N°. C[V. GELIJK HEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PROCLAMATIE van het pjffi uitvoerend bewind der ba" taafsche republiek, behelzende het verkenen van pardoi* wegens begaane desertie, en middelen om dezelve, zoo veel mogelijk, Voor het vervolg, tegencegaan en voert omen. Gearrefteerd den 2a. Junij 1799. Het vijfde Jaar dcf Bataaffche Vrijheid. Het uitvoerend brwtnd' dhr bataat» schk republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaara, op de wijze, bij de Staatsregeling voorgeichreeven, overwoogén nebbende, dat in een tijd, dat hetzelve Vertegenwoordigend 3 .i^hnntn, ingevolge den voorflag van gemelde Uitvoerend Bewind, heefc geoordeeld, dat 's Lands Magt moest worden verfterkt, alle middelen, welke ftrekken, ten einde zij, die zich in 's Lands Dienst hebben begeeven, zich aan de'door hem aangegaane verpligting niet onttrekken, mee den meesien fpoed moeten worden werkftellig gemaakt,; 'Dat alle middelen, welke dienftig zijn om rnisdaa* den moeilijk te maaken, en de ontdekking der Schuldigen re bevorderen, niet alleen ftrekken tot bereiking Van het voör de Maatfchappij nuttig- einde pl dat die miidaaden worden geftraft, maar ook tot het niet min» der heilzaam oogmerk, dat menfehen van het pleegen derzelven worden terug gehouden; Dat het de pligt is van alle Geconftituëerde Mag» ten,  < a > ten, aan alle de Wetten van het Vertegenwoordigend Jjghaam, en daar uit voordvloeijende bevelen van het Uitvoerend Bewind, met de meeste naauwgezec heid de hand te houden; Dat, ten einde geene terug werkende kracht worde gegeeven aan eene Wet, {trekkende tot bevordering van het ontdekken van Deferteurs, en de daar uit ipruuende moeilijkheden worden voorgekomen, het nuttig Is, dezelve van het verleenen van een algemeen Pardon te doen voorafgaan ; 6 Beflooten en verordend heeftEerftelijk: dat aan alle Onder-Ófficieren en Gemeene Mieren tot de Troepen van deezen Staat behoo&k Wej^ Zlch van dtn I. Mei] i795. tot den dag der Afkondiging van deeze Kwijtfchelding, aan de misdaad van Defertie hebben fchuldig gemaakt, zal worden veleend, gelijk wordt verleend bii deeze, Pardon en Kwijtfcheliing van dezelve misdaad, offchoon die ook van eemge verzwaarende omftandiaheden tot die misdaad als misdaad gehoorende, doch van sreene andere, ware vergeld geweest; mits over zoodaaniee -Delertie geen infameerend Vonnis zij uitgefproken, en de gedeferteerde Onder-Officieren en Gemeene Militairen, 't zij dezelven zich op het grondgebied van deezen Staat onthouden, of zich daar buiten bevinden zich binnen vier wteken zullen moeten aangeeven bi'i de Corplen onder welke zij laatst hebben gediend of waar onder die Corplén bij de Organifatie der Armée zijn geïncorporeerd, en aldaar den tijd van hun Engagement uitdienen, of hun Paspoorten bekomen, — met dien verftande, dar de gedeferteerde Onder- Offieieren, hunne voorige qualjteit verbeurd hebbende zich voor den tijd van drie Jaaren als gemeene Militairen zullen moeten engageeren; — wordende mitsdien alle Gemeente - Beftuuren, Municipaliteiten en Gerechten, gelast, naauwkeurig na te gaan, of zich eemge Deferteurs in hunne Gemeente bevinden, en bijaldien zij ontwaar worden, dat dezelven zich niet binnen de bepaalde vier weeken, na het afkondigen van dit algemeen Pardon, bij hunne Corpfen vervoegtn, daar van onverwijld aan het Uitvoerend Bewind ken:vs te ^eeven. Ten tweeden.- dat alle Onder-Officieren of gemeene Mi-  < 3 > Militairen, welke zich met verlof abfenreeren, _verpligt zullen zijn, aan de refpeftive Municipahteiten, Gemeente.Beftuuren of Gerechten, ter plaatie alwaar dezelven willen vernachten of zich ophouden, te verwonen het Pas, waarop zij zich hebben geabfenteerd, en waar van ter plaatfe daar zij verblijven behoorlijke aanteekening (doch zonder het vorderen van eemge Leges daar voor) zal worden gedaan, - op poene dat ieder, die bekend is'Onder-Officier of gemeen Militair te zijn, en ontdekt wordt buiten den omtrek van zijn Guarnifoen, zonder van een behoorlijk Pas of Paspoort te zijn voorzien, daadelijk zal worden gearrefteerd, ondervraagd, en overgeleverd aan de naastbij zijnde Militaire Wacht, om verder naar deszelfs Guarnizoensplaats te worden verzonden, ten einde, Deferteur zijnde, als zoodaanig, doch Hechts verzuimd hebbende zijn Pas te vertoonen, door intrekking van zijn verlof en Provoost te worden geftraft. ■ Ten derden: dat geene Voerlieden, Veerfchippers, of wie het zou mogen zijn , eenigen Onder - Officier of gemeenen Militair zullen mogen tiansporteeren , zonder dat hun alvoorens gebleeken zij, dat dezelve van een behoorlijk Pas zijn voorzien, en dat alle Commisfarisfen over Schuitenen andere Veeren, daarop zorgvuldig zullen letten; op poene van met zoodaanige Geldboete, als door den Rechter zal worden bepaald, mits niet excedeerende de fomme van drie honderd Guldens, en , ingeval van verregaande nalaatigheid of opzettelijk verzuim, met privatie hunner bediening, te worden geftraft. .. Ten vierden: dat geene Ingezetenen, t zij al ot niet Logement houdende, eenige Onder-Officieren ot gemeene Militairen zullen mogen logeeren, ten zi] hun de noodige Paspoorten zijn vertoond; insgelijks op poene van met zoodaanige Geldboete, als door den Rechter zal worden bepaald, mits niet excedeecende de ibmme van drie honderd Guldens, en bijaldien zij Xogementhouders zijn, en de Rechter termen daartoe vindt, met intrekking van derzei ver Aften, te worden ^Tm\ijfden: dat alle Gemeente-Beftuuren, Gerechten, Collegiën van Juftitie, Officieren van Politie en Juftitie, verpligt zullen zijn, naauwkeurig te lettenen  < 4 > f^mË^SS^SSi Zk-h b?nnen ^ <»er Juffirie, of ander? I J zoodaanige Dienaaren welke hunnen&™™^*ïcï** F^onen" ™n, daar overdoor Er'* behoor,iik waarneebediening corrigeren 3 ",fie -°f yerlaateri """"er 2u"en worden gecoSerdhe; Ui=v^rend Bewind *»» S gefeSi ï al!?"?""6" Ph'St Sebra*f- «n eenigen Onder-oSrV Ingezetenen> welke facilireering 2Hnefdefe?rii 7* gejne,"en Militair, tot Sennevan zaien ^ ^ zi,'"> naai?e^- geftraft, en, in „. ™ n° g^oete zullen worden genooten va'n he óela m sdriJf> als d«* Rechter in goede Stol f zoodaanige ftfaf, als de zullende zijfZllkl overmfS Ve™Penen W behooren; teur, in zijn voorneem/n S worden/a" een' Defervreemde MogendheTdo ver'te°™ t0t den dienst eener ben bevorderd, of denzelven mec °Pzet W heb- gefpoord of verieid , Sft m " H t0f te hebben a™' Laatftelijk, te,i zevfnZ t" d°°d W0[den geftraft. naaren der fuftir fc, enfandéran « aIle Dle' deezen met verdubbelden ii2-\ aa"tefP°oren, om i„ Uitvoerend Bewindwordt Sw?"? te ïjn' hec Jen der noodige orders om "- -^ - t01 heC ftei* teur heeft ontdek?, me't Z ^ V'^6"' Defer> der Juftitie geraake', *-doen Qel ^V" h^ een-en.twintig Gullens- wel£ r PG fomme van dien meer daS één SkeHik rnaoJ?»*™. irieen'Deferteu' mogtefhfiarrefle;?ren van zal worden verdeeld. " toegebraS^ tusfchen hen Dienvolgends gelasc bet voorn Bewind ï„ des Vertegenwoordigden Tink öe^jnd' ln "aarn. worden 4^0tidi^^t^ dac Jeze zal behoort. 6 *^g*Fi&it, alomme daar zulks de/BauaS'Vrijhe^2^ JUnij 1799' Het ^ J«r C Was geparapheercf) COnder ftond) E T H> vt- Ter ordonnantie van hetzelve, J, (Was geteekendO c- G. HULTMAN,  N°. CV, GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDERSCHAP. PUBLICATIE van het uitvoerend bewind der rataafsche republiek, wegens 'de Aanftelling van de colonels der Bataaffche Gewapende burgermagt, in de refpe&ive Departementen. Gearrefleerd den 24. Junij 1799. Het vijf' de Jaar der Bataaffche Vrijlieid. Hut uitvoerend bewind der bataaf- sche republiek, doet te weeten: Dat hetzelve, ter voldoening aan het tweede Articul van het vijfde Hoofddeel van het Conltitutioneel Reglement voor de Bataaffche Gewapende Burgermagt, overgegaan zijnde tot het aanftellen van de Colonels van dezelve Burgermagt in de refpeétive Departementen, daartoe heeft aangefteld: In het Departement van den Eems, den Burger Carel Coenraad Emmerij. In het Departement van den Ouden-IJs/èl, den Burger Herman Qucijfen. In hpt Departement van den Rhi/n, den Burger Derk Sch-jomnan> In het Departement van dm Amftel, dsn Burger Hendrik van Bhmberg. In  < a > In het Departement van Texel, den Burger Jan Willem Druijvefte'm. In het Departement van de Delf, den Burger Michiel Marinus de Monchij. In het Departement van den Dommel, den Burger Wilhelmus Offers, Wz, In het Departement van de Schelde en Maas, den Burger Cornelis Johannes Serie". Lastende overzulks allen den geenen, die zulks aangaan mogt, de voorn. Burgers in hunne aangetoogen qualiteit te erkennen èn te refpeóteeren naar behooren. Gelastende voords het voorfz. Bewind, dat deeze alömme, waar zulks behoort, zal worden afgekondigd en aangeplakt. In den Haag, den 24. Junij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. (Was geparapheerd) A. W. H O E T H, vt, (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULTMAN.  N°. CVI. GELIJKHEID, VRIJHEID, BROEDER SCHAP. EXTRACT uit het Register der Be-; fluiten van het vertegenwoordigend li ghaam des bataafschen volks, bij welke Jongelingen,18 Jaaren oud zijnde, die in Armen- WeesGods - Huizen , cf andere openbaare Gefh'chten zijn opgevoed, vrijheid gelaaten wordt, om het Vaderland ter Zqq of te Land te dienen. Genomen den 13. en 15. Junij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid. D e Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataaffchmi Volks, gehoord hebbende hen Rapport van haare Perfoneele Commisfie, bij Befluic van den 3den Junij benoemd geweest zijnde, om de Vergadering te 'dienen van Confideratiën en Advis op de misfive van het Uitvoerend Bewind, daarbij v >ordraagende , dat door het Vertegenwoordigend Lighaam mogte worden gedecreteerd, dat aan alle Jongelingen, den ouderdom van 18. Jaaren bereikt hebbende, en in eenig Armen Wees- of ander Gods-Huis wordende Opgevoed, welke zich genegen mogten betoonen, om in 's Lands dienst, hét zij te Lande, het zij ter Zee, zich te engageeren, de vrijheid daar toe worde gelaaten, met intrekking, voor zoo veel des noods, der wetten, die zulks tot nu toe verhinderen, en dat in dat geval de zoodaanige Jongelingen uit gemelde Huizen zullen worden gedimitteerd op een even voorx dee-  < a > deeligen voet, sis anderzins, na het beréiken van volkomén 25 Jaaren, pleegde te gefciiieden. Overweegende, dat het belang van den Staat vordert, dat de mactregulen, door het Vertegenwoordigend Lighaam ter verdediging der Vrijheid en Onafhangelijkheid van dit Gemeenebest genomen, ten fpoedigfte worden in werking gebragt, en alle beletfelen, die daaraan zouden kunnen hinderen, zoo veel mo' gelijk, en zonder verwijl worden weggenomen, verklaart, dat in deezen beftaat onverwijlds nood- ZA AKELIJKHEID. Overweegende, dat, hoe zeer de Armen-WeesGods-Huizen, of andere openbaare Gettichten, wel niet aan de inkomften of opbrengften van 'c gemeene Land haar oorfprong zijn verfchuldigd, niet te min uit de Gemeene Lasten ofDonatiën van de Gemeentens zoo wel haar aanweezen, als voordduurend beHaan hebbende verkreegen, de Jeugd, welke in deeze Geftichten op publiek gezach onder de Ouderlijke aor* en befcherming is genomen , moet geacht worden, ten lasten der Maatfchappij te zijn opgevoed, om tot nuttige Leden derzelve gevormd te worden, en ook alzoo als Kinderen van den Staat moeten aangemerkt worden. Overweegende, dat alle Wetten of Reglementen, welke aan Jongelingen, die in zoodaanige Stichtingen zijn opgevoed, welke, met de volkomenheid haarer krachten, den ouderdom van 18 Jaaren bereikt hebben, verhinderen, om zich vrijwillig iu *sLands dienst te kunnen of mogen begeeven, met de algemeene belangen der Maatfchappij ftrijden. Overweegende, dat deeze Jeugd voor de zorg en opvoeding, die zij van de Maatfchappij hebben genooten, aan dezelve eene dubbele verpligting hebben" verkreegen , en het dus een der eerde pligten is van hun die met derzei ver onderwijs zijn belast, of over zoo! daanige Stichtingen de beftiering hebbende, billijke erkentenis daar van in de harten deezer Jongelingfchap op te wekken, en dezelve daar door aan te fpooren tot die Vaderlandfche deugden, waar over de Maatfchappij eenmaal de vruchsen van haare befteedde kosten en aangewende zorg kan plukken. Overweegende eindelijk, dat deeze Jongelingfchap, uic  < s > tjït den aart van derzelver opvoeding zelve, voor den Militairen (land het meest gefchikt is, en in den Krijgsdienst, aan het Vaderland de grootfte dtenften kan bewi'-en, de prijselijke zucht of iever daartoe, zoo wenïchelijk in de harten der Bataaffche Jon elingfchap, riet moet worden uitgedoofd of tegengegaan , maar door alle mogelijke middelen bevorderd. bes mi r, dat alle zoodaanige Wetten of Reglementen, welke aan Jongelingen, 18. jaaren oud zijnde, die in Armen Wees- Gods-Huizen, of andere openbaare ,'Geftichten zijn opaevoed , verhinderen , zich vrijwillig te en?ageeren, om het Vaderland ter Zee of te Land te dienen, als ftrijdig met het gemeen belan" der Maatfchappij, worden vernietigd en buiten effeft"gefteld ; wordende aan dezelven de volkomen vrijheid daartoe gelasten, en Beftuurderen van alle zoodaanige Geftichten aangemaand, den ijver daartoe in de harten dcezer jongelingen, zooveel mogelijk, op te wekken en aan' te fpooren, en aldus derzelver Nationaal Cararfler ten goede te wijzigen. Dat wijders deeze Jongelingen hierdoor hunne aanfpraak op de uitkeeiïngen (welken zij, ingevolge de inrichtingen of regeling deezer Stichtingen op dezelve, bij 't bekomen van zekeren daar toe bepaalden ouderdom, mogren hebben,) niet zullen verliezen; maar dat, wanneer zij tot die jaaren zijn gekomen, en zich daartoe aan Beftuurderen behoorlijk adresfeeren, als" gewoonlijk, zoodaanige uitkeeringen aan dezelven -zullen worden uitgereikt; met vrijlaating echter aan Beftuurderen, om, bij wijze van uitkoop of anderzins, daadelijk zoodaanige uitkeeringen aan Jongelingen, die zich in 's Lands dienst hebben geëngageerd, te voldoen; zullende dezelven van den rijd, dat zij in 'sLands dienst zijn aangenomen, van alle authoriteit of gezach der Beftuurderen van zoodaanige Gods-Huizen of Geftichten, waarin zij zijn opgevoed, gereekend worden te zijn ontflagen. En dat hier van Extraft zal worden gezonden aan het Uitvoerend Bewind, om daaraan de noodige Publiciteit te geeven. En voords, ingevolge het 6ofte -Art. der Staatsregeling, dit Befluit ter bekrachtiging zal worden gezonden aan da Tweede Kamer van het Vertegenwoor- di-  •£ 4 > «lend Ligtam met bet in dwzen img-h,,., R„„ort A(0^rHam% R T E V E L D, Accordeert met voorfz. Register, (Geteekend,) 6 '■ dov dTe1reii?7er '0ye™r^°diï de redenen, ZachL^f'Aif^hjgebragt, voldoende zs/n,.^ w$it,Tïrixir 0nrwijlde Nood^ van he/volgend Je& het kvofd °&i/Sj&4j&. W vijfde Jaar C Gcparapheerd ) N. van F O R E E S T vt Uit naam der Tweede Kamer, ' ( Geteekend,) n t j J* D. .PASTEUR Z)* Kamer bekrachtigt het vooreeffeld 5* flutt en verandert hetzelve ,n een Decrea der Stïï SreLlin/aChC''Sd B^uit' ^evo,se Art. 6?. der Staatsregeling, onverwijld worden gezonden het Uitvoerend Bewind, en tevens een AfSSft hetzelve, in behoorlijke forma, aan de ^7aW ( Geparapheerd ) N. van F O R E E S T vt Uit naam der Tweede Kamer ' (Geteekend,) J- D. PASTEUR (Lager ftond) U K' Accordeert met deszelfs Origineel ( Geteekend ,) * C G. HüLTMüN,  N°. CVII. G E L IJ K H E I D, V R IJ H E I D± BROEDERS.QHAP. PUBLICATIE van het uitvoerend bewind der ba'taafsche republiek, behelzende het re« glement van krijgstucht, of 'crimineel wetboek, voor de militie van den staat. Ge arreneer d den 26. Junij 1799. Het vijf' de Jaar der Bataaffche Vrijheid. (~ Het uitvoerend bewind der bataat- sche republiek, doet te weeten: Dat het Vertegenwoordigend Lighaam, op de wijze bij de Staatsregeling vastgefteld, bij Decreet van den 22. Junij deezes Jaars, heeft gearrefteerd het hier na volgende REGLEMENT van KRIJGSTUCHT, of CRIMINEEL WETBOEK voor de MILITIE van den STAAT. EERSTE AFDEELING. Militaire Jurisdiftie. Art. t. Aan de Militaire Jurisdictie zullen alleen onderworpen zijn . Militaire Perfoonen , en die alleen in Mi. lil ai re Deliclsn. a.  < 2 > 2, Voor Militaire Perfoonen zullen worden gehouden alle hooge en laage Officieren, Onder-Officieren en üemeenen, die in aéluëelen dienst zijn, daar onder de Hoftoren , Chirurgijns en Muficanten mede begreepen. 3. Voor Militaire Perfoonen zullen ook worden gereekend de Recruuten , zoo dra de wettigheid van hun Engagement vast ftiat, en hun de Krijgs - Artic Jlen zullen zijn voorgeleezen, 4. Voor Militaire Dcli3sn zullen worden gereekend zoodanige feiten, die in den dienst, en door den Krii^. man alleen konnen worden bedreeven; zullende daaromtrend de volgende bepaalingen , een aanzien der gevallen, waaróp die regel toepasfelijk zij, moeten worden in acht genomen. Onder de Clasfe dier misdaaden, zullen bebooren alle zulke daaden, die in zich zeiven van dien aart zijn, dat ze alleen door Militairen beeaan kunnen worden; dus alle misdaaden tegen de discipline en fubordinatie, de misdaad van defertie in alle deszelfs bijzondere trappen, midsgaders het verraad in den Oorlog gepleegd, zoo als de misdaaden in de afzonderlijke Kapit;els der volgende Afdeeling breeder zijn befchreeven. J 6. Onder die Clasfe zullen ookwoid_-n gereekend, de misdaaden, welke, ten aanzien van de omftandigheden en betrekkingen, alleen door eenen Militair konnen worden begaan. 7. Al verder zullen onder die Clasfe worden gereekend re behooren, alle geringe excesfen, baldaadigheden en infolentiën, op ftraat of in iemands huis 'gepleegd m zoo verre die uit dronkenfehap, brooddronkenheid of losbandigheid gefchied zijn, en uit dien hoofde tot de eigenlijke delicten niet gebragr. konnen worden, maar tot de Militaire discipline behooren. 8. Indien nogthans zoodaanige excesfen, baldaadigheden of  < 3 > of infolentiën door Verlofgangers gepleegd worden, " Iwfen waar geen Guarnifoen is , zullen dezelven dSoVin Beerlijken Rechter der plaatfe gecorrigeerd en geftraft kunnen worden. 9* Indien het gebeuren mogt, dat door een Militair Peribon een geringer misdaad was begaan, waarvan de Cognitie aan den Burgerlijken Rechter behoort, en tevens een zwaarder Delict, waarover de erkentenis aan den Militairen Rechter toekomt, zoo zal d. Burgerlijke Rechter den Delinquant aan den Militairen Rechter moeten overlaaten. ïo, Insgelijks zal de Militaire Rechter dien Delinquant aan den Burgerlijken Rechter moeten overlaaten indien de misdaad, waarover de Burgerlijke Rechter de Judicatuve toekomt, even zwaar als de andere, or ae zwaafffte van beiden zijn mogt. In beide gevallen zal de^üitaire, of de Burgerlijke Rechter, aan welken de Delinquant zal zijn overgelaaten, moéten vonnisfen over alle de Misdaaden, bi] zulk een Delinquant begaan. 12. . , Indien 'er disput ontftaan mogt, of de eene misdaad wel zwaarder dan de andere was, en welke in dat geval voor de zwaarfte moest worden gehouden , zal het oordeel in dat geval ftaan aan den Burgerhiken Reenter en zal de Militaire Rechter zich daaraan moeten onderwerpen; doch, zoo hij vermeent, dat zulks bij den Burgerlijken Rechter kwaalijk is begreepeu, zal hij daarvan kennis moeten geeven aan den Agent van Oorlog, om langs dien weg te effedueeren, dat daaromtrend voor het toekomende, zoo het noodig wordt peöordeeld, eenige nadere bepaaung worde gemaakt. 13. Wanneer de Burgerlijke Rechter goedvindt een Militair Parfoon, in zijn Guarnizoen, or gedetacheerd, ot op marsch zijnde, te doen apprehendeeren, zal dezelve daar toe Rtquifitie doen aan den Commandeerenden Officier; welke daarop verpligt zal zijn, om den gerequireerden Delinquant, zonder eenig tijdverzuim, in spprehenfie te doen neemen, en zoo dra immers moge-  < 4 > a^t^iSS^ Rechter' die hem gerequi- Z^deAn^'i^ A®™' 3an Wien de handhaa" f^S&tSÜSSR fiJS, ï/-bevolen, dezelve behoort, de noodige kennis geevende. Wanneer de Militaire hechter eenige Bunwliike ^nVi^terzijn voor hJte ««^ ast ésè Indien echter de Militaire Rechter oordeelt, dat 'er eThtCwno[d?rotfed^n'de GetU?f" e'kander ver! eiscnt wordt, of dat et een of meer Getuigen zullen moeten worde. J^oHeerd, en tot dat ein'd"noödig is, dat de Burgerlijke Getuigen voor den Militairen Rechter compareeren, zoo zal hij dezelven daartoe hf? reqmiKoncn door den Burgerlijken ReJhter doen r ' teeren, en za] de Burgerlijke"R^ch-er n dac geval die oT2 Zr6" doen. «Ploicleeren niet a.leenm r . ook dePerfoonen, oie onwillig zijn moeten om rl compareeren, daar toe moeten conftring^eren" De Militairen, welken als getuigen voor den Burger.  < 5 > gerlijken Rechter geciteerd zijn, zullen voor denzelven moeten compareeren. doch- alvoorens van de aan hun gedaane Citatie kennis moeten geeven aan den Commandeerenden Officier, waaronder zij behooren. J9- . * ,. . De Militaire Rechters, zullen in geva:en, waarin zij zulks noodig mogten oordeelen, hunne Delinquan- ten buiten de-Republiek mogen bannen, QO. Het geval konnende exteeren, dat zich in tiji van Oorlog een Veld-Leger in of buiten de Republiek bevond, het zij campeerende of op marsch, zal inzulk een geval, onverminderd al het geene voorfchreeven is, aan den Milit.iren Rechter worden overgelaaten, om ook alle gemeene Delicten, zoo tegen Militairen , als tegen In - en Opgezetenen, door Perlbonen tot dat Veld - Leger behooi ende, begaan, te erkennen en te ftraffen, even als of zij zich aan pu«re Militaire Deliótan hadden fchuldig gemaakt; mids dat het Leger gefcheiden zijnde, al het hier voor geftatuëerde weder zal ftand grijpen. et. Onder de gemelde reftrictie zullen ook in dat geval, en geduurende den tijd dat het Leger te Velde zijn zal, aan de Militaire Juftitie onderworpen zijn, alle die het Leger volgen, Vrouwen, Marketenters, Ambachts- en Werklieden, de Knechts en andere Do» mestiquen van Officiers — ook dezulken, die geheel geen betrekking tot het Leger hebben , maar bevonden zullen zijn te weezen Spions, of zich aan het deboucheeren der Militie, of aan eenige andere misdaad ten nadeele van het Gemeenebest te hebben fchuldig gemaakt. In dien tijd zal ook de Commandeerende Generaal van de Armée bevoegd zijn , om bij voorkomende omftandigheden te doen uitgaan zoodaanige Orders en Bevelen, als hij, tot voorkoming van desordres en ongeregeldheden, en ter onderhouding van een goede Krijgstucht in 't Leger, noodig en dienitig zal oordeelen; zoo nechthans, dat dezelven niet tegen deeze wetten inloopen, maar, zoo veel mogelijk, met derzelver zin en bedoeling overëenkomftig zijn, — en \ zal  < 6 > T W*E EDE AFDEELING. EERSTE KAPITTEL, Misdaaden en Jlrafen in het algemeen. au -Art. i. Maar alle Misdaaden ™n *?• M:sdaaden te reekenen, boos opzet kan ze alleen daa? toïtrenge?. ^ »*, maar tot de AV/>^^ behooren! ^ Articulen vervat, naar te komen. 5- Elk Rechter draage boven al zorg, dat 'er geene Onfchuldigen geftraft worden! Maar hij zorge ook zoo veel hem mogelijk zij, dat de misdaad, daa? ze gevonden wordt, niet ongeftraft blijve. g Jleï,ifdlt hd,ZaT '°^merk te ^reiken, zulin „! Mlhr?.ire^..van den hoogften tot den la gften in rang, verphgt zijn, zich in allen opzichte naar deeze Wetten te gedraagen, daar aan bij £le gelegenheden de hand te houden, dezelven te handhaaven* en de ftrik-  < 7 > ftrikte naarkoming daar van op alle mogelijke wijzen te bevorderen. 7» m ■ Alle Militairen, van den hoogden* tot den laagfterij zullen ook aan deeze Wetten onderworpen zijn; zoodaanig, dat elk, die zich aan eené Misdaad, daarbij verboden, heeft fchuldig gemaakt, zal moeten ondergaan de ilraf daar op gefield — tsn ware eenige wettige reden ter verfchooning of verontfchuldiging, hem daar van in het geheel, of ten deele, zoude kunnen bevrijden. 8. Daar het dronken drinken op zich zelf firafwaardig is , zal de dronkenfehap niet als een wettige reden van Verfchooning, ten opzichte van gepleegde misdaaden, mogen aangenomen worden. 9. Ten einde echter alle aanleiding daartoe, zoo veel moogüjk, worde voorgekomen, wordt aan alle Officiers en Onder• Officiers ten fterkften geordonneerd, om met dezulken, die zich door den drank onbekwaam hebben gemaakt, voorzichtig te handelen, zich met hun in geen woorden wisfeling in te laaten, veel min hun te flaan of te mishandelen, om ze langs dien v/eg niet tot toorn of verwoedheid te brengen, en daar door oorzaak te geeven, dat ze onbedacht hnn ieeven zouden verfpeelen. Zulk een Perfoon zal men integendeel, zoo mogelijk, met goede woorden, anders met dwangmiddelen , in een der Wachten moeten brengen, orn des anderen daags, nuchteren geworden , voor de dronkenfehap en begaane Excesfen beide geftraft te worden. 10. Ook zuilen niet alleen de principaale Overtreeders, maar ook de Medepligtigen, en die hun ter hulpe geweest zijn, geftraft worden. De Helper zal even fchuldig worden gereekend als de Daader. il. Alle die met de uitvoering deezer Wetten belast zijn, zullen in het ftraffen eene volmaakte gelijkheid betrachten , geen onderfcheid van Perfoonen, geen hoogeren of laageren rang in aanmerking neemen, ook zich door geen vrees, guhsc, baat , medelijden, of eeni-  < 8 > ffSS"S^S dC «*» -arkomingdeezer houtn Slïi^St frHft^" gelijk tie zijn vasrgeftelPzoSflVr V. J- deeze Otdo™™~ te mogen maaken eeoiSe andeie gebruik ** Dood de Geva»S«"s, dt Casfatic en 4jenü~ * alle hebben, nie* wordïftBfW^ tal, noch ?eappliceerdgopzoondaelli X 32 rf""" dezelven nadeel aan de «LnJiïï s j J ' dat d°or neerden worde ^get^ ^tlV1 *m G^ndem. ftande, dat geen sfoKn V n ™eC dien ver- gceven, als ^S^^^f^ 1* dooT, j£S *g*.Wetten de ftrafFe des daad gefteld is "af d"a-"rfLbepaahn(?' °P de mis«aan L.^l ïffif^]™^ De Casratie zal p'aats hebben hii H*> nm • djervoege dat zij *,,.„ woSïï ge asterdfofge'ca"  < 9 > bij den Provoost, met of zonder acces, voor eemge Dagen, Weeken , Maanden, of langer, — het *™sst op hun Kamer, mee of zond«r Schildwacht in de Kamer, voor de Kamerdeur. of voorde Deur van 'c duis, op of buiten hunne kosten 19. Indien den gearresteerden Officier een Schildwacht wordt toegevoegd, op zijne kosten, zal hij uit zijn Traftement, aan de Schildwachten, voor ieder uur Schilderen moeten betaalen, zoo veel, als hem door den Commandeerendeo Officier zal worden opgelegd; volgends het T .rif, het welk daarö atrend door het Uitvoerend Bewind zal worden geatrefteerd. to. 15 . ns! De Gevangenis zal aan d? Wachtmeesters, Serge, anten, en diem?t dezelven in gelijken rang ftaan, worden uitgeoefend, door hun voor zekeren tijd te plaatfen bij den Geweldigen Provoost , met of zonder acces, met of zonder lluiting aan handen en voeten, of aan de eene hand en voet, naar de omftandigheden het zullen medebrengen. ai. Ten aanzien van de Corporaals en de Gemeenen, zal de Gevangenis beftaan: in geplaatst te worden op de Hoofdwacht, ot bij den Provoost, — in de ordiraris Gevangenis of in een Gat, op de gewoone kost, of te Water en te'B.rood, — gefloten of ongeflo* ten, naar de omftandigheden. aa: De Slagen zullen alleen gi appliceerd kunnen worden aan de Corporaals en Gemeenen , ten zulk een getale , als in de voorkomende gevallen, naar de omftandigheden bepaald zal worden, zoo echter, dat dezelven in getal nooit hooger dan tot vijftig toe, gegeeven zullen mogen worden. Geene andere foorten van ftraffen dan de hier vooren gemelde, zullen konnen of mogen worden geappliceerd, uitgenomen alleen in de gevallen, waarin bij de volgende Wetten andere ioorten van ftraffen bepaald zijn. De Krijgsgericbten, commandeerende Officiers, en die  •C 10 > die het verder zouden mogen aangaan, zullen zich betrekking tot den tijd, trap en wijze, indien zulk, bij de Wet bepaald is, fbikt naar de We moeten reguleeren, zonder daar van het geringftelte mogen Daar het echter ten aanzien van de ftraf der C<* vangems eene voiftrekte onmogelijkheid om in de memgvuldige gevallen, waarop deWe bij d? wS gcapphceerd wordt, den tijd de rrZ 1 •■ gaaien: re tuinder', daar de ornrtand?heden £ lijkfoomge misdaaden, zoo oneindig lonnS'vïfcnï. den'genouLn^én^e" konnen wor- ucn genouden, en er om die reden noodzaakliilr -1. den ol'er^ hCt °°rdee' V3n de" Reehor moetwoi zwijgt, tend%?„ïerVanndiL^ïendedanlaafes ^ de trap en de wijze konnen en'moeten tnï" ftS^&&.en verz mS: i56 °mfta^i^eden \onnen' en mo en bePaa,en hoe de Gevangenis zijn zal, of naamlijk dezelve ZS zal ,n de ordmaris gevangenis, of in het gat • Tf met te naauw of te langduurig zH en onl hl men te water en te brood voor een ul\ het2etten «et behoorlijke l*^U^J^a***& J» Sfis-sr^-daardoor ^'iïxs. Wt" A tntezr£e'nM"dald-en ^ ™, ulc in ueeze wetten niet bij naame bekend ftaan,  < II > fraan zal men zich in het ftraffen en beöordeelen van dezeWen, zoo veel doenlijk, moeten fchikken naar de wetten, waarin gefproken wordt van zulke misdaaden , di'e met de voorgekomene, ten aanzien van het mhdaadigc, de meeste overeenkomst hebben: terwijl men vw het overige in alles de rechtvaardigheid, billijkheid, menschlievendheid, gepaard met een gepaste geftrengheid, nooit uit het oog zal moeten verliezen. TWEEDE AFDEELING. TWEEDE KAPITTEL. Misdaaden tegen de Discipline, Art. i. Elk Officier, die uit losheid of onachtzaamheid za' verzuimen uittevoeren dat geene, waartoe hij gecommandeerd is, of te volbrengen de ordres, ontvangen van die geenen, die boven hem gefteld zijn, zal deswegens met eene gevangenis van agt dagen geftraft worden. 9. Elk Onder - Officier of Gemeene zich aan dezelfde misdaad fchuldig maakende, zal met eene gevangenis van vier dagen worden geftraft. 3* Elk Officier die geen genoegzaame vigilantie ba» toont, om zich in cas van Alarm direct onder de Wapenen te begeeven, zal deswegens met eene gevangenis bij den Provoost geftraft worden naar de omftandigheden. 4* Elk Onder- Officier of Gemeene zich aan dezelfde misdaad fchuldig maakende, zal met eene gevangenis van vier dagen geftraft worden. 5- Een Officier, die uit onachtzaamheid, de Wacht waartoe  < u > toe hij gecommandeerd ?s, verzuimt, zal met eene gevangenis van vier weeken geftraft worden. „Mfflï °-n1er^ïCi,!,r °f Grmeene» te zich aan dezelfde misdaad fch dd-g maakt, zal met eene gevangenis van agt dagen geftraft worden; 7. ■ Elk Onder Officier of Gemeene, die zich , zonder In den dienst geëmploijee-d te zijn. na dat de Taptoe geilagen is, op ftraat zal laaten vinden zal met eene gevangenis van vier dagen worden geftraft. 8 • .Een Officier, die rp zijn Wacht befchonken zal zijn, zal met eene gevangenis van vier weeken geftraft worden. ö 9 Een Onder- Officier, op zijn Wacht befchonken zijnde, zal met eene gevangenis van veertien da*en en een Gemeene op zijn Wacht befchonken zijnde,' zal met eene gevangenis van agt dagen geftraft worden. Doch een Onder - Officier, Commandant van een Wacht zijnde, zal in zulk een geval met eene gevangenis van vier weeken geftraft worden. 10. Een Schildwacht, in tijd van vreede op zijn Post flaapende of befchonken gevonden, zal met eene gevangenis van agt dagen, of zelfs naar omftandigheden met den dood konnen geftraft worden. 