heb ik. 0 verpligt.'ng aan hem, om hem wat toe tc „ geven." Dat laelle doet de deur toe; trelfelijk gedacht voorwaar! bondig geargumenteerd! cm dat hij verpligting aan den lieer Radermachcr had., moest hij hem, in de grootfte ongeregeldheden , toegeeven ; ik wil hier ook liefst den aard dier verpligting, eh waar in zij al beftaan hebbe, om redenen, niet nader uijtpluijfen. Dan hier zullen wij, voor een weinig, dit Batayiaasch Dag-register moeten afbreeken, om plaats te geven aan den volgenden brief. (*) Het is opmerkelijk, dat elk, die aan het roer van zaaken komt; een ander verwijtingen doet, en dat de Compagnie, aan zo eene ongelukkige Regeering, of beftiering tri de Üost, haar gansche weizyn moet toevertrouwen;  C J79 ) , Mijn Heef de Post! . « 't Zedcrt mijn haften ben ik, tot hier toe, fleets zo zwak gebleven, dat ik naauwelïjks wat op fitten kan — de narigtcn uit Batavia behelien, dar bet gebrek aan Contanten aldaar zo groot was, dat het geld op asfignatien, voor 3 Jaaren tijd,.van het tekenen der vreede afgcrekent, pari, en tegcns 3. Pr. Ct. Bitrest s'Jaars, in kas genomen was, waar door de Campagnic 'er fop verhelen fat; — dc Chineefe goederen, dccfer daagen, verkogt, hebben 80 Pr. Ct. minder, als die op de laafie verkoping, moogen haaien; —de ordinaire thee is, van 18 tot op 10. (blijvers, gedaald, en heeft naauwelijks zijn kopers kunnen vinden ; een gat warelijk in het hooft, dat ook, bij de vreemde natiën , niet min gevoeld fa! worden, en de eerBe proef uitmaakt, dat op de vrije vaart, daar men, in het algemeen,zoo veelmeede op heeft, de zig vocrgeBeldc advanfen nietfullen gehaalt worden-de Compagnie heeft,'t zedert paasfehen 1783, alleen voor deefe kamer, 30 Schecpen gcequipeert, Waar van de kosten 150 Pr. Ct. hooger, als voortijds, bcloopen. — de intcresfen op de anticipatie penningen, en obligatien, zo important, moeten, eerlang, ook betaald worden, zo dat het min moeijelijk berekent kan worden, dat fulks, gevoegd bij foo veele andere nootweiadige uitgaven, het profluens der, in dit Jaar bereets, ingeloopen retouren, geredelijk in gulpen fal: — men flatteerd zig grotelijks, met den voorraad, die, te Batavia, nog zoude opgefchuurd leggen; dog ik voor-  ( \%0 ) •iderdtf, datzc, door dc nog verwagtwordcnde retour fc! eepen, wel fal kunnen ingenomen worden. -r~ door wat middel de ledige magafijnen, dan wederom, met nieuwen voorraad, gevuld zullen worden, moet de tijd leeren, dewijl dc ordinaire en bujjten gewone uijtgavcn, gevoegd bij dc, tusfen tijds, oplopende renten, baar voortgang moetende hebben, dc Compagnie bui'ten ftaat fte!d,om de vcrcifchtc Contanten voor India tc fournecren, ten w;re dc Staat, hun, de Novo, met eenige Milliocnen , adfi(leerde, fchoon zulks het wefentiijk middel nog niet foude fijn, omzef in zijne natuurlijke gedaante, te herftelleri, gelijk even zo wel, als het redres zelve, betoogt zoude kunnen worden, indien men de nijtgewijde Conqucstcn, flegts in een klijnder begrip, wilde Conventeren en , de beste raad volgende , de middelen direct in het werk fteldc , zonder , gelijk tot hier toe fteeds gefchied is , 'er de confidentie van de hooge regeering te Batavia, bevorens, over af te Vragen, en zig zoo doende, van het willekeurig begrip van den Gouverneur-Generaal, afhangelijk te maaken, dewijl het zelve altoos even zoo gevaarlijk is, als dat ze het voornaamlle van de directie, op den advocaat, laaten aanloopen, doordien zijn wel Ed. zig op de Indiafche berichten moetende verlaten, en dienyolgende als op hafart, en bij den tast, te werk gaande, deerelijk misleid kan worden, uitwijzen* zoo veele confideratien en vergulde letters, die de geliefde bezigheden van wijlen den Gouverneur-Generaal de Klerk uitmaakten, en, met hem  ( i8i ) en zijn nagedagtenis , ten grave zijn gedaald, ora van zoo veele anderen, voortijds bij de meesten , uk de hooge regeering, in het particulier gemaakte, ontwerpen , niet eens te fpreeken; trouwens, zoo gaat het, veel al, in die gewesten, een iegelijk doet al zijn best, om zich, door veele vertelfelen van blaauwe bloempjes, niet flegts alleen aangenaam, maar ook anderen, bij de heeren principalen, hatelijk te maaken; had de hooge regeering zig, voortijds, daar mede niet bezig gehouden, maar de handen, onderling, in den anderen geflagen, om, als mannen van eer , deugd, cn alie goed geweeten , eenvoudig wel te doen, en zich tegens zoo veele patriafe grilligheden, door wijlen den reprefeutant Hope eij advocaat van der Hoop, uit de, van daar ingekregene, ontwerpen gecomponecrt, billijk verzet, mitsgaders een legio misbruiken en ongeregeldheden, d;e de Compagnie millioenen gekost hebben, des tijds, met nadruk tegen gegaan, de Compagnie was nimmer in de thans gedelabreede omftandigheden gekomen , waar van het redres, ook zoo lange, hopeloos zal blijven, tot dat ze eenmaal te raade worden, om, naar het voorbeeld van den groot - commisfaris van Reeden, de zaak,aan mannen, zich des kundig, op te dragen, die, als independent, en met een compleete macht, zo wel van uitvoering, als van verantwoording, ook tevens bevoegd zijn, om, in cas van fte^fgeval, anderen te furrogeeren, ten einde dat heilzaam oogmerk niet, in zijn geboorte, fteke» bleef. V 3  ( i8» ) ■ Uit allen deezen kan U Ed. derhalven zeer wel be» grijpen , dat het weinig baaten kan, om onze gedagten , over alle die gebeurtenisfen, te (*) wariengan Tiga, bezig te houden, in een tijd, dat 'er de Loerag fteeds doof en blind blijft, en het dus beter flatteerd, zich op Patjes berg te verlustigen, ten einde aan alle kanten uit te zien, van waar de hulp, voor dat eertijds zoo bloeijende Jerufalem, inkomen zal: want ik, voor mij, ben des te minder belust, 'er mijn tijd, nutteloos, aan te verfpillen, om dat'er het kwaad, tot hiertoe, ftceds zijn voorlbmders ge vonden heeft: biijve V. D. G. ANTWOORD. Onder hartelijke dankzegging voor de berichten van dezen onzen correspondent, kunnen wij niet anders doen , als de maatfehappij en den ftaat beklagen , over het, zo lang verwaarloosde, gencraalc redres, in het bellier en de behandeling van Compagnies zaaken , in Europa, en in de Indien; terwijl, ter voorkoming van een totaal verval van de Com-> pagnie, en de colonien, 'er niets anders opzit, als r —— (*) Deeze zinfpeeling is zuiver Oostersch; en duid voornamentlijk aan een plaats, alwaar voornaame gebeurtenisfen worden gadegeflagen, maar die 'geen invloed maken op de Indifche grooten, als alleen, om, van eenen hoogen berg, miraculen en hulp aftcwagten,  ( I83 ) dat participanten en hoofd - participanten zich, hoe eer hoe liever, met elkarderen vereenigen, en, door de authoriteit en hulp van H. H. Mog., door vvieri alleen dc Compagnie tegenswoordig, met geld, kan en diend geholpen te worden, te bewerken een generaal redres en ceconomie; gelijk zonder dat redres, of die voorzorgen ook den ftaaf, niet wel, voor de hegótratieii en adfiftentie van geld, guarandeeren kan, en dus de Compagnie, onder het op- en toezicht van den Souverain, verbeeterd moet worden ; waar toe wij dan , onder verbeetering, bij de ordinaire nommers, een aaneengefchakeld plan van verbeetering , onder bijzondere hoofd-deelen, beezig zijn, öptegceven; verzoekende in tusfehen onze overige correspondenten daar toe, met ons, te willen medewerken , en het nodige te fuppediteeren. Indien wij ooit de critique omfhndigheid van de Compagnie hebben kunnen of moogen beklaagen,dan is het tegenwoordig, dooi' een fchreeuvvend geldgebrek , zo te Batavia, als in de ganfche Oost, en niet minder alhier, waar van geene voorbeelden in de boeken van de Compagnie, of in dé jaarboeken van de Republiek, te vinden zullen zijn : maar die ook den Baat van de O. I. maatfehappij deezer landen op' den oever van haar verderf nederftort, zo H. H. Mog., ja zo de bijzondere bondgenooten, niet, zo fpoedig als fufficient, mogelijk uit de rentelooze capitaalen van de generaliteit, al was het, voor deeze  ( 184 ) reis, nog maar met 14. miljoenen, de Compagnie bijfpringen, onder zodanige bepaalinge, dat het capitaal met de intresfen, uiterlijk binnen 14. jaaren, af.gelost wierden; gelijk wij daar toe, bij de ordinaire nommers, de middelen van redres aanbieden, en alleen bij deezen, aan alle de geïntresfeerdens, nogmaals verklaaren, dat, hoe fecreet ook het aannaderend verderf behandeld of gehouden word, de Compagnie , zonder eene fpoedige adfiftentie, gewis ten gronde gaat; en dat zij zich dus, hoe eer hoe liever, moeten vereenigen, om een publieke directie te verbeeteren, die, door een godloos verzuim en verkeerde ftaatkunde , alleen dienende, om de fchande van geld-negotiatien alhier, in vroeger tijd, voortekomen, cn de buitenfporige geld-verfpillingen ongemerkt te laaten, de Colonien gedurig van contanten en troupes heeft verftookeri, en nu, reddeloos, naar hulp van den Staat moet omzien : O fchreeuwende directie! geld-negotiatien! verkoopingen! waar zullen de redresfen van daan komen ? 6 mijn vaderland! . . . Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN» en alom by de meeste Boekverkoopers a if. 1'tuiv.  DE OOST- en WEST-INDISCHE POS T, Extra No. 2 r. O F AANHANG ZEÜ Tot de Ordinaire Nómmers. Fervolg van het Bataviaasch Dag-Registèr. Zie Noi 20. pag. 178. T -■ntusfchen had 't aanwerven van Inlandfche Zoldaaten eenen taamelijken voortgang, gelijk meede 'f, aanmaaken van aifuijr.cn, voor Casteels;'— Stads—Wallen , en buijten werken; Wegens 't heerfehend gebrek aan' völk, bragt nu de Heer Gouverneur Generaal, bij de Hoge Regeering , in deliberatie, of men niet wel in de noodfaakeiijkheijd was gebragt, om, met 'sCompagnies omme» flag, van 't Eiland öurust optebreéken, alwaar lig nog een taamelijk aantal Europeefche Timmerlieden, en andere volkeren, bevonden, dié Batavia eenigzints zouden kunnen verfterken. De meeste leedeti der Regeering. waaren voor de geproponeerde op^ braak, dog de Directeur Generaal Breton advifeerdë '4 dat men Onrust moest aanhouden, en met goe'del  ( 186 ) Batterijen verfterken. Een en andermaal wierd, naar derwaards, een Commislie belegd, aan welkers hoofd zig, den meesten tijd, Heeren Commislarisfen bevonden, en dus, in 't eerfte adfpcct, de Edele heer Smith, die altoos, forte et firmiter, (taande hield, dat Onrust moest gedemolieert en verhaten worden, tegens het feutimciu van de andere Commisfianten, die hij dan wel eens met zijne ongenade (*) Ik geloof, dat de heer Smith, als*bij ondervinding weetende, hoe kostbaar, en fchadelük de magazijnen aldaar voor de Compagnie waren, hier door alleen begreep, al dat fchadelijke, te demolieeren, en mogelijk de werven enz. daar bij * om den fmokkelhandel, en adfiftemie van de Engelfchen in het vervolg voortekomen; want ora een ganfeh eijland te demolieeren, was wat llerk tegen de natuur geprocedeerd: Terwij!, doof de afbraken van al den omflag op onrust, dat Eijland, tot een Lusthof of Landgoed , voor deezen of geenen grooten bouwzugtigen heer, zoude kunnen aangelegt, en daar en teegen nieuwe Magazynen , en werven, op Java, gebouwt wor den, alwaar het, door den tijd, minder embrasjvoor de Regeering zoude zijn, om de fmokkelaars optepasfen, of de amphioeH-lugt, nu en dan eens, na Batavia te doen overwaaijen, en Commisfien te zenden: en waar toe niets anders manqueert, als op die Refidentien deneeven, en nigten te plaatzen; die, doorgaans eerlijker, de Compagnie befteelen, ik wil zeggen behandelen, als andere verdienftelijke, of werkzame dienaaren: kunnende- dit een en ander bestbij de onkostreekeningen nagegaan worden.  ( i37,) dreijgde, onder verwijting, dat zij 'er niets van wisten, dat in Indië niet zelden een zekere toevlucht is, wanneer men gezach, maar geen vcrftand heeft, want de Heer Smith ook nimmer zoldaat, veel min Capitahi, of veldheer is geweest, maar wel een goed administrateur van Onrust, en gecommitteerde tot, en over zaaken van den jnlander, in welke posten hij ongemeen ervaren is geweest. — Maar ter zake, na dan lang, Pro en Contra, gedebatteerd te hebben, werd, met de meerderheid(*) befloten, om Onrust aan te houden, en merkelijk, met goede batterijen, te verfterken, ook van zwaar Canon , en eene bezetting van inlandfche Zoldaaten, te voorzien, van welk een en ander zijne Edelheijd Alting naderhand, bij geval, onder betuijging van zijn genoegen, zelv oculaire infpecKc genomen heeft, Intusfchen heeft de Compagnie, met het aanhouden van Onrust, ruijm een paar milliocncn Guldens uijtgewonnen, dat dies ommcflag, als M»leus, kraanen, pakhuijzen, Hoofden, woningen, en andere zaken, wel zal gekost hebben, ongerekcnt nog het gerief, dat zij daar door heeft blijven behouden , om de Schepen te vertimmeren, en te rcpareeren, dat alleen op Onrust gefchieden kan. (*) Gelukkige meerderheid , die coïdaatheid genoeg had, om, in het Huk; van Onrust, het algemeen begrip van 'sCompagnies intrest, ?en defenfic te volgen. Want zo onrust, door eene Contraire meerderheid, was afgekeurd, en gedemoliecrt, zouden wij opentlijk moeten zeggen, de Compagnie word venaaden, en yerkogt.  ( ï38 ) Even het zelve is het ook gelegen geweest met het onttakelen der Schepen, om dat ze, zo men dat noemde, in geen vijands handen zouden vallen, en men ook het volk daar vat. aan land kon nemen , om de Batterijen te verfterken, menende, het genoeg te zijn, wanneer men flegts eenigen van de besten aanhield, om van Java rijst te halen. Reeds in den bcginnt! was een, en ander lid der regeerde, van gevoelen, om eenige Schepen ten oorlog te erjuipeeren, al was het ook maar geweest, om wat' ontzach op de recde te houden. ' Men fprak 'er met den Gouverneur Generaal, in het particulier, over, dan zijne Edclheijd, cn ook andere Heeren, (*), alken voor het Defenjive zijnde, om, zeijden zij de mpcht bij een'te houden, kon men daar omtrent niets winnen. Den Commandeur, nu Schout bij Nacht Schrijver, wierd wel eens, discourfiïte, door den toenmaligcn Directeur Generaal Breton afgevraagd, hoe het, met de Schepen, en het zeevarend volk,gefchapenftond; en of men uijt dczclven niet wel eenigen ten oorlog (*) Men zoude haast zeggen., dat dit fijsthema volmaakt ftiookte, met dat van etc uitvoerende magt alhier, geduurende den oorlog,gehouden, cn waar door, buiten eene gelukkige fiag van Ooggersbank, ook volmaakt OnzeScheep,en zijn blijven leggen,en verrotten, of door in — en uitzeilen, of admiraaltje fpeelen; de Zeemacht vgn den Staat zorgvuldig eerst verwijdert, en, naderhand bij ifn gehouden is-r^".  zou kinnen cqnipecren, met wat verandering in de Schepen te maken — het antwoord was wat zou ,, daaraan mankeeren, nu hebben wij nog tamelijk volk, ,, en eer wij ze naar deHospitalen moetenzenden,zoude ,, daarmede gemakkelijk, met bijvoeging van eenige In„ landfche troupen , eenige Schepen kunnen bemand worden." Voorts wierd hem, door den Heer Breton, gevraagd, of hij den Gouverneur Generaal daar over nimmer een voorflag had gedaan, waar op hij ja antwoorde „ dog dat zijne Edelhcijd, zo het „ fcheen , daar niet voor was." Dan weijnige dagen daarna bragi egter dc Schout bij nacht Schrijver, den directeur Breton tijding,dog onder voorwaarde van geheimhouding, dat zijne Edelheijd3mogelijk nog dien dag, bij dc Regccring, zou proponeeren,om 7 Compagnies Schepen,ten Oorlog, uijt te rusten, cn dat hij Schoutbij nacht reeds eene notitie van de namen der Schepen hadovergegcevcn, verzoekende den Heer Breton, van het nu verder te helpen doordringen, om dat 5er tog wel Heeren van de Regeering zouden weezen, die 'er tegen zijn , quot Capita enim, tot Scnfus. Nauwelijks had zijne Edelheijd, aan de hoge tafel, dc propofitie gedaan , om 7 Schepen ten oorlog uijtterusten, en dat voorBel in omvrage gebracht, na het voordragen van eenige waarfchijnelijke redenen, ora door deeze gearmeerde Schepen zo wel de reede in ontzach te "kunnen houden, als, des noods, Onrust bij te ftaan, en de Schepen naar, en van Java te begeleiden, of de Regeering vond veel fmaak in dat X3  I ( I9=> ) voorBel, en flemde zeer gaarne in de toer Uiting van 7 Schepen ten Oorloge (*), onder voorwaarde nogtans van zommige leden, dat, als het vlootje gereed was. men het zelve niet van honk zoude zenden , maar op, en bij de Bataviafche Rheedc aanhouden, naar het voorftel van zijne Edelheijd. Deeze 7 Schepen wierden dan, met allen mogelijken fpoed, in gereedheijd gebracht, ook trad de hoge Regering, bij deeze gelegendheijd, tot eene promotie van zee Officieren , en Belde den Commandeur fchrijver tot Schout bij Nacht titulair aan, den vice — Commandeur Peufcns tot Commandeur, en eenige Schippers tot Capiteins ter Zee, zonder de daar toe Baande gagie, wordende de luijtenants ter Zee, tegen het gevoelen van eenige leden der hoge Regeeringe, geëxcufeerd, fchoon men naderhand tot de aanltel. ling van dezelven is overgegaan. Toen dit vlootje dan, voor een gedeelte, in gereedheijd was, Boeg de Heer Directeur Breton zijne Edelheijd voor, om 1 a 3 gearmeerde Schepen, in expeditie, naar Bancahoelo, te zenden, om dat Engelfche Comptoir, in rcprefaille van onze bezittingen op de Westkust, die zig aan den vijand hadden overgegeeven, te veroveren, en intenemen; dan de geintimideerde Gouverneur Generaal was daar (*) Gelukkige maar fchielijkebegripsverandering, ten voorbeeld «rekkende, hoe dat de Indifche Regeerings belliering aan oogenblikkelijko veranderingen van woorden, en daaden onderworpen is.  c 191) toe gantsch niet genegen, het zij uijt menschhevend; heijd, waar mede hij, altoos, veel opheeft, hetzij om andere redenen, die ik niet kan oplosfen: — ook zeiide hij, de Engelfchen hadden de bezettelingen van de Compagnie in Souratte, en Bengalen, zeer wel behandelt," en, nam men nu Bancahoclo weg, dan konden zij welligt wraak op dezelven nemen; — ó Icpidum Caont! wat dunkt u leezer! van zulk een Prai^ttismus !l ook voegde 'er zijne Edelheijd bij, dat men daar mede nu niets meer zoude winnen, maar veel eer, de gemoederen verbitteren.(*) H:er tegen hield men wederom Baande, dat de verovering van Bancahoelo noodzakelük was, al was het ook maar, om te tonen, dat wij niet Bil zaten, terwijl het eene fchande was, dat Bancahoelo, in de nabuurfchap van Batavia, en als ander haar Canon Plegen, ongeftoord bleef, daar dc Engelfche Poedel lagten, of liever Chialoupen, zig langs Bantam , tot m het gezigt der Batavifche Rheede, en verder, naar de Duijzend Eijlanden vertoont hadden. Het vervolg hierna. WAARSCHOUW ING, aan de O. en W. I. Compagnie. Indien de verdervelijke Machinntien haar oogmerk bereiken,gelijk men meent, dat de kaart reets doorgeftooken is, en den Oorlog, tusfehen Oostenrijk, en de Neederlanden, doorgaat; dan is het tijdftip gebooren, van een nieuw Sijsthema, dat fchaadehjk, en fchandelijk voor beide de natiën, zal, en kan uitloopen— Een derde partijfchap, onder de naam van Vrouwelijke Coalitie parthij, zal het politieke rad zijn, waar op men alles zoekt te draaijen. "V^Dat Bancahoelo niet door [de onzen is veroverd, maakt eene noodzakelijke verantwoording voor de indifche Reeeering, en Bewindhebbers kunnen daar uit beuuiten, of het befparen van Reprefailje daaromtrent, ook voor of nadeelig voor de Compagnie, zoude geweest 2ün- daarwij oordeelen, dat, door Bancahoeio wegteneemen' een der grootfte fmokkelplaatfen, tusfehen de Nederlanders, en Engelfchen, ontdekt, en geftoorthad, Xunnen wwdeu •—;  ( 193 ) Dan dc Regtvaerdigheid onzer zaak, en de Belchef-. ming van dien al regeerenden Koning, kan het verdrukte Neederland, ceven als door den Engelfchen Oorlog, ook nog beeter uitkomst geeven, en decleude van een Vrij volk, door het verderf te ontdekken, voor althoos beneemCn, indien men ftantvastig, en kloekmoedig, als waarc patriotten, den dood frotteert, en door menfehehjke middelen alomme de wapenen aangrijpt. — in —en uitwendig onze vijanden, en verraaders opzoekt ftraft ; en liever, al veg4 tendc.vrij (tervt, dan immer, onder de Keetens van eene Coalitie parthij, ontleend van het Engelsch Juk, als flaaven te lecven -— de tijd openbaart de verborgenthcid aller dingen. Maar om tot de zaak te koomen, deeze zelfde' op handen zijnde land Oorlog, moet de Bewindvoerders der Oosterfche, cn Westerfchemaatfchappijen op haar hoede doen zijn, inUiet uit, en thuijsbrengen van hunne Koopvaardijfcheepen; in het verkenen van Convooij, tegen Engelfche Kaapers, en Zeelchuijmcrs, in de Europifche, en Indifche Zeën > in het defenfive aau de Kusten, en eijlanden, die, onder pretext van Keijlërlijken, door huurlingen zouden kunnen verrast worden; en eindelijk in hef uitzenden, en voorzien van militaire, en arthilleristen, na de Colonien; waartoe tegenswoordig, door de groote defertie van de Duijtfche troupes, de alderfchoonBe gelegenheid, voor beide de maatfehappijen, voor handen is: terwijl zij in ftaat gefield zijnde, om Scheepen, en volk, na Oost, en West te verzenden, ook te gelijk ordres kunnen geeven, om de Keijzerlijke allen afbreuk toetebrengen, en hen op de kusten van Africa, ten minften,na de kant van Madagaskar, te vérhesfelen;|waar door de Maatfehappij, voor het belang van de Republiek, het huis van Oostenrijk een goede neep kan geeven: Daar het ook alleen van de activiteit, van de Republiek, zal afhangen, om de Oostenrijkfche Nederlanden, en voor al de Brabanders, van een geweldig Juk te verlosfen — zegt het voort. Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boe&Verkoopers k i{. ft*Hfc  D £- ÖOST- en WEST-INDISCHE POST» Extra No. 22. O F AANHANGZEL Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg van hei Bataviaasch Dag - Regis-tïri Zie Na. aï. pcig. 191; "W^ijders wierd, op de bekomene berichten vaii Bantam, dat de Engelfchen in Braat Sunda zouden zijn met 2 Schepen , welk getal naderhand tot 9 vergroot wierd, den Schout bij Nacht Schrijver,' onder eene alte naauwe inftructie , daar niets minder, dan zijn kop mede gemelleert was, met 3 fchepen en mindere vaartuijgen, naar het eijnde van ftraat Sunda, gezonden , en eenige maanden daar na , na zig eerst weder te Batavia van de nodige randzoenen voorzien te hebben , afgezonden naar Braat Malacca , welke, zoo wel als Braat Banca,1 &c'. onveijlig gehouden wierd, door den EngeUchcïï zee-fchüijmer Maclain - Intuefchen was al bevorens het comraandemeriS Y  ( 19* ) Padang , met 's Compagnies overige bezittingen op dé westkust van Sumatra , ook fcampong , Safiianca, aan de Engelfchen overgegaan, terwijl men daar van geen andere revenge 'neef;: laren oeèmen, ais de laastgemelde plaats fJLampong ,) met twee fchepen , cn eenige zogenaamde gearmeerde vaartuijgen, door den Koning van Bantam, te laten hernemen. Bij deeze gelegendheijd zond de Sabandhaar (*) Boesfes, nu Raad van Indien, ook een partij'Arak, en zuijker, naar Bantam, om door den gezaghebber aldaar, naar de post Anjer , te doen transporteeren, en die producten aldaar aan de, naar of van China, pasfeerende Dccnfchefcheepen van de hand te zetten ,tot merkelijk bezwaar van den inlander, die met dit transport belast wierd. Ondertusfchen was 't leger, uijt inlanders, tot op fiooo man aangegroeijd , het campeerde bij de veldfchans meester Cornelis , ruijm 2 uuren boven Batavia: —— uijt de Europeefche en inlandfche zoldaten wierden, aldaar, Artilleristen aangeleerdt. Op het, zoo menigwerf, herhaald verzoek , en voorftel van den Heer Directeur Generaal Breton aan zijne Edelheijd Alting, waar bij de Heer Raad ordinair Pelters nog de laaste maal prefent was , kwamen eijndelijk, over den landweg van Java , in (*) Al weeder een. bewijs van de fchadeüjkheid en gevaarlijkheid voor de Compagnie vaa de pos£ van ee» Sabandhaar te Batavia.  C 195 ) twee colonvnen (*) de Javafche hulptroepen valt den Soefoehoenang en den Sulthan ; — deeze wierden alie zeer wel gein quai tiert, in twee campementen boven dé post Rijswijk, bezcijdeil de weg van Tanna-abang , en van al het nodige voorzien s waar omtrent de Heer Raad ordinair Smith de zorge was aanbevolen , die in dien post ook niet weijnig gevigiieert heeft, zeik mt wagens toe, cn tot dcclicn van zijn caraeter, dat de Generaal Alting, hoefiordig anders 'r in de directie, fins, zo veele Jaar en, zij-n ingelopen, en die men , met alk magt, zal zeeken te fendeer en, en doen voortduuren,door kragtdadige en gepaste middelen, te keer te gian. Uw. Ed. hebt, onder anderen, Uwed. werk ook gefchiktvoor mishandeld wordende Dienaren van de Ö. I. Compagnie en hulpeloze Oolonisten, die daardoor, eindelijk, ene deure geopend vinden, om hunne, zo iang gefmoorde, billijke en rechtmatige klachten, ver* der het oog der Natie, te brengen. -— Mogt dit middel, voor hun, van die uitwerking weezen, dat zij, die, zo lang, de fchreeuwendde onrechtvaardigheeden, ftilzwijgende, goedgekeurd en gedoogd, ten minden, ingevolge hunnen plicht, niet teegen* gegaan hebben, door het publicq maaken dier fnoodheeden, waar van men nergens, dan in onze Colonien, dc nooit gehoorde en drocvigde voorbeelden ziet, en waar van het algemeen geroep, door allo mogelijke middelen, welke het Indifche despotismus, aan de hand heeftv kunnen geeven, tot heeden gefmoord is, eindelijk genoodzaakt wierden, om het gezag, het welk hun is toebetrouwd, daartoe te beftceden, om dc verdrukte onfchuld tebefchefmen , en, zonder aanzien van perfouen, of bijzondere betrekkingen , die wreedaards te ftraffen, welken, gerugi Z a  C 204 ) ftcund door die, van welke zij de macht yerkreegfen hebben, defeive niet gebruiken, dan om, met'ter zijde telling' van het belang der Maatfehappij, aaü hun toevertrouwd, hunne grootheid, op de onderdrukking hunner meede menfehen, te bouwen, en hun Fortuin, ten koste der Compagnie, te voltooijen. — Uvvcd. juiste en befcheidese aanmerkingen, onder anderen, omtrent het Plan, door de Heeren Gecommirteerdens van weegens de Staren van Holland en Westfriesland, tonen kiaar, dat die directie, zo hier, als daar te Lande, Uwed. niet onbekend is. —■ Schoon ik, in alles, met Uwed. niet inffemme; daar ik behore tot die, welken van oordeel zijn, dat alle ontwerpen, om de Compagnie voor haren totalen val te verhoeden, vrugreloos zullen zijn, zo lang de beftiering van de Compagnie hier te Lande niet verbeeterd, cn overgebracht worde in handen van zulke Lieden, welke, in fteede van door hunne bewindsbehbersplaatfen niet, dan hun pecimfc eel belang cn het fortuin hunner nabeffctanden en vrienden te buteer.n, kunde cn eerlijkheid genoeg bezitten, van, met ter zijde ftelling van hun particulier belang, in zo verre zulks met dat der Compagnie niet zoude zijn overcentebrengen , niet dan het algemeen Intrest der Maatfehappij voor te liaan, en te 'bevorde;en. — Uwed. heeft bereeds genoegzaam doen zien, dat dit, door mij gepofeerde, Uwed. niet onbekend is: doch mogelijk denkt gij, dat dit hulpmiddel te geweldig cn onuitvoerbaar is, mogelijk is het, helaas! niet dan al te waar, 't geen de onfterflelijke Raynal, van onze zo zeerfvernee-.  C 2°5 > ;._.de Natie fpreckcnde, zegt: que Pimpuisfance dè rèprimer le mal eft aujourdhui le partage des vaitSk queurs de Philippe. Doch dit zo zijnde, waar toe zuilen dan alle uwe voortellingen, alle uwe ontwerpen, hoe nuttig; alle uwe aanmerkingen, hoe gegrond die ook mogen zijn, dienen ? Ik ben niet van gevoelen, dat den vervallen ftaat der Compagnie, cnelijk, haren oorfprong, in de verkeerde en onkundige directie, federd veele Jaaren hier te Lande gehouden, haren oorfprong heeft; integendeel, de ondervinding van verfcheide Jaaren heeft mij doen zien , dat men in Indië geene middelen, die het eigen belang, aldaar kunnen dienen, onbeproefd laat, om de Compagnie, in den grond, tewerken. Doch aan wien is zulks, in de eerfte plaats, te attribuceren? zijn dé •handelingen der.Indifche Regecring, en hunne Creatuuren in Indië, aan Bewindhebberen onbekend? — ontbreekt het hun aar^genoegzaame magt, óm hun, die zo klaarblijkelijk, in alle hare handelingen, het Intrest van de Compagnie negligeeren, voorbeeidelijk' te Bralfen,en ; daar het hun aan eerlijkheid ontbreekt,' door vrees van ftraf, tot hunnen plicht tc houden?, immers neen. Zo men de Regeeringsposten niet en-' kef en alleen aan Lieden opdroeg, die, "t zij door importante giften, en gaven, eenige Jaren herhaalt, het zij door hun alsLeeden derRegcering tot het voorthelpen" van enige Losbandigen der Famillie, te verplichten, aan kundige en eerlijke Lieden op Batavia en de buiten Comptoiren wilde begeeven, zouden 'er zulke al daar .niet te vinden zijn? d.t zal niemand teegenZ3  C 206 ) fpreeken, maar neen, niet dan de eerfte ópperk'Mf* lieden in rang zijn cligibel tot llnaden van Indië; even als of dc bekwaamheeden cn kennis van Compagnies belangens alleen aan die Posten gehegt waren, daar men dikwils, ja meestentijds, daar meedc iemand vereerd, om hem, meteere, uit eene voordelige bediening te (lellen ,en dus plaats te laaten maaken voor een gunfteÜng of gerecommandeerde. Zó men tot Leeden der Indifche Regeering nog emploiëerde de opperkoopïïeden des Casteels, Gouverneurs en fecundens der buiten comptoiren, en Secretaris/en der Hage Regeering, die, ten minden, de waarfchijnelijkheid, van bekwaam te zijn, voor zich hebben, of andere mindere bedienden, die, door hunne verdienden, recommandabel zijn; doch laat men mij dén énig voorbeeld aantoonen, dat zodanig iemand, zonder Vadcrlandfche vrienden, of andere hulpmiddelen , van dat foort, als waar van een zeekere Secretaris van de weeskamer , voor eenige Jaaren, met goed fucces, heeft gebruik gemaakt, tot de waardigheid van Raad van Indië opgeklommen is. —■ Immers is 'er geen Lid der H. Regeering, of men weet, door wiens hulp en voorfpraak hij daar ingekomen is. Niemand maakt 'er aanfpraak op, of men weet bevorens, als men zijne Connexien in Europa kend, of hij reusfeeren zal, of niet. ■ Andere werd het, ongevraagd, aangeboden, en moeten het Jaarlijks affchrijven, om, door die nominatie, niet van hunne winst geevende possen verdoken te worden. — Heeft dit niet ten gevolge, dat 'er tans, in den  C 207 ) Raad van Indie, (*) geen een énigLid is, de Heer Falck uitgefloten, inwien men de bekwaamheeden aantreft, om het .Generalaat te kunnen bekleedcn? en is hier in niet te vinden de reede, waarom de teegenswoordige Gouverneur Generaal zo onvoorbeeldelijk despotiecq régeerd? — En hoe gaat het,met de begeeving van de Posten in den Raad van Juftitie ? een Collegie, dat, in Indie, van zo een uitgebreid nut konde zijn, indien de Leeden de Hoge Regeering tot de, prointe* rim , aanftelling van Advocaat en Water Fiscaal, bijna de enige expectance, die zij hebben, niet naar de Oogen moesten zien: —is het niet te over hekend, dat een bewindhebber, nu enige Jaaren geleeden,aan den Gouverneur Generaal Schreef, dat hij zijn Neev te onbekwaam oordeelde, om, als Onder Koopman, enigeavances te kunnen maaken, en hem dus maar voor Raad van Iuftiiie uitzond? — Hoe onverantwoordelijk bandelen Bewindhebbers niet , in de begeeving der onder koopmansplaatfen! nimmer word daarin aanmerking genomen, of de perfonen, die men daar meede begiftigd, de vereischtens, om in den dienst der Compagnie nuttig te konnen weezen, bezitten. —> (*) Hier zouden wb', cenigzints, van onzen brieffchrijver verfchillen, en menen, dat 'er nog wel bekwame Lieden, tot dien eminenten post, onder de Leden der hoge Regeering, kunnen gevonden worden, fchoon wij wel willen bekennen, dat het getal daar vaj» klein is.—— Ds Pwf,.  C 208 ) Ook zijn 'er geenen, die, in Indië gekomen, zig, in den dienst der Compagnie, zoeken bekwaam te maaken; dit reekenen zij onnodig. Zij blijven hupten emplooij (waartoe zulke Dienaren! > het effect van hunne rccommandatien afwachten, door dien hun bekend is, dat zij, op expresfe en JaarJijkfche herhaalde ordres van Bewindhebbcren, alle kundige, bekwame en eerlijke bediendens, welke die qualitek, door een aantal Jaaren, trouwen dienst, en appHcatje, wegens gebrek aan vrienden,nog niet magtig hebben kunnen worden, moeten voorgetrokken worden. Word dus, in de begeeving van de eerfte, tot de laatfte bedieningen in Indië, waar over nog vrij meerder gezegt zoude kunnen worden, door Bewindhebberen niet voorbedachtelijk het belang der Compagnie , 't geen zij gefwooren hebben te zullen voorftaan en bevorderen, aan het avancement hunner Familien en vrienden, opgeofferd? want dat zodanige handelwijzen noodwendig tot important nadeel der Compagnie moeten ftrekken, zal niemand, van gezonde hersfenen, kunnen in twijffel trekken, zelv zo het de bevinding maar niet te zeer bevestigde. Het overige in ons Volgende No. Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN, en alom b» de meeste Boekverkoopers a 1». ituiv.  D E ÖÖST- en WEST-X&DISCHË P ö S T* Ëxcra No. 24. O F AANHANGZÈL Tot de Ordinaire Nommers. 13 uiten eft behaiven , wanneer Bewindhebberen" öf, een eerlozen Bankroetier, of Verkwister, naar Indie zenden, en hem, aan den Gouverneur Generaal, aanfehrijven, als een Man, die ongelukkige in zijne Affaires, is gederangeerd, met verzoek , van hem s fpöedig , in ftaat tc (tellen, om, zijne fchulden, té kunnen bctaalcn, en rijk weder te doen retourneeren; zegt dan hun geweetcn, hun, niet , dat dit niet kan gefchieden, clan ten koste van de Compagnie, en dat, zo de Gouverneur Generaal^ hun daar in, tc wille is, wanneer hij, de Compagnie,' voor zich, en de zijnen, ook eens aanfpreekt, hij, ook, met recht, kan verwachten, dat die zelve Bewindhebbers, hun Credict, emploïceren zullen, om. dit ook te doen pasfeeren, mits hij niet te lompi te werk gaat, en het, onder fchoonfchijnandë voorwendfelen, gefchied? die complaifances moeten weA a  ( aio > derkerig zijn, want zonder dat, waartoe zoude een Gouverneur Generaal, de particuliere Revommakda* tie, refpecleeren, van Bewindhebbers, of, van den eerflóu Advocaat der Compagnie, de beste,, die te bekomen zijn , en die zelve, 'boeven die van den Opferbewindhebber, gefchat worden. — iTct is onnodig, hier van, meerder te zeggen; de noodlottige gevolgen, die, uit dit algemeen misbruik, voortvloeien, loopen te zeer in het oog. Hoe geduldig de Hollandfche Natie ook getoond heeft, te zijn , excelleeren, hier in, echter de Participanten, in de O. I. Compagnie, die, zo klaarblijkelijk, als den dag op den middag, zien, en reeds, zo 'jan*, geduldig, verdragen hebben, dat 'er, met hunne' bezittingen, zo godloos en onverantwoordelijk, gehandeld word. Want, daar de particulieren Handel , die men , tot merkelijk voordeel van de Compagnie, had kunnen doen dienen, federd verfcheide Jaaren, aan andere Natiën, cn voornamen dijk, aan de Engelfchen, is overgelaaten ; waar is nu, het middel voor zulken, welke, fchielijk,voortgeholpen moeten worden, om daar toe in ftaat te koomen ? Waar anders, dan in den boezem der Compagnie? Waar zijn de (*) IO Millioe- (*) Hier moeten wii, weder, eenigzints, van onzen ' brieffchrijver verfchillen ; - 1 wij geiovei, niet, (en , zo het ons voorkomt , op goede gronden,; dat de nagelaten boedel, Van wijlen zijn*  ( 2 i r ) aen, die dc Gouverneur Generaal van dér Part* heeft rragèlaaten, van gekörtien , cn dc zo kostbaare gefchenhen, die hij Jaarlijks , zo ten Move, als elders, heeft gedaan ; of is dcezen fcriat, enelijk, met de zo fchreeuwende Monopolie in de Rijst, overgegaard ? • Behoeft men , na dat alles , nog verwonderd te zijn, dat de Compagnie, in Indië, zo ftrafloos en openbaar, beftölen word? Zbüde dit niet, met vrugt, tegengegaan kunnen worden , indien Bewindhebbers , in het begecven der Bedieningen- van de Maatfehappij , volgens hunnen Eed en Plicht, enelijk, het behng der Compagnie, in het oog hielden ? — Wtófl'èer zij zelve 'er geen belang in hadden , dan zouden zij ook die hunner Dienaren, welke , dadelijke blijken van wandevoir, komen te geeven, exenrplairlijk , cn zonder Conniveritje', ftraffen, daar 'er nu^ altoos, redenen zijn, om den fchuldigen, veelal, hun cige Creatuur, die op hunne protectie fiëund, en zondigd, ftrafi loos tc houden, en, veelal, eenen onfchuldigen, die geene recommandatie, dan het betrachten van zijn plicht, voor zich heeft, voor den fchuldigen te doen boeten. Want hoe weinigen, in Indië', hebben geleegenheid en vermogens, om zich, ovcx Edelheid 'van der Tarra , zoo groot geweest is , fchoon wij niet willen tegenfpreken , dat bij meeï fchatten , dan anderen zijner Voorzaaten, heeft nagelaten. * De Pest. Aa 3  ( 212 3 de allerwillekeurigflie en , te meermaalen, onrechtvaardige behandeling^ die de Compagnie, fommigen lmrer Dienaaren, aldaar, doed ondervinden, Recht, te doen verfrhaffen? Wat is het, in den mond van Bewindhebberen , een armhartig argument , 't welk zij zich behoorden tc fchaamen, aan tc voeren , dat de Regeering, te Batavia ? de gebcurtcnisfön , cn ha are handelingen, bij hunne berichten , zodanig, weet tc verdraaijen, dat het IchadelijkBe daarvan, wanneer men het, v.'t hun fchrijven, moet bcoordcelen, allervoordceligst fc'iiyit te zijn. Dit kan, wel js waar, niet ontkend worden, men behoeft, op Batavia , maar dc Vaderlandfche brieven gecollationeerd, te Iicbbcn , om hier van volkomen overtuigd, tc zijn. Oadh , i.iarn veele Bewindhebbcren, Iaat den Advocaat d'.r Compagnie, niet v: orgeeven, dat hun de verreg-'.Mide, fcliandclijke, menees der Regccring , onbekend ziju. Zo zij eenige, dc minste, kunde, van den waren Brat der Compagnie, cn de manier, op welke de Directie,in Indi'è, zoude behoren tc geleideden , hebben; —. zo het hunne intentie \yaare, om, uit de verdraaide berichten,hetwaare, van het valfehe, te onderfcheiden, dan zouden die berichten zelve alken , daar toe, genoegzaam zijn. Want, Gehoon het hun, zeeker, aan gebrek, aan kunde, in verre de meeste zaaken, ontbreekt, zo moet men doch vertrouwt n, dat zich dat, tot alle onderwerpen, niet uitftrekt. De Hoogwijze AJvicfen van hun Orakel,  ( sb ) den Advocaat, zullen niet altoos rrris zijn, (khoon hij, wel is waar, (zal zijn Necv cn Vrienden, in, Indie, geholpen worden, en de Jaariijkfche gefehenken niet ophouden,) aan veele zaaken, die , bij Bewindhebberen, al in 't oog lopen , ook een goede plooij - moet geeven, Zo lang hij het nog , daar heenen, dirigeeren kan, dat het, bij een tc kennengceving van ferieus ongenoegen, blijft, (cn daar blijft het ook altoos bij ; tot verantwoording iteh len, zoude te hard gehandeld weezen,) Zullen, dc Batavjafche Vrienden, die met dat, telkens herhaald ongenoegen, hoe ferieus het ook moge zijn, fpotten, op hun beurt ,,hun fcricufcr ongenoegen niet betooncn, met de gerecommandeerde Vrienden, die gezonden zijn, om hunne gederangeerde affaires, ten kosten der Compagnie, te herf:'ellen, daar geen gclccgenhcid toe tc geeven. Waar moet men de recdc zoeken, dat men tans, in het pnbliccj , (: ik beroep mij op allen , die van Batavia zijn te rug gekomen;) durvt zeggen: V is niet aan geleegen , Bewindhebberen wecten 'er doch niet van ; —• de Compagnie moet doch , naar j, j) ; cn dat de zulken, daar cn boven niet onduidelijk, te kennen gecven , dat zij, wat zij, ook doen, in 't Vaderland, middelen aan de hand hebben, die hun, van impuniteit, verzekeren. Ik zoude, vreesde ik niet, dat men zoude oordeden , dat drift, partijdigheid, of mogelijk wel, wraakzugt, mijne pen, beBierde, veel meer, dien aangaande , kunnen zeggen. Bi zoude Leeden Aa 3  C 214 ) der Regeering kunnen noemen , welke , om hunne » gedwonge corrVerfatie te ègaïeeren en quafi geësi tighcid en kunde, van zaaken, te toonen, pnblicq met fommigc aanfehrijveris en fèhrobbeerings., (zo zij het noemen,) van Bewindhebbers, fpottén, cn hunne misflagen, verkeerde en onkundige directie a aan het aandachtig, toeluistrend, gezelfchap, betogen. — He zoude , uit recente gevallen, middagklaar , kunnen aanwijzen , dat de beveelen, van Bewindhebbers , in Indië, niet bedektelijk , (dit «ordeeld mcu bijna , nu men denkt eu zegt, dat het, met de Compagnie , op 't laatst gaat, niet meer nodig,) maar, zonder bewimpelingen , direct teegengegaan, cn dus feefpot cn veracht worden. Geeft dit. Mijnheer: (dit vraage ik u, en laate het, aan het oordeel van een ijder over;) geeft dit geen gegrond vermoeden, dat zij, die dusdanig zig, in woorden en daaden , tegen de gehoorzaamheid en het refpect, aan hunne Committenten verfchuldigd, en tegens hunne duur gefivoore en herhaalde Eeden , durven fpreeken en handelen , middelen weeten , en in het werk Bellen , om , ongeltraft, de dierbaare belangens en wcivaard der Compagnie , aan het eigen belang van hun, en hunne aanhangelingen , op 't fchandelijkst , op te oiferen ? Neen, Mijnheer! alle uwe kundige ontwerpen, die doch verworpen zullen worden , alle uwe gegronde en onzijdige reraarques , alle Plans van ménage , zullen niets uitwerken , zo lang het bc-  ftier der Compagnie , hier te Lande, en in Indit% in die handen gelaten word , die den teegenswoordigen, bijna hulpelozen, toeftand, veroorzaakt hebben. Wel is waar, het is evident, dat de Compagnie , door den laatften oorlog, importante fchadens geleeden heeft, die den ftaat, waar in zij tans is , verhaast, doch niet veroorzaakt hebben. Doch waar aan is het te attribueeren , dat men , niettcgenftaande de zo nadruklijk , bij alle brieven der Indifche Regeering, aangedrongenc en verzogte , zo. hoognodige, vermeerdering van Militairen en Zeevarenden, deeze presfahte verzoc- 1 ken heeft in den wind geflagen , en dus geheel Indië, ten eenemaale, daarvan heeft ontbloot gclaten ? Bewindhebbers zullen zeggen, dat zij elles in het werk gefield heihen , om Volk naar Indië te verzenden. Doch wanneer ? toen , toen 'er om gevraagd is , of toeh het te laat was , in een tijd , dat alle Mogendheden , toen den Staat zich begon te wapenen , en niet, toen 'er zodanig een overvloed vaa Volk was, dat men het befluit nam , om geene Soldaaten aan te neemen, dan die zeekere Lengte bezaten , en die bij Bcwindhebbcren , die de aanneeming deeden , zoo zij daar aan ■manqueerden, wierden weggezonden. Riep men in Indië dan om lange Soldaaten ? — heeft men daar de Militie , om te laaten paradeeren ? — neen j men fchreef en herhaalde bij ijdere brief: " dat " men door de fterftens, zo op de fcheepen , op " de uitreize, als te Batavia, daar, en op alle de  * buiten Comptoireii, zodanig, van Volk, ontbloot! "was, dat men alle de geweldenarijen, door de " Bediendens der Engelfche Compagnie , bij alle " geleegenheden, herhaald, met geduld inocst vcv" dragen, zonder 'er zich tegen te durven verzet- " ten ; ■ dat men , bij eene rupture, met de " Kroon van Engeland, de importantie phatfen , " niet zoude kunnen befchennen; — dat intüsfchen, " door die gedwongene toelatingen aan de Eng&l." fchen, den handel van de Compagnie, het groot- " 11e nadeel wierd toegebracht", enz. Dat hier de brieven , voornamentlijk federd 8 a 10 Jaaren, uit Indië gefchrceven, getuigen! Het iverige in ons Volgende No; Ter Plaatsvulling. Hoe zeer wij de O. I. Compagnie bcklaagcn , over het noodlottig verlies van rijkgeladen Retourfcheepen, begrijpen wij egter , dat het verongelukken van het Chinaasfchip Breslau, en het gevaar j waar aan de andere t'huisgekomen fcheepen zijn blootgcfteld geweest, alleen veroorzaakt is, door de laate depêche dier bodems van de Kaap, waaraan Bewindslieden, zeer veel, gelegen legt, om, doordat onderzoek, nieuwe ordres te verkenen , om de fcheepen aldaar, niet lang op te houden. Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boe&veikoopers a ij. liuiv.-  D E OOST- en WEST-INDISCHE POS T> Ëstra No. 25. o f A A N H A N G Z E L Tb* & Ordinaire Nommersi W at is Jan ac oorzaak, dat, te dier tijd, toen mèa 'er iri ftaat toe was, aait die presfante verzoeken, niet is voldaan? dat men tcevens, van hier, niet gezórgt heeft, (dewijl men zag, dat men 'er,in Indie4 onverfclullig omtrent was,) dat, daar Batavia zo on-re-ond is, dat aldaar dc weinige Maniehappen , die per no- aangebracht worden, binnen een korten %d, nog°ftcrven, of die weinige, die nog in 't keven blijven, door zwakheid en magteloosheid., buiten; ftaat zijn, om behoorlijken dienst tc doen; — ofc de Posten , die 'er zijn, niet verplaatst, en daar wel gehandeld wierden; van waar men de felve altoos, daar het de nood vereischte, zoude hebben kunnen transpottcereu, waar toe, hier voor, bcwimpehhgen %zoL of getracht, die te wecderleggeni waarom zouden wij, in deezen tijd, dat onze z, gruwzaé, unshanderde, Natie, op 't geluid der keetenen, w U Bb  ( *i8 ) ks mcr] iiaar wiide doen draagen, Neerlands God zy daar voor gedankt! eindelijk is ontwaakt; waarom zoirden wij , onze vrije Landsgenooten, nu niet-toeroepen? „ liet is dezelve gevloekte verdervenu de hand, die zo klaar getoond heeft, dan eigene „ vues, de welvaard onzer Natie, fecderd een reeks „ van zo Veele Jaaren , in Europa, op te offeren, „ die, door eene, in allen deele, zo noodlottige in „ fluentic, op het bellier der Compagnie, enelijk de „ oorzaak kan genoemd worden, dat de, met zo „ veele kosten verkreegene , voorregten der Com 3, pagnie, op veele plaatfe'n, en voornamentlijk om „ de west, van Indië, door onze, zogenaamde, Nau tuurlijkc Rondgenootcn , van tijd tot tijd, zoftraf„ loos, zijn afgeperst, cn, in deezen Oorlog, die „ men, zo lang te voren, heeft kunnen voorzien, alk onze bezittingen, in eenen voltrekt onweerbaaren „ Baat, ten prooij der Kngelfchcn, zijn overgelaten."— Kan 'er aan gcrwljirlkl worden, dat, zonder den dapperen, cn vooral volftandigen, de Suffren, de Caap de Goede Hoop, Batavia, en gevolglijk alle ónze Cömptoiren in Indië, zouden veriooren zijn geweest. Hebben Bewindhebbers, niet fehandelijk, verzuimt, naar Batavia, ten fpoedigften,- detijdin°- ■ van den Oorlog, te zenden? cn heeft daar door dé meerderheid Van den Jndifchen Raad geen praetext «rehad, om Gordon weeder te laaten vertrekken, en zo men zijn relaas, in de Bengaalfche Courant, gemeert gemaakt, geloovcn mag, (waarvoor alle reedenen  ( 219 ) zijn,) hem zijne vrijheid, voou. (*) roooo. Ropijs n , te doen kopen? hebben wij ra;i dat fchelmftuk, daa* zelf geen fchoonfchijncndc, of w.iaifchijnelijke praeicxten, voor te vinden zijn, niet te wijten, dat wij een importanten buit hebben gemist, onze Comptoiren op de west- kust zijn genomen, en V\v>.\'SG.gedctnoli'êerd is? verfcheide maanden, pn dat men de-tijding van den Oorlog, door gantsch Indië, bereeds vernomen had, kwam er eindelijk een bvicv van ~Rtcwindhebbers, welke de Regeering kennis gavendat „ de Staat, met Engeland, in Oorlog was, *- dat „ zij, tct hun uitterfte lecdweezen, voor als nog, „ den bcnodigden ondciftand, niet konden zenden, „ maar dat zij hun Gode aanbevolen lieten! -—— van welk effect deefe anubcveelinggeweestgoude zijn zoude de ondervinding hebben geleerd, indien de Engelfchen, met dc helft van dc macht, die zij in Indië gehad hebben, hun, voor Bvtavith, hadden vertoond; — dit weeten zij, die , te dier tijd, zich aldaar bevonden hebbeu , die niet kunnen verblind cn misleid zijn door de befchrijving, cu optelling, van zo veele duizendeMannen,Landtroupen Geprest ie volontairen , waar van in de Couranten, met zo veel ophef, gewag is gemaakt. ■ Van de Vrij- (*) Onze leezers gelieven hier No. i&. van deeze Extra-Post natezien, daar het geval van GqeiWj} omftandig verhaalt is. \,v De Post.  ( 220 ) eorpfen, van de Heeren fchultz en fniith, waarmecde men op Batavia, geipot heeft; Waarvan men zelf ovcnuigd, en bcdugt geweest is, als zijnde hiev in . door de ondervinding, geleerd, dat, bij ene geregelde attacque, die lafhartige, maar niet minder Verraderlijke, hoopen, in Beede van, tot befcherming onzer bezittingen, te dienen, onze binnenwaardsge^ ïeegene, aan hunne roofzugt, zouden opgeofferd, hebben, waarom ook een ijder zijne kostbaarlte goederen binnen de Stad transporteerde. En wat men , van de toenmalige directie, te wachten had, is onder anderen, genoeg gebleekcn in het voorgevallene, met 't fchip dc Mercuur, (het geen ook wel zal verantwoord zijn ) en de bcfluitcloosheid, Confulïe cn vcikeerdedirectie,diedaaromtrend hccftplaatsgehad;- een geval, in het midden van den Oorlog, gebeurd, toen men de Engelfchen, aldaar, dagelijks was verwachtende. ■—— Het is dus, volgens mijn gevoelen, het welk het Sentiment is, van allen die, op Batavia, inzien van zaaken hebben, dat, zo lange het bewind hier te Lande niet ten cncmale veranderd, en de nadeelige influentie van den Qpperbewindhebber niet geweerd word, rille ontwerpen van redres, welke met het eigenbelang derRcgecringteBatavia niet overeen zullen komen; (en hoe moeilijk, ja onmogelijk is het die overeen te bren • gen) onder verfcheiden pnetexten, waarin zij verwonderlijk vindingrijk zijn , zullen gedwarsboomd cn fllufoir vvotden gemaakt ; — 't welk ftraffeloos zal werden gedoogd, zo lange de Conuexien, die 'er  ( 221 ) tusfehen Bewindhebberen en den alvermogenden Advocaat , en de Regeering te Batavia zijn, zullen fubfifteeren. Den Baat der Compagnie zal intusfehen, meer en meer, veragteren en onherftelbaar geworden zijn. Dan mogelijk zal men gehoor willen geeven, aan belangeloze raadgcevingen , welke, nu met vc?fmaa. ding, van de hand geweezen worden. Men zal, zo als men nu bereids tracht tc doen , den val dei; Compagnie, aan accidenteele gebeurtcnisfen, wijten, en dc Dcelgenooten, dc bewooners onzer Colonien, ja de Republicq zelve, zullen de ongelukkige flachtoffers zijn, van den val eener Maatfehappij , die het eigenbelang , de onkunde en .moedwillige verwaarloozing , ten gronde zal hebben doen gaan. ' Oordecld Uw Ed., deeze mijne bedenkingen, een plaats in Uw Ed. Weekblad te verdienen , het zal mij aanfporen , om, in het vervolg, eenige andere onderwerpen, de Compagnie betreffende, meer opzettelijk te verhandelen, en Uw Ed. te doen toekomcn, Ee Posten, door mij, in Indië, bekleed, .bencevens eenige bijzondere betrekkingen met Lecdcn van kunde aldaar, etf hunne, als nog aanhoudende, Corrcfpondentie, zullen mij in Baat Bellen, Uw Ed. zodanige waare cn zeekere berichten, omtrent het aldaar voorgevallene, te bededen, als waar van Uw. Ed. zich, tot heeden toe, heb bediend. Mijne bedoeling, in deezen, iseenelijk geweest, te doen zien , dat de tegenwerping, wélke de Voor/ Bb 3  C 222 ) ftanders van de tegenswoordige BeBierders der Compagnie menen, zo voldoende te zijn, om alle voorflagen, tot verbeetering, te èludeeren', en hier in beBaat: dat, wat men ook ten deezen opzichten , hier te Lande, zoude willen voor/lellen, ja zelvs de Regeering te Batavia gelasten , door dezelve niet gehoorzaamd en, hij aanhoudendheid, onder verfcheU de pretexten, tegengegaan zoude worden; — van alle fchijn van grond ontbloot is, ten minsten, zo deeze, mijne Hellingen waar zijn. Dat Bewindhebberen de macht hebben, om zodanige ordres, aan de Regeering te Batavia, te geeven , als zij vermeenen, ten beste der Maatfehappij te zijn. Dat deeze ordres niet geëxecuteerd wordende, zij daar voor den Gouverneur Generaal, (pedaal , eu de Hoge Regeering, in 't generaal, kunnen verant, woordelijk Bellen , en cxemplairc ftraf doen erlangen , na verdienste, het gewicht en de gevolgen hunner ongehoorzaamheid. En gevolge, lijk: Dat, daar dit niet gefchied, en de bcveclcn van Bewindhebberen, (die, wel is waar, niet zeiden , door gebrek aan kennis, tegenftrijdig aan het bedoelde oogmerk zijn ) Zo zelden gehoorzaamd en veelal, niet dan in fchijn, ter executie gelegd, en dus, ineffeéte, illufoir werden gemaakt; (blijkens het zo menigmaalen , ja ik dtirv zeggen, bijkans bij ijderen brief gedeclareerd ferieus ongenoegen,) deeze ftraflooslaating een ijder recht geeft tot verregaande  C 223 ) eri zeer waartchijnelijke onderftellingen , ten nadeele van Bewindhebberen ; en dus ook tot deeze fuftenue, dat Bewindhebberen, wel degelijk en inde eerste plaats, aanfpreekelijk en verantwoordelijk zijn, voor alle de importante fchaadens en nadeelen, welke de Compagnie, door hare Dienaren in Indië, onophoudelijk werden toegebracht , zonder hun quafi te kunnen behelpen , met eene te leurftelImg hunner pogingen , door hunne Bedienden aldaar. Ik ben Uw Ed. Dienaar. onder de Spreuk Patria fumus igne alienö lucultntior est Amsterdam den 10 September 1784. P. S. Deeze brief, die reeds lange in gereedheid is geweest, is, door tusfehen gekomene omftandigheeden, tot heeden opgehouden.  Berïgt aan de Correfpondenien', Aan den inhoud van de brief wmPhilantropos, twijffelen wij geenzirits, of zal waarheid zifn, maar zijn Ed. boude ons ten goede, dat wij daar in, zo veel mogelijk, eenige verandering maaken, om alle het hatelijke, en perlbnneclc, volkomen tc vermeiden. • Onze fukkelende Oost-Indies-vaar, wenfehen wij rteer kragtèn, als Rijkdommen toe, gelijk wij de Oo«fIndifche Compagnie, dit reeds lang tocgewenscht hebben, maar nog geen beeterfchap aan bevinden. Dien verdienstelijken Bewindsman^ die met een eerlijk 'hart, voorneemens fcheint tc zijn, om de directie van de Compagnie, — in — en uitwendig te fuijveren , en zo veel mogelijk, van alle gebreeken tc herBellen , wenfehen wij Jobs geduld, en leidzaamheid toe, om dat hij zonder dat, wel ligt de zaaken aan de meerderheid, zal moeten overlaatcn. En onze kundige Beoordeeldcr, te AmBerdam, mag ons van misflagen verdenken, of ons tijdfchrift houden, voor meer wraakzugtig, als onpartijdig, — wij ftooren ons nog, aan geleerde, of ongeleerde Narren , die mogelijk, alleen door hun perfonneel Crediet, het Credietvan de ganfche Maatfehappij, willen onderBeun én,- en nféf' d enken, dat het gemaklijker valt, te zeggen, men {laat de hal mts , als, men treft de bal beeter, — a Gouverno. Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Bbeltverkoop»rs a ij; ltuiv.  D E OOSt- en WEST-IÜDlSdHË POST* Extra No. 2Ö. O F AAN HA N G Z Ë L Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg van het Bataviaafch Dagregtjïer* Zie No. 2». Pag. 200. X3éeze 8000 Man, zogenaamde Land - Militie, wierden dan ook, zeer i'raaij, by de Refolutien bekent gefteld, met eene vertoning, die in het Vaderland wonderen zal Voorfpeld hebben dan deeze Refolutien heeft de Generaal Alting nimmer ter hooge tafel durven produceer en, om ze te doen refumeeren, cn approbeeren, zo dikwils de D>ecteur Breton daar bij prefent was, dog heeft daar toe de kans waargenomen , op een tijd, toen de Heer Breton zig, voor eene enkele reis, moest excufeeren , en abfetiteeren van de Vergadering, door indispofi'tie. . ^ Onder deeze meergemelde Land-Troupen riu, behoorden de Lyfcompaguiün van den Heer Gouverneur Generaal, die van den Heer Smithi Mevrouw' C e  ( È2Ö ) v*n der Parra , of liever haren Zoon, ert hier over was ffe fleer Sthith Chef, en van der Parra, Capitain, met eene Acte van den Heer Gouverneur Genera;!, dien bij egter aan zijn Schoonvader Breton nimmer heeft durven vertoonen, zekerlijk op aanrading van zijn zogenaamde .Broeder Smith, of mogelijk wel zelfs van den Generaal, om dat die wel bewust was, dat hij priva auctoritate, en buijteu voorkennisfe van de Regering niet gequalificeert was (tf), diergelijke Acte te pasfeeren. Bij deeze Lijfcompagnien kwamen, van tijd tot tijd, nogverfclieide anderen van zommigen, die ook daar mede den gebraden haan wilden uijthangen , waar onder dc winderige Heeren Severin, en Suhultz inzonderheid' wilden uijtmunten» Deeze Compagnien nu wierden in den beginne, ■m]t privé beurfe betaald, dit heette Patriottifch, dan •dcezen last, daar men eerst zo veel mede op had (zig verbeeldende, met die macht den Engelfchen wederftand te zullen kunnen bieden) deezen last, herzeg ik, wierd wel ras al te drukkende, waarom -inen uijtwerkte, dat de zogenaamde Lijfcompagnien, onder dc Land-Militie , geincorporeert■ wierden (3), (et) Zulke Refolutien , flappen , en eigendunkelijk ge. zag, moest rigoreus door de Kamer van i^en beltraft worden. (b) Dit is de ordinaire benaaming onder den algemeene Inlander daar, en die in dat begrip, niet ten onregten aanmerkt, dat hetgeen wonder is, dat Jan Compagnie  C 227 ) ten kojie van Jan Compagnie al als reeds aangehnalt is . om voor den i$m Smith tot een fpeelpopje tc vericnanen, u als vier of, op zijn hoogst, vijf fcheepen ten Oorlog kunnen Equipeereh, weegens gebrek aan Europeezen; de overige waaren maar ten halve in gereedheid , en wierden voor brandwagtcn gebruikt, die zeeker noodzaaklijk waaren , en van de Wal met de weinige Marines en Ambagts gezellen konden vcrfterkt worden. Dan dit alles was egter wel verre af, vau genoeg te zijn, om eenen magtigen Vijand , waar voor men de Engelfche hield , te keer te gaan. Om nu hier in alle moogelijke voorzorge te gebruiken , deed de toenmaaligen Directeur Generaal Breton bij gefchrifte een voorftel, om ten minden een Getal van 1400, a iöoo man (ƒ) uit de Oos- (f) Uijt de Oofierfche Provinciën enz. ik wil we! bekennen, dar. 't lïgteri van Troupen uijt de Ooïterfche Provinciën eenige reflectie mcriteerd. - Dan , dkaj de Compagnie onvermogende is, om, aan alle oorden van haare befittingen, eene genoegfaame Land-en Zee Macht te kunnen hebben, maar altoos is genoodzaakt geweest, om Troupen uijt die Gouvernementen te lichten, die 'c minst voor vijands aanvallen te vreefen hadden, om daar meede andere, die als 't naast aan de beurt laagen, en aangevallen te worden, te verfterken zoo fchijnt 'er ook in dat voorftel, om Troupen uit de Oofterfchc Provinciën teligten, geen de rainlie zwaarigheid evertebliiven ; en dat nog wel voornamentlijk om deeze volgende reedenen — voor r. Omdat Batavia , als de Hoofdplaats van gsnfch Neederlands Indie , voor alle andere conquejlen moet bewaard, en in eenen formidabelen ftaat van defenjie gehouden worden, om, uijt haaren boeïem alle andere buijteij comptoiren te kunnen voorfien en asfifteeren. en 2. Omdat de Oofterfcbe Provinciën, op zig zelve, met haare ordinaireGuarnijoenen, niet in ftaat zijn, oin. een wel gearmeerde Engelfche Vloot, van 5 a 6 Schee, pen, het hoofd te kunnen bieden, en bij de overgaave, of Capitulatie, alles-,Krijgsgevangenen zijn en verfonden word: waar door 't verlies zoo veel te grooter als anders zou weefen — ten 3, Omdat de Engelfchen, de handen om de West van Indie vol hebbende, de Oofterfcbe Provinciën wel met vreede zullen laaten : waarom ook de ligting der Troupen de Gouvernementen geen nadeel kan toebrengen — ja maar gefteld eens, in de  C 231 ) lerfche Provinciën te Iigten en herfraards te doen komen , en voegde men deeze bij 1000 Bougineel'en die men , op zijn minst , van den Bonifchen Vorst nad kunnen en moeten vraagen , ik twijfel geen oogenbhk, of men had, daar rneede , en de -macht, die men reeds hier aan handen had , niet alleen Batavia , teegen den vijand kunnen verdedigen , maar ook ■ bij ruime handen, Ceylon adfistee) en , en Malacca , dat onbetaalbaar conquest , en 'c geen men als eene barrierre voor Batavia kan aanmerken , in Baat van tegenweer Bellen ,- terwijl men nu door een verzuim van dit alles heeft moeten dulden (hoe verre gaat onze vernedering niet ?) dat eene Engelfche Lorrendraaijer , zig wat ter Kaap geëquipeert hebbende , de ganfche Braat van Mallaca, en Banca, eenige tijd, onveilig heeft gehouden , tot geen gering nadeel der Iuwoonderen van Java, en de Bataviaafche Colonie. Nu is 't eindelijk zoo ver gekoomen , dat men de Koning van Johor den Oorlog heef gedcclarecrt: drie Compagnies Oorlogs-Scheepen zijn naar dei^ waarts gezonden, Nota Bene, zoo maar op goed geloof weg , zonder een Eminent, of gezagvoerend Hoofd, en zonder eene genoegzaame macht, om dien Vorst te beoorloogen. •De tijd , cn uitkomst zal ons moeten leeren, hoe deeze, zoo kwalijk ingerigte expeditie , zal afloopen: in 't laast van 't jaar 1783 , had men nog niets zekers daar van vernoomen , maar wel was de tieurige maare te Batavia aangebracht , dat de barcq de Conftantia , cn dc Pantjalling de fnuffelaar, door onze Vijanden, de Johoreefen genoomen zijn; zij waaren belaaden mtt contanten, randfoenen, zijl en touw-werken, voor de Oorlogfchee- 4 gedeelte van Neerlandfch - Zeemagt diend tot verBerking en verdeediging, van de daalcnde grootheid der O. en W. I. Compagnie in derzelver Colonien een ander gedeelte moet op kruijgstogten alleen tot waarborgen teegen Reovers, en onverwagte aanvallen verftrekken, en daar men, van tijd tot tijd, door onbegrijpelijke toevallen, eenige beste Faderlandfche Oorlog fcheepen ziet vergaan, zonder dat er bij tijds, nieuwe, of andere, in de plaats komen, wat zal dan de Zeemagt zijn, die de Havens, en de Rivieren van deezen Staat zal befchermen, en beveiligen ? —- Of hoe, en wanneer, zullen de uitgeputte Admiraliteiten, dit verval voorkomen, of in tijd van nood door fpoedige,m verdubbelde magt, het Vaderland bijfpringen ? Driewerv ongelukkige Oofterfcbe , en Wefterfche Maatfehappij en, indien gij zorgloos voortgaat in uwe diep vervallcne directie, zo zullen uwe Nabuuren, en uwe Vrienden zelv, uw moeten beklagen, en zien ontzetten van dat geene, het welk gij zo fchuldig, als noodwendig verwaarloost heb; en daarom heeden 13 nog de tijd, en het Jaar van 1785 zal mogelijk uw Lot voor altoos beflisfen; cordaate, en eerlijke Bewindslieden , ijverige , en bequaame Hoofdparticipanten, en geintresfeerde Participanten, en wettige deelhebbers van de Actiën op die Maatfehappij moeten zich hoe eer zoo liever , en zo veel doenlijk met elkander vereenigen, en een algemeen Redres , zo hier, als daar te Lande begeeren, of alles gaat verlooren, D d 3  ( 238 ) Zie daar dc donkerheid, van Neerlands uitwendige Vrijheid ! Wat nu uwe Borgerlijke Vrijheid aangaat, is elk Vaderlander van zelv bewust. Waar is, totnogtoe, die geëerbiedigde Majesteit Des Volks, die de fundamenten, moeften zijn van een waar Gemeenebest? — is het niet: meer gedwongen, als vrijwillig, dat men de fiem van het Volk aanneemt en erkent? Waar zijn de afdoenin¬ gen van de billijke Bezwaaren welke de Natie al gedurig voorftelt? Welke zijn de Voorrechten, en Privilegiën, die men aan de Borgers en Inwoonden van Neerland, op hunne eerlijke, en cordate Reclame, tot heedcn toe, wcdergegeeven, of toegekent heeft? Verontwaardiging. Boot de deur toe, cn DE OPPERMAGT VAN HET VOLK, fcheind eene niets beduidende zaak in Neerland te zijn. ■ En waar toe dan de Borgerlijke Vrijheid ? ■ De Wetgeevende Magt. ontleend van het ganfche Volk, blijft nog onmagtig, om de uitvoerende magt tot eene behoorlijke gehoorzaamheid, en onderwerping te brengen ? — lafe Meesters , laffe Bewindslieden, fpeelen den rol van afhangkelijkbeid en vreeze voor hunne eige Dienaars. — Lee* den van de Wetgeevende Magt, zijn Slaaven, van de uitvoerende Magt , en Dwingelanden in het algemeen: Eigenbelang — en Willekeur, vermeerd Tweedagt, en Partijschap in het midden, terwijl, door listen en laagen, die al VERDERVEN-  (^9 ) DE HAND, in het donkere, woeld, om den Voorspoed, en den Zeegen, van het LIEVE VADERLAND voor eeuwig af te knotten: Intusfchen, voeld de Throon der Alleenheersching de fchokken tot het naderend verval van zijhc HeerschpppiJ , maar blijvt, al waggelend ftaan, om, door zijnen vreezelijkeh val, was het mogelijk, het ganfeh gebouw te verpletteren: Terwijl gelijktijdig de Geest van Aristocratie aangeblaazen, en aangevoed word, öm den Heerschzugt te vervangen , en nieuwe boeijens Voor den Vrije Nederlander te . fmeeden! Wat zal dus den uitkomst zijn, van dit gefolterd Vaderland —of eene Vernieuwde en Bevestigde AlleenheeRsching — of eene verdeeling van Willekeurige Meesters of eené tomëlooze Regeering in ons midden! . Zie daar de donkerheid van Neerlands Inwendige Vrijheid! Edog , Vaderlanders ! het zijn befpiegelingeii niet om u moedeloos, of woedend te maken, maar om u aantefpoqren, het begonnen werk niet te ftaaken — door fchoonfehijnende beloftens, zig niet in Baap te laaten wiegen — of door vrees en bedreiginge tc laaten affchrikken: Neen — dit Schilderij diend tot een waarborg voor Neerland met het begin, en tot den afloop van het Jaar 1785.- ■ Een Jaar, tot eene. volBrekte voleindiging van het groot* werk; namentlijk de verdeediging van uwe uiten itiwendige Vrijheid, de herflelling van uwé Regtem, esPaiVTLÉGfèV • en de beveftigirig vaU  ( 240 ) eene Regeerino , meest overeenkomftig met di waardigheid van. dit Vrije Volk. Dit zij mijnen wenfch, en uwe vervulling! EENDRACHT zij onze Banier, en de gewapende vuist onzer Borgers, en Helden, zij den But, en Beun van onze Vrijheid en Godtsdienst : Terwijl de Viijheid van de drukpers , door ijverige en bekwaame pennen gefterkt, ens, en onze nakomelingen moge toebrengen, die kennisfe, die alle de Leeden van ons dierbaar Vaderland, en van onze Colonien , in Baat Belt, om het goede van het kwaade te onderfcheiden, om verraad, en overheerfching te kennen, en de Dwingelande welke mogen opkomen, van den THROON DER VRIJHEID neerteploffen, en die Voorrechten, en Privilegiën te handhaven, die het Volk van Neerland, bij welk de Majesteit van ons GrMENtB'.st woond, bezitten, en hun nimmer ontnomen kan worden. DE POST. Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boekverkoopers a I». ïtuiv  D E [OOST- en WEST-INDISCHE POST. Extra No. ag. o f A A N H A NGZEL Tot de Ordinaire Nommers. Aan, Mijn Heer de Post! "\/"ermits U wel Edele, op een zeer vriendelijke wijze , uijtnoodigd alle lieden; om hunne gedagtea U wel Edele meede te deelen, welke zouden kunnen verftrekken tot nut en heil van de O. I. Maatfehappij, zoo neem ik d'eer om U wel Ed. voor te Bellen het droevig nootlot van zoo veele Soldaaten , Matroofen en lage Compagnies Dienaars, welke genootzaaktzijnde, om in de Stad Batavia te woonen, daar door in zoo groot een getal alle Jaar door de dood worden weggerukt, waar op my iemand kon antwoorden, — „ dat door de Hooge Re- geering aldaar daaglijks alle poogingen worden „ aangewend, om zulke groote en bittere fterfge- vallen te doen ophouden; maar dat, tot nog toe, „ alle middelen, daar toe, met den uitgaaf van zoo n extraordinair veel geld ten eenen-maal vrugte£ e  C 242 ) „ loos zijn geweest, doch dat evenwel de Hooge „ Regeering niet nalatig is , om zoo het eene mid„ del niet helpt (dat men als een geheim weet dat >, niet helpen zal) aanltonds een ander in het werk „ te Bellen," waarom'alle Jaar met recht, te vergeefs, zoo een enorme fomma.gelds verfpild word, door die Heeren, die daar door een importante beurs weten te maken, welke onbetamelijke inkomst van zoo veel geld, alle Jaar, op zoo een indirecte wijze behaald, nu voor deeze, en dan voor die Heeren ten eenenmaal zou ophouden, indien het waare, cn wczentlijke middel maar in 't werk gefield wierd, het welk tot nog toe aldns door het fchandelijke eigenbelang, als een arcanüm gehouden wordt, het welk maar in een groote eenvoudigheid beftaat, waar door volgens de geneeskunst, zomtijds de grootfte ziektens genezen worden , 't welk in dit geval ook plaats kan hebben: te weeten, het is tegenwoordig zeer wel bekent, dat de Leden van de Hooge Regeering op hunnen buitenplaatzen woonen, ; en dat voorts alle gequalificeerde Perfoonen, of door gunst, of door geld, nu kunnen obtineeren, om ook buiten Batavia hun verblijf te mogen houden, alwaar de lugt fris en gezond is, daar inteegendeel het zeer ongezond is in de Stad Batavia, gelijk men zien kan in de Jaarlijkfche lijst in colommen geBeld, wat een fchrikkelijk getal menfehen (waar van 't getal van de Arme Militaire 't groofte zal bevonden worden) die in de Stad Bata*ia moeten woonen, ontijdig door een fchielijke  ( 243 ) dood omkomen, waardoor ook veele huijzen be ginnen lecdig te liaan., cn door Chineefen bewoond worden, en aldus Batavia, meer en meer vervalt en ongefondcr zal worden; maar om nu te komen tot het middel, voor die doodelijke quaal, 't welk bell' at in een eenvoudig recept i ■ dat de Heeren Btwindhebb :rs zoude gelieven voor te fchrijven: te wceten, dat in het vervolg abfoluut geen gel.l mcci, tot voorkomen van die fterftc, om Batavia gezonder tc maken zou gemaakt, of uijtgegeven worden, voor rekening van de Compagnie, waar door een groote fomme gelds zoude gefpaard worden ; maar dat abfoluut de Gouverneur, en Raden &c. in de Stad Batavia zouden, dag en nagt, hun verblijf houden, en dat Hun Edelen buijten de Vacantic (welkers tijd van hoe lang, diende bepaald te zijn, vermits andei s de Vacantie maar pro lubitu genomen zou worden, en aldus de goede intentie geilludeerd worden) abft luut niet 'buiten de Stad zouden mogen legeren, op verbeurte van hun Ampt, zonder appel, waar door het eenvoudig geheim fchielijk bekend zou raken, om ook in de Stad gezond te kunnen woonen en leeven , en aldus die fchïclijke fterfgevallen, voor zeer veele menfehen zouden voorgekomen worden , en aldus de fterkte der Compngnic dagelijks zeer zou toenemen, voor« namentlijk door gezond, cn in 't leeven te behouden , de Soldaten, Ambagsliedeu , en Matroofen, die dagelijks in zoo groot een getal fterven in 't Hospitaal; maar dat word niet geagt vermits meu 17 e 3  C 244 ) Voor f 5 - of ƒ 7. in 't Vaderland wel wederom een Carel kan krijgen, waarom 'er niets minder in aanzien is dan de arme Militairen. Voorts zoo dan de Leden van de Hooge Regering in de Stad Batavia verpligt waren te woonen, dan zoude fchielijk de kalkbranderijen verplaats, de Chineefche verkens op een andere plaats gehouden, de waterleidinge verbeeterd, de dooden buijten de Stad en de vallebioterijen ergens anders aangelegd worden , het welk alles zeer wel zoude verrigt worden, zonder kosten van de Compagnie, gelijk de Heer oud Majoor Duurkoop aangetoond heeft, in een Verhandeling daar over; zijnde agt vellen groot formaat Papier, vol en zeer kleijn bcfchreeven, het welk niet *ƒ/«.-, maar een gedeelte daar van, door ordre van de Hooge Regering, is gé^rukt geworden, voor welk fraaij werk de Heer oud Majoor Duurkoop ook met de goude Medaille is vereert geworden. Dit is nu een zaak , waar rr.ecde de Compagnie zoo benadeelt, en een (legte befticriisg gehouden word, maar is iemand begerig om tc weten de inique huishouding omtrent dc Politie cn Ampten, door eigen belang tot nadeel van de Compagnie bediend wordende, hij leze, de zamenfpraak weegens de oorzaken van hét bederf der Ncd. O. I. C. in 8vo te bekomen te Rotterdam bij de Vis en Amfterdam bij A. van der Kroe &c. en dan etat prefent des indes Hollandaifes contenant uuc peinture vraie & fidele du Gouvernement de Padnpniftration £f de la  C 245 ) «öhditite des Hollandais, dans les indes srientales En voorts hoe dispotiecq de Edele Heeren in Indien hun vonnis kunnen ten uitvoer brengen , blijkt uijt dit geval — een zeekere V. M.... van Utrecht: deeze gemeene flegte jonge V. M. ..., vaart voor Conftapels maat naer Batavia, gerecomandeert aan zijn Neef, den Edel Heer van ftokkum , en komt tc woonen in een huisje, met eenen H. uijt't Fundatie huis , zijnde een zeer bequaam Landmeter, welke twee Contubernalen, zomtijds wel eens dispuut hadden, over het een of ander, waar door dee .e V. M. ... geleegenheid zogt, om deezen H. ... en nog 2 jonge lieden, te weeten V. . . en S Boekhouders zijnde, beide van zeer deftige huize , zwart te maken , bij zijn Neev van Stockum , Raad van Indien, en hun disfortuin te bewerken , waarop hit g:beurde , dat deeze jonge lieden , op een avond bij malkander vrolijk waren, en V. M. . . . daar onderhouden wierd, over zijn discourfen, bij de Edele Heer van Stockum ten hunnen nadeele gehouden, 't welk V. M. . . . bekende, en daar over excuus verzogt, maar de 3 beledigde zeide % gij kunt hier den hond excuus over verzoeken, en gaven hem 3 of 4 flagen, met een dun rottingje, in Indiën een lange vinger genaamd, waar op V. M. ... de deur open ziende, liep het huis uit, en per ongeluk, viel hij in een klein Bootje, waar in zijn broek qualijk nat kon worden, en gaat daar op, den volgende dag klagen bij de Edele Heer van Stockum, met die leugenachtige bijvoeging E e 3  ( 24<5 ) dat zij hem gedwongen hadden; om den hond te N , (volgens de gewoonte daar, die 't eerfte klaagd, word gemeenlijk in 't gelijk gefteld) waarop de Heeren S , V. ,. en H. ..., elk A part, in arrest-wierden gezet, op de Hoofdwagt, en bij den Provoost, en door den Gouverneur Generaal, mijn Heer Alting geordonneert, dat zijzigaanftonds fchriftelijk zouden veramwoorded, het welk -zij deden, met zijn Hoog Edelheid, fchriftelijk, excuus te verzoeken, over het gepasfcerde, dog zij niet weetende de vuile bcfchulciiging van V. M.... ontrent den hond, dagtcn nu dat de zaak afgedaan was; maar ter contrarie; V. M. ... wierd geloofd, en zij wierden, zonder verdere defenfie, of verhoor, geeondemneert, van hunnen qualiteiten beroofd, tot Zoldaat en Matroos: zoo dat zij, des anderen daags, met een commando Zoldaten na de werf wierden gebragt, en moeften daar van 60 Matroozen, in 2 rijen gefchaard, met dunne rottingsjes (lange vingers) 8 maal op en neer lopen, dat het bloed hen de fchoenen in liep , en zoo met die warme rug naar Boort ;|S voor Matroos naar Japan — H. ... op een O. I. Schip ten Oorlog uijtgerust om in de ftraat Sunda te Imiijzen, en V. . . wierden de ijzere bocijen om de voeten gedaan, en moest naar Ceilon, om daar te blijven werken. Doch op den volgende dag, na deeze executie, kreeg de Gouverneur Generaal, de. Heer Alting, een Brief van de Vader van de jongen i,Heer V. . . met een fterke recomandatie aan zijn Hoog Edel Heer, het  ( 247 ) welk zoo veel uitwerkte, dat, na een maand', hemde ijzere boeijen van de voeten wierden afgenomen, en aan den Schipper heiast hem wat zachter te behandelen, vermits 't Schip nog op de reede. was blijven leggen. Uijt welke cruellc behandeling, blijkt, HOE DISPOTIËCQ DE HoOGE ftNDISCHE regeering, (zonder de Fiscaal of den Achtbaren Raad yan Justitie daar in te kennen.) Hunne gerichtsvonnisferr oefienen, om zoo onverhoord, zonder de zaak te. onderzoeken, iemand op een valfche befchuldiging: tot een infame ftraf te condemneren, zoo dat een ieder met recht wel mag vreezen, om in ongenaden van een Edel Heer te vallen; vermids Java een Eiland is, en men van daar niet kan vlugten. E X P L I C I T. Wel Edele Hseren! Zoo dit U wel Ed. mogt behagen, om in uw Post te plaatzen, zal ik d'eer neemen, om U wel Ed. nog veele andere zaaken te communiceeren. Waar meede ik blijve , na hartelijke groetenisfe met alle achting: Martinopolis Wel Edele Heer den 9 Nov. 1784. U wel Ed. ond. Dien. PHILANTROPOS.  (*48) ANTWOORD. Hoe zeer wij, onder dankzegging voor de attentie fan deeze Correspondent, aan de egtheid van het geval niet twijffelen, verzoeken wij egter , indien de zaak dier onvoorzigtige jonge lieden , zich anders mogt toegedragen hebben, ons van het contrarie te mogen informeeren: Terwijl de Politieke dwang der Ooflerfche Ariftocratie, eene genoegzaame depotisme beveiligd en aankondigd. Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boekverkoopers a i*. ftuiv.  D Ë OOST- en WEST-INDISCHE POS T. Extra No. 29. O F A A N H A N G Z E L, Tot de Ordinaire Nommers. Extract, uit een Particulieren Brief, ontvang gen van Demerarij, 1784. H et is dan zeeker, dat mén, in het Vaderland, overtuijgd is, dat de Adminiftratic der Justitie, zelv na het ingevoerde Nieuwe Reglement, op dezelve, van den Jaare 1772, alhier niet zo overeenkomftig; aan dat Nieuwe Reglement, nog aan de intentie eit de volkoome noodzakelijkheid, is uijtgevoerd geworden ; en dat, uit dien hoofde, volgens alle Berichten, men aldaar, ter geleegendheid van de Inftitutie deezer Colonie aan de Republicq, onder andere Poincten van Redres, insgelijks dit, als een der HoofdPoincren, in ferieufe overweeging heeft genoomenj en daar aan zal trachten te fubvenieeren; zo is het, dat ik het van mijnen indispenlabelen plicht geoof-deelt hebbe, UE., bij deezen het een en ander, •.tot dit ftuk betrekkelijk, onder 't oog te brengen; Ff  C 250 ) als oordeelende van de uiterfte noodzakelijkheid, en het vlier groot ft e belang in 't algemeen, voor de geintre sfeer den in deeze Volk-Planting, en in V bijzonder dienvolgens ook voor UE., als het belang der gezamenlijke belanghebbenden in de Ncgotiatie waarnecmende. Het fchijnt, in 't algemeen, dat men, in 't Vaderland , genoegzaam overtuijgd is, dat de Ingezeetenen dcezer Colonie merkelijk gelcedcu hebben bij deezen Oorlog,- zo door het neemen,- als herneemen, en de gevolgen van dien; Het zal dienvolgens onnoodig zijn, het zelve alhier in 't breede te detaüleeren, en ik zal afleënig de Vrijheid neemen, UE. te doen aanmerken, dat, hoe zeer de verliezen, door het neemen van zo veele rijke Scheepen met producten, van hier gelaaden, en alle, door "t manqueeren der asfurahtie - ordres, in tijden, door de Planters en Eijgenaars gelcedcu, important zijn geweest, dezelve echter alle nog een gering gedeelte uitmaken, van 't geen de Colonie, in het algemeen, door den Oorlog heeft uitgedaan. Duurte van Levensmiddelen, enorme hooge asfurantien, ten tijde der Engelfchen, fchaarsheijd van, ja volkomen manquement aan geleegenhccden, om producten, die alhier daar door zijn moeten bederven, afte fcheepen , gedurende een zeer geruijmen tijd, na de herneeming door de Franfchen, om niet te zeggen gedurende bijna dien gantfche tijd, Enorme hooge vragten en dan, 't geen nog 't allertreffend/te is gefeest, laage prijzen der producten in 't algemeen.  