11. Een Schildwacht, die in rijd van Vreede aan zijn configne niet zal hebben voldaan, zal met een gevangenis van agt d.igen geftraft worden. 12. Elk Militair, die een Schildwacht op zijn Post met woorden of gesten geïnfülteerd zal hebben . zal daarover naar omftandigheden, indien 't een Officier of Onder-Officier is, met gevangenis, en indien het een Gemeene is, met gevangenis of Hagen geftraft worden. Alle Offici eren of Onder- Officieren, die hunnen meerderen oneerbiedig behandelen, kwali t bejegenen, tegen dezelven morren, of zich over derzei ver behandeling  < 13 > ling met woorden of ge-sten onvergenoegd toonen, zullen deswegers met gevangenis geftraft worden naar de omftandigheden. H« Indien de Gemeenen zich daar aan fchuldig maaken, zullen dezelven met gevangenis, of flagen worden gecorrigeerd, 15- i Alle kijverijën en vechterijen tusfchen de Militairen onderling, of tusfchen de Militairen en Burgers, zullen in de Militairen met gevangenis of flagen worden geftraft naar de omftandigheden. ió. Ongeregeldheden op Straat gepleegd, het zij met het inflaan van Glazen, ruïneeren van Goederen en alle andere infolentiën, van wat natuur die zijn mogen, mids begreepen onder die geen, welke bij het 7de Art. der eerfte Afdeeling zijn bedoeld, zullen naar de omftandigheden met flagen of gevangenis geboet war» den. 17. Wanneer zoodaanige ongeregeldheden aan iemand binnen deszelfs hu.s gefchied zijn, zal de ftraf des te zwaarder moeten worden genomen. 13. Bovendien zal de delinquant gehouden en verpligt zijn, de fchade door hem veroorzaakt, te vergoeden, en zal hun die, indien de beleedigde het verzoekt, bij draagelijke partijen van hun Soldij of Traktement worden afgehouden. Het verkoopen, verpanden, ruïneeren of verwaarloozen van de Wapens, Monteerings-ftukken of andere Compagnies Goederen, zal met gevangenis of flagen geftraft worden, naar de omftandigheden. 20. Alle misbruik van den Sterken Drank en eene liederlijke conduite, zal in de Militairen ten krachtigften moeten worden tegen gegaan, en alle die zich daar aan fchuldig maaken, hij zij wie hij zij, zal men deswegens reprimendeeren, en tot verbetering vermaanen. 21.' Indien mondelinge Coue&iën en vermaaningen, vruch-  ♦C 14 > vruchteloos zijn ^ zal men den fchuldigen bij voorkomende, gelegenheden ernftig ftraffen, zoo het een Officier is door eene gevangenis van een, twee, of drie maanden. Zoo het een Onder• Officier is, door eene gevangenis van eenige weeken, met of zonder fluiting, naar de omftandigheden. En zoo het eene Gemeene is door flagen, of het zetten te Water en te Brood voor eenige dagen. 22. En zoo alle poogingen tot verbetering van de zulken aangewend, onvoldoende zijn bevonden, zal men zich van zulke onnutre en onwaardige voorwerpen ontdoen. Indien het Onder-Officiers of Gemeeneii zijn, door hun met een Briefje van ontflag weg te zenden; en indien het Officiers zijn, door hunne flegte conduite te brengen ter kennisle van den Agent van Oorlog, met verzoek om te effeétuëeren dat hunne Commisfiën worden ingetrokken. 23. Dit zelfde zal ook in allen opzichte plaats hebben en geöbferveerd worden , ten aanzien van zulke Officieren en Onder - Officieren, die zich door grof f pee • len, onmaatige of ongeoorloofde verteeringen, of op eenige andere wijze in de noodzaaklijkbeid brengen, om meerder fchulden te maaken, dan ze betaalen kunnen, en zich daar door aan de vervolging hunner Crediteuren, en de verachting van alle de onder hun dienende, blootftellen. 24. Alle Commandeerende Officieren der Corpfen, zullen in zoo verre voor de conduite van hunne onderhebbende Officiers en Gemeenen, verandwoordelijk zijn, dat zij zich door eene te groote toegeevendheid in de gemelde Stukken, zelf fchuldig en reprochabel zullen ftellen. TWEEDE AFDEELING. DERDE KAPITTEL, Misdaaden tegen de Subordinatie» Art 1. De Subordinatie, de ziel van den Militairen dienst zijn-  zijnde, moet bij elk vóór eën generaalen regel worden gehouden: dat 'men moet beginnen mét te obedi* êeren, en zich eerst daar na mag beklaagen. 2. Elk Militair zal derhalven gehouden zijn, de ordres, die hem door iemand, in den dienst boven hem ge» fteld, in dienstzaaken gegeeven worden, direci; en zonder daar tégen te redeneeren, te gehoorzaamen en getrouwelijk te volbrengen, behoudens zijn récht, önu wanneer hij zich daar over bezwaard vindt, van ach» teren daar over zijne klagteri ih te brengen. 3» Een Officier , die opzettelijk Verzuimt j öf uitdrukkelijk weigert, de ordres vafi de geenen die boven hem gefteld zijn, haar te komen, of zich daar tegen met woorden verzet ^ zal des wegens ffiet casfatie geftraft Worden. 4- • . , Een Onder-Officier of Gemeen Militair,, clie Opzetrelijk verzuimt, of aan zijnen Officier of Onder-Officier uitdrukkelijk weigert, den hem aanbevolen diensc waarteneemen, of zich daar tegen met woorden ver» zet, zal geftraft Worden met eene gevangenis te Water én te Brood, voor den tijd van agt dagen, Waarvan hij de vier laatften aan de eene hand én voet, in den vierden fcbakel zal zijn geflooten; zullende hij bovendien, de omftandigheden zulks medebrengende, reet een Briefje uit 's Lands dienst worden ontflagen, én onbekwaam wórden verklaard, óm het Land in dén tijd van zes jaaren als Militair të konnen dienen. 5- r Wanneer zulk eehe opzettelijke desobediëntie gebeurt in den tijd van Oorlog, in eene affaire tegen den Vijand, of in een Plaats, welke daadelijk belegerd of in ftaat van beleg gefteld is, zal de delinquant, het zij dezelve een Officier, Onder-Officier of Gemeene is, met dert dood worden geftraft. 6 , . Een Officier, die zijnen meerderen dreigt, of fcheldt, zal van zijne Militaire Charge gecasfeerd, eerloos en infaam verklaard worden. ?• Eén Onder-Officier of Gemeen Militair, die zijnen öfi  < 16 > Officier dreigt cf fcheldt, zal met eene Gevangenis van agt dagen, en op den voet als bij het 4de Art, geaield is, worden geftraft, en zal hij bovendien, de omAardigheden zulks medebrengende, voor Schelm worden weggejaagd, en onbekwaam worden verklaard, om het Land ooit weder te konnen dienen, 8. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die zich tegen zijnen meerderen, hij zij een Officier of Onder Officier, met 'er daad verzet, het Geweer tegen denzelven trekt, denzei ven aangrijpt, flaat, kwetst, of eenige andere daadcn van geweld tegen denzelven pleegt, zal met den Dood worden geftraft. 0. Een Officier, Onder-Officier of Gemeene, die in tijd van Oorlog, in een Piaats, 'welke daadeiijk belegerd of in flaat van beleg gefield is, of in het Leger te Velde, in cas van alarm zich met opzet niet direct onder de wapenen zal hebben begeeven, zal voor Schelm worden weggejaagd, of zelfs, naar omftandigheden, met den Dood kunnen geftraft worden. 10. Een Schildwacht, in tijd van Oorlog, in een Plaats welke daadeiijk belegerd of in flaat van beleg gefield is, of in het Leger te Velde, op zijn Post flaapende of befchonken gevonden, zal met den Dood worden geftraft. 11. Een Schildwacht, die in tijd van Oorlog, in een Plaats welke daadeiijk belegerd, of in ftaat van beleg gefield is, of in het Leger te Velde, aan zijn ordre of configne niet zal hebben voldaan, zal met den Dood worden geftraft. 12. Elk Militair, die overtuigd zal worden, een Schildwacht op zijn Post gewelddaadig aangevallen, of denzelven op eenige andere wijze daadlijk te hebben mishandeld, zal deswegens, zonder onderfcheid, of zulks in tijd van Vreede of van Oorlog gebeurd zij, met den Dood worden geftraft. 13. Elk Militair, die in tijd van Oorlog zijn Post zal heb-  < 17 > hebben verlaaten, om voor zijn eigen veiligheid te zorgen, zal met den Dood worden geftraft. '4- Elk Militair, die in een Plaats , welke ftormenderhand is ingenomen, zijn Post zal veriaaren om zich aan het Plunderen te begeeven, zal met den Dood worden geftraft, *$. . , ,.. . Elk Militair, die overtuigd zal zijn, dat hij meen Aétie met den Vijand, ziine Wapenen lafhartig neergeworpen of verlaaten heefc, zal met den Dood worden geftraft. i<5. Wanneer 'er een geweldige opftand van de minderen tegen de meerderen mogt plaats hebben, het zij zulks in een tijd van Vreede of van Oorlog gebeure, zullen de aanleg2ers en opïtookers daarvan, zonder oogluiking met den Lood, en de anderen naar de omftandigheden geftraft worden. 17. In een geval van zamenrotting, zullen de meerderen ordonneerèn, dat men zich fcheide, en elk zijns wegs gaa, en indien zij daar in op ftaande voet niet gehoorzaamd worden, zullen zij eenigen bij naamen noemen, en indien die genoemden niet direft hun pligt betrachten, zullen dezelven als aanlegger» van den opftand gereekend en met den Dood geftraft worden. 18. Indien de zamenrotting zich op dat bevel niet fcheidt, zullen de meerderen geauthorifeerd zijn, zoodaanige middelen van geweld te gebruiken, als zij zullen noodig oordeelen, en zullen in dat geval al de zamengerotte Perfoonen voor aanleggers van den opftand worden gereekend, en als zoodaanig worden geftraft. TWEEDE AFDEEL1NG. VIER DE KAPITTEL. Misdaad van De/ertie. Art. T. Defertie is eene moedwillige verlaating van dan dienst  < 18 > dienst van den Lande, waartoe de Militaire PirfbQ. ren, zich, van den hoogften tot den laaeften toe in' derzelver onderfcheiden^etrekkinlenfSen6^ „.^l A?i'i.tair' zonder onderfcheid van rang, die, na het eindigen van zijn verlof, afwezig blijft van SS v^v' lTgËT,da" d6n dJ'd van "eken, ï tijd van Vreede, of van veertien dagen, in tijd van Oorlog, zal vooreen üeferteur gehouden, en as zoodanig geftraft worden; ten ware hij voldoende reden j^Tn^WeZlghe}d kan hengen; zqllende het tl* £ - a i? W?rd.en. Smekend, zoodra het Uitvoerend Bewind het befluit van het Vertegenwoordigend hetzU S n°r0g' Zalrhe,bben kenne,ilk e«m£k* gevoerd. g te Uüde pf te Water wor<*e 3. ' Al roede zal aan de misdaad van Defertie fchuld'2 zijn, een Onder-Officier of gemeen Militair, die zonder een behoorlijk Paspoort bekomen te hébben in een andere Compagnie, of in '5 Lands Zeedienst'zich 2al engageeren. 4. Een Militair, zonder onderfcheid van rang, die in een tijd, wanneer de Staat met eenige Mogendheid in Oorlog is, mt het Leger, uit een Campement, uit een Camonnement, of ook op marsch zijnde, om op eenigerhande wijze ten dienfte van dit Gemeenebest Of deszelfs Bonogenooten, tegen den Vijand gebruikt te worden of uit eene Vesting aan de Grenzen, daar het Toneel van der. Oorlog is, deferteert, zal met de kogel geftraft worden, dat 'er de Dood na volgt. Insgelijks zal met de koge"l worden geftraft, een Militair, zonder onderfcheid van rang, die uit een Stad oMesting welke daadeiijk belegerd of in ftaat van beleg gefteld is, deferteert, 6. Een Milirair, zonder onderfcheid van rang, die in tijd van Oorlog deferteert, en wiens" defertie gepaard gaat met overloopen tot den Vijand, of met ontvreemding van eens anders goed, of een Cavalerist, zijnde, met  •C 19 > met zijn Compagnies, of mee ziin Cameraads Paard, zal geftraft worden met de koorde, dat 'er de Dood na volgt. 7- . Een Militair, zonder onderfcheid van rang, die deferteert uit een Leger, of van een Corps, het welk Cantonneert, Campeert, of op Marsch is, om op eenigerhande wijze ten dienfte van dit Gemeenebest of deszelfs Bondgenooten , tegen den Vijand gebruikt te worden, zal op dezelfde wijze geftraft worden, als of hij in een tijd van daadelijken Oorlog ware gedeferteert. 8. Een Officier, die in tijd van Oorlog, uit een Guarnifoen, Campement of Gantonnement, binnen 'sLands, van het Toneel des Oorlogs verwijdert, deferteert, zal worden gecasfeerd van zijne Militaire Charge, ia dienst van deezen Sraat bekleed, voorts verklaard eerloos en infaam, en wijders gebannen uit dit Gemeenebest, zonder ooit daar weder in te mogen komen, op poene van zwaarder ftraf. 9- Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die, ïn tijd van Oorlog, uit een Guarnifoen, Campement of Cantonnement, binnen 's Lands en van het Toneel des Oorlogs verwijdert, deferteert, zal worden verklaard eerloos en infaam, en dienvolgende onwaardig om het Land ooit als Militair te dienen, en zal voorts worden geconfineerd , om in 'sLands dienst, het zij binnen de Republiek, het zij in haare buitenlandfche Bezittingen, op zoodaanige wijze te worden geëmploijeerd, als door het Uitvoerend Bewind zal worden bepaald , en zulks voor den tijd van zes jaaren ; en daarna gebannen uit dit Gemeenebest, zonder ooit daar wederom in te komen, op poene van zwaarer ftraf. 10. Indien in tijd van Oorlog, de Defertie uit zulk een plaats van de Wacht gefchiedt, zal de Delinquant op gelijke wijze geftraft worden, doch voor tien jaaren worden geconfineerd. li. Indien iemand, in tijd van Oorlog, uit zulk een Plaats van zijn Post of Schildwacht deferteert, zal  < ao > hij insgelijks op zulk eene wijze worden geftraft, doch voor den tijd van twaalf jaaren worden geconfineerd. 12. Een Militair, zonder onderfcheid van rang, die in tijd van Vreede deferteert, doch wiens defertie gepaard gaat met geweld, of met ontvreemding van eens anders goed , of een Cavallerist zijnde . met zijn Compagnies, of met zijn Cameraads Paard, zal met een geesfeling worden geftraft, en vervclgends geconfineerd, om in Lands dienst, het zij binnen de Republiek, het zij in haare buitenlandfche Bezittingen , op zoodaanige wijze te worden geëmploijeerd geduurende zoodaanigen tijd, als de Rechter naar omftandigheden van zaaken zal oordeelen te behooren. 13. Een Officier, die in tijd van Vreede deferteert, zonder dat zijne defertie met verzwaarende omftandigheden gepaard gaat, zal worden gecasfeerd van zijne Militaire Charge in dienst van deezen Staat hekleed, voords verklaard eerloos en infaam, en dienvolgende inhabiel, om het Land ooit weder te konnen dienen. 14. 1 Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die in tijd van Vreede deferteert, zonder dat dezelve defertie, met verzwaarende omftandigheden gepaard gaat, zal worden verklaard eerloos, infaam, en onwaardig te zijn om den Lande ooit als Militair te kunnen dienen, en voords voor den tijd van drie jaaren worden geconfineerd, om in 's Lands dienst, het zij binnen de Republiek, hetzij in haare buitenlandfche Bezittingen, op zoodaanige wijze te worden geëmploijeerd, als door het Uitvoerend Bewind zal worden bepaald. 15- Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die in tijd van Vreede deferteert, en eenïgen zijner Compagnies goederen, behalven het geene hij te dier tijd aan beeft, mede neemt, zal in voorgemelden voege worden verklaard eerloos, iniaam en onwaardig, en geconfineerd voor den tijd van vier jaaren. 16. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die in tijd van Vreede deferteert, geduurende hij de Wacht heeft, zal  < ïi > zal invoegen vermeld, worden verklaard eerloos, infaam en onwaardig, en geconfineerd voor den tijd van zes jaaren. I7i Een Gemeen Militair, die in Vreedestijd van zijn Post of Schildwacht deferteert, zal in voorgemelden voege worden verklaard eerloos, infaam en onwaar* dig, en geconfineerd voor den tijd van agt jaaren. 18. Een Onder- Officier of Gemeen Militair, die met Geweer en Wapenen deferteert, zal in aile de gevallen, hiervoor bepaald, twee jaaren langer worden geconfineerd. 19. Een Onder-Officier of Gemeen Militair, die met gelaaden Geweer deferteert, zal in alle de gevallen, hiervoor bepaaid, zes jaaren langer worden geconnneerd. QO. Een Officier, Onder - Officier of Gemeene, die in tijd van Vreede deferteert, zonder dat zijne defertie met eenige verzwaarende omftandigheid is gepaard, en die zich "binnen den tijd van drie weeken in arrest begeeft, zal, zoo het een Officier is, uit 's Lands dienst worden gedimitteerd, zoo het een Onder-Officier is, zal hij zoo lang als Soldaat moeten dienen, tot dat hij zich door een goed gedrag en beweezen trouw in den dienst, eene bevordering op nieuws heeft waardig gemaakt; doch zoo het een Gemeene Militair is, zal hij niet zwaarder dan met vijf-en-twintig flagen voor het front van de Parade, geftraft worden. En zal geene vrijwillige terugkomst baaten, indien de tijd van diie weeken na de defertie verloopeti is; en ook niet, ingevalle de defertie met eenige verzwaarende omftandigheid is gepaard geweest. ai. Dit zelfde zal ten aanden van een Onder-Officier of Gemeen Militair, plaats hebben, indien de defertie , in tijd van oorlog, uit een Guarnifoen, Campement of Cantonnetnent, van het Toneel des Oorlogs verwijderd, gefchiedt, en met geene verzwaarende omftandigheden verzeld is. 22.  4 22 J* a2. Een Officier, dié, na het eindigen van zijn verlof, afwezig blijft, en in tijd van Vreede, binnen zes weéken na de expiratie van zijn verlof, of in tijd van Oorlog, veertien dagen na het eindigen van zijn verlof, m zijn Guarnifoen of bij zijn Corps is terug gékeerd, zal worden geftraft met zoodaanige ftraf, als de Commandeerende Officier van het Guarnifoén, of van het Corps, naar omftandigheden van zaaken, zal goedvinden; mids de ftraf niet excedeere eéne detentie bij den geweldigen Provoost, ten kosten van den delinquant, voor den tijd van zes maanden, doch zal een Officier, die andermaal boven zijn verlof abfent blijft, na behoorlijk onderzoek van zaaken, met casfatie worden geftraft» 23* Een Onder-Officier of Gemeen Militair, diè boven verlof afwezig blijft, en in tijd van Vreede binnen zes ■weeken, of in tijd van Oorlog binnen veertien dagen, in zijn Guarnifoen of bij zijn Corps terug komt* zal worden geftraft met zoodaanige ftraf, als de Commandeerende Officier van het Guarnifoen, óf van het Corps, naar maate der omftandigheden, zal goedvinden , mids die ftraf niet zwaarder zij, dan die van vijf-en-twintig klingflagen voor het front van de Pa-i rade, en het wegzenden met éen briefje van onifla* uit 's Lands Militairen dienst. 24. Een Militair, zonder ondeifcheid van rang, die eenen ander tot de misdaad Van defertie verleidt, of aanraadt, of met een of meerder Militairen eené affpraak maakt, of famenfpant, om te gaan deferteeren za; met de Kogel worden geftraft, dat 'er de dood na volgt , al ware het dat de verleiding of affpraak geen de minfte uitwerking had gehad,"en zonder onderfcheid van tijden van Oorlog of Vreede. 95. Een Officier, die in tijd van Vreede daadeiijk gepoogd heeft om te deferteeren, doch is de uitvoering der misdaad is verhinderd geworden, zal worden gecasfeerd vsn zijne Militaire Charge, in dienst van den Staat bekleed, en inhabiel worden verklaard om het Land wederom als Militair te konnen dienen, eh  < as > en in tijd van Oorlog, boven dien worden verklaard eerloos en infaam. 26. Een Onder-Officier of gemeen Militair, die, in tijd van Vreede, daadeiijk gepoogd heeft te deferteeren, doch in de uitvoering dier misdaad is verhinderd geworden, zal geftraft worden met vijftig klinkfiigen voor het front van de Parade, en daar na met een Briefje van ontflag uit 's Lands Militairen dienst worden weggezonden. In tijd van Oorlog zal dezelve insgelijks met vijftig Klinkflagen worden geftraft, en vervolgends verklaard een Schelm te zijn, en als zoodaanig, zonder Briefje van ontflag, worden weggejaagd, «7- Indien iemand binnen een half uur van zijn Guarnifoen of Cantonnement in zijne defertie verhinde; d of gefloord wordt, zal het voor een daadelijke pooging worden gehouden. Maar zoo dra hij zich verder zal hebben verwijderd, zal het voor eene compleete defertie worden gereekend. 28. Wanneer een Officier zich aan defertie heeft fchuldig gemaakt, en zich binnen drie weeken, na zijne defertie, niet fifleert, zal hij openbaar worden ingedaagd , en voords, zoodaanig tegen hem worden geprocedeerd , als bij het vierde Kapittel der derde Af« deeling, omtrend die geenen is bepaald geworden, die op de indaagingen niet verfchijnen, 29. Wanneer een Militair, het zij een Officier, OnderOfficier of Gemeene, gedeferteerd zijnde, naderhand niet de Wapenen in de hand tegen deeze Landen op de daad zal worden gevat, of anders overtuigd zal worden, de Wapenen, m zijne defertie, tegen dit Gemeenebest te hebben gevoerd, zal dezelve met den dood worden geftraft» TWEffi.  < 24 > TWEEDE AFDEELINO, VIJFDE KAPITTEL, Misdaad van Verraad in den Oorlog, Art. r. Elk Militair, of ander Perfoon, tot de Armée vas den btaat behoorende, van wat conditie, rang of graad, dezelve zijn raag, welke, in tijd van Oorlog, van verraad overtuigd wordt, zal met den Dood geItratt worden, ö Aan verraad zal fchuldig worden gereekend , elk, die overtuigd zal'zijn, in fcgenwoormgöèid van den Vij; and, een geroep of gefchreeuw gemaakt te hebben Waar door een fchrik en desörde in de Trouoes zou' de nebben kunnen veroorzaakt worden, ' 3. Insgelijks zal daar aan fchuldig worden gehouden elk Commandant van een post, en elk Schildwacht, die een valfche ordre of configne zal hebben over»e' geeven; en daar door de veiligheid dier pest in gevaar gebragt heeft. • I 6 4» ' Aan verraad zal ook fchuldig Haan elk Commandant van een Patrouilie, ter recogbosfeèring akze. zonden, die niet punftuëeliik zal hebben voldaan de hem geneven ordres, of de ontdekkingen, bij hem gedaan, zal hebben verborgen gehóuden; en alzoo door zijne ongehoorzaamheid of onachtzaamheid, eene Militaire operatie aan het gevaar van to mislukken, «oude hebben blootgefteld, ■ " 5. Ook zal aan die misdaad fchuldig zijn, elk Commandant van een post, die bij de arjosfing, aan der, volgenden Commandant niet zal hebben gecommuniceerd, alle. wezenlijke ontdekkingen die 'er gedaan zijn, of bij hem zeiven, Of bij zijne Patrouilles,'of bij iemand tot de defenfie der post betrekking hebbende , en alzoo door zijn ftiizwijgen, de veiligheid dar pest aan gevaar zoude hebben bloornfteld. i  < aS > 6. Elk Militair, dis overtuigd zal zijn, het geheim van de post, of het ordre-woord aan.den vijand geopenbaard te hebben, zal ook gereekend worden, die misdaad begaan te hebben. 7» ' Elk Militair, of zvAer Perfoon", tot de Armée behorende, die in de vijandelijks .Armée eenige correspondentie gehouden heeft, of doen houden, zonder daartoe een fchtiftelijk confent van zijn Commandant te hebben, zal ook daar aan fchuldig zijn. 8. ; c i Ook zal daar aan fchuldig liaan elk Militair of ander Perfoon, tot de Armée behoorende, die zonder ordre of zonder wettige reden, een Kanon, Mortier, Affuit, of ander werktuig van den. Ooi-log, vernageld, of onbruikbaar gemaakt zal hebben. ó. Insgelijks zal daar aan fchuldig worden gereekend, elk Commandant van een belegerde Plaats, die zonder hoo^e order, en zonder het advis inteneetnen van den Krijgsraad, of tegen het advis der meerderheid van den Krijgsraad der Plaatfe (waar in de Chefa van de Aniüsrij en Genie altijd zullen moeten zijn' geroepen ) toegjftemd zal hebben in de overgaave vaa de Plaats, voor dat de Vijand een bruikbaare bres gemaakt, of de Belegerden een ftorm uitgeftaan zullen hebben, 10, Aan dé misdaad vnn verraad zal ook fchuldig worden gehouden elk Generaal van de Armée, Commandant van een Divifie, of Commandant van een gefortifkeerde Plaars, welke de noodwendigheden, hec zil aan Vivres, Fouragte of Krijgsbehoeftenniet in tijds zal hebben te kennen gegeeven, indien daar door het behoud van de Plaats, of het geluk der Militaire operatiën in gevaar zal zijn gebragt. Ook zal daar aan fchuldig befchouwd worden elk Generaal of Commandant van een Divifie, welke overtuigd zal zijn, gelegenheid gegeeven te hebben, dar. «enige Magazijns, Convooijen of Krijgsbehoeften m 'sVijands haaien gevallen zijn. ^  < ad > „rl ,,aL00,E aan verraad fchuldig worden ge. reekend elk Generaal of Commandant var, een Di*ï. lie welke overtuigd zal zijn, dat hij alle midde£*1 welke inzijn vermogen zijn, niet te werk gefteld heeft* om de Magazijnen, Convooijen en Krijgsbehoeften die geheel of gedeeltelijk in vijands handen gevS zijn, te bewaaren en te beveiligen. gwauei Elk hij zij wie hij zij, die overtuigd zal zün van ^cZÏ^r^0"^^' Canfonnementen? ^o.tüicatien, Canaalen, Rivieren, en in 't algemeen van iets het welke ter bewaaring en verdeSS ^*,^S^ 8Beetod' en met den Doodde! «.^W* aanleidin§; zal hebben gegeeven, dat eeni* ge afreekeningen van Campementen, Cantonnementen ï ortifkatien, het zi van Vestingen 'of anderen, Canaa'. len, R.vieren, en ,n 't algemeen van iets het wei ter bewaaring en verdediging dient, aan den vS geworden, zal als Spion gereekend en met de koorde geftraft worden, het zij dezelve afteekechTgen den ffifJJ ÏS^S gekomen>of ^ in 4nnvoS TWEEDE AFDEELING. ZESDE KAPITTEL. Andere foort van Misdaadto. lan, ^I0ILVr-0,rIOgb!iJ'ft' ZOnder ^erfcheid va» *angj w alie Civiele zaaken, en voords iu commune de  •c *? > deli&en, alleenlijk Onderworpen aan den Burgerlijke* Ree hter. 2. In zoo verre evenwel zoodaanige delicten, in tijden wanneer het Leger te Velde is, (ingevolge het 18. Art. der eerfte APleeling) zoude kunnen komen ter judicature van de Hooge Militaire Vierfchaar, zullen dezelven in de Militairen geftraft worden naar de Burgerlijke Wetten , ten ware daarop bij deeze wetten eene zwaardere ftraf gefield zij. 3- In zoo verre ook eenige misdaaden, die in hun aart. met de commune delicten overeenkomen, doch uk hoofde der omftandigheden en betrekkingen (volgends het 6. Art. der eerfte Afieeling ) voor Militaire deliéten moeten worden gereekend, zullen kannen komen ter judicature van den Militairen Rechter, zullen dezelven in de Militairen, op gelijke wijze worden beoordeeld, en zorge moeten worden gedraagen, dat dezelven in een Militair niet ligter, maar veel eer, uic hoofde van deszelfs meerdere veroligting , zwaarder dan in een Burger geftraft worden. 4- Alle die zich, het Leger te Velde zijnde, aan pluri. dering, verwoesting, brandftichting, het gaan op maraude, het itroopen van gekwetften of gefneuvelden, of andere foortgelijke misdaaden fchuldig maaken, zullen naar de omftandigheden, aan Lijf of Leven rigoureuslijk geftraft worden, 5- Alle Militairen, die, onder het voorwenden van een recht van Requificie, van de In- en Opgezeteneti iets eisfehen, waartoe zij geen recht hebben, of door onaangenaame behandelingen of bejegeningen, de Burgers en Ingezetenen zoeken te induceeren, om hun meer te geeven dan ze verpügt zijn, zullen des wegens rigcureuslijk geftraft worden naar de omftandigheden. 6. Alle geweld en plundering, waar aan de Militie zich troupsgewijze zoude konnen fchuldig maaken, zullen, zoo wel in tijd van Vreede, als in tijd van Oorlog, zoo wel in de Guarnifoenen en in de Cantonnementen, als in het Leger, en alle die zich daar aan  < *8' > aan fchölcïig maaken, rigoureusüjk ain den Lijve, esj in die, welke 'er de aanleggers en voornaame uitvoerders van zijn, zonder eenige oogluiking met den doou geftraft worden. 7- Alle Officieren en Onder-Officieren, van den hoogften tot.den laagften in rang, zullen gehouden ziin, zoodaanige plunderingen, zoo dra zij dezelve befpeuren of daar van geïnformeerd worden, daadeiijk tegen te gaan en te beletten, en alle die overtuigd zullen ■worden, daar toe hunne uiterfte poogingen nier aangewend te hebben, zuilen als medepligtigen gereekend, en naar de omftandigheden rigoureusüjk moeten , en zelfs met den dood kunnen geftraft worden, zullende een zwaarder ftraf naar gelang van den hoogeren rang, den fehuldigen worden opgelegd. 8. Alle orge;3ronde, onwaare en valfche klagten en befchnldigingen, zullen in de Militairen ten fterkfteri te keer gegaan, en naar de omftandigheden rigoureuslijk geftiaft worden, 9. Elk Militair, die eenen anderen van minderen rang, voor den Ree hter befchuidigt van zich tegen hem met 'er daad verzet, hei (Jeweer regen hem getrokken, hem aancegreepen, geflagen, gekwetst cf eenige andejre daaoen van geweid tegen hem gepleegd te hebben, en bevonden wordt in die befchuldiging valfchelijk te hebben gehandeld, zal zoodaanig geftraft worden, als de befchuldigden, indien de befchuldiging in waarbeid beftond, geftraft zoude moeten worden. 10. Elk Militair, die een ar uer Militair van gelijken 0? minderen lang dan hij is, uitdaagt om met hem te vechten, zal intaam verklaard, en gecasfèerd worden, iï. Elk Militair, die een ander Militair van hooseren rarg dan 'ij is, uitdaagt, om met hem te vechten, zal infaam veiklnard en gecasfèerd worden, mirisgaders met een torfinemt-nt voor eenen door den Rechter te bepaalen t ju, worden geftraft, ia» Lik MUioir, die een auder Militair van hoogeren nog  < 29 /stag dan hij is, uitdaagt, om met hem te vechten, ten' einde langs dien weg fatïsfaétie te zoeken van eenïg onpelijk hem, naar zijne verbeelding, in den diénst of dienstzaaken aangedaan, zal met den Dood geftraft worden, 13. De Duellen zerfs worden bij Militairen, als Burgerlijke misdaaden befchouwd en geftraft. li. Elk -Militair, die den geenen bij welken hij op fchildwacht gerteld is, of bij' welken hij op publiek gezach geïnquaftierd is, befteelt, zal met den Dood geftraft wui den, IS* Elk Militair, die zijnen Kameraad in het Slaapqnartier of in de Cbambrée befteelt, zal, hoe gering de ontvreemding ook zijn moge, voor fchuldig aan zwaare dieverij worden gehouden, en als zoodaanig, tea pvinften met openbaare geesfeling, en confinement vpoï eenige jaaren, worden geftraft. * 16. Elk Militair, die in het Committé van Adminiftratle gefteld, of met een andere Militaire Comrm'sfïe, Adminiftratie of Bewind van Penningen befast zijnde, diarin opzettelijk ontrouw bandek, zal infaam verklaard- en weggejaagd worden. 17. En zoo het blüke, dat de opzettelijke ontrouw gediend heeft om hein te verrijken, zal hij niet alleen tot vergoeding verpligt zijn, maar ook wegens zijne ontrouw, ten mir.ften met openbaare geesfeling en confinement voor eenige Jaaren worden geftraft. derde; afdeeling. EERSTE KAPITTEL. Rechtspleging in het algemeen* Art. 1 De ■ Krijgstucht zal worden uitgeoefend door de sowmandeerènde Officiers; de Juftitie zal worden gead- m>  < So > miniftreerd door de Hooge Militaire Vierfchaar, ea door de Guarnifoens Krijgsraaden. 2. Tot de Krijgstucht of Discipline zullen worden gereekend te behooren, alle de misdaaden, die in hec tweede Kapittel der tweede Afdeeüng gemeld zijn en alle anderen, die in foort en natuur'met de aldaar gemelde overeenkomen. S, Alle andere misdaaden, die in dit Wetboek voorkomen, gelijk mede alle andere misuaaden, die van meerder gewigt zijn, dan die, waar van in het gemelde tweede Kapittel gefproken is, zullen ftaan ter Cognitie en Judicature van den Militairen Rechter. 4. Elk Officier en Onder-Officier zal in het algemeen iet recht hebben, om dezulken, die van minder'êrfran? Zijn, het anest aan tf zeggen. Eik Officier en Onder-Officier zal boven dien verpligr zijn, cm van dat recht gebruik te maaken, zoo dra hem bekend is, of bij hem op waarfchijnelijke gronden vermoed wordt, dat de mindere in rang zich aan een notable faut, of aan een misdaad van aanbe3ang heeft fchuldig gemaakt. 