C w ) ra b'jzonder der Suijkers, doe dezelve eindelijk in Europa ter markt zijn gckoomcn , zijn dc gevof gen geweest, welke de HööfdHagén cn de groote verhezen hebben veroorzaakt voor deeze Colonie voor dc Planters en Eijgcnaars eer Plantagien direct, maar even zo zeer, fehoon indirect, voor de geld» fchieters, en zelv, voor alle de Ingezcetcnen van 't Vaderland, door dc gevolgen van die verliezen der Planters, en Eygenaars van Plantagien; men zwijge van andere gevolgen van het Oorlog, of fehoon de fchaarsheijd, ja men mag zeggen, het geheel cesfeeren, van aanvoering van Neegers (eene weijnige, cn dat voor aller exorbitantsfe prijzen uitgezonderd) insgelijks gecontribueerd heeft, in eene groote maate, tot enorme fchaade voor deeze Colonie; en hoe zeer dat de verliezen, cn fchaaden, uit al dit opgenoemde, minder in 't oog loopen, dan wel dc verliezen, door 't neemen der gelaadc producten, zo zijn dezelve echter niet minder, maar zelfs veel importanter, alware het maar, dat dezelve veel algemeener, en volffcrckt door een ider, cn generaal gcleeden zijn, cn van twee zijden hebben gewerkt; te weeten meerder en hoogcr uitgaaven voor noodwendighecdea, en minder cn geringer outfangst van inkoomen. Dat nu deeze verliezen, betrekkelijk tot de faculteiten van de meeste Planters in 't algemeen, zo groot geweest zijn, dat die niet in ftaat zullen zijn, tc kunnen voldoen aan alle hunne engagementen, lang voor den Oorlog gemaakt, cn betrekkelijk tot F fa  C ~52 ) dc Gèldfehictcrs, fchijnt in 't algemeen ook genoegzaam in Holland in aanmerking genoomen tc worden ^ en in 't bijzonder door UE» blijkens de Misfiven reeds Vuorkcdc jaar van Heeren Directeuren aan mij, daar omtrent, fehoon in algemeene bewoordingen , gefchreeven. Dan het is ooit bij mij ontwijiïelbaar, alzoo men, onder aile Glasfes van menfehen, 'er vind van verfcrrijlenden imborst, 'redenccring, denkens» en handelwijze, dat de zwaare verliezen, de gewoontezecdert 3 Jaaren door noodzakelijkheid ingevoerd, om alles in producten te betaalcn , cn dat in het algemeen (naar mijn oordeel) tot wel booger prijzen, dan dezelve, alle door een geflaagen, bij verzending, na Europa, voor c:ge reckening gerendeerd zouden hebben, het lage Netto provenue der producten vcorleeden Jaar na Holland verzonden, de ongewoonte van intresten der genegotieerde penningen te betalen, cn m.'cr andere b>komende oorzaken , bij zommigen voor uijtvlugtcn, en voorredens van mogelijk grootere onmacht, dan in der daad exiftcert, zufe 1 worden aangehaald; cn daardoor zelvs reedelijkc, en aannecm.ijke voorflagen van rcmisiie, van een gedeelte der verfchltldigdè intrefren, dior fommigen zullen worden gercfufeerd, of nog gedaane beloften, daar aan niet zal worden voldaan: het is dan het vooruitzigt van dit, mijne Heeren, het geen mij dcct voorkoomen dat het aller ipiportantfte poinct voor een ider bij deeze Colonie, het zij direct of indirect in 't Vaderland geinteres-  ( 253 ) Tcerd, thans in dc begórgihg van ecue 'Jeguliere prompte cn goede adminiftratie van Justitie bcftaat. Het zij 'er echter verre van daan, dat ik aan Ue. zoude willen voordraagen, als of de geldopneemers in UEd. Ncgotiatie, het zij alle, het zij zomtnige Dcriclvcr, zouden behoren tot de Clasfis van Leeden, die zig van uijtvluchten zouden bedienen, reedelijke, en aamieemelijke voorflaagen vanRemisfien, afllaan, of Profitecrcn willen van de mindere goede cn prompte administratie van Justitie; dit zoude, ten uiterften onregtvaardig, en in mij te blameeren zijn, zo lang £ik door ondervinding daar geen grond toe had; liet zoude vermeetel van mij, hoonende enbelcedigend voor hun alleen en voor ijdcr hunner in 't bijzonder zijn, dan dewijl het beste is, volgens de bekende Lateijnfe fpreuken, fich tot den krijg gereed te maken , wanneer men de vreede wil behouden, en dat fomtijds reedelijke cn aanneemclijke voorflagen zouden kunnen verworpen worden, niet uit kwaade grondbeginfelcn, maar om dat fomtijds door verkeerde' begrippen, cn redeneeringen van fommige voor onrecdelijk, en onaanneemelijk zoude worden aangezien, en dat zelfs eene goede en prompte administratie van Justitie veele derzelven in ftaat zoude ftellcn, om tc voldoen aan 't geen zij fchuldig zijn, cn verlangen te voldoen, door des te beeter te recouvrecren 't geen hun daar en teegens van andere, fomwijlcn minder weldenkende Debiteuren , verfchuiFf3  C 2:4 ) digd is, tb is het, dat ik, in dit Eljdfttp, heb geoordeeld, dat de bezorging van eene prompte en goede administratie van Justitie, voor een ijder belanghebbende in deeze Colonie, meer dan ooit, hoognoodzakelijk en voor alle de geldfchietcrs van het allerBtierfte gewigt en belang is. Het zoude overtollig, en te kort gedaan zijn aan UEd. verligt verftand, en aan dat van die geenen, aan wicn de befchikking, omtrent de Administratie der Justitie alhier, voor 't vervolg, onder den fou» verain, toevertrouwd is, of toevertrouwd zal worden , om alhier in 't brcede uit tc leggen, den invloed van zodanige goede of kwaade administratie op de Bloeij Ja op dcgeheele Exiftentie eener maatfehappij j dan, mijne Heeren! het is eene onwrikbaare waarheijd, dat geen verbeeldingskragt, geen befchotiwing in Theorie, ooit op icmandt dien indruk kan ma ■ ken, of aan dezelve zo Levendig kan voörftellen, de meenigte, ende aaneenfchakcling van de nadeelige gevolgen zo voor den Bloeij en aanwasch van eene Maatfehappij, in 't algemeen, als voor 't belang van ijder Lid derzelvcr, en van die daar bij, het zij direct of indirect belang hebben, dan dewelke de ondervinding maakt, niet van eene kwaade administratie van Juftitie zelfs , maar eenvoudig van eene Juftitie, welke niet, in allen deelen, regelmatig, en exact, na de ordre, door den wetgeever voorgefchrceven, word geadministrcert, en geëxerceerd, en hoe veel jnccr dan, mijne Heeren! daarvoor, cn bij een regtbank,  ( 255 ) van waar voor de Partijen de Rèvifie der fententiea door hoog'er Rechters in 't Vaderland open is, zo verre van hier gcleegen, en alwaar op de minfte otuisfie, of afdwaling van de voorfchreeve forme, volgens het recht en de wetten van den fouverain, althans abfolurie van de inftantie moet Werden verleend al Waare anders de uijtfpraak, in alle deelen, Conform alle Billijkheijd in dc belchreeve rechten. Dat tic administratie der Justitie in deeze Colonie , zo wel voor, als na de opregting der Twee Hoven van Justitie, en het introduceeren van het nieuwe Reglement op dezelve, van den Jaate 1771 niet is gevoerd, en geëxerceerd geworden, Conform aan de Intentie, ofte aan de fbrmen, volgens de Holls. wetten verëischt, blijkt ook allezints in het Vaderland bekend te zijn; offchoon ik volftrekt moet geloven, jaa zelfs ten vollen overtuijgd, en verzcekerd ben, dat al het gebrekkige, al het Irreguliere daar van in geenen deelen, aldaar bekend is, ende althans op verre na niet genoegzaam bij die geene, aan wien het zal ftaan, cn aan wien het zal toebe rouwd zijii, of werden, omme daar efficalieus ia te remedieereu , voor 't vervolg. Dan zelf dit al eens toegedaan zijnde; zo blijft het grootfte, het voornaamfte, Point over, Het Poinct, mijne Heeren! daar alles van afhangt, het Poinct., daar de groeij, Bloeij en aanwasch van deeze Colonie, thans voornamelijk, moet uit voortfpruijten, en daar dienvolgens fo veel aangeleegen ligt, voor  ( 2$6 ) ille plarfters, eijgenaars en Ingezeetenen van deeze Colonie, voor alle geldfchietcrs op Effecten in dezelve, voor s'Lands Ingezeetenen die in Europa, door Commercie, en navigatie, ónmiddelijke, ënvooralle die door de voordeden, weer verder uit die Commercie, cn navigatie voortvloeiende, minder ónmiddelijke, maar even gelijke Indirecte Belangen daar bij hebben; ik meene het poinct omEflicaticnfc fchikkingen tc maken, ten einde, in 't vervolg, beetere, en meer Reguliere administratie van Justitie te bekomen. Niet, dat ik daar door zo zeer beooge, mijne Hee- , ren! als ofte de teegenswoordige en voorleedenregtbanken, alhier onrechtvaardige en eenzijdige uitfpraaken gedaan, ofte Juftitie geweigerd hadden. Dit zij verre van mij van alhier ter neerteftellen, dit is verre buijten mijn bereik en geheel en al aliëen van mijn Bestek, om te onderzoeken. Het Vervolg in het Volgend Nommer. Te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boekverkoopers a i*. ituiv»  D R ÖÖST- en WEST-INDISCHÉ POS T. Extra No. 30. Vervolg van No. 29. O F AANHA NGZÊL Tot de Ordinaire Nommers. X)an, ik mecne, hier door, alleenig eene adiflinillratie, en exercitie, van Justitie, meer conform' aan de voorfchriften, formen, en piegtigheeden, geordonneerd door den Wetgeever; en welke alle hun but hebben, waar toe dezelve tendeercn, en geene willekeurig, of zonder behoorlijke beweegredenen, van tijd tot tijd zijn geftatueerd geworden; hoe zeer veele derzelve, nutteloos, overboodig, jaa zelfs 0nereus aan min doorzigtige, en min in practijk ervaren, moogen voorkomen, en welke, zelf al eens,, als nutteloos en overboodig toegedaan zijnde,.echter, dezelve nadeelige gevolgen moeten hebben, voor de pleijtende partijen, in cas van provifie / als of ze niet overboodig waren, wanneer alhier niet.alle bekoorlijk zijn nagekomen , ten minftenzo lang-als de Gg  t258 > Wcigeever dezelve niet geabrogetrd, en dus, voet' mrteloos en overboodig, verklaard zal hebben. Dit gewTgtige poinct dan, oiri efficafieulè fchikkingen, tot Redres in de adminidratie der Justitie, te maken, is het, 't welk ik, met allen eerbied gezegd, öordcelc, jaa voor mij zelve ten volle overtuijgd' ben, dat niet volkoomcir, ja zelf, op verre na niet" genoegzaam , in 't Vaderland verdaan, of begreepen' word,- en ik zoude zclv niet vermeetel genoeg zijn, om dit zo Heilig ter neer te Bellen; indien ik meteen' ijder'alhier, met mij van hetzelve begrip vond; ik Ipreeke van die geenen, aan wien, den eene'minder, den andere meer, de omftandighecden, en de perfoorfen, in liet Vaderland. bekend zijn. Dc twee Hoofd -Obdaculeri, en welke behooren'' uit den weg geruimd te worden, ten deezen, zijn, naar mijn begrip. —~ Eerftelijk, dat men zig niet genoeg vooribelt, of kan voordellen, het geringe getal van Ingezeetenen, die, zo tot het rechters ampt, als tot 1'uppöcsten, van dc eerde, tot de allerbagde Clasfis, zonder uitzondering, ingcflooten, bekwaam' zijn. Ten tweede de zuijnigheid in het emploij der publicque penningen , die politic-' que deugd, daar ons Vaderland van alle eeuwen af, en. over de gantfche wereld, zo berucht' door is, en waar aan zij haare opkomst, aanwafch, Bloeij, en ftand hoofdzakelijk te danken heeft, en v'erfchuldigd is; dog welke zelve deugd, even gelijk affé andere',- wanneer te fterk word gepousfeerd, zo' «iet ïn'ondeugd'verandert, ten' minden even nadee-  ( 259 ) ligc gevolgen na zich flecpt, als de grooifte on.deugd. , Wat het eerste poincl aanbelangt, dewijl het zet ye in een fait bestaat, zo fchijnt het niet wel anders beweczen te kunnen worden, dan door itttestaticu, verzeckeringen enz. van diverfe geloovwaaruige lieden f deeze waaren licht te bekomen: dan ik vleije mij, uijt het vertrouwen, 't geen .UEd. tooncn wel in mij te willen Hellen, dat mijne verzeekcring alleen genoegzaam voor UEd. zal zijn , cn die kan ik UEd, geeven, in de allcrfierkfte termen, en er bijvoegen, dat, niet alleen derzclver getal oneindig kleijneris, dan ik mij ooit in Europa nog heb kunnen verbeelden; maar zelv veel kleijuer dan ik, cn diverfe mijner vrienden, ons zelv hier voorilelden, voor dat wij, eenigen tijd geleden, eene, formcclc lijst van alle de Planters en voorname Ingezeetenen dezer Rivier op Papier gefield, en daar uijt gezogf hadden zodanigen? als men dan zoude kunnen zeggen, dat dan nog tot Raaden van Justitie konden, verkooren worden. Edog, hoe zeer het in der daad, in een fait beftaat, en dus, in den eernen opflag , niet fchijnt andere Preuvesvan de waarheijdvan dien, daarvan te kunnen admitteeren, dan getuijgenisfen van braave eerlijke Lieden , aan wie de Ingezeetenen deezer Rivier bekendzijn; Zo denke ik. echter, dat het zelv genoeg -aam kag confteren aan een ijder in Holland, die maar eenige connectie van correspondentie of Commercie x met  ( 20° ) inwoonders dezer Rivier heeft, of die zig, bij zo dnm'geri, wil addresfecren; dan zal het blijken, dat verre het groGtfte gedeelte derzelver vreemdelingen zijn; het zij Duijtfchers, Engelfchen , of Franfchen; zeer weijnig Hollanders, en ónder die dan 'nog diverfe van dezelve alhier geboorèn, en andere, die nog alhier, nog voor hunne overkomst herwaards, ooit gelecgenheijd gehad hebben, zig in 't minde tc oefenen, in, of zelv tc infdrmecren naar de gronden van onze' Hollandfche Rechtsgeleerdhèijd; nogte, dat dezelve in hun beroep te' vooren h og in 't' geen zijl. zig voorftelden, bij hun ctablisfcment alhier, hun eenigzints tc ftade was gekoomen, of konden denken, dat zoude kunnenkoomen, en eenige , ja zeer wcijnige, zal men dan lichtelijk in Holland zelv kunnen uijtvinden, 'dat er óverig zijn, welke, rhen dan aldaar bij dè minftc overdenking zelfs zal oordceleii, dat tot het rechter ampt bekwaam zoude kunnen gereckend worden; dog indien men dan eens wat nader, 'en niet zo oppervlakkig, als men in het algemeen gewoon is, befchouwt de noodzaakcliike vercijfebtens in, en dc du'ure plichten van een Rechter, de importantie van dc bezittingen, 'van dcgeldfchictingen, cn van de Procedures, daar uijt voortvlocijcnde , de venvardheijd 'van "dezelve cn van de ftukken daar toe fpectecrende , noodwendig voortvloeijende uijt het manquement van ordre in zo veele zaaken, alhier van den beginne van'dc exidentie deezer Colonie afgereekend, de volstrekte ontstentenisfe van kundige Rechtsgeleerde omme advis bij te vraa-  gen, als meede van Praktizijns • die door eene duij- delijke, en wel in ordre gedirigeerde explicatie, der questie van weerszijden, de decifie derzelve den Rechter oneijndig gemaklijker maken ,• dit alles in behoorlijke aanmerkinge genoomen zijnde', dan koomt het mij voor, dat het meer dan ten vollen moet conftecren, aan ijder oordcel kundig Man in Holland, dat zelfs nog die weijnige, welke mén dan anders daar toe bekwaam zoude oordcclcn, in geene deelen tot dien last gefchikt zijn, cn op het allerbeste genoomen daar toe zonde kunnen gebruijkt worden; wanneer ten gctalle van twee of drie, gevoegd wierden bij eene groote Pluraütcijt van kundige en ervarc Leeden in zulk eene Rechtbank, die dan door hunne kunde, en ervarenheijd, zo in de Theorie der Rechten, als in dc formen van Praktijk aan veele van dc hier voorgem. inconvenienten voor die mindere kundige zoude kunnen fuppleeren. De zelfde zwarigheeden fubfiiïoercn omtrent de Inwoonders van vreemde Natiën geboorrg, en daar komt nog bij 't gebrek aan genoegzaame kunde, bij verre de meeste in de Hollandfche Taaien, en bij veele een voor-oordeel voor de weiten van hun geboorte Land, zo verre als zij daar meer of min van denken geinftrueerd te zijn; zo dat die Planters en Inwoonders althans, nog minder daar toe bekwaam zijn. " • • 0 ?if 'i3b (té tïqftlA • jafl En indien men dan daar bij coniïdereert de dificulteijt onzer Rgchtgeleerdheijd, in het algemeen fteunen-j G g 3  ( ) dc op h Roomfche, Recht, in alles daar de iPïacaaten van de Landen-omtrent zwijger-of daar niet in, door dezelve veranderd is, dienvolgens op een Recht befchreevc in een vreemde Taal, en waar over bijna alle, of ten minden verre de motste en voornaamste Schrijvers in die vreemde te weten de Latijnfe Taaien' gefchreeveu hebben'; dan zal liet te yerwonderen zijn, Indien. men ooit bij eenig redreg tot Leeden in een Raad van Justitie eenige admittcere, dan die of van profesfi* Rechtgeleerde zijn, of zig door Ampten en Bedieningen in 't Vaderland op de .Rechten hebben moeten toeleggen, en door Praktijk daar in kundig geworden zijn; ofte téij minden zo zal het getal van zulken Lee den in eenig Collcgie de groote meerderheijd moeten uijtmaaken; zal men ooit zodanig Collcgie voor een Raad vat? Justitie kunnen laaten pasfeeren, of het zelve zal inoogen of kunnen, met zulke Bemanningen vereerd worden , zonder eene voldrekte onwaarheijd , en contradictie in de zaak zelve. - Wat het tweede poinct, of hoofd-obftaeul aanbelangt, te weeten de Occonomieofzuijnigheijdin publicque uijtgaven, om reedenen van dc welke niet zoodanige Hoge Traótementcn toegedaan, en geftatueerd kunnen worden, als vercijfcht worden, omme Lieden, bekwaam tot het bekleedcn van het Rechters Ampt, en de verdere Charges nodig tot bezorging, en oefening van goede en reegelmatige Justitie aantemoedigen cn te doen befluijten; om ten  C *h) dien eijnde herwaards te koomen, en zig te laateti émploijeren, zo zal ik daar remarqueeren , dat de wïarè Oceanomie, in 't "befteeden der publieque Penningen, die publieque Oeconomie, welke alleeiiig voor eene publieque deugd, cn hoofd-deugd, kan en moet, geconftdereerd. worden, eenvoudig be= ftaat; eerftelijk in 1. Tiet bèlhecden der publieque penningen tot geen meerdere, of'hoogere fominen, dan volftrekt nodig is ter befcherrning van'bet einde 'c geen men zig voorgefteld heeft; ten tweeden, 2. Het niet besteeden van eenige publicqtie penningen hoe genaamd tot eindens, wier voordeel het zij iinmediaat of met- vooruijtzigt van aanstaande voor het publicq niet furpasfeert of evenaart aan de fommen, welke ter bekoming van de zelve vercijTcht worden. 3. Elf eindelijk, voor zo verre de fommen der publieque penningen geborneerd mogtenzijn, in hetbefteeden dérzeive ter bekominge van'de meeste , eu voor zo verre dezelve alle te zamen bereekend worden, de grootste, vooroordeelen die mea oordeelt' daar ^voor te kunnen békoomen. Deeze principes koomen mij zoo onwrikbaar waar voor, mijne Heeren! dat de ware Oeconomie volftrekt nergens anders in kan beftaan, en dateene Oeconomie, df zuijnigheijd van minder penningen te befteeden, dan volftrekt noodigis, ter bekooming van het verlangde oogmerk, niet eens, zelf een fchijnbaare, of,  ( 264 ) een verkeerde zuijnigheijd kan genaamd worden; maar in der daad behoord bedempeld tc worden met den Naam van nuttelooze verkwisting; gelijk dezelve, in der daad, is. Dit toegedaan zijnde; dan koomt het mij, en niet mij alleen, maar alle kundige Lieden alhier (onder correctie) voor, dat de zaak dus beflist is: of ten minden nooit oeconomie kan worden geallegeerd, ter verichooning van halve Redresfen , en daar door ongenoegzaam, dewijl als dan valt in de termen van verkwisting, en beeter niets gedaan, en dus er allenig tet befchouwing overblijft. Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boesverkoopets a 1*. ftuiy.  & E OOST- én WÉST-INDISCHE POS T, Extra No. 31. O F A A N H A N G Z E L Tot de Ordinaire Nommers. Éerïgt aan de Correspondent; w y bedanken den vriendelijke zender, voorhet aan ons toegezonden Verhaal , van den gepleegde motrd in den nagt, tusfehen den 24, en 25, December 1783^ aanboord van het Schip Java , getrokken uit een brief van den Luitenant ingenieur Lusfon &c. &c. &c., en kunnen op dat ftuk niets adders antwoorden, als dat wij ons, voor het grootlte gedeelte, overtuigd vinden, dat wel de moord, door de Chineafen, aan boord van het Schip Java, is gepleegt; maar onbewust zijn wat de oorzaaken daarvan geweest zijn; hoedanig het verhoor, en de Juftitie' daar omtrent plaats gehad heeft; en daarom blijven wij perfifteeren bij het geen op dit ftuk, breedvoerig in onze vorige nommers betoogd is, allesn toefchrijHh  ( 26Ó ) -rende alle die ongelukkige mefufes, aan kwaade d^ reclie, en mishandeling op Compagnies fcheepen Terwijl wij met onzen Correspondent het eens' zijn, dat de maand van December 1783, zeer aanmerkelijk moet blijven in de gedenkfchriften van de Compagnie, als waar in zij gelukkiglijk bewaard is, van drie van haare rijkgeladen Scheepen te verliezen :' te weeten, twee Van Batavia beffemd', voor de kamers Amfterdam, en Middelburg, aan boord van Welke laatfte zich bevond de heer Admiraal Breton; en de heer vice-Admiraal Radermacher op het eerfte,- daar het derde Schip, gcnaamt de Harmonie uit Europa in Nov. 1783, voor de kamer Middelburg uitgevaren,' ook bijna was verloren geweest: want eenige flegte Europeaanen, gelijk particuliere berigten melden, hadden na hun vertrek den 21. December, drie dagen, voor het bloedig toneel op het Schip Java, en 4 a5. dagen, voor dat van het Schip, waar op den directeur Generaal Breton zich bevond , een vloekgelpan-gemaakt, om dit fchip te overweldigen, alles wiUeude vermoorden , wat zich tegen hunnen wil zouden hebben verzet, maar 't welk evenwel mislukt is, cn zo wij hoopen, even als aan de Caap, ook reet» te Batavia, gelukkig zal zijn aangekomen. Dan ten opzichte van de informatien, die onzen' Correspondent begeerd, voor de grooté dienften welke den zo fataal vermoorde Heer Rademacher, door' den1 Heer Luitenant Lusfon word toegefebreevcn, willen wij Iievst9 om niet onedelmoedig te  zijn, en iemand van onzen evenmensen na zijnes dood te taxeeren, dit Philofopifch Sijsthema volgen, dat wij, zo lang zich iemand vcrwceren kan, over zijne daaden zoeken te oordeelen; en zo min de dooden, door laster willen ontrusten, als door lofredenen , de Maatfehappij' te laat willen doen betreuren, het verlies van eenen Man, wiens verdienfte men in zijn levenstijd niet gekent, of erkent heeft: wij konnen dit onpartijdig verzekeren, dat wij en voor zijn Ed., en voor deszelfs aanzienelijke Zeeuwfehe Famielie, alle hoogagting Egehad hebben , en nog hebben, maar dat wij wel gewenfeht hadden, dat den voorn. Heer Rademacher bij zijn vertrek, voor de tweede keer, na de Indien, ten minften in eenige qualiteit van de Compagnie was uitgevaren; om dat, fehoon het nu, wel niets aan zijn Ed. kunde en geleerdheid, egter, atm deszelfs Polotiek Carakter prejudicicr. «ader Berigt aan onze Correspondenten. Over de Redresfen, welke aan ons medegedeeld zijn. en nader publicq zullen uitkomen, van wegen de bewinthebbers van dc O. I. Compagnie zo wel, als van de Heeren Staaten van Holland, en Westfrieslandj, en het welk, zo men zegt,.- ter aggreatie van de respective Provintien is medegedeeld, ïboo» pen wij eerlang, na da afhandeling van de Redresfen der O. I. Compagnie onzeconfideratien, publick medetedeelen; vertrouwende alleen ten welzijn van H h z  t S/58 ) dc. ganfche Maatfehappij, dat het bij die voorgemelde Redresfen niet alleen zal blijven, maar door de Re$pective Prorintien nader zodanig zal worden gedisponeerd, als ten beste van het lieve Vaderland drekken kan. Vervolg van No. 30. 1. De voordeden, zo wel immediate, als het vooruitzicht van aandaande , welke uijt een volkome Redres in de Adminiltratie der Justitie zullen voortvloeijcn ; 2. Of de uijtgaaven, nodig ter bekoming van al het noodige, ten dien eijnde, en waar onder in de ide plaatze ter bekoming van ervare Lieden , om herwaarts te koornen, tot bekleeding van de diverfe Posten, daartoe vereijfcht, zullen overtreffen de voordeden daar uijt fpruijtende, of niet; 3. En dan eijndclijk de Bornes der Finantien; yoor eerts of dezelve toereijkende zijn, tot al het nuttige: cn zo neen, dc Redresfen van welke men de grootere voordeden kan verwagten in evenreedighcid van de uijtgaven daar toe noodig,- De voordeden, welke direct, en noodwendig uijt eene goede Reguliere Adminiltratie van Justitie, in eenig Land, en in 't bijzonder in dit gewest, zullen voortvloeijcn, zijn vcclc, en komen een ijder bij de minde overdenking voor oogen; dan de voorr. deelen welke als een meenigto van groote, en kleijne fpruijten, daar weeder uijt voortvloeijcn, zijn zo oneindig, dat dezelve ontdekt worden, naar maate, dat men langer en nauwkeuriger ze overdenkt; ja naar maate dat den overdenker derker van harsfenen  is, langer, en nauwkeuriger ze wil,en kan, in zijn verbeelding, nagaan, en voordellen J; jaa ze zijn, durve jk bijna zeggen, meer in getalle, dan de fterkfte menfchelijke verbeeldings kracht, zig dezelve kan Voorftellen; ze zijn zo oncijndig veele, en breijden zig eijndelijk door de gevolgen, zo wijd, en zijd uijt, dat men zig eijndelijk verliest in de overdenking, van alle die dan voor oogen koomen; Dan mijne Heeren ! wat behoeve men zig opteh ouden , met de overdenking der voordeden, noodwendig uijt een goede Adminiltratie, zo in 't poiiticque, gis Justitiëele voortvloeiende; daar het immers van alle tijden af pene onwrikbare waarheijd is geweest, dat een der eer/ie en - Hoofd Grondfagen van alle. Burgerlijke Maatfehappij en , in ■ de uitoefening der Justitie, tusfehen de Leeden van de Maatfehappij e gelegen is, en zonder dewelke geen Maatfchappije kan beftaan; ja een der ftilzwijgende, cn van weers? zijden verbindende Hoofd-Conditiën van ieder Lid met de gantfche Maatfchappije is. Al het geld dan , wat voor handen is, kan en moet , in de eerfte plaatze, hier toe worden bedeed, en indien genoegzaam is, kan , naar mijn oordeel, nooit tot .voordeliger eijnde , voor dc Colonie , hefteed worden dan ter bekooming van dit poinct: cn waar toe zal men tcegens Buijtenlandfche Vijanden, dienen! wanneer het Lichaam, het Land, ?t geen men beveiligt, inwendig ziek, en kwijnend is, aan. een kwaal., die niet anders tot gevolg H h 3  k^n hebben, dan .de dood, de Ruïne van het zelve; —- ■ Hier koomt dan nog bij , in het bijzondere geval van deeze Colonie, dat zelv de middelen», terbekooming van dit poinct, teffens op zig zelve, nog een ander, een zeer groot voordeel zullen uijtleeveren ; te weeten, de uijtzending van eenige kundige, en ervaar e Lieden uijt Europa, kan niet anders ten gevolge hebben, dan aanleijding en encouragement, voor meer anderen, om insgelijks herwaarts te koomen; ten minden men kan zig hier mede, merallen grond van hoopen vleijen; en het gebrek , van blanke, van de eerde Clasfis. tot de laade toe, en van allerhande handwerken, is thans zo groot, is bij aanhoudentheijd, feedert den Oorlog, zo toegênoomen, dat een ijder daar daaglijks de alleronaangenaamde en nadeelige gevolgen, meer en meer van ondervind, en dat een bedaarde overdenking van de gevolgen daar van, wanneer dit niet fpoedig ophoud , of veranderd, een allerakeligst vooruijtzicht heeft. Het is dan, mijn's oordeels, ontwijfelbaar, dat de goede Adminiltratie in het politicque en Juditiële het eerde Hoofdpoinct is, waar aan ten vollen, behoort voldaan te worden, eer dat men ooit om uijtgaaven voor eenig ander point kan, of behoort te denken ; zijn alle de penningen, waar van men de dispofitië heeft, niet toereijkende tot dat oogmerk, zo kan de Maatfehappij niet bedaan, en alle andere onkosten tot defenfie van Buitenlandlchen aanval zijn vrugteloos.  ( 2?I ) Oordeelt- men de Colonie de onkosten daar toe niet waard, dan is het beeter dezelve te verhaten „■ dan te dienen tot een fchandvlek voor de Natie bij de Vreemdelingen, en'tot een ftrik, voor, s'Lands Ingezeetenen, die berustende, en vertrouwende op goede Adminiftratien van Justitie, en te regte de bezorging daar van confidereerende, als het eerfte, en hoofdpoinót van plicht der Natie, hunne gelden en belangens daar in plaatzen, en vertrouwen op vrijwilli-' ge, bondige, naar rechten verbindende "contracten van koop, verkoop, Hijpotheecqen, willige condemnatien, en alle andere foortgelijke: Dog alle dewelke zij bij den uijtilag bevinden, dat niets beduiden, eu voor hun van geen de minfte effect, of voordeel zijn, door manquement van goede Adminiltratie van Justitie, meerendeels, zo niet altijd fpruitende uit onkunde van de krachten, en effecten van zodanige geregtelijke verbonden, en contracten in die geenen, [aan wie de uitvoering der We ten is toevertrouwt ; 't geen des te harder en ongelukkiger voor de lijdende parthijen is, hóe dit gebrek, gemaklijker te verhelpen is. ——■ Het laafte, dat dan te befchouwen ftaat, zal zijn, de grootte, de ftaat der finantien, of die zal kunne» voldoen, en zo verre ftrekken als nodig zal zijn, tot bekoming van dit poinct, met dit eenig overig noemenswaardig poinct van uitgave, te weeten, de Befcherming. Dit is na mijn oordeel een uitgemaakte zaak, en waar omtrent zig niet -de geringde zwaarigheid  ( 27* ) ©pdoet,- wanneer men, met een oneindig aantal kundige Lieden, het voor onwrikbaar waar oordeelt, en vastfteld, dat die geene, die de grootfte: voordeelen trekt, ook, volgens alle regelen van billijkheid , het meeste moet contribueeren, tot mainctien van dat geene, waar uit die voordeelen voortvloeien; en dat dienvolgens, tot bekoming en mainctien van goede Adminiltratie van Justitie , in deeze Colonie, de W. I. Compagnie, én dé Planters, Eygenaars, en Ingezeetenen alhier, niet, datt' een zeer gering aandeel, geëevenreedigd naar de voordeelen, die daar van genieten, en van hunne relative bezittingen, en Rijkdommen, eeven gelijk alle s'Lands Ingezeetenen in het Vaderland moeten toebrengen. En dewijl tb ter betoog van dit poinct mij niet in zulke fterke, beknopte, en klaare ffijl kan uitdrukken, als een mijner Vrienden dit gedaan heeft, zo permitteere wij, Wel Ed. te rug te weijzen tot zijn Edele gefchrift op dat fujet, het geen ik de eer zal hebben hier bij te voegen.' Het Vervolg in ons Volgend Nommer. te Utrecht, by J. M. van VLOTEN, en alom de meeste Itoettverkoopers a i\. ftuiv.  D E OOST- en WEST-INDISCHE POST. Extr& No. 32. o v A A N H A N G Z E 1» Tot de Ordinaire Nommers, Vervolg van No. 3t» TT Xk heb dan getracht te benogen, mijne Heeren! dat het voor ijder, bij deeze Colonie bslang hebbende, en dus voor UE. in het bijzonder van de uiterlte aangelegenheid is, dat, bij geleegentheidvan de nieuwe Regeering, welke hie: ftaat ingevoerd te worden, vooral zo^ge gedrrgen worde, voor een gjede en reguliere a hniniftratie, zo in 't pohticque als voornamentli,k in 't judiciëele; ——• Dat het volftrekt onmooglijk, en contradictoir is, dat zulks, in 'r justitiëele, kan geobtineerd worden , zonder dat 'er kundige, en , in Rechten, ervarene lieden, voor Raad van Justitie, alhier worden uitgezonden, en zo niet alle, dan ten miaftea 4e Meerderheid in dusdanig Collegie; ——  ( m) , Dat geen poinct van gepretendeerde oeconomk, of manquement van de daartoe benodigde penningen ooit kan geallegeert worden , voor reeden, waarom dat daar niet aan kan voldaan worden. — Dat dit poinct zelf, van veel meer aanbelang is, en althans tegenwoordig, dan bet poinct van defenfie tegen Buitenlandfehc aanvallen. ■ Dat ik vreeze, dat men bij de Redresfen, die ingevoerd ftaan te worden , óf moogelijk reeds vastgefteld zijn, in der daad, niet genoegzaam geinftrueerd is geweest, of zal zijn, van de waare gefield; heid alhier, en van bet volftrekt onmoogelijkc, om een Raad van Justitie alhier te kunnen erigeeren, zonder alle, of ten minften verre de meeste Leeden van dien, uit te zenden, en te doen beftaan uit Lieden de Rechten kundig; zo het in der daad zal voldoen aan het oogmerk,- cn dat anders alle penningen befteed aan redresfen, die niet aan het oogmerk voldoen , niets anders dan geldverkwistingen zijn. Ik laate het over aan uliede befchonwing, en aan die van ijder verftandig, en bezaadigd menfeh , of het dan niet verder preferabel zoude zijn, dat alleenig alhier de geringe «aken, die zaken, welke geene, of niet dan de eerfte beginfelen van rechtskunde in de rechters vereifehen, vvierden beoordeeld; en alle de andere, zo als verre de meefte alhier zijn, [direct voor een rechtbank in Europa zouden moeten worden overgebragt, dan dat dezelve eerst alhier, na enorme kosten, om, na dat dooronkua-  (*75 ) de van de partijen, en die dan door hun worden geëmploijcerd, in de uiterfte verwarring gebragt zijn, moeten worden gevonnisd, door een Rechtbank , waar vau de Leeden moeten oordeden, na Wetten cn Rechten, waarvan niet behoorlijk geiniirueerd zijn; ja, 't geen fterker, dog niet minder Waaragtig is, waar van, door onkunde in de Latijnfe Taaien, cn ontfl.cntenisfe van kundige advifcurs niet kunnen onderrecht zijn; cn dan nog wel in het viterite resfoir, alzo 'er niets dan revifie voor de lilt overblijvt, Wat mij aan* gaat, het b bij mij ontwijfelbaar, zo 'er niet dcanderc jjseg van voldoenend redres open was, tc weeten dppt kundige Lieden uit het Vaderland daar na toe tc zenden. ■ Dan, permitteer mij hier, nog eene gantfeh andere conlideratie bij tc voegen, van een gantfeh andere en niet minder gewigtige aart. Tot hier toe heb ik (gelijk ik vermeene) ten vollen aangetoond, het kleine getal alhier van die geene, die men nog zoude knniten denken dat tot de Adminiltratie van Justitie, des noods, zoude kunnen geëmploijcerd worden; dan men heeft nog in geen aanmerking genoomen, of die weinige zullen willen, nog of ze in der daad, door hunne omltandighecden, het kunnen doen, zonder immenfefchade door verzuim als anderzints. Dan dewijl dit beide, met een enkcldwoord, beantwoord kan worden, dat ze nog zullen kunnen, nog voorzeker gullen willen, ende althans voorzce- I i 2  ( *7* ) ker niet, ten minden zo niet aldaar egaal voor zouden worden gcfalarieerd, even als nodig zou'e zijn om een kundig man uit Europa daartoe te doen re* folveeren, zo blijft 'er natuurlijk over te befchou» Wen, of men in dat geval ze dwingen zal. En, in dat geval, door welke middelen ? Of bet billijk zal zfn? Ja of men het met recht kan doen ? en eindelijk of het zelf wel politicq is om bet te doen? Dan dewijl deze quastie van zodanige delicate aait, en vn zulke groote importantie is, zo men ooit tot zulke dwang mogte willen overgaan, dat dezelve doffe geeft voor eene gantfche vcrhanueling alleen, en voor eene meer kundige pen dan de mijne ; zo zal ik mij voor eerst vergenoegen, met de Vleijcn 3é hoope , dat de geest der vrijheid, die thans zo manmoedig 't hcofd ppiteekt Overal in ons Vaderland, ook wel de Inwoonde! s van de?ze afgeleege Colonie zo verre zal willen onder deszelfs bannieren en befcherming neenicil, dat ten minllen geen yfij gebooren Nederlander alhier ooit door zijne Landgenooten, aan wie ': Opperbewind van alles, en dienvolgens ook in de eerde pht&tfce de heilige befcherming der Vrijheid van ijder Nederlander in 't bijzonder toevertrouwd is, zal worden gedwongen- tot 't bckleedcn van een post van zulke teedere aan, als die van rechten ever goed, bloed, en eere van zijn even naasten; wanneer zich zelve daar toe niet in daat oordeelt: en hoe kan zi n evenmenfeh oordcckn, of hij, die zig daar niet üi (laat 10e  C '77 > kent, tot dien last in der daad bekwaam is, dan niet? Ik zal mij dan ten deeze alkenig borneeren met eenige weinige poincten daar toe relatif, bij wijze van vraagen in conlideraüe op te geeven. Wie zullen tot Raaden van Justitie mogen genomineerd worden ? dat is welke zullen de vereifchtens zijn? zo ze algemeen gemaakt worden; dan loopt men gevaar, en men is bijna verzeekerd, dat perfoonen zullen genomineerd worden, die niet aan het oogmerk vldoen; en zo men ze behoorlijk reftringceit; dan blijft een zeer klein getal van Ingezeeten over. Maakt dan dit de dwang niet nog onreedelijker? zal, en moet ze dan niet natuurlijk koomen, zo niet geheel, ten minden ontwijfelbaar meerendeels, op vrij geboore Neederlanders ? Is 'er eenig ampt, eenige post in onze Republiq, die, aan eenig Lid der Maatfehappij tegens willeen dank opgedwongen word? En indien al eenige, zijn die dan eenigzints van natuure gelijl< aan 0 en bekwaamheid dan 't gemeen? en wat kan mee* hinderlijk zijn enriïüiè zodanige daar toeaantemoedigen, dan dwang,, vm wat natuure die ook mooge zijn? en hoe veel meer dan, om een lastige en onaangename post te moeten aanneeraen, ja tot dewelke ze zelf fomtijds van hunne cnbekv/aamheid overtuigd zijn ? Ik zal mij liever bhjVen vlijen, dat [die zon van Vrijheid, wfëfki in deeze tijden, alles zoo helder in 't Vader'and verlicht, ook haar licht over de Colonien ter eemger tijd zal verfpreiden, en dan zal het waare ftaatsbekmg zulke dwiir/en aldaar niet toelaaten. Niets dan een Vaderland - en Vrijheidminnende pen, die naakend de waare gefteldfiëid onzer Colonïen onder het oog van haare te&crdens in Europa, en van de Natie brengt, word "er vereifcht, om te doen blijken, door de ftaat van derzei ver inwendige beftiering zo in 't politicque als Justtiëele, even als 't in 't oorlog reeds is geblcckcn, door de ftaat hunner befcherming tegens Buitenlandfe aanvai, dat derzelver Inwooners, in hunne rechten en in hunne bezittingen, zijn behandeld, alsof niet behoorden tot de vrije Nederlandfche Natie, en als of ze door de verre afftand vergeeten en afgeftorven waaren. Derzelver nut voor 't Vaderland word thans opentlijk erkend; en Dat dezelve een gedeelte der vrije Nederlandfche Natie uitmaken; en dienvolgens geregtigd zijn tot  hnn aandeel in de Privilegiën en voordeelen dersel. ve, voor zoo verre die hedaanbaar zijn met de verre afitand, omftandighecden, en aart der Colonien, tan niet ontkend worden. Wat kan 'er dan, in de tegenwoordige tijden, en bij een Natie, ieverig beezig met het onderzoeken der rechten, voorrechten en gerechtighedei van alle haare leeden, anders nodig zijn voor dc Inwoonde* der Colonien, dan een gepaste, behoorliike en duidelijke reclame van het groot te en hoofd-voorrecht van ijder lid van een vr'j volk; te weeten van goede admin.ftrati" in 't politicque en judiciëele, en al verder van zodanige rechten , voor-echten en l^rechtigheeden als de afïtanden, en aart der Colonien kan toelaaten. Het Vervolg in ons Volgend Nommer. Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN, en alom ty de meeste BoekverKoopeis s ij. ltuiv.  