6. Elk Militair, die het arrest door iemand van meerderen rang is aangezegd, zal gehouden zijn direct te gehoorzasmen, en zich onmiddelijk te begeeven naar de plaats, die hem door den meerderen in rang, voor zijn arrest zal zijn aangeweezen. Indien hij zulks weigert, of niet doet, of het arrest daarna viöleert, zal hij aan disöbediè'ntie fchuldig wórden gereekend en deswegens naar de Wet geftraft worden. 7. Tot die gehoorzaamheid zal elk , die 't arrest is aangezegd, verpligt zijn, zonder zelfs daar over eenige woorden te maaken, al was het ook, dat hij vermeende geheel onfchuldig te zijn, behoudens hem het recht cm naderhand daar over zijne klagten in te brengen. 8. Indien zulks in het Leger te Velde of op Marsch.  < 31 > gefchied is, zal de Officier, of Onder-Officier, die iemand van minderen rang in arrest gezet heeft, daarvan direct rapport moeten doen aan den commandeerenden Officier van het Corps, waartoe de gearresteerde behoort, en zullen dan verder daarcmtrend dé bepaalingen bij de volgende Articulen gemaakt, in het geval dat zulks in een der Guarnifoenen was voorgevallen, in zoo verre toepaslelijk, moeten worden geöbferveerd. 9- , Indien het in éen der Guarnifoenen is voorgeval-; len, zal hij die het arrest geordonneerd heeft, daarvan direct rapport moeten doen aan den commandeerenden Officier van het Guarnifoen j en aan den commandeerenden Officier van het Corps, waartoe de gearresteerde behoort, en aan den laatften moeten overgeeven eene fchriftelijke klagte, behelzende de reden waarom het arrest gefchied is, met bijvoeging der bewijzen, of aauwijzing der Getuigen, daartoe betrekkelijk. 10. De commandeerende Officier van het Corps waartoe de gearresteerde behoort, zal daar op de zaag onderzoeken, en van zijne bevinding rapport moeten doen aan den commandeerenden Officier van het Guarnifoen. tl. Indien bij dat onderzoek gebleeken is, dat dé gear*1 resteerde onfchuldig is, zal dezelve direct moeten worden ontflagen. 13. Indien daar en tegen bij dat onderzoek gebleeken is, dat de gearresteerde vermoedelijk aan de hem të last gelegde fout of misdaad fchuldig ffaat, zal de commandeerende Officier van het Guarnifoen bepjalen, of de verdere cognitie en judicature aan deti Krijgsraad behoort, dan of de zaak buiten den Krijgsraad zal konnen worden afgedaan. 13- . . . . , De commandeerende. Officier zal echter daar in ritët Willekeurig mogen handelen, maar zich moeten re'gu. leeren naar de onderfcheiden bepaalingen , dienaatfa gaande hier voor in de i. en 3. Articulen gemaakt j «n zal dezelve, in eas van twijfel, daarö'p köüiitri au  < 3a > eifchen een fchrifrelijk advis van den Auditeur Militair, waar door hij in allen gevalle gedekt zal zijn. 14. Indien de Commandeerende Officier van het Guarnifoen oordeelt, dat de zaak van dien aart is, dat dezelve door een Krijgsraad moet worden onderzocht en beoordeeld, zal hij den gearresteerden bij den geweialgen Piovoost doen overbrengen, ten einde vervolgends door den Auditeur Militair tegen denzelven geprocedeerd worde naar behooren. 15. Indien de Commandeerende Officier daar en tegen de zaak van die natuur vindt, dat dezelve buiten den Krijgsraad kun worden afgedaan, zal hij zelf, na dat hem de fchuld genoegzaam zal zijn gebleeken, de ftraf konnen en moeten bepaalen, indien de misdaad de Guarnifoens dienst betreft. Maar wanneer de misdaad over de hem opgelegde ftraf bezwaard vindt, zoo dat hij meent ten onrechte gearrefteerd, of onfchuldig, ofte zwaar geftraft te zijn, zal hij daar over zijne klagten konnen inbrengen , en zelfs daar over een Krijgsraad konnen verzoeken. 19. Wanneer in zulk een geval een Krijgsraad verzocht wordt, zal de Commandeerende Officier van het Guarnifoen dezelve niet mogen weigeren, mids dat de kiaager zich alvoorens in arrest begeeve. 20. Die Krijgsraad zal vervolgends de zaak moeten onderzoeken,' en indien dezelve des klaagers klagte wettig bevindt, zal dezelve moeten bezorgen, dat den klaager het aangedaane ongelijk behoorlijk gebeeierd worde. 31. Maar wanneer de Krijgsraad de gedaane klagte zoodaanig ongegrond en ligtvaardig heeft bevonden, dat dezelve niet anders dan aan eene verregaande irreverentie en disöbediëntie kan worden toegefchreeven, zal de Klaager deswegens worden geftraft, zoo als de Krijgsraad in goede Juftitie verftaan zal te behjoren. 2a. Wanneer ook een Militair (buiten het voorfcbreeven geval) vermeent door iemand van gelijken of hoogeren rang met woorden of daaden verongelijkt te zijn, zal hij deswegens zijne klagte aan den Commandeerenden Officier Van 't Corps vrijelijk mogen inbrengen, des dat zulks met alle decentie gefchiede. De Commandeerende Officier zal in dat geval gehouden zijn de zaak te onderzoeken, en langs gefchikte middelen moeten trachten te bewerken, dat het veri>chil in der minne worde bijgelegd, in het oog houdet.de zijne verpligting, om boven al zorge te draagen, dat de minderen'door de meerderen niet onderdrukt of mishandeld worden» 24. Indien alle poogingen tot eene vriendelijke vereffening vruchtelocs zijn bevonden, zal de Commandeerende Officier konnen, en wanneer het door den een of tien» anderen van de partijen verzocht wordt, moeten  < 34 > ten bezorgen, dat 'er een Krijgsraad gecommandeerd worde, welke daarin decideere, zoo als dezelve in goede Juftitie verftaan zal te behooren. 25. Dit zelfde zal ook in allen opzichte plaats hebben, wanneer iemand na het volbrengen van de eene of andere ordre, hem door zijnen meerderen in dienstzaaken gegeeven, daar over naderhand eenige klagte inbrengt, geüjk zulks bij het tweede Articul van het derde Kapittel der tweede Afdeeling, aan een ieder is viijgelaaten. 26. Indien de Klaagers in het een of ander geval, langs den voorfchreeven weg geen recht konnen bekomen, gelijk ook in het geval, dat zij mogten fustineeren d >or den Commandeerenden Officier zelve beleedigd te zijn, zullen zij zich daar over konnen addresfeeren aan de Hooae Militaire Vierfchaar, die hun in dat geval recht za? verfchaften. Alle oneerbiedige, lichtvaardige en ongegronde klakten, zullen echter in allen opzichte zorgvuldig vermijd dienen te worden, en ten hoogden ftrafbaar zijn. a8> Wanneer de Befchuldigde, ter verzekering van zijn Pe.ibon, bij den Provoost of elders in arrest gefield is, zal deszelfs gevangenis zoo veel mogelijk voor hern draagelijk moeten gemaakt worden, en vooral zorge worde gedraagen, dat hij daar door in zijne gezondheid, geen het minfte nadeel lijde, 29. Ten einde niemand langer verfioken biijve van zijne Vrijheid dan volftrekt nodig zijn zal, zal de KechtsPleeging in 't algemeen wel met een bedaarde voorzie h igneid en zonder verhaasting; doch tevens met de meestraogelijke fpoed, en zonder eene noodelooze verdaging worden uitgeoefend. » 30- Om daar aan de vereischte klem te geeven, zal door \>;Lands Fiscaal in de maanden Januarij, April, Juiij en Qctobejr, aan den Agent van Oorlog moeten wor&p gesopdejn, een lijst van alle zaakeiï welke in de &i fchaar zijn afgedaan, en welke aldaar nog aanhangt!» ziin welke lijsten zullen moeren inhouden de naamea der befchuldigden , benevens een korte opgaaf der befchuldiging - of de befchuldigde in arrest is en waaneer hij daar in is gekomen — wanneer de Procedure is begonnen, en wanneer dezelve is geëindigd — en hoe ver de nog aanhangende zaaken gevorderd zijn. 31* In dezelfde maanden, zullen de Auditeurs Militair van de relbective Diftriften, een dergelijke lijst, van de zaaken die geduurende de drie laatfte maanden voor de Krijgsraaden in hun Diftrift zijn afgedaan, en aldaar nog aanhangig zijn, aan den Agent van Oorlog, en eèn dergelijke aan 'sLands Fiscaal moeren inzenden. 32. De Agent van Oorlog en 'sLands Fiscaal, zullen die Lijsten moeten examineeren, en zorge draagen , dat in de Rechtspleging geen onbehooiHjke en nadeelige vertraaging plaats hebbe. DERDE AFDEELING. TWEEDE KAPITTEL. ffooge Militaire Vierfchaar. Art. 1. "Er zal ziin een hooge Militaire Vierfchaar, beftaan- de uit vijf Hoofd-Officieren, hebbende de vereischten voor de Rechters in het algemeen, bij de Staatsregeling bepaald, waar van de eerfte of oudfte in rang Praefident zal zijn. 2. Gemelde Hoofd - Officiers zullen daartoe uit de dienstdoende Hoofd - Ufficieren van de geheele Armée, door het Uitvoerend Bewind, op voordragt van den Agent van Oorlog, worden aangefteld voor den tijd van twee jaaren. 3.  < 3<5 > 3. Jaatlfjks zullen daar van beurtelings twee of drie aftreeden, en dor een gelijk getal nieuwe Leden vevangen worden. die^e VV7 f1-0" 2eaudfi^ door een Griffier, df '«f„XerR?de"W,blJwoonen, de Notulen houden, «e Sententiën, Refoluuen en Misfiven ftellen en expedieeren en verder verrichten het geen tot deeze post betrekkelijk zal zijn. B De Leden van die hóoge Vierfchaar zullen , zoo lang zj daar in fesfie hebben, van de Regimente- en Guarm oens - dienften gedispenfeerd zijn, en de Chefs der ha ve Brigades waartoe zij behooren , zorge moeten cüaagen, dat die dienften intusfchen door anderen voor nun worden waargenomen. 6 Wanneer bet Leger te Velde is, zal deeze hooge Vierfchaar Zlch auijd in het generaale Hoofdquartier onthouden. ^ _ Voor die hooge Vierfchaar zullen, geduurende dien tijd, te recht ftaan, allen die tot het Leger behoo. ren en hetzelve volgen; midsgaders alle, welke in zulk een tijd aan de Militaire Jurisdictie onderwerpen zijn. Gemelde hooge Vierfchaar zal in dien tijd recht doen in alle Crimineel© en Commune Delicten die in 't Leger voorvallen, zonder eenige uitzondering, 9- Alle zaaken voor dezelve zullen in dien tijd beleid worden door 'sLands Fiscaal in der tijd, of' een Auditeur te Velde, ter zijner adfiftentie, of in zijn plaa's, door 't Uitvoerend Bewind aangefteld. 10. Alle Rechtzakken zullen voor gemelde hooge Vierfchaar worden beleid en behandeld, op dezelfde wijze, a's in 't volgende vierde Kapittel, ten aanzien van de manier van Procfdeeren, voor de Guarnifoens» Krijgsraaden bepaald is. 11. Wanneer een zaak in ftaat van wijzen is gebragr, zal  < 37 > zal de hooge Vierlchaar nog twee Officiers, uit het Corps of Regiment waartoe de Beklaagde behoort, asfumeeren, en alzoo een Krijgsraad formceren, uit een Praefident en zes Leden beftaande, welke de zaak zullen decideeren en afdoen. 12. De Vonnisfen hij dien Krijgsraad te Velde geweezen, zullen echter niet ter executie gelegd mogen worden, dan na dat dezelven aan den Commandeerenden Generaal van het Leger gepraefenteerd zuilen zijn, en door denzelven daarop fiat executie verleend zal zijn. 13* De Commandeerende Generaal zal in_d-.cn gevalle, wanneer hij zoude meenen, dat de uitoefening der gedecerneeide ftraf, voor het geluk der Wapenen vau dit Gemeenebest, van eenigen nadeeligen invloed zoude kunnen zijn, op zijne bijzondere verSndwoorderljkheid bevoegd zijn, de executie te fchorsfen, en van de zaaks omftandigheden kennis te geeven aan het Uitvoerend Bewind, ten einde dien aangaande zoodaanige maatregulen worden genomen, als met het meeste belang van het Vaderland overëenkomftig zullen worden geoordeeld. Wanneer de Militie niet te Velde, maar zich in Guarnifoenen of Cantonnementen binnen 's Lands bevindt, zal deeze Hooge Vierfchaar zich beftendig in den Haag moeten ophouden. 15- In dien tijd zullen daar Voor in de eerfte inftantie geen anderen te recht ftaan dan de Generaals, de Collonels en de verdere Hoofd-Officieren der halve Brigades, benevens de Officiers van de andere Corpfen der Bataaffche Armée, midsgaders de Adjudanten - Generaal en dezulken, die in de eene of andere qualiteit aan de Generaals en de Colonels zijn toegevoegd, ió. Alle andere Militairen, van wat rang of conditie dezelven zijn, zullen in dien tijd te recht worden gefield voor de Guarnifoens-Krijgsraaden. 17* Van alle Vonnisfen echter, door de GuarnifoensKrijgsraaden , zonder cocfesfie geüagen, zal aan deeze Hoo-  < J8 > Hooge Vierfchaar geappelleerd konnen worden, en zal in de manier van appelleeren gevolgd moeten vvor* den de form in het 6. Kapittel voorgefchreeven. 18. In dat geval, zal het Request om Mandament in cas d'Appel, binnen de dertig dagen na den datum van het vonnis, waar van geappelleerd is, moeten zijn ingeleverd, op poene dat het Appél voor Defert zal worden gehouden. 19. 'Er zullen geen nieuwe itukken mogen worden geproduceerd, dan de zoodaanigen, welke de Appellant buiten zijne fchuld niet heeft geproduceerd, waar van ten genoege van den Rechter zal moeten blijken. Binnen de veertien dagen, na dat het Mandament zal zijn verleend, zal de Appellant zijne grieven moeten inleveren. 21. Binnen den tijd van agt dagen, na dat de grieven zijn ingeleverd, zal de geappelleerde, des noodig oordeelende, debatteeren, en za\ vervolgends op de ingeleverde ftukken, door den Rechter uitfpraak tot bekrachtiging, vernietiging of verandering van het vonnis worden gedaan. 22. In geval 'er door den gecondemneerden geappelleerd is, zal ook de Fiscaal van zijnen kant grieven a minima konnen proponeeren, en dus niet alleen tot perfistement, maar ook tot een zwaarer ftraf dan in de eerfte inftantie gedecerneerd of zelfs geëischt is, mogen concludeeren, die zal de Fiscaal verbonden zijn aan dezelfde termijnen als de Appellant. Het zal echter aan den Rechter vrijftaan, om gewigtige redenen prolongatie van Termijnen te ver* leenen. 24. Ter tijd, en zoo lange het 300. Art. der Staatsregeling niet in werkiag zal zijn gebragt, zullen ook alle Ciimineele Vonnisfen bij de Guarnifoens-Krijasraaden gewe^zen, die niet appellabel zijn, of van welken, Ichoon appellabel zijnde, niet geappelleerd i£j met  < 39 > met de {tukken van 't Proces aan deeze Hoo;e Vierfchaar ter herziening moeten worden overgezonden» Gemelde Hooge Vierfchaar zal echter in deeze gevallen geen gratie of mitigatie mogen verleenen-, maar alleen hebben het recht van approbatie of improbatie. 26. De Hooge Vierfchaar zal ook geene zoodaanige Vonnisfen mogen improbaeren, dan in deeze vier gevallen: i°. Indien de Krijgsraad, die het Vonnis geweezen heeft, niet competent wordt geoordeeld. — a°. Indien de Krijgsraad, die het Vonnis geweezen heeft, niet is gecompofeerd geweest volgends de Wet. — Z° Indien de form bij de Wet voorgefchreeven. in het neemen der informatiën of de Inftruétie der Procedures niet is in acht genomen. — En 40. Indien geoordeeld wordt, dat het Vonnis niet overëenkomflig de Wet of de merite van de zaak geweest is. 27. In het eerfte geval zal de Hooge Vierfchaar de zaak verwijzen aan dien Rechtbank, welke daar in competent zal worden geoordeeld. 28. In het tweede en ih het derde geval, zal de Hooge Vierfchaar , de Vonnisfen met de ftukken van het Pfoces, terug zenden aan den Krijgsraad die dezelve geweeeen heeft, met melding van de reden der improbatie, ten einde de daar in gevonden abuizen, defecten en informaliteiten geredresfeerd worden, en wel tr>n kosten van den Auditeur-Militair, door wien de Procedures beleid zijn, indien dezelve aan zijn fchuld of onachtzaamheid zijn toetefchrijven. 29. In het vierde gevel zal de Hooge Vierfchaar de zaak bij evocatie aan zich trekken, ten dien einde de ffukken ftellen in handen van den Fiscaal, om daar in te handelen, zoo als dezelve zal vermeenen te behooren , en daarvan communicatie geeven aan den Krijgsraad die het Vennis geweezen heeft. 3°' , . De Fiscaal zal dan vu volgends bij een nieuwe gemotiveerde conclufie van eisen, zoodaaüige conclu'ie nee-  < 4° > reemen, als hij zal vermeenen met de Wet en de merite van de zaak overëenkornffcig te zijn. 31. Op dien Eisch zal dan door dien geen, die zich belast heeft met de defenüe des befchuldigden fna communicatie der Stukken) worden geandwoord, en contrarie conclufie genomen. 