d e bOSt- en WEST-INDISCHE POS T. Extra No. 33. o F Aan ha ngzel Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg van No. 32. Jl^sTu ftaat mij niets meer overig, mijne Heeren? dan UE. verder te melden, dat mijn groot oogmerk ten deezen is geweest, om UE. in itaat te (tellen van te oordeelèn, over het gewigt en de gegrondheid mijner aanmerkingen en gevoelens, en om dezelve naar mate dat UE. dezelve meer of min oplettenswaardig , gewigtig en gegrond moogt oordeelèn , omme als dan daarvan te moogen maaken zoodanig gebruik, en ter zulker plaatze, als UE. naar omftandigheeden zult oordeelèn meest oorbaar te zijn voor het welzijn der Colonie,. en dus onmiddelijk voor de belangens van UE. zelve en van' de Geldfchieters, wier belangens aan UE. zijn toevertrouwd, het zij door Addres aan den Souverejï*;s K k  ( 2o2 ) ofte aan die geene, aan wie het beftier! en de be» fchikking over de Regeering dcezer Colonie onder den Souverain mag toevertrouwd zijn; in, geval dat de geprojecteerde redresfen in de goede adminiftratie, zo in 't politicque als justitiëele nog niet waaren uitgevoerd, of dat dezelve niet voldoende en gefchikt waaren naar deeze ter neer gefielde grondbeginzelen, indien door UE. gefundeerd gevonden worden. En verders om aan UE. alierinfrantelijkst tc verzoeken, van mij te willen excufecren van het entameeren van eenige procedures, cn gcregtclfke pourfuiten, hoe genaamd , tot den tijd toe, dat de adminiffratie der Justitie zal zijn gekoomen in handen van zodanige perfoonen, die, door hun beroep te vooren, of anderzints, ten minsten, kunnen onderftcld worden der Remten, en dc nodige formen van praktijk kundig te zijn; — verklaarende aan UE. al verder, op de alderfcrieuste, en nadukkelijkfte wijze, dat tot dien tijd toe, ik volftrekt niet in ftaat ben, om te voldoen aan de allerklaarfte, en nadrukkelijkfte ordres, die UE. mij ooit zullen koomen te geeven ter gerechtelijke vervolging van eenig poinct van UE. goed recht. En, hoe zeer ik aan de eene zijde mij vcrpligt oordeele, om de onaangenaamheeden, en moeijelijkheeden van 't. agendariaat ook te moeten ondergaan, wanneer het belang der Geldfchieters zulks zal komen te vereifchen, na dat ik zoo veele Jaaren, met fcuik vertrouwen, en op dien gedistingueerde voer,  C 183) door UE. in den post ben behandeld geworden j z» is het, aan de andere zijde, eeven gelijk mijne plicht, eerder te weigeren 't navolgen van ordres, dan door (bikte uitvoering derzelve, niets anders te effectnceren, dan zwaare onkosten voor de Negofiatie, cn verwardheid in de zaaken, zo als alle de agendarisfen ondervonden hebben, die van tijd tot tijd het van hun plicht, en ten minften van hunne conftituenten geoordeeld hebben gehad, nu en dan , wcegcu van Rechten inteflaan. Nogmaals tot flor, mijne Heeren! denk niet, dat ik gedreeven word door nijd, afgunst, piquanterie, ofte eenige hartstogt teegens de teegemvoord.gc, of voorieeden ïaad, ofte teegensderzelver Leeden, Ik betuige UEd. het teegendecl bij al wat dierbaar, en al wat heilig is. Jkfchouw, en overdenk alleenig, uit welke Leeden de Raad van Justitie deezer Rivier, zeedert 1*Jaaren, beftaan heeft,- en inder daad heeft kunnen beftaan, en voeg daar bij niet alleen een o-ebrek, maar volftrekte onftentenisfe van fuppoosten , ja van particuliere in dc ganfche Colonie, die van alle de behoorlijke formen in praktijk, ja zelfs van de kracht van alie geregtelijke actens genoegzaam onderregt zijn, en oordcel dan, of het ooit gezegt kan vorden, dan men te kort doet aan de ecre van eenig Lkï van het zelve, wanneer men zegt, dat zulk een Collegie in de Rechten, waarna uitfpraak moet doen , en in de elfecten van diverfe geregtelijke contraeten, verbanden, wülige cendcmnaticH, man*  ( ^4 ) dementen poenaal, cn wat des meer is, en in dc nodige formen fciB praktijk onkundig is, en dus/ zonder de tófte kwaade wiile, cf kwaade- trouwe, door hunne tiitlpraaken , niets anders , dan verwarring in de zaaken, kan brengen; ten minnen, zo dra een der twee partijen, niet vergenoegd met de uitfpraak der zaak, die tot hooger Rechtbank wil brengen. — Waar mede &c. Algemeene aanmerkingen ter Elucidatic van 't veranderde Concept Pian, omtrent de beftclling der Regcering, IN EsSEQUEBO en DeMERARIJ. ï. Dat men gaarne wil erkennen, dat, relatievtot de Finantie der West Indifche Compagnie , deeze Colome is geweest nadeelig, wel verre dan dat de gcoctroijecr.'e bezftrïngëri de Compagnie, cn hunne Actionisten bevoordeelt heeft , integendeel dït niet", als nadeel heeft te weeg gebragt: ja men moét 'er bij voegen, dat 't vooruijtzigt, immers in dc eerfte jaren, niets anders, dan meerder nadeel'beloovt, wijl dc laaltc Oorlog geleerd heeft, dat, zal men dc Colonien niet, bij de minfte- aanval, verliezen , men dezelve moet voorzien van Fortificatiën, en een genoegzaam getal Troupes, om deeze te dcfendeeren, voorts 'heeft men meede ondervonden, dat, zo wel de Politique als'-Judicieelc befchikking,  C a8S ) onmogelijk, naar behooren, kan worden waargenp. men. ten zij men aan die Ampten zodaanige Tractemcnten liegt, dat dezelve kunnen bekleedt worden door Pcrzobnen van bekwaam - cn agtbaarheiid, welfte de Adminiflratie in beide Objecten, aanzia- nclijk en gerespecteerd doen zijn. '• 2. Uijt deeze eerfte conflderatie volgt een tweede; van waar de noodige gelden van daan moeten koomen ; daar de Actionisten van de Compagnie, reëel elijker wijze, jaarlijks niet kan gevergt worden, geld te verliezen, voor eene Colonie, welkers culture de minfte voordeelen aan dezelve brengd: Men •zal, in den' eerften opflag*, aanftonts zeggen, men moet 'i over de Colonie flaanl- die zijn de directe geintresfeerdens, zo in de confervatie van de Colonie, als goede Adminiflratie van Politie en Justitie, dog zo zeggende, zoude men zig merkelijk bedriegen : De Ingezeetenen der Colonie hebben nier verder intrest, Hl de culture, de defenfie, de Adminiflratie, dan voor zo verre dat zij ondervinden, dat de revenuen van hunne plantagien toereijkende zijn of overtreffende de intresten hunner hijpotheken-, voor dewelke hun plantagien daar mcede bezwaard , zijn ; hun benoodigdhce.len , zo tot onderhoud dier plantagien, als tot hun leeven en kleeding, en eindelijk de lasten, die 'er van hun gevorderd worden.' zijn de revenuen toereijkende, zij blijven in de Colonie, en des te liever, naar mate zij zien4 dat men voor de defenfie zorgt, in tijd van Oorlog; en dat de order heerfcht, beijde in 't politicque en K k 3  justitieele: dog zo zij, daar en tcegen, ondervinden, dat men de Ingezeetenen zo veel lasten af* vraagd, dat, gevoegd bij de andere en onontbeerlijke verfchotten, de revenuen niet zijn toereijkende, zo leeven zü eenige tijd, zo zij kunnen, maakenfchul* den, laaten hunne plantagien en Executeuren, en gaan van planters bediendens worden, of vertrekken uijt de Colonie: waar van, langzamer hand, 't gevolg moet zijn, of, dat de gemelde lasten minder opbrengen, of, dat men de overige, pro-rato, meerder afleggende, 't verval der Colonie nog meer moet toeneemen. Uijt welk gedemonfixeerde dus duijdelijk blijkt, dat dc lallen op de Coloniften, niet mo;ten worden gecvenredigt naar de nodige kollen, maar naar de facultcijten der Colonisten: voorts, dat 't niet zijn de planters, die 't meest Interest hebben in de defenfie teegen den Vijand en goede inwendige Adminiflratie, want die moogen zo goed zijn , als men ze kan verlangen, zo den planter dezelve door zo een bczwaring van lasten moet verkrijgen, dat gevoegd bij zijn andere noodwendigbecden, de revenuen van zijn land-goed, niet toereijkende zijn, zo kan hij geen planter blijven, en moet een ander planter gaan dienen, of, dat mees: in zulke omltandigheeden gebeurt, hij gaat de Colonie uijt. 3. Daar de Compagnie, tot nadeel van haren Actionisten, niet kan gevergd worden de kosten voor een Colonie te doen, die de revenuen overtreffen, liet octroij dezelve fchadelijk doet worde, daar 't  deugdelijk gedemonftreert is, dat alle lasten op de C*> lonisten meerder gelegt, dan wat zij in overeenkomst van haar inkomlten konnen draagen, tot langzame vermindering en eijndelijk ruïne moet ftrekken, zo zal men vraagen wie moet dan die nodige te imponerene kosten betaalen? men antwoord den Souverein, 't zij alle de zeeven Provintien, of die onder hun, welke uijt de Colonie liet meelle trekken, om dat de Souverein geniet alle de voordeelen, die de Colonie door hare culture afwerpt, als zijn de navigatie van 20 a 30 Scheepen, den handel die 't vertier van alle producten in haar fehoot brengt, de welvaart van Landbouw.Fabricqucn entaficquen, die de benoodigheeden der Colonien aanbrengen met alles wat daartoe behoort. Het acres van dit alles, wanneer de Colonïsten, door 't matig draagen van lallen, in (laat worden gellelt, hunne plantagien uijt te breijden en met meerder llaaven te voorzien die dejaarlijkfche productenen bij confequentie den handel der nodige goederen doen toeneemen ; want 't is zelfs verkeert, als men wil,dat de planters niet meer moeten confumeeren dan hun dierlijk leeven; dit is wel 't intrest van de geldfchieters, die gaarne zagen dat den planters daaglijks zout Vleefch en Bannonen ar, zig met bondt en esnabrugs kleede , maar geenzints 't voordeel van den Souverein, welke van de Luxe in de Colonie welvaard. Uijt welke befchouwing dus volgen moet, dat, daar de Souverain de eenigde is, [die een altoos darend en algemeen voordeel van de Colonie vaa  ( 288 ) Essequebo en Demerarij trekt, welk voortkei j naar mate van acres der Colonie, vermeerdert, eri welk acres des te waaifchijnelijker is, zeedcrt dat van deeze Colonie, met zo veel ophef, is gefprooken door de twee Natiën die dezelve bezeeten hebben; 't geen reeds eenige Colonisten uijt de Eiilanden met Slaavcn, Muijl-Ezels en fpecie herwaarts heeft doen verhuijzen, en 't geen ontwijfelbaar zal vermeerderen, als men de Colonie van fterktens eu Soldaten, van een goede Adminiltratie zo poüticq als judicieel, zal bemerken voorzien te zijn; terwijl de lasicn metvoorzigtig-en matigiieijd worden geheevea: 4. dc concept lijst is dus gefield in het Sijfthema der gronden hier boven gelegt, die den Souverrin moeten permoveeren om tot 't helpen dragen der onvermijdelijk kosten de Compagnie te fubfiedeeren. Het Vervolg in ons Volgend Nommsr. Te Utrecht, by j. M. van VLOTEN, en alom by de meeste Boekver koopeis a 1*. liuw.  D E ?a - M ■ !' £ OOST- en WEST-INDISCHÊ' POS T. Extra No. 3^ O F A A N H A N G Z E Li Ter V ") ianig befchikt cn betaald worden, als \ COncebï plarf meede brengt , deeze ampten door zodanige perfoonen kunnen worden bekleedt, waar op de Souverein en Compagnie volkoomen vertrouwen kan ftellen; dit- vertrouwen; is allernoodigst bijzorider in 't eerst, wanneer men niet zal weeten hoe de zaa ken aan te tasten, om dezelve in ordrc cn gefchikt-' heid te brengen; is de Chef, zijn de mindere amptenaaren, zijn de Commandanten der Troupen, te veel gebonden, zij konnen niet tot wezentlijk nuf' Ürekigi, op de groote diihmtic tusfehen Europa en deeze Gewesten; dus moeten de Chefs, vrijheid hebben om, na dat omfmudigheeden voorkoomen, alles te" fchikken: misbruikt men dit vertrouwen, zo moet dien misbruiker goftndr wordenmrtar 't moet niet affchrikken om zijn. opvolger 't zelve vertrouwen te geeven, men is, en kan, in Europa, geen details dim peren, men weetzc niet juist genoeg te beóordeelen en zij zijn te veel' onderworpen aan véranderinfen. Xi--r Extract uit een Brief van een Heer' in Demerarij aan zijn Vriend in Amfter* dam, gefchrevcn in V Jaar 1784. ik' kan niet zien dat ccnigé der Comptoiren zoö: veel Intresten zullen uitdeden, dat men de wezentfijfce fchadens door de Planters geleden, ras zal vergeten, zoo als'UEd. zig fchijnt te verbeelden, integendeel immers in deze Colonie, zijn de Planters veel meer-vergectende geworden , omtrent hun pligc  C 291 ) en dc verbanden, eertijds genomen: kwaade gebru ik e» ■maakt men zig ligt cijgen; zeedert drie Jaaren heeft men 't betalen van Intrest, het afzenden naar Holland, weinig of niet gedaan, en men is het dus al vergeten: voeg hier bij, Dat de meeste Engelfchen, welke hier zijn gekomen , na de verovering, de» Golonie, volgens gewoonte veragten, wat and-ere natiën doen, en bijzonder de gebruiken hnnner aartsvijanden, dc Hollanders, alle Planters en bijzonder die van hun Natie d'ooren hebben volgeblazen, over de hardigheid der Hijpotheekcn, en dc onredelijkheid der Directeurs, en geldgeevers, aan welk weder veel meer, dan dc waarheid, wierd te lasf gelegt. ' Na deeze Engelfchen, koomen de Franfchen, is wiens Eijlanden nog Hijpotheecq, nog arrest valide is, tegens, of op eenige Plantage of iets tot Plantagien behoorende, als zijn (haven, M< ubilen, Paarden , of andere Vee, gereetfehappen etc. Deeze ichrceuwden allen, bijzonder de opperhoofden, teegens de onmenfchelijkheici der verbanden , door de Planters genomen (Pinhumauitè des Engagement*'') fommigen hebben wel getragt, met bezaadigheid, hun de weezentiijke gronden dier verbanden, en hunne Reedelijkheid, uijtteleggen, d'ongchoude niteit en infchikkelijkheid aangetoond , welk deeze wreedc Geldfchieters ([ces capit0list.es implacables,) omtrent de Planters gebruikten, 't hielp weinig — vooroordcelen worden zeldzaam door redeneeringen weg- genoomen. Voeg hier nu eens weeder verder bij, dflt CoW\ L 1 2  f 2p ) ïio korte woorden uit te drukken) hier nooic regt is' gefprooken , nog in de oude , nog 'in de tegenswoordige Hollandfche tijden. Veel min in de Engelfche en Franfche tijd. Eindelijk ; dat dc posfesfie, geduurende eenige Jaaren , de Bezitter de onregtvaardigheid doet vergeeten, der wijze op welke daar is aangekoo» 'men. Hoe zeer wij reeden hebben, door de jongst ingekoomene bcrigten, uit de Oost , de O. I. Compagnie te beklagen, over de aanhoudende confiderable fterfte te Batavia, en daar bij het verlies aan de Maatfehappij, tocgebragt, door de dood van de Heeren Raaden van Indien Van DerBurgh, Poock, en De Lcij, als mannen van kunde , en ijver voor dc belangens van deze Maatfehappij, egter beklagen Wij dezelve meer, mt hoofde van het ongelukkig onbruik maken , dier middelen , welke en aan de Compagnie alhier, en aan de Regeering, tc Batavia, zo bij vertoogen, brieven, adviefen, en gedrukte particuliere reflectiéft,' zo lang zijn, en nog worden aan de hand gegceven, en waar toe wij riiet minder de hand geleend hebben, en nog verder willen leenen, indien wij alleen zo gelukkig mogte zijn, om ons vooritel te zien brengen, onder die tijdige, en welmecnende beraadilaginge van Hoofd-participanten, en Bewindhebbers, waardoor, én door geene Politieke Minilteriaale Correspondentie, Batavia eerlang bevrijd kan worden, vaa zoda  (m ) .öige .befmettclijke lugt , welke die pragtige, ea welgelegene Hoofdftad van Neerlandsch Indien, door verkeerde fpaarzaamheid, en vuig eigenbelang, 'thans veranderd heeft, in de fmadehjke benaming, van het algemeene Indische Kerkhoff , der Europeesen; daar men in ftaat is, om indien de middelen van herftelling dadelijk , en behoorlijk worden uitgevoerd, Batavia binnen 10 Jaaren te brengen, onder de naam van het Groote Indische Magazijn ; gelijk wij hoopen nader , onder de 4fdeeling van Batavia, aantcwijzen. Intusfchen bedroeven wij ons, over de ongunffigc, zo wel, als fchandelijkc berigtcn uit de Oost, behelzende, dat aldaar, door twee verdervelijke Ariftocratifche factiën, alles in rep en roer gebragt, én in dc war geftuurt word, ja zelv zodanig, daj; de roeefte , en befte Kapitalisten , zo mans , als Vrouwen, dat dc aanzienelijkfte, kundigfte, en gegoedfte Dienaaren, of Amptenaaren, en dat voorname Regentes te Batavia, en andere Comptoiren, het niet langer aldaar kunnen houden , en genoodzaakt zijn, thuis te vaaren, waar door de Compagnie in zijne voornaamfte posfeslicn , en voorfpoed aldermeest benadeeld, en het welzijn van de ganfche Maatfehappij in de Oost ondermeind word; kunnende wij ons niet genoeg verwonderen, dat door zulke verdervelijke factiën, onze beste Bezittingen niet reeds ten prooij zijn, voor de Europeefche, en Inlandfche Nabuuren aldaar, ja voor eene geheele omkeering van den ftaat der Q. I. Corapag- \\ ■ ;•■ -.-v, ■ L1g • 'y- »  ( 2?} ) j^e, indien, het zij. door tusfehen komst van dc Souverainc Bondgenooten alhier, het zij op de ernftige aandrang van Participanten, Hoofdparticipanten en Bewindhebbers, g-ene directe middelen van voorzieninge worden beraamd, en ter executie gelegt, zodanig, dat alle het verderv van eene overheer-fchende directie in de Colonien, met wortel en tak uitgeroeijd worde, of alles gaat aldaar gewis verloeren: mogte wij onder verbetering ons oordeel, tot eene kragtdadige behoedmiddel opgeeven, dan bctaigen wij, voor God, en onze Medeborgers hier opentlijk, dat het tijd, ja meer dan tijd is, om dc Compagnie rechtvaardig te doen handelen, en zijne onfchuldige, en mishandelde groote, en minderDienaaren, die in het Vaderland prefent, en nog verwagtende zijn, opentlijke vergoeding, en herftelling toetebrengen, niet alleen, maar ook de fchuldige te ftraifen, en, hoe eer hoe liever eene compleete nieuwe bezending van hcrwaards, zo van Regenten, als Ministers te doen, en daar toe of kundige en beproevde Dlenaarcn, Kooplieden, of Renteniers, in den dienst van de Maatfehappij te engageerens met volle magt, om in de Oost volkomen redres yan zaaken intevoeren, en van alles met de nukken en bcwijfen aan de Heeren Majores alhier verantwoording te doen. — Want zonder eene nieuwe bezending van Regenten, en Ministers, uit ons Vaderland , zullen die factiën in de Regeering der Colonien niet ophoud.cn, maar integendeel door andere promotien aldaar, onherltelbaar dispotiek gemaakt worden.  C 295 ) Wij hebben niet kunnen nalaat en, dit Vaderldfldfdl Digtfluk, aan de Bewindhebberen van de Colonien, onze Landgenootenmedetedeelen, niet twijfelende , of Bewindhebbers, en Hoofdparticipanten, zullen onze aanhoudende poglnge ten befte duiden j en de herftelling van 'sCompagnies directie, zo fpoedig mogelijk, zoeken daar te fielten.- aan de EDELE H E E REN BEWINDHEBBEREN van de OOST- en WEST-INDISCHE MAATSCHAPPIJ. Ed'le Maatfchappije! wier zwoegen Strekt, tot heil van 't Vaderland! Gun, mijn lier, dat zij haarfnaaren, Schoon gebrekkig, hooger fpand! Achtb're Vad'ren! die 't bellieren Van ditLigchaam, is vertrouwt, Óp wier vlijt, den INoeiten Koopman, Als op vafle rotfen, bouwt! 't Belg u niet, dat mijne klanken Koome aan uw keurig oor. Nimmer weigerde uw goedheid" Aan een fehorre Mem gehoor. Zaagd gij, door jaloerfe Britten, Door een eed-verbreekend rot, Uwen Handel, uwen welvaart,' 'rHeil van Nederland geknot; Zaagd gij 't Oorlog u befpringen; Even valfch, als onverwagt, Zaagd gij uw geweiten plund'ren,/  ( 296 ) Door te groote overmagt; Nimmer was uw moed bezweeken: Daar, een onvermoeide vlijt, Kan geieede fchaa vergoeden, U berokkend door de nijdt, ■ Ziet gij, thans, een trotfehen Jofeph Die, naijv'rig, uw gewin Éeréloos, tracht te ondermijnen, Rukt zijn Troupen herwaards in; Langs de Schelde, Oost, en Westwaarts, Wil doen zwaijen d"'Arend Vlag, En, een Land bezoeken, dat geen Schip, als Neerlands zeilen zag; Laat uw icver, niet verflauwen ! Staa, als marm'rc zuile, pal! Neerlands Godt is uw beichermci! Drijgd den Dwingland reeds den val! Blijv vertrouwen, op de zorgen, Van de Vad'ren'van ons Land ; Wagt, eerlang, de zecgenviering, Van die nooit verwonne hanb. Dan, uw pligt zij ook te waaken, Dat, het innerlijk bellier Eens, te regt, herfteld mag worden, Over Zee, zoo wel als hier Dog — moet ik h hier toe maanen ? Neen, — uw nooit vermoeide zorg Doed mij mijne pooging ftaaken Blijvt mij, voor d'uitvoering borg. Een voorstander van den KOOPHANDEL. Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bij de meeste Boekverkoopers a iftniv.  D B OOST- én WEST-INDISCHE POST. Extra No, 35. o p AAN HA NGZEL Tót de Ordinaire Nommers. Deeze volgende inportante plukken, ons' verzogt zijnde te plaatfen, zullen wij daar op, zoo dra, dén tijdt toelaat, onze confiderafien laten volgen* Mishve van de Directeuren van de Colonie Surinamen Ree. 1 December 1784 Hoog Mogende Heeren.' Wn vinden ons vereerd met U Hoog Mog. be* yeelen van den 23 April 1784, waar bij wij gelast zijn hoogst dezelve ons bcrigt te doen toekomen, op het Request van verfcheide planters, en Ingezeetenen der Colonie Surinamen,- zig thans in hét Vaderland bevindende. De middelen bij dit Request gebruikt, met de nauwkeuriglte oplettenheid overwoogen 'hebbende, moeten wij bekennen dat dezelve overeenkomt met de waare gefteldheid van zaaken, en de fupplh Mm  r 293) anten derzelven aHenfints gcrigtigt zijn, hunne toe. vlugt, in deeze kommerlyke omftandigheeden , tot de bekende eedelmocdigheid van U Hoog Mog. te neemen; zonder welke wij hunnen toeftand niet alleen gevaarlijk, maar hun ongeluk zeeker ftellen. Het grootfte deel van de tegenwoordige Eigenaars der plantagien gaan gebukt onder den drukkenden last van hunne fchulden, fpruitende uit de verbintemsfen, die zij Eertijds hebben aangegaan, bij het opneemen van penningen, die ze tot aanleg of inkoop en bewerking hunner plantagien noodig hadden, alzoo de byzondere aart van voorbrengzelen van dat gewest niet toelaat, dat den landbouw aldaar op dezelve wijze als hier in Europa in een kleinheftek gefchiede, maar in tegendeel eene groote uitgeftrekheid van gronden, kostbaare werktuigen, en een aanzienelijke magt Slaaven, vereifcht; al het welke niet dan weinige zeer gegoede Lieden uit hunne Eige middelen kunnen aanfehaffen. Deeze verbintenisfen die, op zig zelv, een zeer gefchikt middel uitleeveren, om het geld der Renteuiers op een voordeelige voet uit te zetten, den planter geleegenheid gaven, zijne bezittingen te verbeeteren,en de Colonie tot eenen hoogen trap van voorfpoed konde brengen, hebben in tegendeel, door de roekeloosheid waar meede men ze heeft aan gegaan, hun aller ongeluk bewerkt; men heeft namenthjk de hoofdeigenfehappen van goede beleeningen geheel en al verwaarloosd, men heeft niet onvaogt of dc plantagien in ftaat waren, dat geene  ( 299 ) op tc brengen, dat 'er vereifcht wierd, tot voldoesiinge der beloofde renten en langzaamerhand voortgaande aflosfmg van het gefchooten geld. De bcftierders der belecningen hier te lande, die aangeuoomen hadden veel geld, dat hen gegeeven was, aan de planter,op goede plantagien,te fchieten onbrak het meermaalen aan kunde en ondervinding, om de waarde dcrzelve te beoordeelen, ja fommige waren in dit opzigt niet vrij te fpreekcn, van kwaade trouw, die uitgelokt door de aanzienelijke voordeelen, welke hen het waarneemen van planters zaaken, het verkoopen zijner overgezonden producten, en de bezorging der noodige voorraad van goederen en levensmiddelen beloofden, planters en zelfs vrienden die den landbouw niet veiftonden op allerhande wijzen witten over te haaien, om maar plantagien te koopen en geld op te neemen, hen belovende ze naderhand, door nieuwe geldleeningen, tot de verdere koften in ftaat te ftellen, terwijl ze teffens de gegoede ingezetenen tot deelneeming in die beleeningen bewoogen , zoo door het uitlroven van ds hooge interesfen, als het toeflaan van groote en ongeoorloofde makelaardijegelden, aan die geenen die het vertouwen der Renteniers bezitten, cn hunne Raadslieden zijn. De prijs van verkoop, die juist door de gemakkelijkheid om zoo veel geld op de plantage tc ontfangen, als men maar verlangde, tot een buitengewoone hoogte geklommen was, wierd dikvils alleen tot de groadflag van de waarde gelegt, en wanneer mei» Mm 2  C Zoo ) een negotie nodig oordeelde, wist men dc prizeerders door allerhande omweegen te misleide. Van dit Capitaal nu, dat zoo weinig met de weezentlijke waarde der plantagie in evenreedigheid ftond, moest eene onmatige rente van zes percent betaalt worden. En de planter moest zig, tot zeekerheid van die rente, verbinden zyne producten aan geen ander dan de beftierder der beleening zelve tezenden, en van hem allen zyncn voorraad te ontbieden ; eene voorwaarde dfe zoo zc al geen geleegenhcid geeft tot bedrog of inhaligheid, wanneer het eigen belang een fpoedige, hoewel minder voordeehge verkoop, om zig zelve eerst te betaalen, vordert, of een hogen prijs der gekeverde goederen eifcht, ten minften niet dan nalatigheid kan veroorzaaken in het behartigen, van het belang der planters daar de voordetien op het waarneemen zyncr zaaken niet meer van dc goede behandeling afhangt, zoo lang Lij niet van Correspondent veranderen kan. de gevolgen van deeze verkeerde behandeling hebben de planters in dien akeligen toeftand gedompclt, waar in zij zig thans bevinden. Sommigen voldeeden in het begin aan hunne verpligtingen, zoo door den goeden ftaat, waar in zijde plantagien vonden, als door den toenmaligcn hoogen prijs der producten. Dog allen moeften bezwijken, zoo dra hen cieeze laafte toevlugt ontvliet, de intcresfen niet kunnende voldaan worden, fprcekt het van zelve, dat ze om aflosfing van de hoofdfchuld nooit kebbeh kunnen denken, in tegendeel is die al vroeg,  door de warrbetaaling der interesfen vermeerdert, waar door beide dagelijks aangroeijen, en deeze ongelukkige fchuldeftaars al te wel bewust, dat een vreemde de vrugten van hun arbeid plukken zou, verlieten, met de hoop van uitkomst, alle lust tot werkzaamheid. liet gering getal, dat wij hier als geen verbintenisfen aangegaan hebbende kunnen uitzonderen, ziet dagelijks de waarde hunner bezittingen verminderen. Het gebrek van vertrouwen, veroorzaakt door den flegten inkomst der voorige belceningen, ftcld hun buiten liaat alleen zoo veel geld op te neemen als ze nodig hadden, om hunnen weiken met kragt door te zetten. En zoo ze al zig daarvan ontdoen wilden, vinden geene koopers, zo lang deze laafte geen kans zien anderen tc beweegen, hen de nodige penninge te vertrouwen, terwijl de ondervinding leerd, dat zulken die dien onderftand niet nodig hebben, zig tot dien inkoop niet ligt beweegen laten. Alle miltrooltig wordende, neemen zy de eerfte gelegentheid waar, die hun gunftig fcheynd, om de Colonie tc verhaten, en bergen zig in hun Vaderland met het weinige, dat zij overhouden. De plantagien verminderen hier door, niet all'een in waarde, maar ook in getal: zij die verfcheide gronden bezitten, buiten ftaat alle behoorlijk te bewerken , floopen 'er een van, en brengen de goederen en Slaaven ,die zij gebruiken kunnen over, op de zulke die nog in den beften ftaat zijn, Mm 3  ( 3C2 ) De bcfteeders van de fondfen der beleeningcn op meer dan eene plantagie geveftigt, bij gebrek van koopers, buiten ftaat dc voldoening der agter ftal lige fchulden, bij Executie uit den koopprijs te vinden, neemen dikwils de plantagie zelve in vockloeninge over, om ze vervolgens door agendarisfen ten voordcele van de geld fchieters te doen bellieren, uit welke fchikkingen verfcheide voor het welzijn der Colonie allernadeligfle gevolgen voortvloeijen, als voor eerst, dat verfchiede plantagien uit wier inkomilen te vooren meer dan een Eygenaar hun beflaan vonden, nu onder het beflier van ec;i agendaris komende het getal der ingezeetenen geduurig afneem d. Ten anderen, dat de bchcering der plantagien als dan meermalen aan den willekeur van een directeur ovcrgclaaten word, die zoo als de agendaris, dikwils alleen op de voordeden hunner Commisfie, en de gunst hunner principalen denkende, door overmatig werk de gronden uitputten, cn dc Slaaven onderdrukken , welke behandeling niet dan ecu zeer nadeligen invloed hebben kan op het gemoed der Neegers, die, reeds een ganfeh lighaam die zeifde gencegenthcid niet kunnen toedragen als aan een mcefler, dienze konnen meeftentijd bij zig hebben, tot wiens kinderen zij eens denken over te gaan, en dienze weeten hen een goed hart toe te dragen, als zelve het grootte belang bij hun behoud cn goede behandeling hebbende; terwijl een voorgaande ongelukkige ondervinding genoeg leert wat de Colonie  c 303) van deeze menfehen, als ze mishandelt worden, te vreezen hebben. Ter bevestiging van het gezegde, 'hier nevens voegende een Extract uit een misfive van den tegenswoordigen Gouverneur Generaal ad interim, beeldfnijdermatroos, van den 17 Januarij 1784 Sub No. t. De meeste ingezeetenen der Republiek, en een groot aantal vreemden welke aangemoedigt door den hooggen intrest van zes percent, hun geld in deeze beleening gepiaats hebben, kunnen alsze een veel Jarige ondervinding, den tegenwoordigen ftaat van zaaken, cn het dragelijks verval van Credit raadpleegen, niet dan het volftrekt verlies deefer aanzienlijke Capitaclcn, (e zaainea meer dan vijftig millioenen gul. _ ;:, bedrage kdc , CD daarop verfchuldigde interesfen m wet sicrij Zij celve zijn te wel bewust wat zij eenïge laren bcrwaards van deeze pretenfien genooten, cn nog te wagten hebben, zoo lange de planter als , -; , ;,:; ;!- is lj ' gedeelte zijner inkomften tot een ordentelijk zelvsooderhoud te verduisteren, of zoo lange Qadk 1 ül sommige hier in geheel ter goeder trouw K werk gaan3 deeze nauwlijks hun eigen kost bekomende, verpligt zijn alles aan hunne Crediteuren af te ftaan, zonder eenige onkosten te doen totbeeter onderhout der werken, of (daar het nog meer op aankomt) tot aankoop van flaven, wier getal Jaarlijks verminderende, de bewerking ook noodzakelijk moet verkrimpen , en de Revenuen dier plantagien , die anders, in evenreedigheid van hunne aanleg, ge-  C 304.) fcouweu en werken gefehikt waren , om veel meer optebrcngen, Jaarlijks verminderen, uit welke geringe Revenuen zommige Correspondenten nu nog eerst hunne infchuldcn en veifchotten rijkelijk voldoen , zoo dat een ieder ligt voorzien kan, dat zoo de planter in de kosten zijner plantagie niet eenigzints te gemoet gekomen, door eenige nieuwe fchikkingen opgebeurt of verligt, en tot werkzaamheid worde aangefpoord, hij voor zeeker van jaar tot jaar verder agter uit zal gaan, en die welluidende pretcnlie van de geidfchieters geheel te niet zal loopen. zijnde daar en boven deeze laafte niet eens in de mogelijkheid zig, zoo ze 't al eens verlangen mogtcn, van liet gedeelte hunner bezittingen te ontdoen, daar de llegte ftaat der meefte beleeningen zulk een algemeene fchrik veroorzaaktt heeft, dat veele obligatien niet alleen beneeden hunne wezentlijk waarde vervallen zijn, waar zelfs in het geheel geen prijs hebbende, niet verkogt kunnen worden. Het Vervolg in het Volgend Nommer. Te Utrechti bij J. M. van VLOTEN, en alom bij de meeste Boekverkoopers a 1^ ftniv.  d é OOST- en WEST-INDISQHS ; POST. Extra No. 35. o F A A N H A N G Z E L Je/ öfe Ordinaire Nommers. Vervolg van No. 35-. J3e vermindering in het getal der plantagien en kundige planters, cn de flegte ftaat van beiden, doen den landbouw, de voornaamfte bron van welvaar der Colonie, kwynen; terwijl de koften, die uit s'Lands kaften, tot haar bellier, en befcherming, gevonden moeten worden de zelve zynde, zo al niet vermeerderende, zij "die ovcrblyven, zoo veel te zwaarder gedrukt worden, en eindelijk, indien alles in die evenredigheid agter uit bleey gaan, zouden moeten bezwyken, alle welke onheilen te zaamen loopen tot algemeen nadeel van Ingezeetenen en Regeering-, en dus van deeze gantfche volk planting, met wiens welzijn de voorfpoed van deezen ftaat, de vordering van zeevaart, en vertier en bloeij der koophandel zoo nauw verknogt is; Het misbruijk en verval van Crediet, is dus dé N n  groote ooraak vati liet ongeluk der planters, en verre derhalven van het algemeen vooroordeel tc volgen, en de Cöloniften alle vertrouwen te weigeren, houden wij het herftel en wel aanwenden van het zelve, voor het eenige middel om ze te redden. Zeedert lange nu, hebben wij, Hoog Mog. Heeren! de middelen, die daartoe voor handen "waren, nagegaan, en ons eindelijk bepaald, tot het ontwerp van eene algemeene beleening, waarbij wij ons, als een hoofdoogmerk, vooifielden, voor eerst de nodige penningen op te rieerhé', om aan de planters, wier plantagien nog niet verbonden zijn, zoodanige fomme gelds te fchicten, als aan dezelve, volgens een nieuwe en van de voorige misbruyk en gezuyverde bereekening, zonder gevaar, vertrouwt kan worden; ten anderen die planters onder dc reeds verbondene, die middelen vonden, om zig met hunne Crediteuren, in dier voegen te verflaan , dat het oude verband vernietigd wierde, (waar toe, zoo wij vertrouwen, flraks te zullen aantoonen, meer dan een middel voor handen is) in deeze beleening aan te neemen, en ten dieneiende, een nieuwe Acte vanHypotheeq,ten behoeve van ditfondr, tc doen pasfeeren, voor zodanige Capitaale fomme, waar van ze, volgens deeze zelve verbeeterde bereekening, de fel tresïen en aflosfing behoorlijk kunnen opbrengen; zij die aan dit onderwerp verlangen deel te hebben, zouden, vooreest buiten de bewyzen van eigendom, en bevryding van oudere Hypothccken, moeten h* keveren eene behoorlyke ftaat en inventaris, hunner  ( 3°7 ) plantagie, zoo als die zig tegenwoordig bevinden, ingerist als bij de publicatie van Gouverneur en Raa den van Polit.e cn Crirainecle Juftitie van den n December 1778, hier neveus gaande Sub. No. s is vastgefteld. Dog, hoe noodzaakclijk ook het bepaalcn van de waarde der plantagie zij, om met zeekerheid te weeten , waar uit men, als de planters bij een zamenloop van ongelukkige omftandigheeden, buiten ftaat geraakt, de jaarlykze interesfen te voldoen, ten minfte de hoofdfchuld vinden kan, deeze kennis is op verre na niet voldoende om de fomme, die men aan de planters fchieten zal, te bcgrooten. Deeze begrooting moet voornamentlijk ingerigt worden naar iets, daar het hier meest op aan komt, en te vooren het minst op gedagt is; namentlijk de Revenuen der plantagie — uit deeze alleen is op te maaken, of de planter zyne interesfeti en aflosfhig jaarlijks op kan brengen: en dus is hij verpligt,behalven de bovengemelde Inventaris, cn belchryving, ook een lijst te bezorgen der producten, welke de plantagie den tijd van tien jaaren lang heeft opgebragt, geveftigt op de Cargas der Schepen, Boeken, die op de plantagien gehouden worden, verkoopreekeningen der Corresfpondenten, cn de onderlinge overeenkomst deezer ftukken, waar uit dc jaarlijkze hikomften gemakkelijk te begrooten zijn ; De waarde der producten niet uit den prijs, dienze 't ecu of ander jaar gegolden hebben,..opgemaakt, maar over veele jaaren door malkander getlagen, bereckend N 11 2  wordende. De inkomften der plantagie, op die wijze bepaald zynde, moeten daar uit, eer men ze tot betaling der interesfen gebruyken kan, de noodtge onkoften gevonden geworden, waar van de planter meede ten derden een lijst moet overgeeven in de volgende articulen verdeeld. i Het levens onderhoud van hem en zyne familie. 2. De gages en koften van zyne blanke bediendens. 3 De uitdeeling aan zyne Slaaven. 4 Het onderhoud en bewerking van zijn plan-, tagic, zoo jaarlijks, als Extraordinair in den loop van z Jaaren. 5 De opbrenging der laften. 6 De koften op het affcheepen, overbrengen en verkopen der producten. Alle deeze opgaaven en bewyzen zouden ter hand geftcld worden, aan eenige perfoonen in de Colonie , welke fpcciaal tot onderzoek daar van gemagtigd warm, dog geen vast Collegie zouden uitmaken, zoo lang het getal der planters in dit fonds aangenomen, niet tot een zeekere hoogte geklommen ware: om* in herbegin groote onkoften.te myden. Deeze perzoonen, of dit Coieg'e zou alle deeze {tukken aan de beftierders der beleening hier te land over zenden, met byvoeging van hun advies dieswegens, en de fomme, welke aan den planters vertrouwd kon worden, begrooten, waar na alles nogmaals alhier naauwkeurig zoude overwogen worden, en die gronreegels getoetst, die wij zeedert lang, uit  ( 3°* ) een menigte berigten van kundige planters zoo omtrent de noodige hoedanigheeden van goede plantagien, als wegens de koftcn van onderhoud, hebben opgemaakt, en die wij bereid zijn nader aan he* oordeel van des kundigen te onderwerpen. Wanneer men nu dc oude wyze van taxeeren, waar van wij boven de gebreeken hebben aangetoond, met deeze verbeterde bereekening vergelijkt, doen zig de voordeelen daar van duidelijk op. Eerdjds ging men daar mee op het roekcloosfte te werk, ja wanneer alles na behodren gefchiede, en er ook geen bedrog plaats hadde, beging men evenwel altijd dien miilag, dat men bij de begrooti::g van het Capitaal, dc gebouwen en Haven meereekende, die verre van iets tot betaaliug der Reuten op te brengen, veel eer koften tot onderhoud vercisfehen. Nu in tegendeel zal men onderzoeken, wat de plantagie, na aftrek van alie onkoften , kan opbrengen. Het onvrugtbaare gedeelte alleen befchouwendc, als dienftig, om daar uit bij onverhoopte toevallen het opgefchooten geld te vinden , geenzints om het Credit dat men den planter geeven wi! te bepaalen. Toen waaardeerde men de plantagie, met al zijn toebehooren; nn zal men alleen op de vrugtgeevende waarde zien. Dat is, eertijds bedaalde met wat een plantagie moest opbrengen, naar mate van het geld dat men 'er op gefchooten had: nu zal men be. reekenen wat men 'er opfchieten kan in evenredigheid van het geen ze opgebragt heeft. Het Capitaal dan op, die wyze, bepaald zynde, N n 3  C sio ) moet daar van 6 percent worden betaald, niet om die, zoo als te vooren, geheel aan den geld ichieter nittekeeren, waar door de planter meede zoo zwaar .gedrukt is; maar om een gedeelte daar van tot een gereegelde aflosfing, en een waarborg vol ongelukkige toeval'en te gebruyken, men zou derhalven 3 percent aan dien geldfchieter geeven, twee percent tot aflosfing doen aftrekken, en 1 percent in een Cas van referve afftorten. Terwijl de 2 percent aflosfing niet dan na verloop der zeeven eerste Jaaren behoevde wezentlijk betaald te worden, om, geduurende dien tijd, den planter in de Extraordinaire koften van den aanleg, of vergrooting te gemoet te koomen. Tot zeekerheid nu, van deeze interesfen, behoeven wij niet, zoo als te vooren, den planter geheel afhangelijk van zijn Corresfpondent te maken, in tegendeel, wij zouden hem een bepaalde vryheid in het verkiezen der zelve toeftaan; mits hij alleen iemand benoemd, welke de interesfen, bij zeekere termynen, hier te land, voor hem betaale, en deeze zig verbinde het verfchuldigde, op den vervaltijd, te voldoen, zonder eenige uitvlugten van geene of niet genoeg producten ontvangen te hebben of anderfinst. En dus, blijvt de Corresfpondent niet minder aanfprakelijk voor die interesfen, dan den planter zelve, ten zij hij ons, zoo dra 'er eenige ongeleegenheid of nalaatigheid bij den planter befpeurd word, 6 Maanden te vooren waarfchouwe, dat hij na verloop van die tijd niet langer voor dea  Cs"> planter durft inftnan: Welke voorzorg noodïg is, om verzeekert te zijn, dat zoo dra de planter irt nadeelige omftandigheeden geraakt, men daar van niet onkundig blyven, maar gelegenheid bekoome de gemagtigdens in de Colonie (die, daar en boven, van bunnen kant ook kennis geeven van het geen aldaar voorvalt) van die omftandigheeden te verwittigen, en ze te gelaften, om indien hij, binnen dien geflelden tijd van 6 Maanden, geen andere Correspondent op die zelve voorwaarde benoeme, zyne plantagie in verzeekering te neemen, of onder Se queftratie te brengen, en vervolgens de benoeming intusfchen niet gefchiedende, bij Executie te verkoopen. De beleening dan ,opdeeze wijze gefchiedende, verbeelden wij ons, Hoog Mog. Heeren, te kunnen verzeekeren, dat 'er bij na geen gevaar van wanbetaling meer te vreezen is. De verfbhuldigde interesfen, met da zuivere Inkomften gelijk ftaande, kunnen gemakkelijk worden opgebragt, cn de plantagie (als men in agtneemd, dat het onvrugtbaare gedeelte, het geen bij de bepaling van het Hijpotheeq niet mee gereekeHt is, bij den verkoop, nogtans zijn waarde behoud) kan inden kortentijd, die 'er tusfehen de waarfchouwing van den Correspondent, en dè Executie verloopt, niet wel tot die laagte vervallen, dat de koopprijs, niet voldoende ware om daar uit het opgefchooten geld, en een, of anderhalf Jaar interesfen te vinden. Daar enj boven, zal de vermindering van interes-  ( 3i2 ) Ten op zig zeiven het gevnar doen afneeme: ' Want a percent tot een geregelde aflosfing {trekkende, moet dagelijks de fcbuld kleindcr, cn bij gevolg de zeekerheid van het Hypotheeq grooter worden. Eindelijk, hoe gering dan ook het gevaar zij blijvt daar voor nog een toevlugt over, het i, percent, dat Jaarlijks overgeftott is, in de Casfe van Referve, en dat niet gering meer genoemd kan worden , als men agtgeevt, dat zulks over de geheele beleening, voor alle de planters word opgebragt, en Jaarlijks toeneemd,- terwijl het gevaar afneemd, en het verlies zelden cn bij weinigen te vreezen is. Mooglijk zal men hier tegens inbrengen, dat als men den planter en Corresfpondenten zulke ftrenge wetten voorfchryvt, geen van beiden zig ligt, dan in de uitterlte noodzaakelykheid, daar aan onderwerpen , en zig in dit fonds begeeven zullen. Dog wij vertrouwen Hoog Mog. Heeren, dat ook ' deeze tegenwerping, bij een nadere overweegiug, ras verdwynen zal. Het Vervolg in het Volgend Nommer. Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alont bij de meeste Bockverkoopers a i \ ftniv.  OOST- en WEST-INDISCHÉ POST. Extra No. 37. 1 Ó f AANHANGZEL Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg van No. 36. G eene kooplieden zullen den planter zulke aanzienlijke., fommen opfchieten als hij nodig heeft j hun gevaar is reeds grooter dan dat van de algemeene beleening, als minder verdeeld zijnde; en het is derhalven niet te denken dat zij door huti eigen geld op zagter voorwaarden te fehieten, dit gevaar nog vermeerderen zullen, ten minften niet zonder groote voordeelen voor hun zeiven te bedingen; als bij voorbeel, een uitfluitend Recht tot" waarneeming der zaaken, het geen de planter, die liet nadeel daar van nu nog onlangs, zoo treffend ondervonden heeft, en dien zoo veel aan die vryheid geleegen legt, weer niet ligt zal toeftemmen. Dog, buiten dien, zijn die kooplieden daar ook niet inftaat toe^ zonder het geld bij anderen op' te peeinen, daar tegenwoodig, bij een zoo volftrekt vér* O ©  ( 313 ) val van Crediet, geen geleegendheid toe is, en nog veel minder zijn zal, als men eens zijn geld op zeekerder voer, in deeze algemeene beleening, plaatzen kan. En van den anderen kant, houden wij ons niet minder verzekert, dat de CorreSfpondenten zig ligt tot het aanneemen der boven gefielde voorwaarden, om geduusende een half jaar voor den planter in te liaan, zullen laaten bewegen, als we de voordeelen welke deeze Commisiien opleeveren, vergelyken met den onzekeren voet, waar op thans de meefte kooplieden hun geld aan vreemden vertrouwen. De planter zal 2 percent provifie betaaien zoo van den verkoop deproducten,als inkoop van benodigheedens, 2 { percent voor de bezorging der asfurantie op beide artikelen, en de interest daar en bovea der verfchotten. Thans ftaan veele kooplieden aan vreemden, die goederen in andere Landen willen inkopen toe, op hen te trekken, zonder tot betaaling dier traites eer op hunne Debiteurs te mogen trekken, dan ten vervaldage derzelver, hen geduurende al dien tijd lot de voldoening toe, Crediet gevende, zonder eenige zeekerheid of Hypotheecq, en daar voor niet meer dan een derde percent genietende. Hoe veel te gretiger zullen ze derhalven de Surfaaamze Commisfie niet aanneemen, en die hoge voordeelen die wij boven aan geweezen hebbe, va» den planter, welke daar bij nog vafte goederen beat, uckkenj ja wij houden ons verzekerd, dat z?  ( 3H ) hem wel eens te gemoet zullen komen, in fflindefe en Extraordinaire ongelukken, als brand of overftroo» ming, waar op, bij het bepaalen, van de vrugt gevende waarde niet gereekend worden kan, en daar om den planter, voor een korten tijd, buiten ftaat kunnen ftellen zyne intresfen te voldoen, dog die ook, door verloop van tijd, en de byftand zyne^' vrinden ligt te boven te komen zijn. De misbruyken dan, die oorzaak van den flegtc* toeftand der zaaken waren, geweerd zynde, kunnen wij niet dan dc heilzaamfte gevolgen te gemoet zien. Lieden, die de vereischte kunde en bekwaamheid in de Landbouw bezitten, dog bij gebrek van Crediet buiten ftaat zijn, om 'er een voordeelig gebruyk van te maken, zouden nu gelegenheid bekomen het geld dat 'er tot het aanleggen of inkoopen van de plantagie vereisebt word, op voordeelige voorwaar» den te ontfangen. Die geen die reeds Eigenaars van een plantagië zijn, zullen in ftaat gefield worden, om ze door het aanleggen van nieuwe werken te verbeteren, of wanneer ze 'er zig van ontdoen wilden , een goeden prijs voor maaken. Veelen der verbonden planters, welke thans onder hunne fchulden zugten, en geen hoop van uickomft meer zien, zullen nu mogelijk middel vinden, zig met hunae Crediteuren te verdragen. Ten dien einde zoude ze zig het onderzoek lum»er tegenwoordige omftandigheden op nieuws moeten O O 2  C 3'6 ) aiidei-werpen, en de vrugt-gevende waarde bam ner plantagien, volgens de boven vastgeftelde voet,' doen begrooten, vervolgens zou het Capitaal, waar voor ze een nieuw Hy.potheecq ten behoeve van dit fonds van algemeene beleening pasferen moeten, zoodanig in evenredigheid deezer vrugtgevende waarde "bepaald worden, dat zij 6 percent daar van uit hunne inkomftcn Jaarlijks opbrengen konde, van welke 6 percent s> tot aflosfing voor de Cas van Referve, aan dit fonds zou komen, en 3 aan de houders van de oude obligatien uitgekeerd worden, om die naar hun eigen goeddunken te verdeelen, het zij in gelijke portien over allen, het zy in ongelyke, bij wijze van Loterije, waw van een kort ontwerp alleen ten voorbeeld in de hier nevensgaande bylaage Sub. N 3 opgegeeven word. En wanneer dit accoord eens al te nadttfig voor de geldichieters uitviel, zouden de planters, die zig nog in een tamelijk goeden toeftand vinden, en niet u* ders dan eenige-toegevenheid of hoop op verbetc ring, en meer vryheid in de behandeling hunner zaaken verlangen, zig mogelijk wel vcrpligten, om, boven het Eerfte Hypotheeën, dat ten behoeven van dit fonds gepasfeert is, na verloop van eenige Jaa-; ren een verder gedeelte van hunne oude fehuldon bij termynen af te loszen. . . Op die. wijze dan. zouden alle planters een merker iijke, verligting en voordeel toegebragt, en een nieuwe yver tot hun werk worden ingeboczemt. De verbondene zelve die eigcntlijk geen geld «3  (317 ) banden kreegën, zouden even wel in de eerfta ■zeven Jaaren van dc 6 percent, die i; die naderhand tot aflosfing moeten (trekken1, dat is een derde van hunne zuivere inkomften, tot verbetering der plantagie, aankoop van flaavcn, of anderzinst befteeden kunnen, ja men zou'ze kunnen verpligten om aan te toonen, dat ze wezentlijke die penningen daar toe gebruikt hadden Buiten dien zal de magt, om met zyne producten naar welgevallen te handelen, en, zoo hy ze herwaards overzend dc vrijheid etl' het verkiezen van zijn Corresfpondent, een aanmerkelijke verbetering in de zaaken van den planter te wcegbren'gen. Voor eerst kan hij zyne benodigde goederen veel beter koop krygen, zoo hij die in dc Colonie tegens producten verruilt, dan wanneer dc verkooper, zig, zoo als tc vooren, met de onzekere betaaling in wiszclbrieven vergenoegen moet. Ook (paart hij veele onkoften, als Pakhuis-huur, Commisfie geld. &c. hij loopt geen gevaar van verlies noch van dc zee, noch van een onverwagte op komenden Oorlog, noch ook om in het onzekere op het provenu deezcr producten trekkende, bij het verlooren gaan of een laager prijs derzelver zyne wiszclbrieven te zienproterteercii, en met een drukkenden herwiszei ■van 25 percent te zien te rugkomen, hoe matig gebruik hij ook van zyne Crediet gemaakt hebbe; integendeel terltond geld in handen krijgende, weet 0 0 3  ( 3i« ) fönie nederzetten, die hun voorraad van phntagiebchoeftens van hier ontbieden, en de producten opItoopen, zal dit beter markt voor den planter veroorzaaken, cn de voordeelen op deezen handel, die nu maar door eenige genooten worden, onder vee•*ien verdeden, waar uit noodzaakelijk meer vertier zo hier als in de Colonie veroorzaakt word. En verkiest hij zyne producten hitr te doen verfcoopen, is hij meelïer den prijs van verkoop te bepnalen, of zoo hij dit aan den Corresfpondent overlaat, ten minlten verzeckert, dat die, om de voordeelen der Commisfie te behouden, zijn uiterlle vlijt zal aanwenden hem den hoogden prijs te bezorgen. Ja de houders der obligatien, die nu hooge interesfen van een groote fchuld te vorderen hebben, dog van een goed gedeelte dier pretenlïe moeten afzien, en dus in den eerften opflag wel het meest bij dee;:c fchikking fchynen te verliezen, zullen integendeel daar bij aanmerkelijk bevoordeeld worden, om de waarheid van dit gezegde te erkennen, dient voor eerst in achtgenomen , te werden, dat veclcn van hen, die tegenwoordig de obligatien bezitten de oorfpronkclijke geldfchieters niet zijn. Dat deeze hunne obligatien bij de eerfte vermindering van waarde verkogt hebben, welke dus van hand tot hand overgaande, die geenen, dicze nu bezitten, weinig meer dan den tegenwoordigeu prijs gekost hebben. Dat dus, ai wierden deeze obligatien inplaats van loo tot 50, 30, of 20 percent, zoo als zomraige knu  ( 3ï9 ) gelden , m het fonds van algemeene beleenïng over_ genomen, dit verlies van deeze zoo geoaamde geldfchieters, zoo aanmerkelijk niet zijn zal, ais men anders wel denkt: 't is waar, fommigen zijn nier in dit geval, namelijk die welke hunne obligatien nooit verkogt hebben, dog wij houden ons ook daar ca, boven verzekert allefis'ns gcregtigdtezijn, om te denken dat de voordeelen en onderfleunïng, die den. planter bij de voorgemelde fchikkingen bekomt, her* buiten twijfeld in ftaat zullen zetten, om meer op -t% brengen dan teegenwoordig. De verbetering en uitbreidingzyner werken, de aas koop van flaven, de vrijer en beter behandeling zyaer zaaken , de aanmoediging tot werkzaamheid, dia; •en onmiddelijk gevolg is van net vooruitzigt, om eens zyne plantagie in eigendom en onbelast aan zig zeiven, of zyne kindcrenen te zien komen, dit. alles moet noodwendig een voordeelige uitwerking t.n gevolge hebben, en kan dat ook reeds bij de bereekening zyner imkomften in achtgenomen worden. En terwijl de zulken die in ftaat zijn hunne omftandigheeden te verbeteren, geholpen worden, zullen de anderen daar en tegen, die niet te redden zijn bekend en geëxecuteerd kunnen worden, voor dat die Hypotheecquen, die nu van dag tot dag afneemen, geheel verlooren gaan, tot welke Executie buiten herftal van Crediet, zoo als de ondervinding leert, geen kans is. een voordeel, dat op zig zeiven, al ware het oek het eenigfte, voldoende zijn zou, om dit ontwerp voor de geldfchietej van nut te maakee,  C 3*° ) ■ Op die wyze alles onderzogt, gezuiverd en bepaald zynde, vertrouwen wij dat veele obligatien eer in prijs fteigeren dan vallen zullen, ten minlten alle tot ban wezendlijke waarde verhoogd kunnen worden. En dat bij gevolg de houders derzelver liever verkiezen zullen, een gedeelte van hunne pretentie, die. hen toch het volle beloop niet gekost heeft, en voor zoo verre zij de wezentlijke waarde der Hypotheecquen de kragten van den planter overtreft, alleen in de verbeelding beftaat, af te ftaan, dan ze door hardnekkigheid te verminderen, ja eindelijk geheel te verliezen. Wij voegen hier bij, dat het ons gantfeh niet onmogelijk voorkomt, dat indien dc geringe verliezen, waar voor de Casfe van Referve aanfprekclijk blijvt, niet menigvuldig zijn, zoo als. niet te dugtcn is, het faldo dier Casfe, de beleening afgcloopen zijnde, bij wyze van praemie of uitdeeling, onder de geldfchieters, boven de geiiotene 3 percent zou kunnen verdeeld worden. En zoo deeze fchikkifigen eens ftand greepen, zou ook den Landbouw in de Colonie, de koophandel en zeevaart, tusfehen haar en deeze landen, wederom tot haaren voorigen blocijeuden ftaat weeder keeren, en definantien, zoo der directie alhier, als der Regeering daar te lande, ten mlnfte eenige verligting bekoomeu. Het Vervolg in het Volgend Nommtr. Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bij de meeste Boekverkoopers k i\ ftniv^  0 É OOST- en WEST-INDISCH! POST, Extra No. 33. o f AANHANGZÈ t Tot de Ordinaire Nommers. X)og hoe* zeeker en voordeelig ooit dit ontwerp' iiu wij hebben het zien mislukken, en tot orië Lcedweezen ondervonden, dat reeden en waarheid! gèen invloed genoeg op het gemeen hebben, om ingewortelde vooroordeeleri uit een ongelukkige ondervinding gebooren, èn door de fcherpzinnige redeeringen, welke liet eigen belang dier geenen die het vertrouwen , der eenvoudigen misbruiken, weet uit te vinden, ondeffteund, te overwinnen; zoo datons hi deczen geen ander toevlugt overblijft, dan degunftige bijftand van u Hoog. Mog, welke door hunne tusfchenkomst, en crediet alle tegenwerpingen eensklaps verijdelen kunnen. Ten dien eijnde , neemen wij de vrijheid' u Hoog" Mog. te verzoeken, ons ho'ogderzelver guarantie, zoo voor Capitaal als interesfen te verleen'en. Zonder P p  dezelve zou het nutteloos zijn 't werk te beginne», cn den ongelukkigen planter, moet zijn geheel verderv, en den geldfchieter zijn geheel verlies met langmoedigheid afwagten; De Eijgënaaren der Colonie, de Stad van Amfterdam, en de Westindiiche Compagnie zijn buiteit ftaa« hen te helpen. De ontfachelijke fommen feedert den Oorlog eenige tonnen belopende., die de Colonie hen gekost heeft, laten hen zulks niet toe j en wilde en konde de Stad vau Amfterdam het doen, den toeftand der Westindifche' Compagnie is u Hoog Mog. ten vollen bekend. Alle hoop is dan gevestigd' op de goedheid van u hoog Mog. die wij (om het gezegde, met korte Woorden, te herhaalcn) bidden, nogmaals te ovefweegdn, dat bij deeze beleening geen geld' dan op eene zeer beftaanbaare bereekening der vrugtgecvende waafde, die'na een veeljaarigc ondervinding boven alle anderen verkoren is, gefchoöfèri wórd, tee. gens een matigen ihtcrest, en op een hijpotecccf dat met alle zijn to?behooren dë waarde van het gefchooten Capitaal overtreft, en waar van de zeekerheid door een geregelde aflosfing Jaarlijks toeneemt? dat, bóoven dit alles, nóg tot goedmaking van de onverhoopte fchaadens , die na'zoo veel gronden van zeekerheid, niet dan gering meer zijn kunnen, nog een' Cns van refervc overblijvt uit de korting van een perct, dat Jaarlijks van het ganfche Capitaal der beleéning' opgebntgt Wordende, meede ras' een aanzienlyke- fomme zal uitmaken: en dat eijndeijjk, zoó deeze beleening tot ftand komt, zóo veele planters^  ( 3*3 ) uit hunne ongelukkigen toeftand gered of kragtig on* derfteund, het overfchot van de onnoemlijke Capir taaien der geldfchieters meest alH ingeze tenen deezeE . republiek behouden, ja waarfchijnelijk vermeerdert , de landbouw wederom opgewekt en het belang van ingezeetenen en Regeering aanmerkelijk bevorderd word, tot grootwelzijn van de ganfche Colonie en der importantie bezittingen van deezen ftaat, die als het haar welgaat, zoo veel tot den voorfpocd. deezer Republicq toebrengt,door de bevordering van fcheepbouw, koophande:, zeevaart, handwerken en bedieningen, alle welke middelen van beftaan, ja Bronnen van welvaart en overvloei, noodzakelijk , bij gebrek van onderfteuning der Colonie, verminderen moeten, welke Colonie wij niet fchromen ten deze opzigte, zoo niet te doen evenaarcu, ten min* ften te vergelijken met de Ooftindifche Maatfehappij: Wij fpreeken niet van die der Weftindiiche, u Hoog Mog. hebben dadelijk voor beiden hunne goedwilligheid te kennen gegeeven. Zij wyze onze volkplanting dan niet van de hand ; genoeg is het dat u Hoog Mog ons nut hoogst derzelver Crediet byftaan, daar wij onder eerbiedi? ge Correctie vertrouwen, aangetoond te hebben, dat zulks zonder gevaar, ten minften voor zoo verre alle menfehelyke onderneemingen, daar niet aau onderworpen zijn, gefchieden kan. Hier bij voegende, dat die zelve afbaugelykheid' en gcmccnfchap van belangens die deeze Republiek ten voordeel ftrekt, de gevoeligfte flaagen heeft P p 2  C 324 ) toegebragt aan die Ingezeetenen die r Colonie, waar yan de rheeflen alleen op hoop van de betaalde voordeelen in den fchoot van het Vaderlandt tc rug te' brengen, en daar hunne daagen te eijndigan, geduurig met de ongemakken van een ongezonde lugtftreek worftelen, ja dat zij nu nog onlangs de oorzaak geweest is, dat die Ingezeetenen, zoo als de Supplianten te Recht in hun, Request aanmerken, zig buiten ftaat gevonden hebben kunnen producten in het ogenblik, dat de hooge prijzen hen een flaauwen hoop van voordeel toe deed fchijnen, af te zenden, en daar na hen, toe het vervoeren vrij ftond, duijzenden heeft doen verliezen, Wij vertrouwen dan, dat u hoog Mog. de fupplianten niet zullen afwijzen; maar de hand toereiken door de gunftige goedkeuring van het plan, dat wij de ccre hebben u hoog Mog. aantebieden, en neemen derhalven de vrijheid uw H. M. te verzoeken, om van weegens hoogstdezelven geauthorifeert te worden, ten fpoedigften naar de Colonie te fchrijven, ten einde naauwkeurige informatien weegens de tegenswoor» digen ftaat van zaaken te bekomen , last te geeven, dat die planters, die voor eersten gemakkelijk in dit fonds zouden aan te neemen zijn, de vrugtgeevende waarde hunner bezittingen op den nieuwen voet deeden bepaalen, om daar uit eenigermaaten de fumme gekiste begrooten, welke wij onder guarantie van u Hoog Mog. wenfehen te mogen negotiëren, en eindelijk eenige nadere huijshoudelijke fchikkingen,  ( ) omtrent het bellier der zaaken, zoo hier als in d* Colonie, en den tijd, binnen welke zodanige beleening zou kunnen afloopen, aan u hoog Mog. gu*llig voor te dragen Waar mede Hoog Mogende Heeren deeze eindigende, zullen wij God almagtig bidden, uw Hoog Mog. illustre perfoonen en loffelijke regeering meer en meer te willen zeegenen en voorfpoedig maaken: blijvende met behoorlijk respect Hoog Mogende Heeren! (onderftond) Uwer hoog Mog. zeer dienstwillige en onderdanige dienaars de directeuren van de Colonie tfuriname (geteekent) I. C. van der Hoop. T. Warintz Amfteldam den 4. Nov. 1784. BYLAAGEN. ÈJo. 1. Extract uit een misfivc van den Heet» Bccldfnijdcr matroos, Gouverneur Generaal ad interim over de Colonie Surinamen, in dato 17. Januarij. 1784 aan de Edele Groot Achtb. Heeren Directeuren en Regeerders van de Colonie Suriname. Edele Groqt Achteaare Heeren! Myne Heeren! Onzeeker of een mijner Extraordinaire depêches &c. Ad. 19. Het behaage u Edele groot Achtb. mijn gejournalifeerde in te zien, op den 16. December ter P P 3  C ) gelegenthe'd van zeeker request van den Heer Cauranes, behelzende verzoek om van de Transport gegeregtigheedens ontheft te worden; en zullen u Ed. Gr. A. daar bij ontwaar worden, hoe in 4en hove hebbe doen remarqueeren, dat het overgeeven en transporteeren der Effecten, op dusdanige wijze, door planters aan hunne Correspondenten tegens roijemciit der Hijpotheecquen, door den tijd,zeernadeelige gevolgen moet hebben, en het te wenfehen waar, dat daar andere middelen tot reddinge der planters wierden uitgedagd; ik weet wel dat de uitvinding en nog meerder de uitvoering van zoodanige, aan veel zwaarigheeden geexponeert is, en dat daar ook zommige vermeenen dat men de zaaken maar zijn gang moet laaten gaan, en dat kluwen, wanneer de geldfchicters befpeuren dat die plans der Correspondenten meede van weinig, ja geen fucces zijn, zig als dan wel zeiver zal ontwinden, dan wel Edele Groot Abt. Heeren, hoe veel tijd zal daar niet meede, heen gaan, en tot wat flaat zullen de Effecten niet vervallen zijn, intusfehen dat de knndige planters werkeloos zullen getcet't hebben, en den flaav meer en meer mismoedig en wel eens baloorig geworden zijnde, zig van de hoop en het zoet vooruitzigt beroofd vind, om in de kinderen zijns welmeenendcn meesters wederom de bezorgers voor zijn kroost te zien opgroeijen. De waaragtige zugt, wel Edele Groot. Achtbaare Heeren! die voor het in Hand houden der Colonie,  1327) dat zij niet geheel te gfonde gaa in de h'erftëllingf der goede Ingezeetenen gevoële, prangen mij, om dit zoo zwaanvigtig Artiekel nog wat nader aan te dringen, en wat baat ook allé voorzorg, béfchikkin* gen, goede order en waf des meerder, tot nut en welzijn van een volk kan uitgedagt worden, zo» lange dat niet in ftaat geflelt is, om die met aandagt te ftnaakcn, en zonder die angstvallige bekommering waar in het nu verleert, en die hem alle lust beneemt, op te volgen? niets; immers weinig En zoo bij aldien dan de nu in zwang zijnde ma» nier van handelen met de planters doorgaat, en de Correspondenten in die fmaak op de aanraading hunner agcndarisfen, die door dcezen weg grootendeels niet anders beoogen, dan om voor de administratie der aan het fonds op die wijz vervallende Effecten de tien pc', te genieten, dan leid het geen kijv, of alle de hier vooren aangehaalde gevolgen, zal men tot ons aller leedwezen bewaarheid vinden, en zal men eer die Jaaren ten einde zijn, een gantfehe kwijnende Colonie Vol van gedevafifeerde effecten' zien , aldaar de nog weinige dan overfchietende goede, onder de lasten zullen moeten bezwijken. * Want is het te voorzien, ja te denken', Ed. Gr. A. H*J dat de fondfen, die dan uit de Effecten na deezen door de geldfchieters zoodanig zullen gefuppleert worden, dat zij in ftaat zullen geraaken, eenige kosten van óelang te impendeeren ? ik meen van neen! en word dan in de eerfte plaats den on-  ( 32* ) gelukkigen flaav geforceert , dat zelve werk tê doen, het geen te vooren door een derde hand meerder gefchied is, tot dat daar onder bezwijkt, immers zoodanig vermiefcrt, dat geen aanziens waardig blijvt, en kan dat dan niet langer gedaan worden, dan verlaat men fommige ftukken, en krimpt dus de plantagie van Jaar tot Jaar in, tot dat daar eindelijk nog werken, nog werkers meer zullen zijn, Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bij de meeste Boekverkoopers a i\ ftniv.  D E OOST- en WEST-INDISCHE POST, Extra No. 39. of AAN HANGZEL. Tot de Ordinaire Nommers. Jljii blijvt daar aan, om zulks voor tc komen, Edel Groot Achtb. Heeren! dat ik het Rontborftig en onpartydig zegge, niet anders over, dan dat men den planter niet, zoo als nu, volkome ontheffe, en het bewind van twintig Jaaren, 38 Effecten aan het toezigt van een eenige, of zomtijds twee perzooncn toevertrouwe, die hoe kundig en werkzaam zij ook moge wezen, en welke doorwrogte Directeuren zij daar ook moge ftellen, met al dat niet in ftaat zijn den flaav zyne geneigdheid tot die graad als een eigen meefter te winne, of die voorziening omtrent den zeiven te doen als een wel meenenden welgeaart Eigenaar, onder wiens oog den Slaa* daagelijks paresfeert, gewoon is, en door wiens zweet hij tot eea man in ftaat moet geraaken, maar men Qq  ( S3 ) zal, zoo men wel wil doen, de planter van een goed gedeelte van zijn fchuld libereeren, doen hem 6 pCt. daar van betaalen, dog genieten niet meerder dan 4, brengende de overige, tot Capitaalcri, zetten die op interest uit, ontheffen dcnzelve voorts van alle ontbiedingen van goederen , die doorgaans niet weinig geeargeert zijn, als meede van het overzenden zijner producten, waar op de onkosten tot verkoop dagelijks meer en meer aocresfeeren; en verklaaren hem dan te konnen voldaan met zijne interesfen prompt* en zonder de mirfftc Conniveritie, het zij in producten, zoo hij over de prijs kan overeenkomen, of anders in gelden, aan een hier daar toe door de geldfchieters zijne Crediteur te benoemen perfoon,te betaalen aan wien hij ook na ratohet hem toegekende falaris voor moeite zal voldoen , handelende wijders met het prevenu zijner overige producten na goedvinden, en wat planter wanneer hem de Expectance op rensfite voor oogen blijvt, zal dit niet tot vergroting zijner plantagien, waar op zijn gantfche welvaart gebouwt is, aanleggen ? alles ! en is het dat door deeze weg de zoo drukkende en dagelijkfch meer en meer kostbaar wordende mercantile ftijl den bodem werd ingeflagen. —-■ Den planter ontheft van de nu zoo verdubbelde rificoos en gevaaren, die hij nu als landbouwer en koopman moet esfuieren, daar hij nog buiten ftaat word gehouden, om in dat laafte aspect na zijn zin «n goedvinden te handelen, en maar als bJindelings  ( 331 ) terwijl volkomen onder de plak is,met alle befchikkin- ge moet genoegen neemen. r - De planter zal niet meerder geexponeert zijn, das zijne wisfels zullen geprotefteert worden, en rccam.» biurn van dien, tot vijf en twintig pCt., te moeten voldoen, alzoo wanneer men eenig redres, mogte zien gebeuren, dat God gave! als dan den fchipperen Carga met zijne goederen, of Gelderen in de hand zijne Negotie tegens inruilling der producten zü reguleeren. , Den planter zal al verder ontheven worden van de verpligting en recommendatie om in dit of dat fchip te moeten laaden, en waar van de vragt NB. door d^ reeders gereguleerd is , en dan nog evenwel, of die fcheepen in een favorabel zaizoen vertrekken, en of dus de asfurantie hoog of laag is, kortom hij zal planter en Landbouwer zijn, meester worden om wanneer de interesfen prompt voldoet;, en zijn effect tot ftandbrengd met zijne eijgen goed te doen na goedvin? den, en niet na de willekeur van anderen: zie daar, wel Edele Gr. A. Heeren! hetgeen pligtshalven ver-, meent hebben ter Confideratie van hoogatderzelver voorziening te moeten brengen, niet twijlfelcndc of der zeiver altoos doorftralende attentie, en nooit ophoudende voorziening zal zig op deeze materie ver-, dubbelen, en bezeffen dat de nood prangt, en het water reeds als aan de lippen is, en dus meer dan tijd is-, dat middelen bedagt worden, waar dqor.de ver-, nietiging der Colonie worde voo rgekomenx en hes; Q qs  C 332 ) aangcnaame vooruitzigt herbooren, dat in plaats van over tien Jaar een deplorabele en verlaten wingewest te zien, men dezelve als een paarl aan de kroon van Hollandfche Commercie zie uitblinken. Ik befeffe genoegzaam, wel Ed. Gr. A. Heeren! dat de Taal, die hier gevoert hebbe, niet zeer vlijd aan het oor van Correspondenten of agendarisfen , dog dat ook aan de andere kant des te flxelender moet zijn, aan der geldfchieteren en planters, die ook in der daad de perfoonen, en directe geinteresfeerdens zijn, voor wier welzijn een Landvoogd bij zijne opperregeerderen die zulks kunnen werkltellig ttiaken, gehouden is zig te interesfeeren, No. 2. Copije eener Notificatie. Wij Jan Nepveu , Gouverneur Generaal over de Colonie van Suriname, Revieren en Districten van dien; mitsgaders Collonel over de gezamentlijke militie deczer Landen &c. &c. &c. ende van politie en Crimineele Justitie der opgemelde Colonie &c. &c. Meer en meer inziende; en overwogen hebbende, de,van den beginne af, voorgekomene zwarigheden dewelke zig opdoen bij het aanftellen of eligeeren van ingezeetenen deezer Colonie tot prifeurs der Effecten en vaste goederen , met oogmerk om daar op te bepaalen de fomme gdds, die met gerustheid door de Eigenaaren dier Effecten zouden kunnen wordca opgenomen, en door de geldfchieters verftrekt, als.  ( 333 ) mede de moeijelijkheid, die 'er is, in het formeere» eei:er van, in allen opzigten, beftaanbaare inftructie voor dezelven, ingevolge van welken zij zouden konnen voldoen aan de zoo menigvuldige en onderfcheide omftandigheden, de welke bij het prifeeren voorkomen , en diende opgemerkt te worden; hebben in agting genomen, Eerftelijk, dat het prifeeren of formeeren van prifatien of Effecten, om in gevolge van dezelven, te bepalende gelden, die, met gerustheid, op dezelve zouden kunnen worden door de Eigenaars opgenomen, en door de geldfchieters opgefchoten, geen voorwerp is van onze zorg en attentie , en dat de bepaaling van zodanige fomme, welke op die wijze zoude kunnen werden genegotieert,om zeker te zijn, dat de betaaling der interesfen behoorlijk gevonden, ende aflosfing vervvagt kan worden, aan den geldopneemer, en aan den geldgeever moet worden overgelaaten. Ten anderen, dat zoodanige prifatien geen zolide grond van Calculatie, in de bepaaling van die fomme gelds uitleeveren, en allen zouden kunnen /trekken tot een geringe waarborg in Cas van ongelukken, disputen of wanbetaalingen, om het gefchootene Cacitaal te recouvreeren. Ten derden, dat de bepaalingen dier fomme gelds, welke op eene reeds vrugtgevende plantagie, gegeeven kan worden, moeten worden gecalculeert, en opgemaakt uit het prevenue der producten en revenuen, gefixeert op een Qq 3  ( 334 ) middelbaare Calculatie van de quantiteit en prijs der producten, en uit vergelijkiag van het imploij, dat van dat provenue in een voorhanden zijnde geval moet worden gemaakt; of tot levens onderhoud van den Eigenaar, Bediendcns en ilaaven, of tot opbrenging der lasten, of tot het inzamelen,afzenden, overbrengen en verkopen der producten, of tot onder», houd, in ftaathouding, voortplanting van zodanige plantagie met opzigte tot derzelver gebouwen, flaaven en bewerkingen, of tot zommige van deeze Articulen, of tot allen te zamen. En eindelijk uit een overvveeging van het jegensWoordigc en toekomende rendement, waar uit do aflosfing zullen knnnen werden gevonden. Dus hebben wij goedgedagt een ieder te waarfchouwen, gelijk wij doen bij deezen, dat wij alle de aangenome prifeurs ,!alvo honore, hebben gelicentieert, dat vervolgens die geene, die eenig geld verlangen op Hijpoteccq op te neemen, als meede de agendarisfen of gemagtigdens van die geenen, dat geld zouden verllrekken, zoo de zulke in de Colonie zijn, bij korte memofie door beide die perfoonen ol door geldopncemers alleen, indien 'er geene adendarisfen, of gemagtigdens zijn, onderteekend, aan den Move van civile Justitie moeten voordragen twee kundige en ervarene planters, mitsgaders een bekwaam Timmerman, en mctzelaar, welke meede voornoemde memorie moeten onderteekenen, ten eijnde dezelve door gemelde Have worden geauthorifeert, en ge-  C 325 ) imalifïceerd, om te formeeren een pertinente en wel geclaufuleerde ftaat, inventaris en befchrijving van zoodanig Effect of plantagie, behelzende een klaare en duijdelijke Expresfie van de grote en geleegentheid der gronden, van de fertiliteit voör het product, die op die plantage geplant word. van den aanleg, grootheid, qualitciit, en ouderdom der bewerkte en beplante knst, uijtgewerkte ter Culture onbekwaame landerijen, gevallen en flaande boscben, Creec* quen, Hoofdmoolen en andere, Trenfen, Dammen, waterlozinge, huijzen, kookers, verlaaten , Bruggen, overloopen &c. &c. alles, enzeerduijdelijk,en Conform aan de opgegeevene kaart; van den toeftant nut, en hoodzaakelijkheid der gebouwen , zoo groote als kleine regenbakken, putten en verdere matèrialen. Dan ook van de blanke bediendens en flaven, niet uijtdrukking van hunne ambagtcn, bekwaamheeden, zoo als die opgegeeven worden, en al het geen daar Verder toebehoort en dependeerende is. Voorts dit alles met bijvoeging van het gebreekige in de bewerkingen der Landerijen en in de gebouwen, tot een welgereegelde plantagie noodig en van de ziektens en lterfte die op te voorhanden zijnde plantagie plaats heeft; ende zulks alles door den Eigenaar en opgecver of zyne gequalificeerde met opzigte tot de deugdelijkheid der opgaaven en door de respective Inventarisfcurs, nopens het bij hun beVondene en gedeclareerde onder prefentatie,en des noods prestatie van folemneele Eede; zullende voort» die  r< 336) inventaris behoorlijk ter fecretarije worden geregistreert. Latende voorts nog over aan de geldgeevers en geldneemers, om met Extracten uijt de Cargaas der fchepen , ten Comptoire der inkomende en uijtgaande rechten, ofte ter waage, en uijt de boeken op de respeétive plantagien berustende, of andere Documenten te bepaalen de quantiteit der producten, die in een zeekere reeks van Jaaren van het geïnventarisfeerd Erfect, zijn gepercipieert en ingewonnen en die te vergelijken met de magt flaaven die in die reeks van Jaaren geweest zijn, om zoo daar uit, als uijt voorfchreeve befchrijvinge te kunnen opmaken, of die quantiteit producten, bij aanhoudendheid Jaarlijks te maaken, en te vermeerderen, {dan wel te verminderen ftaan. Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bij de meeste Boekverkoopers k i\ ftuiv.  d b OOST- en WEST-INDISCHE POST. Extra No. 40. o f Aanha ngzel Tot de Ordinaire Nommers. Dat voorts met relatie to: fchiftinge, fcheidingea deelinge van vaste Effecten, en in alle andere gevallen, daar een bepaaling van de hoe - grootheid der waarde van dusdaanige Effecten noodig is, die geenen welke in voorsz. gevallen een Tauxatie mogte begeeren, zig als vooren bij eene korte memorie aan den meergemelde Hove van Civile Justitie zullen hebben te addresfeeren, ende daar bij voor te dragen de perfoonen; welke zij vermeenen degerequireerde Tauxatie te kunnen doen, met verzoek dat den Hove daar op authorifatie gelieven te verkenen; en zullen de gedagte perfoonen meede gehouden zijn dit request te teekenen, als wanneer daar op nri bevitid van zaaken, zal worden gedisponeert ende verzogtë Tauxatie, onder gelijke prefentatie als hier boven nopens de Inveutarisfen ftaat geexpresfeert,' iaföfma. Rr  { 333 ) worden verleden en gepasteen, en voorts ter Secretarije geregistreert, zoodanig nogtans,dat de benoemde perfoonen, wanneer de gerequireerde Tauxatien zullen moeten gefchied beftaan, uit kundige en ervaare planters cn Eigenaars of administrateuren van foortgelijke plantagien,geasfifteert met een bekwaamTimmermam en Metzelaar, en op Huijzen en Erven daande en geleegen van paramaribo, uijt 2 Commisfarisfen der gemeene weijdazoo die fungeerende mogte zijn, als welke die post bereids waargenoonwn hebben, mede geasfideert met, ten minden, een der voorfz. Raaden. En op dat niemand hier van eenige ignorantie zal kunnen pretendeeren, zal deeze fomme worden gepubliceert en geaffigeert, daar, en zoo men gewoon is publicatie en affixie te doen, voorts in de Revieren van plantagie tot plantagie worden rond gezonden, en geteekent zijnde , weder tot fecretarije deezer Collonie te bezorgen. Aldus gedaan, gerefolveert geirres teert in onze vergadering gehouden alhier aan Parimaribo deezen zi. December 1778 was geteekent B. Texier, onderdond Ter ordonnantie van de Ed. Hove was get. A. de Millij,- Wij Jan Nepveu, GouverneurGeneraal over de Colonie Suriname Revieren en Districten van dien &c. &c. Gezien en geëxamincert hebbende zekere publicatie de dato zi December 1778 aan ons door Gouverneur en Raaden voorgedraagen, hebben, als daar toe geauthori feert zijnde door haar Ed. Gr. A. de Heeren Öfweteurea en Regeerders deezer Colonie goedgevoa-  ( 339 3 den cn verftaan, denzelven te approbeeren en ratita- ceeren zoo als dezelve geapprobeert en geratificeerd word mits deezen, pararnaribo, den 5 Januarij 1779 was geteekent 13. Texier bij zichte van de Heer Gouverneur, (onderftond) ter ordonnantie van dezelve (was geteekend.) J. F. Vlrici gezwoore Clercq. NB. Kort ontwerp van verfchillende wijzen waar op de oude Fondfen van beleening in dit nieuwe algemeene fonds zouden kunnen overgaan. Voor eerst zouden, wanneer men eens de waarde der Obligatien bepaald had in evenredigheid der Hijpotheecquen de geheele beleening die verorfderfteld. word op meer dan een plantagie gevestigd te zijn, gefmaldeelt kunnen worden, in zoo veel mindere beleening , om zoo te fpreeken, als er verbonden planters zijn, ieder fmaldeel Obligatien zijn eigen Hijpotheecq bij Looting toewijzende, en daar na de zulken, die nog in een tamelijken ftaat bevonden wierden, tegen haare regte waarde ende algemeene beleening overgenomen kunnen worden; de overigen geëxëcuteert en het provenu onder die tot zoodanig fmaldeel gekooren, verdeeld, want het ontwerp van algemeene beleening tot ftand komende, zal de verkoop bij Executie ook voordeliger worden. Ten anderen zou men ook den ftaat der planters, aan een dergelijke fonds verbonden, behoorlijk na. gegaan, zijnde, ende fomme welke zij allen te zsjnen Jaarlijks aan interesfen kunnen opbrengen, vol* Rr a  C 340 ) gens de nieuwe wijze van bereekening bepaald zijnde, dit ganfch beloop bij wijze van Loterije kunnen verdeden, onder de Houders der Obligatien, hetzij dat men alle dc Obligatien op de oude waarde van 100 pCt. reekcnde, mcnze, bij Looting, 8. 7. 6.5. 4- 3- of i' perCt. interest loeleide, dan wel de interesfen of alle op 3 pCt. {tellende, fommigen hooger dan het oorfprongelijke (apitaal, zommigen weer laager, Ja op 10 pCt. Helde. Dan wel eindelijk zoo veel prijzen maakte en bij Loterije verdeelde als 'er Obligatien in het fonds genegoticert waren, die zoo wel in Capitaal als interesfen zouden kunnen verschillen. De zaaken dus, op een of andere wijze, gefchikt zijnde, zou men deeze Obligatien, op dccze zelve voorwaarden onder de algemeene beleening kunnen aanneemen, om ze zoo van het verbeeterde bellier, als van de guarantie te doen profitceren. Wel Edele Heer de Post. Ik twijfel niet, of bet licht dat de Participanten ru van tijd tot tijd gewaar worden, en dat hun zoo. kort onder de oogen wort gebragt, aangaande de directie zoo. hier, als in Indien, zal, zoo ikwensch, Wel eenige verbeteringe te. weegbrengen, want wat zou bet helpen zijne gedagteu meede te deelen, zoo, daar van geen gebruikgemaakt wiertzzoo dat elk Artiaü genoeg zal, zijn, fehoon maar kort, tot een aan-.  C 34t ) leiding derredresfen,ofzelfs meer dan te"veel,indien hier geen acht geflagen wiert,om de fouten en misbruike, van de Indifche Oeconomie tot voordeel van de Comp, te verbeteren. Art. i. Voor eerst, dat het aan een ieder, het zij Burger, Militair, of Compagniesdienaars, zal vrijftaan, om een ander van hooger quaiiteit, ja zelfs een Raad van Indiëo te mogendag-vaarden,,en vervolgen in rechten, voor de gemeene Vierfcharen, te betrekken zonder daartoe eerst permisfie van den Gouv. Generaal te moeten verzoeken , vermits in alle rechtbanken van Europa het gebruikelijk is, dat alle Perfoonen van wat hooge qnaliteit ook in rechten kunnen betrokken worden van anderen, fehoon van minder ftaat. Art. 2. Dat niemant naar een buiten Comptoir zal mogen verzonden worden tot zyn ftraf, buiten kennis en goedvinden van den Achtb. Raad van Jus-, mie, zelfs niet onder voorwenzei tot afwagting van een Emploi, en dat zo iemant dan zal het recht hebben , om zich onder de befcherming v&ft den Achtb. Raad van Juftitie te begeven, en om dat het zoo esnman nooit zou gelukken om in Indien een goede post te krijgen, of eenig fortuin te. maken , dat dan ook de Achtb. Raad van Juftitie znlke menfehen op hun verzoek permisfie zou kunnen geven om te repatrieeren, want iemant met zijn ongenoegen in een Post geftelt, is abfolut tot geen, nut voor de Cqmp. Art. 3. Dat niemant uit zijn dienst zal wogen gsflelt worden;, zonder wettige redenen, enbewijzen, en Rr 3  ( 34* ) eoneontvan den Raad van Juftitie, want het een grawel-ftuk is, dat een oud eerlijk en bequaam Comp. Dienaar uit zijn dienst wort geftelt, en een neevje daar meede begunftigt, waar door zij beiden in die nootzakelijkheit worden gebragt, dat de eerfte uit behoeftigheit en den anderen uit onkunde te zamen een accoortaangaan voor en van de winst, om de boeken in goede order te houden. ■drt. 4. Dat elk een, het zij groot of klein ,in qualiteit of rang zal gepermitteerd zijn naar een ampt, of Post, dienst of bediening te folliciteeren, waarvan de begeving dan behooren zal te gefchiede, aan de bekwaamde, na alvorens eerst geëxamincert te zijn , door een Collcgie, dat zou kunnen beftaau uit de pre» fente Oudgouverneurs, Directeurs, Secretatisfen van dc Hooge Regering, Opperkooplieden, en de verdere Baaze van de Comptoiren, onder eede daar toe behoorende, en moetende teffens ook bij elke bezending aan de Comp. omftandig rapport doen van die remplaccringeu, het welk een zeer nnttige zaak zou zijn, en ieder zich dan zou toeleggen om de adminiüraties van de Comp. kundig te worden,als dus naar maate de bedieningen gegeven wierden. Art. 5. Aangaande de wagen of koetzen pagt,zo© is een ieder genootzaakt een koets ta houden , om dat de Raden alle zoo ver buiten de Stad woonen. Zoo moet dan elk naar zijn rang betalen; maar NB. hoe hooger in rang, hoe minder geit, ja zelfs tot niet toe, zoo dat hoe lager in rang, hoe meer geld moe •pbrengen, daar die minderen rang hebbende zoo we'  ( 343 ) cu meer bij den Heer Gouverneur en Raden rond mo'e ten loopen, dan de hoogde gequalificeerdens, dierhalve was het billijk, dat de mindere geqtiah'ficeerdens minder geld, en de hoogere gequalificeerdens meer betaalden, voorts is het ook een zeer fiechtè zaak dat den Chmeefchen Capitein, en Luitenants, en andere rijke Chineefchen bij de gantfche Hooge Regeering den onverdragclijken voor-rang hebben bóven de Europeanen, als wordende altijd een ftoel aan dat volk gegeven, wanneer zij ter Audiëntie worden toegelaten (dog niet Zonder eigen belang) daar? de Europeanen moeten ftaan,ja zelfs de fchandelifkfte woorden dikwils onverdiend moeten hooren, in pnefentie van die Chineefche melkkoetjes, die ook alle winstdoende zaken worden toegevoegt, zoo van Negotie als van Pagterijeri &c. dat voor een Europeesch niet te krijgen is, of een Edel heer meest het doar een Chinees laten pagten, dat wel mogelijk is, •want dan is de Generaal, of zoo een Raad van Indiën in der daad Pagter, die dan kan fmokkelen,of negotiëren, daar dan de Chineefche Pagter in fchijn er de naam van heeft, die al verder in geen gebreeken moet blijven, om naar een maand of 3, per Request aan de Hooge Regeering te verzoeken, om de helft afflag te krijgen, 'r welk dan zeer ligt te begrijpen is, dat met fiat bekroont wort: 't welk bij of in de refolutie kan gezien worden. Waar door dan ook zulke Chineefchen, rijtuig willende houden, het hoogfte wagen pagt zoude kunnen betalen. Art, 6. Het is ook zeer lastig voor de menfehen,  C 314 > die buiten, en ook die binnen de Stad woonen, ots net te 10 uuren te moeten vertrekken om 't fluiten van de poort , wanneer er geen Heer van de Regering naar buiten moet, die anders de poort voor zich open laat houden, elk ondervint dat ongemak,waar om de meeste, ja ook wel alle zeer gaarn één Ropia om na 10 uuren, en twee Ropijen om na n uuren te kunnen naar buiten, of haar binuen rijden^ zouden willen geven, ten voordeelen van de arme Militaire in het Guarnifoen van Batavia het welk voor die arme menfehen, die ten plaifieren van anderen, zoo veel honeurs, en diensten moeten doen, niet qualijk te pas zou komen, het welk ook een zaak zou zijn tot groot gemak en genoegen aan zeer velen, en dat het voornaamfte is, aan niemant tot nadeel. Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bij de meestej Boekverkoopers a ftuiv.  ÖOSÏ- en WEST-INDISCHE POST, Extra No. 411 of AANHANGZELi Tot de Ordinaire Nommers, 'jlrt.% Omtre'nt de Militairen, was het ook hoog noodig, hier te land, een andere fchikking te maten , want het is zeer oneige, dat den eene Soldaat 5 ert deii andere 7, 9, 11, 12, 14. Guldens wint, daar zij allen dezelve dienften moeten doen, het welk veel jaloufie en ongenoegen onder hen verwekt , en ook bij geen moogentheid ter waereld gebruikelijk is — ten anderen, de betaaling van foldien in Indiën is Ook voor een Soldaat, Matroos, Ambagsman eii asfistcnt zeer raineus, moetende vijfjaarcn wagtcn , naar hunne betaaling , dat voor dié menfehen onmoogelijk is uit te houden, 't welk zij niet eerder gewaar worden, dan wanneer zij in Indien zijn, daar van geen betaaling gefproken Wort^ doeh het eigenbelang heeft echter daar weeder  ( 346 > voor uït gevonden, wanneer dan zoo iemant geheel moedeloos woit, van alle dagen te diehen en geen belooning daar voor te krijgen, en te gelijk ziet, dat zijn Cameraden, den een voor, en den anderen na Sterven, zoo zijn zij binnen die eerfte vijf jaaren bedagt, om, hoe gering het ook mogt weezen, eenig geld te ©ntfangen, het welk dan nog eerst door de Schrijvers bij de Compagnieii of Scheepfoldijboekhouders & vervolgens in de Logie, dan bij de Casfier, vervolgens weeder bij den Schrijvers &c. mcèt Ha gezien worden. Zoo dat een zoldaat of Matroos die eenigen maanden tc goed heeft, bij zig zeiven denkt.—- Zoo Veel maanden bedraagt zoo veel — zeer verwondert ftaat omtrent de vierde part JfÖntfangen, want het gaat voor eerst door zoo veel handen en ten anderen de Comp. heeft omtrent 't geld zoodanige fchikking gemaakt; om een Ducaton voor/ 4: — een Scheepjes fchelling voor 7,1 |Stuijver, en vooreen Stuijver 5 duijten te geven, eenreekening, daar de Compagnie veel bij wint, en een zoldaat jiiet uit kan koomen, ontfangende door alle die omilandigheedens geen 60 duijten voor een bereekende Gulden, en echter daar meede te vreeden moet zijn het welk al de eerfte beginfelen zijn van ongenoegen, en den ééd van getrouwheid gebrooken is, het welk volgens het algemeen begrip, door de Compagnie 't eerst gebrooken wort, want de Compagnie , neemt een zoldaat aan, s'maands voor zoo veel geld, en betaalt hem niet , voor dat zijn 5 jaaren om zijn, en hij weeder in 't Vaderland komt,  ( Si7 ) of hij moet f daar hij toegenootzaakt is ) zoo v&aV op zijn geld verliezen, hetwelk hun niet gezegt is, bij de aanneeming' zoo dat volgens 't Zoldaaten, Matroofen cn asfisteaten geloof (daar naderhand de Raaden van Indien, en Gouverneur- Generaals van gemaakt worden) als| in Cement gelegt wort, dat men niet gehouden is, aan den déd, om de Com-> pagnie getrouw te zijn. — Wat een onreedelijk fchikking is het niet, de Soldaten, Matroofen Ambagslieden en Asfïstenten, s'maandelijks niet te willen betaalen, dan na zoo veel op hunne bedroefde geringe gagie voor eerst aan het geit , en ten anderen aan alle die boekhouders, Schrijvers, Casfier &c. te verliezen, wat heeft een foldaat met die Compagnie dienaars nodig? zij trekken immers ook gagie en Kostgeld van de Compagnie, en zijn verplicht, hun dienst daar voor waar te neemen; maar daar niet voor zoo Extra van die armen menfehen beloont te worden, van hunne fob.re gagie. Wat is dan van die armen, mismoedigen te ver\yagten? niets goeds, ja niets dan verwenfehingen en vervloekingen op de Compagnie, om maar eens in Haat te zijn, om de Compagnie alle moogelijke afbreuk te doen, net als of msn bij zijn vijand, dienden. De flegte betaaling bij de Compagnie, in Indien trekt ook nog andere fchaadelijke gevolgen naar zich vcronderftelt al eens, een Ambagtsman, had bij nagt en ontijden, zoo veel voor zich künaea, Ss 4  (348) \vinnen, of zoo veel loot, koper, ijzer kunnen ftcelen, om zich armmoedig te geneeren, dat hij niet noodig had, zijn gagie in Indiën op te neemen, zoo. is het wel te veronderftellen, dat hij na 5 Jaaren weeder retourneert ( dat 'er wijnigen beleeven ) doch zoo een die 5 Jaaren in Indiën geweest is, het climaat gewoon is geworden, is de Compagnie veel waardig, want de Compagnie kan wel 25 man uitzenden , die het climaat niet gewoon kunnen worden , en fterven, of jaaren zukkelen zonder eenige dienst te kunnen doen, en in de Hospitaalen kostgangers blijven, door hunne fleepende ziektens, waar door zij te zwak blijven om Compagnie dienst te kunnen doen. De Militairen zijn het minst in aanzien, de ede,nen daar van zijn, voor eerst; om dat zij een allerfoberst Traclement hebben, en nooit geleegenheid., krijgen bij het militairen wcezeu, hun Fortuin te ma-, ken, kunnende nooit een keuken diecstje als fcheei pen, weesmeeflerHeemraad &c. ( dat doorgaans. Smits, wagemakerss Kcsstverhuurders, Bakkers en, Negotianten obtineren) veel minder gezachhebber, Commandeur, Gouverneur of raad van. Indiën. worden, en die Exspeccance niet hebbende, is voor. hen ook al geen geleegenheid om een goed huwelijk te doen. —— Daar zijn nu 8 Schepens, 6 weesmeesters, 8; Hecmraaden 4 van Huwelijk- en Klijne gcregtszaaken , 8 Boedelmcesters, 2 bij de Amphioen Sociëteit, 8 Curatoren, 6 regenten van de Godshuijfcn, hoe  C 30 ) gemakkelijk konnen er nog zoo veel ( 50. ) van de oudfte (Meiers bij gezet worden, buiten fchaaden vaa de Compagnie, wel is waar clan zoude elk maar de helft krijgen; maar dit is genoeg om ja te zeggen, want in alle die Cojlegien, zit een raad van Indiën als Prefident, en daarom is het gevaarlijk de propofitie van den Prefident (om dat hij raad van Indiën is) te willen wederleggen, of de eene of andere reekening of verklaaring niet te willen onderteekenen, op 't enkelde verlies, van zoo een Ampt met toezegging van nooit een ander te krijgen, zoo als bij deeze Praefident van Heemraden, aan een oud Colonist nog is gebleeken. Ten anderen door gebrek aan fatzoenelijken lieden , zoo worden de vaandrigs gemaakt van fergeanten ( dat geen kwaat is ) maar veel tijds van de Europeefche Koetfiers, en fchoenpoetzers van de Raden van Indiën, het welk het Offiicierfchap geen luister bijzet: want de raden van Indiën hebben zich 'tregt aangematigt; om eenEuropeefchen koetfier teneemen;die de Compagnie alle voor Sergeanten in reekening worden gebragt en geen militairen dienst doen hoe genaamt, en evenwel Compagnies gagie. en kostgeld trekken) zoo een koetfier na een jaar of 3. gedient te hebben bij een raad van Indiën, vait zijn, Heer geltadig lastig , om het een of ander ampje — hij raakt met de vent verleegen wat kan hij hem minder gec-, ven! — hij maakt hem Officier. Niet lang geleeden gebeurde het geval dat een Raad van Indiën zijn koetfier tot vaandrig gemaakt had — de vergadering uitkomende, om naar zijn Ss 3  ( 35° ) huis buiten de Stad te rijden, zeide teegens zijn Koetfier, die op den bok zat, Fredrik flap maar af, mijn flaave jonge (zijnde ook een goede Koetzier) zal mij wel na huis toe rijden, ik heb je Officier gemaakt. neen' neen' was het antwoort, ik zal den Edelheer daarom wel thuis brengen. toe» zat de vaandrig op den bok. Lieden van zoo een groote ambitie zijn die gefchikt d'eer van de. monteering, of Hollandfche Vlag te maintineren? Art. 8, Men heeft op Batavia een Bakmeester aangefield, die Luitenants rang, gagie; en kostgelt geniet; om de foldaten het middag eeten te bezorgen, waar toe is zulkx noodig? vermits door geheel Batavia gekookte rijst, vis, vleesch &c. voor een geringe prijs verkogt wort, dat zij verpligtzijh favonds voor hun avondeeten te koopen, zulkx zoude zij fmiddags 0©k kunnen doen, als zij hunnen gagie ontfongen: dan had elk zijn vrijheid te eeten wat hem aanflont, en dienflig was 't welk nu niet kan gefchieden de zijnze verpligt te eeten, van 't geen er' gekookt is, dat veel-tijds zeer fchadelijk voor hen is, wanneer zij de eene of andere ziekte onder de Leden hebben, zijnde buiten dat zelden fris en gezond want de Bakmeester weet, tot zijn Profijt,hun pekel Spek en vleesch , Schilpadden en anderen fwaare kost voor te dienen 't welk zeer nadeelig is voor die zwakke menfehen, daar zij dan wijnig van eeten, zieker worden, en fterven, hoe menageufer dat de bak-meester het aan kan leggen, hoe profijtelijker voor hem, 't, welk ook blijkt, houdende koets en  c 351 ) Paarden, ën leeft zeer briljant zulke fprjs Romt ook met het climaat niet over een, wan? men ziet en heeft door de ondervinding geleert, hoe meer men den Inlander in 't eeten en medicineeren navolgt >, hoe gezonder men in dat heet climaat kan leeven. PS, Zoo het mogt gebeuren, dat de Compagnie eenige veranderingen tot redres of verbeteringen nu begon te maken, zou het voor het Publiecq, aangenaam zijn, zulks te moogen door uwen Post te vernecmen, — Wel Edele Heer! Uedwn. Dienaar. PHILA NTHR O P O 6'. IETS KORT Z A A K LT K, en Nuttig Omtrent DE KAAP de GOEDE H O O P, Door de natunrlijke vrugtbaarheid van het Land, heeft de Colonie al zedert zeer vroegen tijd, zooveel wijn en Graan opgelevert, dat men niet alleen de Compagnies Schepen, genoegzaam heeft konnenververfchen, maar ook aan de Eisfchen , die van Batavia gedaan worden , konnen voldoen. ■ Dc prijs van de Tarwe was toen geftelt op neger. Caapfe guld, van jó Stuivers, voor de mud; het  C 55* ) Welk na aftrek der tiende quam op 27. Rds. de ö; mudden. Van de ordinaire witte wijn was zë 40 Rds. dé Legger, mits betaalende 3 Rds. vatgeld voor ieder Legger, die de Patrouille wagt pasfeerde. Door dien men toen ook de hondertponden yzer bij de Compagnie kon kopen voor 5 Rds., en dé Hoed fteenkolen voor 13 Rds. en dat de Landman al het graan en den wijn, dien hij won ^ koude leveren , is de landbouw zoo zeer toegenomen, dat delakte van de Hoofdplaats tot aan de Stellenbosfche en drakenffijnfche Bergen en verder op geheel is bezet geworden, en men zig over dat gebergte in het Land van waveren en langs de brede Rivier heeft uitgebreid. Sehoon nu bij den komst van den generaal van Imhof aan de Caap de Prijs van de Tarwe met overleg der Burger Heemraden is vermindert op ƒ8 petmud, die der overige granen na rato, en dergemeene witte wijne op 30 Rds. onder betaling der voorsz^ tiende en vatgeld; hebben de Ingezetenen zig egter deze vermindering getroost, door dien hen beloofd wierd, dat zij al het geene zij wonnen, zouden kunnen leveren, gelijk dit dan ook eenige Jaaren heeft geduurt, en de Colonie verder in haaren welvaart is toegenomen. Te Utfecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bij de meeste-Boekverkoopers Wi\ ftiüv*  D Er OOST- en WEST-INDlSCHi P O S Tl i Extra No, 42. ri-jHdgm!?!.-• •> \. ■■'> j-r.-.rfQI* • . AAN HANGZEL. Tot de Ordinaire Nommers.- Bij . Refólutie, van de HEEREN STA» TEN VAN HOLLAN-L) EN WESTVRIESLAND is ter vergadering vari H. H. M. ingebragt, het volgend Vimvan redresfen, in de beftiering van de O. I. C. enz. Exhttvp. Och' 1784. Are. 1. D e beëdigde Hoofdparticipanten te vermeerde» ren, met 6. te Amfteldam, 2. in Zeeland, en 1. te Cotifideratien van de Post ■— O) Dat het Collegie, of de kamer van Hoofdparticipanten, tot Seventien geaugmenteert word, verdiend alle lof van herftelling, en wij verheugen ons méth'ss ?t  ( 354 ) Rotterdam: De a eerste vacatures van Hoofdparticipanten , te Amfteldan, thans in wezen zullen worden geremplcert, met perfonen, de vereischten hebbende als hier onder, (7>) dog' de a andere vadaturet onvervuld blijven. De tegenwoordige Hoofdpartieipanten, zullen nogtans, op hun gewoon tractement, en emolumenten even als de nieuw aantcftóllene , de vergaderingen en' befoignes (c) mogen waarnemen, en zullen met dezelve één' Collcgie uitmaken. i De beëdigde Hoofdparticipanten zullen moeten heb' ben (d~) de nodige kunde, en ondervinding, in dè Commercie, of in de belangen der O. I. C. fncces van eene toeziende magt, bij de o. i. Compagnie, eonfonn ons gevestigt fijsthema te vinden pag 60 van het 2de loopende ftuk onzer confideratien- (b) Wat of de redden ook mogte zijn, dat de twee andere vacatures onvervuld blijven zullen, kan zulx egter nimmet ten vóördeele van dit plan van redres ver. flrekken om dat men niet fe fpóedig het volkoomcn daarftellen vaneen Collegie van 17. Hoofdparticipanten kan bevorderen, waar door alle deze beëdigde Hoofdparticipanten , tot een behoorltjk tegenwigt van dekamervas I7en dienen kunnen, (c) Zo dia deze vermeerdering, en daadelijke vervulling van he: Collcgie van Hoofdparticipanten bij de Heeren Staaten aangenomen, en bevestigd zal zijn, dïerid, onzes bedunkens,- aan dezelve eene afzonderlijke inftructie gegeeven, en daar op den Eed van getrouwe directie afcelegd te worden, om nijets gemeens-te hebben, met' den Eed, of de inftruftie van Bewindhebbers. (d) De vereischtens, dienen in de Theorie, en prak-  t 355 ) De aanteftellene Hoofdparticipanten zullen , hoe genaamd , geene bedieningen mogen bekleden , uitgezonderd alleen van (e) agrement. Dezelve (ƒ) zullen in jaren en onderlinge parentagc gelijk ftaan met bewindhebbers, en, bij hunne beëdiging, evenveel als deeze moeten haerideeren in de kamer alwaar zij refideren. tijk te beftaan, en daar voor, door den Souverain, behoorlik zorge gedragen te worden, wijl het anders door, den tijd, ook ampten voor vrienden en famielies zullen worden (e) Deze bepaling is niet duidelijk genoeg; maar, om alle misbruik voortekomen, diend men (liptelijk te verklaaren dat geene Hoofdparticipanten, zullen mogen bekleeden hoegenaamt eenige ampten, of bedieningen , en voor al, nimmer tot ftaats - of itedelijke Regenten mogen benoemd of verkoren worden, en zelv, dat wanneer iemand uit het collegie van beëdigde Hoofdparticipanten verkooren wierd, lot vroedfchap , of fcheepen, enz., zo eenen direct vervallen gehouden word, als Hoofdparticipant, en binnen 3 weeken, door een ander vervuld moet worden, ten einde bii dit plan van redres tegentegaan, dien jammerlijke, invloed, en kwaade practijken , om Bewindhebbers te kieken , uit de Regenten en Regenten uit, de Bewindhebbera, waardoor een predo inineerend belang thans heerscht inde kamer van I7ff«» en die niet benoomen maar integendeel verergert^ou worr den, wanneer uit"beedigde Hoofdparticipauten, Regenten, of Regenten uit het Collegie van Hoofdparticipanten verkiesbaar waren tot die beide posten (ƒ) Qm alle bedenkingen voortekomen, was hetbeeter, dat degraa.den vaabloedverwantfchap., distinctief in dit articul wierd bepaald; om dat zij, en de leeden on-, der zig zelf en met de Bewindhebbers, niet te na gepa* renteert moeten zijn, of door invloed gaat alles wedet verloren Tta  (g) Beëdigde Hoofdparticipanten zullen genieten gelijk tractament als bewindhebberen, na aftrek van ioq# en soos penn.; zonder eniganrptge'd:ebetalen, en voorts in vacatiën, rci-losten, en douceurs van Cgl Gelijke tractement, Reijskosten, en vacatiën voor Hoofdparticipanten , als aan. Bewindhebbers toeteleggen, vinden wij niet te vee!, en zoude ze!vs onder verbetering tot/soeo /ssco s'Jaars kunnen vastgefteld, worden, mits dat dan ook bij hun,volftrekt en hoegenaamd geene reijskosten, daggelden, of vacatiën genoten worden; veelmin, dat 'er douceurs van Jpecerijen aan Hoofdparticipanten, of bewindhebbers gefchiedde , om dat alle douceurs van producten, duurder aan de maatfehappij komen ftaan, dan die in gelden gededomageei f worden : Terwijl wij begrijpen , dat het toeleggen van zodanige kostbare, en bij de Octrooijen ongequaiificeerde Douceuis bij de o ■ i. Compagnie, even als de aanfehaffing 4 en onderhouding' van kostbare Jagten, enz. niet anders, kan geconfldereerd worden, als inbreuken op de wet, welke doorgaans van tijd tot tijd, in de meeste , zo ni.-t thans in alle Collegieh zodanig tpeneemen, dat men het invoeren \a;i douceurs , het vermeerderen van tractememen, en het augmenteeren van onkosten, llrafloos onderneemt, en doet voortduuren', zo lang den Souverain daar te>en geene fhifte voor^ zienige beraamd; En dus, voor dat diezelve ■ fchadehjke, en kostbare gewoonte, en toelaagen, bij ufantte in het Collegie van Hoofdparticipanten, worden ingevoerd , of even als bij Bewindhebbers, worden nagevolgt, ware het te wenfehen, dat zo wel-de Heeren Staaten van Holland en Zeeland, als der overige provintien op dit eenen ander, (oigneusüjk bedagt waren, en door in dezen liever.de vaste-tractementen° te vermeer, deren, en vast te ftellen, alle fchaadclijke,- en gevaarlijke toelaating van falarisfen, douceurs, transporten, en jagten aftefchafFen, waar door bij dit plan van Redres alle oorzaaken van verderveliike invloed, en eigen b;!ang kan worden benomen.  ( > fpecerijen enz. mede egaal ftaan; (K) uitgezonden in de begeving van ambten, posten aanfcheepsboord, benoeming van Onderkooplieden en adfiftenten, behoudens hunne ftem in de vergadering van de kamer van XVTIe omtrend de aanftellingen aldaar voortevallen. De aanftellïng der 6 Hoofdparticipanten te Amfteldam, en (/) één te Rotterdam zal voor 't eorsi ge[Meden door H. E. Gr. Mógcnde; en worden de Heeren Gecommitteerden tot 't perfoneel befoigne verzogt bekwaame fubjeckn aan H. E. Gr. Mogen- (h) Dat Hoofdparticipanten geene ambten mógen begeeven, is zeer goed, maar dat zij daaromtrent hunnen ftem behouden in de kamer van i^en is zeer noodzakelijk, indien men maar gelijktijdig zorge draagt, dat zij niet doorgaans, door Bewindhebbers, kunnen overftemt worden.' (i) Hoe zeer wij de eerfte aanftelling, van Hoofdparfi'cipanten bij H Ed. Gr. Mog- zeer nuttig befchouwen, kunnen wij egter niet goedkeuren, de forme van de na'dere verkiezing, of vervulling van Hoofdparticipanten om dat wij oordcelen'dat wel het gros van dien in dat Collegie moet worden geformeert; maar dat ds nomina, tic uit dat gros bij H Ed. Gr. Mog en de electie daar van , uit een dubbeld getal door H. H. Mog. móet gefebieden, om alle Recommandatien, en invloed in die verkiezing voortekorpen, en de nominatie volkomen vrij 'te ftellen, zonder dat het Collegie van Hoofdparticipmten daar omtrent eenïg ander beftelling heeft, als het maken van een zuijver gros van alle die geenen, welke zich, behoorlijk gequaliriceert, als Hoofdparticipanten hebben aangediend —- Tt 3  ter aanftelling voortedragen. Veorfclirevene Hoofdparticipanten zullen worden beëdigd door den Magiftraat hunner refidentie, na dat zij aan dezelve van hun interest in de Compagnie behoorlijk hebben doen blijken. Bij vclgende vacature zullen de Hoofdparticipanten , van die kamer daar de vacature is, binnen 6 weken bij denuntiatie, & affixie, van billetten worden opgeroepen , tot 't formeren vaneen dubbeld getal Hoofdpartieipanten, als voren gequalificeert, welke nominatie aan H. E. Gr. Mog. zal worden toegezonden ten fine van electie. Tot 't formeeren van die nominatie zal (fc) niemand mogen concurreren, dan die reeds ï Jaaren als Hoofdparticipant is bekend geweest, uijtgezonderd de beëdigde Hoofdparticipanten. De denuntiatie en afficlie der billetten, en afwending der nominatie (7) zal gefchieden door beledigde Hoofdparticipanten , en bij 't zuijder en noorder kwartier door den aldaar (k) Wij vermeinsn, dat door on; e. roorgaa.nde ftelling , de concurrentie 'tot de nominatie vervalt, en dat dus het gantfche Collegie van Hoofdpartieipanten, alleen het grot diende te formeeren yan Hoofdpartipanten, welke zicli bij vacature, als geregtigde, tot ue nominati • aandienen. (I i Wij begrijpen alweder, dat in dit collegie geen onderfcheid van de tcgens woord ige beëdigde Hoofdparticipan ten, met de aankomende, mag zijn; maar dat bet ganfche Lichaam, bf Collegie van Hoofdpartieipanten, zo als die tot fevehthien perzoonen. geauginenteert word, beëdigt, het Beftier, en Redres van zaaken moet worden aanbevaolen , en door hun gezamentlijk het formeeren , en verzenden, van een gros] gefchieden, en uit bun midden bij meerderheid een precident verkoren moet worden.  t 359 > overgebleven beëdigde Hoofdparticipant, zullende ook een der beëdigde Hoofdparticipanten als prefident in de vergadering vart Hoofdparticipahten fungeren'. , De aanftelling van beëdigde Hoofdparticipanten, in f» Zeeland zal gefchieden na goedvinden van dié Heeren Staten. Deeze dus aangeftelde Hoofdparticipanten zuilenacces hebben tot alle boeken en papieren, van de Compagnie, uijtgezoiidert die van' particuliere, commisfien, waar toe alleen de daar toe Gecomm. Hoofdparticipanten', toegang zullen hebbèn. Hier toe zullen (n) alk de bedienden , door bewindhebberen, worden gelast, hen alle vereiste opening te geven, en hen daartoe ten.dicnftc te ftaan. (m) De aanftelüng in Zeeland , even als in Holland te bepaalen, namentüjk Hoofdparticipanten het gros, de Staaten van Zeeland daar uit een dubbeld getal op de nominatie, en bij H. H. M- de electie, om alle famielie regeering voortekomen. (n) Van dit Articul, diend noodzakelijk in de Inftrtiftien, of den Eed van de bediendens van Bewind, hebbers, eenige melding gemaakt te worden , om in het vervolg alle disputen voortekomen. Terwijl voor het overige, alle de leeden van het Collegie van Hoofdparticipanten, niet alleen acces moeten hebben, tot 's Comp. Boeken, en Papieren, maar ook, onder quitantie, te mogen afvorderen het geene zij van Bs» windhebbers kamer, nodig mogte hebben.  & Voor gemelde (o) heêedigde Hoofdparticipanten, zullen op het O. L Huis te Amfterdam de nodige vertrekken worden vervaardigt tot 't houden van hunne bijeenkomften, en befoignes, en plaatzïng hunner Comptoir bediendens; en in de andere kameren , zullen de nodige fchikkingen worden gemaakt, om Hooidparticipanten, behoorlijk en afzonderlijk te kunnen doen arbeiden. (o) Deeze fchikkingen zijn hoognodig , indien men maar in tijds zorgedraagt, dat die apartementf ook niet te kostbaar gemaakt, en alle de Hoofdparticipanten zonder ondeffcheid van perfoonen in. de directien, of departementen geilelt worden. • i <. - ' ■ Te Utrecht, bij j. M. van VLOTEN, en alom bij de meeste Boekverkoopers a i\ ftuiv.  m s OOST- en WEST-INDISCHE POST. Extra No. 43. 0 F Aanha ngzee Tot de Ordinaire Nommers, ■ ft X-L/en der Hoofdparticipanten, zal zig moeten Char. geren met (p) het Ministerieel werk, in de befoignes van H^ofdparticipanten, zullende denzelve een dubbel tracfement worden toegelegd, en de eerfte rezfc door H. E. Gr. Mog. op voorftel der perfoneele (p) Dit Articul is zeer goed, indien men verondèrfielt, dat 'er althoos onder de fioofdparticipanten leeden van zodanige vereijfctrens zullen gevonden, of verKooren worden , die voor Lid én miniiler van zo eenv itaportarit Cole'gie, fungeereh kan, daar het dubbeld traftements dan ook voor zoo een perfoon niet te veel is, en wij dien miriifter, als hij lieriijk, en getrouw zi'jn Ampt waarneemt, niet minder als ƒ 10,000 s'Jaars zoude durven toekennen, en van oordeel zijn, dat zap «enen meer verdient, ais drie Advocaaten bij d'qf Comp., te zaaien.  C 3*2 ) Cbmmisfie benoemd, en in 't vervolg door beëdigde Hoofdparticipanten, aan H. E. Gr. Mog. te appro« batie worden voorgedragen. Voornoemde (q) Minister zal aan de beëdigde Hoofdparticipanten voorfaan, de bedienden die hij tot zijne adfiftentie en Comptoir oordeeld nodig te hebben, ten einde dezelve door beëdigde Hoofdparticipanten , indien die op 't getal of perfonen gee*. ne remarques hebben, worden aangeileld, "zullendede kosten van die bedienden uijterlijk mogen bedragen ƒ6000 — s'Jaars. S. De beëdigde Hoofdparticipanten, zullen zig r>) met de tegenwoordige departementen niet bemoeijert, ««ar op cn onder zig zelve arbeiden, (ic) Hun (q) Hoe zeer de aanftelling van Comptoir bedienden* noodzakelijk, en de bepaling van ƒ 6000, s'jaars nuttig, en niets te veel is, vinden wij evenwel dienftij eene bepaaling daar b;j te doen, namentlijk van hoegenaar:d geene verdere douceurs, of Emolimenten te mogen genieten, of ooittoeteleggen, gelijk maar al te Veel bij bewindhebbers bediendens plaats vind. (r) Wij willen hoopen, deze onbemoeijing van departementen alleen ziet, op de Bewinhebbers zaaken, en niet op de beheering van de tegenwoordige prefente beëdigde Hoofdp'.aicipanten, om dat deze onder eikanderen met de nieuw aankomende, of g'auginenteert ■vordende Hjofdparticipanten eene gemeenzame zaak, «n belang moeten ftellen, en werkzaam zijn tot Redres Tan de O. I. Comp. (R) Indien Hoofdparticipanten aan dezen last onop. houdelijk willen, of zullen voldoen, felfciteere wi;  C 363 ) Hoofdwerk zal in het algemeen zijn, een nauwkeurig onderzoek van den Staat der zaken van de ( ompagnie, zoo hier te lande als in Indiën in 't gemeen en in detail, daar bij niets verzuimende, om de waare belangens der Maatfehappij, in alle deelen te doorgronden en na hun best vermogen te helpen bevorderen onder hen {leeds beraadflaagende, door welke wegen en MiddJen, als bij voorbeeld, 't in trékken van zommige Comptoiren, en 't verminderen van den omflag van anderen, zij dit gewigtig oogmerk best, prompst en'effecatieust zullen kunnen bereiken; verder, om naarftig te onderzoeken, en zig ter opvolging voorteftellen de resp, orders van H. H. M. M. eu Ed. Gr. Mog. Hier toe betrekkelijk ; (O bijzonder ook de 23pointer, gevoegd bij 'f rapport 30 October 1783. ter vergadering, van Holland uitgebragt waar bij zouden kunnen worden ge« het Vaderland, en de Comp., met de hernieuwing van een fyfthema , waar toe onze voorouders, door het aanftelien van Hoofdparticipanten een oog in het zeil hebben zoeken te houden; en dit, zoo lang alle nadeelige invloed, in dit nieuw verbetert en vermeerderd Lichaam geweerd, en niet door Bewindhebbers gecontradiceert, of door hare meerdere magt inde directie gecontramineert word, zoo lang zal ook de maatfehappij voor haare tot aaien ondergang bewaard kunnen blyven. (.r) Hier omtrent hebben wij bt het eerste stuk VAN ONZE AFGEHANDELDE CoNSIDEBATIEN, met daar t09 behorende bylagen, ons zodanig verklaart, dat indien men de m»eite waardig acht, om het zelve in over» weeging te neemen, wij onzen arbeid, beloond vinden, Wa  C 3^4 ) voegd als een aft rS) om Generaal en Raden enan„ dere hooge en voornaame amptenaaren in Indien te verpligten, o,m na mate hunner posten, met een of twee actiën in de Compagnie, te wezen geinteresfeert, en ah een 0.5 n(t) om kragtdadig te weer en den invloed der recommand^tien van lieden weike , (Sy Om de Indifche grooten, pnder deze vereifchtens te brengen, of daar toe te verpligten , diend alleen, om het belang der adlionilien te bevorderen, en door een onvervvagtc ryzing van de actiën bij de O. L ^o:Tip ,dat natuurlijk volgen moer, zoo dra', de voorJiaamlte bedienders, of Regeerders in ' de Oost, zich van actKn moeten vporsieo.J net uitwendig Crediet van tle maatfchapji te herftellen ,'zonder* die middelen te prefereeren welke wij nu sedert een Jaar berwaards, openrhjk en getrouw he.'oen medegedeeld, tot herftel, en duurzame beveiliging van het 'waare inwendig Crediet van de O. J. Comp. — Teiwijl alles wat tot eenig bezwaar, maar verllrekt voor d,e bedienders in de Uost, hun ook meer bezvvaaien moet. om'dé maatichappfj eerlijk en getrouw te kunnen behandelen. (t) Indien het de Heeren Staaten in deeerftë, en bi] de Comp. in de tweede plaats waarlijk ernst is, om alle invloed van Recojjiraanciatien we'gteneemen dan moeften men het opper -Siwindhebbersfchap of iormeel arïcbaffen, of zyne kostbaarheid verminderen, en voor al, hoe genaamd geene aanftelling, of Eleftie van Gouverneur, Directeur Generaal, of Raaden van indien, aan den Stadhouder, langer defereerenvcei min dat zodanigen Stadhouder, als eerfte minister vaa otaat'.de aanfteilingen doen mag yan Bewindhebbers, vanbeeëdigde Hoofdparticipanten, van de Advocaaten van de Comp. waar- door .niet zelden, uit het een of anaer Lichaam, eenen luytenant Stadhouder heerscht, die de voornaamfte Reconmandatien in page heelt en door wiens handen, alle vordere gunften en bevordering moeten voortvloeien, tot nadeel van maatfchapi  C 365 ) fcij de Compagnie hier te lande, eenig gezag of crediet hebben, op de bevordering van Lieden in Indien zijnde, of derwaarts gaande (u) ook zulkn voors. Hoofdparticipanten in 't particulier en nauwkeurig behoren na te gaan, de advifen, memorien, en inftructive Schrifturen van ervaren mannen zoo hier te 1 inde, als in Indiën over algemeene en bijzondere kundigheden, het wezen van de Compagnie betreffende, en reeds bij haar voorhanden zijnde, bovendien verder zig in 't generaal beïverende, om in alle opzigten, zoodanige meerdere advifen en informatien te bekomen, als zij ter hunner nodige elucidatieom* trend veifcheiden pointen van wezentlijk belang voor de Compagnie na de tegenwoordige gefteldheid der zdve meest dienftig zullen oordeelèn. 9'. Hun voornaam Cv> oogmerk, bijzonder in de hameren Amfteldam en Zeeland, moet gaan over den eijsch van behoeften jaarlijks uit Indiën wordende gedaan, welke zij met alleen zullen zullen moeten Confron- fu) Zoo lang Ee-Iijka, en kundige lieden tot Hoofdparticipanten verkoren, en buiten alle invloed san de eene, en afhangkelijkheid aan de anderen kant gehouden worden , kan uic dit Articul alie hcijl voor den Lande fpruytea. —— (v) Wanneer de gezimentüjke Hoofdparticipanten, op den voet van liet tegenwoordig Redres in dat Collegie, geiijktydig werkzaam willen zijn, en b!yven, is "er uit dit Articul alles goeds voor de Comp. $ beloven, ^  C 3<5<5 ) teren met de reftanten op Batavia; Maar ook met die op de buiten Comptoiren, om daar uit de meerdere of mindere noodzaaklijkheid der voldoeninge, te kunnen beoordelen : tot dat e'jnde zullen zij ook de generale en batavifche negotie boeken en journalen, administratie — en kas boeken, rendementen van gedreven handel, en diergelijke moeten nagaan, om te zien welke Europifche goederen , genoegzame winsten afwerpen, en zullen omtrend 't noodzaaklijke van de zulke, welke met geen genoegzaam voordeel worden van de hand gezet, de Confideratien van de hoge Regeering of Ministers, moeten worden gevraagd: omtrend dit aangelegen Artikel, van da voldoening van den eijsch van behoeften, zullen de Hoofdparticipanten yan de kamer Amfteldam, een project formeeren, en 't zelve me: Concurrentie van Bewindhebberen, van alle de kameren of vergadering van XVII« helpen arresteren, en verdelen. ra, (s>) De Vergadering van XVJie zal als van ouds (w) Hoe zeer de kamer van ijen als van ouds blijft begaan ui; 17. Concludeerende Hemmen, zo blijkt het egter, dat in dit Collegie een merkwaardig redres word voorgeftelt, en zo wij vertrouwen mogen, door H. H. M. Zal worden ingevoerd; te weeten in plaats van Seventhien Bewindhebbers, in het vervolg uit 13 Bewindhebbers, en 4 Hoofdparticipanten, welke fchikking, de alderheijlzaamfte gevolgen kan hebben, en waartoe wij, voor zo verre dit Articul aangaat, ReHuncieere, van ons gevocle voorkomende bijpag. io$-— van het -vervolgt  "ttetraan, uit ^concluderende ftemmen, waartoe zülled Worden gecommitteerd, zé,c Bewindhebbers van Ara* fteldam, drie van Zeiand, éeii uit elk der vier hameren, tWêe Hoódpardcipanten van Amfteldam, ee|t van Zeiand, en uit e*én der kameren van het Zuider of Noorder cfua'-cier één Hoofdparticipant; dog indiea geen Hoófdparticipant, van het Zuider of Noorderquarrier, zal kuflnen Compareren, zal deszelvsplaats door een Hoofdparticipant van de kamer als dan prafidiaal zijnde worden vervangen; en zullen (>) de beëdigde Hoofdparticipanten, in de vergadering van de res* pective kameren voordragen, de Hoofdparticipant of Hoofdparticipanten, door hun tot de vergadering van XVI fff gedespicieert, ten eijnde met en benevens Bewindhebberen van de nodige brieven van Credentie te, worden voorzien* wordende 2ifrSt.uk Edog , wil men waarlijk Succes hebben van dit gemengde Collegie, uit Bewindhebbers, en Hoofdparticipanten, dan diend men ook alle invloed van overftemraing tc beneemen, en dus geene conclufie in zaaken van gewigt te neemen als met de meerderheid van 13. tegen 4. Stemmen, behoudens nogthans de minderheid het regt, om te kunnen protefteeren, en doleeren, of bij H. Ed. Gr. Mog., of aan H. H. M. na be. vind van zaaken. (x) Wij vertrouwen ,-dat wanneer men geen oogmerk heeft, om beeëdigde Koofdpariieipanten te doen predomineeren, boven de nader verkoren wordende Hoofdparticipantcn , dat dan het voordragen van gecommitteerden Hoofdparf.icipanten , na de vergadering van Seventhienen Collegialiter moet gefchieden by meerderheid van Stemmen, zonder dat de tegenwoordige b'eëdigde Hoofdparticipanten iets meer te zessen hebben, als de aankomenden.  C 3^ > fa alle extraordinaire, zo wel als ordinarire Verga, deringen van de kamers zullen fj) alle beëdigde Hoofdpartkipanten derzelve mogeh vërfchynen, en tot de eerfte,bij biljetten, evëri als Ëewindhebbe'ren, moeten worden geconvoceert; En zullen in voorfchreve Vergaderingen, ieder een Concluderende ftem hebberi. (?) En vermits daardoor, zo wel de vergaderingen der kameren, als die der XVIIe bij Hoofdparticipanten, zo wel als Bewindhebberen zullen worden ge houden, zal het geen in dezelve gerefolveerd, of uit dezelve gefchreven word^ gefchieden op naam van Bewindhebheren, en beëdigde Hoofdparticipanten, gelijk ook de Artikel-brieven, den eed aan Bewindhebberen gedaan wordende, daarmede zullen worden geampliecrt. Voorts zullen Hoofdparticipanten ook Compareren en een Concluderende ftem hebben inde volgende befoignes. (y) Hier zou:"en wij liefst cn gene uitzondering te maken ftellen alle je Hoofdparticipanten in derzelver Res. petttve kamers. kerken befteidig! hee voorS«n Redres, zee. Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bijde meeste Boekverkoopers k t\ ftuiv.  oost- en west-inöischI P O S Te Extra Nó. 4*. o p AANHANGZÈÉ Tof ^ Ordinaire Nommers. (ad) "Bij het befoiSne tot het uitfchrïj'761* van M verkoping, tusfehen de respective kameren gehouderi wordende, zullen pnefent zijn één Hoofdparticipant,; van Amfteklarn, één van Zeeland, en één van Rot terdam. ... . , . - (bb) Bij het waarnemen der verkoping, een of twee Hoofdparticipanten van de kamer, daar dezelve gehouden word, ten ware men om een egaliteit, in de verkopingen bij de respective kameren te houd'ert ,één (aa-) Als 'er maar gezorgt word, voor de evenredigLeid van eene Concludeerende ftem in de Commisfle. « LinVan deze alternative fchikking in het houden van de verkooping, zoude men liefst de oudegewoonte,, daar ieder gecommitts. in den hare daar toe te ad.ifte?ren , preferferen, boven die van een en dezelfde Cow, misfie, om alle nadeelige invloed voortskomsrx -*-*f*  C 3?° ) V&fkoping ifi alle de kameren g doer dezelve leden, zo bewindhebberen, als Hoofdparticipanten, te vooren te benoemen, konde laten waarneemen, als wanneer daar toe ook twee Hoofdparticipanten, (onbepaald uijt welke kamer) dienden te worden gecommitteerd» (cO Bij het befoigne tot \ formeren van den eisch van retouren , twee van Amfteldam , één van Zeeland, cn een uijt het Zuijder-of het noorder kwartier, zullende het niet te min aan beëdigde Hoofdparticipanten vrijftaan om hunne confideratien op dit' gewigtig point aart Bewindhébbercn, te Amfteldam, welke zig met het concipieeren dier' eijsch zullen chargeeren, in tijds tc fuppediteeren ten einde daarop zoodanig reguart zoude kunnen genomen worden, als bij voornoemde Bewindhébbercn noodig zal worden geoordeelt. [dd) Bij den inkoop van hout, één van die kamer van welke een bewindhebber word. gecommitteerd ! (ee} Bij de Haagfe befoignes, zoo lang dezelve nog zouden mogen fubfiftceren, twee Hoofdpartici- ('O Als bier ook voor de evenredigheid , van de Concluderende ftemmen gezorgc, en aan alle kamers aer Hoofdparticipanten, vrijheid gelaten word om eenfideratijen op te geeven, dan is men zeeker van de nuttigheid van zodanige befoignes. ' (dd) Deze evenredigheid, diend in de meeste Gommis«en in agt genomen te worden. (ee. Even diezelvde aanmerking, als ten opzichten van den eyscb. van Retouren .  C 371 ) panten van het Zuijder-of Noorder kwartier. (ff) In de Chinasche Commisfie, één van Amfteldam en een van Zeeland, zoo ook in de vifitat'e van de boeken, dog in deeze beide laatfte commffiien bepaalde perfonen door de vergadering van XF~IIe\ op veordragt der hoofdparticipanten ie committeeren. (gg) In de befoignes van dc kamers, welke tusfehen alle de departementen gehouden worden, zullen zoo veele hoofdparticipanten kunnen compareren, als Bewindhebberen uijt één departement daar toe worden geconvoceert, welverftaande, dat in zoodaamge befoignes, alwaar een geheel departement met één of twee Heeren uijt de overige departementen bc- (ff Indien door de woorden, bepaalde perfoonen, geene bijzondere keuze door Bewindhebbers, van Hoordparticipanten in die beide Coramisiien kan gelchieden, en verpligt zijn, zig aan de voordragt, van bet Co Iclegie va» Hoofdparticipanten te houden , dan is het met 's Compagnies intreft beftaanbaar, en anders niet. ( Maatfehappij en derzelver behoud en voorfpoed \i hebbende, zullen Bewindhebberen en Hoofdparticipanten jaarlijks aan eene CommiJJie , door H. E. prf Mog. daar toe te benoemen, nauwkeurig rap» port doen van den Staat der zaken yan voorfchre. ven Compagnie, en van de verbeteringen of redresfen daar omtrent gemaakt of nog te maken, ten einden daar toe zodanige nadere ordres of autorifatie van H. H. M. te affeclueren, als bevonden zal worden te behoren: En ten einde zodanig rapport zoude bevatten, alle de pointen, welke zoowel Bewindhebberen als Hoofdparticipanten zouden oordeelèn daar inne te moeten worden gebragt, zullen Bewindhebberen en Hoofdparticipanten ieder afzonderlijk befoigneren, over de ingrediënten van dit rapport, om, vervolgends daar over gezamentlijk te, delibereren en een geconfolideert rapport te kunnen uitbrengen, zoo nogtans , dat wanneer of Bewindhebberen of Hoofdparticipan* ten oordeelden, dat deeze of geenen pointen geene materie van het rapport moeiten uitleveren, daar in geene overftemming zal plaats hebben, maar als dan van zodanige pointen of door Hoofdparticipanten of door Bewindhebberen apart rapport worden gedaan, 12. (») De traciementen, vacatiën en dag-gelden van (ii) Hoezeer dit fchikking het minjtï drukkendft iï X x %  C 374 ) 3c Hollandfche- Hoofdparticipanten en derzelver bedienden zullen worden gedragen door de Heeren Staaten van Holland en Weitviifland uit de ioofte. en aoofte. penn. van dc Obligatien en actiën, geheven wordende die geenen die tot den ontvang in de refp, kameren gequalificeert zijn, gcautorifecrt, om het door de Compagnie uit deeze deeze hoofde betaalde aan dezelve bij 't fluiten hunner boeken tc reffitueren , en de daar voor te bekomen quitantie of quitantien te doen ftrekken in mindering van bèta-' üng der ontvangene gelden : voor de Compagnie, begrijpen wij egter, dat alles wat de tengenswoordige ico en 20ofte. penning aan gaat, hetganiche Bondgenoodfcbap daar bij geintereffeert is, en niet onvei fchillig zijn kan, fourfche, en het genot van de zeiven, zo lange zij van alle aanfpraakop de wezentlijke directisn van de O. I Compagnie, verflookenblijven, en in dit Redres, ook geen aandeel van Hootdparticipanten fchijnen te zullen hebben : Terwijl zij , namentlijk de Land Provintien, zodanig van het bellier , en intreft in de Ooft, en Weft-Indifche Maatfehappij worden afgehouden, dat het bijkans geen naam meer heeft, of zij mede Bondgenooten zijn, van zulke koflbnre Bezittingen welke onder de Generaliteits Landen behopren; en zonder het welk, nimmer H. H. Mog. blijkens derzelvtr Octroien van dereftie van die Maatfehappij af, tot.heeden toe, zodanige uitfluitende Compagnie zoude toegeftemt, of erkent hebben Wij wenfehen dus van harten of dat de Land Provintie in de direótie van de Compagnie wat meer te zegnen kreegen of dat zij ten eenemaal van het aandeel in de Colonien afzagen , en ook nimmermeer iets, inlasten, of beleeningen, van dezelve betaalde, pm dat alle Superioriteit, voor het algemeene wel zijn fchandelijk is, en fchidelijk blijven zal. ■ ■ -  C 375 ) Zuilendc door de Heeren Staten van Zeeland, met opzigt t t de Zeeufche Hoofdpartipantcn en het daar toe nodige, zodanige arrangementen kunnen worden gemaakt , als Hoogftgemelde Heeren Staten meeft dienftig zullen oordeelèn. Voor de vriendelijke attentie aan den geëerde* zender bedankende, verblijden wij ons, met de Cordate, en mannelijke taal van de beide rapporten welke, en door de Commijjie van H. Ed. Mog., en van de Stad Utrecht , tot den Staat van Oorlog 6 op het plan van Redres van de Compagnie zijn uitgebragt ; en die wij zeer geru/l , als gevoelens ter bevordering van het algemeene welzijn kunnen overneemen , en alle onze Leezers mogen aanprijzen, en bij deczen aanbieden , onder hartelijke totwenfching , dat bij Hl H. M. eene gewenfchte en fpoedige Refolutie op dit een en ander mag genomen worden. Ed. Mog. Heeren! De Heeren Gecomm. tot den ftaat van Oorlog, hebben ingevolge UEd. Mog. Commiffie van den 12. dezes, geëxamineerd re /?. door de Heeren Staten van Holland en Weftvricfland ter Vergadering van H. H, M. ingebragt houdende een plan van redreffen in de beftieringe der O. I. Compagnie, en op welkers fpoedige afdoeninge H. E. Gr. Mog. ten fterkftcn hebben geinfteerd, zijn de gem. ref. bij de refp. Pro» vincie overgenomen*  ( 376) De Heeren Gecoirim. zullen UEd. Mog. niet op. houden met eene herinering van zoo veele advieferi als met relatie tot de O. L Compagnie bij dëzelve federt eenigen tijd zijn ingedient^ nog bok van de differente refolutien bij H. E. M. daar op genomen terwijl Heeren Gecommitteerdens niet mogen twijffelen of alle dezelve zijn bij H. E. Mog. nog in verfche geheugeniffe; dan vermeinen H. Ed. M. Gecomm. dat de gronden en motiven op de welke alle die adviefen en refolutien zijn beruftende nog (leeds in Volle kragt zijn verbleven, en dat over zulks UEdJ Mog. Perfifterende bij de grónden van billijkheid , op Hoogft derzelver rèfolutien zijn gebouwt geweeft, als nu ook uijt het zelve oog punt de vborgem. ref. der Heeren Staten van Holland behoren té befchouen daar omtrend ter Generaliteijt doen declareren." ■ ' ■ ' ■ "tt'JJtreckt, bij J. M. van VLOTEN, en alom kïj de meeste' Böekverkoopers k i \ ftuiv.  