32. En zal daar op de zaak uit dezelfde Aólen bij de Hooge Vierfchaar worden gedecidesrd. en daar in ge* vonnisd, zoo als dezelve in goede juftitie verftaan zal te behooren. 33* Deeze zelfde herziening zal plaats hebbën, in de Vonnisfen waar van geappelleerd, doch waar van het Appel door den Appellant niet vervolgd is, het zij de Appellant daar van gedefileerd heeft, of hetzelve delert heeft laaten loopen. 34" Het Vonnis door de Hooge Vierfchaar bij herziening geweezen, zal dan vcrvolgends worden gebonden aan den Guarnifoens Krijgsraad, die het voorig vonnis geweezen had, om door die gepronuntiëerd en geëxecuteerd te worden. Indien de Hcoge Vierfchaar in eenige van de hier voorengemelde redenen geen termen vindt, om het aan haar ter herziening gezonden Vonnis te improbeeren, zal hij hetzelve binnen de veertien dagen na den entvangst terug zenden aan den Krijgsraad, ten einde dat zonder eenig verwijl ter executie worde gelegd, 36. De Hooge Vierfchaar zal in deeze en alle andere Zaaken, indien ze hun bedenkelijk voorkomen, gebruik kunnen maaken van het advis van een of twee ervaaren en onpartijdige Rechtsgeleerden ten koste van den Lande. In den tijd, dat het Leger te Velde zijn zal, en gevolglijk deeae Hooge Vierfchaar zich ook derwaards «aj hebben begeeven, zal deeze herziening der CrimiPêele V onnisfen, welke in dien tijd in de Guarnifoenen  < 4i > ren mogten vallen, geleideden in zoodaanige Commisfie of Collegie, al» daartoe door het Uitvoerend bewind, ad interim gequaliflceerd zal zijn. DERDE AFDEELING. DttHDR KAPITTEU Guarnifoem - Krijgv-aaden. Art. x» Alle Guarnifoens-iKrijgsraaden zullen beftaan Uit zeven Leden, die gecompofeerd zullen zijn uit alle rangen in deezer voegen: — De Praefident zal zijn een Hoofd - Officier, of bij gebreke dies, de Commandeerende Officier van het Guarnifoen , of van hec Corps, en de Leden zullen beftaan uit een Capuein, twee eerfte of tweede Lieutenants — een Wacbtmees» ter of Sergeant — een Corporaal — en een gemeen Militair, die ten minften zes jaaren zal hebben gediend, mids kunnende leezen en fchrijven. - S. Gemelde Krijgsraaden zullen worden gecommandeerd, door den Commandant van het Guarnifoen der Plaatfen daar de Krijgsraad gehouden wordt , en zullen worden genomen uit de bijzondere Corpfen onder zijne ordres ftaande, door eikanderen genomen. Indien echter een Officier voor een Krijgsraad moet worden te recht gefteld, zal, wanneer hij tot de Cavallerij behoort, altijd ten minften één Officier van de Cavallerij, — zoo hij tot de Infanten] behoort, ten minften één Officier van de Infanten], en zoo hij tot de Artillerij of Mineurs behoort, ten minften ééö Officier vart de Artillerij of Mineurs, Lid van dan Krijgsraad moeten zijn, indien "er de zoodaanigen in 't Guarnifoen gevonden worden, terwijl men anderszins daar aan niet gehouden zal zijn. 4' Indien *er een Onder*Officier of gemeen Militair M  *€ 42 > te-recht moet worden gefield, zal één van de Onder- Officiers,, of de gemeene Militair, die Leden van den Krijgsraad '/uilen zijn, moeren ziin van die foon: wssmoe de te recht gei telde Onder -Officier of gemeenc Militair hrhoorr, ten ware 'er de zoodaanigen in 't Uuarmfoen niet gevonden wierden, wanneer ze van een ander foort zulien kunnen werden genomen. De conimandccrer.de Officiers der Guarnifoenen, zullen m t cornrnrmleeren zich wijders naar een zekeren I ourbeurt of Rooster C daartoe in de Guaniifrfns te houden) reguleeren, op dat de eene niet boven den anderen be/.war.rd worde, en te gelijk alle vermoeden van partijdigheid worde voorgekomen. 6, De beide Officiers, die tot Commisfarisfen bij de Intorrcstie zijn gecommandeerd geweest, zullen echter ,V Leden van den Krijgsraad moeten zijn, ten ware zulks door de een of andere gewigtige reden verhinderd wierd. 7. Zoodaanige Officieren, Onder-Officieren of Gemeene Militairen , die in de zaaken der Refchuldigder eenigzirre zijn geraakt, of fchnftelijke klagten tegen de Befchuldigden hebben onderteekend of afgeleverd, zullen nooit fesfie in de Krijgsiaaden mogen hebben. Sm In geen Krijgsraad hebben te gelijk Leden zitting die aan elkander beftaan in de opklimmende of nederc'aalende linie, noch ook als Broedeis of als Oom en Neef; het zij door Bloed vei wandfehap of Huwelijk. Ook zullen in eenen Krijgsraad niet mogen zitten dezulken, die door Bloedverwantfchap of Huwelijk tan den Auditeur of aan den Befchuldigden beftaan' in of binnen den derden graad. 9. In de gemelde gevallen, gelijk ook, wanneer een aan de tourbeurt ftaande, buiten het Guarnifoen is, of firor andere omftandigheden wettig verhinderd wordt, zal de volgende in deszeifs piaats moeten worden gecommandeerd. io. Wanneer ook een Eefchuldigde mogt vermeenen, dat  ♦C 43 > dat één der gecommandeerde Leden, uit hoofde van haat, vijandfchap, of om eenige andere reden, geen bevoegd Rechrer in zijn zaak zoude konnen zijn, 2ial hij zijn bezwaar, met behoorlijke decentie in den Krijgsraad mogen voordraagen, en verzoek tot recufatie mogen doen. n. In dat geval zal de gerecufcerde zich uit den Krijgsraad moeten abfenteeren, en de wettigheid ddr redenen van recufatie aoor de overige Leden moeten .vorden beoordeeld. 12. Indien de redenen tot recufatie onvoldoende worden geoordeeld, zal de gerecufeerde weder plaats neemen. J3» „ . . .. Maar indien de redenen van recufatie wettig zijn geoordeeld, zal daar van door d^n Praefident en Auditeur kennis worden gegeeven aan den commandeerenden Officier, die in ' d"»t geval een ander in .des perecufeerdens plaats zal commandeeren. S 14. Alle de Krijgsraaden zullen geadfifteerd zijn door 'den Auditeur-Militair van het Departement of District, waartoe het Guarnifoen. alwaar de Krijgsraad gehouden wordt behoort, of door die, welke des Auditeurs functie waarneemt, en wanneer 'er geen Auditeur, of fungeerenden Auditeur gevonden wordt, zal de Adjudant bij den Krijgsraad het werk van den Auditeur moeten verrichten. 15. Alle Krijgsraaden zullen moeten worden gehouden in de Plaats waar de gedetineerd"! geapprehendeeid is, indien aldaar gevonden wordt een Provoostenhuis, waar in de gearresteerde met genoegzaaoie zekerheid bewaard zal kunnen worden. 16. ' Indien in 't Guarnifoen der apprehenfie zulk een huis niet is, maar hetzelve gevonden wordt in een Plaats van hetzelfde Diftrift, alwaar het Hoofdquartier van de halve Brigade is, zoo zal de ge'ipprehendeerdt te gelijk met zijne befchuldiging gezonden worden naar die plaats, ten einde aldaar voor een Krijgsraad  < 44 > raad uit de Militairen van 't Guarnifoen dier plaats gecompofeerd, te recht gefield te worden. Indien ook het Hoofdquartier der halve Brigade niet in herzelfde Uiftrift gevonden wordt, of ook aldaar Men Provoostenhuls is, zoo zal de comman. deerende Officier der halve Brigade zoodaanige fchikkmgen ren aanzien van de plaats tot het houden der Krijgsraad moeten maaken, als convenabelst zal worden geoordeeld. 18. De Auditeurs, of deszelfs funftie waarneemende, zullen de Krijgsraaden in alles behulpzaam zijn, deszelfs Praefident en verdere Leden behoorlijk refpecteeren, dezelve in de omftandigheden voorlichten, over het algemeen zorg draagende, dat de zaaken in de behoorlijke form worden behandeld, en voor zoo veel van hun zal afhangen , de Juftitie zuiver en overéenkomflig de Wetten geadminiftreerd werde, 19. Indien een Proces in dien ftaat gebragt is, dat daar op een vonnis kan worden geveld, zullen de Leden van den Krijgsraad daar over befoigneeren, eerst delibereerender en dan advifeerender wijze. 20. In het delibereeren zullen zij met eikanderen over het geval en deszelfs verligtende en verzwaarende omltandigheden fpretken, en hunne bedenkingenen confideratiè'n aan eikanderen communiceeren, om in het decideeren, op alles, wat 'er voor en tegen is, te beter gevat te zijn, — En zal de Auditeur ook verphgt zijn, de Leden van den Krijgsraad door zijne confideratiën alle inlichting in 't geval te geeven. 21. Indien het geval in zijn aart zeer bedenkelijk is, Of de bewijzen zeer intricaat zijn, zullen de Leden des Krijgsraads bevoegd zijn in te neemen het advis van een of twee ervaaren en onpartijdige Rechtsge. leerden, om hun re dienen tot elucidatie, ten einde met te meerder grond, hunne ftemmen ter dedfie te konnen uitbrengen. En zullen in dat geval de kosten van het advis door den Provoost betaald, en in deszelfs reekening ten laste van den Lande gebragt wor« den. 8a<  < 45 > ao. In het decideeren zal elk zijn ftem uitbrengen, het zij tot ahfolutie of condemnatie, zoo als hij in gemoede en naar zijn beste kennis, overëenkomftig de Wet zal vermeenen te behooren. asDe (temmen der Leden zullen opgenomen worden door den Praefident, van onderen af beginnende, zoo dat de eerfte flem zal worden gegeeven door den Ge* meenen, de tweede door den Corporaal, de derde door den Sergeant, en zoo vervolgends. 24. De Praefident zal het laatfte advifeeren, en na zulks de conclufie formeeren, naar de eenparigheid of meerderheid van ftemmen. as. Indien de fternmen zoodaanig uit eikanderen loopen, dat 'er geen bKjkbaare meerderheid voor de bepaalde ftraf gevonden wordt, zat de meerderheid moeten worden gezocht door zamenvoeging van ftemmen, naar den regel: die het meerdere wil, wil ook het mindere. 36. De Sententie zal vervolgends naar de conclufie, door den Auditeur worden opgefteld, en na zulks, bij de Leden worden gerefumeerd en gearrefteerd, 27. De Auditeur zal van de Befoignes houden Notulen, waarin gemeld zal zijn, wat door den Krijgsraad, in het behandelen der Procedures, van dag tot dag fedaan is, ook in het bijzonder, hoe door elk der .eden gellemd is, op dat het duidelijk blijke, wat advis door elk Lid zal zijn gegeeven. 38. De Geweldige Provoost zal de Krijgsraaden ten dienfte ftaan als | Deurwaarder , de Gevangenen op requifitie moeten binnen leiden en weder weg brengen , ook de Citatiën , Infinuatiën en andere Exploicten moeten doen en verrichten ; en in alles, de Leden van den Krijgsraad met behoorlijk refpetft moeten behandelen. DER,  < -0 > DERDE AFDEELING. VIERDK KAPITTEL. Manier van proeedeercn voor de GuarnifoetiS' Krijgsraaden. Art, I. Zoo dn een Militair, als een Crimineele Gevangen, bij den Provoost gebragt is, zal de Provoost gehouden zijn, daarvan bij een fchriftelijk Billiet, kennis te geeven aan den Auditeur Militair. 2. _ Ook zal de commandeerende Officier van 't Guarniióen, in da: en andere gevallen, waarin hij meent, dst tegen een Befchuldigden, gerechtelijk zal moeten worden geprocedeerd, gehouden zijn, om de klakten met de tiaar toe behoorende Hukken, aan den Auditeur-Militair, zoo dra mooglijk doen ter hand (lellen, \ 3. De Auditeur de klagten ontvangen hebbende, zal dezelve gehouden zijn de Procedure direcl te beginnen, ren Ipoedigften voort te zetten, en zoo dra, naar de omftandigheden mogelijk zal zijn, ten einde te brengen, lteeds in het oog houdende het geen daaromtrend bij het 29. Articul van het eerfte Kapittel deezer Afdeeling bepaald is, 4- In bet geheele beleid der Procedures, zal de Auditeur zich in het algemeen voordellen dat zijne bedoeling niet zijn moet om den beklaagden fchuldi" of cnfchuldig te doen voorkomen, maar alleen om de waarheid uittcvorfchen en daar van te doen blijken. 5. De Procedure zal zijn aanvang neem^n met den befchuldigden, op de tegen hem' in ge'-rag re klagren femmier te verhooren , hetwelk gefchieden zal' ten overftaan V8n Commisfarisfen , daar roe docr den cc mrr.andeerenc.en Officier des Guamifeens gecommandeerd. ^  < 4? > Tot Coromisfarisfen zullen niet mogen worden gecommandeerd dezulken, die volgends het 7- en 8. Ar», ticul van 't naastvoorige. Kapittel, geen Rechters m dès befchuldigdens zaak mogen zijn. , . . 7, ■ . ■ ■ ■ •• • i . . De Auditeur zal in dit en alle , andere Verhooren, met alle oprechtheid en naauwkeurigheid te werk gaan, dé confesfie zoo veel mogelijk' in .dezelfde bewoordingen, als bij den befchuldigden gebezigd zijn, moeten uitdrukken, en. getrouwelijk moeten aanteekenen , ■ alles, wat de befchuldigde ter zijner verfchooning ot veröntfchuldiging bijbrengt, al was het dat hij Audi. teur mogt oordeelen, dat het van geen gewigt was, eri al wist men zelfs ook dat zijn gezegden tegen de waarheid aanliepen. . 3. De Coromisfarisfen zulien naauwkeurig toezien, dat dè Auditeur in dien opzicbte zijn pligt betrachte» ook zullen de Commisfarisfen de befchuldigden zelfs_ mogen examineeren, en de Auditeur zal gehouden zijn des befchuldigdens vërkïaaring op die poihetéri aanteteekenen. De Commisfarisfen en de Auditeur.zullen zich zorg-, vüldig wachten, om den befchuldigden met ftrikyraag'en voor te komen, of denzei ven door belofte of bedreigingen tot. confesfia te brengen, \ maar de Auditeur zal eenvoudig moeten óp:ëekenen, het geen de befchuldigde opgeeft. 4 'ft* • - -' Indien de befchuldigde ter zijner verfchooning óf veiöntfchuldiging eenige faiten allegeerc, zal.de Auditëur hem afvraagen, door wat Stukken of Getuigen die faiten kunnen worden bèweezen, en dat alles ia 't verhoor moetéri vermelden»' ff. I» ji,t, .! Het verhoor op diè'wijze in gefchrifre gefteld zijnde,' zal de Audiréur hetzelve .langzaam, duidelijk en diftir.ft aan den befchuldigden moeten voorleezen, en, ingevalle dezelve bij' zijne gezegdens perfifteert/, zal de' Auditeur daar van melding maaken, en het verhoor door  < 48 > door den befchuldigden, nevens hem en de beide Commislarisfen doen onderreekenen. Wanneer de befchuldigde* bij de voorléezing iets herroept of verandert zal de Auditeur daar van, achter aan, of onder het voorig antwoord meldine maaken, en daar voor (lellen: zegt nader bij voor lef. zmg, zonder in het gefchreevene door roiieering of bijvoeging iets te veranderen. 5 Indien de befchuldigde bij'het fummier verhoor, de ™ J/M* ?ele.^e misdaad bekent, en daar benevens het Corpus dehfh confteerr, zal ten fpoedigften ziïS wo gdj en daarin de ™k w°rden Indien 'er de confesfie van den befchuldigden wel is, maar de bewijzen van het Corpus deliSti ' niet vol. doende Zijn, zal de Auditeur aezelve tot de meestrnogchike klaarheid moeten brengen, en na zulks bij een Krijgsraad, daar in.werde gevonnisd naar behooren. Indien een befchuldigde de hem te last gelegde misdaad wel bekent, maar daar tegen allegeert faiten, die het misdaadige daarvan weg neemen of verminderen, zal de Auditeur die faiten moeten onderzoeken , en de daar voor of tegen bekomen bewijzen bij de Procedures moeten voegen, ten einde daar. op bij den Krijgsraad behoorlijk geregardeerd zal kunnen worden. 16. Wanneer een befchuldigde de hem te last gelegde misdaad ontkent, zal de Auditeur-Militair, ten overdaan van Commisfarisfen, direct de bewijzen voor en tegen moeten inwinnen , en zullen de auditeur en Commisiansfen , daarin een ftrikte onpartijdigheid moeten in acht neemen. De Auditeur zal gevolglijk de Getuigen, die tot bewijs oer misdaad zouden kunnen dienen , ten over-' Kaan van Commisfarisfen moeten verhooren, hunne getöjgeaisfea in gefchrift moeten (lellen, en na dui- de-  < 49 > delijke voorleezing door de Getuigen doen varteekenen. 18. De Auditeur zal insgelijks de Getuigen , die een befchuldigde ter zijner verdeediging heeft opgegeeven, op gelijke wijze verbooren. 