B E OOST- en WEST-INDISCHE POST. Extra No. 45* o f AANHANGZEL Tot de Ordinaire Nommers. J)at UEd. Mog. bij differenten reibl. ter gelegentheid der adreffen der Bewindbebberen der O. I. Compagnie iterlativelijk aan H. H. M. gemaakt, niet hebben gefchroomt rondborflig te verklaaren, dat UEd. Mog. de O. I. Compagnie aanmerken als een allernoodigfte en voor deezen Staat onontbeerlijk etablisfement, en welker behoud en welvaren met den bloeij deezer Republiek zeer nauw is verbonden, en dat Hoogs dezelve hierom van oordeel waaren, dat geene middelen behoorden onbeproefd gelaten worden, om de vervallene Situatie der gem., Compagnie (zo veel mogelijk) te herftellen; dat UVVEd. Mog. geenzints dit alleen maar als een wenfchelijke zaak aanmerkten ; maar tevens met zoo veele woorden hebben gedeclareert bereijd te zijn, om zoo veel de Provinciale financien wilden toelaten met hare mede Bondgenoten dadelijk hier toe te helpen ContribUeeren § Y y  (m) dan dat teffens verpligt waren ©nder het oog hannef mede Bondgenoten, en bjizonder de Heeren Staten van Holland en Zeeland, te brengen, de onvoe-ehjkheid en wederregtelijkheid b welke ondèr andere in de Herring der iöo en aoofte. penning ën van de effecte dier Compagnie ten bijzondere profijten van Hoog gem. Provinciën kwamen te refideren , alzoo het alle zints onredelijk moede voorkoomen, dat het profijt van een generaliteijts Etabliflement ren nutte van bifondere Leeden verrekend, en, tergelijker tijd,dc hulp en nodige fubfidien ten lafte van alle de Bondgenoten glzafnentlijk gebrdgt wierden; dat het ook allenzints manifeft was, dat de bifondere kameren dier Maatfehappij, welk uit haaren aart en natuur altijd was geweeft, en nog was, een Generaale Nederlandfche Compagnie, zig alken binnen de twee gem. geweiten bevonden 9 uit hoofde van derzelver fituatie, en geenzints om die daar door tot bifondere Etablilfementen van die twee Landfchappen te maaken, dat ook de groote voordeelen welke noodvvending uit deeze refidentie ten nutte en welvaren van dezelve Provinciën alleen kwaamen te redunderen, va» dien aart waren, dat ook de aandagtige overweeging daar van de Hooggem. Heeren Staaten van Holland en Zeeland lange had moeten brengen tot eene voldoeninge aan de billijke klagten hunner mede Bondgenooten in deezen. Dat UEd. Mog. alverder willende tonen, dat geen btfonder voordeel voor deeze Provintie, maar enkelde Mchouwing van recht en billijheid Hoogft dezelve  C $79 ) beffierden,daar nog hebben bijgevoegd, dat ronduit waren declarerende met hare mede Bondgenoten te zullen Coucurreren tot alles, wat redelijk en tot herftel der O. I. Compagnie nodig mogte voorkomen, de Heeren Gecommitt. dezer Provintie ter Genera litijt zelfs van nu af aan daar toe autorifeerende , mits aan de billijke klagten der Bondgenoten in dat ftuk door Hoog gem.J Provinciën worde te gemoet gekomen. Dat UEd. Mog. daar en boven tot meerdere faciliteringe hier van niet onduifter hebben te kennen gegeven , dat het Import der 100 en aoofte penningen van de Effecten der O. I. Compagnie geheven wordende, mogelijk ten vooordeele van de Compagni zelve zouden kunnen worden geemploijeerd en aan de Compagnie door H, H. M. overgelaten, dat UEd, Mog. voor tegenwoordig moeften declareeren als nog in dezelve fentiment te zijn, en alzulks aan de eene zijde betuigden, het behoud en welvaard der O. I. Compagnie aantemerken als een wezentlijk belang voor den Staat, en dat hier ©mme alle mogelijke middelen tot hertellingen der zelve behoorden te worden in het werk gefield , maar ook teffens aan den anderen kant, dat de voorgemelde Compagnie was en bleef een GeneraliteisEtabliiTement; dat UEd. Mog. uit dit oogpunt het door de Heeren Staaten van Holland overgeleijde Plan van Redreffen befchou, wende, wel niet konde verbergen het zelve niet anders aantemerken, als bevattende flcgts eenige pn*  C 38o > vifioneele fchikknge in het beduur deezer Compagnie., en welke aanieidinge zouden kunnen geven tot wezentlijke redreffen in de directie bij de voorfch. Compagnie thans plaats hebbende, dog egter bereid waren tot de vaftftellinge deezer fchikkingen beneffens de verdere Bondgenooten te Concurreren, mits dezelve alleen als eenige provincioneele fchikkingen wierden befchouwt, welke beneffens verdere nodige redreffen door alle de gefamcntlijke Bondgenooten alleen konden en moeiten worden geintroduceerd , en geenzints van eenige bijzondere Leeden van het Bondgenootfchap waren dependerende , en dat al zulks ter gelijker tijd bij H. H. M. eene Commiffie werde benoemd om de directie en het bellier deizaken in de O. L Compagnie verder te Examineren; ten einde bij Hoogft dezelve het nodig redres daar in zoude kunnen werden gemaakt en met onderling genoegen der reipective Bondgenoten vaitgefteld. Dat UEd. Mog. egter ook wel willen Confenteren, wat de benreminge van de voorgefla^ene nieuwe Beampten door H. H. M. aan de Heeren Staten van Holland word overgelaten, uit Hoofde van het bizonder interefl en de fpoedige hulpe welke H. E. G. M. in de welvaard dier Compagnie noodwendig verphgt zijn te nemen , en aan dezelve ook hebben betoond, dan, dat UEd. Mog. niet kunnen toegeven, dat deeze van nieuw te verkiezene Beampten met de 100 en 2oofte penning worden betaald, en het import der zeiven ten dien einde voor de provincie yan Holland aan de O. I. Compagnie gedeeltelijk  C 381 5 of ook wel bij vervolg geheel werde gecedeert, alzoo de 100 en 200de penning niet anders, dan als beladingen ten behoeve van de Generaliteijt kunnen worden geconfidereert; dat des niet te min UEd. Mog. wel willen toedaan, dat door H. H. M. aan de O. I. Compagnie tot herftel haren zaake, de 100 en 200de penning voor zekeren bepaalden tijd worden overgelaten, en dat gedurende den voorf. tijd ook de gemelde amptenaren uit dezelve door de O. ï. Compagnie worden gefalarieerd, zoo nogtans, dat na verloop van den geltelden tijd bij H. H. M. nader werde gedelibereerd en vadgedeld ten welken einde de meergemelde beladingen , ten meeden nutte van het gemeene Bondgenoodtfchap, of wel van zaaken daar van dependerende, zullen behoren te wor* den geheven en geemploijeert. REFLECTIEN Op 't Plan van Redres der O. I, Compagnie. Art. K a. Daar de O. I. Compagnie buijten allen tegenfpraak behoord tot alle de Bondgenoten fchijnd de billijk te vorderen, dat bij de invoering der projecteerde redreffen door ieder der Land-Provinciën ten minden een Hoofdparticipant word bejioemd, en dat deeze van het getal in de refpeétive kaYy3  C 3**) meren in Holland en Zeeland worden afgetrokken. Art. 2. a. Zoude het voor de Compagnie niet dienftig kunnen zijn, dat ten minften nu en dan , tot Hoofdparticipanten wierden aangefteld, kundige eerlijke en verdienftelijke uijt Indien, geretourneerde Dienaren van dë Maatfehappij, indien dit plaats had zouden, waarfchijnlijk meer aanzienlijke bedienden worden geanimeerd om te repratriëren , waar van veele nu worden terug gehouden door dien zij bij hunne overkomft hier te Lande al doorgaands als vergeten Burgers moeten leeven ; behalven dat deeze hier door eene gepafte gelegentheijd zouden •bekomen om hunne verkregene kundigheden al verder te befteede tot wel zijn van de Compagnie. Zoude het al méde niet van veel nut kunnen zijn, dat voortaan Bewindhebberen wierden verkooren uijt het lighaam der Hoofdparticipanten ten eijnde alzoo altijd van kundige en ervarene bewindhebbers voorzien te zijn ? Is niet bij de Succeffive Oclroijen (bepaald dat Bewindhebberen geen Leeden der Regeering mogen aijn ? Art. 2. b. De Hoofdparticipanten, zuHen dezelve ïinders de belangen der Compagnie met vrugt beha* tigen, behoorden geene andere bedieningen te beklceden onder welke benaming ook, zelfs niet van agrtment, vermits deeze laatfte, wat men daar door ook mag verftaan tot eene uijtgebreijde en fchadelijke extenfie kunnen worden gebragt.  C 383) Art. 3. Alle uijtdeelingen van Specerijen en diergelijke Douceurs, zoo wel aan Bewindhebberen als aan Hoofdparticipanten zijn fchadelijk voor de Maatfehappij, wegens de misbruijken , welke hier vari veeltijds worden gemaakt, zoo door min nauwkeu» rige wigt, verkopen als anders; het was derhalven voordeliger dat de waarde van zodanige douceurs ia geld betaald wierd. Art. 4. b. Was het voor het toekomende niet de befte wijze van aanfteHing der Hoofdparticipanten, dat bij deze vacature in elke kamer bij Hoofdpartipanten uijt eenige bij befloten billetten opgegeevene Gequalificeerde perfonen, een lijft of gros wierd geformeerd en daar uijt op den zeiven dag een dubbeld getal op de nominatie gebragt, om uit dezelven een tot Hoofdparticipant te worden aangefleld bij de Heeren Staten Generaal. Art. 7. b. Na dat de nodige bedienden voor des fungeerende Minifter van het Co.legie van Hoofdparticipanten ééns zullen geintroduceert tezijn,be:ioorde> derzelver getal en qualiteijt bij PLefolutie op eenen vatten voet te worden bepaalt. Om zoo doende voor het toekomende eene vermeerdei ing van de zeiven , en gevolgljjk ook van Tractementen en emolumenten voor te komen: Art. 10. a. Ten eijnde in de vergadering van 17. eene behoorlijke en hoogftnodige egaliteijt van {temmen te hebben, diende aldaar ook een evenredig getal van Hoofdparticipanten te verfchijne; hier over gouden alle Cabales voor 't vervolg mogelijk wor-  ( 3»4 ) den voorgekomen, terwijl anders altijd de meerder? derheid van Bewindhebberen boven de Hoofdparticipanten zullen predomineren ; ten zij men het beter oordeelde, dat een vafte bepaling wierdt gemaakt , dat in alle zaken van gewigt ter zeiver vergadering geene Conclufie zal kunnen worden genomen dan door eene meerderheijd van (bijvoorbeeld) 13 tegen vier ftemmen: Art. 10. k. De benaaming van Gecommitteerden tot de Chinafe Commiffien gelijk ook tot de vibratie der boeken behoorde onbepaald aan het Collegie van Hoofdparticipanten te worden overgelaten , ten eijnde allen fchadelijken invloed van Bewinhebberen in deeze verkiezing worde voorgekomen: Bij dit 10. artikel komt wijder nog in bedenking, om welke reden Hoofdparticipanten insgelijks niet zullen adfifteren bij het doen der ordinaire en extraordinaire Reekeningen van de Maatfehappij en waarom zelve tot het horen en fluijten van die Rekeningen geen vafte tijd bepaald word. Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom bijde meeste Boekverkoopers a i \ ftuiv.  OÖSt- én WEST-lftDÏSCHË P O S T. Extra Nö. . O F A A N H A N G 2 E fc 3Tb* Ordinaire Nommers. Vervolg van No. 44. Art. 11. !Z00 wel Hoofdparticipanten als Bewindhebberen, dienden ieder afzonderlijk Jaarlijks, zo toet ter vergaedering van H. H. M. als van hun Èdi Gr. Mog. te doen rapport van den Staat der zaken van de Compagnie, met bijvoeging van hunne bijzonder© Confideratien, waar na het een en ander, door de refpecfive Bondgenoten, zoude kunnen Overgenomen en vervolgens tót de verkiezing van het beft Plan Van redres door Holland, gepraeadvifeert worden r Art 12. a. Ten aanzien van dit artikelkomt Ui aanmerking, of niet deeze Provincie, bij liet uitbrengen van derzelver Refolutie nopens het tegcnswoordig Plan van redres behoorde te noteren, dat eenige billijke fchikkingen, omtrend de 100 en aoofté penning zullen moeten beraamd y en verdere nodige  C 386 ) redreffen in de O. I. Compagnie , door de gezament* lijke Bondgenoten geëntameerd zijn, voor, of uij'terlijk bij de eerfte vernieuwing van het Oclroij, met declaratoir, dat men, bij gebreke van dit een en ander Jez^r zijds in zodanige vernieuwing van Octroij niet zoude kunne Confenteeren. Daar nu het Concept Plan van redres zig eeniglijk fchijnd te bepalen, tot de Hoofdparticipanten worden veele andere aanmerkingen tot verbetering in de kamers van Bewindhebberen, zoo omtrend de koftbaarheid van die directie, als nopens de wijze van Nominatie en electie van Bewindhebbers enz. afgefneeden , cn kan men dienvolgens niet anders dan op deeze 'nier min hoogftnodige redreffen ten fterkften aandringen: J En onder de gemaakte remarques, of dc voornaamste derzelvcn, zouden men zig, voor het tegenwoordige, kunnen conformeren met het rapport van de Heeren H. E. M. Gecommitteerden tot den Staat van Oorlog:  ( 38? > Confideratien, op de Mifïïve van de Edele Groot Achtbaare Heeren Directeuren van de Colonie in Snrinaame, aan H. H. Mog. de Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Neederlanden , in dato 4 November 1784. als meede op derzelver Bylagen, in onze Extra N. 35, 36, 37^ 38 , 39 en 40. geplaatft. Hoe zeer wij ook hartelijk wenfehen, dat5 even als de Ooft-Indifche Compagnie, die bij s'Lands Staaten haare befchermers cn onderfteunders vind, ook de Colonie in Snrinaame mocht gered worden uit derzelver laagte waar in zij door onkundige, of baatzugtige aanbiedinge van zulke importante fotomen, door Lieden in ons Vaderland aan Planters op hunne Plantagien gedaan, is gedompeld geworden. Hoe zeer wij ook,met een onuitfpreekelijk ge. noegen, uit de Mifïïve van Heeren Direéteuren en derzelver bijlagen, ontwaar wierden, dat, en H. H. Mog. en Heeren Directeuren op dat allergewenfcht onderwerp werkzaam waaren en derzelver gunftige attentie floegen zo zeer doed het ons leed te Zz 2  f 388 ) moeten zeggen, dat het plan van redres, zoodanig als het door Hun Ed. Groot Achtb. is ontworpen, ons toefchijnd aan bij na onoverkomelijke zwaariheeden tc Laboreeren, ja! wij geloovennict te fterk te ipreeken, wanneer wij zeggen dat het ten eenemaal onuitvoerlijk zijn zal. Wij zullen, om dit te betoogen, volgens onze beloften, onze Confideratien op die Hukken onzen waardige Leezers meede deelen, niet, dat wij dezelve als onfeilbaar befchouwd willen hebben ! Neen' Wij onderwerpen dezelve aan kundiger oordeelèn maar om te toonen, dat wij van onzen kant, met al ons vermogen, willen meedewerken aan het herflel van eene Colonie aan wiens bloei en behoud het bzhwvan ons gemeene beft zo zeer ten naufteu verbonden ij. ' In N°. 35. Pag. 293. zeggen Hun Ed. Groot Achtb. dat het grootfte deel der planters gebukt, gaan onder den drukkende laft van hunne fchulden fpruytende uit de verbintenifen, die zy eertyds hel hen aangegaan, hy het opneemen van penningen, die ze tot aanleg of inkoop hunner plantagien nodig hadden, en wat verder, deezen verbintenifen, die op zig zelf, een zeer gefchikt middel uitleeveren ' OM het. geld der renteniers op eene voor" de LiGE voet uit te zetten, den planter geleegenheid gaven, zyne bezittingen te verbee. teren, en de Colonie tot een hoger trap van voorfpoed konde brengen, hebben in tegendeel, door de roekeloosheid, waar meede men ze heeft aangegaan hun aller ongeluk bewerkt, en waarom? om dat het  t3«9> (pftg, aap.) *e beftierders der beletninge hier te Lande», die aangenomen hadden, veel geld, dat hier gegeevenwas, aan de planters, op goede plantagien^ te fchieten, meermaalen ontbrak aan kunde en ondervinding, om de waarde derzelve te beoordeelen „ ja, zommige waaren in dat opzicht niet vrij te fpreeken van kwaade Trouw, die uitgelokt door de aanzienlyke voordeelen , welke hen het vvaarne e men van planters zaaken, het ver. Koopen, zyner overgezondene produSten, en de be-. zorgingen der nodige voorraad van Goederen en Lee: vensmiddelen, beloofden, Planters en zelf Vrienden, die den Landbouw niet verftonden op aller han-> de wyze wiften over te haaien, om maar Plantagien te koopen, en geld op te neemen , hen beloovende , naderhand door nieuwe geldleeningen tot de verdere koften in ftaat te ftellen &c, Dit ftuk zijn wij met de Heeren Directeuren volkomen eens, cn , of fehoon ons voorneemen is, om alle het geene dat \vij verder met Hun Ed. Groot Achtb. eens zijn , ftilzwijgend voor bij te gaan, en ons alleen willen bepaalen tot dat geen , waar in wij met Hun Ed. Groot Achtb. verfchillen, hebben wij echter dit ter needergeftelde niet onaangeroerd konnen paffeeren , om dat daar inne de Grond legt, waar op wij ftellen dat het plan van redres door Heeren Directeuren voorgedragen, ten eene maal onuitvoerlijk zal bevonden worden ; Hun Ed. Gr. Achtb. voeren hier drie belanghebberen in, de Renteniers, de Planters , en de Beftierders der Negotiatien, de, Zz 3  ( 39° ) terffen, om hun geld op eene voordeelïgt vo't uit tezetten, de tweede , om hunne bezittingen te verbeeteren, en de derde, door de aanzienlijke voordeelen, welke hen het waar neemen van Planters zaaken aanbrengen &c, hebben nu die verbintëniffen in plaatzc van de Planters hunne Bezittingen te verbeeteren, hun aller ongeluk bewerkt, de Renteniers zijn daar niet minder ongelukkig door geworden. Ja, veele Directeuren zijn zelfs ook te beklagen , om dat 'er onder zijn, die , om de Negotiatien (taande te houden, immers om de Plantagien niet in verval te doen komen, uit hun eigen Cas noch fourniffementen gedaan hebben boven de fom der Flijpotheecquen, en waar voor zij Crediteuren van den planter zijn, alle drie hebben, zij derhalven belang in het herftel, zal men nu een plan maken om de planters tc herftcllen, dan dienen zij alle drie daar door geholpen te worden, immers ieder prorato, zo verre het redres toerijken kan. Dan of die evenreedige hulp in het plan van Heeren Directeuren geobferveerd is , dan wel of de planters bij het zelve alléén geholpen zouden worden , met ter zijde (telling van de Renteniers en Beftierders, zal zo als wij vertrouwen wijnig onderzoek behoeven ; vermits den Leezer zelve uit de Miffive reeds zal hebben konnen opmaken, dat dc planters alléén zoude geholpen worden, indien het plan van Heeren Directeuren doorging, tot important nadeel van de Renteniers en Beftierders, zo als dir beneden nader blijken zal.  C 39.1 ) Pag. 3©t. de beftierders van de fondfen der belet* ningen op meer dan eene Plantagie gevestigd, hij gebrek van Koopers, buiten ftaat de voldoening 'der achterftallige fchulden , by Executie uit dett koopprijs te vinden, neemen dikwils de plantagien zelve in -voldoening, over, om ze vervolgens door Agendarijfen ten voordeele van Geldfchieters te. doen> heftieren. Dit is niet alleen waar, ten opzichte van plantagien die in een Generaal fonds van Negotiatie verbonden zijn; maar men ziet dat ook meenïgmaal gebeuren van Plantagien die onder een ^Speciaal verband leggen. Dan of daar uit, die allernadeeligfte gcvolgtrekkinge juift voortvloeijen, vv. lke Heeren Directeuren daar inne vinden, is iets dat wij met Hun Ed. Gr. Achtb. niet volkomen eens zijn, want voor eerft is de vraag of de Colonie ten tijden dat die dolle inkoop van Plantagien, en al dat Geld negotieeren noch geen plats had, beeter floreerden en meerder inwoonders had, dan in het vervolg van tijd ? Het is bekend dat voor dien tijd zeer veelen eigenaars van plantagien alhier in den Vaderlande en elders in Europa woonden,en hunne Plantagien overgenomen hebbende, doen, door AgendarhTen lieten adminifteeren, terwijl het onloochenbaar waar is, dat zelfs in die tijden even als nu , een Agendaris diverfe Plantagien dirigeerden, en wie zijn in later tijd, toen de Eigenaars, in Europa wonende , hunne plantagien zo zeer duur verkogten eigenaars van dezelve geworden ? Zijn het niet veel al zulk llag van Menfehen, die in een mindere kring  < 3» ) leevden, in een ander emploij frond'en,i eti echter iri de Colonie woonden, doch geenzints gefchikt waaren3 ofte het vermogen hadden, om plantagien, Inet zulke zwaare fchulden belast, in eigendom te tonnen bezitten? Wel nu wat verliest dan de bevolking der Colonie daarbij wanneer die planters hunne plantagien aan de fondsfen, waar in zij verhonden zijn, Cedeeren? immers niets! want zoo wel zij, als hunne plantagien keeren weeder in die zelfde Bornes waar in zij voor heen waaren, toen de Colonie floreerden, den planter in zijn voorige Broodwinning, en den eigendom der plantagien in den Boezem Van Inwoonderen onzes Vaderlands, so als dezelve voorheen waaren. Te Utrecht, bij J. M. vAn VLOTEN, en alom bif de meeste Boekverkoopers k i] ftnivi  b ft 6öST- èn' WÈS-t-iNDiSCHË POST. Ëxtra No. 4*2' o f Aanhangzël Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg va» Nö. ^ L en anderen wij ftaan toe dat er fommige Directeuren op de plantagien, en Agendarisfen in de Colonie gevonden worden ^ die hun Intresfen wat te fterk, boven dat van hunne principaalen, bejagen, maar wij könneu daarom niet wel-voeglijk toeftemmen dat dit zo algemeen en dikwils zoude plaats hebben; nochte dat de meeste van hen onderdrukkers der flaven zouden zijn: ten zij men ons kan overtuygeri dat de hebzugt thans groöter, en de menfchelykheid bij Directeuren en Agendarisfen minder is^ dan in vorige tijd; Het kan ook waar zijn dat 'er zulke' ontaarden gevonden wórden; maar heeft mén dit, (Godbeetert J óek fliet zien gebeuren van Eigenaaren? van planters die hunne eigen fiaven mishandelde, met dat Rampzalig gevolg voor Aaa  C 394 ) hen, dat zij zelve uit wraak door hunne eigen Nee* gers omhals gebracht zijn geworden? Pag. 303. zeggen Heeren Directeuren, dat de meeste Ingezeetenen en een groot aantal vreemden, welke door hoogen Intrest van zes percent*, hun geld in deeze belening geplaast hebben, kunnen, als ze een veel jaarige onderving, den tegenwoordige J?aat van zaaken, en het daagelijks verval van Credit Raadpleegen, niet dan het volftrekt verlies deezer aanzienlyke Capitaalen en de daar op ver* fckuldigde Intresfen te gemoet zien & Hun wel Ed. Gr. Achtb. houden het ons ten goede dat wij zeggen dat de zaaken in dit opzigt al te akelig en nadeelig door Hun wel Ed. Gr. Achtb. afgefchUderd zijn geworden: wel is waar, dat de meeste Negotiatien haare volle Intresfen niet opbrengen, ja! zelve dat zommige geheel ftil ftaan; doch dat onftaat niet enkel uit de nadeelige fituatien der planters in hunne plantagien; maar ook ten deelen uit bij gekomene omftandigheeden. Indien men .eene veeljaarige ondervinding, en den teegenvvoordigen ftaat van zaaken Raadpleegt, dan zal men ontwaaren, dat het niet enkel de hogen Intrest van de zwaare fchulden is die veele planters achter uitgezet hebben; maar dat de misgevvasfen nu en dan daartoe ook veel hebben gecontribueerd, zo als thans weeder met de Cofflj en Catoen piaats heeft; maar boven al heeft den Oorlog met Engeland een geweldige flag aan de planters en dus ook aan de> Renteniers toegebracht; want voor eerst zijn bij den eerften aan-  ( 395 ) ving veele Sclieepen vol Producten genomen, daar. niets op verasfureerd heeft kunnen worden , om dat de advijs Scheepen meede genomen waaren; welke indienze Waaren gearriveerd importante pryzen voor de Producten zoude hebben gemaakt. — Ten andaren is de gearmeerde vloot tecgen de intentie der uitrusters, eerst in Texel uit gebrek van Convooij, en vervólgens in de Colonie opgehouden geworden a tot dat de tyding van de teekening der Vreedes Preliminairen inkwam, hebbende de meeste Producten bij derzelver aankomst in den Vaderlande door de gedeclineerde pryzen, de Conflderabele Asfurantie premien en d« importante hoogen vrachten byna niets opgebracht; dit niet alleen; maar (en dat alle Ramp te boven gaat) immers bij de meeste fuikeren, veel geld'bij gelegt heeft moeten worden. Waar door de bctaalingc van Intresfen notoir wel moeften ftil ftaan, dan hoe zeer dit ook de planters heeft ten achteren gebragt, leerd ons echter dezelfde ondervinding, dat veele dit weer hebben opgediept in die korte Jaaren van Vieedc; zulks dat zij met hunne Intresfen weer na genoeg op eene effen voet zijn— Jaj waarde Leezers, wij kunnen u met volkomen bewustheid verzeekeren, dat indien wij niet; meede inden Oorloggewcest waare ofte dat dc Scheepen hadden mogen zylcn en arrivceren de Colonie^ fche-zaaken een gansch ander aanzien zouden heb,-, ben gehad, dan die waar in dezelve zich thans ber vinden. Kunnende wij u al verder verzcekeren dat; 'er planters zijn die niet alleen hunne volle Intres?. Aaa %  fen zouden hebben konnen door betaalen , maar bo vernhen important van hunne Capitaale en fchulden, Ja! zommige de helfte kunnen aflosten; waar va, de bevvyzen voor handen zijn, Pag. 304. uit welke geringe Revenuen zommige Correspondenten nu nog eerst hunne in-fchulden en verfchotten Rykelyk voldoen, yeele dier Correspondenten, zo zij de Plantagien niet in den grond booren willen, moeten wel in voorfchot gaan, zo wegens Fraittes voor Landslaiten, het onderhoud der Plantagien, de zendjnge van Noodwcndigheeden, «nsfurantie.prem.ien, Cognosfemeuten op Recipis &c_ en daar zij die voorfchotten doen ten beste der Plantagien en dus, ook het onderpand van dc Rentenier bewaaren, is 'er geene reeden ter Wacreld die het inpalmen dier verfchotten, aan die Correspondenten ten kwaade kan duiden ofte onreedélijk noemen, immers inzo verre'zij dat niet rykelijk. doen; doch behalven dat daar eene. reedelykheid in. opgefloten legt, ziiri 'er Correspondenten, die het recht van zich bij wïeferentie te rembourfeeren uitdrukkelijk hebben, bedongen, Is het nu" bij zoodanige ge.lteldheid, te vermoede dat zulke Directeuren wel geneegen zullen, weezen om in het plan van Heeren Directeuren te berusten, daar hen bij dat zelfde plan niet alleen de geleegenheid zouden benomen worden om hun achterweezen te konnen in palmen; maar teevens hen kunnen afgefneeden worden die voordeelen welke hen toevloeijen uit het Waarneemen van planters zaaken, het verkoopen zy-  ( 39? ) ner overgezondene producten, de bezorging der noodwendigen voorraad van goederen en Leevensé middelen ! Dan is het niet veel meer vrij zeeker, dar zij, om die zelfde reedenen, het plan zullen declinceren ? en dan, vragen wij al verder, of het plan zonder hunne bewilliging toe Executie zal gebracht konnen worden? Wij voor ons, ftellen dit ten eenemaal onmpogelijk, en de reedenen die wij daar voor hebben zijn gewigtig en fteunen, op gronden van goed recht, gaarne zouden wij, dezelve alhier alle opgeeven, w,as het niet dat wij te veel zouden moeten uitweyden en buiten het oogmerk van ons beftek gaan. Gaarne ftaan wij toe,_ dat door den algemeene fclnïk, door het miscredit veroorzaakt, veele obligatien beneeden hunne weezendlyke waarden ver' vallen zijn, (en dat bevestigd juist, onzen gedachten, namentUjk, dat de weezendlijke waarden zo fiecht niet is als de. pryzen der obligatien wel zijri) maar dat juist die fchrik zo groot zoude zijn, dat veele obligatien zelfs in. het geheel ge-en prijs heb* bende, niet. verkogt. worden, leerd de daagelykfche handel die daarin gefchied, geheel elders,-en wil men overtuijgd worden dat de fchrik zoo groot niet meer is dan wel voor a a 3 Jaaren, dan Raadpleege men maar de pryzen van veele obligatien in die, en in deezen tijd. Van dc fchrik komt den Mensch allengskens te rug, en ook konnen de hogere of lagere pryzen der obligatien, geen meerder Solliditeit aan de weezendlyke waarden geeven: de pryzen Aaa 3  ( 398 } zijn ideaal, éasfir de weezendlyke waarden niet, zo' als Heeren Directeuren dit met ons eens zijn, daar Hun Ed. Gr. Achtb. zelve zeggen dat veele bbüï gotien beneeden hunne weezendlyke waarden zijn, en dit word gezegd den 4 November 1^84. Toen wij in vreede en de pryzen der meeste obligatien aanmerkelijk hoger waaren, dan in den Oorlog, zelfs zo dat men op zommige eene ryzing heeft van een geheel Capitaal, bij voorbeeld, zulke obligatien, die in den Oorlog naaulijks 20 Percento golden, worden nu al boven de 40 Pereento gekogt, wat moeten de obligatien in den Oorlog dan niet veel meer als nu, beneeden hunne weezendlyke waarden verkomt geworden zijn ! ! ! In No 36. pag. 396. tot 309. incluijs geeven Heeren Directeuren de middelen op, van het herftel der planters, als Ut eenige om dezelve te redden. Als meede de wyze van prifeeren der te verbindene Plantagien. Wij konnen hier niet voorbij te erkennen, dat de voorgcflagen wyze van prifeeren en de bepaaling van de fomma die men op die Plantagien fchieten zouden, zeer goed is, en het doet ten dien Rcfpecte groote eer aan de kunde en doorzicht van Hun Ed. Gr. Achtb. maar wij merken daar bij teevens aan, dat zulks zeer gevoegelijk in te richten zal zijn, alleen voor planters wier Plantagien noch niet verbonden zijn, en uit dien hoofden alvoorens zich niet met oude Geldfchieters of Crediteuren te verftaa» hebben; doch dat zulks zo maar ftrijk en zet  C 399 ) Kouden in te voeren zijn, met planters die onder ander Hypotheek zuchten van veel grooter fora, als die Nieuwe prifatien zouden bedragen, is iets daar wij heel zeer aan twyffelen , om dat deeze zicü eerst met hunne oude Crediteuren moeten verftaan, dat het oude verband vernietigd wierde, daar wij voor ons zeer veele hinderpaalen in ontdekken, hoe zeer «ok door Heeren Directeuren word gezegt, dat dezelve daartoe zo ah Hun Ed. Gr„ Achtb. vertrouwen, ftraks zullen aantoonen, meer dan ce,; middel voorhanden is. Doch bier van benecdcn nader. No. 36". pag. 313. (dat 314. zijn móest) brengen Heeren Directeuren als een Motiv dat de Correspondenten beweegen zal, om zes Maanden lang voor de Intresfen in te ftaan, onaer. anderen voordeelen ook bij, de Commisfie gelden.op de bezorging der Asfurantien, zo op de producten als de in te koopene benodigdheeden, en willen den plan? ter daar voor doen betaalen %\ pc°. Indien dit geen Erreur van Hun Ed. Gr. Achtb. is, dan willen wij wel bekennen dat de planter daar door zeer benadeeld zoude worden, om reeden dat ons niet bewust is, dat tot hier toe ooit ofte immers een eenig planter voor de bezorging der Asfnrantien è| pc", betaald heeft, maar wel dat het allerhoogst wat hen daar voor inreekening gebracht word maar \ pc°. is, terwijl 'er Correspondenten zijn die zelfs daar niets voor reekemen, en te vreeden zijn met de 2 pc'', provifie voor den verkoop en inkoop der producten en Noodwendigheeden*  ( 4°ö ) Pag. 316. is een abuis begaan, daar ftaat dat van de 6 po. welke de planters van hunne inkomsten s'Jaarlijks öpbrertgert konde, 2 tot aflosfing roofde Cas van Referve aan dit Fonds zou komen, het welk zijn moet, 2 tot aflosfing, en één voor do Cas i>an Referve-, En wanneer dit accoord 'eens al ie nadeelig voor de Geldfchieters uitviel, zouden de planters, die zig nog in een tamelijke goeden toeftand vinden, en niet anders dan eenige toegeevenheid of koop op verbeetering, en meer vryheid in de behandeling hunner zaaken verlangen, zig mogelijk wel verpligten, om, boven het eerste Hijpoiheecq, dat ten behoeven van dit fonds gepasfeert tfs na verloop van eenige jaaren een verder gedeelte vart hunne oude fchulden bij termynen aftelosfen. Zeer zeeker zal dit accoord al te nadeelig voor de Geldfchieters ui», vallen, en het kan niet auderes dan zodanig uitvallen, het welk wij aantoonen zullen, wanneer wij de bylage fnb No. 3. behandelen* Te Utrecht, bij J. M. van VLOTEN, en alom tij} de meeste Boekverkoopers a i\ üm%i  D E OOST-en WEST-INDISCHE POST. Extra' Nó. 48'. ( NB. Men flaat No. 47- over om dat No. 45. bij abuis tweemaal gedrukt is. zo dat een der Nommers 45 «W« feewees tzyn 46 en No 46 moest geweest zyn 47 t welk de Lezers met de pen gelieve te veranderen; o t AAN HA NGZÈL Tof de Ordinaire Nommers. Vervolg van No . tfii J~Jier wil men voor zulke planters, welke zich üog in een taamelijk goeden toeftand bevinden, (dat wij begrypen te willen zeggen, dat zij hunne Intresfen tamelijk opbrengen kunnen) ook al toegeevendheid gebruiken: was het niet vrij natuurlyker, dat planters die hun engagement presteeren konnen, daar aan moeiten blyven voldoen, om dat door hunne prestatie , de obligatie Houders meer Intrest bekomen danze anders genieten zouden, wijl de goede Hypotheecquen in een Gcneraaïe Negotie de minder goede tot onderlteuning (trekken konhen ? en wat erkentenisfe Zoude men daar voor hebben, van die tamelijk goede planters (eens gefield dat men die toegeevendheid enz: gebruikte ?> geen ander, dan dat zij zich mogelijk wel verplichten zouden om boven het eerde Hypotheeèq ö'a£ Bbb  ( 4°2 ) ten behoeven van dit Fonds gepasfeerd is, na verloop van eenige Jaaren een verder gedeelte van hunne oude fchulden bij termijnen aftelosfen. Indien die mogelijke verpligting al eens in eene vaste en zeekere verpligting overgebracht wierd, dan vragen wij nog aan wien die aflosfing van oude fchulden zouden te beurd vallen? Heeren Directeuren willen (volgens pag. 310 en 3I2> de planters zes per cent 0 Intresfen doen opbrengen, daar van drie percent0 aan de Geldfchieters uitkeer en, Twee per cent 0 tot eene geregelde aflosfing doen firekken, en een percento in een Cas van Referve afftorten. Zulke Houders van obligatien die Volgens dat plan in die gereegelde aflosfing vielen, ïoude daar door verftoken worden,'om iets van die veronderfrelde aflo<-finge der oude fchulden te konnen genieten; om dat zij bij aflosfinge hunner obligatien dezelve uitleeveren moeten , en dierhalven , voor dat gedeelte afzien, van het recht dat zij op die oude fchulden hadden, waar uit notoir volgen moet dat die aflosfinge van oude fchulden ten baa' ten van de inblyvende obligatien zouden komen; waar inne onzes erachtens eene hardigheid en onrecht opgefloten legt, om dat alle de obligatien een egaal en individueel Recht op die fchulden hebben. Pag. 316". op die wyze dan zouden alle planters een merkelijke verpligting en voordeel toegebracht, en een Nieuwe iever tot hun werk worden ingeboezemt enz, dat is zeer natuurlijk , maar is dit eene febikking die zonder toeftemminge van de Geldfchieters wel tot ftand gebracht kan worden ? zo neen 1 is dezelve dan wel zoodanig dat 'er iets fa«  C 4°S') vorabels voor hen in opgeflooten legt, waar doorze geanimeerd konnen worden daar inne , te treeden ? wij denken van Neen ! cn ftellen daarom vast, dat verre het mecrendeel daar in niet komen zullen. Het voordeel d^r planters word hier al te fterk betracht en dat van de Celdfchieters niet in het oog gehouden ; doch daar over beneeden nader. Pag. 317. Hij loopt geen gevaar van verlies noch van de zee noch van een gnverwagten opkomenden Oorlog, noch ook om in het onzeekere op het pro* venu deezer producten trekkende, hij het verkoren gaan of een laagerprijs derzelvere zijne wisflbrie* ven te zien protefteeren , en met een drukkende!* herwis fel van 25 percent 9 fe zien te rug komen, hoe matig gebruik hij ook yan zyne Credit gemaakt hebbe ; voor /het verboren gaan op zee , kan hij zich doen zekeeren, terwijl de' mindereprijs geen object uitleeverd waarom de Correspondent de wisfelbneven zoude protefteeren laaten, zo hij anders verzeekerd is dat de plauters niet roekeloos en voor* weetens te veel boven de waarden der producten getrokken hebben. Pas. 317. in teegendeel terflond Geld in handen krygende , weet hij ook juist hoe veel hem zyne produften hebben opgebracht. Ja ! maar, dit is eene Contradictie aan het geene op Pag. 313. (314) is geavanceerd , want, geen Correspondent zal den planter uit enkele vriendfchap voorfchieten, nochte voor een half jaar Intrest inftaan; maar wel 0111 daar door Commisfie gelden te trekken, en die hij niet trekken kan, wanneer de planter zyne producten in de Colonie verkoopt, en de noodwendigfibb 2  c 404 ) Meden aldaar inkoopen mag, doch a! eens gefreld, dat Hij zo een toegeevend Correspondent had, moet hij dan niet evenwel, die gelden, die hij mrar zo terilond inhanden gekreegen heeft, aan dien Correspondent overmaaken met voldoening van de Intrest waar voor deezen zich ■ tot Borg "geintcrponeerd heeft ? Immers Ja ! wel nu, zal dat dan voordeefiger voor de planter zijn ? moet hij dan dat Geld wet per wisfel overmaaken ? kan hij.in de Colonie wisfelbneven koopen zonder 7 | 3 percer.to verlies op de wisfel Cours ? en zal hij aan de Correspondent boven die„., nict Ten ^ ^ Commisfie. Geld yoor het in - Casfeerei- der wisfel brieven moeten betaalen ? en M dat venics oP den Wisfel Cours, en dit eene per-ent èfeihqfcïfc Geld zoo niet geheel, ten minder nier een groot gedeelte van de veronderHelde wmst, dienen, den verkoop der producten in de Colonie afwerpt abforbecren ? ■ .... 