19. Wanneer door die Getuigenisfen , nieuwe omftandigheden aan 't licht komen, zal de Auditeur - Militair den Befchuldigden, ra hem alles wat, zoo ter zijne bezwaaring als'tot zijne ontlasting is ingekomen, te hebben gecommuniceerd, over het geheel beloop der zaak, ten overiban van Commisfarisfen moeten verhooren op Articulen , en zulks zoo dikwils_ noodig zal zijn, met in achtneeming van alles, wat hier voor ten aanzien van het 1'ummièr verhoor bepaald is. co. De Articulen examinatoir zullen met alle mogelijke omzichtigheid en klaarheid gefteld moeten worden, zoo dat ieder Articul niet meer dan één fait zal mogen behelzen. Ook zuilen deeze Articulen geene ftrikvraagen mogen behelzen, noch zoo ingericht mogen zijn, dat men den befchuldigden in den mond geeft wat hij moet andwoorden. De andwoorden van den befchuldigden zullen insgelijks met alle mogelijke naauwkeurigheid, en zoo na mogelijk met dezelfde woorden die de befchuldigde gebruikt heeft, op ieder Articul gefteld moeten worden, en wel bij omfchrijving, zonder dat men zal konnen voiftaan om flechts de woorden Ja of Neen, te gebruiken, ten zij de befchuldigde zich bij dezelve in zijne andwoorden hebbe bepaald. 22. Indien bij dit verhoor op Articulen zich nieuwe feiten opdoen, zal de Auditeur, ten overftaan van Commisfarisfen, ook daarömtrend informatien moeten neemen , die dan almede bij de Procedures gevoegd zullen moeten worden. 23. Wanneer de befchuldigde, na dat de Verhooren zullen zijn voltrekken, verkiest mee een Advocaat, • -' • of  < 5° > ©f iemand anders te raade te gaan, zal hij* daar tae Verzoek aan den Krijgsraad moeten dóen, maar dat 'verzoek aan hem niet mogen worden afgeüagen. •4' Indien door den befchuldigden, of deszelfs conftilem, eenige ftukken ter zijner verdeediging aan deh Krijgsraad worden genraefenteerd, zullen dezelven aangenomen en bij de Procedures gevoegd moeten worden, na dat dezeken met exhibitum in margine géteekend zullen zijn. Dit alles gefchied' zijnde , zal 'er een Krijgsraad door den Auditeur verzocht , en op zijn verzoek door den commandeerenden Officier gecommandeerd moeten wórden. ftö. In uien Krijgsraad zullen alle de ffukken door den Auditeur moeten worden voorgaleezén, en daarop door den Krijgsraad worden geoordeeld of de Procedures voor voldongen' zullen kunnen worden gehouden , en de zaak daarop zal kunnen worden afgedaan, dan of de befchuldigde nog nadèr gehoord , of"eenige poinéten nog nader onderzocht zouden kunnen en behooren te worden. Ook of 'er éenige confrontatie van den befchuldigden,'tegen de Getuigen, of van den befchuldigden, of de Getuigen onderling noodig zoudé zijn, of van dienst zoude kunnen 'vveezen» 37. Zulk een confrontatie zal niet flechts. dienftig, maar noodig zijn, én moeten geichièden', wanneer twee of meer Medepligtig>n bij hunne confesfiën merkelijk ver'fchillen, of ook de Getuigen in hunne depofitiërt met den befchuldigden, of' onderling, niet overeen» komen. 4 .. 28. Indien de Krijgsraad oordeek, dat de Gedetineerde nog nader geboord, of op eenige poincVn'nader onderzoek zoude moeten gefchieden, zal zulks, 'of door den Krijgsraad, of ao'or den Auditeur, ten'oveïftnah van Commisfarisfen , moeten gefchieden, na' dat zulks bij den Krijgsraad gsvoeglijkst zal worden geoordeeld. 29. ' Indien de Krijgsraad oordeelt, dat 'er eenige con-  < 5i & ftontatie zoude noodig zijn, zal zulks in den volles Kriigs-aad moeten gefchieden, én de daar van gehouden Befognes , door den Praefident geteekend, eq door den Auditeur gecontrafigieerd, bij de Procedures'gevoegd moeten worden. -58 ' .. In die te houden Befógnes, zal duidelijk en bij onderfcheiding , moeten wor Jen aangeteekend , wat door de Geconfronteerden, iedjr afzonderlijk, g'zegtl 5s, in hoe verre zij van hunne voorige gezegden al of niet zijn teruggekomen, en wat zij 0c aadere opheldering hebben bijgebragt. S1* Indien de Krijgsraad oordeelt, dat de. Procedure* r voor voldongen kunnen worden gehouden, zal men verder procedeeren ton de noodige recollementen, He in den vollen Krijgsraad, op volgende wijze zullen moeten gefchieden. ■ 32. Indien een befchuldigde tót confesfie gekomen is, zal hij in zijne confesfie-worden gerecolleerd, en daar van 'achter de confesfie worden gefteld de Acte van recollement, waar in gezegd wordt: dat de Gedzti- vecrde,na dat hem zijne confesfie nogmaals in den Krijgsraad duidelijk is voorgeleezen, verklaard heeft laaf bij als' n»g te perfiftecrcn , tonder dat hij he'geerde daar bij iets geveegd, of daar van tets fygenomen te hebben. Indien de befchuldigde bi]* het recollensnt iets hei'roept of verandert, of iets nader ter zijner verfchooning inbrengt, of ook op bedenkingen die men maakt, èeni^e nadere opheldering geeft , moet zulks alles faaauwkéufig in de Acte van recollement vermeld worden. ' ■ ' 34' Indien de befchuldigde niet tot confesfie is gekomen, en gevolgelijk de zaak op de bewijzen zal moeten worden afgedaan, zullen de daar toe noodige Getuigen jnoeten worden gerecolleerd. Ten dien einde moet'\ij den Krijgsraad worden * ge.  < 5<* > geoordeeld en bepaald, welke de Getuigen zijn. die gereekend worden het bewijs uit te maaken. S6. De Getuigen moeten ve-rvolgends worden gedagvaard, om voor den Krfjgraad te ccmpareeren. 37' Ten dage dienende, moeten de gedagvaarde Getuigen, één voor één, in den Krijgsraad binnen ftaan, en aldaar in tegenwoordigheid van den befchuldi°den, aan elk deszelfs gegeeven getuigenis ten duidelijkften worden voorgeleezen. Na zulks aan den Getuigen afgevraagd, of hij daar bij perfifteert; en aan den Befchuldigden , of hij ook iets op de Perfoonm der Getuigen, of op derzelver Getuigenisfen heeft ïntebrengen. hem vrij hatende, om aan de Getuigen dit of dat (re vraagen, of aan dezelven eenige bedenkingen te maaken, mids dat alles met behoorlijke decentie gefchiede. 38. Indien de Befchuldigde verklaart niers tegen de Getuigen of derzelver getuigenis te hebben intebrengen, zal zulks in de acte van re:ollement vermeld moeten" worden, 3°« Indien _ de Befchuldigde iets tegen de Perfo^nen der Getuigen, of derzei ver Getuigenis heeft ingebragt, zal zulks te gei ijk met het geen bij de Getuigen daarop gtandwoord is, mede in de aére van recollement gemeld moeten worden. 40. Wanneer bij het recollement, door den Befchuldigden, tegen de Getuigen of derzelver getuigenis ingebrsgte van dat gewigt is, dat het, waarheid zijnde, de kiacht van het getuigenis zoude verminderen of wegneemen, zal zulks mede onderzocht, en tot alle mogelijke evidentie gebragt moeten worden. Indien de Getuigen bij 't recollement hun getuige» nis herroepen, of iets in hunne getuigenisfen veranderen of bijvoegen, of eenige nadere opheldering gee* ven, moet zulks alles naauwkcurig ia de acte van lecoilement gemeld worden. 4*.  < 53 > 42- Tn het algemeen zullen geen getuigenisfen, dan be» èedigden, in rechten worden aangenomen, en zullen de Getuigen onder eed worden genomen, alvoo.ens dezelven hunne verklaaring afleggen, en zal deezen eed moeten ingericht zijn naar de Godsdienftige gevoelens- van dien geen van wien dezelve wordt afgenomen; zoodaanig., dat hij, die denzelven aflegt, zijne verpligting gevoele, om der waarheid met de meeste uaauwgezetheid hulde te doen. 43. Al het voorfchreevene in orde gefchied zijnde, zal de Auditeur-Militair zijne conclufie van eisch forrreeren , dezelve in gefchtifce ftellen, en daarbij concïudeeren, zoo-als hij in officio zal oordeelen verpligt te zijn. De inhoud dier conclufis moet beftaan m een eenvoudig doch duidelijk en onderfcheiden verhaal van het geval, zoo als het naar de ftukkin en bewijzen blijkt te zijn , met een geargumenteerd betoog van des gedetineerdens fchuld of onfchuld, en allegatie der Wetten, die in de decifie van applicatie zouden kunnen zijn. 45' Indien de onfchuld van den Gedetineerden blijkt, moet de Auditeur pro innoCentia concludeeren: ten einde dezelve van de hem te laste gelegd* befchuldiging zal worden geabfolveerd. 46. Wanneer de onfchuld niet blijkt, maar ook de bewijzen niet voldoende zijn om den gedetineerden fchuldig te houden, dan moet hij concludeeren: ten einds de Gedetineerde ter zaake van de hem te laste gelegde befchuldiging zal worden geabfolveerd au instak-. Tl a. Maar wanneer de Auditeur vermeent, dat de Ge-, detineerde fchuldig is, dan moet hij concludeeren, dat de Gedetineerde gecondemneerd zal worden tot zulk een bepaalde ftraf. als hij oordeelt, dat op de beweezen misdaad bij de Wet gefteld, of met de merite der zaak oveiCenkomftig is» 43.  •€ 5+ > Mi] moer in dit laatfte, wanneer naamlijk tor co*» cemnatie geconcludeerd, wordt , altijd mede concludeeren, ten eit.de de Gedetineerde n-ijders zal woraen gecondemneerd in de kosten en mtfen der juftitie, en in de kosten van den Prccesfe, ter tauxdtie van den Krijgsraad. 49' Ook kunnen in 't tweede geval ( Art. 47.) de omftandigheden zoodaanig zijn, dat, ofïchoon de Gedetineerde, ab inftantia wordt ontfiagen, echter billijk is, dat hij riet te min in de kosten gecondemneerd worde, en dan moet de Auditeur oók daartoé cónClulië neemen. 50. In alle dé drie gevallen, moét hij 'ér bij doén de Jatutaire claufulc, door in de beide eerfte gevallen' achter de conclufie van abfolutie te voegen deeze woorden: of dat bij den RrijSsraaa in deezen zoodaamg zal worden gejentenuïtrd, als dezelve in goe~ de Juftitie verjlaan zal te behooren. En in 'c laatfte geval achter de conclufie tot ftraf, deeze woorden: of tot zulk eene andere ftraf, als de Krijgsraad ia goede Juftitie verjlaan Zal te behooren. 5'- • ■ ■ Indien de Auditeur-Militair het noodig of dienftig oordeelt, kan hij nog bij de Procedures voegen eene deductie, waarbij hij de gronden van zijn conclufie rader en meer uitgewerkt voorftelt en aandringt. Des Befchuldigdens Confülenr, indien hij 'er een' heeft, zal ook, indien hij het noodig oordeelt, een deductie ten voordeele van den Befchuldigden, bij de' Procedures mogen voegen; mids dat zulks gefchiede' binnen agt dagen na dat de Procedures bij den Krijgsraad voor voldongen zullen zijn gehouden. En indien dezelve daartoe vifie, of copie ten zijnen redelijken kosten begeert, zal zulks niet geweigerd mogen' werden. & 6 De Auditeur zal bij zijn conclufie van eisch' móeten ycegen, alle de Verhooren, Bewijzen en verders!' Stukken, welke tot de zaak maar eenige betrekking héb-"  < 55 j» hebben, én Öf tot bezwaar of tot verligting zoude ' kunnen dienen, en van dit alles moeten maaken en bij 't Proces moeten voegen een Inventaris van Stuk* ken, waaróp alle de geproduceerde bewijzen korte» lijk befchreeven en met hunne letters en nummer9 gemeld zullen moeten zijn — met aanwijzing van de Articuls der conclufie die door zulke, welke onder dezelfde letter gebragt zijn, bij hem voor beWeezen Worden gehouden. 54» Indien een Befchuldigde zich buiten banden mag defendeeren, moet in alles op gelijke wijze worden geprocedeerd, met dit ondeifcheid echter, dat de Befchuldigde dan geert Gedetineerde maar Gerequireerdc genoemd moet worden, 55' , Van alle verhooren, informatiën en andere beiognes, welkè geduurende den loop der Procedures, door den Auditeur Militair , ten overftaan van Commisfarisfen gehouden worden, zal telken reize door den Auditeur en Commisfarisfen rapport aan den commandeerenden Ölücier van het Guarnifoen moeten worden gedaan, 5<5* tt ■■ Insgelijks zal van iédere fesfie die de Krijgsraad houdt, door den Praefidenr en Auditeur, rapport aan den commandeerenden Officier van het Guarnifoen moeten gefchieden. 57- Op voorgemelde wijze zal het Proces aangevangen en voldongen moeten worden, indien de befchuldigde in handen gevallen is. — Maar wanneer een Befchuldigde voordvlugtig is , en de daad van dien aart is, dat tegen dezelve bij indaaging behoort gepro-. cedeerd te worden, zal de Auditeur daartoe verzoek aan den Krijgsraad moeten doen, 58. Dat verzoek bij den Krijgsraad geaccordeerd zijnde, zal de Befchuldigde, op daartoe d:or den Krijgsraad verleende Aéten, bij de Tromfiag of Trompettengefchal, door den geweldigen Provoost, en met affi'ctie van de Aften bij den Krijgsraad verleend, vart veertien da^en tot vesrtien dagen worden ingedaagd, tot  < 5<5 > tot drie maaien toe, en dan nog eens, ex fupra abundantie ten vierden maal. 59- ' Indien de gedaagde daarop verfchijnt , zal tegen hem, invoegen voorfchreeven, woiden geprocedeerd. 6c. Maar indien hij weg blijft, zullen de Procedures worden geftateerd , doch daadeiijk zijnen Post, zoo hij Officier of Onder.Officier is, door eenen anderen worden vervuld, en zal, wanneer hij zich vervolgends mogt fisteeren, of op eene andere wijze in handen der Juftitie geraaken, niet alleen tegen hem worden geprocedeerd wegens de hem te last gelegde misdaad maar ook wegens de misdaad van defertie. DERDE AFDEELING. VIJFDÉ KAPITTEL. Kracht der Bewijzen. Art. i. In het oordeelen over de validiteit en de kracht der bewijzen, zullen gevolgd moeten worden de bepaalingen, daarömtrend bij de gemeene Rechten gemaakt , en daar benevens in acht genömen moeten worden , het geen hier na bepaald. i. Op getuigmisfen die betrekking hebben tot de fchuld of onfchuld van eenen Befchuldigden, zal geen recht mogen worden gedaan, ten zij dezelven door de Getuigen met folemneelen Eede zijn bevestigd. T j. 3- Indien een Militair, door eenen aan hem gefubordineerden, in dienstzaaken, gedesobediè'erd, te^enge(proken, gefcholden, gedreigd, geflagen of anderszins mishandeld^ zijn mogt, zal dezelve daar in op zijn Eed geloofd moeten worden, en zijn getuigenis all-en in dien opzichte voor vol bewijs worden gehouden, indien de Getuige naar rechten irreprochabel is, en des-  < 57 > deszelfs getuigenis door andere bewijzen niet wordt verzwakt of tegengefproken. 4> Onder dezelfde bepaalingen zal ook het relaas van een Geweldigen Provoost, Deurwaarder of _ Bode , wegens het geen hun in officio wedervaaren is, volledig bewijs uitleveren. Indien ook een Schildwacht, op zijn Post aangevallen of mishandeld zijnde, den Aanvaller, ter zijner verdediging , geflagen , gekwetst, of zelfs gedood heeft, zal3 zijn beëedigd getuigenis ter zijner ontlasting genoeg zijn, zonder dat daar van verder bewijs vereischt zal worden; — ten ware het tegendeel door volledig bewijs kwame te blijken. 6. Indien de Aanvaller ook een Militair zijn mogt, en die daar over te lecht gefteld wordt, zal ook het getuigenis van den Schildwacht ten laste van den Befchuldisden, van een groot gcwigt zijn en indien eenige bijkomende omftandigheden hetzelve begunftigen, voor vol bewijs konnen worden gehouden, zullende echter in dien opzichte met alle omzichtigheid moeten worden te werk gegaan. 7' Wanneer een, met verlof abfent geweest zijnde, is achter DERDE AFDEELING, ZESDE KAPITTEL» Sententie, Appèl, Herziening en Executie, Art. i. Alle Sententiën zullen moeten behelzen den vooren toenaam, midsJaders den ouderdom en de geboorteplaats van den Befchuldigden, en de Militaire charges, welke door h=m zijn bekleed. tt. Alle condemnatoire Sententiën zullen verder moeten inhouden de misdaad, waar aan de Gecondemneerde geoordeeld is fchuldig te {laan, met alle de omftandigheden, in zoo verre die voor erkend of voor beweezen zijn gehouden, en de ftraf waar in de Gecondemneerde verweezen is. 3- Alle condemnatoire Sententiën zullen ook moeten inhouden de condemnatie in de kosten en raife der Juftitie, en in de kosten van den Brocesfe tot tauxatie van den Rechter. 4- In de abfolutoire Vonnisfen, zal men konnen volftaan met alleen korfelijk te melden de misdaad waar van de Beklaagde befchuldigd en geabfolveerd 'is. Alle, zoo condemnatoire, als abfolutoire Vonnis» tën , zullen moeten inhouden de plaats waar, en de datum wanneer dezelven geweezen zijn, en zullen daar achter worden gevoegd de naamen van den Praefident en Leden, welke hebben uitgemaakt het Gerichte, waarin dezelven geweezen ziin. 6. Bij alle Sententiën zal recht worden gefproken in den naam en van wegens het Bataa/Jche Polk. 7» De Hooge Militaire Vierfchaar zal wijzen bij ar. rest,  <. 59 > rest, zoo dat derzelver Vonnisfen aan geen appél of herziening onderworpen zullen zijn. Alle Vonnisfen bij de Guarnifoens-Krijgsraaden, op confesfie geweezen, zullen ook geen appél onderhevig zijn. 9 Maar van alle Vonnisfen bij de Guarnifoens-Krijgsraaden geheel of gedeeltelijk zonder Confesfie geflagen, zal aan de hooge Militaire Vierfchaar geappelleerd kunnen worden. 10. Ten dien einde zal de Condemnatie, bij zulk een Vonnis gedecerneerd, immediaat, na dat hetzelve gearrefteerd zal zijn, door twee Commisfarisfen van den Krijgsraad, geadfifteerd met den Auditeur-Militair, aan den Gecondemneerden worden gecommuniceerd, met onderrichting van derizelven, aangaande het recht yan appél hem competeerende. II. Indien dan de Gecendemneerde daar van zal willen appelleeren, zal dezelve gehouden zijn, binnen dè drie dagen daar na, van zijn voornee men aan de gemelde Commisfarisfen kennis te geeven. 11. De Commisfarisfen zullen dan daar van direéc rapport moeten doen aan den Praefident van den Krijgsraad, welke in dien gevalle de Krijgsraad zal doen. vergaderen. 13. In die Vergadering zal dan de Sententie, ten aanhoore van den Gecondemneerde, met open deuren worden gepronunciëerd, en na zulks, daar van door den gecondemneerden in forma worden geappelleerd. 14. Vervolgends zal daar van aanteekening in de Notulen, en achter de Sententie worden gemaakt, en na" zulks, de Sententie met alle de Stukken van 't Proces, door den Krijgsraad, aan de hooge Militaire Vierfchaar worden overgezonden , ten einde dezelve in Cas d'appél daar in gevonnisd worde, zoo als in goede Juftitie verftaan zal worden te behooren. 15-  < 6o > 15. In dat geval zal de Auditeur daar van, met toezending van een Copie authenricq van de Sententie direct kennis geeven aan den Fiscaal, ten einde die m Cas d'appél, het recht van het BataafTche Volk waarneeme. 16, De Auditeur zal in dat geval ook moeten zorgen, dat door den Appellant ten fpoedigften, voor hem, ten overftaan van twee Leden van den Krijgsraad, gepasfeerd worde een Procuratie, op zoodaanigen Procureur, als hij tot voorrzetting van zijn appél zal verkiezen, en dat die Procuratie, benevens een Copie authenticq van het Vonnis, aanftonds aan den Procureur worde gezonden, 17. Maar indien van zoodaanig eene Sententie, binnen den bepaalden tijd niet geappelleerd zal zijn, zal dezelve direét executabel zijn, ten ware dezelve uitzijn aart (naar de bepaalinjen dien te nevens in de volgende Articulen gemaakt) aan eene herziening onderworpen ware, 18. Alk Vonnisfen, bij de Üüarniföens-Krijgsraaden in Crimineele gevallen geweezen, zullen (zoo lange het 300. Articul der Staatsregeling niet in werking zal zijn gebragt) aan eene herziening van de hooge Militaire Vieifchaar onderworpen zijn, en totdat einde, met alle de Stukken van het Proces, aan gemelde Vierfchaar moeten worden overgezonden. 19. Voor Vonnisfen in Crimineele gevallen, zullen in djen opzichte worden gehouden alle de Vonnisfen, bij welke de Gecondemneerden, ter Dood, tot Geesfeling, tot het werken in een Tucht- of Rasp-huis, of eenige andere infameerende ftraf gecondemneerd zijn; ook alle Vonnisfen, waarbij iemand met of zonder infamie of inhabiliteit gecasfèerd of voor Schelm weggejaagd is; zonder dat echter daar onder begree» pen zullen zijn de Vonnisfen , waarbij iemand alieen met een briefje uit 's Lands dienst onttlagen zal zijn. 20. Wanneer de Auditeur bij zijne conclufie, een van de  < <5i > de gemelde {haffen geëischt heeft, al is het dat_ daar* op eene mindere condemnatie, of zelfs abfolutie ge» vallen is, zullen de Vonnisfen echter aan de herziening onderworpen zijn, en tot dat einde als vooren, aan de Hooge Vierfchaar ter herziening moeten worden overgezonden. 31. Indien iemand befchuldigd is van een misdaad, waarop uit zijn aart, een van de genoemde ftraffen zoude moeten volgen, al is 't dat de Auditeur, uit hoofde van verligtende omftandigheden, eene mindere ftraf geëischt heeft, en 'er ook eene mindere condemnatie, of zelfs abfolutie gevallen is, zal echter het Vonnis aan de Hooge Vierfchaar ter herziening moeten worden overgezonden. 22. Indien van een Vonnis, zonder confesfie geflagen, (volgends Art. 9.) geappelleerd is, en ae Appellant mogt goedvinden zijn appél niet te vervolgen, maar daarvan te defifteeren, of hetzelve defert te laaten ioopen, zal daar door de zaak weder gebragt zijn in die termen , als of het Vonnis niet gepronunciëerd was, 'er niet van geappelleerd ware geweest, gevolglijk de Sententie daar door niet zijn bevrijd van de herziening, indien dezelve naar de hier voor gemaakte bepaalingen, daar aan onderworpen zijn mogt. 23. Indien eene ter herziening overgezonden Sententie, om een der redenen bij het 16. Art. van het tweede Kapittel deezer Afdeeling gemeld, geïmprobeerd is, zal dezelve voor vernietigd worden gehouden, zonder dat daar tegen eenig verzet zijn zal. 24, Indien eene ter herziening overgezonden Sententie, door de Hooge Militaire Vierfchaar, om de tweede of derde reden, bij het gemelde 26. Articul opgegeeven, geïmprobeerd is, zullen direct, na het terug ontvangen der ftukken, de defeéten moeten worden geredresfeerd, en door een nieuwen Krijgsraad in die zaak, op nieuw worden gevonnisd, zoo als in goede Juftitie verJtaau zal worden te behooren. 2S- Indien die nieuwe Krijgsraads- Sententie weder valt in  <. tfa > in de termen, dat dezelve, aan de herziening onderwoipen is, zal dezelve, tot dat einde, weder aan dé Hooge Militaire Vierfchaar moeten worden overgezonden, a6. Wanneer en zoo dra de Krijgsraad kennis bekoomt, dat de Hooge Militaire Vierfchaar eene ter herziening overgezonden zaak, om de vierde of laatfte reien in 't meergemelde 26. Articul van het voorige tweede Kapittel, opgegeeven, bij evocatie aan zich heeft ge. trokken, zal de Auditeur-Militair moeten bezorgen, dat door den Befchuldigden, voor hem en twee Commisfarisfen worde gepasfeerd eene Procuratie, op zoodaanig een Procureur, als hij, ter zijner defenfie zal verkiezen; dat die Procuratie, ten fpoedigften, aandien Procureur worde toegezonden, en dar daarvan, aan 'sLands Fiscaal, kennis worde gegeeven. Alle Vonnisfen aan de Hooge Vierfchaar overgezonden, en met approbatie terug gezonden, zullen door den Krijgsraad, zoo fpoedig mooglijk, ter exé> cutie gelegd moeten worden. 28. Alle Vonnisfen van de Guarnifoens-Krijgsraaden, waarin de condemnatie tot een ftiaf, mind?r dan de hier voor opgenoemden geëischt en gevallen is, zullen niet ter herziening behoeven overgezonden te worden; ten ware de misoaad uit zijn aart, eene der opgenoemde ftraffen tm gevolge zoude moeten hebben, zoo als hiervoor Art. ai. gezegd is. Alle zoodaanige Vonnisfen, die aan geene herziening van de Hcoge Vierfchaar onderworpen zijn, zullen direcl: Executabel weezen, en zoodra mogelijk geëxecuteerd moeten worden. 3°. Voor dat een Vonnis van de Hooge Militaire Vierfchaar ter Executie wordt gefteld, zal hetzelve in de Vergadering dier Vierfchaar , ten bijweezen van den Fiscaal, met open Deuren aan den Gecondemneerden worden voorgeieezen en gepronunciëerd. 3i- Bij de openbaare Executie van zulk een Vonnis, zal  < 63 > zal de Drosfaard dier Vierfchaar adfifteeren, en zofge. moetf-n draagen, dat de ftraf overëenkomftig met de Sententie worde geëxecuteerd, 32. Voor dat een Vonnis van een Guarnifoens-Krijgsraad ter Exëcutie wordt gelegd, zal hetzelve door den Auditeur, in den Krijgsraad, met open Deuren gepvonunciëerd, en aan den Gecondemneerden voorgeleezen moeten worden. 33. Indien het Vonnis op de Guarnifoens-Parade, of een andere openbaare plaats zal moeten worden ter Exëcutie gefteld, zal ook het Vonnis, aldaar, door den Auditeur, of door den Provoost, ten aanhooren van een iegelijk, geleezen moeten worden. 34- Alle lijfftraffclijke Exëcuuën of Sententiën, door de Guarnifoens-Krijgsraaden geweezen, zullen gefchieden ten overftaan van Commisfarisfen, daar toe door den Krijgsraad benoemd, welke zullen moeten zorge draagen, dat de gedecerneerde ftraf, naar de letter der Sententie ter Exëcutie worde gefteld. 35- Wanneer eene Sententie, waarbij een Misdaadige door de Hooge Militaire Vierfchaar ter Dood verweezen is, door die Vierfchaar moet worden geëxecuteerd, zal ten minften vier-en-twintig uuren voor de Exëcutie, de Dood aan den Gecondemneerden worden aangezegd door den Fiscaal, geadfifteerd met den Griffier dier Vierfchaar. 36. Wanneer een Dood-Vonnis door een GuarnifoensKrijgsraad moet worden geëxecuteerd, zal de aanzegging des Doods, op gelijken tijd en wijze, aan den Gt condemneerden gefchieden , door twee OfficierenCommisfarisfen, geadfifteerd met den Auditeur-Militair des Guarnifoens. 37. Van dien tijd af aan, en vervolgends, zal bij den Gecondemneerden worden roegelaaten een Leeraar van die Kerkgemeenichap waar toe hij behoort, ten ware hij iemand van eene andere Gezindheid mogta ver-  < «4 > Verkiezen, zullende in deezen volkomen naar zijne keuze kunnen en moeten gehandeld worden. 33- Wanneer iemand zit onder de befchuldiging van een Misdaad, waarop vermoedelijk de Dood-ftraf zal volgen, zal ook, indien zulks door hem begeerd wordt, na voltrokken verhoor, van tijd tot tijd bij hem worden toegelaaten een Leeraar van zulk eene Gezindheid, als hij zal verkiezen. 39- Het Vertegenwoordigend Lighaam behoudt aan zich de faculteit, om dit Reglement te ampliëeren, te ex- Jliceeren en te veranderen, zoo en in dier voege, als etzelve zal meenen te behooren. En op dat niemand hier van eenige onweerendheid zoude kunnen voorwenden , gelast het voornoemde Bewind, in naam des Vertesenwoordigenden Lighaams, dat deeze zal worden afgekondigd en aangeplakt, al6mme waar zulks behoort. In den Haage , den a6. Junij 1799. Het vijfde Jaar der Bataaffche Vrijheid, (Was geparapheerd) A. W. H O E T H, vt, (Onder ftond) Ter ordonnantie van hetzelve, (Was geteekend,) C. G. HULT MAN.  R E G ï S TÉ & op het ELFDE DEEL. bevattende de PUBLlCJTlËlSt Sedert 6. maakt tot 26. junij 1799. Mal vijfde jaar der bataafsche vrijheid. i^Lanftelling (Publicatie wegéns de'» van de Colonels der Bataaffche Gewapende Burgermagt, 24. junij 1799 No. 105. B. Beleenbank, (De Beleeningen, in de Nationaale) geprolongeerd, 25. April 1799, . No. 92. Betaaling (Bepaalingen omtrend de wijze van) der Leeraaren enz. van de voormaals heerfchende Kerk, ai. Mei I799- • . . No. 100. Bezwaaring (Publicatie betreffende de vervreemding of) van Leenroerige Goederen, 7. Mei 1799. No.94. Bouwmiddelen, (De betaalingen der zoogenaamde) door de Finantiëele Commisfie over het voormaalig Gewest Holland bevolen, ter Comptoiren der refpeélive Gaarders, op de gewoone zitdagen, te moeten gefchieden, 29 April 1799» • No. 93» Burgeren (lnftrudie voor de Gemeente-Beftuuren, wegens de Infchrijving der) in het Stemregister, 20. Mei 1799 • vNo\^9r Burgermagt, (Reglement voor de Gewapende) 7. Mei 1700 ïso. 95' 'yy' Bur»  3 REGjISTER op het Burgermagt, (Publicatie wegans de Aan^elüng van de Colonels der Bataaffche Gewapende) 24. Junij *799 ■ . No. 105. V^olonels (Publicatie wegens de Aanftelling van de) der Bataaffche Gewapende Burgermagt 24. junij *799 • No. 105. Comausfiën tot Onderzoek, (Publicatie wegens de benoeming der) naar den opbrengst in de Cefdheffing van 8 percent, 6. April 1709. . . No. 89. Commisfiën tot Onderzoek, (Publicatie wegens dé bebenoeming der) naar den opbrengst in de Geldheffing van to. en 4. percent, 27. Mei 1799. No, 102. Crimineel Wetboek, (Reglement van Krijgstucht, of) voor de Militie van den Staat, 26. Junij 1799. No 107. D. Departementaaie Beftuuren, (Publicatie wecens de Irftallatie der) s April 1799. . . No. 88. Departementaal Beftuur < Notificatie van het) van Texel, wegens de Organifatie van hetzelve, 4. April 1799 No. 87. Departementaale Beftuuren, (Oproeping der Grondvergaderingen tegen £5. Junij 1799,, ter verkiezing van Leden in de) ia. Junij 1799. , No 103. Defertie, (Pardon wegens begaane) en middelen om dezelve, in het vervolg, zoo veel mogelijk, voortekomen, 22. Junij 1799. . . No. 104. Dienen, (Jongeingen, in Gods-Huizen opgevoed wordende, vrijheid gelasten, om het Vaderland ter Zee ofte Land te) 13. en 15. Junij 1799. No. 106. Diftrióten, (Verdeeling der Bataaffche Republiek in Grondvergaderingen en) 14, Mei 1799. . No. 97. F. Freest, ter gedachtenis van de aanneeming der Staats» regeling, op den 23. April 1799. ce vieren, 13, April 1799, ..... No. 91. G,  ELFDE DEEL; 3? G. CreldbefHtig (Publicatie wegens de benoeming der Commisfiën tot Onderzoek, naar den opbrengst in de) van 8, percent, 6. April 1799. . No. 89. Geldheffing (Publicatie wegens de benoeming der Commisfiën tot Onderzoek, naar den opbrengst in de) van 10 en 4 percent, 27. Mei 1799. No. 102» Gemeente-Beftuuren, (Inftruftie voor de) wegens de Infchrijving der Burgeren in het Stemregister, 20 Mei 1799 No* 99- Gewapende Burgermagt, (Reglement voor de; 7, Mei 1799 • No. 95. Gilden, (Het afneemen van Proeven, te vooren tot eenig Ambacht of Bedrijf verëischt geworden, uit hoofde van de vernietiging der ) verboden, 28. Maart 1799 No. 86. Goederen, Publicatie betreffende de vervreemding of bezwaaring van Leenroerige) 7. Mei 1799 No. 94. Goederen, (De Publicatie van 31. Mei 1798 , wegens den Uitvoer van Meubilaire) ingetrokken, 23 Mei 1799 No' ,OI# Grondvergaderingen ( Verdeeling der Bataaffche Republiek in) en Distrióten, 14. Mei 1799. No. 97. Grondvergaderingen (Oproeping der) tegen den 28. Mei 1799., ter verkiezing van Leden voor het Vertegenwoordigend Lighaam, 14. Mei 1799. No. 98. Grondvergaderingen (Oproeping der) tegen 25. Junij 1799,, ter verkiezing van Leden in de Departementaale Beftuuren, 12. Junij 1799. - No. 103.' I. Ingetrokken, CDe Publicatie van 31. Mei 1798, wegens den Uitvoer van Meubilaire Goederen,) 23. Mei 1799 No. ioi. Inkomende Rechten (De) op de Rum, volgends Placaat van 31. Julij 1725. ■» te betaalen, 13. April 1799 No. go. Inftailatie (Publicatie wegens de) der Departementaaie Beftuuren, 5. April 1799- • No. 88. Inftruftie voor de Gemeente-Beftuuren, wegens de ■In-  REGIST|ER op het ELFDE DEEL, Reglement van Krijgstucht, of Crimineel Wetboek voor de Militie van den Staat ^aö. Tunij 1700 No i07' Republiek, (Verdeeling der Bataaffche) in GrSveT-" gadenngen en Distriéten, 14. Mei 1799. No. 97. S waL' CvReglemJenL^1? KriiSst«cht, of Crimineel Wetboek, voor de Militie van) 26 junij 1799 No 107. Staatsregeling, (Feest, ter gedachtenis van de aannee. mingder) op den 23. April 1799. te vieren, 13. April 1799. . . \' Stemregister, (Inflruétie voor de Gemeente Beftuuren' wegens de Infchrijving der Bureeren in hetj *o! Mei 1700- . .No. 99. T. Texel, (Notificatie van het Departementaal Beftuur van) wegens de Organifatie van hetzelve 4. April 1799 No> 8?| U. Uitvoer, (De Publicatie van 31. Mei 1798 , wegens den) van Meubilaire Goederen, ingetrokken 23. Mei 1799 6No> lox> V. "Verdeeling der Bataaffche Rennbliek, in Grondvergaderingen en Distriéten, 14/Mei 1799. nq q7 Vervreemding (Publicatie betreffende de) of bezwaal ring van Leenroerige Goederen, 7. Mei 1799. Nb.94. W. Wetboek, (Reg'ement van Krijgstucht, of Crimineel) voor de Militie van den Staat, 26 Junij *799 No. 107.