3 Pag. 31S. En verkiest hij zyne produEten hier te toen verkopen , is hij Meester den prijs der verkoop te betaalen. dit gaat niet door in dc Commercie, want hij kon wel zo hoog Limitecren dat Niemand pp die Limito Geld zoude willen fchietcn • die Geld op goed voorfchiet moet den verkoop vrye". hik aanvertrouwd worden , en die Limiteeren wil geen voorfchot neemen. ' '•• *•• Ja ! de Houders der obligatien, die nu hooge tytresfen van een groote fchuld te vorderen hebben doph van een goed gedeelte dier pretenfie moeten afren, Dat is met één woord , niet van een gedeelte maar van alles; Want, voor eerst van alle  ( 4°5 ) de agterftallige Intrest, ten anderen van een groot gedeelte van hun Capitaal, ten derden eene reductie van 3 percento Intrest op het Resfteerende Capi4 taal, en eindelijg ook dit Capitaal zelve, om dat het door de meerdere Intrest afgelost word. En dus in den eer ft en opflag wel het meest lij deeze fchikking fchynen te verliezen, zullen inïee. gendeel daar hij aanmerkelijk bevoordeeld worden. Hier zoude gevoeglijk hebben gezegd konnen worden, dat zij niet het meest, maar, neevens de beftierders der Negotiatien, Alleen het geheelc verlies zouden moeten dragen, vermits de voordeelen den planter alléén toegevoegd, cn aan geen verliezen, hoe genaamd geëxponeerd worden. Om de waarheid van dit gezegde te erkennen 'dient voor eerst in acht genomen , dat veele van hen , die tcegemvoordig de obligatien bezitten, de eor/proukelyke Geldfchieters niet zijn. Dit zij eens zoo! maar fluit dat in, dat daarom in dit plan hun aanmerkelijk voordeel te vinden is, wij durven ia vesle opzigte zeggen, Neen ! om dat veele tee^enwcordigc bezitters van obligatien 'er erger aan zijn als de oorfipronkclyko, de laaste hebben teêgén xoo percento. deel genomen bij dc öÓrfpVonkelyke oprichtinge der Negotiatien, en veele der eerste met 'aanzienlijk opgeld obligatien gekogt, toen de Colonie in Credit was, en de Intresfen punctueel betaald "wierden: Dan echter, wij ftaan toe, dat 'er ook teegenwoordige bezitters zijn die hunne obligatien aanmerklijk beneeden het Capitaal ja zelfs henecden de weezendlyke waarden , hebben ingekogt ; maar dan vraagen wij, of het billijk is dat men, om dat B bb 3  ( 406 ) dit gedeelte bij dat plan aanmerkelijk bevoordeeld zoude worden het ander gedeelte in zulke grove fchaden brengen zoude, en of niet infehikkingen van dien Aard, daar men een algemeen Confent toe nodig heeft, ook eene algemeene evenreedige fchikking diende plaats te hebben, waar bij de belangens van alle de Concurrenten egaliter behandeld worden? Dit zal, zoo wy geloven, weinig teegenfpraak ontmoeten. Dat deeze hunnne obligatien by de Eevfte vermin' dering van waarde verkogt hebben, welke dus van hand tot hand overgaande, die geenen, dieze nu bezitten , weinig meer dan den teegenwoordlge prys gem kost hebben. Dit zij, ook al wederom, eens zoo! maar is dat, al weederom een Motiv, dat hen zal konnen beweegen in dit plan te accedeeren ? Wij geïooven al weedeiom, Neen! Die verkoopt, buiten Noodzaakelijkheid, doet zulk? om fchaden voor te komen, en die koopt, om te winnen, de eerfte herijken hun oogmerk, maar de laafle worden daar van verflooken in zo verre dit plai in hun nadeel is, dus daar irine alweederom de evenreedigheid niet is geobferveerd geworden. Pag. 319. De verbeteringen en uitbreiding zyner werken, de aankoop van Jlaaven, de vryer en beter behandeling zyner zaaken, de aanmoediging tot werkzaamheid, die een onmiddelyk gevolg is van het voorvitzigt, om eens zyne plantagie in eigendom en onbelast aan zig zeiven, of zyne kinderen te zien komen, dit alles moet noodwendig een voordeelige uitwerking ten gevolge hebben, en kan dat ook reeds by de bereekening zyner inkomften in achtgenomen worden, en terwijl de zulken die in ftaat zyn hunne emftandigheeden te verbeteren, geholpen worden:  ( 4^7 ) dit alles is waar, maar daar die verbetering uitbreidin°- &c. ai weder uit den Beurs der Geldfchieters, haare oorfprongk moet hebben, is het dan te verwagten dat deeze daar toe maar zoo aahftonds gereed zijn zullen? Pag. 320. Op die wyze alles onderzogt, gezuiverd en bepaald zijnde, vertrouwen wij dat veele Obligatien eer in prys fleigeren, dan vallen zullen, ten minften alle tot hun wezendlyke waarde verhoogd kunnen worden. Dit kan nadeelig voorde houders weezen, om datr, hoe zeer veele obligatien ook laag' in prijs, Ja! zommige beneeden hunne wezendlijke waarden zijn, er nochthans ook anderen zijn, die door onkunde boven haare intrinficque waarden gelden , het welk voorbij was, zo ras als blijken zoude , dat de weezendlijke waarden minder is, als de. prijs die men anders daar voor had konnen bedingen. * Wy voegen hier bij, dat het ons gantsch niet onmogelijk voorkomt, dat indien de geringe verliez&n3 Waar voor de Casfe van Referve aanfpreekelyk blyvt, niet meenigvuldig zyn, zo als niet te dugten is 3 het Saldo dier Casfe, de beleening afgeloopen zynde, by wijze van praemie of uit deeling, onder de geldfchieters, boven de genotene drie percent zou kunnen verdeeld worden. Indien die beleening eens afgeloopen was, namentlijk dat uit de intehoudene aPc3 alle de obligatien afgelost waaren, dan onttaat wegens het Saldo der cas van referve al weeder dezelfde vraag, die wij hier boven ten opzichte, der aflosfinge van oude fchulden, gedaan hebben, zie het hier booven verhandelde  C4°8) Overgaande tot de Bijlaage der Misfive van Hees ren Directeuren, komt ons in No. 33, pag. 525; voor, eene Misfive van den Heere Becldfnijdcr Matroos , Gouverneur Generaal ad interim over de Colonie Surinaame in dato i" Januari] aan deEdelegroofc Achtb. Heeren Directeuren cn Regeerders derzclve Colonie gefchreeven. Deeze Misfive, fchijns ons toe dat tot fundament heeft gediend, waar op Heeren Directeuren en Regeerders $ de hunne aan H. H. Mog. hebben ingericht, en dus konnen wij onze Confideraticn op dezelve menageeren, in zo verre wij die reeds hebben opgegeeven; Echter konnen wij niet afzijn dat Heeren Directeuren in zommige opzichten in een ander en inderdaad beeter gevoelen zijn, als zijn Exellentie den ad interim Gouverneur immers No. 39. pag. 330. wil zijn Exe lentie, dat zo men wel wildoen, men den planter van een geed gedeelte van zyn fchuld moet Libereeren, dat men hem 6percent daar van (dat is denkelijk van de verminderde fchuld) moet doen betaalen, geevende daar van aan de Geldfchieters 4 Percent brengende de overige 2 percent tot Capitaalen en zetten die op Intrest uit. Te Utrecht, bij J. J. BESSELING, en alom b£ de meeste Boekverkoopers 4 1] ftuiv.  D E OOST-en WEST-INDISCHE POST. Extra No. 49. o v AAN HA NGZEL Tot de Ordinaire Nommers. Vervolg van No. 48. X)eeze vinding komt ons zeer onvolleedig voor. Indien die twee percent tot Capitaal gebracht en op Intrest uitgezet wierd , zonder dat daar bij gezegt word dat dit Capitaal en Intrest tot voordeel van den planter zal gedeijen, is het natuurlijk te begrijpen datze tot baten van den Geldfchieter zoude komen , welke die twee percent ontvangende ze zelve wel op Intrest uit zetten konden; dan, indien zijne Exellentie gemeend heeft, dat de planters die twee per. en de Intrest van dien zouden genieten, waarom hen dan niet Jaarlijks die twee percent van hunne Capitaale fchuld afgefchreeven ? dan wierden zij door dien weg minder Intrest fchuldig, en dit was de alierfecuurfte uitzetting op Intrest die 'er te practifeeren was , gelijk Heeren Directeuren zulks#an ook zoodanig en te beeter begrepen hebben. Ccc  ( 4Io ) Voor het overige is dien geheele brief vol van diensten en Soulagementcn, aan de planters te bewyzen, en hun Fortuin te bewerken, zonder dat daar tol eenige andere middelen aan handen word gegeeven, dan die, welke volftrekt allen ten Nadeden van de Houders der obligatien ftrekken. Op de Negotie van wylen den Heer Gouverneur jan Nepveu nopens de te doene Inventarifatien en PriftÖèl, achten wij onnodig alhier eenige Confidcratien te maaken, maar bij de bylage No. 3, zynde , eenkort ontwerp van verfchillende wijzen, waar op de oude fondfen van bekening in dit nieuwe algemeene fonds zouden kunnen overgaan , zullen wij een weinig dienen ftillen te ftaan. No- PaS- 339- Proponeeren Heeren Directeuren om, wanneer men eens de waarden der obligatien bepaald bad in evenreedigheid der Hypotheecquen de geheele beleening die veronderfleld word op meer dan een Plantagien gevestigd te zijn, gefmaldeeld kunnen worden, in zoo veel mindere beleening, om zo te fpreeken, als 'er verbonden planters zijn, ieder fmaldeel obligatien zijn eigen Hypotheecq by looting TOEWYZEftDE, en daar na de zulken, die nog in een taamelijke ftaat bevonden wierden, tegen haare regte waarde in de algemeene beleening overgenomen kunnen worden; de overige geêxêcuteerd, en het provenu onder die tot zoodanig fmaldeel gekoor en, verdeeld, want het ontwerp van algemeene ■ beleening tot ftand komende, zal de verkoop bij Executie ook voordeeliger worden. . Dit ftelzel komt ons onuitvoerlijk voor, voor' eerst, is het ontegenzeggelijk , dat dit niet kan  ( 4" > Ingevoerd worden, zonder toeftemming van de obli- I gatie houders; vermits eene Enkelde obligatie op alk de Hyptheecquen geveftigd is, en van dit zijn recht niet willekeurig kan ontaet worden. Ten anderen, is 'er geene grond althoost die hen tot zoodanig iets animecren kan, wie zal zijne individueele pretentie , op alle de Ilijpotheecquen gevestigd, aan het blinde lot cener Loterij willen reficqueeren daar hij gevaar loopt van aandeel te krijgen in een Hijpo:heecq, waar van de Plantagie geëxecuteerd en het nadeelig provenu aan hen zoude uitgedeeld worden ? onder Lieden van vermogen, wien die fchaden konnen wecderftaan, mogen 'er zijn die daar in treeden , doch anderen ook weeder niet. Terwijl menfehen van minder Clasfen waar onder Weduwen en Weezen zijn, die van de Intresfen moeten leeven, en zich reeds zo lang hebben moeten inkrimpen , 'er zeer gewis niet inkomen zullen zoo dra zij bezeilen dat zij door een nadeelig Lot bijna geheel zoude geruineerd worden. Zegi men hier teegen, Ja! maar, zij konnen een voordeelig Lot treffen , eu dan komen zij in een veel beter geval; zeer goed , maar waarin zal dat beeter geval dan nog beftaan ? in niet anders dan dat hunne obligatien zullen loopen op éCn Hijpotheecq (niet dat volmaakt voor de oude fchulden voldoende is) maar op zo dén dat nog maar in een taamelykeu goeden ftaat is, en die zouden teegen haare rechten waarden in de algemeene beleening overgenomen worden. En met wat gevolg ? dat zij van de zes percento maar drie percento Intrest zouden genieten, eu twee percent den planter afflaan in mindeCc c 2  öeeter dat men, ,„ plaatze van de taamelyke goede Plan e„ zo rykelijk te beneficeeren, die 2 percent spioneerden tot vervu,linge van dat geene a d^ Z rl Tl ^-gengk0„„en et dus * maak dat dfi Geldfch;e ' waarde hunner obligatien zoude ryzen ? Heh der ut „t r £nen liCP °m de ?l™^> zonder uitzondering te redden, en dus voor te komen dan moet het ons en ieder Leezer eenigzints ver wonderen te zien, dat die hu,P zich a„een bepl d' tot panters d,e hunne Plantagien noch niet verbonden hebben, en tot zulke die nog i„ een mmehi egoede ^^^^..^ ge alle zouden gexëcuteerd worden, het zij ons •& permtttecrd daar op deeze re^ie te maaken ;1 Panters wtens Itaaren aog onbc,,st zij hc geene ander, hu,P nodig dan geleegenheid om Geld te konnen krijgen tot verbeetering en uitbreijdinge hunner Plantagien, cn dit zullen zij bekomen konnen, indien de algemeene beleening tot fland komt nusfchien ook wel die, welke nog in een taamelijken goede ftaat bevonden wierden hebben eenfe ni,p nodig, en het komt ons met Heeren Directeuren voor, dat indien 'er hulp verfchnft word, deezen daar van ook Jouisfeeren Moeten maar dat men alle d'anderen die een volftrekte onder/teuning »odig hebben, welke waarfchynlijk het grootfle gel deelte uitnmken, en die zonder eene zoodanige  ( 413 > . • mm j ■ < tm n si tii tóaosd hulpe geene uitkomst zien, geheel hulpeloos zouden voorbygaan, en zoo maar' plotfelijk executeeren laaten, komt ons voor niet Compatibel te zijn, noch-. te met het gebuteerd oomerk van redding, • — Nochte met het belang der planters, Veel minder met dat van de obligatie Houders En wat goed Succes Heeren Directeuren zich ook beloven van de voordeclige verkoo, Tpj executie, indien de algemeene beleening tot lund komt,.zijn wij echter van gevoelen, dat eene zo algemeene vervolging bij executie, ten minftcn in de eerfte tijden, de waarde der plantagien zeer aanmerkelijk declineereu zouden. Maar, kom aan, wij willen voor een moment eens met Heeren Directeuren dit point toe- « ftemmen, dan vragen wij of er kooperszich zullen op doen,'die de Plantagien zo duur zullen betaalen, datzij in vooruit Calculeeren konnen, daar moede gcruineerd te worden? zcckerlijk Neen.' de voorige dolle inkoopen leggen hen nog te vers in geheugen: is het dan niet veel eer vrij zeeker dat zij 'er hun voordeel en Fortuin in bcrcekenen zullen? zien zij 'er dat in, dan is het ook notoir, dat zij de Plantagien benceden derzelver waarden inkoopen zullen, en niet anders. Is dit zo, gefchied 'er dan niet eene ontaardheid aan die planters die thans eigenaars van die Plantagien zijn? hebben deeze Menfehen zo lang gezucht onder de drukkende fchulden om dat een ander de vrugten hunner zorgen en arbeid zoude plukken, en hebben de.Geldfchieters zo lange Confideratie met deeze ongelukkige planters gebruikt, om hen ftaande te houden dat zij nu in plaats van in eea plan van redres te komen, in een plan van Ccc 3  A AU) k PP r txecuöe eh daar, »it volgend ruïn zouden vervallen ? dit is zeer bezwaarlijk te veronderitellen — zo veel als een kooper, die 'er zijn voordeel en Fortuin bij beoogd voor een Plantagie zal willen'geeven, zoo veel, en veel meer, is dezelve aan de tegenwoordige eigenaar, en dus Confecjuentclijk aan het fonds van Negotiate waard, zal men die kooper de waarden op zijn. Plantagie in algemeene beleemng fchieten, waauijp dan de tecgenwoordige eigenaaren niet voor die zelfde fomme daar in aangenomen ? deeze woonen meest alle in de Colonie, is het niet te vermoeden dat uit den Vaderlande de meeften Commisfien zullen gaan , to: inkoop van Plantagien, die door administrateuren in de Colonie moeten worden beheerd? en werkt dit plan dan niet tegen de intentie van Heeren Directeuren, die de planters in de Colonie willen houden, en dus de ontvolking voorkomen ? Wat het tweede Lid van dit kort ontwerp betreft, namentlijk der verdeeling- der Intresfen die de planters alle te zaamen zullen opbrengen, willen wij volmondig belyden, dat ons begrip te kort fchiet om juist te konnen bevatten, hoedanig Heeren Directeuren dit precifelijk meenen, cn dus konnen wij onze Confideratien daar op niet meede dte- len. Dan dit zal tot de zaak weinig af ofte toe doen, daar zulks eigentlijk een ftuk is, dat dan eerst plaats hebben zoude, wanneer de algemeene beleening tot ftand gebracht was, en dit meenen wij te hebben aangetoond dat op dien voet, als het plan legt, ondoenlijk zijn zal. Wij hebben ook aange. toond dat het zelve plan van redres, alleen daar op  li 415) nceder komt, dat'de planters zoude geholpen woïden, alleen uit de Beurs der beftierders en uit die der Houders van de obligatien als meede dat deeze beide reedenen hebben, om daar inne niet te tree£jen — en dat men het zelve zonder hunne toeftemminge volftrekt niet kan ter executie brengen —• waar uit dus natuurlijk voorvloeijd, dat 'er een plan moest geformeerd worden, bij het welke niet alleen den planter uit zijn Laborent geholpen wierd; maar dat ook de beftierders zoo niet geheel ten minften grooten - deels van hunne voorfchotten betaald ofte gefecureerd wierden — en eindelijk, dat de Houders der obligatien, zoo het zeeker is dat zij actueel fchaden lyden, daar inne ook wat dienden te gemoet gekomen te worden— dan geloven wij dat 'er hoop zoude zijn het werk tot ftand te brengen, wij bekenne gaarne dat een plan van dien Aart zeer moeijelijk te maaken zal zijn, maar daar het ons Lieve Vaderland niet onbreekt aan fchran. dcre vernuften, flattecren wij ons, zo de zaak ernftig aangetast word, dat zich misfchien noch wel zouden opdoen , die 'er een gat inzagen. Hoe zeer is het te wenfehen dat er deeze groot zaak , verder aau handen genomen wierd, tot reddinge eener Colonie aan welkers behoud het almeene best zo. reer verbonden is. Je Utrecht, bij J. J. BESSELING, en alombtf de meeste Boekverkoopers £ i\ fttüv.   b Ê ÖDST-EN WEST-INDISCHË POST. Èxtra Nö. 5». o ir AAN HA NGZEE Tot de Ordinaire Nommers. 13aar wij in onze laafte geëindigt hebben, mee de Confideratiën ? over het plan van Heeren Directeuren , van wegen de Colonie Surinamen, en daar wij vertrouwen bij die Confideratiën betoogd te hebben, dat gemelde plan, hoe zeer met een goed oogmerk higerigt, niet voldoende is, om aan eer» wezentlijk Redres te beantwoorden} zo twijfelen wij geeiizints, of heeren Directeuren van de Colonie Surinamen, 20 wel, als de Respeétive Staaten en Souverainéri dezer landen, zullen op nadere , en grondiger voorfteÜingen, wel willen bevorderen,, en werkltelhg maken, zodanig Plan van redding voor de Planters in Surinamen, waar bij Concurreeren , de be-langëns, van de Planters, vwde Houders der Obligatien, en van de tegenwoordige DireSteure* der Negotiatien; alles gefchikt op zodanige folidé D d d  ( 4i8) gronden, en nieuwe negotiatien, onder guarantie vsri H. H. M. waar door niet alleen de republiek in het gemeen, en die Colonie in het bijzonder, wel kan vaaren, maar waar bij ook zal moeten confteeren, dat de verbondene effecten, eevenredig zijn, aan het volle Capitaal der op nieiiW te doene negotiatien , gecalculeerd op eene moodicquen, en beflaanbare voet: Terwijl zo doende zodanig Plan vart redres, (: namentlijk van eerlijke negotiatien en Planters :) onmiddelijk te weeg kan brengen * een important herftel van de Colonien, tot Welkers redres, de W. 5. Compagnie de hand willende bieden, in de di* rectie, en toezïgt van dat plan, ook van een tamelijk voordeel en voorlpoed zoude kunnen jouisfeeren, aan de eene, en aan de andere zijde, konde men daar door zo veele millioenen, die door het defcrediet van de tegenwoordige Obligatien verzonken leggen, weder in ons Vaderland te rug brengen; zonder het welk, de toeltand van Surinamen eindelijk onherltelbaar zal worden. Maar dit is zeeker, dat zodanig algemeen Plan van Redres, voor Planters, Geldfchieters, en Direüew ten, onmogelijk eenig effect kan forteeren, zonder ie guarantie van H. H. M. En wij oor¬ deelèn , dat wanneer onverhoopt, zodanige guarantie mogte geweigerd worden, dat dan niet alleen de Planters, en de Colonisten in het gemeen, maar ook alle de geintresfeerdens, en Directeuren van dien in het bijzonder, verpligt zijn, zich gezamentlijk emftig, dog eerbiedig te adresfeeren bij de Respective bondgenooten, met zodanige overtuigende aan-  ( 419) drang tot Redding van hunne zaaken , waar door II. H. M. verpligt kunnen worden, de guarantie te accordeeren, aan Burgers, ingezeetenen, en Colonisten, welke gedurende zo veele Jaaren, uit haare fchatten, en arbeid, zo veele lasten aan den Staat hebben opgebragt, dat zij nu ook, tot voorkoming van eene gewisfe, en totaalen ondergang aan zo veela duizende leeden der maatfehappij, onder eene {tókte toezigt van de w. i, Compagnie dezer landen, zodanige guarantie billijk, en op regtmatige gronde betoogd, op den Souveraia kunnen begeeren, als met den aart en het Carakter van vrije Nederlanders overeenkomftig is; dog waar van wij het nader Plan zelve, aan de Geinteresfeerdens ter beoordeeling pverlaaten. Voor en al eer wij befluiten zullen, met dïfc deel, kunnen wij niet af zijn, over de jongfte berigten van Batavia, en de Kaap, aan onze Landgenooten, en aan de O. I. Compagnie eenige confideratiën deswegens natelaten. Wij herzeggen over eenige berigten welken in de publieke Nieuwspapieren bekend ftonden , en waar van wij in het particuliere ons verz/kert houden, dat ze niet alleen zeer egt zijn, maar zelve van vrij ongunftiger uitzigten zoude kunnen wor* den. • Om dit voortekomen, bepalen wij ons in de eerste plaats , aan de articulen van de Vreede tuffchea Ddd %  C 4*3 ) •na, en Engeland geflooten; en waar op wij , biï onze confideratiën bij herhaling over dat zo ongelukkig als vernederend Tractaat, en niet üunderjove* de duifierheid, en twijfelagtigheid van verfcheide voorname puncten, of Articulen, hebben tragten aan. tetoonen, dat dezelve alvorens na de Indien te verzenden , ten hooglten de hooge aandagt verdiende va» H. H. M. om van de ware intentie, of meening van zodanige Articulen, waar in onmiddelijk de O. I. Compagnie geinterefieerd was, door den Souveen , aan de Kamer van ijnea. berigt te geeven , ten einde Heeren Bewindhebbers, en Hoofdpartipanten in ftaat te ftellen, tijdige openingen elucidaueover het een en ander, aan hare bediendens in de Ooft te geven, en niet in gelegenheid te doen vervallen , gelijk het al van agteren blijkt, dat zonder zodanige nadere opheldering en verklaring aan verfcheide Ar. ticuleu in het Tractaat van Vrecde, de Colonien in het grootfte gevaar, en dc dire&ie, en het intreft van dc O. I. Compagnie aaneen oogfchijHlijk verderf bloot geftelt blijft. — Wij betwjgen opentlijk dat dc vraag-Articulen , waar op de hooge Regeering van Batavia ilhicidatie van de Kamer yan i7ncn vraagt , en fpoedig verzoekt te mogen weeten, ons van dien aan, en dat gevvigt voorkomen, dat wij dezelve alhier, volgens de befte, f-pgaven, woordelijk moeten laaten volgen i. Hoe en wanneer de fteeden, forten "havens' bezittmge, waar van. de Engelfche zig in den laatften Oorlog meester gemankt, en op de Hollandfche o. ï. Compagnie veroverd hebben , wederom gegeven moeten worden ? 2. U.oi. ver de vrije vaard\fer En geltche m dc Iirdifclxe. Zeën bepaaldelijk zig moet-  uitftrekken ? 3. Wat hier eigcntlijk door yerftaan word? 4. Wat eigcntlijk de vrijheeden zijn hier door verkreegen ? 5. Voornamcntlijk wenfehen Gou-r vemeur en Raden te weeten, hoedanig zij zig moeten, gedraagen, in geval de Engelfche Scheepen deeze vrijheid misbruiken, en voorn amentlijk wanneer zij wéczentlijk hinder toebrengen, aan de voorn aamlle handel van de Oost Indifche Compagnie, nameutlijk die der fpecerijen? 6. Stellige ordres, of indien de onderdanen des Konings van Grootbrittanje van deze vrije vaart in de indifche Zeeën een misbruik maaken, de 'hooge Regeering zig alleen hepaalen moet, op middelen van voorzieuinge, of zig daar teegen moeten verzetten des noods met geweld, en hier door te beletten voer 't vervolg allen verboden handel, die tot nadeel ftrekt van dc Hollandfche o. i. Compagnie. En daar zonder eene tijdige, en prompte bepaaling van de meening dier Articulen, de Comp. in zijne Colonien, Commercie, en Zeevaard, allengskens de dupe van de hiftorie zal worden, zoo wilien wij hoopen , en wenfehen, dat over zodanige gëwigtige zaaken geene te lange dcliberatien, of ordinaire" befoignes bij de kamer van 1?den gehouden mogten worden — maar integendeel, dat over zaaken van dien aart, en waarvan grootelijks het behoud of het verval van s'Comp. aanweezen in de Oost? afhangt, hoe eer hoe liever, Extraordinaire befoignes bij Bewindhebberen in 'sflage, plaats moge vinden, ten einde aan de Beftierders van de. Camp. in de Oost, binnen fes weeken eenige voorlopige fchikkingen , en verklaaringe te fuppediteeren, hoe zich tc moete gedragen,: ingeval van eenige ongeoorloofde vaart en handel door de Engelfchen, en op welke eene wijze men zich in de Colonien, tegen alle in • breuk, en geweld op 'sComp. Rechten, zal kunnen, en moeten verzetten, en tegengaan, om niet langer, door laffe toegevendheid, en zwakheid, en het bijzonder intrest van eenige Hoofden, al den voorfpoed, en magt zo van ons Vaderland, als de Cokmicn te zien opofferen, en te gronde gaan. 1 Ddd 3  ( 4S2 ) Niemand, als die het bij ondervinding heeft, kan het gelooven , welke hatelijke meescerfchap de Engelfchen nog voeren in het wester gedeelte van de Oost —en hoe dat grootbrittanje loert, en wroet om Ceijlon te verdeden , en de Hollanders daar van daan te nestelen —en om van tijd tot tijd, door ufurpatien van Zeevaart, en handel, op de groote Oost, ook aandeel te krijgen, of posfesfien te winnen in demoJuccos, en daar door inbreuk te maken op het uitfluitend regt van den fpecerijhandel, van Ambon, isanda, en Ternaten En daartoe hoopen wij in Gods naam, dat zo lange de Comp. niet genoegzaam tot dien Staat van herfldhng gebragt zal zijn , om zich zelve in d? Colonien zo ter zee, als ter Land te verdedigen, eene goede marine van wegen den Staat, aldaar aantehouden,' en dus door onze Oorlogfcheepen de Souverniniteit van de Indifche Zeën te betwisten, en de uitfluitende vaart en handel van de Comp. tegen alle vreemde indragt, en geweld te verdedigen, en te belasten, dat de o. i Comp., met verder van de Engelfchen afhangdiik gemaakt worde, daar zij reets genoeg afhangelijk zijn van het britfche ministerie in Bengalen, en Souratte. ■ Wij beklaagcn de Comp., indien men dusnogtifd yerzuijmt—maar wij twijffelen ook geenzints, of lpoedige, en yoörlopigen ordres, eu nadere, ampelen, en Cordaten maatregelen, door de kamer van i7en in het najaar, aan onze bediendens in de Oost te zenden, zullen alle deze gevreesde onheilen voorkomen, en met de gewapende arm her belan°en intrest van de Comp. handhavenen, en behouden doen blijven. Dan omtrent ons tweede aanmerking, bijna gelijke betrekking hebbende, als het voorgaande, is over de Caap de goede hoop, van waar wij verneemen, dat bij aanhoudendheid door de boeren burgers, en ingezeetenen de zwaarftc klagten alhier overkomen, wegens de directie van de Kegeeringen het beftaan van 'sComp. dienaaren aldaar. — Wij betuigen niet te willen beoordeejen, of alle die  klasten gegrond, of ongegrond zijn, en of dezelve weder nieuwe bezwaaren behelzen, dan wel relatief blijven, tot de enorme klagten van de Capenaars zedert 78 Jaaren herwaards, en die ten hoogden toppunt gefteegen zijn * onder het bellier van de Heer Gouverneur van Plettenberg; maar wij geloven, en beklaagen ons, gelijk te meermalen gefchied is, dat de handelwijze van den gewezene independent fiscaal Boers, en van zijne gewezene intieme vriend aldaar j den Equipagiemeester ftaring, veele aanleiding gegeeven hebben tot een openbaar misnoegen en heimelijk gemor onder de Caapfche Burgers, welke door een opentlijk onderzoek alhier, en Redres van zaaken bij de o. i. Comp.^ hadden kunnen, ea dienen verholpen te worden, zonder door da zogenaamde invloed van de Heer Advocaat Boers van de Comp. alhier 3 het gedrag van die beide Heeren gped te keuren, en inzonderheid den Heer fiscaal de grootste roem toetebrengert, door ce bewuste brief van eenige Franfche Heeren, Welke volgens Particuliere gerugten, genoegzaam voor de genotene politesfen, aan . de Caap. , afgebeedeld befehouwd word , en niets ter zake doet van de billijke en Regtvaardige klagten van de Caapfche Burgers, waar door die elendige colonisten moeten blijven zugten onder het bezwaar van hunne klagten, etl opgegeveneRedresfen: wij begrijpen , dat het hoog tijd word, dat de kamer van I7en hun Ed. dagelijks verwagt wordende Gouverneur Plettenberg, tot eene openbaare verant-> woording alhier in hun Bellier, en directie moesten geroepen, en het zelve ter nadere, verdediging van de Caapsche Burgers, aan de regeering aldaar diende geconvoijeerd te worden, met provificneele Vrijheid, aan de Capenaars, om, behalven op de Oost, eene Welgelimiteerde vrije vaart en handel aan die Colonisten te vergunnen, en vervolgens van tijd tot tijd, zodanige Redresfen aldaar door den Heer Gouverneur werkftellig te doen maken , als met het regt van die volkplanting beftaanbaar , en met het waare intrest van de Comp., en niet met die van eenige grooten , overeenkomftig kan zijn. Ddd 4  ( 4*4 } Wij herzeggen, het Word meer dan tijd, van op eene gefchikte wijze, het misnoegen aan de Caap te doeil ophouden, en die Colonisten door eene gepaste Vrijheid in den koophandel—-het koopen en vcrkoopeii van hunne Producten — en het herltellen van hunne Privilegiën voornamentlijk berustende in het lichaam der burger Heemraaden aldaar, alle nadeelige gistingen, en openbaaren beweginge te doen ophouden,: en met door al te verregaande, overhéerfching en dwang, het Wapen van de Vrijheid, tot die van Rebellie te doen overflaan, en daar door de Comp., aan een waarfchijnlijk verlies van dat kostbaar uithoek bloot teltenen Want daar Engeland en Frankrijk niet onverfchillig kunnen zijn, hoedanig het Lot nog van Africa zal worden, zullen zij, wanneer de Hollanders met op middelen verdagt zijn, om de helde, en het vertrouwen van die Colonisten te herwinnen, m troubel water Visten , en dan zal de Comp., zich te laat beklagen, dat zij ten kosten vau het algemeen belang, die van eenige bijzondere leeden der maatfehappij te fterk hebben gemaincti' neerd; en in plaats van tijdig, door dc voorfpoed dier Colonisten te bevorderen, het grootfte, en beste aandeel daar uit voor het Vaderland te trekken * bet eene bij het andere te zullen zien misten, gelijk men daar toe, zich fpiegelenkan, aan noord-america, door de willekeurige directie van het Engelsch ministerie. Wat 'er voor het overige van alle die klagten worden zal welke men zegt, dat van tijd tot tijd alhier bij de Comp., overkomen, zal de tijd leeren dit is intusfehen zeeker, dat den prsfente heer Advocaat Boers, door zijne Heeren, en Meester dien. de aangemaand te worden, om eene volledige memorie te vervaardigen, en alle de klagten van de Comp., zedert 7 a 3 Jaaren herwaards, daar bij nominatiur dagen datum, zo fpoedig doenlijk aan de kamer van I7en optegeeven, met bijvoeging van alle de privilegiën, en voorregten, welke gegeeven, en toegekend zijn* aan de Caapfche Colonisten zedert het begin  C 4"-5 ) als of den heer Advocaat Boers eerlang zijne aenM fic bij de Compagnie ftaat te neemen , en dat , let welA* eenen tijd,.dat^^^A noegzaam over al, in de Cn ekite om ^ zijn, tenmmften dat aan zijn W. 0e ^ kan gegecven worden, vooi cn ater,dj hebbers0, pertinente opening van alle zaaken, zeden het ministerij van dien Heer, P^^&iSS* vcn ;s. Wij vertrouwen, dat gem. lkei i oe s, aï e e n man van die kunde, en «W^Jfog Bellier van 'sCompagnies zaaken ,; zelve te veel £ex lijkheid, cn ambitie bezit, om met «^ggS, n ie de eenötënè weldaaden bij de maaticaappij, v 01 tótlaas? eene volledige febette zal willen geeven ^*UdoTSrV* tos., «o wel m gerf Blaats de timer van 17», «dan °* ';„. ;„2'•• £ voornamentlijk de nade.m de gegem»..dm m.m-n in de o. i. Compagnie, dat diermur, ui Kaar Fnd van het viderlahd, voor althoos behouden tc zien blijven. Voe-cn wii bij dezen onzen wensch, ook eene eclItSe! f^^^^S^ wplk aan de heer bieton , ais .t>,-vv^ ,;H ta |* SmMr Regeering ..s aangedaann™fIa™ " „verltek,an die middeien, Eee  welke hij,als een eerlijk man,in eene bijna <©. Tari»e dienst van de maatfehappij , heeft bij een vergaderd"! en ten onregte aldaar door de hoge Regcering is aan* geflagen ,ter voldocninge van de pratende te kort koming 111 'sCompagHies groote geld kasfe, onder desiclvs Directie wel genoodzaakt is geworden, na het Vaderland overtckomen, en bij zijne betaalsheeren de nodige faasfactie, en Restitutie-, en febavergoedmg te erlangen; dog waar toe door de kamer van *7«" nog mets finaal is gedisponeerd, en dus, dien ouden, cn vcrdiènftelijke dienaar van de Compagnie alhier reets een Jaar, met het mes in de buik kat Joopeji, zonder hem in de gelegenheid te ftellen, zich opentlijk, over die te kortkoming te kunnen verantwoorden, en boven dien verftoken te blijven van zijne verdiende maandgelden op zee, als Raad ^ Ordinair, mitsgs. Commandeur van de Retourvloot, en Gommisf. van ce Compagnie. . Wij be- klaagen de Compagnie waarlijk, dat dezelve geene meerdere prijs ftelt, op zijne eerlijke, oude, cn mishandelde bediendens, die alhier komen zugtenen klagen over het onregt dat men hun aldaar aandoet, en waar van in de perfoon van den voorn. Heer Breton , dc fchrecuwendfte overheerfching, en geweld, en last te batavia gef'chied is, en alhier in zijnen ouden dag lugtende moet blijven , ten gevalle van eenige Indifche Grooten , welke met vêrkragtirig van alle eerlijke principes, zijne Ruïne beflootm hebben. Wij kunnen onze geagte Leezers, wat de zaak van de te kort koming van de groote geld kasfe te Batavia aangaat, Renvoijeeren , aan verfcheidene vertoogen, desweegen door ons in onze vorige Extra Nommers geplaast, en daar mede met alle eerlijke Vaderlanders van harten wenfehen, dat eerlang bij de Compagnie, over de Pcrzoon, en de belangens van dien Heer, op eene Regtvaardige, en edelmoedige wijze mag gedisponeerd, en de directie van de Lompagnie in de Oost wat zuijverder daar door gemaakt worden; ten einde een totaal verval in de beftiering van de Colonie voortekomen, en zijne getrouwe dienaaren niet te noodzaken de Compagnie te  ( 4*7 ) moeten vervolgen, en alhier door geregtelijke procedures, bij de Heeren van Holland, regt te doen VeK« mê'dcluilen wij dan voor het tegenwoordige eindigen, en ook eerlang onze ordinaire Nommers over de directie van de Compagnie m Europa befluiiten; met voorneemen om bii wijze van memode een Compleet ftuk te vervaardigen tot Redtes van alle 'sCompagnies etablisfementen in de Oost onder opregte oewenfching, dat door Eerlijkheid, ?n trouwe , zo bij de beftierders van de maatchappij alhier, als in de Colonien, het hun, en bet dierbaar Vaderland, althoos wel mag gaan. B E R I G T, Aan onze Correspondenten. OtTchoon wij hier mede deze Extra Post befluijten, en binnen korten ook meenen een einde te malven met de Ordinaire Nommers, zullen wij evenwel met illc «-cnoegen en dankbaarheid verwagten , eenige Berigten, of vertoogen, en Confideratiën, zo over de Oost, als Westiudifche Compagnie, om daar van nader bij uitgave van compleete fttikjes gebruik te maken — en intusfchen dankzeggende, voor het medegedeelde berigt aan de Geinteresfeerdens. ot misfive van dc Heer A. Douglas, of Douglasaan de Vergadering van 17=" geprcfenteerd, met de «ukken daarbij behorende, heude men ons ten goede, dat wij daar over niets kunnen zeggen, voor en al eer wil in ftaat zijn, om over alle die Plans, of Redresfen indien zij ©ns ter hand mogte komen, na waarde te kunnen oordeelèn, en waartoe wij onze Nieuws«ricrigheid zullen opfchorten, tot dat het gefchrift, welke door gem. Heer Douglas, aan Heeren Comtnisfarisferi tot de ordinaris Jaarlijkfe haagiche befoignes is ingediend , bij de aanftaande Nujaarhjkfche Vergadering van i7e" zal zijn overgebragt, en gedisponeerd.  Zinflorende Drukfouten. No. 46 Pag. 389 regel 1 ftaat aap moet zijn 259, * , , jö belovende nader¬ hand — beloovcndc zc naderhand. r. 1 ?yi ——23 na de woorden en hunne plantagien te laaten volgen eereu ah nu dc directeuren van negotiatien die plantagien No. 47. pag. 394. 7 ftaat onderving moet zijn ondervinding. •> —— in en ■ joé> 2 Capitaal en fchulden — Capitale lehulden. —. „ 10 fraittcs ■ traittes — — 16 --—verfchotten — voorfchotteö. " 39? 3 • ——— ? 6 toe ter — 398 4 obligotien —— obligatien t- _ 399 , ig ftraks zullen ftraks te zuilen. • . 400 iS arjderes anders. No. 48. ■— 401 - 4 tamelijk - tamelijk goed. —iy 402 27 verplie,tig verpligting. , 403 17 zeekeren —— verzeekeren. 404 3 maar zoo zoo maar. ' 22 betaalen bepaalen. '-. 405 4 ehideJlig eindelijk. ,. . : 0 gevoeglijk gcvoeglijker -— 407 ■- 9 —- verhoogt -— verzogt. No. 4'f 410 i— 7 -— negotie — notificatie. . ■ 15 No. pag. — No. 40. pag. 2 19 plantagien plantagie. » 1 , 28 —— gekooren behooien. „ 4H 5 akhoost -— althoos 415 21 dat zig dat'er zig. r i'g di t'er dat Deeze Extra Post word voor de gewoone Prys i.ijtgegeeven. Te Utrecht, bij J. J. GESSELING, en alom bij de meeste Boekverkoepers a ï] ftuiv.  R E G i S f I ^ Of HET TWEEDE D È k O F DE EXTRA ö. en W; L POST, Èladz. Inleiding. Explicatie ever de gcfiotene preliminairen met Engeland. • . • 3. Aanmerkingen over de Heer Falck op Ceilon. 17. Do. over d'Heer van de Graaf aan de Kaap. 18. Misfive, en antwoord, zo over de tegenwoordige vacatures en promoties in de Indien, Als over het vertrek van een Expresfe Fluitfchip en de verwagt worden* de Retourvloot. . • • • 2lt Misfive en antwoord over de Franfchm Ad* miraal de Suffren, en over dit tydfchrifi. 35* Misfive en antwoord over de Hoofd-Parti* cipanten der Steeden. 1 • i. Nadere Elucidatien over den Heer Falck op Ceyioti de Heer Breton op) Batavia, ende ontdekte te kortkoming, in de geld* kas ts Bataviai , » 9 49' .» ■ Ottr.  2 REGISTER. Over] de moord der Chineefen, op het Re- tourfchip Java. . $lm Misfive over den aart, en gefteldheid der O, /. Comp. dezer Landen. . . £5, Bedenkingen over het definitief Traiïaat, tósfchen Engeland en Nederland', getee> kend te Parys den 20 Mat 1784. . 73. Iets naders over de demisfie van den gerepatrieerden Indifche Directeur Generaal Breton. > Over de te kortkoming in 's Comp. Geldkas te Batavia En over de Moord , door de Chineefen op het Retour fchip Java 90. Een Bataviasch Staatkundig Droom. . 97. Over het Particulier Engels Scheepje The Hunter, te Batavia losgelaten , en het verlies daar door van de Westkust. , . Over de fchandelijke overgave van Nagapatnam» • . . . ui. Over het verlies van *$ Comp. rijk geladen Retourfchepen in de Saldanja Baaij,, en het cntvlugten van de op het Robben eiland gebannen zijnde, ongelukkigeTernaatfche en Tidoreefche Princen. . . 114, Sommarium van de fchaade voor de Comp. door de voorn, drie poinfien. . . I3g. Na.  REGISTER.' 3 Nader Vertoog over de te kortkoming van's - Comp, groote geldkas te Batavia, en de mishandelingen de Heer Breton aangedaan. . • • • 133* Nader Vertoog over de Moord der Chineefen op het Retour fchip Java. . 146' Aanmerkingen van een Indisch Regent, over de Glorie, Heerfugt, en aispotieke magt van de Regeer ing in de Colonien, en het begeeven van Ampten. . • I5S> Kort dog waaragtig Dagregister van eenige voorgevallene zaaken op Batavia, zedert de tijding van den laatfte Oorlog in 17 8 i, meest hunne betrekking hebbende op het openbaar heftuur van de voornaamfte leeden der hoge Indifche Regeering,doorvhgten met eenige zedige , en gegronde Aanmerkingen, opgejield door een onpartij' dig ooggetuigen. . . . 161* Mhftve en antwoord wegens de gelddeloefe toeft and van de Comp. . . 179. Vervolg van het Bataviaasch dagregister. 185. Politieke PVaarfchoumng aan de O. en W. I: Comp. . . • I9»« Vervolg van het Dagregister. . 193. • Misfive en antwoord over eenige voorname- * 2 de-  i Register. defecten , zo bij de O. t Comp. alhier, als daar te lande. . ' , 20*t pervolg van het Dagregister» , Befpiegeling over, het Jaar 1785. ' . Misfive en antwoord, over de oor zaaken der ongezondheid te Batavia. - En Zeker dispotiek geval in de Indien. . 44 r, fxtracl, uit een Particulieren Brief van Demerary 1:84, over de Planters, Plantagien en Adminiftratien van Justitie. &c. 249, Berigten aan de Correspondenten, 265, Vervolg van de toef and der Planters &c. in Demerary. . > . 20-g, Algemeene Aanmerkingen ter elucidatien van het veranderde Concept Plan omtrent de beftejling der Regeering in Esfequebo en Demerary. . . .2*4. Nader Extract uit een brief van Demerary de Ao. 1784. . . 590. Aanmerkingen over eenige berigten van Batavia. . . . 292, Digtftuk op de O. en. W. L Maatfehappij-. 295. Misfive van. Directeuren van de Colonie Surinamen, Ree. 2. de Comp. 1784, gefchreven aan H. H. M. alhier. . 497. Bijlagen daar toe Relatief. . . 3Z5. Kort  REGISTER. i JCort ontwerp van Verfchillende wijfen, waar op de oude fondfen van beleening in dit Nieuwe algemeene fonds zoude kunnen overgaan- ... . 33^* Misfive over j bijzondere en eenige algemeene Ptinclen van Redresfen, in de direclie en Oeconomie van de O. /. Comp., Zo hier, als in de Indien. . 340. Iets kort zakelijks , omtrent de Kaap de Goede Hoop. . . . 351. Plan van Redresfin in de beftiering, om de Nederlandfche O.I. Comp. bij Refolutien yan de Heeren Staaten van Holland en West - Friesland, ter vergadering van H. H. M. ingebragt, Exhib. 9. Oclob. 1784. benevens de Confideratiën daarop. . . . 353. Rapporten van de Staaten, en van de Stad Utrecht, over voorn. Plan van Redres. 375. Refle&ien op dit Plan van Redres. . ogr. • Confideratiën, op de Misfive van de Edele Groot Achtbare Heeren Directeuren van de Colonie in Surinamen aan H. H M. de Heeren Staaten Generaal der Veree* nigde Nederlanden,;« dato $Nov. i;8+, étls mede op derzelver bijlage in onze Ex- • tra  ■ -5 REGISTER. tra-Nommers 36% 37, 38, 3?, en 40, geplaatst. . . -387. 'Aanmerking op dit ftuk. . .417. Confideratiën over de jongfie berigten van Batavia, en de Kaap. . . ^jg, *Bcrigt aan de Correspondenten. . *2->.